V
•LURLEY- ÏÏ1-MANOR-
iV-jfc- — tff~
JS
D E
SPAENSCHE
MERCURIUS,
Verhandelende
Eenige onderlinge belangen van die Kroon aenmerckelijcke byfonder- heden , voor-vallen , en ande- re eygenfchappen.
Met fchoone koopere T laten der Cefchiedenif" fen vercicrt.
Zijnde van de Reyfende Mercurius
HET TWEEDE DEEL.
Door L. v. B.
t'AMSTERDAM,
BvJan Bouman, Boeckverkooper in de
Kalver-ftraec , op de hoeck van het Jongens
Weeshuys > 1674»
D E SPAENSCHE
MERCURIUS,
t'SAMENHAN DELING
Tufcben
JUPITER,MOMUS,cn MERCURIUS ,
Over de ftaet des Werelts in defe tijde
Jupiter , MoMitt , Mercurm.
E wijl nu yeder der Goden in fijnen Ooghft befigh is. Maer in den Oorlogh van Vranck- rijck , Spanjen , Engelandt , Nederlandt , en het geen ick het eerft had behooren te noemen , het Keyfer- rijck felfs , Saturnus met Lijeken temayen : Ne- ptunus met het Recht van fijn Zee te bewaren, dat hem alfoo hard gedifputeert wordt. Ceres met haer verdronckene Ackeren weder te her- bouwen , Vulcanus met Wapenen te fmeden, en Venus met in de Vorften Hoven de Hoerts fpeelen. Mercurius overal , en de geheelen He- mel dus by na ledigh ftaet, dunckt my niet on- geraden Mome , dat wy hier aen den dorpel den tijdt ce famen een weynigh deur brengen , jfy leg- gen doch daer beneden 7 dat Jupiter luys ledigh met de handen over malkanderenfitenkijckt, en dat hy het alles op fijn beloop laet ftaen , het ga foo 't wil. Ghy hebt u ondei vindingen al mede een weynign , omtrent den handel der A z Men-
4. De Sfaenfche Mereuriue.
Menfchen, en foud mifichien mede wel licht een woort van Staet konnen debuteren , 't (eden ghy door u ftoute tongh met Ate den weghna beneden moft nemen.
Mom. Waeriijck Vader, het viel mylaftigh genoegh u gramlchap in mijn ballingfchap te ver- dragen, en u kelder en keucken temiflen, al komt u Majefteyt tegenwoordigh de wonde niet weder op-krabben, en mijn oude fmart te ver- nieuwen. Die tocht evenwel heeft my lbo veel gebaet , dat ick nu een weynigh met beter fat- focn en nauwer ondervindingh , de verdorve menfehheyt kan over- halen , wanneer het eens te pas komt, als voorheen, voornam entlijck hebben my de grootfte Hoven van Chriiten- rijck de grootfte walginge verooriaeckt , onge- bondentheyt, welluft, dartelheyt, verradery , heymelijcke en openbare vyandtfehap , zijn daer in haer Augo , het is daer al
Sela efl quiet , Mecum Ruina cun&ati video obruta.
Dan fchept mijn ziele ruft , wanneer ick met
vermaeck , Mijn hert verfaad'gen kan , in welgewenichte
wraeck , En om mijn hooghfte luft , in 's Vyands val
te boeten, Sie alles ftortcn neer en vallen voor mijn
voeten.
onder- Het gaet'er gheweldigh grof mede toe, en het l'n&e quaetüe is dat mecnighmael de grondt van dat Vorftcn f 9uaet f°° fwack is , dat het de minfte item van ' dathatelijck, fwaerlijck fchijnt te konnen dra- gen. Jup> Ghy moet dat evenwel deVorftentoc
ver-
De Spaenfche Mercurius. f
vertrouwen , dat hun driften foo licht niet te be- wegen zijn , als die van andere , hae: Character druckt hen yets Goddelijcks in , en het geen by de semeene vyandfchap te noemen zy , is by hen niet anders als be'angh van Staet. Selfs hun- ne Oorlogen, zijn gelijck de Proceffen der Gaf- coniers , diefe maer voeren om niet ledigh te zijn ,
Ne malefecuras conveUant ot'ia ment es.
Op dat de ledigheyt , half flapens , met'er tijdt. 't Verftantte wel geruft, niet vruchtloos af en llijt.
Mom. Het is foo in der daet, ondertuffchen ontbreeckt hen nóyt ftofle om werck te beginr nen , zijnde geheel Europa, niet anders als een verwarde boedel onder malkander vermenght , en hebbende d'een altoos eenigh recht op het be- fït van een ander. Vranckrijck op Spanjen, Span- jen op Vranckrijck , defe op Engelandt, en En- gelandt weder op Vranckrijck. d'Eenige oor- ïaeck der gedurige onluften, die tuflehen defe Kroonen gedurighlijck zijn , hoewel veele fulcks de ftrijdigheydt van neyginge defer volckeren roe-fchrijven , die wel groot, maer echter niet genoegh is, om foo veel bloedt-vergietens een beh oorlij ck aenficht te geven.
Het is waer , de ongelijckheyt van defe land- aert kan onderlinge verachtinge, cleverachtin- ge, af-keer, d'af-keer, haet meter tijdt, het geen d'ecne in fich felven mift, veracht hy in den ander , om dat hy her niet hebben kan. Ter- wijl ick in Spanjen was heb ick daer omtrent van de Spanjaerden felfs verfcheyde redenen gehoort en ghelefen : maer niemant heeft my daer om- trent beter voldaen als eencn DcxStor Garcias, hoewel noch niet volkomentlijck.
A g Defe
fchen.
6 De Spaenfche Mercurius.
Defe fchrijft d'oorfaeck van defe flrijdighedcn Climaet. de hoedanigheyt van de Hemel-ftreeck; en d'in- vloeyinge der Harren toe , die men moet toe- Oorlaek ^aen » vee^ gefaghs over de ondermaenfche li- van de chamen te hebben, in fulcker voegen dat de ghe- tcgen- ftaltenis des Hemels , en conftellatie die over 5pa^ntIerSpanjen fich uyt-ftreckt , zijnde van een ver- fchen «n fcheyde kracht en werekinge als die van Vranck- Pran rijck, daer uyt noodwendighlijck het blijckelijk onderfcheyd, tuflehen defe volckeren , als daer voornamentlijck van handelende , moet voort komen. Dit gevoelen, fegt hy, wordt oock door Hippocrates bekrachtight , vafl Hellende dat de verfèheydentheyt der overhangende gefternten ; oock verfcheyde werekingen en neygingen in de volckeren veroorfaken , doende de lichamen, op dewelck fy hunne werekinge uyt-ftorten , by- fondere indruckfelen ontfangen en aennemen. Welcke reden in der daet veel fchijn van waer- heyt heeft , indien men deftrijdige befpiegelin- gen van defe volckeren wil aenmereken , voor foo veel de felve tot de gefternten en de hoeda- nigheyt der zaifoenen en jaer- tijden, betrecke- lijck zijn.
Want ais dan, wanneer de hitte in Spanjen begint , duurt het gewelt van de felve een langen rijdt, fonder veel af of toe te nemen, ofeenigc merckelijcke veranderingh uyt te ftaen. En even foodanighis d'aertder Spanjaerden , want indien hy eens lijn befluyt over een faeck maeckt ; daer fal hy in volharden , overleggende en overwe- gende de felve gedurighlijck, fonder evenwel van fijn eerfte befluyt af te vallen , maer foeckt alleenigh het gene hy in fijn verftant begrepen heeft, als in fijn bacr-moeder , het felve tot vol- komentheyt te brengen , om geen Mola of Mon- fler, maer een volkomen gheftaltenis , op fijn
rech-
De Sptenfche Mercuriut. y
rechten tijdt te voorfchijn te brengen, oordee-
iende dat delrherandum eft diu quodfiatuendum efi
femel. Men lan^h overleggen moet, dat maer
eens vaft te ftellen is.
Maer heel anders is het met Vranckrijck gele- gen , ghy fult de natuur en aert van den Hemel , aldaer bevinden , gelijck de natuur en aert van het Volck is , want aldaer , het zy Somer , Win- ter, Herfft of Lente, geenvafte geftaltenis be- vindt men aldaer aen de Lucht , en noch goedt noch quaedt , noch heet noch kout , noch voch- tighnochdroogh Weder, houden aldaer langer duur , de morgen kan geen ftaetopdenavont , en d'avont geen ftaet op den morgen maken , en hier mach men met alle recht feggen.
Nefeis quid Jerus vefper trahat.
Wie weet , al rijft den dagh des morgens pur-
, per root , Wat luck den avont-ftont fal vallen in den fchoot.
En zijnde derhalven toe-geftaen ,dat de Elemen- taire lichamen van de Elementen of Hooft-ftof- fen , en de Hemelfche krachten en bewegingen af-hangen, moet noodfakelijck het een en het ander volck, foo in haer handelingen-, lijdin- t»en en bewegingen , als in hun gheftakenis en iiellinge, daer aen deelachtigh zijn.
Maer defe reden , hoewel fchijnbaer genoegh, kan mijns bedunckens het vraegh-iluclc niet gc- heeilijck voldoen ; want hoewel wy moeten er- kennen , dat de Hemelfche lichamen door hun- ne invloeyinge , heerfchen over de onderrmen- fche fchepfelen , gelijck fulcks u Majefteyt maer te wel bekent is ; en met de humeuren of voch- tigheden en de maffe van des menfehen bloedt , A 4 tob-
8 De Spaetifche Mercuriut.
tobben en follen foo alsfe willen , (by wyfe van fpreken) foo kan eve nwel mee gefeght worden . dat fich defe krachten uytbreyden , over die din- gen die onbemiddeltaf-hangen van de heerfchap- py der wille, met de andere facukeyren en mach- ten van debiel , die i'eenemael geeftigh zijn , als liefde , haet en diergelijcke.
Defe die aldus redenkavelen , fchijnen veel re- den op hun zijde te hebben : Maer indien wy de ordre en metode , die ons verftant en wil , in het voort brengen van haer werekingen , ghebruye- ken , wel aenmereken , fullen wy bevinden dat d'invloeyingen van de Hemelfche lichamen? daer vry yets in doet , hoewel indireótelijck en by toeval. Maer wat beeft ben ick , die de Vader fclve defe dingen tracht te leeren , die daer in alle gedachten overtreft.
Jup. Gaet ghy flechts voort , en laet ons een- mael hooren wat ghy van de faken weet , en of ghy wel foo wijs als onfe Mercurius zijt , die ons onlanghs duyfent wonderen heeft weten te feg^ gen.
Mom, Soofeghthydan, dat fulcks by toeval ghefchiedt; want aldeaerdiche fchepfclen, by •een flagh van onderftellingh of fubbrdinatie die by trappen gaet , door de Hemelen beftiert zijn- de , moet noodfakelijck volgen , dat al wat na- tuurlijck in den menfeh is , gelijk de Organa of werk-deelendeslichaems , en de finnen , moeten de kracht van der felverinvloeyinghghevoelen. De ziel vorder , is foo verre met de finnen ver- eenigtKj en hanght foodanigh daer af, dat fy geen uytwerkinge kan doen, of de felve hefte- den hun dienft daer toe , met het voor-dragen van de ftoffe , diefe anders de Species inteÜigtliks in de Schoole noemen. Van waer het dan nood- wendighjijck voort komt, dat in de aenmerking
van
De Spatnfche Mercurjus. 9
van haer feer nauwe verbinteniffe, fy aendefe heerfchappy toe-doet , en deelachtigh is ; die de Starren , over de fenfuale en (innige begeerte hebben dewelke tefamen met de wil , door der felver invloeyinge aen geprickelt > ick wil niet feggen gedwongen worden.
Jup. Ditgaet heel op fijn Mercurius , of noch een toon hooger.
Mom. Vorders gelijk de oude veel hebben we- ten te feggen > van de Intelligentien , die aen ye- der Sphasra of Hemel-rondt gehecht zijn , dat de felve werken , door de Organa of werk-deelen des lichaems op de faculteyten en werkingen van de ziel ; alfoo kan met meer reden gefeght wor- den, dat door de finnige begeerlijk heyt of/è»- /ua/e Appetijt, door de verdorventheydt van de wil, de Hemelfche lichamen , feer verre op de geellige machten, en driften van de ziel- wer- ken , en de felve op verfchcyde wijfe aen doen , hoewel by toeval en indiredtelijk , als gefegt is.
Daeromme dan de itellinge van hetgefternte, endegeftaltevanden Hemel, die de Spaenfchc Hemel- ftreek beftieren , zijnde in hun kracht en v/erkinge, van die van Vrankrijk verfcheyden , het veritant en befpiegelingen , of phantafye van bcyde de volkeren , noodfakelijk alfoo mede ver- fchillen moet.
Dit is 't gevoelen van defe Garcias, het welke (na mijn gei ing oordeel) wel waerachtig zijnde, foo is even wel geen ge vol gh, dat de invloeyin- gen van de Starren ; en de verfcheydemheyt der Hemel-ftreken of C limaten , deeenigeoorfaek van defe tegenleydinge of Antipathia, en tegen- drift van ócie volkeren , onderlinge , zijn : want daer zijn verfcheyde volkeren , die onder een verder af-gelegentheydt van Climaten ghelegen zijn, die malkander in fuik een trap niet tegen* A ? ' fpo-
onder lingc
J© De Spaenfche Mereurius.
fporen f en hatelijck zijn. Soo moet daer nood- wendigh -een ander toeloopend toeval bedacht worden , en een buyten ordinaris bewegingh tot dit quaet.
Men vindt in de Jaer-boecken van de Span-
jaerts, dat Louis de Elfde, verfoeckende een
perfoonlijcke en Indlijcke by-een-komft , met
Oorfaek den Koningh van Caftilie, fy beyde op de Gren-
kecrde ^en en Landt-palea van beyde de Rijcken by een
fcr veic- quamen. De Spaenfche verfchenen daer, behan-
k«cn gen met een fchat van goude Ketenen en Juwee-
len , en een ongewoon koftelijcken toeftel :
Maer Louis , hoewel anders een toyend en gal'
land Vorft , hoewel van een humeur of zedig-
heyt op fich felven , had een Medailje van Loot
op fijn Hoet. Die van fijn gevolgh waren oock
maer flechtelijck toe-geruft. Dit baerde in de
Spanjacrtseen verachtinge van defen landaert,
die niet lieten fulcks inverfmadelijcke ghefchrif-
ten voor te ftellen , het geen daer na in mis-prij-
finge en ongenegentheyt uyt borft , die te met
meer en meerder aen quam te nemen.
By al defe bewegingen moet men ftellen, de
wonderlijckeaenwas van de Spaenfche Mogent-
rctlcnen heyt vooreenigeeeuwenjifcn, ter oorfaek van
van hun groote aenwinninge van heerfchappyen , die
Stact. ^g Franfchen met af-gunft gaende hebben ghe-
maeckt ; en vrees en na-y ver hebben ingeblafen,
want volgens de oude Sin-fpreuck , Oderunt quem
metuumt.
Maer het geen ick noch vergeten hebbe , en den< ' tot de verachtinge van de Franfchen, by de Span- jaerts dient, is> dat'er dagelijcks overdePyre- neefche Bergen ; uyt Gafcoenie en Bearn een groot getal arme Franfche Sckurcken in Span- jen komen , zijnde als het fchuym van het ghe- heele Landt j diealdevuylfteen fnoodfte hant-
ha-
De S$aenfche Mercurius. 1 1
havingen doen , om wat gek te vergaderen. En weder aen d'andere zijde, komen uytSpanjen (wel verftaendein tijdt van Vrede , een deei ar- me Spanjaerden in Vranckrijck , om van de Krop-fweeren , of Koninghs-fieckte, hunland- aert eygen , genefcn re worden. En alfbo beyde de volckeren, nemende het deel voor het geheel, en denckende dat al het volck van een alloy is * verfmadenen verachten malkander tot ftinckens toe , foo dat het gene in den aenvangh maer toc- valligh is geweeif. , tot een hebbelijckheyt wordt, en van Vader op Sooh overerft.
Maer om defc onderlinge quade ney gingen totdadelijkhcyten openbare vyandfchap te bren- gen, is wat meerder van noden als de drang der Sterren , de beftellingh der Hemel-ftreken , en het kleyn aenfien dat defe twee volckeren voor malkanderen hebben , en felfsdeaf-gunft (alfoo men qualijck Tonder gront enoorfaeck Oorlogen kan) kon nen toe brengen. Dit z,ijn hun onder- Onder- linge en vermenghde belangen. En voor eerft , I,n8e be" Vranckrijck heeft fijn belangh in Recht op het t^ce"en R ijck van Navar re . en dat met fulck een nadruk, Vranck- dat het fclve altoos het Wapen van dit Koninck-rjick. cn rijck, by dat van Vranckrijck ghevoeght heeft. sPan'cn- Dit komt voort uyt Antony de Bourbon , Vader van Hendrickde Vierde, Koningh van Vranck- rijck, die Johanna d'Alibret». Koninginne van Navarre getrou wt heeft gehad , in der daedt een Bclaiigh krachtigh Recht van de Franfche Kroon op dit van Rijck , blijvende de ftant als noch in vollen we- ?"£ CQ ~ fen. De Spaenfchc fich het felve door de Wape- Navanc. nen eygen hebbende gemaeckt , heeft de Koning KareldelX, den Koningh van Spanjen , Phi- üppus de II. meenighmael verfocht, hem het felve over te doen , en weder te geven , rnetaen- biedinge van al de onkoften van den Oorlogh »
die
il De Spaenfihe Mercurius.
die daer om gemaeckt waren , als mede die van de verfterckingh der Steden en Sterckten goedr te doen , ftellende hem felfs tot Scheyds man over het gefchil : daer fich de Paus van Romen , Gregoriusde XIII, uyt vreefevan den Span- jaert te mifnoegen , die alreets aen fijn Aterlingh en Hartoghdom in het Rijck van Napels gege- ven had ,ondertuflchen blijft de Spaenlè Kroun, in het bent van dit Rijck.
Maer om eens te befien met wat Recht , ftaet ons daer vandenoorfpronckteonderftaen. Defe wordt geleght op den haet , die de Pausjuliusde Tweede , de Franfchen heeft ghedragcn. Dele Paus willende fich het befit van het Harcoghdom van Ferrare aenmatigen , tegens Alfonfo d'Efte, Schoon-foon van den Koningh van Vranckrijk, Louis deX 1 1. deed hem den Oorlog ten , en in den Ban , beneffens den Koning van Vrankrijk, die hem met ecnige Troupen had by gheftaen , sis mede in het algemeen , al defe , die hem , in eeniger maniere geholpen hadden.
Hoewel nu Johan d' Alibret tot Parijs aen de vierdendaeghfe koorts lagh , wiert hy evenwel in den ielvcn ban getrokken , op dat de Paus , daer door al die gene die aen Vranckrijck vaft waren , foude af-fchrikken. Defe dan verfocht vorders d'Engelfche , die voor een gedeelte Onderdanen van Vranckrijck waren , ter oorfaeck van hun heerfchappyen , diefe in Vranckrijck , leenroe- righ aen de Kroon befaten , ais mede de Span- jaerts om Vranckrijck den Oorlogh aen te doen , die het toeftonden de Koningen van Engclandt en die van Arragon, willende door Navarre trekken, naer Vranckrijck, vonden aldaer te- genftandt ; waer over fy de Navarroifen , V van- den van de Kerk (wiens Wapenen fy voerden) verldaerden , als begunitigende , d'aenhangers
van
De Spaenfibe Mercurius. 15
van Ferrare, en die gene die alreets inden Ban waren , en maeckten fich alfoo meefter van het Koninckrijck van Navarre , als mede de aen- Icggende Landen van Bifcaye, Guiprifcoa en Bearn.
Na dit veroveren , de Paus Julius de Tweede, komende tefterven, en de Vrede ghemaecktte werden, kocht de Spanjaert, den Engels-man uyt met vijf honden: duyfent kroonen , gevende hondert duyfent op de hant, met belofte het ove- rige binnen drie aen een volgende jaren te beta- len , latende het Engelffe Krijghs-volck toe foo veel buyt te maken, en wech te voeren , alsfy konden. Maeralsnu deEngclfche vertrokken waren , en Ferdinand van Arragon , de plaetfen en toegangen wel vaft en fterek gemaekt hadde , ftack hyden fpot met d^ngelfche , en wifthen van hetgeen hem noch te betalen ftondt , niet te wil > voor-gevende , dat de buyt die d'Engelfche in dat Rijck hadden gemaeckt , vry meerder be- droegh. De Koningen van Vranckrijck hebben, als gefeght is , op die en andere verfcheyde wij- fen , dat Rijck weder gefocht aen fich te trekken, maer Spanjen beweert , dat hy het felvebefit, door toeftandt van den Paus , uyt kracht van den Ban , oock uyt recht van ftaets belangh , dewijl , indien de Koningh van Navarre , weder in fijn Rijck wierdt ghefteit, hy in die van Hifpanien weynigh verfekcringh fou vinden, dewijl Na- varre daer aen vaft is.
Ondertuffchen Antony de Bourbon , hebben- de als gefeght is, Johannad'Alibret, Koninginne van Navarre getrouwt , deed foo groote dier.ftcn aen de Kroon van Vranckrijck , dat hy wel ver- diende, doordefe, in het weder veroveren , van de fijne geholpen te worden ; in welcken dienft hy oock voor Rouaen doodt gefchoten is. Anto-
nius
14 De Spaevfche Mercurius*
riius Muretus , een voorrrefTelijck Redenaer , zijnde gefonden , om overdefefaeck, een aen- fpraeck aen den Paus Gregorius de XIII te doen, vertoondedenfelven, dat zijnde de Va- der aldus gedood > wel verdiende dat de Soon , in het erfTelijck befit van den Vader wierdtgheftelt , daer hy , door ongenade van den Pausjulius van verfteken was. Maer óefe Paus , niet willende den Konrngh van Spanjen verftoren , door den wekken hy foo verre (a!s ghefeght is) verfchul- dight was , wilde daer toe niet verftaen , waer over Johanna d'Alibret plach te leggen dat de Paufcn Paufen de Tovenaers {lachten , die yemant een flaehten quaedt toe-brengen daerfe hem niet weder van
deTovc
naers
konnen gencfen. Maer defe van den Roomfchen
van
•Spanjen op nen
Godts-dienft vervallende , en haren Soon daer mede van af trekkende , bleef hier omtrent alle hoop verlooren , behoudende evenwel noch een ghedeelte in Navarre > Bifcaye en Bearn , en foo wel Vranckrijck als Spanjen het Wapen van dit Koninckrijck.
Recht Hilpanie vorders heeft Recht op Milanen ,
eerftelijck uyt recht van Oorlogh , Jure iel/i :
Müa- wai,t K-arel de Vijfde, hebbende Francoisd'Eer-
ite in de Slagh van Pavie , gevangen genomen ,
15 2*. kreegh het Hartoghdom van Milanen, totrant- foen en Icffinge van de Koningh , en voor foo veel als Milaen, d'Erfgenamen van de Sforzen toe-behoorde, die daer Hartogen van waren, brachc de Keyfer, fiende dat Maximiliaen Sfor- ze, niet machtigh genoegh was, om deFran- fchen tegen te liaen , fooïc hem quamen aen te taften, foo veel te wege, dat hy ghewilligh de öaet af-ftond , in verwiffelingc van eenige an- dere landen en befettingen , die hy hem gaf, foo, omtrent Romen als in het Rijck van Napels , al- ivaer fijne Nakomelingen als noch leven , hoe- wel
De Spaenfche Mertwrm. if
wel niet als Oppermachtige , op datfe geen ver- mogen fouden hebben het Hartoghdom van Mi- lanen weder te bemachtigen.
De Franfchen brengen hier tegen van hunner zijden in , dat de Hartogh van Orleans , Broeder van Karel de Sefte , Koningh van Vranckrijck , Maria Valentina , eenige Dochter en Erve van Philippo Galeaflb , Hartogh van Milanen , heeft ten Huwelijck gehad, door het welckedit Har- toghdom aen de Kroon van Vranckrijck be- hoort Dat Louis de X 1 1 , Koning van Vrank- rijck , Soons Soon van Louis , Hartogh van Or- leans , die de Man van de voornoemde Maria Valentina was , naer Italien getogen is , om al- daer fijn Recht plaets te maken. Dat hy MiJaen in-genomen , en Louis Sforza , Hartogh van Milanen, met fijn Vrouw en drie",fcinderen in Vranckrijck gevanckelijck heeft wech gevoert , die oock alle in het Slot de Loches in de gevan- genis geftorven zijn. Dat Francois d'Eerfte het ielfde in gevolge , met al fijn aenkleven befeten heeft , totdat hy het als een gedeelte van fijn los- gelt , heeft moeten af-ftaen. Maer , beweren fy voorts , hetgeen de Koningh , in de gevangenis zijnde heeft in-gewillight, kan, volgens de Wet- ten geen kracht hebben , alfoo , non credit ut <ueÜe quiretinetur. Hy niet gelooft wordt te willen die vaft gehouden wordt. Dat in gevolge , de onder- handelingen die in de gevanckenis worden ghe- daen , niet konnen beftaen , dewijl het een m- <voluntaria Voluntas , een ontwillige wil te noe- men zy. Hier o ver Hellen fy dat Verdragh van Madrid als nul enVan geender waerde , als zijnde aen-gegaen door een ghevangen Koningh , tot nadeel van fijn eygen ftaet ; behalven dat de Ko- ningen van Vranckrijck, niets van de goederen en beerfchappyen van de Kroon vermogen te
ver-
*6 De Spasnfche Mercurius.
vervreemden, waer toe fy fichfelvenop hunne Krooninge verbinden, gelijck oock de Koningh Francoys d'eerftedaer van heeft geproteltce. t en betuygi~g gedaen; en daer over de Keyfer in een Recht mf"geve-nc uyrgedaeght heeft, van Vorders de Kroon vanHifpanie, is, als be-
Vranck- kent is, Grave van Vlaenderen, beneftèns de viatn°P hcerl^cnaPPy van fijn andere Nederlanden. Hier dcien. fpreeckt de Kroon van Vranckrijckdir rechtop. Judith , Dochter van den Koning , en Keyler Karel de Dicke , Weduwe van Richard Koning van Engelandt , keeren de weder na Vranckrijck , trock door de Landen van Aftolph, groot Foref- fier van Vlaenderen , die haer feer heerlijck ont- haeide, fy eenige genegentheyt hem toe dra- gende , getuyghde dat de voorllagh van een hou- welijck die hy haer dede, haer niet onaengenaem was, gelijk hy het felve mede aennam. Karel daer over feer vergramt , bracht een groot Heyr-leger op de been , om Aftolphus te ftraffèn , over lijn reuckeloosheyt van het oogh op een Keyfers Dochter te derven flaen , en die. te trouwen. Aftolphus door fijn mgeburen geholpen, doende den Koning dapper wederftandt, foo dat Karel van de noodt een deught moft maken , en voor- ftelde, nademael Aftolph fich felven dapper en moedigh toonde, in het voorftaen en beicher- inenvan fijn Dochter, dat hy defelvcdanoock verdiende te houden , en yets meerder als den naem van Forefller of Houtvefter verdiende, waer over hy hem Graefvan Vlaenderen maeck- te, beneftèns haer vier Hartoghdommen, en Burgh-Graefichappen, vijf Heerlij ckheden, en het Marquifaet van het heylige Rijck , nament- lijck Antwerpen , van de welcke de Graer van Vlaenderen , alroos verheerwaerdingh of Man- fchap aen de Kroon van Vranckrijck hebben
moeten
De Spaen/ihe Mercurius. 17
moeten doen. Gelijck oock de KeyferKarelde Vijfde het felve in Perfoon aenFrancois d'Eerile geciaen heeft.
De Vlamingen zijn een ongeftadighoproerigh volck , en leer tot veranderinge genegen , voor- namentlijck omtrent hunne heerfchappy, waer over fy iich oo^k menighmael de gehoorfaem- heyt van hunne Heeren ontrocken hebben. De Koning Philippus deSchoone hebbende verno- men d<At de Paus , een nieuwe fchattinge van de Engel l'chen wilde trecken , om Vlaenderen aen Engelandt te brengen , en niet willende dat de macht van fijn Vyandt, door fijn nageburen foii verfterkt worden , verkbert den Grave van Oor- iogh den Oorlogh,als mede al fijne verwanten, in dewelcke de Koning een leer treffèlijckeover- winninge bevocht, in het Jaer 1300. voerende den Graef van Vlaenderen tot Parijs gevangen.
Zijnde eyndeujck de Vrede weder gemaeckt j Vlamfo» en da Grave in het volle befit van fijn goederen 8*" vcr" weder gefbelt j vallen de Vlamingen weder vandcn het hem af, en korts daer aen fnijden al de Franfche F ans befettingle den hals af, van de welcke de Con- /9srnl" nelfabel St. Paul alleen afquam, hebbende fich felven als een Stai-knecht toegeft&c , met een bo'ch hoy op fijn hooft, waer op zy , in gcvolgb. de fiagh van Kortrijck, in het Jaer 130a won- nen , in de welcke ieer veel Franfche Adel lneu- velde.
De Koning hier door ten alderhooghffe ver- gramt zijnde , komt weder niet een feer machtig Meyr na Vlaenderen. Hy rechte daer evenwel niet byfonders uyt, door de loosheyt van den Koning Eduwardt van Engclandt, die de Vla- mingen ter oorfaeck van de Vrede die hy mee den Koning van Vranckrijck gemaeckt hadde, wel niet konde byftaen , maer iich veynfende als B -hadde
iben.
j 8 De Spaenfche Mercurius.
hadde hy eenige brieven uyt het heyr van fijn Schoon-Broeder , den Koning van Vranckrijck gekregen, waerüyt hy verftont, dat de grootile cue omtrent den Koning waren geduurendeden ttnjdt die foude aengaen , voor hadden den Ko- ning om te brengen , bracht fijn Vrouwe des Konings Suffer in fuik een forge voor haer Broe- der , dat fy hem onoer de handt dede waerfchou- wcri. Die daer over terftont het heyr , uyt vreefe verliet , en ooriaeck was, dat de Franfchen geen baerbüjckelijckeoverwinninge, op de Vyanden behaelden.
De Vlamingen door defe fpoet gemoedight, fielden fich noch wederfpanniger aen , als fy voor heen gedaen hadden. Seker Vlaming een Brou- Harte-Vver zijnde, jaques Hartevel genoemt, diefich vel als een hooft in defen oproer gedragen had, ftelde voeght eer^ ^et Wapen van V ranckrijck by dat van En- Ftènfc gelundt i en om defe afval te beweren vertoonde by d 'En- hy dat het geen ontrouw was , d'Engelfchen Ko- :dfc ning aen te hangen , dewij 1 de felve alreedts voor Koning van V ranckrijck was erkenr, en federt die tijdt heeft Engclandt , altoos het Wapen van V ranckrijck, by het hare gevoert. Defe arval der Vlamingen fchijnt evenwel het recht van Vranke rijck niet te konnen verminderen. Hctisoock blijckelijck , dat geduurende de gevanckenis van den Koning Johan van Vranckrijck, in Enge- landt voorgevallen in het Jaer 1364.- Philippus fijn jonger Soon het Hartoghdom van Bourgon- cien in befittinge had , na het welcke hy trouwde de eenige Dochter van den Grave van Vlaende- ren , en derhalven achten üc Franfchen dat óeCe Landtfchappen en Heerfcrappyen weder tot de Kroon van Vranckrijck behooren gevoeght te werden , op de felve wij fe als Bourgondie , ten minften hun opper aoofdigheyt, de welcke altooi
oock
Wa^cn.
Recht
De Spaevfche Mertutius. 1 £
oock den Koning van Vrankrijck is toegeftaen > tot degevanckenis van Francois d'Eerfte toe.
DeFranfchen fprekea oock recht opdeftaet van Genua » dat niet minder hart voor Spang'C van valt. Het eerfte is een recht van Donatie of vrye Vranek- gift , wanneer dc(e Staet of Republijk fich felven ZQea^ in het Jier 1393 den Koning van Vranckrijck Karel de VI onderworpen heeft, om door de fclve van de vervolginge der Pifanen , en andere hunne ge-buren verloft te worden. Defc Koning font daer Franfche befetunge na toe , maer gelijk het een leer ongeftadigh Vokk is dat gantlch geen heerfchappy verdragen kan> deGenovee- ien verdreven de Franfchen wederom , maer vrefende daer door de gramfchap van den, Ko- ning van Vranckrijck, ging fich werpen onder de gehoorfaemheyt van Philiippo GaleafTo Har- togh van Milancn, een weynigh tijdrs daer na hebbende den felven Philippus mifnocgen gege- ven , fant het wederom na Vranckrijck , aen den Koning Louis d'Elfde , om fijn befcherminge te mogen erlangen. Fregoze en Grimani , als af- gefanten quamen met defen laft tot Parijs, en betuyghden voor den Koning uyt name van den Staet alle ootmoedigheyt en gehoorfaemheyt, en baden hem dat het hem wilde gelieven , hen on- der (ijn befcherming te ontfangen. De Koning op dele woorden, feyde tcgens hen,fteeckt u hant op en fweert my de waerheyt, hebt gy de laft van uwe Staer. Sy fcyden ja Sire, voor fooveel het uwe Majeftcyt wil gelieven, ons byftant te- gers denHartogh van Milaente doen. DeKo- c mngdaer op , ghy bekoort dar. aen my , aen <&te ghy- ' ^ lieden ujelfs gegeven hebt , en kkgeve u weder ^«feggen goeder harten , aen aüe de Duyvels over ; wart ghy van dtr> zijt een deel verraders die van Heer verandert foo ^oningh dickmael als het u gelegen komt.
B % Even-
Lome.
ao Be Spaenfcke Mercurim.
Evenwel na <ie;doodt van Louis d'Elfde gaven fich de Genouefen weder aen fijnen Soon Karel de VIL betalende ièkere fchatting^ aendeieU ve , om van de harde vervolging van de Milane- ien bevrijt re zijn , maer fy keerden Vranckrijck wel weder haeft den rugge toe.
De Koning Louis de twaelfde belegerde Ge- nua in het Jaer i507,en wiert'er mcelter van.Hy quam in de Stadt te Paerdt, houdende lijn zwaert bloot in fijn handt, gelijck of hy defe wederfpan- nige alle over den kling fou hebben willen laten lpringen , op dcfe wijle reedt hy na de groote Marcktvan de Stadt, ahvacr hy als een omme- gang de oude lieden , de Edele en de Borgers aen (i'eene zijde, in het hemde met den ftrop om den hals, van te ftaen , en aen d'andere zijde de Deerlijk Vrouwen en Kinderen op hun knien leggende, aen- qc welcke fiende den Koning al re famen met wen"" een deerlijke ftemme begoften te roepen , Mife- rtcorde , Mifericorde , Genade , Genade , het welcke j het hert vanden Koningh in fulcker voegen aen tafte , dathy fijn zwaert ter aerden vallen liet , en vergar hen vorder hun mildaet; onder ftrenge I l?.ft , van hem voortaen ghetrouwer te willen I zijn. I
Aldus wierdenfe onder de ghehoorfaemheydt I van de Franfchen gebracht , onder dewdeke fy I gebleven zijn , tot'er tijdt dat Francrois d'Eerlie, I Andrea d"Oria , volgens fijn verwachtinge nieel beloont hebbende dele groote Vcld-overire , die! Vranckrijck lou lange gedient had , de zijde van I » den Koningh Francois verliet, en hem Gemul onttrok , begevende fich onder de befchermingel van den Keyfer Karel de Vijfde. I
Recht De Kroon van Vranckri;ck heeft oock haerl derFian- belang op het Koninckrijk van Napels. d'Eei itel Napels? en voornaemfte gront van belangh van Vranck-I
rijckl
De Spaenfche Mercurius. 21
rijck op de twee Sirilien , bet Koninckrijck van Napels, en hetEylandt, komt voort van Karel vanAnjouw, Broeder van St.Lcuïs, dewelcke in het Jaer i\66 , door den Paus Urbanus de Vierde, in Italië ontboden is geworden; diede Kroon van de felve Rijcken aen hem beftede, onder voorwaerden , dac hy die op fijn eygen koftcn fou fien te vermeelkren , op Conradijn , Soon van de Keyfer Coenradus , en Soons Soon vanden Keyier Ferdinandus de Tweede, die alreets in hec befit was. Karel dan , tot Napels gekomen zijnde , ontmoete fijnen V yandt veer- digh om met hen 1 te llaen , op den welckcn hy de flagh won , voornamcntlijck door loosheydc van Guifcard, Grave van Lanfac, diefichfel- ven voor fijn Heer de doodt op-offerde, want zijnde met fijn kleederen bekleedt, en op fijn plaets geftelt , wiert terftont , gelijckals van het gantfche Heyr der Vyanden aen getart , hakende een yeder na de belooningh , die geftelt was , voor die gene, die het Hooft van Karel fou bren- gen , waer door hy wel haeft om het leven ghe- raeckte: maer door donordere die'er in des Vyands Heyr ontftont, dewijl yeder na de beloo- ninge vraeghde , en d'overwinningh wanende verkregen te hebben, vaft riepen , Vi&oria, Victoria, dededeFranfcheRuyteryfoowelhaer voordeel, datle de Vyanden t'cenemael op de vlucht dreven.
Conradijn , Hendrick van Ooftenrijck , Louis van Bcyeren , en de Vorft van Anhalt , waren fooqualijck bedacht, datlède engte van Mcffina juyft wilden over varen. Conradijn wierdt aen lijnen ringh, die hy een Zeeman te pandt gaf, ontdeckt, gevangen , en met twee van fijne Ne- Conra- ven , door laft van Karel , tot Napels onthalft. h^51""
Jup. Dat is al een groote ftrengheyt van dien B 3 Fran-
at De Spaenfche Mercurius.
Franfchcn Vorft geweeft , een Koningh uytfijn Rijck te verftoten , en daer-en-boven noch .00 in het openbaer van het leven, benefrèns fijn Maeghfchap te beroven.
Mom. Het belangh van ftaet heeft hem daer buyten twijflèl toe gedrongen ; evenwel , wordt het voor een by na ongehoort voor beeldt tot daer en toe gehouden , alhoewel de Engelfche noch onlanghs het hunne daer , in de perfoon van hun- nen Koningh, Karel d'Eerfte hebben by ghe- voeght , die fijn Heylige Salvinge en Koningh- lijck Charafter van des Scherp-rechters Bijl, niet hebben konnen bevrijden.
Jup. Nu wy fullen dat daer laren , gaet flechts met u verhandclmgh voort, my dunckt de felve niet alleenigh nut ; maér oock aengenaem te Zijn.
Mom. Wy fouden van de Spaenfche geftreng- heyt , felfs omtrent hun eygen zaedt en bloedt , mede veel konnen feggen , het welcke evenwel ten inficht van ftaets belangh en kroon-recht ver- fchoonbaer is te achten.
Jup. Wy fullen dat daer na hooren , gaet nu voort met u faken.
Mom.. Karel dan, wierdt aldus Koningh van beyde de Sicilien , maer defe wreetheydt tegens de Soon van een Keyfer , wettigh Koningh van defe twee Kroonen , maeckte hem by de nagebu- ren feer hatelijck, het welcke een Amptenaer van Cönradijn , johan de Procida, Siciliaen, moedighde , om de doodt van fijn Meefter te wreken, Defe kleedefich als een Eremijt, en gingh door al de Steden van Sicilien met een Bardafane in de hant , in de plaetfe van een Staf, bi'gaffich vorder naConftantinopolen , om met den Keyfer Alexis te handelen, om deFran- fchendie in Sicilië waren , alle te dooden , ter
oor-
De Spaenfcbe Mercurius. X$
corfaeck van de overlarl died'Ingefetenen van hen te lijdei- hadden. Met dit voornemen, komt hy weder in Sicilië , en wanneer hy een Frans- man ontmoete , ftack hy hen het eynde van Har- bacane aen het oor , en ieyde hen eemge fotter- nyen toe} en viel daer op aen het lpeeien en fchermen met fijn geweer } en ftelde fich als een Sot aen. Maer wanneer hem een Siciliaen tegen quam , vermaende hy den felvcn , het jock van de Franfchen af te werpen , feggende vorders, dat hy op fijn borft aen d'ecne zijde, hec Wapen van den Puus , in d'andere dat vanden Keyfer droegh , die mede tot hetwerekde behulplamc handt fouden leenen. Dat men al de Franfchen om den hals molt brengen , en dat op den Paes- dagh , op den tijdt als men ten Vefpere luyde. Dit wiertfoo gedaen in hu Jaer 1*82. Juf. Een groot beftaen , in der daet. Mom. Omtrent de tijdt van dele Siciliaenfche *'*';, Vefperen : Peter Koningh van Arragon, dieVclc. een Nichte van Coiradijn getrouwt had , en in i«n. verftant met defen Jan de Procida ftondt , ont- leende den Koningh Louïs de fomme van vijf hondertduyfent kroonen , om daer mede de Sa- razynen van Africa te beoorlogen. Hy diende fich van dit voor- geven , om de macht der Fran- fchen te verminderen , met hen fulck een aen- merckelijck ftuck gclts te onttrekken , door mid- del van het welcke hy een machtige Oorloghs- Vloot toeftelde , die de Franichen , tegen de welcke ly verveerdight wierdtj veel hinder toe- bracht , om dat foo haeft dit om -brengen van de Franfchen , (dat feer wreedelijck toegingh, fon- der het kindt felfs in des moeders buyck te fpa- ren) volvoert was , hy met de felve macht in Si- cilië quam 3 en fich tot Koningh daer van kroo- nen het.
B 4. Vor-
H«yt door de hitte verfmol ten.
i4 De Spaenfchs Mcrcurius.
Vorders Johanna, Koninginne van Napels, Weduwe van den Koningh van Hongarye , die fy om het leven had doen brengen , hebbende verftaen, dat de Broeder van haren Man haer den Oorlogh quam aendoen , vlood naerAvi- gnon , daer iichde Paus voor als doen onthield , en gaf hem de Stade van Napels , met het Graef- fchap van Venafimo over, in hetjaer i$?o. op voorwaerden , dat hy door fijnen Ban , de Hon- garen uyt het Koninckrijck van Napels fou ver- drijven ; het welcke hy dede , en Johanna zijnde aldus weder herftek , trouwde met Alphonfus , Koningh van Arragon, die, om haer lotrigbe- den te ftrafren , haer in de gevangenis dede üuy- ten , in dewelcke fy een Uyterftewille maecktc, waer in fy de gifte die fy gedaen hadde aen haren Man , weder-riep , en tot haer algemeene Erf- genaem ftelde Louis d7 Anjou , haren Neef. Uyt kracht van dit Teftament, trock Louis met een Heyr na Napels, daer hy geen groote tegen- ftandt vand , en willende voort trecken na Gala- bre, het zuydelijckite Landtfchap van gheheei Italië , deed d overdadige hicte fijne Franfchen met meenighte fterven , lbo dat fijn Heyr geheel verfmolt.
Sijn Soon , Johan van Anjouw , vertrouwen- de beter fpoet te fullen ontmoeten , trock mede met een groot Heyr- leger daer heenen , benef- fens een machtige V loot ter Zee , in de Vlaggen en Vanen van dewelcke gefchreven ftondt :
Futt Homo mijfus h Deo , tui nomen er at 'johan- net , inpropria venit.
Daer was een menfche van God gefonden, wiens naem was Johannes, hy quam in fijn eygen. Een Text uyt de Schrift der Chriftenen. Daer tegen maeckte Alfonfus fijne Vaendelen met
dit
De Spaenfche Mercurius. ac
dk opfchrift, als een Antwoordt daer op: Sed /ui eum non receperunt , quotquot autem recipiënt eumé'péenitebiteos. Maer de fijne hebben hem niet aengenomen , en al die hem Tullen aenne- men dien fal het leet zijn.
Na veel Veldtflagen en Strijden diefe met malk&nderen hielden , bleef d'Aragonnois mee- fter van het Veldt , en liet Ferdinand fijn natuur- lijken Soon, Koningh van Napels. Evenwel blijven de Franfchen in hun voor-geven van Recht opdat Koninckrijck.
Jup. Ick hebbe u voor- heen hooren voor-ge- ven, dat de Franfchen het Verdragn tuflehen den Keyfer Karel , en Francois cc Eerfte, voor nul en geender waerde verklaren , om dat Francois het fclfde in de gevangenis heeft aen- gegaen, met wat recht dan konnen fy fich velt en, op een Teftament van een gheyangen Konin- ginne , en dat noch om haer mil'dadcn.
Mom. Laet ons daer de Rechts-geleerden van laten handelen , het ontbreekt den Vorften noyt aen ftof van beweeringe, wat fchijn hetoock mach hebben. Maer om voort te gaen. Karel , Soon van den Koningh Louis , is binnen Na- pels gekomen , daer hy met toe juyehen van he t Volck , ontfangen is geworden in het Jaer 1495-. Maer nademael gclijck de Italianen leggen , de Franfman een ding niet als ten halven doet, heb- bende hy nu in handen , het geen men het Rijk van Napcis noemt ; het geen fich van Gajeta tot Bafilicata in Calabria uytftreckt , verleckerr door de vruchtbaerheyt van het Landtfchap, liethy lijnen Vyandt Frederick , den Soon van Ferdi- nand, in Calabria leggen te neftelen, en fich aldaer verftereken , die door de Vorften van Italië gheftijft , die tegen defc Franfchen feer in-genomen waren, Carel weder op het lijf B 5 valt,
%6 De Spaenfche Merturius,
valt, en weder uyt het Rijck verdrijft.
V orders aengaende hun andere Recht, de Coningh Louis de X 1 1. van Vranckrijck , Op- volger van Carel de V i 1 1. heeft de helft van hetConinckrijckvan Napels in-genomen, be- nsfrens Ferdii.and van Arragon, volgens hun onderlinge Verdragh ,gemaekt inhetjaer 1500. maer ter ooifaeck van de twift, dien tuffchen deFrarifchenende Spanjaerden ontftondt, en door de groote Veldtflagen , die tuflehen hen voor vielen, onder de welcke , die van de ftroom Garigliano het vonnis wees , bleven de Span- jaerden aen het langhfte eynde.
De Coningh Louis itierf in het Jaer ifT^.. foo als hy fich veerdigh maeckten om weder na Napels te keeren , en fijn verlooren Recht we- dertefoecken \ daernafandde Coningh Fran- cais d Eerfte, den Grave van Lanfac , met 40000 mannen om de felve tocht te doen ,• maer het verlies van de Slagh by Pavie, en fijn gevange- nis, verhinderden een goeden uytflagh. Hy bracht dan van Napeb niet anders te ruggeals de rocken Poe ken , waer door fijn gantfche Heyr by na verdorven wierdt. Die daer van op quamen , brachten die fchoone gaef in Vranckrijck , die niet liet aldaer haer werekingh te doen , behou- dende den by-naem van oat volck om de foete gemeenfehap diefe te famen hadden gehad ; van wier die naderhant fich over al heeft uytgebreid, en alle volckeren haer gedeelte van haer virtuy- ten gegeven heeft. Hier van luyd het vers :
India me novit , Jucunda Keapolis ornat , Btticaeoncelebrat , G all 'ia, mttndus alit. Vos Itali , Hifpan't , GaUi , vos vrbis alumni , Deprecor , ergo mihi dictte %u* ? atria 't
Dit
van Na
biaciit.
Dê Spgenfcbe Mercurm. ij
Dit luyd aldus in 't Nederduyts :
't Was Indië bekent , in Napels op-geciert ,
In Spanjen hoogh beroemt , ge /oed in Fran- fche fpieren,
SeghtSpanjaert , Itaiiaen, feght Franfche Ve- rnis dieren ,
Waser leyc het Vaderlandt dat my heeft uyt ge- ftiert.
De Coningh Kendrick de Tweede , heeft in het Jaer 1 744.. een Heyr-leger onder het geleyde van den Hartogh van Guife daer heenen ^efon- den , het welcke door de verradery , van den Cardinael Caraffa in ftukken gehouwen wiert in Romagma. Maerinherjaer 1647. heeft weder de Hartogh van Guife , van het oproerigh Volk ontboden zijnde , het felve in hun muytery voor geftaen ; maer met foo weynigh geluck , dat hy gevanckelijck van daer gevoert is geworden. Op defe gro den fteunt het Recht van de Franfche Kroon op Napels , uyt welcken hoofde oock de Gefant van Vranckrijck tegen den Paus gepn me- neert en tegen betuyght heeft over de wirte tel Ie ; waer mede de kroon van Hifpanien haer erken- tenis aen de Roomfche Kerck, voor de beyde Sicilien, (aerlijcksopden 28 vanjuny, na ge- woonte doet.
Maer om niet al te lange over eenen boegh te Befangh flrijden , wyhebben hiervoor Van het belangh ^er der Franfchen op de ftaet van Genua gefproken. J^' Spanjen fpreeckt daer oock goec Recht op , en Genua, dat uyt defen hoofde op twee gronden , van de welcke d'eene in het gemeen , en dVader in het byfonder genomen wordt; d'eerfte is dat de Key- ier Karel de Vyfde, aen Andrea Doria, die als gefeghtis, de zijde der Franfchen verliet om de fijne te kiefen > het Vorftendom en oppermacht
van
i8 De Spaenfche Mercurius.
van Genua, als mede die van hetEylandt Cor- fica gegeven heeft , hoewel hy de felfde heeft af gtflagen , en defe Staet rot een Ariftocatrijcke Regeeringh gebracht, met het ftellen van een Doge , voorden tijdt van drie Jaren ; met Ver- bondt dat de Genouefen hun handelingcop de Indics , onder de befprokene voorwacrden fou- den vervolgen. Ten dien cynde heeft de Spaen- fche Kroon altoos haer Galeyen in de Haven vanGenua gehouden. En op verfcheydene reyfên wel tot een-en-twintigh millioenen in gout toe van hen te leen gehad , in betalinge van dewelke hy hen d'Eylanden , foo in de Atlantifche als Middelantfche Zeen heeft willen geven , maer fy hebben het geweygerc , om hunne macht niet te verdeden ; vergenoegende fich alleenigh met het Eylandt Tabaret, daerfe hun koopmanfehap- pen op-leggen , wanneerie op Thunis en Barba- rye handelen.
Wat nu het byfonder belanght, foo moet men aenmereken dat de Koningh van Spanjen , aen de Rijckfte van Genua, de Tytelsvan de Vor- stendommen van Napels verkoopt, van dewel- ke hy een-en-vyfrigh heeft , beneffens negen Vi- ceroy of Onder -koninghfehappen, dewijl de ydele grootsheyt de Edelen van Genua feer gaen- de maeckt, om Titulaire Vorften en Princen van dat Rijck te zijn. Door defe middel bindt hen de Koningh van Hifpanien feer aen fijn be- langh , om dat , indienfe hem niet gehoorfaem- den, hy hen van hun landen en beiittingsn fou konnen ontbloten , van het welcke hy iich in verfcheydene ghelegenthcden weet te dienen. Polmjlte jy[aer cjg Venetianen toonen fich wijfer in ózte netia- gelegentheyt , als die geenfins willen dat yemant ncn. van hunne Heeren , cenigo Landen onder een andere heerfchappy befitten, daer hy aen verbon- den
De Sfaenjcke Mercurius. a<>
den zy : gelijckfe oock niet begeeren dat'er meer als een Cardinael in hun geheele Staet zy ; en evenwel willen fy niet toe laten , dat de 1'elve in gunnen Raedt fou komen , of fïch met eenige laken van Staet bemoeyen , ja felfs omjden Paus Legen te werckcn , hebbede een Patriarch in Aquilergeflelt , om hen van des felfs Ban teonc- llaen, indicnfe in des felfs ongenade mochten komen te vallen.
Spanjen heeft oock haer recht op Catalonie , Recht da'er lich Vranckrijck gacrne in fteken (ou. In"n het Jaer 167,6. dit Landt van haren Wettigen J^q^. Heer Philippus.de Vierde afgevallen zijnde, on- lonic. der voor-geven van mishandelingen , die de Ca- talanen van de Caftiilanen fouden ontfangen hebben , foo als de ïèlve door hun Stadt trocken, om van Barcelone naer Italië en Nederland over tefchepen ; doende de Koninghhen geen recht op hunne klachten die {y over defe overladen deden, hebben fich (gelijck gemeenlijck ghe- fchiedt , dat lelden eenige onderdanen muyten , die fich niet onder den meeften Vyand van hun ouden Heer begeven , opdat hun mifdaet buy- ten hoop van vergiffenis , cn.ly buyten fchijn van weder te keeren fouden zijn) t/eenemael aen den Koningh van Vranckrijck overgjgeven ; onder verbant da: hy hen voor de Wapenen van den Koningh van Spanjen bevrijden fou. De Ko- ningh van Vranckrijck dan (telde als Onder-ko- ningh indieltaet, den Fleer La Mote-Houdan- coutt , die felf in fijn doodt , daer de Tytel noch van gedragen heeft , hoewel de Spaenfche daer weder meefter van waren. De Koningh van Vranckrijck neemt den Eer-naem van Graef van Catalonie aen , om dat hy daer befit van geno- men heeft ghehad , en ónder-koningen in fijn plaets gehouden heeft , grondende fich op den
Op «.owflil- Ion.
g6 De Spasvfcbc Msrcurias.
Tytel van Donatie of gifte > en dienft-biedinge der Catalanen. Maer de Spar.jaert ftelc fich mee kracht daer regen , en beweert, dat het Recht van eeneghedurige gifte, veel oneerder van be- langh is , als een cnckele overdracht, voerna- mentijek wanneerfe met verrader yen trouwc- loosheydt is vermenght; dewijl d'onderdanen geen macht hebben, om fich het gefagh van hun- nen eerfte Vorft te onttrecken , om fich aen een ander over te geven. En dienvolgens heeft de Koningh van Hifpanietwee Recht-fprekingcn , als Jus pradominationU <&Beüi , Recht van voo» beheerfchingh en van Oorlogh. Het eerfte ge- grom op onder-heerfchappy , en het ander dat hy dit landt heeft c'onder-gebracht , in fpijt van de Franfche Wapenen , die fich daer tegen heb- ben geftelt.
Het felve Recht gaet voort op Roufïïllon , een deel van Caralonie. Dit Graeffchap was verpant door Peter van Arragon , die fwaren Oorlogh tegen de Moorcn van Murcia en Granada voer- de , die om defe tegen te ftaen , het Graeffchap vanRouffi Ion aen Louis d'hlfde, Koningh van Vrankri;k ver! onHen heeften dat voor een ftuk gelts van drie homiert duylent goude kroonen , in hetjaer 1467. Dele Koningh ftelde daer ten eerften een wooninpe en voort- plantinge van Frani'then in ; beneftenseen ordinarc befettinge. Defebefittinge van hetRouflfillon isby de Fran- fch en gebleven , tot hetjaer 1496 toe, wanneer de Koningh Karel d'Achtfteden Oorlogh van Italië aenvingh ; om de Koainckrijcken van Napels en Siüiie weder te krijgen , dewelcke uyt vreefe van daer door van fijn voornemen te rug- ge ghehouden te worden , het Graeffchap van Rouffillon, Ferdinand van Arragon, Soon van Peter overgaf, beneftens quijt-fcheldingh van
het
De Spaenfche Mercurius. 31
het geleende gelr , uytdie felve inlicht van door de lelveniet gehindert re woraen ; gel ij . k hy ook uyt de felve reden , het Graeffchap van Artois, met haren aenhangh , Philippus van Ooften- njck , Soonvandcn Keyfer Maximiliaen over gedragen heeft j op het felve v ei bant, dat ter- wijl hy in Italië met fijn Wapenen fou béng zijn, de felve hem in fijn Rijck niet aen taften fou Ox Verdragh wierdt van de zijde van den Koningh van Vranckrijck terftont ter uytvoering geftelt, maer die van d'ander zijde hielden hunwoordt niet , alfoo niet tegenftaende het Verdragh , fy het Rijck van Napels tegen* Carel voor- ftonden, en hem daer uyt dreven , uyt een onfehendbaer Staets- recht , dat niet kan toe-laten , dat een ghe- bure hen te machtigh wordt.
De Franfchen voeren de Spaenfche tegen , dat Cauja data , canji nonfecutd , recht voldaen en niet weder ontfangen hebbende , fy gerechtight zijn hun over - geleverde Landen wederom te naerderen $ als hebbende niet genoten het gene , waer over de gifte zy gefchiet.
Waer op de Spaenfche weder antwoorden , dat hy als een goedt Catholijrk, gehoorfamende het bevelen de wille vanden Paus, geenfms in fijn voortgangh kan beftraft worden. Dat de Franfchen fich te ongebonden dragende, den Paus Alexander de Seite gedrongen hebben fich met al de Vorften van Italië , den Coningh van Arragon , en Philippus van Ooftenrijck rot ge- meer e tegenftandt der Franfche Wapenen te verbinden ; en fy daer over buyren eenigen fchultzijn, dewijl fy in geen gebreke gebleven zijn , als alleen om den Paus te gehoorfamen. En aldus is het dat de Oodtfdienft, en het gefag van oefen Paus, de Vorfien nu die dan defen dient , tot een deckmantel om hun ftaecfucht en
on-
Recht der Jran-
burgh.
}i De Spaenfche Mercur'ws.
onderlinge dwingclandy te bemantelen, fiende föoweld'een alsd'ander niet als op de vergroo- tingevauhun Machten Heerichappy, en mal- kander waer [y konnen en voordeel af, makende pijlen vanalderhande .hout dat hen voor komt, endatmetendoorfoodanigc maximen en regu- len , dié voor den gemeenen man niet als ver- fchrickelijckeibndenen trouweloosheden fchij- nen te zijn , maer door de gewoonte onder hen lieden , diegedaente voor lange ai hebben afge- leght, en niet als vooraerdighedenen kunden van ftaet doorganen en erkent worden.
Maer om nu weder tot de Franfchen te ko- men. Defefpreken Recht op het Hartoghdom van Lutzenburgh , en dat uyt defen hoofde, Xutzen- Louis , Hartogh van Orleans , trouwde in het Jaer 1308. met Maria, Erfgenaem van Lutzen- burgh, die het felfde beiat , gelijck oock haer Nakomelingen. Daer nanam Philippus, Har- togh van Bourgogne de Befcherminge van de Weduwe , Beatrix , Hartoginne van Lutzen- burgh aen , die door hare onderdanen uyt haer ftaet verdreven was. Defe behielt daer over de ftaet aen ftfch , voor gevende dat om voldoeninge aen fulck een goeden öienft te geven , dit Har- toghdom aen hem behoorde te blijven, mits haer gevende tienduyfent kroonen's jaers. Maer defe hier mede geen genoeghfaem gerechtight zijnde, noch doorgifte, noch afftant, of re- nunciatie , fooquam Carcl de Vandofme , Graef Van Angoulefme, die Louifc , Erfgenaem van dat Hartoghdom ghetrouwt had , en ftelde fijn SoonFrancoisd'Eerfte nis Erfgenaem, gelijck die fich oock als fbodanigh gedragen heeft.
De Spanjaer aen d'andere, die van wegen den Hartogh van Bourgongie fich het felve toe- eygent , wü daer het belit van nemen , (onder
an-
De Sfaenfche Mercurius. $3
andere Tytel of Recht, als hec gene hy van we- gen gefeydePhilippusvan Bourgongie, die het fijne Nakomelingen na gelaten heeft , federt het Jaer 144.4. Waer op de Franfche voor geven , iulcks geen krachtigh Recht te zijn, wanneer men een befit ufurpeert , onder fchijn vanvoor- ftandt en befcherminge , datoock felfs dien ey- gen Hartogh, als Leenvorft en onderftanigh Prins , onder de Kroon van Vranckrijck be- hoorde, waer overfy oordeelen, dat de later verwandfehap van Charles deVandofme, een Prins van den bloede van Vranckrijck , behoorde voor te gaen.
In bekrachtinge van het welcke heeft de Co- ningh Francois d'Eerfle, fijn jonger Soon den Hartogh van Orleans, gefonden om het felve Landt weder aen die Kroon te brengen , gelijck het door dat Huwelijk dacr aen fcheen te behoo- ren ; maer na veel Oorlogens hier over , komt de Keyfer Karel de Vij fde in Perfoon , verbrant meenighte van fteden en plaetfen in Champa- gne , en onder andere Vitry , die daer over noch den naem van la Brule, of de Verbrande draegt , berooft vorder het lager gedeelte van Picardie , tot dat men eyndelijck de Vrede in het Jaer 1558. met fijn Soon Philippus getroffen heeft, benef- fens een Huwelijck , tufichen de felve Philippus vanHifpanien, met de Dochter van Hendrick de Tweede van Vranckrijck , Ifabella , (Huwe- lijck dat Spanjen in derdaet bloeten tranen ge- kort , en een Vader op fijn eygen bloet , onge- luckiger als ftrengcr doen woeden heeft. Maer wy fullen dat terftont , als het den Vader gelieft , verhandelen) en van de Princefle Margarita de Vakois , Sufter van den Koningh van Vranck- rijck, met Philip Emanuël , Hartogh van Sa- VQye , in vergeldingh van fijn groote dienft , ge-
C daen
34 De Spaenjcbe Mercurius.
daen in die vermaerde Slagh vanSt. Quintijn» ter gedachteniffe van dewelcke de Koningh van Hifpanie, datgroote wonder-ftuck derwerek, het Kloofter van St. Laurens de Lefcuriacl , dat foo veel millioenen (die beter elders befteet wa- ren) gekoft heeft , gefleght is. En welcke Slagh van fulck een belangh was , dat , wanneer den Keyfer Carel , daer hy in het kloofter was , de» brief van het bericht daer van gebracht wierdt , hy vraeghde of fijn Soon de Coningh al voor Parijs was , en verftaende van neen , den brief, vergramt daer heen wierp , fonder die te willen lefen. De Coningh van Vranckrijck op het vie- ren van defe Bruyloft, vond den dagh van fijn Hendrik doodt , wanneer hy rennende in het iteeck-fpel deTwce-met <\t Graef van Montgommery .» door een in het ^P^ntcr 'n Ajn °°ge geraeckt wiert , waer van hy geftorven is.
De Kroon van Vranckrijck vorder , maeckt haren eyfch op het Hartoghdom van Lotharin- gen , ofLorreyne; welck Landt den naem van den Keyfer Lotharius draeght ; en aen der Elfats en Lutzemburgh vaft is , en voorheen het be- grijp van het Coninckrijck van Auftrafie uytge- maeckt heeft , het welck een gedeelte van het Coninckrijck van Vranckrijck isgeweeft. Het is oock in de deylinge van de kinderen van Clouïs , als een gedeelte van de Kroon ghekent gewecft. In het leven van de laetfte Coningh van het tweede gheflacht , fiet men dat Carel , Broeder van Louïs de Vyfde , de zijde van fijn Broeder gelaten heeft , en den Keyfer Ottho toe-gevallen is , die hem Lotharingen , als een Keyferlijck leen , gegeven heeft. De Coningh Louïs, ter oorfacck van fijn onbequaemheydt van het Rijckverftoten, en in een kloofter ge- fteken zij nde , foo bood fich Carel aen om Co- ningh
ftceck- ipel ge doodt.
Eyfch van
Vranck- rijck op Lotha- ringen.
De Spaenfche Mercuriut. %f
ningh te zijn. Maer Hugo Capet ftelde fich daer tegen j en wierdt Veldtheer van de Franfche Oorloghs- macht , die tegen Ottho te Velde toog, die de faeck van Carel wilde voor ftaen , en de Slagh van Laon , op hem won. Maer het Volck van Parijs moed fcheppende , om niet te zijn on- der het gebied van een Coningh daerfe tegen ge- ftreden hadden \ terwijl Carel ghemoedight en op-geblafen door dbverwinninge, fijn ruft nam, en overleyde op wat wijfe hy fich toch op die van Parijs fou mogen wreken , en d'andere weder- fpannige ftrafren \ taften hem onder Hugo Ca- pet weder aeh , en dat met fukk een dapperheyt, dat fijn Heyr gheflagen , en hy felfs ghevangen wierdt, inhetjaer 988 naer het welckehytot Orleans overleden is. Hugo Capet , wierdt dan van de Staten des Rijcks tot de Kroon geroepen , en quam foo mede , by gevolgh (gelijck fy wil- len) tot de heerfchappy van Lotharingen.
Die van Lotharingen houden dit ftaende , dat Godefroy de Bouillon , die Hooft in die ver- maerde kruys-vaert, tegen de Sarazynen , in Pa- leftina, ofhetHeylige Landt genoemt, is ghe- wceft, verkocht fijn fchoonfte Steden, om geldt te krijgen , en fijn aen-gevangen tocht te volvoe-- ren. Defe dan vertrocken zijnde met 40000 Chriftenen , iseyndelijcktot Coningh van Jeru- ^ode- falem gekroont, maer met een kroone van door- „-„1 y°„ ficn , niet willende een goudè dragen ï daer fijn Jerufa- Salighmaker een doornen kroon gedragen had , i«n. en ftierf foo eyndelijck fonder kinderen* In fijn plaets is Boudewijn fijn Broeder ghekomen , die mede fonder kinderen is geftorven : en hier uyt komt het tweede belangh van René d'Anjouw* Hartogh van Lorraine , die fijn Dochter aenden Graefvan Vaudemont heeft uyt getrouwt gehad , 'iyt dewelcke de Hartogen van Lotharingen te> C % gen**
36 De Spaenfcke Mercuriut.
genwoordigh ghefproten zijn. Defe fich foec- kende de ghehoorfaemheydt van de Franfche Kroon te onctrecken , hebben de Party van den Keyfer aenvaerd, en de Staetvan Guidonvan het Heylige Rijck aengenomen , op dan zijnde in het Keyfernjck in-gegriffijt , fy geen andere Oppermacht fouden onderdan igh behooren te zijn , alhoewel fy ter oorfaeck van het Hartogh- dom van Bar , leenroerigh en chijnsbaer aen de Kroon van Vranckrijck zijn.
Behalven defe Tytelen ., Rechten en belangen (die wat fwack zijn) foo heeft Louis de XIII. Coninghyan Vranckrijck, geheel Lotharingen onder fijn gcwelt gebracht , makende een nieuw Recht, ter oorfaeck van de ongetrouwigheydt van den Hartogh Carel van Lotharingen > waer door de feive fijn eygen verdei f veroorfaekt heeft. De Coning heeft akker tot Metz een Parlement bp -gerecht, dat daer na tot Toul over-gebracht isv welcks gefagh fich over geheel Lotharingen en de naburige Landen, die onder de Kroon van Vranckri]ck;behooren, uyt-ftreckt. Nicolle, Vrouwe vanden gefeyden Hartogh, beweerde dat Lotharingen haer toe-behoorde, als zijnde daer de rechte Erfgename af ; zijnde de Hartogh CareL haren Neef geen Hartogh daer van, als door haer , en voor foo veel hy aen haer ghe- trouwt was.
