*1 . pp \ Robert E. Gross Colleóiion A Memorial to the Founder of the /,/h ed 'S / i :rr/'tf// ( " r/u raiu /' Business Administration Librarj ///UI , / ,1/1/ e Schryver overweegt dien voer Ra? neemt hem aan. Reiß ten dien einde na Holland. Krygt daar verlof om de voorfz. reis te mogen doen. Befielt Aßronomifche Infirumenten. Keert na Berlin. Maakt zich gereed tot de Afrikaanfche reis. T>oet een reisje om van zyne Moeder, enz. affcheit te nemen. Komt te Ber- lin te rug. Maakt eenige Vaerzen op zyn vertrek. Vertrekt uit TDuitfchland. IV at weg hy heeft genomen. Zet zyne reis voort. Komt te Amfterdam. Zyne verrichtingen aldaar. Onthoud zich daar een igen. tyd. Mae kt toefiel tot de reis na de Kaap. Bezorgt de voorfz. Infirumenten. 'De Burgemeefier IVitfeu doet hem qrooten dienfi. W aar ontrent . Inhoud 'van een Smeekfchrift , de reis betref- fende. Hoe veel die reis gekofi heeft. T)e Schryver is den Burve- gemeefier groot elyks verpligt. Op wat wyze hy den tyd voor zyne afreis doorbrengt. Moet veel geit uitgeven. Vertrekt na Texel. Lyd groot e koude. Oogmerl des Schry- vers by lyne reis. Ewyl ik belooft hebbe , een omftan- dig bcrigt te zullen opftellcn van het 1 genemyopdercis, Ifk' ■-.-... y^&ïzh die ik van zins was na de Kaap de Goe- de Hoop te doen, zoude wederva- ren , zoo zal men my niet qualyk nemen , dat ik vooraf verhale , door wiens aanleiding , en met wat oogmerk ik de zelve heb on- dernomen. denHeer7 ^e Lezer dient derhalven te van Krofik weten, dat ik myne Akademifche indi«nft. ƒ, Deel. Studie volbragt hebbende, my in de hoedanigheid van Secretaris in dienfi: begaf by den Heer Bernhard Frederik , Baron van Krofik, Geheimen Raad van den Koning van Pruiiicn ; hoewel myn oogmerk niet was , om deze be- diening flechts waar te nemen , maar wel voornamelyk om daar door gelegentheid te hebben , vreemde Landen en voorname Hoven zonder myne koften , te können zien en bezoeken. Gelyk dan ook de konditie , waarop ik my in dienfi begaf, onder andr- A ren ii BESCHRYVING van de Ocffent zich by hem m de Sterre- kunde. Voorne- men van dien B»- ron. Kieft hier toe een b;- quimcu oordt. ren behelsden , dat ik altoos met hem zoude reizen en ook alleen tot allerhande bezendingen zou gebruikt worden -, voorts als ik t' huis was en niets te verrichten hidde , zoo zoude ik alsdan zyne toonen , die behalvcn dat van een Leermeefter voorzien waren, 3 uuren daags in de Wiskonft on- derwyzen. Deze bediening had ik albcreids tot inhet twede jaar by den voorfz. Heer van Krofik waargenomen , en gedurende dien tyd aan ver- fcheide Hoven met hem geweeft, en midlerwyl met hem zelf fterre- kundige zaken verhandelt , en daar door my zelven veel meer geoeffent , als ik op de Akademie had gedaan ; by deze gelegentheid gebeurde het , dat de gedachten van zyne Excellentie vielen op de noodzakelykheid en nuttigheid van zulke Sterrekundige waarne- mingen , welke men op een en de zelve tyd, op gelyke wyze en manier , en met de zelfde Inftru- menten,in ver van elkander afge- legen oorden zou können maken. Deze zaak wierd van hem , die een zeer voorzichtig , verftan- dig, en fchrander Heer was , ry- pelyk overwogen, wat kollen daar toe vereifcht wierden, en wat voor een grooten roem zulk een groot voorflander der Kunften en Wctcnfchappen , daar door in de wereld /oude behalen , al was het ook dat het oogmerk , 't welk de volmaaktbeit der Sterrekunde tot een grond heeft , niet volkomen bereikt wierd. De bcquaamfte oordt , om dit oogmerk te bereiken , v\ ierd zoo wel van hem zelf als ook van an- dere verftandigc en geleerde man- nen geacht te zyn,*/e Kaap de Goe- de Hoojß , als zyndc zeer ver van Europa gelegen , en welke met een of andere plaats in Duitfch- land , of ten minden in Europa , ónder eiene middaglyn zou kön- nen gebragt wordenen of fchoon 'er ecnig onderfcheid tuflehen de Des7clfs oogmerk. middags -lynen mögt gevonden worden , dezelve echter aan de voorfz. obfervatien niet hinder- lyk zoude können zyn. Het oogmerk van dezen voor- treffelyken Baron was zeer loffe lyk , gemerkt hy daar door , gc- lyk reeds gemeld is,deflerrekunde tot meerder volmaaktheid meen- de te brengen , als tot nog toe ge- fchied was ; daar benevens oor- deelde hy dat zoo de fterrekunde op deze wyze zou können verbe- tert worden , het als dan ook niet zwaar zoude vallen , het zoo lang gezogte , en tot nog toe niet ge- vonde problema tot algemene nut- tigheid der fcheepvaart op te lof- fen , namentlyk dat het zoo ge- naamde Ooft en Welt , of lengte der oorden, midden in de zee, ten allen tyden zoo dikwyls als de nood zulks vereifcht , of gelyk als de zeevarende het noemen , ge- makkelyker zou können gevon- den worden. Deze Heer wilt daar benevens ook zeer wel , dat ik nergens gro- ter vermaak in fchepte als in het ka icadcn. reizen, en dat ik om dieswille van voornemen was zynen dienft te verlaten , en een reis na Moscou te doen. Vermits hem nu myn gedrag en levenswyze gedurende den tyd , dien ik in zynen dienft doorgebragt had , ten vollen be- kend was , deed hy my een voor- flag , of ik my na de Kaap de Goede Hoop wilde begeven , om daar de bewufte obfervatien op zyne koften te doen ; daar bene- vens beloofde hy my jaarlyks een zekere zomme tot myn onderhoud te zullen bezorgen, of dat ik van hem zoude cifchen , zooveel als ik oordeelde jaarlyks van no den te hebben. Ik nam dezen voorfbg in o- Dcsdiry verweging , doch verklaarde my ver over- in 't kort , dat ik niet ongenegen SSÏR!' was my in zynen dienft derwaarts te begeven , en dcwyl zyn edel- moedige inborft my ten vollen bekent was , ik ten opzigtc van het Hy wil den Schry- vernaAfri- KAAP de GOEDE HOOP. het nodige tot myn onderhoud niets het allerminfte vreesde, maar zeide, om dat ik niet wift hoe duur of hoe goed koop men aan de Kaap de Goede Hoop kon le- ven , het my onmogelyk was , een zekere zomme tot myn trak- tement en onderhoud te können bepalen. Kn als de Baron my daar- op beloofde , dat hy my behal- ven myn falaris , dat ik tot dus ver van hem had genoten , daar- enboven zoo veel wilden zenden als ik tot myn onderhoud jaarlyks /.Ou van noden hebben , wierd ons hemman! aK-koort gcllotcn , en ik was aan- ltonts bedacht , om de reis aan te nemen. Reift tot Doch de/e reis kon zoo fchie- rlr Hoi-ldc tyk £cen voortg;mg hebben , voor land. eerit om dat de nodige Aftrono- mifche Initrumenten niet voor- handen waren : ten anderen , om dat 'er eerit verlof van de illuftre Ooit-indifche Compagnie in Hol- land moeit verzogt worden. Ik wierd derhalven in dat zelve jaar nog , te weten 1704 in de maand van Mei na Holland gezonden , met brieven aan de Heeren Be- winthebbers van de voorfchreve Compagnie, den Heer Bürge - meefter Nicolaas JVitzen , en den Heer de Blocqnerïe in Amster- dam , en aan twee Edelen van Holland , namentlyk den Heer Generaal van Opdam en den Heer van cDuyvenvoorden in den Haag, waar in de Baron deze Heeren ver- zogt, zyn aanzoek te helpen be- gunftigen , ten einde ik het verlof, om na de Kanp de Goede Hoop te varen , te eerder mögt ver- krygen. : vt.. Het vereifchte niet veel moei- bf om de te , zodanig verlof te verkry- reiste 'mo- gen, omdat de Baron van Krofik, gen doen. Jje voormaals als Wolfeilbuttel- fche Gezant drie jaren in den Haag gereiideert en de Vrede- handeling te Rysw yk in die hoe- dan igheitby ge woont had, by die gelegentheid grote kennis met de voorn. Heeren gekregen had: L T>eel. ichc Inftru- m ent en. daarenboven had de Generaal van Opdam als Gezand van den Staal der Vereenigde Nederlanden eeni- ge jaren te Berlin doorgebragt. Deze Heeren beloofden my alle dat zy met de Heeren Bewind- hebbers van de voorlz. Maatfehap- py dienaangaande /.ouden {preken; en de Heer Burgemecftcr Witzen verzekerde mv, eer ik naDuifch- land te rug keerde , dat ik vatte ftaat kon maken , mede na de Kaap te zullen varen. Zoo dra ik deze verklaring van ^^\xh- den laatftgemeldcn Heer , nevens £°_n°5j£; een brief tot antwoord aan den Baron van Krofik bekomen had , verzuimde ik niet , ten cerlten de nodige Initrumenten te bezorgen ; ik fprak ten dien einde met den vermaarden Konitcnaar Adriaan de Koning te Amfterdam, en be- itelde by hem, hoewel op nader goedkeuring van myn Principaal den Baron van Krofik, twee Asm- muihalia, elk van 1 voeten in den diameter, twee Quadranten elk van 3 voeten in den halven diameter, en twee Sextanten van dezelfde grootte metalhuntoebehooren. Ik beitelde deze Initrumenten dub- beld , op dat de Baron dezelfde Initrumenten zoude hebben , als die welke ik mede naar de Kaap zou nemen. Kort daarna, als ik mvne zaken in Holland verricht had , keerde ik na Berlin , om aan myn prin- cipaal van alles verilag te doen , en de voorfz. brieven te behandi- gen ; dewyl hy dan in alles groot genoegen nam , belafte hy my kort na rryne te rug komft , aan den bovengemeldcn Konitenaar te fchryven, ten einde hy de voorfz. initrumenten mögt vervaardigen , en hem met eenen te verzekeren , dat de Banquier Daniel Deutz te Amfterdam de nodige penningen daar voor zoude befchikken. Omdat ik nu de nette tyd van ge^aeatktto* myne afreis niet wift, aangezien de Atn- alles van den wil van myn Prin- *£?**■ cipaal afhing, als mede van het A Z ver- Keert na Berlin. BESCHRYVING van de om vertrek der Ooil-indifche fchepèn in het gereed zyn der meer- gemelden mftrumenteh , waar omtrent ik echter eensdeels door de kouranten en ten anderen door brieven naricht ontfing , maakte ik mv immiddels reisvaardig , op dat ik op den eerften week myne reis na Holland , en van daar ver- der na de Kaap de Goede Hoop zou können voortzetten. I ri dien einde deed ik een kleine reis na Neurenberg, om met de Wiskonftenaars aldaar de 1 leeren George Kriftbffèl Eim- man , mvn gevveze leermeefter , van YVurtzelbau en den Profeflbr Doppelmayer , enz. raad te ple- gen, op wat w) ze ik het oogmerk van mvn Principaal beft zou mo- gen bereiken ; ten anderen ook om van hen en andere waarde Vooritanders en Bcgtmftigcrs te Neurenberg , als mede van myne Moeder, buiten welkers toeftem- ming ik die reis niet wilde on- dernemen , affcheid te nemen , het welk alles gelukkig volbragt wierd , en een gcwcnfchtcn uit- flag gehad heeft. ik weder t 'huis gekomen , en \ .m myne verrichtingen aan fflyn Principaal bchoorlvk\cr- flag gedaan had , begon de tyd I ' ii nu n \ ertrek Itcrk te naderen , het welk my zoo veel te liever nas , wyl het langer vertoeven my zou verveelt hebben ; aange- zien ik gene andere /aken onder len kon nemen ; daar bene- v. as ik ook beduchl , dat de door d'ccn of d'andere hin- derpael achterwege mögt blyven. idelyk quam de gewenfeh- dag ,' zynde Cwn 2 Oftober venu: 1704, op welken ik Duifbnland , en alle waarde begunlHgers en lie- vrienden vaarwel zou zeggen ; cll 1 . toen ter tyd, wanneer ik nog niet veel van de fchecp- dc KaapdcGoeÄc I loop w ill , iige liegte \ aerzen op I k nudenvoorl/. - dag op reis, ver/ek van mvn Prin- cipaal den Baron van Kroiik, des- zëlfs Gamalin , dochter en jongen Heer van Kroiik , welke laatlt- gemclde met my na Holland ging. wy reisden famen tot Lnncn- burg,daarw\ lr\ den tocnmaligen Lands-Director overnachten , en daags daaraan , na dat ik de \\ is- konftcnaars van die Stad gefpro- ken had, namen wy zeer vricn- delyk \ an malkander afïcheid; Ik nam met den jongen Baron de reis over Bremen, door het Oldenburgfche en Delmcnhorlï- fche; bezagen Ooft- Vriefland , en quamen vervolgens te Nie, lchants in de Provintie van Gro- ningen, gelukkigh aan, alwaai W) niet lang ftil bleven , wyl is bang was, dat de Oolt-indifche Schepen voor myne aankomit in Holland, mogten vertrekken, ge- lyk ook reeds gefchied was ; wes- halven wy onze reis met de ordi- näre trekfehuiten na Groningen voort/ et t eden. Ik was vati meening den wac- reldberocmden Heer Bemoulli, Hooglceraar iti de Wiskönft te Groningen, te fpreken, doch het ongeluk wilde , dat hy toen ter tul juift uit de ftad was ; 1 halven ik genootzaakt was myn voornemen te laaten varen , en de reis met den jongen Baron voort te zetten, wanneer w \ onderwege de franje lieden en plaat len Stro- bofch , Dockum en I .eeuw arden bezagen , en vervolgens te 1'rane- ker aam] namen. Door de afwc/cntheid van 1 I I: er /-'///Ar, Hoogleeraar m de \\ iskonft te Franeker, was ik weder ongelukkig ; w erhaben ik hier niet lang Uil bleet', maar met de treklehuit öp Harlingen \ daarw \ ons beulen in hei ordinäre beui ifchip Op Amllcrdam ! ven , dé roef huurden , en n.i Vmlterdetn voeren. Dit fcHip quam <>ns heel groot voor , w yl geen van o dam aanquamen , daar ik myn oud logement weder opzogt , nament- Ivk bv den Heer Joan W cyfenak- kcr , by wicn ik gedurende myn verblyf te Amllerdam met groot genoegen gehuisveil ben. Zoo voort na onze komil alhier , ont- floeg ik my van den jongen Baron, die alleen gekomen was, Om de lie- den van de Vercenigde Nederlan- den te bezichtigen. Myn eerlle werk was om na de Oofl-indifche fchepen te vernemen, doch die wa- ren alberei ds vertrokken. En fchoon dezelve ook nog voor Tex- el ten anker gelegen hadden , zoo zou ik echter niet mede hebben können varen, doordien de bedel- de Inllrumcntcn nog niet gereed Waren , die volgens het zeggen van den maker, onmogelyk in zulk een korten tyd konden klaar zyn. /.ync ver- fiv was derhalven gedwongen te "id«r.Sen Amllerdam te blyven wagten, of weder na huis te keren, hoewel dat heen en weer reifen my gcen- zins-bchaagdc. Maar wyl de naa- lle fchepen niet voorde maand van December weder na Ooil-indien vertrokken, en men my daar en boven zeer bang maakte , met te zeggen , dat het des winters meer ilormde , als des zomers , en dat het op 't water veel kouder was als op 't land , zoo fchreef ik dieswe- gen aan myn Principaal , hem alles A 3 voorlielïende wat ik gehoon ha waarop ik van hem het aan- genaam antwoord kreeg, dat hy aan myn keur Helde, of ik met de mafte fchepen wilde vertrekken, of wachten tot de naaltkomcndc Mei , doch ingcvalle ik het laatflc mögt verkiezen , dat ik alsdan we- der na huis zou keren , en by hem zoo lang vertoeven. Dewyl ik niet gaarn weder na onthr huis wilde keren , verkoos ik lie- 7'fh d ver met de naafte fchepen de reis tyd!8™ aan te nemen, als langer te vertoe- ven ; daar en boven achte ik het een fchande , uit \ rees voor 't ge- vaar na huis te keren, en daar my- nen tyd tot het naailkomcnde jaar met wachten door te brengen. Ik bezorgde dienvolgens te Am- Maakt to* fterdam , dat de Inilrumcnten die ftel tot<[e ik bellek had , midier wyl ge- Kaap* ' maakt wierden , op dat ik daar door niet weder mögt opgehouden worden. Ook bezorgde ik al het geen my op een zoo langdurige en verre reis van noden was , ten einde ik naderhand geen gebrek aan 't een of 't ander mögt hebben , sgant op zee , of als de icheepslui- den zeggen , voor de grote maft, vind men niets te koop. Ten dien einde deed ik meni- Bezorgt de gen gang nahet huis van den meer- voorfï. in- gemelden Inilrument-makcr. Ik fernumen- kogt ook v.xn den Heer Nicolais Hartzoeker de nodige glafen tot perfpectiven , waar onder twee objeclivcn die van lengte, van on- trent 30 voet waren ; de helft van deze glafen nevens de andere in- ilramenten , die alle dubbcld ge- maakt wierden , zond ik aan myn Principaal na Berlin, om zich daar van dezelve op gelyke w\/.e te können bedienen. Het is my fchicr onmogelyk te De Burge- vcrhalcn, hoe dikwylsfik de eet j«***^ heb gehad , den Heer Burgemcel- hem gro- ter Witfen te fpreken , en \ an hem ttn dieart- gunftig ontfangen te worden, aan- gezien'er tra» geen dag voorby ging, dat ik niet ten minilen een- maal aan zyn huis ben gewectl; en ik 6 BESCHRYVING van de trent. Inhoud van een fmeck- fchnft de Reis be- treffende. ik heb dezen Meer alle de welda- den , die ik van de Heren Bewind- hebbers van de Ooft-ïndifche Maat- fchappy genoten heb , alleen te danken. Want op defzelfs wyze voor- Helling , kreeg ik niet alleen verlof na de Kaap de Goede Hoop te mogen varen , 't welk anders zelden verkregen word ; maar hy ilelde ook op mvn verzoek , om dat ik in de Nederduitfchc taal onervaren was , een requeft op, 't welk ik afgefeh reven hebben- de, aan de Heeren Bewindhebbers van de voorfz. Maatfchappy liet overgeven , en al het geen ik daarin verzogt , wierd my toege- ftaan. Om den lezer door het lezen van het ganiche requeft niet ver- drietig te vallen , zal ik hem al- leen den inhoud daar van mede delen, die hierin beftond: (i)Dat ik ongehindert na de Kaap de Goe- de Hoop mögt varen, (i) Dat ik eenen uit de bezetting aldaar zou mogen verkiezen , die door de voorfz. Maatfehappy zou onder- houden worden, die het obferve- ren der fterren van my leren , en altoos nevens my obferveren zou- de , ten einde hy na myne te rug reis met de Inftrumcnten die ik daar op uitdrukkclyk bevel moeft laten , zoo zou weten om te gaan , dat hy de nodige obfervaticn zou können maken. ( 3 ) Dat my mögt vergunt worden , het gebruik van het Kompas, zoo wel terwyl w 5 op zee zouden zyn , als ook daar te land. (4) Dat ik een klein ka- mertje op het fchip voor my alleen mögt hebben , tot myne ftudie. ( 5 ) Dat men my aan de Kaap een bcquame plaats om myne obferva- tien te doen , mögt inruimen. (6) Dat my van de Maatfchappy van hare flinger- uurwerken tot myn gebruik mögt gegeven worden. (7) En dat ik in de Ka- juit mei den Kapitein en andere Officieren mögt fpy/en , met ver- zoek om te mogen v\ eten , hoe- veel ik voor vragt en koftgeld zou moeten betalen. Dit alles wierd my, op de voor- ,H^eved Helling van gcmelden Heer Wit- koftheelT fen , van de Maatfchappy toege- ftaan ; maar aangaande de betaling voor kollgeld , enz. wierd ik aan de Equipagie-Mceftcrs gewezen, welke voor koftgeld , vragt en de nodige uitrufting 185- Guldens eifchten , maar de zoo evcngcmel- dc Heer bragt door zyne voor- fpraak te weeg dat ik niet meer als z 3 5 Guldens behoefde te be- talen. Ik zal hier al willens geen gewag De Schry« maken van vele andere weldaden, B^gemee- die my deze weergaloze Heer fter wnien Witfen heeft bewezen. Maar ik f^fjf8 kan ook niet ftilzwygens voorby gaan , hoe zyn Wel Ed: Gemeld aan den Kapitein van het fchip de Unie, waar mede ik zou varen, in myne tegenwoordigheid op een byzondere wyze mondeling myn perzoon recommandeerde , gelyk ook aan den Gouverneur van de Kaap, door een wydlopigcn brief, gemerkt ik niet in ftaat ben , hem eenigen anderen dien ft te bewy- zen,als zyne liefdadigheid, fchran- derheid en byzondere hoogachting voor allerhande konften en weten- fchappen hiermede waereldkun- dig te maken, en na vermogen te vercuwigen. Doch hoe dit alles door de Die- Opwi? naren van de Ooft-indifche Maat- JJjJ fchappy na gekomen wierd , zal voor mt.?- ik niet nalaten inliet vervolg te jjj* melden ; jegenwoordig zal ik al- brengt, leen zeggen , om bv mvn onder- werp re bl\ \ en , dat de 1 \ d die ik in Amfterdam moeft vertoeven, tot dat de Ooft-indifche fchepen vertrokken , heel fchielyk, ja zelfs ongemerkt voor by liep , door dien ik dezelve met dezen of ge- nen Geleerden of voortrefl'eK ken konftenaar met het grootfte \ er- maak doorbragt , hoewel myn beurs had 'er zoo veel te meer ge- voel van. Moet v-;: Want als ik ,behal\ en de gcmel- geld uitge- de ven- KAAP de GOEDE HOOP. 7 de X3 5 Guldens, myne andere zaken tot de reis van noden , be- taald had , wierd daar door zulk een groot gat in myn beurs ge- maakt , dat'er byna niets over- bleef ; aangezien de vervaardigde Inltru inenten een goede zomme versuchten, hoewel ik maar iels daar op betaalde , en het overige op den Heer Daniel Deuts afïig- neerdc. De Heer Hartzoeker moeit ook geld hebben voor de twee Objeclif-glaicn en de ander voor het maken van den Tubus. Daar en boven eifchte myn huis- waard voor kolt en kamer, als me- de voor verlcheide zaken , die hy voor my gekogt had, ook een mo- je zom , alhoewel ik moet beken- nen, dat hy geenzins te veel re- kende , behalven dat'er ook veel verfchoten geld onder was. Wel is waar dat ik een merkc- lyke zomme in geld en Wiffelbrie- ven had ontfangen , maar als het bovengemelde daar afgetrokken, en het geen ik voor kilten en an- dere kleinigheden moeit uitgeven, daar by gerekent word ; zoo is ligt te denken , dat ik niet veel over- hield , tot een zoo verre reis , daar ik ten minlten anderhalfjaar moeit wachten eer ik een nieuwen Wif- fel kon hebben : zoo dat indien de jgemelde Hr. Deuts my niet nog eenig geld gegeven had , het my onmogelyk zou geweelt hebben, die reis te doen. Ik had van den gemelden Deuts zelfs wel meer geld können kragen , waartoe hy buiten twyffcl van myn Principael order had , maar ik vertrouwde op God, en Iteunde op myn Prin- cipaals edelmoedige imborlt , ver- zekert zynde, dat die my geen ge- brek zouden laten lydcn, en begaf my dienvolgens met myn geringe voorraad van geld aan boord. Ditgefchiede den zo December J^; 1 704 ; wanneer my door order van de Heeren Bewindhebbers van de Oolt-indifche Maatfchappy de eer wierd aangedaan , dat ik niet ne- vens andere gemene matrofen of zoldaten in een lichter , maar met een byzonder vaartuig na Texel gebragt wierd , want op het zelve bevond zich niemand als de Schip- per en zyn volk , en eenige victua- lie voor het fchip de Unie en ver- fcheide andere. Wy waren x dagen en 2. nach- Ly<* grote ten onderwcge , eer wy in Texel koudc' aanquamen, en vermids ik al dien tyd geen vonk vuur in het fchip te zien kreeg, zoo laat ik den le- zer oordelen, hoe ik by deze kou- de wintertyd te moede geweelt zy. Doch deze koude had niet te be- duiden in vergelyking van het ver- volg, wanneer wy tuiTchen Schot- land en Noorwegen tegen over Hitland op de hoogte van 6z gra- den door voeren. Jegenswoorctig zal ik alleen zeggen , dat wy we- gens kontrari wind, drie weken in Texel moeiten blyven leggen , voor dat wy konden zeil gaan. Verhaal van het geen 'er van Texel af tot aan de Kaap Verd , en 't eiland van St. Yago is voor- gevallen , en waarom ze hier moeften aanlanden. II. HOOFDSTUK. Wat de Schryver te "verhalen van zins is. Zeilt uit Texel. Zwa- ren ßorm m Texel. Namen der Schepen, die met den Schryver uit- zeilden. Zeker matroos ßerft. Merkwaardig voorval, van- neer Wat de Schtyver te verha- len van zins is. ilt uit 8 BESCHRYV1NG van de neer de fchepen onder zeil gingen. Il 'at koers dr-zelve namen. J Vor den door form ver jl rooit. Mist aft ing. Ontdekken Hit land. Grote konde in deze lucht -ßf eek. T>c Schryvér moord ziek. Oor- x-aak -van die ziekte. Gebruikt medikameuteu , doch te vergeefs, i rr zoekt iets het welk hem word geweigert. Gezag van den Ka- pitein van het fchip. T)es Schryvcrs ziekte neemt toe. Krygt de alledaagfchc Koortfe. Genezing. T)es Schryvcrs gevoelen aan- gaande zyne ziekte. Maakt vriendfehap met de fcheeps Officieren. Vrolyke dag op het fchip. Werk van den Tamboer op het fchip. Tyd- kortiugen der Bootsgezellen, ÏVcrk van den Trompetter op het fchip. Scheeps-mufiek. Komfi onder de verzengde luchtßreek. Ontdekken bet eiland Sint Antoni. Ontdekken verfcheide anderen. Ontdekken het eiland del Fuogo. Het eiland St. Jago word ontdekt. T>e Schry- vér ziet voor de cerftemaal een Haay. Vangen verfcheide Vißchcn. Staan groot gevaar uit. Zoeken het af te wenden. T)e Schryvér is zeer beangß. Vonder lyke uitkbmfl. Het Schip daar de Schryvér op is , krygt een ramp. Schepen die in den haven te St. Jago lagen. Aau- komß van een Hollandfch Schip. Zetten voet aan land. Ren 'Portu- geefch Edelman en een Geeftelyke komen aan boord. Aanmerkingen den ■voor/h. Geeflelyken betreffende. Tianfl op een by zondere wyze. 'Des- zelf s hojfeïykhcïd , en boekéry. T>es zelfs mildheid en liefdadigheid ; de Schryvér is hem verpligt. Vcrverfchen zich. 7)e Schryvér veilde ßad St. Jago gaan bezichtigen ; word hem afgeraden. Moet zyn voor- nemen faken. Hoe lang ze te St. Jago hebbeu fiil gelegen. Ziet den Gouverneur en deszelfs Huisvrouw. ■ dorm in TexcL MVn voornemen is niet om een ordentclyk Dagrcgifter \ an rnyne reis te maken , als wel verzekert zynde, dat den Lezer zich weinig daar aan /.al laten ge- legen zyn of hy weet wat voor V\ i r v. y van dag tot dag gehad, wat Koers wy gezeik , en \\ at Breedte en Lengte wy gevonden hebben ; doch ik kan niet nalaten, eenige zeldzame zaken en voor- vallen, die ik gedurende dercis ontmoet heb, te verhalen. Den 12. December 1704. in Texel gekomen zynde, konden w\ wegens kontrari wind niet voor den 8 Januari 170.7. uitlo- pen. Daar ging een grote Vloot met ons in zee , welke deels na de jVIiddellandfehc/cc of' na de Straat, en deels n.i de Ooft gcdeitineert was. De Ooft-indifche fchepen, die uit Texel onder zei] gingen waren <; in getal , behalve n Jog andere, die uit 'Zeeland en uit de I\laa\<>'>k naOoft-indien voeren. Gedurende den tyd , dat w\ m Texel Li gat , Honden wy een zw a- ren ftorm uit ; zoo dat'er verfchei- de zoo wel Ooil-indifche als ande- re fchepen van hare ankers ge- fpoelt,enna ftrand gedreven wier- den, en daar waren'er verfcheide, die na dat/e het gevaar van te zul- len ftranden voor oogen zagen, en reeds z of 3 van hare ankers- verloren hadden , haar laatfte en eenigfte uitwierpen, en op die wy- ze ter naeuwer nood behouden bleven. De namen der 9 Ooft-indifche Namen der fchepen waren : de Koning Karel, SKi** de Unie , op w elk laatfte ik my bc- Schryvér vond, en deze z waren van den u::iïlldcn- groot ften rang, namentlvk 160 voeten lang , en \ oerden ieder 60 /ware kanons, behaken de ballen of dobbelhaken, waarom het eerft- gemelde het Admiraals,en het laat- fte het \ ice- Admiraallchip was; de namen der overige fchepen wa- ren, Schonerloo, Flora , Munfter* Sandhorft, 'tHuis te Hemert, de I [am en 't 1 luis ter Aa. \ oor dat wy nog in de volle Zeker Ma- zee waren, waar ontrent ons de troosftcrft' KAAP de GOEDE HOOP. gemelde kontrari wind hindcrlyk was, llierfer den i. Januari 1705- een van onze Matrofcn , en ik was toen ter tyd , wyl ik de zeelucht niet wel kon verdragen , zelf on- paflèlyk. Terwyl wy in Texel la- gen , bevond /.ich de Heef Bur- gcmcelter Jacob Jacobf/,. Hinlo- pen als Gecommitteerde Bewind- hebber van de kamer van Amller- dam op een Heercn-jagt by ons, welke Heer my ook grote beleefd- heid bewees ; want als de mönfle- ring gefchied was , nodigde zyn Ed. my op zyn Jagt , daar ik on- der een glaasje wyn eenigen tyd in de Latynfche taïe met hem re- deneerde. Dezen Heer ordineer- de , dat het lyk van den voorfz. matroos gekift , en in onze cha- loup gebragt wierd ,om na de Hel- der gevoert en aldaar begraven te worden, en alzoo niet volgens ge- woonte in zee geworpen wierd. .Merkwaar- Wanneer de voorfz. 9 Ooli-in- di fJanT difche fchepen uitliepen , gebeur- neer de de 'er iets dat ik te melden nodig fCndefezea acnt> OTn dAt xulks eenig ongeluk gingen, fcheen te voorfpellen. Nadatwy door eenige kanon -fchoten van den Bewindhebber Heer Pieter van Dam , die als Gecommitteer- de by ons gekomen was om den Burgemeefter Hinlopen af te lof- fen , affchcid genomen hadden, en op dezelve door eenige fchoten van zyü jagt waren bedankt ge- worden, zeilden wy met een goe- de Ooftc wind Texel voorby, wan- neer de boot van het fchip de Ham voor onze boegfpriet raakte , en wyl ze aan het fchip de Ham met een touw valt was, wierd ons fchip daar door zoo dicht aan het ander getrokken , dat wedcr/.ydfch zwaarden aan malkander raakten ; en doordien het fchip de Ham klcinder en zwakker was, als het onze , moeft 't zwaard van de Ham noodzakelyk breken ; en wy zouden groter ramp hebben ge- had , indien onze Kapitein het touw , waarmede de voorfz. boot aan de Ham vaft was , niet had la- I. T>eel ten afkappen , en de boot dos la- ten in zee dryven , doch de zelve wierd door het jagt van den Heer van Dam nog weder gekregen en vervolgens na Amilcrdam gebragt, wyl het fchip de Ham reeds te ver ver zeilt was. Onze orders, welkers inhoud Wat koen • . .., , dezelve wy met wiltcn , maar niet anders namen, dochten, als dat wy door het Ka- naal zouden palieren, luidden dat wy achter Schotland zouden om zeilen, om de Franfche vyandlykc Kapers en Oorlogs-fchepen niet in den mond te lopen ; waar toe ons de Ooftc- wind zeer gunftig was, aangezien wy onzen koers tufTchcn Duitfchland en Engeland voort- zetteden , en den zclvcn dus , al- hoewel veel moejelyker, als inden aanvang, tünchen Schotland en Noorwegen vervolgden , tot dat wy bykans de hoogte van 6% gra- den Noorder breedte bereikt had- den. De voorfz. Ooftewind duurde Werden niet heel lang , want den derden verftrooït? dag, na dat wy uit Texel gelopen waren, zynde den 10. Januari, be- liep ons een zware iïorm uit het Noord-weften , die lang aanhield. En wyl de nachten allengskens veel langer wierden, als ze in Duitfchland doorgaans zyn, ende voorfz. wind ons t'eenemaal tegen was, zo konden wy niet alleen op verre na zoo veel fpoed niet ma- ken , als wy in den beginne gedaan hadden , maar onze 9 fchepen wierden dienzelvcn nacht ook van malkander veritrooit ; zoo dat wy den volgenden morgen ontrent ten 1 o uuren , wanneer het eeril begon dag te worden , geen een fchip meer by ons zagen. Veel gins en weer te laveren om Mistafang. de andere fchepen op te zoeken, liet het hard weer niet toe, wes- halven wy zoo goed als wy kon- den , onze reis na de kant van Hit- land vervolgden, waar op wy daags daaraan ten Noorden van ons eeni- ge Schepen ontdekten , werwaards wy , wyl ze in onzen weg waren, onzen t io BESCHRYVINGvande Hitland ontdekt. Groie kou- de in deze luchtftrcek. De1- ver word 7ick. onzen koers wendcden ; doch midlerwyl wierd alles wat tot een dappere tegenweer vercilcht word klaar gemaakt, de kanons wierden met fcherp geladen, en twee grote killen met granaten wierden bo- ven gebragt. De andere fchepen daar en tegen , als ze ons van ver- re zagen aankomen , hadden de- zelve gedagten die wy hadden , zoo dat elk zich verbeelde, zyncn vyand te zien, fchoon wy vrien- den van een en dezelfde vloot wa- ren. Ondertuftchen wilden /.e ons niet afwachten , wyl ze ons voor een groten en wclbcmanden Ka- per aanzagen. Om de \ oorfz. reden vluchte de eene voor den ander , en de ove- rige fchepen wierden door den ftorm nog meer verftrooit, en wy kregen cindelyk , na zeer veel zukkelens , den 28. Januari het ei- land Hitland in het gezicht ,' tuf- fchen het welk en dat van Fcro, en alzoo achter Schotland , wy door zeilden. De koude is in deze luchtftrcek in dit jaargety zoo groot , dat het naeuwclyks te geloven is , inzon- derheid voor iemand , die nooit van zvn leven de zee gezien of be- varen heeft , waarby nog komt, dat men op de fchepen nergens vuur vind als inde keuken, die zoo klein is , dat'er naeuwelyks drie menfehen in können zitten. Maar als men bedenkt , hoe een geboren Duitfcher te moed zou we/ en, als hy den ganfehen win- ter zonder warme kachel of zon- der cenig vuur, zou moeten door- brengen , zal men zich geenzins verwonderen, wanneer ik zeg, dat ik door deze ongewone felle koude en in zware melancholie en ziekte viel. De lezer zal zich mogelyk ver- beelden, dat rnyne ziekte niets anders was dan de zoogenaamde dekte:, welke veroorzaakt, dal (I maag alles moet overgeven. Doed van deze laaftgemclde ziek- te ben ik nooit aangctalt , en fchoon dezelve zeer laflig valt, zoo had ik my echter die gaarn ge- trooft , om dat ik van ervare zee Chirurgyns en anderen , die meer ter zee gevaren hadden, verftond, dat die ziekte tot gezondheid zon- derling ltrekt : doch de ziekte die my overviel , had ganlch geen ge- meenfehap of ovcreenkomrt met dezelve , en was alleen uit koude ontftaan. Want voor eerft , zoo was ik zulk een feilen en langaanhouden- den koude niet gewoon , welke door de lange nachten nog groter Was , aangezien wy in deze lucht- ftrcek en dit jaargety naauwelyks 3 uuren dag hadden , zynde de overige tyd van de z^ uuren al- toos nacht. En of fchoon ik my in myn bed , dat ik met my geno- men had , nog zoo warm toedek- te , en alle myne kleren te baat nam , kon ik echter de ganfche nacht door nimmer warm worden. Hier by quam nog , dat my het fcheeps- leven geweldig voor 't hoofd ftiet, om dat ik, dat ruuwe leven niet gewoon zynde , met dit woeft en wild volk niet over- weg kon , te min wyl ik de Hol- landfche tale onkundig , weinig met hen fpreken kon* en al zei ik iets , dat ze zeer wel verftonden, wierd ik echter, of uitgelachen, of eenige reizen op nieuws ge- vraagt , en doorgaans met een iaat z,e^je heen gezonden. Ik verbeelde myevenwcl,om dat Geh™&* myne ziekte zoo lang aanhield en menten met een afkeer voor de fpys vcr- zelt was , dat de zee alleen oor- zaak van dezelve was , weshalven ik op den raad van onzen Opper- meefter , een man van goede we- tenfehap, genaamt \\ illemDever- tcn , geboortig van een klein ei- land beneden Rotterdam , den 6. Februari een braakmiddel innam, het welk ik uit Duitfchland mede gebragt had, doch het bcquam my» als den hond het gras. \\ ant in plaats van te braken , raakte ik vcrftopt,en alhoewel ik warm bier dronk, KAAP de GOEDE HOOP. n Verzoekt iets, dat hem wort dronk, om te eerder aan het bra- ken te komen, hielp zulks niet, weshalven , om het braakmiddel uit het lichaam te hebben , ik ge- noodzaakt was, een vinger in de keel te rieken , en aldus de natuur te dwingen. Gedurende dezen myncn toe- .t {land , zond ik myncn oppafTer, geweigert. fcc my 0p or Jcr V;m Jc Hceren Bewindhebbers was gegeven, aan onzen Kapitein Adriaan Bogaart , om een weinig zuikcr en boter om in wat warm bier te doen , doch zulks wierd my geweigert, hoe- wel ik niet weet waarom , of het moeft wezen , dat myn oppafTer niet beleefd genoegfprak, of moge- lyk om dat hy den Kapitein voorby gong , en den Kajuitwachter eerft vraagde. Ik moefl derhalven geduld heb- ben , wy 1 het den Kapitein zo belief- de ; niet tegcnflaande de generale order van de Ooft-indifche Maat- fchappyuitdrukkelyk medebrengt, de zieken zoo veel mogelyk te gerieven ; en of fchoon ik mynen oppafTer andermaal aan hem zond, en zeggen liet , dat ik te Amfter- dam myn geld daar voor gegeven had, en dat ik aan den Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop, aan wicn ik brieven vanvoorfchryvens by my hadde, daarover zoudekla- gen, zoo mögt zulks doch niets helpen, hoewel ik voor de waar- heid niet kan zeggen , of myn oppaf- fer de boodfehap gedaan heeft, waar aan my des Kapiteins goedaar- digheid en aangebore vriende- lykheid doet twyfelen. Doch dit heb ik naderhand ondervonden , en waargenomen , dat een Kapitein ter zee al immers zoo veel achting, eerbiedigheiden gehoorzaamheid van zyne onder hem llaande bootsgezellen pre- tendeert, als eenigSouvereininzyn land van zyne onderdanen zou mo- gen eiflehen. • In dezen elendigen toeftand wierd ik zoo zwak, dat ik als een klein kind moeft leren gaan, wes- L [> een andere plaats wydlopig zal Verklaren. Deze vifch verfchaftc ons een goede maaltyd, alhoewel van waar wy niet dan door een ander uit Holland komend fchip zouden hebben können vcrloft worden. Want wy waren flaeuwelyks Zoeken het zoo fchrcden van de voorfz. klip, jcnc en fchoon wy het dicploot uit- wierpen op hoop van grond te vinden , en een anker te laten val- len, zo konden wy dog op ixoo Rhynlandfchc voeten geen grond peilen , en fchoon wy al oir/ e cha- loup en boot uitzettcden en voor aan de bocgfpriet van ons fchip valt maakten , met voornemen door het fterk rocjen van i$ man- nen KAAP de GOEDE HOOP. 15 De Schry- ver is feer beangft. Wonder- lyke uit- kpmlt. * Het fchip daar de Schryver op is krygt een ramp. ncn van de klip af te komen, zoo was het echter een loutere on- mogelykhcid tegen dien fncllcn ftroom op te komen. In wat angft en droefheid wy ons toen ter tvd bevonden en op wat wyze den een den ander met tranen in de oogen poogde te trooftcn , wanneer wy de % fmer- telykfte zaken , namentlyk de dood en ilavcrny , en het verlies van goed en fchip voor oogen za- gen, kan zich niemand ligt ver- beelden , die nooit diergclyke angfl en benauwtheid heeft uitge- ftaan. Ik zelf weet niet meer wat ik toenmaals voor gedachten had , maar dit weet ik my nog wel te erinneren, dat ik vaftelyk beflo- ten hadde,alsikeen van beide zou moeten kiezen, van liever in de handen des Heeren, als in die der menfehen te vallen. Doch God zag onze tranen aan en verhoorde ons zuchten , na dat hy alvorens getoont had , dat wanneer alle menfehelyke hulp te kort fchict , hy als dan bereid zy ons voor een volkomen onder- gang te bewaren , tot dien einde liet hy op een verwonderenswaar- dige wyze den wind uit het Zuid- ooiten over het voorfz. fleile ge- bergte waajen , waar door wy van dit gevaarlykftrand af en dieper in zee gedreven wierden, welke wind ons ook na veel gins en weer la- verens , den 14. Maart gelukkig in de haven van het eiland St. Ja- go, du Braya genaamt , en i my- len van de (lad gelegen bragt , daar wy ten anker gingen leggen , wyl wy groot gebrek aan verfch wa- ter en andere noodwendigheden hadden. Ik dien hier niet vergeten te zeggen , dat eer wy nog in de voorfz. Haven binnen liepen , wy gedurende den zoo evengemel- den tegenwind een breuk aan on- ze grote maft gekregen hadden, waar door wy genootzaakt waren ^deszelfs zeilen in te halen , en hem met iterke touwen te hulp te ko- men , ten einde wy hem verder /ouden können gebruiken , om het overige van onze reis geluk- kig te volbrengen ; waar door al- zoo onze Opper- bootsman met ■/vn volk nieuw werk kreeg, het welk zy ook gelukkig voltooi- den. Wanneer wy in de voorfz. ha- schepen ven van Braya waren binnen ge- £ev™ £ lopen, zagen wy niet alleen , dat st. ja3o een van onze fchepen genaamt laêen- Schonerloo , het welk nevens de andere den 1 1 . Januari door ftorm van ons was afgeraakt , in deze haven was aangeu eelt , en als het ons had zien aankomen voortgc- zeilt was , alhoewel indien wy een weinig eerder waren gekomen , te weten voor dat het zync ankers gehgt had, zou het op ons als het V ïce-Admiraallchip hebben moe- ' ten wachten ; maar wy vonden in dien haven ook z Portugeeiche Oorlog-fchepen leggen, voor de- welke wy volgens gewoonte, on- ze zeilen ftryken moeiten ; het Kafteel van die Haven falucerden wy met 1 5- kanon-fchoten , en wy wierden met een gelyke falvo zoo wel van het Kafteel als van de voorfz. Oorlog-fchepen bedankt en verwelkomt. Wy hadc'en naäuwelyks een Aankomft uur in deze haven ten anker gele- ïïn„ee5ri. gen , wanneer het fchip Sandhorft fchip. hier ook binnen liep , zynde den ii.- Januari door ftorm van ons afgeraakt , en zedert niet weder van ons gezien tot het in deze ha- ven aanquam ; Wy moften toen by malkander blyven en 0117e reis in gezelfchap tot na de Kaap de Goede Hoop vervolgen , het zy dan geweeft , dat wy door een nieuwen ftorm weder van mal- kanderen waren gefcheiden ge- worden. Kort hier op quamen de Offi- ciers van de voorfz. twee Portu- gcefche Oorlogfchepen by ons aan boord , weLke verfchcide Waaren, nevens cenige Graadbo- gen en andere Inftrumenten van ons i6 BESCHRYVING vande ons kogtcn, en onder anderen vertelden dat ze reeds een gehe- le maand hier hadden gelegen om op de Franfche kapers te pallen, maar wyl ze gedurende al dientyd geen cene hadden vernomen, ftonden ze eeritdaags volgens or- der van den Koning van Portugal, naßrafilie te vertrekken, om te zien hoe het daar gcftclt was, en vervolgens de Brafüiaanfche vloot na Portugal te konvoieren; waar door niet alleen ik , maar ook verfcheide anderen ontrent ons oogmerk te leur gcftelt wierden , door dien wy gehoopt hadden dat wy door haar eenigc brieven na Holland en verder op Duitfch- land zouden hebben können be- ftcllen. Zetten Terwyl deze Officiers nogby uïïaan ons aan boord waren, zond onze Kapitein eenige van zyne Officiers aan den Gouverneur van die ha- ven met verfcheide gefchenken , beftaande in Hollandfche kaas, flokvifch , enz. en liet hem verlof vragen om verfch water , hout en verfcheide levensmiddelen te mo- gen koopen , wyl wy groot ge- brek daar aan hadden, en dit voornamelyk de rede was waarom wy in deze haven ten anker geko- men waren. Den Gouverneur flond dit verzoek niet alleen toe, maar hy liet daar benevens ook weten , dat als wy aan land wil- den komen , hy ons een Lyf- wacht van 5-0 mannen zoude toe- voegen , om , gelyk hy voorgaf, voor de diefachtige (laven en Mo- ren veilig te zyn »alhoewel het ons toefcheen dat zulks voornamelyk diende om door dat middel al ons doen te verfpieden , en ge- merkt hy hier ontrent niet anders deed, als wat de pligt eens Gou- verneurs vereyfcht , konden wy hem zulks ook geenzins kwalyk nemen. 'Por- Des namiddags quam zeker Edci'Sn Pörtugeefch Edelman verzelt van ven.clt van een ( ieellelykc van die plaats, ge- SJteto- naanU Vader Francil'cus Lom- aan beer , aan boord van ons fchip. ™0e0nrdai Deze Edelman woonde in de Had St. Jago en hy vertelde ons dat hy hier zyne landeryen hadde , als mede 3 00 flaven , voor welke hy jaarlyks hoofd voor hoofd zoo Hukken van achten tribuit aan den Koning van Portugal betalen moeit. Onze Officiers die mid- lerwyl met het antwoord van den Gouverneur te rug gekomen wa- ren, vertelden ons dat ze dien middag by den voorfz. Edelman voortreffelyk ter maaltyd onthaalt waren geweeft, en dat hygezegt hadde, dat alle de genen, die van ons aan land zouden komen en zyne tafel voor lief wilde nemen, hem aangenaam zouden zyn. Voor welke beleeftheid, als wy daags daar aan hem bezogt en met hem gefpylt hadden, wy hem niet al- leen bedankten , maar hy wierd ook aan boord van ons fchip, zoo goed als het de gelegenheid toe- liet, onthaalt en met eenige Hol- landfche kazen en flokvifch be- fchonken, en nevens den Vader Lombeer tegens den avond we- der aan land gebragt. De Vader Francifcus Lombeer Aanmer- wierd nevens den gemeldenEdel- lZf£den man onthaalt en befchonken , en Geeftdy- wyl hy geen een woord Duytfch %££**■ fpreken nog zich van de tolken bedienen konde, aangezien die met den Edelman genoeg te doen hadden, wierd hy aan my gewe- zen, om Latyn met hem te fpre- ken. In den beginne toonde hy zich gantfeh vriendelyk tegens my, maar na dat hy zeer \ cel kaas gegeten hadde , waar van hy een zeer groot liefhebber was , want hy at dien namiddag wel 1 pond kaas alleen ; en wyl hy niet dan brandewyn dronk en elke rys een halve pints roemer daar van bin- nen üoeg en vervolgens geheel dronken wierd; verging hem niet alleen zyncn vriendelyken om- megang, maar ook eindelyk de fpraak zelfs, zoo dat hy in plaats t van eenigc duidelyke woorden voort KAAP de GOEDE HOOP. 17 voort te brengen , niet als de Brokken van de kolt die hy gege- ten en de brandcw \ n die hy ge- dronken hadde, uitbraakte. Ik zal hier nog iets tot dezes mans gedachtenis verhalen. Hy was een zwarte Moor van ilaven af- komftig , en van Angolifche Ou- ders op dit eiland geboren, en had op het Hoge-fchool dat te St. Jago gefügt is, zyne leeroeffcnin- gen volbragt, en was eindelyk Paftoor van de Parochie alhier ge- worden door by zondere gunft, of veel eer om dat zich in deze ha- ven zeer vele van zyne landsgeno- ten onthoudende, men mogclyk geoordcclt heeft, dat zich dezel- ve eerder door een van haren land- aard , als door eenig Europeaan , tot het omhelzen der Chrillelykc Religie zouden laten bewegen. Dinftop Hy kon heel koddig danzen en dcrsbwy0ze~. we* voor een mee^er potzemaker dienen. Want terwyl hy aan boord van ons fchip was, begon hyzodrahy wat te veel brande wyn in zyn lyf had, in zyn priefterlyk gewaad met onze Kommandeur van de Zoldaten , Joan Timmer- man, geboortig van Amflerdam, zoo koddig te danzen , dat nie- mand van ons diergelyke ooit te voren gezien had , waar door hy zyne afkomil verried , wyl hy zul- ke zeldzame gebaarden daar on- der maakte , diergelyke een aap op een toneel hem onmogelyk zou hebben können nabootzen, daar benevens zong hy zulke fchone liedjes , dat een vreem- deling zich ten hoogden daar over verwonderen modi Ddieifs Hy had zulk een beknopte Roe- heMen" kery » diergelyken men in Euro- Boekery. pa by geen Gecilelykeri, het zy in het geheim of openbaar j groot of klein, hoog nog laag zal aan- treffen. Wanneer hy by ons aan boord was verzocht hy my ver- fcheide malen van dezelve eens te komen bezien * en dat ik als dan nevens de gene die ik van oze Of- ficiers zoude mede brengen, by I. Deel. hem ten ectcn zoude bly ven, waar op wy des volgenden daags zynde den 15-. Maart, hem gingen bezoe- ken, en ik moet tot zyn lof zeg- gen, dat hy ons heel vriendelyk en hoftelyk onthaalde , en zich ook in de tegenwoordigheid van zyn huisgezin zeer befchciden en matig gedroeg, en wy zagen toen ook zyne heerlyke Boeker yc , waar in wy niet anders vonden als een Corpus Juris, aangezien hy zich voor een Doktor in de Rech- ten uitgaf; de Legende -boeken der Vaders nevens eenige Gebede en Formulier-boeken. Eindelyk en ten laatften ben ik Defzeifc ook Verpligt hem wegens zyne en'iièfdi byzondere mildheid en liefdadig- «Kgheid;de heid te roemen , waar door hv ?chryTer is 11 -,;.., . * hem ver- zync gebreken die ik voorheen piigt. van hem verhaalt heb , volkomen weder goed maakte. Want voor de eer die hy by ons aan boord genoten had , toonde hy zich niet alleen meter daad dankbaar , aan- gezien hy ons allerhande moes- kruiden uit zynen tuin voor de keuken zond, en ons alswy by hem waren deftig onthaalde, maar hy bragt ons ook overal en liet ons alles zien j voor welke byzonde- re beleeftheid ik hem de tyd my- nes levens verpligt blyven zal , want zonder hem * zou ik nooit ervaren hebben, wat op dit eiland en andere van deKaapY erde merk- waardigs geweell was , gelyk ik dan door zyn toedoen de fchoone ryft en zuiker Plantagien , en de plant waar uit de Indigo gekookt word , de Kapoch of Boomwol- bomen en andere fraayigheden voor de eerftemaal van myn leven te zien heb gekregen. De Heer vergelde hem zulks ! Dit zy genoeg van den Vader Vervcr- Francifcus Lombeer, waar na ik fchen zich« den Lezer verder zal verhalen , dat wy met het innemen van verfch water , het welk wy voor niet kregen * en andere nodige mondkoit, enz. voor de reis bezig waren , ten welken einde ver- C fcheide i$ BESCHRYV1NG van de fcheide pèrzoneti uit deftadSt.Ja- go by ons quamcn , namentlyk een Kapitein Lieutenant nevens eenige andere Officiers , welke vcrlcheidc /aken waar aan zy ge- brek hadden van ons kogten , als hoeden, lakens, lindens, komen , en/, waar tegen wy hout, levende offen, varkens, bokken en finaas- appelen ruilden, de offen moellen wy tegen i j" gulden het Huk , een varken tegen /even en een halve , en een bok tegen 25- fluivers be- talen. De vruchten en andere eetwaren golden /eer weinig , en ik heb zelf voor iooSinaas of Oranje -appelen maar een halve brief fpelden betaalt; zoo als ook voor 5 grote vette hoenders , ins- gelyks maar een halve brief fpel- den , behalven dat ik nog wel een dankje tockrceg. Zoo gaat het ook ontrent alle de andere vruch- ten, welke deze arme menfchen aanquckcn. De Sehn- Ondertuflchen vermids wy zul- ftd s? iï ken gelukkigen voortgang in het gel bnicn" bezorgen van onzen voorraad maakten , en alles zodanig was bedelt, dat eenige van onze Offi- ciers van boord konden blyven, beflotcn zy nevens my, om een keer na de boven gemelde Stad St. Jago zelf te doen ; wy begaven ons dienvolgens met tocllemming van onzen Kapitein aan land, met befluit, om ons van een goeden trouwen Gidfe te verzien, dog de bovengemelde Edelman en de Vader Lombeer radeden het ons af, om dat vermids het land, uit louter llylc klippen en bergen beitond, w\' naauw 1\ ks over de- zelve /oude können klauteren; en hadden zelfs, zeiden /\ , hunne flaven , die derwaards worden gezonden, dikmaals het ongeluk , dal dezelve, wyl /<• wegens hel branden van het /and en de klip- I n, i\vu weg zonder kouzen of fchoém 11 moeten afleggen, ofmel dorvc voeten te rug komen, of uit gebrek van verfch watev, al/00 het menigmaal om de 5,6, f, èn meer jaren naauwlvks eens re- gendt,cn de veld en boom-vruch- ten enkelvk van den dauw behou- den blyven, langs den weg van dorlï iterven , en daar door het wederkomen ganfchelyk verge- ten , niettcgenilaande zy zulken weg en luchdtreek veel beter ge- woon zyn, als wy. Dit naricht deed ons wel van Kan iya befluit veranderen, in zoo verre ™0nrnn^et het de te voet reize aanbelangde , werwteiiig maar niet ontrent ons voornemen, makcn- om de Had St.Jago te bezichtigen; dienvolgens wilden wy uit gebrek van paarden, welke op dit eiland ganfeh niet te krygen en daaren- boven wegens de voorgemelde ityle klippen en het brandige zant onnut of onbruikbaar zouden zyn, ezels huuren dog zulks wierd ons van de gemelde Heren andermaal afgeraden; ten dele vermids w v door dcrzelver tragen gang at- gemat zouden worden , en groot gevaar lopen , te verfmachten ; en ook om dat deze dieren aldaar hunnen aangeboren aard verleer- den, en zich niet zoo wel als in andere oorden tot het laft- dragen fchikten , aangezien zy dikmaals zwaar geladen , gingen leggen , om te ruiten ; of zelfs zonder flagen te ontzien, weder te rug keerden; zoo dat, alzo onze Kapitein de boot en de floep, waar mede hy on/e provilie en verfch water aan boord moeit la- ten brengen , niet ontberen kon , ons goed voornemen, fchoon wy nog op andere middelen bedacht waren, dien volgens tVenemaal in duigen raakte , en wy de Stad St. Jago onbezichtigt moeiten la- ten leggen. Kn dit is ook de rede, waarom Hoe Uns ik geen verdere befchryvülg van deisrieh " dit fchoon vruchtbaar eiland ge- te St. jjgo feil kan; want behalven dat wyjj^jj. ons maar $ dagen, namentb k van i i neurenzy- den Gouverneur van den haven ne gemalin, ten laatitcnmale zien, die ons een rotting met een zilvere knop , door den Heer Willem Adriaan van der ftel , Gouverneur van de Kaap , op zync te rug reize aan hem vereert , wees , en hy had daarenboven de goedheid van ons zyne gemalin ne te laten zien, en in haar vertrek te bezoeken, waar mede wy in 't byzyn van haar vrouwentimmer, een maal tyd van boter en Gyte-kazen nevens brood, van Turkfche tarw gebak- ken, hielden, en haar vrouwen- timmer op haar verzoek , tot betuiging van onze wilvaardig- heid , een pyp tabak aanboden, welke zy ook alle met ons rookten. Na dat wy alles hadden ingeno- men , dat vvy tot onze reis van noden hadden , en wy zoo als voorheen een kort tegen -bezoek van den Gouverneur des Havens hadden ontfangen , zoo lichtcden wy den 19. Maart het anker, en zeilden met een goeden Noord- ,. Ooften wind uit den haven, om ß°- den weg na de Kaap de Goede Hoop te vervolgen. De Elevatio Toli wierd alhier door de Stuur- luiden gezocht en achtervolgens de bekome hoogte der zonne, op 14 graden en 40 minuten bevon- den. De materie verder uit te voe- ren, maakt dit Hoofdfluk te lang, derhalven zal ik die tot op een na- dere gelegenheid fparen,met ver- zoek, dat gy dit niet qualyk ge- lieft te nemen. Vertrekt van 't ei- land S. Ja- Verder Verhaal van het geen van de Kaap Ver- de tot aan de Kaap de Goede Hoop is voor- gevallen , nevens veel nuttige aanmerkingen, zoo wel ten opzicht van het goed houden der levensmiddelen , als ten opzicht van het be- graven der doden , zoo als ook het beftellen der wachten , en andere nodige zaken. III. HOOFTSTUL Aanmerkingen over V eiland St. Jago. Aldaar is het zwaar te landen. Een Zoldaat ßerft. T>e Schryver verhandelt het zee- leven. Hoede zieken aan boord opgepaß worden. Van de dodelyke ziektens. Van het oppaffen dr>r gequeflen. Van de fcheeps-teßamenten. Van de Na- latenfchap der overledenen. Hoe de doden op de fchepen worden be- graven. Als het een gemene is. Als het een Kapitein ofOpper-ojp- cier is. IV aar toe de Jcheeps-klokjes dienen. Ver klaring van een /preekwyze aanßheeps-boord, Van de wagt op de maß. Van de ee- tens-tyd aan boord. Van de fcheeps^Jpys. Hoe men aan fcheeps-boord eet. Wanneer de Officiers fpy zen. De order van hunne tafel. Van de fcheeps-bedeflonden. Moeten zeer ftipt worden bygewoent. Van de zondags bedeßonde. Verbod van Religie difputen aan boord. 'De Schryver ziet voor de eerßemaal de fcheeps-jußitie. Daar over ont- /. Deel. C z ßaat 20 BESCHRY V ING vande ß aat een gefchil. Grote hitte en ßilte. T)e ßilte houd aan. Worden viffchen gevangen. On t /laan ziekteus en ongemakken. Een kar el ff ringt onverhoeds over boord. De fchryver heeft groot me de ly den met hem. Wilde hem tot obferveren gebruyken. Verkiefi eenen ande- ren. Byzondere fcheeps-ziektens. Verklaring van de fnelle reis by ßilte. 'Wederlegging van de voorgaande tegenwerping. Wederlegging van den Schryver. T)e Schryver paffeert de Linie. Teken van een harde form. De Donder ßaat in het Schip van den Schryver ; dog niemand word befchadi^t. God word daar voor gedankt. Was byna in de kruyd-kamer geraakt. Wat die blixemßraal bejehadigt. Plet befchadigde word gerepareert. Verklaring van ceupaßagie uyt Eraf m/is Fraucifcus. Nog een andere. Heeft dezelve niet waar bevonden. JVederlegging van een ander voorgeven. Siegt water by de Linie. Regenwater word verboden te drinken. Grote dorfi onder de Linie. Voor/la^ om het water goed te houden. Laat zig niet pr act ifercu. Hoe de Hollanders het fchecps -bier bewaren. Waarom het fcheeps-bicr dikwils bederft. IVelke wynen op het fchip duurzaam zyn. Hoe wyn en bier in Indie afgetapt word. Hoe men het zelve bewaart. De Vic- tualiën bederven dikmaals op zee. 'Dog op V eeue Schip meer als op 't ander. Menig fchip kreigt weinig zieken. Waar zulks van daan komt. Waarom men dikwils moet te rug zeilen. T>e Schryver weet niets van aderlaten. Het dopen onder de Linie is door de Hollanders afgefchaft. Van een by zondere wolk in de melkweg* Hare figuur en grote. Wat het fcheePs-volk daar van meent. Het fchip Sandhorß doed een zeyn. *De Schryver komt op een gevaar lyke plaats. Hoe dezelve ge noemt word. Is zeer gevaar lyk. 'Daar word een dank-dag gehouden. Cu- r teufe Phafis Lunae. Wanneer en waar ze waargenomen is. Hoe ze gefchapen was. Hare oorzaak. Haar Lumcn fecundarium. Verde- re verklaring van deze obfirvatie. De Schryver onderwerpt zich aan de cenfure van anderen. Men ontdekt een vreemd fchip. Daar word land ontdekt. Menßevent der waar ds aan. Twederlei menin- gen daar van. Mening van den Schryver. Hoe het land 'er uitzag. Het land verloren. Grote hoofdpyu. T)e Schryver verließ al zyn hoofd-hair. In de Zona Tonïda regent het weinig. Wat het land hier voren geweeß is. Het regent. Zware fiorm die drie dagen duur- de. Gevaar lyke Travad-w inden. De Schryver ziet Nubcculas of wolkjes by de Suid-Tool. De Schryver maakt zig gereed tot de komß aan de Kaap. Vervaarlykc florm. Doet grote fchade. Vergeeffche hulp. Rcfolutie van den Boekhouder. Groot ongemak by denßorm. De Schry- ver word uit het bed geworpen. Byzouder toeval in dezen form. De Commandeur der Zoldaten loopt gevaar te verzuypen. Word gered. Moet zelf over zyn ongeluk lachen. Teken dat men na by de Kaap de goede Hoop was. Veel zee-honden aan de Kaap. No<^ een teken van de nabyheid der Kaap. Valfche mening van de nabyheidvau V land. Me- ning des Schryver s. Valfch ontdekt land. De Kaap word ontdekt. De diipt e van de zee word gepeilt. Verdere peiling der diepte. De Schryver eindigt de Reis. Bevind zig in de haven van de Kaap. De Kapitein /lapt aan land. INge\ olge myncn kullen vind ik nyj verplicht, het geen verder ob nvj ti< r< js na de Kaap de Goede Hoop aanirw r menswaardig is voor- gevallen , te melden, om dat ik 'm het voorgaande Hoofdftuk niet verder ben gekomen dan aan het eiland St. Jago van de Kaap Verde, alwaar wy 4 of 5 dagen zyn iliJge- weeft, om ons leliip weder met \ erfch KAAP de GOEDE HOOP. 21 verfch water j brandhout! , en an- dere behoeftigheden te verzor- gen, ten einde om /.onder minder rampen en ongemak onze reis voort te zetten , en af te leggen. Aanmer- Aldus vervolg ik en melde, dat ÊfSïf wy met het ichip Sandhorll, zoo s.Jago. als onlangs reeds is gezegd, den 19. Maart uit de haven geraakt 7,yn, en onzen kours Zuid -Ooit ten Ooften genomen hebben. On- dertuifchen zal het my , hoop ik , niet qualyk worden geduid , als ik den Lezer nog een weinig met dit aangename vruchtbare eiland , 't welke omtrent 5-4 uuren beflaat, bezig hou, en wy der zeg, dat'er bc- halven de vele boomwol-bomcn , insgelyks fchone Citroen, Oranje, Sinaasappel , Cocos en andere , bo- men worden gevonden , onder welker frillchen aangenamenfeha- duw of lommer men voor de ny- pende felle zonne-ftralen zeer lie- felykfchuilenkan. Ook ziet men daar zeer grote dallen met zuikerriet, reist , lange zwarte bonen enz., beplant, waar van de inwoonders geen gerin- gen voordeel trekken, Wyders vind men by de vefling een weer- galozen welbemuurden bron , wel- kers water een goeden fmaak heeft, en dienvolgens nevens de inwoortders het lcheepsvolk en vreemdelingen vervrolykt en ver- quikt, terwyl op de kruinen der bergen allerhande rare gewaffen, als Indigo, Acacia rupina, Barba Jovis,en vele rare bloemen, krui- den en bomen aangetroffen wor- den. Het ergfte is , dat men wegens de langzaam afgaande vlakte des zee-oevers met geen vaartuig 't zy een floep of een boot zo na kan komen, dat men droogs voets aan land kan flappen , of ook de water-vaten , keuken-kruiden , levendige dieren of ecnig ander ding, gemakkelyk innemen kan, maar men moet zich altoos dooi- de bootfluiden laten uit dragen, en het geen in het fchip behoort, Aldaar is het zwaar te landen. moet altyd weder met grote moeite tot aan de boot of floep gedragen worden , hei welk aan het arme bootsvolk zeer veel on- gemak veroorzaakt, om dat het zand zeer fcherp is, gelyk dan onze bootsgezellen, die dikwyls door het zeewater moeiten waden kort na ons vertrek grote pyn en elende hebben uitgeitaan, door- dien de benen by de enklauwen opgebroken waren. Den 1 3 . Maart waren wy onder Een ldl' de Elevatie van de Pool of verhef- fterft fing van 't Afpunt , 7 Graaden 1 1 minuten , en aldus na by de Linie* wanneer (taande de reis de eerile man Itierf. Dezelve was een zol- daat, genaamt Heinrieh Weis- man, van Hamburg geboortig. Hy wierd volgens zyn ltaat nog dienzelven dag na het gebed en het zingen van den 90. Pfalm, over boord in zee gezet, en al- dus eerlyk begraven. Ik hoop , dat my geoorlooft De Schry« zal zyn , dat ik hier een weinig ^'h«*1" uit het fpoor gaa en myne reis ice-ieven. niet ten eerften vervolg , vermids het enkelyk ten uwen gevallen, en miiTchien ook ten gevallen van anderen, die U miflchien daarna zouden können vragen, gefchied. De Duitfchers hebben dikmaals van het zee -leven, ziek worden en fterven der menfehen op de fchepen , zeer zeldzame en won- derlyke verbeeldingen , welke verkeerde bevatting ik zal trach- ten , hier door te benemen , als onder anderen , dat men de zieken als honden zonder artfencien laat leggen , en dat men dezelve zon- der hen op te pallen, over boord werpt, eer en alvorens de geefï'er uit is , en hen alzoo verzuipt; Edoch zal ik als vooruit zeggen, dat ik niet van voornemen ben,om hier van de gewoonlyke zee-ziek- tens te handelen , als waartoe voor ditmaal nog tyd of gelegenheid zich aanbied , echter zoude zulks in 't vervolg wel können gefchie- den. C 3 Zoo 22 BE5CHRYV van de Hoc de Zoo draä iemand op het f( Van de do delyke ziekten?. £orio£aiekword,h( gekaft raad, of 7.00 als men daar zegt, worden. 7Vnen Maat, en vcrkicll ei n ie- der zelfs van het m af,ot wel eerder , dat zy aan boord ko- men , iemand zyns gelyken, waaraan hy reeds voor de/en ken- nis nc\:;t gehad, of waarop hyzich meelt vertrouwt, dien hy alle zy- ne zaken , indien de nood zulks vereifcht, openbaart. Dézeftaat hem ten dientt, en paft hem by ziekte op, fchoon de Kapitein of eenander Officier zulks ziet, en word daar over niet bekeven , maar geprefen. Wanneer 'er veel zie- ken aan boord zyn gelyk veeltyds gefehicd, zoo word door den Ka- pitein in dat geval een ordently- ken zickentroofter, en zomtyds meer, als de nood het vereifcht, aangeftelt , die op dezelve pallen , en Hen al het nodige halen en ge- ven moeten. Daarenboven word den genen , die dood krank zyn , altyd eeten van des Kapiteins tafel gegeven , en voor hare hcrflelling tot gezond- heid in alle delen zorg gedragen, dienvolgens moet de Opper- Meefter van ieder fchip dagclyks .van zynen Kapitein verflag doen, hoe het met de zieken itaat, en van harentwegen om verquikking van fpys en drank verzoeken. Buiten dat zouden zyne medicamenten , welke hy van de Illultre Compa- gnie , zoo veel hy nodig heeft, voor niet met al krygt, weinig ba- ten , wanneer de patiënten by hunne dagelykfche harde , zou- te, droge fpys bleven , en niet meer te drinken kregen , als haar rant/oen aan water is. Dcrhalven heeft deze Opper -\1ecllcr altyd eenigc kannen met Spaanfcne wvn, zek, l'Yanfchc w\n,Jop.-n- bier, enz., in \ oorri tad , om daar \an aan deze elendige ZOO veel aoodig is, mede te delen. o Va'(rcnict '^vn'n' patiënten, die gaan kon- de: gcqucs-,1cn' cn maarope wondehof ook wel Venus ziekten hebben, wei- ten. echter als zy daar van /en zyn zulks betalen moet , ( /.yn verplicht, om al- tyd voor i na" het gebed des mor- gens cn 'savonds voor de grote malt te venchynen, en zich aldaar te laten verbinden, werdende door den provooft door het flaan met een hout tegen de maft als daar toe genodigt , wannneer hy daar benevens roept : Kreupelen en blinden , komt laat u verbinden ; Boven by de grote maß zult gy den Meejler vinden. OndertuiTchen wanneer zy zwakker en buiten hoop van her- ftelling geoordeelt worden , moet de Geeltelvke Arts, ik meen, de Zieketrooiter , welkers plicht buiten dat vereifcht , om nevens de gewone dagelykfche gebeden, de zieken te bezoeken , hen uit Gods woord by ftaan , en hem tot de eeuwige reis op zetten en beryden. Bezitten zy eenige goederen , fcJeps-de en willen daar van difponeren ofieftamea- een teilament maken, koft dat niet ten- meer , dan iemand tot den Boek- houder , die in dit ftuk te gelyk het ampt van Secretaris of Nota- ris waarneemt , te zenden , en hem hunne mcening te zeggen, deze is als dan verplicht, om hunnen laat- lten wil ten eerften op het papier te brengen, en den zelven van dei) zieken , na gedane lezing in't by zyn van den Opper-Bootsman Conitabel, of andere Onder-Offi- ciers , te laten tekenen , waar be- nevens hy by de tegenwoordig zynde Officiers zynen naam , als getuige zetten moet. Na het over- lyden van den zieken , hebben zulke fchceps-teltamenten ditby- ZOnder voorrecht , dat zy alle an- dere waar cn van wicn die zyn gemaakt, worden voor getrokken, en op het ltiptelyklte uitgevocrr, te meer als de Illultre Compagnie, gelyk altyd gcbruiklyk is, tot Executeur wort benoemt. Na KAAP de GOEDE HOOP. 2j van de na- Na de dood van den zieken, is htenfehap deszelfs Maat of anders de zieke- van den __, ., -, in ovcriede- I roemer verplicht , de neutels van ncn- deszelfs goederen , kiften en kaf- ten aan den Kapitein en Boekhou- der ter hand te Hellen, welke laat- lle alles laat voor zich brengen, en maakt in't byzyn van den Opper- Bootsman , Conftabcls en andere Officiers den inventaris, welke by zyne fchecps-boeken moet bekent ftaan , en van hem nevens de daar bygeweeft zvnde Officiers, gete- kent zyn. De inventaris gemaakt, word alles gefloten , en van den Boekhouder , Bootsman en Con- ftabel met haar dagelyks cachet verzegelt ; waarna alles word weg- gezet, tot dat men of in Indien of in Holland komt , en het over- geeft aan de Heren , die daar toe aengeftclt zyn, welke vervolgens alles verkopen, en de waarde daar van door de Compagnie aan de erfgenamen laten toekomen. Voor dezen wierden die goe- deren ook door de fcheeps-Boek- houders, of aan de Kaap de Goe- de Hoop, door den Garnifoens- Boekhoudcr verkoft ; maar door dien zulks dikwils zeer ontrouw- lyk toeging, en grote fmokkelery tot nadeel van de Compagnie daar onder liep, is dat quaad daar door verholpen , dat de gemelde perzo- nen nu met diergelyke goederen niet meer derven te doen hebben, hoewel voor zoo veel de Guarni- foens- Boekhouder aan de Kaap belangt , dezelve in myn tyd zeer vroom met diergelyke goederen handelde, en niet de waardy van een penning met onrecht daar van zakte. Of echter de CommifTa- riiTen altyd zoo naauw gezet zyn geweeft, laat ik anderen onder- zoeken. Hoe de Wat verder den overleden aan- dedfchepcn klangt, dezelve word na zyn Haat worden begraven. Is hy een zoldaat of begraven, bootsgezel , of een onder-Officier, word hy tot op het hembt ontkleed; uit gebrek van planken , om een kift daar van te maken , eerft door de zeilmaker in zyn deken of Comperfe , gelyk dezelve aan boord of elders in Holland en In- dien word genoemt,genaait.Dcze Comperfe is een breed , van bin- nen met watten gevoert en met ge- drukt katoen overtrokken, geflikt en byna vierkant ftuk goed , on- trent een vinger dik, dat zeer warm is , en het lichaam voor de uitcr- lyke lucht bewaart en verwarmt. Ten einde het lyf te eerder zinkt Ais het een en niet boven op het water blyft gcmenc "• dry ven , worden of ftenen , on- trent 40 ponden zwaar , of fteen- kolen van het zelve gewigt , of cindelyk eizere kanon-kogels van gelyke zwaarte by zyne" voeten mede ingenaait. Vervolgens word hy op het bovenftc Verdek, of zoo men aan boord zegt, on den Over- loop , genaamt door net geftadig heen en weer wandelen van de matrozen, die aldaar vergaderen, en het voor haar wandel-weg hou- den , gelegt , alwaar hy zoo lang blyft leggen , tot dat het bid-uur 's morgens of 's avonds gehouden is. Dit uur geëindigt, word al het volk, niemand uitgezonden: , ten ware iemand krank te bedde lag, of boven in de maft fchildwacht hield , uitdrukkelyk gelaft , met ontdekten hoofde te verfchynen. Vier Karels van hen vatten het lyk, leggen het op een plank, met een ftrik aan het want vaftge- maakt, waarna zy het zelve op or- der van den Opper - Stuurman na dat hy t. 2. 3. heeft geroepen, met het uitfpreken van het laatfte getal , gelyker hand vatten , en in de zee doen zinken. Is de overledene een Kapitein, Ais h« een Opper-Stuurman of anderOpper- 0pPpèr!öf- Officier, krygt hy een kift, waarin ficicr is, insgelyks het gemelde gewigt aan deszelfs voeten word gelegt. Voor 't overige is de lykftaatzie de zelf- de , behalven dat op den dag van deszelfs begravcnis of over boord zetting, die insgelvks kort na het gebed gefchied , een kanon-fchoot gedaan 24 BESCHRYVING van de gedaan word, waar na de vlag of de wimpel boven aan de maft maar half word opgeheift en een knoop daar in gelegt, of op eenandere wys re /amen gebonden, ten ein- de dezelve niet \ eenemaal uit- waaien kan. Gedurende de begravenis of o- ver boord zetting /.elf, word alle minuten een kanon los gebrand, waarmede men vervolgt, tot dat 'er 7, 9, n, 13 en wel i^fchoten gedaan zyn, te weten, na dat de overlede rang gehad heeft. Ook word daar mede een aanvang ge- maakt , 7.00 dra men het lyk over boord zet. De zoldaten ichietcn gemcenlyk uit hun klein geweer tuffchen de drie ccritc kanon- fchoten falvo, voornamelyk als het haar Kapitein zelf is, die over , boord ge/.et word. Tot nu is, terwyl van de begra- venis der doden is gefproken, zeer dikmaal s van de bedeftonden gewag gemaakt , ten einde men echter een recht begrip hebbe , hoc het daar ontrent toegaat , dient men te weten, dat ieder fchip een klokje heeft, ontrent zooo groot, als die in de Duitfchc lieden tot uurklokkcn of die tot het ilaan van quartiers gebruikt worden. JTchecps- ^ l klokje dient tot veel zaken ; klokjes die- voor ecrlt tot het uitzetten van de ncIL wacht,door dien op ieder fchip zoo wel wacht gehouden , en de ron- de gedaan word , als in een itad of veiling zelf, ten dele om alle on- gcregelthcid van vree ten , zuipen, [pelen , Helen, rampen door Mini- en/.., te beletten, en ook om alle fchadclykc zaraen- zweringen te verhoeden, en het gemcene rulle- loos onnutte \<»lk van roven, pionderen dood Haan enz. , af te houden; welke wacht alle 4 uuren afgeloit , en door den Provoolt verandert word , die de eerile a- vond-wacht na het luiden van het klokje en het ilaan met een Huk hout tegen de grote malt aldus roept : Op de wacht , en van de ßraat ; niemand drinke zich dron- , 1 ken in bier of wyn. Aan Trins Manrïts quartier of ook aan Ketels quartier zal de cerflc wacht zyn. Deeze fprcekwvs moet wederom Verklaring • verklaart worden. Dcrhalven X?" , ten . j dient , dat het ganfche volk, zoo ze aan , dra het in zee fteekt, in twee par- j^f" 1 tyen verdeelt word , en dat de ec- ne party genaamt word , na den Prins Maurits van Oranje,Maurits- quartier , en de andere party wyl de meeften uit de ketel fpyzen, de overige echter , voornamclyk de Onder-Officiers zoo lang wach- ten , tot dat zy gegeten hebben, na den ketel , kctels-quartier ge- naamt worden, ten einde de Macht vocgelyk zoude waar-geno- men en by beurte können verzien worden , zoo dat om die zelve rede het gantfche volk in twee ge- lyke partyen verdeelt is , en aan ieder party de nodige ondcr-Offi- ciers toegevoegt is. Als de Provoolt nu de eerfte a- vont-wacht op de gemelde wys uit- gezet heeft, word dezelve na ver- loop van 4 uuren van de andere party na het geluid van de klok, zonder verder roepen of liaan met een Itok tegen den groten maft, weder afgeloft, waarmede als dan vervolgens altyd word gecontinu- eert , tot dat de cerlte avond- wacht wederom komt. Kdoch is de gene , welke een Van de matroos boven in de malt houden \vacht ,?? moet , daar van uitgezonden , als die wegens het heftig ilingeren van het fchip, en anderen onge- makken , een zoo lange wacht niet verrichten kan; dienvolgens word hy zoo wel by dag als by nacht alle uuren afgeloit. Dcs- velfs plicht is, om te kyken, of hy geen vreemde fchepen ont- dekt; zoo als ook of hy gcenc klippen ; waar over de baren fchui- mend rollen, ontwaar word, en ofhy geen land ziet, of cenige andere byzonderheid ontmoet. Vervolgens dient de gemelde Jjjjj de «- klok, om het volk by elkander te aaa boord, roepen, als het eeten zal. Want zoo KAAP de GOEDE HOOP. 25 Van de fcheeps- fpys. zoo dra het 's morgens en 's avonds 8 en des middags n uuren is, 't welk men aan de hoogte van de zon ziet, moet de kok met zyn eeten klaar zyn* en na het geluid van de klok de fpys onder het ge- mene volk uit delen, welke hy alvorens van den Bottelier ont- tangen heeft , om ze gereed te ma- ken. Deze fpys is doorgaans de vol- gende : Dingsdags word door den Bottelier voor een ieder fpek uit- gedeelt , 't zy gezouten of ge- rookt , wanneer ieder Karel een pond krygt. Dondcrdaags bekomt man voor man een pond rundt- vleefch. Vrydags eeten zy ftok- vifeh. Zondags wederom vleefch , gezouten , gerookt , of ook verfch van een levend geflacht verken , fchaap, os, bok, of wat anders het fchip vermag. De overige da- gen van de week worden hen Grutte Gerit , Erwten, Geers, Bonen enz, opgedifcht, en zulks in zodanige quantiteit, dat zyal- tyd rykelyk daar van verzadigt können worden. Hoc men Ten einde echter alles ordent- boorfeeT tyk toega ; en niemand te kort fchiete, worden altyd zeven man- nen aan eene tafel , of zoo als men hier zegt, aan eenen bak gelyk geordineert te fpyzen, welke hun- ne portie van den Kok halen en eeten. Alle weken is een van de ze- ven Bak-mcefter, dat is, hy moet het eeten aan den Kok brengen, en weder van hem halen. Na den eeten is het zyn plicht , om de fchotels , lepels en al het vaat- werk te waflehen ; na verloop van de week geeft hy zyne fonttie aan een ander over , en is weder 6 weken vry, eer de beurt weder aan hem komt, ten zy iemand on- der hen ziek word, offterft. Wyders krygt een ieder alle weken een half pond boter, en drie en een half pond brood , het welk echter zoo hard is, dat men het naauwelyks met de tanden kan meefter worden, werdende /. "Deel. op de reis niet anders mede geno- men, dan Tvvecbak, doordien het ander weeke brood zoude fchimmelen en bederven. Azyn , oly, zout, peper, en moibard, word hen alle zoo veel gegeven , als zy van noden hebben. Zoo dra het fchip in de ope zee is ge- raakt, om na de gedeltineerde plaats te zeilen , krygt een ieder van het volk drie hele Holland- fche kazen, welke zy ftaandede reis eeten, of daarmede doen kön- nen i wat hen behaagt. Zoo dra het gemene volk de Wmneet fpys van den Kok -ontfangen en %££*" gegeten heeft, word weder de klok geklept, ten teken dat de Heeren Officiers, alle andere die met den Kapitein in de Kajuit fpy- zen, zich aan tafel bevinden, en de voor haar klaar gemaakte fpys genieten zullen. De Kajuit -wach- ter echter moet eer en alvorens hy het eeten op brengt, aan den Ka- pitein gaan vragen, of het hem ge- lieft , dat hy de gerechten op- draagt; word 'er ja gezegt, moet hy vaardiglyk zyn plicht waarne- men; is 'ereenig belet, moet hy tot nader order wachten. Defchikking van hunne tafel , v?ne ££, of hoe en wat dagelyks zal wor- tafel, den gekookt, ftaat alleenlyk aan den Kapitein ; wanneer echter de- ze de moeite niet wil nemen , om zich met deze beuzelingen op te houden , zoo verkiezen zy door- gaans een SchafFer , die volle magt heeft om alles na zyn believen klaar te laten maken , en hy is de geen , by wien de Kajuit -wachter gaan moet , om te vragen , wat 'er ge- kookt moet worden? Ontilaat 'er naderhand eenig misnoegen, dat de fpyzen niet na de fmaak van de anderen worden gereed gemaakt , word hem zulks in den beginne in zachtheid gezegt, en daar bene- vens gewaarfchouwt waar aan het fcheelt ; helpt echter deze verma- ning niet , word hy van zyne be- diening afgezet , en een ander van hen in deszelfs plaats geitelt. D Ein- 26 B E S C H R Y V I N G van de Eindelvk dient de gemelde klok , om de bedeftonden daar mede aan te kondigen ; met dit onderfcheid , dat daar zy by alle andere gelegentheden maar een- maal geluid word, dezelve als dan driemaal kort na malkanderen word getrokken, en maar met een kleine daar tuilchen lopende ver- pozing geroert word , gelyk zulks dagelyks tweemalen , namc- lyk des morgens en 's avonds voor den eeten op uitdrukkclyk bevel van de 111 ullre Compagnie gcfehie- den moet, als welke ten dien ein- de zoo veel in noten gezette Gere- formeerde Nederduitfchc Plalm- boeken aan den Kapitein me- de geeft , dat hy aan al zyn volk ieder een boek voor niet met al uitdelen kan en moet. Hy zelf nevens de Boekhouder en Opper- stuurman ontfangt daarenboven een Bybel. De Schecps-Domine of Zieke-Trooiter nog vele ande- re boeken , op ieder van dewelke alle het gewoonlyk teken van de Illultrc Oolt-ïndifche Compagnie te vinden en te zien is. Onder- tuiTchen moeten alle deze laatfte boeken , dog niet de Pfalm-boe- ken , als zynde by de uytrufting van het ichip aan getekent te vin- den, na de afgelegde reis weder overgegeven en gelevert worden , en wanneer het een oft ander zoek geraakt is , moet de oorzaak daar van aangetoont worden , en zulks niet gefchicdendc,word den geen, die dc/clve Verloten heeft, zoo veel van /vn gagie ofgetrokken , als de boeken In geld bedragen hebben. Van de Zy moeten zich alk' zonder on- ËdXQ- derfcheid in de bedcllonden laten den. vinden , zy mogen te doen heb- ben , w at zv willen , zynde de Stuurman, die de wacht heeft, en de T-Lt nevens my op het fehip zyn ge- vonden, weeft, niet wedervaren, niet te- genftaande wy by na recht onder de Linie, zoo als uit het voor- gaande blykt , een zwaren regen gehad, in den zelven geftaan, het water daarenboven opgevangen en in vaten bewaart hebben ; ten '/\ zodanige regen maar op een ze- kere tyd van het jaar viel waarvan echter myn voorgemelde reis -ge- zelfchap niets will , en ook niets van had gehoort, hoewel zy de Linie op verfcheide tyden gepaf- feert waren , zoo dat wy alzoo deze zaak zullen laten zoo als ze is. Dat ook de luizen, welke de Wedericg- menfehen hadden , onder de Li- ging vaJn , ' 1 , . een ander me wegens de ongezonde lucht, voorgeven. zouden zyn geftorven , is ander- maal een zaak, die ik van hemen van den gemelden Verhufen niet wel kan geloven, aangezien my het tegendeel be wuft is, en lichte- lyk kan begrepen worden , omdat de heete lucht , continueele zweet , en deze overvloedige lui- zen , maar geen vloyen , waar van ik niet heb gehoort, gezien of ge- voelt , kan voortbrengen , te meer om dat men zich niet zoo dikwyls als te land, verfchoont, of ook andere klederen aandoet. OndertufTchen weet ik zeer siecht wa- wel, dat in het regenwater, en l" by ^ ook in het verfchc putwater , 't welk men met zich voert , om te drinken en daar mede te koken, wurmen watten, na dat het zoo ftinkt , dat men met de eene hand de kruik of kan heeft en met de andere hand de neus moet toe houden , om de flank niet te rui- ken , fchoon men denzclven na het drinken lelyk genoeg proeft. Dikmaals is het ons om deze ftreek gebeurt , dat wy de tanden dicht op malkanderen moeiten houden , en het water daar door zuigen , ten einden de daar in ge- groeide en krielende wurmen de doorgang te beletten, welke wv daarna weder met een vinger uit haaiden en wegwierpen 1 en is al- zoo het fpreekwoord niet te ver- geefs KAAP de GOEDE HOOP. 33 geefs in de wereld , dat honger een fcherp zwaard is. Regenwa- Aan het gemene volk word Terboden verboden, veel van dit regenwa- tc dnnken. t er te drinken , niet ter oorzake van de ongezondheid van het wa- ter of de lucht , maar wyl het wa- ' ter over de planken ot' luiken lo- I pende , veel pik of teer met zich neemt , en dienvolgens ongezond word ; en word net derhalven alleenlyk opgevangen , om in tyd van nood , na dat het in de vaten wat geftaan heeft , en ge- zonken is , nog eenigzins voor den dorffc te dienen, alzoo het zeewater gelyk de Heer Mcrk- lin in zyne Reis-befchryving een aardige hiltorie daar van In- brengt , tog onbruikbaar is , en niet dan met grote moeite en kollen gediftileert , en bruikbaar kan worden gemaakt ; of anders om het vuil goet daar in te fpoe- len om dus niet genoodzaakt te zyn zee-water daar toe te gebruyken. Grote dorfi Uit dit gebrek aan wrater komt Unie. net ' dat men onder de linie zoo groten dorft uitftaan moet , aan- gezien een ieder binnen den tyd van X4 uuren op 't hoogfte maar eene kan vol water bekomt, en daar benevens in zulke felle hitte niet dan gezoute fpyskrygt, wel- ke gezoute fpys , als men ze een weynig wil weken , hare zoutig- heid eerder in zee-water als in verfch water verlielt, gelyk zulks Lcrius ook in zyne Braziiiaanfche Reis-befchryving C.4. waargeno- men heeft; waar door echter de- ze eigenfehap ontftaat , en wat ei- gentlyk de natuurlyke oorzaak daar van zy, laat ik andere onder- zoeken, terwyl ik te vrede ben, dat de ondervinding zelf myne leermeeftereffe ge weeft is. Voorflag Erafmus Francifcus in zyne Ne- ^t«goed der-Wereld maakt, pag. xo8. ge- te houden, wag van een methode , waar van de Engelfchen zich bedienden, als zy bier na Jamaika in de Wclt- Indien voerden, en op de reis zochten goed te houden. Hy I. "Deel. zegt: Zy namen twee verfche eieren, en deden die in een vaatje- van $ maten, en na dat die eieren 14 dagen of een weinig langer daarin gelegen hadden, was de fchaal daar van afgegaan, zoo dat zy als wind-eieren waren , zvnde alleenlyk met een huidje omge- ven ; eenigen tyd daar na was het wit ook bedurven , en bleef de doojer alleen goed , welke doojers ook het bier by een goeden fmaak hadden gehouden. Ik laat deze wy/.e van doen in Laatadj hare volle waarde beruften. Ik zeg feeT* alleenlyk , dat op zulke manier het bier goed na Ooft-Indie te bren- gen , ondoenlyk en millchien heel fchadclyk zoude zyn , aangezien de Engelfehen na Jamaika zeilen- de, niet behoeven de Zonam Tor- rïdam of verzengde lucht-ftreek , veel min de linie zelf te pafferen , alwaar de in het bier leggende eie- ren wel haaft zouden ftinkent worden , en een onaangenamen fmaak in het zelve brengen ; daar- enboven is de maat ook al te klein, en zoude men niet ver komen, als men om de 5- maat altyd nieuwe moeite zoude moeten doen , en indien men na proportie zoo veel eieren in een ganlch vat zoude willen werpen , zoude het nog minder Hagen , om dat men zon- der de eieren te breken niet wel op den bodem zoude können ko- men. Andere beweegredenen ga ik ditmaal met fülzwygen vöorby- De Hollanders , die zeer veel Hoede Branswykfe, Zerbfter en andere r^'eapf Mï fterke Hollandfche , Lubekfche , bier bewi- Breemfche enz., bieren na Ooft- rcQ Indie voeren , de Hechte en dun- ne bieren echter können de reis over zoo weinig goed blyven, als dat 7t welk de Engelfchen na Ja- maika zenden, verftaan ditkunf- je , mynes bedunkens vry beter ; want na dat zy diergelyke bieren in Holland op goede eikc fuftagie I met eizerc boepels wel verzien , I hebben oirergeftoken, en van den veelvuldigen droeilem gezuivert, E doen 34- BESCHRYV1NG van dê doen 7V , voor zoo veel als ik heb können bemerken , verders niet daar aan , dan dat zy alle maanden de vaten met het zelve bier of by gebrek van dien, met cenig ander goed bier opvullen , en de boom van het vat, zoo dicht houden als mogelyk is, ten einde de indrin- gende lucht van buiten geen fcha- de kan doen, of het bier zuur zou- de können worden of bederven, zelfs wanneer zy in de verzengde lucht-hVeek of onder de linie een alteratie uitilam moeten. Waarom By deze manier van bier te be- bTerfbc-ers warcn J bevinden de Hollander. derft. zich meelt zeer wel , fchoon niet kan worden geloochent, dat wel eens een vat bederft en zuur word , of ook wel t'eenemaal uit- loopt. Dit ontfta-it nogtans uit andere oorzaken, welke ik be- ducht zoude zyn te ontdekken, ten ware de zaak over bekent en openbaar was. Wanneer veel va- ten met diergelyke drank in een fchip op elkander leggen , kan men niet by de onderlte komen , om de/clvc na behoren op te vullen, of anders daar na te zien. Wyders zyn alle vaten niet nieuw, en dikmaals wormllekig, welke met ter tyd het ingenomen vocht laten uit lopen. Daarenboven ge- beurt het wel , dat de Ruimwer- kers of die in het hol van het fchip moeten arbeiden , het welk door- gaans matrozen zyn , van t) d tot tyd uit een en meer vaten tappen en uit zuipen , en /iet men der- halven onder deze lege vaten nooyt eenige nattigheyd, waar uit men zoude können belluitcn, dat het bier daar uit gelekt u as. Wie '/ouder echter de moeite willen nemen , alle ilinkfche Itre- ken van het bootsvolk , om ande- ren het hare t' ontvreemden , op het papier te brengen?' want /niks aan den Kapitein , Stuurmanen anderen zeer wel bekent ; wcs- hfilven w hen ook van den begin- nen of aamvv/cn, welke valen in 't byzonder , en welke aan de Compagnie toebehoren , en ook doorgaans hare byzondere vaten Sanit urn SanEtorum het Heylige der Heyligen noemen, en daar me- de te kennen geven , dat zy wel uit de Compagnies vaten maar niet uit de hare mogen drinken. Wat aanbelangt de wvnen ; de- Welke wy« zelve moeten zekerlyk niet nieuw-, f^p°|UuS gefmeert of gezwavelt zyn , als "am zyn. u elke na dat de zwavel verteert is heftig fermenteren, en dienvol- gens zeer ras bederven. Slappe en Hechte wyncn ondergaan het zelve lot , fchoon zy oud zyn, om dat zy de kracht van den geelt, die ze goed moet houden, verlie- zen. Oude en zware wynen ak Franfche, Rynfchc , enz" , fchoon zy onder de Linie of in de ver- zengde lucht-ltreek een kleine verandering moeten ondergaan , en als onklare kernmelk uitzien , en in de fmaak verandert fchyncn, bekomen nogtans hare oude deugdzaamheid in verf, helder- heid en fmaak weder, als men de- zelve nevens de gewone oppaf- ling, maar tyd laat , en worden zy dikwyls,zoo als hier in Europa door het A-ervoeren van diergely- ke waren gefchicd, veel beter, als zy voorheen gevveefl: zyn ; ge- lyk dan bier en wyn, welke men naÜoit-Indic voert, veel beter van fmaak , klaarder en veel lchoonderen helderder van verf zyn, als ze hier ooyt zouden zyn. W il echter iemand in Indie een Hoc wyn vat bier of wyn ontfleken , en ^^j0 daar van drinken, mag zulks niet getapt gcfchicdcn, zoo als men hier ge- WOid- w oon is te doen, om dat voo wel de lucht van buiten door de boom zoude indringen en een bederving veroorzaken, als de grote hitte en doordringende zonnc-warmtcden zmaak veranderen en bederven zoude; maar als men het bier of \v\n wil beginnen, en ten einde goed houden, is men genood- zaakt, om het vat ten eerlten t'eenemaal in bouteilles of grote cara- KAAP de GOEDE HOOP. 35 Bier en wyn te be- Waren. De victua- liën beder- ven dik- maals op tee. Edog op het eene fchip meer als op het ander. carabalTen, dat is, glazen van 15- tof-zo maat groot, aftetappen, en daar in te bewaren, ten einde de lucht daar op geen gewelt zou- de können oeftcnen. Het beu aren gefchied aldus: Na dat men de Bouteilles of Cara- baflen ter dege heeft gefpoelt en uit laaten lopen, tapt men bier of wyn daar in. Vol zynde, Hopt men ze met een kurk dicht toe en fmeertze met pik ten einde daar geen lucht kan doordringen. Wil men ze echter lang laten Haan, en is men voor dezelve bcvreeft,giet men, alvorens de bouteilles wor- den gekurkt, een weinig olyop de wyn, en flopt ze vervolgens op de bovengemelde wys, daarna zet men deze glaze vaten in een koele plaats , tot dat men ze ge- bruiken wil. Zyn 'er grote Cara- balTen vol, die men niet op een- maal kan gebruiken , tappen zy deze wederom op kleine bouteil- les, op dezelve wys, zoo als reeds is gezegt, en gebruiken ze na hun welgevallen. Niet alleen water , bier en wyn bederven dikmaals , gelyk gemeld is , voornamelyk als men het by- gebragte niet gebruikt, en men daar benevens lang onder de Linie blyft zukkelen , maar ook brood , tweebak en anderen ongezoute eetwaren, als er weten * bonen, gort, enz., 't welk alles geen wonder is. Want fchoon het brood nog zoo hard is gebakken, ó*e andere eetwaren ook been- droog zyn , is nogtans alles reeds eenige maanden out , eer het fchecp gebragt word. Daaren- boven kan niets de felle hitte we- derflaan, die in het fchip valt, en de menfehen en vee afmat. Edog is hier op geen algemene regelte maken, gemerkt 't eene fchip van het ander niet alleen verfchilt in de fnelheid van zei- len, maar men ziet ook, dat zom- migc fchepen byna alle menfehen gezond houden , fchoon zy lan- ger als andere in zee zwerven; en dat wederom andere worden aan- getroffen , die by na gene gezon- de menfehen met zich können voeren , maar als met een quade lucht aangefloken zyn , van wel- ke na het getuigenis van de onder- vinding, vele in 't water byten en fier ven moeten. My is bewuft , en ik ben zelfs Menig ooggetuige gcwccll , dat zeker fchip kry?_ fchip, genaamt de Amazone, eens ken™8 * dertien maanden tuiichen Holland en de kaap de Goede Hoop onder wege geweeft is , tcrvvyl een ie- der van gedachten was , dat het vergaan, of genomen en in Vrank- ryk opgebragt was. Dit fchip heeft ruim 6 of 7 maanden onder de linie, of ten minften in de ver- zengde luchtflreek gezworven , vermids het te dicht aan de bocht van Guinea gekomen was, alwaar het wegen tegenwind wachten moeit. Wanneer het echter in de haven van de gemelde Kaap inliep had het weinig zieken, hebbende daarenboven nog minder doden onder wege gehad , 't welk de bo- vengemelde regel algemeen zyn- de , nooyt zoude hebben können gefchieden. Dit alles word veroorzaakt Waanuiiu door de veranderlyke en weinige l^m wind , welke men om deze flrcek gewaar word , en fchoon'cr me- nigmaal een Travad-\v ind , of zo- danig een wind op komt, die zoo als de Jefuit Tachart in zyne Siam- fche Reis p. m. 48 meld , meren- deels met donder en blixem ver- zelt is j en de kleine vuurtjes, door da Portugeezen St. Telmo genaamt , • en door de Heidenen onder den naam van Caftor en Pollux aangebeden, zich dikwyls naalds-wyze op de mallen, flen- gen en ftukken kanon laten zien , duurt dezelve echter zeer zelden langer als een half uur , behalven dat hy meelt altyd uit een vcf- keerden hoek komt. Dienvolgens brengt hy de zee- vaarders zeer zelden groot voor- deel, maar jaagt hen eerder van E 1 hunnen 36 B E S C H R Y V I N G van de Waarom men dik- wyls moet te rug zei- len. De Schry ver weet niets Van aderlaten. Het dopen onder de Linie is hunnen ouden kours , of te rug, dan dat hy hen doet vorderen. \\ 'y hebben /.elven een gehele graad moeten te rug wyken , en wegens de itiltc van den wind moeten zukkelcn,zoo -als hier vo- ren bericht is. OndertulTchen is 'er nog een an- dere oorzaak , waarom men dik- w ils te rug moet zeilen, eer en alvorens men de Linie palieren kan. Wanneer men de Linie niet tuflehen de 3?° en 360 graden breete kan doorkomen , loopt men groot gevaar , van in den {hoorn verwart , en na de Bocht van Guinea gellcept te worden ; om uyt de/elven te geraken en zyne reis te vervolgen , is men genootzaakt te rug te keren, en de Linie tuflehen de gemelde 1 o gra- den te doorfhyden , gelyk zulks uyt het voorbeeld van het eerft- gemelde fchip de Amazone , ge- noegzaam kan worden bewezen. De HccrStiibbe, een Engelich Gences-meelter, verhaalt, dat 'er wegens de ongezonde lucht en het verhitte bloed onder de Li- nie , niets gezonders was bevon- den, als het aderlaten , gelyk de gemelde 1 ianciscus in zyne Ne- der- \\ ereld p. -^ bericht, zulks uit de Aflïs Anglicanis Anni 1668. getrokken te hebben. Ik heb op myne reis diergelyks niet geobfer- veert , en ook niet gezien , dat ie- mand een ader geopent is. On- dcrtulVchcn bleven \vy , God danck! allen gezond, zoo dat dit voor geen algemenen regel kan worden aangenomen , en mag miilchien het gemelde onder- fcheid der fchepen hier wel plaats \ melen. Ik was nogtans /eer wel, en heb velf gezien , dat vcr- fcheide zoorten van dolle koort- ven hebben gewoed , die evcnu el zonder ad e rlaten genezen zyn, en 18 niemand daar van ge linnen, als de bewufteReufchc,die in zee ge- fprongen is. Ook is de mode van vreemde- lingen onder de linie te dopen, door de Nedcrlandfche Ooft-Indi- **£* r , /-, i ir' Hollanders Iche Compagnie t eenemaal arge- afgefchaft. fchaft , fchoon die langen tyd in /wang gcweell is , zoo als meelt alle Reis-bcichryvingcn daar van melding maken. Wat ik echter van het losbranden van het ge- lehnt zal houden, waar van de ge- melde Franciscus 1. c. p. 401. ge- wag maakt', weet ik niet te zeg- gen , om dat my niets diergelyks is voorgekomen , en daarenboven van myne reisgenoten, die echter dikwyls de linie gepaiTeert heb- ben , niets daar van heb können vernemen. Edoch ik acht , dat hy op de gebruikelykhcden der Franlchcn , welke de Baron de la Hontan in zyne nieuwfte reizen na Noord-Indie p. 6. en op die der Portugeezen , welke P. Zucchel- li in zyne Reis -befchry ving na Congo pag. 66. befchryft, het oog hebbe ; dog wil ik hier van geen ander oordeel by voegen. Nu keer ik weder tot myn voorgaande verhaal, en zegge, dat na de Paafchdagen,dic op den \i April viel , waar op het by na altoos heeft gcregent , en wy 't on- der de door de zonne hoogte be- kome Zuidcr-Pool hoogte van 5 graaden 31 minuten hielden, niets byzonders is voorgevallen , ten ware ik de wind, het weer, de cours van ons fchip, de verheffing van 't afpunt, en de declinatie van den zeilltecn wilde verhalen. Den 14. zag ik voor de ecrltcmaal een /warte donkere wolk midden in den Melkweg, welke zekcrlyk iets zonderling was. De zaak is in 't kort als volgt : V: Midden in è&VU Lafted of Melk- \. w eg , na by het zuid-kruis ; zoo den Melk- als de hcdcndaagfchc Stcrrckun- weg" digen dezelve noemen, ofTtolo- meus , by de achtcrlte voeten van den Centaurui , en wel naby of eerder milchen de lierren door Bayerns in zyne 'Öranometria of Hemel-meet-kunde metdcGrick- fche taalletters £en £ betekent, be- vind zich een zwarte donkere wolk, KAAP de GOEDE HOOP. 37 Hare fi grnir en grootc. w ölk , welke of dóór hare natuur- lyke zwartheid , of om dat zé in 'tmidde van den witten Melkweg ftaat , en derhalven zoo donker fchynt , niet 7.00 /eer wegens de verf, als veeleer door hare byzon- dere beweging, welke zy met de vafte lierren en den Melkweg ge- meen heeft , van alle andere wol- ken onderfcheiden is. Hare figuur is langwerpig rond als een ei ; haar langer 'Dia- meter overtreft cenigzins de wydte van beide voorgemelde lierren , en korter Diameter kan dezelve niet eens halen. Hare zwartheid overtreft niet alleen an- dere wolken , maar zy is veel zwarter als de klaarile lucht by donkere nacht. Ook fchynt haar loens of plaats veel dieper als het overige des hemels , waar aan de fterre zich laten zien , ten zy de helderheid van den Melkweg het oog bedriege, en in 't oordeel milleide. Hare beweging echter , gelyk ik die heb waargenomen , is met de Fix- lierren eenerlei, aan- gezien ik haren beweeglyken Sï- tum veelmaals geobferveert heb. By helder manenfehyn leek de verf een weinig bleker, en ik acht, dat het helder maanlicht de oor- zaak daar van was , zoo als men in zulke nachten ook zooveel Her- ren niet ziet, dan als dezelve ganfehniet, of ten min Men zoo veel niet fchynt. Daarenboven fcheenen de Diametri of middel- lynen iets korter, om dat ze juill ook door het heldermaanlicht als zamen of in getrokken waren. Wat het Vele zeelieden, zyn vange- voJkiT dachten, dat men deze wolk al- van meent, tyd ziet, als de wind uit het Oof- ten of Zuid-Oollen komt, of ko- men zal, maar ik kan zulks voor geen onwederfprekelyke waar- heid aannemen ; ten dele om dat de veelvoudige waarnemingen my van het tegendeel hebben over- tuigt , en ook vermids hunne an- dere meningen my daar van af- houden , aangezien zy wegens de Via Laffea ook van de dwaze me- ning zyn, dat de wind gemeenlyk uit een llreck zoude ontdaan, daar zy den gcmcldcn Melkweg zien opgaan , het welk zckcrlvk e- ven zo zwaar is als het voor- gaande. Daarenboven geloven zy ook op eenc goede Arillotelifche manier, dat de gemelde Melkweg maar een Metcoron of hoogvliegende damp is , die de beweging der winden semuleert, en alzo niet vall aan den Hemel Maat, het welk wederom een Helling is , die reeds voor langen tyd uit de ware philofooffche lcholcn is geban- nen. Terwyl ik nu myne gedagten Het Schip met deze wolk bezig hield, zagen £nef ^ onze Stuurlieden een leer, welke zeyn. het fchip Sandhorll aan de grote ree , dat is een d warèhoüt aan den mail, had opgehangen, die met touwen aan de opgerechten maft was vall gemaakt, ten einde de zeilen daar aan te Haan, uit te fpannen, en tegen de daar in vallende wind te richten. Wy merkten hier uit, dat zulks een teken was, dat het fchip iets ont- brak , en dat wy met ons fchip klaar moellen zyn, om hetzelve te helpen; dog wat 'er eigentlyk aan heeft gefcheelt , of het een vreemd fchip heeft ontdekt, dan of zich iets anders in het fchip heeft toegedragen , zulks hebben wy nooyt te weten gekregen ; en vermids wy niets zagen , en den volgenden dag ook verders niets vernamen, hebben wy het zelve ook niet können feconderen. Tegen den 1 2 . en 2 3 . April raak- De Schro- ten w\ met ons fchip weder op een l"£^ gevaarlyke plaats, niet ver van vaadyke den Brazilfchen oever, 't welk Plaïts- men by helder weder zeer duide- lvk zien kon, aangezien daar veel klippen onder water, ofgelvk Ander fin Lib. I. c. 2. in zyn Reis- befchrvving wil , een blinde on- reine grond zich bevind, welke men wegens den wind moet E 3 door- 3S BESCHRYVING van de Hoe derel- vc ge- noemt word. Is?eergc vaarlyk. doorzeilen , en onmogelyk myden kan. Den 2.4. van die zelve maand zagen wv echter uit de verheffing van 't Afpunt , zynde 18 graden 31 minuten autlral. , dat wy God lof, het gevaar ontlopen en die gevaarlyke Syrten verby waren. De Portugeezcn noemen dezel- ve in hunne Taal Abrolhos , het welk in Duitfch zoo veel bete- kent, als, ziet voor u, wordende in de Latynfche fpraak geheten Aperi oculos. Deze blinde klip- pen lbekken na het voorgeven van den gcmelden Andcrfon loc. e ir. van de Brazilfche kuilen ruim tachtig mylcn zecwaards in , voor welke de Oolt-Indifchc fchepen 2eer vrezen , om dat de {broom haar zeer licht van haren loop kan brengen , en haar doen aan Huk- ken itoten. Dit gevaar is zoo groot, dat door dicn'cr menig fchip geflrand en aan Hukken geilagen is, de Illuflre Oolt-Indifche Compagnie goed heeft gevonden, aan ieder Bak in het byzonder in het fchip een maat Spaanfche wyn te laten geven , als zy de Abrolhos gepaf- fcert zyn. Daarbcncvcns heeft de gemelde Compagnie uitdruk- kclyk order gegeven, dat de A- brolhos gepafleert zynde , van alle Daar word de 8ene die '/ich °P hct fcmP bc" eendank- vinden, een algemenen dank-dag daggchou- moct worcicn gehouden, om God voor zync genadige zorg en ver- lolling uit het gevaar te danken , gelyk zulks dan ook den 17. April verricht wierd. Waar uit alzoo genoegzaam blykt, dat het gevaar niet klyn moct zyn; om dat de Il- luflre Compagnie zelf zich aan de wclvaaart van haar fchip en de daar op zynde menfehen zoo veel laat gelegen zyn , en geen kollen ontziet, om hen een verquikking te geven , na dat 2) het gevaar ontkomen zvn. Ccrieofc Den 24. April heb ik 's avonds phajit Uh een zeer curieufe obfervatie circa 'Pbajin primam ac noviffimam Lu- ' na , van den beroemden llerre- kundigen 'Johannes Hevclius in zyne Sclcnographia of Maan-be- fchry ving aldus genaamt , gehad , welke wyl ik nooyt diergelyks heb gezien , en ook niet weet , dat buiten den voorgemelden Heve- lius, iemand iets daar van heeft gelchreven, my wel de moeite waard fchynt,hicr byte voegen, en aan den lezer mede te delen,fchoon het verhaal tegen myne gewoonte wat te veel uitdeyen , en miifchien zelfs onaangenaam worden zal. Dienvolgens dient tot naricht, dat ik deze obfervatie op den ge- Wanne« melden dag tegen het vallen van waargen" den avond, tuflehen 6 en 7 uuren men * heb waargenomen, wanneer de Conjunclio Solis & Luna of de nieuwe Maan nauwlyks 3 o uuren vooraf gegaan was. Dit Tempo kon nog tamelyk wel worden waargenomen, om dat wy ons toenmaals met ons fchip in de Zona Torrida of verzengde lucht- ftreck bevonden, aangezien de Latitudo Loei, of anders de Elevatio To/i Außralis, eil der Stuurluiden Obfervatie niet meer dan 19 graden 38 minuten be- droeg; de Longitudo Loei , of de diflantie van de plaats des obferva- tie van den ceritcn Mcridiano daarentegen , Avas na het bericht der Stuurluiden 249 graden , voor zoo veel men het Trimum Meridiannm voor het Kanarifch eiland Teneriffe ziet. Wat nu het onderfchcid der middags -cir- kels aanbelangt, zulks kan niet groot zyn, als men beide de Me- ndianos vergelykt , en de nieuwe maan daar van zoude wille begin- nen ; dcrhalven zal ik met voor- dacht hier van niet fpreken , om dat van de Longitndo of diflantie zoo als men ze op zee obferveert , niet al te grote zekerheid en vaitig- heid, te beloven ofte hopen is. Wat verder de Obfervatie zelf ££*»*•■ betreft, die ik wegen het lungeren was.' van het fchip , nog met myne in- llrumenten nog met het klcinlte perfpectief van 6 voet , nauw bc- trach- KAAP de GOEDE HOOP. 39 Hare oor- aaak. trachten kon , zoo is gewis , dat- ik dien 'Pbajin prlman ac novijji- mam Luna nooyt op zodanige wys gezien of van andere gezien te zyn gehoon, veel min gelezen heb. Want de beide fpits toelo- pende horens, ltrekken ziet alleen ver over de helft van de maan , maar zy raakten fchier aan eikan- deren , zoo dat van de ganfehe Maan-kring naauwlyks het zefdc deel over bleef, 't welk by na zoo' helder fcheen als de overige helder fchynendc Maan. En ver- mids het binnenftc Van de Maan Van den Lumlne Secuudario nog tamelyk verlicht vvierd , waar door beide horens ook fchenen aan elkander te raken , alzoo dat het voorgemelde zesde deel der omkring van den Maan, door de Radios Spurlos of neven-itralen verlicht , echter veel zwakker fcheen , en dezelve by na de dik- te van een itrohalm uitmaakten, zoo verbeelde ik my niet anders, dan als of ik een Ecllpfin Solls an- milarem zag. Het onderfcheid was alleen , dat de binnenite Nucleus Luna , of het binnenite deel van de Maan niet zoo zwart of donker was , als by zulk een zonnen-ta- ning. Vermids ik echter myne ogen niet alleen vertrouwde, maar ook den Kapitein , Stuurman en eeni- ge andere aanzette , om dit curi- eus en vreemd fchouwfpel der Natuur nevens my te zien , waren zy daar toe zeer willig en bereid , en bekrachtigden daar benevens niet alleen de voorgemelde vcr- fchyning , maar begonnen ook na defzelfs ware oorzaak te vragen. Hier door wierd ik in de verbeel- ding gcilerkt, en ik had ook meer gelegenthyd om my aan de ware oorzaak gelegen te laten zyn, waarom c\\ïcPh die zoo als my is verhaak , weinig. in de ZonaTorrida zoude vallen, en waar door ik my vleide met de hoop , ontrent de hitte van de Zon verlichting te bekomen, ben ik in het Noorderlyk gedeelte van deze lucht-ftreek zeer. weinig daar van gewaar geworden, ook heb ik myne Rei s-genoten, welke dezelve meer hebben gepaffeert , gantfeh het tegendeel , voornamentlyk ontrent deze tyd van het jaar ver- nomen, ïn het zuidelyk gedeelte echter van die lucht-ftreek is 'er wel wat meer regen gevallen, hoe wel dezelve ook niet lang duurde, en doorgaans met fterkc Travad- winden eindigde. Vcrmids ik van den aard van den regen en de Travad-winden reeds hier voren heb gefproken , is het onnodig , verder hier iets by te voegen. Op dien zelve eerften Mey liet onze Kapitein , wyl het tamclyk fchoon weder, en de wind veel gunftigcr en niet al te fterk was, door een kanon-fchoot en de op- geftoke witte vlag aan den Kapi- tein van het fchip Sandhorft een teken geven, dat hy met zyn Hoep by ons aan boord zoude komen ; midlerwyl trok onze Opper- stuurman eenigc Lottgitudmes vit z\ n Journaal , telde die op, toon- de die aan den Kapitein en fprak daar over met hem , eer en alvo- rens de Kapitein van het fchip Sandhorit aan ons boord quam. Wat het and hier voren ge- Uit welk alles, en wyl de Op- perftuurman, na dat de Kapitein van het fchip Sandhorft by ons weeft "• was geweeft, den volgenden dag cenige bladeren uit zyn Journaal fcheurde, en den gantfehen cours in de zee-kaarten veranderde, voornamentlyk wyl hy my niets wilde laten zien , maar met toor- nige woorden dede heene gaan; ik befluit, dat de reeds voor heen getoonde vergiïïing door deze zamenkomft bevonden is , en dat wy niet Trinidat of Afcenfan, maar de eilanden van Maria d'A- gofta en Martin Vaz zullen heb- ben gezien , het welk 1 5: graden fcheelt, welke 15^ graden echter door onzen bochtigen cours byna 600 uuren uitmaakten. Daar na heeft het een paar da- Het regent gen tamelyk geregent ; welk re- genwater door het boots-volk zoo veel mogelyk , opgevangen wierd , om zich daar mede te laven , of, wyl zulks verboden was, alzoo het pikachtigis, en veel ziektens, daar onder fcheurbuik, veroor- zaakt, daar mede te waffchen; want het zee-water dient daar toe niet , zoo als reeds boven is ge- meld , en buiten dat wel zal be- kent zyn. Den 6. Mey begon het wederom cen weinig op te helde- ren , echter wierd als toen waar- genomen , dat de Cours , dien men tot nu gehouden had, moeft worden verandert, weshalven aan het fchip Sandhorft door en ka- non-fchoot en het opfteken van de vlag , daar van kennis gegeven wierd. Kort daarop en nog dien zclvcn Zware nagt , wierden wy van cen zware Jj^^flf ftorm uit den Noord-Ooftcn belo- duurde.^ pen , die den 7. 8. en 9. dezes aan- hield , waar door dan al het volk ten laatfte van het Gebed wegliep, en het fchip zoo veel mogelyk was moeiten zoeken te redden , ter- W) 1 liet fcheen als of de grote af- gry/.clykc baren , die over het fchip al? over een valt houtje floc- gen, het zelve wilden bedekken. On- KAAP de GOEDE HOOP. 43 Gevaarly kc Travad winden. Ondertullbhen was deze ftorm gantfch niet te vergelyken by den geen ,van welken ik haait zal moe- ten lprcken , en ook niet by dien, die wy in de Noord -zee uitge- daan hadden. Daarentegen joegen den 10. en den 14. Mey de fchielyk opko- mende Travad-winden ons een veel groter fchrik aan , als welke uit een gantfch andere hoek ko- menden, ons fchip alle oogenblik fchenen omver te werpen. En de laatfte was voor al zeer fchrikke- lyk , om dat hy de zeilen eer wy ze konden innemen , tegen de drie maften aanfloeg, en door het heen en weer fungeren , de baren met hopen in het fchip dreef; waar door het dan ook gebeurde , dat een zeker Matroos tegen den zoo- genaamde Knecht, een zeker Ituk hout, geflagen en zodanig ge- drukt wierd , dat het fleutel-been aan Hukken raakte ; ondertuflehen hadden wy grote oorzaak God te danken , om dat geen van die bei- de woedende winden over een uur duurden. DeSchry- OndertufTchen had ik den 12. Nubecuias dezes het geluk, de beide wolk- of wolkjes jes te zien , die het aldereerfl Zu dPooi ^°01 Hallejus naauw onderzocht zyn , en digt onder de Zuidpool man. Onze Opper -Stuurman, die ze my wees, zeide, dat ze aan de Kaap de Goede Hoop al- tyd boven den Tafelberg Honden, en derhalven van hen de Kaapfche wolken genaamt wierden ; ik heb ook daar na bevonden , zulks al- dus te zyn, en ik geloof niet, dat het nodig zyn zoude, om alhier nader bericht daar van te geven. Den 1 3 . Mey vonden onze Zee- Officiers andermaal goed, om den cours te veranderen , het welk zy op de gewoonlyke wys wederom aan het fchip Sandhorft bekent maakten, omdatzy de afwyking van het Compas verder niet nodig achteden, fchoon ze voorheen 7 of 8 graaden groot geweeft was. On- dertuifchen geloof ik deze obzer- I. TiecL vatie niet te veel, hoewel ik ook niet van zins ben, om die ganfehe- lyk te verwerpen, maar een naau wer onderzoek overlaten , welke te verrichten , my als nu niet voegt. Vermids daar benevens onze DeSchr Zee -Officiers reeds vermoede- ™h g™* den , dat wy na by de Kaap de tot de Goede Hoop moeften zyn, pakte \°jf3l" ik den if. dezes myne dingen by fnalkanderen en kreeg ook iets van onzen Commandeur der sol- daten* om 't zelve in plaats van de verteerde victualiën in myne kiften te leggen , en voor hem na het land te nemen om dat hy zich en niet buiten reden , verzekert hield, dat de goederen die aan my , welke door al de Heren Di- recteurs der Illuftre Compagnie gerecommandeert was toebehoor- den, niet zouden worden gevifi- teert ; ondertuflehen landeden wy byna een maand daar na eerft al- daar, om dat wy door vele tegen- winden en den geftadigen regen , welke ontrent deze ftreek eenige dagen na malkanderen viel, op- gehouden wierden. Na dat wy den iz. Mey door het losbranden van een ftuk kanon en het opfteken van de vlag, aan het fchip Sandhorft een teken hadden gegeven, dat het nevens ons den cours zoude veranderen, begon het nog dienzelven middag uit een anderen hoek te waajen, ver- anderende de Zuid-ooften in den Noord -Ooften wind, en dwong ons alzoo , öm van den vaftgeftel- den cours eenigzins af te gaan. Dien nacht zagen wy blixen, wel- ke ons om deze ftreek iets gevaar- lyks dreigde , gelyk dan ook daar op een afgryzelyke menigte hagel- ftenen vielen , ruim zoo groot als een kleine noot, waar door ik overtuigt wierd van het geen onze Officiers voor heen dikmaals had- den gezegt , namelyk dat om de- ze tyd van het jaar zulks in dit ge- weft niets nieuws was , om dat zelfs in gelykc breedte ruflehen F 2 Noor- 44- BESCHRYVING van de Noorden en Zuiden, de kouwde aan het Zuid gedeelte veel hefti- ger was , als tegen het Noorden. OndcrtuiTchen is dit ook mif- fchien de rede, dat de genen, die uit een /.eer grote hitte komen, de indringende kouwde zoo wel niet können verdragen, als die altyd in de kouwde, en onder eene lucht-ilreek bcilendig wo- nen. Vemariy- Op deze hagelbui volgde in kc ftorm. den nacht tuffchen den 2 3 • en 14. dezer een fchromelvkc ilorm uit het Zuiden ten Weiten , welke alle voorgaande in heftigheid overtrof. De geldkiilcn van de Ilmftre Compagnie in de Kajuit of Boekhouders kamer , die ook te gelyk de Raadskamer en de alge- mene Eetzaal der Officiers is, raakten alle overhoop, fchoonzy zeer valt gebonden, en naar ge- woonte bezorgt waren, en dezel- ve ook de gantfche reis over on- beweeglvk waren liaan gebleven. Wy hadden toenmaal 14 Killen aan boord en in cider was 10 dui- zend guldens. Doet grote Hier door wierd de Boekhou- fchadc. jcr 0f Onderkoopman, genaamt Johannes Trip, uit Amlterdam geboortig, welke zyne woning en llaapplaats in de Kajuit heeft, en ook toenmaals nog geruft in de pluimen lag, gedwongen, om den Kapitein tot hulp te roepen; vcr- mids de gemelde killen door het gefladig heen en weer rollen, als ook de tafels , banken, lloclen, porceleine fchotels en borden, glazen, de grote Martavane (In- diaanfche pot, houdende ruim 4 emmers, waarin het water altyd goed blyft) kortom alles wat inde Kajuit was, vcrbreyzcldc. xrergerf- Edoch al zyn bidden, kermen (che hulp. cn fmeken hielp by den Kapitein niet met al , latende hem door den wacht, die voor de Kajuit Hond, ten .nul woord geven dat hy hem onmoeeiyk helpen kon, voor en al eer hy hoven op het fchipdeno- digc ordres had gegeven, hoe al- ■ les in fuik nood weer te fchikken, i om zich zoo veel doenlyk , voor ! zinken te bewaren. OndertwTchen vermids de Refoiutic j Boekhouder geen uitkomll zag, SèkS». en alle oogenblik vreesde, dat het der. gantfche bovenile deel van het ach- terfchip aan ilukken zoude wor- den gellagen, alzoo hy wel kon begrypen , dat wanneer alles in de Kajuit was verbryzelt, het befchot ook aan Hukken raken zou, of dat ten minllen de bodem mocll in- breken , ging hy in een Kajuit ven- iler zitten , met de bcenen na bui- ten, met beüuit, dat wanneer al- les aan ilukken floeg cn het fehip verbryzelde , of van de baren zoude worden bedekt, als welk alles zeer licht had können gebeu- ren, als maar een kift daar door gellagen was, wyl evenwel de ho- ge en floute baren over ons fchip floegen, zoo dat het volk, het welk reeds niets droog meer aan zich had , ruim een voet hoog in het water Haan moeil , dat hy in dat geval zeg ik, liever zelf in zee wilde fpringen , cn trachten een plank met zwemmen magtig te worden , als op zulk een wys te verzuipen cn zoo elendiglyk te llerven cn te fneuvclen. Waarlyk het is onmogelyk uit Crooton- te drukken, wat elendige lail ons jgj b* toenmaals overemam. Wy had- ftorm. den een fchip dat tot waterfchep- pen, als het maar een weinig flin- gerde, gelyk wy vcclmaals heb- ben ondervonden , buiten dat zeer genegen was. Wy moeilen 's middags, 'savonds enden gant- fchen if. Mcv , te weten, zoo lang als de/e ilorm duurde, koude I fpys, kaas cn brood voor lief ne- men , om dat onze Kok onmogc- lyk koken, cn door het heftig Qngeren niets in de ketels houden kon-i Niemand was tot nog toe, ja De Scimr zelfs ik niet, die anders een goed ^t)rc°rbdcd vertrekje en fchone gelegentheid geworpen, had , door llonn uit zyn bed ge- fmeten ; maar dit maal heeft dit onge- KAAP de GOEDE HOOP. 45 Pvzondcr toeval in dezen üorm. De Com- mandeur der zolda- ten loopt gevaar te verzuipen. ongeluk niet alleen anderen , maar ook my getroffen , dat ikuitmyn bed geworpen wierd, zo dat het hoofd, het welk tegen het beiehot ilocg, my langen tyd daar na ge- weldig '/.eer deed. Daarenboven had men (taande de rys ook nog niet gezien , dat men over het fchip touwen fpande, om 'zich daar aan valt te houden, om niet door de baren tegens boord ge- fmeten te worden, zoo als nu ge- fchiedde. In deze hoogit - fchromelyke ftorm was 'er een geval , 't welk treurig en te gelyk bclachens waardig is ; en ik hoope niet dat het de lezer qualyk zal duiden, dat ik het zelve als in onze groot- lte elende gebeurt, hier in lalle. De Commandeur der zoldaten, genaamt Johannes Timmerman, moeit iets doen dat geen uititel kon lyden. Vermids echter op de fchepen niet overal en voor elk een bequame gelegentheidis, om zich dien moeyelyken lalt quyt te maken , nam hy na ouder gewoon- te, fchoon hy verlof had om na de Kajuit te gaan, zyne toevlucht tot de Rulllyn , of na die plaats , werwaards doorgaans de Onder- Officiers gaan, om zich van hun- ne knellende en angltvallige laft t'ontdoen, wanneer zy buyten het fchip moeten klimmen, en zich aan een touw of frrik van een leer vaflhouden ; hy deed derhal- ven ook zoo en hield zich aan een touw zoo lang valt, tot dat hy van zynen lalt ontflagen was. Middclerwyl quam'er een hoge ftyve baar, welke den goeden Commandeur 1 8 tot X4 voet diep onder water zette, en eenigen tyd zoo Ity f Itaan bleef, tot dat ze ein- delyk na verloop van 4 of 5- minu- ten brak , ons fchip vol water maakte en over het zelven heen iloeg. Wy riepen hem fterk toe , dat hy ten ware hy wilde verzuipen en van de woedende baren ver- Üonden worden , het touw maar wakker zoude vaflhouden , maar fchoon zyne oogen op ons gewend waren, konde hy wegens het ruil- fchen der baren , ons niet verltaan , of ons cenige antwoord geven. Toen wy echter meelt om hem Wordge^ verlegen en bezig waren, om van rcd" dit zeldzaam geval te fpreken, en hem te beklagen, quam hy by ons, al lachende en zich verwonderen- de over de merkwaardige behou- denis Gods, vermids na zyne ver- telling allerhande verwen voor zyn oogen waren gekomen, en hy niet had geweten, wat hy doen zoude, om dat het water zoo lang ftaan bleef, dog dat hy eindelyk had be- floten, het touw valt te houden , het mogte gaan, zoo als het wil- de. Zyn leere broek , die vol water Moct 7eIf was, kon hy niet weder aan doen, ongeluk" maar was genoodzaakt , om lachcn- gantfeh andere klederen aan te trekken. Wanneer hy nu in een an- dere equipagie by ons verfcheen, moeit hy zelf lachen, en wy waren blyde , dat wy het gewaande ver- loren Schaap weder gevonden hadden. Van dezen tyd tot aan Pinxte- ren, welk feefl op den3i.Mey viel, is 'er niets merkwaardigs voorgevallen, dan dat wy den tweden Juny op de gewoonlyke wys aan het fchip Sandhorft ken- nis gaven , dat het om ons te vol- gen, den Cours en het Compas veranderen moeit. Den 5. Juny ontrent 10 of n Teken dat uuren 's avonds onltond 'er een. dTL^e zware natte kouwde milt, die by Goede geen dauw te vergel vken was, en oop v diergelyken wy zedert ons ver- trek van St. Jago niet gezien of befpeurt hadden. Ik vraagde aan onzen Opper-Stuurman, genaamt Johannis Sandvoort , die toen- maals de wacht had , na de oor- zaak van dien milt ; ik ontfing tot antwoord , dat dit een valt en on- feilbaar kenteken was , dat wy als nu niet ver meer van de Kaap de Goede Hoop konden zyn ; dat hy F 3 zulks +6 BESCHRYVINGvande Veel «e- honden aan de Kaap. zulks niet alleen meenigmaal van oude Zeeluiden had horen zeg- gen , maar dat hy het ook uit eige ondervinding will , alzo hy zoo me- nigmaal hy na Indien had gevaren, diergelyken milt na by de gemel- de Kaap befpeurt had. Ik was over dit antwoord van herten verheugt, in hope , van als nu haait van dit bedroeft , moejelyk , angftvallig en fchrikachtig zee-leven verlort te zyn ; floeg daar benevens ook te meer geloof aan het zeggen van den Opper-Stuurman , om dat dicrgclvke milt den volgenden dag wederom opquam. Gedurende dien tyd vraagde ik nog naamver na de wisheid van dit kenteken ; dog wyl den 7. dezer diergelyken milt zich wederom liet zien , wierd my niet alleen nog meer vertroofting deswegen gegeven, maar in myne hoop ver- iterkt , door dien zich dien zel- ven dag een zee-hond liet zien, als welke de gantfche zee door, niet als om deze ftreek van de Kaap de Goede Hoop gevonden worden. De gemelde zee-hond quam na ons fchip zwemmen , hebbende de oogenftyfop ons, als om ons te verwelkomen. Diergelyke dieren ziet men zeer veel aan de Kaap de Goede Hoop , en worden jaarlyks op het zoo genaamde Taxen-eiland by den ingang van den Saldanha- haven , en alzoo byna 60 uu- ren van de Kaap , eenige duyzend daar van dood gefcho- ten, van dewelke daar na meelt al de traan word gemaakt, die en door de Compagnie en door de borgers gebruikt word. Voor dc/en heeft men ook een talloze menigte van die dieren gezien in het zogenaamde Robben-eiland, 't welk recht in den mond van de haven van de Kaap legt, welke echter die plaats hebben verlaten , na dat daar een huis voor de Ban- diten gebpuwt is, en zich als nu op het voorgemelde Taxen-eiland neergcilagen , alwaar zy dat ei- land voor haar zamelplaats hou- den; gelyk dan jaarlyks in de maand van October een zeker ge- tal manfehap derwaards word ge- zonden , om diergelyke dieren te doden, en uit het afgefneden fpek traan te koken. De vellen of hui- den zyn voor die zoort van Jagers, welke dezelve bereiden en 'er na- derhand allerhande dingen, voor- namclyk Tabaks - zakken van ma- ken. Daar zyn nog wel meer tekens, ,Nos ««> j j.i 1 1 teken van waar aan de dikwyls varende denaby- fchippers weten, wanneer zy niet heid van ver van de Kaap zyn , als onder an- deren kleine vogels als Tïqu ïnen , Malagafen , Duikers , Meeuwen en andere , veel min Tampocfin , of onder water groejende dikke Rie- ten , gras en diergelyke ; dog wyl wy ditmaal niets anders hebben ge- zien, zal ik van dezelve niet fpre- ken , maar allcenlyk een Schry- ver, namelyk Vader Tachart aan- wyzen, by wien inzyneReis na Siam f.m. $5. feq. iets breders daar van kan worden nagele- zen. De twee eerfte en voorge- Yi"che iii ij 1 mening va« melde tekens verheugden ons wel de naby- niet weinig, en wierden wy nog heid. va? ,?,, . ■', ö het land. meer verblcid , toen iemand van het volk meende, dat hyden8. dezer de hoge bergen van de Kaap de Goede Hoop zag; ondertuf- fchen wanneer in den nacht tuf- fchen den 8. en 9. Juny de voor- gemelden milt uit bleef, en men verder geen blyken zag, wierden zoo wel onze Officiers als het ge- mene volk bedroeft, niet weten- de, of zy zulks aan de opgehel- derde lucht zouden toefchryven, dan of zy de Kaap dcGoedcHoop reeds verby gezcilt waren. Ik was byna ook van het laatlte Mening dr« gevoelen ; om dat onze Bootsman, s' ( 'ornelis ClaasQuak, van Texel geboortig , my verhaalde , dat toen wy de eilanden van Kaap Verde wilden aan doen, onze Stuurluidèn ook ontrent iogfaad. of ijomylenooilelyker waren ge- wcclt , KAAP de GOEDE HOOP. 47 weeft, alszy hadden gemeent; en had dit ook te lichter können ge- fchieden, om dat zy wegens de bovengemelde eilanden , die wy den 27. April hebben gezien, in verfchil waren. Valfchont- Edoch deze droefheid duurde e l an ' niet lang, door dien nog dienzel- ven dag tegen den avond iemand van het volk , die boven in den maft de wacht had , meende, dat hy het land van de bovengemelde Kaap zag ; 't welk fchoon het ver- keert uitviel of ten minften wegens de menigvuldige donkere en op den Horilbnt leggende wolken niet duidelyk genoeg konde wor- den bekent,nogtans zoo veel te we- ge bragt , dat ieder wederom ver- genoegt was; voornamelvk wyl de mift den 9. dezer wederom op- quam, en den 10. dezer met het De Kaap krieken van den dag de hoge Ta- word ont- fei_berg boven de wolken uitftak, fchoon wy toen nog 19 mylen van de Kaap waren. Welke onbefchryvelyke vreugd zulks onder al het volk veroor- zaakte, is niet licht te geloven. Hoe vergenoegt echter de ma- troos was, die het land eerft ont- dekte, en duidelyk land riep, is daaruit af te nemen, om dat hy van dellluftre Ooft-Indifche Compa- gnie altyd een premie van 1 o gul- den te verwachten heeft , en door den Kapitein met een bouteille wyn, enz. befchonken word. Wy quamen echter wegens de verre diftantie en de grote ftilte, dien dag niet in den haven. On- dertufTchen wanneer wy nog u mylen van daar waren, hadden wy het land gezien en op het Compas bevonden , dat het Ooft ten Zuiden van ons af lag ; der- halven maakten wy tegen den avond een by-legger , dat is , wy namen onze zeilen in , om by nacht door den ftroom niet aan het land gerukt te worden, of voor ongeluk behoeven beducht te zyn. De diepte Den volgenden dag, zynde den 11. Juny, hadden wy wederom grote ftilte, e» konden niet anders bemerken, dan dat de ftroom van eb en vloed ons dan dicht tot aan het land en dan wederom eenig- zins te rug zette. Wy hadden toenmaals den bovengemelden Tafel -berg Ooft-Zuid-Ooft van ons , en wierpen ten 5- uuren 'smorgcnshetpailooduit, om de diepte van de zee tepeylen, en ook om den grond zelf te onder- zoeken , of hy goed te ankeren was. Wy bevonden als toen, dat de zee nog 270 voet diep was, en dat de grond bequaam was , om het anker uit te werpen. Ten 9 uuren lieten wy het diep- lood weder vallen, wanneer wy by- na nog maar 3 uuren van het land waren,en bevonden,na dat ontrent een uur voor heen eerft van het Leeuwen-hoofd, daar na ook van het Robben-eiland, een ftuk kanon onzentwegen los gebrand was, dat de zee nog 108 voeten diep was. Eindelyk lieten wy tegen den middag andermaal het lood vallen, en bemerkten, dat 'er niet alleen goed ankergrond was, maar dat wy nog maar 96 voet diepte hadden. Na dat wy nu bemerkten, dicht genoeg aan land te zyn, en niet wilden of derfden wagen, over de dwars door den haven lopende bank te zeilen , en onze matrozen daarenboven moede genoeg wa- ren van het boegfeeren , zoo lie- ten wy op deze tyd het anker val- len , verzorgde alles zoo goed als wy konden , en maakten alzoo hier mede van onze vaart een ein- de, na dat wy zedert den S.Janua- ry tot den 12. Juny nergens dan aan het eiland van St. Jago aan land geweeft of halte gehouden hadden. Wy vonden in de haven eeni- ge fchepen , welke wy in den be- ginne meenden, dat uit Ooft-In- die waren gekomen, en na Euro- pa wilden zeilen ; edog wy verna- men dat de gemelde Retour- Sche- woru ge peilt. Verdere peiling der diepte. De Schry- ver eindigt de reis. Bevind zich in de haven aaa de Kaap. 4« BESCHRYVING VAN DE De Kapi- tein flapt aanland. Schepen reeds voor 14 dagen wa- ren vertrokken, en dat dele fche- pen die nog in de haven lagen, van on/e reisgenoten waren, die met ons « aren uitgelopen , en dat er al ecnige van dezelve waren gepafleert en na Batavia gezeik waren. De Kapitein en de Boekhouder namen de Hoep en voeren aan land , om hunne brieven aan den Gouverneur ter hand te Hellen , dog ik had geen verlof om ditmaal met hen te gaan , voorgevende dat zulks tcgens de orders van de Compagnie flreed ; ik moeit dien- volgens geduld nemen, tot den n. Juny, wanneer de Kapitein zelfde orders van den Gouverneur aan mybragt, en my op 'tfpocdigite by hem brengen moeit. Het zoude wel nodig zyn, om nog veel hier bv te voegen , zoo ten opzichte van de Tcrminos Nauticos, als wel wat aanbelangt de Declinatie van den zeilitecn , de verheffing van 't afpunt en an- dere dingen meer, maar ik zie, dat dit Hoofdfluk tegen mvn wil, reeds verdrietiger is gc\ allen , als ik gemcent had , en ben ik der- halven gedwongen, voor ditmaal te fluiten. IV. HOOFTSTUK. Van de vriendelyke en minnelyke bejegening van den Gouverneur Adriaan van der Stel, ontrent den Schryver by deszelfs komft, die echter onbeftendig geweeft is. De Gouverneur had reeds bericht van des Schryver s komfl. Verlangt den Schryver te zien. 'T geen bem geztgfaiQrd. De Schryver flapt aan land. Zyne dankzegging tot God. Laat zich aandienen. Word wel ont fangen. Des Gouverneurs voorflel. Die den Schryver in des Compagnies Tuyn brengt , en logeert hein aldaar. Fergunt hem veel vry- heid. Wyft een plaats om te obferveren. Die den Schryver niet wel aanflaat. Des Schryvers voorflig. I 'erdete belceftheid van den Gouverneur. Brengt zyn goed aan land. Des Gouverneurs er r/l e gedrag jegens den Schryver. Dat niet lang duurde. De Schry- ver myd den Gouverneur. Deszelfs naturel. Veroorzaakt den Schryver moejelykheid we- gens een wiffèl-brief Word nogtans van hem bejehonken. De rede waarom zulks qejehie- de. De httat van den Gouverneur neemt toe. Des Schryvers lafleraar flaat aan de Kaap in goet credit. Deszelfs lof. Verandert uyt hovaardy. Dyzonder gefprek. Hoe eL- Schryver zich gedroeg. Zyne openhertige reden , word venvorpen. I 'erhaal van een I y- zonder ver/chil. Waar uyt het fproot. Word grflifl. Vonnis. P# Schryver U da.ir tegenwoordig. Word voltrokken. NA dat ik te voren een op- recht naricht heb gegeven, hi t opmyne reis na de grote, beroemde en \ er gelege Kaap van de I-loop, gegaan i<-, \\ elk berii i 1 . hope, dat niet onaan- genaam zal zyn geweefti hoewel het wat wydlopigwas, &OO /.al ik dienvolgens de lezer ook fragten bekent te maken, het geenmy b\ ii 1 \ ne eerfte aankomlt aldaar, we- dervaren is. Dienvolgens dient, dat wan- De Gou- neer ik diu ii. Iun\ 170c. in de ?er.nC}lt. •'.-.-' . h.ui reeds haven quam, reeds ecnige enüPel benchtvan demeeue fchepen \ an on/e vloot desSchry- aldaar 7 / \ V-A V IT K O "N I TV G ■ J \f, z VMB 0 $? , _ ^1 <■ A I V » 6 -. Tl>- H "* K" / **"*>,- ,>>v / ■ ,ypü ÏUTUA f E / M 3 £ B I ^fe A 3Viw " \ >iT± ■'W ^N^rf ,wr' ?,.,. D I O I N D H Z r. e N êEuwe Caaiti Kaap nx Goede Hoop f.nt ZUYDT.RDEEL VAN Ar r i c jv Tr Amsterdam, sy Ïaltha;ak Lake matst, KAAP de GOEDE HOOP. kldaar aangeland, en na gehouden ververfchings-tyd , welke ge- mccnlyk i of 3 weken duurt, na Batavia en Ceylon afgevaardigt waren. Deze hadden brieven van de Directeurs of Bewindhebbers der Ooll-Indifche Compagnie, uit Amftcrdam voor den Gouverneur Willem Adriaan van der Stel me- de gebragt , waar in gelyk van de andere belangen der Compagnie, al/,00 ook in 't byzondcr van my kennis gegeven was. Verlangt Als vervolgens myn Kapitein, véïttaSb bovengemelde Adriaan Bogart, een man, die wegens zyne vernuf- tige fcheeps-direftie , grondige kennis der zee-vaart , lull tot le- zen van goede en nuttige boeken, en daar benevens vroom en godza- lig leven wel verdient , dat ik vari hem gewag maak , met zyn On- derkoopman, Hendrik Trip, na land was gevaren , om zyne aan den Gouverneur houdende brie- ven, die hy in Amilerdäm had öntfangen, over te geven, en met eenen zynen gelukkigen komfl be- kent te maken , vraagde deze ten eerflen na myne toelland ; en wanneer hy verflond, dat ik God lof, nog in goede gezondheid was, gaf hy aan den gemelden Ka- pitein bevel , dat hy zich ten eer- ilen weder aan boord begeven, en my by hem brengen zoude. Zulks zegt De Kapitein voerde dit bevel menhem. ^on(jer ty^ verzuim uit , quam aan het fchip , en bragt my de aange- genarne tyding, dat ik my ten eer- llen tot den Gouverneur begeven moeft. Want vermids hy reeds T4 dagen had geweten, dat ik ko- men zoude , verlangde hy zeer , dat ik by hem quam, om met my re fpreken; daar by voegende, dat de Gouverneur het zeer qua- lyk had genomen , dat hy my niet ten eerllen met zich gebragt had. stapt aan Derhalven maakte ik my ten ecrfle klaar , en trad met hem in onze floep ; wanneer ik echter voet op het vatte land en in het I. n. j • ver myd vaneenige van zyne onvcrltandi- den Gou- ge Lievelingen niet wilde voor Temeur. den gek houden , en opcntlyk uitlachen laten , heb ik langza- merhand haar gezelfchap en de ommegang van den Heer Gou- verneur zelf zoo veel mogclvk, ge- KAAP de GOEDE HOOP. 55 Naturel van den Gouver- neur. gemvd, wel wetende, dat nadc- maal ik aan den meergcmeldcn Burgemeefter van Amllcrdam, den Heer Nicolaas Witfen in zyn faveur gefchreven, en dcfzelfs be- sondere vriendelykhcid jegens my naar waarde en mogclykhcid ten hemel opgeheven , en voor 't ove- rige het een en ander tot zyn lof aangehaakt had, hem verder aan myn gezelfchap en bezoek niet meer gelegen was. En zoo was defzelfs inboril,dat alles wat hy deed, maarinuitcr- lyken fchyn belfond , gelyk ter zy- ner tyd wydlopiger blyken zal. Jegenswoordig zeg ik alleenlvk , dat in plaats hy voor dezen alles , dat ik verlangde, guniliglyk ver- leende, en op order van de Com- pagnie ook het nodig houtwerk tot oprechting van myne inilru- menten, nevens andere hulpmid- delen gewillig geven liet, ik niets meer van hem konde verkrygen, na dat ik dien brief aan den gemel- den Heer Burgemeeiler Witfen afgevaardigt had. Tot voorbeeld zal ik maar in 't kort melden , dat hy my met een wiflelbrief, die ik van zekeren ver wetens George Munch , Koopman in Amfterdam op order van myn Heer Principaal, ontfangen had , zodanig plaagde , en liet lopen , dat ik naderhand nooyt betaling daar Veroor- zaakt m oeyly le- be id aan 1 Sehr ■ wegens een wiflel- brief. moeit zenden ; derhalvcn ging ik by hem, en verzocht hem, om zooveel geld, als die wiflelbrief bedroeg, te betalen, om dat hy het op die wys niet hoefde over zee te wagen, en daar benevens verzekert was, dat het zelve in Amllcrdam ten eerilen weder zoude betaalt worden, maar ik ontfing tot antwoord , dat hy geen geld aldaar van noden had, wy- zende my deiwegen by den Equi- pagiemecitcr Johan Brommert, en deze weder aan den Gouver- neur. Ondertuilchcn als ik 1.5 percenten alzoo 100 guldens op myn wiliclbrief had willen verlie- zen, zoude ik liefhebbers genoeg daar toe hebben gevonden ; maar vvyl ik valt meende, dat het geld over een jaar evenwel zoude ko- men, 't welk echter niet gefchied is, zoo had ik weinig lull daar toe enwierd ik alzoo met woorden van hem gelpyfl , zonder dat ik geld van hem krygen konde. Om andere verdrietelykheden De Schry- verby te gaan ; hy heeft my nog- Y3 ? tans onder lchyn van byzondere ken. vriendichap , maar tot een gantich ander en contrarie oogmerk, een emmer met Kapiiche en van hem zelven geperiten wyn vereert ; dog de oorzaak of rede van deze fchenkagie was om een zaak, waar in hy my zocht te wikkelen, op krygen kon. Deze Koopman waar toe ik echter geen luil had. zond my een VV iflelbrief van eeni- Namclyk eenige verfchillen , die ge hondert guldens , welke ik op zynen naam aan de Kaap de Goede Hoop trekken, en den geen we- der aan hem adrelVeren zoude, die dezen zynen wiiVelbrief zoude aangenomen en aan my betaalt hebben; met de valle verzeke- ring, dat hy na zicht van mynen wiiVelbrief den Toonder van den- zelven ten eerilen wederom beta- len zoude , wyl het geld uit Duitfchland reeds in zyne handen was. Nu will ik wel , dat de Gou- verneur dezen koopman kende ; daar benevens was my niet onbe- wull , dat hy geld na Holland hy met de voornaamile burgers had , en die ontrent 6 maanden ze- dertmyne komll verborgen waren gebleven , quamen nu uit te her- oën ; hebbende hy dezelve aan de hoge Indifche Regering te Bata- via , en daar na by de Compagnie, of defzelver Bewindhebbers in Holland zeer elendig uitgefchil- dert, en aan die Heren zeer lclyk voorgellelt. Hier door meende hy my of in dezelve te wikkelen, of ten minilen op zyne zyde te bren- gen, ten einde ik wederom van hem zoude fchryven, en door myne onzvdige brieven een goed en na- y G 3 druk- Waarom het ge- fchiet. 5+ BESCHRYVING van de drukkclvk getuigenis by/.yne ho- ge Principalen vcritrckk'cn ; maar ik had daar toe geen byzonderen lult, om dat ik niet nodig oordecl- De haat Je, het vuur tebluilbhen, 'twel- Gouvct- kè my niet brande , en ook om dat ncurneenr de /aak my toenmaals nog onbe- kent was , als waarvan iknooythad horen fpreken, veel min dat ik dit of dat had pryzen of laken kön- nen. Door zodanige weigering echter wierd de haat dagclyks hef- tiger,en heb ik de oude gèhegent- heid nooyt meer van hem kön- nen winnen. Des Schry- Meelt heeft my echter by hem ulr fout gehaat gemaakt , de nieuw aange- aandeKaap flcldc Land-drolt , Johannes Star- renberg, zyn geweze Secretaris, die naderhand een ï'yke weduwe getrouwt hebbende, zyn dicnil verliet, en een geruimen tyd, als burger leefde, tot dat eindclyk het misnoegen tuiTchen hem en zyne cergierige vrouw of liever zyn cige hovaardy hem aanzette, om op nieuw dienil te zoeken, en dit honorabel en profytelyk ampt aan te nemen. De burgers waren over deze bevordering alle ver- heugt , en wenfehten hem geluk, zich verzekert houdende, dat wyl hy aldaar zelf burger gewccitwas, hy wel wilt, hoc het met den bur- fland gelegen was, en zich vleijen- de met deizelfs oude oprechtheid en trouwe vriendfehap , hoewel vergeefs , gelyk ter zyncr tyd zal worden aangewezen ; vertrou- wende hem daar benevens meer, dan zy aan eenigen ! ,and-droft voor hem ooyt gedaan hadden, wanneer de uitgang echter kort daar na wees , dat zulks tot haren groot Hen fchade en uyterfte be- derf gedyde. Dcsiclft Daarenboven washy bcqu.nm genoeg , om deze bediening waar te nemen, aangezien zyn eige na- turel nevens het naarilig doorbla- deren van geleerde fchriftcn , en de lange ondervinding by zyn vo- rig ampt , hem bcquaamheid ge- noeg lud den können geven , als tof. al het uiterlykc van zyn wezen, de gewoonlyke minnelyke omme- gang met de menfchen,en de voor- heen met zyne even-burgers ge- pleegde vertrouwenthcid daar toe niet hadden willen helpen. Deze had ook zeer gemeenzaam met my omgegaan , en mync vriend- fehap gezocht ; is ook dikwyls by my gekomen , en ik by hem , en heeft zich als een oprechte vriend gehouden-; zoo dra echter de bo- vengemelde zaak quam uit te ber- iten , en de klagten nevens de kla- gers aan den Gouverneur door zyn broeder van Batavia overge- fchreven wierden , kreeg de ge- melde Land-drolt, niet alleen met by de kop vatten, gevangen zet- ten, ondervragen enz., veel te doen , maar wierd ook , wyl hy zich verbeelde , dat daar door een ryken buid te halen was , en dat daaf onder zyn tarw bloeide , veel hovaardiger, als hy geweeit was ; Verandert de oude vriendfehap veranderde J]'1 hovaat- hy ontrent zommigen in een bit- teren onverzoenlyken haat ; ande- ren hielp hy ver volgen, andere zag hy met den nek aan, welk alles, wyl het loutere tekenen waren van zynen voor de deur (taanden val , een iegelyk billyk heeft doen oor- delen, dat die met den ecritcn vol- gen zoude. Ik wil my echter hier niet inla- ten, om omuandig te vertellen, wat eigcntlyk de zaak is gewccfl , of wat 'er by voorgevallen is, als zynde dit reeds hier boven ge- fchied ; ik zal allecnlyk in 't kort daar van aanroeren, dat hy zeke- ren namiddag in de Maand van Maart 1706. my onder de poort \ an de veiling ontmoete , met voornemen,, om my te bezoeken, en volgens 's lands wyze een pyp ta- bak met my te roken. Met dit voornemen gingen wy na myn aangename tuin-woning ; onder- t ullchen quam hem onder wege te binnen, om y\ne vriendinne, die niet ver van m\ woonde, ge- naamt N. Yictorin,aan te fpreken, en KAAP de GO en verzocht my , om hem der*- Waards gezelfchap te houden ; het welk ik ook te minder weigerde, om dat het dicht by m\ n huis was-, en hy maar een korten tyd meen- de te vertoeven, en om dat ik ni\ daar benevens verzekert hield , dat ik met een op rechten vriend te doen had. Byzondcr Naauwlyks hadden \vy voet in ck- huis gezet , en gaan zitten, of men prelentcerde ons een koele dronk wyn en een pyp tabak, ter- wvl de gemelde Jufirouw Victorin den Land-droil vraagde, wat hem van de bewulle zaak turïchcn den Gouverneur en de burgers dacht r Edog deze antwoorde daar op gantïch vernuftig, dat hy daar van nog niets konde zeggen; dat de zaak naamver moeit wor- den onderzocht. Waar op zy ten eerften hervatten, dat zy voors- hands wilt, dat dit een zaak was, die een ryken Land-droft maken zoude. Hoc de By deze vvoordewiffeling zat ik Schgl? rïil ' en luifterde maar; onder- droeg, tuflehen antwoorde ik op hetlaat- fte, dat zy den rekening buiten den waard maakte ; aangezien de zaak my voorquanij dat waanneer ze niet omzichtig wierd behan- delt, dezelve wel van een ryken, een armen Land-droft maken kon, dog den Land-droft, die my vraagde waarom ? gaf ik tot antwoord, dat ik de reden wel aan hem alleen maar niet in 't by- zyn van andere menlchen zeg- gen en openbaren wilde, leggen- de daar op myne pyp neder , Itond op, en ging na myn huis; waar op hy hieuwfgierig om te weten ; wat my mögt bewegen, om zulks te zeggen , my op de hielen volg- de , en by my quam. /yneopt:,- Wanneer hy was gaan zitten, en Jertige re- my Qnder een ^y ^.^ efl ^ glas wyn na de oorzaak vraagde, zeideikhem, dat de Compagnie een zoo grote magtige ryke Colo- nie , met zoo veel kollen aangelegt , en tot nu befchermt,zekerlyk niet EDE HOOP. 55 om den Heer Gouvcrneut te grond zoude laten gaan, alzoo zy eerder locn meer andere Gouver- neurs koude bekomen, als een cc- nig wel gezeten en ryk gegoeden en \ oor de Compagnie zoo nutti- gen burger, zonder koften, moeite enz., weder hier krygen. Daar- enboven waren het de voornaam- ftc, die zich alle tegen deze Re- gering hadden gekant, en niet de flechtfte burgers, welke dan ook zonder twyffel wel zouden weten, hoe ver hare voorrechten, dooi- de Illuftre Compagnie aan haar verleent, zoo als ook die van den Gouverneur ftrekten, en dierge- lykc redenen meer , welke ik te- gen swoordig met ftilzwygen ver- by gaa. Het antwoord van den Land- Word ver droit was voor ditmaal , dat ik worPBn- blind in de zaak, en miflbhien met vooroordeel in genomen oordeel- de , om dat ik nog gene papieren daar van gezien of gelezen en daar benevens met niemand dan met de partyen van den Heer Gouver- neur deswegen gefproken had; edog wanneer ik tegenwoordig met hen wilde gaan , of eens by hem komen, dat hy gewillig en bereid was, om my de zaak in queftie te laten zien en lezen, waar uit ik als dan wel haaft zoude zien , hoe qualyk en verkeert myn oordeel gegrond was. Waar op ik hervatte , dat alzoo ik in deze gantfche zaak oneenzydig was , ert met deze nog met gene party in dit ftuk iets uitftaande had , ook met niemand daar over had ge- fproken , ik ook geen vermaak nam , om zodanige fchriften , als die my niet raakten , te lezen ; ten einde om verder buiten verant- woording en alle achter-docht te blyven. Dit gefprek , tufTchcn ons beide en in myn kamer gehouden, was nauwelyks geeindigt, of de Land- droft begaf zich tot den Gouver- neur, om zulks van woord tot woord aan hem over te brieven ; en 56 BESCHRY VING vande en miiTchien voegde hy dingen daarby, die ik nooyt gedroomt, veel min ge/egt heb , waar door hy mv bv hem in een oaverzocn- lyken haat bragt , en alzoo tegen de plicht van een vriend handelde, waarentegen myne openhertige mening alleen ïtrcktc, om hem te erinneren , dat hy omzichtig te werk gaan en zich in geen gevaar iteken zoude, verhaal Nog eene zaak , die hoewel ze bttond ^e7e en ty Scvo'g my ook nict !•].' raakt, kan en wil ik niet vergeten, ten einde om na vele verdrietige vertellingen , ook iets vrolyks en lachenwaardigs in te laten vïoejen, en daar door het geduld van den lezer , reeds zoo zeer getergt , te behouden. Johan Henrich Bou- man,uit Ditmarfen geboortig, had een weduwe getrouwt , die nog vryfter zich in Holland , zoo men zegt, op een fchip van de Compa- gnie had verfcholen , en alzoo na de Kaap van de Goede Hoop ge- varen was ; haar vryflerfchap zou- de onder wcge fchipbrcuk hebben geleden , om dat wanneer zy met haar eerlle man bruiloft hield, het kind vroeger ter wereld was ge- komen, als men zoude hebben können rekenen , dat hy dezelve weüiglyk hy gewoont had. On- dertuflehen zoude daardoor toen- maals een groot misnoegen zyn ontdaan , wyl men zegt dat de man geweigert had, het kind voor het zyne aan te nemen ; zulks was echter naderhand vergeten , en met den eerllen man als uitgeitor- ven. Bv liet ander huwélyk, te weten, mei defl gemelden Mier liouman, was die zaak nog meer in vergetelheid geraakt , om dal deze een vroom , eerbaar en dienlh aardig burger was, /vndc /(Ke naderhand ook tot vtt« fcheide burgerlyke eerampten ge- vordert , en onder anderen ('om- millaris van de huw el) ks zaken ge- worden, welke ampten hy alle mei byzonderen yver waargeno- men heef! , gel) k hy dan ook gedu- rende mvn verblyf alhier, hoewel zonder voorafgaande ordentelyke benoeming , en alleen uit welge- vallenen byzondere genegentheid van den Gouverneur, Wilhem Adriaan vander Stel, tot de waar- digheid van Burgermeeiter zelf verheven is. Na dat echter deze zyne vrouw, Waaruit i ~ u u ^ tj hetverfchil eer en alvorens hy nog het Bur- ipr00t. germeefters-ampt kreeg, met een kleermakers vrouw, welkers man Hendrik Meyboom genaamt w as, in harde woorden geraakte , had dezelve haar onder anderen ook Verwerten , het geen ze op het fchip had uitgevoert, en het welk zoo zy zeide,aan alle de Inwoners van de Kaap de Goede Hoop be- kent was , en haar voor een hoer gefcholden, 't welk zy echter niet kon verdragen , om dat de zaak veroudert, het kind gcllurvcn,en de maagfehap, zoo als het fpreek- woord zegt, een einde had, en haar man daarenboven by den ge- melden Gouverneur in byzonde- re gunit Hond, zoo dat zy wakker weder van zich beet ; waar door zy echter, wyl de kleermakers vrouu^ niet op haar mond gevallen was , maar oly in het vuur goot. Dienvolgens en om deze fmet af tewryven, vcrklaagde zy den fnyder en zyne vrouw beiden by den Independent Fiskaal Jan Ble- fio , als zodanige , die haar eer hadden te na gefproken. Ver- mids nu de gemelde Heer Bou- man een man van een goed gedrag was, en voornamcntlyk by den I leer Gouverneur in een goed blaatjen Hond , wierd de /x\.\k r gcmakkclyk en met weinig moeite aan den Raad van Juflitic gewezen. Dit Collegic nam de zaak van Word rg- dcu HeerBouman, alsonfchul- ilig, zich zeer vaardiglyk aan. Ten dele wyl zy wiiten , dat de I leer Gouverneur zulks gaarn /oude zien, en ook vermids vele van hen met hem in andere Colle- gien moeiten zitten, die by gc- v**«• dezcl- iar dai .in den m, en »ieden, en bil- y zich enne- vonnis 3ragt ; vrouw r helpt naam een o- ar eer ;rs van sgent- ntfchc -mr en fs uit- len te e en lina- is. ft is ge- ugeezen. van at bben ge- ■ tot het bewo' KAAP de GOEDE HOOP. 57 Vonnis. om aan het gemelde volg meenden deel aan def/.elfs ten toonstelling te hebben. Dien- volgens deden zy den Kleerma- ker met zyn vrouw voor zieh ko- men, en verwezen haar, dat zy beide blootshooft op de blote knien God en de Juflitie wegens de laftcring om vergiffenis zouden bidden. Edog vermids zy daar toe niet konden vcritaan, en zy hare ware woorden niet in den hals halen wilden, wierden zy in de velting by de kop gevat, en elk byzonder in een vertrek gezet, tot dat zy eindelyk genoodzaakt wierden , vonnis te voldoen -?rC,!c^r. Wanneer nu de dag, tot deze »Cr IS Giitir | • 1 ii herroeping beltemt, aan quaam, en de klok geluid wierd ; begaf ik my na de velling, om daar van ook ooggetuige te zyn. Ik vond daar een talloze menigte van volk, daar onder ook den meergemel- den Heer Bouman. De Kleerma- ker en zyne vrouw wierden uit haar gevankenis gehaalt, en ik was niet weinig ontftelt, wan- neer ik zag, dat die vrouw nog een klein kind op hare armen en aan haar borfl had , 't welk men haar echter niet af nam, maar haar vraagde , of zy nu genegen was , om aan het vonnis van den Raad te gehoorzamen. Waar op woordi» zy weder vrypoftig hervatte, of de Kdelc Raad van Juflitie voor God en de menfehen meende te verantwoorden, dat dezelve een openbare hoer, die in hctCabel- gat had gezeten, wilden ecrlyk en zich zelvcn daar door onccrlyk maken. Na cenige woordewifTelingcn Word vol- vermaande de Klcermaker,fchoon trokken- hy met zyne vrouw een en dezel- ve ftraffe moeit lyden, haar dat v v zich maar aan den wil van den Raad zoude onderwerpen, en doen wat dezelve zoude gebieden, fchoon het juift niet recht en bil- lyk fcheen. Daar op liet zy zich bewegen ; zy knielden beiden ne- der, en deden het geen het vonnis van den Raad met zich bragt ; waar by de Kleermakers vrouw onder anderen zeide ; Daar helpt tog niets voor, in Gods naam dan ! 't fchynt wel, dat ik een o- penbare Cabelgats-hoer haar eer tog moet geven die zy anders van niemand krygen kan. Edog hier van genoeg. Mif- fchien zal ik naderhand gelegent- heid hebben, om de gantfche zaak tuflehen den Gouverneur en de burgers, nevens defzelfs uit- gang met weinige woorden te melden. V. HOOFTSTUK. Van de Kaap de Goede Hoop , in 't gemeen , nevens des zelfs Geographifche Lengte en Breedte , en wyders wat wegens de Declina- tie van de Zeil-fteen aldaar aan te merken is. Kaap de Goede Hoof) wanneer die is ontdekt. Deszelfs benaming. Wie aldaar eerfl is ge- tand. Waar men eerfl het anker heeft laten vallen. Hottentotten flaan veel Portugeezen. Waar door zulks was gekomen. Byzondere wraak der Portugeezen. Aanvang van de Holland febe Oofi-Indijche Compagnie Hoe zy zi% aan de Kaap in zekerheid hebben ge- zet, Hoe de Brieven aldaar bewaart wierden Een Hollander geeft aanleiding tot het I. Deel. H bewt' 58 BE SC HR Y VING van de pewouen van de Kaap. Vind het land vrugH>aar. Opent z.yne gedachten aan de Ooß-h:di. Compagnie, word weder derwaards gezonden. Handelt met de Hottentotten Koopt een /hik lands. Legt een Vefliug en andere gebouwen aan Aanvang tot de Land en Veld-bouw. Aanlegging van een Colonie. Het land word uitgedeeld. Opgang dezer Colonie. Word in 4 Colonien verdeelt. Verlening der Oofl-Indifche Compagnie. Gebrek aan Vrouw s -per zonen. Word uyt Holland vervult. Vermeerdering der menfehen aan de Kaap. Koop van een ander fl uk Lands. Hoe het Land aan de Kaap gefchapen is. '/ Is zeer vruchtbaar. Heeft zout en warme baden. Heejt hoge bergen. Heftige florm-w'm- dea. Doen grote fchade. Hebben ook haar nuttigheid. Waar de Kaap de Goede Hoop legt. Ver fcheide meningen van de Primus Meridianus. Waar zulks vandaan komt De Primus Meridianus van de Franfche en Hollanders. I 't r fcheide meningen van de. Breedte van de Kaap de Goede Hoop. Van de lengte van de Kaap de Goede Hoop. Mening der Franfche Zendelingen. Mening van Hallejus. Wat de Schryver hier uyt getrokken heeft. IVat lengte hy heeft gcbruykt. 11 'elke de ware lengte is van de Kaap de Goede Hoop. Haar toe de lengte eii breedte der plaatzen dienen. Veranderlyke afwyking van de Zylßeen aan de Kaap de Goede Hoop. H Oewel ik had belooft , om u myn toettand van tyd tot t\ d bekent te maken, waar van ik u ook de volkome verzekering kan geven, dat ik God zy gedankt, nog by goede gezondheid ben, zoo zult gy echter niet qualyk dui- den, dat ik van het Hoofd of Voorgebergte van de Kaap de Goede Hoop , alvorens iets als bovenbeen meld , 't welk echter in 't toekomende by continuatie .7an onze gezondheid door nadere Hoofditukken zal worden ver- klaart ; edoch met de by gevoeg- de verzekering, dat myne voor- gaande en ecrlle belofte nogtans niet vergeten of gantfchelyk ach- terwege blyven zal. \1\ n Verblyf is, zoo als bekent, . tot nu aan de Kaap de Goede ■ Hoop; waar van bewirft is, dat dezelve reeds in den jarc 1493 door den Portugeefcbeh zee-held liartholomeus Dia/, is ontdekt, welke dezelve met den naam van C.apo dos tot os Tornicntos ,of ltorm- hoekdooptt.C Indertuflchenwierd dezelve door Johannes 11. Koning .m Porlugaal, Caßo du buoune ffir,ui(f(Ä\ oor gebergte van dè goede I loop i' naamt , om dat 'er ZOO als de Koning /(.iele, nu goe- de hoop was, dat def/.elfsfchcpcn 11.1 Ooft- Indien zeilen, en met groten u mil weder te rug zouden I omen können. wie aldaar Deze geheld derfde echter ccril IS ■'■;- . . , , rne-L op zich nemen, om aldaar te Kaap de pwan landen, maar keerde, na dezelve naauwkeurig bezichtigt te hebben onverrichter zake te rug. Ver- volgens is de Admiraal Va fco de Gama derwaards en zelfs verby gevaren , en heeft in den jare 1 498 by Rio d 'Infante , een weinig ooilelyker en achter dit voorge- bergte, voor de eerlte maal voet aan land gezet , en is insgelyks met zyn vloot van daar na Indien gezeilt Wanneer hy echter aan den Koning Emanttel, welke Ko- ning Johannes den II. tot de kroon opvolgde , verflag van zyne ver- richtingen deed, heeft dezelve zich ten hoogitcn verheugt daar o- ver getoont en een nieuwe vloot derwaards gezonden . Ondertuflchen hebben dczeKo- ninglykc Aioten niet derven wa- gen, om den haven of het voor- gebergte zelf aan te doen, vre- zende voor de wreedheid der In- woners door dien >\ naar het. voorbeeld van meelt alle andere Landaarden dezelve voor men- fcheii-eeters hielden; of ook om datzy aanbel Robben-eiland, al- waar 7\ meellaltvd het anker lie- ten vallen, en huis hielden, al- w aar ook heden dien dvj; een ou- de lpclonk voor handen is , die dvn naam van deze Natie draagt, waarin zy voor den w ind en regen fchuildcn , gelcgcntheid genO< j vonden, om zich van water en leeftogt te verzorgen, en by ftorm het land weder te verlaten. Onder- u aai eerft her ankei hcefl laten val- len. 9 DS- in 11 te c- r- >g ie <•, 3- er r- „t Aanvang , van de Ie Holland- n fche Ooft- '» Indilche "C Compa- lt r- ■y i- ït :n >e ï- 3, .■n is p J Hoe zy zich aan de ie Kaap in ze- y kerheid 'J hebben ge- g zet. Ie f- n n ir* i> r- ï- e t, [q Hoe de brieven al- H daar be* >t waart • wierden, ;t n £&^x^^7™r^^ '"'"•'J-'"y """ KAAP de GOEDE HOOI". 59 Hottentot- ten fl.un «cd Por- tugezen. Waar door zulks geko- men was. Byzondere wraak der Portuge- Ondertuflchen heeft naderhand de ondervinding geleert $ dat op het goed naturel van deze Inwo- ners u einig ilaat te maken is, als zy op zekeren cyd weder met haar gantfche Retourvloot daar anker- den , en water en ander leeftogt van levendige offen en fchapenvan het vaite land halen en kopen moeiten. En om dit te beter in 't werk te ilellen, en het volk toi het uitvoeren van dit werk een riem onder het hert relieken, hadden zy hunnen Onder-koning Francis- cus d'Almyda,die gezien hadde,dat cenige van zyn volk door de Hottentotten waren te rug gedre- ven, overgchaalt, dat hy hen bv- flaan zoude. Dienvolgens ging hy, verzelt van twee Kapiteins, en een goed getal manlchap aan land. Yermids het volk echter met donderend geweer, zeer wei- nig of niet verzien was, wierden zy allen aldaar doodgeflagenj en moeiten 75 man daar onder hy zelve, Vermids hy met een vergif- tigde pvl door de keel was gefcho- ten, nevens de twee Kapiteins het leven laten ; om dat deze Bar- baren, die om een paar kopere fchoegefpen, die zeer blinkten, te bekomen , en welke een zeker matroos hen niet goedwillig wilde laten volgen, een zodanig getier maakten en de geweldige hand aan hen leiden. De Onderkoning moet daarvan zekerlyk niets goeds hebben ge- fpelt , vermids hy in de floep ge- zet werdende, zeide, waar bren- gen ze 70 jaren toe? Ondertul- fchen hebben zy na verloop van eenige jaren zich dapper aan deze barbaiïiche menfehen gewroken, wanneer zy een ituk kanon , met musket kogels geladen aan netland bragten, en 'met tomven door de Inwoners, dien zy de belle woor- den gaven, en zich geheten, als ofzy al het voorgaande vergeten waren, lieten voort trekken, met order, dat de Conltabel, die van achteren met een brandend /. 'Deel \ lont volgde, het zelve zoude los- ' branden, als de Hottentotten in een rechte linie gelchaart waren ; op welke wyz.c een goed gedeelte van dezelve lneuvclden ; de ove- rige welke de vlucht namen, wier- den zodanig onthutlt, dat zy nog heden dien dag van allerhande fchiet geweer een fchrik hebben, en zich op dit Tu maknm goeds , gclykzy ilukken gefchut, fnap- hanen en ander fchie&rgeweer noemen, gantfeh niet willen ver- trouwen. En in zulken tociland is het met het Voor -gebergte van de Kaap de Goede Hoop gebleven, tot dat de Hollanders in den jare 1600 hebben begonnen , een | Compagnie op te rechten, die eeril den naam van die van verre voer- de , en welke naderhand toen zy zich met haar te zamen gelegt ca- pitaal van 66 tonnen gouds, met het welk zy den Oofl-Indifchen handel begonnen , hoe langs hoe vafter hadden gezet , de Ooit-In- difche Compagnie genaamt wierd, welke met ter tyd van rykdom en veroverde landen zeer magtig is geworden , gelyk zulks nog he- dens daags t'over bekent is. Zy hebben hunne fc hepen wel beilendig aan de Kaap de Goede Hoop laten landen , maar wyl zy geen ichut van een goede veiling daar hadden , moeiten zy als de w atervaten aan land wierden ge- bragt , en gevult , of ander leef- togt gekogt wierd , altyd een fchans voor haar opwerpen , en den Inwoners den toegang tot haar tent en andere gevaarten beletten, van dewelke men nog eenige over- blyfzels vind van Henen, die toen- maals uitgehouwen zyn ; de fchanzen echter zyn overlang we- der met de aarde gelyk gemaakt, en met huizen bebouwt. Een ieder fchip , dat na Indie voer , nam een vierkanten Heen mede , waar op de naam van het fchip , de dag wanneer het ver- trokken was, ajs ook wanneer het H 1 aan Aanvang van de Holland- fche Ooft- Indilche Compa- gnie. Hoezy zich aan de Kaap in ze- kerheid hebben ge- zet. Hoe de brieven al- daar be- waart wierden, BESCHRYVING 60 aan de Kaap arriveerde, VAN DE wie de Kapitein was , en welke andere rzOnen van rang zich op het \v bevonden, wierden gchou- . n. Dc/e Henen wierden ge- likt, om hunne brieven , die weder na Holland zenden , en daar door naricht x.m hunne reis geven wilden, daar onder op een andere plaats buiten de Schans te verbergen, ten einde de uit Indie te rug komende fchepen dezelve op/oeken, met zich nemen, en de Heren Bewindhebbers in Hol- land daar na verder bericht daar van zouden geven können. Dele brieven Haken altyd in een blikke oflodc doos, die van niemand dan van de Bewindhebbers mögt worden geopent. Een Hoi- Op dusdanige wys continueer- landergeert j deze Kaap te bezoeken, aanleiding , - x i tot het bc- tot om den jare iojo. wanneer ha- wonen rc gcwoonlvke jaarlykfche Re- van de & -ij -1 Kaap. tour-\ loot aldaar aanquam , zich met nodige victualiën en verfch water verzorgde , en eenigen tyd zich aldaar ververfchte. Ter zcl- ver tyd bevond zich onder ande- ren óp de vloot zeker bequaam gedachten en gi Hingen, zoo b)T S^Com"- monde als by gefchrifte aan de Be- pagnie. windhebbers van de Oolt-Indifche Compagnie , en toonde hen met onwTederfprekclyke gronden de noodwendigheid en nutbaarheid van deze onderneming. De Be- windhebbers namen dezen voor- il ag in rype onverweging, belei- den deswegen eenige vergaderin- gen , en overwogen wat de gant- 1'ehc Compagnie hier in bell te doen Hond. Na vele delibcratien belloten zy eindelyk , de plaats in bezit te nemen, een goede citadel nevens andere nodige gebouwen voor zieken en woonhuizen aldaar te bouwen , en alzoo te beletten , dat geen andere Europeaanfche Natie hen hier in mögt voor komen. Ten dien einde rullen zy vier fchepen uit , laden in dezelve Word we- meelt bouw'-materialen en ander derdf- \V33ruS 2C~ handwerkstuig, en bemanden de- ZOnden. zelve ook meelt met zodanige menfehen , \vdÊ.e haar by dezen gewigtigen aanflag goede en trou- we dieniten doen konden. \\ \ ders Hellen zy den gemelden Heer van Riebeek tot Admiraal over wys en verltandig chirurgyn, ge- deze fchepen, en gaven hem de no- naamtjan van Riebeek, een Hol- lander* van geboorte, die zoo als hetfchynt, een grote kennis van de vrucht en onvruchtbaarheid der landen bezat , en daar bene- vens ook een grote kennis der kruiden had, en wilt, hoe en in welken grond zy bell plegen te groeien : deze ontrent den Tafel- berg wandelende, onderzocht des Vmd hc^lands vruchtbaarheid ; en bevond, Iraditl »ar. dat alles fchOOH , vrol\ k en u ccl- derigltond; weshalven hy oor- deelde, dat de andere I .uropc- aanlehe vruchien,als koren,w\n, enz. daar ook w el /ouden voort komen , en dat dit Kord met wei- nig moeite tot de belle \crvcr- fciiings plaats van garitfchOoft-In- die /oud', können gemaakt wor- den. Zyne reis gelukkig volbragt r '• hebbende opende hv de/c zyn< aan i l J digc orders. Daarenboven gaven zy hem als Auteur van deze onderne- mingen die aan de Illuitre Compa- gnie alles zoo aangenaam en leven- dig had weten voor te Hellen, het praedicat van een Commandeur, niet alleen van de uitgerulte fche- pen, maar dat hy dezelve ook ver- der voeren, aldaar blyven, en al- les ten belten \ oordele van de Compagnie ordonneren zonde. In zulke cjiialiteyt voer hy met Handelt \ ier onderhebbende fchepen {!}."'.' na de Kaap de Goede Hoop , en totten. begon voort na zyne landing al- daar, met de Inwoners van het land te handelen , niet alleen om hem en zyne by zich hebbende menfehen, olfen en fchapen tegen betaling tot nodig onderhoud te laten volgen , maar ook om hem een Huk land te verkopen, of ei- gent Uk aan hem in te ruimen, ten einde KAAP de GOEDE HOOP. 61 Koopt een iluk land. Legt een veilingen andere ge- bouwen aan. Aanvang tot de land- en veld- bouw. einde hy nevens de zyne gevoeg- lyk en gcmaklyk /oude können wonen. De Hottentotten , die rykelyk met kopere kralen , Tabak , Bran- dcvvyn en andere kleinigheden wierden befchonken , bedachten zich niet lang, oordelende dat het land voor hen groot en ruim ge- noeg was, en zy dienvolgens zulk een klein getal menichen licht ber- gen, en met land verzien konden. Teii dien einde iloten zy met den gemelden Heer Commandeur van Ricbeek den koop , en bedongen een zomma van f o duizend gul- dens , in waren aan hen te betalen , en daar voor aan hem het ver- zochte land te ruimen ; gelyk dan dit koop-contract nog in de Secre- tary aan de gemelde Kaap zoude te vinden zyn. Na gcflote koop en voldoening der Verkopers , ging deze Com- mandeur van Riebeek ten eerilcn aan het bouwen , rfciakte eerft een goede vierkante velling , en in de- zelve bequame woon -en pakhui- zen voor menichen en goederen. Ter zclver tyd wanneer hy maar een weinig voor een overval ver- zekert leven konde , bouwde hy nevens de velling, een ziekenhuis, ten behoeve van de met de fche-' pen komende kranken , en zette zich alzoo daar mede in goed po- Huur , om niet alleen voor de In- woners zeker te zyn , maar door gevolgde voltoojing der aangeleg- de velling ook voor buitenland- iche en te water komende vyan- den geruil en vreedzaam te le- ven . Kort daar na begonnen de in het garnifoen leggende menichen tui- nen in de T afel-valley aan te leg- gen , en Europeaanfche keuken- kruiden daar in te zaaijen. De Commandeur nam achter de ves- ting, ontrent twee uuren naCon- llantia een heuvel en het daar aan leggend dal voor zich , en maakte een byzonderen Luil - wyn - en keuken-tuin. Vermids nu aldaar, Het land word uit- gedcelt. zoo als ook in alle de andere tui- nen alles zeer wel vöortqüami vvierd aan de Compagnie in Hol- land daar van behoorhk naricht gezonden , en daar door re weeg gebragt , dat nevens de \efling ÊJ^jJ* ook een Colonie /oude aangelegt Coiomc. en opgerecht worden. Dienvolgens wierd in den Raad van de Heren Bewindhebbers be- lloten, en aan een ieder, die zich met ter woon derwaards zoude willen begeven , en het land bou- wen , een Huk van 60 morgen, ieder van 600 roeden Rhynland- fche maat , te vereeren , en uit hoofde van een erf brief in eigen- dom te laten bezitten ; mids dat hy binnen den tyd van drie jaren zoude moeten beginnen , het zelve te bebouwen en te bearbeiden, ten einde van de vruchten zelf te le- ven , en het Garnizoen ook daar van onderhouden zoude können worden. Na verloop van tyd wan- neer zodanig land hen niet langer zoude aanilaan , of dat zy niet in Haat mogten komen , om het zel- ve te können beheerfchen , dat het hen vry zoude Haan , om het zelve te verhuuren , te verkopen, of op een andere wyze zich quyt te maken. Hier door is deze nieuw aange- Opgang legde volkplanting haall in Haat p^ng ' gekomen ; aangezien dezelve he- den ten dage , na dat 'er maar on- trent 66 jaren verlopen zyn, zo- danig is vergroot , dat zy naauw- lyks meer den naam van een Colo- nie voeren mag ; beflaandc een t ruimte, die met het grootite Her- togdom mag 'worden vergeleken. Weshalven de ccritc aanlcggcrs en aanquekers zelf haar in 4 byzon- Word m dere Colonien verdelen, werden- 4 van Haue- de jus. KAAP de GOEDE HOOP. 67 de Eivnljrhen fchuldig , die den ( [eer I [allejus, een beroemd Lid van de Koninglyke Sociëteit der Wctcnlchappcn in Engeland , heb- hen gezonden , na het eiland St. Helena, leggende luiTehen de 15 en 16 graden Zuidcr breedte; welk eiland de Engclfchcn de Hol- landers hebben afgenomen. Deze moeit aldaar voornamelyk zodani- ge Obfervatien in 't werk Hellen, uit hoofde van dewelke niet alleen de Stellte auflrales of Zuid-Herren in hunne rechte lengte en breedte zouden aangewezen en inde Globï of Aardbollen ingclyft können worden ; maar ook de lengte van het gemelde eiland , om de afitand van andere zuidelyke oorden daar uit na te gaan , en op de Zee -en Landkaarten te brengen. Dit voornemen heeft de gemel- de Hallcjus roemwaardig , en na genoegen van zyne Heren Princi- palen loflyk in 't werk geftelt , en is ook zoo ver daar mede geko- men , dat niet alleen de Globï cce- leßes , of Hemel-bollen daar van een openbaar getuigenis können verHrekken ; maar ook heeft de Geographie en niet minder de gantiche Phyfica of Natuurkunde eenig nut daar by bevonden ; aan- gezien niet alleen zyne eige Schrif- ten , maar ook de getuigeniffen van andere geleerde en onzydige beroemde luiden , daar van een klaar bewys können flrekken. Want hy heeft nevens de ont- dekking van de ware oorzaak , waarom deOoile-wind in de Zona torrïda of verzengde luchtflreek meell altyd waait , ook de breedte van het meergemelde St. Helena eiland ontwyffelbaar gemaakt , na- melyk dat dezelve is 16 graden Zuider breedte , hebbende de La- titudoderzelve daarentegen op 15" graden gezet. Waar uit dan, in- dien men dit met het Voorgeberg- te der Goede Hoop wilde verge- lyken , gelyk zulks de in dit Huk onvermoeide en zeer geleerde Heer van Wurzelbau in zyne Bafi I. "Deel. Vrauies Norïca , roemwaardig heeft verricht enuitgcvoert,nood- zakelyk modi volgen, dat de Kaap de Goede Hoop van den 'Primus Meridïanus of Kerfte Middel- fircek , over den hogen berg Pico Teneriffa , getrokken , niet ver- der dan 3 4 graden konde afgele- gen zyn. Beide deze Hellingen hebben Watde my in den beginne grote moeite SShJe. veroorzaakt , en veel arbeid ge- «okken. kofl , eer ik uit dit twyffelachtig hccft doolhof konde geraken , zonder echter geen van beide deze Natiën te kort te doen $ of hunnen wel- verdiendenlof te roven. De mee- llc Zee-en Landkaarten, die ik te zien kreeg , quamen byna alle overeen , dat de Kaap de Goede Hoop op 38 graden lag, die ook den '•Primus Meridïanus of Eerfle Middelitreek door Teneriffa , tot een grond hadden. Het onder- fcheidder 4 graden, welke inde tyd minuten overgedragen , maar twaalf van dezelve uitmaken, ac- curaat vail te Hellen , en nauw te obferveren , was voor my in den beginne een loutere onmogelyk- heid , om dat ik my nog nauwe- lyks van de ware middags -linie konde verzekert houden ; derhal- vcn moefl ik tegen rhyn wil de zaak onafgedaan laten, en den tyd met geduld afwachten , die gele- gentheid zoude aan de hand geven, om dit werk nauwer te onderzoe- ken , en het zelve gantlchelyk af te doen. OndertufTchen maakte ik myne Wat lengte Calculatie na de opgegeve voor- ve/heeT Helling van den Heer Hallejus, en gebruikt vertrouwde gantfchelyk , dat def- zelfs lengte waarachtig zoude zyn, te meer wyl verfcheide Engelfche Officiers , die met hunne fchepen hier waren aangekomen , my van de gewisheid zochten te overtui- gen. Echter heb ik naderhand door hulp eeniger Eclipfen welke ik het geluk hadde te zien, endie- . ik van herten gaarn zoude mede- delen, als het my geoorlooft was, h en 68 BESCHRYVING VAN DE en de tvd of de plaats alhier het toeliet, klaar en duidelyk bevon- den, dat de lengte van de Kaap de Goede Hoop, door de bovenge- melde Jefuiten vaftgeftelt, veel nader en netter Was. welk de Zulks verwonderde rny echter te is van de gantfeh niet, om dat zydaarge- j* weeft zyn, en op de plaats zelf Hoop. fterrekundige Obfervatien, hoe wel maar weinige hebben aange- ftelt; daar in tegendeel de Heer Hallejus , de zyné maar by giflïng ontlenen en nemen moei!. Dien- volgens is en blyft de ware lengte van de Kaap de Goede Hoop uit hoofde van den aangewcze Oblcr- vatie der Eclipfen, 37 graden 55 minuten, namelyk als de 'Primus Meridianus of Eerde Middel- ftreéfc door het eiland Teneriffa getrokken word. Waar toe Hier uit ziet den lezer nu , hoe en breedte hoog noodzakelyk het is, dat men der plaat- deze vraag opheldert , om dat an- zen dienen, ders een grote miflag daar door kan worden begaan, die de zee- vaarders /eer nadelig is, en dik- maäls Iyf en leven, goed en bloed koft. Want 4 graden nader aan een land te zyn, bedraagt in my- len voornamelyk onder deze Ele- -catlo Toli,, of Verheffing van 't afpunt , zeer veel , en veroor- zaakt, dat de onkundigen menig- maal gevaar lopen te llranden, of een Land verby te zeilen; en moe- ten dienvolgens alle Zeevaarders de/e wetenfehap voor al bezitten, v. illen zy voor goede Zeeluiden doorgaan. Edog ik fcheide voor ditmaal, gelyk ik hier voren reeds heb ge- zegt, om wydlopigheid tevermy- den, daar Vanafj en beware de- verdere uitvoering tot een bequa- mer en betere gelegenheid. Wyl ondertuilelien b\ de/e Hoffe zeer n .1 voegt, het geen met dvn Zeil- fteen of hel Scheeps - Compas of dev/elfs afwvking voorvalt , /al ik tot befhiit insgelyks iets daar van mede delen , aangezien de verde- re omftandigheden ook tot opeen andere plaats zullen worden be- waart. Dienvolgens is wclvoornament- Verand«- lyk merkwaardig, byaldien men de J^ ^J' fcheeps-obfervaticn hier in mag denZett- gcloven , dat voor ontrent een """ ""de eeuw de afwyking van den zeil- Goede Heen of het Compas gantfeh an- Hoop- ders als heden dien dag, is bevon- den ; en ben ik gantfchelyk van ge- voelen, dat'er geen oord in de we- reld word aangetroffen, die in dit ftuk zulke verandering onderhe- vig is, en ook geen een, dat om even deze rede van een Zeeman , welke maar een weinig het land kundig is , en kennis heeft , om havens op te zoeken, beter kan worden aangedaan, opgezocht en gevonden , als dit Voorgebergte van de Goede Hoop. Achtervolgens de oude obfer- vatien, die hier en daar in gedruk- te Reisbefchryvingen zoo als ook in gefchreven Journalen worden aangetroffen , was de gemelde af- wyking of miswyzing , gelyk de zee-vaarders plegen te fpreken, byna 6 graden van Noorden ten Ooltcn , of om met de Zeekcnncrs korter te zeggen , Noord-Oofte- lyk. Na die tyd heeft de naald zich van deze ftreek afgekeert , en de Noord -pool hoe langs hoe na- der gekomen , zoo dat zy'er nu reeds over is , en men de afwy- king van jaar tot jaar groter be- vind , gelyk dan de voorgemelde Vaders Jefuiten in den jare 1685- de afwyking van het Compas 11 graden 30 minuten Noord-wei! hebben geobfervcert. Ik zoude met weinig moeite uit eenige gefchreve Journalen van Stuur-luiden, de afwyking, door hen degantfehc reis over befpeurt en waargenomen, hier können by- voegen , en ook myn eigen Jour- naal te baat nemen, maar gelyk ik zelf op zulke ruwe obfervatien der Stuurluiden niet veel Haat maak, ben ik ook niet van /ins, om ie- mand anders daar mede moeijelyk te vallen, ten Z\ 'er een b\ zonder lief- r KAAP de GOEDE HOOP. 69 liefhebher de vreti n , vras , die gaarn wil- hoe deze miswyzing verandert. Liever /al ik /eggen, dat wanneer ik in den jare 1707 insgelyks ecnigc Obfervatien daar van «nftelde,ik hebbc bevonden, dat de gemelde aifa vking toen- maals n graden 5- s minuten Noord-Weilerlyk geweefl is. Hier by houde ik my nogtans verzekert, dat de/e Teriodus,\ zy in 't kort of over lang Weder ver- anderen , en by gevolg ook een andere en der ouden gclyke be- noeming , bekomen /al ; Waar van by aldien zoo hier als elders vlytigc obfervatien gehouden, op het papier gebragt, en aan de leergierige wereld mede gedcelt kierden, met ter tyd eengroot licht in deze duillvre wetenichap konde ontfteken en aan de zee- vaarders groot voordeel daardoor toegebragt werden. En dit is het geen ik nodig heb- be geoordcclt , om u van myn woonplaats de Kaap de Goede Hoop, voor ditmaal te berichten, niet twyffelende, ofgyzultmid- lerwyl daar mede vergenoegt zyn, en my het overige tot op een an- dermaal borgen. VI. H O O F T S T U K. Behelzende een uitvoerlyke Geographifche be- fchryving van het Land , waar in eigentlyk de zoo genaamde Kaapfche Colonie geflieht is, nevens vele zonderlinge aanmerkingen, de benoeming der Rivieren , Bergen 3 enz. , betreffende. Wat de Schryvcr wil afhandelen. Van de Landaarden en talen aan de Kaap. Welke taal de Scbryver geleert beeft. Hy heeft het Land genoegzaam bezigt igt. Grootte der Holland- febe Colonie. Van deszelfs aanwas. Hoe ''er zig de Hollanders hebben neergezet Een Schans en de Ruyter-ftal word gebouwd. Befebryving van de Rnyter-ßal. Waar toe dezelve nu ter tyd dient. Befebryving van de Zout-Rivier. Van deszelfs vermakelyk gezigt. Van deszelfs vruchtbare Lands -douwe. Van 't rond Bofcbje. Van Nieuw- land, enz. Van Conßantin. I 'an Noorwegen aan ile Kaap. Van de nieuwe Vee-poften. Befebryving van de Tyger-bergcn. Ryke boeren aan de Kaap. De paarden zyn 'er goed koop. Befebryving van de Koe-berg. Van de blaauwe Berg. Befebryving van de ei- gentlyke Kaapfebc Colonie. I 'an deszelfs vergroting , en wat daar toe aanleiding heeft gege- ven. Befebryving van de MuJJelbanks- Rivier. Van de Zout-Rivier. . Van den ï'a- fel-berg. Vanden Leeuwen-berg. Hoe de konifi van vreemde febepen bekent gemaakt word. Hoe dezelve onderfcheiden worden. Waarom de vlaggen jaurlyks veran- dert worden. Befebryving van de vlaktens op het Leeuwen-hoofd. I 'an de Steenbakkery of vervallen fchans. Van de Wind-of Duyvel-berg. Onder fchcid van het water aan de Kaap, beßaande in de verf ', f maak , koude en warmte, en ligt beid en zwaarte. Het water aan de Kaap is zeer gezond. Befebryving van verfebeide kleine Riviertjes. De Scbryver geraakt in levens gevaar. Befebryving van de Keizers- Rivier, als mede van nog een'tge Bronnen en Beken. Befluyt van dit Hoofi-ßuk. ALle myne voorgaande Hooft- ftukken zullen den Leze* hoop ik , genoegzame naricht heb- ben gegeven, van de rampen, die ik op myne henvaards reis gele- den heb. Ik twyffel ook geenzins, ofgy zult daar uit insgelyks heb- ben gezien , hoe het my by myne I 3 komlt 7o BESCHRYVING VAN DE komft aan de Kaap gegaan is ; en daarbenevens blyde, zyn , door het kort hoewel duidelyk bericht te hebben gezien , wat de Bezit- ters van dit Voorgebergte , de Hollandfche Ooit-Indifche Com- pagnie , heeft bewogen , deze Kaap en het daar aanpalende vaf- te land van Afrika in bezit te ne- men , een Colonie aldaar te luch- ten ; en wat nog verders der- waards zoude können getrokken worden. Het zoude wel niet qualyk voe- gen, dat ik jegenswoordig weder- om tot de gemelde Colonie keer- de, en het geen van dezelve ver- der te weten nodig is , getrouwe- Wat de lyk voorftelde ; maar behalven dat •afhandelen ik m mvn voorgaande hoofdÜuk *"!