M A G A Z y U K A. ti T U I N-S I E R A A D E N. GEKOLEUE.D. N°. ïi. TB AMSTERDAM» bij JOHA^^n£S ALLAftt. # Digitized by the Internet Archive in 2009 with funding from Research Library, The Getty Research Institute http://www.archive.org/details/magazijnvantuins11laar VERKLAARING DER PLAATEN. 6$ PLAAT LXXXI EN LXXXII. Bevatten 4 ÏBoscIi - hutten , waarvan de famenftelling , de plaatfing en het gebruik, reeds meermaalen , bij voorige foortgelijke modellen befchreeven zijn. PLAAT LXXXIII. Eene fchoone Water-partij , waarin een rotlig Eiland , door een Brug aan het vaste land verbonden. \ PLAAT LXXXIV. N^'. I. Stroo-hut. 2. Tempeltje, bevallig met riet gedekt. De vakken tusfchen de ftijlen zijn zonder Giasraaraen, maar met beweegbaare zonnefcherraen. K PLAAT LXXXV, 66 V"É R K L A AR ING dch P L A A T E N. PLAAT LXXXV, Een fcfaijnbaar oud Gothisch Gebouw, van Hout getimmerd, en in dezen HHaak bcfcüiK derd. Hec is voor een hoofdgebouwtjen in cene IMenagerie geccckcnd ; 7.IjnJc tcvcas gcfchikt tot berging van bijzondere foortcn van dieren. PLAAT LXXXVI. Een Landlijk HuTsje, met hetgeen daarbij voegt. Ik heb het doen plaatzen irr.n hot einde van een Stukje bouwland, dat in een Bosch gefpaard is, bezet met eenig Koren y. Aardappelen, of andere Veldvruchten , waar het eene goede werking doet^ PLAAT LXXXVII.. •-» V E R K L A A Pv I i\ G u er P L A A T E ??. 6-7 PLAAT LXXXVII. Deze en do volgcnJe PI;,ac bevatten de voorfle en agtc'-rce pnriijcn van con door mij cangclcgd Buitengoed, waarvan ik in 'c vervolg nog andere Pa,rcijon denk- te geven. A. Ikc Hoofdgebomv. De Voorkamers zien over, mcc hoogiVammcnde Boomen onregcl- Biatig beplantte , Graspartijen. ' ■ B.- C. ü. op den Hecren-wcg sn den Rhiin E, Blaaiuvcn fteen vcrbeeldendQ, Brug, zooals in Flaat XX. N"^. 2. van dit Werk; do;h met een Boog. F. Coepel.. G en II. Tuinmanswoonfng, Stalling, Koets- en Orange Ilnis. I. K.. Yzcre Hekken. De rijtuigen rij Jen bij I. op de Plaats, voorbij het ITo Tdgc-hoir.v, over de Drug E. in de Stalling, of het lick K. uit. • L. CudcGothifche- Brug. De Beek, waarover dezelve ligt, heeft door een diiüccr ge- meenfchap met den Rhijn, waardoor men dezelve- alhier, tot twee voeten hooger d^.n het Polderv.'atcr, (waarop de Plaats ligt^ voert. Alzoo formeert dit hooger water, over eenige klompen fteen , order de Brug aangcbragt, een Waterval. De. Beek is, tot diar;ie zich verwijdt, ondiep en mee fteenbrokken belegd, waarover het water ruifcliend vloeit,. ]VI. Water in de JMenagerien, die rondom met rasters beflooren zijn. N. Rotsje,.dat tegelijk voor eene Brug dient,, en een Waterval formeert, door het optrek- ken van een Schuif jn den Dam ^ O. Waardoor het water in alle JMenagerien daaglijks ververscht kan worden, loopende , nabij P. Onder de rasters door, in de grootc waterleiding. De zoomen van het water en ds Menagerien zijn met kei- en andere flecncn rotswijze belegd ; daarze anders door de water- vogels fpocdig afgehaald worr'en. Q. Hoofdgebouwtje in