Zedert de algemeene Vrede-handelinge in de Pyrencën, in hetjaer 1659. gefloten, maeckte d'Hartogh Carel daer over een byfonderen han- del , met Louis de X I V. op den 10 Fcbruary, in het Jaer 1661. volgens dewelcke hy hem af- ftondt en over dede ; m fijn doodt } de Hartogh- dommen van Lotharingen en Bar, mits genie- tende feven duyient ponden pennoen voor fijn leven * te ontfangen uyt d'Iakomften van fijn
Har-
De Spaenfche Mercurius. 37
Hartoghdom , entweehondert duyfent guldens renten , in gronde van Lande , dat den Tytel van Hartoghdom en Pairie had , en noch hon- dert duyfent andere ponden , op fulcke gronden als hy felfsiou willen verkiefen : en van dewelke hy na fijn doot fou mogen difponeren , en doen wathy wilde. Dele afitanot ia weder beveftight op den laetften van Augultus 1663. doorGhe-» machtighden die van beydede Vorften gheftelt v/aren , en door hun beyder handen en zegels ge- ratificeert en beveftight , in gevolge van het wel- ke de Stadt Marfal , den Coningh, tot uytvoe- ringe van het verhandelde wierdt in handen ghe- ftelt. Maer na een kleynen tijdt daer na, maek- ten de Franfchen het den gefeyden Hartogh foo bangh , dat hy fich genoodfaeckt vand een nieu Verdragh aen te gaen, zijnde op het hooghftq voordeeligh voor Vranckrijck ; maer dat hem noch geenfins bevrijden konde; dewijl fydage- lijcks in des fèlfs gerechtigheden fich indrongen, felfs in fijn gefagh , oppermacht en fouveraini- teyt. Sy leyden den Ingcfetenen onverdraegh- lijckelaltenop, en dwongen den Hartogh fijn Heyr af te dancken , maer weder eennieuw te werven foo als hy het mocht dienftigh achten; hem allbo genoeghfam de handen bindende , om eenige vergeldinge te foecken. Sy benamen hem al fijn luyfter , en gaven fijn Vyanden voet te- gens hem , in voegen hy zedert dien tijdt van een vry Vorft, een.onderdaen van de Kroon van Vranckrijck wierdt ; maer dit evenwel kon- de hem noch niet vergenoegen , als die niet kon- den lijden , dat fijn onderdanigheyt foo fteecke- blint niet was , als fy wel wilden , waer over de Coningh bclafte aen een van fijn Over- flen den Hartogh te vangen , en het zy leven- de of doodt, den Coningh te leveren, het
C 3 gene
de pran-
fchen
gg De Spaenfche Mereur'm.
gene weynigh fcheelde of was gheluckt.
Juf. Dit is gheheel een flechte wijs om met Souveraine en Opper- Vorften te handelen.
Mom. Inderdaedt, om rontte gaen , fyzijn fulcks al een weynigh ghewoon, fy hebben Po- len , onder fchijft van hulp en byftant , tegens den gemeenen v yandt van de Chriftenheydt , mede geen kleyn hinder gedaen , dewijl fy,door hun Menees en treecken , hen de Turcken op Kand». den hals ghefonden hebben , om datfy geen gc- lingen boren Franfman of Frans-gefinde in dien ftocl konden dringen.
d'Hartogh van Nieuborgh , rooft mede door de fpielTen danflen , want iy willen te beftellen , dat hy het meefte van fijn Staet verpande , en foo hoogh befwaerde dat 'er geen loffenaen was , op hoope van de Poolfche Kroon op het hooft te krijgen. Dit fchenen ly wel te bevorderen, maer fochten onder de handt hun eygen fchepfelen daer toe te brengen , en den Prins van Condé hem boven het hooft te ftellen. Vranckrijck heeft wel den Keylcr eenigh Volck tot fijnon- derftandttoe-gefonden, maerondercuffchen met des felven afvallige Heeren Zerini, Nadafti, rranchypanienTottenbach , regen de Keyfer- lijeke Kroon , gelijck men feght , -uyt geleken te zijn, aengefpannen om den Keyler werekte geven en te veriwacken , en loo met'er tijde hun voornemen tegens de felve in het werek te ftel- Jen. Men wil oock dat fy groote liften hebben gebruyekt , om den Keyfer in de verkiefinge tot de Kroon te doen af vallen , en daer over geheel Duytilandt in zydighcyt gebracht , gelijck noch blijekt , door de flechte o ver-een -kom il en een- dracht der Vorften , die noch te veel Franfch in hebben , om goet Ooftennjcks te zijn, Vordert foo haeftals d: Keyier ham aen het werek wilde
flaen «
De Spaenfche Mercurius- 39
Üaen, om de verdruckte Hollanders te bul pre komen, en de gemeene belangen van hetRijck waer te nemen, fcheenenfy des Keyfers vrient t'eenemael te zijn ,en fochtenhem met alle mid- delen daer van af te trecken ; biedende hem vor- ders , om vrientfchap te maken , opentlijck aen, aldeeygene Brieven van hunne Schepfelen en Vrienden in Polen ter hant te Hellen , op dat de felve met die, na fijn wille handelen mocht.
Jup. Het is dan al forglijck met foo een Vorft aen te fpannen.
Mom. In trouwen ja , fy hebben oock door huHnenRefidentGremonville, om de Keyfer- lijcke Kroon , van de Hollandtfchegunftte ver- vreemden , dat volck Teer leelijck voor dat Hof doen afmalen. Seggende dat de felve Jïch fonder vertoog eorfaeck , qualijck tegen den Kontngh,van Vranck- vanGie- rijck genegen toonden , als verwaent op kun eygen jen macht , fonder te bedeneken hoe verre fy aen die Kcyfer. Kroon gehouden -waren , datje met Engeland en S we- den, éenTriple ofdryhoofdigh Verkondt hadden op- gerecht , om degrootfte Opper- Vorjlen -wet te ft ellen. Datje trouweloos met Engelandt hebben gehandelt j en geen van de voorwaerden van Vrede met hem ghe- maeckt , gehouden hebben. Datfe des Koninghs van Vranckrijcks vreedjamen Optocht na de Nederlanden hadden gejbcht verdacht te maken ; waer over hy ook voor genomen had derjelver Staten tefirajfen, die fich oock genoeghfaem in fijn handen hebben moeten ft ellen , en ten ware door het water bejchut , geheel fonder -ge bracht Jouden zijn gtweefl. Dat dat Ca- natlje , (foo noemt hy de Regeerders) evenwel in de plaets van Jich te vernederen* en toevlucht tot fijn goeder tier ent heyt te nemen , fich des te meerder ver- bittert toont ; en fich eer in gevaer van te verdrtnc* ken fielt , als fich onder fulck een heerltjck en zegen- rijck Overwinnaer te willen begeven. Dat de felve
C 4. nn
4© De Spaenfche Mercurius.
nu hulp verjbecken , van die gene ? diejy > op fiê veelderhande manieren beledight hebben {meenende daer den Keyjer en Vorfien mede , om de Hollanders fwart te maken) en hunne Steden onthouden , enniet als een deel ketters zijn. Hy feght bejpottens gewif/è, datje mijfchien van oude herkomfi %ijn , waer door te verdienen , dat men hen met laet verloren gaen , in tegendeel datfe na over hondert 'Jaren het Huys van Oofienrijck onderworpen waren, Sy zijn mijfchien feght hy , een Staet die groot e dienfienaenhet Chri- ftendom heeft bewejen , waer door de Jelve verdient bewaert te worden. En befluyt tn tegendeel dat de werelt niet veel aen dat Vorfiendom van Hollandt (feght hy belacchelijck) verltejen , datje noch onlangs niet -waren , en mijfchien eer langh niet fullen zijn. Dat hunne verbondene , op hun beloften en trouwe geenjtaet hebben te maken , -want hoe konde men op die gene vertrouwen , die hun God , hun Wettigh Vorjl y hun weldoenders de Franjehen en Engelfchen foo ongetrouw zijn ,• hy verfekert Jich , wil hen de Ko- ninghjijn Meefter en die van En ge landt de Vrede ge- ven , op hoedan/gen voorwaerde het oockjbu mogen zijn , datjy -wel haefl op die voorwaerden , over alle wetten , handelingen , trouw en beloften heenjullen flappen. Datjy ad beloven , maer weynigh na bc- meetingh van deje beweginge , en noch dat weynige , al/oojè weynigh Landt , dat op kan brengen > hebben-, niet geven konnen , dat hun Zee-handet gebroken is , de byjondere lieden , wel voor een tydt yets konnen op-brengen , maerjulcks haefl moede JuUen zijn , Joo dat fy in de betalinge nietjullen konnen volharden > en niet anders foecken als den Oorlogs-ftoel op een an- dere gront te planten , en dan mach die gene die fich met haer in~gelaten heeft , en bedremt is , fichfelven redderen. £n fulcke fchoone ftucken meer. Maer voor al defe logenen en valsheden , heeft de ghefeyde Monfr. de Gremonviile , niet an- ders,
De Sfaenfche Mercurm. 41
ders , als dat hem bet Keyferrijck ontfeght is«
Met Spanjen hebben fy noch meerder een ey Hunnen te fchillen , en maken noch Recht-fprekinge,handd behalvcn al de voorgaende Tytelen5op,de Spaen- ™" . fche Nederlanden. Om dit open te leggen, en te gelijck den handel van defe Kroon, onder eer- biedigheytvoorteftellen, en ten recht te too- nen dat het by hen foo leght , dat , fi Jus violan- dum efi Hegnandi ca u/a violandumfit. Indien men het Recht wil kreucken dat het om te heerfchen gefchiedt ; en dat volgens de maximen en gront- regel van hun Politica en den Cardinael Maza- rijn : een eerlijck man fich felven geen flaef van fijn beloften maken moet, ftaetons dit te weten. Sy hebben in het Pyreneefche Ghe- berghte een handelingh van Vrede , en van een Huwelijck tufichen de Koningh van Vranck- rijck en de Infanta van Spanjen gemaeckt en ge- floten. Defe geheelen handel fteunt op twee gronden en pylaren , voornamentlijck , fonder dewelcke vaft te ftellen , hetgantfche geftel fou hebben om verre ge val len. d ' Eerfte beftaet daer in dat de Franfche beloven Portugael, dat van Spanjen af-gevallen, en daer mede in ghefchil was, t'eenemael te laten drijven. d'Andere, fonder dewelcke het Huwelijck geen voortgang fou hebben ghehad ; was dat de Infanta al haer Recht op de Kroon , en des felfs onderhoorig- heden , al voorens moft af fweeren. Maer naeu- v/elijcks was de Vrede gefloten , en felfs noch niet geratificeert of onderteekent , of in de plaets van de hant van Portugael te trecken , men fand den MarquisdeChoupesheymelijk nadat Rijk, met verfekeringe , dat fy , volgens het Verdragh van Vrede , met Spanjen wel ghedwongen wa- ren hen af te ftaen , maer dat fy , onaengefien hunne beloften , hen evenwel niet fouden ver-
C 5 laten»
41 De Spenfihe Mercurius.
laten. En foo haeft was de Vrede in alle deelen niet volrrocken , af fy gingen met Portugael , opentliick voor de gheheele wereldt , tegen all» desfelfs V vanden, een oftènfif Verbondt Üuy- ten , onder andere voordeelen ; befprekende dat alle de Zee-fteden , die fy den Spaenfchen fou- den afnemen, aen de Kroon van Vranckrijek fouden behooren.
Jup. Dat is een klare en blijckclijcke ongc- trouwigheyt in der dact.
Mom. Dit is hen opentlijck genoeg onder den neus gewreven , maer tot noch van hen niet ver- antwoort.
d' Andere gront en hooft- voor waerde van de Vrede hebben fy aldus gehandclt , dat fy , in het Jaer 1667. en 1668. Sans dire Garre , gelijckfe in Vranckrijek feggen, in de af-gefworen Spaen- fche Nederlanden (ilaendc de onder-jarigheydt van den Jongen Koningh van Hifpanien, alloo Phiüppus de Vierde , met dewelcke hy gehan- delt hadde , doot was) zijn gevallen , en een mer- kclijck ghcdeelte daer van onder (ich ghebracht hebben. Voor gevende door Erf-recht van we- gen de Infanta , daer toe gerechtigt te zijn. Men ichrijft oock van eenige byfondere omftandig- heden omtrent defc faeck voor ghevallen : als voor eerft , die tuflehen den Koning van Vrank- rijck en den Marquis de Fuentes , buyten ordi- naer Gefant van Spanjen tot Parijs fou voorge- vallen zijn: enten anderen, die van den Fran- fchen Gefant , (den Aerts - Biflchop van Au- brun) tot Madrid. Belangende het eerfte. Wan- neer de gefeyde Marquis de Fuentes, naer des Coninghs doodt op fijn vertreck naer Spanjen ftondt , en vry eenigh gevoelen van de boven- gemeene Oorloghs toeruflinge van Vranckrijek hadde , of die raiflehien niet tegen de Ko-
nin-
De Spaenfcke Mercurius. 43
ninginne Weduwe , fijn Meefterfche , en den Jongen Coningh haren Soon , mocht gefchie- den , dat hy feer ernftigh by den Coningh van Vranckrijck fou hebben aen gehouden , om ver- fche en nieuwe verfekeringh te mogen hebben, en die aen de Koninginne van Spanjen te geven , van hun waer en getrouw oogmerck , op dat fy fich daer door geruft fou mogen (lellen , tegen het bericht dat haer van alle kanten gedaen wiert. Hier op fou fijn Majefteyt van Vranckrijck , fijn Woort en trouwe , mee de alderhooghfte verze- keringen aen de Koninginne verpant hebben , leggende dat hy de Vrede heylighlijck wilde on- derhouden 1 en in een gherrouwe en oprechte vrientfehap, foo met haer als haren Soon, eeu- wighlijck volherden.
Wegen de tweede om Handigheden fou het al- foo gelegen zijn ; als dat d'Aerts-Biffchop van Aubrun , na dat de Franfchen Charleroy waren voorby getrocken , vier of vyf dagen eer de tij— dinge daer van tot Madrid, in verbo Jacerdotis , by Priefters woort en waerheyt > en by al dat men onder de Roomfche Heyligh noemt , fou heb- ben betuyght , en met Eede aen de Koningin gefworen, dat fijn Meefter niets minder voor Radde , als daer de geruchten van liepen , en dat hy noyt eenigh Verbondt meende te breken , of oock eenigh befitaen te taften vanden Coningh van Spanjen , ten minften foo lange hy onder- jarigh was.
Jup. Die Minifter heeft de naeufte kennis van fijns Meefters voornemen niet gehad.
Mo*w. De Franfchen feyden het ware geen Vrede-breuck , maer alleen hetbefit van fijn ey- gen nemen. Nu defe Oorlogh , ofvriendeiijeke Intrede , gelijck fy het noemen , is tot Aken af gedaen , maer daer na hebben de Franfchen al
de
44» &* Spaenfcke Mercurius.
de vaftc Steden en Plaetfen van Bourgogne , te- gen de voorwaerden geflecht , de voorraedt van Oorloghwech genomen, en foud raeergedaen hebben , ten ware EngeJandt en Hollandrdaer tegen geweeft hadden. Nu barft het weder tot een Oor'ogh uyt, die miflchien door fijn uyt- komft een fchcyds-man van het gefchil lal zijn , beneffens dat van de andere Vorlten en Hollan- ders , met defe Kroon en Engelandr.
Jup. Ghy hebt ons daer aleenigh bericht van belangh gedaen , en voor al getoont een goede geheugenis te hebben , doch dat is aen u ampt en welen vaft , ondercuflehen ben ick , omtrent het af-ftaen van fijn Rijde, van Keyfer Karel de Vyrde , maer tamelijck voldaen , en wenfehte wel een weynigh meer licht in een faeck van fui- ken belangh te hebben.
Mom. Men heeft datgeheym niet dieper kon-
nen door-booren , maer of miflehien u Maje-
fteyts wijsheyt in defe faeck verder mocht gaen
als die van my of van anderen , ick fal van leven
Verhael feggen het geen my daer van bewuft is. Hy was
van het tot Gent in Vlaenderen geboren , een Soon van
t'^Key- Philinpus ï Hartogh van Ooftenrijck , en Broe-
ict Karel der van Ferdinandus,die Keyfer na hem byover-
d*vyfde. dracht is geweeft. Sijn eerfte proef-ftuck is in
der daetcen Meefter-ftuck geweeft , wanneer hy
felf in Perfoon , die grooten Sultan Solyman,
uyt Hongaryen , daer hy geweldigh met roven
en branden te werek gingh , dreef ; tot fijn groot
ongenoegen, dewijl hy liever had gehad dat hy
ftandt had gehouden , om hen meer gevoelen
van fijn Wapenen te hebben mogen geven ,
(maer het is dienftiger een vluchtenden Vyand
een filveren brugge te leggen) dewijl hy een het
fchoonfte Hcyrleger onder fich had , dat men
oy t op de been heet* gefien ; het welke tot Wee-
ncn
De Spaenfche Mercurm. fó
neu gemonftert zijnde , bevonden wierdt tne- gentigh duyfent Voet-knechten , en dartig duy- fent Ruyters , fchoon en wel betaelt volck, iterck te zijn, daer yeder als de Paus, de Vor- ften van Italië en die van Duytflandt , het fijne toe gegeven had , om dien laftigen vyand van den hals te krijgen. Hy wilde hem vervolgen tot Drijft de uytterfte grenien van Hongaryen toe : maer dcn d'andere Vorften wilden daer niet ,aen , voorna- HyutrH0n. mentlijck de Duytfchen , die rondt uyt feyden garyen. datfe niet vorder wilden trecken , alfoo hun in- licht alleenig was om hunne Frontieren en Gren- fen te befchermen, en niet die van eenander, veel minder eenige Landen te vermeerreren : toonende de Duytfchen alfoo dat fy Duytfchen ? dat is een deel fteylooren en harde koppen wa- ren. De Keyfer was hier ten hoogften over mif- noeght } maer hy moft gedult nemen.
Hy had het geluck , voor foo veel hy veel def- tige deughden te debuteren en te hefteden had , dat hy ineen eeuw van dappere rrannen leefde, en met dappere vyanden re doen had , als een So- lyman , als gefegt is , en Francais de Eerfte , Co- ningh van Vranckrijck, en een Hendrick de Tweede , fijn Soon, Vorften in der daet die Vor- ften te noemen waren , van dewelcke Francois voor fijne Wapenen heeft moeten buygen, maer Hendrick , fijn af-geilooft geluck , dapper op de hielen fat.
In het temmen van de Duytfche Vorften , Temt de heeft hy fich oock moedigh , voort varende in Duyf- getoont , welck ftuck , hoewel groot zijnde , van *™e „ de Spaeniche Schrijvers evenwel noch meerder verheerlijckt wordt , onder dewelcke Louïs d'A- vila een is , die onder anderen fegt , dat dit werk te grooter was , om dat hy de Saxen in drie maen- «len vermeefterc heeft 3 daer de Keyfer Charlc-
magne
op de
Neder.
landen
4.6 De Spaenfche Mereütius.
magne dartigh jaren over befigh was. Maer in die faken vallen veel omftandigheden aen te *.?üfxic mercken , en onder andere de geftaltenis van het volck dat men overwint. Gelijck de Spanjaer- den in.vijftigh jaren , foo veel voets in de Ver- eenighde Nederlanden niet hebben konnen krij- gen , als de Coning van Vranckrijck in foo veel dagen daer in gekregen heeft : Jed Hahenda efl ratio , Temporum <&> Verfonarum. De Hartogh van Saxen felf bleef fijn gevangen , zijnde het Hooft van het verbonden Heyr, beneffens veel andere groote Heeren en Veldt-oVêrften , d'an- dere fochten yeder een goet heen komen , gelijk onder andere de Landt-graef van Heffen , die vluchtende van Stadt tot Stadt , eyndelijck van fijn Overften gevraegt wiert , wat hen eyndelijck te doen ftondt , waer op hy antwoorde , in het Spaenfch : Cada Rapofo Guardafu Cola , elck Vos mach fon?e voor fijnen ftaett dragen. Maer hy konde fijn ftaert evenwel foo wel niet bewaren, of hy moft hayr laten » en fich felven dch Over- winnaer in handen ftellen, en ellendigh Mife- rere fingen , verfoeckende vergiffenis van fijn mildaet , en alleen die genade dat hem de Keyfcr toch in geen eeuwige gevangenis wilde ftellen.
En feker , hier brgingh hy een blijckelijcktf mifgreep voor een Vorft van verftant als hy was , dewijl men hem hy het woort vatte , en by den mom vingh : Et Cofi fi Piglia la votpe ; en foo vanght men de Voffen , feght d'Italiaen : want de Keyfer beloofde hem wel dat hy fulcks niet doen foude. Maer foo als hy des morgens meen- de weder heen te gaen , en na fijn Landt te ver- trecken , wierdt hy vaft gehouden en in handen van de Guevare Maiftro del Campo geftelt , die van den Hartogh van Alba laft hadde hem uyt des Coninghs naem te feggen , dat de felve , aen-
gaen-
De Spaenfche Mercurius, 47
gaende een eeuwige gevangenis , hem ghenade dede, volgens fijn woort en belofte , maer niet wegen die, dewelckehy hem voor een fek eren tijdt op leyde, zijnde ten uyterfte voor 14 Ja- ren. Defe Prins was daer over wel verbaeft , doch was dit geen van de eerlijckfte daden van den Keyfer. De groote en kleyne Steden , brachten na defe overwinningh hunne fleutelen acn des Keyfers voeten, fittende in fijn Keyfer fijckcn Stoel.
Defe geluckige overwinningh behaelde hy op den 14 van April,' in het Jaer 1^48. na datfe hetFeeft van St. Joris , deneenigen Hcylighdie St.Jor» de Turcken eercn , gehouden hadden. de Sant
De Hartogh van Saxen , die voorheen fpots- k"a§ ur* gewyfe den Keyfer , Karel van Gent had ghe- noemt, molt oock, zijnde voorden Overwin- naer gebracht , fichopfijn knien voor hem ne- der werpen , en hem genade af bidden , en dat hy hem als een Oorloghs-gevangen wilde hande- len , gevende hem den naem van Sire. Den Keyfer wift hem wel fijn Karel van Gent onder den neus te wry ven , en hem te handelen , gelijk hy verdiende, maer dit fchrijvende Spaenfche Schrijvers.
Men bracht in het Hof van den Coning Hen- drick de Tweede van Vranckrijck , met de ty- dinge van defeoverwinninge, tot een groot won- der , een van de Laerfen van den Hartogh van Saxen , die foo geweldigh groot en wijt was , dat een yedcr daer van verfchrickte. Men wil oock feggen , dat de Keyfer , op den dagh van defe Veldtflagh , foo geweldigh van de Gicht aenge- taft wierdt , dat hy een van fijn beenen in een dwael , die aen de zadel van fijn paert vaft ghe- maeckt was , moft dragen , zijnde dit paert een brave Spaenfche Genet.
De
DeKey. fer roet deGicht gequclt.
48 De Spaertjche Menuriut.
De Franfchen die va» nature fpotters z,ijn , konden niet nalaten hier mede den draeck te fte- ken , makende daer dit vers op :
UEmpereur Charles Ie quïnt Nepoïtant bofte ne manequint , jivec les finejfe toute ~B ut fort tourmente de gout es.
Karcl de Vyfdedie fou flaen ,
Hy had noch Stevel noch Laerfen aen ,
Met al fijn Ioofe lagen ,
Soo viel hem de boofe Gicht te plagen.
Defe Keyfer dan , quam feer laet aen den dans van Mars , en dat noch met een kreupel been , maer hy heeftfe evenwel feer dapperlijk uyt ghe- hardt, endatdetijdtvaa xo Jaren , in dewelke hy fich toonde de befte danfler van de gheheele werelttezijn. En had hem defe Vorfte-plaegh fom wijlen niet doen paufeeren , hy had het noch al beter geklaert.
Maer noyt quam hem de euvel qualijcker te pas, als in de Slagh vanRenty, daer hy even- wel fijn draegh-bedde , in een Turcks Paert moft veranderen , om fich te behouden , maer miflehien gevoelde hy doe de Gicht niet , zijnde de vrees een van de befte hulp-middelen daer toe, gelijck my eensgefeght is van een gichtigh man, die men ineen Dorp in Brabant, met fijn Kluchtig ftoel onder een grooten Linde-boom drocgh , vcrbaei 0m fich een weynigh te vermaken , hy daer fit- tende , fagh een dol menfeh , die uyt fijn huys gebroken was , met een bloot mes naer hem toe loopen , waer over hy uyt vrees , fich op de bee- nen begaf, en liep als een Hart , om fich te ber- gen , in het naefte huys. Over dit verlies , nam hy een befluyt vaneen beftant met den Coningh
Hen-
van een gichtige
DeSpaevfcheMercurius. 49
Hendrick te maken , en zedert nam hy een be- fluyt fich van fijn Regeeringen te ontflaen , en fich in een Kloofter te begeven : maer hoe goe- den Religieux hy was , foo als hem in fijn Celle de tijdingh gebracht wierdt , met een Brief van fijn Soon Philippus, dat de felve de Slagh van Sr. Quintyn ghewonnen had, vraeghde hy den geenen die hem de tijdingh bracht, of de Co- ningh fijn Soon, fijn overwinningh al wel ver- volghde tot de poorten van Parijs toe ; maer ver- ftaende van neen , feyde hy daer op , dat hy in fijn tydt foo een zegen wel beter had weten te ge- bruycken, en dat hy op foo een fchoonenwegh niet fou hebben fr.il geftaen ; en wierp den Brief, die hem de Bode gebracht had , daer heenen.
Terwijl wy by hem in het Kloofter zijn, moet ick dat noch verhalen , hy moft , volgens fyn ey- gen begeeren , al de plichten doen , die een van de minfte Monnicken moft ondergaen. Wan- neer hy op een morgen de Broeder gingh op- wecken , om tot den ghewoonlijcken dienft te gaen, quam hy by den Jongen Novitius of Nieu- welingh , die hy met geen gewelt uyt den flaep konde krijgen ; en alshy hem ten laetften noch aen het bewegen kreegh, kon defe moeyelijck- aert, halfflaep-dronckenenkorfelzynde, niet laten uyt te barften ; is het niet genotgh dat gby al A«dige de were/t ongerufi hebt gemaeckt , dat ghy nu noch3nmooit komt queUen die de tverelt verlaten hebt 'f Welck Monnik fcggen den Keyfer foo aengenaetn en behaegh- aen den lijck viel, dat hy zedert den Jongen Monnick Keyfer. ai de genegenthey t van de werelt toe-droegh.
Maer ick mach hem aldus noch in het Kloo- fter niet laten , foo veel is'er van, u Majefteyt kan oordeelen , of dit verlies , en te fien dat fijn volck meerder de ryfende Son van fyn Soon, als fyn dalende en af gaende , in achtinge hadde , oor- '
D faeck
5 o De Spaen/che Mercurivs.
faeck genoegh waren om hem fijn Rijck te doen af ftaen. Wy hebben onlangs het felve in de Ko- ningin Chriftina van S weden gefien , daer oock verfi-heyde redenen o^er gevallen zijn.
Jup. My luft die wel te hoorcn, maerdaer na , gaet nu voort met defen Keyfer.
M«m. Eenige Franfche Edellieden , onder de- welrke waren den Heer de Pienne, de Baudine, d'fc.ftanges , de Jonge Dampiere, eneenCapi- teyn de Bourdelle , en d'Argy , terwijl mee het aenvangen van het Rijck van Hendrik de Twee- de, Vranckrijck in een diepe ftilte en Vrede was, namen eenbefluytomin den Oorlogh in Hongaryen te gacn (ghelijck ghemeenlijck de wijfe van defen , in der daedt , Edelmoedigen Landaert , verftaet de Edelen , is , de Krygh diefe te huys niet hebben , buytens landts te gaen foecken , ftrijdigh met den aert der Spanjaerden, Span- die men felden yemant als hun eygen Koningh , jaerden fai fien dienen.) Defe dan, begeven fich uyt alken'1 Piedmond , daer als doe veel Hovelingen wa- hun Ko-ren , en komen tot Weenen in Ooftenrijck , al- ningh, waer de Keyler als doe was, en gingen derhal- ven fijn Majefteyt eerbiedinge bewijfen, te meer dewijl hy aireeis kcnniiTe van hunne komftc had.
Sy dan hebbende fich voor hem geprefenteert, en ghetoont , wierden met een goet onthacl en vriendelijck gelaet van hem ontfangen. Die heb- bende met feer foete woorden hen de reden enj oorfaeck van hunne reyfe af gevraeght, ver- ftondt , datfy daer quamen om lijn Keyferlijken: Majefteyt dienft te doen , en hun moed in fijnj Oorlogen te toonen , niet konnende, ter oor- faeck van hun jonge Jaren , in Vrede en ftilte le- ven Hy prees hen daer over feer, en bedankte hen voor hun goede wil en genegentheydt , ea
feydd
De Spaenfihe Mercurius. 51
feyde hen by gevolgh , dat bet hem feer bedroef- de, d at (y een vergeeffche reyfe hadden gedaen, dewijl fy als doe by hem geen gelegentheyt von- den, om hun dappere moed te roonen} alfoo het beftandt foo even met den Turck was ghc- maeckt. Maer vervolghde hy , ghy Heeren , owwMoedigh goeden raedt te geven , keert weder na Piedmont , fcggen daet ghy feght van daen te komen , ick verfekere u ]!ra" ree_a dat ghy daer foo haejl niet zijn Ju/t , of ghy Ju/t al- daer den Oorlogh voor Parma , en werck voor u Edel- moedigheydt vinden. Bid God maer om mijn gejbnt- heyt en /even ; "want Joo langh als ick het een en het ander hebbe } fat ick u in Vravckrijck niet ledigh laten Jitten ; en ick bemin de Vrede niet meer dan yemant van u allen , ick ben in de Wapenen geboren , en tot de Wapenen gewent ? ick moet my daer by houden , tot dat ick niet meer kan. Aen d? andere zijde , ick ken uwen Koningh , als uyt het Edele Franjche bloet voort gekomen , (gelijck ick mede daer uyt gefproten ben) jongh zijnde, gelijck hy is, en alfoo Stoet en Eerfuchtigk als ick , hy heeft geen noot van Jich in de /edigheydt , noch de vermakeltjckheden van het Hof te verliefen. Noyt konnen twee machtige en Jlaetfuchtige Nagebuuren wel in Vrede leven. Der- halven hebt geen vrees voor gebr eek van oejfenitige > ■Joo langh ah hy of ick leven , en van lufc tot den Oor- logh branden.
Soo mooght ghy Heeren dan wel weder te rugge trecken , wanneer het u belieft , na dat ghy mijn Hof gefien f uit hebben , beneffens het Landt daer het % believen fal , en isk bedancke u hartelijck voor u goede wil, die ick Joo veel acht e als de daedt , u belovende op Edelman s trouwe , dat tndien , ghedurende den Oorlogh , ghy in mijn handen komt te vallen , of in die van de mijne , en my fulcks laet weten , dat ick u defè ghenegenthejdt dobbel weder vergelden fal.
D % Jup.
§z DeSpaenfche Mercuriui.
Jup. Vorftcltjckc , doch Staet- en Oorloghs- fuchtige woorden.
Mom. Hy wilde daer over hun aller namen weten , en de felve in gcfchrtft ftellen , om die te gedencken , hoewel hy , van hun Huyfen wel ghehoort hadde , die hy voor feer doorluchtigh hield, en noemde den Heer de Pienne iijn On- derdaen, gelijck dit Huysin der daedt groote goederen in Vlaenderen had.
Jup. Ghy verhaelt het loo net ofghy daer by waert geweeft.
Mom. Die daer by zijn gheweeft hebhen het alfoo verhaek , en van die ick het hebbe , die hebben het uyt hunnen mont gefchrcven. Defe Heerendan, oorlof van den Keyfer ghenomen hebbende , die hen veel vriendelijckheyt en eer- lijke aenbiedinge deed > keerden weder na Pied- mond , daerfe oock niet miften d'open Oorlogh. voor Parma te vinden , gelijck hen de Keyfer, had gefeght. Hy fprack hen gedurighlijck in de( Franfchc l'ael aen , alfoo hy die tamelijck wel wift te ghebruycken. Maerfijn Oorlogen , die door de Gefchicht-boecken genoeg bekent zijn laten wy daer , de Vader heeft daer oock kenniffej genoegh af , maer miffchien niec van bét geen, wy vorder, byfonderlijcks van hem fullen ver^ halen.
Wet te- Onder andere byfonderheden , is het Placcaet gendc ^^ hy inde Nederlanden heeft doen verkondi- gen , waer in hy verbood , dat men geenige ge- fonrheden fou hebben te drincken , dat de Ne£ derlanders en Duytfchen noch niet konnen ver^ geten. Gelijck men noch by fommige feght :
Het is 's Kcyfers gebod tot defen dagh , Niet meer te drincken als men mach.
Dionc kaen*.
Maei
De Spaenfche Mercuriut. 5*5
Maer om evenwel hun buyck niette kortte •doen , dewijl volgens het Italiaens fpreek-woort : Fatta la Lege è trovato Umganno Met de Wet is het bedrogh geboren ; foo hebben ly op hun Gafleryen die wyfe aen genomen , dat yeder fijn kroes vol zijnde, die gene aenfagh , die hy wilde brengen : Met een hola , verftaet'et wel ? die gene die befcheyt moft doen » vraeghde dan , en wat ? waer op de Brenger , de Key/er heeft het verboden : en dat was brengen en ontfangen; maer veel van defe Brengers, en andere over- treders, zijn daer niet wel over gevaren. Maer eyndelijckde Keyfer Tiende datfe het niet kon- den laten , wierp den kolf na den bal, en liet hen begaen.
Men wil oock van hem feggen , dat defe Key- Eer voor fer gewoon was , wanneer hy voorby het Ghe- l G° e" recht gingh , daer fijn hoet voor af te nemen , daer mede betoonende in hoe groote achtinge hy dejuftitie hadde, waer naoock hetfpreeck- woort van de Koninginne Ifabella hek , dat drie dingen een aengenaem geficht gaven : Cavaillere en Armas , Dama a Uejirada ,y Ladrov a la Korea : een ghewapent Ruyter te Paerde, een groote Dama op haer Planckeer , en een Dief aen de Galgh. De Kryghs-liedcn felve , in navolginge van hunnen Keyfer , namen defe gewoonte aen, en groeten de Galgh , wanneer fy daer nevens troeicen , foo wel de aroote als de kleyne.
Twee Vier-dagen in het Jaer hielt hy in grooter Vicr-da- W3crden , die van Sr. Matthys 3 endendagh van Zea *an Allerheyligen, op d'een was hy Keyfer gekroont, ^ ° e)r" en op d 'ander had hy den Koningh van Vranck- rijck , Francois de Eerfte , gevangen genomen. Hy was een groot Beminnaer van Talen , en deed groote moeyte om den Dragoman, ofTuel- man , van den grooten Heer Solyman , by fich D 5 te
Talen van een Turck gefyro- ken.
Keyier, fpiack.
54. De Spaenfche Mercuriut.
te krijgen , biedende hem groot onderhoud aen. Defe fprack bequaem en net feventienderhande Talen. Gemeen Griecks, als oock het Literael, Tur«.ks , Arabifch , Moors , Tarcarifch , Per- fiaens, Armeniaens, Hebreeufch,Hongerfch, Mofcovitifch,Sclavonifch,Itali::enlch, Spaenfch, Hooghduytfch , Lacijn en Francoifch , fijn naem was Genus Bey, uyt Corfu gheboren , in der daedteen Man van vcwonderinge; en het was geen wonder dat hy veel ftaets van delen Man , Talen dewyl hy (elve vyf of fes Talen fprack. Men die de feghtdat hy de Hiflorie van Phiiippe de Com- mines in het Franfch dede vertalen , in al de an- dere Talen die hy konde , om hem met te meer- der veranderingh te leien , en fijn Groot- vader Karel de Stoute na te Iceren volgen. Dit was de Schrijver van wie d'Infanta Ifabella feyde , dat hy meer Ketters in Staet-faken en Politie had gemaeckt, als Luther in de Godts-dienft. Men feght mede van htm, dat, wanneer hy Metz gingh belegeren , fijn Raden hem rieden , dat hy de plaets eerft na de wijfe van. Oorlogen fou laten op -ey Ach en ; waerop hy fou hebben ghe- antwoort, dat fulcks een ceremonie of plechtig- heyt fonder ghevolgh fou zijn ; wanthaddehy gefegt : Defe Heer de Guiië, die jonge Vorft foo braef en dapper als hy is , heeft fich met fulck een braven Franfchcn Adel, niet laten in befiuy- tcn , om te parlcmentt eren , en fich foo licht over te geven. Oock Jou mijn overwin ningh, foo heerlijck niet zijn op die wyfe ; maer ick be- geer/e met ghewelt en dapperheydt te winnen. Dit waren fijn woorden : T elTriumpbo Mas Bra- vo /era, de aver/os per mucha Jangre Derramada . <?ue por gracia y mifericordïa : en de overwinning fal veel heerlijcker zyn , de felve ten koften van veel bloedt te hebben t'ondergjbracht> als met
De Spaenjche Mercurïus. 5^
genade en met barmhertigheyt. Evenwel wierdt hy in fijn voornemen bedrogen Non Jemper Viêloria.
Hy was foo weynigh tevreden metdeKey- ferlijcken Naem , en die van foo veel Koningh- rijeken , als hy in beyde Wereluen befat, dat hy noch een voornemen had > fich fclven Ko- Voome- ningh van Gallo Belgica te maken ; maer hy mcn vaa wift geen wegh met al de byfondere vr vlieden , *arcli voor-rechten en wetten , die de Landtichappen, deri.md yeder voor fich felven , en de Steden felfs inhctloc<?en byfonder befitten. Maer defe fwarigheden fou Ko"lllk- hy noch wel te boven gekomen hebben , indien Jakea. hy anderfïns , door fijn veelvoudige Oorlogen } daer niet in verhindert was geween:.
Omtrent fijn Krooninge tot Keyfcr, door handen van den Paus , daer hy hem ghenoegh toe gedwongen had , hebbende Romen alreets door den Hartogh van Bourbon vermedtert ■> en den Pausfelfsin fijn Slot van St. Angelo gevan- gen ghenomen , dewelcke tot Bolonie in Italië moft gefchieden , wiert leer onder fijn Hove'in- gen gemort : feggende dat fy qualijck konden verdragen , dat hy die ootmoedigheyt voor öcn Paus fou moeten toonen , van voor hem te knie- ByTen- len , en dat hem de felve wel eens een part fou detheden mogen fpelen , ghelijck een ander een van fijnï?n^c* Voorzaten , den Keyfer fïedrick had gedaen. Kroo"* Srttende hem den voet op den neck , tot vergel- ningh dinge dat hy hem ghevangen , en foo lange ghe- van den vanckeiïjck had gehouden.
Waer op de Keyfer feyde : Indien kyfutck een •eperek begint , fal ick hem foo treffelijck met den de- gen om de ooren flaen , dat hy het fal gedencktn de da- gen die hy leven fa f en leggen hem voor een wijl te Jlapen. Én evenwel daer eenige achtinge op ne- mende, vertoonde hy fich niet als een kleyn D 4 Prins-
Paus.
$6 De Spaenfche Mercurïus.
Prinsje , in fich te vernederen , maer als een recht Kcyfer alshy was, en dat met fulck een gevoigh van Oorloghs-troupen , dat hy den Paus meerder dede fchricken en vreefen, als defe hem, hoewel hy in fijn eygen Landt , en Bologne fijn eygen Stadt was.
En om te toonen dat de vrees van den Paus niet ydel was, foo merekt eens , indien het uwe vJ°t,rcdcMajefteyt gelieft, hoedanigh fijn Intrede waer. Keyfet Voor aen marcheerden vier duyfent Spaenfche in Bo- Voet-knechten , altemael oude krijghs-lieden , logne. die fijn voorgaende Oorlogen hadden helpen uyt-voeren , geleyd door Antonio de Leva , ge- dragen door Slaven in een Draegh-ftoel , bedekt met Cremofijn Fluweel , zijnde hy oock in feer treffelijcke en aenfienlijcke ordre : daer na qua- men achtien fware ft ucken gefchuts , met al hu n toe-behooren voorfien , en die weder gevolght van duyfent Mannen van Wapenen te Paerde , van de oude Benden van Ordonnantie van Bour- gondien , alle treffelijck gewapent op-gefeten , en met hun fchoone en rijeke Wapen-rocken overtrocken, met de Lancic in de vuyft.
Daer op quamen de Pagies of Adel-jongers van óen Keyfer, zijnde niet meer alsvier-en- twintighin het getal, alle feer koftelijck in het geele fluweel , met grys en violet bekleet, alle gefeten op feer fchoone Paerden , d'ecne a la Genetta, d'andera la Commune, of gelijckde Spanjaerden feggen , a la Baftarde. Defe Pagies ?aulus wierden gevolght van den grooten Schilt-knaep )ovius. van fijn Majefteyt , van hoofde tot de voeten ge- wapent, in een blanck harnas , dragende in fijn rechterhant , het Swaert van fijn Majefteyt. Daer op volghde de Keyfer felve , fittende op een feer fchoone Spaenfche Genet, donckcr bruyn, gewapent met leer fchoone en rijeke
Wape-
De Spaenfche Mercurius. '57
Wapenen , verguk en bcdeckt met een Saya of Saga na de Latijnfche Tael , een Wapen-man- tel of Rock,van gout Laecken, de rechter fchou- der was half ontdeckt , als mede de helft van de felve zijde en den arm , foo dat men fijn Wapen met gemack konde fien. Op het hooft had hy een bonnet van fw^rt fluweel , fonder pluymen, of eenigh ander vercierfel , en defe bonnetten Was een dracht die hy feer beminde.
N a den Keyfer quamen de Cardinalen op hun Muylen, in hun Cardinaels gewaet. Daer na quam d'Aftnrgia , dieeentroup van vier of vijf hondert Edellieden voerde, d'een heerlijcker alsd'ander op-geciert, toe-gemaeckt en op-ge- feten. Daer na volghden noch vijftien hondert lichte Paerden , altemael met een Helme of de Bourguignotte op het hooft hebbende. Voor de achter- troup quamen drie duyfent Mannen te voet, foo Spanjaerden als Italianen en Landts- knechten.
Aldus en in fulcker voegen quam defe groo- ten Monarch binnen Bologne , om de Aerde felve te doen beven , ghelijck daer na den He- mel door het donderen van fijn gefchut , waer onder de mufquetten mede fich. dapper lieten hooren , die hun klanck verfcheyde mael ver- dubbelden.
Wanneer nu de Keyfer by den Paus in de Kerck quam , kyde hy fich voor hem op fijn knien , en kufte hem de voeten. Waer op de Paus, zijnde hem van de fijne, de Paufelijcke Kroon of Myter van achteren afgenomen , hem een kus voor dewangh gaf: dit gedaen zijnde, leyde fich de Keyfer weder op fijn knien , en de Paus met eengroot gebaervangunft, bad hem op te willen ftaen, en zijnde op geftaen, quamen van hetgevolgh van den Keyfer, die een ituck D 5 gouts
58 De Spaenfche Mercur'tus.
gouts uyt een gouden iaecken beurfe voort hael- de , en gaf het den Keyfer , het welck hy den Paus offerde , met defe woorden.
Hey/ige Vader , danck zy God van den Hooge , die my foo veel genade gegeven heeft , dat ick tot hier toe in veyiigheyt gekomen ben om de voet en van uree Heyligheyttekuffeni en goeder tier ent liick van hem ont fangen te zijn , meerder als ick verdient , en daeromme Jlelle ick my van nu voort aen onder uwe hoede.
Juf». Wat grooter ootmoedigheyt , of wat die- per veynfen is dat !
Mom. Veynfen was het eer als rechte ootmoet, en foo veel is'er van , dat indien de Paus in het minfte fijn gefagh had willen of derven misbruy- ken , dat de Keyfer hem fou hebben doen fprin- gen als een Sprinckhaen , en daer mede toon- de de Keyfer fijn wysheyt , dat hy foo wel verge- felfchapt gekomen was. En foo was ook de Paus, wanneer hy hem weder tot antwoort gaf: Key- ferlijcke Majefteyt (een groot woordt voor een Paus) en u aenfehouwen is van my feer begeert geweeft. En daeromme danck ick God dat ick u heb mogen fien en ontfangen , niet ghelijck de felve verdient > en derhalven {rellen wy ons on- der fij n bewar i r ge.
Jup. Dat was foo wel niet geveynft , want hy had fijn bewaringh alreets genoten , en miflehien beter bewaert gheweeft als hy felve wel had be- geert.
Mom. Dat mach wel zijn : daer op hefte de Ceremony-meefter den Keyfer op , en fetre hem beneffens den Paus, maer bleef daer niet lange en gingh na de Cardinalen , om daer het overige van de plechtigheden af te leggen. En vorders, al eer fy van malkanderen fchcyden , maeckten fy een volkomen onderlinge veifoeninge , die in
ge-
De Spaenfche Mercurius. £9
gefchriftgefteltwierdt, en noch gelefen wordt. Alfoo gefchiede die Krooningh , daer de Keyfer felve foo langh na verlanght had , en dat om ver- fcheyde redenen, voornamentlijck om dat hy maerfcheen half Keyfer te zijn-, gelijck hy by veelc niet als verkoren tot het Rijck , genoemt wierdt , macr niet de Spanjaerden , die hem van eerften af aen , dennaem van Keyfer gaven.
Macr noch was hem defe, noch al fijn andere Nieuwe verkregene eer noch eer- ty telen niet genoegh ; eer-lucht Maer hy had oock voor fich felven noch Keyfer^1.*" van de nieuwe Werelt te laten kroonen ; maer hy was daer als doe noch niet volkomen Mee- fter af, maer de tij t heeft daer de volkomentheyt van genen Het is feker dat defe nieuwe Werelt de oude heeft laten fien wat rijckdom was , en dat men zedcrt daer meer gout en filver als voor heen , koper gefien heeft , zedert fagh men ftee- nen en peerlen die fchatten, fteden , ja landt- fchappen waerdigh waren. Gdijckdat grootju- weel , dat Hernando Cortez uyt Indië bracht , zijnde een Parel van een verfchrickelijcke groo- te , felfs na men fchrijft van een Peer , en waer op ghefneden waren defe woorden : lntcr natos mu/ierum non furrexit major. Onder die van vrou- wen geboren zijn, is'er geen grooter op-gcftaen : woorden niet fonder ontheyliging uyt der Chri- ftenen Schriften gehaelt , en van een over groot Propheet op een fchuym en (lijm van de Zee ge- paft.
Maer het zy Cortez dat daer op had laten fet- ten, of een ander, hy droegh daer fekerlijck de flraf voor. Soo als hy voor Algiers defe kofte • k^Jc e' lijcke Peerl , aen een van fijn befte vrienden pceri wilde vertoonen , en by ongeluck op het verdek valt in van fijn Schip was, valt hem de felve uyt fijn Zce- kant in de Zee, fonder dat men de felve, wat
vif-
Bran-
lomc.
60 De Spenfcke Mercurlut.
viflchery men daer om ge gaen heefc, oyt heeft konnen weder krijgen. Hy wilde de felve noyt verkoopenj noch op een prijs ftelien , lelt niet voorden Keyfer, bewarende die om de Vrouwe die hy fou komen te trouwen , mede te veree- ren.
Het verlies van dit koftelijck ftuck , foo heer- lijck een oogenblick , en in een ander wederom verdwenen uyt het geficht , wierdt ghehouden vooreen voor-bediedfel van des Keyiers doodt - dieoockalseen Peerl, foo als hy onderde Vor- ften was , ftondt te verdwijnen en te niet te gaen ; maer het was door een flaetfche en geen na- tuurlijcke doodt , hoewel die mede al kort daer op ge volght is. Maer wat fou hy fterven , hy had noch veel te groote dingen voor op de werelt,om de werelt te verlaten , want men wil felve feggen en fchrijven dat hy fich noch Paus fou hebben willen laten maken : en indien hy dat befluyt had konnen te wege brengen, hy had de werelt noch meerder licht gegeven , als hebbende het geeftelijcke foo wel als het wereltlijcke geheel in fijne macht ; maer hy konde daer toe niet gera- ken , door de ftemminge der Cardinalen , foo wel als de Hartogh van Savoye ? Atnedeo , die daer toe verkoren wierdt ; maer defe begaf fich in fijn Kloofter te Ripalia , gehjek fich de Kcy- fer in het fijne begaf, van dewelcke men even- wel wil feggen, indien hy de krachten van het lichacm , foo wel als die van fijn geeft had gehad , dat hy met een machtigh Heyr na Romen fou ghetrocken hebben , om fich met wil of tegen wil te hebben doen verkiefen. Maer hy ham dat befluyt te laet , gclijck het oock een ongehoorde faeck fou hebben geweeft , het Paufdom aen het Huys van Ooftenrijck , als een erfdeel te bren- gen , ghelijck zedert het Keyferdom genoegh-
faem
De Fpaenfche Mereuths. 61
faem is geweeft ; hoewel men fwaerlijck bequa- mer Vorften daer toe iou hebben konnen krij- gen , die door hunne Erf-.anden die Kroon be- ter fouden hebben weten te beühermen , die als een bolwerck tegen die machtigen Vyand den Turck , zijn. Hy dan geen Paus konnende wor- den , maeckt fich een Monnick : een groote ver- nederingh. Had hy dat Paufdom mogen verkrij- gen , foo ware hy al de trappen van het geluck op de wereltte boven geftegen.
En in der daedt de Godfdienftigheyt van de- fen grootcn Monnick was geenfins ghcvcynft, wanthy droeg het geeflelijckekleet leer ftrenge- lijck twee Jaren encenigc Maenden , en geef- Heli. fclde fich fomwijlen wel foo ftrengelijck met ha-gicu*: ken, als een penitenten boet-doender van fariben hJllrvm iou konnen. Ka/el^
Eer hy fich in het Kloofter begaf , had hy van dien grooten Genees-meefter , Anatomiir. of Ondeder , en Phyfionomift , of Wefen-nmer Andieas Vefalius , die hy by fich haddc menigh- J^"* mael gehoopt, dat hy niet feer lange kondele- ven. üaer-en-boven had hy eengroot Prediker, een Spanjaert by fichj die gemeeniijck voor hem predickte, die hem gedurighlijck re vooren hield, felf voor de gantfche wereldt , dat hy eens fou moeten fterven, en dat het tijdt voor hem was boete te doen , van foo veel bloets als hy vergo- ten , en foo veel onheylen als hydoor fijn ftaer.- fucht over de werelt gebracht had.
Al daten een ontroeringh van fijn gewiffe, deden hem dan een befluyt maken , benefrens deredenen die voor aen geroertzijn of uyt lijn leven konnen genomen worden. Sijn Keyfer- Afnam rijck aen fijn Broeder Ferdinandus , en fijn an-vandetl dere Rijcken en Staten , aen fijn Soon Philippus ^[cta over te dragen , gelijck hy opeutlijck tot BruiTél
se-
Sijn Ou derdom,
fa De Spaenfche Mercuriut.
gedaen heeft ., en voorts het Kloofter-Ieven te acnvaerden; behoudende voor fich fel ven niet, als het Ufufrud , en het inkomen van Caftille , beneffensde Superintendentie of beftieringover deCommanderyen , om fijn oude dienaren daer uyt en mede vergeldingh doen ; andere feggen dat hy maer hondert duyfent kroonen op Caftille bchieldt.
Men leeft in de verantwoordingh van den Prins van Oranje, dat van die hondert duyfent kroonen en andere inkomften , dat de Koningh Philippus, hem noch de twee darde parten fou befnoeyt hebben , foo dat hy de meeften tijdt nietgenoegh fou hebben gehad , om fijn milda- ' digheden, of aen den armen,of fijne te betoonen. Hy ftierfin de ouderdom van %% Jaren, en bleef, als gefeght is , in defen geeftelijcken ftaet , twee Jaer en eenige Maenden.
Her voornoemde Boeck , feght daer-en-bo- ven , dat door befchuldiginge van d'Inquifitie , fijn Soon de Koningh, iou hebben toe-gelaten fijn lichaem op te graven , en te verbranden , als die gedurende fijn leven, eenige lichte redenen omtrent hun geloof fou gewcrt hebben , oock dat hy te feer aen den Aerts-Biflchop van Toledo fou hebben ghehangen , die men voor ketters hield , die oock lange van de kecter-meefters ge- vangen is gehouden, en van fijn Bifdom berooft, dat hondert en twintigh duyfent ducaten 's Jaers van inkomft waerdig gehouden wordt. Soo veel is'er van , dat dek Aerts-BilTchop , van den Paus tot Romen ontboden , enaldaer in het Slot van St. Angelo gevangen gefet , maer als onfchuldig ontflagen fou zijn j maer de Do<flor Cacilla fijn Prediker , er Conftantijn Ponco , BifTchop van Droflè moften d?;er om lijden. Toen fagh men de grootfte vcranderingh in de wereldtfche fa- ken,
De Spaenfche Mercurius. 6%
ken , die men oyt gefien heeft , of daer die Mee- Iter der veranderingen Ovidius oyt van gefchre- ven heeft , dat de grootfte en ttaet-fuchtighfte Oorloghs-man , fich Geeftelijck gemaeckt, en de Paus Paulus de Vierde , van het Huys van Carafra, van een Geeftelijcke fich in een ftaet- fuchtigh Oorloghs-man verandert heeft. De Spanjaerden ontfien fich niet op hem dit fpreek- woort te paffen : de moco Diablo Hermetano Viero, van een jonge Duy vel wordt wel een out Ere- mijt. Om meer van hem te weten , moet men fijn leven leien, en de gedenck-tafelen die hier en daer van hem op-gerecht zij n , onder dewelke defe tot Bruffel in de Kerk van St. Gudule te fien was : Africa gewineer t en verrroeft , Gelder gewon- nen , de Zee ver/ekert , ïremifenkerflelt , Solyman verdreven, de nieuwe Wereldt gbevonden , Milaen herdeckt , Duy t/landt en Bohemen bevredigkt , Mor- rou en Carou bemachtigbt , Thuvis genomen en her- Jlelt y de Gevangens af-gevoert , het Geloof in de Indi'ês geplant. Wanneer hem door fijn Soon , aldaer d'uytvaert gehouden wierdt ; Maer hier lijn vergeten fijn ongevallen en nederlagen die hy heeft uyt-geftaen , onder dewelcke fijn fware Schip-breuck , die hy op fijn tocht na Algiers uyt-geftaen heeft , geen van de minfte was. De Franichen die gewoon zijn fich in alle de onge- lucken van het Spaenfche Rijck te verheugen, hebben daer dit vers van gemaeckt.
UAiglevoulant ïromper la Salamandre , Et la furprendre , parurent autou* d'elle Lesfeux ardans , qui la/ceurent defendre Parquoy Craignent de Brufler la jon at/Ie Reprtt en mer une voye nouvelle. Mats nepouvant aux lieus dijfimuler Son doublé cceur , qü'eüe voulut ctler ,
Fut
6%. De Spaenfche Mercurius,
Fut d^eux hattue <& Baignée deforte > QueUe ne peut nuüement revoler , Etprejque autant luy valut ejire mort e.
Als d'Arent wilde in 't vuur den Salamander
tergen , j En vangen , door den vlam , en 't vuur dat om
hem blaeckt , Dat haer met kracht vermocht te fchutten en
te bergen , Wierdt af-gewefen, eer het aen fijn vleugels
raeckt. Hy nam een andre wegh , en koos de koude
baren , Maerkoft fijn dubbel hert, ontveynfen niet
genoegh , Waer door de dolle Aroom , hem gantfch te
plcttren floegh : En al de kracht benam , weer Hemel- waert te
varen. Hy kreegh door 't diepe Meyr haer baren fuik
een ftoot , Dat niet veel onderfcheyd hem maeckte van de
doodt.
Dit is het gene ick u Majefteyt van defen groe- ten Karel hebbe te f eggen.
Jup. De aenmerekingen zijn goet , indienfe anders waerachtigh zijn , en fy geven een nodige opmerekinge aen al de Koningen en Voriten , hun leven Wel te beftieren , en felfs op hunne woorden , ick fwijge handelingen goede acht te flaen, zijnde alsvuur-bakens in yedersooge ge~ ftelt , en het oordeel van grooten en kleynen* vrienden en vyanden onderworpen. • Mom. Het isoock ghelijck een van de Wij- fen, van over eenige Jaren feght: Revera miei
vide
De Spaenfche Mercurius. 6$
videtur ars artium » <fo difciplina difcip/marum ho- Na*>an« mmem regere , qut eert e ejr mter ornnes animantes j * J maxime , & moribus varim , <£r iwluntate dtverjus. Waerlijck het fchijnt my een konft der konften , en wetenfehap der wetenfehappen te zijn, den menfeh te regeren , die in der daet, onder alle gedierten , het veranderlijckfte in fijn manieren, en het verfcheydentfte in fijn wille is. En gelijck uwe Majefteyt feer wel feght , fy hebben op hun doen en feggen byfonderlijck te letten, want: Sape a dtjaphna metu re/ohuntur fubditi , fi Reges Grcg. in Juo Regimini htlaritatis frana re/axavt. Quia dum Morali- eos quafi /kenter lat os ajperunt , audaciusjubditi ipfi ad il/t cita refohuntur. Mecnigmael worden d'on- derdanen van de vreefe der tuchtinge ontbon- den , indien de Koningen hunne vrolijckheden maer eenmael den toom geven , om dat , wan- neer fy de felve vryelijck blijde zijn , d'onderda- nen felf terftont tot ongeoorlofde dingen ont- bonden worden. En in der daet, indien een wey- nigh ruymte , aen een uyt-gefpannen , blymoe- digheyt gegeven, fooveel hinder aen de zeden der onderdanen toe-brengt; wat fullen dan open- bare voorbeelden van ontuchtigheden , vrou- wcn-fchenderyen , overfpelen , trouwelooshe- den , wreetheden , en bedriegeryen niet doen , dewijl doch
Regis ad Exemplum totus Componiturorbis^
degantfche werelt fich felven naer het voorbeelt der Koningen aenftelt , en gelijck de Hovelin- gen de Apen der Vorften zijn, alfoo trachtcnië de felve in alle manieren naer te apen. Een van de Chriften- Koningen was een ikmelaer , en toen hoorden men niet anders als ftamelen en keckeren onder de Hovelingen , een ander hinckte , en toen wierdt hincken een cierlijcke E gangh.
^ ■;!
6S De Spaen/che Mercurius.
gangh. Maer aen de andere zy de valt het weder
feer befwaerlijck r het een yeder te pas te konnen
maken.
Sen. in Kegnare non vult , efie f ui invijus timet
Thcbai- Simui t/fa mundi cenditor pojittt Deus
d*« Odium at que Regnum,
Hy moet niet heerfchen die fich afgunft er-
gren laet. Die 't alles heeft gegeven , Het roeren en het levert , Steide op een felfde ry , de heerfchappy en
haet.
Jap. Maer weder ftaet het den Koningen te bedencken , dat het hen noodiger en gevoegh- lijcker is , fich na den aerc en neygingeder on- derdanen te fchicken , als dat fich d onderdanen naer hun aert en meenighmael tyrannifche wiile te voegen hebben, dewijl de onderdanen, niet om den Koningh , maer de Koningh om de on- derdanen is. Op het aenvangen van hunne Kroo- neu en Scepters , befweren fy de Wetten , en de gewoonten die een Voick eygen zijn, beflaen daer van de twee : voornamentlijck behoor- den hun Hooft-wercken , rechtmatighlijck na het algemeene goet vinden van hunne Hooft- deelen te worden gheregelt, en onder die geen Oorlogen aengevangen te worden , uyt eygen drift , heerfch-fucht , ofwraeck-gierigheyt , iclfs niet om hun palen te vergrooten , dat Barbarifch is, maer alleen om de vrede , hetbefrt, voor- rechten, welftanten aenfienvan hun Voick en Wetten te bewaren en voor te ftaen.
Mom. Daerom feght een out Dichter :
San.
Be Spaenfche Mercurius. 67
Sanguine humant abft'me Sen. in
GLmcuncjue Regnasfeekra taxantur modo Hetcule
Majore vejira. ut'
Spaert menfchcn bloct , ghy Vorften wie ghy
zijt , Die 't roer beftiert van Volckcren en Landen, Het hoogh Gerecht , vereyfcht dat van u han- den, En fchelt u noyt die fware doot-fchult quijt : 't Zy dat u hant , fich in dat roepend quaet , Op onderdaen , of nagebuur mifgaet , Of u bevel geeft voet tot bitter woeden , Of neemt die gruwelen in 't goede , Die uwen knecht in dienftbaerheyt beftaet» Denckt vry dat om uw ftucken altemael, Te wegen lijn in yry een nauwer fchael.
En in der daet , het is onverantwoordelijk het geen in die overdaet , de Koningen door hunne dienaren fondigen Maereen onuytbluflèlijckc bloet-frnette , wanneer fich de Vorften met ey- gene handen foo verre uyt-lacen. My fchiet daer yets re binnen van Karel de Sevende, Koningh van Vranckrijck , in wiens naem de Cancelier , en Marfchalck van Vranckrijck, beneflfensved andere groote Heeren van den Hartogh van Bourgondien, inde volle vergaderinge , vergif- fen i (te af- baden , van wegen de doodt van Har- togh Johan van Bourgondien , belijdende opent- lijck, dat de Koningh als jong zijnde, feerqua- lijck had gedaen , en door onverftant en quaden raet gedreven was ge weeft , en biddende derhal- ven den Hartogh , fijn wrock daer over te laten varen , waer op de Hartogh antwoorde : dat hy het den Koningh vergaf, om de eere Godes , uyt mede-lijden over het volck yan Vranckrijck, Ei en
Bodin.
Liv. V.
Slaeffchc
ootmoet
van een
Xoningh
van
Vranck-
lijck.
Aenmet-
kingen
op den
Koningh
Thilip-
l~us de
Tweede.
68 De Spaenfche Mercurius.
en om den Paus en de Concilien te ghehoorfa- men, en de andere Chriften-princen te wille te zijn, die hem daer om gebeden en by hem aen gehouden hadden. Tot defe flaeffche ootmoe- digheyt , felf tegen fijn onderdaen , en fulck een verval van de Koninghlijcke Majefteyt , bracht defen Koningh fijn reuckeloos beftaen , en het krachtigh vereyfeh van het Goddelijck Gerecht , voor het welcke de minfte Onderdaen foo veel alseen Vorftis.
Jup. Van de Regeeringh van den Koningh Philippus, wenfehten wy mede wel ecnige by- fonderheden te hooren, indien ghy daer van voorfien zijt.
Mom. Wy Tullen daer van dienen het geen wy weten , en na my mijn geheugenis toe-draeght , oordeele ick dat daer al voorvallen in zijn , die de aendacht van u Majefteyt niet geheel onwaer- digh Tullen zijn , dewijl het een Vorft is geweefh daer deughden en gebreken een groot afcendent over hebben gehad , fonder u Majefteyts onkun- de te willen onder ftellen , als of ick wijfer als de felve was.
Jup. Gaet flechts voort.
Mom. De Keyfer daer wy hier voor van ghc- fproken hebben , heeft fich geen arbeydt , geen gevaer of ongemack laten verdrieten , om fijn ftaet-fuchtige aenflagen voort te fetten : Defe in tegendeel , heeft noyt gevvapent op de Zee , en weynigh in het Veldt , en dat in het eerfte ghe- weeft, noyt by wijfe van fpreken, daer na den voet in den flegel-reep gefet , en evenwel is hy die Salomon , die Vrede- vorft , daer de Span- jaerden foo veel van roemen, niet geweeft; maer heeft , felfs in fijn Cabinet , meer bloet vergo- ten, als fijn Vader Karel oyt te Velde ghedaen heeft , daer om klaeghde de Koningh van Enge-
landt
De Spaenfihe Mercurius. 6<)
laadt foo over hem , dat hy hem fulcken moeye- iijcken Oorlogh had aengedaen , fonderuyt iijn Kamer te komen.
En in der daedt , dit heeft vry fijn reden van verwonderinge , nademael het meer fwarigheyt heeft , de ongelegentheden te redderen die men niet fiet , als die men voor fijn oogen heeft : En daerom is het feker , dat hy van een wijfeen ge- trouwen Racdt , en brave Capiteynen en Veldt- overften is gedient geweefl , daer d'Hartogh van Alba een van de befte van is gcweeft. Dit heeft oock fijn politique of ftaecfche voorfichtigheyt , want , wanneer de Koningh gedurighlijck over al by is , het kan niet minder zijn of daer valt wel een gelegentheydt voor , waer door hy ghe- drongen wordt , of eenigen mifgreep , ofJachc- teyt of fnootheyt te begaen, 'tzy in het verlaten van een Sterckte die hy belegert had , 't zy in het verliefen van een Slagh , en een fchandelijcke vlucht , die my dunckt dat een Koningh feer qualijck ftaec , gelijckden grooten Keyfer Ka- rel al gebeurt is. Zijnde meer achtinge voor de Koningh , dat fulcks in fijn af-wefen gefchiedt. Maerhet komt daer op aenwatdienaersdatmen heeft ; anderfins is de tegenv/oordigheyt van een Koningh een groot behulp tot de overwinninge. En wanneer de Krijghs-lieden , als voor de oo- gen van een Koningh hun dapperheden too- nen , en hun fekere vergeldingete gemoetfien, die anderfins door af-gunft of eer-fucht der Over- fren , meenighmael op een ander ghedraeyt wordt.
Maer ócCe Koningh Philippus was van die ge- Ae« van luckigé ■» die te huys blijvende, overwinnen"
konde. Kyliec daeromme niet na den Oorlogh feer te beminnen : want foo haefl als de Keyfer fijn Vader , hem hetgantfehc bewind inde han-
E 3 den
Philip- pus.
Slasv
<*o De Spaenfcke Mercurtus.
den gegeven hadde , beftont hy terftont , Vrank- rijck met geweldige Heyr-legers aen te taften , en quamediefoo kort op de hacken , dar hy hen drongh tot die aenmerckelijcke Veldtflagh van an St. Quintijn , die hy op hen wan , met fuJck een
St Quin- merckelijck verlies van foo veel brave Mannen ,
nJn- Edellieden en Heeren. In gevolge van het welo ke hy de Stadt van St. Quintijn ging belegeren , die hevighlijck beftoken , en met geweldt ver- meefteren. Waer op volghden Ham en Chafte- let , dacr hy fich mede te vreden hield , totgroore verwonderingh van de gehcele werelt , en voor- namenrlijck van fijn groote Vader, dat hy niet tot Parijs toe fijn overwinninge vervol^hde. H y had veel liever de Vrede te maken , als foo verre te vliegen, hoewel hydie Koninglijcke Hooft- plaets anderfins feer gedreyght had. Dele over- winningh wierdt noch van een andere gevolghr , wiens verlies de Franfche Kroon feer druckte : namentlijck die van Grevelinge , daer den Heer Marfchalck de Termes gevangen wierdt , en de Heerd'Annebout, beneffensmcenigte van bra- ve Mannen op het Veldt bleven. Hy op defe ze- gen , brachten van de grootfte Hcyren op de been , die fijn Vader oyt gehad heeft , en roogh daer mede na Amiens , vol begeerte de Fran- fche voor de darde mael op het lijf te komen. Maer hy was foo wel beraden, en de Koningh van Vranckrijck foo geluckigh , dat dele hevig- heden van een vafte Vrede , gevolght wierden , niet een Huwelijck ruflchen hem en de Dochter Vrede van Vranckrijck , die als meergefeght is, aen
met fijn Soon Karcl , in het voorgaenae Verdragh
rTck van beftand verlooft was.
