X//.'
i
HET LEVEN
van PHILIPPUS
HERTOG VAN ORLEANS,
REGENT VAN VRANKRYK. tfVEDE DEEL. fcvede Druk.
HET LEVEN
HERTOG VAN ORLEANS,
REGENT VAN VRANKRYKj
DE HIST ORIE
Van deszelfs Regering, gedurende de minderjarigheid van
LODEWYK DEN VYFTIENDEN.
BESCHREVEN f l
Door den Heer L. M. D. M. cfWE D E DEEL.
T'ivede Druk,
IN V GRAVENHAGE, ByJOHANNES VAN DUREN.
van PHILIPPUS
BENEVENS
HET LEVEN
V 1813 ï
Regent van Yrankryk
Gedurende de minderjarigheid van LODEWYK DEN VYFTIENDEN.
Ëze reglementen waren van geen langen duur. Ook waren ze maar gemaakt om het volk te blind-doe- . ken. Alle deze heeren, zelf de zegelbewaarder 3 hoe groot vertrouwen men ook op heni had 5 wiften niets van de geheime en zonderlinge ftaatkundige inzichten van den regent , die het oor aan niemand anders dan aan Law leende , welke in \ eerft zonder titel , en daar na in 't open- baar als controleur der finantien 5 alles beltuurde , derhalven zal het tyd zyn dat ik dezen perfoon , tot ondergang van byna alle eerlyke luiden in Vrankryk ge- boren, doe kennen.
Jan Law was een Schotsman 5 zoon Karaktet van een goudfmit van Edenburg. Nooit *anLa** II Deel A * bezat
Het Leyen tan
bezat iemand in zo volmaakten graad den geeft , die 'er tot het rekenen en 't za- menparen der getalen vereifcht word, waarin hy ook zyn bequaamheid en drift den vollen toom had gevierd , door en door alles beftuderende , wat de banken , de loteryen, de handel-genoodfchappen van Londen.betrof, de middelen om die te handhaven , om de hoop en het ver- trouwen van het gemeen aan de gang te helpen , en in beweging te houden, waar van hy alle geheimen doorgrondde. Noch groter licht had hy getrokken uit het nieuw genoodfchap , door Harlei , graaf van Oxford , opgerecht , om de fchulden van den Staat te voldoen. Na- derhand de bediening van fecretaris by eenig agent of refident in Holland gekre- gen hebbende, liet hy zich grondig on- derrechten wegens de beroemde bank van Amfterdam , derzelver fonds , in- komiten , toevluchten , de rekeningen die de particulieren tot haar laften had- den , derzelver wiiïelvalligheden , we- gens de verfcheide middelen die men gebruikte, om ze te doen ryzen en da- len, om zyn fondfen te lofTen, om ze uittedélen en te verfpreiden, wegens de order , die zy in haar regifters en kan- toren hield, zelfvan haar onkoften, en de wyze harer befturing. Met dit alles
diep-
-JV°. VIII ^
Philippus van Orleans. 3
diepzinnig te overpeinzen, en deze ver- fchillende denkbeelden overeen te bren- gen en met elkander te paren, fmeedde hy een zamenhang van grondregelen, verwonderenswaardig door de fchkkirtg en aaneenketening van de menigvuldige fchakels , waar uit dezelve beftond : een zamenhang , ten minften zo veel op de kennis van 's menfchen hart , als op de ervarenheid in de rekenkunft gegrond , maar waarvan de goede trouw , de bil- likheid en de menfchlykheid te enemaal uitgefloten waren , om plaats te geven aan de trouwloosheid , onrechtvaardig- heid , geweldpleging, en wreedheid, 't welk geen wonder was, dewyl deszelfs uitdenker van alle goede zeden en godts- dienft ontbloot was ; te Paris ging hy tot den katholyken godtsdienft over , ge- lyk hy te Conftantinopel Turks zou heb- ben geworden : in Groot-Brittannien een neerlaag gedaan hebbende, was hy ge- noodzaakt geweeft dat land te verlaten , een getrouwde vrouw met zich voeren- rende , waar mee hy verfcheide jaren als zyn wettige huisvrouw geleeft heeft. Hy was van eene onverzadelyke gierig- heicj , en door de omwenteling , door hem in Vrankryk veroorzaakt , had hy de aiïurantie van de fchoonfte landgoe- deren , die 'er in \ ryk waren, aan te ko- A 2 pen ,
4 Het Leven van
pen , zonder van de onnoemlyke (om- men te fpreken , die hy naar vremde lan- den zond.
uitleg- ]k weet dat men hier van my de ont- fynVan! teding van dit fyftema , dat ik zo zwart aficbiider , verwacht , en in der daad, dit zou het fraaifte ftuk van deze hifto- rie kunnen zyn ; maar ik ben niet min- der bewuft , dat ik weinig in ftaat ben om deze geheimen van de doorllepenfte onrechtvaardigheid te doorgronden , en te ontwimpelen , doch daar is niet aan- gelegen, ik ga evenwel aan't werk , ho- pende 5 dat men my voor de onder- neming daarvan ten minften dank zal weten.
La w , die vol eerzucht was , en een onmatige drift bezat om een groot fortuin te maken, bedoelde niets anders in zy- ne uitrekeningen. Hy dagt nergens minder om , dan om zich aan enigen Staat nut , of zelf noodzaaklyk te ma- ken ; met een woord , hy bereikte het oogmerk , 't geen hy bedoelde. Zon- der tvvyffel dat de uitgeputheid , waar toe de oorlog de mogentheden van Eu- ropa gebragt had, ''tzy die gezegepraalt hadden , of overwonnen waren ge weeft , hem in zyn opzet ftyfde , en zyn hoop verllerkte. Zyn ontwerp had dan den koophandel niet ten doel , noch de ge-
maklykheid
Philipfus van Orleans. ?
maklykheid om belaftingen op te leg- gen, zonder die te verminderen, noch het befnoeien der geldlpillingen , noch het bebouwen der landeryen , noch liet llyten der eetwaren , noch zelf het cir- culeren van 't geld : hy had het opge- ltelt , op dat een vorll zyn fchulden zou kunnen betalen , met het goud en zilver zyner onderzaten na zich te ne- men, op een wyze, dat de bezitters het gretig gaven , en het bloot aan hunne gierigheid te wyten hadden , Ayanncer zy ''er van berooft wierden. Een onbe- grypelyk ontwerp , dat van alle ande- ren , behalven dezen groten geeft , zou verworpen zyn geweell als een herflen- fchim , indien het hun in de gedachten was gekomen. Hy hield het echter aan, en zie hier de gedaante , die hy 'er aan gaf. Een bank of kompagnie , waar van de wezentlyke fonds de inkomften van den ftaat zouden zyn , en de inge- beelde fonds enige onbekende koophan- del , moeit op zich nemen alle deszelfs fchulden te betalen : om hare fondfen te vermeerderen , en ze eniger maten met de fchulden gelyk te itellen , die zy te betalen had, moeftzy op haar zelve een menigte aCtien, dat is te zeggen, foor- ten van kontra&en , oprechten, die het recht gaven om met haar de winften tt A 3 delen.
6 Het Leven van
delen , die zy met haar eige fondfen , en met die gene , die haar het verkopen harer actiën verfchafte, doen zou; deze actiën moeiten ten delen voor briefjes , waar inde fchulden vandenftaat befton- den , ten delen voor geld gekoft wor- den. Het zou de aótioniften vry ftaan, hunne fondfen uit de bank te lichten) met de actiën daaraan weerom te geven.
De bank moeft al haar betalingen in briefjes doen. Om de aótien prys by te zetten , moeften zy aanzienlyke win- ften doen , en fchielyk grote fortuinen veroorzaken , dewyl het zeker was , door het geen men in de loteryen zag gebeuren , dat enige voorbeelden van deze natuur een algemene drift zouden uitwerken. Om de briefjes aanzien by te zetten 3 en die zelf boven het geld te trekken, moeft men door menigvuldige veranderingen de waardy daar van on- fceker maken , en de bezitters doen vrezen , dat het in hunne handen ver- loren zou gaan ; en de prys daar van moeft ten minften noch eens zo hoog zyn als de innerlykc waardy? dat is te zeggen, als het geen, waar voorliet in andere ftaten gangbaar was.
Het verval van 'tgeld, was het be- fluit van Law , zal de intereften daar van doen verminderen, en deze vermin- dering
Philippus van Orleans. 7
dering der in tereften oorzaak zyn, dat ie- der de obligatien die hy fchuldig is 5 zal af- doen of tot lager intereft laten lopen : de vorft kan het voetfpoor der particulieren volgen 5 en zich dus van een groot getal zyner fchulden ontladen , zonder een duit uit te keren. Daarenboven , dewyl men niet zal weten wat te beginnen met het geld , dat 'er van de ifloffing der kapitalen komt, en dat de vrees van deszelfs afzetting op zyn pas zal geftyfc en vermeerdert worden , zal men het in briefjes verkêren, of zoeken aan vafter effecten te befteden : deze algemene drift zal onfeilbaar den prys der lande- ryen , koopmanfchappen , en eetwaren doen opflaan, en alle, die met fchulden belaft zyn, gemak verfcbaffen, om die af te lofTen. Nu , gong hy met zyne re- deneringen voort, kunnen die gene, die een ftaat uitmaken, in drie foorten ver- deelt worden , in den adel , de fatzoen- lyke burgers , en in het Hechte volk in de fteden en de gene die ten placten lande wonen. De middel -foort is de toevlucht van beide de anderen , by de- ze moeten zy zich adrefTeren, om hun- ne buitenfporige verteringen , of hunne armoede te gemoed te komen. Derhal- ven zullen deze beide foorten , door dit ontwerp een middel vindende, om in
A 4 't
8
Het Leven van
't geheel of ten delen hunne fchulden tc voldoen , het zelve, zonder twyffel be- gunftigen ; en wat is 'er van de derde foort te vrezen , als men de beide ande- re op zyn zyde heeft? Wat zal zy , uit- geput zynde, kunnen aanvangen?
Daarenboven zal de bank in ftaat zyn om door haar mildadige giften die gee- nen onder de groten den mond te ftop- pen, die 'er zich tegenaan zouden wil- len ftellen; en het algemeen belang, dat men in derzelver behoud zal nemen , zal aanleiding geven, om alle de regle- menten te maken , die men tot de vol- kome uitvoering van dit plan zal nodig oordeelen. Als men zo verre gekomen is 5 en dat het een algemene omwente- ling te weeg gebragt zal hebben , zal men het quaad ongeneeflyk oordeelen; de bankbriefjes zullen van zelf vernietigt worden, de zaken haar gemeen beloop nemen , en iedereen zal maar bedacht zyn om zyn fortuin te bewaren, ofte herftellen.
Dit was het plan, dat Law gefmeed had 3 't geen nergens anders dan in V fank- ryk kon wcrkftellig gemaakt worden , daar het gezag van den vorlt onbepaalt is. Lodewyk de veertiende , dien hy het Hechts in algemene termen ontvouwt had, hadde het met een foort van ver-
foejing
Philippus van Orleans. 9
foejing verworpen; maar de hertog van Orleans, een prins met een heel ande- ren geeft, dan Lodewyk de veertiende, begaaft , en die ftouter , ondernemen- der , en op ver na zo naauw van gewe- ten niet was , wierd 'er door verrukt : hy begreep het met gemak, en zag 'er met een opflag van 't oog alle de gevol- gen van , en deze , die zyn voornemens begunftigden , waren het, die hem de- den befluiten , om het in 't werk te ftel- len ; maar de korte tuflchentyd , dat deze aanüag verworpen was , en zyn magt die noch niet genoeg beveftigt was, de verbinteniflen die hy had be- ginnen te maken, noch niet gefloten, en de wet, die hy zich zei ven had voor- gefchreven , om de meerderheid van itemmen te volgen, verhinderden hem, om het zoogaauw,als hy wel gewenfcht had, te beginnen, vergenoegende zich in 't eerft , met Law te vergunnen om een bank op te rechten, om zo het ge- meen van langzamer hand aan deze fcha- deiyke nieuwigheid te gewennen. Het Hoe het placcaat, 't geen hier de kracht aan gaf, ^ger^eftel was van den 2 Mei 1716, waar in men maakt zeide , dat de voordelen , door de pu- wierd' blieke banken aan verfcheide ftaten van Europa verfchaft , waarvan zy het kre- diet hadden opgehouden, en den koop^ A 5 handel
io Het Leyen van
handel onderfteunt, een overtuigent be- wys hadden geftrekt van het nut, dat men in Vrankryk uit diergelyk een op- rechting zou trekken. ,§ De heer Law , „ zeide men vervolgens , ons , eenige 33 maanden geleden , voorgeftelt heb- 33 bende om 'er een op te rechten, waar 33 van de fonds uit onze penningen zou 35 beftaan?en die in onzen n aanren on- 33 der ons gezag zou beftuurt worden , 35 wierd het ontwerp daarvan in onzen 3, finantie-raad onderzocht, waartoe 35 verfcheide bankiers, koopluiden, en ,5 gedeputeerden van koopfteden geroe- ,5 pen zynde, om hunne goedvinding ?5 daar over te horen, quamen zy alle 35 hierin overeen ? dat 'er niets voor- ,5 deliger voor ons ryk kon bedacht 5, worden , 't geen door zyn legging 55 en vruciitbaarheid , gevoegt by de 35 naaritigheid zyner inwoners ? maar 55 een vaft krediet van noden heeft, om 55 daar den bloeienften koophandel na 55 toe te lokken; echter oordeelden zy , 35 dat de tydgewrichten niet gunftig ,3 waren , en dat het gevoeglyker was , 5, dat een diergelyke oprechting op re- 55 kening eener kompagnie geichiedde. 35 Deze redenen, by enige byzondere 33 voorwaarden van het ontwerp ge- 55 Wegt* deden ons bcfluitcn, om het
35 van
Philipfus yan Orleans. II
van de hand te wyzen. Maar de voor- 35 noemde heer Law heeft ons verzocht , 3, hem de vryheid te willen vergunnen, 33 van een andere foort van bank te mo- 33 gen oprechten 5 waarvan hy aanbied 33 de fonds te zullen uitmaken 5 zo uit 33 zyne penningen, als uit die van de y, kompagnie; en door wier middel hy 33 onderneemt de circulatie van 7t geld 33 te vermeerderen , de woeker te doen 1 „ ophouden, 't gebrek der overvoerin- 33 gen van het geld tuffchen Parys en 33 de pro vintien te vervullen, vremde- 33 lingen middel te verfchaffcn, om vei- 33 lig fondsen in ons ryk te plaatfen, 33 en ons volk de vertiering zyner eet- 33 w7aren , en het betalen der belaftingen 33 te helpen bevorderen. De gunft 5 die 33 hy van ons verzoekt , is 3 dat wy hem 3, een privilegie voor 20. jaren vergun- 33 nen , en hem toeftaan, om de bèta- 33 lingen in bank-ryksdaalders te mogen 33 bedingen 5 die altyd van het zelve ,3 gewicht en alloi zynde? geeneveran- 33 dering kunnen onderworpen zyn ; een 33 wezentlyke voorwaarde, en die vol- 33 ftrekt noodzaaklyk is , om het ver- ,3 trouwen van onze onderdanen en van 33 de vremdelingen, te winnen, en te 33 behouden. Ons ter zeiver tyd ver- 3, zoekende, perfonen van een beken-
33 de
i2 Het Leven van
,5 de vroomheid en bequaamheid te wil- 55 len benoemen, om opzicht over de 55 bank te hebben 5 de briefjes na te 55 zien 5 de boeken te nommeren en te 55 tekenen 5 op dat het gemeen ten 55 vollen moge overtuigt zyn van de 55 naauwkeurigheid en getrouwheid, die 55 men daar omtrent gebruiken zal. En 55 dewyl het ons voorkomt , dat deze 55 oprechting, op de wyze als zy ons 55 voorgeftelt is5 geen onheil kan ver- 55 oorzaken 5 en dat 'er in tegendeel alle 5, reden is om te verwachten, dat zy 55 een vaardigen en gewenfchten uitflag 5, zal hebben 5 en veel voordeel uitwer- 5, ken 5 op het voorbeeld van het geen 55 'er in onze naburige ftaten om gaat, 55 hebben wy gemeent den voornoem- 55 den heer Law , wiens ervarenheid, 55 kennis, en bequaamheid ons bekent 55 zyn , het privilegie , dat hy van ons „ verzoekt, voor hem en zyn genood- „ fchap te moeten vergunnen. En onze „ zeer waarde en zeer beminde oom de ,, hertog van Orleans , regent van ons 53 ryk, oplettent op alles, dat tot ver- ,, lichting van ons volk, en tot welzyn „ van onzen ftaat kan ftrekken , heeft „ geoordeelt, dat het niet met de waar- „ digheid van zyn rang en geboorte „ itreed, tot befchermer daarvan ver* „ klaart te worden. „ Dc
Philippus van Orleans. 13
3, De fonds van de bank zal uit twaalf „ hondert aétien beftaan, ieder van dtü- 33 zent ryksdaalders 5 dus zal het kapi- 33 taal twaalfmaal hondert duizent bank- 33 ryksdaalders uitmaken, dat is te zeg- 33 gen zes millioenen courant geld.
33 De boeken zullen by den bewind- 33 hebber, den heer Law,geopent wor- 33 den 3 om daar de intekeningen der 3, perfonen te ontfangen, die daar deel 3, in zullen willen nemen 3 en zo veel 33 aétien, als zy verlangen 3 ontfangen.
33 De lyft zal gemerkt "en onderte- 33 kent wordendoor den bewinthebber, 33 en door den opziender over de bank.
33 De adtioniften zullende kompagnie 33 uitmaken 5 en de nodige amptenaren, 3> tot de befturing en dagelykfclie be- 33 handeling van de bank, verkiezen.
33 Alles zal in de vergaderingen met 33 meerderheid van ftemmen belloten 33 worden , op de volgende wyze te 33 tellen: die vyf actiën hebben, en on- 33 der de tien, zullen maar eene ftem „ hebben te geven ; die tien en onder 33 de vyftien actiën hebben, twee ftem- „ men; en zo van vyf tot vyf; maar „ minder danvyf actiën hebbende, geld „ hunne ftem niet.
„ Daar zullen ieder jaar twee alge- 3, mene vergaderingen zyn, dat is te
14 Het Leven van
zeggen om het half jaar een , om de 5, uitdelingen , die 'er aan de aótio- „ niften Itaan te gefchieden, te regu- 3, leren.
3, De bankbriefjes zullen door den 33 direóteur, door een van de hooftpar- 33 ticipanten , die door meerderheid 33 van ftemmen benoemt is ? en door 33 den infpecteur getekent worden.
33 Het zal alle perfonen vryllaan hun 33 geld in de bank te brengen , waar 33 voor hun briefjes zullen gegeven wor- 33 den, opdicht te betalen.
33 De kompagnie zal noch te land 3, noch ter zee enigen handel met koop- 33 manfchappen dryven ; zy zal zich 33 met geen negocieren bemoeien ? 't zy 3, in of buiten het ryk ; zy zal geen 33 geld op intereft mogen opnemen 3 33 onder wat voorwentzel en op wat 33 wyze het ook zyn mag.
33 De bank zal zich met de kas der par- ,> ticulieren kunnen belaften 5 en in con- 5, tanten betalen , mits vyf bank-ftuivers 3, voor duizent bank - ryksdaalders af- 5, trekkende, welke vyf bank-ftuivers |
3, de
f Teder bank-ftuiver had de waardy van vyf Joh tour- noii of ordinaire franfche ftuivers , makende alzo vyf daar van de vierde part van een bank-ryl\6daaldcr, die vyf livres gold, uit.
Philippus yan Orleans. ij
„ de vierde part van een bank-ryksdaal- „ der uitmaken cc.
Diergelyk een oprechting fcheen wei- nig een zo grote oplettentheid van we- gens het hof te verdienen, en 't was onbegryplyk dat zy de grote uitwerkin- gen, die men 'er van voorfpelde, kon hebben. Het enig voordeel , dat 'er het
femeen van trok, was de matigheid van e afkorting. Nademaal dit het enigpro- fytwas, dat deze kompagnie doen kon, dewyl haar alle koophandel , direót of indireól, by commiilie of anderfins , ver- boden was, viel het moeilyk om te be- grypen, waar de winft der a&ioniften vandaan zou komen, want de vyf bank- ftuivers, die men van de duizent bank- ryksdaalders af kortte, bragten over de hele maffa van de bank maar vyftien hondert livres courant geld op. Wan- neer nu deze fonds, 't geen een onmoo- gelykheid was, alle weken uit de kas was gegaan , en daar weer in gebragt , zou dit in 't jaar niet meer dan zes en twintig duizent ryksdaalders opgebrag.t hebben, 'tgeen pas het vierde deel was van het geen dit kapitaal zou uitgelevert hebben , indien men het tegen vyf per- cent geplaatft had. Het geld brengt uit zich zelf niets voort, maar men maakt het door arbeid vruchtbaar , maar deze
wyze
i6 Het Leven tan
wyze van bearbeiding, die de kompag- nie gebruikte , kon naauwlyks de kof- ten van den arbeid goed maken , dat is te zeggen, de vruchten daar van kon- den naauwlyks toeftrekken , om de wed- den van den dire&eur, den infpeéteur, den treforier, en de kaffiers te betalen , derhalven had men andere inzichten in het oprechten dezer bank , dan men voor de wereld weten wüde.
Het wezentlyke was, daar een aan- zien aan te geven, dat de grote onder- nemingen, die deze bank doenmoeft, beantwoordde. Het middel dat men hiertoe gebruikte , kon niet beter be- dacht worden. Den 10 april 171 7 kon- digde men eene ordonnantie van 's ko- nings raad van ftaten af, waarby be- laft wierd , dat de generale bankbriefjes op alle pacht-kantoren van zyn Majefieit, als contant geld zullen aangenomen wor- den , tot betaling van alle foorten van rechten en belaft 'ingen, of liever , dat deze kantoren correjpondenten van de bank zouden zyn.
Dit arreft was zeer liftig opgeftelt, fchoon het zeer eenvoudig fcheen; liet deed byna al het geld van 't koningryk door de handen van de bank gaan.
,5 De koning, wierd 'er in de inlei- 3, ding gezegt , aan den heer Law en
3, kom-
PhILIPPÜS VAN OltLEANS. 17
5, kompagnie het privilegie hebbende 55 toegeftaan5 om een algemeene bank 55 op te rechten 5zyn de briefjes van de 3, voorfchreve bank reeds zo hoog in 3, aanzien geftegen binnen en buiten 's ,5 lands, dat5 niet tegenftaande den flech- 35 ten tyd5 het overmaken van 't geld 33 daardoor merklyk verlicht is , de af- 3 3 kortingen gematigt 3 en de woeker 33 grootlyks vermindert. En nademaal 33 het van groot gewicht is voor het ge- 33 mak der onderdanen van zyn majef- 33 teit 3 en der vremdelingen 5 dat men 33 in alle de delen van 't ryk de waardy 33 van de voornoemde briefjes doe vin- 33 den, dat men de fommen 5 die daag- 33 lyks in de provintien tot betaling der 33 rechten en belaftingen gebeurt wor- 33 den 3 fchielyker na Parys overmaake, 33 dat men het geld inde ontfangers kan- 33 toren niet leeg en vruchteloos laate 33 leggen, en dat mentegelyk zo veel 33 het mooglyk is den overvoer van 33 geld uit de provintien na Parys ver- 3, hindere 5 't geen altyd een ftoring en 33 wanorder in den koophandel veroor- 33 zaakt 3 waarvan de herltelling het 33 voornaamfte doelwit van zyn majef- ,3 teit is, en de algemene wenfch van 3i zyn onderdanen , heeft hy geoor- 3, deelt 3 dat niets nuttiger voor hen II Deel. B kon
18 Het Leven van
35 kon zyn , en bequamer om die herftel- ,5 ling uit te werken 3 en de circulatie 33 van 't geld te vermeerderen 5 by 33 gevolg den koophandel levendig te 33 maken, dan aan alle ontfangersjpach- 33 ters, tollenaars 3 hunne kaffiers en 33 commifen 5 en anderen 3 die de hande- 33 ling van dit geld hebben 5 te beve- 33 len 3 dat zy de bankbriefjes als geld 33 in betaling der beladingen , rechten 5 3, en inkomlten van zyn majefteit zul- 33 len aannemen 3 en alle die gene 3 die 33 men vertoont, betalen, nademaalge- „ melde briefjes altyd op zicht aan het „ kantoor van de bank, teParys opge- 33 recht, betaalt moeten worden.
„ Ingevolge van dien beveelt zyne „ majelteit , dat, van den dag van de „ afkondiging van het tegenwoordig 33 plakaat af, de briefjes van de algeme- 33 ne bank als geld op alle konings kan- ,3 toren zullen aangenomen worden. Or- „ donnerende wy ders , dat , van den zel- „ ven dag af te beginnen , alle amtena- „ ren , die Ichuldig zyn rekening te „ doen, gehouden zullen zyn opzicht „ en zonder enige afkorting de briefjes „ van de gemelde bank te voldoen , tot „ het beloop van de fommen, die zy in „ kas hebben, en dat, wanneer zy geen „ fonds meer hebben, zy gemelde brief-
91 jes
PHILIFPUS VAN O&LEANS. I<?
„ jes uit de eerfte penningen , die.zy ,, ontfangen , zullen betalen , hen ver- 5, verbiedende enig deel van de fondfen „ van hun ontfangft door wiflelbrieven 5, of met wagens over te maken , enige 5, ordonnantiën te betalen 3 ten zy uit „ het overfchot ? dat zy in kas zullen „ hebben , na vooraf en by voorkeur 5, de bankbriefjes , die hun vertoont zul- 3, len zyn , te hebben betaalt. Zyn ma- 33 jelteit begeert verders 5 dat , naar mate 33 zy de genoemde briefjes zullen ont- 33 fangen 5 dezelve aan die gene zullen 33 gezonden worden 5 aan wien zy ge- 33 houden zyn de penningen , daar zy 33 de behandeling over hebben, te zen- 33 den 3 om de waardy daarvan op zicht 33 aan het kantoor-generaal van de bank 33 te Parys te ontfangen. Alles op ftraf te- 33 gen de overtreders van de afzetting 33 van hunne ampten 5 en vernietiging 33 hunner bedieningen CS
Het krediet van de bank, die door dit arreft het algemeen kantoor van de ontfangften van 't ryk geworden was, nam merklyk toe , en zy wierd van een al- gemene 3 de enige bank. Nu vergenoegde zy zig niet meer met vyf bank-ftuivers voor het defconteeren van duizent bank^ ryksdaalders in te houden, zy nam het naargelang van vier ten hondert : door B 2 deze
io Het Leven van
deze vermeerdering vond zy zichinftaat om de aótioniften zeven en een half per- cent aan intereft toe te leggen, en dat maar voor zes maanden, zo dat de waar- dy der actiën eensklaps zeer hoog fteeg.
Naar mate dat de bankbriefjes in kre- diet toenamen , verminderden die van den Staat van waardy, en verloren tot vyftig ja zeftig ten hondert. Schoon men 'er een deel afgedaan had, bleeven 'er noch ten minften voor tweehondert mil- lioenen over, behalven de intereften van vier per cent : de bank nam op zich , die fch ulden te betalen. Om hier in te flagen , zonder op te hóuden van te zyn, hetgeen zy was, herfphcSpte zy zich in een kompagnie van kommercie , onder verzm- Jen n aani van IVefl-incUjche of Miffiffipifche de%ffi- kompagnie. Men ftelde alle nodige mid- fipifche delen in 'twerk, om het gemeen te over- gniït?* tuigen, dat deze handeling ten Liiterften voordeelig zou zyn , en dat 'er onnoem- lyke fchatten uit deze nieuwe landen zouden komen , waarvan men de heer- Jykfte befchry vingen gaf, daar Peru geen handwater by had. Men lichtte van alle kanten de bedelaars en landlopers op , om die landen te bevolken en te bebou- wen. Men ftelde zelf een byzondere ad- miraliteit aan, die onder het bevel van dc bank liet bcituur over de vloten zou
heb-
Philippus van Orleans. 21
hebben , die op deze ryke land-ftreken af en aan zonden varen. *
Egter was het waar, dat dit land niets zonderlings heeft , dat 'er noch goud-noch zilver-mynen zyn, dat het geen fpece- ryen voortbrengt , dat 'er zelf geen koftelyk hout groeit. Het klimaat is 'er zacht en getempert ; wyn en koorn zou 'er in overvloed voortkomen; men zou 'er menigte van vee kunnen voortfokken ; maar Vrankryk heeft deze levensmidde- len niet nodig, en heeft moeite genoeg, om zich van het geen het te veel heeft te ontdoen. De handel met pelteryen was de enigfte, dien men daar met voordeel kon dryven , om eenige partikulierea maar niet om eene grote natie te verry- ken , en een ryk dat uitgeput was , weerteherftellen. Men moeft Miiliflipi in Vrankryk kennen : Lodewyk de veer- tiende, door eenfoort van tractaat met den heer Croifat , beroemt koopman , gemaakt, had hem alle de voordeden , die hy 'er uit kon trekken, gedurende een zeker getal van jaren overgelaten , op voorwaarde, dat hy 'er enige verplan- tingen in zou oprechten , en zyn groote rykdommen waren voorzeker niet uic dat land gekomen. Daar waren verfchei- de menfehen natoegeweeic, om 'er hun fortuin te maken, en deze waren 'er B 3 noch
22
Het Leven van
noch armer vandaan gekomen, dan na- toe gegaan , 't geen zy allen uit eenen mond getuigden, maar alles mogt niets helpen, deze herflenfchim nam zodanig de overhand, dat byna geheel Vrankryk daardoor om den tuin geleid wierd. Begïn Men rechtte aanftonds op deze kom- papieï" pagnie voor hondert millioenen aan ac- ïiandei. tien op , men koftze ten delen in ftaats-en finantie-briefjes , ten delen in geld. De algemene pachten van 't ryk wierden aangewezen om te gelyk aan de kom- pagnie vaa de bank tot een fonds, en de aótioniften tot borgtocht te dienen. De belafting van 't hooftgeld, en de al- gemene ontfangften waren met een me- nigte intereften bezwaart. Reeds in 't begin van 't regentfehap had men geor- donneert, dat deze in nieuwe obligatien tegen vier ten hondert zouden verkeert worden. Verfcheide eigenaars hadden hunne kontraclen bewaart , mooglyk ho- pende, dat de zaken weer op den ouden voet zouden herftelt worden. Nu volgde 'er een nieuw plakaat, waarby verklaard wierd, dat degene, die hunne rente-brie- ven niet voor den laatftcn december 1 7 1 S. wouden hebben laten veranderen , de achterftallcn van de vorige jaren , en van dat , daar men in ftond te treden , zou- den verliezen , tenzy ze voor den eer-
PlIILIPPUS VAN ORLEANS. 23
ften april daaraanvolgende hunne kon- traden gebruikt hadden om acïien aan te kopen. Nademaal de actiën ten min- ften van duizent ryksdaalders waren , en dat men, om daar deelagtig aan te worden, oude papieren moeli hebben, dat is te zeggen rent-kontrakten , ftaats- briefjes, en andere van diergelyke na- tuur , en bankbriefjes , of ,'t geen hetzel- ve was 5 geld 5 zochten die gene, die ac- tioniften wilden worden , en die niet genoeg van 't een of 't ander van deze foort hadden, diergeiyke briefjes te kry- gen. Dus wierd de papier-handel inge- voert, en wierd in 't kort , niet alleen algemeen , maar noodzaakelyk.
Daarenboven Hokte het groot aanzien van de bank alle de andere in. Alen ver- trouwde zich nergens op, dan op der- zeiver briefjes ; men haafte zich , om zich van de andere te ontdoen : en nademaal het beloop van dezer kapitaal ver de hon- dert milloenen aan achen overtrof, wa- ren 'er meer verkopers dan kopers, en men kon ze niet, dan met merkelyke Ichade , quyt worden. De kontraclen verloren dertig ten hondert,endeftaats- brief jes tuffchen de vyfeig en zeftig. On- dertuffchen leurde men het gemeen, met de lyft van de ftaats-briefjes , die men alle week op het ftadhuis verbrandde ,
B 4, in
Het Leven van
in 't licht te geven, en over al aan te plak- ken , en naauwlyks was fer iemand , die overwoog, dat men wel haalt genood- zaakt zou zyn even eens met die gene te leven , die men in derzelver plaats had geftelt. Men liet ook grote zorg blyken om de interelten van 't ftadhuis te 'beta- len. In de reglementen , die men hierom- trent uitgaf, gaf men de fraaiite woorden van de wereld, en die het bequaamfte waren om te doen geloven , dat men geen gedagten had om daar ooit aan te ra- ken , nademaal dit, zo men zeide, de iteun van 's konings gezag, en het onderhoud van de fatzoenlykfte luiden van 't ryk, vooral van Parys , was. ^yk^ „ Dus wierd de bank, of de Weft-indi- van iche kompagnie , met genoegen van t Law* volk opgerecht. Vergeefs trachtte het parlement , zonder alle de geheimen die ''er in ftaken , te weten , zich daar tegen aan te kanten ; dit haalde deze ver- gadering zelf voor een groot gedeelte de onheilen op den hals , waarvan ik gefproken heb. De onbefchaamtheid van Law , om met de grote rykdommen te pronken , die hy in zo korten tyd ge- wonnen had, de draai, die hy aan zyn bank had weten te geven, om byna al- le de inkomften van 't ryk in handen te hebben , gaven zekerlyk billyk achter-
Philippus van Orleans. 2J
denken , om aan zyn getrouwheid te twyffelen, en te vrezen, dat hy de zaak noch veel verder mogt doorzetten. In minder dan een maand had hy van den grave van Evreux, voor achtmaal hondert duizent livres 5 het graafichap Tancarville inNormandyen gekoft; hyhad aan den prins van Carignan veertienmaal hondert duizent livres voor zyn paleis van Sois- fons geboden ; vyfmaal hondert duizent livres aan de marquizin van Beuveron vóórhaar landgoed van Ifle-Bonne ge- prefenteert: eindelyk had het maar aan den Hertog van Sully geftaan , om ze- ventienmaal hondert duizent livres voor zyn marquizaatlchap van Roni van hem te ontfangen.
Deze buitenfporige winften, die men als zekere bewyzen van oneerlykheid aanzag 5 waren oorzaak , dat hy gedag- vaart wierd , om in perfoon voor een com- mülaris , door het parlement benoemt, te verlchynen 5 om rekenfchap van zyn gedrag te geven. De heer regent ftelde al zyn gezag in 't werk , om dezen ilag af te weren. Het parlement gaf een ar- reft uit , verbiedende aan alle vremde- lingen? al waren zy zelf genaturalizeert, zich op enigerhande wyze , onder wat voorwentzel het ook zyn mogt, met de behandeling of befturing der finantien B S te
26
Het Leven van
te bemoeien. Maar het parlement ver- nedert en verdrukt zynde , nam Law de overhand , en wierd in ftaat , om zyn ontwerp in allen delen uit te voeren, zyn ont- ]y/[en maakte een aanvang , met hem ^ko-m de tabaks-pacht over ce laten , daar men »in8s kortdaarna alle de andere byvoegde , gepre-Cn met de behandeling en befturing der zen. geld-fpecien. Den vierden december 1718. wierd de bank tot een koningly- ke bank verklaart , waaromtrent men fcich in de volgende bewoordiging uit- drukte: ,, by ondervinding het nut heb- 35 bende leren kennen, dat wy en on- „ ze onderdanen van de algemene bank „ trokken, door het gemak, om de ko- „ ninglyke penningen na Parys te doen „ komen, zonder onkoftcn , en zonder „ de provintien van geld te ontbloten ; 5, dat de particulieren daardoor middel 3, gevonden hebben , om fondfen in al- 33 le de plaatfen van 't ryk , en in alle 33 vremde landen op te rechten, in een tyd , dat het vertrouwen te enemaal verloren was ; dat de matige interef- 33 ten, waarvoor de bank de wiffelbrie- 33 ven gedefconteert heeft , de woeker 3, heeft doen verminderen, en onze on- 3, derdanen verhindert om geld in vrem- 33 de landen ter leen op te nemen ; dat 3, de fommen > die de bank aan de ma-
nufaóhi-
35
35
Philippus van Orleans. 27
w nufacturen en de koopluiden heeft op- 35 gefchoten , der zeiver krediet hebben 3, onderfteunt 5 en de zaken doen toe- 33 nemen; dat men de wanorders in d^n 33 koophandel heeft zien ophouden; dat 33 de uitheemiche ruilingen ten voordele 33 van onze onderdanen zyn in ftaat ge- 33 bleven ; dat de vremdelingen zich van 33 bankbriefjes bedient hebben, om fond- 33 fen in alle de delen van 't ryk te heb- 3, ben 3 tot het inkopen van waren en 33 leeftochten 3 waarvan de verzending 33 zo voordelig en noodzaaklyk is 3 heeft 33 ons de goede uitflag van deze op- 33 rechting aangezet 3 om het eerfte ont- 33 werp van den voornoemden heer Lav/ ,3 te onderzoeken; en ten vollen onder- 33 recht zynde ? dat het met het alge- 33 meen welzyn van den koophandel en 3, van onze onderdanen overeenquam, 33 dat de bank onder den titel van ko- 33 ninglyke bank gecontinueert wierd5 33 en dat de befloring daarvan in onzen 3, naam en op ons gezag gefchiedde, 33 hebben wy ? om daartoe te komen 3 33 de afrien van genoemde bank voor 33 ons doen inkopen , waarvan wy 33 de actioniften in wezendyke pen- 33 ningen hunne kapitalen hebben afge- 33 loft, die zy in ftaatbriefjes hadden in- ,3 gelegt? om het fonds van de bank uit
te
28 Het Leven van
te maken , welke naderhand in aótien 3, op de Weftindifche kompagnie ver- 3> keert zyn : En in gevolge van deze af- 3, loffingen , aan de attioniften uit on- 35 ze penningen gefchied , zyn \vy de 33 enigfte eigenaars van alle de aftien 33 van voorzegde bank geworden ; zo 3, dat het noodzaaklyk is onze me- 33 ning 3 zo ten opzicht van de befturing 33 der bank 5 als van de order 5 die 'er om- 3, trent het doen der rekeningen moet 3, gehouden worden 3 te verklaren. Hier- 33 om 3 enz. „ Aigeme- *t Viel zeer moeilyk te begrypcn, nente-6" waarin deze verandering den koophan- gen dit del begunfugde , en zo voordelig voor omwerp. Vrankryk was. De koning, door deze declaratie algemeen bankier van zyn ryk geworden, had alleen al het profyt,dat de particuliere bankiers zouden gehad hebben ; de bank - actiën , aflien van de weft geworden zynde , gaf derzelver aankoop hem het grootfte deel in de on- befchryffelyke winften , die deze kom- pagnie doen zou; en het is taftlyk, dat deze particuliere winft van den vorft zyn onderdanen het profyt deed verliezen, dat zy zouden gehad hebben, indien hy zich niet in hun plaats had geftelt. Het ware middel voor een vorft 5 om den koophandel te begunftigen, is niet dien
alleen
Philippus van Orleans. 29
alleen na zich te (Iepen , maar aan de handelaars veel vryheid, en een grote be- fcherming te vergunnen, en de negotie tuffchen hen en de vremdelingen gemak- lyk te maken: zodra een vorft die aanflaat, helpt hy ze te grond, en baart 'er wan- trouwen onder: en het is onmooglyk, dat hy 'er zich door verryken kan , zon- der het grootfte gedeelte zyner onderda- nen arm te maken , welke armoede nood- zaaklyk op hem moet te rug (tuiten, en hem meer verlies veroorzaken , dan hy voordeel gedaan heeft , met hun koop- handel aan zich te trekken. Daarenbo- ven wierden door deze verandering alle de effecten van de bank, haar briefjes, actiën enz. koninglyke effecten.
Moeft het lot van de ftaats - briefjes , en alle andere papiere effecten , hen niet doen beven ï eindelyk , dewyl de bank zich met een deel particuliere kaffen be- laden had, dat is te zeggen, dewyl ver- fcheide particulieren rekeningen in de bank hadden, kon hetqualyk miiTen, of deze vermengeling van 's konings pen- ningen met die van zyne onderdanen moeit verwarring baren ; de fterke heeft gemeenlyk de overhand op de zwakke, en de rekeningen , die een particulier met zyn vorft af te doen heeft , vallen zelden tot voordeel van den eerlten uit.
Deze
30 Het Leven van
Deze overwegingen , en een menigte andere , die men natuurlyker wyze ma- ken moeft , baarden enige ongeruftheid onder h gemeen ; om welke te ftillen des konings raad van ftaat den 27 de- cember een arreft uitgaf , 't welk het voorgaande uitlei , en bekrachtigde; maar het was ongelyk bequamer om die te doen toenemen , en indien 'er niet een algemene bedwelmtheid van harflens geregeert had , zou het de menfchen de ogen hebben geopent , en een vooruit- zicht gegeven van de vremde vertonin- gen ? die 'er ftonden te gefchieden. Zie hier den korten inhoud van het arreft, waaruit ik een ieder laat oordelen :
3, Zyn majefteit alle de actiën van de „ bank ingekoft hebbende, heeft geoor- „ deelt,dat het met de goede order over- 3, eenquam , dat zy tot een koningly- 3, bank verklaart wierd 3 en heeft 'er zich 3, op deze wyze over verklaart door zyn 33 declaratie van den vierden dezer5 die 3, den twaalfden daarop aan 't parlement 33 gezonden is, en by gevolg geacht en 33 gehouden word voor geregiftreert 5 3, volgens den inhoud van het twede ar- 3, tikcl der opene brieven van den 26 33 augufti laatftleden , den zeiven dag in 33 't parlement , terwyl de koning daar 33 zyn gerechts hof hield? geregiftreert".
Uit
Philippus van Orleans* 31
Uit deze woorden is gemaklyk het Andere verband van het gerechtshof met de za- ™dhetC" ken van Law, en de invoering van zyn door te verderflyk ontwerp, af te nemen. Over- drinsen* tuigt zynde, dat het parlement daar nooit zyn ftem zou toe geven ? had men 't moe- ten onderdrukken , en een middel vin- den 3 om in voorraad alle de reglemen- ten te wettigen , die men ten dezen op- zichte in \ zin had te doen.
De declaratie ging dus voort : „ en. „ dewyl het 3 om de geruchten te ftui- 3, ten 3 quaadaardiglyk door qualyk-ge- 3? zinde menfehen uitgeftrooit 5 't zy 3, met inzicht om zich in de oeffening 33 van buitenfporige woeker te handha- 3, ven 3 waarvan zy een foort van een „ koftwinning gemaakt hebben , 't zy 33 - om het krediet van de bank te ver- 3, minderen 3 dat zy in het ryk en in 33 vremde landen verkregen heeft, niet 33 tegenflaande de menigvuldige hinder- 33 palen, die men in den weg heeft wille 3, zetten ; dewyl het , zeggen wy 5 nood- 33 zaaklyk is3 dat de inzichten van zyne 33 majefteit 5 zo ten opzichte van de in- 33 nerlyke befturing 5 de form 5 en de 33 adminiftratie van de bank, als ten op- „ zicht van het krediet , dat derzelver „ briefjes moeten hebben , aan het ge- 3, meen ten vollen bekent worden 5 heeft
,5 zyne
32 Het Leven tan
3, zyne majefteit raadzaam geoordeelt, 5) zich hieromtrent door het tegen-
33 woordig arreft op een wyze te ver- 33 klaren ? dat 'er geen twyffeling in het 33 gemoed zyner onderdanen over het 33 ontwerp van de voornoemde oprech- 33 ting , noch over de middelen over- 33 blyft5 die hy van zin is in 't werk te 3, ftellen 5 om die te helpen bevorde- 33 ren 5 verzekert zynde 5 dat zy 'er zoda- 33 nige voordelen in zullen vinden 5 dat 35 het niet anders zyn kan, of de onder- 33 vinding 5 die zy 'er van zullen heb- 33 ben , zal in hen alle tegenftrydige ,3 vooroordeelen overwinnen.
33 Zyn majefteit ook onderrecht zyn- 3, de 5 dat de ogenfchynlyke fchaarsheid 33 van het koper- en ander gemengelt 33 geld in de betalingen , en de hoge 33 prys van *'t zilver in den koophandel, 33 niet van 't gebrek van de muntfoor- 3, ten vandaan komen ? die 'er genoeg 3, in 't ryk zyn 5 maar van 't gebrek van 33 order en juiftheid in de betalingen, 33 en dat de bankbriefjes het zelve voor- 33 deel niet hebben als in andere landen 3, en koopfteden 5 daar dicrgelyke ban- 33 ken opgerecht zyn ? heeft geoordeelt 33 dat men daarin behoorde te voor- 33 zien ; derlialvcn wil zyne majefteit,
dat'cr op den eerften maart aanftaan-
33 de,
Phimppus van Orleans. 33
5, de , behalven het algemeene kantoor „ te Parys , in de fteden Lion , Roebelle, 5, Tours , Orleans , en Amiens een parti- 5, culier bank-kantoor opgeregt zal wor- 33 den 3 uit twee kaflen beftaande, de 33 eene in contanten , om de briefjes , 33 die men daar vertoonen zal, op zicht 33 te betalen , en de andere in briefjes , 3, om 'er de gene , die 'er na vragen, mee 3, te voorzien".
Rouen , Rennes , Touloufe , Bour- deaux wierden van deze kantoren ver- ftoken, die men voor zo voordelig uit- kreet, om dat men vreesde, dat dc par- lementen van die fteden , eveneens als dat van Parys , in oppofitie zouden komen. Ryflel , Marfeille , Nantes , Sint-Malo , Bayonne , wierden hier van ook ver- fchoont, om dat men dacht ,iJat ze niet naar haar fmaak zouden zyn , en dat ffceq ze niet wilde misnoegt maken.
„ Verders ordonneert zyne majefteit, 3, dat in zyn goede ftad van Parys , te 33 beginnen van den dag der afkondiging 3, van het tegenwoordig arreft , en van „ den eerften maart naaftvolgenden, in 3, de hierboven genoemde fteden,de piau- 3, tereen kopere munt-specien niet mo- 33 gen gegeven noch ontfangen worden 33 in betalingen , die over de zes livree 3, bedragen > ten zy tot paiement. II. Deel. C „ En
34 Het Leven van
35 En ten opzicht van de zilvere munt- 3, fpecien wil zyne majefteit dat dezel- y, ve niet ontPangen nog gegeven zullen 3, konnen worden in betalingen ? die 33 over de zes hondert livres bedragen 3 33 uitgezondert tot pajement 5 ( dat is 33 te zeggen tot vereffening van de ge- 33 broke fommen of portien van hondert 33 livres 5 voor dewelke men geen bank- 33 briefjes kon hebben. ) en dat de beta- 33 lingen van de fommen boven de zes 33 hondert livres in goud of in bankbrief- 33 jes zullen moeten gefchieden.
33 En nademaal de bankbriefjes altyd 33 op zicht betaalt zullen worden, ver- 33 bied zyn majefteit aan alle notarifTen , 33 ferjanten , en deurwaarders 5 van enig 33 proteft, of andere aktens , tegen die ge- 33 ne in 't werk te ftellen, die de voor- 33 noemde briefjes in betaling zullen 33 aanbieden 5 op poene tegen de overtre- 33 ders, van hunne amten en bedieningen 33 te verliezen. En egter zal het tegen- 33 woordig regelement niet ter uitvoering 33 geftelt worden , dan in de fteden 5 33 daar particuliere kantoren van de bank 33 zullen zyn.
33 Om alle geruchten voor te komen » 33 die door quaadaardige menfchen ver- 33 ders zouden mogen uitgeftrooit wor- 33 den 3 eu luiden 3 diewaarlyk het voor-
3, deel
Philippcjs van Orleans. 3J
„ deel en de gemaklykheid van den koop- „ handel wenfchen, meer en meer te 5, overtuigen , dat de voornoemde op- „ rechting geen rampen zal onderwor- * 35 pen zyn , noch voor het tegenwoor- „ dige, noch in het toekomende 5 wil en 33 verftaat zyne majefteit, dat in gevalle 33 het in een van de kantoren van de 33 bank gebeurde 5 dat derzelver briefjes 33 niet op (taanden voet en op zicht be- 33 taalt wierden 5 het de notariffen, deur- 33 waarders en ferjanten vry zal ftaan 33 tegen de aanbiedingen 5 in bank brief- 33 jes gefchiedende , te protefteren 5 en 33 tot dien einde alle aélen 3 hiertoe 33 behorende , op te ftellen.
Ik begryp niet hoe Law, zonder twyf- Qya fel de opfteller van deze arreften , onbe- \r~' fchaamt genoeg kon zyn om te zeggen 3 dat zy de gemaklykheid van den koophan- del bedoelden, daar zy in tegendeel dien ten uiterften hinderlyk waren. Bragt het verbod ? van 't klein geld in de betalingen boven de zes gulden te gebruiken 5 het arbeids-volk 5 de huisluiden 5 en de win- keliers niet in een grote verlegenheid ? waar konden zy het zilvergeld van daan halen? en zo zy 't al vonden , belafttemen zich omniet met hun klein geld ? dus wierd de woeker 3 die men meende uitge- roeit te hebben, weer ingevoert door de C 2 pla-
36 Het Leven van
plakaten zelfs , waarin men zich be- roemde , van dit flag van mirakel uitge- werkt te hebben. Was de dwang ten op- zicht van de fommen boven de zes hon- dert livres, die men in goud of bank- briefjes moeft betalen , niet bequaam om den koophandel te vernietigen, met alle de beurzen toe te üuiten, en het goud en zilver te doen verdwynen , dat men zo veel te zorgvuldiger moeit bewaren , om dat men gemaklyk zien kon, dat alle de guigchelaryen van de bank nergens anders toe ftrekten, dan om zich daar meefters van te maken ? en zekerde regle- menten van dit plakkaat, en alle de ande- ren, die daar in menigte opvolgden, de verzekeringen die men daarin gaf, van niets anders te beoogen dan het ge- meene welzyn, en de gemaklykheid van den koophandel, zouden de billyke vre- zen , door deze buit en gemene bevelen ingeboezemt, niet doen verdwynen, in- dien men geen middel gevonden had , om den grootften hoop daar mee in te verwarren, en om de fatfoenlyke luiden te noodzaken , om zelf te doen , 't geen zy in deze zinneloze menfchen berifp- ten. Wanneer men eene natie veilige en gemaklyke middelen , om zich te verry- ken , voorftelt , omhelft zy die van zelf, zonder dat het nodig is haar daar toe 'te
dwin-
Philippus van Orleans. 37
dwingen ; wanneer men daartoe komt , is dit een gewis teken, dat die middelen zo goed niet zyn, als men meent, of dat men inzichten heeft , die zo verderflyk zyn , als men ze voordelig voorftelt.
Tot hiertoe hadden de aétien van de bank geen groot fortuin gemaakt , maar nu zy een handel-dryvende kom- pagnie was geworden , dat des konings inkomften onder haar beftuur waren , en \ dat men zich inbeelde dat Miiïiffipi zo veel fchatten inhield , als het overige van de wereld, veranderde de drift, om van die aftien te hebben , welhaaftin razerny. Een vergadering, waarin belloten wierd, dat de koning de kolten van liet bewind op zich nam , dat hy alle jaren driemaal hondert duizent livres tot betaling der troepen zou verfchaften , die in Miiliill- pi zouden dienen , dat hy aan de kom- pagnie de haven en magazynen van Port- Louis zou afftaan, en eindelyk, dat zy recht zou hebben om in de landen van haar gebied oorlog of vrede te maken , deze vergadering, in de maand mey ge- houden , was de tydftip van de razerny, die heel Vrankryk aantaftte , en welke de buitenfporige winden van enige parti- culieren ongeneellyk maakten.
Zekere weduwe te Namen, la Caumon °"§e"ke genoemt , die tenten en andere waren fortui- C 3 van nen-
33 Het Leven van
van deze natuur aan het leger verfchaft had, vond zich op de dood van Lodewyk den veertienden beladen met een redelyke grote menigte van briefjes, die zy in ftaats-brief jes veranderde:de bank geopent zynde nam zy aótien, dreef 'er handel in, en gebruikte de winften om weer an- dere aan te kopen ; zo dat zy voor 70. mil- loenen bankbriefjes in handen had. Daar wierden een menigte andere fchielyke fortuinen gemaakt , lakeien , koetziers , kamerdienaars , wierden grote heren. Men rechtte nieuwe actiën op ; de drift wierd algemeen, men quam uit de uiter- fte hoeken van de provintien met hele benden na Parys. De vremdelingen , vooral de Engelfchen, qnamen ook aan- lopen : Verfcheide verkoften hunne goe- deren en rente-brieven , of verpanden- de , om deze nieuwe negotie te kunnen beginnen. De prinfTen, en de aanzien- lykfte luiden in Vrankryk, bemoeiden 'er zich ook mee. Law had, om zich te kun- nen handhaven , hun aftien gegeven. De hertog van Bourbon was een van die gene , die 7er het meeft mee won, 't zy dat hy meer geluk had; 't zy dat hem van pas kennis gegeven wierd van de geluk- kige ogenblikken. Deze prins koft alles wat hem terhand ftond , vooral in Pi- cardyen , daar hy tegenwoordig byna
al
Philippus van Orleans. 39
al het land bezit , dat tuflchen de Oye en de Somme legt ; hy liet Chantilly van den grond herbouwen , met een koning- lyke pracht , en lei daar een vogelperk aan , ongelyk beter voorzien als dat van den Koning : hy liet op eene reis uit En- geland hondert en vyftig lopers komen, waarvan ieder , op den voet daar het geld toen in Vrankryk op was , hem op vyf- tien of achtien hondert guldens quam te ftaan. Het prachtig feftein , dat hy aan de hertogin van Berri gaf, en dat vier of vyf dagen duurde , koftte hem on- noemlyk veel geld : met een woord , deze doorllepe prins deed , zo veel als het hem mooglyk was , zyn voor- deel met het ontzag, dat men voor zyn rang, als eerften prins van den bloede, had, zo dat men , toen men hem eerften minifter zag , verzekert was , dat hy niet bedacht zou zyn om zich noch meer te verryken.
Wat vertrouwen men ook op de bank , streken had, kozen de meeften evenwel het geld ^kdc voor de briefjes ; verfcheide weigerden die aantenemen, en bedongen in hun- ne kontrakten , dat men ze in klinken- de munt zou betalen. Ieder zocht 2yn papieren in wezentlyke effe&en té verkéren , en vooral in geld ; 't was uit geweeft met de bank , indien men geen C 4, mid-
40 Het Leven van
middel gevonden had, om dit onheil af te kaatzen , haar aanflagen waren very- delt geweeft , en zy zou met haar brief- jes zyn blyven zitten. Om dit te we- ren, gebruikte men ten delen lift, ten delen geweld : het wezentlyke was , meer krediet en vertrouwen aan het papier > dan aan het geld by te zetten.
Vooreerft , om de bank in ftaat te Rellen , om de Jlyfkoppen te voldoen 5 gelyk de regent en Law zich uitdruk- ten, verhoogde men het goud en zilver tot driemaal boven deszelfs ordinaire waardy. Om deze vermeerdering van fpecien te beantwoorden, vermeerder- de men de briefjes, en men maakte 'er ten minftenvoor vyftien hondert millioe- nen, want toen zy gevallen waren, en dat de queftie was ze te verminderen, en te vernietigen , vond men 'er over de twee duizent millioenen. Deze briefjes beitonden niet meer uit bankryksdaal- ders , maar uit livres tournois. Tot ge- mak van de houders maakte men 'er van verfcheide pryzen; daar waren 'er van tienduizent guldens, van duizent, van hondert, en van tien. Men verklaarde, dat deze briefjes van livres tournois geen vermindering "noch verhoging zouden onderworpen zyn, ondanks alle de ver* anderingen, die 'er in 't geld mogten
voor-
Philippus van Orleans. 4.1
irvallen. Men trok de bepalingen van ediót 5 't welk ik aangehaalt heb , in , 't geen ten opzicht van de betalingen de fteden, daar men bank-kantoren gerecht had , geordonneert was 5 wierd 1 algemene wet voor \ hele ryk. Men :floeg, ten behoeve van deze briefjes, luiden van de verplichting van hunne often en gedane eden te houden 5 ik . zeggen , dat men alle de gemaakte mlatien , van niets anders dan klin ide munt te betalen , en te ontfangen, rnietigde.
Dus het vertrouwen van het papier veiligt, en het gebruik daar van nood- iklyk gemaakt hebbende, taftte men : geld zelf aan 3 en bragt het in zulken :hten krediet , dat men de luiden odzaakte , om 'er zich met zulk een /igen drift van te ontdoen , dat de ik niet volftaan kon , om het te ontfan- fl5 en dat alle de munthuizen in bank- uoren verandert wierden. Men gaf q achtften mei een arreft uit , 't welk : goud en zilver verminderde, 't Is on- xhryflyk, wat opfchuddingen dit in Lvys veroorzaakte. Men liep met me- igte na de bank 5 om zyn contanten in «piet te verwilTelen , men bad , men raeekte de ontfangers om liet aan te ne- mca% en men achtte zich gelukkig, als C 5 zyn
4*2 Het Leven van
zyn bidden verhoort wierd. Waarop een onbekende fpotter zeer geeftig tegen de gene , die het meefte woelden , zei- de, beren } weeft niet verlegen , dat gy uw geld behouden zult^ men zal u allen daaraf helpen. \ Geen de bank niet kon doen , deden de particulieren onder zich. Men zocht overal briefjes op , en om die machtig te worden , verloor men drie of vier percent op 't geld.
De ftyf koppigen , dat is te zeggen de gene, die het niet in hun harflens konden krygen , dat papier beter was dan geld , deden hun voordeel met de- ze bewegingen , om zich van hunne briefjes te ontdoen, zy namen het geld dat men hun aanbood , en gingen op hun beurt na de bank, om hun papier in goud en zilver te verwiflelen.
Law, die op een hair wilt, hoe veel goud en zilver dat 'erin \ ryk was, ging aan 't 9yfferen en uitrekenen; en vin- dende dat 'er noch veel aan ontbrak, eer alles in zyn handen was , fpande hy de ftyf koppigen een ftrik, waarin* zich de meeften lieten vangen. Weinig dagen daarna verhoogde hy het geld een vier- de, zo dat dertig duizent gulden , by voorbeeld, zevenendertig duizent vyf- hondert waardig waren. Die fpecien in kas hadden behouden, bezweken on-
Philippus tan Orleans. 4.3
der de verzoeking , om het profyt, dat zy in een ogenblik deden , te verzeke- ren , zy bragten het geld dat zy be- waard, of daar uitgehaalt hadden, daar- in. Men bediende zich meêr dan eens van deze lift, en de foort van ebbe en vloed 5 die dit in de briefjes en in het geld veroorzaakte , wierd met zo veel behendigheid beftuurt 5 dat het geld ein- delyk in de bank bleef, en dat het ge- meen niets dan papier had. Om hiertoe te komen, had men de volltrekte magt nodig, en men wift die op zyn pas te gebruiken , en verder uitteltrekken , dan ooitzedert de oprechting van de mo- narchie gefchied was. Het goud wierd lager in prys geftelt , en uit den koop- handel verbannen ; de intereften van 't zilver wierden eerft op drie en een half, naderhand op twee en een half, en ein- delyk op twee percent bepaalt. Dit was noch niets ; men liet een plakaat uit- gaan, daar geen voorbeeld van te vin- den was: men verbood alle onderdanen des konings , op de zwaarfte ftraffen, (zelf had Law willen hebben dat het op ftraffe des doods zou zyn) enig goud by zich te behouden , of meer dan yoo gulden aan zilver ; al wat daarboven was zou geconfiskeert worden , behal- ven dat 'er noch een boete naar gelang
van
44 Het Leven van
van de grootheid van de fom op geftelt wierd. Een derde van deze fommen was voor den aanbrenger. Om het ge- meen bang te maken , deed men eenige huiszoeking by luiden, met wien men overeengekomen was, om den inhoud van 't plakaat te overtreden , en dat geld by zich te laten betrappen : men handel- de deze quanfuis met alle ftrengheid , zette ze eenige dagen gevangen , en be- loonde ze naderhand in ftilte voor hun oogluiking. Verfcheide lichtgelovige joo- len (want dus noemde men ze in het pa- leis roiaal , en by den bewindhebber van de bankj gehoorzaamden het plakaat: alles wat by de notariffen in bewaring, of op de kantoren geconfigneerc lag, wierd in briefjes verwiflelt. Voornaam- lyk gehoorzaamden die geene ftiptelyk, die niet wel in het paleis roiaal aange- zien waren, en die reden hadden om te duchten, dat men zich van dit ediótmogt bedienen , om zich te wreken , en hen volkomen in den grond te helpen. Myn- heer de Pontchartrain , eertyds kaniTe- lier , en die zich nu in het inftituut, dat is te zeggen in het noviciaat der vaders van 't oratorium geretireert had , zond f7 duizent louizen aan de bank, die, zo ik liet wel heb, toen ter tyd 72 livres het Huk waard waren. Deze vangft ver- maakte
Philippus van Orleans. 4J
maakte zyn koninglyke hoogheid zo zeer , als het gedrag van een ander ma- giitraats-perfoon hem moeftfpyt aandoen.
De prefident Lambert de Vermon , een der eerlykfte en geregelfte luiden van Parys, die by gevolg heel wel in zyn zaken ftond, en veel contanten bezat, te meer dewyl hy geen kinde- ren had , ging na den hertog regent , te- gen wien hy zeide, dat hy, om aan het laatfte plakaat te voldoen , iemand aan- quam brengen, die vyfmaalhondert dui- zent livres aan goud by zich behouden had ; dat hy het derde deel van deze fom quam eiffchen , 't geen hem volgens het zelve plakaat verfchuldigt was , en dat hy zich by zyne koninglyke hoogheid had aangegeven , om verzekerder van het geheim te zyn. De hertog-regent, ten uiterften verwondert, dat een man van zyn rang zulk een haatlyk amt, als dat van verklikker, oeffende, kon zich niet onthouden van op zyn wyze tegen hem te zeggen (want hy was zomtyds al vry ruiterlyk in zyn uitdrukkingen) met wat duivels ambacht bemoeit gy w , Mynbeer? de prefident Lambert ant- woordde hem met een grote bezadigt- heid, ik kom jny zeiven aan uwe koning- lyke hoogheid aangeven , om my voor de Jlr engheid van uw plakaat te dekken , en
ik
f6 HetLeven VAN
ik heb veel liever houder t duizent gulden aan contanten , dan alle de bankbriefjes. Onder- Ondertuflchen dat de bank voortgong gang van Van haar koffers en kiften met dat gene aeiïftaat." te vullen , 't geen de fatzoenlykfte fa- milien door een voorzichtige zuinigheid hadden overgefpaart , hielp haar het uit- fchieten van penningen verder te grond, Aüe de gene, die wat fchuldig waren, hadden een zo fchone gelegenheid om die fchulden te betalen , dat het natuur- lyk was 5 dat zy zich daarvan bedien- den. Alle de genoodfchappen van de fteden en 't platte land verminderden of vernietigden de renten, daar zy mee be- laft waren. In minder dan een half jaar befnoeide hetgenoodfchap van St. Maur drie malen de renten, die het fchuldig was, de ftaten van Bretagne, de geeft- lykheid , de jezuiten , de kloofters volg- den dit voorbeeld na.
De drift om de briefjes in wezentlyke effeéten te verkeren , maakte dit gemak- lyk. Een landgoed , dat jaarlyks vier duizent livres opbragt, wierd voor zes- maal hondert duizent livres verkoft ; de huizen , amten , koopmanfchappen , al- les ïfloeg na rato op: dus betaalde men zyne fchulden , zonder het byna te voe- len, en met een fonds, of effeften, die uit de natuur maar duizent ryksdaalders ,
Philippus van Orleans. 47
by voorbeeld 5 waardig waren, betaalde men achttienduizent guldens aan fchul- den. Ook bleef 'er niemand wat fchul- dig; renten, penfioenen, weduwe-fchat- ten , geleent geld , zielmiffen , funda- tiën , alles wierd afgeloft , niet tegen- ftaande alle voorwaarden en beloften, tegen het tegenwoordig reglement der plakaten, en het nieuwe recht, dat zy invoerden, ftrydende; zo dat degene die niets fchuldig waren, en die gene die wat te vorderen hadden , alleen mis- handelt wierden.
Het ilimft van allen voor hen was, dafe het ftadhuis van Parys, of liever de ko- ning, ook de onverwachte party koos, van zyn obligatien af te doen. Deze renten, daar men verzekert had nooit aan te zullen raken , die men zorgvuldig betaalt had , tot welker betaling men de haatlykfte belaftingen weer opgebragt had, die men het erfdeel van zyn goe- de ftad Parys in 't byzonder genoemt had , en in 't algemeen van de fatfoenlykfte familien van 't ryk , deze renten waren de zelve wifTelvalligheden als de anderen onderworpen : zy wierden op twee ten hondert verlaagt, of in papier afgeloft. Deze effeóten , die eertyds zo wezent- lyk waren , wierden onnut voor de hou- ders. Men zag brave luiden , met hun- ne
48 Het Leven van
ne rentebrieven in de hand, vruchteloos den een of den ander om een aelmoe9 aanfpreken , wanneer zy het doen kon- den , zonder van anderen gehoorc te worden. Men zag familien , die voor- heen vyf of zesduizent livres inkomen hadden 5 genoodzaakt, wilden zy niet van honger fterven , haar dienftboden af te fchaffen , en van langzamerhand haar zilverwerk en huisraad te verkopen. By alle deze elende quam noch de bui- tenfporige duurte der eetwaren. De menigte van vremdelingen , de gretig- heid , de drift van die genen , die we- fcentlyke effeélen zochten , waren 'er oorzaak van. Ik was in dien tyd vol verfchrikking en verwarring te Parys, en kan verzekeren , dat het hooi voor zes ftuivers het pond verkoft wierd , en de reft na rato. Byna alles was opgekoft, de woeker en de monopoliën heerfchten ongeftraft, en wierden door luiden van den eerften rang geoeffent : zeker her- tog en pair, wiens zaak naderhand groot gerucht maakte, koftbyna al hetfmeer, vet, en zeep op, een ander de koffi, deze de haver en het hooi , die weer de ruiker en fpeceryen. Ik kryg verdriet in deze vertoningen, alle even haatlyk en deerniswaardig, die ik genoodzaakt ben te verhalen j en ik geloof niet dat
men
Philippus van Orleans, 49
men my het qualyk zal afnemen, dat ik my zeiven hier midden in myn reden ftoor , om andere gebeurniiTen te ver- tellen , die in de waarheid zo wetens- waardig en zo intereflant niet zyn, maar meteen ook zo afgryüyk niet.
Niet tegenftaande deze religie-zaken , TeerhcM en die verbaafde menigte van placaten , ^"^j1 arreften , en declaratien , die alle dagen voor Zy- uitquamen, en die twaalf dikke delen in ™ fam<i quarto bellaan, zorgde de regent voor zyne familie , en voor zyn natuurlyke kinderen , doende goed aan alle de ge- nen , die hy met enige gevoeglykheid kon erkennen : de abt van S. Albin kreeg de abdy van S. Oucn van Roucn, tot dat hy de jaren zon hebben om bif- fchop te kunnen worden ; en de ridder van Orleans , ten tyden van Lodewyk den veertienden gewettigt , \v ierd groot prieur van Vrankryk , en generaal der galeien gemaakt; het huis van de her- togin van Berri wierd met veel luifter onderhouden, en het paleis van Luxem- burg haar ter woon toegewezen. De heer Fleuriau d'Armenonville wierd ver- zocht om haar la Meute af te ftaan , eea lufthuis dat klein , maar zeer vermaaklyk was, zo uit zich zeiven, als om dat heC in 't bofch van Boulogne lag; deze prin- ses toonde begeerte om Meudon te heb- JL Deel. D feeiï
Leven tan
jerd haar toegeftaan. De .n den gouverneur van dit had ieders goedachting ; graaf van Riom, een man, ooit iemand anders van kupi- en zyn moeder begunftigt; en ge- maal van de prin9es , gelyk mevrouw ' van Maintenon gemalin van Lodewyk den veertienden geweeitwas. De herto- gin van Berri beminde devreugt, en haar vader, dc hertog van Orleans, had de toegeventheid , van dikwils haar par- tyen van vermaak bytewonen. Op haar vyftiende of zeftiende jaar was zy een model van volmaakte fchoonheid , maar zedert haar huwlyk, en noch meer zedert dat zy weduw was, wierd zy on- befchoft dik , niet tegenftaande de li- queurs, die zy in overvloed dronk. Zy had altyd de fchoonfte handen van de wereld, daar men voorgaf dat de her- tog regent fmorig op verlieft was. Zy retireerde zich van tyd tot tyd in 't een of 't ander kloofter, daar zy hele goede gevoelens had. Daar viel tuf- iclien haar en de hertogin van Orleans op een tyd een difpuut over den rang voor, 'tgeeb de regent, gelyk Iiy moeit, ten behoeve van zyn dogter, tegen -zyn crove gemalin , beilifte : het gemeen fchreef laOeriog. dit vonnis aan een ongeregelde liefde
toe,
Philippus tan Orleans. Jl
toe 5 maar , gelyk ik reeds aangemerkt heb , nooit wierd enig prins zo dik- wils en met zulke grove lafteringen be- ticht.
Na de hertogin van Berri wierd ma- demoifelle de Chartres door een geeft van godvrucht bevangen: de hertog hielt het meeft van haar, maar niets was be- quaam om haar in haar voornemen te verhinderen , en zy nam liet nonne-ge- waad te Chelles , een benediktyner kloos- ter , aan. Men moet niet denken dat het een uitfchot van de wereld was , die het gebrek van de gaven der natuur uit fpyt in een 9el ging verbergen, neen, haar tailje, troni, alles was even wel gemaakt. Zy deed op den gezetten tyd profeiïie, welke plegtigheid 3 van een pragtig fes- tyn verzelt , de hertog van Orleans by- woonde. De nieuwe nonne verzocht als een gunft , dat men vooreerft noch niet denken mogt om haar tot abdis te verheffen, zeggende, dat zy tyd nodig had, om de plichten van haar ftaat te kennen en fcte oeffenen: zy wierd hier niet in gelooft : kort daar na deed de ab- dis , die met den marfchalk de Villars bevrind was, afftand, voor een wedde van twaalfduizent livres. Dewyl deze princes ten minften zo veel verftand als fchoonheid bezat , ging de hertog van D 2 Or-
$2 Het Leven van
Orleans haar dikwils bezoeken , vcor- naamlyk zedert den dood van de herto- ginne van Berri, die den 20 Juli 1719 in het iffte jaar hares ouderdoms aan een beroerte ltierf. De achterklap, niet moede van hem te vervolgen , wilde hem deze bezoeken ook tot een misdaad rekenen , maar zy wen hier omtrent niet meer grond 5 dan ten opzicht van de hertoginne vanBerri; en alle fatzoen- lyke luiden ftemden overeen , om deze geruchten als de uitwerkingen van een verwoeden haat aan te zien.