• heb verzocht , om van dit bericht nog eenigen tyd verfchoont te mogen zyn , zoo vereifcht ook de natuurlyke order , dat ik alvorens van het' land zelf , waar in de ge- melde Colonie geflieht is , duide- lyke naricht geef, en uitvoerlyk befchryf , hoe het met het zelve gelegen is , wat aldaar is aan te treffen , en wat de Bewoners met het bouwen van het zelve voor voordeel of fchade hebben ; en wanneerde levens wys, zeden, ge- bruikelykheden , en wat'er verder van af hangt , der natuurlyke In- woners , de Hottentotten , be- fchreven is , zal zich wel een gele- genheid op doen , om van de/e Colonie te melden het geen 't welk cigentlyk daar toe behoort, of het welk' daar van dient geweten te worden. Dit naricht van het land zelf, welke ik nu van zins ben onder handen te nemen, zal bezwaarlyk in een of twee Hoofdflukken kön- nen worden vervat ; zoo het an- ders duidelyk , uitvoerlyk , or- dentlyk, en met zodanige omflan- digheden bekrachtigt zal heten, dat het by alle waarheid bemin- nende menfehen geloof verdient; maar ik zal genoodzaakt zyn, om ieder lluk altyd in 't In /onder af te handelen , en uit te voeren ; aangezien de zaken zoo menigvul- dig zyn , en daar onder zommige zeer zeldzaam, dat indien ze alle te zamen maar ter loop , en zonder de omftandigheden wierden ge- meld , men niet zoo licht aan de- zelve geloof flaan zoude , en de Verhaler voor geen oprecht en geloofwaardig menfeh aangezien zoude worden. Ten dien einde, wyl ik in myn voorgaande Hoofdftuk reeds tot aan het vafte land ben gekomen ; als mede vermids ik insgelyks van de Lengte en breedte der plaatfen, zoo als ook van de afwyking van 't Compas het nodige en alllier te weten dienlyk , bericht heb, zoo zal ik verder gaan , en u door hier by gevoegde Land- kaarten om- flandig tonen , hoe ver deze ge- melde Colonie , in denjare 165-2. geflieht, en als nu ruim 60 jaren gë- flaan , zich uit flrekt ; zo evenwel dat ik my hier niet zal ophouden met een wydlopig verhaal van an- dere tufTchen-komende floffen , en een verwarde Chaos uit een duide- lyk verhaal maken; maar alleen den oorden plaats, alwaar iets byzon- ders aan te merken zal zyn , zal aantonen, en het verdere naricht tot op een ander tyd fparen. Met dit beding dient men te Aan <*e weten, dat alhier allerlei talen en GocPdcC landaarden worden aangetroffen, Hoopiyn zonder zelfs van de Hottentotten lufdaardra gewag te maken. Men vind dien- en »kn. volgens Hollanders , Hoogduit- fchers , en onder dezelve die uu PruüTe, Pomercn, Brandenburg, Saxen , Frankenland , Swaben , Wcflphalingen en Switzerland hcrwaards zyn afgezakt ; wyders S weden, Denen, Polen, Portu- geczen , Franfchen , Italianen , En- gelfchen , Ongaren en anderen , welke als men ze alle te gelyk, en niet een ieder in 'tbyzonder in zy- nc taal hoorde fpreken , en daar- benevens de Slaven, die velerhan- de talen weten , daar onder de Maleifche, Malabaarfche, Ceylon- fche, KAAP de GOEDE HOOP. 71 ken. fche , Javaanfchc , Banjaanfche, Amboinclclic , Bandaneefchè , Boekierfcbe,Chineefche , Mada- gaskaarfchc, Angoolfche, Gui- neefche , Capovercfifche enz., daar onder telde, het zc.kcrlyk de verwarring der talen by het bou- v. en van den toren van Babel an- dermaal zoude vertonen. Welke ta- Edog kan ieder Europeaan met meciuvor- zvn eiSe ta:^ genoegzaam te recht den gefpro- komen , en als dit al komt te miflen, kan men lieht de eene of de andere , voornamelvk echter de Hollandfche, of beter de Por- tugcefche nevens de Maleifche le- ren, als welke beide talen niet al- leen hier, maar byna in gai tfch OoH-Indie, ten minften gelvk jegenswoordig de Franfche in DuitfchJand, gefproken worden. De Portugeezen , als de eerfle \ inders van Ooit-Indie , hebben hunne taal zoo ver voortgeplant, dat 'er vele grote Heden , als Ba- tavia, Colombo op Ceylon, en andere meer worden gevonden, welke zich van die taal bedienen, ook byzondcre Predikanten on- derhouden, die de Europeanen , voor al de Haven ; die dezelve doorgaans fpreken , Gods woord daar in leeren moeten. Daaren- tegen is de TMaleifche taal, die cierlyk en net is ; in dien zelvcn fleur, als by ons de Latvnfche, nogtans kan men met dezelve by- na gantfeh Tndie doorreizen. En is op bevel van de Ooiï-Indifche Compagnie een ordentclyk Pre- diker te Batavia aan gefielt, wel- ke in de Maleifche taal den Gods- dienfl verricht , doopt, trouwt, en voorts alles daar in doet, dat by het Predikampt pleegt te ge- schieden. Aldus behoeft een vreemdeling wegens de veelheid der talen het hoofd niet te breken, maar hy kan heel licht te recht komen , voor- namelvk als hy zich op de eene of de andere in 't byzonder leggen, en dezelve uit den grond leren wil. "Wat my aanbelangt, de Holland- fche taal behaagde my in den be- ginne mecfl, wyl ik anders de Predikatie!! niet wel kondevcr- Haan, en ook vermids de aange- naamheid «der/elvc , nevens de veelheid der woorden, en de dui- dclyke uitfpraak my zeer bekoor- den. Naderhand heb ik ook eeni- ge woorden van de Portugeefche taal geleert, zoo dat ik eiiichcn konde , het geen ik van noden had, en niet hoefde beducht te zyn, dat ik van de Haven zoude bedrogen worden; nogtans oor- deelde ik vry beter te doen, van w „ my in de Hottcntotfche een wei- Sduyvcr nig te ocHcncn, of fchoon my wel j>el"rt bcwuflwas, dat ik dezelve in alle delen niet zoude können magtig worden , en dat ik wegens de gro- te verandering der Hagen, welke met de tong tegen het verhemelte en de voorite tanden moeten wor- den gedaan, niet weinig zwarig- heid ontmoeten zoude. Na dat ik aldus eenigen voort- H«ft hei gang in de talen had gemaakt , noegzwm heb ik van tyd tot tyd een fpeel- be^htigt. reisje landwaards in gedaan , en het land nevens de Colonien be- zichtigt, wanneer ik menigmaal gclegentheid heb gehad , om met Europeanen te reizen. Ik heb my dikwyls ook met Hottentotten moeten behelpen. Door dit mid- del , voornamelvk toen ik Secre- taris van Stellenbofch en Draken- itcen was , heb ik al het merk- waardige bezichtigt, en voor de- ze Land-kaart goede aanteke- ningen gemaakt , gelyk het in 't toekomende nog meer zal bly- ken , welk voordeel dit zwerven , of fchoon onder vreemde en wil- de volkeren , my toegebragt heeft. jegens woord ig om tor myn Grootte j & P 1 der Hol- voornemen te komen , en u de hndfche verre uitgeflrektheid van deze Kolonie. Hollandfche Colonie duidclvk voor oogen te Hellen, ben ik ge- noodzaakt te zeggen, dat dezel- ve den naam van Colonie geen- zins meer verdient , om dat zy zich 72 BESCHRYViNG van de •zich zelfs reeds in vier aanzienly- ke Colonicn verdeelt heeft , en /\ alle te zameri een ftreek land bevatten, het welk voor geen Hertogdom hoeft te #yken ; daar- enboven laat het zich aanzien, dat het land wegens de vruchtbaar- heid van vrouwsperzonen met ter tvd zoo volkrvk /al worden, als een ig ander fterk bevolkt Land of Hertogdom in Europa. Want na dat de Compagnie, zoo als hiervoren reeds wydlopi- ger verhaalt is , na het bezit ne- men had befloten , een Colonie aan het Voorgebergte der Goede Hoop aan te leggen, en op te rechten, heeft dezelve dit befluit met veel roem ter uitvoering ge- legt, en veel tonnen Gouds daar aan hefteed ; aangezien zy behal- vcn de benodigde en om niet ge- fchonke 60 morgen lands, de nieuwe Planters ook wagens, ploegen , offen , en kortom alles Wat zy nodig hadden, ja zelfs brood en zaai-koorn op afreke- ning tegen een redelyken prys, en de yzer-waren tegen den in- koops-fchelling zonder het min- ftc voordeel verftrekt en geleent heeft ; welk verfchote geld de ge- melde Compagnie van tyd tot tyd en niet op eenmaal , heeft in ge- houden, waar door dezelve weder aan haar Kapitaal is gekomen, zonder dat de boeren het zwaar is gevallen, of zy daar door gant- fchelyk geruineert zyn ; hoewel m\ zeer wel bcwull is , dat eeni- ge van de/e Coloniers nog iets aan de Compagnie fchuldig zyn, en dat de fchuld in 't geheel nog maar 40 duizend guldens be- draagt. Het land Deze grote edelmoedigheid lJoe heeft zckcrlyk , zoo als licht is te be- denken, by velen een lult ver- bouwt, wekt, om dvn land-bouw by de hand te vatten , vooral wanneer nun zag, tlat de/e nieuwe Plan- ters zeer wel haar rekening daar l>\ vonden. Ja men heeft gezien, dat vele uit de bezetting zich daar toe begaven , of lchoon zy wei- nig kennis van het boere-werk hadden , wcshalvcn ook vele of bedorven of gevlucht zyn. Vele echter die hunne 'zaken wel aan- leiden , en geen verquifters wa- ren, zyn op de been geraakt, en in korten tyd zeer ryk geworden, waar van ik 'er zeer gemakkelvk verfcheide zoude können noe- ^ men , ten ware zulks daarna wc- ! derom gefchieden moeit. Uit j Holland zyn 'er ook vele hcr- ' waards gekomen, die de plaats van de eerfte aanlegging met tref- felyke huizen en tuinen verciert hebben , welker vruchten hen by de komft van de heen en weder varende fchepen, den arbeid ry- kelyk betalen, en goed onder- houd verfchaften. Na verloop van eenigen tyd", wanneer door de Hollandlche Compagnie eenige vrouwsperzo- nen herwaards wierden gezon- den, die hier trouwden, waar door alzoo veel kinderen gcteelt wierden , begon dit Tafeldal te naauw en te klein te worden, om aan zoo veel boeren herberg en onderhoud te befchikken ; dien- volgens wierden zy genoodzaakt, zich verder uit te ftrekken , en vermids het land tog by koop aan de Compagnie toebehoorde, meer akkers te bouwen , om Tarw , Rogge , Garft, Erweten, Bonen, zoo als ook allerhande tuin-vruch- ten, en een goeden dronk Wyn voort te brengen. Dienvolgens bezetteden zy voor cerlldc naafte dallen en bergen, en vergroteden aldus hare nieuw aangelegde Kaapfehc Colonie, Welke wel verdienen genocmt en eenige der voornaamllc 1 .andgoe- dereti gemeld te worden;* name- lyk z\ zyn in den beginne uit den Tafelberg achter dien berg geko- men, en hebben aan de zooge- naamde Zqut-Rivier een fchans van houl en aarde, Keer de Koe genaamt, gebouwt, en kort daar opeen grote Ruiter- ftal daarne- vens Verdere opgang der Colonie. Hoe de Hollanders 'er zich ter neder heb- ben gezet. Een Tchans en de Rui- ter-ftal word ge- bouwt. KAAP de GOEDE HOOP. 73 vcns opgerecht ; welke beide zou- den dienen, om vermids veel vee voornamelyk koeyen en fchapen van de Hottentotten wierd gekoft door het zelve de boeren aan vee te helpen ; na dat echter dit vee of van zelfs dan te rug weg door de drift van de gemelde Zout -Ri- vier zocht, of van omzwervende Hottentotten , welke van roven en fielen fchenen hun werk te ma- ken , weg gedreven wierd , zoude door het eerfte,te weten defchans Keerde Koe, dit quaad voorgeko- men, en het ontlope of weg ge- dreve vee door de zoldaten, die daar de wagt hebben, te rug ge- dreven worden. ßefchry- De Ruiter-ftal een gebouw, ving van de waar m IOO tot I^Q man met Jlun_ Ruiter-ftal. , , , , ne paarden konden wonen , wierd opgerecht, ten einde de man- fchap , die in de Keer de Koe lag , voortaan niet zoude behoeven da- gelyks uit de veiling, die ruim een half uur van daar legt , afgeloll worden; en ook wel voorname- lyk ten einde deze fchans door de Ruiter -ftal met volk mögt wor- den bezet en aldaar afgeloft, en ook by nacht voor regen en wind een fchuilplaats zouden hebben. En wanneer men bemerkte , dat de Hottentotten , zich op de fnel- heid hunner voeten verlieten, en voor het nalopen der zoldaten wei- nig vreefden , als mede dat zy het vee wel aan de Europeanen ver- kogten, maar dat zy naderhand op de een of de andere wys zoch- ten, het zelve hem wederom af- tenemen, zoo wierden deze Rui- ters met goede en fnelle Perfiaan- fche paarden verzien en aldaar ge- pofteert, ten einde de inbrekende Hottentotten niet zoo licht de ge- melde Zout -Rivier zouden kön- nen overkomen, en dat het vee voor het roven en fielen zoude be- vryd blyven. Waar by dient te worden geweten, dat men de paarden in den beginne uit het Koningryk Perfie herwaards heeft gebragt, alwaar zy zich zodanig I. 'Deel. Waar toe hy jegrns- v.oordig dient. hebben vermeerdert, dat zy he- den ten dage wegens de mcenigte by na van geen prys meer zyn, weshalvcn men in geval van nood zeer gezwind ecnige duizend man van paarden zoude verzien kön- nen. Vermids deze Colonie tegen- woordig zich nog veel verder heeft uitgeftrekt, zoo als in 't ver- volg zal worden aangewezen, en een veel groter plaats heeft inge- nomen, is van de fchans Keer de Koe , by na niets meer te zien. Van den Ruiter-ftal vind men nog eenige overblyfzels, die echter we- gens de bovengemelde rede nu niet meer worden onderhouden , ftrekkende voornamelyk tot lyf- berging van vreemdelingen en van voorname Indianen die uit Afia of Ooft-Indie herwaards worden ge- bannen ; gelyk dan in den jare 1705- by myn eerfte aankomft , ee- nige Indiaanfche Prinfen aldaar huis hielden , en met haar eige han- den haar brood winnen moeflen , zynde dezelve van de hoge Indi- fche Regering op Batavia wegens zekere misdaden herwaards ge- zonden, en voor 5 jare gebannen , na verloop van welke jaren zy dan ook in den jare 1708 wederom met de fchepen van de Compag- ! nienaOofl-Indiegevoertzyn. Van deze Zout -Rivier dient ,fcanf , , , ving van de . men als nog te weten, dat wylen Zout-Ri- de Gouverneur Simon van der Stel vier- den zelven heeft laten verleggen , of door een nieuw Kanaal in den haven heeft laten lyden , met voor- nemen, een breede vaart van de- zen haven de Tafelbaai tot aan de Baai Falzo, 't welk ten minften in een rechte linie een diftantie van 4 mylen zoude hebben uitgemaakt, J door flaven en banditen te graven, | en in dezelve de gemelde Rivier van den eenen haven in den ande- ren te lyden , ten einde de fchepen zoo wel by de Zuid-Oofte als Noordwefte Mouffbn daar in lopen en voor ongeluk en ftranden zou- den bevryd blyven ; dog hy K fchvnt 74 BESCHRYV1NG vande fchyntmiet te hebben gedacht, dat door beide Mouffbiis dit Kanaal /oude hebben können geitopt, ge- floten en met zant gcvult wor- den. Want bchalvcn dat hy een gro- te zoutpan, waar van 'er nog ceni- ge kleine na by dcTygerbcrgen, en andere grote op andere plaat*- zen in \ land aan te treffen en te vinden /yn, daar door bedorven heeft, die by een hoge zee over- loopt en nooit droog word, zoo fchynt hy ook niet in overweging te hebben genomen , welk een gro- te arbeid, en hoe veel menfehen tot zulk een werk vercifcht wier- den. Hy heeft buiten twyftel ook niet eens een overilag gemaakt, hoe duur dit Kanaal aan de Com- pagnie zoude komen te Haan; veel min fchynt hy zich te hebben be- kommert om de onder het zand leggende klippen te doen uitgra- ven, zodanig dat een of twee fche- pen elkander myden en ongehin- dert zouden hebben pafferen kön- nen ; maar hy fchynt ten ccrfl.cn blindelings te hebben voortgegaan met het geen hy maar Hechts in het hoofd heeft gekregen, offchoon de ondervinding heeft geleert dat de tyd, arbeid, en kollen, daar mede verfpilt /yn. Derhalven fchynt het dat 't werk ook is blyven Heken; en ziet men jegenswoordig nog de oude en nieuwe Zout -Rivier welke on- trent een mufquet-fchoot van cl- l.andcr leggen, welke beiden, voornamclvk de nieuw e met zoo veel welzand aangevult is, dat men met een gelade vagen daar over ryden kan, hoewel hei zomtydfc gebeult, als de paarden en offen niet wel trekken , dal de wagen in het gemelde \vi i/and blyft lle- ken , en dat dezelve door ande- ren daar uit moet v. orden getrok- ken. Vermakc- I .angs de/c Zout-Rivicr 7M1 lyncht vantvdtot tyd treffelvke tuinen Zout-Ri- en w vnb(.-rgen , zoo als ook \cel wSdau tott>*iland aangelcgt, waar VÓt De oude en nieuwe r Ri- vier« reeds van het begin af van dezen ontrent is nieuwen uitleg, decerfte Com-j^temM mandeur Jan van Ricbeek niet weinig heeft geholpen; hebbende de e tot 7vn vermaak den zoo ge- naamden bofchheuvcl laten fchoon maken , en een trerlclvken. boom en wyngaard aldaar aangelegt i die wegens deszelfs nuttigheid zoo voort na zvn afvvezc n in * 1 chei- de handen geraakt , en s en geen ver k egt is, tot I inde- lyk by mvn aanwezen den Opper-* Vecilcr \\ illem ten Damme den /.elven aan den burger Gabriel Touman , voor verfchcidc dui- zend guldens heeft overgedaan. Wilde ik my ophouden met het fe een opnoemen van alle de Vruchten , £82? die alhier groejen, zoude ik my ** verplicht vinden te /eggen , dat niet alleen Appelen , Peeren, Ca- Aanjcs , en andere Europeaanfche boom-en tuin vrucht en hiéï in gro- te menigte worden gewonnen ; maar ik zoude daar by moeten voe- gen , de Velerhande zoorten van I .imoencn , Citroenen , Oranje, Sinäas en Japänfche appelen , Vy- gen, enz., en de velerhande Wy- nen , die zoo wel in rode als wit- te , als mede Europeaanfche en Pcrfiaanfche Druiven beflaan , ne- vens een talloze menigte van an- dere hcerlyke aard, boom-en tuin- vruchtcn; edog ik fpaar dezen ar- beid tot op een ander tyd , en zegge hier maar allecnlyk, dat te- genwoordig langs de gemelde Zout-Rivier tot aan de Steenber- gen, ja zelfs tot in de zoogenaam- de Hout-Baai alles tot bouwland gemaakt is. . InhetTafcldal vind men eerflc- l\ k de trelTelykc veiling , Bonne I Ipcrance genaamt , en het fraai Hccdtje , het welk dien /elven naam draagt , nevens vele heerly- kc Tuinen en Wynbeirgen ; achter den 'IV, fel berg, ruim een quartier ums \ an de Had, Haat boven op een kleine hoogte een Herberg; onder aan de Rivier ziet men een rey huizen, akkers, tuinen en Wyn- KAAP de GOEDE HOOP. 7$ Wyngaarden , welke zich tot aan een molen uitftrekken, de bur- gers xv\ het Voorgebergte toebe- horende , die jaarlyks door de Burgemeefters van de ftad met kennis des Gouverneurs voor i? tot 1600 guldens verpacht, en in de burger-kas verrekent word. W) ders vind men aan de Rivier, en aan beidezyden van dezelve, als ook achter den Tafelberg vele iraje Lufthuizcn, tuinen en wvnbcrgcn, welke alle hunne Planters rykelyk hunne arbeid vergoeden. Ja de Compagnie zelf heeft aldaar ne- vens een zeer ruime fchuur voor wagens en vee, twee trefïclyke, prachtige en grote tuinen aange- lcgt, in den cenen /iet men een zeer fraai Speclhuisje, tot ver- maak van den Gouverneur ge- Rond bouwt, en een klein eike bofchje, het Rond -bofchje genaamt. De andere , een weinig verder afge- legen , draagt den naam van XT. . , Nieuwland, om dat dezelve on- Nieuwland. , ,, ' . . . . . langs eerit aangelegt is; van beide welke tuinen de gemelde Compa- gnie nog tamelyk voordeel trekt , die echter myns bedunkens vry groter zyn konde. Schone TulTchen deze twee tuinen, Buiteplaat- vvelke beide van de wateren des Tafelbergs worden befproeit,legt naail aan de gemelde fchuur , be- halven de Buite-plaats van Jan Pfeiffer, wyn en brood genaamt ; wyl dezelve zulks beide rykelyk voortbrengt , en die van Jakob Louwcns , een v el geordineert Brouwhuis. Brouwhuis , den Heer Willem Men/ing toebehorende, welkers Vader met zyn gantfehc huisge- zin, uit Deventer geboortig, dooi- de Compagnie kofteloos hier is gebragt, om alhier op zynDcvcn- ters bier te brouwen, en zich daar mede te generen-; waarentegen hy gehouden is , aan pacht , wel- ke de Tappers doorgaans gewoon zyn te betalen , de Compagnie hare onkolten weder goed te doen , gclyk ik te zyncr tyd daar van uitvoerlyker melding doen zal. /. 'Deel. I let water, dat in de Brouwery waf« loopt , Hort insge: n den Ta- J** watt: felberg , en befproeit met eenen het daartoe behorende bouwland; loopt vervolgens, na dat het /ich met andere kleine riviertjes heeft vereenigt, achter de Landgoede- ren van Jacob Louwcns , Jacob van der Heiden , en Albert Ba- rent/. Guldenhuizen , en neemt ten laatllcn tuilchcn den verma- kelvkcn tuin vanjan van Meerland en het voorgemelde rond bofchje zynen loop in de meergemelde Zout-Rivier. Achter den gern el den Bofch- Het Lufi- hcuvel komt men wyders aan een ih^tk. ° flechte plaats , waar van de cige- genaar als nu dood is , zoo dat niet weet, wicn dezelve toekomt. Niet ver daar van daan ontmoet men het treftclyk Conilantia door wylen den Gouverneur Simon van der Stel gebouwt, en na des- zelfs gemalin , of fchoon zy hem niet tot aan het Voorgebergte heeft willen verzeilen, maar lie- ver te Amilerdam bh ven , aldus genaamt. De iland is ongemeen verma- kelyk. Men kan uit de venfiers zien het Landgoed van den Heer Ortman , zoo als ook de Buffels- valley, of die plaat/en, alwaar de Compagnie voormaals , wanneer zy haar eige (lacht en ander vee in een groter menigte als jegens- woordig hield, /elf liet wcyden, en gewapenderhand tegen de Hottentotten bewaren , en wel- ke Pollen jegenswoordig den gemelden Heer Ortman toe- komen. Wyders /iet men ver- fcheide andere omleggende Plaat- zen, onder anderen die van den Heer Hendrik Bouman, genaamt Ruil en Werk , en die van den Heer Willen Vlokkens, als mede den haven , Baay Falzo genaamt. Daarentegen is de nuttigheid in verre na zoo groot niet, aangezien dezelve het interell van de aange- legde kollen nauwclyks kan goed- maken ; of fchoon ruim iooo K x mor- 76 BESCHRYVING van de morgen land daar aan behoren, en 'er ruim ioo duizend wynftokken geplant zyn. Eer men te Conftantia komt, gaat achter den voorgemelden Bofch-heuvel een fteenachtige fmalle ongemakkclyke weg, tuf- fchen en over de woefte bergen, na de Hout-Baay , alwaar weder- om eenige Lufthuizen gebouwt zyn , waar van 'er echter nog veel men- konden werden opgerecht, indien men het hout wegkappen en vernielen wilde, dog wyl hier juilt gebrek aan hout is, en men naamvlvks genoeg tot branden kan vinden , verfchoont men het zelve , werdende liever andere piaatzen, die 'er in overvloed le- dig zyn , door de Regering ver- eert , om bebouwt te worden. Midlenvyl leide de Compagnie nog andere Vee-plaatzen achter de Steenbergen aan , welke gelyk Dapper in zyne befchryving van Afrika p. 6x1 getuigt, de Portu- geezen Os Tuos Fragofos , of de gebroke bergen noemen , de Hol- landers geven een zekeren ftreek \ mi dezelve, welke het verftc zich ten Zuiden in zee ftrekt, den ■n-undê ftaam van Noorwegen. Na dat de Kaap de llluftrc Compagnie alle deze poften Hoop6 nccft afgelchaft , en haar Juk-ofTen alleen heeft behouden; welke al- leen in de voorgemelde Schuur worden bewaart, en die in de malle onvruchtbare hei wyden, t'Twyl de Compagnie al haar vleefch van vier bevoorrechte wie bet (luchters koopt , zoo heeft meer- gemelde Gouverneur Simon van der Stel zalr. die poften, ruim drie dagreizens m de rondte omvat- tende , voor zich /elven behou- den , een huis en eenige Italien daar op gebouwt, om zyn eigen vee aldaar te laten weyden ; daar- benevens heeft hy een vifchluiis na by de zoogenaamde Kfllk-Baai ". recht , en vieh aldus zodanig ih ftaat geilclt, dat hy behalen het gemelde Conftantia , een ftreek landt van een tamelykc uit- buit. geftrekthcid bezit , alwaar vele boeren , wanneer het onder hen wierd gedeelt , zich zeer wel ge- neren , en gemakkelyk wonen zouden können. Eer en alvorens deze ftreek lands, dewelke langs de Zout-Ri- vier Zuid-Ooft ten zuiden, en vervolgens altvd verder tegen 't Zuiden zich uitftrckt,tot die ver- haalde volkomenheid is geraakt, en alvorens men tot befluit quam, om zich van het flacht-vcc t' ont- doen , heeft de Compagnie op nieuw weder begonnen , zich over de Zout-Rievier na de Ty- ger-bergen te wenden , en aldaar een Vee-poft op te rechten. De- Nieuwe ze legt zeer vermakelyk aanJén?"p°S" ftrand, niet ver van de Tafel- Baay ; daarenboven kon men uit de Vefting zien alles wat daar voorviel, aangezien de diftantie van de gemelde vefting niet veel meer dan drie uuren uitmaakt, en daarbenevens Zuid-Ooft ten Zui- den , welke in louter wit zee- zand, ftruiken en hei beftaat, in welke Tygerbergsdal het vee zeer wel kan gewyd worden. Men noemt alle deze verhe- Pc TnP- ventheden en bergjes, de Ty gerbergen. Niet om dat voor de- zen zeer veel Tygers zich aldaar onthouden hebben , maar wegens de grote groene vlakken , welke deze bergen van alle de andere onderfchciden, en hunne oor- fprong de herten verfchuld zvn , welke eertyds in een grote menig- te daar wierden gevonden, en overal de plaatzen , daar zv hun nachtleger hielden , met hunnen drek, als gemeft en Vruchtbaar gemaakt hebben, en groeit het gras nog heden dien dag dienvol- gens aldaar weelderiger en ller- ker, als op andere plaatzen, daar die dieren niet hebben overnacht; ot fchoon alle deze heuvels of bergen een /eer \ el ten grond heb- ben , zodanig dat dezelve van ou- der tot boven Koorn en W\n en alle andere boom -en vcld- vruch- bergen. KAAP de GOEDE HOOP. 77 7y dien naam heb ben. genoeg. vruchten rykélyk voortbren- gen. Waarom En de/e zelve vlakken hebben hen den naam van Tygerbergen toegebragtjomdat het groen daar van veel donkerder is, dan al het ander groen van de/c bergen, waardoor zy byna gevlakt zyn als een Tyger. En vermids zy door- gaans veel vruchtbaarder 7vn , als alle andere bergen, is dit de rede, dat dezelve in een korten tyd zo- danig bebouwt en bewoont zyn, dat 'er als nu bezwaarlykmecr een bequame plaats tot den landbouw te vinden is , vermids het frilch r Hebben zoet water, vlietende beekjes, en geen water andere bronnen afnemen , waar in de bewoners hunne fpvzen ko- ken,en hun vee drenken können. Of Ichoon'er nog een bron voorhanden is, die aan alle de Be- woners gemeen is , zoo kan de- zelve aan een Bewoner alleen in vrye eigendom niet worden gege- ven , om dat de overige daar door zouden worden genoodzaakt , om met hun Vee van daar te wyken, en fhande den Zomer , of gelyk men hier zegt , den gantfehen drogen tyd , het zelve elders te wevden, en te drenken, tenwa- re zy alle te gronde gaan en de een den anderen lchade toebren- gen wilde. Op en tuffchen deze T\ verber- gen leggen naar myn belt ont- houd , twee en twintig Plaatzen ofHofileden, welke eerder den naam van aanzienlyke Heerlyk- heden of Ridder -goederen als boere woningen verdienden ; hoe- wel niet zoo zeer ten opzicht van de huizen , die daar Itaan , als zynde voor het grootlte gedeelte tamelyk flccht , maar in aanzien van derzelvcr veruitgeltrektheid en weergaloze nuttigheid , aan- gezien ik in Duitichiand weinig adclyke goederen ken , daar men van een Rid der-goed zoo veel voordeel trekken kan , als alhier ieder Boer in 't byzonder van zyn landgoed geniet. DeHoflte den. Want het moetal een arme aan- Rykc Boe" r zyn , die niet ten miniten rcn" 600 Schapen en 100 ftuks grof Vee bezit. Heeft hv échter zyné zaken een weinig in ftaat gebragt, zoo vind men /eer dikw} Is roco, en ook wel cenige duizend Scha- pen en 200 tot 300 ftuks grof \ ee by een man alleen. Waar uit dan heel licht is af te nemen , dat het voordcel van het \ ee niet al- leen groot moet zyn , maar het blykt ook , dat de V eldbouw van een Boer rykelyk 700 ?root,fterk en voordelig is , als van een Rid- dergocd kan 'verbei ld of ver- wacht worden. Dog deze Stoffe zal te zyner tyd wydlopigcrbew e- zen worden. Jegenswoordig zeg ik alleenlyk , dat die gedachten maakt, dat Ik vermaak fchep,om uit een mugge een Olyfant te ma- ken , om de zaak zoo wat op te fchikken , de goedheid gelieve te hebben, van geduld te nemen, tot dat ik aan de zaken kom , die in mynen tyd voorgevallen zyn, wanneer ik verzekert ben, dat ik genoegzaam in Haat zal zyn , om aan te tonen , dat ik aan de waar- heid niet te kort gedaan heb. Want men vind de veelheid der Schapen en Runderen niet alleen op de Tygerbergen , maar het gantfche land door , het welk ik daarom alhier zeg , op dat ik niet genoodzaakt zoude zyn , om de zaak naderhand wederom te her- halen. Van de Paarden zal ik hier pa3rdcn ook maar alleenlyk zeggen , om *yn Man- dat hier voren reeds heb gemeld, de"k dat men dezelve wegens de veel- heid fchier te geef kan krygen ; dat ik weet, dat in den jare 1711 ineen openbare verkoping 3 paar- den van 3.x. en een jaar voor 18 Hollandfche fchellingen, of naar onze Duitfche fpecic, voor on- trent 4 en een vierde gulden ver- kogt zyn. De namen van deze Landgoe- De Plaat- deren zoude ik gaarn mede delen, "Leer- ten ware de Heren Comm an- gen hebben deurs en Gouverneurs, die in den seennMm- K 3 - be- 78 B E S C H R Y V I N G van de beginne aan 't roei" hebben geze- I i, aan dezelve niet zekere na- men hadden gegeven, of laten ge- ven. Ycrmids zy echter niet cn- kelyk den naam van den eigenaar voeren , en de erf zoo als ook de köopbrieven, wanneer zulk een goed verkogt word , met den/ el- ven verzien worden , zoo zal de Lezer zich alleenlyk met de na- men van die Bezitters te vrede moeten houden, die in del /and- kaart ingelyft zyn, aangezien het mv niet zoude pallen, de dingen nieuwe namen te genen, die of in de natuur niet zyn*, of ten miniten de zaken niet verltaanbaarder ma- ken. Ik kan echter niet met itil- zwygen verby gaan, dat iemand zich zeer gemakkelyk moede kan gaan , als hy alle de Tygerbergen, ofderzelver omtrek omgaan wil, beflaande dezelve ruim 8 mylcnin de rondte, alzoo een van de vcritc plaat/en ruim 4 inylen van de Kaap de Goede Hoop legt. Koeberg. De hier aan leggende Koeberg was mede een van de cerite, die na de Tygerbergen bezet , en aan benige Coloniers in eigendom, achte rvolgens de voorgefchreve jnflructie , gegeven wierd ; uit hoof'dc van welke inltructie aan een jegelyk 60 morgen land moet worden uitgcdeclt. Deze ftrekt zich verder Ooit ten Noorden, ontrent 6 mylen van het gemelde Voorgebergte der Goede Hoop. De grond echter is zoo vruchtbaar niet, als die van de Tygerbergen, ueshaken ook zooveel Liefheb- bers zich niet hebben laten \ in- den , behaben dat'er ook gebrek aan goed w ater is. uwe 1 lier op begaven zich eenige na <\cn zoogenaamden Blauwen? berg, 8 in) len van de veiling leg- gende, Noord-Ooft ten Ooiten. I l\ word aldus genaamt, om als men hem \.\n verre /iet , voorna- \ k als men eerlt uit zee komt, de/( Ive fchynt blaauw te zyn. I l\ is 100 vruchtbaar als de Tyger- bergen ; heeft echter ook weinig water , wcshalvcn hy ook niet te iterk bewoont is. Ondertuilchen vind men aldaar zoo wel als alom- me door het ganichc land , veel wilde dieren , voornamelyk Oly- fanten, Herten, en andere. Dit gantfche Diitrict , 't welk Wat d- ik tot nu maar naar defzelfs uitgc- l^a,/6 itrekthcid heb voorgeftclt , is al- Cuionx- is. zoo onmiddelyk en kort na def- zelfs cerite verdere uitbreiding in /eer weinig jaren bevolkt, en aan de Coloniers te bewonen , te be- bouwen en te beplanten in vrvcn eigendom gegeven. Dieiv ^ens heeft het zelve dan ook den by- zonderen naam verkregen dat liet /.elven in aanzien van andere be- volkte diitricten , gantfeh afzon- derlyk en eigentlyk de Kaapfche Colonic genaamt word ; en zulks vermids de vefting en de itad de Goede Hoop in het zelve leggen , en naait aan de zee is , behalven dat naait achter de itad een tame- lyke grote woeityne grenlt , wel- ke tuilchen deze en de Stellenbos- fche Colonic , waar van in 't ver- volg zal worden gehandelt , de fcheiding maakt. In den jare 17 ix na dat my wanne« door wylen den Gouverneur Louis hct ve.r- van Altenburg het Secretaris ampt s' van de beide Colonien Stellen- bofch en Drakenitecn toever- trouwt wierd , is deze Colonie, wegens een zeker voorval , nog een goed ituk vergroot , en tot aan den Regenbak uitgelegt, wel- ken bak men Molfelbank nocn^t, Vermids aldaar aan de klippen zoo veel moffelen gaan zitten, en zoo \ alt daar aan kleven , als of Z) daar aan gegroeit waren. Het voorval, 't welk tot de/e vergroting aanlei- ding heeft gegeven , zal ik op de volgende wys uit den grond ver- halen. Na dal wylen de Baron N. van wat daar liheede, l'.rf heer van Draken- 'ot;„a'; ,, / ■ 1 1 1 1 1 • d,ns hcoft heen, uit Gelderland geboortig, gegeven. na hel bekleden van verfcheide amptcn , in Holland te rug quam, heeft, de Compagnie in den jarè 1685 KAAP de GOEDE HOOP. 79 168;)-. hem wederom herwaards gezonden, als- Commifläris Gé- neraal, die de gantfche Compa- gnie rcprefcntccrt , alles tot haar nut en voordeel verricht, ook in geval van noodzakelvkheid hare grootfte Mini fiers af/et, veran- derd, of elders zend zoo als Y .:- der Tachart in zyne Siamfche Reis pttg. m. 6~. reeds bericht hééft. Wanneer de gemelde Ba- ron in die qualiteit aan de Kaap de Goede Hoop quam , en aldaar verfcheide nuttige fchikkingen maakte, heeft hy onder anderen ook den eerflcn Land-droft over de StcllenbofTchc en Draken- flccnfche Colonic, achtervolgen^ zyne uitdrtikkelyke inflruftie en bevel aangcllelt ; zodanig dat hy Land-drofl magt zoude hebben, om alle lichtvaardige en moedwil- lige weglopers , nevens andere onnutte diefachtige moorddadige en de gemene rufi Horende men- ichen niet alleen in de voorgemel- de beide Colonien , maar ook in het jegenswoordig gedachte Di- flricl der Kaapfche Colonie te vatten , te boejen , in hechtenis te zetten , en in regten als aankla- ger tot op het uiterfle te vervol- gen ; fchoon in de ilad de Goede Hoop de hoogfle Bloed-Rechter, of zoo als men hem hier noemt, Fiskaal independent woont, dien daar door ontrent defzelfs recht niet benadeelt zoude worden , of konde , om dat aan hem insge- lyks magt was gegeven, om dier- gelyk gefpuis te vatten , en in rechten te vervolgen , behalven dat het geen in den haven of op de fchepen mogte voorvallen , hem Fiskaal duidclvk gerefer- veert of voorbehouden was. Nu hadden in het voorgemelde jaar iyix eenige moedwillige en veragte matrozen zich zamenge- rot, langen tyd hier en elders in het land gezworven , zich van hunnen dienft , waar toe zv aan de Compagnie met eede verbon- den waren, losgemaakt en van hunne poflcn Uil weggelopen, hebbende het land afgelopen, zich met aidériïande onbetamély- ke dingen, ja roven en Helen be- zig gehouden , den Landman /eer gedrukt en gcquelt. De/e nu heeft de Land-droft, zoo dra hem iets daar van ter ooren quam, achtervolgens zyn plicht, op zoe- ken , by de kop vatten en verder Voor den Raad \ an Juftitie onder- vragen laten, en vervolgens uit de voorgehoudene vraagpunten zyncn cifch gedaan. Zoo dra echter deze booswich- ten bemerkten, dat het haar le- ven zoude kollen, vonden zy middel t'ontfnappen , gravende by nacht onder de muur van de gevangenis , die in de veiling niet ver van een buskruid kelder was , een gat, waar door zy uit de ach- terfle gevangenis , alwaar de mis- dadigers opgefloten waren, die op den hals zaten, in de voorde komen konden, waar na zy de uiterfle deur van de gevankenis opbraken, en daar door de vlucht namen. Hoe veel moeite men aanwen- de, om deze ontfnapte guiten we- der in handen te krygen , is licht te denken, aangezien men nu nog minder goeds of eenige beterlehap van hen hopen konde. Daar ver- liep nog al veel tyd , eer men ze wederom konde ontdekken. On- dertufTchen wierden door het wys beleid van den Land-drofl weder- om twee van dezelve gevankelyk ingebragt. Een viel den Fiskaal Provilioneel , Willem van Put- ten, in de handen, aangezien de Fiskaal independent, Blefiüs, kort voor heen was overleden , en de- ze alleen aangcllelt was , tot dat de .Heren Bewind- hebbers je- mand anders tot dat gewichtig ampt zouden hebben bevordert, en dat de recht svaken midlerwyl niet zouden Uil Haan. Deze provilioneel Fiskaal was zoo vreed-lievend niet als zyn Voorzaat , maar wyl hy zich ver- beelde? so BE S C H R Y V I N G van de beeide , dat de Compagnie hem onmogelyk konde voorby gaan, maar dat hy zekerlyk tot Fiskaal independent zoude worden ver- beven, zoo wilde hy zich zoo voort by de eerfte gelegentheid in ilaat ftellen , om het gezag en de magt van den Land-droft te fnuy- ken, en het zyne te vergroten. Dienvolgens bcdisputeerde hy den Land-droft deze gevangens , en wyl zv dienaars van de Compa- gnie waren , die in de veiling be- hoorden , of in de matrozen-wo- ning befcheide waren , zoo oor- deelde hy, dat zy zyne jurisdictie onderworpen waren , en van nie- mand als van hem aan het Ge- recht konden verklaagt en aldaar vervolgt worden , of fchoon de Land-droft dezelve in zyne Juris- dictie gevangen gekregen , en in de Kaapfche gevankenis gelevert had. Wanneer hy zag, dat de Land- droft niet van het zelve gevoelen was , bragt hy de zaak voor den Edelen Raad van Juititie, en ver- kreeg zoo veel, dat de Land-droft daar over wierd gedagvaart. Ver- mids echter deze wel haaft merk- te , waar de vork in de fteel ftak, bleef hy op de order , welke hy van den Baron van Rheede als Commifiaris-Generaal had ontfan- gen , en die door de Gouverneurs van tyd tot tyd was beveftigt, ftyf (laan, gaf hem niets toe, en liet zich zyne gevangens niet afne- men, welke hy nogtans als de provifioneel Fiskaal die in der minnen verzocht, en geen gevolg • laar uit getrokken had , ten eer- itcn zoude hebben laten volgen. Ten laailc moeit tl e Politique Raad, als het hoogile Collegie van dit Voorgebergte, zich daar mede bemoeien , welke de /.aak op de gende wvs lüfte: Namclyk dat de Kaapfche Colonie zich tot aan deMolielbanks-Rivier zoude uit- strekken, mids dät de Fiskaal zich geen groter Jurisdictie daar door zoude aanmatigen , als hy voor dezen had gehad , en dat die van den Land-droft ook in zyn geheel zoude bly ven , maar wyl men het handhaven der gerechtigheid moeit gade liaan, 'dat het heeten zoude, 'Prior tempore , potior ju- re, dat is: Die eerft komt, eerft maalt. Aldus is deze Colonie door zulk voorval een groot ftuk , na- melyk van de Tygerbergen tot aan de Moflelbanks- Rivier ver- groot, zonder dat de Land-droft ontrent zyn oud Voorrecht in 't minft benadeelt wierd , maar wierd deze Provifioneel Fiskaal I afgewezen , aangezien de Land- droft zyne gevangens gerechtelyk bleef vervolgen, en dezelve eïn- delyk na genoegzame en opent- lyke zelf belydenis door de koord van het leven tot de dood bren- gen liet. Hoe zeer echter dit den Fiskaal Provifioneel in de krop heeft gezeten , hebben zyne vol- gende bedry ven , die te zyner tyd zullen worden verhaalt , al te wel aan den dag gelegt. Deze Moftelbanks-Rivier iseen DeMofTei- loutere verzameling van veel re- v™u%~ genwater, 't welk in den tyd van den cjuaden Mouflbn , zoo als de Zeevaarders zeggen , of zoo als de Inwoners zeggen , in den re- gentyd , of ook wel gelyk wy in Europa zeggen zouden , in den Winter, in de tyd als de zneeuw van den Hemel valt , van de ber- gen door de dalen vlied , zich al- daar vergadert , en tuftchen de oevers van deze beek voortloopt. Dienvolgens loopt ook deze Mof- felbank niet het gantfche jaar door, maar alleenlyk zoo lang als de re- gen aanhoud. Zoo dra de goede [Ylouilbn , of de droge tyd, dat is, de Zomer aankomt, houd de- zelve op met lopen , en word het water , 't welk in diepe gaten of Hinken liaan blyft , llaande den zomer zout , of eerder brak, niet legenftaandealle menfehenen vee dit water moeten gebruiken, om dat 'er daar ontrent geen beter te vinden KAAP de GOEDE HOOP. 8I vindenis. Ja de gene, die op de Tygerbergen en in het maft daajr aan gelegen zeer groot dal wonen, hebben geen beter water , of fchoon dezelve bronnen hebben, om dat het water uit de natuur brak is. Deze gemelde Moftelbanks- Rivier loopt een zeer langen en krommen weg» tot dat hy einde- Ivk , veel dorre dalen béfproeit hebbende , niet ver van het Ta- fèjdal in de Zout-Rivicr zich ont- Iait, en in den haven van het Ta- Van de feldal uitloopt. De Zout-Rivier Zout-Ri- daarentegen , of fchoon dezelve jfi 's' bena- van den zeer hogen kruin des Ta- """S- feTbcrgs ftort, en met vele ande- re daarnevens afvlocjende beek- jes, hoe wel niet met alle , zich vereenigt , en hy gevolg uit zeer helder klaar zoet gezond water beihat, wórd den zei ven nogtans diert naam gegeven , wyl hy door het indringende zeewater brak word , te weten na dat zy vele dallen met zyn zoet water heeft béfproeit, en onder anderen dert treftelyken tuin der Compagnie aan het gemelde rond bofchje van achteren , zöó als gezegt is , ver- by gelopen is ; oök heeft dit hel- der en klaar water geen andere vifTchcn , dan die door de zee- vlocd daar in geftort worden, ért achter blyven tot zy door de In- vvoonders gevangen worden. . Het /oude wel goed zyn , dat ik deze ltorrc vervolgde , om dat ik nu reeds hebbe begonnen , van de wateren te handelen. Ik was daar benevens van voornemen , om van de voorheen gemelden en van vele reeds befchreve bergen des Tafcldals geen verdere mel- ding te doen ; dog vermids de kromme weg van de MoÏÏelbank 200 wel als de Zout-Rivier my weder in het Tafeldal hebben ge- leid , zoo moet ik myn vorig bc- fluit veranderen , vermids ik my genoodzaakt vind , om van de bergen van dit dal te melden, 't geen andere metililzwygen ver- I. Veel. by gegaan hebben , en het merk- waardigftc aan te tonen. Dien- volgens vind men, gclvk voorheen reeds is gemeld , drie bergen, welke dit dal uitmaken en als in- fluiten , te weten , de Tafelberg, de Leeuwenberg, en de Wind, of zoo als het gemene volk fpreekt, de Duivclsberg , van dewelke ieder in 't byzonder . iets merk- waardigs zal te melden zvn. Wat aanbelangt den Tafelberg, Van d«, dezelve is de middelile , en de Talelbci* hoogde , en word van de Portu- gcezen Jovoa de Cabo gen aam t. Dezelve legt recht over het zui- den , en lirekt zieh deels zuid- welt ten zuiden , en deels zuid- ooit uit; Wanneer men den zel- ven van onder opziet, lykt hy bo- ven gantfeh gelyk als een tafel , gelyk Dapper in Afrika pag. 612. Harpart. Reisbefchryving pag. 11. en Ivertfen Lib. IV. cap. I. reeds, hebben bericht. Als men echter tegen den zelven opklautert , en hem van boven ziet , zoo bevind men, dat hy niet minder als gelyk is , om dat 'er veel heuvels en gro- te verhevendheden zyn. Achtervolgens de meetkunde t beflaat de hoogte van dezen berg 185-7 voet, Rhynlandfche maat. Op den kruin zyn treffelyke Bron- nen , die rykelyk water geven, 't welk aangenaam van fmaak, hel- der, klaar en zeer gezond is , ge- lyk in 't vervolg uitvoerlyker zal worden gemeld. Wanneer men den zelven van onderen op bezichtigt, fchynt hy gantfeh wild , dor en onvrucht- baar ; aangezien men niet dan rou- we uit velerlei verwen op elkan- der geftapelde ftenen of klippen ziet , welke zoo vafl op malkan- deren leggen, dat zy alle een klip van velerhande coulcuren verto- nen. Vele hebben my verzekert j Wat men dat niet ver van de kruin van de- fj"ftwaar- zen berg , kort voor myne aan- genomen. komft, zich iets zoude hebben la- ten zien , dat een Carbonkelfteen niet ongclyk was , 't welk zommi- L ge 82 BESCHRYVING van de ge voor den waren Carbonkel, an- deren echter voor een Slang met een kroon hebben aangezien ; zonder dat nogtans iemand heeft geweten, wat het eigcntlyk was, wvl by dag niets wierd gezien, en by nacht niemand zich doril wa- gen , om langs den zelven op te klauteren. Dit was zeker, dat het zich reeds voor eenige jaren ook hulde laren zien, en zich ook zoo lank reeds voor veel jaren een zilver* myn is ontdekt, waar uit iets ge- graven en na Holland gezonden is , alwaar het wel goed , maar wegen de zware koftcn , die men aan de bergwerkers doen moet, niet voordelig genoeg be\ onden wierd. Daarenboven vind men op den kruin de treffeiykfte , fchoonllc en welruikcnftc bloe- men , welke genoegzaam te ken- nen geven , dat men niet zoo voort van de onvruchtbaarheid moet oordelen , als men hem van onderen uit het dal befchou., Eindelyk zal het ook wel de moeite waardig zyn, te zeggen, dat deze berg zeer dikwyls , ja byna ftaandc de' gantfche droge tyd , te weten van Scptcmder tot Maart, en menigmaal ook de an- dere maand , van een witte wolk word bedekt, waar uit de zeer heftige en fchrikkelyke Noorde wind, welke dit Voorgebergte in een quaad gerucht heeft gebragt , word geacht te ontltaan. Dien- volgens zyn de Zeevaarders , als zy deze wolk boven den Tafel- berg gewaar worden, gewoonte zeggen, dat de Tafel gedekt ,'.<-. daar mede te kennen gevende, dat zy op een onfeilbarcn Itorm Haat maken moeten. Hoc het echter eigenth k ontrent de/.e wind is, en wat 'er merk waard \ van is te /eggen, zulks zoude te veel plaats beilaan, om hier te klaren, of ten minftefi my van m\ n voornemen afbr i der- halven fpaar ik deze Hof tol op il n ander tyd , en voege mid- delerwyl alkvnlyk daar bv , dat ik niyne eenvoudige gedachten reeds aan den Profeflor Scheucht" - te /ui ich in een 1 uynfchc brief hebbe ge/egt, welke ik den I /er te /Mier r, d met een': Verandering in de Duitfche Tale ïru de delen , \ .m dun tafelberg keer ik my Vanden tot den leeuwenberg, welke al- bcerg"wcn" leen- KAAP de GOEDE HOOP. ss lccnlvk door een kloof of reet daar van gefcheidén is. Hy legt •ten Wellen, bedekt byïia de tfche VVcftzyde ; en ftrekt zelfs tot aan het Noorden. De- zelve word Leeuwenberg ge- naamt, vermids gelyk de voor- aangehaalde Scbryvérs melden , in de oude tyden een grote me- nigte Leeuwen '/ich om en op den/elven hebben onthouden ;ge- Ivk dm nog geen 3 o jaren gele- den, een verdwaalde vogel van déze veeren, zich alhier liet zien, en de inwoners der itad en de be- zetting van de Veiling de Goede Hoop, grote fchade toebragt, die echter door de toenmalige Lieute- nant, en tegenwoordige Kapitein Olof-Rcrg , uit Gottenburg in Swedcn geboortig , dapperlvk met een inaphaan door eenigc fchoten , ter neder geveld wierd. Anderen daarentegen, die de gcltalte van dezen berg wat nau- wer befchouwen , beweren en miilchien met veel beter grond , gelyk Vader Tachart in zyne Siamfche Reis p. m. 6z, dat hy al- dus word genocmt, om dat hy zich aan de vreemdelingen , die met hunne fc hepen het land aan- doen, en den haven bezoeken willen, als een leggende en op roof loerende leeuw vertoont , ge- lyk 'ervan de natuur niets kan wor- den geformeert, het geen een leggende leeuw die zyn hoofd op- ligt , en na roof omkykt , meer gc- lykt, als deze berg. Hy legt naait aan den oever, {trekkende zyne achterfte poo- len, de itaart en de billen ooit- waards , dog zoo dat men 't Noor- den nog vry kan zien, en door dezelve niet belemmert word. De kop en de voorite pooten keert hy Zuidwcitu aards, waar door dan de tuflehen beide leg- gende hoeken van de wacreïd door defzelfs rug worden bedekt, zoo als van den Tafelberg, die veel hoger is, en ontrent een I. T)eel. half of drie quartier tuirs van den oever legt, de geweiften ten Ooitcn en Wellen , als voorheen reeds is aangcroert , het gezicht onttrok- ken worden. ïn het bovengemelde dal , dat beide de bergen \an elkander fcheid, Haat een huisje, waar in Hoede tu ee matrozen de wacht houden, komlt van ten einde een wakend oog op de l-u^cn aankomende fchepen te hebben , bckcnt en vermids de hoogte by helder %mäige' weer een zeer vry en wyd gezicht in zee verfchaft, zoo is haar plicht dat zy zorg dragen, dat geen fchip Itil verby zeilt , of in den haven loopt. Want zoo dra als zy een fchip in 't gezicht bekomen, fchoon het nog 10, iz, of meer mylen ver in zee is, 7.00 is de eene verplicht om langs de klippen, of als het te on- gemak kclyk en te gevaar! yk is, langs een valreep, op den kruin van den berg, het hoofd genaamt, te klimmen, aldaar dcllollandfche vlag van den daar opgerechten itok te laten waajen; daar na een itukje omtrent 1 pond fchietende, los te branden, op een breden itcen te gaan liaan , en door het uitfteken van den arm met een itok, die hy in de hand heeft, aan den anderen, welke midleru yl na de veiling gaat, en den Gouver- neur tyding van de komlt van het fchip brengt, een teken te geven, waar door hy verilag kan doen, uit welk gewelt dat ichip eigent- lyk komt. Komen 'er meer fchepen als een te gelyk, zoo laat de matroos, die boven op het Leeuwenhoofd itaat zyn vlag weder vallen , laad zyn gefchut op nieuw , en heiil zoo dra hy geladen heeft, zyn vlag we- der op, fchicd het ituk andermaal af, en geeft als voor heen de ove- rige teekens. Edog men dient te te w-eten, dat. men op de tyden, van het jaar, wanneer namelyk de uit Holland doorgaans komende en na Indie zeilende, of als de uit Indie te rug komende en na Hol- L x land 8+ BESCHRYVING van de land gcdeilinecrde fchepen aanko- men," ter dege moeten letten, aan- gezien men anders van de vlag op het Leeuwenhoofd geen begrip /.oude können krvgen. Hoede De zaak beftaat hier in. Wan- aankomen- neer de fchepen uit Holland of in ££32 ^ ^gemeen uit Europa aanko- den wor- men, 't welk gemeenlyk van A- dea* pril tot het laadt van December gebeurt, hoewel ze ook deze of andere daartullcheh in vallende maanden komen mogen, zoo is het evenveel, aangezien dit on- derfcheid maar wegens deRetour- fchepen word gemaakt , vermids om die zelve ook dikwyls eenige uit Holland komen, zoo waait maar alleen van het Leeuwen- hooi d de algemene Hollandfche, of het welk evenveel is, de Prin- ce - vlag. Komen de Retourfche- pen uitlndie, 't welk gemeenlyk en doorgaans van 't begin van Janu- ary pleegt te gefchieden, en tot in de maand van April of Mey, zelden echter tot in Juny te duu- ren, zoo waait van het Leeuwen- hoofd niet alleen een andere en van de Heren bewindhebbers der Compagnie in Holland zelfs geor- donneerde vlag, maar men laat 'er ook een op den rug van den Leeu- wenberg w aajen , die met de Prince-vlag insgelyks niets ge- meen heeft. Waarom öezc beide vlaggen worden de vlaggen jaarh ks verandert , en met alle Sden "behoorlyke ycrw enfchriftdvk aan worden, den Heer Gouverneur Generaal te Batavia gezonden; en gemaakt, 7.00 als ze moeten zyn , aan den Gouverneur van de Kaap de Goe- de Hoop gezonden, ten einde die van Batavia , de Regenten en Be- velhebbers der Retour-vloot daar van kennis zoude können geven, ten zy by hunne komll aan dit Voorgebergte zouden können zien, hoe liet alhiesis, dat is , of de oord of plaats aan de Hollan- ders of aan de vreemdelingen on- derworpen is , en deze aan het Voorgebergte , ten einde hy de- zelve ter rechter tyd , en zonder iemands kennis , van beide de plaatzen des Leeuwcnbergs zou- de können laten waaijen , en den aankomenden alle vrees benemen. En dit zyn de onfeilbare kente- Eenander kens, waar na alle Retourfchepen tektnvan ■ i_ L i i -i i de komit zich hebben te richten ; waar by vanvreem- men dient te weten , dat voor ie- de fchepen. der fchip , van welke Natie het is, van het Robben -eiland , inden mond van den haven , en byna 3 mylen van de veiling ende flad de Goede Hoop leggende, een ka- non-fchoot gedaan , en de vlag opgeheiit word. Ondertullchen word deze vlag daar niet veran- dert , maar zy blyft voor altoos de algemene Hollandfche of Prince- vlag. Zoo dra zulk een fchip den Leecuwenberg en defzelfs ftaart omkomt, dat het van en uit de veiling kan worden gezien , zoo laat dezelve ook /Mie Prince-vlag van het bolwerk Kattenelleboog w aajen , maar zonder een fchoot te doen , ten zy dezelve voorheen gegroet word , of dat 'er te gelyk een perzoon uit Holland of Indie komt, die hoger van rang als de Gouverneur van het Voorgeberg- te zelf is. Als men dit voorgemeld wacht- Schone huisje verby en het dal achter het ^f™' Lceuwenhoofd afgaat , vind men Leeuwen- aldaar een fchone vlakte , welke hoofd' gcmaklyk een groten tuin zoude uitleveren können , aangezien de voorgemelde wachters aldaar een klein moes-tuintje naar haar wel- gevallen hebben gemaakt. Het ontbreekt daar ook niet aan goe- de waterbronnen , die het land /ouden können bevochtigen, ge- ls k dan de gemelde Wachters haar water om te koken en te drinken van daar halen. Edog behalven dat het vee daar aan grote fchade /.oude veroorzaken, als men zodanigen tuin niet wel bewaarde) zoo valt het de inwo- ners, die in \ ele opzichten grote ongemakken haten en fchuwcn, /eer KAAP de GOEDE HOOP. 85 zeer verdrietig, van gcltadig berg op en af te klimmen, en blyft der- halven dit goed Ituk land onbc- bouwt , en een gemene weydc voor het vee. Gaat men over den rug van den Leeuwenberg of rondom defzelfs Haart , vind men achter den zcl- vcn wederom een zeer grote vlakte , alwaar verfcheide zeer wel gdege huizen , nevens ceni- ge vruchtbare tuinen konden worden gebouwt en aangelcgt, ten zy in dat geval alle wvdens voor het vee zouden worden weggenomen, en dat daarenboven vele onbetamelyke dingen zou- den inkruipen , welke bczwaar- lvk zouden können worden be- let. Want of lchoon het niet aan zoet water ontbreekt , en men de bronnen nog wel dieper of meer andere kan graven, zoo zoude nogtans bezwaarlyk voor te ko- men zyn , dat men in den kleinen haven , die aldaar is, waar in men maar met floepen , of ten hoog- ften met een boodt kan inlopen, met allerhande diergelyke kleine vaartuigen landen, goederen ont- laden , en andere wederom inne- men zoude, waar van de Gouver- neur , die van alles kennis hebben moet , of ook de Fiskaal indepen- dent , niets zouden weten , en derhalven grote onorders veroor- zaakt zouden worden. Verfalle By dezen kleinen haven heeft dienselven ^e Heer Gouverneur Simon van haven. der Stell in zyne regerings tyd een kleine vierkante lchans opwer- pen , en met vier ilukken kanon bezetten laten, en dezelve zoo als ook het daar nevens itaandc u achthuisje met een goede wacht laten bewaren ; ten dele om daar door den fluikhandcl te beletten, ten dele ook, om aan de vyandly- kc fchepen, die miÜchien onder bcgunlliging van een dikke milt, in de maanden van Junv en July, hier niet zeldzaam, met kleine vaartuigen aldaar landen , en volk uitzetten zouden, de landing te verhinderen, en zich buiten ge- vaar te Hellen. Heden dien dag ziet men maar de ovcrblyf/cls daar van , aangezien defzelfs Op- volger en zoon , de Heer Gou- verneur Willem Adriaan vander Stell de gemelde Schans om rede, m\ onbewull, of wyl hv van dien kant niets vreesde', heeft laten vervallen, zynde de Hukken na de veiling gebragt, en het wacht- huis ingeltort. Devoorflag, die men echter naderhand heeft ge- daan , om aldaar een waterpas te bouwen , en hoe het daar mede afgelopen is, zal ik opeenandcr tyd verhalen. Na de kant van de veiling en den Tafelberg is ook een bron- die voor dey,en gemeen is ge- wceit ; na dat echter de burger Abraham Hertog met een Ituk land tot een tuin, dat daar by lag, wierd begiftigt , heeft hy dezen bron mede onder zyn land laten meeten,. en is aldus zyn byzonde- re bron geworden. Alhier heeft de gemelde Hertog een ichone Tegelbakkery , recht teger over steenbak- de pottebäkkery van de Compa- kei7- gnie , opgerecht , zynde enkelyk door een gragt of plas, doorliet water in de regenmaanden zeer overvloedig vallende, gemaakt, van elkander geicheiden ; en is de gemelde gragt, zoo als ook die achter den tuin van de Compa- gnie in het Tafeldal is , als nu , en maar in dien korten tyd , dat ik hier ben gewcelt , zoo diep ge- worden , dat men genoodzaakt is geweeft , om bruggen daar over te Haan , ten einde de wagens daar over zouden können ryden ; ja de eerite, tuflehen de kerk en het ziekenhuis, moeit bemuurt wor- den , om de fchade aan die twee gebouwen daar door voor te ko- men. Gelyk de Leeuwenberg , van den welken tot nu omltandig en naar waarheid gehandelt is, \Yes- telyk aan den Tafelberg Itoot, en L 3 maar 86 BESCHRYVING van de maar door een kleine depreflie of kloof daar van gefcheiden is, yoo grenfl eindeh k ook Ooltclyk aan Befchry- den zelven de Wind of Duivcls- , tüflbben w eiken insgelyks Duivels- maareen kleine fcheiding is. Bei- bcrg- de deze namen worden den zel- ven tocgelcgt, en wel voorname- Ivk die van Windberg , van de Compagnie , aangezien hy in alle hunne Schriften en oude boeken dien naam draagt ; en dien van Duivelsberg door het gemene ■fchceps volk en de inwoners al- hier zelf. De oorzaak van beide deze namen hebben de reeds voorheen aangehaalde Auteurs met waar- heid beweert , namelyk dat men van vele jaren henvaards van ge- voelen is gewcell , dat deze berg de ware en eigentlyke oorzaak van den heftigen iïormachtigen fchadelvken zuidooiten wind was, .die uit een witte wolk, welke de- zen en den Tafelberg bedekte, , uitbarftc en als uit een zak rolde, het omleggende dal nevens den haven bcnaauw de en alzoo men- fchen en fchepen fchade toebragt. Ondcriuil'chen hoe het eigent- Ivk ontrent dezen wind gefchapen is, en op welke wys dezelve zich w el voornamelyk toedraagt , daar 1 in zal ik alhier geen verder ge- wag maken, betrekkende myöp den boven - aangehaalden brief, dien ik wegens de/c /aak aan den FrofeÜbr Scheuclr/er heb gefchrê- n, met verzekering ;, (.ïiï in het toekomende myne mening ook uitvoer! vk val melden. Onder- tuilehen moet i-k- alhier nog zeg- gen, dat deze \\ ihd ofDuivels- berg u el zoo breed niet is , als een van de tv. ce voorgemelde, zo wel ten op/ieht van des/elfs \oet als ten op/.icht \an des/elfs kruin; daar benevens is hy ook zoo hoog niet, als een van de andere , des niet legenltaande ilrekt hy zich te gel\k met dvn Tafelberg zoo vér na d.- /< ekant , als de I/euuen- berg, en maakt nevens de and- den halven cirkel waar in het gant- lche grote en vruchtbaare Tafel- dal legt. Indien men op denzelven klimt, en rondom de gronds gelegent- heid bezichtigt, kan mem wel niet boven over den Tafel en Leeu- wenberg heen zien , alzoo dezel- ve veel hoger zyn als deze , dog achter denzelven heeft men niet alleen het gezicht op den Zout- Rivier, en daar langs leggende tuinen, maar men ziet daarenbo- ven ook op de Tygcrbergen en derzelvcr zeer grote en onvrucht- bare Hei. By dezen berg heeft men een herberg, waarvan hier voren reeds gewag is gemaakt, zoo als ook een gafltfeh nieuw aangelegde Plaats , den burger Hendrik Meiboom toebehorende, die van het zoet water des Tafel- bergs befproeit word. Het ove- rige van dien berg verf! rekt een goede werde voor fenapen , oflè u en bokken, zoo als de andere, niet tegengaande hy van verre als de Tafelberg, gantfeh onvruchtbaar en rouw fchynt. In voorige jaren is zekeren Van der Bvl een Ituk land tufTchen de- ze en de eerfte plaats na het rond bofchje, in eigendom gegeven, het welk /eer goed koorn-land was , maar vermids de voorge- melde Zuid -Ooirc wind ; hier by- na een draaiwind word, welke de rype aairen heftig tegen mal- kanderen flaat , en daar door den arbeid vruchteloos maakt , /oo is de gemelde Van der B\ 1 e Iders met beter land voorzien, en dit fliLk tot een weyde bh ^ en leggen, w aar op als nu gras genoeg groeit, het welk echter ook door dien /elven zuid-oollen wind in den drogen en zomert yd vernielt word. l-ii dit is het geen ik nodig heb- bc geoordeelt , örn \ an deze drie bergen in 't byzonder hier by te j voegen, hopende, dat deze wyd- lopigheid u niet mishaagt zal heb- ben. Ik zoude insgelyks nog wel het KAAP de GOEDE HOOP. 87 I v.in aan Je Je y»n de Vetf. het een en het .in.. n de aan denTaillb ende fteenber- genhebb nnen melden, maa^ daar toe zal • ich ■• - i een andere Ie gelegi opdoen, wan- neer zonder luyllel nog jets van de byzöüderc merkwaardighe4efl van die I rden verhaalt, i). rhalvcn keer il dei u ru j tot de wateren , b) de r ben ftaan blevc ui dewelke nog voor- dit te berichten is, na- mejyk j dat al het water \ 'M d.i. land in \ icrbyzondcrecigcnrclup- pen zoude können w" orden zien het zelve niet al- leen veriehüd ontrent de verf en He 1'^ maar niet minder in aanzien d:r koude en warn r in de waarneming der en liohtigheid cenig on- . Wat de eerde verichillent'ieid, ?rf, aanbelangt ; de m< wateren hunne oorfpro.'.ke bronnen boven op de hoogde kruinen der bergen hebbende, zyn zeer wit; en door dien /\ met. een ongeniecne llilheid in de grenzende dalen over keiitencn afrollen , zyn de/el\e daal' bene- vens zeer ktvai , helder, en tnet een woord zeer gezond. Andere daaientegcn , welke hunnen oor- fpronk niet in de bergen hebben, maar naait d< •■ \ lieten , en ook < denen ichic- ten , zvn roodachtig en donker, of om di en, \.m . 4teenc-ver m onder anderen Van deze \ ei \ is , het beekje , 't welk uit de fteenber- gen vloeid , en door de Buflels- yallej in de '/andvalley , en ver- volgen.-, in de BaaiFalzo zich ont- lalt. Andere wederom fchynen 7\wu t \ m\ verf, daar cigentlyk de- ze verf van den mcnigvuldigcn flym en modder, die zich met het driftige water vermengt, ontftaat; en is van diergelyke verf, het beekje , het wek u i by het doip Stellenbofch in de Rivier van dien zelvcn naam zieh verheft; zoo als u , het welk beneden hei gemelde dorp int het Moddergat* ■ il deze zelve Riviefc loopi. dettcneid , t>f De fnmk; de fmaak der « ateren \ m dit land betreffende, bet zelve« insgeJyks groot en merkwaardig. Z-ommigc zyn van den beginne af ' , en bl\N 'i dus alle de Rivieren, die o\K?r en dooi het land lopen. Wederom andere veranderen hunne zoetigheid in zoutachtig- hcid, zodanig dat zy van wit, roodachtige en vervolgens on- drinkbaar en gantfeh onbruik- baar worden; om dat het zout als in de pannen begint te kor- Ien , en cindchk het water gantfeh opdrogen,' en hetfehoon- fte , zuiverde , wufte en befte zout in zodanige menigte uitleve- ren , dat de inwoners niet alleèti daar aan genoeg tot hun gebruik hebben , maar dat ook gantfohë ichccpsladingen zouden können worden verzonden. Diergelyke zoete waters , zyn aÜc regenw.i tersi welke van de bergen m ze- kere van natuur gemaakte putten vheten , aldaar (til ftaan, en zon- der eenige menfehelyke hulp het zout voortbrengen; gelyk daar van in *t toekomende in een by- zonder Hooftftuk duidelyk na- richt zal gegeven worden. E nul el vk zvn 'er waters , die een Zommijé zOUtacbJtigen fmaak hebben , zoo zynbrakv dra dezelve uit de aarde opwellen, w elke /outaehtigheid echter zoo weinig is , dat menfehen en vee dezelve , of fchoon ze met 'er tvd toeneemt , tot drinken , koken enz. gebruiken können; van die natuur zyn alle bronnen , die in de dalen en gecnen hogen of \ er- heven oorfprong hebben ; gelyk dan in de Tygerbcrgcn , en in het daar aan palend groot dal , de Tvgcr-val!e\ genaämt; wydersin de groene kloven , als mede aan Ribcks-Kafteel, en op verfcheidé andere plaateen worden diergei ke 88 BESCHRYVINGvande ke bronnen gevonden , die als men het water daar van drinkt , wel eenigzins brak , maar geen- zins ongezond zyn. Weikwa- \vat betreft het derde onder- warm V™ fchcid , de koude of warmte; zommige wateren zyn zeer koud, en wel voornamelyk de gene, die van de bergen afrollen , en langs de met bomen beplante waterwe- gen itromen, tot dat zy zich ten laatiten in de zee verliezen. Hier toe behoren alle die wateren, waar van by het eerfteri onder- fcheid reeds is gemeld, welke voornamelyk des morgens als de Z,on nog niet heel heet is, of door de bladeren van de bomen nog niet dringt, zoo koud zyni en in vaten op een koele plaats zoo koud blyven , dat men daar van grilt. Daar en tegen zyn "er andere gantfeh warm en heet ; als daar zyn de twee warme ba- den , ontrent 30 mylen beoolten dit voorgebergte , welke ik me- nigmaal bezocht en met verfchei- de perzonen gebruikt heb , gelyk daar van in 't toekomende uit- voerlyker melding zal worden ge- daan, welke wa- Het vierde onderfcheid , de ters licht of ...... , r ... ters ,. lichtigheid of zwaarte van dit wa- ter rakende ; zulks diende nood- zakelyk hier ook wel te worden bygevoegt, maar vermids ik tot dit fubtiel experiment geenbequa- me inllrumenten had, zooblyft het zelve billyk onbericht. En wyl hier geen plaats tot verderuit- voering der vier aangetoonde ver- fchillenthedcn is , aangezien ik hier maar met de Colonie,dicvan dit \ oorgebergte den haam draagt , en voornamelyk de Kaapfche genaamt word, bezig ben, zoo moet ik ook die itoflc beu aan, totdat de gclegcntheid zich zal aanbieden, om op nieuw van de wateren gewag te ma- ken. Het water In 't algemeen zeg ik'allecnlyk van ■>■ aèt/eenjc/ie \\ *3 1.;. ...l.n wa Jioens Land __. ^^ ie . "'tjjui • 7V - T"*nrn" -A*/ "ar nlaats van t/i- 2fC£l*fias , E N 3 O S C H 'clmciTi rJ Séutat //.- tfÜJ/ *«, r« N> bw^ -Ter-Jt ÜtUUtd -Doe r drift- \ 'pels La/td ' ' Landen » 77-Pictcr Je . /f et/tr I) B A AY T AL 2 O '^//•j/;,','/j' jfandcrvStci ?£■ 1 ,15 o {nr Laitdën; 'hapen ie ra »)V^s. Hot testot s Ho] ^ --fluittscAe ^Mu/t « ^eel. ander. ke hem belettedcn , om de Plaats1 van zvn broeder en het geen daar voorviel , te zien , welke Plaats dan ook Verre - gelegen genaamt wierd , om dat dezelve 12 mylen Van het Voorgebergte lag. En be- zat behalven deze beide Heren , niemand iets in dit zeer groot en vruchtbaar diihïct , en was het huis, dat naad aan de voorgemel- de Zeekoe -valley ftond , ruim 3 uuren daar van afgelegen. Dat echter dit diftrict het groot- Welk het fte , vruchtbaarfte , fchoonfle enbcftcdis". welgelegenfte van deze gantfche deze cok£ Colonie is, zulks is onwederfpre- nie- kelyk waar. Derhalven ben ik gantfchelyk van gevoelen , dat de Heren Bewindhebbers van de II- lultre Compagnie dieswegen ook van befluit zyn geworden ; ja ha- re eige woorden , tot antwoord op de klagten van de burgers van het Voorgebergte gezonden , ge- ven zulks overvloedig te kennen , om aan den gemelden Heer Gou- verneur Willem Adriaan van der Steil deze vette proye t ontnemen, en het rondom leggende land on- der verfcheide burgers uit te de- len , en te verkopen ; gelyk zulks dan ook is gefchied , en waar van ik te zyner tyd omttandig bericht geven zal. Waarlyk wanneermen hem dit land nevens zyne aanzien- lyke bediening langer toever- trouwt had , en hy in het land was gebleven , zoude hy gewilTelyk alle andere ingezetenen aan de la- ger wal en tot den bedelzak ge- holpen hebben , aangezien het fchynt , als of zulks zyn eenige toeleg ge weeft is. Dog daar van te zyner tyd om- Is "er Handiger. Jcgenswoordig zeg ik vmchtb3a: alleenlyk , dat in dit diftrict alles weeldrig en overvloedig wait, 't geen flechts in de aarde gewor- pen, gezaait of geplant word ; ge- lyk dan de gemelde Heer Gouver- neur ruim 100 morgen voor bouwland hield , en hy een groot voordeel van zyn eigen tarw ge- noot ; zeitig morgen waren met N 2 al-" ioo BESCHRYVING van de allerhande wynftokken beplant, en andere 60 morgen had hy tot bogaarden , moestuinen en bloem- stukken laten maken , welk alles hem een rykelyk inkomen te vege bragt. Daar en tegen gaf het overige land het ichoonfte en befte gras , en leverde dienvol- gens goed voedzcl voor zyn vee, het welk nogtans in zyne keuke niet altcmaal tot fpys gereed ge- maakt wierd. ik- Gou- Ycrmids hy dienvolgens 10 251*3^ duizend fchapen en ix hondert groot Huk (tuks grof vee had, namhy ruim 30 mylen dieper landewaards in, ten dollen tegen Terra de Natal, eenander ftuk land, groter dan alle de 7,cven vereenigde , ja by aldicn men my wilde geloven, of fchoon het in der daad alzoo is, zoude ik wel derven zeggen, groter als de 17 Nederlandfche Provinticn alle met malkandcren, in bezit , waar op hy verfcheide veepoftcn , daar onder eenige , die voor de zomer , en wederom eenige , die des winters goed waren , aanleide , en aldaar zyn vee door de dienaars en flä- \ n van de Compagnie hoeden liet. c ge- Hier echter in Hottcntots- n Hoüen- Holland hadde hy indewydlopi- tots-Hoi- ge en vruchtbare landeryen , een zulk aanzicnlyk Paleis nevens vele andere gevaarten van zodanigen groten omtrek laten bouwen, dat men zoude menen, dat alhier een Colonie op zich zelve woonde; 't welk alles binnen den tyd van 6 jaren als uit de wildernis was ver- rezen, waar aan een ander, die het roer niet zoo als h\ , in zyne handen had gehad, een werk van 15 of xo jaren zoude hebben ge- \<>ndcn, eer en alvorens hy dit alles tot dié volmaaktheid , waar in men hét nu in dien korten tyd h< eft gezien , zoude hebben kön- nen brengen'. cel Na dat echter de burgers over zyne onrechtmatige verdrukking hadden gel.laagt, en de zaak by Und had. alTtaan. de Heren Bewindhebbers van de Illuftre Compagnie rypèlyfc over- wogen was , zoo is hem van deze doorluchtige Maatfchappy opge- legt, dat hy behalvcn de verbeur- te van het land, dit gemelde Pa- leis op zyn eige kollen zoude laten afbreken, maar dat hy daarente- gen de overige gebouwen onbe- fchadigt zoude laten, en dezelve of aan de Compagnie tegen een rcdelvke prvs atuaan,of na zyn ei- ge believen en zoo goed als hy konde , zich dezelve zoude zoe- ken quyt te maken. Dit verbeurde land is nader- Hetver- hand, hoewel redclyk laat en S*S langzaam , nevens de daar op deelt. ftaande gebouwen, waar van het grote huis reeds voorheen was in- geftort , aan vier verfcheide bur- gers verkogt, en het geld daar van in de Compagnies kas betaalt. De Heer Louis van AfTenburg, die den Heer Willem Adriaan van der Steil als Gouverneur is opgcvolgt, heeft vervolgens nog cenig land achter den fchapenberg, aan den Heer Pieter de Meyer in eigen- dom en crflyk gefchonken ; edog konden zonder eenige nadeel van andere, nog wel tien diergelyke landeryen worden uitgedeelt, als men het land een weinig naauwer zocht , en niet aan een ieder toe- liet, om na zyn eige belie\ en daar mede te handelen ; gelyk dan reeds een fchoon huis, 't welk aan den gemclden Gouverneur van der Steil in de Yifchhock voor een \ ifch-huis heeft gedient , als nog aldaar Haat, en van C.itharina Cloctin gekogt is , waarvan zeer gemakkelyk , by aldïen door milde gift een fchoon Huk lands daar by quam , een trcrlclyk i , and-goed konde gemaakt wor- den. In dit DHlrict was voor dezen Oude beneden de vier gemelde Land- ^"toe goederen« na de zceltrand een «lic gedient vierkante fchans, welke of ichoon hccft- maar van aarde opgeworpen, met vier vekHtukken beplant was, en ftrekte, KAAP Di; GOEDE HOOP. 101 De Hollan- levcn H i.ii. Verder voordeel van de ou «ie ?rhans. Is nu vervallen. ftrekte, om aan de inbreki roofgierige Hottentotten tegen- stand te tl oen , en hen van liaar lonryke plondcrcn af te hou- ; il', welke in den beginne, toen zy nog geen buskruid gero- ken , en de doordringende kragt van de kogels niet bevonden had- den , zoo gebeten op de Hollan- ders waren, dat de bezetting, 200 als ook de toenmaals nog weinige burgers menigmaal genoodzaakt waren, om tegen hen te velde te trekken. Ondertuffchen is ontrent de Hollanders wel voornamelyk pry- zenswaardig, dat zy de gemelde Natie niet hebben gezocht, en nog niet zoeken te onderdruk- ken, in flaverny te brengen, veel min te vermoorden, ofgantfehe- ryk uit te roejen. Daarentegen hebben zy getracht , om door goede en zachte middelen hen op den weg des vredes te brengen ; en of fchoon zulks in den beginne vergeefs is ge weeft ;• zvn zy nog- tans als nu met fchade zoo wys geworden , dat zy niet alleen toe- geven, maar dat zy om byftand moeten verzoeken', als zy zelfs onder elkander in oorlog gewik- kelt zyn. De gemelde fchans had ook dit voordeel, dat wanneer een vyand, die te fcheep uit Europa aanquam, in de bovengemelde Baay Falzo verviel, of anders vry willig daar in liep, en aan deze kant een landing poogde te doen, die aldaar of fchoon zeer geringe bezetting, door het losbranden van hunne ltukken, onfeilbare naricht konde geven , wat 'er hier of elders te doen was, ten einde men dezelve ten eerlte uit de hoofdvefting by- fpringen, en den vyandelyken toe- leg verydelen konde. Heden dien dag, daar de bur- gerv buiten dat iterk genoeg is, en midlcrvvyl de bezetting even fterk onderhouden word, ook daaren- boven het land zeer ver bevolkt is , Meelt men het gevaar zoo zeer niet meer, maaar acht men zich genoegzaam in Haat, een iegelyk Kuropcaanfch vyand het hoofd te bieden ; dienvolgens ziet men van deze fchans nog maar cenigeover- blyfzels, die echter in tyd van nood zeer licht w eder opgewor- pen, en veel vailcr kan gemaakt worden. \ oor dezen wierden in dit Dl- Wflde ar' voor den Schaap-berg vloeit, zoo J."ra.'" worden achter den /elven twee andere gevonden , die van dezel- ve gebergten', aiilromcn , maar zoo waler-ryk niet zyn» als de eerlt- KAAP de GOEDE HOOP. 103 handelen, dog als voor afzeggen, Hebben niets dan Zee- eerftgcmclde ; en wyl de voorge- melde Pietcr de Meycr nog ie- mand cenigen eigendom aan het land aldaar heeft gehad , /oo is'er ook niemand gcweell, die deze beide Rivieren met een byzonde- ren naam vereert heeft. Haar loop. £y lopen beide het land van den gemeiden Pieter de Meyer voorby , als tuflehen dewelke het zelve legt , en ontlalten zich in de Baay Falzo. Dat hy echter den Heer Gouverneur Louis van Af- fenburg om dit Huk land heeft verzocht , is op myn aanraden ge- fchicd , alzoo het land my wel bewuil was , en zeer vruchtbaar fcheen , aangezien ik verfcheide- malen door het zelve had gewan- delt, ;om my een weinig dieper in het land te begeven. Deze drie als nu gemelde wate- ren voeren en voeden geene an^ rchen en jere t cian zee-viilchen ; miflehien derè^' " vermids het water tot hun voed- zel te fubtiel is ; of wel wyl zy maar een korte fpatie van eenige uureri doorlopen > dat tufTchen de bergen en de Baay Falzo begrepen is» en daarenboven een fleenach- tigen grond hebben. Ondertuf- fchen vind men daar in grundels en andere diergelyke kleine vif- fchen , nevens een zekere zoort van aal , welke de inwoners alhier Paling noemen. Dezelve is ech-^ ter nergens dan onder de oude wortels der bomen des oevers, te vinden , en daar en boven zoo dun gezaait , dat men dikwyls in een halfjaar, en menigmaal in een heel jaar naauwelyks een te zien krygt; hoewel zy zich niet in den douw onthouden of gras vreeten , zoo als Aal gewoon is te doen. En hier mede zal ik voor dit kmaal van het Hotten tot - Hol- landfch diitriét , na dat ik my lang genoeg daar in heb onthou- den , affcheid nemen , en my na het naafl daar aan flötende Moddergatfche diftrict begeven * en het zelve wegens gebrek aan ftoffe , met korte woorden af- Des iclft grootte. ,,ic Heeft dat dit diltnet Moddergat word pj^ genaamt * wyl het regenwater* ^ut , van 't welk in den winter, voorname- Sfä« lyk in de maanden vanjuny en July a. zeer rykelyk van den hemel valt, hier en daar tuilchcn de bergen in de laagtens ftaan bl) ft , en de we- gen onbruikbaar maakt , waar door het land in de valleyen meefl onderloopt, en alzoo moeraflig of modderachtig word. Dit 'diitricl legt in aanzien van Wa*t het het voorgaande , wat noordely- zelve lest- ker , en word van het gemelde Hottentot - Hollandfch diftrift, de Stellenboflchc Rivier en des- zelfs bergen , en van het Stellen- bollche diftrict zelf omvat ; der- halven is het zelve ook op verre na zoo groot niet, als de hier voor befchreye diftriftcn. Ondertuf- fchen vind men in het zelve vele zeer goede > fchone en fraai aan- gelegde Landgoederen, waar on- der billyk zoo uit de natuur wegens de goede befliering , en LandgW ook wegens den rang moeten deren* worden voortgetrokken > de ge- ne , welke aan de Heren Burge- meeflers van Stellenbofch recht- matig toebehoren , gelyk zich dan onder anderen bevinden het Land-goed van den Heer WefTel' Pretorius , dat van Herman van Brakel, en dat van Jan Jacob Con-^ ter man, nevens vele andere van de overige ingezetenen. Men vind in dit Diftrict niet zulke grote vlaktens als in het vo- rige, aangezien het uit enkele heuvels beftaat. Des niet tegen- flaande is het land goed en vrucht- baar™ baar, en brengt gras genoeg voort, voor het vee van de ingezetenen. Het zelve word niet alleen Van de StellenbofTche Rivier befproeit, maar daar zyn hier en daar ook kleine beekjes, die alle genoegzaam in ftaat zyn, om de dorre grond te verquikken ; ja in den regen- tyd zwellen zy zodanig, dat men veeltyds niet zonder levensgevaar daar over gaan kan ; en is my zeer wel ïo+ B E S C H R Y V I N G van de Waarom deze Beek- jes geen byzondere naam heb- ben. iJeMerk- waardigftc Beeken. Gebruiken bruggen. wel bewuft, dat de menfehén daar fcelft niet door können komen, als zy ni£t een verren omweg zoeken willen. De inwoners hebben aan deze beekjes nog gene byzondere na- men gegeven, dog meer uit achte- loosheid als uit onkundigheid, vermids zy aan een zaak nietgaarn een naam willen geven , als zich niet iets byzonders met dezelve toegedragen heeft; gebeurt het echter, dat iemand in zodanige wateren gevaar gelopen heeft , of verdronken is , zoo erft het zelve zekerlyk den naam van zoda- nigen rampzaligen , gelyk uit de voorbeelden der Keizers en Lau- rens-Rievieren te zien is. Zy lo- pen alle , welke namelyk hun wa- ter zoo ver onuitgedroogt bren- gen können, tot in de Stellen- bolTche Rivier , welke dezelve niet weinig helpen verfterken. Van deze beeken zyn de voor- naamfte, die welke het land en de woning van Willem Nel , Franfch Kleermaker, ert die wel- ke de Buite-plaats van bovenge- melde Hermen van Brakel voor by lopen, alzoo over deze in den regentyd niet wel te komen is, wyl het veelvoudig regenwater, dat van de bergen afrolt, en deze beken te zamen loopt , dezelve daar door zodanig opfwelt , dat het onmogelyk tufTch.cn de oevers of palen kan blyven , aangezien het als dan niet alleen de naalte velden onder water zet , maar zelfs over boflehen en ftruiken loopt, en alzoo de Reizigers in groot gevaar brengt. De inwoners zien jaarlyks, hoe gevaarlyk de weg in deze tyd , voornamclyk in de maanden van Junv en July, van het eene Di- llrict na het ander is, en was het derhalven booglt nodig, dat 'er duurzame en hoge bruggen wier- den geilagen , te meer wyl zy het geld ilaar toe niet ver hoeven te zoeken , en haar kas ryk genoeg is. Ondertuflchcn willen zy lic- 1 ver het geld zoo lang bewaren , tot dat 'er, zoo het fchynt , een on- geluk voorgevallen is, en zy met lchade wys worden , wanneer zy zoo als het fpreek-woord zegt, de put zullen dekken, als het kalf verdronken is. Edog laten zy ten haren kofte steUenbof- wys worden , ik ben midlerwyl fche.dlilri* vergenoegt , dat God my tot nu voor diergelyk ongeluk heeft be- waart , die ook verder voor my zorgen, en my in 't toekomende behoeden zal. Jegens woördig zal ik my uit dit modderachtig Di- ftri et begeven, nadat, 't welk de naam van de gantfche Colonie draagt , en eigentlyk het Stellen- boflche genaamt word, als het welk niet alleen veel groter is, en dat van Hottentots-Holland zeer naby komt , maar ook veel ver- makelyker, pragtiger en fraajer, als het Moddergatfch Diftrift; be- vattende al het geen tuflehen dé Ty geren deStellenbofTché bergen legt , vermids het beneden öf teri Zuiden aah Moddergat y en teri Noorden aan de Bottelary grenft. Van defzelfs naam , dorp, kerk, én ftadhuis , is reeds hier voren naricht gegeven , ert zoude der- halven nodeloos zyn, het zelve andermaal te verhalen; Onder- tuflehen dient men alhier nog té weten, dat de bergen, welke het zelve ten ooftcn omvatten , en de Stellenboflche bergen worden ge- ^t""bof- naamt, den naam van de gantfche genc. Colonie hebben ; welke als de aanzienlykftc van die Colonie, by na zoo hoog wild en dor zyn, als de Tafelberg, aangezien de rou- we klippen 7 onder loof en gras zyn. Dezelve worden ook , wan- H«e be- necr de Zuidoofte wind waait, op ^di"1' dezelve wys als de gemelde Ta- felberg , met een witte wolk be- dekt, dog met dit onderfcheid, dat de wind aan het Voorgebergte nacht en dag, maar een korte tyd, In na een uur,'smiddags en 'smid- dernachts uitgenomen, aanhoud, hier in tegendeel tegen den avond byna KAAP "E GOEDE HOOP. ios byna t'ecncmaal gaat leggen , en -/.ich toe na midnacht niet laat ho- ren ; waar van ik de oorzaak denk fezyn, dat de winden hier niet zoo iterk als aan het \ oorgeberg- te , van andere naby leggende bergen gefluit of te rug gejaagt worden. Edog hier van op een andere tvd uitvoerlyker. Hebben In de laagten s van deze bergen krulden g1"0^1 70° vcc^ hout, dat de inwo- ners genoeg te branden hebben ; het bouwhout moet, gelyk reeds voorheen is gemeld , meelt uit Holland of uit Indie komen. Op de kruinen van deze regel bergen, wallen de trefïelvkllc kruiden en aangenaamfte bloemen, welke, wyl men dezelve overal in over- vloed vind, niet geacht, en den fchapen en Runderen ten prooi gelaten worden. Daar bene- in de laagtens of vlaktens ziet makeiyke men de vermaak elykite velden, Landsdou- met koorn , Tarw, Gerit, Wyn- ftokken , en Lult-tuinen pralen, welke het oög zodanig vermaken, dat het zich niet daar aan verzadi- gen kan. Ziet men daarenboven de trertèly kc Lult- en W oonhuizen der inwoners , heeft men een recht aangenaam fchouw ipel der natuuren kunll voor vich. Voorna- En een melyk is het Landgoed van den Landgoed, voormaligen Predikant Pieter Kalden zeer wel gelegen, enpro- fytelyk. Het zelve draagt niet al- leen rykelvk rogge en tarw , maar ook goeden wyn. Daaren- boven legt het aan de Aroom naby de zee, zoo dat het ook geen ge-' brek aan viich hebben kan; behal- ven dat men daar menigmaal een _ ,. fteenbok of ander wild , nevens Ook wild. 1-11 , , veel wilde eenden en andere vo- gels , waar, mede men een tafel heerlyk aanrechten, en den maag met iekkere fpys verzorgen kan, aantreft. Hoe de Be- Zulks moet hy voorheen heb- todTnig1 Den geweten , of elders gewaar ge- Landgoed worden zyn; hy zoude mogchk ïln.ko" anders zyn woord niet hebben ge- geven , om het zelve by den Heer I. T>eel. Gouverneur Willem Adriaan van der Steil voor zvnen Ouderling, genaamt Guillaumc du Toit , te verzoeken, en na defzélfs verkry- ging, zulks teilen belofte , voor zich zclven in bezit te nemen. \V ant deze du Toit had vertrou- wen op hem, om dat hy wel wilt, dat de Predikanten doorgaan^ tog een witten voet aan de Mm en hebben , en hy by den Gouver- neur veel vermögt; weshalvcn hy hem aan was , om zodanig Huk land voor hem te verzoeken. De gemelde Heer Kalden beloofde zyn uiterfte belt te doen, terwyl hy de vryftcr voor zich /elven nam, en zvn medevryer met be- fchaamdc kaken, en een lange neus*, zyn onnozelheid liet ver- foejen. Wanneer 'er nogtans in den jarc 1707 bevel quam, dat alle Bedienden van de Compagnie zonder onderfcheid , zich hun- ne landgoederen zouden hebben quyt te maken, en die aan andere over te doen, verkogt deze Heer ^"^.jf Kalden het zyne en jegenswoor- dig gemelde, voor 20 duizend guldens , waar uit dan licht af te nemen is, dat het moet goedge- wcelt zyn. Langs deze Rivier leggen nog v"dere verlcheide andere treffelyke goe- dereni; deren en prachtige hoflteden, waar daar- onder echter het vcrmakelyk en aafizienlyk I .and van den Burger- meeilcr van Stcllcnbofch, Ferdi- nand Appel, 't welk aan dat van den boven gemelden Kalden ltoot, billyk te tellen is. Aan dit laatlte grenlt het prachtig Luft- en Land- goed, Meer-laß genaamt, van den Kaapllhen Burgermcclter Henning Huiing, van welkers huis en daar op gebouwden toren men in den haven van het Voor- gebergte zien kan. Van daar komt men wederom aan de vcr- makelykc en vruchtbare Hofltede van den gewezen StellenboiTchen en als nu Kaapfchen Burgermees- ter, Jakob van der Heiden, Wel- moe d genaamt , welke byna alle O andere io6 B E S C H R Y V I N G van de De Schry ver kin de telve niet alle afhan- delen. Is dikwyls zeer fenoegta'.- aar gc- • andere in vruchtbaarheid over- treft. En wie wilde op zich nemen , om alle deze aangename wonin- gen en rykc landerven na waarde te befchryven. Wilde ik verder de Landgoederen van Pietcr van Bvl , Bürgermeefter van Stcllcn- bofch, Adam Tallen, Pieter Ro- bert, Ifak Schryber , Catarina Kloeten en andere, omftandig afhandelen, zoude my zekerlyk den tyd , en den Lezer bet ge- duld ontfnappen, om alles met oplettendheid te lezen. Derhal- Ven zal het genoeg zvn , dat ik maar als boven heen zeg, dat geen Landgoed aan Vruchtbaar- heid, fraaiheid der gebouwen en de fnaphaan over , waar door hy goed beilier, iets ontbreekt,* w es- zich zelven het hoofd doorfchoot, halven het ook geen wonder is, en naauwelyks iofchreden vande dat de menfehen aan rykdom en ■ plaats , dood ter aarde viel. De vermogen geweldig moeten toe- buid was alzoo gewonnen. Den n. hemen. December 171z. quam hy met den Ik beken zeer gaarn , datikmy ' leeuw op het AmbachtsHere-huis altyd verheug, wanneer ik denk , van Stellcnbofch , brengende den hoe menige vergenoegde uuren /elven cp zvn kar. Aldaar ontfing ik by deze Bezitters nebbe door- ; hy bevel , om hem de huid af te gebragt, zoo dik wyls als ik de eer halen, en die aan den Heer Gou- en het vermaak heb gehad , om op verncur van AiTenburg op het landgoederen te zvn door Voorgebergte te brengen , ten Ion , die niets bezat , dan 't geen hy dagelyks met zyn kar verdien- de. Deze nam aan , om op dezen roofvogel te pallen , en den zel- ven te vellen. Ten dien einde ftelde hy in het opc veld een gela- de fnaphaan op hem ; bond aan den haalover bindgaren , waar aan een lokaas valt was , met inzicht, om den leeuw te doorfchieten , en daar door 25- guldens, zyndc de premie, die daar op gezet was, te verdienen. Zulks gelukte hem ook zeer D°od den* wel. De leeuw quam by nacht , i^g. sc" en wilde het gemelde lokaas met een veeg opfnappen 5 dog zoo dra hy het bindgaren bewcegdc , ging Verhaak een voor- incen I . IW. dien ik hen ook veel, wat de ken- au het land aanbelangt , i er- 1 t ben, waar van ze my onder een aangenaam gefprek onder- recht hebben, waar voor ik hen Ook altoos dankbaar blyven zal. I [et zal mygeoorlooft zyn, dat ik eer en alvorens ik van deze Landgoederen affcheide,en 1 neem iets anders te berich laat invloejen , het geen zi< een van dezelve , ten minflen niet ver daar van daan , heeft t< t g n. Een verdwaalde lei ►m zynen roof te vervol zich eenigen tyd ontrent hei la id- 1 van den voorgemelde» Il Sehr) bers had onthouden , was 7.oo il'i'it , dat hy aldaar gclladig verblyf hield , en op buit loei Krygt eei» beloning. einde de premie t'ontfangen Wanneer hy den leeuw vilde, kreeg hy behalven de gemelde premie , ruim 10 pond leeuwen of niervet, waarvan hy wederom geld maken kon. Hy vereerde my rykelyk een pond , om dat ik hem ook een Ordonnantie aan den Stellt nboll che Callier moeit ma- ken, ten einde hy hem de helft van de premie betaalde. \ 'an de Rivier , welke door dit gtf ' dilinct loopt , dient men te wc- fche dis- ten, dat dezelve by de inwoners *•** de Eerfte Rivier heet, w\ 1 dezel- \ e voo dra zy over de 7-out-rivier zyn gekomen , van het Voorge- bergte af tot aan Stellenbofchgeen meer als de/e aangetroffen heb- ben. Want die aan de Kuil is by- Niet ver van deze Schrybers na niet noemens waardig , wyl ze plaats woonde een vrygelate flaaf Inden zomertyd uitdroogt , en van C ',v\ lon,gertaamt jan vanCey- zelden tot in de zee loopt. 1 An- KAAP de GOEDE HOOP. 107 Deszdfs Andere daar en tegen geven naam. hemden naam van de Colonie, en heten hem SteÜenboflbhe- Ri- vier, na dat b) cyen beneden het dorp Stcllenbofch dr» Modder- Rivier ontifangen , en een weinig verder de beide voorgemelde kleine Rivieren van het Moddcr- gatfeü diitrict verflonden hebben- de, een nog tamelyk aanzienlyke Rivier uitmaakt , en een gro- ten mond in de Baay Falzo for- meert. Waarhy Zynen öorfpronk 'heeft hy uit 1Upnngt' de Stellenboffche bergen, niet ver van het voorgemelde Schrybers Landgoed , of om eigentlyk te '/eggen , boven in de zoogenaam- de Hoek , van waar dezelve over w 11-e v f l°Llter kezelflenen rolt. Hy heeft fchen hy of voed geen andere vhTchcn , dan heeft- kleine grondels , aal , enz. ; edog van den mond in de Baay Falzo, tot aari de hofftede van Ferdinand Appel , vangt men allerhande zee- vhTchen, daar onder Harders, Springers enz. Heeft een Over deze Rivier heeft de Co- flechte ion^e ujt n00j een brug moeten bouwen; die onder het Dorp Stellenbolch , alwaar de voorge- melde Modder en deze Eerfte Ri- vier in elkander lopen , geflagen is ; dezelve is echter zoo fmal en ongemakkclyk , dat ais een wagen de hoge kromte , die aan gene zy- de van Adam Taiïens Landgoed word gevonden , afkomt , en niet recht het midde van de brugkrygt of een ftuk van de zy-muur afrukt, of wel zelfs omflaat, en zyne op- hebbende goederen in 't water ontlaad. totVe°°rbe- ^m dit 4uaac^ tc verhelpen , ter. heeft zeker gegoed burger in Stel- lenbofch , genaamt Jan Joris Grim- pe, gewezc Burgermeefter aldaar, voorgenomen , om by zyn Land- goed , 't welk als nu na deszelfs dood en die van zyne weduwe, vrouw Sara van Brakel , die met den gemelden Heer Tas weder getrouwt was , ïaatft gemelde Heer in eigendom bezit , op eige I. "Deel. koflcn een goede, grote en hech- te brug daar over te (laan. Zulk voornemen ftelde hy na b(^dse" gegeven kennis aan den Rund van Stellenbofch , en verkregen ver- lof, in 't werk ; en iloeg een zo- danige hechte brug oVer deze Ri- vier , dat een gantfehc gemeente zich die niet behoefde te fcha- men. Edog wanneer de naby ge- legc burgers zagen , dat het werk voor hen ook goed was, wierd hem ten eerften van wegens den Raad opgelegt, dat hy toeftaan moeit, dat zyne medeburgers en buuren door zyn daar by leggend land en verder over deze brug mogten ryden ; mids dat zoo lang als hy deze brug on- derhield, en de buuren de pafla- gie vergunde, hy van alle geme- ne lallen, als Heere-dieniten , we- gen maken, en andere gemene dieniten vry zoude zyn. Voor deze en terwyl de Gou- Een andcC- verneur Willem Adriaan van der Z^l^ Steil nog voor Bezitter van Hot- Rivier- tentots-Holland doorging, was ook een fchone brug meell en wel alleen tot zyn eige gebruik over deze Rivier geflagen, te weten tuflbhen de beide Landgoederen van de Heren Jakob van der Hey- den, en Henning Hufing , Wei- moed, en Mcerluji genaamt ; wel- ke brug wel is onderhouden , zoo lang als hy in bezit van het gemel- de land gebleven is. De Illuftrc Compagnie verfchafte het hout* en de arbeidsluiden ; de burgers moeden het hout derwaards voe- ren, en den arbeidsloon betalen; derhalven konde die gemakkelyk groot , breedt en pragtig genoeg worden gebouwt, wyl zoo als het fpreekwoord zegt, van een an- ders leer goed riemen fnyden is Na dat echter de gemelde is ais nu ii> Maatfchappy hem het land afge- sevallen- nomen heeft, en het zelve aan an- dere verkogt is, zoo word als nu van niemand nteer een hand aan deze brug gelegt , of fchoon de- zelve reeds bouwvallig , en van O x hec los BE SC HR Y VING van de hét water tamelyk beichadigt is, daar echter zulks met weinig kos- ten te vermaken, en de brug in ltaat te houden Avas. Edog men /iet handtaltclyk, dat of de nyd dit goede werk achterhoud , of dat men in plaats van nu een klei- ne zomme , liever daar na een groot kapitaal te gelyk uit de kas wil uit fchietcn , en onder de menichen komen laten, tehry. Nu is in deze Colonie nog ove- rig, het Diftrict, 't welk men de Bottelary noemt. Wat aanbelangt de naam , ik kan niet zeggen , van waar het eigentlyk den /elven ontleent heeft , ten ware dit Di- itrict om zoo te fpreken , de Be- houder en fpyskamer der paarden was, als waar uit haar voedzel, namelyk het Hooi , meeft, ja wel altemaal komen moet ; en dit Di- ilrict by gevolg om zoo te fpre- Is ci«cnt- ken, een Bottelary of Hoei-Ma- -nU g;v/.yn verlbekt , waaruit, byal- guyn. dien het nodig was, voorraad van Hooi genomen en elders gevoert konde w orden. Dit zy zoo als het wil , het is zeker , dat in gantfeh Afrika geen Hooi gemaakt word, als hier , aangezien wyl geen fneeuw op het land valt, het vee groot en klein, alle dagen in de wydc gedreven kan worden, t/n men derhalven geen verder voorraad van noden heeft. He dü OndcrtuilchenisditDiftricthet Noord erlyklte van de gantfehc Colonie, grenzende aan dat van Stellenbofeh ten '/uiden, ten Oolten en Noorden aan Drakcn- fteehj en ten Weilen tegen de ... zoogenaamde Moilclbank. Dé Paardeberg, welke Van de wilde paarden , die /.ich alhier in een grote menigte verzamelen, en eert \ ds haar voed/el alhier ge- zocht hebben , zyn naam heeft ont fangen, fcheid dit Diürict v.m Drakeniteem Hy is ook wel de eenige , die in dit gahfch DiÜnri aaiimerkcnswaarflig is ; ten dele « eg< ms de voorgemelde paarden , ook v \1 'er geen ander - aanzienlyke hoogte in dit gantfeh ! Diitrict te vinden is. De zoogenaamde Jooften-berg, , J°often- die zynen naam van zekerenjoolt, ba§" defzelfs eerlle bewoner, heeft be- komen, legt ook wel midden in j dit Diftrict , maar defzelfs verhe- I ventheid fpringt zoo weinig in 't oog , dat hy naauwelyks tegen de aanzienlyke heuvels kan montie- ren ; dienvolgens dient hy ook tot treffelyke Landgoederen en aan- zienlyke Meycryeh ; gelyk dan de wydens niet heel ver van zyn hooglte kruin afgelegen zyn. Eeftyds heeft een zeker Predi- Ramp""'- I kant van Stellenbofeh , een zeer 11^' fraai landgoed niet ver daar van daan gehad , die in den jare 1 705- , kort voor myne aankomft alhier, van dit landgoed na huis rydende, zich zelven met een pennemes den hals heeft afgefneden , zon- der dat iemand ooyt heeft gewe- ten, waar door hy tot die wan- hoop vervallen is. Ik kan nogtans met waarheid zeggen, dat de Heer Willem Mentzing defzelfs landgoed heeft gekogt en het zel- ve heden dien dag nog bezit ; en voorts dat de Heer Helo de we- duwe heeft getrouwt , waar Aan in 't vervolg gelegenheid zich zal op doen, om meer te berich- ten. Wyders legt ontrent een uur \ an dit eerftgemcld Goed een an- der, veel fchoonder, groter entref- fclykcr, 't welk aan den Heer Sa- muel Elzevier , geweze fecondc Perzoon en Adminiitrateur Van de Ncgocie aan die Voorgeberg- te , toebehoort , en na defzelfs naam Elzenburg gedoopt is. Het was voor dezen een Poll van de Compagnie, waar op zy koorn en tanv had ; en konde ook van al- j les zeer gcmakkclyk onderhou- ! den worden ; om dat de voorge- melde weydens onmiddelbaar daar ääri Moten. Door dien echter de daarover ontrouwe gezette dienaars haar eigen voor- Dienaars I meer dan dat van hunne Hee- ^nichadV ren KAAP de GOEDE HOOP. 109 ren behertigden, en van de veld- vruchtcn, minit in de Koorn -Ma- ga/yncn van de Illultrc Compa- griic leverden, maar het grootlle gedeelte, of ten minltcn de helft daar van verkogten, en van het geld , dat daar van quam goede eier maakten, en het aldaar ge- wönne Koorn daar door veel duur- der quam teitaan , dan als men het van vreemdelingen kopen kondc, zoo wierd ten laatftcn beiloten, om deze polt te verlaten, en de Compagnie geen onnodige kollen op den hals te halen , gelyk men dan het volk, dat daar de wacht hield j weder in de veiling getrok- ken , en elders , daar het van meer vrucht kon zyn i gebruikt heeft. Zulks ge- 'Zulks gcfchiede reeds ten tyde der un an" van den Heer Gouverneur Simon Voordeel, van der Steil , die voor zyn zoon den Heer Gouverneur Willem Adnaan van der Steil, geregeert heeft. Wanneer het dienvolgens den Heer Samuel Elzevier ter oo- ren quam, verzocht hy den eeril- gemelden Heer Gouverneur Si- mon van der Steil , om dat land, 't welk dan ook in vryen eigendom aan hem toegeitaan wierd. En hier mede was deze Heer ook te paard heholpen ; hy liet kort daar op een trcflelyke heerlykheid daar uit maken, en een fraai huis en wynhuis nevens andere nodige ge- vaarten aldaar oprechten , en fchikte alles zoo wel, dat hy groot voordeel daar van trekken konde. Defzelfs heimelyke handel met koorn eri wyri konde nu zónder fchroom in 't openbaar gefchieden wyl al het geen hy verkogt , den naarri had, dat het op zyn Land- goed gevallen was* ter wyl hy te- gen een zeer lage prys waren van andere ingezetenen kogt , en we- der zeer duur uitvente , gelyk zulks op een andere tyd uitvoer- lvker zal worden aan den dag ge- legt. Vooideh- Het klein voorby lopend wa- *anwatcr. ter 't we^ bvna het eenige of ten minden het voornaamile in dit gantfeh Diftrict i»,v\ ilde de gemel- de Heer Elzevier zynen loop ook niet laten \crvolgcn, zondèi zvn byzonderc vrucht daar van te hebben. Na dat hy het eens was, met de gcenc , die over de gras- velden of weydens- waren gefielt, namelyk dat zy het water, wan- neer hy het gebruikte , niet zou- den afleiden , en deze buiten dat reeds genoegzaam ter genade van hem leven moeiten , alzoo hy by den Gouverneur doen en laten was, zoo bouwde hy even achter zynen aangelegden tuin aan de gragt, een mole, waar op hy zyn koorn malen liet , en daar door aan de Colonie het gewoonlyk maalgeld onttrok ; het welk dan wederom door de vingers wierd gezien, om dat de Heer Gouver- neur Willem Adriaan van der Steil, op zyn Buiteplaats Verre ge- legen het zelve deed, en ook wyl de burgers en ingezetenen niet gaarn met hem wilden overhoop raken , om dat zy hare voorraad van allerhande waren van de Compagnie moeiten kopen , waar over hy Directeur was , uit vrees, dat hy dezelve naderhand niet aan hen mögt laten volgen, offchoon zy altyd met baar geld moeiten te markt komen. Na dat hy echter in den jarc 1 707 weder na Holland ontboden wierd , wcrwaards hy dan ook ne- vens den Heer Gouverneur , den Pridikant Pieter Kalden, en Fran- cois van der Steil het volgende jaar vertrok, heeft hy niet ten cerften zyn Goed verkogt, maar het zelve onder het beltier van den Heer Lamotius, afgezet Op- perhoofd van het eiland Mauri- tius* gelaten, die de jaarlykfche renten aan hem na Holland zen- den moeit , waar van hy daar ry- kelyk heeft können leven. Kort voor myn vertrek , heeft het ge- rucht gelopen , dat de gemelde Goederen zouden worden ver- kogt ,• edog hoe het eigentlyk O 3 daar iio BE SCHR Y VING van de Tsarraain hout. »T mede is gegaan, zulks kan ik niet /.eggen , en is ook niet veel daar aan gelegen. er ar.- Het overige water, dat in dit Scnndit diftrict hier en daar in putten en Düiridi is. andere laagtens van den regen vergadert , word des zomers gantich brak, dat is, het krygteen zoutachtigen (maak , die hoe lan- ger het zelve ilaat , zonder dat 'er verfch water by komt , hoc zou- ter word ; het welk nogtans uit gebrek van beter , door de inwo- ners op allerhande wys moet wor- den gebruikt. OndertufTchen heeft dit diitrift niet alleen gebrek aan water, maar is ook arm aan hout , en moeten de goede ingezetenen zich maar met allerhande ftruiken , en der zclver uitgeroeide wortels behel- pen. Wanneer het hier zoo koud wierd, als wel in Duitfchland, zoude ik geen raad weten, hoe te doen, wanneer de order, welke de ïiluitre Compagnie by het uit- delen en vereeren der landen, on- der anderen in de Erfbrieven heeft laten zetten , niet beter als tot nu nagekomen wierd, name- lyk dat de begunftigde eenige morgen lands met eyke bomen word nog- zullen laten beplanten ; welke or- der echter , wyl ze tot nu gant- fchelyk in den wind is geflagen , tansniet geplant. VoorbeeU en veracht, in den beginne zeer /waar ter uitvoer zoude zyn te brengen, ten ware met oplegging van een zware llraffe, of verbeur- te van het vereert land. De Illuftrc Compagnie is hen straffe van • t n -i ] • de Boom- in dit Huk roemwaardig voorge- fChcnders. gaan , hebbende hier zoo wel als in het rond bofchje eikc bomen geplant , die uitflekent wallen en opfehieten. Daar benevens heeft dezelve op flraffe van een geefTe- ling verboden , deze jonge bomen te lebenden , gelyk dan een zeker iwr burger , dien ik om rede niet wil noemen , deswegen verklaagt, zeer lang in hechtenis heeft geze- ten, en niet eer ontüagen is, dan na dat hy ioo Ryxdaalders aan den Landdroil had betaalt , of fchoon hy maar i o jonge Hammen door een Dienaar van de Compa- gnie had laten fchenden, en het houd daar van gekogt had , die ook om die zelve rede op het Robben-eiland gebannen is. Vermids ik zie , dat deze Hof- fe tegen vermoeden onder de hand is aangegroeit , zal ik het overige van Drakenfteen en het land van Waveren voor het vol- gende Hooftdeel fparen, terwyl ik hoop, dat gy deze onvermy- delyke wydlopigheid niet qualyk zult duiden. Belluit van dit Huoi't- ftuk. VIII. HOOFT- rrpronk de- ken- ifche unie. r^ KAAP de GOEDE HOOP. m VIII. HOOFTSTUK. Van de beide afgelegcnfte Colonien Drakcnfteen en Waveren , en van de onvolkomenheid der laatfte , nevens andere merk- waardigheden. Verfolg van des Scbryvert verbaai. Oorfproak van de Draken f! eenf che Colonie. Vader Ta~ charts verkeerd bericht. De Gouverneur zoekt den Scbryver eenjprookje te vertellen. Va- der Tachart is mi/leid. Oor/pronk van de naam Drakmfleen Een andere dwaling van Tachart , dog word ontfchuldigt. De Grenzen van de 'hakenfleenfcl e Colonie De zelfs verdeling. Grootte. Heeft geen Stadhtys. Het eerßc drei dezer Colmie is /lept, Be- jcbryving Van de Berg- Rivier. Dit gedeelte is fleenagtig maar vruchtbaar. Aldaar word geen ys of ftreuw gevonden. Bange hoek , een gevaarlyke weg. Befcbryoihg van een Buyte-p'.aats die aldaar gelegen is. Simons vallty Befchryving van deszelfs Land, en de gebouwen die daar gevonden worden Befibryping van een erg de Babilonifcbe Toren genaamt. Befchryi 'mg van de Drakenfieettftbe Kerk Van een Landgoed daar by eeleven. Van de Paer'.e-hcrg. Bejcbryving van de Berg- Rivier , en het gevaar 'r geen men in V o» vertrekken der zelve ontmoet In de Wagenmakers Valley hebben de Hottentotten nog on- langs gewoont. Lef der Hottentotten. Waar van een byzonder voorval verhaalt word. De Hottentotten houden baar woord zeer wel. Befchryv'mg van 't. vierde Diflritl dezer Colonie. Aldaar legt de Berg Riebek-Kafleel. Verbaal van een verjehil door een bron vntftaan , V geen de Scbryver bygmoont heef:. De vorige Pofien waar door den inval der Huttcntotten belet wier c f zyn nu vernietigt. V Overige land dat tot dit Dißrifl behoort , beeft goede weide;: en is vruchtbaar. Bejcbryving van hand- molens die aldaar tot bet ma- len van koorn gebruikt worden. Dit land word niet in eigendom bezeten. Befchryv'mg van de Honing-bergen. De honing word door de Hottentotten op gezogt , en word; an de Inwoners tot drank gebruikt. Oorzaak waarom dit land niet word gebouwd. Befchry- v'mg der Picqrd-lrrjen. Alwaar , gelyk mede in het vorige Diflri cl , nor veel Hotten- totten wonen. Uit lind legt ver van de Kaïp. Deszelfs grenzen Bejcbryving va» de IVaverfche Colonie. Van de Roode Zund-Bcrg. Welke de Inwoners van deze Colonie zyn. Heejt nog Raadhuis nog Kerk. Befchryv'mg van het water en baden die aldaar gevonden worden. De Scbryver is in gevaar van Olyftnten en Leeuwen. Dog word uyt het zelve verlofl. Bcfluyt van dit Hooftfluk. Vervolg 'T"' Ot nu heb ik u nog maar de wnuheilj A beideColonien van het Voor* schryvew? gebergte en Stellcnböfch voor ge- fielt, om dat ik die dingen onmo- gelyk beknopter heb können af- handelen. Ondertuffchen is het my niet onbewufl,dat'er nog tu ee diergelyke Colonien zyn, die ins- gelyks uitvoerlyker moeten wor- den befchreven ; cdog vermids dig Hooftfluk wel können afhan- delen, te meer om dat van de laat- fte zeer weinig fchryvenswaardig voorvallen zal. Om alle wydlopighcid te ver- Oorfpronk myden , zoo zeg ik zoo voort , pr"k^_ dat de eerfle van deze beide Co- ikeniche lonien , Drakcnflecn genaamt, Cülonic- reeds in den jare 1075-, na dat het bellek van de Stcllenboüche Co- deze beide de nieuwlle of jongftc lonie ook te klein was, door den zyn , en dat de laatfle eeril kort toenmaligen Heer Gouverneur voor myn tyd aangelegt is , zoo Simon van der Steil , aangclegt twyffel ik niet , of ik zal beide Co- is , alzoo de gene die uit de Com- lonien te gelyk in dit tegenwoor- pagnies dienfi ontflagcn en op vrye BESCHRYVING van de 112 vrye voeten gefielt wierden , ten einde om burgerlyke handtccring te dryven, met het overfchot van het 'Stellcnboflche gebied niet konden te vrede y.yn , om dat het bell reeds daar uit gekipt was, en hy hen derhalven ook niet hulp- loos laten wilde. Wanneer nu cenige jaren daar na die uit Vrankeryk gevluchte Gereformeerden , op de fterke voorfpraak van de Heren Staten Generaal , door de Illultrc Com- pagnie met hunne gantfche fami- lien /onder kollgeld , herwaards wierden gevoert, wierd deze Co- lonic wel dra zodanig met inwo- ners aangevult, dat 'er zeer flech- te plaats voor andere overig bleef; geh k dan nog op heden dien dag klaärhlykclykte zien is , dat deze zeer grote volkryke Colonic meeft uit Franfchen beftaat , ten ware de een of ander Duitfcher reeds voor hunne komft alhier ge- woont, zich door een huwelyk gevefligt of ook zelfs voor reed geld een zodanige plaats of land- goed gekogt had. J*- Indien men Vader Tachart be- mag geloven, zoo heeft dezelve in den beginne den naam van üra- kenileen niet gevoert ; in zyne Siamlchc Reis p. m. 94. zegt hy dat zy eerfl Helbok heeft gehe- ten. Edog vermids ik van die benoeming nooyt iets in 't land ge- In »ort, of by andere Auteurs • - lezen heb, zoo twyffel ik wel niet aan het oprecht verhaal van den gemelden Vader Tachart, maar w el aan de oprechtighcid van den Heer Gouverneur , die den ge- melden Vader zonder twyffel zoo wat op den mouw zal hebben fpclt, om wat met hem te lachen ; defzelfs inborft, om de raenfehen /wart voor wit te verkopen, i tny genoeg bekend, en heeft hymy dikmaals dingen verhaalt, die te- gen het gezond vernuft en alle re- den aanliepen, welke hv no voorde zuivere waarheid wilde doen doorgaan, dcwyl hy dezelve na zyn voorgeven, ondervonden, o£ Hechts uit zyne herzens geflo- ten had. Ik kan my niet onthouden, om deze befchuldiging onder ande- ren met een vertelling te be- krachtigen, die hy in de maand van November 1706 zelf heeft ge- daan. \\ ant wanneer ik Wegens ecnige zaken by hem op zyn ver- makelyk Conflantia was, verhaal- de hy onder anderen; dat hy ten dienlte van de Illuflre Compagnie een. reis van ontrent 200 mylen Iandwaards in na de Koper-ber- gen, tegen Monomotapa leggen- de , binnen den tyd van 6 maan- den gedaan had, en dat hy op een zeer hogen berg was gekomen, alwaar hy had moeten overnach- ten. Dat hy wanneer de Maan hoe langs hoe hoger quam , en eindelyk over defzelfs kruin paf- feerde, duidelyk had können ho- ren en befpeuren , dat de Maan op verre na zoo hoog niet van de aarde ftond, als de Stcrrekundige wel voorgaven , om dat hy ge- hoort had , dat het gras daar van bcwecgde en kraakte. Had ik-nu niet beter geweten, zoude hy my zekerlyk aan het waggelen hebben gebragt ; te meer wyl hy my zeer ernflig vraagde, wat ik als \V 'ysgeer en Stcrrekundige daar van gevoelde? Edog alzoo ik niet raadzaam oor- deelde, om hem in zyn huis tegen te fpreken, antwoorde ik alleen- lyk , dat ik zulks geloofde , om dat hy als Ondervinder het ver- haalde, terwyl ik by my zelf \ au gantfeh andere gedachten was, en ik uit deze en \ erfeheide andere diergelyke verdichtzelen gewaar wierd, dat hv bezig was, of om my zoo wat op te hullen, of om op den toets te vetten, ofik hem v. el het tegendeel zoude der- ven ftaande houden, 't welk hem QOgtans beide millukte. ii my aanbelangt, ik ben gantfchelyk van gevoelen, dat de □gemelde vertelling aan c]cn Vader De Gou- verneur zoekt den Schryver cen fprook- je te vertel- len. Waar voof de Schry- ilks aannam. Gevoele van V'.ider Tacharts bericht. KAAP de GOEDE HOOP. 113 Wider Tachart op die zelve v. ysis gefchied , aangezien het ganrich niet /oude pallen, om eene zoo lang opgerechte Coionie te herdo- pen, en den geen, welkers toorn men duchten moet , daar door een eer aan te doen, die /elf tegen- woordig de zaak beter konde cr- \aren, niet alleen vm de aanvve- zende menfehen , welke den naam van Helhok niet ten cerlten ver- geten, en tegen dien van Draken- ltecn vcnvillclen zouden können, maar ook uit de boeken van de Secretary, die hem zeer licht het tegendeel zouden hebben aange- toont ; blyft alzoo het verhaal van Vader Tachart waar , en de ver- telling van den Heer Gouverneur verciert. h mifleid Dat echter de Heer Commiila- ris-Gencraal N. vanRheedc, Heer \ an Drakcnitcen , uit Gelderland geboortig, in den jare 1685- om die zelve tyd aan de Kaap van de Goede Hoop is ge weeft, toen Va- der Tachart zich insgelyks aldaar bevond , zulks blykt niet alleen uit de als nu gemelde Reis van Va- der Tachart na Siam pag. m. 65. maar zulks is my ook uit deflelfs handtekeningen, die hyalsCom- mifTaris-Gencraal in het gemelde jaar heeft gedaan , en nog in de Secretary van Stellenbofch be- waart worden , en ook uit andere fchriften /eer wel b'èwuft. Wie ziet als nu niet , dat de naam van Helbok een louter verdichtzcl is, en dat zulks den Vader Tachart in plaats van een fabel is vertelt ? fteenfche?" Ter ccre nu van dien groten, Coionie, beroemden en cdelmoedigen JSïSa. gee' ?an der Rhcede heeft de Heer Simon van der Steil, deze tien jaren te voren vailgeftelde,en reeds voor zync aankomff geflipte of benoemde Coionie, Draken- fteen genaamt , ten einde hy te minder voor den zclven zoude hebben te duchten ; want gelyk als ik reeds hebbc gemeld , had de Commiflaris- Generaal volko- me magt , om al het geen waar in I. Ticcl. het belang x.m de roem waard ige Maatfehappy niet na behoren wierd behertigt , aftefchafien, Gouverneurs en andere hoge Minillers af te zetten , en andere in der zeker plaats te benoemen, als of de gemelde Compagnie zelf tegenwoordig was. Nu liep'er een ilcrk gerucht , Getakt dat deze Heer van der Steil infgc- he^£e lyks in een goed blaadtjeftond, K3S. en mag zyn eige gemoed hem dit ook wel hebben gezegt , dcrhal- ven zocht hy in de voorbaad te komen , en deze als nu gemelde Coionie na het gcilacht van dien Heer Drakenfleen te noemen, ten einde hem daar door de oogen uit te fteken , en hem in zyn aanzien en voordelig ampt ongemoeit te- laten, gelyk zulks hem dan ook, zoo als de ondervinding nader- hand heeft getoont, zeer wel ge- lukt is. & Uit dien zelven grond , waar Fen an^rc uit de gemelde dwaling van den Jftk. V ader 1 achart is ontftaan, houw chart ik my gantfchelyk verzekert, dat ook zal veroorzaakt zyn, die gce- ne, welke hy p. m. 94. van zyne Siamfche Reis aanhaalt , alwaar hy niet alleen de afftand van deze Coionie van het Voorgebergte heel anders bepaalt , als die in dei- daad is , maar ook daar bv voegt, dat in den beginne 80 huisgezin- nen derwaards waren getrokken, om die Coionie te bevolken. Want behalven , dat een afftand van deze Coionie van de Kaap de Goede Hoop te bepalen , fchicr onmogelyk fchynt , als men niet voorheen den vallen Ternmmm ad quem noemt, vermids dezel- ve zoo zeer wydlopig is, dat ceni- ge huizen naby en de andere we- derom ver daar van afftaan , zoo zal niemand lieht rede vinden te geloven, dat 80 huisgezinnen voor de komlt der Franfchc vluchtelin- gen uit Vrankrvk , hunne oude woonplaatzcn zouden hebben verlaten , en derwaards gegaan zyn, wyl anders nog minder 'is te P be- 114- BESCHRYVING van de -. begrypen» waar deze 8o huisge- v -innen van daan zouden zyn ge- komen. Dat echter 80 Franfche huis- gezinnen herwaards gekomen, en /ich in deColonic van Draken- Heen neergelaten hebben , zulks word geenzins in twyffel getrok- ken. Allecnlyk dient te worden aangetoont , dat zy voor het jaar 1685- en op eenmaal aangekomen, ook vervolgens alle te gelyk der- waards gegaan zyn. Ondertuf- fchen is dit niet op eenmaal en by den eerften aanvang gefchied, dat 80 huisgezinnen zich met'er woon der waard s hebben begeven, maar van tyd tot tyd , te weten naar mate dat de Franfche vluch- telingen aanquamen ; waar van 'er nogtans zekerlyk meer dan 80 huisgezinnen zyn , gelyk de re- gifters , aan het Stellenbofch ge- houden, duidelyk hebben geleert, zonder nogtans de gene , die al- daar opgevoed , en als nu ge- trouwt zyn , of de Duitfchers daar onder te rekenen, vader Ta- Was hy niet misleid, of had hy oSui°-'d de vryheid gehad , om zelf in digt. 't land te wezen, zoude hy zeker- lyk beter naricht , zoo wel van ■t een als van 't ander hebben ge- kregen. Derhalven is hem dit /eer licht ten goede te duiden, te meer w\ 1 hy in andere Hukken nog tamelyk net is , en zeer op- recht fchrvft. Ten einde echter den I .cz.er de ware afitand bekent ie maken , zoo ben ik genood- zaakt , om alvorens de Tcrmuimn ad quem vafl ie «tellen, en zal de/e deDrakenfteenfche Kerk zyn, als welke bvna midden in deze Co- lonie ilaat ; Deze alzo legt 1 -| my- len van de Kaap de Goede Hoop, eil wel Ooiten ten Noorden, "I (Jolt. De grenzen van deze grote wyd- ten \tn de ,..",., -ij • . en- lopige Colonie zyn ten zuiden de beiß Keer-w edet , \ an den \\ el Ken in mynen vorigen reeds ge- wag gemaakt is. Ten Ooiten, een regel bergen, waar van de- zelve als omgeven is , en die van deze Colonie hunnen naam ontle- nen , en de Drakenfteenfche ber- gen genaamt worden, van dewel- ke ik den geen , die naait aan den gemelden Keer -weder legt, den DeSchry- moeijelyken berg hebbe genaamt, vergeeft J ■> ., . ,ö ö o • een berg wanneer ik in den jare 1708, in eennaam. gezelfchap vaneenige goede vrien- den, na de Hottentotten en de warme baden reisde, wyl hy my en myne reisgenoten zeer groot ' verdriet, moeite en zweet kofte, eer wy daar over waren. Want vermids hy zeer ftyl is,g^clyk{ zoo is men genoodzaakt , om als Hakken daar op te klauteren , 't welk niet zonder grote moeite kan gefchieden ; en is dezelve te on- gemakkelyker , wyl de fmalle weg vol kleine puntige ilenen legt, welke onder het gaan niet weinig vervelen; aangezien men genoodzaakt is om van het paard te klimmen, en den gantfehen weg over den berg te voet af te leggen , alzoo de weg op zommi- ge plaatzen zoo naauw, fmal en gevaarlyk is , dat men gefchapen Haat, om met het paard van bo- ven neer te rollen , en het leven daar by in te fchieten. Ten Noorden word deze Colo- De oven nie van den haven of Saldanha fan8de"cC' Baay , die zynen naam van een Colome. Portugezen Kapitein , die aldaar verongelukt is, voert, en Weile- lyker, van de groene Kloofs-ber- gen, of heuvels omgeven; van dewelke ik zoo als ook van de youtpannen, die zich in de dalen bevinden, in 't vervolg iets meer /al moeten zeggen. Recht tegen 't Weilen fchynt de Natuur zelf de voorheen reeds befchreve Bot- telary, en de Paardcberg, welke men in dezelve bevind, tot gren- zen gezel te hebben ; van welkers benoeming hier voren ook reeds bericht is medegedeelt, weshal- ven ik de herhaling alhier node- loos acht. Deze zeer grote Colonie kan verdding gevoeg! \ k in 4 In zondere Diilric- coionTe! ten KAAP de GOEDE HOOP. 115 ten worden verdeelt,namelyk wan- neer men dat gedeelte, 't welk Van den berg Keer-w edcr tot aan de Kerk, die als midden in deze Colonietegt, dat is, het opper- lte deel tot een bvzondcr Diltriri maakt , en vervolgens van de Kerk :\f tot aan de Wagemakers- Yalley, dat Is, tot aan de woning van den Biivgermecltcr van Dra- kcnflccn , Francois du Toit , gaat, en het zelve ook tot een bv/ondcr deel, en alzoo dit gantfeh grote dal in twee gelvkc deelen ver- deelt. Het derde DUtrict kangc- makkclvk de Wagemakcrs-valley zelf zyn , welke drie genaamde diflricten door de grote Berg-Ri- vier, gclvk de Inwoners dezelve noemen, befproeit worden. En kondé het vierde Diüxicl gevon- den worden uit de andere byzon- derc Dillrieten, die men wel tot deze Colonic rekent, maar nog- tans buiten deszelfs palen leggen, daar onder het Ribeks-Kalïcel , de 2.4 Kavieren, de Honing-ber- gen, Picquet enandere bergen. Andere Men kon dezelve ook wel op wSte°ver- een andere wys verdelen, een ie- dciins. der klein diltrict, tot een byzon- der klein deel maken, op welke wys men zckcrlyk meer dan 4 dl- llrielen zoude hebben ; maar men zoude miflehien als dan zoo wei- nig begrip daar van könne krvgen, dan of men in een algemene Land- kaart van Duitlchland, ieder ge- bied van alle Ryksgravcn, Ryks- Ridders , Ryks-Steden, en veel andere heerfchappyen op zich zcl- ven in zyn zoort wilde laten voor- Hellen. Derhalven blvf ik liever by de voorgaande verdeling , of fchoon dezelve ook niet te net valt; en zeg ik onder tuiTchen, dat deze grote en ver uitgeflrckte Co- Grootte lonie, die alleen bynaeen zoo gro^ Je c ten omtrek beflaat , als de 17 Ooilenrykfchc Nederlanden alle by malkanderen, nogtans van geen Heefteen byzonder Stadhuis is verzien, of stadhius. fchoon 'er jaarlyks Burgermeeilers uit hunne inwoners worden vcr- I. Tieel. tl. Want deze maken met die van Stellenbofch , werwaards zy ook altoos in de Raadsvergade- ring moeten komen, een Magi- ftraat uit, waar van de Land-droft altoos Prefident is. Daar is ook nog geen dorp, zoo als in die van Stellenbofch aangelegt , maar de ingezetenen wonen hier en el- ders van elkander verfpreid , en hebben verders geen gcmccnfchap van gebouwen onder malkande- ren, als de Kerk, een watcrmolc, en eenige trappen , gclvk in 't ver- volg zal worden aangetoont. Wat nu het eertte en Opperde of Zuidelyk gedeelte van deze Colonie betreft, het zelve is door- gaans met Vele treffëlyke Land- goed eren en Me ver ven verrvkt. Ik noem voorbedachtelyk deze aan de Franfche vluchtelingen vereerde landen maar Meyeryen , dog niet wyl de grond zoo goed niet is, als die van Stellenbofch, of dat deze vluchtelingen de Franfche manier vergeten, ofte huis gelaten zouden hebben 1 en de mode volgden van de inwoners al- hier , maar enkelyk , wyl zy tot nu niet recht in ftaat zyn geweeft, om hunne flechte hutten en gerin- ge boere huizen af te breken, en zulke huizen op te rechten, die met het inkomen van haar land overeen komen. Want zy hebben meéft alle met zware fchuldcn moeten beginnen, zoo dat zy tot nu zich enkelyk hebben bemoeit, om die af te leg- gen , en weder op vryc voeten te geraken ; waar na ik wel verze- kert ben , dat zy niet zullen in ge- breke blyven , om betere en naar het inkomen van het landgcfchik- te huizen en gebouwen daar op te zetten, gelyk zulks reeds zommi- ge gedaan hebben , welker goede- ren ik derhalven ook door den naam van Landgoederen hebon- derfcheiden. De gemelde Landgoederen en Mevcn en leggen aan deze en ge- ne zydc en alzoo langs de eerltge- P 1 melde Hoc hei cerfte deel van deze ' nie gefchapen is. Is fleckt. Waai Wt van daan komt. Berg-Ri- vicr , ha* oorfpronk, en naam. ii6 B E S C H R Y V I N G van de Hoe dezel v e leggen. melde Berg-Ri vier, welkers oor- fpronk en naam wy als nu afhande- len zullen. Wat aanbelangt de benoeming , dit woord zelf toont aan, dat het water, 't welk in ha- ren boezem voortloopt , uit de bergen komen moet; gelyk dan zulks ook de ondervinding aan- toont. De oorfpronk echter van dezelve is niet ver van den voor- gemelden moejelyken berg , zvn- de even over den zelvcn en naaft de Mcyerey , die met den berg Keervveder dienzelven naam draagt, enden vluchteling Etien- nc Niel toebehoort. Aan den oorfpronk is deze Rivier tamelyk klein , dog word naderhand door het ontfangen van andere beekjes, die uit de tegen over leggende gebergtens vloejen , zodanig groot, dat de zelve eer men nog aan de Kerk komt , voor een rcdelyk grote Rivier doorgaan kan. De gemelde Landgoederen en Meyeryen leggen ook tamelyk ver van elkander, en heeft men om van den eenen na den anderen te gaan, ruim een half uur werk. Zommigc leggen zelfs nog ver- der van eikanderen ; en kan derhalven niet worden gezegt, dat zy elkander verkroppen, of fchoon zulks de algemene klagte van deze menfehen is , ter wyl zy voorgeven dat zy onmogelyk zoo können wonen, omdat niemand wvde genoeg voor zvn vee heeft. Edog wanneer iemand alleen , of ook met zvne buuren rondom zyn erf, een halfuur en ook wel meer land bezit, om zyn vee te hoeden, zoo dunkt my dat het nog wel gc- fchieden kan , of fchoon het voed- /cl voor vee s zomers tamelyk klagtender dun cn raar valt, vermids de llcr- ke Zuid-oofle wind, die overal veel fchade veroorzaakt, alles ver- droogt, en het dor gras wegrukt. Daarenboven heeft niemand een byzonder voorrecht, dat hyjuifl zoo veel vee, als by voorbeeld , iooftuks grof vee, offen en koe- jen, cn ten minilcn Go iluks klein vee, namelyk fchapen, ja zelfs nog wel driemaal zoo \ eel houden moet; maar het is immers genoeg, dat iemand zoo veel vee houd, dat hy voor zyne huishou- ding genoeg heeft, en den jaar- lyklchen aanwas altyd verkopen kan. En of fchoon dit gedeelte tame- lyk bergachtig, en by gevolg ook, wyl de bergen meell rouwe klip- pen zyn, lleenachtig is, zoo dat men het ook dieswegen wel by het fteenachtig Arabic mögt ver- gelyken , zoo is het daarom niet onvruchtbaar , maar geeft over- vloedig zync vruchten, gelyk in 't toekomende zal worden aange- wezen. Want de lucht is zeer goed , het Climaat gezond , en het water rykelyk, heerlyk en overvloedig. Wyl nu de getem- pertheid van zomer cn winter daar by komt, en het uit dien hoofde nooyt te heet , zoo als té Batavia, Ceylon cn andere onder de linie leggende plaatzen , of te koud is , gelyk in Duitfchland , Denemarken, Sweden, en ande- re Noordfche Koningrykcn en landen , zoo zal ieder gaarn met my willen toeltaan , dat dit tand zeer gezegent , en voor andere vruchtbaar yyn moet ; aangezien dan nooyt in de dalen fnceuw, veel minder ys gezien en gevon- den word, ten ware men voorbe- dachtelyk en uit liefhebbery ys maken wilde. En om dit te doen , moet men niet alleen by nacht een fchotel of iets anders vol water onder den bloten hemel laten {taan, tenein- de het water door de nachtlucht, als de zon diep onder den gezicht- einder llaat, in ys verandert wor- de , maar men moet ook de tyd van 't jaar gade liaan, cn de rech- te winter maanden, namelyk die Vän Junv en Jury daar toe verkie- zen, als buiten dewelke zulks be- zu aarlvk gelukken zal. Onder- tulVehen word het vs niet dikker als ruim een gulden, het welk wederom Dit gedeel- te is fteen- achtig maar vruchtbaar. Waarom. Aldaar word wei- nig of geen ys gevon- den. KAAP de GOEDE HOOP. 117 Bangchoek «ngevaar- lykeweg. wederom fmelt , als de zon maar een quartier uur daar op gelchc- nen heeft , zoo dat men met recht mag zeggen , dal men ys , maar niet langer dan een quartier uur gezien heeft. I lier toe helpen de/c maanden zeer veel, om dat in dien zelven lul de toppen van de bergen met meeuw of liever met hagel bedekt zyn, en tot de maand vanAugus- t\ of' September aldus bly ven; de overige tyd van het jaar zyn zy daar van vry j en wanneer zy b dien tuil'chcn-tyd al eens bedekt zyn , gei'chicd zulks enkclyk van een wolk, die meeuw wit is, waar door de heftige en fchadelyke ZuidrOoften wind , gelyk by de andere bergen gezegt en aangc- haalt is , als gcteelt en voortge- bragt word. Myns bedunkens is deze meeuw, of hagel op de ber- gen ook oorzaak , dat men in dit diftrict zoo vele beeken en bron- nen vind , 't welk ik nogtans niet hardnekkig wil (taande houden. Wanneer men vanden Keerwedcr na de Kerk wil gaan , is 'er ter linkerhand een weg , langs den welken men na Stellenbofch ko- men kan , welke nogtans wegens het gevaar , 't welk men op den- zclven heeft te duchten , van de inwoners den Beugen- hoek ge- naamt word. En waarlyk de geen , die by nacht dezen weg moet pafferen , moet bcnaauwt genoeg worden , gelyk mv zel- ven menigmaal gebeurt is , als ik tot het maken van een Teitamcnt of ander papier na Drakcnitcen geroepen wierd ; men moet niet alleen een gevaarlvk llvl aflopen- den berg overrvden , die zoo fmal is , dat men zeer licht in het voorby lopent water vallen kan , maar ook het gevaar van leeuwen en tygers ondergaan , die zelfs door den reuk de paarden fehuw en razent maken, waar door men dan ook zeer onverhoeds in le- vensgevaar geraakt. De Heer Jan Mulder , Land- drofl van Stellenbofch en Draken? fteen een man van een uitmunten! verftand, en ongemene kennis, wiens gelyke te mynet tyd Afrika, buiten de Heren Gouverneur I ou is van Ailcnburg, en den Ka- pitein Adolp Jan van der Laan, weinig of niet heeft gehad, heeft des niet tegengaande een treffèly- AUaaru ko Plaats aldaar aangelegt, die zoo ccniiuitc- vcrmakelyk is, dat Konfl en Na- l'hili' tuur wonderbaarhk elkander den rang betwiiten. Want of fehoon men gantfeh Afrika , voor zoo veel het van Europeanen bezet is, door reisde, zoude men de weer- ga daar van niet aantreffen , niet tegenllaande dezelve met de Eu- ropcaanfchc niet volkomen kan worden vergeleken. Het huis, 't welk na derzelver ^"-»tvoor 1 • • 1 • een ee- bouwmamer met te hoog is , en bouw. wegens de bovengemelde heftige winden niet hoger derft worden gebouwt, legt tuiVehcn hoge eeke bomen aldus gebolwerkt , dat men byna niets daar van ziet , eer en al- vorens men dicht daar by komt. De andere tot de huishouding no- dige gebouwen liaan meelt vry , en können zoo dra men aan deze Bangehoek komt, gezien worden. Achter het huis legt de vermake- lyklle tuin, en in denzelven een trcffelyke wwnberg, ter z) de van den welken een byzondere bo- gaard gevoegt is. Deze drie zyn beide en bevallig voor 't oog, en lievelvk voor de neus. Wil men den fmaak ook genieten, zoo weet ik niet, of dezelve wel er- gens in zoo een kort begrip verge- noegder zoude können worden verzadigt dan hier, alzoo *er aller- hande zoor ten van Europeaan fche en Indiaanfchc vruchten aldaar by malkanderen aangetroffen wor- den. Hetfrillchc, klare en lidlclvk milchende bron -water beiproeit alle deze landen, als het nodig is, Ofloopt in een koniligc vyver, die midden in den bloem-tuin legt, en met allerhande ongemene lekkere P 3 vifch BESCHRYVING van de 118 vifch bezet is, die men of met den angel of door het aftappen van het water vangen kan. Rondom de- ven vvver itaan zeer fraaje Bomen, als Piramiden gefchoren , en tuf- fchen dezelve verfchcide zoorten van allerhande kcnrlyke bloemen en Aloën ; welk alles een byzon- dere vergenocging en wonderbare verandering aan het oog ver- fchaft. Vermakc- Gaat men midden door den tuin SuLj?" verby dezen vvver, vind men aan het end van den /.elven een zeer vermakelyk Lufthuisje van jene- verbomen , welker reuk ongc- Konftigc meen lieffclykis, geplant. Daar- bers- enboven vertoont zich voor het zelve een berg, door kunfl ge- maakt , of een aangename grotte, \ an verfcheide vcelvervvige itee- nen gebouwt , zoo dat het ver- fehlet van koulcuren niet alleen een byzonder vergenoegen ver- wekt, maar het zelve word nog zeer veel vermeerdert door de om , in , en op deze 1 tenen waffen- dc en op verfchcide tyden voort- komende veelverwige bloemen, welke ten laatiten ook een beval- ligheid byzettcn de hollighcdcn , gaten of fpelonkcn , in deze Itcen- berg of grotte voorbedachtelyk gemaakt , en met de kcurlykite porcelcine beelden en andere figu- ren opgefchikt. DcSchry- Ik wil zeer gaarn bekennen, dat Ifch aldaar ik altyd /eer veel vermaak op dit dikwyis Landgoed , Sorqylïcd genaamt, vcrlulti^ en den gemeldcn I .and-drolt Mul- der toebehorende, heb genoten, en had ik dat vergenoegen menig- maal , wyl ik de eer hebbe gehad , om Secretaris onder hem te zyn, en het veeltuls ampishalvcn op myn gemak te zien. En denk ik nooit om die plaats, of ik gevoel altyd een zodanige vergenoeging, als of ik werkclvk daar op was. Behalven dit /eer fraai Land- goed en dat van den Heer Bur- germeefter Jakob van As, 't welk niet veir van Sorgv/iet buiten de/e Bangehoek na de Kerk legt , is hier niet veel merkwaardigs, ten zv men alle kleine bakjes, de ove- rige Meyerevcn en wat daar van afhangt , bezichtigen wilde. Des niet tegengaande moet ik nog als }'-on ,andf- i ö i i t i i Landgoed. ter loops aandoen het Landgoed van den Heer Burger mcefter Abraham V illiers, 't welk nog wat hoger legt, om dat niet ver van het zelve een plaats word gevon- den , waar uit men de befte ltccn- kolcn breken en graven kan, ge- lyk dan de voorgemelde Land- droft Mulder reeds de proef daar van genomen, en dezelve zeer goed gevonden heeft, Ik moet hier ook nog by voegen dat niet ver van het vermakelyk Landgoed van den meergemclden Land- droft voor dezen ecnzilver-myn is ontdekt , waar uit eenig erts ge- graven en na Holland gezonden is , edog waarom men het werk naderhand heeft laten fteken , is my onbcwufl. Wanneer wy nu het ander en Simone- opper of Noordelyk diftrift van ;SKl* deze Colonic Avillen betrachten, zal men , om naderhand op een rechte weg te können blyven , al- vorens de Simons-vallcy bezichti- gen , door den Heer Jan Blefius, in zyn leven geweze Fiskaal inde- pendent aan deze Kaap de Goede Hoop , als deszelfs eerite bewo- ner, aldus genaamt, ten einde om zyne erkentenis jegens den Bcgunftigcr, den Heer Simon van der Steil, daar mede aan den dag te leggen ; aangezien het een zeer groot wydluftig en goed land is, 't welk rogge , tarw , wvn , en allerhande veld en boomvruchten in overvloed voortbrengt. Zoo dra de gemelde Heer Ble- Watvoor fius dit land in" bezit had , liet hy eebouw™ n- i i i c ■ daarin. een trcnelyk huis, een fraaje wyn- kcldcr, een aardige mole, nevens andere nodige gevaarten aldaar oprechten, welk alles nogtans het r\ kelyk inkomen van het land hem wel haalt weder vergoed heeft , alzoo hy een Buiteplaats heeft , die zeer aanzienlyk is. Wan- KAAP de GOEDE HOOP. naamt. Wanneer in den jdre 1707 van de ïllullrc Compagnie bevel quam , dat geen van hare Bcdiendenszich voortaan meer met den koornwvn en veehandel zonden hemocjen, maar de/c necring aan de burgers en ingezetenen alleen overlaten, en die cenig land bezaten , het /che zieh zouden hebben quyt te maken , moeit hy uit hoofde van zyn ampt , en andere ten voor- bcclde dat goed verkopen , toen deszelfs gewcze knecht, of fchoon hy niet heel \ cel bezat, het hert had om hetzelve voor Z4 duizend gul- den van hem te kopen, mids dat hy jaarlyks maar 2000 gulden zoude afleggen, en alzoo cerlt in den tvd van 11 jaren de gantfehc hofftede te betalen. renberg, Na deze Simons- valley fpringt ?ooDnfchc 011S VCrdcr jn 't °°g ' de berg> roi welke de onnozele eenvoudigheid miilchien wegens deszelfs hoogte, die nogtans zoo zeer ongemeen niet is, alzoo ik 'er anders geen rede van weet te geven , den Ba- biloonfchc toren genoemt heeft. Dezelve is zeer breed, en draagt veel uitgedeelde Landgoederen op den rug, daar onder het fraai- fte, het Landgoed, 't welk voor dezen aan Picter van der Byl toe- behoort heeft; als zynde hetzel- ve niet alleen uitftekent wel gele- gen, maar is de grond ook zeer goed en vruchtbaar, als die wyn, rogge, en tarw in een grote me- nigte en byzondere deugdzaam- heid voortbrengt. Dit zoude in fraaiheid nog wel gelyken het naaltgelege Landgoed, aan den Drakenfteenlchen Burgermeefter Louis 1c Grand toebehorende, 't w elk hy gelykals andere Franfche vluchtelingen van den Heer Gou- verneur Simon van der Steil heeft bekomen ; alle de overige , of fchoon een uur ver van elkander gelegen, zyn van geen byzonder gewigt of aanzien.' JKT , Wylwy reeds hebben gezegt, kerk., hoe dat alhier geen Rechthuis of dorp ?<£?««!" te v'n(^en is> zullen wy ons weder Gefcha- penheid vïubinneü. II9 na de Drakenilcciifchc kerk bege- ven, en dezelve van buiten en van binnen bezichtigen- Kdog moet gv niet Verwonderd /vn, dat ik n zeg, dit deze kerk beter na een fchuur dan na een kerk gelykt. In Vanbuitfa- plaats van pannen of leien is dezel- ve zoo al* alle andere gebouwen, hoe pragtig voor 't overige, met riet gedekt , ivyl de gruwzame vyand , de Zuid-oolte wind al- leenlyk een rictdak wil onbefcha- digt laten. Vervolgens isdezefve ook maar naauu lyks 3 of 4 voet hoog van Üenen opgchaalt , waar van het dak begint, zoo dat ze van iemand , die het land on- bekent is, van buiten meer voor een fchuur als voor een kerk word aangezien. De opichik en cieraad van deze Kerk van binnen is niet veel be- ter; men vind geen geitocltc, ge- lyk anders gebruiklyk is, en men aan de Kaap boven mate pragtig aantreft, en in die van Stcllen- bofch , eer dezelve af brande , im- gclyks geweeft is , maar enkelvk eeniga kleine ftoelen , welke dé menichen om te zitten , zelf met zich gebragt hebben. Van ande- re ciradien vind men nog veel minder , ten ware men den lefle- naar en de preekftocl wilde daar onder tellen , waar voor en op welken de Voorlezer en Prediker, tot het verrichten van hun ampt, itaan. Wiens fchuld het echter zy, dat deze Kerk zoo flecht is, zal ik andere laten onderzoeken. Genoeg dat de ijlüftre Compagnie gantfeh daar van vry is, en dat zy integendeel met veel wer tracht om dezelve te bezorgen, geh k my uit andere voorbeelden zeer wel bewult is. Niet Vér van de/e Kerk vind Weikbnd men een trcflfclyk Landgoed , aan s Willem van Zeyl toebehorende, '1 welk niet alleen wegens de fitua- tic, maar ook wegens de naby leggende Kerk tot alle trafiquén , en voornamelyk tot den handel, /eer welgelegen is, aangezien de men- bylegt. BESCHRY VING vande Faarlebcrg. Waarom dezelve al- ge- naamt wierd. B • 1 cc 1 1 brug- 120 menfehen menigmaal , als zy uit de Kerk komen , by hopen der- w aards lopen, om iets te kopen, 't welk zy liever daar halen, dan dat zy zoo ver na de Kaap reizen , of fchoon zy iets meer op dat Landgoed betalen moeten. Geïyk ik hier boven 'nebbe ge- zegt , dat vele Landgoederen en Meyereyen langs beide de zyden vande Rcrg-Rivier leggen , aldus is het hier 'ook gelegen. Ik zal my nogtans met het noemen en be- fchryven van dezelve niet ophou- den, uit vreze, van uw geduld te veel te tergen. OndertuiTchen kan ik niet met ftilzwygen voor- by gaan, dat op den weg, welke tot aan de gemelde Berg-Rivier, en verder in het diftrift loopt, 't welk boven de Wagenmakers- Valley word genaamt, een hoge berg is, de Paarleberg genaamt, langs welken die weg voor by loopt. Edog word hy zoo niet genaamt, om dat op of ontrent "den zclven paarlen worden ge- vonden , alzoo eerder uit den zclven moleftcnen können wor- den gemaakt , gelyk de Heer Gouverneur van der Steil reeds onderzocht heeft, en twee ftenen daar uit heeft laten houwen, maar liever wyl op den top van dezen berg een afgezonderde ronde ftcen legt, die een parel zal ver- tonen , fchoon het wel zoo weinig is als het dient, waar uit dan an- dermaal de eenvoudigheid der geene uitmunt , die dezen berg ora die rede met den naam van Paarleberg hebben belegt , welke naam hem nu nogtans voor eeu- wig by bh ven val. Hier over \er.\ onder ik my nu niet meer, om dat ik reeds zoo veel voorbeelden daar van hebbc by gebragt; maar wel, dat deze grote volkryke Coloniéi die jaar- iyks een tamehk kapitaal in de kas brengt, tot nu geen brug over de eerftgemelde Berg-Rivier heeft laten liaan, daar zy nogtans b\na jaarlyks droevige exempels heeft, dat de een en ander zyn le- ven elendig daarin heeft verloren. Want fchoon 'er in den zomer, dat is van de maand van Orïober tot in de maand van Maart of April geen gevaar van verdrinken is, wyl ze gedurende dien gant- fchen tyd zeer klein, en om dat 'er weinig of geen regen valt, byna uit- gedroogt fchynt , aangezien men naauwelyks tot aan de knien, ja op zommige plaatzen niet over de voeten nat word. Des niet tegen- ' {taande is dezelve den daar op volgenden winter , dat is van April tot October te flimmer , vermids het overvloedig vallen- de regenwater, dezelve zoo op- fwelt , dat zy overloopt, en gantfche vlaktens onder water zet. Weshalven zy , gemerkt den Isgeva"- fnellen itroom , hoogft gevaarlyk foetu^' is, om over dezelve te geraken. En of fchoon men te voet gantfeh -, niet daar door kan komen , om dat men door de fnelle itroom voortgefleept zoude worden. Of fchoon iemand ook zich te paard daar in begeeft , en verzekert is , dat het paard wel zwemmen kan, zoo is zulks nogtans niet veel te vertrouwen , wyl de ftröom het paard insgelyks aan zodanigen oe- ver kan dry ven, dat het niet dan met groot levensgevaar daar uit kan geraken. Want als het paard met de voorfle voeten wil aan land flappen, en zich dienvolgens o verend begeven moet , zoo is het in het water, daar de achter- He voeten geen grond können krygen, /eer ras gedaan, dat het of op geen vaile grond kan ko- men , of dien al krygendc,dat het met den ruiter, als deze niet wel op /\ ne hoede is, omllaat , en den ruiter afwerpt , welke als dan het paard quyt zynde, door de itroom zeer licht elendig fneuvelen kan, en dat het paard alleen daar uit komt. Dienvolgens was liet voor de Waany Colonie hooglt nodiü; dat 'er een «nbms " ° behoorden Drug te bouwen . KAAP de GOEDE HOOP. 121 brug over de cerflgemeldc Bcrg- Rivier wierd gellagen , te meer om dat als zy zodanig is gefwol- len , geen menfeh daar over in de Kerk of op den molen die aan den voorgcmclden Paarleberg ftaat, komen kan, en zoude de- zelve dan gevocglyk können worden geflagen , op de plaats, daar de communieatie met de over dezelve leggende diftriótcn , nevens de Colonie van Waveren , in malkanderen loopt , en die by het huis en Buiteplaats van den Drakenilecnfchen Burgcrmeelter Francois du Tok , is. Wagenma; . ]\y den gemelden Francois du kcrs-\ allci. 1-1-. .* , .° u - j j j- Iovt komt men m het derde di- ftricl , namelyk in de Wagenma- k( rs-vallev » welke van haren eer- Iten Bewoner , die een Wagen- maker zoude zyn geweeft , den naam geer ft en tot nu behouden heeft. Of fchoon nu de Berg-Ri- vier dit diitrid dooritroomt , zoo gefchicd zulks echter met zoo veel bochten , dat men zeer weinig meer van dezelve te zien bekomt. Want zy vloeid van haar eerlte oor fp ronk , de eerftgemel- de Keerweder , door vele nog on- bewoonde landen der Hottentot- ten , en loopt eindelyk in den ha- ven van St. Helena , wqlke ver over den haven van Saldanha legt, alzoo dat de lengte., welke zy Afrika doorloopt , ruim 100 my- len uitmaakt. h bbmdfi ^c Hottentotten hebben in dit Hottcntot- dillrict nog onlangs huisgehou- tennog aan de Europeanen het hoofd te ien' bieden, of het hare te roven, te lleelen, of op allerlei w \ . afhan- dig te maken, waren de Gouv< ncurs genoodzaakt om alhier, ten behoeve der ingezetenen, en ten cüenfl van de lllullre Compagnie, een flcrke pofl op te rechten , en met veel volk te bezetten , ten einde om op de bewegingen van deze barbaren een wakent oog te houden. Ten dien einde hebben zy een woning voor 100 man, en een Ital voor hare paarden aldaar laten bouwen, om by de hand en fterk genoeg te zyn, als 'er cenige duizend Hottentotten quamen zamente rotten, en iets vyandc- lyks te ondernemen. Deze Ruiters hadden ook op Hoe med een hoogte een fluk gefchut, FtJSto? welk zy mocilcn los branden, als belette, 'er een zwarm Hottentotten quam, om daar door aan andere, die insgelyks op andere plaatzen, als in de groene Kloof, enz. om harentwille op gelyke wys en uit gelyke voorzorge dcrwaards ge- legt waren, een teken te geven, dat zy zich gereed moeden ma- ken, om hen, wannftr zy al te kort mogten komen te fchicten , te können helpen , om de vyan- den te verjagen. Naar dien ech- ter als nu de vrede tulTchcn deze' Barbaren en de Kriilcncn is ge- troffen, en zy door veel leergeld cindclyk tot een vrecdlicvcnd be- fluit zyn gebragt, zoo is zoowel Vciniengtn deze als alle andere fterke wachten ingetrokken , en zyn de (lukken wederom in de veiling gebragt, ge- lykmcn dan op deze plaats niets dan enkelyk de overblyf/.els van de woning en van de paardcflal ziet. Als nu zyn de Hottentotten met de Europeanen zulke goede vrienden, dat de lllullre Compa- gnie, of in defzelfs plaats de Eu- ropeanen alle inct malkandcrcn, tot Mediateurs worden verzocht , als zy zelf onder elkander oorlog voeren , gelyk daar van zeer vee! Q r voor- BESCHRYV1NG van de w dei i land tot dit Heeft goe de weide. 124 voorbeelden /ouden können wor- den aangevoert. Voorts behoort ook tot dit di- flrict het land, wegens de menig- diftri« be- vuldige Rivieren, de 24 Rivieren hoort. genaamt. Voor weinig jaren zyn 'er eerlt eenige derwaards gegaan, om kondfehap van het land in te- nemen , en vermiete het hen toe- fcheen, dat de grond goed en 'er overvloed van water was, zoo hebben zy van tyd tot tyd van de Gouverneurs een plaats verzocht, om hun vee te weyden , en vet te maken. Dezelve verkregen, zyn zy derwaards geweken, en wanneer men zag, dat zodanige in hunne mening of gevoele on- trent den grond niet bedrogen waren, zyn 'er tamelyk veel der- waards afgezakt, die zich hebben bemoeit, om daar insgelyks een fmk lands te bekomen, 't geen hen ook niet is afgeilagen, en gaan 'er byna dagelyks nog meer derwaards, welke zich met haar \ cc aldaar ncderlaten. Behah en de wcydens voor vee, hebben zy als nu ook verlof ge- kregen, om eenige weinige mor- gen lands t£ bebouwen en te be- zaajen, ten einde om niet genood- zaakt te zyn , om haar brood zoo ver te halen. Dóór dit middel hebben zy insgelyks den grond zoo vruchtbaar bevonden, dat zy zeer wel vergenoegt können zyn, aangezien zy van een maat koorn 25- tot 30 en dikwyls nog meer wederom bouwen ; en wyl zy gene watermolens aldaar hebben, om hun koorn daar op te malen, zoo bedienen zy zich van Kleine |H'- hand-molens,b\ na Op dezelve wys als de Kolli of Peper-molens, edog met dit onderfcheid , dat 'er geen boute poflcmcnt onder aan is, werdende dezelve in een muur alt gefchroeft, en van een zwart of Haaf behandelt, die in een dag ruim een mcilel of anderhalf kan malen. Het meel valt in een zak , onder aan den molen vaftgemaakt, 1 n word verders niet meer gebuilt. IS. Is vrucht baa.. Wat my aanbelangt, ik kan wel iseenzwa- zeggen, dat de wyze van fpreken rc arbcid- van Plautus en Terentius van dare in "Tïftrtnam , dat is , in den zwaarften arbeid , en verilaafite dienltbaarheid Heken, met dezen arbeid zeer duidelvk uitgelegt word; aangezien deze molenaars geitadig in haar zweet dryven, en menigmaal niet weten, waar zy van matheid en vermoeidheid bh ven zullen. Deze 24 Rivieren echter leg- Hoe het gen achter het Riebeek - Kaileel , ™et,lK'' «' ontrent een dag reize Noordoolt; dit land en vermids de inwoners zich nog fcl»Pcn maar zoo onlangs aldaar hebben onthouden , en de meeite hun- ne landen enkelyk ter leen heb- ben , dat is , altyd maar 6 maan- den tot haar gebruik, en zy de- zelve niet in eigendom bezitten, naar verloop van' welken tyd zy wederom een verlof- brief van den Heer Gouverneur moeten hebben , ten ware zy van den Land - droit in boete wilden zyn heilagen , zoo hebben de inwo- ners derhal ven ook weinig luit, om een goed gebouw daar op te zetten , dat van daag hen, en morgen aan een ander zoude toebehoren, die het land weder ter leen zoude bekomen , waar door men dan ook niets aanmer- kelyks aldaar ziet om dat hunne huizen enkelyk herders of zoda- nige hutten zyn , die by de oude Seyten Tuguria wierden ge- naamt.- Wyders worden tot het diuriet Honing van de Drakcntfecnfche Colonie J2g£? gerekent, de Honingbergen,dienenaam. nog ontrent een dagreize van de 24 Rivieren afleggen. Zy heb- ben hunnen naam bekomen van de menigvuldige honing, die de tuen aldaar by malkandcren ver- raderen, en inde ilecnrcten of Ipleten verbergen , waar uit de- zelve als de zon heel fehvnt , en het was gefmolten is, uitloopt, en zieh aan de onwetenden Hot- tentotten openbaart. Wyl deze ' happig KAAP de GOEDE HOOP. 125 Hottentot- ten /ecken den honing op. Wie rieh v.m bedient. Dient tot dunk. :arom dit tand niet word twt. happig zyn, om een pyp tabak of een glas brandewyn van de Euro- peanen te verdienen j 700 klaute- ren zy op de ftylfte klippen , en halen den/elven dikwyls niet /onder groot levens gevaar van daar« doen ze in een mnzcl, welkers hairen van binnen z\ n , en brengen ze tegen gemelde be- loning , zoo als dezelve is, met Was en hairen vermengt aan de Europeanen. Wyl nu de inwoners van deze Honingbergen , hoewel 'er als nog weinig en enkelyk zodanige zyn , die hunne fchapen willen weyden ; nog bier of wyn, maar alleen water , of als het al. heel wel en op zyn zondags is, melk van de Hottentotten te drinken hebben, waar toe ik echter we- gens de grote morftighcid geen trek of lult heb , zoo is aan deze menfehen de gemelde honing zeer aangenaam, om datzy daar van honingbier of mee brouwen, en een gezonden , en zelfs als zy willen een Herken drank maken können. Vermids zy ook wei- nig brood hebben , als dat zeer moeijelyk en laitig valt , om zoo ver te voeren , zoo eeten zy vleefch tot vlcefch, namelyk zy nemen een ftuk hamels of lams- vleefch, en eeten in plaats van brood , droog herte of ander wild vlcefch daar toe, 't welk hen zoo wel bekomt, dat men heel zelden van een ziekte hoort. Zy konden koorn genoeg heb- ben , als zy wilden, of hen ge- oorlooft was. Het land is goed en zeer vruchtbaar ; daarenbo- ven, hadden zy mirt genoeg , by aldien die van noden was; maar hen is zulks niet geoorlooft , en wanneer zy al verlof hadden, zouden zy tog de moeite myden, derhalven nemen zy liever een (naphaan met zich , om een of ander wild te vellen, wanneer zy mager vleefch genoeg opdoen, dat zy zelfs hunne fchapen fpa- ren, en 700 veel te meer van dezelve verkopen können. Van de miftj wyl hy inden regentyd of winter week word , maken zy kluiten , zoo groot als ontrent een turf of een tegellleen, welke hen vervolgens voor hout ver- llrekken moei. Findelyk behoren tot dit diftricl P>quc ook de Piquet-bergen, van de *T;rh™ ceritc kondlchappers van het land nenaam. aldus genaamt, om dat zy onder of by dezelve een Piquetje op de- kaart lpeelden , 't welk volgens bekomen bericht, tot laat in den avond zoude hebben geduurt. Deze bergen leggen nog een dag- reis verder als de honing -bergen, of om kort te zeggen , acht dag- reizen van de Kaap de Goede Hoop, waar ontrent zich als nog weinig Europeanen onthouden , en aldaar hunne fchapen hoeden, ten einde om dezelve vet temaken en met groter voordeel te können verkopen. Zoo wel in dit, als in het voor- Hottentot- gaande diftrift , namelyk de Ho- •|jndi70nea ningbergen , hebben de oude en hét vorig eerfte inwoners, de Hottentotten dma- als nog beften d ig haar verblyf, welke ook zeer vriendelyk tegéns de Europeanen zyn ; behalven dat zy In den jare 1711 een van hen hebben gcdreigt, van hem het vee af te nemen. Van deze bedreigin- gen is nogtans niets gekomen, door dien de Illuftre Compagnie of in defzelfs naam , het provhio- nelc Opperhoofd , de Heer Helot zich de zaak aannam, en 15-0 man, te weten 50 zoldatcn en 100 bur- gers derwaards deed trekken, om de wederfpanningen tot gehoor- zaamheid te brengen ; cdog hier van zoo als ook van de Hotten- totten zal te zyncr tyd meer volgen. En hier mede is ook de derde Colonie afgehandelt ; 't welk hope ik van het geen een nieuwsgierig gemoed kan vergenoegen, behoor- lyke narieht zal hebben gegeven.Of fchoon het my niet zw aar zoude vallen , om verder te gaan , en Q 3 der i26 BESCHRYVING van de • VlYCl- Colü- , van 'uar naam. Is no» gantfch nieuw. Legt ver van Kn^p de ] loop. 1 1 der Hottentotten eigen en als nog gantfch vrv land te befchry ven, 7,00 meet ik zulks nogtans opfehortcn, al/00 ik als nu voorgenomen heb , om van de aangelegde Colonic bericht mede te delen , en ook \v\l ik m\ nog 7.cer wel weet te Irinnen te brengen , dat ik in het begin van dit Hoofdlluk heb bc- looft, om de nog overige en laat- ite Colonie van W averen hief by te voegen. Om nu zulks in 't werk te {tel- len , 7.00 moet ik vooral wegens den naam zeggen , dat de Heer Gouverneur Willem van der Steil in den jare 1701 heeft begonnen dezelve op te rechten , en haar den naam van Waverfche Colo- nie, of het land den naam van \V averen heeft gegeven, omdat hy met de ryke en voorname Fa- milie van Waveren in Amrtcrdam vermaagfehapt was. Aan deze zocht hy eenen dienft te doen , en 7.ich in hunne gunft dieper te wikkelen , om dat den naam van dat gcflagt daar door als vereeu- wigt was; welke naam nu ook beftendig aan de nakomelingfchap zal by blyven , ten ware ook de gantfehc Waverfche Familie door een onverhoedfehe fchikking , t'cenemaal quam uit te fterven , of op een andere wys quam af te ne- men. Gelykzc echter de nieuwfleis, die kort voor myne aankomft is opgerecht, en aldus is genocmt, aangezien het land voorheen het 1 ode zandt heetc, ter oor/akc van ten berg, welke deze Colonic a an die van Drakcnllccn affchcid, zoo is zy ook de uiterite en vcrltc van de Kaap de Goede Hoop , leg- gende ruim i-r of 30 myien van dezelve, en wel ten opzichte van dezelve Ooft. Hare grenzen zyn tot nu niet bepaalt, of fchonn y.v van vele, edog als nog onbekende en ongc- naamdc bergen omgeven is; daar- enboven weet men ook nog niet , \er deze ( .'olonie zich nit- ftrekken zal. Ondcrtuftchen laat het zich aanzien , dat ze in 't kort met zoo veel inwoners zal worden aangevult, dat men genoodzaakt zyn zal, om andermaal een nieu- we op te rechten , en zoude in dat geval können verftrekken het naa- Ite diftrict , het zwarte land ge- naamt, dat onmiddelbaar of ten minften niet ver daar van daan, aan het rode zandt grenft. Of fchoon de menigte der in- woners ten opzicht van andere Colonicn, nog niet al te groot is, als 't welk in zoo korte omwente- ling van tyd niet gefchieden kan, wyl weinig vreemdelingen uit Eu- ropa .meer denvaards gevöert, of gantfch gene meer vry zonder koftgeld te betalen , gezonden worden , weet men nogtans , en heeft de ondervinding het geleert* dat het land ongemeen goed is ; ^J™ daar is niet alleen goed houd , dat zeer weelderig groeit , maar de rogge , tarw en allcrly hulze- vruchten wiUen daar ook zeer wel Hagen en warfen. De bovengemelde rode zandt- D,e,ro^e berg is tamelyk hoog en ftyl ; wes- isfto"ej halven de inwoners, van daar naovertek°- de Kaap, of van de Kaap weder na m huis rydendc, in het overgaan van dien berg, altoos groot ongemak uitftaan ; zy zyn gehouden , om den wagen of kar , ten ware zy denzclven breken wilden, tel- kens te ontladen , en den Wagen uit malkandcrcn te nemen, ende goederen zoo wel als den wagen by ftukken boven op den berg te dragen, den zelven aldaar weder in malkander te zetten, en te la- den, aangezien zy anders met de grootltc moeite eenige uuren doorbrengen , eer en alvorens zy op i\cn kruin van den berg ge- raken. Dir ongemak word veroor- w.i zaakt door het hout, dat dicht EÜ"" aan den ryweg walt , waar door men met het ntuig niet kan draa- ien , zoo als men wil. Daarenbo- ven zyn "er cnkclde ronde klip- pen, KAAP de GOEDE HOOP. 12/ Welke in- woners in deze Colo- nie. pen, die als op elkander gcftapclt zyn, die den wagen dan op deze dan op gene zydc floten; zoo dal by aldien men wegens het hout wyken konde , de gemelde klip- pen in den weg /oude zyn , zoo men anders niet den wagen om- fmyten , en het een of het ander daar aan breken wil, 't welk hier op dezen weg nog veel erger zou- de zyn. \\ at de inwoners van deze Co- lonie betreft ; hier wonen gene andere dan zulke , welke zooveel vee hebhen, dat zy het op hunjie eige errlyke goederen niet kon'*» nen wyden , en derhalven ge- noodzaakt zyn, om eiders vocd- zcl voor het zelve te zoeken. En vermids deze Colonie naait die van Drakenfleen legt, zoo bege- ven vele zich derwaards , en bou- wen aldaar kleine flechte hutten , om dat zy geen eigendom aan het land hebben , en het maar 6 maan- den tot 6 maanden ter leen kry- gen , gelyk reeds hier voren aan- getoönt is. Om deze rede, en wyl deze Co- lonie als nog zoo zeer teer en in haar eerfte groei is, zoo heeft de- zelve ook nog geen eige Recht- bank en zelfs nog geen Kerk , maar de inwoners moeten zich na Drakenileen , Stellenbofch of na de Kaap zelf begeven, om aldaar hunnen godsdienft te verrichten, hunne huwclyken te voltrekken , en hunne kinderen te laten dopen; de rechtzaken moeten zy na Stel- , lenbofch brengen, als onder wel- kers Overheid zy behoren. Het water £)e Hemel heeft een ryke wä- aldaar. . , _ , . ' , ter zegen in deze Colonie gelegt, en haar behalven de menigvuldige koude bronnen en kleine rivier- Warm bad. tjes, met een warm bad befchon- kèn, het welk echter by den cer- ften oorfpronk zoo heet is , dat men onmogelyk daar in baden kan. Voorts welt het zoo rykelyk , dat men nog een tamelyke grote beek daar van ziet weglopen i die twee uuren ver geftroomt, alsnog zoo Heeft geen Rechtbank nog Kerk. warm is , dat men als dan eerjft met het grootite vermaak daar in zoude baden, f/go anders iemand maar wilde ydjMgaan ende proef yan de woning van hetzelve ne- men. Dooi dien echter dit niet gefchied , en niet ver daar van daan noveen ander warm bad is, yan wclkfrs goede werking men als nu verzekert is, zoo laat men zich aan dit weinig gelegen leg- gen , en men houd zig by 't geen reeds goed bevonden is. Het legt ontrent x irrylen van het eerlte warme water of bad, 3 o nivlen van de Kaap de Goede i loop '/,uid.>oit, en alzoo achter de Hottentots-Hollandfch ber- den ; 't is niet y.00 heet als het ecritc, en dienvolgens bequamer om te gebruiken ; verfcheide men- ichen hebben zich reeds daar in gebaad , en defzelfs deugd zeer heilzaam bevonden. Ik zelfs ben van de eerfte gcweefl , die zich daar van bedient , en de goede werking daar van befpeurt heb; wcshalven ik ook jegens andere menfehen metjttem daar van heb gefproken,en deswegen verfcheide malen de eer heb gehad , om met eenige derwaards te reizen , ge- lyk zulks alles op een andere tyd wydlopiger zal uitgevoert wor- den. De Hottentotten wonen nog by het zelve ; deze Hottentotten worden de Koopmans Natie ge- niamt , welkers gantfeh land zeer goed en vruchtbaar fchynt, ge- Ivk dan uit de bloemen en krui- den , die aldaar grocjen , genoeg- zaam te zien is. Het zelve is nog gantfeh onbewoont ; en heeft zich alsnog niemand aldaar erfïclyk ter neder gefet , dan de bovengemel- Fcrdinand Appel , die door by- zondere gunlt en genegenheid van den Heer Gouverneur Louis van Aflenburg, dit bad na bchoor- lyk verzoek en gelukkige voor- fpraak van den Heer Kapitein Jan van der Laan, in vryen eigendom bekomen heeft , en nu door on- der- Nog een .ndcr. Waar het legt. De Schry.; ver heeft het ge- bruikt. Aldaar wo- nen Hot- tentotten. Wie het bexit. m BESGHRYVING van de Wat jnen voor ge- bouwen aldaar aan- leggen koude. De Schry- ver word van wilde Olyfanten vertchnkt. dervinding van 's lands vrucht- baarheid fpreken kan. Indien hy doet , zoo als hy van voornemen is geweeft , om een bequaam huis aldaar te bouwen , en de Baders , die als nog onder met zich gebragte tenten hebben moeten overnachten , te herber- gen , zal hy daar uit een groot Voordeel trekken ; want vermids het bad uit den zoogenaamden zwart-enberg vloeid , zoo kan hét huis alzoo opgerecht worden , dat men met 't grootfte vermaak niet alleen de rondom leggende dalen en heuvels, maar ook de hier voor befchreve Tafelberg » de Hotten- tot-Hollandfch bergen , de Keer- weder, deHouthoek, nevens de Dalen en Rivieren , die daar door lopen , zien kan. Edog ik heb reeds gezegt , dat ik by een andere gelegenheid ora- flandiger daar van zal fchryven ; derhalven laat ik het daar by be- ruften , en voeg maar alleen daar by , dat ik in den jare 1709 by den voorgemelden Houthoek fes wilde Olyfanten ontmoetede, die my met den eerften opflag geen kleinen fchrik aanjoegen ; na dat ik echter zag , dat zy gingen gra- zen , en daar benevens naby het water waren , en zy my onbeke- ken en ongemoeit gaan lieten, heb ik deze vrees voor gevaar ver- geten , en mynen weg geruft na net warme water vervolgt , gelyk ik dan ook zonder eenig onge- mak , God zy gedankt ! aldaar aangekomen ben. Is in grote angft. Ook heb ik eens by het warme . Kr?# een ,c .,-' , , . bezoek van water zeit wanneer ik by nacht in elf kewen, myn tent lag te llapcn' een be- zoek van elf leeuwen gehad, die door haar verbazend en doods be- naauwdheid veroorzakent brullen wel ras den flaap uit myne oogen dreven , en kan ik wel zeggen, dat ik zoo lang als ik leef, in zo- danigen angft nooit ben geweeft, om dat ik alleoogenblik vreefde, dat ik elendig zoude worden vcr- fchcifrt , aange/ien ik maar 3 Hottentotten, die mvne Tolken waren, by my had , ndgtanS heeft God, wien eeuwig dank daarvoor Wo.dvan zy ? my uit hare moordaardige en bevfeid!*1 verfcheurende klaauwen door hulp en byftand van deze Hotten- totten gered , als welke dezelve door het werpen van brandende houten hebben verjaagt. En dit is het geen, Lezer , welk ik hebbe nodig geacht , om ftut van deze Colönie te melden , en ik ben verzekert , dat gy als fiü van de uitgeftrektheid van deze 4 Colonien een recht begrip zult nebben. Ik konde wel wederom een reis onder de Hottentotten doen , en tonen , dat ik het land ten Ooften ook heb bezichtigt ; edog ik laat zulks wegens boven- gemelde oorzaken. Want wan- neer ik beginnen zal , om van de Hottentotten in 't byzonder te fchryven , zal deze materie beter als hier können worden uitge- voert. >t Befluit 1 dit Hooft-. IX. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 12? IX. HOOFTSTUK. Waar in de vruchtbaarheid des Lands word aan- getoond j zoo uit des zelfs ryke Vee-teelt $ als overvloedig Köorn- gewas. Vtnolg van de vorige floffen. De Kaap de Goede Hoop een der gezegenße Landen. Wat de Schryver van de vruchtbaarheid van 't land berichten zal. In welke order de floffen van dit Hoofijltik volgen zullen. Voorbericht wegens het vee. Waar de voornaamße zomerjiey- dcn. Word zeer vet daar van Waar zulke vetheid van daan komt Wien de turnde in de groene Kloof toebehoort. Hoe veehoffen enfibapen aldaar voorden geflacht. Waar men aan de Kaap het befte vleefcb kan bekomen. Groene Kloof heeft zout pannen. Waarom al- daar een wacht is. Een andere oorzaak. Afhandeling van het eerfte punt. Hoe let land klaar gemaakt word. Hoe de tuinen Van de Hiyze van landbouwen aan de Kaap de Goede Hoop. Word hyna altyd met offen gedaan. Een ploeg vereifcht dikwyls cel offen. Waarom. Een andere oorzaak. Tot landbouwen behoren veel menfehen. Hoe de offen aan de Kaap by malkandercn worden ge/pannen. Hoe het jok beßbapen Wat de Scbry* ver van dat jok oordeelt. Om welken tydbet land gebouwt word. Wat een boer het ge- heelejaar door alle maanden te doen heeft. Wat ontrent het zaajen aan te merken zy. De aardbodem kan alle vruchten dragen. Eenige kan men niet zaajen. Wat van den haver aan te merken zy. Kan niet gebouwt worden. Wat behalven den wind de gewaffèn befcha- digt. Befchryving van zeker kruid. Is niet uit te roejen. Des Scbryvers meening va» dit kruid. Schadelyke honing en meeldouw. üly fanten en andere dieren doen fchade aan het koorn. Het wéér doet aldaar geen fchade. Zelden donder aan de Kaap de Goede Hoop, De aurde geeft jaarlyks een ryke oog ft. Daar van word veel na Batavia gevoert. Wat het zaad in den oogft uitlevert. Rupfen befchadigen erweten en bonen. Het affnyden der vcldvrttchten moet gezwind ge fehle den. Hottentotten in den oogfttyd ßout. Hoe men de garven maakt. Wanneer de vrucht binnen gebragt word. Grote koorn hopen. De inwoners hebbenen gebruiken gene fchuren. Laten het koorn onder denbloten hemel. Dog het word toe- gedekt. Hoe de inwoners hare dorßhvloeren maken Byzondere manier van dorfchen. Wat de Schryver daar van oordeelt. Is een voordelige arbeid. Daar toe worden tw*e menfclyin ver- eyfcht Hoe het gedorfchte koorn gezuivert word. By zonder inftrument daar toe. By dezen arbeid gaat veel koorn te loor. Word niet geacht. Geeft tag zyn voordeel. Wat voordeel de Compagnie van den veldbouw heeft. Krygt de tiende der vruchten. Kan zoo licht niet bedrogen worden. Wat de Schryver verder verbalet; wil. Hoe de koejen gemelkt worden. Wat by eenige koejen in acht te nemen. De Schryver wederlegt een val/eb bericht, Gemeen gewigt der offen. Wat var. de fchapen aan te merken. Hebben goed vet. . Wird voor boter gebruikt. Hebben vette flaarten. Schapen, offen en koejen zyn aan de Kaap overvloedig. Echter is het vleefcb zeer duur. De fchade van dé wilde dieren onder het vee word niet geacl>t. Sterke regen is het vee nadelig. De /laven krygen het vleefcb van gefturven vee. Voorzorg tegen de ruige fchapen. Beftuit van dit Hooftfiuk. Vcrvo'g Van de vo- rige floffe. TOt nu wanneer ik u de uit- geftrektheid van de Hol- landfchc Afrikaanfche Colonien, door de Ooft-Indifche Compagnie aldaar , aan de Kaap de Goede Hoop opgérecht, na eikanderen in eenige Hoofditukken hebbe voorgcftelt , is 'er niets dan maar de buitenfte fchaal aangetoont, I. "Deel. waar uit gy wel hebt können afne- men , dat 'er van binnen een goe- de kern of pit moed intteken ; hoe echter dezelve is, en hoe hy fmaakt, is u als nog onbewuft,en. zal ik derhalven om uwe nieuws- gierigheid te voldoen, en myn woord tfand te houden, insgelyks de kern bloot leggen, en tonen, R dat BESCHRYVING van de 130 dat dezelve van aanzien lieflyk , van reuk aangenaam , en van fmaak trcffclyk te noemen is. Ten einde ik my echter in gee- nc wydlopigheid inlate , en ten n eerften tot de zaak trede, zoo is Goed der geze- gend e Landen. Wat de Schryver van de vrucht- baarheid des lands berichten zal. het zeker, dat dit Voorgebergte een der gclukkigHc landen , die onder de zon können worden ge- vonden, is, als 't welk niets ont- breekt, dat men tot lyfs onder- houd van noden heeft. Want de vruchtbaarheid van dit land , als waar uit men den voorrang van het een boven het ander pleegt te belliffen, is zoo groot, hecrlyk en voortrefi'elyk , dat het wel ver- diende van de gene al yd bewoont te zyn, die haar grootite vermaak Hellen in het belchouwen en be- trachten van Gods Schepzels , en die defzelfs daar uit volgende goedheid zoeken, den waren God eenig en alleen dienen , en hem voor alle zyne weldaden van her- ten dank zeggen ; daar het echter helaas! zoo veel hondert jaren van zodanige Heidens is bezeten, die van God wel cenige kennis heb- ben, maar hem nogtans niet van herten dienen, oi hem naar al hun vermogen zoeken te eeren, te be- minnen en te pryzen. Wanneer ik echter van vqornc- men ben, om de vruchtbaarheid des lands voor te Hellen, zoo zal 't hooglt nodig zyn, als voor af te zeggen , dat myne menig niet daar hene {trekt , om u alhier de drie rvken der Natuur zoo als zy wor- den genoemt , ex profeflb voor te Hellen. Want dit zoude zich hier nog laten doen , nog ook vocglyk gefchicden können ; maar wel op een andere tyd können wor- den onderhanden genomen ; maar ik zal u alleenlvk uit de geineen- He, en in 't menfehelyke leven nuttigfte Hukken tonen , dat dit land genogzaam in itaat is, om In welke order de van zal maar van koorn en wyn , ne- vens de veldvruchtcn worden ge- handelt , als welke drie Hukken het menfehelyke leven noodzake- lyk hebben moet , en waar door dat gelukkig gemaakt word. \\ yl echter by deze verhande- ling vele andere Hoffen tuffchen ^^ beide inkomen , die byna onaf- 'j11, H'J"ft fchcidentlyk zyn, zoo zoude niet Voigen. ondienÜigzvn, dat ik vooraf een nette order hield, waar na ik de- ze zaken denk af te handelen, ten einde naderhand niet een verwar- ring daar uit ontfla, waar door al- les onder malkandcren en onver- Haanbaar zoude geraken. Des- wegen heb ik by my zelfs beflo- ten , om voor eerlt van de koorn- vruchten te handelen ; waar na de treffelyke wynflokken, en einde- lyk de boom en tuinvruchten te voorfchyn komen zullen ; edog zoo , dat de byzonderheden des lands, die nog van niemand aan- gewezen zyn , tot befluit zullen worden daar by gevoegt. Ondertuffchen eer en alvorens Voorbe- ik daar toekom, en iets van het rg^^t" eerflgemelde Huk melde , zal vee. voornamclyk nodig zyn , om het een en 't ander in 't algemeen van het vee te zeggen , met het welk zy den grond zoo wel tot zaajen als tot planten , zoo wel töt de wynbergen als tot de tuinen , ge- reed of klaar maken moeten ; ten einde ik niet naderhand genood- zaakt werde , om hier van iets onder andere Hoffen te laffen , en de begönne vertelling af te bre- ken, Dienvolgens moet ik weder aanhalen , 't geen ik in myn voor- gaande Hoofdlluk van de Kloof, het land van Waveren en het Zwarte land gezegt heb, namelyk dat aldaar weinig koorn en gantfeh geen wyn , maar daar en tegen gras genoeg valt ; het welk ik hier dingen voor den dag te brengen, ', weder te pas breng, om met ee die in den beginne en voor de ncn te zeggen, dat het vee aldaar komH der Hollanders , hier niet I deszelfs voornaamfte zomer-wey- hebben gegroett. Kortom, hier den vind, /onder dewelke het Vöel- Waar de voorn aam« fte zonicr- wyden. KAAP de GOEDE HOOP. veéltyds niet in flut /oude zyn , om den nodigen arbeid van den veldbouwte verrichten. De men-» fchen /ouden Insgelyks behalven het wild, dat'cr genoeg word ge- vonden , en dat ook niemand te doden verboden word , wanneer men maar verlof daar toe ver- zoekt , hoewel het veeltyds ook zonder verlof gefchied , weinig vlccfch van hun dood mager vee können halen, wanneer dezewey- den de fehapen en olfën niet zoo \ et maakten, dat zy met genoe- gen te genieten zyn ; ja zelfs word het vleefch in een korten tyd zoo vet, dat men het zomtyds wegens al te veel vet met geen byzondere graagte nuttigen kan , ten zy iemand een bvzonder liefhebber v.m vet vleefch is. Waartul- De oorzaak van deze fchielyke andaanCKl cn ërote vetheid is onder ande- iomt. ren , om dat de menfehen elkan- der met haar veel vee plaats kön- nen geven , vermids zy overal water cn gras genoeg hebben. W anneer echter het land tot bouwland , dat is , tot velden , wynbergen en tuynen gebruikt wierd , gelyk op andere plaatzen van deze Colonie gefchied , zoo zoude het zekerlyk wat beter moeten worden overlegt, en zou- de men ook aldaar in de benoem- de diüriclen den arbeid niet ver- geefs doen-, zoo als de enveten en bonen , die aldaar jaarlyks zyn ge- plant , tot nu hebben aangetoont. Derhalven hetzelve ook vantarw, rogge en gerll , zoo als mede van den wynllok te vermoeden is. wyVc'Tnde . In de groene Kloof word ook groene niet te veel gezaaït , of fchoon komt!' toe- zich als nog weinig menfehen al- daar ter neder gezet hebben ; aan- gezien dezelve , niet tegenftaande zy byna io mylen van dit Voor- gebergte afleggen, echter van de Illullre Compagnie , die ze nog altyd tot haar eige gebruik aan zich behoud , aan niet meer dan vier perzonen om te beweydeti , zyn ingeruimt ; edog deze zelve I. Deel. Hoe veel lP7P 0fIl:n m C fehapen 131 vier perzonen hebben een zulke wydlopige wcyde zeer wel \.: Of j'ehoon zy paarden genoeg ',aL- hebben, die maar in 't veld als wil- de paarden lopen , en de arbei- dende offen het voed /.el voor <.\en muil weg vreeten , terwyl zy u ei- nig of niets doen, zoo gebruiken zy dezelve nogtans zeer zelden tot landbouwen , om dat ze te wild z\n, en zoo recht niet trek- ken willen, als de offen. Der- halven bedienen zy /ich meelt van offen, waar van 'er doorgaans tien of meer voor eene ploeg worden gefpannen, en moet dat worden gedaan, om dat de grond uit vet- te 7 warte aarde bellaat, waar door de ploeg, voornamclyk als de lan- ge en grote brokken aarde niet op zy willen vallen , met w einig of- fen niet w el te brengen is. Een ploeg Y)OOY o1 jen ook in den zomer of vcreifcht , r,, , . . dikmaais hemt, wanneer der weinig regen vedoflen. vaft , de aarde zoo hard als een fteen is, en men met zo offen en meer geen ploeg door dezelve zoude können brengen ; daaarbe- nevens het land door veel regen zoo week en murwe word , dat Wiaiom. cen os menigmaal zoo diep daar in zakt , dat men wel 4 anderen van noden heeft , om den zelven weder daar uit te trekken ; zoo is het wel hoogft noodzakelyk, dat men zoo veel offen voor een ploeg fpant. Eenandere Daarbenevcns leggen de wor- tels van de bomen, 1'choon maar zoo dik als een kinder-arm, dwars over het land , waar over een ploeg, zelfs met tien offen be- ipannen , liaan blyft , ten ware oorzaak. deze oflèn alle ie zamen hunne krachten aanfpannen , en de- ploeg met geweld daar door ruk- ken, waar door het dan veeltyds gebeurt , dat hel kou er of iets anders aan de ploeg komt te bre- ken. Ondertuflbhen worden niet al- leen veel oflèn maar ook veel menfehen vereifeht , als de ploeg door het kind gedreven en het zelve tot zaajen bequaam gemaakt zal w-orden. De geen , die de ploeg regeert , moet zoo als ge- bruikelvk, achter gaan ; naail of ter zyde dient 'er wederom ie- mand te zyn, om met een zweep de offen voort te dry ven , wcshal- ven deze dan ook den titel van Dryver voert ; en eindelyk moet'er iemand zyn, die de voorgefpanne offen ment, of hen den weg wyll, terwyl l>y een touw, aan de ho- rens valt gemaakt, in de hand heeft, en den voorlten voon^ar, waar voor hy ook met den naam van Leyder of Aanvoerder vereert word. By deze gelegenheid , daar ik van het land boif\ ven en de inge- fpanne offen fchryf , zal het niet ondienftig zyn , dat ik de manier , hoe dezelve worden ingefpannen, insgelyks hier nevens voeg, om dat deze wys, mynes wetens, in Holland niet bekent is. Deze manier van aanfpannen beftaat dan in 't kort hier in : Wanneer cen os drie jaren oud is, word hy eerft gewent, om het juk te dragen, terwyl hy voor dien tyd nooyt met een touw of iets anders ge- bonden is gewcclt, maar altyd los en vry in het veld en in den Hal, of gelyk zy het noemen , in de Kraal heeft gelopen. \\ elke on- befchryvelyke moeite word reifcht, om zulk w ild dier aan het juk te wennen, is niet licht uit te drukken , en word deze moeite zoo viel te groter , om dat men hem niet alleen de vryheid laat , omden kop ongehindert, dan op deze dan op gene zyde te bewe- R 3 gen, Tot land- bouwen ren veel inco- fchen. Hoe de of- fen aan de Kaap de ■ Hoi'ip by malka'n- deren ge- fpannen zvn. 134 BESCHRYV1NG vande gen , maar ook om het jok met weinig moeite weder af te wer- ft, en weg te lopen. Mant zy worden niet met de horens aan het jok gebonden , maar het zelve word hen allecnlyk op den nek achter de horens gelegt. I 3 ~ Hoehetjok Dit jok beitaat uit een rond hout, van een boom gezaagt. 