OndertufTchen , alhoewel die Vrede , tnf- fchen Spanjen en Vranckrijck gefloten was > liet evenwel de Koningh Philippus niet na, Jaerop
Jaer
De Spaenfihe Mercuriut. *]l
Jaer evenwel of een Heyr te Veldr,ofecn Vloot in Zee te brengen , tegen de Turcken en Barba- ren van Africa, niet Tonder uytwerckfelen , gg- lijtk die Slagh van Garbes en dien Oortogh van Oran is geweelt , beneffcris die richten ver- overingh van Pignon de Velez , de beyde hulp- tochten van Malta, die foo wel te pas quamen. Voorts d'Oorlogh tegen de Mooren van Gra- nada, het winnen vandeShgnopde feive , het tem men en eyndelijck verdrijven van die volck. Voorts die voortreffelijcke en gedenck-waeidige Zee-flagh van Lepante , de tocht na G- >ulette , en het verlies van die Sterckte , {onder dat even- wel hetfelve by fijn gebreck toe quam , en mee- nighte van andere Zee-tochten , of tegen de Ro- vers of anderfins. Om niet te fwijgen van die geweldige Vloot van het Jaer \$%% de grootite en ichoonfte die men oyt heeftop defen Oceaen gefien , tegen Engelandt gefchickt, en daer na ioo veel cngemacksuyt-geitaen , foo weynigh weder van te recht quam. Waer by komt d'Oor- logh in de Nederlanden', die hem gewiffclijck de vaeck uyr d^oogen wel heeft konnen houden , en fijn fchatten uyt d Indien ghenoegh te doen heeft gegeven, Maerdie latck is bekent.
Hy was een groot Beminnaer van lijn Krijgs- sijn ach- volck, en hield hen leer in achtinge, gelijck fy«ingi> hem oock veel aenfien toe-droegen , befiedende v°?' ™ al hun liefde nu geheel aen hem, diefe fijn Va-voick. der voor heen gedragen hadden: voornament- Kjck de nieuwe krijghs-kneihten, diedenKey- fer, verachtelijck den naem van Fray Car/os , de Sant Wcronimo , Broeder Karel van St. Hieroni- cnus gaven. Na het veroveren van Pignon de Velez, waren omtrent drie of vier honderf krijgs- lieden die van fijn troupen in Italië af liepen, (zijnde heel qualijck te vreden 9 en half gemuy- £ 4. o-
yz De Spaenfche Mercuriu f ,
tineert , om datfe geen betaüngh na venvach- tingh kregen) onder fchijn van hunne vrienden in Spanjen te willen gaen befoecken. Defe wa- ren wel fbo ftout , als fel f tot Madrid aen her. Hof te komen , en Tonder veel omwegen te gebruye- ken > bcgoTfcen opcntüjck re roepen en te tieren , datfe hunne betalinge begeerden te hebben , die men hen tchuldigh was.
Sy gingen mettroupen d©or de ftraten van de Stade , zijr.de wel gekleet , als Prinsjes , met den degen achter uyt om hoogh, en de knevels op- gelet ; braverende en dreygende de gantfche we- relt , Tonder op Inquifitie , of eenigh Gerecht achtteflaen. Selfs fy ontTagen fichnietde Mon- nicken en Papen , die hen op de ftraet tegen qua- men aen te randen , feggendc tegen den een tot fpot : Senor Cleri^n adovdc ejla U Prita, Heer Prie- fter.waer is de Heer, en tegen d 'ander diergelijke of andere fpotternyen. Al dit wièrdt den Koning wel aen gebracht , en hy genoeghfaem vermaent defe moedwilligen te doen ftrafren ; maer hy gaf tot antwoort : dat zijn diegene dewclcke my Ko~ ningh maken ; en daeromme fou ick hen niet gaerne doen fterven : maer hy belafle den Har- togh van Alba, rnctdai volek te fpreken, hen te vrede te ftellen , en te maken dat het vertrock , doende hen indcGaleyenwedcr over Tchepen, met verfekeringe datfe niet in Italië fouden geko- men zijn j of ibuden aldaer hun betalinge vin- den.
Dit ftelde hen t'eenemael te vreclen , niet Ton- der hunnen Koningh tot aen den Hamel te ver- heffen. Zedert heeft hy hen altoos Teer wel be- tacit , beter alsTijn Vader, gclijck hy oock Too veel onkoften niet maeckte als de Telve, maer fijn penningen beter wift aen te leggen; behal- ven dat men wil feggen 3 dat fijn prachtigh Ge- bouw
De Spaenfcbe Mercurius. 73
bouwvan 't Efcuriael een onnodigh werck is ge- weeft , en foo veel millioenen als daer acn ghe- hangen zijn , hem in fijn Oorlogen , die hy daer na heeft moeten voeren , beter te pas foudcn ge- komen zijn. Men gctuyghr van defen Conirvi; , dat hy van wegen fijn Perfoon , een braef Rid- der was , en dat'er leer weynige in het Hof of elders gevonden wierden , die het hem in Tour- noyen en Steeck-fpelen ontieyt fouden hebben. Hy wierdt , gclijck fijn Vader , mede feer hard door de Gicht aen getaft , die hem oock noyr. verlaten , maer in een fwaerder toeval verande- rende , fijn doodt veroorfaeckt heeft. Wanneer in het Jaer 1598. fijn Soon Philippus, die na- derhant fijns Vaders Stoel , onderden naem van Philippus de Derde , beleten heeft , opdeplaets van Madrid , de fpeelen , vechteryen en verma- kelijckhedendiealdaergefchieden > had gcfien, en fijn Vader die als doe aen beydc fun handen met de Gicht aen getaft was , en derhalven daer niet had konnenverfchijnen , boodfehapte , wac hy daer al gefien had: feyde fijnMajefteyt tot hem , ick ben feer wel te vreden dat ghy daer u vermack gevonden hebt 5 om datgy lbo lange gy leeft,aen my geen byfondere verlichting van ócCc fieckte aen my befpeuren fult. Maer dcfe quel- sijn on- lingh quam hem aen na de doot van fijn Vrouwe gevallen Ifabella ; die , het zy uyt haer felven ot anders by ^e_'!l1 toevil , tot haer onfchult , de alderfwaerfte ram- i,jck met pen fijn Huys heeft toe- gebracht, die men fou ifabella. konnen beJencken , niet alleen door de belan- gen van haer Huys wat te feer te betrachten, (want dat moet men weten, de Franfche Prin- ceffen voeren over alle hunne belangen mede, als men aen Savoye , Polen , Modena , Tof- canej Meecklenburgh, en andere Hoven wel gdien heeft , om niet cc fpreken van Engel md ,
E 7 mii-
74 &e Spaenfehe Merturiut.
miffchien hoe die met defe Modonefa fal hebben te varen.) Maer oock omtrent de dwafe min» neryen van den Prins Carel methaer, 'tzy fy de felve begunftight , of om reden wille niet ge- heel van de handt gewefen heeft. Soo veel is'er van , dat de Prins te feer door de eens ghefette hoop van defe Pnnces te fullen befirten, die men feght byfonder fchoon gheweeft te zijn, inge- nomen na het veranderen van dit voor-geftelde Huwehjck , met fijn Vader, haer meerder gene - gentheyt heeft toe-gedragen, als hem betame- fijck was te voeden, of haer te dulden. Van de by fonderheden van hunne minneryen , en d'uyr- Vcrhatl flagh is aldus gefchreven : Wanneer de Keyfer van Ka Carel de Vyfde, befloten had fijne Staten en icj prins Rijcken af teftaen , en fich in fijn eenfaemheyt van ui- te begeven , vreefde hy fijn Soon te laten in het J?anl belangh van het aenwalTende gcKick van den Co- ningh van Vranckrijck, Henunck de Tweede, <jaer hy alreets eenigh gevolgh van hadde ghe- voelt, en maeckte derhalven een Verdragh van belhnt voor vyf Jaren met den felven Vorft On- derde voorflagen van Vrede, die gedurende dit beftant gemaeckt wierden , ftelde men oock een Kuwelijt k tuffchen de Prins van Spanjcn , Ka- rel, eenighfte Soon van den Koningh Philip- pus de Tweede , en Maria, van Portugael fijn eerfte Vrouwe , en Madame Ehfabeth of Ifabel- ]a f ourfte Dochtervan Vranckrijck.
Defe Princes was feer jongh. maer uytftekende wel op-gefchoten , en fchoon na haer Jaren. Ge- lijck dit Huwelijck wierdt befloten met groote blijdtfehap van beydezijde , ahbo kreegh ly een
Sroote achtinge voor de(e haren toekomenden ruydegom , dewelcke met'er tijdt tot een by- iondere genegentheyt quam te rijlen. De Prins ^ran Spanje was niet minder vergenoeght , over
het
De Sfdtnfcke Mercurius. ~$
bet gcluck dat hem was toe-gevoegbt, dewijl al het gene hem van defe Princeffe gcieght wierdt , hemeen feer aengename bevallen mede deelde. Haer affchilderinge volvoerde de kracht van ney- ginge , die het bericht van hare volmaecktheden in hem alreets had begonnen uyt te wereken ; en men verfekerde fijn Hoogheyt dat het haer leer naeu geleeck , en hy gheloofde het lichtehjck, om dathy het ten alderhoogfte wenllhte.
Ondertuffchen veranderden de laken feer van Bcfluyt wefen, door het af-breken van het beftandt. va,V «»- Het waren de Vorftenvan Lorraine, die den^''hccn Oorlogh weder veroorfaeckten , op het aenhou- vlWs den van den Paus Paulus de Vierde. Het oogh- Katc! en merek van den Paus was , dat men een krachtige Ilabella» diverfie en afleydinge in Nederlandt fou maken , om hem van den Hartogh vanAlba, Veldtheer van het Spaeniche Heyr, teontlaften, die hem binnen Romen gelijck als belegert hield. Dele faeckgeluckte van de zijde van Romen * gehjek men had voor-geflagen ; maer niet in Vlaende- ren en de Nederlanden. Vranckrijck verloor daer twee Veldtilagen , daer by na al wat het had van brave Oorloghs-lieden , gedout of gevangen wiert ; dat de faken van die kant in fulck een quaden Maet Melde, dat menbeiloot een Vrede te koopen , fy koMcwat fy wilde.
Dele Vrede was het werck-Muck van den Har- Y'":*Plt togh van Savoyc , Generae! van het Spaenfche j^l Heyr, en den ConncMabel de Montmorancy , faken. fijn gevange. De Conneftabcl gaf defen Vorft te bedencken , of by wel oyt beter gelegentheyt fou konnen vinden , om weder in fijn befit re kon- nen geraken; uyt dewelcke Francois d'EerMe» fijn Vader hadde verdreven. En defe Hartogh bracht fooveel by den Koningh van Spanjen te wege , dat de Vrede korts daer aen tot Chatead
Cam-
j6 De Spaenfche Mercurius.
Cambrefiswierdt gefloten. Men kan hier Iich- relijck bevroeden hoedanigh de fmart van Dom Karel was , v/anneer het beftandt ghebroken wierdt, en weder in tegendeel, hoe groot fijn vreughde was , wanneer de Vrede-handel weder aen gevangen wiert. Maer fijn hoop was te los gebouwt om een blijdtfchap te veroorfaken , van i'ulck een nadrucic als hem dele was. Gedurende den tijdt van de onderhandelinge , ftierf Philip- pus fijn tweede Vrouwe , Maria , Koninginne van Erfgelandt af, en ghelijck hy geen voorne- men haddc om ongetrouwt te blijven , dcde hy de Princeffe Ifabella voor Ach verfoecken , die men voor defen hem voor fijn Soon had toe-ge - ifabcila ftaen. Men had haer wel liever aen de Erfge- acn Phi naem van de Kroon gegeven, die met haer lbo fippus ongelijck vanjaren niet was , ak aen den Vader, verloo c. van <j£n wejcj<cn {y njct ajs jonger Sooncn fou
konnen krijgen ; maer men konde hem de felve op geen ecrlijcke wijfe weygeren.
Hoewel de tijdingh van dit ongeval den Vorft Kare! , foo veel was als de flagh van een blixem , en hy de felve in het by-zijn van veel lieden ont- fingh , foo was hy evenwel foo veel wel Mecftcr van fijn eygen bewegingh , ais ue verhinderen dat men de fmart die hem dacr door veroorfaekt Ontftcl- wiert , gewaer wiert. Maer dit ghewelt dathy «nis van fich felven aen dede , flondt hem weder foo veel te duurder, wanneer hy alleen was; al wat de liefde en raferny kan uytwereken , bewoogh fijn geeft en gemoed , en niet was'er te goddeloos , en te vcrvloeckelijck , dat hy by fich leiven niet uytbraecktc.
Maer gelijck de overtollighcyt in dewckke hy was, hem niet toeliet yets te befluyten , noch de ftaet van fijn gcluck yets aen re vangen , foo ver- anderde defe wanhoop , in dewelckehy was , on- ge-
Karcl
daer
over.
De Spaenfcbe Mercurius. 77
gevoelijck in een feer fwaer melancoly en droef- finnigheyt.
Hier uyc quam dat afgefonderde leven voort , dat hy zedert geleyd heeft ; en dat hem den Ko- ningh fijn Vader {00 hatelijck maeckte , die hoe wijsenbefcheydenhywas , evenwel in het roe- men van de oorfaeck defer fwaermoedigheyt mis floegh , en de felve leyde op een ongerufte be- geerte van heerfchen die in fijn Soon d'overhant had , niet denckende dat het verhoopte Huwe- lijck hem foo veel liefde (als yets fekfaems in de Voriten, daerdieflagh van Verwandfchappen , maercenfaeck van ftaetis) fou hebben konnert verwecken, ot het miffen van de beloofde Bruyt, in hem die droerheyt konnen veroorfaken.
Wat de Princefïe van haer zijde belanght,hoe- Staet wel de neyginge diefe in fich hadde , alleenigh pa? ^s was een bequaemheyt om te konnen beminnen , en noch geen liefde te noemen , foo vand fy evenwel reden om fich (elven te wantrouwen , vrefende of het niet wel liefde mocht zijn , of dit quaedt niet wel dieper wortelen mocht hebben gefchoten, als hy felfs gevoelt had, of als noch derfde vermoeden. En in der daedt, de liefde wordt lelden eerder gekent , voor datfe een ftant van befettingh heeft , en felden gevreeff. voor dat de hulp- middelen daer toeaen te wenden , te laet komen , gelijck Hefo feght :
Dumfuror in Curfu efi , currenti cedefurori Difficiles aditus impetas omnis kabct.
Dat is :
Terwijl mijn Rafcrny het hooft werpt over
hoop, Is eeift mijn woede tocht in 't vinnighft van
haer loop ,
Dan
Boet.
78 De Spaenfche Menurius.
Dan valt het beft voor fulck een fnellc drift te
ftrijcken , Daer al wat hevigh is foo fwaerlijck is t'ont-
wijcken.
Tot daer en toe had fy altoos een byfonder ver- langen gehad , om te weten wat werckinge haer af beeldfel op het hert van Dom Karcl had ghe- maeckt : en had felfs wel gewenfcht dat het hert van den Prins , in immer foo weynigh geruft- heyt en ftilte was geweeft als het hare ; want in de min, hoe foet fy fchijnttezijn, is evenwel die bitterheyt , die felfs de gene die men bemint , het dubbelt toe wenfcht van het gene men ver- draeght , zijnde daer inne van oprechte liefde te onderkennen , die alles foeckt toe te brengen , aen het geliefde wat fy kan , gelijck een van die Latijnfche Dichters geeftigh genoegh fegt :
Hice/i cunéïis communes amor , Repetuntque boni fine teneri , 6)uia non aliter durare queant , N'tp-, converfo rurfus amor e , Refiuant caufie , qua dedtt ejfe.
Dat is ,
Die Min drijft yeder een met kracht in fijn
gemoedt , Het eynd te vinden van het langh gewenfehte
goedt , En die is krachteloos , en lichtelijck geweken, Ten zy de hitte van de vlam die is ontfteken , Weer tot haer oorfpronck in vergelding hee-
nen gaet , En 't vyer met dubble drift , haer eerfte fackel
flaet.
Maer zedert fy die veranderingh gewaer wierdt ,
die
De Spsenfche Mercuriut. 79
die tuffchen hen beyden was voor-gevallen , en jiet nootfchickelijck gevolghvan een gedwon- gen bewihgingh, wierdt fy van een geheel an- dere zijde gedreven , en vreefde ter werelt niet meerder , als datfe bemint was van die gene , van dewelcke fy voor heen had gewenfcht bemint te zijn. En in der daedt , onder al de fnelle bewe- gingen van haer gemoed , was geen van de min- fte , om haer hert tot fulck een goeden ftant te brengen , dat op het naerderen van haer Bruy- lofts-plaets , en te gelijck van hem , die van een wel gewilt Minnaer nu een gevreeft Soon ghe- Htiwe. worden was , het felve al de bepalingen lou mo- 1dl,cli van gen hebben , die haer zedigheyt en ftaet als Moe- ctfolti~ der en Koninginne mocht nodigh zijn. met de
Hoewel a'Hartogh van Alba., uyt de naem roninsl» van fijn Meefter haer zedert de Maent van Juny jp"n:en al getrouwt , en de bylage gehouden hadde , ioo vertrock fy evenwel uyt Parijs niet, voor het eyndevanSlacht-maent. Sy hield fich op in al de fchoone huyfen die fy onderwegen ontmoete, al om tijdt te v, innen , en quam niet in Guienne voor dat het Jaer genoeghfaem ten eynde was , miflchienal hoopendedat defe veranderingh in haer hert mocht te wege brengen , dat de reden niet konde doen , en haer plicht behoorde te doen. Wanneer fy nu aen het Pyreneefche Ge- berghte gekomen was , geviel het dat het geluck , dat meenighmael eenige gunft doet die men het minfte verwacht, haer noch eenige ontlaftingh toe-bracht, diefe felfs niet fou hebben derven verhopen.
Antony de Bourbon , Koningh van Navarre » daer wy van gefproken hebben , had de laft om de Princeffe tot op de Frontieren en Grenfen van Hifpanie te leyden , en haer in handen van denCardinael van Burgos , en den Hartogh van
1'In-
Ovid. Mcta.
80 De Spaenfche Mercuriut.
Flnfantado over te leveren. DefeKoninghbe- fac niet als het lage Navarre, om dat deSpan- jaerden het over Navarre , op de Groot- vader van fijn Vrouw ufurpeerden en mifïaten. Om dan geen hinder lijn recht toe te brengen , dat hy foo wel op het een als het andere gedeelte had, wilde hy de fcheydinge, die de twee gedeelten van een fcheyd , daer voor niet erkennen , noch die voor de Frontier of Grenfen van Spanjen op-nemen , en eyfehte derhalven de gemach- tighden een verklaringh of, dat defe afftandt , dewelcke hy van de Princeflè op die plaets dede , fijn goet recht geen fchade konde toebrengen.
Defe verklaringe was van te grooten gevolgh , om fonder uytgedruckte ordre van den Koning te worden roe geftaen , en daer over moft na den Koninghgefchreven, end"antwoort opdefelve plaets in ghewacht worden , daer defe ontmoe- tingh gefchieden , fonder dat Navarre voort gaen mocht, of voor defeverachteringe afftandt van fijn bevolen pant doen wilde. Dit gaf weder wat uytftel aen defe ellendige Bruyt , dieopyeder mijl naerderens een nieuwe hartkloppingh ghe- voelde.
Infalix ?ion toto peEiore fait it Latttiam virgo , prafagaque peüora marent Adfacinus venit illa fuum , magis horret &
aufipaxitet.
Het was geen volle vreught die't Maegdelijn
gevoelt , Voorfpellingh van haer leet , leyt haer om
7t hert en woelt , Sy komt als tot een daedt , waer voor fy felfs
moetfehricken , En felver des beftaens rouwt haer elck oogen-
blicken.
De
De Spaenjche Mercurias. 8.1
De Koningh Philippus had wel [mogen lijden, dat hem het Hof van Vranckrijck die onluft ge- ipaert, en een ander als den Koningh van Na- varrc defen laft gegeven had. Maer de Heeren van Guife, nieuwe en volkomene Meefters in defaken'van Vranckrijck , hadden hun ftaetkun- dige infichten , om defen Prins van den bloede op defe gevoeghlijcke wijfe voor een wijl uyt het Hof te houden , die gelijckfe alle gelegentheyt alreets daer toe aenfochten , fich boven maten verheughden j en foo bequame gevonden te heb- ben , als defe was.
De Koningh van Spanjen moftdan befluyten, den Koningh van Navarre aenilonts voldoening re geven, of de faken tot een onderhandeling te brengen , erf by het Hof van Vranckrijck foo veel uyt te wereken , dat hem de Koning weder te rugge ontbood. Maer defe laetfte wegh fcheen te ianghwijligh voor een Prins , die de fchoonfte Perfoon terwerelt verwachte om fijn Vrouw te /.ijn, en foo moft defe groote Staets-man fijn minnend* ongedult voldoen , felfs tot nadeel van fijnbelangh.
Aldus nam ten laerilen de Koninginne de reyfe naer Madrid , en de Prins Karel quam haer te- gen, vergefelfchapt onder andere Grooten , met ömmóe- fijn Neef Alexanderde Farnefe, Hartogh van ""8 van Parma, en Ruy Gomcs de Silva , Prince van macrtc jqj. Eboly , fijn beirjerder en gunftelingh van den bella. Koningh. Op het eerfte bericht dat de Konin- ginne kreegh vart het naerderen van Don Ka- rel , ontilonden in haer boefem fukke ftrijdige bewegingen , en die bekommerden haer hert met fukk een overdadigh gewelt > datfy {tijfvan haer felven viel in de armen van haer Staet-Juf- feren, en niet weder tot fich felven quam , voor dat de Prins fiondt om by haer te komen. Na
$1 De Spaenfche Mercurius.
dat fy by malkanderen gekomen , en de eerfte plichten van eerbiedigheyt af geleght waren , ble- ven ae(é twee groote Perfonagien , lieden van fulck een onderling belangh , malkander te ftaen aen fien, fondcr een woorc tefpreken , gelijck oock al het overige gevolgh , uyt eerbiedigheyt fich t'eenemael fhl hield; foodar'er voor eeni- gen tijdt , een buyten ordinare ftilte was , en dat in fulck een aenfienlijck vergaderen.
De Prins Karel.was niet volkomentlijck en or- dentlijck wel gemaeckt ; maer behalven dat hy feer fchoon van verwe was , en het fchoonfte hooft ter werelt hadde , voerde hy fijn oogen foo vol van vyer en geeft , en de fwier foo moedigh en levende , dat men geenfins konde feggen dat hy onaengenaem was , gelijck de Schrijvers ge- tuygendie defegefchiedenisophet naeufte ver- handelt hebben.
Soo haeft als hy de Koningin genaeckte wiert hy als op-getogen , door haer groote fchoonheyt. Maer d'acnmerckinge van het geen hy met haer verloren hadde , veranderde fijn verwonderingh wel haeft in een bittere fmart , en voorfiende wat hem om harentwil noch fou ftaen te lijden , be- goït hy haer van ianger bant met een foorc van fchrick en ontfteltenisaentefchouwen.
Ondertuffchen , d'Hartogh de 1'Infantado ge- loofde dat de Koningin uyt beleeftheyt verwach- te dat de Prins fijn affcheyd foude nemen, en dat de Prins uyt eerbiedigheyt het felvevan haer af-wachte , waer over hy , in die gedachten de Koningin te kennen gaf, dat het tijdt was te ver- trecken , en trock hen beyde alfoo uyt een ver- werringh die grooter was , als hy felfs die meende te zijn , en fy felve eer het daer toe quam , ver- wacht hadden.
De Prins fijn plaets in de Caros van de Ko-
nin-
De Spaenfche Mercuriut. 83
ningin genomen hebbende, deed hy den gant- iche wegh niet anders als op haer ftar-oogen , daer hy de grootite gelegentheyt van de wereldt toe hadde , het geen de Koningin oock wel haeft gewaer wierdt, en miflchien haer oock eenigh ydel genoegen aen bracht, maer ondertufichen derfde fy hem ter naeuwer noot aen hen , en be- fchouwde hem naeuwelijcks fonder fchriek en vreefen.
Wanneer fy nu tot Madrid gekomen waren , h*« en de Koningh haer in hec af-klimmen van de ^["^ 'j? Caros ontfangen had , beftont fy , na dat de eer- fte plechtigheden van Horrèlijckheden , die men in fulck een gelegentheyt gebruyckt , af gedaen waren, den Koningh wel fterck aen tefien, fonder te weten felfs wat fy dede , zijnde haer ge- dachten noch vol van Don Karel. De Koning, londer eenige gedachten te hebben van de ware reden van haer ontroerniiïe, vraeghde haer met eenigh fchijn van ongenoegen , of fy hem foo aen iagh , om dat hy grijfe hayren hadde.
Dele woorden wierden vaneenige die tegen- woordigh waren , vooreen quadebeduyding ge- nomen , en daer wierdt gcoordeelt , dat een ver- famelinge van twee Perfoncn , die foodanigh in Jaren verfcheelden , niet geluckigh fou ftaen uyc te vallen.
Het Hof van Spanjen , dat alreets foo veel wonders van de fchoonheyt der Koninginne had gehoort, ftondt in der daet verbaeft, wanneer hetbevand, dat alles dat men daer van gefeght had , noch foo verre onder de waerheydt was ; want in der daet , gelijck de Schrijvers van haer getuygen , fy was fchoon geboren , en fy be vand fich als doe in den hooghften glans van uytmun- tentheyt, die een volwaflè Jeught geven kan, aen een volkomen fchoonheyt. Al de fchoone
F 2 lie-
Haet groote lcboon- heyr.
84. De Spaenfche Menurim.
lieden maken juyft de felve bewegingo in de her- ten , dewijl het geen bevallijckfchijntvoor den een , daerom niet bevallijck valt voor den an- der ; roaer dele in der daedt , wiert gelijckelijck van een yeder in de volle maet fchoon bevon- den , en als aen gebeden.
Soo meenighmael als fyuyt- reed, foo meeni- gen zegen-prael was het voor haer , zijnde een yeder vol vreught en vol verwonderingh over haer, zijnde fwaerlijck mooglijck haer te fien , en niet te beminnen, gelijckhetlangh een fegs- woort onder de Hovelingen is geweeft , dat her geen wijs man was , die haer in het aengeficht derfde fien. En in der daet, indien het waer is , dat de fchoonheyt een natuurlijcke heerfchappy is, foo is het voorfeker , dat noyt Koningin, meerder een Koningin is geweeft als fy. En fe- kör , die Koningh die fulck een Koninginne befat , had reden fich felven te vergenoegen. En in der daet , de Koningh was feer gevoclijck van lijn gel uck, en beminde in derwaerheydt meer als hy na fijn aengeboren geftrengheydt konde , of na fijn ftaetfche inficht wilde laten blijeken , om niet voordefe preutfehejonckheyt foofwak te fchijnen als liy in der daet was.
En waerlijck, om te fien dat dieregulenof van ftaet of deftigheyt niet t'allen rijden wel ge- reguleert zijn j het hadde miffchien beter glie- weeft , indien hy wat meer blijeks van fijn liefde getoont had , om een feker mifnoegen in haer wech te nemen, daer aen d'eenezijdehaerop- voedinge in een Hof, daer alle Hoffèlijckheydt overvloedigh , en vriendelijcke liefde , felfs fon- dergront, en boven de waerheyt wordt uyt-ge- meten , en aen d'andere zijde de itrijdige ghe- woonte van het Spaenfche , daer felfs de plichten met een befette elle worden uyt-gemeteft , d'oor-
faeck
De Spaenfche Mevcurius. 85
faeck van waren. Want hoe konde een Franfche Princeffè verdragen , dat haer bedgenoot foo weynigh heymelijck vertrouwen op haer hadde 7 dat hy eerder alle fijn gedachten voor haer tocht onge- te verbergen , al fijn vriendehjekheden , binnen lijekkeyt de bepalingen van den nacht te befluyten,en over dci K°~ dagh het ftraffte wefen ter werek te toonen , ge- e^lo- lijck of hy had gevreeft van haer gefien te wor- r.ingin. den in eenigen fchijn , die de deftigheyt van fijn Majefteyt eeniger wijfe fou konnen verminde- ren en te kort doen
Sy dan begoft haer Man aen te fien , Sis een , van dewelcke fy niet anders ais het lichaem befat, on wiens ziel niet vervult was , als met ftofFe van ftaec-fucht , en overlegh van fijn ftaetfche befet- heden. Ondertuflchen was fy in der daet fooda- nigh bemint , dat het genot daer van , noodwen* digh hare liefde oock moft vermeerderen.
Prins Karel ondertuflchen was in een ver- fchrickelijcke ongeruftheyt en quellinge , en bo- ven al feer begeerigh , om te weten , hoe hy , in de gedachten van de Coninginne ftondr. Maer hoe onlijdfaem hy oock mocht zijn, om fich daer inne te voldoen , hy konde daer fwaerlijck toe geraken , overmits de Koninginne felden alleen was , foo langh de vermakelijckheden van de Bruyloft duurden , en foo was hy feer langen tijdt fonder gelegentheydt te vinden, inhetby- fonder haer te onderhouden. Maer het geluck het welcke fich meenighmael vermaeckt , aen- üagen te begunftigen in den aenvangh , om die een jammerlijcken uytgang te geven , dede hem een gelegentheyt daer toe op , foo als hy de felve het minite verwachte.
Dewijl de Koningh maer alleen een weynigh tijdts voor de Koninginne in Hifpanie gekomen was, hadde hy het Lijck van fijn Vader, nóch
F 3 de
Juftus.
$6 DeSpaenfche Merturius.
dclaetfte en vereyfchte eer niet aengedaen } dat eenige dagh-reyfens van Madrid , in het Kloo- lterder Hieronymiten, alwaer hy fijn leven ge- eyndighthad, als noch bewaert wiert. De Ko- ninginne was feer wel vergenoegt,dat fy denKo- ningh op dcCe reyfefou hebben te vergefelfchap- pen , om een Landtfchap te fien , het welcke men feyde het fchoonfte Geweft van gheheel Spanjen te zijn. Geic. Het Kloolter der Hieronymiten van St. Ju- gentheyt ftus , leght in een dal aen den ingangh van Eftre- madura , ftreckende fich uyt langhs de boort van de Aroom Guadiana, van de Grens van Span- jen of Caftille, tot aen die van Portugael. Dit dal is omsingelt met heuvels van een ongewoo- ne hooghte , vandewekked'alderonvruchtbacr- ftedeelen , bedeckt ftaen met boflehen die altijdt groen zijn > die men niet vind als in warme Lan- den.
Duyfent beeken die in de boffchen ontftaen , komen fich , na veel keeren en draeyen , ftorten in deflroom , die het dal doorfnijt , en de gront door fulck een meenighte water-itxoomen ghe- drenckt , toont fich geenfins ondanckbaer , maer werpt van tijdt tot tijdt uyt een oneyndelijcke meenighte van Oranje en Citroen- boomen , be- ne frens andere van degeluckige , die nfët als on- der foodanige Hemel-ffreken groeyen.
Dc(e water- ftroomen maken felfs in het mid- den van de Somer hitte , onder de fchaduwe van de{e geboomten een friflche koelte , die al de menfchelijcke konften, elders niet fouden kon- nen te wege brengen ; en de groente waer mede fy geboortzijn, fulck een levende verwe , als al de Schilder-konft niet fou konnen verbeelden.
Zijnde dan het Hof aen defe eenfaemheyt ge- komen, die Karel door fijn verblijf, en Key-
fer*
De Spaenfche Mercurius. 87
ferlijck vertreck , foo beroemt heeft gemaeckt, wiide de Koningh fien een jongen Monnick , daer fijn Vader altoos foo veel wercks had van ghcmaeckt, en wilde voor alle dingen, d'oor- iproiick van fulck een doorluchtige toe-gene- ?;entheyt weten. Men verhaelde hem dan , hoe de Keyler , op fijn beurt des morgens de andere Monnicken gaende op- wecken , hy defen jon- gen Monnick, die toen noch een Novkius of Nieuweling was , in fulck een diepen flaep vand, dat hy geen kleyne moeyten hadde , om hem woeker te krijgen , tot dat de Monnick cyndelijk uyt den flaep Ichietende, noch halfin den dut, in defe woorden uyt-borft : dat hy fich behoorde te Geeftigh vreden te houden , de geheele werelt onrufiigh te heb- fcggen ben ghemaeckt , /onder nu de ruft te kernen ftooren , !?D"uk van die gene die daer uyt waren. Dat defe antwoort fijn Majefteyt foo behaeght hadde , dat hy hem zcdert altoos feer had befint.
Naer eenige andere redenen , gingh een yeder fij ns weeghs , en in die aengename woeftijne fijn vermaeck nemen. En de Koninginne die van de reys vermoeyt was , bevand fich by na gantfeh alleenigh met Don Karel. Alfoo nu die gene die by hen waren , geen ftaet hadden , fich in hun onderhoudingh te vermengen, nam Karel defe gelegentheyt waer , en flelde haer voor , haer ruft te gaen nemen, in een kleyn Bofch vanOranje- boomen, die achter het vertreck van den Key- fer was.
Sy dan begaven fich daer , en de Prins, ^iefAc"L vreefde gheftoort te fulien worden , begoft foo ,£„£»- aenftonts fijn aenfpraeck met een vrymoedig-iclaen heyt van geeft , daer hy fich felven over verwon- de ko- derde ; en die de Koninginne by na het vermoe- n!^je den, dat fy van fijn voornemen had, dede ver- licfen. Ten eerften , befwoer hy haer fich in
F 4 geen
88 De Sfaenfcht Mercurius.
geenongeruftheyt teftellen, over eenige faken die hy haer foudè hebben voar te dragen , en re geloven , dat hy haer noyt eenige andere moeye- lijckheydt fou toe-brengen , als die van hem flechtsaentehooren. In gevolge bad hy haer :e willen gedencken aen de tijdt, in dewelckefy aen malkander verlooft waren.- en te willen over- leggen , wat indruck een fpo lieflijeken hoop op fijn hert mocht hebben gemaeckt.
Het valt u niet fwaerte oordeelen Mevrouw, vervplghde hy , dat u aenfien delen indruck niet heeft konnen wech nemen , en ick ghevoel wel dat de felve noyt wech ghenomen fal konnen werden. De Koningin , volgens de gewoone ydclheydt der Vrouwen, kondeniet laten haer vermaeck te nemen , een Prins foo met haer in- genomen te fien ; en fulcks als noch niemant haer had konnen betuygen : maer vorder aen- merekinge op de woorden van Karel nemende , begreep ff de kracht en nadruck daer van fop wel , en ftelde haer fulck een voorbeeldïngh van de ftaet des Princen voor hare oogen, dat de felve haer mede-lijden verweckte. Sy ftont hem toedatdeachtingediefy voor hem, gedurende de tijdi dat hy haer toe-gefchickt was , voor hem hadde ghehad, haer. niet toeliet, hem fondcr droef heyt, over het gene fy fagh , dat hy voor haer uyt ftondt ,te befchouwen , of hem tewey- geren de vertroo/tingen die fy fonder haer plicht te verkorten , hem konde geven.
De Prins antwoorde haer , dat hy niet van haer begeerde als het geluck en de trooft van haer te mogen fien en fpreken. Maer de Koningin die mifïchien vreefde yets meer te uyten als fy wilde , ftondt met defe woorden op , en ging den Prins van Parmaen Ruy Gomes tegen, die na haer toe quamen , fy feyde alken tegen Don Karel ;
dat
De Spaenfcbe Merturius. 89
dat indien hy wijs was en gerechtelijck beminde, hy haer behoorde te fchouwen , in de plaets van ' haertefoecken.
Karel wasondertufïchen ten alderhoogfte ver- genoeghr, fijn lijden aldus te hebben voor-ge- dragen, en fijn geeft vertoonde fich foo vryze- dert , als de felve voor heen. De Koningin wicrt dat wel haeft gewaer ; maer gelijck daer geen gedaente kan gevonden worden , die de liefde niet aennecmt , om fich in een hert in te drin- gen, felfs die van de reden en van dedeught , foo oordeelde fy verbonden te zijn , en door voorfichtigheyt en door edelmoedigheyt, defc genegentheyt van den Prins geheym te houden. In defe gedachten kondefy fich niet bedwingen hem te laten blijeken , dat fy de verandering van fijn wefen erkende als een uytwerekfel van fijn befcheydenrheyt. Karel nam de vr ymoedigheyt haer het felve te vernieuwen , de eerfte mael datfe malkander weder alleenigh fpraken , ze- dert het Hof wederom tot Madrid ghekomen was , en hy verfekerde haer , met een ongemeen genoegen , dat daer geen wefen of beleyt met fijn ae'rt ftrijdigh was, die fijn liefde hem niet liohtelijck koude doen aennemen. tn foo in ge- volge , fy kregen zedert al het vertrouwen , en vryigheytvan onderhandelinge , diefe vlochten hebben. Don Karel , vertelde de Koninginne, al wat fijn hert al te lijden hadde gehad , zedert d'eerfle reyfe dat hy van haer had hooren fpre- ken. Sy verhaelde hem weder al haer voorval- len van haer kintsheyt , met duyfent kleync by- fonderheden , die hun aendacht foo veel ver- maeck aenbrachten , als fy lieden van minder belang verdrietigh gevallen fouden hebben. En aldus verlieten fy vafthun tijdt , wanneer fich de gelegentheycaenbood; wanneer het geluck be- F j rouw
£0 De Spaenfcke Merturiut.
rouw hebbende, van defe ongeluckige zielen , foo veel genoegens toe te voegen , Dom Karel in een voorval bracht , dat d'eerfte oorfpronck van hun ongevallen heeft geweeft.
Van alle de Mevrouwen van het Hof, aen de- welcke de fchoontieyt van de Koninginne af- gunft veroorfaeckte , was'er geen die reden had haer te haten , als a'leen de PrincefTe d'Eboli. Defe was de fchoonfte en geelHghfte Vrouwe van het Hof, en fooom dieoorfaeck , als om de gunlt daer haer Man Ruy Gomez, in was, was daer wel de voornaemfte. Sy had de grootsheydt foo lief als haer vermaeck , en haer vermaeck foo üef als haer grootsheyt , gelijck fy alles ver- wacht van de bevallijckheyt van haer Perfoon , en haer geeft,foo had fy aenftonts op het hert van den Koninghtoe-geleght. Maer defchoonheyt van de Koninginne haer toelegh verydelt heb • Princefle Dende , wilde fy haer kracht op dat van den Soon dEboli. beproeven, niet geloovende daer foo veel ver- hinderingen tefullen vinden. Ruy Gomez als beftierder van de Prins , was in een felfde deel ▼an het huys met hem gehuys-veft. De Princes d'Eboli fijn Vrouw , behalven defe gelegentheyt van Karel alie- uuren tenen , bad fomwïjlen ge- legentheden om hem te verbinden , hem met haer Man fom wijlen verfocnende , daer hy alle dairen , nu het een dan het ander mede had te ftellen. Dom Karel die feer edelmoedigh was > en wel fagh dat ly fich daer feer yverigh in toon- de , bewees haer groote erkenteniffen daer voor, en liefde feer rninnelijck met haer.
Defe gunftige neygingen deden de Princefïè een goede hoop op haren toelegh nemen ; ghe- lijck ly oock wel haeft een goede gelegentheyt vand , om den Prins te leyden daerfe wilde : De groote verwonderingh die by nam , over de
fchoon-
Min- fucht van de
De Spaenfcbe Mercurius. 91
fchoonheyt van de Koninginne , maeckte hem een flagh van verachtinge voor de geheele we- rek , buyten haer. Men weet , dat de jonge lie- den van die ftaet , van naturen geneyght zijn , fich te vermaken met al de werelt , en de vleye- ryen van die gene die hen op- voeden , maken hen veeltijdts fulck fpel gewoon , in de plaets van hen daer over te beftraffèn. Karel die geenfins van al de gebreken van fijn ouderdom vry was , hebbende op fekeren tijdt eenige drolligheden van defe natuur aengerecht , en dat met eenige Vrouwen van groote ftaet , wierden defe daer over klachtigh , foo dat de Princeflè d'Eboli , al de moeyten van de werelt had te verhinderen , dat'er geen klachten door Ruy Gomez aen den Koningh wierden over gedaen. Defe felven avont wanneer dit gefchiede , defe Vrouwe fich bevindende alleen , met Prins Karel in een Cabi- net , begofl hem te verwijten het wèynigh we- fendathy van de Dames maeckten , en na datfe eenige barferyen over die faeck gedaen had , be- floot fy , dat de vrientfchap diefe voor hem had- de wel fterck moft zijn , datfe hem foodanige fa- ken konde vergeven en ten beften houden.
De Prins die niet kon mereken waerfe heen wilde, en by erkenteniflè gehouden was haer veel vrientfchap te bewijfen , antwoorde haer al lacchende , dat fy meer reden had als fy felfs wift, om fich voor hem in 't werek te ftellen , nade- mael dat hy foo weynigh wereks van de Vrou- wen maeckte , daer uyt voort quam , dat fy al deachtinge, die hy voor andere mocht hebben uyr-geput en tot fich getrocken hadde.
De Princeflè op-genomen door d.efe woor- den , die fy wel gaerne den naem van een ver- klaringe en betuyginge van liefde fou gegeven hebben : antwoorde hem op een maniere die
hem
O* De Spaenfche Mercurius,
hem de oogen opende , en hem fijn goet geluck dedebekennen. Hem docht dat hy noyt eenigo ontrouw had begaen die beter te verfchoonen was. Defe Princefle was van dcfe Vrouwen , die fonderjuyftal debyfondere vereylTchen van de fchoonheytte hebben , evenwel yets hebben dat meerder verlockt , als veel wel ghereguieerde Aert en fchoonheden. Sy was Dochter van den Hartogh afkomft ^g FrancaviHa , een feer groot Heer van Spanje. Prio- Defë had de Koningh met Ruy Gomes doen ccflc trouwen , die daer door tot groote ftact geraeckt d'Eboly. is s behalven des Koninghs gunft ; invoegen hy, van een geringh Portugees Edelman , die hy , in Spanjen quam , als hem de Koningh de be- ilieringh van fijn Soon toe vertrouwde , een van derijckrteengrootfte Heeren van Spanjen ge- ftorven is. DcCe Princefle dan, was van die flag y maer hoe gevaerlijck f y oock mocht , Karel was noch te vol van genegentheydt tot de Konin- ginne , om plaecs voor yemant anders over te hebben. Hy dan nam deie voortfettingh van de Princeflèop fulck een bevalliicke wijfe aen , als hy konde , Tonder evenwel daer op te antwoor- den ; maer (y was lbo plomp niet, of fach wel dat hy teekens van laken toonde , die in der daet niet waren.
Een Vrouwe die fich eenmael in dien ftaet heeft gefien , vergeet die nimmermeer, en denkt daer nimmermeer om ; had met de hooghfte ra- ferny , indien fy met geen vermaeck haer ghe- dachten daer over mach laten gaen. Maer wy lullen wel haeft fien wat defe fpijt in het hert van óefe Princefle fal komen uyt tewereken. On- dertuflehen de Min, die deerniflè met fijn on- geval had , deed een nieuwe Perfonagie , op het Toneel van het Spaenfche Hof komen, om de mifllagh van Dom Karel goet te maken.
Defe
De Spaenfihe Mercurius. 95
Defe was Don Jan van Ooftenrijck , natuur- lijckc Soon van den Kcyfer Karelde Vijfde, die de Koningh omtrent deestijdt, uyt handen van fijn Op- voeder, een Sp*aenfch Heer trock, die hem altoos als fijn Soon ghehouden, en daer voor op-gcvoed had , tot dat de Koningh hera by hem ontbood , en voor lijn Broeder erkende, welcke ontmoetinge op de Jacht gefchiede ; defe dan komt ten Hoof, en het gantfche Hof fach met verwonderingh de Soon van Dom Louis Quifciada , binnen korten tijde verandert , in de Soon van Keyfer Karel de Vijfde, en fichibo wel houden in dien lïaet , als hy fich van te voo- ren in een minder had gedragen. Defe Don Jan had de Keyfer gheteelt by een groote Mevrouw en Gravinne van Nederlandtj (en niet by een Eackers Dochter van Brufïel, gelijck fbmmige willen, ) welcke genaemt was Barbara van Plom- berge , uytnemende fchoon , daer de Keyfer op verheft was , foo als fy voor hem gebracht wiert, om hem yets op haer Luyt voor tefpelen, en fijne fwaermoedigheydt een weynigh te verlich- ten. Sommige feggendat fijn eerfte opvocdingh fou zijn gheweeft , by een rijck Harder in het Landt van Luyck , daer hy als een Harder én Boere Jongen fou gehouden geweeftzijn , en foo wel arbeyden moft als de andere , tot dat hy be- ginnende groot te worden , en de Keyfer fich willende tot fijn eenfaemheyt begeven , den Co- ningh Philippus fijn Soon belaftc hem van daer te halen , en in Spanjen te ontbieden , te famen met den Harder , wanneer hy hem voor fijn Broeder fou erkent hebben , enden Hardereen trcffelijck onderhoud voor al fijn leven toe-ge- leght. Maer in der daet , het is niet gelooflijck, dat hy uyt handen van een Boer en Harder , met foo veel PrinceJijckc deughden fou ghekomen
heb-
Bran- tome.
54- De Spaenjcke Mcrtur'm,
hebben , en fich voorts ten Hove konnen dra- gen , als de Soon van falck een Monarch toe- behoort. En in der daet>hy was feer wei-levende, wel gemaeckt en fchoon , die niet van een Boe- ren opvoedingh hadde ; want 't zy onder het Krijghs-volck , of onder de Hof-juffers , hy had even goede bevallijckheyt. Aen- Defc Prins dan , als een nieuweling ten Hoof van Don bomende , en niet gefint zijnde veel Wapenen jan ten te gebruyeken , om fijn hert te verfekeren tegen Koof. de bekoorlijckheydt van de Koninginne ; was oock daerom ten eerften overwonnen , en had foo haeft nietgefien of wiert hevigh op haer ver- lieft :
Viderat hanc vifamque cupit.
Hy fagh haer nauwelijcks in volle fchoonheyt
ftaen, Of met fijn vryheyt was 't op ftaende voetge-
daen.
Soo leeft men daer en elders ten Hoof. Hy dan vermeerderde het getal van hare (laven , 't zy dat fijn ydele waen hem vleyde, of dat hy hoop:e fijn geluck foo hier als elders hem dienen fou. Hy gevoelde wel dat hy het wech hadde, maer deed gantfeh weynigh weer om fich te genefen. Maer gelijck hy van naturen een feer konftigh veynferwas, alfoo viel het hem geenfins fwaer, fijn lijden foodanigh te bedecken , dat niemar.t daer eenigh bedencken van kreegh , fchuylende alles onder den fchijn van HofFelijck op-paffen
Maer fijn gedurigheydt viel den Prins Carel wel haeft feer laftigh en hinderlijck , en hoewel de Koninginne hem wilde wijs maken , dat fy wel blijde was , datdefehinderinge, hunonder- houdinge en gemeenfaeraheyt vèyliger maekte ,
foo
De Spaenfche Mercuriut. 9J
foo kreegh fy evenwel daer door een afkeer van Don Jan , daerfe felfs de redenen niet van be- geerde te onderfoecken.
Befiet eens Vader, wat quaedt defe Franfche fchoonheyt alreets, terftont na haeraenkomen heeft begonnen te maken , en of men geen reden heeft te vreefen voor het gevolgh.
Daer is geen voorval in het menfchelijcke le- ven , daer d'ontveynfinge foo veel ghcbruycks heeft , als in het ftuck van liefde , en daer het fwaerder valt het ielve wel te konnen doen. De Prins konde afrijdt foo wel geen Meefter van fijn drift > en de drangh van mifnoegen zijn , wan- neer de tegenwoordigheydt van Don Jan hem hi.nderlijck was , of defe laetfte ontdeckte wel haeft wat'er gaende was. Gelijck1er r, iet fo door- dringende is als het oogh van een mede-vryer , alfoo had hy wel haeft daer d'oorfaeck van gera- den. En defe kenniflè bracht hem tot een byfon- derc nieufgierigheyt , om te weten of de herts- tocht van den Prins bekent was , by die gene die de felve veroorfaeckt , en of fy die van haer zijde weder beantwoorde. Om daer kenniffe van te krijgen , befloot hy de Minnaer te maken by een Franfche Stact-jufFer,die by de Koninginne was ; en meer als eenige van de andere by haer fcheen omtrent te zijn. Hy fpaerde niet van al wat hy konde by brengen om haer uyt te halen , maer hy kon het geheym van haer niet krijgen , wat moeyte hy dacrom oock aenwende. Want de Koningin was foo verre van yemandt ycts van haer geheym te vertrouwen, datfe wel wenfchte felfdaer onkundighvantezijn. . -
Don Jan niet konnende by de Frangoifen op- van ju- doën , begaf fich na de Princeflè d'Eboly , en ge- iy, haer lijk hy een van de fchoonfte Princen van Europa Se(i,& ty was, kreegh fcy teneerften meer toegangh by jjf^0"
haer , ginne.
9* De Spaenfcke Mercurius.
haer , als hy fel ver verwacht hadde. Hy veynfde fich tegen haer meer van haer ingenomen re z-ijn , als hy was , zijnde het hem meeftte doen om door middel van dele Princeflè meer habi- tudeofhebbelijcke kennifiTe van degheheymen van dit Hof te krijgen, daerhy als een nieuwe- lingh in quam : en dit gelucktehem foo wel , dat fy wel haeft feer naeuwe gemeenfehap kregen.
Hy dan op fulck een wijfe met de Princefie levende , befloot haer te ontdecken > het gene hy wift, aengaende de genegentheydt van den Prins Carel. Sy toonde fich boven maten blijde , fulcks te weten , gelijck den aert der Vrouwen is,grager te zijn een anders geheym te onderfoec- ken, als machtigh hun eygen te bewaren. Sy ried hem alleenlijck voort te gaen , en op alles naeuwe acht te flaen ; nademael , hoe omlichtig menoockis, hetonmooglijck is, datmenfich fomvvijlen niet wel eenmael ontvalt, wanneer men in der daet geraeckt is.
Scilicet infano nemo 'm amore v'idet.
Wanneer men recht bemindt , Men wordt van fiende blindt.
Ge«/aen. Onder al de geruchten die daer liepen , acngaen- fack°van ^e d'oorfaeck van het afftaen des Keyfers , was he: af- defe , die de felve leyde op de gemeenfehap die ftaenvande fclve met de Duytfche Vorften, en voorna - ^c_nKc>'*mentlijck de Proteftanten hadde gehadt, waer door hy een neyginge tot hunne Godfdienft ge- kregen had , in voegen hy fich felven in die een- faemheyt befloten had , om aldaer de vryheytte hebben , fijn tijdt van leven , in de oeffeningen der Godfaligheyt door te brengen, volgens fijn geheymegeftakenifle van binnen. Men feght dat hyfijngemoedjriiet kondete
vre-
De Spftenfche Mercurius. 97
v reden (lellen , over de mishandelingh die hy 3 die van die ghefintheydt hadde aengedaen ; als mede de Protefrantifche brave Voriten , die het Oorloghs-lot onder fijn geweldt hadde gebracht. En in der daet , d'ondervondene deught van die Vorften , felfs in hun lijden , had in hem een fekere achtinge voor hunne Godfdienfi: veroor- faeckt. Hy konde niet meer in fijn gemoed vin- den , een Heylighdom te verwerpen en te ver- oordeelcn , voor de welcke foo veel brave Man- nen , fich niet ontfagen te offeren en af te ftaen , al watfel iefs in dewerek hadden. Dit gevoelen wierdt vermeerdert door de verkiefinge die hy tot fijn geeltelijcke beftellingen dede , van lie- den, die alreets in eenigh vermoeden van e enig mis-gevoelen of ketterye (ïoos'et noemen) wa- ren , als de Doctor Cacalla fijn Predick-Heer, d'Aerts-BifTchop van Toledo , en voornament- lijck van Conilantijn Poncc , Biflchop van Droflè.
Men heeft oock naderhanf vernomen , dat het belleken in het welcke hy, in het Kloofler van St Joolt geftorven is , aen alle zijden met fchrif- ten van fijn eygen hant befetwas , fiaende alle op de rechtveerdighmakingen en de genade , en dat infulckeuytdruckfelen, die alvryna de Prote- itantfche Godfdienft trock.
Maer niets was'er dat fulcks foo verre beve- flighde5, als fijn uytterfte wille,- men vand daer by na geen Legaten in , tot eertige Godfdienfti- ge oefeningen en gebeden , gelijck men in het Paufdom gewoon is ; maer het was gemaeckc op fulck een fonderlinge en verfcheyde wijfe , dat de Spaenfchc Inquifnie , of Gheloofs-on- derfeeckers , oordeelden recht te hebben , van daer in fich geraeckt en getergt te achten. Defe Ketter-meeiters evenwel , derfden niet uytbar-
G ften
98 De Spaenfcke Mercur'tus.
flen voor dat de Koningh aen gekomen was. v„r Maer defe , hebbende fijn aenkomft in Span-
moejen jen , door hec ftraffen en verdelgen , van al wat van on- hy van de nieuwen Godfdienft (ghelijckfy hec heTin neeten) m *ïjn R\jck vand, aenficnhjck ghe- denKey. maeckti wierden defcKetter-meefters door fijn ter. voorbecldt te ftouter , en taften voor eerft den Aerts-Bifithop van Toledo aen ; dacr na de Pre- diker van den Keyfer , en eyndelijck mede Con- ftantijn Ponce: de Koningh hen hebbende alle drie laten gevangen fetten , merekte het gemee- ne voick dit aen, als een ontwijfelbaer teeken van des Koninghs yver voor de Godfdienft ; maer al het geheele overige van Europa , fchou- de met een af keerigheyt aen de Biegt-vader van den Keyfer , in de armen van dewelcke dele groote Vorft geftorven was , en die als in fijn boe- \ fem , defe groote ziel ontfangen had, aen deal- derwreedfte en fchandelijckfte ftraf over ghele- vert , en dat felfs door de hant van den Koningh fijn Soón. Want in het vervolg van defe Rechrs- pleginge , de Ketter- meefters te rade geworden zijnde van defe drie trefrèlijcke Mannen tebe- fchu'lcHgen , als deel-genoten in het maken van defe foo hatelijcke uyterfte wille , had wel de ' ftoutheyt de felve ten vuure, beneffêns het Telta- ment te verwij fen. Vonnis Door dit vonnis wiert de Koning als'door een van d'in- donder-flagh op-geweckt 5 en in het eerfte , d'af- teeVn e gun^ die hy vo°r de groote roem van fijn Vader fijn Gee- had j deed hem met eenigh genoegen , de belc- ftelijcke diginge die men fijn Gedachteniffè aen dede , aenfehouwen; maerdaer na meerder achtinge flaende op de gevolgen van dit beftaen , verhin- derde hy d'uytvoeringh van het felve door (ach- ter, en degheheymfte wegen die hykonde be- denken, om te gelijk d'eer van defe Recht-banck te bewaren. Wac
Die
aaers.
De Spaenfthe Mercuriüi. 99
Wat Prins Karel aengaet, de eerfte tijdlhgh Mifnöé- die hy van dcfc faeck ontfingh , nam hy als in gen van befpottingh op , maer fiende oat fy de faeck met £r,"s ernft vervoighden , nam lbo een bitter mifnoe-gen(je " gen tegens de Ketter-meeftersop, alsdeachtin- Kcttcr- ge die fcy voor de gedachteniflè, van fijn trefïè- mceft«j. lijck Groot-vader had , verdiende.
Én om te begrijpen het byfondere belangh dat hy daer inne had , moet men weten , dat die groote Vorft , Onder endere treflrèlijcke dcugh- dendiehy befat, oóekdefe had, de natuur der menfehén haeft te konncn onderkennen, en na de fclve , büyten ghemeene hope van defefijn Neef genomen had. En wanneer hy tot fijn een- faemheytgingh, wilde hy hem nochby fich heb- ben , en het was in dit School van wijsheydt en grootmoedigheyt , dat hy in fijn liefde tot roem en glory beveftight wiert. Defe gemeene inborfr, en over-een-komft van liéfcte , had in den Prins Karel een ongemecne treek tot fijn Groot-vader veroorfaeckt ; en het was den Prins om een feer gevoeligh deel geraken , wanneer men degeheu- geniflè van den Keyler eenighfins wilde té kort doen.
Don Jan , en de Prins van Parma, gelijk als hy in het belang zijnde, waren niet minder daer ")ver geterght , fy lieten alle drie niet nadeflap- moedighcyt van den Kdningh te befchuldigen , die tegen defe onverdraeghlijcke ftoutheyt, al het gewclt niet gebruyekt dat hy vermocht, het welcke oock een fekere kleynachtinge tegen fijn Perfoon , in hen verweckte, die geen eynde nam als met hun leven.
Dewijl fy noch te jongh waren om te begrij- pen , datdealdervolmachtighfte Koningen,geen recht hebben dat fooheylighindeachtingevan het gemeene volck is , als dat van de Godfdienft, G 2. foo
ioo De Spaenfcke Mercur'ius.
foo waren fy een weynigh te onbedacht , om van ditbeftaender Ketter-meefters , met al de gram- fcbap en het mifnoegen te fpreken , dat ben een foogewichtigenooriaeckkonde-e binnen doen fchieter. , komende felfs foo verre als opentlijck tedreygen. Defe Recht-banck of het Heylige Officie , foos'et noemen , uyt te willen roeyen , met al dat'er aen vaft was.
De Koningh fach acnftonts wel de gevolgen van hun gramfchap, maer dewijl hy wilt, dat de felve wel foo verre gingh , als fij n eygen han- delingen te verachten , wilde hy hen felve daer niet over aen fpreken , uyt vreefe van eenige antwoort te ontfangen , die fijn aenfien fou mo- gen verkorten, maer gaf Ruy Gomezdacr de laft van. Defe gebruyckre daer omtrent al de kracht van fijn verlrant , in het vertooncn van al de Ko- nincklijcke bewegingen, en Don Jan en de Prins van Parma, die van nature meerder Meefters van fich felven waren, als Prins Care! , lieten fich op fijn vertooningen gefeggen ; maer defe in tegendeel , die fich foodanigh aen geen hin- derpalen van geluck liec gebonden zijn , konde noyt begrijpen , dat al de reden van de wereldt niet op fijn zijde was. Cacalla Ondertuffchen wierdt de Doctor of hoogh wordt Lecr-meefter Cacalla levendigh verbrandt, be- ier ranr. nefjgns een pQp jje men voor Conftantijn Pon-
ce nam , die eenige dagen te vooren in de gevan- genis geftorven was. De Koningh felve wierdt gedwongen defe uytvoeringe met goede oogen aen te fien , om d'Inquifiteurs te verbinden , toe te ftaen , dat d'Aerts-BifJTchop van Toledo fijn beroep na Romen mocht ghenieten , (andere feggen dat hy daer van den Paus ontboden was) en dat men voortaen geen gewach meer van fijns Vaders Teftament maken fou. Dit Verdragh
ftclde
De Spaenfche Mercurius, ioi
Helde den Prins Carel wel te vreden , maer hy geenfinsde Ketcer-meefters, die niet na-lieten het vokk lbo veel fy konden tegen den Prins op te maken , in voegen de Koningh gheraden vand, fijn Soon voor een tijde aen een kant te fenden .
De Hooge School van Alcala was als doe in haer hooghfteluyfter , en al de lieden van aen- fien , die in Sparde quamen , achten daer niet geweeft te zijn , ten ware fy die hadden befocht. De Koning veynfde fich of de Princen defe felve nieufgierigheyt hadden, en nam een fchijn om defe reyfe voort te fetten , dat de Prins van Par- ma binnen korten tijdt ibu moeten vertrecken, onder hetgeleyde van den Gracf van Egmont , om in Ncderlandt te trouwen.
Wanneer de Prins Carel dit befluyt had geno- men , en dat hy , noodtwendigh de Koninginnc moft verlaten , begoft hy te begrijpen , dat hy fich in een verwerringh had gebracht, daer hy fich niet lichtelijck fou konnen uyt ontwenen , voelende een krachtige tegenftrevinge tuffchen lijn neyginge en fijn plicht en belangh. De Ko- ningh die fich van Ruy Gomez niet konde af- fonderen , belafte den Gravc van Egmont , de RCy» plaetfe van dien gunitelingh by den Prins te be- van de waren , gedurende dc{e voor-genomen reyfe.
Defe Graef was een van de grootfte Veldt- overften van fijn tijdt , gaende gheciert met de roem , die hy in de laetite Veldt-ilagh van Sint QuintijnenGrevelingen verkregen en gewon- nen hadde, en van foo veel brave Mannen, als in de School van Keyfer Karel uyt-geleert waren, was'er niemant die meer deel in des Keyfers gunft hadde , als de Prince van Oranje en Hy. De Hartoginne van Parma voorfach wel het on- weder diit in die Provintien rees , zeden de Co-
G 3 ningh
Prins na Alcala.
|ox De Sptenf(ke Menuriui.
nijigh haer Broeder , de felve aen haer beleyd vertrouwt laadde. Sy oordeelde dien (tig te zijn , hem de ongemacken voor oogen ie Üeilen. Dele uytvoeringh vereylchfe een Man , van de >ftaet en bequaemheydt van den Grave van Egmont , als gewoon zijnde met V orden te i preken , en dat met een vryheyt die foo nut is , en, daer wey- pigede bequaemheyt toe hebben.
Careldie van naturen de huyren gemeene lie- den feer beminde, yerbandt den Grave, hem , gedurende de reyfe, hem de laetlte Veldt-fljgh daer hy het bevel hadde gehad , te verhalen. De Gracf willende den Prins voldoen, verhacide het alles met de belle omdandiglieden , waer over Prins Carel cen by ('onder ongedult toonde, om fich in gehjeke gelegentheyt te laten vinden. ï.uft van Hy verfekerde den G raye vanEgmont, indien Prins d'onluften in Nederlant tot een openbaren Oor- d'ooiip- '°8n quamen uyt te barden , gelijckden Gou- gen, vernante fcheen te vreefen , dat hem niet fbu konnen verhinderen fich in die Landen te laten vinden , om aldaer nefrênshem lijn moed tetoo- nen , en onder (blekeen Leer-meefier dat bloe- digh ambacht te leeren.
De reyfe van de Prins was niet lang. De Stadt Alcaladeed een vereeringh aen Prins Carel van een Paert van feer groote waerden ; maer (oo wildten hevig als bet ichoon was. De Prins heb- bende genegentheydt het felve te (ien regceren , vand feer weynigh genoegen in al die gene die het beklommen , en wilde daerom felve daer op. Dit Paert dat alreets de mont feer verhit hadde, nam een nieuwe hevigheydt, foo haeft als de Prins het had begonnen aen te tarten , en toonde fulck een gewelt , dat Prins Carel dien digh oor- deelde fich ter serden te laten vallen , maer hy dede het foo ongeluckighlijck , dat hy voor doot op de plaets bleef leggen. De
^■■■M
■
De Spaenfche Mercuriut. 103
De Schrijvers die wy oock voor defen gevolgt val «m hebben, getuygen van een val die de Prins ge- Prins daen had, maer (tellen de om Handigheden en Karel- d\)orfaeck heel anders , als waer hy , in het ver- volgen van een fchoone deerne van een trap ghe- vallen , welck gevoelen wy , ten aenfien van dele waerfchijnlijckheydt oock geerne herroepen. Wanneer de Heel- en Genees- meefters de won- de hadden ondertaffc , die hy in het hooft gekre- gen hadde , begonden fy van leven te wanhoo- pen In defe uyceriie gevaren , fand hy de Mar- qiris de Pofa, fijn gunftelingh , om fijnlaetfte aficheyd aen de Koninginne te brengen. De PrincelTe d'Eboly begaf iich oock by de felve , op heteerfte gherucht van dit ongeval, om te fien op wat maniere fy het felfde ontfangen fou- de. De beftendigheyt van de Koninginne , die op fulck een geweldige proef niet voorfien was„ verliet haer op defe tijdinge , en hoewel bare mont anders gewoon te fwijgen , haer niet toe- liet , volgens haer fmert, in klachten uyt te bar- ften, haer flilheyt en ongemeene verflagentheyt» fcyden meer, als al de woorden fouden hebben konnen verbeelden en uy t drucken.
Evenwel, hoe groot ook hare quellinge fcheeri te 2,ijn , behoorde die niet vreemt te fchijnen voor die gene die de vrientfehap wiften , die al- toos tuffchen haer en den Prins uyterlijckfelfs wasgeweeft : maer de Princeflè d'Eboly 5 die an- ders geen gedachtenilTe als van liefde hadde , kon niet begrijpen , dat defe quellingh een uytwerek- fel van een groote vrientfehap was.
De Koninginne ondertulTchen , die oordeelde dat hier nu niet veel te verbergen viel , konde fich defe droevige vertrooftinge niet onthouden van den Prins te laten weten de droevige ftaet, daer fijn ongeval haer inliet , en fchreef hem , al G 4 wac
■1
Brief van de Konin-
ÏCarcJ.
104 De Spaenfcbe Mercurius.
wat vrientfchapen wanhoop fouden konnen toe- brengen , met de tederfte uytdruckfelen , die men felfs van verliefde te verwachten had , be- U"njaenlaftendedenMarquis dePofa, indien de Prins voor fijn aenkomft overleden mocht zijn , haer Briefwederom haer in handen te leveren , ghe- lijckfe hem die gegeven had.
Defc tedere Brief vervulde her hert van den Prins meteen ongemeen genoegen , datfooda- nigh was , dat men oordeelt het felve veel tot fijn gefontheyt geholpen te hebben. Wanneer hy nu genoeghfaem buyten gevaer was , vand de Ko- ningh geraden , hem weder tot Madrid te ont- bieden , oordeelende dat het ongenoegen van het volck door dit toeval genoeghfaem verfacht was. Soo haeft fach de Koninginne den Prins niet, of fy eyfehte hem haren Brief af j maer wat moeycen fy daer toe ook aen wende , de Prins die de getuygcniiïe van haer genegentheyt waer- diger als fijn eygen leven was, konde daer toe riet gebracht worden , nietdenckende dat delen Brief noch hun Rechter fou ftaen te worden.
Hy bevant de Koningin befwangert op fijn wederom komen , en terwijl hy befigh was met lijn volkomen gelbntheyt , quam fy te bevallen van de Doorluchtige Aerrs-Hartoginne van Oo- ftenrijck, Ifabella Clara Eugenia, Erfgenaem van haer gaven foo wel als van haren naem.
Een weynigh tijdtsdaer na wierdt ïy gevaer- lijck kranck , aen de kindere pocken > maer (y wierdt weder gefont, met de felve fchoonheyt diefe van te vooren had gehad. Daer na moft fy den reys na Bayonne aen nemen, daer het Fran- fche Hof na toe getrocken was , om haer teont- fangen , opwelcke by-ecn-komir. men fchrijft dat het heyllojs werek gefmeed is gheworden ; dat daer na Parijs err andere plaecfen m fulck een
jam-
on t-
tnoerin- ge toe Bayon- ne.
De Spaenfthe Mercurm. ioy
"lammerlijckbloer-badgeftek heeft. Ondertuf- ïchen , de Koninginne van Navarrc , Johanna d'Albret, Weduwe van den Koningh van Na- varre, Antony de Bourbon, had fich voor de genoemde Hugenoten verklaert , en der ielver Godfdienftaengenomen , enbeftierde hare on- derdanen meteen Godfaiigheydt, die tot een voorbeeldt konde dienen aen al de Princeflèn van de geheele werelt , en een gerechtigheyt , die men miflchien noyt iri het Hof van eenigen Ko- ningh geficn heeft. Haer SoonHendrick,diefe in cie felve Godfdienft en BelijdenifTe op-trock , vvierdt van die van de herftelde Godfdienit in Vranckrijck , als hun Befcherm-heer aen ghe- iien.