De goede uitllag, die byna alle zyne ondernemingen verzelde , vergoedde overvloedig de fchade van deze ydele geruchten. Hy was geruft omtrent den keizer en den koning van Engeland , en zyne wapenen hadden zulke goede uit- werking tegen den koning vanSpanjen , als zyne placaten tegen de gene , die op zich niet konden verkrygen , om zich van hun geld te ontdoen , want deze zaken vielen op den z elven tyd voor. Oorlog Philippus de vyfde maakte minder
Spanjen. ftaat °P zYne e^Se troupen , dan op de gene, die men gezonden had om hem Gefchrif- aan te tallen. Hy quam in 't leger, en wëe)s-n oordeelde dat een eenvoudige verklaring kanjea, de meefte franfehen tot hem zou doen overgaan. „Niemand is onbewuft, zey-
9} d*
Philippüs vax Orleans. f$
£ de deze vorft , tot wat einde de ver- 5, bonden ftrekken, mee de onverzoen- 55 lyke vyanden der beide monarchien 55 aangegaan ; de fnode ftreken , en de 5, buitenfporige geldfommen, die men ?, aanwend om deze aan te queken ? zyn 55 maar al te wel bekent.
„ Men weet 5 dat ik niets nagelaten 5, heb 5 om de maatregelen onzer ge- 55 mene vyanden te verbreken ; maar 35 nademaal men de vrindelykfte aan- 55 zoeken , die ik gedaan heb 5 myne 55 fterkfte overredingen, en kragtigfte 55 gebeden verydelt heeft , is myne 55 enigfte toevlucht, die my noch over- 55 fchiet 5 dat ik my aan het hooft my- 5, ner troepen ftel5 zo om aan de tere 35 vriendfehap 5 die ik voor den koning 53 rnyn neef heb , te voldoen 5 als om 3, de belangen van myn kroon ftaande 55 te houden , onaficheidelyk van die ,5 van de kroon van Vrankryk. Ik hoop 35 dat de franfche troepen 5 door myu 35 voorbeelt uitgelokt, zich by de my- 35 ne zullen voegen, of onder een lig- 3, chaam, of affcheidentlyk, en dat zo „ wel de eene als de andere, door den ,, zeiven geeft bezielt , aan de parle- „ menten , of zelf aan de algemene ften- 5, den de vryheid zullen beveiligen, om 55 te vergaderen , en zulke gewichti- D 3 * ge
5*4 Het Leten van
„ ge fcaken , als die van het tegen- „ woordig tydgewricht, te onderzoe- 55 ken en te regleren, om den adel en 55 de welmenende Franfchen van dever- 55 drukking te verloiïen , en met een 55 woord 5 om bytyds den volkomen 5, ondergang van het ryk voortekomen.
?5 Nademaal dat ryk myn vaderland 55 is 5 en deszelfs koning door het bloed 55 met niemand nader dan met my ver- 55 knocht 5 ben ik meer dan iemand 55 verplicht 5 om hulpmiddel in zulke 55 grote rampen te verfchaffen. Indien 55 de franfche troupen aan zulke billike 55 en edelmoedige daad mee de hand 55 willen liaan, moeten zy niet twyffe- 5, len 5 of de jonge koning, wanneer 5> hy tot ryper jaren zal gekomen zyn, 55 zal het die genen dank weten, die de 5, veiligheid vanzyn leven en kroon heb- 55 ben helpen bevorderen.
5, Indien deze waarfchuwing , die 5, men als een verplichtende bekent- 35 making van myn vrindfchap , of als ,5 een billyk bevel 5 ten opzichte van 35 de voorrechten myner geboorte 5 kan 35 aanzien , geen gehoor noch algemene „ goedkeuring vind3 zal ik echter niet 35 nalaten particuliere achting te hebben 35 voor die gene, die zich onder myn „ ftandaarden zullen begeven.
Philippus tan Orleans.
„ Ik zal de gehele benden met de 5, zelve officieren en de zelve foldaten 55 bewaren, en ze door alle de eerteke- 55 nen en beloningen onderfcheiden , 55 die zy van hunne dienilen kunnen 55 verwachten , en zich van myn koning* 55 lyk woord beloven w.
De hertog van Orleans had deze pogingen voorzien , en daarom troupen en officiers uitgekipt , daar hy zich \ meeft op vertrouwde: evenwel meende hy deze declaratie te moeten beantwoorr den. Dit antwoord, brieLsgewyze op- geftelt uit naam van den koning, aan den marfchalk van Berwik 3 generaal over zyn leger, is een meefterftuk , daar niemand anders dan hy of de zegel-be- waarder de maker van kon zyn. Ik zou oordelen deze hiftorie van een van haar befte cieraden te beroven, indien ik het hier niet inlafte.
5, Myn neef , ik heb het gedrukt ge- „ fchrift ontfangen , \ welk gy my ge* „ zonden hebt, en dat voor titel voert 53 Declaratie van zyn katholyke Majefteit 55 enz. van den 27. april zeventienbon- 5, dert negentien. En nademaal gy my 5, fchryft, dat men 'er verfcheide afdruk- 3, zeis van in myn leger verfpreid heeft, 5, fchryf ik u dezen brief, om U myne 53 gevoelens te ontdekken.
D 4 5> De
56 Het Leven tan
55 De oorlog , dien ik genoodzaakt 55 ben in Spanien te voeren 5 is niet te- 55 gen den koning 3 my zo na door de 55 banden des bloeds verbonden 5 en aan 55 wien ik tot hier toe blyken van de op- 55 rechtlte vrindfcbap heb gegeven 3 noch 55 tegen deSpaanfche natie, door Vrank- 55 ryk zo beftendig met haar bloed en 55 fchatten bygeftaan, om haar koning 55 te handhaven 3 maar alleen tegen een * 55 uitheemfche regering , die de natie
onderdrukt 3 een quaad gebruik maakt 55 van 't vertrouwen van den vorft, en 55 die niets anders bedoelt 3 dan de ver- 55 nieuwing van een algemenen oorlog. 55 Alles wat myne wapenen vorderen ? 55 is dat de koning van Spanjen 5 tegen 55 dank van zyn 1 taatsdienaar, zyn ftem 35 geve, om eenparig door geheel Euro- 55 pa voor wettig koning van Spanien 55 en de Indien erkent te worden 3 en 55 dat hy voor altoos op zyn troon be- 55 veftigt werde. Ik wyt aan niemand an- 5, ders , dan alleen aan den Spaanfchen 35 {taatsdienaar 5 vyand van de ruft van 55 Europa, de weigering des katholyken 55 konings van den vrede , de zamen- 5, zweringen, in Vrankryk gebrouwen, 5, en alle die gefchriften, even buitcn- „ fporig in derzelver grondftellin- ,5 gen 5 als cerrovent voor myn gezag ,
Philïppüs van Orleans; ff
11 \ welk men in den perfoon van mya „ oom 5 den hertog van Orleans 5 op 55 wien het zelve beruft 5 aantaft.
55 De gevoelens van onze franfche na- 55 tie over deze fchriften zyn genoeg 5, bekent door het fchielyke vonnis van 55 veroordeeling 5 dat het parlement daar- 5, tegen tütgefproken heeft , houdende 55 het enkele lezen van deze oproerige 55 gefchriften , zo vele manifeften? die 55 Spanjen my zelf verfchafc om myn 3, opvatting der wapenen te wettigen y 5, voor een misdaad van gequetfte ma- 35 jefteit,
55 De koning van Spanjen verwyt'er 55 my in 5 dat ik my met zyne vyanden 35 verenigt heb. Dit zyn vyanden ? die 55 hy heeft aangetaft, die hem den vre- 35 de met grote voordelen aanbieden 3 35 en die beter in zyne belangen zyn 5 55 dan zyn eigen ftaatsdienaar 5 welke 3 55 om zyn eige ftaatzucht te voldoen 5 35 hem in de yllykhcden van een oorlog 35 wil indompelen 5 daar hy de gevaren 33 maar al te veel van beproeft heeft. 33 Myn volk weet genoeg, dat de ver- 33 binteniffcn 5 die ik gemaakt heb5 geen 35 ander oogmerk hebben 9 dan deszelfs 35 veiligheid en geruftheid, en de aau- 55 flagen van Spanjen doen noch daag- 35 lyks beter zien 3 hoe noodzaaklyk de- 33 zelve waren. D $ ?; ÖH-
58 Het Leven van
3, Ondertuflchen vereert men defce 3, ondernemingen van den koning van 33 Spanjen met den naam van yver eu 33 genegenheid voor zyn vaderland, en 3, men wil ze voor een edelmoedig voor- 33 nemen doen pafleren 5 om de Franfche 33 natie van de verdrukking te redden ; 33 maar deze gevoelens van tederheid 3 33 die men den koning van Spanjen toe- 33 fchryft 3 komen op enkele woorden 33 uit, ondertuflchen dat men hoopt, dat 33 de uitwerkingen daarvan gevaarlyker 33 zullen zyn , dan openbare vyandlyk- 33 heden. Én waarlyk, wat kan 'er gro- 33 ter vyandlykheid uitkomen tegen eene 33 natie, dan dat men daarliet vuur der 33 burgeroorlogen wil aanftoken , de on- 33 derdanen tegen hun vorft opruien, daar
zoeken de ftenden, zonder dat ze za- 3, men geroepen zyn, en zonder gezag, te 33 doen vergaderen , eindelyk , indien het 33 mooglyk was, de getrouwheid der trou- 3, pen aan 7t wankelen te helpen, met „ haar de beloning van haar overloping 33 aan te bieden, en zelf met de koning- 33 lyke dankbaarheid van den meeftcr, 33 dien zy zouden verraden, te vleien.
,3 Men doet den koning van Spanjen 33 noch meer ondernemen. Schoon hy 3, ten opzicht van de franfche kroon een 11 vremdeling is geworden , door zyn
33 plech-
Philippus van Orleans. 5$
„ plechtige renunciatie 5 doet men hem 33 in myn ryk zich een ingebeeld gezag 33 aanmatigen , dat alle de fondementen 33 van myn gezag zou omverwerpen. 33 Men doet hem het regentfchap van 33 den hertog van Orleans verwerpen , 33 dat door de rechten van 't bloed zo 33 vaftgegrondveft, en zo eenparig door ,3 alle de ftenden by den dood van den 33 koning, myn overgrootvader, erkent 33 is, dat zelf de ambafTadeur van Span- 33 jen geen ogenblik beraad nam om het „ te ondertekenen , zo klaar en onwe- ,3 derfpreeklyk waren de rechten van den „ hertog van Orleans.
,, De katholyke koning betwiftte den ,, hertog van Orleans dit regentfchap 33 niet 3 wanneer deszelfs ftaatsdienaar „ hem aanbood, van alle zyneregtenna 3, zyn welgevallen te zullen beveftigen , 33 indien hy tegen den eed der tractaten, 33 zich by den koning van Spanjen WÜ- 33 de voegen 5 om den oorlog weer aan 33 te vangen. Zedert wanneer doet men 33 den koning van Spanjen weigeren dit 33 regentfchap te erkennen ? zedert dat 53 ik 3 op raad van den regent, vafte ver- 33 binteniffen en noodzaaklyke tracta- 3, ten 3 tegen de ftaatzuchtige inzichten 33 van een minifter geftelt heb5 die ner- 5, gensna haakt, als om Europa in vuur
„ en
6ö Het Leven va ft
^ en vlam teiien. Een regent 3 die een al 3, te grote beminnaar van den vrede is, en 33 een al te waakzaam oog op de veilig- 35 heid van myn ryk houd 5 verlieft alle 33 zyne rechten in 't oordeel van een vy- 33 and 3 wiens aanflagenhy dwarsboomt, 3, en men beklad hemonophoudelykmet 3, vuile lafteringen en fcheld woorden, tot 33 hier toe onder de vorften onbekent.
3, Het laatfte gefehrift, dat men onlangs 33 in naam van den koning van Spanjen 33 verfpreid heeft 5 ftrekt niet minder, dan ,3 om myne troupen te doen oproerig 3, worden, en om haare wapenen tegen 33 haar wettig vorft te keren. Kent deko- „ ningvan Spanjen,dien zyn minifter den 3, tytel van regent van Vrankryk geeft, 33 en die onder dezen naam het bevel 3, over myne troupen wil voeren 3 dan 3, de getrouwheid der Franfchen zo wei- 3, nig. Het ongelyk , dat hy hun aan- 33 doet j zou 5 indien het moogelyk was, 33 hun yvef en moed verdubbelen. Zy 55 zullen menen dit affront niet te kun- 55 nen afwaffen 5 dan door groter po- 5, gingen aan te wenden, en door fnel- 35 Ier progreiïen te doen. En de tegen- ,5 woordigheid zelfvan den koning van 55 Spanjen 5 aan het hooft van zyn legers , „ die hem in alle andere gelegenheden ,5 tot roem zou ftrekken , zal hun als ecu
,5 haat*
• Philïppüs van Orleans. 6i
„ haatlyke aftroning van hun plicht toe- 3, fchynen, die hen meer zal aanzetten , 33 om zich daar wel van te quyten.
33 Ik beveel hen dan niets anders, dan 33 het geen hun liefde en hun getrouw- 33 heid hun voorfchry ven. Laten zy dap-» 33 per voor den vrede ftryden, dat is dc 33 enige vrucht die ik van den oorlog 33 wacht. Ik fchaam my niet5 den koning 33 van Spanjen altyd om dezen zo nood- 3, zaaklyken vrede te verzoeken 3 hy kan 33 met een enkel woord den roem en het 33 geluk van zyne en myne onderdanen 33 verzekeren. Ik hoop, dat de Spaanfche 33 natie 3 en voor al die adel, zo beroemt 33 door zyn ongemene dapperheid , en 53 heldhaftige getrouwheid voor zyne ko- 33 ningen5dien met my zal verzoeken 3 en ,3 zig by deFranfchen voegen5om van zyn 33 koning te verwerven5dat hy zyne natie 33 en zich zeiven van een uitheemfch juk 33 verloffe, zo nadelig voor zyn roem en 33 zyne belangen: dus moet hy zyne gene- 33 genheid voor de Spanjaarden en Fran- 33 fchen tonen. Zyne vyanden zyn ge- 33 reed5 om hunne wraakzuchtige gedach- 33 ten aan de gemene ruft op te offeren , 33 en om met hem den beftendigften vre- 33 de te bezweren, zo dra hy hun daar- ,3 voor tot borg flelle , niet het woord 33 van een ftaatsqienaar , die de publieke
;? trouw
62 Het Leven van
5, trouw en de plegtigfte traétaten voor 3, niets acht , en die genoeg heeft te ver- 5, ftaan gegeven , dat men nooit iets an- 3, ders van hem , dan een geveinsden vre- 33 de te verwachten heeft, maarzyn ko- 33 ninglyk woord, en de trouw van ee- 3, ne natie , die , al had zy geen koning 33 van myn bloed, altyd een zonderlin- 3, ge achting van my zou genieten
Deze oorlog wierd door een enkelen veldtogt geëindigt. De onderhandelin- gen wierden weer hervat : de koning van Spanjen , door de rampen gedwongen, die alle de aanflagen van zyn ftaats die- naar verydelt hadden , ondergong de wet , die men voorgenomen had hem voortefchry ven , en die men hem voor- af voorfpelt had ; om zyn eer ten delen te redden , geliet hy zich , het uit ach- ting en complaifantie voor de Staten-ge- neraal der verenigde Nederlanden te doen. En inderdaad hy moeft hun dank- wyten voor alle de omzichtigheden , die zy ontrent hem gebruikt hadden : hoe zeer men hen ook van wegens de drie contraherende mogentheden had aan- geport , hadden zy onder verfcheide voorwentzels vermyd, om zich in een oorlog tegen hem in te laten ; ja fcelf voor middelaars gefpeelt , voor dezen vorft en voor zich nieuwe uititellen verzoe- kende.
Philippus van Orleans. 63
kende. Zyn katholyke majefteit betuig- de hun dank daarover in de beleeftfte bewoordingen.
Dewyl gy my vermaant 5 zeide deze monarch tegen hen 5 om m dezen tyd de voorwaarden van vrede aan te nemen y die in dit trattaat van alliantie bejloten zyn 5 moet ik u van de achting en de er- kentenis verzekeren 3 waarmee ik deze nieuwe blyk van uwe vrindfehap en goede mening ontfang. En uwe overtuigingen en herbaalde aanzoekingen wenfehende in te willigen 5 heb ik bejloten 5 om het wezent- lyke van het genoemde traiïaat aan te ne- men 5 met enige voorwaarden en aanhang- zelen , waarvan myn ambaffadeur de marquis Beretti-Landi order heeft u re- kenjchap te geven , op dat gy ze aan de bondgemten , die in dit tratlaat belang hebben , moogt mede deelen. Ik heb reden om van uwe vriendfehap te hopen 5 dat gy myne voor/tellingen gun/lig zult aanhoren^ en Vr de oplettentheid en overwegingen aan vergunnen 5 die zy verdienen 3 en dat gy voort zult gaan^ om uwe goede bemidde- lingen aan te wenden 5 dat zy aangeno- men en ingewilligt worden.
Ter gelegenheid van het fyn overleg van hun hoogmogenden 5 om het teke- nen van het traktaat, tuflehen den Kei- zer 3 Vrankryk 3 eji Engeland tegen
Span*
64 Het Leven van
Spanjen gemaakt , te ontgaan 5 liet de marquis Beretti-Landi een medalje liaan , die heel fchrander uitgedacht was. Van de eene kant vertoonde zich een wagen , daar de wapenkoningen van Ooftenryk 5 Orleans , en Engeland op zaten 5 alle drie de hand aan de maagd van Holland toe- reikende , die op eeri leeuw zat , en in de eene hand het zinnebeeld van haar vryheid hield, en in de andere het vier- de rad , 't welk zy ftantvaftig bleef wei- geren , by de drie andere aan den wa- gen te voegen : met dit omfchjift : fijlit aclhuc 3 quarta deficiënte rota : dat is, hy ftaat noch ftil , om dat 'er het vierde rad aan manqueert. Op het ruggeltuk ftonden deze woorden : Fcedus quadru- plex imperfectum i Republica Batava for- titer prudenterque cunftante , dat is , de onvolmaakte quadruple alliantie , door het ftantvaftig en voorzichtig dralen van de republiek van Holland.
Egter ftond de wagen niet heel ftil: de keizer maakte zich meeftervan geheel Sicilien ; de Engelfchen ontruftten de kuften van Spanjen zeer ; en de hertog van Orleans ging met zulk een ernft te werk , dat de colonel Stanhope 5 in het franffche leger ooggetuige van deszeln; operatien , daar zeer over te vrede was. Dit alles ongeacht # hield de oorlog op
Philippüs van Orleans. 6;
door de acceflie van Philippüs den vy£ den. De vrede was gemaklyk tuflchen Spanjen , Vrankryk , en Engeland te maken , maar met den keizer had het wat meer moeite in , dewyl deze vorft abfo- luit den titel van keizerlyke en katholy- ke majefteit wilde behouden, en voort- gaan met ridders van het gulde vlies te maken. Philippüs de vyfde kon niet be- lluiten om hem deze twee artykels toe té ftaan: egter quamen zy, na enige ja- ren conferentien en onderhandelingen gehouden te hebben, overeen.
Ter zeiver tyd behaalde de univerfiteit Men ruit ook een zeer beroemde zege , waarover verlitrit zy des te groter blydfchap gevoelde, om inftaat dat die noodzaaklyk tot nadeel der jezui- °™tvt°or' ten moeit ftrekken. De menigte van onder- fcholieren , die het collegie van de laatft- wyzcn* genoemde paters bezochten, om daar de taal- en hiftoriekunde te leren , had al lang den reétor en zyn fuppooften veel hartzeer verwekt , en om de waarheid te zeggen, het onderfcheid was verfchrik- lyk groot , en kon niet anders dan veel fpyt baren. Zes of zeven profeflbren, meeft alle te jong om priefters te zyn , leiden alleen meer werk af, dan de pro- feflbren der univerfiteit , aJle meefters der vrye konften , meeft alle gebaarde mannen , en die in dezelve foort van
IL DeeL E letter-
66
Het Leyen van
letterkunde waren grys geworden , dat is te zeggen , de een om de grammati- ca, de ander om de fyntaxis of de poe- zy te onderwyzen: bygevolg moeft'er geen geheim in deze gewichtige weten- fchappen zyn , dat zy niet doorgrond hadden : in plaats dat een jong jezuïet die alle , in den korten tyd van vyf ja- ren, onderwees.
De univerliteit en deszelfs raad wa- ren verfcheide malen vergadert geweeit, om dit misbruik te verhelpen , en om de bron van de onbillyke voorkeur te ont- dekken , die het gemeen aan de jezuiten gaf , boven een zo oud en zo aanzien- lyk genoodfchap,als de univerfiteit was, de oudfte dogter van de koningen van Vrankryk. Na vele debatten en over- wegingen , daar men een menigte van fraaie zaken in voorbragt , en uitmun- tende middelen voorftelcle , wierd 'er met meerderheid van ltemmen befloten, niet tegenftaande alle tegenkanting , dat de loop ,dien de jezuiten hadden, noch van hun talenten, nochbequaamheid, noch leerwyze vandaan quam, noch zelfvan hun behendige lift, maaralleen, omdat zy voorniet onderwezen. Ter zeiver tyd wierd 'er een arreft uitgegeven , waarby geordonneert wierd , dat de univerfiteit m tyd en wyle zorg zou dragen om zich
Philippus van Orleans. 67
in ftaat te ftellen om ook voorniet te on- derwyzen.
Zo lang Lodewyk de veertiende leef- de , was het niet mooglyk iets aan te vangen, dat direct of indirect tegen het belang der jezuiten ftreed , maar zo dra was hy niet dood , of men was bedacht om het arreft ter uitvoering te ftellen, waartoe het tydgewricht gunftig was, en met behulp van verfcheide follicitatien , die men wift in -t werk te ftellen , be- reikte men zyn oogmerk. De naam van den reótor , onder wien deze grote ge- beurnis voorviel , moet niet uit de ge- heugenis gewifcht worden, enwasCof- fin. De welfprekende redenvoering , die hy in tegenwoordigheid van zyn koning- lyke hoogheid hield , de geeftige wyze, waarop hy deze gunft , van voorniet te onderwyzen, verzocht, en de bondige redenen waarmee hy zyn verzoek on- derfteunde , konden niet milfen om het te doen Hagen.
3, Wy vertonen ons voor uwe koning- lyke hoogheid, zeidehy, niet alleen „ met de gevoelens van eerbied, diewy „ aan uwe doorluchtige perfoon ver- „ fchuldigt zyn , maar met al het ver- „ trouwen , dat een prins , uit der aart 3, genegen , en zelf perfoneel belang „ hebbende om kunften en wetenfehap- E 2 „ pen
(58 Het Leven van
55 pen te begunftigen , wier roem on- 55 affcheidelyk van de zyneis, moetin-
5, boezemen \Vy kunnen zelf
55 zeggen 5 myn heer 3 dat uw door- 55 dnngent oordeel byna onze wenfchen 55 en verzoeken voorquam : gy fmeedde 55 ter dier tyd reeds het ontwerp om 55 voorniet in de univerfiteit te doen on- 55 derwyzen 3 en gy begreept door uw 55 fchrander vernuft al het gewicht van 5, een inftelling 5 die nut voor het ge- 5, meen 3 en roemryk voor de geleert- 55 heid en uwe doorluchtige regering 55 zou zyn cc.
De welfprekende redenaar voegde daarby 5 dat hy overtuigt was 5 dat zyn koninglyke hoogheid dit groot ontwerp niet uit het" gezicht verloren had; dathy niet geloofde dat de flechte tyd hun de hoop moeit doen verliezen , om een gunft te verwerven, die zy gemaklyk van zyn rechtvaardigheid zouden verkrygen3 in- dien zy niet liever gewild hadden die aan zyn goedheid verfchuldigt zyn.
55 ^tls meer dan negen hondert jaren 55 geleden , zeide hy verders 5 dat de 35 univerfiteit gedicht is, en zy is altyd 3, oplettender geweeft om de kerk en 5, den ftaat te dienen 5 dan om gnnften „ en beloiiingen v©or zich te bedin*
gen Zy zou wenfchen 5 en ik
55 durf
Philippus yan Okleans. 69
3, durf zeggen , dat het voor den ftaat 3, zelf wenichlyk was , dat het getal ha- 3, rer leerlingen groter was 5 en da: haar 33 onmacht om collegien om godswil te 3, geven, aan verfcheide vaders niet tot 33 een dekmantel 5 ja zelf tot een ware 33 reden ftrekte 3 om hunne kinderen tot 33 veel jonger bronnen, en die zekerlyk 33 nooit zo zuiver zullen zyn 3 te lei- 3, den
Eindelyk beiloot hy zyn redevoering met deze beweeglyke termen. 5, De 33 koningen uwe voorouders hebben ons 33 uit achting menigvuldige eerbewyzin- 33 gen betoont; aan hunne mildadigheid 3, zyn wy deze (jieraden en dit purper 33 verfchuldigt 5 waarin wy voor u ver- 35 fchynen : maar het was voor u be- 55 fpaart, daar een nieuwen en beftendi- 55 ger luifter by te voegen 5 en eniger- 33 maten de twede ftichter van de uni- 33 verfiteit te worden. Maakt 5 myn 55 heer ? dat onze wetenfchappen mee 35 recht de vrye -kunften mogen genaamt 3, worden ; bevryd de oudfte dogter on- 3, zer koningen van alle afhankelykheid, 55 die haar tot fchande ftrekt 3 en maakt 35 ftaat op de volkome onderdanigheid 33 en altyddurende erkentenis van een 35 genoodfehap 3 dat noch minder pro- yy feüie maakt van ftudien en weten- E 3 35 fchap-
?o Het Leven van
3, fchappen , dan van dankbaarheid cc.
Deze redevoering wierd den eerften februari 1719 uitgefproken , en het ar- reft, 7t welk zes en zeftig duizent livres op de pofteryen en bodenfchappen toewees, om die onder de profeflbren van de uni- verfiteit te verdelen , wierd den zesden door den regent getekent. De zegel- bewaarder zegelde de patenten op de be- valligfte en verplichtentfte wyze5 en zond die voorniet aan den redor toe. Men wilde zich van een voorzichtige voorzorg bedienen , om verzekert te zyn van het fiicces van de gunft, die men hier quam te bewyzen , maar by ongeluk ftelde zich zyn koninglyke hoogheid daartegen 3 naamlyk 5 men zocht een wet in te voe- ren , dat alle de gene , die de eerfte be- ginselen hunner ftudien by de jezui- ten gelegt hadden 3 onbequaam zouden gehouden worden ? om eenige trappen van promotie in de univerfiteit aan te nemen.
Deze nieuwe fchikking was alleen na de fmaak van de profeflbren 3 die geen loop hadden ; die gene 5 die leerlingen genoeg hadden 3 voornaamlyk de profef- foren in de filozofie • waren 1er ganfch niet over voldaan. Zy had Itraks de ge- u'enfchte uitwerking : de arme fcholie- res 3 vooral die gene 3 die naar den geeft-
lyken
Philippus van Orleans. 71
lyken ftaat haakten , bevolkten de colle- gies van de univerfiteit. Maar het leed niet lang, of de gene , die niets gaven , wierden alzozeer met den nek aange- zien , als de quade of karige betaalders voorheen, toen het onderwyzen voor- niet noch niet ingevoert was : men merk- te dit , of ten minften men meende het' te merken , en men keerde van langza- merhand vanwaar men gekomen was; en zedert dat het geen recommandatie geeft , om wel tot een aartsbisdom ont- fangen te worden, op de univerfiteit ge- ftudeert te hebben, is het daar byna zo doods als voorheen. Zo waar is het, dat het zeer zwaar valt vooroordelen uit te roeien , die men een langen reeks van jaren heeft laten inwortelen.
Een zaak van een heel andere natuur , z .k™ en zo men wil niet zo gewichtig in zich van de- zelve , maar die zyn koninglyke hoog- ^gnc' heid meer raakte, trok ook de oplettent- heid van dezen vorft naar zich. De cardinaal Alberoni , gelyk ik reeds ge- zegt heb , had eenige heimelyke aanfla- gen in Bretagne gefmeed : ondertufTchen dat byna alle de troupen naar de kant van Navarre waren getrokken , of op de kui- ten van Vlaanderen en liet Boulonnee- fche , gereed om tot hulp van Engeland over te jteken , zou een deel van de gc- E 4 noemde
72 Het Leven tan
noemde provintie in opftand komen 5 cn in haar ondernemingen door de mis- noegden van Poitou onderfteunt wor- den. De hertog van Orleans, diealtyd een wakent oog hield , en wel gedient was 5 kreeg 'er eenige vermoedens van , die haaft van bewyzen gevolgt wierden. Zo dra hy hiervan voorzien was, recht- te hy te Nantes een ftrenge crimineele vierlchaar op , eer om fchrik in de gemoe- deren te jagen 5 dan om woede te oeffe- nen , wraarvan de heer de Caftanieres, marquis van Chateauneuf , eertyds am- baffadeur in Turkyen en in Holland, een man , wiens eerlykheid zyn doordrin- gent oordeel evennaarde , tot prefident aangeftelt wierd : de Vatan kreeg de fundie van procureur generaal , een heer, ten hoogften 27 of 28 jaren oud ; moog- lyk dat de Abt van S. Albin , met wien hy in 't collegie van la Flêche opgevoed was , hem toegang tot het koninglyk paleis had gegeven ; en daar wierden vyf tien of twintig duizent man naar Bre- tagne gezonden , om de vonniffen van deze vierfchaar te onderfteunen.
De zittingen wierden door een zin- ryke redevoering van den procureur- generaal geopent. Te vergeefs, zeide hy 5 trachtte de doorluchtige en ver/tan- ige vertrouweling van de koninglyke
macht
Philippus van Orleans. 73
macht zyn regentfchap door zachtmoe- digheid en goedheid te doen uitblin- ken , de eerfte zaden van onluften door oogluiking en medelyden te verflikken, door een overvloedige uitftorting van gunften de weerfpannige onderdanen op zyn zyde te winnen , men vond in de- ze provintie onruftige geeften , hakers naar nieuwigheden 5 en die weinig gezet waren om met de overige leden van de- zen groten ftaat deel te hebben aan het vreedzame geluk , dat de verlichte z r- gen en onvermoeide arbeid van den prins regent ons hoe langs hoe meer verfchaf- fen: een bekent voorbeeld van alle tyden en van alle natiën 5 en 't geen wy met eeninnerlyk hartzeer alle dagen zien ver- nieuwen , dat weldaden geen vat hebben dan op edelmoedige harten 5 en op waar- lyk deugdzame zielen 3 en dat zy in te- gendeel by de reukeloosheid van qualyk- gezinde menfchen de hatelyke karakters van ondankbaarheid en gruweldaden voe- gen de laltbrieven , die ik aanhaal ,
zullen een altyddurend gedenkteken ver- ftrekkenvan de wysheidengematigtheid van den heer regent , die altyd langzaam in 't ftraffen ? zelf wanneer alles om wraak fchynt te fchreeuwen 5 niet houd van die luidruchtige kaitydingen , werk- tuigen van een volftrekt gezag 3 en waar- E J van
74 Het Leyen van
van de gevolgen niet anders dan droevig kunnen zyn voor de onfchuld zelve: hy wil dat de overtuiging van de misdaad voor de ftraf gaa , die hy 'er van nemen moet: enige misdadigers aan de ftreng- heid van een noodlot overlatende, dat zy maar al te wel verdient hebben, zoekt hy de wortel af te fnyden aan de ram- pen , wier befmetting een heel volk zou kunnen bederven ; met een woord , zoo 7er voorbeelden nodig zyn , eifcht hy 'er geene dan billyke en voordelige.
Deze beftudeerde redevoering , waar- dig om uit den mond van een lid van de academie voort te komen , wierd van een onderzoek gevolgt , dat de hele provincie in rep en roer ftel- de. Daar wierden verfcheide perfo- nen gearrefteert , en de gevangen-hui- zen van Nantes raakten vol , en deze troublen eindigden met de dood van vyf edellieden, die onthooft wierden. De marquis van Pontcalec ftierf als een vrouw , doende niet als huilen en ker- men, en vruchteloos op pardon hopen- de , om dat hy den helen bondel ont- dekt had , maar de enige gunft die hem verleent wierd, was, dat hy het eerft geëxecuteert wierd. Een van de fchul- cjigften, Chemendi genaamt , drofl: van Faouüt, wierd door voorbede der jezui-
ten.
Philippus van Orleans. ?f
ten, onder wiehy een broeder had, van de galg gered. Alle de anderen mede- plichtigen wierd een amneftie vergunt; de goederen der geëxecuteerden wier- den aan hun vrouwen en kinderen weer- omgegeven , en men kan zeggen , dat deze oeffening van geftrengheid met veel billikheid en bezadigtheid verzelt gong. De commiffie wierd van Nan- tes na 't arfenal van Parys overgebragt, daar zy noch enigen tyd in wezen bleef : en de commiffariflen hadden reden om over de beloningen, die men hun gaf, te vrede te zyn : de heer Chateauneuf kreeg een gefchenk van hondert duizent ryksdaalders , en alle de anderen vererin- gen naar proportie.
Maar laat ons weer tot de bank kee- ren; zy was nooit naar den fmaak van den zegelbewaarder d'Argenfon ge- weeft ; 't zy uit y ver voor het gemene welzyn , 't zy uit nyd of jaloezy tegen Law, wiens gunft de zyne verminder- de , hy had zich altyd tegen deszelfs ontwerpen aangekant ; maar een ding is zeker, dat deze magiftraatsperfoon , niet tegenitaande de doorluchtige voorbeel- den, door de prinflen van den bloede hieromtrent gegeven , geen winft met de actiën wilde doen , en dat hy zyn twee zoons, op ftraf van zyn ongena-
76 Het Leven van
de, verbood, zich in dezen handel tc mengen. Maar alle zyne tegenkantin- gen waren vruchteloos: Laws fortuin groeide aan , naar mate van het fucces zyner bank , en zyner gewaande handel- compagnien : en de zegelbewaarder had in 't begin van 1720 het hartzeer, van dezen vremdeling met het ampt van con- trolleur-generaal der finantien bekleed te zien , dat hy zelf zedert omtrent twee jaren oeffende. Om aan hem dit verlies te vergoeden, rechtte men een nieuwe bediening ten zynen behoeve op, on- der den glimpryken titel , van generaal opziender over de politike regering van 't ryk : zyn oudfte zoon , noch geen vierentwintig jaren oud , wierd raads* heer van ftaat, en intendant van Valen- ciennes; de jongfte, die twee jaren van den anderen verlcheelde , kreeg het ge- wichtige ampt van politiek-ftedehouder.
De verheffing van Law , en de nieu- we voorrechten, die hy voor zyn bank verkreeg, ftelden hem meer dan ooit in ftaat, om alles aan te taften. Men ver* meerderde de aótien door twee plaka- ten, die binnen de vierentwintig uren op elkander volgden , en men maakte 'er voor hondert millioenen. De bank, of de compagnie der Indien, om zich van alles meefter te maken, nam op zich
alle
Philippus van Orleans. 77
alle de fchulden te betalen ; fcy leende den koning vyftien hondert millioenen ; nam de fchulden der geeftlykheid op zich, aan wie het, tegen allewelvoeg- lykheid aan, vryflond, de betalingen, die men haar gedaan had, in aótien te verkeeren. De ongelooflyke fortuinen , die 'er noch gedurig gemaakt wiedden , deden de publieke razerny zo hoog in top ftygen, dat de nakomelingen moei- te zullen hebben om het te geloven. Men hielt die door de geruchten van talryke vloten gaande , en van proefne- mingen, van de mynen van Miffiflipi gedaan , die men uitftrooide dat veel meer uitleverden dan alle die van Peru , van Mexico, en van Potofijde rykdom- men zelf van Law , die niet ophield overal goederen aan te kopen , wier- den een bewys van de deugdelykheid van zyn ontwerp , en een beweegreden van vertrouwentheid: eveneens was het gelegen met de ryke mildadigheden van zyn koninglyke hoogheid , die een mil- lioen aan het Hotel-Dien, een millioen aan het generale gafthuis , en een gelyke zomme aan het huis der vondelingen gaf: vyftienmaal hondert duizent livres befteedde hy om de fchulden van ver- fcheide gevangenen te betalen; de mar- quis de Nocé, de graaf van la Mothe,
Het Leven VAtf
de graaf van Roie, kregen ieder een ge- fchenk van hondertduizent livres in ac- tiën , die van hondert en zes en twin- tig, waarop zy toen waren, in minder dan twee maanden tot twee duizent <ftegen.
Het aankopen van Law doet my ge- denken aan een redelyk fingulier geval, dat hem gebeurde. De heer de No- vion , prefident a mortier , was met fchulden beladen , gelyk dit de grote heren byna eigen is; om zich van de gelegenheid van die te betalen te be- dienen, verkoft hy aan Law een zyner landgoederen , en bedong , in fpy t van de plakaten , dat de betaling in goud fcou gefchieden. De fom bedroeg acht of negenmaal hondert duizent livres , maar de oudfte zoon van dezen prefi- dent bediende zich van 7t recht van naafting , en betaalde den koper weer in briefjes.
Menig- Vooral was het in deze rampzalige vuidfge tyden , waarvan ik fpreek , dat volgens ten be-" het zeggen, van den opfteller des levens hoeve van Pomponius*fe ivoorden door een ganjcb ontw«p. nieuwe toverkunfl zich bye/kander ver- zamelden , en verjeheide plakaten uit- maakten , die niemand verflond, en dat de lucht met zinneloze denkbeelden en herj- Jenfchimmen vervult uïerd.
Om
PhILIPPUS TAN OüLEANS. 79
Om den zin van deze verbloemde uit- drukkingen te- bewaarheden, zal het ge- noeg zyn den korten inhoud van enige dezer ediften aan te halen. Den 18 februari 1720 quam 'er een ediól uit , aan alle zilverfmeden verbiedende het maken of verkopen van enige arbeid van goud , dat meer dan een on^e woog , uitgenomen de krtüfTen der biflchoppen , abten, abdi!Ten, en ridders van des ko- nings ordres; als ook het fabriceren of verkopen van arbeid daar zilver aan te pas quam , uitgenomen kerk<jieraden , gelyk ook van zilver tafel-fervies , zon- der uitdruklyke fchriftelyke order daar toe te hebben , op voorwaarde daaren- boven, dat deze verfcheide ftukken van tafelfervies het gewicht niet zouden te boven gaan, 't geen men raadzaam oor- delen zou daaraan voor te fchry ven , al- les op poene van confifcatie van ?t ge- maakte goed , en op een boete van drie- duizent livres.
Den zf daaraan volgenden gaf een ander ediól koers aan alle de goude en zilvere munt foorten , en vernietigde de vyf per cent, die de bank inhielt, wan- neer zy briefjes voor geld leverde. De louizen van 't jaar 1718 wierden op 36 livres geftelt, die van 1709 en 171J op dertig livres, de andere > zoo wel als de
Spaan-
8o Het Leven van"
Spaanfche piftolen, op 24 livres 12 fliri- vers; de ryksdaalders van de laatite munt waren zes livres waard, andere zeven, andere zes livres, dertien ituivers , vier penningen ; het mark goud wierd op negenhondert livres, en het mark zilver op zelüg bepaal:.
Den vyfden maart verklaarde de ko- ning , dat om een vafte evenredigheid teitellen tuilchen de actiën van de Indi- fche compagnie, en de bankbriefjes, en de circulatie van het gemunt geld te ver- meerderen , hy lalt gaf, dat de treforier van de bank op den vervaltyd de fom- men , die men daaraan fchuldig was , zou invorderen; dat de actiën van de Indifche compagnie negen duizent livres zouden waardig zyn; dat de intekeningen en premien in actiën zouden verkeert worden; dat men de bankbriefjes in ac- tiën zou veranderen , en de a&ien in bankbriefjes; dat tot nader order de loui- zen , in \ jaar 1718 geflagen , 48 livres zouden gelden , die van november 1716, 60 , die van mei 1700 en van december 171 J, 40 livres; daar waren ryksdaal- ders van acht livres, andere van tien, andere van acht livres , dertien Ituivers, en enige penningen ; dat het mark goud op twaalf hondert livres, en het mark zilver op tachtig zou bepaalt zyn: dat
Philippus van Orleans. 8r
koning de betalingen, die hy deed om zyn lchulden af te loflen , zou conti- nueren , met ordonnantiën op den kaf- fier van de compagnie te verlenen , die ze in bankbriefjes zou betalen ; dat deze compagnie op haar fonds een capitaal van yoo millioenen zou opnemen, en daarvoor tien millioenen aan renten of intereften betalen; dat deze renten on- roerbaar zouden zyn , arreften en oppo- fitien onderhevig, of wel roerbaar, ter keure en na het welbehagen van de ren- teniers.
Den elfden van de zelve maand ver- minderde eene andere declaratie , (om , gelyk de inleiding zeide , den prys der eetwaren te verminderen , het gemeen crediet te onderfteunen , de handeling van ^t geld te bevorderen , den koop- handel te doen toenemen , en de manu- facturen te begunftigen) den prys van 't geld 5 fchafte het gebruik van 't goud af, en ordonneerde den invoer van nieu- we geldfpecien ,die gemaklyker voor den koophandel zouden zyn. In gevolge van dien verbood zy volftrekt enige goude munt te bewaren, en van de zil- vere anders dan de zesde en twaalfde delen van de ryksdaalders 3 en daaren- boven de zilvere livres. Verbiedende , dit zvn de woorden van de declara- JL Deel F tie,
Het Leven tan
tie , aan de bedienden van onze munt ? cn andere daar van afhangende , te dul- den , dat "er ooit in bet toekomende in on- ze munten , of andere plaatzen van ons ryk , enige goude fpecien gcjlagen wor- den, van wat gehalt die ook mogen zyn, op poene van hunne ampten te verliezen ; verbiedende van V gekken , en op de zel- ve flraj\ te dulden , dat "er ryksdaalders fff andere zilvere geld/pecien ge/lagen worden , zwaarder dan van dertig op het mark.
Den zeftienden derzelver maand kon- digde men een arreft af, tot het mun- ten van nieuwe zilvere ryksdaalders, die in \ begin koers zouden hebben in den koophandel voor 60 Stuivers, en nader- hand vyf ftuivers per maand verminde- ren , tot datze op twintig ftuivers ge- bragt waren.
Een ander arreft ordonneerde, dat'er voor vierhondert achtendertig millioe- nen bank-briefjes zouden gemaakt wor- den, vanduizent, hondert, en tien li- vres , dat 'er in de bank geen briefjes meer zouden gelevert worden, voor de . nieuwe geldfoorten, die gangbaar wa- r^n , maar alleen voor de oude afge- zette.
Dezcgd. Hoe grote veranderingen 'er t'elkens be^vrar- jn p]aka^n mogten gemaakt wor-
- den,
Philippus van Orleans. 83
den , hadden zy evenwel een en het der- zelve oogmerk. De zegelbewaarder , om de zoo even van my aangehaalde ontwerp redenen , meende alles te moeten wa- £^'7 gen 5 om den voortgang van een vrem- en be- ' deling te fluiten, die maar enige paffen ™^zyn meêr te doen had, om de natie in een merk. verwarring te ftorten , daar niets haar weer uit konde redden. Zyn crediet was al te zwak, om alleen in dit grote voornemen te flagen, daarom voegde hy zich by den heer le Blanc , fecretaris van ftaat omtrent de oorlogszaken, en by den abt du Bois, onlangs aartsbifc fchop van Camerik geworden. Deze drie, zonder te laten merken dat zy het onder elkander eens waren, leiden toe om in het gemoed van den hertog regent arg- waan te verwekken tegen den control- leur generaal, waartoe zyn gedrag hun ftof genoeg verfchafte. Men vertoonde zyne buitenfporige rykdommen , en maakte een lyfl van alle de landeryen, die hy gekoft had , tot in den uiterften hoek van Auvergne toe; men hielt aan op de profyten, die hy de vremdelin- gen had doen genieten , op de aólien , die hy op de bank van Engeland gekoft had , daar men zeide dat hy voor achttien maal hondert duizent pond fterlings in had; men deed aanmerken, dat het ten F 2 hoog-
84 Het Leven van
hoogften waarfchynlyk was , dat hy grote fommen aan goud en zilver naar Engeland en elders overgemaakt had, dat het ten minften, nademaal hy meet ter van de pachten, het geld en de bank- kantoren was , in zyn macht was het te doen ; dat een man van zyn caraóter , zonder naam , en zonder familie 5 de par- ty kon kiezen van zich uit Vrankryk weg te pakken; dat het groot getal land- goederen, die hy aangekoft had, een zeer onzeker pand was, en miffchien een ftrik , dien hy aan het billyk mistrou- wen gefpannen had , en dat hy ryk ge- noeg was om eenige millioenen, tot verzekering van een groter getal , op te ofte ren.
Deze redenen maakten indruk op den hertog van Orleans , en haalden hem zo ver over, dat hy op een tyd tegen den zegel-bewaarder, die hartiger dan de twee anderen fprak, zeide, dat hy Law kon in arreft nemen : de heer d'Argenfon, die de buitenfporige drift van dezen vorft voor het ontwerp van Law kende, vreefde dat hy naderhand van zyn zeggen berouw mogt hebben, derhalven verzocht hy om fchriftelyke order daartoe, 't geen hem plat afge- ilagen wierd. De^d de zegelbewaarder wel of qualyk, dat hy zich niet van 't
ge-
Philippus van Orleans. 8y
gegeven verlof bediende? wie zal 't zeg- gen , de uitkomft kon het alleen leren ; maar 't is zeker, dat een formeele, of zelf ftilzwygende ontkenning, hem vol- komen geruineert zou hebben.
Dit middel gemift zynde, was men op een ander bedagt, naamlyk om het gemeen de ogen te openen omtrent de brosheid der effecten ,. die men hun, in plaats van 't goud en zilver, dat men hun ontnam, inde hand ftopte. Niets was op het oog moeilyker, dewyl de drift daarvoor ongemeen groot was ; daar- en boven ftak 'er een wezenlyk gevaar in , dat het vertrouwen op het papier , 't geen men verliezen zou, het berouw van zyn geld verloren te hebben in ra- zemy en wanhoop mogt verkeeren. Men bereikte evenwel zyn oogmerk, en 't verwonderlykfte daarin was , dat de ze- gelbewaarder, altyd in heimlyk verftand met den fecretaris van oorlog, en met den aartsbiffchop van Camerik, met Law zelf het plakaat beraamde, dat den doodfteek aan zyn fortuin en zyn ontwerp moeft geven. Dit beroemde plakaat , waar aan alle de gene, die noch niet volko- men in den grond waren, het overfchot van hun fortuin verfchuldigt waren , wierd den eenentwintigften mei afge- kondigt. De inleiding daar van zal F 3 beter,
86 Het Le yenvan
beter , dan al wat ik zou kunnen zeg- gen 3 doen begrypen , met wat behen- digheid deze zaak beftuurt wierd :
35 De koning in zyn raad den ftaat 3, hebbende doen onderzoeken, waar in 33 het rykvoordeoprechtingvandebank 33 was 3 om dien met den tegenwoor- 3, digen ftaat te vergelyken, had bevon- 33 den 3 dat de hoge prys van 't geld 33 meer nadeel aan het jyk toegebragt 33 had, dan alle de koften, die de over- 33 lede koning gedurende de verfcheide 3 3 oorlogen had moeten doen, dewyl de 33 gierigheid der woekeraars zo hoog in 5, top geftegen was , dat zy meer inte- 33 reften voor een maand eifchten , dan de 33 wetten voor een heel jaar toeftonden 3 33 7t welk betryk zelf zodanig verzwakt ,3 had 3 dat de inkomften van zyn majef- 33 teit niet betaalt wierden, dan met zich 3, altyd noch dieper in fchulden te fteken ; 3, de prys der eetwaaren naauwlyks de 3, onkoiten van de bebouwing van 't; „ land en de belaftingen kunnende goed „ maken , trokken 'er de eigenaars niets „ van: deze algemene elende had een deel „ van den adel genoodzaakt , om zyn „ hnderyen voor een fchandelyken prys „ te verkopen , om zich in den dienlt „ van zyn majefteit te kunnen handha- 33 ven 3 en de goederen van het ander
,3 deel
Philippus van Orleans. 87
„ deel van den adel wierd aangeflagen; de „ genade van den koning was hun enige ,3 toevlucht, enzyn majefteit was buiten 33 ftaatgefteltomdiete bewyzea, en zelf 33 om de foldyen der officieren 5 en de 33 wedden, die tot beloning der dienden 33 vergunt waren, te betalen. De fabrie- 33 ken, de fcheepvaart, en de negotien 33 ftonden by na ftil 3 de koopman was ge- „ noodzaakt bankroet te fpeelen3 en de 35 handwerksman gedwongen zyn vader- 33 land te verlaten 3 om werk by de vrem- 33 delingen te zoeken. Dit was de ftaat5 33 waar inde koning, de adel, dekoopltu- 3, den, en het gemeen gebragt waren, on- „ dertuffchen dat de woekeraar alleen vol „ op van alles had; en hetrykzou in een 33 algemeene verwarring hebben kunnen 3, vervallen 5 indien zyn majefteit geen 33 fchielyk hulpmiddel voor alle deze ram- 33 pen verfchaft had. Door de oprech- 3, ting van de bank en de Indifche com- ,3 pagnie heeft de koning zyn zaken in 33 order herltelt , de adel heeft in de ver- „ hoging van de waardy zyner landen „ middel gevonden om zyn fchulden af „ te doen ; de koophandel en fcheep- „ vaart zyn herltelt, de landen bebouwt, 3, en de handwerks-man heeft arbeid. „ Maar niet tegenftaande de taftelyke voordelen , door deze oprechtingen F 4 B ver-
S8
Het Leven van
55 verfchaft, heeft men luiden gevonden 5, die qualyk-gezind genoeg waren, om 55 aanflagente fmeden5 om die onder den 55 voet te werpen 5 en die zyn majefteit 55 verplichtten 5 om het arreft van zyn 55 raad van den maart laatftleden uit 55 te geven 5 om door de verlaging der 55 geldfpecien het crediet van deze zo 55 noodzaakelyke oprechtingen te hand- 55 haven. Door dit arreft had zyn majefteit 55 de verfcheide naturen van papieren van 55 de Indifche compagnie tot eene enkele 5-5 foort gebragt? en geordonneert dat de 55 aétien in bankbriefjes, de bankbriefjes 55 in adien zouden kunnen verandert 55 worden ? volgens denetfte proportie y 53 ten opzicht van de waardy der geld- 55 fpecien. Deze verlaging der munt , en
55 de fchuldenaars middelen verfchaft, om 55 zich op een effen bodem te ftellen. ,5 Nu was 'er voor zyne majefteit noch 35 overig 5 zyn zorg aan te wenden ? dat 55 *er voorzien wicrd in het beleggen 55 van 'tgeld 3 dat aan minderjarigen, aan 55 gafthuizen ,genoodfchappen , en ande- 35 re gepriviligeerde fchuldeifchers afge- 33 lolt ftond te worden, en meteen dat 55 de waardy van 't geld herfteld wierd 5, op een evenredigheid ? overeenko- 3, mende met den uitheemfchen koop-
55 han-
het
crediet der aótien hebben
Philippus van Orleans. 89
3, handel, en het vertier der leeftogt. 3, In deze verfcheide onderwerpen heeft 33 de koning door zyn arreften voor- 3, zien, en inzonderheid door zyn ver- 35 klaring van den elfden maart laatftle- 33 den 3 welke den prys van 't geld ver- 35 laagt. Maar dewyl deze verlagingen 35 noodzaaklyk niet alleen een vermin- 33 dering in den prys der eetwaren en 33 der roerende goederen moet uitwer- 33 ken, maar ook in den prys der lande- 33 ryen en andere onroerende goederen, 35 heeft zyn majefteit geoordeelt 5 dat het „ algemeen belang zyner onderzaten 33 vereifchte 5 dat men den prys of de 33 waardy der Indifche aétien en der 35 bankbriefjes verminderde ? om deze 35 effeóten in een billyke evenredigheid 35 met het geld en de andere goederen 33 van 't ryk te houden ? te beletten dat 55 de geldfpecien het algemeen crediet 55 verminderen, ter zeiver tyd de ge- 3, privilegieerde fchuldeifchers middelen 33 aande hand te geven, om te voorde- 3, liger de gelden , die men hun mogt ,, afloffen, te beleggen, en eindelyk het 55 verlies voor te komen 5 dat zyne on- „ derdanen in den koophandel met de ,, vremdelingen zouden lyden. En zyne „ majefteit heeft zo veel te vaardiger 3, tot deze vermindering befloten, om F J „ dat
9o Het Leven van
,3 dat zy zelf van nut zal zyn voor de ei- „ genaars der Indifche actiën en der bank- „ briefjes , nademaal deze effeéten met ?, meer voordeel zullen kunnen verdeelt 33 worden, en dat zy in contanten ^ zul- yy len kunnen verwiffelt worden, die ten 3, minften vyftig per gent meer in geld 3, zullen waard zyn na de verlaging 3 33 dan tegenwoordig. Waar op het rap- 33 port van den heer Law , raad des ko- 35 nings in alle zyne raadsvergaderingen , 33 en controlleur generaal der finantien, 35 gehoort zynde , zyn majefteit in zyn 35 raad zynde op 't advys van den her- 35 tog regent van Orleans heeft geor- 35 donneert , en ordonneert mitsdezen 53 dat de aótien van de compagnie der 33 Indien, en de bankbriefjes een vyfde 33 part in prys zullen vermindert worden 35 op den dag der afkondiging van dit 35 arreft, en een twinftigftepart op den 3, eerften van ieder maand, met die van 5, juli te beginnen ; zo dat zy na den „ eerften december op de helft zullen „ vermindert zyn, dat is te zeggen dat „ de briefjes en aétien van tienduizent 3, livres niet meer dan vyfduizent zullen 3, waard zyn , en de andere naar propor- ,3 tie. Zyn majefteit voorziende dat zyne 55 onderdanen 5 die houders zyn zullen 35 van aanzienlyke fommen en bankbrief-
3, jes
Philippus van Orleans. 91
3, jes , dezelve met voordeel in aótien „ van de Indifche compagnie zullen kun- 5, verwHTelen, en de particulieren willen- „ de te hulp komen, die geen goeds ge- „ noeg hebben om daar aan te komen , „ ordonneert, dat gedurende het lopen- „ de jaar, tot den eerften Januari 162 1, de 3, bankbriefjes in den ontfangft der hooft- „ gelden, en andere fchattingen , zullen „ aangenomen worden op alle treforiers 3, kantooren , zeifin die van de zoutpach- 3, ters, voor den volkomen prys, daar de 3, genoemde briefjes , voorde verminde-
ringen, door het tegenwoordig arreft „ ingevoert , op waren. "
't Is onbegrypelyk, dat Law niet ge- zien heeft , (^at deze vermindering de rui- ne van zyn ontwerp was ; dat zy ten op- zicht van zyn briefjes , en zyn a&ien , ten minften dezelve uitwerking zou heb- ben , als zy omtrent het geld gehad had ; dat het geld en de briefjes even zeker en in flegte waardy zynde, hy geen toe- vlucht meer zou hebben ; dat in deze onzekerheid de liefde en de achting voor 't geld weer zouden opwekken , en dat men zou bevatten, dat het geld altyd iets waard was , daar in tegendeel het papier heel tot niet kan vervallen ; dat de ziel en de wezentlykheid van zyn ontwerp, zo ik my dus mag uitdrukken,
in
92 Het Leven van
in de voortrekking beftond , die hy aan 'c papier boven het geld had weten te ge- ven ; dat deze voor hem weggenomen zynde door een gelyke onzekerheid , of liever door een gelyke zekerheid van verlies , het onmoogelyk anders zyn kon , of zyn ontwerp moeft in duigen raken , dat alle de pachten en alle de kantoren des konings met de bank of de compag- nie der Indien verknocht zynde , al het verlies der briefjes , die zy tot hun oude waarde zou ontfangen , niet tegenftaan- de de vermindering , op haar kop zou te huis komen ; wift hy niet, dat al het goud en zilver van 't ryk, de landeryen , de arbeid , de vryheid zelf der onder- danen niet zouden toeftrekken kunnen , om de ongelooflyke menigte van briefjes en aétien te voldoen? was hy onbewuft, dat een groot deel van 't geld , dat hy in de kiften van de bank had gelokt, daar weer uitgeraakt was, om den oorlog te- gen Spanten goed te maken , en de verbinteniflen te onderhouden, vooral,dat het in handen van de ryke Mifliffipifche actioniften was, zonder te rekenen 't j;een hy en anderen daar van na vrem- de landen hadden overgemaakt? en dat het door een noodzaaklyk gevolg onmoog- lyk was , dat de briefjes , op gelyken prys met het geld geftelt 5 in contanten kon-
Philippus van Orleans. 93
den verandert worden? 't is waar, dat de beweegredenen van het placaat glim- pig waren , en dat de loftuitingen , die men daarin aan de bank gaf, uitnement vleient waren ; maar Law was zo zeer met lofredenen opgehult geweeft , dat hy- daar ongevoelig over behoorde te zyn , en zelf gewoon zynde anderen door ge- waande voordelen de ogen uittefteken, had hy moeten merken , dat men hem van 's gelyken zocht te beguigchelen. 't Zy dat hy verraft wierd , of den ltrik , die hem gefpannen was, niet merkte, het placaat ging door , en had de uitwerking , die men 'er van verwacht had. De brief- jes verloren hun crediet, en wat moei- te men naderhand ook aanwendde, men kon het niet weer herftellen. Het goud bleef afgezet, en het zilver wierd weer in zyn eerherftelt. Menging het zoeken ter plaatze, daar men het met zoo veel drift na toe gebragt had, maar men vond het 'er niet meer, ten minften was 'er het hondert- fte gedeelte niet , van 't geen 'er van no- den was geweeft , om de oneindige me- nigte, van die 'er om quamen , te voldoen. Gemor, Dit geval , dat men niet verwacht « drci- had , veroorzaakte een algemene verfla- genheid. Dezelve bedwelmtheid van volks op geelt , die de bankbriefjes en a&ien zo ^ergang hoog in crediet had doen ftygen, deed des a&ie-
fefm handels
94. Het Leven van
derzelver valling als het grootfte onheil aanzien , dat hun kon overkomen , en men morde van alle kanten. De hertog van Bourbon , de prins van Conti , en de marfchalk van Villeroi , die den raad niet bygewoont hadden, waarin dit ar- reft was doorgegaan 5 protefteerden daar- tegen , en beweerden dat het moeft her- roepen worden, onder voorwentzel dat het in den regeringsraad niet nagezien was. Het parlement viel 'er tuflchen in , en eifchte het zelve : in 't eerft wierd het flecht genoeg ontfangen , maar het ge- mor , dat 'er van alle kanten over ont- ftond, deed de leden een gunftig gehoor verlenen. De hertog regent zeide op een verplichtende wyze 5 dat het hem van herten aangenaam zou zyn , dat de- %t gelegenheid dienen mogt , om hem met het parlement te verzoenen > dat hy zich door deszelfs raad zou laten beftu- ren , en dat hy ditgenoodfchap bad, vier gedeputeerden te benoemen , om met hem over deze zaken in onderhandeling te treden. De wiiïelaars , de a&ioniften , die voor hunne papieren geen vafte goe- deren gekoft hadden , en die de win- ften , die zy met dezen handel gedaan hadden , in nieuwe papieren verkeert hadden 3 waren tot wanhoop gebragt, en Parys ftond op het tipje , om daar de.
gruw-
Philippüs van Orleans*
gruwlyke uitwerkingen van te gevoelen ; men ftrooide zelfs briefjes uit , welke dezelve met deze woorden voorfpelden: Men verwittigt dat men zaterdag of zondag een tweden S. Bartelsdag zal hou- den , indien de zaken niet van gedaante veranderen , gaat niet uit 5 noch laat nie- mand van de uwe uitgaan , God bewaar u voor V vuur. Om de gemoederen ge- ruft te ftellen , herriep men den 27ften het placaat van den 2 iften 5 maar daarom was de drift, om de briefjes in geld te veran- deren 5 niet minder : hieruit oordeelde men ? dat de quaal zonder hulpmiddel was. Den 29 verkondigde men een ar- reft, aan allen 5 die wilden, toeftaande, om , zonder enige rechten te betalen , goud en zilver-geld in het ryk te doen komen. Een ander van den eerften juni vergunde aan iedereen zodanige geld- fommen , als zy raadzaam zouden oor- delen , te mogen bezitten en te bewa- ren. Dit was de herroeping van het pla- caat van den2iftenmei vernietigen: want in de gefteltenis , waar in de zaken wa- ren , konden de briefjes hun crediet niet weerom krygen , zo het goud en zilver weer in waarde quam ; en men kon op het papier toepaffen, 't geen de vrinden van Ham an (zo wel een projeélmaker als Law) tegen hem zeiden > aangaande
Mar-
96 Het Leven van
Mardocheus ? indien deze vyand de over- hand op u begint te krygen , zuit ^y hem niet weerltaan kunnen , en hy zal u onderdrukken.
't Was natuurlyk dat het volk, 'twelk niet redeneert , dat de wilTelaars en an- dere actioniiten ten uiterften misnoegt moeften zyn over 't ven al van den actie- handel; maar het was niet natuurlyk, dat verftandige luiden, vooral het parlement, dat verlichte genoodfchap , in dezelve gevoelens traden ; de actiehandel was tegen hun raad ingevoert, en zonder twyffel voorzagen zy 'er toen de droe- vige gevolgen van. De verfcheide ge- beurtenilTen hadden hen moeten over- tuigen , dat men niets anders beoogde, dan de lichtgelovigheid van 't gemeen te beguigchelen. Zy hadden niet kunnen onbewuft zyn , dat de MiflilTipi-handel verdicht was , ten minften dat 'er gruw- lyk veel opfnoevery onder liep. 'c Was gémaklyk te begrypen , dat de buiten- fporige fortuinen , die 'er gemaakt wa- ren , noodzaaklyk op den puinhoop van veele andere , door den actiehandel om- vergeworpe fortuinen, moeit gebouwt zyn ; dat het geld in zich zelf niets voortbragt, als na mate dat het aange- legt wierd ; dat 'er zedert deze nieuwe projecten in Vrankryk geen nieuwe fa- briek
1
Philippus van Orleans. 97
briek opgerecht , noch geen nieuwe koop- handel begonnen was ; eindely k , dat de- ze comedie een einde moeit hebben ; dat de knoop moeft ontwart worden , en dat deze ontwarring moeft beftaan , in ein- delyk de ogen te openen , en te zien , dat geld beter was dan papier , en dat men groot ongelyk gehad had , in het laatftgenoemde boven 't eerfte te kiezen.
Men maakte deze overwegingen niet, Te ru5- en de klagten , verre van te verminde- ^„den ren, namen toe. Dit placaat wierd den cancc- zegelbe waarder toegefchreven , want ie- her* dereen voor zich en zyn welvaren be- kommert zynde , ter oorzaak van het hartzeer, dat deze zaak aan den hertog van Orleans baarde, durfden de genen, die 'er deel aan gehad hadden, het niet bekennen ; mynheer le Blanc en de aartsbiiïchop van Camerik verlieten den genoemden magiftraatsperfoon , endaar wierd belloten , dat men , om het volk te ftillen, en het parlement te vergenoe- gen, den heer d'Agueffeau weer ten ho- ve zou roepen , en hem de zegels weder- geven. Den zevenden juni des avonds ging de aardsbiiïchop van Camerik, uit naam van zyn koninglyke hoogheid, den heer d'Argenfon de zegels afeiffchen. Hy leverde ze zelf over , en zyn ongeluk wierd met veel eertekenen verzelt, want
II. Deel G hy
98 Het Leven van
hy behield den titel van zegelbewaarder, cn de vryheid , om , wanneer het hem be- haagde^ den raad by te wonen.
Deze perfoon, met zulk een ftantvaftig gemoed begaaft , die deze verandering wel voorzien , en dikwils gezegc had , dat de eeramten van dien tyd op heel lofle fchroeven ftonden , had het lot van alle die genen, die grote poften bekleed hebben. Hy kon het hartzeer niet \yeer- ftaan , vooral , toen hy zag , dat men zyn tweden zoon , dien hy met een zon- derlinge tederheid beminde , het ampt van politiek-ftedehouder ontnomen had , (want zyn oudfte zoon verliet het inten- dantfchap van Valenciennes eerft in 't jaar 1724. ) Hy retireerde zich in het kloo- fter , genaamt Magdalaine de Trainel , in de voorftad van S. Antoni, in een huis , dat hy 'er had laten bouwen , daar hy gewoon was van tyd tot tyd de ftilte te zoeken , onder voorwentzel , van zich daar te vryer op de gewichtigfte zaken te kunnen toeleggen. Ik zeg dit, omdat heel Parys gelooft heeft, en dat 'er zyne familie meer dan eens fchaamrood over geworden is, dat de liefde, die hy voor de moeder van dat kloofter had, daar de ware oorzaak van was. Naauwlyks was hy 'er veertien dagen geweeft , of hy wierd van een geelzucht over zyn heel
Philippüs tan Orleans. 99
ïyf aangetaft, waarby zich noch andere droeviger toevallen voegden : hy quyn- de tot den achtften april van het volgen- de jaar , wanneer hy ftierf, 68 jaren oud zynde. De haat van 't Paryiche graauvv wekte op 't gezicht van zyn lyk weer op, dat men naar S. Niklaas du Chardonnerec voerde , daar de begraafplaats zyner voorouderen was : daar was een grote oproer, en het fcheelde weinig , of zy had- den zyn lyk verfcheurt, zelfs zyn beide zoons, die in hun koets de ftaaciie volg- den, waren genootzaakt naar een goed heenkomen te zien.
Hy had zich van de gunft, daar hy in was, niet bedient om zich te verryken, naauwlyks liet hy vyf of zes maal hon- dert duizent gulden meer na , dan hy zou gedaan hebben , indien hy politieke ftedehouder gefturven was. De vererin- gen by 't vernieuwen der pachten zou- den hoger geftegen hebben , indien hy ze had willen aannemen , en de zegels, die hy by de derdehalf jaar gehad had , zyn ten minften ieder jaar honderd duizend ryksdaalders waard ; en niemant twyf- felc'er aan, of Law zou heelwel in zyn fchik geweeft zyn , van hem zyn voor- deel met de actiën te zien doen. Egter voer zyne familie goed vanzyne verhef- fing; zyn broeder, de aartsbiffchop van G 2 Ambrun,
EVEN TAN
iaar het aartsbisdom van ilaatft ; zyn zwager, de fartin , biffchop van Van- iifTchop van Blois ; zyne twee 1 ryke huwelyken , vooral de , die met de enige dogter van den heer Melian, intendant van Vlaanderen, trouwde , waarvan hy twaalf of vyftien maal hondertduizent livres zal hebben.
De heer d'Argenfon , de fun&ie van Zyn ampt quyt zynde , verloor daarom evenwel de achting noch het vertrouwen van den regent niet , want hy pleegde met hem over de gewichtigfte zaken raad , en bevond 'er zich wel by. Ter gelegenheid van de ruine van den aótie- handel gaf men den hertog van Orleans den raad , om een gerechtshof te doen houden. De oude zegelbewaarder over dit hagchlyk werk om zyn advis ge- vraagt , antwoordde, dat het gerechts- hof niets verhelpen zou ; dat men 'er den koning meerderjarig in kon verklaren, en dat dit waarfchynlyk het oogmerk van die genen , die dezen raad geoppert had- de* , was.
De terugroeping van den heer d'A- giiefTeau wierd zeer geprezen , maar zyn tegenwoordigheid en naarftig blokken konden de zaken niet herftellen ; men was genoodzaakt haar den loop > dien zy ge- nomen
Philippus van Orleans. ioi
nomen hadden , te laten volgen , zelfs oordeelde men , dat men haar val ver- haaften moeft , en in de aanftaande maant van o&ober wierden de bankbriefjes te enemaal afgezet , en waren niet meer geldig. Der zeiver waardy , door het volftrekt gezag van \ hof behouden , en door de billyke uitfpraak van \ gemeen vermindert , gaf aanleiding tot fchrikly- ke misbruiken , *die het ediót van den 2 1 mei zou verhindert hebben. Het geld, niet tegenftaande de verminderingen, waaraan het door de placaten onderhe- vig was , weer de overhand behouden- de , wierden de briefjes tot een zeer la- gen prys verkoft , zo dat men zich ge- lukkig oordeelde, van 'er maar 70 of 80 percent op te verliezen. Die fchuldig waren , kofcen 'er ; en met een mark zilver 5 dat maar 30 livres behoorde waard te zyn , vonden zy zich in ftaat , om vier of vyf hondert gulden aan fchul- den te betalen. Een voornaam edelman uit Henegouwen vond middel om ze noch beter koop te hebben. Hy nam tc Doornik zes duizent gulden te leen op; deze fom , in franfch geld verwiffdc , bragt hem achttien duizent gulden in , dat is drie maal zo veel ; hy vond brief- jes te koop op 7 y of 80 percent verlies , dus kreeg hy voor de zes duizent gul-
G 3 den.
102 Het Leven tan
den , die hy geleent had , ten minften 72 duizent gulden aan briefjes , die hy onder zyne fchuldeifchers verdeelde, en dus zyne fchtilden meende afgedaan te hebben. De zoon van een koopman van Amiens was zo gelukkig niet : hy had van zyn vader een aanzienlyke fomme gelds opgenomen , om koopmanfchap te dry ven 5 en betaalde hem hiervoor met briefjes. De vader 9 gevoelig geraakt over de ondankbaarheid van zyn zoon, en het ongelyk , dat hy zyne andere kinderen aandeed , bewaarde ze , en lei ze hem by tcftament voor zyn deel in de erffenis toe. De fchryver van de pcr- liaanfche brieven maakte in dien tyd een geeltige en getrouwe fchildery van den droevigen ftaat van Vrankryk : die ik hier zal ter neder (lellen , om dat ik niet geloof, dat men 'er iets meer kan byvoegen. Ten minften zal het lezen daarvan niet verdrieten. Droevige 5) De ftaatsdienaren 5 zegt de ge- vrank*n 55 waande Perziaan , volgen elkander ryk. „ hier op als de jaargetyden : zedert 3, drie jaren heb ik viermaal het plan „ omtrent de finantien zien verande- 33 ren. Men beurt hedendaags in Per- „ fïcn en Turkyen de belaftingen op 33 dezelve wyze , als de grondleggers „ van de monarchie die plegen te beu*
93 rtn,
Philippus van Orlbans. 103
5, ren, maar hier is het 'er ver van daan, 33 Wy verbeelden ons , dat 'er geen 3, meer ondericheid is tuflchen de beftu- 3, ring van de inkomften van een prins, 33 en die van een particulier 5 dan 'er is 33 tuflchen het tellen van hondert dui- 33 zent tomans 3 en liet tellen van hon- 33 dert 3 maar hier fteekt 'er veel meer ,3 erg en mifterie in. Hier moeten 33 fchrandere geeften nacht en dag in 33 barensnood zyn , en onophoudelyk 33 met fmerten nieuwe ontwerpen in He
33 wereld brengen Toen de laatft-
33 regerende koning ftierf? was Vrank- 33 ryk een ligchaam , dat duizent ziek- 33 tens en ongemakken onderhevig was;
3, N nam hetincifie-mesindehand,
3, fneed het wild vleefch weg 5 en ge- 33 bruikte enige remedien , die op deze 53 of gene plaats werkten 5 maar daar 33 bleef altyd een innerlyke quaal over 33 om te genezen : daar is een vreem- 33 deling gekomen 5 die deze kuur on- 33 dernomen heeft ; na verlcbeide ge- 33 neesmiddelen in 't werk geftelt te heb- 33 ben 3 meent hy de zieke de vorige 33 poezeligheid weder gegeven te heb- 33 ben 3 maar 't is niet dan opgezwol- 53 lenheid. Alle die voor zes maanden 33 ryk wraren zyn tegenwoordig tot ar- 3, moe vervallen b en die geen brood G 4 ,3 om
104 Het Leven van
35 om te eten hadden , weten nu met „ hun rykdom geen weg. Nooit zyn 3, deze twee uiterlten zo na by elkan- 33 der geweeft. De vremdeling , waar- 33 van ik u zo even gefproken heb , heeft 3, met den ftaat omgefprongen , als een 33 oude klérenverkoper met een rok doet, 33 hy heeft hetbinnenfte buiten gekeert, 3, en de panden het onderfte boven ge- 35 zet. \Vat heeft men al onverwachte 33 fortuinen gezien, ongelooflyk zelf voor 3, de gene die ze gemaakt hebben ! God 3, fchept de menfchen niet fchielyker uit 3, niet: wat ziet men niet al knechts ge- 3, dient door de gene die zo even noch 35 hunne makkers waren! dit alles brengt j, de wonderlykfte zaken van de wereld 35 voort. Lakeien , die onder de vori- 3, ge regéring hun fortuin hadden ge- 3, maakt , zwetzen van daag op hun ,5 adel 5 zy handelen die genen 5 die zo 3, even de livrei op ftraat hebben uitge- 3, fchud , met dezelve verachting , die „ men hun voor eenige maanden betuig- 55 de ; zy fchreeuwen uit al hun magt, 5, de adel is te grond , tfat wanorder in 35 den Jlaat ! wat verwarring in V fat- 3, /oen ! men ziet niet a/s onbekende tro- 5, nicn fortuin maken. Ik beloof u? dat 3, deze wel revenge zullen nemen op de ,) gene die na hen komen zullen , en
33 over
Philippus van Orleans. ioy
„ over een jaar of dertig zullen deze „ luiden van fatfoen leven genoeg ma- „ ken «
De biflchop van Caftres maakt in een briefjdien hy aan den marquis de la Vrillie- liere , fecretaris van ftaat omtrent het kerk- lyke , fchreef, de zelve fchildery , maar in een ganfch anderen fmaak : zyn pin- feel , gelyk het in diergelyke omstandig- heid zyn moeft , was in bloed en tranen geftipt. Hy fchilderde niet dan zyn bis- dom af, maar zyn tafereel kon voor het heele ryk dienen.