'Zy nemen doorgaans een ituk van den Keur of Amaquas-boom, dat üitgedróogt , wakker taai is, en niet lichtbrcekt. Defzelfs diameter over dwars is ontrent 6 duim dik, en ontrent vierde halve voet Rvn- landfchc maat lang. Niet ver van beide enden is een vierkant lang- aehtig gat , en ontrent in 't mid- den weder twee diergelyke ga- ten, mids dat tuilchen beide mid- delltc gaten een voet over blyft. In deze gaten , waar van 'er twee en twee altyd zoo ver van malkan- der zyn , dat 'er een os met zyn hals kan door komen , Iteken zy vier houten, insgelyks van taai hout gemaakt , ontrent een voet lang, van hen joks-lchciten ge- naamt. Deze houten zyn van bo- ven veel dikker, als van onderen, en hebben een zoort van knop, ten einde om niet door te lehicten; \ an onderen is 'er een keep in, aan een van dezelve word een touw gebonden, 't welk zy aan het an- der hout met een ringetje inha- ken können , waar door het niet op zy vallen kan , en de os, als hy met de kop tuffchen de houten of joks-fcheiten (laat, het zelve zoo jicht niet kan afwerpen. I Iet eerde van dit jok word als zy aan een wagen zullen trekken, met een ilcrke ring aan den diilel- boomvall gemaakt, om tegen te können houden, wanneer h) van een berg gaan zak De andere worden maar met touwen aan de ketting valt gebonden, waar aan /\ nekken moeien. ef ik u te bedenken , of u de offen zich niet /eer lieht dit op den I ok quvt können maken, aangezien het menigmaal gebeurt, dat onder wcge het touw onverhoeds breekt, waar door zy zich als dan zeer gemakkelyk van het jok ontflaan en weglopen kön- nen. Daarenboven is het niet wel te geloven, dat zy hare volkome iterkte , die tog van natuur groot genoeg is , zoo wel können ge- bruiken, als of ze op de Duitfche wys by de horens ingefpannen wa- ren , om dat hare meelle Iterkte in het hoofd en niet in den halsbc- ruft. Daar benevens gaat het in den beginne al wat hard toe, tot dat de zenuwen , die onder de huid leggen, met de huid als ver- lterven, dat zy geen gevoel meer daar in hebben , eer en alvorens zy recht aan het trekken komen ; vermids daar door niet alleen een heftige pyn in de herzenen moet worden veroorzaakt , maar ook wyl de huid door het veel en fterk wryven zeer licht door kan gaan. Nu is het tyd om wederom te k°!; keren, en na de befchreve manier ïandbear- van ploegen ook de tyd, wanneer beid Wür w/. XXV. 4. Eenen ojfe en zult gy met ninyl- . banden , als hy dor [cht , altyd te binnen is gekomen , niet alleen wyl ik die fpreuk waar te zyn hebbe bevonden , om dat vv '.on- der muylbaad zyn, en zoo veel mogen vreeten , als zy willen , maar ook v\\l my deze manier van dorfchen toefcheen, als of ze by de Joden en miffchien ook bv meer andere volken bekent en gebruiklyk moet ge weeft zyn. Hoewel , als ik de waarheid Wat de Schryver zal bekennen, zoo komt my de daar var manier , om dezen arbeid door oordeelt- paarden te verrichten , beter voor, dan die met offen. Niet alleen om dat de paarden , die in deze landen nooit worden beflagen, veel fcherper treden , en by ge- volg; het koorn ook veel eerder daar' uit hebben , maar ook wyl zy zich veel zinnclyker op de vloer houden , als de offen , die gemeenlyk hare vuiligheid laten vallen , derhalven het koorn on- rein maken , en naderhand door het omlopen vertreden , veel koorn daar in mengen , en alzoo onbruikbaar maken. Ondertus- fchen is de fchade juift zoo groot niet, als het wel onaangenaam is, om te zien , om dat de fterke hit- te van de zon , deze vertrede vui- ligheid wel ras opdroogt, dat de korrels weder daar van gefchei- den en de drek vervolgens door het werpen en uitvegen van het koorn t'eenemaal daar van gezui- vert kan worden. Door deze wys van dorfchen , is een können zekerlyk veel meer gar- ^•d*6* ven, of fchoon zoo groot als de onze, in eenen dag worden uit- gedorfcht , als 10 of ia men- fchen met den vlegel zouden doen können ; derhalven is het niet te verwonderen , dat zy zich daar van bedienen , om dat zy zeer veel tanv , rogge en gerit opleg- gende, anders in zeer langen tyd niet zouden klaar geraken, daar zy op deze wys in de t) d van een maand , alles können ten einde brengen. Daarenboven heeft men het Daartoe i voordeel , dat by het dorfchen twee men- i niet meer dan ten hooglte twee fchen vwr tnenfehen vcreifcht worden reen I die de offen o! paarden aan een touw op de dorfch- vloer brengt, de/elvc bv hel touw valthoud, in > KAAP he GOEDE HOOP. 141 v.oij. in \ midden van de ronde vloer liaan blyft , en in de andere hand een zweep neemt, waar mede hy dezelve als in een rosmole om dry ft , mids dat hy den tour zomtyds moet veranderen , ten ;7abI einde zy niet duizelig of be- dwelmt worden ; tcrwyl de twe- de niet anders te doen heeft , dan dat hy met een houte gaffel het vertrede ftroo opfehut, op dat de korrels daar uitvallen, en de on- derlte aaren boven komen ; en word hier mede gecontinueert, tot dat zelfs het ftroo, buiten dat zeer droog , in kleine {tukjes ge- treden is. Hoc het Het koorn op de/c wys ge- kCoomgC-e dorfcht of liever uitgetreden, be- ginnen zy het zelve fchoon te ma- ken , 't welk insgelyks op deze vloer gefchied. Zy herken aldaar eerft het ftroo by malkandercn, en werpen het buiten de vloer ; daar na brengen zy het zoo veel als doenlyk op een hoop, en vegen het koorn op de plaats van de vloer by malkanderen , daar de wind van daan komt, ten einde de wind naderhand het kaf en an- der licht tuig , te beter van het koorn affcheide, en het zelve fchoon zoude können worden. Ver mids 'er echter nog veel vui- ligheid, voornamelyk zand , daar in zoude können blyven , zoo be- dienen zy zich in plaats van een zeef, als tot dezen arbeid te lang- dradig en te moejelyk , van ze- inftrumeM ker inftrument , 't welk zy Harke diir toe. noemen , waar door zy het lopen laten , en aldus 't vuil van het fchoon fcheiden. By dezen OndertufTchen gefchied het vÄooln dikwyls , dat met het fchoon ma- ken van het koorn , niet al te zuinig word te werk gegaan, om dat nog zeer veel gantfeh volle aaren, die onuilgetreden leggen blyven , met het ftroo worden uitgeworpen ; ja daar gaat ook veel koorn met het kaf te loor, wanneer namelyk de arbeider of de geen die het koorn opwerpt, de w ind niet ter dege waar neemt; daar benevens word ook menig korreltje onder het onuit- gclchuddellroo mede weg gewor- pen. Edog dit alles, om dat het Word niet lykt niet veel te können uitma- s««^ ken, word niet geacht, temeer om dat het vee, in den zomer, wanneer de heftige Zuid-oofte wind het dorre gras wegvoert, en wegens lang aanhoudende droogte geen jong gras opkomt , of de kleine Itruiken op het veld, of dit weggeworpen ltroo ceten 7y?voVr-8 moet , wanneer het dan deze ge- decl- melde aaren en korrels weder te ceten krygt , en alzoo tot fpys dient ; en dit al niet zynde , zoo komt het tog met het ftroo in de mift, en word alzoo goede mift; ook fcharrclcn de hoenders en vogels het op , en bekomen daar van , 't geen hen tot dagelyks voedzel verftrekt. Vraagt gy miflehien nu , Lezer , Wat at wat dan de Uluftre Compagnie, £•"££ die het land aan de inwoners den ïand- heeft vereert, voor voordeel van 5^°**. dien groten land en akkerbouw trekt ? Aangezien tot nu niets daar van is gebleken , vermids wel duidelyk is gezegt , dat zy zelf alles koopt ? zoo kan hier op met korte woorden tot naricht die- nen , dat het Voordeel , 't welk zy daar van heeft, niet al te ge- ring is , aangezien zy den oord daar door niet alleen in zodani- gen ftaat heeft gebragt, dat een uitheemfche vyand niet licht zal onderftaan , denzelven aan te taften, maar zy heeft ook vanden koornbouwzoo veel tienden, dat zy als ze recht in acht genomen, en niet onnut verdaan word , daar van hare bezetting byna met brood verzorgen kan , of ten minlten dat zy niet veel daar toe hoeft te kopen. Want zy heeft van alle deze Krygt het vruchten des velds het tiende ge- $™Ste? deelte, 't welk 7\ echter niet van het veld laat halen , maar het word haar in zakken voor de deur S 3 vaa 142 BESCHRYVING van de van haaf Magazyn gebragt. Zy kan daar ontrent ook niet licht worden bedrogen , om dat men wel weet , hoe veel het land on- trent opbrengt. Daarenboven zend zy jaarlyks om het nieuwe jaar, als de öogft gedaan is , twee Com- miilariiren , die de generale opne- ming doen , en welke aan ieder inwoner onder anderen vraagt , hoe veel hy heeft gezaait ? hoe veel hy denkt te winnen ? en hoe veel hy aan de Illuftre Com- pagnie zoude können verko- pen of leveren ? Belooft hy nu veel , zoo moet hy ook veel na- komen. Wanneer hy na de levering om de betaling komt , worden hem na veel omwegen , die hier met voordacht overfla, de tienden af- getrokken , en niet mede betaalt, zoo dat dienvolgens de gemelde Compagnie niet licht kan bedro- gen worden , 't zy dan dat men wilde zeggen , dat geen tienden van het brood en zaai-koorn ge- geven wierden. Edog hier op dient wederom tot antwoord, dat'er tot nu geen zyn geéifcht, ten minfte men heeft 'er nog niet fterk op geflaan , en is de Over- heid reeds volkomen vergenoegt, als zy maar vertiend 't geen d'in- woners willen verkopen. Ten einde hier echter ook geen miflag gefchiede , zoo koopt zy zelfs al- les, en bekomt alzoo haar rechte tienden. Van de andere veldvruchten zoo als ook van de wynen , heeft de Compagnie tot nu niets geno- men. OndertuiTchen heeft men een anderen vond bedacht , om van de wynen zoo veel , als de tienden bedragen zouden , ja zelfs wel een weinig meer te be- komen, gelyk hierna by der/.el- ver afhandeling zal worden aan- Watde getoont. Midlerwyl daar van de verd« «vil ol'cn cn paarden gewag is ge- vcrhiin. maakt , zoo /uit gy my vergun- nen, om van al het vee nog ecni- gc Hukken, die myncs bedunkens waardig zvn , dat ik ze u bekend make , hier by te voegen ; edog met dituitdrukkelyk beding, dat dit niet van het vee der Hotten- totten moet worden verftaan , als van welke , fchoon zy haar vee eerft aan de Europeanen verkogt , en dienvolgens veel met hen gemeen hebben , ik echter al- hier niet wil melden , aange- zien te zyner tyd het nodig be- richt daar van niet fchuldig blyven zal. Gelyk nu de koejen in Europa alle jaren ordcntelyk een kalf kry- gen, zoo gefchied zulks hier ook, dog dient men te weten, dat de koejen alhier geen melk willen geven , ten zy men alvorens het kalf daar onder zet, en een paar trekken laat doen. Want na dat Hoed zy daardoor zyn geport en gelokt, koeJen s ~"~ u ■ t, * melkt wc om aan hunne jongen het ge- den. woonlyk voedzel te geven , zoo mag men het kalf ten eerlten weder weg nemen , en kan men zoo voort melken. Wanneer echter ondertuiTchen het kalf ver- rekt , verkogt , of ook wel zelfs geflacht is , zoo zal men geen melk meer van de koe krygen, ten zy men de huid van het kalf over een ander kalf legt, dat van een andere koe is geworpen , en het zelve onder haar zet , want zoo dra de koe maar de reuk van haar kalf uit het vel of de huid gewaar word , zoo laat zy de melk fchietcn , als het maar een reis of twee wedcron gezogen heeft. Deze manier hebben alle Afri- kaanfche koejen, die om cnby dit Voorgebergte gevonden wor- den ; ja zefs de Hottentotfche , welke nog heel anders , en heel vreemd moeten gehandelt wor- den , gelyk op zyn tyd zal wor- den ge/egt. Eenigc koejen, voor- Watby' namelyk jonge, zyn ook van l°™™*fa aard , dat zv de gene , die haar acht te nr melken zullen, dat byde Europea- nen doorgaans de zwarte flaven doen, aangezien de vrowluiden daar men. KAAP de GOEDE HOOP. 1+3 DeSchry ver v. legt een daar mede niet weten om te ; om d niet fter* erf verftandig genoeg daar toe zyn, niet ver- der laten by /.ich komen , dan zy met hare hoorns ftoten , en met hunne voeten liaan können; derhalven moet men ze niet al- leen by den kop kort aanbinden , maar men is genoodzaakt , de aehtcrlte voeten te ("pannen , en met een touw te beletten , om achteruit te liaan, ten ware Z) zelf omver wilden vallen. Velen ja byna de mcclt.cn, die ^an deze koejen, zoo als ook \ vaifchbc- de oden hebben gclchrcven, mel- den, als of ,v een hogen bult hadden, b}na als een kcmel. dog ik kan vcr/.ekcren , dat niet tegcnllaande ik niet alleen de troupen vee van de Europeanen, maar ook vele van de Hottentot- ten heb gezien > nogtans nooit een bult aan een zulk dier bevon- den heb. En is derhalven die vertelling of voor een volkome onwaarheid te houden , of om befcheiden daarvan te oordelen, zal men moeten zeggen, dat zyeen klyncbuk fehyncn te hebben ,wyl het jok , 't welk- hen naar voor- gaand bericht , op den hals word gelegt , den zelvcn induwt , en de rug daarom wat hoger uit- fteekt. Gewis echter is dit , dat ; Gemene zy alle van natuur geen bult heb- ' leroffen. ^en, fchoon zy groter, hoger en llcrker van geltalte zyn , aange- zien een os doorgaans 5-00 totóoo pond weegt. Daarentegen zal het wel de | nerken. moeite waardig zyn , dat ik van de fchapen aanmerk , dat zy jaar- lyks tweemalen lammeren dragen, te weten als de eigenaar het 700 verltaat , en den ram onder den troup laten wil ; 't welk echter , wyl de laatfle lammeren heel klein blyven, en in den regentyd worden geworpen , zeer zelden gefchied ; waarbencvens mecnig fchaap niet alleen twee , maar ook dikwyls drie lammeren ter wareld brengt. Nog merkwaardiger ech- ter, dunkt my, is dat ha leha- pe vleefoj] het gantfcke jaa* dooi; 'I rn aangenarn is; het vet van dezelve is zoo fmeerachtig niet , Hebben als dat in Europa, \ermids mengoctvet* uit hel /ehe , gelyk als uit het vleefch /elf, de eigentjyke fpys, waarmede /\ /\n gevoed en ge- mefl , ppit -v ui kan ; ja daar y\n Vee] arme rnenfehen , voorn.ame- lyk de Haven, die geen geld heb- bo^gT bende om boter kopen, het /.el- b:"ku ve lnvlten , en daar na met /.ul- ken graagte in plaats van boter gel ruiken , dat men niet anders zonde mcncn,oi'het wasbotcr zelf. Het merkwaardigste ondertuf- Hebben fchen is, dat zy grote, brede, en S" ll"r" dikke Jtaarten hebben , die meelt uit vet beftaan,en doorgaans 15- of 10 ponden wegen , gelyk Vader Tachart p. 163 in yyne Siamfche Reis zulks ingclyks getuigt 3 v. es- halven men alhier voor een fpreekwoord jegens een vreem- deling en onkundige pleeg te zeg- gen, dat hy met zyn makker geen fchape Itaart zoude können op eeten ; des niet tegenftaande zyn deze nog niet tegen de Perliaan- fche te rekenen, welke hoewel kleiner en by gevolg lichter , nog- tans zulke grote itaartcn hebben, dat een van dezelve , zoo als ik aan de Kaap zelfhtb ge/.ien, met de van daar komende Ichepen hier gebragt, en tegen Kaaplche ge- ruilt, doorgaans zo, z^, of 30 ponden weegt. De inwoners bezitten zeer veel Sciape*» fchapen, zoo als ook oilen en kocjemyn koeien, gtlyk zulks ook niets a.andc J ? ? J , ... Kaap over- vrcemds is, om dat ze jaarlyks zoo vioedig. veel jongen opbrengen ; waarbe- nc\cnskomt, dat de I lottcntot- tcn van haren overvloed tegen brandewyn, tabak, kopere kra- len , en andere diergelykc gerin- ge waren vele aan de Europeanen verruilen ; aangezien men door- gaans voor een pond tabak een fchonen os, en voor een half pond tabak , een vetten hamel enz. , bekomen kan , gelyk ik zelf BESCHRYV1NG van de 1+4 zelf dikwyls heb bevonden , wan- neer ik onder hen reisde. Nogtans is Men behoeft maar de grote zccrdaä* troupen te zien , welke men ont- moet ,als men over land reilt, zoo zal men wel haaft van zelf oorde- len, dat 'er een grote overvloed van vee is. Ondertuflchen ver- kopen de Europeanen haar vlcefch elkander duur genoeg , wyl hen van de Illuftre Compa- gnie de vryc handel met de Hot- tentotten verboden is ; en dit is wel voornamelyk de rede , dat . men het vleefch in de hal ook zoo duur moet betalen , en koft een pond doorgaans een dubbeltje , of naar Duitfche munt , ontrent vyf Keizerlyke Kruitzers. De fchade Het gebeurt dikwyls wel, dat cueren'™- de wilde dieren > als Leeuwen > der het vee Tygers , Wolven , wilde Hon- SSt™* den enz>' ccn §rote flacntiriS daar onder maken ; gelyk dan de Tygers alles dood bvten , en maar hcV bloed zuigen; de wilde hon- den alles vernielen en verfcheu- ren,maar niets daar van vreetcn;de Leeuw daarentegen met een ftuk te vrede is, en zich met den buid uit het zandt begeeft, en de wolf insgelvks niet veel neemt en ver- nielt ; maar deze fchade word niet heel veel geacht ; om dat men door de ryke aanteling zich wel haaft weder helpen, en zich in vorige Haat ftellen kan. Daar- enboven kan zodanig dier by dag hiel wvl fchade in 't veld toe- brengen, om dat 'er Herders zyn ; wanneer 'er echter wilde honden komen,dic doorgaans tnuipsu \ v.e lopen, voo moeten de arme fcha- pen het ilachtoii'crwezen , maai- de ollen en ko: jen kiezen het ha- ve npad , en zulks doen deze ook, als zy een l .eeuw of T\ ger ruy- ken. Sterkere- £ÖO is ook de ft< rkc regen in octii»-voor den winter een vyand van al het '" "a" \ L-'. ; omdat het niet alleen over dag nat word , maar ook by nacht , buiten de llal als die zy met heb- ben , in een vierkante kraal , of liever op een afgefchutte en met een vierkante muur omgeve plaats blyven moet , waar door het als dan zeer mager word ja zomtyds ilerft ; edog dit verlies word niet meer geacht, als het voorgaande ; ja men ziet 'er weinig na, of de een of de ander trek-os omvalt, om dat hy nevens ander goed voed zei iets heeft gevrceten , waar door hy zyn natuurlyke ontlalling niet heeft können hebben. On- De CavJ dertuflehen werpt men het vleefch k!vsc'/ h- • . r A. i i vleefch va met weg , oï geert het aan de geftorvea honden , wyl men voor ze- vec- ker weet , dat het dier voor- heen niets heeft gefchort , maar men hakt het aan ftukken , zout het , en geeft het zonder fchuw of nadeel aan de Slaven te eeten. De eenige ziekte, welke aan een Toeftei te gantfche kudde nadeligzoudezyn, SJob zoude van de fchurfde fchapen fchapen. moeten van daan komen, buiten dewelke ik niet weet , dat van eene ziekte gehoort of gezien heb; ondertuflchen hoeft men ook on- trent deze niet meer beducht te zyn , aangezien een bevel daar tegen afgekondigt is , achtervol- gens het welk de geen , die fchurf- de fchapen heeft , en dezelve niet aan zyn buurman , zoo als ook aart de Overheid vertoont, niet alleëfi een geldboete zal moeten betalen, maar dat hy dezelve niet ten eer- iten van kant makende , tot een zware gevangenis en andere ftröf- fen zal worden verwezen ; gelyk men dan gedurende myn aanwe- zen niet heeft gehoort , dat een troup daar van aangcitoken of daar mede behebt was. Jegenswoordig konde ik nog Bdluit J wel in deze ltofic van de vrucht- dn Hooft baarheid des lands voortvaren, en fluk* hier nevens voegen het geen on- trent den wyn - en ooft-bouw te weten nodig is ; edogdewydlo- pigheid van de/c en de ryke over- vloed van de nog te verhandelen- de Hoffen , gebieden my om te ein- KAAP »f, GOEDE HOOF. 145 eindigen, met dit beding nogtans, gen zal , en ven;* derhal- dat ik In de naafte gelegenheid \ n , om zoo lang geduld te den draad van dit verhaal vervol- ri X. HOOFTSTUK. Waar in de Schryver bcwyft , dat men dé vruchtbaarheid van dit Land, insgelyks uit de tuin- en boom-vruchten, voornamelyk echter uit den trerTclyken en ryken Wyn- oogft: afnemen kan j waar benevens met eenen van allerhande merkwaardigheden, rare Spe- lonken, Grotten, Stenen, en andere zaken^ naricht medegedeelt word. Wat de Schryver verbalen "ek en gie is vekerlyk het giooitc onge- it' uier' mak, 't welk de \\ ' \ngardenicrs wynvaten. meelt drukt. Want vermids de duigen uit Holland moeten ko- men , zoo zyn z\ mei alleen, ge- lyk licht is te begrepen , zeer duur , maar wanner 'er al eenige komen , zoo zyn ze in een ogen- blik weg, en maken derhalvcn het vaatwerk deels ongelovelyk duur , en ook zeer fehaars ; om dies wille moet de w} n byna alle jaaren t' eenemal, of voot het grootfte gedeelte, en tot op eeni- ge weinige vaten uit gedronken of verkogt worden ; en in dit ge- val brengen de ichepen een groot voordcel aan , w) 1 dezelve altyd een groote quantitcit mede ne- men , en na andere plaatzen , voornamelyk na de Indien voe- ren , alwaar zy , om dat hy hier niet al te hoog komt te itaan , door dien zy voor een emmer naauwlyks acht tot ioRyxdaak- ders betalen, wederom een tame- Iykc winll doen , en behalven hunne vryen drank een groot voordeel in haar zak ileken. Indien de menfehen alhier zoo 2aJ"d°°r* veel fiiftagie hadden , of dezelve menden zoo gemaklyk konden bekomen, ^^ als in Europa , zoude vele haar moet, wyn zoo ras niet verkopen, voor- namelyk de geene, welke het geld ontbceren , en na een goe- de gelegenheid wachten können. Zodanige zouden den wyn wel twee, drie en meer jaren laten leggen, om dat zy verzekert zou» den zyn , dat haar kapitaal daar door niet verminderen zoude, daar zy in tegendeel nu maar haar beft moeten doen , om zich de- zelve quyt te maaken , ten einde ledig Vaatwerk te hebben, als de tyd van de druivelezing wederom aannadert. Want i52 BE SCHRY VING vande Zoude jm- Want by aldicn de wyn ten brterwor- miniten twee jaren konde oud den. worden , /oude hy niet alleen in kracht ongeloorlelyk toenemen , en zeer fchielyk de geene, welke hem flerk drinken , of anders liefhebbers van goede wynen zvn, dronken maken , maar hy zoude ook zyn Kaapfchen fmaak veran- deren , en niet meer na Kaapfchen wyn , maar na Kanarifche Scct hel- len ; gelyk my dan zeer wel be- wuil is, dat ik aan ecnige, die zoo oud waren , dierge- lyken licrlykcn fmaak zeer na- tuurlvk en met 't grootlte verge- Exempci noegen hebbe bevonden ; ja de daarvan. Heer Gouverneur \\ illem Adri- aan van der Steil heeft my eens in den jare 1706 uit zyn eigen kel- der een vyf of zesjarigen wyn laten proeven , van den welken ik wel met waarheid mag zeggen , dat ik niet wilt , waar voor ik hem zoude drinken ; aangezien hy op de tong een prikkelend en en rhynfche fmaak had , en den zelven drinkende , kon men de Kanarifche Scct geur zeer eigent- hk en met groote nadruk daar in gewaar worden. Des Schry- Toenmaals quam mv de ge- vers cc- <+ ' - t^ dachten fchicdcnis te binne van een Rei- dar by. ziger , die een groot liefhebber van goede wyn was , en derhal- ven overal zvn knecht vooruit zond, om de wynen uit te pirco ven , met order , dat hy goede wyn aantreffende , het huis mei het woortje Efl brandmerken /.oude; vermids mi de/e Heer na vérloop van eenlgeu tyd over« leed, en de knecht dit graffchrifl maakte: /://. Eß,/>ropter nimi- iim Efl , 'Do mi uns mens mort mts efl. dat is : 'Puik.' 'Puik! iuas eel. 15$ legt de gevlochte ranken daar in, bedekt dezelve met aarde, en laat ze groejen. De twede manier om deze Bot- De twede tat as -wortel te planten , is, dat WT*^d*" men de vrucht of de Bottatas- temmen, wortel zelf neemt, en in fchyven ontrent als een komkommer, dog iets dikker fnyd, dezelve in de aarde lteekt, en waifen laat. Bei- de deze manieren zyn goed be- vonden ; de twede hebben daar na de inwoners alhier zelf gepro- beert en insgelyks goed bevon- den , gelyk dan beide manieren nog alle jaren wel flagen , of fchoon zy niet als hop worden ge- kapt, zoo als de gemelde Meifter loc. cit. fchryft, dat op het ei- land Java, de Malakfche en Ma- labaarïche Kuiten gefchieden moet. Vele andere kruiden en worte- len ga ik voorbedachtelyk met llil zwygen voorby , om dat ik my buiten dat lang genoeg in deze materie heb opgehouden; voor- namelyk echter, om dat niet al- leen de Europeanen maar ook de Hottentotten zich met voordeel van dezelve bedienen , weshal- ven dezelve evenwel nog zullen ^s^/y- moeten voorkomen; ten dele als boom- ik van het Regnam vegetabile in l^tnT een byzonderen brief handel, 1«. deels ook wanneer ik van de Hot- tentotten fchryf, en in 't byzon- der van hare gewone fpys fpreken zal. Als nu zat ik achtervolgcns myne beloften, nog van de boom- vruchten gewag maken , en aan- tonen , dat hier ook geen gebrek , maar een veel groter overvloed zy, als in Duitfchland of ergens in Europa , en dat dezelve de ge- zondheid , ook zelfs veel daar van gegeten , in genen dele be- fchadigen. Vooral is het nodig , dat ik van dcrA^Jins de Afrikaanfche bomen , die het i<"nfch« zelve voor haar vaderland ken-150"1611" nen, boven heen erinnere, dat zy uit de natuur of onvruchtbaar zyn , als in Europa de dennen, V % lin- i56 BE SCHRYV1NG vande linde en wilgebomen , of wel I zulke vruchten dragen, die nooyt een Europeaan heeft gegeten of können eeten, of fchoon de Hot- tentotten zich daar van bedienen, gelyk te zyner tyd omftandigcr zal worden aangetoont. Die ech- ter uit andere geweften , als Eu- ropa en Afia herwaards zyn gc- bragt, zyn of uit de vruchten of tiit derzelvèr binnenftc kern en zaat voort gctcclt , en als nu al- omme in een grote menigte te vinden ; alzoo dat men by een matig vrucht-jaar, als de wind maar cfe helft van de vruchten aan de bomen laat , nogtans voor de inwoners en ook voor een goed deel fchepen genoeg heeft. Derhalven zyn het louter vreemde bomen ,. die de "Euro- peaanfehe inwoners alhier een laafnis , ververfching en verquik- king moeten vertrekken , welke ook zekerlyk zulke aangename vruchten leveren, dat men ze naauwlyks beter , ja menigmaal niet zoo goed in haar eigen va- derland vind ; diergclykc zyn meelt alle navolgende , welker cultuur echter niet zoo veel ar- beid , nog zoo lang tyd , als in an- dere landen , voornamclyk in Hare cui-'Duitfchland vereifcht. Want als tuuris.üciit. nu.n hier het zaat, of de vrucht zelf, waar in het zaat zich ont- houd , in de aarde fteekt , zoo kan men vallen Haat maken, dat 'er niet lang daar na een boom van dïezélve zoort zal uitfpruiten; ge- lyk dan by voorbeeld, de Amarl- : delboom uit de Amandelpit, on- trent 6 weken met zyne harde fchaal in de grond gedoken, voor- treilelvk voor den dag komt, én 't , dathy weHlagcn, en ede M'uchten dragen zal, als hy maar op den rechten tyd, dat is , het volgende jaar , of ten langfteri o\cr twee jaar, verplant Word. Hocdeb> Als men geen vruchten, of zaat men ion- van cc.n /A'ivCr boom kan beko- (icr 2.14t vaii mandcl- boom. men, welke men gaarn ovenrloe- pfa^g£"or. diger wilde voorttclen , ofdezel-den. ve ook niet daar aanhangen wil , zoo fnyd men maar een tak van den boom, mids dat het geen wa- ter-loot is , maar reeds vruchten heeft gedragen , gelyk tog alle ja- ren moet gefchieden , als men goede en vruchtbare bomen wil houden. Deze tak lleekt men in de aarde , en men kan llaat ma- ken , dat hy wortels maken zal , geh k 'er dan van hondert naauw- lyks tien miilukken , en uitgaan. Zodanige zyn by voorbeeld , de gJSfi Quee , Vyge , Perfike , Apriko- nameiyk ze en vele andere bomen , van sekhled* welke, zoo als ook van verfcheide anderen , men reeds genoegzaam de proef genomen heeft. De derde wys , om vele bomen Oculeren met weinig moeite en kofle voort en enten* te brengen , en aan te queken, gefchied door het bekend ocule- ren en enten ; en deze beide ma- nieren flagcn hier ook zoo wel, dat 'er zelden een van achterblyft; en heb ik zelf gezien, dat van alle bomen, die of dode takken had- den, of waar in het zoo genaamde vuur of de brand was , vermids zy van buiten gantfeh zwart wier- den , en vervolgens uitgingen , deze gemelde takken afgezaagt, en daar na in der/clvcr plaats klei- - ne takjes geënt zyn ; die fchoon men ook op zodanigen afgezaag- den tak drie takjes plantte, alle zeer wel gelukten, en weinig }a- ren daar na niet alleen veel hout maakten , maar ook rykelvk vrucht \e\ erden; en gaat dit zoo voorlpoedig in /yn werk, dat 'er zelden twee van hondert miiluk- ken, en den arbeid verloren laten gaan , ten zy men geen rechte kennis daar van had. De/e als nu gemelde geplante , Daar door geftoke en geënte bomen llaecn bckomt . h. ,S men fitK.de ier ongemeen wel ; nog veel bc- Vru ter en aangenamer echter is de vrtielu, welke men doorgaans in I het derde , of ten langftcn in het \ terdc jaar daar van te verwachten heeft ; KAAP de GOEDE HOOP. i57 Grote tuin van de Compa- gnie aan de Kaap. Heeft fcho- ne Apiiko- icn. En 'Aman dclbomen. Ook don ker rode pcniken. heeft; gelyk my dan zeer wel is bewyilj, dat ik op vele plaat/en, voornamehk aan de Steenbergen, by den Heer Nicolaas Oortman en in Hottentots-Holland by den Heer van der Hcvde, zoo als ook <>p SöFg-vlied , by den Heer Johannes Mulder , geweze 1 and- droit, zeer dikw\ Is en menigmaal vaq diergclyke aangename vruch- ten gegeten heb. Edog het geen ik tot nu in 't al- gemeen van alle tuinen hebbe ge- zegt , zal ik nu in 't byzonder aantonen van den ongemeen gro- ten, fchonen, trcrlelyken en fraa- jen tuin van de Illullrc Compa- gnie , dien zy in de Tafel-valley aan gene zyde van de kerk en het zicken-huis aingelegt heeft , en waar in ik het geluk en de hoge gunft hebbe genoten , om drie ja- ren te wonen , mids dat ik niet verplicht zal zyn , om den gant- 1'ehen tuin, 19 morgen groot, te befchrvden , aangezien zulks een byzonder en wydlopig Hoofdftuk Zoude vereüchen, maar om al- leenlyk aan te tonen, welke bo- men op gemelde driederhande $ 5 s daar in aangequeekt , en ge- wonnen zyn. Hier vind men behalvcn een byzonder park of vierkant , tot aanqueking van jonge bomen ge- fchikt, langs de muur op een ry geplant de ichoonfte Aprikozc- bomen , die zeer vele en grote vruchten geven , welker aangena- me gele verf tuilchcn de groene bladeren een over fraaie ichake- ring maakt ; de aangename fmaak echter van de vruchten zelf, het hart een treffelyk laafnis, en den mond een ongemene lieflykheid verilrekt. Tullchen deze vind men de grote , hoge , en breed uitilrekkende Amandelboomen , welke het gezigt een fchone ver- andering, derzelver vruchten den fmaak een byzondere aangenaam- heid , en het lyf en treflclyke ver- (lerking te wege brengen. Tulfchen de Alleen of Lanen , pari Campher, Jenever eii •. < k an- dere vreemde , meeft Afrikaan-i fiche bomen geplant , en verciert, ziet men op bv/ondcre \akken de fchoonöe donker-rode Perzi- ken , /oo groot en aangenaam van fmaak, dat ik twvlfel.of zy op een ander plaats wel beter /ouden können waffen. Naait de/c liaan de heerlyke en herlykc Cranaat- En Gn- appelbomen, welker vruchten 7.00 Kï? cierlyk in 't oog vallen , dat men niet moede word , om dezelve te zien. Wanneer echter de mond van der zelver inwendige zappige en bloedrode kernen of pitten be- vochtigt word , gevoelt men ze- kerlyk wat ongemeens ift dezel- ve , 't welk en zeer lekker en heel gezond is 5 gelyk dan zelfs de lehaal gedroogt ,' zeer goed voor de rode loop , een zeer ^e- mene en geweldig in zwang gaan- de ziekte m Oolt-lndie , "" te ge- bruiken is. Wat zal ik van de velerhande Sin5s> *-*■ gele vruchten zeggen i, die in de- Stan- zen tuin overvloedig en in een Pck > eaz- grote menigte worden gevonden, welke men of Sinaas- appelen, of Limoenen , waar van ik de befte op Drakenlteen, byFrancoisdu Toit gezien en gegeten heb, of Oranjen- appels , of Citroenen enz., noemt, welke alle deels aan de grootte , deels ook aan hoger en bleker verf te kennen en te onderfcheiden zyn. Wat mv aan- belangt, my dunkt, datik betei zal doen, daar van ftii te zwygen, .dan veel woorden temaken, om dat tog veel Auteurs overvloedig daarvan melding gedaan, en het nodige daar van bekent gemaakt hebben. Aldus wil ik ook niet van de wat d«e Japanfche rode, en tulfchen de tuin ander» groene bladeren zeer wel affte- vruchten. kende Appelen \ /oo als ook van de grote *Pompelmufen , gelyk de Hollanders dezelve noemen , of van de Maleifche of andere In- diaanfche Matfihanen niets gewa- gen , wyl my als nog bewuft is , V 3 in VAN DE I5g BESCHRYVING voornamelyk zyn echter de groot- He en zekerlyk ook de belle , de genen, welke men Pifahg noemt. men in den Ooft-Indifchen kunft en Lult- Gaardenier van den Heer George Meiller pag. 85- genoeg- zame" waarachtige aaricht daar van gevonden te hebben, weshal- ven ik den Lezer, kortheidshal- ve daar hene vvys. .Nog minder wil ik veel woorden van Mispe- len , Okkernoten, Queen, Ap- pelen , en Peren maken , enz. , vermids derzelver natuur aan de Europeanen buiten dat genoeg- zaam bekent is , hoewel by alle deze vruchten te erinneren is, dat zy hier aan de Kaap veel groter en fmakelyker Waffen als in Europa, haar eerite Hamhuis zelf. Ho-e en yan de Kailanje-bomen zeg ik unje-bo-5" alleenlyk, dat deze de hoogite en grootlïe bomen zyn , die in dezen gantlchen tuin worden aangetrof- fen. Zy bellaan ook een byzon- der perk , ontrent een morgen groot; het welk dit byzonder ge- mak heeft , dat men onder de fchaduwe van deze boom zoo wel 5 oor de llekende zonne-hitte be- dekt (taan, als ook voor den ver- vaarlyken fierken Zuid - ooiten wind befchut en onbefchroont blyven kan. En is dit perk we- gens dat zelve gemak te bequamer tot allerhande Iyfs-oeffeningcn , kegelen, danzen , enz., gemaakt, aangezien het zelve met tafel en banken, zoo alsook met een vier- kant fondament is verzien, waar op de kegels Haan können , ten einde daar door het perk niet on- geluk zoude worden gemaakt. Vrucht- Wanneer de vruchten van deze baarheid i • , vandcien bomen rypvyn, vind men jaar- »u:n- lyks een zulke menigte , endaar onder die uit de buitenile fchaal op de aarde vallen , dat men zich bill\k verwonderen moet. Zyzvn yoo goed als de Europeaanlehe, behalven dat men /e zoo lang nie i bewaren kan als in Europa , om dat zy eenigen tyd leggende, taai worden. De Velerhande zoorten van vy- gen, die men in dezen tuin vind , au ongemeen lieflyk en groot, Pifang-vy- acn. Hebben 7.eer grote bladeren. Zv wallen aan een plant , die alle '' jaren, als yy hare vruchten heeft gedragen , omvalt , verwelkt en verrot ; uit haar wortel fpruiten dikwvls twee, drie en meer jon- gen , die insgclyks ten eerilen als haar eerilen ftam , vruchten voortbrengen , en daar na omval- len en verleppen. De Ham bellaat uit geen hout, gelyk anders wel de bomen hebben, maar in blade- ren, welke zeer groot en breedt, zoo dat een man zich daar in zou- de können rollen, of om duidely- ker te zeggen , 6 of 7 ellen lang en 2 ellen breedt zyn; fluiten van onderen op in malkandercft , en maken al zoef een ronden Ham. De bloei bellaat uit 4 grote bla- "Mr blof* deren , dié bv wyze van een klok in rik rader iluiten , en voor aart de iteel , waar aan f o en meer hangen, en derhalven lan- ger als een arm is , te gelyk met de vruchten voor den dag komt, ook daar aan blyft hangen, en niet afvalt , tot dat de vrucht wil ï\p worden, die blaauwachtig of liever purper-rood is. De hier voor aangehaalde Ge- , Reifte» ■.. ., , . 0 r bericht vaU orge Meciter loc. cit. p. 80 fcq. dezevy- bericht, dat de Kruienen in Syrië ficn- van deze vrucht geloven, dat het dezelve zoude zyn, waar van on- ze Ham-ouders in 't Paradys, A- da-u en Eva gegeten hebben , welke in de H. bladeren Appel genaamt word , en wierd ze der- halven bv de Heidens Panulys- Appcl genaamt,en waren de Por- tugezen byna \m het zelve ge- voelen , om dat ze door midden gemeden, van binnen een donker kruis vertoont , weshalven zy ook n \ den \ oor een grote zonde achtcden , en liever zagen, dat men /.e aan ilukken brak. Ik laat dit gevoelen voor het Nog«a , , l . .. acuter dat geen het zelve is; ik zegge nog- deSchry- tans, dat het gevoele van den VCI wcJcr- lleer Mceiler zelf my nog min- egt* der KAAP de GOEDE HOOP. 159 der aanllaat , wanneer hy op de gemelde plaats meent , dat deze vruchten, wyl zy aan een Heel hy malkandcrcn, en aldus als drui- ven wallen, dezelve druiven /ou- den zyn gewccit , welke de Ver- fpicdersvan Jofua uit het beloofde land aan een ftok in het Leger by Jofua zouden hebben gcbragt;want hoe zou ik zulks können goed keuren , daar gantfeh geen zap daar in is , gelyk in de druiven moet zyn ? men vind veel zap , zoo als de vygen ook hebben , maar niet de eigenfehap van die der druiven. D Sduy- Andere oorzaken gaa ik voor- diciuen bcdachtelyk met ftilzwygen voor- daarvan. by ; houdc my nogtans gantfeh verzekert , dat het een vyg is , gelyk zy dan ook van binnen een merk als andere vygen heeft. En is ze miflehien wel eerder de vrucht, welke Gen. XXX. 14, r^ió. zoo als ook Cantic. Can- ticor. VII. 14. Dudaim genaamt word , die echter de geleerde Heer De Geyer in Commcnt. ad Cant. Cant. h. L voor een bloem , en wel voornamelyk voor een le- lie heeft willen houden , hoewel alles zonder grond. Veel waar- fcheinlyker daarentegen verftaaat de voortreffelyke en grondgeleer- de Heer Jobus Ludolfus in des- zelfs Commcnt. adHiflor. Mthiop. pag. 139. feq. door de Dudaim de vrucht , Pifang genaamt , al- waar hy deze mening wydlopig uitvoert. \v..t vandc Ik moet hier nog gewag maken boom te van een boom , die zeer fraai is , merken, en by de Indianen zoo wel als Eu- ropeanen , welke hem doorgaans van de cerite aldus hebben ho- ren noemen , Guajavos genaamt Deszeift wor^- Dcszelfs vrucht, die ryp vrucht. werdende , geel-groen van verf is, is een appel niet heel ongelyk. Het binnenfte is zoo geel als was, waar in veel zaat-korrels gevon- den worden die langwerpig rond en wit van couleur zyn , even als de komkommers, die ook veel zaat in zieh bevatten , 't welk echter veel groter is. Het zaat väii de Guajavos is gantfeh klein, byna als linze. De fmaak \\\\ de- f,^"1* ze vrucht, is ongemeen aange- naam , en zappig ; de korrels , die niet worden aan Hukken ge- beten, zyn als ker/en-itencn, die met de excrement '1 weder afgaan, daar na wortel valten , en tot jon- ge bomen opfehieten. Niets meer zal ik nog van de- DeSchry- zen nog van andere bomen hier devructa- by voegen , om dat ik my reeds baarheid lang genoeg daar mede opgehou- Sloven den, ook myn woord (land gev hecn Ge- daan en bericht heb , wat van de weten* vrugtbaarheid van het land bo- ven heen te weten nodig is. De- zelve zal nog klaarder aan den dag worden gelegt , als ik voor- taan van de drie ryken der Natuur bericht geve, gelyk ikvafthebbe befloten, om in 't kort te doen. Aldus zoude ik dit Hoofd lluk tegenwoordig ook können beflui- ten , ten ware ik my will te bin- nen te brengen , belooft te hebben , om nog het een en het ander van het geen de Natuur konltiglyk in dit land geformeert heeft, hierby te voegen. Alvorens echter moet ik van de Byzondere Tygerbergen , waar van reeds SE^pen dikwyls in myne voorgaanden derTygc- melding gedaan is , nog met wei- ber£en" nig woorden zeggen; dat God deze bergen iets byzonders voor alle andere bergen gegunt en toe- geeigent heeft. Want voor heen is gezegt , dat zy koorn en wyn overvloedig dragen ; aangezien de grond zeer goed is, en by al- dien niet iets tot weydens voor het vee blyven moeit, en de hef- tige winden geen fchade deden, zoude men tot boven op deszeift kruin met den ploeg können ko- men; cdog daarentegen is insge- gelvks gezegt, dat het water, dat in dezelve gevonden word, niet heel goed , maar brak is, vermids 't belle door regen van den he- mel verwacht word, 't welk echter weder i6o BESCHRY VING vande Worden ran een ïe- Vei i:auvv bevochtist. gen. wit daar van ie mei weder afloopt, en van den dor- ren 11 • Leeuwen- verneur Simon van der Stell in berg te 1680, op den rug van den Leeu- 1S- wenberg, ter ecre van Mevrouw N. van Goens , met welke hy ne- vens andere Juffrouwen, op dien berg ging, die ook dat zelve gantfche jaar by hem bleef , na dat zy haren ouden man alleen na Holland liet gaan, van gebrande tichelftcnen in 't vierkant ontrent 6 of 7 voet hoog, heeft bouwen, een onder aan den voetflal een zwarte (teen heeft metzelen laten, waar op ter eeuwige gehcügenis deze woorden ingehouwen zyn : Anuo 1680 heb Ik N. N. Huts- vroutbe van z.yn Hoog Edelheid de Heer Gouverneur Generaal van Nederlandfih India , Ryklof va/t X Gochs zien 162 BESCHRYVING van de Goens, in gczelfchaf van de Edele Heer Gouverneur Simon van der Steil, en andere Kaapfche Juffrou- wen , hier of dezen berg gexveefl. Befluit van £n hier mede wil ik alzo eindi- t£°Q ' gen» wy! m>' niets meer bewuft is, dat tot deze algemene afhan- deling en befchryving van de Kaapfche of Afnkaanlche Colo- nien aan dit Voorgebergte, en de vruchtbaarheid van het land , zoude können worden getrok- ken , terwyl ik hope , dat de Le- zer alles ten befte zal duiden. XI. H O O F T S T U K. Waar in alle Dieren , die aan de Kaap de Goe- de Hoop op het land worden aangetrof- fen , na het Alphabet afgehandelt worden. De Schryver weet naauwlyks hoe by deze Stoffe om derzelver wydlopighheid zal voorßellen. Hoe by de Befchryving der dieren afdeelt. Zullen na bet ABC afgehandelt worden. Fan de Apen. Van de Bavianen en derzelver aard. De Hottentotten houden de Bavianen voor menfeben. Hoe deze dieren elkander toeroepen. De Schryver Niederlegt Gefnerus. Ba- vianen ontflelen de t/ietifiben dejpyzen. Waar van zy zich anders geneeren. De Schry- ver verhaalt een geval van een Baviaan. Hoe de Bavianen inde tuinen de vruchten fie- len benevens eenigt byzonder heden daat ontrent aan te merken. Hoe de jonge Bavianen können verflrekken tot ketting-bonden. Deze dieren zyn zeer geil. Waar van een merk- waardig voorbeeld verhaalt word. Befchryving van de Bokken. Van de blaauwe Bok- ken. Van de bonte Bokken. Van een Bok die geen naam beefi. Van Buffel-offen. Ge- val met een Buffel-os. Naauwkeurig bericht des Scbryvers van den Kameleon. Van de Daffèn. Van het Elantdier. Hoe ze in de tuinen worden gevangen. Befchryving van de Ezels. En wel voornamelyk van de wilde Ezels. Befchryving van de Olyfanten. Van de Ceilonßhe . Jan de Afrikaanfche. Hoe bet Olyfants vlcißh fmaakt. Wat van het Olyfants V/yfje aan te merken is. Olyfanten flapen leggende. Wat van der Olyfanten bywoning aan te merken is. Wat zy voor fpys nuttigen. Aan de Kaap is V geoorlooft om na alle wilde dieren te febieten. Wat der Olyfanten drank zy. Haar miß word voor Tabak pebruikt. Zy können ßiel lopen. Van de Geitebokken en Steenbokken, lande wilde en Grysbok. Verßcbcide zoorten van Hazen. Van de Herten. I 'an de Honden en derzelver zoorten. Van de Afrikaanfche. Van wilde Honden. Befchryving van de Mehbia een zoort van brakken. Van de grauwe , wilde, blaauwe en rode katten. Van de Tyzcrbofcb-kattcn. Van de Bifam-kattcn. Van de Kikvorfcheu. Van de Konynen. Van de Leeuwen en deszelfs eigenfibap. De Leeuwen- beenen dienen tot vuurßcnen. Leetraeh doden alles met eenen flag. Exempel daar van. Èen Leeuw draagt een Os wek. Acht geen rvedcrfland. lloezyn gtziebtit. Kan (nel lopen. Wanneer by quaad wil doen. Hoehyzuh wreekt. Hoe by de menfeben dood. Zyn» fpys. Rhinoeeros-bo/fchcn. Rhynoecrsvyand is de Oiyfam. Wat by voor een ßem beeft. Waar uit men deszelfs komß gewaar word, Des- vleefib. Waar toe ik huid dient. 11e Rhinoceros-hoorn duld geen vergif. Rbwote* roe bloed II aar toe dient. Of de Rhinoccros voor den Leviathan is te houden. 1 'an de Offer, KAAP de GOEDE HOOP. 161 Ojftn, Kuijcn en Kalveren. I 'an de Padden. Wie van Padden heeft gefchreven. Van De Paarden. I an de wilde Paarden. Poepbagus wat vooe een dier. De Scbryver beeft'er een uitgefchildert gezien. I 'an de Rotten. I forden veel in de fchepen gevonden. Können aan de Kaap niet voortkomen. I 'an de Rbecbolt. l'an de Salamander, Hoe die is. Verteeren in V vuur. 1 'an de Schildpadden . Hare zoor ten. Hebben lekkere eyerfn. Wat van hare fihilden aan te merken. Hoe zy hare eieren leggen. Jan de land-fchild- padden. Hoe de Hottentotten hare fihilden gebruiken. Hebben de Gieren tot vyanden. Fan de Zwynen of Varkens en der zelver zoorten. Van de Javaanfche Varkens. Van de •wilde Varkens. Van de Aard-varkens . Leven mecfi van mieren. l'an het Stekelzivyn of Tzer-varken. Hoe ze gedood worden . V mi den Steenbok. Deszelfs geßalte aan de Kaap. Hoe dezelve gevangen word. Van een byzondcre zoort van Bokjes. Deszelfs pootjes worden tot tabaks -floppers gebruikt. Van de Stinkb'mkzem of Dunzum. Hoe zich tegen andere dieren verxeert. Zyn vel maakt alles flinkend. Van de Zee-koe Is een Amphibion. Zoekt hare zekerheid 171H water. Heeft eenflerken reuk. Valfch be- richt van zommige Scbryver s des aangaande. De Auteur befchryft de Zee-koe uitvoerlyk. Aan welk deel van bet lyf dit dier kan worden doodgefchoten. Hoe men kan weten of het dodelyk gewond is. Waar toe hare dode lichamen dienen. Haar vlcifch en f pek. Ant- woord op den vraag, of er Zee-oßen zyn Of door de Zee-koe of den Olyfant de Behemoth te verflaan. Van de Dutkerbok. Deszelfs gedaante. Heeft goed v leef ch. Van het Ty- gerdier. Heeft goed vleefch. Naricht van de Amerikaanfche Tygers. Of de Panther en Tygerdieren een aaagenamen reuk hebben. Hoe zich de paarden gedragen , als zy de wind van een roofdier in de neus krygen. Van de Vos of Jakhals. Ongelyk bericht van twee Auteurs van dit dier. Van bet Wezeltje. Van de Wolf. Gemene wolven verfcbillen niet van de Europeaan febe. Van de Tyger-wolf Waar hy zich onthoud. Loert zeer op de fchapen. Wie zyne vyanden zyn. Zockt de begrave Hottentotten op:. Of deze wolf niet op zommige piaatzen in de H. Schrift betekent word. Waarom de Scbryver tot nu van de Geiten niet heeft gemeld. Insgclyks van de Hagediffen. Groene Hagediffen zyn aangename dieren. De Scbryver befiuit dit Hooftßuk. N Wydlopig- heid der iMterien. Aardien ik u in eenige my- ner voorgaande Hoofd- Hukken zoo wel het land van het Voorgebergte der Goede Hoop befchreven , als ook eenige alge- mene zaken aangetoont hebbe , waar uit de vruchtbaarheid van het land kan worden erkent , zoo zal het als nu niet ondienilig zyn , dat ikdieftoffeeenigzins eigently- ker aanroer , en als van Ituk tot ft.uk door-loop , en aanwyze, wat een reiziger alhier kan en moet gade flaan , zoo anders zyn reis met vrucht en zulk voordeel gefchieden zal , dat hy niet alleen kan zeggen , dat hy hier is ge- weeft , maar dat hy 'er ook kan byvoegen , dat hy als een nieuws- gierige en verftandige Reiziger zoo veel mogelyk , op alles gekt , en zoo wel zyn eige brosheid , als de Goddelyke Almogendheid , Goedheid, Wyheid en Alwetend- heid nagefpeurt en dezelve als met handen getaft , en met zyne ogen gezien heeft. Wanneer ik my echter daar /. 'Deel. heen bevlytigen en zorge dragen zal, om alle wydlopigheid te ver- myden, en daar benevens niet duifter te fchynen , zoo vind ik my niet weinig verlegen , hoe ik zulks beft beginnen zal. Want wanneer ik maar de drie Ryken der Natuur gade fla, en over- weeg , hoe ver dezelve zich uit- ftrekken , en hoe velerhande ma- teriell daar in af te handelen zyn, zoo weet ik naauwlykshoe ik beft den kortften en rechtften weg in zal flaan , om tot myn voornemen te geraken. Ga ik echter met myne gedach- De Schry; ten verder , en overweeg , dat ver "«t deze drie Ryken de merkwaar- K-echt digheden van dit land nog niet al- voor te Ie bevatten, maar dat 'er nog meer fteUcn* zaken en afzonderlyke materien moeten worden afgehandelt, zoo lykt het zelfs wel een doolhof, waar uit ik nog zoo dra niet zal können geraken ; voornamelyk wyl eenige van deze materien zoo zyn gefchapen , dat zy wel ver- dienen , uitvoerlyk afgehandelt te X 2 wor- 164- BESCHRYVING van de worden , om dat zy in andere landen niet recht bekent zyn, en daarom te duidelyker en wydlo- piger moeten aan' den dag gelegt w orden. Dit overleg bracht my in den beginne tot befluit , van u maai- de benoeming der zaken, 't zy \ an dieren , mineralen , of aard- gewailbn , mede te deelen ; daar benevens meende ik ook de by- ' rondere materien in een of twee "Hoofditukken te bevatten ; wan- neer ik nogtans aan de andere kant overwoog , dat ik u met dierge- lyken Nomenclator of blote be- noeming gantfeh genen dienft 7 -aide doen , om dat gy dezelve reeds in andere Schryvers mif- fchien zoudet hebben gezien, zoo ben ik dies wegen van beiluit ver- andert , en ik heb voorgenomen, om het nodigite overal by te voe- gen , ten einde gy zien zoudet , hoe het eigentlyk alhier gefcha- pen is , en wat van de lugtllreek aangemerkt moet worden , 't welk in een of twee of ook wel in meer Hoofdilukken zal gefchie- den moeten. f Door dien ik nu inmynen vo- rigen gezegt nebbe, om eerilelvk de drie Ryken af te handelen , zoo zal ik nu niet weder aarzelen, ajaar /oo van het Dierfche Ryk (Regnnw Animale) beginnen , voor zoo veel het eigentlyk de onver- n uft ige fchepzels betreft, cdog echter, dat ik eerft zodanige die- ren op het land zal onder handen necmen , die voeten hebben , en gaan können ; waar na ik mv ial begcv en tot de vogels in de luchr , voqrte tot de villchen in hei u i- ter , in eindelyk tot de infivtui, dat is, tot de dieren, die maar op Je aarde in in 't water vliegen en kruipen ; zullende na dcr/clvcr afhandeling in 't toekomende de tui rige Rykètl volgen, i tl van zondere materien niets 'i worden. I i ft de lezer alzoo de gantiche afdceling van deze din- bcfcliry ving der dieren af- decit. gen , welke als men ze uitvocr- l\k wilde verhandelen , anders gantfeh wydlopis : boeken zou- den vëreiflehen. tkwëei Ive niet korter ook niet duidclyker, uit gebrek van \ oorgangers en goede boeken, te I watten. Is deze afdeelmg echter niet na u- wen fmaak en zinl\ khcid , zoo verzoek ik u , van myne eenvou- digheid hier in ten befte te houden, en te geloven, dat ik midlerwyl niet zal nalaten , om u ook in dit Ituk eenig vergenoegen te geven. Wat aanbelangt de Land of Aard-diercn , welke voeten heb- ben en gaan können, ik v eet zeer wel, welke afdelingde Geleerden, als Gesnerus , Francius , Aldro- vandus en anderen van dezelve hebben gemaakt ; ik acht dezelve echter hier onnodig te volgen, om dat ik niet van voornemen ben, om een byzondcre hillorie der dieren te vervaardigen, maar om alleen- Iyk aan te tonen , welk dieren i ontrent dit Voorgebergte van de Goede Hoop worden aangetrof- fen ; waar in zy met de Europe- aanfche verfchillen, en wat ande- ren door blood horen zeggen mifleid, of door onzekere naricht verdwaalt, voor onwaarheid dan Van hebben gefchrevcn. Dienvolgens zal ik my aan geen Zuil« n» afhandeling kreunen , maar myHJJ^Jp eigen eenvoudigen zin volgen, en deitwor- u de dieren ordentlyk naar het A. ticn- B. C. voorltellen, 't zy dat zy al- i op de aarde huishouden , of dar /\ en in 't water en op 't land fëven können , zoo 'er anders in een taalletter een of meer wor- den aanget rollen. Wannéér ik echter eenfèé letters en die daar onder behorige dieren kom uitte laten , /oo gclchied zulks1 alleen , om dat ik van de/.cl\c reeds wyd- lopig in de voorgaande Hoofd- ilukken gemeld heb , *n dat alzoo onnodig zoude /ui , om dezelve opnieuw re bcfehrw < n. Midler- wyl hope ik, dat gj dezen cen- I voudigen voorflag voor lief rie- men , KAAP de GOEDE HOOP. 165 men , en de Duitfche benaming de I ,'atynfche of vreértidë , die al- tvd hier bygevoegt is , /.uit \ oor- trekken. hn de Derhalven zal wel ecrltclyk van de Apen moeten worden gezegt, dat develve ontrent en hy het Voorgebergte van de Goede Hoop niet worden gevonden, zoo men anders de eigentlyke Apen alleen onder deze benaming ver1 ftaan wil; want deze zouden zich, achtervolgens de befchryving van anderen , zich veel dieper lande- waard in * onthouden , gelyk ze dan op het eiland Mauritius en in andere Afrikaanlche, zoo als ook Afiatifche en Amerikaanfche ge- weften , óver\loedig aangetrof- fen en gevangen worden. Des niet te min vind men alhier een zoort van Apen , Bavianen ge- naamt, waar van 't een en 't ander melden zal, an de Deze zoort van Apen , welke ianen* de Hollanders Bavianen , de La- tvnen én andere Belchryvers der Dieren Cynocephalos , deltalianen Babnmi, de Franfchcn Babouins, én de Hottentotten Choaka.r/ma noemen ', vind men hier meer dan in Abyflinie of elders , gelyk hier na zal worden aangetoont. Gefnerus , Clulius en anderen zetten dezelve onder de velerhan- de zoorten der Meerkatten , om dat zy langer hair en een langen {taart hebben , of fchoon zy in al- le andere delen de andere Apen gelyk z\n. Francius echter en deszelfs Continuator , Jan Cypria- nus P. I. p. 178 & P. II. pag. 5-05-. rekenen hen onder de gemene Apen , om dat zy geencn langen ilaart zouden hebben , of fchoon zy voor 't overige groter , fterker, Üoutcr , en vruchtbaarder zyn. Dat zy nogtans behalven deze eerftgemelde eigenfehappen ook een langen ftaart hebben, daar van zyn my meer dan duizend ftuks voorgekomen , en heb ik zelf eenige van dezelve helpen mat- zen , wanneer zy zich veritoute- den, om in de tuinen en w\ nbcr- gen te lopen , aldaar grote fcha- de te doen, en den Landman de vruchten te Helen , gelyk zoo voort zal worden gezegt. Het hoofd is een hondskop ta- Hare ge-, melyk gelyk , offchoon het ove- 'hltc'' rigc lichaam van de gcftaltc van een menfeh niet ver äfwykt , aan- gefien zy als een menfeh overend, en zeer fncl gaan können. Zy hebben lange afchgraauwehairen, ontrent als een wolf, en derhalven een vcrvanrlyk , lelyk wild en ruw gezicht; Zv hebben ook groter, harder en fcherper tanden als de honden, waar mede zy zeer qua- de beeten doen , door dien zy door huid en vleelch als een fcheermes fnyden. Ik heb veel- maals gezien , dat als men -hen een hond aanhitil, om ze te verjagen, de honden nooit onbefchadigt van hen zyn gekomen , maar dat zy dikwyls met 6, 7 en meer gro- te en lange wonden , waar in men wei twee vingers kon leggen, ge- tekent wierden ; ja dat zy zelfs op de plaats zouden hebben geble- ven , ten ware zy door andere honden, of menfehen ontzet wa- ren. Des niet tegenftaande is het verwonderenswaardig , dat een hond , die eens in de byt is ge- weefl en de fcherpe Baviaans-tan- den heeft geproeft , daar door niet word afgefchrikt, maar daar- entegen bv de èeffte gelegenheid op zyriéri \ vand , hoewel grooter en Iterker als hy, te vinniger aan- valt , en hem zoo lang met blaf- fen ophoud, den weg betwill:, en tot Itilitaan dwingt , tot dat hy ontzet krygt , wanneer hy echter den zei ven zoo heftig befpringt , dat hy menigmaal het leven laten móet. De voorfte en achterfte poten komen tamelvk met de menfehen handen en voeten overeen , om datzemet de menfehelyke gantfeh gelykvormig zyn ; hebbende zy aan de achterfte poten ook too- X 3 nen. i66 BESCHRYVING van de nen, die den menfchen tonen niet heel ongel vk /yn. Daarenboven hebben de wyfjcs niet alleen ha- re beide boriten voor op de borlt recht tuffchen de voorite poten, maar daar benevens de Mcußrua met dat geflacht gemeen , gelyk ik zelf verfcheide malen gezien heb. De klaauwenaan alle vier de po- ten zyn zeer fcherp , en tot hare defenfie zeer nadruklyk gefehikt, waar mede zy een hond ook wak- ker havenen en de huid ophalen können. Voorts is het gantfche lichaam met hair bewarfen ; het achterfte is echter gantfeh kaal, glad en met blocdverf vermengt, als of de huid afgeftroopt was. Bf de mannetjes is het geboortslid als van natuur befneden, en vertoont zich merendeel bloot , gelyk ook in zodanige grootte , dat het te verwonderen is. By de wyfjes hangen Aepudenda meeft altydhet lyf uit. De Hot- \ ermids zy nu naar de uiterly- houdende ke geltalte, den menfchen tame- lyk gelyk komen, zoo hebben de Hottentotten van de Bavianen een afzonderlyke mening, ver- mids zy geloven, dat zy menfchen zyn, die niet fpreken willen, om niet zoo als zy , genoodzaakt te worden , om te arbeiden ; het welk nogtans, gelyk in 't vervolg zal worden aangetoont, geen ar- beid by hen mag genaamt wor- den ; daar tog van natuur geenc verüandige en duidelyke uit- fpraak by hen te vinden en aan te Hoedcïc treffen is. Want als zy elkander toeroepen, of een teken willen ge- ven, gefchicd zulks door een on- verflaanbaar gcfchrccuw , 't welk een erbarmlyken en wyd horen- den u cergalm van zich geeft. Nogtans is verwonderens waar- dig , dat zy jammerlyk zuchten, ;ui ui wenen können, als hui na het leven Haat , en hen mei honden vangen, of met i m dpodilaan wil , gelyk ik zdfs \cclvuldig, hoe wel niet zon- voor mcnlchen kandertoc JOCpUl. der deernis en medcdogentheid gezien en gehoort heb , wanneer zy in de tuinen of wynbergen aan* getroffen of gedood wierden, zoo als kort hier na met een klaar ügcihaf! worden. \\ at aanbelangt hare fpys en Ie- ^^BJ vens-onderhoud , ik weet niet , legt Ges- ; heb nooyt gehoort, dat zy nerus- vifch vangen en ceten , gelyk Ges- nerus uit een brief van den Ko- ning van Abiilinie betuigen wik Ook kan ik niet zeggen, dat zy wildbraad, als Geiten', ßuflel-of- fen enz. , vangen , «dezelve wur- gen , en met hare icherpc klaau- wen de huid afhalen , het vleefch daar na aan de zon braden , en eeten, zoo als de zoo evcngemel- deGesnerus insgelyks voorgeeft. Ondcrtuiïchen is my zeer wel be- wuft, dat zy ongekookt of raauw vleeich en by gevolg ook vifch, gantfeh niet eeten , maar wel als het wel toegemaakt en gebraden is. Want daar van zyn my veel fte^!^ exempels bewuft , van Reizigers de men- en anderen , als Houthakkers, J-^jJ" Steenhouwers en anderen, welke hare fpys, die zy op den rug in een ranzel met zich nemen , de zelve necrgelcgt hebben, om te arbeiden of om een weinig te flapcn en te rus- ten, wanneer de Bavianen onge- merkt gekomen zyn , de ranzels gantfeh fÜllct/cs geopent, de fpys daar uit genomen, ende vlucht op een ontrent leggende fteen-klip ge- nomen, waar na zy een wakkere fchreeuvv van zich gaven, om de menfchen als uit te jouwen. Niet alleen echter is vleeich ha- Waa,r TO rc lpys , als het welk zy /onder dersgeu twyliel alle dag juill niet können rcn- bekomen, maar ook de veld, tuin en boomvruchten. Zy weten zeer hand ig op de bomen te klaute- ren; en de kern of pit uit de fchil- \ nichten, als Amandelen , Akers, Noten , CaXfcanjen zoo aardig en net te halen, als een eekhoorntje, of ander gemene Aap, dat het Yermakelyk zoude zyn, dezelve te Paff, ,<•)■ KAAP de GOEDE HOOP. tsf te zien, ten ware zy te veel van noden hadden , om hunne holle maag te vullen. In de wynbergen weten zy zieh aan de rypc drui- ven zoo dronken te vreeten, dat het lyken zoude, als of men een troup Dronkaards uit een kroeg zag komen ; dcrhalven zyn zy, wylzyof niet, of zelden troups- wys, maar by een of twee der- waards komen, 't zy dat de roes haar niet wel bekomt, of van an- dere milTchien geitraft word, al- daar't lichtfte te betrappen en te doden. ïver-"7" Mier by fchiet my te binnen, erhaair dat ik eens met Adam Oortmans, in8/™1 ccn aardig en wel opgetrokke jon- taviaan. getje van 7 jaren, in den wvnberg van zyn vader S. T. NicolaasOort- man , J. U. D. en Burgermeefter alhier , gewandelt heb , alwaar het gemelde zoontje een goed end weegs voor uit liep , om de drui- ven te proeven ; en of fchoon ik hem radede , d*at hy by my zou- de blyven, uit vrees, dat 'er er- gens een of meer Bavianen achter de flokken mogten leggen , en dat hy dezelve onverhoeds mögt op het ly f lopen, zoo mögt zulks niet helpen , tot dat hy eindelyk een zulk dier overend zag tot hem komen. Hy zoude gevaar hebben gelo- pen, om niet ongehavent uit zyne klauwen te geraken, ten ware ik ten eerden toegefchoten , en het lieve kind weggerukt had ; wan- neer echter dit lelyk dier my met een flok in de hanä gewaar wierd, nam hy zoo voort de vlucht op een boom, waar op hy in een ogenblik geklautert was , en wyl ik de zwarte (laven riep , die niet ver van daar arbeideden, en zei- de , dat zy de honden met zich zouden brengen ; dezelve ook ten eerften met de gemelde honden quamen , konden zy echter den Baviaan niet anders dan met werpen by komen , tot dat hy eindelyk , miflehien wyl de ftokken en Henen hem niet wel fmaaktcn , genoodzaakt wierd? om weder na beneden te komen , en over de gragt, die rondom den wynberg was gegsaven , te fpringen. Vermids hy echter door het toefchieten van een hond in zyn fpringen wierd verhindert, zoo vielen zy beide in de gragt, die diep uitgelopen was, en wanneer de gemelde flaven zich eindelyk ook daar in begaven , zoo moeit hy aldaar zyn leven, hoewel niet zonder jammcrlyk kermen, hui- len en fchreicn, eindigen. Waar by het merkwaardigite was, dat een fterke flaaf, welke hem met een miilgafFel neerdrukte, en van 't byten afhield, terwyl de ande- re allen op hem floegen, met de gemelde miftgaffel, welke hy op zyn week lichaam zette , echter door de huid niet heeft fteken of hem quetzen können. In de tuinen, alwaar zy zeer dik- Bavianea wyls, maar zelden zonder grote JÄm. fchade komen, zyn ze ontrent de vruchten, die daar in zyn, zeer nadelig, aangezien zy niet een voor een als in de wynbergen of op de vruchtbomen, maar in een grote menigte en dikmaals by hon- derden komen; want zy doen zelden die moeite, om maar voor dien tyd haren honger te fhllen , maar om ook zoo veel mogelyk, vruchten met zich te nemen , en dezelve na de hoogfle kruinen der bergen te brengen, gelyk P. Tac- hart in zyne SiamfcheReis pag. m. 91 het ook daar voor houd ; aan- gezien zy zich cerft in zulke or- der verdelen , dat rondom den gantfehen tuin eenige op Schild- wacht ftaan , die op de bewegin- gen der menfehen een Avakentoog moeten houden, en fchreeuwen, zoo dra zy iemand van verre zien komen. De fchildwachten aldus uitge- zet , rukken de andere in een rechte linie een voor een in den tuin , dog zoo dat zy zoo ver van elkander blyven Haan , dat de een den BESCHRYV1NG van de 168 den ander het afgeplukte kan toe- w erpen , zynde de diftantie tuf- fchen twee en twee van ontrent tien \oet. Wanneer nu niemand komt , welke deze tuindieven in hunnen arbeid Hoort, rukken zy de aldaar zynde Pompoenen, Kon- kommers, Zuiker-en Water -me- loenen , Granaatappels enz. af, werpen die elkander toe , en brengen ze aldus buiten den tuin, een goede (treek daar van daan , op een hoop by malkandercn ; daar na fcharen zy zich van dien hoop wederom in dezelve dillan- tie , en herhalen zulks zoo dik- wvls, tot dat zy eindclyk in de voorgemelde ry en order op den kruin vaneen berg zyn aangeko- men, en den buid in zekerheid gebragt hebben. Betrapt echter iemand hen, zoo geven de voorgemelde fchild- wachten een fchrecuw , waar op zy allen het hazepad kiezen , en de vruchten laten leggen. Waar by aanmerkenswaardig is , dat de jongen de ouden ten eerden op den rug fpringen , om niet achter- haalt te worden; deze lopen zeer fnel met hen voort, en zetten ze niet af, dan na dat zyzien, dat zy niet meer worden vervolgt. \ erkykt echter de fchildwacht de kans , en geeft op de aannadering der menfehen geen teken , zoo is het niet wel te geloven , hoe zodanige daar na, als eenigen van hen verloren raken, en of dood gcfchoien of geflagcn worden, afgerofl en ter dood gebragt wor- den. \\ ant men hoort , zoo dra zy de bergen hebben be- reikt , een afgryzelyk huilen en kermen , en als men hen nagaat , vind men doorgaans eenige dood, die ontwvlïclbaar de nalatige fchildwachten geweefl zyn, 't well, my waarlyk van onvernufti- ge fchepzels wonder voorgeko- men is, en my o}' velerlei aardige •eilten gebragt heeft. 11. konde wel veel exempels by brengen, om dit verhaal te beu J zen , edog ik acht zulks genoeg- zaam onnodig, wyl alles tog over- vloedigbekent is. Ik zal derhalven hier nog by voegen, datby aldien een oude Baviaan zyn jong komt te verliezen , of zelfs te verwer- pen , het zelve als dan met Gcite of Schaapemelk gevoed, en daarna voor een ketting- hond kan ge- bruikt worden. Ik heb zelf zeer B^iaJn°ngc dikwyls zulke keiting-honden ge- verftrek- zien, die zoo goed waakten , als een |icn tot hondden nooit een vreemdeling in honden! huis zouden gelaten hebben. \\ ant behalven datzy nooit zoo gemeen- zaam worden , als een andere aap, zoo zyn zy ook zeer toornig, al- zoo dat zy razend worden , en vinnig van zich b) ten , als men ze plagen wil ; zy zyn ook zeer ftug en heel eigenzinnig , weshal- ven men hen nooit kan vertrou- wen. Voorts zyn zy zeer onbe- fchaamt, en meer tot geilheid ge- neigt, als cenig ander dier, voor- namelyk met verftandige fchep- zels of vrouwsperzonen. Om dit laatfte te bewyzen , wyl ^Ierkwaar-' j • i {f ,;. digexem- de overige zaken van zelis gantfeh pel. klaar zyn , zal ik maar een exem- pel bybrengen , dat in den jare 1709 zich met een meisje heeft toegedragen. Ferdinand Appel, een aanzienlyk wakker inwoner van Stellenbofch , reifde met zyn vrouw en kinderen na het warme bad , en wanneer hy onder het ge- bergte van Hottentots- Holland quam , moed alles wegens den fteenachtigen en llylen weg van den wagen af klimmen. Een zwart Haven kind van ontrent 9 of 10 jaar, 't w elk een zw arte ih.\\' met zyne flavinnein deszelfs huis ge- teelt had , en mede reilde, ging een weinig op zy , om haar ge- voeg te doen , en wyl men niets quaads vreefde, zoo meendemen, dat het kind wel /.oude volgen, of dat het reeds vooruit was, en w egens de bomen niet konde ge- zien worden. \\ anneer zy zich allen boven op den berg bevonden , en men het KAAP de GOEDE HOOP. 169 het kind niet vond , riep men het 7.elvc by den naam, edog zonder antwoord te krygen ; Waar na men het ecnigc uuren lang zeer naeritig zocht ; maar men vond nog kind , of iets van hare klede- ren , waar uit men had können befluiten , dat het door eenig dier verfcheurt was, Derhal ven was de gemelde Appel genoodzaakt, omzync reis zonder kind te ver- volgen , om dat boven op dcrt berg geen legerplaats of eenig woonhuis aan te treffen was. On- dertullchcn zond hy zoo voort een ganfche kraal of dorp Hotten- totten uit , met bevel , om te trachten het kind of een {luk van hare klederen , in handen te kry- gen, waar uit men zoude können zien, wat 'er van het zelve ge- worden was; maar niet tegen- flaande de Hottentotten twe gan- lche dagen in dat diitrict alles doorfnuffelden , en befloten had- den , om niet eerder te rug te ke- ren , dan na dat zy het kind zelf of eenigelap van hare klederen ge- vonden hadden , zoo was nogtans alles vergeefs , aangezien zy geen taal of teken van haar krygen kon- den; waar uit men dan naderhand geargwaant heeft , dat dit elendig kind door een Baviaan , voorna- mclyk wyl 'er veel aldaar zyn , in een holte zal geileept zyn , al- waar hy het voor zyn wyf houd en voed , gelvk dan uit andere voor- beelden hare onkuisheid met vrouwsperzonen t'over bekent is. Edog van de Bavianen genoeg. Ik ltap liever over tot de Bokken , waar van 'er velerhande zoorten in Afrika zyn, als onder anderen, tamme, fteen, bondtè, blaaüwe, geite, duikende en klipfpringen- dc bokken, nevens verfcheide an- dere, van welke allen onder zyn eigen Letter iets zal worden ge- zegt. Van de tamme bokken wil ik niet gewagen, om dat ze met de Europeaanfche overeenkomen, I. 'Deel. kluiven dal v.c niet zoo groot zyn, en niet zoo veel, of om be- ter te zeggen, ga nt Ie h niét Hinken. Daarenboven hebben zy dit ook byzonder dat zy alle jaren twee- m.-il werpen; of jongen voort- brengen , 't welk my van de Eu- ropeaanfche niet bewuft is; Nogtans moeten de bondte en Van de blaauwe bokken, wyl zy met een ÊE B beginnen , hier noodwendig aangehaält , en met korte woor- den belehreven worden. Dien- volgens dient men van de blaau- we bokken te weten, dat zy de- zelve geftalte hebben , als de tam- me bokken ; ondertuffchen over- treffen zy dezelve in grootte zeer veel , en hoeven daar ontrent de Europeaanfche herten niet te wy- ken. Haarhair is glad, en geeft een blaauwe glans van zich," leg- gende gantfeh gelyk, als of zy g?- roskamt waren ; derhalven heb- ben zy ook van deze blaauwe hai- ren hare benaming. Zoo dra echter een kogel of iets anders, namelyk een Hottentotfche Has- fagaay, hen het leven beneemt, verdwynt de blaauwe verf , en worden de hairen gantfeh blaauw- achrig graauw; 't welk my doet vermoeden, dat de blaauwe verf, waar mede de hairen pralen, een zeer naauwe overeen komft met haar leven heeft , en dat het war- me bloed in de aders en in 't vleefch zeer veel daar toe moet helpen. Haar baard aan den ondermuil is tamelyk lang , en misfiaat haar gantfeh niet ; daarentegen zyn de horens naar mate zoo zeer groot niet , als wet van andere grote bokken; nogtans Haan ze cierlyk op 't hoofd , en zyn ringswys als gedraai t tot over de helft, als van waar zy beginnen zeer fpits toe- telopen. Hare poten zyn tame- lyk hoog, edog zoo dat zy met het gantlche Ivf een nette propor- tie hebben. Haar vleefch is goed van fmaak , maar zeer zelden vet ; en worden zy wyl het vleefch ta- ^ melyk I70 BESCHRYVING VAX DE Dielyk droog en men wild braad ■ oeg kan bekomen, maar al- n om de huid gelchoten , wel- een herte huid nog in deugd- . nog in groote behoeft te ken ; en om het vleefch tot hondeipys ie können gebrui- ken, Jn den jare 1708 heb ik op de is na het warme bad, een trop van tien fluks by malkanderen ge- en, waar van 'er daar na een uïerd gefchoten , met werkers vleefch op de gemelde wys geleeft . behnlven dat \m het geen my tocquam, een ftttkje gebraden wierd , waar aan ik ook den hier- ar beduiden fmaak bevonden \ oor 't overige kan ik met cid zeggen, dat dit dier my nltvd ongemeen fraai in 't oog is gekomen, om dät de blaauwe hai- hairen het hemelblaauw tarne!) k gelyk komen. Het is merkwaar- dig, dat 'er zich nooit eenige aan deze zyde van de Hottentots- Hollandfchc gebergtens, en alzoo na aan het V oorgebergte zien la- ten , waar van ik niet weet , of het water alhier , of het voedzel of iet anders hen niet aanltaat , ten ware men wilde zeggen , dat /\ door het veel fchieten verjaagt zyn , 't welk echter niet wel kan ! , wvl men hen in haar omtrek niet alleen y.00 fterk als aan decs z\ de van de bergen', na het leven Haai ; maar ook wyl na het zeg- r 1 [ottentotten,ennaarhd ■uigenis der ondlle Europea- nen, \lic reeds ruim fr< jaren hier hebben gcwooni , tlOOÜ 'er een gezien is. de De bonte bokken, welke hare : naming van de grote bonte, 1 Ie , witte en bruine \ lak ken hebben , worden overal /eer veel gevonden. Z) /\n ruim zoo groot , als de blaauwe bokken ; rh, /e in een grote menigte en troupswv/e , ZOP dat men meermalen eenige borniert van de- /. malkanderen aantreft ; .ut zelf in "t jaar 1 7 8 een troup van meer dan 1 's ontmoet heb , die op nrj ne a.v - nadering gantfeh niet fehichtig waren of wegliepen ; maar zy lchaardcn zich in een nette flach- order , {teilende een vooruit als tot heirvoerder , en lieten mv, wanneer ze in dubbelde reijen ge- ichaart ftonden, vpnder de minflc vrees verbv revden. Ik zoude weinig moeite hebben gehad , om een of meer daar van te fchieten, zo ik niets by my hadde gehad, om het gevelde weg te brengen. Hare horens leggen een weinig achter over, zyn ontrent een voet hoog , en by het hoofd ringswvs; \ de enden lopen de helft van bo\ ' heel glad en fpits toe. Haar baard is zeer groot, en donkerrood. De I pooten zyn onder de knien heel ' donkerbruin; niet heel dik, nog- tans zeer wel geproportioneert, en fraai. Haar vleefch is wat 1 droog, maar zeer goed van fmaak, en aangenaam om te eeten, voor- namelyk gebraden , en doorfpekt. De jongen van deze bokken, wel- ke de ouden alt) d met zich voe- ren , können licht gevangen , met meliv opgebragt , en verder met ander tam vee gevoed worden , dog naderhand geflacht , fmaken zv /,oo wild niet, dan of zy in het woeite veld groot geworden wa- ren. Alhier word nog een bok aan- Bokdi getroffen, dien nog de Europc- pe" nai aanfche inwoners nog de Hotten- totten een byzonderen naam we- ten te ge\ en , wyl geen van beide natiën weel, onder welke /oort hy cigentlvk behoort, of welke1 naam hem 't ge\< oud« pallen. Ik zal nogtaiv ilalte, grootte en uiterKke hoe- danigheid /(><»> veel mogclyk be- fchrv\ en , en de benoeming aan u overlaten. Hy is w at groter als een hert ; heeft een zeer fchonen, na het lichaam en de lengte wel gepro- portioneerde kop, en daar op on- trent drie v oet hoog, twee ronde, gladde, /'..••• IJO Eex a rdemde Bok . k . J$\Mê£ft\}.7" .rlj.' I', \\I\KN boden , of ten miniten maar by urming is. Drinkende , laten zy het water Der oiy- niet helder en klaar, maar maken ^{n het alvorens drabbig , waar door vele in de gedachten zyn verval- len, dat z\ zulks deden , om dat zy door haar eigc fchaduwc in 't water fehrikten ; maar wat my aanbelangt , ik acht , dat zulks gefchied , ten einde om beter voedzel te krvgen, of om de ver- teering in de maag beter te be- vorderen , gelvk wy weten , dat hoend* uien, vanzen en al- le andere vogels , kleine zandkor- i' 1 , in /weigen , om hare maag beter aan 't koken te helpen. I l.i IV milt kenil Op 't veld niet Haar raift i te ftadè , wyl'er niet dan on- "orA voor kruid van voortkomt , 't welk bru^tf " zonder KAAP de GOEDE HOOP. 179 zonder twyffcl van het veel wild zand, dat zy Hikken , veroorzaakt word ; ondcrtullchen word het vccltyds door de Europeanen op- gezocht , en gedroogt , ten einde om by gebrek van tabak iets te mogen hebben , om te können roken. En waarlyk deze drek , in de zon gedroogt , fmaakt in plaats van tabak niet heel qualvk , voomameh k als men den zelvcn gewoon is. Ik heb hem maar eens uit nieuwsgierigheid gebruikt , dog ik ben verfchcidemaal in gc- zelichap gcwcell, van menfehen, welke dien drek akyd rookten, en verklaarden , dat ze hen zoo aangenaam als zuivere tabak voor- quam. iivfantcn Y-.in buiten laat het zich aan- [dïopen. 7*cn ' als °^ tnt ongefchikt dier niet fnel zoude können lopen ; edog iemand gelieve de proef te nemen , zoo zal hy zien , of hy met een goed paard , voorname- lyk zoo hy recht uit ryd , hem ont- komen kan. Want een flap van een Olyphant is zoo goedt , als 4 Itappen van een paard ; en by al- dien men ikngswyze ryden wilde, zoo moet men beducht zyn , dat het paard ftruikelen zal , voorna- melyk als men met het zelve op een molshoop geraakt. Daaren- boven moet men ook ftaat maken, dat dit verflandig dier den weg affnyd , en recht toe recht aan loopt, zoo dat men, als men niet op zyn hoede is, hem zelfs op het lyf kan lopen. Wat de Hottentotten met de Olyfanten doen , en hoe zy de- zelve vangen, zaliktczvner tyd berichten. Midlervvyl zeg ik al- leenlyk , dat zy op Ceylon in een grote menigte gevangen en ge- temt worden , waar van Robbert Knox in zyne beichryving van Ceylon , wydlopiger kan worden nagelezen ; daarenboven kan men anderen nazien , die in andere landen diergelyke jagt byge- woont, en befchrevcn hebben. 0f " Van de tamme Geiten en Bok- I. 'Deel ken heb ik hier voren reeds ge- meld , dat ik hier niets meer daar £"itree£" van gewagen wilde ; derhahen laat ik het ook daar by beruften, en 7 eg allecnlyk , dat onder de wilde zoortcn , naar van 'er in Afrika zeer veel zvn , die zoowel in grootte als in verf , of anders in geltaltc verfchillen , alhier de Greisbokken en Steenbokken moeten genocmt , en befchrevcn worden. Edog van de Steenbok- ken zal het onnodig zyn , veel woorden te maken , om dat zy in Europa overvloedig bekent , en van Gcjiicrus , Francius , Aldro- landus , Bocbartus , Forerus , Scbcucbzcrus , nevens nog vele anderen in 't breede befchrevcn zvn , zoo dat ik derhalven de/e moeite zeer licht ontberen kan. DcGrys.bok is in grotte een ge- DeGrys- menen of tammen bok naauwe- bok' lyks gelyk , heeft een wel gepro- portioneert lyf, de muil is zwart, als die van de bonte bokken , de hairen kort , zoo als van andere bokken donker-rood , met zeer vele graauwe daar tmTchen ge- mengt, weshalven hem ook den naam van Grysbok word toege- legt. Het ftaartje is zeer kort, van even dezelve gemengde hai- ren , de horens op het hoofd zvn niet al te lang, en ontrent van een halve voet , donker-bruin van kou- leur , en onder aan de wortel met kringen, als een fchroef; aan \ eind lopen zy zeer fpits toe. Het vleefch van deze bokken is zeer goed , van een aangename fmaak en gezond, en zomtyds nog ta- melyk vet , weshalven het ook voor een lek kern y gehouden word. De wyfjes van deze bok- ken zyn eenigzins kleinder, als de mannetjes, hebben geene horens, onthouden zich beide in de dalen , en zeer zelden op de bergen, weshalven dezehen zeer licht te jagen zyn- Meer kan ik hier niet by voegen, wyl de ondervinding my niets uitvoerlvkcr van hen ge- leert heeft. 'L i Var» iso BESCHRYVING van de Van de Haien. Nog een andere zoort, Van de Herten. Van hazen vind men alhier drie- derhande zooiten , hoewel het gantfehe onderfcheid enkelyk be- llaar of in de grootte, of in her Haartje. Daar worden hazen ge- vonden, die een weinig kleinder zyn, dan die doorgaans in Duitfch- land worden gejaagt ; en we- der anderen veel kloeker , als men in Duitfchland vangt, of fchoon voor 't overige nog in de uitcr- lyke gellalte , nog in de verf, nog ook in de fmaak van het vleefch geen onderfcheid befpeurtword. Behalven deze twee zoorten vind men nog een derde zoort, die ontrent de grootte en kouleur der hairen, zoo als ook in aanzien van de aangenaamheid van het vleefch met de hazen in Duitfch- land volkomen overeen komen, maar het Haartje is niet geverft als dat van de anderen, maar is hoog rood, en dcrhalven zeer duidelyk van de anderen te kennen en te onderfcheiden. Wyl egter wyders niets merkwaardig is , dat tot dit driederhanden onderfcheid helpt , en daarenboven de hazen alomme genoeg bekent zyn, zoo mag ik met deze korte aanmerking ook daar vanaffcheiden. Dat 'er herten in Afrika en by- gevolg by het Voorgebergte der Goede Hoop, worden gevonden, zulks heeft Virgilius reeds getuigt of fchoon velen dat tegenfpreken. Edog heden dien dag toont de da- gelykfche ondervinding het over- vloedig. Dat zy echter zulke kronen zouden hebben , als de Kuropcaanfche zulks heb ik nog niet können gewaar worden, of fchoon ik 'er cenige duizend iluks ge/icn, en vele heb helpen cetcn. Edog behalven de kroon zal niemand licht een onderfcheid tuilehen Kuropcaanfche on Afri- kaanfehc herten aant reilen , zoo wel ten opzicht van de uiterhke kouleur der hairen, en overige gedaante van het lichaam, als on- trent den fmaak van het vleefch aangezien zy beide droog vleefch met weinig vet , en voor 't ove- rige alle andere eigenfehappen gemeen hebben. De kronen zyn niet met tak- ken of enden bezet, als die van de Europeaanfche herten, maar gantfeh gladt en rondt , donker- bruin van kouleur, en aan het hoofd met een weinig kringen, fchroefswys , en zelden hoger dan een voet; voorts zyn zy niet krom , maar alleen in 't midden heel weinig gebogen , lopende voor 't overige recht uit; edog Haan zy van boven nog wel drie- maal zoo wydt van malkanderen, als op het hoofd ; daarenboven lopen zy gantfeh fpits ten einde, weshalven my dunkt , dat zy de Spis-herten in Duitfchland meell gelyken. Van de honden zyn jegens- vande woordig alhier driederhande Honden, zoorten; te weten »zodanige, die uit Europa hier worden gebragt, en tot verfcheide verrichtingen of dienden met vrucht gebruikt können worden, namelyk Schoot- hondjes , Water , Jagt , Wind, Hoender , Bul , Speur en andere diergelyke honden , waar van 'er in Europa en alle deszelfs landen genoeg aan te treffen zyn. Daar is ook een andere zoort DeAfrl. van tamme honden , die in den kaanfehc. beginne reeds in het land geweefl zyn, en waar van de Hottentot- ten zich altyd zoo wel op hunne jagten , als tot het bewaren van hun vee bedient heben , en welke heden dien dag de Europeanen nevens hen als nog dagelyks ge- bruiken.Zy hebben een kleine kop, en een zeer fpit/e fmoel.Dc hairen zyn meelt afchgraauw, en konden dcrhalven gevoeglvk muishonden genaamt worden; hoewel van het dier dat de Europeanen muishond noemen , in 't vervolg nog iets zal worden gezegt. Zy zyn zelden ruim een el hoog, en naauwlyks een derde langer. De ooren zyn ilyl en fpits; hebben voor 't ove- rige met andere honden alles ge- meen. KAAP de GOEDE HOOP. isi meen, konnende zoo licht in al- lerhande kunlïen worden geocf- fcnt , als de Europcaanfche hon- den ; voornamelyk zyn zy zeer trouw, als haar meefter in gevaar van wilde dieren, als leeuwen, ty- gers", wolven enz., geraakt, en der hal ven worden zy van de Eu- ropeanen zoo wel als van de Hot- tentotten gezocht , en in waarde gehouden. Wilde Ten laatlten is hier nog een Jonden. 700rt . namclyk van wilde hon- den , die zeer gevaarlyk zyn ; ik heb nogtans nooit gehoort , dat zy menfehen quaad doen , of fchoon my zeer veel exempels bewuft zyn , dat zy grote fchadc onder de fchapen en andere die- ren , die zy dikwyls naar het le- ven ftaan , aangerecht hebben. Ik kan die niet beter befchry ven , dan dat ik my van de woorden van Antonius Zuchcl, van Gradisca, Kapuzyner Monnik , en gewe- ze Zendeling na Congo enz. , be- dien, welke in zyne merkwaardi- ' J ge Zendingen en Reisbefchryving na Congo in Ethiopien, pag. z93. gelezen worden , alwaar hy aldus Hare be- fchryft: Het zal niet onbillyk zyn, üu-yving. orfl aihier ook iets van de genen gewag te maken , welke de ande- re wilde dieren jagen , dat is van de Mebbien, (aldus noemt men in Congo, niet heel ver van de Kaap de Goede Hoop gelegen, de wil- de honden ) die een natuurlyke haat op alle andere wilde dieren in 't veld hebben , en dezelve ver- Van de volgen. Deze Mebbia is een zoort Mebbia. van wilde of woudhond en die ja- gen, maar van de wolven zeer on- derfcheidert zyn. Want of fchoon deze laatfte ook honden zyn , en de bul of flagershonden niet qua- lyk gelyken , zoo fchynen deze echter eerder de eigenfehappen der Speurhonden te hebben , zoo als de jagthonden zyn moeten. Ik hou derhalven deze Mebbien werklyk voor wilde Speurhon- den , zoo als miffchien de wolven wilde Slagers of Bleekers-honden zyn konden ; edog dat de Meb- bien als van natuur gefchapen zvn, om alle wilde dieren zonder on- derfcheid ie jagen en te vervol- gen. Ts 'er een in 't bofch , 700 behoeft een Reiziger voor gern ongemak van eenig ander wild dier beducht te zyn. Wanneer iemand van onze Zendelingen, van Bamba na Sog- no moefte reizen , nam hy alvo- rens met den Vorit of Heer raad, ofhy zich oiiderltaan zoude, om een reis door de woeftyné te doen, ten einde om niet een ongeluk van een leeuw of tyger te krygen , dog hy ontfing tot antwoord > dat hy zyne reis zonder gevaar kond e aannemen, aangezien hy voor ee- nige dagen in die flreek de Meb- bien had gezien , welke den weg van alle grimmige dieren zeker maken zouden. Alzoo jagen deze Mebbien de andere wilde dieren van natuur , en of fchoon zv zelf in de bolTchen geteelt en gewor- pen zyn , zoo zyn zy nogtans den Doen menfehen bovenmaten toegedaan, menfehen en doen hen niet het allermin- &euea"d> fte quaad ; derhalven lopen zy ook zonder fchuw in dcBantzen,datis, vlekken, en in de Libaten, of dor- pen , gaan door de ftraaten , ook dikwyls in de tuinen van de hui- zen , zonder dat zy iemand bele- digen. Men zal ze nooit alleen zien, maar altyd troupswyze 30,. 1 11 1 rv a Vallen alle en 40 by malkanderen. De An- wüdedic tipathie die hen van natuur tegen rcn «n- alle wilde dieren ingeprent is, gaat zoo ver , dat zy zelfs de gruwzaamfte dieren, als leeuwen en tygers vervolgen en aanvallen ; en of fchoon deze veel fterker zyn als de Mebbien , zoo gebeurt het nogtans, dat deze dieren door de menigte der Mebbien overwel- digt, en ter neder gevelt worden. Het geen de Mebbien over dag tot huid en roof hebben ge- maakt , delen zy tegen den a- vond onder malkanderen, en al te veel overig hebbende, , fiepen zy het overfchot na de Bantzen en 'L 3 Li- i82 BE SCHR Y VING van de Libaten , ten einde de menfehen , dewelke zy van natuur liefde toe- dragen, ook vanharen roof zou- den voordcel hebben. Aldus doen zy alle dagen , zoo lang, tot dat de plaats , daar zy zich onthou- den , van alle dieren t' eenemaal gezuivert is , wanneer zy weder na een andere plaats gaan , daar zy de jagt op dezelve wys voort- zetten. Tot dus verre de gemelde Va- der Zuchcllus , waar ontrent ik erinneren moet , dat de gantfche belchryving oprecht is, bchalven dat deze honden , hier aan de Kaap in de dorpen der Hottentot- ten, en in de huizen der Europe- anen niet können lopen, zonder tvvyffel, om dat de roof, dienzy by dag hebben gemaakt, niet tot den avond leggen blyft , als wel- ken de Hottentotten gaarn zelf verteren, de Europeanen inzou- ten , en hunne (laven te eeten voorzetten, ook zelf wel zonder vrees mede daar van eeten. On- dertufTchen verfcheuren zy niets van het geen zy jagen, maar halen alleen den buik op, zelfs aan fcha- pen , zodanig dat het ingewandt daar uit valt, en het gejaagde dier fterven moet. Zy zyn de fchapen alhier byzonder nadelig , ver- oorzaaken ook een ongelooflyke fchade onder haar , ten ware de Herder cïczclven ten ccrlten ver- jaagt. Ik heb verfcheide malen ge- zien , dat zy onder de grootite kudden fchapen quamen, 60, 70 ook wel ico fluks op zodanige wys havenden , en weder hene liepen , welke gedode fchapen door de eigenaar na huis gebragt en op gemelde w ys gegeten wier- den. Kanen. De katten zyn hier ook zoo als in Europa, of tam , of wild. Het zoude onnodig zyn, om van de tamme katten veel woorden re maken , om dat zy van dezelve grootte , \ ei f en gantfeh naturel zyn , als die men in Duitfchland en andere Europcaanfche landen ziet. De wilde nogtans zyn al- leen grooter als de tammen , en van die zoort worden 'er hier veel gevonden , welke ik niet weet , dat in Duitfchland bekent zyn , olfchoon zy bchalven de wildheid niets hebben, dat hen van de tam- me» onderfcheid, dan de kouleur van de hairen ; aangezien men behalven de wilde graauwe katten of blaauwe vind , welker vel ta- melyk blaauw is ,en aldus blyft, by aldien het bereid , en als ander bondt verhandelt en verbruikt word. Nevens de blaauwe vind men Rode kit« ook rode katten, welke over den ten* rug een fchone hoogrode brede itreep hebben , die van den kop tot onder aan den buik ftrekt , welke alchgraaw of witachtig word. Deze katten-vellen wor- den byzonder hoog geacht , om dat ze de geenen, die met de j igt zyn geplaagt, van grooten dienft zyn, gelyk dan jaarlyks een ta- melyke meenigte van deze vellen door vreemdelingen opgekogt, en | na Europa gevoert worden , al- waar zy voorname Heren en liefr hebbers in plaats van ander bont verftrekken moeten. Voorts vind men hier ook Ty-* Tygerbo«. gerbofch-katten ; derzelver vel is klttcn- als een Tyger gevlakt ; nogtans zyn ze veel kleinder als een Ty- ger, maar de grootite onder alle wilde Katten. Deze onthouden zich meelt in de boflehen , ftrui- ken en heggens , komen zelden ofwel heel met op hoge bergen, ten ware bomen aldaar groeiden ; deswegen dragen zy ook den naam van Bofchkattcn. Zy zyn zoo groot als een vos , en byzon- der gezocht , wyl zy met hare dikke en fyne hairen , een tamc- lyke warmte geven , als zy tot bont gebruikt worden. En wie zoude alle zoorten der Bi"»- u ilde katten , die zich oneindig katten* vermengen en veranderen , op- tellen r Ik zal nog maar gewag maken van de Bizam-katten , en van KAAP de GOEDE HOOP. m van dezelve zeggen , dat haar vel Wegens «-ion reuk , (.lic zoo aange- naam als Mufcus is , en om die rede doorgaans Vluskeljaatkatten werden genaam t , zeer hoog ge- acht, en gemcenlyk voor een Ryx- daalder verkogt word, offehoon het zelve voor het overige niet veel byzonders Iykt. M) nes we- tens is 'er nooit een gedood , die Mufcus by zich heeft ge voert ; derhalven u eet ik niet , of de in- woners alhier weten, wanneer Mufcus by zich hebben , dan of zy het wel ooit dragen en voort- brengen. \\ at hier van zy , ik weet zeer wel , dat zy wegens den huidtamelvk gewilt »yn. :vor- Van de Kikvorfchen ender/ci- en. vcr onderfcheid, van Land , Loofj Tuin,en\Vater-kikvorichen veel te fpreken, zoude een overtollige ar- beid zyn, wyl deze dieren alomme voor zodanig bekent zyn, als zy in Holland bevonden worden. Edog is te verwonderen, dat na- demaal dit dier een. Amphibion is * het welk zoo wel in 't water als op 't land leven kan, nogtans zom- mige waters worden aangetrof- fen, welke geen kikvorfchen dul- den , maar dezelve of ten eer- ßen doden , of ten minften niet lang herbergen ; en de meefle bron- nen en vlietende waters fchyncn in dit land, van die natuur te zyn, om dat 'er nooit in gevonden wor- den. Van Vyvers kan ik niet zeg- gen, om dat 'er hier geen zvn , en wat de JVeïffen ft aller JVeyher in Duitfchland voor een byzondere eigenfehap moet hebben, daar van laat ik den Autheur van de Fichtelbergfche befchryving p. m. 15. x6. fpreken, aangezien deze zonder twyffel meer kennis daar van heeft , en ook meer daar ge- wcelt is , als ik , welke ook alle twyffelachtigheid oploffen , en den weefgierigen met grondige oorzaken affchepen zal. nynen. ^an ^e konynen wil ik niet veel fpreken , om dat zy van de- zelve gedaante, aard en eigenfehap ayn | dan dit-, welke ia Europa gevangen en gevonden wenden, en ook wyl zy niet /.oo wel aan het \ alle land van Afrika, en wel voornaraelyk van deze Kaap wor- den aangetroffen, maar liever op het Ta.xcn-ciland , niet ver van de Saldariha-baai , in zulke me- nigte krielen, dat men zeer licht een fchip dat van een lange reis komt, en derhahen veel kranken aan boord heelt , daar van eenige verquikking leveren, en met dicr- gelyk wildbraadt verzien kan. Dat de Leeuw , waar van 'er T ■ • i j i t Leeuw is hier veel worden gevonden, die de Koning /oo wel menfehen als onvernufti- °nder dc ge dieren haat, en honger hebben- de nä haar leven llaat , en des niet tegenltaande een edelmoedig, dapper,fterk en heldhaftig dier zy, en derhalven wel verdiene , de Koning onder de dieren genaamt te worden , is mynes bedunkens een zaak , die geen tegenfpraak lyd. Men onderzoeke van hem elk lid dat men wil , zoo munt in het zelve uit een zodanige groots- heid en Hoogachtbaarheid , die zelfs den ftoutmoedigften en on- verfchrokkeniten menfeh doet beven , wil men echter deszelfs eigenfehap bv malkanderen ne- men, en dezelve by zich overwe- gen , zoo 7 iet men zonder tegen- ■ fpreken , dat hem de rang voor alle dieren toekomt. Zyne manen , welke de manne- _ tjes alleen dragen, zynde de wyf- eigenfehap, jes daar van berooft , laten door hare donkerrode koulcur eene heldhaftigheid zien , en zyne bre- de borft , zyne gedaante en gant- fchegcltalte, zyne deftige gang, zyn verbazent fpringen, zyne hel- dere en by nacht als twee vonken vuurs , of cigentlyker , als twee brandende kaarzen Itralende oo- gen , zyn fnocven en brullen , zy- ne grote en aan de yzerharde poo- ten zynde klaauwen, die hy als de katten uitzetten en inhalen kan , zyn verfchrikkelyke muil , en angit aanjagende kop; kortom al- le« Van de Leeuwen henen. • ig* BESCHRYVING vande les war aan hem is , toont een 20- | niet waren , als de Ouden hebben danige dapperheid , magt, groot- gezegt , zouden zcl.erlyk de grootmoedigheid, en onverfchrik- fchinkels eer breken , dan dat een ken aardt, dat men 'zyns gelvke lc h epzel , maar eens voor het onder alle dieren in de gantfche ! hoofd geflagen , dood ter aarde Waefeld bezwaarlyk zal aantref- -oude vallen. F.n weet ik my nog féh, oflchoon zy alle by malkan- zeer wel te erinneren, dat in de deren waren maand van December 1705- een Ik wil mv in gene wvdlopige leeuw een zoldaat, die in het veld befehry\ ing inlaten, om dat myn voor zyn officiers tent de wacht Aoornemen gantfeh niet is, om had, met een (lag , welke altyd een hiltorie van de dieren te A-er- van een verfchikkclyk gebrul ver- vaardigen, als 't welk reeds ontal- zeit is, dood geflagen heeft en ligt anderen , beter bequaam dan daar op met den zelvcn hene ge- ik , voor my gedaan hebben. On- gaan is. dertuflehén ben ik verwondert, dat eenigen van de nieuwe ónt- lecdkundige zich onderfbaan te zeggen , dat de benen van een Leeuw zoo dicht niet waren , als Exempel daar van. Insgelyks is my nog niet ont- gaan, dat een ander leeuw in den jare 17,07 een tamelvk zwaren os, op zodanige wys gedood heeft, en daarenboven met denzelven over Een L eeuw kan een Oi dragen de Ouden, daar onder Ariftoteles, een rcdc'yke hoge muur gefpron- Lib. III. Hißor. Anïmal. cdp. 7. gen , en aldus met den huid door- gegaan is. Vic hier uit niet kan bemerken, dat de benen van een Seff. ioz. zoo als ook PliniusZ,^ X. cap. 37. hadden overgegeven, daar nogtans de veelvoudige on- j leeuw zeer dicht zyn, en dat des- Des Schry- dervinding, en myn eige gezicht zelfs Merkte daar van daan komt, my daar van overtuigt hebben , , van dien wilde ik my zeer gaarn alzoo ik altoos heb bevonden, dat ' van iets beters laten overtuigen, door de benen van een Leeuw < terwyl buiten allen twyffel is, dat maar een mergpypje of gaatje de beet welke, hy na het aas doet, loopt , dat niet veel groter is , als na het gemeld gebrul geichied, en dat door een tabakspyp gemaakt merkng. word Dit is ook mynes bedunkens, de rede , dat een zodanig leeuwen been, door de zon gcdroogt, het vet daar uit gebraden , en daar na aan Hukken geflagen, zoo goe« vuur geeft, als een kezel ofandcr vuurltccn; en zoude men zeker- lyk zeer goede oogenof ook een trciïehk 'vergroot -glas [moeten hébben , sfli men een ander gaat- je, met cenige vettigheid gevu't , wilde ontdekken; welk alles im- mers wel dicht genoeg hecten mag. Leeuwen \\ yders dunkt my , dat de n alles ftc.r]vt'e van een leeuw genoeg- zaam te kennen is, omdat hy al "•en h\ dood, met eenen llag zodanig ter aarde werpt , dat het niet meer om opilaan denkt. Y\ aniu-er nu de benen xoo dicht met cencn eer il op den (lig volgt. In mynen vorigen heb ik reeds gezegt , dat ik eens van elf leeu- wen te gelyk bezocht wierd , welk alhier te herhalen , onnodig is, om dat ik het gevaar door hulp van drie Hottentotten, dieb\ my v. aren , ontkomen ben. Édog moet ik n >g uit de ondervinding hier by voegen, dat een leeuw , als hy grimmig is, of honger heeft, ztilhs door het liaan van zvn ftaarC <>p den rug, en het fchudden van zyne manen te kennen geeft. V\ ant als iemand een leeuw te na komi, gelyk licht kan gefchieden, wyl hy zich in de itruiken ver- bergt , en als een hond op zynen loert, en hem in 't oog krygt, zoo behoeft hv maar na deze bei- de dingen ie zien. Slaat hy met zynen Haart op den rug, en ichud daar benevens de manen uit de o- gen» Hoe te weten , of men voor een Leeuw beboet, te vreien. /W. jSj i . Zje je vw. 2 . Lx e xtwin. j . M\ i suo\ u. \.R hjejsjb o /,• . 5 . flave kind, ontrent 9 jaren oud , dat de kalveren hoe- de, en derhalven de naaftleggen- de Steenbergen dikwyls op ,fen af -.cn flaven- klauterde. Dit kind bragt 'er •cefvan21 'zomty^s zo° vee^ t'huis , dat men kidve. zoude hebben gezegt , dat het on- mogelyk was, dat een zulk jong kind die allen op eenmaal konde dragen, of de bequaamheid had, om die te vangen. Nogtans ver- zoete de loon den arbeid , en vond dit kind daar geen verdriet in, maar rechte een hond af, om die voor hem te vangen. Door dien ik dikwyls daar van heb ge- geten , zoo is my zeer wel bewuft hoe ze fmaken , en dat zy my nooit qualyk zyn bekomen. örn De Neushoorn , die van de (>fRhino- Dierbefchryvers Rhinoccros , van de Indianen Abaday van de Hot- tentotten Tuibba en ook Nabba •ere*. n f>rd genaamt , is zoo \ elc on~ ccnighcdcn onderworpen , dat men wegens de menigvuldige tc- genftrydigc gevoelens, fchynt in een doolhof te geraken , als men dezelve tegen elkander houden en vergelyken wil. Ten minden men geraakt in twyffel , of wel alle die Schryvers eenerlei en het zclven dier gemeent en befchre- vcn hebben. Want zommige ko- men in de verf , welke dit dier zoude hebben , niet overeen. Zommigen twyffelen aan den muil , waar mede dit dier voor- zien is ; ecnigen hebben verfchil ontrent de grootte van dit dier ; anderen geven hem meer dan een hoorn , en daarenboven van een ongelyke kouleur j en eindelyk zyn er wederom anderen, die aan de kragt en werking van dezen hoorn twyffelen, zoo dat iemand, die alle deze verfchillende gevoe- lens wilde overeenbrengen , zich veel moeite zoude geven,en menig geleert man tegenlpreken moeten. Edog door dien zulks alhier myn werk niet is , maar Bochnr- tus, Tlinius, T>amïanus de Goes, Camerafius,Francius en Ludolfus, nevens vele anderen hier over na- gelezen können worden , zoo zal ik my maar op de kortheid leggen, en alleenlyk uit Jacobus Bontïus Lïb. V. Hiflor. Naturel. & Medïc. cap. i. Nietthofius part. uit. van zyn Batavifch Gezantfchap na het Koningryk Sina, cap. \6.pag. 109 en uit dapper in de befcliryving van Africa pag. zo. b. een korte be- fchryving van dit dier geven , mids dat, indien myne eige onder- vinding iets grondiger weet, zulk niet zal worden vergeten. De Rhinoceros of Neushoorn Denc]k dan is donker afchgraauw, en al- dgemiyke dus een weinig na de zwarte kant, befchry- kaal van vel , zonder hairen , zoo Vmfi' als de Olyphanten. De huid is vol rimpels en kerven , en zoo hard en dik , dat men met een fcherp mes naauwlyks daar door fnyden kan. Het is echter niet fchobach- Aa ? tig, A i90 BESCHRYVING van de tig , zoo als de fchilders hem doorgaans aan het gemeen verto- nen , heeft ook gene lchilfers , maar de rimpels en vouwen ko- men van het onbezuilt lopen door ïtruiken en hcggens,als welke hy nooit ontziet, en derhalvcn van de takken van de bomen gekrabt word,ook zich in het '/.and en drek of op dorre hei en ftoppels wentelt , en zich alzoo elendig krabt en kerft ; daarenboven worden de gemelde rimpels en vouwen ook van de muiculen en derzelver heftige en belten d ige beweging geformeert , vermids zy zich als fchobben of fchilfers vertonen. De muil is naar mate van het lyf wat fpitzer , als die van. een var- ken , als men die weder met des- zelfs gantfehen lyf vergelyken wil. Hy heeft op de neus een zwarte of donker-graauwe hoorn , maar niet een witte , gelyk zulks aan de jonge kalveren te zien is, waar van ik'er een met my genomen, en naderhand aan een voornaamHecr vereert heb. Deze hoorn is of groter of kleinder, na dat het dier oud is ; dog is de kloeklle niet over twee voet lang , en had de geen , welke i.;v heb vereert , naauwlyks de lengte van een voet. Dezelve is als een ploegkouter een weinig gebogen, waar mede hy in zyn boosheid den grond omwroed of opdelft en daar bene- vens fncl voortloopt , zonder te zien , of een ingewortelde boom of klip hem in den weeg (taat, als dien hy met de hoorn uit de grond rukt , en achter over zyn hoofd werpt. Recht achter dezen hoorn na het voorhoofd toe , heeft hy nog een gantfeh kleinen hoorn, die by jonge Rhinoccrollen ontrent een hand breed , en by de oude on- trent een halve voet hoog is. De- ze is onder op het voorhoofd zoo breedt als het voorhoofd /elf, en loopt van boven boogswys. De- ze korte hoorn U hynt hem meer in den weg te weien , als nuttig te zyn , als hy razen en tieren , of om kort te zeggen , fpitten wil. Ja het dunkt my, dat de Alwyze en Algoede God dezen hoorn by den anderen gezet heeft , ten einde daar mede zyne woede en gruwzaamheid als te beteugelen ; ondertuflehen is dit laatfle niet w el een hoorn te noemen , wyl het van binnen maar met een dun- ne fwartachtige fchaal overtrok- ken is. Hier uit blykt genoegzaam , dat deze grote hoorn dicht en valt aan het hoofd gegroeit moet vyn, om dat men niet lieht een daar van af kan krygen , zonder te ge- lyk een fluk van het hoofdbeen mede weg te hakken. Vermids hy den zei ven ook tot het be- ploegen of omwroeten van het land gebruikt , zoo word hy van voren wit, of bruinachtig, ontrent als een gemene ofle-hoorn ; dezel- ve verlieft daar door ook een weinig aan de rondte , en word zodanig geflepen , dat ze volko- me een ploeg yzer fchynt te ver- tonen. Wyders is de Rhinoceros van Rhiaoc*. een zeer fcherpe reuk , en als hy ros rh"ft i-i 111-1 J eenfeher- ïcts levends ruikt, gelyk licht ge- pe reuk. fchied, als de wind na hem toe is, zo© loopt hy in een volle ren recht daar na toe , en vreelt niet , of fchoon duizend man met gelade geweer aldaar op hem ftonden te wachten , gelyk my dan zelfs ne- vens vele andere zeer wel beken- de vrienden diergelyke wederva- ren is. Ondertuflehen kan men hem zeer licht ontkomen, als men onbeweegt liaan blyft , tot dat hy gantfeh naby is ; want wanneer hy tot op ontrent tien fchreden 'n> genader t, behoeft men hem maar \ ter of vyf Happen plaats te ma- ken , en hem te laten lopen , wan- neer hy ten cerftcn den reuk ver- heil , en niet weet , waar hetge- roke gebleven is. De oogen zyn zeer klein naar Desteifi de grootte van het lyf, derhalven scuci*. kan hy niet ter zyde maar alleen het Taa JJHIN O CIRIR. O S VOLGENS BI'.:}: BK SCII U Y \ IXG . vtdeLuir- JeJui KAAP dr GOEDE HOOP. 191 het geen recht voor hem ftaatj zien. De grooth< id van en de kortheid der beenen, letten hem zelfs, ik zal niet v gen, in 't lopen, want dat z< • de waarheid te na gefproken zyn , maar alleenlyk in 't omkeren. By- aldien echter zyn gezicht zoo goed en fcherp wis, als zyn reuk is, 7.011de be/.w.urlyk het geen hv gc/ien en geroken h-ad , levend ontkomen können , aangezien hv zodanig in cl in 't lopen is , dat le- rnet de helle en lichtlte paarden niet kan achterhaalt worden. '/\ - ne ooren zyn tarnelyk klein en gantfehniet lang» zoo als anders de grootte van zvn 1 y f Vereiflchen zoude, en zal hy daar ontrent de Ölyfanteh niet veel na geven; Yermids nogtans zyne bfenen kor- ter zyn, als die van eenOhfant, ■/oo is hy om dieswille ook te min- der ainzicn'yk „,.r V\ arineer hv van niemand bele- Iquaad digt , of kort voor heen getergt iiducn. -^ . a, hv niet licht trachten, om iemand aan te vallen, of quaad tOè tevoé] n ware men een rood of roodachtig kleed aan had, als welke koulcur hv niet verdragen kan. Zoo hy iemand na het leven ibat, en 'er verfchiede menfehen by malkandcren zvn, zoo zoekt hv niet ten teilten den geen, dien hem boos heeft gemaakt , maar hy wreekt vich aan alle de genen , w elke hem in de woede ontmoe- ten. En zyn de leveloze creatu- ren , ftenen , en bomen , zelfs niet verfchoont , maar moeten voor hem wy ken. Onderhaalt hy een menfeh , zoo werpt hy hem over zyn kop ter aarde, en dood hem met likken, aangev.ien zvn tong zeer ruuw en ftekeligis, vaar mede hv den huid en' het vlecfch tot op de benen weg likt, en alzoó de levendige menfehen dood martelt. fpys. F-n vermids zyn tong zoo fcherp is , vreet hy zeer weinig jong en teer gras, maar zoekt meeft harde diilelcn, hei en andere fchralé fp\ Ikè op /vne ton ,;un\ t , de keel geen quaad doen; en worden zekere dunne en korte ftruiken, In na als Gcnevcr-llru il. en, hoewel 7,00 ftékelig, ook niet 7.00 aangenaam van reuk, en dragen- de geen vruchten, als de laatllgc- nielde Üruiken, Rhinoeeros-bof- Rirnocc- fchen genaamt, w yl die dieren g£J^ dezelve zoo gaarn afbyten en vreeten;' Aan die beliehen is het onbebouu de land byna over al vol, en op zommige plaat/en, na- melyk aan de T\ gerbergen , Mof- felbank en elders, gebruiken de inwoners dezelve uit gebrek van hout, om te branden. De grootlle vyandfehap en Rhinocc- fchier een eeuwige haat draagt de [s°dev^? Rhinoceros op de Oh finten, fent. Door dien hy weet, dat desz'elfs buik week is, zoo ?oekt hy/\n grootcopde neus Maande hoorn, aan een {leen of inde grond fcherp gemaakt, in den zei ven intefle- ken, en den gemelden buik op te fcheuren, ten einde hv door het uitvallen van het ingewand, en het verliezen van veel bloed, het le- ven daar by infehiete. Men ziet derhalvcn , dat een Olyfant een Rhinoceros gewaar wordende, niet licht ftand houd , ten zy de- zelve onverhoeds en op den reuk overvallen werde,' gelyk de hilto- rien daar van genoegzame bewy- zen bybtehgen. De Item van een Rhinoceros Df gelvkt byna het knorren van een ßdl verken, wcshalvcn men hem ver- der zien a's horen kan, ten zy men het geraas der bomen, waar door hy 700 wel toornig als be- daart zonder .eenige vrees, fchrik of fchuw , door loopt, te hulp neme ; want in dit laatit geval kan men. hem 700 ver horen, als men een houthakker in een bofchaadic gewaar worden kan. Hv is ook door het achter en over Ziel ,/oo ais ook uit het wegwer- pen der klippen , die een groot geklatcr veroor/aken , licht te Un- i92 BESCHRYVING vande kennen, om dat geen ander dier, ten minilcn in dit gevveit , poogt of in Haat is, om zulks te doen. Zyn vlcefch het welk ik dik- vieciS. maals met grote fmaak heb gege- ten, is zoo zenuwachtig niet, als anderen fchryveu, maar wel grof- dradig, zoo dat men goede tan- den moet hebben , als men het, voornamelyk gerookt, klein kaau- wen , en tot een goed voedzel ma- ken wil. De huid verilrekt een even zoo goede en heilzame art- zeny , als de hoorn en bloed , hoe- wel zulks van zommigen tegenge- fprokcn en voor onbekent gehou- den word , of fchoon de onder- vinding gantfch het tegendeel be- krachtigt. Wat aanbelangt den huid , ik heb van een geleerd man verno- men , die vele jaren op Batavia in het Laboratorium Chymicum van de Illuflre Compagnie heeft ge- dient, dat hy veeltyds van de Rhi- noceros huid een koflbaar zout heeft gemaakt , 't welk dat van hertshoorn, of een ander niets be- hoefde te wyken, waar medehy wonderbare kuren gedaan, en zy- ne moeite rykelyk betaalt beko- men had. Hy is na Duitfchland weder gekeert,en heeft onder an- dere fraayigheden , waar van hy 'er verfcheide zoorten by zich had , een goede quantiteit van dit zout met zich genomen, waar van buiten tvvyfTel menig Duitfchcr zal geprofiteert hebben , en daar door weder tot vorige gezond- heid herfielt zyn. Rhmoceros ^e kracht van ?yn hoorn be- hown duid (laat daar in, dat dezelve geen gif geenver- Ju^cn ]im^ Cü js my bcwuft, dat veel menfehen ccti beker, by wy- zc van een bokaal , uit zulke hoorns drayen , en dezelve met zilver of goud bc liaan laten, waar in wyn gegoten, dezelve zoo voort blaasjes opwerpt, alsofhy gifte ofkookte; en wanneer 'er iets in word gedaan, dat met gif ceni- ge gemeenfehap heeft, zoo fpringt dezelve ten cerilen aan Hukken , en door gif zelf berfthy in het eer- ilen oogenblik. Deze bekers is voornamelyk den grote Meren zoo als ook anderen een tteiïelyk middel om zich voor gif te hoe- den, en haar leven , dat menig- maal in de wecglchaal ftaat i prys- waardig te redden , gelyk dan ook de fpaanders om diezelve re- de van de Draijers afgeeifcht en bewaart worden, ten einde men de geenen , die in een ilaauwte of in andere gevaarlyke ziektens vallen , ja zelfs met de vallende ziekte behebt zyn , daar mede dienil doen en daar van bevrydea zoude können, Het bloed van den Eenhoorn Rhinoc« heeft voornamelyk de kracht, dat bloed• het zelve j.n een Rhinoceros darm gedaan , en door de hete zonne- ilralen gedroogt, in een zekere quantiteit met wyn of warme thee of koffy genomen , alle inwendige quälen, verrekkingen der zenu- wen , en voorts al het geen van binnen mögt zyn gequetil, veel beter , gezwinder en zonder het minile gevaar geneeft., als het bok- ke bloed of dat van eenig dier. Derhalven word het ook van de inwoners zeer zorgvuldig opge- vangen ', gedroogt , en bewaart , om elkander in tyd van nood daar mede dienft te doen , en te helpen. Dit zoude, hoop ik, van deofdeRl Rhinoccrollen genoeg gezegt zyn, VOor da ten ware de vraag diende te wor- ' den voorgeflelt, of namelyk de Rhinoceros, of dat dier, 't welk de Hebreen, ook zelfs de H. Schrift Oto Reem of Rhinoceros noemt, als Xuw. XXIV. 8. T>cutcr. XXXIII. 17. Job. XXXIX ii. 13. 14. 15-. te zien, voor den Levia- than te houden en aan te nemen zy ? want de meefte eigenfehap- pen, welke den Leviathan worden toegefchrevefl , komen den Rhi- noceros toe , geh k Ludolfus m Commënt. ad Hißor. /Ethiopicam J>a^. 15-4. num. 84. aangetoont heeft, of fchoon Bochartus 'm Hiero~ KAAP DE GOEDE HOOP. 195 oejen en alvercn. Hïcrozoïco CP. I. Lib. 3. cap. r~l ■ \ GJ T. 11. Lib. 6. cap. jz. y,oo als ook Francïiis en 'Tfciffernr in 'Dub. Vcxat. Cent. r. Loc. 45". pag. tyj./èff, nevens vele anderen met hen liet tegendeel beweren , als welke of den Krokodil , of den Walvifch, of ook den Olyfant daar voor kenncfn en aannemen. Edog het verder oordeel mag de Lezer hier over zelf vellen, om dat mv niet geoorlooft is, om dit- maal verder te gaan. Van de offen, koejen, en kal- veren is hier onnodig iets meer te melden, ten dele, omdathicr- voren reeds veelvuldig gewag daar van is gemaakt, en deels ook om dat zy met het Duitfche vee in al- les , behalven in de grootte , over- eenkomen, aangezien het vee al- hier eenigzins groter is , en het Ongerlch, Decnlch en Poolfch niet veel overtreft. Wat echter de wilde Buffels aanbelangt, wel- kers afbeeldinghier voor te zien is, heb ik dezelve reeds hier voren be- fchreven , en het nodige daar van erinnert ; daarenboven zal te zy- ner tyd ook iets van ihet vee der Hottentotten , wanneer van de- zelve ex Trofeffb zal worden ge- handelt j moeten worden ge- zegt. Van de Padden, waar van men 'er hier niet veel ziet , en welken de Hottentotten maar mede on- der de Kikvorfchen tellen, zoude hier ook wel iets können worden gezegt , maar behalven dat de aard en natuur van deze dieren buiten dat genoeg bekent is , zoo worden er hier weinig gevonden, en zyn zy daarenboven zoo onaanzienlyk, dat ik fchrik , om maar een woord daar van te reppen. Wie onder- tuffchen lult en vermaak heeft, om zich aan de omftandige be- fchryving van dezelven te verlus- tigen, gelieve vnxzxGefnerns^Al- - drovandus , Francïus , Forerns, Cyprïanns en andere, voorname- lyk 'PaulitiHs in zyn boek- je de Rufone , na te zien , zoo I. of ten minden te weeren , en den toom niet t'ee- nemaal te laten fchieten ; gelyk dan ook door de veele wilde en in het land zelfs ,'zynde katten de rotten , aan land komende naauw- lyks het hoofd derven opfleken. Daarenboven ben ik niet van Reebok mening , om van den Reebok ,■ by de Dierbefchryvers Capreolus of T)orca genaamt , veel woorden te maken, als zynde dezelve in Europa alomme genoeg bekent , en van deze in genen dele onder- scheiden. Van den Salamander echter, _, Wlman wegens deszelfs geltalte onder de Haagdillen gerekent , hoc wel eenigzins dikker, als de andere Haagdillen, melde ik maar, dat hv /eer yslyk te zien is, hebbende over het gantfeiie lyf een blinkende gele en donker graauwe kouleur, waar door veel witte /ilverkou- leurde vlakken of Itrepen lopen. Hy heeft een wit zap , byna als melk by zich, waaromme hy ook op zommige plaatzen Molek ge- naamt word. De Ouden hebben den Salamander zeldzame der. \.\\\ dingen gefchreven, als onder an- deren. KAAP de GOEDE HOOP. 195 deren, dat hy door het vuur niet teert in zoude worden verteert , terwyl iur- de ondervinding my nogtans het tegendeel heeft geleert , en ik 'er verfcheidemalen een in 't vuur heb geworpen, die nooit levent we- der daar uit is gekomen, maal- ais een ftuk lood tot aflche ver- brand is. Van de fchapen , rammen en lammeren heb ik in mynen voor- gaanden reeds zoo veel gezegt , dat om zulks hier op nieuw te doen, een vergecffche arbeid zou- de lehynen. 'an de \\/"at aanbelangt de fchildpad- den , men dient te weten , dat er twederhandc zoorten , te weten land en water fchildpadden zyn , hoe wel deze laatfte wederom worden onderfcheiden in zodani- gen, die of alleen in zoet of alleen in zout of zeewater wonen; van de laatfte vind men 'er geen aan de Kaap de Goede Hoop , maar wel op het eiland van Kaap Verde St. Jago, en op Mauritius, alwaar ik ze gezien heb , en my niet alleen \ an haar vieefch maar ook van ha- re eieren , zynde een zoort tuf- fchen duive en hoender, ook een- de-eieren, verzadigt heb. Beide is een ongemene aangename fpys , dieeenieder wel bekomt, aange- zien de eieren zoo goed zyn, als hoender-eieren, en het vieefch zoo malfch en kort, ais dat van een kapoen. Wat tan Het fchild of huis, datzyaltyd -cfchii- ais een fjak met zich dragen, en i te mer- . . . 1 n. waar in zy als ingemetzelt zyn , is zoo hard , dat een gelade vracht- wagen , ja een zwaarder lafl, die over het zelve heene gaat , geen fchade daar aan kan doen. Het zelve is daarenboven zoo cierlyk en fraai, dat men zich billyk daar over moet verwonderen, gclyk daar van de kammen , heften van meflen en andere werktuigen als zoo vele getuigenilTen vertrek- ken. In dit fchild verbergen zy haar gantfeh grof lyf, zoo dat men buiten de kop en de voeten , door- I. "Deel. gaans met kleine fchobbcn bezet» verder niets daar van te zien be- komt. Wanneer zy hare eieren Hoczyha- willcn leggen, komen zy uit hetreeiwa vee-water aan land , maken een kgscn' gat in 't zandt , gaan daar op zitten, en leggen hare eieren daar in. En het gat vol zynde, fchar- relen zy een weinig zandt daar o- ver,cn laten die door de zon uit- broeden. Men kan ze zeer ge- rnaklyk vinden , en ze tot fpys ge- bruiken , aangezien men in een gat menigmaal 100, ook wel 200 of 300 eieren by malkanderen aantreft. De Land-fchilpadden, welke Land- hicr overvloedig worden gevon- 5£dpa* den, en goed zyn, om te eeten, vallen veel kleinder als de watcr- fchildpadden , aangezien zy niet meer dan 11 duim breedte over- dwars uitmaken. Haar Schild is zoo hard, als dat van de Zee-fchild- padden, op welkers opperfledeel men louter zeskantige zwarte en bruine figuren ziet. Haar hoofd en voeten zyn van een donkere kouleur, hoewel met eenige vlak- ken gefchakert. Gebraden fmaakr niets beter dan de lever , of fchoon het vieefch ook zeer aangenaam en zoo wit als fneeuw is. Men vind zomtyds wel eieren daar in , zoo groot als vogels eie- ren , en ook zeer lieflyk en lek- ker van fmaak. Haar fpys is vruchten , te weten , wortelen , groente , koorn en andere aard- gewatTen meer. De Hottentotten dragen de Hoede huizen of fchilden aan hunne kle- *"Sf~ deren , ten dele tot cieraad , en fthiidcn ook om haar tabak en andere klei- s**» nigheden daar in te doen , gclyk te zyner tyd zal worden bericht. Deze arme dieren worden zeer Hebben de dikwyls van de Gieren overvallen, Gieren tot welke echter niets op hen vermo- vy*nden- gen , ten ware zy de Schildpad- den opnemen , en een zekere hoogte laten vallen , tot dat het fchild aan Hukken fpringt , of zy hare dode kop en voeten uicflrek- Bb a ken, i96 BESCHR.YVING vande ver zoor- ten. Javaanfche Varkens. ken , en haren vyand ten prooi overlaten; zwynen Qm van de Varkens te gewa- en de: n. ° j. gen , men dient te weten , dat hier vierderhande zoorten , na- k tamme, wilde, ftekel en aardvarkens worden aangetroffen, v. aar van de tammen in den be- ginne wel niet hier geweeft , maar door de Hollanders hcrwaards ge- bragt zyn. Van dezelve zyn 'er twee zoorten , te weten , Ëuro- peaanfehen en Javaanfche. Van de eerfte zal niet nodig zyn, meer te melden , om dat ze reeds ge- noeg bekend zyn; maar de Javaan- fchen, als van de Europeaanfchcn veelonderfcheiden, zullen moe- ten worden befchreven. De Javaanfche varkens zyn al- tyd pik-zwart van kouleur ; heb- ben op den rug gene borftels , als de Europeaanfche , en zyn heel kort van poten. Daarenboven hebben zy een diep af hangenden buik , die naauwlyks een hand- breedt van de aarde is. Haar fpek is zoo hard en goed van fmaak niet , als dat van de Europeaan- fche varkens, maar al tyd week en onaangenaam , zoo dat men het door een Itrootje zuigen kan, hoewel het op Java zelf, nevens het vleefch zeer gezond gehou- den , en aan de zieken te eeten , gegeven word. Men kan dit fpek niet wel roken , om dat het weg- druipt. Met het vleefch gaat het daarentegen veel beter , als 't welk alsdan nog tamelyk goed te eeten is. De wilde varkens worden hier niet veel gevonden, niet zoo zeer, om dat ze van andere wilde roof- dieren verflonden en verfcheurt Worden , maar na myns bedun- kens liever, om chit'er geen bof- fchaadic ontrent dit Voorgeberg- te is, waar in zy baar verbiyf zou- den können zoeken. Daarenbo- ven zyn zy van de Europeaanfche gantfeh niet onderfchciden , ten ware nun wilde /eggen, dat zy in de koude landen , alwaar zy Wilde Zyn'er wy inde Kaap. haar onderhoud rykelyk können vinden , groter en vetter wierden, 't welk nogtans i fchoon zulks veel tot de zaak doet , ik acht, dat geen'wezentlyke onderfcheid maakt. De Aardvarkens zyn ontrent de A^Jf borftels de Europeaanfche zwy- kens. nen gelyk , behalven dat geenen eenigzins donker-roder zvn als deze, en dat zy over den rug zul- ke boritels niet hebben, als de Europeaanfchen. Daarentegen is de kop veel langer, en de muil veel fpitzer, als die van een ander varken. Zy hebben geen tanden, waar door zy harde fpyzen gantfeh niet genuttigen können, gelyk ik aan zeer velen , zoo jong als ouden waargenomen heb. On- L dertuiTchen hebben zy een zeer meert vd lange fpitze tong, welke zy by mieren- nacht en ook wel by dag, als zy honger hebben, en voor de men- fchen vylig zyn , uitfleken , en de mieren daar op laten kruipen, en wanneer 'er een tamclyke menig- te, die wegens het taaje fpog daar aan blyven hangen , op is , halen zy de tong weder in den mond , en verflinden de mieren } als wnar van 'zy wel voornamelyk leven. 'Zy hebben fterke en lange po- ten ; wyders behoeven zy ook on- trent de grootte van het lyf andere varkens niet te wyken ; de klaau- wen zyn veel groter en fcherper, als by andere varkens, aangezien zy zeer gezwind zelfs in de harde grond een gat weten te graven , waar in zy in tyd van nood , of als zy flapen willen, zich verbergen; en können zy zich aldaar met de k laan wen zoo valt houden , dat de fterkfte man niet in itaat is, om hen by den lange ftaart daar uit te trekken , als zy zelfs maar met het halve lyf daar in zyn. Het rieefch van deze varkens, waai- van ik dikwyls met grote fmaak heb gegeten, en 't welk my ahyd zeer wel is bekomen , is zeer aangenaam te eeten, om dat het nog te mager nog te vet is ; het is KAAP de GOEDE HOOP. 197 :ns. is byna van fmaak als dat van wil- de varkens, en daarenboven leer gezond. Dit dier , van natuur buiten de gemelde klaauwen, gantfeh weerloos gefchapen , word zeer veel vervolgt, en veer licht met een dikke ftok gevelt. On- der de poort van deze veiling hangt een varken , dat opgezet of met ftroo opgevult is, waar aan men zeer licht zien kan , dat het ontrent ioo pond vleefch moet gehad of gewogen hebben. stekelvar- Van de Stekelvarkens dient te worden aangemerkt , dat zy niet alleen hier in Afrika, maar ook in alle de vier hoeken der waereld bekent en aan te treffen zyn , ge- lvk. zulks bv Gefnerus Hiflor. Ani- ma l. Lib. I. de Qifadraped. p. 63 1. feq. Forerus in 't Duitfche Dier- boek p. i^.fecj., Francïns Hiftor. Animal. p. 198, feq. Cyprianns in Contin. Hiß. Animal Franc ii p. 316. & 57z. de la Hontan in de nieuwfte reizen na Noord -Indie p. 11. o. feq. en vele anderen te zien is. Deze dieren zyn over het gantfche lyf niet zeer fpitze wit en zwarte zeer fraai en onder- fcheidentlykgeverfde ftekels ge- wapent, welke /.y als zy bedaart zyn , gantfeh dik op het lyf op malkanderen leggen, maar boos gemaakt of van menfehen of hon- den vervolgt wordende , oplteken, en hunnen vyand, tot drie of vier fchreden van hen af, daar mede zoeken te quetzen, en van hen af te houden , 't welk hen ook heel wel gelukt , om dat deze flekels van voren zoo fcherp zyn als een els, en derhalven diep genoeg in 't vleefch dringen ; veroorzaken daarenboven een heftige pyn , om dat het geen met deze ftekels is ge- wond , zich zeer licht tot zweren zet. Het hoofd van een ftekelvar- ken gelykt beter na een haas als varkens -kop, de ooren meer na menfche, als na de ooren van andere dieren. De voeten van voren na haze poten, en van ahteren na bereklaanwen. Boven op het hoofd heeft hy plok-pen- nen , die kon er zyn , als de andere. De langfte zvn aan de ftaart, ruim een fpan lang, waar uit ook hare peilen los vliegen, en den vervolger te rug houden; zommige ftekels of pennen aan beide de zyden van den buik , zyn wat korter. Het dier is ontrent twee voet hoog, en drie voet lang ; de zwaarte van het zelve echter kan , behalven het ingc- wandt en de ftekels, naauwlyks vyf en twintig pond halen. Het vleefch van deze varkens is niet te vet , en niet te mager , en derhalvcn zeer wel en aange- naam te eeten, is ook niet nade- lig voor de gezondheid , als het welk dezelve veel meer onder- houd en bevordert. Beft is het een paar dagen gerookt , en dan genuttigt. Zyne fpyzen zyn al- lerhande veld en tuin vruchten, en kan men het gantfeh niet wel in de tuinen dulden, om dat het veel vruchten bederft en vernielt , zelfs als zy nog niet t'eenemaal ryp zyn. Derhalvcn ftclt men door- Hoezege-, gaans geladen geweer op plaatzen, ^ood wor- daar zy gewoon zyn , om door te kruipen , en in den tuin te flui- pen , en wyl het altyd langs den eerften weg komt, zoo is het ook zeer licht te betrappen en te do- den. De Steenbok is zoo wel hier als Vande in Europa bekent genoeg , en ^eenbol£- van Gesnerus loc. cit.pag. 3x0. feq, Francius Hifi. Animal. pag. 173., deszelfs Continuatore Cypriam pag. 485". en anderen wydlopig befchreven , en zal ik derhalven maar alleenlyk van hem melden , dat hy hier zoo groot niet valt als in Europa, aangezien hy niet veel kloeker word , als een geitje, van een viercndeeljaars ; ook zyn deszelfs hoorns zoo groot niet , en zoo ver achterover gebogen, als die van Europa , om dat ze zelden een halve voet lang wor- den gevonden. Vermids hy ech- Bb 3 ter BESCHRYVING van de Hoc dezel- ve gevan- gen wijl- den. 198 ter voor den wynltok en andere jonge uitfpruitende gewaflen zeer gevaarlyk is , zoo word hy dik- I waar mede het zich tegen zyne wyls op dezelve wys gevangen , j vyanden, die het zoeken te van- zoo als hier voren van de Elandt- I gen, befchermen kan. Zuchelü te bedienen , van natuur zonderlinge wapens verkregen, Byie zoort van Bokjes. dieren gemeld is. Zyn vleefch is goed , kort en marien , en word ook, of iehoon het zomtuls wat droog en mager is, vooreen b\- zondere lekkerny gehouden. Voor 't overige vind men in lievind het zich op het veld, en ziet , dat een hond of een ander wild dier het zelve wil naderen , om het zelve op 't lyf te vallen , en om hals te brengen , zoo werpt het tegen zyncn wand een zoo Hoe ] zelve lic tegen an deredie verdcdif Guinea,, Congo, vida, en andere : gruwzamen en onverdraaglyken naby dit Voorgebergte leggende ftank , dat deze genoeg te doen Derzelver pootjes worden tot tabaks- ftoppertjes gebruikt. , de «cm. plaatzen , een /.oort van bokjes , die nooit groter worden, als een gemene haas , zynde daarenboven veel teerder en feinder van lyf als dezelve. Dit bokje heefteen kroon op 't hoofd, als een Europeaanfch hert , na proportie van 't lyf groot, en naar den ouderdom ge- takt. De pootjes zyn zoo dun , teer en fyn , dat men het onderite deel, waar aan gefplete klauwen zyn , en naauwlyks een vinger lang is, doorgaans tot tabaks- ftoppertjes gebruikt , vermids zy daar zeer bequaam toe zyn ; de inwoners laten zodanige halve pootjes, welke zy daar toe be- u aren willen , doorgaans met goud beflaan , en bedienen zich als dan daar van op de gemelde wys ,. of zy hangen dezelve ook wel de kleinen kinderen in plaats van een wolfs-tand , zoo als in Duitfchland gebruikelyk is, om den hals. Vader Antonius Zuchelli in zy- ne merkwaardige Miffien cnRcis- befchryving na Congo pag. 103 fcq. meld van een Jira/ils dier, welkers naam hy niet will , een zaak,my van een Airikaanfch dier r wel bevvull,en welk dier hier ' den weg gaan, en ongemoeit laten aan de Kaap Stinkbinckiem of j palieren. Bunzum genaamt word. Ditd;- De zeekoe is een der verwon- »ntrent zoo groot, als een mid- derenswaardigflé fchepzeïsVari dit matige bond; gelykt heel \ cel land, die zoo wel in 't water als heeft , om de neus aan de aarde of aan de bomen af te wry ven, om den flank te verdryven. Doet echter zyn vyand een t wede aanval, zoo fchiet hy met zyn geweer ander- maal op den zelven los, en ont- fangt hem weder met een ftank, die niet minder is als de voor- gaande, en weet zich aldus zoo wel te verdedigen , dat hy mee- fter in 't veld blyft , en de aanval- ler onverrichter zake met een vui- le reuk moet aftrekken. Wanneer iemand zodanig dier fchiet, en in de hand neemt, zoo flinken de handen zoo ver- baall, dat men genoodzaakt is, om zich verfcheidemalcn met zeep te wafTen , eejjpen al\ orens men de vuile reuk quyt is. Tot dus verre de gemelde Vader Zu- chelli. En in waarheid , hy heeft hier in den aard van dit dier /.eer net getroffen , als het welk juilt om die zelve rede niemand tracht te zien of te doden , en wanneer het al gefchoten word, zoo blyi't het op de plaats leggen. De geene die eens een neus vol \ an het zel- ve hebben bekomen , zullen het voor de twedemaal wel zelf uit De hi maakt z. ftiakendi DeZ( koe isee Amphi- bioa. na een u ezeltje in Duitfchland, zoo dat ik het daar voor hou, dat het een zoort daar van is. Dit dier heeft , om my van de woorden van den gemelden Vader Antonius buiten het zelve leven kan, en deswegen met recht een AmpMbi- on of' dier mag worden genaamt , dat beide in \ water en op 't land kan leven. Want als dezelve in ruit KAAP de GOEDE HOOP. 199 ruilen buiten gevaar wil leven, of 7,ich wil verbergen, zoozoekl /v de diepte des waters, en blyft daar in zoo lang verborgen, tot dat de maag haar doet voor den dag komen, en aan land (lappen, om gras zoo als een ander land- dier te vreetcn. Zy fteekt het hoofd uit 't water, en verfpied door den reuk, die by haar /eer goed ,ftcrk «n fcherp is, of de kans ook wel klaar is ; derhalven draait zy het hoofd rondom , voornamelyk na de hoek daar de wind van daan komt. Zegt haar neus niets quaads, zoo klimt zy uit het wa- ter, en zoekt de naafte weide. Vermoed dezelve eenig vyand , die door den reuk verraden is , zoo duikt zy zoo voort weder, na dat zy als de Walvilfchen , alvo- rens het ingeflokte witter door de neusgaten uit geblazen heeft. iifch bc- De Heer Erasmus Francisci be- gnn richt in 2ynen Ooft en Weft-Indi- hryvers fchen Staats en Luft-tuin /vzg. 969. ^" a. uit het Sineefch Gezantfchap van Nieuwhof, dat in de Tarter- fche zee koevilTchen zwemmen, die groter zyn , als de koejen in Europa , eriAommige een gantfche meetroede lang zyn , zonder nog- tans fchobbens nog hoorns te heb- ben, Edog ik weet niet , of de Heer Francisci, die daar by voegt, dat de Heer Nicuwhof die relatie uit Vader Martino Marti- nii heeft ontleent, zich niet vergift, om dat Nieuwhof maarenkelyk van Koejen, en niet van KoevilTchen heeft gefproken, en derhalven diergelyke viervoetige dieren wel kan verdaan hebben. Miilchien verandert de grootte in de Tar- terfche zee, dat het nogtans het zelve dier blyft. Dit zy hoe het zy, het is zeker, dat Vader Tachart in zyne Siam- fche reis pag. 106. van dit dier met de volgende woorden fchryft : Men ziet in de grote rivieren een dier , dat een zeekoe genaamt word , en in grootte den Neus- hoorn gelyk komt. Het vleeich of eerder int fpek da. 1 l in , is goed te eeten en van ten zeer aan- gename fmaak. OndertufTchen het fehynt, dat Va4bf Tachart miilchien nooit zelf een vee-koe gezien moet hebben, aangezien hy een klein onderfeheid tuflehen een Neushoorn of Rhinoceros zoude hebben gemaakt, of hy heeft zich zoo als in alle andere vertellingen , de kortheid bevly- tigt, enderhalven maar de naafte gelcgcntheid van den Neushoorn, dien hem in zyne gedachten is gekomen, by de kop gevat. Want hy zoude anders dit zeldzame dier een weinig duidelyker befchreven en getoont hebben , hoe deszelfs gedaante eigentlyk is, als het welk men zei ft in het by ge voegt ont- werp in zyne befchryving niet wei bemerken kan. Vader Tellezius fchryft Ltb. L Cap. 8. dat dit dier gevoeglyker een zeepaard als een zeekoe kon- de worden genaamt, om dat de kop en de ooren nader komen by die van een paard dan die van een koe, oflchoon het voor 't overige zeer korte voeten en nog een veel korter ftaart heeft. - Edog zelfs deze befchryving geeft my weinig voldoening , of lchoon hy in vele ftukken niet heel qualyk daar van redeneert. Mvnes bedunkens heeft de Heer Thevenot in zyne Ooft-Indifche Reizen Tart. I. Ltb. 2. cap. 7%. p. 343. feq. beter daar van geoordeelt, en deze zeekoe, of zoo als hy die noemt, zeepaard duidelyker befchreven. Ik zal echter om alle wydlopigheid ta vermyden, deszelfs woorden hier niet plaatzen,maar alleen het geen ik daar van bevonden en door ei- ge ondervinding gezien heb, by brengen, 't welk van den gemel- den Thevenot niet veel zal afwy- ken. Dienvolgens is de zeekoe een De Auki* verbaaft groot en zwaar dier , 't ^f^L welk als de Rhinoceros donker- uityoedyk. bruin van kouleur is, en den zel- ven nog in de zwaarte nog in de lengte BESCHRYVING vak de 200 lengte van het lichaam iets toe- geeft ; edog is het wegens de zeer- korte en dikke benen zoo hoog niet als de Rhinoceros. De kop gelykt meer een paarde als orTe of koe-kop. Want hy is eenigzins dikker, maar niet zoo lang als die van een paard , als men beide na hare proportie vergelyken zal; gelyk dan ook in even zodanige omftandigheden de oogen en 00- ren zeer klein zyn , en gene gelyk- heid met de overige delen van het lyf hebben. De muil komt met een ofTe-muil overeen ; om dat hy veel breder is als een paardemuil. De neusgaten zyn groot en breedt , waar door zy het inge- zwolge water weder uitblazen, zoo dat het als uit een fontein fpringt, en dit gefchied altyd * als zy uit zee komen , en zich laten zien , of na hare gras-weyde gaan willen. De voeten zyn gclyk reeds is gezegt , kort, dik en rondt , zoo dat zy onder en boven even dik y.yn. Aan 't end heeft zy in plaats van gefplete klauwen een byna ronde en brede, en ook in + by/.ondere fpleten ingedrukte hoe wel niet gedeelde hoef. De ftaart is gantfeh kort, byna als die van de Olyfanten. Daarenboven heeft zy op de gantfche huid ner- gens hairen , als of ze voorbe- dachtelyk afgefchoren waren. Aan het end van den ftaart ziet men nogtans ecnige hairen , zoo als insgelyks de Olyfanten hebben , hoewel niet zoo lang. In de on- derlle kakebenen heeft ze 4 grote uitïtekcnde tanden , die wel tot het kaauvven van gras helpen , maar tuilehen de hoektanden kleinder moet worden gemalen. Twee van deze tanden zyn eenig- zins krom , de andere zyn recht, en liaan aan elk zydc maar twee, te weten een kromme en een recht'. \ oorts zyn deze tanden zoo dik , als een gemeen olie- boom, en ontrent anderhalf voet of een elleboog lang, waar van ie- der tand 10 en ook wel meer pon- den zwaar is. Wyders zyn deze tanden ook veel kollhaarder en duurder als elpenbeen van die zel- v'e zwaarte ; vernnds al het geen daar van gemaakt word, wit blyft, en nooit geel word , nier tegen- gaande het nat, \et of anders vui! gemaakt word , welke deugd het gemene elpenbeen nooit heeft. Tuflchen de twee achterilc voeten hebben zv hare uiers , dd tamclyk klein worden bevon- den, waar aan ook twee heel é kleine tepels zvn , welke de jon- gen , waar van ik 'er twee heb ge- zien , die naauwlyks de grootte van een hamel hadden , of lchoon zy ieder ruim hondert pond weeg- den , in den muil moeten nemen , als zy zuigen willen. De huid is een flerke mans duim dik , en kan derhalven niet licht een gemene kogel daar door dringen, om dit dier het leven te benemen , ten ware men weet, waar 't belt te mikken. Die plaats ,^anw^ is eenig en alleen aan den kop , hetiyfH en voornamelyk by de llapen, of dier!;m even boven het oog op de her- döodgd zenpan , alwaar de huid gefpan- fchotoü nen is , en geen fpqj| of vleefch zich bevind. Dit moet men zeer wel en zoo dra zy den kop boven het water fteekt , in 't oog hou- den , en zoo voort daar op los branden, om dat zv den wind daar vankrygende, ten eerllen weder duikt , en in cenige dagen niet weder te voorfchein komt , aan- gezien zy zeer wel honger lydenen wachten kan , tot dat haar vyand zyn geduld ten einde en vertrok- ken is. Zoo dra de fchoot is gedaan, Hoemei, duikt zy weder ; ondertullchen 0fzydodl kan. men ten eerllen weten of zy lykgc-. een doodwonde bekomen heeft of niet ; want by aldten die niet dodelyk is, bl\ft het water on- klaar als het is; maar is zy op de rechte plaats geraakt , zoo ziet men wel dra een ander teken , vermids zich het water met bloed vermengt , en roodachtig word ; waar /'..-.' ■ ><• Iv KAAP de GOEDE HOOP. 201 waar aan men ook onfeilbaar kan weten , waar het legt ; en \ men maar met een lange Hok , waar aan onder een weerhaak, ho- ven echter en ten einde van den flok een lang touw vaft gemaakt is , op die plaats , zoo kan men dat dier daar door aan land bren- Wil het nogtans niet gcluk- gen. ken ;en , zoo werpt men een touw met een ftrik daar in en zoekt den kop of de beenen vaft te krygen , en het gevelde dier aan land te trekken. Waartoe De huid afgehaalt , welke men ISdumcï hier tot niets weet te gebruiken, dienen, of fchoon zonder twyfFel goed leer daar van zou können worden bereid , maar ten prooi van wild roofvee overlaat, fnyd men het vleefch met het fpek, doorgaans een flaande hand dik , af, zout het beide in, en neemt het met zich op een wagen na huis. Want zoo veel men op een wagen kan laden, bekomt men zekerlyk vleefch en fpek van een zee-koe , door dien zy doorgaans 15-00 of 3000 pond wegen. De beenen echter en het vleefch , dat nog aan de groffe fchinkels hangt , kookt men van " tyd tot tyd , en eet daar van , om dat het goed blyft; het vet ge- fmolten en gezouten verftrekt tot het koken van andere fpys als Reis, mager herten- vleefch en zoo voorts. Haar Dit vleefch en het fpek word ■pek.fChen voor een grote lekker ny en by- zondere gezonde koft gehouden ; en is my zeer wel bewuft, dat ee- nige boeren, die een lading t'huis bragten aan hare vrienden het pond voor 7 of 8 duivers en nog met groot verzoek hebben ver- kogt; en die iemand een ftuk van eenige ponden vereert , van dien mag men wel denken, dat hy het uit bvzondere oorzaken gedaan heeft. Het is ook als ik de waarheid zal zeggen , een voortreffelyk eeten , voornamelyk niet te oud en niet te lang gezouten, 't zy gerookt of verfch gekookt, aangezien het /. "Deel. fpek niet 7.0 tegen itaat als het var- kens fpek ; veel min is het onge- zond of koortzig, maar het jaagt al het geen de menfeh onderde le- den mögt hebben , weg, 't welk ook de rede is , dat men het zoo duur koopt, en daar na gefmol- tcn , in plaats van boter op brood eet. Vcrmids ik nu aldus met de be- Antwoord fchryving der zee-koe ten einde op de vraag gekomen ben, en niets meer weet, oflinzj"" dat daar by gevoegt kan worden, zoo komt my nog de vraag te bin- nen ; of Vr ook zee-offen zyn , door dien men jonge kalveren van hen vind en ziet. Waar op met korte woorden kan worden ge- antwoord , dat het wel is te ver- moeden , dat 'er diergelyke Yoortplanters van het mannelyke geflacht moeten worden gevon- den , ten ware men wilde bewe- ren , dat dit dier een man-wyf zy of beide naturen bezitte , en dan den man en dan de vrouw verto- ne. Dat ik echter zoude zeggen of met waarheid wilde aantonen, dat ik ooit een mannetje heb ge- zien, of dat 'er een van iemand anders was ontdekt of dood ge- fchoten, 't welk echter onder zoo velen , die jaarlyks worden ge- dood, moeit gefchieden, zulks zoude tegen alle waarheid en my- ne eige oprechtheid, die ik tot ml zoo veel mogelyk, hebbe waarge- nomen , ftryden ; derhalvefi laat ik u, Lezer, dezelve en alle anderen wydlopiger oplofTen , en zegge daar benevens nog maar alleenlyk, dat het de onkundige Schutters meer om buidt te doen is, dan dat zy zulke zaken onderzoeken zou- den. Behalven deze valt hier onder Of door de de Geleerden de vraag voor, of^^j de zee-koe, welke de Latynen fant de Be- Hyppopotamum noemen , voor den ^°{Ll tc Behemotb zoude können en moe- " " ten worden genomen ? waar van Job XL. io.y?^.fprcekt,danofze met meer fchyn van waarheid van den Olyfant of eenig ander wild C c dier 202 BESCHRYVING VAN D£ dier verdaan kan worden ? Het is mv wel niet onbewuft, 't geen de Joden en de Chriftcnen daar van oordelen, en können de gevoelens van beide natiën by T). Pfeijfous in 'Dub. Vexat. Cout. i.Loc. 44. pag. 5-92 feqq. zoo als ook by Fr an eins Hißor. Animal pag. 24. feqq. , welke ;den Olyfant alleen voor den Bchemoth houd ; Kirch- majerus in een byzondere twiftre- dc over den Behemoth en den Le- viathan , nevens veel anderen na- gezien worden. Edog my dunkt , dat Bochar- tus in Hierozoico P. II. Lib. V. cap. 15". en Ludolfus in Comment. ad. Hißor. Aithiopicam num. 85. feqq. pag. de zaak veel nader ko- men , als zy beweren , dat de ei- genfehappen van den Behemoth veel duidelyker by deze Zee-koe als by den Olyfant , afgemaalt, aangetroffen en gevonden wor- den , gelyk zulks uit de tot nu ge- geve befchryving genoegzaam blykt , en nog klaarder konde worden aangetoont, byaldien het hier bequaam gefchieden konde. Het zy hoe het zy, 't is een vraag voor menfehen , die niet alleen in talen geoeffent zyn , . maar ook een rechtfehape kennis van alle ei- genfehappen van ieder dier heb- ben. Van de bokken zyn reeds veel zoö heet. zoorten voorgeflelt , en des niet tegenflaande moet 'er nog een te voorfchyn komen , die Duiker- bok word genaamt , om dat hy zoo dikwvls als'er een menfeh by hem komt , hy mag van zins zyn, om hem te doden of niet, duikt en tuflehen het lange gras zich zoekt te vcrfchuilcn , in mening , dat hy gantfeh geen gevaar heeft, wanneer hy maar niemand zien kan , of fchoon de menfehen hem zien, en daarna als zy w i Hen, met een kogel doorfchictcn. Deze bok is b\ na zoo groot als een geit, gelyk voorheen reeds is gezegt ; liv is ook van dezelve kouleur, en maken de gryze hairen maar het Duikerbok onderfcheid. Vermids voor 't 0- verige geen zonderlinge differen- tie tuffchen haar beiden is , dan dat de Geit zieh niet verbergt, zoo als deze doet, maar eerder het gevaar ontfpringt, zoo zoude het ook nodeloos zyn, iets meer daar van hier te melden. Edog zeg ik nog met weinig woorden , dat zyn vleefch gebraden , zeer goed en aangenaam van fmaak is. Om van de Tygerdieren te mei- Tygerdi« den, is als nu de behoorlyke tyd en plaats, welke zoo als by de Lui- paarden of Pantherdieren is ge- zegt , een weinig groter zyn , "als dezen ; edog können zy op verre na niet beryken de grootte; wel- ke de Ooft-Indifche , voorname- lyk echter de Bengaalfche en an- dere hebben , hoewel zy die in verwoedheid geen flip behoeven te wyken. Van hare vlakken heb ik hier voren insgelyks gezegt, dat zy ronder en meer gefloten zyn , als die van Luipaarden of Pantherdieren \ derhalven is'tniet nodig, om wyders veel van hen te melden, als dat haar vleefch zoo goed teeeten, en zoo wit is, als hoender of kalfsvleefch , en wat my aanbelangt, ik zoude het Ty- gervleefch, zappig gebraden, bo- .1 ven het kalfsvleefch flellen , en voor my houden. Van de Amerikaanfchc Tygers Nancht« zegt Vader Zuchelli in zyne £*£* merkwaardige Miffien en Reisbe- TygeS fchryving na Congo pag. 101. dat aldaar gantfeh zwarte Tvgers wor- den gevonden, die veel gruwza- mer zyn, als de gevlakte, en ook zoo fnel in 't lopen en fpringen ; dat als de geenen , die hen ver- volgen , niet wel op haar hoede zyn, zy zelf van hen overvallen en tot buid gemaakt worden. Lu- dolfus in Comment. ad Hißor. Ai- thiopicam pag.x^\. haalt uit Arißo- telis Hißor. Animal. Lib. IX. cap. 6. en Tlinii Lib. VIII. cap. 17- %. 23. aan, dat de gemelde Schry- vefs den Paniherdieren een zeer aan- KAAP de GOEDE HOOP. 20? Hoc lieh de Pa | de l van ïulk een roofdier in de neus krygen. De Schry- rer heeft lulks in der laad be- r ouden. ffoi of fskliaJs. aengenamen reuk toefchryvén ; < dog hy voegt daar !n , dat dit iets zeldzaams ennoggantfeh iets tv* j iïèlachtigs /\ ; en bew yft der- halven het geen Z,™ yf/?v gefchre- ven heeft, en ik zelf in der daad bevonden heb, dat namelyk de paaiden , als zy den reuk van zo- danig een Roofdier maar van ver- re in de neus krygen , beginnen als dol te worden, en niet tegen- gaande zy het dier zelf nog niet eens hebben gezien , heggen nog ftruiken, gragten nog Ityl af hel- lende klippen ontzien, en gecn- zins na den toom luilteren ; zoo veel vermag de blote reuk op haar , en maakt haar als wild. \\ ant zegt hy, Natura enim Cce- teras animantes occuha quadamvi ferat rapaces fibi iufeßas, quamvis ignotas £f> nun quam vijas, fuger e doe uit. Dat is : IV ant de Natuur heeft alle andere dieren door eenige Verborge kragt , geleert , de vet*- ßindeude en hen naar het leven flaande roofdieren te ontvluchten of fe hoon zy aan hen onbekent zyn , en zy dezelve nooit gezien heb beu. En dit is ook de zuivere waar- heid. Wie twyffel daar aan Haat, neme maar Hechts de proef, zoo zal hy de waarheid daar van zoo goed bevinden, als zy my onge- waarlchouwt is overgekomen , wanneer ik in den jare 1711 by nacht na Drakenfteen moert ry- den. Want ik was toen genood- zaakt , om van myn paard af te klimmen , of fchoon ik niet konde bezeffen , waarom het zelve zoo dol en razend was. Edog hier van op een ander tyd meer. Van voflen weet men, voor zoo veel den naam aanbelangt , hier niet ; ondertuffchen is hier een dier, dat men de zoogenaam- de en van Gesnerus en anderen belehrcvc kruis-voflen , indien niet volkomen, nogtansvoor het grootile gedeelte overeenkomt , en word zulk dier van alle de in- I. 'Deel. woners faklhilx, m van <\v | !ot- tcntottefi Ti ■'■ of pok AY«/ Meritis illuflris Vin fobi Ludolfi p. 149. van den gcmeldcn Heet Ludolf verhaalt, dat hy in Hef- fen-Kafl'el dit hem onbekent en vreemd dier in den Diergaarde van den Landgraaf ziende , het voor het zelve had gehouden, dat van Boe hart o in Hierozoico Sacro Tart. I. col uw. 846 Thos genaamt word. Nu is waar, Rechartus handelt Öngélyk op de aangehaalde plaats van den ^ceAu™ Thos, en brengt vele bewyzen by. teu« on- Cypriani in Hifior. animal. p. 441. j"«»tdit feq. geeft ook een korte befchry- vingvan het dier, Thos genaamt, dat echter met 't geen Lu do lfm in Kallel. heeft gezien , gantïch niet overeen komt. Want Cypri- ani zegt ƒ dat de Thoes groter als een gemene wolf, maar kleinder als een vos zyn ; dat zy voor't o- verige in gulzigheid elkander ge- lyken ; zeer lehoon donker-rood zyn ; by malkanderen lopen ; men- fchen en laudieren geen quaad toevoegen ; by nacht huilen ; en luids keels IVon , Wou roepen. Daarentegen bevvyft de Heer Lu- dolf, dat de Thos de kleine wilde dieren zeer heftig vervolgt , don- ker-bruin. is , met vlakken , en dat dezelve een kop heeft als een Das, en een Itaart als een vos. E- dog wat hier van zy, ik weet voor de waarheid, dat de Jakhal- zen, waar van ik 'er zeer veel heb gezien , belt met de kruis-voflen overeen komen. Onder de wezeltjes , welke in Wezehje. Afrika zich bevinden, zal genoeg zyn, als ik den Iltis noem , als welke in'Duitlchland zoo bekent Cc 1 en 304- BESCHKYVING van de allen delen niet en gemeen is, dat de kinderen hem kennen. En door dien ze van de genen die hier zyn , niets verfchillen , zoo zoude het moei- te vergeefs zyn , om dezelve ver- der te befchryven. Van de Wolven vind men daar- entegen alhier twee zoorten , te weten, gemenen en tygerwolven. Gemene Van de gemenen, die met de Eu- Hjjmaie, ropeaanichen zoo wel in de groot- van de Eu- te als in de kouleur en alle andere fchc"311" eigenschappen overeen komen , is verder niet te fchryven, om dat zy in Duitfchland zoo gemeen zyn, dat zelfs de boeren dezelve in plaats van honden , voor ha- re deuren aan de ketting leg- gen, en als getrouwe wakers ge- bruiken, van deTy- yan den Tyger wolf is te berich- ger-wolf. ten ^ jaJ. hy z00 als Cypriauus 'm continuat. Hifior. Animal. Fran- cii pag. 437. meld, van de Laty- nen Lupus Cervarius word ge- naamt, om dat hy,gelyk /TvmvV/j- in Hifior. animal. pag. ^^6. zelf zegt een geflage vyand der herten zyn zoude , of om dat hy vol- gens Cypriani loc. est. zeer roof- begerig en gulzig is , aangezien hy de hazen, fteenbokken en an- dere kleine dieren zeer liftig na- zet. Voorts dient men te weten, dat hy den naam van Tbos draagt, om dat het Pantherdier zich met den wolf zoude vermengen , waar uit zoo als Forerus in 't Dier- boek pag. 105. fchryft, deze wolf, Thos genaamt , zoude voortko- men , welke even als een Pan- therdier gevlakt, allcenlykden kop als een wolf zoude behouden. Wanneer ik echter des/.elfs be- fchryving ter deege overlees, die hy pag. 155. van zyn Dierboek van den Thos mededeelt , zoo komt de- zelve met onzen Tygcr-wolf gantfeh niet overeen , waaren- tegen het geen hy van den Lupus cervarius pag. 156. loc. cit. heeft aangetekent , beter met den zelven overeen kan worden gebragt , hoewel zulks ge- Waarhj ook in fchied. Derhalven vind ik my ver- plicht , om dezen Tygerwolf zoo duidelyk als mogelyk is voor 00- gen te Hellen. Hy is van tnme- lyke grootte, en overtreft daar in een Herders-hond. Heeft een bre- de kop als een Engelfche dog of bulhond ; voorts heeft hy een gro- ten fmoel , met fcherpe tanden bezet. De neus en oogen zyn groot , en de ooren lang ; de hai- ren als een Herders-hond en Ty- gers-wys gevlakt. Hy heeft gro- te en brede voeten , met lange en Iterke klauwen, die hy als de kat- ten intrekken en uitlaten kan, ten einde men hem aan zyn gang , als hy op roof uitgaat , niet zoude kennen. De benen zyn tamelyk dik, en de flaart is zeer kort, als van een hert of zee-koe , edog even zoo vol met hairen be- zet , als het gantfche overige lig- haam. Zyn verblyf en ruftplaats vind hy niet op hoge bomen, zoo als ^0cJt°nt" een Lucht , maar in diepe gaten en fteenkloven , alwaar hy zich den gantfehen dag verbergt, om des avonds zyn rol te fpelen. On- dertuffchen verklikt hy zichmceft zelf door zyne onaangename , hel- le en huilende Item, waar door hy doorgaans van de honden , de huizen en Schaaphokken nade- rende, verjaagt word, en aldus onverrechter zake aftrekken moet. Den fchapen draast hy een , 1 x rl 1 c Loert 7.eei groten haat toe, en in een ltal,ot 0pdc fch* zoo als men hier zegt , in een Pen- fchaap-krale komende, verfcheurt hy doorgaans twee of wel drie fchapen , na dat hy tyd krygt, om daar mede zyne holle maag te vullen , en neemt 'er daarenboven eènmet zich, om gedurende den dag een weinig op zyn vcrblyf- plaats te peuzelen te hebben. Daarentegen heeft hy ook zyne / vyanden, als onder anderen de vya,uicn- Leeuwen, Tygers en Luipaarden, welke hem op zyn gehuil vervol- gen, KAAP de GOEDE HOOP. 20$ Zoekt de lyken van Hottentot- ten op. Of deze wolf niet opzommi- ge plaatien in He H. Schrift be- tekent word. Waarom dcSoliryver tot nu geen §ewag van c Geiten gemaakt heeft. gen, wurgen, verrcheuren en op- vreeten. De lyken der Hotten- totten , onder ftcnen bedolven» zoekt hy geweldig op ; want ver- mids deze zoort van menichen ha- re lyken mecll maar in gaten (le- ken, en met itencn bedekken, of anders naauwlyks een voet diep onder de aarde begraven , gelyk iczvncr tyd uitvoerlyk zal wor- den aangetoont, zoo fcharrclt hy dezelve op, en doet 'er by gebrek van andere buid zyn maaltyd mede , ten zy deze grafltcden met al te veel ïteenen toegedekt zyn. Hier uit zal de Lezer, hoop ik, genoegzaam können zien , hoe fchadelyk dit dier is, het welk zekerlyk nog meer zoude woe- den, ten ware andere verfcheu- rende dieren hem in den toom hielden. Daarenboven laat ik aan uw oordeel over, of dezen niet met recht de avond-wolf mag ge- noemt, en daar voor aangenomen worden, waar van by jerem.V. 6. Habac. 1.8. en Zephan. III. 3. gewag gemaakt word ? En door dien tog de meeftc uitleggers der H. Schrift een natuurlyken wolf verdaan, gelyk uit de geleerden Heer Tfeifer. T)ub. Vexat. Cent. 4. loc. $oj>ag. %+c.feqq. blykt, zoo dunkt my , dat zy geen be- ter en fterker als dezen vinden können. Edog de Lezer mag zulks zelf befliiTen, en meer ge- dachten daar over laten gaan, als het welk de tyd my als nu niet toelaat. Aldus heb iku, Lezer, tot nu de viervoetige Land-dieren be- fchreven, en onder dezelve zeer veel zoorten van wilde bokken aangeroert, en nogtans nooit ge- wag van de Geiten gemaakt , 't welk u niet onbillyk zeldzaam en wonder konde voorkomen. Zulks is echter voörbedachtelyk ge- lchied, om dat men licht ftaat kan maken , dat de geiten altyd naar wyzc der bokken geformcert vyn, niet tegenftaande het mannetje al- toos wat groter als het wyfje ge- vonden word. En was 'er voor 't overige iets merkwaardigs daar ontrent te betrachten geweeft, zoude ik het zekerlyk niet heli- ben vergeten. Aldus heb ik hiervoren met voordacht insgelyks niet van de HageduTen gemeld, om dat de Salamander en Chameleon daar onder gerekent, en ieder in 't by- zonder befchreven zyn. Daar zouden nog wel veel van dierge- Iyke diertjes aangemerkt können worden, maar wyl alomme Ha- gcdiflen gezien en gevonden wor- den, en dezelve der halven aan u genoegzaam bekent zyn, zoo acht ik zulks nodeloos. Edog ik vind my verplicht, om van de groene Hagcdillen, die my in myn kamer menig vermaak aangedaan , en nooit cenig quaad toegebragt hebben, nog met weinig woorden te melden, om dat zy zeer aan- minnelyk , lierlyk en vriend lyk zyn, zoo dat men rede heeft, om zich op 't hoogft daar over te ver- wonderen. Want zy volgen de menfehen niet alleen in de huizen, maar laten zich ook gewillig van- gen, kruipen op de blote huid zeer vermakelyk , en als men ze weder weg wil doen , huppelen en tui- melen zy, en bewyzen aldus al- lerhande vrolykheid. Hare groe- ne huid, hoewel fchóbachtïg en ecnigzins hard, is zoo glad en koel, dat men ze voornamelyk in de warme zomer -maanden zeer gaarn op vat, en in den boezem iteckt. De aanvallighcid van deze die- ren zoude my billyk buiten de pa- len doen gaan , en dat ik langer van hen zoude handelen , als ik my voorgenomen heb, aangezien de materie van de viervoetige die- ren , die ik my veel beknopter af te doen , voorgeitelt had , zodanig uitgedy d is , dat ik met rede beducht ben , dat ik het geduld van den Lezer te veel /al nebben getergt. Dcrhalven zal Cc 3 ik Insgclylu van de Ha- gcduJeii. Groene Hagediflen zyn aange- name die- ren. De S'chry- verbefluit dit H ftuk. 206 B E S C H R Y V 1 N G van de ik het hier by laten beruften , in hope, dat uw geduld door die wydlopigheid nog niet t'eene- maal zal ten einde zyn , met ver- zekering , dat ik voortaan beter op myn hoede zal zyn , en naar mogelykheid alle onnodige om- ftandigheden affnyden. XII. HOOFTSTUK. Waar in de Vogels , die aan de Kaap de Goede Hoop gevonden worden , na de order van het Alphabet befchreven worden. De Auteur wil deze ftoffe maar eenvoudig , hoewel uit ondervinding, befcbryven. Hy beklaagt het verlies van eenige zyner aantekeningen. Kan derhalven deze ftoffe niet volkomen afhandelen. De Arent. ■ Vreet dood vleejch en vifcb. Heeft een fcberp ge- zicht. Haar kouleur. De End-floters. De Zee- Arend. Aafl geweldig op vijf ben. De Been of Steenbreker. Van de Am/els of Meerlen. Ringel- Amfils. Water- Aw fels. Blaauw-vogel . Bacbßeltzen of Quikflaarten. Daar zyn velerhande Kanaric-vogcls aait de Kaap. DrofchelofKram-vogelsofLyflers. Befcbryvingvan den vogel Edolio. Waar- om deze vogel Edolio roept. Emmerlingen , Gilblingen , Emeritzen. Endvogels. Hoe de tamme Afrikaan f he zyn. Van de wilde Endtvogcls. Faizanten zyn'er veel aan de Kaap. Befchryving van een vogeltje , '/ welk de Auteur Fddemlein noemt. Ganzen. Welke bedden de Kaapfche inwoners gebruiken. Driederbande zoorten van wilde Gan- zen. Water-ganzen. Krop-ganzen. Berg-ganzen. Grasmus. Greuninger. Nachti- galen vallen aan de Kaap niet. Verfcbeide zooricn van Gibitzen. Gier. Kalecutfche Hanen en Hennen. Knorhanen en Knorhennen. Waterhoenders. Havik. Hexen, Elfiers of Exters. Hänflingen of Vlasvinken hebben een aangenomen zang.* Kent of Steenbyters. Kraajen. Zee-kraajen. Kraanvogels zyn zeer groot aan de Kaap. Lerchen of Leeuwerken, Lepelaar of Pelikaan. Byzondcre Water-vogel. Mcttben of Meeuwen. Meezen. Mugge of Honing bye eeter. Wyzcn den Hottentotten den weg na honing. Befchryving van een klyne vogel zonder naam. Heet hier doorgaans Lang- tong. Pinguinen, baar gedaante. Können behendig vifb vangen. I 'al (eb bericht van Dapper. Word wederlegt. Van de Paatav. Wat zy voor ftaartcn in Afrika hebben. Van de Raven. Reb- hoenders , Veld-boendcrs- of Patryzcn. De Kaapfche. Rood- hal- zen en hare zoorten vallen zeer veel aan de Kaap. Verfcbeide zoorten van Snippen. Riet (nippen. Boec- of Poelfnipptn. Swaluwcn en hare zoorten. Zee- of Gier-Swa- luwen. Spatzen, Muffeben of Moffen. Staren of Spreeuwen. St rondloper. Word zelden gef boten. Van de Struis. Hoe de Struizen brood bedelen. Hebben kleine koppen De Scbryver wederlegt het bericht van eenige Auteurs. Il 'eier leg ging van een valfcb bericht. Struizen können niet vliegen, maar f nel lopen. Tauben of Dui- ven Wilde Duiven. Tortel-duiven. W' 'ilde Duiven die niet tam können worden ge- maakt. Taucher of Duiker. Hare verfcbeide zoorten. JVynlyfler. Zingen aange- naam. Jholen of Kaauwen. Wachtels of Qtiartels. Tuinfltiipers er. Cys.jcs. I 'leer- muis. Uilen tn Nagt-uilen. I 'alken. I f orden niet afgereebt. Vinken. Hare veler- hande zoorten, Befchryving van een febone grote vogel. IV aar by aan te treffen en te fchieten zy. De Auteur eindigt de Befchryving der I 'ogcls. De Auteur T ~ï Ft geen ik in het voorige wil de/e J~2 Hooftdeel van het gevogel- maafécn- tc' heb belooft , zulks zal ik nu in voudig, dit nakomen , en hope ik dit veel edoe uit ï i , deonder- beknopter uit te voeren , als on- langs de materie der viervoetige vindingbe- dieren zulks heeft willen dulden. wvls op dode ezels en andere die- ren zitten. Ik weet, dat veeltyds ecu os , koe of ander tam beeft, of onder wege voor een wagen of ploeg gefpannen, vallende en leg- gen blyvende, of in de wyde het na huis gaan vergetende , door deze zoort van vogels , of fchoon men voor heen geen van dezelve gezien of bei peurt heeft, by hon- derden bezocht zvn, die het van binnen t'ecncmaal' hebben opge- vreeten, en allecnlvk de buitenlle huid en het geraamte hebben la- ten leggen, zoo dat men van verre niet anders kon zien, of het ge- valle dier was nog geheel in we- zen ; edog wanneer men 'er dicht by quam , bevond men wel dra , dat 'er niets meer dan de buitenlle huid ende inwendige ribben overig waren. En om dieswegen wor- den deze vogels ook niet Aren- den , maar aan dit Voorgebergte door den gemenen man Strond- voqels of Strondjagcrs genaamt. Hier uit is zeer licht af te ne- H«ft«n men , dat deze vogels , om dat iK.n. ? men er voorheen geen nog op het land nog in de lucht ziet, een zeer fcherp gezicht hebben , en daar en boven of van reuk even zoo fcherp zvn , of anders met grote hopen by maik anderen vliegen moeten. "Want anders" is het on- mogelvk te können zeggen , hoe dat 'op eenmaal zoo veel vogels van cenerlei zoort zouden by mal- kanderen komen , en zoo Uil ce- nerhande fpvs nuttigen können. Dat het nogtans eenerlei vogels zvn , zulks betuigen niet alleen hare fcherpe , fpitze en kromge- böge 208 BESCHRYVING van de Haar kou- leur. De End ftoters. De Zee- Arend. Aait gewei digop »ilch. De Been of Steen- 1 breker. böge bekken , ook hare gelyke l grootte, welke die van een wilde ver overtreft , maar ook hare ge- j lyke yerf , die zwart is , met licht- graauwc vederen gemengt , te meer vermids zy diergelyk voed- zel gantfeh vreedzaam met elkan- der verteren , en doorgaans zeer fcherpe klaauwen hebben, waar mede zy van natuur gewapent zyn. Daar zyn nog meer diergelyke roofvogels, welke ik zie, dat de Natuurkundigen insgelyks onder het geflacht der Arenden tellen , te weten , de End-ftoter , Aquïla anataria , welke ik veelyds met jonge eenden hebbe zien vliegen, die hy in zyne klaauwen valt hield, en daar na verfcheurde en opat. Hier by'komt de Zee- Arend, of Haliacetus , welken ik wel hier niet, maar nogtans in de ope zee menigmaal gezien heb, zonder echter dat ik eenigzins hebbe kön- nen bemerken , dat hy gelyk zyne natuur fchynt te vereiflfchen , twe- derhande poten , namelyk een gans-poot tot zwemmen, en een ander met fcherpe kromme klaauT we gewapent , zoude hebben , welke hem tot viffchen zoude die- nen. Ik heb dikwyls gezien, dat hy de viffchen hard vervolgde voornamelyk de vliegende en an- dere, van welker fpys hy ook zyn vocdzel heeft. ■ De Been of Steenbreker, Oß- fraga genaamt , dwingt zich met fchildpaddcn , en andere wel be- waarde harde dingen in de lucht, laat het daar na op een ftecn val- len , en brengt ze aldus uit de fchilden , dat ze hem een goe- de fpys verflrekken moeten. Ik ben echter niet van zins, om my in een wydlopiger befchryving van deze en andere diergelyke zoort , in te laten , deels om dat ik weet, dat zulks reeds van an- deren is gefchied , en deels ook , om dat üit het begin reeds zou- de blyken , dat ik gaarn wyd- lopigheid zocht , 't geen nog- tans- tegen myne belofte zoude aanlopen. De Meerlen zyn hier immer ".vra?der . , - . . Amfeisof zoo wonderbaar en zeldzaam ge- Meerlen. tekent , als men ze in Europa , voornamelyk in Duitfchland. aan- treffen kan. Want men vind zwar- te van een blinkende verf, met een goudgele bek. Men ziet ook bruinachtige met een zwarte bek. Voorts zyn 'er roodachtige met een donkerbruine bek ; welke al- len een aangename zang van zich laten horen, en zich in boffchen, zoo als ook in de tuinen onthou- den , daar veel Laurier -bomen zyn geplant , waar van alhier een grote overvloed is , zoo dat men byna alle lanen van tuinen daar van vervult ziet. En wat zal ik van de Ringel-amzel zeggen, die hier in Ring-ari alle boffchen aangetroffen word. feL Men ziet dezelve dikwyls in een grote menigte, en niemand zoekt haar eenigquaad te doen, omdat men andere wilde en groter vo- gels genoeg kan hebben. Aldus is het ook met de Water-amfel gele- wLater-anf gen, welke men alhier, wylzy zich gaarn aan de oevres van rivieren en van de zee onthoud , Strandlo- pers noemt. Zy word ook zeer weinig gefchoten , en wegens haar onfmakelyk vleefch niet genut- tigt. De Blaauw- vogel , Ccerukus ge- B,aau* naamt , is kleinder maar veel V°6C ' lchoonder van kouleur als een Mecrl. Beil zal zyn, datik-my eenigermate de woorden van Ra- fha'èl Seyler by Gesnerus , en Ru- dolf Heushn in zyn Vogclboek fag. 41. bedien , en hem na de- zelve befchryf. De vogel, zegt hy , dien de Duitfchcrs van de blaauwe verf, Blaauw- vogel noe- men, is zoo groot als een fpreeuw (hier echter als een middelmatige ltaar of fpreeuw) aan de borft, lenden en hals , fchoon hemel- blaauw, edog een weinig donker- der als de ysvogel. Op den rug en vleugels , is hy min of meer zwartachtig , zoo dat men de graauw- KAAP de GOEDE HOOP. 209 graauw-blaauwe en hemel-blaau- wc verf naauwLyks daar onder ziet. Z)n bek is anderhalve (hier echter niet wel een vin- ger) lang, onder de neus zwart- rood, van beneden fpitsachtig, zoo dat het boven lic kromme deel 7.ecr na 't onderde bedekt. 1 !\ heeft gefplete voeten, 7,00 als an- dere vogels. Zyne woning is op de hoogite Alpen (hier de hoog- de bergen, ook dikwyls in de tui- nen.) Naar het voorgeven van den gcmelden Auteur, zoude z\ n vlcefch 700 goed zyn, als dat van Meerlen en kramvogels ; hoe wel ik het nooit zelf heb geproeft , zoo geloof ik het nogtans zeer wel , om dat het zeer malfch lvkt. Meer hier van kan bv den ge- melden Auteur worden nagelezen. lachMt- Het gedacht der Bachitcit7en , »uikiLur- welke de Latynen Motacilla en :n. de Hollanders Quikitaarten noe- men, is zeer groot, en zoo ver- fcheidcntlyk getekent , als in Duitfchland ; aangezien men gcelachtigen en witte of afch- graauwen , zoo als ook zodani- gen, aantreft, die met een zwar- te ilreep op het hoofd getekent zyn. Men vind ook nog verfchei- de andere zoorten , die als de Quikitaarten , hare itaarten be- wegen. Ëdog om dezelve hier als reeds genoegzaam bekende vogels te befchryven, zoude zoo veel zyn, als Sparren na Noorwe- gen te brengen. Aldus zou het irisgelyks ver- geeffche moeite zyn , om van de Calecutfchehoenders ai hennen , veel min van de kapoenen , als reeds t' over bekende en onder het tamme pluimgedierte gere- kende Vogels, gewag te maken. Daar benevens zou het zich niet beter voegen, wanneer ik van de alom bekende en lieflvk zingende kanarie-vogels , .die in Holland en elders veelvoudig worden uit- gebroeid , veel woorden wilde maken , of fchoon hier veel meer zoor ten als in Europa zyn, welke I. 2W. echtei geen anderen wezendh- Kanarie- ken onderfcheid hebben , dan al- v< 1 • j 1 1 »ii \clcihande leen in de kouleureii. W \1 /v in looncn de- tuinen aan hei zaad grote k ha- "ndc de doen, worden zy dikmaal-, in "P* grote menigte gefehoten , voor- namelyk in den tyd , dat zy pa- ren, en derhalven hoopsww.e by malkanderen vliegen, waarna /.y den liefhebbers van zoo klein wild braad, een keurlyk maaltyd verftrekkeq Om van de verfcheide 70orten Drofchei van Urofchelen veel te zeggen , is insgelyks nodeloos , om dat zy buiten dat genoegzaam bekent zyn. Edog kan ik niet met ftil- zwygcn verby gaan , de mistaf- ting , welke onze landsgenoten begaan, indien zydewvndrofchels fpreeuwen noemen ; deels om dat ik geen ipreeuw ken , die zoo groot is, als deze Drpfchcl ,- deel» ook om dat 'er geen zoo zwart als deze is, en eindelyk, om dat ik niet weet, dat een ipreeuw zoo zeer op wyndruiven verzot is, als deze ; alzoo dat wanneer men ze niet uit de wynbergen jaagde, als de druiven ryp zyn, veel druiven aan Hukken gebeten en vernielt zouden worden , zoo dat de wyn- gaardenier weinig zoude te per- zen vinden. Heßchius en Varinvs gelyk Gcsnerus en uit hem Henslinus pag. 57. van zyn ybgelboek fchryft,maaken gewag van een vo- gel, dien zy Êdofio noemend \ er- mids echter deduidelvkebefchry- ving \ an dien vogel zich niet daai b\ bevind., en my derhalven on- bewuil is, welken vogel zv me- nen , zo zal ik u maar m\ pe een- voudige gedachten van een vogel ontdekken , die gelyk in Europa de koekoek altyd koekoek, altyd Edolio roept. Te weten , hier Befchry- word een vogel gevonden, die in dcn°vog"i grootte, geitaite, kouleur en by- Edolio- na alle lidmaten , met den koe- koek overeen komt, hoewel ik geen vogel koekoek heb horen roepen , zoo lang als ik hier ge- D d weeft 2io BE SC HR Y VING van de weeft ben. Deze vogel onthoud zich zoo als de koekoek, nergens anders dan in dichte boflchen, en rullenen zeer hoge bomen ; al- waar hy , fchoon 'er hier niet veel zyn , altyd meelt echter 's zomers , zyne Item horen laat , en duide- lyk en klaar uitroept Edolïo ! Edo- lio ! Ik heb hem dikwyls dit woord horen fchreeuwen, in de twee boflchen , de hel en het parad ys genaamt. Vermids nu over lan- ge jaren in een van deze twee bof- fchen een matroos om hals zoude zyn gekomen , dezelve echter al- tyd , als het gemene volk op de fcheepen , de zeilen en ankertou- wen zal aanhalen , roept , zingt en fchree wt , Edolio ! Edolïo ! ten einde een jegelyk zyne kragten te gelyk aanfpannen zoude , en die anders al te zware arbeid te lich- ter vallen moge , zoo heeft de ge- mene man de argwaan opgevat , dat deze matroos, als welkers ziel in dien vogel zoude gebannen zyn, daar ging waren, en zyne ftem nog altyd deed horen ; en wierden zy in dat bygeloof nog meer ge- fterkt, om dat men den gemel- den vogel , zoo lang als hy roept, zoo weinig als de koekoek, zien konde. Of nu deze vogel eener- lei zoort is , met den koekoek , daar op wil ik juift niet ftyf bly- ven ftaan; ik ben ten minitcn van die gedachte ; en geloof derhal- ven de oorzaak van Gesnerus en Heuslinus gantfeh niet, als welke beweren , dat deze vogel van de Grieken wegens de geftalte van zyn lyf , Edolio zoude genaamt zyn. De Emmerlingen , Gilblingcn, Singen JE- Emmeritzen of Koornvogels enz., mcauen. 2yn m Duitfchland veel beter be- kent , als ik ze befchrvven kan. Wat zy nevens andere kleine vo- gels aan 't koorn voor fchade doen, is ook bewuft, zoo dat ik dezelve wel laten beruften, en my Eenden, tot de Eenden wenden kan. Deze zyn ook meelt bekent, zoo wel de tammen als de wilden. Ik zal al- Emmerlin- gen , Gil- leenlyk zeggen, dat de tammen Hoede hier veel groter zyn , als intammcA- Duitfchland , hoewel niet zoo groot als een gans , tuflehen wel- ke nog een merkelyke onder- fcheid is. Van de wilde Endvo- wüde gels zyn 'er velerhande zoorten , EendeD- zoo dat ik te ver zoude geraken, ten ware ik dezelve alleenlyk naar hunne naam en koulcur befchreef. Want daar zyn eenden, die blau- we koppen hebben , en voor 't overige de gemene eenden gelyk zyn. Anderen hebben een kafta- me-bruine hals en kop, komen- de voor 't overige met de andere eenden in kouleurenz., overeen. Wederom anderen worden ge- vonden, met een zeer brede bek. Wyders anderen , die wegens haar klein lyf een byzonderert naam dragen , daar onder de Schminten, Talingen, Schlobben enz., waar van de eene groter is als de ander, maar geen van hun drien kan de volkome grootte van een ander eendt beryken; zynde de Sminten de kleinften van allen , en ook het malfchften van vleefch. Op deze zoort volgt de Taeling, die eenigzins groter is, als de Sminte, en dan de flob- be , die wederom de Taeling overtreft, maar nogtaus de eï- gentlyke grote van een endvogel niet kan evenaren. Deze endvogcls vallen hier zoo veel , dat of fchoon aan niemand verboden is , om dezelven te do- den , men in korten tyd zoo veel kan fchieten , als men in ftaat is, om op den rug na huis te dragen. Daarenboven hebben de Jagers van den Heer Gouverneur verlof, om een gedeelte aan de burgers te verkopen, en als een buitekans voor haar te houden , mids dat zy '/org dragen , dat defzelfs tafel daar van nevens ander wildbraad kau worden voorzien. Derhalven be- houden de gemelde Jagers haar ftreek alleen, en laten niemand diergelvke vogels doden, daarzy menen en. weten, dat zy gemak- lykft KAAP de GOEDE HOOP. 211 lykft rot haar voordeel te beko- men zvn. *«*»*« De Faifantcn , welke hier Ve- imdTC' fanten worden genaamt , worden K"P- hier in veel groter menigte als in Duitfchland gevonden, die by al- dien niet fraajer en groter, de Duitfchen cgter niets behoeven toe te geven. Zy zyn echter zoo wel ' daar als hier zoo bekent en gemeen , dat zy geene verder be- fchry ving van noden hebben. De wyzc hoe zy gevangen worden, en gcmaklyk te bekomen zvn, is zoo wel in Duitfchland als hier gemeen , naardien men ze vangt of door een doek of bord, waar op een zulke vogel gefchildcrt flaat, en waar achter de Vogclvan- ger zich verfchuilt , die het net over haar haalt, en ze aldus vangt; of men legt Itrikken van paardehair, zet ze op een plaats, rondom met groene in de aarde geftoke en dicht in malkander gevlochte takken omgeven , alwaar men 3 of 4 openingen laat, en deze ftrik- ken aan de takken van weerskan- ten valt maakt en uitfpant , waar door de Faifanten können komen. Van binnen en aan ieder ingang ftrooit men tarw , rogge of iets anders , zoo dat z\r komende, om op dit koorn te azen, zy zich verhangen , of aan de poten ge- vangen blyven. Op deze laatlle wyze heb ik zelf vele gevangen, welker vleefch my naderhand een keurlykc maaltyd heeft vcr- fchaft. Befchry- Vecltyds is my hier in 't oog SJ gekomen , een' vogeltje , dat edatdc groen-geel van borlt, buik, en oor het ru8£c xvas ' ,cdog eenigzins met ademkin graauwe verf vermengt. Niemand out. heef,- my defzeifs mam bonnen zeggen , om dat zv denzelven niet willen. Na dat ' ik echter het YTogelbock van Heuflinns in han- den heb gekregen, heb ik uit pag. 14.3 gezien, dat het den naam van Füdemleïn of Serinus dragc. Dit vogeltje, dat een weinig kleiner is als een Cvsje , en derhal ven on- I. 