De Spanjaerden , fiende dat het Recht op het Toeleg felve Rijck van Navarre nootwendigh op defen HerSpan- Soon moft vallen , die alreets in een erf-haet te- ]^^n gens hen op-gequeeckt was , en geftut wierdt , Konin- door fulck een ontfachelijcke macht , als die van ginneen de Gereformeerden,befloten defen jongen Vorft, 1>na\ beneffens fijn Moeder, beneffèns de Princcfle varre> fijn Sufter , felfs uyt het midden van hun eygen ftaet te lichten, inSpanjen te brengen; en felfs in de handen van de ïnquifitie te ftellcn ; tot welck toelegh de Hoofden van den Roomfchen aenhangh in Vranckrijck , die hun Vyanden gaerne van fulck een ftut berooft fagen , alles fochten by te brengen , dat tot die faeck konde dienen ; (temmende derhalven met de Spanjaer- den hier inne te famen. Een befaemt fchelm , de Capiteyn Dominicus genoemt , Bearnois van geboorte , kreegh de laft om het werek uyt te voeren , ter oorfaeck van de volkomen kennifle die hy van het Landt hadde. Een gedeelte van de Troupen die als doe tot Barcelonie na bcqua- me windt lagen te wachten , om na Barbaryen G $ over
Na
io6 De Spaevfche Mercurius.
over te fchepen , fou tot op Farragone aen trec- ken. Uyt defe Stade was het niet feer fwaer hey- melijck door het Geberghte een Troup Ruyters te doen aen trecken, om de Koningin en haer kinderen tot Pau en Bearn , alwaerfe hun vcr- blijf-plaets hielden , fonder byna eenige befet- tingh en verfekeringh , als hec hert van hunne onderdanen aldaer te hebben , te overvallen. Maer het goede dat God over delen jongen Prins befloten had , maekte defen aenflag vruch- teloos en tot niet. Een weynigh tijdes voor de reyfe van Bayonne , de Capiteyn Dominicus ge- ftut door eenige Franfche Stadts Voogden op de Frontiercn , af-hangende van die gene die hem in het werek fielden , had alles beftclt dat tot fijn aenflagh nodigh was. Daer na was hy weder na Spanjen getrocken , om aldaer d'ordre van den Hartogh van Alba te ontfangen ; om de Trou- pen , die tot uytvoeringh van het befloten werk nodigh waren te doen aen trecken. De Hartogh die tot Alba was , heeft hem , na dat hy met hem ghefproken had , na den Koningh ghefonden , daer hy de Staets-vergaderinge "tot Mouion by- woonde.
De Capiteyn onderwegen , wierdtgevacrüjck fïeck , en wierdt daer over gedwongen fich tot Madrid op- en ftil te houden , daer hy door trec- ken moft. Gedurende fijn fieckte wiert hy door eenFranfch dienaer van de Koninginne ,die fijn Landtfman was , op gepaft, en van alles verforgt. Hy niet wetende wat vergeldingh hem voor die gunft te doen , en daer over hem te meer vrient- fchap en gemeenfaemheyt toonende , oock wil- lende fijn Landtfman te meer tot weideen ver- binden , had fich onder andere redenen eenmael laten ontfehieten , dat fijn leven al van een groo- ter belangh was , als men wel oordeelen :öu , en
dac
De Spaenfche Mercurius. 107
Jat de forgedie men voor hem droegh, t'eeni- ger tijde noch wel vergolden fou worden.
Dele woorden wierden voortgebracht op een wijle van leggen , die betoonde datfe niet Tonder gront waren > waerdoorfe fijn vrient te nieufgie- riger maeckte , om wat meer van het geheym re weten. De Hopman konde niet weygeren aen een perfoon dewclcke hy oordeelde genpegh het leven verflhuldight te zijn ; 't zy dat de vreefe van de doodt hern eenigh leetwcfen van fijn op- fet li2d ingeltorc , of dat fijn (leekte hem het ver- ftant bedwelmt had , hy beraelde met lijn ghe- heym , de weldaden die hy genoten badde.
Dele vrient liet niet na no<_h dien lelfden dag , de Koninginne fijn Meelterle die tot Madrid gebleven was , ailes wat hy gehoort hadde, te ont- wordt decken. Sy dieinten feer naetiwe vrientfehap ontJekt' met de Koninginne van Navarre leefde) konde fich op dit verhael van tranen niet onthouden, diedaerover, terwijlde hopman vaft beterde > en met den Koningh alles dat tor de iaeck nodig was , beitelde , het gene fy veritaen had aen de Koningin van Navarre , en haer Moeder de Ko- ninginne van Vranckrijck , tot Bordeaux liet we- ten. Zijnde dan d'aenflagh op dele wijfe mif- luckt, ging de Koninginne de reys na Bayonne aen vangen , onder het geleyde van den Hartog van Alba.
Het Franfche Hof was in twee zijdigheden verdeelt , zijnde byna foo vyandigh van malkan- deren , als fy met malkanderen vyandigh van de Hugenoten waren , die men hun gemeene vyan- den acht te zijn. Hoewel beyde defe deelen Rooms-gefint waren , foo fchreef fich d'ecne evenwel byfonderlijck defe hoedanigheydt toe , en dat waren die , van dewelcke de Vrienden van den Hartogh van Alba , eerfle vinders van
defe
ioö De Spaenfcbe Alercurius.
defe laetfte t'famcn-fwecringh van Bearn, tic Handel Hoofden waren. Ghelijck fy befigh waren de •nne8^* Srontflagh van dat Verbondc te leggen , dat tie« j aren daer na cerff. te voorfchijn quam, foo leefde fy in een groote over-ecn-komfl met malkander. Maer het was foodanigh niet met die van d'an- dere zijde, namentlijck die van de Koningh , en van dewelcke de Koninginne Moeder , Ca- tharina de Medicis het hooft was.
Defe Koningin had de onaf hangentheyt voor het voornaemfte ooghwit van haer beftieringen, en oordeelde dat al de verbinteniflen met Span- jen , enckele flavernyen waren ; hebbende voor de reff. geen meer vertrouwen op den Koningh haer Schoon-foon , als de welftant mocht ver- eyffchen . Ondertuflchen , hoe fy op haer achter- hoede mocht zijn, gelijck de medeftanders van den Hartogh van Alba , een gemeenen omme- gangh met haer hadden , willen fy foo veel werc- ken te laten fpelen , foo veel het onderftc boven te keeren ; en foo veel Verfpieders by haer te be- ftellen , datfe eyndelijckgewaer wierden dat het de Koninginne van Hiipanie was , die hunnen acnflagh te niet gemaeckt hadde.
Maer fy konden noyt begrijpen hoe dit werek tot hare kennilïè gekomen was. De Hartog van Alba konde niet geloven , dat een jonge Vrouw een foo ftoute en tedere faeck fou derven aen- flaen ; maer de verbintenifle van defe Princeffe met den Prins Karcl , was hem altoos vermoe- delijck geweeft , om dat hy wel wift dat hem de Prins van naturen hate: en foo oordeelde hy , dat fy niet gedaen hadde als met medeftemminge van den Prins, en gelijker geen gevoelijker fmerr is, als een groot fchelmftuk fonder vrucht te heb- ben beftaen , befloot hy in foo vaftelijck fich te wreken , dat het hem op het eynde noch gelukte.
De
De Spacnfche Mercurhis. ico
De Prins Karel had evenwel van defe t'famcn- fweeringh niet gheweten , voor defe reyfe van Bayonne. Maer daer na de fake verfpreyt wor- dende , heeft hem de Coninginne de waerheydt daer van beleden.
De Prins verfchrickt door de grouwelijkheydt van ditbeftaen, konde niet laten tefeggen, in de tegenwoordigheyt van Don Jan , en de Prin- ceffè d'Ëboly , dat hy t'eeniger tijdt noch wredc- lijck die gene , die den Coningh tot fulcke fnode raedt-flagen rieden , ftraffen fou. De Hartogh van Alba was van al de wereldt voor de Vinder van defe tYamen-fwceringe bekent, en de Co- ningh dede niet , fondcr het goet-vinden van Ruy Gomez. Dit dreygement dan , konde op niemandt als op defe twee bedienaers flaen , en de PrinccfTe d'Eboly fulcks haren Man den Prins aengebracht hebbende , foo oordeelde defe gunftelingh, dat het tijdt was te beginnen, fich tegen het gelach van defen Prins, dat hem fijn ouderdom nu begoft toe te brengen , te voor- den.
Defe twee bedienaers hadden gelijck als al de Gcfagh gunft van het Hof onder malkanderen gedeelt , YnKay * met dat onderfcheyd evenwel, dat men konde Gomcz. feggen , dat d'Hartogh van Alba de gunftelingh van den Koningh , en de Prins van Eboly die van Philippus was. Dek ftaet veroorfaekte fom- wijlen geichillen onder hen lieden , maer het ge- meene belangh vereenighde hen gedurighlijck weder.
De Hartogh van Alba die het volkomen ghe- bied over de Oorloghs-faken had , kennende de Oorloghs-neyginge van den Prins, vreelüe dat hy t'eeniger tijdt aen fijn gefagh fou komen re ternen , en in den eerften gelegentheydt van Oorlogh , die'er fou mogen ontftaen , het beleyd
daer
i io De Spacxfehe Mèttuti&f.
Voorval daer van aen lieh treckcn. Hy wift feer we! , dat tuiTchcn Prins Karel hem nimmermeer een faeck verge- Karei en vcn ^ou ,c^e voor ecm&c Jaren tuffchen hen voor rfen Har- gevallen was»
togh van De Koningh had de Staten van Arragon ver- Alba- gadert , om atdaer fijn Soon als wettige Erfge- naem van de Kroon te doen erkennen. Onuer defe plechtigheden de ordie tot den Hartogh van Alba gekomen zijnde , dat hy den lied fou moe- ten doen , lbo riep hem den Herault of Wapen- vooght tot driemacl toe te vergeefs. Ken pogen- blick daer na bood hy fich aen buyten lijn cangh, om fijn plicht af te leggen; maerde Prins wey- gerde met een vinnigheyt hem aen te nemen. Maer hebbende fich d'Hartogh verfeboont, op de buyten gemeene befigheden , daer lijn Ampt van Groot-mcefter hem mede bclafte, voorna- mentlijck op dien dagh, belafte de Koningh den Prins lijn ootmoedigheyt aen re nemen, öpmer- Wat Ruy Gomezbclanght , gelijckals hy de k,ngo , beftellingder gelt-middelen en het gerecht had- Gomcz.)(^e> vreelde hy dat defe Prins, die van nature feer goet geefs was, hem voortaen fou willen verbinden fulcke mikdadigheden en gunftentc bewjjfen , dat die gene, die het beft verdienden, daer van berooft fouden worden; Hy was beftier- dervanden Prins gewceft, en hy had den Ko- ningh geen voldoeningh konnen geven , als met den Prins met de feive fti engheyt te handelen , als hem de Koningh te handelen ghewoon was. En dewijl defe ftrafheyt van doen , d'eenige oor- faeck van de tegendrifc van den Prins Karel te- gen fijn Vader was , fal het nodigh zijneenigc byfonderheden daer van aen te roeren j hoewel die wat Hecht en kinderachtigh zijn. De Prins Was ter naeuwer noot tot de ouderdom van ken- nilïè en reden gekomen., wanneer fijn Mocye,
de
De Spaetffche Mercurius. m
de Koningin van Bohemen , die als doe in Span- jen woonde, een van fijn kinderen van ftaet, of Meninnesy foofe die noemen, die de Prins welhetmeefte beminde, over een kleyne mif- daet feer ftrengelijck dede ftraffèn. Ghelijck hy felfsalsdoefeergeweldigh endriftigh was, dede hy fijn beklaghdaer over tegens fijn Moeye, met ecnige hevigheyt , waer over defe Princefie hem met de roede dreyghde indien hy niet fweegh. De Prins , aen dewelcke men geen gevoelijcker verongelijckinghkondedoen , als hem te han- delen als een wicht , wiert foo rafende door defe dreyginge , dat hy fijn Moeye een fouflet of kin- 9verda' nebackflagh gaf. Soo haeft als fy daer over heen ft'0gucN gegaen was , begoft hy te bedencken wat hy ge- heydr daen had , en was daer over in de uytterfte be- van dc nautheyt ; wanneer fijn Hof-meeftcr fich voor Pnns' hem ftelde, verdrenckendeby na in tranen. De Prins , die alle buyten ordinare voorwerpfels , in de ftaet daer hy in was vermoedelijk nam, vraeg- de hem naer d'oorfaeck van fijn tranen , en ver- ftont van hem, dat fijn Vader fijn mifdaetver- nomen , en hem daer over ter doot veroordeelt had. Defe die tegenwoordigh waren , vermcrck- tendathy over die tijdinge ontftelt was, maer evenwel niet in fulcker voegen, of hy konde noch wel foo veel als vragen , of 'er geen genade voor hem was. Men gingh heen om daerom te bidden , en men quam weder by hem , met de tiidingh dat de felve voor hem verkregen was -, dathy het leven fou behouden, maer de hantj met dewelcke hy de Koningin geflagen hadde % moft hy verliefen : Dat fou fchoon fiaen , riep hy daer op , een Kmiingb met een bant. Men vertoon- de hem wederom dat hy feer geluckigh was , dat fich fijn Majefteyt met dek ftraf vergenoeghde j maer een ander van het gefelfchap , hem heb- bende
i lx De Spaenfcke Mercurius.
bende in het byfonder voor gehouden , dat !iy fich verootmoedigen , en fich Jelven eenigeihaf- fe onderwerpen fou , en dat miflehien fijn Ma- jefteyt daer door fou bewogen worden , vancit dien voorflagh goet, en ontboot terltont den Cardinael Spinofa, opper Ketter-meefter , en Gcwil- focht den felven dat hy hem eengeefleling wilde 1Jge geven , het welckc hy anders in geenen deele
I™ L * ou verdragen hebben.
van de T^ . p , _ , . _ ,
Prins. iienige Jaren daer na, loQ als hy uyt een heek- te gekomen was , nam hem de Koningh alleen , en beftrafte hem feer, over yetsdat hygedaen had , de Prins die oordeelende onfchuldigh te Zijn., wiert foo levendigh gheraeckt, door het gene hem fijn Vader feyde, dat hem de koorts op de felve ftont weder op den hals quam. Sulck een ftraffe opvoedingh had den Prins ghewoon gemaeckt, al fijns Vaders neygingen en driften frrijdigh te zijn ,• behalven dat hy van een ghe- hcel ftrijdigen aert met fijn Vader was , waer doorhy fich noyt droegh na fulckeen wijfe, als de Koningh wel gaerne ghewilt hadde. En dit heeft Ruy Gomez meenighmael by den Koning doen aenhouden , om van die lafiigc befrieringe oritilagente mogen zijn j vreefende dat de Ko- ningh , volgens de gewoonlijcke wijfe der Vadc- ren , hem op het eynde noch fou befchuldigcn , van eenigh ongenoegen hem in fijnen Sopnge* daen. Hy dan fiende de volhardingh van den Koningh, om hem onder fijn hoede te laten , handelende om fijn Meefter te believen , den Prins met al de ftrengheydt die men konde be- dencken , als willende fich felven ontfchuldigen van al de buytenfporigheden van defen jongen Vorft. Aen de andere zijde wift hy wel, wat hem van het na-bedencken van fijnen Leerlingh te wachten ftondt : en zijnde van fijn Vrouw aen-
De Spaenfche Mercuriüi. i 1 ^
gemaent , die onder fchijn van de fekerheyc van haer Man , fich over haer mifprefenc gunften focht te wreken, vermeerderde hy fijnftreng-vvreeck« heyt, om den Hartogh van Alba tot een naeu- lucht wer verbant tegen den Prins te verbinden , noch v*n Jc dagelijcks, gevende onder dies den Hartogh dè,.^" dreygementen van den Prins te kennen d'Ebofy.
Wat groote genegentheydt de Princeflè d'E- boly tot die faeck toonde'; haer Man, aende- welcke al haer aendrijven vermoedelijck was, wilde evenwel haer noyt fijn geheym mede dee- len. Sy feyde hem oock in tegendeel niet al dat fy van de verbintenis van den Prins met de Ko- ninginne wift. Maer Ruy Gomez die een door- stralende geeft had , makende fijn aen merekin- gen op het gene fy hem daer van wel ghcfeght hadde , had niet veel moeyten om de reft te -ra- men. Wat oprichten hy fich die verbintenis aen* gaende , konde voorftellen , hy konde de felve fich noyt wel verbeelden , fonder daer yets van liefde onder te mengen Duyfent dingen , over dewcicke hy noyt eenigh overleg had gemaeckt , noch acht op geflagén, Wanneerfe voorvielen, quamen hem wederom tef voo'ren. Hem gedacht Aen- wel te hebben ge merekt , dat wanneer men van mctkin'\ de Koninginne fprack , in dé tegen woord igheyt |^" q0. van den l;rins , hy de felve die daer van fpraken van. oy altoos ftefck aenfagh , als of hy haddé gevreeft , des Pl,n; offy hem OndertulTchcn naeu acht floegen ; en j"n. R" of het gene fy feyden , mocht ftrcckén om hem ge», te beproeven. Én op andere tijden , als een ye- der vaft trachte de Koninginne op liet meefte te prijfen , bleef hy alleenigh fonder haer te prijfen : en wanneer hy van haer yets had te leggen , vreefde hy altoos daer te weynigh van te (eggen , en fijn mont weynigh ghewoon de drift van fijn gemoed ta verbergen , deed fcer
H qua-
114 De Sfaenfcke Mercur'm.
qualijck het geenie niet bequaem was te doen. Defe en andere dingen deden hem geloven dat de wonderiijcke fchoonheyc vandeKonin- ginne , maer al te veel krachrs op het gemoed van den Prins hadde. Dit liet hy niet na met den Hartogh van Alba te overleggen , den wekken hy oordeelde, volgens hun gemeen belangh , niet te moeten verfwijgen. En als dan weder een overflag makende op de handelingen van de Ko- ninginne, konden niet anders begrijpen, of fy beantwoorde de genegemheyt van den Prins feer wel.
Dit alles vleyde hun drift feer , en fy toonde groot genoegen te hebben , fich over den Prins te konnen wreken , met het ontdecken van fijn verra. genegen theytaen den Vader. Maer weder aen deilijcke d*andere zijde , den min yverigen haetaenmero Hof trc- kende, bemercktefy tegelijckhetuyterfteghe- vaer daerfe fich in konden werpen , en dit dcde hen fchricken en beven. En hoegroote Vyan- den fy van Prins Karel waren , foo quamen fy evenwel noyt foo verre, als yets op fijn leven toe te leggen. Niemant wordr fchelms op een ftel en een fprongh , maer wel by trappen ; wil- lende het eene fchelms met het andere bedecken. ^uodmetuit attget fielere feelus obruit.
Defe twee bedienaers vreelden boven al- le , dat de Koningin het gemoed van den Ko- ningh vooraffouin nemen, over de faeck van Bearn , in voegen hy dacr na de waerhcydt felf niet fou konnen ge'oven , en oordeelden , dat in de onge ufthey t die den Koningh quelde , om te weten hoedanigh dien aenflagh was ontdeckt geworden, hy fich aen deeerfte meeninge die men hem daer van ontdecken mocht , vaffc fou houden. En in derdaet, de Koningh mifmoe- digh over defen Hechten uytflagh , fach zedert
den
Sen.
Agame
De Spaenfehe Mercurius. ï i ƒ
den Hartogh van Alba met fulcke goede oogen niet aen , als hy wel gewoon was , en overleyde miflchien by fich felven hem op een treffelijcke wijfe te verwerpen , om fich t'eenemael van de fchade van dit beftaen te verloffen.
Om dan dien flagh af te weeren , moftmen hem de vyaerheyt ontdecken. Maer om dat het eynde vin dele verklaringe was , den Koningh te laten ftè& , dat fulcks niet door eenige mis- {lag van den f|artogh van Alba by ghekomen was, oordeelden defen Hartogh niet , dat hy felfs daer van behoorde te fpreken. En Ruy Gomez wa* niet veel minder in vermoeden van dcfe faeck, maer had daer by na foo veel deel aen als hy. Sy oordeelden dan een ander perfoon daer toe van nooden te hebben j om hen dien goeden dienft te doen, en vindende niemant foo bequaem als Antonio Perez , Secretaris van Staet , befloten fy hem in hun faeck in te wickelen.
Defen Heer, die geen belangh had, om den Prins eenigen hinder toe te brengen , en noch minder de Koninginne in ongenade te helpen , wilde fich fwaerlijck daer toe, laten gebruycken. Ruy Gomez evenwel , had vertrouwen genoeg op fijn bequaem heyt, om het werck met goedt gevolgh uyt te voeren. Maer de faeck viel hem noch lichter toe als hy felfs wel gemeent hadde.
Perez was fottelijck op de Princefïè d'Eboly verheft , en tot noch toe hadde hy niers konnen winnen. Hy vraeghde dan onder het handelen , of derrincefle d'Eboly mede van het geheym was , en hebbende verltaen van neen , wickelde hy fich felven met hen in , op de alderbefte wijfe die hy konde doen, (elf tot al watfe van hem begeerden. Defe loofe Minnaer kende de nieuf- gierigheyt van fijn Meefterfe , en hy twijffelde* niet , of het quelde haer fecr , foo buyten bet ge- H x heym
\
De Ko- ningin vcrloft
1 1 6 De Spaevfehe Mercuriu t .
heym gefloten te zijn , en datfe alle vcrgeldingh fou doen , aen die gene die haer daer deel acn foude laten hebben.
Ondertuiïchen, deKoninginnedie fich we- der fwanger bevand,zedert haer wederom-komft n haer van Bayonne, verlofte van delnfantaCatharina tweede Michaëlla , die naderhant met den Hartogh van Dochter. Savoye getrouwt is geweeil. Onfe bedlenaers, die wel witten , wat vermogen de ichjpjbnheydt van de Konioginne op het gemoedJfan haren Man hadde, namen de gelegentheyr, de tijdt van dit kraem-bedde te ghebruyeken , om den Hartogh van Albate rechtveerdi^en , op dat de Koningh tijdt mocht hebben een befluyt te ma: ken , over het gene {y gingen ontdecken , eer hy de Koningin in het byfonder ghefproken kadde.
Het Ampt dat Perez-bekleede , gaf hem gele-
gentheyt den Koningh meenighmael in het hey-
melijck tefpreken. Des morgens bracht hy fijn
reden op de toekgh van Bearn , over dewelcke
men verftont , dat de Koninginne van Vranck-
rijck groot ongenoegen toonde , wrekende fich
daer over 5 met het begunftigen van des Ko-
ninghs genoemde wederfpannigen in Neder-
landt j dienuin den eerften aenvangh van hun
Ontdec- opftant waren. Hierover betuygdehy voorden
fcingh Koningh , dat hy lange in twijffcl hadde geftaen
om hem te ontdecken , het gene hy wift ; van
den quaden uytflagh van het werek j hoe feer hy
oock verbonden was het felve te doen : maer dat
acn na het lelve wel te hebben overleght ■> hy niet
rijck oordeelde , fonder mifdaet het felve langer te
konnen verbergen.
Hydan, ontdecktal het gene d'Hartogh van Alba tot Bayonne had ondervonden ; en de wij ie op dewelcke hy achter het gehcy 'm was geraeckt ,
voegh»
van der Konin- ginnen bericht
De Spaenfche Merctirius, 117
voeghdedaerby deredenen die de Prins Carel, in de tegenwoordigheydt van de Princeffed'E- boly, en Don Jan had gevoert, tegen die gene . die daer pare of deel aen hadden: en eyndighde met een oormoedig verfoeck van den Koningh, hem te willen vergeven , dit foo lange voor hem verborgen te hebben , niet hebbende fulcks der- ven openbaren , ten opficht van twee perfoo- nen, die hem de heylighfte moften zijn, na fijn Majefteyt.
DeCe reden fielden het gemoed van den Ko- ningh in een ongemeene ontroernis ,• hoewel hy als noch van de Koninginne geen quaet ver- moeden van eenige liefde had , vand hy de naeu- we verbinteniffe tuffchen haer en den <•> Prins met allen vrcemt.
Sijn gemoed ingenomen door defe eerfte be- Bewe- wegingen van Min-nijt , fach met weynigh be- £ln£ca iangh het gene fy tot verkortingh van fijn gcfach gemocd gedaen hebben , aen ,en de betrachtinge van lijn des ko- grootheyt , die hem foo byfonderlijckeygen wa- ninghs. ren, in andere gelegentheden , weeck nu voor een gevoel ijeker en tederder belangh. Hy kreeg nu voor de eerfte mael een opficht omtrent de gedurigheytvan fijn Soon , by de Koninginne, en begoft nu oock te bedencken dat fy al voor lange aen malkander verlooft waren geweeft.
Maer hy quam na defe gedachten weder tot fich felven , en bedenckende de deught en moe- «iigheyt van de Koninginne, veroordeelde hy wederom fulck een kranck en weeck vermoe- den. En voor de reft , fy had voor defen noch wel meer andere blijeken gegeven van de liefde tot haer Vaderlandt. Eenige tijdt te vooren , het gefchil over de voortgangh van beyde de Kroo- nen , tot voordeel van Vranckrijck , rot Romen uytgefproken zijnde, konde fy de blijdtfehap, H 2 diefe
j 1 8 De Spaenfche Mereuripf .
diefe over defe faeck hadde foo wel niet ontveyn- fen > of fy lietfe eenighfins blijcken. Sijn Staet- Juffer wilde haer vertoonen, dat fy behoorde meerder deel te nemen in het ongenoegen van haer Man , kreegh van de Koninginne tot ant- woorti dat, indien fy de droefheyt des Konings daer over niet vreemt of ongerijmt vand , fy ook alfoo haer genoegen niet vrecmt konde vinden. Sy mocht wel veelen dat de geheele werelt wift , dat het Huys uyt het welcke fy gekomen was , noch beter ware , als het geen daer fy in getre- den was.
De Koningh aenmerekinge op defe redenen makende , wilde te lichter geloven , dat het ont- decken van den handel van Bearn , haer werek was ; en uyt de fel ve gront van genegentheyt tot haer ouders voort quam. Hy merekte oock aen de afkeer die Karel , om de wille van de Ko- ninginne, alseen edelmoedigheyt van een jong Prins van dit , in der daet , ftraf beftaen mocht gehad hebben ; evenwel hoe hy oock wilde , fich felven over dit ftuck geheel te vreden fielten , foo nam hy evenwel voor , op hun doen en laten naeuwer acht te doen flaen ; maer hy geloofde felver dat daer geen andere na-y ver als die van fijn gefach mede gemenght was.
Hy maeckte feermerckelijcke veranderingen in de grootfte Ampten van het Hof,om de voor- naemfle van de felve , in handen van de Prin- lin. ceflè van Eboly te doen vallen ; die der Conin- cefle van ginnen Hof aengingen , en dat, fonder dat'er ïboly eenige betrachtingeinde felve faeck fou konnen ni'hoo!" gcrnerckt worden , degemcenfaemheytdiedefe Vrouwe met Prins "Carel hadde gehad, zedert dat haer Man beftierder van de felye Prins was geweeft , maeckte haer bequamer als eenige an- dere* om toe het diepfte geheym intebooren.
Defe
Veran- dering!» in het Hof.
in hpo- ger
gumt.
Bc Sptenfche Mercurius. H9
Defe aenmerckinge gevoeght by de proeve die men alreets van haer hadde , door het aenbien* gen van de dreygementen , die Prins Carel in haer tegenwoordigheyt gedaen hadde , hielpen feer, beneffens degenegentheytdic de Coning haer Man , den Prins droegh , om haer. tot die bedieningen te verkiefen ; makende dit foo twee Conincklijckegunftelingen in een Bedde, Man en Vrouw.
De Prins Carel , die noch in het gevoelen was van de Princes gemint te zijn, zedert hetgeen tuflèhen hen was voor gevallen , was defe nieu- wighey t geenfins tegen de fin , hoewel hy fich in die waen bedroogh , fullende fy de eerfte Spaen* fche Mevrouwe mifichien L\\a , die een verfma- dingh in Min niet ten hooghfte wraeckgierigh ge maeckt heeft: Want
Nulla visflamma tumidvjue venti Tanta nee telt metuenda toti Quant a , turn vtrgo , viduata toto Zirdet & odït.
Geen vlam heeft fulck gewek, noch winden
aen het woeden , Noch 't vinnigh werp- geweer dat muuren nc>
der (mijt, Als een verftoote Maeght , die vol van bittre
fpijt , In een en felfdeBorft komt Haeten Min te
voeden.
Maer de Coninginne , die wel wift dat haer Bed- genoot Vrienden genoegh in Vranckrijck hadde, om kenniflè te hebben van het gene fy gedaen had , was foo blint niet , of fy fach wel wat al defe veranderingh te bedtiyden hadde. Sy wift cer- ftondt de reden te raden , en als de Prins haer H + wilde
i?o De Spaenfche Mercuriuu
wilde gheruir. ftellen omtrent de Princefïè van Eboly 3 drongh hem de Koningin haer te leg- gen , waer dit groote vertrouwen , dat hy op defe Vrouwe had, van daen quam, fonder dat hyoyt fooveelop fijn zedigheyt konde winnen> alsdeConinginne daer omtrent voldoeningh te geven. Maer hy fach eyndelijck wel dat hy fich bedrogen had , wanneer hy merckte met wat een gedurigheytde Princeffehem waernam ; gelijck hy, d'ongelegentheytdiehy uyt haer gedurige tegenwoordigheyt ontfingh , niet derfde laten büjcken: alfoofchepte fyeen ongelooflijck ver- maeck in het ongenoegen dat de Prins daer door ontfingh, Sy toonde hem meerder frientfehap als oyt voor heen , en toonde haer omtrent de Koninginne met alle vlijt van de werelt. Maer hoewel de wackerheyt en toeficht van defe Vrou- we wonderlyck was : de Koningin en Prins Ka- rel waren niet minder op hunne hoede.
De Kaningh was leer gedrongen met het bou-; wen van fijn Efcuriael , en geparft door de groote onkoften die hy daer aen mofl hangen. Het was de gedachtenifle van de overwinningh van Sint Quimijn , enmolt de volkomentheyt hebben , die hy lich fel ven had voor-gcftelt. 'De Koningh noqdighde haer opliet Gebouw te hen. Al het gene de gedachtenifle van dcfen Veldt-flagh in het gemoed van de Koninginne konde vernieu- wen , van defe droeve overwinninge, die haeif foo veel leet veroorfaeckt had , evenwel fach al den toeftel 3 die daer omtrent gémaeckt wierdt , met groot genoegen en vrolijckheyt aen. Het was aen defe plaets dat de Princeffe van Eboly de Koninginne met den Prins alleenig by den Ko- ningh lieten , en dat de Koningh hen mede al- leen liet j om eenige nodige hertellingen aen de Bouwmeeiters te doen, De Prins nam defe ge- le-
De Spaevjche Mercurias nr
iegentheyt waer , de Koninginne ootmoedelijck te bidden , hem voorvallen te willen befchaffen van meerder met haer in het byibnder te mogen fpreken , dewijl hy in fukk een naeu verbandt niet langer leven konde. Hy drongh haer daec foo emitigh toe aen , dat fy het ielve hem toe- ftont , en maeckten foo te famen een overflagh op wat wijfe fy het fouden konnen aenleggen ; maer al de wegen die fy voor floegen icheenen hen foo vol ghevaers , dat voornamenthjck de Koninginne een fchrick kreegh , fichdaervan te dienen.
De faken waren in dien ftaet ; wanneer deDeMar- Marquis van Bergen , en de Baron van Mon- jj™8 ™n tigni, Afgefanten uyt de Nederlanden, inheten^on„ Hof quamen ; gelijek hun laft feer gevaerlijck tigni ko- was, foo hadden fy hunne hoopvoornament-nicnin lijck geftelt , op het gerucht van de edelmoedige PanJcn' toe-genegentheyt van den Prins, endegoeder- tierentheyt van de Koninginne. Defe Afgefan- ten lieten niet na aen hen op de befte wijfe te ver- toonen , de droeve ftaet van den Adel in Neder- landt , na de gantfch quade dienften die hem de Cardinael Gran veile , voornaemfte bedienaer van de Gouvernante , hen by den Koning hadde bewefen , latende niet daer nevens, hunne ge- trouwighey t en onnofelheyt , in al de voorgaen- de beroerten voor te ftellen. Sy befworen in het byfonder den Prins , foo veel brave dienaers van den Keyfcr niet te willen verlaren , noch aen het uyterfte gewelt en de bitterfte raetilagen van den Hartogh van Alba over te geven* Verfekerende fijn Hoogheyt vorder , dat het eenige gerucht van fijn moed en goetwilligheyt, de eenige ver- trooftingh in hun ongeval was , dat fy hadden.
De Prins , wiens byfondere genegentheyt tot
den Oorlogh, tot nóch toe alleenigh doorhec
H 5 be-:
lil De Spaenfche Mercurm.
belangh van fijn liefde wederhouden was ; kreeg een groote fcbaemte over defe redenen, om dat by toe noch toe niets voor de eer englorieghe- daenhad Hy wiertnoch meer aengemoeöight door de Brieven van den Graef van i gmont , die hem de Afgefanten over leverden , in de- welcke de Graef hem vermaendc over fijn be- loften , die hy hem op de reyfe naer Alcala ge- daen hadde, van fich in Nederlandt te fullen la- ten vinden; wanneer d'Oorloghdaer fijnaen- vangh fou nemen. Hy vertoonde de faken van dele Landen foo gunftelijck aen de neyginge van den Prins, datdefelvevoor nam der felver be- itieringe te bemiddelen , en hoopte fich daer wel haeft te laten vinden , in een ftaet om aen te vangen al het geen fijn moedigheyt en ftaetfucht hem (ouden raden. De Prins dan , foo door defe bewcegh-redencn , als felfs het aenraden van de Koninginne , die haer ghenegentheydt ghe- welt aendeden , om haer plicht te beter voor te ftaen , en door fijn afwefen alle nadrucken in den Koningh wcch te nemen ; verklaerde fich openbaerlijk tot voordeel van den Adel van Ne- derlandt, tot fchandale en argernis van de In^ui- fitie of Ketter- meelterfchap.die hem voor heen , orden en zedert noch meerder genoeghfaem voor een Adel van ketter hielden , en noch het Teftament van den iei' Keyfer Carel, en wat 'er om te doen was geweeft, niet vergeten had. Hy liet den Koningh aenfeg- gen, indien hy hemde beftieringe van de Lan- den wilde toe vertrouwen , dat hy fijn hooft ver- pande voor hun gchoorfaêmheyt.
Het is qualijc k uyt te fpreken , hoedanig Ruy Gomez en d'Hartogh van Alba op defe voor- ftcllinge in roer waren. Het gelach dat een be- diemngh van fulck een gevolgh aen een Erfge- naem van de Kroon fyu geven , fcheen hen niet
Gunü vanden
Prins
landt.
De Spaenfche Mercurius. iz^
anders als hun uy terfte ondergangh toe. Sy oor- deelden dat op het weder komen van defen tocht, die hem buyten alle twijffel wel gelucken fou, die Prins d'eerfte Bedienaer en Staets-man van fijn Vader fou zijn , en dat (y volkomentlijck van hem fouden moeten af-hangen. De Hanog van Alba voornamentlijck , die de felfde begeerte van Prins Karelhadde, verbandt Ruy Gomez, die wat meer gemeenfaemheyts met den Koning hadde , hem te doen begrijpen , hoe dat fulck een aenvangh fijn Soon boven hem fou verhef- fen , in het gemoed en de genegentheyt der Ne- derlanders.
Perez , fonder dat het fcheen dat hy het met Sliflrey- hen flont, dede hem oock aen d'andere zijde wacrt$ aenmercken het naeuwe Verbondt, dat de Prins wcder- met Vranckrijck fou konnen maken ; daer de houden. Koningin mede veel in fou konnen doen, indien hy eens Meefter van de Nederlanden wierdt. Defe redenen maecktcn in den Koningh al den indruck , diefe op het hert van een van naturen na- y verende Vorir. fouden konnen maken. De Koningh dan , maeckte nugeen ander overlegh, als hoe hy defen voorflagh, fijn Soon op het befte fatfoen fou konnen ontfeggen , fonder dat hy defe weygeringe voor een belediginge fotA aen- nemen.
Hy dan' liet hem aenfeggen , dat hy hem fijn verfoeck toeftondt , en dat hy fich ten hoogften verblijden , dat hunne gedachten in die eene ea felfde faeck , foo wonder wel óver een quamen. Muer dat hy felver hem in Vlaenderen wilde gaen vaft {lellen , en dat fy wel ten eerften te fa- men fouden vertrecken, om dat befluytuytte voeren. Dat het hem niet wel genoegh paffen foude , in veyligheyt in Spanjen te blijven , ter- wijl hy fijn eenigen Soon, aen al het gevaer,
dat
114. De Spaenfcke Mercuriut.
dat een wederfpannige en een woedende mee- nighte kan toebrengen , open ftelde : Maer hy wilde het gevaer met hem deelen > om hem daer na al de eer alleen te laten.
Het gerucht van defe tocht verfpreyde fich wel haeft over al , door dè toeftellingen die de Koningh liet doen , om den Prins te bedriegen , maer niemant floegh daer evenwel veel geloofs aen. Evenwel hoe ydel dit gerucht mocht zijn , liet het niet na eenige ontfteltenifle onder de op- Veynfcry roerige te veroorfaken. De Koningh , om het des Ko- ^ve meer en meer te beveftigen , maeckte aen- iijnghs. merckelijcke onkoften omtrent fijn toeftel , dat de afgefondene , de Marquis van Bergen , en Monrigni , die tot noch toe daer den Ipotmede gefteken hadden , nu daer niet meerder aen derf- den twijffelen. De Koningin en de Prins Karel , waren fop wel als alle de andere daer voor een tijdt door bedrogen, maer fy Zagen wel haeft heel anders. En na dat al de toeftel veerdigh was , de Koningh die wel lach dat men fijn bedrogh mer- ken fou y indien hy de reyfe niet aen nam , vand nu geen andere verfchooningh voor fijn vertoe- ven , als te veynfen fieck te zijn,
Dit veynfen wrocht by naer uyt het gene hy begeerde , in de verre af-gelegene Landen , maeuwat hydoen mocht , om het felve in fijn Hofte doen geloven, kóndehyfijn Vrouween Soon daer mede niet bedriegen.
In defe ftant van faken , opfekerendagh, de Prins, Don Jan,»en de Princefle van Eboly te famenbyde Koninginne alleenigh zijnde, be- goft de Prins met dele reyfe te fpotten , en voort te halen wat moeyte de Koningh dedeomwel den fieckaert te maken H y fey de voort dat Ka- rel de Vijfde, genoegh vopr hem en voor fijn Soon.gereyft hadde, en dat de Koningh voor
fijn
Spott«-
De Spaenfckè Mercurius. iif
fijn Soon en fijn Vader nu ruften fou. Waer op de Prins een kleyn Boeckje van wit papier voor den dagh haelde, dragende den tijcel van de groote en wonder/ijcke reyfe van den Kotiingh Don ryen Philippus. Boven yeder blad van het felve Boeks- va? den ken hadde hy gefet : De Reyfe van Madrid naer nnï' het Efcuriael. De Voyagie van het E/curiaelnaer To- ledo , van Toledo naer Madrid , van Madrid naer Aranjuez, , van Aranjuez. na Pardo , van Pardo na 't EfcurïaeL En op deie wijfe vulde hy het gantiche Boeck , met des Koninghs reyfen , na fijn Huyfen vanvermaeck, en de befte Steden vanhetRijck.
De Koninginne konde niet laten te lacchen over defe ftellingh van den Prins, hoegevaer-* lijck haer oock het felfde mocht fchijnen te zijn; maer terwijl fy befigh was het papier te door- fien , komt men haer aenfeggen , dat den Ko- ningh een groote fwackheyt gekregen had , en daerfeerqualijckaen was, op defe tijdinge had fy naeuwehjcks foo veel tijdts als het Boecksken den Prins weder te geven. De Prins die haer ten eerften wilde volgen ; vergenoeghde fich het felve in een kleyn Cabinet neder te werpen , en de deure na fich toe te halen. Hy wift niet dat de PrincefTe van Ëboly mede valfche flcutels hadde van al wat de Koninginne konde op-fiuyten , en hy was niet foo haeft wegh , offy gaet in het Ca- binet , daerfe het fchrift vint leggen , niet fonder groote blijdtfehap, van fulck een gereet middel in handen te hebben , om hem fchadete doen.
Heteerfte datfe bedacht, was ,hoefe dat fchrift fou konncn bewaren fonder dat men het felve vermoede. Sy twijffelde niet of de Koninginne fou hetgevolgh daerwel van voorfien , en dat fy het op foecken fou , foo haeft als f y weder ge- keert fou zijn. Sy dan deed terftont een BoeckC-
ken
Wordf
ontdek;.
ïz6 D* Spaenfche Metcuriut.
ken op de felve wijfe maken , daer de felve din- gen in gefchreven waren , doende de hant van den Prins nettelijck na-boocfen , en leyde dat valfche in de plaets van he,t rechte , dat fy haren Man gaf. De Coninginne hebbende op haer we- der komft dit nagemaeckte Boeksken gevonden, wierp het met fuik een grooten haeft in het vuur, dat fy het niet eens doorfach , hebbende geen ge- dachten naer eenigh bedrogh. Ware OndertufTchen, de geveynfde fieckte van den fieckte Coningh, veranderde in een rechte, vindende Konin*" fich aengeraft met den koorts , die daer na op een "' anderendaeghfe uyt quam } maer men ftelde minder geloof, in fijn fieckte nufe waerachtigh was , als men had gedaen wanneer hyfe hadde ge- veynft
OndertufTchen namen de onluften in de Ne- derlanden meer toe , het welcke de verdrietig- heyt van den Coningh feer vermeerderde , be- neffens fijn koorts. De Prins Carel vermercken- de dat fijn aenhouden dat hy dede , om derwaerts ghefonden te worden , hem noch temeeront- rufte; wilde die niet weder vernieuwen : Maer fijn Vader die niet dacht dat hy foo befcheyden was, en hem gedurighlijck by'hem had , nam fijn gedurigh by-zijn voor een ftom verfoeck. De Coningh bequam ten laetften weder en de Coninginne wiert fwanger. Hy had daer ten eer- ften een feer groot genoegen over , 't zy door de hope van een anderen Soon , als Prins Carel uyt haer te winnen , of dat , daer hy noch twijf- felde aen fijn volkomen gefontheydt , defe be- fwangertheyt hem daer een genoeghfame blijck van gaf. Maer fijn vreughde duurde niet feer langh.
Ondertufïchen had de Coninginne, deMar- quia de Pofa, out gunftelingh van den Prins,
ui
De Spaen/che Mercurius. jzj
in haer geheymen met Carel in-gewickelt , om MarqUj, by gebreck van malkander te mogen fien , hun de Poia, onderlinge verrichtinge over en weder te doen gehey-. De Hovelingen die op de gunft die yemant ge- J^*" ^** fchietj gemeenlijck feer naeu geooght en nijdig ichen zijn , hadden haeft fijn gemeene aenfpraeck met denPrins de Coninginnewaer genomen, engelijck hy een enJe.Ko" feer bevallijck peribon was , kregen voort een niDSin- quaet, doch ongegront achterdencken , invoe- gen de bedienaers wel haeft maeckten dat defe gemeenteemheyt wel haeft tot kennifle van den Coninghquam. Defe Vorft van nature jalours en min-nijdigh , viel daer over terftont in na- bedencken, en niet konnende in fijn overlegh de tijdt van het fwanger zijn derConinginne, wel met fijn rekeningh over een brengen , twijf- felde niet den Marquis van een mifdaet verdacht te houden , daer hy noyt aen gedacht hadde
Defe gedachten maeckten een wonderlijcke ontfteltenifle in fijn hert, hetlagh hier foo by hem.
GeUius cfi pulcher , quidin quem Lesé>ua matst Quam te cum tot agent e Catuïle tua.
Siet Gellius is fchoon , fou Lesbia dien Man , Wordt Niet meer beminnen als fy u beminnen kan i'*anden.
' Koningn
bemin
Al de bevallijckheden vaneeeft en lichaem , die yvert, de nature aen defen on^luckigen gunftelingh hefteed hadde , waren foo veel beweeg- redenen om den Conirgh in fijn argh vermoeden te ftij- ven. Evenwel J hoe gevaerlijck defe be-knekin-
f en van den Coningh waren , fou miflehien de racht van de reden en achtinge v?.n deConin- ginne die uverweldight hebben , ten ware een voorval her quaet geftijft hadde.
Onder de vreugnde-teekenen die men om des
Co»
1 18 De Spaenfche Mercurius.
Coninghs gefontheydt maeckte , was oock eeri feer heerlijck fteeck-fpel, op het welckfe yeder Ridder fïch voor eenige van de Mevrouwen van het Hor'moft verklaren , om haer verwen op dat fteeck-fpel te dragen. De Marquisde Pofa zijnde by de Coninginne met feer veel andere, dede fy hem al de Mevrouwen noemen die hare Rid- ders hadden. De Prins en Don Jan warendeee- nige, die fich voor de hare konden verklaren. Dewijl defe dan nu het felfde niet hadden ghe- daen , vreefende miflehien yets van het gene fy op hun hert hadden te ontdecken, bevand men dat de Coninginne d'eenige was , die geen Rid- der had die in haren naem loopen föude. Sy merekte felfs dat aldereerft , en begofl al boer- tende fich daer over te beklagen.
De Marquis die fijn werek maeckte van ver- maeckelijck te zijn by haer , feyde meteen wön- derlijcke ftemmi^heyt , dat fy de fchult daer van op de natuur mofl' leggen , want had iy foo wel fchoon geweeft als de andere , fy fou oock wel een Ridder gekregen hebben'. Het gantfche ge- ielfchap ftondt defe boertery toe, en de Conin- ginne berechte hem weder met al foo grooten fiernmigheyt, dat, om hem over njnftouthéyt teftrafTen , fy begeerde dat hy haer Ridder fou zijn, op dat hy de fchande mocht hebben de mifmaeckfte van hetgqheele Kof te dienen.
Defe geeftige boertery was in het openbaer ge- fchiet , foo dat 'er niemant van de eerfte ftaet was die daer geen getuyge van konde zijn. On- dertuffchen konde evenwel de Conin'gh uyt fijn hooft niet krijgen, dat hier yet's verborgens on- der fchuylde , en dat defe onderhandelinge een konfligh beleydt van de Coninginne was , om middel aen haer Minnaer te geven , fich opent- lij k- en ftrafloos voor de Coninginne te verklaren,-
Even-
De Spaenjche Mercuriüs. liO
Evenwel ftelde hy fich iel ven niet valt in defe meeninge : Maer des morgens, wanneer hy den Marquis in het parck fach komen , dragende voor eendevijs in fijn Schilt, een Sonin haer hooghfte verheffinge , meteen opfchrift dat be- teekende : Niematit fiet my aen f onder te branden. Stelde hy fijn meeningh onfeylbaer. Defen on- °n.8f- geluckigen Ridder droeg den prijs wech van de ^ufkt eerfte loopen , en hoewel fulcks gemeen is, nam de Koningh fijn behendigheydt voor een uyt- werckfel van fijn liefde , en defe inbeelding tafte hem foo levendigh aen , dat de Koningh het fteeck-fpel dede afbreken , ondCr de fchijn , dat fich fijn Majefteyt qualijck bevand.
Terftont nam hy een befluyt , den Marquis DesKo- te doen dooden, en dat in fulcker voege, dat^^ * noch de Koninginne, noch hy felve, aen dedenMar- oorfaeck twijfFel konden flaen. Maer Ruy Go- q"»* t* mez, aen wie hy fijn voornemen openbaerde , do0iiefl* gaf hemde gevolgen vaneen werckvan die na- tuur in bedencken ; hy {telde hem de nacuwe verbintenifïè van den Prinsen denMarquis voor oogen , en dat'er niet was , dat men van fijn gramfchap niet hadde te vreefen , die hun buyten bedenken fou innemen, door hetyerlies van een perfoon die hem fo lief en waert was, wanneer hy de werck-meefters daer van kende. De Koning dan , ftelde fich te vreden met een ftraf van min- der uytbfeydinge , en dede hem by nacht op de ftraet waer nemen , en ponjardeeren. Maer om Pie°P t'eenemael het vermoeden van de waerheydtv^ wech te nemen, maeckten de moorders felfs in mooi* de tegenwoordigheyt van fijn volck het gelaet , wordt, als offe hem voor een ander oenomen hadden.
De Koninginne had goedt gevoelen van dit ftuck wercks ; en fy fach daer terftont al het ver- volgh af. Wat de Prins aengaet , hy bemerckta
I in
i^o De Spaenfche Mertunus.
in het eerft daer van de oorfaeck niet; maer daer na fach hy wel de geringe fchijn 5 dat men een perfoon voor een ander nemen fou , die foo wel bekent was. Hy bemercktedan wel datniemant als fijn Vader alleen , fulck een ftout fluck werks fou hebben derven beftaen , en by gevolge bleef hyj gelijckoockde Komnginne, niet langhin {wijffel wie de werck-meefter hier van was , on- dercufTchen hadden fy noch d'een noch d'ander ecnige gedachten , dat de Koningh jalours op hem was j maer wel dat hy , als hun onderlinge vertroude , om hals gebracht , en by gevolge hun handel openbacr was. In dele meeninge, aen- merckende de groote oplicht die de Koningh op fijn Vrouw had , beneffens fijn af keerigheyt van den Prins , en fi}n natuurlijcke genegentheyt om fcloet te ftorten , achten fy fich verloren te zijn. Sy geloofden was dat de Koningh , zijnde ge* noeghfaem verfekert , dat fy hem niet ontgaen konden , fijn wraeck met óei^e moort had willen beginnen , om die hen lieden te langer te doen gevoelen.
Daer is niet foo geheym ten Hoof, dat niet geweten wordt > dooreenige lieden, daer men ielfs geen mis- vertrouwen op heeft. De Prins fich op lèkeren dagh aen de tafel fettende, vand een gefchrift onder fijn tafel-bort, dat defe woor- den behelfde : Daer zijn wel fier billijcke Raden die men niet en geefti maer men geraeckt uyt geen
¥ïn\s»e.-B>anboopige faken , alt door een ongemeen befluyt.
ronden. Defe op de roelcke den Hemel d'aenfienlijckheyt heeft ge/lort y die andere behoorden geluckigh te maken f hebben een verbinteniffe om hun nootlot te helpen vervullen , deivelckc meerder kracht heeft alt aUe an^ dere Ve> 'n-jden. De edelmoedige zielen vergaen «iet fis om ds: (e peen quaet gevoelen genocgh vande boofè menfthen hebben. De geduldigheyty die het leven van
een
Gbc- fehrifr V.m 'en
De Spaenfche Mercurius. i^i
ten eerlijck Man «en de geweldtgheyt van fijn Vyandt •ver loet ■> is eenflapheyt , /afhertigheyt, een mijl daet engten deught. Beleeft heyt en goeder tier ent heyt te hebben , voor dtefe niet heeft , is de gevaerlijckfte J2agh van Jot heyt.
Ondertuffchen nam de Prins voor , een onno- VerfoccR fele onfchuldige weg te onderfoecken , eer hy tot vpa" de het uyterfte wilde komen : namentlijck , met mNcT* meerder yver by fijn Vader aen te houden , om derlandt na Nederlandt ghefonden te worden , daer de te Sacri« ftant van faken een vaerdiger hulp-middel ver- eyfchte als noch oyt. Hy dede dit verfoeck met fulcke uytdruckfelen , dat hy genoeghfaem toon- de , dat het fijn wille en begeeren was, en dat het niet veyl genoegh xvashem het felve te ont- feggen , was hy antdcckt , foo behoefde hy fich niet langer te verbergen , en was hy niet , de Ko- ningh aengenoopt door fijn Min-yver, enver- ftelt voor fulck een heerfch beftaen , fou alles toeftaen om hem van kant te hebben. Dele on- geluckige Vader fach wel dat hy noot'akelijck een Heyr-kracht in Nederlandt fou moeten fen- den, en vreefde de gramfchap van den Prins, noch koockende door de# verfche doodt van fijn vrient , meerder gaendê te maken , indien hy hem het beleyd van defe Oorlogs-macht niet toe- ver troude , dat hy foo ftoutelijck derfde eyflchcn.
Ruy Gomez, die den Koningh foo volftan- digh in de faeck van den Marquis ghevonden had , was wel verbacft , hem in een gelegentheyt Van meerder belangh foo fonder befluyt te fien. Het belangh dat defe bedienaer aen de behoude- niffe van fijn Meefterj deed hem met verbaeft- heyt defe fwackheyt van den Koningh aen fien ., die de Wapenen fijn Soon in handen te geven , om d'eerfte daer door gedoottezijn. Gelijcker «iee in fulcke goede reden beftaetalsde vreefe , I % om
i°$i De Spaenfcbe Mercuritts.
ünt,c_ om de alderonfekerfte geeften een befluyt te fluyt des doen nemen, foo was oock nu de Koninghals Konings.gereet f om flch tot voordeel van den Prins te verklaren; en Ruy Gomezdie het wel fach, vand geen middel om het felve te verhinderen. Maer ghelijck hy veerdigh in fijn befetten was, foo ichoot hem aenftonts het Boeckje van de Ko- nincklijcke Reyfen in den fin , dat hy hadde. Hy dan feyde tegen den Koningh , dat hy fich gehouden achteeen kleyne faeck hem te kennen te geven , die hy tot noch toe niet waerdïg hadde geacht fijn Majefteyt aen te brengen ', maer in de tegenwoordige (tandt van faken , een weynigh meerder kennifïe van des Princen aert fou doen hebben. De Koningh die defe faeck fcheenvan een grooter pevolgh , ais Ruy Gomez fich liet aenfien tegelooven, wilde felfshet Boecksken door fien , en hebbende het fchrift van fijn Soon ten eerften gekent , viel daer over in een diepe mymerye, daer defe bedienaer hem in te laten dienftigh vand.
Na dat by van de cerfte ontftelteniffe van fijn gemoed bekomen was , daer hem defe bittere befpottinge ingebracht had. nuamen fijn oude gedachten op de liefde van Don Carel , tegen de Koninginne weder boven , en maeckte daer de wonderlijckfte bedenckingen over van de we- relt : en aen de andere zijde , viel hy weder op den Marquisde Po la. Hy wift niet te oordeelen wie van beyden de fchuldige was , maer foo veel wasser van , hy oordeelde dat hy te recht geftor- Weygc- ven was. Ondertuflchen dede hy den Prins aen- ring ynn feggen , dat de verwarde ftaet in dewelcke tegen- n?n h °' woorcugh de Nederlanden waren , en hetonver- mijdelijck gevaar daer hy hem in ftellen foude, hem niet toe lieten d'Erve van fijn Kroon , daer heen telenden ; maer dat de Hartogh van, Alba
bin-
De Spaen/che Mercurius. 133
binnen weynigh dagen rreteen fterck Heyr der- waertcs vertrecken fou , en wanneer óek Macht fijn bselangh aldaer wat meerder verfterckn fou hebbeen , dat hy dan de vryheyt fou hebben te doen wat hy begeerde.
De^fe weygennge beveftighde den Prins, in fijn rmeeninge die hy hadde, dat het met fijn ver- derf ffekeritont , hy had fijn overlegh over defe faeck:met Montignien den Baron van Bergen, die diaer niet weynigh over ontftelt waren , en wel gaerne hadden gefien , dat hy derwaerts ge- komen was , en men wil dat fy hem felfs fouden aengcemaent hebben dat hy ftilfwijgende fou heen gaen , maer dat hy niet geraden fou ghevonden hebben , fich foo opentlijck te verklaren ; maer dat h>y hen belooft fou hebben , dat hy noch een weymigh de tijdt aen fiende , fich metfulcke goe- de ve."rfekeringh omtrent fijn perfoon fou voor- fien,, dat hy daer bequame rekeninge van fou konnien doen.
Be;halven een koffer met Vuur-roers , liet hy Voor- fich kdeyne Piftolen maken, van eengeheel nieu-for8^ we vimdinge , om die altoos over fich te dragen , pa"nsen fonder dat men die konde fien , en om te verhin- voor fich derem dat men hem al flapcnde niet quame tefcïven. overwallen ; belafte hy een vermaert Werck- man t'Efcuriael , hem een flor, voor fijn kamer- deur te maken , dat niet als v*an binnen konde- gcoptent worden , en alle nachten lagen twee Degels en foo veel Piftolen onder fijn Bedde.
Terwijl defe ongeluckige Vorft miffchien fijn eygcm val bearbeyde , alleenig om dat hy meen- de dait hy vallen moft, wiftenfijn Vyanden wel Lift van hun jgelegerkheyt waer te nemen, en te verhin- j'cn„vy'n" derem dat hy niet weder met fijn Vader quam te verfoenen.
De Koningh had de Koningin , zedert de I 3 doo%
ii 4. De Spaenfche Merahius,
doot vin den Marquis van Rbfa, noch niet in het by ionder aen gesproken. Sy vreefden dat 'fy te vergeefs fouden gearbeydt hebben , indien hy weder by haer quam , en dat fy lichtelijck aen hem mereken fou, watgrontfy in fijn hert ge- leght hadden. Wat fy oock konden doen, dat het gene fy vreefden , niet quarne te gebeuren , het konde evenwel voor vallen , en na de gevolgen , die de faken voor hen hadden , mochten fy niet op toeval laten aenkomen , om aen defe Ko- ningin gelegentheyt te geven , in eenen nacht weder te verftoren , het gene daer fy foo langen tijdt toe gearbeyd hadden. Eyndelijck, fy be- dachten een middel , die belacchelijck fou ghe- fcheenen hebben, ten ware defelvewel wasuyt gevallen. Schelm» Op die reyfe die het Hof van Vranckrijck , bedrogh langhs de Loire, ten tijde van Fran§ois de Twee- ïjjckaak" ^e ^e^c » nePer cen gerucht dat men dat dede om kleyne kinderen op te foecken, om den jongen Koningh , volgens den raet der Genees-mee- ïters , in hun bloet te baden , die men veynfde van een quael aengetaft te zijn , die niet anders als door defe hulp-middel konde genefen wor- den. Men had oock ecnigh volck , dat eenige dagen voor uyt reyfde , en feer naeu onderfoeck deden van de kinderen die daer waren , in alle plaetfen daerfe door togen , om die gene op te teekenen , die tot dit heylloos gebruyek bequaem bevonden wierden. Defe onbekende Afgefanten verfpreyden een fulcken grooten fchrick van fich , door het geheele Landt , dat een yeder niet wift waer hy fijn kinderen bergen foude j die defe fich veynfden over al te foeken. De Koninginne Moeder , hebbende ontdeckt de gront van dit vcrfchrickelijck gerucht , deed eenige daer van by den kop vatten. Defe ontdeckten op haer fter-
ven
De Spaenfcht Mercuritu. \%$
/en van wie fy waren op-gemaeckt ; maerdefe tic hunne bieghce ontfingen, oordeelden niet veyJigh te zijn, üc felve bekent te maken. Indien de gedurige fwackheden des Koninghs, foo lich- teLjck toeganck gaven onder hetgemeene volk , var. üilck een fpoorloofe lafteringe in hét Rijck felve , foo kan men lichtelijck ar" meten , wat het felve in afgelegene Landen gedaen heeft gehad» daer defe flagh van geftroyde Mary , altoos veel meer kracht hebben , als in de plaetfen daerfe eerft geteelt wordt , volgens de befchrijvinge van de Faem , qua
Mobilttate viget virefque acquiret eundo.
door haer beweginge en geen kracht en vermo- gen krijght. De Koningh van Spanjen toonde daer een groote ongeruftheyt over. Hy vreefde dat fijn V rouw wel eenige geheyme «eyginge tot dit felfde quaet van haren Broeder mocht heb- ben, zijnde gemeenlijck de melaetsheyt enerf- fieckte. De kinder pocken dewelcke fy zedert hadde, wierden vergefelfchapt met eenige toe- vallen, die eenighfins met die quael over een fcheenen te komen. Men nam dan een bcfluyt s"00<* den Koningh te doen gelooven , dat fy in defe vl0ÏO£ laetfte befwangertheyt , daer noch gevaerlijcker spaoo- mede aengetaft was. Gelijk hy een Teer licht-ge- fchebe- loovigh Vorft was in het gene fijn gefontheyt aen dl«nac** gaet , geloofde men, intüen men defe faeck met eenige getuygenis wift op te toyen , die buyten vermoeden was , fuicks genoegh fou zijn , om hem noyt met fijn Vrouw weder eenige heyme- iijke gemeenfehap te doen hebben. De PrinceiTe van Eboly moft hen het eerfte bericht daer van doen , fy was daer toe gehouden door de getrou- wigheyt die fy hen hadde belooft en toe-gefeght ^ omtrent het ampt datfe by de Kornnginnebe- I 4. kleede.
i ^6 De Spaenfche Mercnrius.
kleede , en dele felve Franfche Dame, tot dewel- ke Don Jan voor heen genegentheydt gedrage* hadde, raoft helpen beveiligen het geen ie Princeffe voort bracht.
Defe Dochter was een van die wargeeften , ge- boren tot verwarringen en woeleryen , en konde voor haer felve niet lijden dat al haer gonft diefe by haer Meefterffe genoot, haer geen toe-ver- trouwen van eenigh belang konde veroorfaken. De Princefle d'Ëboly beiafte Don Jan , voorde tweede macl de Vryer by defe Staet-jufFer te ma- ken , om dit gevaerlijck Vrouw-menfch , geheel rot hen en op hun zijde te krijgen. Defe Prins die eenigh vermaeck fchepte , om desKoninghs ruft te veriloren, gehoorfaemde met yver : Maer defe Jonckvrouw vol fpijt , ter oorfaeck van de koelheydt die hy tot en voor haer getoont had , wilde hem niet gelooven , ten ware hy haer buy- ten gemeene verfekeringen toonde. Don Jan , aengedrongen zijnde om'er een eynde van te maken , ontfach fich niet haer een belofte van trouwen te doen ; op voorwaerde , dat fy tegen den Koningh fou feggen al het gene men wilde. De faeck viel hen lichtelijcker toe , als fy felfs verhoopt hadden. De Koningh , wiens liefde nu alreets ia mifnoegem was verandert, door het geen geichiet wes , liet fich feer gewilliglijck het net over het hooft halen , en geloofde wat men hemfëyde. d'Hartogh van Alba, die fijn reyfe vcmeck had uyt geftelt , om den uytflagh van dit konft- Tan Alba ftuck af te wachten , vertrock des anderen daegs " na Nederlandt. Hy nam fijn oorlof van den Prins, in woorden, die met deantwoort van den Coning , die hy den Prins op fijn laetfte ver- foeck gegeven hadde , over een quamen : Maer de Prins handelde den Hartogh feer qualijck , als cenigfins gefegt is.
On- \
Jeiland.
De Spaenfche Mercurius. 137
Ondertuflchen ontfingh de Prins dagelijcks van alle zijden , de befte tijdingen van de werelt. De Prins van Oranje , en de Admirael van Cha- tillon , met dewelcke hy fich in alles hadde te be- raden , fpraken hem allefins een moed aen. De beroerde volckeren in Nederlandt felf , vertrou- wende op fijn edelmoedigheyt, gaven fich fon* der voorwaerden felf in fijn handen over.
Hier moet men niet voor by gaen, het geen Thu*~ van de Hiftory-fchrij vers wordt beveftight. Ten Ifa£"*f tijden , wanneer de Koninginne Maria de Ne- derlanden onder hare beftieringe , uyt name van den Keyfer haer Broeder , hadde , was'er een Jodc een Portugees van Geboorte , Jan^no°deQ Miquez genoemt, daer fy een byfondere ach-va£dee tinge voor hadde, roofde uyt haer Hof wech jodc Mi- een Juffer van de eerfte ftaet , en eenbuyten ge- 1uez« woone fchoonheyt. De Koningh van Spanjen, die de vrienden van defe fchoonejuffer in be- fcherminge hadde , bande defen Rover uyt alle fijne Staten in Chriftenrijck , daer hy fijn toe- vlucht wilde nemen. Defe dan begeeft fich na Conftantinopolcn , en van daer na Caramonie by Selim , oudtfte Soon van den Grooten Soly- man.
Defe Jonge Prins, door fijn Vader in dat ge- wed bepaelt zijnde, na de wijfe van hetOtto- mannifche Huys , had geen andere gedachten als fijn vcrmaeck te nemen , terwijl hy het Rijk van fijn Vader te gemoet fach , gedurende defe fijne vcrmakclijckheden , quam Miquez, hem feer wel te pas ; die de konft had , van de felve hem op hondertderhande wij ie byfonderlij k voor te ftellen , van dewelcke een yeder in het byfon- der., fijn nieuwe aerdigheyt en verlockinge had- de. Hy wift die te brengen tot het alderfoetfte punt , het welcke hy verkregen hadde door een
I 5 langh
138
De Spatvfche Mercurius.
langh en nieufgierigh onderfoeck , en tot een volmaecktheyt gebracht , die d'inbeeldingh van het gemeen te boven gingh. Op-geblafen door defe kenniffe > twijfelde hy niet , of fou wel haeft de eerfte rangh en placts in de gunft van een Prins, als Selim was , befuten , die lbo volmaeck- telijk de prijs en waerdye van de welluft kende.
Defe menfeh wift wel dat de uytmuntenftc dienften , altoos de gevoelijckfte voor de opper- Vorften niet zijn. Het fchijnt dat defe , die men hen in hetopenbaer bewijft , genoeg door d'eere die de felve na gevolght worden , vergolden ; maer fy felfs moeten die vergelden , die van nie- mant als van hen lieden bekent zijn. Het gevolg was meerder als de hoop van dcfen Miquez, ; en Solyman in defen ftant van faken geftorven zijn- de, bevand fich defejode , door defen heerlijc- ken wegh , verklaerc gunftelingh van den groot- ften Vorftdes Aerdcrncks.
Defe hoogen trap van gefagh , gaf hem wel haeft degelegentheyt van fijn wraeckgierigheyt > die hy tegen den Koningh van Spanjen , in fijn hert voede , te voldoen. Op een fekeren dagh »ls hy in overdadigheden met den Sultan befigh was, defen Voift hebbende: fich verwondert ^ over d'uytftekentheydt van den Wijn van Cy- prus , nam de Jode de gelegentheyt van met defe verkiefing te fpotten , en te feggen dat het flecht was , fich aen een dranck te verbinden die buy- fen fijn gebied wies , en feyde hem , dat hyfe meerder rooft fparen als hy dede, nademael hy de felve koopenmoft. Selim door defe fchimp geraeckt, fwoer Cyprus noch dit felve Jaer té bemachtigen , en voeghde daer by j flaende op denfehouder van Miquez. dat, nademael Mi- quez defen wonderlijcken Wijn fo feer beminde als hy , hy hem van dien tijdt aen, Koningh
over
De Sfaenfche Mercurius. I3«}
over dat Eylandt verklaerde ; en dat fulcks niet als alleenigh een ghedeeltevan fijn erkenteniflè was.
Ghedurende de tijdt , dat fich alles tot defen tocht fchickte , beftonden de Mooren van Gre- nade die beroemden wederfpannigheyt, die daer na foo geweldigh uytborft. Defe fonden naer de Poor: van den Turck om byftant. Miqitez, ft el- lende de begeerte van fich te wreken, boven de Kroon en Scepter felf die hem aen-geboden wiert > nam hun faken met fukk een y ver by der hant , dat hy den Keyfer dede befluyten die ghe- duchte Zeemacht , die hy hadde tot het verover ren van Cyprus gefchickt , tot byftant van defe oproerige te lenden 5 defe had noch groote vei- binteniflen in Nederlandt gehouden , en deed de felve haeft: de weete van dit genomen befluyt. Defe hebbende ter felver tijdt verftaen, 'hoe fich Prins Kareltot hunne byftant en gunft verbon- den had , deden Miquez daer wei haeft kenniilè van hebben. Sy fonden oock de Brieven en het Cijffer Vim den Jode aen den Prins , op dat hy felfs met hem tot Conftantinopolen fou mogen handelen , indien hy het dienftigh achte. De Prins Klrel begeerde voor meerder fekerheydt dat defe Vloot , die fich na de Küften van Gre- nade had te begeven , die van Vlaenderen fou aendoen. Hy.feh reef daer over aen de Poort; en Miquez fchreef tot antwoort, dat de BafTa van de Zee een heymelijcke. laft hadde, om alles te doen wat de Prins begeerde, het zy fulcks waer was , of dat men Don Karel het felve wilde doen gelooven.