3, De overftroming der papieren, zei- 3, de deze prelaat, heeft byna zo veel 33 quaad in onzeftreken uitgewerkt, als 3, de vlam in Bretagnef. Wat helpt het, ,3 dat onze huizen niet in de afch gelegt 33 zyn , zo wy van al het nodigfte 5dat 3, wy hadden, niets meer overig hebben 33 dan een ftof , die nergens goed toe ,3 is , als om in 't vuur geworpen te wor- 33 den ? wat veranderingen hebben zes 33 maanden niet teweeggebragt in for- 33 tuinen , die op onwrikbare gronden 3, fchenen te ftaan ! men zou niet kun- 33 nen geloven zonder het te zien , en „ men kan het niet zien, zonder van
„ droef-
f Twee derde delen van Rennes waren even te voren door brand in de aflche gelegt.
G >
io6 II et Leven van
33 droefheid te bezwyken. Daar is geen 5, koophandel , geen arbeid , geen ver- 5, trouwen ? geen toevlucht by de naar- 3, ftigheid , noch de voorzichtigheid, 3, noch by de vrindfchap , noch by de
30 chriftelyke liefde zelf meer Wat
3, zou ik u niet te zeggen hebben van 3, den droevjgen fraat myner geeftlyk- 3, heid 5 die veel meer door de afdoe- 33 ningen van 't geld verheft , dan zy 33 door de verminderingen der interef-
33 ften zou kunnen winnen Waar
33 zullen inzonderheid de nonnen bly- 33 ven 3 die vruchteloos een fchuil- 33 plaats by hare geruineerde ouders en 33 vrinden zullen zoeken, wanneer der- 33 zeiver elende my dwingen zal om haar 33 van de Kloofter-gelofte teontllaan ...! 33 onze rampen die reeds zo groot 33 zyn 5 worden alle dag noch droeviger 3, door de peft? die Provence ruineert, 33 en ons van zoo naby drygt. Onze 33 kloofters zyn buiten ftaat om de ge- 33 ringfte onkoften aan te wenden, die 3, men doen zou moeten , om de verdag- 33 te communicatie af te fnyden. Wat 3, zal het wezen 3 indien hetquaad, dat 33 allengs nadert j ons bykomt ? wafc uit- 3, komft hebben wy te verwachten: zal al- 33 les niet moeten omkomcnrgelukkigzul- 33 len in dien tyd die genenzyn : die God
33 het
Philippus van Orleans. 107
„ heteerft uit de wereld zal halen, en die 3, het ongeluk niet zullen hebben van hun „ broeders te zien verloren gaan , zonder
33 hun van enig nut te kunnen zyn
33 Als men ons noch maar briefjes af- 33 eifchte , wy zouden maar al te veel 3, raad weten 3 om die te befcharen 5 maar 35 men wil contanten hebben , daar wy 3, niet meer van voorzien zy ... Myn 3, volk en ik zullen niet oph den God 35 te bidden, dat het hem behage omon- 33 ze regenten zo vee! goedwilligheid 33 voor ons in te boezemen, als hy ons 33 liefde jegens hunne perfonenj en drift 3, om hen te dienen geeft. Hier van bid 33 ik u den heer hertog van Orleans te 33 willen verzekeren
Men verwaarloofde niets om zich te rechtvaaardigen ten opzicht van het af- doen der fchulden van de kroon , en men gaf een lange en nette lyft uit van die5 door Lodewyk den veertienden nagela- ten 3 die op tweeduizent en twee en zeftig milloenen liepen 3 waar van de in- tereften den itaat op 90. millioenen qua- men te ftaan. Deze fchulden 5 volgens de opgeftelde memorie *3 waren op een kapitaal van drie hondert en veertig mil- loenen gebragt ; waar van de intereften 5 door dezelve op twee ten hondert te re- duceren 3 nigt hooger liepen dan zes
Het Leven van
millioenen en negentig duizent gulden. Deze vermindering van fchuld zou een mirakel ge weeft zyn, indien zy nietten koftei* van de particulieren in 't werk ge- ilek was. Dus toonde deze memorie, om 'er geen doekjes om te winden, in \ algemeen aan Vrankryk aan , dat zy by- na twee duizent millioenen verarmt was , en miffchien zou men noch meer gevon- den hebben , indien ieder particulier de lyft van zyn verlies opgemaakt had.
Men zocht ook het getal der adlen te verminderen , met de aótioniften op een zeker getal van die papiere effeóten te be- palen. De Miffiffipifche heren handelaars aan het hof, die zyn koninglyke hoogheid voor zyn rekening genomen had 5 om ze hun rol te doen fpelen , hielden zich zeer wel daaromtrent ; de hertog van Bour- bon, Law, de hertog van Antin , de hertog van la Force , de marquis van Laf fai , en verfcheide anderen , gaven 'er een verfchriklyke menigte van weerom, wonder- In dit hagchlyk tydgewricht gaf de *Yk heer de la Joncheres, een der threforiers cmwerp. var* het extraordinare van den oorlog, een zo zonderling ontwerp omtrent de befturing der finantien in 't licht , als men bedenken kon. Hy nam aan de fchul- den van den ftaat,die der geeftlykheid , en der landen van -I ryk te betalen.,
Philippus van Orleams. 109
de latten van de juftitie , poli9y , en de finantien af te doen , merklyk de fol- dy der troepen te vermeerderen , drie hondert en vyftig duizent man, zo wel in tyd van vrede als van oorlog , op de been te houden , en de zee-zaken te herftellen ; daarenboven wilde hy den koning in ftaat ftellen , om vyfen twin- tig millioenen aan ieder prins van den bloede te geven ; een millioen en vyf maal hondert duizent livres aan de ande- re prinflen, hertogen, marfchalken van Vrankryk , kardinalen , minifters en fecre- tariflen van ftaat, en gouverneurs van provinciën , en hondert duizent livres aan ieder aartsbiflchop', biflchop , abt met ftaf en my ter , aan de preüdenten die men a mortier noemt, aan de procu- reurs- en advocaten-generaals van het parlement van Parys , aan de eerfte prefi- denten van alle de andere parlementen en hoofden van alle fouvereinc gerechts- hoven , aan de luitenant -generaals en veldmaarfchalken , brigadiers van de le-
fers des konings , de opperbevelhebbers er provintien : Niet tegenftaande alle deze onkoften meende hy aan te tonen , dat het gemeen door dit ontwerp zes maal zo ryk zou zyn als tegenwoordig. Om deze heerlyke beloften na te komen, zou degene, die ze deed, het geheim
moe-
ïio Het Leven van
moeten gehad hebben om alle de ftenen in goud te veranderen , en noch zou deze kunft hier toe nauwlyks hebben kunnen toeftrekken. vemuf- om ^e fmantien van den koning met ^e°PT de grootheid zyner ftaten , het getal zy- maardat ner inwoners, hun naarftigheid , en de volg- zd' vruchtbaarheid der landen, te doen even- worden, redigzyn, zou de koophandel daar niet moeten belemmert zyn, de belaftingen op een eenvoudiger en gelykdragender wyze gebeurt worden, die menigte van tolbedienden en commifen afgefchaft , en i^der provintie zou gehouden moeten zyn een zekere fom op te brengen. Daar is 'er geen, of zy zou op deze voorwaar- den met hart en ziel zo veel betalen , als 'er de koning werklyk van trekt : al won- nen zy 'er maar de ongelooflyke voor- delen uit , die de pachters 'er nu door uithalen, zouden zy zich zeer gelukkig fchatten; maar in korte jaren ryker ge- worden door de gemaklykheid van den koophandel , zouden zy in ftaat zyn, om groter fubüdie te kunnen geven. Ik onderltel, by voorbeeld, dat 'er van al het geen men in Normandyen heft, door de verfcheide belaftingen, die op deze provintien leggen , dertig millioenen in 's konings kift komen ; laat men haar de vryheid laten om deze fom , op wat wy-
Phiuppus van Orleans. tt|
ze zy het goedvind , op te brengen > zou zy het niet byeen maken te kry- gen ? het genoegen alleen , dat haar in- woners zouden hebben , van ontllagen te zyn van de knevelaryen der zoutbe- waarders , commifen, collecteurs, ont- fangers en deurwaarders , zou hen eer al hunne kragten doen infpannen, dan dat zy die weer zouden ondergaan. Lc weet, dat 7er, om deze dertig millioe- nen byeen te zamelen, belaftingen zou- den moeten zyn, en dat zy niet zonder kotten kunnen gebeurt worden : maar men zal ook met my moeten bekennen, dat 7er lang zoo veel niet nodig wa- ren.
Moeten danjuift,die de behandelin- gen van konings penningen hebben ryk zyn ? zyn 'er zoo veel van doen? zou- den een of twee ontfangers in ieder ftad niet genoeg zyn? deze particuliere col- lecteurs zouden alle onder een ontfan- ger-generaal van de provintie ttaan , die onmiddelyk aan den controleur-gene- raal , het geen hy van de particuliere collecteurs gebeurt had , zou betalen. Om de betalingen te verhaatten , zou men maar' hoeven te ordonneren, dat de particulieren , die op een gezetten tyd hun tax niet voldaan hadden , gehouden zouden zyn, na verloop van dien , een
ftuiver
H2 Het Leven van
ftuiver of twee op de gulden meer te be- talen.
De belaftingen der huisluiden zouden op de landen zelf en op het vee gezet £yn , en niet op den koophandel , dien zy buiten dien zouden mogen dry ven, veel minder op de ftof hunner kleding, of op de eetwaren. Alle bevry dingen van fchattingen zouden ophouden. De belafting op de landen zou naar gelang der drie of vier laatfte huur-kontradten gefchieden , daaronder begrepen de latten van de boere-fchatting , van 't zout-, hooft-, en onderftand-geld , en andere omgelden , die de landhoefpach- ters gemeenlyk gehouden zyn te betalen. Ten opzicht van de fteden zou het aan de overigheid moeten liaan , daar be- laftingen uit te fchryven, om te weten wat ieder zou moeten betalen, zo wel voor 't recht van winkels te mogen hou- den , als voor koetfen en dienftboden. Brandewyn en andere zaken, die van geen gemeen of noodzaaklyk gebruik zyn , kunnen niet licht te zwaar belaft worden. Ik durf verzekeren , dat in- dien de koning tegenwoordig drie hon- dert millioenen van zyn volk trekt , hy 'er, volgens myn ontwerp, eens zoo veel van zou trekken, zonder dat zyne onderdanen daarom zo elendig zouden
zyn
Philippus van Orleans. 113
fcyn als nu ; en de wyze, die ik voorftel , zou zo gemaklyk in haar werk kunnen gaan , dat ik niet begrypen kan , waarom zy niet reeds ingevoert is. Zou men miflchien van gedachten zyn , dat de veiligheid der regering vereifcht , dat de gemeene man geen overvloed be- zit; dat de armoede de luiden onderda- niger maakt , en dat men zonder die , als het de nood vereifcht , geen foldaten zou vinden.?
De papieren , fchoon buiten gebruik , bleven noch in wezen ; men moeit ze evenwel intrekken : heele boeken zou- den niet genoeg zyn , om de verfchei- de ftreken te befchryven, daar men zich van bediende om hierin te flagen. In het onderzoek, dat men 'er na deed, vond men , of ten minften men veins- de veel meer te vinden, dan 'er op de regifters van de bank aangetekent fton- den. Met een woord, zy hadden het lot, dat zy verdienden te hebben, dat is zy wierden verbrand , gelyk men de briefjes van 't land gedaan had. De be- llommerde fortuinen bleven herftelt, en die op een vaften voet fchenen te ftaan , bleven overhoop gefmeten; alle die fchul- dig waren , raakten buiten fchuld zonder die te betalen , en die geld in te vorde- ren hadden bleven arm.
//. Deel H Ik
H4 Het Le y e n van
Ik kan my niet weerhouden van te neggen 5 gelukkig het volk, by 'C welk het gezag der regeering zodanig gema- tigt is, dat men niet dan aan zyn eigen verderf arbeid , als men 'er zulke om- wentelingen onder verwekt.
De zaken gingen evenwel te Parys niet zonder opfchudding toe. De koets van Law, daar men meende dat hy in^ zat , wierd in duizent ftukken gebroken , en men had alle moeite van de wereld om het plunderen van zyn huis te belet- ten. De geeft van woede en razerny, die 'er verfcheiden aanzette, om zich met eige hand van kant te maken , moeft dien genen voor alles doen vrezen, dien men als de oorzaken dezer rampen aanzag. De hertog van Orleans fcheen onvert- zaagt: het koninglyk paleis was volgens gewoonte open , en deze prins gaf zy- ne audientien zonder wacht , en ver- toonde zich te Parys. Hy verliet zelf Law niet , en bewaarde hem tot de maand december van het Jaar 1720, wanneer hy hem met een ftille trom deed af- trekken.
Deze ongelukkige auteur van Vrank- ryks rampen vertrok in een poltchaize van zyne doorluchtigfte hoogheid den hertog van Bourbon. Hy pafleerde door Valenciennes , en de oudfte zoon van
den
Philippus van Orleans. 1 1 jf
den heer cPArgenfon deed hem een halve etmaal vafthouden in de herberg , daar hy afgeftapt was , en daar hy , niet te- genftaande alle zyne voorzorgen , bekent was geworden. Hy hielt hun vruchteloos voor 5 dat de equipagie, die hem ver- zelde, tot een bewys ftrekte dat hy niet vluchtte: men antwoordde hem wyllyk, dat hy deze foorten van voorzorgen had kunnen gebruiken , om zyne vlucht te beveiligen ; dat men zich niet genoeg van een perfoon verzekeren kon , die alle de geheimen van den ftaat wift; dat het voor 't overige onmooglyk zynde, dat hy niet zou vervolgt worden, in- dien zyne reis zonder verlof gefchied- de , men hem ongehindert zyn weg zou laten vervolgen , zo men binnen een zekeren tyd nergens van hoorde fpree- ken. Het gedrag van dien intendant wierd zeer geprezen.
In deze tyden van verwarring trouw- de de hertog van Orleans mademoifelle de Valois, zyne dogter, aan den erf- prins van Modena uit. Deze jonge prin- ses afgefchrikt, door het gerucht, dat 'er van de uiterfte regulierheid van dat hof liep, daar alles, zo men zeide, vol- gens een zeker ceremonieel gefchiedde, was qualyk te krygen om Vrankryk te verlaten; zy ftortte veel tranen, maar H 2 liet
iió Het Leven van
liet zich eindelyk door de vermaningen en het gezag van zyne koninglyke hoog- heid overhalen. Om het hartzeer van deze princes te verzachten , deed de koning haar heerlyke prefenten; defnoer paarlen, liet kruis, en de oor-pendan- ten , die zy van zyn majefteit ontfong3 wierden op achtmaal hondert duizent li- vres gefchat ; haar andere juweelen wa- ren 'er wel zeventien maal hondert dui- zent waard; haar huitafel, kleerkamer, en de ftoffen die zy meenam, quamen op vyftienmaal hondert duizent livres te ltaan. Ik twyffel of de koning , die enige dogters heeft, een van dezelve aan een uitheemfch prins ten huwlyk beftedende , haar wel beter uitzet zal geven.
De oorlog tegen Spanjen dus afgelo- pen, en Bretagne onderworpen en in ruft zynde, vreefde de hertog van Or- leans niet meer voor de gevolgen van de geheime aanllagen, die 'er tegen hem gefmeed waren; hy ftelde den hertog, de hertogin van Maine , en der zeiver twee kinderen weer in vryheid. De by- eenkomft met den hertog liep vreedzaam af, en men fcheen zich ter goeder trouw te verzoenen , maar de hertogin was zoo licht niet te pajen , zy wilde de reden weten van de ftrenge behandeling, die
men
Philippus yan Orleans. 117
men tegen hen gebruikt had : laat ons daar niet meer van [preken , mevrouw , zei de hertog van Orleans , alles is ver- geven en vergeten; dit woord van ver- geven ftak haar dwars in de kruin 5 zy ging hem met de hevigfte verwyten te keer, en liet zich zelf zo ver door haar drift vervoeren 5 dat zy hem dreigde, dat hy van geen andere handen zou fter- ven,als van de hare. Ydele dreigemen- ten! men bedaarde, en ondanks de fier- heid die men bezat, achtte men zich in \ vervolg gelukkig , als men eens met een vrindlyk oog aangezien was. Voor 't overig gaf deze bevrediging weinig aandoening, de hertog van Maine, van alles ontbloot, en vernedert , hielt zich achter de fchermen , en rechtte niets meer uit.
De wanorder van de bank , en het Nieuwe flecht krediet van haar briefjes, had het °an^ten parlement gelegenheid gegeven , om parie- zich in deze zaak te fteken, want zedert ment* de houding van het gerechts-hof had het zich in 't geheel daar niet mee bemoeit. De hertog van Orleans had zeer ge- wenfcht , in de gifting waar in de ge- moederen waren, dat deze vergadering de maatregelen had voorgoedgekeurt, die hy nam , om de briefjes weer op te beu- ren , daar hy hoop toe had , aangezien H 3 het
nS Het Leven van
het geweld 5 dat deze heren, ter gele- genheid van het arreft van den 2 1 Mei , gemaakt hadden. Maar hy vond zich in fcyne^ er wachting bedrogen , en ont- moette in hen niets dan tegenftand, 't zy dat zy eindelyk begrepen hadden , dat het verval van de briefjes een geluk was , \ zy dat zy de hulpmiddelen , die men daarin wilde gebruiken, voor , een vermeerdering van quaal aanzagen. De achttiende juli zond zyne koningly- ke hoogheid aan het parlement den in- houd van de arreften, die hy wenfchte voor goed gekeurt te hebben. Dit beftondin vyf artikelen:
I. Het parlement zal de akkoorden , door den koning met de Indifche kompagnie, cn door deze weer met de particulieren gemaakt , voor goed keuren.
II. De koning zal aan de kompagnie de 43 millioenen weer afftaan , die zy aan den koning afgeftaan had , 't welk gedaan , zullen 'er geen ren- ten op de Had meer zyn ?
III. De kompagnie zal duizent millioe- nen op ope rekening van de bank ontfangen , te weten vier hondert millioenen , waar van zy twee en een half percent voor *t genot zal betalen , en zes hondert millioe- nen,
Philippus van Orleans. lip
nen, daar zy niets van zal geven.
IV. Men zal hondert duizent nieuwe aótien op dezuidzee oprechten, op den voet van negen duizent livres ieder aólie , van maand tot maand te betalen.
V. De oude aótien zullen zich door zich zeiven voeden , op den voet van drie hondert ten hondert. De ko- ning begeert dat de arreften , die de- ze fchikkingen zullen behelzen, door het parlement zullen geregiftreert worden.
Alle de kamers vergadert zynde raad- pleegden over deze voorftellingen , en verwierpen ze byna eenparig. De be- weegredenen van dit vonnis waren, dat het parlement zich ftantvaftig tegen al- les aangekant hebbende , 't geen 'er in faveur van de bank gefchied was , van haar eerfte oprechting af, het deze ver- gadering geenfins voegde de voorgeftel- de artikelen , welke het voorgaande be- helfden en uitbreidden , voor goed te keuren ; dat men de leden van 't parle- ment uit geen andere oorzaak om hunne toeftemming vroeg, dan om ze, ten minften ten delen, met de haatlykheid van de vernietiging der renten te bela- den , en hen verandwoordelyk te maken voor den onzekeren uitflag dezer nieuwe H 4 fchik-
1 20 Het Leven van
fchikkingen ; dat nademaal de hertog van Orleans het ontwerp 5 zo ver als hy gekant had , zonder hunne toeftemming had voortgezet , hy het ook zonder hun goedkeuring kon ftaande houden; dat 'er reeds maar al te veel actiën waren; eindelyk, dat deze fchikkingen nergens goed toe waren 5 dan om de algemene elende te verlengen 5 en zelf te ver* meerderen.
Deze uitfpraak wierd door de procu- reurs en advocaten des konings den ne- gentienden naar het koninglyk paleis ge- bragt. Den 21, des morgens om drie uren, maakten zich verfcheide detache- menten van de Franfche en Zwitzerfche gardes meefter van alle de poorten van 't paleis; de lyfvvacht bewaarde de ka- mers van 't parlement 3 en ter zeiver tyd bragten de mufquetiers aan alle de prefidenten, raadsheren ? procureurs en advocaten des konings, en aan den op- pergriffier geJlotene brieven ? waar van zy zich een handfchrift lieten geven : die gellotene brieven waren in deze bewoor- digingen opgeftelt.
TT p MYN HEER,
Tiet Par- 7 lement
naarPon- „ Om gewichtige redenen befloten bannen'" " hebbende myn parlementshof van
„ Parys
Philippus van Orleans. 121
3, Parys naar de flad Pontoife te verleg- „ gen 3 fchryf ik u dezen brief met goed- 33 vinden van myn oom den hertog van ,3 Orleans, regent, ,om u op te leggen 3, en te belaften, dat gy u zonder uit- 3, ftel binnen tweemaal vierentwintig „ uren daarnaartoe zult begeven , om 3, daar , volgens gewoonte , recht te 3, doen 3 uit kracht van de declaratie , 33 die men u zal toezenden, en dat gy 33 nergens anders zult vergaderen , on- 33 der wat voorwentzel het ook zyn mo- 3, ge 3 op ftraf van ongehoorzaamheid 33 en beroving van uw ampt. En de te- 3, genwoordige tot geen ander einde 53 ftrekkende , bid ik God 5 mynheer , 3, dat hyu in zyne heilige hoede beware 33 gegeven te Parys den 20. Juli 1727 cc.
Om van de uitvoering dezer z,o on- gehoorde bevelen verzekert te zyn , nam men nette maatregelen. De eerfte pre- fident wierd door een officier in zyn ka- mer bewaart, en men ftelde tvveefchild- wachten aan de deur, om toe te zien, dat niemand met hem Iprak ; het huis des konings had order, om zich marfch- vaardig te houden , of het de nood vereifchte. De wacht te paard en te voet was in verfcheide hoeken van Pa- rys verfpreid, de regimenten des ko- H 5 nings,
122 Het Leven tan
nings , die van Champagne en van Navar- re , waren met verfcheide andere in marfch, om rontom Parys een leger van vyfentwintig duizent man te formeren : onnutte voorzorgen ; de elende en ver- flagentheid waren zo groot te Parys , dat men niets te vrezen had, dan de wanhoop van den een of den ander particulier per- foon ; iedereen had daar genoeg met fyn eige fortuin te doen, en bekommer- de zich weinig om die van 't parlement, wraaraan men zelf verweet, dat het zich niet eer, en toen het noch tyd was, te- gen de rampen , die men nu ondervond , aangekant had.
Ter zeiver tyd dat men zich tegen de opfchuddingen wapende , die in alle geval gebeuren konden , ondernam men de gemoederen voorintenemen , en te bewyzen , dat de zaken in een goe- den ftaat waren. Behalven de verkla- ring deskonings, die het parlement ver- lei, en waarin dit genoodfchap ten ui- terften mishandelt was , ftrooide men onder h gemeen , op de Engelfche wy- ze , een menigte fchriften uit, onver- ftaanbaar voor de meefte lezers ; enige behelsden reglementen omtrent de re- keningen in de bank : andere een nette lyft van de fchtilden van de kroon , ten tyden van den dood des overleden ko-
nings ,
Philippus van Orleans. 123
nings , (die vry wat hoger liepen 5 als op de memorie van den heer Des-Ma- rets , waar van ik een uittrekzel gege- ven heb 3 ) en wat daarop afbetaalt was. Alle deze gefchriften waren met twee of drie woorden te wederleggen:
In wat munt heeft men deze fchulden betaalt ? waar is het goud en zilver ge- bleven , dat men in papier verandert heeft? is het mooglyk dat het papier y 't welk buitenfporig vermenigvuldigt is, weer goud of zilver kan worden ? een van deze memorien, die ik hier zal ter neer ftellen 5 mag tot een ftaaltje voor alle anderen verftrekken, en den lezer in ftaat ftellen om te oordelen.
,5 Daar zyn voor tweeduizent en zes- „ hondert millioenen aan bankbriefjes 3, gemaakt. Daar zyn 'er voor vyfhon- ?, dert en vier en zeventig millioenen 33 verbrand; in de kas van de bank leg- 33 gen 'er noch voor omtrent twee hon- 33 dert millioenen om te verbranden 5 al- ,3 zo zyn 'er noch voor achttien hondert 33 millioenen over. Daar zyn tot hier «3, toe drie middelen uitgevonden 5 om 33 de gezegde fom van 18 hondert mil- 33 lioenen in te trekken ; naamlyk voor 53 eerft 600 millioenen aan renten op de ,3 ftad 3 nademaal de vier hondert ove- 5, rige millioenen die 'er tot de oprech-
» ting
124 Het Leven van
33 ting van de duizent millioenen behoor- 55 den 3 vervult zullen worden door het 33 overfchot der reupitten van de onver- 33 wiffelde kontrakten ; ten tweden 6oo 33 millioenen aan ope rekeningen ; ten 33 derden öoo millioenen aan intekenin- 3, gen : makende alles in alles de voor- 33 noemde 1 8 hondert millioenen uit.
33 Maar dewyl deze verfcheide ont- 3, laftingen eerft na een zeker verloop 33 van tyd den gewenfchten uitllag 5 33 dien men 'er van verwacht , kunnen 3, hebben 5 verzoekt zyn koninglyke 33 hoogheid , dat de koopluiden hem ie- 33 der in 't byzonder met hun raad mo- 33 gen dienen omtrent de middelen , die 33 men zou kunnen gebruiken , om de 33 bankbriefjes en het geld weer in kre- 33 diet te brengen cc.
Het parlement gehoorzaamde, en ^et- te zich, zogoed het kon ? te Pontoife ter neder. De pleiters begaven 'er zich te vergeefs naar toe : daar wierd niets uit- gevoert, by gebrek van advocaten ? die volgens de voorrechten van hun beroep Parys niet wilden verlaten dan in hun landgewaad , om hunne goede vrinden te gaan bezoeken ; die 'er anders verfche- nen , wierden niet heel wel ontfangen ? fchoon men dreigde die gene uit de lyft te fchrappen 3 die hun beroep niet qu^-
men
Philippus van Orleans. 12?
men waarnemen. Men leefde te Pon- toife , gelyk men op de landgoederen gewoon was te doen , men fpeelde grof fpel , en maakte goede qkr 3 en deze ftad herwon ten delen 5 't geen zy by de bankbriefjes verloren had. Egter begon men het arreft van de verplaatzing , of liever van de ballingfchap van 't parle- ment, te regiftreren , en men deed het in de uitgezochtfte en onderdanigfte be- woordigingen. 3) Gehoort, (zeide de 35 declaratie, die de regiftrering ordon- 3, neerde , ) in gevolge van den eifch 33 van's konings procureur-generaal 3 dat 3, het hof zyn ordinare functien zou „ waarnemen , en den koning den ge- 3, woonlyken dienft bewyzen , gelyk 33 totnochtoe gefchied was , met de- zelve oplettentheid en aankleving voor 3, het welzyn van den ftaat en het ge- 33 meen 5 die het in alle tyden gehad 33 heeft ; en het hof voortgaande met 33 den koning blyken van dezelve ge- 3, trouwheid te geven, die het voor des „ konings voorzaten en hem zelf, ze- 33 dert zyn komft tot de kroon tot nu 33 toe, gehad heeft , daar het nooit van „ zal afvvyken , zal men zyne voor- 33 noemde majefteit aller - onderdanigft ,3 fmeken , acht te willen geven op de 33 onheilen en gevolgen van de tegen-
33 woor-
ii6 Het Leven van
„ woordige verklaring 5 en de tegen- 55 woordige regiftrering als een nieuw 55 bewys van deszelfs diepfte onderda- 55 nigheid te willen ontfangen
Gedurende de afwezigheid van 't par- lement 5 deed de hertog van Orleans, om zo te fpreken meefter van het llag- veld , zo veel plakaten uitgaan , als hy raadzaam oordeelde. Derzelver menig- vuldigheid en tegenkanting diende ner- gens anders toe , dan om de grootheid der rampen ? en de onmogelykheid van daar in te voorzien 5 te doen gevoelen. Hy zelf moeft het bekennen , en was ge- nootzaakt, om zyne papieren zo gaauw als het mooglyk was in te trekken, zyn toevlucht te nemen tot de middelen, die hy , ik weet niet hoe dikwils 3 be- looft had 5 nooit te zullen in't werk ftel- len : men vervolgde de aótioniften 3 men drukte de financiers als fpongien uit. De briefjes verloren zo veel in de geopende ontlafting- gaten , als zy onder het ge- meen gedaan hadden , 't geen zich ge- ruineert zag, zonder dat de fchulden des konings betaalt waren: ten minften heeft men doen geloven , dat de vernieuwing en de voortzetting der bclaftingen , waar mee Lodewyk de veertiende de natie bezwaart had, noodzaaklyk waren, om die af te doen.
'tKoa
Philippus van Orleans. 127
'tKon niet wel aangaan, dat het par- Het par- lement te Pontoife bleef , derhalven ^Swte werkte men , om het weerom te doen Parys komen. Eer het evenwel dit verlof er- herfteIt# langde , kreeg het order om zich naar Blois te begeven , 't geen mooglyk ge- fchiedde om het een fchrik aan te jagen , en daardoor over te halen tot het aanne- men der voorwaarden , die men het voor- fchreef. De verzoening gefchiedde op redelyke conditiën ; het parlement be- loofde in 't vervolg reklyker te zyn , en tot bewys regiftreerde- het in voorraad te Pontoife zekere plakaten , die de la Vrilliere daar bragt : tot beloning hier- van , wierd 'er toen gezegt , beloofde men het parlement , dat alle de brief- jes, waarvan iemant zyner leden de hou- der was, in geld zouden verwiflelt wor- den. Dus word het gemene welzyn dik- wils aan het particulier voordeel van die genen opgeofferc , wier plicht meebrengt het eerfte te befchermen.
Ik verzoek dat deze overweging als een uitweiding mag aangezien worden, want ik kan niet geloven , dat zulk een genoodfehap, als het parlement is,dier- gelyk een verdrag zou aangegaan heb- ben , en ik onderlid , dat het gerucht, dat 'er in dien tyd van gong , te ene- tnaal valfch was 5 of mooglyk den een of
den
128 Het Leven van
den ander zyner leden in 't particulier betrof.
De kaniïelier, die den grootften roem te verliezen had , was het meeft van al- len verlegen. Deze plakaten , vooral die tegen het parlement waren , welke hy ondertekenen moeit, konden weinig dienen om dien te handhaven. Hy ver- zocht om zyn affcheid, en men gaf hem acht dagen om zich te bedenken. Fre- ne is een redelyk fraie verblyfplaats, maar hy had liever te Parys gebleven. Na verloop van den beraad -tyd wierd hy handelbaar, en zegelde alles wat men wilde , gelyk d^Argenfon had kunnen doen. By deze gelegenheid zette men op de deur van zyn paleis de volgende latynfche woorden , Et homo fallus ejl , dat is , en hy is een Menfch geworden.
De vriendfchap tuflchen zyne koning- lyke hoogheid en het parlement duurde niet lang : naauwlyks was het van Pon- toife te rug gekomen , of men begon een overleg te maken , om het te zen- den vanwaar het gekomen was. Men wilde weer een tiende op de vafte goe- deren invoeren , het hooftgeld vermeer- deren, en de duizent millioenen van het kapitaal der renten op liet ftadhuis , op de helft verminderen. Alle deze voor- stellingen quamen uit het brein van Pel-
letier
Philipfus van Orleans. 129
leder dr Ia Houflaie 3 onlangs in de plaats van Pelletier des Forts gekomen 3 die op Law gefuccedeert was. D'Argenfon leefde in dien tyd noch, 't welk in *t be- gin van januari 1722 was , en men meen- de dat hy herroepen zou worden , geen vele wenfchten , want fchoon hy niet 2£er bemind was, achtte men hem even- wel meer dan de meeften , die in bedie- ningen waren. Het parlement bdog5 en de ruit wierd allengs herftelt, wel te verltaan , dat dit duurde , tot dat 'd weer een nieuwe oorzaak tot moeiiyk- heid ontitond.
De hertog delaForce, prefident van Zowkt- den finantie-raad , en lid van dien van g"|gprQf de regering 5 wierd fterk verdacht ge- houden , van goed deel gehad te heb- ben aan de voordelen, in de ftraatQuin* campoix gedaan. ^ Men zei opentlyk, dat hy zyne briefjes in wezentlyke ef- fecten had verkeert , met een menigte van fpeceryen te doen opkopen. Deze heer, tot het binnenfte geraakt over de- ze geruchten , beklaagde 'er zich over aan den hertog regent, en verzocht zelf om commiiTariilen. \ Geval wilde , dat men ter zeiver tyd in het kloolter van de grote Auguftynen voor anderhalf millioen aan fyne fpeceryen aanhaalde : eerlt zeide men , dat zy voor rekening
II Dea I van
130 Het Leven van
van enige koopluiden van S. Malo wa- ren ; maar de genen, die 'er hun naam toe geleent hadden, verklaarden, dat deze effetten aan den hertog de la Force be- hoorden. Des konings procureur , 'du Chatelet, maakte het proces verbaal van deze ontdekking op , maar wetende dat de zaken , die hertogen en pairs van Vrankryk betroffen , niet van zyne be- voegtheid waren , gaf hy de zaak aan den procureur -generaal over. Op des- zelfs verzoek vergaderde het parlement den 1 J februari : de zitting duurde vier uren ; men had 'er alle de prinflen van den bloede by genodigt ( uitgenomen den regent) en 18 andere hertogen, de- wyl zonder dat alles , 't geen men tegen den befchuldigden mogt aanvangen, van nul en gener waarde was.
De foort van misdaad , daar het pro- ces over was , had de gemoederen met verontwaardiging vervult : en in der daad daat ftak iets lafs en haatlyks in. De driftigfte waren van gevoelen , dat men arreft op zyn perfoon zou verlenen ; maar de marfchalk de Villars kantte zich daar fterk tegenaan ; hy fprak met lof van den hertog van la Force en zyne voor- ouders , en zyn befluit was , dat men , ccr men verder gong , horen moeft, wat gemelde hertog tot zyn verfchoning in
te
Philippus van Orleans. 131
te brengen had : fcyn raad wierd gevolgt , en die heer gedagvaart om gehoort te worden. Hy begaf zich naar het parle- ment, maar dewyl hy weigerde zyn de- gen af te leggen, wilde men hem ook geen gehoor verlenen. De hertog regent, over dit ceremonieel artikel om raad gevraagt , liet de uitfpraak daarvan aan 't parle- ment. Ondertuflchen dat men deze zaak onderzocht , begaf zich een commiflaris gewapenderhand naar een huis, naait het paleis van la Force , op voorwentzel, dat 'er koopmanfchappen in waren, wel- ke dien hertog toebehoorden. De her- tog quam op flag, en vroeg, door wiens order zy te werk gongen, die door den commilfaris getoont wierd ; de hertog rukte ze hem uit de hand , ' en belette hem huiszoeking te doen : zie daar een twede proces verbaal , dat , gelyk het eerfte , en om dezelve reden , in handeh van den procureur-generaal geftelt wierd. Men vergaderde om 'er over te raadple- gen ; een deel hertogen woonden deze vergadering by , waaronder die van la Force zelf was , die fpreken wilde , en eene memorie inleveren , maar men be- laftte hem buiten te ftaan , en meri fprak met meerderheid van Hemmen een von- nis van perfonele indaging tegen hem
1 2 uit 3
132 Het Leven van
uit , op deze reden gegrond , om dat hy de gerecht spie ging weerjlaan had.
Dit vonnis wierd te ftraf geoordeelt: de hertogen , met verlof van \ hof, verga- derden by den aartsbiflchop vanRheims, eerften hertog en pair van Vrankryk ; het befluit dat zy namen , was , dat het par- lement al te ver gegaan was , en dat na- demaal de raadsheren hun tabbert aan- hielden, wanneer zy gedagvaart waren om verhoort te worden , zy hun gezag waren te buiten gegaan , eifchende dat de hertog de la Force zyn degen zou af- leggen : en dat de koning zou verzocht worden , om deze zaak voor zyn raad te beroepen. De koning bewilligde hun verzoek , en het arreft hiervan .wierd hun den laatften februari aangekondigt. Het parlement oordeelde zich beledigt, en liet den koning bidden van de zeer onderdanige vertogen aan te horen , die het hem hierover te doen had. De her- togen zelf, die 'er om aan hadden ge- houden , merkten de fout die zy begaan hadden , door een van de befte hunner privilegiën af te itaan , en voegden zich by het parlement, om de kennisneming van deze zaak weer aan zich te krygen. De hertog van Bourbon , de graaf van Charolois , en de prins van Conti onder-
fteunden
Philippus van Orleans. 133
iteunden dit verzoek , en bewogen he- mel en aarde om het door te dringen.
De eerfte maart was de beftemdedag, om hunne vertogen aan te horen. De heer de Mefmes, eerfte prefident, over- trof zich zeiven by deze gelegenheid, hoe weinig tyd hy ook gehad had, om zyn redenvoering op te ftellen : de ken- ners zagen die voor een meefterftuk aan , waarin de bondigheid van de redene- ring , en de deftigheid van de uitdruk- king, elkander verzelden en onderlteun- den.
Hy bewees , dat deze aftrekking te- gen de belangen van de prinffen van den bloede en van de hertogen en pairs ftreed , en dat zy heilige en onfchend- bare gewoontens te keer ging. 5, Wy „ zullen uwe majefteit, zeide deze ma^ * ,5 giftraats - perfoon , de zaken eenvou-
dig voorftellen. Wy zullen u de on- „ betwiftbaarfte gronden voor ogen „ houden, en onze voorrechten verto- 3, nen ; en wy zullen met vertrouwen „ de uitwerkzelen van die goedheid af- „ wachten , die uwe majefteit alle hare „ onderdanen doet gevoelen , en wraar- „ van zy vooral blyken aan de prinffen „ van haar bloed moet geven. Uwe „ majefteit, vervolgde hy, weet de on- 3, vermydelyke verplichting , die wy
I 3 „heb-
1 34* Het Leven van
„ hebben , om de order en policy in 35 uw ryk te handhaven 5 en om de waak- 55 zaamheid en den yver op te wekken 55 van de amptenaren , die geftelt zyn 35 om die te onderhouden , en hun ge- 55 zag te onderfteunen.
55 Deze oplettentheid 5 zo noodzaak- 35 lyk ten allen tyden, is het noch meer 35 in deze ongelukkige dagen van de ge- 35 mene rampen , waar in uwe onderda- 53 nen 5 byna van alle hunne have ont- 55 bloot 5 de noodzaaklykfte koopman- 35 fchappen voor het leven tot een zo bui- 55 tenfporigen prys geftygert zien. Wy 35 hebben altyd voorzien 5 dat 'er tegen 35 uwe ordonnantiën ftapels van allerly 55 foorten van waren zouden gemaakt 35 worden, en dat luiden van allefly be- 33 roep ongeftraft een monopolie zouden 35 oprechten , die zo uitdruklyk verbo- 3, den is. cc
Na de zaak van den hertog van la For- ce onvouwt, en de bewyzen aangebragt te hebben, en aangetoont, hoe zeer de rechten van de printten van den bloede5en van de hertogen en pairs,door deze betrek- king tot een andere rechtbank, gekrenkt waren, en dat het eerlyker en veiliger voor hun was, in het parlement gevon- nift te worden , voegde hy 'er by : " Si- 5, re, de ftaat der printten van uwen bloe-
Philippus van Orleans. 135
<>, de, en van de pairs van uw ryk, zou „ ongelukkiger zyn dan die van uwe
„ minfte onderdanen Zy zouden
,5 van eene commiiïie afhangen , en de 3, eer van de eerfte luiden van uw ryk 3, zou kunnen toevertrouwt worden aan 33 menfchen, by toeval byeen gefchraapt, 33 aan deze willekeurige zittingen 5 die 33 nooit vertrouwen inboezemen 5 die 33 geen beftendigen duur hebben 5 die 33 byna zo gaauw verdwynen 5 als zy aan- 33 geftelt zyn : en de prinflen van uwen 33 bloede ? en pairs van uw ryk , om den 33 befchuldigden niet te verlaten, en om 33 voor zyn behoudenis te waken, zou- 3, den zich genootzaakt zien5 om zich 33 by onbekende rechters, en by vier- 33 fcharen te voegen, diedikwils minder „ van rang zyn ) 't geen zy niet zouden 3, kunnen doen, zonder hunne waardig- 33 heid veracht te maken en ten toon te 3, ftellen.
„ Maar 't geen de begeerten van de „ prinfTen van uwen bloede, en van de „ pairs van 't ryk vermeerdert, om geen „ andere rechters dan het parlement te 3, hebben, is de kennis, die zy, uit ci- 3, geervarenheid 5 hebben van de naauw- ,3 keurigheid , waar mee de wetten daar- 3, in gehandhaaft worden. Nademaal zy 33 onbequaam zyn , om een ftap te doen I 4. „ te-
136 Het Leven van
5, tegen de getrouwheid, die zy u fchul- 3, dig zyn , en tegen de wetten, die de 3, eer en hunne geboorte hun voorfchry- 3, ven 3 die regels, die de misdadigers 3 3 doen beven 5 de onfchuldigen geruft 33 ftellen, is het hun genoeg een vier- 3, fchaar tot rechters te hebben , waarin 33 die met de uiterfte naauwk-eurigbeid ,3 in acht genomen worden. Zou uwe 33 majefteit de prinflen van uwen bloede, 33 die uit de geboorte een delibererende „ ftem in \ parlement hebben , en de 3, pairs van Vrankryk, die den eed in 33 het hof der pairs afleggen , van de 33 eertekenen en voorrechten willen 33 beroven 3 die zy aan alle de amtena- 33 ren van 't parlement niet betu iften 3 33 welke in een criminele zaak niet dan „ door hun genoodzelfchap gevonnift 33 worden? Wy kunnen uwe majefteit ver- 33 zekeren, dat zo het recht der prinflen „ en der pairs onbetwiftbaar is, zy daar 3, van onheuglyke tyden af in 't bezit 3, van zyn. Wyzien in onze regiltcrs, 3, dat wanneer de andere parlementen 3, de pairs van Vrankryk hebben willen „ vervolgen , de koningen uwe voorza- „ ten bellift hebben , niet als een nieuw „ recht, maar als een recht dat met de „ inftelling van 't parlement, en de na^ „ tuur van het pairfchap verknocht is 3
„ dat
Philïppus tan Orleans. 137
5, dat geen pair van Vrankryk gehou- „ den is te pleiten 5 te antwoorden , noch 95 zelf te recht te ftaan 3 over zaken, zyn „ perfoon en het recht van het pairfchap 55 rakende , voor enig ander hof of rechts- „ gebied 5 dan alleen voor het parlements- 3, hof van Parys, dat het hof der pairs is cc.
By deze redenen voegde hy een klagt, in uitdrukkingen 3 die te gelyk fterk en eerbiedig zyn 33 Daar is ons niets meer 33 overig 3 zeide hy , dan uwe majefteit „ recht te verzoeken over de wyze5waar- 33 op deze zaak voor uw gerechts hof ge- 33 trokken word. De koningen zyn niet 3, gewoon hun begeren aan hun parle- 33 mei^t bekent te maken 5 dan door pla- 3, katen,' declaratien, of openebrieven ; 33 't is ons zelf door uwe ordonnantiën 33 verboden , eenige acht te geven op 33 alles 3 wat niet in de gedaante van 33 openebrieven gefchied is.
33 Om kort te gaan , was zyn befluit, 3, de drie prinflen van uwen bloede 3 3, die by onze raadplegingen zyn te- 33 genwoordig geweeft 5 hopen van 33 iiwe majefteits goedheid , dat zy wel 33 zal willen een arreft 3 dat hun zo na- 33 delig is 3 herroepen 5 en zy verwach- 33 ten dit met zo veel te meer vertrou* 33 wen 3 om dat men hun niet kan wy- 33 ten 3 dat zy 'er hun, ftem toegege^ I 5 » ven
138 Het Leven van
3, ven hebben. Zy zyn wel verzekert i 3, van in den heer regent de zelve ge- 33 moeds-leidingen te vinden als in uwe 33 majefteit ; uit het zelve bloed gefpro- 33 ten als uwe majefteit, heeft hy de zel- 33 ve gevoelens , uit het zelve bloed ge- 33 fproten als de prinflen 5 die by U om 33 recht fmeken, heeft hy de zelve be- 33 langen «
Het antwoord vanden kanflelier was een taftelyke blyk van de welgegrond- heid der vertogen. Hy verzekerde , dat fcyne majefteit, met het bewufte arreft te laten uitgaan, de minfte inbreuk niet had willen maken in de voorrechten 3 aan de waardigheid van pair van Vjankry k verknocht 3 noch in het gezag, dat hy zyn parlement aanvertrouwde.; dat ge- fchillen van deze natuur voör het oor- deel van zyne majefteit befpaart wierden 3 dat de onenigheid zelf, die zy onder de pairs hadden doen ontftaan, voor den koning een nieuwe beweegreden ge- weeft was , om zich met deze zaak te bemoeien. ,, De zaken zyn ten dezen 9, opzichte noch in haar geheel voeg-
de 'er myn lieer d'Aguefleau by, het ge- „ geven arreft toont allehig aan , dat de „ zwarigheid gewichtig genoeg gefche- „ nen is , dat de koning die liet onder- 5, zoeken. Maar zyne majefteit heeft
3, zich
Philippus van OrleanSo 139
55 zich noch niet verklaart omtrent het „ befluit, dat 'er op dit beroep volgen „ zal ; zy heeft zich vergenoegt met in ,5 dit arreft te zeggen , dat daarin zal 35 voorzien worden 5 zodanig als het be- 55 hoort. En nademaal niets in dezen. 5, ftaat verhindert 5 dat de zaak weer aan 35 't parlement kome 5 moet deze verga- 55 dering afwachten 5 dat het den ko- 35 ning behage haar zyne mening te laten 35 weten 5 die altyd ftrekken zal om de al- 55 gemene rechten te handhaven 5 om 55 de billyke prerogativen van zyn par- 5, lement 5 en de ware voorrediten van 5, het pairfchap te bewaren ? en om de 5, order en ruft in alle de delen en in al- 55 leftaten van zyn ryk te doen regeren cc.
Dit antwoord gaf vooruit te kennen wat 'er gebeuren zou. Den tienden maart wierd de hertog de la Force door eene declaratie des konings weer aan 7t parle- ment te rug gezonden , en deze declara- tie wierd met voorzichtigheid geregis- treert. Het arreft 5 waardoor dit gefchied- de 5 hield in 3 dat daaruit niet volgen moeft 5 dat 'er enige brieven omtrent de criminele proceflen der prinflen en pairs nodig waren 3 dat zy op generly wyze enig nadeel zou toebrengen aan de rechten en prerogativen der prinflen en pairs 3 ea anderen 5 die zitting in 't ge- rechts-
140 HetLeven VAN
rechtshof hadden , om niet in het parle- ment op de gewoonelyke wyze gevon- nift te worden.
Op den zeiven dag ten vier uren na de noen begaf zich de hertog de la For- . ce zonder degen naar het parlement : zyn verhoring duurde vier uren. Na verfchei- de zittingen 5 want dit proces was heel verwart , quam 'er den 7 juli een von- nis uit, behelzende in fubftantie , dat de kamers vergadert, en genoegzaam met pairs voorzien zynde, ordonneerden, dat de hertog de la Force gehouden zou zyn met meer omzichtigheid te werk te gaan , en in 't vervolg een onberifplyk gedrag te houden , gelyk het zyn geboorte en de waardigheid van hertog en pair voegde ; Oriënt doorgeftreken , en van zyn gild vervallen ; Landais, Bernard en du Pare beftraft , en veroordeelt in 6000. livres aan fchade en intereften, en in alle de kof- ten ; en dat de waren geconfisqueert zou- den zyn, twee derde aan het algemene gafthuis , en de andere derde ten voor- dele van de kruideniers. Dit arreft was in zich zeiven zacht , maar ten opzicht van een hertog en pair viel het hart, en alle de genen, dieper door veroordeelt wierden, hadden enig verband met den hertog de la Force , een van hen was zelf zyn fecretaris , en het bleek genoeg uit
Philippus van Orleans. 141
het preses , dat zy met hun allen niet ryk genoeg waren , om zulk een grote quan- titeit fpeceryen te hebben kunnen opko- pen. Zonder twyffel dat het parlement zich nergens anders om van zoo veel ge- matigtheid omtrent dezen heer bedien- de , dan om de andere pairs te doen ge- voelen , dat het voor hen veel zachter zou zyn , in deszelfs handen te verval- len , dan in enige andere. De zaak maak- te zo veel te meer gerucht, om dat de gene , dien het pro£es aangong , be- halven zyn geboorte en groten rang, een van die vernuftige filozofifche ver- ftanden was , welke van alle deze foor- ten van zwakheden fcheen ontbloot te móeten zyn.
Het foort van gerechtshof,aangeftelt om °"^n het gedrag der bewinthebbers5kafTiers5en aVon-"1 kommifen van de kompagnie der Indien '«h£ en van de bankte onderzoeken, ontdek- handen- te wel andere guiteftukken. Men vond gen van dat Law achttien millioenen aan de bank c bank* fchuldig was ; dat 'er, in de maand van november 17 19, veertig millioenen in geld uit de bank gegaan waren , die 'er eerft in briefjes op het einde van feptem- ber 1724 weer in waren gekomen, en dat de bewinthebbers voor hondert mil- lioenen aan briefjes hadden ingehouden, van die gene , die zy naar het ftadhuis
moeften
142 Het Leven van
moeften zenden,om daar verbrand te wor- den. Een van de minft-fchuldigen was een zeker Rhigt, die alleen overtuigt wierd van zeven millioenen ter zyden af- gewent ? en naar vremde landen ver- zonden te hebben. Deze navorfchingen der behandelingen van de amtenaren der bank en van de millioenariflen , gelyk men ze in dien tyd noemde , verlichtten het volk niet meerder, dan die van de generale pachters en financiers in 't be- gin van 't regentfchap : maar ten minden had het enige oorzaak om zich te troof- ten met de publieke verkoping , die men van den boedel hield van de oorzaak van deszelfs rampen , ik wil zeggen van den beruchten Law , en met de confifcatie zyner landgoederen , waaronder ''er veer- tien getytelde waren , waarvoor hy hul- de gedaan had aan den koning, toen hy den eed voor het ampt van controlleur ge- neraal aflei : zyn broeder , dien hy by zich ontboden had, om den buit van Vrankryk met hem te delen , wierd ter zeiver tyd uit de baftilje, daar men hem eerft gezet had , na de conciërge over- gebragt, om daar te blyven, tot dat hy zyne fchulden betaalt zou hebben.
De briefjes waren Vrankryks enige plaag niet , maar Provence wierd ook door de peft aangetaft ; Marfeille , die
door
PHILIPPÜS VAN OltLEANS. H3
door haar groten koophandel Amfter- dam haaft begon naar de kroon te fteken , wierd tot een nare wildernis ; en de vlam lei meer dan twee derde delen van Ren- nes , hooftftad van Bretagne, in de afch. Een brief 5 uit deze laatfte rampzalige ftad gefchreven , en die toen in druis ge- geven wierd, eindigde, na dezen droe- vigen brand op de hartroerentfte wyze afgefchildert te hebben, met deze woor- den: ik durf u niet berichten , mynbeery waaraan men dezen brand toejchryfi , die men zegt met de flambouw in de hand veroorzaakt te zyn ; de gedachten alleen daar van moet een ieder doen yzen.
Zie hier deze gedachten , die ik my zmneio niet zal ontzien te ontwimpelen , om z? lafte" dat ik het nergens anders om doe , dan nng* om aan te tonen , hoe ver de laftering woedde tegen een prins, dien zyne ge- boorte en grote perfonele hoedanighe- den hoog moeften doen achten. Men zei dan, en zelf opentlyk genoeg, dat 'er geen provintie was , die men meer vreefde dan Bretagne , om haar verbin- tenifTen met Spanjen , om den imborfl harer inwoners , en vooral , om de ge- fchillen die men met den adel en het par- lement gehad had; en dat men, om haar te beletten , van ter gelegenheid van 't verval der bank een opfchudding te ver^
wek-
1^4 Het Leven van
wekken , dit barbaarfch middel gebruikt • had 5 om haar te dwingen ruft te hou- den. Ik betuig oprecht , dat ik van de- ze achterdocht niet zou gerept hebben j indien ik 'er de geringfte fchaduwe van waarfchynlykheid in gezien had. De vre- de was met Spanjen gemaakt > en de misnoegden konden daar geen byftand van verwachten ; het parlement , en de adel , hadden zich t'eenemaal onder- worpen , en het gemeen, hier, gelyk overal, bezig met de wrakken van hun fortuin, die door Laws ontwerp fchip- breuk geleden had , byeen te verza- melen, was 'er ver vandaan, van eni- ge gedachten tot oproer te herber- gen.
Het afgebrande deel van Rennes had maar uit houte huizen beftaan, en de ftraten waren 3er zeer naauw, zo dat het weinig fcheelde, of de gevels van de hui" zen raakten elkander ; men had niet eens , maar hondert maal voorfpelt , dat , indien 'er brand in deze quartieren quam , het 'er droevig uit zou zien : de brand begon in het huis van een fchrynwer- ker, welke dronken zynde een groot vuur van fpaanders had aangeftoken , om zyn vrouw te verbranden ; de wind was hevig , en liep alle ogenblik om ; de ïolders lagen vol takkeboflen, verfchei-
PttiLIPPUS TAN ORLEANS.
de huizen waren met dunne planken ge- dekt * was het dan zo groot wonder, dat het vuur zo veel ravage maakte? ea moeft men 5 om dit te doen begrypen, zyne toevlucht tot een uitlegging ne- men , die ruim zo misdadig als dwaas is ?
Ten minften had het ryk midden in deze algemene en byzondere rampen geen binnenlandfche noch uitheemfche oorlogen te vrezen. Meefter van bin- nen, en geacht van buiten , had de her» tog van Orleans, door zyne ftantvaftig- lieid, en fchranderheid, weten de min- fte gelegenheden daartoe uit den weg te ruimen ; de hartnekkigfte vyanden der natie waren zyne vrinden en befcher- mers geworden: wat is 'er aangelegen, of hy het voor zyn eyge belangen , en om zyne vorderingen te verzekeren, ge- daan had , was daarom het voordeel daar van minder wezentlyk en duurzaam ? en kan men niet zeggen, dat Vrankryk verloren was geweelt , indien zy onder- nomen had de aanfla^en van den cardi- naai Alberoni te onderiteunen.
De abt du Bois was het werktuig ge- Verfceé weeft, waarvan hy zich bedient had om £yne vreedzame ontwerpen uit te voe- duBoi^ ren, en hy was ook de enige, met wien hy ze gefmeed had. Deze minifter,aan des- zelfs belangen teenemaal overgegeven,
11. DeeL K Ind
146 Het Leven van
had geen moeite noch ongemakken ont- zien , hy was te Londen , in den Haag , en te Hanover geweeft, en had overal in zyne handelingen geflaagt , derhal- ven was het ook niet meer dan billyk, dat hy 'er voor beloont wierd.
De vriendfchap 5 die zyne koningly- ke hoogheid voor hem had, en het ge- wicht der dienften, die hy hem bewezen had, verdienden wel eep rykelyke belo- ning , derhalven wierd hy voor een be- gin fecretaris van ftaat voor de buiten- landfche zaken gemaakt , maar kort daar- na wrerkte men om hem cardinaal te ma- ken, maar Clemens de elfde koos den aartsbilTchop van Rheims hier toe, en men maakte hem by provifie, om een gunftiger tyd af te wachten , aartsbif- fchop van Camerik. De opvolger van Clemens den elfden, beter wetende van wat gewicht liet was , den gunfteling van den regent van Vrankryk door by- zondere banden aan de roomfche kerk te verbinden , deed op de bevalligfte wy- ze, 't geen zyn voorzaat niet had wil- len doen. De cardinaal van Rohan , die men met deze onderhandeling by zyne heiligheid belaft had , berichtte den uitflag daarvan in byzonder ftre- lende uitdrukkingen voor zyne nieuwe eminentie , zeggende , dat Innocentius
Philippus van Orleans. 14.7
de dertiende hierdoor een oude fchuld van zyn voorzaat en van de kerk afbe- taalde, voor de grote dienften , die de- ze prelaat , zo wel aan den een als aan de andere, zedert het regentfchap bewezen had ; dat zyn heiligheid aan zyne ko- ninglyke hoogheid dit inftantelyk ver- zoek niet had kunnen weigeren , voor een perlbon, die de kerk en het ryk zo wel beftuurde. De brief van den paus was niet minder verplichtende : hy fchreef , dat hy dezen prelaat tot het purper verheven had , niet alleen om zyn perfonele verdienften , maar ook ter oorzaak van zyne grote dienften aan de kerk bewezen, nademaal hy een van die genen was , die het meeft toege- bragt hadden, om dezelve in ruft te bren- gen.
Zo dra de courier met deze brieven aangekomen was, geleidde zyne koning- lyke hoogheid den aartsbiflchop van Ca- merik by den koning, enzeide; „Sire, ,> ik heb de eer van u den aartsbilfchop „ van Camerik aan te bieden , aan wiens „ yver uwe majefteit de ruft van den „ flaat , en den vrede van de kerk van „ Vrankryk verfchuldigt is ; die zonder
hem door een yflyke fcheuring ver- „ deelt zou zyn geweeft. De paus , om
zulke gewichtige dienften te erken- K 2 5>nen,
148 Het Leven van
„ nen , heeft hem met een cardinaals „ hoed beloont cc.
Weinig dagen daarna verzocht men den marquis deTorci, om zich , ten be- hoeve van den nieuwen cardinaal , van het ampt van opziener over de pofteryen te ontdoen, mits een wedde vanvyf en veertig duizent livres daarop behouden- de ; hy kreeg ook de vertrekken van de Thuilleries, die de hertogin van Venta- dour bellagen had , terwyl zy gouver- nante van den koning was ; by alle deze tekenen van gunft voegde men verfchei- de ryke abdyen , zo dat hy , byna in een ogenblik , een der rykfte heren van 't ryk wierd. Hy was zelf al te hoog ver- heven , om naderhand in den raad te ver- fchynen , zonder 'er een gediftingueerde plaats te hebben ; en dewyl men noch het belluit niet genomen had , om de hinderpalen, die men voorzag omtrent deze voorzitting te zullen ontmoeten, met geweld omver te werpen , woonde hy die vergaderingen niet meer by , en zyn bediening van ftaats-fecretaris in de buitenlandfche zaken wierd aan den gra- ve van Morville , zoon van den heer Ar- menonville, gegeven : maar fchoon hy afwezig was , was hy 'er evenwel het voornaamfte beweegrad af , en zonder den rang of den titel van eerften ftaats-
dienaar
Philippus van OpvLeans. 149
dienaar te hebben, nam hy 'er de bedie- ningen van waar , zedert dat de heer d'Argenfon het hof verlaten had , en Law gevlucht was.
Zyn verheffing maakte den nyd gaan- ^.^ord de, en men kan niet geloven hoe ver lykafge- die gong. Laat men al het venyn fchüderr. te zamen rapen , dat de haat en quaad- aardigheid over de gunftelingen der vor- ften hebben uitgefpogen , en men zal bevinden , dat men ze noch zeer ont- zien heeft 3 in vergelyking van dezen. Daar was maar een enig artikel , waar- over men hem niet te keer gong, naam- lyk zyn getrouwheid voor de belangen van den hertog van Orleans, en de he- vige en oprechte genegenheid , die hy voor zyn perfoon had. Indien men de pasquillen , de liedjes , de prenten zelf wilde geloven , die 'er met hopen uit- quamen, had hy noch godsdienft, noch deugt, noch eer , noch gevoelen van menfchlykheid , zelf had hy generly verdieniten , en was te enemaal onbe- quaam tot de bedieningen , die men hem toevertrouwde ; hy had altyd in de de- bauches geleeft , zonder ooit geweten te hebben wat liefde was , en in debau- ches van allerlei foort : de dag dat hy priefter wierd , was de eerfte dag dat hy het nachtmaal ontling, en 't geen in K 3 zom*
1
ïjo Het Leven van
sommige opzichten noch nimmer was dan dit alles , men befchuldigde hem met al het quaad , dat men de onbefchaamt- heid had van zyn meefter op te leggen ; men ftrooide zelf uit , dat hy getrouwt was , dat de heer de Bretueil , intendant vanLimoges, uit de griffies, en uit de regifters van de parochie, kopy van alle de acten had laten lichten , en van de papieren , die tot bewys konden ftrek- ken , en wanneer men dezen intendant onder zyn minifterie fecretaris van oor- log zag worden , ging dit vermoeden voor een onwederfpreeklyke waarheid door.
Hervor- De billikheid vereifcht, dat ik dit haat- éituJ™ lyk portret een weinig hervorm : wat per- tret. foneel misnoegen ik en myne familie te- gen dezen minifter hebben , zal ik egter hem graag zyn verdiende recht bewyzen. Zyn ftatuur was minder dan middelma- tig, en heel fchraal , zyn temperament vol vuur : niet alleen had hy verltand , maar \ was een fraie geelt ; zyne onder- handelingen , waarvan hy alleen het geheim en de belturing had , kunnen daar getuigen van itrekken , en hem te willen van die kant zwart maken , was zulke blyken van zyn haat geven , dat men omtren^al het overige geen geloof verdiende. By zyn uitmuntenden geeft
voegde
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 1)1
voegde hy een ftantvaftigen aandacht , en een hartnekkig blokken ; nooit heeft miiïchien iemand zo veel gearbeid , als hy deed 5 zedert dat hy de enigite ver- trouweling van den hertog regent ge- worden was. Wat de qualiteiten van 't hart aangaat , hy was niet wreed noch wraakzuchtig , en had het nooit op ie- mand anders voorzien, als op de vyanden van den hertog van Orleans , behalven dat al zyn haat zich noch bepaalde , met hen te beletten van iemand te kunnen déren , eer als dat hy hun wezentlyke onheilen zou veroorzaken ; hy was zelf een goed vrind, en fchoon hy den heer d'Argenibnin een gewigtige gelegenheid verlaten had, handhaafde hy hem in een overfchot van gezag en aanzien , en droeg zorg voor deszelfs twee zoons : fpyt de nyd zal zyn blakende yver voor zyn meefter altyd door eeriyke luiden voor een deugd aangezien v orden , ten- minften voor een bewys 3 dat hy goede gevoelens had.
Ik wenfchte wel dat ik hem omtrent de andere beichuldigingen kon recht- vaardigen ; maar het is zeker , dat hy nooit groten godsdienft bezat , en dat zyne zeden weinig met de geeftlyke waardigheden 5 daar hy naar ftond, overeen quamen : had hy zich ten min- K 4. ften
lp Het Leven van
ften omtrent een heel grof gebrek , dat men zelden anders als in 't janhagel, en in de krygsluiden over ''t hoofd ziet , ge- betert ! in de vervoertheid van toren, waaraan hy door zyne levendigheid zeer onderhevig was, ontviel hem Gods hei- lige naam dikwils, met de onbetaam- lykfte uitdrukkingen verzelt. Toen hy tot gewichtige ftaatspoften gevordert was , maakte hem de overkropping van zaken heel gierig op zyn tyd ; als men hem enige ogenblikken daarvan deed verliezen , en bleef aanhouden op de ver- doeken of de vertogen die men te doen had, wierd hy door de toorn vervoert, en hy drukte zich in zyne gehoorgevin- gen uit 5 gelyk hy in zyn particulier ge- woon was te doen : de hertogin van .... had hier op een dag de proef van , en al het antwoord, dat zy kreeg, was een van die tére uitdrukkingen; zy ging 'er aan den hertog regent over klagen, die heel koel tegen haar zeide , ik weet dat hy brutaal is, maar ik heb my altyd wel by zyne raadgevingen gevonden. De- ze hertogin, die nu al op haar jaren was, had altyd voor geen veftaalsche maagt gcpafFeert. .
Men zal zonder twyffel aangemerkt hebben , dat men in de brieven , die ik aangehaalt heb , ter gelegenheid van
den
Philippus van Orleans. 15*5
den cardinaals hoed , dien zyne koning- lyke hoogheid voor zyn gunfteling ver- kregen had , fterk op de dienften blyft ftaan , door hem aan de kerk bewezen , en dat men die voor de enige beweegre- den van de verzochte en verkrege gunfl: uitgeeft ; niet minder twyffel ik , of men zal verwondert zyn geweeft van zulke eerwaardige luiden met zo veel lof te horen fpreken, van een man van zyn ka- rakter. Zie hier de uitlegging van dit foort van raadzel.
De abt du Bois , op zyn perfonele in- verdienden fteunende , en noch meer nl*e'mt ae op de gunfl van den hertog regent, zag in zaken het rykgeen eene poft, die hy nietho- conftitu- pen kon te zullen bereiken. De aanzien- *ie tebs- lykfte bedieningen konden zyne begeer- M ^e tens niet voldoen , hy wilde niemand beweeg- bovenzyn hooft zien, dan den koning, ^tn0e" en den prins , die in 's konings naam regeerde. Zyne geboorte fcheen een onoverkomelyke hinderpaal in zyne be- geertens ; hy kon, niet tegenftaande dit gebrek , door de gunft van den prins niet te herftellen , het gezag en krediet van een eerften minifter hebben , maar niet den rang ende eerbewyzingen. Het cardinaalfchap was de enigfte trap, waar langs hy daarnaartoe konklimmen;de eni- ge weg , om tot deze waardigheid te ko- K ? * men ,
ÏJ4 Het Leven van
men , was , enigen gewichtigen dienft aan het hof van Romen te bewyzen, dezen floeg hy in , en had het geluk van te ilagen, niet tegenftaande de oneindige hinderpalen , die hy uit den weg moeft ruimen.
De conftitutie Unigenitus vanClemens den elfden, gelyk ik gezegt heb door de geheime liften en het groot gezag van vader le Tellier bekuipt en verkre- gen , had door den dood van Lodewyk den veertienden noch meer dan de je- fcuïten verloren.
Men had zich van alle kanten voor de leer verklaart, 'die deze bulle veroordeel- de, men betichtte haar zelf van dwalin- gen , men befchuldigde haar van den Godtsdienft over hoop te werpen , en men meende haar gunll te bewyzen , als men aan een generaal of nationaal con- cilie appelleerde. Enigen taltten 'er den grond van aan, anderen de gedaante; de meefte vierfcharen begunftigden hare vyanden, en het fcheelde weinig of een appél van de natie had, het geen ten haren behoeve uitgewerkt was , omver geworpen, en haar met fchande weer over 7t gebergte gejaagt: dit alleen uit- gezondert, had men, zo ik my dus mag uitdrukken , allerly lbort van vryheid om haar en haar voorftanders te honen;
men
Phïlippus van Orleans. i
men rekende het zich tot een eer, van op een nederige wyze te bekennen, dat men zich had laten verleiden en affchrik- ken , toen men geveinft had zich aan dit decreet te onderwerpen. De univerfi- teiten van Parys , van Rheims , van Nantes, van Caën, de congregatie der benediktiners van S. Maur, die der feuil- lanten, van de vaders van het oratorie, en van St. Genevieve, blonken braaf in hun yver uit , en behaalden veel lof onder haar aanhang : deze flechte folda- ten hadden tot opperhoofden den cardi- naal van Noailles, zyn broeder den bif- fchop van Chalons aan de Marne, de biflchoppen van Mirepoix , van Boulog- ne, van Montpellier, van Senés, van Mets , van Angoulème , den aartsbif- fchop van Tours, en den biflchop van Arras; maar men vertrouwde zich niet veel op de twee laatften : voor 't overi- ge waren alle deze prelaten, alle deze priefters , en munniken , van een beproef- de deugt en leer. 't Zou moeilyk val- len zich het hartzeer en de ongeruftheid van liet hof van Romen te verbeelden, dat niet miffen kon deze openbare paffen als zo veele oproeren aan te zien, en dat al te verlicht was, om 'er de gevolgen niet van te voorzien : de vrees alleen van alles te verliezen verplichtte het om-
zich-
i$6 Het Leven tan
wichtigheid te gebruiken ; en ik twyffel geenfins , of het wift die genen weinig dank , die het deze ongelegenheden hadden op den hals gehaalt.
Dit was de gefteltenis defer zaak, toen de abt du Bois , van zyn reizen te rug gekeert, ondernam dezelve op zodani- ge een wyze te beilifT^n 5 dat het hof van Romen hem de gunft zou bev/y- zen, die hem met den cardinaal Albero- fii geiykftelde , en hem op den weg helpen, om in Vrankryk te worden, geen deze Italiaan in Spanjen was. 't Was een van de moeilyklte onderne- mingen, want dit flag van gefchillen is niet wel af te doen, geiyk de ervaren- heid van alle de eeuwen , en van t geen 'er in de chriitenheid , federt de oprechting van haar leer, voorgevallen is, maar al te wel heeft doen zien; ook was het fucces, dat hy hierin had, hoe- wel groot, en bequaam om de natie in ruft te houden , noch ver van de vol- maaktheid af , alles quam hierop uit , dat hy de zaken omtrent op den zeiven voetbragt, daar ze de overlede koning gelaten had, dat is te zeggen, dat de aanhangers van de confcitutie weer de overhand kregen, dat de appellen ver- boden wierden, dat de appellanten van de beneficiën en kloofter-bedieningen
PHILIPPUS VAS ORLEANS. Itf
geweert wierden , en dat de hartnek- kigften , of zo men wil de yverigften vervolgt wierden ; maar men verander- de niet van gevoelens, de fcheuring is in wezen gebleven , en deze bulle heeft niet opgehouden van een voorwerp van twift en harrewarring te zyn , waarvan de laatfte zo levendige gefchillen tufichen het hof en het parlement tot blyk kunnen ftrekken.