de INIenagerie , bedaande in een ruim vertrek voor zitplaats , waaruit men een fchoon gezicht op de voorfte Menagerie hec fc , en, door twee zijraamcn, de open verdeclingcn van draadwerk voor de befloten Hokken doorziet.. R. S. Twee Zitplaatfen. T. Rusticks Brag, waaronder een klcene Waterval, U. Zitplaatfen van Rustieke Banken, onder een fchooncn, oud&n en lommerrijken Cas- tagne-China-Boom, die deze Zitplaatfen weldaadig ovcrPehaduwr, V. Vrugtboomgaard. W. Berg, waarvan de voorde Helling met Orange- en andere boomen, in tobben en potten, met diverfe gewasfen bezet is: dit doet ecne goede werking uit de Agterkamers vaa het Hoofdgebouw. X. Kleene Verhevenheid, waarop Zitbanken , ouder Plataanboomen ; van daar is een fchoon gezicht over het water, op den Waterval bij de Brug L, op de Brug F. en- op den met Sparren beplanten Berg Y. Z. Steeaen Beer,. om het voorfie hooge wacer te keercn. PLAAT LXXXVm. 68 V.E R K L A A R I N G der P L A A T E N. PLAAT LXXXVIII. A. Toegang tot de Pai-tij. B. Een half-ovaal overdekte Zitplaats, rustende op vier Colommen. Het vak van zelf in 't oog, dat van deze ftandplaats de Partij zich het fchoonfte en allergrootfte voordoet. Hec door de drijvende Brug I. aan het vaste land verbonden Eiland; de op een berg ftaande Tempel L; de Brug ]\J; het Hutje F; de Grot E; de Wijnberg , waartegen dezelve ligt: dit, en nog meer, maakt te famen een bevallig geheel uit, 't welk van dit punt in eens overzien wordt. De Wandeling leidt tot C, waarop Zitplaatfen, ziende over de Weilanden: kronkelende komt men boven op den Wijnberg, D. Van waar men een fchoon gezicht op de omliggende Partijen heeft. Nedefdaalende vindt menden fchijnbaaren ingang der Grot, E. Waarvoor eene gefchildcrde deur: de rots zelve is van in een gelopen gebakken Steenklompen opgeftapeld , en doet , op zekeren aflland , eene teekenachtige werking. F. Is een Rustiek Hutje met riet gedekt, waarbij een Schuitje, om naar het Eiland te vaaren, alwaar men eene Visfchershut , G. Zoo als op Plaat L. N°. 2. van dit Werk, vindt. H. Rustieke Banken, onder een groep oude Boomen; men wandelt over de op denne balken I Drijvende Brug, naar de Brug K. Zooals op Plaat X. N''. 8., klimmende op den Berg, L. Waarop een Tempeltje, zooals op Plaat LX. is voorgemeld, ftaat; afdaalende komt men aan eene fchoone Zwitzersfche Brug, zooals op Plaat XXXIX. N". 3. is gegeven. N. Vruchtboomgaard. O. Zitplaatfen. P. Befloten Tempel, van een allerfchoonst land- en water-gezicht. Q. R. Bruggen. S. Bosch-hut. T. Bank. U. Dam, waarin een Duiker, waardoor het water zich in de Polder ontlast. PLAAT LXXXIX. Pi. LXXXT Z '«J-^rT-FJT-l- i^i^iAuriL . vac&7i. . ^■A / Tl. LXX>ni. 2. ^_a rl. Lxxxiii. Pi. T.XXXW 9f^unü^i^. 2^e.Óe7Z -^ j. l'l. J,XXX.V, iniii o' Pi. J.XXXAT. :^^ rXJl. .: r^:-bg IjTCT ^/^„/ ^^c^,. —.^^Al/7l/a.7ZaK/c/lC / -2 Z ^ t'"" - S 0 2iO Z2 j.z ^5 -!^ ^^5 j-t'" J/ J-S JM ze ZJ. zz z_^ z4-. Tl JA'XX^'II. — <^Ai'fi^n.aLicAc -^i^i'^j^z'ii -3*5"' r^s ^-' Pi. LKXX\aiI. f^L % /