Omtrent dees tijdt , foo als defe Prins op een Gefchii avont by de Koninginne , met Don Jan , aen het j,™ den fpeelesri was geraeckt , kregen fy onderlingh ee- met Don nig gefchil , al waer Don Jan volgramfchap ov er Jan.
fijn
140 De Spaevfcke Mercurius.
fijn verlies , den Prins eenige bittere redenea te gemoet voerde , tegen de behoorlijckheyt van hetaenfien, dat hy den Soon van fijn Koningh fchuldigh was. Karel die gevoelijck was , ant- woorde hem in weynigh woorden , met meer befauigtheyt , maer in woorden , die hem iïjn onechte geboorte verweten , en dat hy een Ba- ftaert was. Don Jan op fulck een gevoelijcke plaets gheraeckt , antwoorde hem : Si yolo foy , mos yo tengo Pair e Metor que vos : 't Is waer dat ben ick , maer ick heb een beter Vader als gy.
Defe woorden gingen het gedult van den Prins te boven , hy handelde fijn Oom foo qualijck , dat des anderen daeghs een gerucht liep, dat hy hem een oorbant fou gegeven hebben. De Ko- ninginne en de Princefle van Eboly die tegen- woordig!) waren , hadden moeyten genoegh te verhinderen , datfe tot hant-gemeenfehap qua- men. De Koninginne boven alle , die van alle voorvallen , reden van fchrick en vreefe kreegh , deed alle mogelijcke vrijt om hen weder te famen te verfoenen. Dit gefchiede , maer met geen ge- lijcke oprechtigheyt van henbeyde. De Koning, om van al het gene dat by de Koninginne omme gingh , goedt bericht te krijgen , had een naeu Verbondt met de Princefle van Eboly gemaekt. Defe Vrouwe had wederom Don Jan op-ghe- maeckt, om naerder op de handelingen van den Prins te letten , het viel Don Jan nierongemac- kelijck het (elfde te doen. De Prins die hem ge- loofde fijn befte vrient te zijn , had hem in ge- meene woorden , yets van fijn beiluyt te kennen geqcven ; maer hoewel defe alles aenwende, om debyfonderhedendaervan uyt te halen, konde hy echter daer niet achter komen ; maer zedert hun twift, de begeerte van fich te wreken > maekt hem foo klaer van gelicht, dat wat moeyte de
Prin«
De Spaenfche Mercuritts. 14 1
Prins konde aenwenden , om ftch heymelijck van Wapenen te voorfien , Don Jan daer even- wel de lucht van kreegh , het zy met looshey t of door gek.
De Koningh oordeelde wel dat dePrinsdefe DeKo- voorforge niet aenwende , om het Celve altoos te ninS 6€* doen; begreep daer wel haeft uyt dat de Prins kj^ruwt voorgenomen had te vlieden , of hem eenig ge- Van des welt aen te doen , en wift niet wat hy van bey- ïrincen den gelooven foude. Wanneer Raymond devIucht* Taxis algemeen Poftmeefter , hem quam aen- feggen , dat een Franfman van des Koninginnen dienaers , feer heymelijck drie Poft-paerden had verfocht te hebben , om met den aenvangh van den nacht veerdig te zij n. Dit bericht trock den Koning uyt de twijrrelinge in dewelcke hy was} en wierp hem in een veel grooter bekommer- nifle , niet wetende of het genuegh ware , op den handel van den Prins te letten , op dat hy niet fou konnen ontkomen , of dat hy hem vaft fou hou- den : wanneer hem Perez ter fel ver tijdt de tij- dingevan den opftant der Mooren van Grenade quam aenfeggen, die hy lbo even ontfangen hadde.
De Koningh ontftelt door foo veel ongeval- len , befloot fich van den Perfoon van fijn Soon te verfekeren. Het was waer dat het vertreck van den Prins voor dien nacht befloten was. Hy had weynightevooren tijdinge uyt de Nederlanden gekregen , die hem niet toelieten dc(e faeck lan- ger uyt te ftellen. De Graven van Egmont en Egmom Hoorn, fich vertrouwende op hunne onnofel-omhj^ heyt, en de verdienften van hunne dienden , hadden fich vrymoedighlijck den Hartogh van Alba in handen gegeven , die hen dede vaft hou- den , en een wijl daer na het hooft voor de voe- ten dede leggen. SuJck een blijckelijcke trouwe- loos-
141 I>e Spaenfcks Mereurius.
loosheyt hadden de afvallige als in wanhoop ge*- ffelt, en hunne Hoofden , fiende dat'er geen meer hoop als in de Wapenen voor hen was , de- < den den Prins van Spanjen , wel haeft door de tijdinge van dit werck begrijpen , dat de faek buy- ten alle hulp-middel fou zijn, indien hy langer wachte met fijn komft.
Hy fchreef ten eerften aen Don Garcie Alva- resOforio, die fijn medegefel op de vlucht fou zijn , fich aen (fonts by hem te laten vinden. De Prins hadde hem na Seville gefonden , om een merckelijcke fomme gelts* maer hebbende de tijdf niet gehad om het werck met alle naerftig- heyttebeftellen, bracht hy niet meer met fich als hondert en vijftigh duyfent kroonen. Sooal» de Prins van de Koninginnequam, fprackhem Ruy Gomez aen , en dède hem van wegen den Coningh van den opftant der Mooren bericht. Defe bcdienaer hield hem foo lange op , dat de Prins fiende dat hem niet genoeg van den nacht overigh was, om foo verre te reyfen als hy wel foude gewilt hebben , eer men fijn vlucht fou hebben konnen gewaer worden , en befloot der- halven de felvc tot des anderen dacghs uyt te ftel- len. Na dat de Prins was te bedde gegaen, ging Ruy Gomez wech , hebbende foo lange -ghé- wacht ; maer gelijck hy van defe veranderingh van befluyt niet wifte , ftelde hy ghetrouwe en kloecke Mannen op al de wegen waer langhs de Prins reyfen moft, op dat hy nergens deur fou konnen geraken. Daer was oock veel tot de ver- Ben fchooninge des Conings aen gelegen , dat men «mi den hem op de vlucht mocht achterhaelt hebben j Piins te maer wanneer men nu al twee of drie uuren ge- vangen. wacht hadde , fonder dat fich de Prins in wefen fte'de van uyt te gaen ofte vertrecken, befloot de Coningh voort te gaen met fijn werck, oor-
dec-
De Spaenfihe Mercurius. 143
deelende niet dat men de geheele faeck , om ee- nige om Handigheden behoorde te hafarderen of in gevaer te ftellen. Ondertuflchen had Don Jan wel af gefien op wat wijfede kamer van de Prins gefloten wiert , daer hy den rijdt toe hadde waer genomen , terwijl de Prins noch by de Ko- ninginne was. De Koningh hadde oock defen konftigen Sloor>maker , die dit feltfame Slot gemaeckt hadde > belaft , middel te vinden , om het Slot foodanigh van binnen te ontftellen , dat de knip wel eenighfins toefchoot , maer niet foo- danigh als voor heen , en datfe konde verhinde- ren de deur van buyten te openen.
Wanneer men nu tot het werck foude komen, \yjjfe en aen de deur quam om die te openen , gingh van den de felve wel open , maer het Slot maeckte fulck Prlnste een geluyt in het openen , dat men vreefde de vanBCD« Prins daer door uyt lijn flaep te fullen op-fchic- ten j maerdeÜraefvan Lerma die voor uyt in de kamer gingh , vand defen ongeluckigen Prins foo valt. in flaep , dat hy fonder van hem verno- men re zijn, de Piftolen en Degens die onder fijn hoort-kuffen lagen , konde wech nemen. Wanneer dit de Graef gedaen hadde , fette hy fich op het koffer neer , dat aen het bedde ftont , en in het welcke de Prins , gelijck als Don Jan geloofde , fijn fchiet geweer in verborgen was. DeConingh daer op , oordeelendedoor de ftilte die men binnen in de kamer vernam , dat de Graef van Lerma hadde gedaen het gene hem te doen ftont ; gingh felfs mede in de kamer , gaen- de Ruy Gomez even voor hem , benefFens den Hartogh van Feria, de groore Commandeur, en Don Diego de Cordona , zijnde al te famen met bloote Degens en Piftolen gewapent. De Prins zijnde niet fonder groote moeyten door Ruy Gomez wacker gemaeckt , hadde niet foo
haelï
i44 ®e Spaenfcks Mercurius.
haeft fijn oogen geopent , of hy riep dat hy doat was ; waer op hem de Coningh antwoorde , dat al het gene men hem dede , tot fijnen beften ge- daen wiert. Maer de Prins fiende dat men een kasken dat vol van fijne brieven was, aenfloeg, dat onder fijn bedde ftont, viel in fulck een wan- hoop, dat hyfich in een groot glimmend vuur (dathy , door de overdadige koude , in fijn ka- mer had laten ontfteken , om fijn gemack te ver- warmen) en dat met fulck een opfet , dat men hem met het uyterfte gewelt daer uyt moft tree- ken , en toonde fich boven maren mistrooftigh , om dat hy de tijdt niet hadde gehad , fich felven te verfticken ofte verbranden.
Terftont wiert hethuys-raetendekoftelijck- heyt uyt de kamer genomen , en in de plaets van al den heerlijcken toeftel , die men daer uyt nam , bracht men daer een flechte Matelasvoor hem, om daer op re flapen. Geen van al fijn Amptenaren quamen meer in fijn tegenwoor- digheyt , en hy wiert gedurighlijck op het ooge waer genomen; oock geheel in de Rouwghe- kleet. Hy wiert niet als door onbekende lieden pedient en oo pemft . en alfoo fach defe ona;c- luckige Erfgenacm van foo veel Kroonen , niets rontfom hem , dat hem het ware afbeeldfel van de doot niet voor oogen ftelde.
Ondertu(Tchen kreegh de Coningh , door de aengeflagene Schriften en Papieren volkomen openinge van des Princen befluyt en voorne- men : en was ten hooghften verfchricktover het merckelijck gevaer dat hy geloopen had ; maer hy wierdt op het aldergevoelijckfte gheraeckt , wanneer hy onder alle de andere fchriften , oock J diennootfchickelijcken Brief gewaer wiert, die , de Coninginne foo gaerne van hem weder hadde gehad , en daer hy tot fijn ongeluck foo noode
van
De Spaenfcke Mercurius. 14^
Van wilde fcheyden , die hem de Koninginne tot Aicala gefchreven hadde , dewelcke de Koning, foo vol van genegene uytdruckfelen alsfe was , Omflci- na het belangh van fijn Minne- nijt , noch na- wpfrdes druckigcr toe fcheen, als fy ware. Gelijck de K o- pV°e"ings ninginne de felve gefchreven hadde in de eerfte Brief verruckinge , van defmart, diefeover fijn on- van dcu geval gevoelde , alfoo konde fy miet gelooven 5 p^^$• dat het gene fy met die tederheyt aen een Prins gefchreven had , die als buyten hope was om op te komen 3 in eenigh gevolg fou getrocken wor- den , hebbende anders geen inlicht miflehien , als om hem te beter vergenoegt te laten fterven j waer door fy geen van de teederfte uytdruckfe- len gefpaert had , die men fou konnen gebruyc- ken: zijnde evenwel buyten eenige fmette van haer eer of plicht. Maer de Koningh trock daer geheel andere gevolgen uyt ; «en de raferny die hem de felve veroorfaeckte , wiert met fulck een levende fmart vcrgefelfchapt , dat de felve mach- tighghenoegh fou hebben gheweeft om hem de doot te veroorfaken , ten waer een begeerte om fichte wreken, fijn half verflaeude geeft en neer geflagen moed , weder wacker en als levendigh hadden gemaeckt. Maer nemende terftont in be- dencken, dat hy volkomen Meevier was, van die gene die hem hadden mifdaen ; konde hy niet laten , noch eenigh genoegen daer door te ontfangen , makende alloo by gevolg een blijd- fchap die de nature felfs , met al haer edelfte be- wegingen , het uyterftegewelt aen dede 5 in voe- gen hy fich aenmatighde een geruftheyt , maer een die vol van verfchrickinge was.
Op dien felven dagh wiert oock de Baron de Montigni gevangen genomen , omeenigen tijt daer na, fijn hooft op een ftraf-toneel te laten. Maer de Marquis van Bergen , ter Hefde van
K
Ruy
14.6 De Spaenfche Mercurm.
Ruy Gomez fijn oude vrient , kreegh de genade van in de gevangenis vergif te nemen. De ver- binteniflc van defe twee Heeren , meeden Prins, Waet van was by de geheele wcrelt bekent ; fy waren alfoo den car- Wel als hy , Vyanden vanden Cardinael Spinofa, 5p"*oi-3 algemeen Ketter- meevier , en defe vyandtfehap was in Spanjen genoegh , om in quaet vermoe- den , omtrent de Godtfdienft te geraken.
Sy hadden defen Prelaetbefchuldight , van dat hy de Vinder van al defe vinnige aenvanghfelen des Konings was geweeft , die hy tegen hun Va- derlandt had voor genomen. De Cardinael be- fchuldighde hen weder aen de andere zijde , dat fy uyt Vranckrijck meenighten van Packen,Ca- techifmen van de gefeyde Calviniften uy tVrank- rijck in Spanjen hadden doen komen } en dat onder de gun ft en een pafpoort van den Prins Karel , en men hedde als noch niet vergeten hoe de felve Prins, noch onlanghs van wegen des Keyfers uyterfte wille, op de Ketter-meefters was uyt gevaren Al defe dingen bewogen ghe- noeghfaem de driften van het gemeene volck , om tegelooven dat den Prins in de nieuwe Leere (foofe die noemen) in gewickelt was. Straf bc- De Koningh wilr. wel dat'er niets was , als het Koning be&ngh van de Godtfdienft , die een foo vreem- &f'de daedt als hy had begonnen , aen te rechten , konde verdraeglijck maken. Hy twijftelde geen- fins, of hy foude genoe^hfaem door de klare blijeken, die hy van fijn handel hadde , hem aen de bitterheyt van fijn wraeck , fonder onge- rechtigheytkonnen op-offeren. Met dit vertrou- wen ftelde hy den Cardinael Spinofa al de origi- nale en eygene gefchrifren , die hybyfijn Soon gevonden had, in handen ; behalven alleen den Brief van de Koninginne , en ftelde de Ketter- meefters abfoluyte en ongebondene Rechters in
defs
De Spacnfche Mercurius. 147
óeic faeck , tuffchen fijn Soon en hem : en vcr- klaerde dat hy daer omtrent fich t'eenemael naer hun goedt vinden fou fchicken. En foodanige Rechters moft hy hebben , om een fekerbefluyt in fijn facck te hebben, en voorde foodanige kende hy hen : hy wift wel dat de toorn , gram- fchap en haet van dit flag van volck , noyt fterft, en dat hun-Iieder bitterheyt , diefe zedert eenige Jaren tegen den Prins hadden opgenomen , noch lbo verfch was , alsofeerft dien voorigen dagh de gróntdaer van geleght was. Hoewel dé Ko- Vert,°J ningh een feer ftrengh gebod had gegeven, dat^a0nnin^ men van defe faeck, na vreemde Landen niet om dit fchrijven foude ; maer de felve foo verre binnen werek houden als mogelijck was -, foo wiert evenwel de tnex" °J" tijdinge daer wel baeft van verfpreyt. Het meefteVcn. gedeelte van de Vorften van Chriftenrijck, had- den van defe faeck een feer droevigh gevoelen , en anders niet konnende noch mogende doen, badenden Koninghom genade voor fijn Soon. De Keyferinne boven allen , fchreef daer over aendenConingh, haren Broeder, met alle mo- gelijcke beweegh- redenen, die menbedencken fou mogen.
De Princeffe haer Dochter, was over lange aen den Prins van Spanjen ten Huwelijck be- looft; maerdcConinghdie alles in vermoeden hadde dat fijn Soon eenige achtinge of gefach.s konde geven , heeft het Huwelijck van tijdt tot tijdt uyt geftelt. Onder andere redenen die men vandefen uytftelgaf, was oock, dat men een gerucht liet loopen, alsfouden deGenees-mee- fters geoordeelt hebbed , dat de Prins na de val tot Alcala , in geen ftaet v/as van immer kinderen te konnen teelen. Maer dit gerucht wiert voor een konft ghenomen , daer de Keyferinne felf geen geloof aen wilde flaen. Maer het viel de
K % Co^
1 4 % Ve Spaenfche Mercurius .
Coninghfooveeltegemackelijcker, dit Huwc- lijck te verlangen, om dat de Prins fel ve geen groote jacht maeckte , om het felve te voltrec- ken ; die , hoe vorderlijck dit Huwelijck voor fijn voornemen mocht fchijnen te zijn , even- wel niet konde befluyten een Princeffe te irou- wen j die hy noyt fou konnen beminnen.
De Keyièrinne die het geheymvan fijn herte wilt, vand geen bequamer Huwelijck voor haer ourfte Dochter. En gelijck fy niet geloofde dat de doot van de Coninginne van Hifpanie foo na by was, foo konde fy oock niet voorfien , dat defe haer outfle Dochter noch de plaets van defe ellendige Coninginne fou beklecden , en] datjde Coningh Tiaer Broeder , door een flag van noot- fchickelijckheyt , al de Princefïen die aen fijn Soon verlooft waren , trouwen mofl. De Co- ningh die verder fach als fy , nam een byfondere forgeaen, omtrent het verbergen van defe ge- legentheydt, en fich fel ven in fijn ghemoed te rechtveerdigen.
Defe tijdingh ondertuffchen , maeckte een groot bedencken in de ftrijdende Nederlanden , en voornamentlijck in de Mooren van Grenade , (alfoo hy oock met de/e had gefocht aen te fpan- nen.
Macr de Inquifiteurs , hebbende nu de macht . in handen, maeckten met alle veerdigheyt fijn, tieVccn Rechts- pleginge op , en hier in bleeck hun oude Prins hact tegens hem foo opéntlijck, dat'er niet was als het belangh van den Godtfdienft , dat fich daer in vermengde. Sy deden in de oude Schrif- ten van Barcelonie,deRechts-plegingenop foec- ken , dat Johan de Tweede , Koningh van Ar- ragon , voor heenen tegen Don Carlos , Prince van Viane, fijn outfte Soon had aengevangen , en dede die uyt het Caulaenfch in het CaftuV
laenfchf
Haet van de
KarcJ.
De Spaenfche Mercurius. 149
laenfch over fetten , om te gelijck tot een voor- beeldt en verlterckingh van gelach te dienen. De faeck wierc de Inquifitie voor geftelt , onder den naem van den Daulphin , Louis d'Elfde , en den Koningh Karel de Sevcnde , fijn Vader. Dewijl al de meeningen overeen quamen 'j kan men van de felve oordeelen , uyt de meeninge van den vermaerden Doctor Navarre, gelijck die in de Befchrijver van het leven defes Ko- cabrcra. ninghs te vinden is. Defe dan, oordeelde dat een Koningh dewelcke ontdeckt, dat d'Erfgenaem prefumprief van de Kroon , uyt lijn ftaet wil vcr- trecken , den felven moet vafï houden , indien lijn vertreck of ontwijckinge wordt geacht , een oorfaeck van verdeelinge in fijn flaet te lullen konnen zijn, en de vyanden daer : uyt eenigh, merckelijck voordeel trecken. Maer voorna- mentlijck , indien defe vyanden kectcrs zijn , en dat men de minfte reden heeft te vreelèn ofte vermoeden , dat de Prins de felve begunftight. DeRechts-pleginge konde in derdaetnietlang- wijlighzijnvoor Rechters, diefoo wel genegen waren een eynde daer van te lien j de blijcken en brieven die men hadde, oordeelde men genoeg- Die ver» faem te zijn , en dien volgens wiert Karel ver- oordeelt oordeelt om in de gevangeniflè te blijven. wordt.
De gevoelijckheyt die hy daer over toonde , wasgenoegh, om te doen cidderen en beven al diegenediedaerraeten daet toegegeven of het felve toe geftemt hadden, geloovende dat fy noyt fijn bittere wraeck fouden ontkomen , indien hy oyt weder in vryheyt quam te geraken , derhal- ven konden fy geen ruft noch fekerheyt vinden, voordatle hem t'eenemael t'onder gebracht had- den. De Cardinael Spinofa vertoonde den Ko- Tyran. ningh, dat'er geen koye flerck genoegh was , njgh ver- om fulck een vogel in te lluyten , en dat men >oos; van K 3 fichsPin0fa-
brceciec
gen.
ico De Spaen/che Mercuriut.
üch dcrhaiven hoe eer hoe liever van hem mcft omflaen , of hem in vrydom ftellen , en de wilde vlucht geven. En het volck , voor het welcke het genoegh is , ongeluckigh te zijn om van hen ge- rechtveerdight te worden , betuyghde dagelijcks een byfondere genegentheyt tot het vry ftellen van den Prins , en de Koningh die voor eenigen oproer vreefde , derfde lich niet buyten Madrid begeven. * Hy oordeelde na een rijp overlegh, dat fijn bedienaers noyteenige veyligheyt fouden van de e hebben , indien men de Prins in vryheyt ftelde , de'öWn en ^at ^v n*en konde ontgaen al dat hy met *t Trem- recht hadde te yreefen , als met hem te doen toneel fterven. Ecnige tijdt gedurende a wiert (gelijck ftciin""" vannem gefch re ven wordt) onder al dathyghe- bruyekte, een lanckfaem vergif gemenght, dat hem wel haeft een doodelijke quijning ibud ver- oorfaken, over fijn kleederen, linnen, en in het gemeen , op al wat hy acn raeckte , wierdt het mede verfpreyt ; maer 'tzy dat fijnjonck* heyt, en de goede geftaltenifiè van fijn lichaem te machtigh voor het venijn waren, of dat die gene die aen fijn leven gelegen was, hem mid- delen tegen het gift deden gebruyeken ; defe weg wilde geheel met gelucken. Maer hier uyt is miflehien de meeningh van ecnige Schrijvers ontftaen , dat hyfou vergeven zijn.
Men molt fich dan beter in het openbaer ftel- len , wilde men hem aer> een kant helpen. Daer zijn Schrijvers die feggen dat hem de keure ge- geven wiert, vandewijfe, op dewelcke dathy te fterven had. Hy ontfingh defe tijdinge met een ononderfcheydentlijkheyt van een perfuon, die yets meer beminde" als het leven , hoewel de Spacnfche Schrijvers veel hebben gefchreven van fijnongelatigheyt , en andere fwackheyt, doch wy ftellen het in het midden. Wanneer men
hem
P.Ma- thieu , Hiftoire de Fian
De Spaenfihe Mercurius. 151
hem quam aenfeggen dat fijn Vader by hem quam , feyde hy daer op » feght mijn Koningh , en niet mijn Vader. Hy had ordre van de Ko- ningin , fich voor den Koningh ootmoedigh te toonen ; defe , en niet fijn plicht , deden hem fich voor de voeten van fijn Vader neder wer- Meze- pen , en hem te gemoet voeren , dat het hem ray- wilde gelieven aen te mereken , dat het fijn ey- gen bloet was , het gene hy gingh vergieten. De Laetfte Koningh antwoorde , dat, wanneer hy quaedtwoo'dcn bloedt in fijnlichaem hadde, hy hem het felve koningh door den Keel-meefterdede aftappen. metPrins
De Prins als ontfint * dat hy fich foo ootmoe- Karel digh had getoont fonderwneerder vrucht , rees fchielijck op , na defe woorden , en vroegh met een hevigheydt fijn bewaerders, of het Badtal heet genoegh was. De Koningh , 't zy om fijn oogen metdatbekiaeglijckeaenfchouwen langjer te voeden , of ("het geen waerfchijnlijcker is) verhoopende dat hy noch eenige ootmoedigheyt betoonen fou, bleef noch ftaen , en vraegde hem of hy hem niet anders te feggen had. De Prince die na fijn goei duncken, alreetste veel hadge- feght, kondeniet laten voor het laetfte, met alle fijn natuurlijcke fierheyt te feggen : indien per- foonen , wi en te believen , alleen met mijn le- ven fal eyndigen , my niet hadden verbonden u tefien , ick fou my foo fnood niet getoont heb- ben , u genade af te bidden , en met meerder roem geftorven hebben als gy leven fult. De Ko- ningh vertrock op dele woorden fonder eenige ontroerniilè te toonen.
De Prins begeeft fich dan in het warme Badt , Duplex en hebbende fich de aderen indearmenende^iftoirc beenen doen openen , beval dat een yeder ver- ' ran" trecken fou , en nam daer op in fijn handen , (ge- lijck men fchrijft) een af beeldtfel van de Ko-
K 4 nin-
fCarel.
ïfi De Spaenfche Mercurius.
ninginne, in Miniature of met Watcr-verwe ge- fchildert , dat hy altoos aen fijn hals had hangen , en d'eerfte oori'aéWc van fijn liefde was geweeft , bleef het fclve gedurighlijck re fitten aen fien , fonder andere beweging van een ftervende ziel , tot dat hem de kilheyt van de doot aen quam } en fijn ziele met fijn bloet het lichaem verliet > ver- liefende eerft het geficht , en daer na het leven. Doodt Wanneer eygentlijck fijne doodt voor gevallen VZÏ*m% 's » wcren ^e Schrijvers niet , maer het is feker , datfe lange is voor gevallen , eerfe bekent ghe- maeckt is. Men heeft een feer langh verhael van fijn fieckte gedruckten uyt gegeven, die men feyde een quaetaerdig£bloet-loop te zijn , ver- oorfaeckr. door fijn ongeregeltheydt van leven. Andere Schrijvers feggen dat hy vergeven is, mifTchien daer uyt voort gekomen , als gefegt is , om dat men het heeft ondernomen gehad, al- toos het is geen wonder dat een Vorftelijcke fiieck , die in het hey meiijk gefchiet, verfcheyde vertellinge heeft, daer het gerucht felfs van open- bare faken foo onfeker gaet ,• konnende niemant de rechte waerheyt weten , als die daer by , of van de geheymen zijn geweeft , die noch eveiv wel naeu genoegh daer in geteugelt worden.
Macr wanneer eyndelijck fijn doodt bekent was geworden , was de droef heyt van het volck, en voornamentlijck die van fijn huys-dienaers , over maten, de Graef van Lerma, dewelcke de Koningh d'opficht van den Prins , gedurende fijne gcvangcnifTe, hadde bevolen , en geduren- de dc.tijdt van fijn gevangenis een byfonderege* negentheyt tot hem gekregen hadde j fcheen als trooftcloos in de oogen van het gheheele Hof. Maer de Koningh , voor wie defe treurigheden foo veel ver wij tingen waren , floegh om de felve te doen verdwijnen , den fekerftcn wegh in, Hy
bo
Cabrers. Hiftorie van Phi- lippus dril.
■M
De Spaenfche Mercur'w. 1 5:5
beloonde al fijn dienaren feer treffelijck ; gaf een wijsheyt Commanderye van Calatrava aen den Graef van van Phi- Lerma , en maeckte hem Edelman van fijn Ka- lippus. mer. Hec volck evenwel lier niet af van haer droef heyt openbaerlijck te toonen , en fijnge- dachteniffè te vereeren , gelijck men oockweec dat de Koningh fou hebben voor gehad , fijn uytvaert op een byfondere wijfe te verheerlijc- ken, tothetwelcke de Stadt van Madrid, ver- focht had , d'onkoften te doen ; en dat men haer d'uytvoeringh daer van fou laten bevolen zijn. Het welcke hy , hoewel hy wel dacht, dat'er miffchien eenige lof- redenen fouden tuffchen komen, die fijn vyanden fouden moeten raken, evenwel niet heeft konnen ontfeggen. Sijn Schrijvers prijfen hem feer over de onberoert- heyt van fijn geeft ,die hy getoont heeft omtrent ócCc uytvaert, wanneer hy die uyt een vcnfter van fijn Paleysaenfchoude.
Men wil dat de Koningh in fijnen Raet voor- ver- flaende, wat fijn Raden oordeelden dat men met ftheyJe den Prins behoorde te doen , de ftemmen en ge»- j^an voelens daer van feer verfcheyden waren. d'Een den Raet gevoelde dat de Koningh hem niet behoorde om omtrent te brengen , en lbo fijn eygen bloet te vergieten; p1™ dat men hem in een gedurige en geftrengc ge- vangenis fou moeten houden. Andere töyden . dat men hem in de Nederlanden behoorde te be- palen , en hem daer fijn groote moedigheyt te- gen des Koninghs Vyanden laten oeffenen, of dat men hem naer het Koninghrijck van Na- pels fou fenden , en hem het fclve voor fijn deel geven , en fijn hert door fulck een fchoonegaef en wcldaet verfachten , voort komende uyt de goeden aert van een fachtmoedigh Vader , die hem fijn mifdaet foo goedertierentlijck vergaf. Andere waren van gevoelen , men foude hem
K $- eer-
1 5" 4 D e Spaenfche Mercurius.
eerder naer Oran fenden , en hem daer Koning over maken , om fich aldaer tegen de Mooren befigh te houden , en wel of quaiijck te doen , na het hem te paffe quam. Maer de Koningh be- richte daer op, aengacnde de vangeniffè, daer waren geen reden toe, dcwij! geen koye fterck genoeg fou zijn , om fulck een vcrduy velde van een Leeuw tekonnen befluyten , als was by van yfer en ftael geweefi Hem in de Nederlanden te fenden was noch minder geraden , want daer fou hy foo haeil niet zijn , of hy fou met des Ko- ninghs Vyandenaenfpannen } gelijckde begin- felen daer alreetsr waren. De Koninghrijcken van Sicilië en Napels , waren te kleyne broeken omfijnftaet-fucht teverfadigen ; en daer-en-bo- ven raoft men geen wcderlpannigenSoon, by een wederfpannigh Volck voegen. En in Oran , fou hy haeit een Verbondt met de Koningen van" Fez en Maroco gemaeckt hebben , en de felve met al de Mooren weder in Spanjen brengen. Kortelijck, hy befloot dat de bette en fekerfte wegh was hem te doen Aerven.
Het is feker , dat fijn hooghfie begeerte is ge- weeft, den Oorlog h te handelen; en had der- halven altoos een ionderünge begeerte om in Nederlandt te Zijn , meenende het werek aldaer wel haeft te recht te lullen brengen , gelijck hy meende te ontfinnen , wanneer Alba daer heen gefonden wiert, en na men fch rij ft , hy op het punt was, om hem, als hy fijn oorlof van hem nam , het leven te benemen. Vreemt Sijn dienaers en gevolgh die hem in fijn Ca- werhacl pricen niet wel willen in te volgen , mochten nnsichrickenen vreefen. Men heeft willen vertel- len , dat fijn Schoenmaker hem een paer Laer- fen had gemaeckt , die geheel niet na fijn fin wa- ren j dat hy vorders dele Laerfen in kleyne ftuc-
ke:i
Rsiel.
De Spaenjche Mercurius. ifj
ken had gefneden , en die als Offe-penflèn doen toe-maken , en den Schoenmaker doen op-ee- ten had , eer hy uyt fijn kamer ging.
Hy fchepte veekijdts fijn vermaeck , het zy by nacht , het zy by daegh , langhs de ftraet te rin- kincken , en met den degen te kraflèn , hebbende tien of twaelf jonge Gatten , van de grootfte huy- fen van Spanjen, die hem dat werck moften helpen doen, fy wilden of niet, het geen hem fomwijlen al in gevaer bracht. Wanneer hy op de ftraet cenige Ichoone Mevrouwen ontmoete, al waren fy van de grootfte van het Rijck , die viel hy aen tekufïèn, met wil of tegen wil , in' het aenfien vun de gantfche wereldt , met deCe vriendelij cke woorden , kom Hoer kuft my ,en gaf hen dan tot een affcheyd een deel Hoeren , Teven , en diergelijcke fcheld-woorden : defe die hem met willek uften, handelde hy beleef- der , en maeckte daer goede of bevallijcke Hoe- ren af, en lietfe daer mede heen gaen ; doende altbo de Vrouwen duyfent kieyne verfmaethe- den aen , dewijl hy van gevoelen was darty- alle niet dochten, houdende hen al voor geveynfde Hipocrijten , en datfe achter de Gardijnen al te famen Hoeren met malkander waren.
Eenige Maenden na de doodt van de» Prins ul*~ Karel, komt de Hartoginne van Alba, die een k*r""> feer aenfienlijck Ampt in het Huys van de Ko- „^£ ningin beklcede , op een morgenftont (dit wort Hurdt aldus van verfcheyde Schrijvers verhaelt) in de P«>^ kamer van de Koninginne , met een dranckske of medicament in haer handen. De Koninginne feydehaer dat fy feer wel voer , en geen Artzeny van nooden had.
Maer terwijl de Hartogin haer het felve focht aen te praten , en de Koninginne voort gingh in het weygeren ,komt de Koning, die daer niet
verre
1^6 De Spaenfche Mercurius,
verre van daen was , als op het gerucht van dit tegen fpreken, in. Hy beftrafte d'Hartoginne ten eerften over haer halfterrigheyt j maer dele Vrouwe hebbende vertoont dat de Genees-mee- fters oordeelden , dat defen dranckfeer dienftig was , om de Koninginne een geluckige verlof- fingh te doen hebben , liet fich de Koningb als gefeggen ; en feyde feer vriendelijck tegen de Koninginne, dat, nademael dele Artzeny van fulckeen hela ngh was , het nootwendig was dat {y die nuttighde.
Dewijl ghy het foo begeert , ant woorde de Ko- ningin, lbo lal ick het nemen ; en fy hetghe- "droncken hebbende , gingh de Koningh voort uyt de kamer , maer quam een korten tijdt daer aen weder binnen , maer in den grooten Rouw gekleet , om te fien hoe fy voer. Maer 't zy dat'er eenige vergiffingh in dien compoft zy gewecft , of dat hetgewelt dat fy fich aen dede , om het te nemen , het felve eenige quaetaerdigheyt dede hebben , die het fn fich felven niet hadde , {y ftierf dienfelfden dagh , in het midden van leer overdadige pijnen , en gewelt van braken. Haer kint wiert oock doodt bevonden , en foo men . feght , het beckeneel als verfengt. Sy was in het begin fcanhaervier-en-twintighfte Jaer, gelijck de Prins Karel.
Nu fullen wy defe dooden by de dooden laten, en eens befien wat leven wy met den Koning ful- len hebben , die foo korts na malkander Vrouw en Soonloos geworden was (hoewel dat dubbel verlies door des Keyfejs Dochter weder is ghe- boet) behoudende alleen een Dochter , Ifabella ClaraEugeniavan defe Vrouwe. Vervolg Daer is gefeght , dat hy door de Gicht mede van PM- is aengetaft geworden > en dat hy voorfeyde , dat %>pw. nem jje qUaei n0yt veriaCen fou , en in der daet,
hy
De Spaenjche Mercurius. 157
hy fprack daer de waerheyt aen , hy belafte aen- ftonts , dat fich een yeder fou vaerdigh maken , on> na het Efcuriael te reyfen : Maer de Genees- meefter Mercatus was daer tegen , feggende , dat het voor als doe geen fins dienftigh was van lucht te veranderen , en dat het ielfde de fieckte fou konnen verfwaren : de Koningh antwoorde , dat men hem by fijn leven daer wel brengen mocht, men fou hem daer toch na fijn doot moe- ten brengen. Eyndelijck, om fijn Majefteyt te sijn wille te zijn , droegen hem de Lacqueyen en grootc Dienaers te voet» op hunne fchouderen, blij- begeerte vende fes dagen over feven mijlen weeghs , on- "uriael.* derwegh. Hybevand fich daer eenige dagen in beter ftaet, hoewel hy fich niet konde op hou- den , moerende of leggen of futen , waer op fijn quael begoft te vermeerderen , daer hem de Ge- nees-mceftersdefmartwel van verlichten ; maer de Koningh bevoelde fich foo qualijck , dat hy acnflonts begeerde , ordre op de welftant van fijn ziel te ftellen.
Hy biegte , en nam het Sacrament , en belafte dat Don Garcia de Boefa, Aerts-Biffchop van Toledo , hem de Mille foude doen , maer het was de Nuncius van den Paus, diefededemet allegewoonlijcke omftandigheden. Ondertuf- v«fwj* fchen kreegh de Koningh aen fijn rechterknie "në *an een feer quaetaerdige Apofteunie of Gefwel > die hem geen oogenblick ruft wilde toelaten. Sijn Artzen wiften niet wat te doen , en ontboden by fich een Genees-meefter van Toledo, Olial ge- noemt , die als doe tot Madrid was , en defe met de andere , en den Licentiaet Vergara , hebbende ordre geftelt om het Gefwel tot njpheyt te bren- gen , opende het eyndelijck , om de verdorvene vochtigheden daer uyt te krijgen. Maer daer op ' kreegh hy noch vier andere Gefvvelien aen fijn
borft,
Acn- fpracck des Ko- nyighs.
158 D: Spaexfcke Mercjtritu.
borft, diefe van gelijck en openden, op dat hy feeoemael van defe quaetaerdigheden mocht ontlaft worden ; maer uyt defe quaetaerdigheyt ondlont een onuytfprekelijcke meenighte ghe- wormte of luyfen > foodanigh , dat men niet wift hoe men die fou redderen. Sy wiften niet hoe fy'tmet het lichaem van fijn Majefteyt fouden maken , om hem te kecren en te wenden , en maften hem aen vier eynden, met delaeckens doen oplichten , terwijl de andere het bedde ver- maeckten.
Tien dagen voor fijn doot quam hem een fwa- re flaeute aen, die vijf geheele uuren duurde, foo dat hem de levende geeften begonden ghe- heel te*>ntgaen ; waer door fich al veel Heeren begonden tot den Rouw vaerdigh te maken. Maer hy quam weder tot fich felven ; enfeyde hen , in de cegenwoordigheydt van den Aerrs- Biftchop , en die van fijn kamer : Mijn Vrienden en Onderdanen , het kan my niet baten , dat ghy u Zieden cjuclt om de herfleUmgh van mijn ge/on theydt , nademael de fèlve naer geen menfchelijcke hulp-mid- delen meer luy fleren -wil. Al waf er te doen valt , is dat ehv bv tvdtt for^e d*-aezht tot het berravcnvzn mijn lichaem ,• tegen-moor digh ver-wachtende dat ick u late , wil ick dat ghy u Prins , die wel haeft u Koning /al zijn , hier komen doet : en dat ghy my ae Kift of Bare brenght , /» het welcke ick/al begraven wor- den. Boven op het Beeldt /uit ghy de Koningklijcke Kroon /lellen, dewelcke ghy onder tujjchen in een Buf- fet of KaJJe bewaren Ju/t.
Dit wiert alfoo gedaen. Vorders in de tegen- woordigheyt van den Prinsen de ïnfanta : riep fijn Majefteyt Kayer de Velafco , tegen den welcken hy feyde : hebt ghy geen geheugenifle van een kleyn koffèrken dat ick u heb te bewaren gegeven. Ja Sire, antwoordedie daer op. De
Ko<
De Spaenfche Mercurius. 159
Koningh dan , beval hem het felve voor den dag te brengen , zijnde feer kleyn , en zijnde ghe- opent , vand men daer een Diamant in van een feergroote waerdye, dewelckede Koningh be- val aen de Infanta te geven, feggende: Myn Dochter Ifabella , mijn waerde Eugenia , ontfangh dejen Rivgh die u Moeder my heeft toe-gebracht , ;ck geefu die tot mijn affcheyd uyt defewerelt . Enjïch keerende na den Prins , feyde hy tegen hem , mijn Soon is het u wel aengenaem dat ick de felve uw Sufler geve : Ja Sire , antwoorde de Prins , al was het al wat ick kebbe.
De Koning maeckte veel ftaet van defe woor- den, en als doe beval hy dat men noch een an- der papier fou halen , dat hy by der hant hadde , en gevende het aen den Prince : feyde hem, ghy lult daer in fienopwelcke maniere ghy u Rijck fult beheerfchen. Hy deed oock uyt een koffer- ken een geeffel van penitentie of een baet-doen- der voor den dagh halen , devvelcke noch aen de eynden van de haken bebloetwas, en lichtende die om hoogh , feyde hy : Dit bloet is van mij» bloet , niet weleygentlijck van het mij ff e , maer van dat van mijn Vader , die Godgenadigh zy , die ge- woon was de felve geejjel te gcbruycken , en op dat menfoufien hoe Godtfdienfiigh hygeweeft is , heb ick dejeverklaringh willen doen. Hy dede noch een papier, door den felven Kayer onder fijn oor- kullen van daen halen , in het wekke dit volgen- de gefchrcven ft ondt :
Wy Don Philippo , door Godes genade Konhtgh- van CafiiOe , hebbende voor de tijdt van 4.0 Jaren, twee Koningbrij eken geregeert , in het 7 1 Jaer van mijn ouderdom , geef ick het weder in de handen van mijn God) die hst behoort , enmün ziel m fijn goe- dertierene handen , op dat fijne Goddelijcke Maje- fteyt met de felve doe het gene hy vil, Em ick wil dat >
lóo De Spaenjche Mercurius.
na dat dejelve uyt mijn lichaemfal gefcheyden zijn '7 bet felve fal gebalfèmt , en in Koninghljjcke kleede ren gekleet fal worden , en op de kopere Bare gelegt , die daerflaet ; en ■wanneer mijn lichaem ? daer dege- woonlijcke 't ij dt fal uyt gelegen hebben , fal men het Bcftel- nner het Graf brengen op de/e wijfè. DeGuidonof ltngh des gamer van fen Aerts-Biffchop fal voor uyt gaen, ovc"'^daerna hetKruys , de Monnicken en de Gee- Bcgravc- ftelijckh'eyt. Daer na fal volgen d'Adelantado nis- in den Rouw , de Koninghlijcke Standaert , fle- pende.
De Hartogh van Najera , fal de Kroon dragen in een groot Becken , meteen Lamphert bedekt, de Marquis d'Aquiler mijn Swaert , en mijn Li- chaem lal door acht van mijn Dienaers gedragen worden , met lichtende toortfen. Daer na fal d' Aerts-Biflchop volgen , daer op de Grandes, en voort onfe algemecne Errgenaem. Mijn Li- cbaem fal ki een Tombe gefet worden , die men maken fal , en na dat dedienft fal zijn gedaen, fal men het in de Kelder , mijn laetfte Huys , neder fetten.
Jup. DieKoninghdroegh wel forge voor fijn Lichaem.
Mom. Het is de ydelheydt Vader diedemen- fchen niet verlaten wil. Vorders (ftont'er in) datgedaenzijnde, fal uwen Koningh , de darde van mijn Naem , na Madrid , in het Klooftcr van den Heyligen Jeronimus gaen, daer hy de negen dagen fal uyt houden , en mijn Dochter enmijnSufter, fuljen haer ondertuflehen by de Cordeliers op houden. En ghy Prince , feyde hy : behïlven het gene ick u anders wel gefegt hebbe , draeght grootc forge voor uSufter, die al mijn liefde , en het licht van mijn oogen is. Houd de Staet in Vrede , geeft de felve goede Beftierders , beloonendedegoedeen ftraiFende dequadc.
Hy
De Spaènfche Mercuriui. \6i
Hy beftelde vorder noch yets van de Marquis de Montdalar , en de Vrouwe van Antonio Pe~ rezte verloffen ; maer dat defe in een Klooffer iov. gaen , en haer Dochters alleen haer Moeders goet geven. Voort dede hy noch genade aen ce- nige gevangenen, en verfocht als doedelaetfte omhelüngh van fijn kinderen , en bclafte hen da'fc foudert gaen ruften.
Op het uytgaen vraeghde de Prins tegen Chri- ftoval de Moura, wiede Mcefterfche fleutel in bewaringh had ; de/e feyde, die heb itk fijn Hoog- heyt : geeft Je tny , feyde de Prins , uw Hoogheyt ^ antv/oorde d'ander , gelieft my te vergeven , het is defleittelvan vertrouwen. Waer op de Princc feyde Bafta-, het is genoegh, en gingh in fijn kamer. Don Chriftoval , gingh by de Koning, die hy een weynigh verlicht vand, en feyde hem : Sire , Sijn Hoogheyt eyfcht tny de fleutel af , en uk heb (e hem niet willen over geven , f on der verlof van uwe Majefteyt. De Koningh antwoorde he?n,gy hebt fèer cjualijck gedaen. Hy krecgh daer op weder een flaeute , en verfocht, toen hy weder bequam, de laetfte Salvinge,en eyfehte daer na ecnKruys- beeldt, dat in een koffer lagh > zijnde het felve daer fijn Vader mede gheftorven was , en daer mede wilde hyoock fterven. Na de Salvinge, quam de Prins weder by hem , en Don Chrifto- val de Moura weder in komende, viel op fijn eene knie ter aerden , en bood fijn Hoogheyt de fleutel aen, diedefelve aen nam j en de felve den Marquis de Deniagaf. De Koningh daer op fey- de, ick bevecle u Don Chriftoval als de befte van mijn Dienaers aen,als oock de andere, draegt daer forgh voor , en als doe keerde fïch de Ko- ningh om, nam fijn affcheyd van hen, en ver- loor met eene de fpraeck , in welke ftaet hy noch ;wce dagen bleef. En is eyndelijck op den 13 van
L de
i6t De Spaenfche Mercurius.
de Maent September geftorven , des morgens omtrent drie uuren , hier in noch geluckigh dat hy al fijn Vrouwen overlevende, noch evenwel niet kinderloos geftorven is j latende foodanige na , die hem noch trooft en genoegen in fijn uy- terfte hebben konnen toebrengen.
De Franfche , gheflagene Vyanden van de Spanjaerden, byfonder van defen Koningh, heb- ben fijn uytvaert , niet als met bittere veerlen en gedichten gehouden , daer ick om de vinnigheyt die daer inne fteeckt , geen gewagh van maken wil. Maer wel indien het u hooge Majefteyt be- haeght, van Don Jan van Ooftenrijck , daer ick meen al yets van te konnen by brengen.
Juf. Hetbehaeght my wel , laet hooren , wy hebben tegenwoordigh niet anders te doen. Verhacl Mom. Van fijn Geflacht is niet veelte feggen, \ ," va^n als dat hy van den Keyfer byeen Gravinne ge- teelt is j hoewel andere fijn afkomft flechter ma- ken , heeft fijn eerfte proef-ftuck van dapperheyt tegen de Mooren van Granada getoont , daer hy fich als een dapper Prins gedragen heeft , foo dac eenigeoudeCapiteynenenSoldaten van fijn Va- der , de Keyfer , die noch in het leven en in fijn dienft waren, over hem uyt riepen : Ea es Ver- dader o Htjo del Emperador : Hy is de ware Soon van den Keyfer.
Maer fiet my daer eens uwen Soon Mercurius aen komen ftoot-fchaven , hy heeft foo veel te doen als hy mach , om den hoeck boven te ko- men , fiet hem fijn hielen reppen , arm kint , hy is by na afgeflooft : daer komt hy in ,
Ooftcn
lijek.
Aen- komft van Mer cuiius.
Jam fuperum conjcendït Limen Ofympi.
Jup. Zijt welkom Soon Mercurius, wy had- den u al eerder gewacht , ghy moet al eenige ver-
hin-
De Spaenfihe Mercurius. i6\
hinderingh gehad hebben , die u foo lange op ge- houden heeft.
Merc. Geen byfondere , als alleen dat ick een wijl inSpanjen my opgehouden hebbe, tot de tijdt dat de verklaringe van den Oorlogh tegen Vranckrijck gefchiede, en zedert weder tot de verwachte Rupture en Breucke met Engelandt: maer dewijl die noch niet volghde , en mijn tijde geëyndight was , heb ick liever d\iytflagh van de felve , of het geen men meeft hoopt de Vrede , by naerder gelegentheydt te gemoet te fien. Ick fnap wel eens weder om laegh , of u vliegende Poftillon fal ons daer wel befcheyt van brengen.
Jup. Ondertuflchen , hoe hebt ghy het daer nu gevonden , al wat in een andere geftalte ghe- loof ick.
Merc. Spanjen, gelijck ick gefeght hebbe, heeft Vranckrijck den Oorlogh verklaert , die- nende fich van defe gelegentheydt van het her- reyfen der Vereenighde Nederlanden , (die de Franfchen Koningh , als een Water fcheen te fullen overftroomen ; maer door lijn eygen pa- len daer van wederhouden is) om eens weder te krijgen , het geen haer per f as & nefas ontno- men is, te gelijck ick Vranckrijck een weynigh te muyl-banden , die fich foo laftigh nu een tijdt herwaerrs voor haer geburen geloont heeft. En ten zy Engelandt een ander befluyt neemt , fal met het felve Rijck op die eygen wijfe gehandelt worden. De Keyfer gedreven door het oude en Alge- gemeene belangh van het Huys van Ooftenrijk ,™ecn* en nu te meer door de blijckelijcke toon vanVoiftto> Vranckrijcks lucht op het Keyfer rij ck , ook vol- gens Verdragh met de Heeren Staten , brenght brave Troupen te Velde; maer genoeght fich als een goet Jager den loop van het Wiktefien, al vanght hy niet.
L a Swe-
1^4 *)£ Spaenjcke Merturius.
S weden y vert feer in de Mediatie , om Vrede te maken , dewijl het geen Oorlogh vermagh , fonder blaem van d'een of d'andere zijde aen re vangen , en ftaet ondertuflchen met Branden- burgh in een Verdragh van onderlinge onder- ftant, dat met fijn eygen geit gekocht, ftilfit, daer het behoorde in de Wapenen te zijn , en nu eerft met verwonderingh (iet , wat voor volck hy of gevreeft of gemint heeft , die hem fijn ge- lagh wel betalen , maer in het fcheyden de kan door de glafen werpen. Nieuburgh fit ellendigh tuffchen twee ftoelcn in de as , en dewijl hy te veel de Vrient van den een was , fiet hem nu Vyandt van den ander. Deen mareken foeckr geen gefchil, maer houd fichaen fijn Kreyts, en in over een-komft met de Staten. De andere Rijeks-vorften , hebben yeder fijn oogwit > maer het Rijck heeft de befte party , d'andere verkla- ren noch niet, wilden wel, maer derven niet, houden het in febijn, metdefterekfte. Chcur- Keulen fit en kijekt den wijekende Frans-man na, en ftaet tuflehen hangen en wurgen, wenfeh- te wel een goedt Verdragh ; maer het Franfch bloedt dar hy noch in het lijf heeft , woelt hem noch te feer om fijn hert, en het fchijnt daer noch toe te fullen komen , dat hy fal feggen : Teecavi.
Maer Munfter heeft noch boeven geluck , en liet de minft fchuldige het gelagh betalen , ter- wijl hy fel ven door de druppelen heen wandelt. Mentwijffèltofhem fijn fwarten Meyfter noch de hant boven het hooft houd , en met een kon- ftige treek hem het onweder van fijn dack houd.
Se Jet aternutnque fcdebit.
Dien felven Heer Chriftophel Bernhart, fal wel blijven woonen , wil hy dien voec houden , hy
macn
De Spaenfche Mercurius. ióf
mach weleen potje breken, hy weet weer raec om goet te maken, of weet de roede die voor hem in de pis Jeyt , wel haeft in het vuur te wer- pen. 'Lotharingen leeft op goede hoop , maer het werck gaet hem te Hap voort.
Vranckrijckondertuffchen fiet fijn aenflag ten deelen op het een , en in het geheel op het ander mifluckt, en vint fich boven foobenaeut, dat hy onder lollen moet , heeft foo gretig geweefl: om in te fvvelgen , dat hy het niet al vertceren kan, en na dat hy fijn Conqueftenin tranen , Hollandt in bloet en in water geftelt heeft, fiet fich nu reduit a Rendre gorge. JEn by wijle van belchermen te gaen , die noch korts te vooren een werek te kleyn fcheen.
Jup Hoe gaet het dan met Engelandt ?
Men. Sacht Vader , ghy zijt te haeftigh , die kaetfte., Vranckrijck betaelde de ballen, en hy gaet met moede leden heen, in Ca/pas y Jubon , met evenveel in beyde fijn handen. Gelijck my daer een Vers in de hant geduwt is , dat ick u lie- den moet mede deelen.
Gaüia cum Batavis terreflres dividit oras , Quid tibi deprada ceditur Angle ? Nihil. Ter Viïïor Batavusfubjetlumpoljïdet eequor Quidtibi depelago ,Ji<bjacet Angle f Nihil. Gaüia Z.e/avdas nuper pro miferat urbes. £liiid ttbipromijjis t alibi* Angle ? Nihil. Cum Mars Janguineus ter funefiaverit <equor. Quidtibiproternis cladibus Angle f Nihil Si datur ufque nihil terraque mart que quid AngU Te terra dominum velvelis tefie maris ? Erga volensfalji confortia quarito Galli , Dij te hum quamfalfifidafit Angle fides. Dum Gallus terras , HoUandus pojjidet tequor Quid t'tbï feu terra Jeu maris Angle Nihil
L 3 Terra
166 DeSpaenfehe Mercuriut.
Terra favet Gallis , Bat avis aqua neutra Brr
tannps , Nee poter unt palmas 'ignis <& aura dar e , Ergo infeliees bis terque quaterque Britanni Nee duo nee quatuor queis Element a f avent.
Dit heb ick ter liefde van de Onroomfche aldus doen vertalen.
De Franfman, fchijnt wel, deelt met Hol- landt het gebiet ,
Wat deelt ghy Engeliman , van defen buyt dan > Niet.
Tot drie mael is de Zee haer Wapens toe-ge- vallen ,
Wat is u van de Zee dan over ? niet met allen.
Louïs gaf Zeelandt u ten lot in voorge tijdt ,
Wat hebtg' indefehant, in d'ander niet een Mijt.
Als Mars tot drie mael toe de Zee in 't rondt doet wagen ,
Wat brenght ghy daer van t'huys, miBrother ? niet als Hagen.
Is 't niet dan over al , te Water niet te Landt ,
Wat hebt ghy van die roem van heerfchappy ais fchandt ?
Als u haer Joos bedrogh doet door de fpieïïbn danflen,
Is 't mooglijck , houd ghy 't dan noch echter met de Franflen.
Als ghy Louïs op 't Landt, en ons in 't Water fiet,
En 't een en 't ander u niet geeft als enckel niet,
En vuur noch lucht u meer als die te wille we- ten ,
Moogt ghy een Elements onluckigh Schepfel heete.i.
De Spaevfihe Mercurius. i6j
fup. Datgaetfoowat heen , na de fwier van de Veerfe- makers.
Men. OndertuflTchen houdt fich die Kroon noch even vaft aen Vranckrijck , tot noch toe j en Gm een breuck te verbeteren ,begaet een dolle mis-flagh , en ten ware men beter wilt , men fou van hem feggen :
Sunt tjui in fortuna jam cafibus omnia ponant > Et nuüo credant mundum Reftoremoveri.
Degantfche werelt is evenwel verwondert, wat belang defen Prins fiet , om fijn Broederen, mee fulck een bitterheyt te vervolgen , en die niet an- ders ibecken , als hem alle voldoen inge te be- fchaffen, en te foecken groot temaken, die in derdaet, in al de Demeflez, die de Hollanders en hytefamen hebben gehad, geen zijde gekoien heeft , als om de fwackftete bederven , om de af- geüoofde met te meerder fekerheydt op den hals te komen. Het is feker genoegh , indien Vrank- rijck Meefter van Hollandc was geworden , dat noch de Zee, noch fijn onfekerc Havens, noch fijn binnenlandtfche Macht , hem voor die drif- tige Natie, en een ftaet-fuchtigh OverwinnaerEngeiant iouden hebben konnen bevrijden. En dat Enge- dr,c . landt niet onoverwinnelijck is , blijekt genoegh- foMacn- faem daeruyt, dat het felve Rijcktot drie ma- den ge- len toe , binnen de tijdt van fes Maenden gewon- wonnen nen en verlooren is. Speelende Hendrick dcf0n0lve"" Sefte, Eduward de Vierde , en den Graef van y0din.' Warwijck , het fpel van malkander uyt te bot- Lir. j. fen. Oock dat het Rijck ey ndelijk aen Eduward d*^iRe* gebleven is; kort na wiens doot fijn Broeder,^1" de Hartogh van Clocefter , Richard , fich felven Koningh gemaeckt hebbende , door denGravc van Richmond, weder van fijn Rijck en leven
L + be-
xó8 De Spaettfche Mercurius.
berooft is ; zijnde dcfe geftut , door de onder-, ftant van den Koningh van Vranckrijck , Louis d'EJfde , het wekke in geen vaft geftcrekte Lan- den gefchiet, daerfe plaets van vertreck 'heaf t , terwijl men fijn krachten herftelt.
Mom. Het is niet te bedencken hoe de Ko- ningh van Engelandt dien Koningh gunftkan bcwijfen , van dewelcke hy foo veel veronge- lijckinge genoten heeft. Omtefwijgen hoe on - minnelijck hy hem in fijn ballingfchap gchan- delt heeft , en dat fonder dwangh , alleen om fijn Lrf-vyand en Vader-moorder Cromwelte wille te zijn, (welckemisbandelinghin eenheel on- gelijckemaetvan de Hollanders, daer toe ghe- d wongen, gepleegt. De Koningh van Engeland, als noch ihl fwijgende, op hen trachtte wreken, daerhy 't van Vranckrijkdoor de vingeren fiet,) wil ick maer aenmereken , hoefterek die Kroon felfs tegen fijn herfteliingh heeft gewoelt , fpan- nende met fijn Doodt-vyand en Ufurpateur aen, waer over de fclve Koningh , den Franfchen Ge-. Bedroghfant te Bordeaux, oock niet begeerde te fien of vier Fran~te dulden . De bedricglijckheyt diefe omtrent den «cnEn- Koningh van Engelandt hebben getoont , om-r gciandt trcn£ de Engeifchen en de Koiianderen , too- êfplicgt. nende ccr/t vrientfehap met Engelandt te willen, diefe daer na 2f vielen, om met de Hollanders aen te f pannen , beveiligt dat Mercurius daer foo even gefegt heeft. Sy hadden korts voor de fluy- tingh van Vrede, tuÜchen Engelandt en Hol- Jandt , de Engeifchen verfekert , darde Hollan- ders dat Jaer gecnen V;loot in Zee fouden bren- gen , wacroverdc Engeifchen ilil laten ; maer de Hollanders in tegendeel fterek in Zee komen- de, rechten dat werek teChattan aen, en ver- melden een deel van de Engelfche grootlte Sche- pen;
Vol,
De Spaenfcke Mercurins. 169
Volgens de voorwaerden van de Vrede tot Breda getroffen , moffen de Franfchen St.Chri- ftoffèl aen de Engelfche wedergeven ; maerfy hebben het i'elve uytgeftelt, foo lang fy fagen , dat fy het nootshalvcn , en om hun eygen belang moften doen , maer niet Tonder al de Plantagie vernielt en verdorven te hebben. Op defe en an- dere wijfe hebbenfe den handel der Engeifchen grooten afbreuck gedaen. Datfe fich in de Zee- gevechten , meer als toefienders dan als getrou- we Verwanten hebben gedragen ,is oock blijcke- lijck. En fel fs omtrent defen Oorlogh, hebbenfe de Engeifchen niet weynigh bedrogen , makende hen wijs, dat den Koning van Vranckrijck fich van de aldergrootfte Vorften van Europa verfe- keren kondc , datfe fich in defe faeck niet fou- denfteken, dat de Hollanders onmachtigh wa- ren hen tegen te ffaen , die de macht van Tu- renne alleen in ftucken kappen fou , indienfe maer het hooft derfden bieden ; maer het ffrij- digc is re wel gebleken, en nu is geheel Europa daer om op de been.
De Franfchen noemen oock defen Oorlogh , een Oorlogh van Godtfdienft , en fulcken Oor- logh helpt de Koningh bevorderen, tegen fijn eygen gevoelen ; gelijck Grernonville ook voor den Keyicr verklaert heeft, noemende de Hol- landers Ketters, en ibois nu Engelandteen Ket- termeeftcr tegen fijn G el oofs- genoten ghewor- den. Pc Franfchen hebben oock defwegen ver- klaringh tegen alle Vorften gedaen , leggende vqorbodigh tezijn den Hollanderen, al hunne af genomen Steden weder te geven, indienfe den waren Godtfdienft diefe verworpen hebben, weder willen herftellen , en daer toe helpt Enge- landt medej daer hy met den Hollanderen van een en feilde Godtfdienft is.
h 5 7*t*
170 De Spaen/cbe Mercurius.
Jup. Het isby den Engelfchen naer ickfie, een ongegront vertrouwen.
Merc. De groote fchatten die Vranckrijck by leght , konnen hem niet feer bewegen , want die gaen met de Equipagie en toeruftingh deur , en noch meer d ier toe , dat de Ingefetenen feer wel gevoelen , fy hebben de Hollanders te kleyn geacht , en meenden die te gelijck in te fwelgen ; maer Habet & mufca fplenem &formicis/uabi/h ineft: Men moet geen Vyand te kleyn achten , noch te licht tergen , volgens de Spreucke.
Quamvts fublimes debent Humiles metuere , Vwditta docili quia patet/ölertia.
Dat is ,
Hoe groot men is , men draegh den nedrigen
ontfach , 't Geluckt wel dat fich deeseens looflijk wree-
ken mach.
En daer komt de Fabel van de Vos en Arent by , die bekent is.
Den Arent had gerooft den Vos fijn teere Jon- gen ,
En in fijn neft gebracht , lijn Dieren tot een aes,
De Moeder fmecckt'er om , maer 't was ver- geefs gefongen 5
Sy fat te hoogh in top en paft op geen geraes.
De Vos bracht Fackels by genomen van d' Al- taren ,
Verweckt een roock en vuur rontfom de groe- ne ftam ,
Dit bracht in doodts-gevaer de jonge Adela- ren,
Die meenden even ftaegh te fikken in de vlam a
Maer
De Spaevfche Mereurius. 171
Maer d'oude Rooffter , wilfe haer Jongen in het leven
Behouden , moft'er aen , hoe fnood by haer verdacht ,
En dat genome Roof haer Voedfter weder geven ,
En bidden diefe korts foo fmadigh had ver- acht.
Jup. Hoe ftaet het dan nu met de Hollandt- fche faken , die ghy op u laetfte uyttocht in fulck een verwerring gelaten had.
Merc. Die hebben nu geheel een andere ge- daente gekregen , de Jonge Vorft die het roer van defe gefolde Staet in handen genomen heeft, toont fich een goet Leerling in het Ambacht van Mars. Men heeft hem al gefien in het voorhooft van een braef Heyr, den Vyandt in fijneygen Stercktea befoecken , en hadde het foo wel ge- luckt , als beitelt geweeft , hy hadde Charleroy , Tocht Charleroy weder gegeven. Duras evenwel , üie v™ daer omtrent langh had gedomineert , molt het roy. hafepat kiefen, en de trouweloofe Nabuur , de Biiïchop van Keulen, vand fich in fijn eygen Hof niet verfekert, noch oock die van Straetf- burgh, d'oorfaeck van meeft al de onheylen , als werek- middelen van den Duy vel , om meni'chen te verderven. Maer Brandenburgh Het het Schip drijvende, waeromj weet hy felfs alderbelt. ; en had het van die zijde recht gemeent geweeft , de Biflchop van Munfter had al na Romen of el- ders geweeft. Maer de Stadtvoogt van Utrecht s de Hartogh van Luxemburg , die als een Aerts- konftenaer van knevelen , gelijck fijn Vader van menfehen-moorden heeft na gelaten, degele- gentheyt van des Princen af-wefen , en de fterc- ken Vorft waer nemende , maeckten een by fon-
de~
171 De Spaenfche Mercurius.
deren toeftel , om een fwaren inval in Hollandt te doen. Defe vervoeghde fich met den Graef van Marck , Stadtvoogt van Woerden , en bren- gen te famen een macht van omtrent 14000 Mannen, foo te voet als te paerde byeen , de befte Troupen van al des Konings Macht : Hier mede treckt hy , onder de vrcught van Pijpen en Trommelen , over het ys , makende alle vrcugt met dat flen en fpringen , om dat fy anders geen Jnkrcuk gedachten hadden , als Hollandt te overvallen en ticrFran. re vermeefteren. Het befluyt lagh op deStadt fchen. Leydcn , voorts op den Haegh , om daer eens hunnen buyck vol de beeft te fpeelen. Sy von- den weynigh tegenftant, en datiè vonden qua- men fy te boven. Den Hemel evenwel erbar- men met foo veel vroome lieden hebbende, dede het weder ontlaten , en verhinderde alfoo te ge- lijck hun voort-tocht , en te gelijck hun af-tocht, dewijl de wegh diefe gekomen waren, niet weer van hen konde gebruyekt worden. En het had flecht met dit Heyr geftaen , indien een blood- aert , Paine Vin genoemt , die een aenfienlijcke Poft bewaerde , daerfe na door moften , en ibo onbedacht als fchelms de feive verliet , hen den wegh nahuysnietgewcfen had. Sy iieten on- dcrtuflchen, hoe benaeut fy oock waren, niet na, de aldergrootfteongebondentheyt en wreetheyt te plegen , dieden Duyvcl feive in gedachten fou konnen komen , en lieten een gedachten ifle tot Bodegrave, Swammerdam en elders, die noch wel hondert Jaren of meer , van de Franfche woede fal doen fpreken. Sy dan geftuy t , kregen gemackelijcken af-tocht, en trocken weder heen, daerfe hoorden.