'Deel. der deGrcuningcrsgcrekcnt word, zingt ongemeen licflyk , en aapt de Kanarie vogels na, waarmede het ook een gelyk lot treft , en dikwyls gedood , gefchoten en gegeten word , om dat hier nie- mand de minftc moeite wil ne- men , om de vogels tam te ma- ken, en t' huis cenig vermaak aan dcrzelver zang te hebben. Wat aanbelangt de Ganzen, GanMB* men vind alhier tammen, die met de Europeaanfchen in alles over- een komen , cdog in verre na zodanige menigte en overvloed niet. Mogelyk om dat de inwo- ners alhier de vêrcn niet zoozeer Watde tot bedden gebruiken , als in Kaapfche Duitfchland. Want zy behelpen voor°bed- zich of met MatrafTen van boom- dcn .ge- wol of paardehair, ofzy nemen in ru en' plaats van ganfc -véren , die van Meeuwen, Duikelaars en andere wilde zee-vogels , aangezien deze laatfle veel zachter zyn , als die van ganzen , zoo als ik zelf heb bevonden. Behalven dit zoeken de inwoners de menigte der gan- zen te myden , om dat het hen nog aan wilde ganzen , nog aan andere wilde vogels ontbreekt, welke hen een treffelyke maaltyd verftrekken, of fchoon zy dezel- ve niet aanqueken en grote kollen daar aan doen moeten, maar voor een fchoot buskruid en een wei- nig lood zodanige traótamentcn ten allen tyden van 't jaar beko- men können. Naar zoo veel my is bewuft, Drkierhan- worden hier driederhande zoor- Vanz °°[,£n ten van wilde ganzen gevonden , pnzen te weten Berg- Krop- en Water- gangen ; welke hoc wel zy zich al- len gaarn in 't water onthouden , van elkander worden onderschei- den, om dat zy of anders van kou- leur zyn, of in de grootte niet overeenkomen , of door 't een of 't ander deel van 't lyf uitmunten. Dewa:«- De watcr-ganv en komen met de ganzen. Damme in kouleur en grootte mecll overeen, behalven dat zy een bruine llrccp over. den rug l)d x heb- 2i2 B E S C H R Y V I N G van de ren. Rrop-gjn- hebben , alwaar eenige groene vé- ren mede onderlopen. De Krop- ganzen zyn daarentegen niet al- leen veel groter van lyf, als de vo- rigen, maar ook van alle andere ganzen onderfcheiden, om dat zy voor aan den hals , recht onder den bek een grote krop , zoo als zommige menfehen dragen, die een lange krop, welke hen tot op de hartkuil hangt, hebben. De krop is aan de tong valt gegroeit , en moet hen in 't vliegen niet weinig hindcrlyk zyn, aangezien dezelve uitgemeden , fchoon ge- maakt en bereid , van de zolda- ten en boeren tot tabaks-zakken worden gebruikt, waar in zy byna twee en meer pond gekurven ta- *"gan" bak können bewaren. De Berg- ganzen zyn ook veel groter, als een andere gans, en van de ove- rigen onderfcheiden , om dat zy blinkende groene véren op het hoofd en op de vlerken hebben, ook zich meefl op 't gebergte ont- houden , en geen vifch zoo als de andere ganzen, maar louter gras, loof en andere aardgewailen tot hare fpys gebruiken. Het vleefch van alle deze gan- zen is zeer lekker en aangenaam van fmaak, zoo voort na den fchoot fchoon en klaar gemaakt; of anders als men ze uitgenomen , een paar dagen, want langer lyd het deze warme luchtflreek niet , op een koele plaats hangt, en dan klaarmaakt. Ik heb dikwyls een van dczelven helpen cetcn, en my altyd zoo wel als anderen, daar mede verzadigt , nooit qualyk daar by bevonden. De (I rasmus, in 't Latvn Fice- dttta o\'C//?r//ca geiuamt , is na ha- re verfchcide zooiten alhier tamc- lyk bekent, en geneert zich niet alleen met wormtjes, maar doet ook aan rvpc vygen en wyndrui- ven umclyk fchade. En is onno- g , om iets meer van dezelve te incldcn, om dat zy overal zeer kent is. I )e ( Jreuningcr , Chlo- genaacit , is daarentegen hier mus. veel beter bekent, als in eenig an- der oordt. Want hy is op den rug en over den buik gantfeh gras- groen; heeft ook in den Haart meefl groene veren , en vertonen zich aan de wieken maar eenige zwarte. Ontrent de grote van het lyf, evenaart hy de Europeaan- fche Nachtigalen , welke wy hier gantfeh niet hebben ; en heeft ee- nigzins een breden bek, welke hem tot zyn voedzel zeer dienflig is, dat hy van het zaat der diilels en andere kruiden haalt. Hy heeft een tamelyke luide en aan- gename ftem, hoewel niemand al- hier zich in deze mooje vogels en derzelver^zang verluftigt. Alhier heeft men ook graauwe , groene en afchgraau we Gibitzen of Hoepen, maar niet alle in zodanige grootte, dat zy by de Europe- aanfche können worden vergele- ken ; want zommige zyn eenig- zins kleiner als de Duitfche, voor- namelyk de graauwe, en afch- graauwe; de groene echter, wel- ke ongemeen fraai van véren zyn , komen de Europeaanfche vry na* en wyl zy voor 't overige niets by- zonders fchynen te hebben, be- halven dat de kuif op 't hoofd niet lang, maar veel korter is , zoo is het ook niet nodig , om verder iets van dezelve te melden. Ins- gelyks doe ik ook van de Gieren, welke verfcheidcntlyk als roof-en floot-vogels , buiten dat genoeg bekent zyn. En wat rede zoude ik hebben , om van de tamme hanen en hen- nen, zoo als ook van de kapoenen omftandig gewag te maken? Zy /.yn tog buiten dat overal bekent genoeg , en zelfs in zommige In- diaanfche landen zodanig, dat menig zoldaat en inwoner dezel- ven tegen zyn zin eet, om dat men ze aldaar beter koop als an- der vleefch hebben kan. Wat is het ook nodig, om van de Indi- aanlchc of Kalecutfche hanen en hennen verder melding te- doen, alaoo ik de/ 'ven reeds onder het tam- Nachtiga- len vallen aan de Kaap niet. Verfcheide foorten van Gibitzen of Hoepen. Gieren, Kalecut- fche hanen hennen en kapoenc«. Knoi-liaan . ^Muoocii oi Homnq-lyen -"Vreter O l.c|)claar ui IVlik-iiini KAAP de GOEDE HOOP. 21 tamme pluim-gedierte gerekent heb. Dczelven /yn in gantfeh Duitfehland op de meelle plaat- yen , even zoo bekent , byna als in Indie zelf; behalven dat men aldaar wyl '/e in groter menigte worden aangewonnen , en over- vloediger als in Duitfehland te be- komen 7.yn , een zoo grote lek- kerny niet daar van maakt, als wel 1 d Kur opa. norhaan OndcrtuMch.cn vind men onder de wilde hoenders een zoort, wel- kers benaming ik niet anders kan geven, dan als ik ze van de Eu- ropeanen alhier heb ontfangen, cu die het mannetje doorgaans Knorhaan en het wyfje Knorhen noemen. 'Zulks gefchied om dat zy ven aders van haar en alle an- dere vogels /yn, welke zy door haar fterk fehreeuwen : Krak , krak-, krak, voor den verby rei- zende of hen jagende menïchen j waarlchouwcn, en tot den aftogt aanraden. In grootte zyn zy de tamme hoenders gelyk ; hebben gefpikkelde rode en witte met afchgraauw gemengde veeren; een korten bek ; geelachtige po- ten , en op het hoofd zwarte vé- ren. Hare vleugels zyn van die zelve bonte kouleur ; zy können met dezelve niet ver vliegen, maar een weinig hoog zynde , vallen zy ten eerften weder neder. Zy onthouden zich gaarn in de wil- dernis alwaar zy hare nellen in dichte {truiken maken , en hare eieren , hoewel niet meer dan twee gelyk , uitbroeden. Haar vleefch is wel zoo wit niet , als dat van tamme hoenders, ook niet zoo malich,, maar des niet tegen- Maande goed en aangenaam van fmaak. Vele worden enkelyk ge- fchoten, ten einde zy niet meer Krak , krak roepen, en de andere vogels ftoren mogen. Of nogtans dezelve de vogel is , die bv A- rißoteles Krex word genaamt , zulks zal ik den Lezer laten oor- Water- dden- lenden. Van de rechte Waterhoenders is my maai eene zoort beken) , welke zich niet in zee maar Lu zoet water onthouden. Zy z; heel zwart van kouleur ën veeren, voor 't overige een hen in alles gelyk , behaben niet /oo groot als een boere hen. Deze water- hoenders neltelen gaarn in riet, ten einde zy niet gezien en ge- dood worden. Zy maken daar in op het water haar nellen , en broeden aldaar hare eyeren uit ; hoe veel echter op eenmaal, is my onbewult. Het vleefch daar van is niet heel lekker , en worden zy ook zelden gelchoten , ten ware de Jagers niet anders können be- komen. Van de 1 Knikken heb ik niet Havik, anders te melden , dan dat zy fchadelyke roofvogels zyn , en nog vreugde nog vermaak , maar dikwyls veel verdriet aanrechten, te weten, als zy den vogel vangers de vogels verjagen, oidenhuis- lieden haar tamme pluim-vee on- gewaarfchouwt en zonder vrees ontltelen. Derhalven word hen ook zoo als de valken dikwyls een kogel of een goed fchoot fchroot na gezonden, waar door zy het lucht-element verlaten , en op de aarde vallen, en zelf aan an- deren ten roof veritrekken moe- ten. Men vind hier ook Exters , Heien of maar op verre na in zodanige x' menigte niet , als in Duitfehland. Wrat de oorzaak zy , waarom zy zich niet zoo zeer als andere vo- gels vermeerderen , zulks is my onbewult , ten ware men wilde ; zeggen , dat de roofvogels, wel- ker getal zeer groot is , haar na- delig zyn, en haar m de vermeer- dering verhinderden, 't welk ech- ter niet wel waarfchynh k is. De Henflingcn of vlasvinken Henflingen \ evmeerderen zich daarentegen Qebben niet alleen zeer, maar zingen ook cenaange- fraai , en geven een zoet geluid , u' als zyzich nevens de Kanaric-vo- gels en andere laten horen. Daar- enbo\ en is haar vleefch zeer deli- D d j raat zaag. 2i4 B E S C H R Y V I N G van de cäat en aangenaam te eeten , voor- namelyk gefchoten, geplukt, ge- zuivert en naderhand gebra- den. StSytï De Kern of Steenby ter , in 't la- tyn Cocothraufler genaamt , is een zoort van kleine vogels , en alhier of fchoon weinig Kerzen geplant, en wegens het heftig ver- nielen van deze en andere vogels gantfeh niet können worden aan- gequeekt, echter zoo goed als in Duitfchland bekent. Want in plaats van kerze-ftenen , welke aldaar hare fpys is, hebben zyhier de wilde olyven en andere ftenen, van welker pit zy zich bedienen, en even zo vet worden , als van de kerze-flenen. Voor 't overige zyn deze vogels de Europeaan- fchen byna in alles gelyk, en zou- de het derhalven nodeloos zyn, om iets meer van hen aan te ha- len. Kraajcn. Het Kraaje geflacht vind men hier ook , en heeft tamelyke over- vloed aan fpys, dien zy zoo wel aan de oevers rykclyk vinden, als zich op de velden en ongebouw- de landen met koorn en allerlei wormen verzadigen können. Ver- mids zy weinig worden doodge- fchoten, om dat niemand na haar vleefch graag is, zoo zouden zy 7 ich vry meer vermeerderen , ten zy de andere roofvogels hen zom- tyds bezochten , en haar tot fpys gebruikten. De Zee-kraai , welke hier heel zwart en tamelyk groot van lyf is, heeft meer gevaar , om gedood te worden , deels om dat haar vleefch aangenamer van fmaak is, als dat van de andere, en ookwyl hare veeren zeer zacht zyn , en voornamelyk tot ftoclku flens, en ook wel in beddens gebruikt wor- den. Krm-vo- Kraanvogels zyn hier genoeg, gel. zyn . t° • J DO» iccrg.not en in zodanige grootte , als zy naauwlyks elders worden gezien , of hoon voor 't overige aan de- Zee-kru- jen. terlyke gedaante gevonden word. Ik weet my te binnen te brengen, dat een goed vriend een van de- zelven heeft gefchoten, die ruim twaalf pond zwaar gewigt heeft gewogen , en op zyn bevel gebra- den wierd. Wanneer hy echter op tafel quam , waar aan ik mede zat, was zyn zwart vleefch , hoe- wel hy anders zeer lekker toege- maakt was, zodanig vol aders, taai en hard , dat een iegelyk naauwlyks drie ftukjes daar van genuttigen wilde. Voor 't overi- ge is het gewis , en heb ik het zelf menigmaal gezien , dat deze vo- gels , als zy in gezelfohap , zoo als doorgaans gefchied , in de wy- dens gaan, en gras, Hangen en andere infeften willen vreeten, al- tyd eenige fchildwachten rondom uitzetten, die opeen poot ftaan, en het hoofd heen en weer draa- jen, om aan alle kanten, te zien, of niet iemand te na komt, en hen onverhoeds overvallen. Dit doen zy ook by nacht , en houden de wakers daarenboven een (leen in de rechter poot, om niet van den flaap overmeeftert te worden, maar door het vallen van den fleen, haar poit te blyven waarne- men. \ an de Lerchen of Leeuwcr- Lerchen« ken, zal ik als van in Europa zeer {^"fl wel bekende vogels, geheel niet veel woorden maken , om dat zy alhier aan de Kaap gelyke eigen- fchappen bezitten , en niets byzon- ders hebben , behalven dat zy nooit tropswyzc , zoo als in Duitfchland, by malkandcren ge- vonden worden. Van de grote vogel, wegens Lepel* defzelfs brede bek Lepelaar, en1, door de onkundige Pelikaan ge- naamt, kan ik verzekeren, dat dezelve alhier menigvuldig aan- gei rollen, en van de inwoners Slangcnvreetcr genaamt word ' edog niemand zal derven onder- ftaan te beweren, dat hy 'er ooit zelve geen ondcrlchcid ten opzicht i een heeft gezien, die de borftaan van de véren, en de gantfche ui- ' Hukken pikt, als hy zync jongen voeren KAAP de GOEDE HOOP. zu voeren of anders verzorgen wil, 200 als tot nu veelvoudig gefchrd- vcn, en verkeert daar voor ge- houden is. Want behalven dit hy met zyn brede , lange en ook rechte bek , van voren rond als een lepel, niet bcquaam is, om daar mede zvn eige huid op te ha- len , zoo vind hy overvloedig voedzel aan Hangen, kikvorfchen. padden , en andere vergift ige wormen , zoo als ook aan uitge- worpen moffelen , waar mede hy zich zoo wel als zyne jongen ver- zadigen kan. Hy is overal afchgraauw , be- halven de flagpennen, die zoo a's van de ftorken of oyevaars zwart zyn. De poten of benen zyn zwart , en veel langer als die van een oyevaar. Zyn lyf overtreft een gans zeer veel, maar de hals komt daar mede overeen. De oogen zyn graauw, en de ftaart is naauwlyks een halve voet lang. Wegens deszelfs fpys zal hem niet licht iemand doden, als waar me- de hy veel goeds doet , en de fcha- delyke dieren opfnapt , welke an- ders voor menlchen en vee nade- lig zyn. OndertulTchen wanneer het gebeurt , dat den een of den ander hem mögt nedervellen, word zyn vleefch wegens zyn fpys niet geacht , maar als onnut weg- geworpen , en de dader daaren- boven in boete geflagcn. mdere Voor 't overige vind men hier crvo" een zoort van Zee of Water- Vo- gels, waar van ik niet kan verze- keren , dat ik ze onder ha- ren rechten naam breng , ver- mids de geen dien de inwoners alhier dezelve geven , mynes we- tens byna by niemand aangetrof- fen^word. Namelyk zodanige vo- gel, die zoo groot is, als de groot- He gans , dog niet veel op 't land is , maar den meelten tyd op het water doorbrengt , zich aldaar met vifchvangen geneert , en des avonds en by onlluimig weer na zyn neir. , 't welk hy doorgaans in de hoge bomen , of ruwe klippen maakt, vliegt , word Malavas ge- naami . I )eze Malagts is zéér fraai "i 't oog , hebbende witte en zwarte veeren onder malkande- ren gemengt , met graauwe itip- jes. Zyn bek is eenigzins fmaller als die vaa een endvogel , en heeft op beide zyden zeer fcherpe kor- te tanden. Ken vifch ziende, duikt hy onder water, en knapt hem zoo behendig , dat men niet eens kan merken , of hy 'er een heeft gevangen , of niet ; en zulks gefchied enkclyk tegen den tyd, dat hy weder uit het water wil. De poten zyn wat korter als die van een eend , en Haan ook een weinig meer achter uit , zoo dat hy niet wel gaan kan. Uit dit alles blykt klaarlyk , dat deze vogel onder het geilacht der Duikelaars behoort ; hoe hy echter moet worden genaamt , kan ik niet we- ten ; heb hem ook deswegen niet onder de andere Duikers ge- zet. Onder de vogels , die zich Meuben of meelt in 't water onthouden, be- Meeuwca- horen insgelyks de Meeuwen, in 't latyn Larus genaamt. Zy zyn van verfcheide grootte en kou- leur, alzoo 'er eenigen graauw, anderen zwart met witte veeren daar onder , gekleed zyn ; zom- migen vind men daarentegen wit- achtig, hoewel niet zoo groot als de anderen. OndertulTchen ko- men zy allen met een eend tame- lyk overeen , behalven dat haar bek fpits , en die van een endvo- gel breed is. Hare veren worden alhier in veel groter achting ge- houden, als die van ganzen , ver- mids zy zeer klein en fyn zyn , en derhalven door het beilapen niet behoeven zacht gemaakt te wor- den. Om dieswille gebruikt men ze ook tot beddens , en worden 'er jaarlyks veel duizend gefcho- ten en geplukt. Of het vleefch van dezelven goed is ? zulks kan ik niet zeggen , om dat ik het nooit heb geproeft ; ondertuf- fchen ben ik van gevoelen, dat het zig B E S C H R Y V I N G van de het zeer tranig moet zyn , om dat hare voornaamfte fpys uit viich beilaat, die dezen fmaak in al het vleefch verwekken , en welke zy zeer begerig zwelgen. Zy maken hare. neften op klipachtige eilanden of hoge bergen, van de welke water afftroomt , en broe- den aldaar hunne eijeren uit ; 't welk hier doorgaans in October of November gefchied. De eije- ren , waar van zy 'er gemeenlyk drie of vier in een nell leggen , z\n als men ze kan bekomen, zeer wel te eeten , alzoo het wit in 't koken niet zoo hard word , als dat van een hoender-ey , maar air tyd als koud vleefchnat lilt. De fchalen van zommige eijeren zyn gantfeh wit, en andere met don- kerbruine fpikkeltjes heel dicht bezet j en de eijeren zyn door- gaans zoo groot , als het grootfte eende-ey. v de De Meezen hebben alhier byna Me«cn. ontallige veranderingen , zoo ten aanzien van de grootte, als ten op- zicht van de kouleur , welke allen uitvoerlyk te befchryven , en ie- der een byzonderen naam te ge- ven , myn werk nog myn voorne- men is, te meer om dat ik zoo als ik hier voren reeds hebbe gezegt, niet van zins ben, om een hiftorie van de dieren , veel min van de vogels op te (lellen, 't Geen ik echter hier ontrent doe, gefchied ten gevalle van u, om enkelyk te tonen , dat ik ook in dit ftuk zoo veel tot myn voornemen dienftig, niet nalatig of achteloos geweefl ben. Ten einde gy nogtans mo- get zien , dat myn bericht met de waarheid over een komt , zoo zal ik ten minftcn vierderhande zoor- ten van Meezen op tellen, welke zeer wel eenige aanmerking waar- dig zyn. Dienvolgens ziet men een der kleinlte zoort van Meezen, die een blaauwcn kop, witte vlakken by de oogen , en een gele buik hebben. Wederom zyn 'er ande- ren , die wel zwarte koppen heb- bcn,maar nogtans in de grootte on- derfcheiden zyn. Wederom an- deren met een zeer langen ftaart, die met de overige proportie van haar lyf gantfeh niet overeenko- mende is. Voorts zodanigen, die op haren zwarten kop een witte vlak hebben, terwylde buik geel en de poten groenachtig zyn. Ins- gelyks is 'er een zoort met een ro- de vlak op den kop, roodachtige poten, zwarte wieken, en een zeer klein lyf. En eindelyk ecne, die de grootfle is , en de vinken niet veel behoeft te wyken ; deze is fchoon geelgroen, en praalt met een zwarten kop. Alle deze Meezen hebben een lieflyke zang, dog krygen zy den zelven nog beter, door de gella- dige bywoning der kanarie vo- gels, die dikwyls by hopen onder hen zitten, en een aangenaam ge- luid onder elkander maken, ßy aldien hier als in Europa Liefheb- bers waren , die eenig vermaak in diergelyken vogelzang fchepten, zoude men uit allerhande vogels een zodanige aangename muziek by malkanderen können brengen , als ergens in de wereld te vinden en aan te treffen zoude zyn. De Mugge-honig of byen vree- ter willen zommige mede onder de Meezen tellen , edog ik weet niet, of hy wel gevocglyk daar onder kan getrokken worden, al- zoo zyn zang gantfeh anders is , als die der Meezen; daarbenevens is zync fpys van die der Meezen ook gantfeh byzonder , en einde- lyk zyn zyne kouleuren en ge- fchilderde veeren van die der Meezen zeer ver onderfcheiden. Want zvn zang is zoo fraai niet als dien de Meezen hebben. Zy- nc fpys beilaat of in vliegen, ho- nig of byen, waar van de Meezen insgelyks niets vrecten. Zyne verf is onder aa-n dtn buik bleek, en van boven blaauw ; en in de wieken en ftaart heeft hy zwarte veeren, van welke kouleur de po- ten ook zyn. Hy heeft een zeer harde , Mugge Honig- byen-vi ter. KAAP de GOEDE HOOP. 217 Befchrv- harde, lange, rode en rechte bek als waarmede hy de byen vangt, wyiM' ende honing vreet, De/c vogel, :n"ca "' u'\ •' menigmaal den ! [ottentotten ■pot den den \\ eg, waar zy honing zoeken moeten, die de wilde byen in re- ten van itencn hebben gelegt, ren einde om die te halen, eer en al- vorens dc/,elve door de fterke hitte van de zon fmelt en weg loopt. Behalven deze kleine vogels, nikiyncn vind men er hier een, dien de ïn- «ci zon- toners geen naam weten te ge- ven. Hy kan zynen hals keren en wenden , werwaards hy wil , zonder het lyf te bewegen. Hy is eenigzins groter als een vink; heeft gefpikkelde veren , en ach- ter en voren twee klaauwen, een korte en een lange , byna als de Nachtegalen. De klaauwen aan de poten zyn tamelyk lang ; en de tong echter nog langer , welke hy zeer wyd uitfteken kan. Van voren loopt zy zeer fpits toe , en is zoo ityf , als een naald , waar mede hy de menfehen in de hand kan fteken. Aan den buik is de- Icet hier 2e V°&ci ^ ' en &**& nier den orgaans naam van Lang-tong. Ofhyech- ing-tong. ter njet gevoeglyker den naam van den adder konde ontlenen, als waar mede hy en de beweging van het hoofd en de lange fpitzc tong gemeen heeft, en derhalven Adderhals of Addertong konde worden genaamt. Zoo als ook of hy wegens zyne fpys , die hy van mieren heeft, niet Mieren-vreeter heeten konde ? zulks laat ik aan het oordcel van den Lezer , ter- wyl het zeker is , dat zyn vleefch niet onaangenaam te eeten is, zoo als ik zelf menigmaal heb bevon- den. Een zoort van vreemde ert zeld- zame zeevogels vind men alhier , welke men niet overal zal aantref- fen. Vermids ik den zelven by geen Auteur uitvoerlyk befchre- ven vind , 200 kan ik hen ook geen anderen naam geven , dan den geen welke zy van de inwo- I. "Deel. ners -alhier mufangen, die hen Pin- p>nsu>nen. guinen noemen. v\ ai my aanbe- langt, ik ben van gevoelen , dat zy aldus v.vn genoemt , wegens hare byzondcre vettigheid, waar mede zy zodanig z) n bezet , ck\t haar \lccfch zelf tranig of na\ifch- fpek fmaakt. Het lyf van dezen vogel heeft de grootte van een gans. De veren welke hy draagt, komen met diers-hairen overeen, als vogels veren , van kouleur wit- achtig of afchgraauw. Zyne flag- vcren zyn kort en met de anderen van gelyke natuur. De bek is zwart en de poten zyn heel bleek- groen. Hy onthoud zich meeft den gantfehen dag in de zee , of anders dicht by itrandt , ten einde hy in zee kyken, en de komftder villchcn zien kan. Wegens het gebrek van ilagveren kan hy niet vliegen , maar moet zich aan land met huppelen , of als men hem te na komt en aantait, met byten be- helpen. Daarentegen is hy in 't water zeer fnel en behendig in het duiken, en vifchvangen , als wel- ke zyne fpys zy , en waar van hy zoo tranig word. Voor 't overige onthoud hyzich by nacht op de zeeklippen, alwaar men ze in hare neften zeer licht vangen en doden kan , om dat zy niet weglopen können, maar zich alleenlyk met vinnig byten verde- digen moeten. O laus Dapper in Vaifch be» zyne befchryving van Africa meld, r^v'rn pag. 617. b. dat deze Pinguinen hare eieren in 't zand begraven, en dezelve aldaar door de hitte van de zon laten uitbroeden. Onder- Word w& tull'chen toont de ondervinding Jcrk=t heel het tegendeel , om dat zy ha- re nellen op de zeeklippen en an- dere klipachtige eilanden maken, aldaar hare eieren leggen , en zelf broeden. Kn weet ik , dat wel duizend diergelyke nellen op het klipachtig eiland van de Baay Fal- zo , op het DaiVen-eiland en ande- re, in den mond van deSaldanha- Raav leggende , gevonden wor- den , waar in men de eieren met E e de BESCHRYVING van de 2IS de ouden aantreft, welke zy broe- den. Het is ook zeker, dat jaar- lvks ecnige duizend diergelyke eieren van de gemelde plaatzen gehaalt , en den regerenden Gou- vtrneur tot een delicatelle gebragt worden. Diergelyke eieren, wel- ke zoo groot zyn als een eenden- ey , en van buiten met donker- bruine fpikkeltjes getekent zyn , heb ik dikwyls ontfangen en ge- geten i welke my , wyl het wit zoo hard niet word , als dat van een gans , eend of hoender-ey , altyd veel beter hebben gefmaakt , als een hard hoender of ander ey. Daarentegen is zeker , dat haar vleefch gelyk ^Dapper l. c. meld, zoo tranig is, dat het gantfeh niet kan worden genuttigt , ten ware men het drie of vier maal in verfch water opkookt, en met boter of vet braden laat , waar door het eindelyk goed van fmaak en murf word. Daarenboven is ook gewis, dat de gemelde vo- gels alle avonden, wanneer de zon begint onder te gaan, zich uit de zee na hare neften begeven , 't welk als dan met zwemmen of huppelen onfeilbaar moet gefchie- den, gelyk ik zulks zeer dikwyls in de gemelde Baay Falzo, alwaar men doorgans cenige regimenten aantreft , die op vifch loeren, waargenomen heb. i de De Päauw is als nu een al te be- rouw, kende vogel, dan dat hy een w \ dlopigc befchryving zoude van noden hebben ; aangezien men hem aan alle oorden en hoeken ■ an gantfeh Europa vind ; der- halven zeg ik alleeniyk, dat de Paauvven alhier zelden zoo lange en ichone ilaarten hebben, als die van Europa. Waar door het ech- ter Komt, zulks is mv oribewttft. Ondertuflehen acht ik, dat hy- zyne llaart-veren in het wilde veld verlieft , alzoo men zon> lyds Hukken daar van \ind, of dat de Jakhalzen ol voflehen, en rmijchien ook wel andere dit ren, ja /elfb vogels, dezelve uitpluk- ken , voornamelyk als hy den Haart opzet en daar mede praalt. Ik heb zyn vleefch gegeten , maar bevonden , dat het tamelyk hard is, zelfs langer gekookt, als eenig ander vleefch. Het laten ver- fterven helpt wel een weinig, maar niet veel, om dat men het we- gens de flerke zonne hitte niet lang derft laten hangen , zoo men het anders frifch wil hou- den. De Raven zyn alomme zeer Vand« bekende vogels, en vind menbe-Raven" zwaarlyk een land, daar zy niet t'huiszyn. Gelyk nogtans ieder land byzondere eigenfehappen heeft , zoo is ook de kouleur van deze vogels in alle landen niet eenerlei. Want in zommige zyn dezelve zwart, in andere graauw, in andere wit , en in andere we- derom bond of zwart en wit. Hier aan de Kaap heb ik gantfeh zwarte, zoo als ook zwarte met een witten buik en witte vlak op het hoofd , en ook graauwe ge- zien , terwyl in andere landen voornamelyk door gantfeh Indi- en , geheel witte aangetroffen worden, welken van de Inwoners aldaar den Papagaayen gelyk worden geacht , om dat zy ook praten en andere dinge leren. E- dog dit is niets nieuws; ik heb in Amfterdam een gantfeh /.warte Raaf heel duidelyk horen zeggen, Goeden dag Slager. De Patryzen zyn overal ge- f0ee^ nocgzaam bekent, maar in een of Patry- gewclt niet gevedert , als in 't an- der; daarenboven is de grootte alomme niet eene/lei. De geen die ik hier lieb gezien, zyn on- trent zoo groot, als een tam hoendje, byna eens yoo groot als een duif, maar niet zoo lang van lyf. De veren zyn roodachtig, met /warte ovaal-ronde vlakken ! bezet. De bek is fcharlake-rood; de poten zyn donkergraauw, en de hals is daarentegen een weinig Ik hter 'van kouleur. Ik heb ze dikwyls met lhikken van paard- hair zen. / . .-. lll len. KAAP de GOEDE HOOP. 22$ Valken. van welke hy ook betuigde, dat hy ze niet gaarn tegen een kat rui- len wilde. Hoe veel en menigerhande zoorten van valken hier zyn, /ulks kan ik niet zeggen, door dien op zodanige roofvogels geen acht word gcilagen , om dat ze hier tot niets te pas komen, maar alleenlyk fchadc onder het overige pluimgedierte aanrechten. Dat hier nogtans verfcheide zoorten worden aangetroffen, die in kou- leur en zeden onderfcheiden zyn, en als in Europa afgerecht, meni- ge pleizier-jagt veroorzaken zou- den, daar aan is gantfeh geen twyffel. Vcrmids nogtans nie- mand gevonden word , die van voornemen is, om zich van de- zehen te bedienen, zoo neemt Worden 00^ niemand de moeite, om de- etifee- zei ven te leren, veel min om die naauw te onderfcheiden , na de wys der Jagers te onderzoe- ken. De wonderbaarlykc verande- ring , en veelvoudige zoort dei- Vinken , is niet uit te fpreken, alzoo men zoo wel de gemene als de Root-Diftel en andere vinken aantreft , welke echter allen in Duitfchland zoo bekend zyn , dat zy overvloedig van andere vogels worden onderfcheiden. Onder- tufTchen acht ik my verplicht , om gewag te maken , van een zoort , die my 't verwonderens waardigft heeft gefchenen, en welke ik niet weet , dat in Europa bekent is , vermids deszelfs fchone kouleur, aardig neft , en wonderlyke ver- andering daar toe aanleiding geeft. Deze vink is cenigzins groter van lyfals de andere zoorten van vin- ken ;* heeft een pikzwarten kop en buik, zoo dik met heel zachte veren overtrokken , dat men niet anders meent , of men voelt 't al- lerfynlte fluweel. De hals en rug zyn hoog rood van even zulke zachte veren. De wieken en ftaart zwart , breed en eenigzins lang. De bek is geelachtig , kort en I. DeeL :ht. Vinken »ar veler- nde K>rt. fpits. In den winter verandert hy van veren , en te gclyk van kou- leur , zyndc dezelve als dan afch- graauw met een ig bruin daar on- der gemengt. Zyn neft maakt hy in ftruiken en bomen, aan de wa- terkant ltaandc, van louter Capock of boomwol. Het zelve is van binnen in twee delen verdeelt , of fchoon'cr van buiten maar eenc ingang is. Boven houd het man- netje huis , en onder het wyfje , alwaar het ook de eieren broed, edog helpt het mannetje ook broeden, als het wyfje uitvliegt, om de koft te zoeken. Het gant- fche neft is zoo dicht in malkan- deren gewerkt en getrokken, dat 'er geen droppel water door kan , of fchoon het nog zoo lang regent. Ik heb deze zoort van vinken ner- gens in een groter getal gevon- den, als in de MoiTelbank , en weet derhalven niet , of een ze- ker voedzel aldaar in een groter overvloed voor haar aangetroffen word , als elders , waar door zy zich zoo gaarn aldaar onthouden , of dat aan deze vogels een zekere drift , om zich aldaar t'onderhou- den, gegeven zy. De fraailte en onder alle tot Befchry- nu verhaalde vogels een der groot- ving va» fte , is en blyft zonder twyffel en 1™S buiten alle tegenfpraak de geene, vogel, welken de Hollanders Flamingos ^ de Franfchen Flammant en Heu- blinus pag. 401. van zyn Vogel- boek , zoo als ook Johannes Ra- jus in zyne Synopfi Methodica de avibus "Phocnicopterum noemen. Want zyn hals is znee-wit, en veel langer als die van een zwaan. De poten zyn rood-geel , en de helft langer als die van een Oyevaar, van onderen breed , als die van ganzen, eenden of zwanen. De bek is zeer breedt, en van zonder- linge en ongewone gedaante , zyn- de het bovenfte gedeelte met een bult , en gebogen , en met fchar- pe korte tanden voorzien ; het onderite deel is daar en tegen dik- ker en holler , zoo dat de dikke Ff en 226 BESCHRYVING vande en lange, ook zeer vette tong ge- makkelyk daar tufTcben leggen kan ; aan 't end is dezelve zwart , en voor 't overige donkerblaauw. De kop is zoo wit als de hals. De flagvercn zyn pikzwart, de ande- ren echter op de wieken , die de huid bedekken, bloedrood, wes- halven zy te meer in de oogen vallen , en zoo veel fraajer van de andere kouleuren uitfteken. Het Ivf is groot , als dat van een Zwaan, en eer nog groter. Het vleefch aangenaam van fmaak en gezond , voornamelyk gebraden , of met reis gekookt, als welke het zoo geel maakt, als of 'er zaffraan in was. Het lekkerfte van dezen gantfchen vogel is de tong, als welke louter merg lykt te zyn. Liefhebbers van de jagt können dezelve met weinig moeite op de rivieren en zeè'n of ftilltaande wa- ters in grote menigte vinden , al- waar zy zich altyd by dag onthou- den , of fchoon zy geen vifch ,maar alleenlyk gras , en het geen op 't water "dryft vreeten ; en tegen het vallen van den avond vliegen zy na hunne nelten , op heuvels of tuiïchen dicht en lang gras ge- maakt. Aan drie van deze vo- gels heeft men zooveel als men na huis kan dragen , waar uit lichte- Ivk van haar grootte en zwaarte kan worden geoordeclt. F.n aldus, Lezer, hebt gy ook De Auteu hetgeen ik van de vogels waar- bëfchf-dc genomen , en na verlies van my- der vogel« ne aantekeningen, overgehouden heb. Is het naar uw en mvne wenfeh uitgevoert , zoo ben ik verplicht , om God te danken, dien ik ook voor al het geen hy my in dit ver afgclcge en in den beginne van Barbaarfche Heide- nen bewoont land , te zien ver- gunt , en zvne Almogentheid en /.onderlinge wysheid daar uit te erkennen, verleent heeft, oot- moedig dankbaar ben. By aldien dezelve echter gebrekkig word gevonden , gelyk ik dan wel \veet , dat nog zeer veel vogels al- hier worden gevonden, die ik niet eens aangeroert , veel min eenigermate beichreven heb , zoo is zulks niet myne oplettentheid, maar dat ongeval toe te fchryven, die my nog verfcheide andere pa- pieren ontrukt heeft , en welker verlies my als nog zeer ter herten gaat en fmert. OndertuiTcheh Ziet de Lezer ??fluiuiic klaar en duidelyk , dat ik myn woord Hand gehouden, en deze in zich zelfs wydlopige (toffe zoo beknopt en bondig afgehandelt heb , als immer mogelyk geweefl is. HooMuk. XIII. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 227 XIII. H O O F T S T U K. Waar in na het Alphabet een naricht word ge- vonden van de Vi(Tchcn,die in de diepte der Zee by en ontrent het Voorgebergte der Goede Hoop zich onthouden. De Scbryver ivil de Ptffcben ha bet Alphabet befchryven. Dr Opb/azer. Een matroos fierft daar van. Alikrikken een zoort van moffelen. Äußern uf Ocßcrs Barben, of Puitaal Benny t. Bruinvifch. Caheijau. De DoJfyn. Is niet van eenerbande zoort. Befchryving van den geinenen Dolfyn De andere zoort van Dolfyncn. Elft\ hoe die is. {'liegende l'iffchen. Horden zeer vervolgt. Hebben verf heide zoortcn. J-lorden ook Zcc-zwaluwcn genaatut. Goud-vifch. (Jrundelingen zyn aan de Kaap an- ders als in Europa. Hoe ze gevangen voorden. Is geen fm.-kelyk reten. Klyne zoort van Kreeften , Garnelen genaamt. Dr Haringen. De Scbryver Widerlegt een vulfcb be- richt wegens de kroppen van Haringen. ..videre zoort van Haringen, Harder ge- naamt. Aan de Kaap kan men niet met haring z< uten omgaan. ( ïanis Carcharias of Haay. Kan een geheel menfib in/lokken. Is moeilyk en gevaarlyk te vahgeh Hoe dé andere zoort van deze vifch, \_jxxt\x\ genaanit , i Jbeze beide Haajen zyn zeer /.eet op Menfchen-vleefch . Exempel daar van. Waarom des 9ehryDers SclHpper niets van deze Haajen veilde eeten. Hoe bet vleefch van deze vijf ■ , word. Is niet fma- kelyk. De Scbryver meent dat zodanige y'tfib Jonas, in ft. Andere Schryvers zyn van 't zelve gevoelen. De H Schrïfi (preekt van en Jl'ahifcb of grote vifch. Dog worü aangetoond dat het geen Walvifib kan gêweefi zyn. Hechten of fnoeken wordin in zoet water niet gevonden. Zee-jnoeken. Hottcntots-vifch. Zyn twederhande zoor- ten Hommers zyn>i,r veel aan de Kaap. De Scbryver heeft nooit een vantfihe Zee- kreeft alleen können eeten. jakob Exiettfen wat voor een vifch. Waarom zy jakab Evertfen heten. Hoe deze was Egel, Zee-Vgcl. Slakken. Zee-E^e! is een a. dier. blitzen. Karpers. Zyn tamelyk klein aan de Kaap. Kegel /lakken, toe hare buisjes dienen. Klip-kouzen waar toe die dienen. ' T/je l ar? fchelpen zyn. lier-kreeften. Krabben verf 'heide zoort en. Een andere zoort van kr. "p- -Jiffchen. Loots-mannetjes. Meer- of Zee-Ieeuw word in dé Tafelbady gezien. gefilmten. Hoe deze Meer-Leeuw was Meer- of ten en Zee-zoino: zyn wei- nig van elkander te on der fc bei den. Meer- fprh 'zen. Het is onzeker / Zy leven. Meer-zwyn. Rivier- moffelen. Noord Kaper een zcoit van H Oly- flakken. Byzondere zoort van vreemde viffchen. Hebhen iets vei Sy zich. Jen viffeber word ''er van gefloken. Paling is een zekere zuurt van Aal. A.m de Kaap de Goede Hoep vind men zeer zelden paarten Parel - moffelen. Par l- /Jak- ken. De Scbryver heeft drie diergelyke gehad Hoch. Hoe dezelve van de Hottentotten gevangen word. Wat zy daar mede doen. Stmd-knypers. Robben. Geven f' otte traan. Valfeb bericht van Dapper en Ander ßn. Zilver-vifch. De Sphingen komen byna met de Jrlitzen overeen. Schroef- (lakken zyn twe der Ier. Hare 'boontjes zyn ongemeen f Steenbrazems worden geprezen. Hebben ver fluide zoorten. Een andere zoort van St--en- brazems. Zyn zeer raar. Tunnynen. De Kramp of Tri/vi/tb. Merkwaardige eigrn- fchap van dezen vifib. Hoe de l 'iffekers derxegen op haar hoede zyn. De Auteur eindigt de Be/chryving der l'iffchen. NA dat ik tot mi byde be- lchryving der Dieren ge- noot/aakt ben ge weert, om u niet alleen op het land om te leiden, en de viervoetige dieren voor te /. 'Deel {lellen, maar my ook genoopt heb gevonden, om de Lucht-fchep- y.els , ik meen de Vogels, 700 veel mogehk , en voor /.00 veel ik 'er van dezelve gekent hebbe ; F f i aan 228 B E S C H R Y V I N G van de aan te tonen , 2,00 ben ik als nu . • bezig , om my na 't water te be- geven, en defzelfs diepte te door- snuffelen , om naar myn vermo- gen , de dieren, die my voor o- gcn zyn gekomen , op te zoeken, en naar bevind der waarheid t'ontleden , ten einde het bcfluit van deze materie nader kome. Vermidsdeze Waterdieren,de vilTchcn , zoo wel in zoet als zout , of in levende en itaande waters zich onthouden en ik nog- tans reeds overlang hebbe bericht, dat weinig vifch in dit land aange- troffen word , die zich in de zoete waters bevind, zoo zal de Le- zer niet qualyk duiden, dat ik DeSdiry-Van myne befchryvings - trant ver wii de niet afwyk , maar dezelve hier ÊuïïpL ook na het alphabet voordraag. betbe- Wanneer viffchen voorkomen, fchryven. die Qf fa ^ ^^ watcr alIeen of wel in zoet en zout water beide zich onthouden , zoo zal ik zulks daar by voegen ; en by de gene , daar zulks niet word gemeld, voor uit zeggen , dat het louter zeevilïchen zyn, die haar verblyf alleen in de brakke waters heb- ben, en houden. Ondertuffchen twyffel ik geenzins , of de Lezer zal toeftaan, dat ik de Moffelen, Kreeften , Krabben , en andere diergelyke in fchulpen en huisjes wonende dieren, welker vlceïch het vifch-vleefch naby komt mede invloejen laat, en onder haar bc- horigen letter breng , ten einde niet gehouden zy , om weder een byzonderc Claflis van haar te be- ginnen en op 't papier te brengen; te meer , om dat tog tuffchen de- ze en de andere zoorten geen an- der onderfcheid is, dan dat 't wel- ke het uiterlyke en aanklevende huis met zich brengt. By aldien my nu dit word toc- gcllaan, zoo volg ik aldus de vil- K hen , welke ik in dit land ge- zien , en van de meclte zoorten met eige mond gegeten heb. De eerfte, die op het toneel komt, is OpUaicr. dienvolgens de Opblazer , aldus genaamt, om dat hy zich vol wind maken, en zoo rond als een kogel opblazen kan. Of fchoon deze vifch niet goed om te eetcn is , zoo verdient hy als een aardig zee-wonder aangemerkt te wor- den ; zyne huid lykt glad en zon- der fchobben; de buik is wit, en de rug donkergeel en als door- fchynendc. De muil is gantfeh klein, met vier brede tanden ge- wapent ; en als men hem in de zon Iaat drogen , is hy byna als een gedroogt Speenvarken, alzoo de kop fchier als een ingetrokken Varkens-fnuit , fpitsachtig toe- loopt. Ik heb 'er veel gehad , welke ik voor myn vermaak ge- droogt, en daar na aan verfchcide vreemdelingen vereert heb. Zeker wel bevaren Matroos wierd eens graag na deze vifch. Vermids hy verfcheidemalen reeds hadde gedacht , dat zy hem geen quaad konden doen , liet hy eenige klaar maken , als of zy de lekkerfte vifch waren , waar na hy volkomen zyn genoe- gen daar aan at ; edog het duurde niet lang , of hy bevond zich heel qualyk , weshalven hy een braaf glas wyn dronk, om de- zen vifch te doen zwemmen, in mening van daar door herfielt te worden. Ondertuffchen deze on- pailelykhcid bleef hem by, en hy wierd hoe langer hoe zieker, zoo dat hy naauwlyks den derden dag halen kondc, wanneer deze on- gewone graagte hem het leven korte. Derhalven zal niemand jegenswoordig zoo licht weder onderdaan , om dien Opblazer tot fpvs te gebruiken. Veel ze- kerder en beter zyn daarentegen de onaanzienlyke Alikrikkcn, of een zoort van kleine Moilclen te eet en , welke Forcrus in zyn Vifchboek ƒ*?. 141 b.Afcer-7)öj>f- fc noemt. Want of fchoon zy van verfchcide gcdaantens zyn , dat is, eenige kort, en andere langachtig, 700 komen zy nogtans daar in overeen , dat de huisjes van EenM* troos ftert daar van. Alikruik« cemoort vanMofli» les. KAAP de GOEDE HOOP. 229 van allen glad , van buiten ecnig- zins gcfpikkelt , en als tweevou- dig zyn , edog met /eer weinig en wel gantich geen glans, of fchoon van binnen de fohonc pa- relkouleuv zich vertoont. Als men deze Alikruiken in een pot met zce-water laat koken , zoo zyn zy daarna met een weinig pe- per en a/yn even zoo goed om te ecten, als in Dnitfchland de tuin- flakkcn ; ondertulfchcn het moe- iclykftc en verdrietigfte is, dat men om dat ze zoo klein zyn, dezelve met een naald uit hare hoorntjes halen moet , als men zyn luit daar mede lullen wil. Wie nogtans zyn hert niet daar aan op- halen kan , en dat futfelwerk niet aanftaat, kan zich licht aan Oes- ftersof ters verzadigen , 't zy raauw of efters. gCk00kt) geftooft of gebraden, al/.oo dezelve alhier even zoo goed , groot en overvloedig zyn te bekomen, als in Europa. Wyl zy diep' onder water , en vaft aan de klippen gaan zitten , zoo moet de geen , die ze hebben wil , de ebbe waarnemen, en zich als dan met een goede byl en hamer ver- zien , begeven , daar de klippen blood en de oeiters vry zyn. De fchulpen van binnen zyn insgelyks parelkouleur , terwyl zy van bui- ten eer den fteen , waar aan zy kleven , als een moiTelfchulp gely- ken ; welke ook naderhand nevens andere moifelfchelpen tot kalk verbrand en verbruikt worden , gelyk dan zulks de arbeid is , van alle de guiten , die op 't Robben- eiland gebannen worden , dat zy dagelyks een zeker getal moffelen, door de zee opgeworpen , moeten opzoeken , ten einde zy nader- hand gemaklyk met een Galjoot afgehaalten na 't Voorgebergte ge- bragt en aldaar tot kalk gebrand können worden , en de Illuftre Compagnie nooit gebrek aan kalk moge hebben , als zy dit of dat ge- vaarte oprechten of herftellen wil. «ben of De Barben of puitaa] js jn Duitfchland een gantich bekende en gemene \ ifch , welke op de ta- lcis van ryken veelvoudig gezet, lekker klaar gemaakt ,, en met goed appem genuttil word. Peze hebben geen verdere be- Ichryving van noden, dan dat ik alieenlyk gewag maakt, dat zy nergens anders worden gevangen als in de Drakeniteenfche bergri- vier, waar van ik in de voorgaan- de Hoofdflukken reeds het be- richt mcdegcdcclt heb. De Eu- ropeanen alhier maken zoo veel werk van die vifch niet , als wel in haar vaderland gefchied, voor- gevende, dat zy hier veel hairi- ger is , miflehien om dat de me- nigte van zeevifch haar tot zulk oordeel verleid, welke gelyk de waarheid zelf betuigt , een onge- meen goed en aangenaam vleefch hebben, en derhalven veel liever als de langdradige Barben gegeten worden. Staande myne reis na de Kaap hebben onze matrozen verfchei- demalen een vifch met den angel gevangen, die zoo dik als een mans arm en ruim zoo lang was. Zy doopten den zelven met den naam van Bennen, edog waarom , Benncit. kan ik niet zeggen, maar moet haar in dit ituk navolgen. Ik gis, dat hy ontrent 6 of 8 pond zwaar was. De huid en fchobben ja de gantfche vifch leek doorfchynen- de, ende purperkouleur ftraalde zeer helder door, maar echter veel meer wanneer de fchobben afgefchrabt, en de goud-ltrepcn verdwenen waren. De oogen wa- ren rood, en de muil klein zon- der tanden. Twee naby de ooren ftaande vinnen leken verguld, en die aan den buik, bleek-gecl. De ftaart was roodachtig, en fchaars- wyze gedcelt. Wanneer men dien vifch aan (lukken meed , was het vleefch van binnen bloedrood, als of het in zekere ronde muske- lcn verdeelt was, tuifchen welke men een dun wit vliesje zag. De- ze kouleur veranderde niet onder en na het koken, maar bleef rood, F f 3 be- 2JO BESCHRYVING van de behalvcn dat die nu een weinig bleker als voorheen was. Het vleefch zelfs is gantfeh droog, als uitgekookt en gerookt rundt- vlecfch ; heeft echter een goeden en aangenaam fmaak, en verteert wel in de maag ; ten zy men wil- de zeggen, dat dit zachter in het pekelvleefch , waarmede men zich aan boord behelpen moet, nog harder te noemen zy. ' Toenmaals en zedert nog dik- wvls op andere ryzen, heb ik de viirchen gezien , 'welke .de zeelui- üminvifch. den Bruinvilch noemen, die ik echter, om dat ik 'er geen van dichte by gezien heb, maar zal af- beelden, zooalszymy van verre voorgekomen zyn. Dienvolgens waren zy donkergroen van kou- leur, dog zoo dat de zwarte uit- ftak en door drong. Zy hadden eenigzins een verheven rug. In zodanige gedaante heb ik ze altyd gezien', wanneer ze op de vliegen- de en andere kleine viflehen jagt maakten, en trachteden om de- zelve in te flokken , alzoo gezegt word, dat zy zeer gulzig zyn, en niet licht haar genoeg krygen können. Haar grootte quam my voor als een zwaar rundt, cdog ruim driemaal zoo lang , en van achteren na den itaart fpits toelo- pende, zoo dat ik acht, dat zy ruim 15- of 16 voeten lang zyn. Meer weet ik wegens de boven- gemelde oorzaak van deze bruin- \ iffchen hier niet by te voe- gen. De Cabcljau, waar uit nader- hand de gezonte I .aherdaan en de droge ftokvifch gemaakt worden, heeft zeer verfcheide zoorten, van dewelke nogtans maar een aan dit Voorgebergte gevangen, en ook Cabeljau. Cabeljau genaamt word. II- niet gevlakt als de Ooll-Indifche , gelyk Botttins Lil?. $. Hifter. Na- tur. Öf Mcdic. Ca/f. %&.. lchrvft, maar afchgraauw , heeft grote fchobben, en is op den rtlg zw .irt- achtig. \ an d< n kop tot op den i zwarte fireep. Hv heeft harde vinnen, en is door- gaans 2 of 3 voet lang, en 8. io. en meer pond zwaar. Verfch ge- geten, heeft hv ongemeen goed en gezond vleefch; Gezouten of totläberdaan gemaakt, aangezien men den zeken hier tot geenftok- vifch droogt , is zyn vleefch wel een w einig harder en zoo licht niet te verteren, maar verftrekt den Haven, die zwaar moeten ar- beiden, een goede maaltyd en voedzame fpvs. De Doliy'n is even zoo goedDeDalf7" een Koning onder de water-die- ren, als de Leeuw te land Koning is onder de viervoetige dieren, of de Arend onder het pluim-gedier- te , om dat hy zeer fnel kan zwemmen, en daarenboven van zeer fcherp gezicht , en fynen reuk is, zoo dat hem geen vifch, hy verfchuile zich waar wy wilde, zoude ontlhappen , ten ware de Natuur daarin voorzien en hem een muil gegeven had , die eenig- zins nederwaards aan den Kop is. Hy is niet van eenerhande aard , maar heeft verfcheide zoorten. Ik /al van dezelve twee , welke ik beide niet alleen gezien, maar waarvan ik ook menigmaal gege- ten heb, hier beknopt voordellen, edog voor afzeggen , dat de Duit- fchers deze villchenMeer-zwynen noemen. Dienvolgens is de eerfte de ge- Bcfchry mene Dolfyn , welkers muil wydt acngeno fpitsachtig gebekt als die der gan- nenD* zen is. 1 h heeft een gladde huid f> zonder fehobbcn en hair , maar harde , kleine , fcherpe tanden , die onder en boven in malkande- ren fluiten? ecne vleefchachtige kinpc en beweeglyke tong; grote maar bedekte oogen , /oo dat men allcenlvk het /warre daar van kan zien. De itaart is zodanig gefielt, dat een deel op de rechte en het ander op de linker yyde zich be- weegt, en byna als het cerlte of laatile quartier van de maan gebo- gen is. De rug is zwart , en de- buik wit; de muil is niet heel groot ; Is niet ra eene zoor KAAP de GOEDE HOOP. 231 mer van fmaak als dat van de eer- vonden. Het zal oorlooft zyn, om my van de len van Erasmus Francisco bedienen , welke h\ in zynen Ooit en Weft-Indifchen Staats en Luft-Gaarden pag. [98. uit Boa- tius IJißor. Natur. & Mc die. Ind. ■:t. Lïb. V. p. 73. bybrengt, om dat zy al liet geen van dien ge- meldcn vi ich te melden is, in zich vervatten. Deze yoort, fchryft hy, heeft een trelTchl.cn goeden fmaak , zoo dat men ze kookt, en daar na met oly , azyn, peper, zout en knoflook , of met cenige andere fpecery inlegt, op welke wys zy lang goed gehouden worden, en de gecnen wel te {la- de komen, die na Ternate of de Molukfc eilanden lic ven en , al- waar het proviand heel fchaars valt. Aldus klaar gemaakt , zyn zy ongemeen goed te ceten, en een greetige kolt , mids dat men gekookte ryit daar toe eet, ten einde het ingewand daar van niet ontitoken worde. Het is geen flecht eeten , zegt de gemelde Francïscï wyders , en zommige eeten het ruim zoo gaarn als een ftuk van een ham , na dat het namelyk klaar gemaakt is ; ge- lvk dan het ingewand Aan dien vifch , wanneer men als met een varken daar mede leeft, en in vier quartieren fnyd , het inge- wand , den ruggraat, en de /v- gratcn daar uit trekt en ophangt» niet anders dan een geflacht var- ken gclykt, zoo heelt ook de le- ver dien zelvcn fmaak. F.dog als het vleefchnog groen fmaak t, is het zoeter, maar niet zoo goed. Zy hebben zelden over een duim dik fpek ; in zommige vind men nog de klyne jonge Meer-zwymjcs, die als Specnvarkentjes gebraden en gegeten worden. Aldus ziet de lezer hier uit zeer licht, dat deze beide viflehen nog goed om te eeten en gezond zyn , voornamentlyk als men ze op de gezegde w\s klaar maakt. Het ver- groot ; in plaats van ooren heeft hy achter de oogen twee klei gaatjes, die men naauwlyl s kan zien , waar door hy > erp hoort. In plaats van de neusgaten ruikt hv door het verhemel den mond zoo Iterk, dat het . uit te fpreken is. Deze zoort van Dolfyncn is zoo als ik ze gezien en gegeten heb, ontrent 5 of 6 voet lang, rond- achtig , en tamelyk goed van fmaak. Zy worden in de havens van de Kaap niet gevangen; edog als men maar een weinig in de ope zee komt , zoo ziet men ze veel- voudig, voornamelyk als de zee onfluimig is , want als dan dry- ven , huppelen en fpringen zy on- trent een mans hoogte boven wa- ter, fchvnen groenachtig te zyn, en geven het water ook een groenachtige kouleur. Wy heb- ben dezelve met fterke angels, aan een dun touw vaftgemaakt, en aan welken angel een Ituk pekel- fpek aangeflagen was, gevangen, en haar vleefch nog tamelyk goed bevonden , voornamentlyk met zout gewreven, en een ruimen tyd daar na gekookt. De lever én de tong zyn 't beft aan dezen gantfehen vifch. idere £)e andere zoort van Dolfynen iicn. word van de Heidenfche flaven JFaraka 'Pcmpe , van de Javanen Jean Bonda , of vifch-paarden , maar van de Portugezen T>orados genaamt , en wel voornamentlyk, om dat de huid , verfch gevan- gen, lykt verguld te zyn, welke goud-kouleur echter, na dat de vifch ontrent een uur dood is ge- weeft, zich verlieft. Ik zal niet nodig hebben , om een andere be- fchryving van dezen vifch te ge- ven, dan dat ik enkelykzeg, dat haar muil gantfeh {lomp is, zoo dat men dezelve voor een ronde fchyf zoude aanzien , als zy de- zelve boven water fteken. Zy zyn ook doorgaans niet veel kor- ter als de andere zoort, maar haar vleefch heb ik altoos veel aangena- 232 BESCHRYVING van de Elft h»»r gedaante. verquikt my nogaltyd, als ik om de (maak van dezelven denk , of ] ichoon de gelegentheid niet akyd toelaat, dat men ze 7,00 zeer kos- telyk toemaakt. Hoe zou het ook op de fchepen gefchieden können, daar niet meer dan twee perzonen voor al het volk dage- fyks koken ? dienvolgens kan men hier met recht zeggen , dat voor een gezonde maag alles gezond is, als welke naar de uitfpraak van Celfus niet keurlyk op 't eeten be- hoeft te zyn. In den haven van de Tafelbaay al- hier , zoo als ook in de Baay Falzo worden een zekere zoort van vif- fchen gevangen , welke men Elft noemt. Deze zyn doorgaans een el lang en meer , niet zeer breed, maar rondachtig ; hebben fchob- ben byna als een haring, edog niet zoo wit, maar geel. Op het lyf vind men eenige donkerbruine vlakken , en de rug is zwart. Langs den buik loopt een ruige /warte ftreep , en het yleefch is met kleine fyne graadtjes door- vlochten , byna als een karper of haring , 't welk ook voor 't overi- ge niet veel vettigheid aan zich heeft , en derhalven wel gefmeert of met een goede zous bedropen moet zyn, als het aangenaam zyn zal. Dieswegen acht Aldrovan- dus Lïb. IV. Cap. 4. de p'tfcibus. van dien vifch, dat hy Elft , dat is, Helft werde genaamt , om dat hy naauwlvks de helft zoo veel zoude waardig zyn , als een Steur , die insgelyks de befte vifch niet is. Zyne eieren nogtans zyn op zom- mige plaatzen , te weten , te Ma- lakka, in zeer grote waarden, en word fterkc handel daar mede ge- dreven, gelyk zulks by Era/mus Franc 't fci in zynen Ooft-en Welt- Indifchcn Staats en Luft-gaarden /\ 1 391. uitvoerlyk is te lezen. Daar leeft bczwaarlyk een dier, zegt Franctfcï l. c.p. 32. b. , nog in 't water, nog op 't land, of ook in de lucht , dat groter vervolging lvd, en uitllaat, als de vliegend« vifch , van de Portugeezen Aboa- vliegende dors genaamt. Want zy worden Vllkhea- van de Tonynen ( ik voeg daar by, van de Dol fynen, Haven enz.) en diergelyke grote zee-viflehen onophoudelyk vervolgt , weshal- ven zy om lyf en leven te redden, Worde» troupswyze uit zee vluchten. Ko- *"rrver" men zy echter uit het water in de lucht, worden zy daar ook niet geduld , maar de zee en roofvo- gels loeren ten eeriten op haar , en vervolgen haar zoo lang , tot dat zy of gevangen worden , of zich weder in 't water laten vallen, daar zy dan ten eeriten andermaal vervolging uitftaan moeten , en aldus geftadig zonder eenige ruft zoo wel in als buiten het water met vyanden te doen en te kam- pen hebben. In 't vliegen verge- ten zy op 't laatft het zweven en bewegen , aangezien zy dikwvls uit vermoedheid tegen de zeilen of op den overloop van de fche- pen in grote menigte nedervallen, en by de vleugels in de zeilen bh - ven hangen. De wyze Schepper heeft deze vliegende waterdieren met een /.oort van vleugels ver- zorgt , om wel voornamei yk de woede van hare water-wanden te ontgaan. Zy geraken echter daar door in de klaauwcn van de gee- nen, die buiten het water op haar paften , en dus ftoten zy op de Scylla , terwyl zy de Charybdis willen myden ; ik wil zeggen, zy komen uit den regen maar niet uit den drop. Vermids zy nu al- len , 't zv met twee of vier vleu- gels , 'tzy ze kort of lang mogtcn zyn , niet langer uit het water können blyven , als hare vleugels nat zyn , zoo vertoeven /\ ook niet lang boven water , en ont- fnappen daar door beide hunne vyanden , waar van de laatften weinig lult tonen , om onder wa- ter te duikelen , en den roof-vif fchen een lekker beetje te ver- ftrekken , terwyl de eerden tej /wie van haar afwenden, of veel verder vooruit fchieten, als deze volgen Pao. i.i^. Goud \ i.scli Steciv- brasem . "Vlieoende "ViscJi . Zcc - Suock . KAAP de GOEDE HOOP Hebben :niger- mie orten. volgen können. Derhalven is het dikwvls vermakclvk te zien , als deze grote roofviilchcn 7,ich om- keren en haar weder nazetten,wcl- ke zy nogtans 7.00 weinig als voor- reen kennen magtig worden, om dat zyzich by malkander houden, en /.ich eens klaps weder uit het wate* in de vrye lucht begeven. Van deze vliegende villchcn wor- den verfcheide /.oorten gevonden, welke echter meelt allen , uitge- nomen de vleugels , ontrent de gedaante en grootte van 't ly f, met de haringen overeenkomen. Wat aanbelangt de fmaak van'tvleefch, de vleugels en de kouleur , de- v.elve zyn daar in elkander zeer ongelyk , en is de eene zoort be- ter als de andere. Want zommi- gen hebben by de grote nog twee kleine vleugels , die als met een dun vliesje van donker -bruine kouleur overtrokken, veele vou- wen maken , welke met fyne gra- ten over langs doorlopen zyn. Anderen hebben eens zoo lange vleugels , als dezen , edog veel fmalder en zonder vouwen. Kort- om het onderfcheid is zoo groot, dat zy byna zelfs niet anders als de vleugels , en een zeer aange- naam vleefch met elkander fchy- nen gemeen te hebben. Ik heb reeds gezegt, dat zy een haring zeer gelyken , en derhal- halven is het nodeloos , om meer gewag van dezelven te maken; Ondertuilchen moet ik nog mel- den, dat zy onder anderen ook Worden Zee-zwaluwen worden genaamt, ïiuwen en dat nare vleugels my als die waamt. van vleermuizen voorkomen. Gelyk ik dan zeer dikwvls, als zy overvloedig op ons fchip vielen, een genomen , en deszelfs vleu- gels en gantiche fubltantie zeer naauw bezichtigt hebbe, eer en alvorens dezelven met de anderen gekookt wierd , wanneer ik nooit •anders heb bevonden dan dat zy ten opzicht van het lyf een haring, en ten aanzien van de vleugels, een vleermuis zeer gelvk waren. I. 'Deel. 233 Van dezelven dient ook te wor- den aangemerkt , dat zy gekookt veel aangenamer zyn, als een ha- ring, zoo als ik vcrfcheidemalcn bevonden heb. Voorts dat zy buiten de beide Tropici of zonne- keerkringen nergens gevonden worden; binnen dezelve ziet men ze nogtans in zulke menigte , dat ik geloof, dat men jaarlyks zoo veel vliegende vilTchen zoude können bekomen, als men door- gaans haringen vangt , inzout of rookt. De Goudvifch is een zoort van Goudvifch. iteenbrazem, welke de zee in een grote menigte voortbrengt. Hy is op den rug zwart-blaauw , en aan den buik wit ; hy heeft om de oogen een goude kring, byna als goude winkbraauwen , zoo als ook een goud kouleurde {treep van den kop tot op den itaart,van welke beide kentekens hy ook den naam van Goudvifch' beko- men heeft. Tot zyne rechte grootte gekomen, welke ontrent anderhalve voet in de lengte , en aan gewigt z pond bedraagt, heeft hy fcherpe fpitzc tanden in den muil, waar mede hy kleine vif- fchen , molfelen en andere dieren vreet. Hy houd zynen gewifTen Itreek, en laat zich het gantiche jaar niet dan in den winter-tyd, namelyk in de maanden van Mei, Junv, July en Auguity zien, om welken tyd hy ook in grote me- nigte gevangen word. Zyn vleefch is wit, en zeer lekker, goed van fmaak, en licht te ver- teren , ook zeer gezond en maakt goed bloed. Ik heb m\ zeer dik- w vis over zvnc aangenaamheid en nog meer over zynen fmaak ver- heugt, als hy tot fpys voorgezet wierd ; geloof ook niet , dat'cr licht iemand zal worden gevonden, welke dien lekkeren vifch niet gaarn zoude eeten ; edog dat zv zoo groot vallen , dat zv xo pond zwaar zyn , en zoo goed als hoen- dervleefch zouden zyn, gelyk Va- der Zuchelli in zyne merkwaardi- Gg ge BESCHRYVING vande Grundelin gen zyn aan de Kaap an- ders als in Europa. Kleine zoort van Kreettcn , Garnelen genaamt. 234- ge MiiTie en Reisbefchryving na Congé pag. 6$. gewaagt , zulks heb Ik niet gezien of geproeft. Meell alle grote rivieren , daar onder de Stellcnbofchc Hotten- tots-Hollandfche , de Berg-rivier en andere meer , leveren hier wel Grundelingen , maar in verre na in zulke grootte niet , als in Duitfchland, ook niet van zoda- nig goed vleefch en lekkerny, als in Europa; want de langlle is naauwlyks een halve vinger lang, en naar mate dik. N\ aar door zulks komt , is myn werk niet, om hier aan te tonen; ondertuf- fchen ben ik van gevoelen , dat het water alhier al te fubtiel tot haar voedzel en groei is , gelyk ook de lucht eenigzins de fchuld daar van zyn kan. Om ze te van- gen , nemen de inwoners alhier een tafellaken of eenig ander lil - nen , en gebruiken het zelve in plaats van een net ; 't welk zy by droge zomcr-tvd , het water klein zynde , door de diepe groeven en beken trekken, waarin zyzich onthouden en dezelven aldus van- gen. Ondertuuchen is het een onaangenaam ceten, om dat aller- hande kleine viflehen zich daar onder mengen , en den rechten fmaak van de Grundelingen be- derven. Men vind verder alhier in de zeewaters, zoo als ook op andere plaatzen van de waereld , een gantfeh kleine zoort van Kreeften, welke zoo wel de Hollanders als ook andere Europeaanfche en ïn- difche Nahener Garnelen noe- men. Z\ z\ n ontrent twee duim breedt lang, en naar mate dik. Hebben nooitfeharen; en eer en alvorens zy zyn gekookt, zyn zy op een zekere t\d zwart , en zomtvds ook wel donkerbruin. Door het koken worden /\ 100 als andere grote kreeften gantfeh hoog roodt. Zy hebben onge- meen goed vleefch , en norden in I lollond zonderling by een glas bier ol w ;, n heel veel geprezen , en doorgaans door de Loopfters in de herbergen of kroegen gc- bragt , om de klanten daar mede aan 't drinken te krygen. Het is waar , zy fmaken by een dronk b\ zonder wel , en lokken zeker- lyk meer uit den zak , gelyk ik zelf bevonden heb , als men an- ders zoude verteert hebben ; daarentegen is het ook zeker, dat zy goed voedzel geven , en den hongcrigen zoo wel als den lek- kerbekken tot fpys vcritrek- ken. De Haringen zyn vifTchen, die Harins« zoo wel aan de Duitfchers als aan de Hollanders bekent zyn ; edog dient dit ondericheid te worden aangemerkt , dat een Duitfcher zeer zelden een levendigen haring gezien of genuttigt heeft , daar in tegendeel een Hollander den zei- ven duizend en meermalen met goed appetyt gezien , en tot fpys gebruikt heeft. Het is onnodig, om dezelve wydlopig te befchry- ven, vermids zoo wel grote He- ren als burgers en boeren dezelven genoegzaam kennen. Ondertuf- fchen zal ik hier een argwaan uit den weg ruimen , die menige Duitfcher heeft opgevat , als of de haringen kroppen aan den hals hebben , welke onder den kop DeSchry. moeten worden afeefneden , waar yerwede* door de geenen , die ten haring Vaiich be- varen, als oncerlyke luiden, vil- "chtwe- i ii c i in ßens de ha> Iers , rakkers ot hondcilagers te rmg-krop-: houden zvn. Het is nogtans Pei* zulks zoo weinig waar , als het gewis is , dat een grote karper, witvifch enz., een krop heeft, en den geen die hem vangt, on- eerlyk maakt. Defzelfs geftalte is uit de pekelharing genoeg be- kent, en word de haring alleen- hk gekaakt, ten einde het zout beter doortrekken, en menden vifch in goeden Haat houden zou- de. Hier is een zoort van haringen , ityzonder. welke de inwoners Harders ple- Haring«, gen te noemen. Zy zwemmen Harders insgelyks troupswyze by malkan-scnaamt# deren, KAAP de GOEDE HOOP. 235 deren, als do andere haringen; 11 ook zoo wit aan den buik, en geven in 'i water by nacht door hare oogen even /ulken helderen fchyn of" glans van /ich , als de an- deren , namch k als of men von- ken vuurs zag. Men vangt ze, als /e na het vlietend water gaan, en aldaar op het gras , enz. azen willen. De vangft is menigmaal zoo rvk, dat de flavert, welke de/elven b\ zonder gaarn uit het zout eeten, langen tvd daar mede können worden gefpyft. Jammer is het dat hier niemand is die ter dege met het haring pakken weet om te gaan , en haar de rechte /ous weet te geven. Want in- dien 'er iemand gevonden wierd, zoude men zekerlyk weinig na Hollandfche haringen verlan- gen , welke als nu gretig ge- kogt en gen ut ti gt worden , of fchoon zy half bedorven hier ko- men , en naauwlyks zoo goed meer ■ zyn,a1sdiemcninDuitfchlandden gantfehen zomer bewaart heeft. Zoo fchoon , aangenaam , lief- lyk en goed de gemelde haring of harder is , zoo affchuuwlyk , woelt, grouwzaam, en roofgie- rig is daarentegen de vifch, welke nu op het fchouwburg zal komen, en van Arïftoteles niet onbillvk Canis Car- 'Av5§a>7róxy@« of Mcufihen-CCter , chanasot' van de Latynen Cauis Carcharias of ook deszelfs ander geflacht, na de uitdrukking van Rondeletins , Lamia ; van de Portugeezen , Tu- beron; van deBraziliers, Ixcrn ; van de Hollanders Haay, en vatt de Duitfchers Hondvïfch afVifch- hond genaamt word. Het zal wel de moeite waardig zvn, en be- hoeft de Lezer niet qualyk te dui- den, dat ik van dien menfeh-vcr- flinder een weinig wydlopiger handel, als tot nu myne gewoon- te gcweelt is. De oorzaak daar van zal u wel in't vervolg bekend en openbaar worden , zoo gyU denzelven niet reeds uit inyrie voorgaande Hooftltukkcn weel te binnen te brengen. I. 'Deel. Wat nu hei cerfte geflacht O* Canis Carchai -/. x aanbelangt, de- zelve is een (Mi-rcmccii grote en afïehuwelylu' vifch, welkers leng- te, nog middelmatig 6, en vol- wailen p- tot ré voet bereikt. De dikte kan lichtelvk gegift worden, om dat een geheel menfeh in zyn Ivf herberg vinden kan. De kop Kan eeil is /eer groot , al/00 door den gchcd muil een gantfeh vet en lyvig man, g?g!Ä_ , - r , i-i 1 . , • , & . lIUtüKKCn. oMchoon dik gekleed, door kan glippen , zonder kant of wal te raken! In zyn muil heeft hy drie ryen tanden, welke fterk, fpits en recht (taan. Aan den buik heeft hy vier Iterke en grootc vin- nen ; en tuffchen de twee achter- Ite vertoont zich een opening, welke het vrouwclvk lid niet zeer ongelyk is. Op den rug heeft hy twee diergclykc vinnen, waar van de ccrlte even achter den hals , of om beter te zeggen, midden op den rug , de tweede byna een of twee voet van den ftaart af (laat. Zync huid is zon- der fchobben , ruuw en hard, waar aan eenigc vifchjes hangen blyven, die hem als lootz.cn leiden waar zy hem hebben willen. Zyn gant- fche zwaarte bedraagt doorgaans eenigc hondert pond , en hebben de matrozen , als zy 'er een aan een angel, waar aan een ftuk pè- kelfpek gcflagen is, genoeg te doen, dat zy denzelven in't Ichip krygen ; waar ontrent zy omzich- tig moeten te werk gaan , ten ein- de zy niet te na komen , door dien hy een zodanige kracht in den kop en den ftaart heeft , dat hy hen zeer licht armen en benen aan Itukkcn liaan kan. Derhalvcn doden zy hem , als hy buiten het fchip hangt, flaande hem meteen Itcrk breek yzer den kop in. De twede zoort van deze vif- De andere fchen , welke Rondclhms , gelyk dien vifch, reeds voorheen gemeld is, Lamta ' ,mu sc- noemt, is van de eenre zoort on- derfchciden , dat hy een heel bre- den kop en rug heeft ; daarenboven heeft hy een zulke fcherpe huid, Gg x dat 236 B E S C H R Y V I N G van de dat men houd daar mede zoude 1 können rafpen. Onder dezelve i bevind zich eenig fpek. De muil isbyaldien niet wyder, nogtans zoowyd als die van den Haay, met 6' ryen tanden gevvapcnt , die fcherp, hard, driehoekig, en aan beide zyden als een zaag uitgcvylt zyn. De uiterfte ry fteekt uit den muil ; de tvvede is recht ; de der- de, vierde, vyfde en zesde zyn van binnen tegen de gorgclpyp gebogen , die nevens de keel en maag ongemeen groot is , om dat een man metitevels enfporen daar door kan Hippen , zonder cenige aanftoot te lyden; gelyk de ande- re Zee-honden, als hy zyn kaken opfpert en de viflehen den vryen doorgang toelaat , onverhindert daar in kruipen, en de vißchen, die in zynen maag leggen, opvre- ten können. Ontrent de vinnen en het overige gedeelte van 't lyf is hy de voorgaande niet ongelyk. Zyn (taart is byna als een halve maan geformeert , en zyne oogen ook eenigzins ronder en groter , als die van de eerde zoort. Het gewigt van het lyf is ook zwaar- der ; en houd naar het getuigenis van geleerde en ervare menfehen een middelmatige zoo veel , dat twee paarden aan den zelven ge- noeg te trekken hebben. Dezebc.de Deze beide geflachten vanHaa- hebben1 yen k°men met elkander daar in grote luit overeen, dat zy zeer roofgierig SenCvkes.^Bgulzig^yn' voornamelyk heb- ben zy grote begeerte na men- fchen-vlcefch , en laten niet licht een gelegcnthcid ontdippen , als zy het zelve bekomen können. Ik weel verfcheide voorbeelden, dat zy dan aan den eenen een hand, en aan den anderen een been tot aan het ingewandt ontnomen heb- ben; ja dat menigmaal gehele menfehen in haar lyf gevonden zyn. Dcrhalvcn ben ik niet vcr- v\ ondert, dat myn gewc/.e Schip- per, Adriaan Bogaart, een man van grote ondervinding , goed- aardigheid en zonderlinge op- Exempcl daar van. rechtheid ontrent het fcheepsvolk, als wy op zekeren tyd een heele kKinen vingen , welkers lengte niet over 6 voet bedroeg, en aan gewigt ontrent 300 pond halen konde, en den zelven tot fpys lie- ten klaar maken, niets daar van wilde genuttigen, voorgevende, dat hy van een menfehenvreter, dien hy nog midehien, als het God behaagde, dat hy op het wa- ter quam te derven, ten prooi moeit worden , en dien hy alzoo voor zyn gedagen dood vyand hield , niet tot zyn fpys wilde ge- bruiken. Ik verdont als toen niet ter de- ge , wat hy meende, maar daar na heeft de ondervinding my die rede volkomen uitgelegt ; en doeg ik derhalven naauw acht, hoe deze vhTchen klaar gemaakt wierden. Ik zag dienvolgens , dat deze vifch in kleine en dunne {tukjes gemeden, drie of viermaal in fchoon zeewater gewaden , of ■ om beter te zeggen, met de voe- ten uitgetreden wierd , en dat al- tyd het verfch daar over gegote water onder het treden fchuimde, als of 'er zeep onder was , zodanig dat al het water leek in gift veran- dert te zyn ; 't welk zoo als men my zeide , en de waarheid be- krachtigde, van veel traan en vet- tigheid quam. Door zodanig klaar maken ver- Haar vi«s ging my byna ook de lud om^ta daar van te eeten. Wanneer de- zelve echter gekookt, en naar behoren met boter begoten was, en dezelve zoo wit was als zneeuw , oordeelde ik, dat hy zoo onbillyk niet moed fmaken, en meende dat de andere Oihciers hem zoo zwart hadden gemaakt ten einde ik ook daar van niet /oude proeven. Derhalven ging ik mede aan tafel zitten , en at trouwhertig en zonder fchroom, hoewel ik naderhand befpeurde, dat zyn vleefch niet wel te verte- ren is , en prees myn Schipper, die ondertullchen met een ftuk pe- KAAP de GOEDE HOOP. pckelvlccKh en k.us den honger verdreven h.ul. Zoo dikwyls als 'er naderhand een gevangen en gegeten wier -Sput- dcn , en de kouleur nevens de grootte \an 't lyr gade flaaD wil. Want of lchoon aan de Zee-Z0fl- nen een groter lyf als aan de Zce- tterren toequam»zop worden ech- ter hier de zodanige vier of zes- kan! ige vifchjes, welke met een dikke, fcherpe, fchobachtige en dew ilangen gelykc huid over- trokken zyn, Zee- zonnen ge- naamt, welker lyf ronder en klein- der , de ltralen of punten echter rechter /.vn , als die der Zee-fter- re-n. Men vind heide zoorten o- verxloedig aan de oevers, dooi- de zon zodanig uitgedroogt, dat men zoude twytïclcn of 'er wel ooit leven in geweeil was. Onder- tuiVchen zoekt men ze veel op, en vereert of verkoopt ze aan Lief- hebbers van de Natuurkunde, die dezelven in haare Kabinetten ple- gen te bewaren. Nog een aardiger fchepzel van God zyn de Zee-fpritzen. Wyl zy zoo valt aan de klippen gewaf- fen zyn , of ten minllen zoo vafl daar aan zitten, dat geen ftorra of fterke flag der baren dezelven los kan maken , zoo worden zy niet aan het land geworpen , maar men ziet ze aan de klippen als een fpons kleven. Zy zyn groenach- tig of liever graauw , en druipen altyd , of fchoon de zee lang af- gelopen is, en het water haar niet befproeit. In die fponsachtigheid vind men van binnen een Huk vleefch, 't welk de gedaante van een maag heeft, cnvanzommige »nzeVa gegeten word. Men kan niet zeg- ihccx 8en tiat llCt lceft ' ten Ware m<^n zulks wilde beweren , om dat het fpritlt of druipt, als men het aan- raakt , welk water uit een en ook uit meer gaatjes , als uit een fpuit fpringt , zoo dikwyls het aange- roert word. Het Zee-\ arken is 'een onge- meen grote en ongefchikte viich, dat den bovengemelde Zee-leeuw niets toegeeft , maar eer groter is. Ik heb het zelve in den Haven alhier niet gezien , maar menig- I. T>eel. !-Var- i. maal op reis ; en is het hoofd ta- melyk groot en het lichaam zeer wel geproportioneert of wel ge- fchikt. De muil is groot, en met tanden wel voorzien , die echt eenig/ins bot zyn, en maar alleen- Ivk tot het ecten van vifch te Ma- de komen. De oogén zyn groot, en achter d&v.elvcn is een gat op het hoofd, waar uit het als de walvilVchcn water blazen of fpuu- wcn kan. De vinnen z\n zwart, breed t , groot en fterk , waar door het de kleine vifichen zeer fnel na zetten kan , 't welk echter altyd met een fprong uit het wa- ter gefchied. Dit zeegedrocht heeft geen fchobben, en is don- ker-bruin, heeft weinig vleefch , maar meelt fpek, waar door het ook mynes bedunkens den naam van zeevarken bekomen heeft, te meer om dat het van binnen als een varken geformeert zoude zvn. Ik heb dikwyls eenige hondert van dezelven gezien * en geloof zeer wel , dat 'er een ruim 200 pond weegt, of wel alleen zoo veel aan fpek zoude uitleveren. Voor 't overige heb ik reeds in Rivicr- myne voorgaande Hoofdlhikken Wüffckn- melding gedaan, dat in de zooge- naamde Molfelbanks- Rivier ook zoete Water-mollelen in zodanige menigte gevonden worden, dat men een groten hoop van dezelve by malkanderen zoude können brengen , zoo men dezelven an- ders alhier tot fpys gebruikte. Want vermids men ze beter en aangenamer uit zee kan bekomen, zoo laat men deze zeer gaarn leg- gen, en gebruikt men haarfchul- pen niet eens tot kalk branden, om dat de gantfche zee genoegza- me voorraad daar toe aanbied* byaldien 'er maar altoos menfehen wierden gevonden, die dezelven opraapten en brandden. In alle havens en waters van de- Nooidka.- zen Kaap vind men een zoort van ^óu Wai- WalviiVchen, welke door de Zee- viffchen. vaarders doorgaans Noord-kaper genaamt word, en byna de heele Hh 2 zee BESCHRYVING van de 244- zce doorkruiit. Zv verluftigen zich met het uitfpuwen van water, zwemmen met het halve Ivf boven water, lïeken het halve lyf ook dikwyls uit het water recht over end , en duiken menigmaal met zodanig gedruis of geraas, dat men het ruim een quartier uurs ver kan horen. Van deze Noord- kapers , die op de gemelde wvs zich in de Tafelbaav laten zien, heb ik onder zeer veel levendige, twee doden heel naauw bezich- tigt, welken de zee in eenftorm aan land geworpen had. De cerfte is in den jare 1707 in de maand van Mey in den haven van de Ta- felbaay te voorfchvn gekomen, en de twede is in 't jaar 1709 in de Baay Falzo gezien. Zy waren beide donker-bruin , hadden geene fchobben, en een zoo groten muil, dat zeer gemak- 1\ k $ of 6 menlchcn daar in zou- den hebten können leggen, om dat dezelve ruim achticn voet lang, en twaalf of veertien voet breed was. Zy hadden in den muil geen tanden, maar de kaken waren zoo hard als blik , met een dikke huid overtrokken. De 00- gen leken van buiten klyn, en wa- ren niet veel groter als paaide 00- geti ; wanneer men ze echer uit- ftak , was het binnenfte van het oog groter als een mans hoofd. Over en achter de oogen naar den rug had ieder een tamelyk groot gat, waar door zy te gelyk ofa- dem haalden, ofwel het ingeflok- tc water weder van zich gaven, 't welk my, zoo alsdikw vis by kün- digen heb gezien , niet anders voorquam, als of midden in 't wa- ter een byzonderc fontein ge- maakt was. Onder den buik , c- \ en achter den kop, hadden zy twee brede vinnen , welke hen zonder twyffel tot /v emmen bc- hulpelykzyn. De Haart, die als het roer is , was op dezelve wys, zoo nis reeds van de Dolfyncn en andere ispe/cgt, zeer breed, en van gedaante als een halve maan. De Noord-kaper, die ik in de Ta- felbaay heb gezien, was 5-0 voet lang, 14 voet breed, en 12 voet dik of breed boven het zand, want van hetgeen in het zand gefcharrelt lag konde ik geen raam op maken. De twede in de Baay Falzo was niet veel anders, dewyl deszelfs lengte 45" voet, deszelfs breedte 12 voet, en de hoogte 18 of 19 voet uit- maakte. Van beide die vifTchen is het fpek afgefneden en traan ge- kookt; en vermids dezelve in het Traan-magazyn van de Compa- gnie is gekomen , zoo is my onbe- wuft hoe veel dezelve eigentlyk aan gewigt heeft uitgelevert. Ön- dertuffchen weet ik zeer wel , dat de tong van ieder vifch ruim 600 pond gewogen heeft. Alzoomen doorgaans van gevoelen is, dat de Profeet Jonas drie dagen en drie nachten in den buik van een Wal- vifch is geweeft, zoo heb ik den ftrot op 't naauwkeurigfte bezich- tigt, waar na my echter deze zaak onwaarfchynlyker dan ooit is voorgekomen , om dat het keel- gat naauwlyks zoo wyd was , dat een ly vig man zyn arm daar door zoude hebben können fteken , terwvl Jonas met zyn gantfeh lic- haam nogtans daar in en uitgeglipt is. Derhalven acht ik dat myn ge- voelen, 't welk ik hier voren heb geuit, opveelvalter voeten Haat, als het tegenwoordige; te meer, door dien het wonderwerk van Ood niet verkleint word , en het immers niet nodig is te zeggen, dat God daar toe een vifch heeft moeten maken, die tegen de na- tuur van alle andere vifTchen was. Van de Noord-kapers begeef ik my andermaal tot de moffelen of llak-villchen , en breng voor dit- maal de oly-flakken op de fchonwburg , welken naar het ge- voelen van 'P /units , gelyk Fore- rus in zyn Vifchbock pag. 139. b. zulks aanhaalt , oly-flakken wor- den genaamt , om dat zy by de ouden, die in oly gehandelt en dezelve uitgemeten hebben , tot maten KAAP de GOEDE HOOP. maten gebruikt 7.yn. De vifch van binnen is groot, om dat bet hoorntje van ieder Hak ten mjn- ftcn 4 pond water houden kan. Onderturl'chen gebruikt men /e mvnes wetens niet tot fpys, maar allecnlyk de hoorntjes wegens ha- re inwendige fchone Paarlcmoer- kouleur tot liefhebbcry » of be- fchadigt, tot kalk branden, rondere Wydcrs vind men hier een >rtv»n 70ort van vreemde viflehen, die fchen. g°ccl om te eeten 7.yn , voorna- mclvk een weinig in den rook ge- hangen , maar vv zvn by nacht gantfeh niet gemakkelvk te van- gen om dat men /e als dan niet onder andere villchen kennen kan. Zy zyn veer fraai en aangenaam om te zien aangezien het hoorn- tje, dat zy op den rug dragen, en met valt aanklevende fchobben bedekt, donkerbruin van kouleur, en met fchone rode en blaauwe \ lakken is bezaait. De Portuge- zen en de Hollanders noemen den- zelven Tagger, mifTchien om dat men ze Taccate , dat is , niet al te hard handelen en uit het net ne- men moet. Want deze vifch heeft dichte by den kop op den rug een itekel of fcherpe vin , die als hy menfehen daar medequeft, zeer veel pyn veroorzaakt , om dat de hand ten eerften opzwelt , en het ontfangen gif te kennen geeft, waar van in 't lyf een vervaarlyke brand en uitbundige pvn pleegt te ontftaan. Door dien men het gaatje, door deze fpitze vin ge- ftoken, niet wel zien kan, zoo ftaat het menigmaal gefchapen van tot het koud vuur over te flaan,en de hand quyt te geraken. De vin- nen van dien vifch zvn gantfeh bruin en niet gevlakt. De Haart is insgelyks van die zelve kouleur. Het vleefch is goed en aangenaam, gezond en licht te verteren , gc- lyk ik zelf menigmaal bevonden heb. \\ anneer ik in den jare 1711 met den Heer Gouverneur Louis van AfTenburg mv op 't land in de Stellcnbofïche Volkplantery be- ten by iig. 245 vond, had de gemelde Heer /yn viflehers uitgezonden, <>m voor hemcnz\n ge/ellchap een bra\c zóo te vangen. Ken van deze viflehers had by nacht het ongeluk door een van de gemelde viftchen in (Ie rechter hand geftoken te morden. Wyl hv de zaak niet EenVif- kundig was, zoo ilocg hy zulks in ^,acrrvW0ld den wind, en bleef atyne makkers geüoken. helpen. Ondertuflchen zag hy den volgenden morgen reeds , en voelde zeer nadrukkelyk hoc het met hem gcftelt was , klaagde derhalvcn aan zekeren Barbier, Juftus Benraud , dien de gemelde Heer als zyn Lyf- Arts by zich had, en gebruikte dienftigc tegen- middelen. Zv deden in den be- ginne Hechte werking, en het leek als of het koude vuur daar in zou- de komen, en hy gevaar (ton d te lopen van zyn hand te verliezen. OndertufTchen na dat hy vlytig hulpmiddelen , zoo van buiten als van binnen gebruikt, en veel pyn uitgeftaan had , zag men dat het zich ten goede begon te fchikken, en de hand van den gemelden vif- fcher behouden was , waar voor hy ook den Chirurgyn in 't byzyn van den Heer Gouverneur opent- lyk bedankte, zoo als ik zelf gezien en gehoort heb. Van de Palingen , een zekere pa'ing\ ertrokken, edog nergens als op den Haai t met Hekels verzien , al- waar hy 'er maar eene ry heeft, welke Hekels kort en niet heel fcherp zyn. De kouleur van zy- ne huid is bruin-geel, met veel blaauwe Hipjes bezaait , en heeft op elke zydc van den muil cen grote IRocli Tril-vjscli . 'Tril -v'iscli . > KAAP de GOEDE HOOP. 247 grote vlak , als een oog of een lpiegcl. Zyn neus is byna door- fchvnende, van onderen met een ruwe huid bedekt, gclyk dan ook het gailtfche lichaam doorzichtig fcliynt om dat het zelve niet over een duim dik is , en kan men der- halven de eieren tri zyn lyf zien leggen, welke in den beginne /onder fchalen gelegt worden , om dat 'er /.eer veel zyn, en menig- maal een getal van 300 Uitmaken, als een netje in een hoen. De eieren , die tot volkomenheid ko- men, gaan door den leg-darm,en worden met een kaïtanie-bruine vierkante 1'chaal overtrokken, en als dan gelegt. De graten van dien vifch zyn niet hard , maar als louter kraak- beentjes, zoo als meeft in alle an- dere platvilTchen , als fchollen, tongen en anderen meer gevonden worden. Het vleefch is ruuw, hard en zwaar te verteren, rui- kende fterk naar zee en hare vui- ligheden ; derhalven moet niet al- leen de huid worden afgehaalt, als men ze ceten wil , maar men be- dient zich ook van een goede mos- taard-zous , om den fmaak te ver- beteren, en om de maag dien vifch beter te doen verteeren. Die op zyn gezondheid wil leven , moet niet veel op een maal en dikwyls daar van eeten , om dat dezelve zeer koortzig is. ïdknyr Niet veel anders zyn de Zandt- s- knypers, behalven dat zy dikker, langer en niet zoo plat zyn. Zy worden van de Hollanders Zandt- knypers genaamt, om datzy zich aan zandtachtigc oevers onthou- den, en met andere vilTchenin netten gevangen wordende, zich gaarn met zandt bedekken , ten einden men ze niet zien zal. Zy zyn donkerbruin van kouleur, met vele zwartachtige vlakken be- zaait , hebben een gladde huid , en zyn ontrent een voet lang, en 18 duim breedt. Van haar vleefch kan ik niet oordelen , om dat ze door de Chriitenen alhier niet worden genuttigt.Ik weet ook niet. d 11 ze iemand z; ne lla\en heeft la- ten ceten, als de Heer Gom crneui Simon Adriaan van der Stell , die of fchoon hy vifch genoeg deed vangen , liever geld daar van maakte , dan dat hy ze zyne Ha- ven, die dezelve echter vangen moeiten , zoude te eeten geven. De Zeehonden, welke men hier ook Robben noemt , worden jaar- lyks, gelyk ik zeer wel weet , en veelmaalB mede gezien heb , in grote menigte doodgeflagcn , om (iat uit haar ipek zeer goede traaf] GeveA«ei gekookt word. Ik kan dczelvcn ßt niet duidelyker als met de woor- den van Ërafmus Ftbncifil be- fchryven , welke hy in zynen Ooft en Weft-Indifchen Staat en Luft-gaarden ƒ*£. 60. b. gebruikt; alwaar hy aldus lprcckt ; De zee- honden , van zommige ook zee- kalveren genaamt , zvningedaan- ; te van alle viilchcn , wal-oftraan- I viiTchcn onderfcheiden ; hebben j als korte armen of ellebogen en handen , maar niet verdeelt , be- halven aan 'tendt, daar men maar 4 verfcheide ftrepen en 5 byzon- dere nagels ziet. De huid is hard, vaft , en met zwartachtige graau- we haire bewallchen. Het hoofd is naar mate van de overige groot- te van 't lyf klein en kort ; de hals eenigzins langer , en kan naar be- lieven uitgeltoken en ingehaalt worden. Het onderfte kaakbeen of kinnebak komt met die van een wolf tamelyk overeen; het boven- fte is breder als die der wolven , en gelykt daar ontrent zoo als ook ten opzicht van de neusgaten de kalveren. De tanden zvn als za gen. De oogen glinfteren , en veranderen menigmaal in duizen- derhande kouleuren. De tong is gcfpleten en verdeelt , in plaats van oren ziet men eenige gaten, enz. 's Zoomers zwemmen deze die- ren meelt hier en elders in zee, en leven van vifch. Als zy met dezelve in een net komen en ge- vangen 248 BESCHRYVING van de rangen worden , zoo maken zy door het fcheuren van het zelve, zoo wel voor haar als voor hare medegevangenen een vrye door- tocht, 's Winters blyven zy we- gens kou meelt by 't land, daar zy zich op 't llrand en de klippen onthouden. By nacht komen zy by duizenden aan ftrand , en bul- ken als kalveren, wanneer ze met Hokken dood geflagen worden, en haar fpek door het vuur in traan veranderd word. Aan 't achter- ile deel van 't lyf zyn zy lam , en moeten de achterite poten nalie- pen. Des niet tegengaande kön- nen zy melder lopen als een menfeh, welkers dreigen zyniet vreezen , om dat zy wegens geil- heid onbezuift leven. Hare jon- gen werpen zy op 't land , bren- gen dezelven echter naar verloop van eenige dagen in 't water of in zee. Moede van zwemmen ke- ren zy weder lande waards, gaan op 't zand of op de naaile klippen leggen om te flapen , en zich in de warme zon te verquikken. De huid word zelden gantfeh afgehaalt , maar de geene die ze hebben gedood , fnyden den zel- ven alleenlyk in zodanige (lukken, als zy het fpek tot fmelten van noden hebben. Zommige berei- den den huid ten eerden zelf, om tabaks-dofen en zoo voorts daar van te maken. De traan levert men in het traan-magazyn van de Illullre Compagnie ,, welke door de Haven en niet door de Hot- tentotten derwaards word ge- bragt, om dat zy een grote afkeer daar van hebben, en den /.elven niet , gelyk "Dapper- in v.ynen A- frika /w. 6zz. tx\. Ander fin Lib. I. cap. 4. \ allebei) k bericht, indik- ken, en met de grootlte begeerte oplikken, als u aar van <>p een an- dere tyd omitandig zal moeten worden gehandelt. Zilver-1 Hier voor zyn dcGoudviiTchen riflehen. bcfehreven , en nu zal ik de Zil- yervuTchep opdilTchen. Zy zyn een brazem in gedaante en deugdzaamheid niet ongelyk, en ik acht, dat zy zoo wel als de GoudvhTchen uit het brazems-ge- flacht zyn. Zy hebben middel- matige fchobben, zyn wit over het gantfche Ivf, langs het welk van het hoofd tot aan den Haart zilverkouleurde ïtrepen lopen, niet anders als of 'er zoo veel zilver- blaadjes opgelegt waren. De Haart lykt ook met zilver bedekt te zyn. De vifch is naauwlyks een voet lang , de breedte naar proportie ; en is zoo als ook ten aanzien van de dikte , een karper van een pond, niet heel ongelyk. In den muil heeft hy eenige klei- ne maar fcherpe tanden , die zyn voedzel , 't welk hy uit de rivie- ren en beken bekomt , moeten klein malen, waar in hy in zeke- ren tyd van het jaar valt, en ook dikwyls in grote menigte gevan- gen word. Zyn vleefch is eenig- zins week , ontrent als dat van een karper , maar daar benevens zeer aangenaam, wel van fmaak, en licht te verteeren. ' Onder tuf- fchen fmaakt die vifch, gelyk ik zelf menigmaal heb bevonden, gebraden of gebakken 't bell. Onder grote viflehen voegen sPicrin«0 ook wel kleine, edog ieder in een byzondere fchotel ; derhalven volgen nu hier de kleine Spierin- gen, welke van de Duitfchen Al- fers niet veel onderfcheiden zyn , zoo men anders op den fmaak ziet ; want gelyk de Spieringen eenigzins bitter in het hoofd fma- ken en daar benevens gezond zyn. zoo is het hier ontrent even aldus gefielt, en beilaat het onderfcheid alleen in de grootte. De Spierin- gen alhier vyn ruim een vinger lang en dik , ook zommige nog langer. Zy hebben kleine fchob- ben, die men naauwlyks kan voe- len, als men ze aanraakt. Dertig is breedt ; de muil klein en zon- der tanden , en de oogen naar mate van het lyf groot. De buik is zilver-kouleur ; de rug bruin- achtig; de kop roodachtig geel; de / KAAP de GOEDE HOOP. 249 de vinnen wit ; en het lyf buiten de Itrepen, die van den kop na den itaart lopen , gantfeh doorfchy- nende. Het vleefch is zeer malfch, goed en gezond om te eeten, voornamelyk met een moltaard- zous. Wegens deszelfs kleine graten fmaakt dezelve bell gebak- ken , aangezien ik zelf zulks op beide wyzen onderzocht heb. By viflehen paffen ook wel goe- de Hakken; derhalven zal ik den Lezer ook een fchotel uit den stroef- groten hoop opdiflehen. Onder- ikkcnyyntullchen blyfik voor ditmaal alleen by de fchroef- (lakken , welke ten aanzien van het hoorntje tweder- lei zyn , te weten , grote fchroef- (lakken, en hoekige fchroef-flak- Harc ken. De hoorntjes van die beide jorntjes geven hunnen kondigen Werk- m onge- meeiter te kennen , die eindeloze ,ecn fraai- , . tri veranderingen heeft können ma- ken. Want of fchoon de hoorn- tjes van het laatite zoort vele hoe- ken of bulten hebben, die nogtans niet beletten, dat dezelve als een wenteltrap of fchroef lopen , zoo zyn zy niet alleen zeer konftig ge- draait , maar de buitenite ruuwe fchaalmet azyn daar afgebeten, zoo konitig met allerhande kou- leuren verziert , dat een konft- fchilder grote moeite zoude vin- den , om ze zoo fraai op 't papier of doek te brengen , aangezien de groene, rode, gele en witte ver- ven zodanig gevlamt zyn , dat de fchakering niet frajer zoude kön- nen zyn. OndertuiTchen is haar vleefch of vifch een weinig taai en zwaar te verteeren , en moet der- halven van de geen die ze eeten willen , met een goed glas wyn be- goten en week gemaakt wor- den. Steenbra De Steenbrazems zyn zeertref- ems wor- felyke , fchone , grote , wcllma- engepre- , ', VB wU , ,. cn. kende en gezonde viflehen , die hier dikwils in grote menigte ge- vangen en tot een redclyken prys verkogt worden. Zy zyn onder- fcheidentlyk van gedaante en grootte , maar komen meelt allen /. 'Deel. met malkandcren overeen, dat zy als de vloed zich verheft , en de zee oploopt , gaarn de oevers af- zakken en zich in de zoete waters itorten , een korten tyd aldaar blyven , en het afltromende wa- tergras vreeten ; vervolgens we- der van daar verhuizen, cn wach- ten tot dat het water andermaal hoog word, Zy zyn ontrent van gedaante als een karper, behalven dat haar vleefch veel valter , dik- ker en met weinig of gantfeh klei- ne of gene graten bezet is. Ge- kookt of gebraden fchilferen zy als een ftokvifch , het welk een karper daar en tegen zoo goed niet doed. De kouleur van dien vifch is heel verfcheidentlyk. Zommige zyn veel fraajer gefpiegelt, als een fpiegelkarper, zynde de rug bruin- achtig , waar van dwarze bruine itrepen naar den buik aflopen, en deszelfs gantfeh grote en witte fchobben zeer aardig onderfchei- den. Anderen wederom zyn over den gantfehen rug bruin , en aan den buik afchgraauw. En einde- lyk anderen behouden de vorige tekening , maar zyn breder en korter. Kortom, de veranderin- gen ontrent dezen vifch zyn veel groter, dan dat zy alle naar waar- de duidelyk zouden können wor- den befchreven. Zy zyn door- gaans anderhalf , twee en drie voet lang, waaruit lichtelyk ftaat te maken is , dat de kleinfte twee en de grootfte ruim acht pond we- gen. Alzoo men dezelve niet by \ gewigt , maar een hele zoo ge- lyk koopt , zoo kan men ze veel beter koop eeten als vleefch ; om dat het zeer dikwyls gebeurt, dat men de grootite voor 3 of 4 Hui- vers koopt. Ik heb zelf eens vier van die vif- fchen die zamen 27 pond zwaar waren , voor 1 f Ituivers gekogt , en ze in azyn , peper en zout laten leggen , om dat'er onder de Afri- kaanfche viiTchen byna geen word gevonden, die beter daar toe is. I i Men 25o BESCHRYVING van de Een an.iere van Steenbra- zems. Zee-Ton- gen. Men kan ze op die wys niet alleen lang bewaren , en naar believen en met goeden fmaak daar van ee- ren , maar men kan ook /eer goe- den laberdaan daar van maken , en zoo lang bewaren als men wil. Om dezelve verfchte eeten, kookt men den kop en de middelfte fchyven , en braad den ftaart op de rooiter , wanneer men met een goede citroen over den vifch uit- gedrukt, wel haalt bevind , dat deze een der lekkerite vhTchen is. Ik moet hier nog een andere zoort van Stecnbrazems niet ver- geten , welke de inwoners alhier Stompneuzen noemen. Deze vifch heeft een korte gedrongen kop , en daärbenevens een zodanig ge- drongen rondachtig lyf , waar door dezelve van een heel andere ge- daante als de vorige is. Zyne grote fchobben zyn leverkouleur of zwart-blaauw. Hy heeft ron- de fcherpe tanden in den muil, en zeer grote ogen. Deze viffchen zwemmen niet troupswyze, maar alleen; en word in een net vol met Stecnbrazems naauwlyks een , of ten hoogften twee van deze zoort daar onder gevonden. Hoe raar- der zy nogtans zvn , hoe aangena- mer haar vlecfch fmaakt , als het welk in veel hoger achting is, als dat van de vorige Steenbrazems. Voor 't overige levert de zee al- hier ook de zoogenaamde Solen of To, igen. Zy zvn van een zeer goeden fmaak , en behoeven de geen die elders gevangen worden niets te w \ ken , heel plat, en heb- ben zommigen gantfeh gene , en anderen wederom zeer weinig fchobben. Boven Op den rug, daar de ogen liaan , z\ n /y zwart- achtig, en onder aan den buik heel •vit, gclyk ook de onderite vin- nen vv ;i en de bovenfte zwartach- tig z\ n. I [aar \ leef< h word voor 't befte van alle villchen gehouden, ten dele om dat het zeer gezond is , en een zieke zelfs zoude vcr- quikkem en ten delcook om dat ' het heel licht te verteren en by- j zonder fraai wit is, en daar en bo- ! ven goed bloed maakt. Zommi- i gen eeten dien vifch niet zoo zeer I wegens de byzondere aangenamen ! fmaak , maar wyl dezelve den I maag verfterken en geen flym achterlaten zoude. Ik zelf moet [ bekennen , dat het vleefch onge- meen lekker is , en een quade maag, of fchoon een goede portie tot zich nemende , niet qualyk bekomt. De Tonynen heb ik wel in zee veelvoudig en verfcheidemalen gezien , voornamelyk als zy uit het water fprongen en zoo voort weder duikten , maar nooit zoo dichte by , dat ik hare gedaante duidelyk konde betrachten. Ver- mids zy daarenboven in de ha- vens alhier niet in lopen , maar veel meer de ope zee beminnen , zoo zal ik van dezelven verder geen gewag maken, door dien ik anders een valfch bericht zoude doen, 't welk togmynmode niet is; om dat ik van 't geen myne oogen cigentlyk hebben betracht, veel zekerder naricht kan mede delen , dan van 't geen ik maar van verre en ter loops gezien , of Hechts van horen zeggen heb. Gelvk ik eindelvk myn Hoofd- ftpk met de befchryving van een vifch , die niet goed was om ge- geten te worden, heb begonnen, zoo ben ik van voornemen om het zelve met een zodanigen te be- lluiten. Dienvolgens leg ik den Leier voor 't laatfte nog voor oo- gen den vifch , door de Latynert Torpedo, de Hollanders cDriI- i'i/ch, en de Duitfchers Krampf of Z'ittcr-vifch genaamt , welke veelvuldig gevangen word. De /che isgeen heel grote plat-vifch, maar nogtans rond en als een ko- gel opgeblazen. Zyne ogen zyn met witte en zwartachtige of bon- te kringen omgeven. Boven op den rug is dezelve roodachtig of geelachtig, en aan den buik wit. Voorts is hy breed en opgeblazen, ein- KAAP de GOEDE HOOP. 251 eindigende met een vlccfigcn dun- nen (taart , naar de wys van alk andere platviffchen , welke ftaart een roer van een fchip niet onge- Ivk is. Zync ogen z\n klein, en naarmate ww'i lyf wel gefchikt. De klyne muil Haat benedewaard$ byna als een halve maan , waar in h\' tanden en daar benevens in plaats van de neus, twee gaten heeft. Men /iet geen kop, hoe- wel men den zclven openende , herzens in hem vind. De lever is wit en /.eer fubtiel , de gal groot, en de huid van buiten gantfeh glad en zonder fchobben. De grootte is niet veel byzonders, om dat hy dood, naauwlyk een vierden deel pond zwaar is. rkwajr- Uit alle de befchryvingen van : eigen- dien vifch hlykt , dat hy de by- iPvIi\!h. rondere krachten of eigenfehap- pen heeft , dat hy den geen, dien hem aanraakt, 't zv met de hand, of met den voet, of maar met een (lok, dien men in de hand houd, ten eeriten een zodanige beklemt- heid aanjaagt, en het hert zodanig doet in de fchoenen zinken, dat men gelyk ik zelf heb bevonden, niet%ndcrs meent, of men zal in een flaauwte vallen, of beroert worden ; daarenboven krygt men menigmaal een benaauwdc hart- klopping , en afgryzelyke pyn in alle de leden, voornamelyk in dat gedeelte, waar mede de aanraking gefchied is. De Viffchers , wel- ke den zelven in haar net hebben , gaan zeer omzichtig te werk , dat /y hem niet aanraken , maar halen het net liever op het land , ne- men de viffchen daar uit , en ke- ren het als dan om,, ten einde zy hem niet te na komen. Deze pyn duurt dikwyls een halfuur, waar na zy langzamer hand ver- dwynt ; edog dat zy lang zoude aanhouden , zoo als zommige willenj heb Ik niet können bevin- den, of jfchoon ik meer dan een«; de proef daar van genomen heb Ondertuffchen geloof ik zeer gäern , dat deze \ ifen alle ande- ren welke hem te na komen , krachteloos en onbequaam tot zwemmen maakt , om dat veel andere viflehen te gelyk met hem gevangen worden. Of echter op het eiland Mauritius zulke Tril of Krampviilèhen /\n , dié zich met een Karper laten vergelyken , zoo als de Heer van Madclslo iib. r. Cap. 14. beweert , daaraan twyffel ik zeer veel , ten minden heb ik er in zodanige grootte nog daar nog elders geeii gezien. En dit is , Lezer , het geen ik De Auteur dienftig hebbe geoordeelt , om u ^"S .c insgelyks hier van te berichten, vingder hopende dat gy zulks met genoe- viffchtT- gen zult hebben gelezen , om dat zoo als ik in den beginne heb ge- zegt , myne mening ; niet is, om een hiitorie van de dieren te be- fchry ven , maar alleenlyk eenvou- dig te melden , 't geen ik naar my- ne geringe kennis daar van bevon- den heb. Mogelyk zullen nog wel meer viflehen, voornamelyk echter moffelen en (lakken gevon- den worden, welke hier niet ge- plaatft zyn ; ja my is zelfs bewu(L dat zommige myne geheugenis ontglipt zyn ; des niet tegengaan- de ben ik van gevoelen , dat gy daar mede zult te vrede zyn, wel wetende, dat de kortheid van den tyd my de wydlopige uitvoe- ring belet heeft , en dat men op eenmaal niet alles bedenken of fchryven kan. In het volgende Hooftdeel zal f k U het beloofden overfchot van de (langen en in- feden mededelen, en daarmede dit gantfche dierfche ryk , zoo ver zulks de Kaap van de Goede Hoop betreft, befluiten. Ii 2 XIV. HOOFT- zso BESCHRYVINGvande XIV. HOOFTSTUK. aai* in het noodwendigfte van de Slangen en andere Infeóten, welke aan de Kaap de Goe- de Hoop worden gevonden, na de order van het Alphabet afgchandek word. Hoe de Scbryver deze Stoffe afhandelen wil'. Afpis- Oog of Schiet-ßangen , haar onderling onder fcheid. Boom ß*ngen Hoe zy de men fc ben befebadigen Waar toe men de ge- dode /langen gebruikt. Blinde Slang. Is licht te doden. Een endere zoort vanfl.mgen. Difpas of dorß verwekkende Slangen. Prcftcr of brand verwekkende of vierige Slangen. De Scbryver heeft een man gezien van zodanige flang gebeten. Een Smid zoekt dien man te redden. Word van den zelven gelukkig genezen. Of God eertyds diergelyke flun- gen onder de Ifraëliten heeft gezonden. De Scbryver komt zulks geloof yk voor. Co- pra de Capello of Hair- flang. Slange-ftenen zyr. goed 'bevonden tegen gif De Auteur befchryfi een naamloze Slang , aan hem vereert. Een zekere zoort van Huis-flmgen De Scbryver verhaalt een geval met diergelyke Huis-fangen. Vader Tacharts bericht van de gehoorn'eflangen. Kleine zoort van Slangen. De Zee-Floh of l'loo Zee- Luis. By- zondere zoort van lange Wormen. Een byzondere zoort van IFater-worm. Nog een zoort van Wormen. Branden in de hand. Prater ofZee-paard. Bloed-ztiigers. Water-grillen cf Zee-krekel. Water-Kefer. Water-muis. Water-flang. Ameizen of Mieren en derzel- ier zoorten. Byen zyn ''er veel aan de Kaap. TVaar zy tneefl neftelen. Hoe men weet tsaar honing is. Hottentotten zoeken en verkopen den honing. Verfcheide zoorten van Byen. De honing der Byen is niet eenerlei. Fliegen ofl liegen hebben verfcheide zoorten. Groene zoort van vliegen. Gelyken de Spaemfcbe vliegen. Muggen. Gefteltheid der viuggen op Batavia. JVaarom zy de vreemdelingen zoo zeer quell n. De Kaap heeft drie algemene f lagen. Voordeel van den wind aan de Kaap. Flohe ofVlooyen zyn 'er veel aan de Kaap. Aard-vlooyen. Doen grote fchade aan de Gewaffen. Heufchrcckcn of Springhanen. Hebben verfcheide zoorten. Kefr. Gras- en Paard-Kefcr. Byzondere zoort. Goud- kefers worden van de Hottentotten in grote waarde gebonden. Gras-groene Kefers. Waar zy zich ontbonden. Nog een byzondere zoort. De Europeanen hebben geen luizen. De Vreemdelingen raken dezelve quyt en krygen 'er geen meer De Hottentotten krielen daar van. Weeg-Luizen. Rupzen zyn aan de Kaap in kouleur en grootte onder fcheiden. He /fut cur kan ze wegens de menigte niet alle befchryven. Schaben of Motten. Zyn in Afrika zoo wel als in Europa bekent. Kleine Slakken. Weeg-Slakken. Haare grote menigte aan de Kaap. Waar toe ze goed zyn. Scorpioenen zyn'er veel aan de Kaap. Spinnekoppen. Verfcheide zoorten. De klynfle zoort van Spinnekoppcti zyn zeer gevaarlyk. Zulks bewyft de Scbryver met een exempel aan een Slaaf Doden ook het vee. Schwaben of Kakkerlakken. Taufend of Duizendbenen. Hebben geen oogen. Zyn zeer vergiftig. JVefpen of Horzels. Regen ■ wormen. Hout -worm. In wat hout zy zyn. Koorn-wormen. Zuigers. Befluit van dit Hoofdfluk. H Et geen ik LJ heb belooft, derhande natuur zyn, en zich meen ik nu na te komen, ten dele in 't water, en ten dele en dat (tuk uit het Dierfche Ryk ! op 't land onthouden, zoo zal de der Natuur, mamclyk de Slangen J Lezer niet qualyk duiden, dat ik en overige infe&en te befchryven, j alvorens met korte woorden van s5°evde die op de Kaap de Goede Hoop de (langen fpreck , en daar na 't dc7eftoffe worden aangetroffen. Vermids watcr-ongcdierte ,en eindelyk 't afhandelen echter zodanige dieren van twe- geen op het land word gevonden, naar KAAP OR GOEDE HOOP. 251 naat order van hét Alphabet tf- handele. Wat aanbelangt de Hangen, dezelve worden aan de Kaap in een grote menigte gevonden, en heb ik 'er zeer veel van verfcheide 'zoorten gezien en gedood. Edog vermids de inwoners alliier in 't algemeen den naam van Hang zon- der verder byvoegzel van een by- zondcr geilacht , bchalven on- trent ecnige kenbare zoorten ge- bruiken , of liever niet beter we- ten, om dat zy 7.ich met de be- noeming of eigenfehappen van diergelyke fchadelyke dieren zeer weinig bcmoejen, zoo heb ik niet weinig moeiten gehad , om aan dezelve een eigen naam te ge- ven, om dezelve van elkander te onderfcheiden , alzoo ik 'er byna geen kan bedenken , die niet reeds by de oude Schryvcrs ge- vonden word. s Oog- Van de Afpis en Oog-of Schiet- jen"" flangen dient men te weten , dat de eerfte een zeer brede kop en hals , diepe en {lompe oogen , en by dezelve twee verheve vlcefch- - delen, als een zweer, een hazel- noot groot heeft. Zy is van kou- leur afchgraauw, met rode of ge- Ie vlakken, die dikwyls verande- ren , en word menigmaal eenige ellen lang. De Schiet-flang word wegens haren fnellen fchoot of fprong, Oog of Schiet-flang ge- naamt , aangezien zy veelmaals recht overend gaat zitten , om een fprong te doen , daar zy meent, of met hare fnel heen en weer gaande oogen ziet, dat men haar naar het leven ftaat ; zy is met witte vlakken op haren zwarten huid getekent , die als zoo veel oogen zyn. Onder tufTchen twyf- felikniet, of gy zult reeds van beide deze flangen hebben gele- zen , maar indien zulks niet gc- fehied mögt zyn , zoo wys ik u tot Gefnerus, Carton , Franc ius, en vele andere , by dewelke een omfhndig naricht te vinden is. Midlerwyl vind ik van deze Schictflangcn niet aangemerkt, dat zy , gelyk ik zeer dikw\ Is heb gezierl , zich oprechtende en op haar Haart zittende, nogtans ecrfl haren vervolger of ook den geen, welke haar onverhoeds en tegen haar wil te na komt , als waar- fchouwt , dat hy op zyne hoede zal zyn , en niets tot haar fchade doen zal, aangezien zv het hoofd als een kleine kogel opblaait, met haar muil geftadigblaalt, met an- ders als een blaasbalk wind van zich geeft , en alzoo overend ha- ren belediger met vurige oogen door en door kykt, ten einde om te zien van waar zy den aanval te vrezen heeft , en of zy zich al vo- ren niet zoude können wreeken, of de gedreigde doods-ftraffe ont- gaan. Wanneer zy het eerfte niet kan doen ,• volbrengt zy het laatfte door een fprong, en begeeft zich ten eeriten uit den weg. Kan men haar echter nader komen, zoo is beft , dat men haar den rug aan ftukken flaat , om haar het fprin- gen en voortkruipen te beletten , waar na men haar zeer gemakke- lyk het hoofd inflaan , en haar al- dus om 't leven brengen , en zich voor haren gevaarlyken en dode- lyken beet bcvryen kan. Ten einde de Lezer moge zien, dat ik alle flangen niet zonder by- zondere namen weet te befchry- ven , of fchoon zy my maar na der zei ver gedaante aangetoont en afgefchetft , ook zommige be- fchreven en aangewezen zyn , zoo zal ik van eenige andere gewag maken , en alhier een naricht van de Boom -Hang mededelen. Zy Boom- heeft dien naam bekomen , om dat flangen. zy zich gaern by en in de bomen onthoud , alwaar zy zich zoo dik als een vinger twee of drie ellen lang uititrekt, als een tak, en den zelven niet zeer ongelyk fchynt, behalven dat zy gefpikkelt is. Wanneer iemand onder een boom, daar zy in is , gaat, en de bladeren of vruchten befchouwt , laat zy zich ten eerften neder , en Ii 3 byt 25+ BESCHRYVING VAN DE Blinde fang. byt den kyker onverhoeds , zoo dat hy meer op zyne herftelling en bevrvding van het gif, als om den dood van zynen vyaiid te denken heeft. Vele van deze (langen , als zy den fchadclyken beet hebben ge- daan , redden en behouden haar leven , voornamei} k als iemand alleen is, en wandelen gaat ; want op die wys hebben zy tyd genoeg, om zich gedurende de afwezen- heid van den beledigden van den boom te begeven , en het hazepad te kiezen. Wanneer echter de gequetde meteen goeden flangen- (teen verzien is , of trouwe hel- pers en vrienden by zich heeft, en derhalven niet behoeft hene te gaan, of anderen derwaards te la- ten komen , zoo heeft de (lang niet anders dan de dood te ver- wachten , om dat zy zonder gezien te worden , van den boom niet kan komen. Wanneer zy zich nu om den boom flingert, en zich na benede begeeft , zoo heeft men niet veel moeite , om haar dood te (laan , door dien men haar zoo wel met een (tok als ander geweer de red geven kan. Liefhebbers werpen deze (lang niet weg , maar leggen haar , als zy niet zoodanig gequeft is , dat / v bloed , of een ige wonde van buiten heeft, in gekamferde bran- dewyn , en bewaren haar tot een vercering voor goede vrienden in Holland ; offmclten het vet, en maken met eenige andere dingen een licht daar van , om allerhande vermaak daar mede te hebben, om dat zy een vertrek daar dit licht brand, vol (langen vertonen, en den onkundigen daar mede een ichrik aanjagen. De Blinde (lang is een, zelfs op vele plaat /.en van Duitfchland, wel bekende (lang, enisdcrhal- ven niet nodig, dat ik /.eg, dat zy een zwarte fchobachtige , en met vele bruine , witte en rode (tipjes bezaaide huid heeft, en dat zy zeer qualyk ziet, omdat haai oogen gantlch kleinen zwak zyn. Ondertuflbhen heb ik veelvoudig bevonden en waargenomen , dat zy zeer licht te doden is, om dat zy doorgaans aan den weg legt, en zich zonder grote moeite do- den laat, voornamelyk wyl haar beet zoo gevaarlyk en dodelyk als die van andere (langen ♦ niet is. Hier zyn ook (langen, die een breden hals en een zwartachtigen rug hebben, naauwlyks een el lang en daarenboven zeer vaardig, om iemand een beet toe te brengen , waar door men zwelt en met on- ophoudelyken dorft geplaagtword Derhalven word deze zoort van (langen van zommigen 'Dijpas , dat is, Dorftverwekkendc (langen, en van anderen wegens haar fcha- delyke verhittende en verterende gif Trefler , of Vi er ige (lang ge- naamt. Niet echter , gel} k Fran- cius in Hißor. Animal. pag. 80 1. zegt, om dat ze vieriglykt, maar om dat 7,y een zeer droge natuur bezit, en het bloed van den gebe- ten menfeh zodanig verhit, dat hy daar door t'eenemaal uitteert , en een erbarmlyken dorft uit- ftaat , die niet te verdaan of te ledchen is. Ik heb een man gezien, die van zodanigen (lang in de hielen ge- beten was , waar van het been zoo gezwind , heftig en vervaarlvk zwol , dat hy bezwaarlyk het naafte huis zoude hebben gekre- gen, ten ware hy het gif door het ftyf tochalen van den kou/cbanc) boven de knie , had belet , van hoger te komen. De gequétfte quam in een huis, alwaar een imid, genaamt Mathias QräffA uu Pomeren geboortig, woonde, u .iar van reeds elders gemeld is; ondertulUiien zeide hy niet ten eerden , 't geen hem wedervaren W .1 , maar verzocht alleenlyk een teug water. De fmid , die hem kon, ontdelde over het dikke been en vraagde hem , hoe hy dat ge- kregen had5 Waar op deze hem het Is licht te doden. Een ander< 7.oort van. flamren. Prefter of Vicrige flang. De Schry- ver heeft een man gezien, vai zodanigen liane gebe te:: ' KAAP de GOEDE HOOP. 255 het geval verhaalde, en om hulp en WAter om te drinken, bad. Vermids de fmid de natuur van de /e flaftgen reeds wid, weiger- de hv hem hcrwater, maar ver- vaardigde een pleillcr, maakte een opening in 't been , waar uit een menigte geel water liep , en llocg de pleillcr daar orA , met belofte van hem te genezen , als hy zich maar een quartier uurs van het drinken onthouden konde. ge- Wilde deze arme man, die van het fnyden in zyn voet heel wei- nig gevoel had, geholpen wezen, zoo moeit hy zoo lang dorll lyden, lerwyl de fmid moeite genoeg had, om den kouzeband boven de knie los te maken ; waar na hy de pleis- ter nog eens van de wonde lichte , ten einde nog meer water daar uit zoude lopen. Daar door Honk het gezwel , en de man wierd uit doods gevaar gered, en naar ver- loop van ecnigen tyd gelukkig ge- nezen. Of fchoon de dorft na een quartier uurs nog niet t' eenemaal over was , was dezelve nogtans in 700 verre verlicht, dat hy een weinig feller als natuurlyk was, ook kort daar na volkomen weg bleef, en dragelyk begon te wor- den. Sod yeje van de gene i djg deze die- .ïykc ren hebben befchreven , daar on- •n°n" der Gefnerus en uit hem Carron in 1 heeft zyn Slang-boek pag. 34. b. zoo als iden. ook- Franc ius Hiß. animal. pag. 801 zyn van gevoelen, dat de (langen van dezelve zoort zyn ge- weeft, welke God in de Arabifche woeftyne onder de kinderen Ifraels heeft gezonden, ziet Num. XXI. 6. vergeleke met Deut. VIII. i-T. Tot meerder bewys halen zy aan , dat Junius en ïremellius in hare vertaling uitdrukkelyk den naam Preiier gebruiken , daar door onfeilbaar te kennen te ge- ven , dat op gemelde plaats van Numeri deze vierigc (langen moe- ten worden verdaan. Daarenbo- ven fchynt de werking van deze bytende Hangen met dat gedacht in alle delen overeen te komen, rjen Derhalven dunkt my ook dat het Schryv« diergclyke Hangen moeten zyn ge- geiouflyk ' Weeft, die zulk een grote dach- voor. ting onder de kinderen Ifraels aan- gerecht: hebben. Bchalvcn deze Brand of Dorll- „c<*™der verwekkende Hangen vind men Hair- Aan- een andere zoort, welke hare bc- V*- noeming den Portugcczen heeft te danken; als die zonder twvflel wegens hare Goud-koulcur Cobra de Capello, dat is, gelyk het zom- migen vertalen, Hair-dangen gc- naamt word. Zy is naauwlyks een vinger dik en ontrent een el lang. Van Kouleur zoo als ge- meld , goud-geel , en word voor een der vergiftigde dangen ge- houden. Door deszelfs beet heeft het menfehelyke leven wel haall een einde , ten ware de gehete van een goeden dang-deen of an- der dienilig tegengif verzien is. Zommigen beweren , dat deze dangen een Heen in 't hoofd heb- ben, die tegen het byten van haai- en andere dangen zeer heilzaam is, en de menfehen , die anders bin- nen den tyd van twee uuren moe- ten derven , in 't leven behoud, als zy hem daar tegen gebruiken. Ondertudchen kan ik niet zeggen, dat ik'er een van dezelve gezie.n of gevonden heb , of fchoon ik veel van die dangen gezocht en doodgedagen heb ; mogelyk dat dezelve in andere landen een deen in 't hoofd hebben , 't welk licht te geloven is, of dat zy dien deen maar op zekere tyden als de kreef- ten hare deenen of kreeft-oogen hebben. Daar zyn my wel Hang - denen bekent , hebbe dezelve niet alleen veelmaals gezien , maar hare wer- king bygewoont. Onder anderen wierd een zeker kind van iets ge- lloken of gebeten , waar door de arm heel vierig wierd , en heftig zwol, zoo dat het arme kind gro- te pyn uitllond. Door dien men niet will, of het van een dang of een fcorpioen of eenig ander ver* giftig BESCHRYVINGvande 256 giftig dier geftoken of gebeten was » kon men niet ten eeriten goed vinden, om een diergelyken llang-fteen te gebruiken , tot dat men verder raad gevraagt had. Zoo dra naderhand de iteen daar op wierd gelegt , hield hy niet al- leen op 't zelve moment valt, maar viel'er niet eer af, dan na dat hy vol gif was ; edog in melk gelegt, liet hy het ingezoge gif wederom varen , zoo dat de melk daar door geelachtig en de iteen wederom op de oude plaats gezet wierd, al- waar hv wederom bleef hangen, zoolang als 'er nog eenigzins gif in den arm van het kind was. siang- Edog deze flang-ltenen zyn ge- nenen xyn ne natuurlyke en uit de flangen goed tegen genome rtenen,maar wordendoor de Indiaanfche Brammen oïBrach- manni door konfl vervaardigt ; zy zyn in 't midden witachtig en rondom hemel of zee-blaauw , en hebben de gedaante van een Lin- ze , of om beter te zeggen , van een zee-boon. Men zegt, datzy de rechte flang -fteenenitampen, eenige Hukken van het flangen- hoofd , een weinig van 't hert, le- ver en de tanden daar onder doen, en met een zekere medecinale aarde, of wel met het bekende en beroemde flangc-hout mengen; waar van wydlopiger Francifci in zynen Ooit en Weft-Indifchen Luit-Gaarden pag. 7°3- fiq- kan nagelezen worden ; uit welke mixtuur zy daar na de gemelde ilang-itencn vervaardigen. Of die mening zeker is , zulks zal nie- mand licht van hen gewaar wor- den, of fchoon men nog zoo veel geld voor dit geheim geven wilde. OndcrtulTchen is der/eb er kracht onvcrgelyklyk, en verdiende wel, dat die konlt aan de Chriilenen ook bekent was. De Auteur Vo0r 'r ovcri8c kcn ik n°£ een befchryfl flang, die naauwlyks een halve cl gjgjj Lang en een vinger dik is. 'Zy is aan hem ' over den hcelen rug fchoon rood, rercert. mc.t WjUc cn bruine vlakken , en heeft cm heel witachtig hoofd. Ik heb'er een dode van een goed vriend vereert gekregen , die ik in gecamferde brandewyn gelegt, en daar na weder weg gegeven heb. Wat naam die flang, wyl ik ze niet levend heb gezien toeko- me, of zy ook zoo als lichtelyk is te vermoeden, dodclyke vergifti- ge beeten doe, en wat verder hare eigenfehappen mogen zyn , daar van kan ik niets zeggen , om dat uit de vertelling van anderen, de zekere waarheid niet altyd kan worden gemeld. Daarbenevens weet ik ook , dat Eemeki 'er een zekere zoort van huis-flan- fl°°" hl gen is , die wit over het heele lyf , en ontrent een kinder arm dik , maar wel driemaal zoo lang zyn. Deze huis-flangen of fchoon zy in 't bed kruipen, en by de menfehen ilapen , doen geen quaad , zelfs niet , als zy in 't naauw zyn. By- aldien men ze echter grypen wil , laten zy zich niet houden , maar vluchten weg, en komen den vol- genden nacht weder. Als men ze toornig maakt, bvten zy, dog haar beet is niet fchadelyk. En heeft myne waardin Johanna Rol endaal PeSchr* my dikwyls verhaalt , dat in hare haalteen jonge jaren en toen zy in haar ou- j^'j ™e ders huis was , alle nachten een ïykehuii Ilang by haar te bed quam , welke llan8- haar nooit iets had gedaan, behaU ven als zy haar met de voqten te hard (tiet , wanneer zy gebeten en eenige pyn veroorzaakt had , zon- der echter dat het haar ooit eenig quaad had gedaan ; cn wanneer zy dezelve wilde vangen , om haar vader de waarheid te betonen > was dezelve door hare handen ge- glipt en hene gegaan , de volgen- de nacht echter wederom geko- men , en by haar gaan leggen. Daar by voegende , dat zy ys-koud was gcweelt , zoo als alle andere Hangen plegen te zyn; en dat men deielve wanneer haar vader het huis had laten afbreken, in de ou- de muur had gevonden, en dat ze wit en ruim twee ellen lang was. Van een zodanige witte flang bezit een &■ KAAP de GOEDE HOOP. 257 ■ ngcti. een zekere goede vriend een been- tje , 't welk op haar hoofd géftaan had , en die door een Molemar in de Harts by F.lbingrodc doodge- flagen was. Heer Aextehneir in idéé Harmonica Cor afp. f. c. J. pag. 144. i-i-S- houd dat gewas voor de flange-kroon. ader Ta- Vader Tachart bericht in zyne SiamlcheRcis pag. 1 1 1., dat alhier ook gehoornde flangen zyn , die C.eraßer genaamt worden. Wat rny aanbelangt, ik weet niet, of deze zoort van flangen werkeh k alhier word gevonden , dan of de inwoners den gemelden Vader iets op den mouw hebben gerpelt. OndertulTchen ben ik verzekert, dat ik diergelyke flangen nooit heb gezien , of fchoon ik grote moeite genomen, en een beloning belooft heb, aan den geen, die my 'er een zoude tonen ; des niet tegenitaande heeft men my ook voor de waarheid gezegt, dat 'er diergelyke flangen zyn, derhal- ven moet ik met andere menfehen oogen de zaak voor gefchied aan- nemen, zonder echter dat ik van voornemen ben , om ze iemand voor een onomftotelyke waarheid op te dringen. Eene hoorn van een zodanige flang is by een zeke- ren voornamen Arts te zien. De- zelve is van kouleur als gepolyft elpenbeen , en ontrent zoo groot, als in de hier nevens gaande Figuur aangewezen word. Van de bovengemelde Hoorn flangen fchryft de Heer Seyfried in me- dnlla mirabilium Natura pag. 667. uit Erasmus Z^w/fi/fiAmerikaan- fchen Bloemen-bofch , dat zy on- trent Mexico 19 tot ro voet lang, en zoo dik als een menfeh zyn te vinden ; die flangen zouden Ma- cacoath, dat is Hert-flangen , ge- naamt worden, om dat haar hoofd met dat van een hert overeen- komt , en oud zynde hoornen krygt. En wat zal ik nog van zoo veel andere zoorten van flangen , welke men alhier alommc in een I. "Deel. grote overvloed vind, zeggen, d.ur hare byzondere namen my onbekem zyn? De gene welke ik eeniger maten heb gekent, heb ik na elkandercn befehreven , en het zal genoeg zyn , als ik alleenlyk maai van de andere ter loops zeg, dat zy deels in de ftcen-reten, deels in het vrye veld, en voor- namelyk op een zandtachtigen grond, of ook wel langs de we- gen zich onthouden en wonen. Ondertuflchen word 'er nop- een Klcinc -r 1 1 1 • ° i zoort van gantlch kleine zoort gevonden , üangen. die zwart is , en zich in de Riet- dakken onthoud , hare eieren daar in legt, enuitbroeid, daar toch de ouden niet veel dikker als eenpennc-fchacht,en naauwelyks een vinger lang zyn ; 'gelyk dan ook de eieren naauwelyks zoo groot zyn als een erwt, welke ik dikwyls met my heb genomen, zonder echter dat ik will, wat ik daar mede doen zoude. Jegenswoordig wil ik my van de flangen tot het water-ongedierte keren , en uit het zelve de aan my bekentfte kortelyk verhalen en befchryven, ten einde ook'in dit ftuk myne beloften na te ko- men of ftand te doen. Vermids echter eenige van dezelve zich in zee, andere wederom in de zoete en vlietende waters , alleen ont- houden , zoo zal het nodig zyn, om van beide zoorten byzonder te handelen , terwyl ik als vooruit zeg, dat ik niet alle, maar de zeldzaamfle uit dezelve befchry- ven wil. Onder dezelve is mynes bedun- Zec-vioo. kens de Zee-vloo te rekenen, die niet zoo zeer een vloo gelykt , als wel een kreeftje , of een gantfche kleine garneel. Zy is van buiten met een cenigzins harde huid of baft by wyze van een garneel over- trokken, zet zyne pooten zelden ver van malkanderen, maar haalt die altyd in, en doet daar mede op het w7ater een fprong, ontrent als een aard-vloo. Dezelve ver- bergt zich ook wel gantfeh onder K k water 258 B E S C H R Y V I N G van de water, en kruipt langs den grond alwaar men hem niet lielu \ an een jong kreeftje kan onderfcheiden , n ware men gedoken v, crue, en men bemerke , dat het geen kreeft zy; geh k hy dan ook met zyn ileken de vifTchen in 't water erbarmlyk kan plagen , en dezel- ven zoo lang heen en weer jagen, tot dat zy na veel draajens op het zand en aan de ftenen van hem ontflagen worden. mis. Van gelyke gcfteltheid is de Zee-luis,die in een harde huid zit, en een paard-kefer niet heel onge- 3yk is. Zy onthoud zich altyd onder water , en blyft aldaar aan de vifTchen hangen , welken zy jammerlyk quelt, en zoo lang aan dezelyen zuigt, tot dat zy dezel- ven gantfeh uitgezogen en dood gemartelt heeft. Zy iseenigzins breedt, maar echter nog veel lan- ger, en heeft veel benen, aan de welke louter kromme haakjes als klaauwen zich bevinden , waar mede zy zich aan de vifTchen vaft maakt , tot dat zy met den muil recht in den vifch is. Bvzondere ^an de oevers van de zee vind zóó« lange men in 't zandt een worm , me- vormen. njgmaai e]ien iallg y ontrent als de gene , die wel van kinderen ko- men. Deze wormen begeven zich vcelmaals gantfeh in zee, en zoeken aldaar haar voedzel. Wanneer echter onftuimige baren opkomen, welke haar met het ndl weder op het land werpen, begeven zy zich nogtans daar na weder zoo voort derwaards, en \ t rbergen zich voor de menfehen. Derhalven ziet men ze zelden, ten ware men om andere oor/a- ken lut zandt van da\ oever op- fcharrelt , en haar uitgraaft , als wanneer men 'er dikwyls vind, die een en ook wei twee ellen lang 5 n. iby. In zee zelf zyn nog verfcheide re andere zoorten van wormen, du- en bezwaarlyk anders als bv 't aflopen van 't water te zien be- komt , ten ware men duiken en nat worden wil 'er eene welke muil te heb-ben, aan beide enden toeloopt , en in Onder deze ïs lykt oogen nog om dat dezelve eenigzins fpits t midden veel breder is. Hy heeft aan beide zy- den groenachtihe hairen , en op den rug verheve delen, als wrat- ten. Met een vinger , irok of iets anders aangeraakt , krinkelt hy, en zwelt hoog op , zoo als hier hoven van den Opblazer ge- zegt is. \ oorts vind men ulomme aan Nog een de klippen een andere zoort van *00rt van rode wormen, een aard-duizend- >Normcn* been , waar van hier na zal worden gemeld , of den groote Rupzen in de kool en moeftuinen , die hai- rig fchynen , zeergelyk, behal- ven dat zy in zee langer en groter zyn. Als men ze in de hand neemt , veroorzaken zy een brand, als of men van barnnetels gcfloken was, edog daar op fpu- wxnde, berftenzy, en geven een elendigen {tank van zich. Eindelyk vind men nog een worm , die echter geen gedaante van een worm heeft, maar eerder een paard -gelykt, en dcrhalven ook zee-paard zoude können ccpaar^ worden genaamt , alzoo het hoofd, hals, muil en borft met een land-paard gantfchelyk over- een komt ; terwyl het achterfte deel of de ftaart een andere ge- daante heeft, en fpits toeloopt. Dit Zee-paard is naauwlvks een fpan lang, en een duim dik, op den rug geelbruin , en aan den buik wit. De rug en buik zyn niet rond , maar eenigzins vlak als geribt, byna als zommige ge- droogde platvüfehen , of als een graauwe worm, die zoo geribt lchynt, als of hyuit zoo vele le- den te zamen gevoegt was. Ik heb'er nooit een levend gezien, maar zeer veel doden , die van de baren op ftrand geworpen waren, h elke ik ook met mv na huis ge- nomen , en bewaart heb , tot dat 'er een ander liefhebber quam, die KAAP pe GOEDE HOOT. 259 die /.c m\ weder uit myn Kabinet praatte. l)c infeden, welke 7ich in de zoeteen vlietende waters onthou- den , zvn meelt reeds in Europa 7.00 bekent , dat zy naauwlyks noemens waardig zyn. Want het geen ik van de Bloedzuigers kan /.eggen , weten zelfs de quakzal- \ cis reeds , ten ware zake , dat zy een liefhebbery in de kouleur wilden zoeken, die van velen hier donkcr-rood is , met zwarte itip- jes bezet. Aldus is het ook ontrent de Water-krekers gelegen , die op de zoete en vlietende waters ge- zien en gevonden worden , gelvk niet minder met de Water-kefers , welke ook onder water duiken, naai believen, in de lucht zich be- geven , en een tyd lang zich met vliegen verluftigen. Van de Wa- ter-muis is mv zoo veel bewuft , dat dezedieren, byaldien zy niet t'ecncmaal onbekent zyn , nogtans alhier wonder zelden gezien wor- den , en weet ik my niet te binnen te brengen , dat ik van iemand heb gehoor t , dat hy dezelve heeft gezien, veel min kan ik met waar- heid zeggen , dat ik ooit dat geluk gehad heb. Daar en tegen vind men hier verlcheide zoorten van Water- flangen , van dewelke men niet overal onbefchadigt blyven kan. Ik heb eens een kleine maar op- rechte water-flang in het warme bad alhier gezien , terwyl ik juift daar in zat , en myne reisgenoten rondom ftonden , en dezelve be- keken. Zy was naauwlyks een fpan lang , en een zwane pen dik; bruin groen van kouleur, en zwom rondom myn lyf , dog bleef altyd ontrent een halve voet van my af. Vermids zy my niet verder nader- de , heb ik dat aardig dier niets willen doen of doen laten , maar het zelve de vryheid vergunt , om zich nevens my te baden , tot dat het eindelyk in de naafte kruiden kroop, en zich aan 't oog ontrukte. /. T)eel. Door dien nu aldus van de V tcr-inlecien verder niets is te be- richten, en ik nie! van voorncnv ben, omu op opgewarmde kolt t'onihalcn,zoo is nu het laatllc Ituk nog overig, namelyk om na dus- danige order van het ongedierte, nog een weinig by te voegen van de infecten , die zich op de aarde onthouden of in de lucht vliegen. Onder deze vind men het geilacht der Mieren , 't welk hier byzon- S? der verfcheelt. Want men vind horten, eenige , die dcEuropeaanfche heel gelyk zyn , en wel in zodanige me- nigte , dat men menigmaal heele dallcn met louter mier-hopen ge- vult ziet. Daar en tegen zyn'er andere, die in de kouleur en ove- rige gedaante Van het lyf wel met de Europeaanfche overeenkomen, maar nogtans veel groter zyn , en ook groter hopen by malkanderen dragen. Wederom worden 'er andere gevonden , die rode hoofden, bruine ruggen , afchgraauwe bui- ken en poten hebben, en de voor- gaande zoort nog in grootte over- treffen, om dat zy ruim een duim breed en daarenboven zoo buig- zaam zyn , dat men zich billyk verwonderen moet , hoedanig zy haar breed achterlyf voortliepen, en haar voedzel daarenboven zoo vaardig , yverig en naarftig Weg- dragen können. Nog andere vind men , welke behalven de boven- gemelde rode kouleur vleugels hebben , en zich in tyd van nood met vliegen redden können. De- ze hebben wel onder alle degroot- fte hopen aarde , waar onder /\ wonen , ook zoo naarftig en in zulke menigte uitkomen, dat men met verwondering aangedaan is. Van deze voornamelyk , en in tyd van nood ook van de andere ne- men de Hottentotten de hopen, om potten van te maken , als wel- ke zeer vet , en zoo bequaam tot potaarde of ook om te bakken , als eenige andere zyn kan. Derhalven zyn hare potten ook veel fterker Kk 1 als 260 BESCHRYVING vande als alle andere van Europeaanfchc pottebakkers , of fchoon van bin- nen nog van buiten vcrglaait , ge- lyk te zyner tyd daar van meer na- richt zal gegeven worden. Over de fchade , welke deze dieren, die hier in zoo grote me- nigte worden aangetroffen , aan de aard of andere vruchten zoude können veroorzaken , heeft men geen zonderlinge rede, om te klagen, aangezien ik niet weet, ooit diergelyke Mierhopen in koorn, tuin, en wyn-landen, ge- zien te hebben, of fchoon 'er voorheen veel in gevvceil zyn. Ik weet ook niet, dat zy ooit uit de- ze velden haar voedzel gehaalt hebben. Ondertuflchen zoude men wel können zeggen , dat zy /eer dikwyls, gelyk ik zelf vecl- maals heb gezien , aan de vyge en andere , voornamelyk Limoene en citrocne-bomen komen , ook op en af kruipen, en de bomen zodanig bederven , dat hare vruchten met vele zwarte vlakken als of het aan 't zap fcheelde, groot en ryp worden. Edog men weet reeds raad genoeg, om ze daar van af te houden , zoo als ik licht /oude können fpecificeren, als het hier mvn werk was , en de tyd zulks toeliet. Byen tyn Aan Byen hebben wy hier ook er. veel aan „. , J , c c , ' . , de Kaap. geen gebrek , or ichoon memand pyna de moeite neemt , om de- zelve in korven te bewaren, en van haar voordeel te genieten; ge- lyk ik met waarheid kan zeggen, dat in dit gantfehc land , waarin zoo veel Europeanen wonen, naauwlyks tien worden aangetrof- fen, die Byekorven en z of ten hoogden 3 daar van bezitten. [i„c racn \\ ant zy ncltelen doorgaans in »reet waar fteenklippen of holle bomen, al- »ningis. waar men naar /00 ijcin jüetmet rook of iets anders kan meefter worden , maar geduld nemen moet, tot dat de doordringende /onnehitte hare nellen ontdekt. Om dien tyd die doorgaans in No- vember begint, en tot Februar) Zulks Hottcntot halen zy hem zelfs met Ie- enverko duurt, fmelt de honing, en loopt helder en klaar door de reten. Zoo dra de Hottentotten zien , vensgevaar, waar na zy denzclven Pen. de" aan de Europeanen tegen tabak en brandewyn ruilen , waar van insgelyks in 't toekomende meer volgen zal. Deze Byen , of fchoon zy dé vencheidi uiterlyke gedaante en kouleur *°°ge,n der Europeaanfche Byen hebben , zyn echter allen niet van eener- hande zoort, en worden 'er eeni- gen gevonden , welker zwarmen zich vangen, in korven zetten, en daar in bewaren laten ; waar- entegen 'er anderen zyn , die op dezelve wys gevangen , ten eer- llen wederom hare vryheid in 't open veld zoeken ; en nog ande- ren , die zich gantfeh niet vangen en in korven zetten laten , maar den geen welke hen wat te dicht komt, door haar pynverwekken- de Heken wel haait den weg w\- zen, en noodzaken, om haar on- gemoeit te laten. Haar honing is d^rcBhyoni ook niet van cenerlei fmaak deugd , aangezien de welken in het vrye velde heen en weer vliegen, en uit allerhande wilde bomen haar honing zuigen, veel aangenamer, zoeter en fma- kelyker honing vergaderen , als die welke zich geffodig in de korven onthouden. Men kan hier van zeer licht de proef ne- men, als men den honing, dien men uit de korven haalt, houd tegen den geen, dien de Hotten- totten te koop brengen. Onder- tuffchen moet men den honing al- vorens reinigen , voornamel\k den laatflen, die veel onfmakely- ker lykt, om dat de Hottentotten denzclven in ruige leere zakken plegen te vergaderen , en aldus vol hairen is. Ik ga voorbedachtclyk nog ve-DeVhege Ie andere zeldzaamhcden met verfchei* llil/.wygcn verby , die by deze mortem Byen zouden waargenomen kön- nen worden , cnkelyk om my maai- en niet eenei nen,leK KAAP de GOEDE HOOP. 261 maar niet te lang op te houden. Van de Vliegen moet ik In-rich- ten , dat 'er van dezelven hier ook heide zoorten zyn, waar van ik de \ oornaamltc maar zal aanha- len. Namelyk hier worden gantfeh kleine vliegen gevonden, welken de gantfehe lucht overal vervullen, en bynaah Hofjes in 't fehvn/.cl der zonne zwc\ en. De- ze plagen de menfehen niet zoo zeer met ftcken , als wel door haar vliegen , om dat Zy door- gaans trachten , om in de oogen te komen. Voorts vind men alhier vliegen, die de Europcaanfchen in alles gc- lvk zyn, behalven dat zy meer in ae vrye lucht en de anderen in de hui/en zich onthouden , aan- gezien het bekent is , dat de laatftcn haar verblyf gaarn in keukens , kamers en {tallen hou- den , waar van 'er hier geen te zien zyn. Verder fvvermt hier ook een zoort van vliegen in de lucht, die veel groter , als de voorgaande , en bruin van kouleur zyn , en menfehen en vee met fte- ken elendig afmatten. Men noemt dezelven Blinde Vlie- gen , om dat zy maar blind toe- vallen, en niets verfchonen, daar zy komen zitten. En is men derhalven genoodzaakt, om over land reizende , zich tegen dezel- ven te wapenen, en alle uiterlyke delen, als handen , benenen het aangezicht wel te bewaren. Zulks gefchicd aan de handen, met dunne leere handfehoenen , aan de benen, met het aantrekken van lichte Hevels, of een paar kouzen zonder voeten , los over de andere, ten einde zv niet daar door können Heken ; terwyl het aangezicht met floers bedekt word , om daar door te können zien , en zich te gelyk voor dien geilagen vyandt te befchermen. Men vind echter aan de Kaap gen ge- t]e Goede Hoop niet alleen deze 3» de , . r .. nfche drie zoorten van vliegen , maar ook nog een groenachtige zoort, ■ene die niet zoo groot is, als de laat- fte of blinde voort , en ook niet zoo klein als de anderen, welke de Eüföpeaanfche gelyk zyn, maar een middclzoort verftrek- ken können. Zy hebben dezelve natuur als de fpaanfehe vliegen, en trekken met haar muil zoo fterk, dat zy nis men haar nici wegjaagt of dood, zoowel als de fpaanfehe vliegen blazen veroorzaken. Om diezelve rede'worden zy ook van de Barbiers en anderen gevangen, om ze in tyd van nood in plaats van fpaanfehe vliegen te gebrui- ken, gelyk zelfs om myne oogen van dezelve verfcheide blazen ge- trokken zyn. Ik zal cindelyk niet qualyk doen, als ik de reeds genoegzaam bekende muggen, ook onder het Vlicgcn-gcflacht tel, om dat zy in alle delen daar onder können gerekent worden. Dit hoewel kleine en met een gantfeh hard lyf begaafde beeftje'is hier veel heftiger als in Europa, en na menfchenbloed begeriger , om dat het den menfehen zelfs by nacht niet ilapen en de ruft ne- men laat , maar hen zodanig fteekt , dat zy 's morgens zeer pynlyke pcukels dragen moeten. Ondertuffehen zyn dezelve hier zoo laftig en boosaardig niet, als wel op andere plaatzen in Ooft-In- dien, voornamclyk te Batavia, al- waar zy de vreemdelingen ofeerft aankomende jammerlvk havenen, terwyl zy anderen, die'reeds lang aldaar hebben gevvoont , onge- moeit laten flapcn. Ik ben altyd van gevoelen ge- weeft , dat het bloed der vreem- delingen of daar eerft aan land {tappende krachtiger , voedza- mer, en aangenamer \m fmaak moeft zyn , als dat der geenen, die reeds lange jaren daar gelegen of gewoont hebben, verrnids de ielven de meefte krachten, die het bloed fterk en bewecglyk be- hoorden te maken door het heftig en geftadig fweeten verloren Kk 3 hebben, Muggen, Van de gelleltheid der Mug- gen te Batavia. Waarom zy de vreemde- lingen zoo zeer quel- len. 262 BESCHRYVING van de hebben, en om dieswille zelfs zwak en afgemat fchynen , zo dat de meeften , voornamelyk de vrouwspersonen met hangende armen en fiepende lenden gaan, dat men zomtyds zoude denken, dat haar wat anders fcheelde. Of dit gevoelen echter by een iegelyk plaats zal vinden, of de goedkeu- ring verdient , zulks laat ik aan uw verflandig oordeel over. Hier door word aldus het fpreekwoord , 't welk men alhier doorgaans hoort , eeniger maten De Kaap waargemaakt , namelyk dat de algemene Kaap drie algemene plagen heeft, plagen. te weten , de Vloojen , de Vlie- gen , enden Wind, welke als zy 'er niet waren , deze plaats een der gclukkiglle heten konde. Wat de Vloojen aanbelangt, de- zelve zyn , zoo als ik zoo voort zal aantonen, in even zodanige menigte als de vliegen; en van den wind is reeds in myne voor- gaande gefproken, en zal daar van in 't vervolg nog verder wor- Voordeei den gehandelt. Onder tuflehen is TnSän hct §ocd » dat altyd de eene plaag d- Kaap. den anderen vernielt en te niet maakt, aangezien de wind, als hy na zyne gewoonte inbreekt , en zich horen laat , alle vliegen , mug- gen, en ander diergelyk gefpuis met zich neemt, en weg veegt, zoo dat men als dan ontrent de- zelven gantfeh wel en zeker rei- zen kan. Veroorzaakt dezelve grote fchade aan de vruchten, zoo verfchaft hy nogtans daar in eene reinheid, ja zuivert de gantfche lucht en maakt dezen oord 7.00 gezond , dat van geen aanileken- de ziekte alhier gehoort word. Vloojen ^ 'm °"c vloojen zyn wel zoo «veel velerhande zoorten niet als van de vliegen, nogtans zullen de laatitcn de eerllen in de menigte niet veel overtreffen, om dat men ze over- al in 't land vind, voornamelyk daar het vee /ich legert, en zoo wel by dag ruil, als by nacht be- waart word. Vcrmids 'er nu van het zelve een tamelyk getal is, »an de Kaap. zoo als uit een van myne vorige Hoofdilukken als nog bekent zal zyn , zoo is licht te vermoeden , dat ook op diergelyke plaatzen veel vloojen zyn moeten. Ondertullchenvind men niet al- leen op deze plaatzen vloojen ge- noeg, maar ook daar de kralen van de Hottentotten Haan of geitaan hebben , aangezien die morfligc menfchen,door haare vuile wys van leven haare woonplaats zodanig verontreinigen, dat diergelyk on- gedierte daar uit groejen en te voorfchyn komen moet. Derhal- ven können zy ook in den drogen of zomertyd, als zy niet wegtrek- ken, gelyk hare gewoonte is, en wegens de goede weydens voor het vee , eenigén tyd op een plaats verblyven , nogtans niet wel lan- ger als 14 dagen hare opgeflage woningen (taan laten , of zy wor- den ten eerften van de vloojen ge- noodzaakt , af te breken , en ten miniten eenige fchreden ver van daar te vertrekken. Daar is ook een zeker ongedier- te, dat in de putten , ftilitaande of {linkende waters zich onthoud, en een vloo byna gelyk is , en even zodanige fprongen doet. Wan- neer iemand blootsvoets in 't water komt , zoo vreet hy zich zodanig in den huid , dat men grote moei- te heeft , om het weder daar uit te krygen , weshalven deze zoort van vloojen nog fchadelyker en gevaarlyker is , als de voorgaan- de , om dat de eerften de men- fchen maar van buiten plagen, (le- ken en der zei ver bloed zuigen; en dezen daarentegen zich zelfs in de huid ncllelen, en aldaar ha- re beltendigc woning zoeken te maken , terwyl zy daarenboven niet dan met de grootfle pyn ver- dreven en uitgeroeit können wor- den. Ook vind men nog een onge- dierte, dat met de vloojen eenige ... gelykenis heeft, en dcrhalven van docr gre ile inwoners alhier Aard-vloo ge- (.cludc ': naamt word. Deze onthoud zich fcc„fc door- KAAP de GOEDE HOOP. doorgaans in de tuinen en velden, alwaar hy hei zaad en jong uit- fpruitende planten of groen afeetj heele ledden zoo kaal maakt, dat men naauwlykskan zien, dat 'et iets op gezaait geweeft is ; waar door de vruchten menigmaal be- derven , pf ten minilcn \ eel lan- ger achter blyven , dan byaldien de bladen niet afgevreeten wan Ten einde nogtans aan deze die- ren de bovenhuid niet gelaten werde , zoo bedienen de inwo- ners alhier, zoo dra zy dczelven merken, zich van een zeker mid- del, waar door zy ofitervcn , of het hazepad kiezen , en de plan- ten ongemoeit laten ; welk mid- del echter hier in te lallen , nog tyd nog plaats Vind, en derhah en tot een nader gelegenheid moet worden uitgcllelt. igha- De aardvloojen worden in gul- heide" ^.igheid op de hielen nagevolgt , ten. door de 1'pring hanen , van de- welken reeds uit de ondervinding genoeg bekent is , dat zy nog gras nog loof plegen te verfchonen. Dezelve n zyn al wederom niet van eenerhande zoort en gefteldheid , aangezien zy zoo wel ten opzicht \ an de grootte, als ten aanzien van hare uiterlyke tekening of kouleur verfchelen, en in zeer veel ge- flachten konden verdeelt worden ; edog ik zal kortheidshalve maar van eenigen de befchryving alhier doen. Namelyk daar zyn Springhanen , welke gantfeh klein zyn en bly- ven, zoo lang als hare tyd is, om te woeden , die echter meelt den gantfehen zomer duurt. Zy zyn °P den rug bruin se verft ; hebben lil /• 1 bleek-groene vleugels, en afch- graauwe poten. In den voortyd onthouden zy zich meeft in de kool -en koorn- velden , welker planten zy door byten, ook wel gantlch op vreeten , ten ware men met een water , waar in tabak ge- kookt is, de zoete fpys bitter maakt , en haar doet verhuizen , en noodzaakt, om in weydens 26$ zich nu: !pen. I zomer I b ©P de bo- raen en in de vvynftokken, en : en aldaar om van te leven. Daarentegen zyn'er anderen, die veel groter zyn, en met de Europeaanfchen volkomen over- eenkomen ; en w ederom anderen, gras-groen iyn, behalven dat :n rug en op de vleugels met eenige goud-gele tfrepen o- vertrokken lehynen. Dezen zyn ruim zoo groot als de Europeaan- fchen, leven van de bladeren der bomen , en van de jonge keukc- kruidcn. Zy zyn in de Wvnitok- ken ook menigvuldig , welker bladeren byzondcr na haar fmaak moeten zyn, om dat zy dezelven als loutere vergietteilen vertonen. Eind.elyk vind men nog een zoort van lpringhanen, van dezel- ve grootte, die echter een rode kop en donker -rode \leugels, voorts een afchgraauwen rug, en j rode, fterke en tot fpringen of 1 huppelen gantlch bequame poten heeft, en aan den buik zilvei ver- wig is. Deze zoort is de laatlle, om dat zy eerlt word gezien, als alle de anderen reeds gedaan heb- ben , maar daarentegen de fclva- delyklfe, naar dien zy by regi- menten op de bomen rukken of de landeryen beltonnen , en zoo lang op hare poften bh/ven, tot dat zy uit gel. rek van levensmid- delen genoodzaakt zyn, om den mat ich te liaan. Het zoude my niet zwaar val- len , om nog meer zoorten op te noemen, maar het geduld van den Lezer te misbruiken , is tegen my- ne natuurlyke inborit, behalven dat de tyd my ook zoude te kort vallen. Ik ga derhalven als nu o- ver tot de s , welken even zoo veranderlyk zyn als de fpring- hanen, offchoon zy allen eener- hande natuur en begeerte hebben. Van de zoorten, die met de Eu- ropeaanfehen overeenkomen, te weten, xm de gras , paard en an- dere kefers, wil ik gantfeh niet melden, Kefers, 264 BESCHRYVING van de Coud- kefers. Worden van de Hottentot' ten ingro te waarde gehouden. groe- ne Kefers. Waar zy zich ont- houden. Nog een byzonderc I Ke- leis.J melden , ten einde om de tyd en het papier te fparen. Daarenbo- ven zal niet nodig zyn, om van de •zoogenaamde goud-kefers veel woorden te maken, om dat de kinderen zelfs in Europa dezelven na lopen, vangen, en daar mede fpelen , als de katten met de mui- zen ; maar alleenlyk zeggen , dat hier een zekere zoort van die ke- fers is , welkers rug en hoofd gantfeh goud-geel , de buik don- kergroenen de poten licht-graauw zvn , en daarenboven twee dunne horentjes hebben. Deze kevers z\ n by voeglykerals nu können worden gezegt. Op dezelve wys moet men ins- spinneko gelyks ontrent de Spinnekoppen pen,*» op / vne hoede zyn. Van dezelve 2 \ n hier \ elerhande zoorten, zoo wel ten opzicht van de grootte, en deuiterl\ke kouleur, als ten aan- zien van haar fpinnen , en zoude ik zeer wydlopig moeten zyn, als ik ze allen na malkanderen zoude befchryven. Ondertufïchen door dien zy juifl niet alle vergiftig zyn, lcheide zoorten. KAAP de GOEDE HOOR 267 /\n, ook niet alle in de huizen maar vele in het open veld en als in de wildernis v.ieh onthouden , zoo /..il het genoeg 7,\n, by aldien ik 'er uit den gantlchen hoop maar n uitkip, en een weinig om- Itandigcr befchryf, voor dvn wel- ken de menfehen /ich wagten moeten. kU'nfle Deze is nogtans niet een van de [ grootlte, maar veel eer een der kleinlte zoorten , by aldien ze niet !l's de kleinlte is te noemen. Zv is ontrent zoo groot als een linv e, of ten hooglte zoo groot als cc n erwt; zwart van koulcur, en in al haar doen zeer fnel en vaardig. Zy onthoud zich in de huizen aan de muurenen boven de tafels, op de velden echter in het gras en be- vtytigt zich , om alomme fchade te doen. Door dien zy zoo klein is, zoo zoude men, voornamelyk hare liltige itreken onkundig, denken , dat 'er geen gevaar van haar te duchten was. Óndcrtuf- ichen brengt deze geruflheid velen op het uiterfte , en zelfs wel om het leven, aangezien het licht ge- fchicd, dat als men het quaad niet groot acht , wel haait de dood nadert , om dat het gif niet meer te overwinnen of tegen te houden is. csbe_ Een diergelyken dood heeft tde" een zeker zwarte (laaf moeten on- yv« dergaan die in den beginne den cen *-^ ^ rbedd fpot daar mede dreef, wanneer "n hy van deze Spinnekop gebeten of gedoken wierd ; Ondertuf- fchen wilt men naderhand geen raad , om deszelfs leven te red- g een den. Aldus weet ik ook van een mpcl jongeling , die daar van gcquelt wierd , en deswegen afgryzelyke pyn uitltaan moeit , welke echter wyl men by tyds daar by was, door den bovengemclden llangen- {teen, die drie malen moeit wor- den gezet , eer en alvorens dezel- ve het gif t'eenemal daar uit ge- trokken had, deszelfs leven be- !!r<ÜJ„ook houden heeft. Hoe veel fchapenen grof vee door dit klein diertje om I. 'Deel. ;<••. !>>:n dei Mynen van dit land !:c "'f1 te bekomen, ol li ho n ik defcha-nenuiti de heb Willen vergoeden) en me- rcn- nige ledige uur daar mede doorge- bragt heb, zoo dat het fpreek- woord waarachtig is, Fronte ca- p'Ulut! Ouitfche geenzins wyken. Of fchoon KAAP de GOEDE HOOP. 273 Een by >ndere atenc.die :n vloeit. f dcrclve den- pik 'Naphta : Schry- r is van voelen , rze een lort van len-oly is. rftrekt gene- der uden. ar toe iotten- en dien •uiken. fchoon ik nog veel andere zoor- ten, die zich hier bevinden , met ftilzwygen verbv ga, zoo zal my nogtans geoorlooft zyn,dat ik cen zekere vette materie hier by voeg, die uit verfchcidc bergen, m 't land leggende, vloeit, en aan de klippen hangen blyft, al als levm, was, of andere vette materie dik gaat zitten , dat men gantfche (hikken daar van afllaan en met zich nemen kan. Ot'deze als nu gemelde materie eene zoort van jodenpik of Bcrg- was is , daar aan twyffel ik grore- lyks , om dat dezelve in het vuur niet brand. Om die zelve rede kan ik deze vloeibare itoffe ook niet voor . het Rabellche Naphta houden, of fchoon dezel- ve insgelvks uit de ftenen komt, en een zwarte of donkcr-bruine kouleür heeft. Wat my aanbe- langt, ik ben van gevoelen, dat dezelve een zoort is van fteen-olv, om dat /.e zwart , • vet , en week is, en het water zwartaehtig verft, en boven op het zelve eenige vet- tigheid dry ft De vette ftoftè heeft daarenboven een fterke, ftinkendeen oude pis-reuk; wes- halven het wel kan zvn, dat dezel- ve onder het geflacht van den na- tuurlyken en niet door konft ver- vaardigden fteen-oly konde wor- den gerekent , waar van ik nog- tans wegens niet genoegzame ken- nis , niets zekers valt ftcilen kan. - 't Zy hoe het zy , het is zeker , gelyk ik zelf gezien heb, dat die materie in water gefmoken, en meteen linne doekje op verfche wonden gelegt, dezelven geluk- kig geneeft. De Hottentotten daarentegen , die deze materie langer als wy hebben gekent, en voorgeven , dat dezelve door den urin van mormeldieren en den daar op vliegenden ftof gemaakt word , gebruiken dezelve zeer wel en gelukkig , ontrent vee of fcha- pen, die haar water of mift niet können maken ; gevende de fcha- pen van zodanig water te drinken, I. «elve «trek- « ook »rtalk- de Tafelberg in een rechte Iyn 185-1 voeten hoog, en de anderen nog veel hoger zyn ; als mede hoe veel waterryke bronnen maar op den Tafelberg alleen zyn aan te treffen ; hoe overvloedig 7.v het rrcffclvkffc water uit haar van dien berg vloeit, hoe weinig hout in dcdallen, en hoe veel rondom de7e bergen is aan te treffen ; hoe veel zeldzaamheden in, om en op de/elven te vinden zyn , 7.00 /uit eel. Moleftc- nen. Waarom men kalk daar van branden wilde, 't welk echter uit Moflelfchulpen lichter en met minder kollen en hout gefchieden kan. Dat d aar- benevens hier ook zodanige He- nen worden gevonden, waar van molenffcncn worden gemaakt, zulks is reeds hier voren in een ander Hoofdlluk aangchaalt , en door die daar van genome proe- ven aangetoont. Ik heb toenmaa! , msgelyks aangewezen de plaats, en gezegt , dat aan den Paarlen- berg alle Henen daar toe bequaam zyn. Vermids echter hetkoll- barc arbeidsloon dezelve zeer duur maakt, door dien men een lleenhouwer dagelyks twee gul- den geven moet, is zulks de rede, dat men dezelve liever uit Hol- land komen, dan hier houwen *y niét 'ge- laat, houwen it. . , , worden. Hier voren is ook reeds van een rood-bruine Heen-groef ge- wag gemaakt, welkers Henen zeer hard zyn. Naar dien dezelve met ' KaaPfche blaauwe vlakken en met witte Marmer- doorlopende aderen geeiert zyn , zouden dezelve voor het fchoon- He en befle rood marmer können pafferen, te meer om dat dezelven zoo glad en blinkent gemaakt können worden, dat men zich daar in kan fpiegelen. Ondertus- fchen worden dezelven door de inwoners alhier enkelyk met den naam van hardfleen gedoopt. Ik heb gezien, dat het gantfehc huis, 't welk de Heer Gouveur Simon vander.'Stell opConflantia heeft la- ten bouwen, met zulke Henen be- legt was, en dat de trappen daar van zoo glad waren , dat men moeite had , om niet te vallen. Wie daar benevens zoude twyf- $iypen felen, of hier wel llyp en toets- toctsfte- Henen zyn , gelieve enkelyk de ncn moeite te nemen, om zich na llrand te begeven , en de klippen , die daar leggen , te bezichtigen ; Want men vind aldaar een zoort van donker-bruine of blaauw zwarte Henen, welken door hei gefladig woeden der baren afflaan, ^.m i en 276 BESCKRYVING VAN DE Vmir-fte- en by wyze vah een flyp en toets- teen fplyten. Wie dezelven met /.ich nemen, polyflen en tot flyp of oly Henen gebruiken wil, zal aan de eerfle, die graauwachtig ts, na dat de buitenfle ruwigheid is afgeflepen , bevinden, dat ze tot het flypen en fcherpmaken van mefTen en andere inflrumenten /eer goed zyn; tervvyl hy aan de twedc, welke hare donker-bruine kouleur behoud , zien zal, dat zy ontrent het toetzen van goud of zilver ongemeen deugdzaam is. Van de vuur-flenen , die hier en elders langs de wegen worden gevonden , en ieder flag een gro- te menigte vuur uitwerpen , is gantfch nodeloos, om veel woor- den te maken , om dat licht te be- grvpen is, dat ook aan dezelve geen gebrek zyn zal. Ondertuf- fchen by aldien zoo als in Duifch- land en in andere Europeaanfche landen , het ingewand der aarde doorfnuffelt en geroert wierd, zoo ben ik verzekert, dat men hier ook meer andere zoude vin- den, dan die men nu maar op de oppervlakte der aarde aantreft, welke , door dien ze niet de me- nigte van gene quamen te over- treffen, dezelve nogtans niets toe- geven, ook zoo goed en miffchien nog beter zyn zouden. Arend-ftc- j)e ftenCn , welke door de Me- tallurgiflen onechte Arendflenen genaamt worden, ovaal-rond zyn, van buiten als met rocfl overtrok- ken fchynen , en van binnen hol en met zand of andere Hoffe zyn gevult, vind men hier ook in 't zandt, of andere mocrailige plaat- ten. Zy zyn ontrent zoo groot als een kaftan je, en worden we- gens hare lichtheid gezocht, en aan de kinderen tot tydvcrdryf of ook aan liefhebbers 'der natu- ralieri vereert. Men doet insge- met de Jode-f tenen, die met een olyf in gedaante volkomen o- YiRmkomen; zoo als ook niet fnihder ontrent de Linze-Henen , die van verfcheide kouleuren z) n. Jode-fte- nen. Edog wie zoude alle zoorten van gemene Henen, die zich hier bevinden, können befchryven , al- zoo zy zoo veelerhande zyn, dat men naauwlyks een end vinden kan. Door dien zommigen een Hak, anderen een kriftal, en we- der zommigen een andere ge- daante vertonen. Byaldien ook den fchoot der aarde, zoo als voor heen reeds is gemeld , doorzocht wierd, zoude miffchien ook geen gebrek aan koltbare Henen aldaar worden gevonden, terwyl men jegenswoordig niets van dezelven ziet , en geen de minfte blyk heeft, dat 'er iets verborgen is, tenwa- re men zulks van de laagte van het land en de eigenfehappen der aar- de ontlenen wilde. Het is waar, men vind wel van tyd tot tyd in de moffelen eenige paarlen, die zeer groot zyn, en een kleine erwt niets toegeven , edog ver- mids men dezelven in geen over- vloed aantreft, en daarenboven hare deugd nog niet bekent is, aan- gezien men dezelven eerfl ge- kookt en als men ze eeten wil, daar in vind , en dikwyls aanfluk- ken byt , zoo kan men van dezelve niet veel zeggen , behalven dat zy ook niet onder de Henen können worden gerekent. Als nu zyn achtervolgens myn eerHe voorHel de mineralien en metalen nog overig, waar van met korte woorden nog iets moet ge- meld en verklaart worden. Hier toe können wy behalven 't geen reeds in mvne voorgaande Hoofd- Hukken gezegt is, en de onder- vinding geleert heeft , mei be'er geraken, dan als wy den \ j /.er der verborge gangen een weinig navolgen, diende bo- vengemelde naamloze Auteur der uitvoerlykc befchryving des Fich- telbergs pag. 161. feqq. uit Theo- f'hrajlus 'T ar accijns Bombaß van Hohenheim getrokken, voorge- ftelt heeft , en 't geen zich daar openbaart, tot ons voordeel alhier gebruiken. Aldi"-; Nog me andere g< figureerd (tenen. Wat vi de Kaan fche paai len aan te ïnerkeii] De Sehr ver wil dc Mineralie afhande- len. KAAP de GOEDE HOOP. 277 Aldus onderftelt hy hc.cït.ntnn. 1. dat erts liefft en doorgaans in grote hergen , wilde boftbhen , en vvilderniflen , daar geen koorn, wyn en andere vruchten vallen ; geteclt word. Welke onderstel- ling, of fchoon niet algemeen , of univerleel , zoo als daar by zeer wel word aangemerkt , 700 wel hier als ontrent den Fichtelberg waarfchynlyk is , en geven de Zilver-myncn , voor ihci-mv- dezen aan den Tafelberg , Dra- juip. c kenftein en elders ontdekt, on- wederfprekelyke getuigeniflèn daar van , aangezien daar uit 't befte Zilver-erts getrokken wierd, 't welk groot voordeel zoude hebben belooft, ten zy de ma- terialen tot den arbeid te duur waren , en men gebrek aan Berg- werkers had. Num. i. pag. z6x onderftelt de gemelden Heer Anonymus, dat alwaar ftenen en klompen , die bovenmate of tegen de natuur van hare grootte zwaar zyn, of droef- fems van Kriftallen of Diamanten gelyk de Boheemfche zyn , wor- den gevonden, doorgaans ook erts in de aarde verborgen leydt ; welke (telling andermaal zoo wel aan den Fichtelberg als hier aldus bevonden word. Want ikhebdier- gelyke ongemeen zware klompen en ftenen , roodachtig van kou- leur, met witte ftipjes, in de holte van het Princen Kafteel aan de {reenbergen gevonden , alwaar dezelve vele hondert ponden zwaar in grote menigte te beko- men zyn , terwyl de gemelde droeflem zwart van kouleur, on- trent het warme bad alhier zoo rykelyk over de aarde legt , dat het gantfche veld rondom daar van vol is , of fchoon boven op den kruin van den berg louter witte en zeer zware ftenen leggen en gezien worden. De derde onderftelling van den Heer Anonymus, welke van de zwavelachtige dampen handelt, en dezelve voor een vaft teken van een ertsgrot. f houd , heb ik hier niet waargenomen , ten ware ik de dampen , die boven den zwarten berg opvliegen, op wel- ken het warme bad legt, daar voor wilde verkopen. Ondertuf- fchen is my de vierde onderftel- ling beter bekent, en ben ik ook van gevoelen , dat in alle bergen erts verborgen legt , wyl op" de meefte geel, insgelyks tegen de natuur laag, klein fyn gras en donkere bloemen zich bevinden , welk alles des zomers ten eerften zodanig verdort , verwelkt en te niet geraakt, dat een heftige Zuid- Oofte wind het zelve in eene reis teftens, wegvoert, en de bergen zoo kaal fcheert , als óf het gras met alle de bloemen afgemaait was. De vyfde onderftelling het Aard-vuur betreffende , ik heb het zelve hier niet geobferveert, of liever nooit daar op gelet, hoe- wel het zelve hier zoo wel als ten opzicht van de Fichtelberg zyn kan. De zefde onderftelling kan daarentegen niet worden aangeno- men , om dat'er geen fneeuw valt, maar alleenlyk grove hagel op de bergen leggen blyft, welke echter de regentyd eindigende , weder fmelt en verdwynt, 't zelve is ook van den dauw en ryp te verftaan , welke op de bergen nedervalt, die ten eerften en zelfs eerder dan in de diepe dallen verdwynt, wes- halven zulks ook fterk cloet ver- moeden , dat daar in Erts verbor- gen legt. Num, 7. onderftelt de gemelde Auteur, dat alwaar reeten en fple- ten in de bergen met een fcherpe zalpetere damp zich vertonen, doorgaans Erts zy. Vermids nu diergelyke reeten fchier in alle bergen , aan de Kaap leggende , worden gezien , zoo is heel niet tetwyffelen, of in dezelve zal zoo wel als in den Fichtelbers Erts te Welkcbf- • i CCD 33H tic vinden zyn ; voornamelyk echter Kaap grote is een zeer grote reet in de Tafel- j««*«^ Mm 3 berg,ben' ..f 27$ B E S C H R Y V I N G van de berg , en even diergel)' k e in de Hottentots Hollandfche , zoo als ook StellenboflcheenDrakenftein- fche bergen ; ja zelfs de Paarden en met namen de Paarlen-berg heeft zeer veel reeten , zoo dat vermids de zalpeter-dampen de- zelven niet weinig verzeilen , te minder aan allerhande Erts te twvffelen is. De achtfte onderftelling is zon- neklaar , namelyk dat ruwe , on- vruchtbare, kale en gladde bergen aantonen , dat daar Erts in opge- floten is, om dat de daar uitvlie- gende fcherpe dampen beletten, dat'er iets groeit. Diergelyke zyn nu fchier alle omleggende bergen, welke van verre zeer ruuw, on- vruchtbaar en zeer glad fchynen , hoewel als men daar op klautert, men bomen en kruiden vind, zoo als de bygevoegde obfervatie zeer wel aanmerkt , wyl namelyk de dampen in 't gebergte van eenige harde klip zeer belet en tegengehouden worden, dat zy juift niet ad fuperficïem montis of tot aan de wortels der gewaflen geraken können; edog dezelven zyn allen , achtervolgens de voor- gaande 4de onderftelling aldus geftelt , dat men dienvolgens zeer wel daar uit opmaken kan, dat 'er erts in dezelven moet verborgen leggen. De zwarte berg alhier , op en aan welken het bovenge- melde warme bad legt , heeft dezelve natuur met den fneeuw- berg des l;ichtelbcrgs , als waar op achtervolgens de negende onderftelling de gewaflen als half verbrand fchynen. Byaldien nu in dezelve erts verborgen legt , 't welk nogiahs wat diep zoude te zoeken zyn, zoo is on- wederfprckelyk, dat het zelve daar m ook te vinden is, voornamclyk wyl op de oppervlakte reeds berg- ftoffen en criftallen zich zien la- ten. Wie van het gebergte na Con- ftantia gaat , vind langs den weg vele bomen , welker kruin ver- dort is, als of zy bevroren waren, en die veel uitwailèn hebben , waar benevens men ook veel Hert- zwammen ziet, en vermids zulks achtervolgens de tiende Helling van den gemelden Auteur een te- ken is, dat |op zodanige plaatzen gaarn erts verborgen is, zoo moet noodzakelyk volgen, dat de gant- fche rug , die van den Tafelberg na de Steenbergen gaat, en waar over een gemene weg gemaakt is, insgelyks van erts zwanger is, om dat alomme diergelyke bomen aan- getroffen worden. Vermids ook op alle bergen hier om heen de bomen zeer lang- zaam opfehieten, en niet hoog worden, maar laag van ftam bly- ven , bleke bladeren dragen , en ras verwelken, zoo moet achter- volgens de elfde onderftelling erts en Henen daar in verborgen leggen. Byaldien wyders achtervolgens de twaalfde onderftelling , de blade- ren der bomen in 't begin van de Lente, welke hier in Augufty in- valt, bleek en eenigzins blaauw- achtig, de bovenfte takken echter zwartachtig of van een andere kouleur zyn, dan zy natuurlyker wys behoorden te zyn, zoo is im- mers ook gewis, dat daar onder erts te vinden is, zoo anders deze Helling ftand grypen zal, waar on- trent ik van myne kant het oor- deel aan anderen overlaat. Wanneer insgelyks de 15-. ftel- ling grond heeft , namelyk dat wanneer onvruchtbare of zeer kleine vruchten dragende en fte- kelige bomen, ftruiken of gewaf- fen op bergen groejen, zich aldaar ook gaarn erts vinden laat, zoo is niets zekers, dan dat de Tyger- bergen, de Moftelbank en vele an- dere bergen, nevens veel grote vlaktens, insgelyks van erts moe- ten zwanger zyn , om dat men daar op niet alleen de ftekelige Rhinoceros-boflchen of ftruiken, maar ook veel andere ftruikachti- gcgcwaiïen aantreft, en in zoda- ni- KAAP de GOEDE HOOP. 279 nige menigte /iet , dat ze naai K !.s uit u 'i /mi, en I et land tot den ploeg bequaam kan maakt worden. Wat de itf. gifling aanbelangt, ik ben vnn gevoelen, datd in het Nbordergedeelte van den aardbodem wel grond vind ; in het Zoldergedeelte echter en 't geen aan gene zyde van den dag en nacht gelyk makende Linie legt, ben ik van gevoelen, dat dc/clvc even 7.00 wel moet wor- den omg keert, als men zommi- ge vaftitellingcn omkeren moet, byaldien men aan die zelve zvdc een Zon-Eclipfis uitrekenen wil. Dcrhalven ftel ik den/elven, hoe- wel zonder nadeel van andere die beter weren , en /onder fchade van mv aldus : Hergen, welkers fpitzen Nbordwaards en de voet Zuidwaards flaan , tonen dat /v met erts zwanger fian; dragen doorga.-.n^ zilver, welkers aderen recht Welt ten Ooiten lopen. Want op deze wys legt de Tafel- berg en Drakenfteinfche, nevens vele andere bergen, van welke reeds bekent is, dat Zilver-erts in dezelve legt. Wat aanbelangt de 19de on- derftelling , dat namelyk door- gaans erts verborgen legt, alwaar de aardbodem verfcheide kou'icu- ren heeft, en van verre blinkt; de oogenfchvnlvke ondervinding leert, dat als men achter de Hot- tentots-Hollandfchc bergen komt, en na het warme bad wil reizen , men over een berg moet , de Hout-hoek genaamt, die van ver- re blinkt, en langs den weg ver- fcheide glinftcrende {lenen aan- wvft. 't Geen daarenboven met flruiken bcwalfcn is, toont eigent- Uk de eigenfehap van de 10 en 1 1 (tellingen aan. \ermids ook de kouleurcn der bergen, zoo als ook die van de aarde, ftenenen zandt achtervol- gens de xofte ftelling aantonen, welk erts of metaal daar onder verborgen is, zoo is zeker, dat zwarte berg , die . nood\ n moet. <■ ■ Ie, bruintgeleen rood-gele aarde n overal, v in die metalen aanwyzing doen moi -tv. • lontn I groene ol blaauwe konleur de Koperber» gen a< hter de grote Damaquas ge- tuigenis geven, van welke bekent is, dat zy koper houden. Rode, fteenachtige aarde vind men langs alle wegen, welke men van de Kaap landewaards in be- wandelen moer. Derhalven is aan v/er en koper-eris andermaal niet te tue Helen. Bleke aarde vind men, daar de ploeg maar door gaat, buiten de Kaapfehe en Stel* ienbollche Colonicn; en is dcrhal- ven \an v/er en lood weder eeli voorraad I moeden Afch- graauw is de grond rondom het warme bad . weshalven men ook avelmaterie \indcn kan; en of lchoon alle deze kouleuren me- nigmaal mitleiden, zoo is uit an- dere voorheen reeds aangehaalde gronden zeer gcvoeglvk te ver- moeden , dat hier aan bergitoften geen gebrek zy. By aldien de 23 fie ftelling waar- achtig is, zoo als ik acht , name- lyk dat alwaar vcrmillioen-erts ge- vonden word, ook doorgaans rv- ke goud-aderen niet ver daar \ an daan zvn. Wanneer ook vermil- lioen-erts uit bronnen , beekjes , riviertjes, uit het gebergte hunnen oorfprong hebbende, quelt, zich menigmaal openbaart, en het wa- ter rood verft , /oo is ach ter vol- gens de 14de Helling niets zeker- der, dan dat aan de ftcenbergen, alwaar rood water uit d en komt, enrykelyk vloeit, ook in menigte •v ermillioen en goud-erts verborgen , en niet diep leggen moet, voornamelyk vermids van het zelve miertje de voorheen gemelde donkcr-rode ficengroe- ve, niet heel ver afgelegen, ene- vcn boven op te vinden is, gelyk zulks uit hoofde van de volgen- de 28o B E S C H R Y V I N G van de de vyf en twintigfte vaftftelling vereifcht word. Door dien verders de uitvloed van dit water ter zyde de bergen, achtervolgens de x^lte Helling een goed teken is , dat ertsgroeven daar ontrent zyn , alzoo zy door- gaans derzelver canalen zyn , zoo is ook niets zekerder, dan dat de meelte bergen ertsryk zyn, ver- mids zoo wel op als naaft dezelve, allen zoete vlietende goede w a- ters ontfpringen en afftromen. Van den Tafelberg is voorname- lyk bewurt , en in de voorgaande Hoofdftukken reeds bekent ge- maakt, dat veel bronnen op en ontrent den zelven zich openba- ren welken allen rykelyk water geven , 't welk van een ongemene deugd is , en zelfs den zieken geen quaad doet , en derhalven uit hoofde van de 3^ Helling nog een groter blyk van verborge erts groeven is. De 3 3fte vaftftelling beveiligt de reeds dikwyls gemaakte giffing van den zwarten berg , want hy zegt : Dat warme baden en Zuur- bronnen kentekens van ertsgroe- ven zyn. Door dien nu op den dikwyls gemelden zwartenberg een warm bad word ,gevónden , en ontrent xof 3 mylen daar van daan nog een ander, dat veel warmer is , zoo is in alle delen te vermoeden, dat aldaar ertsgrocven zich /ouden openbaren, wanneer men eenigzins nazoëk deed. De Schry- D' vc en veel andere diergehkc yervcne- ftelHncen heeft de, dikw vis gepre- kert dat dir ,., ' , . ï f verhaal ze Naamloze Auteur, die zeker- waarachtig; iyk een /cer curieus en grondge- leerd man zyn moet , in 15 nen \\ egwyzer tot verborge ertsgroc- ven aangehaalt , en op den Fich- telberg te pas gebragt, waarvan /vne gantfeh oinilandigc belehn - ving zeer vernuftig en verftandig handelt ; welke ik met even de- zelve gronden op de /Vfrikaanfchc en aan de Kaap de Goede Hoop leggende bergen toepaffen , en verzekeren kan, dat 't geen ik tot nu daar van heb gezegt , alles de zuivere loutere en oprechte waarheid is. By aldien ik nu tot de fpecie zal overgaan , eri aantonen 't geen reeds bekent :s , zoo is buiten al- len twyffel bewuft , dat alhier yzer-erts genoeg te vinden is, ge- lyk dan de Hottentotten dat erts reeds voor de komit der Hollan- ders gekent, gefmoltc-n, en hare nodige inftrumentcn daar van ge- maakt hebben, zoo als zy nog he- den dien dag het zelve weten te fmelten , gelyk op een ander tyd zal worden gemeld. Dat echter de genen, die by of onder de Chriftenen wonen , zulks niet können doen , komt deels door hare armoede , als welken allen haar rykdom of in de voorgaande oorlogen verloren , of in Tabak , Brande wyn, ÈTyft enz., uitgege- ven en verfmult hebben; en deels ook door hare luiheid , om dat zy het gemakkelyker van de Hollan- ders kopen können. By aldien aan den voorgemel- den zwarten berg geen ftaal-erts word aangetroffen , daar nogtans defzelfs warm bad den natunrly- ken ftaal-fmaak heeft, zoo is1 ze- ker, dat aldaar behalven andere ertzen ook iets van het zelve of ten minften van yzer-ftóffen moet worden gevonden , alzoo niet al- leen de boven op de vlakte leg- gende ftenen als gefmólte yzer of ftaal-llakken geformcert zyn , maar ook de in het water zynde aarde als de flym in een fmids lefchtrogis, en boven op het wa- ter een blaauw dun vet vliesje of huidje waarggnomen word. Of hier tin en lood-erts isj kan ik wegens de bovengemelde rede niet zeggen ; edog ik acht, dat by aldien de bergwerken be- ter voortgezet winden, men hier zoo wel als in Europa beide zoor- ten van erts aantreffen zoude, om dat de Natuur het land alhier van deze beide bergftoffèn juill niet zal hebben ontbloot , terwyl ze het Zonderlii bewysdal aan de Kaap Yze erts voor handen is, Ontret Tin en kan de Schiyra niets zek< melden. KAAP de GOEDE HOOP. 281 het zelve zoo mildelyk velen an- deren medcgedcelt heeft , geh k v.m het yza reeds gezegt is, en van de andere volgen zal. Jrer-erts \\ at |iet yiiver aanbelangt, ik reeds aan ^ ■Kup heb mv daar ontrent in den begin- gravcn. ne op de ondervinding beroepen, en gezegt , dat reeds over veel jaren een tamelyke menigte zilver- erts gegraven en na Holland ge- zonden zy; ik heb ook twee dier- gclvke mynen aangewezen en ge- meld, dat de ecrite achter den Tafelberg na Conltantia toe , en de twede te Drakenftein ontrent de aangename en treifelyke bui- tenplaats van den Landdroll Jan Mulder, genaamt Zörg-> liet, ont- dekt w aren. Hoe zoude als dan aan diergelyk erts können worden getwyrVelt? waar van men onfeil- baar meer aderen en groeven zoude aantreffen, -ten ware.de aangetoonde redenen zulks belet- ten. Ofer . Dat insgelyks goud-aderen aan !aan de &e ^aaP zYn » blykt niet alleen uit »piyn. de voorgaande {tellingen des naamlozen Auteurs van de Fich- telbergfche befchryving , maar zulks betuigt ook Vader Tachart in zyne Siamfche Keis J>ag. 95-. al- waar hy ftenen bybrengt , die zulks bekrachtigen, en waar in men met een vergroot-glas kleine goud-ftreepjes ziet. My zyn van diergelyke ftenen zeer veele be- kent , en kan men van dezelve een grote menigte in de holte van het Princen Kalleel achter aan de Steenbergen vinden, welke rood zyn , en veel gele ftipjes hebben, die door een vergroöt-glas als goud blinken. Men ziet ook zul- ke ftenen , hoe wel kleine als zand-ftenen , langs den weg na het warme bad over den berg , de Hout-hoek genaamt , en op ver- fcheide andere plaatzen , waar door alzoo ontwyffelbaar fchyntte zyn , dat 'er ook goud-aderen ja opcr-«ts goud zelfs aan de Kaap is üt zeker- W ie aan Koper-erts wilde t wyf- icinAfri- feien> gelieve maar de moeite te I. T>eel. nemen , om een paar hondert my- len landewaards in te reizen , zoo zal de/.e twyflèlachügheid hern wel haaftbenomen worden. Want aldaar zoude hy hoge bergen aan- treden, die Koperbergen worden genaamt, om dat zy rvkelyk ko- per houden , en naar het getuige- nis der genemdie daar zyn geweclr, door dé hete zonneltraien fmeltcn en afvloejen laten. Deze bergen zouden zoo hoog zyn , dat de Heer Simón vander Stell, die als Gouverneur alhier op bevel van de Illuihc Compagnie, een keer dcrwaards heeft gedaan , heeft derven verzekeren, hoewel hy 'er miflehien niets af zal hebben gedaan', en Vader Tachart loc. cit. pag. 107, welke zulks van den ge- nlelden Heer heeft gehoort, dat men 40 dagen van noden heeft , om boven op dezelven te gera- ken. . Het zy ontrent de hoogte van deze koperbergen, hoe het zy , het is zeker , dat aldaar koper ge- noeg tvalt. Wie weet ook , by- aldien men naauwe navorfching deed , of 'er ook geen goud zou- de worden gevonden ; ten min- ften zoude het koper rykelyk goud-houdende können bevon- den worden , gelyk in Ongaryen en andere landfehappen pleegt te geleideden. De daar ontrent wo- nende Hottentotten weten dit metaal zeer wel te gieten ; aange- zien zy hare fchilden , die als hal- ve manen zyn , en welke zy tot cieraad op hare voorhoofd dragen, alwaar zy dezelve met hare lme- rige hairen valt maken, gieten, glad en blinkent maken, en treftè- lyk daar mede pralen. De voor- gemelde Vader Tachart betuigt dit andermaal loc. cit. pag. 100, alwaar hy aldus fchryft : Velen, namelyk Hottentotten , hebben ook kennis van de mineralien, weten dezelven te gieten en klaar te maken ; houden dezelven nog- tans in geen waarde, mifTchien om dat in haar land een grote rae- N n nigte Hoogte der Afrikaan- ichcKoper- bergen. Hottentot- ten weten het koper te gieten en te fmelten. 