jNI A G A Z Y N

VAN

T U I N-S I E R A A D E N.

C E K o L E U R D.

h\ lo.

TE AWSTERDABI, bij JOHANNES AtLART.

^Digitized by the Internet Archive
in 2009 with funding from
Research Library, The Getty Research Institute

http://www.archive.org/details/magazijnvantuins10laar

VERKLAARING DER PLAATE>r. g:

F LAAT LXXIIL

N°. I. Een ruuw onkoscbaar Gebouwtje, in den IMuscovifchen fmaak.
, Boomfl:ammen,met gekliefde Kneppels befpijkerd, maakcn deszelfs Wanden, en Riet ofStroa
over ruwe Slieten of Sperren , deszelfs Dak uit.

De binnen-verdeeling is willekeurig, en hangt af van het doel, dat men bij de oprichting heeft.

Zonder binnen-verdeeling , formeert het eene ruime Zaal, zeer gefchikt voor een Billart- en
Speelzaal.

N"*. 2 en 3. Opflaande Tuinbankcn, waardoor de zijde, waar men op zit, droog blijft,.

N^. 4. Ronde Tafel, cp een Boomftam.

P L A A T LXXIV.

In een voorig Stukje merkte men aan, dat Grafmonumenten meer fpreeliendc worden,,
wanneer 'er ccnig Voorwerp onzer genegenheid, dat in zijn leeven aan ons gehecht was>
onder rust.

Tot dat einde worden hier vier Gedenktekenen voor Honden gegeevcn ; welke Dieren meir
recht vrienden der INIenfchen kunnen genaamd worden , en als zodanigen onze herinnering
verdienen..

PLAAT LXXV,.

<jj VERKLAARING dirPLAATEN.

PLAAT Lxxy.

N**. I. Dikwijls gebeurt het, dat men, in een oud Bosch, welk men verandert, een paar
oude Boomflammen bij den anderen vindt. Om daar van partij te trekken , dient deeze voor-
Helling; de grond word rondom wat aangehoogd, zoo dat zij op eene kleine hoogte ftaan.
IS'°. 2. Een bevallige houte Bnig, met ijzere ketenen, of gevlogten touw.

PLAAT LXXVL

N". !. Eene bevallig overdekte Rustplaats.

N**. 2. Grafmonument.

N'\ 3 en 4. Tuinftoel en Tafel van boomkneppels.

PLAAT LXXVn.

VERKLAARING der PLAATEN. ^3

PLAAT LXXVII.

N**. I. Drie Tempels in den Gothifchen fmaak. Eene kleine hoogte , op een open plaats,
is tot de uitvoering gefchikt.
N". 4 en 5. Gedekte Rustplaatfcn.

PLAAT LXXVIII.

Zo verbeelding en gevoel mij niet misleiden, is dit een grootsch, fchoon en fpreekend.
Gedenkteken.

Op een eenzaam onregelmaatig Eiland, wiens oevers met Treurwilligen , Populier- en Pla-
taanboomen bezet zijn, een open plekje te vinden, waaruit het Gedenkteeken van onzen
geliefden en hooggeachtten rijst , moet aandoeningen fcheppen , die beter gevoeld , dan befchree-
ven kunnen worden.

I2 PLAAT LXXVm.

64 V^E R K L A A Pv I N G D E R P L A A T E N.

PLAAT LXXIX.

Een platgefcliilderd Schot, verbeeldende een oudniannen boeren Herberg.

Dikwijls gebeurt het, bij het veranderen van een Buitengoed, dat men wel wencshte een
gedeelte van eene oude rechte Laan te bewaaren , en verlegen is , om het ondoelmaatige daar-
van te beneemen: in deze of dergelijke gevallen, kan men zodanig Schot aan het einde.-
plaatzen, als wanneer het den weg tot den Herberg uitmaakt.

PLAAT LXXX.

Het voorgedeelte van eenen grooten Engelfchcn aanleg.

A. Een groot Stuk Water, waarover het Hoofdgebouw tekent.

B. Oprijdbrug naar het Hoofdgebouw.

C. Het Hoofdgebouw, welk ten minsten zes voeten hooger, dan de doorgaande hooo-te
van den grond, dient te flaan.

D. E. Bijgebouwen voor Stal, Koetshuis, Oranjehuis, Tuinmanswooning, 6;c.
F, G, H. Graspartijen, met hooge Stamboomen bezet.

I, K. Partijen met bijzondere Pijnen..
L. Gedeelte van het Korenland.

PLAAT LXXXL

pi. I.XXllt.

o -J-Z

Imi ."r i-»i i-1 I - I r I

c

L : '/<rv/c•/^

J

vJ. Lxxrv^

Pi. i.-xxv.

z

ö o IC 21 2^Z

JJ ±Z

p1. j.xxvi.

-^■

rl. J.xxvir,

Pi. Lxxvni.

Pi. hXXlX

^ ^ ? V

< 'C 1/ zz f

p1. ij^xx.

j 2 3 4 Ji o

foUö

^'6

N^

m