Maer de fchelm Paine Vin heefc het met den hals moeten boeten , dat hy de behoudenis van ibo veel ichelmen was geweeft: : E.n aldus liep
dat
De Spaenfche Mercurius. 17$
datrampfpoedighjaer teneynde, niet evenwel ionder een voorfmacck te geven van nieuwe heyl , die de ellendige bedruckte en bedrogen Hollanders over het ramrjfpoedigh hooft bingif. AKbo het fchijnt met hun quael op het hooghlle gekomen te zijn , en de bepalinge van het uy- terfte verdriet, fich tot daer en toe uytftreckce. Dele beitont in het geluckigh veroveren van de ftereke plaets Coeverden , een Sterckte van het hooghfte belangh , en de lleutel van Vrieflandc De Sradtvooght van Groeningen , Rabenhooft, had al over lange lijn gedachten over die plaets laten gaen , of het hem mocht gelucken. Hy eyndelijck fijn üaghwaer genomen hebbende, fendt een Troup van 1 100 Mannen te voet , be- nefrens vijf benden Ruyters , onder het geleyde van den Overften Luytenant Eybergen , Major Wijlcr , Jonck-Heer Sickinga, en d'Overfte Luytenant van Bebber, ncfrens drie benden Dra- gonders uyt. Het eei fte dat defe deden , was de toegangen tebefetten, op dat de Vyanden geen kenniffe van hun aenflagh fouden krijgen. Tot Dalem hieldenle itil) en befloten aldaer Coe- verden aen te taftcn , hoewel de Vyandt albe- 1 eets kennis van hunnen toelegh had. Sy bren- gen des morgens by óen dagh de Bies-bruggen over de op-gebijtte Grachten, en taften de plaets nen drie verfcheyden oorden aen. Die van bin- nen als gewaerfchouwt en op hunne hoede,toon- i\en dappere tegenweer; maer de befpringers drongen foo moedigh en onvertfaeght aen , datfe ten negen uuren al Meefter van de plaets waren. De VriefTche Poort die door een Petard geopent CocveJ- wiert , gaf de Ruytery toegangh. Alles wat op oveit> " de Wallen gevonden wiert , rooft fneuvelen , de reft van de befettingen , wierp het geweer daer heenen , en gaf fich over. Wel 150 Biflchopfe
wier-
174 &e Spaenjche Mercurius.
wierden kappot gemaeckt , en de Moy , die daer her. bevel hadde , vluchte met 300 van de fijne in de Kerck , daerfe om quartier baden , en dat verkregen ; maer wierden alle na Groeningen gevanckelijck wech gevoert. Men vand daer wel 61 ftucken Gefchuts , 24 Mortieren, en voort alderhande Oorlogs-voorraet in overvloet binnen. Inderdaeteen leer geluckige verove- nnge, eneengevolgh van naerftige dapperheyt van dien braven Stedevooght. Die in de voorle- den Maent van July tot in Auguftus, deStadt Gronin- Groeningen foo dapperlijck tegen de gheheele gen vei- macht van den Biflchop verdedight , en den fel- dadight. ven mfcC fc^anje en verlies daer van doen afwij- ken heeft. De Prins van Oranjen , om den Vyandt oock aen de zijde van Hollandt een wey- nigh verder van de hant te wijfen, neemt Poft tot Nieuwer-fluys , een Dorp tuflehen Utrecht en Amfteldam gelegen , en fet de Franfchen bin- nen Utrecht , daer mede te gelijck een goede bril op de neus , befluyt ten vollen den Thuyn van Hollandt , met een gedurige wal van fterek- ten , en geeft ruymte van achteren, om een groote ftreeck Landts die tot bevrijdingh van Hollandt onder water lagh , weder tot mereke- lijck gerief van den Ingefetenen weder droogh malen. Een verlichtingh die byfonder aenmer- kelijck is , en de Franfchen , door het krachtig verfekeren van die Poft , alle vorderc gedachten benam , van oyt een voet Landts op Hollandt meer te winnen. Noyt als doe heeft fich die bra- ven Landaert van haer voordeel van de natuur, foo tijdelijck gedient , en het geen al in het ver- geten was, ghetoont, dat fy onverwinnelijck zijn , indienfe alleenigh eendrachtigh van binnen zijn ; en wel by hunnen God ftaen , die waerli^k in het behouden van die Landen , in iulck een
doo-
Nicu wer-
fluys.
De Spaenfche Mercurius. 17 f
doodelijcke verwarringe , van zijdigheden der Hoofden , en oproerigheden der Borgeren , ver- baeftheyt vaneen yeder, en felfs toe-genegent- heden van de meefte Regeerders , om fich met iijf enzielaen de Franfchen over te geven , een wonder-ftuck getoont hecfc. Daer wierdt by de Grooten geen andere giffinge gemaeckt , offy fouden van Heer veranderen , en dat feer ghe- mackelijck. Tot Dordrecht gebeurdent dat twee Regeerders, Vader en Schooi;-Soon > ineen eerlijck mans ftocp voor den regen quamen te fchuylen , die zijnde een man van aenfien en verftant, na dat hy deHeeren in huys genoo- dight , en fy het felve gheweygert hadden , de vryigheydt nam met de felve in een gefpreck, over den tegenwoordigen ftant van faken te ko- men , en eyndelijck te vragen , wat noch ten laetften van het werck fou worden ; waer op hem een van de Hecrentotantwoort gaf. Geen fwa- righeyt Monfr. N.N. ghy fult het uwc behou- den , en wy fullen yeder het onfe behouden , het fal foo gemackclijck toe gaen , wy fullen 't niet eens voelen.
Accipe nunc Danaut» infidias <& Crimine ab una Di/ce onrnes.
Merckt aen dit , hoe het met al de reft geftelt moet zijn geweeft.
De V yanden ondertufTchen teLande niet kon- zec-gc nende vorderen , befochtende Hollanders we- vecht, der te Water. Sy hadden hetjaer te vooren on- geluckigh genoeg het felfdeonderftaen , en met bebloede koppen geleert dat de Hollanders noch de felve lieden waren , die (es Jaren te vooren hen foo Meefterlijck den broeck op-geneftelt , en met al haer delayeren en draien tot de Vrede gedwongen hadden. De Hartogh van Jorck, die
het
ïj6 De Spaenfche Mercuriut.
hctjaertevoorcnin Zee was geweeft, bleef nu te huys.
Doffus in acceffos non irritare trahrones.
De Hollanders waren alleen met $6 Schepen in Zeegeloopen , hoewel het flecht genoeg in Hol- landt ftondt , om alleen op tegenweer te denc- ken , Tonder eenige macht uyt te fenden. De Engelfche met de Franfche Vloot vereenight , quam op de Hollandtfche Vloot aen , die half i'oo fterck als fy op Schoonevelt , haer lagh in te wachten , en fonden des morgens een Efquadron Schepen van verfcheyde grootte , tot 3? Fre- gattenen 23 Branders beftaende , op de Hollan- ders daerfe ten Ancker lagen , aen ; aliöo de Engelfche dit voorfpelvoor afwilden hebben, of mifïèhien hun geheele Vloot niet eens gewaer- Onbc- dighden te gebruyeken. Na het voorbeeldt van dacht- Koningh Johan van Vranckrijck, dieopdefelve heyt van wjjfet]e Engelfchen te kleyn achtende, hen maer ^ohan21 met ^Jn Ruytery wilde komen beftoken, dat van hem mettwintigh tegen fes duyfent de flagdedc Vranck- verliefen , en fich felven in handen van de Engel- ujek. fchen bracht. Maer defe gedetacheerde of afge- zonderde Vloot 9 quam op den middag foo heer- lij ck by Tromp , die de voortucht hadde, te ga ft, dathyalgenoe«h had, eer de maeltijdt halfge- daen had. OndertufTchen gcraekre de Prins Rob- bert, die in de placts van den Hartog vanjork, nu het opper-bcvel had , ben effens Sprag en den Grave d'Eftreé, oock met deRuytef en Banc- kert aen de hant, die opdefelve wijfeonthaelt wierden , tot datfe eyndelijck weder moffen af houden , en fich verder in Zee begeven , latende fitten het Schip Cambridge met 50 , de Refolu- tie met 40 , en de Conqueror met 40 , beneffens een Frans Schip met 66 Stuckcn, diealgefonc-
ken
De Sfaenfcbe Mercuriuto tjf
ken Zijn. De dooden en gequetften onder hen waren ifoo, en daer onder verfcheyde Hop- lieden. De Hollanders verlooren het Schip De- venter , dat op een Banck , de Haecks genoemt* voor Wefl-Cappel in ftuckcn ftiet , beneffens een Advis-Jacht , dat in het binnen komen met feer veel fware gequetrten , gefoncken en geble- ven was. d'Engclfche bleven een ftuck weegs in Zee boven de Hollanders te loefwaert leggen , fonder weder af te komen 3 houdende fich befig* gelijck oock de Hollanders) met het geen ont- haeftert > en onftucken gefchoten was , weder te hermaken. De Engelfchen gaven uyt dat fy de overwinnlngh hadden , eri logen dat het tegen hunnen neus aenftoot j maer de Koning en fijn Cabaliften vernamen wel haeft anders. Prins Robbert dan bleef boven de windt , en de Hol- landers in hun gefichtop Schoonevelt j hun oude Rendevous of Loop-plaets, bequaem om een waeckend' ooge over Zeelandt te houden , leg- gen.
Het konde niet minder zijn > of het naburigh Zeelandt , zijnde als een oog-getuyge, hoe men als St. Joris tegen den Draeck , om haer leven dong , was in een groote ontfteltenifle , en brach- ten dien volgens al by , tot verfterekinge van de V loot dat helpen konde ; die ondertuflehen haer beft dede , om * was het mooglijck 3 de loef van de Engelfchen te krijgen , tot dat fy , fes dagen na de voorgaende Slagh , een ftijv e Noordoofte wint kregen > waeruytfy befloten, niet alleen fich te weeren , wanneer hunnen Vyandt hen aentafte; maer oock lelfs om hem te gaen vin- den daer hy was 3 om hem van de Zeeufche Ku* ften , na hun eygen Kuft te doen gaen.
Op Woenfdag zijnde den 14 van Juny 167^ /*n~J Qp een uur da omtrent bezuyder Son , maeckten K 'h*
I]% De Spaenfche Mercurius.
de Hollanders t'zeyl , om op een nieu hun Oor- loghs-geluck te beproeven , en quamen lbo voor de wint op d'Engeifchen af, die daer op terftont mede de zeylen by fetten ; maer in de plaets van als brave Mannen ftandt te houden , als kleyn - hertige bloodaerts loopen gingen. De bezeylfte van het Efquadre van Tromp evenwel , zeylen- de vandeBlaeuweVlagge, die de traeghfte wa- ren , in geraeckten , daer mede ftaende onder den Ridder Eduward Spragh , aen het gevecht ; waer door de reft van de Engelfche en Franfche , wildenfe die niet van hun geheele gros af-gefne- den fien , ftandt moft houden , leggende het foo dicht als fy konden N. N. Weft over by de wint op. Onderwijl was het Efquadre van Amfter- dam , daer over Tromp het beleyd hadde , al t'ce- nemael met de Blaeuwe Vlagge van de Engel - fchen aen den dans , zijnde toen alreets vier uu- ren na de middagh. Ten 5 uuren quamen de andere van Prins Robberden denGrave d'Eftreé, mede met den Kollandtfchen Zee vooght de Ruyter , en die van ZeelandtBanckert , aen het gevecht. De Ruyter quam den Prins Robbert foo na op de buyt , dat defe de geheele laegh van iiem kreegli , waer door defe lijn groote itenge over boort geraeckte ; maer geraeckten onder de befcherminge van twaelf Branders uyt het ghe- drangh. Dit gevecht duurde tot in den duyfteren nacht, geduurendedewelckedeEngelfchen we- der naer hunne Kullen gingen facken ; zijnde van drie Hollandtfche Schepen tot een uure des nachts al fchietende gevolght. Defe drie Sche- pen vierden alle3waer door de Engelfchen meen- den , dat het geen drie Schepen , maer de ge- heele Vloot was , die hen volghde , fouden an- ders niet geweken, maer eer defe drie genomen hebben,
On~
De Spaenfche Mercuriut. 170
Onder de Engelfchen lag bet als doe feer over hoop , niernant wilde de fchtrlt hebben,
Et quod finguli declinabant in unum rejiciebant t Unius in miferi opprobrium converfa iulere.
De Franfchen hadden de fchult. Dé Franfchefi leyden het weder op den Prins Robbert , die de Ruyter niet "wilde af-wachten ; niemant even- wel derfde het hooft by den Koningh op-lteken. Ondertuffchen hebben fy alles onder malkande- ren gefmoort, en gaven het een fchoonen fchijnj dat fy in het eerfte gevecht van den 7 Juny , De Ver- Hollanders niet verder in hunne Banckcn hadden der>- -°°~ ven aen t aften , om de Vloot van fijn Majefieyt niet der En- m het uyterfie gevaer tefteUen , vandoor een over- gelfchen, komenden fiorm te moeten firanden , waer overfy het /even mijlen van de Wal hadden moeten af- houden ? ondertuffchen hadden Aejè bcquame gelegent 'heyt ghe- hadt , om fich van alle noodtwendigheden te voor- fien j daer fy , integendeel , met geen verfch volck waren verforght geveefl , geltjck de Heer Arlington belooft hadde , joó dat fy , tegens der Hoti 'ander en geflerckte , en op nieu voor pene Vloot , niet konden be- Jïaen ; maer hadden evenwel met hun ontramponeerde macht foo veele te wege gebracht , dat fijn Majefleyts Inloot geheel behouden is geworden , en datjy alwijc- kende de Hollanders van hun Poft , en de bewarmgt van het Ey 'landt van Walcheren hadden af- ge loc kt , om hen foo in loet ruyme Zop defehe aen te taften en te vernielen , op dat/e dange/amentlijck met de "Lant* macht , HoÜandt en Zeelandt mochten overvallen en vermee fleren.
Dir wiert den Koningh fchrifteiijekoverge- levert , die al verftaen hebbende dat fijn Viool uyt der Zee geflagen was , fich aenfionts met den Hartogh van Jorck , na de Vloot begaf, die al krimpende de Rivier van Londen op quam , die M * men
1 8o De Spaenfche Mereuriut.
men aldaer wederom beftondt te calefateren. Men bevand de doodcn en gequetften volgens hunne iijften, 8co in hec getal te zijn> onder dewelcke eenige Hop- lieden van name waren. Nieuwe De Koningh van Engelandc hartneckigh in tocru- {jj n fpjjt ^ ru^ wecjer toe ( en doetfe op nieu Zee
Engel- Piefen, om op de aenkomende wederom Vloot fchen. uyt Ooft- Indien te paffen , en die vermeeftert , in Engelandt te brengen , het welcke hen eenig- iïns geluekte , maer de meeitebuyt is hen ont. fnapt. De Koningh dede het Volck en de Bevel- hebberen groote beloften , en de Ridder Edu- ward Spragh feer gemoedight , gelijck hy moe- dig en dapper genoeg was , belooft hem Tromp levendigh ofdoot te leveren , of het fou hem fij- nen eygenen rooden hals koften , en in dit iaet- fte fprack hy de waerheyt.
Nee huncjua votaprecantem Defiituere.
Het gefchiede hem na fijn eygen feggen. Sy
3uamen op den 4 Augufti de Duytfche Vloot , aerfe voor Ooftendelagh , weder in hec gelicht, die d'Anckers lichtende, voort t'zeyl maeckten orn d'Engelfche by te komen j rnaerdefe fcha- vielende , fetten het Noortwaerts aen , niet wil- lende noch de Slagh wagen , naer de Maes toe f daerfc den Briel dachten te overvallen ; maer den Hemel fekerlij kalleen heeft dat verhindert , alfoo door een wondcr-ftuck , de Ebbe twee uu- ren te vroegh quam , die hen het in4oopen ver- hinderde. Aldus fackenfe te met voor by Sche- velingen, Santvoort, Wijck op Zee, Haer- lem , Petten , 't Oogh , en Texel heen , om te fien offer eenige middel was te landen , jagende de Landtfaten geen kleynen fchrick aen , door dewelcke de Kullen aenftonts voorfien wierden.
Sy
De Spaenfche Mercuriut. 181
Sy derhalven houden af, en fetten het benoor- den Texel , om op de aenkomende Ooft-Indi- fche Schepen te paflèn , waer van i'y op den tien- den het Schip Papenburgh bequamen , dat on- der het beleyde van den Ridder Lirleton op-ge- ibnden wiert.Drie andere wierden ondeif ufïchen by Sc. Helena genomen , maer de Hollandtfche Maetfchappy , heeft daer in Indien die fchade wel rijckelijck weder goet gemaeckt. De Duyt- fchen ondertuflchen , alsfe verftonden dat d'En- gelfchen aen hunne Kullen waren , lichten door ordre van de Staten en fijn Hoogheyt, mede hunne Anckers , daerfe voor Schevelingen van den Prins befocht wierden , als zijnde hunnen Opper Zee-voogt , tot wel te doen aengemaent, 't geen in het volck foodanigh een moed ont- flack,dat men niet anders hoorde als Vive Oranje, langh leve fijn Hoogheyt. Hyaldaer fijn verrich- tinge af -geleght hebbende , keerde onder het ge- leydevan ecnige Oorloghs-Schepen , weder na Schevelingen , onder het los branden van het Gefchut , latende ordre aen de Ruyter , waer naer hy fich te fchicken foude hebben.
Onder dies bleven d'Engelfchen voor Texel leggen , en de Hollanders fackten valt af, tot voor Kampcrduyn , (zijnde het doe de 20 van Auguftus) feven mijlen ongevaer van d'Engel- fchen. Prins Robbert dan, leyde het Zuyd-oo- ïtelijck aen > om de windt van de Hollanders te krijgen. Des naermiddags waren de Hollanders Noordwaerts van d'Engelfchen, foo dat defe de loef van hen hadden. Evenwel quamen d'En- gelfchen niet af om te ftrijden. De Hollanders fmeten het voorts over een anderen bocgh , tot dat d'avontaen quam , blijvende den geheelen nacht onder zeyl. Des morgens op den % 1 , met het kriecken van den dagh , fagh men de Mj Hol-
vcght.
i%% TieStMnfche Mercurm,
Hollanders fterck 90 Oorlogh-Schepen , om- trent twee mijlen van d'Engelichen. De Hngel- fchen wenden het daer op Noordwaert aen , toe omtrent 7 uuren des morgens , en keerden fich vierde toen weder naer het Zuy den. De Hollanders dat ze e-ge- fiende , en lettende op het keeren en wenden van d'Engelichen, fetten het icherp by de wint op , tot 8 uuren toe ; en vielen doen met een groote moed op d'Engelichen aen, Tromp op de Blaeu wc Vlagh , onder Spragh, Banckert op de Witte van de Franfchen , en de Ruyter op de Roode, onder Prins Robbert. Daer op gingb, het fchrickelijck gedonder weder op het hevigtte aen , waer op een flagh-regen viel , maer kondc evenwel de hitte der Helden niet verkoelen , en klaerde omtrent ten 10 uuren weder op. Toen hadde het de Witte Vlagge gewent, en bleef te Joefwaert leggen , het gerecht aen fien.
De Ruyter was Prins Robbert kort op dezijf de , met twee onder-Admiralen en een Schout by Nacht ; foo dat Robbert , te feer gedrongen, liet op een wijckcn fette , van de Ruyter en Ban- kert gevolght.
Ondertuilchen was de Blaeuwe Vlagh onder Spragh , hardt met Tromp aen het werek , en de Admiralen met malkanderen in een verwon- derlijcke hevigheyt. Tromp kreegh ia de tijdt van 6 glafen (dat een vreemde faeck is) niet ee-. nen doode. Hier mocht men in der daedt twee brave Helden aen malkander üen, om de eer en overwin ningh ftrijdende^ d'een wift wat hy fijn Koningh belooft hadde, en d'ander,* dat hy fijn leven en eer wel had te verdedigen.
$k velut ingenti Sylafummove Taburno , Cum duo converjis , mmika ad pr/elïa Tour 't , Vrmtibus incurrvnt , pavidi cijfert magïftri
Stel
^■^■W-
De Spaenfthe Mereurius. i8j
Stat pecus omne metu mutum mujjantque mvenca% 6}uis pecori imperitet t quem tota armentaje^uaur
tur , lïïi interjefe multa vi vulnera mi/cent Cornuaque obnixi infigunt , &Janguine largo Col/a armojque lavant , gemitu nennit omne re*-
mugit.
Gelijck op Sylas of Taburnus hoogh van top , Wanneer twee Stieren flaen aen 't ftrijden ,
kop aen kop , De Harders ftaen verbaeft , het Vee , de jonge
Koe yen , Sien flomhetfchouw-fpelaen, en weten van
geen loeyen , Vol anghft wie 't Veldt behoud , en wie ,de
gantfche fehaer , Als overwinnaer , ftaet op 't eynd , te volgen
naer. Sy woedend onder een , berieden wond op
wonden , En 't bloet rufcht hen ten borft en halfcn neer,
gefchonden Door d'hoornen onderlingh , en wonden fon-
der tal. En door'tgeloey ontfet fich 't bofch en lage
dal.
Maer Prins Robbert en d'Êftreè , overtuygtvan blooheyt , en gepranght door hunne plicht , la- ten Spragh met hertfeer in de iy , en de Ruyter , om niet hunne ordre te breken , en een mis- (lagh te begaen , die voorheen qualijck geno- men was , hebbende Robbert en d'Eftreé k< rt genoegh een goede wijl op de hielen ghefeten, keert weder na Tromp, en by die gelegentheyr, de Roode en Witte Vlagh van d'Engelfchen , om Spragh te hulpe te komen , die nu befig was, M 4 mee
ï8i De Spaenjche Mercuriuf,
met ten tweede mael van Schip te veranderen, lijnde fijn St. Joris alreets mafteloos gefchoten , maer fijn Boot, waer mede hy na de Royael Charles meende over te varen, wiert dooreen kogel getroffen, die uythet Schip van Tromp quam , waer door de Boot fonck , en Spragh , be- Jpragh neffens Littlèron , en Meeiter Smith , fijn Lijf- ver iron- knaep , verdronck , maer gevifcht wierden. Dit *«*• gebeurde omtrent 6 uuren in den avondt ; du- rende het ghevecht noch, om fijn Schip de Royael Prins te vermeefteren , tot 's avonts ten 8 uuren toe , daer het wel op net alderfcherpfte afliep ; maer het Schip wierdt door de Grave d'Ofiery op de St. Michiel , uyt het gevecht ge- fleept , beneffens noch vier andere maftelooie rompen, die anders in handen van Tromp fou- den gevallen zijn. Daer op wenden het d'Éngel- fchen weder van de Hollanderen af met de nacht , die leggen bleven , op de plaecs van het gevecht, flapende alfoo op het Veldt van de Batailjc. Des anderen daeghs fagh men d'Ëngelfchen boven wint zij nde , noch leggen , fonder datfe weder- om af quamen; maer integendeel, hun ceturs of loop , ailengskens na de Riviere van Londen toe.
Ut Leo quempugna «ejecit fortior hofiU , Refpicit intrepidusj rtEiuJque ir.tentaPankehi. Sedfugit i at refugit mortem timuiffe videri.
Gejijck een Leeuw, die uyt den Jager ftrijdt
gedreven , Wel vlucht , maer onder dies hoewel die hee-
nengaet, Somwijlen Itacn blijft, en fijn tanden blincken
laet , pn niet en vrecü: als angh te fcbjjnen voor fijn
ieveq.
P<?
De Spaenfche Mercurius. 18 f
De Franfchen begaven fich mer het Canael , daerfe meerder fchade by de itorrnen vonden , alsfe van hunnen Vyandc gevreeft hadden , ver- liefendenoch 6 Schepen door onweder.
Van d'Engelfchen zijn twee Schepen , de Sint Schade Joris , het tweede Schip van Spragh , met g*[lchne"a> 70 , en het Jacht de Henrietta met ao Stucken gefoncken, behalven 18 Branders, die vruch- teloos verbrantzijn , 12 wierden mafteluos wech geileept , van dewelcke noch twee onder wegen gefoncken fouden zijn. De dooden en gequet- iten zijn wel xcoo ge weeft, teroorfaeck van de mcenighte van Landt- foldaten , die op de Vloot waren. Onder de Bcvelhebberen zijn de Ridder Eduward Spragh, een braef Krijgs-man , Littlc- ton3 Mr. Smüh , la Neve, en andere Hop-lie- den van het Landt-volck. Het gemeene geble- ven Volck wiert in ftilte tot Harwitz aen Landt gefet, en de Bevelhebberen wierden eerliicken heerlijck te htiys gebracht en begraven. V?.n de Hollanderen is niet een cenigh Schip gebleven , maer weldetweeonder-Admiraels de Liefdeen Sweers, beneflFènsde Hop-liedenjonckerjohan van Gelder , David Swerius en Dirck Joppe , met tuflehen de 5 en 600 dooden en gequetften.
Ondertufïchen was men te Lande niet ftil , daer de BifTchop van Munfter , om die van Coeverden , welcks verlies hem feer fmarte , en waer uyt hy groote moeyclijckheyt te lijden had , door den Overften Ransbergh , het Huys te Gramsbergen dede vermeefteren ; maer als de GramJ- Overften Pylagh en Hautijn , weder naer hun Vg^° befettinge Otmarfchen trocken , wierden defe Munfter- door d'onderftant van Coeverden , dat te laet ge- fch<? ver- komen was , en fich om op ócCc te paften , in een mc*GCIt< hinderlage geleght hadde ,geilagen ; en behalven 4e dooden j 70 gevangenen binnen Coeverden M 5 ge-
Mae- ftricht veilorcn.
Qvetm iriflfltMe
gcn vaa fijn Hoog- heyt.
!?6 JDe Spaenfihe Mercurtus.
gebracht. Dcfe Poft focht de Biflchop feer te verftereken , en een fwaren Dijck aldaer te leg- gen , dwars door de Aroom de Vecht heenen , iboom de Stadt door het op-!oopende water te benaeuwen , als om daer langhs door de moeraf- fen in Drenthe te geraken, leggende daer vorder drie of vier Scbantfen tot veriekeringe op. Het water in der daetop-loopendebenaeude die van binnen overmatigh feer ; maer heeft ten laet- ften door hier eygen gewicht , en de wint den Dijck gebroken , en met verlies van veei Mun- fterfchen , de Stadt verloft.
Maer het fwaerfte gewelt der Franfchen was op Maeftricht , dat de Koning met gewelt wilde hebben, al fou'erfijn geheele Macht omvlie- gen. En in derdaet, hy dede daer het grootfte gewelt op , dat oyt op een belegerde plaets is ge- daen , en foo wiertfe oock verdadight , gelijck uyt het getal van de Bevelhebberen , hoogh en laegh , die daer foo gedoodt als gequetft zijn , ko- mende tot de 229 , en groote meenighte van ge- meen Krijghs-volck , van het welke vaft de acht Regimenten der Staten , noch maer rx\o Man- nen, van het Regiment Italianen 223 Man, van de 12 Vanen Paerden 4 12 Ruyters,vande twee Hulp-benden van Halmes en Mocrbeeck 3 >o over gebleven. Het getal dat de Franfchen daer voor hebben laten fitten , is door he: gedu- righ ftormen vry groot , en daer onder veel Grooten. De Stadt dan is met goet Verdrig over gegaen.
Daer-en- tegen, hebben de Staetfe weder by Groeningen , de Nieuwe Schans en de Lange Acker Schans , ftormender hant verovert Maer het geen vry meerder klem geeft , is d;e brave tocht van fijn Hoogheyt, op dewelcke , met de Spaenfche en Keyfcrfche vervoeght, fich Mee-
fter
De Spaenfche Mercurius. 187
ftervanBon, Duytz., Bruïl, en Rijnbagh ge- maeckt heeft ; fluytende de Franfchen alfoo den Rhijn , gelijck hy aen de andere zijde , door hec dapperlijck veroveren van Naerden , eertijdts een geringe , maer nu , door het belangh der Franfchen , een feer aenfienlijcke Sterckte , hen van de kant van Hollandt nietweynig!' : bekom- mert heeft. .Het welcke vcrooriaeckt heeft dac de Franfchen fiende fich genoeghfaem af geme- den , alreets Utrecht , Woerden , en voorts het verlaten Sticht, met Bommel, Crevecceur, Kampen , "rSte- Harderwijck , en andere plaetfen meer verL ten hebben : volgende hunnen Barbarifcb.cn Hartog van Lutzenburgh, die niet londer duyienrge- vaer, door geraeckt is , om fijn Meeilcr reeke- ningh van fijn Duyvelaryen te doen. Men hoopt dat i'y haeft noch meer füilen verlatenjmaer meer op Vrede , die hen beft is. Vorder weet ick u van daer niet meer te feggen , en dit is gelijck het acn het Spaenfche Hof bericht is. De Polen hebben oock een trefFelijcke zegen op den Turck be- haelt \ maer hun Koningh is gefcorven , en fijn befigh een ander tekiefen. In Vranckrijck en over al wacht men op d'uytftagh van het Parle- ment, op welcke fpil het nu alles draeyt , hec fucces met den naeften.
Jup. Wel nu dit is van 7t gemeen , hebt ghy nu noch yets byfonders , van ontmoetingen of diergelijcken , ghy bent doch den ouden Mercu- rius.
Altre. Niet van groot belangh, en mijn ont* moetingen zijn niet als lofrelijck , dit komtmy te vooren : Ick was op de wegh van Alcala n* Madrid , wanneer ick van een Spaenfche Sen- noor of Letrado, ghelijck hy aen fijn ghewaet fcheen, en daer na oock bekent wiert , te zijn, in-gehaelt wiert , zijnde fijn Muyl een weynigh
bo
j88 DeSpaenfcbeMercuriu*.
beter te gangh was , als de mijne , die'er een d'Alquüar , of een Huyr-paerr, was. Na dat hy my gegroet hadde , vraeghde hy my, of mijn rcyfe na het Hof was , ick berichte van ja , en hy ieyde de fijne oock derwaerts tezijn. Met het an- dere woorac wilde hy weten wat Landtfman ick wa6 j waer op ick hem feyde een Franfman te zijn , Gavacho Vrancefe , feyde hy weder. Ick vraegde hem wat fulcks te feggen waer. Hy daer op > het was geen naem van verongelijckingh , maer alleen yets dat beteekende dat de Franfchen wel qualijck in hun Landt konden duuren , of datfe malkander in hun Landt moeten vcrltinc- ken , dewijl men geen Landaert vint , die de we- relt meer door-reyfen als de Franfchen. Het is miffchien , berechte ick hem daer op , om datfe wat leerfamer als de Spanjaerden zijn , en gaern fien wat buyten hun ouders koken te doen is, op datfe konnen , <&• foris fapere <& domi non cacutire , buytens landts wijs en te huys niet blindt zijn. Het wclcke gingh ick , indien de Spanjaerden wat meerder betrachten , en niet gelijk de Schilt- padde > fpeelden ó»K9« <£«*««> ««w^ro* , ooft wefl te huys beft , fy fouden met hun garbe van leven, de gantfche werelt lbo befpottelijk niet Zijn. De Spanjaert had foo veel complaifance en believen voor my, dat hy my toeftondt dat het reylen een groot voordeel aen bracht, maer dat het weder- om de natuur der menfehen feer doet ontaerden, wanneer ycmants aert goet is , antwoorde ick hem, fal die daer door niet verergeren, indien hy anders wijs is ; maer wel is hy een fot , daer door fotrer worden , maer liever onwetende te wiilen blijven , als in het groote Boeck des We- reks te willen ftuderen , docht mycen hartnec- kjge dwaesheydt te zijn; gelijck men lieden in Spanjen vint, die niet gclooven dat'er andere
Lan«
De Sptenfche Mercurius. 189
Landen in de werelt zijn , als Spanjen , of an- dere Steden als Madrid. Hy bekende dat'er van die flechr-hoofden gevonden wierden , felfs dat den grooten Ader%n de Grandes , wcynig buy- ten Madrid quamen , en noch na den Oorlogh noch eenige vreemde Gheweften talen. Maer evenwel niet lieten , in handelinge met vreemde Vorften , foo befcheyden te zijn , als eenigh an- der volck, hoe bereyft fy oock mochten zijn. Ick Sennoor feyde hy , ben een Vefcayno Le- trado , of een Man van Letteren, en heb mijn leven noy t verder geweeft als Alcala , daer ick nu van daen kom , en heb evenwel de moed, de pen op het papier te ftellcn, en te fchrijven , dat by andere volckeren wel mocht gelefen worden. Ghy hebt my daer even den naem van Gavacko ¥tancefe> ick weet niet of die van Picaro Vtfcaino u niet wel toepaflTen fou ; want veel hooger achtinge heeft die Landaert niet onder de Spaen- fche Ingefetenen. Maer met wat recht weet God, feyde hy ; want indien ghy de rechte aert en waercligheydt van de Biicaynen ter degen aen- Waer- merekt, fult ghy bevinden, dat'er geen volck ^^ onder het gehcele Spaenfche gebied, van fulck cayers. een oude aenfïenlijckheyt en aenfienlijcke acht- baerheyt is. Ick moft daer half om lacchen; maer hy, fonder fich des te kreunen, gingh voort: ghy moet weten, feyde hy, dat de Roomfche, A fricaenfche , Gotfche , Wandalifche en Moor- fche Wapenen, geheel Hifpanien hebben over- loopen , het meefte daer van befetcn hebben ; maer dat Bifcaye door de befchut in hare Bergen , alleenighvry, en vandefeBarbarifcheval onbe- fmet is gebleven. En met goet recht wordt vaft geftelt, dat derhalven de Vifcaynfche fpraeck» en die van Guiprifcoaende Afturias, als door geen vreemde vermenginge van Tael verbaftert,
do
Spaen- fche en Latijn- fche Vccrfen.
/90 De Spaenfche Mereuriut.
de recht A boriginele Spaenfche fpraeck is, daer het gebruyckelijcke Spacnfch , niet als een dia- ket te noemen zy , Zijnde maer een enckel ver- b ui e re Latijn , en dat in iülcör voege , dat foo ghy daer cenige Arabifche en Moorlche woor- den , en weynigediefe metdena-gebureil de Ita- lianen en Franflhe gemeen hebben , uyt neemt , ghy niet als mifmaeckt Latijn daer in vinden (uit, want let eens op dele Veerfen :
Infaufta Greciatu paris Gent es Lubrkas , Sodomittcas , dolojut , lAachivando fraudes Cautelojas Ruinaudo anim&s innocente*.
In defe is niet een woort of is goet Latijn , en te gelijck gebmyekeiijek Spaenich , dat by yeder menfeh van de geringde ilagh kan verftaen wor- den. Grootc - Defe on fe aenfienlijckeoutheyt dan, en de al- achtbaer-toos befchermde vryhcydt, geeft ons die acht- hsyt vta baer'Mevt , d.itdc Koninghfelve, in geen van de Bi.cayt. Landrfchappen van Bifcayen komt , ofdealder- eerfte ftap die hy daer in doet , verbint hem fijn fchoenen uyttetrecken, toterkentcniilè dat hy opeen mucghdeiijckee;ronttreet. Want gelijck het probabel en bewijflijck is, dat de Biicayfche Tael , deoor'pronckelijcke vanSpanjen is, al- {"00 is het oock buvren bedencken , of het volck zijn het eenigeoverblijffel en de rechte Aborigi- nes van dit out dapper volck , dat de Roomfche Wapenen foo veel te doen heeft gegeven. Want het.is fcker , dar men deoutfteTaet en Volcke- reninhet peber^hte vitit. Gelijck de Eproten onder de Griecken de Tael het alderlangfte fuy- vcr bewaert hebben. Want de Spanjaerden be- kennen felve, dat de oudtfte Adelijcke Huyfen
bier
De Spaenfcbe Mercurius, 191
hier uyt voort ghekomen lijn: waer door een Bifcayner , een Ridder van aile drie de Habijten mach zijn, fonderdathetOfficio eenighonder- foeck op hem behoeft te doen , of hy oock zy Limpio de lafangre , de los Mores , fuyver van het bloet der Mooren. Zijnde genoegh dat hy een Monfanero of Bergling is. f n waeriijck, foo veel heeft hen de veyligheyt van hun geberghte toe- gebracht, daer het veel iwaerder was , den Vyant te vinden als te overwinnen : Difficilitu kojïetn ■ inventre quant "vincere. En hetgeen u mhTchien verwonderlijck fal fchijnen , indien ghy het an- ders niet meer gehoort hebt, als noch geen tfe- ventigh of tachentig Jaren verleden , heeft men de Pattriccos j een Volck foo genaemt, in het hert van Hifpanien ghevonden, daer men foo NicH. veel eeuwen te vooren noch van gehoort , noch * olck ,n van geweren heeft , hoe oock dit Landt door al-gl^!> derhande flagh van vreemdelingen door- loopen den. en door- kropen is. Defe ontdeck ing gefchiede , door middelen van een Valcke-jacht, van den Hartogh van Alba , omtrent eenige gebergten , niet verre van Salamanca. Een van de Valckcn , die de Valckenier het meelte in waerden hield , quam hem over defe Bergen te ontvliegen , en lijn volck niet konnende den Vogel in het cerfte op-doen , wierde door den Hartogh weder te rugge gefonden , om die by alle middelen naer te fporen. Defe Valckeniers klimmende op en ne- der , van Bergh op Bergh , en over al rontfomme fiende , kregen ten laetiren een wijt breet en feer vermakelijck dal in het ooge, en daer ineen deel wilde en naeckte menfehen , befloten als in een vergaderingh van hooge rotfen en heuveïen> d'een ah in d'ander gefloten , als een deel flechte en wilde menfehen als fy waren , niet anders als de Indianen van de nieuwclijcks ontdecktc In- dien,
z$l T>t Spaenfcbe Mercuritu.
dien , van dewelcke de fommige meenden , dat een M^in te Paert j maer een Dier was , dat foo- danigh gefchapen was»
Defe wilde lieden een goede wijl op óeCc Ja- gers een wijl hebbende ftaen fien , met verwon- deringh , vloden ten laetften in hunne holen 3 want bet waren Trogloditen > en hadden geen an- dere wooninge ais holen en fpeloneken van de Rot7.-fteenen . . De Valckenier de toegangen wel waer genomen hebbende , keerden des anderen daeghs wederom, en feyden denHartogh, dat in de plaets van den vervlogen Valck te vinden , fy een nieuwe werek gevonden hadden 5 en een nieu volck ontdeckt in het lichaem van H'ifpa- nie, noyt bekent, zedert dat Tubal Caïn , daer eerft gekomen was. Een wijl daer na , gingh de Hartogvan Albafelve, met een deel Bos-fchie- ters daer heen » en vermeefterde defe nieuwe Wilden, die geen andere Wapenen als flingers hadden , om fich te verweeren. Hy bevand , dat fv Pythagorhten waren , en niets datieven in fich had , nuttighden ; maer alleen op vruchten, wortels , en Witer uyt de Fontcynen leefden. Sy baden de Sonne en de Mane aen. Hun tael was niet meerder te verltaen , als die van de Hotten- tots, aen de Caep de BonaEfperanca. Eenige woorden, hoewel weynige, waren enckel Bif- cavnfch, en deuyrfpraeck , gutturaelof door de keel, een onwederfprekelijck teeken van een oude Tacl.
Aldus gevonden , wierden fy van langer hant, tot de kenniflè van de ChrillelijckeLeereghe- bracht. Micrfy waren (feyde mijn reys-geiel ,) tot noch roe bekenbaer, onder al de andere vol- keren van Spanjen, als zijnde veel geeldervan verwe , buyten twijffel , ter oorfaeck van de groote hitte van de Son , die op dat fteenigh ge-
berghte 9
De Spaenfche Mercurius. 19}
berghte, een krachtige wederflagh maeekte* daer defe naeckte zielen geen verfchuylingh j als in hunne holen voor en tegen hadden.
Maer vervolghdede Spanjaert, om weder tot de Talen te komen , dat de oorfpronckelijckc Tacl der Spanjaerden, door de overloopinge der volckeren foo onraert is. Stact niet te verwonde- ren , d'oorfpronckelijcke felfs , hebben haer merckt-lijckeveranderingh gehad. Men telt, be- v'n <*£ halven de Latijnfche Tael , maer veertien Moe- a cfl* der-talen , die geen veranderinge onderworpen zijn geweeft, en onder defe is de Latij niche noch verandert, gelijckghyaen defe Veerfen hooren kond*
Sic eji , ftdm Ttenum lacient uls manacapras e(l Andreas ; ïpflus Hortitor ego duo Dividiam eftricem , ut gemi averruveet & ultra Cal f ar , quod Nymphis nenum ehrium & Argf
tiorum Zitf'0 , auodnoftrA bac tjicia dafpliter Dtgufet , hee fraxobgracarï (baud nutnina poj~
cent) Prodinit , topper mort a modo orta necat.
Ooclr de Saliaenfche Verfen , omtrent het eyndc van de RoomfcheRepublijck, waren naeuwe- lijcks te verftaen , en niet meerder waren de ca- pitulatien en voorwaerden van Vrede, tufïlheïi de Romeyncn en die van Garthago. En een yc- der is genoeghfaem bewuft, wat flagh van La- iijn als noch opdeColumnaRoftrataj tot Ro- men, ter gedachtenis van de vermaerde Scheeps- itrijdt , en overwinninge van den Borgermee- fter Duiïlius , die 150 Jaren voor Ciceroos tijdtj voor- gevallen is, tefien zijn j oock wat Latijn men cen tijdea van Plautus gefproken en ghe-
K {chr«*
joi. De Spaenfche Mercurius.
fchrevcn heeft. Soo dat voor en naer de tijden van defen grooten Redenaer , de felve Tael hacr veranderingen niet weynigh in fich felven heeft gehad ; voor eenige vermengelingh van vreem- den , of eenige andere nootwendige oorfaeck. Horatius klaeght oock dat in fijn dagen felfs > de woorden veranderde als de munt felve. Voorts behalven defe veranderinge , fonder uytwendige oorfaken , moet men bekennen dat de felve Tael noch uytwendige oorfaken heeft gehad, om ver- baftert te worden , zijnde die de toevloeying van vreemdelingen onder deRoomfche Borgerichap, en fulck een groote meenighte van (laven , van alderhande Barbarifche volckeren , die in Rome zijn gebracht geworden;waer toe komt fulck een gefwerm van Barbaren , die in minder dan een hondertj aren tijdts drie mael Iral ie geheel heb- ben overloopen , en fulck een vaften voet in hen gefet hebben ; gelijck oock mede in Spanjen en Vranekrijck ; waer door de Latijnfche Tael foo- danigh bedorven is geworden , alsfe tegenwoor- digh in Italië gefproken wordt , die de natie felfs, noch meer daer van foecktaf te trecken, ver- balerende de woorden (voornamcnrlijk de Tof- canen) noch met en meer , om Tolcanemente (foofefeggen) tefpreken.
Van defe verdorvene Talen evenwel , is de Spaenfche de oudtfte. Want de Wandalen en Alanen, inhetjaer 4.10 uyt Vranekrijck ver- dreven zij nde , begonnen als doe Hifpanie aen re taften en te bewoonen , het welcke fy feer veele Jaren in befettinge gehouden hebben , tot dat de Gothen , zijnde door deFrancken en Bourgon- diërs uyt Vranekrijck in Hifpanien gedreven , de felve Wandalen en Alanen , weder uyt Hifpa- nie in Africa gejaeght hebben (drijvende alfoo defevolckercnalsdefpijcker», d'eea den ander
uyt)
De Spaenfche Mercurius. 1 9 £
Uyl) en niet alleen hen-lieden , maer oock al de Roomfche befettir.gen , die daer noch gebleven waren , blijvende door dien middel Heeren eil Meefters vanditgantfcheGeweft, van dewelo ke oock de Koningen van Hifpanieafghedaek zijn.
d'Andere veertien Moeder-talen , die roet be- ter geluck , hun ftant niet alleen behouden heb- ben in fich felven , maer felfs door de Roomfche overwinningen weynigh of niet verbaftert zijn , zijnde defe. j. De YrfcheTael, en een groot gedeelte van de Schotfche. i. De Brittonfche in het Landt van Walles , in dewelcke meenighte van Grieckfche woorden * tot verwonderingh te vinden zijn > die defe in dit Diftichon begrijpen*
Hals , hudoor , Genejis, Pur, ioi/t'a ckrooa didaske. Daira , meli> kluo , clios 7 ai fa Met hm.
Soo veel beteekenende als hout, water, geboorte* vuur, debuyck, een oude vrouwe, onderwijl fen, deaerde, honigh, hooren, defonne, hec nootlot, dronckaert. Beneffèns felfs eenige Mexicaenfche woorden : als pen, hooft, guyn* Wit, en meenighte van andere woorden meer. De 3 is onfe Bifcayfche Tael. De 4. d'Arabi- fche , die men in de hooge geberghten van Gra- nada de Alpuxaras genoemt , gefproken heeft , of miilchien noch fpreeckt. f. De Finlandtfche Tael» 6. DeHooghduytfche, beneffens de Ne- dcrlandtfche , Deenfche , Noorfche en Sweedt- fche Talen , haer ghefufters eer als dialecten. 7- d'Oude Cauchifche Tael , irt Ooft-Vrieflandt en daer omtrent. 8. De Sclavonifche , die men in Polen , Bohemen , Mofcovie en Ruffie , hoe^ welmeteenblijckelijcke veranderingc van dia- lecten of tael-kunne fpreekt. 9. d'Oude Illirifchej die men ia het Eylandt Vegglia, naer het Ooften N % Tan
i<)6 De Spaenfche Mercurius.
van Iftria, in de Liburnifche Inham gelegen, fpreeckt 10. De Grieckfche Tael in Grieckeu- tandt, en omleggende Eylanden , een gedeelte van Macedonien en Tracien noch te vinden. 1 1. d'Oude Epirotifche Tael, iri het gebergte van Epirus. 12. De Hongerfche. 13. De Jaxygieeufche Tael. Aen het Noorder gedeelte van Honga- ricn, tuffchen den Donauw en den Tibifch ge- fproken , heel verfchillende van deHongarifche Tael. 14. En ten laetften , de Tartarifche Tael van de Procopifche , tuflehen de ftroomen de TanaisendeBoryfthenes of de Nieper, by de Meotis en de Pontux Euxinus.
Wanneer mijn Letrado fijn redenen tot hier en toe gebracht hadde,en noch een langer fcheen te willen entameren , bracht ick hem met een aerdigheyt 7 op het gene hy had gefeght van felfs eenige gefchnften te hebben gefchreven , of te konnen fchrijvcn , feggende dat ick in het begin vanonfeaenfpraeck, van fijn Merced, meende te hebben verftaen, dat de felve wel debequacm- heyt hadde , van de pen op het papier te f tellen , daer ick ter goeder trouwe geenlins aentwijfrèl- de ; maer wenfehte wel te weten , of de felve al- bercets , de werelt , met eenig (tael van fijn ver- bant had geluckigh gemaeckt. Hy , met een ze- digheydt evenwel , (tegensden aert der andere Spanjacrden, die daer over de borft uytgefbeken, en over de fchouderen gcfien , en hunne knevels op-geftreken fouden hebben , eerfe het woordt uyt de mont lieten gaen) antwoordevanja, en j dat hy noch korts een Traclaet had uyt gegeven, onderden naem van Conjèios neceJJ~arios <& avij'a- J!o$ a/u Majeftad. Dewijl (feydeick) het felve al- bereets uyt gegeven én gemeen gemaeckt is , en ick het geluck noyt hebbe gehad , het felve aen te treffen , fou het verhoopte ick fu Merced* niet j
tegca
De Spaenfche Mercurius. 107
tegen de borft zijn , eenige pafiagien daer uyt voort te brengen. Hy toonde fich daer terftont genegen toe j en begoft dan aldus : Het eerfte inhoud dat ick daer in voorftelle , is een aenmaninge aen van ecn de Geeftelijcke, om fijn Majefteyt met gewil- ^Jj^ Iige contributien en inwilliginge van penningen, in fijn Oorlogen tegen Vranckrijck , tot het we-* der herftellen van fijne faken , en het befnoeyen van de moetwil van die ©nverdraeglijcken Land- aert te hulp te komen. Daer na wijfe ick eenige oorfaken aen , waer door des Koninghs fchat- kiften vermindert worden. Met afmaninge van de felve , onder devvelcke is , lajuhida de la Mo- neda de Vellon , de verhooginge van het geit , het welcke Savedra fcght, de Kroon van Spanjen meer fchade te doen , als al de Schrick- dieren en Draken van Africa konnen toebrengen. Vor- ders rade ick fijn Majefteyt fich na de Geefte- lijcke te voegen , die altoos de poort open heb- ben om te krijgen , maer gefloten om het minfte van fich te vervreemden , en daerie geen laften dragen; aldeRijckdommenvande ftaet befic- ten, die men behalvcn een vriendelij ck verfoek wel metgoet recht fou konnen dwingen , om de Kroon behoorlijcke onderftant te doen , maer dat evenwel tot algemeen vergenoeginge en vrye verwilligingedienftiger fou zijn. Waer toe fou dienen een vertoogh , dat fijn Majefteyt ander- fins de arme Landt-lieden fou moeten befwaren , die daer door lichtehjck fouden bewogen wor- den den Acker-bouw te laten varen , en fich eU ders heen te begeven , tot (ter groot nadeel van de Kerckelijcke inkomften , tienden , honder- den en diergelijcke.
Voorn amen tl ijck wille ick die gene aengc-
fproken hebben , die door miltdadigheyt van fijn
Majefteyt tot eenige bcneficien en vorderlijcke
N 5 be-
198 De Spamfche Mercurw.
bedieningen verheven zijn , die weder in vergel- dinge fich niet behoorden te ontfien , fich van eenigh van bunHuys-raet, Silver-werck , Ju- weelen en diergelijcken te ontblooten , om fijn Majefteyt en de ghemeene faeck voor te ftaen. Om nu het felve te beter te wege te brengen , geef ick den raet, dar fijn Majefteyt voornament- Hjck d'een of d'ander van fijn Grooten in het werek fal ftellen » voornamcntlijck foodanige , door wiens toedoen fy pt die wacrdigheydt ghe- raeckt zijn , en van dewelcke {y noch meerder ("ouden te wachten hebben , voorn amentlijk in- dien de felve goet bericht van hun gewilligheyt en miltd^digheydt aen den Koningh en lijnen Raet doen. Invoegen defegebenifkeerde , ten oplicht van die gene , door wiens toedoen fy be~ gunftightzijn, en de hope die fy vordersopfijn gunft lullen hebben, hen tot d'uyterfte mütda- digheyt fal brengen, fonder d.at fy eenfoowel verdienend perfoon yets fullpn derven ontfeg- gcn. Dat men al dit niet mofte te wege brengen, voor het lichaem van eenigh Capittel , maer by ycder in het byfonder ,met goede aenteekeninge van denamen der geener die fich het beft of het geringhitL- geroont hebben, Daei na rnack ik een overflagh van de Koninghlijke inkomften, die fijn Majefteyt trekt, uytlijn Koninghrijken,en die van Calhlle en de Indien , die in het rouw niet meer op brengen als achtien millioenenin gout > en dat Philippus de Vierde , aen de Kroon komende, niet meer vand als achtmillioenen twee honderten tfeftigh duyfent kroonen , die hy by na terllont aen fijn Parrifanen moft uyt- reyeken , om Vranckrijckalsdoe tegenftandt te doen , gelijck in de volgende Jaren noch meer- der onkofien hebben moeten gedragen worden , foo in het hentdleq van Caplo^ne, ais in het
{tillen
De Spaenfche Mercurius. 199
flillen van de onruften van Napels , het befcher- men van de Stade van Milanen , het hernemen van Porto Longoneen Piombino, beueffens ee- nige plaetfen in de Nederlanden , en het oncier- ftant doen van de Princen van fijnen aenhangh , al het welke de kas noch gevoelt , hoewel ooor defe tijde van Vrede het Rijck al vry fijnen adem heeft gehaelt. Maer dat'er aen al defeontftellin- gen noch veel te herftellen vak. Maer onder de middelen daer toe dienende , gelijck ick voor de- len van de Geeftelijken heb gefeght , foo wil ick , aen d'ander zijde de Wereltiijck<e 5 doih voorna- mentlijck de Heeren niet voor by ghegaen heb- ben i en om kort te gaen , verfta niet te behoo- ren , dat fijn Majefteyt vier hondert en een-en- tnegentigh Commanderyen , die de acht Rid- derlijck of Militaire Orderen in dit Rijck befit- ten , die meer als een miUioen gouts in rente be- dragen , foo flechtelijck daer heen, uytcnckel gunft, en mcenighmael aen lieden diedefelve niet waerdigh zijn , worden gegeven. Van defe en meer andere dingen vcrvolghde de Letrado , handelt dit gefchrift , met haer behoorlijcke aen- wijfingen , fonder dat ick de felve al te famen op halen kan , of met de felve u meerder wil onder- houden j en wel mocht hy het fegi'en , alfoo ick meenende eenige aerdigheden van hun Spaen- fche vonden te hooren , daerfe geluckig in zijn , al begoft verdriet te krijgen, ioo haeft hy fijn mom op dede. En op dat hy niet weer op den fel- ven text mocht komen te vallen , veranderde ick van redenen , en begoft na eenige byfonderhe- den en Intrigues van het Hof te vragen , wie de voorname gunftelingen daer waren. Hy ver- fchoonde fich met te feggen , daer nu foo byfon- derlijck niet van te weten , zedert dat hy tor Al- cala met de Cathedra > of Hoogh-leermeefter- N 4. fchap
*oo De Spaenfche Merturivt.
fchapwas begiftight geweeft, dat hy voorheen een dienaer van dien grooten Staets-man en na- yvcraer van Mazarijn , Don Louis de Haro , was geweell , die de plaets van den ongeluckigen Graef van Olivarez foo wijfTcIijck bekleet had, als d 'ander die jammerlijck gelaten had, ick die van die gunftelingen weynigh kenniflè hadde a verfochf hem vriendelijck my dapr eenighver- hael van te doen , dat ick als een vreemdelingh , niet kondc laten, nieufgierigh te zijn ; voorna- mentlijck om yets goets te hooren, uyteen mont gelijck de fijne. Vleyery heeft groote krachten, en maeckt verbintenifte , maer of nu mijn fchoo- ne woorden, of fijneygen beleeftheyt hem be- wogen, om mijn verfoeck in te willigen, hy feyde my dit van.de Graef d'Olivarez. Van den De val van defen Graef d'Olivarez , heeft de ^ri<or gantfcne wereldt verwondert en verbaeft ghe- vwez maeckt , en getoont wat fwacker gront de gunfl van een Koningh is , om ftaet op te maken \ die dcfe lievelingh een geruymen tijdt heeft geweten op te houden , en dat door konden , die hem ten laetften noch bedorven hebben.
Van fijn beftieringh fal ick hier nietfeggen, als zijnde van een andere tijdt, als dit Iaetlte al- leen , om fijn Meefter d'oogen te vullen en te be- driegen , omtrent eenige klachten die men ghe- claen had , ter oorfaeck van de dierte van het broot, en dat'er by na binnen Madrid geen te krijgen was, en dat wel gerechtelijk door fijn toe- doen , dewijl hy eengoet ftuck geks van d'om- kggende Dorpen genoten had , om hen te ont- flaen van het verbant daerfe toe verbonden zijn , van dagelijcks een fekere meenighte broot op de marekr te brengen , wat dagen of vier-tijden het oock fouden mogen zijn , op fekere boeten die ^ae% op ftaen. Wanneer fy nu defen gunftelingh
al-
Be Spaenfche Mercuritis, aoi
aldus de handen gevuk hadden , bleven fy foo nu foo dan , daer omtrent in gebreke , als kon- nende hun broot wel quijt worden en oorbaren , fonder dat na de marekt te brengen. Het gebrek nu dat daer door veroorfaeckt wiert , quam den Koningh ter ooren, hetwelcke d'Olivarez foo hacft niet vernam , of hy beitelde dat al het broot dat men in verfcheydene gedeelten van de Sudt konde vinden en by een halen, gebracht, en sijnbc op de venfters voort gedaen wiert , in een ftraet driege- daer de Koningh fou moeten door rijden , om r>e- na de Kerck van Noftra Dama d'Atocha , ter Miiïè te gaen. Defe die hy die laft hadde gege-r ven , droegen fich daer foo wel in , dat de Ko- ningh in het door rijden , al de bancken , winc- kels , pothuyfen en venfters , niet als met broof befet fagh. De Koning fiende defen overvloet , feyde , dat hy daer door klaerlijck genoegli be- kende, dat defe die hem hadden aengebracht, dat'er broot gebreck was , niet als een deel loge- naers en lafteraers waren. Maer d'Olivarez, , om dat'er geen meer van diergelijcke klachten (ou- den komen, beitelde van toen af aen, dat fonder opficht van de vrydom die hy hen gegeven had, de Dorp-lieden , gelijck fy voorheen gewoon wa- ren geweeft, het broot te marekt molten bren- gen , en zedert hoorde men van iulcke klachten niet meer, en de Koningh bleef langh in het ge- voelen , dat het gene men hem aengebracht had- de, niet al3 een bcdriegery van fijn vyanden en haters was.
Maer de Koninginne quam daer eyndelijck toen door haer wijsheydt en ghedult , om defen gunftelingh by den Koningh te ftellen in den ilaet die hy verdiende. Sy nam van langer ha nt haer ghedeelte , in de beftieringh der faken van Staet , dewelckc haer door defen na- y verende N 5 ftaet*
I
aoz
De Spten/cbe Mercurius. ftaet-fuchtige , tot lbo langh was gedifputcert en ontleght. Hebbende fich eyndelijck met lof daer in begonnen te dragen , nam fy ghelegentheyt haer Man te kennen te geven, in waronordere de /aken van fijn Koninghrijck ftonden , felfs wat gevaer fijn Kroon liep, door de quade be- ftelüngh van fijn gunftelingh. Dit ftelde fy op fulck een bequame tijdt , en met foo goede gele- gentheydt en wüerfchijnbaerheydt voort, dat de Koningh fich niet lange daer over bedacht , maer hem uyt het Hoffette. En felfs men vingh aen fijn Proces en Recht-faeck op te maken..
Defediein defe ghelegentheydt , degrootfte Racdts-man van de Koningin ware , was de Graef van Caftriglio , een naetiwe Bloede-ver- want van d'OIivarez felf , die ondernam hem te verderven. Men had evenwel moeyte genoegh om den Koningh daer toe te doen verftaen. Maer ten laetften , wanneer fich d'lnquifirje daer medequamtebemoeyen, en hem aen te fpre- ken, als zijnde van de verfoeyelijcke Leere , de hos A'unbrados van de verlichte, een Leer die voor eenigen tijt in Spanjen al vry onder de man . geweeft is , daer hy felfs de Koningh mede inge- nomen foude hebben , fcheelde het weynigh of Endoot. hy foude hem hebben laten drijven; maer fijn fchielijcke doot quam een fchandelijcker voor , en men gelooft fel ve dat de fel ve hem door ver- gift is veroorfaeckt , en dat fijn eygen Magen daer de werek-meefters van zijn geweeft , om te eerder aen fijn goet te geraken. Mijn Heer en Meefter Don Louis de Haro , heeft'er wel het befte ghedeelte van ghehad , en is daer foo rijck door geworden , dat ick van feker perfoon ver- ftaen hebbe , dathy daer over de hondert dartig duyfent kroonen aen jaerlijckfe inkomft uyt ge- haelt heeft , foo dat men fich niet behoeft te ver-
wen-
■■^■MH
De Spaenfche Mercurius. »C %
wonderen , dat hy daer na fich met de ftaet van cerfte bedienaer heeft te vreden gehouden , fon-. der daer uyt te foecken al de voordeden die hy daer fou hebben konnen uyt trecken. En wat fijn beftieringh aengaet , daer van heeft Pafquin die weten te feggen : Dos Hombres perdiero» a Efpan- na j uno porjèr malo a todos , el otro por/èr buono a nadie, 1 wee Mannen hebben Hilpanie bedor- ven , d'een om dat hy quaet was voor een yeder, en d'ander om dat hy goet was voor niemaut
Eer hy in gunft was gheraeckt-, iat hyinde Koetfe van den Hartogh van Villa Medina, wanneer de lelve met een Stilet doodt gelteken wierr.
Defen Edelman was de aerdigfte en geeftigfte vcrha«i Hovelingh van geheel Spanje. Men vint ontal- vin dc" lijeke fialen van aerdigheden van fijn geeft onder ^c^vflts» de Hovelingen, waervan, (feyde mijnen JLf- Meóina. trado) ickueen, die geen van de minlte is, wil verhalen. Soo als hy in een fekere Kerk quam, wiert hem een fchotel aengeboden , om daer fijn Aelmiflè in te ontfangen , voor de zielen in her Vagevuur , om die daer uyt te verloffen. Hy al eer hy yets daer in gaf, vracghde hoe veel dat hec koften moit, een ziel uyt die pijn te verloffen, en zijnde hem geantwoort , na gelegcntheyt van faken, leyde hy daertwee piftoletten in , en wilde te gelijck weten of die ziel daer mede vry was , en als hem d'andere verfekerde vanja, nam hy fijn twee piftoletten wederom te rugge, (eggende, dat het daer mede wel was, de ziel was dan al» reets buyten perijckel , en had geen noot daer weder in te komen , maer dat fijn twee piftolen meer gevaer leden, van noyt weder in fijn beurfe te keeren , indien hys'er niet in ftak , en foo ging hy daer weder mede heen.
Maer van al fijn aerdigheden waren weynige-
dic
aoA De Spaenjche Mcrcuriut>
die hem meer koften , als die van een Mafque- rade of Mommery. Hy was wel foo laetdunc- kendedathy felf hetooghop de Koningin Eli- fabeth derfde flaen , foo verre dat hy ghenoegh- faem verlieft op haer was ; en fich fel ven foo qua- lijck kondc daer omtrent wederhouden, dat hy de teckencn daer van maer al te klaerlijck dede blijeken , die hem voor een reuckeloos en dwaes menfeh deden bekennen en aenfien.
De goetaerdigheyt van de Koninginnc , die de Mannen van verftant 'feer hoogh achte , en van fijn fotternyen niet wift , maeckte dat fy hem met feer goede oogen aen fagh. En dit , hoewel een uytwerekfel van een enckele goetheydt , hielp hem voorts tot fijn val, dewijl hy niet konde noch fich wederhouden, als een Gallanden Min-^ naer van fijn Meefterfe, meer als een dienaer van haer te fpreken. Hy vercoonde fich dan ,op fekerendagh, ineen Momme-kleet, dat ghe-. heel met ftucken van achten bedeckt was , die men in hetSpaenfch Rea/es d'Odw noemt; met een devijsof fm-fpreuck daer by, die de werelt Vtccmt genoegh om van te fpreken gaf ; hoewel de be- bcfluvt duydin^e twijffelachtigh was, luydende aldus: mis Amores fon Rea/es, dit konde menduyden , dathy nittals Realen van achten beminde, of dat fijn Minne Konirghlijck was: men wift te veel van fijn miltdadigheyt te fpreken , om te ge- looven , dat hy aen gierighcyt of liefde tot geit fou vaft zijn, en daeromme wiert fijn fotte gene- gentheyttc klaerder hier uyt ghevat. En of dit noch niet genoegh was, fijn dwafe Min bracht hem wel foo verre, dat de felve hem dede een Toneel-fpel, gheheelvan Machinen en Konft- wereken toe-ftellcn , daer hy over de twintigh duyfent kroonen aen hingh , daer hy , om de ge- legentheyi te hebben , van haer Majefteyt te om- vat-
van den Hartogii de Villa Medina.
Voyant
De Spaenfche Meriurius. lof
vatten , met haer uyt de brant te redderen , het vuur in dede fteken , het welcke by na het gant- fche huys vcrbrant heeft. Sakcn in der daet , die fijn Meefter den Koningh groote na-y ver heeft de s$ veroorfaeckt , die daer over op den vollen cn£"'* klaren dagh hem in fijn Koets heeft doen ftilet- teeren* daer Don Louis de Haro tegenwoordig was , alsgefeghtis.
Dit was het eynde van onfe onderlinge rede- nen, bencffens eenige andere van wcynigh be- langh , en tegelijck die van onfe reyfe naer Ma- drid , daer wy op het vallen van den avont bin- nen quamen , en een yeder naer onderlinge be- tuyginge van dienflbaerheyt fijns weeghs gingh. Maer om noch yets van defe Minneryen te feg- gen. De Spanjaerden maken by na geen andere Mïn* verquiftinge van belangh , om dewelcke fy , van £ 'canl_ cl goeder herten verquiften wat fy oock konnen by jacidcrf. halen. Daer is niet een perfoon van eenigh be- langh die fijn Dame niet onderhoud , en op den een of den andere Courtifaneniet verflingert is , die óefe doortrapte fleer fen, die in diekonftal die van Europa overtreffen , foo fchoon weten te pluy fen , datfe qualijck een veder in hun neft behouden , het zy aen juwelen , kieederen of on - der- rocken j diefe Guarde pïeds noemen, karof- fen , huys-ract en diergehjeke. Men wil feggen datd'Admirael van Caftille , voorheen , hoewel hy geenfins van de fijekfte was, op een reyfe , aen een van defe fchoone, een ghefchenck van tachtentigh duyfent kroonen. gedaen heeft. Een Pallavicim van Genua feght , dar hem een ander oock twee duyfent kroonen voor haer genegenr- heydtghekoft heeft ; maer defe fiende, dat de fcheuck met dewelcke hy te doen hadde, hem aen de lange lijn hield , lictfe varen , fonder yers van haer te bette hebben. De Feeft-dagen die
daer
lo6 De Spsevfcke Mercurius.
daer gheviert worden, zijn foo veel dagen vals vereeringen , die den Minnaers moeten koften , of een gat in den beurs, ofeenfuur onthacl. Eu in der daet , daer is geen Stadt in geheel Europa, daer men alle uuren van den dagh meer van dat flagh (iet. Sy gaen met hun fwarte Mantoos of Deck^kleeden , Falien om het hooft, daer uyt fy meteen paer hoeren-oogen , of een van twee duy vels-netten op het geeltighfte mede weten te fpeelen.
Sy zijn oock wel foo onbefchaemt , datfe de voorby-gangers wel floutelijck derven aenran- den. En in der daet, hoe veelder oock in Italië Zijn , hier zijnder noch veel meer , daer defe fnoode al de vryigheydt van de Stadt hebben , nademael de eerbare Vrouwen van ftaet, noyt by na uyt gaen , als in de Mis (diefe evenwel noch meeft, die van Staet zijn, in huys laten doen,) eneenigeplichtigebefoeckingen, diefe noch gemeenlijck in draegh-floelen doen , om te toonen wat aenfienlijcke ftaten fy zijn , fal ons een verhael genoegh zijn , dat ick van goe- Vcrhael der hant hebbe. Een Courtifane die van een der grootfte Heeren van het Rijck bemint wierdt, hebbende niet meer als vier pifloletten van hem genoten , vergramde fich in fulcker voegen over de vreckheyt van haren Minnaer, dat fy eenigen tijdt daer na by hem gingh in het gewaed van een mans-perfoon , en feyde hem, dat ghelijck hy voorheen was by hem gekomen , om fijn ver- maeck by haer te nemen , fy nu weder in dier voegen by hem quam , en na dat fy eenige fot- ternyen met hem hadde aengerecht, hem een beurfe met twee hondert piftoletten toewierp , met defe woorden : Ajji pago Mi/put as , foo be- tael ick mijn Hoeren ; maer wilde hem zedert niet meer fien. De felve trotsheyt vint men felfs
in
van een Hoer.
De Sfatnfche Mercurius. tóf
in de Bedelaers , daer men geen .... helpje fou Moedige derven tegen feggen , als hier te lande , of lhave Bcdc~ nothing forjowa», als in Engelandt , ot een vaten, als in Vranckrijck ., maer die men op fijn ver- foeckeen Pregados, meteenHoffelijckheyt van Perdone Vueflra Merced, notengo dineros , vergeeft my, of u genade houde het my ten goede, ick hebbe geen geit of kleen geit , moet beantwoor- den , of ghy hebt eenige fcheld- woord en te ver- wachten. Sy komen wel by u , daer ghy aen de deur ftaet , met een eerbiedigheyt , en geven on* dertufïchen met een gemeenfame lach , hun ver- foeck te kennen , en hebbende uwe antwoort, ofgavewech, gaen weer heen , meteen vrien- delijck gelaet, en een bafelos manos , als had- denfe yets byfonders met u verricht.
Wat vorder de Koningh aengaet } hy heeft een fcer groot gebied ; maer in der daet , de ftaet die hy voert , is by die van het Franfche Hof niet te vergelijcken, en defe zedigheyt ftaet hem foo qualijck niet, als ginder de ydele pompeusheyt wel walgelijck is. Het Hoffelveis flechtghe- Vanhct nocgh voor foo grooten Koningh. Twee of drie ^^fd hondertHellebardiers, dragende een geele Le- vrey , met roode trijpe of fluwele lijften , foo Duytfers als Bourgognons en Spanjaerden , ma- ken fijn geheele Garde ofLijf-wachtuyt, fön- der meer; en de Koningh gaende uytfijnver- trcck , heeft de Hopman van de felve Lijf-wacht voor hem, en twee of drie achter hem , gaende door het midden van defe Lijf-wachten , ont- fanghthyde verfoeck-fchriften die hem aenge- boden worden. Die gekoleurde kleederen dra- gen , laet men felden den Koningh nakomen , ioo feer heeft diefwartgallige Landaert, het fwart lief.