282 B E S C H R Y V I N G van de nigtc goud , zilver en koper-aderen gevonden worden. Welk Mc- Dit alles is de waarheid , en zal SlottciT °P zvn tyd nader worden gezegt, licfliheb- dat zy goud en zilver beide in geen waarde houden, om dat zy geen geld hebben, kennen of ge- bruiken. Wat het koper aanbe- langt , het zelve beminnen zy , om dat het in de zon blinkt en glinftert , als het geilepen of ge- polylt is. Voor 't overige achten zv het zelve minder als het y/.cr , dat zy tot haar geweer , meflen , ajuyntjcs-yzer en tot andere din- gen hooglt van noden hebben ; en is derhalven dit mineraal hen veel aangenamer, dan alle de anderen, of fchoon het by de Europeanen niet hoog in waarde is. De Auteur Dit is nu 't geen, Lezer, dat ! ik u van het Mineraalfch Ryk zegr gen kan. Meer zult gy van ie- j mand , die zich nooit veel op de kennis van de metalen heeft ge- legt , niet eiflehen. My is wel be- wuit , dat zommigen ook het wa- ter hier onder trekken willen , zoo als voornamelyk Samuel T>ale in zyne Mïnerologta gedaan heeft, befchry- ving van het Mine- raalfchc Ryk. I edog kan ik niet bezeffen, met w j wat recht zulks gefehied, te meer hy aihfer : naardien In zoo wel minerale als "!L'SV!n , , , uc W ater I andere gemene waters aanhaalt en gemeld gene uitzondert. Ik heb dezelve hccIt- alhier willen daar ouiteti fluiten en ! Op een ander tyd bewaren ; ten [ dele om dat het water alhier zich op gantfeh byzondere eigenfehap- pen beroemen kan, en ook ver- mids het zelve zeer veel verande- ringen onderhevig is, welke hier aan te halen , de tyd niet zoude toelaten , aangezien ik nergens water heb gezien , waar van dier- gelyks zoude können worden ge- zegt. Ik befluit derhalven deze mate- rie, en verzoek, dat gy myne een- voudigheid niet qualyk gelieft te duiden , en my ter zelver tyd te vergunen , dat ik u by de eerfle gelegentheid opdifch het Regnum Vegetabile ; 't welk my eenigzins beter als het voorgaande bekent is, om dat ik de fraje gewaflen, zeldzame bloemen , vreemde bo- men , en flruiken dagelyksvoor ogen heb , en met vermaak aan- fchouw. XVI. HOOFT- KAAP dr GOEDE HOOP. 283 XVI. H O O F T S T U K. Alphabctfchc Befchryving en verhaal der Bloe- men, Bomen, Wortelen en andere Afrikaan- fche Aardgcwaiïen , die aan de Kaap de Goe- de Hoop gevonden worden. De Auteur ont fcbuldigt zich, dat by het Rcgnum vcgetabile riet eerder heeft bef breven. Bekent dat by geen Kruid-kimdige is. In welke talen de Schryver de Gewaßen noemen wil. Abfntbium Africanum. Allium Africanum , waar die overvloedig proeit, Aan de Kaa[> vallen veel zoorten van Aloë. Waar zy op 't veld overvloedig zyn aan te treffen. Befchryving der Afrikaanjcbe Aloën , en hunne verfcheide zoorten. lyf zoorten van Alatermides Africana. Twee zoorten van de Amygdoltis Africana. Drie zoorten van de Aiwmofpermos Africana. Agt zoorten van de Apocynum Africanum. Arum JEtbiopi- cum. Arum Africanum. Arum /Egyptiacum. Aanmerking over de eerfle zoort van dit Kruid. Hoe de Hottentotten dezelve nuttigen. Drie zoorten van Afclepias Africana Ar- gyradentros Africana. Waar toe by gebruikt word. Afparagus Sylveflris Africanus. Tien zoorten van de Aflcr Africanus. Vier zoetten van de Bellis Africana. Twee zoorten van de Bryonia Africana. Agt zoorten Campanula Africana. Drie zoorten vandeCentau- ritim maj iis Africanum. Fier zoorten van de Ceiitaurium minus Africanum. Twee zoor- ten van de Chryfantbemum Africanum. Vier zoorten van de Colntea Africana. Agt zoorten van de Coma aurca Africana. Ses zoorten van de Conyza Africana. Vyfzoortcn van de Cotyledon Africana. Drie zoorten van de Cyti/us Africanus. Twee zoorten Echium Africanum. Zeventien zoortcn van de Elicbryfiim Africanum. Elf zoorten van de Erica Africana. Twee zoortcn van de Filicula Africana. Drie zoortin van de Filix Africana. Twintig zoorten van de Genifla Africana. I Ier zoorten van de Geranium Africanum. Zeventien zoorten van de Jacob ja Africana. Twee zoorten van de Jafminum Africanum. Zes zoorten van de Ketmia Africana. Twee zoorten van de Laurus Africana. Latt- ri folia Africana. Wat daar van aan te merken Drie zoorten van de Leuconium Afri- canum. Twee zoorten van de Lilio-Narciffus Africanus. Twee zoorten van de Lotus Africana. Drie zoorten Meliantbns Africanus. Drie zoorten van de Ornitbogalum Afri- canum. Drie zoorten van de Oxis bulbofa Africana. Drie zoorten van de Phafeo/us africanus. Vy f zoorten van de Polygala Africana. Twee zoorten van Pfeudodi&amnus Africanus. Twee zoorten van de Salvca Africana. Drie zoorten van de Scabiofa Africa- na. Twee zoorten van de Sclarea Africana. lyf zoorten van de Sedum Africanum. A"t zoorten van dr Sifynrichium /Ethiopicum. Twee zoorten van de Solanum Africanum. Twee zoor- tcn van de (partium Africanum. Drie zoorten van de Spirxa Africana. Wat Hottentots Bucchu zy. Word tot H 'air-poeder gebruikt. Twee zoorten van del 'anacet urn Africanum. Elfzoorten van de Thymelea Africana f 'yf zoorten van de Titbymalus Africanus. Drie zoorten van de Trifolium Africanum. Drie zoorten van de Valeriana Africana. Twe zoorten van de litis Idea. De Auteur ont f huldigt zich , byaldicn by ontrent de befchryving dezer gnvaffèn mögt hebben gefeilt. Waarom de Schryver tot nu van de Ficoides niets heeft gemeld. De Schryver wil derzelvcr zes en dertig zoortcn als nu afhandelen. Amaquas-boom. Kreupel-bout. Kanna. iPat voor een gewas. De Hottentotten beminnen bet zeer. Waar toe de Europeanen het gebruiken. Siink-hout. De Schryver heeft dikwyls welrtiikendt oorden doorgereifl. BefluH van dit Hooftfiuk. -hT^ T T ^ za* buiten twyffel niet no- . overhing had behoren te gefchie- H rieh, JLJL cHgzyn, om een lange ont- den; want uwc hoogft gefchatte yiict 1'chuldiging te gebruiken, dat ik j vriendfehap gebied myte hopen, Knïeï nu eerft met het Regnum Vegeta- ! dat dit uitftel niet qualyk zal wor- B.ceft fok voor den dag kom, daar het den geduid; te meer om dat ik «lireven. r en r tvt /. Deel. Nn 2 my 28+ B E S C H R Y V 1 N G van de rnv verzekert hou, dat u het wei- nige , 't welk ik u daar van zal können medcdeelen, als nu zoo ..angenaara zal zvn , dan of het op zyn hehoorlvke plaats gefchied w as, door dien het aan myne wil- vaardieheid niet zoude hebben gelcheelt, ten ware eenige onver- wachte beletzels myn voornemen . hadden ven delt. Naardcmaal deze hinderpalen echter als nu uit den weg zvn ge- ruimt , en ik myn woord ftand doen wil, bied ik u aari't geen ik van Bloemen, Bomen, Kruiden en Wortelen waar te nemen , in Haat gewecit ben. Ik hoop , dat zulks èenig genoegen zal geven , door dien aan u bekent is, dat ik DeSchry-my op de Kruid-kunde niet heb ver bckenV gelegt, om dat het myn werk niet Kruid-kun- is geweeft En 't geen ik u als nu «üsei*. daar van mededeel, heb ik myn aangename tuin-woning te dan- ken, welke my in de eerfte drie jaren door hoge gunlt van den Heer Gouverneur Willem Adri- aan vander Steil, en op byzondere recommandatie der Illultre Ooil- Indifehe Compagnie aan den zel- vcn , ten deel gevallen is. Daar- bene\ erts ben ik het ook de da- gelykfehe ommegang met Johan Hartog, Tuinman in deze weer- reld beroemden tuin van de ge- melde Compagnie, en eindelyk de Hcrbartis vrvts , of levendige kruidboeken van wvlcn den Heer N. Orland , welke deszelfs itief- zonenjan en Andreas Bloem my vcrfcheidcmalen hebbben laten zien, verfchuldigt. Derhalven zal ik my met een lange en wullopige voorrede niet ophouden, maar zoo voort tot de /aak velt" treden. Ondertuilchen zal de Lezer my wel willen ver- gunnen, om ü te zeggen hoe en op wat wy/.e ik van voornemen ben, om deze Kruidftoffè af te handelen; welke kortcl\ k zal be- ftaan ;;i de alfabetfehe order, wel- ke ik in de befchryving der die- ven gehouden heb ; nüds dat ik zorg zal dragen, dat geene uit- hcemfche gewaden onder de in- ländische worden gemengt, maar dat alvorens de Afrikaanfche al- leen in goede order na eikande- ren , voor zoo veel my dezelven bekent zyn , en daar na de voor- naamfte vreemden in't byzonder* aangetoont werden. Door dien echter de inland- fchen zoo wel als de uitlandfchen zeer menigvuldig zyn -, zoo zult gy wel willen toelaten , dat ik by allen geen lange befchryving voeg* maar zommigen alleenlyk in de Latynfchetale noem en haar rech- te onderfcheid daar by meld , ten ware my eenigzins mogelyk was , om dezelven eigentlyk uit te druk- ken, wanneer ik haar ook Duit- fche namen geven zal , de Latyn- fche zal ik alleen behouden, wan- neer de Termini Botanïci of Kruid- woorden niet gevoeglyk können worden vertaalt, welke de Lezer daar na naar zyn eigen believen beter benoemen en befchryven kan. Daar benevens zie ik als voor af, dat deze materie zoo wydlopig als die der dieren zal vallen, welke byaldien ik iets van de nuttigheid en gebruik ditmaal daar by voegde, veel meer uitdven zoude ; edog uit vrees , dat een zoo lange zaus niet uw fmaak mögt zyn , zal ik daar van niets reppen. En aldus heeft' de Lezer den gantfehen inhoud van dit Hoofd- Huk nevens de materie zelf, op wat w\s dezelve val worden afge- handelt. Een betere fchikking is my niet beu uit, als hebbende \ erder van de kruiden geen ken- nis, dan dien ik door den boven- gemelden Tuinman heb gekre- gen; welke een tamelyk ervare kruid kenner is, en deswegen ds \m\ een voornaam Heer in I iolland na America is gezonden, om de vreemde gewaflen van dat waereldgewefl op te zoeken, en na Holland te /enden. Behaagt U deze befchryving niet , zoo zult gy KAAP de GOEDE HOOP. 285 an de p val- seer zooi- van én. gv nogtans de wilvaa*digheid om nieuwsgierigheid te voldoen, uit /.ten, en overtuigt zvn. dat het mv aan grondiger kennis, engeenzins aan dienih aardigheid gemankcert heeft. Dienvolgens zal het cerfte A- frikaaftfeh gewas zynVt welk zoo als niv meer gemelde Tuinman Jan Hertog , bericht heeft, naar de benoeming der Botanïci of kruidkundige heet, Abutïlon A- frlcana, foliis rugofis £f? filiculis lanugtnofis. Dat is : Abutilon [afuWë uit Afrika met rimpe- lige blad. -ren en ruige Heel. Waar van ik niet nodig acht, om meer aan te halen , door dien de/eb e achtervo'gens het bericht van Si- ■ i/i tu opere quadripartïo \. 186. in de winkels niet gebruikt , en ook van T)ios- eorides en Galenits beiden niet | ld word , maar deswegen nog een grote twift tulïchen de kruidkenners legt. Abfhtbïitm Afrïcannm f rut e s- foliis latïorïbus. Dat is: Boomachtig Afrikaanfch Alflem, met brede bladeren. De onder- vinding leert , dat deze plant zoo bitter niet is , als de Europeaan- fche , naardien men geen extracl: daarvan kan maken, die iterk ge- noeg is , om Alflen-wyn te ver- vaardigen. Allium Afrïcannm flore purpu- fascente. Dat is: Afrikaanfche knoflook met een purper-bloem. Welke in het landfehap, alwaar de zoogenaamde Hottentotfche koopmans Natie woont, xo mylen van de Kaap gelegen , en voorna- melyk op de plaats, die voorna- melyk de knoflooks-kraal word genaamt, zeer overvloedig groeit. Toen ik met den gemelden Tuin- man na het warme bad reisde, heeft hy my die plaats aangewe- zen, en wy hebben in llruivcn van de knoflook gegeten. ^ an Aloën vallen hier veler- hande zoorten ; daar onder zyn my deze navolgende bekent, waar bfiri- m A- inum is eens , zo bit Is het D- tnfeh. van er velen in den tuin van de Ulultre Compagnie itaan, welk doorgaans jaarlyks blocjcn ; aan- gezien fchier geen maand van het jaar verby gaat , /onder dat de cene of de andere Aloe-plant en menigmaal velen te gelyk in bloem Haan , en de/elven een ruimen tyd behouden. Onderiutfchen worden zy hier niet veel geacht, om dat zy buiten den tuin'ook in 't open veld Cuflchen de rot/en en klippen groejen, en bytia voor on- kruid gehouden worden. Gelyk dan aan 't Stellenbofch by Adam Tas; aan Drakenitein by den Heer Jan Mulder ; ontrent het warm bad aan den Zwarten berg en el- ders in 't open veld vele zoorten by malkander worden aangetrof- fen, welke uit de klippen groejen , bloejen en ongemeen vermenig- vuldigen; tcrvvvl hare bloem, die doorgaans rood met witte iïipjes is , zeer lieflyk in de oogen valt, en naderhand zeer veel zaat-knop- jes achterlaat; de zoorten echter, welken ik alomme heb gezien , zyn de volgenden. Aloë Afrïcana arborefcens^mon- tana non Spinofa, folio longïjflmo-, plicatili y flore rubro. Dat is : Boom- Afrikaanfche Berg- Aloe , zonder dooren met een zeer lang gevou- wen blad en roden bloem. Aloë Afrïcana arborescens, flo- ribus albicantïbus fragrant'pßimis. Dat is : Boom- Aloe "uit Afrika , met een witachtige en zeer fterk weiruikende bloem. Aloë Afrïcana canlescens , foliis fpïnofis , maculïs ab utraque par- te albicantïbus notatïs. Of; Steel- achtige Afrikaanfche Aloe , met ftckelige bladeren , op byde zy- den met witte vlakken getekent. Aloë Afrïcana , brevijjimo eraf fiffimoque folio, flore fubviridi. Dat is: Aloë uit Afrika, met zeer korte 'en dikke bladeren , en een bleek-groene bloem. Aloë Afrïcana , folio glabro ri- gidiffimo , flore fubviridi. Of; A- Frikaanfche Aloë met een glad en Nn 3 gantfeh Befchry- ving van de Afrikaan- fche Aloè'B en hunne verfcheide zoorten. BESCHRYVING van de 286 gantfch hard blad, en bleek-groe- n'e bloem. Aloë Africana y flor e rubro, fo- lio, niaculis ab utraque parte albi- cantibus notato. Dat is : Africaan- fche Aloe, met een rode bloem, en op byde zyden met witte vlak- ken getekent blad. Aloë Africana, flor e rubro, fo- lio triangulari o ver r ucis ab utra- que parte albicantibus not at o. Dat is : Afrikaanfche Aloc , met een rode bloem, en een driehoekig blad , op byde zyden met witte knobbels als wratten getekent. Aloë Africana, folio in fummi- mitate triangulari, margaritiféra, flore fubviridi. Dat is: Afrikaan- fche Aloë , met een blad van pa- relkouleur, aan 't einde driehoe- kig toelopende, en een bleekgroe- ne bloem. Aloë Africana margaritiféra minor. Of kleinder Parelgekou- leurde Afrikaanlche Aloe. Aloë Africana foliis glaucis,mar- giue & dorfipartefitpcriorisfpinofis, flore rubro. Dat is: Afrikaanfche A- loc , met een rode bloem , en graauwe bladeren, de rand en het bovenite gedeelte van den rug met dorens bezet. Aloë Africana , foliis glaucis , margine & dorfö integro Spinofis. Dat is : Afrikaanfche Aloe , met graauwe bladeren, rondom en o- vcr den gantfehen rug doornach- tig- Aloë Africana caulefccns, foliis glaucis , eau lern ampleëtcnt ibus. L)at is: Steelachtige Aloe uit A- nika, met graauwe bladeren, om den Heel lopende. Aloë Africana , folio triam' ulo tïlongiflimo, Jloribus lut cis & jw- tïdis. Dat is: Afrikaanfche Aloe met zeer lange fmalle bladeren en een gele en Hinkende bloem. Aloc /Ifricana caulefccns, foliis tnagijt glaucis , eau lern ampkclcnt i- bns, fe /// mucronem obtufiorem de- (luaittbns. Dat is: Steelachtige \ fnLi.mlrhe Aloe , met gantich graauwe bladeren , om den lleel fungerende , en aan haar fpits end gantfch toelopende. Aloë Africana caulefcens , foliis minus glaucis , caulem amplcètentï- bus , dor fi parte fitperiore fpinofa. Dat is: Steelachtige Afrikaanfche Aloe , met graauwachtige bladeren, op 't bovenlle gedeelte van den rug met Hekels bezet , rondom den Heel lopende. Aloë Africana caulefcens foliis glaucis , caulem amplccteutib; fruftHm jertns t radice magna orbiculari. Dat is vruchtdragend; Bloejende en Kalfsvoet of Manskracht uit Ethiopië, met een grote ronde wortel.' Ar urn maximum /EgyptidCum,iykx[XmA quod vulgo Colacaßa audit. Dat s' is: Grootite Kalfsvoet uit Egipte, doorgaans Cölocaffia genaamt. Arum Africanum Flore albo o- ArumAfr dorate. Dat is : Afrikaanfche awBt Kalisvoet met een witte lieffelyke bloem. By deze driederhande zoortéri van deze plant acht ik nodig te I melden , dat de eerfte alhier de i gemeenlle is, welke een witte en ! ruikende bloem heeft; zy bemint een vochtige grond , en heeft een j grote dikke wortel, welke ge- j fchrabt, fneeuw wit, en aan fchy- ' ven gefneden , een radys niet heel ongelyk is ; weshalven het dik- ; wyls gebeurt , dat een vreemde- ling daar mede gefopt en toornig gemaakt word; aangezien dezel- j ve geweldig op de tong brand ; en zodanige pyn veroorzaakt , dat , men niet weet, hoe men den i brand in den mond blufTchen zal ; | om dat men den mond met water I fpoelende , het quaad erger word, | en men zodanig aan 't quylen ge- ■ raakt, dan of men een Salivatie- I cuur ondergaan had. De pyn ; welke deze wortel veroorzaakt, is 1 zoo uitbundig, dat menigmaal de gene die mifleid is, zynen Bedrie- ger met een mes naloopt, en dreigt , om hem te doorlteken, of een wakkere jaap te geven. Derhalven zyn de Hottentot- Hoed ten veel verflandiger , want niet ""'<££ mftaande zy zoo wel de wor- nuttigen tel, als deszelfs zaadt, 't welk op een lange fteel groeit , waarom de witie bloem, die uit een blad kloksuv/e beftaat, is, zonder vrees nuttigen , zoo eeten zy dezelve echter niet raamv, maar na dat de wortel en 't zaadt beide twee of driemalen gekookt zyn, en den fcherp bytenden fmaak verloren hebben , waar na zy de wortel in de zon gedroogt, onder de KAAP de GOEDE HOOP. 289 de hcete affchc braden en vervol- gens ceten ; en word dcrhalven de/e wortel mei het zaadt , door- gaans Hottentots-brood genaamt. Afdepiaj Asclepias Africana Aiz.oides. Dat is: Altyd groene Afrikaan- fche zwaluwe-wortel. Asclepias Africana Aizoides , longtoribus foiiis , minus dcntatis. Dat is: Afrikaanfche altyd groe- ne zu aluvve-wortel , met lange bladeren, eenigzins getandt of ge- kerft. Asclepias Africana Aizoides , Jbre pu lehre fimbriato. Dat is: Huislook gelykende Afrikaanfche zwaluwe-wortel, met een fraaje gekrulde bloem. nn/osT" Argyrodcntros Africana-, foiiis icana. fcricis £y argenteis. Dat is; Afri- kaanfche Zilver-boom met zachte witte blinkende bladeren. Deze boom groeit alhier aan de Kaap 200 wel in de valeyen als op de bergen ; voornamelyk word on- trent Conftantia een 'gantfche bofch daar van aangetroffen , wes- halven de woning van den Heer van Heillingen , de Zilver-boom word genaamt. Ondertullchen hoe aangenaam en bevallig hy ook in 't oog is, deszelfs hout is tot niets bequaam , dan tot brandhout ; en vermids hy een vrucht draagt, als de Denneboom , zoo lykt hy wel een zoort daar van te zyn , of lchoon hy voor 't overige den ge- melden boom niets gelykt, en zyn hout ook veel vafter is, als dat van een pek-denne of pyn-boom. Lfpangus Aspara^us Syfoeftris Africanus SSnïs , aucleatHS- Dac is: Wilde Afri- udaar ' kaanfche Asperfie, met fcherpe Btcmci- doornen aan de takken. Dit gewas vind men alhier aan de Kaap alom- me in 't open veld , zoo als ook langs de waterkant en vochtige plaatzen, en is zoo ftekelig , dat menigmaal in 't verby gaan de kou- /en daar in haken en fcheuren. De fielen zyn grasgroen, en eer zy hebben uitgebloeit , zoo week als- tamme Asperfie. Zy hebben ook een zeer goede lieffelyke /. hyl- lo lat co, Coronopi folio, caulicuiis p¥ocumbintibws. Dat is : Afri- kaanfche Madelieven met ge- le blote hoofdekens en bladeren \ an Hertshoorn of Kraayen voel , en nederwaards hängende fti Bellis Africana ca fit ulo aphy'! > lutr ,/)/" folio, folusizj caulicu- lisj is. dat is: Alrikaan- 'ebe A^delicvcn met gele blote de violaceo. Dat is : Ruige Afri- kaanfche Klokskens , met kleine fmaile bladeren en een Neek-vio- lctre bloem. Campanula Africana annua, an- gnfi f o !':.'. , l-lore purpurascénti major. Dat is: G rote final blad ige Afrikaanfche Klokskens, die maar eenc yomer duren , met een pur- bloem. Campanula Africana annua, an- gtfßi folia , Flore purpurascente mi- Dïtt is kleine een jaar du- rende Afrikaanfche Klokskens. met een purpere bloem, en fmai- le bladeren dam- KAAP de GOEDE HOOP. 29* Campauula Africana frntcscens aculcofi , Florc violaceo. Dat is : Boomachtige Afrikaanfche Kloks- kens met ftekels en violette bloem. Campauula Afrïcana minor, E- riut Facie, Flore violaceo, cauli- ctilis eretfis. Dat is: kleine Afri- kaanfche Klokskens met een ge- daante van Erinus, met een paar- 7C donkere violette bloem , en op- ftaande ftëeltjes. Campanula Afrïcana minor, E- rini facie, Flore violaceo, cauli- culis procumbentibns. Dat is: klei- ne Afrikaanfche Klokskens met bladeren x.m Erinus, een paarze bloem, en nedervvaards hangende iteeltjes. Camphorata Afrïcana umbellata, frutescens. Dat is: Bomachtige Afrikaanfche Kamferbloem , die gevlamt of gevvatert is. Cardamine Afrïcana trifolïa ( dicitur etiam Naflurtium ) foliis ternis, facie Chrißophoriants. dat is: Afrikaanfche Cardamine met drie bladeren (insgelyks KerfTc genaamt , die op grasvelden groeit) met een gedaante van St^ Chriftoftels-kruid. _ antau- Ccntaurium majns Africanum la- inujm ciniatum, Flore aureo odorato. dat a' is : Grote Afrikaanfche Santorie met ingefnede bladeren , en een goud-gele ruikende bloem. :entau- Ccuiaurium minus Africanum 1 minus imt foliis t£ facie , Flore amplo ' fuave rubente. dat is : kleine Afri- kaanfche Santorie met Vlaskruid gelykende bladeren, die ook zoo teder zyn , en een grote liefelyke rode bloem. Centaurium minus Africanum arborefcens lati f o Hum , Flore ru- berrimo. dat is : Boomachtige klei- ne Afrikaanfche Santorie, met brede bladeren, en een hoog rode bloem, Centaurium minus arborefcens A- fncanum, angujtifolium, Flore ru- ber rimo. dat is: Smalbladige boom- achtige kleine Santorie uit Afrika, met een hoog rode bloem. I 7)eel. Centaur i; ui minus Africèh arborefcens , tulpifcru»/. Of: Roomachtige kleine Afrikaan/cue Santorie, met een tulpe gelykende bloem. Chciranthos Afrïcana Flore lu- tea, 'dat is: Afrikaanfche Chei- ranthos met een gele bloem. Chryfauthemum Africanum Stoe- Chryfar.- l*s foliis anguflioribus. dat is : A- fel* rnkaanlche Ganzebloem, van ve- len ook Wockclaar ofGuldebloem genaamt, met fmalle bladeren van Stoebe. Chryfanthemnm Africanum re- pens, Florc aphylo, Coronopi folio. dat is: Kruipende Afrikaanfche Ganzebloem met een blote bloem, en bladeren van Kraajevoet. Cbryfanthemoides Ofleofpergon Africanum odoratum, Spinofum & ■vifcofum. dat is : Weiruikende Afrikaanfche ftekelige en kleveri- ge Chryfanthcmoides. C iß lis humilis aïzoides marïtï- mns Africanns, Flore rubello. dat is: Lage Afrikaanfche Zee-Ciftus, met een roodachtige bloem. Colutea Afrïcana annua , foliis Colutea parvis mucronatïs, veficulis com-hinQmi' preßs. dat is : Een jaar durende Afrikaanfche Lombaarfche Linfe, met kleine fpitze bladeren, en za- men gedrukte blaasjes. Colutea Africana annua, foliis cor dat is, & veficulis minus com- frejfis. dat is: Eenjaar durende Afrikaanfche Lombaarfche Linfe, met een hert gelykende bladeren, en minder zamenged rukte blaas- jes. Colutea Africana Sauna foliis , flore Sanguïneo. Of: Afrikaanfche Lombaarfche Linze , met Senes- bladeren, en bloedrode bloem. Colutea Afrïcana humilis florc Sanguine, Crotolarïce filïquts. dat is: Lage Afrikaanfche Lombaar- fche Linfe, met een bloedrode bloem , en peulen van Crotola- na. Coma aurea Africana fr ut ie ans, Comaau- foliïs Liuaru', angufiis major, dat r" Afn is : Afnkaanfch groot irruvvelvvys Oo : groe- na. Conyza Africana. 292 BESCHRY groejend Goud-blad met {malle bladeren van vlaskruid. Coma aurea Africana f rut kans, foliis linaria angujiiorihus minor. dat is: Afrikaanfch klein ftruwels- wys groejende Goudblad , met fmnldèr bladeren van Vlaskruid. Coma aurea Africana fr ut ie ans, linarïa foliis gtaucio & lannginofis. dat is: Afrikaanfch flruwelswys groejende Goudblad met graauvve ruige bladeren. Coma aurea Africana fruti- cans , omnium maxima , foliis to- mentoßs @ incanis. dat is : Alder- grootit ilruwelswvs groejende Goudblad uit Afrika, met ge- voerde graauwe bladeren. Coma aurea Africana f rut ie ans, Erica folio, dat is : Struwelswys groejende Afrikaanfch Goud-blad met 'bladeren van Erica of Heide- kruid, Coma aurea Africana fr ut ie ans, foliis 'jlancis ö *» extremitate tri- fidis. datfIS : Struwelswys groe- jende Afrikaanfch Goud-blad , met graauwe aan 't end in drien verdeelde bladeren. Coma aurea Africana fr ut ie ans, foliis Crithmi marini. dat is : Stru- welswys groejende Afrikaanfch Goud-blad, met bladeren van zee- venkei. Coma aurea Africana fruticans , foliis inferior ibus incijis , f u^er ion- bus drutat is. dat is: Struwelswys groejende Afrikaanfch Goudblad , welkes ondcrlte bladeren ingelne- den , en de bovenile getand zyn. Conyza Africana arborefceus iu- cana, floribus purpuro -violaceis , foliis 'falvite, odore Salvia & Ros- marin/. Of: Arikaanfche graauwe boom - Conyza , met purper- blaauwc bloemen, en bladeren die de gedaante van Salie, en den reuk van Salie en Rosmaryn heb- ben. Conyza Africana bttmilis, foliis angnffioribus nervofis , floribus mnl.rUatis. "dat is: Lage Afrikaan- fch': Conyza , met heel imalle ge- V I N G VAN DE aarde bladeren, en gewaterde bloemen. Conyza Africana f rut e fc en s, fo- liis Salvia , odore Catnphora. Boomachtige Afrikaanfche Cony- za , met Salie-bladeren en reuk van Camfer. Conyza Africana frutefcens , fo- liis Eriica hamatis lê incanis. Dat is: Boomachtige Afrikaanfche Co- nyza, met bladeren van Rakette enz. Conyza Africana frutefcens , fo- liis Rofmarini. dat is : Boom- achtige Afrikaanfche Conyza, met Rolmaryn bladeren. Conyza Africana Senecionis flo- re. dat is: Afrikaanfche Conyza, met een Kruiswortel bloem. Cot u la Africana, Calyce elegant i cafio. dat is : Afrikaanfche kro- tendil of flinkende Ca mille , met een fchone bleekgroene knop. Cotyledon Africana frutefcens, foliis orbiculatis, limbo purpureo c met is. dat is : Boomachtig Afri- kaanfch Navelkruid, met ronde bladeren , en purpere kanten. Cotyledon Africana , tereti folia, flore pulcherrimo. dat is: Afri- kaanfch Navelkruid , met lang- werpige bladeren , en ongemeen fraaje bloem. Cotyledon Africana, foliis ob Ion- gis, floribus umhellatis, fibrofa ra- dice. dat is : Afrikaanfch Navel- kruid, met langachtige bladeren, geu aterde bloemen , en vezelige wortel. Cotyledon Africana frutefcens, folio longo Cf/ anguflo, flore flaves- cente. Dat is- Boomachtig Afri- kaanfch Navelkruid , met een lang fmal blad en geelachtige bloem. Cotyledon Africana frutefcens, flore umbelUito coccineo. Dat is: Boomachtig Afrikaanfch Navel- kruid , met een gewaterde rood- fcharlake bloem. Cytifus Af> ie anus ar gent e lismo- re atro purpureo. dat is: Afrikaan- fche Cytilus met zilvere bladeren, en zwart purpere bloem. Cyti- Cotyledc Africana Cytifu Aiïicu KAAP de GOEDE HOOP. 293 Cytifus Af ricinus hnfimis, ampliffimo. dat is: Ruige Afrikaanfche Gouden- bloem , met zeer fmalle bladeren , welker bloemen op een zeer gro- ten witten als zilveren Heel Haan. Elichryfum Africanum tomento- fum frutefcens , floris calice aureo. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Goudenbloem, met gevoerde bla- deren, en een goudgele bloeme- fteel. Elichryfum Africanum frutes- cens , coridïs folio, dat is: Boom- achtige Afrikaanfche Gouden- bloem, met bladeren van Co- ris. Elichryfum Africanum in cannm tomentofum, foliis fubrotundis. dat is: Graauwe gevoerde Afrikaan- fche Goudenbloem, met rond- achtige bladeren. Elichryfum Africanum umbel- laturn, oder at uw luteum, dat is: Gewaterde ruikend« gele Gou- denbloem uit Afrika* Elichryfum Aßuanum fmtes- ei 'iis , angujtis ÖJ loiigioribus foliis , incanis. Dat is : Boomachtige Afrikaanfche Goudenbloem met lange fmalle graauwe bladeren. Elichryfum Africanum lati foli- ant foetidum, Capitulo aureo.' dat is : Afrikaanfche breedbladige Hinkende Goudenbloem , met goudgele Hoofdjes. Elichryfum Africanum luteum , Tolii folio, dat is: Gele Afrikaan- fche Goudebloem , met bladeren van Polium. Elichryfum Africanum tomento- fum incamwi, angnßi folium, flo- ribns r ubris. dat is : Gevoerde Afrikaanfche graauwe Elichryfon , met fmalle bladerenen rode bloe- men. Elichryfum Afrkannm lati foli- um foetidum, capitulo argenteo. dat is : Breedbladige Hinkende A- frikaanfche Goudenbloem , met zilvere hoofd jes< Elichryfum Africanum frutes- eens, foliis Crithmi marini. dat is : Boomachtige Afrikaanfche E- lichryfum, met bladeren van Zèe- venkel. Elichryfum arboreum Africa- num, Rorismarini folio. Dat is : A- frikaanfche boom-goudenbloem * met bladeren van Rosmaryn. Elechryfnm Africanum, Tlan- taginis folio. Dat is: Afrikaan- fche Goudenbloem , met Weeg- bre bladeren. Elichryfum 'Africanum foetidif- fjmum , ampliffimo folio, dat is : Zeer Hinkende Afrikaanfche gou- denbloem , met een zeer groot blad. Elichryfum Africanum in odo- num glabritm, Coronopi folio, dat is: Niet ruikende Arikaanfche glad- de Goudenbloem, met bladeren van Kraayenvoet. Ephemerum Africanum an- nuum, flore bipetalo. Dat is: A- frikaaniche Hermodaäelen of Oo 3 Ty- BESCHRYVING van de E:i:a Afri cir.j. 29+ Tycleloztn, met een grote twee blad ige bloem. Erica Africana viridis, augu- ftiffimis foliis , floscuiis in capitu- lum cougeflis. Dat is : Groene A- frikaanfche Erica, met zeer fmal- le bladeren, en bloemetjes, die /ich in hoofdjes by malkanderen fluiten. Erica Africana, floscuiis fub- hirfutis, fecundum ramulos dispo- fltis. dat is: Afrikaanfche Erica of Hei , met eenigzins ruige bloemetjes, naar de takken ge- Itelt. Erica Africana incana, foliis anguflijjhnis . Dat is : Graauwe A- frikaanfche Erica, met zeer fmal- le bladeren. Erica Africana capillaceo brevi- que folio , flor -e rotundiori purpur eo. dat is : Afrikaanfche Erica , met hairige korte bladeren, en een ronde purpere bloem. Erica Africaua folio minima, flore rotundiori albido. dat is : Afri- kaanfche Erica , met alderklein- Ite bladeren , en een gantfeh ron- de witachtige bloem. Erica Africana , Cor is folio, flore ob longo Spie at o. dat is: A- frikaanfche Erica , met bladeren van Goris, en langachtig geaarde bloemen. Erica Africana, Cor is folio, flo- re ob longo pur pur eo, èfoliorum al is prodeunte. Dat is : Afrikaanfche Erica , met bladeren van Coris, en een langachtige purpere bloem, uit de bladeren komende. Erica Asricaua , Coris folio ,flo- > e brei' tor i purpur co , e folioruma- lis prodeunte. dat is: Afrikaan- fche Erica, met bladeren van Co- ris, met een korter purpere bloem, enz. Erica Africana, Coris folio, Floribus vvficarns. Dat is: Af& kaanfche Erica, met bladerenen Coris, en Zaadblaaskens. Erica Africaua 'juni pen folio, flore oblongofpicato. dat is: Afri- kaanfche Erica, met bladeren van Geneverboom , en langwerpige ■' geaarde bloem. Erica Africana Jumper i folio, flore oblongo umbellato. dat is : A- frikaanfche Erica, met Genever- boom-bladeren, en een langwer- pige gekroonde bloem. Evonymus Afr ie anus, folio luci- do ferrato. dat is : Afrikaanfche Evonymus met lichtende getande bladeren. Fabago Africana arborefcens , flore fulphureo , frtiffu rotundo. dat is:Boomachtig Afrikaanfch W ond- kruid , met ronde bleek gele bloe- men. Ferula Africana galbani f era frutefcens , Myrrhidis foliis Boomachtige Gom dragende fe- rula, uit Afrika , met bladeren van Myrrhis of kervel. Filicula Africana maxima ra- mofa, pinnulis tennis diffeèJis.'.Dat friCana. is : Gantfeh kleine Afrikaanfche Varen met gantfeh fyn ingefnede bladeren. Filicula Africana maxima , in acutus divifa lacinias. dat is : Zeer groot Afrikaanfche Varen met gantfeh ipitze geribde blade- ren. Filix Africana maxima ramofa, Filix Afri- pinnulis erenatis. Dat is : Zeer cana- grote Afrikaanfche Varen, met takken , en gekartelde blade- ren.' Filix Africana dentata^ Lon- chitidis facie. Getande Afrikaan- fche Varen, met een gedaante van Grachtvaren. Filix Africana ramofa , pinnulis Lonchitidis. dat is: Takkige Afri- kaanfche varen met bladeren van Grachtvaren. Focniculcm Africanum, foliis in fummitate atro rubeutibus , Jèmi- nibus auguflis & longtoribus. dat is : Afrikaanfche Venkel , met bladeren met donker-rode punten« en lang fmal zaad. ir ut ex Africanus aromaticus , flore fptcato exiguo. Dat is.' Naar fpecery ruikende Afrikaanfche Hcefter, of ilruik, met gantfche kleine geaarde bloemen. Frtttex KAAP de GOEDE HOOP. Frutex ALthiopicus , pomilaca folio , flore ex aloido vireft t nte. dat is: Hceiter uil Ethiopië, met bla- deren van poreclein , en bleek- groene bloemen. Galega Africana, fioribus majo- ribus, W filiquis crafjioribns. dat is : Afrikaanfche Galege , met aeer grote bloemen en zeer dikke peulen, lenüia. Genißa Africana frutefcens, ican». Rusci nervofis foïus. d.atis:Boom- achrige Afrikaanfche Brem , met geaderde bladeren van Muis- doorn. Genißa Africana , frutefcens , Rusci nnguflis foliis. dat is:Boom- achtigc Afrikaanfche Brem, met fmallc bladeren van Muis-doorn. Genijia Africaua Laven du la fo- lio, dat is: Afrikaanfche Brem, met Lavendel-bladeren. Genißa Africaua juncea, fiori- bus coerulcis, foliis minimis, dat is : Afrikaanfche Brem, met blaau- we bloemen , en zeer kleine bla- deren. Genißa Africaua minima* foliis Myrtké, iu cxquifitum mucronem definentibus. dat is : Zeer kleine Afrikaanfche Brem, metMyrthe- bladeren, die van voren gantfeh ipits toelopen. Genißa Africaua , Rorismariui foliis, flore aureo. dat is : Afri- kaanfche Brem , met bladeren van Rosmaryn , en goudgele bloe- men. Genißa Africaua arborefcens , ar gent ca lanugine pubescens. dat is: Afrikaanlche Boombrem, die oud met een witte als zilvcre mos overtrokken word. Genißa Africaua frutefcens, fpi- cata purpur ca, foliis anguftiffimis. dat is • Roomachtige Afrikaanfche Brem met een geaarde purpere bloem, en ?ecr fmalle bladeren. Genißa Africaua frutescens , fo- liis Torton-Raire , Flore purpu? < o dat is: Boomachtige Afrikaanfche Brem met bladeren van Torton- Raire en een purpere bloem. Genißa Africaua, Laricis foliis *>9 longioribus \è lanugmofis. d.w. r, : Afrikaanfche Brem met lange rui- ge bladeren. Genißa Afrit ma , Laricis folii r craßioribns G' hirfutis. dat is : Afri- kaanfche Brem met dikker ruige bladeren. Genißa Africaua frutcjeens fpi- cata, Laricis foliis. dat is: Boom- achtige Afrikaanfche Brem met ge- aarde bladeren. Genißa Africaua frutefcens ca- pitata , Laricis foliis. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Brem met hoofdekens, enz., Gen i/ia Africaua lutea, fpicata Laricis foliis. dat is: Geaarde gele Afrikaanfche Brem, enz., Genißa Africaua frutefcens , ca- pita lis Lmuginofis, Laricis brevif fimo folio, dat is: Boomachtige Afrikaanfche Brem met ruige hoofdekens, en zeer korte blade- ren. Genißa Africaua frutefcens , Laricis incanis foliis. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Brem , met graauwe bladeren. Genijia Africana Camphorata folio, floribas lut cis minimis, dat is: Afrikaanfche Brem met blade- ren van Camfer-kruid , en zeer kleine gele bloemen. Genißa Africana, foliis Gallii. dat is: Afrikaanfche Brem, met bladeren van Walftroo. Genißa Africana 'Don cm \i facie. dat is: Afrikaanfche Brem, met een gedaante van Dorycnium. Genißa Africana arborefcens, Styracis folio, flore cocruleo. dat is: Afrikaanfche Boom-Brem , met Styrax-bladcren en een blaauwe bloem. Geranium Afrit anttm arboref- geranium eens, lbifci folio rotundo, Carliiue ununa' odore. dat is: Afrikaanfche Boom- Oyevaarsbek met ronde bladeren , en Carline reuk. Geranium Africanum frutefcens, Mal-vte folio lacimato, odorat o, flo- re purpura feente. Dat is : Boom- achtige Afrikaanfche Oyevaarsbek met ruikende ingefnede bladeren van 296 BESCHRYVING VAN DE van Stokrozen , en een purpere bloem. Geranium Afncanum , Alchi- milla hirfuto folio, flonbus albidis. dat is : Afrikaanfche Oyevaarsbek, met ruige bladeren van Synnaw of Onzer Vrouwen Mantel, en een witachtige bloem. Geranium Africanum arborefccns, Alchimilla hirfuto folio, floribus rubicundis. dat is : Atrikaanfche Boom-Oyevaarsbek , met ruige Synnaw bladeren, en rode bloe- men. Dit gewas is uit het land- fchap der Hottentots Attaquas-na- tie henvaards gebragt, waar van op een ander tyd bericht volgen zal. Geranium Africanum , Betonie uav.um , foliis fo- -'•""■ liiarïis , floribus vulgation Jimi- lïbus. dat is Afrikaanfche Jalm\ n met enkelde bladeren , en de ge- mene Jafmyn gely kende bloe- men. Jiifnhium Africaniü/i Ilias fo- lio, j/ore Jo lil ar 10, ex foliorum a- lii . albo. dat is : A- fiikaanfche Jafmyn met Ilcx-bla- deren en weinig witte bloemen. Ketmia Afrïcana, Topulï folio. Ketm« dat is: Afrikaanfche Ketmia met Atvx3ni- Populierbladeren. Ketmia Afrïcana , populï folio , ftbtns incano , Ef> caule virefcente. dat is: Afrikaanfche Ketmia, met bladeren van Populier, die van onderen graauw zyn , en op een groenen fteel liaan. Ketmia Afrïcana vcßcatia, folio tripart ito, flore purpur eo. dat is: Afrikaanfche Ketmia , met zaad- Maaskens, een in drien verdeelt blad en purpere bloem. Ketmia Afrïcana ve fear ia , fru- ticans Ö) erecJa , aluï foliis latiori- bus & major ibus , flore fpïrali ful- phureo. dat is : Afrikaanfche hoog opfehietende Ketmia met blaas- kens, brede grote Elzenbladeren, en een gele bloem. Ketmia Afrïcana frutefcens, foliis mollibus © ïncanis, flore fpï- rali fulphureo. dat is: Boomach- tige Afrikaanfche Ketmia, met weke of zachte graauwe bladeren en gele bloemen. Ketmia Afrïcana veflearia , uva crijp* foliis , flore fpïrali fulphu* reo. dat is : Vruchtdragende A- frikaanfche Ketmia met Kruisbe- zien bladeren , en een gele bloem. Laurus Afrïcana minor, Guerci L»u" jolio. dat is : Kleine Afrikaanfche Mncm Laurier - boom met eike blade- ren. Laurus ïnodora Afrïcana frutlu globofo, Lauro ferrat* odoratafla- pelïav* Jim i lis. dat is: Niet rui- kende Afrikaanfche Laurier- boom , met een ronde vrucht, een gezaagde Stapeliaanfche Laurier- boom gel) kende, welke laatfte hier Speuke-boom word genaamt, zoo als reeds elders gemeld is. Laurifolia Afrïcana. dat is: A- liikaanfch gewas met Laurierbla- deren. Deze boom word alom- rne in 't land aangetroffen , en door de inwoners alhier Zwarte Paß genaamt. In den irellelyken Tuin van de Illuilre Compagnie zyri verfcheide wandelwcgcn daar mede beplant , om dat dezelve zeer KAAP de GOEDE HOOP. 299 7.cer dicht groejcn , en den wind fetiut , zoo als alle andere Lau- rierbomen plegen te doen , en ook wyl hy een traaje verandering van den oprechten Laurier en andere bomen maakt , en eindelvk ook, om dat hy heel gclyk kan worden gclchoren of gefnoeit , zoo als men alle bomen pleegt te doen die tot Alleen dienen moeten. Leonnrus perennis Af rk anus (ï- deritis folio , flore 'Phtruieeo majo- re i-illofo. Of: Altyd groen bly- vende Afrikaanfche Leonurus, met bladeren van yzerkruid , en grote ruige Dadelblocmcn. Leucoium Leucoium Africanum , coeruleo toöamur.ßore f latifolium hirflitnm. dat is : Breedbladige ruige Afrikaanfche Stokviolieren , met een blaauwc bloem. Lat co tuw Africanum , coeruleo flore, an gu ft o Coronopi folio ma/us. dat is : Groote Arikaanfche Stok- violieren , met blaauwe bloemen en fmalle bladeren van Krayen- voet. Leucoium Africanum coeruleo flore, anguflo Coronopi folio , minus : dat is : Kleine Afrikaanfche Stok- violieren met blaauwe bloemen , en bladeren van Hertshoorn. iliis Afrr" Lilio-Narciffiis Africanus humi- »nm. lls-> longijfimi foliis, polyanthos fatitrato colore purpur afc ent e. dat is : Lage Afrikaanfche Narciffe, met een bloem op de maniere van een Lelie, zeer lange bladeren, en een purpere bloem. Li lio- Nare i (fits Africanus plati- caulis humilis, flore pnrpurafcente odorato. dat is: Lage breedftelige Afrikaanfche NarcifTe, met een ruikende purpere Leliebloem. otusAfri- Lotus Africana annua hirfuta, Floribus luteis. dat is : Eene jaar durende Afrikaanfche ruige Drie- blad, met gele bloemen. Lotus Africana frutefcens, flore fpicato rnbicundo. dat is : Boom- achtige Afrikaanfche Lotus, met roodachtig geaarde bloemen. Lychnis 'Pfeudo-Melavthio //mi- lis Africana, glabra angnftifolia, I. "Deel. .ru flore clrptmry ; »bello, dat is: \- Irikaanfche Jcnctte met een ge- daante van een Koom-roo fmalle gladde Naderen en een fchoon rode bloem. Lycium Aithiopicnm, Tyracan- t ha folio, dat is: Lycium uit /L- thiopie , met bladeren van Pyra- cantha. Ma/va Africana frutefcens , flore rubro. dat is : Boomachtige afrikaanfche Stokro/.c, meteen rode bloem. Melianthus Africanus dat is ■ Melianthus Afrikaanfche Melianthus. ' Afncanus' Melianthus Africanus minor, humi fufus foliis "PimpinclU er ij- fa. dat is: Kleine langs de aarde kruipende Afrikaanfche Melian- thus, met bladeren van gekrulde Pimpinelle. Melianthus Africanus minor fee - tidus. dat is : Kleine Hinkende Melianthus uit Afrika. De Hot- tentotten en de Europeanen gaan beide alle diergelyke zoorten van gewailèn zelden verby , zonder der zei ver honing -zoeten zap te proeven. Myrtus Africana humi lis, foliis myrtilli crenatis, cauliculis nigri- cantibus. dat is : Lage Afrikaan- fche Myrtus-boom, met gekar- telde bladeren van Krake -bezien, en zwartachtige deeltjes. Narciffus Africanus Tolianthos. dat is: Geelrode NarchTe uit A- frika. Olea Africana humi lis ß heft ris, folio duro, fubtus incano. dat is: Lage wilde Afrikaanfche Olyf- boom, met harde ruige blade- ren. Orcofelinum Anifoides arboref- cens, lignftici foliis £y facie, flo- re Int eo. dat is: Boomachtige A- nys gelykende Berg - peterfclie , met een gele bloem, enz. Ornithogalum Africanum , flore Omithog«^ viridi, alten innato. dat is : A- frikaanfcheVeld-ajuyn met cengc- le bloem uit bloem. Ornithogalum Africanum luteum odoratnm, foliis cepaceis , radice Pp z tu- canum. BESCHRYVINGvande 300 tuberofa. dat is : Gele Afrikaan- fche ruikende Veld - ajuin met bladeren en een knobbelige wor- tel. Oruitbogalum Africanum, plan- taris rofea folio , radice tnbero- fa! dat is: Afrikaanfche Veld-a- juin met bladeren van Weegbre en een knobbelige wortel. Oxis bul- Oxis hu lbo fa Africana rotundi bofaAfrka- folia, canlibus Ï3 floribns purpn- nï' reis amplis. Dat is : Bölachtige zure Drieblad met ronde bladeren en grote purpere {telen en bloe- men. Oxis bnlbofa Africana rotundi folia , canlibus vircntibns , floribus amplis purpureis. Dat is : Bol- achtige rondbladig Drieblad uit Afrika j met groene Helen en gro- te purpere bloemen. Oxis bnlbofa JEthiopica -vel Afri- cana minor, folio cor dato, flore ex albido pur pur afc ent e. dat is: Bol- achtige /Ethiopiiche of kleine A- frikaanfche zuure Drieblad , met bladeren op de manier van een hertj en een witachtige purpere bloem. Tetafltes Africanus Caltba pa- luflris folio , radice flavefcente rraffa Dat is: Afrikaanfche Pes- tilentie-wortel , van velen ook grote Hoefbladcrcn of Dokke- Maderen gcnaamt , met bladeren van Water Goud-bloemen en een blaauvvachtige dikke wortel. Pbalangium Africanum ramo- fum, floribus albis, petalis reflex is. dat is: Afrikaanfch Phalangium met takken , witte bloemen en geboge bloem-bladercn. PViafrolus Tbafeolus Africanus birfutus Mrinnxu. bituminoj'us , fliitjuis bullatis , flore ßaveo. dat is: Ruige Afrikaan- fche bonen , met opgeblazc peu- len en een blaauw e bloem. Tbafeolus Africanus parvo fruc- tn, uonuibilalbicanie. dat is: A- frikaanfche bonen met een kleine witachtige vrucht. Thafeolus Africanus perennis minor , flore fuavc rubent e. dat is : Altyd overblyvende klync Afri- kaanfche bonen met een lieffelyke rode bloem. 'Planta lafiaria Africana. dat is : Melk gevende plant uit Afri- ka. Daar zyn van dezelve ver- fcheide zoorten, welke ik niet ter dege gade geüagen, of na welker namen ik niet gevraagt heb, of fchoon ik die uit de Herbariis vi- vis, of levende Kruidboeken van den gemelden overleden Heer 01- dcnland , genoegzaam had können weten. Ondertuflchea kan ik zeggen, dat ik dikwyls een takje van deze plant gebroken hebben- de, de melk droppelvvys daaruit gelopen is. 'Pimpinella Africana faxifraga maxima. Dat is : Grootfte Afri- kaanfche iteenbrekende Pimpi- nelle. Polypodium Africanum maxi- mum, acutijjhne divifum. dat is: Zeer grote Afrikaanfche boomva- ren, enz. Tolygala Africana frutefcens, P0,y§ anguftifjima major, dat is : Boom- Atncani achtige Afrikaanfche grote Kruis- bloem , met zeer fmalle blade- ren. Polygala Africana frutefcens, angufttjjimo folio , minor. Dat is : Kleine boomachtige Afrikaanfche kruisbloem , met zeer fmalle bla- deren. Tolygala Africana , Liui folio, magno flore. Dat is: Afrikaan- fche Kruisbloem, met bladeren van Vlas -kruid en een grote bloem. Tolygala ^Africana frutefcens Buxi folio , maximo flore. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Kruis- bloem , met bladeren van Bofch- boom , en zeer grote bloemen. Polygala Africana ar bor ca mir- tbi folia , floribus albis , intus pur- purcis. dat is : Afrikaanfche Boom- kruisbloem , metMyrthcbladcren, en witte bloemen, die van binnen purper z)n. "Portalaca Africana femper vi- rcus, flore rubicuudo. dat is: Afri- kaaniebe altyd groen blyvende Por- KAAP de GOEDE HOOP. 301 Pprcelein , met roodachtige bloe- men. 'Pfeudo-diffamnus Africanus, ht- dn.-:,rrcßr is folio, dat is : Afri- kaanfche Baftaard-diptam met bla- deren van Hondjes-draf". cpfiitdo-jDitfamtius Africanüs , folïts fubrotundis fubtus incanis. dat is : Afrikaanfche Baltaard- Diptam,met rondachtige graauwe bladeren. Ranunculus Africanüs flu Az- tbiopicus , foliis rigidis , floribus ex Int co virefcentibus. Dat is : Afrikaanfche of Ethiopifche Bo- terbloem met harde llyvc blade- ren , en uit den gelen groene bloemen. Rapuntin/u Africanum minus augußi folium , florc violacco. dat is.- Kleine fmalbladige Afrikaanfche Rapuntium met een paarze blaau- we bloem. Ricinus Africanüs maximus ■> canle gcnicnlato rut Haut e. dat is: Zeer grote Afrikaanfche \V onder- boom met een roodachtigen iteel met leden. Salix Africana anguflis & lon- gißmis foliis , fubtus incanis. dat is: Afrikaanfche Weede, met zeer lange' fmalle eenigzins ruige bla- deren. Salvia Africana f rut e fans , Scordonia foliis , flore violaceo. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Salie , met bladeren van Scoro- donia, en een violette bloem. Salvia Africana frutefe en s folio fubrotundo , glauco , flore magno aureo. dat is : Boomachtige Afri- kaanfche Salie , met rondachtige gladde bladeren , en een grote goudgele bloem. Scabiofa Africana arborefcens maxima , foliis rugofls \ê er c nat is integris. dat is : Zeer grote Afri- kaanfche Boom -Scabiofe met ge- rimpelde en gekartelde bladeren. Scabiofa Africana frutefceus , foliis rigidis fplendentibus ö fer- ratis, florc albicaute. dat is : Boom- achtige Afrikaanfche Scabiofe met harde ftyve blinkende gezaagde bladeren, en een u itachtigc bloem. Scabiofa Africana , Qapitulo ob- o, flore albo dat is: Alnkaan- fche Scabiofe, met een langu er- pigen knop en een witte bloem. Scilla Africana , flore viridi parvo, bulbo amplißmo. dat is: A- frikaanfehc Zee- Ajuin , met een kleine groene bloem , en een zeer grote bol. Sclarca Africana precox annua. sciaretA- dat is: Eenc zomer durende vroeg Man*. Afrikaanfch fcharlaken kruid. Sclarea Africana frutefceus Jle- lianthemi folio, dat is : Boomachtig Afrikaanfch Scharlaken kruid, met bladeren van Hclianthemum. Sedum Africanum fruticofum , Erica folio, dat is: Vruchtdra- fricad. " gende Afrikaanfche Huislook,met bladeren van Erica. Sedum Africanum arborefcens incauum, foliis orbicu lat is. dat is: Afrikaanfche ruige Boom Huis- lookmet bladeren rontom de fleel zittende. Sedum Africanum majus arbo- refcens , foliis rotundioribus glau- cis, nimbo pirpureo cincfis. dat is: Groot Boom huislook uit Afrika , met ronde graauwe bladeren, en purpere kanten. Sedum Africanum nmbellatum album , folio viridi angufto mucro- ato, flore albo. dat is : Afrikaanfche wit gekroonde Huislook , met fmalle fpitze groene bladeren, en witte bloemen. Sedum Africanum annuum , Ceu- taurii minoris facie , flore aureo. dat is : Een jaar durende Afri kaanfeh Huislook , met een ge- daante van kleine Santorie , en goudgele bloemen. Senecio Africanüs arborefcens , fleoidis folio & facie. Dat is : Afri- kaanfche Boom kruiswortcl met bladeren en een gedaante van wil- de Vygcn, waar van een omitan- dig bericht volgen zal. Sidcroxilum Africanum, Cera/ï folio. Dat is : Afrikaanfch Yzer- hout met Kerze bladeren. Dit Watvan hout mag waarlyk wel met recht ^crfc te Pp 3 aldus B02 BESCHRYVING van de aldus worden genaamt. Want het is gedroogt niet alleen 2,00 hard , dat menigmaal een byl aan ftuk- ken fpringt , eer en alvorens een (paander daar af vliegt, maar het is ook zoo zwaar , dat het op 't diepfte water als yzer zinkt ; en kan het derhalven niet tot het bouwen van fchcpen als wel tot het timmeren van huizen en ande- re landzaken worden gebruikt. Het zelve word alomme in de da- len aangetroffen. Sißnrichium JEthtopcum Afri- canum majus , augufti f o Hum , flo- ribiïs alh'ts. Dat is: Groot fmal- bladig Ethiopifch of Afrikaanfch Sifynrichium,met witte bloemen. Sißnrichium ALthiopicum feu Africanum majus latifolium , flori- bus albis , hexapetalis lineis pur- pureis flriatis. dat is: Groot breed- bladig Afrikaanfch Sifynrichium, met witte zesbladig purper ge- ftreepte bloemen. Sifynrichium ALthiopicum feu Africanum minus lati folium , flore hexapetalio albo. Dat is : Klein breedbladig Ethiopifch of Afri- kaanfch Sifynrichium , met witte zesbladige bloemen. Sißnrichium Africanum flore ex 'Phoeniceo fuave rubente. Dat is : Afrikaanfch Sifynrichium , met een licffelyke rode bloem. Sißnrichium Africanum foliis glad 10 li par vis Ö> longis , palief- cent e flore. Dat is : Afrikaanfchc Sifynrichium met lange fmallc bla- deren , op de maniere als zwaard- rjes , en bleke bloemen. Sifynrichium ramofum ALthio- picum fin Africauum,foliis plicatis nervofis £•> incanis, radice tnberofa phoenicca. dat is : Ethiopifch of Afrikaanfch Sifynrichium met tak- ken , gevouwe ruige geaderde bladeren, en een rode bolwortel. Sifynrichium f na jus , flore httt o macuLi 110t at 0. dat is: Groot Afri- kaanfch Sifynrichium , met geel bonte bloemen. Sißnrichium Africanum minus aftgffß! folium , flore majore -uaric- gato. dat is : Klein fmalbladig A- frikaanfeh Sifynrichium , met een grote gefchakeerde bloom. Deze Aanmcr- Sißnrichia zyn aan weinig inwo-.kinsvan ners by dezen naam bekent, 0fdezevruc fchoon zy allen dezelve zeer wel kennen , en menigmaal genuttigt hebben : want zy dragen hier den naam van Hottentots Ajuintjes, terwyl zy niets minder dan ajuin vertonen , gelykende meer de Eu- ropeaanfche aardappels , zoo wel ten opzicht van de gedaante , als ten aanzien van de grootte , be- halven dat de fmaak veel aangena- mer is, vermidszy gekookt, byna den fmaak van kaitanien hebben. In September en in de volgende Eenande maanden kan men dezelve 't over- zoort vloedigfte bekomen. Andere ech- ter welke de Hottentotten Ajuin- tjes noemen , worden op de ber- gen aangetroffen 5 dezelve zyn veel groter , en overtreffen deze in fmaak. Ik heb hare bloem nooit gezien, weshalven ik niet anders kan melden , dan dat zy van bui- ten met een dikke huid zyn over- trokken, terwyl de eerftgemelde uit hare hairige moederwortel ge- nomen, wit of bruin rood zyn. Solanum pomifcrum frntefcens s°lan""» Africanum fpinojum , nigricans, Rorraginis flore , foliis profunde laciniatis. dat is : Boomachtige ftekelige zwarte Nafchaie met ap- pelen , met Bcrnagie of Borage bloemen , en diep gefnedc blade- ren. Solanum lignofum Africanum femper i'irens , Laurinis foliis. dat is: Altyd groenblyvende Afri- kaanfchc houtachtige Nafchaie, met Lauwer bladeren. Spart inm Africanum frntefcens, ^Partiuro Lnca folio, datis: Boomachtige Afrikaanfchc Brem, met bladeren van Erica. Spart inm Africanum frntefcens, rnfci folio , caulcm ampleffcute. dat is : Boomachtige Afrikaanfche Brem , met muisdoorn bladeren, rontom den ftccl zittende. Spirea Africana , foliis crucia- Spirau Hm Mn^ KAAP de GOEDE HOOP. 303 tim pofitis. tlat is : Airikaanfche Spiriva , met kruiswys gcilelde bladeren. Spiraui Africa-a odorata , flori- bus pl/inc rubcnt '■'ins. dat is: At ri- ls aanfchc ruikende Spiriva , met heel roodachtige bloemen. Spïraa African-i odorata , folïïs ■'o fis. dat is : Ruikende Afrikaan- fche Spirara , met hairige blade- ren. türader Beie laatfte /ooit van Spiriva .ttentot- xvord van de Hottentotten Bncbu genaamt, welke zy in den zomer, wanneer de kruiden de bloemen hebben laten vallen, en beginnen te verwelken , in een grote me- nigte verzamelen en drogen laten, waar na zy dezelve tot poeder wryven, om daar mede het hoofd te beftroojen, 'tzy tot het verdry- ven van hoofdpyn , of by eenige plegtighcid , zoo als wy het hair- poeder gebruiken. Dit poeder is goudgeel van couleur en ruikt zeer licffelyk. Stapbï loden drum Africanum fem- per virens , folïïs fplendentïbus. dat is : Altyd groenblyvende Afri- kaanfehe Pimpernote , met blin- kende bladeren, n icc- Tanacetum Africanum fr ut ie ans, lAt'n- mttlti flor um, folïïs Tanacetï vul- garis decuplo mïnorïbus. Dat is: Struwelswys grocjend Afrikaanfch Wormkruid met veel bloemen, en tienmaal kléinder bladeren, dan die van 't gemeen Wormkruid. Tanacetum Africanum arboref- cens , foliis Lavendula mnltifido folio. Dat is : Boomachtig Afri- kaanfch Wormkruid , met veel- voudige bladeren van Lavendel. Tetragonoc irpos Africana , ra- dice magna onerofa £•> carnofa. dat is : Vierhoekige Afrikaanfehe vrucht, met eengrote dikke vlees- achtige wortel. Tetragonocarpos Africana f ruti- cans , foliis longis^ê anguflis. Dat is : Uitfpruilende vierhoekige A- frikaanfehc vrucht, met lange ihvalle bladeren, hymete» Tbymelaa Africana lïi: jolig fi- rn'dis , floribus pallidis odorat 't mis. dat is : Airikaanfche- Meze- ceon mei vlafchknfid bladen en zeer fterk ruikende bleke bloe- men. Tbymelaa liuifolïa fimïlïs Afri- cana , folïïs lucidis Litïoribus (•> obtnfis. dat is: Afrikaanfehe Me- zereon , met lichtende brede en ftompe bladeren van Vlaskruid. Tbymelaa Africana , foliis Hui, floribus in capïtnlum co;,geflis. Dat is: Afrikaanfehe Mezereon, met Vlaskruid bladeren , en bloemen die als een bos by malkandercn zitten. Tbymelaa Africana , Rorisma- rini folio , angufliffimo brc-vïori. dat is : Afrikaanfehe Mezereon , met korter en fmalder bladeren van Rosmaryn. Tbymelaa Africana, Rorïsmarïnï folio angufliffimo longiori. dat is: Afrikaanfehe Mezereon met lan- ger en fmalder bladeren van Ros- marvn. 7b y me la a Africana, Rorismari- ui folio , floribus longiorïbus. dat is: Afrikaanfehe Mezereon met Ros- maryn bladeren , en langer bloe- men. Tbymelaa Africana Sanamunda facie , Erica foliis anguflïjjimis. dat is : Afrikaanfehe Mezereon, met een gedaante van Sanacmunda of Benedict, en zeer fmalle blade- ren van Erica. Tbymelaa Africana, Torton Rai- re fimïlïs , floribus in capïtnlum congeflïs. dat is: Torton-Raire gelykende Afrikaanfehe Meze- reon en een bosje bloemen. Tbymelaa Africana, foliis Rufet . dat is : Afrikaanfehe Mezereon, met Muisdoorn bladeren. Tbymelaa Africana frutefcens , Jefminï fiire, foliis Tolygala. dat is : Boomachtige Afrikaanfehe Mezereon, met Jasmyn bloemen en bladeren van kruisbloem. Tbymelaa Africana augufli folia, Jaswuiifl'j/e. dat is: Smalbladioe Afrikaanfehe Mezereon , met bloe- men van Jasmyn. Ti- 304- BESCHRYVING van de luï Afncä- Titbymalus Aizoides Africanus, r.us.' fimplici fquamato caule. dat is: A- "frikaanfche Wolfsmelk of Wrat- tenkruid met een enkelde fpons- achtigen fteel. Titbymalus aizoides Africanus , fmplïci fquamato caule, Clamanerii I folio, dat is : Afrikaanfche Wolf- i melk met een enkelde fponsachti- gen (teel en bladeren van ClarruT- neria. Titbymalus arboreus Africanus. dat is: Afrikaanfche Boomachtige Wolfsmelk. Titymalus arboreus ALthiopicus vel Africanus ; Mezerei germanici folio, fiore pallido. dat is: Ethio- pifche of Afrikaanfche Boomach- tige Wolfsmelk, met bladeren van duitfche Mezereon en een bleke bloem. Titbymalus aizoides Africanus, 'validijfimis fpinis, ex tuberculorum internodiis provenientibus. dat is : Afrikaanfche Wolfsmelk, met zeer hechte doornen uit de afzetzels der Helen voortkomende. Trifolium Trifolium Africanum fruticans , Africanum n r j * • cv flor e purpur afcente. dat is : Stru- welswys groejende Afrikaanfch Drieblad, met purpere bloemen. Trifolium Africanum fruticans, folio augufliori , fiore rubicante. dat is : Struwelswys groejende Afrikaanfch Drieblad met (malle bladeren en een roodachtige bloem. Trifolium Africanum fruticans, foliis incanis, fiore luteo. dat is: Struwelswys groejende Afri- kaanfch Drieblad met ruige bla- deren , en een gele bloem. Tulpifera arbor Africana. dat is : Afrikaanfche boom met Tul- pen. Valeriana. Africana fruticans , foliis longis £f> angufifßmis. dat is: Struwelswys groejende Afrikaan- fche Valcriane , ook wel Speen- kruid of Sint Joriskruid genaamt, met lange fmalle bladeren. Valeriana Africana , foliis an- guflix , fiore maculo rubicante no- tuto. Dat is : Afrikaanfche Valt- Valeriana Africana. riane , met fmaile bladeren en rode bonte bloemen. Valeriana Africana fruticans, foliis Erica, dat is: Struwelswys groejende Afrikaanfche Valeriane met bladeren van Erica. Vitis Idaa ALtbiopica feu Afri- cana, Myrtbi Tarentini folio, fiore atro purpureo. dat is: Ethiopifche of Afrikaanfche Vitis Ida?a met Tarentynfche Myrthen bladeren, en een donker purpere bloem. Vitis Idaa Aztbiopica S. Afri- cana , buxi minor is folio j fioribus aMidis, dat is: Afrikaanfche Vitis Id*a met kleine bofchboom bla- deren, en witachtige bloemen. Uit deze tot nu aangetoonde gewaffen blykt, dat leen bequaam en ervaren kruidkenner alhier een uitgelezene en koftelyke ftoffe zoude vinden, om op zyn getouw te zetten, en een aardige web van te maken , aangezien hy bui- ten twyffel vry meer fraigheden , zoude ontdekken , en hier en daar in 't land aantreffen, dan ik tot nu voor ogen geftelt heb, of in ftaat geweer! ben, om te doen; behalven dat ik als nog in twyffel fta, of niet 't een oft ander ge- was verkeert genoemt heb , door dien myne kennis daar in zich niet heel ver uitftrekt , maar alles den bovcngemelden Tuinman Jan Hertog , mynen byzonderen vriend en buurman * nevens de Levendige kruidboeken van wy- len den Heer Oldenland , te dan- ken heb, welkers zonen de goed- heid hebben gehad , om my de- zelve te laten zien , en 't een en 't ander daar uit te plukken. Dit zy hoe het zy, ik weet hier ontrent geen ander middel , dan dat ik het aan de goedaardigheid van mynen Lezer verblyf, om te zien, of hy een zulke menfchely- kc zwakheid ontdekkende , den tegen wil en dank ingeflope feil gelieff door de vingeren te zien of niet. Ondcriuflchen hou ik my van deszelfs goedheid verzekert, dat hy overcenige miflagzoo ras nie« Vitis Ie Auteur iljegen- oordigde ygen be- btyven. niet zal ftruikelen , wanneer ik o- penhertig heken , dat ik om dit quaad voor te komen , en cene •/aak niet verkeert, of onder ve- lerhande benamingen voor oogen i . Hellen, mv onthouden heb, om iets van de Ficoides of Hottentots \ \ gen en andere volgende gewaf- fen re melden, eer en alvorens ik uit 'Pauli Hermanni Catalogo f forti Medici Ln^duncnfis, en de Memoires de f Academie des Scien- ces Anno 1705-, welke beide Au- teurs my door een vermaard en grondgelcerd Liefhebber vereert y\n, uitvoerlyk had gezien, hoe de veelvoudige zoorten vanVy-* gen , welke ik alle dagen voor rriyne ogen gehad en dikwyls van dcrzelver vruchten gegeten heb, onderfcheidentlyk en duidelyk genaamt wierden , en ook of 'er eenige weinige wierden gevon- den, die gantfeh nog niet aange- tekent waren. Wat nu de Ficoides aanbelangt, ik ben van voornemen om dezel- ve als nu ordentlyk na malkande- ren af te handelen, opdenzelven voet , als de voortreffelyke Tour- nefortius op de gemelde plaats pag. 313. die aangemerkt heeft ; terwyl ik hoop, dat de Lezer my niet zal verdenken , wanneer ik zeg, dat ik ze alle, en mhTchien nog wel meer andere gezien , zonder nogtans dat ik dezelve ter dege gade geflagen , of op der- ze'ver vcelvoudigen onderfcheid gelet heb; gelyk men alle zaken, die men dagelyks voor ogen heeft, weinig acht, en met den nek aan- ziet, voornamelyk 't geen als on- kruid gehouden , en by hopen uit- geroeit word ; ondertuiïchen zyn dezelve de volgende. Ficoides Africana , folio plan- taginis undulato , mie is argenteis afperfo. dat is : Afrikaanfche Hot- tentots- Vygen, met bladeren van Weegbre hoog en laag geltelt,als de baren van de zee, en witte, als zilvere flipjes, Ficoides Africana acaulos, la- I. 'Deel. tißmts, craßj Qf lucidis foliis conjugatis , flor e attreo ampliffimo dat is : Afrikaanfche Hottcntots- Vygen zonder itelcn , met zeer brede , dikke , lichtende en by malkander gevoegde bladeren , en een zeer grote goud gele bloem. Ficoides Africana cretta, Oci- maflri folio, mie is argenteis asper- fo, flor e rofeo magno, dat is : Op- itaande Afrikaanfche Hottentots- Vygen, met wit als zilver geflip- te bladeren van Speenkruid , en een roos gelvkende grote bloem. Ficoides Africana ereèla ramo- fa, Tripolii folio , fiore aureo mag- no, dat is : Takkige Afrikaanfche opf taande Hottentots- Vygen, met bladeren van water Sterrek'ruid en een grote goud-gele bloem Ficoides , feu Ficus Aizoides Africana, folio angufliori . dat is- Afrikaanfche Hottentots -Vygen met fmalle bladeren. ' Ficoides feu ficus aizoides Afri- cana, minor, muit ie au lis, flor e tntus rubente , extus mcarnato. dat is: Altyd groene Afrikaanfche Hottentots-Vygen met veel fie- len, en een bloem die van binnen rood en van buiten incarnaat is. Ficoides Africana folio enfifrr- mi dilute vir ent i , flor e aureo, brevipediculo inßdenti. dat is: A- fnkaanfche Hottentots - Vygen , met bleekgroene bladeren op de maniere van een zwaard , en een goud gele bloem, die aan een korte fteel zit. Ficoides Africana, folio enfifor- mi, obscure vir ent i , flore longo pe- diculo infidente. dat is: Afrikaan- fche Hottcntots-Vygen, met een zwaard gelykende idonker-groen blad, en een bloem, met een lan- ge fteel. Ficoides Africana folio cnfi for- mt van e incifo, aureo flore, pedi- culo infidente. dat is: Afrikaanfche Hottentots - Vygen , met een zwaard gelykent ingefneden Qq blad. 306 B E S C H R Y V I N G van de bind, en een goud-gele bloem met een fteel. Fïcoïdcs feu ficus Aizoides afri- cana procv.nibcns, folio triaugnlari enfi formï. dat is : Afrikaanfche Hottentots- Vygen,op de aarde leg- gende, met een driehoekig en een zwaard gelykent blad. Ficoides, fin ficus aizoides Afri- cana, triangulär i folio longifiimo, frucfu multï capfulari, flor e luteo, major, dat is: Grote Afrikaanfche Hottentots-Vvgcn met een zeer lang driehoekig blad, in vele vak- ken verdeelde vrucht, en een gele bloem. Ficoides feu ficus aizoides Afri- cana, trïangulari folio longifjimo , frucJu multi-capfulari, flor e luteo i minor, dat is: Kleine Alrikaanfche Hottentots-Vygen met een zeer lang driehoekig blad, in vele vak- ken verdeelde vrucht , en een ge- le bloem. Ficoides Africana, folio trïan- gulari longijjïmo , flore aureo. dat is; Afrikaanfche Hottentots-Vy- gen met een zeer lang driehoekig blad , en een goud-gele bloem. Ficoides Africana, folio trïangu- lari fongijfimo , flore pur pur eo . dat is: Afrikaanfche Hottentots-Vy- gen , met een zeer lang driehoe- kig blad en een purpere bloem. Ficoides Africana , folio t rian- gulari longifiimo , flore carneo. dat is : Afrikaanfche Hottentots-Vy- gen , met een zeer lang driehoe- kig blad , en een lyfvcrfde bloem. Ficoides , feu ficus aizoides A- fricana major procumbens , triau- gu 1 ar i folio, fruau max'nno cduli. dat is: Grote Afrikaanfche I lot- tentOtsVygen,met een driehoekig blad , en een zeer grol e eetbare vrucht. Ficoides Africana , folio longo trïangulari iucurvo , purpurco can- le. dat is : Afrikaanfche Hotten- tots Vygcn , met een omgebogen lang driehoekig blad, en een pur- pere Heel. Ficoides Africana , folio trïan- gulari recurvo , floribus wnbcllatis obfoleti coloris, externe pur 'pur eis. dat is : Afrikaanfche Hottentots \ ygen met een omgebogen drie- j hoekig blad , en een bloem van een ' verouderde vyze couleur, dievan buiten purper is, met een kroon. Ficoides Africana , folio trian- gulär i , flore flavefcentc. dat is : Afrikaanfche Hottentots Vygen met een driehoekig blad , en een geelachtige bloem. Ficoides Africana , folio trian- gulär i lanccato. dat is : Afrikaan- fche Hottentots Vygen met een driehoekig fpits ftekclig blad. Ficoides Africana , folio triau- tyilari incurvo & dentato. dat is: Afrikaanfche Hottentots Vygen met een driehoekig gebogen en getand blad . Ficoides Africana folio triangu- läri obtufo , /';/ geminos aculeos ab~ euute, flore aureo. dat is : Afrikaan- fche Hottentots Vygcn , met een driehoekig ftomp of bot blad in twee enden uitgaande , en een goud gele bloem. Ficoides Africana , folio trïan- gulari , apice rubro , caule purpu- ra fcente. dat is : Afrikaanfche Hot- tentots Vygen met een driehoeki- gen aan 't end rood blad , en een purpere fteel. Ficoides feu ficus aizoides Afri- cana minor eretla, trïangulari fo- lio vir idi , flore intus aureo, foris purpurco. dat ;is : Kleine Afri- kaanfche opllaande Hottentots vygen, met een groen driehoekig blad , en een bloem die van bin- nen goud-geel en van buiten pur- per is. Ficoides feu ficus aizoides Afri- cana minor eretla, folio trïangula- ri glauco, flore luteo. dat is: Klei- ne opitaande Afrikaanfche Hot- tentots vygen met een graauwblad en een gele bloem. Ficoides Africana frut e fecusper- foliata, folio trïangulari glauco, pv.it clat o cortice iignofb, tcnui , Candida, dat is: Boomachtige A- frikaanfche Hottentots Vygen, met een graauw driehoekig blad, en , KAAP de GOEDE HOOP. 307 en een geflipte houtachtige tedere witte lehaal. Ficoidcs Africana er e tl a, folio trinngmUri glnico, ptiuclis obfcu- rionbus notato. dat is: Opitaande Afrikaanfche Hottentots vygen meteen gfaauw driehoekig blad, met donkere ftippen. Ficoidcs Africana htimilis , folio triangulär i glauco, bullato, flor e luteo. dat is : Lage Afrikaanfche Hottentots vygen , met een tauvv opgezwollen driehoekig blad en een gele bloem. Ficoidcs Africana htimilis, folio triangulari glauco, dor fo aculcato, flore lutco. dat is : Lage Afrikaan- fche Hottentots vygen , met een graauw driehoekig blad, op den rug flekelig, en een gele bloem. Ficoidcs Africana ereffa, folio triangulari glauco fë> brevi, flore ■iico. dat is: Opitaande Afri- kaanfche Hottentots vygen, met een graauw kort driehoekig blad , en een lvfverwige bloem. Ficoides Africana humi fttfa, folio triangulari longiori glauco flo- re flavescente. Dat is : Op de aarde leggende Afrikaanfche Hot- tentots vygen , met een lang graauw driehoekig blad , en een geelachtige bloem. Ficoides , feu flens ai zo i des Afri- cana, folio ter eti procumbens , flore puryureo. dat is : Op de aarde leggende Afrikaanfche Hottentots vygen, met een langwerpig blad, en een purpere bloem. Ficoidcs J 'vu fic tis aizoides Afri- cana, folio ter eti procumbens , flo- re cocciuco. dat is: Leggende A- frikaanfche Hottentots vygen met een langwerpig blad, en een hoog rode bloem. Ficoides Africana, folio ter eti, in villas radiat os, abeuute. dat is : Afrikaanfche Hottentots vygen met een langwerpig blad , enz. Ficoides Afriana , aculeis lon- gijjlmis & foliatis, nafcentibus ex foïiorum aïis. dat is : Acrikaanfche Hottentots Vygen met zeer lan- ge en gebladerde Hekels , uit de I. 'Deel. fcheuten der bladeren voortko- mende. Ficoides Africana reyens ÖJ U- ■fts , flore pur pur co. dat is: Kruipende en levend groene Afri- kaanfche Hottentots Nygen, met een purpere bloem. Alle deze zoortcn van Hotten- Aanmcr, tots-Vygcn heb ik niet allen met ££$ myn eige oogen gezien , maar aan gen. drie van dezelven menigmaal myn lull geboet, aangezien die met een rode en gele bloem zeer aange- naam en gezond zyn, om dat zy een weinig purgeren ; cdog wan- neer een vreemdeling veel te ge- lyk daar van eet, zoo ftaat hy ge- fchapen , van door de rode loop te worden aangetalt. Zy worden niet onbillyk Hot- Worden tentots-Vygen genaamt, om dat gJSÜ. deze menlchen wel voornamelyk vygenge- dezelven tot fpys gebruiken , en naamt' de Europeanen die van hen heb- ben leren eeten. Men zou van al- le deze en voorgaande gewaiTen nog veel können melden , edog myn voornemen is niet , om een Hifloria plantamm te vervaardi- gen, behalven dat zulks hier ook myn werk niet is, zoude an- ders weinig moeite hebben gehad, om de plaats, en den grond, waar in zy beft groejen , aan te tonen. De eerfte mag de Lezer zelf zien, wie dezelven heeft befchreven , ik weet zulks niet, terwyl de He- ren Hermanus en Touruefortitis de laatlten of de Ficoides , afgehan- delt hebben , op welken ik den Lezer wys. Edog VOOr ZOO veel ik Uit de Amsqua;- gemelde Auteurs heb können zien, boom- heeft niemand van den Amaquas- boom alhier of van de zodanigen boom , die uit dat Landfchap ge- bragt is , gefchreven ; weshalven ik my verplicht acht, om van den zelven met korte woorden gewag te maken. De inwoners alhier noemen den zelven Keurboom ; dezelven fchiet geweldig op , zoo dat hy in den t\ d van twee ja- ren reeds tamelyk dik en ruirn 8 i Qq x of 308 BESCHRYVING VAN DE Het hout. Zync wortels. Kreupel- hout hoe het is. of io voet hoog is. Des/.elfs bui- tcnile fchors of baft is afchgraauw, niet heel dik en tamelyk giad. De bladeren zyn niet heel lang en bleek-graauw. De bloem komt met appel blödem zeer \\ el overeen, is witachtig rood, en ruikt ongemeen lieffelyk. De vrucht beibat in een peule,waarin ?,6 of 7. langwerpige donkerbruine zaad korrels leggen, ontrent zoo groot als een erwt; die zoo bitter zyn als gal, en een t' zamen trekkende kracht heb- ben , waar door zy niet können worden genuttigt. Zoo lang het hout groen is , is het ongemeen bros , maar droog is het hard en onbuigzaam ; en gefchilt , heel niet wormachtig. Des zomers een tak afgebroken of de gantfche boom om ver gehakt werdende , vloeit een zeer heldere gele gom daar uit , die (tolt en hard word. Hv fchiet geen diepe wortels , maar zeer breed en wyd uit. En worden zy niet om de Wynbergen en tuinen geplant, om dat der- zelver wortels byna al het zap tot zich trekken , en aan de andere bomen benemen. Deze bomen worden niet oud en ook niet zeer dik ; en heb ik zeer dikwyls ge-t zien, dat hy na verloop van tien of twaalf jaar verdort was, in wel- ken tyddeszelfs diktezich ontrent een voet in den omtrek uitltrekte. Behalven dezen Amaquas-boom geloof ik niet, dat iemand van het kreupel-hout alhier , zynde een krom laag gewas met veel tak- ken , gewag heeft gemaakt. Hel zelve heeft brede dikke ruw e bla- deren, byna als die van een ap- pelboom. De fchors is .lik en hob- belig, en word door de Looyers alhier gebruikt , tot het bereiden van leder. De Barbiers maken ook een poeder voor de Rode loop of ilverem contra dyftrtteriam, van dezelve. Het hout is week, en draagt de boom gene andere vruch- ten d ui zaad , op de maniere van een l)enne-of Pynboom, waar door hy ouk aangeteelt of ver- meerdert word. Dezelve verftrekt een iegelyk tot brandhout. Waar door het echter komt, dat dit hout zoo laag walt , daar van oordeelt 'Dapper in Afrika pag. 614 niet onbillyk, dat de gruwzame ftorm- winden den hogen wasdom belet- ten , en zy aldus zeer kreupel en takkig blyven. Eindelyk is hier ook een gewas, 't welk naar het bericht van den meergemelden Tuinman , tot de Ficoides wel mag worden gere^- kent. De Hottentotten noemen het Cannai en houden het in /eer grote waarde. De Vader 5V in zyne Siamfche reis pag. 1 \ zegt : Dat het naar allen fein n de beroomde wortel is , die door de Chinefen Gui/eng genaamt word. Want zegt hy , de Heer Claudius , geweze Tuinman aan de Kaap , heeft dezelve in China gezien, en verzekert, dat hy twee ge waflen daar van alhier gevonden heeft. Het zy hoe 't zy , het is zeker , dat dit gewas alhier aan- getroffen , en van de Hottentot- ten veelvoudig gebruikt word ; namelyk in een tyd van vrolyk- heid , gelyk in 't toekomende zal worden gemeld. Derhalven doen zy grote moeite, om het van de Europeanen te bekomen, aange- zien zy het xm andere Fïcoidtbus niet wel können onderfeheiden. De Europeanen , welke dit ge- was kennen , trekken het met de wortel uit, laten het drogen, en ook zelfs een weinig rotten, zoo dat zy van een grote plant niet heel veel behouden, en bewaren het voorde Hottentotten. Ik heb het wel in de hand gehad , maar nooit daar van gekaauwt , uit vrees van dol en gek te worden, en kan ik derhalven verder niets daar van melden. Daar /.ouden nog wel heel veel gewaden zyn, die ik gezien heb, edog ik IIa in bedenken , of ik de- /ehe hier wel zal derven inladen, om dat hare rechte namen my on- bekent zyn. Onder dezelven be- hoort K.inna « wab. De Hot- tentotten hebben r gaarn. Waar toe ele Euro- peanen h t,cbruikc: KAAP de GOEDE HOOP. 309 Stinkhour marom Üdus ge- uaiut. : Schry- r hcefr cwyls :lruiken- oorden orgcreift hoort het Stink hout alhier, 't welk verarbeid , een recht elendigen ftank van zich geeft , offchoon het zeer fraai gevlamt hout is, dat tot allerlei fchragen , tafels en an- der huisraad bcquaam is, wyl het verloop van tyd dezen reuk Verlieft Het zyn bomen, ontrent zoo dik en hoog als Eikebomen en hebben grote drie vinger brede bladeren. Men gebruikt het hout ook met veel voordeel en byzon- der nut , tot allerhande genees- middelen, waar van nogtans hier niet veel tyd is te ipreken. Daar- enboven zouden de vreemde ge- wallen , alhier geplant , hier nog moeten worden ingelyft, als myne belofte zonder uwe belediging wilde of konde volbrengen , edog vermids dit Hoofdftuk buiten dat genoeg is uitgedyd , zal ik het voor ditmaal laten beruften , en de vreemde gcwallèn tot een an- der tyd fparen. Ik moet nog maar alleenlyk melden , dat ik altoos met groot vermaak denk , om de tochten die ik zomtyds landwaarts in ge- daan heb, door dien ik telkens in zeer veel dalen een zodanigen lie- felyken reuk ontmoete, dat ik my dikwyls verbeelde, dat ik niet in 't open veld , maar in een welge- ftclde Apothekers-winkel was, te meer vermids de reuk menigmaal een half quartier uurs duurde, of fchoon ik niet een oogenblik ver- toefde, welke Iiefelyke reuk bui- ten twyffel van de aangename bloe- men, kruiden en andere hecl- zame gewaflTen moet gekomen zyn. Voor 't Overige 't geen de Heer George Meißer in v.yneri Orien- taalfchen Konil en Luft-Tuin /^. ii. meld, derf ik hier met 't grootfte recht, edog eenigzin verandert, van hem lenen, en met waarheid zeggen, dat ik bv- na geen oord in de waereld héb gezien, welke de Natuur, Gods dienftmaagd , frajer en beter ge- legentheid tot het aanleggen van voortreffelyke waterwerken , als de Kaap de Goede Hoop, heeft medegedeelt. Want in plaats dat men in Vrankeryk het water met bovenmatige koften ecnige mvlen ver na het vermaartiie Koninglyk Lufthuis Verfailles heeft moeten leiden, zoo zoude aan de Kaap met weinig moeite op ontrent 3 of 400 fchreden het fchoon fte en gezondfte water van den hogen Tafelberg met zeer geringe kos- ten in en door den weergalozen tuin van de Illuftre Compagnie, ja door de gantiche Stad Bonne Es- perance, en niet minder in de ves- ting van dien zelven naam können worden gebragt , zoo dat de hoofdhuizen en fonteinen zeer hoog gaan zouden. En aldus fluit Befiuit \m ik voor ditmaal, verzoekende, dat jjj*1 "^ myn eenvoudig bericht van de Kaapfche gewaflen niet qualyk mag worden geduid , terwyl ik voor 't overige ben en blyve, enz. Qqs XVII. HOOFT- Bio BESCHRYV1NG vande XVII. HOOFTSTUK. Alphabetfche Befchryving van de uitheemfche Bloemen, Wortelen, Kruiden enz., welke aan de Kaap de Goede Hoop zoo goed als in haar Vaderland groejen. De Scbryver wi! jegenswoordig de uitheemfche Grxajfen befchryven. Aan de Kaap aard al- les V geen elders groeit. Demebomen waffèn aan de Kaap fl erker a/s in Duitf bland. Europeaan/t V Zuuring groeit fierA aan de Kaap. Wanneer de Amerikaanfcbe Aloë aan de Kaap Noen. Chineejcbe Rozen. Haar Bloemen. Amandelbomen jcbieten Jnei aan de Kaap op. Amerikaanjche Ananas. Drie zoorten van dezelve, en boe die zyn. Hoe deze vrucht word verplant. Peterzelie krygt aan de Kaap harde wortels. Zuilcer riet, boe bet is Ajpcrßc is 'ér overvloedig aan de Kaap. Rode en witte Beete of Biet. Bloem- kool word zeer veel aan de Kaap gezaait. Grote Kool. Verf heide zoorten van Camfèr. Camferbomen aan de Kaap. Hennip, .waarom dezelve aan de Kaap word gebouwt. An- gelieren aan de Kaap: Ktmcel-boom. Deszelfs bloem en vrucht. Waarom de fchors 'm malkanderen gerolt is. Zeer grote Kaßanie-bomen aan de Kaap. Gemene Ajuin. Kcr- ze-bomen. Kervel. Donker-brtiine Erwten. Articiokken. Indijche Klim. Hazelaars. Paauwe-ßaart , Gewas. Gemene Komkommers. Pafße-bloem. Welke vrucht dezelve aan de Kaap draagt l erfcheide zoorten van Kauwoorden. Cyprcße-bcom . Korenbloem. Witte Klaveren. Indifche grote flinkende Datura. Zyn om redenen uitgerocit. I 'erfibei- de zoorten van bomen Menigerhandc zoorten van Vygen. Gemene Venkel. Aardbe- ien worden groot aan de Kaap. Turk (che Tarw of "hoorn. Fitlli Magri, Gewas. Fulli Euwanne, gewas. De Kaapfche 1 'rouwen beminnen deze drie bloemen. Gemeen Hol- landfch Gras is fchadelyk. Aali ezien-bomen . Indifche Appelbomen. Zomer tn Winter- Gerfl. Hyacinthen. Endivie. Genever -bomen zyn nog raar aan de l aap. By zonder Grxas van Madagnfcar Indifche Goudboom. Deszelfs Bloem. Allerhande 'I uin-fala- de. Laurier-bomen dragen aan de Kaap geen i nichten. Verjcheide zoorten van Stuk-vio- lieren. Lelie of Keizers -kroon. Gemene Majoraan l 'erjeheide zoorten van Appelbomen. Dueden worden zeer groot aan de Kaap. Citroen-bomen. Zoete en zuure Limoen- boom. Daar van zyn gantfche wandelwégen beplant. Hompclmus. Portugetfche Sintis -Appelen. Granaat-appel-bomen Marum uit Sirie ofCandie. Tuin-Meliffe. Spaanfche Meloe- nen. Tuin- Kruizemunt. Duit f Ie Mißelboom. Zwarte Moer bezien-boom. Roomfche Myrthe-hoom. 11 itte en gele knollen. H'ïite Narcifjen. Indiaanfche Waterkerze. Ge- mene Okkernote-boom. Gevlakte Bazilicom. Tamme Olyf-hoom. Waarom de Olyf-bo- men aan de Kaap uitgegaan zyn. Peonien. Dadelboom. Tuin-Mankop. Paflinake, Vmkfhrnakt of tamme Moren. Indijche Water- Meloenen. Pcrzike-bomen dragen over- vloedig vrucht. Il 'ilde Pek ofPyntoom. Calecutfhe Peper. Indifche Piflaeie-boom. Pruime-boom. Tamme Veerebomen dragen veel Peeren. Gemene Eike-boom. Peperwor- tcl. Gemene Peper-Mortel. Dubbelde Rozen. Nog een zoort van Rozen. Tamme Ros- maryn Tamme Wynmit. Zevenboom. Saüe Vlier. Wmter-koom. Zomer-koorn of Ro^cc. Spinagie ïamariffc-lw 'I amme Dragou. Winter- Tarwe. 'Tulpen, Waarom niet veel aan de Kaap. Arbor Tul pijera. Wynflok. Maart-violcttcn. De Scbryver eindigt deze materie. De Schry- \. Wil tegen- woordig de uitland- fchc gc- waflcli.n bcfcbiyvcn VAn de Afrikaanfche gewaf- i'cn , die in 't land zelf groe- ien, heb ik lan til zoo veel bericht mederedeelt, als ik nodig geacht heb. Ik zoude als toen de geboor- te plaats van ieder plant oi boom en verfchcide andere omftandig- hedenmet weinig moeite daar by hebben können voegen, edog uit vrees , van u door myne wydlo- pigheid te vervelen , heb ik zulks niet gedaan. Jegensvvoordig zal ik nog KAAP de GOEDE HOOP. iil nog verhalen, 't geen van de uit- heerafche en hier zoo goed als in haar ecrlte geboorte plaats groe- jende gewaden , waar te nemen is, teneinde daar uit te klaarder blyfce , dat deze oord aan vol- kome vruchtbaarheid niets ont- breekt. Am de ^m zu^s werkftcllig te maken , ■paard zal ik gcene zonderlingen omllan- ^J lljt digheden van noden hebben, om >cit. dat ik reeds overlang als ter loops hebgezegt, dat hier alles wall, 't geen elders in de gehele waereld en in alle deszelfs delen groeit , bloeit , en vrucht draagt. Onder- tuflehen heb ik nodig gehad, om myn voorgeven met het by bren- gen van allerhande gewaflen te (la- ven. Zulks zal bcfl können worden gedaan, wanneer ik de voorgaan- de fchikking houde , en ieder zoort zoo wel in 't Duitfch als in 't Latein noem, daar het nodig is, dienllige aanmerkingen daar by voeg, en de Europeaanfche , bui- ten dat reeds genoeg bekent, en- kelyk met hare blote namen aan- roer. Dienvolgens zeg ik , dat in den treffelyken wel aangelegden gro- ten tuin van de Illuftre Compa- gnie, en in zommige andere tui- nen aan de Kaap, zoo wel van de Europeaanfche, Afiatifche als A- merikaanfche gewaflen, beide en uit vermaak en uit voordeel de volgende worden aangetroffen, mnebo- Abies. Dat is : Die in Duitfch- iwnde land t'over bekende en overvloe- ap.bcrcr dig groejende Denneboom , wel- itsknd. ^e herwaards gebragt en in dezen tuin is geplant , om denzelven daarmede te vercieren , en in 't toekomende meer daar van aan te queken, en het gebrek aan hout daar door weg te nemen. Men wacht nog dagelyks na de vruch- ten, waar na ten eerften een groot fluks lands daarmede zal worden ge/aait , om dat zy ruim zoo weel- derig liaan, als in Duitfchland zelf, zynde de twee bomen, wel- ke behouden hier zyn rVhragt, binnen den tyd van *o jan n ruim 36 of 40 voet hoc' opgefchotenj en daarbencvens tot een tamelyke dikte gekomen , aangezien zy bier geplant * naauwlyks 3 voet hoog waren. Acacia Americana , foliis Coln- Scorpioides legummofa ,fitiqmt echïnatïs. Dat is': Amerikaanlche Acacia, met bladeren van Lom- baarfche Linie, en ilekende peuk- jes van Scorpioides Kruid. Acetofa horten fis. Dat is : Eu- Furope- ropeaanichcnTuin-Suuring; wel- KJ ke hier is geplant , om den fche- s,oei; pen een ververil'ching te verftrek- ^c ken, voornamelyk den genen die aan de Scheurbuik krank leggen. Afgefneden groeit dezelven ten eerilen wederom, zoo dat men in een jaar zeer dikwyls van een plant zyn genoegen nut en voor- deel hebben kan. Alliwn Sativum & hortenfe. Dat is: Europeaanfche Zaaddragende Knoflook, die zeer fterk aange- queekt, en tot ingelegde vilfchen en andere fpys gebruikt word. Alnus rotundifolia, & glutinofa viridis. Dat is: Europeaanfche rondbladige groene en Kleverige Elzenbomen , waar van de Wan- derwegen worden beplant. Aloë Americana Sobolifera. Dat Wanneer is : Amerikaanfche zich fcelf kaanfche" voortplantende Aloe, die zoo Aioeaan veel jongen maakt , dat men ge- bioeit?P noodzaakt is, om ze als onkruid uit te roejen. Ik heb dezelve dik- wyls en op verfcheide oorden zien bloejen; en hoewel het algemeen gevoelen is, dat zy alle $0 jaren maar eens bloejen , zoo' heeft zulks hier geen gevolg, doordien zy ten langlten binnen 6, 8, of 10 jaren weder bloeit of fchoon geen Kunlt daar aan geoeftent word. Althéa Indica feu Rofa Sinenfis. |^neenerche Dat is: Sineefche Rozen. Dezel- ve word van de Portugeezen Fül- lt Sappates genaamt , en zien 'er bykans uit als Aalbeziëftruiken , en hebben 3i2 i^ESCHRYVING van de hebben ook feiner zulke bladeren. Ten opzicht van de bloem zyn 'er verfcheide /.oorten; te weten wit- te en gcele, dubbelde en enkelde. Van de rode maken de Portugee- zenecn zeer fchone zwarte verf,en noemen dezelven Füllt Sappates, om dat zy de Schoenen daarmede twart maken. De groene blade- ren worden tot 't baden gebruikt, om 't hoofd daarmede te Waffen , door dien zy zoo wit fchuimen als zeep ; dezelven nemen ook wel wit van eieren , om dat zy niet gaarn met zeep aan 't hoofd ko- men. Deze Struiken worden ge- bruikt tot het bezomen van bloem-ilukken, in de tuinen, zoo als alhier in den tuin van de Illu- ftre Compagnie insgelyks ge- fchied. Amygdalus, of Amandel- boom , van allerhande zoorten , met zachte en harde fchalen, als mede zoet of bitter van fmaak. Zy groejen hier van een pit zeer fchoon en weelderig; zoo dat men daar van zelfs in 't derde jaar we- der vruchten inzamelen en afbre- ken kan. Men kan ook van afge- fnede en in de aarde geftoke tak- ken jonge bomen telen of aanque- ken, en verzekert zyn, dat zy wortels fchieten en vruchten ge- ven zullen. En zyn 'er van deze bomen reeds zoo menigvuldig en veel aangewonnen , dat 'er hele ftreken lands daarmede zyn bezet, die alle rykelyk vrucht dragen. Amen- Ananas five Carduus Brafilïa- k;uniche mus, foltts Alo'cs. Dat is : Ame- rikaanfche Ananas, of Brazielfche Diftel, met Aloë-bladeren. D;t gewas is in den beginne uit Ame- rika naar Ooit-Indie, en van daar herwaards gebragt en aange- queekt. Daarvan zyn driederhan- I de zoorten, namelyk: Jajêma, Bonjama en "fajagua. De eerfte is cle grootfte, de belle, en aange- n fmaak) en van binnen htig ; de twede en derde >\ n van binnen witachtig, en bei- eel Hechter dan de eerfte. Alleen is tuflehenhaar dit ondcr- AiiMiias. fcheid , dat de laatfte een Rynfche wyn fmaak heeft. Alle drie zoor- ten zyn met takken en Hekels; de eerfte en befte is ontrent an- derhalve fpan dik en lang, de cou- leur van buiten is rood en geel- bruin. Wanneer de vrucht ryp is, en men zyne lull daarmede wil boeten , fnyd men dezelve in lchyven als een Komkommer of radys, laatze in verfch pompwater ontrent een quartier-uurs uittrek- ken, en cetze vervolgens met goede oude Rynfchcwyn en zui- kcr, wanneer ze zeer lekker van fmaak zyn, byna als de Europe- aanfche Aardbezien. Men legtze ook in geheel of aan Hukken ge- meden, met zuiker zoo als de no- ten, of andere koitbare dingen, en bewaart Ze zeer lang. Deze Hoede vrucht heeft een kroon , welke af- vrucht gefneden en geplant, onfeilbaar puntw weder een andere vrucht voort- brengt, waar van men zich het volgende jaar bedienen kan. On- dertuflchen is nodig, dat men op de onrype een wakent oog houd , ten einde dezelve door ontuchtige of onnutte vrouwluiden niet afge- broken en tot het afzetten of af- dryven van hare vrucht werden gebruikt, zoo als helaas ! dikwyls pleegt te gefchieden. Apinm hort en fe feu 'Petroft/i- Pcterfd num vulgo. Dat is: Tuin-Peter- ^"'k» felie, die uit Holland hier is ge- harde« bragt , en als nu in een zeer grote tck menigte gevonden word ; onder- tuflchen is deszelfs wortel zoo goed en malfch niet als in Europa, maar word /.eer ras zoo ftokkig en hard , dat ze niet kan worden genuttigt. Aruudo Sacharifera. dat is: In-Zuik»- difch Zuiker-Riet, 't welk dat R:cr' xm Duitfchland zeer na by komt, en byna zulke fcherpc bladeren heeft; vveshalven niet nodig is, om alhier veel daar van te melden, te meer vermids het van velen reeds overvloedig befchreven is. Wie ondertmTchen lult heeft om van het zelve iets meer te lezen, zie KAAP de GOEDE HOOP. 313 ijifie is vloe- un de )de en : Bete et. zie by Francifci in z\ non Ooft -en Weft-Indifchen Staats en LuH- Gaarden pag. 160. ßq. , na » zoo zal hy van deze materie een viic- voerlyke en omHandigc naricht van allerhande zoorten , uit vele Schryvcrs hy malkanderen , aan« treftèn. Gelyk dan voornamei vk f>ar GOEDE HOOP. 315 Kervel. Donker- J1IR' wten. ^.rticiok- Chïcropbyllum Jat: luw. dat is: Zaad - dragende kervel, die uil- Holland gebragt, en alhier ge/aait en geplant is. Cicrr Sativum, dat is : zaad dra- gende Erwten , zoo wel grote en kleine, zoo als ze in Europa groe- jen, dat is, gemene en zuiker-erw- ten , een zoort, die ecnigzins groter als de zuiker-erwtcn is, en van buiten donkerbruin uitziet, eri doorgaans Graauwe Erwten ge- naamt worden. Deze laatiten o- vertreffen de eerden in fmaak , en zyn zeer gezond en goed om te eeten ; 't geen verder alhier zoude aan te merken zyn, heb ik reeds in myne vorige Hoofdftukken aangehaalt. Cinara hortenfis^ foliis non acn- . lentis, dat is : Articiokken met bladeren , die niet ftekelig zyn. Men heeft ze insgelyks uit Hol- land hier gebragt, en vind dezelve byna in alle tuinen in een grote menigte ; wordende jaarlyks vele ftoelen ingelegt, en naar Indien gezonden. Clematis ederacea Iudica, foliis heKlim. fubrotundis , flore rubente. dat is: Indiaanfche Klim, met ronde bla- deren en rode bloemen. Van deze en de Pailïe-bloemen zyn heel grote zomerhuisjes zeer tref- felyk en aangenaam in den tuin van de ïlluflre Compagnie bedekt, zoo dat men voor een tamelyken regen daar onder droog zitten kan. Corylus fatwa. Of Hazelaars, die uit Duitfchland en andere I landen hier gebragt zyn, en onge- meen wel aarden en vrucht dra- gen. Men vind ze nog in zeer weinig tuinen , om dat zy onlangs hier gekomen zyn ; hoewel men reeds uit de vruchten ziet, dat zy zeer wel aan te queken zyn. Chrifla Tavonis. dat is: Paau- wc-itaart, door de Portugezen Fuly 'Pavan genaam t ; zynde een flruik 6 of 7 voet hoog. Men zet dezelve rondom de" tuinen in plaats van heggens. De bladeren I. 'Deel. Induan- j au wc- Üat. zyn ontrent als die van ccnTama- rindenboom; en de bloem komt met Ridderlporen overeen, waar van cene zoort rood en de andere geel is, waar op een kleine vrucht op de wyze van veldpeultjes volgt, die donkerbruin is. Cucumis vulgaris, dat is : Ge- Kom- mene Komkommers, uit Europa k<,m.mer? ïcr gebragt, die in grote menig- Kaap ge- te worden gebouwt, en alhier zonL veel gezonder zyn als in Duitfch- land , aangezien men een goede portie tot zich kan nemen, zon- der vrees , dat zy aan de gezond- heid nadelig zullen zyn. Cucumis flos paßionis ditltis. Of: PaiTie-bloem uit Amerika hier ge- bragt, die tot cieraad en bedek- king van Weesjes, zoo als hier vo- ren reeds is gezegt , gebruikt word. Hoe 'er deze bloem uit- ziet , is onnodig, om met veel omftandigheden te befchryven, om dat zy buiten dat in Europa genoeg bekent is. Ondertuflchen is alhier ontrent deze bloemen dit onderfcheid , dat zy gebloeit hebbende , een vrucht daagen , die zeer goed is te eeten, mids dat men dezelve niet overryp moet laten worden , om dat ze dan waterachtig word en ver- rot. Cucurbita lagenaria & rotunda. Verfcheidp dat is : Kauwoorden als een fleflche zoo"en j. r l j i. van Kau- en die gantlch rond zyn, die men woorden, deels uit Europa, en ook uit In- dien gebragt en alhier geplant heeft. De miniten worden van de inwoners genuttigt , terwyl men een tamelyke menigte aan de fchepen verkoopt ; en door dieft de/elven uit Indien goed in Hol- land können worden gebragt, ne- men de fchepen een goeden voor- raad daar van met zich, en bedie- nen zich daar van, wanneer alle hare groene kruiden, kool , knol- len enz., ten einde zyn. ( prejjfks ramis e xp an fis. dat is: Cypreiïe Cvpreileboom met uitgeflrekte boqnj: takken , welke de inwoners zoo wel uit Europa als Indien beko- Rr i men 3i6 B E S' C H R Y V I N G van de • w ■ Klaveren , waarom aan de Kaap ge- inen, en äangequeekt hebben; van dezelve worden pyramidé» gefchoren , en aldus de takken niet weinig gefnuikt. Cyanus Segetum Ö> hortenfix, flor e n lbo , coerulco , &c. dat is: Wilde en tamme 7.00 wel witte, blaauwe , als vleefch verfde koornblocm, met het koren hier gebragt en gezaait. Zommigen zyn in den tuin van de Illuftre Compagnie gezaait, en hebben een dubbelde bloem, ruiken wel, en ftaan ongemeen aangenaam on- der andere bloemen. Cytifns arvenfis, of witte klave- ren, die uit Holland hier ge- bragt en gezaait is; ten dele om te zien, of die wel zoude groejen; en ook om voor de kalveren een weide te hebben , als het gras al- omme door den vernielende hef- tigen Zuid-Ooiten wind wegge- veegt is. Derhalven hebben zom- mige een goed ftuk lands daar me- de bezaait , en geen berouw van deze hare moeite gehad ; des niet tegenflaandc heeft men bevonden, dat van 't jong zaad niets ^s voor den dag gekomen , en dat die- zelve wind nadelig géweeftis. Grote in- cDatttra fin Stramonia Indïca kJfndcD^" major foetida, powo fpïnofn obk tura. dat is: Stinkende grote India .n- fche Datum , met een doornige langachtige vrucht. Dezelve is uil Indie hier gebragt, geplant, en wel voort gekomen j en hebben \ele \ nichten donkerbruin zaad op de maniere van f, in/e gedra- gen. Ondertull'chen is de gemel- de Tuinman wegens zeker verval te rade geworden, om deze bo- men uit te roejen; ttit vrees, dat meer ongemakken daar uit mog- ten worden veroorzaakt. Ik ben niet van voornemen , om hei voorgevallene te verhalen door- dien zulks insgelyks nadeel zou- de können na zich Hepen. h'alm Ic'uminofa. Of: Bonen an allerhande zoort en grootte , die uit Europa herwaards zyn ge- tagt , en waar van reeds voor heen gewag gemaakt is. Onder anderen heeft wylen de Hoog E- dele Heer Gouverneur Louis van AiTenburg een zoort van lange ge- fpikkelde bonen uit Brazil met zich gebragt, die zeer aangenaam om te eeten zyn , en zeer wel aar- den. Men heeft hier ook zwarte bonen van Madagascar , welker peulen een lpan lang, en de vruch- ten zoo lang als een lid van een vinger zyn, die insgelyks zeer wel wallen ; waar door andermaal blykt, dat ook deze vruchten uit allerlei landen zeer fchoon opko- men. Fiats communis Indica , &c . Dat Meni is: Allerhande 7 oorten van vygen, ]^^a zoo wel gemene als Indiaanfche , van vj waar van alomme in de tuinen gantfche vakken beplant zyn ; zoo dat men zyne lufl zeer wel daar aan boeten , en niet droge maar groene, verfche, en recht rype van de bomen plukken, en zonder het minlte gevaar eeten kan. On- der anderen vind men hier een kleine zoort, die naauwlyks zoo groot is als een Okkernoot. Zy is van buiten heel donker-rood en van binnen gantfeh hoog rood. De boom is de grootlle en fraaifte, van alle vygebomen , en deszelfs bladeren komen met die van een Wyngaard tamelvk overeen. Van de vygen, die Piflang worden ge- naamt, heb ik reeds in een van myne voorgaande Hoofdfhikken een omftandig naricht medege- dcelt, daar ik den Lezer hene wys. Ficoidcs fi'it Ficus Americana, Ceret effigie, Spinofa £y angnloßi. Dat is: Amcrikaanlche Vygeboom met een gedaante van Cereus, met veel ftekels en angels. Ik heb nooit. vruchten daar aan gezien, k.m derhalven ook niet daar van melden. Ondcrtuilchen weet ik /eer wel, dat een blad aan ftui? ken gelcheurt, witte zap als dik- ke melk daar uit loopt, die als lvm aan de vingers kleeft en ver- volgens gantfeh zwart word, wcs- lulven KAAP de GOEDE HOOT. 317 sne Turkfcli en. olli Ma- vat een as. halven ik van gevoelen b n, dat van deze vygen niet al te gertïfl te eeten is. Edog zulk, laat ik anderen onderzoeken. Fcmiculum vuig, irt germanienrri. Of: Gemene Venkel uit Duitfch- land ; dezelve groeit hier als nu langS alle wegen en in de tuinen zoo menigvuldig, dat men lehier genoodzaakt is, om dezelve als onkruid uit de tuinen te hou- den. Fragatta ferms- fräga rubra. dat is : Aard-bczicn-kruid met een rode vrucht. Dit is insgelyks een Etiropeaanfche plant ,• en word aK nu in alle tuinen zoo me- nigvuldig aangetroffen , dat men geen rede heeft , om over hare lelmrshcid en magerheid der vruchten heide te klagen. Ik zelf heb 'er dikwyls genuttigt, die veel groter als een tamelyke hazc- noot of als een lid van een duim waren ; daarenboven heb ik op het Landgoed Verre gelegen een boom gezien , welke diergelyke vruchten droeg, die echter veel groter en geuriger waren dan de eerde , aangezien dezelve de grootte van een Okkernoot bc- rykten. Frumentum Indicnm Sar ace ni- cv.m. dat is: Indiaanfch Turkfch koren : 't welk in Europa t'o- ver bekent geen verdere befchry- ving van noden heeft , zoo dat ik älleenlvk zal zeggen , dat het al- hier Mays genaamt word. Fulli magri is een Heeflcr Van de Portugcczen aldus gedoopt. De Mallevers geven haar den naam van Malludi Sujfum-, erfde Italianen begroeten haar met dien van Ja/min dclmin ; zy wall als een Kruisbcziè' itruik ; heeft cc- nigzins groter bladeren als een kerzeboom, en een bloem, die dikwyls dubbelt komt. Dezelve is wit als Jafrayn , en zyn beide van een ongemeen licffelyken reuk. Weshalven de ïndiaanfche wyven die aan een draad rygen, en in dehairen vlechten, tcrwyl wederom n oly daar van maken, en het hair' daar mede 1'meren, ten eir.de om aangenaam te ruil,. Fulli EniiJatmc, is een Heeftcr of '7ul|'En- boom, van de ' TS Tat- ™ \ fchau genaamt en van Batavia her- fiewiS' waards gebragt. Dezelve wall zelfs in 't woelte veld, maar word wegens den liell'elyken reuk der bloemen, in de I .uil-tuinen ver- plant. De bloemen z) n geelach- tig, en de bladeren afs een Her, die ongemeen aangenaam ruiken. De Ham des booms groeit ontrent ia voet hoog, en heeft bladeren als dcGuabbes of Guajabos-boom, edog ecnigzins kleinder en fmal- der. Fulli aros brancho is insgelyks een boom , van de Portugcczen aldus gedoopt ; door de Malleyers werd hy 'T e let Settangan ge- naamt, en groeit zoo hoog als een man ; hy heeft witte en gele bloe- men , gantlch dubbelt , als de Mo- fa Sinenfis of Fulli Sappates , en bladeren van een appelboom. De bloemen ruiken zoo lieffelyk als een weiruikende Narcifle. De Kaapfche vrouwen bemin- DeKaap- nen deze drie zoorten van bloe- ^n heb-"" men zeer; en zyn geweldig in ben dezc hr 1 -i l 1 drie bloe- aar ichik wanneer zy gelegent- mengurn. hcid bekomen, om 'er te plukken, namelyk wanneer zy in den tuin van de Iliullre Compagnie ko- men,zynde dezelve mynes wetens, nergens anders aan te trefTen,welke bloemen zy tuiTchen hare borllen Heken , of ook wel in hare hand houden , om alle oogenblik hare neus met den lieffelyken reuk te kittelen of t'onthalen. Gramen vulgär e, item bulbofitmfê Gemeen fp art e um Ihllundicum. dat is : Ge- Hollandfch meen en ook bolachtig en zich ^B na" zelfs zaajent Hollandfch gras. Waar van dat een bol, onverhoeds met andere gewaiïen van Batavia is gebragt, 't welk als nu zodanig vermenigvuldigt , dat men naauw- lyks meellcr daar van kan wor- den. Het laatlle is uit Holland Rr 3 ont- gis BESCHRY ontboden , om dat men 't meende zeer voordelig te zyn, edog men is naderhand gewaar geworden, dat zulks ook 't ergfte onkruid is, dat kan worden bedacht, en heb ik reeds in myne voorgaande ge- meld , dat de Hollanders alhier het Spurrie noemen. Aalbczien- Grojfulana multiplici acino ,five bomen. non fpinofa hort en ßs rubra £f> alba. dat is : Rode en witte Aalbezien- bomen, met veel korrels in de be- zien of zonder Hekels. Deze zyn ook niet heel lang uit Europa hier gekomen , en derhalven nog ta- melyk raar, terwyl zy zoo goed bloejen en groejen , als in haar oude grond. Indiaan- Guayana alba dulcis , five Gua- fcheAppci- jayo pomifera Indica. dat is: Indi- 'aanfche Guajabos of Appelboom, waar van de vruchten vol kleine pitten zitten. Van dezelve is reeds in een ander Hoofdttuk omftandig melding gedaan. Zomeren Hordeum vemum Ê!> hybernum. ST" Dat is: zomer en winter-Gerft, waar van insgelyks elders gewag gemaakt is ; ondertuffchen dient als nog te worden aangemerkt, dat de zomer-Gerit alhier geen . plaats heeft , door dien in den winter alleen allerhande koren ge- zaait word. Hyacin- Hyacinthus albus, &c. of: Wit- then. te Hyacinthen , dubbelde en en- kelde , die uit Europa hier gebragt zyn. Lmlivie. Intybus fativa lati folia & ens- pa. dat is : IJrecdbladige en kroe- ze Endivic , die nevens ande- re keuken-kruiden zeer fchoon wad en zeer lang duurt. Ccncvcr- Juniperus vulgaris baccis parvis ™r furpureis. dat is: Genene Gene- verbomen met kleine purpere bci- t n. Hier van zyn nu ter tyd nog maar twee bomen in we/en, die mi voor de eerftemaal vrucht dra- gen. Ondertuffchen door dien de/.clvcn worden bewaart , om volkomen ryp , te worden ge- zaait en geplant, zoo is ontwyliel- baar, of daar zullen in 't kort meer Kaap. VING VAN DE van dezelven worden aangetrof- fen. Kazfthebyriug, van de Japane- Byzon. zen Kut h fchi nes genaamt , is een8^\iSV' boom , die van Madagafcar her- car. ° waards is gebragt ; dezelve komt tamelyk met de Pulli aros brancho overeen , en draagt geel zaad, waar van de Japanezen een verf vervaardigen, waar mede zy hare flaaprokken verwen. De bloem heeft de gedaante van een gele Narcifle, en ook diezelve reuk, weshalven de Kaapfche Vrouwen die ook zoeken , om daar mede hare borflen te parfumeren. On- dertuilchen kan ik zeggen, dat ik geen hef hebber van die bloem ben geweeil , om dat haar reuk voor my te fterk was. Kayiumas. Of Indiaanfche G ln^ Goudboom. Deze is om defzelfs boom. fraaje goudgele bladeren hier ge- bragt , en aard zeer wel. Hy groeit een mans hoogte ; de bla- deren zyn niet groot, byna als die van Lyfimachia, geel en rood ge- fpikkelt en fchynen fchier goud- geel , waar door de Malleyers haar ook den naam van goud bladeren gegeven hebben. De bloem is gantfeh klein , en groenachtig van kouleur, zonder reuk ; weshalven zy meeil om hare fchone blade- ren in de tuinen worden gezet , waar mede zy ook onder alle an- dere bomen byzonder uitmunten en daar in een ongemenen voor- rang hebben. LacJuca vulgaris capitata & non Allerha; capitata, dat is : Krop-Salade en iaag. 179. getuigt, niet tegen- gaande hy zéér veel zoorten van dezelven in geheel Oofl-Indie ge- zien had. De Meiticen en Caiti- cen te Batavia en andere plaatzen in Ooil-Indie kopen de pitten by "t pondj en maken een zalf daar van waar mede zy het hair beftryken en krullen. Malus C'jtna Of Citroen-boom. boo*roen": Van dezelve heeft men hier zeer veel goede en ichone bomen, die altyd vol rype en onrype vruchten liaan, en kan men derhalven het gantfche jaar door van een enkel- den boom zyne nooddruft hebben en van de anderen geld maken. In den tuin van de llluitre Com- pagnie itaat een zeer fchone grote en rykelyke dragende boom, waarvan de Heer Gouverneur al- tyd zyn tafel kan verzien , ten wa- re de tuinman of de Haven in de voorbaad waren. Malus Limonta acida ï§ dulcis. 70etc er; dat is: Zure en zoete Limoen- zure Li- boom. Hier zyn verfcheide zoor- boo™ ten , welke of in grootte of in rondte onder elkander vcrichil- len. In den meergemeldcn tuin van de llluitre Compagnie, zoo als ook op 't Landgoed Verre gelegen en andere Buitenplaatzen , ziet men gantfche wandelwcgen met diergelyke bomen beplant , waar van te plukken nooit is verboden , ten zy men het te grof,- of de bo- men voorbcdachtelvk kaal maakt BESCHRYVING van de ' 320 De groot fte en befte heb ik op Drakenftein aangetroffen , die groot en goed van fmaak als ci- troenen waren. Malus Arantia Indica frutlu omnium maximo-, 'Pompelmus diclo, mcd/i/la partim pallefcente , partim rvficfcentc. Dat is : Zeer grote Pompei- Indifche Oranje-boom, Pompel- mus. rortiigecze mus genaamt,met een wit en rood achtig merg. Deze twee /oorten van Oranje-appèls overtreffen alle anderen van dien naam in grootte, door dien zy zomtyds zoo groot worden als een Kinderhoofd. De boom is insgelyks groter als eeni- ge andere Oranje-boom, en heeft brede ronde bladeren. De Bloem is wit , byna als appel- bloßem, en ruikt ongemeen lieffelyk. , De vrucht is met vlakken, byna als de Tygers , en word om dieswille door de Indianen Tyger- Limoen oïMofchan genaamt. De fchil is dik en fponsachtig en derhalven zeer bcquaam om geconfyt te worden. Malus arantia Lnfitania, ßu Oranje of pomum Jinenje. dat is : Oranje-ap- Sinas aP- pC|s ujt p0rtugaal ofSinäs-appelen. Dczclven hebben haar eerfte va- derland in Afia, en naderhand in Europa en wel voornamentlyk in Portugaal en Italië gevonden. Zy aarden hier zeer wel, en is der- halven onnodig om meer daar van te melden , om dat zy alomme tover bekent zvn. Malus 'Tunica ßve Granat a. t_ dat is: Granaatboom. Vanden- delven vind men hier ook een ta- melyk getal; en dient te worden aangemerkt, dat zy hier zoo wel als elders in Ooll-Indic, groter vruchten dragen, dan op een ige plaats in Europa ; en is een gra- naatappel alhier zoo groot als twee vuiften , of fchoon de bomen zelf niet heel groot en hoog zyn. Der- halven gebeurt het dikw-yls, dat men de takken , uit vrees dat zy dooi de zwaarte der vruchten zullen af fcheureu , rooetonder- Éhitten. Daar zvn twederhande zoorten, te weten, eene met rood appel bo men. purpcre en wederom eene met geelachtige greinen ; de laatlle groeit liefft in waterachtige plaat- zen. De greinen of pitten ont- houden een aangenaam , lieflyk, verkoelend , en gezond zap , en zyn derhalven in de hete zomer- dagen zeer verfrilTchende. Marum Syriacum vel Creticum. Marum Dat is : Marum uit Syrië of Can- SyiTc' die , die niet veel anders als ge- mene Majoraan uitziet. Hy ont- houd een zeer Herken geeft in zich, die ten eerften boven in 't hoofd vliegt en de verftopte delen opent , als men maar twee blade- ren milchen de vingeren aan (luk- ken wryft, en daar aan ruikt. Deszelfs deugt heb ik dikwyls in hoofdpyn geprobeert en goed be- vonden. Melijfa hortenfis, odore Citri. Tuin-; Dat is : Tuin-Melilïe met een Ci- m' troen-reuk. Dezelve is uit Euro- pa hier gebragt en geplant , en word jaarlyks in een tamelyke me- nigte verbruikt. Melo Hifpanicus. Of Spaanfche Spaam Meloenen. Zy aarden hier zoo Mcloec wel als in Spanje zelf, en worden hier doorgaans Spaanfch fpek ge- naamt. Velen worden hier ovcr- ryp, enblyven derhalven leggen, of worden voor de varkens ge- worpen ; tcrwyl de genen die men genuttigt , de minfte onpaf- felykheid veroorzaken. Mentha horten/is crifpa. Dat is: Tuin-Kruizemunt , die hier niet minder krachtig is , als in Europa; des niet tegenftaande word dezelve hier zoo veel niet aangequeekt, om dat men weinig water en maar zoo veel ab de A- pothekers winkel van noden heeft, daar van brand of overhaalt. Mefpilus Germanica folio lattri- no non ferrato. Dat is: Duitfche JJ1^1 Mifpelboom met geen ge/aagt of Hecht Laurier-blad. Deze bomen aarden ook zeer wel, en hebben de koude lucht ftreek tegen de w arme heel wel können ruilen. Ik heb vcelmaals van hare vruchten gegc- KruH hit int. Duitf I KAAP de GOEDE HOOP. 321 gegeten , en bevonden dat zy ruim voo goed en groot waren als in Duitfchland. docrbc7.u; Mortis fruit u frigro. dat is: '. Moerbcvicn-boom met een v.war- racht, re vrucht. Deze fchieten hier weelderig op, en flrèkken hare takken wyd uit ; wcshalvcn ik acht , dat de andere voort met witte bezien ook wel zoude aar- den, byaldien ze geplant wierd, en zouden hier zeer gevoeglyk Zywormen können gehouden en zv gewonnen worden , ten ware de heftige 7.uid-ooite wind zulks belette. Edog zulks konde wor- den onderzocht , wanneer men wel ras v.ien zoude of de vruchten den verfpildcn tvd zouden belo- nen. lomfchc Myrtus communis Italien & lati hc~ folia Romana. dat is : Gemene Ita- liaanfche en breedbladige Room- fche Myrtheboom ; van den zel- ven itaan een tamelyk getal in meergemelden tuin van de Illuftre Compagnie , die daar tot cieraad dienen , hoewel 'er tot nog toe geene Pyramiden , enz. van gefcho- ren zvn. Witteen Kapns Sativa. Ofwitte en gele e knol- A 1 • 1- ° ,. rapen , zo als ze m Europa zyn ; waar van men by de zeeluiden jaarlyks zeer veel geld maakt , en echter zoo veel overhoud , als men tot fpys van noden heeft. itteNw- Narci (Jus albus , magno odorato flor e. dat is : Witte Narciilen met een ruikende grote bloem. De Hollanders hebben deze bloemen insgelyks hier gebragt , en zyn dezelven als nu zoo veelvoudig aangequeekt , dat men ze fchier in alle tuinen aantreft. liaanfche Naßnrtiiim Iudicum, flore lut co «erkers. dllntiorc. dat is : Indiaanfchc Wa- ter-kers met bleekgele en rood- achtige gele bloemen; welke bet dé voorten alhier in alle tuinen met oplopende ranken , als klim, te zien zyn ; ondertuilchen word dezelve weinig tot fpvs gebruikt, en houd men enkelvk de bloe- men , om de Ichotels by gait- I. 'Deel. en. ! malen optefchikken of mooi te- maken Nnx Julians five reqia vulgaris. Gemcn-- datis: Duitfche gemene Note-SJST boom. Of fchoon dezelven hef- tige (lormwinden uitllaan moeten, komen zy echter veer wel voort, en dragen even zoo goede duur- • zame vruchten als in Duitfchland, van waar zy hier gebragt , en maar door vruchten of noten aange- queekt zyn. Men vind den zel- ven reeds zeer veel hier en daar op 't land. Oeymum lati f o Hum maatlat urn Gevlakte velcrispnm. Dat is breedbladige Bafllicom- gevlakte of kroeze Bazilicom, welke insgelyks uit Europa her- waard is gebragt. Olea fativa. Of tamme Olyf- 07^™^ boom, die uit Holland hier ge- y bragt en op de hier zyn de wilde Olyf-bomen geënt is. Hy quam in 'den beginne op Conitantia zeer fchoon voort , maar door dien de Heer Bezitter het voordeel van de Oly ven en den daar uit geperften oly alleen voor zich wilde houden en naar zyn eigen zin daar mede leefde, zoo is dezelve naderhand wederom fchandig uitgegaan. Hy hadde reeds een tamelyk getal , die zeer w-el wortel hadden ge- fchoten , maar vermids hy niet wilt, hoe dezelven moeiten wor- den gehavent en opgepaft, en na geen raad wilde luiiteren , zoo moeiten zy wel te gronde gaan. Naderhand zyn geen groene en verfche oly ven, veel min bomen hier gebragt. T 'a 'on ia flore pleno , rubro mino- Peonie. re. Dat is: Peonie met kleine rode dubbelde bloemen. Zyzyn in den meergemelden tuin van de Illuitre Compagnie, en liaan on- der andere bloemen zeer fchoon en fraai Talma dac7yliferay feu dactylus Dade' vulgo, dat is Dadelboom, welke ook aan de kant van een water itaat in den meergemelden tuin, en zeer wel aard. Dat ik bloem of vruchten daar aan heb gezien, S s zulk* 322 BESCHRYVING van de Kaap ge bragt.. >!ake. Indifche Water Me- loenen. zulks kan ik niet zeggen ; hoewel mv van geloofwaardige mcnlchen is verhaalt, dat dezelve gedragen hec Mankop, 'Papaver hortenfe. Of Mankop van allerhande couleuren , dub- belde en enkelde ; dezelven zyn hier gebragt en gezaait , om dat de bloemen onder de anderen een aangename fchakering maken , en liaan dezelve als nu in alle bloem- tuinen in groot getal. 'Paßhiaca fativa , radice alba. dat is : Tamme Pallinake , met een witte wortel ; dezelve worden menigvuldig aangequrekt, om dat daar van bv de zeeluiden grote af- trek is i die ze kopen , om dat ze zeer lans können worden be- waart. Zy zyn veel zoeter en aan- genamer van fmaak als in Duitfch- land zelf, van waar zy hier geko- men zyn. Te f o Jndicus r et ie u latus , femi- nïbus albis & nigrïs , major, dat is: Grote Indifche Pepoen , van buiten op de wys van een net, met wit en zwart zaad. Deze tweder- handc zoorten van Pepoenen zyn uit Indie hier gebragt, en groejen als nu zeer overvloedig , en zoo gord , dat zy de Indifchen zelfs den loef affteken. Zy worden in Indien Ratïec en van de Turken en Tarters Carpus genaamt , om dat zy zeer verkouden. De Pcr- fianen noemen dezelven Hïndua- 11a, om dat zv door de Indianen cerit in Perfie gebragt zyn. Zy fcyn als Meloenen of liever als grote Kauw oorden ; hebben een donker groene fchil , en van bin- nen of witachtig vleeich met wit Zaad, of lyfverwig met zwart zaad. Beiden zyn zy zerr waterachtig, en zoo zoet als zuiker , dog zyn de lauden veel beter als de eer- den. Ik acht , dat men iemand , die aan de koorts legt , en zeer dorlligis, niets beter kan geven, en /onder minder gevaar, dan de- ze \\ 'ater-nv 'oenen, aangezien ik zelf/eer dikwyls op myne toch- ten te land diergclyke opgefilé- den , en met zeer weinig den het tigen dorll gelefcht heb ; weshal- ven ik my verbeeld , dat dierge- lyke zieken , ook daar van zouden können gebruiken , te meer om dat daar van reeds vele proeven zoo wel hier als elders in Indien genomen zyn. Men kan dezelven hier den gantfehen zomer door hebben ; en groejen ook in een zandige grond, als zy maar water krygen können. Van binnen zyn zy vol zaad , dat zoo groot en van dezelve gedaante is , als dat van Kauwoorden ; voorts zyn de ran- ken , waar aan zy groejen , insge- lyks als die van de Kauwoorden, behalven dat zy heel glad * en de anderen ruig zyn. In de bloem is mede byna geen onderfcheid. Terfica malus vulgaris fruèJu Peru' mollï & albo ïtemfruhu quafi fan- boom- guineo. dat is : Perzike-boom met een weke witte vrucht, als mede met een byna bloedrode vrucht. Beide deze zoorten vallen alhier zoo overvloedig , dat men ze jaarlyks ten goede niet kan ver- doen, en men dikwyls genood- zaakt is , om een grote menigte voor de verkens te werpen , voor- namelyk van de witten en weken, die niet lang können worden be- waart. Zommigen laten dezelven drogen, en maken een winter- fpys daar van, die zeer aangenaam is, 't zy alleen of met vleeich ge- kookt. Tinus Sylvcßris. Of wilde Pyn- WiidcPj boom , die in den groten treffely- ken tuin van de Illultre Compa- gnie geplant en als nu ontrent zo of of 30 voet hoog, en naar mate dik is; men wacht alleenlyk naardef- zelfs vruchten en daar in onthou- den zaad, ten einde om verder voortgeplant te worden, aange- zien hv in de 20 jaren , dat hy hier heeft geftaan , nog ge"en \ nichten gedragen heeft. 'Piper ludicmn //'■■ r Calccuflicum Caleci propeiideutibus filïquis oblougis, tnePeP' urvis rubrïs. dat is : Indifche of Calccutiehc peper, met han- gende KAAP de GOEDE HOOP. 323 oom Pruime jora. gende langwerpige kromme rode peulen ; zynde lange peper, die in peulen op een /eer fehoon en groen boomt je groei i , en /eer veel tot ingclcgden AtiaroizBr dere ectw aren , daar onder vifch, gebruikt word. Indiühc Tijlwi Indien, fruehiraecmo- ühcicn- fo. dat is: Indifche Piftacien-boom met een vrucht , die als de haze- noten aan eikanderen groeit. Ze- ker Schipper heeft deze vruch- ten hier gebragt, en aan zyne vrienden vereert, die ze nader- hand geplant , en fraaje jonge bo- men daar van bekomen hebben. Dezelvcn zyn jegenswoordig on- trent 4 voet hoog, zynde ecrlt o- ver 3 jaren aan de aarde bevolen ; of dczelven echter verder zullen wallen en vrucht dragen, zal de tyd leren. 'prunus. De Pruime -boom is insgelyks uit Europa hier gebragt, en heeft men reeds verfcheide zoorten als gelen, blaauwen, en deze zyn wederom zoet of zuur. Onder tuiTchen plant men dezelven nietgaarnin de tuinen, om dat zy veel hout maken, en een wan- order ofwel veel moeiten veroor- zaken. De vruchten en de bloem komen met de Europeaanfchen o- vereen. Tyrus Sativa. Of tamme Peer- boom van allerhande zoorten , uit Europa hier gebragt , en of als kleine bomen of uit de pitten aan- geteelt ; en daar is byna niet ee- ne zoort in Europa , die hier niet gevonden word, en even zoo goed aard. Derhalven können de fchepen zich ook van derzclver vruchten op reis verzien, en iets tot hare verver llching met zich nemen, zoo als ook doorgaans ge- fchied , wanneer nogtans zoo veel overblyft , als de inwoners alhier van noden hebben. Gemene Quercus vulgaris brevibus pedi- :eboom. CHfom dat is: Gemene Eikeboom met korte ftelcn. Dat dezelve hier wel aard, en dat daar van een bofchje is aangelegt , zulks I. TteeL Tamme berboom. heb ik reeds voorheen gemeld, en daar benevens veel eigenfehappen daar by gevoegt , die de?en boom betreffen, waar aai) ikmyrelcrc- re. Raphanus ni^rr major rotundus , Pelten«** Ö Raphauus minor oblongus. dat is : " Grote zwarte ronde Peperwortelj en kleine langwerpige Peperwor- tel. Beide zoorten vind men hier, die zoo fehoon groejen, als in Europa. Raphauus Ruft ie anus. Of: Ge- mene Pepcrwortel ; dezelve is hier nooit zoo Itcrk en krachtig, als in Europa , en voornamelyk in Duitfchland. Rofa Ccnii folia fruticc fpinofo , rubra, alba, dat is: Dubbelde ro- de en witte Rozen met een fteke- ligenftam;deze zoo wel als de en- kelde nevens andere zoorten meer heeft men hier zoo goed als in Holland of elders in Europa. Daarenboven ziet men hier ook eene zoort, onder den naam van Ceylonfche Roos pralen. Dezelve heeft geen ftekcls , en rode bloe- men als Klokskens , waar van 'er veel op eenen {teel zitten. Of dezelve echter eenen anderen naam draagt , dan of deze haar in eigendom toekomt , zulks is my onbewuit. Rosmarinus horten fis. Of: Tam- Tamme me Rosmaryn ; die uit Europa Rosm-aiYn. hier is gekomen, maar hier veel beter groeit en bloeit, als in haar eige vaderland; want men fleckt daar van takjes in plaats van palm rondom de bloem- vakken, die zo wel vatten , als of zy reeds lange wortels gefchotcn hadden. Ais zy cenigzins ongclvk opfehieten , en zich uitbreiden, zoo kan men dezelve zoo wel als palm, met de fchaar fcheren ; en worden wei- nig bloem- vakken aangetroffen, die niet met Rosmaryn of Majo- raan bezoomt zyn ; waar door beide deze kruiden in zodanige menigte worden gevonden, dat men ze daar door weinig acht , en het hecle jaar door in 't veld Ss z (taan Wynruit. Zeven boom. Salie. ?24 BESCHRY ftaan laat ; ondertuflehen word daar van jaarlyks een grote menig- te in het Ziekenhuis van dellluitre Compagnie tot baden gebruikt. Ruta bortenfis. Tamme Ruite of wynruit , die insgelyks haren oorfprong uit Europa heeft, en i hier zeer liefelyk aangroeit.. Sabina. Ze venboom word in , alle tuinen zoo menigvuldig ge- zien, dat men zeer weinig moeite heeft, om die aan te queken; e- j dog dient hier een oog in 't zeil gehouden te worden, dat geile ontuchtige vrouwluiden niet daar by komen, en daar mede haar moedwil plegen. Salvia. Of Salie, is een Euro- péaanfche plant geweeit , die hier zoo zeer aangequeekt is , dat men | heden dien dag gantfche velden daar mede zoude können bezet- j ten ; en zyn daar van alhier twe- j derhande zoorten, te weten, eene met groene en eene met geelach- tige bladeren. Sambucus vulgaris. Of geme- ne Vlier, die uit Duitfchland is gekomen, en hier zoo ichone be- zien draagt, als daar. Secale hj bernum five majus. dat is: Grote Rogge of Winter-Ko- ren. Dit is in den beginne uit Holland overgevoert , en word nu in grote menigte gebouwt , zoo als voorheen gemeld is. Vermids men echter maar eens 'sjaars zaait, gelyk hier voren insgelyks reeds is gezcgt,zoo heeft men geen zo- mer-koren van noden, als om wel- ken tyd men met de ploeg niet meer in de aarde komen kan. Spinacbia Semine non Jpinojo ö fpïnojb. dat is: Spinagiemet fte- kelig en glad zaad. Beide zoor- ten worden hier menigvuldig ge- zaait , en veel tot Kool-warmoes gebruikt ; de Zeeluiden bedienen zich ook daar van, en flyten een goed gedeelte. Tamarinde Tamariscus f'rnticofi. Of : bj,jm' BoomacKtige Tamarinde, welke hier zoo wel als in zyn Vorigen grond wall, en den tuin van de iange- Vlier. Winter koorn. Spmagie. VING VAN DE Illultre Compagnie een naamheid bvzet. "Dracuncultts bortenfis. Of : Dragon vind men ook in dezen en veel andere tuinen, en word veel- voudig tot fpys gebruikt. Triticnm hybernum. Of: Win- ter-Tarwe, welke hier in grote menigte gezaait en gemaait word , zoo dat jaarlyks ruim 4 maal zoo veel Tarwe als Rogge word ge- bouwt , zoo als voor heen reeds in een ander Hoofdltuk gemeld is. Men heeft alhier om dezelve re- de, die ontrent de rogge is aan- gehaalt, ook geen Zomer-Tar- we , en kan men vallen Haat ma- ken, dat jaarlyks een ryken oogit te hopen is. Tulipa. Of: Tulpen heeft men hier niet veel, om dat zy, zoo als mygezegtis, veranderen, en ha- re ichoonheid verliezen. Onder- tuflehen ziet men, dat zy nogtans hier ook willen en können walTen, of fchoon niet zoo overvloedig als in Europa. Dit gebrek nogtans word ruim herfielt of vergoed door de treffelyke bloemen en heerlyke gewalTen, die de aarde alhier vry willig opdifcht, en waar van in mynen voorgaanden uit- voerlyk gehandelt is. Daarenbo- ven word hier een zeer fchone en aangename Arbor Tulpifera , of Tulp-dragende boom gevonden, waar door men alzoo deze bloe- men te lichter ontberen kan. Vitisvinifera. Of: Wynftok, die ccrll van den Ryn , en daar na uit Per lic en andere wynryke lan- den hier gebragt , geplant en aan- gequeekt is. Dezelven vallen hier van allerhande zoorten zoo over- vloedig,dat de inwoners alhier,en de fchepen jaarlyks niet alleen. maar ook vreemde landen daar mede können worden gefyft, zoo als elders reeds wvdlopiger be- richt is. Viola Martin. Of: Maartfche Violen heeft men hier ook in mccrgemclden tuin van de Qluftre Compagnie geplant, en bevind een Dragon Wmi Tarwe. Tulpt waarom niet veel aan de Kaap. Arbor T pirerai Wynfto! Maarti violen. ie nute- gendcris, clan dezelve in Europa »eSchry- bevonden word. En hier mede , rondigt I ,ezer, hoop ik, dat ik ook in dit lhik niets fchuldig zal gebleven zyn, niet tegenltaande ik zeer wel weet', dat ik bier zoo weinig alle vreemde gewaffen, als hier vo- ren de inlandfche en uit de na- tuur vry willig in 't open veld itaan- den , aangetoont heb. Genoeg dat hier uit kan worden gezien , dat de ftiefmoeder alhier in ftaat is , om allerhande vreemde ge- wallen 7.00 goed te kodieren en aan te queken , als de eige moe- der zelfs en daar die gewaffen als van zelfs en uit de natuur opko- men. Ten minften zult gy met my bekennen, dat dit land het vruchtbaarfte onder de Zonne is, en dat God en de Natuur te gelyk hun meefterftuk hebben getoont, om een wonderlyk fchouwburg te vormen van fchone groene en met duizenderhande couleuren ge- fchakeerde en gezierde bloemvel- den. Derhalven zegt de Heer Meißer in zynen Oofl-Indifchen Kunit en Lult-Gaarden pag. 244. zeer wel , dat 'er geen oord in de waereld is, daar de Natuur zoo weergaloos met fchone couleuren KAAP de GOEDE HOOP. 32s een iegelyk in zynen eigen tuin, der bloemen en Kruiden fpcclt dat zy nier ook wd aarden ; waar- en praald als we] aan dit uiterite benevens de reuk veel doordrin- gedeelte van Afrika \ namelyk de Kaap de'Gocdc Hoop. Indien myn werk hier was, en zulks niet buiten myn bellek ging, zoo zoude ik \\ einig moeite heb- ben gehad , voornamei vk als ik niet beducht was ge weeft, uw ge- duld te misbruiken , om zoo wel de geboorte plaats van de vreem- de, als den voornaamften grond der inlandfche gewaflèn , waar in zy liefll groejen , daar by te voe- gen. Edog door dien ik nooit van zins ben geweeft, om een Hifloria Botanica te vervaardigen , veel min om dit alles zoo uitvoerlyk te melden , zoo zult gy niet qualyk duiden , wanneer ik my hier in heb bevlytigt, om kort te zyn, en dat ik u iets by anderen na te le- zen, heb overgelaten. Derhalven vertrouw ik , dat gy hier mede genoegen nemen , en voortaan en andere materie ver- wachten zult, die wel als met een vinger aangeroert, maar niet vol- komen uitgevoert zyn zal ; zynde nog zeer veel dingen overig , die zoo welde waters alJiier , alsook de lucht , ja zelfs de menfchen be- treffen , waar van nog iets zal moeten worden gemeld. Ss 3 XVIII. HOOFT- 326 B E S C H R Y V I N G van de XVIII. HOOFTSTUK. Van de treffelyke eigenfchappen der zoete en vlietende Waters alhier , als mede van de warme Waters , of van de twee warme Ba- den , die in 't land gevonden worden. De Scbryver wit beriebt van de Water-gefchiedeniffen geven. Herbaalt bet mderfebeid van de Wateren. Waar de Kaapfihè waters ontfpringeh. Onder fcheid der wateren die op de Bogen en die in de Dalen ontfpringen. Hue de vaten aan de Kaap »iet water worden ge- vult. Welk water op zee goed gehouden kan werden. Waar de kleine verandering des waters in de Zona Forrida van daan komt. De Scbryver wederlegt een inwerpzel. In de fchepen is het beneden w armer als boven. Deswegen bederft bet water. De Scbry- ver trekt bet Afrikaan [che water alle anderen voor. II aarovi bet water dat van de bergen vloeit helder en klaar is. Welke waters een rosaebtige kouleur hebben. Zyn ook gezond. IT'elke waters zwart uitzien. Moet als men het wil gebruiken gevaat worden. Is ins- 'gefyks gezond. IVat de Europeanen aan de Kaap drinken. Wat van de zoete waters te merkeu- Regenwater word zout. J 'an de brakke waters. Oorzaak van de werking van deze waters. Word met het Europeaan fch Bom- of Zuurwater vergeleken. Brak water word ras ßinkend. Waar door zulks word veroorzaakt. Daar zyn twee warme Baden aan de Kaap. Hoe men by bet eerfle komt. Langs welken weg men tot bet ander ge- raakt. Cevaarlyke weg. H elke de befle weg na het warme bad. Wat op reis van den Au- teur na het warme bad tuet twee Hottentotten is voorgevallen. De Scbryver ontmoet zes wilde Oly fanten. Wie den oord van bet warme bad bezit. Hoe ver het warme bad van de Kaap legt. De Scbryver ontmoet by bet warme bad veel bonte bokken. Het warme bad is van binnen bol. Afval van bet warm water. Hoge Watergal. De Scbryver heeft de diepte niet kunnen peilen. Het warme water is op de eene niet als op de andere. Geeft een damp van zich. By zondere flym van dit water. Is goed tot fchilderen. Is als gele oker. Byzondere aarde van dit bad. Het warme water heeft een fterkc fiaal- fmaak. By het gebruik der baden moet men geen goed linnen aan hebben. Onvrucht- bare berg achter het bad. Welke flenen men aldaar vind. Het warme bad is nu voor- deliger als anders te gebruiken. Tot bet gebruik van dit bad is een wagen van noden. Als mede een goede tent. Men moet ook wyn en brandewyn hebben. Men moet voorraad van tabak en pypen hebben. Hoe de Scbryver dikwyls met de Hottentotten heeft ge- handelt. De Scbryver wierd 'm V warme bad van Hottentotten bezocht. Het water van dit bad is zeer beet. Il ord niet lan^ befpeurt. Waarom men niet lajig in V bad kan blyven. Werking van V bad. I croorzaking des zweets van dit bad. Hoe "'t bad werkt. Voorbeelden van deszelfs goede werking. De Scbryver was een van de eerßc die dit bad hebben gebruikt. Beflttit van dit Hoofdfluk. TOt dus verre heb ik n de vruchtbaarheid van 'i land al- hier ten dele in 't algemeen en bovenbeen, en ook in'tby/.ondcr, achtervolgcns de drieRyken der natuur, naar gcu oonlykc eenvou- digheid« en M)0 beknopt als my roogelyk is gew eelt , voor oogen geltelt. Ik hoop, dat gy daar uit zult hebben gezien , dat dit Land /on is , waar in allerhande vruch- ten, kruiden en bloemen , die in vreemdelanden groejen, können worden aangequeekt , 2,00 anders een naarttigc hand de moeite neemt , om dezelven flechts te planten; aangezien naar het getui- genis van Vader Taehart in zyne Siamfche Reisbefchryving ƒ*£. 90. de lucht- alhier zeer goed, en de een der vruchtbaarfte onder de , f'j-ond weergaloos is, waar in de KAAP de GOEDE HOOP. 327 :Schry- | wil bc- it van de er-ge- leden ïf- Igeven. de vruchten als in Europa Waf- fen. Daar benevens heb ik reeds lang voorheen ge/egt , dat 'er nog ze- b\ /oudere materien waren , die in de gemene beichn \ ing de- zer drie Ryken niet gevocglyk konden ingclyft, maar noodzakc- lyk in 't byzonder uitgevoert zou- den moeten worden; derhalveri zal niet qualvk zyn gedaan, b'y al- dien ik jegenswoordig myne ge- dachten daar ontrent laat gaan, en ■Ivc na elkander omftandig ab- handele , ten einde ik u in geen Ihik iets fchuldig blyve. Want daar zullen zich nog eenige zeld- zaamheden opdoen , die ontrent het water waar te nemen zyn , waar na in 't byzonder ook van de lucht of liever van de winden ge- wag zal moeten gemaakt worden ; tenvyl zich ten laatiten nog eeni- ge aanmerkingen op'tland aanbie- den j die meeil den inwoners zelf betreffen; ofomduidelyk tefpre- ken, de gezondheid van de lucht en 't land aantonen. By aldicn ik nu alle deze mate- rien ter dege gade fla, zoo vind ik my genoopt, om my alvorens tot de water-gefchiedeniiTen te begeven. Ten dele wyl ik hier vo- ren reeds van 't water gewag ge- maakt, en belooft heb, om 't een en 't ander nog daar van te mel- den ; en ook door dien deze waar- nemingen my zoo fraai toefchy- nen , dat ik geen bedenken heb, om u dezelve mede te delen. On- dertuirchen zullen dezelven allen bezwaarlyk teffens können wor- den afgehandelt, alzoo dit Hoofd- lt.uk te lang zoude vallen , en ik het verwyt zoude ondergaan , dat ik maar voorhad om uw geduld te misbruiken , en my daar door van myne belofte t'ontflaan , om u duidelyk bericht van alles mede te delen. Derhalven zal ik u nog eenige algemene aanmerkingen , het Kaapfch zoet water betreffende, vooraf mede delen ; daar na nog ii 1 ■ van de wanne wateren mel- den; terwyl u vervolgens demt* terievan't zout alhier, waar van insgelyks reeds voorheen gewag gemaakt is, \ oor oogen zal wor- den gelegt, en zal eindelyk de he- le verhandeling van 't water alhier, eene by/ondere waarneming be- fluiten , die zich met de ebbe en vloed toedraagt , uit welke alles dan de natuur en gellclthcid der wateren alhier , genoegzaam bh - ken zal. Edogbyaldien ik zulks wil doen, Herhaalt i zal u niet qualvk duiden, wanneer '"'^"'"M • 1 j r • 1 -• i der wate- ik u weder te binnen breng, t geen ren ik reeds op een ander tyd van de wateren alhier en derzelver drie- voudig onderfcheid gefchreven heb ; namelyk dat alle deze wate- ren können worden onderfchei- den of ten opzicht van hare kou- leur , of in aanzien van haren fmaak , of eindelyk ten opzicht van hare koude en warmte. Zulks zal volrtrekt noodzakelyk zyn , al- zoo ik dat driederhand verfchil als toen wel aangetoont , maar niet zoo omftandig uitgevoert heb , als de noodzakelykheid wel vereifch- te, maar myop deze gelegenheid heb beroepen , wanneer de draad van deze materie gevoeglyker en zonder belemmering van andere ftoffen zoude können worden ver- volgt. Om u hier in ook niets fchuldig Waar de te blyven, dient gy in 't algemeen SSJSp, te weten , dat alle zoete en drink- fpringen. bare wateren alhier haren oor- fprong of op de hoogite kruinen der bergen , of inde naait daar aan leggende diepe dalen hebben , tuffchen welke een merkwaardig onderfcheid zich opdoet , dat 'l eene van 't andere kenbaar maakt. Want de genen, die van de hoog- _, il 11 r,i Onder- lte toppen der bergen afitromen, rchadder of op dezelven ontfpringen , zvh wtc,rcn» • * ,, , . r fc> ƒ van die op niet alleen den inwoners maar ook de bergen den Schippers als goede gezonde ™ deinde 1 il 1 1 1 t 1 dalen Otit- en koitelykc waters bekent ; deze fpringen. bronaders geven zoo rykelyk wa- ter, dat zy niet alleen alle "molens io ,18 BESCHRYVINGvande in 't land omdryven , maar zelfs hcele rivieren hunnen oorlprong van haar hebben; waarentegen de geene , die in de dalen ontftaan , niet alleen weinig water geven , maar haar bed zelden verder ma- ken, als haar oorfprong ten lang- den dat zelve dal is ; zynde daar- benevens in aanzien van de deugd van elkander zeer onderfcheiden , 200 als hier na zal worden ge- zegt. Welke aldus van de hoogde kruinen afdorten, en grote bee- ken uitmaken, voeren niet al- leen , een weinig dof of zand uit gezonder t, welke de heftige winden daar in jagen, geen grond- zand by zich, maar zyn ook fchoon , helder , doorfchynend , zacht, zonder reuk en gantfeh klaar, en derhalven ook zeer ge- zond, als welke zelfs den zieken, 't zy dat dezelven met de fchepen hier gebragt, of dat zy onder de inwoners alhier zelf zyn, geen na- deel toebrengen , of fchoon zy een goeden dronk daar van doen, en wat ziekte zy ook mogen heb- ben. Gelyk dan zelfs de Art- zen en Wondhelers alhier hare zieken voorfchryven, om liever van dit water als van de wynen al- hier of iets anders te drinken, 't geen zy ook zonder 't minde ge- vaar en met groot voordeel doen, zoo als de dagelykfche ondervin- ding leert, en ik op een ander tyd uitvoerlyker aantonen zal. De /e waters zyn niet alleen ge- zond , maar men kan dezelve ook in Vaten zeer lang goed houden, en met voordeel zonder de minde ongelegenthcid of Iclyken (maak genuitigen. Daar van moeten an- dermaal de Schecpsluiden getui- genis afleggen, als die zieh altyd daar van bedienen, en op hare reis in vaten met zich nemen. Ik vel f kan daar van myn eige onder- vinding aanhalen en de vaak ge- noeg/aam beu \ zen. Want wan- r ik in den jare 171 3 den 1 April van deze Kaap affcheid nam, Hoe< tenaa en na Europa wederkeren wilde, had ons fchip , het Stadhuis van Enkhuizen genaamt, een goede voorraad daar van met zich ge- nomen , in vaten , die voorheen totvlecfch en fpek-vaten gebruikt, en derhalven reeds tamelyk met dank en vuiligheid opgevult wa- ren. Deze vaten vulden wy met wa- ter, lieten dezelven eenige dagen Kaap na malkandcren aan den oever leg- ™"y gen, fchommelende en rollende de- Jen. zelven alle dag wakker om, ten einde het water de onreine delen aan zich trekke ; daar na lieten wy het zelve uitlopen, en vulden de- zelven weder by de in zee ge- bouwde brug , 't Hoofd ge- naamt , als wanneer de dank daar uit getrokken, en de vaten gantfeh verfch en wel roken, en aldus doen alle de fchepen , die voor- raad van dit water opdoen willen, zoo als byna dagelyks te zien is. En dit water hebben wy mei Wd ons op reis genomen , 't welk ["™( ruim 5 maanden heeft geduurt , te houd. weten tot den n, Auguftv van 't zelve jaar. Het is ook (taande de gantfche reis zoo goed van fmaak gebleven , als het in den be- ginne was , behalven dat het on- der den Verzengden Luchtdreek of Zona Torrida-, een kleine ver- andering moed uildaan, die ech- ter niet lang geduurt heeft, maar ras weder verdwenen is. Deze verandering kan ik niet het water toefchryven, door dien het de- zelve anders wel zoude hebben behouden, en hoe langer het in de vaten was, lelyker zoude zyn geworden. Wat my aanbelangt, ik acht, dat dezelve van de al te grote hitte der Zon , die hare (halen of lyn recht of maar een weinig fchuins op de vlakte des waters, en de daar in zynde fchepen fchiet, en daar door de hitte vermeerdert, word veroor- zaakt. En weet men hierzom- tvdsnict waar zich voor de hit'1 te KAAP de GOEDE HOOP. 329 JeSehry- {teen in- de fclie- n is 't be- den war- tralsbo- n. re borgen, en in wat hoek van 't fchip men cenige koelte vinden zal. MiiVchicn zoude de Le/er al- hier können in werpen, dat zulks zich wel win 't hovenile deel van 't fchip liet /.eggen, maar niet van 't geen onder water gaat , w\l al iderc provilie daar beft goed fi en dat bv gevolg 't water insgelyks te eerder goed konde \. oiden gehouden , om dat het daar op een koele plaats lag; cdog g\ zult niet qualyk duiden , bv- aldien ik antwoorde , dat 't hier ontrent heel anders is gelegen,- dan wel 't gemene gevoelen is ; want zoo weinig als men zeggen kaa , dat een ordentlyk warm ge- maakt vertrek, zoo heet is als een badiloof, zoo min kan men zeg- gen , dat het bovenfte deel van 't ichip heet , en 't onderlte maar warm is , alzoo de gezuiverde lucht of. wind een verkoeling kan b\ brengen, die in 't onderlte deel wegens de gellote deuren heel niet doordringen kan. Daarenboven word het water , t welk men voor koel zoude hou- den , door even dezelve 1 traten der zonne , welke boven op de hitte veroorzaken, zeerlaauw en warm. Door dien nu 't fchip in 't 'zelve zeilt, en de gantfche lading en al het proviant nevens andere nodige zaken onder het water voert , en by gevolg 't drink-wa- ter insgelyks aldaar is , en geen lucht ot wind van buiten daar by komen kan , zoo is licht te bezef- fen dat 't beneden warmer als bo- ven moet zyn. Derhalven hebben de zee-vaarders een byzondere Ipreckwys, waar byzy zulks willen te kennen geven , te weten : d*t de hitte in 't fchip geflagen is , en dat dezelve niet weder daar uit kan komen. En waarlyk't is als dan beneden in 't fchip zoo heet, als in een wel- gcltookte badiloof. Derhalven begeven de Scheeps-Ofticiers zich als dan niet gaarn na beneden , ten I. 'Deel. zy de noodzakelykheid zulks ver-« eifeht, of dat zj bevel van den Kapitein out tangen, om dat /v wel weten j dat het zweet hen in een /eer korten tyd al biggelende langs 't hoofd afloopt, en hen zo- danig afmat, dat /y wel ras moe- ten vervangen worden ; en of ichoon het boven ook heet is, we- ten zy zich nogtans door het fpan- nen van een klein zeil boven haar hoofd voor de ilralen van de zon te dekken , en nog eenigé lucht door 't nat houden van 't gemelde zeil, te maken. Dcrhalven lyd het geen te- genfpraak , dat het onderlte deel van 't fchip in de Zona Torrida veel heter is, als 't bovenfte, Ins- gelyks volgt onfeilbaar, dat door dien 't water aldaar bewaart word, 't zelve daar eerder Hinkt en vuil moet worden, als boven op, ten ware het een eige kracht , of ei- genfehap om zulks tegen te liaan , gelyk aan dit Afrikaanfch water gevonden word, bezitte. Want alle andere wateren , welke tot mi deze Luchtftreek hebben gepaf- feert , zyn bedorven , en heb ik zelf in den jare 1705. het water van 't eiland St. Jago moeten drin- ken, om dat ik geen beter had, waar in nevens den affchuwelyken Itank witte wormen met rode hoofden, ontrent twee of drie duim lang gegroeit waren, die men door het op malkander hou- den der tanden het doorflippen door de keel beletten , en met de vingers weder uit den mont halen moeit. Wie * üde nu het water aan de- ^*j%& ze Kaap den rang boven zoo veel hetAfti- andcre waters betwilten ? En wie faanfeh . . ... , , j • water alle zoude niet willen bekennen, dat anjercil het goed gezond enlangduurzaam voor. water is: Daar gevraagt word, of wel eenige ander water zoo lang in vaten goed blyven zoude? Anderen mogen op het water uit de Rhone in Vrankrvk, zoo als ook op dat uit den Theems in En- eeland pochen , en derzelver tref- Tt felyké 530 BESCHRYVÏNG van de Waarom het water helder en felvke eigenfchappen breed uit- meten, zy /uilen nogtans moeten tocilaan , dat geen van beide ge- vaat, de deugd bezit, die men aan 't Kaaps water bevind, en reeds 7.00 menigmaal waargenomen heeft. Ik heb nodig geoordeelt, om dit van de Kaapfche en van de ho- ge bergen afitromendc waters in 't algemeen te melden. Iegenswoor- dig zal ik nog iets van 't hier voren gemeld driederhand onderscheid van alle waters daar by voegen, 't Zy dat zy haren oorfprong op de bergen of in de valeyen hebben, en aldus ook deze myne fchuld betalen, ten einde gy nergens ee- nige mangel aan myne beloften zoudet mogen vinden, tervvyl van 't zee- water op een andere tyd ge- meld en myn belofte hier ontrent ook geiland gedaan zal wor- den. Ontrent het eerde onderfcheid , de kouleur rakende, ik het dien- kharis.dat volgens in een van myn vorige lnadfloopt Hoofditukken gezegt, dat zom- mig water, dat van de bergen vloeit , wit» dat is, gantfeh hel- der, klaar en dun is. De oorzaak van zodanige verf acht ik niet al- leen te zyn, dat het op de hoogite kruinen der bergen zyn oor- fprong heeft, en derhalven zich zeer foei in de daar by leggende valeyen ftort , en voortloopt , tot dat het zich in zee verlieft, maar dezelve beftaat wel voornamei) k hier in, dat het zelve over kezel en andere ftenen rolt, tullchen welken de onreine delen, by al- dienhet al eenigen by zich heeft, zitten blyven, te rug gehouden, ofzoofyn gemaakt worden, dat men van dczelven gantfeh niets meer zien kan. Wyl ook nader- hand in de vaten 'niets op den ond gaat zitten , zoo is wel te ('enken, dal 't water van den be- af, of gantfeh zuiver is, of dal de beweging die groffe de- hn verdunt , en de hitu der ZOI die tot zich haalt en weg neemt, 2C!l; welke delen zich daar na niet in regen veranderen, om dat des zo- mers zeer weinig regen valt , maar dezelve worden in witte en lood- verfde wolken by malkanderen gedreven, die vervolgens de hef- tige ftormwinden genereren en veroorzaken, ook door dezelven weder verjaagt en verftrooit wor- den. Om deze oorzaak können deze witte waters geene andere dan een goede en ter gezondheid dienftige eigenfehap bezitten , om dat zy als door de zon geloutert en dun gemaakt zyn. Voorts moet volgen, dat zy geen reuk van zich geven , als men daar van drinkt , om dat de delen, die den reuk veroorzaken, weg genomen zyn, en maar het louter helder klaar water overblyft. Wyders volgt daar uit ook , dat wyl zy aldus ge- zuivert en zonder reuk zyn, de- zelve in vaten bewaaart , niet {lin- kend können worden , om dat geene materie daar in is , die tot een bederving of verrotting aan- leiding geven kan , gelyk ik voor- heen reeds met de ondervinding bewezen en ook van andere bee- ken namelyk van de Botrivier, de rivier Zonder end , de Bergri- vier, enz. konde worden aange- toont. \\ yders is by het eerfl onder- Watwaj« fchcid gezegt, dat zommige wa- r0iadltigl ters ros van kouleur zyn ; edog derzelver oorfprong is niet boven op de kruinen der bergen, maar dezelve komt ter zyden eerft te voorfchyn j derhalven lopen die waters ook zoo fnel niet als de eerfte. 1 )aarenboven lopen zy niet over kezel en andere ftenen, maar kruipen over het rood of liever y- zerverwig zand voort, waar van het land tamclyk vol is, en nemen aldus eenige delen met zich, wcl- ke de rode kouleur veroorzaken. Deze voeren zy zoo lang met zich, tot dat zy zich met andere rivieren vermengen, alwaar die roodachtigheid zich verheft; ten dele I KAAP de GOEDE HOOP. sn dele om dat haar water onder het ander verftrooit word ,cn ook w \ I iy alsdan over ke/.clflencn en niet over rood /and lopen, en by ge- volg hare onzuivere delen alleg- gen en achterlaten ; ik beb een zo- danig robachtig beekje in de Buf- lels-valei aangewezen , die in de zand-valei voortloopt. Dat nogtans deze waters ook Eiond.0 niet aan de gezondheid nadelig /\n, oordeel ik, wyl zy veelvou- dig gedronken en tot koken ge- bruikt worden, en dat zulks al- tvd zonder eenig gevaar of na- deel aan de gezondheid gefchied ; hoewel ik van hare werking by kranken, en het goed blvvcn in vaten op lange reizen , uit de on- dervinding niet kan fpreken , ben ik nogtans van gevoelen , dat doordien alle minerale waters of zulke dié minerale delen met zich voeren , gezond zyn , deze ook niet nadelig zyn. 't Zy hoe 't zy , 't is genoeg, dat zy den gezonden geen quaad doen. efcew*- Eindelyk heb ik by dit eerfl on- i een derfcheid de kouleur rakende , ge- beur ze%t,> dat sommige waters ook *«!. zwart lyken , dat is : Veel onzui- vere leemachtige delen by zich hebben. Hier dient te worden aangemerkt > dat of fchoon de bronaders, waar uit zy oorfprong- lvk zvn , bezyde de bergen zich bevinden, zy nogtans zoo harden klipachtigen grond , of bed niet hebben , waar over zy hene rol- len, maar loutere leemachtige aar- de en vruchtbare valleyen doorlo- pen , waar van zy hier en daar een ftuk affcheuren , met zich fiepen , en eindelyk zoo murw en week maken , dat het als fmelt en zich met het water vermengt. Der- halven word het gantfeh dik , on- klaar en zwart , zoo als de twee beeken boven en beneden Stellen- bofch aantonen , als welker water zich met de Stellenboflche rivier vereenigt, en 't zelve zeer onklaar maakt, tot dat het eenigen tyd gelopen j defzelfs onzuivere de- I. i ind men heden dien dag nog ver- fcheide andere, door de aldaar komende Liefhebbers, om te ba- den, gemaakt, en ik ben verze- kert, dat men ruim 10 diergelyke gaten /oude können graven, die alle rykelyk water geven /.ouden ; edog in deze vcrl'chcide openin- gen is al iets byzonders, dat 't water in de eene veel warmer dan in de andere is, een blvk, dat men den rechten oorfprong van dat warme water nog niet heeft ont- dekt, die zonder tw\ fiel veel war- mer zal zyn, als die men als nog heeft gevonden ; ten ware men wilde /eggen ; dat 't water van den oorfprong twee mylen benoorden leggende, als een ader herwaards kome, en deszelfs hitte onder de aarde in het lopen verliezc. Wat hiervan 7y, niemand zal als nog bezwaarlyk de moeite nemen, om na den rechten oorfprong van dit bad te zoeken , door dien men niet op den eerden oorfprong maar op 't voordeel, dat daar van valt, ziet. In ieder opening, daar 't water zich vergadert , en waar in men zich baad , dryft boven op 't wa- ter als 't maar een halve dag heeft gedaan , een dun blaauwachtig vliesje, als vet of andere materie, 't welk zich met een vinger zeer licht fcheiden en verdelen laat , maar zoo voort weder by malkan- deren loopt, en van den wind gins en weer gedreven word. Eer men 't water zelf nog proeft en drinkt, doet zulks al geloven , dat het een mineraal water zyn moet, en ziet men daarenboven eenen damp als rook daar van opgaan , waar uit men insgelyks, voornamelyk wvl hy 's morgens en 's avonds zeer dik is, de plaats van 't warme bad als van verre kan bekennen. Aan de kant van deze groeven gaat een fyne dunne flym zitten, byna als in de flypbakken , daar het water in blyft, behalven dat dezelve veel fyner en dunder is. I. "Deel. I Idog om beter I flym is byna als die, wi lke't born- water achter laat ,7.00 als ik aan vi fcheide in Duitfchland gezien hi Zommige Schilders hebben een verf daarvan gemaakt, en bcvon- den , dat dezelve zoo goed als 't belle Oker-geel is, in wclkcrsplaats zy dien il\ m ook altyd gebruikt en daar mede gefchildert nebben; en zoude men een tamelykc menigte daarvan können vergaderen , als ie- mand de moeite nemen wilde, en dagelyks by 't bad was. De aarde dien men uitgraaft, Byiondcr* als men een opening maakt, is dit Bad. gantfeh zwart, week en licht ; bly- vende aan de vingers zitten, als of ze met cenige vettigheid door- kneed was; en ik ben van gevoe- len dat't bovengemeld blaauw vlies- je daar van daan komt. Wanneer men echter deze aarde in de zon laat drogen , zoo is dezelve gantfeh licht en daarenboven pik zwart ; derhalven acht ik , dat de- zelve ter dege klaar gemaakt en bearbeid, zulke goede veen of turfaarde zoude zyn, als men in Holland heeft ; ten miniten dat ze de Hallifche turf-aarde niets zal behoeven toe te geven , die men in myn tyd en terwyl ik daar op de hoge lchool was, heeft gegra- ven. Het water van zich ?.elf lykt wel in de opening zwart , maar zulks komt van den grond, en door de rondom heen leggende aarde; als men 't in een glas doet, zoo is 't zoo helder en klaar, als 't zuiverfte en befte pompwater. Drinkt men daar van, zoo weet ik niet , of wel ergens water zal worden gevonden, dat meer naar ftaal (maakt ; en moeit iemand geen fmaak te waereld hebben , die dit niet zoude proeven. Des niet tcgcnltaandc is 't ongemeen liefelyk om te drinken , en kan ik wel zeggen, dat ik mvn hert wak- ker daar' aan opgehaalt , en zelfs menigmaal veel daar van gedron- ken heb. V v Aldus Onder 't gebruik van 't bad moet men geen goed nen aan doen. Wat voor hout by dit bad groeit. 338 BESCHRY Aldus is het ook niet ondien- i ftigtot koken, als waar in ik veel- maals allerhande fpys gekookt, en met ongemene graagte genut- rigt heb. Ik echter niet alleen heb j m\ n vleeich , en voorts alles dat ik te eetenby myhad, daar me- de gekookt, maar ook alle de an- deren, die dit bad hebben ge- bruikt, gelyk zy allen dan ook niet können ontkennen, dat dit bad-water goed is tot Koffy en Thee-water, aangezien het den zweet uitdrvft, en voor 't overige geen quaad 'doet , of fchoon men nog zoo veel daar van drinkt , om dat het zoo voort wederom zakt, en niet zitten blyft. Zoo goed en gezond het echter is om te drinken en zich daar in te baden , zo fchadelyk is 't daar en tegen ontrent 't wit linnen , dat men aan heeft als men 't bad ge- bruikt. Want zoo dra een hembd daar in word geitoken, verlieft het de witte kouleur en word geel- achtig ; en wanneer men meer dan eens daar in komt, zoo kan men' het nooit weder wit krygen, of fchoon men 't naderhand zoo me- nigmaal waft als men wil. Der- halven moet men wel op zyn hoe- de zyn , dat men geen linnen daar mede nat maakt ; byaldien men nogtans , als men niet alleen is , en zich voor andere menfehen fchaamt,hcmbden tot zyn gebruik met /.ich neemt , zoo doet men /eer w\ sK k , dat men de oudlle daar toe verkieit , daar niet veel aan gelegen is, en die men builen dat niet lang meer zoude dra- gen. Kontom dit Bad groeien dunne buigzame boomtjes , die van bui- ten bruinachtig en van binnen heel bruin zyn ; de bladeren komen met die \ .w Wilgen zeer wel over- een ; de bloem is gras-groen en hangt als risjes , byna als die \ an Aalbezién by malkanderen ; wat echter op den blollem volgt , en hoe de vrucht 'er uitziet , zulks kan ik niet zeggen, om dat ik die VING VAN DÉ nooit heb gezien. Deze boom- tjes groejen recht op , ontrent 8 of 10 voet hoog ; hebben weinig en daarenbo\ en zeer dunne tak- ken; ondcrtutlchen ftaan zy zoo dicht by malkanderen , dat men naauvvlyks daar door komen lx an. ßchalvcn de Boomtjes die rond- ,, Hoed< , i i n • bloemen om het warme bad liaan, ziet men en ander« verder op den berg zeer wynig en s,edwaffcvn daarenbooven zeer lage bloemen, die als verwelkt en verlept uitzien, 't welk my doet geloven , dat een ryke Erts-groeve daar in moet verborgen leggen ; daar benevens is de andere groente, daar onder 't gras , of fchoon 't tamelyk hoog walt , zeer mager en dor , en kan zeer licht in den brand geitoken worden. OndertulTchen is hier niets nieuws, dat een grote itreek lands door de Veehoeders in brand geitoken , en 't oude harde gras afgebrand word , ten einde 't nieu- we te beter uitfpruiten , en 't vee ten nut komen moge, Achter het gemelde bad of den OnvnJ gantfehen zwarten berg , legt achte?? weftwaards aan nog een zeer hoge bad. berg, die nog onvruchtbaarder is als deze, groejende aldaar niet dan eenige wilde ftruiken , die hare wortels tuflehen de klippen vaft maken, en aldus het zap uit de aarde tot haar voed/.cl trekken. Aan gene zyde van den berg, en achter dcn/.elven ten wellen, in het dal leggen witte blinkende grote klippen , welke van kczel- llcnen nergens in zyn onderfchei- den, dan dat zy zelfs van binnen witter zyn , en in de Zon als zilver blinken; niet ftreepswys, maal- ais of zy met dat metaal overgo- ten waren , welke blinkende verf my andermaal doet denken dat een ryke bcrg-ilofle aldaar voorhan- den is. Aldus weet de Lezer nu waar hy 't warme Bad zal zoeken, en hoc het rondom het zelve geftek is. Doordien ik echter weder heb belooft te melden 't geen men. dient KAAP de GOEDE HOOP. 339 dient op reis met ziehte nemen, en tot de aanftaande eure nodig is, en hoc men zich ftaandedc eure te gedragen en te wachten heeft, 200 dient men te weten, dat men als nu zoo veel zaken niet van no- den heeft dan voorheen, eer en alvorens de meergemelde Ferdi- nand Apfel 't land in eigendom had , want men moell niet alleen zynbed, maar ook potten, lee- pels, fehotels, borden en aller- hande klein keukeri-gereedfehap met zich nemen, teneinde men aldaar geen gebrek daar aan hadde, en men genotzaakt ware op zyn Hottentots te leven ; welk alles men tegenwoordig by den gemel- den Appel tot zyn gebruik beko- men kan, of fchoon men niet in zyn huis logeren en van hem be- kottigt zyn wil. 'othetgc- Edog als men de eure recht be- 5? i,n einnen en met voordeel voleinden it bad is o . , .. :n wagen wil, is het nodig een wagen te ne- in noden. men j en \ geen men van noden heeft, derwaards te laten brengen, ten ware men zich van een Hot- tentots DraagoiTe bedienen, en met hulp van denzelven zich der- waards begeven wilde, 't welk echter met een os alleen niet wel zoude te doen zyn. En doet men alzoo beter dat men in gezelfchap derwaards reilt, en alle reisgeno- ten den wagen helpen betalen, wanneer dezelven niet duur komt te (taan. insgeiyks Voor al moet men zich van een en goede , . - - , goede tent verzien, of lchoon men at 't ander by den gemelden Appel krygen en in zyn huis fla- pen kan. Want by aldien iemand de eure recht ondergaan, en de- zelven met voordeel gebruiken wil , moet men zoo voort uit het bad in 't bed den zweet at wachten, 't welk zonder een tent en bed on- der den bioten hemel niet wel doenlyk is. En hoewel men in Appels huis wilde zweten , en zich aldaar laten koefteren,zoo is zulks nogtans niet wel mogelyk , aan- gezien 't huis byna een quartier I. "Deel. ent. uurs van 't bad legt, en 't al te moejelyk zoude villen, om dagc- lyks berg op en berg ai' te klim- men. Daarenboven zouden de zweetgatcn , die in 't bad tamelyk gcopent zyn, onder uegc weder toegaan, en daar na veel moeite kotten, om op 't nieuw aan 't zwe- ten te geraken , die iemand niet krachteloos of zwak, maar lucht- hartiger en gaauwer maakt. Voorts is ook de wyn een der 0^%ort nood/.akelyktte dingen, die men en brandc- met zich moet nemen, zonder ^nheb* den welken men flecht voordeel van zyne eure vind ; want of fchoon men dagelyks koffyen thee van dit bad-water drinkt, en zich voor 't overige daar mede wakker verluttigen kan, zoo word de maag nogtans eindelyk zwak , en de werking van 't bad wil verder niet volgen. Men heeft, reeds tot genoegen bevonden, dat de wyn onder 't baden gedronken, zeer veel tot de nadrukkelyke werking van de eure heeft geholpen; en weet van deBrandewyn, dat dezelve naar 't baden een lepel vol genomen , den zweet uitjaagt, en daarenbo- ven 't hert verfterkt. Edog men moet geen van beide te veel ge- bruiken, zoo men anders niet elendiger uit het bad wil gaan, als men daar in gekomen is , 't welk ik met voorbeelden aan twee goe- de vrienden, die ik voorbedach- telyk niet wil noemen, zoude können ftaven , als welken onder 't gebruik van dit bad ruim een emmer wyn en naar mate brande- wyn gedronken hadden , maar zeer flecht van de reis quamen. Daarenboven komen 'er door- gaans Hottentotten, die men niet wel zonder 't geven van een glas wyn kan quyt worden. Om diezelve rede moet men ook ta- bak en pypen by zich hebben , en in een tamelyke menigte met zich voeren , om deze gatten daar mede op te wachten, wyl hen daar mede veel groter ver- Vv 2 maalf. 340 BE SCHRY VING vande De Schry- ver wierd eens in 't zocht. niaak word aangedaan , dan of men hen hondertmaal de waarde aan geld gaf'. Wyn, brandewyn, tabak en pypen zyn ook zeer nöödzakelyk, om van de Hotten- totten vleefch , dat is , een vetten os, hamel of lam daar voor te ruilen. Zulks geven zy voor ta- bak zeer gaarri , en weigeren voor wyn en brandewyn niets, en bedingen een pyp op de koop toe; en heb ik zelf /eer dikWyts op andere tochten voor een pond ta- bak en een glas wyn of brandewvn een vetten os van hen bekomen , en voor een half pond tabak en een g'as brandewvn of wyn, een vetten hamel, en telkens een pyp op de koop toegegeven. Eens quamen vier Hottentot- ten by my, die gehoort hadden , »e bad dat ik my by 't warme bad ont- Hotwntot- hield, en maakten haar compli- ment , zoo goed als* zy het had- den geleert; dezelvert vereerden my een haas , dien 7.y onder wege met haren kirris hadden gevelt,en verzochten niet anders dan bran- de wyn en tabak, zeggende dat zy om dieswille 3 o mylen ver geko- men waren; en fmeekten zeer, dat ik toch haren tabaks honger wilde flülen , om dat zy een ge- ruimen tyd geen tabak gezien , veel min gehad hadden. "Wan- neer ik hen tabak hadde gegeven , haalden zy hout, en bleVen dien nacht by my, gedurende welken tyd v.y my verhaalden van 't Por- tugeefche fchip, 't welk ecnige jaren geleden , by de Haay de la Goa gcflrand w as , en zeiden, dat men nog iets daar van konde zien, maar dat men wegens het zand , menigvuldig daar in geworpen, als nu niets daar uit konde krvgen. Door dien ik nu will, dat 't ge- melde fchip veel kollbaarheden gevóert had, was hare vertelling my, yoo als ook haar lands be- fenryving, nevens vele andere merkwaardigheden , hare levens- Sende , die op hare he- hoorlykc plaats zullen worden , Waarc gemeld, te aangenamer , en gaf hen nog een Huk tabak op weg. Wanneer men nu van deze voorgemelde zaken verzien is, kan men de eure met veel nut onder- gaan en voleinden ; want wegens den drank is men als dan geruit, en het eeten word door de Hot- tentotten in groter overvloed ver- fchaft, als men genuttigen kan. OndertufTchen zoude 't iemand, die dit bad wilde gebruiken , zeer vreemd können voorkomen, door dien 't altyd de eerftemaal, zoozeer brand of prikkelt, als of men over 't gantfche lichaam met- naalden gelloken wierd , zoo dat men denkt, dat men zich gewel- dig zal branden, en de eure niet können uitftaan ; maar dit fleken duurt maar een oogenblik, en houd op zoo dra men is gaan zit- ten ; en is 't water als dan zoo aan- genaam warm, dat men wenfcht, dat men lang daar in mögt bly- ven. Edog niet tegenftaande men me van niemand gefloort of gejaagt lang in 't word, vergaat wel haafl de lufl , ££ blyV( en tracht men hoe eerder hoe liever weder daar uit te komen, door dien de wonderbare werking van 't bad , de lull om lang te zit- ten , t'eenemaal verdry ft. Want naauwlyks $ of 6 minuten daarna, terwyl men meent, dat nu alles wel is, en dat men zich nog een geruimen tyd daar in wil verlulli- gen , begint 't zelve en 't onderde gedeelte van den buik te werken, en haalt denzelven zoo naauwin, als of men ilyf gegord was , en de gantfche buik t' zamen getrokken u ie nl. Dit nypen van den buik duurt zoo lang , tot dat 't aan het hert komt, wanneer men zoo benaauwt op de borit en kort van adem word , dat men de aangename zitplaats in 't bad weder verlaten moet. Om dieswille zal niemand van alle de genen, die dit water hebben gebruikt , onderdaan te zeggen , dat hy een quartier uurs KAAP de GOEDE HOOP. 341 Hoed« »ad werkt uurs in dit- bad heeft können bly- ven,of fchoon hy anders de fterk- lle nut uur van de wacreld heeft. Zoo dra men zich echter tot tweeten legt , gaat niet alleen de benaauwtheid op de borll over, maar de zweet zet ook aan alle kanten uit, en maakt iemand aar- dig , wakker en frifch , als of men de wateren niet gebruikt of gezweet had. Byaldien men deze eure 14 da- gen achter malkanderen uithoud, word het gantfche lichaam gezui- vert , en geraaakt de menlch of door den lloelgang of door ge- maklyk overgeven, al 't geen hem nadelig of fchadelyk is geweclr. t'eenemaal quyt;op deeerltewys is de geweze Commandeur en Schout by nacht over de Retour- vloot, van een oude quaal, die hy in Oolt-Indie had gekregen, ge- nezen ; en op de twede wys is de Kapitein van de bezetting alhier, Adolf Jan van der Laan , een wys en verftandig Edelman, van een ziekte waar van hy op Terna- te was overvallen, gelukkig ver- lort. Daarenboven ben ik oog getuig geween1: , dat zekere Henderik van der Linde, die eenigen tyd aan de Kaap heeft gewoont, en nu weder na zyne geboorte plaats, de ftad Delft in Holland , is ver- trokken , door dit bad, 't welk hy ruim veertien dagen achter- malkanderen heeft gebruikt , zyn gehoor gantfchelyk weerom heeft bekomen, daar hy voor 't gebrui- ken van dit water, de groot fte moeite des waerelds had , om zelfs 't flaan op de trommel te ho- ven. En wat zal ik zeggen , van een burger alhier, mynen zeer goeden vriend , genaamt Stefen Vermey, die een geruimen tyd met een zeer grote benaauwtheid en lam- men arm is behebt geweclt? Hy heeft zich ook na dat bad bege- ven, en ontrent de eerltc quaal tamelyk verlichting gevoelt , ter- w\l hy van den lammen arm 1 eenemaal bevryd is, door dien hy denzelven op dezelve wys als den anderen konde gebruiken. En in- dien hy niet zoo oud ge weeft was, hebbende 60 jaren bervkt, en had de benaauwtheid op de borft niet reeds zoo lang gcduurt , zoo zoude hy onfeilbaar ook volkomen daar van zyn genezen. Onder zoo vele exempels, zal Exempel ik 'er nog een by voegen , 't welk ^"^ wel't merkwaardigfte is. De ge- weze Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Steil hnd een fla- vin, die geweldig ging quy'nen; deze hield haar zoo lang ilerk,tot dat zy haar werk niet meer doen konde, en de voorgemelde Tuin- man Jan Hertog haar geitadig aan was, om te zeggen , wat haar fchorte, en zulks weigerende, van andere vrouwluiden naakt uitkle- den en bezichtigen liet. Wanneer men nu gewaar wierd , dat zy S.V. de pokken had, begaf hy zich met haar na 't bad , en liet haar onder 't opzicht van andere ilaven, die van wegens den gemelden Heer Gouverneur daar waren, en 't vee hoededen, eenigen tyd daar, met uitdrukkelyk bevel, om haar alle dag te laten baden. Naar verloop van vier weken, quam hy eens weerom, en vond 't vrouwmenlch - gezond , en is aan haar ook ver- der niets meer befpeurt of ge- merkt. Deze en vele diergelyke exem- p« Sche- pels hebben nu klaar doen blyken , vande«? dat 'er een byzondere kracht in dit [jen, d'e bad ïteekt. Ik ben een van de eer- hebben ge . fle geweeft, die zich daar in heb- hlüikl- ben gebaad, en heb altyd de gee- de werking aan my befpeurt ; niet twyffelende, of 't zal naar verloop van tyd nog veel beroemder wor- den , aangezien wylen de Heer Gouverneur Louis van Alfehburg en de Heer Gouverneur van Bata- via beide kennis daar van geno- men hebben, om aan de Edl. Heren Bewindhebbers van de Ooft-Indifche Maatfchappy uit- Vv 3 yoer- 342 BESCHRYVING vande voerlyk verflag daar van . te doen. Befluitvan En aldus hoop ik, Lezer, dat dit Hooit- ., , , rr.. c , ftuk. ik u van de Afnkaanlche warme baden genoegzame naricht zal hebben medegedeelt. De overige water-gefchiedeniflen , die ik in den beginne belooft heb, zal ik vermids dit Hoofdltuk buiten dat lang genoeg is geworden, in het naait volgende melden. XIX. HOOFTSTUK, Van het Regenwater alhier, waar uit, als het in de valeien ftolt , helder 3 zuiver en wit zout overvloedig te bekomen is. Het Kaapfcbe Zont heeft geen gctneenftbap met H Europeaan fche. W£tf Ludolph von'tAfri- kaanfcbe zout heeft gefcbreven. De Scbryver noÜ dat voorgeven niet inwilligen. IVaar mede Ludolph zyn gevoelen flaaft. Dwaling van Ludolph In Afrika is geen gebrek aa» zoud. Naricht van Erasmus Francisci waar 't zout uit regenwater word gemaakt. Veranderingen der jaar gety den aan de Kaap. Welke winden in de Lente en Zomer zich aan de Kaap laten horen. Welke winden in den Herffl en IVinter Woeden. Wanneer de Zuid-Oofle wind opfleekt. Hoe 't ontrent de verandering van de Kaapjche lucht is gefielt. De wind belet de fterrekundigc waarnemingen. Lente en Zomer hebben een zuivere lucht. Grote hitte. Wanneer H aan de Kaap koud word 1 s is raar aan de Kaap. Wanneer de ber- gen met fneeuw en hagel bedekt zyn. Zelden donder aan de Kaap jiangename Lands- douwen t ujft ben de bergen. Grote waterpoelen door de Natuur geformeert. Daar in ver- gadert het zout water. Zyn van de Zet ver afgelegen. Hoe de grond van deze Zout- pannen is. Wat voor een kernachtige aarde in de Zoutpannen is. Hoe V regenwater van tyd tot tyd verandert. Deszelfs vloeibaarheid wazemt uit. Droogt gantfeh op en laat helder zout over. Hoe meer ,er water valt, hoe meer zout ''er overblyft. Deze zoutpan- nen hebben g. en eige bron-aders Wanneer V zout daar van daan word geh aalt. Een ie- gelyk mag dat nemen. Hoe ">cr ztdanig zout uitziet Het Kaap fche zout is niet goed tot uileggen of zulten. De Scbryver is van gevoelen dat 't Kaapfcbe zout ßlpeter by zich heeft. Welk water in den winter zoet, en "'s zomers brak is. De Scbryver brengt ten paffagi« «//Ludolphi Hifloria yEthiopica/y. ,tWater dat,s zomers flil flaat , word brak. Nog een zoort vin brak water. Waar de zoete waters van daan komen. Aan de Kaap derft men de febapen geeti zout laten likken. Obfervatio de Salc cjusque indole. Word bejehreven. Befluit van dit Houftfluk. IN 't begin van 't vorig Hoofd- Huk heb ik ü de verzekering gegeven, en dezelve in 't einde herhaalt, dat ik met deze gelc- gentheid van 't zout alhier, als een ltoftc, tot de water-gefehicliten behorende, duidelykeen grondi- ge naricht wilde geven ; na dat na- nielyk alvorens tic warme baden, die men hier ontdekt heeft, zou- den belehreven zyn; en vermids ik myne woord nooit weer ingc- haalt maar altyd nagekomen heb, zoo zal deze m\nc belofte ook | zoo goed en beknopt als mogelyk, geftand gedaan worden. Door dien ik u't zout alhier wil HetKaa; befchryven , zoo kondet gy wel {^"JJ, denken, dat het met 't F-urope- gemecn- aanfche geene gemeenfehap heeft, ^1'^ als 't welk buiten dat bekent ge- amfchc. nocgis, en zoude het in dat geval geen zoo rare materie zyn , als ik my reeds \eelmaals heb laten ver- luiden, maar gv zult daar van een gantfeh ander begrip moeten heb- ben. In Europa zoo als ook in al- le andere Waereld-gedeeltens zyn drie- KAAP de GOEDE HOOP. ?4; äriederhande manieren bekent , waar door men 10t '1 /out geraakt, en word liet zelve of uit de aarde gegraven, too alsontreni Krakau 111 Polen gefehied; ofuiidezout- u ellen gekookt, gelyk te I l.il in Saxen, in de ftad Lunenbürg, en andere oorden gebruikelyk is ; óf 't word eindelyk uit z.cc-u ater ge- maakt] 't welk in de daar toe bc- quaam gemaakte pannen gelaten. en door de zon uitgedroogt word, zoo als in Vrankryk, Spanje, Portugaal en andpre aan zee leg- gende Koningryken te zien is. Hier echter is 't gantfeh anders gefielt, en komt geen van alle de- ze drie zout-fabriquen hier te ila- de, door dien 't hier nog gegra- ven, nog vuur daar toe gebruikt word ; of anders geen menfeh een hand des wegen uititcekt , of zich beweegt, eer en alvorens het van zelfs 17p en door hulp van de zon uit klaar, helder, zoet en zuiver regenwater , dat van de bergen in de valeicn itroomt, en in zekere van de natuur zelf ver- vaardigde putten of zoutpannen (taan blyft, en aldaar uitwazemt, en bereid word. Derhalven IIa ik niet weinig in twyffel, of de anders zeer geleer- c/out de Heer Ludolpb de fpyker wel Stilen, op 't hoofd heeft geflagen , wan- neer hy inCommeut JEthiop. p. 106 n. 5-0. §. 1. &ßq. fchryft : In mul- tis mediterrane is locis Africa vel nullus vel rarijjimus cfl fnl. Dat is: Op vele oorden in Afrika, die midden in V land leggen , hebhen "Zy geen of heel weinig zout. En om dit zyn voorgeven te {laven, haalt hy de woorden by van Salluftü Bell. Jugurtiu. c. 89. welke hy in zynentul van de Africanen heeft gemeld, wanneer hy zegt: Neque falem neque alia guU irritamenta qu drum. Dat is : Zy zyn geen liefhebbers van zout of andere lek- ker ny en. Hy wil het woord quarunt of ^ zoeken als mede bedienen, door de led keu- woorden, non habent vel ivnorant ii. )eSchry- Irwil lik voor- Jven niet ot' zy hebben of' weten Van geen zont, verklaren, en zich aldus te beter in zyne mening veitigen ; c- dog byaloien h\ niet hier mede verllaat de grote woefte ilecnaeh- lige plaatzcn van dit \\ aereld-ge- weft, daar weinig of gantfeh geen menfehen wonen, zoo twytlcl ik nog meer aan de wettigheid van dit zyn voorgeven, te meer om dat hy zelf daar op vervolgt en zegt: Non tarnen invida prorfus natura f uit erga f o lam hanc Orbis Terrarum partem; danpur enim a- fieubi Fodiutf Salis uberrima ÖJ q juxta mare cclunt, Ulo abundant. Dat is: Oudertufeheu heeft de Na- tuur dit ITaereld-geweß ook f e ene- maal niet mis ge deelt , vallende hie> \ en daar w>g ryke Zout-grocveu, en hebbende de gene die aan zee wonen, daar van een ove? vloed. Hier op brengt hy uit T)apper Waarmede in Africa pa* .c6o bv , dat in Lud?lfxïn . ' . J L' • • ' mening Guinea uit zee-water zout ge- fta maakt , en over al verzonden word. Voorts haalt hy de woor- den aan, vmTelezius, zoo als de Patriarch Alphonfus Mende z die heeft verhaalt, en toont daaruit, dat in de Koningryken cDancala en Tigra een zeer ryke zout-groef ,: of liever een gantfeh dal, vier dagreizen lang en eene breed z\ , 't welk men 't zout-land noemde, om dat al 't zout, dat men in E- thiopie in plaats \ an geld gebruik- te, en op dezelve wys wyd en zyd verilrooit wierd, daar uii wierd gegraven; waar uit als dan overvloedig blykt , dat in Afrika zout genoeg te vinden en aan te treffen is. Miilchien echter is dees voorna- me ervare man door de plaats uit Salußius mifleid, en tot deze zyne verklaring gebragt ; hy zoude an- ders uit de aangehaalde plaatzcn van Dapperen Tellezius wel heb- ben können /ien, dat 'er zout ge- noeg moeit vallen, om dat men het in plaats van geld gebruikt. Hy heeft daarenboven zonder twyffel niet geweten , dat een groot 344- BESCHRYVING van de groot volk , te weten, de Hot- tentotten, die ten tyde van Saltts- tius miffchien hoger op hebben gewoont, en naderhand eerit her- waards in den uiterften hoek van Afrika gejaagt zyn , zich in dit waereld-deel onthoude , 't welk gantfch geen zout gebruikt , en nog vleefch nog vifch inzout , en dat de plaats uit Salufiiiis by ge- volg wel van hen, maar bezwaar- ïyk van anderen kan verftaan worden. Dit zy hoc 't zy , het is zeker , dat als nog gene Europeanen , waar mede hcde dien dag fchier heel Afrika bezet en de zee langs heen bewoont is j cenig gebrek aan zout hebben befpeurt , of fchoon zy diep landewaard in ge- weeft, en 't zelve alomme bezich- tigt hebben ; en wanneer men daarbenevens gade flaat, hoe diep de Engelfchen en Hollanders by Guinea, Congo en hier aan deze Kaap in 't land zyn gekomen ; als men overweegt , dat de Portuge- zen by Mofambique tot aan Mono- mot apa handel dry ven; voorts als men de Vaders Mi iTionariïTen na- leeft , en ziet , hoe zy alomme 't land doorfnuftelt hebben , en nogtans by niemand van hen over gebrek aan zout gcklaagt word , zoo dunkt my nodeloos te zeggen, dat Afrika gebrek aan zout neb- be. Door dien nu , zoo als jegens- woordig is aangetoont , Afrika, voor zoo veel men menfehen vind, want van onbewoonde woefte plaatzen is heel niets te melden, geen gebrek aan zout, en voorna- melyk deze Kaap en de aangren- zende landen rykelyk daar van verzien is , en nogtans niemand ecnige moeite tot deszelfs berei- ding neemt , zoo is niet genoeg, de/e algemene ftclling alhier ter neder te zetten, maar de noodza- kelykheid vereifcht , om de zaak 200 uitvocrlyk en duidelyk te ver- klaren , dat een iegelyk bezcflen kan , hoe het daar mede toegaat , | en op wat wys alles voleind word, te meer om dat nog niemand de zoutmakery uit zoet regenwater zonder eenige menfehclyke hulp befchreven of voor oogen geftelt heeft. Wel is waar, ik heb by Erafinus tfaricht Francifci in zynen Ooit en Welt- van Lus- Indifchen Staats en Luft -gaarden äfei, ws pag. ion. b. gelezen , daar hy 'r Zout ' van Guatalajara of Nieuw-Gaüi- gemaakt cie in Amerika 1'chryft , dat aldaar wjrd- ook zout uit regenwater gemaakt, vergadert en in ■aekere hopen ge- legt werde. Edog of hy zulks uit Jan Laety en deszelfs zesde boek I.Cap.van de nieuwe Wacrcld-be- fchryving heeft genomen ; of mif- fchien dezelve omftandiger, zoo als ik t'eenemaal van gedachten ben , daar van gefchreven , [ dan of hy'tvaneen ander Schryver ont- leent heeft? zulks is my onbewuft; ten minften meld hy daar van niet, dan dat hy acht , dat het zout oorfprongkelyk zy van den zalpc- ter , die alomme menigvuldig ge- vonden word. By aldien ik nu myn werk wil maken , om aan te tonen , hoe zulks hier gefchied, zoo zal voor al nodig zyn, de lucht alhier wat dieper te befchouwen, ten einde daar na de aard en wyze van deze zout-makery te beter zoude kön- nen worden begrepen. Ten dien Vei ande- einde zeg ik , dat deze Kaap alle ,rä"fset" jaar; 't welk even zoo wel in vier den aa getyden word verdeelt, als in Eu- V!3p* ropa , behalven dat men ze ver- keert nemen moet., twee gantfch gewichtige veranderingen onder- hevig is, welke eerfte van de win- den, ende twede van de geftelt- heid van de lucht word veroor- zaakt. Wat de winden aanbelangt, met Welke dczelven is het op de volgende SjkS1' wys geftclt : In den Voort \ d en zo- de lente mcr alhier, te weten, in den E\t* SwwaJ ropcaanfehen Natyd en Winter, die in September begint en in Maart eindigt, laat zich meeft de zeer heftige onltuimige felle Zuid- oofte KAAP de GOEDE HOOP. 34s ooftc wind horen, en zulks met een zodanig geweld aas, dat men naauwlyks de ftraten gebrui- ken kan, ftideoogeo alle oo^bn- blik vol zandt heeft, als men niet wel op 7.yn hoede is. Dezelve neemt dikvvyls den mansperzönen de hoeden en pruiken, en de vrouwluiden de kappen van 't hoofd , en jaagt dezelve zodanig weg, dat men exercitie en moeite . noeg vind , eer men ze weerom heeft, zoo zy anders niet zelf in zee worden gedreven, en alle ho- pe verloren is. Ry aldien iemand van de vreemdelingen met een mantel verzien is , mag hy zich wel ter dege daar in bakeren, dat de wind geen vat daar in krygt, ten ware hy vermaak had, om zonder gaan, zynen weg te ver- vorderen. Welke m ^cn Herfft echter en Winter ndemn van dit land, of wanneer Europa Zomer ^e Lente en Zomer geniet, die van «jen. Maart tot het laatil van September duurt , woed in tegendeel door- gaans de Noord- wette wind, byna zoo vervaarlyk en heftig als de Zuid-Oortc. En als deze winden fcheiden , komt de liefelyke Zuid- weftcwind, die de twee anderen als een ftiHland aankondigt, tot dat de Zuid-oofte wederom op zyn krachten gekomen is, en zy- ne heerfchappy gebruiken kan ; en zal ik daar van duidelyk naricht geven, als ik van de winden afzon- derlyk en cigentlyk fchryf,'t welk, hoop ik, in 't kort gefchicden zal. Van de overige tufTchen-win- den , uit welken waerelds-hoek zy ook mogen komen, heb ik tot nu niets befpeuren of waarnemen können, behalven dat de koele Ooile-wind tot driemalen door de wimpels en vlaggen van de fche- pen zich heeft laten te kennen ge- ven; door dien hy echter nooit doorgewaait of langer als een quartier uurs gcduurt heeft, en zoo voort weder na de eene of de andere zyde gekeert is , zoo weet I, ecl. 3+g B E S C H R Y V I N G van de Hoede erond van deze zout- pannen is. I Welke Klei-aardc in de zout- pannen is. zen zyn , en met de vorigen in al- le delen zoo wel overeenkomen , dat 'er geen onderfcheid onder de- zelvcn befpeurt word. Naar dien echter 't regenwater in deze zout-pannen niet zinkt, maar de gantichc Lente door, dat is , van September tot in Novem- ber Haan blyft, en in den beginne eer het den (maak verlieft, het vee tot drink-water verUrekt, zoo is licht te begrypen, dat de bodem of grond van onderen niet zandig is, aangezien 't zandt, vojrname- lyk hier te land, zeer heet ge- maakt word, en derhalvcn dit wa- ter, te meer wanneer 'er geen meer by komt, en de regen op houd, verfwelgen en onzichtbaar maken zoude; maar dezelve be- ftaat uit vette klei-aarde, welke door hare by zich hebbende vet- tigheid 't water tegenftand bied , en 't zelve niet zinken maar uitwa- zemen en door de zon uittrekken Iaat. Deze Klei-aarde komt zeer wel o- vereen met den drek,die door zom- mige boeren inDuitlchland uit de viilcheryen gehaalt en op 't veld in plaats van milt gebruikt word; want die heeft ingelyks een vet- tigheid by /.ich , en belet 't water ook te zinken. W il men een an- dere overeenkoming van de ftof- fe of vafiigheid en aan malkande- ren kleving hebben , bezie maai- de pottebakkers aarde , waar van potten , fchotels , kruiken en an- der aardwerk gemaakt word ; daarbenevens dient men te weten, dat het regenwater een groot deel van deze aarde , van die met klei- aarde overtrokke bergen los- maakt , en met zich in de gemelde zout-pannen voert , gelyk men zulks zeer duidelyk aan de kou- leur van dit regenwater zien kan, als 't welk 'er onklaar, en /.wart, ook graauwachtig uitziet, en wan- neer het Uil Uaat, van tydtot tyd deze /.ware aard-delen laat vallen, en zoo klaar als kriUal word. De koulcur van deze grond- aarde der zout-pannen is licht- graauw of liever afchgraauw , en komt zeer wel overeen met de aarde , die op zommige plaatzen in Duitfchland gevonden, en we-, gens hare lalpeterachtige vettig- heid of vochtigheid in hopen ge- zet word , ten einde de kracht van de zon den falpeter uittrekke en ryp make. Zoo graauw nu als deze falpeter-aarde is , als de fal- peter daar buiten aanhangt , zoo graauw is ook de bodem of grond van de zout-pannen. Edog alzoo ik niet alleen zelf by de zout-pan- nen gcweeU , maar tot meerder bewys zodanige aarde na de Kaap heb laten brengen , ten einde ook andere Liefhebbers dezelve ne- vens my zien mogten , zoo is de- zelve met vele tedere vezeltjes, als met lange menfeh-hairen door- wrocht en doorkneed. Aldus zyn dit de waterplaflen of zout-pannen , waar in 't zoete water t'zamen loopt , en den hee- len voortyd door Uilftaat. Nu zal ik verder aantonen , de verande- ringen die dit water onderhevig is, eer en alvorens het zout word, of zoo zeer uittrekt , tot dat het zuivere , klare , witte en fynUe zout op den grond leggen blyft', zonder dat iemand eenige moeite gehad , of een hand daarom uit- geUoken heeft. Naar dat het nu een tyd lang, en tot dat het ophoud met regenen, 't welk in de maand van Septem- ber gefchicd , in deze zout-pannen geUaan heeft , en midlerwyl de aardachtige delen op den grond heeft laten vallen, zoo dat het als nu helder en klaar is , en daarbe- nevens van Z) ne eerfte fmaak de zoetigheid niets verloren heeft, gelyk blykt , om dat 't vee over- vloedig daar van drinkt ; zoo be- gint het eindelyk in de maand van Óólober een brakke ftrraak te kry- gen ; welke zouter word , hoc ho- ger de zon komt , en daar door een meerder kracht en hitte be- komt. Deze Hoe* gen wat van tyd tyd ver dert. KAAP de GOEDE HOOP. 349 Deze brakke fmaak groc it cin- dclyk zoo iterk aan , dat het voor zuiver regenwater niet meer doorgaan kan , en men 't eerder zou voor pekel of water aanzien j dat uit een zoutbron gefchept was. Edog deze fmaak verandert niet alleen, maar ook de kouleur , en 't water word van wit roodachtig, welke te gelyk met den zouten fmaak zodanig toeneemt, dat dit nat , de hoogde graad van zout- achtighcid bereikt hebbende , hoog rood is. Waarlyk dit komt my als een wonder zeldzame zaak voor, door dien de llililaande waters als zy zonder beweging zyn , zeer ras vuil en dinkent worden , en geen- zins een brakken fmaak krygen , zoo als ons regenwater jaarlyks doet. Ondertulfchen komt my Verwonderenswaardiger voor, dat dit regenwater , de brakke fmaak aangenomen , door hulp van de zeer doordringende en hete dra- len der zonne , en door bykoming van den heftigen onituimigen en vervaarlyken Zuid-oolte wind alle vloeibare , en zonder twyffel zoe- te water-delen uitwazemt, en zoo ver verlieft , dat men de witte zoutdelen in 't rode water kan zien dryven , en zich van dag tot dag meer tot korlen zetten. 