Schoon het niet met myn ftaat noch met myn karakter overeenkomt, my in deze gefchillen in te laten , beeld ik my in , dat men 't my niet zal qualyk dui- den, dat ik 'er een kort denkbeeld van geef. Zie hier dan hoe ik het voor- voorwerp van dit beroemde proces heb opgevat, door 'er dikwils van te horen fpreken; want ik kan verzekeren, dat ik nooit de conftitutie, noch enig boek dat 'er voor of tegen gefchreven is , ge- lezen heb.
Ik weet niet of ik my bedrieg, maar ik verbeeld my, dat het leerftuk van de vryheid de grond van alle godsdienlren is, en dat men te vergeefs den menfch plichten zou voorftellen om die te ver- vullen , beloningen te hopen , kaky- dingen te vrezen, indien hy niet vry was ; ik geloof ook , dat 'er een onein- dig onderfcheid is tufichen yry en vry-
willig
iy8 Het Leven yan
willig te werk te gaan , en dat men een taftelyk misbruik van de woorden maakt, als men den naam van vryheid geeft , aan iets dat Hechts vry willig is : ik zou dan de vryheid bepalen (ik meen die vryheid , die wettige oorzaak geeft tot eigentlyk genaamde beloning en kafty- ding) een wezentlyk enwerklyk vermo- gen , van te doen of niet te doen , 't geen geboden of verboden is : om alk dubbelzinnigheden te vermyden, daat my dunkt dat het proces , waarvan ik fpreek , altyd vol van geweeft is , zal ik ieder woord van myn bepaling uit- leggen.
Korte Vooreerll: zeg ik , dat de vryheid fchets een wezentlyk vermogen is , dat is te
gefchji" zeggen 5 dat zy a^es 'ieeft dat zy moet i«n. hebben op het ogenblik , dat het 'er op aankomt om aan de wet te gehoorza- men of ongehoorzaam te zyn, zo dar zy alles heeft wat 'er noodzaaklyk is , \ zy men het wete of niet wete , 't zy dat men daar in toeftemme, of over reden- twifte , om naar de eene of de andere kant over te liaan : zo 'er haar iets nood- zaaklyks ontbreekt om te gehoorzamen, is het valfch dat zy gehoorzamen kan, of dat het geen , dat haar ontbreekt , nood- iaaklyk is om het te kunnen doen. Dus zyn alle de gefchillen over de genade ,
over
Philipfus tan Orleans. 1J9
over de medewerking, of zy, en tot hoe ver zy noodzaaklyk zyn, tuiTchen beiden komende of toevallige gefchillen, die geen noodzaaklyke overeenkomft met het denkbeeld van de vryheid heb- ben, welke 'er niet is, of zy heeft alles wat zy moet hebben, 't zy natuurlyk, 't zy boven-natuurlyk , om een waar en wezentlyk vermogen te zyn. Zo men zegt, dat het kan zyn, dat zy niet heeft 't geen zy moet hebben , om aan de wet te gehoorzamen, zonder dat zy daarom ophoud verplicht te zyn , om die te gehoorzamen, antwoord ik, dat men zich niet klaar genoeg uitdrukt , en dat het met deze wil , die onvermogent is door haar lchuld , gelegen is als met een zoldaat, die de lammigheid had van zyn degen te huis te laten , als het op een vechten zou gaan; zou hy ftraf ver- dienen , om dat hy geen van zyn's ko- nings vyanden gedood had, of zich bui- - ten ftaat geitelt, om het te doen?
Ten tweden zeg ik, dat de vryheid een werkelyk vermogen is; dat is te zeg- gen , dat zy zich zeiven beraad , dat zy een waarlyke daad voortbrengt, dat is te zeggen , dat het vermogen , waarin zy beitaat , geen bequaamheid is , om deze of gene beweging te ontfangen, om na dit of gunts voorwerp over te hel- len 3
i6o Het Leven vaïï
len , maar een vermogen om zich zeiven deze of die beweging by te zetten , om na dit of gunts voorwerp te neigen. Zo men gelooft , dat 'er diergelyk vermo- gen niet is , dat het 'er uit zich zelf on- mooglyk kan gevonden worden 3 en met Godts opperwezen ftryd , dan moet men zich niet meer van het woord vryheid bedienen, of zeggen dat de menfch vry is ; ten zy men ook wil zeggen , dat een fteen vry is in zyn bewegingen , om dat hy de bequaamheid heeft om allerly foor- ten van bewegingen te ontfangen , die hem dan naaromhoog , dan naarom- laag dry ven : te vergeefs zou men een onderfcheid willen maken , dat de menfch een wil heeft, en de fteen niet; om dat zo de eerftgenoemde zyn bewegingen niet voortbrengt , hy niet meer deel heeft , aan 't geen men zyn werken noemt, dan de fteen aan de bewegin- gen, die hem van de eene plaats naar de andere dryven.
Ten derden zeg ik, dat de vryheid een vermogen is, om te doen of niette doen 't geen geboden of verboden is: zonderdat zou zy niet van de wil on- derfcheiden zyn , en aan een manier van doen bepaalt zyn ; zy zou zich zelve niet bepalen, maar deze bepaling of be- weging zou in haar door een ander ver-
mo-
Philïppus tan Orleans. 161
mogen , als het hare is , voortgebragt worden , nademaal zy uit haar natuur even bequaam is tot het een, als tot het ander , en dat het onmooglyk is , dat zy zich bepalen kan om iets te doen, ten zy ze meteen de bepaling aan zich zelve heeft, om het niet te doen.
Eindelyk heb ik gezegt, dat de vry- heid, die ik wilde befchryven, een wet- tige titel van eigentlyk genoemde belo- ning of kaftyding is ; om dat de vryheid alleen aan onze handelingen de hoeda- nigheid van gebrek of deugt geeft, en dat de deugt alleen verdient beloont te worden, gelyk de gebreken alleen ftraf verdienen, 9t Geen ik gebrek of fehuld noem, is een daad, tot welker uitvoe- ring de wil zich bepaalt, wetende dat zy verboden is. Indien 'er nu geen vryheid is , gelyk ik die bepaalt heb, flaat de wil nergens toe over \ derhal- ven is 'er geen ondeugt of deugt, by gevolg geen kaftyding noch beloning , de menfch kan gelukkig of ongelukkig, maar hy kan niet deugtzaam nochfchul- dig , noch rechtvaardig nog onrecht- vaardig zyn, deze titels voegen alleen aan den werker, aan de oorzaak die hem beftuurt; en de zedekundige verhande- lingen zyn even zo onnut , als een vertoog over het geluid en over de
ƒƒ. Deel L kleu-
i6z Het Leven van
kleuren voor doven of blinden zou zyn. • Men beweert in de katholyke kerk , dat de Helling van de vryheid , die ik zo even verklaart heb, by haar zo oud is , als het invoeren van de kriftelyke leer. Die beroemde mannen , welke on- dernomen hebben dezelve te hervor- men 3 hebben gedreven , dat de kerk omtrent dit artikel, gelyk omtrent vele anderen , nieuwigheden ingevoert had 3 en 5 in plaats van de ware leer van Chrif- * tus en de apoftelen , menfchlyke leerftuk- ken geftelt, die den hoogmoed van den menfch ftreelden , en de kragt van den verlofler verminderden: Luther en Cal- vinus zyn van dit gevoelen geweeft; Janfenius en Quênel zyn beticht ge- weeft van hun leer hierin gevolgt te hebben: dit is het grote artikel van het proces 3 dat Vrankryk tegenwoordig verdeelt, en het voornaamfte voorwerp van de conftitutie, die men hedendaags met zo veel gerucht verweert en aan- tal!: ; *t is de verdediging van de vryheid , en het verbod van de leerftukken die haar vernietigen : de meefte andere ftof- fen, die zy behelftjZyn reedlyk onver- fchillig, als alleen dat zy tegen aange- nome gebruiken ltryden ; uitgezondert evenwel de kerkban , daar men fchrikly- ke misbruiken van zou kunnen maken.
Niet
Philippus van Orleans. 163
Niet dat Quênel volmondig de vry- heid geloogchent heeft, in tegendeel, hy verzekert dat de menfch vry is ;maar nademaal hy ter zeiver tyd beweert, dat de vryheid van den zondaar feenemaal verfchilt van de vryheid van den menfch, in den ftaat der onnozelheid gefchapen; dat deze vryheid, die hy tegenwoordig bezit, nergens toe dient als tot zyn ver- derf, en om hem in de grootfte rampen te ftorten; dat de werking van de ge- nade, tot bekering van den zondaar, gelyk is aan de werking van God om de wereld te fcheppen; dat de vereifch- te genade om het goede te werken, en om daarin te volharden , aan allen niet gegeven is ; dat alle de genen , die de- zelve ontfangen, het goede doen, en die ze niet ontfangen , het quade ; dat een genade , die niet dient als om de wil naar het goede te leiden , zonder in de zel- ve de goede daad uit te werken, dezel- ve maar fchuldiger maakt ; dat de menfch > zonder dat hy ''er iets anders van zyn kant toe doet , als dat hy het onderwerp van deze verfchillende indrukfelen is, noodzaaklyk onder het ryk der genade of onder dat der begeerlykheid is ; dat de zondaar niet meer tot zyn bekeering medewerkt, dan Lazarus tot zyne op- fianding ; dat de onkrachtdadige wij L 2 van
j 6± Het Leven van
van God maar een herflenfchim is; dat de deugden , die men door den bank geacquireerde of aangewonne deugden noemt, dat ieder werking van deze deugden 5 dat is te zeggen ieder goede daad, een gave Gods is, dit woord in de uiterite ftiptbeid genomen zynde , gelyk de vlugheid en de onlydbaarheid van de verheerlykte ligchamen zal zyn ; dat de verkiezing tot de verheerlyking , en-de middelen om die uit te werken , uit loutere genade gefchieden, en beids de uitwerking van Gods enkele almogende wil zyn ; dat de geneigtheid tot het qua- de, en de luft daarnaar, ons zo fchuldig maakt als de zonde zelf; dat de erfzon- de alleen recht genoeg aan de Godlyke gerechtigheid geeft, niet alleen om ons van de verheerlyking te verfteken, maar ook om zyn genade in te trekken , en ons met dezwaarfte ftraffen te kaftyden: nademaal Quênel, zeg ik, deze onder- icheide artikels leert en verweert, heb- ben zyne vyanden hem befchuldigt van de vryheid te loogchenen , waarmee zy menen dat deze gevoelens niet beftaan kunnen.
Quênel en zyne aanhangers bleven geen antwoord fchuldig. Zy beweer- den, dat de vryheid, die zy fielden, de enige was, die men toe kon laten, de
eni-
Phimppus van Orleans. ï6>
enige, die door de oude kerk-vaders en leeraren verdedigt , en door Jefus Chrif- tus en zyrie apoftelen geleerc was; by deze theologiiche redeneringen voegden hunne filofofen alle de zwarigheden , die men tegen de vryheid kan inbrengen , welke aan de ziel de belturing harer han- delingen overlaat, en dezelve haar eige meefter maakt. Ik beken, dat deze zwa- righeden groot zyn, en zeer bequaam om iemand aan 't wankelen te helpen ; ik weet niet of de oude leeraaren de vry- heid met de vrywilligheid verwart heb- ben of met de fpontaneïteit ( om een fchool-term te gebruiken) die door dwang alleen vernietigt word; maar ik kan niet begrypen , dat men zyn toevlucht neemt tot de h. ichrift om deze gevoelens te onderfteunen ; dat is byna , als of men uit de verzameling van de parlements-ac- ten van Engeland wilde bewyzen , d;:t de magt der koningen daar zo vefftrekt is , en onafhnnklyk , als in Vrankryk : Wanneer Jefus Chriftus tegen een jon- geling , die hem vroeg wat hy doen moeft om zalig te worden , zegt : zo gy wilt volmaakt zyn , gaat heen , en verkoopt al wat hebt , en geeft het den armen , ende gy zult een fchat heb- ben in den hemel : en komt herwaarts en volgt vi)') wilde hy daar mee zeg* L 3 gen,
ï66 Het Leven van
gen , gy zult volmaakt zyn , zo u God de volmaaktheid geeft ; toen Petrus by deze gelegenheid tegen den zaligmaker zeide : ziet* wy hebben alles verlaten , en zyn u gevolg t, wat loon zal ons dan ge- werden ? wilde hy zeggen , wat verdie- nen wy, om dat God ons de wil heeft gegeven , in ons de wil heeft voortge- bragt of ingefchapen om u te volgen , en de uitvoering en volharding dezer wil ï indien deze apoftel geloofde dat de goe- de werken Gods gaven, en deze gaven onhafhanklyk zyn van onze begeertens en pogingen , waarin beftaat dan de zin van deze woorden zoekt door uwe goede werken een bewys te geven van uwe be- roeping , en verkiezing? waarin anders, dan , zoekt of doet u belt om te hebben, 't geen enkel en alleen van Gods wil af- hangt, zonder achtgeving op uwe po- gingen , ten zy hy die zelf in u wer- ke? Jezus Chriftus zal op het einde der eeuwen tegen de verworpene zeggen , vervloekten , gaat weg van my , want gy hebt my niet te eten noch te drinken gege- ven ; kan dit zo uitdruklyk vonnis dus uit- gelegt worden , gaat in het eeuwige vuur , om dat God u niet gegeven heeft, ge- lyk aan die genen, die aan myn rechter- hand zyn, de liefde voor uwen naaften, noch de goede werken, die dezelve moet voortbrengen ? By
Philippus van Orleans. 167
By de bewyzen en fchriftuur-plaatfen voegde men de tegenbefchuldigingen : men verweet de voorftanders van de vryheid , dat zy de pelagianery weer voor den dag haalden , dat zy de ver- borgenheid van de prsedeftinatie vernie- tigden , dat zy den Schepper verneder- den , en hem van zyn opperheerfchap- py en onafhanklykheid beroofden, om het fchepfel te verheffen , en meefter te maken , dat hunne leer nergens goed toe was, dan om hoogmoed en vertrou- wen op zyn eige kragten in te boeze- men , de dankbaarheid , die men God fchuldig is, gelyk ook de erkentenis van zyn eige elende , van zyn zwakheid , van zyn onvermogen, van zyn volko- me en volftrekte afhanklykheid , de we- zentlyke deugden van •''t kriftendom, te ontzenuwen.
Maar ik heb my onvoorziens dieper, dan ik wilde , in deze diepzinnige ltof- fen verwart, ik weet zelf niet waar ik het van daan gehaalt heb: is het goed, men doe 'er zyn voordeel mee, zo niet, hoop ik dat men het my zal vergeven.
Zo dra de abt du Bois door zyne ko- Zwang- ninglyke hoogheid gelaft was, om zich ^cdncze voornaamlyk op het afdoen van deze ondcmc- gewichtige zaak toe te leggen , was zy- miDg% ne eerfle zorg die te doorgronden , ea L 4 de
i68 HetLeven VAN
de gefchillen en de behandelingen, daar- omtrent gehouden, tot op den draad te onderzoeken , want ik geloof dat hy 'er fcich voorheen weinig om bekommert f j had : om dit te doen hielt hy menigvul- dige onderhandelingen met de hoofden der beide partyen. De cardinalen van Bifli en van Rohan waren de voornaam- ste voorvechters van de conftitutie ; de eerfte is een man van verftand en grote geleertheid , die een naauwe vrindfchap met de jezuiten hielt, en die, benevens den biffchop van Chartres , verder dan iemand anders zich in hunne aanflagen tegen de janfeniften had gewikkelt; de cardinaal de Rohan , groot-almoezenier van Vrankryk , en biffchop van Stras- burg , is een van die verheve geeften , die byna zonder ftudie of blokken de ab- ftraétfte waarheden doorerronden , cn ik geloof niet dat het mooglyk is met meer klaarheid , juiflheid , en bevalligheid te fpreken. De cardinaal de Polignac is de enige, die hierin by hem tevergely- ken is.
Deze onderhandelingen deden zien, dat de zaak noch meer oplettentheid vereifchte , dan men gelooft had. De tydsgewrichten waren voor de Conftitu- tionarifTen zeer gunitig ; het groot gezag van den cardinaal de Noailles was geval-
Philippus van Grleans. 169
len , men. had zyne vrinden niet meer nodig , en men handhaafde zich door ftoute ondernemingen van binnen , en door verbinten iflen van buiten ; de volmaakte kennis , die men van de te- genparty gehad had , had doen mer- ken , dat zy veel meer gerucht maakte dan zy magt had , miffchien zelf dat de byftand, dien men 'er van genoten had , om de lchikkingen van den overleden koning te verydelen , daar veel toege- daan had , om ze te verzwakken. .Men hield ook onderhandelingen met dencar- dinaal de Noailles , en enige biflchopnen van zyn aanhang ; men hoorde uit zyn mond zyne grieven , en de redenen , die hy 'er tegen in te brengen had; men liet zich ook ten vollen onderrechten van de redenen , die het parlement gehad had, om zich tegen het regiftreren van de conftitutie te ftellen , en zo openbaar de appellen daarvan te begunftigen.
De eerfte vrucht dezer onderhande- lingen was 3 dat de appellen verboden wierden , en dat men de uiterfle omzich- tigheid gebruikte , om tot de grote be- neficiën niet dan luiden voor te ftellen , wier leer het hof van Romen niet kon verdacht zyn : de Caumartin , fchoon- broeder van d'Argenfon, was de enige, die van dezen byna algemenen regel uit- L j gezon-
170 Het Leven van
gezondert wierd , hy ging te Romen door, om het aanzien van zyn zwager ; niet dat 'er in zyn gedrag iets aanftoot- lyks was ten opzichte van de hedendaag- fche gefchillen , maar hy was geen vrind van de jezuiten , hy had nooit zyn hof by hen gemaakt , en fcheen verbintenis met de benediktynen te hebben ; bif- fchop geworden droeg hy zich heel ge- matigt , en zo de jezuiten enige oorza- ken hadden om zich over hem te bekla- gen , dit quam , om dat zy hem door hun fchelden gedwongen hadden , om hun zyn misnoegen te laten blyken. Oneen- Deze byzondere onderhandelingen
hdf d« van c'en a^t ^u ^°*s kragten ,er andere beide onder de biflchoppen voort, waarvan 'er partyen. veje j^jj oprechtelyk toeleiden om de eendragt en vrede te herftellen ; men opperde verfcheide ontwerpen 5 maar na- demaal de particuliere leden van ieder party het niet onder elkander eens wa- ren , hadden de onderzoekingen en de difputen geen einde , maar men was al- tyd zo ver gevordert , als of men noch niet begonnen had ; ik weet niet hoe dikwils men het meende gewonnen te hebben , wanneer een toeval , een eifch die men liftig bcfpaart en achtergehou- den had, oorzaak was, dat men w eer van de meet af moeft beginnen : daar waren
van
Philippus tan Orleans. 171
van weerskanten héte koppen , die naar geen verdrag wilden luifteren , ziende de eene party de conftitutie als een god- fpraak aan , waaraan men gehouden was zich te onderwerpen , en de andere be- werende, dat zy in den grond vol dwa- lingen was 5 dat de form daarvan nul en van gener waarde was , en dat men ge- houden was die te verwerpen; enige van de aannemers van de conftitutie dreven , dat de uitleggingen van de veertig bif- fchoppen genoeg was , andere wilden , dat meneer noch anderen by zoude voegen; de een , dat de bulle in allen delen moeft aan- genomen worden , de andere , dat het on- der zekere voorwaarden moeft gefchieden, en dat de aanneming zo betreklyk moeft zyn op de uitleggingen dat men eer de uitleggingen dan de bulle aannam ; an- dere, eindelyk, wilden, dat men een nationeel concilie zou beroepen ; enige eifchten , by wyze van preliminaire ar- tikelen , dat de appellen veroordeelt en herroepen zouden worden , andere be- weerden , dat het genoeg was dat ze niet geduld wierden , en aangezien als niet gefchied. Onder de tegenkanters van de conftitutie was de verdeelthcid niet min- der : enige bleven ftaan op zodanig eene ftelling, die zy wilden redden, andere weer op een andere ; de gematigften bekenden , dat zekere uitleggingen de
bulle
i?2 Het Leven van
bulle verdraaglyk maakten ; de liftigften vilden , dat de paus zelf uitleggingen zou geven : voor het overige waren 'er weinig , die om een nationeel concilie riepen. Ieder ontwerp, ieder eifch bragt een menigte van brieven en fch riften in 't licht , waar mee zyne koninglyke hoogheid en de abt du Bois overftolpt wierden.
Tan den ^er ze^ver dat men in Vrankryk biffchop in onderhandeling was , moeft men den vansifte- yver van jen vader terneerzetten , en de uitwerkingen van zyn toorn op- fchorten: zyn heiligheid wilde van geen uitleggingen horen fpreken ; niet dat hy de biffchoppen en leraren het natuurlyke recht wilde benemen , dat zy bezitten , van de regels van 't geloof en de zeden uit te leggen , maar hy wilde geen op- geftemde uitlegging hebben , die zyne bulle binnen zekere palen lloot , of die haar fcheen het gezag te geven dat men haar tot nu toe geweigert had.
De cardinaal de la Trimouille , met deze moeilyke commilTie belaft , queet'er fcich van als een verftandig man , hy ftelde dan eens de gemoederen geruft, dan weer joeg hy ze een fchrik aan ; hier- door won hy ty'd uit , en quam de ftou- te ondernemingen voor : maar dewyl fcyne gezontheid zeer ontf telt was , moei c hy byftand zoeken,
Daar
Philippus van Orleans. 173
Daar bevond zich toen ter tyd een jong jezuit te Romen, Lafiteau genaamt, dieper naartoe gezonden was , om zyn theolo- gie , die hy te Parys begonnen had, ver- der te leren ; hy was met een goed deel van dat foort van verftand begaaft , dat de menfchen bequaam maakt tot intri- guesen onderhandelingen: hoe jong hy ook was , had hy een van de zonder- lingfte avanturen gehad , waarvan ik het geheim niet heb kunnen ontdekken ; hy verdween eensklaps uit het midden der jezuiten , en na een afwezigheid van drie of vier jaren quam hy weer in zyn kloofter, als of hy van een ordinare reisr te rug quam. 't Geval wilde dat Clemens de elfde genegenheid voor dezen jongen geeftelyken opvatte. ( Men meent dat hy zich by den h. vader door een fran- fche overzetting van een der leerredenen van dezen paus had bekent gemaakt) De wyze , waarop hy de zonderlinge ach- ting , die hy voor hem had , openbaar maakte , deed ganfch Rorrren verwondert ftaan; op een vrouwen-dag, dat de paus gewyde wafchkaarffen aan de geeftlyk- heid en aan 't volk uitdeelde , wierd hy va- der Lafiteau onder den hoopgewaar,deed hem naderen,en gaf hem een van de wafch- kaarffen , die voor de cardinalen gefchikt waren. Men wift het gaauw door heel Eu- ropa,en men meende in V rankryk zich van
dezen
1 7+ Het Leven v a n
dezen nieuwen gunfteling by zyn heilig- heid te moeten bedienen, om mfi* hem te
handelen. Byna van dien tyd af w'ierd hem het geheim der negociatien toevertrouw t, ende cardinaal de la Tremouille bleef niet dan den titel van ambaiTadeur behouden. De aartsbilTchop van Bourdeaux , Be- zons , had veel deel in deze verkiezing.
De paus , innerlyk verheugt over de opletten heid , die men in Vrankryk ge- bruikt had , om zich van een perfoon te bedienen , voor wien hy agting betuigt had, wierd handelbaarder: hy zondden leeuwen handelaar na Parys metartykels of liever ontwerpen van bevrediging; hy had ook lalt om enige eiichen te doen. De ontwerpen wierden niet aan- genomen , enige van de eifchen wet Alen gaf uitdruklyke bevélen aan dfc uni- verfiteit om haar ruft te houden 3 en haar beraadllagingen te ftaken , die in die ty-. den geen ander voorwerp hadden , dan de zaken van de conftitutie ; men fchrap- te uit de regifters van de faculteit enige geiiomene belhiiten uit , die het gevoe- len van de onfeilbaarheid van den paus voor ketters en ongerymt verklaarden.
Om kort te gaan , deze afgezant , zon- der heel zeer in zyne onderhandelingen te Hagen, maakte dat men devrindfehap van den h. vader billykte , en won de achting en de goede gunft van den heet
regent
Philippus van Orleans. 17J
regent en van den abt du Bois. Maar de jezuken waren 'er niet over te vre- den: hylügeerde by hen , want hy be- hoorde noch onder hun genootfchap. Deze vaders hebben een regel , die hen verplicht om aan de opperften van de kloofters , daar zy logéren , te open- Ij .ren , met wat zaken zy gelaft zyn, vooral zo die van gewicht zyn , en met vorlten moeten verhandelt worden. Va- der Lafiteau nam dezen regel niet in acht , die alleen genoeg behoorde te zyn , om deze geeftly ken van de hoven , en van alle behandeling der publieke za- ken te verwyderen: men wreef hem dit zeer fchamper in den neus, 't geen hem de twede maal , dat hy door den paus gezonden wierd, van gewaad deed veran- deren 5 en een ander logement zoeken. Gelukkig was hy , dat hy naderhand een eerlyke deur vond , om hen te enemaal te verlaten , want zy zouden zich vroeg oflaat over zyne getrouwheid, om de hem aanvertrouwde geheimen te bewa- ren, gewroken hebben.
Naait den paus ontzag men den cardi- op- naai de Noailles "t meelt : zyne familie was ^^fce- zeermagtig, en Parys hem zonderling ge- van den negen ; daarenboven wift men , dat de he- £h23 vigheid , waar mee de jezuiten hem les. getergt hadden , hem genoodzaakt had- den
Het Leven tan
den om zich te verklaren 5 zo als hy ge- daan had ; hy alleen zette de tegenkan- ters van de conftitutie gewicht by , en men was verzekert, dat indien men hen van dezen voorvechter kon beroven , zy den moed zouden verliezen , en dat men in alle geval , zonder dat het van enig gevolg was , met hen leven kon zo als men het raadzaam zou vinden. Het oogmerk dan der onderhandelingen was dezen cardinaal te winnen, hem midde- len te verfchaffen , om met eeren de par- ty, die hy omhelft had, te verlaten : de zwarigheid was niet, de ontwerpen , die men voorftelde , te doen aannemen , maar hem die aan te doen kleven. Schoon hy verftarid en kennis had , hield hy het in de onderhandelingen niet met de car- dinalen van Rohan en Bilïï , maar twyf- felmoedig uit de natuur zynde , en door die van zyn aanhang aangeport, wasser veel tyd nodig , om hem eenvaft be- raad te doen nemen. Eindelyk gaf hy zyn befluit , dat hy de Conftitutie zou aannemen , en ze allezen , maar daar verliepen wel twee jaren , eer hy dit befluit werkftcllig maakte.
Ik zoek dezen prelaat over dit gedrag niet te laken , daar hy door het hof, de meefte biflchoppen , en zyne familie zelf, uitgezondert den bilfchop van Chalons ,
door
Phimfpus van Orleans. 17?
door de kragtigfte en aanhoudende ver- zoeken toe aangezet wierd ; maar ik 5 kan my niet onthouden van te doen op- merken 5 hoe veel hem deze ftap moet gekoft hebben , na dat hy zich zo uit- druklyk en zo opentlyk 3 vooral ze- dert den dood van Lodewyk den veer- tienden 5 tegen deze bulle verklaart had. Niet te vrede met daar in 'c jaaf 1717 van geappelleert te hebben 5 had hy zyn appel in \ volgende jaar met de kragtig- fte uitdrukkingen vernieuwt , ter gele- genheid van eenige brieven van den paus 5 waarvan hy door een afte op zich zelf appelleerde.
35 Niemand is onbewuft 5 zei deze 35 cardinaal in zyn acte van appél den 55 derden augufti 17173 dat zo dra de- 5> ze conftitutie uitquam , de gelovigen 33 verftek ftonden over eene beftraffing, 55 die hun toefcheen verfcheide waarhe- „ den van den Godsdienft , en de ge- 55 wone taal van de godvrucht te ver-
55 oordeelen dat de overheden 5
55 ontruft over de gevolgen 3 die men 35 uit de bulle kon trekken 5 tegen de 55 wetten van den ftaat 5 de veiligheid 55 van de geheiligde perfonen der ko- 55 ningen 5 de privilegiën der facultei- 55 ten 5 de biiïchoplyke rechten 5 de vry- 35 heden van de Gallicaanfche kerk, zich
//. Deel. M „ ver-
J78 Het Leven tan
55 verplicht oordeelden daar het gevaar 55 van voor te komen 5 door bepalingen 55 die even voorzichtig en noodzaaklyk 55 waren 5 dat men toen reeds alle de 55 misbruiken voorzag 5 die men van 55 de conftitutie zou maken 5 't zy om 55 vafte leerltukken en gewichtige regels 55 van de zedeleer en tucht aan te taften, 55 't zy om de vrede en vryheid der 55 fcholen te ontruften : en de uitllag 55 heeft maar al te zeer bewaarheid , dat 55 hunne vrees en ongeruftheid niet on- 55 gegrond was.--- Men bedient zich 5, van de conftitutie 5 om het zoo we- 55 zentlyke leerftuk van de noodzaaklyk- 55 heiddes geloofs in Jezus Chriftus aan 55 te taften , om te ftellen dat het oude 55 verbond genade heeft kunnen uitdé-
55 len 5 en kinderen aan God geven
5, de veroordeling van deze ftelling wat 55 kan mn anders zyn dan duiflernis , 55 dan dwaling ? en dan zonde 5 zonder 53 het licht des geloofs , zonder jfe/us Chrif 55 tuSr> zonder de cbriftlyhe liefde ? moet 55 zo veel te meer verbazen , om dat zy 33 niets anders fchynt te behelzen, dan 33 het geen Chriftus zelf zegt 5 dat hy 33 het licht 5 de weg 5 de waarheid, cn
5, het leven is Men bedient zich
„ ook van de X. XL XII. en XIII, ftel- 5, lingen, om de almogentheid van de
35 wille
Philippus van Orleans. 179
55 wille Gods op het hart der menfchen „ aantetaften, een leerftuk 3 dat men niet ?, loogchenen kan 5 zonder het eerft ar- 5, tykel van de geloofsbelydenis omver 35 te werpen —
55 De voorftanders van de nieuwe leer- 55 ftellingen over de genade fteunen op 53 de veroordeling van verfcheide ftel- 35 lingen , om die kragtdadige en over- „ winnende genade 5 die het geloof ons 55 leert 5 als een dwaling te verwerpen, 55 en om in 't byzonder het gevoelen van 53 S. Auguftyn en S. Thomas , dat deze 53 genade kragtdadig door zich zeifis, 55 en noodzaaklyk tot alle werken van 5! godvrucht vereifcht word , aantetaf- ,5 ten....
55 De verdervers der zedeleer wape- 55 nenzich met deze beftraffing, om de 53 grondveften van alle chriftelyke zede- 53 kunde te flopen 5 om de noodzaaklyk- 55 heid en de uitgeftrektheid van de lief- 53 de tot God 3 het eerfte engrootfte ge-
33 bod van de wet 3 uit te roeien Zy
55 menen dat zy hunne buitenfporig- 55 heden begunftigt 5 om dat zy de uit- 33 drukkingen veroordeelt 5 die de nood- 55 zaaklykheid van deze liefde te kennen 53 geven...
35 Maar het vaderlyk hart van een 33 biflchop kan geen getuigen zyn van M 2 33 de
1 8o Het Leven van
5, de droefheid , die de veroordeling der „ fteÉngen , welke het lezen van de h. „ fchrift en het vieren van den godly-
ken dienft betreffen, aan de ware kin- „ deren van de kerk veroorzaakt, van 3, den opftand , dien deze zelve veroor- 33 deling aan de nieuw-verenigden in- 35 boezemt, van den byna onoverwin- „ lyken hinderpaal , dien zy in den weg 3, ftelt aan de bekering der ketters , zon- „ der levendig getroffen te zyn — En ,5 zyn heiligheid is niet onbewuft, wat ?, ergernis in 't byzonder de veroorde- 5, ling van deze (telling heeft gegeven, „ de zondag moet geheiligt worden door ,5 bet lezen van godtvruehtige boeken^ 3 5 en vooral door bet lezen van de b. ,5 Jchrift....
,5 Wy zouden 5 zonder verzaking van ,5 alle eer en plicht , de valfche en ver- ,, derflyke zetregels niet kunnen dulden, 5, die men bouwen kan op de veroor- 55 deling van die andere ftellingen. De 55 vrees van eene onrechtvaardige ex- ,5 communicatie moet ons nooit van on- 55 ze plicht weerhouden, men is nooit 55 buiten de kerk , zelfwanneer het fchynt „ dat men 'er door de quaadaardighcid 3, der menfehen uitgebannen is , wan- 5, neer men zich aan God , aan Jefus- 5, Chnftus, aan de kerk zelf, door de
55 chrif-
PHILIPPUS VAN O RLE A NS. 1*8 1
35 chriftelyke liefde vafl-houd De
3, befte godgeleerden hebben dikwils 3, vertoont 3 dat de eerfie van deze ftel- 33 lingen in haar eigentlyken en natuur- 33 lyken zin niet dan deze waarheid 33 uitdrukt, dat het beter is God te gehoor- 33 zamen , dan den menjchen
33 De liefde tot de rechtvaardigheid 3, en ruft zet ons noch aan, om acht 33 te geven op de algemene klag- 35 ten over de ongetrouwheid , waar- 55 mee deze ftellingen uit het boek der 5, aanmerkingen getrokken zyn ; nade- 55 maal enige taltelyk verminkt zyn , 35 andere niet al te naauwkeurig in het 33 latyn overgebragt 5 aan een deel een 55 vremden zin gegeven 5 dienzy in het 55 boek zelf niet hebben, en die door 5, den auteur ontkent is in fchriften ca 5, proteftatien , die in handen van alle 55 menfchen zyn.
35 De h. Vader is dan zicbtbaarlyk 5, verraft geweeft doorvalfche vertogen, 5, gelyk de grootfte pauzen zich dikr 5, wils beklaagt hebben 5 dat zy misleid 55 waren geweeft door de lift van die 3, genen , die onder hun gezag quamen „ fchuilen cc.
In het mandement, dat zyn acte van appél verzelde, drukte hy zich dus uit ,5 Wy menen het voorbeeld van een M 3 „ door-
i$2 Het Leven van
„ doorluchtig Engelfch biffchop 5 die be- 5, roemt is door zyn vroomheid , geleert- 5, heid , ftantvaftighcid voor de vryhe- 33 den zyner kerk ? en door zyn yver 33 voor de ware eer der pauzen 5 tot een
33 model te moeten nemen Deze pre-
33 laat zich genoodzaakt ziende om zich 33 tegen een decreet van paus Innocen- 33 tius den vierden aan te kanten 5 bragt 33 dus het geen hy aan het karaóler van 33 biffchop 3 en aan de pauflyke waardig- 3, heid verfchuldigt was 5 overeen. Ik 33 gehoorzaam zeide Robert 5 biffchop van 33 Lincoln ? met een kinderlyke eerbied aan de apojlölijche bevelen ; maar ik kant my 3 uit yver voor de eer van myn vader , tegen de bevelen aan , die tegen den apof tolijchen geefl Jlryden 3 en hier door quyt ik my van de twee verplichtingen 5 die Gods wet my op legt. Niets dan het geen over- een komt met de leer der apoftelen en van onzen Heere Jezus Chrijlus , mee/Ier der apoflelen, wiens perzoon de paus verbeeld, kan als een apoftolijch bevel aangezien worden 3 de h. fcoel kan alles 3 om opte- bouwen , en niets om omvertewerpen 5 daar in bcjlaat de volheid zyner magt. Nu heeft de brief 3 Hen ik ontfangen heb ? geen ovcreenkomft ter wereld met de apojlö- lijche heiligheid^ in tegendeel, hy loopfer recht draaf s tegen aanhaar om gehoorzaam
ik'er
Philifpus van Orleans. 183
ik? er niet aan\ ikkanfermy tegen aan, met de gevoelens van een eerbiedigen zoon.
Na dus gedacht en gefproken te heb- Zyne ben , moeit hy een grote verandering ™j*cc ondergaan , om het decreet aan te ne- men en af te kondigen, wat bepalingen daarin mogten gemaakt zyn. Want in- dien het gezegde 'waar was , kon het geen uitlegging verdragen : derhalven moet men onderftellen , dat men, volgens de gewoonte der pleiters, een weinig ge- grolTeert had. Toen derhalven zyn emi- nentie den koning zyn mandement van aanneeming aanbood, verzekerde hy zy- ne majefteit, dat geen flap hem ooit zo veel gekoft had, en dat men zulke gro- te liefde voor de ruft van den ftaat en den vrede van de kerk moeft hebben , als hy had , om zulken pas te wagen.
Zo dra de Cardinaal van Noailles het verlangde toegeftaan had , ftelde men met elkander een aaneenfchakeling van leer- ftukken op , om tot uitlegging van de bulie te dienen : het werk was langdradig, en daar hoorden veel veranderingen, ver- zachtingen, en verbeteringen toe, eer men hetzo verkreeg, dat het in ftaat was om door de menigte van biflchoppen voorgoedgekeurt te worden , behalven dat men , om ze daar toe brengen , be- ft! 4 dingen
i§4 Het Leven tan
dingen moeft maken , en oneindig vele voorzorgen gebruiken.
Men maakte een begin , met zich van de ftemmender jezuiten te verzekeren, wiens geheime onderhandelingen , en de verbinteniffen die zy met verfcheide bif- fch oppen hadden , het verdrag konden omverftoten. Deze vaders waren toen in twee partyen verdeelt , door de na- men van wel - en qualyk-geintentioneer^ den onderfcheiden. De onenigheid ging zo ver 5 dat het genoeg was5 dat de ee- ne party van het eene gevoelen was, om de andere itraks de tegenftrydige me- ning te doen omhelzen. De twede zoon van den zegelbewaarder , toen voor de eerfte maal politiek-ftedehouder , deed ze op order van zyne koningly- ke hoogheid byeen vergaderen ; zy ke- ven in zyne tegenwoordigheid , maar vader Lallemand , hooft van de wek gcintentioneerden zedert den dood van vader le Tellier, verklaarde zich met zyn helen aanhang voor het algemeen leer- boek 5 zelfs fchreef hy een foort van een (^irculairen brief aan verfcheide bilfcho|> pen , om zich daar ook mee te vrede cc houden.
By deze behandeling voegde men een andere, die alzoo vezentlyk Was. Aicn maakte niet al te veel ftaat op de
rek-
PHILIPPUS TAN OltLEANS. l8?
reklykheid der biflchoppen ten verzoeke van vader Lallemand ; en was het daar- enboven ook wel veilig 5 zich op de- zen jezuit te betrouwen, die veel deel had gehad in de liftige ftreken van vader le Tellier ? de biffchop van Soiffons , te- genwoordig aarts-biffchop vanSens,had zich zeer beroemt gemaakt door verfchei- de fchriften, die hy over 't werk van de conftitutie , onder den titel van verma- ningen, had in 't licht gegeven , en was een van de voornaamfte hoofden gewor- den ,'t geen de hertog regent uitdrukte, met te zeggen , qu'ü etoit devenu un clricn a grand collier. \ Was een zaak van aan- gelegenheid , hem op zyn zyde te win- nen 5 en men ontbood hem te Parys. De- ze prelaat had nooit het hof gezien, als toen hy den eed van getrouwheid had afgelegt : hy kon de vlyeryen,die men omtrent hem in 't werkftelde, en de lof- tuitingen, die hem zyne koninglyke hoog- heid gaf, niet weerftaan; hy gaf zich te enemaal aan de inzichten van dien prins over , en wierd de voornaamfte aan- dryver en y verigfte voorvechter van het vergelyk. Zyneinfchiklykheid heeft hem mooglyk den cardinaals hoed gekoft, en wierd niet in't algemeen voorgoed ge- keurd : een deftig magiftraats perfoon zei op een tyd tegen hem , in een talryk ge- Al $ zei-
i8<5 Het Leven van
zelfchap 5 Myn heer , het gemeen heeft u in de vueegjchaal gelegt , en zal uit uw gedrag zien , of het u in V vervolg zo veel zal moeten verachten , als het u tot hier toe geacht heeft. Men heeft willen zeg- gen , dat deze prelaat de auteur van die fchriften niet was , daar hy zo veel eer mee heeft ingelegt : \ is waar dat men moeite heeft om den auteur van de vermaningen in het leven van Maria a la Coque te kennen; maar, behalven dat Languet verftand en geleertheid be- zit , is het zeer wel mooglyk , dat men over bondige ftoffen wel fchryft , en Hecht, als'er een fprookje te verhalen is.
De verzameling van de leerftukken omtrent na den fmaak van beide de par- tyen zynde , tekenden die de meefte biflehoppen , die te Parys waren : de abt van la Fare Lopitz bragt dit gefchrift aan verfcheide afwezenden , met de recommandatie van Vader Lallemand verzelt.
Men gebruikte toen een grap , met te zeggen, dat deze abt de biflehoppen ging leren tekenen. De biflehoppen van Montpellier, van Boulogne , van Nimes , en van Saincles weigerden die voor goed te keuren; de twee eerften, om dat zy een ftap was tot het aannemen van de confututie, en de gemoederen daartoe
fchikte ;
PHILIPPUS VAN OltLEANS. l87
fchikte; de twee anderen, om dat zy ze aanzagen als daartegen ftrydende, en tot groot nadeel daarvan ftrekkende: alle vier kregen zy bevel, om binnen drie dagen Parys te verlaten, en zich vaardig naar hunne bisdommen te be- geven , en daar te blyven tot nader order.
De priefters onder het bisdom van Pa- De prief- rys onderzochten ditgefchrift in hunne *!rns[^;" dorp-vergaderingen , veroordeelden liet , vertogen en gaven kennis van die veroordeling in» aan hun biflchop, onder den titel van vertogen. Het dekenfchap van Cha- teaufort , dat zyn vergadering te Ver- failles hielt , protefteerde eenparig , in fpyt van den aartsdiaken en zyn dekeiif tegen het nieuwe verdrag en tegen de opgeftelde leer-punten ; de vicrfcbaar van de kerk , riepen zy alle uit, de zaak van de balie onderhanden hebbende , kan • de kerk alleen daarover vonniffen in een algemeen concilie : dit waren de eige woorden , waarvan zich de cardinaal in een zyner appellen bedient had. Na het middagmaal , dat naar allen fchyn
de men opeennieuw ; men riep uit , dat men , fchoon de cardinaal de confti- tutie mogt aannemen, daar nooit deel
zodanig was , i aartsdiakens gew
i88 Het Leyen va#
in wilde hebben, noch door aanhanging, en noch minder door publieke ftemge- ving, en dat men zich, om die te be- ftryden,van de wapenen zou bedienen, die zyn eminentie hun in zyne appellen en mandementen had verfchaft.
De deken, 't welk de prieur van S. Germain en Laye was , gaf kennis van deze vergadering : men was zeer wel over zyn gedrag voldaan, en men gaf hem laft, om den priefter van S. Leu te bekéren , die , zo men zei , wat krege- lig wierd.
De priefter dit gehoort hebbende , zei- de : cc Ik ben 'er over verwondert, want 3, twee jaren geleden gaf zyne eminen- „ tie my order, om den prieur van S. „ Germain en Laye te bekéren, die „ zwarigheid maakte, om van de confti- „ tutie te appelleren u.
De vertogen dezer priefters zyn zo ongemeen in hun foort, als die van het • parlement geweeft waren, toen het in 't jaar 1718 een plakaat des konings over de munten vernietigt had. H Wy zou- „ den menen , zeiden zy , te kort te „ fchieten , in het geen de godtsdienft, „ de waarheid , en de plicht van ons „ vercifchen , indien wy niet in den
boezem van uwe eminentie dc bitte-
re fmerten uitfehuddeden , die ons
„ het
Philifpus van Orleans. 189
5, het nieuw vergelyk veroorzaakt, 't' 55 Geen ons noch meer ontruft 3 is het „ nieuwe zamenftel van de leer, daar ,5 wy hooftdwalingen in ontdekt heb- 55 ben:
55 Men ftelt den jood gelyk met den 55 chriften 5 Mozes met Jefus-Chriftus. 55 Mozes en de profeten 5 zegt men 55 daarin , als dienaars van de wet heb- 5, ben niet dan Haven gemaakt 5 maar 55 in de hoedanigheid van de profeten 5, van Jezus-Chriftus en van predikers 5, van 't evangelie 5 hebben zy ware kin- 55 deren Gods gemaakt.
5, Het zamenftel van de leer veron- 55 derfcheid in God drie wezentlyke 55 willen om den menfch zalig te maken , 5, 't geen tegen de gronden der oude 55 godgeleertheid is , en tegen deze 55 oorfpronklyke waarheid 5 omnia qua- 55 cunque voluit > fecit.
5, Wy verwonderen ons 5 dat het 53 leerftuk van de genade die krachtda- 35 digdoor haar zelve is 5 doorzyneemi- 35. nentie in het jaar 1696 erkent voor 55 het enig gevoelen 5 dat met de fchrif- 5, tuur en de overlevering overeenkomt, 55 tegenwoordig maar aangezien word 53 voor het gevoelen van eene byzon- 53 dere fchool 5 die omtrent dit artykel ,
zegt
190 Het Leven van
„ zegt men, iets by de fchrifc en de 55 overlevering voegt.
5, Het woord chariteit of liefde word 55 in twee verfcheide zinnen verftaan5 55 voor een natuurlyke goddelyke lief- 55 de 5 en vooreen theologifche deugd. 55 Daar is maar een foort van godlyke 55 liefde, daar is geen natuurlyke.
55 Wie zou niet verfchrikt zyn over 5, de volgende uitdrukking 5 zonder de 5, Godlyke liefde kan men wel waarfyk- 55 chrifteh'ke daden oeffenen. Men ver- 55 genoegt zich met te zeggen , dat de 55 verplichting 5 om zyne handelingen 55 op God te huis te brengen 5 in het 55 eerfte gebod fchynt opgefloten te 5, zyn. Wy ftaan verftelt ? dat 5 in 55 plaats van ons aan te zetten om het 55 voorbeeld en de heilige regels te vol- 55 gen, die de vaders omtrent de boete 5, voorgefchreven hebben 5 men niet 5, fpreekt 5 als van de gelovigen op te 55 wekken 5 om hun voordeel te doen 55 met de aflaten van de kerk.
55 Wat goed kunnen wy in onze pa- ,5 rochien doen ? De eerfte herders zyn ,5 zelfde lerende kerk : is dit met uitilui- 55 ting van den tweden rang? indien 5, dat waar is5 wiften de apoftelen niet, 3, waaruit de ware raadsvergadering
3, van
Philiptus van Orleans. i9r
5, van de kerk beftaat, toen zy de prief 5, ters te gelyk met hen deden verga- ,, deren. Indien de bilTchoppen bewe- „ ren de enige rechters van 't geloof „ te zyn, ten minften moeten zy 'er 55 niet alleen over ten oordeel zetten, 55 zonder de twede orde daar by te roe- 55 pen 5 die men nooit het recht moet 55 weigeren van haar Item te geven 3 ten 55 minften ten opzicht van de leer, over 55 de zwarigheden die 'er zich opdoen : „ wy zeggen ten minften 5 want wy heb- „ ben ons in onze verantwoording van 35 getuigeniflen bedient, welke het recht 33 wettigen, dat de twede order heeft, 33 om te gelyk met de bilTchoppen te „ vonniffen, zeifin de algemene kerk- 55 vergaderingen cc.
De priefters van Parys, en die van het dekenfchap van Montmorenci , waren voorgegaan , de meefte anderen volgden : en alle waren ze het eens, om uit den brief van de bilTchoppen van Boulog- ne en Montpellier de algemene aan- merkingen te nemen , die zy over het vergelyk maakten. Men verkeert gedroomde dwalingen in ware , zeiden zy , om aan de beftraffingen van de bulk vat te geven. Men bedient zicb expres vantwxffe/acbtige termen , en van dubbel- zinnige en ruimjcbotige uitdrukkingen , die
iyz Het Leyen van
gemeenlyk ?neer de voorvechters van de dwaling 3 als de verdedigers van de waar- heid bcgunftigen. Indien de paus deze nieuwe uitleggingen verwerpt , kan men ze dan aanzien , als den zin van de bulk te behelzen ? indien het gezonde vernuft'' er andere doet voor goed keuren , moet uien die laten varen ? indien de textwoorden van de bulle daartegen aanlopen , waar- by zal men zich houden ? zal men een ei- genhoofdige uitlegging voor den natuur- lyken zift van den text verkiezen ? wie zal ons uit deze verlegenheid redden !
Men moet niet denken dat de Sor- bonne in deze gelegenheid met de han- den in den fchoot zat : een verbod be- komen hebbende van over deze ftof te raadplegen , protefteerde zy tegen alles , wat 'er ingevolge en by gelegenheid van dit vergelyk mogt gedaan worden. De- ze tegenkantingen verhinderden de vol- trekking van de zaak niet , fchoon zy zeer de ongeruftheid en de onberaden- heid van den cardinaal de Noailles hiel- pen vermeerderen. Men had byna al zo lang tyd nodig, om het omtrent zyn mandement van aanneming eens te wor- den , als men gehad had om de uitleg- gingen , of, het geen op het zelve uit- komt , om den zamenhang der leerpun- ten op te ftellen. Eindelyk keurden het
^ Philippus van Orleans. 193
de cardinalen van Rohan en van Bifli in de maand maart in de volgende termen voor goed: 3, Hoewel de aanneming van 5, den heer cardinaal de Noailles , zei „ de eerftgenoemde , fingulier , onge- 53 hoort , en vele zwarigheden onder* 3, worpen is , evenwel , om dat zy 33 wezentlyk en waarachtig is 5 gelo- 33 ven wy 3 aangezien de troeblen van 33 de kerk van Vrankryk in't algemeen, 33 en de toeftand van Parys in 't byzon- 33 der, dat zy kan doorgaan. Wyoor- 33 delen, zei de andere , dat de uitleg- 33 gingen van den heer cardinaal de 33 Noailles , met de onderrechting der 33 veertig biiïchoppen overeenitemmen- 33 de 3 en niets tegen de rechtzinnige 33 leer behelzende , genoeg volftaan kun- 33 nen 3 zo zy van een oprechte en 3, waarachtige aanneming gevolgt wor- 33 den
De cardinaal de Bifli raakte den fpy- Wefni's ker op zyn kop , men had alle redenen 0gQZfg. van de wereld om de oprechtheid van den aartsbiflchop van Parys te mistrou- wen. Hy wilde 5 en hy wilde niet, of liever, hy maakte deminen als ofhy wilde : zyn gedrag en zyne verbinte- niffen waren altyd dezelve ; die het mee* fte tegen de conftitutie durfden fchrecu- wen, welke hy nu Itond aan te nemen 3
1L Deel. N fton-
194 Het Leven van
ftonden het diepfte in zyn gunll: , zelf keurde hy het fchelden , dat zy tegen hem déden, voor goed. Ik vergeef het bun^ zeide deze prelaat , V is de liefde tot de waarheid , die hen doet /preken. Was de circulaire brief, die hy aan zyne waarde priefters fchreef , om hunne onge- ruflheden te ftillen , waarin hy hen verze- kerde , dat hy altyd dezelve gevoelens voor hen zou behouden, niet byna een uit- drukkelyke ontkenning van alles , wat hy inde onderhandelingen beloofde, en van 't geen hy in gevolge van die belof- ten deed ? wat inzicht kon hy hebben, in te eifchen om zyn mandement uit te geven, dat de declaratie des konings, in behoorlyke form afgekondigt en ge- regiftreert, vooraf rnogt gaan * de aan- kleving aan een party , al is het zelf de quade party, kan noch verfchoont wor- den, maar gebrek van oprechtheid is al- tyd te laken.
Het onderzoek van het ontwerp van de declaratie des konings, en de gewich- tige zaken die 'er tuflclien beide voorvie- len, deden die tot de maand van augufti llepende houden, 't Geen de cardinaal van Noailles voorzien had , en *t geen mogelyk de beweegreden van de bedon- ge voorwaarde geweeft was, gebeurde, het parlement weigerde ronduit die te
Phiuppus van Orleans. 19?
regiftreren , en deWyl men dezelve wei- gering van de andere ook vreesde, had men ze naar 't parlement van Douai ge- zonden, daar men zich vooraf van ver- zekert had. Het lezen van dit gewich- tig ftuk, door dencardinaal vanNoailles voorgoedgekeurt , zal doen zien , hoe veel reden zyne koninglyke hoogheid had , om over den uitllag van zyn on- derhandeling vergenoegt te zyn , en waarop de erkentenis' van het hof van Romen, ten opzicht van denabtduBois, die daar zo veel deel in gehad had, ge- grond was.
„ Van den tyd af van onze komft tot Deciara- „ de kroon , zeide de koning , hebben de conftV „ wy geoordeelt , dat onze voornaamite tutie. „ plicht was, het eerfte gebruik van ön-
ze magt aan den godsaienft toe te wy- „ den, en den roemryken titel van oud- „ ften zoon van de kerk te verdienen, „ die ons onder de koningen onder- „ fcheid ; met ons gezag te doen die- ,5 nen, om de onluften tel tillen, die 'er „ in ons ryk ter gelegenheid van de bul- „ le ontftaan waren , door den h. vader „ den paus tegen het boek , dat zede- 3, kundige aaanmerkingen overhetnieu- 55 we Teftament genoemt word , uitge- >, geven. Onze zeer waarde en zeer » beminde oom de hertog van Orleans , N z regent
196 Het L e y e n van
5? regent van ons ryk , heeft de oprecht- „ heid onzer verlangens door de uitge- „ ftrektheid zyner kennis onderfteunt; 33 midden onder de zorgen, die de hag- 3, chelyke tydgewrichten hem inboezem- 33 den 3 heeft hy altyd een zo wenfch- 33 lyken vrede als het waardiglle onder- 33 werp van zyn oplettentheid geacht: 33 en aan de onvermoeidheid van zyn 33 arbeid zyn wy het genoegen verfchul- 33 digt? van ons volk het einde van een 33 onenigheid te kunnen aankondigen , 33 waarvan de gevaarlyke gevolgen zo 33 wel de genen 5 die waarlyk de kerk 33 beminnen 3 als de genen 5 die oprecht 33 de belangen van den ftaat toegedaan 33 zyn, ontruften.
3, Uitleggingen , met een geeft van ,3 eendragt en van chriftelyke liefde op- 33 geltelt, om te beletten dat men door 33 valfche uitduidingen , en die tegen 5, haar waren zin ftryden , een quaad ge- „ bruik van de bulle mogt maken , zyn 3, eenparig door alle de cardinalen , al- 3, le de aartsbiflchoppen , en byna alle 3, de biflchoppen van ons ryk voorgoed- 5, gekeurt. Die de conftitutie reeds aan- 3, genomen hadden , hebben uit eenen 3, mond getuigt in den brief , dien zy 33 aan onzen zeer waarden en zeer be- 3, minden oom , den hertog van Orleans ,
„ gefchre-
Philippus van Orleans. ïp?
„ gefchreven hebben 5 dat deze uitleg- 33 gingen met de leer van de kerk 5 met 33 die van de bulle , en van de herder- 33 lyke onderrechting , in 't jaar 1714. 33 uitgegeven, overeenftemden ; en de 33 meefte prelaten, die tot hiertoe hunne 33 aanneming hadden opgefchort , heb- 33 ben deze zelve uitleggingen aangeno- 33 men 3 om ze hun volk te vertonen by 33 het aannemen van de bulle , als der- 33 zeiver waren zin behelzende. Dus 33 hebben wy de vertroofting, van de on- 33 lullen 3 die de kerk van Vrankryk 33 ontroerden, geftilt te zien, de twyf- „ felingen opgeheldert , de gefchillea 33 over het aannemen van de bulle geëin- 3, digt , den vrede , daar de overlede 3, koning onze overgrootvader zo yve- 33 rig naar verlangde , eindelyk aan de 3, kerk weerom gegeven , en de confti- 3, tutie Unigenitus met zulke echte uit- 3, leggingen verzelt, dat de genen, die 33 tot hiertoe moeite en zwarigheden 33 hadden , zich niet langer zullen kun- „ nen beraden om zich daaraan te on- 33 derwerpen 5 en zich aan de ftem en 3, het voorbeeld hunner herders te ge- 33 dragen.
33 In deze omftandigheden lyden on- 33 ze yver voor den godsdienft en voor 3, het welzynvanden ftaat, de kinder- N 3 5, lyke
ioS Het Leven van
„ lyke eerbied , waarmee wy , op 't voör- 3, beeld onzer voorzaten , jegens onzen 3, h. vader den paus vervult zyn , het 3, vertrouwen dat wy op de kennis van 33 de biffchoppen van ons ryk hebben , 3, dj zorg, die wy moeten aanwenden, 33 om de goede order en ruit in onzen 3, itaat te herltellen , niet , dat wy uit- 3, ftellen het zegel van ons gezag aan 3, een zo dierbaren vrede te hangen , en 35 te gelyk alle nodige voorzorg te ge- „ bruiken , om de oude zaden van twee- „ dragt te verltikken , te verhinderen , 3, dat de woelachtigheid, de valfche ie- 3, ver, de geeft van partyfchap 'ernieu- 33 we doe ontftaan , en om in de kerk 3, een zo billyke als nodige fubordinatie
te handhaven. Wy zullen hierdoor „ in de gevoelens van den overleden 3, koning, roemruchtiger gedachtenis ,
treden , toen hy zyne opene brieven 3, van den veertienden februari 1714- „ gegeven heeft ; en wy hopen , dat ,5 alle de prelaten van de kerk van Vrank- ,5 ryk zich in den zeiven geeft vereni- „ gende , de wysheid en de goedertie- 3, renheid van hun gedrag het werk van 55 hun iever voor de waarheid , en van 35 hun liefde voor den vrede , zullen vol- „ tooien, en voor altoos beveftigen.
„ Hierom enz. willen wy a dat de con-
„ iütutie
PHILIPPUS VAN OltLEANS. Ip£
„ ftitutie Unigenitus in alle de ftaten, 5, Janden 5 en heerlyklieden van ons ge- :, bied zal aangenomen worden. En * gevolglyk verbieden \vy aan alle on- 5> ze onderdanen , van wat ftaat 5 aan- 3, zien , oF rang zy ook zyn mogen,
aan alle genoodfchappen, gemeenten, 3, en wereldlyke ofgeeftlyke perfonen, „ van wat orde , congregatie , of ge- „ noodfchap zy ook mogen zyn , zelf 3, aan de univerfiteiten van ons ryk, 33 en voornaamlyk de theologifche facul- 33 teiten , van iets te zeggen 5 fchry- ?, ven, ftaande te houden, te leren, te 33 verfpreiden , of onder den man te „ brengen, direót of indireót, 'tzyte- „ gen de conftitutie , 't zy tegen de „ herderlyke inftruche , in de vergade- „ ring van 1714. verkondigt , en door ,5 meer dan hondert biffchoppen van ,3 Vrankryk aangenomen , \ zy tegen v de uitleggingen over de bulle Unige- ,5 nitus , door voornoemde cardinalen, „ aartsbiffchoppen, en biffchoppen van ,3 ons ryk voorgoedgekeurt , als over- „ eenftemmende met de leer van de 33 kerk 3 en den waren zin van de bulle.
33 De eendragt der biffchoppen wen- 3, fchende te handhaven , en in hunne 3, bisdommen een vrede te beveiligen, „ die zo noodzaaklyk is tot herftelling
N 4. ,3 van
200 Het Leven van
„ van de goede order en de apoftoli* „ fche tucht 3 verbieden wy te gelyk „ zeer nadruklyk5 van direft of indireft 35 iets tegen de conftitutie in 't werk te 33 ftellen 5 of daarvan aan een toekomen-» 33 de concilie te appelleren 5 onder wat 33 voorwendzel het ook zyn moge.
33 Wy willen 5 om voor het toeko^ 33 mende de gemelde eendragt te bevef- 33 tigen 3 dat de voorgaande aften en 33 appellen zullen gehouden worden als 33 nul en van gener waarde. Wy ver* 33 bieden alle onze onderdanen5zich daar- 33 van te bedienen 3 op wat wyze het 33 ook zyn moge 5 en onze rechters, 35 daar enige acht op te liaan : en uit 33 dien hoofde zal het niet geoorlooft 33 zyn op enigerhande wyze enige on- 33 derzoeken of proceduren ten opzichte 33 van de genoemde aften en appellen 5 33 en alles wat hieromtrent gepafleert is , 33 te doen ? of voorttezetten.
35 Wy vermanen en gelaften de aarts- 33 biflchoppen en biflchoppen van ons 35 ryk 3 de hand aan de uitvoering der 33 tegenwoordige reglementen te hou- 33 den , in dien geeft van vrede en chrif- 35 telyke liefde 5 waarvan zy ons zo me- 35 nigvuldige blyken in deze gelegen 55 heid hebben gegeven ; wy gelalten „ onze parlementslioven , het geen 'er
Philippus van Orleans. 201
in dit artykel begrepen is , heilig te 35 onderhouden, en te doen onderhou- „ den ) voornaamlyk in 't geen de ap- 33 pellen betreft 5 en al het geen 'er tot 33 nadeel van de tegenwoordige zou mo- 33 gen gefchied zyn , te vernietigen. 33 Ook zoeken wy door het tegenwoor- 33 dig artykel geen inbreuk te maken in 33 de regels van de kerk , en de grond- 33 wetten van 't ryk5 omtrent het recht 33 van aan een toekoment concilie te 33 apelleren.
33 Ons voornemen zynde de fpoorlo- 33 ze vryheid te befnoeien, waar mee 33 men verfcheide fchriften in de wereld 33 heeft verfpreid 5 die tegen het gezag 33 en de leer van de kerk ftryden, wel- 33 ke heilig in ons ryk onderhouden word, 33 en meteen de reukeloosheid derwoel- 3, agtige 5 losbandige, en tomeloze geef- 33 ten zoekende te ftuiten, die zich van 93 de laatfte gefchillen bedient hebben, 't 33 zy om de dwalingen van Janfenius 3, te vernieuwen 5 't zy om het gezag „ van de kerk aan te taften , om zetre- 35 gels 3 welke tegen die van 7t ryk, te- 33 gen de rechten van 't bisdom 5 en te- 35 gen de vryheden van de Gallicaan- 35 fche kerk ftryden, of andere gron- 5, den van een heel toegevende zede- 5, kunde m te voeren, willen wy, dat N S » de
202 Het Leven vak
55 de ordonnantiën van de koningen orr- 5, ze voorzaten 5 en de onze, rakende de 55 kerklyke policy en tucht , en de uitvoe- 55 ring van de vonniffen der kerk in 't ftuk 55 van de leer 5 nagekomen zullen wor- 55 den volgens haarform en inhoud, in- 55 zonderheid de bullen van Innocen- 5, tius den tienden 5 en Alexander den 55 zevenden tegen de Janfeniftery 5 en 35 het plakaat omtrent het tekenen van 55 het formulier. Egter verftaan wy niet, 5, dat men direót noch indireót enige 55 nieuwe formulieren van ondertekenin- 3, gen zal durven vorderen ? nademaal ,5 het niet geoorlooft is 3 diergelyke in „ te voeren 5 zonder de raadpleging der ,5 biffchoppen , die met ons gezag be- 55 kleed zyn.
„ De ordonnantiën 5 plakaten5en de- „ claratien over de kerkelyke jurifdiéhe 55 zullen volgens haar form en inhoud 5, uitgevoert worden , en ingevolge 5, van dien , zal de kennisneming en 5, de uitfpraak over de leer den aarts- a, biffchoppen en biffchoppen toebeho- ,5 ren 5 en hunne vonniffen ten dezen 3j opzichte zullen tegen alle gemeenten , 3, en zo wel wereldlyke als geeftlyke 55 perfonen 5 ter uitvoering geftelt wor- 5, den 5 zonder dat al het geen daar te- 55 gen gedaan of ondernomen zou mo-
» gen
Philippüs van Orleans. 203
5, gen zyn5 gedurende de laatfte onenig- „ heden , enig hinder of nadeel zal kun- 5, nen toebrengen aan het rechtsgebied ?, der biffchoppen 3 of daar enige nieu- 5, we verandering in maken. Wy ge- 3, laften onze parlementen , en alle on- 5, ze andere rechters , om de kennis-ne- 3, ming en het vonnis over de leer aan „ de biffchoppen te verzenden 5 en hun 93 den byftand te verlenen 5 dien zy zou- 33 den mogen nodig hebben.
33 Verders verbieden wy alle onze 33 onderdanen 3 van elkander aan te taf- 33 ten of te tergen met de fmaadwoor- 33 den van invoerders van nieuwighe- 33 den 3 janfeniften 3 fcheurmakers 5 ket- 33 ters 3 of andere bendnamen ; gelyk 33 ook het opftellen 3 verkopen 5 ver- 33 fpreiden 5 of anderfins, van boeken of 33 pasquillen 5 vooral van die gene % 33 welke tegen de eerbied ftryden 5 die ,3 men aan onzen heiligen vader den 33 paus 3 aan de biffchoppen 3 of aan de 33 vryheden van de Gallicaanfche kerk 33 verfchuldigt is5of welke direct of in- 33 direét de voornoemde conftitutie be- 33 ftryden 5 en in 't algemeen alle die 33 gene 3 die gefchillen raken 5 welke on- 33 langs afgedaan zyn 5 waaromtrent 33 wy een algemeen ftilzwygen opleg- 33 gen. Gegeven te Parys3 den 4.. Au- „ gufti 1720." Na
204- Het Leven van
Na dat deze declaratie in het parle- ment van Vlaanderen geregiftreert en afgekondigt was , maande men den car- dinaal de Noailles om zyn mandement van aanneming : zyne eminentie wei* gerde dit, onder voorwendzel, dat,dewyl deze declaratie nader zyn bisdom be- trof, dan alle andere, het ook wel voeg- de , dat zy daar geregiftreert wierd , zon- der het welke zyn mandement weinig van kracht zou zyn , en blootgeftelt aan tegenkantingen, die hy niet graag zou ondergaan.
Tegen- Vergeefs gebruikte men alle zyne wel- kantildie ^Pre^ent'ie^ 5 hy bleef onbewceglyk. d«c de-e Men moeft bedacht zyn om hem genoe- ciaratie^ gen te geven , want zonder dit mande- ment wierd de declaratie ten minften van geen nut. Dit was zo gemaklyk niet om te doen : het parlement was naar Pon- toife verplaatft ; deszelfs weinige trek om de vreedzame inzichten van \ hof te begunftigen , had veel tot deszelfs on- gunft geholpen , en het had weinig fchyn 3 dat deze ftrenge behandeling het infchiklyker zou gemaakt hebben: daar- enboven was het meer dan waarfchyn- lyk , dat men zich met zyne eminentie verftond, en zoveel wilde toebrengen, als het mooglyk was , om den cardinaal vim zyn belofte te ontflaan.
Niet
ontmoet.
Philippus van Orleans. 20J
Niet tegenftaande deze overwegin- gen , wierd de declaratie naar Pontoife gezonden; de univerfiteit , de priefters van Parys , en de vier appellerende bif- fchoppen , zonden 'er ook requeften naar toe , waarby zy verzochten van te mo- gen ontfangen worden als appellanten van al het geen 'er gedaan was, of noch ftond gedaan te worden , omtrent het ver- gelyk , waaraan zy beweerden geen deel te hebben, en tegen hun appél aan een algemeen concilie , dat vry en wet- tig vergadert zou zyn. Deze requeften vonden meer ingang in het parlement, dan de declaratie van den koning , door de toeftemming van het ligchaam der bifïchoppen onderfteunt , zo dat myn heer de la Vrilliere order had die weer in te trekken.
Zyne koninglyke hoogheid , en zyn gunfteling, de abt du Bois, een dood- lyke fpyt over al dezen tegenftand en behandeling gevoelende , lieten hunne gedachten op den groten raad gaan , en het fcheelde weinig of zy waren daar ook afgewezen , maar door het bidden en fmeken der hertogen en pairs , zo ik my dus mag uitdrukken , die de hertog regent daar zeifin hunne (jeremonie-tab- berden met alle de andere prinflen van den bloede ingeleidde , gefchiedde de
re-
%o6 Het Leven v a
regiftrering den 23 feptember, en wierd door opene brieven ge volgt, behelzen- de in fubftantie , dat de koning , na aan den groten raad zyne declaratie van den 4den Augufti laatftleden gezonden te hebben, om de bevrediging der biffchop- pen van zyn ryk te wettigen en te hand- haven, over de gefchillen , die 'er onder hen ter gelegenheid van de conftitutie Unigenitus ontftaan waren , dien raad verzocht had om tot het regiftreren van de voornoemde declaratie over te gaan ; het vertrouwen dat hy op hun beqtiaamheid , en ervarenheid in de kerklyke zaken had, en de blyken die zy van hun iever voor de rüft van de kerk en den ftaat hadden gegeven , hadden zyn majefteit bewogen , om hun de kennisneming toe te wyzen van de difputen en gefchillen , die 'er ontftaan waren, of noch mogten ontftaan, ter oorzaak van de gemelde conftitutie, in het rechtsgebied van het parlement vanParys. vordc Deze regiftrering was noch niet naar ringen de fmaak van zyne eminentie , hy ver- Ca?dinMi klaarde met uitdriiklyke termen , dat zyn deNoaii- mandement niet in 't licht zou komen , lcs- voor dat de declaratie des konings , waar- op het betreklyk was , in het parlement van Parys geregiftreert was. Niet te- genftaande het hartzeer en de fpyt, die
deze
PhilIpfüs van Orleans. 207
deze wankelbaarheid , of liever dit ge- brek van zyn woord te houden , in lui- den van het karakter van den hertog van Orleans, en zyn eerften minifter, moef- ten veroorzaken , lieten zy zich niet af- wyzen , en wierden de zaak meefter , die de cardinaal onmooglyk oordeelde. Zonder op te houden van met deze pre- laat grote omzichtigheden te gebruiken,
februikte men een fleren toon tegen em , en bepaalde hem een tyd , om een vaft belluit te nemen , hem te ver- itaan gevende, dat men, zyn uitvlug- ten moede , maatregels zoude kunnen nemen , die hem niet aangenaam zou- den zyn.