De Koningin laet fich dienen aen de tafel ,
door
lo8 De Spaenfche Mercarius.
door een Dame die tegen haer over ftaet , en de fchotelsdiehaer gegeven worden, op-difcht en voor-fnijdt. Aen yedcr zijde van haer ftaeri een ander, van dewelck d'eene haer dranck te voo- ren proeft , en d'ander daer het teljoor onder houd. Sy drinckt niet veel, maer eet daerom niet te minder. Ondertuffchen leyt'er een Sot gedu- rig en praet , die een ander tienmael van de tafel daer heen fchoppen fou. Vier of vijf Jongskens die van de grootfte huyfen van Hifpanien zijn , brengen de fpijs uyt de naefte kamer aen , dek worden Meninnos , geen Pagiesgenoemt, alioo die van den Koningh alleen dien naem dragen. Defe leckers doen felfs in de tegen woord ighcyt van de Koninginne niet als gabberen en fpeelen, of met den Boufon of Bootfemaker te wiewou- wen. Men fietser de Vrouwen niet , wantal heb- benfe geen booft-deckfels of falien aen , foo fchuylenfe evenwel achter een mafquer van enc- kel blancketfel. Warmcer de Koninginne af- rijdt, gaenalhaer Damefteerft inde Karaffen , en na dat die drie of viefrgevult hebben, komen de Duennat, oude Matronen en Gouvernanten , en vullen de laetftcn ; waer op de Koningin voightj hebbende een mee fes Paerdcn, fitten- de een van defe Duenna , met haer hooft-klecr, in het wit , in het Portier. Qrootea De Grands d'Efpagne zijn tweedërhande , of yanspan- voor foun \even 0f van ftams wegen , aen d'eerfte flagh feght de Koningh datfe fich decken , voor haerperfoon, maer aen d'andere datfefich dec- ken wegen hun geflacht, en foo is al defe Gran- deur niet als een chimerique inbeeldingh van grootsheydt. Die de Dochter van een Grand d'Efpagne trouwen , die d'erfgenaem van haer huys, en Grande van ftams wegen zijn, worde een Grande uyt kracht van fijn Vrouw. Andere
ftel*
jen.
Dè Spaenfihe Mercurius. 109
flellen drie foorten , d'eerfte aen dewelcke de Koningh beveelt fïch te dccken , eer (y begin- nen te fpreken , d'andere na datfe ghefproken hebben , en eer hy hen antwoort geeft t de dardo die (ich niet decken voor i'y gefproken hebben , en de Koningh hen geantwoort heeft.
Wanneer de Koningh een Hartogh maeckt , die is een Grande, daerom zijn evenwel al de Granden geen Hartogen ; want daer zijnder veel die niet als Graven of Marquifen zijn. Aen hunne Vrouwen geeft men de Lecn-ftocl , op hctplanckier van de Koningin , en die worden overeynd ontfangen. In des Koninghs Kapel hebbenfe hun fitbanck, daer men fitgelijckals men komt. En dit is by na al het voordeel datfe boven andere Edellieden hebben, behalven ee- nige vryigheden , en meer weet ick u niet veel *
daer van te feggen.
Jup. Wat hebt ghy van hunne Raedtflagen , Intrigues } of heymelijckheden van het Cabi- net?
Merc. Niet.
Jup. Hoe niet ?
Mom. Stuurt een kat in Engclandt , Sec.
Merc. Wat fou men daer halen , van byfon- dere , niet , een Spanjaert is foo taey , men moet'er de woorden met een tangh uyt halen , in Vranckrijck krijght men wat men begeert, voor een bottelje wijn , en uyt den RaeJt komt niet. Dewijl ick als een menfeh moft wandelen , moft ick oock als een. menfeh uyt gefloten b'ij- ven , daer ick niet in mocht , anders mocht ick als een tweede Gygcs Gallus daer in fichtbaer in geraeckt.
Ick heb het Efcuriael gefien ; een gebouw, in^an 'f3" derdaet, na de gewoonte van Span jen * dat alle verwonderineh waerdigh is ; macr in aenmer- O kin-
Voyant d EJpZ. gne.
1 1 o t>e Spaevfche Mercïtriut.
kinge van andere gheueften, als Vranckrijck, Iralie , en andere Landen , daer men gewoon is 'fchoone gebouwen te fien , fckerlijck niet meer- der als ghemeen , of altoos foo overdadigh uyt- rruintende niet. Om het felve in fijn geheel te aenmereken , het is een feer volmaeckte klornp* ftecn j maer neemt men het in yeder van fijn declen byfonder, men vint'er niet, of het dient tot afflagh van het geheel. Invoegen indien Phi- lippus de Tweede j die het heeft doen itichten , en die men den Salomon van fijn tijt gewoon is te noemen, dien wijfen Koningh niet beter gele- ken heeft , als dit Gebouw fijn Tempel gehjekt, de gelijckeniflè aeh beyde zijde manck gaet. De Spanjaerdenfeggert , dat de Keyfer Karelals een tweede David, het befluyt van dit Gebouw te t /lichten , gemaeckt heeft gehad,- maer dat hy fijn handen vol bloets hebbende, het felve uyt te voeren, voor fijn Soon Philippus de Tweede, als een' Vrede- vorft bewaert is geweert. Maer om de waerheyt recht te ramen , het is féker dat Philippus de Tweede, naer het winnen van de Slagh van St. Quintijn , twee beloften heeft ge- daen , d'eene van rioyt felver in den Oorlogh te frecken, d'andere om dit heerlijck Kloofrer te flichten , in-de plaetfe van dat van den Heyligcn Hieronymus , dat verbrant is , en dat hy daer fc$ millioenen góuts toe heeft aengewent (waer uyt andere volckeren beiluyten , dat Gjn vrees al fe^r groot moet geweeft zijn, voor het winnen van •die vermaerde Veldtflagh , die hem na het win- nen van de felve , tot fulcke kortelijcke beloften bewogen heeft , ) hoewel het aen de fnootfte en Hacr ee onge'egenrite plaets ftaet , die men in totarerum re„cn° natura , in de geheele natuur fou konnen beden- hcyt. ken, of men moeft de fandige woeftijnenvan Libya nemen , en dat ter oor&eck van debe-
quaem-
De Spaoxjche Mcrcurius. ui
qiiaernheydt van dcfteen; want hetléytaende voet van eengeberght , on dicht by een ellendig Dorp , dat men Elcuriael noemt , dacr ter naêü- wer noot foo veel is i darter een eerlijtk man iou konnen herbergen , het wclcke evenwel ten al- derhooghfte te verwonderen ió , fiademael het Hof ten minften drie mael des Jaershch aklaer lact vinden. De plaets daer het huys op ftaet, noemt men e/Jïtw, of de gelegentheyt by üyt- ftekenthcyt , om dat men de lelve daer toe vlack ghemaeckt heeft. Het Gebouw befteet uyteen féer fchoon vierkant , dat aen yeder van de vier hoecken een tooien heeft. Wanneer men daer aen komt , weet men niet aen welcke zijde d'in- gangh is ; wantbp het uytkomeri van de iaën , vint men een gedaênte van een groote eh lanck- werpige plaets, daer men niet fietals kleync deu- ren, om , de plaets over gaendey daer door te gaen in twee lichamen en ghedeelten van het huys , diealsverbjijf-plactfén zijn van dediena.. ren van het Hof. Wanneer men al óq{q voor-ge- vel van dat gedeelte js voorby gegaeri , foo komt men aen dat gedeelte dar op het ocberghteuyt komt , alwaer men een leer heerlijck en treffe- Iijek portail ontmoet; wekkers zijden fich uyt- breyden in de ghedaente van colommen , men gaet door defe foo fchóone poort in , daer men op cvn binnen- hof komt , by na vierkant: ,- op het eynde van dewèlcke de Kerck is. Men gact daerN op met eenige trappen , hebbende de lengte van de breedte van den Hof, en fich van d'ecne zijde rot d'andcre uytftrecken. Het j>ortail onder het Welcke d'ingangh is , wordt door feer fchoone cólómmen onderfteünt , en aen het hoogfte van de muur heeft men fes beelden , van dewèlcke de twee middelfte van David en Salomon , daer fnenden KcyferKarel de Vijfde, en den Ko- . „ O % ninsb
au De Spaonfche Mermrius.
ningh Phiiippus de Tweede, .mede wil uytbeel- den. Rontfom defe Kerck , heeft men verfchey- de declen en lichamen van wooningen , ai te fa- men in het volmaeckt vierkant begrepen , het welke al dit Gebouw befluyt. Men telt daer mee- nigte van Nederhovenjmaer wy hebbender geen meer als feven of acht konnen fien , ten minften die men ons getoont heeft. Men fou niet kon- nen loochenen of het is een fchoonKloofter voor Geeftelijcken ; maer of het Palays genoegh is , voor fulck een groot Koningh en Monarch als Phiiippus de Tweede is geweeft, endaer hy een- en-twintigh Jaren over gebouwt heeft > en het welcke hy twaelf of darden Jaerbefittende, heeft derven roemen , dat hy van de voet van een Bergh , en uyt fijn Cabinet , met twee vingeren breet papier , in d'een en d'andere werelt gehoor- faemt wiert.
Het vertreck van de Koningh en de Konin- ginne heeft niet Koninghlijcks in fich. Men fiet daer als geen huys-raet, maer men feght dat het aldaer dewijfe is, wanneer de Koningh in eeni- ge van fijn huyfen van vermaeck gaet , daer dan alles gebracht wordt , tot het üechtfte huys-raet en behanghfels toe.
De kamers zijn daer kleen en lacgh , en de fol- deringen zijn (oo wonderlijck niet , dat men d'oogen behoeft op te lichten, om die eens te aenmereken. Men maeckt veel geruchts van de fchilderyen die daer in zijn, als in grootc mce- nighte,en van de befte meefters gemaeckt zijnde, voornamcntlijck van Titiaen , die daer fijn befte itucken fou hebben f daer zijnder veel van hem , maer foo veel niet als men daer van roept. De Spanjaerden hebben felfs foo weynigh kennifTe van de konlt , datfe de minfte voor meefter-ftuc- ken houden. Ghelijckwy mollen lacchen met
een
De Spaenfthe Mercuriut. z 1 5
een Caftillaen die by ons was , die ons in ver- wondering wilde ftellen } felfs overeenige kleyne pafïagien in een gaendery , en feyde dat het de befte wercken van de geheele werelt waren , de- wijlfe in een plaets waren , daer de Koningh ghe- woon waste wandelen. Men vint hier en daer evenwel treffelijcke ftucken. De Bocckery is buy- ten tegenfpreken feer trefreiijck , footcn inficht van haer grootte en ruy mte , als helderheyt , ver- sieringen en fchoone fchilderyen, en eenige inarmere tafelen , die in het midden ftaen , daer men op lefen en fchrijven kan , benefrens een groote meenighte van fchoone boecken , wel verguit maer weynigh belefen.
In het Heylighdom toont men dePriefterlijke ereraden , daer het borduur-werek en de gefteen- ten met de konft hebben te ftrijden , de kofte- lijckfte van de werelt. Men toont'ereen kruys van feer groote Peerlen , fchoone Diamanten en Efmarauden. Een fchoon Juweel in derdaedt, zijnde in weynigh begrijps, overdehondertduy- fent kroonen befloten. De Boeckery , de groo- ten Autaer, en de Begraef-pluets der Koningen die men Pantheon noemt , fondcr dat ick de reden daer van weet , ten waer om dat het een eenigh rondt verwelffel is, gelljck de Rotonda tot Romen, zijn in der waerheyt de drie fchoon- fte wonderen van dit koftelijck Gebouw.
Men klimt na den grooten Altaer, by feer heerlijcke marmere trappen , en hy reyekt tot aen de hooghte van het dack , by feftien colom- men van fafpis , die alleen van behouwen vijf- tigh of tfeftigh duyfent kroonen fouden ghekoft hebben; tufichen heeft men vacken, daer fchoo- ne kopere vergulde beelden in ftaen. De Pan- theon is onderden Altaer , waer men langs een klare ) maer enge trap toe af klimt. Men fiet'er O 3 een
Mjfgrc
f>cn in iei Ge- bouw.
314 De Spaenfche AUrturim.
een marmer blincken,' dat het duyftere licht, clat van al het verguit yier af fchier, {eer vergroot. In het midden heeft men een leer groote kopere vergulden kandelaer; tegen over den Altaer, liet men in fes andere vacken, vier-en-twintigh tomben van fwarten marmer, om daer foo veel lichamen in te leggen ; boven de poort zijn noch twee andere, foo datfe in alles fés-en-twintigh in het getal zijn. Defe heerlijckcBegraefplaets is wel kl'eyn, maer wel gefchickr. Maer indien onfen Momus daer geweeft waer, hy fou vol- gens fijn talent van wel te konnen berifpcn,even- wel al yets gevonden hebben , daer hy fijn tan- den in fou moeten flaen.
Mom. Ghy hebt het al weer op my ge'aden > wachteen weynigh , het fal mijn beurt wel hacft Zijn, handelt ghy nu ondenulïchen als Mercu- rius , die'er pock niet om liegen fal. :
Merc. MenberifptaendeBoeekcry, datd'in- "gangh met de heerlijckheydt daer van niet feer over een komt, alfoo het fchijpt dat de felve fteelfgewijsgemaeckt, en nietvolflagcn genoeg genomen is. F.en filvcré lamp die óver den Al- raer hanght. komt weynigh over een met de groote van den om ïlagh.' In, het Pantheon mis- iiaet, dat al de trappen niet van marmer zijn ; en dat de zijden der muuren daer mede niet be- fchoten zijn , dewijl de geheeie Capélle fulcks is , alfoo men over al de felve pracht had behao- ren waer te nemen. Aen de kopere kandelaer is het binnen-werek niet foo wel als de armen ver- gultzijn, daer men het koper klaerlijck door de armen deur bekennen kan, die daer fwart en vuyJuyt komen. Hoewel dit ftuck ioooo kroo- nen fou gckofi hebben , tien mael foo veel a!s het waerdigh is , het geen in dit Landt niet vreemt is, daer men fich trefreiiick laet fhiiyten,
Ick
De Spaenfihe Mercurm. 2 1 y
lek heb ook het Aranjuez op genomen , waer- Van het üjck een feer aengenaem verblijf, daer de Ko-Aran* ningh alle Jaren een Maent in de Lente, gewoon ,ucz' is te verblijven. En de Spanjaerden die hun le- ven niet veel felt'acms gefien hebben , vergelijc- ken het met d'Elizeefche Velden der Dichters. De gelegeptheyt is feerfchoorj, en de toegan- gen feer vermakelijck. Eer men de ièlve naer- dert, moet men deTaegh over, oflanghseen houten Brugge , daer aen het eynde een 1 oort is die men fluyt , wanneer het Hof daer niet is , en als dan moet men met een fchuyt over varen , en de gerechtigheyt betalen , die een gedeelte van d'inkomens van Aranjuez maken. Aen gene zijde van de brugge , flaet men de flincker handt om, en aen een inwijck , die deTaegh maekt, het men de heerlijcke Olmen en Plantagien die hetHuys van den Koningh omsingelen.
Het geen men dan het cerfte ontmoet, is een beeften-parek , met aerde wallen omgeven, dieie Tapia noemen, bet fchijnt feer groot en ruym te zijn, en is met «enige wandel-dreven ver- cierr. Ter zijden van het parek , fict men een poort , aen het eynde van een andere brugge , die men overeen water-loop gemaeckt heeft, van uyt de Taegh rot daer toe geleyt , hier door heeft men als een Eylandt gemaeckt , het wclcke den Hof begrijpt, die feer net en wel onderhou- den is. Sy heeft haren ingangh aen de zijde van het Paleys, en wanneermen een brugh over is, die daer na toe leyt, fiet men twee beelden van koper of metael , van dcwelcke het eene water door fijn af-gehouwen arm werpt; eneentree of twee daer aen» komt men aen de boort van de Fonteyn van Diana , die in het midden op een hooghte ftaet van by-gebrachte ftucken , van fieen , hout , mgs én aerde , daer meenighte O 4 van
ll6 De Spaenfche Mereurtus,
van beelden en alderhande dieren aen vaft zijn ; daer het water op efnfeerbevallijckewijfeuyt- fpringht , wanneer fy het door de pijpen ont- fangen > die het hen uyt de Taegh toebrengen ; want van levend of van felfs ipringend water 9 heb ick dacrgeen Fonteyn in den gehcelen Hof gcfien. Rondom de back van deièlve Fonteyn fiet men achtien Schepen van Myrthen gemaekt, foo wel gemaeckt en afgebeeldt , als.mct gedach- ten fou konnen gefchieden. Yedcr van de felve heeft een af beeldinge , dat water tegen defe ghe- dierten uyt werpt, Fomey- Men vindt daer oock de Fonteyn van Gani- nc«. medes.
Juf>. Van Ganimedeb ?
Mer.c. Ja van Ganimedes Vader, fulck een eer wordt u troetel-kint aen gedaen , en die noch fittende op uwen Arent, op het hooghfte van een pylaer , en aen de zijde fiet men die van Mars en Hercules, en noch een andere die ick niet kende. Men heeft'er oock die van de Ge/o- fia , foo noemenfe de dichte traliën , die voor de Dames venfters (f aen , om dat fich het water in fulck een ghedaente op geeft. Men heeft'er oock die van fyFirit, met yets manncüjckj ver- guit , boven op den top. Die van de Harpyen , de aerdighfte van allen. De back is vierkant , en de vier hoecken van pylaren gemaeckt , op de- welcke de ghedaente van dit verfierderoof-ghe- dierte ftaet , die hun water tegen een menfeh uyt-gicten , die een doorn uyt fijn voetfehijnt te willen trecken , en op de middelfte colomne fit. Men heeft daer oock die vaiiDon Jan vanOo- ftenrijck , wiens beelt daer om hoogh op ftaet , en water door fijn locken uyt-geefc, zijnde ghe- maeckt van een fteen , die men in een Turcks Schip , na de Slagh van Lepanthe ghevondeu
heeft.
De Spaenfcbe Mercunus. ai 7
heeft. Defc heeft twee backen , en oih laég vier kleyne beelden van Cupidoos , raet verfcheyde finnebeelden,
In der daet , defen Hof is feer fchoon , en feer wel gecjert ; maer noch valt'er voor Momus yets optehayrkloven, alsdatmeeft al de dreven en wandel- wegen' te enge zijn. De overdeckfelen van loof zijn oock te laegh , en van een deel Hechte latten gemaeckt. Maer rontfom het Ey- landt, langhs de Rivier en het .Camel , is een groote allee of wandel-plaets , wel bclommert befchoten , en met hooge Olmboomen befcha- duwt, daer fich hunne Majefteyten het meefte vermaken. Men heeft 'er oock cenige houtcCa- binetten , en onder anderen een , die op den grooten wegh van Madrid uyt fiet. Defe groote wandel-dreef gaet tot aen gene zijde van het Dorp, of eer- gehucht van Aranjuez, dat foo f leent en veracht is , dat men daer ter naeuwer noot herbergh krijgen kan, en wy waren blijde toe , dat wy op ftoelen enbancken mochten blij- ven flapen. Maer het wonder lij ckfte van alle din- gen dat wy aldaer genen hebben , waren Efels J^!0010 van een verwonderlijcke grootte, en het geit datfe gekoft hadden was noch veel grooter, al- foo men ons feyde, datd'eerfte en grootfte twee- entwintigh cuyfent Realen de Billon , foo veel als 6000 guldens, de andere 15000 Realen ge- kolt hadden.
Defc worden ghebruyekt om Muylen te tec- len , moetende yeder twee mael des dacghsde Sprongh doen, en hebben geen Vacantie als twee dagen in hetjaer, te weten, op de Fefia Dios , of fóos7et noemen , Heylige Sacraments- dagh , en die vgn d'Afcenfion-, hun Heeren Hemelvaerts-dagh. In der daedt, men neemt daer dien opmerekinge over » dat , dewijl de O ? Span-
Mis-
2 ! 8 De Spatnfche Mercurius.
Spanjaerdcn , al hun befte Merrien bederyen }
der s^n met ^en van ^^e's lc *aten befpringen » om hen jaerderT.^^oone Muylen voort te brengen, fy met'er omtrent tijdt al hun foo heerlijcke Race van Paerden , hunne die over de gchecle werelt foo vermaert zij n , en ?aci eD- var, our<; f00 geacht om hunne inelncyt , dat men verfiert, datfevan de wint gcteelt worden , lul- len verlicfen En ghelijck men niet als Muylen binnen Madrid fiet, fou men fich feer verlegen vinden , indien het by eenige voorvallen nodigh was , eenige Ruytery te doen opletten.
Men heeft wel gefproken dacr een verbodt te- gen te doen , maer men vint daer eenige fwarig- heytin, miflehien van de zijde van de geefte- lijckheyt , die het als voor een byfonder voor- recht reekent , op Muylen te mogen rijden. De voorleden Koningh evenwel nier. wel tiende dat volck van hunnen teem te krijgen , alfoo het feer hartneckigh en valt houdende valt , heefYer pp een andere wijfe in willen voorfien ; want gelijck hy feyde dat hy hen van hun gewoonte of voor-recht niet wilde beroven, alioo vand hy geraden , al de Hoef-fmirs te verbieden , eenige Muylen meer te beflaen, op verbeurte van het leven , waer door hy de feive Geeftelijckeu noo.t- wendight fich flilfwijgende daer van te ontflaen» Ma:r met fijn doot kruypt het miflehien al we- (Ier in.
Nu dunckt my dat ick al veel van de gelegent- beyt van Spanjeu heb ghefeght, behalven het geen dat ick'er voor óefcn van aengemerkt heb ,* voor een Paflagier en reyfend Man , die daer maer om fijn HazenJa om-een boodfehap , of ghelijckfe in Hollandt feggen , om een kookje vuur geweeft is.
Maer dit moet ick hier noch by voegen , dat van alle Huyfen , Paleyfen , of diergelijcke ick
geen,
De Spaenfche Mercurius. 210
geen heerlijcker heb gevonden , als voornament- Schoonc lijck het Gëvangen^huys rot Madrid, waerlijck GevlD- d'acnfienlijckheydt van dat Gebouw, haerfeer§f£" UJ* rrerTèlijckefacaden, haer vergulde, en aerdigh gevverekte traliën en venfrers, fouden yemant ghenegemheydt maken om daerin te woonen , maer komt'crccns in , daer gy den Hemel meen- det te Vinden , vindt ghy het v/are afbeeldfcl voor de Hel. Ick maeckte by mijn felven daer een -/ergelijckingh over, cnvanddat dele fchoone wooningen der Duyvclen , deFranfche Heer- Bydc ichappy in hunne Conqueften niet ongelijk zijn, •/*"„_* die in het eerite aenfien , alderhalide fchijn van ny vcr. ^erdigheyt mede brengen ; maer in het vervolg , geleken, in een verfchrickclijcke Tyrannyuytbirft , ge- lijck de arme Hollanders, en voornamentlijck hun dwafe en kleynhertige nageburen wel ghe- wacr geworden zijn.
Ick weet niet of het om die reden is geweeft , dat de Hartogh van Lorharingen voor ecnigej^- ren , lbo veel êeóc om daer uyt te raken , or het ftrengh onrhael van de Spanjgerden , die het ge- meenlijck foo met foodanige hunne gallen ma- ken, djtfq felden goet vrient fcheyden j gelijck de Koningh Francois d'Eerftc, grootcr vyandc van de Spaenfchen daer uyt quam , als hy daer in, gekomen was.
Jup. Wat is daer van , laet ons eens hooren.
Merc. De Harrogh van Lotharingen , over hoop met de Frsnkben , fich op de zijde van de Kroon van Spanjen begeven, en de felve een wijl, hoewel niet Tonder groote moetwii enover- Jaft, den nageburen en vreedfame volckeren aen gedaen te hebben , gedient hebbende, wiert eyndclijck in ongenade by die Kroon geraeckt , met een foet. 'lijntje , uyt Brabandt na Spanjen, bcdecktelijck gevangen gevoert , daer men herh
ten
Hartogh van Lo- tharin- gen foeckt uytfim gevange- nis re on-ko- men.
ïzo De Spaenfche Mercurins,
teneerftentot Toledo vaftfette, fonderdathy oock de genade mocht hebben van den Koningh te fien ; want de Koningh dien Hartogh noyt wilden roeftaenten Hoof te komen, wat moey- ten en aenboud den felve daer om gedaen heeft j maer hield hem altoos als een (leent ghevaugen van ftaet , hoewel hy hem toeliet wel eens uyt fijn Kamer inde Kerck , om een wandelingh te gaen , maer onder goet geleyde en verfekeringh, en defe vryigheyt verweekte in hemdeluftom meer daer van te hebben ? en hoort hoe hy het aenleyde. Men had hem een Karoflè van den Koningh gegeven , van dcwelcke de Koetiier een Loreynois , enbygevolgh een van lijn na- tuurlijcke onderdanen was. Hy geloofde dat de- fen Man wel lbo veel liefde tot fijn Vorft fou dra- gen, als hem re helpen uyt fijn gevangenis ver- loffèn. Hy befloor dan om hem daer over aen tfc fpreken. Men weet niet v/at middel hygebruyekt had om hem te winnen ; maer lbo veel is'er s an, dat wanneer hy fich van hem verfekert bevand , hy diverfche reyfen , brieven onder de kuffens van de Karos daer hy in gefeten had , wift te He- ken, die de Koetfier daer dan van daen wift te halen, en door een Lotharinghfche Boiuuur- wereker , die mede van de party was , aen de voornaemfte van fijn cabale en mede-hulpers te doen beftellen. Door de ghewoonte van uyt te rijden , dat hem toe gelaten wiert , foo als gefegt is, onder goede opficht , was het foo verre geko- men (toen het ju y ft uyt quarri) dat hy den Har- togh ibu gaen rijden , na een Hoeve, omtrent een mijl van daer , gelijck hy meenighmael ghe- woon was derwaerts te gaen , om fich te verma- ken , alwaer hy door fijn vrienden , vijftigh wel op-gefetene Ruytcrs , in een hinderlage , achter ecnige vervallene muuren had doen gereet leg- gen,
De Spaenfche Mercurius. aat
gen> die foo als hy met fijn ghevolgh daer aen quam , op fijn bewaerders ibuden hebben geval- len, en die al te famenafgemaeekt, en voorts den Hartogh na de Grenfen van Portugael ghe- voert hebben , daer 500 Paerden op hem foude ftaen te wachten, omhemtegentekomei. Een Brief, en miflehiende laetfte die in defe hande- Hngh gefchreven was , ontdeckte de faeck. Dit, miflehien niet al te wel verborgen lijnde, in handen gheraeckte, of om dat de Hopman die hem toen in fijn bewaringe haddc , en gedurigh by hem in de Karoficfat, dien dagh wat naeu- wer op al fijn handelingen lette , als d'andere ge- daen hadden , foo dat hy eenigh vermoeden JjJcr£[ kreegh , en in het uytgaen de plaets doorfnuffe- lcnde, de fel vevanddaerfed' Hartogh in gefte- ken had. Hier op deed hem defe veel naeuwer op-fluyten , deed den ICoetfier vaft fetten , en fchickte den Brief na Madrid , daer men terftont den Borduur-wercker, en den Gehcym-fchrijver vanden Hartogh byden kop vatte.
Men bracht den eerflen ter pijnbanck , maer men lieeft van fijn bekentenis noytgcweten. Al- dus bleef dan defe Vorft ghevangen na als voor. 'Daer zijnder die willen fe^gen , om dat men van de ftrafder medeftanders niet gehoon heeft , dat het maer een voorgeven was , om den Hartogh onder dien fchijn te naeuwer te bewaren. Soo veel is'er van , dat delen Vorft met recht mocht, feggen , dat indien degebuurfchap van de Kroon van Vranckrijck hemeen roock geweeft is , die hem al fchreyende uyt fijn huysgejaeght heeft > de vrientfehap van Hifpanien was hem een vuur, dat hem al levende verteerde ; of om fijne ey- gene woorden te gebru ycken , gelijck men fegt , dat hy tegen den Hopman die hem bewaerde fou gcfeght hebben : Hizieron me los France/es la
Vt-
■■MM
Sijn Seghs-
UvOOit
izi De Spaerifthe Mercurius.
Ve&indaa del bumo^ el 'kandome de mila Ja 'Uorm- do , ~los Efpagnoles , la Amiflad del Fuego , j*f- mandome nudo y vivo. De Franfchen hebben my de gebuurfchap vanden Roock gemaeckt, die my alfchreyendeuytmijn huys gedreven heeft; maer de Spaenfcben de vrientlchap van het Vuur dat my naéckt en levende verteert.
Wat vorders d'oor/aeck Van fijn ghevangenis" belanght , daer heb ick noyt te degen konnen achter komen , maer de meeitc houden het voor een geheym van fèaet , en niet eenige ontrouw die hy dele Kroon beweïen fou hebben. Het fchijnt dat defe Voril altijdt de rechte duy- fent vreefen , ars het Schaep tuflehen de Wolven en andere dieren moet zijn ; nademacl hem luik een ftereke flut , als cegenwoordigh de Keyfer felve is ; hem van het gewclt der Franfchen en hun onrechtmatigert handel niet heeft konnen bevrijden, noch lbo veelCanones (als fbecker Rechts-geleerde eenmacl feyde) die voor hem lagen , hem niet konden verdadigen , ick moct'cr noch om lacchen.
Het gebeurde in mijn voorgaende uyt-tocht, mocting dat ick üyt Vranckrijck door het Hartoghdom van.Mcr" van Lotharingen naer Duytflandtreyfde, en op ipet een m*Jn wegn i° nct gefelfchap vaneen Dodor in Rechts- de Rechten geraeckte , die een Lorainoos en on- geleerde, derdaen van den Hartogh was. Soo als wy vaft over en weder van den handel van Vranckrijck , met dien Vorft redenkavelden, had dien Rechts- geleerde gedurighlijck de Canones in den mont, dieCanon had dit , die Canon had dat, en alle fprakenfe tot voordeel van den Hartogh : Maer als wy nu ten laetften in het hert van Lorrainen den Hartogh van Crequi , meteen Leger, en een fchoonen treyn van Gefchut, quamen te ont- moeten , wee* ick mijnen Doctor daer op , en
Ont-
De Spaenfihe Mercuriüs. zx%
feyde Heer Doctor , fiec eens dat zijn de Cano- nesder Vorften , en ducr mee zijnie gewoon te pleyten. Nu valt'cr dunckt my , niet veel meer voor my van Spanjcn voor dele reys te feggen, als alleen dien iolemnelen , en in der dact folem- nelen en plechtigcn ommegangh j die ick daer hebbc gefien , op dien dygh van Fejia Dios , daer ick van gefproken hebbé : Maer evenwel fchiet my daer noch yetsre binnen dat ick niet voorby kan; namentlijck, dat men daer een byfonderc wijfe heeft om de moorder s te ftraffen , die men op een byfondere wijfe onthalft ; want indien yemant fijn vyandt van vooren heeft ghewelt > Wijt dien wordt oock van vooren htt hooft af gefla-!^"., gen of gefneden, maer die het fchelmachtighten. van achteren heeft gedaen , die wordt oock van achteren onthooft , een gewoonte , waer door men bekent , of de mifdadiger als een fchelm , of dapper mari fterft , het weicke my een vreem- de maniere fchijnt te zijn; want het is buyten twijffel , dat de ilagh die van achteren komt, veel minder ontftelt en foo wreetniet is, als die van vooren komt , waer over foo een doet een cdel- moedigh man fachter en beter (ou paffen als een verrader of een fchelm.
Mom. Dat is lbo , en foo leggen de Wetten op fommige plaetfen, datfe geheel tegen de natuur fchijnen te ftrijden. Want beGet men eens de Vteems Wet van die van Klagen , een StadtinCorin-^cc^ tbia, diede dieven, en niet alleen die befchul-van Ki,„ dight of aen geklaeght worden , maer oock felfsgcn. die flechts in vermoeden zijn, terftont tot de Munfte» ga gh verwijfen , en op-hangen , en na een ver-ius. loop van drie dassen de faeck onderfoecken, word hy onfchuldigh bevonden , loo wordt het li- cbaem van de galge genomen , en eerlijck be- graven , maer bevinr. meo hem fchuidigh , foo
ket
Recht.
214. De Spaenfche Mercurius.
laec men hem hangen , foo langh alsVr een ftucic
aen malkander ir.
Merc. Een lchoone t rooft, koockt my een Candceltje als ick doot ben. Vene- Mom. Selfs die van Venetien , een Staet die »"i."lch net aen^ien van een f°° wijfen beftieringh heeft, hebben defe Wet en gebruyk , dat men die gene die van vijf tot tien ponden of guldens geftolen heeft , eenoogh fal uyt fteken , die van tien tot twintigh, eenoogh uyt fteken» en een handt af houwen , die van dartigh tot veertigh , dat hy beyde (ij n oogen en een hant verheft ; maer bo- ven de veertigh , dan gaet het hem aen fijn le- ven. Eengroote onbillijckheyt, dewijl die vijf- tigh guldens geftolen heeft , hebbende middel om meer te fteelen , met de doot fal geftraft wor- den. En die een beurs geftolen heeft , daer maer weynighinis, daer hylè vol verhoopte, fal vry gaen. Soodanigh is oock by na het Recht van Par ma.
Merc. Ick ghedenek daer noch yets van de Hoeren. Jup. Wech met de Hoeren. Merc. Dan laten wyfe heen loopen , Por eten iuroa , wy hebben hier voor al een weynigh van hun onbefebacmtheyt gefproken , hier is noch een ftaeltje of twee, yemant had ergens opeen muur een Hazïendade Hembra ghemaeckt, en daer by ghefchreven , fin Hundo , een van defe liefjes niet verre dier van daen zijnde , nam ter- ftont het houts-kool op , en fchreef 'er by , Falta de Cuerda : qui potefi capiat.
Alhoewel defe fchoone beelden een ambacht oeftenen , dat hen anders geen gedachten geeft , als hoefe fich looflijck ghenoegh daer in fullen dragen , en hun byfonder belangh op het naeufte voorftaen j foo wetenfe evenwel fomwijlen in
fulc
Livre vj. d»U l{e- fnbltijHt,
Vr/dgt tPEfp*-
De Spaenfchë Mercuritif, 22 £
fulcker voegen de gepaflloneerde te maken , dat het fchijnt dacfe van enckel liefde vergaen , en niemant konnen beminnen als u , hoewel fy om hun noodtwendigheydt noch andere ten dienit moeten ftaen. De Graef de Fiefque , die in mijn ■ voorgaende uyt-tocht tot Madrid was, en fich feer op fijn aenwefen aldaer, tot de Vrouwen begaf, verhaclde meenighmacl voor een aer- digheyt , een fruck wercks van een van defc Ca- Onbe- ronjens, die hem in de volle cours of wandeling ^chaeil]t* in de Koets > derfde in het hayr vliegen , en hem ^^K^ duyfent fcheld-woorden van Traydoor en Picaro in het aeniïcht werpen, om dat fy verfraen had dat hy nieuwe minneryen had aen gevangen. Sekeren Heer de Mogerou , ftondt niet minder verbaeft, als hy fich opeenavont, opdefelve wijfe van een ander aengeranft fagh , die hem in het hayr vloogh, en meenighte van fcheld-woor- den toefpoogh , om dat hy was in gebreke geble- ven, haer te komen befoecken , gelijck hy haer op de wandelingh hadde belooft , daerhyhaer den dagh te vooren ontmoet hadde.
Sy rechten duyfenden van fnakeryen en fpoor- loosheden van óe(e natuur aen , belittcnde te recht den tijtel van Bizarras , dat iy in haer rechte beteekeninge uytbeelden.
Sy zijn daer-en-boven feer belacchelijk in hun kleedinge en optoyen , dragende hun befte klee- deren onder , en de flechtfte boven , waer door men de qualiteyt van d'eene boven die van d'an- dere niet kan onderfcheyden , ten zy men hen op Feeft-dagen fiet ; wanneerfe fich toemaken AFAdvantage, of datfe in hec gaen eenige pa- rade van het koftelijcke klinckant of boortfel van hunne onder-rocken maken. Hun lijnwaet is gemeenlijck vanCamerix-doeck , daerfefichin öpanjen veel mede eieren. Hun hembden felfs P zij o
n6 De Spaenfche Mercuriut.
zijn meenighmaei met feer groote kanten ghe- • boorc en belet , maer uyt de flechtfte doos.
Behalven dit groote getal lichte Vrouwen tot Madrid , zijnder noch feven of acht openbare Bordeel- woon-huyfen of gemeene bordeel-huyfen , die huyfen. felfs door hooge laft aen verfcheydene oorden van de Stadt op-gerecht zijn , om een yeder in hun vuyligheyt te wille te zijn. De(é dragen den naem van Cantonneras,foo veel als by ons ftraet- varekens. Dek hebben eenigh onderhoud van de Stadt (in de plaets datle in andere plaetlen fchattingen moeten geven en op-brengen , ghe- lijck men feght , hoewel het ongelooflijk fchijnt dat'er tot Napels alleen wel dartigh duyfent op hunne impoft fitten) waer door het gelijck een officie gehouden wordt , jafoodanigh , dat wan- neer yemant van defe beeften komt te fterven , of anders uytgefet te worden, de plaets wederom van tien andere beloopen wordt. Wat hun on- derhoud is , fou ick foo naeu niet weten ; macr fbo veel weet ick 'er van , dat een ycder voor een vifite gehouden is aen hen te geven (want dat ftaet'er toe) twaeif quartos , foo veel als een Hol- landtfche (chellingh. nicht De Genees- meeftérs moeren hen van rijdt tot der Art- tijdt komen vifïtcren , om teondcrfoeckcnoffy na* ook fuyver zijn , fy hebben oock een oude Kop- pelaerfter by hen , die uyt laft van de Overig ■ heyt, gehouden iiden fel ven te kennen te ge- ven , wanneer yemant van de bende fich qua- lijck bevint. Men feght dar men dacr binnen noyt geen moeyten of gefrhil onder de Vifitan- ten heeft, alfoo een yeder, op hét ingaen van een kamer , fijn degen en ponjaertaen de deur van fich geven moet , diefe dae'r laten ftaen , en wanneer die na komt, defelve fiet , gaet hy weer heen , fonder een wcorr te fpreken , gelijck de
Nai-
De Spaenfihe Mercurïus, nj
NairosteGoamede gewoon zijn te doen ; de- wijl dat dan haer föndeen vuyligheyt, door het gefagh van d'Overigheyt wordt geauthorifeert en bekrachtight , fiet men feer felden datfe fich van dat leven tot een beter begeven. Hoewelder een dagh beftelt is in het jaer , wanneer men hen een Boet-predikinge doet , dewelcke is de Goede Vrydagh, gelijckfe die noemen. Als dan fet men hen onder de Predick-ftoel , voor den Prediker , die fijn uyterfte beft doet om hen het hert te ra- ken , maerdat is ghemeenlijck fchootvry. En wanneer hy hen nu lang genoeg vermaent heeft 9 komt hy van den Stoel af,en bied hen het Kruys- beelt aen , feggende , daér is uwen Heer , om- helft hem , en indien daer yemant is die het ge- laetmaeckt van fulckste willen doen, die neemt men wech , en fluyt die in het felve Kloofter , maer de meeften tijdt doenfe niet als het gelicht ter neder flaen , en tranen te ftorten , ionder de handen daer aen te flaen , en vervolgen alfoo metditgelaet, hun goddeloos en ontuchtigh le- ven , Tonder dat de gefchiedenis van de bekeerde Sondareffè haer tot bekeering brengen kan. Hier Koning» komt my te vooren van de onechte kinderen des jj'^ Ba" Koninghs, (verftaende de voorgaènde, want defe tegenwoordige is onderjarigh) noyt binnen Madrid komen , gelijck oock Don Jan , die te- genwoordigh noch het ghebied in Catalonicn heeft , (mijns Wetens daer noyt geweeft is) ge- lijck hy oock tot Ocanna , eenige mijlen van Madrid is op- gevoed geworden ; miffchien heeft hy na des Koninghs fijns Vaders doot , defe ge- woonte foo naeu niet onderhouden , d'oorfaeck van defe manier is my onbekent , als alleen dat iulcks geichiet uyt infichtvan de rangh die hem den Grandesfouden moeten geven, en evenwel deKoninghin fijn eygen bloet niet wil vermin- P % dert
Il8 De Spaev/ch* Mercuriut.
dert hebben. Evenwel is het feker, dat hem Don Louïs de Haro , in fijn opfchrift, niec alleen Altejfa , maer oock Seremfjima , gheëer-tijtelt heeft. Soo veel is'er van , men weet niet dat ye- mant der voorgaende Koningen , meer als een of twee ten hooghftcn gehad heeft , maer Vrank- rijckisdaer veel vruchtbaerder in , als die'er al- reets foo veel van haren Koningh fiet , gelijck de felve noch onlanghs drie te gelijck opentlijck erkent heeft. Louis Augufte, als Hartogh van Maine, Louïs Hector , als Graefde Vexis, en
Louïfe alsGravinne vanNantes. Hier komt
mytevooren, dat ick eens geiefen hebbe in fe- rBoün. ker Franfch Schrijver, daer hy de verdeelinge j'rV' ^er Koninghlijcke ftaten en goederen feer mis- txkiiqiïê. prijft 5 als een verfwacking van der felver macht, dat de na en op-volgers van het Huys van Hugo Capet, onder andere dingen feer wijflijck be- itelden , om hun Monarchie in haer behoorlijke heerlijckheyt te laten, datfe de Baftaerden van het huys van Vranckrijck, af welen , en felfs niet begeerden datfe erkent fouden worden, hoe- wel het de andere Princen van den bloede , en andere Edele huyfen toe gelaten was die te erken- nen , en hun naem en wapenen te dragen , be- neffens al de edele hoedanigheden van hunne na- tuurlijcke Vaders. Maer dat laten wy daer, de tij- den veranderen , en de Koningen hebben de Wetten in hunne handen, en yetsdat met an- dere menfchen niette vermengen is. Gelijck de Spacnfche Koningen die Heylighdom hebben , dat niemant een Paert beklimmen mach , daer hy op gefeten heeft , want men (Verhaelt dat na het veroveren van Barcelonne , in het om-rijden dat de Koningh dede tot TAtocha , de Hartogh de Medina de las Torres , hem een feer fchoon Paert vereerde, datvermaert was, maer dat de
De Spaenfche Mercurius. 219
Koningh het felve geweygert hadde , feggende Seria Lafiima^ het fou jammer zijn: willende feggen, dat het jammer fou zijn, dat hy het fou beklimmen , dewijl het daer na altoos onnut voor een yeder fou zijn.
Die moet ick noch van Madrid feggen , eer ick Dunne noch van mijn ommegangh fpreeck , om de Madrid* plaets te vooren fchoon te maken , dat de lucht daer foo dun is, dat, niet tegenftaende , alle vuyligheyt op de ftraet geworpen wordt , en daer geen water is om wech te fpoelen , evenwel alles in een oogenblick verdrooght of verteert wordt , zijnde de lucht daer foo op-droogende en ver- teerende , om foo te fpreken , niet anders als het kalck dat de doode lichamen in een korten tijdt verteert, fonder dat de felve ftanck van fich ge- ven. En in der daet , men ontmoet daer meenig- mael doode katten en honden , die evenwel niet ftincken.'Daer-en- boven is'er het water foo goet en aengenaem , dat de Cardinael Infant het felve met fich na Nederlandt gev oer t heeft , en daer laten brengen heeft , om tedrincken, met ton- nen vol, zijnde van de felve dat de Koningh dronck.
Mom. Swijght ghy ftil van Madrid, Mercu- rius mijn kint, ick fai u daer een ander liedeken van dichten.
Merc. Ja als ghy gewoon zijt.
Mom. Hoort ghy Hechts toe.
Lof van Madrid.
ICk fingh op hoogh verheven toonen , Daer ick vermaft en hygend fit , Degroote Lof-fangh van Madrid, Daer vier Philippen wilden woonen.
P 3 Die
a}o De SpaenfcheMircuriut.
Die Montgibel van flijck en ftof , Dat wijt beroe n de ijpaenfche Hof, DaerOoft en Wetten voor moet buckea ? Paer Potofy van 's wereldts endt , Sijn groote fc natten heenen fendt , Apollo laet het mygelucken.
Strijckt hier u ftengen en u vanen , Ghy Amftel-kroone fonder gront , De glory anders van het Ront. Out Rome met u Vaticane. Beroemde fit-plaets van Louys , Dat groote Hoer- huys , trots Parijs, Sint Marcus Staf verdeelt in Steden , Met al u rijckdom en u prael , Met dat u Scheep-rijck Arcenael , En al u deftigheyt van zeden.
Out Londen met u ftercke bogen , Daer op de Teems foo toornigh bruyft , Wel out van gront maer nieu gehuyft. De wandel-plaets van valfche logen. Ghy Oofter-ftoel van Conftantijn , Ghy Vrede-maeckfter aen den Rijn , Ghy Naem-plaets van onftuyme Francken , Paer tweern ael 's Jaers men gaet te Mis , Ghy dacr de Stoel van Bernnard is , Die foo in Neêrlandt fielt de bancken.
Ghy fchoone Hooft-ftadt van Tofcanen 9 Beroemt tot aen des wereks end , Bologne met u Garifend , Ghy kromme tooreh der Pifanen. Trots Genua foo drieft van mont Met u Paleyfen in het ront. Milanen moedigh in de zadel , Groot Bruffèi dat beftendigh helt, Beroemt Antwerpen aen de Schelt , BraefNape^ metufmallen i\del.
Na-
De Spaenfche Mercuriut. 131
Natuur foeckt nergens in te prenten Haer oude wefen meer als hier , Daer aerd met water , lucht met vyer , Vermenglen al de Elementen. Daer yeder dronck ons aendacht brenght > Dat m* aen den eerflen menfch gedenckt > En om van ons de trotzte weeren , Ons doet erkennen als men fuypc , Dat d'aerd ons levens lijfs bekruypt > En wy totaerde moeten keeren.
Hier is de Wijn-godt in fijn leven , En in der daet de Druyf die groeyt Aen oorden daer den Hebrus vloeyt Hoeft aen geen andre toe te geven. Maer fiet eens Landtfman wat ghy koopt , Van d'eene buyck in d'ander loopt > Dat leckre nat voor dicke tongen. En Liber die wel in fijn tijdt j Somwijl een vunfen Bock berijdt , Wordt hier weer van een Bock befprongen.
O Mancenares hoogh verheven , Door Dichters pennen foo berucht , Soo Hecht beftroomt foo wel bebrught > Waer 2ijt ghy eyndelijck gebleven , Waer zijtghy dat men u mach fien 5 U Nymphen gaen nau tot haer knien > Te lobbren in u dunne ftroomen , Of heeft u , als Gongora gift , Den Efel die u had gepift , Weer voor een foopjen op-genomen»
Daer Flora met haer roode kaken % Door haren Zephyrus gevoet > Gaert roosjes tot haer Roofen-hoet > Om Harders oogen te vermaken. Hier deelt fy u wat anders mee , Als een Gallego uytder Zee ,
P 4 Udoor
*3* JD* Spaenfche Mercuriua.
Udocr u vcnfters komt genaken , En u de lucht te binnen fent , Van hondert kuffen daer omtrent ; Om vroom in 't Lazrus huys te raken.
Men feyt Foligno milt in 't geven , Beftrooyt de ftraten met bancket , Hier komt men 's morgens noyt van 't bedt Of duyfent geurtjes (iet men kleven , Gekletft met een «ewiffe handt , Hier aen een poort daer aen een wandt. Een Sinter Klaesgift van u buuren , U neus gaet even ftaegh te gaft , Geen wonder ibofe fich verbraft » Op eens gegeten Confituren.
Maer 't is een trooft voor neus en oogen > Of d'overvloet u hinder deê , De fon , de wint, de lucht eet meê , Met delen Compoft op tedroogen , Elck neemt fijn portie van de Bra , En kluyft tot op debeenen na, Se4f fonder die met fout te fprengen ; En ghy mooght dencken goede vrint , Datj' aen der Goden tafel bint , En vrolijck zijt op doode krengen.
Maer of 'et u aen dranck mocht fchorten , Gaet Hechts een ftraet weegs voort , heel dra y Sal u daer wel een * Aqua va
roepenfc Een emmer nats op 't hooft gaen ftorten ,
aisie Van morffigh water of van pis ,
't water >t ^y u aj even eens wat 't is ,
tifi ' Sy vallen milt in fulcke ftuypen , Het eerfte dat het raeckt is doel , De ftraet is een gemeen Rioel , Ga jy maer flechts naer huys toe druypen.
Wie komt daer ginder aen Seigneuren ,
Wat
aoa
Ds Spaenfihe Mercuriue. %y$
Wat'is hy fot of is hy fieck , Dat fal de marfch zijn van de pieck 3 Gaec hy naer achter of na veuren. Dit fou men nemen altemet , Voor een bonjourde Recolet , Of voor een fprongh van Jan PottagieB De Keerel fchijnt te wonder beus , Hy fet de bril daer op fijn neus , Een man van fludy en couragie.
De Son is wech , gaet wat fpanceeren , Die 't bloet u in uwe adren koockt , Dien oven is nu niet geftoockt. Ghy mooght nu duuren in u kleeren , Gaet na de ftroom of hoe ghy 't heet , Ghy vint daer goetjc brqyn en heet , Van Donnasof van Adamijten. Ghy fultdaer haeft in *t doncker fien , Een naeckt paer billen acht of tien , En niemant die 't u fal verwijten.
Is dat een jonge of is 't een ouwe ? Wat rammelt u van out in 't hooft ? Daer is'er geen foo out , die looft Dat men haer voor geen jongh fou trouwen j Wilt ghy haer trony fien in 't net , Soo fiet wat verder door 't blancket , Door Vermilioen endoor Pomade , Kond ghy dan leggen op het left , Byloo het is een ouwe beft , Soo hebj'et op fijn kop geraden.
Dat meysje praet hier van geen kindren , Geen kinders boven feven jaer , Dat is al een voiwalTen fnaer. Het mocht haer aen haer huwelijck hindren. Dat is al rijp van nu of an , Haer tanden zijn verwiffelt, man a
P 5 Siet
»34 &e Spaenfche Mercurius.
Siet haer eens fchcrmen met haer oogen , Sy treckt haer mont al fcheef goet fchick , Is 't daer noch fuy ver , foo ben ick > Wel ruym drie vierendeel bedroge/i.
Dien Heer die ginder gaet brageeren , Hanteert fijn degt n met ratfoen. Die lapte giftren noch mijnichoen. Die degen is hem koft en kleeren , Dat lemmer is fijn vrientop ftraet, Sijn by' flaep als hy flapen gaet , Sijn trooft in al fijn jammer-klagen , Geloofje 't niet , gaet- fiet hem flus Wanneer hy ftaet in puribus , Sal hy hem op fijn armen dragen.
Befiet my eens dat ftatigh wefen s Dat is mijn Heer den Licentiaet , Hy is hy gaet dan daer hy gaet , Van voor tot achteren doorlefen , Hy fou noyt wijeken foo hy 't wift » * Voor Theatijnof Sorbonnift, Of andre die noch meerder weten , Dit is alleenigh dat hem let , Dat hy met fijn Hebreeus te met , Heeft al fijn fchoon Latijn vergeten.
Wat gaet daer ginder te piafFeeren s Dat lijekt een drommel van een fiiaeck 3 Die Cavallier en heeft geen vaeck , 't Lijekt wel een fnyer aenfijn veeren > Maer facht mijn macker 't is abuys , Befiet my eens dat roode kruys. Het is een Ridder van de Benden , Een Aep te Paert is 't niet te min , Sijn knicn komen aen, fijn kin , En 't hooft dat fackt hem in fijn lenden.
Wat wiïdat fteene kruys in 't midden >
Daer
Be Spaenfihe Mercuriut. 23 J
Daer is een man ter neer geleyt , Èn dat bedroefde teeken feyt , Dat men noch voor de ziel moet bidden , En doet men over moort geen rechc ? Wel deed men dat , mijn foetc knecht , Hier fou nieteenen Doctor blijven.
Jup. Schey uyt , fchey uyt , indienje geen an- dere lof van die beroemde plaers te feggen hebt , moogje dat fchimpen oock wel laten.
Merc Wat fou hy anders doen , het is fijn da- gelijcks hantwerck.
Mom, lek fal u maer een ftaekje van hun loos- heyt verhalen. Seker Frans Edelman , had uyt het Hof van den Keyfer de laft op fich gheno- men, om een brief met een kleyn bondelken , daer een fack-oorlogie of uurwerek in was , aen een Heertot Madrid te behandigen , die felf een Secretaris van den Koningh was , foo haeft als óefe fijn brief met het packje over leverde > was het eerfte dat dien Heer dede , het packje aen lijn oor te houden , om te hooren of 'er het oor- logie oock in was , geloovende miflehien dat de fnaer langh genoeg was , om te loopen van Wee- nen tot Madrid toe.
Jup Een groote gauwigheyt. Maer daer was noch yets van defen Don Jan te feggen , laet ons dat eens hooren.
Mom. Of laet Mercurius fijn ommegangh be- ginnen.
Jup. Wy fullen die daer na wel krijgen » gaet ghy flechts voort.
Moot. Voor fijn eerfte Oorloghs-tocht , was v J, CTJ^ hy Generael van des Koninghs fijns Broeders janvan Troupen s regen de Mooren van Grenada, daer Ooftcn. hy fich als een overdapper Prins gedragen heeft , rl)ck' in voegen gelijck meermael gefeght is > het volk
htm
fifi Ve Spaenfche Mercuriut.
hem met die toejuychiuge begroete , dit is de wa- re So on van den Keyfcr. Op dien tocht deed hy de God'fdienft in Spanjen grooten dienft , alfoo hy de Mooren daer uyt jaeghde, in voegen fy ze- dertdat Rijck niet meer hebben konnen befmet- ten , noch de Inwoonders , voornamentlijck hun nageburen , foo veel Marraenfch konnen acnbla- fen, alsfe wel voor dietijdt hadden gedaen.
Wanneer dit werck volbracht was , wierdt hy door de grocte naem die van hem gingh , en foo wel onder de Chriftenen als on-C h riftenen ver- fpreyt was , tot Generael van de Heylige Ligue te^en den Turck gemaeckt ? na dat de felve ftaec evenwel van den Hartogh van Anjouw , daer na Koningh van Vranckrijck, onderden naem van Hendrick de Darde , en den Prins van Savoye af geflagen was : want de goede Paus Pius de Vijfde, defe den een na den ander den Standaert aenge- boden hebbende, vcrfchoonde fich d'Hartogh van Anjouw, op de verrichtinge van den Ko- ningh fijn Broeder, en de Savoyaert op fijnon- paffèlijckheyr. Maer Don Jan vaerde den laft gewilligh aen , en droegh fich als een braef Prins, in die foo bloedige en vermaerde Zeeftrijdt van Lepante , die in der daet foodanigh was ■> dar ze- V-rhaei dert de Zeeftrijdt by Aótium , tuflehen Auguftus . ^ e en Amonius geen foodanige oyt voorgevallen Infante. was » noc^ was defe hondert mael beter bevoch- ten en beweert als die andere , het fal daerom de pijne waert zijn de byfonderheden daer van te verhalen.
De Turckfche Vloot vertrock uyt hare Poft op den vyf-en-twintighftendaghvan April, op die van St. Joris , die van al de Heyligen van de Turcken fcer geèert wordt , gelijck de felve ge- meenlijck op dien dagh hun Oorloghs-macht fqo te Water als te Lande uyt fenden > om onder
de
De Spainfcke Mercurius. ttf
de befcherminge van defen ftrijdtbaren Ridder dapperlijck te overwinnen. Dele Oorloghs- macht dan, opdien dagh inhecjaer ifji. ver- trocken zijnde , deed over al een overdadig quaet in roven , pionderen , en alderhande overlaft , op de Chriftencn, foo aen het vafte Landt als aen de Eylanden. Maer wanneer fy hoorden dat Don Jan medeuyc de Havens van Medina ver- trocken v/as om hen itrijdt te komen leveren , fonden fy terftont boden dacr van aen hunnen Keyferaf, om fijn wil te weten, die hen beval datfy moedighlijck den ftrijdr fouden wagen.
Defe Oorloghs-macht der Tu reken , beitondt in twee hondert en twee-en-dai tigh groote Ga- Macht leyen, behalven noch de twaelr die Ucchialy |1er Tur* Bafla, onder- Koningh van Algiers, daer noch chiifle. by bracht, beneftensfoo veel Galeotten. Defenen. {peelde den meefter te water en te lande , na haer welgevallen , tot dat Don Jan mede Zee koos , met twee hondert enachtGalcyen, fesGaleai- fen , twee-en-twintigh groote Schepen , en veer- tigh Fregatten, op de welcke waren acht duy- fent Spanjaerden , twaelf duyfent Italianen , drie duyfent Adventuriers , of Vrywillige , drie duy- fent Duytfers , fonder het Schecps- volck te tellen. De Ridder Gilles d'Andrada zijnde uyt gefonden om den Vyand optefoecken, brachc befcheyd dat der felver Oorloghs-macht by Le- pante lagh. Don Jan deed daer over ócn Krijgs- raet vergaderen , om te weten wat fy te doen fouden hebben. Hy hadin het byfonder al met den Heer Rommegas , diehy teerachte, een overlegh gemaeckt , gelijck hy oock reden had , hem in groot aenfien te houden , als zijnde een van de voornaemftc Zeeluyden van fijn tijdr, het welcke hy in verfcheyden voorvallen tegen den Turck. getoont had. Hebbende hem dan
ge-
2.58 De Sp»enfthe Merturius,
gevraeght wac hem dienftigh dacht ghedaen te Bcract- 2'Jn ï gaf hem dele dat bericht. Indien fey de hy , flagingh de Key/er u Vader Jich eenwael tnftjn leven , op Ju/c k oycy.caeen pi00t als Jefe js y gefien hadde ; hy jou niet ge- ' ' * rufl hebben , voor dat hyjich Keyfer tot Cenftanti- nopolenjou hebben gefien. En hy Jou daer geen fv>a± righeyt tn gevonden hebben. Dit isfoo veel te feggen Jeyde Don Jan daer op , dat men fal moeten vechten. In trouwen ja,berichte Rommegas weder. Vech- ten wy dan , feyde Don Jan weder. Hy verfochc oock het goet vinden van Antonio Colonna , die Stedehouder van het Verbondt was, gelijck hem de Paus de felve na Don Jan gemaeckt hadde. Defe feyde anders niet als de woorden uyt de Schrift : Etiamfi oporteat me mort non te negabo , Al fou ick moeten fterven ick fal u niet verloo- ' chenen. Joan AndrèaDoria feyde diergèlijcke, gelijck hy altoos een feer möedigh Soldaet is ge- weeft , en belloot mede , dat 'er niet anders te doen viel als re vechten. De Generalen van de Venetianen Sebaftiano Venerio, en Juttiniano Barbarico , waren mede van het gevoelen , en dat met een van goeder herten ; want het was meeft de faeck van de Venetianen die verhan- delt wierdt , dewijl het de Turcken daer aldcr- meeft op gemunt hadden. Don Louis de Reque- fens , groot Commandeur van Caftille , ên daer na des Koninghs Stedehouder in Vlaenderen , was mede van gevoelen dat men ftrijden molt ; maer evenwel , hy wilde n* de Spaenfche wijfe , al de faeck gelijck als ineen goutfthael gewo- gen hebben, gelijck oock de Marquisde Sanr.4 Croce. Soo veel is'er van , hoewel de meefte den ftrijdt aenrieden, veel andere evenwel wa- ren daer tegen : en ten ware Don Jan dapper en moedigh ware geweeft , het had daer lichtelijck niet toe gekomen , alfoo deftrijdts-gefinde lich- te-
De Spattifcke Merciifius. 139
telückdoordebefchreumde foudeh hebben om gelet worden , maer Don Jan drongh het deur , maecktedoor fijn moedigheyt moed in de en- dere.
Defe twee machtige Scheeps-vlooten dan we- derzijds beiloten hebbende te Jlrijden, foo ver- trock de Turckflhe van Lepante , tegen den avont , en bevand fich des morgens in volle Zee. De Chriften- vloot doende groot gewelt tegen de wint , diefe tegen hadde , liet fich van gelijcken met het rij/en Van den dagh fien. De Turckfche quam met volle zeylen op hen af, hebbende den wint Van achter inhétzêyl; waeropDon SJagh- Jan terftont de fijne in volle llagh-orderedede°^"*. (lellen , met fulck een fpoet als hem mooghlijck {tenen. was > makende daer vier benden of troupen van , d'eene wasaCn dé rechterhant , beleyt door den Heer Johan Andrea Doria , beftaende uyt vijf- righ Galeyen, entweegrootc GaleafTen: d'an- dere aen dé flincker zijde , had tot Leyder den HeerJuftimaenBafbarico, Öpperhooft van de Venetiaenfché Macht , hebbende mede vijftigh Galeyen, en twee GaleafTen by fich. In het mid- den van de twee ftelde Don Jan de Batailje , be^ ftaende in tfeventigh Galeyen , en hadde tot fijn achterhoede , den Marquis de Santa Croce , met al de refl van de Galeyen, en twee Galeaflen. Op defe wijfe begaf fich Don Jan na den Vyand toe, en zijnde noch omtrent vier kléyne mijlen van malkandcren, dede hy een fchoot na den Vyand fchieten , tot een Bravade , foo veel te feggen als dat fy aen komen foudea , en deed daer op Ie Cara , op de groote maft , en de vlam- rne of wimpel achter af waeyen , foo veel als de bloet-vlagge , tcekens van het aengaen van den ftrijdt , en fiende lijn macht in fulck een fchoonè ordcre j klom in een kjeyn Fregat , en voer de
ge-
240 De Spaenfche Mercuriut.
geheele Vloot door, gevende een yeder moed om dapper 1 ij ck te vechten , alles by brengende dat konde dienen om hen op te wecken. Ditge- daen lijnde, keerde hy terftont weder na de .Reale , dewiil de Turckfche Vloot vaft met volle 'zeylen aen quam.
Aen fijn rechter zijde voer de Generael van den Paus , op dewelcke Antonio Colonna Stede- houder van fijn Heyligheyt was : aen de zijde van dewelcke de Capitaneffe van Savoye voer, beftiert door den Heer de Ligny , eenfeer eer- lijcken braef Heer, die fijn ampt wel waerdigh was: aen fijn flincker zijde, was de Generael van Venetië , en daer na aen des felfs zijde , was de Capitana van Genua. Op de Galey van Sa- voye was de Hartogh van Urbin felfs ; en op die van Genua de Prins van Parma. De twee laetfte, die de vleugels van de Batailje uyt maeckten , wa- ren de Generalen van Maltha, en aen de rechter die van Pau'us Jordan Urfini, met die van Lom- me) in , aen de flincker handt , en achter aen , volghden de Capitana van Don Louis de Reque- fens , en de Patrona van Spanje.
In defe fchoone ordere viel men op den Vyand aen , komende hem ter halver wege in 't ghe- moet; zijnde fulcksfoo verre van hun verwach- tinge , dae fy gelooft hadden , dat de Chriftenen hen niet fouden hebben derven verwachten. Als- doe was het datmenfeer fchielijckdewint, die tot daer-en-toe den Chriftenen was tegen ghc- weeft, fagh veranderen , en omtrent den mid- dagh gheheel goet voor de Chriftenen worden. AcnvangDe ftrijdt nam fijn aenvangh met de flincker vnnden vleugel, alwaer beyde de Generalen terftont malkander aen taften, pogende een yeder van hen fich meefter van fijn Vyand temaken, eri daer op quam al de reft aen malkander , daer een
H
ftiijdr.
Dert
Bafla
De Spaenfche Mercuriut. Z4 I
yeder van fijn zijde niet anders trachte als fijn uy- terfte beft te doen.
Eyndelijck naer een hart gevecht > rmcckte fich de Koninghlijcke Galeyen van Don Jan , meefterfe van die van deTurcken, houwende de Chriftenen al wat fy daer binnen vonden in ftuc- ken , en het hooft van den Bafla af geflagen zijn- de , wiert terftont op de punt van een fpief(è,va. tot een zege-teeken geftelt , het welcke de Chri- gen. ftenen foo veel te meer^enmoedighde, fooda- nigh , dat betgantfche Efquadreen bende van de Turcken, dat tegen de Batailje van de Chri fte- nen aen quam , op de felvc wijfe als de Hooft- galeye ghehandelt wierdt. Don J an vergaderde weer lbo veel van de fijne by een als hy konde , en fiende dat men aen de rechter zijde noch aen het vechten was , niet fonder groot gevaer van de Chriftencn , viel foo wel te pas , op de Turc- ken aen , dat hy fich wel haeft meefter van de gc- heeleflagh maeckte, vernielende en verwoc- itende alles wat hem voor quam. Ucchialy deed den Chriftenen groote moeyten aen, en toonde een treftelijcke tegenweer ; maer hy wierdt foo tij delijck door den Heerjoan Doria aen getaft, dat hy , hebbende alles gedaen wat mooghlijck ;
Was, fich met dartigh Galeyen falveerde en op de vlucht begaf. Men vervolghde hem foo veel winning men konde, maer de nacht overkomende, bcderchii- nam den Chriftenen het geficht en de gelegent «-ttenen. heyt hem vorder na te jagen
De Venetiancn deden brave dingen , daer de Heer Sebaftiaen Barbarico hunnen Overfte het leven liet , die dien dagh fich wonderlijck wel gehouden , enalfoo fijndoorluchtigh leven mee een brave doot befloten heeft , ftervende met de overwinningh in de hant.
Don Jan Hiep , gelijgk men fegt , op het velde Q^ van
z^z De Spaenfche Mercurius.
verlies van den ftrijdt ; en maeckten des morgens een van we- overflagh van de Schepen die genomen of in de zij gront gefchoten waren , daer men bevant , dat deTurcken, fooGaleyen als Galeotten , twee hondert en feven verloren hadden , het ghetal van de dooden omtrent de darcigh duyfent, en twaelf duyfent Chriftenen flaven van de kete- nen verloft , behalven al die verdroncken wa- ren , of elders gingen fterven. De gevangene waren meer als (es duyfent. Aen de zijde der Chriftenen waren oock foo dooden als gequet- ften, tot aen acht of negen duyfent zielen, foo op de vijftien Galeyen die genomen , en eenigc weder hernomen waren , als op de andere ; van welcke vijftien de Generale van Malta een was , die langen tijt alleen regen feven TurckfcheGa- leyen vocht ; maer Ucchialy daer by komende, nam hem met een van de Ridders van den Hey- ligen Geeft, van Savoye , en van Genua > en van Sicilië, en een van den Paus.
Waerlijck het was een feer hevigh gevecht j fbodanigemen feer weyniye liet ,. en om te we- ten wat Hoofden van de Turcken gefneuvelt e» gevangen zijn. Eerftelijck, Pertau Bafla, Ge- nerael v?.n de Vloot, Haly Bafla , Generael van de Landt-marht , Ahmaibey , Hooft van de Ja- nitzaren Affan Bafta , Soon van Haradijn Bar- barofta , Mehemet Bey , Landt-vooght van Mes- telene Ydey Bey , Landt-vooght van Scio , C*- raban , Opfiender der Soubbaflas , Campfan Bey, Stadt-vooght van Rhodes, Dely Soliman, Tapart Chelubey , Proutfaga , Stadt-vooght van Napoli de Romanie , Amipfa Bey , Bafli of Koningh van Tripoly > Dardagan Bey , Stadt- vooght van Tercenal , Muftapha Cheluby, al- gemeen Schat-meefter van de- Vloot , Afrit Ca}»» ga, OverftevanGalipoli-, Pery Begoliy , Hooft
van
Hoof- den der Turken.