't Verwonderenswaardigfte ech- ter acht ik , is , dat zoo dra de zo- mervoor de deur ftaat, te weten, tegen 't laatft van December , als 't water opgedroogt is , en men in deszelfs plaats 't zuiverde , fynfte en witfte zout vind , 't welk of dik of dun op malkander legt , na dat 'er gedurende den regentyd veel of weinig water gevallen , en veel of weinig water inde zout-pannen gelopen is , en naar mate 't vee daar uit gedronken of niet gedron- ken heeft ; door dien men door de jaarlykfche ondervinding weet, dat hoe meer water van den he- mel valt , hoe meer zout men den volgenden zomer te verwachten heeft ; 't welk dikwyls in 't mid- den een halve voet en hoger legr. \V aarentegen liet , als 'er niet veel Water is gevallen , zoo dun is ge- zaait , dat men 'i naauwhks de moeite waardig acht , om' het op te rapen, fchoon te maken , en naar huis te brengen. Hier uit blvkt dan genoegzaam, Dezewmr- dat in deze zoutpannen geen eige |S£ wellen worden aangetroffen ; geen eige want als dezelven in de herfït of bronadcrs- winter water opgaven , als om welken tyd zy zulks doen moeten, om dat de ondervinding leert, dat 't water in de lente afneemt, en 'szomers gantfeh geen water in die pannen voorhanden is ; zoo zoude moeten volgen , dat 't zel- ve of in den beginne zoet was, en zich met 't regenwater vermeng- de ; derhalven de pannen dede overlopen, of ten minfte heel vol maakte, als 't zelfs maar een wei- nig regende; of 't zoude brak zyn, 't welk tegen de ondervinding ftryd , om dat het zoet bevonden word ; en of fchoon 't door 't re- genwater verlengt wierd , zoo zoude men echter eenige zoutach- tigheid daar aan proeven of be- fpeuren können. Eindelyk zou- den deze aders , zoet of brak , zoo veel water opgeven , dat men jaarlyks doorgaans een gelyke quantiteit zout in de pannen zou- de vinden , 't zy dat het veel of weinig regende , 't welk ander- maal tegen de waarheid endejaar- lyklche ondervinding aanloopt; en heeft men aldus geen rede ter waereld , om tegeloven, dat 'er bronaders in deze waterpoelen zyn zouden ; te meer om dat men uit de ondervinding weet , dat men in 't land alhier geen Welle, hoe diep ook dat men graaft, ?ou- de können vinden , ten ware de- zelve zich van zelfs geopenbaart had. Nadat in de maand van Decem- ber dit uit of door 't regenwater gekorrelt en geteelt zout, naar volle verdwyning, uitwazeming en opdroging van 't water , gant- Xx 3 fchelyk 350 BESCHRYVING van de fchelyk door de zon droog ge- maakt is, komende de boeren en andere inwoners ieder met een, twee, of drie wagens, en laden op ieder wagen zoo veel zout, als 8 offen trekken können ; en verzien zich daar mede voor een gantfeh jaar, om dat zy ten naaften by we- ten, hoe veel zy tot het inzouten van vleefch en vifch , zoo als ook tot boter , koken en andere nood- wendigheden van noden hebben ; waar voor zy zoo veel aan belading betalen, als zy moeite daar mede gehad en daar aan te koffen gelegt hebben. Met een woord, zy ha- len zoo veel zout, als zy van no- den hebben, zonder dat 't hen een penning koff, of dat zy 'er eens kennis van geven. Zynde zy al- leenlyk gehouden , om de twee naaffe pannen in de Tygerbergs- va- lei voor de Illuffre Compagnie te laten, ten einde dezelve zich daar van zoude können bezorgen; on- dertuffchen gaat 't nooit zoo op- recht of effen in zyn werk, dat niet de een of de andere een wa- gen-vol van de daarbyftaande en opzicht hebbende wacht zoude bekomen. Zommigen worden ook verzocht, om een voer van dit zout na 't Zout-Miga/yn van de Compagnie te brengen, 't welk al 't voordeel is , dat de Illuffre Compagnie van de zout-pannen heeft of rekenen kan. \\ at aanbelangt het zout, 't zel- ve bellaat in ongemeene fchone witte kleine zes en meerhoekige korrels, die doorfchynende zyn, byna als de ryp, die 's winters in Duitfchland aan de bomen hangt, en komt derhalven /eer wel over- een met het fyn of tafelzout van Hall in Saxen, en met dat van Re- gensburg, en word overal toe ge- bruikt , zoo als reeds gemelt is. I' dog dit fyn Tafel en Boter-zout \ ind men in 't midden der pannen, alwaar het dik op malkander legt. Aan de kant, daar het niet zoo menigvuldig is, maar zoo voort opdroogt , en over de gantfche pan , door dien 't water als met een dikke huid bedekt word, en by gevolg by malkanderen loopt, zoo langals'ereenige vettigheid in is, vind men grof, bruin en veel zwar- ter zout als in 't midden; onder- tullehen is 't zelve tot 't zouten van vleefch en vifch veel beter als het Tafelzout, alzoo het niet zoo licht fmelt, maar blyven legt, zoo als men in de gepakte haring-tonnen ziet. Ondertuflbhen mag dit ons zout zoo zuiver en wit z\ n als 't wil, en 't grofFe zoo weinig fmclten , als het Holkndfche, Portngeefche , Franfche of eenig ander zout, 't zelve is echter tot het zouten van zodanige waren, die lang moeten worden bewaart , zoo goed niet , en heeft de veeh „adige ondervin- ding reeds geleert, dat dit zout Het Kaap. met 't Europeaanfchc hier in niet J^J, te vergelyken is, ten ware men tQt 'n">u- wilde zeggen, dat de inwoners ten- alhier nog geen rechte kennis van vleefch of vifch zouten hebben, of dat dit zout onder andere luchtftre- ken zyne kracht en werking ver- liert. Wat hier van zy, 'tisver- wonderenswaardig, dat behalven de boter, alle andere gezoute eet- waren, die over zee worden ge- voert, en zoo lang zullen duren, tot dat de fchepen of in Holland of in Oofl-Indie komen , in zich zelven verteren , of llinkent wor- den ; waar en tegen als men van de gezoute viltenen, welke de fchepen weinig met zich voeren, de haringen uitzondert , die tog ook zeer dikwyls onder wege be- derven, het vleefch en fpek uit Holland zoo goed hier komt, als het in Holland zyn kan, dat op een en dezelve ryd gezouten is. Hier uit echter acht ik, blykt klaar, dat by aldien den inwoners alhier gene onkundigheid in 't zou- ten is toe te fchryven, 't welk zy ook niet gaarn zouden willen we- ten; en van 't zout mede niet mag worden gezegt , dat het in andere Waereld-geweiten zonder kracht is, KAAP de GOEDE HOOP. 351 is, dat zeg ik, dit zout veel Sal- ry- peter by zich moet hebben, niet cvocicn alleen wyl het byna op dezelve p- wys tv' voorfchyn komt, maar ook ilpctcri'y wegens andere oorzaken , die ik liever ditmaal met de Woorden van een goed vriend, als met mvne ci- ge uitdrukken wil, aan wicn ik eertyds deze waarneming mede deelt, en die my eene andere daartegen gezonden heeft, welke ik insgelyks hier inlaflen en voor oogen ftellen zal. OndertufTchen is zeker, dat de grond alhier ta- melvk brak moet zyn, zoo als uit de volgende bewyzen genoegzaam blyken val. En wel voor eerft vind men al- omme , dat daar maar ergens in een poel of in een diepe flink van een maar des winters dog niet des /.omers vlietende beek , een wei- nig water liaan blyft, 't ltil Itaande water in den daar aan volgenden zomer zodanig verandert, dat het niet fïinkent, maar brak word. Dat echter, om van de zoutpan- nen niet meer te fpreken, om dat reeds tot genoegen daar van heb gemeld, diergelyke bceken wor- den aangetroffen , die 's winters lopen en zoet water hebben , en 's zomers brak worden, zulks zyn niet alleen de eertvds gemelde Moiïblbank , de rivier in de Ty- ger-vallei , 't water by de Boon- tjeskraal en andere meer, maar zulks getuigt ook met byzonder nadruk de meergemelde grond- ffagie"!t geleerde Heer Ludolfin Com. ad. Ut flor. yEthiopic. pag. 13 z. n. 67. §. 1. Ö) i. alwaar hy op de volgen- de wys fchryft .- Frequentijfimum hoc e ft in Afried , ut merito fcribit VoJJius cap. 7. e cent urn iflis flutni- nibus vix anus reperitur , qui non aliquando cxarefcat. Si qui vero fint, qui per pet uo ßuant, Uli è longiiiquo advcninut. Nifi euim è muit is magnis que montibus mag- na fiat aquarum col/ecJio, haud Ion- ge progrediuntur, cum tanta fit fer- vent ium arenarum fitis, ut etiam complures amnes , pofl cent um ö kftoria jihiopicj \rhan Leucarui iuj : bant 11 r iy dr/.. ■ >m in vi are. ( m fuut in Region t bus, qua Solt j'ub- jaeent V& fracipuè in f.\bia at que A'.thiofiia, qu.c d Leone Africauo & a/i is reeen feutur. In us terrts qua tulgo temperata vocautur, pauci admodum occtirrunt , & pra- ter Cbryßrrhoam vix e ft al nis, qui digi! ns fit memoran. dat i<; : „Mei „ is in Afrika zeer gemeen, zoo „ als VoJJius Kap. 7. wel zegt, dat „ namelyk van hondert miertjes „ naauwlyks eene word gevon- „ den , die niet zomwvlen uit- „ droogt. Indien zommige altvd „ lopen , komen zy van verre. „ Want indien 'er van de vele hp- „ ge bergen niet een grote verza- „ meling van water komt, lopen „ zy niet ver, door dien de dorft „ en droogte van dit brandende „ zandt zoo groot is, dat het zelfi. „ verfcheide beken of rivieren, „ naar een loop van hondert en „ meer mylen t'eenemaal infuigt „ en vernietigt , eer en alvorens „ zy zich in zee ontlaften. Zoda- „ nig zyn de meefte in de landen, „ onder de zon gelegen , en voor- „ namelyk Lybia en Ethiopië, die „ insgelyks van Leone Africa- „ mis en anderen genoemt wor- „ den. In de zoo genaamde ge- „ matigde landen , vind men „ 'er zeer weinigen , en behal- „ ven de Chryforrhoa , naauw- „ lyk's eencn, dienoemens waar- „ dig is. In deze 's zomers itilfiaande be- WaterAt , .. , , . , zomers flil ken, zeg ik, word het water brak, fh.nword zodanig dat 't van menfehen be- brak- zwaarlyk kan worden gedronken, ten ware zy geen beter können bekomen , terwyl het vee in de weide, het zelve voor lief moet nemen , om dat "t voor 's avonds, wanneer het naar huis word ge- dreven , geen beter krygen kan, hoewel 't water, dat de menfehen t' huis genuttigen , ook niet veel beter is ; edog 't befte van de zaak is , dat men 't zelve al zeer ras ge- woon BESCHRY VING vande zoo als dc ondervin Waar 't zoet water van daan komt. 3$2 woon word , ding leert. Wyders vind men ook vele putten, welker water in den win- ter maar een kleine brakke fmaak heeft. Deze fmaak neemt zeer veel af, zoo dra 't regenwater, 't welk menigvuldig van de bergen itroomt, daar by komt, en zich met 't zelve vermengt. Zoo dra echter de zomer nadert , en de regen ophoud , is dit water weder brakker, alzoodathet door lang- heid van tyd , en wegblyving van Jt regenwater t'eenemaal ziltig word. Ondertufïchen moeten de menfehen , als die geen beter kön- nen bekomen , zich daar mede genoegen, en 't zoo wel tot ko- ken als tot drinken gebruiken. ten ware zy menigmaal een of twee mylen ver, water uit altyd lopen- de rivieren halen, en vaten daar mede vullen willen , zoo als door- gaans pleegt te gefchieden. 't Is waar, men vind hier ook genoeg zoet water en zoete put- ten , die 't gantfche jaar door o- vervloedig goed , gezond, zoet, lieffclyk en aangenaam water ge- ven , gelyk ik in myn vorig Hoofdfhik en elders reeds heb gemeld , edog als men deze wellen die dc oorfprong en als de moeder der ftromen zyn, in de valeien zoekenen vinden wilde,zoo zou- de men ruim zoo veel moeite ont- moeten als of men de brakken in zoete waters wilde veranderen. Want die bronaders vind men in 't gantfche land zoo ver als nog de Europeanen geweeft, of zich met ter woon nedergelaten hebben, nergens anders dan op de hoogllc fpitzen der bergen, die nogtans het ganfche jaar door zeer rykelyk water geven. Op deze wys heb ik reeds cer- tvds bericht, dat het water aan tic Kaap, de Lysbcks of zout-rivier ; iict water van de Brouwery en dat van nog vele anderen van de hoogfle fpitzen des Tafelbergs vindenis, en konde zeer licht 'i Kaapfche water 3 of 4 molens om- dry ven, 't welk ook van de Lys- beks-rivier is te verftaan, als aan welke beide reeds een mole opge- recht is ; 't zelve mag ook gevoeg- iyk en met recht van de Stellen- bofche en Hottentots-Holland- fche rivieren, zoo als ook niet minder van de Berg-rivier , de ri- vier Zonder -end, de Bot-rivier en ontallig anderen gezegt wor- den, welke alle t'zamen hun begin in de hoogde bergen van dit land hebben, en 't fchoonite , befte en gezondfte water met zich voe- ren. Door dien nu, zoo als uit het tot nu verhaalde genoegzaam blykt,de Bronaders der zoete wa- ters op de hoogfle bergen te vin- den en aan te treffen zyn, welker water altyd zoet is en blyft, de putten of bronnen in de valeien en vlaktens daarentegen van den be- ginne af brak zyn , en 's zomers nog brakker worden, wie zoude dan niet zeggen * dat dit vlak land brak is ; te meer om dat zelfs het gras, dat in de valeien groeit j brak of zuur is, welke grond de Hollanders om die zelve oorzaak ook met den byzondereri naam van Brakke-grond betekenen. Om dies wille derft men ook Aand« de fchapen , die hier nogtans in ^"f1^"1 een grote menigte zyn, aangezien fchapen de Heer Gouverneur Willem van ^^fj? der Steil alleen zo duizend fcha- geven, j pen heeft gehad, zoo als omftan- diger op zyne behoorlyke plaats zal worden aangetoont, het gant- fche jaar door geen hand vol zout te likken geven, niet legenitaand« zulks in Europa voornamelyk in Duitfchland des winters een noodzakelykhcid is, en vermids deze niets bekomen , zoo kan men wel ftaat maken, dat het gro- te vee als offen, koejen, ezels en paarden ook niets dicrgelyk krygt. Voorts is merkwaardig , en komt, alwaar haar ©orfpreng te verdient hier gemeld te worden, dat m KAAP de GOEDE HOOP. 3S5 dat het vee doorgaans in de win- ter de befte weide in de valeicn , en 's zomers op de bergen vind. Zulks fchynt wederom een bc- wys te zyn , dat de grond in de valeien veel brakker is, als die van 't hoge land , als waar uit naar al- le u i ufchynlykheid de hete dra- len der zonne de zoutachtige de- len uittrekken, en 't overige zoo verdoven, dat het vee die zout- achtigheid niet welproeven kan. F.ndit zouden nu alledeomltan- digheden zyn, welke ik nodig hebbc geoordeelt, om hier aan te halen; edog naar dien ik hier vo- ren heb belooft, om de waar- lchynlvkeoorzaken niet met myn eige woorden, maar met die van tnynen waarden en getierden vriend aan te tonen , zoo zal ik. hier in ook mvne belofte geftand doen , en nevens dezelve zyne Obfervatic, die hy my by wyze van raad /.el of Enigmatic è voor- gelcgt heeft, hier by voegen, e- dog met dit voorbericht, dat ver- mids ik als nu zoo ver van hem af- gefcheiden ben , en de briefwif- feling niet wel meer met hem kan plegen, ik deszcls raadzel tot de- zer uure niet hebbe oploiïen of ei- gentlyk verllaan können hoe hy 't begrepen wil hebben. De Obfervatio de fa Ie ejus que in do/e, fchryft hy, is fraai, en fchynt wel uit eenigc omfhvndigheden, als of de grond in de valeien en vlaktcns aldaar, van een zodanige natuur zy , welke aan het nitreu- fe of falpcterachtige zout tot moeder verftrekt , welkers Ele- menta van tyd tot tyd uit de lucht daar in verzamelen ; door de hit- te der zonne daar in gekookt of gedigereert, en cindelyk door 't regenwater, met hulp van de ge- melde hitte uitgewazemt of uitge- droogt, en daarenboven tot de behoorlyke vorm van 't zout ge- bragt worden. Naardien ik ech- ter, fchryft hy verder, niet van voornemen ben om mynegiilingen voor waarheid te verkopen , maar I. "Deel. gewoon bcn,om de/el ve doorgaans blfematifch ol by w wc van duis- tere vragen ie uiten, zoo zal ik hier een experiment aan de hand geven , 't w elk de gemelde gei, ratie van 't zout aan de Kaap de Goede Hoop, tamclyk gc!\k komt. My is, fchryft hy verder, en ftelt dit zyn experiment voor, ook een zeker Caput of Hoofd, en 't /elve op een zekere wys van de 'Goede Hoop bekent, alwaar op zekere tyden rechte winden waa- ien. Wanneer deze winden in een bchoorlyk vat worden opge- vangen, zoo bezwalken zy 't zel- ve als een damp, die eindelyk by malkanderen loopt, en het vat vol klaar, louter, helder, kriftallig, hemclfch, en luchtig water vult, 't welk met zoet fpringwater in al le- dden overeen komt, behalven dat het zuiverder is; door dien ik daar van ontrent 8 lood , als nu ruim iz jaar in een wel gellopt glas heb bewaart, 't welk nog een quaden reuk nog fmaak aan zich heeft genomen , behalven dat het eenige weinige faces op den bo- dem heeft gezet , die echter t'za- men geen halve grein zullen op- wegen. Wanneer echter, zegt hy wyders, met dit water een ge- proportioneert vat, gevult, en op een plaats gelegt wierd , daar zoo wel een beftendige warme lucht onmiddelbaar in het vat op de ma- terie zelf werken, als ook het vat van buiten omgeven kan, zoo word naar verloop van drie of vier uuren 't klare water verandert, gealterccrt , dik , falfugincus , w itachtig, en met een zee-groe- ne enhemels-blaauwe kouleurver mengt , op welkers grond een trillende galachtige materie gaat zitten. Als men vervolgens dit vat leviter of heel zachtjes toe- dekt, en op een oven om uit te dampen of uit te wazemen zet, zoo begint het water geelachtig, roodachtig, en eindelvk, voor- namehk na dikmalige herhaling Y y va» BESCHRYVING van de 35 + ; riehen arbeid, bloed- rood te worden , tot dat eindelyk allerhande namelyk nitreulc, 'm fi- ßriata oblongo Sexangulari, Vïtrioolfche , in figura cubica, uriniehe , in figura ßellata Sexau- gnlari rotunda zout - delen , zoo gele als witte en blinkende over- blyven. Gelyk nu , fchryft hy eindelyk, by dit experiment , in den begin- ne niets dan water , of wel iets aerifch of Iuchtachtig is gekomen,' dat van tyd tot tvd door eene actie en reactie der blote daar in ko- mende en ook van buiten omvat- tende warmte, gealtereert , gedi- gereert ; in falfugïncm gercdi- geert , en eindelyk tot zout gecx- ficecrt word , aldus dient ook te worden onderzocht , of 't regen- water insgelyks niet op deze wys het waarachtig principium mate- riale van den zouten en brakken grond aan de Kaap de Goede Hoop zy , waar over ik de gedachten van de geleerden te gemoed zie. Dit heeft nu deze hooggeleerde en hooggewaardeerde Begünsti- ger aan my tot antwoord op de communicatie van de tegenwoor- dige obfervatie gezonden, 't welk hem, hope ik, niet verdrieten zal» dat ik ze verder aan hem te gelyk mede laat toekomen , vermids ik even deze obfervatie als nu ook aan hem zend , en hy zelf de ge- dachten der geleerden afwacht. In 't einde van zvn brief fchryft hy , dat hy dit zyn Experiment reeds jx malen herhaalt , en altyd goed bevonden heeft , en einde- lyk , dat hy tegen vermoeden alle drie Ryken daar uit heeft gebragt. Edog mvn verfland Haat by dit duiiter raad /el Uil , en weet niet, wat hy daar op zeggen zal , te meer naar dien hy ten laatlten nog daar byvoegt , dat hy'er nog zeer veel in Recejfu heeft. Kan de Lezer nu een Oedipus of Oplof- fer van raadzels verftrekken, zoo zal ik gaern als een gehoorzame T)avus acht daar op flaan , en ver- der bericht deswegen aan den ge- melden Begunlliger en Vriend la- ten toekomen. Midlerwyl eindi- Befluit * ge ik hier mede , en beware de ^ o0 nog overige Obfervatie wegens de Ebbe en Vloed voor het vol- gende Hoofdlluk. XX. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 355 XX. HOOFTSTUK. # Van 't Zeewater by de Kaap de Goede Hoop , zoo als mede van de zonderlinge , en in twee uuren zeven maal herhaalde Ebbe en Vloed, in den Haven van de Tafel-baay aldaar, met alle daar toe horende merkwaardige omftan- digheden. De Sebtyver wil beruht van V Zeewater geven. V Zeewater is op de eene plaats brakker als op de andere. De regen is op zee niet brak. Waar van H Ktupßbe zeewater groen uitziet. Byzondere zoort van Trompetten. Hoe deze rieten beet en. Een Slaaf kan op zulk riet zeer goed blazen. Trompas of Zee-trompettcn . Worden ver in zee gezien. Een hoop van deze Rieten word voor een fchip aangezien. Wat verder aan de Kaap de zee groen maakt. Bericht van bet Koraal-kruid. Worden uit het water hard. Hoe hare rode kouleur toevalliger wys verbleekt. JJ'itte Koraal-klippen. Rode Korw len in de Rode Zee. Groene Zee-venkel maakt de zee groen. Verdere eigenfehappen van de zee. De Auteur wil de Obfervatie van de Eb en Vloed befchryven. Wanneer dit geval voorviel. Wie dezelve eerfl beeft waargenomen De Schryver heeft kort te voren de Eb gezien. Heeft in twee uuren zeven maal verwiffelt. De oorzaken van Eb en V loed vinden in dit geval geen plaats. Welke omfiandigbeden wyders daar by zyit geweeft. Kort voor heen is het iEquino&ium en kort daar op een Novilunium Eclipticum geweejt. Wanneer H iEquinoftium gekomen is. De Schryver heeft het niet können obferveren. Daags te voren was bet ongemeen heet. Daarenboven was het dood flil. Den volgenden morgen heel vroeg had men donder en blixem. Wanneer het Nieuwe Maan was. Zonne- taning buiten ons gezicht. Wanneer de Eb en Vloed anders het flerkfl pleegt te zyn. Insgelyks ten tyde van H iEquinoétium. Nog de Nieuwe Maan nog V ./Equino&ium verklaren dit geval. Of de winden onder V water iets daar toe veroorzaken. Waarom de Schryver niet meer zeldzame Zee-gevallen verhaalt. Schry- wil be- v»n't 1 water VAn de merkwaardige zaken , die ontrent de Kaapfche of Al'rikaanfchc zoete waters voor- vallen, is my gecne meer bekent, waar van ik u niet geloofwaardig bericht gegeven en medegedeelt heb , aangezien ik zoo wel 't geen de algemene eigenfehappen , als ook 't geen de Afrikaanfche war- me baden , en de ware geftcltheid van 't At'nkaanfch , uit 't regen- water voortkomende zout , be- treft , waereldkundig gemaakt heb. Wat echter 't zeewater aan- belangt , daar van is tot nu niets gemeld, of uitvoerlyk gewag ge- maakt , behalven 't geen ik Hechts boven heen mögt hebben gezegt. I. "Deel. Vermids dienvolgens nu de tyd daar is , dat ik myne belofte we- gens de byzondere waarneming, die zich by de ongewoonlyke en gantfeh zeldzame eb en vloed heeft toe gedragen , geftand doen moet, zoo zult gy , hoop ik, niet c|ualyk duiden, by aldien ik voor- af met korte woorden van 't zee- water om en by deze Kaap de Goede Hoop melding doe. 't Is buiten dat reeds bekent, Zse-wa*ä dat 't zeewater doorgaans op de p^jS- eene plaats brakker als op de an- keraisop dare is. Daar van geeft Varenius in zyne Geograph. Lïb. I. cap. 1 3 . frop. 10. pag. 186. feq. zefderhan- de oorzaken , die alle tamelyk Yy 1 waar- de wderc. BESCHRYV1NG van de 3 56 waarfchynlyk zyn. Aldus geeft hy ook in de volgende elfde Pro- politie vier oorzaken , om aan te tonen * dat de regen , die midden in zee valt , uit geen brak maar zoet water beftaat ; 't welk ik hier enkelyk aanhaal , om u te eerder te doen geloven , dat 'tKaapfche Regenwater insgelyks zoet is, waar van ik in myn vorig Hoofd - ftuk gefchreven en aangctoont heb , op wat wys 't zout daar uit voortgebragt word. Voorheen en wel in zommigcn van myne eerile Hoofd Huk ken is reeds gezegt , dat 'er 't zeewater aan Kaap / erde in Afrika groen uitziet , tcnvyl het tog op andere plaatzen een heel andere kouleur heeft, 't welk echter niet anders word veroorzrakt , dan door 't groene gras , dat in zee groeit. Waar van Aan dqze Kaap vind men ook groen •t kaïpfchc rjet 't welk in de klippen wall, zeewater 7 , -,.. , , groen lykt. en zeer lang , dik en wyd word , zoo dat 't dikwyls 4 of 5 ellen lang is. Dit riet en eenig ander klein gras is myns bedunkens oor- zaak, dat 'er het water hier groen uitziet , oflchoon 't op verre na zoo helder groen niet is , als by gemelde Kaap Verde. Dit riet ziet men zeer veel op llrand leggen, 't welk door deon- ltuime zee van de wortels gerukt Byiondcre en uitgeworpen is. Zommige zoon van Liefhebbers van trompet-blazen trompetten wcten ., jcn zeer aarcÜg <^aar van te bedienen , aangezien zy dezelve van onderen , daar zy zoo wyd zyn als een trompet, en van boven heel fmal toelopen , gelyk 1'nyden, en daar na buigen en fatibeneren als een trompet , en in de zon la- ten leggen , tot dat zy droog en licht zyn. Deze droge rieten , welke de Portugeezcn Sargatfo , de zee- vaarders Trompas, en de inwoners alhier Zée - Trompetten noemen , binden zy vervolgens met biezen als een trompet t'zamen ; en als ZV een mondiluk van een rechte trompet daar op hebben gciloken , Hpe deze * neten gc- naamt worden. blazen zy zoo goed , lieffelyk en aangenaam da>ir op , als op een kopere of zilvere trompet. Ik heb een zwarte ilaaf gekent, Een sis genaamt Jan van Madag«fcary die j£"d" een zulke trompet gebruikte , en blazen, daar op menige fraaje muziek zoo wel voor den Heer Gouverneur als voor andere Liei hebbers maak- te. Deze zat eens in den tuin van de Illurtre Compagnie , en luifter- de na de vreemde Trompetters, die met de lchepen gekomen wa- ren, en wanneer hy hoorde, hoe hoog zy op hare trompetten kon- den komen , haalde hy zyne zee- trompet , waar over hem den an- deren uitjouwden. Wanneer hy echter begon te blazen , en veel beter konde uithalen , waren zy niet weinig befchaamt, en zouden hem zekerlyk met een dragt Ha- gen hebben bedankt , ten ware de Heer Gouverneur tegenwoor- dig geweert was. Vermids nu deze Trompas gras- groen zyn , eer zy droog worden, en onder aan de wortel groene bladeren hebben, zoo is licht te bezeffen , dat de groene verf van 't zeewater van dezelven van daan komt. Ondertuilehen ilrekken zy zich zeer diep in zee, zoo dat men ze reeds by 't eiland Triftanda Cuvha ziet zwemmen, zoo als ik zelf in den jarc 1705- gezien heb. Zy zyn ook als men ze in zee ziet dry ven, een onfeilbaar kenteken, dat men niet ver meer van de Kaap de Goede Hoop is, of dat mende- zelve,als mennaOolt-Indie itcvent, reeds verby gezeik is. In't jaar 1 706 waren 'er een hele party van de- zelve by malkanderc gekruit; die boven op 't water zworven, en door den Schildwacht op 't Leeu- *\ enhoofd van verre voor een fchip wierden aangezien, zoo dat hv volgens gebruik een fchoot deed. Wanneer deze hoop zee- Trompetten echter niet nader quam, will men niet voor welk (chip men het /oude houden, of • het muTchien een Franfch was , dat KAAP de GOEDE HOOP. I [ollandfchen locr- het een Hollandfch welk gebrek aan ge- dat op de de , dan of W;1S, 'l zond volk had; Ondertuflchen klauterden veel menfehen op den berg, daar onder ik ook, wan- men ten laatfte door een Verrekyker van (•> voet gewaar wierd, dat 't geen fchip maar een vergadering van los gellote en in elkander verwarde Trompetten 357 lan't geen rood is, aan ftuk- ken, en komende liet inwendige /warte, als nu ook verlkende hout , te voorfchyn, 't welk een hele oncieraad maakt. Of men breekt ook wel een tak af, 't welk insgelyks miilaat. Daarenb« moet men het alle vrouwluidcn vonder onderfcheid niet laten handelen, om dat de gecne, die hare Mcnflrua hebben, of anders was , welke een plaats van vier of ' niet al te pluis zyn, door haar aan- wf morgen lands befloeg , die raken en beazemen veroorzaken , ruii ruim 8 mylen ver gezien wierd. , Ondertuflchen veroorzaken de- ceze groene Tromp as niet alleen, Kwp-roendat't zee-w ater groen lykt, maar in den haven alhier en elders in zee groeit ook 't gras-groene ko- raal-kruid , 't vwlk uit zee gewor- pen en van de grond-wortels afge- rukt word, welke wortels door- gaans op grote Parel-moffelen of Swammen geveftigt zyn, in den beginne grasgroen 'er uitzien, en daarenboven gantfeh week zyn , byna als zee- venkel of ander zee- gras. Zoo dra 't zelve echter enchtvan& lij h j Koraal- maar een halve dag op ltrand heeft gelegen , verandert de groe- ne kouleur, en word zwart of witachtig , of ook hoog-rood. Deze drie zoorten vind men hier in grote menigte, en heb ik zelfs vele nog gantfeh week , opge- raapt , en met my naar huis geno- men. Wanneer ik zag , welke kouleur zy zouden hebben, be- waarde ik dezelve, als ze hoog- rood en daarenboven onbefcha- digt , en met vele tedere takken verzien waren , tot cieraad in mvn verftrek , in plaats van konltige Schilderyen, of wierp dezelven weg , als zy zwart of witachtig wierden, om dat deze niet fraai zyn, en weinig geacht worden. Wanneer dit Koraal-kruid ver- lud word der de kouleur verandert, en uit itcrVard. 't water is, zoo word het met ee- nen zoo hard als een ftcen , en men moet wel op zyn hoede zyn, dat men 't niet laat vallen , of er- gens tegen aan floot, fpringende dat de rode kouleur verbleekt, en niet meer zoo rood word, als zy in den beginne geweeft is. Zulks is my zelf aan eenige diergelyke kruiden wedervaren, zonder dat ik de oorzaak daar van wilt, die ik echter kort daar na wel haalt gewaar w ierd. Op de Molukfche eilanden vind wkteko- men gantfeh witte Koraal-klippen, raal-Wip- welke de Hollanders gebruiken , '' om kalk van te branden, en ves- tingen nevens andere nodige ge- bouwen zoo wel met dezen uitge- branden kalk , als met de levendi- ge (tenen te bouwen. In de rode RodeKo- zee vind men ook rode, welke 't 2Ïu«L* zand zoo rood verwen, dat 't wa- ter daar van gantfeh rood uit ziet, en derhalven de rode zee genaamt word. Edogdat zyn andere Ko- raal-ftruikcn, als de onzen, waar van ik jegenswoordig zeg, dat zy 't water helpen groen maken. Ein- Groene delyk ziet men hier ook de groe- iee-venkd ne zee- venkel, in zodanige me-™^ nigte, dat daar van dagelyks ruim gfo«. een wage vracht uitgeworpen word, die my voorkomt, als de zoogenaamde zee-Linzen, die in Duitfchland in de beeken groe- jen , bchalvcn dat dezelve gro- ver en groter van bladeren enz. , is. Andere eigenfehappen van 't Verdere «- zeewater, te weten , dat het by f"^\ nacht gantfeh vurig fchynt, voor- leewater, namelyk als 't onlluimig is ; als mede dat het geene lyken boven drie dagen kan dulden, maar de- zelven aan den naaften oever uit- Yy 3 werpt. 358 BESCHRYVING vande Öe Schry- ver wil de ohfervatie werpt , ten ware dezelven van vif- fchen verilonden zyn, ga ik met llilzwygen voor by ; ten dele wyl 't eigenfehappen zyn, die de gant- fche zee betreffen , en ook wyl 't hier myn werk niet is, om de na- tuur en gefteltheid, nevens alle andere eigenfehappen der zee te befchryven en voor oogen te (lel- len, 't Voorgaande heb ik ver- haalt, wyl 't de Kaap of alleen toe komt, of met weinig andere zee- havens gemeen heeft. Nu keer ik my tot de beloofde . obfervatie, om u dezelve ook dui- vandeehen dehk voor oogen te (lellen, ten fchryven ein^e gy daar uit mooët afnemen , hoe zeer ik my laat gelegen zyn , om myn woord in alles geftand te doen, en voor u niets te verzwy- gen, van 't geen zich eenigzins fraai en merkwaardig heeft toege- dragen. Midlerwyl zal ik deze hiftorie zoo beknopt afhandelen als mogelyk is, ten einde ik de .nodige omftandigheden , welke de zaak tamelyk op helderen, en t'aangcnamer maken , daar op zoude können laten volgen. Dien volgens gebeurde het in den jare 1 707 den 14 September , ontrent 7 uuren 's morgens, wan- neer ik na verrichte huis bezighe- den, naar myn toenmaligen Hos- pes, Mr. Nko/aas Oortman ging , om met den zelven te fpreken, en met cenen te zien, hoe zekere Jan Rotterdam , die by hem woonde, en ecrll van Batavia te rug gekomen was, al voer; ver- in id:> echtermidler wyl het thee- water gebragt wierd, en ik een kopje thee met des/.elfs ltiefzoon Fredcrïk Roufauw dronk,. ver- toefde ik langer , als myn voorne- men was. Ondcrtuffchcn ilaat de gemel- de Rouffauw onder het drinken en roken \ an tabak, eens op, en gaat ■ >or de deur, om zich zoo wal te vertreden , dog quam ten cerllen weerom, enzeide, wat mag dit n , ontrent een quartier uurs i-t "t eb g£ weeft, en nu loopt 't wa- neer dit-H gevallen. ter reeds weder op , dat heb ik nooit meer gezien ? waar op ik met den Heer Rotterdam, die 70 jaren oud was , ook naar ilrand ging , om te zien of 't waar was; 't geen de gemelde Rouffauw zei- de , wyl my dat zelf ongelooflyk voorquam. Want wanneer ik uit myne tuin- DeSchr) , . . J , , .. verheert woning na zyn huis ging, had ik kon te\ zeer wel gezien , dat de haven al- ren 'l wa hier, van den beroemden Tafel- vaiie«. berg, de Tafelbaay genaamt, le- dig van water was ; dat is : de vyf of zes voet hoge (lene bank , die dwars door den Raven van den eenen oever tot den anderen (laat, toonde nevens de op 't zandt leg- gende kleine vaartuigen of (loepen genoegzaam, dat 't eb was,gelyk het toen achtervolgens de algeme- ne ondervinding en de bekende regelen, waar uit een Schipper, Stuurman of ander Scheeps - Offi- cier altyd kan en moet weten , wanneer het in dees of geene ha- ven hoog of laag water is , ook zoo moed zyn, om dat het 8 uu- ren was. Wanneer nu de Heer Rotter-%™^ dam en ik , ieder met een pyp ta- bericht,! bak , 't welk hier de gewoonte is , l^L en van niemand qualyk word ge- nomen , om dat het zoo wel ry- ken als armen doen , aan den oe- ver quamen , en zoo bevonden, als de gemelde Rouffauw gezegt had , quam 't ons beide heel vreemd voor , zoo dat wy die wonderbare vcrwifleling met gro- te aandacht en uit zonderlinge weetgierigheid zeer lang aan* fchouwden , tefwyi wy over de oor/aak redeneerden , zonder echter dat iemand Aan ons beide in ftaat was , om cenige waar- fchynlyke rede daar van te ge- ven. Terwyl wy nu aldus met clkan- !?**"?* ■ / J . van een der fpraken , en na de oorzaak quamer vorfchten, viel het water weder- JJ^J om zoofchielyk , dat wy ander- wed«. maal , eer en alvorens onze pyp nog uit was , de blote (lenen zeer ver KAAP dr GOEDE HOOP. cc v< ■ ; i 'i wat gen ui rüc- ken, en de bovengemelde 11 »epen wedei 't zand zitten zag ;dat is: u ■ i na verloop \m een quartier tun s wederom eb. \\ ] waren hier over nog vrv meer verwondert , en wüten nu nog ;ii inder de rede van deze aoo fchielyk op elkander volgende verandering van eb en vloed aan te tonen orna te vorfchen. Midlerwj 1 begaven \\ y ons na ons logement , en gingen naar 's l.mdsu yze voor de deur zitten, \\m waar wy /.eer duidelyk in zee konden zien , om dat 't huis geen Ivmdcrt fchreden daar van af Hond , en een heel vry gezicht had. Naauwlyks hadden wy ech- ter plaats genomen, of de vloed was wederom voorhanden , en een klein quartier uurs daar na wede- ln, rom de ebbe, welke verwiileling entyds duurde tot io uure , gedurende rdt.Vcr" welken tyd , namelyk van 8 tot io uure het 7 maal eb en vloed ge- vveell was. De Lezer kan licht bezeffen, dat wy daar over elkander zeer verwondert aankeken , en na de oorzaak vorfchten ; maar te ver- geefs, om dat niemand iets met fchyn van waarheid konde te ber- de brengen , hoe zeer wy ons hoofd daar mede braken, en wvl 'er na dien tyd niet meer te zien was, lieten wy ons daar mede ge- noegen , en waren blydc, dat wy het gei uk gehad hadden deze zeldzame verandering aan te fchouvvcn, terwyl \ water ten 11 uure weder begon te wallen, en onzen haven met water aan te vul- len, als naar gewoonte. Kn dit is al/00 gantfeh kort de hiilorie der zoo wonderbare en zeldzame verandering van eb en vloed, welke of ze ook elders te zien zy geweeft, en of diergelyke verwiileling meermalen is ge- beurt? Kan ik niet zeggen, weet ook niet , ooit daar van gelezen of gehoort te hebben. Daaren- boven fcheelt het hier ook aan 359 goed* boeken, welke al« men . niet zelf uil , ., h brengt, een veer raar.wildbraad enevefl zoo dun gezaait iya, als (ieleerden builen de ren ( reeftelyken een heel klein getal uitmaken. Wat echter de oorzaken van £^^ deze zoo fchielyke, onvermoed« «vióëd enongewoonlyke verwiffeling van «inden by eb en vloed aanbelangt, ik h „ts. zeer bemoeit, om die n\ te vor- fchen, zoo als reeds voor he< 1 gemeld is; edogal myn doorihuf- felen was vergeefs, en wilde zelfs 't geen men anders de gemene oor/aak \ an eb en vloed meent te zyn, zich hier niet laten applice- ren; en nog minder 't geen on- trent de byzondere bewegingen der zee gezegt en aangehaalt I word. Derhalven zal ik u de /.aak i verder late overdenken, en mid- ier wyl my .klaar maken , om de j overige omftandigheden , welk« i de zaak een merkclyk licht byzet- ; ten, en uwe gedachten een groot | geheimenis te raden , aanbieden können, daar by te voegen. En hebben zich wel deze by- zondere merk waardige itukken ten tyde van deze Obfervatie of waarneming kort na elkander toe- gedragen ; te weten, even te vo- ren viel het Equïnoclïmn of gelyk- heid van dag en nagt in, waarop I kort daar naeenzonne-taning volg- de, en eindelyk de wind zich | doorgaans wakker horen liet. Of : fchoon nu deze drie Hukken elk afzonderlyk de zee onftuimig ma- I ken können, zoo twyflèl ik cch- j ter, of zy wel alle drie te gelyk of met malkanderen zodanig ecne onordemlyke beweging hebben können veroorzaken. Edog ten einde de zaak een weinig duidelyker en veriiaan- baarder werde, het is bekent, dat den 13 September van 't gemeld« jaar 1 707 's avonds ten 9 uuren 53 minu. 19. fee. 't Aiquïnoftium ingevallen , of de zon in de /Equa- tor em gekomen is, 't welk wy hier aan $60 BESCHRYVING vande aan de Kaap de Goede Hoop 't Lente MquïnoElium noemen ; waartegens die van Europa, als Noordwaards van den dag en nacht gelyk makenden cirkel af- gelegen, \ zelve het Herfft M- qr/i/ioffiumheeten. Eer en alvo- rens ik nog een overdag maakte , om welke uur het eigentlyk in vallen mögt, maakte ik zekerlyk Haat, dat ik 't zelve zoude kortnen obferveren; edog of fchoon ik met myne treflèlyke inftrumenten, die op 't bolwerk Buren , tuftchen de Hukken Kanon opgerecht zyn , gereed en klaar , en niets te ver- zuimen voornemens was , in 't geen eenigzins myn plicht ver- eifchte , of my anders tot nadeel ftrekken konde, zoo heeft nog- tans de rekening naderhand ge- toont, dat dit .Mqninoctïum by avond zoude voorvallen ; en ben ik daarenboven door 't quaad weer in myn verder voornemen en dagelykfche obfervatien zeer veel verhindert; vermids het te- gen den avond vervaarlyk don- derde en onophoudelyk blixem- de, als mede tegen den tyd van 't Mquinoclïum zeer fterk regen- de. Voorts was zeer merkwaardig, •was t , dat het den gantfchen voordemid- h«t. dag van den 23 September zoo heet was, dat men niet wift, waar te gaan, om maar eenigzins lucht telcheppen, en koelte te hebben. Daarenboven voelde men gantfeh geen wind, ja zelfs niet 't minfte luchtje; konde ook niet merken, dat de zware donkere wolken 't minfte beweegt wierden, zoo dat men niet zag waar de wind van daan quam, als aan een vaantje van een fchip. Na dat nu aldus de dag , waar op dag en nacht gelyk wierd , en die daar op volgende nacht meelt met fterke en /.ware regen verby Den vol- was, begon het den 2.1 September jendn ten 6 uuren 's morgens, wederom wcSn heftig te donderen en onophou- donderen delyk te blikzemen. En achter- bhxem. volgens myn Dagregifter, waar in ik den wind alle dag driemaal hebgetekent, quam dezelve uit 't Noord weilen, en wel zoo flap , dat men hem andermaal niet anders dan aan de winpels der fchepen bekennen kon. Derhalven konde ik wederom niet befluiten, dat dezelve oor- zaak van deze veelvuldig achter malkander herhaalde eb en vloed zoude zyn, ten ware men wilde zeggen, dathy diep in zee veel heftiger zy geweeft, en dat hy op zodanige wys tot deze buiten or- den tlyke en gantfeh ongewone beweging van eb en vloed gehol- pen hebbe. Edog naar dien ik daar toe bezwaarlyk ben over te halen, en van myne kant gantfeh niet van die gedachten ben , zoo acht ik, dat velen met my dat ge- voelen ook niet hebben zullen; want indien de wind in de ope zee harder had gewaait, zoo moeft 'er ook meer drift in de lucht zyn ge- weeft, en de wind niet alleenlyk uit de wimpels der fchepen te weten geweeft zyn ; behalven dat de zee ook onftuimiger zoude zyn geweeft, terwyl men dien dag op de oppervlakte van 't water zoude hebben können fchry ven , om dat de zee zoo gelyk als een gefchaaf- de tafel was , en 't minlte heuvel- tje daar in niet gezien wierd. Eindelyk is ook bekent, dat 't wanneer den 2 f September 1707 ten 12 Nieuwe r ' L- L- Maan wa uuren 45" mtn. 29 jee. s nacht hier aan de Kaap de Goede Hoop nieuwe Maan was, waar op ten 1 2 uuren 5 2 min. 9. fee. eene zon- zotme- ne-taning volgde, die wy echter ^'^ hier niet konden zien, omdat /on toenmaals diep onder onze kim of gezicht-einder ftond. By de genen echter, die verder ooft- waards wonen, is ze zekerlyk te zien geweeft, ten ware de lucht betrokken geweeft is ; die insge- Iyks niet zullen hebben vergeten, den wind endeszelfs fterktc aan te tekenen. Uit zodanige bygebragte om- ftandig- , ten ons de jicht. -in 1 KAAP de GOEDE HOOP. *6i Winneet ideis de ben vloed ich op 't erkll laat ien. iSog de •uwe tan nog 'fèquinoc fit ver- kren dit ML ftandighcden blykt alzoo , dat de tyd tullchcn het Mquinoftium en de Nieuwe maan , die een ver- duiftcring der '/.onnc dulden moeit, niet meer als 2. dagen, 1 uuren, f8 minuten en 5 o lecun- den is geweeft ; de tyd tulTehen 't JEquinoBium en de Obfervatie, waar van hier voornamclyk ge- fproken word, ontrent 10 uuren 6 minut. 4r fecund., en de tyd tuf- ichen de obfervatie en de verduif- tering, ontrent 1 dag 3 uuren 51 minut. en 9 fecunden. Nu is uit de langdurige onder- vinding bekent, dat de eb en vloed ten tyde van de Nieuwe en Volle maan in de meelte havens veel fterker is , als op eenige an- dere tyden, waarom dezelve ook door de Hollanders met den by- zonderen naam van Spr'tng-tyd gedoopt word ; millchien om dat 't water als dan veel verder op 't land komt, als 't buiten de Nieu- we of Volle maan ten tyde van de vloed pleegt te doen. Daaren- boven is ook niemand onbewuft , dat de vloed ten tyde, wanneer dag en nacht gelyk is , veel fterker en heftiger zy, dan op eenig an- der tyd van 't gantfche jaar,; en zoude men derhalven waarfenyn- lyk können vermoeden , dat de dag en nacht gelykheid iets tot de- ze buitengemene en zoo fchielyk achter malkander herhaalde eb en Vloed geholpen hebbe, vermids zy naauwlyks 10 uuren daar na zich openbaarde. Ja men zoude ook mhlchien de Nieuwe maan, die met zyne verduiftering quam, niet t'eenemaal daar van uitlluiten können. Edog alle deze omftandighcden zyn nog niet in itaat, om de rech- te oorzaken aan te tonen , hoe men dezelve ook draait of keert. Ik zal derhalven liever ftilzwygen, dan met vele onnutte gifiingen voor den dag komen; met ver- 7oek, dat de Lezer hier ontrent msgclyks eenige moeite neme., en zich bévlytige , om dezelve uit te, vinden? '/ouden ook wel winden onder het water uit de wervelga- ten der zee opgekomen , en aan deze ongeregelde eb en vloed oor- zaak geweeft zyn ? Zulks laat ik U nevens alle andere daar toe nodige bewys -gronden onderzoe- ken. Byaldien eenige fchepen zich hier onder 't land en naby deze Kaap de Goede Hoop hadden be- vonden, zoude men licht hebben konhen vernemen, welke win- den in zee boven en onder 't wa- rer geweeft waren. Vermids ech- ter toenmaals geen fchip zich hier ontrent onthield, maar eerft eeni- ge weken daarna verfchciden uit Holland aanquamen, heb ik, niet tegenftaande alle de moeite, die ik aangewend heb, om my by de Schippers en Stuurluiden deswe- gen te bevragen, daar ontrent niets können gewaar worden. Aldus heeft de Lezer nu ook Waaromde de omftandigheden , welke deze „i^me«- rare en wonderbare obfervatie zeldzame hebben vergezelfchapt. Ik konde vaïêfve^ nog wel eenige andere diergelyke haalt, wonderlyke gevallen ter zee by- brengen, byaldien ik altyd van de oprechte waarheid verzekert was; edog door dien ik zelf niet daar by geweeft of oog-getuigc daar van ben, en daarenboven aan de vertellingen van ftuurluiden en matrozen jui ft niet altyd geloof te (laan is, als die van een muggt doorgaans een olyfant weten te maken, of de zaak groter opge- ven, danzyin der daad is, 700 zal ik alleenlvk nog zeggen, dat ik hier mede het water als nu ver- laat ; en my in de lucht begeef; ik wil zeggen, dat ik de winden en derzelver eigenfehap voor oogen ftellen en in het volgende Hoofd- ftuk duidelyk befchn ven zal. 1. Veel Zz XXI. HOOFT- 36z BESCHRYVING van de XXI. HOOFTSTUK. Van de eigenfchappen der Lucht alhier, en de Winden in dezelve voortkomende > voorna- melyk echter van den vermaarden Stormwind die uit 't Zuid-oofte ontftaat, enbydeGeleer- den doorgaans Ecnepbias genaamt word, met vele andere ondergemengde Zeldzaamheden. Hoe de Portugcezen de Kaap de Goede Hoop hebben genaamt. Met wat voor recht. De Kaap de Goede Hoop heeft zware winden. Wanneer deze winden voor de fchepen voordelig of nadelig zyn. Hollanders weten zich voor de Kaapfcbe winden in acht te nemen. Nie- mand heeft de Kaapfcbe winden nog recht onderzocht. De Scbryver wil zulks in V werk fielten. Van de namen der Kaapfcbe winden. Hoe de Auteur denzelven noemt Hoe de Kaapfcbe inwoners het jaar verdelen. Van de verwiffêling van de goede en quade Moußon aan de Kaap. Wanneer de goede en quade Moußon begint. Wat de Zeevaarders wegens de winden 'm de goede Moujfon hebben te duchten. IVat de fchepen wegens de winden in de quade Moußon hebben te vrezen. Wat de Kaapfcbe winden voor rampen veroorzaken. De Zeevaarders geven dezen wind een verkeerden naam . Dwaling van Varenius. Wat een 7 'ravad-wind beet. Hoe die ontflaat. Hoe men zich voor denzelven in acht neemt. Van dm Kaap f eben Zuid-ooflen wind. Doet in den Haven geen zonderlinge fchade. Deze wind is van de Travad-windcn onderfcheiden. Droge tyd, waarom aldus genaamt. Hoe de re^entyd aan de Kaap is. Daar in maakt het altyd donker weer. Eerfte onderfebeid der Kaapfcbe winden. Wanneer aan de Kaap de bergen met fneeuw of hagel bedekt zyn. I! 'at van V ys aan de Kaap te merken. 7 wede onderßheid van de Kaapjche winden. Loffe gi/finv der Zeeluiden van de nabybeid des lands. Wanneer de fchepen aan de Kaap de Goede Hoop aankomen en vertrekken moeten. Waarom de Oofl-Indifcbe Retour- fchepen de Kaap aandoen moeten Die uit Europa komen , moeten aldaar ook vertoeven. Matro- zen zyn zeer begerig om land te ontdekken. Wanneer de uit Holland aan de Kaap gekome fchepen weder vertrekken. Hoe lang de Oofl-Indifcbe Retour- f 'hepen aan de Kaap vertoe- ven. Waarom ook andere ft '.hepen om die gemelden tyd aan de Kaap landen. Een Hol- landfib (chip hopt groot gevaar te verongelukken. Derde onderßheid der Kaapfcbe winden. } ierde onderfebeid. Wat de lucht in V menfebelyke lichaam werkt Welke tyd aan de Kaap gezonder is dan de andere. De winden aan de Kaap maken een gezonde lucht. Wanneer de Zuid-wefle wind waait. Wat de twyffclmaunden zyn. N' Aardicn ik u nu lang genoeg by de /.oei e vlietende en ltaandc , als mede by de brakke 7.ee-\vaters opgehouden , en vcr- fchcidc /aken voor oogen geltclt heb, welke ik waardig oordeelde, om aan u mede te delen ; ten dele Wy] /y van de eigenfchappen van andere Waters verfchillen, en deels w\l yy /eer /cldcn in andere lan- den gezien en ondervonden wor- den ; voo willen wy nu ook eens de lucht , en de daar in voortko- Hoed< mende winden betrachten ; voor- namelyk om dat deze Kaap de Goede Hoop wegens de heftige llormwinden /eer vermaard , en deswegen in den beginne van de p0rt'ug£' Portugeezen Capo de los totosi^cic Tormentos of Stormhoek genaamt Goede* is. Hoop hel Waarlyk byaldien de Portugee- £«,?£ zen alleen op de winden gezien hebben , welke zy hier moeiten uititaan, zonder te letten op der- zelver eigenfchappen , gevaar en fchade KAAP de GOEDE HOOP. 36$ Kaap de nede oophrrft inden. fchade ofwel op hare nuttige en dikwyls zeer toevallige werking, v.o hebben zy rechtmatige oor Aa- ken gehad , om déze Kaap met den verdachten naam van Storm- hock te bekladden , aangezien bezwaarlyk cen oord in de we- reld zal worden gevonden, alwaar altyd en meelt 't hcele jaar door, meerder , zwaarder en heftiger winden w.tajen , als wel hier aan de Kaap de Goede Hoop , zoo als nu in 't vervolg duidelyk zal worden aangetoont. Byaldien zy echter de eigen- schappen van deze winden gekent, en 't heele jaar door gade gcflagen hadden, zouden zy , mvnes be- dunkens zeer qualyk hebben ge- daan , als zy by dezen naam van Hoek aller plagen , zoo als de rech- te uitdrukking harer benoeming met zich brengt , hadden willen blyven. Want of fchoon de Noord-weite wind fchadelyk is voor de fchepen die in de haven leggen , zoo is dezelve echter voordelig voor de geenen , die in de haven willen. In tegendeel is de Zuid-oofte wind , den fchepen die in den haven zeilen , niet dienitig, zoo is hy echter voor de genen, die daar uit willen, zeer goed, en daarenboven niet nadelig voor de lchepen , die in den haven blyven, zoo als de zaak wel haait klaar ge- noeg bly ken zal. Ik oordeel ook , dat haar toen- malige gloricryke Koning , wan- neer 't fcheepsvolk weder t'huis quam , en hem verflag van déze Kaap deed , om dieswillen niet heeft geduld , dat men den zelven een zodanigen hatelyken en ver- achtelyken naam gaf, maar bevo- len , dat dezelve de Kaap de Goe- de Hoop zoude worden genaamt. Niet alleen , om dat hy als nu goe- de hoop had , dat hy met zyne fchepen in het lang gezochte Indie zeilen zoude , maar ook wyl zyn onkundig Scheepsvolk wel meer en duidelyker bericht van deze Kaap zouden bekomen, als zy I. "Deel. voortaan dikwyls en in verfcheide 1 \ den van 't jaar aldaar quamen te landen, en naauwe acht op alles iloegen. Dit is ook niet zoo wel van de Portugcczcn alleen, maar ook van andere Europeaan ich e Natiën, en wel voornamelyk van de Hollan- ders gefchied. Na dat zy zich al- daar ter neder gelaten, ecne goe- de veiling gebouwt, en een fcho- ne wydlopige Colonie aangelegt hebben, zoo weten zy als nu zeer w el , welke winden 't gantfche jaar door, en by/.onderomdccs of ge- nen tyd waajen ; welke hen voor- delig, en welke hen fchadelyk zyn ; derhalven voegen zy zich na dezelve, en geven aan hunne fche- pen zodanige orders, uit hoofde van de welke zy zich buiten ge- vaar en fchade Hellen, ten ware iets gantfeh ongemeens quam voor te vallen , zoo als ook licht gebeu- ren kan. Hoe bekent echter de winden Niemand alhier ook zyn, zoo heeft als nog ^pfSe niemand , zelfs niet een van de winden Schippers of htuurluiden , waarJX'^ van 'er nogtans zoo veel hondert ja duizend reeds hier zyn geweeft, welke allen na dezelven zich fchikken , hare komit en vertrek daar na aanleggen, en al zoo naau- we acht daar op hebben moeten geven, de moeite genomen, om dezelven duidelyk en uitvocrlyk te befchryven , veel min na der- zclver oorzaak te vorfchen. Ver- mids echter 't geluk gewilt heeft, dat ik hier ook gekomen ben, en reeds eenige jaren hier heb ge- woont, zoo hoop ik, dat de Le- zer niet qualyk zal duiden , byal- dien ik befta , om u daar van mel- ding te doen, en 't een en 't ander, de lucht en deszelfs eigenfehap- pen betreffende, daar by te voe- gen. Dienvolgens dient men voor al op deze drie volgende Hoofd-om- itandigheden te letten; als welke niet alleen jaarlyks alhier voorko- men, en fchier dagclyks voorval- 36+ BESCHRYVING van de len, maar zonder twyftel ook zul- len leren, een anderen weg in te liaan, als men de ware eigentlyke en ontvvyftelbare oorzaak dezer winden wil nafpeuren , dan tot nu van de Cartheiianen en andere Filolbfen aangewezen is. Ik fpreek echter hier van winden aan deze Kaap, en verfta daar onder gantfeh niet de heftige Travad-winden, die men in volle zee heeft, om dat het daar mede gantfeh anders gelegen is, zoo als in 't vervolg zal worden aangetoont. Van dem- Ten einde ik echter, eer en al- men der • i i i j j ' ■ Kaapfche vorens ik de voorgemelde drie Winden, omitandighedenaanhale enuitvoe- re, de winden alhier duidelyk be- noeme, en aldus het kind zynen rechten en eigentlyken naam ge- ve , zoo dient men te weten, dat dezelve , wyl hy uit een wolk barll , in de Griekfche tale Ex.n'k: Gelyk deZuid-wefte wind met der Kaap- zyne by-winden de wolken ver- fpreid en met deszelfs ongemeen geweld van elkander jaagt , aldus dr.yft deze Noord-Wefte wind dezelven by malkander, en ver- duiftert of verdonkert de gantfche lucht zodanig, dat de wolken met hare zwaarte op de bergen han- gen, dezelven onkenbaar maken, en 't gezicht onttrekken, en ver- oorzaken, dat men dezelven nog van verre nog dichte bv zien kan ; want hare zwaarte en dikte maken dezelven gantfeh zwart, en ver- oorzaken daarenboven, dat men niet ver van zich zien kan. Byal- dien men nu de in dezelve ont- houde vochtigheid afzonderlyk betracht , zoo kan men licht ftaat maken, dat 'er veelvoudige zware piasregens moeten vallen , te meer, om dat dezelven hier de plaats van fneeuw bekleden. OndertuiTchen gebeurt 't wel, dat 'er fneeuw valt, wanneer de zon op 't laagfle is, en deszelfs middags-hoogte naauw- lyks 33. graaden uitmaakt, e- dog dat de fneeuw tot in de va- leien en op 't vlakke veld zoude komen, zulks heb ik nooit ge- zien. Wanneer 't Is waar, men kan alle jaren , km J de voornamelyk in Juny , July en Au- bergen met gufty de bergen met fneeuw of haceibc-f never mct hagel bedekt zien , en ze met hare witte kruinen heel ver ontdekken, welke naderhand, als de Zon den Alquator of Nachtee- vcningslyn nadert, week word, fmclt, en den bergen haar oud na- tuurlyk aanzien weder geeft , c- dogdat men ook ys, en voorna- melyk dikker als een ftrootje, zoude können vinden , Hryd niet alleen tegen de lange ondervin- ding, maar 't iszecker, dat byal- dien 'er ys te voorfchyn komt , en op de oppervlakte van 't water, dat voorbedachtelyk in een fcho- tel of iets anders by nacht in de lucbt word gezet, zich laat zien, dekt iyn. 't zelve niet langer kan duuren, dan tot dat de Zon weder boven den gezicht-einder komt, en on- trent een uur gefchencn heeft, want als dan fmelt het ten eerlten , en word wederom water , als 't voorheen geweeft is, zoo als reeds elders is gezegt. Het twede onderfcheid van de- (J^fd ze winden beftaat hier in, dat ge- derKaa] lyk de Zuid-Oolte wind en zyne Jgj/* by winden, aan de fchepen, die in den haven zeilen, of reeds daar in leggen, geen fchade toevoegen kan, om dat hy ze maar heftig flingert, en van de ankers gedre- ven, van 't land afzet; terwyl de tegen over ftaande Noord-wette wind den zeevaarders zeer ge- vaarlyk en nadelig is. Want ver- mids hy de Zuid-Oofte wind in heftigheid en onftuimigheid niets toegeeft, maar zelfs overtreft, en ook even zoo lang duurt en aan- houd , zoo volgt als van zelfs, dat hy de fchepen , die in den haven willen , gevaarlyk en nadelig is , om dat zy wegens de donkere wolken en zware lucht niet van zich afzien können. Of fchoon het nu door de mis- wyzing van'tCompas , de hoogte van den Pool , en de lengte des oords, welke echter twyrlclachtig genoeg is ; uit den op of onder- gang , ook wel uit beide te gelyk, als 't gefchieden kan , gezocht en gevonden word ; en zy door an- dere Stuntmans - middelen wel können weten, dat zy van 't land, werwaards zy zyn gezeilt , niet ver van daan zyn ; of fchoon hen de onder 't water leggende klippen en zandplaten ook by ondervin- ding bekent zyn ; ja of fchoon z) zeer wel weten , dat het land van deze Kaap zeer hoog is , en grote ftyle bergen heeft ; als mede dat in den mond van den haven een ei- landtje legt , 't welk onder den naam van "t Robben-eiland bekent is, waar op van de Illuftre Com- pagnie een wacht legt , die op de fchepen paft, en een ftuk gefchut los- KAAP Di, GOEDE HOOP. 360 losbrand , en Vervolgens de Hol- khdibhe vlag opfteeki , zoo dra als v\ ven fchip in 't oog krygen , welk alles ook op 't Leeuwen hoofd moi ! gefchieden , 7.00 als reeds elders omftandigcr bericht is ; en eindeh k of fchoon deze wacht be- vel heeft, om by nacht een groot vuur op een heuvel te branden, ten einde de aankomende fchepen zich daar na zouden können voe- gen, zoo kan dit alles, zeg ik , nogtans weinig of niets helpen. Want wegens de dikke en zvva- ' re lucht können zy of by dag de vlag , of by nacht het vuur niet zie irenboven belet 't geraas van den wind ook , datzy'tlos- branden van 't kanon niet können horen , bchalven dat zy het fchip door den heftigen wind insgelyks niet können regeren , als zy wel wenfehten , om de zandplaten en gevaarh ke blinde klippen te my- den ; en voornamelyk een grote klip, de walvifch genaamt , die by 't Robben -eiland aangetroffen word , waar voor men vooral moet op zyn hoede zyn. Hier by komt eindelyk nog een ander ongemak; te weten, dat de bef Herders van 't fchip dikwyls geen rechte grondige kennis van 't land en deszelfs eigenfehappen , veel min van de winden en andere omftandighcden hebben , en der- halven te lichter in 't een of 't an- der gevaar geraken , gelyk zulks menigmaal pleegt te gefchie- den. Vanneer Alle deze ongemakken nu heb- Ifchepen ben ^^ ^.fly ^ ^^ ^ windhebbers van de Illuftre Com- pagnie bewogen , om bevel te ge- ven , dat geene fchepen uit Indie mogen wederkeren , als deze qua- deMoullbn ofRegentyd regeert, maar de Hoofden van de Indifche landen zyn gelaft , om ze alsdan van Batavia na Ceylon af te vaardi- gen , ten einde zy voor 't einde van de goede Moufiön nog hier können zyn , en zy tyd zouden hebben , om zich te verquikken /. T>eeL rnen Itrekkcn Itietci. en te provianderen , en in dien goeden tyd weder naar Holland te zeilen. W ant vermids de Iche- difcheRt pen en al 't volk reeds lang in Ooft- wurfche- Indie zyn gewecit , ook langen ScKaap tyd met de reis doorgebragt heb- niü«tcn ben , en derhalven zeer afgemat , aan ook menigmaal reddeloos zyn , zoo moeten zy zekcrlyk dezen haven aandoen ; ten dele om verfch water en goede victualiën in te nemen, en ook om zich we- der in Haat te Hellen, om de begön- ne reis te können voort zetten en te voleinden. 't Is wel waar , de fchepen, die Dcti-hepen uit Holland komen , en na Indie die u,ltEu gcdefhneert zyn, moeten hier ook m.nmoe- 't anker laten vallen, 't zy dat zy tcnkh."^ te Kermis , Paailchen of' in Sep- kerhtea tember van daar worden gezon- vlUen- den , en by gevolg in den goeden ofquaden Mouffbn, dat is, droge ofregentyd alhier aankomen; e- dog behalven dat zy met een ge- drukte inftruétie voorzien zyn, hoe alle gevaren beft te myden, zoo is 't volk ook niet zoo afge- mat , als dat uit Ooft - Indie te rug komt. Daarenboven worden de matrozen door een aanzienlyke beloning van 10 Ryxdaalders aan- gezet , om naarftiger na 't land uit te kyken ; en heb ik in den jare 1705» toen ik hier quam, gezien, dat in plaats van een, die boven in de maft , de wacht had , menig- maal 6. 8. tot 10 te gelyk in 't wandt zaten , om de gemelde ie Ryxdaalders te verdienen. Daarenboven hebben de 'uitlo- pende en eerft hier aankomende fchepen goede ankertouwen, waar voor hare fchepen veel zekerder leggen, dan die uit Ooft- Indie te rug komen, en dezelven reeds menigvuldig gebruikt , en daar door in Hechten ftaat gebragt heb- ben. Eindelyk blvvcn de uit Hol- land komende fchepen , zelden langer d.xn 14 dagen of 3 weken leggen, maar vervolgen hare reis naar Batavia of Ceylon , zoo dra zy verfch water , en andere nodi- Aaa ge BESCHRYVING van de 370 ge provilie hebben ingenomen, ge- durende welken tyd hare .van boord hebbende zieken weder gezond zyn, ofzy verfch volk krygen, en hare nodige brieven uitgevaardigt zyn. In tegendeel moeten de fchepen, die uit Indie komen, hier ruim twee maanden blyven, om dat 't een na 't ander moet wach- ten , tot dat zy allen met volk en proviant voorzien, hare brieven naar Holland ontfangen hebben, ten einde zy naderhand in gezel- fchap derwaards zouden können vertrekken. Wie ziet aldus niet, dat de/e laatllcn vry meer gevaar onderhevig zyn , als de eerften, om dat dezelven zwakker anker- touwen, en minder volk hebben , ook zwaarder geladen zyn, en daarenboven langer moeten ver- toeven. Om die zelve rede heeft de En- gelfche Oolt-Indifche Compagnie aan hare fchepen ook order gege- ven, om in de qnade Mouilon of Regentyd , voornamelyk in de maanden van Juny en July den ha- ven alhier niet aan te doen, ten zy de grootfte noodzaaklykheid zulks vereifchte. Daarenboven heeft men by ondervinding, dat de Noord- welk wind zeer ge- vaarlvk , fchadelyk en heftig is , die de fchepen zeer licht'kan doen ftrandeh of aan Hukken floten. Want verfeheiden die in deze iwee maanden hier lagen, zyn 'er gebleven. In 't jaar HS97. heeft een diergelyk ongeluk de llluilre Holland fche Compagnie Getrof- fen, welke in de maand van Juny twe uit lndie gekome en na Hol- land gediiiineerde fchepen in een oogenblik heeft verloren ; zoo dal billyk is , dat de Retour-fchepen de quadc Moullbn den haven al- hier niet behoren aan te doen, ten ware de hooglle nood zulks verz- eucht, of zy fchiclyk weder af'gc- Ecn Hol- vaardigt können worden, fchf'sin -Ondertuilehen Hond in 't jaar gevaarte 17 '> een fchip, cerlt uit Holland lu'i'erf* gnomen, en de Zuiker-mole ge- naamt , ook gefchapen , te veron- gelukken, vermids het daags te voren geen land bekennen konde, oftenminllen daar aan twyfrelde, den volgenden nacht echter on- verhoeds in den haven zeilde, en tufTchen eenige aldaar ten anker leggende fchepen door liep, zon- der die te hebben gezien, tot dat het eindelyk in de branding quam, en men bevond , dat het niet meer als een voet water had ; en zoude het zekerlvk t'eenemaalin Hukken geltoten zyn, tenware men ten eeriten 't anker had laten vallen. Het fchip deed fchoot op fchoot , maar niemand konde 't zelve hel- pen of redden, tot dat eindelyk den volgenden dag op order van den Heer Gouverneur Willem A- drïaan van der Steil redding volg- de. Of echter de Scipper, die een koene vermetele waaghals was, van dit gantfeh voorval de fchult niet is ge weeft, daar van mag ik niet oordelen ; genoeg dat het fchip, volk en goed wierd ge- red, zoo als ik op een ander tyd omftandiger zal berichten. Hier uit blykt alzoo het groot onderfchied tufTchen deze twee winden. Ik zoude het derde on- derfcheid, 't welk de boeren ga- de (laan , ook wydlopig können daarby voegen , edog ik zal al- leenlyk zeggen, dat het hierin beltaat : Gelyk de Zuid-oofte wind alles uitdroogt, zodanig dat men zelfs 't land niet bearbeiden kan , daai benevens tot 't ryp ma- ken der aar en en alle andere veld- vruchten zeer veel helpt, ook de- zelve ryp geworden, de korrels daar uit Haat en veroorzaakt, dat 'er veel verloren gaat , aldus be- vochtigt de Noordwefte wind met defzelfs menigvuldigen regen al- les zodanig, dat de Landman de aarde beploegen en bezaajen kan, ook het gantfche jaar door voer voor zyn vee op 't veld hebben, en eindelyk met de rype vruchten zoo wel de oogen als den buik en alle zinnen vergenoegen kan. Edoch Derde o deifcheid der Kaap- fche win- den. KAAP de GOEDE HOOP. 371 Edoch door dien op een ander tyd reed1* van dit onderfcheid ydlopioer gehandelt, en daar- enboven afzonderlek aangetooat is, 't geen de Landman hoofd za- kelyk ieder maand te doen heeft, zoo /oude nodeloos zyn , om zulks te herhalen, en /aide Le- ver reeds vergenoegt zyn, dat ik dit onderfcheid ook met weinig woorden aangeroert heb. Ik /al derhalven voortgaaan, en einde- lyk ook 't vierde en laatftc onder- fcheid daar by voegen, 't welk w\ I het de menfehen zelf aangaat, en \ an hare gezondheid en krank- heid bericht geeft, van vry meer gewigt zyn zal. Sdn" ^ 'm als de Zuid-Oofte wind -Kaap- met zyn e IJy-windcn waait, zoo «win- hebben wy , /oo als reeds voor- heen is aangetoont, een /eer fyne, gaiufch zuivere, van milt en wol- ken bevryde en gezonde lucht. Maar wanneer de Noord-weile wind met zvne By-winden begint te heerfchen, zoo bevinden wy, dat de lucht gantfeh zwaar, met allerhande onreinigheden gevult, zeer dik en derhalven gantfeh niet gezond is. Nu is doorgaans zeker, dat een fyne en zuivere lucht, zelfs voor een zieke goed en verquikkelyk is , en by een gezond menfeh de levens gealten , ja den moed zelf tot verrichting zyner bezigheden, opheldert en wakkert ; terwyl een onzuivere dikke zware lucht de levens krachten verzwakt, de geeften verdooft , en ziekten na zich fieept, de ziekte verergert, en zodanig beheerfcht , dat ze de geenen , die maar fl echts aan een lichte koorts onpaflèlyk zyn, als welke zoort van ziekte alsdan nevens de verkoudheid , alhier meelt onder de menfehen re- geert, in drie dagen uitteert, en uitdroogt , en by aldien 'er nog een klein toeval, dat op andere plaat/en gantfeh niet zoude wor- den geacht , daar by komt , met de dood zelf doet worftelen, en I. 'Deel. velen t'eencmaal in 't graf flccpt , voornamelvk als yy voorheen ee- nig/ins öitgefpat, en haar leven in allerhande zondige lullen door- gebragt hebben. Dit /oude ik van dezen oord met vele voorbeelden können Ha- ven , by aldien de noodzaaklyk- heid zulks vcreifchte , en ik niet voorgenomen had, om deze mate- rie verder in een ander Hoofdltuk uit te voeren, en atzonderlyk van de ziektens te handelen. On- dertulfchen acht ik , dat uit het reeds gemelde genoeg blykt, dat de droge tyd veel gezonder en aangenamer als de regentyd is ; en 't zal in 't vervolg klaar blyken , dat de vervanging van deze zeer heftige en gruwzame winden tot de gezonde lucht van deze plaats zeer veel helpt. Want indien 'er zodanige verwifleling niet was, zoude bezwaarlyk een Europeaan, voornamclyk een Nieuweling of die eerlt hier komt en hier bly ven moet , lang gezond wezen , maar heel ras met de neus in 't bed ge- raken. Dat ik dit oordeel ftryk , daar toe dwingt my andermaals de veelvoudige ondervinding ; welke handtaftelyk leert* dat wanneer de Zuid-Oofte wind in den Dro- gen tyd maar drie dagen niet heeft gewaait, de lucht met vele vuilig- heden aangevult, en van de uitge- worpe Trompas of zee-trompet- ten, een zodanige ftank langs itrand veroorzaakt word , dat men wel haait hoofdpyrt daar van krygt. Van 't menigvuldig onge- dierte, vliegen, muggen en ander klein gefpuis, als welke de lucht als dan fchier verduifteren, en voor de reizigers zeer ondragelyk zyn, wil ik jegenswoordig niets melden, maar alleenlyk hier by voegen, dat by aldien men in de heetite zomerdagen, waar in de Zon ruim 70 graden hoog is, en al- y.oo het toppunt tamelyk na komt, de zware hitte der Zonne te hulp neemt, en als dan van dien flank Aaa t oor- 372 BESCHRYVING vande Wanneer de Zuid- ■vvcfte wind waait. oordeelt , of 't dan niet wel te ge- loven zy , dat vele vuiligheden als dan in de lucht verzamelen? die heftige ziektens veroorzaken zou- den, ten ware zy door dezen wind verdreven en verjaagt wierden; en is alzoo de verwiflèling zeer nodig, nuttig en heilzaam. OndertmTchen doet de liefely- ke Zuid-wefte wind deze beide woedende winden voor een tyd- lang in hunne hoeken blyven, welke namelyk begint te waajen, en zyne aangenaamheid te laten voelen , als de heerfchappy van de twee vorige ten einde gaat, 't welk in de beide maanden van Maart en September gefchied, zoo als reeds hier boven gezegt is. En worden die twee maanden door de Zeevaarders en inwoners al- fdmMn-yf" n*er' ^e Twyffelmaanden genaamt* «en., om dat men als dan niet wift, ten ware men nu zulks by ondervin- ding had, welke wind de plaats inhouden en de heen en weer zwervende wolken of verdikken en t'zamen dryven, of verdunnen en voort jagen zoude. In de eer- lte maand, namelvk in Maart, is de Landman verheugt over zyne ryke wynoogft , en in de andere over'tKoorn, waar van hy in No- vember en December een ryke inzameling verwacht, en midler- wyl een goede wasdom hoopt en toewenfeht. Tot nu is aldus bovenheen ge- zegt , 't geen by de eerile Hoofd- omftandigheid namelyk de goede en quade Mouflbn, of Droge en Regetyd te merken en te weten nodig is. Nu echter moeten wy wat nader tot de zaak treden; en door dien aan 't tot nu gezegde gantfeh niet is te twyfïelen , moe- ten wy verder zien, welke Hoofd- omrtandigheden dan nog voorko- men. Dezelve vind men zoo voort in 't geen van de wolken te weten dienftigen hoogft nodig is, waar uit de wind van daan komt. XXII. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 373 XXII. HOOFTSTUK. Vervolg van de Befchryving van de Lucht al- hier, en de Winden in dezelve voor- komende. H 'at andere Schryvers van den onfluimigen Kaapfihen wind hebben geweld. De gedeichten welke de /jutcur daar van heeft. De Auteur heeft zich bcvlytigt om de Kaapfche tarnden na te vorfchen. Tan de' ivo/k op den Tafelberg. De wolk boven den Leeuwenberg is van eenande- re creftc/tcnif. Zeevaarders mogen nog heden dien dag niets ter dege onderzoeken. Hebben difrwyis den Haven een quaden naam gegeven. De Auteur verklaart V bericht wegens de R.i.iy TJzo. Deze Haven is geexaminerrt. Daar in is een groot /chip ingelopen. JVaarom. Het gemelde (chip moet dien Haven verlaten. Baay Falzo is een goede Haven . Hoe de wolk van den Tafelberg is, als de Zuid-oofle wind waijen zal. H'at van den Kloof tnjfchci: den M^ind- en Duivel s-berg aan te merken. De wolk bedekt den Wind- en Duivels-berg. Daar uit ontflaat de wind. Hoc zy is als zy water by-zich voert. Hoe lang deze IVolk en de daar uit komende wind aanhoud. Wervelwind in de Tafelber^s- T.ilc't Hoe men kan weten of de wind lang of kort zal duuren. OfCartefius oorzaken van ezen wind door den beugel können. Onderfcheid tufleben den Travad ofEcnephias en de Kaapfche winden. Hoe ver beide zoorten van zodanige winden met elkander overeen komen. Een perzing der lucht kan den Kaapfchen wind niet veroorzaken. Gene zwa- vetachtige of andere in de wolk ingeflute materie kan den wind verwekken. De oorzaken der Kaapfche winden zyn bezwaar lyk te melden. Hoe die wolk geteelt word. Hoe de wind vervolgens uit de wolk ontfpringt. Bericht van een witte flreep achter den Tafel- berg. Hoogte van den Tafelberg. Ifat verder daar van aan te merken. Wat het tot nu verhaalde gevoelen bekrachtigt. Kenteken van een fchielyken Zuid-weßen wind. Op welke wys de oorzaak van den Kaapfchen Zuid-ooften wind te onderzoeken. Des Auteurs ge» voelen. Befluit van dit Bericht. Vat ande Scrhy- :rs van n onltui- igen napfchen I nd heb- In ge- l:ld. WAt aanbelangt de Auteurs, die dezen onfluimigen wind, die aan de Kaap de Goede Hoop Uit 't Zuid-Oofte woed , be- fchreven hebben , zy alle berich- ten eenpariglyk , dat de wolk , waar uit de gemelde wind uitbarft, in den beginne naauwlyks zoo groot zy als een Garfte-koren ; dat dezelve vervolgens zoo groot werde als een okker-noot, en dat zy door de Hollanders 't Offc-oog, en door de Portugeezen O lbo de Boy genaamt werde, om dat ze een oiTe-oog geleek ; voorts dat zy in grootte zodanig toenam, dat zy /cl fs degantfehc vlakte van den Tafelberg, waar over zy was , be- iloeg;datde Hollanders, dit zien- de, pleegden te zeggen, dat de Tafel gedekt ivierd; om dat het | niet anders leek dan of 'er een ta- fel klaar gemaakt wierd; dat daar op de gemelde wind zoo voort met zodanige onftuimigheid uit- berfte, dat de fchepen, die daar op niet verdacht waren , in een oogenblik omgekeert en 't onder- fle boven gerukt wierden. En eindelyk dat de Schippers nu ver- ftandiger, en gewaarfchouwt, ha- re ankers lichteden, zoo dra zy deze wolk zagen, en uit den ha- ven weder in zee flaken. (v/d. in- ter al/os Varen. Geogr. Lib. 1. Cap. ri. pro]>. 479-) Of zy echter allen, die dit voor- geven en openbaar fchr\ ven, zulks met haar eige oogen hebben ge- zien? Of de een van den anderen het als een onfeilbare zaak heeft General. 10. Aaa ) aan BESCHRYVING van de 374 aangenomen en nagefchreven r En eindelyk of deze 200 zeer en wyd vermaarde zaak naar verloop van zoo vele jaren verandert zy , en als nu zich heel anders toedrage ? D{ »dach, zulks is my onbewuit. Ondertuf- edc fchenben ik t'eenemaal van ge- daïrvan voelen, dat aan de meeden van hen de ondervinding en rechte gedeltenis van dezen wind geman- keert heeft ; ja om befcheiden daar van te oordelen, men zoude kön- nen zeggen , dat zy 't een of 't ander voorgeven voor waarachtig en algemeen hebben aangenomen, zonder verder cenigc omdandig- heden daar by te voegen, of te we- ten, hoe die wolk van kouleur zy j of wat voor andere eigenichappen dezelve bezitte. Door dien ik nu echter reeds eenige jaren een opmeikend oog op deze zaak gehouden, en al 't geen de winden raakt, van dag tot dag opgefchrevcn , en zorgvuldig tegen het voorgeven van andere menfehen gehouden heb , zoo zal ik den Lezer de zaak , zoo als zy zich gedurende mync tegenwoor- digheid toegedragen heeft, dui- delyk voor oogen Hellen; mids verzoekende , dat u niet qualyk ge- lieft te duiden, dat ik hen alle hier in tegenfpreek , gezien zulks niet gc- fchicd uit twidzucht maar uit aan- leiding der natuur en der onder- vinding zelf. Midlerwyl zal ik tot op nader befcheid, buiten allen twyftel gefielt laten , dat deze Zuid-Ooite wind uit de wolk ont- daat. Ik zal ook nog niet twyfïel- achtig maken, dat de wind, zoo dra men de wolk boven den Ta- felberg ziet , of reeds waait , of ten eerden, begint te waajen, als welke twee zaken naderhand als van zelfs volgen zullen. k ïk heb met voordacht van de den Tafel- wolk melding gedaan , die op den terg. Tafelberg legt , en denzelven be- dekt, ten einde daar uit blyke , dat ik van den Zuid-Ooden wind fpreek, als van welkers komd en heftig doorwaajen dit teken al- leen van daan komt , en zeer z^ den zonder dezelven gezien word. Want of fchoon de Leeu- De wol wenbereinseclyksmct een wolkyanc1en word bedekt, als de Noord-wede berg is wind waait, en zyne hcerfchappy "'l3,1^ laat zien, zoo is ze echter zulk een algemeen teken niet van den Noord-wede wind , als de eerd- gemeldevandenZuid-óoden,door dien de wolk veelmaals op den Leeuwenberg legt, ter wyl de wind of heel dap, of gantfeh niet uit 't Noord-weden waait, de lucht t'ee- nemaal betrokken is , en zware re- gen valt; wanneer echter deZuid- oode wind zich laat horen, ziet men niet een fpikkeltje of rimpeltje in 'tgantfche gelaat des hemels, en daar is dan zulk een zuiver diep he- mels-blaauw over 't geheel half- rond , dat men verwondert is , waar de drie geweden des luchts met hunne vernevelingen gebleven zyn. Deze wolk nu welkfe op den Tafelberg legt, heb ik zoo lang als ik hier ben geweed, zoo klein niet gezien, als de voorheen ge- melde Schryvers wel hebben voorgegeven. Ik ben ook van ge- voelen , dat geen menfeh dezelve ooit zoo klein zal hebben gezien In tegendeel acht ik, dat het een louter verdichtzel der zeevaarders is, die vermaak fchepten, op hun- ne eerde tochten als de oude Poe- ten, de dingen te vergroten , en dezelven boven de zakelykheid der waarheid op te veizelen ; aan- gezien haar belang vereifchte, dat zy hunne Reders met diergelyke fprookjes als de oogen uitdaken, om te beter achter te können houden , 't geen zy hadden met zich gebragt, en ter zelver tyd aan anderen den moed te bene- men , om die tocht insgelyks te ondernemen , en hen L gras on- der de voeten neg te maajen, te meer wyl zy op hare leugens niet konden worden betrapt, om dat niemand als zy alleen daar by ge- weed waren, en zy wel gerull waren , dat of fchoon 'er een on- der KAAP de GOEDE HOOP. 375 der hen geweeii waSi die de waar- heid aan den dag had gelegt , de waereld nogtans meefl geloof fUat, aan 't geen uit veel monden komt, of fchoonzy zelve menig- maal niet vcrltaat, 't geen gezegt of voor de waarheid verkogt is. Na dat echter de weg naderhand zoo bekent is geworden , dat jiiet alleen de Portugeczen, maai- de Hollanders , Engelfchen, Franfchen, Spanjaards en Denen henvaards zyn gekomen , zoo hebben de zeevaarders niet alleen raad /.aam geoordeelt, om wegens haar belang de voorgaande kunit- jes te meer te gebruiken , maar insgelvks te minder op zulke en diergelvke zeldzame voorvallen acht geflagen, door dien zy zich lieten vooritaan, dat zy buiten dat kennis van dezelve hadden, en wel willen , hoe zich in diergely- ke voorvallen te gedragen, terwyl zy nogtans in dit Huk gantlch blind waren. Daarenboven ma- ken zy in 't land goede cier, en zien weinig, waar de wind van daan komt, terwyl de geen, die *in boord blyven , daar op moe- ten paflen. Wyders zetten zy in haar dagregirter niet anders , dan dees of die wind heeft gewaait, zonder zich weinig om de oor- zaak van denzelven te bekreunen, of flechts te melden,het geen daar by zeldzaams mögt voorgevallen zyn. Doordien zulks ook nog heden dien dag van hen gefchied , en niemand onder hen is,die de min- de moeite gelieft te nemen, om zulke wilVewasjes of beuzelingen, voo als zy zeggen, op te tekenen, doordien gclyk zy zeggen alle boeken reeds daar van vol zyn, en de beloning tegen de moeite niet opweegt , zoo is licht te be- grypen , dat zy zich ontrent deze wolk ook weinig bekommert, maar den ouden flenter zullen se- volgt hebben, om de gantfehc wae- reld zoo wat te bhndhokken. Zy hebben ondertuilchen niet alleen ontrent de/c wolk en ande- re diergelyke voortekens aldus ge- leek, maar ook menigmaal een eden haven een quadttl naam aangewreven, enden /elven ver- dacht gemaakt, zoo dat hy den- zelven nog heden dien dag niet heeft können affpoelen. Eh is de haven, een weinig weftèlykei! achter de Kaap leggende, door de Portugeezen Baay Fa/zo genaamfl onder voorvvcndzel, dat de grond vol klippen was, die maar eenig- v ins met zandt bedekt waren, ai- w aar geen anker houden en by gevolg geen fchip zeker leggen konde , voornamelyk in de goede Mouflbn of droge t'yd , waarin de Zuid-oofte wind waaide, en de fchependeed ltranden, en nood- zaaklyk te grond gaan. Nu is dit haar laatfl voorgeven DeSchrjj niet t'eencmaal zonder grond , om ERfa. dat in dien tyd zekerlyk daar in nchtwe- quaad leggen en groot gevaar te |™ £* duchten is , ten ware men zich in de Kalk - of andere By - Baay van dien haven begeeft , alwaar men voor den wind eenigzins befchut is. Edog behalven dit zal nie- mand licht met waarheid derven {taande houden, dat deze grote en ruime haven doorgaans met blin- de klippen aangevult is, doordien reeds ten tydevan den Heer Gou- verneur Simon van der Stell, de Kapitein Jakob Joppe de Jonge be- vel heeft ontfangen, om dien ha- ven met een klein vaartuig alom- me te doorzoeken , en zoo wel de diepte te peilen, als den grond te doorlnuflelen, om te zien, of een fchip aldaar wel zeker inlopen en leggen konde. Naar dat de gemelde Kapitein zich hier in loflyk gequeten , en den Heer Gouverneur alhier en de Indifche Regering te Batavia, verflag gedaan had , is hy van Ba- tavia Wederom hier gekomen, en heeft op bevel van de gemelde Regering met een fchip van 145- voet in dien haven langten anker gelegen ; ten dele om aan 't bevel vai> 376 BESCHRYVING van de van die Regering te gehoorza- men , en te zien , of de Fran- fche oorlogfchepen , die toen- maals in Indie kruillen, hervvaards waren gekomen , en de Kaap de Goede Hoop bemachtigt hadden ; en ook om zyne ey"ge woorden te bekrachtigen , dat hy voor geen fchade of ongemak beducht was; gelyk hy dan een gcruimen tyd aldaar gelegen heeft en naderhand weder naar Batavia geltevent is. Des niet tegcnllaande wil nie- mand geloof liaan aan de onder- vinding van dien bevaren man, en word de gemelde Kapitein ge- houden voor een, die alte verme- tel was ; en men vreefl nog even zoo ilerk voor ongeluk , als een fchip daar in komt te vervallen , als voor dit onderzoek, aangezien men in den jarei709 , wanneer een fchip dcrwaards gezeik was, en 't anker had laten vallen, in de veiling zeer ongeruft was, en den Kapitein ten eerlten order zond, om hoe eerder hoe liever van daar te vertrekken , en in den haven van den Tafelberg te komen, ge- lyk hy ook deed, wanneer hy verhaalde dat hv niet alleen als Stuurman met den (voorgemelden Jakob Joppe de Jonge daar geweell was , en den haven had helpen onderzoeken, maar voegde daar by 't geen hy nog by cige onder- \ inding will. Decs oprechte man gehoor- zaamde ook hier inden HcerGou- Baay rneur Lok is van Aßcnbnrg, en gaf hem op /\n bevel daar van de haven. " n . ' r-, .c , , vcrflag by gcichritte, waar by In alle eigenfchappen , den grond , de diepte nevens vele andere merkwaardige dingen daar by \ oegdc,die ik hier met llil/.u vgen moet \ oor by gaan , waar mede hy klaar deed zien, dat de/e fchone ruime haven niet minder dan den naam van Baay lüdfo of Bedr'wg- haven verdiende , maar me! recht een goede haven mögt worden genaami. Waar uit dan andermaal blykt,dat't fpreek- woord niet te vergeefs is , Wee de wolf die in een quaad gerucht is ! en dat vooroordeelt erger is als de peil, 't welk iemand doorgaans heel lang by blyft, gelyk Hor at ins zulks zeer fraai op de volgende wys uitgedrukt heeft : ghto ferne l eß imbuta recens ferva- bit odorem Te fin dut. Wat aanbelangt de wolk , die op den Tafelberg komt te leggen , als deZuid-oolle wind zich aan de Kaap wil laten horen, zal ik ha- re gefteltenis zonder eenige wyd- lopigheid van woorden melden. Zoo dra men ziet, dat deze wolk, die men anders niet waarneemt , op den Tafelberg komt te leggen , is dezelve niet alleen veel groter als de groottle os, maar ook in verfcheide takken verdeelt, zo dat zy den gantfehen Tafelberg en den Wind-berg, in de wandeling de Duivelberg genaamt, bedekt. Dezelve groeit vervolgens lang- zaam aan elkander, en maakt maar eene grote wolk uit. Zoo dra zy echter als maar een Huk is, breid zy zich in de hoogte uit, en valt te gelyk dikker en gcdronger in 't oog. Vervolgens blyft zy in die dikke gedaante, op die twee bergen eenigen tyd onbcweeglyk leggen, tot dat cindelyk de Zuid- oolle wind met een groot geweld daar uit beril. 't Is. nodeloos, om iets van de benoeming des winds en Duivels- bergs gewag te maken, om dat zulks in verfcheide Hoofdllukkcn reeds is gelehied. OndcrtuUchcn moei ik nog iets melden van de kloof, die tullchen deze twee bergenis, om dat de wolk, wel- ke deze tw ee bergen bedekt, ook de/e kloof inneemt, te meer door dien men van gevoelen is, dat de wind allyd door dien kloof door- breekt en zyn uitgang zoekt, en deswegen ook by de Illullre Com- pagnie Hoe wolk di Tafclbi is, als 7.uid-oi windw jen w iL Wat de Kloc tuflchtM den Wi en Dui- velden KAAP de GOEDE HOOP. 377 pagnie met den naam van \\ ind- bergte bock (iaat. Daarentegen heeft het gemene en onverftandig Scheepsvolk hen den naam van Duivclsberg gegeven, om dat de wind als door den /elven voortgc- tcelt word, die de vaartuigen, verfch water en andere levens- middelen innemende zeer nadelig en hindcrlyk is. icwoik Aldus bedekt deze wolk deze lekt den beide bergen te geh k, zoo menig- }*£ maal de Zuid-Oolte wind blaaft , 1. en u cl niet altyd op de als nu ge- melde wys, namelyk dat zv zich inden beginne verdeelt vertoont; maar ik heb menigmnlen waarge- nomen, dat zy van den beginne af', zoo dra zy deze bergen nader- de, en haar plaats innemen wilde, reeds gantfeh aan elkander hing , dik was, en maar eehe wolk uit- maakte. Edog dit is iets, 't welk niet doorgaans is, masy: zeer zel- den gefchied. De kouleur van de/ e wolk is van die van alle andere wolken zeer veel onderfcheideh ; want of fchoon zy van onderen , . daar zy op den berg legt , een witte kou- leur vertoont, welke andere wol- ken óók hebben , zoo is zy nog- tans veel dikker, meer gedron- gen, ein vanboven, daar zy verft van de bergen is, graauw, niet afchgraauw , maar lood-kouleur, die mifTchien van die in haar ge- broke lichtftralen word veroor- zaakt. Men bevind derhalven niet, dat zy eenige nattigheid laat vallen, of met den wind ver- fh-ooit, 't welk nogtans, als de lood-kouleur niet van de gemelde ftralen van daan quam, noodwen- dig gefchieden moeft. Ondertuf- fchen komt in de plaats van regen, wind, die den ftofen kleine zand- fleentjes weg voert , waar door de menfehen op 4e ftraten zeer ge- plaagt, en de glazen in de huizen geweldig befchadigt worden, ter- . wyl hy echter 't land tamelyk op- &e"gea droogt, en alles droog maakt, juich Wanneer deze wolk behalven /. Deel. den wind ook regen b) zich heelt. of met vele ven- Ik ige delen Ik zwangen is, 'i welk ècjbter . zelden gefchied, zod is zy niet van zodanige licht graaüwe lood- kouleur, maar /u ai tachtig, be- hahen dat de kracht vanden wind als dan ook oft'eeriemaal is gebro- ken, of zoo lang achter malkander niet aanhoudende. Of fchoon de- ze zoort van wolken met het waa- ien langer als de bovengemelde Travad-winden in zee aanhouden, /oude ik ze echter eerder onder de Travad-winden rekenen, als de eerftgemelde , wanneer de wolk wit is, aangezien zy een na- der overeenkom!! met die wolk heeft zoo ten aanzien van den re- gen, ten opzicht van 't waajen, als aangaande de kouleur zelfs. Komt de wind uit de eerftgemelde wit- te wolk , die zonder regen of ee- nige vochtigheid is, zoo neemt deszelfs kracht niet van tyd tot tyd toe, maar is van den beginne af van zodanig geweld, als men hem voelt, zoolang hy heerfcht, terwyl de wolk nog groter nog kleinder wórd , maar altyd in een en dezelve gedaante blyft , niet te- genftaande men zoude vermoe- den , dat zy kleinder moeft wor- den, door dien men ziet, dat niet alleen delen van deze wolk weg gaan, maar dat haar doorfchynen- de delen langs de ftenen, waar uit de Tafel en Duivels-berg beftaat, als katten af klauteren, en aan den voet van den berg verdwynen. OndertufTchen is tuflehen de wolk en de afrollende delen der wolk dit onderfcheid, dat zy niet van die kouleur blyven, welke zy heb- ben , als zy nog aan de wolk vaft hangen; maar dat zy loodverwig worden ; 't welk mifTchien door die ftenen veroorzaakt word. Zoo lang nu als de wolk toe- vloed heeft en hebben kan, zoo lang blyft zy gedrongen, en de wind aanhoudende. Zoo dra ech- ter de toevloed ophoud, word de wolk doorfchynender,en de wind B b b flap- 378 BE SCHRY VING vande luk flapper en minder. En of fchoon We < tl- deze Zuïd-oofte wind in de Tafel- de berg-Valey eerder een wervelwind Vaicy/ als een dooritaande windgelykt, word zulks van de rondom heen leggende bergen veroorzaakt, wel- ke hem in zich zelven veranderen, en a dus tot een wervelwind ma- ken , zonder dat hy in der daad een zodanige is ; aangezien hy maar eenen uitgang naar 't Noord- ooiten heeft. In de ope zee ech- ter en al in den naaltgelcgen haven der Tafclbaay ziet men oogfehyn- lyk , dat hy een doorgaande wind is, om dat hy de baren heftig doet fchuimen , en fnel voortjaagt. Adminah Het Admiraals fchip, 't welk in 'aar- naam van den Heer Gouverneur andere de vlag voert , en daar mede te vooronge- kennen geeft , dat alle hier leg- gende fchepen , van welke Natie ook , naar zyne bevelen luifteren moeten , word om dieswille ge- noodzaakt , om zyne vlag in te nemen , om de anderen te waar- lchouwen , van met geen vaartui- gen heen en weder te varen , ten einde zich niet in gevaar van om- flaan en te verongelukken te Hor- ten. En de ondervinding heeft reeds veelmalen geleert * dat de genen , die dit bevel in den wind geflagen , en zich gewaagt heb- ben, zich zelven in 't grootflc le- vens gevaar hebben gebragt , i n dikwyls ook met de dood beloont zyn , aangezien hare vaartuigen omgeflagen , en de waaghalzen ten prooi van viiïchcn wierden. Waarentegen de genen, die aan deze ftomme orders gehoorza- men, geen gevaar hebben te duch- ten , maar geruft ten anker kön- nen legden blyven. Derhalven zeggen de zce-ploegers zoo dik- wvTs zy deze lchuimende baren zien, niet zoo zeer uit eenc ver- metelheid, als wel met een vrolyk luchtig hart; . en Burger- meelter aan de Kaap de Goede Hoop , gedaan had , terwyl wy ons na zyn treffelyk Landgoed begaven, 't welk hy aan de Steen- bergen , niet ver van Conflantia had. Deze witte flreep loopt uit zee tot aan dei Steenbergen , alwaar de witte materie zich oogfchynl)k tot een wolk verzamelt en leggen blyft , daar zy tog over de heele Baay Fa I/o onverdikt voortgegaan is. Als zy van de gemelde Steen- bergen naar beneden is 'gefloten , verdwvnt zy byna weder, en ziet men anders niets , dan een dunne witte flreep , die andermaal tot aan den Tafelen Duivels -berg voortgaat , en aldaar echter we- derom in zyne zachte beweging verhindert , tot een wolk zich op- hoopt, en vergadert. Nu echter i-s de Tafelberg reel Hoogte hoger als andere omleggende ber- ^n.?.en gen , die deze witte flreep over berg. moet , aangezien deszelfs hoogte 1859 Rynlandfche roeden be- Bbb 1 dïaagt, 382 BESCHRYVING VAN DE draagt, gelyk my zulks door des- zelfs afmeting bekent is, en is der- halven geen wonder , dat hy deze deeltjes veel meer tegenftand doct^ als een der anderen. Aldus is ook de per/ing van de lucht xm boven veel kragtiger , en kan al- 200 niet veel anders zyn , dan dat de natuurlykc beweging ook in een geweldige moet worden ver- andert r waar uit dan van zelf volgt, dat deze deeltjes , welke van voren onbeweeglyk ichynen , noodzaaklvk van achteren voort geltoten , van de bergen naar be- neden in de valeyen rollende , een zeer groot geweld veroorzaken moeten , om dat zy zich aldaar wederom verdelen en verfpreiden können. Hier by komt nog ten tweden , dat door de beweging, welke uit 't Zuiden komt, deze deeltjes aan de uïtèrftè bergen van Afrika genoodzaakt worden (lil te ftaan, door dien de bewegingen van 't Ooiten en Zuiden beide by mal- kandcren komen, en dezelve als gevangen houden, en haar niet laten gaan, daar zy wel wilden. Yermids dezelve nu in de Vleefch-Baay,als ook in de Vifch- Baay en niet minder in de Baay Faifo een vrven doortocht vin- den, naderhand echter van de daar tufTchen leggenende haar in den weg llaande bergen tegenge- houden worden , zoomoeten zy zich noodzaaklyk in wolken ver- gaderen, en zoo wel van boven perlt als van achteren voortge- Itotcn, ook een groot g< \\ eld oef- fencn, als /y weder hare vryheid bekomen, en in de valeien zich verfpreiden können. Watverder Dit word genoeg/aam bekraeh- L'ti2t, door de grote diitantie, of wydte, dtemcntullehcn de twee uiterlle bergen vind, die de Baay «influiten, waar vandecene tenOoften', Hanglip, ende twe- de ten Weiten Noorwegen ge- naamt word, door dien zy beide zieh /eer ver in zee uitllrekken. Want de affland van elkander, fluit den gantfeh groten ruimen haven in, en maakt in een rechte Iyn een weg van .1 mylen, indien niet eenigzins meer. Deze deel- tjes nu door hulp van hare eerite beweging van 't Ooiten tot aldaar voortgedreven, worden door de tuflehenkomft der zuidelyke be- weging tegen deze ver in zee ftrekkende bergen aangedreven , en by gevolg hier en daar tegen- gehouden , zoo als aan de wolken der bergen van Hottentots-Hol- land, Stellenbofch , Drakenftein, ja zelfs aan die der Steenbergen en van den Tafel en Duivels-berg klaar en duidelyk te zien en af te nemen is. Ten laatflen vind men eenige zwarte wolkjes, die rondom 't Leeuwenhoofd zwerven, welke dit zelve gevoelen fchynen te be- krachtigen ; want door den Noord-weften wind Zuidwaards of Zuid-welt gedreven, gaan zy voorwaards dan achterwaards, en können zonder twyffel , niet wel , voortkomen, tot dat eindelyk de Zuid-Oolle wind dezelve in zyn macht krygt, en verfpreid, aan- gezien als dan den volgenden of tweden dag zeker] vk een Zuid- Oolte wind daar uit volgt, die fterkeris, als de voorgaande, en dezelve niet zoo wel als een be- quame, maar medewerkende ma- terie aanneemt, en met de andere det Itjes weder Noord- weitwaards jaagt. Waar toe dienen echter zoo veel woorden? Varenius houd ne- vens anderen , in zync Geogr. Ge- Lib. 1 cap.io.pag. 441. voor de hoofdzakelyke oorzaak van den Ooiten wind, die in de ver- zengde Luchtltreek of Zona Tor- r'tda beltendig w aait , de beweging der zonne. Ten einde echter ook de ver- andering van de Moullbn ver- klaart ea aangetoont zoude kon- ïK-n worden, heeft Hallejus en Scheuchzerus nevens vele ande- ren. KAAP de GOEDE HOOP. 38} ren, daaronder Varen ins Lib. i. cap. 2i. prop. il-pag. 458. feqq. Geograph. General, de gelegenheid van t land en de bergen mede te baat genomen. Op die wys zal hy immers ook de tot nu verhaalde waarnemingen toeftemmen , en die van de Afrikaanfche Zuid- oofte wind gegeve oorzaken na dezelve examineren en onderzoe- ken , en daarbenevens by zich zelven overwegen , wat van de Travad- winden inde verzengde Luchtitreek te oordelen zy. Wat my aanbelangt, ik acht dat de perzing der wolken van de t'zamenkomlt der beweging haar oorfprong hebbe ; wanneer name- lyk de beide tegen elkander flö- tende winden de zWaarfte delen t'zamen drukken , en daar door eenen wind veroorzaken , die de hcerfchende , of anders altyd of reeds langer doorftaande wind ge- lyk is. Ik zal my in myne gevoe- lens niet te ver uitlaten , maar uit vrees van verdwaalt te geraken, de overige navorfchingen aan an- dere Natuurkundigen ten ryp overleg overlaten. Dit is aldus , Lezer , 't geen ik Beflmt van u van den zeer vermaarden Kaap- Jï"üoft" ■ fchen Stormwind heb willen mel- den. Ik twyffel niet , of gy zult de feilen , die ontrent de gegeve oorzaken mogten zyn ingeflopen, niet qualyk duiden , en denken , dat myn voornemen echter goed geweeft zy. Aan de andere by- gevoegde omftandigheden behoeft gy gantfeh niet te twyffelen , om dat ik my overal op de lange on- dervinding beroepen kan. xxm. HOOFT- 384- B E S C H R Y V 1 N G van de XXIII. HOOFTSTUK. Van de gevvoonlyke Zicktens der Europeaan- fche Inwoners en Vreemdelingen eerft aanko- mende, als mede derzclver gemene en aan een eigelyk bekende genezing. De Scbryver zal hier maar de Ziehens der Europeaan en Slaven befchryven. Kraamvrouwen. De wvven aan de Kaap zyn op ,t laat/i van bare rekcninp i Van Je Kraamvrouwen. De wyven aan de Kaap zyn op V laatfl van bare rekening niet zonder- ïmv bedroeft. De Ween duren niet lang. De Nageboorte volgt licht. Buiien gewoon voorbeeld van een zwaren arbeid. Byzonder middel omjpuedig te verlojfen. Geval met een zeer jonge Vrouw. Deze wil hebben dat baar man een Teßawevt zoude maken De Sclrryver word tot bet opfiellen van V Tefl ment gehaalt. Wil niet in de Kraam-kamer komen. Moet bet echter doen. Begint te Jchryfen . De P rouw word gelukkig verloß. H.t Tefl 'ament word echter gemaakt. Vrouwen fierven met licht in de kraam. Art- zen en bequame Vroedvrouwen zyn aan de Kaap niet. Kraamvrouwen verlaten ras het bed. De Vrouwen hebben aan de Kaap niet veel te arbeiden. Slavinnen zyn aan de Kaap zeer geil. Europeaanfche Vrouwen aan de Kaap zyn minziek. Aan de Kaap zyn veel kinderen. Europeaanfche Vrouwen lyden veel pyn aan de borfien. Een Smid beeft ''er een pleißer voor uitgevonden. Ziektens der kinderen zyn greaurlyk. Kinderen komen zelden dood ter waereld Groejen zeerjlerk. Mazelen worden by de K aap/che kinderen eantfch niet peacht. Kinder pokjes hebben gantfeh niet te beduiden. Hoofdpyn by de ma- zelen en pokjes. Mazelen en kinder-pokjes zyn te Batavia gnaarlyk. Vruchten niet on- gezond aan de Kaap sJgorkes niet febadetyk. Druiven niet ongezond. Langdurige ziektens niet aan de Kaap onder de Europeanen. Wanneer Vr zich een heeft geopenbaart. Waar in zy beftont . De levens wys der flaven. Hoe bare woning is Hebben fcholett vooo hare kinderen. Dragen "'t gantjche jaar eenerhande kleding. Slapen 's zomers op de blote aarde. Slaven zyn boosaardige men/chen. Haar voedzel. Koken uit luiheid niet. Eeten meefl raawefpys.. Zuipen zich zeer dronken. Bekommeren zich om niets. Sla- ven voeden veel varkens. Laar door veroorzaken zy een ongezonde lucht. Ook een aan- rekende ziekte. Waarom by een zodanige ziekte de ommegang met ben verboden. De Wondartzen komen echter by baar. Ij e ziekte der flaven verßimmert. Heeft toenmaals onder de Europeanen een andere eigenfehap bekomen. Kaapfche inwoners krygen zelden de Rode loop. Waarom. Kode loop duurt lang met grote pyn. Il 'aar om en -vanneer. Hoe men die ziekte aeneefl. V Eerfle middel voor de Kode loop. Doel in eenige dagen goede werkitip. 'f 'l'wede middel voor de Rode hop. Gelukt insgelyks wel. Beide deze middelen hebben aeholpen. Melk is aan de Kaap zelden te bekomen hen Arts ontdekt een ander middel voor de Rode loop. I 'alt ge/ukkik uit. Een Oppermeefler maakt uit de Jchors van den Kreupel-boom een geneesmiddel voor de Rode loop. Kreupel-hout vait veel aan de Kaap . Gaat licht uit. Waarom de inwoners zelden de Rode loop krygen De Lucht verhindert dit quaad. De inwoners worden niet van de febeurbuik aangetaß. De Vreemdelingen zyn te meer daar mede behebt. Waarom. Hoe te myden. Hoe de Scheurbuik aan de Kaap word genezen. ZWeet-bad, boe het klaar gemaakt word. Hoe de perzoncn worden gehandelt die niet können zweten. Wanneer de eure langzaam gaat. D Oor dien ik laatft, wanneer ik by gelegenthcid der win- den van de Luchtitreck alhier fprak, aangetoont heb , dat de iuid-oofte wind een goede en ge- zonde lucht , en de Noord-wefte wind daarentegen onreine en on- gezonde delen by zich voerde, ook deswegen heb belooft , om van de algemene Ziektens alhier eenig KAAP de GOEDE HOOP. :sr, eënigberfcht mede te delen, zoo zal 't my gcoorlooft zyn , om je- genswoordïg myne belofte ge- iland te doen , en u daar mede niet langer op te houden , ten ein- de 't niet zoude fchynen , als of ik 't in 't boek der vergetenheid wilde fchryven, en ute vergeefs laten wachten. Ondertuflchen zoude 't niet eens zoo qualyk können worden genomen, als ik myn woord hier in niet naquam, want doordien ik ontrent de Artzeny onkundig ben, zoo /.oude ik menige miilag können begaan, die gantfchelyk niet te rechtvaardigen zouden zyn. Ten miniten zoude ik my van zulke manieren van fpreken en uit te drukken bedienen, die by de Heren vVrtzen of gantfeh niet in gebruik of ten miniten be- lachelyk zouden zyn. Des niet tegenftaande wil ik echter myn woord houden , en 't zoo goed maken en fchryven als ik kan, om dat my niet is vergunt, om 't te doen, zoo als ik wel wenfehte en van rechtswegen behoorde te zyn. OndertuiTchen ben ik wel geruft , dat gy hier ontrent ook zoo naauwziende niet zult zyn ; dat gy myn onvermogen erken- nen , en daar benevens geloven zult, dat 't geen ik jegens woor- dig fchryf , met de zuivere waar- heid overeenkomt. Om die zelve rede zal ik my ook niet zeer bekommeren on- trent de fchikking of order, waar in de zaken voor oogen behoor- den geftelt te worden , maar de- zelve op 't papier brengen , zoo als zy my Hechts voorkomen , mids dat ik geene omftandighc- den bedenken, of uit myn eigen hoofd daar by voegen , maar al- les , zoo als het hier gefchied , en waargenomen word , ordentlyk en duidelyk verhalen zal. Want hoe zoude ik derven onderftaan , om de rechte order te houden , die by de Heren Artzcn in acht genomen word , als zy de ziek- I. Tiecl, tensna elkander bc fchryven, daar ik nooit eenige profeifie daarvan gemaakt , of naauu lyks een Au- teur gelezen heb , tcrwyl tog zulks een zeer diepe wetenfehap in deze ftudic vereifcht en tot een fondament heeft. De Lezer zal m dit ftuk myne eenvoudigheid ook wel willen door de vingeren zien , en in zyn fchik zyn, by al- dien hy de waarheid der zaken ge- waar word , die ik \ an voornemen ben, om u met alle oprechtheid mede te delen. Wanneer nu dit aldus gefchie- De Schry- den kan en mag , zoo als ik ver- JSJ^Jjj* trouw, zoo zult gy wel gaarn toe- uektens itaan en vergunnen , dat ik 't ££^ merkwaardigste van de ïiiektens flaven be- der Europeanen en hare flaven fchryven- aantone, ook enkelyk 't gezeide van dezelve verftaa , en geenzins toelate, dat zulks van de ziektens der eerlte en natuurlyke inwoners van dezen oord ook zoude kön- nen gezegt of aangenomen wor- den. Want doordien haar levens- wys met die der Europeanen gantfeh geene overeenkomt!, heeft , zoo is licht af te nemen, dat 'er ook een groot onderfcheid tuflehen de ziektens zyn moet. Van welke echter uitvoerlyk te handelen , op een ander tyd beter gelegentheid zal zyn , dan dat nu te gelyk van hen alhier zoude moe- ten worden gefproken. Ten einde echter niet alles zoo zeer onordcntlyk gefcheide, en 'er geen verwarring van zaken of alles onder elkander gemengde waer voorkomen mogte , zoo heb ik befloten , om alvorens van de ziektens der kinderen en kraam- vrouwen te fchryven ; en vervol- gens de volwafle en oude men- fchen onder handen te nemen, en 't nodige van hare ziektens by te brengen ; mids dat ik de zce-ziek- tens, die men aan boord uititaat, van deze afzonderc , om dat ik reeds in een ander Hoofdltuk daar van gemeld heb, edog niet verftaande de gene , welke men Cc<: door- D de Ksaam- »rouwcn. j?6 BESCHRY doorgaans uit zee hier met zich brengt, en in het Hospitaal of Ziekenhuis van de Illuffre Compa- gnie genezen laat ; want hier van zal gcoorlooft zyn, hier en daar iets aan te halen. En eindelyk zal ik n og daar by voegen , 't geen van de algemeene, dat is, zodanige ziektens te weeten nodig is , die zoo wel kinderen als oude en vol- wafTe menfehen betreffen , en on- verhoopt overvallen. Aldus heeft de Lezer den kor- ten inhoud van'tgantfch Hoofd- Ihik, dat als nu moet worden uit- gevoert. By aldien gy het echter uwe aandacht en tyd niet waardig icht, en milTchien denkt, dat ik "t zelve niet met de vereifchte or- der heb können uitvoeren , gelyk ik hier voren, reeds zelf heb bele- den, dat ik geen genoegzame ken- nis daar ontrent had, zoo ftaat het aan uw believen, om 't zelve te laten leggen , of t'eenemaal weg te werpen. Wanneer gy echter denkt , dat de diepfte eenvoudig- heid zomtyds zelf wel iets goeds voor den dag brengt, of fchoon dezelve zulks zoo duidelyk en net niet weet te doen, zoo kondet gy het zelve al ware 't enkel uit tyd- verdryf doorzien, en 't overige voor nodeloze grillen laten varen, endaar benevens geloven, dat ik mvn bell gedaan heb, om al't on- nodige weg te doen. Van de Kraamvrouwen dan is nodig te weten, dat of fchoon God haar naar den val der Eerfle ouders opgelegt heeft , om met fmerten kinderen te haren, Genef. [II. Vers 1,6., en zulks ook uit de dagelykfe ondervinding waar be- \ onden word , zoo is nogtans zeer gewis en onder wederfpreeklyk, dat tuflehen de ecne vrouw en de andere , een groot onderfchcid waargenomen word , en dat de cene lichter baart als de andere ; en dat 'er ook in aanzien der lan- den een onderfchcid is , waar in de vrouwen meer fmerten moeten uitilaan, als in de andere: Gelyk VING VAN DE dan tufTchen de vrouwen vanF.n- ropa en die hier zyn , of fchoon uit Europa her waar ds gekomen , of wel van Europeaanfche ouders hier voortgekomen , even dit ge- wigtig en hoofdzakelyk onder- fcheid te merken is. Want bvaldien de vrouwen hier D=U0l> >.. i fi J ■ -, wen aan op t laatlt gaan, en ten einde van KaaP?y hare rekening zyn , zyn zy des- jjjet £- wegen juiit niet bedroeft , maar7.yopt' grypen 't werk met moed aan, uit U::t ^; de algemene ondervinding verze- kert , dat naar verloop van een korten tyd het kind ter waereld , en zy 'er ras door zullen zvn, door welkers lierlelyk en vrolyk gelaat zy wel ras alle geleden fmert ver- geten , terwyl zy door de aan- fpraak van andere vrouwen , die haar hebben bygeftaan , en van haar eigen man getrooit word. Daarenboven duren de Ween Ween ook zoo lang niet als in Europa, \™„mct aangezien dezelve naar verloop van 8 , io, of i z uuren reeds een einde hebben , en 't kind door- gaans binnen dien tyd reeds geko- men is ; gelyk dan ook fchier al- tyd en kind en nageboorte byde te gelyk komt, en de vrouw geen gevaar loopt om deswegen op nieuw pyn uit te liaan , ofgenoot- zaakt te worden om het bed te houden ; maar alle fmert houd met 't komen van 't kind op, en weten van geen naween , zoo dat zy geene ongemakken heb- ben, dan die Welke de bloeditor- t ing veroorzaakt. Van alle andere ziektens, die vanéi ontrent de Kraamvrouwen in Eu- bekten! ropa zoo zeer gemeen en bekent ][ zyn, weten zv hier niets te fpre- Kmm- ken, ten ware zy daar van had- den gehoort. Insgclyks heb ik nooit gehoort, dat zy van iets geincommodeert of ontruff wor- den, waar voor voornamclyk de bygclovigc en eenvoudige vrou- wen inDuitfchland zoo zeer plegen te vrezen, in zoo verre, dat /• zelfs 't hert niet hebben, om bj nacht 't licht te laten uitgaan, om dat nic^. KAAP de GOEDE HOOP. 387 dat zy menen of zich laten wys maken, dat haar ten eerllcn iets quaads mögt overkomen. Voor een gantlch ongewone en zeldzame zaak wierd het gehou- den , wanneer eens zekere vrouw 3 dagen in arbeid zat , om dat diergelyk geval nooit gebeurt was. Deze elendige vrouw had wel dikwvls een levendige vrucht by zich gevoelt, maar wift niet, dat dezelve reeds voor de ween het ontfangen leven weder verloren had. Zy ltond dcrhalven , hoe- wel zeer getroort , de erbarme- lykllepvn uit, en 't fcheelde haar niet , hoe de vroedvrouw en de andere daar by zyndc wyven met haar leefden , doende al 't geen haar geraden wierd. En wanneer men den moed opgaf, en eenie- gelyk meende , dat zy fterven moert, gaf een Barbier of vroed- vrouw, ik weet niet wie van beide , haar een middel in, om de ween te verwekken; te weten, Virginifche Tabak , heel klein gekurven, in water gekookt, en vervolgens door een doek gego- ten ; waar van de in nood zynde vrouw een glas vol dronk > ter- wyl een iegelyk begerig was, om de werking daar van te zien. Deze drank begon zeer gewel- dig te werken , zoo wel van bo- ven als van onderen , en dreef te gelyk 't kind af, 't welk eenigen tyd moert dood zyn geweeft , om dat 't reeds begon te vergaan; en is derhalven deze met den dood worftelende en met buitengewo- ne pyn bezette vrouw door godde- lyke hulp en gebruik van dien Tabaks drank by 't leven behou- den. Of men dit middel in Duitfchland zoude können ge- bruiken , en of het ook dezelve werking zoude doen, weet ik niet. Hier heeft het , God zy gedankt ! wel gelukt , en is een algemene artzeney der Hotten- totfche vrouwen , gelyk te zyner tyd, uitvoerlyker zal worden ge- meld. I. "Deel, Ken andere vrouw, die in 't 14 Malmet jaar van haar ouderdom van haar jonge eerfte kind zwanger was, meende, *rouw- w 'anneer haar tyd quam , en zy de gewoonlyke ween voelde, dat zy ten eeriten daar van zoude fterven. Want na dat zy on- trent 6 of 7 uuren in dien pynly- ken ftaat was, zonder dat zy te bed was gebragt, verzocht zy haar man , dien zy ongemeen be- zinde, om zich tydig van de gantfche nalatenfchap te verzeke- ren , doordien zy wel gevoelde, dat zy 'er 't leven bezwaarlyk van zoude afbrengen ; en ten einde haar Stiefmoeder niet in 't bezit van haare goederen mogte ko- men , dezelve by een teitament ™aeabrben daar buiten te iluiten , en haar ei- man een gen vader te maken 't geen hy ^a^0"1 haar ten huwelyk gegeven had, ten einde hy alzoo in het volle be- zit van hare goederen bly ven kon- de. Dit was de man wel na den zin ; ondcrtulTchen poogde hy de vrouw een hard onder de riem te fteken, en haar de zwaarmoedige gedachten uit 't hoofd te praten, en haar te verzekeren , dat men geen exempel wift, dat een vrouw in de kraam gertorven was , en dat God aan haar wel dezelve ge- nade zoude bewyzen , welke hy aan andere vrouwen verleent had. Edog alle woorden waren ver- geefs , hebbende zy geen andere gedachten , dan dat zy fterven zoude ; waar door de man tenjjïwï? laatften genoodzaakt wierd, omtot'tver- my als toenmalige Secretaris van JJnfe Stellenbofch en Drakenltein, ten tament gc- 12 uuren 's nachts te laten halen , haalt- en ontbood te gelyk een goed Barbier, 'Dirk Smidt genaamt, en nog een vrouw, die dekraamvrou- wen zeer veel als vroedvrouw be- diende. Wanneer wy nu alle drie aan Wiinict huis quamen , wilde de man met ^°°ar^ tranen in de oogen , ons allen te vrouw vcr- gelyk byde pynlyke vrouw bren- fchynen- gen , gelyk de Barbier en de Ccc x Vroed- BESCHHYVING van de Moet het echter doen. Begint het Tc!bment te vervaar- «iigeu. De Vrouw word ge- g ver- lok ment echte, raard Wat uit het verhaal blylct. 388 Vroedvrouw dan ook in deKraam- kamer gingen ; ik echter dien 7ulks by Europeaanfche vrouwen nooit was voorgekomen , was be- fchaamt , en verzocht nog een weinig te wachten , tot dat de Barbier wederom uit de kamer quam , met wicn ik afgefproken was , om my te komen verwitti- gen, hoe de zaken Honden. Toen hy echter /eerlang uitbleef, moeit ik eindclyk den man gehoorza- men , en horen wat haar wil was, en hoc 't Teltament zoude ge- maakt worden : 't welk zy my aan met weinige maar duidclyke woorden van weerskanten te ken- nen gaven, zonder dat iemand den inhoud daar van will , als zy beide en ik. Hierop ging ik uit die kamer, en begaf my na een ander vertrek, alwaar ik tot het opltcllen van dat gefchrift , alleen was. Ondertuf- fchen quam de Barbier by my , en zeide , dat door dicn'er geen ge- vaar was, ik wel zoude doen, daar mede te wachten , tot dat'er het Kind was, doordien zy alsdan wel beide hare mening zouden veran- deren, en 't Teltament anders wil- len gemaakt hebben. Edog ik verzocht hem , om my alleen te laten , en zich met zyn eige zaken te bemocjen , gelyk hy dan ook hecne ging, en my niet meer quam Moren. Kort daar na quam de man /elf vol vreugde bv my lopen , en zei- de , dal 7\ 11 vrouw gelukkig van een zoon verlolt was , en nam m\ ten cerllcn mede na de kraam- ka- mer , en brtgt my voor het bed van de jonge kraa:n\ rouw, alwaar hy my 't kind en de als nu weder- om verblyde moeder toonde , en te gelyk op myne vragc , of er ook iels in 't Teilamcnt moell worden verandert ? antwoorde en belade , dat het blyven zoude, zoo als voorheen beiloten was. I lier uit bh kt nu andermaal, dat deze als nog onkundige kraam- vrouw, vergeciïche \ rees voor de dood gehad , en voor een tcita- ment gezorgt heeft , daar zy nog- tans 't belle of levend Teilament naar gelede ween , die juilt niet ongemeen , maar haar als nog on- bekent waren , en die 12. uuren duurden , ter waereld bragt ; zy was ook naar de verloiling van ha- ren eerllcn zoon niet alleen alle pyn en fmertc vergeten , zoo dat zy wederom vrolyk lachte , maar zoude zoo voort wederom opge- itaan zyn , en door de kamer heb- ben gewandelt, ten ware de bloed- vloed zulks verhindert had. Hier uit blykt derhalvcn, dat doordien de/e kraamvrouw voor eene der pynlykfte wierd geacht , die naar 't getuigenis der toenmaals tegen- woordig zynde vrouwen zeer veel had moeten lyden en uitltaan , de ween by de wyven alhier in verre zoo ondraaglyk en lang aanhou- dende niet zyn , als die welke de vrouwen in Europa onderhevig zyn. Dat zulks aldus zy, betuigt wy- ders de ondervinding , door dien zy geen aanfloot of gevaar van de nageboorte hebben, of andere na- ween onderhevig zyn , zoo als reeds hier voren aangehaalt is. Daarenboven hoort men ook zeer zelden, en weet ik niet, dat'er gedurende myn verblyf aan de Kaap , een Kraamvrouw zelfs de minfte vermaning van koorts ge- had heeft , ten ware zy zich zelve verzuimt , of die door onordent- lyk leven op den hals gehaalthad, 't welk echter niet aan 't kramen , maar aan een vermetele achteloos- heid en onachtzaamheid is toe te fchryven. Gedurende de gantfche tyd,Vrouweti dien ik hier heb doorgebragt, is JJchTTnd maar eene vrouw in de Kraam ge- kraam, ihn ven ; en zoude zy 'er ook zon- der twyllel wel door gekomen zyn, als zy maar een goede vroed- vrouw, of een ervaren Meefter gehad had , die haar met goede raad had by geitaan. Want 't zy dat 't kind verkeert komt, of dwars , KAAP de GOEDE HOOP. 389 dwars legt, ofdat 'er ecu ander geval is, zoo is er echter, als in zodanige gevallen, wv/.c, ver- ftandige en ervare menfehen daar by /\ n , en met hare trouwe raad en behulpzame hand ten dienlte Haan , nog altyd hoop , dat zoo niet beide , ten minitcn de moe- der in 't leven zal können gehou- den worden. ters en ^cn moct wcten > dat hier gantfeh geen ervare Artzcn zyn. **~m Aldus ontbreekt het hier ook ten aan ie dele aan goede en gezwore vroed- ?met. vromvcn? L\oov c^cn (j'eene iter- vende, eerlt wederom een ande- re uit Holland moet worden be- fchreven, die aldaar voor Doctors en Meefters geexamineert , en onder eede aangenomen is. De geene nu , welke daar voor fcheep komen, en de vrouwen alhier in dat geval bedienen, weten zeker- lyk veelmaals zeer weinig raad te geven en te helpen ; worden ook nooit geexamineert , nog in eed genomen , en zyn derhalven in zulke zware gevallen hulp en raa- deloos , waar door de arme vrou- wen elendig lyden moeten. Door dien nu diergelyke nuttige en noodwendige perzonen by de eerftgemelde vrouw ontbraken , zoo konde het zekerlyk wel niet anders zyn , of zy moeft van alle menfehelyke hulp berooft , in de Kraam veel uitflaan , en eindelyk het leven daar by infehieten. am. Wanneer wyders 5 of 6 dagen uwen naar het bevallen verlopen zyn , ins? verlaten de Kraamvrouwen alhier niet alleen 't bed , maar gaan van dien tyd af wederom door 't gant- fche huis. Zulks plegen ook wel vrouwen in Duitfchland te doen , die hard van natuur, en aan onge- makken gewoon zyn. Ondertuf- fchen zouden zy niet durven on- derftaan, 't geen de Kraamvrou- wen alhier wel doen zouden , als 't haar tot geen fchande verftrek- te, en de man het toeftaan wilde, aangezien zy naar verloop van 6 dagen wel weder gaarn xouden willen uil .«Man, om hare dingen buitens huis te verrichten ,' of fchoon dezelve gantfeh gering, en van geen belang ter waercld zyn; gelyk dan de vrouw en aan de Kaap alle 't vamen niet veel arbeiden, ten minllen niet zoo veel, als de vrouwen in Duitfchland, aangi zien zy 't zware ofmoeijelj k werk aan de (laven en Gavinnen overla- ten. Edog de fchande en 't ver- bod van haare man '.en weerhoud haar , en is dit voor haar byna even zoo grote plaag, als de ween zelf, om dat zy niet gaarn t'huis en alleen zyn, maar geitadig liever gezelfchap en andere vrouwen zoeken. Zyn echter drie weken verlo- pen, en zy voorheen reeds de lucht gewent, gaan zy zekerlyk weder met 't kind ter Kerke. E- dog by aldien zy wat teder opge- bragl , en niet veel in de lucht ge- komen zyn, houden zy voor 't langlt de vierde week nog uit, en dragen als dan onfeilbaar haar kind ter kerke, en blyven voorts naar vorige gewoonte niet veel t'huis, maar zoeken allerhande ge- legenheid om uit te gaan, en haar kind aan alle hare bekende te laten zien , ten einde zy onder een kopje thee of koffy maar zoo wat te praten hebben ; als wel verze- kert zynde, dat zy als nu buiten gevaar van eenige onpaflelykheid zyn, welke van 't Kraambed zoude können van daan komen. De gene echter, welke voor de Slavinnen' lucht en andere omftandighedenïynaïndre niet beducht zyn, als afzonderlyk geil. de Slavinnen der Illurtre Compa- gnie, wachten naauwlyks 14 da- gen , waar na zy al wederom ge- legeniheid zoeken, om by den eenen of den anderen teilapen, als zynde de geilheid zeer toege- daan; en dewyl zy altyd 6 weken voor en 6 weken na het kramen vry van werken zyn , zoo veroor- zaakt haar bedurve natuur, ne- vens de goede en gemaklyke da- gen, welke zy gedurende 'tkra- Ccc 3 men "\ 390 BESCHRY VING VAN DE men genieten, dat zy nergens dan om wel lull en goddeloosheid den- ken. Ten dien einde vervaardi- gen zy een minnedrank van melk of wyn eneijeren, waar in zy zui- ker, zaftïaan, en kanneel doen, ten einde om te driftiger te wor- den in 't uitvoeren van hare bcell- achtigheid , gelyk men dan ook in hare woning over de 200 le- vendige kinderen aantreft. «nfchC~ ^e Europeaanfche vrouwen wyven am zyn wel juill ook niet geil te noe- deKaap men, om dat men weinig hoort, Keft. dat zy tot hoerery genegen zyn , of zich daar toe begeven; nogtans hlykt, dat zy de by woning van ha- re mans yverig pogen te bevorde- ren , om dat zy dezelve veelmaals zeer lekkere beetjes voorzetten, welke tot dit liefde werk niet heel ondienllig zyn können; daar be- nevens zien zy niet gaarn, dat de man aan den drank is. Men vind derhalven in de huizen zeer veel kinderen; en kan ik met waarheid /.eggen dat in de meelle huizen 6. 8. io. i2 en meer kinderen wor- den gevonden , die alle gezond , recht van leden en daarenboven flerk zyn. Mynes bedunkens helpt hier toe zeer veel 't al te fterk en veelvoudig gebruik der fpecereien , door dien byna ter maand een pond of ten minllcn cen half pond in zodanig huis word verbruikt. Edog't zy hoc het zy, aan 't ge- meld getal der kinderen is niet te twy Helen; wanneer echter de ween ro groot en heftig, ook zoo lang durende waren, als die welke de vrouwen in Europa uitltaan moe- ten, mogtc myncs bedunkens de kitteling naar wel genoeg worden ingepepert, en zy niet na zoo veel kinderen verlangen. Door dien echter zulks niet is, en de- zelve haar niet te hard vallen, zoo acht ik, dat zy weinig daar- om geven« of/v zwanger zyn of niet, te meer vermids zy tot 't uii- bouderj van de kraam weinig kos- ten hebben, zoo als op een ander tyd uitvoerlyker zal worden be- richt. OndertuiTchen of fchoon de ween nog zoo weinig fchynen , en met die van de Europeaanfche vrouwen gantfeh niet mogen wor- den vergeleken , zoo zyn zy nog- tans daar door niet van alle pyn ontheft, door dien 't geen zy by't kramen te minder uitllaan, haar naderhand aan de quade borden rykelyk weder word in gebragt, lydende daar aan doorgaans de uitbundigile pyn , en konnende naauwelyks haar eigen kind daar aan leggen, om zyn voedzel daar- uit te halen. Aangezien voor de kleine kinderen geen pap word gekookt, als wel in Duitfchland , om ze daar mede op te brengen ; maar dezelve 't eerlle vierdendeel jaars en menigmaal langer niet an- ders krygen , dan 't geen zy uit de moeders borll halen. Ik heb veel vrouwen gekent, die een van beide borflen niet konden gebruiken, als zy hare kinderen te flillen hadden, door dien zy of met haar eerfte of een der volgende kinderen grote pyn daar aan hadden, door dien 'er gaten ingekomen en de gantfche borll uit gezworen was, waar aan zy geen kind lyden können ; wes- halven zy dezelve hadden laten opdrogen, en ten dien einde een pleiller daar op gelegt, om de melkwegen te Hoppen, en te eer- der van de pyn ontheft te worden. Anderen heb ik gezien, die aan een van beide borllen gantfeh geen tepel hadden , niet dat 'er van den beginne af geen aan was gcwcelt, maar door dien dezelve afgezworen was , waar door zoo als licht is te denken, zy in groot gevaar geraakt zyn, en onlvdclv- ke pyn uitgellaan hebben. Daar- enboven zyn zy nooit vry, van 't een of 't ander toeval aan de bor- ften» als zy in de kraam komen, en moeten zy dcrhalven zeer wel op haar hoede zyn , en de bor- llen ter dege bewaren, ten ein- de Europe- aanfche vrouwen aan de Kaap heb ben grote pyn aan ( borften. /., KAAP de GOEDE HOOP. 391 de zy niets quaads daar aan kry- ! gen. De Barbiers hebben wel veel middelen , om de pyn te verzach- ten , en't quaad t'eenemaal te ver- helpen ; cdog de vrouwen vinden daar weinig baat by, en heeft daartegen niemand beter raad, als /.ckcr fnrid , genaamt , Mattys Grefti uit Pomeren geboortig. Of fchoon deze man nog lezen of fchfyven kon, had hy nogtans /.oo veel verftand, omcenige pleifters en andere heilzame middelen uit de Afrikaanlche bloemen, krui- den en planten te vervaardigen , waar mede hy alle uitwendige quä- len genas, van de quade materie zuiverde, en belette, dat 'er geen andere wederom na toe fchoot , die nadelig konde zyn. Deze Smid nu, wyl hy in zyn jeugd ver- fcheide kruiden en andere dingen had leren kennen, waar uit hy de Paard - artfenyen vervaardigde , waar mede hy ook tot zyn dood toe wel will om te gaan , heeft zyne gedachten verder laten gaan, en van eenige kruiden aan zyne cige flaven de proef genomen , en bevonden, dat zy goede werking deden. Vermids hy nu daar door hoe langs hoe dieper in de kruidkunde geraakte, heeft hy eindelvk ook een pleifter tegen quade borften uitgevonden ; daar van ook met groot nut aan de vrouwen mede- gedeelt, en haar daar door zeer ras verlichting van pyn en volko- me genezing verfchaft, en terzel- ver tyd belet , dat 'er verder geen quaad meer daar na toe fchieten kon ; gelyk dan de vrouwen , wel- ke hy dien pleifter vereert heeft , aangezien hy denzelven nooit verkogt of geld daar voor nam , behalven't geen ze hem zelfs had gekolt, 't welk zeer weinig was , dien pleifter zorgvuldiger als goud bewaren, om dat dezelve altyd even krachtig blyven zoude. De kouleur van dien pleifter was donker-groen. Uit welke kruiden hy echter den/elven of ook vele andere diergel) ke ge- neesmiddelen vervaardigde, zulks hebben zyne eigc zonen en doch- teren, of fchoon zy hem veelmaals ecnigy.ins hebben moeten helpen, nooit können gewaar worden. Doordien hy als nu dood is, en nog lezen of fchryven kon, zoo is van zyne ganafch nuttige weten- fchap niet een zier meer overig, maar alles is met hem afgeftorven en begraven, of fchoon 't voor 't , 1 r 1 j 1 , , Is met hem algemeen zeer lchadclyk en nade- begraven, lig is. Dienvolgens was het wel te wenfehen geweeft , dat hy van zyne eigenzinnigheid voor zyn dood wat afgeftapt was , en ten minftcn zyn fchoonzoon, die bui- ten dat een ervare Barbier is, met die kennis verrykt had. En dit is 't geen ik U, Lezer, van de kraamvrouwen te berich- ten heb. Wat aanbelangt de kin- deren, en hare gewoonfyke ziek- tens , men dient te weten , dat derzelver natuur zeer aardig naar de eigenfehappen van deze lucht- ftreek gefchikt is. Ondertuflchen zyn zy die ook onderhevig , en hebben zoo weinig als die van Europa , een briefje , dat ze niet zullen fterven ; edog weinige ziek- Kinder. tens der kinderen zyn dodelyk , aektens gelyk is af te nemen ; uit 't geen "ä^g hier voren ontrent de veelheid der kinderen in een huis, gezegt is. Want byaldien de ouders , waar van zy geboren zyn, een volkome gezondheid genieten, en de moe- der , zoo als by de meeften is, met goed, gezond zog is voorzien, zoo volgt doorgaans, dat de kin- deren insgclyk gezond zyn, voor- namelyk , als zy haar gerak en ge mak of hare nodige oppailing heb- ben , gelyk hier ook ordcntlyk pleegt te gefchieden. Men ziet derhalvcn ook zeer zelden , dat 'er een dood kind ter waercld komt , en ik weet gedu- rende myn vcrblyf alhier , geen ander dan het hier boven gemel- de. Veel zeldzamer echter is 't geval , 392 BESCHRYVING van de geval, dat eerft geboren kinderen en haarten grave rukt, gelykmv komen ziek te worden, en te (terven. Zy nemen veel eer van dag tot dag in krachten toe , en groejen by den dag, zoo dat men Aoude zeggen , dat een kind van 6 weken, een halfjaar oud was, als men enkelyk op de krachten des lichaams en deszelfs grootte ziet, en daar benevens de andere eigen daar van eenige voorbeelden be- wuft zyn; De tandpyn uitgedaan, laten ce- nigen tyd daar na de Mazelen en Kinderpokjes zich vinden, welke de tedere lichaamen aantallen, hoewel op verre niet met zodanige verwoedheid als wel in Europa. Wat aanbelangt de mazelen, de- ^rzde^ fchappen van andere jonger kindc- zelve worden hier gantfeh niet ge- de Kaar ren niet betracht. acht , doordien nog nooit eenig ^"* ïn zodanigen gezonden toedand kind daaraan te bed heeft gelegen, geacht. tue blyven de kinderen , tot dat zy beginnen tanden te krygen, 't welk doorgaans in de 6 of 7de maand gefchied. De vorige ge- idndheid en 'tlachent wezen ver- andert als dan tamelyk veel, om dat zy door de heftige pyn, wel- ke de doorkomende tanden ver- acht. veel min geflurvcn is; aangezien de kinderen zelf daar mede lac- hen , en geenzins over eenig on- gemak klagen , maar zoo wel als voorheen op Uraat lopen, met ha- re makkers fpelen , en wind nog weer ontzien. De ouders zelf zoeken ze alsdan niet in huis te oorzaken, zeer bedroeft beginnen houden, en haar een na buiten zet- te huilen , en menigmaal zoo lang tende artfeney in te geven , maar fchreeuwen , dat zy de ftuipen of laten de natuur zelfs werken, ver- een beroertheid krygen, en in zekert, dat zy daar van geen quaad haar eerde groei en bloei afgc- houden zullen. plukt en weggerukt worden. Aldus is 't ook ontrent de Kin- Kt"dfr- Edog zulks is niet heel gemeen, \ derpokjes ; behalven dat 'er hier Torden om dat de minden op zodanige < en daar eenige uitkomen. Want wviniS6 w\s derven , en zeer velen, ja de | men gebruikt insgelyksgeenartfe- mceden zeer licht hare eerde tan- j ney , om ze uit te dryven ; en ie- den krygen. Men moet haar ook mand, die den aard en eigenfehap wegens de grote pyn allerhande van 't land niet kent, kan ook niet vermaak aandoen, en haar dan wel merken , zien of befpeuren, dit dan dat te fpelen geven, ten dat de kinderen onpaffelvk zyn, of einde zy niette veel fchreeuwen, de pokjes hebben, doordien zy in en onder 't fpelen de tandpyn een en buitens huis gaan fpelen , en merkeiwlj weinig verzetten. Wanneer zy nergens over klagen. Wanneer ty tanden echter tanden hebben , en nu bc- de kinderen ook zelfs deze gantfeh krscn- ginnen gekookte fpys te nutti- onbekende pcukeltjcs of zwcertjes gen , zoo moet men wel op zyne ;1an de ouders laten kyken, en vra- hoede zyn, dat zy de maag niet gen, wat 't is, of waar zé van daan overladen, ten einde zy niet on- komen ? Zoo kyken zv verders bequaam , tot de beweging des weinig daar na» als haar al lachen- Üchaams traag en verdrietig wor- de geantwoord is, dat 't de pok- den , ende fpys niet ordent hk jes zyn, waaraan /oo veel kinde- kan worden verteert. Wantbyal- ren in Europa derven; de ouders dien hier op niet word gelet, en laten dezelve insgelyks wederom eenigen tyd daar mede vervolgt lopen, gevende haar een appel of Word , ontftaat andermaal een flechte toeftand , die zeer gevaar lyki , naardien andermaal een do- delvke beroerte daar op volgt, du niet zelden 't levenslicht tiitblaail. iets anders om te fpelen, wel wc tende , dat /y niet gevaarlyk tyn. Zoo wel by de Mazelen alS b\ y deM de Pok les bemerkt men niet, dat «lener de pokje'- KAAP de GOEDE HOOP. de kinderen , ja zelfs grote meh- fchen, welke die nog niet gehad hebben , klagen , ten ware over hoofdpyjt, h'.dog byaldien men anders geen voortekens vind, en en de Hoofdpyn, zoo is, dat de lyders gaan en itaan können, zoo acht men deze pyn ook niets, zynde een iegelyk wel bewult, dat zulksziektenszyn, die den naam ▼an ziekte zelfs niet verdienen , maar men lacht daar over, en leeft daar mede, zoo als voorheen gezegt is , of men geeft hen een warm kopje theeofkoffy, en laat hen vervolgens na haar eigezinnc- lykhcid leven. Geheel anders is het daar mede te Batavia gelegen , alwaar de ma- zelen en pokjes met alleen in- boorlingen maar ook vreemdelin- gen, voornamelyk echter voor de 39?. welke echter bier in Indien menig- maal eengrote flacht ing maken. Na- melyk dat iemand daar aan krank legt, of Iterft , aangezien zy op de voorfcide wyb t'overbekent zyn. Op andere plaatzcn zyn de vruchten voor de kinderen , die geen maat houden , ook onge- zond , zodanig dat zy of de Ro- de loop of een andere gevaarlyke ziekte op den hals halen , en met den dood moeten worftelen , als men haar zoo veel vruchten laat ceten , als zy wel fmaak daar in zouden hebben. Hier echter is Vruchten het met die zaak geheel anders ge- ™ndaa3rT legen , en word hen , ten ware te de Kaap. teer en te zwak , of te oud , niet geweigert van de vruchten te ee- ten , zoo veel als zy willen , om dat zy zoo wel bejaarden als jon- gen beiden niet fchadelyk zyn genen , die hier zyn geboren , en ; maar veel eer tot behoudenis van derwaards komen, zeer gevaarlyk de gezondheid verftrekken. Want zyn. Want kort na haar verblyf aldaar krygen zy de kinderpokjes, waar aan zy ook 't meeit iterven , zo dat Van hondert zieken naauw- lyks eenige weinige wTederom op- komen. Zoo zeer gevaarlyk is die krankheid ook voor de genen, die de Batavifche lucht nog niet gewoon zyn. Derhalven fchryft ook T)oclor Melchior Leydekker vanden 15". January 1699. uit Ba- tavia , aan den Heer Jobus LndoL- fits, gelyk zulks Jnnckerus in vi- ta Lndolfi aanhaalt pag. izo. op de volgende wys : Tefiis in Java majore adeo ignota efl , ut vix no- men habertt , quo illam exprimant. Hoc quïdem nurum efl , fed magis mirandum , inter Tromoutorii Bo- na; Spei iucolas nunquam vifas va- riolas vel mor biliös , qui beic in In- dia ßepe magnam flragem e dunt. Dat is : 'Be 'Pejl is in Groot Java zodanig onbeken t, datzeuaauwlyks een naam hebben , om dezelve uit te drukken ; V welk iets zeldzaams is ; verwonder ensw aardiger uog- tans is, dat by de inwoners van de Kaap de Goede Hoop de Mazelen en Kinderpokjes nooit gezien worden, I. "Deel zy veroorzaken gantfeh geen ziek- te , en men kan ze zonder vrees eeten. Byaldien men beducht is , dat de buik te vol winden daar van worden , en daar door opzwellen mögt , zoo moet men zich eenig- zins daar in matigen , edog deze winden duuren niet lang , voor- namelyk als men zich beweegt, en op de been blyft , of zich anders een weinig vermoeid. Onder 't woord vruchten verfta ik echter niet alleen appelen en pe- ren of andere Europeaanfche tuin- vruchten , de kerzen en pruimen uitgezondert , waar van 'er hier nog zoo weinig zyn, dat men geen experiment daar mede heeft kön- nen doen , maar ook vygen , ci- troenen , oranje-appèls , en alle andere tuinvruchten * welke de vier delen van de waereld, te we- ten Afrika , Europa , Afia en A- merika uitleveren ; gelyk ik dan hier van gantfeh niet uitfluit de agorkes of konkommers , waar van men elders pleegt te zeggen, dat dezelve met oly en a/.yn klaar gemaakt , nog goed genoeg zyn , om wegge wur pen te worden , om Ddd dat 394 BESCHRYVING van de Waarom de Kaapl'e vrachten geiond. dat defelve een weinig teveel gege- ten,de Rode loop ofandere gevaar- lykc ziekte zouden veroorzaken. W'antik kan by ondervinding be- tuigen, dat of fchoon ik menigmaal een grote fchotel vol uitgeperft en in fchyven gefnede konkommers met oly,azyn en peper,heb gegeten, dezelve my nooit eenig quaad ge- daan hebben , niet tegenltaande 't menigmaal tweemalen ter weck is gefchied , zoo lang 't in den tyd was. Ik heb veelmaals gezien , dat Matrozen, zoldaten, ja Haven en flavinnen in den tyd van de drui- ven , welke men drie maanden achter malkanderen, te weten in January, February en Maart, me- nigmaal ook nog in April, te koop kan bekomen , 's morgens vroeg twee of drie pond druiven gege- ten hebben, zonder dat dezelve hen eenig quaad deden, dan dat zy altyd na meer verlangden. Wanneer ze nu niet gezond wa- ren, zouden zy zekerlyk eene ziekte hebben veroorzaakt , te meer nademaal bekent is, dat de- ze zoort van menfehen meefl on- gekookte raauwe fpys , als Harin- gen , fpek en diergelyke nut- tigen, en dcrhalven zeer licht in een ziekte vervallen können. Wat my aanbelangt , ik ben van gevoelen, dat de goede en gezon- de lucht, die wy om dien tyd hebben, zoo als in een van de vo- rige Hoofdftukken is aangetoont, zeer veel helpt, dat de vruchten gezond zyn. Kn wanneer men daar by voegt, dat zy door de he- te dralen der zonnc tot hare vol- kome r\ pheid geraken, en menig- maal overryp worden, zoo heeft men nog minder rede om te gelo- ven, dat zy zicktens zouden ver- oorzaken können, wyl de onge- zonde delen verbetert en in goede gezonde verandert zyn. Ik acht ook , dat om die zelve rede zoo | weinig gcvaarlykc zicktens, die- op andere oorden zoo zeer woe- den, en \ cel menfehen te gclyk, of kort na elkander wegrukken , hier ook können plaats vinden. Edog ik laat zulks aan 't oordeel van den Lezer, en onderwerp my hier in aan zyne goedaardige en gunftige cenfure. Na dat ik tot nu de gewoonlyke ziektens der kinderen verhaalt, en daarbenevens gemeld heb , op wat wys zy dezelven onderhevig worden, zoo begeef ik my , ach- tervolgens myne hier boven geda- ne belofte, tot de volwafTe en ou- de menfehen , waar van met ten eerften zeggen moet, dat men on- der dezelven gantfeh gene quy- nende ziektens aantreft, waarvan zy lang te bed leggen , aangezien die aan de Kaap de Goede Hoop t'eenemaal onbekent zyn, en zal in vervolg worden aangetoont, dat de koortzen , nevens alle an- dere ziektens zonder onderfcheid, de menfehen van den beginne af zodanig aangrypen, dat zy die niet lang können tegenftaan, maar ras fterven moeten, ofwel als zy tydig en zoo dra zy zich onpafle- lyk bevoelen, goede hulpmidde- len gebruiken, dra wederom ge- zond worden, en tot vorige krach- ten geraken. Van aanilekende ziektens kan ik zeggen, dat gedurende den tyd van 60 jaren, te weten, zoo lang als deze volkplanting aangelegt is, die ziektens onder de Europeanen niet anders dan met den naam be- kent zyn geweefl. Onder de fla- Wannee ven echter, voornamelyk de ge- a"nfickc ncn, die de Illultre Compagnie de 7iektc toebehoren , heeft zich in 't jaar !£„{,«« [710 een diergelyke aanftekende ziekte geopenbaart, welke dat en 't volgende jaar zeer velen in t graf geflcept heeft. Deze ziekte is mynes wetens als nog van niemand met een by- zondcren en eigen naam gedoopt, hoewel 't zeker is , dat de eene Haaf of flavin dezelve van den an- deren gcè'rft heeft , gelyk dan zeer veel in eene week en vervol- gens van tyd tot ^tyd daar aan ge- flor- KAAP de GOEDE HOOP. 39s Horven zyn. Voor zoo veel my rin 7.c isbcwult, om dat ik zelf niet by hen ben gekomen, beftonden de toevallen ineen onlydelyke hoofd- pyn en vervaarlyke duizeling, zoo dat zy op de benen niet konden liaan , uit vrees van 't hoofd aan Hukken te vallen, om dat alles met haar fcheen om te lopen. Daarenboven hadden zy een ver- vaarlyken dorft, dienzy nog met water of eenige andere dranken konden leflchen , en daar door wierden zy genoodzaakt, om 't bed te houden , en de dood alle oogenblik af te wachten. k ie- Óp hare levenswys Hechts een yden wem*8 gac^e flaande, zal men niet genoodzaakt zyn ,om den oorzaak of oorfprong van deze aanfteken- de ziekte ver te gaan zoeken, welke wyze van leven gy hoop ik, niet qualyk zult duiden, wanneer ik u die een weinig duidelyk voor oogen Hel , aangezien die men- fchen gewoon zyn heel anders te leven als de Europeanen. Van hen wonen 'er ruim 600 by mal- kander in een huis , 't welk zoo veel in den omtrek niet beflaat,of ook zoo hoog niet is, nog minder zoo veel gemak heeft, als wel een boere woning met de fchuur, aan- gezien 't maar twee verdiepingen hoog is , op welke eerfle een man naauwlyks overend kan Haan, terwyl de twede onder 't dak IS. Wanneer men 't gantfche ge- bouw van buiten ziet , {trekt de muur nog tamelykhoog, enlykt een plat dak te hebben. Van bin- nen echter ziet men wel ras, dat de eerfte verdieping niet alte hoog is, en op deszelfs muur dat van de hoge buite muur aflopende houtwerk ruft, 't welk de andere zoldering maakt. Voor aan de flraat tegen over de kerk heeft de Opper - en ondertuinman , ieder een byzondere woning, achter de n welke 't meisjes fchool is voor de 1 flaven. Ter zyde tegen den tuin !nC van de Illuftre Compagnie heeft L zyri zy echter, ten ware zy met (lagen genoodzaakt wierden, te traag, te lui en te achteloos, om alle deze dingen te koken, en tot een voedzame fpys klaar te maken, om dat zy eerder zouden honger lyden,dan die moeite voor haar zelf en haar eigen voordcel nemen. Ik zeg derhalven nog eens, dat EetCT zy meed raauwe fpys , als harin- wefpy" gen, meteen weinig koude ryll, in water gekookt, in plaats van brood,eeten. Zy z\ n gantfeh geen liefhebbers van vleefch , om dat /\ al te veel moeite zouden heb- ben , om 't te koken , ten zy 't zeer vet is, enzy weder ryll in plaats van boter daar mede klaar maken können. Haar drank is doorgaans koud water , ten ware zy hier of daar eenig geld hadden befchaart, om wyn te können kopen. En wanneer zy al wyn hebben, drin- ken zy denzelven niet matig, maar gieten hem zoo menigvuldig in den maag, dat zy door dronken- fehap niet weten, wie of waar zy . zyn. Komen zy te bed, of onder „"«S« wege te vallen , bly ven zy onbe- k"»- weeglyk leggen , als een Huk hout , en zoude men wel een me- nuet op haar können danzen, eer zy ontwaekten, oft gewaar wier- den. Voor 't overige zyn zy gantfeh zorgloos, en bekommeren zich om niets , denkende mif- fchien, dat de geen, die hen ge- kogt heeft, ook voor hen zorgen moet, endatzy niets behoeven te doen, dan 't geen bevolen word van de geenen, die over hen te gebieden hebben, 's Morgens uit gedapen hebbende, en voelende, datzepynin haar wolachtig hair hebben , weten zy ras raad daar voor , drinkende eer en al\ orens zy iets anders hebben genuttigt, een paar kannen koud water , waar door zy dan andermaal den maag bederven, en te gelyk dat anders goed en gezond water verontecren , door dien zy pyn in de maag voelende , 't wa- ter de fchuld geven , en wel zou- den willen wys maken , dat al haar ongemak en ziekte uit 't he- ftend ig KAAP de GOEDE HOOP. 397 aven en vcr- rdoor zy een ezonde VCtl , x. ilendig water drinken van daan quam. Ik heb vergeten te melden, dat de Haven en flavinnen de binne- plaats van 't gemelde huis in plaats van een keuke moeten gebruiken, maar dat zy 'er een verkens kot van maken , en aldaar een grote menigte verkens hebben , die zy met 't afval uit den daar byftaaft* den tuin van de Illuftre Compa- gnie meiten, en vervolgens verko- pen, ßyaldien nu deze verkens de lucht daaromheen niet beder- zoo maken zy dezelve ech- ter zoo onrein , dat zy niet licht een .goede, en gezonde lucht inaze- men können. En indien men alle deze omftandigheden nevens nog vele andere t'zamen overweegt, die hier kortheid s halve voorbe- dachtelyk met ftilzwygen wor- den verby gegaan , zoo heeft men waarlyk geen rede , om verwon- dert te zyn , byaldien deze men- fchen , die byna als onvernuftige fchepzels, ja erger als de Hotten- totten leven , haar zelven een aan- ftekende ziekte hebben op den hals gejaagt. daarom Wie zoude nu de voorfigtighid megang der burgers laken , dat zy hare thaar flaven en flavinnen hebben verbo- *)den den , om deze befmette en in groten getale weg ilervende fla- ven en flavinnen te bezoeken, of ommegang met hen te hebben ? Wie konde 't qualyk duiden , dat de Barbiers , die in zodanige toe- vallen, de plaats van Artzen moe- ten bekleden , om dat hier geen Dokters zyn , deze ongehoorza- men niet hebben bygeflaan ? Als welken alle heilzame aanradingen inden wind flaan, verachten, en niet eerder aannemen , dan als 't water byna aan de lippen is, en de dood haar reeds by 't linker Barbiers been heeft. Ondertuflchen heb- *en ben de Barbiers zich dapper ge- ;eftaanCr queten , en haar plicht getrouw waargenomen, wel wetende, dat en haar ampt , en de Chrittelyke liefde beide van hen eiichten , hunnen elendigen en doodlydcn- denevcnnaallen in allebillyke za- ken by te ftaan , en de behulpza- me hand te bieden. Dienvolgens hebben zy geen moeite gefpaart, en geen tyd ver- zuimt, om hen met raad en daad by te fpringen ; zy namen dezel- ven uit de voorgemeWe flaven* woning, bragten ze na 't treftel \ k ziekenhuis der Europeanen; de- den haar goede en gezonde fpys en drank geven, terwyl zy hen met de befte en heilzaamfte Artfe- neyen verzorgden, en zich aldus van hun plicht in alles met zeer veel yver en getrouwheid quee- ten. 't Zoude te wenfehen zyn ge- De Ziekte weeft, dat deze gemelde üektej^Ä binnen hare palen en genomen tigerte omtrek gebleven was, en niet ver- wordcn- deromzichgetafthad, maar hoe waar 't oud en van Ovidius eerft gebruikt fpreekwoord is : Nitimur in vetitum femper ciipï- musque negata. Sic interdiclis imminet ager aqttis, Dat is : In ver bode wateren vifcht men lieffl ; zulks blykt daar uit , dat de flaven en flavinnen het ver- bod van hare Meefters vergaten , en zich by deze met de dood wor- itelende befmette menfehen bega- ven, aldaar hare bekenden en landsgenoten bezochten, en daar door die ziekte ten loon mede in haar Meefters huizen bragten , al- waar zoo als ik eerft naar myn vertrek heb vernomen, vele fla- ven en flavinnen als mede derzel- ver Heren en Vrouwen, en aldus ook Europeanen daar aan geltur- ven zyn. Zoo dra nogtans deze ziekte Heeft als verder uitfpatte, en onder de Eu- £^0^- ropcanen begon te woeden, ging aanen een ze als van hare eerfte natuur g"^^1" gantfeh af, doordien deze de bekomen, voorgaande toevallen niet voel- den , maar een quaadaardige of aanilekende zoort van kinder- Ddd 3 pok- *9s BESCHRYVING van de' Kaapfche inwoners krygen zel- den de Ro- de loop. Oorzaken van de Ro- de loop. pokjes kregen ; hoe ze 'er echter eigentlvk hebben uitgezien , en wat omllandigheden en toevallen verder daar by zyn geweeft, zulks kan ik niet zeggen , om dat ik als nu te ver van hen af gelegen ben. Deze aanmerking alzoo, die naar myn vertrek is gefchied ,heb ik by de vorige , die zich gedu- rende myn verblyf aldaar hebben toegedragen, gevoegt, teneinde de Lezer zien zoude, dat ik zelfs 't minfte niet , deze aanrekende ziekte betreffende , voor U heb willen verbergen. Jegenswoordig keer ik my weder tot de gene, die in myn tyd en zelf voor myne komft aan de Kaap , in zwang zyn geweefl , waar onder de Rode loop zich dan mede bevind , waar van reeds voorheen gezegt is, dat de inwoners alhier zeer zelden o- verval hebben. OndcrtufTchen kan men niet zeggen , dat onder deze lucht- Itreek gantfeh geen menfehen zou- den worden aangetroffen , wel- ken die ziekte ^onderhevig zyn , of 1'choon de inwoners zelf daar van vry zyn. Want de genen die met de fchepen herwaards komen, en eenigen tyd hier doorbrengen , en in bezetting blyven, worden van deze ziekte zeer licht aange- taft, aangezien zy ftaande hare gantfehc reis niet dan oude, ge- zoute en harde koll hebben ge- had, waar door zy , door dien wel voornamelyk haar drank oud, Hinkend en meert vuil water is, dat hen nog niet genoeg gegeven word , vermids zy met hare voor- gelchreve en gezette maat, en menigmaal in tyd van nood, met nog minder moeten te vrede zyn, noodwendig veel onreine , fchcr- pe en taaje delen in den maag en in 't bloed overgeërft en met zich gebragt hebben. Wanneer nu daar door de chyl of 't maagzap als mede 't bloed be- dorven is, en zy daarentegen op deze oude en onverdouwelyke fpyzen* ook den vorigen bedur- ven drank na hare aankomlt al- hier , goede verfche fpys , aller- hande tuin en keuke-kruiden , ne- vens andere eetbare waren, ja ook allerhande gezonde vruchten nuttigen, en niet minder goed, gezond , zuiver en verfch water als mede goede en heldere wyn te drinken bekomen, en aldus hon- ger nog dorlt behoeven te lyden , zoo is 't niet te verwonderen, dat deze onreine , ongezonde , taaje j delen daar door los gemaakt, en met geweld afgedreven worden, waar door dan doorgaans de Ro- de loop ontffaat , die niet eerder ophoud , tot dat alle deze vuilig- heden weg zyn, en 't bloed gezui- vert en verbetert is. Of echter dit zonder grote pyn Rode loo kan gefchieden , en of dit alles in duurtlan« i j i i met groot een korten tyd kan worden ten pyn. einde gebragt ? Zulks zal ik aan 't oordeel van den Lezer overlaten. Wat my aanbelangt , ik acht, en weet zulks by eige ondervinding, dat het zoo ras niet gedaan is, en dat het zonder heftige pyn en fmerte niet in zyn werk gaat, te meer als men niet op zyn hoede is , en den mond niet wakker in den toom houd, waar door me- nig een in aanzien van zoo veler- hande lekkere bekoorlyke vruch- ten, die hy menigmaal nooit meer gezien , veel mingeproeft heeft, zoo ver vervoert word , dat hy 't bellerven of ten minrtcn heel lang aan den oever van de dood zwerven moet. Is de Lezer milfchien begerig, te weten, wat men daartegen ge- bruikt, en op wat wys deze an- ders zeer gevaarlykc ziekte gene- zen word ? Ik zal u de oprechte waarheid melden , en midlerwyl aan u believen laten , om volko- men geloof daar aan te (laan, om dat u de zaak ongelooflyk, of wel zelfs fabeleus of verdicht voorko- men mögt , niet tegenftaande zy de zuivere waarheid engeenzins valfchis, aangezien ik my hierin op KAAP de GOEDE HOOP. 399 op eige ondervinding beroep, hoe- wel mv niet onbewuft is, dat ook vele anderen nevens my die alvo- rens gantfche Apothekers winkels zonder hulp of verlichting hadden ingenomen en verbruikt, op deze wys genezen, en geholpen zyn. •erfte Wie dienvolgens aan de Rode ei loop ziek is, en wenfcht tot vori- loop. £c gezondheid herfielt te zyn, be- hoeft niet , de eigenfehap van 't land een weinig kundig, by een Dokter om raad te gaan, en een geneesmiddel te laten vervaardi- gen, want zulks is veelmaals, zoo als hiervoren reeds is gezegt, zon- der de gevvenfehte uitflag of vrucht geweeft, maar zyn beft doen, dat hy goede verfche melk, en voornamei) k zoo hy ze krygen kan, Geitemelk bekomt, welke hy gekookt, met groene thee of thee-Boe , zoo warm moet drin- incc-ken, als hy kan. Wanneer hy wCn- zu'ks eenige dagen na malkande- ren , driemaal daags , te weten , 's morgens , 's middags en 's a- vonds heeft gedaan, zal hv zeker- lyk zeer goede werking befpeu- ren ; te meer als hy zich in eeten en drinken een weinig matigt , en den mond niet altyd den baas laat fpelen, en voor al den zeer ge- zwavelden wyn uit 't lyf laat. ede Behalven dit middel , heeft men jj1 door de ondervinding nogeen an- i0op. der, 't welk in 't gebruik van rype rode druiven beltaat, die men echter niet altyd kan hebben, en ook zoo fouverein of voortreffe- lyk niet zyn. Want als dezelve in de maand van Maart recht ryp en door de hete ftralen der zonne ge- kookt zvn, mag men in dit geval geruit zyn luit daar aan boeten, mids dat men de bezien niet al- leen uitzuigt , maar met balt en kernen opeet ; door dien 't vocht alleen meer quaad dan goed doet, en de ziekte verergeren zoude ; ktook Waarentegen de druiven, zoo als zy aan den bos zyn, en daarmede insgelyks eenige dagen achter- volgt, en midlerwyl maat in eeten en drinken gehouden, de pyn niet alleen verminderen, maar de ziek- te ook volkomen genezen. ^ Ik ken 'er veel, die zoo wel uit Europa quamen , en deze ziekte met zich bragten,als ook uitOoft- Indie te rug keerden, en insgelyks daar mede behebt waren, welken door een van deze twe middelen zich zelf geholpen hebben, ten ware zy geen tyd hadden , om de- zelve te gebruiken, of hier te bly- ven , en de eure, welke juift niet al te veel tyd, nog minder koften vereifcht, te ondergaan. Dat dit laatite middel echter niet door- gaans alleen geholpen heeft, daar van zyn de omftandigheden te lang, om alhier verhaalt te wor- den. Genoeg dat meer dan 100 menfehen als zoo vele getuigen verftrekken , dat ontrent deze bei- de geneesmiddelen niets onwaar of verdicht is. Gelyk ik voorheen heb gezegt, De Melk is dat de druiven niet altyd zyn te a™rdeKaap bekomen , zoo moet ik ook erin- fcfajun. neren, dat de melk zeer fchaars is, door dien de boeren geen melk aan de Kaap te merkt brengen ; ten dele om dat de weg te lang is, en de melk onder wege door de hit- te van de Zon zuur word ; en ook vermids zy dezelve tot onderhoud van haar eige menfehen gebrui- ken. By gebrek echter van deze beide middelen, heeft een ervare man, genaamt Juflus Benrath, die wel Licentiaat in de medecv' nen is, dog hier maar alsOpper- Meefter begroet word, een van dei voorde myne vrienden en welbekenden, genaamt Hcndrick Geur fin, door een ander en gantfeh ongewoon- lyk middel genezen, na dat hy reeds drie jaren daar van afgemat was, om dat hy dezelve uit Hol- land te Batavia, en van daar we- derom hier gebragt had, zonder die ziekte eens quyt te zyn ge- weeft, gelyk hy dan daar na niet alleen weder gelukkig en gezond in Holland gekomen , maar ook nog heden dien dag aldaar leeft. Na EenOfv er-mee- er ont- dekt een ander mid- E Rode loop, 400 BESCHRYVING van de Waaruit Na dat deze Beitrat b van ge- bdioïdd melden Geurfin had verftaan , dat hy reeds zoo veel geld in artze- neyen verquift had , om van deze quynende en hem gantfeh afmat- tende ziekte te worden bevryd , dog altyd achter 't net had ge- vifcht , en maar eenige baat door 't gebruiken van een ziertje Opium of Heulfap 's morgens en 's avonds, had gevonden, zoo verviel hy op de wonderbare gedachten, om hem van 't gemeld Opium Rulleer te vervaardigen, en te zien, oft zelve niet van onderen krachtiger werking doen, en 't quaad t'eene- maal verhelpen zoude. Wanneer nu de gemelde Geur- fen befloten had, om die eure t 'ondergaan, begaf de Oppermee- iter Benrath zich na huis , en ver- Vaardigde uit 6 onfen Opi Crudi een Klifteer, welke hy tegen den avond appliceerde of zettede. De gemelde Genrfen verzocht my zeer initandig, om dien nacht by hem te blyven, gelyk ik ook deed; dog ik wil wel bekennen, dat door dien hy geweldig begon te malen en te revelen, de nacht my lang genoeg viel; tegen den morgen echter begon hy te flui- mcren, en ontwaakte niet voor 's avonds , wanneer hy wederom l'cencmaal bedaart, maar echter nog wat flaperig was ; den volgen- den dag was de llaaperighcid ook over, en hy zoo verre van de Ro- de loop bevryd, dat hy zich nog tamclvk in acht nemen, en den oitflag verder afwachten moert. Nazyne te rug komit in Hol- )- niet'tfcherp bloed begrepen word, den niet die ziekte insgelyks by de inwo- v»ndc ners alhier niet te vinden en aan buikaan- te treffen zy. Want behalvcn dat B«»ft- zy altyd gezonde , verlebe en wel klaargemaakte koft nuttigen , en ook een treffelyk land deelachtig worden , zoo als reeds aangetoont is, zoo leven zy daarenboven, of fchoon weinig werk van hen ver- richt of gedaan word , altyd in een geltadige beweging ; aangezien zy zich genoeg vermoeien , wanneer zy flechts na hare landeryen gaan, en de werkende flaven , de nodi- ge bevelen geven ; zoo als ook met hier of daar na toe te ryden, om de een of d'ander boodfehap te doen«* of een goed vriend te bezoeken. Wat echter daar en tegen deDeVreem- vreemdelingen aanbelangt , die delinsen menigmaal 5, 6, en meer maan- meer daar den onderwege zyn , eer zy hier {"^L aankomen , en zich ververichen können ; het is zeker , dat vele daar mede behebt , hier worden gebragt, die dikwyls ongeneeslyk zyn ; door dien zy alvorens te land haar tyd met vreeten en zuipen doorgebragt , en het lichaam met allerlei ontuchtigheden gekrenkt hebben. Wanneer nu de flechte , harde , zoute fcheepskoil , waar mede zy op een zoo lange reis moeten te vreden zyn , nevens 't fchaars ftinkend water daar op volgt, zoo kan'tnaauwlyks anders zyn, of een zodanig lichaam moet gevaarlyk aangeltoken , en by ge- brek van de gewoonlykc bewe- ging , tot aan de dood toe bcilre- den worden , die ook kort daar na volgt. Byaldien echter een menfeh zich voorheen kuifch , nuchter en matig heeft gehouden, en zich als dan aan boord begeeft , zoo heeft hy, of fchoon hy juut niet anders als de anderen word gehandelt , en derhalven nevens dezelven den Scheurbuik krygt , echter buiten E e e andere BESCHRYVING van de 402 andere toevallen geen gevaar , dat hy daar aan iterven , of lang in de eure leggen zal. Want voor zoo veel ik 'er als nog gezien heb, zyn de meeden altyd , of fchoon me- nigmaal hondert man te gelyk van een fchip na 't Ziekenhuis wierden gebragt , binnen den tyd van 14 dagen weder genezen ; terwyl de genen, die daar in bleven, en we- gens onpaflelykheid niet voort konden , doorgaans andere toe- vallen hadden, waar aan zy einde- lyk Hier ven. Hoede Z.°° dra diergelyke fcheurbui- fcheurbmk kjgg mcnfchen na 't ziekenhuis Kalpword worden gebragt , bekomen zy genezen, verfche en wel toegemaakte kolt van vleefch, reylt, keuke -krui- den en andere eetbare waren ; en men weigert hen niet, om van dit verfch en gezond water zoo veel te drinken, als haar lufl; ja men vergunt hen ook , om nu en dan een wakkere teug goede wyn te doen , ten ware zy die trekken wat te veel herhaalden, en hare genezing daar door achteruit zet- teden , in welk geval men naauw op hen paft; en worden zy zelfs geftraft , wanneer zy na geen woorden willen luilteren, en an- deren in hare ruft beletten. Daar- enboven mogen zy over dag ook gaan waar zy willen, wanneer zy den Binnevader van 't huis flechts daar van verwittigt hebben, en op haar uur maken weder t' huis te zyn. Deze kleine infehikkelykheid helpt de/ e 1 uiers teer veel ; te meer doordien /\ aan boord als opgcfloten, van dit alles niets heb- ben können deelachtig worden. Ten einde echter ook de eure te fchiclyker voortga , en zy haalt weder tot hare vorige gezondheid geraken mogen , zoo geeft de Opper - Meefter met zync by zich hebbende twee Onder-Mees- ters, die ieder een byzonder ver- trek in dat huis hebben, de Pati- enten van tyd tot tyd poejers te- gen den fcheurbuik in, en laat door den Binnevader de bad-fto- ve heet maken , ten einde zy daar in gemaklyk zweeten of ltoven; welk zweeten vele wederom t'ee- nemaal geneelt , terwyl 't poeijer van binnen ook zeer goede wer- king doet. Ten einde ik echter deze bad- Itove duidelyk befchryve ; dezel- ve beltaat uit klaar helder water, waar in verfcheide kruiden en bladeren van voortreffelyke bo- men gedaan en over 't vuur uitge- trokken worden ; daar onder Ci- troen-bladeren , Laurier-blade- ren , Rosmaryn , Salie, Sirifche Marum , Pinpernel , Majoraan , en vele andere welke in den tuin van de Illuitre Compagnie over- vloedig en treffelyk plegen te Waf- fen. Alle deze kruiden nu ver- oorzaken een ongemenen reuk , en voor diergelyke Patienten een voortreffelyke verlterking, alzoo dat wanneer zy 't bad eenige rei- zen hebben gebruikt, zyzeer ras weder alleen leren gaan, en zoo vaardig en luchtig worden, als zy voor de fcheurbuik geweeft zyn. Vermids zich echter onder de- ze fcheurbuikige menfehen zom- migen bevinden, die wegens ha- re tedere natuur, of wegens hare zwakheid, of ook wegens hare hoge jaren , dit bad niet wel kön- nen verdragen , als 't welk haar nog meer zoude verzwakken, als zy 'er lang in moeiten zyn, zoo helpt de Oppermeelter deze men- fehen met andere goede /w eet verwekkende middelen van bin- nen, ten einde zy te lichter aan 't zweeten geraken, en niet langer behoeven te zitten. Edog dient te worden aangemerkt, dat oude menfehen, een weinig Iterk van den fcheurbuik aangetaft , gevaar lopen , van niet licht te worden genezen, en het doorgaans met de dood te bekopen. Worden er eindelyk ook zom- migen gevonden, gelyk veelmaals gefchied, en zeer licht aan boord gebeu- Bad-rt, hoe die ' uitziet. Hoede perzonei worden gehande die 't bad niet kun nen verd gen. KAAP de GOEDE HOOP. 403 geheuren kan, die behalven den lchcurbuik, mede ope- wonden hebben, en derhalven door plei- fters moeien worden genezen, zoo heeft de eure langer tyd als wel anders van noden. Want zo- danige Patienten können 't bad niet gebruiken , ten ware men hen droog en toegedekt doet zvvee- ten. Daarenboven worden de wonden, zoolang als de fcheur- buik dunft, hoe langs hoe erger en ongeneeslyker , en t'eenemaal ontltoken. En wanneer de fcheur- buik reeds is genezen, moeten die menfehen echter nog langer ver- toeven, en wachten, tot dat de ope-wonden insgelyks weder ge- nezen zyn. XXIV. HOOFTSTUK. Van de ongemakken , ziektens en quälen der in- woners aan de Kaap de Goede Hoop , en hoe dezelve doorgaans worden veroorzaakt. Wat van de Dronkenfcbap aan de Kaap te merken zy. Aan de Kaap is niemand ziek aan denfleen. Hoofdpyn van dronkenheid hoe te genezen. IVat van 't Kuapfche hier aan te merken. Europeaanfche hieren aan de Kaap gezond. Zyn zeer duur. Derhalven drinkt men liever wyn. De Schryver heeft menfehen gekent die de fleen hadden Podagra Chiragra en Gonagra is aan de Kaap onbekent. De Schryver kent maar drie perzonen die het gehad l>ebhen. Venus-ziekten hoe die voorden genezen . Pleuris gaat ßerk in zwang. Niemand fierft daar aan. Ongemeen bloeden uit de neus van een zeker man. Veroor- zaakt blindheid. Kan niet genezen worden. Nog een exempel vanflerk bloeden. Foor- teken van de bloedflorting. Loopt zeerßerk. Aderlaten veroorzaakt eetiige flilte. Waar dit ongemak van daan komt. Van de ziektens der Vrouwen. De opflopping der Ob- itructio Menfium is aan de Kaap wat zeldzaams. Hulpmiddel. Fluor Albus gaat te flerker in zwang. Opfiyging ook niet zeldzaam. Exempel van een Vroimsperzoon. Een ander dicrgelyk exempel in Duitfchland voorgevallen. Oogpyn gemeen aan de Kaap. Waarom. Zeere oogen treffen voornamelyk de kinderen 't pynlykfl Daar tegen is geen heilzaam middel bekent. Zeker Vrind geeft den Schryver raad Waar uit dit middel be- ftaat. Doet goede werking aan den uitvinder zelf De Schryver heeft dit middel uit Eu- ropa naar Afrika gezonden. I 'erkoudheid is aan de Kaap een algemene plaag. Kinderen flaan voornamelyk veel daar aan uit. Raad tegen de verkoutbeid. Hottentotten zyn 'er t'eenemaal van vry. Beßote winden veroorzaken grote pyn. Raad daar tegen. Jicht aan byde de Sexen gemeen. De Schryver heeft de jicht ook bekomen. Word daar van on- verhoeds bevryd. Zeere keel aan de Kaap gemeen. Raad daar voor. Hoe men aan de Kaap de maag geneefl als die bedurven is. Wat de Slaven in dat geval doen. De Au- teur bc/luit de befchryving van de Kaapfche Ziektens. TOt nu heb ik u de ziektens voor oogen gefielt, welke meer de vreemdelingen als de in- woners betreffen, en zulks zoo goed als in myn vermogen is ge- weeil, 't welk' in dit Ituk zeer ge- ring is. De natuur van de zaak I. Deel. vereifeht als nu, om daar by te voegen de genen, waarmede de inwoners zelf, zoo wel van 't man- nelyk als vrouwelyk geflacht, be- hebt zyn. Door dien echter 't mannelyk geflacht alomme in de waereld den rang boven 't vrou- Eee -L welyk BESCHRYV1NG van de 4-04- welyk geflacht heeft, zoo zal ook niet qualyk worden geduid , by Alien ik daar van een begin maak, en derzelver gewone onpaflelyk- heden 't aldereerlle aantone. Ondertullchen door dien de ge- woonlyke en gemene drank der mannen zoo wel als die der vrou- wen, behalvcn dat deze wat zuini- aï wildbraad by moet zyn , zeer weinig of niets koll • 't welk ook de rede is, dat diergelyke vrien- de-maaltyden, waar van men een wakkeren roes met zich na huis neemt , zeer dikwvls voorval- len. Zulks zeg ik echter niet, met een oogmerk , als of ik de dron- gcr en gematigder daar ontrent kenfehap als een algemene en ge omgaan, hier te lande wvn is, niet ! woonlvke ziekte der mannen aan van den Ryn, of uit Vrankrykj ,' deze Kaap wilde aanmerken, aan- of uit Spanje, veel min uit Perl ie, gezien dezelven niet zoo zeer hier merken. of andere Afiatifche en Afrikaan- fche landen herwaards gebragt, maar die alhier zelfs in de grootlte d^onken-de overvl°ed va^» en van ongemene fchapaan goedheid en deugd is, zoo als el- .?"£ te ^ers i*eeds is aangetoont', zoo is 't ook niets nieuws , dat dezelven een wakkeren roes drinken. E- dog niet zoo zeer als zv alleen zyn, of in een kroeg by elkander komen , zynde hier 't affchuwe- lykfte lailer , dat iemand be- fchonken langs ftraat gaat, en ver- heil zodanig een daar door wel ras zvn goeden naam , maar by vro- lykheden en gaftmalen, wanneer riiet een alleen, maar alle de ge- nodigden dronken gezien worden. Want als dan word zulks niet qua- fyk genomen, ten zy 'er een on- der 't gczelfchap was, die zyn ut rk van zuipen maakte en dage* 1\ ks dronken gezien wierd. In zodanige gevallen wacht men zich Jüjft zoo naauw niet ; en is zulki i k een zaak, die eerder gl als werkftellig kan worden gemaakt, wordendede wyn niet alleen uit glaasjes, maar uit Poka- len, waarin menigmalcn een pint- je en meer in gaat, gedronken. F,n wyl de wyn van zienzeh e flxrk en goed is, of fchoon maar een halfjaar oud, zoo is licht te denken, dat men van zulke gaft- malen én andere vrolykc rnaalty- hiel /onder een brave roe al T- vycl metftil/.wygen verby gaan,dat ÏËfi ik twee of drie menfehen heb ge- Bekent, die kent, die aan den (ken elendig en ÖS? gevaarlyk krank lagen; edog de- /-■ perzonen hadden die tjuaa] reeds in Europa gehad, en dezel- \ e met zich herwaards gebragt ; of van hunne ouders als haar aan- deel geërft ; en bevond zich on- der deze gemelde drie perzoncn een meisje, naauwlvks tien jaar oud , 't welk zeer felle pyn uit- itond. Mynes bedunkens heeft 't zelve dat euvel van haar vader, die insgelyks dikwyls daar aan ziek lag, geërft, of is daar mede gebo- ren, en heeft de ftenen op de wac- reld gebragt, te meer wyl zy kort na hare geboorte fteentjes gelooft heeft ; door dien echter een Zwa- luwe geen zomer maakt, zoo ge- ven ook zoo weinigen of maar dit laatft voorbeeld geen gevolg on- trent alle andere inwoners. 't Geen als nu van deze ziekte Podag" »' gezegt word , kan ook van 't To- „Si dagra>Chirag?a, Gonagra, en al- g.ra • aan d? Ie diergelyke ziektens , door on- Af geregelt leven voortkomende, werden gemeld. Want of fchoon hier geen vreeters, zuipers, hoc- rejagers en allerhande diergelyk volk ontbreekt , maar een grote menigte daar van voorhandenis, zoo weet ik my niet te binnen te brengen , meer dan drie onder D«s^»y- dien gantfehen hoop gekent te 2*5^ hebben , die met diergel \ ke elen- perzoncn dige en pynlyke ziekte behebt J£ had" waren , welke daarenboven zoo menigmaal als zy daar van wierden aangetaft , zoo wel wierden ge- handelt dat de pyn juift niet zoo onlydclyk was , dat zy geftadig 't bed houden moeften, Eee 3 Wat 406 BESCHRY VING vande Wat my aanbelangt , ik acht, dat het warme bad, voorheen be- i'chreven , die gemelde drie per- zonen zeer veel dicnlt heeft ge- daan , aangezien twee van hen grote verlichting gevoelt hebben, niet tegengaande zy 't bad niet recht hebben gebruikt , door dien zy den mond den teugel te veel ! vierden, en zich niet in acht na- i men , zoo als men by een zulke ! eure behoort te doen. Edog ik zwyg hier wederom van hen Uil , uit rede , by de befchryving van 't warme bad reeds bygebragt, ter- w yl men wegens drie flempcrs niet kan beiluiten , dat alle de an- dere of vele inwoners aldus zyn. Venus- Op die gemelde plaats heb ik liektens 00ic gezegt , dat in 't warme bad n«en.Se onder anderen de fpaanfche pok- ken en andere Venus-qualen ins- gelyks genezen zyn, 't welk een teken is , dat den oord alnier van dat fchuim ook niet zuiver is. De W ondartzen genezen zodani- ge menichen op dezelve wys , als in Europa gebruiklyk is, te weten metquikzilver, van buiten en van binnen te laten gebruiken ; onder- tullchen achten zy niet nodig, om daar mede zoo bedekt als in Eu- ropa te werk te gaan, maar zeggen rond uit , dat zulks alhier geen fcharide is. 