Men ftelde een nieuwen gewetenswad aan, waarvan hy uitgefloten was : de- ze beftond uit den cardinaal de Rohan , die 'er prefident van zou zyn, uit den cardinaal de Billi , den aartsbiffchop van Camerik (dit was de abt du Bois) uit mynheer Fleuri , oudbiflchop van Frejus , en leermeefter des konings , uit den heer Maïïillon, biflchop van Clermont, eer- tyds vader van het oratorie , en den vermaartften preker van Paiys , zynde een van die genen, die het meelt toege- bragt had , om den cardinaal de Noail- les te overreden , om zyn ftem tot een vergelyk te geven. De beftemde tyd
ver-
208 Het Leven yan
verlopen zynde,liet men zich zeer door •de abdis van Chelles bidden, om hem een nieuw uitftel te verlenen. Men Het wezentlyke point was, het par- krygthet iement tot reden te brengen: om het ment zo Ssdve bang te maken, en te doen gevoe- ver,dat ]en5 fa men Jiet Wel zonder het zelve eontou- kon ftellen , rechtte men een (|) Va- tieregif- cantiekamer te Parys op; de eerfte zit- treert. yan g^^/j^f wierd den 7
oótober by de grote Auguftynen gehou- den, in de zaal, die tot de vergader- plaats der geeftlyken gefchikt is. De koning drukte zich hieromtrent aldus in zyne opene brieven uit: ,, Niet raad- „ zaam geoordeelt hebbende , om ge- „ wichtige redenen, een vacantie-kamer „ te Pontoife op te rechten , waarheen „ wy ons parlementshof verplaatft heb- „ ben, verplicht ons het recht, dat wy „ onze onderdanen fchuldig zyn, an- „ dere rechters aan te ftellen , waaraan „ zy zich kunnen adrefleren, om dat „ zo vaardig te erlangen, als het dena- „ tuur der zaken, die gemeenlyk inde „ vacantie-kamer verhandelt worden , 53 vereifcht. Om deze redenen hebben
n wy,
f Zodanig een gerechtshof beftaat gemeenlyk uit een ptftient a mortier en enige raadsheren, om geduren- de de vacantien de zaken van de juftitie waar te nemen»
PHILIPPüS VAN ORLEANS. IOC}
n wy, op den raad van den regent, van „ de prinflen van onzen bloede 5 enan- „ dere grote en aanzienlyke perfona-
gien van onzen raad, alle de zaken, 5, die voor ons gemeld parlements-hof „ hangen , zo wel in het civiel als in „ het crimineel, die het gewoon is, „ gedurende de vacantien, inftaat van 5, wyzen te brengen , en tut te fpre-
ken, gelyk ook die gene, diegedu-
rende de tegenwoordige commiiTie 5, mogten komen te ontftaan, aan u ver- 5, wezen , gelyk wy ze aan u verwy-
zen mits dezen, u aanft ellende, be- 5, velende en committerende, om van
dezelve kennis te nemen, en ze ter
batfter inftantie uk te wyzen, en dat ,3 tot S. Marten toe
De prefident van deze commiiTie was de heer d'Armenonville , de procureur- generaal de heer de Vatan , en de raads- heren waren ten getale van zeven , uit des konings raad van ftaten genomen, waarby 25 requeftmeefters gevoqgt waren.
Ter zeiver tyd dat men het parlement in \ algemeen deze fpyt aandeed, lei men zich toe, om de particuliere leden daarvan door onderhandelingen en fol- licitatien te winnen. De heer cangelier deed daar groten dienft in^ en fcnikte
II. Dal. O zicE
210 Het Leven va n
fcich heel gemaklyk naar de inlichten van hof Deze magiftraats-perfoon , van wiens eerlykheid en vroomheid men 10 breed had opgegeven, had veel van de grote genegenheid laten varen, die hy voor de janfeniftifche party ge- had had , geen ik daarom zeg , om dat niemand onbewuft is , dat de gevoelens van Janfenius en van Quê- nel dezelve zyn. Hy meende in den groten ophef, die 'er gemaakt was, an- dere driften , dan de iever voor de waar- heid, ontdekt te hebben ; een liefhebber van de goede order, en van de fubordi- natie zynde , was hy geërgert geweeft over de vorderingen en de handelingen van de lage geeftlykheid : dewyl het za- menftel der leerftukken hem fcheen toe te ftrekken , om de misbruiken , die men van de bulle zou kunnen maken, af te keren, zag hy de onoverwinlyke tegen- kanting, om die aan te nemen, als een hartnekkig befluit aan , om de onluften eeuwigdurent te maken , en in de kerk een nieuwe form van regering in te voe- ren ; hy drukte zich omtrent zo hier- over uit , en zyn gedrag heeft nader- hand altyd zyne gevoelens beantwoord.
De onderhandelingen waren niet vruch- teloos , maar zy waren van een langen nalleep. Om van derzelver goeden
uitflag
Philippus van Orleans, 211
uitflag verzekert te zyn , en die te ver- haaften, namen de hertog van Qrleans en zyn raad een belluit , om het parle- ment een zwaarder llag toe te brengen , dan alle de voorgaande. Toen deze vergadering zich klaar maakte , om haa- re zittingen tegen den dag van S. Maar- ten te hervatten, ontfing ieder van der- zelver leden een gelloten brief, die hun verbood te Pontoife te vergaderen, en belaftte, zich naarBlois te begeven, om daar den tweden van de volgende maant het parlement te openen. De iever, en de ftantvaftigheid dezer magiftraatsper- fonen konden deze twede ballingfchap niet weerftaan 5 de onderhandelingen vorderden meer in vier of vyf dagen, dan zy voorheen in verfcheide maanden gedaan hadden : den vyftienden novem- ber, dat is te zeggen vier dagen na het ontfangenvan de gellotene brieven, gaf de eerfte prefident zyn woord in naam van de vergadering, dat de regiftréring zou gefchieden. Men quam in aller yl omtrent de voorwaarden overeen ; dat de commiffie aan den groten raad , no- pende de uitvoering van de declaratie, zou herroepen worden; dat de te boekftel- ling te Pontoife zou gefchieden ; dat dit met enige bepalingen zou in zyn werk gaan , waarvan men de voorwaarden O 2 regleer-
2i2 Het Leven tan
regleerde, en dat het parlement, zo dra als het mooglyk was, te Parys zou herftelt worden.
Het gegeven woord wierd met meer- derheid van (temmen den vierden de- cember ter uitvoering gebragt. De bepalingen hielden in, dat het regiftré- ren geen inbreuk zou maken in de vryheden en privilegiën van de Galli- caanfche kerk , en in de grondwetten van 't ryk , omtrent de magt en het rechtsgebied der biffchoppen van Vrank- ryk , de aanneming der paullyke bul- len , en het recht van appél aan een toekoment concilie , en eindelyk , dat men in de uitvoering dezer declaratie acht zou geven op de claufelen en bepalin- gen , bedongen by het regiftreren van de opene brieven van het jaar 1714.
De cardinaal de Noailles , miffchien uit beleeftheid , wachtte niet tot dat de zaak te Pontoife afgedaan was; maar hy deed, op het gegeven woord aan den heer regent door den eerften prefident, zyn mandement van aanneming op den 17. november in 't licht* komen. In vreedzamer tyden , waarin men niet be- lloten zou hebben te veroordelen, 't geen zich tegen zyne particuliere gevoelens aankantte , zou dit mandement aange- zien zyn voor het geen het was, dat is
te
Philippus van Orleans. «213
te zeggen voor zeer verftandig, en zeer bequaam om de zwarigheden, die men tegen de bulle geoppert had, weg te ne- men en de ware of gewaande onge- ruftheden te (tillen , die men ten dezen opzichte had laten blyken.
Wy hebben u altyd met een volkome Mande- eenvoudigheid , waarde broeders , alle ^ne™* de ftappen bloot gelegt, zei deze aarts- mnigvan biflchop, die wy in de gewichtige zaak ti^ti' van de conftitutie gedaan hebben ; en van onze grootfte vertroofting is geweeft, u NoallIes- tot getuigen van ons gedrag , en gehei- me vertrouwelingen van onze gevoelens te hebben .... Gy weet het, broeders, wy zyn de enige niet , die ontruft zyn geweeft over de misbruiken , die men van de conftitutie Unigenitus wilde ma- ken, *t zy met zich te durven bedienen van den eerwaardigen naam van den h. vader den paus , om valfche en ge- vaarlyke gevoelens ftaande te houden, 't zy met zich in het andere uiterfte te werpen , en te bewéren 5 dat zyne hei- ligheid de leer van de kerk aangetaft had .... Met inzicht om deze twee uitterften te verhelpen , ftelden de bif- fchoppen van de vergadering van het jaar 1714., voor dat zy fcheidden , de herderlyke onderrechting op, die zyals een foort van een bolwerk en een dam
O 3 aan-
21^ Het Leven van
aanzagen , tegen de uitleggingen , die tegen den waren zin van de bulle ftre- den.
De waarheid en vrede , gelyk deze prelaten, wenfchende te bewaren , oor- deelden wy niet , dat deze voorzorgen fterk genoeg waren ; en niets op ons willende nemen , befloten wy ons aan den h. vader te adrefleren , om hem te bidden , dat hy ons zelf de nodige uit- leggingen mogt geven Deze
verfcheidenheid van gedrag had niets in fcich, dat de kerk behoorde te ontruften ; alles wat men 'er uit kon befluiten , was , dat de biflchoppen van Vrankryk , met elkander overeen gekomen zynde om uitleggingen by de bulle te voegen, ver- deelt waren , voor zo ver , dat fommi-* ge oordeelden die zelf te kunnen ge- ven, in plaats dat anderen zich aan den paus adrefTeerden, om die te erlangen.
Om ondertufTchen de quade vermoe- dens uit te wifTchen , die men tegen het geloof der eerite herders trachtte in te boezemen , en om altyd meer dan een middel te hebben , om alle de gemoe- deren tot een volmaakte eendragt te brengen , meenden wy te moeten ver- klaren , dat 'er geen onenigheid onder de prelaten was, omtrent het geene dat tot de wezentlykheid van het geloof be- hoort.
Philippus van OrleaSs. iif
hoort , en dat wyduitgeftrekter uitleg- gingen een genoegzaam middel konden worden, om een waren vrede ce herftel-
Jen Wy durven hier den door-
luchtigen prins , die met het koninglyk gezag bekleed is , tot getuigen roepen van onze wenffchen en genegenheid voor den vrede , en in die vreedzame onder- handelingen , die hy met zyne tegen- woordigheid vereert heeft, heeft hy het genoegen gehad van te erkennen , dat'er nooit onder de bilTchoppen verfcheiden- heid van gevoelens was geweeit om- trent den grond der leerftukken , en het wezentlyke van het geloof. . . . 't Geen wy ten allen tyden gewenfcht hebben , vergunt ons God tegenwoordig op on- ze beden.
Prelaten , die te achten zyn om hun- ne grote kennis , en noch meer om hun- ne liefde voor de ruft, hebben met een geeft van eendracht en chnJcelyke liefde gearbeid , om net de dwaling van de waarheid, de leerftukken van de gevoe- lens te onderfcheiden.
De uitleggingen , die zy in dezen geeft hebben opgeftelt , zyn door zulk een groot getal van bilTchoppen voor- goedgekeurt , dat men ze als een echte getuigenis van de gevoelens der Galli- caanfche-kerk kan aanzien, bequaamom Of die
2i6 Het Leven tan
die genen den mond te noppen , die aan de conftitutie Unigenitus verkeerde uit- leggingen zouden willen geven , om hunne gevoelens ftaande te houden , die van ieder party maar al te dikwils voor leerftukken van het geloof uitgegeven worden.
Dus hebben wy de vertroofting , van te zien, dat wy ons oordeel naar de groot- fte verltanden van de kerk van Vrank- ryk richten 5 en wy vrezen niet, dat zyne heiligheid deze uitleggingen niet zal willen erkennen , dewyl zy enkel en alleen de overlevering van de room- fche kerk zyn.
5, Ontfangt dan met vertrouwen uit- 55 leggingen 5 die in dezen geeft opge- 55 ftelt zyn 5 draagt die eerbied toe 5 als 55 zynde het werk van de Gallicaanfche 55 kerk 5 van dat doorluchtig deel van 55 Chriftus kudde , dat zich altyd even 55 beroemt heeft gemaakt door de zui- 55 verheid der leer 5 en door de ftantvaf- 55 tigheid van zyne onkreukbare gene- 55 genheid voor den heiligen ftoel. u
Deze voorreden was van uitleggingen gevolgt 5 die niet anders behelsden dan liet zamenftel der leer , en zy wierden met een waarfchuwing befloten , die een foort van atteftatie van derzelver recht- zinnigheid behelsde.
„ De
Philippus yan Orleans. 217
De cardinalen , aartsbiffchoppen, 5, en biflchoppen 5 aan wien zyne ko- 5, ninglyke hoogheid de uitleggingen 3, heeft medegedeelt , en die dezelve „ naauwkeurig onderzocht hebben , heb- ,5 ben verklaart 5 dat zy niets behelzen 35 dan het geen overeenkomftig is met 33 de leer van de kerk, en met de gron- 53 den 3 die zy geftelt hebben, toen zy die 3, aannamen 5 in hunne herderlyke on- 55 derrechting van het jaar 1714 cc.
Waarna zyne eminentie voortgong: 55 Zodanig zyn de uitleggingen van de 55 bulle Unigenitus , waaraan gy u moet 55 houden ; dit is de geeft geweeft van 55 zo veel grote biffchoppen 5 toen zy 55 die aangenomen hebben 5 en dit is 55 de zin ? waarin wy ze met hen aan- 55 nemen". Vervolgens toonde hyaan3 dat de leerftukken 5 en de artykelen, die dezedeleeren tucht raakten, welke men beledigt geloofde5 volkomen gedekt en behouden waren.
55 Luiftert dan nietjbefloot hy5 naar 55 particulieren5die mooglyk geen kennis, 55 en zekerlyk geen gezag bezitten 5 en 55 die u een leer willen inboezemen , „ heel verfchillende van die gene , die 35 u de h. vader 5 en wy met hem leren.
55 Luiftert ook niet naar die genen5 die „ aan de bulle Unigenitus verdraaingen O J „ zou-
2i8 Het Leven van
„ zouden willen geven , welke met on- „ ze uitleggingen llryden, 'tzy om val- ,t fche en gevaarlyke betekeniflen , die 3, door deze zelve uitleggingen uitge- 3, floten zyn 3 te willen ftaande houden, 3> 7t zy om te dryven , dat men de leer 3, verbaftert 5 en de taal der overlevering 3, verandert , daar ondertuffchen de kerk 33 zich niet van haar gezag bedient, als 33 om de leerftukken op een netter, en 33 klaarder manier 5 en die het verfte af 33 is van dwalingen en nieuwigheden te
33 begunftigen, uit te doen drukken
33 Hierom nemen wy met eerbied en ,3 onderdanigheid de conftitutie Unige- „ tus aan , vernieuwende de veroorde- 33 ling 3 door ons reeds gefchied , van 33 het boek der zedekundige overden- 33 kingen 5 en wy veroordelen zo wel 53 het gemelde boek, als de ioi ftellin- 33 gen j met dezelve benoemingen , „ die 'er zyne heiligheid aan gegeven 33 heeft. Alles volgens de gezegde uit- „ leggingen 3 die door een groot ge* 33 tal franfche bifTchoppen voorgoedge- 33 keurt zyn 5 en die wy u geven als 33 den waren zin van de bulle behelzen- 33 de ; uitleggingen , die wy nodig geoor- 3, deelt hebben by de conftitutie Unige- 3, nitus te voegen 5 alleen om te beletten , 33 dat het geloof door opvattingen 5 die
valfch
Philippus van Orleans. 219 valfch zyn 3 en tegen den waren zin
van de bulle en van de gemelde uit- „ leggingen ftryden 3 aangetaft 3 de zui- „ verheid van de zedeleer verdorven, „ en de vryheid der fcholen gelchonden 3, worde.
33 Wy veroordeelen alle de blaauwe 33 boekjes , 't zy gedrukt of gefchrevea 33 die 'er tegen de conftitutie en de ge- 33 melde uitleggingen , ten voordeele van 33 het gemelde boek en de veroordeel- 33 de (tellingen , zyn in \ licht geko- 33 men, of noch zouden mogen komen cc.
De pogingen die de hertog van Noail- Dejan. les ten koften van zyn goeden naam aanwendde, om zich in fchyn met het op van grootfte getal der biflchoppen te vereni- heno te
ö ö, rr • i t pryzen,
gen 3 maakten geen groten indruk op het gemoed zyner parochianen. Hy kende de gemoedsgeltelteniffen zyner priefters3 daar hy veel toe gedaan had om ze daar in te krygen , zo wel 3 dat hy,by het toezenden van dit mandement, hun de vryheid liet, om het af te lezen 5 of achter te houden 5 en de meeften ko- zen de laatftgenoemde party. Dit man- dement wierd van alle kanten aangetaft, de party, die hy verliet, hoopte hem met verwyt en fcheldwoorden op ; hy was nu geen Athanafius, geen Chryfof- tomus meer 5 dien de liefde tot de waar- heid
220 Het Leven van
hei J tegen de dreigementen van lyn vorft verhard had ; 't was een ftaaltje van de brosheid en onftantvaftigheid der menfchelyke deugden ; men haalde hem aan als een doorluchtig voorbeeld van een rechtvaardigen , die van de genade verlaten was ; 't was zelf geen man van verdienfte meer, menfchilder- de hem als een zwak , fchroömachtig , en wankelbaar menfch , af, dien men al- le moeite van de wereld gehad had om te geleiden , en die zo veel ftruikelingen gedaan had als paffen , zo dra hy zich niet meer had willen laten gezeggen. Om kort te gaan , deze prelaat had het hartzeer van te zien , dat men tegen zyn dank hartnekkig zyne handelingen, die hy veroordeelde, bleef wettigen, en dat uit dien groten hoop van leerlingen , die het zich tot een eer gerekent hadden van in zyne voetftappen te treden,naau w- Jyks een hem op den nieuwen weg , door hem ingcflagen , wilde volgen, vcmor- Het hof had zonder twyffel graag ge- deling 2;en c}at: (]eze ftap van ]iet hooft der
der Aj>- 1 a '
peilen, opponenten , van meer kragt geweelt ware , om hen met de anderen te ver- en; ::en , maar het had ten minften zyn voornaamfle oogmerk bereikt, dat is , de handen ruim te hebben , om de mid- delen te gebruiken , die het noodzaak-
Ph ILIPTUS van Orleans. 221
lyk geoofdeelt had , om het voortgaan van de onenigheid te beletten 5 en 'er de gevolgen van te ftuiten. Zodra het mandement van den cardinaal deNoail- les publiek was geworden , en dat het parlement de declaratie , die dit onder- ftelde 5 geregiftreert had 5 floeg men een heel anderen weg in, dan men gedaan had , om de janfemften te doen gevoe- len, dat zy zich grovelyk bedrogen had- den , zo zy zich hadden ingebeeld , dat men ooit van gedachten was ge- weeft, om hen de dominerende party te maken. In 't laatft van december ver- oordeelde een arreft van 's konings raad van ftaten het appél van de vier bif- fchoppen , te weten die van Montpel- lier 5 Mirepoix , Senés , en Boulogne. De bilFchop van Mirepoix was reets ge- fturven ; die van Senés is noch beroem- der geworden, dan hy toen was 5 door zyne afzetting op het concilie van Am- brun , waarop mynheer de Tancin , geloofs-onderwyzer van den beroemden Law, prefiderüt was ; de büfchop van Boulogne is in zyne refidentie-ftad ge- fturven \ maar die van Montpellier leefc noch, en heeft veel eer ingelegt door de mandementen, die hy, tot verdedi- ging der mirakelen van den abt Paris , heeft in 'c licht gegeven. In't begin van
'tvol-
222 Het Leven van
't volgende jaar fchreef men dezen cir- culairen brief aan alle de kapittels, die van de conftitutie hadden geappelleert. ,5 Waarde, en veel geliefde; wy zyn „ verwittigt , dat'er in uwe regifters 3, verfcheide aften gevonden worden, „ ter gelegenheid van de difputen op- ,, geftelt , die'er in ons ryk over de con- „ ftitutie Unigenitus gerezen waren , „ en die nu gelukkig afgedaan zyn i „ en dewyl deze aften door de regie- „ menten van onze laatfte declaratie „ moeten aangezien worden als nul en „ van gener waarde , en het niet meer „ geoorlooft is zich daar van te bedie- „ nen , fchryven wy U dezen brief, 3, met goedvinden van onzen zeer waar- 3, den oom , den hertog regent , om 35 u te zeggen , dat ons welbehagen „ is , dat alle deze aften voortaan in „ een volkome vergetelheid zullen be- „ graven bly ven ; U uitdruklyk gelaften- „ de , van daar uw gedrag naar te rech- „ ten , van dezen tegenwoordigen brief „ in uw aanftaande kapittel te doen le- 55 zen 5 en hem aanftonds in uwe regif- 5, ters te laten zetten Appel- De aartsbiflchop van Camerik, dien lantcn (jc uitvoering aller dezer zaken aanbevo-
vcrvo g . ^ ^ onejn(Jjg yeej moeite3
om uit zyn onderhandeling de vruchten
te
Philippus van Orleans. 223
te trekken , die hy^er 5 voor fcich zelf en voor den ruft van den ftaat 5 van ver- wacht had. Hy ontbood de opperftea van de kloofters en geeftlyke genood- fchappen , vermaande hen met de krag- tigfte woorden 5 om hunne munniken , en de genen 5 daar zy over geftelt waren , in toom te houden , en hen te verhin- deren 5 van luidruchtige rollen in de we- reld te fpelen , hun verklarende , dat zy'er verantwoordelyk voor zouden zyn* Inzonderheid hielt hy een waakzaam oog op de benediktynen : dewyl zy een kapittel 5 of, gelyk zy het noemen, een dieet ftonden te houden te Mar- moutier , dicht by Tours 5 deed hy'er de ieverigften van altfluiten, en gaf or- der , dat de verkiezingen tot ampten niet op hen vielen; dewyl hy ze weinig rek- lyk vond , maakte hy hen bevreeft , hun te kennen gevende 5 dat men hunne con- gregatie zou vernietigen , en dat ieder van hunne huizen onder den biiTchop van het diftrict zou ftaan , gelyk liet voordezen gewetft was. Niet te vreden met drei- gementen te doen , bragt hy hun een zwaren ftoot toe. Deze munniken heb- ben verfcheide particuliere beneficiën , waarvan de inkomften niet begrepen zyn onder het geen men des abts of der munniken beurs noemt; uit deze inkom- ften
224 Het Leven van
ften word de gemene kas gevult , om de algemene onkoften goed te maken, gelyk by voorbeeld de wedden , die zy aan verfcheide amptenaren van den gro- ren raad, en aan de beroemtfte advo- caten van Parys geven. Dewyl deze be- neficiën niet verenigt zyn , moet ieder een byzonderen titel- voerder hebben , 't welk benedióiynen zyn, diehetbyna nooit zelf weten dat zy 't zyn , door 't middel van enige getekende namen in blanco , die men hen onder verfcheide pretexten afeifcht: deze beneficiën wor- den beftuurt, verruilt , overgetekent , zonder ooit vacant te worden ,of in an- dere handen te kunnen vervallen. In 't jaar 1720. quam 'er een declaratie des konings uit , die deze ftreken den titel gaf , dien zy verdienden , en kragtige middelen gebruikte , om die te doen op- houden: men belaftte, dat de titelvoer- ders daarvoor uit zouden komen, met zich in die hoedanigheid in het naafte rechtsgebied , daar het beneficie gele- gen was , te doen infehryven ; dat deze aangeving by ieder verandering zou ge- fchieden , en met eenc atteftatie van den dood des voorzaats 3 en met de aan- toning van alle titels en papieren ver- zelt zyn, uit hoofde van dewelke men zich als titel- voerder gedroeg, dat by
gebrek
Philippus van Orleans. 22J
gebrek van deze verklaringen , dus ge- fchied, vernieuwt, en geattefteert , het beneficie vacant zou geoord'eelt worden, en verkrygbaar 5 niet tegenftaande alle brieven van bezitneming , die men aan het hof van Romen mogt verworven hebben ; dat de pacht-celen door den titelvoerder zelf zouden opgeftelt wor- den, of op een fpegiale procuratie, met zyn eige hand gdchreven; dat hy 'er het genot en het bewind van zou heb- ben , en daar wonen , indien het de na- tuur van het beneficie quam te vereifchen.
Deze fchikkingen koltten de congre- gatie vaa S. Maur enige beneficiën, en verfchafcen de vryheid aan enige ver- volgde benedictynen, die de gevoelens van hunne ordens-genoten niet hadden willen omhelzen. De zaak had geen an- dere gevolgen ; zy toonden zich een weinig gedwee, en de onvoorzichtig- heid , of liever de heerlchzucht der je- füiten , gelyk ik haaft zal doen zien , gaf den eerften minifter gelegenheid, om de uitvoering dezer declaratie op te fchorten.
Men gebruikte ook veel omzichtig- heid omtrent de vaders van 't Oratorie: hun generaal , vader de la Tour , een man van een fyn oordeel en groot ver- ftand , fchikte zich naar de inzichten
II. Deel P van
ii6 Het Leven van
van het hof , en de intentien van den cardinaal de Noailles ; hy wift de zaak zoo wel te beleggen, dat hy , zonder de gevoelens zyner medebroeders veel te dwingen , hen binnen de palen van be- zadigtheid hielt, en het particulier be- wind over hen niet dan aan luiden ver- trouwde , op wier voorzichtigheid hy ftaat kon maken.
De onderwerping , ten minften uiter- lyk, van de theologifche faculteit van Parys was van een heel ander gevolg. De toeftemming van dit doorluchtig lig- chaam , waarvan de leden door alle de plaatzen van 't ryk , en in verfcheide geeftelyke broederfchappen verfpreid zyn , zou van een groot gewicht geweeft hebben , om het gelchil uit te maken : maar dit niet kunnende hopen , lei men zich toe , om het gerucht , dat deze facul- teit maken wilde , voor te komen. De kanselier wierd met deze zorg belaft. Hy ging aan \ onderhandelen , ontfong de memorien , waarin haar grieven be- vat waren. Hy wierd door hoger gezag onderfteunt : de leraren , welke zich aan deconftitutie onderworpen hadden, en die door dit ligchaam uit de verga- deringen gellotcn waren, quamen daarop uitdruklyke order weer in; menverwif- fdde den fyndicus en den deken; en
men
Philippus van Orleans. 227
men verhinderde door verfcheide geflo- te brieven het raadplegen over het za- menftel der leerftukken , dat tot grond- zuil van het vergelyk ftrekte.
De univerfiteit in 't algemeen vereifchr te ook grote zorgen. Ter gelegen- heid van den omgang , die 'er , volgens gewoonte , in maart 1721. gehouden wierd, drukte de reétor , Rollin ge- naamt, opperfte van het kollegie van Beauvais , en zeer geacht onder veel menfchen van fatfoen , onder anderen van den cardinaal de Noailles , en myn- heer d' Agueffeau . , zich met veel vuur over de zaken van den tyd uit, zeggen- de 5 dat niets levendiger blyken van de liefde der univerfiteit voor de waarheid zou geven, dan het appél dat zy van de conftitutie Unigenitus aan een alge- meen concilie had laten aantekenen , en dat niets haar ook meer zou tot eer ftrek- ken , dan haar openbare protefhtie aan het parlement , waardoor zy verklaar- de, dat zy , niet gehoort zynde in de tegenwoordige zaak van het vergelyk , en van het zamenftel der leer , ook daar geen deel in kon hebben. Dit dis- kours wierd zeer geprezen , en de de- ken van de theologifche faculteit ver- zocht , dat het in de regiikrs van de faculteit mogt aangetekent worden.
P 2 Twee
228 Het Leven van
Twee dagen daarna gaf het hof bevel, dat het doorgefchrapt zou worden, en verbood dat de gene , die het gehouden had , in zyne bediening zou geconti- nueert worden. Zo keerde men weer tot de wyze van Lodewyk den veer- tienden , en men was genoodzaakt te bekennen , na vruchteloos alle andere middelen beproeft te hebben , dat dit het enigfte van kragt was. Het hof Dit was het gevolg van de zorgen
van Ro- yan (]en fa g0js fcQ j]y ten mjn£
men had J , , J
reden ten twee jaren met yver had voortgezet: van ver- Zy verfchaften het hof van Romen een uzynf fchaduwe van vrede , en een glimp van zegepraal , 't geen ^er ook innerlyk n wel over in zyn fcbik was , fchoon het ^er zyn misnoegen over betuigt had , door de onbepaalde en algemene ver- oordeling van het zamenftél der leer , van het mandement van den cardi- naal , en van de regiftrering van \ parlement, die aan zekere voorwaar- den verbonden was. Het hof van Ro- men moeit in der daad denken , dat men in deze omftandigheden meer ge- daan had , dan het kon verwachten , of dan het begin van het regentfchap voorfpelt had : de conftitutie was aange- nomen ; de aanneming van den cardi- naal , 't zy dan oprecht of niet , liet de
party,
PHILIPPUS VAN ORLEANS. 2K)
party , die tegen haar aangekant was, zonder hooft ; de regiftrering van het parlement , fchoon bepaalt , en tegen dank gefchied, maakte haar party de do- minerende 3 en gaf het hof recht , om met enige welvoeglykheid de middelen van ftrengheid te gebruiken , vooral te Parys , daar de toevloed der opponenten was, en de bron van de onenigheid.
Indien men acht geeft op de zwarig- heden 5 die de aartsbiflchop van Came- rik te overwinnen had, om te herftellen 't geen de oogluiking , die 'er in 't be- gin van 't regentfchap vereifcht wierd, in wanorder gebragt had , zalmen recht bevvyzen aan het talent , dat hy tot on- derhandelingen had 5 en men zal beken- nen 5 dat de cardinaals hoed dikwils tot beloning gedient heeft van uitflagen van \eel minder gewicht 5 en dat de opvol- ger van Clemens den elfden met recht erkende 5 in hem met het purper te vere- ren 5 dat hy meer deel had gehad 3 dan ie- mand anders 5 aan het bevorderen van den vrede in de kerk. In 't vervolg hield men evenwel dezen minifter verdagt 5 van zyn goeden uitllag in toom gehouden en bepaalt te hebben , dat hy die party had konnen verdrukken en verdelgen, die hy nu maar verzwakt had: deze arg- waan en verwyten kunnen nergens an-
P 3 ders
230 Het Leven van
ders op gegrond zyn , dan op inzichten van een diepe poli$y , daar hy en de her- tog regent inderdaad wel bequaam toe waren.
De ftaat- De gunft, die men in 't eerft de vyan-
heeft* ^en van ^e con^tut*e betuigt had 3 en de veel deel neutraliteit , waartoe men weer meende laak2* te moeten komen , hadden de genen , die hem onderdanig waren , ten uiterften verbittert. Indien in deze gefteltenis de troon had komen leeg te ftaan , kon men abfoluit geen ftaat maken op hun toeftemming , om zich daarop te plaat- zen , en het voorwendzel van den gods- dienft zou zekerlyk door Spanjen en door den paus gebruikt zyn , gelyk het eertyds gefchied was om 'er Henrikden vierden van uit te (luiten. Het getal dezer misnoegden was ongelyk groter, dan dat van hunne tegenpartyders , en men had in de zamenzwenng van Spanien ondervonden, dat de beweegreden van den godsdienft daar het krachtigfte be- weegrad van geweeft was , fchoon met- een het verholenft. Men moeft ze dan weer op zyn zyde zoeken te winnen, en zich met hen verzoenen; maar nade- maal men vrezen kon 5 dat die verzoe-
herdenken van de eerfte behandelingen ongeruftheid en wantrouwen mogt in-
boeze-
precht zou zyn , en dat het
Philippus van Orleans. 231
boezemen , moeft men by deze party een achterdeur openhouden 5 die men wift dat altyd gereed was om zich aan dien genen over te geven 5 daar zy hulp en befcherming van kon verwachten. Deze inzichten waren niet oprecht , noch vooronderftellen een groten iever voor den godsdienft 5 maar zy waren voor- zichtig overlegt 5 en hielpen het voor- genomen oogmerk bevorderen, dat men niet uit het gezicht wilde verliezen.
ik heb reeds gezegt , dat het my niet voegt my in deze ltoffen in te laten, ech- mCrW ter kan ik my niet onthouden , van enige grover algemene aanmerkingen over de verfchei- vlndit de partyen te maken, daar zy haar oor- puten. fprong aan gegeven hebben , en over de tegenftryaige grondregels , die deze tot richtfnoer van haar gedrag fchynen te nemen. Al wat de verfchillende partyen uitftrooien, om haar tegenftryders zwart te maken , en in kleinachting te brengen , doet niets tot den grond van de zaak , en zyn op zyn hoogft maar toevalligheden , daar een verftandig en eerlyk rechter naauwlyks acht op moet geven : en 't geen ik zeg, moet ook verltaan worden van de gemaakte loftuitingen , die zy aan haar opperhoofden , luchters , en befchermers gewoon zyn te geven ; al wat zy van derzelver vroomheid , be- P 4 quaam-
232 Het Leven van
quaamheid , en oprechtheid des harten Zeggen , is niet dan opgewarmde koft, die door het menigvuldig omroeren en omhutlelen walgt, en haarkragt verloren heeft ; op dezelve wyze is het gelegen met die eeuwigdurende verzekeringen , die zy doen van haar liefde tot de waar- heid 5 van de oprechtheid harer menin- gen, van de geiteltenis daar zy in zyn , om haar gevoelen te laten varen , zo dra men haar aangetoont heeft , dat zy op den doolweg zyn: deze praatjes zyn al te gemeen , om 'er op te vertrouwen , beide partyen Konnen 'er zich t'eener tyd van bedienen , (choon een van beide zich noodzaaklyk misleid. Wat de wyze betreft waarop men van de rechters fpreekt , de ervarenheid heeft geleert, dat nooit pleiter , die zyn proges verlo- ren heeft , daar goed van heeft gefpro- ken , of zo hy dat al gedaan had voor het uitfprekén van het vonnis , hy zich zeiven tot een leugenaar heeft gemaakt, zo dra hy zich in zyn hoop bedrogen vond. De jezuiten hebben twee proQef- fen gehad, dat van de teer van Molina, en dat over de plegtigheden van China: Sixtus de vyfde ftaat niet heel wel by hen te boek , en Clemens de elfde zou alie achting by hen verloren hebben, zo hy hun, door de veroordeling vanQpê-
Philippus van Orleans. 233
nel , het hartzeer niet vergoed had , door hem veroorzaakt, met verfcheidc van de Chineefche plegtigheden, die zy meen- den te moeten dalden , als bygelovig, en naar afgodery ruikende , te veroor- delen.
In alle genoodfchappen , die men be- denken mag , is het abfoluit noodfaak- lyk , dat 'er een rechter , en een vier- fchaar is , om zonder appél over de ge- fchillen te oordelen, die niet m flen Kun- nen daarin te ontftaan , niet alleen om ze door een vonnis te vereffenen, maar hv moet ook de magt hebben , om de genen , die hy veroordeelt , te dwin- gen, van zicli aan zyn vonnis te onder- werpen : een genoodichap , dat dierge- lyke magt ontbeerde , zou onvolmaakt zyn , en naauwlyks dezen naam verdie- nen , en het zou onmooglyk kunnen be- ftaan ; het die magt te betwiften, is al- les, wat men kan, toebrengen , om het in den grond te helpen ; die magt te- gen te ftaan , is zich tegen dat genood- ichap aankanten, en zich daarvan afzon- deren.
Deze opperfte rechter of vierfchaar van een genoodfehap kan niet voor par- ty aangezien worden , zelf wanneer hy in zyn eige zaak vonnift , dat is te zeg- gen, dat men hem niet kan verwerpen, P J wan-
234 Het Leyen van
wanneer 'er over deszelfs gezag gehan* delt word : zonder dat zou de opftand , die van alle de misdaden het meeft tegen de gezelligheid ftryd , niet kunnen geftuit worden 5 men zou zyn toevlucht moeten nemen tot een ukheemfch gezag, of een vierfchaar oprechten boven de opperfte magt ; een gedroomde vierfchaar, en daar koppigheid, hardnekkigheid, en geweld- pleging even zeer tegenaan zouden druiflchen , als tegen de gene , die zy verworpen hadden. Ik onderftel dat een particulier of een gemeente weigert het parlement van Groot- Brittannien tot rechter te erkennen : moet dit parlement geoordeelt worden party in de zaak te zyn ? en moet men , om dit gefchil uit te maken , zyn toevlucht nemen tot den keizerlyken hofraad , tot het parlement van Parys, of boven deze opperfte vier- fchaar noch een hoger oprechten?
Het appelleren van een lager vierfchaar aan een hoger is ten behoeve van de on- fchuld , en niet ten faveur van de mis- daad ingevoert : alle appellen zyn niet billyk , en een particulier , die appel- leert , kan van derzelver deugtzaamheid niet oordelen. Te appelleren aan een vierfchaar, die niet in wezen is, die geen bepaalden tyd heeft, om te zyn, die niet als met veel moeite kan opge- recht
Philippus tan Orleans. 235
recht worden , is inderdaad geen von- nis begeren. Wat zekerheid , wat ruft zou 'er in de ftaten zyn, indien deze foorten van appellen daar geduldt wier- den, 't zy in 't Qiviei, 't zy in 't crimi- neel? zou men niet menigvuldiger en gruwlyker wanorders zien, indien men niet tegenftaande het vonnis van de vierfchaar , waarvoor men zyne zaak verloren had, recht had om zich aan te iteilen, als of men die reeds gewonnen had voorde vierfchaar, daar men zich op beroepen heeft? indien 'er enige zamen- leving is , waarin deze foorten van apel- len geoorlooft zyn, zo is derzelver re- gering; niet genoeg in ftaat, om de goe- de order te handhaven , ten zy men ver- plicht is , om by provifie aan een van de vierfcharen , die 'er in wezen zyn , te gehoorzamen, tot dat de gene , die niet in wezen is , opgerecht is.
In alle zamenleving daar een gods- dienft is, moet 'er een opperfte gezag zyn , om de zwarigheden te vereffenen , die 'er in 't ftuk van godsdienft ont- ftaan : een gezag , waaraan men gehou- den is zich te onderwerpen , en waarte- gen het niet geoorlooft is zich aan te kanten , ten minften het zelve opentlyk te beftryden, en tegen te fpreken. Te vergeefs zou men zeggen, dat de ware
236 Het Leven van
religie alleen dat recht heeft; want hier- uit zou volgen , dat alle het hebben, of geen eene, nademaal zy alle waar zyn, ten opzichte van die genen , die haar volgen , en valfch , ten opzicht van de genen , die ze niet volgen.
Dewyl de verfcheidenheid van gevoe- lens in 't ftuk van godsdienft gewoon is onluften en onenigheden te verwekken, die byna altyd bequaam zyn , om de vaftgeftelde regeringsvorm over hoop te gooien , heeft het publiek gezag het recht, van zich van al zyn magt te bedienen, om deze verfcheidenheid te beletten , om de nieuwe leeraren tot zwygen te nood- zaken , te flraffen , ja te bannen. En zeker indien de ftaat-regels , de gronden van een politieke regénng, niet aan de berifping van ieder particulier burger moeten overgelaten worden , indien het een mifdaad is, aan derzei ver verande- ring te tornen , waarom zou het niet eveneens gelegen zyn met de zetregels en de gronden van den godsdienft? het kragtigfte en het reedlykfte dat men ten behoeve van de tolerantie en de vryheid van geweten kan zeggen , bewyft , dat 'er verzagtingen zyn , die het publiek ge- zag, onderwyl het zich van zyn recht bedient, kan gebruiken; maar het be- wyft niet, dat het dit recht niet beeft.
't Is
Philippus van Orleans. 237
\ Is gemakkelyk te begrypen , hoe de twee hervormers van de roomfche kerkzulken groten opgang gemaakt heb- ben. Zy talken wezentlyke wanorders aan; 't geen zy zeiden was begryplyk en aanloklyk, ja zelf aanneemlyk : als men hunne leer omhelsde > moeft men noodzaaklyk winnen; de oorbiegt, de matigheid , de vaiten , waren gebrui- ken 3 die men zonder veel hartzeer laat varen; het vernietigen der geloften van een ongehuwden ftaat was een kragtig lok-aas voorpriefters en munniken, waar- van de buitenfporige menigte tot laft van \ gemeen was , dat voor hun onder- houd moeft helpen zorgen , ter zeiver tyd , dat het van de vruchten hunner arbeid en vlyt verftoken was ; de ver- nietiging van dezefchuilplaatfen, eerder ledigheid , dan der vroomheid 5 kon niet miffen te behagen , zo wel als de verdeling van de rykdommen der kerke- lyken onder den adel , of derzelver vere- niging met des lands domeinen; door deze veranderingen wierd het burgerlyk gezag vryer en volftrekter ; de onderda- nen , waarin de magt van een land be- ftaat , vermenigvuldigden ; de vlyt en arbeid namen toe , alle fpanden zy za- men om het gemeen welzyn te behar- tigen ?
^33 Het Leven van
tigen, en alle droegen zy 'er de lallen van.
Niets van dit alles vind men in de ge- voelens , die hedendaags Vrankryk ver- délen ; dit werk beftaat maar in abftrac- te waarheden, in fynigheden, die ver boven het gemeen begrip gaan , en wel- ke de meeften,van die ^er over difputeren, zelf niet verftaan. Ver van het juk te ver- zachten, verzwaart men het: men maakt van de vierfchaar der boete, een vier- fchaar van fchrik en wraak; men fchynt geen andere voor ware boetdoeningen te erkennen , dan die beuzelachtige , ten minflen te ver uitgeftrekte en buiten- {porige penitentiën , die men in de le- vens der woeftyniers afgefchildert vind ; men fpreekt niet dan van ftrengheid , van gezag , van verzaking van de wereld en 't vleefch , ter zeiver tyd dat men be- wyft, dat alle deze goede werken gaven gods zyn, zodanig uit genade gegeven , en zo onafhanklyk van de geftelteniflen van den menfch, als de regen ten opzich- te van de aarde is, men fpreekt niet dan van chriitelyke liefde, dan van God lief te hebben , onderwyl dit men hem als een hart en fors meefter afbeeld, die maajen wil,^ geen hy niet gezaait heeft, die ftraft, oin dat men niet ontfangen
heeft >
Philippüs van Orleans. 239
heefc , 't geen hy niet raadzaam geoor- deelt heefc te geven , 't geen hy ge- weigert, 7t geen hy ons zelf ontnomen heeft ; en men wil ons overtuigen , dat het kragtigfte proefltuk , en de volmaakt- fte trap van liefde is , diengenen te be- minnen, op wiens wederliefde men niet hopen kan, men wil dat de menfch een fmertelyk leedwezen zal gevoelen , om dat hy niet deugtzaam is , zelf wanneer men zyn beft doet , om hem te be wyzen , dat de deugt niet meer in zyn vermogen is , dan de fchoonheid of lelykheid zy- ner tronie, dan de ryzigheid of klein- heid van zyn poftuur ; met een woord , men wil , dat hy zich fchuldig zal ge- loven, om dat God hem niet uit den klomp des verderfs gered heeft, waar- in men beweert dat het hele menfch- lyk geflacht ingedompelt is , door de fchuld van dien genen , vanwien het zyn oorfprong afleid.
Men ziet klaar , dat deze gevoelens in zich niets vleients of aanloklyks heb- ben : warom ze dan gevolgt ï warom zo veel tegenkantingen gedaan tegen het gezag 5 dat ze veroordeelt , en ver- bied? warom deze befcherming vergunt, en zelf meer genegenheid bewezen aan die genen, die ze aankleven? is het mooglyk , dat zulke verlichte genoot-
fchap-
240 Het Leven van
fchappen , als die gene zyn , daar ik van fpreek , de overwegingen , die ik opper, niet gemaakt hebben ? dat zy zich als vrouwen hebben laten verlei- den ? dat zy waarlyk deze gevoelens hebben aangenomen , en zich met het ydel vergenoegen paaren , van die te doen zegenpralen? watis hun oogmerk? ik geloof dat ik het merk ; maar ik zal my wel wachten van my ten dezen op- zichte te verklaren , de mogenthedcn , die daar byzonder belang by hebben , mogen het zien uit te pluizen , en het te verhinderen , zo zy kunnen, wyd uït- De oplettentheid van den hertog
kenn*fe te regent en van zYn gunfteling , den van den cardinaal du Bois , op de zaken van den regenten g0CJsdienft ^ en de ongelooflyke moeite, staats- die zy aanwendden , om de geheime dienaar. ijften te ontdekken en te verydelen , die men tegen hunne voornemens Hel- de , verhinderde hen niet den nodigen aandacht aan hunne aanflagen te hefte- den ; zy waren overal klaar voor , en nooit heeft hun drift voor den goeden uitüag ener onderneming hen de ande- re doen verwaarlozen en vergeten. Dus had men ter zei ver tyd , dat'er aan e^n vergelyk gearbeid wierd , den vre- de beveiligt , en alle de publieke en perfonde gefchillen afgedaan , die men
met
Philippus van Orleans. 241
met den koning van Spanjen had. Om deze herftelde eendragt beftendig te maken 5 en de wereld te overtuigen , dat de noodzaaklykheid die alleen verbro- ken had , deed men een voorftel , om Lodewyk den vyftienden met de eni- ge dogter van Philippus den vyfden te doen trouwen 5 en aan den prins van Alturien een dogter van den hertog van Orleans ten echt te geven ; en de- ze aanbiedingen wierden aangenomen. De infante wierd plegtig door den mar- quis van Maulevrier ten huwlyk ver- zocht, die ter zeiver tyd gelaft wierd , om over het huwlyk van den prins van Afturien te handelen.
Deze verbintenifien waren oorbaar • voor Spanjen , en fchenen het voor Yrankryk ook te zyn 5 maar in den grond had'er de hertog van Orleans het wezentlyke voordeel van , dewyl hyzy- ne dogter een goed huwlyk deed doen, met een foort van verzekertheid , van haar in ^t kort koningin te zien, want in dien tyd was de gezondheid van Phi- lippus den vyfden in eenheelflechtegeftel- tenis ; en in ftaat zynde om zyne belan- gen te behartigen , met den jongen ver- loofden prins te verhinderen , van de order der fucceffie van Vrankryk te ftoren , die op nieuw vaftgeftelt , en
11 Deel d door
2±2 HETLEVEN YAN
door den onlangs gefloten vrede bevef- tigt was 5 gaven negen of tien jaren , die men ten minften wachten moeft , voor dat de infante huwbaar was , meer üitgeftrekthëid en duurzaamheid aan zyn hoop van te regeren , met de geboorte van een dauphin te verachteren. Zon- der twyffel dat men de inzichten van den regent wel merkte, maar zyn ge- zag was zo groot, dat'er zich niemand durfde tegenaankanten , behalven dat de meerderjarigheid des konings nader- de , en dat men hoopte , dat de tyd gelegenheid mogt verfchaffen , om de ongemakken , die men vreesde , afte weren.
De hertog van Orleans derhalven te- gen den jongen koning gezegt hebben- de , na het lezen van den brief des ko- nings van Spanjen , dat hy noch niet in den raad gefproken had , maar dat het bydeze gelegenheid nodig was, dat hy zyne gevoelens uitdrukte ; dafer niets van kragt zou zyn , voor dat zyne ma- jefteit opentlyk zyne toeftemming had gegeven ; antwoordde deze prins, door den marfchalk van Villeroi en den bif- fchop van Frejus onderrecht zynde, dat hy met veel genoegen zyn toeftemming gaf, en dat hy zeer over dit huwelyk voldaan was. Dit gefchiedde den 14. fep-
tember ,
Philippus van Orleans. 243
tember, dat Lodewyk de vyftiende in den raad fprak»
Het had zes weken te voren weinig zfekfe gefcheelt , of een hevige ziekte had hsm jj^ *° weggerukt, wanneer meneer 1t minlt op verdagt was , en had de hoop van den hertog van Orleans wezentlyk vervult, miflchien fchielyker , dan hy het zelf ver- langde. Daar was een algemene ver- llagenheid in Vrankryk , en de vreugde die *eï op volgde, door de vaardige her- ftelling van dit voorwerp der gemeene wenfchen en hoop , beantwoordde de hevigheid van den druk , en van de vrees , waar onder men haaft bezweken had. Deze verwiffeling van hartstochten ftrekte tot een klare blyk , dat het ge- meen , door de komft van zyn koning- lyke hoogheid tot de kroon, zyn ver- lies niet zou hebben vergoed geacht. Voor'toverige moet men den heer re- gent recht bewyzen , hy fcheen , en was ook , geloof ik , waarlyk geraakt over het gevaar des konings : die de eer hebben gehad van hem te kennen, weten , dat zyn humeur niet was zich te bedwingen , en gevoelens te doen zien, die hy niet had; zo lang het gevaar duurde was hy ongeruft en be- drukt , maar alle zyne ongeruftheden verdwenen 5 en zyn vreugde barftteuit, Q. z zodra
voorzor gen
244 Het Leven van
zodra dat verby was : miflchien ook dat de zekerheid, waarin hy was, dat men hem dezen dood zou toefchryven , hoe natuurlyk die ook zyn mogt, gevoegt by de vertoning van de gevaren 5 en de tegenkantingen , die hy ftond te ont- moeten , hem beangft maakte > en veel tot zyn droefheid deed. Ondertuffchen had zyne ongeruftheid niet belet, om aan de krygs- officieren , de gouverneurs der plaatzen , en aan de intendanten de nodige orders uit te delen, wyze Alles wel ingezien , wat hadden zy- ne vyanden kunnen doen , om hem van den troon te weren , indien het gevreef- de ongeluk gebeurt was ? Vrankryk, dat uitgeput was, kon niet miffen van zich te onderwerpen: zelf had deze prins de voorzichtigheid gebruikt , van , on- der voorwentzel van kafernen voor de foldaten te bouwen, de weinige forti- ficatiën , die'er noch in ''t ryk waren , te flechten , alles was open ; hy had de krygsmagt op zyn hand , vooral de gouverneurs van de gewichtige plaat- zen; geheel Europa zou voor hem het harnas hebben aangefchoten ; Philippus de vyfde was door de nieuwe traktaten voor altyd aan Spanjen verbonden ; de beide partyen , die hy in fchyn verenigt had , zouden zich wel gewacht hebben
vsn
Philippus van Orleans,
van zich tegen hem te verklaren ; in te- gendeel , om zich van zyne befcherming te verzekeren , zouden zy zich gehaaaft hebben, om hem tekens van haar onder- danigheid en dienftvaardigheid te ge- ven : een nieuw bewys , dat hy nooit de verfchriklyke aanf lagen gefmeed heeft, die men de reukeloosheid had van hem toe te fchryven, en dat het de zwarigheid niet was om ze te doen Hagen , die hem weerhouden heeft van ze in 't v erk te ftellen. Indien hy koning wilde zyn , hy zogt het zonder misdaad te wezen , en wilde de kroon niet dan aan zyne rech- ten , en de verftandige maatregels die hy genomen had , om zich daar niet van te laten beroven , verfchuldigt zyn.
De verzoening van den hertog van Orleans met den koning van Spanjen was oprecht. Zy fchreven elkander over en weer brieven vol tederheid en ver- trouwen , en men haaftte zich met de prin^eflen te doen vertrekken , om zich by haar bruidegoms te laten vin- den. Het huwlyks contract van mad11-- de Montpenfier wierd met grote pi eg* tigheid door den koning, en de gehele koninglyke familie, getekent : de cardi- naal du Bois was in deze zaak eniger maten prefident ; hy gaf het contract aan den heer de Maurepas 3 fecretaris CL 3 van
z±6 Het Leven van
van ftaat , te lezen : na het oplezen der quauteiten van de contracterende par- tyen 3 zeide hy , dat is genoeg , nam de pen , die hy den koning aanbood , en wees hem de plaats , daar hy tekenen moeft,en het zelve omtrent de andere prinffen en prinfeffen van den bloede doende.
Het huwlyks goed van mad1,e de de Montpenfier wierd op 500C00 gou* de kronen bepaalt , behalven de juwe- len 3 diamanten 3 klederen 5 en ftoffen , die ten minften de menigte 5 den prys, en de fchoonheid van die gene evenaar- dens welke men de pnnces van Mode- na had meegegeven. Deze uitzetten, zeide men toen, waren de vruchten van den adie-bandel ; zeker is het, dat het onmooglyk fcheen ? dat de hertog re- gent die uit zyne eige middelen kon ver- fchaffen : waarby men voegde , dat de kelders van het koninglyk paleis vol goud en zilver lagen , en dat hier alle de roofgoederen van het ryk byeen ge- ftapelt waren. Dit zyn enkele lalterin- .gen ; deze prins had nooit het humeur van ichatten te vergaderen 5 in tegen- deel fchonk hy met handen vol weg , en zyn zoon heeft overleg nodig ge- luid , om de verfchriklyke menigte van pcnlioenen te beulen $ waarmee hy zy- ne
Philippus van Orleans. 247
ne eige inkomften bezwaart had. Hy bediende zich van het regentfchap 5 om zyne kinderen wel te bezorgen , hier had hy recht toe als voogt van den ko- ning 5 kunnende tot deszelfs meerder- jarigheid zich van deszelfs inkomften be- dienen 3 en als regent was hy nergens aanfpreeklyk voor : hebben de Colber- ten en de Louvois niet groter voordeel met de behandeling der finantien en der ftaatszaken gedaan? de bedieningen ? die hy aan den hertog van Chartres gaf, en aan zyne twee natuurlyke zonen y den ridder van Orleans, en den abt van S. Albin, ftrekten den ftaat tot geen laft; anderen zouden die genoten heb- ben, of kunnen genieten : zou hy een vaderlyk hart gehad hebben , indien hy zich niet van de gelegenheid bedient had, om hun goed te doen?
De tyd van de meerderjarigheid na* z>" . derde allengjes : Zyne koninglykê hoog- zicht!"1 heid was al te fcnrander , dat hy niet de nodige maatregelen zou genomen hebben , om het voornaamfte gezag voor zich te bewaren. Met dit oogmerk be- lloot hy den cardinaal du Bois tot eei*- ften minifter te maken, daar hy al lang de bedieningen van waarnam, maar de zwarigheid was , hem daar den titel ei* rang van te doen genieten. De hertog (i 4. rc-
248 Het Leven tan
regent ondernam het, en werkte het uit. De eerfte ftap, dien men doen moeft, was hem in de raadsvergaderingen te leiden : men was niet onbewuft , dat de can9elier en pairs grote hinderpalen daartegen inden weg zouden ftellen. Men beiloot die te boven te komen , en zelf daar zyn voordeel mee te doen, om die genen uit de raadsvergaderingen te bannen, die men 'er niet graag in zag. Evenwel om het eerfte vuur der tegenkan- ters te matigen , ftelde men 'er in 't eerft den cardinaal de Rohan aan bloot, wiens geboorte hem boven de meeften van die genen ftelde, die hem den rang zouden betwiflen. Deze cardinaal quam om zo te fpreken eerft van Romen, daar hy het conclave tot het verkiezen van een nieuwen paus had bygewoont : aan zyne follicitatien was de aartsbif- fchop van Camerik den cardinaals-hotd verfchuldigt , en om hem aan te zet- ten om daar niet fpaarzaam in te zyn , had men hem van een erkentenis verzekert, naar gelang van den gevvich- tigen dienft, dien hy daarmee zou be- wyzen; men had hem zelf geftreelt ,zo niet uitdruklyk belooft , dat men hem groot deel in het ftaatsbeftuur' zou ge- ven ? en hem zeer aangedrongen , om zyne terugkomft te vcrhaaften. De wy-
ze,
Philippus van Orleans. 249
ze , waar op men hem op zyne komlt ontfong , deed hem alles hopen , want men bewees hem de grootfle eerteke- nen , tot 20 ver zelf, dat zyne koning- iyke hoogheid het eerfte bezoek by hem aflei , en men liet hem mee in de gehei- me onderhandelingen toe. Hoe fchran- der deze cardinaal ook was , liet hy zich by den neus leiden, en hy had het hart- zeer van te zien, dat men met alle die beloften en ongewone eerbetuigingen geen ander inzicht gehad had, dan zich van hem te bedienen, om voor den car- dinaal du Bois de baan klaar te maken. Hoe had deze prelaat zich kunnen ver- beelden , dat de hertog van Orleans ie- mand mee in het minifterie zou nemen, daar hy de meefter niet over was , en niet volkomen van kon verzekert zyn ?
Den 8 februari 1722 nam de cardinaal vanRohan zitting; inden regeringsraad, "al^n vaa onmiddelyk na de pnnllen van dencndu bloede, en voor den canQelier en deBoisk,r- pairs van 't ryk. Hy was lang voor dat gangTn" de raad begon in de zaal gekomen , en d.en rese* had zich, volgens de order die hy daar- T™$' omtrent ontfangen had , geplaatft. De hertog van Noailles en de marfchalk van Villars ftonden heel verwondert over deze nieuwigheid, maar de can9elier, die enigen tyd daarna met andere heren Q, $ aan-
2jo Het Leven van
aanquam , noch meer : zy verenigden zich alle , om daarover te klagen , en bragten in, dat volgens de gewoonten van het ryk de cardinalen geen rang aan het hof hadden. De regent , aan wien men deze klagten deed , ant- woordde , dat men protefteren kon , maar dat dit toeval den loop der zaken niet moeft ftremmen. Men gehoor- zaamde, en de raad wierd, als voren, gehouden.
Den volgenden dag vergaderden de pairs en hertogen by den canQelier, en quamen overeen, dat zy eene memorie zouden inleveren, om hunne rechten te te handhaven, en dat zy den raad niet zouden by wonen, voor dat men hun recjit bewezen had. Het voorbeeld van de cardinalen van Richelieu, Mazarin, en la Rochefoucault,die de voorzitting had- den genoten , welke men den cardinaal van Rohan betwiltte, was de enige re- den, die hy bygebragt had, om zyne onderneming te onderiteunen , en men lei zich voornaamlyk in de memorie toe , om deze reden te weerleggen. Zfcrïie- Men zei daarin, dat men gefchillen fchtiicn van deze natuur niet altyd door voor- eer- beelden moet befliffen , dewyl die dik- avcr' wils al te veel bewyzen, en dat op de- zen grond de cardinalen wouden kun- nen
Philippus van Orleans. ï$\
nen vorderen den rang boven de print fen van den bloede te hebben, en om deze vordering te onderfteunen, maar de onderhandelingen van den vrede van Arras behoefden aan te halen, de ko- ninglyke fefteinen van de jaren 1 5*39 en I J4.9, de tekeningen van de huwlyks- contraóten van Francois den tweden,en Lodewyk den dertienden, de vergade- ring der groten in 't 1 , en die der algemene ftenden 1619.
Na aangetoont te hebben, dat men zich niet binnen de voorbeelden moet be- palen, bewees men, dat men debelliffing daarvan uit de grondregels van den ltaat moeft haaien, die men tot drie of vier bragt.
1. De koning moet in zyne raads- vergaderingen door die genen onder- fteunt worden , die door hun waardig- heid en eed verplicht zyn , 1 hem ia zyne zeer hoge, grote, en gewichtige zaken te raden.
2. Die met deze eerfte waardigheden van den ftaat bekleed zyn , kennen nie- mand boven zich, dan den koning, en de prinflen van den bloede.
3. Niemand moet in de raadsverga- deringen toegelaten worden , die reeds den eed aan eene andere mogentheid heeft afgelegt.
4. In-
2J2 Het Leven van
4. Indien de koning evenwel, door een byzondere diftin&ie , en zonder acht ^ te geven op de gevolgen , die 'er uit fpruiten, raadzaam oordeelt , om daar enige perfonen by te roepen , die met eene uitheemfche waardigheid bekleed zyn, moet hun rang eerft be- ginnen na de genen, die door hunne geboorte raadsheren van zyne majefteit zyn, indeeerfte waardigheden van den ftaat.
Vervolgens zeide men , dat Lodewyk de veertiende gemerkt had, van wat ge- volg het zou zyn , de denkbeelden der cardinalen in dit fuik te begunftigen ; dat hy aan de prinflen van zyn bloede den rang weerom gegeven had , dien men hun onwettig ontrooft hadden dat hy in de eerfle waardigheid van zyn ryk de voor- zitting gehandhaaft had , die men ze wilde do'en verliezen, en dat hy zelf na den dood van den cardinaal Mazarin aan geen andere cardinalen toegang in zyne raadsvergaderingen had gegeven.
Eindelyk befloot men , dat 'er , om het gefchil , tuffchen de cardinalen , pairs , en grote amptenaren van de kroon, ont- ftaan , te vereffenen , maar twee midde- len waren , of de voorbeelden , of de grondregels van den ftaat; dat de voor- beelden alteveel bewezen , nademaal zy
zo
PHTLIPPUS VAN ORLEANS. 2J3
20 zeer tegen de prinflen van den bloe- de waren , als tegen de eerfte waardig- heden van 't ryk ; dat indien men zich aan de zetregels van den Itaat wilde hou- den 5 deze eerfte waardigheden den rang boven de uitheemfche hadden.
Dit was een flaauwe memorie. Een voorbeeld, dat het meerdere bewyft, be- wyft ook , zonder tegenfpraak , het min- dere ; een voorbeeld in 't ftuk van gebeur- nifTen, bewyft altyd, dat een zaak doen- lyk is , ten zy men ?er eenige pofitive of uitdruklyke wet tegen in te brengen heeft. Deze gronden , die men voor zetregels uitgaf, waren uit fchriften ge- trokken , die ten tyde van de ligue te- gen den cardinaal de Mazarin waren int 't licht gegeven; 't geen men grondbe- ginsel noemt , is dat gene, 't wrelk be- wyft , en hoeft niet bewezen te wor- den : daar is een andere zetregel in Vrankryk , vafter door 't gebruik bevef- tigt, naamlyk, dat de koninglyke magt; onbepaalt is , en geen zetregels erkent, noch duld , om haar in te ihüten. WaC ongemak zou 'er doch infteken , indien men , by voorbeeld , een uitfpraak deed , dat de ridders van het gulde vlies den rang boven die van den h. geeft zouden hebben ? zo dra het cardinaalfchap een waardigheid van de roomfche kerk is,
kan
zfa HÈt Leven van
kan zy niet vooreen uitheemfche waar- digheid aangezien worden , door die ge- nen, die van deze kerk , en daaraan on- derdanig zyn ; maar al was het een uit- heemfche waardigheid 5 zou dit den ko- ning verhinderen , om zich van de ge- nen , die 'er meê bekleed zyn , te be- dienen ?
Mooglyk dat men van deze memorie geen gï*)te verwachting had , nademaal de cancjelier en de hertog van S. Aignan aan zyn koninglyke hoogheid afgevaar- digt wierden , om hem voor te houden, dat onder de regéring van Lodewyk den dertienden , toen de cardinaal de la Rochefoucault in den raad toegelaten wierd , en zitting nam voor den canqe- lier , en de hertogen , de connêtable de Lesdiguieres van den koning een brevet gekregen had , \ welk verklaarde , dat dé voorzitting, aan dezen cardinaal toege- ftaan , in het toekomende tot geen ge- volg zou ftrekken , tegen de partyen , die daar belang in hadden : dat men hun, volgens dit t voorbeeld , een diergelyk brevet kon vergunnen; dat door dit ge- maklyke middel , en dat reeds eens in 't werk geftelt was , het gefchil zou ophou- den , en v an geen droevigen nafieep zyn. Deze uitweg ftond den regent wel aan, en hy beloofde , dat hy , na zich van
Philippus van Orleans. 2JJ
het geval te hebben laten informeren, het verlangde zou toeitaan 3 mits dat het 'er zo meê gelegen was 3 als men hem verhaalde.
De beide cardinalen , met wieó hy hierover raadpleegde , onderrechtten hem , dat het waar was , dat Lodewyk de dertiende zulk een brevet had gege- ven, als men hem gezegt had, maaraat hy het uit enkele infchiklykheid voor den connêtable gedaan had , en onder uit- druklyk beding, dat het geheim zou ge- houden worden ; dat de connêtable die voorwaarde niet gehouden hebbende, de koning zich het brevet weerom had laten geven 9 en aan ftukken gefcheurt : zy voegden 'er by , dat de cance- lier en de hertogen groot ongeiyk had- den , van dit voorbeeld aan te halen, na- demaal het tot hun eigen nadeel was , ver van hunne zaak enigzins te begun- ftigen.
De hertog regent , gebelgt dat men hem wat had willen op de mouw (pel- den, en hem verrailen, antwoordde droog weg, toen men hem om dit brevet aan- fprak , dat hy 'er hun , als zy het verlang- den , wel een zou geven , maar onder beding,dat hy het den volgenden dag zou verfcheuren, gelyk Lodewyk de dertien- de gedaan had. De gedeputeerden
voer-
i$6 Het Leven van
voerden hem toe , dat zy verzochten , dat hy niet qualyk mogt nemen, dat zy des anderen daags uit den raad bleven , en enige dagen namen , om te raadple- gen wat hun te doen ftond.
Den volgenden dag, zynde den 2 2ftcn februari , leidde de hertog regent den cardinaal du Bois in den regeringsraad in, en plaatfte hem nevens den cardinaal van Rohan. De maarfchalk van Vüleroi en de hertog van Noailles verzelden den koning tot aan zyn armftoel , en traden opftaandenvoet de raadkamer uit ; de cancelier , de hertogen en marfchalken van Vrankryk quamen 'er niet : zo dat de raad dien dag niet dan uit prinffen van den bloede , uit de fecretariflen van ftaat, en uit andere perfonen beltond, die geen difpuit over den rang hadden.
De hertog van Noailles , die veel geeft bezat , maar meteen wat fatiriek was , ontmoette den cardinaal du Bois in 'c uitgaan van den raad , en maakte hem dit compliment : Deze dag zal beroemt zyn in de hijlorie , Myn heer , want men zal niet vergeten daarop aan te tekenen , dat uwe komjl in den raad alle de ryks- groten daaruit heeft doen lopen. £ii!r"cn De hertog van Orleans, en zyn gunfte- deherto- ling, zouden niet moeilyk gewecll heb- ©ngu'nrt. ben over het vertrek van enige dezer
lieren ,
Philippus van Orleans. 2$?
heren, maar deze algemene zamenfpan- ning konden zy niet verkroppen. De prins hield verfcheide onderhandelingen met den can^elier en de hertogen , zelf bood hy hun een foort van fchriftlyke or- der des konings aan , in plaats van het brevet, dathy hun geweigert had ; maar dewyl zy die niet naar hun zin vonden, wilden zy ze niet aannemen : zyn ko- ninglyke hoogheid fcheurde het papier in hunne tegenwoordigheid aanftukken, en fmeet het in 7t vuur ; de meeften verzoch- ten verlof, om uit den raad te mogen bly- ven , of verfchoonden 'er zicli naderhand van , onder verfcheide voorwendzels. Men had 'er ten minften graag enigen overgehaalt : men adrefleerde zich aan den marfchalk van Villeroi, als aan dien genen , wiens voorbeeld verfcheide kon na zich flepen , indien men hem kon winnen. Te vergeefs perfte, vermaan- de, bad Irem zelf de regent byna twee • uren lang 5 deze deken der marfchalken van Vrankryk hield zich ftantvaftig , en verklaarde zich uitdruklyk , dat hy zich niet van de anderen kon afzonderen, en dat hy zich derhalven in de eerfte raadsvergadering op een ftoel zonder rug-leuning achter den leunftoel van den koning zou plaatzen , als gouverneur Tan zyne majefteit , en niet als lid van II Deel R den
2)8 Het Leven van
den raad. Zyne koninglyke hoogheid , getergt door deze tegenkantingen , die hy niet reedlyk oordeelde , had haalt zyn beraad genomen : men kon in den raad de hertogen enpairsenmarfchalken van Vrankryk wel ontberen ; derhal ven kregen ze alle order 5 van daar uit te bly- ven,en wierden te gelyk uit de lyft van de genen, die jaarlykfche wedden trok- ken, gefchrapt : maar men kon de cancjelier niet miffen, of iemand , die zyn plaats waarnam ; de zegels wierden hem voor de twede maal afgenomen , en aan den heer d^Armenonville gegeven , wiens zacht en infchiklyk humeur tot een pand ftrekte, dat hy den cardinalen den rang niet zou betwiften , en dat hy in de raads- vergaderingen door zyne tegenkantingen en overwegingen geen verlegenheid zou veroorzaken. De hertog regent en de cardinaal du Bois hadden gelyk van zulk een keuze te doen ; zy hadden beide verftand en kennis genoeg 5 om het ge- brek van die genen te vervullen , die onder hen werkten. De meeite herto- gen begaven zich naar hunne landgoe- deren , en de cangelier volgde hun voor- beeld , verzocht zynde zich daar naar te reguleren.
Ter gelegenheid van de ongunft van dezen magiitraatspcrfoon begong de mar-
fchalk
Philipfus van Orleans. 2)-p
fchalk van Villeroi , hoe oud hoveling ook 3 een grote onvoorzichtigheid in \ fpreken ; hy zeide tegen den koning, ten minften wierd het in dien tyd dus vertelt 5 dat men den canpelier ongelyk aangedaan had, van hem de zegels af ' te nemen , dat hy geen fcbuld had , en dat indien hy marjehalk noch in V leven wis 5 als de koning meerderjarig wierd , hy de vryheid zou gebruiken van zyn majejleit te verzoeken , om ze hem weerom te ge- ven. Ik weet het 5 dat het ganfeh niet waarfchynlyk is, dat deze heer in 't by- zyn van getuigen dus gefproken heeft, maar hy was oud , hy meende onwrik- baar in zyne poft te zyn , en dacht dat hem alles geoorlooft was ; daarenboven was het compliment , dat hy aan den nieuwen zegelbewaarder maakte, in den zeiven fmaak , als het geen ik zo even verhaalt heb % ik maak u geen compliment , zei hy opentlyk tegen hem , toen hy hem quam begroeten, vcant ik ben verzekert , dat het u moeien moet , dat gy de plaats be- kleed van een perjoon , ali de heer dyA- gueffeau is.
Mynheer d'Armenonville wierd den eerften maart in den regeringsraad gein- ftalleert, en plaatlte zich onder den car- dinaal du Bois ; en de cardinaal de R<> han enigen tyd daarna in 't vertrek ge- il 2 treden
2<Jo Het Leven van
treden zynde , fchoof hy weer op , om hem plaats te maken. De hertogen en de marfchalk en bleven by hun vordering volharden , en deze zaak bleef aan den fpyker hangen , tot dat de meerderjarig- heid den regeringsraad had doen vernie- tigen. Dit was in der daad een blote koppigheid : waarom niet geduld, 't geen hunne voorzaten onder de twee voor- gaande regeringen hadden moeten on- dergaan , en 't geen zy naderhand on- der de tegenwoordige regering geleden hebben i heeft de can9elier , die zich van 't hof liet bannen , om zyn rang te handhaven , tegenwoordig in den raad de voorzitting boven den cardinaal de Fleuri ? het onderfcheid van een meer- derjarig koning , die het bevel uit zich zeiven voert , en van een minderjarig koning, in wiens naam men bevélen uit- deelt , kan de zaak niet verfchonen , om dat het niet wezentlykis; nademaal het koninglyk gezag , gelyk ik gezegt heb? nooit minderjarig is, noch onder voog_ dy ftaat : en men moet den hertog van Orleans pryzen , dat hy nooit diergelyk onderfcheid heeft willen erkennen.
Midden onder deze onenigheid was alles in het ryk en in de hooftftad in vreugde , die door de komft van de in- fante veroorzaakt was. Zy wierd met
allen
Philippus van Orleans. 261
allen luifter ontfangen 3 en men rechtte pragtige fefteinen voor haar in de Thui- leries en op het ftadhuis aan ; en niet tegenftaande de algemene elende had men in de provintien 5 waardoor deze princes gepaffeert was , ook zyn uiterfte beft aangewend 3 om de levendige en oprechte vreugde te betuigen , door de- ze verbintenis veroorzaakt : de godvrucht nam ^er ook deel in , want men zong het Te Deum , 't welk de koning en zyn héle hof by woonde. De brief van zyne majefteit aan den cardinaal de Noailles behelsde in 't kort de billyke redenen van de algemene blydfchap , ter zeiver tyd 5 dat hy alle de andere handelingen van den regent voorgoedkeurde. )5 De infante van Spanjen is aan myn hof gekomen 3 zeide zyne majefteit 5 't geen my de levendigfte blydfchap veroorzaakt 5 die ik noch ooit ge- voelt heb. Myn huwlyk met de- ze princes zal de beide takken, van myn overgrootvader afgeftamt5 weer 3, verenigen , en hier door zal ik de 5, aangenaamfte wenfchen 5 die deze 5, monarch had konnen bedenken 3 ver- 3, vullen.