De Spasnfcke Morcurim. *fö
van een bende Galeyen , Ochiman Béaly 3 Hooft van een deeJ Galeyen , en voorts meenigte van andere foo gedooc als gevangen.
Die gene die de tijdinge daer van tot Vene- tien bracht, de Heer Lafrano Cinftiniani, ko- mende voor den Doge of Hartogh van Venetien, knielde ter aerden , en ieyde , doorluchtighite Prins , ick brenge ü de tijdinge van de beerlijck- fte ovcrwinninge die de Chïiftenen oyt ghebad en bevochten hebben. En waerlijck fy was heer- Hjck , en v ei volght zijnde j fou Conftantinopo- len geciddert en gebeeft > miflchien in handen van de Chriftenen geraeckc hebben ; maer d'af- gunft der Chriften-Princen bedierf het al, die niet mogende de roem van een ander verdragen, en voornamcntlijcfcvan Don Jan , den Oorlogh elders, fonder befcheyd of reden, gingen op- blafen. De Venetianen aen d'andefe zijde , deii Oorlogh moede zijnde * baden de» Koning van Vranckrijck de Vrede , met den Grooten Heer te willen helpen bevorderen 5 die daer den Bif- fchop van Dax heenen fandt. Defe dede een ge- iirckige reyfe voorde Venetianen * en verkreegh een goede Vrede , gcltjck fy begeerden. En foo bleef «en feer treftèlijck werek voor de Chrifte- nen fteken , die by foodanigh een gelegentheyt , den Turckcn in d'uyteröe noot fbuden gebracht hebben ; maer foodanigh was de verdceltheydt der Cbriften- Vorften , daer en elders meer ,oor- taeck van ban algemeen e voordeelen , om te fkn ten ; gelijckfeoockopdie wijfe hetbefe van het Paleftina , of (foo men 't noenat^ het Heylige Landt foo fclnndelijck verloren hebeen, als fy het manhaftelijck gewonnen hadden.
Het is fcker , da£ de tijdinge daer van aen d* Poorre gebracht zijnde , dat de Grooten Heer , fijnRaetcn hetgantfehc Volckdaer ioodanigh Qji oyer
^4-4- &e Spaenfche Mereurhs.
ontzei- over verïchrickt was , dat indien men alleenigh
tenis tot vijftigh Galeyen daer heenen gefonden had, (y
ConAan- <je Stadt verlaten fouden hebben.
tmopo- . £)e paus wii(]e dat Antonio Colonna al zegen- pralende binnen Romen fou komen , meer noch minder als voor heenen , ten tijden van de Romeynen , de overwinnende Borgermeeflers gewoon waren te doen , hoewel van vecle daer mede gefpot wiert. Het had in der daet Don Jan van Ooftenrijck beter toe gekomen , zijnde van de andere Hoofden , Antonio Colonna, de Ge- nerael der Venetianen , Johan d"Oria , en de an- dere brave Mannen gevolght, en fulck» fou na verdienden hebben toe ghegaen; ghelijck mea leeft van Ferdinand van Arragon , die , wanneer fijn Overften , onder dewelcke de Marquis van Pefcaire de voornaemfte was , een Veldtflagh op de Venetianen gewonnen hadden , flaende ghe- luckighlijck hun Veldtoverfte Bartholomeo Al viano by Vincenza, aLde Overften en gemeene Krijghs-lieden , yeder na fijn verdientten dede beloonen , doende daer-en-boven in de Boecken
Erkcnte- van fijn Schat-kamer , al de namen van de Over-
nifle van ften en felfsdegemeene Kriighs-lieden, tot een den K"- - • i F • re
ningh eeuwige gedachtenis aen teeltenen , beneftens
jFcrdi- die gene die in hetghevecht ghebleven waren ,
«and. wekker» vrienden de belooningh ontftngen , die
fy met hun leven gekocht hadden. Het is buy-
ten alle bedenckinge, of ftraf en belooninge
zijn de rechte voedfters van de deught , en die
ontbraken hier , beneftens de vmcht van fulck
een heerlijcke zegen.
Om weder te komen tot Don Jan. Indien
then de Hooft-lieden wil ghelooven die onder
hem gedient hebben , hy had moed en dapper-
heyt genoegh , om fich hier of daer een Koning-
lijeke Kroon op het hooft te krijgen , en fich
lbo
De Spaen/che Mercurhs. 245
foo een Soon van fulck een Vader te toonen > maer hy was geboren geluckigh voor een ander > en ongeluckigh voor fich felven , hy konde fijn deught foo feer niet voort Zetten , of haet en nijt wiften hem noch te verfchalcken. Men heeft hem oock voor een goet gedeelte het verlies van La Goulette toe-gefchreven , gelijck men tot Ro- men van Pafquijn hoorde : El Cardinael con la Spot-re- Bragueta , Don Juan con la Raguetta , hanperdido den op la Goletta. Willende feggen , dat de Cardinael DonJaD- Granvella als doe onder-Koningh van Napels , al te veel met fijn hoeren , en Don Jan te veel in de kaets-baen befigh waren , en daer door La Gouletta verloren was.
En in der daet , defe lafter hem op gcleght, was valfch , want van dagh tot dagh maeckte hy fich vaerdigh om de plaets te gaen ontfetten; maer de befettelingen felfs voor quamen hem , houdende het niet uyt , gelijck men van hen ver- trouwt had.
Eenigen tijdt daer na , de Koningh van Span- jen hem by fich ontboden hebbende , heeft hem, na dat hy wel ter deege met hem verfproken was, naerNederlandtgefonden, omaldaerdc Regeeringh van dien Staet ter hant te ilaen. Hy Sijoceys begaf fich daer heen als een brave Ridder , en na Nc~ niet als een Man die vrees heeft , gacnde dwars dcilant* door Vranckrijck heen , als een reyfend man , alleen te poft met fes Paerden , hebbende by fich den Heer Gonfaguc , als fijn vertrouwde, en onder andere een Frans Poftillon, die hy uyt Spanjen mede nam , zijnde de reys te ghevaer- lijcker, om dat het op het hippen van den Oor- logh was , die geen drie maenden daer na openc- üjck verklaert wiert.
Hy klom af tot Parijs, in de £ract St. Antoi- nc , recht voor het huys van den Spaenfchen 0^3 Ge.
%óf.6 B* Sfaenfthe Mercufius.
Ge&nt. Wanneer den döncker gekomen was 3 gingh hy hera aen (breken ; fprack een weynigh mee bcm 9 en hebbende vernomen dat'er dien avonteen trefFelijcke Bal in de Louvre fou zijn , gingh daer onbekent met den Heer Oöavio » daer hy het geheele Hof faghdanflen, en met verwond eringe onder andere de fchoone Ko.- ninginnevan Navarra, Sufter vanden Koning, niet weynig opgenomen door fulck een fohoon- heyt. Des morgens na/n hy het geficht van Pa- rijs, en fagh met verwonder ingh de grooteen fchoonheyt van die Koninghlijcke Stadt , (onder bekent te zijn, of dat men van hem wift, als na lijn vertreck. Daer op nam hy weder de poft, en vervoighde fijn rcys recht op het Hartogdom van Luxemburgh , enquam foo voorts in Ne- derlandt, alwacr hebbende Antwerpen van de Spanjaerden ingenomen en gepkmdert gevon- „ , den, maeckte een Vrede, op voorwaerden van fticringe ^e Spanjaerden uyt het landt te doen vertrecken, gelijckgefchiede , die heenen gingen , meeft na Italien , wei geladen met den buyt diefe tot Ant- werpen ghemaeckt hadden. Over defe Vrede wordt hy van fommigegelaeckt; raaer hy moft; fich voegen na de tijde. Het geen daer omtrent voor gevallen is , ftaet uyt de ghefthicdeniflèn bekent, die \vy niet behoeven. op te halen. Soo veel is 'er van , de Vrede wiert wederom gebro, ken , en hy toonde lich als een braef Soldaet to- gen fijn Vyanden , gebruyekende een goet be- legh omtrent het verlfcioyen van detroupen van den Prins Erneftus Cazimir.
Maer clefe dappere VorJt genoot niet lange de roem van ai fijn dapperheden , en h.y,die de doot in i'o veel heerlijke ontmoetingen gedocht hadde, vand die op fijn bedde als een weerloos wicht, Men feght dat hy van de Peft geftorven is, maer
men
Acnmer kingen op fijn doot.
De Spaenfcke Mercurim. a.4.7
men heeft vry anders daer van gefchreven , felfs in Spaden wiert fulcks niet gelooft, want men houd dat hy vergeven is. En hoort op' wat wijfe Bran- en by wat oorfaeck , Don Jan had een Geheym- lomc' fcfarijver, die hem de Koningh van Hiipanie mede gegeven had , de Heer Eicovedo genoemt. daer hy fich Teer op venroude, defe was voor heen een dienaer by Ruy Gomez geweeft. Don Jan fand hem eens uyt Nederlandt na den Ko- ningh , om hem de gelegentheyct en ftaet van de Landen bekent te maken. Defe in het Hof zijnde , na dathy tïjn laft had by den Koningh af geleght, onderfocht wat nieus aldaer ten Hove was , en hoe het met de Vrouwen ftondt. Men feyde hem dat de Princeflè van Eboly , Weduwe van Ruy Gomez, feer diep in minneryenvan Antonio Perez, Secretaris van Staet (d.crwy van gefproken hebben , met verhael van fijn toe- legh op de Princeflè) ingewickelt was.
Efcovedo die haers Mans en haer dienaer was geweeft , en die noch gedachtigh w^s het goedt dat hy van haer Man fijn Meefter genoten had , kon fulck een verhael in fijn hert niet verdragen , maer begaf fich by de Princeflè fijn Meefterfe , en feyde haer ront uyt het quaet gerucht dat van haer liep, vertoonende haer hoe feer fy fich fel- ven en de geheugenifle van haer Man verkorte. Sy over defe vermaninge feer vergramt zi/nde, wees hem van haer af, niet fonder ftraffe drey- gementen, en ontdeckte het alles aen haren Min- naer Antonio Perez , die vaerdigh tot de wraeck zijnde, hem om den hals dede brengen, en perez brengende meenighte van valfche fchriften voor <^ct den dagh , maeckte hem voor een verrader en ^ trouweloofe voor fijn Koningh uyt, met eencn vermoor- trachtende te bewijfen, dat fijn Meefter Don den. Jan, in onderhandelinge was, niet alleen om Q_4, fich
a4$ -D' Spaenfche Mtnurim.
fich meefter te maken van de Nederlanden* maeroock van de Stapt van Milanen en het Rijk van Napels > het geen de Koningh als feer na- yverigh omtrent fijn ftaet, maerte veel geloof gaf. De Prmccflè d'Eboly toonde oock een Brief van den Prins van Oranjen , die van een byfon- derenadruck was, inhoudende het Huwelijck van Don Jan met de Koninginne van Enge- landt, als beüoten en valt geftelt, en dat d'af- vallige (foofc die noemen) Hollanders hun be- loften gedaen hadden , hem te fullen erkennen % foo haelt dit Huwelijck fou beiloten zijn , ion- der ander bcdingh als de vryheydt van hunnen Godfdienft. Deie Brief gaf Pcrez. mede aen den Koningh, die de felvc terftont nam voor des Princen hant. En gelijck hy fich felf in de tegen- woordigheyt van de Princeflè feer. ontftelt aen- Helde , nam fy de gelegentheyt waer , den Ko- ningh voor te houden , wat befcheyd Don jan voor defen Don Karel eens gegeven had , als hy hem vooreen Baftaert uyt maeckte. Sy bracht den Koningh oock in den fin, het toejuyehen van het Krijghs-volck van fijn Oorloghs-macht in Grenade , feggende dat hy de rechte Soon van den Keyfêr was, voeghdedaer by fijn vaft voor- nemen , omfichfelven Koningh van Tunis te maken; oock hoe fchandelijck door fijn verfuym La Gouletta verloren was , dat hy had laten ne- men i tot wraeck om dat de Koningh fijn wil' j.agcn niet had willen involgen. Defe vertooningen ge- tegen voeghtby het voorgegeven Huwelijck van Don DcinJanJan, met de Koninginne van Engelandt , maeck- ten fulck een geweldigen indruck in het gemoed van den Koningh , dat anderfins door de minite inbeeldinge vjm na-yver op fijn Staet feer lichte- lijckte bewegen was ,dathy voornam , fich van' defen hindcrpael het kofte wat her wilde te ont- . f - flwn.
De Spaenfche Mercurius. 149
flaen , en wel fiende dat hier niet op te flapen was, middel vand, om Don Jan , door een wijfe die gantfch niet vermoedelijck was , een paer geperfumeerde of gereuckt-werckte Bottij- nen toerelaten komen , die hem het leven ghe- koft hebben , zijnde onderwijlen een gerucht ge- flrooyt dat hy van de peft geftorven was , die hy by de Marquisinne d'Avré, daer hy verlieft op was, fou behaelt hebben : dit laetfte evenwel , wordt van veel Schrijvers die wel geloof verdie- nen , beveftight, en heteerftc van noch .meer- der ftaende gehouden , wy laren de faeck in bet midden ; maer evenwel heeft defe mode Frin- ceiïèd'Eboly , haer belooninge niet ontbroken,
felijck oock niet defen bedrieghlijcken Antonio 'erez, en dat op dcfe ■wijfe, defchoonheyt van defe Princeflg , veranderde het vertrouwen dat de Koningh met haer, over de faeck van den Prins van Spanjen , alsghefeght is, ghenomen had, welhaeftineen hevige liefde, Ruy Go- mez (want dit gelchiede by fijn leven) foo ja- loura over het vertrouwen van gehey men dat de Koningh met haer hadde, als de gunden diefe den Koningh van haer zijde betoonde , nam een befliryt, fich van haer te ontflaen, en haer aen een kant te helpen , maer fy dat gewaer gewor- den zijnde , was hem te gaeu , en hielp haren Man aen een kant , en kreegh foo de handen vry , met den Koningh het begonnen fpel voort uyt te fpcelen ; maer een igen tijde daer na , wiert de Koningh gewaer, dat de Princefic d'Eboly den Brief van den Prins van Oranjen , diefe fey- deonderfchepttezijn , en die Don Jan foo doo- delijck was geweefr. , felfs had laten fchrij ven , en de hant van den Prins van Oranjen , door den J "el ven , die eertij drs het boecksken van den Prins had na gefchreven , nabootfen laten (het welckc
Q s gs*
Doodt van Dor Jan,
Loon van de bedrie- ger».
Ruy Go.- mez
door ü]a Vrouw verge- ven.
ifo De Spaenfihe Mercurtus.
gefchiede, orn oat fich de Prioceflè van hem mede focht te ontflaen , op dat hy het geen voor heen tuflchen hen verhandelt en gepafleert was , om dele nieuwe liefde met den Konin^h om te floten , niet fou mogen voor den dagh brengen.) Soo dat de Koningh fulck een fchrick in fijn ge- moed , over dele grouwelijckefchelmeryen , en vuyle ftucken kreegh> dat de felveal de brant van fijn liefde verdoofde, en de Princcffe en Antonio Perez , voor al hun leven in de gevan- geniffe dede werpen , daer {y haer leven ellen- dighlijck en jammerlijck verflet en heeft; macr Perez brack uyt fijn gevangeniflè , en vluchte na Arragon , daer hy niet konde laten weder quade rancken aen te rechten , en ten deelcn d'oorfaek was van de wederlpannigheydc en Revolte van Oproer Samgofïa en Arragon , diefeerfwaer en fchade- van ar- jjjcjc fou «eweeft hebben , tenware de Koningh
raeon en J .. P .. * ,. . ijj y-
Sa%. met wijsheydt het quaet verhindert hadde , die daer Don Alonzo de Varas met een goet Leger hcenen fand , waer door de Arragonneefen , na datfe eenigen tegenftant gedaen hadden , de Wa- pens neder leyden. De Hooft-rechter Don Jan delaVluza, wierdt beneffèns andere , onthalft ; de Harrogh de Vi'llermes , en de Grave d'Aran- da, wierden in Cafti He gevanckelijck gebracht, en foo wiert het onweder geftilt Antonio Perez gheraeckte tijdeliick wegh > en dwaelde zedert vanheteene Hof tot het ander, vindende ner- gens heul , en over al fijn quaet ghewiflè mede dragende, aldus van een begunftight bedienaer en groot man van ftaet , een landt-looper ghe- worden.
Jup. Laet ons nu onfe Mercurius eens hoo- ren , eer het hem ter zijden uyt barft.
Merc Niet foo feer om mijnent wil, het is my om 't even.
Mom.
De Prin ceiTe d'Eboly gevan- gen ghe- fet.
Perez onr-
vlucht.
gofla.
Geftilt.
Df Spaeqfthe Mercurius. t f i
Motn. Ghy hebt nu ai te langh ftil ghefeten s daer mocht raghover uwen mant waflfen.
Mesrc. d1 Uwe heeft dier altoos geen noot van, foo als u die waffel gegaen heeft.
Juf. Nu wel aen Tonder kijven of kibbelen , fiet ten minften waerje bent , Habe rtffeüum Per~ jonarum.
Men. Onder veel andere algemeene verma- Jcelijckhedcn , die de Moorenin Hiipanicn heb- ben in gevoert > en naer hun vertreck gelaten , zijn oock eer.ige van hun Superüitien en ovcr- plechtigheden , diefe in hunne openbare omme- gangen en vertooningen van vermaeck , plegen te gebruyeken , daer fich de Spanjaerden tegen- woordighvan dienen (gelijckie doch dacr om- trent feerofby geloovigh of toyigh zijn, halende al by wat dienen kan , of om het vokk te verma- ken , of om hun Godfdienitigheyt uyt te beel- den) in hun Fefta del Corpus , of ommegangh ommc- van het Lichaem hunnes Hceren , dewekke op °*nghct den 17 dagh van de Maentvan May begint, met corpus. een ongelooilijcken toeloop van menfehen van alle oorden , en foo veel toeftels als hun moogh- lijck is. En geen Feciï word ter ge viert die foo lange duurt , of foo veel geruchts maeckt. Men vanght defelvegemeenlijck aen met een omme- gangh , als ghefeght is , van dewelcke de eerfle ryenzijn vermenght met alderhande fiagh van fpeel-tuygh, Scbalraeyen , Trommen , Pijpen, Tabourins deBafqucs Caftagnetten , en dierge- Iijcke , daer vindt men een heeien troup men- fehen in kleederen van verfcheyde venven ghe- kleet, die op het geluyt van defe ïnftrumenten gaen danffen , fpringen , gambaden maken , en alderhande tuymelaryenaen rechten, gelijk men anderfins op Vaftenavonden daer en elders,voor- namentiijck in Italië gewoon is te doen.
De
I
452 De Spaenjcke Mercurius.
De Koningh felve begeeft fich in de Kerck
van Santa Maria , die niet verre van fijn Paleyi ftaet , en na dat hy daer de Miffe gehoort heeft > komt hy daer uyt met een waffen keers in de hant, gaende een fil veren Tabernakel, foos'et noemen , daer de Hoftie of het Lichaem , foofc feggen, in is, Voor hem, en de Grooten van Hiipanien , al fijne Raden, onder malkander, fonder ordre te houden, om geen twift te ver- oorfaken , invoegen de Raden van de Hazienda, onder die de las Indias , en foo voort. Maer voor al dele troupen gacn weder een deel wonderlijke macbinen en ipecl-wercken j maer om mijn feifs niet te verbij fteren , fal ickfe u liever alle in flikken ordre verhalen alsfe fich aen my vertoont hebben.
Voor af quamen al defe Pijpen , Trommelen , Schalmeyen en Caftagnetten, met al hunne danf- fende fotten , en gambadiften ; daer na volgden een deel verfchrickeüjcke dingen j onmatelijck groote Reufen en Reufinnen , maer op dat ghy u niet ontftellen foud , van bort-papier gemaekt, hebbende gemeenlijck lange rocken aen, daer de menfehen dide dragen , en hun beweginge geven , onder gacn , foo datfe niet konnen ge- ïi en worden ; d'ccrfte van al was een Reus , maer alleenigh in fijn hooft, zijnde dat afgrijflijck groot, maer het lichaem weder foo kleyn als dat van een ciwergh , hetgeen feer vreemtenmiffè- lijck ftondt. Di: wandelde foo ftatelijck voort, maer fcheen foo veel te dragen te hebben a's het kondc , een jongen daer by gaende , droeg een uytgef pannen Tafereel aen een opgefteken ftok, in het welcke boven aen dit devijs ghefchreven ftondt :
Is/par mok ruit.
On-
De Spaenfche Mereuriut. %<fi
Onder acn was de uytbreydingh daer van in de Spaenfche Tael , die aldus te verflaen is :
Hetlichaem kranck op fijn geitel ,
Noch va.ft genoegh van leden , Draeght fulck een laftigh hooft niet wel
Maer gaet met lofTe fchreden. Soo kan de laft van 't Prinflijck hooft ,
Wil 't met geen ftaet-fucht <ucken , Van macht den onderdaen berooft ,
Ten gronde neder drucken.
Defe groot-hoofdigen dwergh gingh voor by , en gaf plaets voor niet meer als (even Reufen licha- men , vier Reufen en drie Reufinnen , defe wor- den van het gemeene volck Htjos de Los Vexinosy Hijosde Buur-kinderen ghenoemt, defe willen hetuyt-L.os V«- beeldfel van eenige fulcke vervaerlijke menfchen rlnoï, 2.ijn , diëten tijden van den Koningh Mamme- lin , d'eerfte Ivoningh der Mooren die in Span- jen geheerfcht heeft , geboren foudén zijn : waer na fyoock Mamelinas genoemt worden. Defe wandelden foo met hunne bekende namen , fon- dcr andere beduydinge voor by; daer na quam'er een fchrickelijcke gcvaerte , een yffelijck groo- ten Draeck , diefe Tarajca- noemen , gaendc Tarafca. voort op rollen,hebbende hetlichaem volfchob- ben en (chelpen , een verfchrickelijcken buyck , een feer grooten op-geheven ftaert , een grou- welijck wijt-gapende muyl, korte voeten, met kromme klaeuwen. Dit fchrick-dier voorde kin- deren , wordt feer aerdighlijck door die gene die daer binnen in zijn , bewogen , bijtende hier , flaendedaer, enfomwijlen den een of den an- der de hoeden af lichtende, dat, als de eerfre fchrick geweken is , een lacchen veroorfaeckt- En om te toonen dat hier niet fonder reden ghe- fchiec. Men wil dat eertijdts in een Bofch , dat
den
Mattha
X54 De Spaenfcke Merntrius.
den naem van Tarafca droegh , gelegen zijnde in Provence , tegen over de Stade Bcaucaire , op den oever van de Rhofne» fich fulck een Draeck fou onthouden hebben , zijnde fulck een vyandt van de menfehen , dat hy het al verflond' dat hy genaken konde ! fy gaven het eertijtsden naern van Behemoth ; maer den Heyligh Sant Martha wift hem foo te temmen , dat fyhem met haren gordel gebonden) konde leyden daerfe wilde.
Mom lek wilde daer niemant omtrent wen- fchen als onfen Don Quichotde la Mancha , ick verfekere u , quam daer dien Potentaet omtrent, dat hy met dien Draeck j en met die Reufen en Rcuiinnen , al werenfe noch tienmael Htjos de Vezinos, een wonder fpel fou aen rechten , en dat dat een avontuur fou wefen die een avontuur hee- ten mocht.
Mw. Het gelieft u broederfchap daer mede te lacchen , hoort eens watfe eens hebben aen gherecht. Men vertelt dar een fekerc Stadt of tig voor- Dorp van een geburige plaets, vijf of fes van defie val. papiere mannen ontboden had , om mede wat vermaeck onder haer Borgers aen te rechten , be- neffens den kleynen dwergh, en een Tarafca. Wanneer defe , die daer om gefonden waren , die de fel ve waren , die hen het leven en de be- wegingh fouden geven , met defe dingen onder weegh waren, Wilden fy fomwijlen daer eens mede te werek gaen , en hun leffe tegen den aen- ftaenden Feeft-dagh repereeren , en fulcke bewe- gingen maken als (y maken fouden , oock om onderwijl wat kortfwijl op den wcgh te hebben. Terwijl defe mee hunnen toeftel foo twee en twee quamen aen mardbeeren , ontmoete hen een troup va a Muyl- of Paerden-tuyiïchers , het was nacht , en Maneichiin , foo dat deiê Koop-
lic-
Kluch-
Dt Spaenfche Mtrcurlus. zff
lieden wel haeft defe gedrochten in het gefichc kregen, die valt acn quamen met fonuer groot getier te maken. Sy , müTchien vreemdelingen zijnde, wiften niet wat fydaer van maken fou- den; maer hoe ly meer naerderden, hoe hunne febrickoock meerder wiert, en wierden op het left (meenende een deel gedrochten uyt de hel tefien) met al hunne macht beftonden wech te loopen, Defe vermomde men (chen , fiendedat de fe goede luy den met ernft verfchrickt waren, ontlloegen fkh van hun rnommeryen , en lie- pen defe mannen , dicMuylen, Paerdcn en al verlaten hadden , om lijf en ziel te behouden , na , om hen te leggen wat'er van was ; maer of fy liepen, of fy riepen, d'andere badden geen karre aen den eers gebonden , en liepen foo veel te harder, meenende dat hen de Duyvel en fijn moer achter de veeren lat, en fwevende op de vleugelen 'van hunne vrees , liepen het veki dwars deur, niet eens om fiende, voor d-tfe in een by-gelegen Dorp quamen ; daerfe het al in roe- ren fteldea , met. roepen en tieren , datfe ick weet niet wat op den wegh hadden gefien , en dat het Landt vol ickers en gedrochten was , onder- tufTchen onfe werek-meefters , niet konnenda defe vluchtelingen, achterhalen , keerden weder om , en vindende, noch de heeften , en de karre met voorraec ,. van de£e handekers ftaen , bego- ften huys-foeckinghtedoen , en vonden onder anderen eenige vollen met wijn , vielen daer aen, en droncken fich daer foo fat aen, datfedaer heen Honen alsbeeften, fonder te weten waerfe wa-> ren , daerfe jómno vmoquejepulti tot aen den dag bleven leggen , hun gelopen wijn , uyt te flapen. OnderttirTchen quamen de Ros-tuyllrhers met een deel Boeren tryt het Dorp aen , diewelgif- fendavïjufervanwa», dek vervaarde katten valt
uyt-
l $6 De Spaenfche Mercuriut.
uy tl achten , en vonden het werck gelijck fy het ghegift hadden , en Tiende ócfs dronckers daer noch leggen, en den wijn die het hen ghedacn li2dde, vielen oock op hunne beurt daeraen> en droncken de reft uyt , latende defc jammer- iijcke herten met fpot en juyehen heenen gaen. Het befte dat de(e Mammelijnen doen , is een eerbied igheyt, en drieof vier treden op de maet, diefe voor deBalcon ofGalderye van de Konin- ginne doen , ghelijck oock de Koningh doet , wanneer hy daer voor by gaet> met het buygen van fijn hooft , en een lacchende mont , rijfende de Koningin met al de Dames over eynde , en fijn Majefteyt eerbiedigheytbewijfende.
Maer de vertooningen die daer na volghden , en van meerder belangh zijn , waren defe. Hen Uyt- eerfte dat aen quam , wasd'uytbeelding van Lu- beeKiing r0pa g gefeI:en 0p een Karre van Staet , rontfom beleyt met Tritons en Stroom-goden , hebbende een yeder fijn ftroomende Emmeren onder fich, ingedaente van oude Mannen, met groen be- moft hayr , boven op fat Europa , wel koftelijk, maer als met gefcheurde kleedcren bekleec, een KeyferJijcke Kroon ftondt op haer hooft, en een Scepter fwseydefe in haer rechter * en droeg een Ri jcks-appel in haer flincker hant , in haer fchoot ftondt een Schip in volle xeylen. Rontl- om hingen de Wapenen der Koningrijcken, met de Keyferlijcken dubbelden Arent boven aen. Voor hare voeten lagen fchatten en rijekdom- men , metalderhandeverbeeldingh van Koop- manfehappen. Haer Blafoen aen een pylaer vaft gemaeckt , was d'afbeeldinge van Cadmus, daer hy} hebbende den groot en Draeck verflagen , de tanden daer van in d'aerde zaeyde , waer uyt allengskcns ghewapende Mannen te voorfchijn quamen , van dewcicke al eenige op de beenen
fton-
van Eu ropa,
De Spaenfcbe Mereurhs. 257
ftonden, en malkander met hunne fweerden re keer gingen > terwijl d'andere met dreygendeoo- gen en gheftreckte armen , maer fcheenen te wachten om boven aerde te zijn , om mede werk te beginnen. Onder defe af beeldinge , ftonden met goude letteren , opeen feer cierlijck Tafe- reel , dat rontfom feer aerdigh met beekeniflèn van helfche furiën , met hun flangigh hayr , en onder defe de nijt, gierigheyt en ftaet-fucht , vafl Landen en Steden verflindende , in het midden van aldcrhande Oorlogs-gereetfchap , beneffens een ded mom-aengefichten , alle aerdigh geme- den , befetwas.
Furit omnti turba , Juoque TSAarte cadunt fubitï per mutua vu/nera fratres.
d'Uytbreydinge hier van had in het Spacnfcli defe beteekeniffe :
Rijck Noorder Deel van 's Wercldts ronde Kloot, Wat woede drift verfamelt dus u handen , Wat wet ghy op u eygen ingewanden , 't Vervloeckte ftael en werekt u eygen doot ? Wat fteecktg' u felven naer het hart , Heeft nu de Scyth , heeft nu de Parth , Heeft nu de Roof-kuyl der Barbaren., d'Ontrufter van u vrye Kuft , Alleenigh vreed'om dat 't u lufl: ; U felven in het hayr te varen ?
Siet wat u drijft wat Godheyt dat u noopt De ftaet-fucht heet na nieu befit en landen , De bittre nijt met haer bebloede tanden , De felle wraeck in menfehen bloct gedoopt, Wat offert ghy , foo wreet en fel » Dat boos gebroetfel van de hel , Het offer van veel duyfent zielen *
R £n
aj8 De SpsenfcheMtrcurius.
En fiet niet eens , terw ijl ghy blaeckt , 't Verderf dat u foo wis genacckt , En reets foo kort is op de hielen.
Wanneer dit voor by was , fagh men het ver- druckte Nederlandt , mede fcer aerdigh in een fchoone Maeght uyt-gebcelt , haer borft , armen en fchoudercn bebloet , haer handen waren te famen gheflagen , en het geficht nederwaerts , fagh op een deel jammerende Landt- zaten , en een droeve verwoefting van Steden en Dorpen. De Hoet , daer Vryheyt op gefchreven was, ftortt op de lanciediefe in haer armen had , de Leeuw op de beenen , fchecn een Vyand , die haer in haer gereten Tuyn wilde befpringen, hevig toe te willen varen , wacr nevens een jonck Heldt , (daer de Prins van Oranjen mede verbeelt wjert) met fchilt en fwaert , in poftuur ftondt , als om haer te befchermen , hare Kroon fcheen op haer hooft meer te hangen als te ftaen , maer kort achter haer, quamen een Arent, en een ghe- kroonde Leeuw , d'eene met uytgefparde klaeu- wen , en d'ander met blinckende tanden fich vertoonen. Haer Blafoen was een Son ,dic door eenige dichte nevelen fcheen te wiiien doorbre- ken , waer boven ftondt : Vofl Nuhila Phabm. Terzijdenquameen hantuyt de woleken, die een Duyve met een Olijf-tack indemont, by de vleugels vaft hield > met dit by-fchrift :
Non efi mortale quod optas.
U ware trooft en wenfeh , Komt u van Godt alleen , en geenfins van den menfeh.
Op het Tafereel ftonden dcfe Latijnfche Veer- (cn gefchreven ?
Qufd
De Spaenjïhe Merturius. 2 5" 9
Qiiidterram ref'picis , Belgica Mater <& Horres jam laceri vulnera corporis 'i Non /o/a in tumidee vota Tyrannidis , Noxfola in fceleris fat a ruit atri. Quos dudum in rabiem , quos agit iwpius In flammas furor & t rijt e nefas ma/i Hos , /uéius , firn iles Jpargere lacrymas Hos lajum Juverit , plan&ibus JEtheras In caufas , fuperum peilere judicem. Hi jam confociant arm» , manusfu&s. Solvat fuppliciutn erimmis horridus , Devotumque caput , mittat adinferos Ter jurus domitor , pefiit atrox Legum. Ex hoc jam trip/ici feedere reéiius Exurget , fluidis , candida Pax , rebus. Quam Numen /edibusfpondet Olympicis. Eja quin potius te/a rapis tua f Jam jam Vindictbiis terga dabuntfita j Quos bsrret , Batavus , quos pavet 5 inclytus* Heroique tuo , depofito Dei , lam Laurus viridü pa/maque nobilis , Ornare intrepido tempora ge fliunt.
Dit luydtgelijck het in het Nederduyts overgefet
ftaec.
Wat flaet ghy droef u ©ogen na de gronr, Kleyn Hollandt groot Juweel van 'tronc. Ach wat bejammert g1 uwe wonden. U wonden ver/ch en bloedigh root * Waer meê 't bedrogh foo valfch als fnoot , U kuyfche Leden heeft gefchonden.
't Is u alleen geen oorbaer dat gy klaeght ? Die niet alleen de teekens draeght, Van Tyranny , die ramp der goede , En niet alleen geterght, geplaeght, Uyt 't fachte ruft-bedt 2ijt gejaeght , Doo raferny foo heet aen 't woeden.
R i Hier
260 De Spaenfchm Mercurius.
Hier heeft men ftof tot leet , ioo wel als gy> De gierge ftaetfucht , valfche pry , Heeft ons oock op den hals gefchonden , Die Landaert , eer, van Turck en Moor , Dat Duy vels fchuym van Seyn en Loyr , Niet goet genoegh voor Engelfche honden.
Al fmart u noch aen innigh hert en ziel , Dien Hont Robbert , dien Bouteviel , Aen ziel mifmaeckter als aen leden. Dien Vaders Soon , die ver van God , Dongh foo veel Jaer , om op 't fchavot Sijn laetfte uuren te bcftedcn.
Al faeghtg' u Landt-zaet diep in fmert en rouw, De Man in 't Lijck-vyer van fijn Vrouw , En grouwlen die geen tongh kan fpreken , Die nimmer felfs de hel bedacht , Trooft u , de Duy vel ftaet en wacht, Om dat geflacht den hals te breken.
Siet op gerecht op vry een beter gront , Een ruym foo Chriftelijck Verbondt, Drie dubble fnoer bevrijdt van fchennis , Of wei die oude breken kon , Een Buckingam of Arlington , Bekocht door Franfche Judas Pennis.
Hier uytontftaet , gelijck een rijpe vrucht Die lieve Vree foo vaeck befucht > Soo ver verfchoven door Tyrannen. En krijght licht weder in u fchoot , Een Penitent een Bondtgenoot , Uytbraeckfel van decs Oorloghs-mannen,
Gewis fy komt ons van den hemel af, En temt dien Droes die d'Oorlogh gaf,
En al die moorts-gefinde benden.
En
De Spaenfche Merturius. 261
En luckt bet niet , vertrouwt my dit, Het krijght wel licht of Franck of Brit, Een brave kockflagh in fijn Jenden.
Tfa op de been ; het moedig ftael in d^ant» Vecht om de Vree van 't Vaderlandt. Gaet haelt de roof haer uyt de tanden , Het Zy de Palm van Zeeg' of Vree, Sy komt ons toe , 't fchort maer een tree, Gaet heen en rucktfe haer uyt de handen.
En d'eer 2y Godt, na Godt ons billijck recht , Helpt op de been , dien Oorloghs-knecht , Dat groot gefchenck van onfen Vader , De Lauwer paft fijn kruyn foo wel , Als een uytbroetfel van de hel , Of een meyneedigen Verrader.
Wanneer defe vertooningh voorby was, quam daer een afbeeldingh van deGerechtigheyt , fit- tende op een cierlijcke Throon , met haer fwaert en fchael , haer gewoonlijcke Equipagie in d'een en d'andere hant , fy was nietgeblint, gelijck menfegemeenlijckuytbeeldt, maer had de 00- gen oopen , als een Valck , haer hooft was met een Laurier- krans omgeven, gelijck oock het fwaert in hare hant , onder hare voeten lagen al- derhande {lag van wreede dieren en gedrochten , Wolven met hunne bebloede muylen , Beeren , bijtende op hunne klaeuwen, Voflchen , Draken, Harpyen en meer fulck llag. Op haer borft ftont lujlitia Vtttrix. In het Blafoen , fagh men niet als een open. Oogh , het oude Hieroglyphicam van d'Egyptenaren : hier neven Honden defe twee Grieckfche woorden, <&oj4 'o$Uhps<,, het Ooge der Gerechtigheyt ; maer onder acn in het Tafereel las men defe Veerfen.
R 3 Ne-
Sen. in Oftayia.
ïóz De Spienfcke Mercurius.
Negleéïa terras f ugit in mores f er os , Homtnupi entente cade poüutas manus , Aflrea virgo , jyderum magnum decus , Cupido beüicrevit atauiaurifames. ''Tot um per orbem maximum exortum efi malum Luxuria peflis blanda , cui vires de dit Roburque longum tempuf atque error gravis CoUeffa vitiaper tot atates diu In nos redundant ; Jecttlo premimur gravi : Quod f celera regnant , favit tmpietasfurens : Turpi libido -venere dommatur potens Luxuria wffrix orbis immenjas opes lam pridem avaris manibus , ut perdat , rapit.
Maer een vveynigh lager ftondt ;
Sedredit & nubibus tandem caput extulit , orbi Damnatura nefas , calcatifque korrida monflris Aurea peóioribus pramonjlrat jura profanis Difcitejuftttiam moniti <& non temnere divos.
Verwaerlooften veracht beneên , Aftrxa Maeght 3 te reyn van pogen , Om lbo veel grouwlen te gedogen , Vlucht hemelwacrts , door duyftre wokken
heen > Vpor lange wars der zeden foo verwoet , De handen vuyl van fmoQckend menfehen
bloet , Tot afgunftfelver der Barbaren , Sich onderlingh foo wreet en dol in 't hert ge- varen.
En 4'Oorloghs-Iuft foo wars van Vree , Die nimmer ftille ruft bekoorde , Die raferny foo heet op moorden , Die helfche peft komt weder in haer fte£. En ruyt tot Krijgh en fchendigc Oorlogh acn,, Qm tegen Recht in 't harnas pal te ftaen ,
Als
De Sfnenfche Mercuriys. 163
Als "'t erghfte quaet dat oyt behagen £on fcheppen , om ter doodt den ftervelingh te plagen.
Daer by komt Iuft , dat foct fenijn , Itoor tijdt en dwalingh op gefchoten , Soo wel ontfangen by de Grooren , Sco lieven gaft daer Hovelingen zijn. Er wat voor keur van fchelmeryen niet ! Daer onfe tijdt geenfins te kort in fchiet , En die om voor geen quaet te wijeken , Alb ontucht voor of na voor haer de vlag doet ftrijeken.
Dierby komt noch dat fchoon Juweel , Acrts-afgodin van dartle Francken , Vrojw Venus met haer Minne-rancken , En kieff, ten H oof voor haer het befte deel a Al foud het al voor duyfent plagen gaen , 'c Is lecht als fulcks de Vorften Jelf verlraen , 't Gcplondert Graeu dat moet gedogen, Te Gen hun vleefch en bloet verheeren voor haer oogen.
Maer fy komt weer tot ons , die Goddelijke
Maeght , Door duyftre woleken heenen Is ois haer glans verfchenen , Sy dempt de grouwlcn vaft, die 't godloos
aertrijck draeght. En met het op-geheven mes , Geeft aen het Baftaert-zaet de les , Noch naeu onledig om de late tucht te lecren , Draeght kennis aen 't Gerecht ? en leert de
Godtheyt eeren.
Wanneer dit voórby was , quam een Kar , mede feer aerdigh , maer op een wreeder maniere toe gemaeckt, het vertoonde den Engel St Michael y
R 4. die
164 De Spaenfche Mereurius.
die met fijn vleugelen uyt-gefpreyt , een v<r- Cchrickelijken Draeck onder fijne voeten hade'e , die hy met fijn flincker arm een gekruyft fciilt voor fette, en met eenen blixem in fijn réciter ham, fcheen te willen flaen : deaerdigheyt van dit uytbeeldfel overtrof al de voorgaende, fchij- nende defen verbeelden Engel, noch te flaen noch te vallen ; maer gelijck als op fijn u}t-ge- breyde vleugelen te fweven , en foo als val bo- ven neder dien Duyvelfchen Draeck toete va- ren. In een byfondcr Schildery , faghmtneen Leeuw uyt-gebeelt , die met een Pijl van lijn Ja- gers gewond , fcheen niet foo feer bekommert om fijn leven te redderen , als wel die gene die hem gefchoten fcheen te hebben , alleer toe te varen, om hem aen fijn wraeck op te oïêren ; maer aen de zijde van den uyt-gebeelde St. Mi- chaël , ftondt een Banderolle , als een teeten van overwinninge , en hier in defe Veerfen.
Jaclas , catefii ejuo bellatore , fuperbe , Imbeües premer e ér profternere fulmine gent es , Hoc j te pracipitem , trepidusmirabiturorbis, Numine , jamfuperis meritas perfolvere pernas. K.ri te lura Dei violataaltanüpojcunt Has cade innocua , ftedataquefanguine tel/ss Et mi/er anda truci crudeliafunera Baiiro. In te te(te Deo lattentes voce caterva. Raptique extinel<e jam mat ris ab ubere naii. Virginerifque pudor , gratacum morte , folutus In te , Tartareo tandem facrata f urori. Vix nata ante necem , cremataque membra re/ur- gent. Scilket infraftajam relligione , Deorum Maximus , incajjum jurataque numina cccli , Tont* hac dijïmuient tumida perjuria mentis ! M.aföe novo infda cru de lis , vu/k er e fraudis
lam
De Spaenfche Mercurtus. zóf
lam te terribiles difcent auclore Tyranni. Nee violare leves gent is piajura , nee ultro , Flebite Vtndieibus helium medit ariër aflris.
Dit wordt in defen fin ten naeften by vertaelt of na gevolght.
Die Macht van hoog waer meed' gy dreygt. Dat volck dat na geen Oorlogh neyght , Te werpen neder voor u voeten , Als door een blixem neer gevelt , Sal t'fijner tijdt noch loffen moeten , Op u fijn kracht en Goddelijck gewelt.
En daer hy uwen val verhaeft , De gantfche werelt ftaet verbaeft , Voor heen met dootfche fchnck geflagen a Daer fy met neer gebogen knien , Als 'c hooghfte wonder van ons dagen 5 Het Godlijck recht in fijn vermogen fien.
Sulck een gerecht en fulck een ftraf , Eyfcht van des Rechters handen af, Verfworen Trouw , verbroken Eden ; De aerd' ontwijd roet moort en bloet , En duyfent meer onmenfchlijckheden , Daer geen Barbaer fijn boofc luft in boet.
Die felf de Ba&rianer niet , Als met betraende oogen fiet , Des felf Tarcaer en Scyth fou fch rieken , Of foo in 't Noord of Vleck of Hord' , Om fulcke grouwlen te befchicken , Ghenoegh ommenfcht en woeft ghevonden wordt.
Daer u ter hooger Vyerfchaer daeght , De tot'er doodt gefchonden Maeght , Het wicht geruckt van Moeders fpeenen , Als ofc fijn Schepper tegen quam ,
R 5 Met
I
%66 De Spaenjche Mercuriut.
Met duyfent Englen hem verfchenen , Al lacchende geworpen in de vlam.
Of fou miflchien , die Godt foo goct , Niet fien wat hier de werelt doet > En luyckcn 't ooge tegen reden. Op fuJck een jammerlijcke vloet * 't Uytwerckfel van gebroken Eden. Van uyt-geftort , onnofel menfehen bloet ?
Ga voort Barbaer wie dat ghy zijt? Geniet die roem van uwen tijdt 5 Dat ghy u net foo wei kond fpannen , En als men in fijn boefcm licght > Gdijck de wijs is der Tyrannen , Men 't fmakelijckiï fijn Vyandea bedrieght.
Nochtans wie weet , of ghy in 't kort , De Grooten tot geen les en worde , Om nimmer Woort of Trouw te breken. Of duchten voor een treurigh lot j Noch 't hooft moetwilligh op te {teken , En felf de krijgh te voeren tegens Godc.
Dit was de laetfte van defc vertooningen , waer aen het Heylighdom volghde , met de Koningh (epn bcvsUijck jongh Vorft) en fijnf Grooten en Raden.
Alom. Daer is het dan al van defen om m egang, doet het.
Merc. Daer of daer omtrent.
Jup. Wat kan de knecht meer feggen als hy gefien heeft.
Merc. Het is met dien Spreeuw noyt genoeg , en niet kan fijn neus-wijsheyt behagen , als het geen hy felfs voor den daghbrenght, VaiUe que VaiUe.
Jup. Al hoog genoeg , lact my die bitfe woor- den varen , en hebje yets meer te feggen 3 feg op.
Men.
De Spaenfche Mercurius. aÓ7
Merc. Voor te gen woord igh niet, het fal het hem voor dees rijdt foo wel doen.
Morg- Hy is gram , laet hem gacn , hy fal wel weer bedaren.
Jup. Ondertuflchen terwijl hy uyt-pruylt, ickhebbcmijn gedachten al ondertuflchen Teer op den handel van den Hartogh van Alba laten gaen , waer door ick veel dingen van onfen Mer- curius mijn ooren heb laten voor by gaen , de- wijl ick al eenige aenmerckelijckebyfonderhe- den uyt die outheden (om foo te feggen) op-ge- vat heb. Ick wil niet fpreken van hetuytvoercn van fijn bevel , waer mede hy na de Nederlan- den getrocken is , en maer al re wel bekent en gevoelt is j maer wel wenfehte ick yets van fijn uytganck te hooren.
Mom. En van dat, en noch al yets fijn leven aengaende, indien het uwe Majefteyt ghelieft daer een weynigh tijdes aen te verfpillen.
Jup. Seergaerne.
Charaffer van den Hartogh van Alba.
Mom. Defe Hartogh , en in der daedt groot Oorloghs-man , heeft den Keyfer fijn Meefter , in al lijn Oorlogen vergefelfchapt , makende met hem een aenvangh en cynde van al fijn aen- flagen. Hy had de eer, wanneer de Keyfer fijn Des af-tocht uyt Hongaryen naer Iralien dede , de Keyfcrs achterhoede te leyden , terwijl den Keyfer de ^ ' "y* voortocht voerde ; hebbende de Lanfquenets ofrycn na Landts-knechten , en de Spaenfche Ruytery on- itaiicn. der fijn geleydc. DeMarquis deGuaft leyde de Eatailje ? met de Spaenfche Infantery en de Ruy- ters van des Keyfers Garde. By den Keyfer was
Fcr-
z68 De Spaenfche Mercur'm.
Ferdinand de Gonzague met fijn lichte Paerden, van dewelcke hy Generael was. Hy ftondt foo wel in de gunft van fijn Meefter , dat de felve op defetocbtaen een feker Hof, fich niet ontfagh te feggcn tegen de Mevrouwen , die hy onder- hield , fiende den Hartogh inkomen : zie daer den Hartogh van Alba , hy is noch jongh (zijnde omtrent de 30 Jaren , en braef van wefen en ge- ftalte) en heeft noch niet al gefien dat hy be- hoort, maer ick verfckere u dat hy met'er tijdt een groot Oorloghs- man worden fal \ want hy is vaneen goedten dapper Hu ys, en heeft alrcets treffelijckébeginfelen , en voor my , ick fal hem vorderen na fijn verdienden, daer ick goede hoope van fchep.
Het is feker, dat foo haeft. fich defe Hartogh totdeoeflfèningen van den Oorlogh begaf, hy geen lefle van fijn Meefter of eenigh ander braef Oorloghs-man liet voorby gaen , Tonder die wel van buyten te leeren , daer hem de Schooien van Duytflandt , Hongaryen , Italien , Lombardyen, Piedemont , en het Rijck van Napels , in hun Oorlogen feer goede gelegentheydt toe befchaf- ten. Hy hadd'eer in de Slagh die de Keyfer te- gens de Proteftantfche Vorften dede , van feer wel te hebben geftreden , en treflfelijck beleyd gebruycktte hebben , beneöènsden Hartogvan Savoy*, den 'wclcken , al foo hy noch jong was, defe Hartogh tot een goet behulp was , by ghe- voegbt. Hy was op dien dagh gemonteert op een wit Spaenfch Paert , met blancke Wapenen aen gedaen , met lange witte pluymen op fijn hei- met, die hem verre over den ruggc af hingen. Hier mede gaf hy te kennen , dat hy van mee- ningh was fich fel ven in het openbaer te ftellen , en dingen te doen , wegens dewelcke hy fich niet fou behoeven te fchamen.
En
De Spaenfche Mercuriut, 169
En in der dact , hy was foo geluckigh daer in , dathy diegene was , die den Hartoghen Keur- vorft van Saxen gevangen nam , en dat hy hem , benefïèns eenige anderen die by hem waren ge- weeft , in de tegenwoordigheyt van den Keyfer Icyde ; in der daedt een brave vereeringh , en die wel een goede vergeldinge verdiende. Maerin Sijnon- Piedemont was hy wel foo geluckigh niet, daer8^valin hem de Keyfer en de Koningh van Engelandt , mom" ak mede naer Italien , met een feer groot en fchoon Heyr-leger , feerheerlijck van alles voor- fien zijnde, heen gefonden hadden. Hy wss mede met meenighte van Pyoniers en Gravers voor* fien , om na de wijfe der Turcken Bergen te ver- fetten , en Dalen te effenen , en Grachten met hout en tacke-boflèn te vullen , zijnde vol moed en roem , het belegh van Vulpiano te doen op- breken , ja felfs geheel Piedemont te vermeefte- ren 5 maer hy was daer foo verre af , dat hy felfs Santia dathy belegert had, niet kondc Meefter worden, daerfichde Heer Bonnivet, Overfte van de Franfche Infantery in geworpen had , be- neffens Louis de Birague , en andere brave Fran- fche Overften.zijnde de plaets foo wel befchermt, dat hy blijde was het belegh daer voor op te bre- ken , hoewel de plaets maer korts te vooren fterk was gemaeckt. Hier quamnoch datongeluck by , dat de Heer de Salvoyfon , Montcalve, als voor fijn oogen beklom en vermeefterde.
Dit waren fijn ongelucken, maer geen verfuy- meniflèn ofmis-flagen , diehy in het Koning- < rijck van Napels en tegen den Paus en Romen wel goet gemaeckt heeft , daer hy fich foo dap- si{" Se" perlijck tegen dien grooten Veldt overfte , den ^^ Hartogh van Guife droegh , brekende al fij n aen- flagen , en die van den Paus , die hy , indien hy gewilt had , felfs binnen Romen den broeck op
270 De Spaenfche Mercurius.
geneftelt fou hebben gehad ; maerhy droeg den
Heyligen Stoel te veel achtbaerheydt toe > om
ffich tegen die Heyligheytte vergrijpen, gelijck voor heen de Prins van Oranjen , omtrent den Paus Clemens gedaen hadde. Evenwel was de Keyfer daer over ten beften niet vergenoegbt , die liever gewilt had dat hy in fijn geluck voort gegaen, en fijn devijs plus ultra goet gemaeckt had , om de eer te hebben dat hy twee Paufen Envoor- gevangen genomen fou hebben. En indien hy fichtig- fcfo aldaer wat te eerbiedigh gedragen heeft , te- *yc' gen den Hartogh van Guife gebruyektehy weer een weynigh te veel wijsheyt en voorfichtigheyt na de Gn der Franfcben , die hy foo wel wilt in toom te houden , en hun hevige vyerigheyt foo wel te temmen , hoe fy oock gemoedight waren, dat fy den ftrijdt vooreen groot voordeel fouden gehouden hebben , daer hy hen niet toe wilde laten komen. Maer hy als een tweede Fabius, mêximus ctmttator , bracht door fijn toeven en dralen foo veel te weegh , gelijck hy in Ncdcr- landt tegen den Prins van Oranjen mede pleegh- de , dat al het vyer der woedende Franfchen in Sijn dampen roock verdween. Een geruymen tijdr tocht na daer na vield'Öorlogh in Nederïandt voor , on- landT" der fijn tweede Meefterden Koningh Philippus braef de Tweede van Spanjen , daer hy fich heen be- Volck. gaf, niet meteen woeften hoop Krijghs-volck, maer met een tamelijcke macht , van oude erva- ren en brave Oorloghs- lieden , uyt-gekoren uyr. de troupen van Lombardyen , Napels , Sicilië en Sardaigne , en eenige van die in Gouletta ge- legen hadden , komende alle maer tot tien duy- fent mannen te voet ? alle foo braef gewapent en toe gemaeckt , dat een yeder beter een Hopman alsSoldaetgeleeck. En hy was d'eerfte die hen die fware Mufquetten leerde handelen, die daer . na
De Sfaenfche Mercurius. ijl
ö3 lulck een gebruyck in den Oorlogh hebben gehad, Die de felve voerden hectemen als doe Mofqueros , zijnde in fulck een achtinge , datfe hun groote en ftercke Goujats en dragers had- den > die ben hunne Roers na droegen , en vier ducaten aen foldye hadden, doch defe droegen de felve nier, als wanneerfe door het Landt troc- ken en fware marchen deden ; maer in flagh-or- dere of in de fteden , droegen fy de felve met een wonderlijcke graviteyt en deftigheyt, als Prin- cen van hunnen hals , rontfom fiende als vleef- lijcke Leeuwen , en onder het treffen mocht men hen hooren roepen : Sa/gaa Jalgan tos hiofyuete- ros , afuera afuero adelante los Mqfyueteros : Voor den dagh voorden dagh met de Mufquettiers, voort met de Mufquettiers , en dan maeckte hen een yeder plaetF.
Maer het geen onder defe troupen het meefte Schovae uytftack, waren vier hondert Courtifanen (een trouP flagh anders van Leger-hoeren) te Paerde , al te hoeren", /amen fchoon en heerli jek toe gemaeckt als Prin- ceffèn. Wat vorders d'Hartog van Alba in Ne- sijn han- derlandt met dc(e brave Oorloghs-macht heeft Nced'"r_ uyt-gerecht , hebben de Hiftory-fchrijvcrs over- fendr, vloedighlijck geDoeg verhandelt , altoos hy had- der dat gevoelen feifs van , dat hy fich in het Slot te Antwerpen , die hoovaerdige beeltenifïè óced oprechten, die daer na die van de Stadt felve, in hondert itucken gebroken hebben. Altoos fijn werek , van foo veel duyfent ketters , lbofe die noemden , door den Oorlogh , en handen van het Gerecht den hals gebroken te hebben , be- haeghde den Paus foo wonder wel , dat hy hem de gezegende Helmeten Swaerttoe-fand.
De Koningh fijn Meefter evenwel , 't zy over fijnen handel in de Nederlanden , of ter oorfaek vanhetbedecktHuwelijck, dat fijn Soon in het
Hof
ongunft
tcgens
hem.
Tjz De Spaenfche Mercurius.
Hofof elders aengevangen hadden, toonde fich DffsKo- foo wel vernoeght tegens hem niet ; maer belafte . hem in fijn huys fich te onthouden, en fonder de byfondere dienften die hy voorheen gedacn had , hy hadder om moeten lijden. Wanneer hy nu aldus uyt het Hof gebannen was , fand hem de Koningh op een morgen een afgefonde Bode , met een feer Hechten en eenvoudigen Brief, in- houdende flechts defe woorden : blijft niet in ge- breke , foo haefl als ghy defen tegenwoordigenjult ge- ften hebben , u te begeven na fèkere plaeSs , my dunckt dat het was , a Ardjo del Pierco , of a la Raya de Cafiilla 3 o de Portugal. ) En daer op /oo een dagh te zijn , aldaer /uit ghy de vergaderingh van ntijn gantfche Oorloghs-macht vinden f die ghy fult aenvaerden en recht naer Portugael voeren , om my dat te veroveren. Het welke hy dede , fonder eens op fijn fpijt en moeyelijckheyt te dencken , of de minfrefwarigheyt terwerelt te maken, hy win: wel met wat Meefter hy te doen hadde. Daer fouden evenwel veel andere Vorften gheweeft hebben, die foo licht hun fpijt niet fouden heb- ben aen een zijde gefet } maer hy kende den Ko- ningh, en wift wel dat die het daer niet by gela- ten fou hebben.
De Hartogh van Alba dan , begeeft fich naer het Heyr , treckt naer Portugael , en maeckt fich daer foo geluckighlijck Meefter af, dat de Ko- ningh fich ten hooghften over hem genoeghdc , en al fijn mifnocgen tegens fijn dienaer liet va- ren. Op foo een wijfe dan heeft hy den Soon niet minder als den Vader wel gedient, van welcke laerfte evenwel hy altoos een feer llevende ghe- dachtenilTe hadde , fprekende novt van hem , als met de tranen in de oogen , en fijn verlies gedu- righlijck beklagende , als den welckcn hy met een oprechte genegentheyc altoos gedient heeft ,
niet
Sun ver- overen van Por- tugaeL
De Spaenjche Mercurius. ij 3
niet gelijck den Soon , die hy uyt bedwangh ge- hoorfamen moft , en meer vrees als liefde toe* droegh.
Men vertelt voorde gerechtige waerheyt, felfs onder de Geeftelijcken , dat defe Hartogh ai eer hy tot fijn doot quam , een feer groote knagingh in fijn gemoed gevoelde , over de wreetheden die hy in Nederlandt gepleeght , of doen ple- gen heeft , dewelcke hy oock in fijn Biechte niet gelaten heeft te belijden, met groote vrees dat de felve na fijn doot op fijn ziel fouden leggen ; het weleke den Koningh aen gebracht zijnde, 'iet hem de felve wct«n , tot een hertelijcke ver- trooflinge, dat voor foG veel die wreetheden aengingh , die hy door het fwaert van het Ghe- reeht had uyt-gerecht * hy fich daer over niet be- hoefde te bekommeren , dewijl hy de felve op ïich en op fijn ziele nam ; maer wat de andere die hy door het fwaert van den Oorlogh had be- gaen, belanghde, die moft hy op fich nemen, en daer voor verantwoorden* Dit was al een har- Deelmg de deelinge , evenwel geloof ick dat de Koningh ^a"^"~ aen de quaetfte koop was. Julius Csefar gingh noch veel ruymer , en nam noch veel meer op fich; want als de Slaghbyde Pharfaten, tegen Pornpejus fou aengaen , hadde hy (indien wy Lucanus gelooven willen) fijn volck vermaent , dat fy dapperlijck de handen fouden roeren, fon- der fich eenige verbeeldinge van mede-lijden voor te ftellen : flaet al doodt (feyde hy) fpaert noch Vader noch Broeder , noch eenige Bloed t- verwant, fondereenigh aeqfien of oplicht , ick neem al de fchande en mifdaet op my. Soo milt , of om beter te feggert foo ruym-deeligh was de Koningh met den Hartogh niet, wahthy wift wel , dat fyder genoegh met hun beyden aen had- den , en datfe beyde niet al te veyligh waren , dat
S hem
Bran- tcnne.
Sijn <ioot.
Noch ccnige byfo ij- delhe- den.
274 De Spaenfche Mercurius.
hem den Duyvel niet een loofe part mocht ko- men te fpeelen , en daerom focht yeder fich foo veel van de laft te ontflaen als mooghlijck was> en die op des anders hals te fchuy ven.
Eyndelijck quam defe grooten Oorloghs-man te fterven , in d'ouderdom van tachtentigh Jaren of meer , overladen meer met Laurieren als Chriftelijcke deughden , en goet reys geit op de groote tocht. Hy was voor de reft , een Man braef ter hant , en in alle Ridderlijcke oeffènin- gen uytgeleert, gelijck hy onder anderen , op die aenfienlijcke ontmoetinghtot Bayonne , tuf- fchen de Koningin van Spanjen en den Koning Karel de Negende , (die Fonteyn-ader daer foo veel bloet-bronnen uyt ontfprongen zijn} ghe- toont heeft, daer hem de Koning met den Con- neftabel tot Rechters van het Steeck-fpel geftek hadde, en hy buyten dat wel toonde ., dat hy in fijn jonger jaren de volmaecktheyt hadde ge- had, van het geen in fijn ouderdom noch niet buyten achting en een deel van fijn grootfte we- tenfehappen was. Hy toonde buyten dat den Koningh alle dienftbaerheyt , die hy fijn eygen Heer had konnen toe-dragen en betoonen , ge- vende en ontnemende hem. fnn Lancie en Swaert s verforgende fijn Heimet van buyten en van binnen, opdat hem niet mocht gebeuren het geen fijn Vader Hendrick de Tweede gebeurt was , die hy had fien fterven. De Koningin van Spanjen , des Konings Sufter had hem oock be- laft wel forge voor den Koningh haer Broeder te dragen. De Koningh van Vranckrijck onder- vraeghde hem , over veele faken de voorgaendc Oorlogen aengaende, daer hem de Hartoghfoo wel op voldede 3 dat de Koningh ten alderhoog- ften verwondert was , over de kloeckheyt van fijn geeft , en fijn gefont oordeel in alle dingen ,
en
De Spaenfche Mercurius. 27 f
en bewees hem daerommc alle mooghlijcke eer die hy konde , en die fijn Majefteyt wilde lijden, en dat om de groote eerbiedigheytdic hy de Ko- ninginne fijn Sufter toedroegh, die in der daec groot was, 'tzy met terwijl fy aen de tafel fat, achter haer ftoel te ftaen, of haer in het gacn te vergefelfchappen, of tegen haer te fpreken , zijn- de altoos ongedeckt , hoewel f y hem meenigh- mael noodighde en verfocht fich te decken. Het is fekcr dat de Soldaten feer droevig om lijn doot waren, dewijl hy fich noyt honts over de lelve getoont hadde , in voegen dat fommige tegen andere fèyden : Ha Sennor el buen Padre de los Soldados es muerto : mijn Heer de goede Vader van de Soldaten is doot. £n of het al gebeurde dat fy fom wijlen tien , twaelf , ja feflien of ach- tien Maenden betalinge ten achteren waren , na- men fy evenwel gedult , om de liefde van hun- nen Veldtheer, daerie anders en met andere fomwijlen wel leelijck de beeft, fpeelden , gelijck fyoockinderdaetnoytby hen te kort quamen. Behalven dat fijn ftraflèn handel hen fomwijlen wel te itade quam , als waer door fy fomwijlen wel een brave plonderingh kregen , gelijck de Nederlanden en andere Geweften noch hier en daer wel gedencken konnen. Aliöo fcheyde hy oock metdroefheyt van fijnvolck, wanneer hy het gefagh aen Don Louis de Requezens , groot Commandeur van Caftille overgaf; die wel in fijn gefagh, maer geenfins in de liefde vanfijn volck fijn opvolger was. Maer naer ick het zie, onfen Kramer heeft fijn Mars achter gelaten , het fou my wel eens luflen te fien wat voor nieus hy al in fijn mael heeft. Hier heeft hy noch ee- nige Brieven te beftellen de Liefhebber daer hy is: laet fien defc tuyd, aen Mevrouwe, Me- vrouwe ; ick"" kan den naem riiet wel lefen , het S 2, ' lijekt
%j6 DeSpaenfcbe Mercuriut.
lijckt de hant van den Heer Cornelis de Wit niet qualijck : dit is mede van de felve, aen mijn Heer en waerde Neef ,&c. endefe is voorfeker aen een Domine. Eerwaerde Hoogh-geleerden Heer,&c. deCe is van een andre Caliber. Aen fijn Alderchriftelijckfte Majefteyt fans plus. Dut lijckt de hant van den Cardinael Maxarini niet qualijck, daer fal mifïchien al yets byfonders in ftaen, defe zijn hem gewiffelijck per exprefïè abinferis toe-gefonden , om in mavupropria te behandigen.
Jup. Waerom of hy de felve niet beftelt heeft denck ick ?
Mom. Hy vreeft mifïchien datfe hem geen goede port fouden betalen. Souden wy de vry- heyt derven gebruyeken om die te decachettcc- ren , en eens te fien wat daer in fteeckt ?
Jup. Sacht , facht, men handelt foo met Brie- ven van groote lieden niet, wy fullen ons daer tegen den naeften eens op bedencken.
Mom. Defe evenwel fullen wy wel eens mo- gen in fien , fy luyd aen onfen Broeder.
AMonJr. Mo/ffr. & trefcher Frere
M E P» C U R E L E C H E M I N A K Ti
Madtul.
Sy is noch toe gefcegelt , hy moet al grooten haeft hebben gthad , dat hyfe niet eens heert op ghe- daen , of fy moet hem de moeyte niet waert ghe- fchenen hebben.
Jup. Wy fullen de moeyten voor hem ne- men , doet op en leeftfe eens.
Mom. Sy is in hetFranfch gefchreven, maer ik fajfo wel in het Duyfch kennen leien : Waerde
Broe-
De Spaenfche Mercurius. f]"]
Broeder > het bedroeft my feer te verftaen , dat ghy valt de gantfche werelt op en neder wandelt, tonder my eens de eer aen te doen van my te ko- men belbecken , ghy hebt voor onfe Meflieurs niet te vreefen , iy zijn foo quaet niet als ghy denckt , en fult miffchien hier beter onthaelt worden , als ghy in fommige plaetfen in Hol- landt zijt ge weeft. De Vrede die de Hollanders met de hngelfchen gefloten hebben , maekt ons alhier geen kleyn Embarras , fijn Majefteyt vint fich daer door in fijn deffeynen niet weynig vcr- fet ; en heeft met recht te duchten voor arger. Het valt my oock feer tegen; want lenouveües feront deformais fi 'mauvaifes que je me trouveras re- duit a efcrire de Bagateüesyfaute de chofes pour Com- plaire. (De Vader verfiaet dat wel ', ickfal Jlechts voort gaen.) Onfe Nouvelliften krijgen malkan- der dagelijcks hier inde Louvre, deTuillerie, en het Palays , het hayr van de kop , d'een wil met kracht en gewelt hebben dat Ja Majefle en viendra au bout : en d'ander krauwt fijn hooft , of foo hy fpteken derft, feyt, qu'ilen eft bien enpaine. En hier over is h et gedurigh te injurieren , te que- relleren , en te duelleren , dat het een fchrick is* lek bidde u laet doch niet na met de eerfte gele- gentheyt by my te komen. J 'ay bien de chofes a vous dire la Cour de Franje fait de Nlerveilles , nous en aurons ajjes pour un Volume ; ifrfaites en un Nler- cure Francois a Vo/tra Poji aj'enjitil Contant , puts que je me va defaïre de Mon Employ. Adieu,
Vojtre tres affe&ionne Frere & Serviteur
Le Mercure Galand.
Jup. Wy mogen onfen Mercurius , als hy wat uyt geruft is, eens na Parijs fenden, en, laten hen beyden hun hert eens op-halen.
Eynde van de Spaenfche Mercurius,
■
/
i c>i-e**>*i yèk^shn^J