't Zy wat'tzy, 't is zeker , dat een zodanige te Iter- vcn komende , zy opentlyk zeg- gen , dat indien hy zich zelve in acht genomen , en zoo licht niet gelopen had, hy niet zoude geitur- ven zyn. Pleuris Daar worden 'er ook veel ge- rterkin vonden , die met 't zydewcc ge- ng' plaagt zyn, en daar aan zoo grote en ondraaglyke pyn uitllaan , dat men menigmaal meent , dat zy 't leven daar by infehieten zullen. Edogby aldien zy den maag niet overiadeden, of altyd met verdou- weiykelpys verzadigden , ook niet zoo zeer opeeten en drinken et waren , nog haakten naar 'i geen den mond fmaakt , zonder te zien of 'tge/.ond of ongezond : neus is , zoo acht ik , dat die ziekte ook zoo zeer gemeen niet zoude zyn. Of fchoon de Wondartzen veel moeite hebben , om dierge- lyke menfehen te genezen , zoo achten zy die moeite niet, omdat zy daar voor rykelyk betaalt wor- den. Daarenboven zyn zy geluk- kig in de eure , aangezien ik nie- mand ken, die daar aan geftor ven is ; heb ook zelfs van geen exem- pel gehoort. Ik heb twee brave mannen ge- Ongcm kent, die beide myne goede vrien- J°,cd( den waren, welke ongemeen flerk uit de neus bloedden , waar van de eene reeds overleden , en de ander nog in leven is. De eerfte was genaamt Willem Oefenaar y die verfcheide ampten bekleedde, en ten laatite winkelier in dienft van de Illultre Compagnie was ; een man , die waarlyk goed na- tuurlyk verftand had , en in alle zyne verrichtingen een ongeme- nen y ver en trouw deed blyken , hoewel de Heer Gouverneur Wil- lem Adriaan van der Steil menig- maal zeer hard met hem heeft ge- leeft , terwyl hy geen fchuld , maar die zich zelven te wyten had. Het gantfche geval zal ik hier niet aanhalen, maar alleenlyk nog zeggen, dat deze eerlyke en on- fchuldige man , daar door met zo- danige fchrik wierd bevangen, dat het bloed cerft uit de neus, en al- daar geen ontkdting genoeg vin- dende, door den mond, oorenen oogen zoo menigvuldig uitberfte , dat men 't zelve lang niet heeft können Itempen; en ben ik vafte- lyk van gevoelen, dat wanneer 't bloed geen doortocht gevonden had , de man opltaande voet dood gebleven zou zyn. Edog dit zy hoe 't zy, niet lang na dit vervaar- lyk bloeden, 't welk verfcheide- malen weerom quam , wierd des- zelfs toeiland nog veel droeviger , vermids hy byna blind, en daar door gedwongen wierd , om zyne bediening neer te leggen, die hy by KAAP de GOEDE HOOP. 407 bydcjuftitie als Secretaris rocm- waardig mede bekleedde, zo dat hy de Winkeliers-fon&ie maar al- n aanhield , waar in zyne ge- trouwe huisvrouw hem zeer veel byitand , en trefTelyk de behulpza- me hand bieden kondc. Hy heeft wel geen koftcn ge- fpaart , om zich te laten genezen , ook geen pvn ontzien, maar alles gedaan, wat mogelyk was, om zyn gezicht weerom te bekomen, hebbende niet alleen een haire draad door den nek laten trek- ken , maar ook veel andere pyn uitgedaan , maar alles vergeefs ; hy was blind , en bleef blind , tot dat hy eindelyk na een langdurige ziekte in \ jaar r 709 overleed. De twede , die nog leeft, ins- gclyks een wys en vcrltandig man, genaamt Tieter de Meyer , als nu Secretaris van den Heer Gouver- neur, en van den Raad van Policy, die daarenboven meer bequaam- heid heeft, dan een van de andere my bekende Leden van den Raad, voelt nog voor of na , en zelfs niet zoo lang als 't bloeden uit de neus duurt, eenige de minfte pyn, wesKalven hy ook niet kan zeg- gen, waar dat ongemak vandaan komt; en weet ook niet, wanneer het weder zal komen , ten zy hy ziet en befpeurt , dat hy eenig bloed fpuuwt. Want de onder- vinding heeft hem als nu zoo veel geleert, dat wanneer onder 't fpog gerönne bloed vermengt is , on- feilbaar daar op 't bloeden uit de neus zal volgen , 't welk dan ook 1 of 3 uuren na 't gemelde teken met zodanig geweld begint, dat men niet anders zoude denken, dan dat 'er een ader in de neus ge- borgen, of iets anders in 't lichaam aan ftukken was. Doorgaans echter komt 't bloed zo menigvuldig , dat het niet ras genoeg t'zamen uit de neus kön- nende , en den weg daar te naauw vindende, ook te gelyk den mond met hele ftralen uitloopt, zodanig als of en in de neus en in den mond aders geopent waren. En zulks duurt zoo lang, tot dat byna een fpoel kommetje vol is , wanneer 'teen weinig begint te bedaren, en 't maar droppels wvs komt. Waar na hy voor ditmaal niet meer uit de neus bloed , behalven dat hy nog 2, 3, of 4 dagen gerönne bloed fpuuwt. Dit bloed-fpuuwen is de weg- wyzer , waar na hy altyd ontrent deze heftige bloedltorting moet op zyne hoede zyn ; en moet hy derhal ven naauw -op 't fpog letten, ten einde hy niet onverhoeds overvallen werde ; want by aldien hy het gerönne bloed befpeurt, zoo heeft hy als nu door 'tdikwyls weerkomen van dit toeval, uit de ondervinding geleert, dat hy het zelve door hulp van een aderlating voorkomen kan, wanneer hy zich namelyk eene ader laat openen , zoo dra hy 't eerfte beginzel van bloedfpuuwen gewaar word , aan- gezien 't bloed alsdan door deze gemaakte opening , in netter or- der gehouden word , en niet we- der ten neuze of mond uitloopt. Of nu zulks van de bloedrykheid w»«^ , . ,, . . J ongemak van dien gemelden wakkeren man van daaa van daan komt , zulks zal ik den komt- Lezer laten onderzoeken. Wat my aanbelangt , ik weet , dat hy van gevoelen is , dat zulks door 't ilerk wyn drinken word veroor- zaakt, waar van hy achtervolgens zyne eige belydenis voor dezen, en eer hy getrouwt was, een groot liefhebber geweeftis, niet tegen- gaande ik hem nooit dronken ge- zien heb. Hy heeft ook deswegen na dien tyd geen wyn meer nog over tafel of anders willen drin- ken , ten ware hy Iterk wierd ver- zocht , wanneer hy om te gehoor- zamen , ten hoogften een klein glaasje tot zich nam , en voor 't o- verige zyn dorft altyd tmet een warm kopje thee of koffy, of met zuikerbier alhier, gelefcht heeft, waar van ik op een ander tyd be- richt geven zal. Van myne kant wenfehte ik van herten, 40S B E S C H R Y V I N G van de herten , dat ik niet alleen de oor- zaak van dit groot en ook mif- fchien gevaarlyk ongemak -will, maar ook dien eerlvken oprechten vriend een zodanig middel kond e aan de hand geven, dat hy t'eene- maal daar van bevryd wierd , of dat ik hem ten miniten zoo veel helpen kondc, waar door hy ecni- gc verlichting van de zoo menig- malige wederkomfl van 't bloed gewaar wierd , 't welk of fehoon zonder pyn gelchied, nogtans zoo veel ongemak veroorzaakt , dat hy menigmaal verfcheide dagen zyn ampt niet waarnemen kon. Van t i vocht my de man, dat wyl nie- mand meer van de andere buren 's nachts by haar blyven , en zyne vrouw nevens den volu allen zoon de hand bieden wilde, ik hem toch de vriendfehap zoude doen , om by haar te blyven. Wanneer ik KAAP de GOEDE HOOP. ik zulks dan ook dccil , z ig ik de eerde nacht wel ras, waarom de an- dere vrouwspersonen , die in de huurt woonden, fchuwden, om by haar te waken; want wanneer zy eene verheffing kreeg, zoo iVond niet alleen een witte fc hu im opbaar mond, maar zy trok den mond ook vervaarlyk, terwyl zy de tanden zoo valt op elkander hield, dat men geen lepel of iets anders daar tuilchen konde kry- gen , en aldus de omltanders in een grote verlegentheid bragt. Den volgenden morgen ver- zocht de waardin my wederom, om dag haar ook bv te ftaan,'t welk ik eindelyk dan ook half tegen myn zin, drie dagen en drie nachten uithield. Edog ik derf verzeke- ren, dat wanneer my iemand je- genswoordig, nu ik weet, hoe het ontrent zulke patiënten gaat , en wat daar by te doen is , veel geld wilde geven, om nog maar eenen nacht daar by te bly ven, ik Handigheden hier niet voorgeval 409 tcnfchccn, als of een llerke vry- lter met Coniulfionibus Efilepticis aangetaft wierd, zodanig dat ver- fcheide jonge karels werk genoeg vonden , om haar te houden. Wanneer zy echter onder aller- hande geellelyke vermaningen , die zy aan de Omltanders deed , ook vele onbetamelyke woorden liet onderlopen, zich onder fchyn van Convullien ontblote, aller- hande geile polluren maakte, en eindelyk een jongman zelfs na een verbode' plaats voelde, zoo gaf zy niet duider te verdaan« waarme- de zy zoude können geholpen worden. Deze waarde vriend vraagde my eindelyk, na dat hy dit had verhaald, of milTchicn de vrou- wen alhier ook met diergelyke re- medie te helpen waren? of zoude hebben können geholpen worden? Waar op ik hem echter atleenlyk antwoordde: Dat diergelyke om- hem op 't alderbeite voor zyn geld bedanken en heene gaan zoude ; niet om dat ik mynen evennaalten in nood niet wilde byftaan, maar wvl ik onbetaamlyk acht, dat on- getrouwden diergelyke Patienten helpen , welke in zodanige vlagen alle fchaamte vergeten, en zulke woorden uititoten , die een ver- nuftig menfeh nooit fpreken zoude , waar in ook een kuifch gemoed Hecht behagen fchept. En kan ik daarenboven met waar- heid zeggen , dat ik de eerlte daar aan volgende dagen mynen duim, dien ik haar in de yerheffigen al- tyd in de linker zyde moeit zet- ten, niet voelde, om dat dezelve door'titcrk drukken gantfeh dood en doof was. Wanneer ik dit geval aan een zekeren ouden bekenden goeden oude perzonen, zoo wel Europe- an len waren, ten miniten dat ik daar van niet gezien of gehoort had , en dat ik hem derhalven nog ja of neen konde antwoorden , maar zulks overlaten moeft aan den geen, die de verborge dingen weet, en de gedachten der men- fchen kent. Meer kan ik u van de vrouwe- Meer lyke ziektens en quälen niet be-de^hiy- J. . ii- van °e richten; verzoeke ook niet qua- vrouweijt- lyk te duiden , dat hiermede voor *?***»* i i i i m • v "'et benen- den dag gekomen ben. Nu is t ten. nodig, dat ik hierby voeg de ziek- tens, welke zoo wel ontrent ou- den als jongen van beide geflach- ten gemeen zyn. Hier onder bevinden zich zoo 1*"™*C voort de laftige en pynlykc zeere Kaapge- oogen, als waarmede zoo wel mccn- kleine kinderen , als volwalle en vriend verhaalde, lachte hy daar over niet weinig, en gaf my daar op 't volgende tot antwoord: 't Gebeurde eens, zeide hy, incerv voorname ftad van Europa , dat onder andere diergelyke Patien- I. T>eel. anen, alsook zwarten, van wel- ke natie ook, op 't heftigltc aan- getaft en geplaagt worden. En hoewel byna 't gantfehejaar door menfehen worden gevonden , die met zeere, lopende, rode en vu- Fff rige Hoc zoda- nige pynin de oogen is. 410 BESCHRY rige oogen opgefchikt zyn ; zoo viet mendezelven echter meer in den Drogen tyd of Lente en Zo- mer, wanneer namelyk deZuid- OoiL- wind heftig waait ; de lucht met muggen en andere ongedier- te angevult , en de iïralen der zon- ne van de harde uitgedroogde aar- de , zoo als ook van de bergen en klippen, zeer heftig weerom ge- kaatil worden, en de oogen ge- weldig zeer doen, 't gezicht ver- zwakken, en 't gantfche oog zeer naauw t'zamen trekken. Hoe groot de pyn van deze zeere oogen is, kan zeer licht worden afgenomen, om dat 't wit van 't oog t'eenemaal zoo rood als vuur is, behalven dat geitadig zeer fcherp water uit de oogen loopt , en dezelven des te meer ontfteekt, zoo dat zy ten laatften gantfeh rood en vurig zyn. Wanneer al- dus 't Latynfch fpreekwoord Lip- püs ocitlns nonfert radiosfolis naai- den letter zeer treffelyk vervult word. Zy willen wel hier door te kennen geven, dat een onkundig menfeh hoge dingen niet begry- pen kan, maar als men 't zelve van woord tot woord zoude verduit- fchen, zoo heet het, een traanoog kan den dag niet veelen. Derhal- ven moeten ook de Patienten, zoo lang als zy met zeere oogen behebt zyn, 't welk menigmalen n maand en langer duurt, in huis blyven; en können zelfs niet verdragen, dat de houtc venlters geopent worden , veel min dat een brandende kaars in haar vertrek is, om dat de oogen door 't flik- keren van de kaars nog vuuriger worden , en nog meer pyn ver- oorzaken. Dit alles gaat nog wel hene ontrent vol walle en oude perzonen, als die geen gefchrecuw in huis veroor/aken, en zich Uil houden, maar by kleine en onno- zele kinderen is de benaauwtheid veel groter, en is niet wel te gelo- ven, wat de moeder, en alle de anderen, die in huis zyn, alsdan moeten uitilaan; door dien een VING VAN DE zodanig bedroeft kind nooir op houd met huilen, zonder dat de moeders weten , wat zy zullen doen, om hare arme kinderen te helpen en te raden , lopende daar- mede dan hier dan daar en bren- gende aldus de nachten door zon- der 11 apen. De geenen die met zodanige kinderen in huis zyn , mogen zingen, lachen of fpelen, alles is vergeefs, en houd dit naar muziek niet eer op, tot dat zy zoo moede van fchreeuwen zyn, dat zy niet meer können, ofdatzyin üaap zyn geraakt. Derhalven was 't van herten te wenfehen , dat iemand een heil- zaam middel voor deze bedroefde zeere oogen wiit aan te wyzen , waar voor hem ook zekerlyk de inwoners alhier niet alleen met lchone maar ook klinkende woor- den zouden dankbaar zyn. Want oogwater, oogzalf en andere din- gen, tot nu gebruikt, en van ver- Itandige menfehen geraden , heb- ben nog niemand geholpen. Of fchoon meergemelde Mattys Gref andere oogqualen heeft genezen, ja zelfs een wit vlies over 't oog met een groen dickachtig zap van Afrikaanfche bloemen en krui- den, binnen den tyd van 8 dagen heeft können weg nemen; en 'er ook nog menfehen leven, die door hem geholpen zyn , zoo heeft hy echter tegen deze lopende en tra- nende oogen, als nog geen ge- neesmiddel uitvinden , of zich zei ven in dit geval raden kön- nen. Zeker voornaam vriend , dien ik deswegen fchrecf , heeft my een remedie ovi inden , dat in Duitfchland onverbcterlyk be- vonden was , maar deszelfs zeer geeert antwoord quam te laat, en omring ik 't zelve eerft, wanneer ik reeds weder in Europa was. E- dog vermids dit hulpmiddel mif- fchien aan anderen ook van groot nut zoude können zyn , zal ik 't zelve met zync eige woorden, hoewel met deszelfs verlof en toe- {temming Een tooi n.um vriend 01 dekt den een gene middel. KAAP de GOEDE HOOI'. +n e von vming tóerioUtffen , en u al- hier medcdeekn. Hy lchr\t't al- dus : JVannejsr iay die felle winter hadden gehad , zag wen daar aan te/t &omet vele men je hen , die v brandige , rode , lopende en tranende oogen ovet val- len wierden , welker vochtigheid ongemeen fcherp vaas ; waar tegen myde umvcïiaVux van laxeren, aderlaten, koppen, nevens de Re- medÜs nitrolis met een tamelykc werking geraden en gebruikt wier- den. Wanneer ik echter zelf die qnaalin een oulydelykeu graad uit- ftaan moefr , zoo dat ik gedurende j fpoediglte antwoord op den brief, den tyd van drie weken genood- dien ik ten dien opzichte aan een zaakt was , om een doek over myne j van myne wel bekende aan de Kaap oogen te hangen » of in donker te gefchreven heb. Inkomen was , ook met op de Kaap d.' Goede Hoop by diergelyke Lyders ' uitvallen zoude? Byaldicn ik , zoo als reeds isDeSchry- gezegt, dit goedaardig antvv >ord, dumtLd als nog; op de plaats omtangen had, "* turop* zoude ik niet veel moeiie hebben gc.ilJIiaon ontmoet, om cenige proeven daar van te nemen, te meer door dien 't zog zoo heel lchaars niet is , en zoo niet van Europeaanlche vrou- wen , ten miniten echter van Sla- vinnen zeer gemaklyk te bekomen is. Edog de tyd zal wel ras leren, of dit hulpmiddel goed bevonden is of niet , en verwacht ik op 't ;■//, eu uogtausvau myne jeugd af een af je huwen of affchrik van alle univerfalibus en Remediis in- ternis had, noodzaakte my de onge- meenc grote pyu, om andere reme- dien bedacht te zyn , waar onder my het hulpmiddel van Matthiolus beß behaagde. Il 'es halven ik naar des zelfs ver- Ken algemene plaag is ook de verkoud- Verkoudheid , waar van niemand, j!eid aan de groot of klein, jong of oud, vrouw ai^mene of man verlcnoont blyft , maar Plaa2- menigmaal zoo heftig word aange- Daft, dat men niet weet , waar zich te keeren of te wenden. Dit ongemak ziet ook geen tyd van 't jaar aan, en word men zoo in de ordenering een finkje wierook aan Zomer als in de Winter , zoo wel een vork, dertig maal met was licht aan brand 'jtak, en telkens met twee lef e Is roofe -water blufchte , waar onder ik daar na een lef el zog roer- de , en my aldus in de oogen liet druipen. 'Dit maar eens gedaan en 's mor- werking gens ontwakende, voelde ikgantfch geen brand of fcherpigheid meer in de oogen , edog uit voorzorge ge- bruikte ik dit middel nog eens , en iden vinder f. in de Lente als in de Herfit zeer licht daar van aangetaft, te meer als men de borit niet wel bewaart, en dezelve van een verkoelende lucht wil aanwajen en verquikken laten. Voornamelyk echter zyn hier andermaal de klyne kinderen te beklagen, als die haar nood niet anders dan doorerbarmelyk huilen weten te zeggen , welke dan ook , als zy dit ongemak hebben, niets bcfeurdc verder geen ongemak ter '\ om de borft geven , maar dezelve waereld meer. Tiit middel , zegt hy wyders, \ had ik naderhand êok aan twee of . drie anderen geraden , en zy zyn zoo wel als ik gelukkig genezen ; vermids echter de vrouwe- melk ecnigzins fchaar*s was, kouden zich van zich Itoten, en nergens mede können worden gellilt, maar zon- der \crpozing blyven lchreeu- wen. Wie is echter in ftaat om altyd in huis te blyven, en zich uit den winden deope lucht te houden? van dit geneesmiddel niet bedienen, < Hoe meer men zich koeilert, hoe alle de geenen die ik 't wel geraden \ eerder men van dat ongemak word had; weshalven, zegt hy cindelyk, { overvallen, gelyk blykt aandege- de vraag is , of deze eure , in «e- nen, die zich in den Regentyd val de gemelde melk naar wenfeh te i dikker kleden als in den Drogen- I.cT>eel. I Fff i tyd 4i2 BESCHRYVING van de tyd. Want zoo dra zv van klede- ren veranderen, raken zy zoo wel verkoud als de genen die zelden in de ope lucht komen. Derhalven is geen beter artzeny tegen dit on- mak, dan zich zelven te leren kennen; dat is, op zyne hoede te zyn en niet in de ope , voorname- lyk avond- en morgen-lucht te gaan, ten ware men dezelve alvo- rens gewoon zy; en 't zelve ook niet te doen , als de Zuid-oollc ; nd fterk waait, of dat de lucht rrokken en met wolken is. Wie zulksnietgade flaat of met deborlt open gaat , moet niet verwondert llaan^dat hy heel dikwils en tel- kens zeer fterk verkoud word. Yerwondercns waardig echter is 't dat de Hottentotten, om haar maar met eenen vinger aan te roe- ren, die toch byna naakt gaan, en altyd in de ope lucht zyn, nogtans zeer weinig van dit ongemak we- ten ; en ben ik gantfeh van gevoe- len dat zulks van de gewoonte der lucht en hare zeldzame wys van le- ven, waar van op een ander tyd meer bericht zal worden gegeven, van daan komt. Bdiotc Voorts veroorzaken een alge- vcrotm- ™ene qu^1 de beflote winden, die kengrote menigmaal een zodanige pyn ver- wekken, als iemand zich niet licht kan verbeelden die de proef daar \ an niet heeft gehad ; de darmen worden opgeblazen ; de winden rommelen met een groot geraas en veroorzaken grote bcnauwtheid; en by aldiën men dczelvcn niet duyt geraken kan, volgt onfeilbaar de gruüwzaamfte pyn daar opj en kan ik b\ ondervinding nevens veel andere betuigen, dat ik veel- maals meende dal ik alle ogenblik n geelt zoude geven« dooi- dien ik inde groot ite bcnauwtheid wa>, ■ lanig dal ik niet anders dan de oor oogen raag, Wat mv aanbelangt , ik acht dat dit ongemak nergens anders van daan komt, dan van de lucht, die door de hete llralen dérZonne zoo •dunt wc I, dal men byna de minde damp daar van niet zien kan; behalven dat de eigenlchap van de Luchtftreek zelf, hier vo- ren genoegzaam befchreven , ook niet weinig daar toe helpt. Ik zal hier niet aanhalen hoe de plompe en ongemanierde zec-vaarders zich in dit geval gedragen. De algeme- ne naam welke anders den Hollan- ders word gegeven , paft hier gants niet, om dat een verl landige en wel opgetrokke Hollander even zoo befchaamt hier ontrent te werk gaat als de belle Duitfcher of eenig ander Europeaan ; ik zal maar al- leenlyk zeggen , dat de genen , die met winden geplaagt zvn , de bes- te raad vinden met dubbelde anys of in deflèlfs plaats, wyl de anvs fchaars is, en altyd uit Europa her- waards moet worden gebragt, eert weinig brande wyn op KurafToufche fchillen , en zich als dan een wei^ nig alleen te houden. Wyders zyn ook veel menfehen te13"1! zoo mannen als vrouwen , hoewel ton ge- meer ouden als jongen, met dejigt meen. geplaagt ; want ik weet my niet te erinneren dezelve aan eenig jonge- ling of vryfter te hebben gezien of befpeurt, terwyl zy de jonge jaren zeer weeldrig doorbrengen , en veel meer aan hunne begeertens den vollen toom laten, dan dat / eenige vrees voor een zodanige ziekte zouden hebben ; en derhal- ven geen wonder zoude zyn» als zy in de bloejende jeugd zelft daar van wierden aangetall , meer w\ 1 zy gcltadig in 't kouwd zee -en rivier-water om/ wenen, en zodanig op 't villen gefielt vvn, dat zv daar door al 't ander ver- geten, 't Geen ben echter in de jeugd word geborgt, word hen in de hoge jaren niet quyt gefchol- den, maarzoo wel betaalt gezet, dat zy nog dag nog nacht ruil heb- ben , doordien Rit euvel alsdan zodanig den mee lier fpeelt , en de zenuwen zoo vervaarlyk trekt, fpant en ophaalt , dat het geduld door de pyn fchynt een einde te zullen nemen. Ik KAAP de GOEDE HOOP. +13 2V_ H? heb dit euvel in 't jaar rn: dejigt myzclven, hoewel niei moedwil- egen. ]fg f ,mar jjjt onkundigheid op den hals gchaalt , wanneer ik met kouzenen fchocnen door 't water gaan moeit, welke ik naderhand op de plaats komende , en hy 't vuur zittende, niet uittrok, maar aan de beenen drogen liet. Na dat ik echter ontrent twee maanden de feilte en onlydelykftc pyn heb uitgedaan * ben ik cindelyk on- verhoeds j God zy gedankt! daar van bevryd , /onder dat ik eenige artzeney gebruikt of iets anders daar voor gedaan heb. En ver- mids ik niet kondc geloven , dat het de jigt was, wilt ik niet, wat ik voor dien elendigen tocltand gebruiken zoude. OnderturTchen zyn de tonen aan de voeten daar van Itvf gebleven , 't welk ik ech- ter /.eer ras zoude verdry ven, ten ware mync verrichtingen en ande- re omltandigheden rriy belettëderi, om nog eens na 't warme bad te reizen, quade Doorgaans en zeer veel ziet g£de men hier wyders ook , dat de in- 1. woners met een quade keel behebt zyri; dat zy den huig, of 't aman- delgezwel hebben , of dat de keel van binnen op eenige andere wys ontftoken is. Edog zy hebben met eenen ook een treffelyke art- feney ; nemende de bladeren van *t boomachtig L'igußrum , uit Eu- ropa herwaards gebragt , dewel- ken zy heel lang in water koken, en vervolgens met dat water den mond fpoelen, endaar mede gor- gelen. fc6* Bevind ook iemand , dat hy de irve maag bed urvcn heeft , behoeft hy iSword. niet na ^en Apotheker te gaan , om een purgat ie te halen , maar flechts na buiten te wandelen, zoo vind hy in grote overvloed , 't geen voor een purgatie verftrekt , en goede werking doet. Want overal vind hy Aloe-plantcn , \ an dewelken hy maar een blad , of een ftuk afbreekt ; en t'huis 'ko- mende, f o of meer droppels van 't zap, 'twelk genoeg in de dikke bladeren is , in een glaasje wyn druipt, en indrinkt, wanneer hy wel haaft bevind , dat deze bitte- re wyn , den maag gezuivert en hcrftelt heeft. De Slaven zyn gewoon , om den na^nzich maag met hele peper weder goed hierin hei- te maken, wanneer zy den zelven pen- bcdurven, of pyn in de maag heb- ben ; en doen zy die peper in alle hare fpys , en Hokken dezelve zeer begerig in, als men hen maai veel geven wil. OnderturTchen gebruiken zy het ander middel insgelyks , om dat zy zien , dat hunne Heren en alle andere Eu- ropeanen niet beducht zyn , . om 't zap der Aloë' -bladeren in te ne- men , en dat zy daar van goede werking gewaar worden. Edog door dien zy nergens maat in hou- den , als men haar niet geftadig achteraan zit , zoo is belt , dat men hen zelf 't zap in den w\ doet , om dat zy anders te veel nemen , en 't quaad maar erger maken. Kortom alle andere ziektens, zy zyn hoe zy zyn , worden hier zoo wel van de Barbiers , als an- dere inwoners , met den algeme- nen naam van koorts gedoopt; wyj daar van echter verfcheide en by- na talloze zoorten zyn, zoo zal de Lezer van my , als in de genees- kunde niet geoeffent , niet ver- wachten of eiflehen , dat ik een verdere opening daar van doen zal , te meer door dien reeds iets hier boven van dezelve gemeld is OnderturTchen kan ik met waar hcid zeggen , dat onder de kou- de koortzen , geenc alledaagfche nog ide, 3 de, of 4de daagfche koortzen alhier bekent zyn, aan- gezien de inwoners alhier door- gaans niet eens weten , wat zulks zeggen wil , veel min dat zy van zodanige ziekte aangetalt zouden worden. Dit is alzoo , Lezer , 't geen ik u van de gewoonlyke ziektens aan deze Kaap , te berichten en mede Fff 3 te BESCHRYVING van de 4-14 te delen heb , hopende. , dat gy niet qüafyk zult hebben genomen, byaldien ik mürchien hier en daar ongevvoonlyke fpreekwyzcn heb gebruikt, of anders ontrent myne ingelalte gevoelens van den weg geweclt ben. Aan 't hiltorifch verhaal behoeft gy niet te twyffe- len , aangezien ik verzekeren kan, dat alles met de waarheid volko- men overeenkomt. Voor 't ove- rige laat ik u zelf oordelen, of dit een gezond land is , en of 'er niet oude en gezonden menfehen moe- ten worden gevonden. Ik zal ditmaal niets meer daar by voegen , wyl ik buiten dat met een zoo lang Hoofdftuk genoeg vervelen zal. XXV. HOOFTSTUK. Van de benaming , oorfprong en Taal der Hot- tentotten. De reden waarom de Scbryver tot nog toe niets van de Hottentotten beeft gemeld. Hy zal in gevolge van de Hottentotten /preken. Onderzoek van verfibeide meningen ontrent derzelver benaming. Zy zyngeen Kaffers. Het onder febeid dat titffeben deze twee Volkeren ai de .Mooren is. Ludolpb aangebaalt. TVie de vinder der nieuwe Waeretd is. De ocrjhrog der Hottentotten is onzeker. Sadetirs mening aangebaalt en wederlegt. Overeenkom]! die 'er is triffeben de Hottentotten , de Joden en de Oude Troglodyten. Vermoeding des Schry- vers ten opzigte van der Hottentotten oorfprong. I 'an hunne onkunde van de Goddelyke 0- penbaring. Van de Traditien van hunne eerfte Voorouderen. Van derzelver namen en uit- Jpraak , en van een byzonder zoort van letteren. Hoe God by de Hottentotten genaamt word. Vermoeden des Scbryvers aangaande bet bericht van hunne eerfte Ouders. Der Hottentotten 'Vaal is moeilyk te verduit/chen. Kan niet aan anderen geleerd worden. Zom- miger gedagteu van hunne taal. Of dezelve kan gefchreven worden. Vergeef (che moeite der Hollanders om de Hottentotten tot het Kriftendom te bekeren. Een voorbeeld van een Hot ten tot des aangaande. De onkunde in der Hottentotten taal is niet fchadelyk aan de Hollanders. Ver f beide meningen aangaande der Hottentotten taal. De Schryver keurt niet goed de Catalogus der Hottentot/che woorden aan den Heer Lu dolf gezonden. Catalogus der Hottentotfche vcoorden nevens de Latynjche en Duitfcbe uitlegging. Oordeel des Scbry- vers over "'t leren der Hottentottm taal. Hottentot/che telwoorden. Aanmerking omtrent dezelve wanneer ze boven de tien gaan. De Hottentotten zyn geen /legte domme menfehen. Refluit van dit Hofdftiik. H Ol wel ik tot nu den Lezer door vele hoofdftukken zoo w cl van het een als van het andere en in 't byzonder van het voorge- bergte van de Goede 1 loop, ge- loofwaardige naricht gegeven heb, zoo zal de Lezer echter weinig of niets van de Hottentotten daar in vinden, en /onder twyffej gedacht hebben, dat dezelven t'eenemaal in vergetelheid geraakten, en dat hy zoude moeten te \ reden l) n , met het gene tot nu itukswyzccn in gene goede order van hen ver- telt en bericht is, daar de Le/ei nochtans geenzins getvvyffelt had, of ik /oude ook van hen, nadc- nvaal ik zoo lang by hen geueeit ben, dagelyks omgang met hen gehad, en veel van hen gezien heb, iets omitandigers en waarachtigs toezenden. De Lezer zal echter ook zeer licht können begrypen, dat deze gewigtigc materie, niet zonder rede van my tot nu veifchoven is, te meer indien hy zich gelieft voor te Hellen, dat men van een vreemd volk , KAAP de GOEDE HOOP. 415 volk, welkers fpraak zeer moeje- 1\ k te verftaan en fchicr niet te le- ren is, 7,00 fpoedig geen naricht kan geven* , ten ware men in de- zelve ftrikken wilde vervallen, en van anderen berilpt worden , waar in de meeflcn of wel allen zich reeds verwart bevinden. Doch zulks is den genen, die meeft maar 4. 6. of 8 weken hier ge- weid v v n , niet qualyk te duiden , gemerkt men toch van een Reizi- ger overvloedige , of fchoon niet altyd oprechte naricht van andere landen hebben wil ; het zoude van arom my nochtans 700 wel hier af te ne- fl~ men zyn , wanneer ik niet wift een ets° naauwkcurige naricht te geven, j,tot_ en van haren ganfehen handel en eft wandel eenige byzonderheden die 1 met de waarheid overeenkomen, aan den dag brengen konde, om dat bcwuil is, dat ik my reeds zoo lange jaren onder en by hen ont- houden heb. Derhalven ziet de Lezer , dat niet eenige verzuimende traagheid maar veel meer een betamelyke voorzorge en dienftige omzichtig- heid dit bericht in den weg ge- ftaan heeft. VV ant indien ik Hechts maar had willen fchryven, dat de Hottentotten op deze of gene wyze leefden, of dit of dat deden, zou ik zulks met veel minder moeite können gedaan hebben, met wydlopige Hoofdftukkcn aan den Lezer te zenden, wanneer my tot nu de narichten van het voorgebergte der Goede Hoop hebben bezig gehouden, welke aan den Lezer, hope ik, voldoe- ning zullen gegeven hebben. Dog wyl ik het een met het ander niet heb willen vermengen, en de zoo evengemelde ltoficn reeds begon- nen waren , zoo hebbe dienftiger geoordeelt, dezelven eerft af te handelen, om niet in een Doolhof te geraken, en dan ook dit ruuw volk na een goede order te be- fchryven om daar na te können weten, wat reeds gefchreven is, en wat 'er nog dient bygevoegt te worden. Hier uit ziet dan de Lezer, wat 7 ik bclloten heb, en welk de in- taSlTde houd van myn Hoofdltuk zvn zal: Hottcnt«t- doch zal de Lezer niet begeren , £ Mdr" dat ik hem ten eerden de volle or- der, die ik zal houden, overzen- de, aangezien ik zelf die nog niet vaitgcitelt heb , of deswegen by my eens geworden ben. Het zal genoeg zyn , walmeer de Lezer in ieder Hoofdltuk een bvzondcre ftoffe vind , die zyne nieuwsgie- righeid voldoen kan , en dat ik niets nalaat, dat of tot dez.elve be- hoort, of dat volgens de krachten van mvn vermogen tot de duide- lyke uitvoering van dezelve ver- eifcht word. Doch eer ik daar toe overga, en een byzondere zaak verhandel, moeten alvorens eenige algemene zaken verklaart worden, welke van deze natiën te melden zvn, om naderhand by uitvoering van d'een of d'andere byzonderheden niet opgehouden te worden; waar vandebe- onder de benaming van deze na- namin"der tien zich ten eerften opdoet , wel- ^Uentot' ke nog van eenige, als een opge- legde en niet als een naam, die voor dezen aan de natie eige ge- weeft is , gehouden werd , van welke mening de HeerP.Tachart in zyne Siamtche reize/, w.97 ge- weeft is, wanneer hy zegt, de Eu- ropeanen noemen deze natiën Hottentotten, miflchien om dat zy dat woord altyd, wanneer 7.y een vreemdeling aantreffen , in den mond hebben. Van diergelyke mening is ook de Heer Mercklin in zyne Ooft- Indifche Reisbefchryving , daar \\yp.m. 1099 vertelt, dat zyvro- lyk zvnde, geftadig op en neer fpringen en het woord Hottentot daar by zingen, het welk zy , zegt hy, lang gedaan hebben, weshal- ven 7 v ook van de Hollanders in 't gemeen Hottentotten genaamt worden. Dit gevoelen werd ver- der gcvolgt door Dapper in zyne Africa p. ói6. 62.7. zoo als de Hr. Arnold hem aanhaalt en zegt , de Hol- B E S C H R Y V I N G van de 416 Hollanders hadden aan hen dien naam-gegeven wegens hun Hame- ien en hakkelen, ja zegt hy wy- ders; zy noemen zich zelven nu zoo, om dat zy onder het danzen ?ingen, Hottentottum Brockqua! Hottentott ion Brockqua ! dat is , geef nun de Hottentotte^ een flnk len , zoo volgt echter niet , dat deze naam hen daarom toege- voegt is, aangezien een zoo grote menigte volk , als alle Hottentot- fche natiën uitmaken en in zich bevatten , dezen naam zoo licht niet zouden aannemen , en den zelven , wanneer men hen daar in brood. Want, voegt hy daar by , i toeroept, verdaan können, ja hun zy eeten zoo gaarn het Hollanfch ne Oppcrhcren en Regenten zou brood, dat zy het gaarn tegen vee ruilen. Vid. ÏVaarachtlgc Befcfoy- ving van de magtige Koningryken Japan, Si am en Corea E dit. Chris- toph. Arnold. Norib. 16,72. loc. cit. Wat mv aanbelangt, ik heb nooit gehoort dat zy zich van de- ze benoeming bedienen, wanneer 7v een vreemdeling zien , zoo als de gemelde Heer P. Tachart wil, maar ik kan in tegendeel verzeke- ren, dat zy een vreemdeling ont- moetende, hem of ten eerïten op hunne gewoonlyke wyfe, te we- ten, Mutfchi Atze, dat is , zyt gegroet , myn Heer , myne Vrouw , oflrryfler, aanfpreken, of indien het ver in hun land, en men van alle Europeanen afgezondert is, zy in gebroken nederduitfeh vra- gen, wat volk? dat is, wat ben je voor een Landsman? zoo dat niets zekerder is, als dat dit haar nati- onale naam, reeds voor de komil van de Hollanders geweeft is; zoo als zulks uit vele Schriften der Portugeezen, die cerlt hier aange- komen v.\ n, W) dlopig /oude kön- nen u erden bewezen, wanneer 'er Reisbefchryvingen by de hand w art n ; me 11 zie maar, hoc zy ten tyde van den Onder- Koning 1'ran- cisci d'Almeida genaamt wierden, wanneer I15 op fcyne te rug reis na Portugal aldaar van hen wierd ge- dood, zoo zal de zaak zich klaar- lyk opdoqn. I [oewel zy den naam Hotten- den zich daar tegen kanten, en te kennen geven , dat hun eige Lands-en Stam-naam anders was, waar van men echter niets ver- neemt, al komt men nog zoo diep landwaards in, maar zelfs de gene, die nooit een Europeaan gezien , veel min gefproken heeft , hoort het, wanneer hy by dien naam ge- roepen werd ; het welk alles klaar- lyk doet zien , dat de naam Hot- tentot van de Hollanders niet ver- dicht , maar dat dezelve haar rechte Lands-en algemene naam is. Daarenboven is het met hetDesChr woord Hottentottum Brokquaheeï verver- anders gefchapen , als Dapper ^"Jj voorgeeft, en beftaat de zaak in 't van een kort hierin : Zeker fcheeps Domi- JlJeU ne of Kranken-bezoeker, geboor- der Hot tig van Amersfoort, met zyn fchip tent0' hier in de haven leggende , beloof- de aan een Hottentot , wanneer hy een boodfehap voor hem deed, dat hy hem een groot ltuk brood of tabak zoude geven ; deze bood- fehap afgelcgt hebbende , fprak om het beloofde , dog de Kranke- bezoeker dreef den fpot met hem, en gaf hem niet met al. En naar- dien de Hottentotten zich onder hen zelven niet laten voor de gek houden , veel min het van een vreemdeling zouden verdragen , zoo hebben z\ daar van een lied DeHo gemaakt en altyd geroepen Hot- tentott tentottum Brokqua , "Duivel Wj^f™ 'Don/jue van Amersfoort , dat is: n. totten altyd uitfpreken, als zy Geeft [aan de Hottentotten een fluk vrolyk zyn» ZOO als ook de bo- brood of tabak; de duivel haal den ngem. woorden Hottentottum Krankebezoeker van Amersfoort-, Brokaua zingende fehreuwen , het welk zy zeer dikwyls herhaalt gchk Mercklin en Dapper aanha- en daar na als een gemeen fpreek- vvoord KAAP de GOEDE HOOP. 417 woord gehouden hebben, cnkclyk om daar mede aan te tonen , dar .'\ van een Hollander om den tuin geleid y.yn, en om anderen te bin- nen te brengen , dat zy hun woord beter geftand doen en niets belo- ven , als zy hunne belofte niet wil- len nakomen. Uit het hier voren gemelde blykt alzoo mynes bedunkens genoeg- zaam, dat de naam Hottcntot door de Hollanders niet aan deze Natiën gegeven of verdicht, maar haar rechte en oorfpronkelykc naam is. Die echter dit nog in nwüel Haan rriogt, bedenke by zichzeïven, of dan in zulk geval deze menfehen, die nu de Hol- iandfche taal tamelyk wel kundig zyn, en ook Portugccfch fpreken en dagelyks meer leren, den Hol- landers, met dewelke zy zeer ver- trouwt omgaan , en in een zoete vrede leven , niet openbaren en zeggen zouden: Wy heeten niet Hottentotten, maar onze rechte naam is gantfeh anders. Ndardien echter diergelyk nooit is gefchied, fchoon ?y de Illuftre Compagnie reeds' veelmalen hebben aange- fproken den vrede onder hen zel- ven te onderhouden, en fchoon zy ook weten, dat hen deswegen geen leed zal wedervaren , zoo is licht te begrypen dat de Hotten- totten voor dezen nooit met een anderen naam genoemt zyn. Wylhetnu zeker is, dat deze otten natiën Hottentotten genaamt en |ec" c_ nog genoemt worden , zoo geeft Dapper het my wonder, dat men hen met den naam van Kaffer of Caffer, en haar land Kaffraria, of ' Gfaefreria dopen wil, gelyk 'Dapper in Afri- ca pag. 602. 603. doet, en waar- mede alle de Landkaarten, die ik tot nu toe gezien heb, overeen- ftemmen , en het gemelde wyd uitgeitrektè en byna gantfeh Mo- iionwtapa omgevende Land Caffra- rien noemen. Waar uit zy ge- meent hebben , dat zy Ca fers he- ten of zyn moeften , is niet licht na te gaan; tenware zy zulks we- /. T)eel nt gens de gelykheid van de haüren3 ingèdruktën neus , als mede bre- de en grote lippen gedaan hebben, in welk ftuk zy met de Caffers zeer naauw overeenkomen , hoe- wel de brede neuzen niet natuur- lyk zyn, zoo als op zyn plaats zal gezegt werden. Indien zy echter óp het wezend- DeSchry- lyke Huk van een Caffer gezien, l"\llyR' en de Lëvériswys nevens alle ove- fcheneen rige eigenfehappen der Hotten- HoSntöt tottcn daar tegen gehouden had- een onder- den , zouden zy, andere Hukken, lchcidis- waar in zy eikanderen, ongelyk zyn, verby gaande, gezien en ge- weten hebben, dat "deze Natiën geen Caffers waren , en dat by ge- volg haar Land niet Caffraricn kan genaamt worden ; want alzoo een C-T/f^volgens de algemene heden- daagfche betekenis van het woord, ' pik-zwart van kouleur zyn moet , zo dat hy blinkt en men zich byna in zyn aangezicht fpiegelen kan , zoo weet ik niet hoe zy eenen Hotten- tot tot een Caffer hebben können maken, die uit de natuur niet zwart, maar donker- geel is, en byna een note-koulcur heeft, ja zelfs niet recht zwart is, al heeft hy zich wakker met roet en vet gefmeert ; maar wel zoude van hem können worden gezegt, dat hy morfTïg, vuil, fmeerig en onhebbelyk is. Daarenboven befchryft Hubner in zynen Staats-Tydings-en Conver- fations-Lexicon p. 300. fub voce Caffraria: dat 't gantfeh andere menfehen, als de Hottentotten zyn l die Caffers genaamt wor- den , en maakt uitdrukkelyk een onderfcheid tuffchen de Hotten- totten en de Caffers; hoewel 't ook niet goed is , het geen hy van den Hottentotten meld. Wil men nu voorwenden en VVat '" •>« zeggen, dat deze zwarten niet der Moren* Caffers maar Moren genaamt wor- op te letten den, zoo vraag ik, of dan de ge- ls ne Moren zyn, welke om Angola, Vitta, T>eltnina, Guinea, enCa- po Verde wonen? Ja; zoo vraag ik wyders , waarom de inwoners G g g aldaar 4is BESCHRYVING VAN DS aldaar elkander xelven Carter noe- men, 't welk ook die van Mada- rcar floen? en waarom dan ge- volglyk haar land ook niet Caffra- ria word genoemt ? die hier op antwoord, zal zich ook zonder twyifcl welgevallen laten, het gro- te ondericheid der Moren mede te bekennen, als die in de verf en gellalte zeer veel van eikanderen verfchillen , door dien eenigen geelachtig als die in Mogol, en an- deren pikzwart , als die in Abyffi- nie zyn ; vide utrobique Hubner. loc. cit. fub voce Mogol en Abyjfi- nie ; en daarenboven worden ee- nigen met kort, gekrult en wollig en anderen met lang zwart flecht hair gevonden. Wanneer hy ein- delvk dit alles in acht neemt, zoo zal hy ten laatiten moeten beken- nen, dat het Land der Hottentot- ten of.gantfch niet, of alleen niet Ca f r aria, dat is, het Land zoude können worden genaamt, waar in de Cafïers of Moren wonen ; zie gemeiden Hubners aangevoert onderfcheid. Om kort uit de zaak te komen, i$ 't beft, dat men met den zeer "oïffdatdc geleerden Heer Ludolf de Radix Hoücntot- of het Ham-woord Caffer beziet , caffcrsiyn cn deszelfs betekenis naauwkeurig gade flaat , zoo zal men , indien men niet uit dit alles overtuigt word, echter in het vervolg der materien bevinden, dat men aan de Hottentotten t'onrecht den naam \ an Caffer geeft : Hy fchrvft dan in Comment. ad Hißor.Airhiop. HUtn. 101. pag. 199. fiqq. E. Chal- daica T>ialet!o hac radix in alias Inguas pr opagat a f uit , quibns "ïDD Cafareß, negavit , abnegavit , pe- culiariter Drum. Ilinc Rabbi nis 1D3 Co/er efl Athens vel Apofiata ! infidciis. Lnfitani iittus O- rientale Africte vocant laCaffreria, ßve Ca fr um regiouem , quod ca/u Jic appellari ab Arabibus primo au- divcrnit. Quippc Cafrum vel Co~ far Uli vocant cos, qui verum 'l)< um ignorant vel uryant. Dat is, *Dit wor telwoord is uit de Chaldec- De Schry- v er toont fchc fpraak ontleent , en daar na in andere even eens gebruikt ; by de ■nel ken het woord iDD Ca far zoo veel betekent , als hy heeft gelogen , hy heeft ver logen t , voornamen tlyk echter God. T)aar van daan noe- men de Rabynen den geen "\$2 Co far > die God vcrlogent , die weder fpan- uig geworden is, ecu ongelovigen. T)e cPortugeefchen noemen de Ooß- zyde vauAfrikaL,zCafrerh, of het Land der Cafcrs, om dat zy hebben gehoort dat zy alzoo van de Ara- biers geniamt zyn , welke de genen Ca fers of Co fers dopen , die den wa- ren God niet kennen of ver lachenen. Vermids dan nu bekent is , ge- lyk op een anderen tyd omftandig en uitvoerlykzal aangewezen wor- den, dat de Hottentotten God kennen, en weten dat hy is, zoo is ook licht te begrypen,datmen hen onrecht doet , indien men hen al- leen met den naam van Cajfers of Cofers noemen wilde. Dog deze oude ingewortelde gewoonte by de Geographie zal nu zoo be- zwaarlyk te veranderen zyn, als de oude mening, waar door men Chrifiophorus Colombus voor den eerlten vinder van de Niewe Wae- reld of Amerika houd , en vafte- lyk gelooft, dat voor hem niemand daar is geweeit ; nademaal echter niets zoo zcekcr is, dan dat Mar- tinas Bchaim , edel, vcritandig, dapper en wyd- beroemd Admi- raal en Patricius van Nurenbcrg , welkers familie en hoge nabcitaan- den nog hedendaags in goeden bloei aldaar met goede reputatie het gemene lull helpen be/orgen, lang voor Columbus denn aards ge- zeilt is, en uit welkers opgeft Ida Zee-kaart de gemelde Columbus eerlt de zekere en onfeilbare na- richt van de Amerikaanfche Wae- reld en defl'elfs landen bekomen heeft ; zoo als zulks ten dele Ric- 1 in lus in zyne Geograh. rcformata lab. III. Cap. 11. ten dele Chris- toph.Cellartus in zyne IlißortaGeo- graphica, en ook de voortrerlelv- ke Heer IVagenfeil in Altdorf, in eene Wie de ware vin- der der nieuwe waereld KAAP *>* GOEDE HOOP. 419 Is haar aan eene plegtige Lyk- reden over oenen zoo genaamd en Martin Be- h.iin gehouden , wydlopig en met \ crichcide documenten geltaaften bewezen heeft. it. Dog dit zy overvloedig van den sder rechten naam en hand der Hot- To$' tentotten ; zoo weinig men ech- ter- _ ter ontrent den naam ten opzicht Ui de natiën en het Land zelf tot nu heeft können overeenkomen * zoo weinig en minder zal het on- trent haren oorfprong gefchieden können , alzoo dezelve nog veel duifterder en raarder is, en dat 'er tot nu niemand is geweelt, die ee- nige moeite genomen heeft, om dien na te fpeuren ; alzo men in alle Reisbefchryvingen ofwel on- der Documenten niets van hen vind , dat maar eenige gedachten geven kan, dat zy van 't een of 't ander volk afkomftig zyn* en dat de wonderbare verandering en wegtrekkingen der natiën , aan hen eindelyk deze zitplaats over- gelaten hebben, tde De Heer Jakob Sadeur heeft ■tbe- vvel m een Traftaatje genaamt van Nouveau Voyage de la Tèrre Au- ittin ftraky oi Nieuwe Reisbefchryving :ngen van Zuidland, het 2 kap. pag. 28. alwaar hy van het Land en de in- woners van Madagascar fpreekt , iets van de oorfprong der Caffers gemeld, dog ik twyffel zeer, of het van die van Madagascar, veel min echter van de zoo genaamde Cafïèrs aan het gebergte alhier met grond van waarheid gefpro- ken of gefchreven kan worden ; aangezien ik zoo wel vele hondert Madagascarifche volkeren als vele duizend Hottentotten alhier ge- zien , maar genen zoo gefchapen gevonden heb, als gem. Heer Sa- deur dezelven voorftelt, en uit hoofde van hun oorfprong hebben wil. Ik oordele beft te zyn , deszelfs eige woorden hier te melden, my- ne gedachten verder daar op gant- , fchelyk te betomen, en ftilzwy- gent daar op neen te antwoorden , I. T>e*/. en aan den Lezer daarentegen de vryheid te laten, om daar van te oordelen, m verwachtinge, ofhy ten zynen voordele iets geloof- waardigs bybrengen kan : Het geen hy fchryft, luid als volgt : Dc Heer La plus part des Hifioriens placent Sadeurs ei- quantité de monftres en ces quar- de^°C tiers, maïs ce'ft fans ant re fonde- ment, que Ie reeït de ceux , qui les out invehtcz; toutes nos recher- ches nefervtreut qua trouver ïorï- gine d'ttne Nation voifine, que les Kuropéens appellent Caffres, (*> les Naturels du Taïs Tordi. Nous ap- primes donc, quuu homme du 'Pais ayant élevé une petite tigrefe , de- vint fifamilier avec cette bete qiiil Vaima charucllement, & commit li- ne crime infame avec eile, dont il vint uu an'mial demi-homme & de- vn-bête, monffre qui a donné V ori- gine d ces fauvages, qnon ne peut humanifr. Vnepreuve très-vrai- femblable de cette hiftoire , cefl que leurtêtc Ï3 leurspiez ont des grands raports avec ceux des Tigres, & leurs corps méme font en quelques endroits marquetez de taches, pa- reilles d celles de ces animanx. Dat is: 7)e meefle Gefchiedenis-fchry- vers plaatzen zeer vele gedrochten in deze Geweflen , dog zulks met geen meergrond, dan dat zy die na- vertellen van de genen die ze ver- dicht hebben. Alle onze pogingen dienden alleeirlyk om den oorfprong van een naburige Natie te ontdek- ken , welke Natie door de Europea- nen Ca fers, en door de inwoners aan 't Land Tordi genaamt worden. IVy vernamen dan \ dat een man van het land een jonge Tygerin opgebragt hebbende, zoo geween met dat dier was geworden , dat hy het vlee fche- lyk beminde, en een gruwelyke zon- de met het zelve pleegde , waar van voort quam een TJier , half- men fch en half-beef , Gedrocht, V welk aan deze wilden, die niet men fchelyk te maken zyn , den oor- fprong gegeven heeft. Een zeer waarfchynlyk bewys van deze Ge- fchiedenis isi dat haar hoofd en Ggg 1 hun- 42o BESCHRYVING van de Hottentot- ten hebben veel met de Joden en de oude Troglody- ten ge- meen. Waar in 7.y met de Jo- den over- eenkomen. hu hup voeten zeer veel overeen komfl met die van de Tygers hebben , en dat hunne lichamen zelfs op zommi- ge plaat zen als die dieren gevlakt zyn. Vennids nu het geen de Heer Sadeur ingebragt heeft, niet door de monlteiïng kan , 200 is niets noodzakelvker , dan iets zeker- ders in deszelfs plaats te berde te brengen ; maar waar zulks van daan te halen , of op welke zyde van twee gewigtige meningen den uit (lag te geven ? Daar ontrent behoort men omzichtig te zyn, en met ten eerften dezen of ge- nen toe te vallen ; hebbende zy , gelyk uit alle omstandigheden blykt , zeer veel met de Joden en ook veel met de oude Troglody- ten gemeen j welke aloude Afri- kaanfche en van de Carthagenen- fers afkomftige natiën geweert. zyn , gelyk Joh. Bohcmus Lib. I. cap. 6. pag. m. 51. demoribus , le- gibus , ß> ritïbns omnium gentium-, bericht ? zoo als ook zelfs de Heer Ludolftn Hift.JEthiop. Lib. J. c. 14. en'mComment. adHiftor. /Eth. num. lor.pag. 199. het daar voor houd , dat de Troglodyten met de Hottentotten zoo als ook met de Stankalis , welke in 't land der Nomadier te vinden , eenige gemeenfehap en overeenitemming hebben. Wat de Joden aanbelangt , het is zeker , dat zy met dezelven overeenkomen , r . Om dat zy veel öfteren : 2. Wyl zy na de nieuwe en volle Maan hunne tvden, en in 't byzonder hunne Teelten rich- ten : 3. W 5 ! /\ "p zekere tvden hunne wyven niet deryen beken- nen : 4. Nadien zy zulks niet na- komende en betrapt wordende , wederom olleren moeten: f. Om dat zy zoo als die genen, dikw\l\ ongerezen brood en ongezoute fpys ceten mogen , alzoo dezen nimmer zout mogen genieten, ten zy /e anders alleen en niet onder de Kriftcnen wonen : 6. Wyl zy op zekere wyze ecne zoon \an Befnydenis Iyden moeten. 7. Wyl zy niets nuttigen mogen , dat ver- ftikt is : 8. Wyl zy gene vhTchen zonder fchobben eeten : 9. Wyl zy hunne wyven nooit in hunne politi- fche vergaderingen laten : io.Wyl zy een Scheids - brief aan hunne wyven können geven, en diergely- ke zaken meer, waar ontrent zy als met de Joden fchier eens, en van de- zelve fchynen afkomllig te zyn, en welke hier altemaal op te noemen, t-j wydlopig vallen zoude, te meer, door dien de heele zaak in 't vervolg buiten dat wydlopiger zal verhan- delt moeten worden. Daarentegen komen zy met de Troglodyten overeen , dat zy 1 . aan hunne kinderen niet den naam van de Voorouders of Ouders , maar van een dier, als by voorbeeld van een os, fchaap, ftier , enz. ge- ven , vid. T)iod. Sic. Libr. IV. cap. 3.& Rohem. Lib. I. cap. 6. pag. 56. 2. De oude luiden , die niet meer voort können , binden zy aan een itok , en maken 'er een kleine hutte rondom , geven ze een weinig te eeten , en laten ze alzoo fterven , gelyk de Troglodyten , van de- welken T>iod. Sic. Lib. I. cap. 3. & Bohem. Lib. I. cap. 6. pag. 57. ditfehryft: 3 . W-anneer der tuf- fchen mannen een twiit ontftaat, zoo dat zy elkander wakker in 't ha ir zitten, zoo is hier zoo wel als by de Troglodyten eene vrouw bequaam , om zulk verfchil door hare tullchenkomft te eindigen vid. Alex. Velurellus Lib. IV. cap. xi.tê Bohem. Lib. I. cap. 6. pag. y - Coftß Zwing. Thcatr. Vit. Hum. p. 3388. 4. Konden de Troglo- dyten ras lopen , en zoo geven hen zekerlyk de Hottentotten in dit ft.uk niets toe, gelyk zulks van de Troglodyten bericht Tim. Lib. VI. cap. 29. 5-. Hadden de Tro* glodyten gekke manieren by het begraven van hunne doden en by het killen van dezelven, zoo lielv- ben de Hottentotten die zekerlyk <">|v ; vid. de Troglod. 7Jiod. Stciil. r. 1 . tf? Bohnn L. I c. 6.p. ƒ 6. 6. In welke (tukken i met de Troglody- ten eens tyn. KAAP de GOEDE HOOP. *2r 6. Zon zyn ie dertelven ook geij 1 in het jagen : vid. Alex, ab Alex. Lib. II. c. %f\ T> Was her Land van deTroglodyrcn warm, zoo is het ook dat van de Hottentotten. Vid. 'Diod. Sic. L. }. r. 3. Conf. Zwing, loc. cit. />. 3 99 1 . a. En wie wilde alle de/e over- eenkomende (lukken 700 ras en kort bybrengen? het is genoeg, dat men daar uit ziet j dat zy zoo wel met de Joden alsTroglodyten in tamelyk veel Hukken overeen- komftig zyn. Ondertuflchen is het een zeer zware zaak, dat men een van deze meningen toevalt, te meer door dien de overeen- ilemming met de Joden te gelvk op het innerlyke ziet; daar inte- gendeel de overeenkomit der Troglodyten op het uiterlyke, en daarenboven veelmaals op gruuw- zame zaken gericht is : Het is, mynes bedunkens, onwederfpre- kelyk hier uit te zien , welke al- yverC ouc^e Afrikaanfche natiën zy zyn , Jen die, naardien zy altoos, en hoe jj^s langer hoe verder van hunne oude otten grond verjaagt zyn, zoo wel uit 10cd- de daar hene gebragte Joden , als andere Afrikaanfche, en in 't by- zonder Carthagenenzen , Volke- ren zich te zamen geflagen ; en eindelyk aan deze uiterfte punt des Lands begeven , aldaar zich ter neder gezet en huislyk in een verzameling begeven hebben. En wyl zy zoo velerhande Natiën zyn ge weeft, zoo heeft altyd de een Vanden ander iets aangenomen, en een eider zyne byzondere gebrui- kelykheden vergeten , zoo dat zy nu in een verwarde toeftand ge- raakt zyn. Doch waarom bemoei ik my om zulks den Lezer geloofwaar- dig te maken ? door dien de zaak uit het voorgaande reeds tot ge- noegen blykt ; en andere Schry- vers met myne gedachten over- eenkomen. Men behoeft maar te lezen , 't geen Joh. Bohcmus loc. cit. p. 5-2. $5fiqq. van de oude . Garthagenenfers ichryft , zoo zal men wel haafi zien, dat meeft alle dezelve merktekens by de Hoi tentotten gevonden worden. On- dertuflchen zal 't beft zyn , dat ik tien I ,ezer daar van raden en den- ken laat , wat hy gelieft, en zal't my in tegendeel vryftaan, myne gedachten verder by my te hou- den, en na voorftelling van deze verwonderens waardige overko- mingen , in weinig woorden te verklaren , wat ik uit den mond van deze menfehen zelf gehoort, en ook door eenen geleerden Heer , genaamt Joh. Willem de Grcveubroek , myn byzonderen vriend bekrachtigt bevonden heb, die eertyds de Illuftre Compagnie in verfcheide poften , en vele Am- balladeurs als Secretaris gedient heeft, en daar by om velerhande talen te leren bequaam geworden is. Zy dragen voornamelyk zeer veel roem op een aloude Traditie, die zy van hunne Voorouders, en dezen weder van de overigen enz. zouden ontfangeii hebben; uit hoofde van welke traditie zy niet alleen voorgeven vernomen té hebben, wie hunne eerfte ouders geweeft zyn , maar ook hoe zy ge- haamt zyn geweeft. Hoe vreemd en zeldzaam deze traditie een Eu- ropeaan en voornamelyk een Kris- ten moer voorkomen , die de gronden van deze wetenfehap ee- nig en alleen door en uit de H. Schrife bekomen heeft , zulks is niet beter te bezerTen* dan wan- heer men zich hare onwetentheid ontrent de Goddelyke openbarin- gen voorftelt, waar in zy zekerlyk alle andere HeidehfcheNatien,hoe zy ook mogen genaamt worden, overtreffen, door dien 'er licht niet eene Natie gevonden word , die niet eenige kentekenen van God laat blyken ; daar men toch, en fchier tegen zyn wil, tocltaan en bekennen moet , dat zy eenige Wetenfehap , fchoon dezelve zeer verward en confus is , van God . en zyne Openbaring hebben , zoo Ggg 3 zy 422 B E S C H R Y V I N G van de Traditie der Hot- tentotten van hunne eerfte Ou- der?. Van de pronon- ciatieder namen. "Van ecu byzondcre van r lct- zy anders zulks uit de lange om- megang met de Europcaanfche Kruienen, en hunne naafte gebu- ren de Abyilyners,zoo als ookvan de Monomotapifche Kriftenen , verilaan, gehoort of geleert heb- ben. Want zy geven voor, dat zy door de overlevering van kind op kind weten, hoe dat hunne eerfte ouders door een venfter of poort , van welk Hottentots woord, 't welk by hen een venfter of deur betekent, men my geen beter uit- legging heeft können geven, op de aarde gekomen zvn, die hun- ne nakomelingen hadden leren za- len, majen , broodbakken, vee hoeden en diergelyke dingen meer , welke dingen echter na ver- loop van tyd onder hen wegens vele oorlogs-rampen en vluchten uit het land, zoo als ook wegens onachtzaamheid en andere om- llandigheden verloren geraakt wa- ren. De namen van hunne eerfte ouders waren, te weten die van den man Nóh, en die van de vrotiw Hinghnöh. Ik kan niet nalaten, een nood- zak cl yke obfervatie by te brengen, die zeer licht , wanneer ze niet naauwkeurig gade geflagen word, cenigc confufie zoude veroorza- ken können. Dezelve beftaat in't kort hier in , dat deze beide na- men van niemand ter dege, zoo als z) moeten uitgefproken wor- den, können worden gefch reven, om dat door de uitfprääfc van de letter II. of G. de (lag met de long, welke de Hottentotten for- meren, niet kan worden uitge- drukt. Derhalven en wvl ik de zaak onmogchk anders heb kön- nen uitdrukken, zoo hebbe ik boven beide letters een teken ge- zet, om zulks daar mede te kennen te geven. Namyne gedachten hebben i) niet alleen, zoo als de Joden, en /onder twvrïel ook andere oude Afrikaaftfcne natiën Literat lin- guales, labiales, dcntalw en in 't bvzonder vele Gutturales, maar IT5 by' ,• • , ' , Hotten daar is ook nog een vreemde totteu. zoort van letters by haar in ge- bruik, welke geen Europeaan tot nu een byzondcre naam heeft we- ten te geven , en by gevolg uit te fpreken , en nog veel minder te fchryven, en elke letter zyn or- dentelyk teken te geven, uit hoofde van welk teken dezelve uitgedrukt of verftaanbaar zouw gemaakt zyn. Derhalven moet men zich met twee betekende te- kens behelpen, welke maar eenig- zins uitdrukken , dat by deze of gene letter iets byzonders op te merken en waar te nemen is : dog hier van daar na meer. Verder geven zy voor , eh roe- Hoe men dat deze hunne eerfte ouders tbcyn^t| van God en op de aarde gekomen genaac zyn, die in hunne Taal Tïkqïoa. word- genaamt word ; waar by ik ander- maal wegens de hier bovengemel- de oorzaak den flag met de tonge onuitgedrukt verby gaan , en al- leenlyk weder een teken of een circumflex daar over zetten moet : 't welk echter zulk een verwonde- rens waardige zaak is, die niet al- leen de Schepping van God in 't byzonder, de Sondvloed, waar mede de wacreld geftraft is* maar ook den naam van den daar in be- houden Noach , en miilchien ook den naam van deflelfs vrouw ver- beeld en voor ogen ftelt. Waarlyk doen ik de zaak voor de eerfte maal hoorde , wierd ik daar over gantfeh ontdaan, en wiftniet wat ik daar ontrent ver- der vragen zou, om dat ik my of vergenoegen moeit , of dat zy zulks van de Europcaanfche, Mo- nomotamifchc of Abyfiynifche Kriftenen gehoort hebben, of miilchien dat de een of de ander, in een gezel fchap of in een Kerk, w aar in zy zomtyds komen lopen, zulks zal geboorten verder vertelt en verfpreid hebben ; of dat my te \ rezen ftond dat zy my zoo wat wilden vertellen en een leugen voor de zuivere waarheid verko- pen; KAAP de GOEDE HOOP. 423 rdnog eirbe- r.atigt. pen; ondcrtuflchcn was ik daar mede te \reden, en gelier myals of ik het geloofde. Vermids ik echter hoe langer hoe meer ken- nis met hen kreeg, en dikwylsge- legentheid had by hen te wcfen, en dieper landwaards in te komen, 7.00 hebbedien aangaande een om- ltandig bericht gehaalt, en ver- fcheide maal , op verfcheide plaat- een en op verfcheide tyden verno- men, dat dit alles een oude van de ouders op de kinderen overge- bragte Traditie was, en derhalven voor een zuivere waarheid mögt aangenomen worden ; waar in ik ten laatften door den boven ge- melde Heer van Grevenbroek be- veiligt en gefterkt ben , zoo dat ik het den Lezer hier nevens , als een zekere en onfeilbare waarheid mede delen kan. Wanneer ik nu dit hun bericht tegen het gene ftel, 't welk ik hier voren gillende bvgebragt heb, en dan de zaak een weinig meer na- denk, word ik in myne mening te meer gefterkt , dat deze menfehen uit allerhande Afrikaanfche Natiën bellaan , waar onder in den begin- ne ook Joden geweeft zyn ; wel- ken echter zoo als de anderen, door lange zamenleving ten dele hunne eige gebruikelykheden en Gods- dienft vergeten, en deels ook om maar in vrede by elkandcren te woneo , en zich beter in Haat te (tellen, om alle vreemde, zoo als ook hen nazettende en vervolgen- de vyanden het hoofd te können bieden , zich vry willig vergeleken eikanderen in te fchikken , en in alle uitwendige gebruikelykheden en plichtplegingen gelvk te wor- den, waar door dan noodzakelyk zulk een verwarde toelland heeft moeten volgen , in welkers be- trachting men niet kan zeggen', dat zy van deze of gene Natie af- komftig zyn. Nochtans wat geef ik my veel moeite, om den Lezer een zaak, die aan en voor zich zei ven over gewis is, geloof- waardig voor te ftellcn .: 1 )e zelvezal klaarlykbly- ken , door dien in de volgende Hoofdftukkcn zodanige omftan- digheden worden voorgcltelt, w aar door de gantlchc zaak over- vloedig aan den dag gelegt en op- geheldert word. Waar ontrent ik den Lezer verzoek, zoo lang zich te verbyten , tot dat die materien voorkomen, waar uit hy zelf zon- der dat'er verder een woord van gerept word , zonder twyffel be- iluiten zal, dat dit zoo is , en on- mogelyk anders zyn kan. OndertuiTchen zal niet ondien- ^an de ftig zyn , iets van de taal der Hot- de Hotten- tentotten aan te roeren , en zulks totten- te meer , om dat de gedachten daar ontrent zoo verfchillende zyn ; welke alle echter alhier om- ftandig te verhandelen , en het no- dige by te brengen , ik geoordeelt heb niet verplicht te zyn , om dat myne intentie niet is, eenfpraak- kunft daar van te vervaardigen, waar toe ik ook gene bequaam- heid genoeg heb. OndertuiTchen können echter alle de genen , die daar van hebben gefchreven , en voor zoo veel die tot myne kennis Driederi« gekomen zyn , in drie Hoofdde- meningen len gebragt worden ; van dewel- {Jftï?" ken eenigen willen , dat ze gantfeh deic Taai niet zoude können worden ge- leert ; anderen in tegendeel geven voor, dat zy zeer licht te leren is, en by gevolg gefchreven en onder zekere Taai-regels zoude können worden gebragt ; en ten laatften zyn 'er anderen , die wel geloven dat men ze kan leren, dog dat men ze bezwaarlyk fchryven , en veel minder in een nette Taai-order zou können brengen. Onder deeerftendenk ik niet te Wdta plaatzen de genen die van de Tro- ?SfC5? ii. m i iii ï niet in de gloditer laai gezegt hebben, dat eerfte ciaf- zy, zoo als de woorden van 'Tom- fis behorea ponius McLi luiden , Lïb. T. c. 8. Strïdent magis quam loqnuntur. Dat is, zy kirren meer als [preken. Of zoo als Herodotus lib. IV. en Tlinius lïbr. VII. c. i. zeggen: Lingua nu Ui alterï fimïlï ut ent es, fed 424 BESCHRYVÏNG van de f { vefperthlionum more firidentes: dat is : Hunne 'Taal is met $ene an- dere te -yken, wantzypiakm een geraas vf gekir als de Vleer- muis. Of opk 200 als Joh.Rohe- mus de moribus, leg. . met hen omgegaan hebben, eenige weinigen gevonden, die in i\ d van nood met hen fpreken en hon verltaan können. De andere, te wreten de Heer Lu dol f , is door den Hoog-Edl. on hoog geloordcn Heer Nico/aas U'itzcu, Burgermeefter en Be- windhebber van de Waereld 'be- id Amiterdam, reeds : vele javcnvorwittigt, dat aan de waereld vele vooroordelen van deze Napen waren wys gemaakt, ( i) dezelve 7.00 verre misleid, dat fchicr een iegclyk gelooft heeft, dat zy nog van God nog van den 1 )uivel of iets anders in de waereld willen; als mede dat zy een taal hadden , die met het geraas en ge- kakel der Calecutichc hanen Leer vve! overeen quam ; dog dat zulks zoo niet w as,konde hy hem verze- keren,gelyk hy hem dan eenwyd- lopig vernaai heeft gezonden , waar uit w( I licht te begryp« n v, aar dat Z\ een barbariichc taal hadden, dog dat zedoordetyd wel geleert, hoewel niet volilan- dig gefchreven kon worden. Vid. Ludolf. per Chrißian. Juncker. E- dit.p.m.feqq. Wyl nu aan dit verhaal ontwy- felbaar geloof moet worden gefla- gen, deels om dat nog de geen, die ze opgeftelt, nog die welke ze aan den Heer Ludolf gezonden heeft, veel min de Heer Ludolf zelf, eenig belang daar in gehad heeft; deels ook om dat my zelf bewult is, dat hunne taal wel aan de genen onverltaanbaar voor- komt , welke die niet dikwyls ge- hoort hebben , dog dat ze echter verltaanbaar word voor den gene, die met hen omgang heeft, zoo 1 'er geen twyffel of deze middel- weg van de drie gemelde en tot nu vertelde meningen , die men van de Hottentotfche taal vind , is de belle, zekerlte en oprechtlte , om dat ze immers door langen om- megang met deze menfehen, vly- tig vragen en naarftig bemoejen, nog wel kan geleert, maar in ge- nen dele in fchrift kan vervat wor- den. Dit echter , dat men hunne woorden nevens de flagen niet kan uitdrukken , geeft mynes be- dunkens genoeg te verltaan, dat 'er nog andere letters in hun al- phabct moeten gevonden worden die in gene andere Taal worden aangetroffen; miilchicn zyn het wel zulke letiers, die de Guttu- rales van de Joden zeer na komen, dcvvyl de Joden zelfs bekennen, dat zy heden daags de hare niet meer na behoren en zoo als Zy uit- gefproken moeten worden, we- ten uiüefprckcn. Edog indien men eigenti) k w ill , hoe zy hunne tong bewegen, en buigen, zoo als ook de plaats, waar tegen zy hem leggen, om dezen of genen llag te maken, zoo zou het mif- fchlen eerder gefchieden können, dat men gemak lyker tot beter wc- tenfcüap daar in geraakte, en de- zelve met detyd zoo niet in fchrïTc vervatten , echter aan andere te gemakkelyker leren konde; maar om dat zulks de genen, die ze vol- komen KAAP de GOEDE HOOI?. +29 komen kundig 7.yn, dit niet we- ten of anderen duidclyk onder- rechten können , 7,00 is 'er ook. nog Hechte hoop daar ontrent o- verig. Wat my aanbelangt, ik heb mv wel grote moeite gegeven, om dit geheim te ontdekken, en niet al- leen Hottentotten, maar zelfs ook zulke Europeanen daar over aan- gebroken , welke de Taal volko- men meerlter waren , en ze zoo vaardig en vlug als deHot- ras tentotten zelf ipreken konde,dog al mvn moeite is tot nu te vergeefs geweeft; niet om dat zy geen on- derrechting wilden geven, maar om dat zy de zuivere onmogelyk- heid daarin voor wendeden; dog of het zoo is, wil ik anderen laten onderzoeken ; en wenfeh ik dat ze gelukkige voortgang maken mo- gen; twyffele echter, of zy beter als ik zullen onderwezen Wor- den. De woorden, welke aan den Heer Ludolf gezonden, en in de Commént. de Vïta, Script is ÖJ Me- ejusd. per Junckerum edit. Ewoor- wel zoo gefchapen, dat zy daar ['ui*™ alle maar met letters, zoo veel idoifge- mogelyk geweeft is, uitgedrukt uden is. Wat de iryver ;eggcn ïftop iCaulo- ritis zyn, dog ziet men boven geen eeh woord een teken, welke flag met de tong moet gemaakt wor- den , zoo da* ze niet alleen in dit ftuk onvolmaakt zyn, maar is de Latynfche overzetting ook niet altyd recht getroffen, om dat men by voorbeeld het Hollandfche Harte dier durum antmal vertolkt heeft, daar het tog niet anders wezen kan en moet als Cervtts een Hert, en voor het woord Jakhals gezet Simia -genus daar 't 'immers Vulpes of een Vos zeggen wil, en diergelyke woorden meer. Door dien deze dwalingen nu ingeflopen en de kentekens van de (lagen vergeten zyn , zoo heb- be goed gevonden, by dezelve nog de gene, die ik nog meer in myne aantekeningen vind , daar by te doen, en ze den Lezer na het Al- phabet mede te delen, en wel zoo, dat ik my naden eerften letter Van het Latyn meen te fchikken, en het Hottentotfche daar tegen o- ver te zetten; en waar hier en daar een flag daar by komt, zal ik denzelven met een teken of accent te kennen geven en de Duitfche vertaling daarnevens voegen , zoo als volgt : italogus rHot- Vocabula aliqua Hot- Hottentotfche woor- Hottentotfche woor- tentottica Latina. den in de Hotten- den in de Duitfche itotfche Dorden t vens de itynfche totfche taal. taal. Abi Hebba Atze Loop weg Duitfche [legging- Accede Hach-Atze Kom hier Agnus Chauna een Lam Alce f kanna of f ' kumma een Elandsdiei Anas , cDucatóre een Eend Anfer KgOH een Gans Aqua & omne li- Kamma Water of andere quidum vloeibare {toffe, alswyn, bier. #Arbores B'ünqiadi f. Aji Komen Afinus §)uaiha een Ezel Audire Kïïoum Horen Aures Nowjj de Ooren Hhh 3 Avis 430 B E S C H R Y V I N G van de tabula aliquaHot- Hottentotfche woor- Hottentotfehe vvoor entottica Latina. den in de Hotten- denindeDuitfche totfche taal. taal. Avis Afrieana ~> Kkoeklri 1 een Vogel ge- naamt Knor- haan Avis Phafiana Quaqua Kirri een Faifant Bacillus een Stok Balaena, f. Cete t'kaka. » een Walvis of Noord-kaper Barba Nombha. , de Baard Beflias in genere Horri Beeilen, alle Die- ren in 't gemeen Bibere Acta , Drinken Bombarda Kn abou een Handbus Bos . , T)urié-fa\f.Buba1 een Os Bos filveltris Qu~Araho een Buffel Bos bellicofus . Tao wji'0 i een Stier om te vechten Bos gedans onus HelCkdo een lalt dragende Os de Armen Brachia . Oud , f. Oane- qua Butyrum Oünwie » Boter Cadere . Quiencha , Vallen Canis marinus . Houtée , een Zee-hond of Robbe Canis Lïkhanée een Hond Capcr ~Tyhou . een Geitc-bok Capreolus SiZcL een Rê-bok Capricornus KZitida, f. ScbocholT dema een Steen-bok Capri filveflres in Ghioiïqva Milde Bokken genere zonder onder- icheid Cantharus Bakk" er ie . een Kan Caput Bikqna het Hoofd Capitancus Kouquequa een Kapitein Cervus T 'IC amma een Hert (tinnes Tojai. Saiïn de Aars-billen Collum &ao de Hals Columba A o uqu'tl een Duif Concumbere ux- Quckqiidchci een \ rouw beila- ori den Cor Qiïau het 1 lart Crinis 'fllrt-nn het Hair ( 'ras Anthüri Morgen Crefcére Klyfe Waffen Cuprutn . Nonnemou Koper ( 'lUTUS Kroy een Wagen, Rad- werk, een kar ('ommilito Tykaa een Metgezel Confr-i KAAP de GOEDE HOOP. 4Ji VocabulaaliquaHot- Hottcntotfchc woor- Hottcntotfehe woor- tcntotlica Latina. den in deHottcn- den in de Duitfche totfche taal. taal. Confrater X tfui een Medebroe3er Currère f. ire Ä ojé Lopen of gaan Comellor formi- K \hou een Mieren -eetcr carum Dama Kgoyes een Gans Dens Kou een Tand Deus Tifzquoa God Diabolus Cham-ouna de Duivel Digiti manuum & , Oucqua de Vingers en pedum ' . Teenen Diaphragma Houw Herte vlies Dominus Suri een Heer Domus K'omtna het Huis Dormire Komqucc Slapen .1 ominicatio Agou Zmyten of flaan F.dere Ouge Eeten Elephas Twoba, f. C/joa een Elefant Equus Hacqua een Paard Evigilare K~cbey Opraken Exire Kquou Uitgaan Felis ChocLü een Kat Felis mofchata Kouwqo een Muskes-katof Chievet-kat. Felis filveftris ru- KIS'd een rode wilde bra Kat Felis tygridem ae- f 'kar 'ou , f.fklou een Tyger - bos- mulans kat Ferrum Koükuri Yzer Filolus Kdó een Zoontje Filia Ko een Dochter Fiflurae montanaj Aouob Berg-dalen Fluvius Kammo Vlietend Water Frumentum Bke Koorn ofTarwof- Garil Fulgur Mchyan de Blixem Gallina Koukekerey een Hen Genua §ud de Knien Glis vel Sorex Tonto-oghy een Rot Globus millilis Kbaboukory een Kogel Gramen T~\ka het Gras Grando vel Nix Tkoy Hagel of Zneeuw Gratulari Tikk^amma Iemand geluk vvenfehen Hic Hebba Hier of daar Hircus maculofus Trougos een gevlakte Bok Hirundo Sofobo een Zwaluw Hodie Hcthnri Bedes Hydrix Gboukou een Kegel Jacere Kobi, f.krqnd . Leggen Jecur 432 B E S C H R Y V I N G van dé Vocabula aliqua Hot- tentottica Latina. Hottentotfche woor- den in de Hotten- totfche taal. Hottentotfche woor- den in de Duitfche taal. jecur . i Ire Inteftina Jugulum Inguina Lac Lac Serorum Leo Leo marinus Lepus Lignum Lingua Locuita Luna Lupus Mammae Manus Mare Maritus Marita, f. uxor Melis Membrum virile Mentum Mors Mori Mons Muccinium Mulicr Mulicr gravida Munimentum Mus Mufca Nafus Navis Navicula Ncquam . Nox obfcur.i Natio Hottcntot- tica Natio nigra extra- nea Qu ein Kd~u Qu'mqua T>omma Tya Bro , melius Bi Rhosghibi C'hamma Acomma Koa, f'.Toa Hequri Tamma Cheytée Tchd louqva Samme Omma Burry §)uiebes Tiebeis Kon Chd Channa Rhöo k~ hro K-~hu . Schj oh Zobee> f. ■ Kqnquis Kchomkqüquio Fort Homl Bilara Thioee, aliis 6)uoi Umkomme Nonnaq 'uns Koctsne Thoühu §£ena Cbebon* de Lever Gaan de Ingewanden de Keel of itrot het Schaam- deel Melk Botermelk een Leeuw een Zee-Leemv een Haas het Hout de Tong een Springhaan de Maan een Wolf de Borften de Hand de Zee eengetrouwtMan een getrouwde Vrouw een Das hetMannelyk lid de Kin de Dood Sterven een Berg een Neusdoek een Vrouw een zwangere Vrouw een Vefting is ecr> Duitfch woord een Muis een Vlieg de Neus een Schip een Vaartuig een gruwclyk Scheldwoord een donkere Nacht de Hottentotfche Natiën de zwarte Natiën Natio KAAP de GOEDE HOOP. +3 3 V QjCabulaaliq na Hot- Hottentoifchc woor- Hottentotfchc woor tentottica Latina. den in de l ïottcn- den indeDuitfche totfcheta.il. taal. Yuio Germanica Kouqncaqnc t De Blanken of Duitfchcrs Occidere • 'Doucham Doodflaan Oculus Mu een Oog Ol la Soit . , een aarde Pot Oryza 'tJtonwc Rys Os Koamqua, de Mond OfTa vel crura Tlïletfa de Beenderen Ovis Glïondie een Schaap Pacem inire Onchov.gou Sarri- fam Vrede maken Pallium Kros Schaaps-vel, waar mede zy zich dekken Panis Êrée Brood , komt van van het Duitfch Parere oiia . , Baren Pater iö de Vader Pavo Kchou een Paauw Peftus Outua de Borft Pediculus Hlïoujfi- een Luis Nonqna de Enkels Pes itqua, f.yï da Voeten Perdrix KÏÏamgry een Patrys Phoenocopterus Naukalle de Vogel Flam- Pileus Kabba mingos. een Hoed Pifcis t/täum een Vis Pluvia on/Tui de Regen Poreus Hakoiï een Zwyn Princeps K-ouquc een Regent Primogenitus Kamkowi. een eerft gebore Kind Puer Gofia een Jongetje Puella Giïis een Meisje Pugillare Kauw Vechten, worfte- len. Pulex Hythé een Vloo Pulmo Clïanon de Long Pulvis pyrius TkTauoklou Buskruid Rhinoceros Tüabba, f. Kabba. een Neushoorn Regio Quoit het Land of Land- fchap Rupes, f. Scopu- Hé/qua , f. Hyqua een Steen, Rots lus Salve Mutze-At&c Weeft gegroet Sauciare Oiïjo Bloedgaande ma- ken Sanare l Kfa Genezen I. "Deel. Iii Sedere +34 BE SC HR Y VING van de VocabulaaliquaHot- tentottica Latina. Sedefe . Senefcere Senex » Simise genus Sol Stare Stella Struthio Stultire Talpa Terra Teitudo major Telticuli Tigris Tonitru Tormentum Torrens Vacca Vacca marina Vallis Venter Veni huc Ventus Verberare Verlis Vetula Videre Vide hic Vinum Vir Vitulus Vivere Ungues Volucres . Uterus Vulpes Vulpcs Africanus Vulva Hottentotfche woor- den in de Hotten- totfche taal. Nöu:w . 1 T)ida Atze cIhdaque Cho akamma Sorré iel Sorrï Mdd Kitanehoü rel tlteuhoww Ammï Tudtz T>acha Habba CcLmlzamma. Tscheregou £hra Tquaflbuii) , f. kqmffömo Quaoww Kayquabou K~ akarrou Gojes Tk~ouw , f. Chd- kiïouiv t£ad Chomma Hebba Ha Toya ; 'DoüJJi Nomma "Didaquis Km 'ou, f. Km U Muatze 'Driefbi ïoique hona f. Konna Quaniaba K'loy Katimqtiä TITchou Keülée T~kcn(ir Qu'dou Hottentotfche woor- den in de Duitfchë taal. Zitten Oud worden een oud Man of Vrouw • een Baviaan de Zon Staan een Ster een Struisvogel Gek of dol zyn een Mol de Aarde een Schildpad de Zaadballen een Tyger de Donder een Stuk een Watervloed een Koe een Zee-koe een groot Dal de Buik Kom hier de Wind Slaan een Kleed een oude Vrouu Zien Zie hier Wyn een Man een Kalf Leven de Klaauwen het GevLeugci de Baarmoeder een Vos een Jakhals de Vrouwelyk- heid Deze zyn nu de gemakkelykftc woorden , die men nog ecnigcr maten hoewel niet volkomen fchryven kan, waar uit de Lezer zeer licht zien zal, dat het een vermetele zaak is, te willen voor- geven , en de wacreld wys maken, dat deze Taal niet alleen op papier gebragt, maar ook zelfs door een daar toe vervaardigden Grammai- re KAAP de GOEDE HOOP. 4.35 re aan andere kan geleert wor- den. Hoewel ik nooit heb ver- geten den flag , die daar by moet worden gemaakt, aan te wvzen, 200 hou ik my echter verzekert, dat de Lezer niet zal weten, hoe die uitgedrukt moet worden, en veel minder, wat die betekent. Dit kan ook geen menfch aanwy- zen, voornamelyk zulk een niet, die maar 3 of 4 weken hier is ge- weeft, en maar ro of zo van de- zclven gezien en gefprokcn heeft. Hier toe word zekerlyk meer tyd vereifcht , om maar een weinig hunne aard te leren kennen. Doch hier van genoeg , uit vrees dat de Lezer ongeduldig mögt worden, wanneer ik nog meer woorden van deze Barbari- fche Taal wilde maken ; echter denk ik nog twee dingen hier by te voegen , namelyk eerltelyk , dat men my niet qualyk moet nemen, dat ik maar altyd eenerlei teken tot velerhande 'veranderlyke (la- gen heb genomen ; ik heb zulks voorbedachtelyk gedaan, om dat het den Lezer toch niet helpen kan, als had ik nog zulke ver- fcheide tekens daar by gedaan; derhalven oordeelde ik , onnodig tezyn, die te veranderen. Ten anderen, dat hy my vergunne, nog hare.Tel-woorden, die maar tot tien uitftrekken hier nevens te voegen, om dat dit een van de gewichtigfte (tukken is, dat men weet , hoe een volk telt , en zyne rekening houd; de Hottentotten tellen dan op de volgende wys. HOTTENTOTSCHE TELWOORDEN Unum §£kui Een Duo Kkam Twee Tres JCouna Drie Quatuor l Hakka Vier Quinque Kóro Vyf Sex Nanni Zes Septem Honko Zeven Odo KlS-yß Acht Novem . ICbeß Negen Decem Gyß Tien Vat er is Vraagt de Lezer nu, of zy niet ai temer- verder tellen als tot tien, en hoe *iwan- 1 , *:rzybo-zy net maken, wanneer zy tot »1 de tien hondert of duizend komen? Zoo antwoord ik met weinig woorden, dat zy zekerlyk boven tien tellen, en dat zy daar in met onze tellet- ters, welke ook niet meer dan I. Deel. tien in getale zyn , overeenkomen; want als zy boven de tien komen, zoo beginnen zy weder met een , en tellen weder tot tien, en zeg- gen dan Twee Gyß, zoo als wy in plaats van tweemaal tien twin- tig zeggen , en daar mede gaan zy voort tot hondert , in welkers I i i i plaats +36 BESCHRYVING VAN DE plaats zy Gyffi Gyß zeggen, 't welk even veel is, om dat tien- maal tien ook hondert uitmaakt ; op dezelve wys tellen zy tot iooo, 't welk heel licht te begrypen is. Doch vermids haar vermogen niet in gereed geld maar in lauter veebeitaat, zoo komen zy zeker- lyk heel zelden over duizent ; en indien zy die nodig hadden , zou- den zy al zoo wel een groter getal können uitfprekenals wy, waar toe zy maar eenige nieuwe tekens be- hoefden te bedenken, waar toe zy bequaam genoeg zyn. Men mag van hen zeggen wat men wil , ik verzeker, dat zy verre zoo dom niet zyn, als men ze tot nu uitge- fchildert heeft, en waar van alle Reisbefchryvingen zoo groot op geven; 't welk alles in 't vervolg, God leven en gezondheid verle- nende, uit alle hunne handelingen en gantfche levenswandel tot ge- noegen blyken zal. Myn voornemen was nog wel Befiu; het een en het ander, de Hotten- a^' totten aanbelangende daar by te voegen, maar ik vrees, dat ik den Lezer hier mede en voornament- lyk met hare onverllaanbare Taal het hoofd reeds zodanig vol ge- maakt heb , dat hy zal wenfehen , dat ik eens tot beiluitkom, zoo zyn mond ook niet zoude begin- nen die Barbarifche woorden van I Hacha atze , ttouka om dat reeds Dapper in en morffig Afrïca pa<^. 6 19. 6r^. 6z6. heeft zommiKen aanSetocmI: » hoe dat Amoldits in voorgeven, not is ad il/f/r/è//'//. Reisbefchryving pag. 1097. aanhaalt , en ook de dagelykfche ondervinding leert , hoe dat deze menfehen de Duit- fche Taal van de Hollanders ge- leert ; ja ecnige die voor dezen te Bantam by de Engelfchen ge weert, degebroke Engelfche Taal gefpro- Wordbe- ken hebben , 't welk zy zekerlyk niet zouden hebben können doen, indien zy zoo zeer dom en eenvou- dig waren, als zich zommigen wel verbeelden. A'iderfon L. 4. c. 4. maakt gewag van een jonge Hot- tentot, die van de Engelfchen me- de na Indie genomen was , die in driejaren die Taal van hen geleert had, en daar na weder hier geko- men was. Tk heb ook reeds voor- heen het exempel van den Kapitein ftegu b\ gebragt , die niet alleen de Hollandiche en Portugeefche, maar ook de Cciloniche , Malei- fche en andere. Oort-Indifche '1 .-- len in een heel korten tyd geleert heeft. voorbeeld Zulk een is my ook nog bekent, -'bc- welke van ^C7e inwoners maat tentot. Jantje van der Gouw , milfchieii wegens zync bcquaamheid in pra- ten , genaamt wierd , en heb ik hem verfchcidemalen voor zyn dood met de grootlte verwonde- ring aangehoort , deze hoewel hy nooit uitzvn vaderland gewcell was, konde /eer net I InMandfch en Poriugccfch , ja ook Franfch, 't welk hy van de vluchtelingen van dat Land , en ook Hoog- duitfeh , 't welk hy van de hier zynde Hoogduitfchers geleert had, zeer verftaanbaar fpreken; 't geen zekerlyk niemand by een Hotten- tot zoeken zou , en ook verwach- ten konde, indien zy zo zeer dom en onveritandig waren , als men ze wel opgeeft ; zonder nog veel te zeggen , met wat verftand hy van ploegen , zajen en ander boe- ren arbeid redeneren kon , waar in hy zekerlyk verfcheidl* Euro- peaanfche Boeren te boven ging. Wat zyn'er zoo veel woorden DeE van noden ? de Europeanen zou- j^b! den ze zekerlyk zoo gaarn niet in Ho» hun dienft hebben , zoo als men [„^ door de dagelykfche ondervinding dienf leert , als zy zoo dom en onver- ftandig waren ; gelyk iemand zulk een eenige jaren in zyn dienft be- houd , en niet gaarn ziet , dat hy weder hene gaat, vermids zy zich van dezelven beter als veeltyds van hunne eige Haven bedienen können , te meer als hen iets van goederen als Tabak , Wyn of Brandewyn toevertrouwt word , waar in zy zekerlyk , hoewel zy grote liefhebbers van die waren zyn , zich eerlyk betonen , en niets rtelen of afhandig maken. Een klaar exempel van myn Nai voorgeven heeft men eertyds ge- vanc had aan een Hottentot , van de detyi Europeanen genaamt C/aas; deze Hott heeft niet alleen veeltyds van den tocnmaligen Gouverneur Simoa van der Steil zalr. Brandewyn , Ta- bak , Reys , en ander victualie, Zöo als ook buskruid en lood , ne- vens het nodig geweer voor twee Hottentotten, die hem als een lyfwacht dienen moeiten, uit de Magazynen van de Iliurtre^om- pagnie ontfangen , waar mede hy voor haar heeft moeten handelen of ruilen , maar hy heeft zich ook altyd zoo w\s, verftandig, trouw en eerlyk getoont, dat men met zyn doen en handel altyd zeer wel te vrede geweeft is; zvndc hv nooit KAAP de GOEDE HOOP. 439 nooit t'huis gekomen, zonder een grote menigte van Schapen en Of- fen gehandelt te hebben , en fchoon hv zomtyds 6 weken uit was, heefe hy behalvcn het getal van het gemelde vee nog een ta- rnelykë voorraad te rug gebragt , en zich alzoo veel verftandiger ge- toom , als vceltyds een Europeaan doen zbüdë. vait- i k heb eeh Zee-kapitein gekent , tm- genaarht Tbeiinis Gcrbrantfz. van r Schelling, die na dat hy zyn fchip in dé oaai a laGoa verloren had , over land reizende , tot gem. Claas is gekomen, en alles goeds van hem genoten heeft; hy wilde hem fchier alles overgeven * 't welk echter de Kapitein niet aannam, en heeft hem op die reis zoo veel goed bewezen , dat ik hem dikvvyls heb horen zeggen * hy wenfehte maar, dat nog ie- mand van dezen Claas in 't leven was, hy was bereid , alles met hem te delen, dat hy in de wae- reld bezat , hebbende hy hem naait God het leven behouden, 't welk hy zonder hem zekerlyk zoude hebben moeten in fchie- ten. °afrt Indien nu de Hottentotten zoo Na- dom waren , hoe komen dan zoo veel verftand ige menfehen onder ben? 'P.Tachart getuigt in 't by- zonder in zynë Sïamfihe Reis p. ios". van de Na?naqnas Hottentot- ten, dat zy een goed natuurlvk verftand hebben, en wanneer men hen iets vraagde, zoo antwoord- den zy niet, voor dat zy hunne woorden wel overlegt hadden ; ilaarbenevens was hun antwoord altyd kort, en met een deftigheid derzeit? zy lachten zelden, en fpraken weinig. Dit zelve word ook klaar genoeg van meer ande- re natiën bewezen ,' of ik fchoon dit niet altyd herhaal, en daar by zég, omdat ik voor af weet , dat de Lezer diergelyke aanmerkin- gen,zonder myn verder erinneren van zich zelf maakt , én genoeg ïnftaat is, meer andere diergely- itot- r. ke leflén daar uit te trekken , en op nieuw met vrucht te applice- ren. Ik had nu wel gaarn ie meer van dezen Kapitein Claas ge- zegt, dat zyn verftand en wys ge- drag nog beter aan den dag bragt^ dog deszelfs levens loop en be- droeft einde is zoo vol ver- wonderingwaardige zaken , dat ik op een ander plaats gelegent- heid zal nemen, van hem alles net en in order te verhalen en voor te- brengen. De Hottentottinnen zyn niet DcHotten- minder in dit Huk tepryzen, als [™™en die veel beter zorg voor de aan voorde hen toevertrouwde'kinderen dra- "evxr- gen, als veeltyds de moeder zelf, trouwde alzoo zy dezelven zorgvuldig be- kmdercn- waren, en aan hen dan dit en dan dat te fpelen geven , en wel toe- zien, dat een zulk teder kind geen ongeluk krygt ; die aan de- zelve ook wat te wallenen geeft, welke arbeid zy gaarn voor de Duitfchers, zoo als ook met gaau- wigheidj oplettenheid en trouwe doen, dat zy zekerlyk menige Duitfche Wafchvrouw befchaamt zouden maken, die kan zich ver- zekert houden, dat hy niet een ftukje zal quyt raken , nog dat het gefcheurt of niet fchoon genoeg zyn zal. Zoude nu dit alles en ontallige andere omftandigheden niet ge- noeg bewyzen, dat de Hottentot- ten zoo dom niet zyn, als men ze wel uitfchildert? Ik acht, dat vele Europeanen diebequaamheid niet eens bezitten. Op een ande- re plaats zal men ook aantonen , dat zy van de kennifte van God ook niet t'eenemaal berooft zyn , zoo' als hen insgelyks opgelegt word, welke materie hier voor- bedachtelyk afgefneden word, om dat ze onder de algemene eigen- fehappen der Hottentotten te veel plaats zoude wegnemen. Dit is alleen te verwonderen , dat de- ze menfehen, die allerlei arbeid zoo wel en verltandig doen kön- nen, niemand echter van hen tot zyn 440 BESCHRYVING van de y.vn voordeel gaarn iets doet of Doenaei- verricht, ten zy de hoogde nood- hSdgen1 zakelykheU hem daar toe dwingt, voordeel, gelyk op een andere plaats ook breder bewezen en aangetoont zal worden. Zynmors- Dat zy echter in aanzien Van de mcn!"chene Europeanen en andere Natiën zeer morflig, of zoo al$ Mcrcklïn. loc. rit. pag. 1068. zegt, zwynachtig in 't eeten zvn* zulks is overge- wis, en ontftaat zulke moriiigheid na myne gedachten, insgelyks van hunne ongemene luve aard, waar door zy tegengehouden worden * iets voor hen zelf en tot hun ge- mak te verrichten ; wanneer zy zich by de Europeanen onthou- den, weten zy om dat zy arbei- den moeten, ook wel anders te leven, en können wel haaft dat geen, 't welk zy tot hunne onder- houd hebben moeten, helpen heu- gen en (lout eiflehen; daarente- gen wanneer zy voor zich zelf le- ven , en van eige middelen teeren, doen zy zoo veel niet, dat zy een (trootjeofiets anders zouden op- nemen. Die hen echter by dezO grote luiheid, zoo als Mercklin. fag. 1098. loc. c'tt. doet , nageeft dat zy uit de darmen maar den drek met de vingers uitilroopen, daar na een weinig op het vuur leggen, en ze eer 7,e half gebraden zyn , met zulk een luit eeten, dat men qualykzou worden, als men het zag: of zoo als Vogel 'm zvnc Reis- bclchn ving/v^. 71. zegt; Het in- gewand Van hel vee, 't welk de Europeanen wegwerpen, is voor licn een ddioaicde ; 1) drukken den drek maar een weinig daar uit, en celen het gaaf of hal f ver- rot; die /eg ik, zulks voorgeeft , die mag zien, hoe hy zulks bc- wyll. \\ 'at my aanbelangt , ik Weet my niet te bezinnen, dat ik \an diergelyke afgryzchke mors- I fighcid ooit ge-hoort, en veel min- der die van hen heb gezien , fchoon ik lang veel en djjtwyls ge- bcn , en menigen aange namen dag by hen doorgebragt heb. Daarentegen is zeker en waar- h« achtig, dat zy de gem. darmen,^' zoo als ook alle andere met drek mer van verduwde en onverduwdej^ fpys opgevulde ingewanden eeten, cete dezelve ook niet als de Europea- nen uitbroeien en den flym af- fchrabben en ze wit en zuiver ma- ken, maar wanneer zy de darmen en ander ingewandt omgekeert en den drek uitgefchud hebben, zoo doen zy anders niet , dan dat zy ze in ichoon water waflen , dat alle vuiligheid daar af komt en door het water weggenomen word. Wanneer zulks is gefchicd leggen zy dezelve aan (lukken ge- meden op de kolen , en laten ze in hun eige nat en vet braden > dog wanneer zy het bloed daar by heb- ben , fnyden zy de darmen aan kleine (tukken , doen die onder het bloed , en laten het met el- kander ordentlyk koken ; en de- ze fpys aldus klaar gemaakt, ee- ten zy met zulk een appetyt, dat een toekyker die niet by het klaar maken geweeft was, want an- ders zou die van een Duitfcher licht vergaan, zelf lud daar toe krvgen zou. Ik heb zulks vceltyds byge- woont , wanneer zy zelfs floegen, en gezien , hoe z\ daar mede te werk gaan ; derhal ven ben ik ver- zekert , dat die zaak zich niet an- ders bevind ; hebbe ook meer dan eens uit nieuwsgierigheid , zonder dat ik door den honger daar toe genoodzaakt wierd , deze fpys w anncer de darmen onder het bloed gdheden en met elkander gekookt waren , geproeft, en al- tyd bevonden, dat ze zoo cjualyk niet eens (maakte, als ze maar recht gehavent was en men an- ders zulk een tegenheid niet in dezelve had; welke tegenheid ook zeer licht overgaat als men voor- hóen niet toeziet, en daar na 'er nier om denkt , doordien de fmaak den appetyt meer en meer verwekt. Doch KAAP de GOEDE HOOP. 44-r ottcntot- 1 7.yr. gc- nde :nfchcn worden er ouJ. Schry- «r brengt li cxem- [: by van «ioikI l>ttectot. Doch het geen ik tot nu heb ge- meld, meen ik maar van de ver- fchc ingewanden ; van de halt" ver- rotte, zoo als de Heer Vogel zegt, weet ik niets te zeggen ; en moet deze mode of t'eenemaal onder hen afgeraakt zyn , alzoo men die niet moer aantreft, zelfs niet on- der de genen, die zeer ver van de Europeanen en landwaards in wo- nen , of zy moet nooit onder hen in fwang of in gebruik geweefl / \ n ; dog dit alles zal veel uitvoer- lykcr aangetoont en bewezen worden , wanneer van haar ge- wöonlvk ceten en drinken in 't byzonder zal moeten worden ge- handelt. Hoe eenvoudig hun koken* braden en zieden toegaat, zoo be- komt die fpys hen echter zeer wel , en zal men geen zieken on- der hen aantreffen, die zich daar door een ongezondheid zouden op den hals halen ; aangezien zy gemeenlyk zeer oude luiden wor- den, zoo dat ze veeltyds van Ou- derdom niet meer gaan of iets doen können > indien zy zich niet iri de wyn en andere fterke drank van de Europeanen vergapen, en zich daar door een ongezondheid en gevolglyk een kort leven op het lyf halen. Van haar hoge ou- derdom en gezonde natuur fchryft reeds 'Dapper in Afrïcapag. 6z<>. wanneer hy zegt : zulk morßg ee- ten ( hy verftaat het echter van de alte grote morfligheid, die even- wel in zulken graad by hen niet gevonden word ) bekomt hen ech- ter zoo wel , dat zy lang leven ; want de meeftert zoo mans als vrouwspersonen worden over 80. 90. 100. 110. no. jaren oud. Om nu van zoo vele exempels , die my bewufl zyn , maar een by te brengen , en het verhaalde te bewyzen, zoo is over gewis, dat zeker Hottentot, door de Hol- landers genaamt BayClaas, nu in den jare 1711. nog leeft, welke gelyk my de genen die toenmaals hier waren gekomen > als QUas I. "Deer ^Dirkzoor; van Schalck'JL'yk , Wil- lem Vlok en meer geloofwaardige menfehen verklaart hebben, ree een bed aagt man is ge weeft toen de Hollanders in den jare i6fi. het geoccupeerde land met een veiling verzagen, en zich \aft- zetteden. Indien hy nu toen- maals maar 40 jaren heeft gehad , zoo moet hy nu zekerlyk 100 ja- ren oud Wezen , en nochtans neemt hy zyn beroep, zynde vis- fchen, waar mede hy zich uit ge- brekvan vee ahyd geneert, dog dagelyks met zodanige vaardig- heid waar, dat iemand , die 't niet weet, hem voor een man van jo. of 60. jaar zoude aanzien. De Hottentotten worden ver- Hottentot- der en met het grootfte recht als tenfmeren wilde en mortfige menfehen voor- rè^dkn*' gefielt , wyl zy zich over het met vet. gantfche lichaam met vet befme- ren, zelfs dat zy zulks de fchaaps- vellen , waar mede zy omhangen zyn , doen , en derhalven gewel- dig flinken. Deze zaak , hoe waarachtig die is, hebben de Schryvers echter met vele onwaar- heden vergroot , makende deze menfehen zwynachtiger en Hin- kender, als de zaak zelf uitwyft; want dat zy zich met garfrig ftin- kent vet zoude fmeren, gelyk de Heer Vogel in zyne Reisbefchn - ving/». 74. meld, is een zaak, die den dag niet lyden kan ; door dien zy wel op de fchepen vet verzoe- ken , om zich daar mede te fme- ren : dog dat het flinkent zoude zyn , kan ik niet begrypen , om dat het van hard gezouten pekel- vleefch, dat ten minden jaar en dag in 't zout gelegen heeft , af- gefchept en gevolglyk door het zout goed gehouden word , en genomen dat het eens een weinig flonk , zou daar uit geen Hot op allen te maken zyn. Men zie, of zy aan 't land flin- kent vet zullen gebruiken ? Ik verzeker , dat zy daar van zulk een afkeer hebben als een Euro- peaan. Derhalven dragen zy ook K kk niet 442 BESCHRYVING van de nier gaarn vifch-fpek uit het Illus- tre Compagnies Traan -Magazyn na het een of ander \ rymans huis, uit vrees , dat zy zich daar mede zullen befmeren; en weet ik niet wie 'Dapper pag. 6ii. in Africa tot die gedachten gebragt heeft om van hen te fchryven, dat zy het vet dat door de Zon uit een walvifch gebraden was, met volle handen gefchept en ingeflurpi hadden , nademaal zy niets meer haten dan het uitgekookte vet van die viffchen, hoewel zy het vlcefch van dezelve, zoo als ook van de zee-honden , als het nog verfch is en niet ftinkt, gaarnee- ten, en ook grote Hukken daar van wegdragen en t'huis verteren, gelyk An der Jon in 't I. Boek cap. 4. meld, en ik uit de ondervinding weet., dat zulks is gefchied, wan- neer in den jare 17 10 een Walvifch of Noord-Kaper in de Baay Falzo "Pgcfpoelt wierd. Mcrckün Merklin wil verder , /. t. p. CaifchilC!S Ic9^' £^at ZY net vct van ^e rmv? Tooigcvcn. darmen tot fmcren gebruiken ; ja 'Dapper zegt in Africa 6zo. 6zi., dar- zy de darmen van zommige dieren tot e ieraad dragen, welke Zy met vet en al wat daar in is zoo verfch en llinkent twee of drie- maal in malkander vlechten, en die zoo wel 's nachts als zy 11 apen , als by dag om den hals hadden , welk laatile nog meer ongegrond als het eerltc; door dien als zy het vet van de ruwe darmen na- men , zoo zou het nog verfch z\ n, en alzoo llrydcn met het zeggen tan / 'ogcl en ïDappet. Wanneer v\ echter darmen om den hals droegen, zouden ze niet lang du- ren, en ook van andere menlehen moeten gezien worden. Ik kan we! zeggen, dat ik nooit Hotten- totten met darmen om den hals aangetroffen of gezien heb, hoe- wel ik 'er \ erfchcide 1000 van de- zfelven ken ; dog ik kan wel gillen, tfaar uit óe&t dwaling van Dapper antftaan is, door dien hy miilchien d'een of d'ander met een ook wel met twee Schaapnetten om den hals zal hebben gevonden, die hy voor in elkander gevlochte dar- men aangezien heeft. Waarom en wanneer zy echter deze fchaap- netten dragen , zal op een andere tyd gezegt worden. Om den Lezer met weinig woorden te zeggen , hoe het met dit fmeren gefchapen is; de Hot- tentotten hebben de gewoonte, van kindsgebeente en zoo dra zy op de waereld komen, zoo als el- ders zal aangetoont worden, dat zy zich met verfchgefmolten vet van wat dier het ook mag zyn, dog liever met fchaapvet of met verfch van hen zelf gemaakte bo- ter fmeren; zy doen zulks zoo dik , dat het vet wanneer de Zon daar op fchynt, van het lichaam druipt ; dit vet mengen zy met aan de potten hangend roet, maar niet met ander zwarte zalf, gelyk T, Tachart in zyne Reisbefchry- ving na Slam p. 99. bericht, en wryven daar mede het gantfche lichaam van 't hoofd tot de voeten; en derhalven fchynen zy zwart, fchoon zy het uit de natuur niet zyn; zy ontzien hier in ook niet een lid aan 't gantfche lyf, alles moet gefmeert zyn ; daarenboven blyven ook hunne omgehange fchaapvclle niet ongefmeert, maar zv moeten ook van buiten, daar gene hairen zyn, met dit parfum, waar mede het gantfche lichaam gebal/.emr word , overtrokken worden. Zoo dra het oude vct opge- droogt, en door itof onzichtbaar geworden is, word dit fmeren ten eer Hen hervat, zoo zy anders we- der vet bekomen of dat zy zoo 1 vk in vee zyn, dat ze weder flaan können, en kan men aan dit te- ken ten cerllen zien, wie veel vee heeft of niet. Zulks heeft 'Dapper l. c. p. 610. zeer wel aan- gemerkt : Luiden die veel vee on- manU der hen houden, hebben de bui- mut« te zydc van hunne mantels en *£"tJ mutzen met vct rykelyk gefmeert, vanry 'uveikd0M- KAAP de GOEDE HOOF. 4+ï 'it fmeren troor- «kteen :kenge ink. i welk een teken van cen grote rykdomis, dieby hen in vee be- ll .ut; daarentegen word /.cldcn een Houentot, die arm van vee is, als by niet by cen Europeaan woont , dfjandèrs een pot van hein uitte wallen bekomt, in een gc- fmeerden mantel gezien , maar liv draagt hem ongefmeert; op wel- ke w vs maar de armen magere mantels hebben. Hier uit is licht aftemeten, dat de/c menfehen, wylzy zich zeer dikwyls in 't jaar fmeren, en daar- entegen haar leven lang met geen droppel water afwallèn , of als nieuw gebore kinderen afgewall'en worden, een afgryzelyken wilden afkerigen flank veroorzaken moeten , voornamclyk Wanneer zy boven den wind zyn, en ie- mand ontmoeten ; men kan ze daarom ook verder ruiken als y.icn, zo dat ze dikwyls nog ruim loo voetftappen ver zvndc, en eenen berg opkomende, men ze niet zien kan , wyl de lelyke flank hunne komit al lang ontdekt heeft. De oorzaak van dit fmeren word van de Reizigers verfchei- dentlyk gemeld. Merklin L.C. p. 1098; Vogel. L. C. ƒ. 74. en T. Ta- chart in zyne Siamfche Reisbe- fchryving/\ 99. zyn van mening, dat zy zulks deden, om zich op te fchikken en te eieren, en zulks, om dat de ryken altyd in befraeer- de mantels gaan , en de armen niet ; dog dat dit geen eigentlyk ftuk van hunne cieraad is^ zal ik "by een andere gelegentheid, wan- neer ik van der Hottentotten cie- raden handel, breder aantonen. Het is alzoo deze hoewel van de Hottentotten dikwyls zelfs voör- gegeve oorzaak op verre de rech- te niet, welke hen tot deze flin- kende handtering aanzet. Anderen, daar Ontrent de Heer Böving in zyne cuiïeufc Befchry- ving en naricht van de Hottentot- ten/'. T- geeft voor, dat dit fme- ren daarom gefchied, op dat ze ' J. 'Deel, fnelder lopen /ouden können, ik u il niet ver/w \ gen , dut cen Hot- tentot zoo goed en veel beur kan lopen als de befte Hardloper in Europa, doordien hv niet alleen /"m hard als een paard, maar het zelve kan voorin lopen-, zoo dat het paard eer zal moede worden ais by. Ik kan onder anderen een Harken langen gaauwen Hotten- tot, genaamt Syncopas , die dik- wyls van de Steenbergen, die ? grote uuren van de Capo leggen , des avonds gelopen en voor den Heer Frederik Roffauw des ande- ren morgen warm en nieüwgebak- ken brood van daar gehaalt heeft , dat nog zoo warm was, dat de bo- ter daar in gefmolten is Doch of de fnelheid der voeten, waar in zy na het getuigenis van Hcrodo- tus by Zw'mgero in Theatro Vit. Hum. p. 3661 ö 3/J73. Co» f. Bo- hem. de Mor 'tb. Leg/b. £» Rit tb. Gent. Libr.I. c.6.p. 5-8., met de Troglodyten overeenkomen, van dit fmeren alleen komt, zal ik aan anderen laten oordelen. Wat my aanbelangt, ik oor- deel, dat dit fmeren wel veel daar toe helpt , maar ik geloof niet , dat zulks om die oorzaak gefchied, door dien dan volgen moeft, dat de armen zoo hard niet zouden können lopen als de ryken, 't welk juifl het tegendeel is. Daarenbo- ven moeflen de wyven die zich op dezelve wys fmeren als de mans, ook zoo fnel en ras ter voet Zyn als de mans , waar tegen ech- ter de dagelykfche ondervinding zoo: zeer . ftryd, dat een zulke vrouw ten opzicht van haar man , voor een fchildpad in vcrgclvking van een hert of ander wild dier te houden is; derhalven moet de fnelheid van de mans een anderen grond hebben , en het fmeren om andere oorzaken gedaan wor- den. Demerur.r . De gcfleltheid van hun Land en 's™rH™ haar levens-aard fehf nen dit zelfs waromd« te openbaren, waar van ik den Hotte|ltot L* , , ten zich ezer myne gedachten zeggen met vet Kkk 1 aal, tmem. 4+4- BESCHRYVING van de '. Het is uit myne vorige brie- i bekeftt, dat het Land hier /.eer warm is, en dat de Zon des zomers een tamelyke kracht moet hebben, om dat ze in den winter ook zoo warm fchynt , als in Duitfchland midden in den herfft of voortyd; en vermids deze men- fchen ongekleed gaan , en maar een ruuw fchaapsvel om de fchonwders werpen , en alzoo naakt hene lopen, zou de Zon een doordringende kracht op hunne bloote huid laten voelen en dezel- ve verbranden, zoo dat zy altyd fchilfers daar van zouden können trekken , indien zy zich daar voor niet fmeerden, en voor de Zon den toegang in de zweetgaten flopten, en alzoo daar mede de gantfche huid tegen deze hitte wapenden en bewaarden. Valt nu fchoon de Zou op hun naakt lyf, zoo belet het vet deszelfs doordringentheid , en bygevolg kan zv het lichaam niet befchadi- gen. Daarenboven oordeel ik, dat zvv wanneer het vet afgaat, een groter kracht van de Zon gewaar worden , en zich daarom op nieuw fmeren , het welk de armen alzoo gaarn zouden doen als de ryken , als zy het maar konden machtig worden, en gaat het met deze armen zoo als met de onzen, die zich alzoo weinig koeiteren können als zv, of fchoon een rvk- aard aliesna iyn zin kan hebben, en krygen wat hy wenfeht. Ik konde hier nog wel verder gaan en tonen , dat gelyk het hen nam Jin geleerdheid en verltand niet en w;i • ubrcekt, zoo als tot nu getoont is, zy ook niet gruuu -/aam of wild zyn, door dien men zulks uit de dagclykfche verkering met hen ziet, en klaar befpeurt; dogwyl n hunne aangebore aard tol nu gr> , 200 zal ik, hoe- v, el hare goedaardige barmhertig- heid in \vn, een hulpryke bercid- willigheüd issgelyks hier behoor- di n , het voor ditmaal daar by la- ten berußen, te meer om dat in Hoftcntot- . vn 't vervolg hunne deugden en on- deugden een byzonderc aanmer- kelyke materie zullen aan de hand geven , welke als dan als God le- ven en gezondheid verleent, bre- der zal uitgevoert, en het alhier te rug gelatene ingebragt zal wor- den. Haar uiterlyke geltalte is wel het z7n voornaamfte Ituk , dat nu dient quai* voorgeltelt te worden , om te we- f zulks L.C.p. 6 id. met dc/.c woor- den h kt te /eggen : Alle mans cn vrouwen hebben platte ncuz.cn en dikke lippen , voor de bovenße: zob is ook licht te denken , dat ze in hare natuurlyke geltalte, wanneer men hen zoo liet , als 7,c geboren worden, veel aangenamer /.ouden fchynen , dog hoe zy die brede neufen krvgen , zal op een andere tyd gezegi worden. Anderfon L. I. r. 4. van 7.ync Reisbefchryving zegt ; de Hot- tentotten zyn in 't aangezicht lc- Ivk, verfchrompelt j endehairen op het hoofd woed en wild ; 't w elk op een zekere wys zeer waarachtig is ; want dat een vreemdeling de cerlt befchreve gefineerde en in elkander gebak- leen hairen op het hoofd wild en woelt moeten voorkomen , fyd mvnes bedunkens geen tcgen- fpraak , en dat hei' aangezicht van de ouden verfchrompelt en vol rimpels zyn moet , toont de da- gel vkfche ondervinding zonder onderfcheid ; doch wie kan een lelyk verfchrompelt aangezicht onder jonge luiden aanwyzen ? 't zy een Hottentot of wie hy wil , zoo zal het aangezicht van een jong menfeh niet gerimpelt zyn, zoo dat hen zulks misftaan zou, maar wel de ongewone wys van leven , om dat zy buiten dat zoo fchoon zouden zyn, als eenEu- ropeaanfche Boer of Boerin, en dien de hairen wild voorkomen, die echter in elkander gebakken neerhangen , moet zekerlyk nog niets wilds gezien hebben. Om kort uit de zaak te komen en de verhalen van andere Schry- vers met Itilzwvgen verby te gaan, zoo kan de Lezer zyn verzekert dat de Hottentotten doorgaans de ÏïtemoV langften cn ook ™et de kortften uitcriyk zyn, dog merendeels 5- tot 6 voet rhapen }ang . . n fchryft daar van aldus: iwin Zy zyn zwart van lichaam , hun hair is ais wolk > waar ontrent zy met de jfngolifihc inwoners gelyk zyn. Nu is van de hairen reeds gezegt, dat ze hier in met de Mo- ren gelyk zyn, derhalven is hier geen nader onderzoek nodig. Wat echter de verf van het lic- haam aanbelangt, ik beken gaarn, dat ik wel een van natuur zwar- ten KAAP de GOEDE HOOP. \w ra dum »rgcvcn de wit- Sotten- co. ; "ii 1-lnttcmot zien wilde, nadc- maal my, zoolang ik hier ben gw weeft« nooit een zwart-geborcn voorgekomen is; dat zy echter /wart 'er uitzien, en Herport zieh miflchien daar door heeft miflei- den laten, om te oordelen, dat zy x.m natuur zwart zyn , zulks is lieht te denken, voornamel\k voor zulk een, die de zaaak niet naamver inziet , en als den ecr- lten opilag van de oogen ge- looft. Na dat de geleerde en curieufe Heer 'P.Tachart in zvnc Siamfehe Reis de Reis van den Heer Simon van der Stell zalr. aangehaalt, die hy vyf gantfche maanden lang landwaards in gedaan heelt , en van de natiën gewag maakt, w aar cm. 1 leer Gouverneur geko- men is, zoo meld hy onder ande- ren/v/£ ii o. dat daar ook witte Hottentotten gevonden wierden, die gelyk hy fchryft, zoo wit zyn, als de Europeanen. Die Reis is van het Voorgebergte Noord- waards begonnen en tot 10 gra- den landwaards in gefchied, ge- lyk insgelyks pag. 107 gemeld word. Wanneer nu dicht by de Tropicus Capricomi in het Land witte menfehen als de Europea-1 nen, gevonden worden, waarom zouden zy niet even zoo wit aan 't zeeftrand aangetoffen worden ? Waarom zouden niet ergens meer witte inwoners by de Tropici ge- vonden worden , die de Europi- ancn gelyk zyn? waar van men echter tot nu niet gehoort heeft. De Macaffaren, Javanen, Ceilo- nefi-n, Bengale fen, welke dichtet- en verder en ook dicht by de Tro- picus wonen, zyn zeker niet wit, maar geel. Zelfs was de Gou- verneur, die nog ver van de Tro- picus + te weten, op Mauritius ge- boren is, niet wit, maar geel, en echter - was deszelfs vader een Holla'nder van geboorte. In dit voorgeven van den Heer T. Ta- chart kan ik my niet wel vinden , tenzy niet een diergelyke verkla- rende oorzaak voor hem het woord doet, 't welk ik ook \er- trouw, dat toereik cl \ k /\nzal. \.\ar dien hy op de gemelde plaat s niet zegt, x.m wien hy zulks of'uichet hem vertelt heeft, zoo is hel /ekerhk twyffelachtig, of hy zich wel by de reihte Smid heeft laten beflaan. Hier heeft men nooit gebrek gehad aan men- fehen, die iemand gaarn zoo wat op den mouw binden« en zoo gaarn een leugen als de waarheid zeggen, al zouden het ook I lot- teniotten zelf gedaan hebben, zoo als my van hen zelfs verfcheide malen gebeurt is. Daarenboven zyn de menfehen ook niet van ee- ïHuly humeur, dat zy iemand, die niet van hunne religie is, ten cer- üen de rechte waarheid zeggen zouden, 't welk hoe fchandelyk, echter van velen gefchied. Zom- migen verbeelden zich ook wel , dat fchoon zy de zaken nog zoo wel weten , dat zy niet gehouden zyn, die aan een vreemdeling, die heden of morgen weder elders is, ten eerden te openbaren ; daar be- nevens doet de lichtgelovigheid by een Reiziger zeer veel, waar door zich iemand zeer licht be- drogen vind, te meer wanneer hem iemand voorkomt, die hem op zync vragen met een ernflige tronie antwoord , fchoon geen woord waarheid is, 't geen hy tot antwoord bekomt. En wyl het nu zoo ernftelyk gezegt en voorge- geven word , zoo kan het licht ge- ichieden, dat de allcromzichtigile zelf kan milleid worden. Hoewel ik nu het zelfs daar "crSc,]r5r' voor hou, dat de fcherpzinnigheid dativfa- van den gemcldcn Heer deze laat- j*"***1 fte omitandigheid zal ontfnapt ™!bnCK zyn, zoo is echter te twyffclen , ofhv de andere ook wel /al heb- ben können ontlopen. Derhalven geloof ik vaitelyk, dat hem de een of de ander op dees of gecne wys achter het net geleid , en hem de witte Hottentotten wys gemaakt heeft. En om zulks te doen, is 'er 4+8 BESCHRYVING van de De? 'er maar een nieuw gebore Moren kind van noden geweeft, 't welk zoo wit als een ander Europeaans kind voor den dag komt , doch dat binnen 8 tot 14 dagen al het wir, buiten de oogen en tanden, zoo als binnen in de handen en on- der de voeten, verliert, en byge- volg zwart 'er uitziet , gelyk ik zulks zeer veel zelfs gezien heb. Zou hy echter door den Heer daar 'er nog zwarte nog witte Hot- tentotten blb>"dat Gouverneur zeif, 't welk ik e- venwel niet denken kan, mifleid 7vn , zoo is zulks zekerlyk ten dien einde gelchicd j om hem te meer te doen verwonderen en in zyne fondamenten der Geo- graphie dwalende te maken , uit hoofde van welke Geographie hy xvel kon weten, dat zoo dicht by de Tropkns gene menfehen wonen können', die zoo wit als de Europeanen zyn , waaromme de Italianen , Spanjaarden en Por- tugcezen geel genoeg zyn, daar zy echter nog ver genoeg van den Tropen s wonen, 't 7.y zoo als het wil, en had de Heer Pater het ook uit eige beweging gezet, zoo is dit gewis, dat 'er zoo wei- nig witte als zwarte Hottentotten gevonden worden. Wat Ivcrt- De derde, de belle en waarach- 52rfSande t]g&e men'nS bewaarheid Ivcrt- Hottentot- fen L'ib. IV. c. 19 wanneer hy ten mt:d. Zegt, dat zy zoo zwart niet als de /Ethiopifche Moren zyn. Naar myn gevoelen , zoo maakt hy hier door wei eéfl handtaftely- ken onderfcheid tuflehen de heele zwarte /Ethiopifche en andere diergclyke Moren', en tuflehen de witte Europeanen, om dat hy de/en als cen middelzoort , die niet recht wit en niet recht zwart zyn, in 't midden Helt. Die ooit een oprechte Zigeuner gezien heeft , die niet door de konlt zwart gemaakt geweeft: is, maar zvne natuurlyke koleuruit Egip- tc met zich gebragt heeft, die kan zich licht verbeelden, hoe een Hottentot natuurlyk en zonder dat hy zich zwart gemaakt heelt, moet wezen , namelyk bruinder en donkerder als een Spanjaard, Portugees of Italiaan, en witach- tiger als een /Ethiopiër of ander diergelyke pikzwarte Moor. Kortom, zyne natuurlyke koleur is of Caitanien-bruin of veel beter koffie-koleur. Alzoo zoude dan hiermede ook dit algemene Huk dat de Hotten- totfche natiën betreft, verhandelt yyn, en hope ik niet, Lezer, dat myne vryheid in het onderzoeken van verfcheide meningen u tegen- gegaan zal hebben , om dat myn voornemen alleen geweeit is om n Van alles grondige en toeverlatige naricht mede te delen. Nu hou ik nog nodig onder de generale (lukken, welke alle Hottentotfche natiën betreften, mede te delen het Accoord, Verbintenis of Al- liantie, welke zy met de hier wo- nende Hollanders gemaakt heb- ben , waar van den Lezer insge- lyks meene deelachtig te maken? doch zulks zoo kort als mogelyk* op dat het niet weder als het eer- fte buiten de fchreef gaat , en met het voornemen , dat gy kont we- ten i op wat wys een Europeaan- fche vyand ontfangen zou worden, wanneer hy zich wilde verltouten, den tegenwoordigen Bezitter uit zyn voordeel te dryven. Deze verbintenis is niet fchrif- De Va tclvk gelchicd , zoo als anderen j!j"^ ordentlyk plegen te doen ; ten 'en rad rainften heb ik nooit gehoort, dat ' /.'^"j een diergelyk fchriftelyk opftel hebba by de Regiitratcur aan het Voor- jjjj*j| gebergte bewaart word; 'twelkfchiót zonder twvftel daarom gefchied is, om dat deze natiën altczamen, hoewel zv een volk op zich zclven uitmaken, echter niet eenen on- der hen hebben, die fchryvcnof lezen kon ; der halven zou het maar van eenc kant verdaan heb- ben können worden , daar men ondertullchcn aan d'andere zyde niet geweten zoude hebben, wat in het gefchreven vcrgelyk ont- houden was. Des niette min wierd KAAP de GOEDE HOOP. +49 wicrd hel zelve zoo ftyf en onver- breekel) k van beide y vden gehou- den, dat men niet anders /.nu denken, of twee van de gecivili- fccrilc natiën hadden een verbin- tenis met elkander aangegaan, en zich '/eer naauw met elkander vereefligt ; daar het evenwel aan de kant der Hottentotten heel veel fehcclt, dat men ze onder gecivilifeerde en welgemanierde natiën tellen zoude. Hier uit blykt al wederom een Haaltje van haar naturel , uit hoof- de van het welk zy menigen Kris- ten befchaamt maken , die hoewel zy zeer naauwe vriendfehap met elkander maken, en zich metee- de verbinden en beloven, dat de een tot des anderen byftand , be- fchutting en zekerheid bereid , en daar toe helpen en gedienftig zyn zal , echter zulks fchoon het fchriftelyk gefchied en belooft is heilig na te komen, niet vervul- len ; en veel minder by zich be- denken, wat zulk een bekrachtig- de verbintenis in zich vervat, 't welk zy dagelyks lezen , overden- ken en fchier herkaauwen können. En houden deze wilde Hottentot- ten het geen zoo onverbrekelyk , 't welk zy maar by monde belooft en verfproken hebben, fchoon zy zich verder met niets als met blote woorden verbindelyk gemaakt hebben, zoo is het ontwyffelbaar, of zy zouden , wanneer zy fchry- vën of lezen konden, dat geen nog veel vaiter houden, waar toe fcy zich fchriftelyk verbonden had-' den. Zy maken ons daar in niet al- leen befchaamt , maar wanneer wy met onze gedachten een wei- nig verder gaan en op God zien willen, zoo doen zy het ook daar in, dat indien zy van God enGods- dienit zoo wel als wy, onderwezen waren, zy hunne belofte, waar mede zy God verplicht zouden zyn , veel onverbreekelyker zou- den nakomen als wy , helaas ! die Kriftenen zyn en heeten , en ons L Deel. ook na het exempel van Kris- tus moeten en willen richten. W ant houden zy hunne woorden aan de menfehen , welke zy voor oogen hebben , zoo getrouw, itandvaltig en onverbreekelyk gc- ftand, wat zouden zy dan niet on- trent God doen, dien zy niet / ien , en van den welken zy echter weten , dat zy en alles wat in de waereld is , van hem afltamt en oorfpronglyk gefchapen zyn , zoo als ter zyner tyd breder zal aan- getoont worden. Doch deze refledien behoren hier niet, maar ik moeft liever zeggen , dat zy met de tegenwoor- dige Bezitters van de Capo , de Hollanders, eenOf-en Defenfive alliantie gemaakt hebben, nadat zy voorheen lang tegen hen had- den gevochten, en hen het ver- kogte land, waar over zy fchenen rouwkoop te hebben , uit de han- den 't ontwringen, en t'eenemaal uit het bezit te zetten; om die re- de hebben zy ook zeer bloedige oorlogen tegen elkander gevoert, zich daar tegen kantende , dat de- ze vreemdelingen in hun land zoo wel als zy zouden komen regeren, tot dat zy eindelyk met grote fcha- de en verlies van de haren wyzer wierden , en in pkats van het ge- durig krakkelen , ftryden en bloedvergieten, een eeuwige vre- de floten, uit hoofde van den wel- ken zy elkander een eeuwig du- rende vriendfehap verfproken , en belooft hebben , het trouw met elkander te houden. In deze gedane belofte is geene Hoe de ge- party tot nu gebrekkig gebleven, °»akte& maar heeft die in alles nagekomen; nu door aangezien de Hollanders tot nu o- •»a^P«1- veral vry en onverhindert in het komen«0"' land gaan en handelen können waar ze willen, en 't geen hen be- lieft; behalven dat het nu op zul- ke wys niet meer gefchied, als wel voorheen, dat men de arme menfehen in plaats van gerede penningen voor haar vee, lode kogels in de huid jaagde, en vele L 1 1 dood- BESCHRY VING van de 450 doodgefchoten wierden, 7.00 als op een andere plaats verhaalt en aangetoont zal worden. Daaren- tegen hebben de Hottentotten de vryheid , in het land te doen en te wonen, wat en waar zy bequaamft oordelen, zonder dat een Euro- peaan, zoo zy hem anders in zyne handtering niet hinderlyk zyn, iets daar tegen derft zeggen. Zy wer- den daarenboven , wanneer zy uit het land komen, en aan den Gou- verneur een viiite willen geveiK_têgen deze of gene in 't land wo- De Illuftre Compa- gnie noemt den. zeer minnchk ontfangen, en voor hun met zich gebragt en vereert vee, met tabak , brandewyn, co- ralen en andere diergelyke zaken, weder befchonken, en na dat de alliantie hernieuwt is, weder na hun land gelaten. Vermids zy nu elkander alle hulp en byftand belooft hebben, de Hotten- zoo is licht te denken, dat daar Geamee^ ZY de Hottentotten op hun woord zoo flyf en vaft houden, de Hol- landers ook, die insgelyks overal, en ook hier zoo wel als in Ooft-In- die voor trouw en oprecht be- roemt zyn, aan hunne kant niets zullen verzuimt hebben, wat tot onderhouding van deze goede vriendfehap en harmonie dienen kan ; derhalven ziet men ook uit verfcheide brieven van de Illuftre Compagnie, welke zy aan hunne Gouverneurs hebben laten afgaan, dat zy deze Natiën altyd Bondge- noten en Geallieerden genaamt , en daar voor erkent hebben. Daar uit is ook licht af te nemen, dat de Hottentotten aan hunne kant het redelyk menen , om dat zy u mneer' zomtyds twee Natiën van hen met elkander breken, en in een binnenlandichen oorlog ge- wikkelt worden, altyd de Illuftre Compagnie of in haar naam den regerenden Gouverneur tot hulp roepen en des/el fs byftand ver- zoeken, waar in ook altyd de be- ledigde party te gemoed gekomen word, en zonder dat die party de onkollen hoeft te dragen , den oorlog geeindigt , en het geheel verfchil bygelegt word. Gelyk zy nu van de Iluftre Hotte Compagnie goede en trouwe by- J,™^ ftand genieten , zoo bly ven zy aan i«nder hunne kant ook niet in gebreke , ^eann"n'j om alles wat tot hare zekerheid «nig< (trekken kan , by te brengen ; zulks ]™s '; is tot nu daar uit gebleken, dat zy tegen zelf, wanneer zomtyds d'een of \ntin u ander Hottentot in t o\ zonder , of ook wel een gantlche Natie iets nenden Hollander opgevat , en voorgehad hebben , hem te be- fchadigen , gemeenlyk de eerften geweeitzyn, die het aan de Hol- landers, of ook welaan den geen, op wien het in'tbyzonder gemunt was , bekent gemaakt hebben, en ook niet gemuit, wanneer men zodanigen bezocht, of zelfs ter verdiende ftraf getrokken heeft ; waar uit alzoo klaarlyk blykt, hoe trouw , ftandvaftig en onverbreek- lyk deze Verbintenis van weers- kanten nagekomen word. Wie zou nu können twyffelen , DeH als de Illuftre Compagnie door een **nu^ buitenlandfche vyand quam be- Holla fprongen te worden, 't welk ech- j™1* ter God in genade verhoede! of wann deze menfehen zouden insgelyks "nvvl hun beft doen , om hunne oude w,ide en trouwe Bondgenoten met alle trac*j' mogelyke hulp en getrouwheid by Ponte' te fpringen? In der daad, indien dcn- iemand wilde pogen, hen hier ee- nig leed te doen , zoude aan de Hottentotten een gevaarlyker vy- and aantreffen, als hy tot nu mif- fchicn denkt ; want behalven dat zy zekerlyk zeer talryk zyn, en haaft een tamclyke armee können op de been brengen, zoo is het niet goed met hen te vechten, om dat al hun geweer en krygftoerus- ting vergift is, zoo als op een an- dere tyd breder zal aangewezen worden. Wanneer zy nu of on- der Duitfche of onder Europeaan- fehe zoldaten, waar van de Illuftre Compagnie altyd ruim 600 man tot KAAP de GOEDE HOOP. +51 tot een bezetting alhier houd , ge- doken , en aan hen vertrouwt wierd het oever te bewaren, /.ou- de zekcrlyk geen buitenlaridfche vyand zoo licht derven onder- daan, voet aan land te zetten, of anders wanneer men ze maar al- leen liet gaan, en aan het drand en ook eenigc kleine havens te be- waren gaf, zoude het landen ook zeer moejelyk vallen, en fchoon deze genomen wierden, moeden zy hen echter vervolgen, waar door zy wel haad in het net zou- den geraken , of zy moeden ver- wachten, dat zy een lidige vyand van achteren en de Europeanen van voren zouden hebben, t welk weder groot gevaar zouden ly- den. )es schry- Alzoo ziet de Lezer, hoe ge- Shaan vaarlyk het voor iemand zoude Hoihn-2yn, die zich wilde onderdaan, aan de Hollanders of de Illuftre Iers. Compagnie hun Ikzittings-recht moejelyk te manken. Ik kan ver- der niet als een hertdvke wenfeh daar by voegen , dat God hen al- les na wenfeh late gedyen, en hunne herten zoo regeren, dat zy die trouw, welke deze Heide- nen, zoo als ook blinde en wilde Hottentotten hen bewyzen, aan hunnen even Kridenen laten zien , en hunnen zegen ook aan anderen genieten laten ; en vermids zy zulks tot nu gedaan hebben, 700 denk ik niet, dat zy het in 't toe- komende ook niet doen zullen. Vermids nu de generale dukken , die ik voorgenomen had, en die na myn oordeel voor afgaan moe- den, zodanig uitgevoert zyn, dat ik hope, dat ze eenig genoegen zullen hebben gegeven , zoo zal ik dit Hoofdftuk bier roede flui- ten. XXVII. HOOF T- I. TieeL LU 2. 45* BE SCHRY VING vande XXVII. HOOFTSTUK. Van de onderfcheide Natiën, der Hottentotten , en in welke Oorden zy te vinden zyn. De Scbryver onderzoekt ''t voorgeven van andere Scbryvers aangaande de Natiën der Hotten- totten. De Köchoqua Natie, waarom die zoo genaamt voord. Wat de Bofchjes-i mannen zyn. Dappers verkeert beriebt van de Hottentotfche Natiën. Des Scbryvers revoelen over het beriebt van Pere Tacbart. Handel met de Hottentotten is verboden* Word aan een Hottentot van tóegen de Compagnie opgedragen. Dit word trouwelyk en met groot voordeel van hem mtgevoert. Geraakt in ongunfi , en word op V Robben Ey- land gebannen. En word gedood. Hoe bet verbolgens met de Hottentotfche handel is eeearn. Deze Handelaars hebben op een flechte wys met de Hottentotten gehandelt. Hoe zig de Gouverneur lier in heeft gedragen. De Scbryver heeft een net verhaal van de ge- (feldhetd van^t 'Land vnloren. Welke Hottentotfche Natie de Kaap (che Colonie voor de komfl der Hollanders heeft bewoont Hebben tevergeefs gepoogt de oude Vry beid weder te krygen. Maken eindelyk Vrede met [|rj Hollanders. Waar zig de Kochaquas Natie be- vind. I Zy hnnen heter met bet Vee-hoeden te recht komen «Is de Hotlanders. Hoezy het Gras verbranden Befchryving van de Suffaquas Natie en deszelp Land. Vast de Odiquas Natie, Een Soldaat word op Schildwa^t door een Leeuw omgebragt. Dt Schryver communiceert een brief over dit geval aan hem gefihréven. Van de ChirigrU quas Natie. Van de Grote en Kleine Namaqnas Natie. Een'tge aanmerkingen over hutt Land en over Miros Caftel. Een byzonder zoort van bonte Bokken. Befchryving van een Gcvegt der Hollanders met deze Natie. Hebben een Gezandfchap naar de Kaap gezonden Misflag van P. Tacbart aangetoont. Befchryving van de Attaguas Natie en van hun Land. Van het Land der Gunjematms. Befchryving van het Land daat de Koopmans Natie woont Van de HaJJaquas Natie. Zy können de I ion ing zeer behendig uit de Bergen halen. Dunquas en Damaquas Natie. Van de Gauros Natie. Van bet Land der Chamtouers. Zy zyn dappere Luiden. Land. I 'andeCaffers Van hunne . fandet. Van een Engelsman die zig onder hen bevond. En wat verder aanmerk en sw aardig onder hen gevonden word. Van de Sonquas Hottentotten. Befchryving van het Land der Van het Land der Houteniquas. Van de Hey kom s Natie en hun HEt zal den Lezer hoop ik, niet verdrieten, dat ik na de tot nu begönne materie, waar in van de Hottentotten in 't ge- meen gefproken is, die men ech- ter voorheen weten moet, en welke materie ik zoo goed als in myn vermogen gcwecit is, ver- handelt heb, voortga, de Sfcaa- lia te melden, die men moet w e- ten , voor zoo verre men van hun leven en wandel, zoo als ook van al het geen van hen kan gezegt worden, grondige en onpartydi- ge naricht hebben, en ze inzien wil, zoo als ze eigcntlyk voor en aan zich zelven is, en zich zoo wel Voor /ich zelven als voor' een mder opdc Maar om daar toe te komen, is beft, dat men alvorens weet, of zy een algemene Regering s-vorm hebben, dan of dezelve in vele le- den beltaat ; zulks kan men niet grondiger, cigentlyker en onwe- derfprekelyker navorfchen , dan dat men ziet of zy uit een of veel Natiën beltaan : Want zoo weinig als een Regent in Europa , die ve- lerhande Natiën onder zich heeft, we*lke hem moeten gehoorzaam zyn , en ten dienfte ftaan, zich be- roemen kan, dat hy ze allen op eenerlei wys en met eenerlei wet- ten regeren kan , zoo weinig zal het ook hier by zulke blinde Hei- dens gefchieden können, fchoon zy gene anderen dan natuurlyke wetten KAAP DK GOEDE HOOP. 4.53 wetten kennen , aangezien ttn minltcn de uiterlyke omilandighc- den daar by veranderlyk /.uilen vu, fchoon voor 't overige in 't hoofdwerk niets onderfcheident- '\k aan te merken is. Om dan de veelheid der Natiën recht te weten , die onder hen ge- vonden worden , oordeel ik niet genoeg te 7.yn * dat men flechts zegt, zy voeren dezen of genen naam, maar daar benevens is no- dig, den oord en plaats aan te wy- zen , waar zy leggen , en wer- i waards hun land grenft, om daar na duidelvkcr te zien, wie hunne naarte geburen zyn. Zoo veel my bewuft, heb ik zulks nogby nie- mand aangetroffen; daarentegen zie ik j dat aan velen van dezelven namen gegeven zyn, fchoon zy allen onder den aangehaalden naam niet bekent zyn, of ten min- iten hedendaags niet meer aange- troffen worden ; 't welk echter , alzoo 'er nooit eenige zyn uitge- roeit , behoorde te zyn , wanneer de Schry vers recht achter de zaak geweeft waren , ten eerften alles wat zy hoorden zeggen, en wat hert vertelt is , gefchreven en voor de onwederfprekelyke waarheid hadden willen laten doorgaan. Beft zal 't zyn , hun voorgeven , een weinig naauwer te overwe- iügcven gen, eer en alvorens het myne , »ande- Voor zoo veel ik door de ervaring n aan- > ... D : Schry- I onder- :kt het Il aan ■mie de daarvanwect, daar by doe. Zo- oien der danigen worden van zelfs in twee x' Claiïis verdeelt, welken eerfte de beroemde Anderfin uitmaakt , wanneer hy van deze gemelde Na- tien zegt, als volgt : 7) e Hottentot- ten verdelen zich in twee Claffis , tiamelyk de Hottentotsman, en de Sulthaniman , zoo als een Hot ten- tot, die Engelfch kon fpreken, my zelf vertelt heeft; de Sulthanien zouden Rovers zyn , welke om hun- ne misdaden van de Koningen in Afrika zyn verjaagt ; maar de Hottentotsman ingeborenen van de- zen $ord. Ander fin Lïbi I. c. 4. ar, int e Arnold in Mrrklin Reisbe- ichryving/v/cf 1 100. Doch behalven dat hy niet meer als twee Natiën naamen geeft, zoo ishyook buiten dat ontrent den naam en ook deels ontrent de zaak zelfs mis. De Sulthaniman- ne/Hy of die hy alzoo noemt, voe- ren dien naam gantfeh niet, en het zoude ook wel fchvnen, als of die ter bevel van den Turkfchcn Sultan ftonden, of van zyne reli- gie waren, 't geen beide valfeh en ongerymt is. Zy heeten veel meer iSW/zWi-mannen of Salthaneha- Dxkocha- .. . 1 qua Natie j ter, ot wel nog beter te zeggen, waarom kochoqua. Niet zoo als Dapper in die lu0 se* A/, ■ ' s JJ , ruamt Africapag.60^. . . zegt, omdatwwi zy dicht by 't Voorgebergte wo- nen, maar veel eerder daarom, om dat hun diftrict by de Saldan- ha-Bay is , daar ze hunne wonin- gen hebben In de zaak zelf dwaalt hy ook zeer veel, wanneer hy aan deze gantfche Natiën de fchandelyken toenaam geeft, dat zy zouden Banditen zyn , of zodanige men- fchen, die om hunne quade mis- daden door de Afrikaanfche Ko- ningen zyn verjaagt ; alzoo men zoo wel eerlyke luiden onder hen vind, als onder andere Hotten- totfche Natiën, die zich eerlyk en redelyk zoo als ook vroom en trouw gedragen. Dat 'er echter ook guiten onder hen zyn , is niet te lochenen , en zal wel op een an- der tyd bewezen worden, dat ge- ne Natie van dezelven t'eenemaal vry leeft, zoo als in ieder Natie in Europa goeden en quaden ge- vonden worden ; en gelyk zy daar na den aardt van hunne misdaden verfcheide namen voeren, zoo worden zy hier ook onder deze menfehen verfcheidcntlyk ge- naa'mt ; dog in 't gemeen worden degenen, die zich met Helen ge- neren, Bofihjes-mannên, dat is, watd* zodanige menfehen, die zich in ßofchj« de Gebergtens of Boffchen ont- ^u houden, en zich onder eerlyke luiden niet of heel zelden, daar zy Lil 3 on- 4+5 BESCHRYVING van dê totfche na- tien. onbekcnt zyn , laten zien , ge- naam t. Dappers [n Je andere Clafïis hehoort de bmduvan aangehaalde Wapper , die . hier de Hütten- wel niet blind, doch echter ver- keert toegetaft heeft. Deze heeft ook wel de Hottentotten Hechts in twee delen gedeelt,na- melyk in zulken, die dicht by het Voorgebergte van de Kaap de Goede Hoop wonen, en zulken, die zich met ter woon land \\ aards in begeven hebben , doch hy ver- klaart deze eeritgemaakte verdee- ling op de volgende wys: T)e Hottentotten , zegt hy , welken dicht by het Voorgebergte leggen, werden wederom inde Chorochau- ker , Goringhaiker , Goringhaiko- ncr, Rochoker, of Sahdanhater en Hofiier verdeelt , de land- waards in wonende Hottentotten heet en de Vanauker , Koboner, Soaker, Namaker , Heufaker , Bri- gantier , en Hankamker , van de welken men , zegt hy wyders,^?/- nig bericht kan hebben , om dat ze zoo ver afgelegen zyn> doch werd gezegt , dat deze met geene Hot- tentotten, die dichtfl by het Voor ge- borgte wonen , meefl overeenkomen. Vid. ^Dapper in Africa pag. 6oz. 603. 61 4.. & ex eo Arnold, in not. ad Merklin. Reisbefchryving p. 11 00. Wie deze reeds gemelde verde- ling der Hottentotten ziet , zal zich zonder twyffel verbeelden, dat 'er velerhande natiën van een en het zelve volk zyn moeten ; die echter de verdeling van andere natiën daar tegen houd , zal zyne verwondering wel haalt laten va- ren. Had de gemelde 'Dapper maar alle natiën by hunnen rech- ten naam genoemt, zoo zou het zeer wel gedaan zyn ge weeft, doch wyl hy of ócn rechten naam niet zegt , of aanwylt, in welk gcwell van de u aereld men dees of gene natiën /.al zoeken, gclyk het ech- ter aan een curieule Reiziger of jLandbefchryver betaamt, zoo is op deze zyne pragtigc verdeling ook niet veel Haat te maken , of te geloven, dat hy ooit een Hot- tentot, of veel min hun Land ge- zien heeft. Het zal my derhalven niet zwaar vallen, om hem met veel woorden het tegendeel, en waar in hy gemilt heeft, aan te wyzen ; te meer door dien wel haaft het geen volgen zal , 't welk de ondervinding daar van geleert heeft. In dit fmk heeft de Hooggeleer- Wal de 'P. Tachart beter gehandelt, en Schry zou ik hem wel in de derde Claf- ^J fis können brengen , ten ware ik richt dacht , dat hy door een Lateinfch 1"nef[ bericht , 't welk hy in zyne Siam- fche Reis pag. 95-. feqq. ingelyft heeft, milleid was, gelyk zulks zyne te gelyk aan 't licht gegeve en in gemelde Reis ingelyfde Landkaart fchynt te bekrachtigen. Want hy zet niet alleen achtervol- gens het gemelde Bericht , overal den behoorlyken naam van ieder Natie, maar ook den oorden de plaats in die kaart waar men ze be- hoort te zoeken en ze vinden kan ; het is derhalven des te prys- waardiger, om dat ik verzeker- der weet , dat hy zelf in het land niet gekomen is, en dat hy zulks by de toenmalige Regering niet heeft derven doen , onder voor- wendzel , dat de Illuftre Compa- gnie het niet hebben of toeltaan wilde, hoewel ik echter flerk twyffel, of zulks van de gemelde Illuftre Compagnie ooit verboden geweeft is. Dat ik echter denk , dat hy door het meer gemeld bericht zal vervoert zyn, befluit ik daar uit, om dat daar in de Sonquas Hot- tentotten voor de eerfte natie op- gegeven worden , daar men ech- ter nog de Capijche nog de Koop- mannifchey nog de Heiïaquas aan- getoont heeft , welke allen voor leggen. En genomen, men wilde zeggen, het quam hier maar alleen op de nieuw ontdekte natiën aan» zoo als ook het bericht meld, zoo heb ik echter nog dit in te bren- gen, KAAP dl: GOEDE HOOP. +55 »tP.T* tt ver- niet ft aan- jlult. gen, dat ik mv niet weet. te ver- beelden i hoe cl.u de genen, die een /ulke Landreize en nieuwe ontdekking gedaan hebben, zoö tonecriten uit het Ooiten naar het Noord- Weiten en alzod dwart door het land hebben können gaan, /.onder onder wegen niet eerder een andere natie aan te tref- fen , voor dat ze by de Namaqudi gekomen zyn? Zoude hen din verder wederom geen natie ont- moet zyn, toen zy weder dwars door het land naar het Ooiten ge- reilt zyn , en zichj na de Vtiquas natie geinformcert hebben? Wan- neer zy zich van daar Noord- waards tot de Gauros , ofgelyk hy |ze noemt , Ganriqnas, bege- ven hebben , zouden de Sonquas hen toen onbekent hebben kön- nen bly ven ? Te meer daar zy zich zuidwaards tot de Heffaquas heb- ben gekeert ? En hoe moeit: het verder gekomen zyn, dat toen ze van het Ootten rechtdraads na het Weiten zyn getrokken, en alzoo hunnen weg midden door het land genomen hebben , hen geen natie zoude zyn voorgekomen, eer zy by de Gorigriquas aangeland zyn , nademaal echter deze aan elkander grenfen , en zy ten miniten een klein ftuk lands van de Dunquas hebben moeten doortrekken. Het blykt alzoo hier uit genoeg- zaam dat de Heer T. Tachart door dit Bericht zal milleid zyn , te meer vermids het ook in de kaart aan de rechte fituatie van dezelve fcheelt, en overal nog andere natiën daar 'tuiTchen had- den moeten gelalt worden ; daar- enboven itaat in het gantfche be- richt ook niet een woord van de geiteltheid van het land , waar na een Liefhebber van vreemde lan- den billyk vragen zou ; doch ik acht, dat de menigerhande ver- tellingen, die hem daar van zyn gedaan , hem gantfeh verward zullen hebben gemaakt , en hy liever niet met al , als tegen el- kander lopende zaken;, waar on- trent In wegens de voorgemelde oorZaak niet achter de waarheid heeft können komen , heeft wil- len fehryven, alzoo ik verzekert ben , dat zyn curieufe inborit niets zoude hebben nagelaten, wat tot opheldering der zaak dient, by te brengen. Eer en alvorens ik zelf nog een voet in 't land heb gezet, heb ik velerhande vertellingen gehoort, en in 't byzonder van die genen nader bericht ingenomen, welken uitgeweelt zyn, om met de Hot- tentotten, zoo men hier zegt, te ruilen of te troqueren. Hoeveel moeite ik echter deed, hebbe ik nochtans meefl altyd verfcheide narichten dan van dezen en dan van genen bekomen, die of in dit of in dat ftuk niet overeenquamen. Ten laatlten heb ik de moeite ge- nomen , om ze tegen eikanderen te houden, en daar uit eindelyk een befluit gemaakt , dat het geen, 't welk van vele op eenerlei wys vertelt wierd , waarachtig moeite zyn, gelykik dan daar na, wan- neer ik het land zelfs een weinig doorkruifte, waargenomen heb, dat ik daar door zekerlt had ge- gaan , om dat ik meeft overal het zoo bevonden heb. Het doet mv echter zeer leed, Deeerfte dat ik den treftelyken opltel, wel- ^^f ke ik ter myner notitie daar van toren ge- gemaakt had , nevens zoo veel an- uakt' dere zaken verloren heb , waar uit ik den Lezer zekerlyk genoeg- zaam fatisfaótie zoude gegeven hebben ; edoch troofl ik my we- derom aan de andere kant, dat on- der vele oude en niets geachte brieven , nog eenige gevonden heb, waar door het geen, 't welk ik nog in myne geheugenis had , vernieuwt en verfch voor de oo- gen geitelt is, uit de welke ik hem alzoo een duidelyke naricht hoop te geven, dat niet valfch of ver- ward zal zyn , hoewel het my, daar ik het verlies van den eeriten opltel nu eerit recht gewaar word, niet weinig moeite zal koften, al- les 456 BESCHRYVING vande les in behoorlyke order voor te i brengen. Wat is evenwel aan de moeite gelegen? welke die haat, moet alle correspondentie myden, en verwachten, dat een goed vriend hem ook niets ten gevalle doen zal. B;rotpt j)e Lezer gelieve zich maar ï'.chopivn , & , voorgaan- eens weder te binnen te brengen , de Bericht. Wat fa voorheen reeds heb ge- meld, daar van de veruitgeitrekt- heid der Europeaanfche Colonien alhier, gefproken heb; ik heb daar wel de vruchtbaarheid der landen, welke door de Europeanen be- woont worden, mede aangehaalt, dog van de Hottentotten de min- de melding niet gemaakt , fchoon zich nog veel onder hen bevinden. Zulks is niet uit onachtzaamheid of ander inzicht gefchied , gelyk als of het toen myn werk niet was geweeft, van de Hottentotten te fpreken, of dezelven onder de Europeanen te mengen; deswe- gen heb ik ook niet eens gemeld, hoe de Natiën heeten, welker land de Europeanen bezitten en be- bouwen, maar ik heb het voorbe- dachtelyk tot nu bewaart. Wanneer hy zich nu dat gene gelieft te erinneren, zal hy ook vinden, dat ik heb gezegt, hoe ik 700 wel Ooltwaards als Noord- » waards verder gaan , en om de lan- den der Hottentotten te bezien , voordellen konde,doch wyl zulks buiten de palen der Colonien was, wilde ik het nalaten; 't geen ik rrhter toenmaals uitgeftelt en tot nu gefpaart heb , denk ik nu uit voeren, en hier nevens werk- Uig te m;iken, niei tu\ (Velende, of de Lezer zal /ulks ook gaarn zien, en daarnevens denken, dat ik hem nooit iets heb belooft, 't welk niet met 'er tyd nagekomen heb, indachtig zynde het oude fpreekwoord , Omme prounflitui cadn in debitum , dat is: belofte maakt fihult. Op dat ik echter ook een or- dent!) k begin van de zaak make, /" > lal ik dca Lezer van het Voorgebergte aan wy zen, welke natiën tegen het Noorden leggen; daar na zal ik hem de genen to- nen, die het Oolt-ltrand bewonen; ondertuiTchcn zullen de genen die wat ver van zee wonen , ook niet worden vergeten , maar ordentlyk daarnevens aangewezen worden. De Lezer zal het ook niet qua- lyk nemen, wanneer hier endaar de Ruilers of Troquerers, die het land eerlt gekondlchapt hebben , aanhaal , voorheen echter een al- gemeen Bericht van dezelven voor af zend, en als dan in de nu aangeweze order voortga, op dat in dezelve niet worde opge- houden en het verfprokene uit- voeren kan. Is derhalven dienftig te weten, „Sï dat de Generale Ooit-Indiiche Hotte Compagnie by een fcherp Man- Kj daat aan alle en een iegelyk inge- word« zeten verboden heeft, met de Hottentottente handelen, of op eenandere wys te troqueren, wyl zy zulks als een byzonder Regale voor zich behouden, en aan nie- mand in 't byzonder geftaan wil- de, daarby voegende , dat de ge- nen die tegen haar verbod handel dreef, en betrapt wierd , itreng geitraft , en na bevind der zaken tegen hem zoude gehandelt wor- den. Dit verbod is ftyf en onver- JJjJ breeklyk naargekomen , en ten tentot dien einde zekeren Hottentot,^J™f genaamt Claas, die in mynen vo- Comp rigen reeds gemeld is , door den gme' toenmaligen maar nu zaligen Heer Gouverneur Van der Steil verkoren, om in den naam van de gemelde beroemde Comgagnie uit te gaan, en met zyne Lands- luiden de Hottentotten voor haar te handelen, het verhandel- de na het Voorgebergte te bren- gen, en aan den Heer Gouver- neur over te geven. Op dat nu alles oprecht gefchiede en een ie- der voor zyn gegeven vee, 't vf offen of fchapen, de bedonge waarde daar voor bekomen kon- de, KAAP de GOEDE HOOP. 457 de , vertrouwde de Heer Gou- verneur uit de gemelde Magazy- nen van de Compagnie aan hem het nodige van Tabak, Brandc- wyn , Rvs , Naalden , MeflTen, Koper, Metaal en diergefyke din- gen meer ; op dat hv echter zelf ook zeker zvn kondc, en geen quaad van zyne Landsluiden te duchten had, als die anders zeer misgunltig zyn , wanneer de een wat meer in aanzien is als de an- der, zoo wierden hem twee an- dere Hottentotten tot zyn lyf- wacht tocgevoegt , welke met maphanen en degens verzien, hem bewaren , en hem altyd onbefcha- digt aan het Voorgebergte te rug brengen moeiten, ryftde- In zulk aanzien en met zulke ^aenndel macht heeft nu dezeeerlyke Hot- etgroot tentot veelmaals zich in 't land wdcci. gexvaagt t en zonder de minite ei- gebaat alles getrouw voor de II- lultre Compagnie waargenomen ; waar door hy ook by allen hoe langer hoe meer credit maakte, en het zoo ver bragt , dat men aan zyne oprechtheid in genen dele meer twyffelde ; gelyk hy ook nooit t'huis is gekomen , zonder dat hy niet alleen een goede par- ty fchapen en ander vee met zich gebragt , maar ook daarenboven een tamelyke proviiie van deze toevertrouwde goederen overge- houden en nevens het gehandelde vee weder aan den Heer Gouver- neur overgegeven heeft. Welk genoegen de Illuftre Compagnie daar uit gefchept heeft, en of zy zich niet met de hope konde ftrelen, dat met 'er tyd nog wel meer anderen zouden worden gevonden, die tot haar dienft bequaam waren? zulks laat ik aan anderen oordelen. Dat blykt mynes bedunkens klaar daar' uit , dat zy niet gaarn vernomen hebben,' hoe met hem daar na ge- handelt is, aangezien zy dan ook ablblut beval , en hebben wilde , dat men hun getrouwen dienaar weder in 't geheel herltellen zou- I. "Deel. de, 't welk echter van den gemcl- den Gouverneur, wyl het met zyn bel ing niet overcenquam, in ge- nen dele nagekomen wierd, zen- dende den gemc-lden Hottentot met een gedeelte van /yn eigen vee weder na huis. Zoo aangenaam hy echter aan v' '*lIvan t> j e ■ 1 1 ■ "c ver* de llluflrc Compagnie was, en zoo dacfc ge- trcfFelyk hy ook altyd uitmuntte,1, om dat hy in alle gclcgenthcdcn zynen yver voor dezelve zien liet, zoo gehaat maakte hy zich in te- gendeel aan eenige Minifters van de gemelde Compagnie, die zich niet verbeelden konden, dat een Hottentot zoo vele dienlten voor niet met al doen konde. Zy wa- ren veel meer der ydele mening, dat hy zyn eigen belang rykelyk daar by vinden moell, te meer om dat zyn goed en vee tamelyk fterk was, 't welk hy van zyn vader ont- fangen en geè'rft had; daar by quam noch, dat de Kapitein van de Koopmannïfihc Natie die hem Eenander deszelfs vrouw te rug gehouden houdT™ had, die van hem weg, en tot den vrouw te Koopmannifchen Kapitein overge-rug' lopen was, 't geen niets nieuws is, en dikwyls gefchied, 't welk in 't vervolg zal gehoort worden. Wanneer zy nu wederkeren en de ander haar niet wilde laten vol- gen, wierp gene een groten haat op hem, en had hem gaarn van kant geholpen , ten zy hem zoo lang hy by de Uluitre Compagnie was , alle middelen daar toe ont- nomen waren , en hy niet wilde verwachten, dat men daar na noch erger met hem handelen zoude. Derhalven draaide de afgerechte Dezelve Kapitein zyne zaak gantfeh anders r""^ 1 -i. lij u Jiembvdc als men zich verbeelde; hy ver- <:„inPa- vocgde zich in 't geheim tot de &nie- gemelde Miniiters van de Illuitre Compagnie ; verkleinde zyne par- t\ ,en gaf voor, dat hv wel voor de Compagnie handelde , maar hy zich zelf daar by ook niet vergat , gelyk zulks bleek aan zyne grote kudden fchapen en ander grof vee ; en vermids onder anderen Mmm de Het idve doet ook ce Vaan- drig van de bezetting. 458 BESCHRY VING vande de toenmalige Vaanderig van het ] Kapitein dit fchieten hoorde, garnizoen genaamt Ifaac Schreiber i fprong hy uit zyn huisje, en zeide, zich bepraten liet, dat het waar | Wat is dit, Wat vilt gy hebben? moeit zyn, om dat het een Hot- i Wat zal dit beduiden? Wilt gy my tentot zelf zeide, en daarenboven dood [fchieten , daar ik zoo menig- den overdag maakte , dat hy na de \ maal het leven voor u heb gewaagt? afdanking van den Hottentot zelf tot de handeling komen, en zich zonder veel koften aan Vee helpen konde, zoo vvierd den aanflag ge- fmeed, om hem by den Gouver- neur ook verdacht en by gevolg gantfeh gehaat te maken, en van de handeling uit te ftoten. Hier was nu overleg van noden, om dit werkftellig te maken, en een altoos getrouwen dienaar uit den zadel te lichten ; doch hier toe deed zich een goed middel op. Men gaf voor, dat men van ande- re Hottentotten vernomen had , dat deze Kapitein Claas zyne Wat heb ik gedaan ? Hier op zeide de Vaandrig Schreiber, dat hy zich maar zoude gevangen geven, dathy bydenEd. Heer Gouverneur wel zoude ho- ren wat hy gedaan had , en hoe hy verraad gefmeed had. De Kapi- tein Claas wilde zich verantwoor- den , doch hy wierd niet gehoon , en derhalven zeide hy eindelyk, Wanneer ik een Verrader geweejt ben, wat hebben dan dezen gedaan, dat menze nevens my wil doodfehie- ten ? waar mede hy op zyne by zich hebbende dienaars en andere Hot- tentotten wees; hy kreeg echter Landsluiden tegen de Compagnie weinig antwoord, maar wierd ge- De geirou we I'. tcin ' ophitfte, en trachte hen daartoe te brengen , om tegen de Illuftre Compagnie in 't veld te trekken ; daar mede had men reeds een flok gevonden, om den hond te Haan , en eer men de zaak tot de dade- lykheid liet komen, en zonder dat die verder onderzocht of de waar- heid nagevorfcht wierd, molt ten eerften een Compagnie zoldaten nevens een Compagnie burgers uittrekken, zonder dat buiten de gemelde Schreiber iemand wift, waarom, of op wien het gemunt was , voor dat zy op de plaats quamen, daar gemelde Kapitein Claas zoude gevonden worden. Wanneer nu al het volk over de Hottentots-Hollands bergen geko- men was, en men door kondfehap- pers vernam i dat de gemelde Ka- pitein Claas op de voordezen ïchrevc Kooblauchs-Kraal met gehandelt vee tegenwoordig was, i r- >k men direct derwaards. Dan komende , 't welk heel vroeg in den morgcnltond was, wierd ten eerden order gegeven, de Kraal te om/ingelen , en met Wel ge- laden gew eer daar onder te fchie- ten; waaneet echterde gemelde be- zyn bonden na het Voorgebergte by den Heer Gouverneur gebragt ; Werd alwaar zyn proces zonder veel for- vang« maliteit opgemaakt , en hy nevens ^'be confiscatie van alle zyne goederen, eiland op het Robben-eiland gebannen banncI wierd. Op zulke wys nu is deze getrou- we , wyze en verftandige Hande- laar geloont , edoch zonder ken- nis van de Illuftre Compagnie, welke ook haar misnoegen daar o- ver getoont heeft. Want na dat de voorheen gemelde Kapitein van een Schip Theunis Gerbrandfz. Van der Schelling in Holland was gekomen, en vertelt had het on- recht, 't welk men aan den Be- houder van zyn leven had gedaan , wanneer hy zyn fehip in de Baay u la Goa verloren had , en hy over land na het Voorgebergte reizen moeft, gelyk voorheen reeds ge- meld is, zoo wilde de gern. Com- pagnie ten eerften hebben, dathy van het Robben-eiland genomen, opvrye voeten geftelt, en weder i n zyne goederen gezet wierd ; doch vermids die reeds van de Harpyen opgeflokt waren, be- quam hv wel wederom zyne vry- licid, KAAP de GOEDE HOOP. '.rlangt zy e vryheid n eenige ocderen 'ederom. ford van rncn fand ge- )üd. hcid, doch van zyne goederen heel weinig« en allcenlyk een ge- deihe van den Gouverneur, waar mede hy weder na zyn land ge- zonden vvierd; alwaar h\ daarna door den hier voor gemeldcn Ka- pitein Koopman nog gedood is , zonder dat deswegen ook weder- om revengie van hem erlangt , veel min gegeven is, om dat de Compagnie zoo men voorgaf, zich met de krakcelen en moor- deryen van de Hottentotten niet wilde bemocjen. Dewyl nu deze ecrlvkc Hot- tentot op zulke wys na het Rob- ben-eiland gebannen was , dreef de voorgemelde Schreiber handel voor de Uluitre Compagnie ; of het echter met zulk een fucces en met zoo weinig kollen gefchied is , komt my niet toe te onder- zoeken ; genoeg is 't, dat de Illus- tre Compagnie zelf daar na hier in andere veror dineringen gemaakt heeft, en op nieuw allen handel met de Hottentotten t'eenemaal verboden heeft. Zykogten haar benodigt vleefch by de burgers , en quamen daar, zoo niet beter, ten miniten al zoo goed koop, als voorheen door het ruilen oftro- queren , aan ; zoo als zy ook he- dendaags nog gene verandering daarin hebben gemaakt, hoewel de vorige Heer Gouverneur Wil- helm Adriaan van der Steil zulks tot zyn voordeel getenteert heeft, een genoegzaam bewys, dat zy zich daar wel by bevinden moe- ten. Wanneer echter deze gemelde Heer Gouverneur zynen Vader fuccedeerde en allengskens begon zich zelven ook te bedenken, wilde het niet wel gelukken een ver uitgeilrekten Landbouw te beginnen, en het benodigde Vee daar toe te kopen ; konnende met 5-00 tot 600 fchapen en 100 of 1 5-0 lluks grof vee den omllag, welke hv tot het bebouwen be- gonnen had , niet ter dege uitge- voert worden; derhalven wierd I. Deel. 459 aan de Illullrc ( lompagnie voorge- slagen, hoc nuttig het /oude zyn, den handel mei de Hottentotten te herllellen , om dat men daar doorliet vleefch niet alleen goed koop, maar ook in grote menig- te bekomen kon , en dat daar I benevens het binnen lic van het land, waar van men tot nog: de minlte naricht niet had, d >or dat middel konde onderzocht worden. Die voorflag was zeer goed, nuttig , en heilzaam ; dezelve wierd ook door de Illullre Com- pagnie aangenomen, en daarop aan alleVry-luiden of Burgers ver- lof gegeven, om met de Hotten- totten te handelen ; doch eer de- ze refolutie van de Heren Be- windhebbers aan de Burgers be- kent gemaakt wierd, liet de ge- melde Heer Gouverneur alvo- rens voor zich zelven handelen, en zocht alzoo aan de burgers het belle gebraad uit den mond te rukken ; daarbenevens wilden zyn broeder de Heer Franpis van der Stell, de Heer Samuel Elze- vier , Opper - Adminiitrateui* en Vide-Gouverneur alhier, nevens nog eenige andere Heren ook een lik uit de pan hebben, eer de burgers daar toe gelaten wierden, of van de vrylteliing van dezen handel kennis kregen. Na dat deze echter verzien waren , en r> Burgen overvloed van vee hadden, wierd 5J™J na verloop van 6 maanden, binnen handden, welken tyd zy alleen handelden , aan de burgers ook toegelaten zich te bezorgen , en /ich van het vergunde voordeel te bedienen. Na deze verkregene en vergun- de vryheid afgekondiyt en aange- plakt was, wilden verlchcide bur- gers hier uit ook voordeel trek- ken; derhalven maakten eenige een maatfehappy met eikanderen; kogten met elkander het benodig- de vee, en eer zy zich nog op den weg begaven» verkoren zy onder hen zelven iemand tot hunnen Olücier en Commandeur, die al- Mmm i les +6o BESCHRYVING VAN DE Worden van de Hottentot- ten qualyk ontf-ingen. Hoede bovenge- melde Handelaars metde Hottentot- ten geleefc hadden. les zoude te fchikken en te gebie- den hebben , wat 'er gedaan of gehouden 7.011de worden. Zoo dat het leek, alsöSzy, wanneer de Hottentotten na hunne goede- ren wilden trachten , zich als rechtfehape zoldaten zochten te verdedigen en te defenderen ; doch deze geheel goede intentie wierd zeer haaft verandert, en viel heel anders uit als zy meen- den ; want zoo dra zy tot dees of gene natie quamen , en redelyk zochten te handelen , vielen de Hottentotten hen als briezende leeuwen op het lyf, en wilden hen van de grenzen , dorpen en kral- len afhouden, niet als of zy zulks uit boosheid of aangeboren aard deden , maar om dat ze als daar toe gedwongen waren. Want de eerfte Handelaars of Ruilers van de gemelde Heren, hadden hen niet als rechtfehape Handelaars gedragen , maar hen palte beter den naam van bofch of ftruikrovers als dien van Han- delaars ; het is een harde expref- fie, die ik hier gebruik, doch hunne daden hebben geen zachter verdient, om dat zeker het on- fchuldig vergoten bloed nog al- toos om wraak fchreeuwt ; zy quamen als vrienden en gedroe- gen zich als vyanden ; in plaats van in hunne beurs te talten , tafte- den zy na hunne fnaphanen , en gaven vuur op hen ; met den de- gen doorregen zy alles wat in den weg was ; hele Kralen of Hot- tentotfehe dorpen pionderden zy uit, en 't geen zich met de vlucht niet falvcrenkon, moeit zich hier of daar verbergen , en voor de gramfchap van hunne vyandelykc vrienden in zekerheid begeven. Het gaat my aan myn hert, als ik 'er maar om denk , hoe veel onfchuldig bloed zy vergoten heb- ben. De gene die op order van den Heer Gouverneur uitgegaan v\n, en deze gruwelen verrecht hebben, waren Gerrit janszoon van "Deventer , Kapitein van deze party ; een man , die wegens zyn ergerlyk leven, en dronkenfehap berucht was. Frederik Bota, T hennis Bota, ll'ynaud l/ynandfz. twjohan Jakob 'P)its, nevens nog vele anderen deszelfs Compa- gnons ; vermids nu deze zoo huis hadden gehouden, was het niet te verwonderen, dat de burgers daar na het zelve deden, te meer daar zy zagen , dat voor hen niets meer overig gebleven was, of dat zy ten miniten met goede woor- den niets konden verkrygen, der- halven is het fpreekwoord niet te vergeefs, Regis adexemplum, to- tus componitur orbis , dat is: zoo als de Koning is, zoo zyn deszelfs onderdanen. Zoo als de Gouver- neur is, zoo zyn ook de burgers en boeren. Ik heb een van deze \ rybuiters, genaamt Claas Claaszoon Cranen- burg dikwyls horen zeggen , dat of lchoon hy van zyne kant niets hadde gedaan, wenfehte hy ech- ter van herten, dat hy 'er niet by ge weeft was, om dat hy zedert nog geluk of zegen meer had; hy had wel eenig vee tot zyn deel be- komen, en hetzelve redelyk duur verkogt, zoo dat hy zyn rekening wel daar by vond, doch her geld was weder hene gegaan, eerhy daar op verdacht gewccll was ; en zoo als hy met het geld gevaren had , zoo was het den koper ook ontrent het vee gegaan. Derhal- ven was dit een openbaar kente- ken, dat God aan de/cn gehelen handel geen behagen had ,cn het geroofde aan niemand wilde laten gedyen. Van dezen handel wilde de Gouverneur niets weten; derhal- ven fchreef hy wederom in be- weeglyke termen aan de Illuftre Compagnie, dat wyl 'er met en onder het ruilen zoo veel moed- willigheden gcpleegt wierden, hy inllandig bad , dat de Illultrc Com- pagnie dezen vryen handel weder- om geliefde in te trekken, en die voortaan aan niemand te vergun- nen; KAAP de GOEDE HOOP. 46ï ncn ; meldende onder anderen» dat u anneer hv over deze bloedi- ge /aak de rechtbank had moeten ïpannen, niet veel hui/en op de Capo /.ouden gevonden zyn , die \ ry daar van zouden 7.vn geweeft , en diergelyke redenen meer; doch hv heeft zekcrlvk daar hy niet gc- dachti dat hy zich 7.elf mede re- kende, om dat hv de Leider en voornaamlte oorzaak van dezen gehelen onrechtmatigen handel was; en wanneer anderen hadden moeten fterven, Zoude hy zekcr- 1\ k niet verfchoont gebleven zyn, gelyk de burgers hem dit en veel meer niet alleen ten lalle gelegt , maar ook op zyne deductie in haar Tegen-Bericht met veel beé'edig- dc bewys-ftukken aangetoont en bewezen hebben. Alzoo ziet de Lezer, door welk fchandelyk middel deze Heer Gouverneur getracht heeft, zich te verryken, en 't welk hy ook gedaan heeft. Doch of qualyk ver- krege goederen tot op het derde Lid zullen overgaan, weet God, en zal zulks de tyd leeren. Ten minften heeft hy reeds een gedeel- te van zyne tydelyke gelukzalig- heid in zoo verre verloren , dat hy van de Illuftre Compagnie rhuis geroepen, van alle zyne ampten afgezet , en onbequaam verklaart is, om haar ooit weder te dienen. Het blykt ook daar uit , hoe trouwloos hy de Illuftre Compag- nie van haar goed inzicht verlte- ken en haar niet vergunt heeft, om van het hert van het land kond- fchap te hebben ; 't welk echter het voornaamlte inzicht was, niet alleen ontrent haar voordeel, maar om dat de gantfche waereld zoude hebben können weten , hoe dat het van binnen in dit gewelt der waereld gelegen was. OndertulTchen is daar door nog zoo veel bekent geworden , dat JA- men weet, hoe het land geftelt, 'van of het bergachtig, vruchtbaar of onvruchtbaar is; en vermids ik daar van een nette relatie uit den mond van vele perzonen opgeltcli had, zoo wenfehte ik wel om zeei \ < el , dat ik die nog had ; doch al- zoo ik die Verloren heb, en ook de menfehen niet meer kan aan- treden , en eenige daar van reeds gcltorven zyn , zoo moet ik m\ maar met het gene behelpen , 't welk ik nog onder eenige niets ge- achte papieren met potlood be- fchreven gevonden heb , en met het geen ik nog in myne geheu ge- nis heb; want of ik fchoon deze provintien en Hottentotfche Nati- ën die ik zal beichryven heb ge- zien , zoo zyn 'er echter veel , die my niet zullen te binnen komen , voornamelyk zullen die daarne- vens aan te merken rivieren voor een goed gedeelte vergeten zvn , weshalven ik ook den Lezer ver- zoek , met dit ondertuflehen te vrede te zyn, tot dat ik op een an- dere tyd wat meer daar van zal können berichten. Wyl ik vórheen belooft heb, om den Lezer aan te vvyzen, welke Hottentotfche Natiën tegen het Noorden leggen, zoo zaf het no- deloos zyn , het land weder te be- ichryven,'t welk voor dezen reeds befchreven is ; want zelfs de zoo genaamde Capifche Colonie be- grypt ten eeriten het begin van dezelve, en heeft voorheen, eer de Hollanders zich hier neergezet hebben , de Gunjemanns-Naiïe al- leen hier he*woont ; na dat zy ech- ter het land aan de Hollanders verkogt, en deze zich hebben uit- gebreid, hebben zy hun land niet derven verlaten, maar zyn ge- noodzaakt geworden , dat zv ook aan de Europeanen moeiten ver- gunnen, nevens hen het land te bewonen, en het zelve, wyl ah het onbebouwt lieten leggen , te bebouwen ; dit was niet na den zin van de goede Gunjemanns, maar zy wilden, na dat zy het land afge- daan hadden, ook de oude vn- - heid behouden , van zich alleen meefter te zien , en toen zy zulks in der minne niet konden verkrv- Mmm 3 gen, Welke Hottentot- fche Natie voor de komft van de Hollan- ders op de Capifche Colonie gewoont heeft. De Gunje- manns Na- tie heeft te vergeefs de oude vrv- heid weidfl gezocht. 462 BE SC HR Y VING van de Moed ein- delyk on- derbukken. gen, zochten zy die vryheid met geweld te handhaven ; doch alle hunne pogingen waren vruchte- loos, om dat de Europeanen, na dat zy zich op een goede veiling te verlaten hadden, hen na hun ei- gen wil en welgevallen dwingen en tot het ltanddoen van hun con- tract noodzaken konden. Schoon de Hottentotten wel zagen, dat zy te kort fchoten en onder doen moeiten, lieten zy zich echter van hun voornemen niet aftrekken, maar zochten Op nieuw hunne oude vryheid mag- tig te worden, en het verkogte recht weder aan zich te trekken , en zulks wel op deze wys: Ver- mids de Hollanders hen niet kon- den nalopen , en ook niet altyd doriten wagen, om hen te vervol- gen, uit vrees, voor een flerker hinderlaag, en dat zy met verlies wyken en aan hare party het veld zouden moeten laten ; zoo poog- den de Hottentotten het hen of moede te maken , ofte beknippen en ze eenmaal in de val te beko- men, doch hun moeite was ver- geefs en veroorzaakte niet anders, dan dat de Hollanders nog eenige nieuwe werken aanleiden ; goede wachten uitzetteden, en hen den toegang tot hunne woningen en veiling affneden ; gelyk reeds voorheen is gezegt, dat op zulke w \ . de Schans, Keer de koe, ne- vens de Ruiter-Hal aan de Zout- ri vier en de Schans in Hottentots- Holland gebouvvt zyn. Na dat 'er verfcheide bloedige fchcrmutzelingen waren voorge- vallen, en de Guujctnatnis met hulp van de Koopmauns-HoUen- totten, hunne Geallieerden, altyd tekort quamen, en veel van hen verloren, zochten zy zich cinde- lyk te gewennen, en aan de Eu- ropeanen het aanc]uckcn van hun land niet meer mocjelyk te maken; maar zy floten met hen in tegen- deel een eeuwig Vredes Verbond, uithoofde van het welk zy het ou- den Koop-contracï beveiligden, en aan de Hollanders toellonden , onder hen geruit te wonen , en zich zoo ver te verbreiden, als zy zelf wilden, of als hun land zich llrekte. Yermids nu de andere Hotten- DeHo totfche natiën ook dit exempel tot,en volgden, en zich in dit Vredes- Jc«S verbond infloten, zoo wierd 'erfcneer een generale vrede gemaakt, en d"alc wierden zy uit dien hoofde Geal- lieerden van de Hollanders , wel- ke de gene, die henontruiten wilde, zelf zouden, wilden en moeiten op 't lyf komen, en hun inval zwaar helpen maken ; zoo als ook niet te twytfelenis, of zy zou- den het roemwaardig nakomen, wanneer anders iemand wilde on- deritaan , de Europeaanfche Be- zitters aan te tallen , en in hunne ruil te Horen ; daarentegen zou- den de gene, die de Hottentotten moeielykheid zouden willen aan doen, het zelve te verwachten hebben, om dat die hen insgelyks ontwyffelbaar zouden te hulp ko- men. Na dees geflote vrede zyn ten eeriten de meelte uitgezette wachten ingetrokken , en men heeft begonnen , zich verder uit te ftrekken , de andere Colonien op te rechten, en zich alzoo in zulken Haat geftejt, dat het voor een buitenlandfche vyand zwaar genoeg zoude vallen , het minile voordeel te behalen ; zoo als men weet , dat de Hottentotten zelf, zoo dra zy een fchip aan en on- trent het ilrand van dit Voorge- bergte zien kruiflen, of ergens in een naby gelegen haven zien in- lopen , 't welk maar de minile vy- andclyke beweging maakt , /y zulks aan den Gouverneur van het Voorgebergte ten eerltcn la- ten bekent maken, op dat hy zich in Haat zoude können Hellen, om zoo wel hen met hulp by te fprin- gen, als zich zelf te defenderen, en gene vreemdelingen toe te la- ten. De naafte natie, die aan de Gun- KAAP de GOEDE HOOP. 463 Gmijcmanns noord u-aards grenft , Waarde is de Kocboqurden , wallen niet al- leen i'chone bloemen en andere kruiden, maar men vind daar ook zeer grote Slangen, en daar on- der, zoo men zegt, een gehoorn- de zoort, Cerafiits genaamt. Daar is ook een tamelyk groot „rGr°01 Ur-. J- Ji.i j • Woud. oud in dit land , waar m ver- fcheiderhande zoorten van bomen Haan, die redclyk dik en naar ma- te hoog zyn. Of zy ook goede vruchten dragen kan ik niet zeg- gen, aangezien ik gene daar aan gevonden heb, daar my die zoort daarenboven onbekent is. In dit Woud onthouden zich veler- hande wilde dieren, als Leeuwen, Tygers , Luipaarden , Elefanten , Neushoorens, Wolven en anderen meer , weshalven het zeer gevaar- lyk is daar door te reizen , te meer om dat men niet voor uit of ter zy- den zien kan , en dat men als in een donker gewulf onder door de bomen hene gaat. Juilt in dit zelve Woud hebben wat« zich eens een party Ruilers of '"j^Jj Trocqueerders laten verftrikken, ec CUr na dat zy zich door de Hottentot- ten daar in hadden laten lokken, wanneer zy door de pylen en Haf- fagayen, die van alle kanten als hagel op hen afquamen, vry hair moeiten laten. Daar bleef 'er wrel maar een dood , maar de anderen waren allen genoeg getekent en ge- wond , alzoo dat zy genootzaakt waren zich daar uit te begeven, en zich van hun fchiet-geweer te bedienen, waar na alle Hottentot- ten ook wel haalt het hazepad ko- zen , uit vrees dat zy zouden moe- ten ontgelden 't welk zy voorheen aan hen gedaan hadden. Daaren- boven was hen de manier der Rui- lers of Trocqueerders door boven gern el den Gerrit Janszoon van T)e- icntcr reeds meer als genoeg be- kent, die hier cerlt gehandelt , zeer Hecht met hen geleeft, en nog veel Hechter het gehandelde vee betaalt i heeft, gclyk reeds voorheen ge- > meld is ; derhalven zyn deze Hot- j tentotten ook genootzaakt ge- wcelt, om nevens de andere bele- ' digde Natiën een oorlog te begin- I nen, KAAP de GOEDE HOOP. 4«7 De qrote kleine i.ii iquaj lüe. üen , en de Hollanders niet beter te ontfangen ds /\ eerft van hen ontfangen /vn. Ja zy hebben ook eer het weder tot een bettand quam, het Jus rcprctfaïiorum ge- bruikt, en het vee van de Illuitre Compagnie nevens dat van Hen- ning Nu/ing en van anderen weg- genomen. Hoger boven dezen ten Noor- den komt men tot de tv\ ee Natiën, genaamt de grote en de kleine Namaquas; waar van de kleinen aan de zee, en de groten wat die- per landw aards in wonen ; zynde dezclven echter van zelf van ei- kanderen afgezondert, en heb- bende gene gemeenfehap van re- gering met eikanderen. En om dat de Heer CP. Tachart in het aangehaalde bericht ƒ>*£. lo^.feqq. het ondericheid van beide de na- tien niet heeft aangewezen, fchryft \\y pag. 105-. in zyne Siam- fche Reis aldus van hen: Deze Namaquas zyn onder deze ( Hot- tentottifche) natiën in grote ach- ting, en gaan voor kloekmoedige krygshaftige en magtige menfehen door ; fchoon haare grootile magt niet meer dan xooo ( ik zette lie- ver iiooo tot zoooo) itrydbare mannen uitmaakt. Zy zyn met eikanderen groot en ilerk ; heb- ben een goed natuurlyk verftand, en als men hen iets vraagt , ant- woorden zy niet, voor dat ze hunne woorden wel hebben over- legt; daar" benevens antwoorden zy altyd zeer kort, en fpreken zeer weinig. Hunne wyven fchy- nen konitiglyk , en vallen zoo ernithaftig niet als de mansperso- nen. Hun land is ook het belle niet, aangezien het vol van fteenachtige en ruwe bergen is; ondertullchen is het wel haait zoo goed als dat van de Chn i^riquas , om dat de gemelde ilroom, de Elefants- ri- vier , door een krommen omweg voor een goed gedeelte ook door hun land loopt ; want als zy dit niet hadden , zoude weinig ofniet I. Deel. dan brak of zoutachtig water daar in te vinden zynj het welk ook de oorzaak is", dat men hun ver- ui tgeltrekt land zoo weinig onder- zoekt en hen van anderen fchade toegebragt word. Buiten een bron alleen, die by Mïros Cajiell te vinden is, zal 'er geen meer ge- vonden worden ; en moeten de genen , die zomtvds om andere oorzaken derwaards reizen, zich altyd van water verzekeren, en het zelve om te drinken of anders daar uit nemen. Dit eeritgemelde Miros Caßel watvï0 is niet een veiling van zekeren Miros Ca- Miro gebouwt , maar het is een Je^S. uirgearbeide klip of berg, welke zonder twyffel een Hottentotfche Kapitein van deze natie heeft uit- gearbeid of tot zyn vermaak ver- vaardigt ; hoewel ik my hier on- trent zelf niet te vrede kan {tei- len , van wien hy zoude können uitgehouwen zyn ; nademaal ik het niet wel kan geloven , om dat my hare overgrote en ongeloof- lyke luyheid bekent is. Deze klip mag uitgehouwen en als een Ka- iteel gemaakt zyn, door wien het wil, het is gewis, dat daar twee vertrekken in zyn , waar in een tamelyke party zich zeer licht zou können onthouden en langen tyd verdedigen , als zy met alle nodi- ge behoeftens voorzien was ; na- demaal het echter niet aan ltrand maar diep landwaards in is , zou het al wat moejelyk vallen , alles derwaards te brengen. De voorheen gemelde bergen z\ n bloot en zonder hout , zoo dat'er fchier geen loof of gras daar op ie vinden is ; en het hout dat men nog aldaar en ook in het hee- le land vind , heltaat niet anders dan in takken , ilruiken en dier- gelyke; en is naauwlvks zoveel, alszy tot koken nodig bebbettj w ant indien z\ wegens kouw zou- den vuur houden en hout bran- den moeten , zou 'er zekerlyk ge- brek zyn , en uit andere landen moeten derwaards gebragt wor- Nnn 2, denj +68 BESCHRYVING vande De Troc- quecrders vochten tC' gen dc/.e. Natie. Hottcntot ten. den ; gemerkt zy nu naauwlyks zoo veel vinden , en buiten het benodigde brandhout miilen kön- nen, als tot het bezetten van hun- ne Schaap-krallen , of gelyk men in Duitfehland zegt tot de -Pforch \ .ui noden is. OndertulTchen worden daar echter veel wilde dieren, als Ele- fanten, Rhenolbroilen, wilde E- zels, een zoort van bonte of ge- vlakte Bokken , die men aan het Voorgebergte en deszelfs omtrek nooit ziet, gevonden ; dezelven hebben witte en gele vlakken door eikanderen ; zyn naauwlvks zoo groot als die in Europa, maar zeer ihcl ter poten. Men trefi'er weinig of heel zeldzaam een alleen aan , maar wel tropswys , en zyn 'er .zomtyds wel iooo in eenen trop ; het vleeich is niet onaange- naam te eeten , en fmaakt het mintte na Bokke-vleefch , maar veel meer na een Ree of ander wild ; daarbenevens is het redelyk vet , en heeft men om het te ko- ken , nog boter of fpek van no- den ; dit onderlcheid is'er , dat het een weinig geklopt en dan ge- braden , zeer delicaat fmaakt, en heel murf en kort word, gelyk ik zelf dikwvls geprobeert heb. Bovengemelde Gerrit Janszoon van "Deventer heeft nevens zynen aanhang tcgens deze twee Itryd- bare Mamaquas - natiën geilagen, en daar bv op de plaats, alwaar mende Neiants - rivier padeert, twee man verloren; zoo hebben andere diergehke Ruvlcrs ofTro- c]ueerders,daar onóct&aasClaas- zoon Crwefarg, tegen de/e natiën ook drie dagen achter eikanderen • ichten, eer de een aan den an- deren het \eld ruimen wilde. Ah echter deze Hottentotten zagen, dat de Hollanders hen door het fchiëtgeweer meeftëi waren, be- dienden zv lieh van een t\ne ft, en lloegen al vluchten- dé /-»o lang tegen hen , tot dal 1} hen in h t net en tullchenhct gebragt hadden. De Hottentotten gelieten zich in den beginne, alsof zy t'eene- raaal vluchteden , en aan hen de victorie overlaten wilden ; dog was het tot het grootite ongeluk der Duitfchen; want vermids zy xm wraakgierigheid brandeden, den vluchtenden onophoudelyk in het gebergte nazetteden , gebeur- de het, dat de Hottentotten on- dertuflehen aan weerskanten de klippen als katten opklauterden, en van voren en van achteren den doortocht moejelyk maakten ; zoo dra zy daar op en buiten het beryk van het fchiëtgeweer wa- ren , viel een hagelbui van pylen op hen, waar door velen, hoewel niet dodelyk, gequetft wierden, en toen zy geen pylen meer ove- rig hadden, wierpen zy met de los leggende {tenen , tot dat de Duitfchen zich daar door lloegen en dezen gevaarlyken Itorm ont- quamen. De Hottentotten waren ver- Itandiger, als de Europeanen wel meenden, welke hen wel gaarn weder van het gebergte gehad en zich op het vlakke veld aan hen zouden hebben willen wreeken, maar zy bleven op hunne ontoe- ganglykc veiling, en lachten hen met hunne bebloede hoofden en blaauwe ruggen, waar op defte- nen gevallen waren , wakker uit. Vermids 'er geen woud of iets diergelyks in het gantfeh diitrict was , en de Hottentotten alle we- gen en gaten zeer wel willen , zoo moeiten de Hollanders met hunne bekome wonden te rug ke- ren, en uit dit Namaquas-hnd wvken ; daarenboven bv nacht wel op haar hoede zyn , dat hen geen ongeluk overquam , of een nieuwe fwarm op hen viel ; 't welk zekerhk een teken is van een byzonder verltand en goed N"£n y naturel van de/ e natie. »ondene Wanneer de/e beide Natiën in c-]"*"^ den jare 1708. vernamen, dat'er den nieu , ■ _ wen Go' een nieuwe bouverneur , name- vem^a lyk de Hoog Edele en zeer gene- aan de reufe Kaap- KAAP de GOEDE HOOP. 469 Teufe Heer Louis van Ajjcubottrg uit Holland gekomen was , heb- ben '/y in 'tiaatft van 't jaar een Gc/antfchap afgevaardigt , om hem te gratulcrcn en /ich in zyne genade te bevelen ; de Afgezan- ten bragtcn gefchenken , bd'aan- de in cenige goede en ilerke of- fen , zeer veel fchapen en andere kleinigheden met zich, welke de Gouverneur aannam en een redc- tcgen-prefent van Tabak, Ko- ralen en andere /.aken , waar van y\ veel werk maken , aan hen deed ; voorts deed de Gouver- neur dit ten eerlten aan de Illudre Compagnie of aan anderen van deszelfs gelubordineerde dienaars, overgeven , waar over de Hot- tentotten zeer verwondert waren, om dat , zoo zy zeiden , de voor- gaande Heer Gouverneur zulks niet gedaan , maar hen dieshalve zoo qualyk hadde laten varen. Na dat zy een geruimen tyd aan het Voorgebergte gebleven wa- ren , en zich genoegzaam gedi- verteert hadden , keerden zy ein- delvk na bekomene affcheids-au- Morcn wonen ; gclyk men dan jaarfyks een grote menigte vandc- ze Natie verkoopt, om na Ameri- ka of na andere landen te voeren ; zoo dat dit , indien niet een feil , echtereen grote misllag in de be- noeming is, 't welke ik van zul- ken wyzen Pater, die voor 't o- verige in alle zyne zaken zeer aannemelyk is , niet vermoed had. Daar na valt zeer bedenkelyk, Nog eca dathy het land tot aan de 1 8". graad andcr' wil onbewoond hebben, daar het echterover langs den oever, ja zelfs onder de Linie of /Equator zeer wel en Iterk bewoont is. Ver- mids hy in dit gewed nooit verder als aan het Voorgebergte geweell is, zoo heeft hy zekerlyk niet kön- nen weten of het verder bewoont is; bchalvendat, wanneer hy de vervaardigde Landkaarten van A- frika had willen nazien, zoude hy wel hebben bevonden dat dit land niet onbewoont was. Wat my aanbelangt, ik weet uit de ondervindig zeer wel, dat behalven de reeds belchreve Au- diëntie en verzekering van goede maqnas-n-men nog de Attaquasy proteftic weder na huis. Waar uit my andermaal voorkomt , dat deze natiën nog minder dom en eenvoudig zyn , als de anderen. Hoc hare kleding is geweeit, en wat zy anders byzonders aange- had hebben, zal op een ander tvd, wanneer van de kleding en ciera- die der Hottentotten gehandelt word , niet worden vergeten. Daling De HcCr ^ 7***** heeft °P nP.Ta-' de aangehaalde plaats, en voorna- melyk in zyne Landkaart tuflehen f>ä%. 96. en 97. na dat hy van de Namaquas-mtie gelproken heeft , deze gantfeh bedenkelyke woor- den in zyn befchryving laten in- vloejen, namelvk: dit land is on- bewoont', tot aan de 18. graad, al- waar de Hottentotten van Angola beginnen. Zegge, het zyn beden- kelyke woorden; want nooit heb- be gehoort , dat in Angola ook Kt en zoo ik het wel heb , konnende zulks wegens het verlies van myn voorgemeld Manufcript niet voor de zekere waarheid zeggen , de Choragaukq 'nas -Natie zich bevin- den. Door dien nu tot nu de ont- dekking van de Natiën reeds is ge- lchied , van dewelke men voor dezen niets geweten heeft, wie zou dan twytfèlen, dat het land zelfs tot na Angola en verder Noordwaards op zoude onbe- woont zyn ? hoewel ik gaafrï be- ken , dat binnen in het land grote eenzaamheden en ledige woede piaatzen können gevonden wor- den, die of door onvruchtbaar- heid des aardryks, of door gebrek aan water onbewoont zyn, dog daar van heeft men ook gene ze- kerheid. Het land van de Attaauas-Na- . "°e Let . . 