„ Maar het gelukkigfte , en \ geen „ my de aangenaamfte kitteling ver- 33 oorzaakt3isjdat deze vereniging, die R 3 „ de
i6z Het Leven van
5, de magt van myn ftaat , en die van 3, Spanjen beveftigt , niet van die poli- „ tieke alarmen en wrede jaloezyen 3, veroorzaakt , welke zo veel bloed 3, doen vergieten , en dat in tegen- 35 deel Europa aan myn huwlyks-ver- 35 bond met oprechtheid zyn zegel 35 hangt 5 en om zo tefpreken bekrach- 35 tigt. Alles wat'er onder myne re- 35 gering gepaffeert is 5 heeft geen an- 35 der doelwit gehad 5 dan om de mo- 35 gentheden zodanig onder zich te ver- 55 binden , dat'er de algemene ruft uit 55 ontftond , en dat het geluk van on- 35 derfcheide volkeren een algemeen ge- 35 luk was 5 't geen de een zonder de 35 anderen niet genieten kon.
55 Nademaal de Opperheer derkonin- 35 gen niet minder de God des vredes, 55 dan de heer der beirfcharen word ge- 55 noemt 5 heb ik het noodzaaklykgeoor- 35 deelt, hem over dit voorval te danken 5 3, dat zo bequaam is om de algemene ruft 55 te beveiligen^. Evenwel heeft dit huw- lyk naderhand geen voortgang gehad, en een van de eerfte zorgen van dien ge- nen 5 die den hertog van Orleans in zyn gezag opvolgde, was , die verbintenis te verbreken. Dejezui. De herftelling der jezuiten aan ^t hof,die het hof om defceq ty d voorviel,maakte zo veel ge* hcirtch, nicht*
Philippus van Orleans. 262
nicht , als het gewichtigfte voorval had kunnen doen. De abt van Fleun? fchry- ver van de kerkelyke hiitorie 5 dien de hertog regent tot biegtvader deskonings had aangeitelt , om dat hy noch janfo niltnochmoliniit was ,noch de gevoelens van 't roomiche hof begunlligde, door Jaren en ziekten afgemat, verzocht van deze bediening ontheft te worden. De prins ftond hem zyn verzoek toe , en benoemde , om deszelfs plaats te ver- vullen, vader de Linieres, welke noch tegenwoordig die aanzienlyke poft be- dient. Deze iezuit was enige jaren her- waarts biegtvader van de hertogin van Orleans geweeft 3 en zyn zagt en vreed- zaam humeur had den hertog tot die keuze overgehaalt , daar zyn laag-viie- gent verftand miiTchien ook het zyne toegedaan had , want hy had nooit on- der zyn genoodfchap uitgeblonken, en de verheve wetenfchappen , noch het preken , waren nooit van zyn bereik noch van zyn fmaak geweeft : na pro- cureur van enige collegien geweeft te zyn 5 kreeg hy dezelve bediening in hun kloofter van de ftraat van S. Antoni , daar hy vrinden maakte , en onder an- deren dc genegenheid van vader la Chai- ze wilt te winnen, die hem by Madame plaatfte.
R + Het
z6± Het Leven van
Het gemeen, verwondert ftaande over de onverwachte benoeming van dezen jezuit tot biegtvader des konings , zocht 'er de oorzaak van te raden, en men begon voor een vafte waarheid te ver- tellen , dat het een afgefproken werk was tuffchen vader d^Aubenton , biegt- vader van den koning van Spanien , en tuffchen den hertog van Orleans , tot beloning van de moeite , die de laatstge- noemde jezuit had aangewend , om de onderhandeling van het dubbelt huw- lyk te d:.)en geluk&en. De liftige han- delingen van dit genoodfchap , en des- fcelfs onvermoeide oplettentheid , om xich te handhaven , en hoger te ver- heffen , maakten deze gilling waar- fchynlyk , en het belang dat Philippus de vyfde in \ vervolg nam , om den nieuwen biegtvader van Lodewyk den vyfeienden gezag by te zetten , deed ze als zeker aanzien. Evenwel kon deze benoeming wel andere beweegredenen hebben : men had zich tecnemaal tegen de party verklaart , die men niet kon onder de knie krygen : de koning be- gon tot jaren van kennis te komen, en de ongeruftheid van den paus, over de aanftaande gevoelens van dien prins , was ongemeen, en kon niet geftilt wor- den , dan door een jezuit by hem ge-
plaatft
Philippus van Orleans. 26$
plaatft te zien. Was'er wel meer nodig , om zyne koninglyke hoogheid tot die keuze over te halen ?
Men kan zich gemaklyk voorftellen , wat hartzeer aan de appellanten , en aan de genen , die dezelve gevoelens had- den", de fchielyke verheffing van hunne gellage vyanden moeft veroorzaken, die zy als den zwaarften flag aanzagen, die hen kon overkomen ; maar ik geloof niet3 dat iemand zou hebben kunnen voor- zien, hoe ver de fpyt den cardinaal de Noailles zou vervoeren. Deze prelaat vergat by die gelegenheid zyn voorzich- tigheid en gematigheid , en hielt een gedrag, dat geen man, die een aanzien- lyke poft bekleed , betaamt , doende ftappen , die tothiertoe zonder voor- beeld waren : ik ben geen janfenift noch moiinift , maar al was ik een janfenift, ik zou het zelve zeggen en denken.
Vader de Linieres ging , gelyk het zyne fchuldige plicht was , zyn compli- ment by zyne eminentie maken , en om zyne a&e vragen; de cardinaal was toen te Conflans ,daar hy om zyne heesheid reeds eenigen tyd ge weeft was. Toen men den biegtvader des konings quam aandienen , zei hy met een piepende ftem5 Ha! is Vader de Linieres daar^velnu^ laat hem binnen komen , en zonder hem tyd R 5 van.
266 Het Leven - van
van fpreken te vergunnen , zei hy met veel levendigheid tegen hem,gy komt om U alle vragen, vader, ik kan ze u niet geven , en ik maak u met veel genoegen mondeling bekent , dat ik u verbied den ko- ning de biegt af te nemen, ik zou u verfcbei- de redenen van die weigering kunnen geven, maar ik ben tegenwoordig al te verkou- iven : de marfchalkin van Noailles, zy- ne fchoon-zufter , die niet verkouwen was, nam het woord op, en bejegende hem zo vinnig, als een vertoornde vrouw in ftaat is om te doen. Men zal my be- kennen , dat de fpyt alleen deze woor- den kon ingeven , en dat de cardinaal , indien hy jonger was geweeft, en zich zeiven meer bezeten had , zo niet zou gefproken hebben , en begrepen , dat de verkiezing van den fouverein altyd met eerbied moet aangenomen worden, en dat men omtrent zyn plicht in gebreken blyft,als men die genen, die hy eert, ver- acht en hoont. Behalvendat, een opvlie- gende drift kan den verftandigften over- komen,enhem enige ogenblikken als bui- ten zich zeiven verrukken , maar de car- dinaal de Noailles gaf zich teenemaalaan de fpyt over , en weigerde den hertog regent, en den koning zelf, hartnekkig de acte voor dezen jezuit , waarin hy zo veel te meer te laken was, om dat hy
niet
Philippus van Orleans. 267
niet kon onbewuft zyn , van wat maat- regelen men zich kon bedienen , om el- ders 5 't geen hy weigerde , te ver- krygen. '
De voorv/entzels , die hy gebruikte om zyn gedrag te verfchonen , waren zo beuzelachtig , als dit onverantwoord- lyk was. Hy fchreef een langen brief aan zyne koninglyke hoogheid, waarin hy ondernam te bewyzen, dat zyn ge- weten hem niet toeliet toe te ftaan, dat een jezuit den koning de biegt zou af- nemen , wiens welzyn hem zo waard was : dat was te zeggen , dat hy zich weinig bekommerde over het welzyn van den prins , waaraan hy fchreef, en dat van madame, nademaal hy duldde , dat deze beiden jezuiten tot hun biegtva- ders gebruikten. Zyn brief wierd door een gefchrift onderfteunt, door hem met grote zorg overal verfpreid, waarin hy in algemene termen bewees , dat een biflchop zonder zonde niet konde dul- den , dat deze vaders het facrament van penitentie bedienden. Indien de univer- fiteit vry geweeft was , zou zy niet gemift hebben haar ftem by dit vonnis te voegen.
Men kan wel oordelen, dat diergely- ke fchriften niet veel indruk maakten, vader de Linieres ging te Pontoife wo- nen.
*<58 Het Leven yan
nen , onder het aartsbifdom van Rouen y en de koning ging naar S. Cyr, onder het bifdom van Chartres gelegen , daar hy aan dezen vader biegtte. Men kreeg ook een brevet van den paus ; 't welk den ko- ning de vryheid gaf , om een biegtva- der te verkiezen , die van den gewoon- lyken voorgoedgekeurt was , en het brevet verklaarde meteen , dat zyne majefteit onder geen byzonder bifdom behoorde. Allengsjes wierden de ge- wetenswroegingen van zyne eminentie geftilt, en ziende dat het onheil zon- der hulpmiddel was , oordeelde hy in con- fcientie den koning aan zyn quaad lot te kunnen overlaten.
Echter moet men bekennen, dat de- fe£ cardinaal zich trooften kon, dat een jezuit aan 't hof niet wel aangezien was , en dat vader de Linieres meer dan een bittere pil moeft doorzwelgen. De prin- ces van Conti , eerfte douariere , die de vier biflchoppen over hun appél ge- luk had gewenfcht , en verklaart , dat zy 'er ook haar ftem toe gaf, ontfong hem heel niet wel. Mevrouw de abdis van Chelles, toen ter tyd te Val-de-gra- ce zynde , gaf hem dit antwoord op een lang compliment , dat hy haar ge- maakt had. Dewyl Vr noodzaaklyk een jeziut biegtvader des konings moejl zyn ,
PhILIPPUS VAN OltLEANS. l6$
is het tny even zo aangenaam , dat gy zyt , als een ander ; maar ik kan u niet ontveinzen , dat ik moeilyk ben van deze poft door eenjezuit te zien bekleden , want gy moet weten , dat ik uw genoodfchap niet lyden mag , echter ben ik Vr een weinig bang voor ; gy ziet, dat ik een goede jranjche vrouw ben. Al de wereld had 'er zulke Hechte denkbeelden niet van, maar niemand in der daad keurde de herftelling van het genoodfchap voor goed , zelfs deszelfs vrinden prezen die niet: het misbruik, dat de jezuiten van het vertrouwen van Lodewyk den veer- tienden gemaakt hadden, de trotsheid, die hun dat had ingeboezemt, hun po- litieke ftreken , en toelegging om over- al den meefter te fpelen , gaven die denkbeelden in : en inderdaad , wat noodzaaklykheid fteekt 'er in , dat 'er een jezuit aan het hof moet zyn ? zou een particulier, die geen gefchillen en gevoelens van zyn kloofter te verdedi- gen had, daar niet beter voegen?
Clemens de elfde zei met recht, dat indien men de heerfchzucht der jezuiten niet beteugelde , zy op de tinne des tempels zouden klimmen. Deze geeft- lyken , niet te vreden dat zy in een poft herftek waren, die zy voor altyd verlo- gen rekenden , wendden al hun vlyt aan,
270 Het Leven v
dat de nieuwe biegtvader op den zel^ ven voetmogt geftelt .worden, als, ten tyden van den overleden koning, vader de la Chaize en vader le Tellier ge- weeft waren. 7t Is omtrent met den biegtvader des konings gelegen, als met den cancelier: indien de laatftgenoemde het zegel niet heeft , is zyn poft aanzien- lyker dan nut, en zyn gezag komt wei- nig met de verhevenheid van zyn rang overeen ; zo ook , indien de biegtvader de lyft van de beneficiën niet heeft , geeft hem zyn poft , hoe aanzienlyk die ook is , maar een heel bepaalt gezag, en zyn krediet is maar middelmatig.
De lyft van de beneficiën te hebben , is enigzins het bewind hebben over alle de beneficiën van 't ryk, gelyk de oor- logs-minifter over de meefte militaire poften te zeggen heeft; met dit onder- fcheid , dat de begeving der beneficiën meer voordeel inbrengt , om dat derzei ver menigvuldigheid en gewicht hen inftaat ftelt, om meer menichen dienft te doen. 't \Vas dan de uitdeling der beneficiën, daar de jezuiten op vlamden , zonder dat achtten zy de aanzienlyke poft van 's ko- nings biegtvader niets.
Om hierin te Hagen , addreffeerden zy zich aan den koning van Spanjen , en vertoonden hem, dat de party der
ap-
Philippus van Orleans. 271*
appellanten, wat moeite men ook ge- daan had om die uit te roeien , noch zeer magtig was ; dat het voornaamfte mid- del, om die te verdelgen, was, zoda- nige geeftlyken van de beneficiën te we- ren, die daar de kragt en de ftut vaa waren , dat deze oplettentheid een gro- ten yver vereifchte , en een grondige kennis van alle de genen , die daar naar ftonden; dat een particulier, wie hy ook zyn mogt , zo wel in den grond daar niet van kon onderrecht zyn, als een jezuit, voor wien zyne medebroe- ders, door het hele ryk verfpreid, niets verholen zouden laten , en dat men kon verzekert zyn , dat hen niemand in vu- rigen yver overtrof. Het hele genood- fchap ftelde zich in beweging, om deze vertoningen te doen gelden , en de nuntius van de paus onderfteunde die kragtig. Vader de Linieres, zegt men, was de uitvinder van deze geheime han- deling niet, hy liet 'er zich maar toe gebruiken , maar die eer was aan vader Lallemant verfchuldigt , van wien ik meen reeds gefproken te hebben , een boezem-vrind van den overleden vader le Tellier , en hooft van zyn gehei- men raad. Dit verdient wel een wei- nig ontwimpelt te worden , en ik ge- loof
Het Leven van
loof niet dat men my myne uitweiding
qualyk zal nemen. Geheime Lodewyk de veertiende goed gevon- raadsver- Jen hebbende , hoewel zulks weinig
§« je"g Pafte? om van zYn biegtvader een van zuitentot zyn voornaamfte ftaats-fecretariffen te ▼ende? maken , en hem daar den rang en de benefi- eertekenen van te geven , ftelde deze c,en* een raad aan, die men wel denken kan dat uit enkele jezuiten beftondrde procu- reurs van de verfcheide provintien , die de- ze vaders in Vrankryk hebben , en welke te Parys hun verblyf houden , waren 'er leden van; iedereen was gelaft, het geen zyne provintie raakte , in te brengen.
Hy voegde 'er , naar zyn welgeval- len, enigen van diegenen by, die het geluk hadden gehad van hem te beha- gen. In dezen geheimen munniken- raad maakte men het pro9es op van alle de geeftlyken van Vrankryk, en difpo- neerde van hun noodlot, op de geheime informatien , door enkele jezuiten opge- ftelt. Zo dra men enig vrind in dezen raad had , was men verzekert zyn wenich te genieten ; getuigen hier van zyn juf- frouw de Monchi, nonne in hetkloolter van Avenes by Arras , die op haar ne- gentiende jaar abdis wierd,door het cre- diet van broeder Watblé , die eertyds
knecht
Philippus van Orleans. èjrj
knecht van haar vader geweeft was; een premonftratenzer munnik , die op re- commandatie van een jeziut, vrind van den fecretaris van vader la Chaize , tot abt benoemt wierd , voor dat het proces van de verkiezing aan rt hof gekomen was , en dat , om het verzoek voor te ko- men, 't welk men wift dat de dauphin voor een ander munnik ftond te doen; getuigen zyn de vier zoons en een dog- ter van een wagenmaker uit het diftricT: van Camerik, die , door 't middel van een jezuiet, die daar genegenheid had voor opgevat 3 de voornaamfte abdyen van Vlaanderen kregen.
Het artykel, waarop men voornaam- lyk in dezen raad aandrong, was de ge- negenheid der follicitanten voor dit ge- noodichap: indien men maar het minfte verdacht wierd gehouden daar omtrent in gebreken te blyven, kon men verze- kert zyn , van daarvan uitgeiloten te zyn, wat geboorte of verdienften men ook van den anderen kant mogt hebben. Dit wras de bron van deszelfs groot aan- zien, dit maakte, dat het altyd een gro- te menigte aanbidders had, en, zo i,< my dus durf uitdrukken , dit dwong dc luiden van de hoogfte geboorte om zich te vernederen , en hun hof daar by maken.
II. Deel. S De
274 Het Leven yaK
De vreugde, die het gemeen over deszelfs val betuigt had , en het hart- zeer 5 dat het nu over deszelfs herftelling deed blyken,ftrektetot een vaftbewys, dat het zich meer vyanden dan vrinden had op den hals gehaalt, en dat deszelfs enkele tegenkanting tegen de janfenifti- fche leer het gehaat had gemaakt.
Vader de la Chaize was een doorfle- pe hoveling, maar heel gematigt; hy beminde de focieteit , maar die liefde ging zo ver niet, dat hy de genen zou vervolgt hebben, die niet heel aan hem overgegeven waren ; hy had altyd gro- te achting voor die genen , dien hunne geboorte het recht gaf, om naar ge- wichtige bedieningen te ftaan.
De raad, dien hy aanftelde, was van hetzelve humeur, daarom konden 'er vader le Tellier , en luiden van zyn im- borft, nooit toegang toe krygen. De- ze, hem naderhand in zyn poft opge- volgt zynde , gaf zyn vertrouwentheid aan de doortraptfte en woelagtigfte on- der zyne mebroeders , als de paters Dou- cin, Daniël, Lallemand, alle drie Nor- mans, zo wel als hy, en een zekeren vader Germon, die by den heer Def- marets in grote achting ftond, by wiens kinderen hy leermeefter geweeft was. Deze vier gevaarlyke geeften , om den
car-
Philippus van Orleans. 27$
cardinaal de Noailles , dien zy niet ly- den mogten , in den grond te helpen , verwekten in denftaat die droevige twift, waarvan de fcheuring noch niet geheelt is , en dwongen dezen prelaat om zich voor een party te verklaren 5 die hy be- minde , maar daar hy nooit meer dan enige achting voor zou betuigt heb- ben , indien meri hem niet het mes op de keel had gezet. ' ]t Geen zy in den ftaat deden , deden zy , naar propor- tie , in hun genoodfchap ook ; zy maakten 'er zich de meefters van, en • vervolgden allen, die zich niet opent- lyk voor hen verklaarden ; men hoor- de niet als van kabalen en doorflepe handelingen, zo dat de hertog van Or- leans in 't jaar 17 19 genoodzaakt wierd het koninglyk gezag tuffchen beiden te doen kömen , om de bevelen van hun gener£il te doen uitvoeren.
Philippus de vyfde , van alle kanten Biiiykc door de geheime kuiperyen van vader leidvïn Lallemand laftig gevallen, liet zich tot dencar- de netelige zaak , die men hem ten be- j^""1 *u hoeve van het genoodfchap afvergde , gen dc bepraten. Hy fchreef een brief aan den jczuiren* heer regent , waarin hy alle de redenen herhaalde 5 die men hem aangevoert nad, om hem over te halen , dat hy dit on- gewoon verzoek doen mogt. Zo dra S 2 de
Het Leven v a i*
de hertog den brief van zyne katholyks majefteit ontfangen had, vertoonde hy dien aan den cardinaal du Bois, en zy waren beide evenzeer gebeten op de bui- tenfporige vorderingen van die genen , die zulk een kragtige recommandatie hadden weten te krygen ; hadden zy het niet gelaten om alles , 't geen zy ge- daan hadden 5 om den tegenftand van den cardinaal de Noailles te overwin- nen , zo zouden zy opftaandenvoet een anderen biegtvader aangeltelt heb- ben. Vooral verviel de cardinaal du Bois in een zeker foort van razerny , en zwoer op zyn manier , dat zy'er berouw van zouden hebben. De vyanden van de conftitutie, vooral de benedictynen , deden hun voordeel met zyne rechtvaar- dige gramfchap: men ftuitte het onweer, dat gereed ftond om hen te grond te liaan , en de jezuiten wierden door zyn dood van een vyand verlolt, die beflo- ten had hen zo diep te vernederen , als zy zich hoog hadden willen verheffen. j)c mar- Naauwlyks was men een weinig be- van* v/i- komen van de ontfteltenis , door het aan- icroi in ftellen van een jezuit tot biegtvader des °emkt konings veroorzaakt , of een ander voor- fiera' ' ' val , dat noch zonderlinger en minder voorzien was, trok alle aandagt naar zich, en deed voor enige dagen al het overige
verge-
m
Philippus van Orleans. 277
Vergeten : dit was de ongunft en de bal- lingfchap van den marfchalk van Ville- roi. De hertog regent had opentlyk ge- zegt 5 dat het tyd was om zynmajefteifc van zyn (taats-zaken en geheimen te on- derrechten ? en dat hy zeif die zorg op zich zou nemen ; hy had'er zeifin 't by- zonder den marfchalk van Villeroi over onderhouden , en tegen hem gezegt 5 dat hy een begin meende te maken 3 met alle morgen met den jongen monarch te arbei- den. Hy wilde den tienden augufti be- ginnen, en begaf zich tot dien einde in het vertrek des konings , daar hy den hertog van Bourbon , den graaf van Cler- mont3en den oud-biflchop van Frejus vond: de hertog van Orleans verzocht den ko- ning , van in zyn kabinet te willen tre- den 5 zeggende , dat hy zyne maiefteit een zaak had mee te delen, die hy hem onder vier ogen moefc zeggen.
De hertog van Bourbon en de ande- re heren namen hun affcheid , maar de marfchalk van Villeroi alleen wilde den koning volgen : de hertog herhaalde , dat hy zyne maiefteit alleen te fpreken had , maar deze bleef ftyf by zyn ftuk ftaan , en beweerde, dat hy, als gou- verneur des konings, zyne majefteit niet mogt uit het gezicht verliezen , zyn ko- pinglyke hoogheid vertrok, en zeids te- S 3 geri
278 Het Leven van
gen den koning, dat hy eene andere gelegenheid zou afwachten, om hem te Ipreken.
Wat fierheid 'er ook in dit gedrag van den marfchalk van Villeroi fcheen te fte- ken , was het gewettigt door het geen zyn vader overgekomen was , die gou- verneur van Lodewyk den veertienden geweeft was. Anna van Ooftenryk , re- gentin van 't ryk , had op een tyd iets geheims aan den koning haar zoon mee- tedelen, en de marfchalk van Villeroi had uit eerbied de kamer willen uitgaan , maar deze princes had hem weerhouden, met te zeggen : blyfy myn heer , nade- ?naal ik u de opvoeding van den koning myn zoon toevertroud heb , is Vr geen ge- heim voor u , en gy moet nooit zyn per- foon uit het gezicht verliezen.
Dit voorbeeld , dat waarichynlyk den hertog van Orleans voorogengeftelt wierd , verhinderde echter niet, dat hy zeer gebelgt was over het gedrag van den marfchalk van Villeroi , 't geen hy voor een hevig affront opnam, te meer, om dat hy het mifTchien als een uitwer- king van de verfchriklyke vermoedens aanzag , waarmee men het gemeen , ten opzicht van zyn perfoon , had in- genomen.
Daarenboven een oude wrok tegen de- zen
PHIMPPUS VAN ORLEANS. 2*7$
zen marfchalk hebbende , die zich dikwils wat onbedacht over zekere gebeurniffen onder hetregentfchap uitgedrukt had,nam hy, zonder zichdaaraan te keren, wat men 'er van denken of zeggen mogt 3 op {taan- den voet het ftout beraad , van hem zy- ne poft af tenemen , en die aan den her- tog van Charoft te geven. Inderdaad ten drie uren na den middag uit zich zeiven gekomen , of ontboden zynde , om zy- ne koninglyke hoogheid te fpreken , zei- de de marquis de la Fare tegen hem , dat de hertog regent hem niet fpreken kon : ter zeiver tyd itelde de marquis van Artag- nan , bevelhebber over de graauwe muf- quettiers , hem een gezegelden brief ter hand, dewelke order inhield, om zich naar zyn hertogdom van Villeroi , dat maar tien mylen van Parys legt, te begeven.
De marfchalk, die nooit gelooft had, dat men een diergely k beiluit omtrent hem zou genomen hebben, ftond heel verfla- gen, en ant\voordde,dat hy gehoorzamen zou , maar dat hy hartelyk verlangde voor- afzyne koningjyke hoogheid te fpreken, diehy zaken van het uiterfte gewicht had mede te delen. Deze prins liet hem ant- woorden , dat hy geen tyd had om hem te horen. Men liet hem in een poft- chaize gaan zitten , met mynheer de Libois , ordinaris edelman van den ko- S 4 ning;
*So Het Leven v a
ning; de marquizen de la Fare en d'Ar^ tagnan , aan het hooft derlyfwacht van den hertog van Orleans , verzelden hem tot Sceaux , daar detachementen van masquetiers waren , die hem naar Ville- roi leidden : den volgenden dag kreeg hy een nieuw bevel, om zich naar zyn gouvernement van het Lionneefche te begeven.
Deze ongunft, door Parys verfpreid fcynde ; verwekte daar een grote verlla- genheid : de miffelyke denkbeelden, die men van den dood van den dauphin , van de dauphine , en den hertog van Bretagne gehad had , wierden weer le- vendig ; men erinnerde zich weer 7t geen jnen zedert het regentfchap verbreid had, dat men de behoudenis des konings aan de zorgen van dezen marfchalk verfchul- digt was ; het volk mompelde , dat alles verloren was , en dat de plegtigheid van de zalving vooreen ander ftond ge- houden te worden. Zinneloze en reuk- loze redevoeringen, die de franfche na- tie altyd tot fchande zullen llrekken,de- wyl zy met deze denkbeelden ingeno- men zynde, niemand ondernam het on- heil te wenden, \ geen zy in voor- raad beweenden. ï)c re- Schoon de hertog regent deze buiten- 5ed1gtC1> fporigc geruchten moeit gewoon zyn ,
drag.
Philippus van Orleans. 2S1
en dat hy ze met de uiterfte verachting aanhoorde ? meende hy het gemeen te moeten onderrechten van de beweegre- denen , die hem tot die daad haddeq. aangezet , daar men zich zo zeer over verwonderde ; ten minften fchreef men hem een foort van verantwoording van zyn gedrag toe. Schoon het koning- lyk gezag, zei deze prins, of de geen die op zyn order fprak , aan niemand rekenichap behoeft te geven, dan aan God , van zyn vonniffen , en de uitvoe- ring zyner ontwerpen, willen evenwel de koningen , en de vertrouwelingen van hunne magt, zomtyds wel uit goed- heid de redenen aan den dag leggen , waarnaar zy te werk gaan : daar zyn zekere omftandigheden , waar in de voor- zichtigheid hen vermaant , van hunne rechten af te ftaan , om de qualykme- nenden te befchamen, en de zwakken hiet te ergeren. Van deze natuur is de tegenwoordige gefteltenis. 't Zou hart zyn , dat ter gelegenheid van het be- vel , dat de marfchalk van Villeroi ont- fangen heeft, om naar zyn gouvernement te gaan , het gemeen zyn y ver en ge- trouwheid voor zyn meefter zou ver- denken : men moet recht bewyzen aan zyne oprechte meningen, maar ter zei- ver tyd moet men ook bekennen , dat S 5 deze
282
Het Leven van
deze gouverneur zich al te veel met de
beeldde.
Hy wendde zich een zeker air van onafhankelykheid aan , 't geen het op- perfte gezag, en de genen die 'er de bewaarders van zyn, niet moeten dul- den : zyne vorderingen voegden zyne majefteit , noch de eer van de prinffen van den bloedeniet ;hy wilde, om zo te fpre- ken,een eigen troon voor zich oprechten , om zich tegen het regentfchap aan te kan- ten, als of het koninglyk gezag verdeelt kon worden. Zonder alle die onbezon- nenheden , die de eerlykheid van den marfchalk niet tekort doen, zouden wy noch het genoegen hebben , van hem by den koning te zien , maar goede in- zichten kunnen in gewichtige poften niet volftaan , men moet zyne paffen weten te befturen , en zich aan den aart van een regering onderwerpen , die ziclf niets voorftelt, dan den roem van den ko- ning, en het geluk zyner onderdanen.
Eene omftandigheid , die de balling- fchap van den marfchalk van Villeroi ver- zelde, en die de hertog van Orleans niet had kunnen voorzien, veroorzaakte hem wezentlyk hartzeer. De oud-bif- fchop van Frejus , leermeefter des ko- nings , van het voorgevallc verwittigt
van zyne bediening in-
zynde,
Philippüs van Orleans. 283
£ynde , oordeelde raadzaam , zich ook vyf of zes mylen buiten Parys te bege- ven, en zyn leerling te verlaten. Mif- fchien vreesde hy afgedankt te zullen worden , en wilde in de voorbaat zyn , miflchien ook , dat hy de wereld over- tuigen wilde , dat hy geen deel had aan het bannen van den marfchalk ; echter wift men wel , dat zy geen grote vrien- den waren , en dat hy uit tederheid voor den koning geen mededinger in zyn vrindfchap wilde hebben : dit vertrek gaf veel te kennen , en mooglyk meer, dan hy hebben wilde. Zyne koninglyke hoogheid begreep het , en dit veroor- zaakte hem hartzeer ; onderwyl dat hy in die ongeruftheid was , gaf hem de po- litieke ftedehouder , de twede zoon van den overleden zegelbewaarder, aan wien hy zyn verlegenheid ontdekte , een heerlyken raad, te weten, dat hy vein- zen zou, van dit fchielyk vertrek ge- hoort te hebben , en ter zei ver tyd vol- ftrekt en abfolut bevel aan den prelaat zenden , om opftaandenvoet weerom te komen : 't was geen tyd meer , de hertog regent had zich reeds aan an- deren beklaagt.
Het bevel wierd afgevaardigt , en fchielyk ter uitvoering geftelt , 't geen zo veel te meer blydfchap veroorzaakte ,
om
Het Leven v a ff
om dat de koning weende , en zich ver- toornde , tot zo ver dat hy glazen in- floeg , en niet eten noch drinken wilde , zich van twee perfonen berooft ziende , daar hy aan gewent was.
De koning was niet meer te Parys , toen dit gebeurde : miflchien was het een geluk ; ten minften fchroomden de bur- gers van die ftad niet te zeggen , dat zy het met geen goede ogen zouden aange- zien heboen , dat men hem zyn gouver- neur ontnam. Ondertuflchen was de regent genootzaakt , hierin zyn gezag te tonen : het miftrouwen dat de mar- fchalk van Villeroi had laten blyken , on- der voorwentzel van zyn plicht te doen , en zyn recht te handhaven , was een hoon , dien men niet ontveinzen kon; dien ongeftraft te laten , zou geweelt zyn enigermaten fchuld te bekennen, en> hem gelyk te geven ; in tegendeel bewees men , met dien te ftraffen , de oprechtheid zyner meningen , en ftelde zich in ftaat , om door den uitllag te doen zien, dat de uitgeftrooide geruchten van de gewaande zorgen van den marfchalk van Villeroi geen anderen oorfprong hadden , dan een tomelozen haat. In- derdaad, niets heeft beter doen zien dan deze verwiireling van gouverneur , hoe qualyk gegrond de buitengewone öflge-
Philippus yan Orleans. ^85*
ruftheden waren , waarin men oyer de behoudenis van den koning was.
*t Was evenwel veel gewaagt , want indien deze prins kort na die verandering gefturven was 5 zou men, in de geftelte- nis daar men in was , niet gelooft heb- ben , dat alles met de boolte inzichten gefchied was ? men ftelde derhalven zyn roem en eer in gevaar , om die te red- den : daarenboven was de koning zulk een kind niet meer, hy had de jaren om genegenheid en haat te koefteren ; in- dien hy met een meefterlyken toon ge- fproken , en gezegt had , dat hy abfo- luit zyn gouverneur weerom wilde heb- ben , zou hy niemand gevonden hebben om hem te onderlteunen? zou een voor- wentzel , om den koning te gehoorza- men , geen genoegzame reden geweelt zyn voor de perfonele vyanden van den lieer regent, en diegenen, die over zy- ne regering misnoegt waren , om tegen hem op te ftaan ? maar de onvertzaagt- heid maakte een goed deel van den im- borft van dezen prins uit, en men heeft hondert maal onder 't lezen van deze hiftorie kunnen aanmerken , dat de vrees hem nooit van de party, die hy gemeent had te moeten kiezen, te rug gehouden heeft.
Ein-
286
Het Leven van
Decardï- Eindelyk plukte de cardinaal dir Bois Soii U aIle ^e vruchten , die hy van de vertrou- word tot wentheid van zyn meelter , en van de mi^Zr genegenheid, of liever van de drift, die ver- hy voor deszelfs perfoon en belangen klaart' had, verwachten kon, en ik durf ze ook de beloning van zyne verdienften en arbeid noemen.
Den 22 augufti wierd hy tot eerften miniiter verklaart , 't geen wel weinig meer tot zyn gezag toebragt , maar het zélve luifteruyker maakte , 't zy dat het hem met een nieuwe drift vervulde, 't zy dat men toen niet meer twyffelde , of hy was de auteur van alles wat 'er om- ging. De vrede door bondige traktaten en voordelige verbinteniffen beveiligt, het parlement getemt en vernedert , de groten ondergebragt , die hem konden in den weg zyn van het hof gebannen , lieten hem de vryheid , om alle zyne zor- gen over het herftellen der finantien, en over de zaken van den godsdienll te laten gaan.
zynzor- Ten opzichte van de finantien liet hy dTüVm- verfcheide plakaten uitgaan , waar van tien. het voornaamfte oogmerk was , de ge- liquideerde briefjes , dat is te zeggen die gene , die min of meer vermindert waren , naar dat de houders derzelver
oor-
PHILI?PUS VAN ORLEANS. 28?
oorfprong hadden kunnen goed maken 5 uit de wereld te helpen.
Het plakaat , dat het meefte gerucht maakte, voerde het jaarlykfch recht, of de 20 genaamde * Paulette weer in. Henrik de vierde had het opgebragt , om zich van een deel van de penfioenen te ontlaften, die hy aan de gerechts -amp- tenaren betaalde , met hunne bedienin- gen erflyk te verklaren , voor een zeke- re matige fom , die zy alle jaren betaal- den , zonder hen evenwel tot die voor- waarde te dwingen. Deze belafting, in- derdaad eer een gunft , dan een kne- velary , wierd met blydfchap ontfangen , en men onderwierp 'er zich met veel yver aan ; ja men heeft meer dan eens gezien, dat niets de parlementen en de andere gerechtshoven meer ontruftte , dan het dreigement , van dat recht aftefChaffen.
In het jaar 1710 , het hagchelykfte van de regering vanLodewykden veer- tienden , quam 'er een bevel uit , om het recht van Paulette af te kopen , zo dat de bedieningen erflyk waren , en
dat
* Dit is een zeker geld , dat de bezitter van enig ampt jaarlyks gehouden is te betalen , om zyne erfge- namen de furvivanrie daaraf te verzekeren , en is , zo ik het wel heb, omtrent h«t zeftigfte deel van het geen het ampt gekoft hetft.
~38 Het Leven van
dat de jaarlykfche fom niet meer betaalt wierd. De cardinaal du Bois zag deze afkoping en vernietiging als een fchat- ting aan , die de welgegoedfte onderda^ nen van 't ryk hadden moeten opbrengen in zulke droevige tyden , als daar men toen in was ; hy oordeelde , dat de ko- ning ten opzicht van zyne belangen merklyk daardoor beledigt was 5 en dat de dertien jaren , dat deamptenaren niets betaalt hadden , hen genoegzaam fcha- deloos hielden van het opgefchoten geld. Dit arreft ontmoette in het parlement groten tegenftand , zelf had men beflo- ten vertoningen aan den koning daar- over te doen ; maar twee gezegelde be- velen des konings , kort op elkander ge- volgt 5 deden begrypen , dat de gehoor- zaamheid de enigfte party was , die men te kiezen had, ten zy men iets llimmers wilde beproeven 3 dan verplaatzing, en ballingfchap.
Men dreigde, niet door de bevel-brie- ven , maar door de geruchten , die men liet verfpreiclen , de al te ruime uitge- ftrektheid van het rechtsgebied des parle- ments van Parys te verminderen , dat den onderdanen des konings zeer tot lalt ftrekte , die verplicht zyn zich met grote koften , van de uiterfte grenzen van Auvergne en het Lionneefche, naar
Philippus van Orleans. 289
de hooftftad te begeven. Dit middel zou in der daad het krachtigfte zyn , dat men zou kunnen in 't werk ftellen , om de macht van dit genoodfchap te ver- zwakken , indien zy die quam te mis- bruiken.
De cardinaal-minifter , die alzo vol- ftrekt regeerde , als ooit de cardinaal Richelieu gedaan had, ftelde een ander middel in^t werk, om fchielyk een aan- zienlyk gedeelte van de fchulden van 't ryk te vernietigen. Hy verzocht een fubfidie van die genen, die aanzienlyke en fchielyke fortuinen in den papierhan- del gemaakt hadden , dat is te zeggen , hy lei hun een hooftgeld op , naar gelang van hunne winften , te betalen in brief- jes op het ftadhuis van Parys , provin- ciale renten , atteftatien van liquidatie, en andere koninglyke efteden , die noch niet vernietigt waren: in deze belafting begreep men niet dan luiden , die in de regifters van de bank bekent ftonden , dat zy een groot getal van aótien gehad hadden , welke zy niet vertoont had- den , om ze te laten tekenen , en die genen, die van een Hechte afkomft,en een middelmatig fortuin , eensklaps tot een aanzienlyke fortuin waren geftegen. Deze belafting was zo veel te billyker, om dat zy het enigfte middel wras , om //. Deel. T de
z<)o Het Leven vat*
de meeften van die genen , die fcicli in de veranderingen van 't papier verrykt hadden, hun deel te doen dragen inde fchattingen, naar gelang van de fchul- den van den ftaat, daar zy meer dan ie- mand anders toe gehouden waren , en daar zy anders heel van vry zouden heb- ben geweeft, om dat zy de lilt gebruikt hadden , van geen koninglyke effecten te bewaren ,j en ze by tyds onder den' man te brengen.
Zyne eminentie , om zich van de laf- tige zaak van 't papier te ontflaan , en een zo haatlyk voorwerp uit het gezicht te doen verliezen , ordonneerde , dat de commiflariffen , tot het nazien en liqui- deren daarvan gedeputeert , hunne be- dieningen zouden ftaken , van den dag der afkondiging van 't arreft te begin- nen ; dat 'er geen vertoog tegen de ge- dane liquidatien meer zou toegelaten v/orden, en dat alle eigenaars, of hou- ders van getekende effecten, verplicht zou- den zyn die binnen zekeren tyd in han- den te ltellcn van perfonen , daartoe be- noemt ; dat de particulieren , die de hooftfommen hadden verfchaft van de rentebrieven op de jndifche compagnie 5 v ier obligatien vertoont waren omgete- kent te worden , hun ftem zouden kun- nen geven tot derzelver vernietiging,
en
Philippus van Orleans. 2pl
en daar een atteftatie van innemen , dat zy geliquideert waren , zonder dat men de toeftemming van die genen nodig had , op wier hoofden dat geld gezet was , of die belang in het genot konden hebben ; dat ondertuflchen het beloop van die atteftatien tot lyfrenten zou be- fteed worden op de tollen en zoutpach- ten , op dezelve namen en dezelve voor- waarden ; daar wierd ook een reglement gemaakt , dat na een maand , die men de particulieren noch toeltond, om hun- ne declaratien , en de titels en acten, door hen ingelevert , in te trekken, en om den oorfprong hunner effeóten tebe- wyzen , de papieren , die men niet in- getrokken had , verbrand zouden wor- den; eindelyk beloofde men j dat zyne majefteit de geliquideerde actiën zou aan- nemen op den voet van vyfduizent li- vres ieder actie, tot betaling van het ex- traordinaire hooftgeld. Die zich op die zaken verftonden, waren genootzaakt te bekennen, aangezien den droevigen ftaat, waartoe de bank de zaken gebragt had , dat 'er niets billykers en verftandigers kon bedacht worden, dan deze fchikkingen.
\ Was niet genoeg des konings fch lil- den te betalen , en het publiek van het papier te verlolTen , daar was geld van noden , en de aannaderende zalving des T 2 ko-
£92 Het Leven van
konings moefTer veel verllinden. Het enige middel 5 om penningen te krygen, beftond in nieuwe beladingen , of in de vernieuwing der ouden ; fchoon het par- lement van Parys verklaart had , dat de koning ten allen tyden en by alle gele- genheden zou verzocht worden om de belaftingen te verminderen , voerde men de laftigfte en hatelykfte van allen weer- in 5 naamlyk die op de aften der nota- riffen 5 en de regiftreringen. Over de Omtrent de religie ging zyne emi- va^den nentie voort, met zich tegen de appel- Gods- len en de appellanten te verklaren. De dienft. Sorbonne deed byna geen eenen ftap> die niet op order van den ftaatsdienaar afgemeten was , en de molinilten voer- den daar noch meer gezag in , dan de appellanten in 't begin van de regering gedaan hadden. De yver van den car- dinaal ging tot in de kloofters door: het algemeen kapittel der karthuizers kreeg order om de conftitutie aan te nemen , en aan geen appellant enige bediening te geven of te laten ; de kanunniken van S. Victor , die men befchuldigde van hunne voorwerpen in het queekfchool der fGilotynente verkiezen, en in ande- ren
f Dit was een queekfchool, waarin men de jongelingen om niet onderwees , en aldui naar deszelfs ftichter Gilotin genoemt , maar nu zedert enige jaren nier meer in wczun.
Philippus van Orleans. 293
ren van dezelve foort , wierden zeer ontruft , niet tegenftaande de zonder- linge befcherming van den cardinaal de Noailles , de univerfiteit van Rheims wierd zeer mishandelt, en men gaf aan mynheer de Rohan de Guimené, nieu- wen aartsbiiïchop van dezeftad, zo veel gezegelde brieven, als hy meende nodig te hebben. In dien tyd had de ko- ning v^n Spanjen de lylt van de bege- ving der beneficiën voorde jezuitennoch niet verzocht.
Na de dood van Clemens den elfden , hadden de tegenkanters van de confti- tutie zich gevleid , dat zyn opvolger hen wat zachter zou behandelen : de oud- biffchop van Doornik , de biflchoppea van Pamiers, van Senés, van Montpel- lïer, van Boulogne, van Auxerre, van Macon 3 fchreven hem een langen brief, waarop zy en hunne aanhangers groten ftaat maakten , maar Innocentius de der- tiende liet dien veroordeelen , als ver- fcheide beledigende (tellingen behelzen- de voor de katholyke biflchoppen , inzon- derheid die van de Gallicaanfche kerk , voor de geheugenis van Qemens den elfden, voor hem zeiven, en voor den apoftolifchen ftoel , en daarenboven heel fcheurziek zynde , en vol ketter- fche gevoelens. Op het aanhouden van, T 3 den
ig^ Het Leven van
den paus, die wenfchte dat deze brief in Vrankryk ook mogt verboden en veroordeelt worden , drong men liet par- lement aan, om dit te doen, maar alles was vergeefs ; de cardinaal du Bois liet dezen brief door des konings raad van ftaat voor reukeloos , lafterachtig , en nadelig voor degeheugenis van den over- leden paus, voor den h. ftoel, de bif- fchoppen, en de kerk van Vrankryk ver- klaren, ftrydig tegen de beveiliging van den vrede in de kerk , en tegen de declaratien van de jaren 1714. en 17205 des konings gezag aantafteridc , en tot oproer ftrekkende.
De bewoordiging van dit arreft was ongelyk kragtiger. Zyne Majefteit, na dien te hebben laten examineren , had bevonden, dat hy zo wel de geëft- lykheid als den politieken ftaat hoonde, dat de geheugenis van een paus , die zich zo beroemt had gemaakt door de heiligheid van zyn leven , als door zyne perfonele qualiteiten , daarin lafterlyk gehoont was , dat men 'er de herroe- ping van een decreet in eifchte , dat al- gemeen in de kerk aangenomen was, en 't welk zyne majefteit bevolen had , on- kreukbaar in zyn ryk na te komen , dat dit decreet daarin afgefchildert wierd , als by verrafTing, en op een valfch voor-
Philippus van Orleans. 295
geven 5 verkregen, en als een wet vol ' dwalingen en onrechtvaardigheid, die het heidenfche Romen niet zou hebben kunnen dulden.
Dat men in dezen brief veel woor- den vond, die de hele biiTchoplyke or- de, inzonderheid die van de kerk van Vrankryk, hoonden; dat de uitleggin- gen van de bulle UmgemtuSj eenparig door alle de cardinalen , aartsbiffchop- pen, en byna alle de biffchoppen van 't ryk voorgoedgekeurt , waarby zich zelf verfcheide van die genen ge voegt hadden , wier namen men onder gemel- den brief vond , daar evenwel , als wei- nig zuiver en rechtzinnig, in aangetaft wier den.
Dat men het boek der redekundige aanmerkingen zogt te verdedigen , in een tyd, dat het plegtig door de bei- de mogentheden verboden was, en in \ byzonder door byna alle de genen veroordeelt , die dezen brief onderte- kent hadden.
Dat men daarin alles, 't geen 'er ge- daan was om de kerk in ruft te brengen , affchilderde als een aaneenfehakeün^ van bedriegelyke handelingen , die tot overhoopwerping van den godsdienft ftrekten ; en dat men , om de maat van deze fpoorloosheden te vullen > op
zg6 Het Leven van
den tegenwoordigen toeftand van de kerk toepalte , 't geen men eertyds van die rampzalige tydenzeide, waarin de oofteriche kerk onder de vervolging der Ariaanfche prinlTen en bilTchoppen , of ten minften begunftigers van die party, zuchtte. De jezuiten zelf waren ver- wondert, dat het hof zich zo opentlyk voor hen verklaarde. Men Hoe zwaar deze flagen ook waren ,
v°rnieu\v lm Z^C'1 ^e aan'nn5 der janfeniftendaar- d.nnher'% over getrooft hebben , indien men de formulier arreften van den raad , en de conftitu-
getekent , • 1 ^
worde, tien der pauzen niet weer voor den dag had gehaalt, die hen meer benaauwden en verlegen maakten. De eeden zyn altyd, in wat religie het ook zyn mag, voor zeer heilig gehouden, en aange- zien voorde bequaamlte verbintenis, om ons tegen de nmiurlyke onftantvaitig- heid der menfehen , en zelf tegen hun- ne boosheid, te beveiligen. Dewyl de veroordeling van de vyf beroemde ftel- lingen den voortgang van deze leer on- der de geeitlyken en in de kloolters niet ftuitte, oordeelde men wyflyk, dat men daarin Hagen zou , met een formulier op te ftellen, dat de veroordeling van deze itellingen behelsde , en 't welk alle de genen, die naar enige orden, of eer- trappen op de universiteiten Honden , of
opent-
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 297
opentlyke bekentenis in de klooftere wil- den doen , gehouden zouden zyn te te- kenen. Die 'er belang in hadden voe- ren hevig tegen dit reglement uit, het wierd voor onrechtvaardig en tiranniek uitgekreten , en voor een ftrik , dien men voor de gewetens fpande; als of deze wet onbillyker geweeft was, dan die menigvuldige eden , die men de en- gelfchen doet afleggen, welke deel aan kerklyke of politieke bedieningen zoe- ken : weinig fcheelde het 5 of men was quakerfch geworden , of men had ten minften de grondregels van deze gezin t- heid omtrent het eed-zweren gevolgt. Daar ontltond onenigheid onder de par- ty; de ftrengfte oordeelden, dat men, volgens eer en geweten dit formulier niet tekenen kon, anderen, die wat be- zadigder waren , dreven het tegendeel. Men verzon ik weet niet hoe veel fy- nigheden 5 (inderdaad niet dan reftno tien en dubbelzinnigheden , die deze heren zo lelyk afTchilderen) om de ge- voelens te behouden , die men met ede zwoer te zullen verwerpen en veroor- delen ; men durfde zelf zeggen, dat de mifdaad van een valfchen eed te doen , zo het 'er een was , op die genen te rug ftuitte, die ons noodzaakten om dien af te leggen: daar was geen lift, die men T 5 niet
Het Leven van
niet in *t' werk ftelde , om het formu- lier, hoe klaar het ook was , dubbelzin- nig te maken ; men maakte een onder- fcheid tuffchen de daad en het recht ; men beweerde , dat men de kerk maar .een uiterlyke onderwerping fchuldig was, en dat zy zich met een eerbiedig ftil- jzwygen moeft genoegen.
Alle de pogingen, die men aanwend- de , om zich los te wikkelen , dien- den nergens anders toe, dan om de ftrikken noch vafter te maken: het eer- biedig ftilzwygen wierd voor onvoldoe- nent verklaart, en men voegde by liet formulier , dat men de 5* Hellingen veroordeelde in den zin, dien Janfenius beoogt had.
' Zedert den dood van Lodewyk den veertienden was het ondertexenen van dit formulier reedlyk verwaariooft ; de opponerende prelaten , de universitei- ten , de kloofters , die zich voor hen verklaart hadden, hadden dat afgefchaft, en hunne tegenpartyders ontbeerden ftantvaftigheid en oplettentheid, om dè ondertekening te eifchen.
De hertog-regent en de cardinaal du Bois bragten die weer in gebruik: men maakte hier geweld over, men klaagde, enige boden tegenftand , maar eindelyk onderwierpen zich de meeflm De y ver
tot
Philippus yan Orleans. 299
tot de waarheid haalde hen over, om de nodige voorwaarde te vervullen , om deel aan de beneficiën enampten te heb- ben , en men ging voort met ede te betui- gen , dat men een leer veroordeelde , die men t'eenemaal aankleefde. De her- tog van Orleans was zo op die onder- tekening verzot 5 dat hy de abdis van Chelles, zyne dogter, zeer hevig aan- drong , om zyn zin hierin op te vol- gen, maar deze princes liet zich hier niet toe overreden, en zonder de her- togin van Orleans zou de tederheid, die deze prins voor haar had , hem mooglyk niet verhindert hebben, van een ftreng bevel uit te geven.
Midden onder deze ftribbelingen en voor- ontruftende zorgen, onderrechtten de hertog-regent en de cardinaal-minifter koning* den jongen koning , beftedende geza- mentlyk alle dagen enige uren aan dit gewichtige en noodzaaklyke werk. De prins was zeer bequaam om 'er zyn voordeel mee te doen , hebbende byna geen van de gebreken zyner jaren : hy was ernftig en naarftig: enige woorden , die hem nu en dan ontvallen waren , ga- ven veel verltand , en een eerlyk ge- moed te kennen : maar vooral was hy ongemeen voorzichtig en befcheiden ; hy fprak zeer weinig , en nooit heeft
men
ÉTeVL
EVEN VAN
elen over de regering, en lige veranderingen , die 'er ierden, geweten. Indien erneur hem hierin nagevolgt zou hy het hartzeer niet gehad ben, van zich zyn poft afgenomen te zien. Zyn leermeefter was toen zyn enige vertrouweling, gelyk hy het noch tegenwoordig is; dit was een vertrou- wen , dat men voor de uitwerking aan- zag van de tederheid enes kinds voor een perfoon, die oneindig veel toege- ventheid en oplettentheid voor zyn leer- ling gebruikte, en die het geheim ge- vonden had, om zyne raadgevingen en leflen van al dat gene te zuiveren > 7t welk die haatlyk en verdrietig pleeg te maken ; een vertrouwen , van weers- kanten matig gebruikt, indien ik my dus mag uitdrukken, om alle vermoeden uit den weg te ruimen, en geen plaats te geven aan geheime liften , en 't welk na- derhand niet eer openbaargemaakt wierd, voordat men zich in ftaat oordeelde , om het ten vollen te doen uitblinken. Zonder twyffel dat de voorzichtigheid en befcheidenheid des konings de vruch- ten waren der onderwyzingen van de- zen verftandigen leermeefter , die 2elf zyne grote talenten voor het ftaatsbe- ftuur niet ontveinsde 5 dan om die fa- vond
JSCJCI7T
Philippus tan Orleans. 301
vond of morgen aan den roem van zyn meefter , en aan het welzyn zyner on- derdanen te kunnen opofferen.
Niet alleen maakte men den koning zyne tot de ftaatszaken , maar ook tot denj^1 oorlog bequaam, die zeer naar zyn fmaak was : dewyl hy daar reets ver ïngevor- dert was , deed men in zyne tegenwoor- digheid de leiTen, die men hem gege- ven had, ter uitvoering brengen, want men belegerde een fort , en leverde een foort van een veldflag, waarin deze prins een zonderling vermaak fchepte : ook was hy 'er geen enkel aanfchouwer van , hy was aan ?t hooft der beftormers , deel- de zyne orders uit, en deed door zyn onvertzaagtheid blyken , wat men t'avond of morgen te verwachten had , zo hy ooit raadzaam oordeelde , zich aan \ hooft zyner legers te ftellen.
De plegtigheid van de zalving had Zyne op den 25". oflober 1722, welke dag Zalv11 daar allang toebeltemt was, haar voort- gang , met alle mooglyke pragt. Achten- zeventig jaren, welke 'er zedert die van Lodewyk den veertienden verlopen waren , maakten deze vertoning heel nieuw. Daar was een fchriklyke toevloed van menfchen, en niet alleen waren de huizen te Rheims tot de daken toe vol, maar alle de omleggende ftreken
met
$o2 Het Leven van
met tenten bedekt. Men merkte daar met een oneindig genoegen aan , dat de zes wereldlyke pairs zes prinflen van den bloede waren; eene zonderlinge omftandigheid, en die deze zalving van de meefte, die 'er vooraf gegaan waren 5 onderfcheid. Volgens 't gebruik deelden de wapenkoningen goude en zilvere medailles om, aan alle de genodigden , en ftrooiden 'er een grote menigte on- . der 7t volk te grabbel.
De koning , op zyne terugreis van Rheims, hield zich enige dagen te Villers- Cotterets op 5 daar de hertog van Or- leans, de eigenaar van dit huis , hem een pragtig feftein gaf: al het gevolg van zy- ne majefteit wierd daar deftig onthaalt 5 zo wel als de menigte van toekykers, die van alle kanten toe quamen fchicten ; zelf was 'er een verbod aan de herbergen daaromftreeks gefchied y van iets voor de kolt of huisvefting van die genen te nemen , die dezelve bellaan mogten. De koning deed den hertog van Bourbon dezelve eer aan , zich twee of drie dagen te Chantilly ophoudende ; de pragt van dit kafteel ? dat nieuw herbouwt , en aan- zienlyk vergroot was 5 de fraaiheid van de tuinen, waarby de kunlt alles ge voegt bad 5 wat de natuur van een voordeligen grond kan volmaken 5 fcheen aan deze
feftei-
O
PHILIPPÜS VAN ORLEANS. 305
fefleinen noch meer luifter te geven, dan die van Villers-Cotterets gehad hadden ; waarop zeker perfoon 5 met meer quaad- aardigheid dan verftand • zei 5 dat het niet anders zyn kon , of de rivier Mijfijfipi moeft over deze landen gelopen hebben ; by deze feeften voegde men het vermaak van de jagt5 waarin de jonge monarch zo veel genoegen fchepte , dat hy 'er naderhand zyn gewoofllyk tydverdryf van maakte 5 en dat noch niet heeft la-' ten varen 5 fchoon hy zich zo veel ma- tigt , als het de zorgen van zyn ryk ver- eifchen. Deze hevige oeffening , die hem natuurlyker wyze moeft fchade toe brengen 5 deed hem groot nut : zyne gezontheid wierd 'er fterker door 5 en hy was op zyn vyftiende of zeftiende jaar zo kloek en fterk van leden, als men gemeenlyk op zyn twintigfte is.
De weinige tyd , die 'er van de zal- °a^eer- ving des konings tot zyne meerderjarig- ilngen heid verliep, wierd hooftzakelyk tot ver- j^^f* fcheide fchikkingen omtrent de finantien ^nden aangewend : men gaf byna alle dagen ko™g nieuwe edicten uit 5 ftrekkende om het spanjen. geen'er vande papieren mogt overig zyn te vernietigen , om des konings inKom- ften vry te maken , en om het geld in zyne koffers te doen komen. Ook liet men zyne zorgen veel over de buiten*
land-
304 Het Leven van
landfche zaken gaan. Het algemene con- gres 5 om de verfcheide vorderingen der mogentheden te verhandelen , en af te doen , was te Camerik gefchikt, maar ik weet niet hoe vele zwarigheden daar de opening van deden verfchuiven.
Het hof van Wenen deed altyd nieuwe beletfelen in de weeg komen over de leen- verheffing van de ftaten van Italien , ten behoeve van Ü. Carlos , oudften zoon des konings van Spanien uit liet twede bed ; het had weinig gefcheelt , of de kei- zer had dit verly aan den hertog van Beieren gegeven , uit hoofde van het huwlyk van dezen prins met een van de aartshertoginnen , en de vrees alleen van Vrankryk en Engeland op den hals te hebben , die garandeurs waren van het traélaat met Spanjen gefloten, verhin- derde de uitvoering van dit voornemen : de zaak is noch niet beflift, en 't zal hagch- lyk zyn, of het niet aanleiding tot een oorlog geeft. De hertog- regent, om Phi- lippus tot het traktaat van Londen over te halen, had zich verbonden, om hem Gibraltar weerom te doen geven. De koning van Engeland , op wiens woord zy n hoogheid deze aanbieding gedaanhad had meer belooft dan hy kon houden : de Engelfchen wilden nooit hun ftem tot liet overleveren dezer plaats geven, by-
na
Philippu's van Orleans, 30J
na de enige vrucht van de verfchriklyke onkoften , die zy gedaan , en van de overwinningen , die zy onder de rege- ring van de koningin Anna behaalt had- den ; Spanjen , van den anderen kant , verlangde met zo veel drift naar de weer- omgeving van Gibraltar enPort-Mahon, als Engeland kon hebben om die te be- houden. Door lange onderhandelingen en vertogen van den kant des hertogs van Orleans, bleven de zaken ten dezen opzichte op den voet van den Utrecht- fchen vrede 3 en indien het zo lang duur- de, eer het congres geopent wierd, wa- ren 'er de gefchillen tulTchen Engeland en Spanjen de oorzaak niet van.
De dood van Madame , moeder van fcyne koninglyke hoogheid , verplichtte dame. dezen , om zyne grote bezigheden een weinig op te fchorten. Zy ftierf te S. Goud, den 8ften december, 's morgens om drie uren, 72 jaren oud zynde. Haar bondige godtvrucht, haar beminlyke ma- nieren , haar goedertierenheid , milda- digheid, en edelmoedige gevoelens had- den haar algemene achting verwekt , en 'er een al te volmaakt modél van ge- maakt , om van het gros der vrouwen te kunnen nagevol^t worden, 's Avonds voor haar dood had zy een zeerzielroe- rent difcoers met den regent P \ welk
11 Deel V zon^
3có Het Leyen tan
zonder twyffel meer het toekomende leven tot onderwerp had , dan het te- genwoordige: men zegt 3 dat hy 'er zoo over ontdaan was geweeft, dat hem de tranen in de ogen fchoten. Na zync droefheid vierentwintig uren den vollen toom te hebben gegeven, hervatte hy zyn gewonen arbeid.
Dit huiflyk hartseer temperde de blyd- ichap, die hem het huwlyk van Mad11*. de Beaujolois , zyne dogter , met den prins D. Carlos veroorzaakt had, erfge- naam, uit hoofde van zyn moeder, van de hertogdommen Tofcanen , Parma , en PiaQenza. Dit huwlyk had naderhand het zelve lot , als dat van den koning ; de ftoet , die de infante weerom naar Spanjen bragt, haalde Madlle. de Beau- jolois weer naar Parys over.
De blydfchap, het hartzeer, de on- derhandelingen, de oplettentheid op de fmantien , en om de appellanten en hun- ne tegenpartyders binnen de palen te hou- den , die men hun haat en hun y ver moeft voorfchry ven , deden dezen prins en zyn minifter hunne eige belangen niet verge- ten. Zy namen de behoorlyke maatre- gelen om te verhinderen , dat het ge- rechtsbedde , 't welk by 's konings meer- derjarigheid ftond gehouden te worden , enig inbreuk in hun gezag maakte: hier
hadden
Philippüs van Orleans. 30?
hadden zy alle hunne behendigheid toe nodig 5 hoewel het denkbeeld alleen, dat de koning fterven kon , hun alles gemak- lyk maakte. Hetgerechtsbeddewas tegen den 16 februari 1723. beftelt, op welken dag de koning in zyn veertiende jaar ftond te treden , en waarop , volgens het re- glement van Carel den vyfden , het re- gentfchapende voogdy moeften ophou- den. Twee droevige voorvallen, dezen jongen monarch overgekomen , deden die plegtigheid tot den 2 2ften ver- fchuiven.
Den 7den dezer maand, zynde een zondag , viel de koning , terwyl hy in de mis was, gedurende het laatfte ge- bed in flaaute , de hertog van Bourbon bewaarde hem in zyne armen voor *C vallen. Zyn majefteit wierd naar zyn vertrek gebragt, en door een hulpmid- del, dat men hem ingaf, weer zo ver herftelt , dat hy met fmaak at , en het overige van den dag zyne gewoonlyke tydverdryven nam , maar den" volgen- den nacht kreeg deze prins drie flaauw- tes na den ander, met een zware koors: men vaardigde den eenen courier na den ander aan den hertog van Orleans af, die naar Parys was vertrokken , ziende dat het eerft overval van geen gevolg geweeft was.
V 2 Op
308 HetLeven VAN
Op zyne terugkomft oordeelden de geneesheeren raadzaam, den koning te doen uit de aderlaten,'t welk hem veel verlichtte , de koors hield op , en hy iliep den volgenden nacht acht uren : hy gaf veel gal over, 't geen mooglykden oorfprong van 't quaad wegnam , en men fchreef deze onpaflykheid aan een quade koking van de maag toe.
Enige dagen te voren had het weinig gefcheelt,of de hertog regent had zyn enigen zoon, den hertog van Chartrès, op een droevige wyze verloren. Deze prins was reeds gaan flapen,en zyne bedienden hadden zich geretireert, wan- neer 'er een brandent hout op de vloer rolde, die van ingelegtfchrynwerk was: de vloer raakte aan brand , en daar wa- ren reets drie ruiten verteert , en indien de dikke rook den prins niet bytyds had doen ontwaken , was het met hem ge- daan geweelt. Hy gong toen in zyn twintigfte jaar , en men liet zyne ge- dachten gaan , om hem aan eene infante van Portugal uit te huwen : zonder dat uitmuntende verftand van zyn vader te bezitten , was hy evenwel een jonge- ling 3 daar men grote verwachting van had ; en niets als de quaadaardiglte ach- terklap kan hebben doen zeggen , dat de geringe verdienlten van den hertog
van
Philippus van Orleans. gc£
van Chartres den hertog regent verhin- Quaad- dert had , van zyne ftaatzuchtige ont- "crhdt'egr^ werpen uit te voeren. Ik geloof nietkiap, dat men het my qualyk heeft afgeno- men 5 dat ik my, zo dikwils als het de hsndraf- gelegenheid toeliet, heb toegelegt, om ^>'kc deze fchandelyke lafteringen te veryde- fcheid. len ; zy zyn zo openbaar geweeft , dat daar niet van te (preken , zou zyn de- zelve eni^rermaten voorcoedkeuren , ten minften zou het een bekentenis zyn , dat men ze niet weerleggen kon. Ik her- haal het dan 5 met een ware begeerte om de wereld te overtuigen, dat deze prins nooit de fchriklyke aanllagen gefmeed heeft, die men de onbefchaamtheid heeft gehad van hem toe te fchryven , dat , indien hy ze had gehad , hyze wel uitge- voert zou hebben, en dat ten miniten het gewoel, dat onafscheidelyk was van de feiteinen van Yülers-Cotterets en van Chantilly, hem daar gelegenheden zou toe verfchaft hebben , die niet nriflea konden.
Alles tot het gerechtsbeddc gereed y-~r\ zynde , begaf zich de koning op den 22 tjfJJS februari naar het paleis , van al den glans koning* zyner koninglyke majelteit omringt; Na rc^Ms. de mis in de heilige kapél gehoort te heb-krcMe ben, gong hy het hek door , en klom vant r'v op zyn troon , daar hy zich neer gezet y V 3 en
3io Het Leven van
en gedekt hebbende, zeide hy „ Myn 35 heren 3 ik ben in myn parlement ver- 55 fchenen, om u te zeggen 3 dat ik? vol- 55 gens de wet van myn ryk 5 voortaan 55 zelf het roer der regering wil aanvaar- 55 den «. Waarop de hertog van Or- leans oprees, en naderhand weer zynde gaan zitten , zeide hy tegen den ko- ning:
SIRE,
„T T Y beleven eindelyk dien geluk- 33 VV kigen dag, die de wenlchen van de natie, en de myne, uitmaak- 55 te. Ik geef aan een volk , dat zyn „ meefters teer bemint , een koning „ weer , wiens deugden en kenniffen 35 zyn jaren overtreffen 3 en het zelve „ reeds zyn geluk voorfpellen. Ik le- „ ver uwe majefteit het ryk weer zo ge- 55 ruft over 5 als ik het ontfangen heb5 5, en ik durf zeggen , meer verzekert ,5 van een duurzame ruft, dan het toen 5, was. Ik heb de ontfteltenis in de fi- 5, nantien , die de lange oorlogen veroor- 3, zaakt hadden , trachten te herftellen , „ en indien ik dit werk noch niet heb „ kunnen voltooien , trooft ik 'er my „ over, door den roem, dien gy zult 5, hebben , van het ten einde te bren- 55 gen. Ik heb in uwe eige familie een
53 ver
Philifpus van Orleans. 311
„ verbintenis voor uwe majefteit ge- 3, zocht, die, door de banden van het 33 bloed tuilchen de vorften van twee 33 magtige natiën noch te verfterken, 33 dezelve noch naamver aan elkanders 33 belangen mogt verbinden 3 en hunne 33 gemene ruft beveftigen. Ik heb de 3, heilige rechten van uwe kroon ont- 33 zien 3 en de belangen van de kerk 5 3, die uwe godvrucht U noch waarder 3, maakt dan de eerftgenoemde. Ik heb 35 de plegtigheid van uwe zalving ver- 3, haaft 3 om indien het mooglyk was, 33 de liefde en eerbied uwer onderdanen 3, voor uwe perfoon te doen toenemen, 33 en hun dit zelf op hun geweten te 3) leggen. God heeft myn zorgen en 33 myn arbeid gezegent , en ik ver- 33 zoek 'er geen andere beloning voor, 33 dan het geluk van uw volk. Maakt 33 het gelukkig, Sire, met het door dien „ geeft van wysheid en rechtvaardig- ,3 heid tebefturen, die het karakter van 3, de grote vorften uitmaakt, en die ge- „ lyk ons alles belooft , in 't byzonder 3, het uwe zal uitmaken cc.
Deze redevoering was een kort begrip van al het gewichtigfte 5 dat 'er gedurende het regentfchap was voorgevallen, waar- van ieder woord een groot voorval te kennen gaf : die gene , die 'er de uit- V 4 voerder
3i2 Het Leven van
voerder van geweeft was , kon ze alleen in to weinig woorden befluiten. De koning antwoordde daarop, gelyk men overeen- gekomen was , en dit moeft die genen als een donderllag voorkomen, die daar eenige veranderingen in te gemoed za- gen.
Myn OOM,
5, |K zal my nooit anderen roem voor- „ JL (tellen , dan het geluk myner on- „ derdanen , 't welk het enigfte on- „ derwerp van uw regentfchap is ge- „ weeft. Om hieraan met goeden uit- 5, ilag te arbeiden, is myn begeren, dat 5, gy , na my , de voorzitting in alle 5, raadsvergaderingen zult hebben , en 5, hierom beveilig ik de keuze , die ik „ reeds op uwen raad gedaan heb , van „ den heer cardinaal du Bois voor eer- „ iten ftaatsminiftcr. Gy zult myne „ meningen wydlopiger verftaan , uit
het geen u de heer zegelbewaarder zal „ zeggen «
Zo dra de koning opgehouden had met fpreken , ftond de hertog van Or- leans op , en by zyne majeiteit genadert zynde , na een diepe buiging, tot een te- ken van hulde , voor hem gemaakt te hebben , kuftte hy hem de 'hand ; de ko- ning rees ook op , en omhelsde hem van beide kanten. Ver-
Philippus van Orleans. 313
Vervolgens hield de zegelbewaarder ^j^* een heerlyke lofreden van het regent- regent, fchap. „ De eerfte daad , die de ko- ning uit eigen gezag doet 3 zeide de- ze magiftraats-perfoon , is , de dienften te erkennen , die de heer hertog van Orleans hem gedurende zyn regent- fchap bewezen heeft,en daar de volhar- ding van te verzoeken. Zynmajefteit kon niet waardiger , dan door een vol- komen vertrouwen , een zo volmaakte affcheiding van eigen belang belonen,, als die gene, die alle de handelingen van dezen prins heeft beftuurt ; be- waarder van het koninglyk gezag zyn- de, heeft hy nergens op toegelegt, dan om 'er de plichten van tot het ge- mene welzyn van den ftaat te ver- vullen, hy heefteer zyne grootheid in geftelt , om zich zelf te vergeten, zonder te denken, om zich boven den geltelden tyd • van zyn regentfchap noodzaaklyk te maken; om dat neer- teleggen 5 zonder eenigen nieuwen titel te hebben aangenomen Vorders fchilderdehy met korte woor- den de gelteltenis af, waarin het ryk op den dood van Lodewyk den veertienden was. ,5 Wat waren 'er al rampen van „ binnen te verhelpen! wat al' veilighe- ,3 den , wat al voorzorgen van buiten
V S • „te
3 14- Het Leven van
5, te gebruiken ! De finantien wa-
ren uitgeput, het krediet verloren, „ de middelen verlieten , het vertrou- „ wen vernietigt ; de gewone hulpmid- „ delen fchynen niet toe te kunnen ftrek- 5, ken in ongemene qualen , men be- 3, proeft allerly wegen : de glimp van 3, een ontwerp doet deszelfs uitvoering 3, ondernemen ; de natie valt 'er met 3, yver op aan , het vertrouwen komt 3, weerom , van het krediet verzelt , 3, maar de gretigheid , om een al te vaar- 33 dig en onmatig fortuin te maken, „ preft en verhaalt eene fchikking , die 3, met meer bezadigtheid beftuurt , en „ binnen zekere palen moeft belloten 3, zyn «
Na getracht te hebben om de droe- vige gevolgen van Laws ontwerp te ver- fchonen , breid hy zich uit over de ge- lukkige uitwerkingen der onderhandelin- gen, om den vrede te beveiligen. „ In 3, de gevolgen, zegt hy, van deze ver- 3, ftandige ontwerpen,heeft de heer her- 3, tog van Orleans de bequaamheid van „ den minifter, dien hy met de uitvoe- 3, ring belaft had , erkent. Door de uit- „ komft geleer t, om zyn vertrouwen niet 5, te gemaklyk te vergunnen , heeft hy 3, hem dat niet medegedeelt, dan na de 33 moeilykfte proeven 3 door de geluk-
33 kigfte
Philipfüs van Orleans. 31J
5, kigfte uitflagen gevolgt ; en dezelve 55 beweegredenen doen tegenwoordig 3, den koning belluiten , om de keuze , 33 die hy reeds van zyn eerften minifter 33 gedaan had5 te bekrachtigen.
33 Alle foorten van zwarigheden 5 ver- 33 volgde hy 5 waren den hertog van Or- 33 leans befchoren 5 om daarover te ze- 33 gepralen. Men moeft de onluften van 33 de kerk ftillen , die oqluften die met 33 geweld niet te verdryven zyn 5 en die 33 de reden vruchteloos onderneemt te be- 33 vredigen. Twiftredenen 5 onderbande- 33 lingen 5 gefprekken , overredingen 5 33 de heer regent heeft 'er niets in ge~ 33 fpaart, hy heeft eene onwrikbare itant- 33 vaftigheid tegen de zwarigheden ge- 33 ftelt , die 'er zonder ophouden uit den 3, valfchen y ver, of uit eigen belang, ont- 33 ftonden ; en hy heeft geoordeelt den 33 vrede niet beter te kunnen inleiden , 33 dan met dien door de ftilzwygentheid 33 te doen aankondigen 3 na evenwel 35 de geheiligde rechten van de kroon, 33 en de vryheden van 't ryk, te hebben 33 in veiligheid geftelt cc.
Ter dezer gelegenheid keerde de ze- gelbewaarder zyn aanfpraak tot het par- lement 3 en gaf deszelfs leden met veel deftigheid deze grote en gewichtige lef- fea 33 Gy zyt ? myn heeren , de fchat-
33 bewaar-
3i6 Het Le ven van
35 bewaarders van deze rechten en vry- 39 heden 5 de koning heeft u dit deel 33 van zyn gezag toevertroud ; gebruikt 33 het met de ftantvaftigheid , die uw 35 geweten u afvergt 5 en met de beza- 35 digtheid en eerbied 3 die deze ftof ver- 33 dient ; befteed aan alle uwe plichten 35 den zeiven aandachten dezelve naau w- 33 keurigheid : erinnert u 5 dat gy rech- 35 terszyt5 wanneer gy misdaden moet 35 ftraffenj of ieder het zyne toewyzen , 33 maar vergeet de eer niet, die gy hebt, 33 van onderdanen van een groot koning 35 te zyn ? wanneer hy u zyn weibeha- 35 gen laat aankondigen cc,
Hy eindigde zyne redevoering meÉ deze aanmerkelyke woorden. „ De heer j, regent heeft niet willen luilteren, naar 35 het geen perfonele en baatzuchtige 33 belangen hem gedurende een zo lang 33 bewind, waarin zich zo menigvuldige 35 gelegenheden opdoen , konden inge- 55 ven. Dit is 't noch niet al, hy heeft 35 den dag niet afgewacht 5 dat de ko- 3, ning uit eigen gezag moeft regeren: ,5 en al zo min jaloers omtrent zyne ken- 35 nis zynde 5 als edelmoedig omtrent al 35 het ander, heeft hy zich gehaaft, om 35 hem die mede te delen , zonder eni~ 3, ge achterhoudentheid ; ik zal u niets 33 verbergen } Sire-) zeide hy tegen hem ,
O, zelf
PhILIPPÜS VAN OltLEANS. 317
zelf myne eige fouten niet , dus noemt „ hy , al wat tot het welzyn van het „ ryk niet gellaagt is ; hy heeft hem te 3, kennen gegeven alles wat hy aan zyn 33 volk verfchüldigt was ; hy heeft hem 33 over de grote ftaatregels der regéring 33 onderhouden; hy heeft hem gezegt, 33 dat de vrede het hoogfte goed van 33 een ryk is 3 dat geen oorlogen bil- 33 lyk 3 dan wanneer zy onvermyde- 33 lyk zyn ; hy heeft hem gewent , om 33 over de opkomende zaken zyn ge- 33 voelen te zeggen ; om kort te 33 gaan , hy heeft den koning gezogt in 33 ltaat te ftellen ? om door zich zeiven 33 te regéren 3 met zo veel aandacht, als 33 anderen in diergelyke gelegenheden 3, aanwendden 5 om zich noodzaaklyk 33 te maken. En dit, mynheeren? zyn 33 de waardige onderwerpen van de 33 dankbaarheid 5 waarvan de koning 33 zelf tegenwoordig het voorbeeld aan 33 de héle natie geeft
De eerfte prefident fjorak ook, en ver- fchoonde met oneindig veel geeftigheid de onenigheid, die 'er tuffchen zyn ge- noodfchap en den heer regent geweeft was. 3, Wy zyn gereed 5 zeide hy, 3, om tot een draad rekenfchap te ge- 33 ven 3 van ons doen en laten. Indien 33 wy enige misllagen begaan hadden ,
33 wy
3 18 Het Leven van
„ wy zouden de eerften zyn3 om die 3, in den vaderlyken fchoot van uwe „ majefteit te leggen ; en wy zyn wel 33 verzekert, dat 'er niets zou gevon- 33 den worden, 't geen de oprechtheid 33 der meningen , en de omftandighe- 3, den van den tyd 5 voor uwe majefteit 33 niet zouden kunnen verdedigen cc.
Het overige van zyne redenvoering ftrekte enkel en alleen, om aan het par- lement het recht te handhaven van ver- togen te doen , en de vryheid , om zich met publieke zaken , de innerly- ke befturing van 't ryk rakende , te be- moeien.
3, Wy durven 5 vervolgde de eerfte 33 prefident, in ons particulier aan uwe „ majeiteit aanbieden , 't geen wy u 3, mooglyk alleen kunnen beloven 5 zon- 3, der enige mengeling , en zonder an- 3, dere achterhoudentheid , dan die de ,3 eerbied ons oplegt , het nutfte dat men „ den vorft kan beloven, en liet laftig- „ fte voor den onderdaan , die het op- 3, brengt ; naamlyk 5 Sire 5 de kennis
van de waarheid. Wy voelen ons 33 door geen ander belang gedreven, „ dan door dat van uwe majefteit en 3, van uwen ftaat, hier menen wy voor 33 't oog van de ganfche wereld op te 33 kunnen roemen : en zo uwe majefteit
3, daar
Philippus van Orleans. 319
55 daar zyn vertrouwen op wil ftellen , 55 zal hy bevinden 5 dat de moedigfte 55 onderdanen altyd het wezentlykfte 55 aan hun koning onderworpen zyn ; 55 maar uwe majefteit zal ons toelaten 55 van u te vertonen, dat zy u van geen 55 nut zyn 5 dan voor zo ver men hen 55 aanhoort 5 en dat 'er 5 met de op- 55 rechtfte meningen van de wereld, 55 niets dan de vryheid is van u te na- 55 deren 5 en zich te doen horen 5 dat „ hen in ftaat fielt, om geen andere in- 55 zichten noch oplettentheid te heb- 35 ben 5 dan voor uwe majefteits dienft 55 en perfoon.
55 Deze dienft 5 Sire , is het enig „ voorwerp van onze wenfchen,en om 55 vry alle deszelfs plichten te vervul- 55 len, hebben wy niets dan de verze- 55 kering nodig 5 van u niet te misha- 55 gen «
Het patent van zegelbewaarder was in 't parlement niet geregiftreert geweeft ; maar men deed het by de houding van dit gerechtsbedde. De 'heer d'Arme- nonville, na 's konings order ontfangen te hebben , zeide ; A&ml de koning my de eer aangedaan heeft , om rhy met de be- diening van zegelbewaarder van Vrank- ryk , door den dood van den heer dYAr- genjon opengevallen , te voorzien , beveelt
zyne
320 Het Leven tan
zyne majejieit , dat de griffier van zyn parlement het patent zal lezen , V geen hy ^er van heeft doen opflellen. De ad- vocaten en procureurs des konings ,vry- heid om te Ipreken bekomen hebbende , gaven hun ftem tot het regiftreren. De tegenkantingen van het parlement, om deze patenten , ten behoeve van de he- ren d'Argenfon en d'Armenonville, te boek te ftellen, waren hierop gegrond geweeft, dat volgens de oude ryks-re- gering het zegelbewaarderfchap , met het ampt van cancjelier verknocht , tot den tyd toe , dat men gemeent had het daarvan te moeten fcheiden, maar een blote commiflie was ge weeft, en geen bediening, zo als men die voor de eer- ftemaal ten behoeve van den heer d'Ar- genfon had opgerecht.
By dit gerechtsbedde \ namen de
mar-
j- Order van de zitting van 't gerechtsbed , door Lo- dewyk den vyftiendcn, by zyne .meerderjarigheid , op den 22 februari 1723 gehouden dienende tot uitlegging van de nevensgaande prent.
1. De koning op zyn gerechtsbcddc.
1. De opperkamerheer, voor de voeten des konings.
3. Prins Carel van Lotteringen, opperftalmcefter.
f. De hertog van Orleans, benevens alle de andere prinflen van den bloede.
6. De captein van de wacht, die op dezen tyd dienft deed.
7. De captein van de hondert Zwitzcrs.
8. De eerftc ftalmeefter.
9- D«
Philippus van Orleans. 321
marquizen van Biron , Levi, en <fe la Valliere zitting onder -de hertogen en
pairs 3
9. De geeftlyke hertogen en pairs cp de bovenfte banken.
10. De wereldlyke hertogen en pairs op de bovenfte banken , ter zyde van de priniïen van den bloede, en op twee banken daar beneden.
11. De marfchalken van Vrankryk ter zyde van de geeftlyke hertogen en pairs , en twee banken daar beneden.
12. De cancelier op zyn ftoel , waarin zich de opper- griffier in de publieke gehoorgevingen zet.
13. De eerfte prefldent, de andere eerlte preiïdenten 5 en de prefidenten a mortier.
14.. De groot- meefter en de ceremonie meefter , op ftoe- len zonder rugleuningen , voor den cancelier.
if. Twee kamerbewaa! ders voor den koning knielen- de , mot hunne ftaven in de hand.
16. ZTes wapenkoningen op hunne knien midden in de bali.
17. De raadsheren van ftaat en de requeftmeefters.
18. De drie ftaats -fecretanlTen.
19. De raadsheren om den titel; de requefimeefters , raadsheren van de grote kamer, de prefidenten van de gerechtskamert, , die men enquêtes noemt, en van de requeften.
20. De ridders van de orde.
21. De gouverneurs , generale ftedehouders , baillu- wen , en landdroften.
22. De baillu van het paleis, alleen , op een ftoel zon- der rugleuning
23. De opper-grimer , en de commies van de griffie van 't hof, met een fchryfufel voor hen.
24.. De oppergnffier in 't crimineel, en de drie fecre-
tarnTen van 't hof. 2f. De grote prevooft van 's koningshuis, alleen, op
een ftoel zonder rugleuning. 2<5. De eerile deurwaarder , ou zyn gewoonlykén ftocl,
aan den ingang van de bali.
27. De advocaten en procureurs des konings.
28. De raadsheren van de e n quêtts en van de requeften.
II. Deel. X »•
322 Het Leven van
pairs , zynde de patenten , die hen tot dezen rang verheften , reeds in \ par- lement geregiftreert.
De qeremonie eindigde, met het re- giftreren van 't placcaat tegen de twee- gevechten.
Den volgenden dag ontfong zyne majefteit de complimenten van alle dc genoodfchappen , die daartoe in deze grote omitandigheden toegelaten wor- den : een van de kortfte ontfong de grootfte toejuigching, welke door den heer Dauby, advocaat- generaal van den groten raad , gedaan wierd.
„ Sire 5 het doorluchtig bloed , dat 53 in uwe aderen ftraalt , is ons altyd 33 borggeweeft voor de koninglykequa- 33 liteiten, die in u uitblinken; de ge- 53 lukkige opvoeding uwer majefteit ver- 33 zekert ons, dat wy een vorlt zullen 33 hebben, doorkneed in de regerings- 33 kunde. Wat valt 'er voor ons te 33 wenfehen ; de deugt regeert in uwe
33 majefteits
29 De deurwaarders van de grote cancelary.
30. Verfchcride uirheemlcht prinflen , cn zoons van
ambafladeurs. ji. Twee deurwachters.
32 Balcon naar den kant van de g-iiïïe, waarin de her- togin van Vantadour, de oud-biffch^p van Frejut, en verfcheide andere luiden van rang zaten.
33. Ralcon naar den kant van den fchoorftcct), Wtttfa de ambafladsurs z«tcn.
Philippus van Orleans. 323
„ majefteits hart, en uwe majefteit over „ ons. Uwe roem , Sire , is zeker , en 3, ons geluk beveiligt cc.
Dewyl het gezag in handen van den De re- hertOg van Orleans en van den cardinaal f J"^1" du Bois gebleven was, vielen 'er in de hetzelve regering geene veranderingen voor , dan sezas* de gene, die zy raadzaam vonden daar- in te maken. Men rechtte een nieuwen finantie-raad op, beftaande uit de heren Dodiin controlleur generaal , Pelletier des Forts en Fagon, die de ordonnan- tiën gezamentlyk met den koning, den hertog van Orleans , en den zegelbe- waarder, moeften tekenen. De koning woonde dikwils deze raadsvergaderin- gen by; hoe lang zy ook mogten du- ren, toonde hy niet dat ze hem verveel- den, en zyn aandagt en kennis, die hy 'er van had , voorfpelden het groot- fte geluk.
Om te .beter alle de zaken onder de ogen van dezen prins in een gezichtpunt te verenigen , gaf men die aan de fecre- tariffen weerom , die men van hun be- wint afgenomen had: de raad over de zee-zaken wierd vernietigt ; de graaf . van Thoulouze , opper-admiraal , op den voet geftelt, daar hy ten tyden van Lo- dewyk den veertienden op was; de graaf yan Morville , zoon van den zegelbe- X 2 waar-
$14- Het Leven van
waarder, in qualiteit van fecretaris van ftaat, wierd met de raporten belaft. De cardinaal du Bois zou graag, op het voorbeeld van dien van Richelieu , den titel van opper-intendant der zee-zaken en des koophandels aangenomen heb- ben, maar de opper- admiraal, die den koning alleen boven zich erkende, was een onoverkoomlyke hinderpaal in zyne vorderingen, daarin tegendeel ten ty- den van den cardinaal de Richelieu de- ze gewichtige bediening niet vervult was.
Ten opzicht van den land-dienftdeed men \ zelve, als omtrent de zee-zaken. De hertog van Chartres, colonel-gene- raal over het franfche voetvolk, gaf aan den heer le Blanczyn departement over. De graven van Evreux en van Coigny deden het zelve , ten opzichte van het geen de ruitery en de dragonders raak- te ; zo dar dit bewind , door deze herenigingen, zo wyd uitgeftrekt wierd , als het ten tyden van den heer Voi- fin, voorzaat van den heer le Blanc,ge- .weeft was.
• Men gebruikte ook een grote oplet- tentheid op de Indifche compagnie, die voor den ftaat en de particulieren een zeer gewichtig voorwerp was gewor- den. Men maakte een reglement om- trent
Philippus tan Orleans. 32?
trent derzelver befturing , en bepaalde het getal der actiën. De koning, om haar geruft te (tellen omtrent de beta- ling van de renten van drie millioenen, die hy haar fchuldig was, voor de inte- reften van hondert millioenen, die zy hem had opgefchoten, wees haar den impoft op de tabak toe , die derdehalf millioenen opbracht, en zyne landen in 't weften, om de drie millioenen verder vol te maken , op voorwaarde evenwel , dat deze compagnie de 1 aften zou beta- len, die zyne majefteit voor deze over- geving gehouden was te voldoen.
De inleiding van het edict, 't welk deze reglementen maakte , is vol oor- deel, en kan niet anders dan tot eer ftrekken van den prins, die na den ko- ning prefident was in alle de raadsver- gaderingen. „ Zyne majefteit , zeide „ men, zich in zyn raad verftag heb- „ bende laten doen , van den ftaat , „ waarin de Indifche compagnie was , „ en gemerkt hebbende, dat derzelver „ handel den ftaat zo zeer betreft als de „ actioniften , heeft raadzaam geoor- „ deelt, zo voor het gemene welzyn, „ als voor de genen, die belang in de- „ ze compagnie hebben, derzelver ftaat „ te bepalen , met daar een vafte en „ duurzame regeringsform aan te geven.
X 3 „ En
32Ö Het Leven van
5, En de verfcheide middelen hebbende doen onderzoeken, om daartoe te ge- 3, raken, heeft het zyne majefteit toe- 3, gefchenen ,dat door de gemelde com- 3, pagnie aan de regering van een en- 33 kei hooft te onderwerpen , het vol- 33 ftrekt gezag, dat men hem zoumoe- 33 ten vergunnen, zou fchynen te ftry- „ den met de form van bewind van een ,3 hanael-compagnie , en dat de onze- 33 kerheid, waann men met reden zou 33 zyn , om altyd by vervolg van tyd 33 luiden te kunnen vinden , die alle de 3, nodige bequaamheden hadden , om 3, een zo gewichtige plaats te vervullen 3 33 altyd het gemeen zou doen vrezen , 33 dat deze form van bewind altyd den 3, zeiven voorfpoed niet zou hebben als 3, tegenwoordig, en dat het zelf onver- 3, mydelyk zou fchynen, dat men die 3, in hettoekomende zou moeten veran- 3, deren. Ook heeft het zyne majet „ teit toegefchenen , dat het noch min- 35 der voordelig aan de compagnie zou „ zyn, het beftuur daarvan aan de al- „ gemene vergadering der actioniften , „ en aan de bewindhebbers over te la- ,5 ten , die door deze vergadering zou- „ dén verkoren worden : de zwarig- 3, heid van wëlzamenhangende overwe- „ gingen te nemen, in een zo talryke
55 ver-
PHILIPPÜS VAN OfcLEANS. 32?
^ vergadering, en de geringe kennis, „ die de meefte aftioniften , die dezel- „ ve uitmaken, van zaken van den „ koophandel hebben , zouden omtrent „ de uitkomft van dit bewind een reed- „ lyk wel gegronde twyffeling in het „ gemeen doen ontitaan, die het kre- „ diet van gemelde compagnie zou „ kunnen krenken; en de bewintheb- „ bers , die zich gedurig blootgeftelt „ zien, om afgezet te worden, dik wils „ zelf zonder oorzaak, volgens de in- „ zichten en eigenzinnigheid van die „ genen , wier Hemmen het geval in „ deze vergaderingen zou doen boven „ dry ven , zouden met den zeiven y ver „ een bediening niet waarnemen, daar „ zy zo weinig duurzaamheid in zou- „ den zien, en het zou zelf gebeuren , „ dat de genen, die het bequaamfte „ zouden zyn om deze poften te be- „ kleden , weigeren zouden die aan te „ nemen, om hun goeden naam niet ,3 bloot te ftellen aan de onzekerheid ,, der overwegingen van deze vergade- „ ringen. Zyne majefteit heeft d;:n „ geoordeelt, dat het veiligfte mid- „ del , om een onwrikbare order in dit „ bewind in te voeren , was , een raad „ van luiden aan te ftellen , waarvan „ de verkiezing van hunne dienften , X 4 „ be-
3:3 Het Leven YAtf
„ bequaamheid, en kennis van de za- „ ken van den koophandel, zou afhan- '33 gen, en daaraan' het behoorlyk ge- „ zag bytezetten , om de zaken van „ gemelde compagnie te befturen , waar- „ van zyne majefteit geen kennis wil „ nemen, als voor zo ver zy den by- 3, ftand van het koninglyk gezag zal 3, nodig hebben, om den goeden uit- „ /lag narer ondernemingen te onder- „ fteunen cc.
Deze raad zou uit een opperhooft, uit een prefident , en uit twintig raads- heren beftaan, waarvan 'er zes uit de amptenaren van des konings raad , vier uit den zee-raad, en tien uit de periö- nen5 die den koophandel het beft ver- ftonden, zouden verkoren worden, uit een fecretaris-generaal, en uit een grif- fier; deze vergadering zou kennis ne- men van alles dat het bewind der zaken van de compagnie, en de domeinen van de Weft betrof : zy zou in twee kanto- ren verdeelt zyn, waarvan het een zou zamengeftelt zyn uit het opperhooft , den prefident , en tien raadsheren, uit de ftaats-raden , de requeftmeefters , en den zee-raad verkoren ; de tien perfo- nen , die zich op den koophandel vér- ftonden , maakten het twedc kantoor uit , en deze beide kantoren zouden elk afzon- der-
pHiLirpus van Orleans. 329
derlyk vergaderen , of te zamen, naar vereifch der zaken.
Deonluften van de kerken van Vranck- Arreften ryk,die de reden vruchteloos ondernam te jgenu.r ftillen , en de zwarigheden , die er gedurig fchop u*eer uit den verkeerden yver of uit eigen JJ^ belang ontftonden , eifchten een ver- pemer. nieuwing, of ten minften een aanhou- ding van oplettentheid. Het onderte- kenen van 7t formulier ftrekte tot een grote belemmering: de voorn aamfte zorg van de opponenten was dat te ontzenu- wen. De biflchop van Montpeliier 3 die het zyn plicht oordeelde , en zich tot een eer rekende, dat hy zich tegen het hof en het voorbeeld van zyne meefte medebroeders aankantte, ftelde aan het hooft van 't regifter, dat gefchikt was om de ontertekeningen van het formu- lier te ontfangen, een voorrede, die de zelve vernietigde , en van geen waarde maakte.
De hertog van Orleans, hiervan ver- wittigt , liet zich dit regifter vertonen , en de voorrede onderzocht hebbende , liet hy een arreft door den raad van Ha- ten uitgeven, waarin verklaart wierd, dat dit verbaal of deze inleiding opent- lyk ftrekte , om de oude difputen te ver- nieuwen , en om de onderwerping te ftuiten , die men aan de uitlpraken van X $ de
330 Het Leven van
de kerk , en aan de uitvoering van de edióten en declaratien des konings ver- fchuidigt is , inzonderheid aan die van den IJ. april 166) waarin geordon- neert word het formulier zuiver en een- voudig te ondertekenen. 5> En aangezien , 5, vervolgde het arreft, dat het van het 53 uiterfte gewicht is voor de zuiver- 35 heid van de katholyke leer, en voor 33 de behoudenis van den vrede der 33 kerk, en de ruft van den Haat 5 niet 33 te dulden dat 'er iets bygedaan worde 33 byeenaóte, die door zo vele titels ge- 33 heiligt is 5 heeft zyne majefteit geor- 33 donneert 5 dat de edióten en declara- 33 tien volgens de form en den inhoud 3, uitgevoert zullen worden. In gevolge 33 van dien ordonneert de koning, dat 33 het verbaal , door den biffchop van 33 Montpellier op^eftelt , om tot inlei- 33 ding van de ondertekening des formu- 33 liers in zyn gebied te dienen , zal ge- ,3 fupprimeert worden 5 zo wel als de 33 ondertekeningen?agtervolgens hetge- 33 melde verbaal gefchied,dieinsgelyk nul 33 en van gener waarde zullen zyn. Zyn 33 majefteit belaft den voornoemden bif- 33 fchop, zich naar de edictenen decla- 33 ratien te fchikken , en ingeval van wei- gering van zyn kant , om de voor- 33 'noemde ondertekeningen zuiver en
33 een-
PhilIppüs VAN Orleans. 33$
53 eenvoudig te eiffchen of te ontfangen,' 3, ordonneert zyne majefteit ? dat alle 33 geeftelyken , zo wel wereldlyke als 33 ordens-luiden 3 die gehouden zullen 33 zyn het formulier in het bisdom 3, van Montpellier te ondertekenen 3 zelf „ alle die genen , die op de voornoem- 3, de lylt agtervolgens het gezegde ver- 3, baal getekent hebben 5 zich in perfoon 35 zullen vertonen voor den aartsbiflchop 3, van Narbonne des zelfs metropoiitaan, 35 of zyne grote vicariiTen 5 om het voor- 35 noemde formulier zuiver en eenvou- 35 dig te tekenen en onderfchryven ; ea 35 atteftatien in goede form van hun on- 35 dertekening te nemen. Alles op ftraf, 5 5. door de declaratien daar opgeftelt
Dit arrelt was van den elfden maart. Ik beken 5 dat alle deze bevelen iets hards ? en teenemaal tegen de vryheid van geweten ftrydende , fchenen te be- helzen ; maar het is alzo gemaklyk de- zelve te verdedigen 5 als de gene 5 die men de menfchen in Engeland afvergt : want alles ingezien, zo is het in Vrankryk niet noodzaaklyker 5 een priefter met een beneficie, of munnik te zyn 5 dan het in Engeland is 5 toegang tot de publieke ampten te hebben ; ik ga verder , het zoute wenffchenzyn5datzo vele luiden zich niet van de burgerlyke zamenleving
af-
332 Het Leven vai*
afzonderden, en indien de onderteke- . ning van het formulier diende, om dat getal te verminderen , zou zy zekerlyk niet zonder nut zyn.
Nademaal de biffchop van Montpel- lier boven anderen in zyn party uitftak , zocht het hof hem in alle .gelegenheden fpyt aan te doen. In de voorgaande maant van februari deed men hem een vonnis infinueren, ter gelegenheid van het decreet , dat hy in de theologifche facukeit van Montpellier had laten op- ftellen , om de ondertekening van het formulier betreklyk te maken , op het geen men den vrede van Clemens den negenden noemt. Het arreft behelsde vier of vyf artykels. #
Voor eeril ordonneert de koning uit eige beweging, en uit zyn volle magt, de vereniging van de drie faculteiten , de theologie, de vrye kunften, en de rechten, volgens een inhoud van de bul- Ie van Maarten den vyfden , om de nieuwigheden te verhelpen , die men daar ingcvoert heeft 3 en om het verlan- gen van de drie faculteiten te gemoed te komen.
Ten tweden verfteckt en berooft de koning, van alle funóticn in de faculteit van dc theologie , drie geaggregeerde of aangeoomc do&oren , hy benoemt 'cr
twee
Philippüs van Orleans. 3jj
twee anderen , en wil , dat voortaan ie- der profeflbr zyn eigen noodhulp zal kiezen.
Ten derden ontneemt de koning het recht van Hemmen aan den biflchop can- (jelier van de univerfiteit, en geeft de concluderende Hem aan den oudften hoogleeraar.
Ten vierden geeft de koning aan de profeflbren in de theologie het recht van ftemmen in de faculteit der rechten , zon- der dat de profeflbren in de rechten hun ftem in de theologifche faculteit kunnen geven.
Eindelyk vernietigt de koning het de- creet van de theologifche faculteit van den 2 2ften januari van 't voorleden jaar, waardoor de ondertekening een enKcle ilender wierd , en volkomen de inzichten teleurftelde , die men , in dezelve voor- te-fchryven , had gehad.
De biffchop van Boulogne was ook een van die genen , die zich 't beroemt- fte maakte , maar hy wift zich meer in te binden ; niet dat hy minder zyne gevoe- lens aankleefde, maar dewyl hy, van geen heelgrote afkomft zynde, (hy was een kleinzoon van een van de vier eerfte ge- reformeerde predikanten in Vrankryk ) weinig fteun aan 't hof had, daar in te- gendeel de biflchop van Montpellier aan
354» Het Leten van
de talryke en magtige familie der Col- berten vermaagfchapt was.
De aartsbiffchop van Rheims en alle fcynewy-biflchoppen, uitgezondertdien , vanwien ik zo even gefproken heb , had- den zich opentlyk voor de conftitude verklaart ; inzonderheid maakte de bif- fchop van Laon , natuurlyke zoon van den hertog van Orleans, oneindig vele bewegingen , om de appellanten van zyn bisdom tot het herroepen van hun ap- pél te overreden 5 tot zo ver, dat hy den bifTchop van Soiflbns in levendig- heid niet toegaf. In hunne provinciale vergadering , waarvan de biflchop van Boulogne uitgelloten was , wierden menigvuldige klagten tegen dezen pre* laat ingelevert , van priefters , en mun- niken,die voorde conftitutie waren, die hy in zyn bisdom handelde, gelyk de tegen-conftitutionarilfen in andere pro- vintien gehandelt wierden ; verfcheide magiftraats-perfonen , en vele luiden van aanzien, inzonderheid urt het Artoifche, onderfteunden de geeftlykheid. De ver- gadering, op deze forméle klagten, gaf haar gedeputeerden , op de algemene vergadering van de geeftlykheid , laft , om den koning te verzoeken , dat de provintie van Rheims in een provintiaal concilie mogt te zamen komen, om over
de
Philipêus van Orleans.
de zaak van den biiïchop van Boulogne te oordelen. De aartsbiflchop verwit- tigde 'er zelf dezen prelaat van 3 door den volgenden brief:
„ Met het hevigfte leedwezen , myn „ heer 5 zie ik my verplicht om u te ver- 33 klaren , dat ik my niet heb kunnen 33 onthouden, van aan de provintiale ver- 33 gadering verilag te doen van de ver- 3, fcheide klagten 3 die men ten opzich- 33 te van uwe regering in uw bisdom 33 heeft opgeftelt. Zy zyn voor den 33 raad der kerklyke zaken gebragt 5 en 33 men heeft raadzaam geoordeelt , dat 33 ik'er de vergadering van verwit- 33 tigde , die gemeent heeft haar ge- 33 deputeerden aan de algemene verga- 33 dering te moeten belaften , om van 33 den koning verlof te verzoeken, om ,3 het concilie van myn provintie te be- 33 roepen 5 om gemelde klagten te on- 33 derzoeken 3 en zo zy ongegrond 3, gevonden worden 5 u een vaardige 3 3 en volkom© rechtvaardiging te kun- 33 nen verfchaffen, 7t geen ik uit grond 33 mynes harten wenfeh : het is ten 33 hoogften nöodzaaklyk 3 en daar moet -3 U veel aangelegen leggen , myn heer5 33 om zulke nadelige geruchten te doen 33 ophouden, waarover wy niet kunnen 33 nalaten zeer gevoelig te zyn 5 dewyl
3? zy
33<S Het Leven van
„ zy een onzer medebroeders raken, „ daar wy alle zonderlinge achting voor „ hebben
Mcnont- Het verlof, daar men zo inftantelyk laat wat om verzocht 5 wierd hun afgeflagen, en ^ar"nzayne met veel billikheid ; de gemoederen wa- heidV ren al te zeer aan 't giften, om tot dier- gen de geivken ftap te komen : men heeft het
appellan- o / r
ten. naderhand omtrent den billchop vanSe- nés in 't werk geilek , in veel ganftiger omftandigheden van tyd; maar wat vrucht heeft men 'er van behaalt? hebben het gerucht , dat dit werk maakte , en de onenigheden , die 'er op gevolgt zyn , waartoe die zaak aanleiding gaf, geen berouw genoeg daarover veroorzaakt? daarenboven was het omtrent dezen'tyd, dat het verzoek van de begeving der be- neficiën door de jezuiten gedaan wierd, en de verontwaardiging , die het aan den cardinaal-minii ter veroorzaakte, had deszelfs yver verkoelt. Het kapittel der benediclynen verkreeg ter zeiver tyd de herroeping van de hart-dreigende or- ders , waar van mynheer de Camilli, on- langs van het bisdom vanToul naar het aartsbisdom van Tours verplaatft, de brenger was : deze munniken deden om- trent wat zy wilden, zy fielden aan, en herftelden die genen , die men in 't eerlt had zoeken uit te fluiten : zelf wierd'er
geen
Philippus van Orleans. 337
geen reglement gemaakt omtrent he.t te- kenen van \ formulier , nocli het aanne- men van de conftitutie , alles ging 'er met drift , en met zeer weinig ontzag voor den prelaat , die met de commiflie beladen was , in zyn werk , ook zeide hy van tyd tot tydJFat elendigc commijjie ! ik zat liever op de galeien. De wereld meen- de dat de benedictynen deze foort van zegepraal aan de voorbede van de abdis van Chelles verfchuldigt waren , maar men bedroog zich, en kende het karak- ter van den hertog van Orleans niet ter deeg; nooit heeft deze prins willen dul- den, dat zvne matreiïen zich metltaats- zaken bemoeiden 5 hoe zou hy dan het oor aan zyne dogter geleent hebben, vooral , daar hy haar zo hevig was aan zin ge weeft om het formulier te tekenen.
De appellanten hadden graag die van Men hunne tegenpartyders , die hun 't meeft ^"p'den in den weg waren, aan de war gehol- cardinaai pen : vooral haddon zy het op den de Biffi- bilTchop van SoifTons, en op den car- dinaal de BilTi geladen. Men had de werken van den eerftgenoemden aan de Sorbonne aangegeven , daar men pntelbaare dwalingen , onderftellin- gen , en vervalfchingen in meende te ontdekken : maar deze vierfchaar , die hem zekerlyk niet zou verfchoont
1L Deel Y heb-
338 Het Leven van
hebben 5 kreeg bevel , van niet verder met de zaak voort te gaan. De cardinaal liet een zeer lange onderrechting druk- ken , die hy aan zyne parochianen over de zaken van den tegenwoordigen tyd gaf; men gaf ze aan het parlement aan 3 S welk dezelve inzichten als de Sorbonne hebbende , dezelve bevelen ontfong. Nademaal het gemor tegen deze herder- ly ke vermaning zeer groot was,en dat 'er, alles wel ingezien zynde , te vrezen ftond, dat het parlement, ten opzichte van het ontfangen verbod van daar ken- nis van te nemen, enige vertogen mogt 'doen 3 die in plaats van een arreft dien- den , verzocht de cardinaal de Noailles om commifTariffen ; de koning benoem- de den cardinaal de Rohan , den oud- billchop van Viviers , den zegelbewaar- der , en den heer Pelletier des Forts , raadsheer van ftaat : op het rapport van deze commifTariffen quam 3er een arreft van den raad des konings uit , 't welk verklaarde , dat de gemelde herderlyke vermaning niets behelsde , dat tegen de rechten van de kroon , en de vryheden van de Gallicaanfche kerk ftreed , en veroordeelde by gevolg en verbood de aanklaging en de raadpleging , die aan een advocaat van Bourdeaux toe°;efchre- ven wierden, als eerrovende pasquillen.
Schoon
Philippus van Orleans. 339
Schoon deze zaken een heel naauw verband met de regering van den hertog van Orleans hebben , haal ik ze niet aan , a's om te doen zien, hoe veel wysheid , doordringenheid van oordeel , en ftudie hy van noden had , om. het groot ge- rucht , dat de driften van deze beide onverzoenlyke partyen zekerlyk zouden gemaakt hebben, te verhinderen.
Ik heb reets aangemerkt , dat deze S**^1* prins noch quaadaardig noch wraakzuch- deaW tig was: hy wilde zyne rechten en zyn t°§V3tl gezag in veiligheid itellen ; maar zo dra * al hy de genen , welke hy bequaam oor- deelde om die aan te talten, of ze hem te betwiften, buiten ftaat had geftelt van het te doen , was hy te vreden, eabragt de zaken niet tot het uiterfte , gelyk de haat en wraakzucht gewoon zyn. Nooit is mooglyk de goede naam van een prins erger gelaftert , of op gevoeliger plaat- fen aangetaft , dan de zyne ; 't is niet mooglyk, dat hem alle de uitvinders van- die geruchten onbekent zyn geweeft, zelfs is het zeker, dat hy 'er enigen van gekent heeft : wat wraak heeft hy 'er van genomen ? de perfoon , dien men den maker geloofde te zyn van die ver- fchriklyke pasquillen , Phüippiques ge- noemt, wierd in arreft genomen; mr.ar ontfnapte zyne gevangenis weer : is hy
3+0 Het Leven van
wel eens vervolgt geweeft? het bewys, waarop ik wil blyven aandringen , is de herftelling van den hertog van Maine, kort na de meerderjarigheid: 't is waar, dat byna het gehele hof zich voor dien prins in de bres ftelde, maar tenminften is het ook waar , dat indien de hertog van Orleans daar zyn ftem niet toe ge- geven had , al de voorfpraak van het hof vergeefs zou zyngeweeft: voor 't overi- ge krenkte deze herftelling het placaat van 't jaar 1717 niet, 't welk den hertog van Maine, en zyn broeder, den graaf van Thouloufe, het recht, om op den troon te fuccederen , voor hun en hun- ne kinderen , benam, \ geen hun Lo- dewyk de veertiende met alle de eerte- kenen en voorrechten der prinflen van den bloede toegeftaan had.
Dit placaat had hun het genot van die eerbewyzingen ontnomen, waarvan zy in 't bezit waren. In ^t jaar 1718 wier- den deze beide prinflen, om particuliere raisnoegtheden, of om miflchien valfche en qualyTc- gegronde vermoedens, in 7t houden van ''t gerechtsbedde tot op hun rang van pairfchap na uitgefchud , en van hun bezit berooft. Nademaal deze mis- noegtheden en vermoedens den hertog van Maine alleen raakten , herftelde een ander arreft, in 't zelve gerechtshof uit*
gefpro-
Philippus van Orleans. 34,1
gcfproken en geregiftreert 3 den graaf van Thouloufe in de rechten , daar hy met zyn broeder van fcheen berooft ge- weeft te zyn. Deze onderfcheidmaking tuiTchen twee broeders , heel ten voor- dele van den jongften , moeit den oud- ften gruwlyke fpyt baren. Toen de voorwerpen van misnoegen voorby wa- ren , en de vermoedens valfch bevon- den, ofwel vergeten , ftelde men hen beiden egaal : en dewyl men oordeel- de, dat men, om den hertog van Mai- ne fpyt aan te doen, een weinig teveel ten behoeve van den grave van Thou- loufe gedaan had , en dat het wel gevoeg- lyk was ? dat 'er enig onderfcheid tuf fchen de prinfTen van den bloede uit de geboorte , en de genen , die liet maar uit gunft waren , gemaakt wierd , gaf men den hertog van Maine een deel van de eertekenen weerom , die men hem ontnomen had, ter zeiver tyd, dat men den graaf van Thouloufe van een deel van (deze beroofde , die men hem eerit vergunt had.
,3 \Vy zouden wenfehen (zeide de ,5 koning, in zyn placaat van den 26. ,3 april na zyne meerderjarigheid, fpre- ,3 kende van den grave van Thouloufe ) ,3 hem de eertekenen te kunnen laten,
die hy zich zo waardig gemaakt heeft ;
Y 3 „ maar
34-? Het Leven van
>, maar het valt ons hart het onderfcheid 3, te zien tuflchen zyn ltaat , en dien , , waartoe onze zeer waarde en zeer be- 53 minde oom de hertog van Maine, ze- 3, dert ons placaat van de maand augufti 5, 1718 ,gebragtisgeweeft, en wy kun- 3, nen hem en onze zeer waarde en zeer 33 beminde moei, de hertogin van Mai- 33 ne, niet langer de voldoening weige- 33 ren, die zy van ons verwachten, om 3, zo wel aan onzen gemelden oom den 3, hertog van Maine , als aan zyne kin- 33 deren, een vaften rang en eer toe te 33 wyzen ? overeenkomftig met de eer 33 die zy hebben, van zo na aan alle de 33 prmflen van onzen bloede vermaag- 3, fchapt te zyn, mits egter een billyke 3, evenredigheid in het onderfcheid der 3, eertekenen behoudende, die men aan 3, de prinflen van den koninglyken bloe- 3, de verfchuldigt is, en die gene, die 3, die men aan gewettigde prinflen, of 3, hunne kinderen , kan toeltaan , en 3, voor 't overige den ftaat en rang van 3, onze gemelde omen , den hertog van 3, Maine en den grave van Thouloufe, 33 in alles gelykltellende c<\
Achtervolgens dit edict wierden de hertog van Maine en de hertog van Thoulotife rcfpcótivelyk herftelt en ge- handhaafc in het genot der voorrechten
var*
Philippus van Orleans. 34.3
van prinflen van den bloede , met uit- fluiting evenwel van het recht van opvol- ging tot de kroon. Het onderfcheid, dat men tuflchen hen en de ware prinf- fen van den bloede ftelde, was 5 dat zy niet door de bali zouden gaan , en dat by het groeten met de bonnet de prefi- dent , hen hun gevoelen afvragende, hen by den naam hunner pairfchappen zou noemen.
Een particulier brevet 5 den zeiven dag afgevaardigt , reguleerde de eerbe- wyzingen , die zy aan het hof en by den koning zouden ontfangen ; dit waren de- zelve , die de prinflen van den bloede genoten 5 uitgezondert 3 dat zy op de fefteinen 5 maaltyden5 en openbare pleg- tigheden, niet te enemaal in de zelve li- nie zouden geplaatft worden 5 of zit- ten.
Wat de beide zoons van den hertog van Maine -> den prins van Dombes en den graaf van Eu betreft , deze hadden den rang in het parlement voor alle de andere hertogen en pairs , zonder acht te geven op de oud- of jong-heid van hun pairfchap : maar dewyl zy te ene- maal van den titel en den rang van prinf- fen van den bloede uitgeiloten waren 3 waren zy genoodzaakt zich in het par- lement te doen aannemen . den eed if Y 4 tc
34-4 Het Leven van
te leggen gelyk de andere pairs , en zit- ting onder hen , hoewel voor hen allen 3 te nemen.
De woorden het groeten met de bon- net 5 en door de bali gaan^ zouden het tegenwoordig verhaal zeer duifter ma- ken, zo men £e niet verftond. De bali in het pariement is een kleine vierkante afgefchote plaats , tegen over des konings troon 3 die altyd leeg blyft 5 en voor de- zen was het niemand geoorlooft daardoor te gaan , welke gewoonte plaats heeft gegrepen tot den tyd toe van den be- roemden prins van Condé, die om zyn podagra , daar hy zeer mee gequelt was , de bali niet rond kunnende gaan , daar dwars doorheen ftapte. \ Geen hy eens by toeval gedaan had , deed hy nader- hand , als of hy 'er het voorrecht toe had ; men betwiftte het hem niet , eer uit erkentenis van de grote dienlten , die hy den ftaat had bewezen, als uit hoof- de , dat men zou menen , dat dit recht aan zyne geboorte verknocht was. De andere printten van den bloede volg- den hem na , en nademaal men hun dit niet kon betwiften , zonder te gelyk den prins van Cöndé aan te talten , Helden zy zich in 't bezit daarvan 9 dat zy na- derhand behouden hebben: dus wierden de gelegitimeerde prinlfen van het recht
berooft,
Philippüs van Orleans. 34?
berooft , om de bali door te gaan. Zou men wel gedacht hebben , dat zulk een beuzeling bequaam was om de eerzucht te ftrelen,of verflagen te maken?
Met de bonnet gegroet te worden , is den groet van den prefident ontfangen, wanneer hy de gevoelens afvraagt. By het gerechtsbedde van 1718 wierd 'er geor- donneert , dat de hertogen en pairs den rang zouden hebben voor de prefidenten a mortier , dat zy hunne ftem al zittende zouden geven , en dat 'er ten dezen op- zichte tuiTchen hen en de printten van den bloede geen onderfcheid zou we- zen , als alleen, dat de prefident het ad- vys van de prinflen van den bloede vra- gende, moeit zeggen , myn heer , uiv gevoelen , en wanneer hy het de herto- gen en pairs afvroeg , moeit hy by het v oord myn heer zyn titel voegen , als by voorbeeld , myn heer de hertog van la Tremouille , van Maine enz.
De hertog van Maine was weinig vol- Is nade- daan over deze herftelling, die vry min- dL^a der w as dan hy gehoopt had , en de ^ van graaf van Thouloufe gevoelde 'er veel ™fc!" ipyt over : onderrecht van den weinig gunlcigen draai , dien deze zaak nam, had hy een requeft aan den koning ge- prefenteert , waarin hy enkel en alleen aandrong, op het geen 'er ten zynen voor- Y 5 deele
34ó Het Leven van
deele in de maand augufti 171 8 gedaan was. ,5 Het raakt geen titels , Sire , 33 zeide deze prins 5 nocli geen vorde- 33 ringen 5 maar alleen de wil van uwe 33 majefteit 5 die zich zo plegtig heeft 33 uitgedrukt. Staat my toe, Sire, dat 33 ik 'er u de uitdrukkingen van mag te 33 binnen brengen , fchoon ik het niet 33 doen kan zonder fchaamrood te wor- 33 den 3 omdat zy my meer eer aandoen- 3 33 dan ik verdien.
34 Ondertuffchen de onkmikbare gene- 33 genheid kennende , die onze zeer waar- 33 de en zeer beminde oom voor onzen per- 33 zoon en voor onzen Jlaat beeft , zyn 3, yver voor het gemeene welzyn, dege- 33 wichtige dien/ten 5 die hy bewezen heep , 33 en de uitmuntende q utiliteiten 3 waar- 33 mee hy begaaft h , zien wy met hart- 33. zeer 3 dat de oude reglementen , die 3, wy weer her [lellen 5 hem van een rang 33 uitfluiten 5 dien zyne perjonéle verdicn- 33 fien hem zo waairlig maakten ? en dien 3) hy zelf niet aanvaardde, dan uit gc- 33 hcorzaamheid voor de bevelen van on- 33 zen zeer ge eerden beer en overgrootva- 33 èdTy den overleden koning. Uit deze 33 bewegingen hebben wy hcmgenieent by- 3 3 zondcre blyken van de acht mg te ?noe- 33 ten geven , die wy voor hem hebben y 3, en wy doen fat met zo veel te meer ge-
,3 BOgttj
Philippus van Orleans. 34.7
53 noegen, om dat onze goede wil onder- „ Jleunt -word door de algemene toeflem- „ ming van alle de prinffen van onzen 3, bloede 3 en door het verzoek , dat de 33 pairs van Vrankryk ons deswegen ge- 33 daan hebben. Om deze redenen heb- 33 benwy door de tegenwoordige brieven, 33 met onze band ondertekent , gezegt en 33 verklaart ? wy willen, en het behaagt 3 3 ons , dat onze zeer waarde oom^ de graaf 33 van Thouloufe, gedurende zyn leven 33 alle de eerbewyzingen, rang , zitting , 33 en voorrechten geniete, die hy voor 33 ons placaat bezat.
33 Ziedaar, Sire, titels, die in der 33 waarheid al te roemryk voor myzyn , 33 maar die ik reden heb om te hopen , 3, dat zyne Majefteit die niet zal ver- 33 minderen , zo lang ik 'er door myn 33 gedrag geen reden toe geef.
33 Deze titels, Sire, zyn federt vyf 5,3 jaren door heel Europa verfpreid ; zy 33 hebben al de wereld overtuigt , dat 33 uwe majefteit enige goedheid voor ,3 my had , en dat die my in 't jaar 1718 33 de gunft niet onwaardig oordeelde, ,3 die uwe majefteit my toen wel wilde „ bewyzen: wat zalmen zeggen, in- „ dien men 'er my eensklaps van ziet „ beroven door uwe majefteit zelf, die 33 nooit anders dan daden van goedheid
„ en
348 Het Leven van
3, en rechtvaardigheid geoeffent heeft ?
en hoe kan ik de menfchen overtui- „ gen, dat ik my dezelve niet onwaar- „ aig gemaakt heb cc ?
Dit requelt wierd te laat ingelevert; maar al had het op zyn tyd gekomen , de nieuwe reglementen waren zo ver- ftandig opgeitelt , dat dit 'er geen veran- dering in had behoren temaken. Zy maakten geen inbreuk in de zonderlin- ge verdienften van den grave van Thou- loufe, en benadeelden zyn goeden naam niet: men kan voor een tyd aan een en- kel perfoon vergunnen , 't geen niet raadzaam is, aan verfcheiden te vergun- nen. De ongelykheid, tuflchen twee broeders geftelt, om den een fpyt aan te doen, moet ophouden, als men raad- zaam oordeelt hem pardon te verlenen; die gene, dien men uitgezondert heeft, is daardoor genoegzaam voor zyne ge- trouwheid beloont , en men doet hem geen ongelyk aan, als men hem weer met den anderen gelyk ftelt, met hem aF te nemen , 't geen men niet raad- zaam oordeelt den anderen toe te voe»-
Sen-
pogm- j)e brjefjes ia2-en jcn ftaat noch aityd
gen om ' i i r
aiie dc zwaar op 't hart, zynde een loort van uitCdeCS ongediert, dat men zich niet kon quyt werdd te maken : de hertog van Orleans en de herpen. eerfte
Philippus van Orleans. 349
cerfte minifter lieten 7er op nieuw hun- ne gedagten over gaan. Men recht- te een foort van lyfrenten op, Tontine genaamt , waardoor men voor 70 mil- lioenen aan contante effeóten , en drie duizent aftien van de compagnie der In- dien'zou vernietigen.
Deze tontine beftond uit hondert dui- zent briefjes, ieder van duizent livres* die betaalt konden worden met duizent livres aan liquidatien, en hondert livres in contanten. Alle bragten zy veertig livres aan intereftop, en behalven deze bepaalde renten , zouden 'er drie foor- ten van aangroejing zyn ; in de eerfte zou men 80 livres, in de twede hondert , en in de derde hondert en twintig ontfangen. Het getal der genen, die in deze ciallen overgingen , nam alle jaren toe. De tontine-bnefjes zouden met den dood der eigenaars vernietigt zyn , maar zy had- den vryheid om die te verkopen, of op het lyf van iemand, dien zy goedvon- den, over te dragen, mits aan de kas van de tontine een vergoeding van twee hondert livres gevende. Na verloop van 4.6 jaren zouden de briefjes die 'er noch overgebleven waren , met duizent livres in fpecie afgeloft worden.
Óm deze tontine op de been te hou- den, ftond men haar het voorrecht van
d'e
3?o Het Leven tan
de loteryen en van de banken van lening af. De koning nam op zich , ieder jaar 500 duizent livres aan de tontine te ver- fchaffen : zo dat hy met een half per- cent intereft een capitaal van hondert millioenen te niet deed.
Het gemeen vond 'er ook zyn reke- ning by: behalven het middel om zyn briefjes te plaatfen , vond het een vaar- digen en gemaklyken bylhnd van geld, in tyd van nood , door de oprechting van de leenbank, die de eerfte zes jaren vier percent , en daarna maar twee per- cent zou nemen voor de belening.
Dit nutte reglement ontmoette grote zwarigheden van den kant van de ryks- wetten , welke verbieden geld op pan- den te fchieten , maar de noodzaaklyk- heid om den woeker, die alle palen te buiten gong , als men in verlegenheid van geld was , te ftuiten , haalde de ge- moederen over , om ten behoeve van de leenbank van die wetten af te wyken.
Een ander placaat, van den 21 mei, ordonneerde , dat de briefjes en recipif- fen, door de direóteurs der munten of hunne commifen voor het placaat van de maand feptember 1720 gegeven, in al- tyd-durende renten op het burger-hooft- geld zouden verkeert worden , tegen twee ten hondert, na dat de houders die
zou-
Philippus VAX Orleans. 3JI
zouden hebben laten overzien en be- kragtigen ; maar dat na den laatften fep- tember 1723 deze briefjes en recipilTen, die 'er noch in wezen zouden gevonden worden , gehouden zouden zyn voor vernietigt, en van geen waarde.
Men ordonneerde ook aan de ontfan- gers der confignatien , commifTariffen van de reële executien , en anderen , van binnen den tyd van twee maanden de recipilTen van de koninglyke trefory ,die zy in handen hadden, weerom te bren- gen, om die in renten als voren te ver- keren ; welke tyd verftreken zynde , zou- den de voornoemde recipiflen voornr.l, vernietigt, en van geen gebruik gehou- den worden, ten laften van de bewaar- ders , die 'er borg en verandwoorde- lyk voor waren aan de fchuldeiflchers , of die het geld in confignatie gebragt hadden.
De vyftiende juni uitgefloten was de laatfte bepaalde termyn , dat de hou- ders derj atteftatien van het liquideren der actiën, de nieuwe actiën uitdelndi- fche compagnie konden trekken ; op wel- ken dag de gemelde atteftatien van li- quidatie, die 'er noch onder den man zouden bly ven , vernietigt en gefuppri- meert zouden zyn, zo wel als de nieu- we actiën, die noch niet overgelevert
waren *
3)i Het Leven van
waren , welke vervolgens tot ontheffing van gemelde compagnie verbrand zou- den worden.
Het nazien, of de Jlfa zo als het ge- noemt wierd, van de bankbriefjes en de actiën had knevelaryen veroorzaakt , weke byna die van de bank evenaarden : de verfcheide behandelingen die men omtrent de liquidatien moeit oeffenen , deden 'er ten minften een deel van ont- dekken.
Men rechtte in het tuighuis een ka- mer op , om daar onderzoek naar te doen 5 en men liet de voornaamfte au- teurs van deze roveryen by den kop vatten, die overtuigt wierden , van ten minften voor dertig millioenen aan actiën tot hun voordeel verduiftert te hebben. Zeker Talhouet, requeft-meefter, wierd veroordeelt om onthooft te worden : men had hem ter galge kunnen verwy- zen , want behalven dat zyn misdaad het verdiende, was hy kleinzoon van een kramer uit ïstarmandyen, die zich in Ne* der-Bretagne ging ter neer zetten , en wiens fortuin begonnen was met een of twee duizent ryk^daalders, welke hy van een edelman had geplukt, die zyn vrouw onteert had. Zeker abt 'Clement, die de vrouw van zyn koetzier had ge- trouwd 3 wierd veroordeelt om opge- hangen
Philippl*s van Orleans.
handen te worden, maar men gaf hun beiden pardon, en de ftraflfe des doods wierd in die van de galei vGor den abt , en van een eeuwigdurende ge- vangenis voor den requdbneeiier ver- wiflelt.
Deze gerechtskamer die in het tuig- huis aangeftek was , kreeg naderhand een doorluchtiger zaak te onderzoeken. Den eerften juli ontfong de heer le Bianc , fecretaris van ftaat wegens. den oorlog, order, om zich dertig mylen van Parys te begeven , en alle de papieren , die zyn bediening raakten, aan den heer de Breteuü, intendant van Limoges, over te geven, die benoemt wierd) om zyn plaats te vervullen.
Terzelver tyd vaardigde men een ftuk of tien couriers af, met order, om eni- ge treforiers in de provintien, en enige majoors van de troepen by 't hooft te krygen , die men van ongeoorloofde ftreken befchuldigde. Mynheer de la Jonchere , een der treforiers van het extraordinaire van den oorlog, had deel in dit ongeval, zo wel als zyn zwager, een zoon van la Raifm , matres van den overleden dauphin, daar hy zo wel naar geleek, vanpoftuur, van troni, en zelf vanimborft, en hart, dat men hem niet wel een ander vader kon toefchryven.
II Deel. Z Drie
3)4- Het Leven tan
Drie maanden na dat de heer le Blanc van zyn poft was afgezet, wierd hy in Brie by den kop gevat , op het land- goed van zyn fchoonzoon den marquis van Renel; men geleidde hem naar de baftilje, en het zo evengenoemde ge- rechts-hof kreeg order om zyn pro9esop te maken.
Het gefchil raakte aanzienlyke fom- men, waarvan hy voorgaf op laft van zyne koninglyke hoogheid gedifponeert te hebben ; men fprakook van regifters, welke door zekeren Sandrier vervalfcht, of vernieuwt waren, dien men, zo als 'er gezegt wierd, op een landhuis dicht by Parys had opgelloten, om hem in 't verholen te doen arbeiden , en wiens ligchaam men enigen tyd daarna aan ftukken gekapt in het geheime gemak van het zelve huis had gevonden. De her- Niets ontfnapte de oplettentheid van ofidns den hertog van Orleans, en den cardi- cn zyn haal du Bois. De uniyerfitfcit van Avig- kttcn* non S^ruikte 20 vee^ oogluiking, als 0everai men die van Bourges te lafte legt : men °p- voorzag daarin , ordonnerende, dat de eertrappen , die men op deze univerfi- teit aannam, van gener waarde zouden zyn, ten zy de gepromoveerden door bene gerechtlyke getuigenis van den aartsbiJfchop van Avignon bewezen ,
Philippus van Orleans. 3 y 51
datzy den ftudie-tyd , en andere forma- liteiten , door de placaten en declaratien voorgefchreven , vervult hadden.
Parys en de provintien waren met boeken van allerly foort overftroomt , waarin de godsdienft, de ftaat, en de goede zeden evenzeer aangetaft wier- den. Men vernieuwde de reeds ge- dane verboden aan alle drukkers, boek- verkopers, of andere, van enig boek, zelf dat van gebruik was, of andere, van wat natuur zy ook zouden mogen zyn, te drukken of te laten drukken, zonder privilegie of permilTie van den zegel-bewaarder , noch enige blaauwe boekjes of lofTe papieren, zonder ver- lof van de burger-rechters der plaat- fen , en zonder goedkeuring van be- quame perfonen , hiertoe geftelt ; en de zegelbewaarder wierd in 't byzon- der gelaft , om op de uitvoering van dit arreft een wakent oog te houden.
Dewyl het buitenfporig getal van fa- bryken van geftreepte ftoffen, met ruit- jes, en andere werken van deze natuur, in de generaliteit van Rouen opgerecht, een deel van die luiden bezig hielt, die tot het bebouwen der landeryen nodig waren, was het 't voorgaande jaar ge- beurt, dat, by gebrek van arbeiders, de oegft niet op den behoorlyken tyd had
3)6 Het Leven van
kunnen gefchieden, en dat verfcheide korenairen in 't zaad waren gefchoten, en op den halm bedurven : om deze wanorder te beletten , belaftte men in- formatie te nemen 5 hoe veel diergely- ke manufacturen 'er waren , om in ftaat te zyn , van ze met grondige kennis op een zeker getal te bepalen , dat noodzaaklyk zou geoordeelt worden , om arbeid aan die genen te verichaffen, die zich niet op den landbouw kunnen leggen 5 zonder 'er die genen van af te houden 5 die 'er zicli op moeten leggen ; dat by proviüe alle de manufaóhiren 5 uit- gezondert die van Rouen en haar voor- fteden 3 teenemaal haar arbeid gedurende de maanden van juli,enaugufti, tot den vyftienden feptember, zouden ftaken , om de vryheid aan alle particulieren te geven 5 van het graan te kunnen inza- melen 't Is onbegryplyk, dat het parle- ment van Normandyen zo noodzaakly- ke oplettentheid niet gehad heeft.
Verfcheide geeftelyken , om het te- kenen van 't formulier te ontgaan , za- gen'er van af van deeertrappen der Sor- bonne aan te nemen , en vergenoegden zich met die van de kanonieke rechten, om dat men daar geen ondertekening vorderde : hierom wierd 'er een regle- ment gemaakt, dat ieder geeftlyk per-
foon,
Philippus van Orleans. 3^7
(bon j die zich in de rechten wilde laten promoveren , het formulier zou onder- teken , gelyk hy in de theologifche fcho- len , of om d^n trap van meefter der vrye kunften te erlangen , zou gedaan hebben.
Dit geftadig blokken , en deze geduri- ge infpanning van gedachten , fleren de gezondheid van den cardinad de Bois zeer, hy kreeg menigvuldige aantaftin- gen van koors , en was dikwils genoot- zaakt uit de raadsvergaderingen te bly- ven : evenwel preüdeerde hy in de al- gemene vergadering der geeitlykheid , die haar eerfte zitting den 22 mei open- de. Hy had alle bedenklyke voorzorg gebruikt , dat zy in ruft mogt aflopen : alle de biffchoppen , die teParys waren, en die niet uit hunne provintie gedepu- teert waren, kregen order, om zich naar hunne bisdommen te begeven ; volgens zyne oogmerken verkozen de byzon- dere vergaderingen de gematigtften tot de algemene byeenkomlt. In 't eerft had men de aartsbilTchoppen van Aix, en van Narbonne 3 en de biffchoppen van Chalons aan de Saone, en van Chartres, tot prefidenten verkoren; maar deaarts- biffchop van Aix het voorftel gedaan hebbende, van dencardinaal te bidden, om het prefidentfchap waar te nemen , Z 2 wierd
35"8 Het Leyen van
wierd dit van de hele vergadering met toejuigching ontf angen. De aartsbilTchop- pen van Narbonne en van Vienne , en de biflchoppen van Evreux en van Nan- tes 5 wierden naar Verfailles afgevaar- digt , om deze nodiging te doen , die fceer wel ontfangen wierd , en zyn emi- nentie fcheen zeer verheugt over de eer, die men hem aandeed. Op den beltem- den dag tot de gehoorge ving des koning?, voegde zich de cardinaal by de verga- dering , en plaatfte zich tuffchen de aartsbiflchoppen van Aix en Narbonne : by den koning ter gehoor geweeft zyn- de , ging men dezelve plicht by den her- tog van Orleans ook afleggenen de aarts- biffchop van Aix voerde het woord by £yn koninglyke hoogheid , gelyk hy by zyne majefteit ook gedaan had : zyn compliment was kort, maar hy had het wezentlykfte in het karakter en het be- wind van dezen prins weten te bevatten 5, Myn heer 5 zei deze prelaat , wy „ komen met een drift uwe koningly- 5, ke hoogheid de verzekeringen van 55 onze diepe eerbied brengen , en wy ,5 quyten ons met vermaak cn corps van >3 een plicht , die uwe doorluchtige ge- 55 boorte, en de rang 5 dien gy bekleed, „ vereifchen , wy zyn 'er niet minder ,5 toe gehouden > myn heer , door on-
5, zen
Philippus yan Orleans. 3Jp
5, zen y ver voor 't welzyn van 't ry k , yy geen U een ruft verfchuldigt is5 daar
men gedurende een lange minderja- ,5 righeid weinig van weet 5 en die gy 55 het, door de diepe wysheid uwer raad- 55 gevingen 5 hebt weten te doen genie- ja ten 5 met een gelukkigen uitüag , die 35 tothiertoe zonder voorbeeld is. Wat 35 is het u daarenboven niet verfchul- 33 digt voor alle de roemryke zorgen , 53 die gy aanwend , om een koning daar- 53 voor op te queken5 die den troon zy- 55 ner voorzaten waardig is ! door uwe 35 koninglyke hoogheid onderrecht in 53 de grote kunft van te regeren, zullen 53 wy hem, geducht voor zyne vyanden, 55 en beminlyk voor zyne onderdanen , 53 den roem en het geluk van Vrankryk 53 zien uitmaken.
33 Vooral 5 mynheer, zult gy hem de 53 liefde voor den vrede inboezemen 5 53 en hem leren 't geen gy zo volmaakt 33 weet, dien in zyne Haten te hand- 33 haven 5 met te gelyk het koninglyk 55 gezag en dat van de kerk te doen ont- 35 zien.
55 Wy zullen den Allerhoogftenzon- 35 der ophouden bidden 5 dat hy, deda- 33 gen uwer koninglyke hoogheid tot 33 de verafgelegenfte tyden uitrekkende s . ^ met genade en zegeningen een prins Z 4 33 over-
360 Het Leven van
„ overftorte, die door zyne goedheid het voorwerp onzer liefde , en door „ zyne grote hoedanigheden dat van „ onze verwondering is
De geeftlykheid was in geen acht ja- ren vergadert geweeft : de opichuddin- gen en onenigheden op 't ftuk van de conftitutie hadden zyne koninglyke hoogheid doen belluiten , om haar ftant- vaftig het verlof daartoe te weigeren , daar zy hem dikwils om verzocht had ; deze prins wilde liever de hulp , die hy 'er van genieten kon , ontbéren , dan aanleiding tot enig groot geweld te geven, dat tegen zyne vreedzame oogmerken ftreed. Het vergelyk , dat de gemoe- deren bedaart had , deed hem van ge- voelen veranderen, enhy zag de meer- derjarigheid des konings als een gunfti- ge gelegenheid aan, om de geeftlykheid te overreden , om de vry willige gift tot - acht millioenen te vermeerderen : hy verkreeg zyn wenfch, met zo veel te meerder gemak , om dat de fchulden van dit ligchaam door de behandelingen van de bank merklyk vermindert waren. P««rdi. De Hechte ltaat van gezondheid, cn Bols pre. de menigvuldige ftaats-zaken , lieten den fidont cardinaal-minilter niet meer dan eens de Verfde- ecl' genieten , van dit eerfte ligchaam ring der van ltaat als prelidcnt by te wonen. De .
heil aan"
Philippus van Orleans. 361
aanfpraak , door hem by deze gelegen- heid gehouden 5 wierd 2eer geprezen 3 en verdiende het ook:,, Ik heb, zeide 3, hy 3 met ongeduld naar den dag ver- 33 langt , om deze doorluchtige verga- 3, dering de levendige erkentenis te kun- 33 nen betuigen , die ik gevoel over de 33 gunft 3 die gy my bewezen hebt : gy 33 hebt my wel willen in 't genoodfchap 33 der geeftlykheid van Vrankryk aan- 33 nemen ; en ik weet 5 aan hoe veel 3, verdienften en roem gy my deelach- 33 tig maakt, maar ik durf zeggen, dat 3, het geen zo roemryk voor my is, het 33 ook meteen voor u is. Gy had voor 33 een minifter kunnen vrezen , die , 3, fchoon met de priefterlyke wraardig- ,3 heid vereert 5 in zommige gelegen- ,3 heden genegen kon zyn geweeft 3 om 3, dLe aan de kroon op te offeren; deze 3, genegenheid , om de belangen van de 3, eene dringender dan die van de ande- 5, re te geloven , is maar al te groot : 3, maar uwe y ver voor denftaat heeft geen 3, vrees by u laten de overhand nemen , „ die wettig kon fchynen 5 en met my 3, in het binnenlte van uwe raadplegin- „ gen toe te laten, bewyft gy op de „ plechtigfte manier de oprechtheid 3, uwer meningen voor des konings ,3 dienft. Ik gevoel van myn kant 3 waar- Z y ,3 toe
3#2 Het Leven van
„ toe my deze vertrouwenheid verplicht: „ een minifter, diende geeftlykheid de y> eer aandoet van hem niet te vrezen , 35 moet zich die waardig maken , met 33 zyne zorgen ten behoeve van de geeft- 35 lykheid te verdubbelen ; alles wat het 53 gezag van een minifter vermag y ben ik 35 aan uwe belangen verfchuldigt. Ver 33 daar van daan 5 derhal ven y dat de plich- 35 ten 5 die op my lagen 5 en de gene, 35 die gy my op nieuw oplegt 5 ooit el- 35 kander komen te beftryden ? zal de 35 poft, die ik in het ryk bekleed, my 33 middelen verfchaften om die te vol- 53 doen 5 die gy my in de kerk geeft. 55 Ik ben verzekert, myn heren ? en ik 35 zou u honen, zo ik 'er het minft aan 5, twyffelde 5 dat gy my gedurende de- 55 ze vergadering aan den koning niet ,5 zult doen overbrengen 3 dan oude , 55 of liever eeuwige bewyzen 5 van de 35 aankleving van de kerken van 't ryk 55 voor haar befchermer 5 dan nieuwe 5, en zekere panden van de overgeving 55 der geeftlykheid aan de kroon y en 55 van haar eerbiedige tederheid voor 55 den perfoon van zyne majefteit, on- 55 derwyl ik u niet zal overbrengen dan 3, de duurbare verzekeringen van de 33 drift des konings voor den godsdienft, 53 dan de grondregels 3 die feem inge-
33 bes-
Philippus van Orleans. 363
„ boezemt zyn , en waarvan hy over* „ tuigt is , van de eerbied, die men het „ heiligdom verfchuldigt is;niet dan zyne „ gevoelens ten behoeve van het door- 55 luchtigfte gedeelte van de algemene 55 kerk , dan getuigeniflen van den voor- 35 rang, die hy haar, boven alle andere
onderdanen , in zyne genegenheid „ geeft. Ik zal niets van de eene of „ de andere zyde te ontveinzen, noch „ te verzachten , noch op te veizelen „ hebben ; ik heb my maar toe te leg- „ gen om net en klaar te wezen, en 3, om zo getrouwelyk de gevoelens 33 van den koning 5 en zyne geeftlykheid , 33 over te brengen , dat 'er geen twyf- 33 fel meer overblyft omtrent het geen 33 de vorft van den y ver en de getrouw- 33 heid zyner onderdanen moet ver- 33 wachten , en omtrent het geen de 33 geeftlykheid kan hopen van dengods- 33 dienlt5de voorzichtigheid, en de ge- ,3 negenheid des konings
Niets dan de verwoedfte nyd kan het Quaa*. vremd oordelen , dat een perfoon , die hdd der voornaamlyk zyn verheffing aan zyn ver- nyd te- ftand te danken had, op deze wyze dacht, *™ j£ en zich uitdrukte. Men heeft verfchei- finaal, de brieven van hem , die , zonder zo befchaaft te zyn als deze redevoering , in den zeiven ftyl , en van den zeiven
fmaak
3^4 Het Leven van
fmaak zyn : ook fchroomde , toen hy zitting in de franfche academie nam , de heer Fontenelle , die benoemt was om hem te ontfangen , niet , om tegen hem te zeggen 5 in tegenwoordigheid van byna het héle hof: Zie daar , myn heer , de gedachten van de academie 5 op een van de heerlykfte dagen die zy gehad heeft 5 ze- dert meer dan dertig jaren 5 dat zy my de eer aangedaan heeft ^van my onder haar genootjchap aan te nemen. Het geval had haar reedlyk wel gedient , dat ik nooit gelqft wicrd, om in haar naam iemand van die genen toe te /preken , die zy na my ontfangen heeft \ het befpaarde my tot eene zonderlinge gelegenheid 3 waarin de ge- voelens van myn hart alleen genoeg wa- ren voor zulk een edele en gevaar lyke poft. Gy erinnert u wel , dat myne wenfchen ti tot medelid verlangden te hebben , lang voordat gy met zo vele titels vereert waart : niemand wijl beter dan ik , dat gy ''er met zulke verzelt zond komen , die wy altyd boven alle anderen Jlellen.
De vergadering der geeftlykheid hield zich heel geruft : niet dat de meeften van de genen , die dezelve uitmaakten , geen grote aanllagen tegen hunne tegenpar- tyders gefmeed hadden , maar zy kon- der 'er gene in 't werk ftellen , naauw- lyks fprak men 'er zelf over die ftof De
over-
Philippus van Orleans. 36 j
overwegingen waren binnen de tydely- ke zaken der geeftlykheid bepaalt ; ver- geefs hoopten zy , door hunne vaardig- heid , om de inzichten van 't hof in te volgen 5 ten minften een deel van 't geen zy verlangden te verwerven , zy ontfon- gen 'er niet dan complimenten van , en algemene verzekeringen vanbefcherming en gunft ; men deed hen zelf merken, dat men genoeg gedaan had , en dat zy behoorden te vreden te zyn met de wy- ze, waarop men het gezag van deeerfte orde in de zaken van de kerk gehand- haaft had ; vergeefs rekenden zy , dat de dood van den cardinaal du Bois , die hun om zyne menigvuldige zwakheden naby fcheen, hun enige vryheid zou verfchaf- fen , de hertog van Orleans had dezel- ve ftantvaftigheid , en dezelve waakzaam- heid, om hen in teugel te houden : zo dat deze vergadering , waarop de jezui- ten, en andere vyanden der appellanten , zo veel ftaat gemaakt hadden , vruchte- loos afliep.
Echter liet ly haar gevoelens en in- zichten door enige wonderlyke ftaaltjes blyken. Zy ontnam vader Alexander, een beroemt dominicaan , een penfioen van achthondert livres , om het aan ze- keren jezuit. Longue val genoemt , ma- ker van een redelyk-flechte hiftorie van
de
3(56 Het Leven van
de Gallicaanfche kerk , te geven : hy was dezeroemryke weldaad aan de liftige han- delingen van vader Lallemand verichul- digt , die ze zonder twyffel met hem deelt, wonder- Het twede ftaaltje , dat noch zonder-
•eta^dc' ^nSer *s 5 was een we<^de van hondert vergade- ryksdaalders 5 door deze eerwaardige ver- r,n|der gadering aan een fchoelapper van de pa- fykhcid. rochie van St. Sulpice vergunt, dien men zeide een van de yverigfte voorftanders van de bulle te zyn , en dien men ver- fcheide bekéringen toefchreef. De ap- pellanten namen 'er wraak over, dooreen prent, waarin deze fchoelapper , Nute- let genaamt , verbeeld wierd , als de ftuk- ken van de verfcheurde conftitutie za- menlappende ; de cardinaal de Bifly en de priefter van S. Sulpice boden hem ieder een beurs met geld aan, om hem aan te zetten, om zynverftand tot dit gewich- tig werk in te fpannen.
Deze vergadering had haar gevoelens op een veel waardiger wyze voor haar geuit , met tegen de commiflariflen te zeggen , die van 's konings wegen ge- deputeert waren , om het verzoek van de vrywillige gift te doen , „ De verga- „ (lering*, myn heren^gaat zich in Jlaat ftel- „ ten 3 om uw verzoek te voldoen ; tot dien „ einde zal zy de gordyn voor haar eige „ elende trekken , om niets anders te beu-
55 gen,
Philippus van Orleaks. 367
33 gen, dan bet enkele goed, dat ons het „ meeft ter harten gaat, en dat wy zoe- „ ken te behouden , een goed , dat wy „ doen beft aan in de goede gun ft 5 & goed- „ bedenken de bejcherming van zyne ma- „ jefteit: maar, myn heren, terwyl wjf „ de gordyn voor onze droevige geftelie- „ nis trekken, fchuiftgy die, als "tu be- „ Heft , voor den koning op , op dat zy- 5, ne majefteit en deszelfs raad den wa- ,5 ren ftaat der geejllykheid mogen zien , „ en hoe veel een genoodjcbap , dat zich „ altyd met terzydeftelling van zyn eigen „ belang zo reklyk toont , verdient onU ,, zien, befchermt, en verloft te worden „ van die droevige inkruipingen , die het „ doen zuchten , en die maar al te dik- „ wils door een gewaande verdediging van „ zyn rechtsgebied in de wereld komen
De aartsbilichop van Aix, die op de- ze wyze het woord voerde , is tegen- woordig aartsbiflchop van Parys, en heeft beproeft , dat het niet gemaklyk viel de geeftlykheid van die droevige inkruipin- gen te verloflen, volgens zyn gevoelen in de wereld gebragt , om dat men ja- loers op zyn rechtsgebied was ; ieder ftap, dien hy wilde doen , om, hetgeen zyn voorzaat gedaan had , omver te wer- pen , vond hy het parlement in zyn weg, dat altyd gereed ftond , om de klagten
368 Het Leven van
der geeftlyken tegen hunne prelaten aan te horen.
va°n°dcn Eindelyk nam het ongemak van den eardinaal cardinaal du Bois zodanig toe , dat men duBois. een van de onzachtfte en droevigfte hand- grepen van de chirurgy moeit te werk hellen : hoe onvertzaagt deze prelaat ook was , wierd hy evenwel door den toeftel afgefchrikt , en de hertog van Orleans moeft hem overreden 3 om die te ondergaan : men ondernam die kuur den negenden augufti te Verfailles , zo het fcheen met fucces 3 maar hy ftierf den volgenden morgen , omtrent 66 jaren oud zynde. Men heeft willen zeggen , dat het een ingewortelde quaal was, de vruchten van zyn ongebondenheid , en buitenfporige debauches : eene zaak is zeker , naamlyk ? dat de operatie , die men omtrent hem in 'twerk ftelde, de- ze redeneringen ten minften waarfchyn- lyk maakte.
Een of twee dagen voor zyn dood biegtte hy aan een Recoüeél: hy ontfong het facrament niet , ter oorzaak van het ceremonieel , dat 'er by hoort 3 om het aan een cardinaal te geven ; zyn biegt was zeer kort , ten minften gefchiedde zy in heel korten tyd, en weiniger dan een half quartier. Zo men de achterklap mag geloven , biegtte hy maar voor de
flen-
Philippus van Orleans. 369
flender , en om de zielroerende verma- ningen van zyn meefter te gehoorza- men 5 die hem in kragtige woorden ver- toonde , dat het hun alle beide tot eer zou ftrekken , dat hy ten minften de minen maakte als of hy biegtte. Hy itierf , gelyk hy altyd geleeft had , met de hevigfte genegenheid voor het huis van Orleans. Wat reden hy ook had 3 om noch graag wat te willen leven , betuigde hy 5 dat hy vernoegt gefturven zou zyn5 indien hy (dit wa- ren zyne eige woorden) de vyanden van zyne koninglyke hoogheid verder had kunnen verpletteren.
Hy ftierf met eertitels beladen , daar hem zyne geboorte geen recht had toe- gegeven om naar te ltaan. Hy was car- dinaal , aartsbilTchop van Camerik , prins van het ryk , abt van S. Jufte , van No- gens - fous - Couci , van Bourgueil , van Cercamp , van S. Winox-bergen 5 van S. Bertin, eerfte minifter, fecretaris van ftaat voor de buitenlandfche zaken, groot- meefter en algemeen opziender over de couriers , poften , en relaizen van Vrank- ryk , een van de 40 leden der franfchs academie 5 titulair lid van de koninglyke academie der wetenfchappen , en van die der opfchriften en fraaie weten-
//. Deel Aa fchap-
37o Het Leven van
fchappen , prefident van de algemene vergadering der geeftlykheid.
Zyne verheffing begon met het re- gentfchap. Hy wierd eerft raadsheer van ftaat; in ^t jaar 1717 tekende hy in den Haag 5 in qualiteit van ambaffadeur en plenipotenriaris ? het traktaat van de triple alliantie ; hy wierd kamer- en ka- binet-fecretaris gemaakt; in't jaar 1718 tekende hy te Londen het beroemde traétaat tot bevrediging van Europa ; op zyne te rugkomft kreeg hy het bewind over de buitenlandfche zaken ; 1720 wierd hy aartsbilTchop van Camerik, en paus Innocentius de dertiende plaatfte hem het volgende jaar onder 't getal der cardinalen , op 't verzoek van alle de vorften ; en5 om my van de woorden van den heer Fontenelle te bedienen , hy fclieen een prelaat van alle de katholyke itaten , en een minifter van alle de ho- ven te zyn.
Hy wilde den hertog vanOrleans tot zyn enigen erfgenaam aanftellen , maar deze prins wilde dit niet toeltaan, alleen nam hy een goud fervies aan 5 dat deze cardinaal had laten maken , om op pleg- tige fefteinen te gebruiken. Men vond elfmaal hondert duizent livres onder zy- ne nalatenfchap 3 behalven noch vyfmaal hondert duizent, die hem myn heer de
Bre-
Philippus van Orleans. 3*1
Bretueil fchuldig was , en een brevet van hondertduizent ryksdaalders op hetampt van opperintendant der pofteryen. Dit was weinig, in vergelyking van hetgeen hy had kunnen byeen zamelen , indien hy fchraapaehtig was geweeft, want men kan zeggen, dat hy altyd de ruime han- deling van 't geld had gehad , en dat de inkomften van zyne ampten en benefi- ciën zo veel moeiten opbrengen.
Men rechtte eene prachtige lykftaatiï voor hem aan , zelf floeg men een ge- denkmunt ter zyner eer, waarop aan de eene zyde zyn borftbeeld ftond, en aan de andere een boom , door een ftorm- wind omgellagen , met deze woorden daarom, Vifa eft dam fictit minor : waar- door men wilde uitdrukken , dat men zyne verdienften niet recht gekenthad, voordat men hem verloren had. Zyne lage geboorte, endeluifter, waarin hy gelturven is , zullen altyd , fpyt de nyd , een klaar bewys van een overvliegend verftand verftrekken : de goede uitllagen in de verfcheide onderhandelingen , daar hy mee gelaft was, zyn de trappen van zyne verheffing geweeft ; hoe meer hy beproeft wierd , hoe waardiger hy tot de eerfte ampten wierd bevonden , en mooglyk dat nooit iemand uit den hoop onderfcheiden is geweeft door een zo
372 Het Leven van
verftandig kenner, als de prins was, die hem ftantvaftig met zyn vertrouwen en gunft bleef vereeren. En ik geloof niet , dat men 'er iets omtrent zyn lof in 't ftuk van verftand en bequaamheid by kan voe- gen, indien het waar is , gelyk het my voorkomt , dat de hertog van Orleans zich in zyn plaats ftelde, omdat hy nie- mand vond, op wiens kenniJTen hy zich gelykelyk verlaten kon.
De biffchop van Laon had ook deel in de nalatenfchap van den cardinaal du Bois, dewylhy tot het aartsbisdom van Camerik verheven wierd : de titel van vorft van 't ryk , en veertig of vyftig duizent livres meer aan inkomften , wa- ren voordelen , die hy oordeelde niet van de hand te moeten wyzen , en daar hy den titel van hertog en pair , dien hy , met zyn bisdom te laten varen , ver- loor , wel voor wilde miflen. De abt de laFare, zoon van dien epikurift, die captein van des hertogs van Orleans lyf- wacht was , wierd ook door deze veran- dering bevoordeelt. Hy had in onder- handeling geftaan over twee abdyen die hy had, met den heer de Ratabon , eer- tyds biiïchop van Yperen, voor het bis- dom van Viviers, waarmee deze prelaat voorzien was geweeft , na het bisdom van Yperen afgeftaan te hebben. Deze
Philippus van Orleans. 373
abt was reeds van Parys vertrokken, wanneer een courier hem de aangename tyding bragt, dat zyne koninglyke hoog- heid hem het bifdom van Laon had op- gedragen. Men fchreeuwde zeer tegen deze benoeming , en men had gelyk , 20 men op geleertheid en wetenfchcp zag, want daar was hy niet van voor- zien, maar men had ongelyk, zo men naar 't verftand, behendigheid, en een liftigen geeft zag : en zo de y ver tegen de appellanten een titel was om beloning te verdienen , had 'er niemand meer recht toe dan hy; zedert dat hy die poft be- kleed, heeft hy zich veel haatlyke za- ken op den hals gehaalt; ik zou zelf kun- nen zeggen , dat zyn yver dikwiis in onbezonnenheid veranderde. Doch dit moet men hem niet wyten, maar de je- zuiten, die hem befturen, en aan wien hy de regering van zyn bisdom overlaat.
Het ledige, door den dood van den Derc cardinaal du Bois opengelaten , wierd b«« niet gemerkt 5 dan door den hertog van hem' m Orleans, die zyn plaats vulde, en door qnaiitcfc zyne verdubbeling van arbeid en blok- Jên mi- ken leed de ftaat niets ; 't was dezelve nifter,op. geeft en dezelve gronden van regering; men wierd dezelve oplettentheid gewaar, om den vrede van binnen en van buiten te onderhouden , om voor te komen al- Aa 3 les
374 Het Leven van
les wat bequaam was dien te ftoren , orn de finantien teherftellen, en den koop- handel weer te doen bloeien.
De vergadering der geefdyken ein- digde hare zittingen niet voor den 27 augufti; in haar affcheids-gehoor lever- den zy aan den koning een lange memo- rie, tegen de appellanten , en tegen de parlementen in. Ten opzicht van de eerften verzochten zy, dat het hun vry mogt liaan derzelver proQes te laten op- maken, en hen van hunne beneficiën te beroven , ingevalle zy weigerig waren , om hunne gevoelens te herroepen ; voor- al hadden zy het op den biffchop van Boulogne gemunt: ten opzichte van de parlementen beklaagden zy zich, dat de- ze genoodfchappen hun de handen bon- den , en dat door de appellen , als we- gens erreur in de vonniflen, die zy aan- namen, en altyd begunftigden , hunne ongezeglykfte geeftelyken hunne vonnif- fen , en de rechtvaardige ftraf, die zy verdient hadden, ontfnapten. A^en gaf hun tot antwoord, dat men zich hier- omtrent aan de laatfte declaratie des ko- nings moeft houden, welke verbood ie- mand om de voorgaande appellen te ont- ruften , en dat de gerechtspleging niet geftremt moeft worden; dat zy zo wel hunne maatregelen moeften nemen , en
Philippus van Orleans. 37?
zich zodanig aan de ingevoerde fchik- kingen houden , dat de parlementen niets op hunne behandelingen te zeggen von- den ren om zich van deze laftige verzoe- ken te ontdaan , liet men de prelaten bid- den, dat zy zich naar hunne bifdommen mogten begeven , daar hunne tegen- woordigheid noodzakelyker moeft zyn, dan te Parys. Deze weigeringen fpro- ten niet uit genegenheid, die men voor de tegenftrydige party had; men lette zeer op alle derzelver paffen, en men kantte zich tegen alles, wat onregelma- tig fcheen, aan.
Het parlement, niet tegenftaande het arrefc van den raad , 't welk verklaart had, dat de herderlyke vermaning van dencardinaal de Biffy niet berifplyk was, ten opzicht van de grondregels en de ftaatsregering van 't ryk, wilde zich ook met deze afgedane zaak bemoeien: dat was het koninglyk gezag aantaften , en het zelve aan een revifie onderwerpen : maar het kreeg uitdruklyk bevel , van deze zaak onaangeroert te laten, en zyn raadplegingen daar over te ftaken. Vy£ tien karthuizers, die geweigert hadden zich aan het belluit van hun generaal- kapittel te onderwerpen, 't welk de aan- neming van de conftitutie, en de onder- tekening van het formulier ordonneer- Aa $ de,
376 Het Leven van
de , zochten door een requeft de be- fcherming van het parlement te win- nen 5 h welk in de gefteltenis 5 waarin het was , niet nagelaten zou hebben zich voor hen in de bogt te ftellen; maar men fttiitte dit , met de kennis- neming van dit gefchil, voor den raad te trekken.
Hyre- Het genoodfchap van 7t oratorie hielt geert zyne algemene vergadering den i j fep- de'ldve tcm^er: dit ligchaam, dat zich beroemt gronden, heeft gemaakt door de grote mannen , fn .^e* die het in allerly foort van geleertheid
bruikt i r - i r ï
dezelve heeft lutgelevert 5 verdiende een zon-
temtêid ^erlinge oplettentheid.
De hertog van Orleans gehoort heb- bende , dat verfcheide huizen reappel- lanten tot hunne gedeputeerden ver- koren hadden 5 weerde die : hy belante den politieken lledehouder, deze verga- dering als commiffaris-politiek van 7s ko- nings wegen by te wonen : zyne or- ders hielden in 5 dat men het formu- lier zou tekenen 5 en de opentlyke reappellanten van de bedieningen uit* lluiten.
Deze vergadering beftond maar uit 29 gedeputeerden , want daar waren 'er 23 van uitgelloten 3 of zy waren 7er vry- willig uitgebleven. Vader de la Tour, hun generaal 5 hield een lange rede-
voe-
Philippus van Orleans. 377
voering over het tekenen van 't for- mulier; volgens zyn humeur van om- wegen te gebruiken , fprak hy op een wyze, die de zwarigheden voldeed, en die genen fcheen te vergenoegen, die van tegenftrydige gevoelens waren : het formulier wierd ondertekent , en de reappellanten van de bedieningen uitge- floten. Men ftond zeer verwondert over de reklykheid van deze heren, die men wift dat zeer de leer van vader Quê- nel, een uit hun genoodfchap, aankleef- den, 't zy uit overtuiging, of uit na- yver tegen de jezuiten, want zy heb- ben dezelve funftien , zy waren de voor- naamfte verdedigers van die leer, en zyn het noch.
De achting, die men billyk voor hun heeft , de gemaklykheid , die hunne zachte regels van inftelling hun gaven , om zich onder de genoodfchappen te verfpreiden, en tot beneficiën te gera- ken , zyn de bron van hun aanwas. Maar zonder myn mening over de waar- heid of valfchheid hunner gevoelens te uiten, moet ik zeggen , dat de voorzich- tigheid niet toeliet , dat zy in het tegen- woordig tydgewricht een ander gedrag hielden: dit genoodfchap is geen munni- ken-orde , het heeft 'er de klem niet van ; 't is maar een vergadering van Aa y geeft-
378 Het Leten van
geeftlyke perfonen , die aan geen ge- lofte verbonden zyn, en waarvan zich iedereen afzondert , wanneer hy het raadzaam oordeelt , of wanneer een be- neficie hen in ftaat ftelt, om den onder- ftand, dien zy daar vinden, te kunnen miffen ; daarenboven blyven zy altyd onder het rechtsgebied van den bifTchop van hun diftriét ftaan , omtrent het geen hunne bevordering tot de ordens raakt.
Een vergadering van deze natuur is gemaklyk in den grond te helpen , de enkele zamenfpanning van de biflchop- pen , die de conftitutie hadden aangeno** men , in \ weigeren van hen tot de priefterlyke orde toe te laten , zou ge- noeg geweeft zyn , om ze te verllrooien , ten minften zou ze hierdoor merklyk verzwakt zyn geworden.
Vereifchten diergelyke overwegingen niet, dat men een weinig reklyk wierd? de gedeputeerden, die 7er van uitgeflo- ten waren , leverden een lange memo- rie aan de vergadering in , die zonder hen wierd gehouden, waarin zy tegen alles, v/at daarin voor zou vallen, pro- tefteerden , én beweerden, dat deze ver- gadering geen recht had om wetten te Smaken , en hun overlieden te geven. yt Geen in *l begin van het regentfchap de feuillanten v/as overgekomen > maak-
Philippus van Orleans. 379
te hunfterkfte argument uit: Lodewyk de veertiende had kort voor zyn dood uit het kapittel-generaal dezer munniken drie of vier gedeputeerden uitgefloten; op de komft van Lodewyk den vyftien- den tot de kroon kregen Zy verlof, om een buitengemene vergadering te mo- gen houden, om met meerderheid. van hemmen te befluiten , of het geen dit kapittel gedaan had als wettig moeft aan- gezien worden, en de uitfpraak was, neen. Wy kunnen ons niet verzadigen , zeiden de vaders van \ oratorie , ter gelegen- heid van het geen den feuillanten was overgekomen , van de god/yke voorzie- nigheid aan te bidden , dat zy ons in dit geval een wettige getuigenis heeft ver- Jchaft van de rechte denkbeelden , die men onzen monarch in zyn teder fte jeugt in- boezemde van de wettigheid der geejllyke vergaderingen. V Is zelf door een Joort van een mirakel , dat deze aclen in onze handen zyn gevallen , de eerwaardige va- ders feuillanten hebben ze ons niet mee- gedeelt : en het jchynt dat God ons in de- ze gelegenheid tajllyke blyken van zyn be- feberming heeft willen geven , over u, met u aanleiding te geven , van u nergens in te overylen , en over ons , met ons een billyk voorwerp te geven , van u daar toe te vermanen.
Het
33o Het Leven van
Het voorbeeld der feuillanten, en het foort van mirakel, waar door de aange- haalde acten in hunne handen waren ge- komen , verhinderden vader de la Tour niet, te geloven, en zyne medebroeders te doen geloven , dac men den koning moeit gehoorzamen, en zich deszelfs toorn, en die van de meefte biffchop- pen van *t ryk , niet op den hals halen. Ik ben te enemaal onbewuft, wat re- gels de munniken-kapittels hebben, maar ik kan quaiyk begrypen , dat een vorft geen recht zou hebben, om enige leden van dit llag van vergaderingen uit te fluiten, en dat zy ophouden zouden van wettig te zyn, om dathy zich vanzyn recht bediende. Zjnz Ik heb reeds een ftaaltje van de ftant- ihmvaf- vaftigheid van den hertog van Orleans omrent aangehaalt , omtrent zaken daar de gods- deraken dienft mee gemoeit was , ten opzicht van gods-den fcyneige dogter, de abdis van Chelles, «üenfi. zie hier een ander daarvan , dat niet minder is: zy had twee benedictynen geborgen , die door een gezegelden brief van alle ampten uitgefloten waren, maar de hertog liet haar door den lieer de ia Vrilliere belaften , om die opftaan- denvoet te doen vertrekken. Deze ftrenge behandeling doet my geloven, dat zekere brief, dien men in dien tyd
op
Philippus van Orleans. 381
op den naam dezer prinQes in 't licht gaf, haar valfchelyk toegefchreven wierd , want hy was zeer fcherp, en zou zyn koninglyke hoogheid ten uiterften mis- noegt hebben. Men wilde dac deze brief aan den aartsbiflchop van Tours 5 com- miffaris des konings in de algemeene vergadering der benedictynen , gefchre- ven was.
Ik heb uwen brief ontfangen , deed Gewaan- men deze doorluchtige abdis zeggen , ^ bJ£f die my dubbelt verwondert heeft , gy zyt 2%$ *ai my zo lang uw antwoord Jchuldig geble- cheües. ven, dat ik rer geen meer verwachtte \ maar noch meer ben ik het geweeft over de wyze van uw fchryven. Meent gy my ' om den tuin te leiden? ik heb de menin- gen van den koning , en van den hertog van Orleans vernomen , en om dat ik ze ver- nomen heb , heb ik ver/lelt ge/laan , dat gy ze zo weinig gevolgt heb. Maar ik kan niet lyden , dat gy u beroemt van acht op den brief ge/lagen te hebben , dien ik ugefchreven heb, gy had het behoren te doen , nademaal ik u de cige woorden van den heer hertog van Orleans, en zelf die van den oudbijfchop van Frcjus Jchreef. Gy hebt zo tegenflrydig te werk gegaan , dat ik "er over verftelt zou ft aan, indien ik uwe oogmerken en uwe ftaatzucht niet wijl.
7 Is
382 Het Leven van
V Is uwe fchuld niet, dat onze congre- gatie niet is te gronde gegaan. Deze of- ferande zou mogelyk enige perjonen be- haagt , en u bevordert hebben; gy zoud 7er met blyd/chap rood over zyn ge- worden : maar God , die de zynen be- waart ? heeft ze tegen alle kuiperyen ge- handhaaft ; Hy is het zonder twyffel, die hen verfterkt heeft , om Jlantvajlig de aanneming van de corïftitutie te blyven weigeren. Ik ben van hun gevoelen 3 de- wyl ik 3 gelyk zy , niets van den hemel te verlangen heb ; wy ketsen den rug naar de deur , die ons den weg wyft tot de kerkelyke waardigheden ; en indien men uit het getal der bijfchoppen van Vrank- ryk , aannemers van de bulle , die genen uitfchrapte , die zulke inzichten als gy hebben 5 zo wel de genen die beloont zyn 3 als die beloning verwacht hebben 3 zou het getal daar van zeer klein blyven ; maar wyzien niets anders , dan het geen men al- tyd in alle de eeuwen van de kerk gezien heeft. Fer wacht niet , dat ik onze va- ders zal aandringen , om de bulle aan te nemen , ik zou ze niet meer voor myne broeders erkennen 5 zo zy dat deden. In- dien ik als een molinijl dacht 5 zou ik u uitfchcldcn , of ten minflen met quade dienflen dreigen : maar alles wat ik ver- lang, om u de zuiverheid van myn gelooj
te
Philippus van Orleans. 383
te bewyzen, fr3 gelegenheid te vinden, om u dienft en pleizier te doen ; ik zal ze zelf zoeken , om u te doen zien^ wat ik aan uw karakter verfchuldigt benden wat gevoelens de chriftehke leer my voor u inboezemt.
Een bilTchop , die zo lang draak om een brief, waarmee eene princes hem vereert heeft, te beantwoorden , die openbare verwy ten van heerfchzucht en quade trouw, de gemene en laffe ma- nier van fpreken, om het cardinaalfchap uit te drukken , en daar woordenfpelin- gen op te maken , eene abdis van Chel- les , die van de benedictynen fpreekt , gelyk de abdis van Fontevraulx van haar munniken zou doen , zyn zaken die my heel onwaarfchynlyk voorko- men : echter zou ik in myne gilling kun- nen bedrogen zyn , want het is niet on- mooglyk, dat een geeftelyke dogter, al is zy een princes , eene onbezonnen- heid kan begaan.
Daar was zulk een grote menigte van Re§Ie- bankbriefjes ge weeft , dat 'er , niet tegen- ftaande alle openingen , omze zichquyt bank- te maken, noch zeer vele in handen van u[tieJ,cs 7t gemeen bleeven. Zyne koninglyke ^ereidte hoogheid liet zyne zorgen gaan, om die hclp€n# te enemaal uit de wereld te helpen. Om hierin te Hagen , maakte men een alge- mene
384 Het Leven van
mene hervorming in de munt , en men ordonneerde , dat men , inplaats van geld , in de munt-hoven en de wiflel banken een achrite part in briefjes en atteftatien van liquidatien , met zeven achtfte de- len in goud en zilver zou ontfangen , en dat de waardy voor de gehele fom zou betaalt worden;men rechtte voor vier millioenen nieuwe lyfrenten op,te betalen als intereften voor een capitaal van hondert millioenen. Het edict behelsde,, fchoon „ de verfcheide aanwendingen , hier- „ voren aangewezen, meer dan genoeg „ waren , om de gehele maffa van brief- „ jes , die 'er onder den man verfpreid „ zyn , in te flokken , hebben ons de 3, gretigheid 5 waar mee onze onderda- 3, nen aangedreven zyn, om lyfrenten te 3, verkrygen , en de menigvuldige na- 3, vragen 3 die 'er naar gedaan zyn, na 33 dat ze vol waren, doen belluiten, om 3, de begeerte van 't gemeen te voldoen 3, door het oprechten van vier millioe- 3, nen lyfrenten ? te betalen uit de pen- 3, ningen van het burgerhooftgeld , en ,3 andere belaftingen 5 tegen een capi- 33 taal van hondert millioenen 5 te vol- 3, doen in briefjes, die wy aangenomen 3, hadden te betalen ; en deze oprech- „ ting is ons zo veel te gevoeglyker voor- „ gekomen 5 om dat zy de houders van
„ de
Philippus van Orleans. 38)
35 de koninglyke effedten aanzienlyker „ inkomften verfchaffende , terzelver 33 tyd de afdoening van een hoofcfom 3) van hondert millioenen verzekert. Ein- 33 delyk bepaalde men voor de laatfte 33 maal een tyd , om de volkome vernie- 3, tiging der briefjes te weeg te brengen".
Zyne majefteit ordonneerde, dat voor den eerften van de volgende maand no- vember, zonder enig verder uitftel, de houders van de atteftatien der liquida- tien verplicht zouden zyn 5 die op een van de aangetoonde wyzen aantewen- den 3 en dat by gebreke van dien deze papieren van nul en gener waarde zou- den gerekent worden , zonder dat men hoefde te denken, dat dit maar een bloot dreigement was.
Onder het getal der atteftatien van de liquidatie ontmoette men 'er verfchei- de, die zo wel uit de bankbriefjes fpro- ten 3 als uit de bankrekeningen 3 gefchikt om de briefjes op toonder dezes te be- talen, en de wiffelbrieven , die verval- len waren, toen de bankbriefjes en bank- rekeningen gangbaar waren , welke at- teftatien door de fchuldenaars niet op intereft gezet waren , onder voorwent? zei , dat zy de namen der eigenaars van de briefjes op toonder dezes , en van de wiffelbrieven , niet wiften , die zich ex- pres niet hadden komen aangeven. Men II. Deel. Bb raoefc
386 Het Leven van
moeft evenwel in deze ongelegentheden voorzien , 't w elk men door eene de- claratie deed , welke ordonneerde, dat alle notariiTen en bewaarders , 't zy by wégen van rechten of anders , dat de fchuldenaars van de briefjes op toonder dezes , en van de wiffelbrieven , gehou- den zouden zyn, op de geftelde itraf, voor den eerit-aanltaanden november de atteftatien van de liquidatien, die zy in handen hadden , van war z')m zv ook zyn mogten , zelf onder de duizent h- vres , fpruitende uit de bankbriefje? en atteitatien van bankrekeningen, geichikt om de wilTelbrieven en de brief.es op toon- der dezes te betalen, aan renten op de fchattingen te zetten, ten voordele van de genen, die in deze atteitatien van li- quidatie belang hadden. By deze fchik- kingen voegde men de nodige voorzorg, dat de notarillen en bewaarders , die de- ze papieren op renten zouden zetten, daar behoorlyk van ontlaft wierden, zonder door de geidterefleerdea daarover ont- rüft ofgemoeit te kunnen worden.
Dit waren kragtige middelen, en na noch enige vergunde uititeüen 3 waren cl-' briefjes tfcenemaal uit de wereld.
Men begon evenwel in dien tyd van een nieuw ontwerp te fpreken , naam- lyk om hondert millioenen krediet-brief- jes onder den man te brengen, en om de
ren-
Philippus van Orleans. 3S7
renten op het ftadhuis van Parys in nieu- we actiën te betalen: men voegde 'er by, dat men de contanten merklyk ftond te verhogen , en dat men een aftelling zou doen , half in geld , en half in kredietbrief jes, aan die genen, die hunne rentebrie- ven niet in nieuwe actiën wilden verté- renen dat men vervolgens van maand tot maand een vermindering zou aanwyzen , die in 't eerft , ten opzicht van het geld, en van het papier, geiyk zou zyn, maar na- derhand minder op het papier, om het in krediet te houden, 't Is ongelooflyk, dat men , na de droevige ondervinding die men van Laws ontwerp gehad , noch bedacht kon zyn om het weer te ver- nieuwen ; en ik zou haait durven verze- keren , dat dit gerucht door de vyanden van den hertog van Orleans uitgeftrooit wierd , zo veel te meer, om dat men 7er eerlt na zyn dood met rechte zekerheid van begon te fpreken.
De Indifche compagnie begon van dag R^gJe- tot dag van meer gewicht te worden : .
i i 1 r» omtrent
men had gemeent derzelver beitunog de \n&. door het placaat te bepalen , waarvan fch- ik den voornaamiten inhoud aangehaalt gnic. heb , maar fjt: ervarenheid leerde haaft5 dat deze fehikking, hoe verltandig zy * uitgevonden fcheen, grote ongemakken onderworpen was. Zyne koninglyke hoogheid was niet van die trotfe humeu-
3$3 Het Leven van
ren, die nooit willen weten, datzy een mifllag begaan hebben, neen, hy be- kende dat hy zich vergift had , en ver- beterde alleen de fout , die hy te gelyk met den cardinaal du Bois begaan had. „ Men heeft gemerkt, zeide het nieuwe „ arreft van den dertigften augufti,dat „ fchoon het reglement van den 24. maart „ al het voordeel heeft uitgewerkt, dat „ men 'er van verwacht had , evenwel „ de meefte actioniften öngeruftheid ge- 3, voelen , dat zy hunne zaken door lui- 3, den belumrt zien , waarvan 'er geen 3, door de compagnie verkorenis, zon- „ der dat het fchynt , dat zy op eniger- „ ly wyze , \ zy door zich zelve , 't „ zy door luiden van harent wegen aan- „ geftelt, kennis kan krygen van de om- „ ftandigheden van het bewint , en van „ den ftaat van haar koophandel. Der- „ halven hebben wy ons niet kunnen „ ontflaan, daar een nieuwe form van „ regering aan te geven , en het volko- ,, men beftuur van den koophandel aan ,, twaalf bewindhebbers toe te vertrou- wen, die de compagnie de magt zal „ hebben om te veranderen , wanneer 3, zy over derzelver gedr^j niet wel te 3, vreden is ; waarby wy acht opzien- 3, ders zullen voegen, alle jaar in de ver-* 3, gadenng der compagnie te verkie- 3, zen , om benevens de bewindhebbers
„ het
Philippus van Orleans. 3S9
5, het oog over de minfte omftandighe- 3, den van het beftuur des koophandels 5, te laten gaan, en daar alle iaar aan dc 55 algemene vergadering verflag van te ,3 doen. En gelyk de koning een taftelyk 33 belang heeft, om de goede order in het 33 bewind van eene compagnie teonder- 33 houden, waarvan de koophandel grote 33 rykdommen aandenftaat kan verfchaf- „ fen,en daar te gelyk de fortuinen van 33 een deel particulieren van afhangen , 33 zal zyne majefteit tvier amptenaren uit 33 het midden van zyn raad benoemen 5 ,5 om, onder de bevelen van den heer „ controlleur-generaal derfinantien, op ,3 het vervolg van dit bewind te letten, „ in de verfcheide delen van ieders de- „ partement , om daarin de goede or- „ der, en de getrouwheid enoplettent- ,, heid in den arbeid, en de uitvoering ,, der reglementen te onderhouden K.
De fchikkingen van dit nieuw placaat waren zo verftandig, datzy wel verdien- den, dat men de naauwkeurigfte maat- regelen nam, om ze wel te doen gehoor- zamen.
De compagnie der Indien zal door twaalf bewintbebbers befluurt worden , alle ac- t ionijlen van gemelde compagnie; waar- van ieder zal gehouden zyn yo. aüien te hebben , die aan de compagnie in bewaring gegeven zullen worden , zonder dat zy ze ,
3po Het Leven van
zo lang zy dircdeurs zyn , zullen mogen uit de compagnie nemen.
Het bewind zal in twaalf departemen- ten verdeelt worden 3 en aan 7 hooft van ieder een van de gemelde direttcurs geftelt , die belaft zal zyn met de aaneenjchakeling cn de uitvoering der zaken , die zyn de- partement aangaan , voor welker bewind hy verantwoordelyk zal zyn ^ah zynde hem particulier der en nader aanvertroud.
Ieder van de diretteurs zal als twede perfoon in een ander departement aange- Jlelt zyn 5 en weer ah derde in een derde departement , op dat alle de direcleurs el- kander onderlinge by afwezigheid , op an- der belet zei, mogen vervangen , cn kennis krygen van de verfcheide delen van den koophandel der compagnie
De zaken van aangelegenheid , of die haar betrekking hebben op andere depar- tementen , zullen in de vergadering der directeurs gclmigt worden , die ten nimf- ten tweemaal "s weeks zal gehouden wor- den , en meerder 5 indien het de noodzaak- lykheid verdicht.
Daar zullen door de algemene vergade- ring van de compagnie der Indien acht op- ziende?^ verkoren worden uit de fatzocnlyk- fte burgers 5 goede handelaars 5 cn andere luiden , zich op de negotie , de zaken van de bank , cn op de rekeningen verftaan- de : deze opzienders zullen alle atlionif
ten
Philippus van Orleans. 391
ten zyn 5 en ieder ?o. affien hebben 5 op dezelve voorwaarden als de direüèuri*
Deze 3 als luiden door de compagnie aangeftelt 3 zullen het oog houden op de adminiflratie in de departementen ? waar- van hun het onderzoek aanvertroüd is : zy zu/len alle vergaderingen bywonen , en daar een raadplegende flem in hebben , 'zo wel in de particuliere van hunne departe- menten 3 als in de algemene vergadering.
De tabaks - pagt zal door zes regenten bejluurt worden , die elk jo afficn inde compagnie zullen moeten leggen enz.
Deze regenten zullen een af zonder ly k ligchaam uitmaken , dat geen ander 'be- wind zal hebben*, als over de tabakken de zaken die daar op betrekljk zyn ; echter zul/en ze alle veertien dagen vergaderen, met de twaalf bewindhebbers, en de acht opzie nders, op het Qoftindifch huis,óm daar de zaken van hun bewind te beramen en te bejliffcn, die enige bet rekking op den handel der compagnie kunnen hebben.
De koning £al vier amptenaren uit het midden van zyn raad benoemen \ uit het getal van die genen , die belang in de In- dijche compagnie , en Vr ten min/1 en ieder vyftig atlien in hebben : zy zullen zich rekenfehap doen geven van ieders aanver- tivuwde departement, van de vordering van den arbeid der bewindhebbers en commi- Jcn> zul/en de hand aan de uitvoering der
39- Het Leven van*
reglementen houden , en zorg dragen dat icckr zich naarflig van zyne bediening quyte , en van alles aan den controlleur general der finantien verflag doen.
Daar zal alle veertien dagen een ver- gadering gehouden worden , uit den con- trolleur generaal 5 de vier koninglyke in- Jpecieurs 5 de acht commifen of opzienders^ en de twaalf bewindhebbers beftaande , waarin men rekenjchap zal geven van de fondfen , en den algemenen flaat van de compagnie. Ieder der directeurs zal daar verf lag doen van het geen "er in zyn de- partement gedurende de laat/Ie veertien, dagen is voorgevallen. Be commis van dat departement zal over het bewind van het zelve gehoort worden , en zal in deze ver- gadering voorflellen en vorderen 5 V geen hy tot de goede regering en tot voordeel van den koophandel nodig zal oordelen ;ver- volgeus zal de koninglyke infpc Sleur van het departement zyne aanmerkingen ma- ken over de gedaante en de wezentlyke be- jluring van dat departement ; en de be- f luiten over alles zullen met meerderheid van flemmen genomen worden.
Alle jaar zal "er een algemene verga- dering van de compagnie gehouden wor- den , waar in men de rekening zal opma- ken v.m het verlopen jaar en veif lag doen van den fraat des koophandels , en van de andere zaken der compagnie, in welke ver- ga-
Philippus van Orleans. 393
gadering men zal overgaan tot de ver- kiezing van acht commifen of opzienders voor bet volgende jaar 5 en tegelyk tot de benoeming van nieuwe bewinthebbers 3 in plaats van die gefturven mogten zyn , of om zwakheid oj andere oorzaken flilte ge- zogt hebben , of in plaats van die genen , tegen welke de compagnie billyke reden van klagten of argwaan mogte hebben. De algemene vergadering zal alle jaar op den ij. maart gehouden worden. Niemand zal een raadplegende flem in de voornoem- de vergadering mogen hebben , zo hy niet . voor den eerfien februari van het zelve jaar 50 adien op zyn naam in handen van de compagnie ge/lelt heeft, diehy ""er niet voor den eerfien april weer uit zal mogen nemen , van welke confignatie hem een attejlatie op zyn naam zal gegeven wordendoorden kaf fier, op het vertonen van welke attejlatie hy in de vergadering zal toegelaten worden-, zonder dat iemand daar toegang toe kan hebben op de vertoning van een attcfiatie, die niet op zyn naam zou gepafjeert zyn.
Ik weet dat deze omftandige berichten vele luiden niet naar den fmaak zyn 5 maar men leert 'er evenwel de wyduitgeltrekte kennis van de genen 3 die aan 't roer zit- ten 3 door kennen : het wel-opgeftelde ontwerp van een veldflagmoet een gene- raal zo veel tot eer ftrekken5als de over- winning zelf. Ik geloof niet dat 'er een Bb > bettf-
394 Het Leven van
betere fchikking van een compagnie van koophandel bedagt kan worden,waarin de na-y ver meer aangefpoort word , en waar- in men netter maatregelen kan nemen, om bedrog en loze ftreken voor te ko- men , en niets ftrekt tot een klaarder be- wys , dat het verftand van den hertog van Órleans nergens voor ftuitte , en dat hy zich zeiven recht bewezen had , met de bediening van eerften minifter te ei- fchen , die byna zo ver beneden zyn kennis was , als beneden zyne geboorte: en zeker 5 ik kan my niet onthouden van te zeggen, dat een prins van den bloe- de altyd boven een eerften minifter is, en dat deze titel zyne waardigheid niet ver- meerderen kan , noch de eerbied, die de natie hem verfcliuldigt is ; en ik ben ver- zekert , dat de hertog van Orleans niet gedacht zou hebben om de plaats van den cardinaal du Bois te vullen , indien hy niet geoordeelt had, dat het belang zyner rech- ten en vorderingen vereifchte, dat hy zich aan \ hooft van de ftaatszaken ftelde.
Behalven dit uftlluitent voorrecht van den tabakshandcl , aan de compagnie vergunt, door een contraól,in form van afitand, ten haren behoeve, van de rech- ten , die de kroon van dit llag van koop- manfchap pleeg te beuren , gaf men haar ook op dezelve wyze dat van de koflR : doch dewyl deze handeling een van de
voor-
Philippus van Orleans. 39J
voornaamfte van Marfeille was, wierd'er een reglement gemaakt, dat de handelaars van dezeftad, die koffi uit de kooplieden van 't ooften lieten komen, de Keur hadden om die aan de Indifche compagnie te ver- kopen voor dezelve prys, die ze in Hol- land zou waard ge weeft zyn op den dag, dat hetfchip, daar de gemelde koffi mee overgeKomen was, in de haven van Mar- feille gearriveert was , of die vry naar vremde landen over te voeren , mits dat evenwel de nodige voorzorgen genomen wierden , om te verhinderen , dat de koffi ter Huik in het ryk gebragt wierd. De- ze afgeftane privilegiën verzekerden aan de actioniiten een vaft inkomen van 1 yo livres voor ieder aótie , behalven de voor- delen5die zy van de andere waren trokken.
De algemene vergadering , om de nieuwe regeringsform in te voeren , wierd den 17 feptember gehouden. De hertog van Orleans , als gouverneur van de com- pagnie , bekragtigde de vergunde privi- legiën, en beloofde ''er noch anderen van 's konings wegen, zo dra de rekeningen yan de compagnie door de rekenkamer zouden aangenomen en geregiftreert zyn. Men regleerde de departementen , men verkoor de commifen met meerder- heid van ftemrrftn , men quam overeen om driemaal in de week des morgens , en de drie andere dagen des achtermiddags te
ver-
396 Het Leven van
vergaderen ; men rechtte een kantoor op, daar men zyne actiën kon configneren , en weer uithalen, naar zyn welgevallen.
Onder 't getal der actioniften be\on- den zich de hertogen van la Force en van Chaulnes , de marfchalk van Etrées , de marquizen van Bulli en vanLaffay; dit recht van deel te nemen in de belan- gen van een handel- compagnie ftrekte deze heren tot geen eer : men mag doen wat men wil , daar zyn eeuwen nodig, om de denkbeelden van adel en koophandel in de herlTens der franfchen te vereni- gen , die zich verkeerdelyk ingebeelt hebben , dat de handel den adeldom onteert en verkleint , en dat hy nietbe- ftaan kan met de onbaatzuchtigheid en edelmoedigheid, zonder welke de adel- dom maar een blote titel is. De rekening die de compagnie moeft afleggen, wierd op den 20 november beftemt , en beliep twee duizent en zeven hondert millioc- nen : en deze compagnie had haar Ichuld te enemaal met den koning vereffent. Onr;r- Zyne koninglyke hoogheid floeg by-
vbefd Da ter ze*ver tY^ ^e pachten toe , op vim éta den voet van > j mülioenen , onder de-
xlnor ze voorwaarc^e5 dat de koning aan de lm». * hoofcpachters de twee ftuivers per gul- den zou geven , van hetgeen zy boven deze lom opbragten , en de pachters weerom aan den koning twee ftuivers
per
Philippus tan Orleans- 397
per gulden van het geen zy minder op- bragten. Men verpachtte ook het geen de fchatting tot het betalen van 't recht van confirmatie , ter oorzaak van zyn majefteits komft tot de kroon, moeft op- brengen : de ondernemers of pach- ters zouden de drie ftuivers per gulden hebben , van 't geen zy boven de i J mil- lioenen in 's konings koffers deden komen.
De nominatie tot de beneficiën ver- eifchte ook grote oplettentheid. Niets was 'er van meer gewicht voor de ruft van de kerk , en om allengs de party, waartegen zich het hof verklaart had, te vernietigen , dan de verkiezing der biiTchoppen. 't Scheen dat de hertog van Orleans daar zyn hooftwerk van ge- maakt had: alle de genen, die daar deel aan hadden, waren conftitutionariffen, of hadden geen verbintenis met de ap- pellanten , zo dat de jezuiten zelf 'er by- na te enemaal te vrede over waren.
Niets ontfnapte de waakzaamheid van dezen prins. Chateaudun , kleine ftad in Berri , wierd te enemaal in de aflche gelegt. Om dit verlies te vergoeden, en te beletten , dat de inwoners veritrooit wierden , fchold m^n hun al het hooft- geld en andere belaftingen , die zy den koning noch mogten fchuldig zyn , quyt, en men verkondigde, dat zy tien achter- eenvolgende jaren ieder niet meer dan
vyf
398 Het Leven van
vyf ftuivers zouden betalen , voor alle beladingen , op voorwaarde , dat zy in de voornoemde ftad zouden blyven wo- nen , en ieder zyn huis weer op laten bouwen : en om hun vaardiger byftand te verfchaffen tot hun herfteiling, ftond men hun toe , om door het hele ryk een collecte te mogen doen , welk capitaal in handen van bewindhebbers, door de inwoners van die ftad verkoren , zou geftelt worden , en door hen aan die ge- nen uitgedeelt , die zy oordelen zouden dat het nodig hadden. Compa- gy alle deze zwarigheden voeerde zich
gnie van J j . . . l~; o
Oüendc, een van de ge wichtiglte zaken. De keizer, zonder acht te geven op de traktaten , die de koningen van Spanien,eertyds meefters van de Nederlanden, met de ftaten- ge- neraal en met Engeland, ten opzicht van den handel op de indien , gemaakt had- den , rechtte te Oitende een compagnie op, om op die landen te handelen. De- ze vorlt, niet bewerende gehouden te zyn aan de verbinteniiTen , door zyne voorzaten , die opperheren van de Ne- derlanden waren , gemaakt , fprak als magt hebbende in het placaac, dat deze compagnie aanitelde , en daar rechten aan vergunde, die zekerlyk door alle na- tien van Europa moeiten betwift worden.
Even oplettende, zei zyne keizerlyke majeiteit, om, het geen tot voordeel van
ons I
Phimppus van Orleans. 399
ons volk dienen kan , uit te werken , en om zo veel Jiet doenlyk is tot de behou- denis van onze ftaten , inzonderheid die van onze Nederlanden, toe te brengen: en overwegende, dat het zeer moeilyk zou vallen om deze twee gewichtige oog- merken te bereiken, zonder de heritelling van den koophandel en de fcheepvaart — hebben wy hetnoodzaaklykgeoordeelt, eene algemene handel-compagnie in onze Nederlanden op te rechten ; gelyk wy die inderdaad uic recht van fouvereini- teit, en uit dat der natuur en der vol- keren, door het tegenwoordig onweder- roeplyk edict oprechten en aanftellen, op de volgende artykelen, vryheden, en voorwaarden.
Deze compagnie zal de vryheid heb- ben, om te varenen te handelen opOoft- en Wcft-Indien , en op de kuften van Africa , zo aan deze zyde als voorby de kaap van goede hoop, op alle havens, plaatzen, en rivieren , waarop de andere natiën vry handelen, mits de grondregels en gewoontens, door het recht der vol- keren aangenomen en voorgoedgekeurt, in acht nemende.
Het zal de compagnie vryftaan , ge- fchut en ander oorlogs ammunitie inte- nemen , die zy tot haar vaart, en veilig- heid van haar koophandel , nodig zal hebben: zy zal in de Indien, door koop
of
4*00 Het Leven van
of andere contraóten en traótaten , landen en havens mogen aanwinnen; wy ftaan haar daar het oprechten van colonien toe , gelyk ook het bouwen van zodani- ge fortreffen en kaftelen, die zy tot ge- mak van haar koophandel , en tot be- fcherming van het aangewonnen land, nodig zal oordelen.
in onzen naam , met de Indiaanfche prinf- fen , fouvereinen , ftaten, en met anderen te handelen 5 die onze vyanden nietzyn, en met hun zodanige verbintenis te flui- ten , als zy raadzaam Zal oordelen , ook zal zy zo veel fchepen mogen laten bou- wen en toeruften , als zy meent nodig te hebben.
Wy beloven de compagnie alle be- fcherming en voorfpraak, tegen alle, die haar op een onrechtvaardige manier zul- len aantaften 3 en dat wy zelf, des noods zynde , de kragt onzer wapenen zullen gebruiken, om haar te onderfteunen en te handhaven by de volkome vryheid van haar koophandel en fcheep vaart, en haar recht te doen genieten over alle de on- rechtvaardigheden, hoon, en quade be- handelingen, by aldien enige natie onder- nam haar koophandel en fcheepvaart te ontruften; en wy zullen zorg dragen, van haar alle mogelyke voordelen en gemak- ken te verfchaffen , door tradaten van
Het zal de
vrede.
Philippus van Orleans. 401
vrede , verbond , en koophandel , die \vy zullen maken.
Deze toon van gezag , die tegen de oude en nieuwe trachten aanliep, gaf ten minften alzoveel aanftoot , als het nadeel, dat deze nieuwe oprechtingnood- zaaklyk moeft veroorzaken , ongerullheid baarde.
De Hollandfche Ooft-indifche compag- nie wierd 'er hevig over geallarmeert,en gaf een foort van een manifeft uit, dat de onrechtvaardigheid van des keizers on- derneming klaar aantoonde; zelfverklaar- de zy in duidelyke termen, dat zy zich van de middelen zou bedienen , die God haar, onder befcherming en het gezag van haar hoog-mogenden, in handen had gegeven, om 'er zich tegen aan te kan- ten, dat is te zeggen, dat zy de fchepen van de compagnie van Oftende , die zy op haar gebied in de Indien aantrof, zou genomen hebben , fpyt haar kei- zerlyke en koninglyke vlag , en liet zou ook by geene dreigementen geble- ven zyn , indien men niet raadzaam had geoordeelt, liever in onderhandeling te trcd:n , dan zich aan feitelykheden bloot te ïteüen: want deze compagnie is mag- tiger dan zekere mogentheden, en zou alleen genoeg geweeft zyn, om de heer- lyke aanflagen te verydelen, die de kei- zer had geimeed, om zyne finantien te
IL Deel. Cc her-
4-02 Het Leven van
herftellen, ten koften van eene natie, die zich uitgeput had , om hem een brok van de Spaanfche erffenis te verfchaffen.
De hertog van Orleans was al te ver- ftandig , om de gevolgen van deze nieu- wigheid niet te voorzien. Hy behar- tigde de belangen van Holland fterk , en liet eene declaratie uitgaan , waarby het aan alle onderdanen des konings verbo- den wierd , op zeer zware ftraffen , enig deel te nemen in de compagnie van Of- tende, of zich in haar dienft te bege- ven , op wat wyze , en onder wat dek- mantel het ook zyn mogt. Behalvendat hy oprecht de belangen der verenigde provintien aankleefde , wier bondge- noodfchap hy hoog fchatte, het zelve als het voordeligfte en bondigfte van alle, die hy gemaakt had, aanziende, was hy zeer geërgert over de onuitputbare zwa- righeden, die het hof van Wenen maak- te, om het traótaat van Londen ter uit- voering te ftellen , en hy moefl geen be- rouw hebben , dat hy den keizer in \ bezit van Sicilien had helpen ftellen. Met dit inzicht voegde hy zich by En- geland en Holland , om deze compagnie te doen vernietigen , die nooit opge- recht had behoren te worden , om dat liet onmooglyk was, of zy moeft tegen- stand vinden, en dat zy tegen de geïn- tereflcerden beltaan kon. Ook liet de
kei-
Philippus yan Orleans. 405
keizer, na enige onderhandelingen om zyn eer te dekken, (overtuigt zynde dat men hem in eene onderneming boven zyn kragten had inge wikkelt, hoe fterk die ook zyn mogten) dezen aanflag va- ren , en offerde zyn hoop aan de liefde tot den vrede, of aan de vrees voor den oorlog , op.
Zo vele en verfcheidenderly onop- houdelyke bezigheden van zulk een ge- wicht, vereifchten de fterkfte en onwan- kelbaarfte gezondheid, om die uit te hou- den, gelyk de hertog van Orleans tot noch toe gehad had, maar het was na- tuurlyker wyze onmooglyk , die lang te bewaren. Hy had byftand van noden gehad, en hy vond niemand om amlk een vertrouwen op te ftellen , dat hy de vryheid kon hebben om zyne zorgen en fterk blokken wat te matigen ; alle , die onder hem arbeidden, waren verftan- den vaneen lage verdieping, die zon- der ophouden nodig hadden verlicht en beftuurt te worden; de zegelbewaarder, wiens wil zo goed was als ''er een zyn kon, was naauwlyks bequaam om zyne bediening waar te nemen; de graaf van Morville, dien men het bewind der bui- tenlandfche zaken had gegeven, en die veel meer verltandhad, bezat noch niet genoeg , dat de minifter zich had ont- houden kunnen , van de onderhandelin- Cc 2 gen
404- Het Leven van
gen tot op den draad uit te pluizen, en de omwegen in te boezemen, die men gebruiken moeft , om ze met voordeel af te doen ; de controlleur-generaal , fchoon uit het parlement genomen, ver- ftond naauwlyks de finantien ; wat den lieerde Bretueil, fecretaris van den oor- log, betrof, men zag klaar, dat men hem deze poft niet aanvertroud had, als om dat men vrede had.
De enige, daar deze prins het oog op kon laten vallen , op wiens oprechte ge- negenheid hy kon ftaat maken , en die hem wat verlichting in zyn arbeid had kunnen geven , was de twede zoon van den overleden zegelbewaarder. Zyne koninglyke hoogheid, die zich zo wel op het ltuk van verdienften verftond , had 'er veel in hem gevonden: en inder- daad , hem ontbrak niets dan de erva- renheid , om zyn vader hierin te eve- naren; fchoon hy noch zeer jong was, bekleedde hy waardiglyk het ampt van politiek-ftedehouder. Kort na de dood van den cardinaal du Bois, benoemde de hertog van Orleans dezen jongen heer tot zyn kanselieren zegelbewaarder, tot hooft van zyn raad, en opper-intendant over zyne huizen en finantien : toen hy zyn keuze verklaarde, zeide deze prins opentlyk,dat men niet zeggen zou, dat hy een kanflclier zonder verlland en zon-
Philippus van Orleans. 4.0J
der geboorte had. Deze verkiezing, met de daarby gevoegde loffpraak, voor- fpelden een groter verheffing ; en inder- daad hy dacht hem de bediening van controlleur-generaal toe, hebbende hem reeds van zyn bellait hier omtrent ver- wittigt, maar het wierd niet vervult.
Deze prins itierf te Verfailles den twe- Dood van den december, 's avonds tuffchen 6 en den her-
' tog van
7 uren, aan een overval van beroerte, Orieans, die hem plotllyk verftikte. Hy had met J^^* den koning tot half vyf gearbeid , en herffen- zich naderhand naar zyn vertrek besre- Wokken
d. . J . ° veroor-
e een weinig vermoeit, en een Z4akt.
grote laft in zyn hooft gevoelende. Hy iliep enigen tyd, waarna men hem wak- ker maakte, en hy zelf aan den een en den ander gehoor gaf. Terwyl hy met mevrouw Phalaris zat te praten , quam men hem aanzeggen , dat de koning om hem zond: hy wilde opftaan, maar hy viel weer in zyn leuningftoel neer, zon- der beweging, en zonder kennis. De- ze dame, hierover in de uiterfte verlla- genheid, riep om hulp: daar was geen doótor noch chirurgyn by de hand , en men gebruikte een kamerdienaar van den hertog van Rohan , om hem uit de ader te laten, maar vergeefs. De hertogin van Orleans , die men daadlyk kennis van dit ongeval had doen geven, vond hem, op haar komft, reeds overleden. Zyn Cc 3 dood
4-c6 Het Leven van
dood was de uitwerking van de verdub- beling van arbeid , en het herflenblokken , door het overnemen van de bediening van eerften miniiter veroorzaakt. Chi- rac 5 zyn eerfte geneesheer,' had hem meer dan eens gewaarfchuwt van zyn ar- beid een weinig te matigen , ten min- ften van enige voorzorg te gebruiken , maar hy had hem altyd tot antwoord ge- geven , dat hy ''er geen tyd toe had. Aanmer- Dus ftierf Philippus de twede , hertog o^érzyn van Orleans , kleinzoon van een koning gedrag, van Vrankryk , oud 49 jaren en 4 maan- den, min 2 dagen. Hy bezat alle de mamfte talenten , en byna alle de qualiteiten , voorval- wejker zamenvoeeiner de doorluchtige regenng. mannen en grote vonten uitmaakt: zy- ne gebreken zelf , zo ik het durf zeggen, v/aren met deugden verzelt; nooit heb- ben, de liefde noch het overdadig drin- ken hem een geheim doen ontvallen ; nooit heeft de gramfchap hem een lbp doen doen , dien de reden niet voor goed gekeurt en beftuurt had. Zyne fa- milie en zyne huisgenoten ontmoetten in hem alle de tederheid,alle de goedheid, en alle de befcherming, die zy verlangen konden. Zyn goedertierenheid was een lbort van ongevoeligheid, zelfheeft het in al zyn gedrag uitgeblonken, dat de haat hem nooit overheert had. Evenwel is Vr nooit een prins geweeft, die meer
vyandcn
Philippus van Orleans. 4 7
vyanden had, en welke zich meer toeilei- den om hem zwart te maken.
Mevrouw des Urfins , die hem in Span- jen vervolgt had , quam ten tyden van zyn bewind vry weer in Vrankryk te rug.
*t Was hem genoeg, dat hy den car- dinaal Alberoni buiten ftaat geftelt had om hem te deren , en hy was niet on- der 't getal zyner vervolgers. Schoon hy in de manifeften van den koning van Span- jen zeer mishandelt was , die hem aantaft- ten 5 in het geen hem het waardfte was , naamlyk in zyne rechten op de kroon , en in zyn eer, beoorloogde hy hem niet, dan om hem tot den vrede te doen be- Jluiten : hy verzoende zich oprechtlyk met hem, en (bikte door verbinteniffen de knopen van een vrindfchap , die eer opgefchort dan gefchonden was, weer toe; in ''t jaar 1721 had hy zich door een particulier tractaat met Spanjen vere- nigt, waarin hy Engeland mee belloten had , om den keizer te noodzaken , om ter goeder trouw het tractaat van Londen ter uitvoering te ltellen.
Dezelve beteugeling zyner hartstoch- ten beftuurde zyn gedrag ook binnen in ryk. Hy vernederde den hertog van Maine niet, als om dat men hem te hoog verheven had. De herroeping van het edict , 't welk de gelegitimeerde printten alle de rechten van ware printten van
Cc 4. den
4.o3 Het Leven van
den bloede gaf, was door deganfche na- tie met verlangen te gemoed gezien, en voorgoedgekeurt : ik durf zelf zeggen , dat zy billyk was, en dat men het dien prins moeit dankwyten, dat hy zich van de minderjarigheid bedient had , om een wet af te fchaffen , daar de follicita- tien den koning, als hy meerderjarig was ge worden , mooglyk toe aangezet zouden hebben , om die te handhaven. Wat het ge- vangen nemen van den hertog en de her- togin van Maine aangong,dezamenzwe- ring van Spanjen maakte dezelve nood- zaaklykjhet fcheen niet, dat een van de andere groten daar het hooft van kon zyn, zelf was het groot belang, dat hy 'er by had, een genoegzame reden , om tegelo- ven dat hy 't waarlyk was: maar deze heer, en alle de anderen , die hy meende te moe- van 't hof bannen , en zyne gunft onttrek- ken , beproefden zyne goedertierenheid. De marfchalk van Villeroy alleen moeft die ontberen , maar zyn gedrag , dat de geme- ne 'geruchten fcheen te onderftemien , was ook zeer aanftootlyk geweelt: een bewys, dat de haat daar geen oorzaak van was , is , dat de familie van dien mar- fchalk geen deel aan zyne ongunft had; de fchielyke herroeping van zyn zoon en kleinzoon gaf te kennen, dat het bevel, dat zy gehad hadden om hem te volgen, een toelating was geweeft om hem te verzei- len, en hem te vertrooften. Het
Philippus van Orleans. 409
Het enige artykel , waaromtrent hy on- handelbaar was, zo ik my dus durf uit- drukken , was het koninglyk gezag. Wat belang hy ook had , ten opzicht van zyne oogmerken , om de parlementen op zyne zyde te hebben , hield hy op van ze te ont- zien , zo dra hy meende te merken, dat zy dit wilden verzwakken, en dat zy die gezag, aan een regent toevertrouwt , on- derfcheidden van het gezag, dat door den vorftzelf geoeffent wierd. Het beroemde gerechtsbedde van 171 8 , en de verplaat- zing van het parlement vanParys naarPon- toife, moeiten tot een bewys ftrekken, dat de luft zelf om te regeren niet bequaam was, om den regent te doen befluiten , om te dulden, dat het koninglyk gezag enigen inbreuk leed , terwyl hy het in handen had; ook heeft hy het ruim zo volftrekt gemaakt, als het was, toen hy het ontfong.
Schoon zyne vorderingen hem vele za- ken hebben doen ondernémen, die hy mooglyk niet gedaan zou hebben , indien hygeen mededingers te duchten had ge- had, deed hem de ftaatkunde evenwel niets uitvoeren , dat tegen het ware wel- zyn van het ryk ftreed. Toen Lode- wyk de veertiende ftierf, had het ryk geen openbare vyanden , maar het had ook gene bondgenoten : dezelve gevoe- lens van haat, jaloezy, en vrees, die Cc 5 ganfeh
410 Het Leven van
ganfch Europa tegen den overleden ko- ning hadden doen zamenfpannen , duur- den noch, men vervolgde in Engeland ftreng de werktuigen van den laatften vrede , die het behoud van Vrankryk ge- weeft: was: daar was alles te duchten, dat deze niet wel bevredigde vyanden, noch hun fpyt niet kunnende verkroppen, dat men hun tegen hun dank dien vrede had doen tekenen , zich van de drgevige omftandigheid van een minderjarigheid mogten bedienen, om de wapenen weer op te vatten , en om zich , door de ver- nieling of vernedering van Vrankryk , van de ongeruftheid te bevryden , die deszelfs magt hun veroorzaakte.
Het enige middel om het onweer, dat zich fcheen te moeten zetten , af te ke- ren, was de beide mogentheden op zy- ne zyde te winnen , zonder welke de an- dere vyanden niets met fucces konden ondernemen. De hertog van Orleans ondernam het , en bereikte zyn oogmerk, en men kan zeggen , dat deze verbintenif- fen met Engeland en Holland het rykzo wel tegen de binnenlandfche onenighe- den beveiligden, als tegen de buiten- landfche oorlogen. Het wezcntlyke, om deze verbinteniffen duurzaam te maken , was zyne bondgenoten te overtuigen, dat de vereniging van Vrankryk en Span- jen zo naauw niet was , dat men de vör-
derin*
Philiptus van Orleans. 411
deringen van de laatftgenoemde kroon , die bequaam waren om den oorlog weer te doen ontvonken, zou begunftigen: dit deed men , met de belangen van den keizer tegen Philippus den vyfden te om- helzen :ik weet wel 3 dat deze handeling gelaakt wierd , zo wel als het wegzen- den van den pretendent , maar die het laakten overwogen niet , dat de ware edelmoedigheid van een vorftbeftaat , in de veiligheid en ruft van de volkeren, die hem onderworpen zyn, boven alle an- dere inzichten te trekken.
Wat het ontwerp van Law aangaat , en de omwenteling van alles, hierdoor veroorzaakt, hieromtrent fchynt my de doordringende geeft van den hertog van Orleans alle wegen , die tot zyn verfcho- ning dienden , te ftoppen , en ik kan my niet verbeelden , dat hy het voor goed heeft gekeurt , zonder 'er de gevolgen van te voorzien. De ontfnapping van Law , voor dat hy zyn rekeningen afge- legt had/t geen zonder twyffel op order en kennis gefchiedde, bewyft, dat men vreefde,dat hy vele geheimen mogt ont- dekken. Men zou evenwel kunnen zeg- gen , dat de droevige ftaat der finantien, en de onnoemlykheid der fchulden , die enige duizende millioenen bedroegen, buitengemene hulpmiddelen vereifchten ; dat het ontwerp van Law iets aanloklyks
412 Het Leven van
had, en dat het natuurlyk was, dat de nood en hoop het deden aannemen: maar deze redenen zyn zwakten opzichte van zulk een verheven geeft, als de hertog van Orleans was; de enige doorgaande reden was , dat het onmooglyk was , dat de ko- ning zyne fchulden betalen kon , dat het volltrekt noodzaaklyk was , dat zyne cre- diteuren een groot deel van hun capitaal verloren , dat het groot geheim was , hen dit verlies zodanig te doen dragen, dat zy 't eer zich zeiven, dan den vorft te wyten hadden , dat het ontwerp van Law dit geheim behelfde ,?t geen door de me- nigvuldige raderen , waaruit dit kunft werk zamengeftelt was , zo lang voor het oog verborgen wierd , tot dat de verwarring, die 'er uk moeft onftaan , onherftelbaar fcheen , zelf aan de genen , die 'er belang in hadden, en dat zy die eer aan de gre- tigheid en de ontrouw der beftuurders konden toefchryven,als aan een opgezet voornemen ,zo dat de koning, met zyne fchulden in papier te betalen, fcheen het voorbeeld gevolgt te hebben, daar zy hem zeifin waren voorgegaan. Men mag zeg- gen wat men wil, dit ontwerp was al te zeer met de uitwerkingen, die het gehad heeft, verknocht, omze aan 't geval te kunnen toefchryven. Wat de omwente- ling der fortuinen aangaat, welke maak- te , dat ieder zyn gedachten op zyn winft
en
Philippus van Orleans. 413
en verlies Uetfpelen 5 en op de middelen om de eerfte te verzekeren , en het ander te herftellen , kan men zeggen (behou- dens evenwel de gerechtigheid , die men de particulieren verfchuldigt is, en waar- van het nooit geoorlooft is aftewyken , dan in de uiterlte noodzaaklykheid) dat 'er het welzyn van den flaat in *t alge- meen weinig aangelegen is , of het geld in deze of in die handen is. Wat hier van zy, de hertog van Orleans liet op zyn dood inkomften genoeg aan 't ryk, om de laften te kunnen betalen.
Het gedrag van dezen prins in de za- ken , die de religie betreffen, fcheen een weinig twyffelachtig, zelf kan men zeg- gen, dat het veranderde, naar de omftan- digheden. Eerft fcheen hy zich voor de appellanten te verklaren ; de cardinaal de Noailles, de procureur generaal, tegen- woordig cancelier, de abt Pucelles, na- derhand zo beroemt geworden, door het groot aandeel , dat hy in de laatfte ge- fchillen met het hof gehad heeft, hadden zeer het oor by hem, en fchenen ook in zyn vertrouwen te ftaan ; vader le Tel- lier, perfonele vyand van den cardinaal de Noailles en zyn helen aanhang, wierd van het hof en uit Parys gebannen ; de Sorbonne had volkome vryheid, zo wel als de benediétynen van S. Maur , de va- ders van het oratorie, de feuillanten ,
en
4H Het Leven van
en verfcheide andere geeftlyke broeder- fchappen ; de appellen wierden toegela- ten ; de procureurs-generaals van de par- lementen van Rennes, Rouen, en Aix, voeren naar hun welgevallen tegen de je- zuiten, de mandementen van derzelver biffchoppen,en de brevetten van den paus, uit. De enige oorzaak van deze zegepraal was , dat de hertog vanOrleans het groot aanzien van deze party in het parlement had menen nodig te hebben , om het re- gentfchap meefter te worden : deze prins heeft nooit een ftrenge zedeleer gehad ; van den anderen kant was hy al te zeer ver- licht, om niet te zien, dat de tegenparty ongelyk talryker was, en dat zy by toe- val niet nalaten zou de vorderingen van zyn mededinger,den koning vanSpanjen, te onderfteunen : ook vielen de appellan- ten uit zyn gunft, naar mate dat zyn ge- zag toenam; en zo dra hy verzekert was, dat Spanjenzich niet tegen zyne rechten zou ftellen , of ten minften zonder vrucht, liet hy ze aan zyn gunfteling den abt du Bois over, die ten hunnen kofte den car- dinaalshoed verdiende, of, zo men wil, koft; de Sorbonne viel dan wreerin haar oude llaverny ,gelyk zy zich uitdrukte, de appellen wierden verboden, de cardi- naal van Noailles en het parlement waren genoodzaakt zich te onderwerpen , zo wel als demeefte focieteiten, en tot een
over-
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 41$
overmaat <van ongeluk gaf men den koning een jezuit tot biegtvader : zo dat ten tyden van de meerderjarigheid de zaken, ten dezen opzichte, byna op den zeiven voet ftonden, daar ze Lodewyk de veertiende op gelaten had, en dat in 't vervolg diegenen, die de plaats van den hertog van Orleans bekleed hebben , maar hebben behoeft den weg te volgen, dien hy hun gebaant had, om van langzamer hand de gemoederen weer te regt te brengen, en de eenparigheid van de leer te herftellen, zonder dewelke het Vrankryk on- mooglyk is, aangezien het humeur harer in- woners, een duurzame ruft te genieten.
Hoe natuurlykdedood van dezen prins ook Vreemde was , fchoon zyn doélor dien voorzien , en hem laftering, gewaarfchuwt had , en dat men dien aan het al te fterk harflenblokken , en aan de ongeregelt- heden , daar men hem van befchuldigde , raoeft toefchryven , kreet men het doch voor een uit- werkzel van godloosheid uit. Men ftrooideuit, dat hy koflh met den koning zittende te drin- ken, zeker poejer in het kopje van zyne majef- teit gedaan had, dat degene , die de koffi in- fchonk , het gemerkt , en de kopjes verruilt had, zo dat het gene, dat den koning itoegedachc was , den hertog van Orleans te beurt viel , die deze verandering niet gewaar wordende , zich zelfs vergaf. Ik zou my wel wachten dezeyflyk- heden te verhalen, zo zy zich niet zelf onder den voet ftieten.
Wie merkte deze gewaande misdaad ? heeft men hem ooit genoemt ?kon , moeit hy , niet verklaren wat hy gezien had? vreesde hy ge- tuigen of hulp te ontberen; is de voorkamer des konings ooit leeg, zyn 'er niet ten mini- ten wachten , eenige pagies , of kamerdienaars in ? wat zou hy gedaan hebben , indien hy
de
4i6 Het Leven van
de kopjes niet had kunnen omwiflelen , zonder dat het de hertog van Orleans gemerkt had? dewyl hy niet opftaandenvoet gefproken heeft, toen de zaak kon bewezen worden , hoe zou hy dan zo dwaas kannen zyn , om het te doen , toen 'er geen gelegenheid meer was om ze te bewyzen ? waaraan zou hy zich niet bloot geftelt hebben ? Zoo heeft de blinde nyd altyd toegelegt om een prins te bekladden , wiens grote hoedanig- heden hem, zo zeer boven de andere men- fchen deden uitblinken , als zyne geboorte.
Laat men zyn regentfchap onderzoeken, laat men de zwarigheden wikken , die hy moert te boven komen, om het zo vreedzaam te maken , als het geweefl is ; Iaat men zyne voet- ltappen nagaan , laat men op het gezag let- ten, dat hy , zo wel binnen als buiten het ryk , verkreeg; op het luidruchtig gebruik , dat hy 'er zomtyds van maakte, om die ge- nen binnen behoorlyke palen te houden, die het zelve wilden verdelen en verzwakken ; laat men zelf de maatregelen onderzoeken, die hy genomen had , om zyne rechten en vor- deringen te beveiligen, men zal'er een wyd- uitgeitrekte kennis, een beproefde voorzich- tigheid, een nette ilaatkunde, een onwrikbare ftantvaftigheid , een heldhafte onvertzaagt- heid , een waarlyk-koninglyke goedheid en goedertierenheid in vinden, en men zal ge- dwongen zyn te bekennen , dat de gefchie- deniffen ons weinig zo volmaakte voorbeel- den in 't (luk van regéring uitleveren , en dat , indien de vroomheid en godsdienft zyn parti- culier gedrag beftuurt hadden, en zyne ver- heve talenten geheiligt , men geen volmaak- ter modél in allen delen zou vinden.
EINDE.