1 , , l , . land der tie is zoo onvruchtbaar dat daar in Attaquas- Hottentotten maar wel Negers of ' weinig vruchtbare dalen te vinden J^6**- Nnn 3 zyn, c 47o B E S C H R Y V I N G van de andlvken inval ge- draagt. zyn, en zulks door het groot ge- brek aan water ; echter groeit daar nog zoo veel gras op de heu- vels en bergen , dat men daar nog redclykc kudden vee zoude kön- nen weiden , indien 'er niet te weinig water was ; ondertullchen zyn de Inwoners alzoo wel verge- noegt , als of zy in de vruchtbaar- fte beemden woonden ; zy behel- pen zich met het weinige vee, zoo veel mogelyk , en eeten meelt wildbraad, 't welk 'er nog al over- vloedig is. Hoe deze Men hoort heel zelden dat zy Natie zieh . . . r 1 byeenvy- van anderen bevochten or beoor- loogt worden, nog minder dat zy aan anderen fchade toebrengen ; dog wanneer de nood aan denman komt, en zy zich verdedigen moeten, hebben zy zulk een goed middel als de Switzers en Tyrol- ders, van hunne manfehap teza- men te roepen , en hen te doen weten dat iemand naby is, die op hunne vryheid loert, door dien zy na de bergen lopen , en daar een bedompt vuur maken, om by dag een groten rook en by nacht een heldere vlam te geven ; en zoo dra de anderen zulks zien, lopen zynade plaats daar het vuur brand, en Hellen zich alzoo in portuur om aan hunne vyanden het hooft te bieden en zich zelven te verdedi- gen. \ an hunne kleding, en waar in zy van 't overige van andere Hot- tentotten onderfcheiden zyn, zal te zvner tvd gehandelt worden. Genoeg is 't, dat nu bekent is, welke Natiën van het Voorge- bergte tot Angola te vinden zyn ; zal van de verdere befchry ving nu geen gewag maken, om dat myn voornemen niet verder gaat , <\\w om nu de Natiën en het land ceni- ger mate als maar met een vinger aan te raken , en den Lezer een voorfmaak daar van te geven. \\ myn verlöre manufcript weder te bekomen, of konde ik het in een korten tyd alles weder by malkan- der hebben , zoo als ik het gezegt hebbe, zou ik nog veel andere omitandigheden en aanmerkingen daar by voegen : Ondertullchen om dat het nu zoo is , weet ik dat gy myn vermogen zult aanzien, en met dit weinige te vrede zyn. \ ermids ik nu verder belooft wat \ heb, van het Voorgebergte na het het laad« Ooiten te reizenden te ontdek- mSe ken , welke Natiën zich daar ont- merk«», houden , en hoe *het land ontrent gefehikt is, zoo is hei wederom onnodig, het land der Gunjernanns te belchryven , als het welk , gelyk reeds gemeld is, de Hollandfche Colonien in bezit hebben. Zal echter dit nog -daar by voegen, dat het zich tot aan Hottentots-Hol- land en de StellenbolTche ber- gen uitgeitrekt heeft, waar uit licht af te nemen is, dat deze een zeer aanzienlyke Natie moet ge- weeft zyn, die hedendaags wel de armfte en flechtfte van allen is ; niet om dat hen hunne goederen met geweld zyn afgenomen , maar om dat zy zich zelven door lang itryden, vechten en oorlogen dit bederf op den hals gehaalt,en daar by hunne meelte manfehap nevens hunne goederen verloren hebben, gelyk zulks meelt altyd het voor- deel van alle oorlogen en het end van den zelven is. Achter deze Gunjernanns legt Waar d meer na het Ooiten de Koopmanns- na°°cpni Natie ; die hunnen naam van een woont- Kapitein heeft, die alzoo genaamt word, en van wien reeds hier vo- ren is gemeld , dat hy de vrouw van den Kapitein C/aas afhandig gemaakt, en daar na hem zelf, wanneer hy weder uit de gevan- kenis was gekomen, gedood heeft. Deze Natie heeft een groot en ver- uitgcltrekt gebied, u aar in de Eu- ropeanen reeds een begin hebben gemaakt /ich neer te zetten , en hun hecrlyk maar tot nu braak gele- gen land te bebouwen ; zoo alsdan reeds voorheen gemeld is, dat Ferdinandus Appel hier by het warme bad een iluk land in eigen- dom bezit, en reeds eenige ande- ren KAAP de GOEDE HOOP. ren vanDrakenftein zich \ erder in het zwarte land met 'er woon be- vinden. dlt Ontrent de Zeeftrand is het wel klsT '/on breed niet, maar landwaards in breid het zich zeer groot uit; en hoewel vele hoge bergen daar in worden gevonden, zoo is het nochtans vruchtbaar; daarenbo- ven is 'er wild genoeg voor een Liefhebber, om zich op de jagt te oeftónen, en behoeft hy maar weinig moeite te doen, om zoo veel te hebben, als hy in ecnige dagen nuttigen kan. Hier en daar vind men ook nog wel eenig hout, biet alleen bequaam tot bouw-en brandhout , maar ook tot aller- hande haai en fchone ilaketwer- ken, leunftoelen en andere Itoe- len; doch heeft de bovengemelde Heer Gouverneur J Vilhelm Adri- nan van der Stell in zyn reger i ngs- tyd niet alleen dit gantlch diltrict, maar nog veel andere in bezit ge- had, gelvk elders zal worden ge- zegt, en het belle daar uit houwen laten. Aan zout ontbreekt het in dit land ook niet; aangezien men in de Suthcntahls-valei zoo als ook hier en daar in het land zulke zout- pannen aantreft , als voorheen reeds is befchreven, en 'er zelfs aan het Voorgebergte ook groene Weiden te vinden zyn. En fchoon een fterke itroom , genaamt de Talamit-Rivier, door dit dal vliet, welke zich daar ontrent in het Meer uitftort , zoo bederft hy echter de zoutpannen niet ; werpt ook geen water daar in , fchoon met de vloed den mond van de- zelve verltopt en het water als dan zeer hoog opgezet word ; zoo dat aan dit land niet anders ontbreekt, als eenEuropeaanfche akkerbouw, waar door het den verfcholen rvk- dom en treflelyke Vruchtbaar- heid konde aan den dag bren- gen. Palamit- De eerftgemelde TaLvnit- Ri- vier ilroomt uit de Drakcnitcin- fchegebergtens, die jui.il het on- 4-7T derfcheid of de grenzen tuflehen dat éa dit land maken, en zich van boven na beneden zeer wyd uitllrekken, en met den voor gc- inelden Hanglip eene ry uitma- ken. Van hunnen cerllen oor- iprong, die men op en aan deze bergen zoeken moet, loopt zy een groot als nog naamloos dal flangs- W.ys door, en ontfangt nog eenige klyne riviertjes, daar onder de Ztoarte Rivier, eer zy zich in het Meir ontlalt, alwaar zy, na n uuren gelopen te hebben* invalt , en een tamclyk groten mond vind. Zy heeft geen andere vhTchen als eenige kleine zoorten van Gron- dels, nevens Paling en Aal , ten zy dat eenige met het indringend zee-water daar in geworpen en gevangen worden , zoo als voor- namei) k wel een zoort van Kar- pers of Steen-brazems , door de Hollanders Bofch- koppen ge- naamt, door dien zy een kort en in een gedrongen dikken kop heb- ben , zoo als ook een zoort van Klip-vhTchen , die echter ten on- derfcheid van de anderen van de- zen naam Knorhanen worden ge- naamt, gevangen worden. Zoo anders een haven mag wor- den genaamt daar nog niet eens is gepeilt of de grond bequaam is om te ankeren, zoo als ook of het water diep en bevryd van zandplaten of klippen is , door dien nooit fche- pen daar in zyn gelopen , of daar in gezien zyn, zoo vind men in den haven zelf nog twederhande zoorten van villchen , die in dê Tafel-Baay zelden gezien of ge- vangen worden. De Portugezen zoo wel als de Hollanders noemen de eerlte zoort 'Pi Je e Bambus, om Pifce-Bai»- dat zy zoo rond en daar benevens bus- tameiyk lang als een Bamóus-Rohr is, welke, indien hv geen fchob- ben had, wel onder de Aaien kon- de gctelt worden. De Hollan- ders noemen de andere zoort Lier- viich of ook wel Konings-s'xs , om dat zy ongemeen goed en keurlyk van fraaak is, dog met de befchry- ving 472 B E S C H R Y V I N G van de ving van dien vifch kan ik my hier niet ophouden. Heffaquas- Landwaards in grenit hier aan de Heffaquas- natie , welke de Heer SP. Tachart in zyne Land- kaart loc. cït. Gaffiquas , en Dap- per Heusacker noemt ; dog eerlt- vaifchhr- gemelde Heer SP. Tachart huis- Tadiart P' Ve^ naar Zeer clua'y^ ' om ^at nY haar niet alleen hoger plaatfte als de Sonquasy maar ook te kennen geeft, als of zy aan rtrand of den zee-oever zelfs woonachtig wa- ren, daar zy nochtans geen voet- breed lands aan den oever bezit- ten. Doch dit is van hem niet qualyk afte nemen , omdat hy zich na het opgeiteld Lateins Be- richt gericht , en het zelve ge- trouw gevolgt heeft. Voor 't o- verige fchryft hy wel kort , dog echter met waarheid van dezel- ven, datzy ryk en magtig, maar in de krygskunde zeer weinig ge- oeffent zyn. via". Sïam. Reis pag. 106. Want dat zy ryk zyn en na de wyze van andere Hottentotten veel vee, waar in haar gantfche rykdom beftaat, hebben, blykt daar uit, dat zy zeer grote kudden fchapen en ander grof veeweiden, die dikmaals een gantfeh veld be- dekken, en evenwel nog vet ge- noeg gewyd worden; men ziet zulks aan hare Bakkeley of Draag- oflen, welke hier na zullen be- fchreven worden, en waar vanzy 'er meer dan eenige andere Natie bezitten. Daarenboven is dit ook een onfeilbaar kenteken, omdat zy heel dikwyls aan het Voorge- bergte komen, en eenig vee tegen andere Waren, ak Tabak, Cora- len enz. verhandelen , 't geen zy zekcrlyk niet zouden doen, of doen können, indien zy geen o- vervloed aan vee hadden volk- Dat zy echter magtig, dat is volkryk y.yn , is hier uit afte ne- men, dat men meer Kralen of Dorpen hy hen aantreft , als by eene naby gelege Natie. Gelyk dan ook hunne buuren ten Wes- ryk ten , de Soufaquas en Odiquas of 'Udïquas veel zwakker van man- fchap zyn als deze. Daarenboven ziet men 'er ook veel van deze na- tie onder de Europeanen , die zich voor knechts verhuuren, en daarom uit hun land gaan, omdat zy by de zelven een ryk onderhoud vinden, en daar benevens een goeden loon bekomen, waar voor zy wederom eenige fchapen aan- kopen, en zelf Heren worden , daar zy voorheen van hun Vaders goed niets ontfangen hebben, ge- lyk de oorzaak daar van op een ander tyd zal gemeld worden. Vermids zy nu een overvloed de^r van alles hebben , en in zoet en Ie- den oor] dig gaan opgetrokken worden, m^d% zoo is het waarlyk geen wonder , dat zy niet trachten het Krysgs- hantwerk te leren, nog lult, heb- ben om oorlog te voeren. Want behalven dat zy niets daar mede winnen, maar ook altyd van hun buuren geplukt worden , zoo weten zy ook dat het maar op een doodflaan aankomt, waar door zy maar van hunne manfehap ont- bloot en aan de verdere roofachti- ge invallen hunner vyanden zou- den voorgeftelt worden. Derhal- ven zoeken zy om hunne verfchil- Ien altyd in der minne en met goe- de woorden liever by te leggen , dan zich in het gevaar te Heken. Om die zelve reden myden zyook hunne buuren op hunne grenzen met hun vee laitig te vallen, of het zelve daar te wyden ; maar op dat daardoor de gclegentheid tot krakeel en daar uit te ontltanen oorlog gantfchclyk afgefneden werde, zoo houden zy het liever in hun eigen land , en zien wel toe aan niemand eenige oorzaak tot vyandlykheid te geven. Wanneer echter de een of deWat'erge andere natie onderftaat, hen het zcy |0't te. vuur te na aan de fchenen te leg- genweer , . genood- gen, en niet te vrede is, voor £„kuyn. dat het tot een gevecht komt, zoo laten zy zich ook niet t'eene- maal onderdrukken, of benade- len, KAAP de GOEDE HOOP. +7J !cn , maar wagen zich met zulke kloekmoedigheid en vertrouwen, dat zy gemecnlyk, voornamelyk daar de gerechte zaak haar een hert in 't Ivf' geeft, de overwin- ning behalen, en den wand het veld doen ruimen; edoch ver- mids deze weten, dat zy hen niet vervolgen of de overwinning voortzetten können , zoo lopen zy vcritrooit heen en weder, en zoeken maar tot revengie cenig ftuks vee van hen magtig te wor- den, waarover het dan dikwyls andermaal tot vechten komt, en bebloede hoofden veroorzaakt worden, tot dat eindelvk de Illus- tre Compagnie tot hulp geroepen word die een einde van de zaak maakt , en op nieuw een vrede on- der hen fluit. Sff7 Het heugt my , dat in den jare 1707 een tamelyke party van de- l1^"" ze natie te gelyk aan het Voorge- bergte quamen , en aan den toen- maligen Gouverneur Willem A- driaan van der Steil eenige Tape- tïes of Groet enprefent-offen brag- ten ; en vermids zy van den ge- melden Gouverneur weder met Tabak , Coralen en Arak wierden befchonken , gingen zy by de G««/>w^//«j-Hottentotten zitten , en dronken den Arak of Brande- wyn met eikanderen uit ; terwyl eenige van de vreemde hun Ta- bak en Coralen op hunne by zich hebbende draag-oflen pakten , en zich tot hun vertrek op den vol- genden dag klaar maakten. Na dat zynu vriendelyk met elkander hadden gedronken , wierden de cGun™r Gunjemanns moejelyk op hen , en ianns raakten daar door van woorden JS^"". tot een openbaren oorlog ; wier- ighcid. pen met hunne Rackum, Stokken enKirris, zoo lang zy konden , en ten laatilen met ftenen en met al- les dat zy vinden of krygen kon- 'eHoïïan- ^en- asdoen Om dat niet een menfeh voor- £ccra by de veiling , alwaar hun kamp- ïnvmei- plaats was , gaan doril, uit vrees yg^tc voor de ftenen of andere werp- I. TieeL tuigen , zoo nam de Heer Fiscaal independant , 'Johannes Blrjms den Cipier en de Carters te hulp, en vervoegde zich tot hen , in me- ning , dat hy ze door zyn gezag en de by hem hebbende Gerechts- dienaars bevredigen of ten min- ften van elkander verfpreiden zoude, dog zulks was te vergeefs; zynde dczelven van weerskanten zodanig op elkander verbittert, dat zy niemand aanzagen , en maar wierpen , zonder te zien wien het raakte ; derhalven had hy moeite genoeg, om zonder fcha- de te rug te trekken, om dat de meefte itenen en andere dingen op hen afquamen. Wanneer zulks aan den Gou- Hoe men verneur gezegt wierd , en hy niet ^'rnedelyk wift, wat hy in deze zaak doen kanon- n zoude, wierd hy eindelyk ge- fchoot ver' noodzaakt, een ftuk gefchut opJ"8de' te laten halen ; de verbitterden za- gen dat wel, maar zy floegen zulks in den wind, om dat zy zich verbeelden , dat het niet op hen gemunt was; wanneer nu deze itilzwygende waarfchouwing ook niets wilde helpen, gaf hy aan den Conitabel order, de tromp van het geladen gefchut om hoog te rechten, om niemand te raken, en het als dan los te branden ; zoo dra zulks gefchiede, en de Hotten- totten de kogels over hen hoor- den zuizen,en in het gebergte een fchrikkelyk geratel en gedonder maaken , liepen zy uit elkander , en verlieten het Voorgebergte, zonder dat men daar na iemand van hen gezien of gehoort heeft. Uit dit voorval blykt alzoo, dat deze Natie wel niet gaarn tot vechten komt , dog dat zy daar toe gedwongen wordende, zich ook niet licht laat ter neder zet- ten, voor dat zy voldoening be- komen heeft; daarenboven geeft haar voorgemelde rvkdom aan vee, en het groot getal manfehap ook genoeg te kennen, dat hun land niet onvruchtbaar, maar on- der het getal dep vruchtbaarfte O o o moet 474 B E S C H R Y V I N G van de moet gereken t worden; te meer om dat 'er niet alleen gras en wa- ter genoeg maar ook hout en bof- fchaadien worden gevonden , en waar hout en water is, daar onthoud zich ook wild genoeg, en is dit land fchier daar mede opgepropt, fchoon zv het /eer veel jagen en doden. 'Van hare konltige wyze van iagen zal op een andere tyd geiproken worden. Sonquas- Meer na het Oolten en recht ?ntot- aan de zee over de Koopmanns- [ Hottentotten, leggen de Sonquas. l\ Tnchart geeftaan hen achter- volgens het meergemeld La- teinfeh Bericht in zyne Siamfche Reispag 97. den lof, dat zy fnel, Iterk , Idoekmoedig en gefchikt tot wapens zvn ; dat 'er derhalven gene Nat ie was, die niet nevens hunne Lands-kindcren Sonquas tot zoldaten had. Hier in wykt hy wel niet ver van de waarheid af, gemerkt zy moedig, dapper, iterk en fnel zyn , voornamelyk wanneer zy tegen anderen zullen te velde gaan. Waarom Dog wyl hun land een der Kryg^ievcn flechtften hier ontrent is , zoo verkicien. dwingt de nood hen 'wel, om het krygs-leven te verkiezen, en zyn zy'dikwylsblyde, als zy by ande- re Natiën dienlt bekomen kön- nen, waarbyzy echter geen ander zoldy genieten, dan dat men hen vry in het land laat wonen, en hen nodigen onderhoud vcrfchaft,zoo goed als zy het zelf hebben; edoch dat zy in het behandelen van hun- ne Haffagaye* bcquatner en vaar- diger zouden zyn als anderen, hebbc ik nooit können befpeuren , aangezien anderen even zoo gc- ywind en gefchikt met dczelven weten om te gaan, en zoo zeker te werpen, als deze, gclyk ter zvner tvd zal aangetoont worden. I i.tdden zy verlof, zonder dienft in andere landfehappen te wonen, Lauden zich zeker ook van dat gemak bedienen, en vechten laten, die wilde ; maar wvl zulks niet zyn mag of kan, zoo is het krygs-lcven wel een rechtfehapen en hard Noodlot by hen, en zy zyn ge- noodzaakt van de nood een deugd te maken. Vermids ik echter dit zeg, enla"0cej£5 haar land zoo flecht uitkryt, zoo moet men weten, dat het meelt uit ruuwe klippen en fteenachtige bergen beltaat, waar op niet veel groeit, als maar een weinig hout in de kloven en fpleten van dezel- vcn, 't welk hen des nachts tot onderhoud van vuur tegen de leeuwen en andere wilde dieren verllrekt. Het wild, 't welk zich daar in onthoud , is niet al te veel , en als 'er al iets in dat land komt, is het wel haalt gedood, om dat zy zich meelt van wild generen ; niet t'eenemaal uit gebrek van iets anders, want men vind ook vee en fchapen by hen , dog in zulken overvloed niet als by de anderen, maar om dat zy daar meer fmaak in hebben, en het hen minder moeite kolt. Wanneer zy al een fchaapof os den hals affnyden, ge- fchied het zekerlyk in de hoogfte nood, en wanneer zy het doen moeten , gelyk by verdere gele- gentheid zal worden getoont. Voor 't overige hebben zy aan wortels en andere eedbare aard- en-boomvruchten al zoo weinig gebrek als de anderen , en können zich alzoo van dezelven mede ver- zadigen. Uit de holle bergen, zoo als in 't byzonder uit de holtens der on- toegangelyke bergen, weten zy den honing, welke de Byen daarin dragen, zeer konltig en met de grootlte omzichtigheid te halen, hoewel zy dien niet gaarn eeten, maar zy vergaderen hem veel meer in hunne van binnen ruwe zakken, en brengen die aan de l'uropeanen te koop, en nemen daar voor Tabak, Tabaksp\pen en wyn of Brandewyn, ook wel Meilen, als zv die van noden heb- ben, in betaling aan, zoo dat een zulke zak met honing, waarin het was nog is , niet heel duur komt KAAP de GOEDE HOOP. 47$ komt te ftaan. Niet alleen de ge- melde natie maar ook verfcheide anderen brengen dit te markt, en gebruiken de Europeanen , welke diep landwaards in wonen, dien honing tot het koken van Mee of Honingbier , dat verfch een goe- de verkoelende en gezonde drank is ; wanneer ^het zelve echter on- trent 14 dagen en meer oud be- ' int te worden , /oo word het 7,00 krachtig, dat men 'er een roes van zoude können drinken, fchoon dat bier maar van water en honing gekookt word. semen Die uit dit Gebied in dat van de *&*" Dnuquas of in dat der Damaquas :r gaan wil, moet de Rivier Zonder- |C- end doorwaden, en vermids de- zelve tamelyk diep en naar mate breed is, zoo heeft men een zand- plaat ontdekt, welke die reis ge- makkei) ker maakt, en waar door dezelve zonder gevaar gefchied. Deze paffagie word dan ook een byzonderen naam toegevoegt , na- melvk de Sonquas Trifft, om dat hy de cenige weg uit hun gebied na een ander is , naait welken de gemelde Rivier Zonder-end loopt en in het gebied der Dunquas, zoo als ook llangswys in dat der T)ama- quas en verder in andere landen vlied , tot dat ze eindelyk in de Baay ä la Goa in de zee valt. mquas- De Dunquas-Nztic legt achter e hoe dezen dieper landwaards in , en hikt. bezit een der vruchtbaarltc landen. Het is zoo ruuw en bergachtig niet als de voorgaande , maar doorgaans vlak en gelyk. Heeft geen gebrek aan verfch water,maar ontfangt ve- le klyne riviertjes uit andere lan- den, die zich allen in de eerlt ge- melde Rivier Zonder-end verlie- zen. In de dalen zoo als ook op de heuvels groeit zeer fchoon gras nevens trefïelyke bloemenen krui- den, waar uit lichtelyk af te ne- men is, dat hier geen fchaarshcid aan vee zyn moet. Daarenboven vind het wild ook water en voed- zel genoeg, en können zy dat ge- noeg e1 oden of vangen, gelyk ik I. Deel. opeen ander tyd melden zal. De 'Damaquas wonen boger , en Wst v** aan de zee ; bezitten ook zulk een £iw gezegent land, waar in allerhande cbb«» }°t o e> o net kond- ga, wat goed deze Kuilers or raappen Trocqueerders gedaan hebben , T?n & dat zy dat land zoo ver hebben be- fcheiand« kent gemaakt , zoo kan de wae- veel gehold reld hen zulks niet genoeg dank va weten; wanneer ik echter hun fchandcleus beftaan , en affchuwe- lyk behandelen der Hottentotten over- 480 BESCHRYVING vande Hadden zulks nog beter kön- nen doen. De Illuftre Compa- gnie be- loont trou- we men- fehen. overweeg, zoo kan ik hunne da- den niet genoeg vloeken en doe- men ; want hadden zy minnelyk met deze goede menfehen gehan- delt, en niet hun vee met kogels uit maphanen betaalt, wat denkt gy, Lezer, dat 'er nu dan wel in gevordert zou zyn ? Denkt gy niet, dat de Illuftre Compagnie op zul- ke wys , welkers inzicht gantfeh roemwaardig en voortreffelyk is geweeft, aan de genen een belo- ning te goed zoude hebben laten komen, die zich hoe langer hoe meer landwaards in gewaagt had- den? Wat my aangaat, ik hou my verzekert, dat het zeer licht zou- de hebben können gefchieden,dat arme menfehen, die zich minnelyk en vriendelyk gedragen en aan de Hottentotten geen leed toege- bragt hadden , heel gemakkelyk tot in Monomotapa hadden können indringen , en den toeftand van het land onderzoeken , en daar na tot grote eer-ampten zouden heb- ben können worden bevordert. Zulks is by de Illuftre Compa- I gnie niets raars ; door dien zy trou- j we menfehen en die nog haar nog ook anderen fchade toevoegen, zeer gaarn beloont , waar van ik , | indien het myn doen , en het hier nodig was , een gantfehen Catalo- gus zoude können maken. My dunkt echter , dat de Heer Jo- hannes van Ribeek alleen , den ■welken zy van een Barbier , die het land bekent gemaakt , en aan haar daar van trouwe voorflagen gedaan heeft , tot een Comman- deur en Heer van het gantfche land heeft verheft , zulks genoeg- zaam aanwyft ; aangezien deszelfs Zoon als nu te Batavia het hoogft aanzienlykit ampt van Gouverneur Generaal en Heer over heel Ooft- Indie om even dezelve rede be- kleed , om dat zyn Vader aan de Compagnie wel geraden heeft , en de Zoon deszelfs voetftappen roemwaardig navolgt. Derhalven is het billyk te be- Ongeiul klagen, dat het op 't hoogft prys-derö waardige voornemen der glorieu- fe Compagnie zoo fchandelyk te niet is geworden ; dog hebben ook de genen , die daar aan fchuldig zyn , hun loon by hun leven reeds weg, en genieten de vruchten van hunne fchandelyke daden ; aange- zien alle de genen , die ik van de- ze Ruilers of Trocqueerders heb gekent , die voor dezen in een goeden bloeienden ftand hebben gezeten, nu in de grootfte armoe- de vervallen, zoo dat zy zich nog van voren nog van achteren weten te redden ; 't welk na myn oor- deel , een hoogft welverdiende ftraffe is , die God hen nog bytyds opgelegt heeft , op dat zy tot er- kentenis mogen geraken , en hier na niet eeuwig verloren gaan. Nu zal ik eindelyk deze materie DeSd« . i . i J T ver cinow eindigen , en den Lezer verzoe- dit Hooi ken , om zich dit eenvoudig ver- ftuk- haal te laten welgevallen, vermids zoo myn eerftgemeld Manufcript niet was verloren geraakt, zeker- lyk meer andere curieufe dingen daar in zouden hebben gekomen, maar jegenswoordig kan ik het niet beter doen, als myn geheuge- nis en de nog by een geraapte {hik- ken en brokken , en ook met pot- lood gefchreve papieren hebben willen toelaten ; dog indien zich in vervolg een gelegenheid opdoet iets meer daar van te melden, zoo zal ik den Lezer zulks ook niet. onthouden. XXVIII. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 4si XXVIII. HOOFTSTUK. Van der Hottentotten Politifchc Regerings- vorm. Ludolfs melding van de Regering der Hottentotten. Des Scbryvers gevoelen daar over. IVat magt de Kapiteins der Hottentotten hebben Zy zyn aan een Overfie onderworpen. De Schryver en de Ruylers hebben diergelyk een Opperheer gezien. Hoe bet met zyn flaat en inkom flen gefielt is. Hoe de Succejjie van de Opperheren en Kapiteins ge j 'chied. Hotten- totten zyn nier eenvoudig, l'an bet onder (cheid der Opperheren en Kapiteins. Hoe bet by het aanflellen van een Opperheer of Kapitein toegaat. Hoe bet in de Hottentotfcbe Krallen toegaat. Hoe en waarom de Hottentotten op de Jagt gaan IVat zy voor Doflors, Bar- biers en Baders hebben. Hoe het met dezelve gelegen is. Hoe men anderen krygt als zy fierven. Oude wyven cureren ook dikwyls. Hoe ze hunne geneesmiddelen klaar maken. Zyn gelukkig in V genezen. Haare verft honig vcanneer bet geneesmiddel geen werking doet. M 'at ieder Krall voor een Geefielyke beeft. Wat die te verrigten heeft. Hoede, zelve genoemt word. Welke Ceremoniën by verflaan moet. Wie anders de plaats van dees Geefielyke bekleden kan. IVat omtrent hun beroep aan te merken zy Hottentotten dragen grote achting vo'ir hunne Vrouwen. De JVyven können het gevegt van de mannen afbreken. Wat de Do&ors en Geefielyke voor beloningen ontfangen. DOor myn voorgaande heb ik U van de verfcheide Natiën der Hottentotten geloofwaardige naricht gegeven , welke ik , of uit eige ondervinding, of uit geloof- waardige en eenparige getuige- nifTen in zoo verre heb vervaar- digt , als het mogelyk was. Nu zoude de Lezer miifchien niet on- genegen zyn te verftaan , te weten en te horen, hoe alle deze Natiën geregeert worden. Of zy een al- gemenen Regent zoo als een Ko- ning over zich hebben , of dat ie- der Natie voor zich zelven Souve- rein of eigenmagtig en van alle anderen afgezondert is , zoo dat, wyl zy genen hoger erkennen, aan haar ook voornamelyk vry- ftaat, te doen en te laten watzy willen. Dit is een zeer gewichtige en daar nevens zeer bedenkelyke zaak, te meer om dat men by alle andere Schryvers , zoo veel my bewufl is , die van Hottentotten iets hebben gefchreven, geen een woord verder vind , dan dat zeggen, ieder Dorp of Kralle heeft I. 'Deel. zyn eigen Kapitein of Overften, even als of in ieder land maar een Dorp was, en deszelfs Kapitein de eenige Beheerfcher van het gant- fche land, daar de ondervinding leert, dat in ieder land in 't by- zonder vele Krallen of dorpen, en alzoo ook veel Kapiteins daar in gevonden worden. Wanneer men echter dewoor- Warm- den wat verder nadenkt, welke ££,(£ de grondgcleerde Heer Ludolf'm kaaniche de Voorreden van zyn Comment. JäT"8 ad H/flor. JEthiop. Num. XIII. §. 20. p. 3 3 . gebruikt, zoo word men byna nog verwarder in zyne gedagten gemaakt, en men weet fchier niet hoe men zich daar uit helpen zal , zeggende hy aldus: Omnis Africa Regibus obtemperat\ pauci Ducibus fuis ad tempus pa- rent: regna f ere ßc comparata fuut , ut units Dominus, reliqnï fervi habeantur : Dat is : Gantfcb Afrika ßaat ouder Koningen , en ivorden geinige gezonden die hunne Overflen of Hcirioerdcrs maar voor een korten tyd gehoorzaam zyn. Met de Koningrykcn is het P p p gantfeh 482 B E S C H R Y V I N G van de w,- Schryver daartegen in te bren- gen heeft. gantfih mi der s gelegen , akzaar een alleen Heer is-, terwyl alle de an- t ;i dis (laven en knechten gehan- vorden. Want indien men alle deze Ka- piteins voor Koningen of Veldhe- ren moeit aanzien, zoo zoude het getal van dezelvcn tamelyk aan- groejen , om dat 'er zoo veel Ka- piteins als dorpen zyn , en zom- tvds meer, aangezien ik een Ka- pitein, genaamt Knafkoek heb ge- kent, die maar een Onderdaaan had, om dat de anderen door de Bofchj es-mannen gedood en van al het vee berooft waren. Dat zy echter voor Landvoogden of O- verften moeten worden gehouden, leert de ondervinding andermaal, om dat zy met de hunnen te velde trekken, en zich met andere Krallen en Dorpen van hare Natie vereenigen , om gezamentlyk te- gen de genen te vechten , die hen eenig leed aandoen en hen in hun- ne ruit itoren willen. Hier uit /.oude de Lezer nu ook miiVchien denken , dat 'er onder ieder Natie geen hoger is als een fchcKapi- Kapitein, en dat dezelve een on- fchapenis. bepaalde magt over het onderho- rig Dorp heeft. Dient daar op, dat de Kapiteins wel een volkome magt over hunne onderhorige lui- den hebben, wanneer zy tegen ee- nige van hunne wetten zondigen, en op echtbreuk, diefital, moord, rovery, Lands-verraad en dierge- lyke euveldaden betrapt, of door pnpartydige getuigen daar van o- vertuigt worden ; wanneer het echter om een zaak te doen is, welke de gantfche Natie betreft, zoo is hunne magt tamelyk be- paalt, en derft geen Kapitein het alleen op zich nemen iets buiten kennis van de anderen ie doen, maar /.)• moeten gezamentlyk daar over raadplegen, en als dan het bc (loten eenparigl) k ter uitvoering bic ng naan Ondertuffchen zal de Lezer v rder inbrengen dat het hier uit lic on . , . p . niet blykt, d.xi een Hoger over Hoe het met dé mag- hen gezet is, maar dat het lykt dat zy eene Ariitocratifche Regerings- vorm hebben , waar in de voor- naamiteen aanzienlykiten het roer der Regering in handen hebben: Zulks is uit het geen , 't welk tot nuisgezegt, wel af te nemen, maar zegge dat deze Kapiteins ee- nen Heer onderworpen zyn, die hen in diergelyke algemene zaken, welke hen en het gantfche volk aangaan, te gebieden heeft. Ge- ne Natie zal buiten kennis van hunnen Heer, dien zy in hunne taal Kö iïqiïi noemen, een oorlog beginnen of een vrede fluiten. Daarenboven moet de gemel . Heer zelf in perzoon mede te velde trek- ken en het commando voeren, op dat het gevecht niet eerder een einde neme, tot dat de Heer of zelf doorloopt, in welken geval de anderen allen te gelyk , en wel in de grootite verwarring , hem volgen , of dat hy op de plaats dood blyft. Diergelyk een Heer, diende Hottentotten daarom in de Duit- fche taal een Ouden Heer noemen, om dat de Hollanders hunne oude en afgegane of vry willig afgedank- te Gouverneurs, de Oude Heren plegen te noemen , heb ik by de Heßaquas gevonden , en met zyne prachtige geel kopere Kroon, wel- ke hy van de Hollanders tot een prefent had ontfangen , op het hoofd gezien. Andere Hollan- ders, en wel voornamelyk de hier voor befchreve Ruilers of Troc- queerders hebben een zodanigen by de Chamtours aangetroffen, en in hun gevecht gezien , die zoo lang de Bataille duurde, op een kromhoren geblazen , en daar door zyn volk gecommandeert had. Waar uit alzoo klaar blykt, dat ieder Natie hun eigen Opperheer en Gebieder heeft, hoewel hy an- ders fchier gantfeh geen leken van onderfcheid of hoger rang heeft; gelyk hy dan ook verder geen an- der hof houdig voert , als die on- trent DeSch ver heef! ïulk een Opperhl geiien. Als me de Ruiter een ande- ren. Hoe 't m de hoog- heid van Haat en d inkumltc vanzulk een Opp' lieer geit KAAP de GOEDE HOOP. 4S3 trcnt zyn dorp begrypt , waaruit hera weder in particuliere zaken niemand hoeft te gehoorzamen, Indien hyniet gaarn wil : Daaren- boven geniet hy gene jnkomftcn van zyn ampt , maar moet zich genoegen met het geen zyn vee hem tot nut en voedzel verfchaft, Ie zulks een klaar bewys, dat !n /ich buiten het commando niets meer te verbeelden heeft, als een ander of gemeen Hotten- tot. Edoch heeft hy als een Re- gale met de Kapiteins gemeen, dat gelyk dezen in hunne dorpen al- tyd in het midden van een ronde kring vitten, wanneer 'er iets van gew igt zal worden befloten , en de Kapiteins by elkander geroe- pen worden , hy ook onder hen den voorrang of middelfte plaats bekleed. Zoo Hecht ook deze Heerlyk- heid 1) kt, zoo zeer werd ze ech- ter gezocht , en kan niemand an- ders dan de eerftgebore Zoon daar ftaat op maken, hebbende zy alleen het recht van fucceflïe , zelfs in de ampten van Kapiteins , en zyn de erffeniflen insgelyks op den eerltgeboren gegrondveft. Gebeurt het echter dat zulk een Heer of Kapitein geen Zoon heeft, zoo komt dat ampt niet op de oudfte Dochter , of op het vrou- welyk geflacht, maar op den naa- ften uit den bloeden, die daar toe verheven word , niet Hechts zon- der eenige conditie of voorbe- ding, maar word alvorens ordent- lyk met hem gecapitulecrt , en of ichoon aan hem het recht van fuc- ceflie niet kan worden ontnomen, moet hy zich echter verbinden, eer zy beloven , hem trouw en gehoorzaam te zyn , dat hy hen by hunne oude Rechten en Privi- legien zal laten. Alzoo ziet de Lezer, dat de Hottentotfche regering zoo zeer dom, gek en eenvoudig niet is, fchoon men eer en alvorens men deze en andere dingen wilt, Hechts zoude hebben gemeent,dat I. 'Diel. ze de flechtfle en eenvoud igfte Ezels-koppen van de gantfehe wacreld waren. Ondcrtuflchen hunne gantfehe Regerings-vorm beftaat verre na hier alleen niet in , maarwyl wy nu het Opperhoofd van ieder Natie ende Ovcrftcn der dorpen of Krallen befchreven heb- ben, zoo is nodig, dat wy navor- fchen, hoe het in de dorpen zelf daar de Heer perzoonlvk woont , toegaat, en hoe deszelfs regering en bcitier gereguleert is. Hier voren is reeds gezegt, dat Van hrt de Heren van de Natiën gene in- onder- komften van hun regerings-ampt opperÊ genieten, en dat zy buiten de ren en Ka- Kroon geen teken van onderfcheid pltein$' of hoger rang hebben; gelyk het dan met die Heren gefchapen is , zoo is het ook ontrent de Kapi- teins, die ook alleenlyk van hun eigen vee leven moeten , en geen ander kenteken hebben , als een Crofs van Tyger of Tygerbofch- katten- vellen, en een ftok met een kopere knop. Het eerfte vangen zy zelf, en de ftok ontfangen zy van de Illuftre Compagnie, en is doorgaans op die knoppen, een zulke heidenfche naam gcfneden, waar mede hen in 't toekomende de gemelde Compagnie noemen , en van de anderen onderfcheiden wil. Beide echter te zamen, na- melyk de Crofs en de ftok hebben de Kapiteins met de Heren ge- meen. Zoo wel als de Heers-plaats erflyk is, zoo is ook het ampt van Kapitein erflyk , en zulks met even en dezelve voorwaarden , ca- pitulerende de onderdanen inge- lyks alvorens met de Kapiteins en zoeken hunne oude voorrechten te bewaren, als zy aan hen fchul- dige gehoorzaamheid beloven; Wtbht Waar by merkwaardig is, dat zoo aanfteiien wel de Heer als ieder Kapitein in 't ™n "^ byzonder, wanneer hy aangeftelt otKapitem word, of gelyk men zegt, de hul- " de onttangt,ecn vetten os, of twee vette fchapen flaan , en gene alle onder hem ftaande Kapiteins, deze Ppp 2. zyne voor jf gaar. 4S4 BESCHRYVING van de zvne onder zich hebbende man- fchap daar mede onthalen moet ; van welk traftementde wy ven niet anders, dan de zop genieten , tot dat de vrouw van den Heer of \r.m den Kapitein den volgenden dag , of wanneer het haar gele- gen komt , andermaal flaat , en op de gemelde wys de vrou- wen onthaalt , en de mans dan ook niet anders dan het nat, daar de os of defchapenin gekookt zvn, daar van krygen. Wyl alzoo ook aan den Kapitein de handen zyn gebonden, dat hy niets nieuws kan of derft opbrengen, zoo gaat het voor het overige in de Krallen of dorpen heel Hecht, hoewel ech- ter nog zoo zeeronordentlyk niet. Want vermids zy hunne vryheid hoger fchatten , dan alles wat kort- haar in de waereld is, gelyk elders zal worden gemeld , zoo laten zy zich ook in al hun doen en onder- nemen, en in 't byzonder waar toe hunne oude Rechten en Wetten hen niet verbinden, niet gaarn tot het een of het ander bepraten, maar volgen hunnen eigen zin en vrven wil, om zoo te zeggen, blin- delings. Derhalven gebeurt het dikwyls, dat zy ook zeer veel een- voudig krakkelen en (laan , zon- der dat de Kapitein , die het fchoon hy het niet ziet , echter hoort , iets daartegen zeggen of hen zulks verbieden mag , al ware het ook 2ake, dat het tot dood- _ r Haan quam. renTocCT Op dat echter een order gehou- v.aarom iy Jen worde, en niet alles na de wy- 7e der wilde dieren gefchiede, zoo gaan zy dikwyls gc/.amentlyk en wel met rocilemming en w eteti v.in luin Kapitein, en ook wel al- leen en maar twee en twee of drie tegelvk ter jagt; zoeken het een of ander wild te vellen , en alzoo vlecïch te bezorgen , waar door z\ hunne eige hcirden verfchonen können , gclvk zulks in vervolg ömftandigef zal gemeld worden. bier.« en Bi- Ook hebben zy onder hen de/e D:.-,'h'b' order, dat zy een bcquaam man op de jagt W' DoC- . Bar verkiezen , die zich op de kruiden en andere Chirurgyniche en me- decinaalfche handgrepen verftaat , die by hen en in hunne Kralle het ampt van Doftor, Barbier en Ba- der bekleed, welke echter niet door den Kapitein maar door de andere oude Hottentotten verko- zen word. Met zulken is het dusdanig ge- legen: In ieder Krall is 'er een, en ook wel twee welke voor Doftor fpelen , en van de ouden verko- zen en uitgezocht worden , om dat ampt te bekleden. Deszelfs gantfche wetenfehap beftaat in een ruuwe en zeer Hechte kennis, die alleenlyk op de ondervinding iteunr. Want indien zy maar we- ten de kruiden te zoeken , en te noemen , zoo als ook te fnyden en te fchrappen , en andere din- gen meer van weinig belang, heb- ben zy bequaamheid genoeg , dit ampt waar te nemen , en 'er zal niemand worden gevonden , die krank zynde , zich aan zulk een niet gaarn zoude vertrouwen , te meer wanneer hy te voren reeds eenige geringe toevallen genezen heeft. Sterft echter zulk een ervaren Hoem Doftor , is zyn ampt niet meer anderen erflyk als dat van Kapitein , maar Ëf^' de andere ouden verkiezen weder- om eenen anderen , wanneer 'er anders een in hun Krall of Dorp te vindenis ; wanneer 'er geen ge- vonden word , halen zy iemand uit een andere Krall , en vertrou- u en zich aan hem , wanneer zy krank zyn. Indien 'er oude wy- ven zyn , die de kruiden en het fmden kundig zyn , zoo nemen die ondertufTchen dat ampt waar, en helpen de kranken ; dog heb- ben zy niet gaarn met wyven te doen, als zy mannen hebben kön- nen ; de/e echter können niet tot die fonftie komen , en niemand /al zich onder hunne hand bege- ven , voor dat zy een ouderdom van veertig of vyftig jaar bereikt hebben. Wan- KAAP de GOEDE HOOP. 48$ Hotiy Wanneer hy ccnige geriees- »mid- middelen voor dees of Reenen eii klaar ]j.1;ir maakt , laat hy zulks van nie- mand zien, maar hy begeeft zich na het open veld, alwaar hv alleen is, en of zvn pocjer of drankje vervaardigt, die by zynen patiënt ingeeft of meent in te geven. Wan- neer zy klaar zyn , brengt hy die na de kranken, en laat ze inne- men , zoo dat derhalven niemand weet wat hv bekomen heeft, en hy komt het ook niet te weten als hy alreeds gezond is, uit vrees dat hem anderen in 't handwerk zou- den vallen, en maar lappery daar van maken. Hoewel zy niet geëxamineert worden, en 'er niemand is die het zoude doen können , zoo leert echter de ondervinding , dat zy in zommige toevallen heel goede dingen weten te gebruiken , om dat de miniten van hunne patiënten komen te iterven; en als 'er een iterft , waar bv het middel geen werking doen wil , zoo hebben zy echter dit wigtig en by hen licht geloof vindend voorwendzel, dat de patiënt betovert geweelt is, en om dat men niet heeft können we- ten van wie en waarom , zoo heeft haar geneesmiddel ook niet kön- nen helpen. Op deze wys, aan- gezien de Hottentotten een gro- ten fchrik voor toveren hebben , weten zy zich wel haart te ver- fchonen en het vertrouwen te be- waren. rat ieder Behalven dees gemelden Doc- Iccefte- tor is 'er ook in de Krall een , die en heeft het ampt van een Geeftelyken waarneemt, fchoon hy zelf min- der weet als de anderen ; en hoe /ouden zy ook veel können we- ten , daar nog Roeken of Schrif- ten onder hen gevonden worden , maar alles wat zy nog weten, dooi- de overlevering hebben. Dees Geeftelyke word in hunne taal Suri of Heer genaamt , en heeft nog vele gebeden nog woorden te verrichten, maar hy moet alleen in alle hun zeden en gebruikiykhe- den, welke, zoo als elders zal worden gemeld , veel in getale zyn, wel onderwezen zyn, en de- zelve net van buiten weten. '/.ync benoeming heeft hy , zoo flls de Doctor of Barbier van de gantfche gemeente, ofindeszelfs naam, van de oudfte Hottentot- ten van het dorp of Krall. Dat ampt is ook zoo weinig erilyk , als genen , maar jfterft met hem te ge- lyk uit ; dog vermids zy nog jong daar toe können geraken , als zy zich maar willen bevlytigen, om de plegtighedcn te Ieren, en reeds in het veertig of vyftigfte jaar, ge- lyk de Doctors, daar toe bevor- dert worden, zoo können zy ook dit ampt, door dien zy doorgaans een ouderdom van hondert jaren bereiken, en dikwyls nog ouder worden, gelyk zulks reeds in een ander hoofdltuk gemeld is , lang genoeg bedienen, en hunne wet- ten en plegtigheden genoeg van buiten leren. De voornaamfte van dezelve Weikege- zyn , dat hy op allerley wyze moet h^denm verltaan, hoe hy zich in dit of dat ceremo- geval by het Anders Maakeny dat n,en h.y P ~ J j , vooral is offeren gedragen moet; als me- verltaan de dat hy de wys van de Exßefio moet- Tefiiculi moet kundig zyn , waar by een mansperzoon zich een van zyne zaatballen moet laten uitfny- den , eer hy derft trouwen ; en vermids dit een zwaar punt is , zoo is het hun werk ook het gat niet alleen met daar toe dienlyk vet en heilzame kruiden weder te vullen, maar ook het zelve zonder naait of draad, zoo als ook zonder zy- de, oft geen anders wel tot naa- jen gebruikt word , weder toe te naajen en te genezen. Wyders moet hy ook wel verltaan , wat by hun trouwen en hoogtyden waar- genomen word, en wat als dan zyn werk is ; voorts moet hy by de kraamvrouwen zyn ampt waar- nemen, en eindelyk by de lyken zyn dienlt verrichten. Edoch Wie zoude alle deze gek- ke gebruiken, zeden en plegtig- Ppp 3 heden +g6 BESCHRYVING VAN DE Wie anders van dees Gecftely- ken bekle- den kan. Wat or.- ti ent hun beroep aan te merken. heden zoo ras achter elkander können verhalen, aangezien die zoo menigvuldig zyn en zich zoo ver uitbreiden ; en in 't vervolg van deze alle omftandig gehandelt moet worden ; derhalvcn is ge- noeg, dat ze hier maar worden aangehaalt, op dat daar uit blvke, wat een zodanige Hottcntotfche Geeitelyke, zoo h\ anders dezen naam voeren mag, by allerhande voorvallen re verrichten heeft. Gelyk echter voorheen ge/egt is, dat de functie van een Docïor ook anderen, ja zelfs oude wyven mogen verrichten, zoo is het by- na met dit Priellelyk-ampt gele- gen, 't welk zoo wel een vremde- ling uit een ander Krall daar toe genomen, als ook een ieder, die zich daar toe in Haat bevind, ver- richten mag; doch echter met dit onderfcheid, dat hierin genen de- le een \vy f of iemand van het vrou- welyk geflacht toe gelaten of ge- bruikt word, maar het moet een mansper/oon zyn , hy mag van daan komen van waar hy wil. Ontrent het beroepen van deze beiden is niets zonderlyk te mel- den ; het zeldzaamfte is dat zy ook zelfs niet anders derven doen, ge- lyk hier voren van den Kapitein en van den Opperheer verhaalt is. Derhalven belluit ik dat diergely- kc luiden genoeg worden gevon- den, maar niet veel geacht wor- den ; zoo als de ondervinding leert , dat men ze nog grote ach- ting nog eer bew\ il, en veel min, dawlic hunne wyven aangedaan, of in hoger rang als de andere ge- fielt word, zynde dezelve zoo weinig geacht als de gemeenlle der HottentOtfche wyven ; dezel- ve zien 'er ook zoo fmerig, Irnul- lig, vuil , en met een woord zoo affchuuwelvk uit , als de anderen , gelyk in de volgende Hooftiluk- kenzal aangetopnt worden. I Het in gefchied haar ook geen onrecht, maar de hooglle billyk- b i 1 tchym zulks te vereiichen; Want naardien men de wyven van grote „ Hottenl den regcrenden Heer en Kapitein, niet groter acht en eer bewull,hoe zou men dan haar een byzondere eer können aandoen ? Ik fpreek hier van de wyven in 't gemeen , en van de achting, welke zy jegens elkander genieten, en van een an- der ontfangen zouden. Voor 't overige weet ik zeer wel, dat de mannen hunne vrouwen liefde en achting toedragen, entend^ dat zy haar zoo lang zy leven met swai geen vinger aanraken , or liaan , hunne maar veel eer zyn zy bedacht, hoe vrouwe zv dezelve zelfs midden in een ge- vecht, en wanneer zy met de grootfle verwoedheid op elkander losgaan, geen leed zullen toevoe- gen. Derhalven hoeft een vrouw maartufTchen twee partydige man- nen te treden , en hen aan te fpre- ken , zo zullen zy hunnen grol voor die tyd laten varen , en gelegent- heid afwachten , tot dat ze elkan- der buiten de tegenwoordigheid van de wyven , weder in het hair können zitten. Wat my aanbe- langt, ik geloof, dat zy deze maxime van de Troglodyten heb- ben, van welke Alexander Vo la- teUns 1. 4. c. 1 1. en uit hem Zwin- ger in Thcatr. Vit. Hum.p. 163 7. b. aldus fchryft : Troglodytis tanta aucJoritatis fuerc mulieres , ut in conflict n bcllorum matrona inter- curfu fito in f e fl as acies dbninae- rent , adeoque quidem, ut ipfis iutcr- cedentibus , praliari ducerent nc- fas: Dat is: 'De Wyven waren by de Troglodyten in zulke grote waar- de en aanzien, dat spy zonder vrees tuffchen twee flrydeude partyen en legers derfden gaan , welke partyen als dan ook ten reißen van eikande- ren gingen, zulks, dat zy het een fc ban de 7 e keu de n , het krakkeleu en vechten langer voort te zetten, als de vrouwen tuffchen beide gekomen waren. 1 lier aan mogten zckerlyk vele Vjin onze Landaard zich wel fpie- gelen , welke hunne vrouwen gantl'ehniet verfchonen, wanneer zy KAAP de GOEDE HOOP. +s7 zyeënwoord ten hellen fpreken, om het kyven es flaan voor te ko- men, maar de/ ehe dikwyls om de geringde oorzaak zodanig kloppen, dat zy in langen tyd niet in de te- genwoordigheid van eerlyke men- i'ehcn derven verlehyncn ; daar- enboven /oude men nog veel an- dere zedeleifen tot voordeel van dit ZWak werktuig daar uit kön- nen halen, daar men nochtans he- dendaags van alle kanten van de uaereld het tegendeel hoort; ¥.- doch dit gaat alles uit ons voorge- ftelt oogmerk, om dat in 't toeko- mende zieh wel een beter gele- gentheid daar toe opdoen zal. Wat de Voor jegenswoordig moeten >tten:ot- wy by ons voornemen blyven , en als nog van beide de perzonen den Doctor en den Gecrtelyken van de Hottentotten zeggen, dat gelvk Klinik i t r i *i r tfengen. als de regerende Heer en de Heer Kapitein niets voor hunne moeite genieten, daar zy zich echter dik- wyls in gevaar moeten (lellen, zoo ontfangen dezen ook niets voor hunne moeite, het zy dan, dat men die voor een beloning wilde rekenen, dat zy zomtyds een lam tot een vereering bekomen , en dat zy wanneer 'er gegaftereert word, daar by komen; door dien echter anderen zich ook by het laatlte la- ten vinden, zoo kan men het eer- llc ook niet wel eene beloning noemen , om dat y.y elkander meermalen vereeringen doen. Men zoude nog vele zaken kön- nen bybrengen, die van de Rege- ring van het Land eigentlyk afhan- gen, dog vermids zy hier niet uit- voerlyk können worden gemeld , en dezelve daarenboven in 't ver- volg beter zullen können worden verhaalt, zullen wy dezelve voor- bedachtelyk verby gaan, en tot die tyd bewaren. Öndertuffchen hope ik, dat de Lezer hier uit zoo veel van de regering en Lands-be- ftier der Hottentotten zal können zien, als hy zal verlangen, en als hy miffchien ook nooit by eenigen Schry ver gevonden heeft ; Edoch indien anderen het reeds mogten hebben gefchreven, zoo is het zoo veel te beter, en ziet gy te meer, dat het geen ik uit lange ondervin- ding meld, met anderen overeen komt. XXIX. HOOFT- 488 BESCHRYVING van de XXIX. HOOFTSTUK. Van den Godsdienft der Hottentotten 5 en hoe zy dezelve verrigten , of den Schep- per aller dingen eere bewyzen. De Twyffel van zommigen of de Hottentotten wei eenen God eeren voorgeftelt. Antwoord van een llottentot of er een God zy. Zy geluven allen {na des Schryvers gevoelen) in een God. De ScJjryvér zoekt haar tot de kennis van God tejtrengen. Hy beeft baar in twee Seelen verdeelt. Waar in hunne Godsdienß befiaat. Zy horen met verdriet van ftigtelyke discour/en (preeken. Ziegcn^alg heeft van de Godsdienß der Hottentotten niets können ge- waar wórden. Boeving erkent het donzen in de Manefchyn voor geen Godsdienß, dog de Schryver al. Tacharts en Vogels mening van de Godsdienß der Hottentotten. De Maan is de zigtbare God der Hottentotten Hoe zeldzaam zy aan dezelve hunne eer bewyzen. Hoe zy het donzen hefluiten. Deyver der Hottentotten is zeer groot. Het donzen is by der Joden Godsdienß in gebruik geweefi. Hier uit heflnit de Schryver dat de Hottentot- ten van de Joden afkomftig zyn. Meer andere Natiën donzen ook by bunnen Gohdienft. De Chrißenen in A'yffinie ook. Of de Hottentotten voor God vrezen. Gefprek van een Hottentot met de llr. Boeving. Vaneen ' luttentot met den Schryver. Boeving zegt dat zy in den Duivel geloven Antwoord der Hottentotten waarom zy den klynen Kapitein weer als den Groten eenn en vreezen. De Schryver meent dat zy door de overlevering na- richt hebben gekregen van den val der eerfle Ouders. Hoe zy de quade Kapitein eeren. Zy ft ellen eenen goeden en quaden God. Eeren meer dan twee Goden , daar onder is zeke- re Injecle. Dit heeft d Schryver zelve gezien. Wat eere zy dit Ongediert aandoen. Of- feren aan het zelve en waarom. De Schryver meent dat zulks van de Joden afkomflig is. Wat de Hottentotten doen als dit ongediert op een van ben gaat zitten Wat de Heilig vaa den Os krygt. Wat als 9t zelve op een vroinvsperzoon gaat zitten. De Schryver is hier zelve oog-getuige van geweeß. Hy verhaalt een geval ontrent dit ongedierte. Waarom zy dit beesje niet willen laten vangen of doden. De Schryver heeft vergeefs gezogt hen van deze domheid te genezen. De Hottentotten hebben eenige plaatzen die zy voor Heilig honden. Hoe zy daar hunne aandacht verrichten. Jfat zy antwoorden als men ben na de rede bier van vraagt. Wat de Hottentotten doen als zy door een water gaan willen. De Schryver beeft de eigent lyke oorzaak niet können vernemen waarom zy dit dum. L A.ult heb ik van de politique Regering der Hottentotten eenige korte edoch zekere naricht gegeven, waar uit men genoeg- zaam zien kan, dat die Natiën ook niet zoo /eer flechthoofdig en domzyn, dat zy niet /.ouden we- ten, hoe zy in den gemenen om- gang met eikanderen leven /ou- den, nu val ik melden, hoe zy hunnen Godsdienft \ errichten , en aan den Schepper van alle dingen e r bewyzen. g£. Ik weet wel, dat 'er zommige tl, i'ie als nog tu yflelen, öfde- ..'^ ze wilde Meidenen wel in eenen Saarsi God geloven, den zelven kennen of eer aan doen. Gclyk Saar in zyne vyftien jarige Ooit-ïndifche Kr\gsdienilen/v?£. 157. fiqq. dui- delyk zegt: Men kan niet weten , voelen. wat bit mi e Religie is, maar 's ?nor- gens voor het krieken van den dag > komen zy by elkander en , en houden zich by de handen en dan zen en fc breeuwen ten hemel in hunne taalt waar uit te vermoeden is , dat zy van God echter nog eenige weten- fchap hebben moeten. Welkewoor- den, fchoon zy \ an God en Gods- dienft. eenig vermoeden geven , echter zeer twyffelachtig zyn , te meer KAAP ni GOEDE HOOP. 489 meer om dat de gewoonte, die zy zouden hebben , om alle morgen l>\ elkai kleren te komen , vall'ch is , aangezien zulks buiten hunne Feeftdagen , gelyk in 't vervolg . ai worden aangetoont , nooit ge- fchied. Op dezelve wys begint de Heer Boe-ving in zyne curieufe naricht en belehr) ving van de Hottentot- ten fag. 6. te melden , wanneer hy van de Religie der I lottcntot- tcn fpreekt , fißw éft hoc nomine uti, dat is: zoo men anders dezen naam gebruiken mag; by deze ge- legenheid fchict my het bewuft Axioma te binnen , namelyk non cutis nulla fuut pr.edicata, of an- ders , van ecu zaak , die niet we- zeudlyk is , kan ook niets gezegt worden, vermids 'er eer gene Re- ligie als eene onder hen gevonden word. OndertuiTchen word hy nevens de zoo even aangehaalden Saar en de Heer Tater Tacbart in zyne Siamfche Reis pag. 95-, 96. wel haait van andere gedachten, en zegt , dat 'er echter nog eenige Ruder a zyn , waar uit af te nemen is , dat zy eenen God erkennen en aanbidden. Ik zal hunne woorden hierplaat- zen , om dat zy de zaak zekerder maken , en alles zeer natuurlyk vooritcllcn , fchryvende de ge- melde Saar l. e. verder : Zy heb- ben eens zelfs gezegt, wanneer zy na hun geloof gevraagt wierden, dat zy geloofden in den geen , die Hemel, Aarde, Metren alles wat op aarde is , gefchapen heeft. K.vcn zoo fchryft T. Tacbart l. c. byna ook : Deze natiën (de Hot- tentotten) weten niets van de Schepping der Wacreld , van de Vcrlolling vanden Menfch , en van het Geheimenis der Hoog- Heilige Drie - Eenheid ; nochtans bidden zy eenen God aan ; maar de kennis, die zy daar van heb- ben, is zeer duilter: De Heer Boe-ving zegt op de aangehaalde plaats wvders ; dog zyn eenige ge- ringe Ruder a en tekens voorhan- 1. Veel. den; /.y weten en geloven, ten miniten de Moratiores, gelyk ik /.dis van /.eer velen géhoort heb, dat 'er een God is, die Hemel en Aarde heelt gefchapen, die don- deren en regenen laai , en voed- zel, vellen, en diergelyken geeft. Zoo dat ook van de/e Heidens mag gemeld worden, het geen 'Paulus Rom. I. iy. jggt y fa 'er een God is, is hen openbaar, want God heelt het aan hen geopen- baart. Diergclyk antwoord heeft de I 'rooit van Tanqncbar , de Heer Bartholomens Ziegcnbalg van een Hottentot bekomen , wanneer hy hem die vraag voorgelegt heeft: Of zy witten en geloofden, dat'er een God was, waar op hy in dier- voege diende, namelyk, Heer, Antwoord die niet geloven wil , dat 'er een ^'ccnntot God is , die wende maar zyne ogen of 'er een na boven , na beneden en rondom Godiy- zich, en wanneer hy als dan in flaat daar toe is , zoo laat hy he- nen gaan, en zeggen , dat 'er geen God is. Welke verltandige reden- voering zekerlyk menigen Chris- ten zoude befchaamt können ma- ken, om dat 'er veel onder dezel- ven worden gevonden, die niet in Haat zouden zyn , om zulk een goed antwoord te geven. Bchal- vcn dat 'er ook zyn , die niet al- leen in hun hert zeggen Pfalm XI. v. 1. daar is geen God, maar ook opentlyk zulke rede uitflaan , en met woorden bekennen. Vermids het nu zeker en on- loochenbaar is , dat alle Hotten- totten in een God geloven, en dat zy , fchoon zy hem zoo niet noemen, ten miniten aan deszelfs wezendlykhcid niet twyffelen , maar zulks uit de ordentlyke rege- ring van alles , en andere Itukken belluiten, het welk ik uit veelvul- dige redenkavelingen met hen, gewaar ben geworden , zoo kan ik niet v.icn , waarom men deze Heidens voor alle anderen Gaffers noemen wil, temeer, om dat zy de rechte betekening van dat Q q t] woord , 490 BES C.H RYViNG van de woord , gelyk in een van mync vorige Hootditukken uit Lu dolf aangehaalt heb, in genen dele uit- maken , en niet minder dan God- \ uzakers zyn. Ik beken zeer gaarn dat ik eer- tyds in een brief, gedagtekent den i?. January 1707 aan den Wel- Eerwaar digen, zeer Geach- ten en Hoog-geleerden Heer Ge- orge Alexander Leopold , Bedie- naar van Gods woord, by de Kriitelyke Gemeente te Rcdwits, myn byzondere Weldoender en zeer waarde vriend van dezelven heb gefchreven als of zy van God niets willen; en my van deze woorden bedient : Deze Secte der Hottentotten kennen het Weezen van God , zyne Almo- gendheid , Alwetenheid , en al wat men van God met recht zeg- gen kan , in 't miniten niet. Zy weten niet van de grond -regels der natuurlyke kennille Gods. Zy onderzoeken ook niet, het geen hen tot jzulk een bronader zoude können brengen. In tegen- deel leven zy in hun uiterlyken ommegang, en wel voornamei yk in dit Ituk , als de domlte bees- ten, welke op den aardbodem gevonden worden. Edoch de verdere woorden, welke in dienzelven brief worden gebruikt , geven genoegzaam te kennen, dat zy getracht hebben, my aan het dwalen te helpen, en dat zy toenmaals ook gelukkighun oogmerk hebben bereikt, om dat ik my zelf in hunne twyüèlachtige en wonderlyk door malkander gehaspelde reden niet will te vin- den ; daarenboven had ik ook ge- ne gclcgcnthcid , om dieper on- der hen te komen, en met de ge- nen te fpreken , die of zeer zel- den of nooit onder Krillencn Komen. Aangezien by de toen- malige Regering het aan de Eu- ropeanen /eer zwaar verboden was, onder hen te gaan , en zich .iitL-n de grcnlVen der Colonien u begeven; om oorzaken, welke te wydlopig zyn, om hier geplaatft te worden, maar die ter gelegener tyd niet zullen worden verge- ten. Edoch vermids dit verbod met het einde van de gemelde regering, ook een einde kreeg, en nader- hand onder wylen den Gouver- neur Louis Van Affenburg aan een iegelyk vry Itont , het land te on- derzoeken, mids dat niets tegen het belang van de Uhiftre Compa- gnie, of de opentlyk verbode handel bedreven wiexd , zoo ben ik ook verfcheidemalen land- waards in en midden onder hen gereiil, alwaar ik zekerlyk wel dra heb befpeurt , hoe fchandclyk ik in myne vorige gedachten be- drogen, en door de onder de Kallenen zwervende Hottentot- ten mifleid was ; door dien deze of wel niet gaarn zien , dat men ontrent hunne zeden engebruik- ly kneden eenig onderzoek doe, om dat zy den geen, die zulks onderltaat, dan dit en dan dat wys maken ; ook worden 'er eenige onder de Kruienen gevonden, die het gaarn zien, wanneer de Hottentotten hunnen neven- Chrillenen iets op den mouw bin- den , en een leugen voor waarheid verkopen. Ik zal echter de toenmaals ge- bruikte woorden hier verder in- latlen, op dat de Lezer zoude können zien, hoe dat het my ge- gaan is: Ik ben, melde ik, dik- wyls begerig gew eelt , aan hen den weg door natuurlyke oor/a- ken daar toe te bereiden, en hen uit natuurlyke werken tol de ken- nis van een Opperlle V\ eezen te brengen, doordien ik hen dik- \v\ls, met natuurlyke dingen uil te leggen, de woorden uitgeperfl heb , dat zy bekenden , dat het niet anders konde zyn, of het geen, 't welk alle dingen boven- ordentlyk regeerde, aan allen het leven geven moeit , enz. , dog wanneer ik wat verder gaan wilde en hen aanwees, hoe magtig, krach- KAAP Di GOEDE HOOP. +9 f Hottentot- hcbbcn ge- zocht den Schryvcrin verwarring te krengen. Hyblyft aar by dat yin een ;od gelo- en. htig en wonderdadig «.lic Re- geerder was , hoe hy moeit gc- naamt en jgeëert worden, zoo was de lull hy hen wel haafl over, om my langer aan te horen. Zy ga- ven my ten eerften tot antwoord, dat zy veel te dom waren, om te begrypen, 't geen ik aan hen zeg- gen wilde ; zy willen niets van God, en konden ook niets van hem begrypen; Hottentotten wa- ren dom , en mocflen ook dom blyven ; anders hadden zy reeds al lang door de Kruienen tot God moeten bekeert zyn , wei- ßer Godsdienfl: zy wel kundig wa- ren, enz. I ii alle deze en nog vele ande- re met hen gepleegde onderhan- delingen , ziet men zonneklaar, dat zy gepoogt hebben, om my in verwarring te brengen, omdat zy bekennende, dat 'er een Wee- zen was , dat alles regeerde, be- weegde , leven gaf enz. , zulks wederom ontkenden , en niets daar van weten wilden. Zulks heeft my aanleiding gegeven, om ze allen met malkanderen in Ho- pen of Seelen te verdelen, waar van de eene gantfeh niet van God willen, en de anderen echter den zei ven kenden en bekenden. Ondertullchcn is dit liever een quaadaardigheid en hartnekkige wederfpannighcid te noemen als een Gods-verloochening , gclyk zy ook daar na zelfs gaarn met my toeftonden , wanneer ik aan hen verhaalde, wat ik van av ren ondervonden en gezien had, waar op zy in gebroken neder- duitfeh zeiden : 'Dititsmau ja musku ff im , on s al te maal verra- den, bat is : de T>nïtfchcrs of Europeanen zyn ons al te fno% zullen onzen gantfehen handel ver- raden. W vl het nu onfeilbaar gewis is, dat alle Hottentotten in een God geloven, kennen en bekennen, aan vvien zy niet alleen het werk van de Schepping toefchryven , maar ook toetlaan, dat hy nog al- /. "Deel. I les regeert , beweegt , aan allen het leven geeft, en zulke eigen- genfehappen heeft, die men zelfs niet zoude können uitfpreken, ZOO Zyn 'er nog echter vele vra- gen overig, die verklaart moeten worden, en die men noodzakclyk weten moet, als men ontrent hun- nen Godsdienfl: een gezond oordeel ftryken wil ; en wel voornamelyk dat men alvorens weet , hoe zy dat Opperlte Weezen noemen? Of zy het zelve zoo als wy , God noemen , of aan hem een anderen en eigenen naam geven ? Op de- ze vraag heeft mvnes wetens nie- mand beter geantwoord, als de hier boven aangehaalde Heer Boeving l. c. pag. 6 alwaar hy zegt ; Vcrmids het Kapiteins-ampt by hen de Opperße 11' aardigheid is, (te weten van ieder dorp, maar niet van ieder natie , gelyk hier voren reeds aangewezen is ) zoo noemen zy God in hunne taal Gou- nia, den Groten Kapitein. (Voeg daar by, dat zy de Maan als hun- nen zichtbaren God alzoo noe- men, en dat zy in tegendeel den onzichtbaren God , als zy hem recht beduiden , met de beid» woorden Gonnia Tïcqvoa, dat is, God aller Goden, befchryven ) die een goed man is , welke hen geen quaad doet , en voor wien zy der- halven niets te vrezen hadden. Blykt alzoo hier uit middag- Wathi« klaar, dat zy eene Godheid ef-Mtca. kennen , welke een natuurlyk menfeh uit krachte van het licht der natuur begrypen kan. Want- r hy echter verder daar by gt , dat eenige uit hun volk- hem hadden gezien, en dat hy ( n zoo was gekleed alszy, zoo beken ik /eer gaarn , dat zulks nooit van iemand van hen heb ge- hoort, lchoon ik veelvuldige door elkander lopende vragen aan hen gedaan heb. Edoch kan het wel wezen, dat zy dit ook aan hem hebben geze^t, en laat ik de waar- heid daar van in zyne waardy of onwaardy beruften ; terwyl ik on- Qqq i der- BE SCHRY VING vande 492 deftuflchen genoegzaam verze- , dat zy een Goddelyk Weezen nevens nog ecnige ande- re neven-Qofien, of Idolïs erken- . k in 't vervolg zalaangc- to ! n. Waarin Nadcmaal zy een Goddelyk liarcGods- Tï, , j , , J Weezen erkennen, gelyk nu o- penbaär is; op wat wyzc eeren zy het zelve en waar in beftaat haar Godsdicnft dan? Op deze vraag ftaat. en onfmakelyk, en lachten eenïgen zelfs my zeer fmadelyk uit. Edoch als ik betracht, hoe kor- ScK ten tyd de Heer Boeving zich al- hierbyi hier heeft onthouden , en dat hy [^ ns alzoo geen grote gelcgentheid kan hebben gehad , met hen om te gaan , zoo ben ik over die twyf- felachtigheid niet verwondert. Hy is nevens den Heer Grüudleru, zyn Collega, verfcheidemalen by kan ik ten ceritcn niet politief en , my geweeit, en wy hebben van wel eer aandoen. ronduit antwoorden; ten dele om dat de Heer Boeving l. c. nog in twyffel trekt, ofzy hem wel ee- nigc eer aandoen; deels om dat de Heer Ziegenbalg l. c. niets daar van heeft können achterhalen, en deels ook, omdat de dienit van dezen uit de natuur eenigermatcn erkenden God zeer verfcheident- lyk befchreven word ; zal derhal- ven wel het raadzaamite zyn , om deze hunne gedachten eerlt voor teilel!en, en daar na te zeggen, wat ik daar van bevonden, gezien en waargenomen heb. Boeving Wat het twyfielen van den Hr. J \ot$oeving aanbelangt , hy geeft zulks gelyls als volgt, met duide- lyke woorden te kennen: Of dan deze Heidenen den eenigermatcn erkenden God eenige eer bewyzen , heb ik gautfeh niet können onder- vinden van hen nog van ande- ren. Ik heb wel, (zegt hy wy- ders, en a;eeft daarnevens de gro- te minachting te kennen, welke zy laten blyken, wanneer men van zulke zaken met hen fpreekt) als ik hen voor f lelde, h zeer zy ver- fehlt ld igt waren , Gounja eer aan te doen, en voor zyn e weldaden te danken , daar zy decs en genen , d/c hen iets 1 ■> met diepe bui- ging van bet l\f bedankten-, van ee- \en tot autooord bekomen, dat zy ook deden , dog wanneer ik "■• vat wyze , waren zy A ak ik echter, gelyk da- >/•/, zoo lang ik aan de Kaap //, gefehied is, van de zaligmakende erkentenis Gods, zoo s myue rede hen zeer verdrietig die materie met elkandercn ge- fproken; zynde zyn gantfehver- blyf alhier maar van 1 of 3 weken geweeit , in welken tyd men van deze menfehen zeer weinig kan te weten krygen , als met dewelke hy alleenlyk in gebroken Hol- Iandfch , en ook niet door zynen Hofpcs, Franfch Vluchteling, ge- naamt Jacques de Savoye, heeft können ipreken. Doch ik geloof van hem wel het verdriet, 't welk zy over zyn difcours zullen hebben gehad , om dat my zulks ook oneindig dikwyls gebeurt is , gelyk zulks uit den hier voor aan- gehaalden brief aan den Heer Leopold, gedagtekent den 1$ Ja- nuary 1707 genoegzaam blykt. Ik heb toenmaals nog deze woorden daar by gevoegt , dat ik niet had- de geweten , hoe dat ik my in gunlt zoude zetten , om maar van zulke en diergelyke materiente können handelen ; wanneer ik hen , fchreef ik wyders , een fluk tabak of een glas wyn , ook wel een Hollands dubbeltje , 't welk ontrent 5 Keizerlyke kruitzers uitmaakt, beloofde, zoo konde ik ze wel ik weet niet hoe ver, met my lokken, dog zoo dra als ik ze op een zekere plaats hadde gebragt, en met hen zulke vragen wilde behandelen , die my fche- nen de belle gelcgentheid te ge- \en, om op de erkentenis vanden eenigen en waren God te komen, en hen als onbemerkt te overrom- pelen , zoo vielen zy ogenblikke- 1\ k dwars in de rede, en vraagden wanneer ik aan hen betalen wilde, 't geen KAAP de GOEDE HOQP. wi ücgcnbalg ccft van e Horten- iets kon- en gewaar orden. Hoery :szelfs agen be- »twoor- :den. 't geen ik verfproken had? Wil- de ik /e weder op een goeden weg brengen , om door beloften tot myn oogmerk te geraken j was hun gedult in een ogenblik ver- vlogen , zoo dat zy begonden te knorren en zelfs ook wel weg te lopen. Hy gevolg is het de Heer Boe- ving alleen niet , die over de on- verduldigheid van deze blinde lui- den hoeft te klagen; daar zyn er buiten mv ook nog zeer veel, d ie het zelve klaaglied zingen, De Heer Ziegenbalg heeft wel het geluk ge- had, dat h\ een Hottcntot aange- troffen heeft , die hem gaarn en \ rywillig ten antwoord heeft ge- Haan ; dog behalven dat hy ten laatite zeer koel antwoord kreeg , en hun verdriet befpeurde , zoo heeft hy van hunnen Godsdienil in 't minfte niet können gewaar worden. Derhalven hope ik, dat ik niet qualyk zal doen, als ik de voorge- melde vragen nevens het antwoord zelf hier inlas , op dat de Lezer zoude können zien hoe hy beant- woord is: Namentlyk hy vraagde of zy dezen God , welken zy ken- den, ook dienden? waarop zy antwoordeden , God heeft vry be- tere dienaars als wy zyn. Wan- neer hy verder vraagde of zy God dan gantfeh gcene eer aandeden, of zorg voor hare ziel droegen? gaven zy ten antwoord , wy weten van meer niet , dan dat wy het quaat myden en het goede doen. \\ aar uit licht is af te nemen , dat hy niet dieper gegaan , maar op andere vragen gevallen zyndc , om langzamerhand tot zyn oogmerk te krygen, hy ook niet heeft kön- nen gewaar worden hoe zy God dienden. Vermids nu deze beide Heren, dewelke ik alhier de eer heb ge- had te fpreken , wanneer ze in 't land reisden, en wel den laatften in den jare 1706. en den eerilen in den jare t 709 , den aard van In nen Godsdienil niet I . ven of hel ben können befchryven, /oo zullen wy tot anderen overgaan, om te zien hoe die dienlt dan \ fcheidentlyk befchreven word, lyk hier voren gemeld is; dog 1 en alvorens ik verder ga, val ik dit maar nog eens erinneren, dat gelyk hier voren gezegt is, dat zy de Maan voor den zichtbaren God houden, zy van den on/iehibaren gantfeh weinig weten ie zeggen , als 't geen hier voren reeds haali , en alzo haar dienft opbel- den k ziet. Waarin 1 • ter bellaar , zullen wy onder /.oe- ken. Meergemelde Heer Boei-ine R ... ., . * noemt het wil /. c. zelrs niet eens toeitaan,dat dan/, het danzen in de Manefchvn eendCiU,ru'- 1 .. ,1 'i«een zoort van godsdientt zy, wanneer GodsdTenft hy zegt ; Het is bekent, dat eèntge fan gedachten zyn*, als of' zy de Maan eer aandeden ; dog fchoon by des zelfs fc hein en vlytig ja zelfs garf (che nachten geda d,^oo willen zy echter in 't tninfi van gene vereer ing weten, maar sseggen, zy alleen lyk d in zen, om ziehte ver- maken. Edoch lehoon de Hotten- totten hem zulks zelf hebben inj - prent, zoo als hunne gewoonte ontrent de Europeanen altyd is, iemand van een valfch begrip te^ doen zyn, H)o zal hy mv bezwaar- lyk können doen geloven, dat dit danzen geen godsdienftig werk zy; ten dele om dat het (•>., dat zv meD™8 , 6 r> I j t ' "::' haar hunnen uod op 1 5 ze dien- God*d den; dat zy om hem te eeren de ichapen en koejen de keel affn Qqq 3 den- +9+ BESCHRYVING vande den , en het vleefch en de melk daar van in plaats van een ofFer- hande daar bragten , om jegens die Godheid hunne erkentenis te bewyzen, welke aan hen volgens hun geloof dan regen en dan fchoon weer na hun nooddruft be- zorgde; edoch fchoon ik gaarn toefta dat zy op zekere ty den (laan, en zulks als een ofFerhande aan- merken , zoo zal het echter in 't vervolg blyken, dat het deels de- zen niet ter eere gefchied ; deels ook, wanneer het al gefchied, en als een Godsdicnit zal aangemerkt worden, gelyk het ook is, zoo als in een van myne volgende Hoofd- Hukken zal worden aangetoont , zoo gefchied het echter maar op zekere tyden, en altyd in byzon- dere voorvallen. Vogcisbe- De Heer J'ohan Wilhelm Vogel vaV 'er verhandelt deze zaak veel nader, als een van de anderen , maar meld driederhande zaken , die fchoon ze alle waarachtig zyn, echter op een zekere wys moeten norden verftaan , gelyk iri 't ver- volg blyken zal. Hy zegt inzyne tienjarige Ooit-ïndifchc Reis-be- fchryving pag. 73. aldus: Van God en zyne erkentenis weten zy, de Hottentotten , . reinig of niets ; maar men befpenrt ecmer , dat zy eenc vencratie Jegens de Maan hebben ; want als dezelve nieuw is, komen zy by eikanderen , en lieren en razen de gantfche nacht y danzen in een kring en klappen onder het danzen met de handen. Zomtyds heeft men ze ook in duis- tere en donkere gaten aangetroffen, alwaar zy onder het klippen der handen iets 'f>revetde , dat van geen i'.nropeaan kon verßaan of geweten worden, wat het was \ daar benc- ;/s (telden zy zich wonder hk aan, de oogen jegens den hemel richten- , en de een den anderen een itt met een roden peen voor het »hoofd ma 'a kende, V welk mi f- fehlen een zoort van hiniGodsdienjt ■s. Ik zeg nogmaals dat deze drie- derlei zaken alle waarachtig zyn, c ,Watd maar dat zy op een zekere wyzebcr va« moeten worden verftaan ; Want wat zc# het danzen aanbelangt, is zulks o- ver gewis, zoo als myne eige lan- ge ondervinding wel haaft hier na aantonen zal ; rakende het aantref- fen in de gaten of eerder op de heu- vels, het is gewis dat zy aldaar een zoort van Godsdienft verrichten , zoo als insgelyks zal aangewezen worden ; wat echter het beteke- nen met een roden Heen aangaat, zoo is zulks ook een onlochen- bare waarheid ; dit behoort ech- ter niet onder de ftukken van hun Godsdienft , maar wel onder hunnen opfehik en zieraad , ge- lyk in 't vervolg zal gezien worden. Doordien wy nu alzoo door den aangehaalden Heer Vogel aan de voornaamfte flukken van dezen Godsdienft der Hottentotten ge- komen zyn , zoo zal ik myne eige ondervinding daar nevens voegen, en dezelve na myn oordeel geloof- waardig genoeg voorftellen , als ik alle omftandigheden bybreng , en niets dat tot dit ftuk behoort, ver- zuim, en daarentegen ook niets uit eige verzinning daar by voeg, wyl daar door de gantfche zamen- hang van de zaak zoude bedur- ven en de gehele Godsdienft als een misgeboorte voorgeftelt wor- den. Dienvolgens zeg ik , dat zy de De Mlan Maan als hunnen zichtbaren God dc '}c^* eere aandoen , en godsdienftigaan- J|c Hottet bidden, hebbende reeds hier voren t< gezegt, dat zy de Maan met ócn naam van den Groten Kapitein ver- eeren, waar mede zy niets anders verltaan, als dat onder dezen zieht [>aren God de onzichtbare moet verltaan , en te gelyk ook aangeroepen worden. Daaren- boven heb ik ook geftadig en zoo vele jaren na elkandercn waar- genomen, dat zy by de Nieuwe en Volle Maan gantfche nachten dan- en zingen, en zich ook met fchrei uwen en l andgeklap ta- mclyk ver laten horen. Het /'./.• KAAP de GOEDE HOOP. kx ield- Het is zeer raar en zeldzaam aan te zien, wat bekken deze men- jj^cr" fcheti daar by trekken ; dan leggen z\ zich met het blote lichaam, 7.00 als/v altvd gewoon zyn te gaan, op de aarde, en fchreeuwen en zin- gen cenige onverslaanbare woor- den luid keels ; dan liaan zy we- derom op, en zien na de Maan met hard fchreeuwen, en zingen dan de woorden : Mut fehl Atze, dat is, weeft gegïoet, óf we/hm; Senihar e at zé, dat is , maak dat tffy veel honing bekomen ; Chora- quakahj' chori Ounqia\ dat is, maak dat ons vee te ecten kryge en veel melk geve. loezyhet Ter zelvcr tyd klappen zy met ukenbc ^e nan^en en danzen met eenen, en herhalen deze en andere woor- den ontalligdikwyls; ten laatften belluiten zy den dans met het ge- zang Ho Ho Ho Ho, 't welk ne- vens het daar onder gemengt handgeklap een fraai muficqis, voor de genen , die het nooit meer geh oor t hebben ; edoch kan de Lezer van hun muficq daar van geen recht denkbeeld hebben, maar om dezelve hier net te be- fchryvenlyd nog de tyd nog de voorhebbende materie ; het zal echter in 't vervolg gevoeglyk ge- fchieden, en te gelyk van hun aar- dig danzen een duidelyk bericht gedaan worden. Wanneer ze nu van fchreeuwen en danzen moede zyn , zoo rech- ten zy zich overend en zien na de Maan en prevelen eenige onver- slaanbare woorden ; klappen an- dermaal in de handen; en llampen van vreugde met de voeten , dat het dreunt ; drajen en bewegen daarbencvens het lyf, dan voor en dan achter, zoo dat men niet kan begrypen, w.u zv eigentlyk daar mede zeggen willen; daar na be- gijnen 7.x wederom hun Mut fehl Atzé te zingen, en fchreeuwen andermaal zoo Iterk , dat men de ooren moet toehouden, als men .,,* 'er ontrent is. Lindelyk nu, wanneer zy an- .enft 495 dermaal moede genoeg zyn, en zich heefcher gefchreeuwt heb- ben, en de voeten hen van danzen zeer doen, gaan zy een weinig op de aarde zitten, of op de hurken, en ruft op de knien , en zingen an- dermaal heel zachtjes, waar door, om dat het niet Hemt, een recht katten-muiiec] ondlaat, waarvoor men de ooren moet toeftoppen. Op diergelyke wys brengen zy de gantfche nacht en den dag daar aan volgende door, en verrichten alzoo hunnen gewaanden Gods- dienft, zonder dat iemand van hen verlangt te eeten, of na huis te gaan, om iets voor zich te ha- len. Wie zou dan nu wel können loochenen, dat dit danzen, zin- gen en fchreeuwen ten tyde van de Nieuwe en Volle Maan geen Godsdienfl zy? Wat my aanbe- langt, ik ben gantfeh gewis ver- zekert, en weet als een onfeilbare waarheid, dat zy ten aanzien van hunnen yver, welken zy befpeu- ren laten, vele millioenen Krifte- nen befchaamt maken , als welke, fchoon zy niet alleen uit de natuur weten, dat 'er een God is, en dat men hem yverig, trouw, en op- recht dienen moet, maar daaren- boven uit het geopenbaarde Woord tot genoegen lezen , ver- Haan, begrypen, en in allepredi- katien zoo als ook in alle andere Kriftelyke byeenkomften horen können, hoe hy gedient wil zyn, en welken yver men daar toe aan- wenden moet, echter zoo koel, onverfchillig, traag en verdrietig in het verrichten van dien dienlt zyn , dat het niet alleen voor God, maar ook voor deze blin- de Heidenen een fchande is , weswegen ook t'eeniger tyd de genen , die de wille des Heren geweten, en niet gedaan hebben, dubbelde Hagen zullen beko- men. Edoch waar raken mvne ge- dachten andermaal henc? Niet te- gengaande hier uit nog vele zede- lefTen +96 BESCHRYVING V \NVDE leiten te halen waren, waar in de ze wilde Heidenen ons Chriitenen befchamen, zoo wil ik echter de- zelve liever aan den Lezer laten opmerken, als my langer daar me- de ophouden, te meer om dat 'er nog tamelyk veel van dcrzelver Godsdienft te melden overig is. Dit zegge maar, datwyl gemelde menfehen , gelyk uit alle hunne handelingen blykt, een goed na- tuurlyk verltand hebben, het een fchande is, dat de Chriftenen hen, welke dezelve winnen , en hen van iets beters onderrechten wil- len , met zoo zeer flechten exem- pel voorgaan , en geen dag, geen tyd en gelegentheid aanzien , al- lerhande quaad voor hunne oogen te plegen, en hen door hun quaad exempel van de Chriitelyke Gods- dienft aftelchrikken , daarzy nochtans, zoo als in 't vervolg zal worden gemeld, in het befhv.ilen van quade en openbare daden, zoo ! vaardig recht doen, en niet lang daar mede wachten, op dat het quaad ge weert worde, en het zel- ve gene diepe wortels fchieten moge. • , j- Wyl het nu zeker is , dat dit danzen, zingen, en fchreeuwen een zoort van Godsdienft onder hen is , zoo kon men met recht op de gedachten vallen en vra- gen , of zy dezen Godsdienft al- leen plegen, of dat 'er nog ande- re natiën aangetroffen worden die op gelyke wys hunnen Godsdienft verrichten ; want het is buiten al- len twyffel, en zoo wel door By- belfche als waereldlyke Hiftonen te bewyzen, dat het danzen een oude en zoo wel een goede als quade gewoonte zy, gelyk Lan- ZÏus in zyne Tolyanthca en in Flo- rilegid onder den naam van Salta- tio tieiderzeids exempels genoeg by brengt. Hetdamei Dat het dan/en onder de Joden «bydcr by het verrichten van hunnen Godsnd,cna Godsdienft in gebruik is geweeil, ,n gcbru.k blykt uit verlcheide Schnkuur- gcwccii. piaaucn, cn de voortreilelyke Straasburgfche Godgeleerde. 7). Scbafiïaan Smid 'm /.\nc\\Commc/it. ad Lïbr. II. Samuelis , verklaart over de woorden des Kap. VI. v. 14. En David danlte met alle magt voor den l lere , en was om- gord met een linnen lyfrok, veer fraai, dat de wyven en maagden by hoge feeltdagen en vreugde* feeften gedanlt hebben , ten v. el- ken einde hy het exempel van Mirjam aanhaalt, welke na dat Pharao nevens al zyn volk met ros en wagen in 't Rode Meir ver- dronken en gebleven was, een ke- teltrommel in de hand genomen, en met alle andere vrouwsperso- nen , welke haar in dit ftuk volg- den, in reien uitgetrokken was, en op deze wyze God voor be- weze genade en verleende by- ftand een lof en danklied danzen- de , en onder het geichal van ke- teltrommels gezongen had Vïd. Exod. XV. zo. feqq. Insgelyks brengt hy ook by het exempel van den Stam Benjamin, welke uit de danzende dochters van Sïlo weder wyven nemen en zoeken moeiten op dat haar Stam niet t'eenemaal te grond ging. Jud.XX. 19. xi. En eindelyk brengt hy by het exempel der Ilraëlitilche vrou- wen , die een triomf-lied voor Saul en David danzende zongen , zeggende, Saul heeft dui/.cnd ge- flagen , maar David tien dui- zend. Op gelyke wys hebben ook de Baals-Prielters en de kinderen Is- raels rondom het goude kalf ge- danlt. Vtd. 1. Reg. XYIIÏ. Exod. XXXII. 6. Ja dees gem. Godge- leerde befluit ook uit I. Sap/. X. en XIX., dat het danzen in de fcholen der Propheten in de ge- woonte geweeft is. Vïd. ennd. I. c. uit welk alles onwederfprekelyk volgt, dat het danzen by de Jo- den en andere natiën niet alleen rot vermaak cn allerhande onzon- dige gewoontens gebruikt is, maar dat zy zich ook daar van by ver- richting van hun Godsdienft be- dien'. KAAP de GOEDE HOOP. 497 Andere atien men ook I hun 'xlsdientt dient hebben ; zulks de weergaloze Heer Ludolf in zy- ncn Commtm. ad Ihjfor. ALthiop. ■ >. nam. 62. daar voor houd, dat David niet alleen al/00 gedanlt, of een nieuwe gewoonte onder de Kinderen Israels inge- voert lieert, maar nog velen met hem , en dat zulks een aloude ge- woonte onder hen geweeit is. Vermids nu dit zoo is , gelyk uit de aangehaalde fchriftuurplaat- zen genoegzaam blykt, zoo doet deze wyze van danzen by den Godsdienlt, my weder gillen, dat zy wegens verfcheidc oor/aken van de joden fchynen afkomftigtc 7\n; want hier komt niet alleen voor, te betrachten het waarne- men van de Maan, maar ook het bv hen gebruikelyk danzen ; 't welkzy ook met de oudlte Joden gemeen hebben, als die op zeke- re feeftdagen in hunne Synagogen opentlvk danften, zoo als uit hun Duitfch Ceremonie-boek, te Am- fierdam gedrukt , pag. 57. te zien is ; alwaar zy ■> wanneer de gantfche Wet gelezen en hun feeft deswe- gen geviert wierd, 't welk ge- meenlyk den t-i. September ge- fchied , van den Voorlezer van de Wet, die het Wet-boek om hoog houden moet , alzoo fchry ven , en gaat rondom den Leflenaar en danlt met het Wet-boek in den arm. OndertuiTchen zyn het mif- fchien de Joden niet alleen, wel- ke deze zoort van danzen by hunnen Godsdienfl gebruiken, en derhalven ook de Hottentotten niet alleen uit hun volk oorfprong- Ivk , maar daar zyn buiten twyf- fel nog andere oude natiën in Afrika geweeit, welke het danzen bv hun Godsdienfl in gebruik ge- had hebben ; aangezien de Heer Ludolf in Hifior. Athiop. L. III. c.6. wydlopig heeft bewezen, dat de Abylliniichc Chriltencn ookby de verrichting van hunGodsdienit deze gewoonte gehad hebben ; en houd hy /// comment. ad Hijfor. I. T>eel. Aithiop. p. 380. . het da voor, dat dit een aloud gebruik moet geweeit zyn. Hieruit kon wel volgen, dat de Abyflrnifche Chriftenen dat gebruik ook van de oudlte Afrikaanlche Bewoners aangenomen en behouden hebben, uit welk geflacht de Hottentotten als Heidenen nog overgebleven zyn en dat gebruik nog hebben , fchoon zy door vele ongelukken en vervolgingen können hebben vergeten , welke liedjes daar by zyn gezongen , en hoe het eigent- l\k met het danzen gegaan heeft. W at hier van zy, het is zeker, DeKriftc- dat de Chriftenen in Abyflinie neninA_ nog danzen", als zy Pfalmen en K"n Liederen zingen, gelyk uit deookby Tellens Libr.I. cap. 39. p. 96. &« Lhrijtop. Fuhr er in zyne Rcisbe- fchryving An. 1646 in Nurenberg gedrukt. Jakob Wormfin in de Reisbefchryving p. 221. Alvarez c. 1 1. en wel voornamelyk uit den aangehaalden Ludolf l. c. wydlo- pig te zien is. Waar uit na myn oordeel gevoeglyk kan worden belloten , dat God ook geen mis- hagen aan dezen dienft zoude können hebben, indien hy maar met een opregt gemoed verricht word, en men maar enkel en al- leen daar op let , dat men gene huichclary of fchynheiügheid daar onder laat lopen, maar alles wat men doet, dat zulks met het gant- fche hert tot God gefchiede: e- doch wil ik niet verder daar van oordelen, maar alles aan mynen Lezer over laten, om daar van te oordelen ; genoeg is 't , dat de hier voor gem. Heer Scbafl. Smid 1. c.p. 308. Loc. i.een diergelyk argument uit het danzen van lia- vid getrokken heeft. Ik begeef my liever weder, daar ik hiervoren opgehouden heb, en zegge, dat de Hottentotten be- halven dezen dienft die met dan- zen en zingen verricht word, nog andere ceremoniën en gebruike- lykheden hebben, die een zoort Rrr van 498 BESCHRYVING van de van Godsdienfl verbeelden , dog dezelve hier in te mengen, en on- der dat geen te zetten, dat ei- gentlvk hun Sabaths-vieren betreft, zoude te lang vallen, en ook de voorhebbende materie in disorder brengen. Derhalven oordeel ik raadzaamft te zyn, dezelve by volgende gelegentheid voor te Hel- len, en als nu devrage, die men zoude können voorleggen te be- antwoorden , namelyk of deze luiden, die toch ook een gemoed hebben, en niet altyd doen, wat rechtfehapen is, nooit van het zelve heltredcn of verklaagt wor- den? dat is, of/v voor den toorn, gramfchap en ongenade van hun- nen Groten Kapitein of God, niet v re zen ? Op deze vraag kan tot ant- woord dienen, 't geen hier voren reeds uit den Heer Boeving aan- gehaalt is , namelyk dat zy zich voor hem, wyl hyeen goed Man is , die aan hen geen quaad doet , niet te duchten hebben. Ook zal de Tranquebaarfche Prooft, de Heer Ziegenbalg l. fnpra cit. door zyne aan zekeren Hotten- tot voorgelegde vragen de zaak nader onderzoeken, en eenige antwoord verfchaffen ; want hy Gefprck gevraagt hebbende of 'er ook Zondaars onder hen waren'? was het antwoord gewcefr, Ja daar zyn 'er zeker lyk vele met grote zonden beladen. Hy verder v ra- gende, van Wien de zonde quam? antwoorde de Hottentot hoewel uit een Chriften mond , van den 'Duivel, deze zondaars, zeidc hy w uiers, komen in de bel, alwaar het zeer heet is; daarentegen ko- men de Vromen in den hen/el, al- waar het ongemeen fchoon en aan- genaam is. En hy eindelyk vra- gende, waar /e dan na hun dood ui' i hden te komen ? zoo zeidc hy, dal l&éet de Baru/hertigc God, wy ïveteri hel niet. dii gefprek dunkt my, dat i' haagde Hottentot wel goed geantwoord heeft, maar niet v?.n een Hottentot met den Heer Boe- ving. Wat de Schryver hier van oordeelt. uit zyn of zyne Aanhangers mond, weshalven de Heer Ziegenbalg ook maar nageaapt en tot de zaak niets by gebragt is; want dat zy zouden bekennen , dat zy zon- daars onder hen hebben , is een hope , die men zich te vergeefs maakt, ten zy men na zodanige menfehen vraagt, die in opentlyke grove laflers als echtbreuk, dief- llal,enz. leven; welke zy echter geen zondaars maar misdadigen of anders noemen. Ik heb hen de gemelde vraag of verfcheidema- len voorgelegt,en gebeden op de- zelve te antwoorden , dog niet an- ders van hen können verkrygen, als dat zy niet behoefden dezen Groten Kapitein te vrezen , wyl hy aan hen altyd goed en nooit qnaad bewees\ dateer daarentegen nog een ander Kapitein was, een weinig geringer van vermogen , van den welken eenigen onder hen hadden toveren geleert , die deed aan hen nooit goed maar altyd quaad, en dezen moeflen zy vrezen, eeren en dienen. Mynes bedun- kens is zulks de Duivel, fchoon ik hem zoo niet heb horen noemen. Want fchryft de meergemelde „ . H-xt-rr r> • • Boevui eer Miinonans Boeving in zyne meiddati dikwyls aangehaalde Curieufe Be- e™°ü- fchryving en naricht van de Hot- tentotten ƒ . 7. met zeer duidelyk» woorden aldus : Ten twede gelo- ven zy, dat 'er een 'Duivel is, die aan hen quaad doet, en voor wien zy te vrezen hebben. Zy noemen hem in hunne taal Titcqua ; ( 't welk echter niet uitgefproken moet worden , zoo als het daar Haat, maar met een tongflag Touquoa) iemand vertelde, dat eenigen onder 'hen denzelven hadden gezien , en dat hy over het lyfhcel leclyk, ruig en hairig was en voeten en een kop als een paard had, en in" 't wit ge- kleed was. Dit laatfte voorgeven van den Heer Boevin 9 heb ik nooit vin hen gehoort , fchoon ik veel en lange jaren met hen omgang gehad heb. Dop; geloof ik zeer wel, dat hem KAAP de GOEDE HOOP. 499 hem zulks geduurcnde dcszelfs kort verblyf van deze wonder- baarlyke menfchen voor de waar- heid verkoft is ; want als 'er iets zekers aan was, 7,00 verbeeld ik my, dat het ook wel door den een of den andere voor myne ooren zoude gekomen zyn ; ten miniten zouden my die in het land zelfs wonen niet bedrogen, of zulks voor my verborgen gehouden hebben, om dat ze in andere za- ken heel openhertig waren, en niet zyden dat niet met de waar- heid overeenquam, indien ik het recht gade floeg, te meer om dat zv zich veel eerlyker ontrent een Europeaan gedragen, als gene die onder de Chriitenen zelfs wo- nen. Om echter weder op dezen kleinen Kapitein te komen, moet ik zeggen , dat wanneer men hen vraagt , hoe het dan komt , dat daar zy immers de menfehen, die hen goed doen, eer aandeden en dankten, zy niet veel meer den Groten Kapitein eerden en dank- ten, welke aan hen alles goed deed? als den anderen kleinen, welke aan hen toch maar quaad deed ? zoo antwwoorden zy niet, zoo als de Heer Boeving 1. c. p. 6. ydenkk:?- wu" ' ^at zy zulks ook deden, maar i«nKapi- zy verklaarden zich aldus : Zy hten" kiften niet, waarom zy zulks de- ïrotenee- den ; maar nochtans was aan hen dreien. van humcn voorouders vertelt, dat hunne gemelde voorouders zoo fchrikkelyk tegen deze Groten Ka- pitein hadden ge zondigt , dat hy hen en hunne nakomelingen het hart zoo zeer had verhart , dat zy hem 11 u niet meer recht kennen, en ook niet meer eeren of dienen kon- den. DeSchry- Als ik nu dit antwoord verge- ermeenc lyk , met het geen hiervoren in cntott"n0t" hct X*V. Hoofdltuk van hunnen andenvai oorfprong gezegt is , en die beide eurde"fte met elkander vergelyk , zoo fchynt oordeo- het andermaal, als of zy door de anchtebe-S voorgewende overlevering van omen den val der ccrlte ouders in 't Pa- ebben. L cp^ radys nancht hebben ; /v zvn dan afkomflig van de Joden, 't welk zeer waarfchynlyk is , of van an- dere Natiën of ook wel van velen te gelyk ; het is maar vcrwonde- renswaardig , dat deze Leere , fchoon door lange omwenteling van tyd, zeer verduiitert, en door vele bygelovige en zeldzame me- ningen verbaltert nog zoo duide- lyk en handtaltclyk zonder fchrift of letters onder hen heeft können voortgeplant worden. Wanneer ik den Lezer echter myne gedachten recht openhertig zeggen zal, zoo komt het my voor, als dat hunne Voorouders moeten Joden geweelt zyn , aan de welken vervult is, 't geen God . 96. te bekrachtigen, door dien zy zeggen, datzy zomtyds hem ter eere een fchaap, zomtyds een vet- Rrr x ten soo B E S C H R Y V I N G van de ïen os flaan, na dat zy können I merken, dat hen een groot onge- . boven het hoofd hangt. Het vet, /eggen zy wyders, nemen en 1'meren zich daar mede ; met her vleeich onthalen zy elkande- ■ ï , eeten het op , en maak en /ich, om dat deze boze Kapitein verzoent is , onder elkander vro- Ivk. De oorzaak, dat zy dit doen, was, om dat het onder de Hot- tentotten altyd zoo de manier en in gebruik geweeit was. Edoch dat" dit dieper wortels heeft, als zy zich jegens de Europeanen wel laten verluiden, en op die van hen verrichte ofïerhande ziet , waar- ontrent zy andermaal met de Jo- den overeenkomen, zal in 't ver- volg klaar getoont worden, wan- neer van hun offeren als insgelyks een ituk van hun Godsdienfl zal gehandelt worden.' centen Hier door dunkt my, blykt cneenqua- klaar genoeg, dat zy twee Goden, den God. eenen goeden en eenen quaden God flellen ; waar van zy den ee- nen maar met danzen en zingen , en den anderen , met ootmoed , vrees en eer dienen ; aan beide echter te gelyk,zooals in't vervolg klaarder zal aangewezen worden, met offeren en vee liaan, enz. ten dienlte liaan moeten. Waar door de oude Manicbaen van gedach- ten geworden zyn , ook eenen quaden en goeden God te erken- nen en te bekennen, zulks is niet zoo wel uit hunne fchriften te /icn, als dat het geloofwaardig is, dat zy zulks uit de grondregels der oude Heidenen moeten gezo- gen hebben, en in de C'hriilelykc Kerk hebben willen invoeren. Èdo( h ik laat hier van een iegel) k en in 't by zonder de Lezer zyne vi ye gedachten, en laat hem alles verder zelf overwegen. Berentne« Ondertuffchen zal ik my maar dan twee ■ , J Goden , bcmoejen , den Lezer verder voor daaronder te ik-I'cn, hoe deze Hottentotten fekcic lü lil fcde. de andeveHeidenen naapcn,en nog meer als de/e twee Goden eer aan doen , i'choon , zoo veel my bc- wufl, tot nu niemand een woord melding daar van gedaan heeft; wordende namelyk in dit gevon- den een zekere infecte of onge- dierte byna zoo lang als een vin- ger van een klein kind en ook zoo dik, 't welk acht voeten en op het hoofd twee hoorens nevens twee vleugels heeft ; op den rug is het groen, met rode en witte fpikke la- tjes , aan welke infeéte zy eene godheid toefchryven ; weshalven zy, zoo dikwyis als zy het zien, en wel voornamentlyk als het in hunne Krall komt , en op den een of den anderen gaat zitten, zoda- nig een goddelyke eer aan doen. Deze infecte hebbe ik lang niet weten te noemen, om dat ik het nooit gezien heb, en ook om dat ik het nooit heb können geloven , dat zy zulke flechte dieren godlyk zouden vereeren , fchoon ik daar van dikwyis had horen fpreken; tot dat eindelvk de voortreffelyke Heer Joban JVilbelm de Greven- broek , een man van byzondere bequaamheid , verlland, en we- tenfehap, die verfcheide voorna- me Ambafladeurs , en eindelyk hier ook de lllultre Compagnie als Secretaris Politicq heeft gedient, my door zyne Annotatien geleert heeft, welke hy insgelyks geduren- de zyn verbh f alhier van de Hot- tentotten gemaakt heeft, dat deze infecte namelyk eene zoort van kevers was. Na dat ik echter zelf het geluk gehad heb , het zelve te zien, moet ik bekennen, dat het wel niet na de Europeaanfehe kevers of zoogenaamde Goude Torren of Horentorens gelykt ', e- doeh weet ik het zoo weinig an- ders te noemen, als de gemelde Heer de Grcvenbroek. Zoo dra , zeg ik, als dit on- gedierte in hunne Kralen komt, van welkers uiterlyke gellalte en mte op een andere tyd zal w orden gemeld , zoo vereeren zy het niet alleen, als hier voren ge/egt is, hoewel dcGodsdienft zoo lang niet duurt, en zy alleen- lyk ,"./..' lERBEWYS MR HOTTEKTOTTEX A W EEN SEKER IXSECTE. w uu IrZf/ KAAP de GOEDE HOOP. 501 recren. Offeren 11 het zel- c. Ivk ccnigc uuren met zingen en toe ty dit il.in/en doorbrengen , maarzy be- [^e ftrojen fièt ook met poejer van het kruid, 't welk zy Buchu, en de Bo- tanie* Spïraam noemen , waar van op zyn plaats gehandelt is. Daar- enboven word dit becltje niet al- leen, maar ook de gantfche bin- ne plaats van de Kraal daar mede beftrdöit, wyl zy de vatte hope hebben , dat het zelve wat goeds met /ich brengt , of betekent. En om hunne dankbaarheid je- gens het zelze te bewyzen, voor 9e genade j van hen in hunne Kra- le té bezoeken , Haan zy als een Öfferhande twee vette fchapen , en noemen deze plegtigheid An- ten maakum zooy 't welk zoo veel betekent, als dat zy nu tot andere menfehen gemaakt zyn ; zich verbeeldende , dat door dit doen hunne zonden vergeven zyn , of om /.ich van hunne woorden te bedienen, zy zeggen, vjy geloven dat &y voortaan altyd goeden geen quaad meer doen zullen. Zou dit nu wederom niet na der Joden initellingen en offer ruiken? Mynes oordeels is aan hen alleen- lyk het liaan van het offer-dier by gebleven, de wyze echter , hoe en wanneer, en by welke gele- gentheid een verzoen -offer ge- schieden moet? door de lengte der tyd verloren gegaan en in ver- getenheid geraakt , te meer door dien zy niet uit Joden alleen maar uit velerhande natiën beftaan kön- nen, uit dewelke de eene deze en de ander gene zoort van Gods- dienlt gewoon geweeft is , waar door zy allen de rechte vergeten , en allcenlyk de fchil behouden hebben ; en zich hebben verdaan, om uit alle oude en verfcheide gebruiklykheden eenerlei aan te nemen, en dezelve te volgen. Het zy hier mede hoe het wil, o-ëcficuc wyders is echter gewis, dat wan- oeen vau neer het gemeld ongedierte op ie- ïiif"1 mand van hen in de Kraal komt zitten , en op zyn lichaam ruit zoekt, dezelve een onbedriegelyk 3e Schry- :r meent it zulks ia de Jo- Ml.lt - )mßig is. jWatiy In als dit en onfeilbaar heilig man zynmoet, u "ien zekcrlyk alle zonden verge- ven zyn ; want, zeggen zy, dit beeltje heeft den man aangewe- zen, dïe onder ons heilig is. Derhalven (laan zy in zulk een ge- val in plaats van de twee boven- gemelde fchapen als een dank-of- fer hunncvctlten os, dien zy on- der den gantfche troup hebben. Met deszelfs darmen en daar aan- hangend vet , zoo als ook met het net vcreeren en eieren zy dezen Heilig, doordien zy hem het net zoo warm om den hals hangen, wanneer zy het alvorens met de gemelde Bncbtt braaf gekruid , en als een ftrik dicht in elkander ge- draait hebben. Dit net moet de aangeweze Heilig aan den hals dragen , tot dat 'er een (tukje meer aan is, het (tinkt zoo veel het wil, oT wel, tot dat dit beeftje andermaal in de Kraal komt, en op iemand anders gaat zitten, wanneer alle deze plegtigheden op nieuw verricht worden, en als dan is aan den eer- den Heilig geoorlooft, zyn (tin- kent net, 't welk hy nacht en dag om den hals heeft moeten nebben van zynen hals te doen, en met het nog daar aan zynde vet zyn Cros te fmeren, of anders zyn lichaam zelf tebalzemen. Daarentegen worden de dar- men nevens het daar aan hangend vet aan hem niet eer ter hand ge- fielt, voor dat zyden drek alvo- rens met de vingers daar uit ge- drukt, de zelve gekeert en wel gefpoelt hebben, van dewelke hy zich eene maaltyd klaarmaakt , en ze nuttigen mag. Zy allen liaan op hunne wys den os , gclyk in 't vervolg breder zal gemeld wor- den; trekken hem de huid over het hoofd af, en koken het vleefch , waar mede zy zich vrolyk maken, zonder dat dees Heilig wyders ee- nen beet daar van te eeten krygt* Het nat is voor de wyven , 't welk zy genieten , en zich nevens de rhansperzonen vrolyk maken. Komt Rrr 3 dit 502 BESCHRYVING VAN DE / Wat men dit ongedierte echter op een opeeï511" vrouws-perzoon zitten, zoo word vrouw». Zy tot een Heilige verklaard , en vomuk- de boven gemelde plechtigheden ten. worden verricht ; dog met dit on- derfcheid, dat de vrouwen het vleelch nuttigen, en dat de mans- perzonen daarentegen met het nat moeten genoege nemen. Wie zou in Europa können ge- loven dat zulke ongereimdheden in de waereld gevonden zoude worden? ten zy men van anderen will, dät zy nog wel Hechter Go- den verkozen hebben, fchoon de Dienaars juilt niet zoo morlïig en fmerig waren. Ik zoude zekerlyk zelf al een weinig befchroomt ge- weeft zyn, aan diergelyke vertel- lingen geloof te Haan , als ik niet oog-getuige ge weeft was, en ver- fcheide malen gelegentheid gehad had om zulks te zien ; daar bene- vens vind ik my fchier genood- zaakt daar van eene gefchiedenis te befchry ven , die klaar aan den dag zal leggen, dat zy dit Beesje of zelf niet mogen doden, of mo- gen gedogen , dat van anderen ge- dood word. Geval on- Zeker Vry-Burger , genaamt ÏTedimc Hendrik Muller, geboortig uit " Duitfchland, heeft een Landgoed, ontrent vyf of zes mylen van hier, waar ontrent eenige Hottentotten wonen, die eenig vee hebben, hebbende aan dezelvcn de vryheid gegeven hun vee nevens het zyne op zyne in bezit hebbende lande- ryen te wyden. Ter zelver tyd hadden zy eens het geluk, gelyk /y zich verbeelden, dat dit onge- dierte of kever in hunne Krale quam, en wanneer een zoon van den ge melden Yry-burgcr, ge- naamt Johannes MulkrA het zag, zocht hy het te vangen, omdat het zoo fraai van kouleur was, en ook om beter achter hunne zotte dingen te komen. Wanneer de Hottentotten za- gen dat hy het gevangen had , wa- ren zy bezig om aan hem de be- hoorlykc eer te bewyzen , en den fchuldigen dienft af te leggen , en zy begonden vervaarlyk te roepen, Hachalze, Muatae, watmaakum zoo ? dat is : Hoort eens, ky kt eens, wat wil die daar doen ? De zoon van den gemelden Vryman, wan- neer hy dit hoorde , vraagde hen, fchoon hy wel verltont, wat zy in hunne taal tegens eikanderen fpra- ken, wat zy met dit elendig . fchreeuwen hebben of zeggen wil- den ? waar op zy aan hem in ge- broken Hollandieh te verftaan ga- ven , dat hy bet niet doen moeß, en dit beeßje , aan hen zoo zeer wel- kom in hunne Kr aal, niet moeß van- Wanneer zy echter zagen, en uit zyne minen bemerkten, dat hy daarom niet gaf, maar het beeftje zelfs doden wilde, zeiden zy tot hem, gy dit Bceß fangiim zoo, en nu dood maa kum zoo , is dat braa, wagtum ons altcmaal daar van loo- pum zoo. Zou gy het Beeftje zoo vangen , en nu zoo doden , is dat wel gedaan, ziet zoo gy het doet, lopen wy allen hene. Vermids hy het Beeftje in de hand had, en daar mede fpeelde, baden zy hem ten laatften zeer inftandig , dat hy het toch weder wilde laten vlie- gen en niet doden, want zeiden zy indien gy het dood, zoo zyn wy allen ongelukkig. Zoo dra hy aan hen beloofde , dat hy het beeftje zonder letzel zoude laten vliegen en niet doden, waren zy wederom zeer verge- j noegt en wel te vrede; en als zy zagen , dat hy zyn woord geftand deed, deden zy aan het zelve de gewoonlyke eer, en maakten zich Van het geflacht fchaap, konnen- de zy uit armoe geen twee liaan, vrolyk ; aten allen, om dat het op niemand van hen had gezeten, en lieten niets daar van over tot Jen volgenden morgen. Miilchien zal de Lezer begerig ?yw»r; zyn, om te weten , waarom zyieniet« dat Beeftje niet willen gevangen, icniatai veel minder gedood hebben-? dodcn. Hier op zal ik dienen het geen van de KAAP dé GOEDE HOOP. 503 )e Schry r heeft 5 te ver- )eit om n \.m ie dom- idaftc ragen. de Hottenrotten zelf heb können vernemen ; nimelvk /.\ /.eggen , dat het aan hen ongeluk brengt als het gevangen word , en als het in hunne tegenwoordigheid Iter- ven moet, zoo moeten zy allen of hun vee door wilde dieren ver- liezen, of zelf fierven, 't welk zy door lange ondervinding genoeg- zaam geleert hadden. Dit alles wat van de vereering van dezen kever is gezegt , is wel een van de eenvoudigite en blind- fte Hukken , die men aan de Hot- tentotten bevinden kan, en echter zyn zy daar op zoozeer gepikt, dat zy liever wat anders zouden willen doen dan deze godsdiensti- ge initelling varen laten : En fehoon men hen, gelyk ik dikwyls gedaan heb, de ongereimdheid van deze Afgodendienit blood uit het licht der natuur, voorltelt,en ze op een beter weg zoekt te brengen, waar door zy met 'er tyd tot de ware kennille Gods zouden können geraken, is echter alles vergeefs en zonder vrucht, of zoo men zegt, moeite en kollen ver- loren ; weshalven ik ook niet kan zien, hoe de Tranquebaaarfche Proolt , de Heer Ziegenbalg het aanleggen wilde, om deze blinde Heidenen met minder moeite, achtervolgens zyn eige zeggen , vid. I. c. van zyne reisbefchry ving p. 9. tot bekeren te krygen. Nu zal ik met myne vertelling voortvaren , en fehoon de Goden der Hottentotten, voor zooveel die tot nu in Europa hebbe kön- nen te weten krygen mynes be- dunkens , duidelyk genoeg afge- fchildert , en ook van hunnen Godsdienil een genoegzame be- fchryving gevolgt heb, zoo zeg ik echter, dat hier mede nog niet ten einde hebbe können komen , voor zoo veel hunnen Godsdienil betreft, maar dat 'er nog veel za- ken ontbreken, die hier gemeld moeten worden. 'Dienvolgens zal ik voor alle an- deren verder aanwyzen, hoe zy na myn oordeel, ook met zoda- nige Chriitenen overeenkomen, welke als zy maar horen, dat 'er een mirakel of wonderwerk is ge- lehied, of aan dees of genen wat goeds gebeurt is, ten eerlten be- dacht zyn , hoe z\ ter ecre van zodanig een , een Kapel oprechten, en de gene die daar verby gaan, tot verrichting van hunne aan- dacht daar in lokken zullen. On- der tullchen hebben de Hotten- totten zulke Kapellen of Tempels niet , met menichen handen ge- maakt , maar in hun gemoed zo- danige plaat/en , welke zy daar- om voor heilig houden , om dat hunne Voorouders aldaar grote weldaden genoten hebben. Zodanige plaatzen zyn echter gene donkere gaten , gelyk de meergemelde Heer Vogel in zyne Reisbefchryving ƒ. 73. met deze woorden zegt : Zomtyds zegt hy, heeft men ze ook wel in donkere bol- len aangetroffen, alwaar zy onder het klappen in de handen met den mond iets prevelden , V welk echter niemand van de Europeanen gewe- ten heeft -y wat het was. Maar het zyn liever woeite , vrye en zicht- bare plaatzen , en de meelte heu- vels, langs eenige rievieren , wel- ke hier en daar in het land leg- gen. Door dien zy nu alles by over- levering hebben, gelyk reeds dik- wyls gemeld is , zoo houden zy deze plaatzen voor zoo heilig, dat zy nooit zulken woeiten oort of heuvel zullen verby gaan , zonder eenigen dienfl aan den Heilig te bewyzen , die na hnnne mening dien oort bewoont , en reeds aan verfcheide van hen grote welda- den bewezen heeft ; en wel voor- namclyk danllen zy een weinig op die plaats rondom , tervvyl zy ftil zingen; zomtyds klappen zy daar- enboven ook wel in de handen , of gaan op die plaats een weinig zitten , hullen het hoofd met de Cros en zingen een liedtje ; alles echter na dat zy menen , dat de Heilig Hottentot- ten hebben eenige plaatzen ilic ze voo: heilig hou- den. Hoezy daar hunne aandacht verrichten. 504 BESCHRY VING vande Heilig verdient , ofdatdetyd en ntheid en ook veeltyds het i n toelaat. Als men hen vraagt , waarom zv zulks doen, lachen zy 'er om, als of" men het wel zelf 7.011de ra- deri können ; en zy weten gene andere rede by te brengen , als reeds gemeld is. Wanneer men echter inilantig verzoekt , om meer onderrechting hier ontrent te geven , zoo worden zy moeje- Ivk, en zeggen niet anders , als \ dat zulks de manier der Hottentot- ten is. Komt men eindelyk iemand op friflche daad aan te treffen, die een goede luim heeft , en aan wien men , eer men fpreekt, een pyp tabak of een glas Brandevvyn geeft , als men het juiit by zich heeft , zoo zeggen zy met vele omllandigheden , wat aan hen of aan hunne voorouders aldaar goeds wedervaren is , en dat zy deswegen tot dankbaarheid nog altyd danken en zingen , ichoon zy niet weten, wie het is, van wien zy dat goeds ontfangen hadden. 'Zeker Hottentot , genaamt Jtamma , dien ik op de gemelde w\ s ontmoete, en met een pyp ta- bak lokte, heeft my vertelt, dat hy daarom op den heuvel danlte, om dat hy des nachts daar eens ge- flapen hebbende vaneen Leeuw, die dicht by hem quam , niet op- gevreten was, en welken Leeuw hv des morgens, wanneer hy ont- waakte naauwhks 20 fchreden van hem nog had zien leggen; en vermids hy zich verzekert hield, | dat een Heilig daar mocil /yn gevvcelt, die hem befchermt had, zoo kon hy plichtshalve di< daad niet vergeten. Welke rede ik mv wel liet welgevallen, do'ti wees hem met eenen op God, en de befeherming /y ner Heiligen ; maar na lange woordewiiTeling, en als hy de p\p berookt had, iprong hv op, en liep w eg, zeg- Kafftme niet \ er (laan: 't e el u ?gen wil, als ik zulks niet verjtaan. Zouden nu de Chriftenen niet Z(ff andermaal door de Hottentotten §chryv« befchaamt worden gemaakt, w el- ke uit een blinden wer den onbe- kenden God voor zynebeweze weldaden danken, en die nooit vergeten, daar eenChriften, die nochtans wel weet, dat hy alles goeds en volkome gaven van bo- ven van den Vader des Lichts ont- farigt, echter dezelve zoo haall en fchandelyk vergeet, en naauwlyks eens daar voor dankt. Edoch ik zal zulks met ililzwygen verby w gaan , en nog verder zeggen, dat Hottem wanneer de Hottentotten door len do| een diepe rivier zullen gaan, en «n wat wel voornamelyk als ze lterk§aanwi ftroomt, zy dat ook niet doen, eer en alvorens zy zich met het water befprengt , en hun voor- hoofd met het zand of flyk van den oever befmeert hebben. De oorzaak daar van , zoude na hunne mening deze zyn, dat zydoor het befprengen, met wa- ter, zich met een gezucht denzel- ven aanbevelen , en bidden , dat het zelve hen geen quaad toevoe- gen mag. Het voorhoofd be- ltryken zy met het zant of flyk van den oever, om dat het hoofd mag ligt worden , en altyd boven en nooit onder het water komen; om dat zy wel weten , dat alle le- den onder het water zyn können, maar het hoofd onder het zelve niet bellaan kan. Ik heb wel gro- te moeite gedaan , om een betere oorzaak van hen te vernemen , maer te vergeefs , en derhalven kan ik 'er ook gene betere mel- den. Daar zouden nog wel veel Huk- Reduin ken overig zyn , die tot hunnen^11001 GodsdienÖ zouden können en moeten getrokken worden , maar ik zie , dat de gene, die daar van reeds zyn ter ncdcrgeltelt, meer tyd vereil'ehen om ze te lezen , als ik my verbeeld had. Edoch ver- mids ik bemerk , dat de materie my altyd pnverziens en onder de hand aangroeit , zoo moet ik voor dit KAAP Dil GOEDE HOOP. sos ditmaal hier mede befluitcn , en het overige tot een nadere gele- gentheid ijuren ; den Lezer oa- dertunchen verzekerende, dat 'er nog fraaje materien zullen voor- komen , waar van hy zeer weinig zal hebben gelezen , fchoon hy nog zoo veel Rcis-Befchryvingen doorfnuftelt heeft. XXX. HOOFTSTUK. Van het offeren der Hottentotten , of (gelyk zy het gewoon zynte noemen) van het an- ders maken > als mede van de uitfny- ding der Tefticuli. Men kan eigenlyk niet zeggen wat door het Anders maken verflaan word. Aan alle mam. perzonen word een Tclticulus uitgefneden. De Schryver verbaalt wanneer het zelve ge. febied. Als mede op welke wyze. II "te en hoe men de Tcfticulus uit/neid. Wat verder voor en na de operatie gefchied. Hoe de wonde weder toegenaait word. De Patien- ten lyden zulks geduldig. Worden na de operatie met vet gefmeert en toet pis gewajfen. Hoe de gantfebe operatie bcfloten word. Wat met het geflacht Schaap gedaan word. De wyven krygen bet vet daar van , waar mede zy zich vrolyk maken. Wat zy op den vol- genden dag doen. Welk een vereering de Oude Heer krygt. De Hottentotten ßreken verfcbeidentlyk over de oorzaak en tyd dezer uit/nyding. Verfcheide meningen eenher Schryver s daar van. Des Scbryvers mening. Ontdekt de ware oorzaak hier van. Waar. om de Hottentottinnen geen onbefneden toelaten. Wat de Schryver hier uit befluit. De Troglodyten hebben zig befneden. Wat van de Hottentottinnen is aan te merken. Wat verder waar te nemen is -als de Hottentotten trouwen willen. Zy moeten zich tot een man laten maken. Verjcheide plechtigheden worden verhaalt. Hottentotten flaan haar moeders. Wat van het woord Kutfcire aan te merken zy. Hoe een beßbimpte wederom eerlyk ge- maakt word. Waarom de gantfebe Kraal zomtyds anders maakt. Hier toe moet een niéuvt buis gebouwt , een os geflogen en in vrolykbeid verteert worden. Of deze Ceremonie van de Joden afkomßig is. Dronkenfchap is een fchadelyken laßer. Hottentotten moeten anders maken alszy van woning veranderen. Ook als de f ch apen dol worden. Wat verder hier ontrent aan te merken zy. Zy maken ook anders als zy hunne fch apen door den rook ja- gen. Wat verder hier ontrent aanmerkens woardig zy. De oorzaak van dit hun doen. Waar dat zulke gewoonte uit ontflaat. Om welke oorzaken meer de Hottentotten anders maken. DOor dien de Godsdienfl der Hottentotten , of het geen 2.y eigentlyk daar onder reke- nen , laatlt in een eenig Hoofd- fluk niet heeft können worden gc- bragt , alzoo die materie te wyd- lopig was, en te veel tyd vereifch- te , zoo hebbe in het einde van het vorig Hoofdituk belooft , het overige, zoo dra de gelegentheid zich daar toe aanbieden zoude , daar nevens te voegen ; en ver- mïds dezelve nu aan de hand komt , zoo ben ik van voorne- /. "Deel. men , om het beloofde na te ko- men, en te tonen, dat niet te ver- geefs hebbe gezegt , dat 'er nog verfcheide curieufe materien zou- den voorvallen , welke niet zon- der byzonder nadenken zouden können gelezen worden. Diensvolgens moet de Lezer en als voor af weten, dat de Hotten- totten alle deze en nog te verhan- delende gebruikelyk heden met eigSyk,Q den algemenen naam van Anders- niet zeggen maken, dopen. ^ 'at zulks echter h«And£« wil betekenen, kan men niet we- maken vu- Sss ten, lhaD woi4 506 BESCHRYVING vande ten , voor en aleer men ieder ma- terie hoort vertellen, of de behan- deling zelf bywoont , zoo als ik gedaan heb, en als dan bcfluiten, dat het dit of dat betekenen moet. Dit als voor af gezet, komt gehaalde Deenfche Miïïionaris Boeving in zyne curieufe Befchry- Boe ving en naricht van de Hottentot- benc ten Hemt insgelyks met deze bei- I den overeen, wanneer hy zegt i pag. 9. Aan ieder knaap vuord in de j jeugd , de linker Tefliculus uitge- voor alle anderen voor, dat zy Au- fneden enz. Ook is de Heer Johan v°& der smaken, wanneer aan de mans- | JVilhelm Vogel van het zelve ge-" perzonen een Tefliculus of bal uit j voelen, wanneer hy in zyne Tien- het zakje gefneden word, 't welk jarige Ooit-Indifche Reize pag. 70 alle mansperzonen ondergaan zegt *De manspersonen laren zich moeten. Ik heb eenige hondert \ in hunne jonge jaren een Tefliculus van dezelven gevifiteert, en be vonden , dat zy niet meer dan een bal of Tefliculus alleen hebben. Daarbenevens twyrlclt ook niet een Schryver daar aan, die maar iets van hun gefchreven heeft , al- zoo men by allen, en in 't byzon- der by de nieuwen , voor zoo veel ik gelezen heb,, deze uitfnyding zal aangetekent vinden. Edoch wegen den tyd , wan- neer zulks zoude gefchieden, en de wyze hoe zulks volbragt word, zoo als ook de oorzaak, waarom dat gedaan word, is by de Rei- zenden een zonderling verfchil, en zegt de een zoo, en de ander zoo; derhalven heb ik raadzaam geoordeelt, de veranderlyke me- ningen eerit kort na eikanderen aan te halen, en daar na uitvoerlyk te zeggen, wat ik bevonden heb, wcrklyk en in der daad waar te z\n, en veelmaals gehoort, ge- zien , en in myn byzyn waar- achtig erkent nebbe. Wat den tyd aanbelangt, wan- neer decs uitfnyding gefchieden zoude: Saar meld in zyne \ yttien jarige Oolt-Indifche krvgsdienltcn pag. 15-7. dat het in de jeugd gc- fenied, wanneer hy zegt; Zy ra- pen hun Schaapvcl op , om te la- ten kyken, hoe zy geflelt zyn, als aan wicn in de kindsheid de linker '. Tacharts Tefliculus uitgenomen word. 'P. Tachart in zyne Siamfche Reize pag. 102 is van dezelve mening, Wanneet hy zegt : 'De mansperzo- nen maken zich in de jeugd tot half gefuedenen. En de veelmaals aan- richt be.11.hr. uitfnydeu Edoch wanneer zy het woord Ws Jeugd voor het eerftc, derde, f*^ vierde, vyfdc of zesde jaar willen bei ich nemen , zoo zullen zy van my ge- J^, ne toeftemming krygen. Want niet tegenftaande de kinderen gantfeh naakt gaan, en niets voor hunne fchamelheid hangen , om dezelve te bedekken , zy mogen jongens of meisjes zyn, of zoo als de Hottentotten zeggen , een Mannen-Boy of een Vrouwen-Boy zoo weet ik my echter niet te be- zinnen , dat ooit een kind van zulke jaren heb gezien, 't welk die operatie reeds uitgeltaan had, fchoon ik zoo lang ik hier ben ge- weeft dagelyks byna eenige hon- dert van dezelven gezien en met oplettenheid gade geflagen heb. Wanneer zy het woord jeugd voor het 8. of 9. jaar nemen, en wil- len, dat de uitfnyding als dan eerit gefchied, zoo zullen zy veel na- der tot de zaak komen , en meer toegevallen worden , alzoo ik reeds overlang in een ander be- richt aan den hiervoren gemelden Hooggeleerden Heer Georg Alexander Leopold, mynen Hoog- waarden Weldoendcr , en zeer geeerden Vriend gedagtekent den 2. Maart 1708 van dezelve mening geweelt ben , wanneer ik gemeld heb, dat aan alle mansper- zonen 8 of 9 jaren oud en ook wel ouder, de linker Teiliculus uit- gcfneden wierd. Na dat ik echter, gclyk ik voorheen gezegt heb, de gele- gent- KAAP de GOEDE HOOP. 507 Wanneer :uitfny- ig ge- lied. gentheid en vryheid bekomen heb om my /.elven onder hen te bege- ven, en zoowel de/.e als andere behandelingen als van dichte by te befrliomven, en dezelve by te wonen, zoo heb ik waarlyk die /.aak grondiger ondervonden , en derhalven niet qualyk gedaan, dat toenmaals daarnevens heb gevocgt dat zulks ook wel gdchiede aan zodanige die reeds ouder dan 9 jaren geworden zyn, hebbende die operatie verfcheide malen zien doen , aan de genen , die hunne manlyke jaren volkomen bereikt hadden, en zal genoeg zyn, een exempel alleen aan te halen van een Hottentot , welkers Hotten- tottifchc naam my jegenswoordig niet te binnc fehlet» dog die van en onder de Chriltenen Jan ge- naamt wierd , aan den welken zulks eer 11 in het 18. of 19. jaar verricht is, gelyk ik zelf gezien heb. Hier uit volgt dan , dat deze uitfnyding wel aan geen tyd be- paalt is , maar dat die zoo wel aan kinderen van 8 of 9 jaren dan aan manlyke perzonen verricht word ; dog a at zulks aan kinderen, wel- ke het 8 of 9 jaar nog niet bereikt hebben , nooit geichied. Wie het echter doet , en op wat wys het gefchied, zoo als ook hoede gene genoemt word , die zich tot die uitfnyding laat gebruiken, weet ik niet , dat by een van de Reizigers ooit gevonden, of in hen gelezen heb, fchoon zy allen te zamen , en in 't byzonder de nieuwen , van deze uitfnyding ge- wag maken. Indien de Lezer echter aan my verlof geeft, dat ik zulks doe, en my als een ooggetuige, die daar by geweelt is, en alles gezien heeft, geloven wil, zoo maak ik geen zwarigheid , de gantfche zaak met alle deszelfs omttandig- heden te befchryven ; want ik weet wel , en hou my zelven ver- zekert, dat het niet qualyk zal worden geduid, als ik myzom- tyds de zaak natuurlyk voorltel, I. Deel. en my van cene uitdrukking be- dien, die niet al te hoflyk voorko- men mögt ; al/00 vele omwegen, te nemen, en fpreekwyzen te ge- bruiken, die by de Wclfprckers in zwang zyn, verd uitteren veel- tyds ecne en voor al zulke onbe- kende zaak meer, dan dat zy de- zelve een licht byzetten zouden Derhalvcn zal belt zyn, natuurly- ke dingen natuurlyk voor te Hel- len, achtervolgens het oud en be- wult fpreekwoord : Naturalia non fuut turpïa. Met dit beding moet de Lezer weten , dat zoo dikwyls als een zodanige operatie gefchieden zal, de gene , aan wien de Teßiculus zal worden uitgefneden, van de anderen en reeds gefneden Hot- tentotten, om dat de kleine en ongefnede Hottentotten gantfeh niet by de operatie zyn mogen, ruglings op de vlakke aarde ge- legt , en aan hem de handen en voeten uitgeftrekt , en ver van ei- kanderen gefpannen worden , en eindelyk met ttrikken van biezen, of van diergelyk taai kruid ge- maakt, gelyk de kuipers tot de vaten gebruiken, valt word ge- bonden , dat hy zich in die ge- daante al zoo weinig kan bewegen als een misdadiger die op het kruis word gebonden, om gerabraakt te worden. Deze ttrikken maken zy alle zelf, en wel zoo goed , tterk en hecht , en ook zoo wel gedraait, als een Lyndrajer in Europa die zoude können maken , gelyk op een anderen tyd zal gezegt wor- den. Ondertuflchen eer en alvo- rens de gene daar by komt , die den Teßiculus uit nemen zal , ko- men 'er anderen, ook wel de ge- nen, die hem eerlt hebben gebon- den , hem met de knien op beide de armen en beide de voeten zit- ten, om zich nog minder te kön- nen bewegen ; een van allen gaat op de borlt leggen, om hem ook in die gelegde poltuur te houden, en te beletten, dat hy het fnyden zie. SSS 1 Wan- Wie en hoe men de Tefticu- lus fnyd. BESCHRY V I NG van de 508 Wanneer dit alles gefchied is, /oo komt de oude Hortentot , die de operatie doen zal en moet, en als hy alvorens zyn daar toe be- nodigt 'mes , 't welk geen fcheer- mes of vlym , maar een gemeen en tot eeten gebruikelyk brood- mes is, opeen fteen wel geilepen en fcherp gemaakt heeft, zoo neemt hy dcn'Tefiiculus in de hand, maakt een opening, ontrent an- derhalf lid lang, en drukt den Tejliculus daar uit, dien hy daar na achter niet by de bloed of wa- ter of andere vaten , maar aan het end van denzelven door en af- fnyd. Hoeden- Deze Hqttentotfche Kapoen- negeimmt neerder draagt een byzonderen zdksdoet. naam , waar ontrent weder te e- rinneren is, 't geen hier voren van den Domme is gemeld , dat zy hem den ouden Heer tituleren , wanneer hy een zodanige operatie doet. Deze titul is in zulk een grote achting , als onder de Joden die van een beroemden Rabbyzyn kan. Hy woont echter of by hen in hun Dorp, of word uit een an- dere Kraal gehaalt, en verzocht, om die operatie te doen , fchoon hy voor het overige even zoo fme- rig en onwetend is als een van de anderen, en verder ook gene pri- vilegiën geniet. Wat verder Zoo dra de operatie gefchieden voor en na j d patient gebonden word, de operatie ' ■ • i v '\ gefchied. zoo gaan eenige uit de Kraal, en nemen een der vetfte fchapen van hem of van zyn Vader , liaan hei zelve op hunne manier , en niet zoo als in Kuropa gefchied , geh k op zyn tyd zal bericht worden. Uit het zelve nemen zy, eer het urht dood is, de darmen nevens liet nei , en brengen het aan den ouden Heer of Capoeneerder, die van het warme vet, nadat h\ Bu- c/ju en andere goede heilzame ge- pulverifcerdc kruiden daar onder gekneed en gemengt heeft, een kogel maakt , ontrent zoo groot als de Tejliculus gcweclt is, de- welke hy in plaats van den uitge- fneden Teftkulns in de openina itcekt. Wanneer nu dit warme en met gemelde kruiden, die byzonder heilzaam zyn moeten , wel door- knede vet in plaats van denTeJficu- lus geiloken is, zoo naait de oude Heer zyne gemaakte en hier toe benodigde wonde weder toe ; echter niet , gelyk de Lezer zich miiVchien verbeelden zoude, met een naald met gaarn of zyde, al- zoo zy diergelyke inilrumenten of middelen niet hebben of gebrui- ken, maar met een fpits gemaakt en als een els geflcpen vogel-been, 't welk hare naald is , en met een zenuw van een os , of gemeenly- ker van een fchaap, die zy uit de rug-graat halen , en als gaarn of zyde van elkander fpliilen en daar mede naajen. Hoe zacht dit toenaajen in zyn werk moet gaan , kan men zich licht verbeelden , en hoe ras die operatie gefchieden moet, kan een iegelyk by zich zelve ook wel overleggen ; ondertullchen is het te verwonderen, dat de Patienten daar by echter zeer geduldig zyn, en ook niet eens zoo hard fehreeu- wen, alzoozy weeten, dat na het naajen aan hen de band weder af- genomen en zy in zoo verre wed er op vrye voeten geltelt worden, dat zy zich van hunne lichamelyke leden weder bedienen können. Edoch wat kan de/e vryheid hen veel helpen , om dat nog de heilige pyn toelaat dat zy hene gaan, nog ook de gantlche opera- tie daar mede niet verricht is; want /.o dra de llrikkcn hem afge- nomen z\n , komt de oude Heer \\ eder by den Patient, en fmcert hem met het overige vet van de nieren over het gantfche lichaam , zodanig dat hy lchier druipt; en vermids hy gedurende het linea n heen en weder beweegt , en ook op den buik gelegt word, zoo is licht te denken, dat de nieuwe pyn in verre gevoeliger moet zyn, dan de eertte. Daar- KAAP de GOEDE HOOP. 509 Daarenboven komt eindelyk de gemelde oude Heer, neemt zyn eige Mcuibrum virile in de hand, en maakt den Patient over het gantfehc lichaam met zyn water nat, zodanig dat hy nu ook zyn eige handen gebruiken , en zieh met dit koilclvk Nardenwater als afwailen, en zich w\n den in het vét ingedrukt drek , r\ nigen moet waar door hy dan met zvne korte nagels als hooivorken over zyn be- fmeerd lichaam halen en daar na met de vlakke hand weder gelyk itrvken moet. En dit is als de laatfte zalving , welke hem eens voor al gegeven word , aangezien zy verder niet na hem kyken, of iets anders tot zvne herllelling gebruiken, maar hem laten leggen daar hy legt; tot dat hy zich eindelyk op handen en voeten , om dat hy niet gaan kan, in een huis, 't welk dicht byhemftaat, en voor hem nieuw gebouwt is, kruipt, alwaar hy nog wel twee of drie dagen zeer zware pyn heeft. Na verloop echter van dien tyd, recht hy zich weder op , loopt einde- l\k weder weg, en gaat overal met zulke vaardigheid door het veld , als hy te voren gedaan heeft ; want hy weet uit de veel- voudige ondervinding, dat de ge- maakte wonde niet lang ongene- zen blyven of hem eenige onge- mak toebrengen kan. Ik hebbc hier voren gezegt, dat /y het niervet uit het geflachte fchaap aan den ouden Heer bren- gen, om een weinig daarvan in de wonde te itcken, en met het overige den Patient te fmeren. Nu dient te weten, dat zy met het fchaap zelf aldus leven : Na dat het op haar manier, zoo als in 't toekomende berichten zal , ge- kookt is, maken zv zich onder elkanderen daar mede vrolyk, zonder dat zy een mondvol of iets aan den Patient daar van geven, die zich alleen met het aan hem verfmeert vet voor ditmaal moet vergenoegen, en heteeten aanky- kcn. Zelfs krygen de wyven niets daar van, als welke nooit met de mans te gelyk en als aan eene tafel, fchoon zy gene hebben , eeten mogen, maar /\ zyn wel te vre- de, wanneer de mans haar het nat daar van laten toekomen, ge- Ivk ook altyd gefchied engebruik- lyk is. Voor 't overige, maken /v zich echter even zoo wel als de mans, en als in eene Compagnie, doch niet by eikanderen zittende, vrolyk, danzen en fpringen , ro- ken tabak of T)acha , en gelaten zich over deze welgelukte uit- fnyding zeer vrolyk , terwyl de ar- me gefnedene zich naauwlyks van pyn bewegen kan. Wanneer zy den gantfehen dag Watzydeo en het meelte gedeelte van den SgdSen. nacht vrolyk geweeft zyn , zoo ko- men de mans met het krieken van den dag weder by eikanderen, en beftrojen hun hoofd metBnchu> als zy eerft eens gedanft en bin- nens monds een gebed, 't welk geen toekyker verftaan kan, ge- prevelt hebben. Daar na fmeren zy ook hun lichaam met het vet dat van het gekookt fchaap van gitteren overgebleven is, zodanig dat zy blinken en dat het by war- me zonnefchyn, van het Iyf druipt. Op dat echter de oude Heer watdc of uitfnyder den Patient, zacht oudeHecr handele, en op het uitfnyden vereen?* zelf beter pafle, en hem niet lang krygt. plage, zoo krygt hy daar voor een zekere beloning welke na de ryk- dom van den Patient, of in een os, als hy veel vee heeft, en rykis, of anders als hy arm is, en niet veel vermogen heeft , in een fchaap bellaat; na welkers ont- fangil hy zich of na zyn huis, als hy in de Krale woont, of na zyn eigen dorp met den os of fchaap begeven kan, om dat de anderen na den Patient zien, en alzoo zvne hulp niet meer van noden hebben. Dit is alzoo de waarachtige ge- fchiedenis van alles, wat by dier- Sss 3 ge- 5io BESCHRY gelyk uitfnvden van den linker Teflicnlits waargenomen word, waar aan alzoo, wyl ik zelf ver- fcheide malen daar by geilaan en toegezien heb, in genen dele te twyffelen is. Ik heb ook voor- heen zeer velen uit nieuwsgierig- heid bezichtigt en ze met een Huk tabak of een dubbeltje zoo verre gebragt, dat zy haar Kul Kroß of velletje, 't welk zy voorliet Membrut» -virile dragen weg de- den, en aan my de volle yryheid gaven, om te zien wat ik maar wilde, en begeerde van hen te weten. De oor- De oorzaak waarom zy dit 1 1 ik en de joon , en wanneer het gefchieden niikeauit- moet, word van hen zelven ver- fnydinï fcheidentlyk gezegt ; derhalven is dë°Hott«- het niet vreemd dat Reizigers de- tottenver- zeive niet op eenerly wyze mel- h-kcäange- den en uitleggen ; gelyk dan Saar w«en. m ./vne vyftien jarige Oolt-Indi- fchc Krygsdielten pag. 1 5 8 . ik weet niet, of het voorbedachtelyk of uit onwetenheid gefchied , zoo wel van het lopen der Hottentot- ten , en van andere eertyds gebrui- kelyke zeden , zeer goede melding doet, en echter gantfeh gene oor- zaak daar nevens voegt, wanneer hy fchryft : Anders können zy zeer hard lopen , weshalven 'er ook paarden van Batavia daar zyn ge- bragt, om een Compagnie Ruiters op te rechten, uit onze Zoldaten, die daar aan de Kaap leggen, om dat zy als Heidens gantfeh niet te vertrouwen zyn , alzoo zy aller- hande fchclmiiukken weten aan te rechten. verfche.de De Heer Vogel geeft echter ƒ *£. meningen ?0 j rcjc . Qp Jat IV na hun- een ïger ' j *^ ,. * . / , sciiryvers. ne mening vaardiger in het lopen mogen zyn; gelyk zy dan, zegt hy vvyders, zodanig in het lopen geocffènt zyn , dat eenwel berede kuiter werk genoeg heeft een Hottentot te achterhalen. Van dezelve mening is de Heer T. Ta- chart in zyne Siamfche Reis , pag. 1 oi. alwaar hy zegt , dat dit uit- 'len veel hielp om de fnelheid fity« VING VAN DE van het lopen te behouden en te vermeerderen. Daarentegen heeft de Heer Boeving van dit lopen drie verfcheide redenen, waar on- der de eene het uitfnyden van den linker bal is , wanneer hy zegt : gelyk de wyven heel traag in het gaan zyn, zoo zyn de mans daar- entegen van zoo grote vaardigheid, dat zy fchier een paard gelyk in het lopen zyn. Gaan zy over de Itraat , te meer als zy iets dragen , zoo ziet men ze altoos op een draf gaan, en ontitaat wel deze vaar- digheid. 1 . Uit de lichte kleding, x. DefeéhieensTefticuli, ofont- brek van een bal. 3 . Door het veel fmeren. Nu is myn doen wel hier niet, Sc^a^ om de oorzaak van het fnel lo- hiervan pen te onderzoeken , als welke oorikclt' op zyn tyd wel onderzocht zal worden. Edoch kan ik niet na- laten te zeggen, dat ik bezwaarlyk geloof, dat dit de hoofd-oorzaak zoude zyn, dat de Hottentotten zich tot half gefnedenen laten ma- ken, fchoon ik zeer wel weet, dat zy het zelf zeggen en voorge- ven, ja ook zoo fnel te voet zyn* dat zy dikmaals een Ruiter be- fchaamt maken, en een Europe- aanfche Hardloper niets tegen hun lopen heeft, vermids zy in de grootfte hitte, die hier vry fterk en doordringende is, echter onvermoeid lopen , en daar door in 't minlle niet geincommodeert worden. De ware en hoofd zakelyke oor- Dewi zaak echter fchynt my toe deze °°"£, te zyn ; dat vermids zy ächtervol- uitfhyï gens hunne wetten, niet by eene 1 lottentottin können of mogen flapen , zoo lang zy twee Teßicu- lus hebben , aangezien geen Hot- tentottin een Hottentot by haar derft laten flapen , zoo lang aan hem de eene Teßiculus niet uitge- fneden is, om dat zy, indienzulks ontdekt wierd , voor een hoer zoude gehouden , en ook wel zelfs deswegen dood geflagen worden. Derhalven gebeurt het dikwyls, voor- KAAP de GOEDE HOOP. 511 Vaarom tfotten- inncn nonbe- iencn aten. voornamelyk by de armen , dat zy met deze uitfnyding zoolang wachten, Cöt dat zy hunne man- nelyke jaren bereikt hebben, om de kollen niet vergeefs te hebben gedaan i als de jonge ondertuf- fchen quam te Iterven. Dat echter de wyven genen ' toelaten, ten zy hy maar eenen bal heeft, heeft wederom zyne oorzaken ; om dat zy naamlyk an- ders vrezen, dat zy veel Tweelin- gen zullen krygen , als dewelke allen groot te brengen , aan haar wederom maar op zekere condi- tie vergunt is, gelyk zulks in een volgend Hoofdituk nader aange- wezen en uitgevoert zal worden ; want zy zyn behalven dat met het teellid zeer wel verzien, gelyk ik zeer dikwyls gezien heb. Wan- neer maar de eene Teflicultts onbe- fchadigt blyft, zoude de natuur, zoo zy zich verbeelden , niet meer tot Tweelingen contribueren , waar van ik echter de w.are eigen- fchap niet zeggen kan. Hier uit moet na myne gedach- ten onfeilbaar volgen, dat vermids deze uitfnyding niet in de tedere jeugd maar eerlt in het 8 . of 9 . jaar , merendeels echter in zulken ou- derdom gefchied, als een jong menfeh zyne manlyke jaren be- komt , en in ftaat is , om een vrouw wettig by te wonen , zy aan geen zekere tyd gebonden zyn, maar zich na de bequaamheid van een mansperzoon reguleren, en hyin ftaat geoordeelt word, om te trouwen, 't welk dan eerfl in het 18. of 19. jaar gefchieden kan. Nochtans weet ik ook wel, dat dit Climaat alhier gantfeh anders is geaard, als dat van Europa , om dat ik ook vrouwen heb gekent, hier van Europeaenfche ouders geboren , die reeds in het twaal f- de jaar getrouwt , en in het der- tiende een fchoon kind ter wac- reld gebragt hebben ; 't welk in- dien hec onder de Hottentotten alzoo gehouden word , zoo is de manlyke tyd haalt voorhanden. Waar door zy tot deze dwaas- DcSdirr- hcid gekomen zyn, om zich een verweet Tefiiculus te laten uitfnyden , is SÜSÜ niet wel te raden, te meer om dat ten tot h« men niet weet , dat ooit eenig SfjJ" volk in de waereld zulks heeft ge- Tefticnto daan. Het is wel bekent , dat de ecr"ktiya Joden zich laten befnyden; of nu deze menfehen van de Joden af- komltig en onder andere Natiën geraakt zyn, die miilchien anders zullen hebben gedaan , zy echter hunne oude wyze van befnyden vergeten, en in deszelfs plaats, den Tefiiculus verkozen en daar uit ge- nomen hebben , zoo wel uit vele omitandigheden , die zy met de Joden gemeen hebben , waar van 'er reeds eenige gefpecificeert zyn, te geloven zyn , dog zal my hier- ontrent aan het oordeel van mynen Lezer onderwerpen Zoo is het ook van de Troglo- DeTrogio- dyten en Egiptiers bekent, dat zy fe*** zich hebben laten befnyden ; aan- befnedea. gezien Joh. Bohemus h c. C. 6.p. 57. de legibus & moribus gentium uit *Diodoro Siculo L. III. c. 3 2. het volgende aanhaalt: Tudenda Tro- glodytx omnes velut JEgyptii cir- cumcidunt, hisdemptis, quos äca- fu claudos appellant, dat is: Alle Troglodyten befnyden hunne fchaam- leden zoowelals de Egyptiers^ be- halven dien , welke men wegen hun val de Hinkende noemt. Hoe ech- ter deze befnyding gedaan en aan welken deel die voltrokken is, blykt uit deze woorden in 't minft niet ; derhalven is wel niet anders te denken, of daar moeten in den beginne ook veel Troglodyten on- der de Hottentotten geweeit zyn , welke deze wys van befnyding of uitfnyding onder hen voortge- plant hebben ; en indien 'er al Jo- den onder hen zyn geweeit, gelyk ik uit bygebragte oorzaken het t'eenemaal daar voor hou, zoo hebben zy of hunne oude befny- ding niet können voortplanten, ten dele om dat zy met deze ge- meenfehap gemaakt en zich tot be- ter verdediging in een verbond in gela- 5i2 B E S C H R Y V I N G van de gelaten hebben, en deels ook, om dat zy onder elkanderen zullen getrouwt zyn , waar door dan noodwendig die oude befnyding heeft moeten uitfterven, en daar- entegen deze uitfnyding ingevoert is. ïota-mot Edoch ik laat dezeze ftoffe my- tinnen nen lezer en anderen verder over- mcnisene' wegen; ondertuffchen zeg ik, dat de Hottentottinnen eerder eene befnyding of uitfnyding van noden hadden als de mannen, om dat aan deze iets word ontnomen , 't welk zy niet miffen können, waartegen aan gene een mismaaktheid en ichandelyke lap zoude worden weggefneden, welke haar tot nu tot wanfchepzels maakt, daar zy anders met andere wyven in Euro- pa gelyk zouden gemaakt wor- den. Namelyk men vind een lang en van gedaante als een dikke huid, en aan de boven huid aangegroeit Huk vel , 't welk over hare fchaam- te afhangt, en dezelve als van na- tuur bedekt; welk velby zommi- ge hoe langer hoe groter groeit, en dikwyls met de jaren toe- neemt, dat het veeltyds onder het boven Huk vel, 't welk zy KulU Crofs noemen , uithangt , en een afhangende riem gelykt. Diergelyk heb niet alleen veel- tyds gade geflagen , wyl zy my zulks dikwyJs uit nieuwsgierig- heid hebben laten kyken, 't welk zy zeer gaarn voor een ftuk tabak of een andere kleine vereering aan een iegelyk doen; maar George Andries Schlesivieger heeft het reeds certyds aan haar bemerkt, gelyk hy zulks in zyne Reisbe- ichryving c. 4. p. 5- aanhaalt, fchoon hy echter niet wiit , waar voor hy het zonde houden, te we- ten voor een ituk dat uit hare huid geiheden was, of voor een natuur- lyk vel. Tbcvenotïus in zyne Orientaal- fclieReisbefchryving'/Wt.II.f. 74- p- 4V7. en anderen /.eggen wel dat de Morinnen, Egyptiers , nevens vele andere ook zoo gefchapen zyn , dog dat die alle het zich lie- ten uitfnyden en ook wel uitbran- den , 't welk de gemelde Theveno* tius voor eene fuperititie houd, daar het echter uit nood , en om een gebrek van de Natuur te ver- helpen, gefchicden moet. Wat my aanbelangt, ik geloof het gaarn, om dat 'er niets zoo lelyk en af- fchuwelyk wezen kan, als zulk een mismaakt vrouwspersoon te zien , die, wanneer men de fmerigheid van een Hottentottin nog daar by voegt, zekerlyk een affchuuw aan alle vrouwspersonen veroorzaken moet. Waar door zulks ontftaat , en wat de oorzaak zy, kan ik niet weten, nog heb ooit gelezen, dat het by Europeaanfche vrouwen ook zoude worden gevonden; edoch ik verbeeld my, dat zooals de menfehen, welke in en naaft aan de Zona Torr ida wonen, van aangezicht , verf, hair en andere eigenfehappen van de Europeanen en anderen, die ver van dat dis- trict wonen, grotelyks onder- fcheiden zyn , zoo können zy ook in de andere delen van het lyf en deszelfs eigenfehappen ver van de overigen verfchillen. Voor 't o- verige wil ik mynen Lezer en an- deren den oorfpröng, en wat verder daor by zoude te betrach- ten zyn, laten onderzoeken. Vermids rui de uitfnyding van den linker ' 'culus zulk eén hoogilnoo.' a] k en algemeen werk is, buiten ! . welk men niet ?f£? fnyding kan of vermag te trouwen, zou vanden het dan niet als een Huk van hun ™'™5 Codsdienll moeten worden aange- vanGo^ zien , achtervolg. i,s het welke 'z.y «*icnft«. zich wettigen, en in den huwe- l\ken Haai begeven mogen? te meer om dal het flaan van een fchaap, 't welk my als een offer- hande toefchynt, daar by komt, en 'er andere zaken gefchieden , die buiten een folemnele ceremo- nie nooit voorvallen. Ik oordeel dat dit uitfnyden van den Tefiïcn- lus KAAP dr GOEDE HOOP. 515 lus even y.ulk een hoogwerk is, alsbydeJodendebefnyding»edoch hier ontrent onderwerp ik my wederom zeergaarn aan het oor- deel van mynen I ,ezer. wj-venkr ty mocrcn '/'C'1 echter niet al- tene- leen een Teßiculus laten uitfny- fcHottcn- (^'n ' als zy trouwen willen, maar ionen zy moeten ook van de opvoeding wüien'" v*n ^e moeder ontflagen worden, en zich waardig maken, dat zy het gezel fchap der mannen bezoe- ken en met hen omgang hebben mogen. Want gelyk zy de ge- woonte hebben , de opyoeding der kinderen de wyven alleen o- ver te laten, zoo dat de man daar mede niets te doen heeft, ten n are dat de vrouw geflorven is , zoo hebben zy ook de manier , die van beiderlei geflacht aan de vrouw over te laten , zoo lang als de zoon nog niet tot een man ge- maakt , of tot een man verklaart is ; aangezien de dochters en alles wat vrouwelyk is , vooral niet mag in het gezelfchap der mannen komen. Moeten Ik zal den Lezer de zaak uit m man h- ^cn gtond verhalen, en dan zelf ten uiaken. laten oordelen, of deze gebruik- lykheid ook eenige gemeenfehap met de gebruiklykheden van an- dere natiën heeft. Dienvolgens zoo lang een zoon, hyzy groot of klein, niet tot een man is ge- maak t vmag hy niet alleen in het ge- zelfchap van mannen niet komen, maar hy mag zelfs niet eens met zyn eigen vader eeten, aangezien hy zich gefladig by de moeder moet onthouden , en haar zoo lang volgen en gehoorzamen , tot dat hy Anders dat is, tot een man gemaakt is. Daarenboven hebben deze nog niet tot mannen gemaak- te, grote en volwaflè perzonen, verachtelyke namen, en worden zy Kutßre of Melkbaarden, Mam- mezuigers enz. genoemt. Eerfte Wanneer hy zich tot een man Piegtigheid wil ,.ucn maken, yoo krygthy eerit van den oudflen in de Kraal order dat hy buiten hunne kring, /. T>eel. dewyl allen nevens elkander in een ronde cirkel zitten, en de Oudfle in hei midden, die ten eeiilen opilaatt hy is een gerne- of ;de Kapitein zelf, op de hurken /.al gaan zitten , dat is, dat h\ zal gaan zitten, dat het lyf op de knien ruit , en zyn achterfle de aarde niet berykt, maar ruim drie vingers hoog daar van af is , welk hurken onder hen zeer gemeen en als een dagelykfche manier is, zoo dat zy het reeds van kindsgebeen- tc gewoon zyn. Wanneer de oudfle dit ziet , De and. zoo fpreckt hy eenige woorden pleSTlëhcid met de overige mannen, als of hy hun confent inhaalde, om hem tot man te verklaren. Na dat zy allen zulks ecnpariglyk met Jo, jo\ dat is> Ja> j&-> beantwoord hadden, zoo gaat hy tot den jongen man , fpreekt een weinig met hem , en maakt hem bekent hoe hy voor- taan van de gehoorzaamheid , op- volgc en dwang van zynen moeder bevryd is, en zich niet meer in ha- re gezelfchap derft lateh vinden , indien hy niet op nieuw Anders > dat is , eerlyk en hunner gezel- fchap waardig wil gemaakt wor- den , maar zich voortaan by hen en zynes gelyken houden moet, en van nu af tonen dat hy een man is. Na geëindigde uitfpraak , welke Dedera* de jong aangenome man met j'ó P^'sne^ beantwoord, gaat hy wat nader by hem , neemt zyn Membrum virile in de hand , en maakt hem met zyn water zoo lang nat , als 'er een droppel uitkomt; die water daar- entegen ontfangt de jonge man met vermaak, Wäfcht en wryft het in, maakt ook verfcheide groeven met de nagels in het op zyn lic- haam klevend en met roed , itof en drek gemengt vet, 't welk hy daar na met de vlakke hand weder tocflrykt, zoo dat men niet ziet, waar voorheen zulke flrepen ge- weefl zyn. Kindclyk wanneer dit gefchied De vierte is , zegt de oudfle uit de Kraal pi*P*i>«d T 1 1 nog- s,4 BESCHRYVING van de Hoe de vo- rige pleg- ti^ht befliXen worden. nogmaals tot bcfluit, en wenfeht in den naam van alle tegen- woordig zynde mannen met deze woorden geluk; nameluk, 'tliam- datiS, geluk daar toe. \Dida . dat is, voorde makker oud. , qua, dat is, teel veel kin- deren, fkumï dat is , de baard kome hooft voor den dag. Daar na is de gantfche zaak gedaan , en hy nu tot een man gemaakt. Edoch moet men als in verby gaan aanmerken* dat zy zich van deze drie eerfie woorden ook bedienen , wanneer 7.y zien en horen , dat iemand uit hun gezclfchap nielt , om hem daar mede zoo veel te wenl'chen , | als wanneer wy tot elkander on- | der het nieten zeggen, God help. Zoo dra nu alle deze plegtighe- den verricht zyn , en hy tot een man gemaakt is, word ten eertten een vet fchaap van de zynen op hunne wys geflacht, waar van het vleefch nevens het ingewand ten vuure gebracht, en deels gekookt en deels gebraden word ; wanneer het gereed is, zetten de oude mannen nevens den jongen zich te gelyk ten eeten ; dog zoo, dat de ouden hunne portie eerit daar van genuttigen , en den jongen zoo lang laten toekyken; wanneer zy echter hun genoegen hebben, la- ten vv eindelyk ook toe , dat hy in hunne tegenwoordigheid en gezclfchap voor de eerftemaal fpy- zen mag; 't welk hy in vervolg al* tyd by hen en niet by de wyven doen moet. Aldus heeft de Lezer deze ma- nier om mannen te maken ; ik laat hem oordelen, of 'er een volk in de wacrcld is, 't welk diergeh ke gebruikelykheden heeft. Wat m\ aangaat, ik zal alleenlyk daarne- vens voegen, dat /v door dit mid- del aan de gehoorzaamheid van de ►eder zodanig worden onttrok- ken, dat ook zelfs het vierde Ge- ld daar ontrent noodlyd; heb- bend i na deze plegtigheid vol- kome \ rvhe-id te trouwen , wan- neer zy u illen , maar het ftrekt hen voortaan ook tot geen fchan- de , maar in tegendeel tot een De Hot- grote lof, welken lof de moeders n™nhun- zelf hen geven en toeleggen , ne moe- wanneer zy in dronkenfehap of uit quaadheid en haat hunne moeder wakker liaan , en met een blaauw oog van zich jagen , en als dan zeggen , ik fta niet meer onder uwe tucht en difcipline. In der daad zoo fchandelyk zwaar en onverantwoordeivk dit lalter zoo wel na geeltelyke als waereldh ke rechten is , zo licht ziet men het ook onder de Chri- flenen door de vingers , waar onder zoo wel als onder de Hot- tentotten godloze knapen gevon- den worden , die om recht en bil- lykheid zoo weinig als om tucht en eerbaarheid geven , en die ook niet eens zoo lang können bewa- ren , als deze wilde en blinde Hot- tentotten doen, maar hunne ou- ders , zoo wel vader als moeder, 't geen de Hottentotten echter niet derven onderltaan, indien zy niet de flxafTe des doods binnen den tyd van twee uuren onder- gaan willen , niet alleen dreigen te liaan, terwyl zy nog in hun brode zyn, maar dit ook werklyk doen, fchoon zy beter weten als genen, en welveritaan, weikc zware itraf- fe van God daar op gezet is , wan- neer hy zegt , wie Vader of Moe- der flaat , die zal den dood lier- ven . Vcrmids ik hier voren van het woord Kutfïrc gemeld , en daar nevens gezegt hebbe , dat het een zeer verachtelyk woord zy , waar mede een oude Hottentot , d reeds tot een man gemaakt is, zich in genen dele mag laten be- leggen , zoo zal ik den Lezer dit nog melden, dat wanneer een ou- de tegen een ander zich van dit woord bedient , de gene , die daar mede cerit gefcholden is , dat an- deren het hebben gehoort, onwe- deripreeklyk zoo lang uit hun ge- zel 1'chap gefloten blyft , tot dat hy eerft Anders maakt , dat is, zich KAAP de GOEDE HOOP. 515 Hoe een weder ecr- rruikt word. Wat van het wyf van den eerlyk ge- naakten iian te mer- ken is. zich weder eerlyk maken laat; want zy zien zeer1 veel op t en eer- lvken naam , nog meet echter op frnullen en vrolyk zyn. Vérihids nu de gewoonte inge- , dat tic befchimpte zich eer niet weder in hun gezelfchap vervoegen mag, voor dat hy zich met een vet fchaap heeft geïegiti- nteertj welken hy ten belle geven moet, 700 bh ven zy ook ftyföp hun Ihik liaan, en dulden hem of gantfeh niet onder hen, of als hy zich in hun gc/elfchap nederzet- ten wil , lopen zy allen hene , en talen hem alleen zitten, waar door h\ dan eindelvk gedwongen word te gehoorzamen, en een vet fchaap te laten flaan , waar van hy cehtcr gantfeh weinig van het vleefch en alleen het vet en de darmen bekomt , waar van hem het cerile tot fmeren dient , 't welk de anderen zelf verrichten, en hem als op nieuw hunne gezel- fchap waardig maken; het ander echter Haat hem vry om nevens het bloed te koken en te eeten , om dat zy met het vleefch van het fchaap Itryken gaan, en het zelve tot zyner eere verteren , en daar na gezamentlyk zich de halve nacht door vrolyk maken. Zoo weinig echter als hy be- komt , zoo weinig krygt deszelfs vrouw ook , als welke nevens de andere wyven zich met het nat moet laten genoegen ; dog wan- neer hy aan haar iets uit liefde van zyn bloed, en daar in gefnede darmen wil geven , zoo ftaat hem zulks vry, ten ware dat men will, dat zy de verandering hadde , als in welken geval zulks niet geoor- looft is, gelyk elders wvdlopiger zal worden gemeld. Na dat dit is gefchied, en hy zich op zulke wyze weder eerlyk heeft laten maken, zoo is hy weder zoo eer- lyk als een ander, en derft zich buiten andere toevallen , die in 't toekomende volgen zullen, niet lchuwen, om weder in hun gezel- fchap te verfchynen. I. 'Deel. Als ik zomtyds myncgcdach hier over den vrvcn loop gelaten , en in overweging genomen heb, waar toch /niks by deze wilde menfchen van daan komt, dat zulk een onnut woord hen zoo zeer licht beledigt, en den geen, tegen wien het gezegtis, onbe- qaam en haar gezelfchap onwaar- dig maakt, tot dat hy zich door een vet fchaap gelegitimeert heeft, zoo is my hot tocgefchenen , dat dit een univerfeel wezen door de gantfche waereld zyn moet ; aan- gezien geen gezelfchap , compa- gnie of byeenkomft een be- fchimpten lyden kan. Want het is niet alleen bekent, dat een be- fchimpt Cavallier veracht is, tot dat hy deswegen fatisfactie heeft, maar het is ook openbaar , dat geen gezelfchap met zodanig een gemaakt word , van wien iets ge- zegt word, waar door zyn eerly- lyke naam nood lyden kan , hy maggeeftelykofwaereldlyk, van een hoogen of laagen ftaat zyn, zoo dat in dit ftuk de Chriftenen niet anders als de Hottentotten, en deze niet anders als de Krifte- nen te werk gaan , zynde aJIeen- lyk de wyze , om zich weder in een goeden naam te ftellen , het eenige teken van een wezendlyk onderfcheid. Zoo wel nu als dit Anders ma- Waarom ken genaamt word ; zoo heet het Jjfjfjjjj^ ook Anders maken, wanneer de tyds anders gantfche Kraal of dorp Gemeente maakt- om eenige byzondere oorzaken Anders en zich eenen vrolyken dag maken willen ; diergelyke oorza- ken können zyn , wanneer zy je- gens hunne vyanden zyn gelukkig geweelt, en als eenen Dankdag vieren willen ; wanneer zy vele wilde dieren , als Leeuwen , Ty- gers, Rhenoceroffen , Olyphanten en anderen gevelt hebben, die zoo wel hen als hun vee hadden kön- nen befchadigen ; wanneer eeni- gen onder hen krank geweeft,en herfielt zyn , en diergelyke meer, welke ook zelfs onder de Chrifte- Ttt : ~ nen 5i6 BESCHRYVING van de nen dikwyls gelegentheid tot een Dank en Biddag geven. \\ anneer alzoo de gantfche Kraal in zulke en diergelyke ge- vallen wil Anders maken , zoo ge- fchied het op de volgende wyze: Zy zetten een huis midden in de Kraal , die niet ftraat ofreiwys, zoo als onze iteden of dorpen in Europa , maar als een ronde cir- kel gebouwt zyn, zoo als op een ■ andere plaats melden zal. Dit huis, 't welk midden in den < Kraal flaat, moet niet als van nieu- we en nog nooit gebruikte mat- ten, palen en vellen opgerecht worden, waar mede men als een nieuwe levensaard te kennen ge- ven wil. Zoo dra men begint dit huis te bouwen, 't welk vroeg na de zon- nen opgang gefchied , lopen de wyven en jongens, die nog niet tot mannen gemaakt zyn, hene , en halen groene takken van allerhan- de bomen, nevens vele lieflyke en welriekende bloemen, waar mede zy by hare te rugkomil het gant- fche" huis , 't welk in 't midden Haat, belleken, en alzoo tot een rechte Loverhutte maken, zoo dat men fchier niet anders van het gantfche huis ziet, als groene bla- den , met daar onder gemengde veel vcrwige bloemen. waneer Na het bouwen en eieren van "?e- dit huis , nemen de mannen den ihan zyVen vetften os , ook wel een vet rund van i. x en ook wel derderhalf jaar , by de horens , binden den zei ven met hunne bieze-ltrikken , en werpen hem ter aarde, en zoo dra dezelve op den rug legt , en de 4 voeten ook met «rikken ter dege uitgefpant, en in de aarde valt gemaakt zyn, dat hy niet liaan of fchade doen kan, zoo flachten zy hem niet zoo als wy of onze dagers in Europa doen, maar op een b\ zondere en aan hen alleen eige wyze» gdyk in 't toekomen- de /.al worden aangewezen. rnhct Zoo dra de os of het rund gefla- gen is, 't welk echter zoo dra niet gedaan is , wyl 't nog wel een half uur leeft, eer het llerft, .zoo zet- ten zy potten te vuur , maken groeven in de aarde , waar in zy een of meer Hukken zonder pan of ander initrument braden können ; wanneer dit alles klaar en het zie- den en braden gecindigt is , zoo gaan de mannen by eikanderen zitten , en verteren het vleefch al- leen , en geven aan de vrouwen het nat en verders niets te verte- ren , op dat zy zouden können zeggen , dat zy ook iets daar van genoten hebben. Wanneer zy nu niet zoo fterk van manfehap zyn , dat zy een vet- ten os of kalf op eenmaal können verteeren , zoo laten zy echter niet gaarn iets tot den volgenden dag over, maar gaan des avonds ook wel in de nacht weder by eikande- ren zitten, en verteeren het ove- rige, of tenminflen zoo veel, dat den volgenden dag zeer weinig o- j verig is , terwyl ondertulTchen de vrouwen zulks andermaal met goede oogen moeten aanzien, en haar nat, indien zy nog wat over hebben , verder nuttigen ; edoch wanneer zy niets overgelaten, maar het zelve op eenmaal ingeno- men hebben, Hoppen zy ondertuf- fchen een pyp tabak , en maken zich daarmede vrolyk; waar by men moet weten, dat het licht kan gefchieden, dat niets by haar over- blyft , om dat de wyven een groter menigte als de mannen uitmaken , niet alleen jegens de Polygamie of Veelwyffchap, maar ook wegens de kinderen, die zich by haar ont- houden en met haar eeten moe- ten. Ondcrtuflchcn vergeet men tuf- wat by ie fchen de maaltyd het vrolyk we- "Jjf^ /en al heel niet, maar zoo dra de ïykheidgc- fpys een einde heeft , begint men P1^1 zich met de mufik te laten horen, daarnevens ook het danzen , en beide op zulke veranderlyke wy- ze, dat men het dikwyls gaarn, en zomtyds ook wederom niet gaarn hoort , gclyk elders in een byzon- der Hoe de Hottentotten hunne Woningen veäandeken. i*.i.>;<;W. & jr Jel KAAP de GOEDE HOOP. 517 der Hoofdftuk, als God leven en gezondheid verleent, uitvoerlykcr zal melden; met /ulk vrolyk we- zen, word byha de gantfche nacht doorgebragt, zonder dat men zich nog in bier nog in wvn , of in ec- nigc andere flerkc dranken dron- ken of zat zuipt. Of deie Dit is alzoo de manier , als de Sjr gantfche Krale anders maakt; den af- /ouden zy niet mifTchien in ceni- komftigü. ge delen van de Joden afkomilig zyn,cn maar door verfcheide ver- anderingen, van tyd tot tyd daar by in gcllopcn , in zulken vorm gegoten zyn ? Om dat fchier alle gebruikclykheden met 'er tyd ver- andert worden, zoo dat men dik- wylsniet zoude zeggen, dat het dezelve gebruikelykheid meer was. Edoch ik zal den Lezer hier van verder laten oordelen, en van myne kant nog maar melden, dat de vrolykheid my in verre beter behaagt als die by ons Europea- nen , daar men haaft nergens kan vrolyk zyn , als men niet een bra- ve roes drinkt, fchoon God het dronken drinken zoo fterk en veelvuldig in zyn H. Woord ver- boden heeft, en de Dronkaards zyn Xoningryk niet wil laten er- ven. Zie I. Cor. VI. 10 en meer andere plaatzen. Dronken- ]_roe veej duixend. ongelukken fchaptseen „ , , &. , fchadeiyk ontitaan niet door het dronken wier. drinken , ja wel gantfche oorlo- gen , gelyk daar van Erasmus Franscifci in zynen Ooft en Weft- Indifche Staats-en Luft-Garden pag. ii 5" 5 feqq. vele voorbeelden aanhaalt. JVz/tYvz noemt die Epifl. z 8 . voluntariam infaniam, of een vry- willige Raferny ; want zegt hy , Ex- lende 'm p Utres dies illum ebrii ha- bitum, nunquid de fttriofo dubita- bis ? Nunc quoque non efi minor , fedbrevior, dat is-.: Hou met ww dronken drinken eenige dagen aan, zult gy dan wel anders gefchapen zyn als een "Dolle , zy is zelfs wan- neer ze maar eenen dag duurt, niet anders ook niet minder , maar al- leenlyk korter. De dronkenfehap, zegt gemelde Francifcil.c.p.ixty. eèn rechte draai -kolk in het \v\de Men- van dc/.e waereld, die God betert, menig levend fchip tot in den afgrond van de Hel ge- rukt heeft. Men zoude nog wel vele ande- Zy moeten re zedclcflcn hier uit bybrengen ft™" können, maar ik zal die aan het van wo- nadenken van den Lezer ovcrla- n"}s vcr" ... v- i . anderen. ten. i\u js verder te weten, dat de Hottentotten moeten Anders maken, als zy met de gantfche Kraal van een plaats opbreken , en zich weder op een andere plaats neerzetten. Vermids echter dit verhuizen twee hoofdoorzaken heeft, waar van de eerfteis, als zy geen gras of water voor haar vee, of levens onderhoud voor hen zelven meer vinden; de t we- de, wanneer iemand in de Kraal geitorven, of anders om het leven gekomen is, zoo zal ook wegens de vericheidentlyke manieren van dit Anders maken een twederhan- de befchryving vereifcht worden; waar van ik nu maar de eerftè voornemens ben te melden , om dat de andere zich beter by hare begraafnis- ceremoniën zal' laten verhalen. Wanneer zy dienvolgens we- Eerfteooi; gens gebrek aan voedzel of ande- j**™ re levensmiddelen van de eene trekkenen plaats na de andere trekken , zoo AnJcrs is verder niet daar by waar te ne- "" men , dat zy , eer en alvorens hunne huizen afgebroken , en op laft-oflen nevens het huisraad ge- pakt zyn, een vet fchaap nemen, en het zelve als tot dankbaarheid voor het genoten onderhoud , zoo wel voor hunne perzonen als haar overig grof en klein vee, flaan, en daar na met eikanderen eeten, en met het vet, het welk afge- kookt en afgefchept word , hunne lichamen en krotten wakker fine- ren , en ook met Buehu, 't welk eigcntlyk haar hairpoejer is, hun- ne hoofden beftrojen. Gelyk zy nu van dit fchaap aan de wyven andermaal niets anders Ttt 3 laten Sis BESCHRYVING van de Wat verder by veran- dering der woningen gefchied. De Auteur beveiligt het bericht van ecmne vvers. laten toekomen als het nat, zoo doen de w wen zulks wederom, als zy op de nieuwe plaats, daar zy zich weder nederlaten , komen, en na afgepakte en weder opge- rechte huizen, 't welk binnen den tvd van twee uuren gefchied en volkomen gedaan is, ook een vet fchaap als tot goeden welkomlt Haan, het vleefch onder haar al- leen verteeren, en aan de mans ook niet anders als het nat daar van laten genieten, waar na zy zich ook nevens hunne krollen braaf met het vet heimeren en ins- gelyks met Buchu beftrojen. Waar uit dan blykt , dat de wy- ven aan de mans in 't minfte niet willen toegeven , maar even zoo gaarn fchoon en fmerig zyn als de mans. Op beide de plaatzen echter, te weten , daar zy van daan trekken, en daar zy zich wederom legeren, word na gehouden maaltyd gc- danft, en daar mede den meeflen tyd van de nacht doorgebragt. Van hunne manier van 'danzen zal ik op een andere tyd bericht ge- ven, om dat zulks veelvoudig en op verfcheide wyzen gefchied; insgelyk is haar mufik niet eener- lei , zoo als insgelyks zal worden gemeld. Uit dit heen en weer trekken bh; kt al zoo , dat Mercklïn in zy- ne Oolt-lndifche Reisbefchryving pag. 1103 de waarheid heeft ge- fproken , als hy zegt : Dat de Hot- tentotten niet altyd aan ftrand zyn , maar dan hier en dan daar aan te treilen. De Lezer kan nu ook licht de woorden van den Heer Vogel verltaan , die in zyne Reisbefchryving pag 71 gemeld worden : Wanneer de Hotten- totten op een plaats al de fouragie voor zich en haar vee hebben ge- confumcert, trekken zy tropswys, datis met de gantfche Kraal, met eikanderen als een trop voort, tot een anderen plaats, aluu.ir lef \crfch voed /.cl voor haai- en het \ce is, aantreffen, en dienvolgens worden maar weinige Hottentotten aan het voorge- bergte der Goede Hoop gevon- den. Verder maken de Hottentotten gfjggf- Anders, als hunne fchapen dol anders, ais worden : Of zoo als zy het in ge- fj^a broken Hollandfch noemen , als den. zy veel Mal koppen bekomen. Dit Anders maken gefchied op* de volgende wysi zoo dra zy gewaar worden , dat zulke dolle fchapen onder hunne kudde zyn, wach- ten zy, of 'er ook nog meer dol worden ; en ziende , dat het ge- tal van dezelve vermeerdert, die aan dat quaad onderworpen zyn , dan wachten zy niet langer, maar maken Anders ,dat is, zy offeren, om de ziekte onder hunne fcha- pen te doen ophouden , en daar door geen meer verlies te ly- den. Dit offeren gefchied drie dagen Zulks ge- achter eikanderen 5 waar op altyd Jagen aih- een fchaap , 't welk niet dol is , terdkaiH moet geflagen worden, en ishetdercn* niet even veel , wie dat fchaap Haat, of offert , maar hy moet al- tyd een oud menfeh zyn , die reeds voor lange jaren tot man ge- maakt is, en huis gehouden heeft, om dat een jonger daar toeTiiet in flaat geoordeclt word ; deels om dat hy nog zoo wys, voorzich- tig, en veritandig niet is, als de oude, en deels ook, om dat de oude met het öfteren , als hy het reeds verfcheidemalen gedaan heeft , beter weet om te gaan , en dienvolgens een bequamer fchaap weet uit te kippen, als de jonge. Wanneer het driedaagfche of- Wtttyna fcr op gemelde wys volbragt is, \ zoo gaan de ouden na gefchiede dagclykfche flachting, by clkan- dcren , en verteren het vleefch , zonder dat zy of aan de jonge mannen of de vrouwen en kinde- ren eenen beet daar van geven » maar zenden aan de jonge man- nen de darmen nevens het bloed, waar mede zy gailereeren mogen, Ery- /'./..' ■ rs isjj- <•/ .&/ V KAAP de GOEDE HOOR 519 Hoe 77 daar by danzcn. Hoezyzig 1 Sc" dragen. Dit gebruik ithynt van de loden afkomltig te zyn. kfygende de vrouwen andermaal als het eenvoudignat ; en vermids dit offeren drie dagen lang duurt, 7.00 duurt by gevolg dit traderen ook drie d;u>;en na ei- kanderen, en houd niet op , tot dat alles verteert is. 'Zingen en dan7.cn doen zy ook wel gaarn daar by, maar niet op 7 ulke wvs , als by andere gailma- len pleegt te gefchieden, maat- word op dezelve wys gedaan, als by aanroeping van de Maan reeds bericht is. Zien zy nu , dat na het offeren gene dolle fchapen meer komen, 7.00 heeft het jui- chen geen rinde, om dat zy alsdan in genen dele twyftclen, of het of- fer moet aan God aangenaam ge- Weeft zvn. Dog houd de dolheid niet op, zoo valt de fchuld of op de geen, die dezelven geflagen en uitgezocht hebben, of op de fchapen, dat zy niet vet en fchoon genoeg daar toe gewecil zyn , of eindelyk is de wyde de fchuld, en zyn zy daar door genoodzaakt den plaats te verlaten, eenen an- deren te zoeken, en op hier voor verhaalde wys wederom Anders te maken . Dit gebruik fchynt niet öndui- delyk op het offeren te doelen, 't welk eertyds by de Joden in zwang ge weeft is , fchoon zeer verdon- kert, en met vele vreemde wetten omgeven ; aangezien my niet be- kent is , dat anders eenig volk diergelyke plegtigheden heeft. Ik zie ook niet, dat de Joden die ooit in zulke waereldlyke voorvallen gebruikt of aangenomen hebben. Derhalven beflüit ik, dat dit An- ders maken door de langheid van tyd , en te zamenkomft van vele Natiën ook moet bedurvcn en in deze zotte gedaante gebragt zyn ; Edoch weet de Lezer van de An- tiquiteiten en gebruikelykheden der Joden beter te oordelen als ik , en derhalvcn geef ik myne een- voudige gedachten over aan des- zelfs vrye berifping, en verwach- te iets beter? van hem te vernemen. I indelyk maken de Hottentoi ten Anders, wanneef vy alle hun- tc» maken ne fchapen door het vuur of den rook jagen; 't w elk een der /.cid- ' < zaamite plegtigheden is, d.e men ^ ^n< van hen te zien krygt, en niet heel dikw\ Is voorvalt. Ik zal die den Lezer zoo eenvoudig, als ik ze gezien heb , voordellen , 1 daar over deszelfs oordeel af- wachten, of het niet na het laten doorgaan of doorjagen der Hei- denen, en der Ifraeliten, (die hen daar in dikwyls hebben nagevolgt) hunner kinderen door het vuur gelykt, zoo als op velcplaatzen van de H. Schrift te lezen is. Vid. Lcv. XVIII. xr. Cap. XXI! 2. T>eut. XII. if Cap. XVIII. 10. 2 . Reg. XVI. 3 • Cap. XVII. 1 7 Cap. XXI. 6. Cap. XXIII. 10. 2. Tara- lip. XXXIII. 6. uit- fchers niet wilden openbaren , on- dertuffchen wiß hy wel, dat zulks aan de 'Duitfchers fchadeu nog voordeel by brengen kou, en dat het daarentegen aan de Hottentotten ook geen nadeel doen kon. Hier op zeidehymv, wanneer wy op deze wyze Anders maken , zoo heeft het dcz,c betekenis, dat wy vrezen , dat 'er wilde en verfcheu- rctide dieren , in V by zonder wilde honden , onder onze fchapen zullen komen , en dezelve vernielen ; want deze doen aan onze kudden meer fchade, als een Leeuw ofeenTy- ger , om dat een Leeuw met een al- leen te vrede is , en ecu Tyger zeer licht op de vlucht kan gebragt wor- den, KAAP Dil GOEDE HOOP. 521 ui uro- men aan hem w tor / wil behouden en daar mede u delen laten, om dat hy anders wel bloedgierh maar in zulkengen /luk vleefih te 1 is, waarentegen de il on den nog het bloed uit zuigen, of het vleefih van bet gewurgde ten eerßen vreeten , maar OUÏkr acne kudde komende al- les wat leven heeft ver fi beuren en /;/ V /'v zonder de fchapen , aan wel- ke jsv den buik ophalen , op dat het ingewand daar tut valt, en zy niet meer voort können. En op dat ons diergclyke niet zou- de wedervaren , zoo laten wy onze (c hap en door den rook gaan , op dat de wilde Honden , wanneer zy zulks aan hen bevinden , weg lopen , en onze fchapen met vrede laten , gelyk wy dan door lange ondervinding hebben geleert , dat zulks altyd heeft geholpen , en ze voor hunne moordachtige tanden bewaart heeft. Hoe wy zulks echter hebben bevon- den , en hoc wy daar achtergekomen zyn, zal ik u , zeide hy wyders , ius- gelyks ontdekken. Onze Voorou- ders hebbeu ons vertelt, dat het voor vele Jiffis ( dat is, voor ve- le tienmaal jaren ) by hen zoo ge- bruiklyk geweeß is, en dat zy zich by deze manier altyd wel bevonden hebben. Eu nu denken wy , wyl het aan hen goed gedaan heeft , zoo willen wy ons ook daar van bedie- nen, en wy bevinden, insgelyks, dat bet ons geen nadeel doet. Hier heeft de Lezer nu het be- loop van de gantfche zaak , en hoe zy Anders maken. Nu laat ik hem zelf oordelen , of zulks niet wel voornamentlyk na het gebruik der Joden en van andere natiën gely- ke ? MhTchien hebben zy de zaak wel behouden , maar de rechte ei- genfehap vergeten, zoo dat zy nu in plaats van de kinderen hunne fchapen nemen. Maar vermids ik van dit doorgaan door het vuur , hoe het na den zin van den Bybel \ erftaan moei worden , wegens verfcheide uitlegging ntlyk niets verfta, zoo zal ik ook niet verder daarvan oordelen, zynde ' i jedachten, die ik by mv /elven maak, dat het miflchien zoo zoude können zyn. I )aarenboven zyn 'er nog cenige uit wat andere /oorten x\x\ Anders maken, vooi «'elke deze menfchen in gebruik j nebben, te Weten, wanneer een i vrouw in de kraam komt ; wanneer maken- iemand krank word, offterft;of wanneer zy èen wild dier, 'tzy een Leeuw of eenig ander dier ge- dood hebben , want in zulke ge- vallen moet altyd Anders gemaakt worden. Edog wyl oirTdit alles te verhalen, al te veel tyd /.oude wegnemen, aam -zien teveel om- ftandigheden daar by aängehaalt zouden moeten worden, zoo heb ik bell en raadzaamft geoordcelt, dezelve zoo lang te bewaren, tot dat deze drie Hoffen ieder in 't l zonder voorkomen , op dat alsdan in een moment de gantfche t'za- menfchakeling gezien en daar na een oordeel daar over uitgefpro- ken worde. Voor 't overige hope ik niet, Befluitv:. dat deze materie van Anders maken dn Hooft: of eigentlyk te fpreken, van offe- ftuL ren, den Lezer mishagen zal, om dat ik ze na de waarheid en met genoegzame omftandigheden voor- geltelt heb. En indien het niet na pocchen zoude gelyken, zoo kon- de ik wel zeggen, dat weinige daar van gefchreven hebben. Dog vermids ik dat vermoeden niet van den Lezer heb, zoo bekom- mer ik my niet wegens anderen, aan wien miflchien dit Hoofdituk zoude medegedeelt worden : En zegge, dat wanneer zy my daar van de eer misgunnen , zy zelf können gaan, en met duizende gevaren van hun leven zelf zulke, en andere diergelyke dingen meer onderzoeken können. I. 'Deel. Vvv XXXI. HOOFT- 522 BESCHRYVING VAN DE XXXI. HOOFTSTÜK, Van der Hottentotten Bygelovigheid , en van de Toverkonft zoo als dezelve by hen in fwang gaat, en hoc ligt zy iemand voor een Tovenaar houden. De Scbryver is van de Hottentotten voor een Tovenaar gehouden. Zal de grond van hunne mening aangaande de Toverye afhandelen. OfZy eenen Opßanding uit den Doden geloven. P.Tacbarts en Boevings mening daar ontrent. Tergeeffche bekering van een Hottentot. Zy vrezen voor de wederkom/l der Overledenen. Trekken van de plaats iveg daar iemand gefiorven is , en waarom. Wat zy van hunne Tovenaars geloven. I 'olgens eigene beken- tenis aan den Scbryver. Zy vrezen niet zoo zeer voor een Lyk als de Heer Borging zegt. Zy hebben geen regte narigt van de Toverkonfl. Wat zy Tovcry noemen. Wat voor een Toverye de Scbryver eens voor eenige Hottentotten gedaan heeft. Hoe by een Hottentot by de ne:'.s kreeg. Zy geloven dat hunne zieken betovert zyn. Hoe zy Anders maken als iemand van ben krank -word. Wanneer zy medicynen gebruiken. Wat van den Tover- DocTor aaa te merken zy. Byzondere ziekte van een Hottentot. Zyn Doffor kan hem niet belpen. De zieke begeeft zig inflilte by een Europeaan. Deszelfs vrouw geeft hem een hulpmiddel , ,t geen een goede uitwerking beeft. Hunne Tovenaars zyn niet minder als de zulke. Zy zyn zeer bygelovig. Hunne Tovery betekent niet met al. De Sciiry- vcr i< van de Hotten- totten voor een Tove- naar ge fcholden. 5mii I van huoi v.m v af- IclCD. DE Lezer zal nog wel indach- tig zyn , dat onlangs in my- ne Hoofditukken heb gemeld, dat de Hottentotten ook veel van to- very en toveren zelf onder zich fpreken,en daar door dikwyls van iemand argwanen, dat hy of zyn leven lang met zulke menfehen omgang gehad heeft, ofwel an- ders zelfs toyeren verftaat. Ik zelf heb dien titel van hen ongelooflyk dikwyls, en in myne tegenwoor- digheid bekomen, en zulks alleen- lyk, wyl ik zomtyds met natuur- Ivke dingenalsTover-Lataernen , Brandglazen en andere diergely- ke zaken voor den dag quam, waar van zy de oor/aak niet be- gr\ pen, nog raden of uitvinden konden. Doordien ik echter de eigent- vaak, of de ware grond nog niet heb aangetoont ', waar in zy menen, dat de toverkunlt en hei tfche toveren bellaat, en veel min iets zakelyks daar van bericht heb, zou zal de Lezer het faiet qua- lyk nemen, dat ik tegenwoordig, nademaal ik hunnen Godsdienit, nevens het daar toe gehörig An- ders maken afgehandelt heb , deze materie onder handen neeme, en zoo duidelyk als mogelyk , voor- itelle, te meer om dat deze {toffe eenige overeenkomlt met hunnen Godsdienit heeft, en zy geloven, dat de kleine Kapitein , dien zy meer vrezen en eeren moeten, als den Groten , aan hunne luiden zelfs de toverkonft geleert en in- gefcherpt heeft. Edoch eer en alvorens ik w\- ders iets van de toverkunlt zelf meld, zal het niet ondienllig zyn, de vragc te beantwoorden , ofzy dan ook, om dat uit al hun doen blykt , dat zy een God kennen en met bidden vereeren, een eeuwi- ge le\ en , of om eigentlyk te fpre- aan ken, of zy ook een Opitanding der eeneóp- lod en geloven? jTdïJen Wel is waar, dat de Hottentot, geioven!U die zich met den Proolt van Tran- quebar den Heer Ziegoibalg in een ge- c KAAP de GOEDE HOOP. 52* gefprek inwikkelde, weleen ant- woord heeft gegeven , d,u ter zake we] dieni , ma« echtei /eer twyf- i (achtig, !•• w eten, wanneer de gemelde Heei Prooft hem vraag- de j waar hy meende, dat zy allen na dit leven zouden komen , in den Hemel of in de Hel? de Hot- tentoi aritwoordé , dat weet de bmwhertige God-, v:y weten het nieti maar hier u\[ blykt niet, dar /\ een« oplUnding opentlyk be- kennen, en ook niet, dat zy die ronduit Loochenen ; maar hy trekt het in twyffel , en laar het aan den Grondgoeden God over: Onder- tuilchen zou men hier uit eerder i f, ne bekenning als een ontken- ning beiluiten, wanneer hy niet in de beide voorgaande vragen , hoe 't in de Hel en in den Hemel gelchapenltont, ge /.egt had, dat hy dit van de Chriltenen gehoört engeleert had. De mening De Heer CP. Tachart zegt in zy- c'u,üriIa ne Siamfche Reize pag. 96. rond- uit , dat zy na dir leven geen an- der leven verwachten; en pag. 98. voegt hy daar by, dat wyl zy aan geen ander geloofden, zoo be- moeiden zy zich maar, om dit te- genwoordige fraai gcmakkelyk en gerull door te brengen. Daaren- boven fchvnt Vogel niet onduide- lyk van die zelve gedachten te v.vn, wanneer hy in zyne Tien ja- rige Ooit-Indifche Reis-befchry- s'mgpag. 77 zegt: T)e Hottentot- ten is een volk, 'twelkgantfch niet van eenige zeden of deugden houd, ■maar als bet domme vee leeft. Wat de De Deenfehe Miilionaris , de Heer 3oe- . , _ • r »ing daar Heer Boevnig in zyne cuneuie aanmeld. JJefchryving en naricht van de Hortentotten , zegt pag. 7. Voor 't overige is het zeker, dat zy gene epßanding der doden geloven, maar vafielyk V daar voor houden , dat zy met hun vee eenerlei uitgang hebben. Wanneer ik eens, zegt hy wyders, met iemand van hen van de opßaudnig der doden f'prak,zeide hy in gebroke Hollandjèb : Maar hier dan niets; hoe kan dat vu e zen, I. r houden, dat hunne Tove- naars de levtndigen betoveren, en de overledenen , als /y u cder- komen , wegbannen können. Wl, ;v Vennifls nu dit , volgens hun inne voorgeven , /onder een vooraf* gdowT" gegaiic korte reden voering met de wederkomenden niet gefchie- den kan, aangezien zy de oor/aak weten willen ( welke zy van hun ook gewaar vu orden ) waarom zy wederkomen, zoo is ook lieht té beiluiten « dat zy met de genen fpreken, die na hunnen lichame- lykcn dood nog in 't lichaam zyn. \Y anneer zydan niet als het vee geftorven zvn, of eenerlei uitgang hebben , maar nog levend zyn , zoo kan het immers niet anders wc/en , of zy moeten een leven na dit leven valtitellen; dat is, zy moeten aan een eeuwig leven ge- loven, fehoon zy zulks zoo niet weten uit te drukken ; en vermids het eeuwige leven een onaffchei- delvkc zamenhang met de opitan- ding der doden heeft , als waar van men zich het een zonder het ander niet voorftellen kan , zoo moet ook noodwendig volgen, dat zy aan eene opllandig der doden geloven; 't zy dan , dat men wil- de beweren , dat de ziel en niet het lichaam tot het eeuwige leven gefchapen was , 't welk echter rechtdraads tegen het gezond vernuft , en in 't byzonder tegen deH. Schrift ftryd. Alzoo ziet de Lezer , dat de Hottentotten ook door de tover- kunil können overreed worden , dat zy aan een eeuwig leven en eene opltanding der doden gelo- ven ; 't geen ik hen dikwyls voor- gehouden , en daar in hunne be- kentenis bekomen heb , met dit onderfcheid, dat zy de woorden, die wy gebruiken , niet bezeffen können. En ontftaat zulks na myn gering verltand , daardoor, om dat zy gedurende haar leven wei- 5^5 nig tot achtcidenkcn gewoon yyn ; en fehoon zy zulks al waren, /ouden hunne meditatien echter niet veel helpen, om dat yy gene letten kennen , waar door zy hun- ne gedachten op papier zouden können brengen. Daarenboven können zy van andere Heidens niets leien , die even deze Hoofd- Leer-flelUnge, waar in alle onze hoop bcilaai , met ons bewaarhe- den , om dat yy lezen of lehr) ven können. \ ermids zy dienvolgens aan ee- ne opllanding der doden en te ge- lyk een eeuwig leven geloven, zoo dwaalt de Heer Boeving zeer veel, wanneer hy loc.cit. fchryft, dat zy ongemeen vrezen voor de dood, zoo dat men een Hottentot nictflimmers zoude können toewen- fchen als de dood : Want indien zulks zoo was, zoude geen Hot- tentot het hert hebben , in het o- pen veld buiten zyne Kraal, gantfeh alleen , en daar hem de nacht overvalt, zich zoo geruft tot flapen te leggen, als of hy midden in de Kraal, of op een wel verze- kerde plaats lag, Ichoon hy weet, dat 'er zeer vele Leeuwen , Ty- gers, Wolvenen andere vleefch- vreetende dieren genoeg in de wilderniflen heen en weer lopen , en hy daar van zoude können worden vernielt ; 't welk echter dikwyls genoeg gefchied, en hem zoo veel deert , als of hy t'huis was. Ik heb vele van dezelven aan- getroffen, die niet fchuuwden, zelfs zonder geweer buiten de Kraal te blyven , fehoon zy alvo- rens willen , dat 'er roofdieren zich daar ontrent onthielden; waar uit blykt , dat zy zoo een grote fchrik voor de dood heb- bende , gelyk de Heer Boe-ving meent , wel beter zorg voor zich dragen zouden. Zoo is ook als een fchandelyke onwaarheid den Heer Boeving aangedient , namelyk dat 'er geen groter vloek onder de Hottentot- ten zoude zyn , als dat d'een den Zy vre- zen niet zo veel voor een lyk als de Heer Boeving zegt. Een andere dwaling van den Heer Boe- ving. vv 3 an- BESCHRYVING van de dood loewenfcht 526 anderen den Wint als zy boos en toornig op elkander zyn , houden zy zich weinig op met wenfchen , maar ♦rächten ten eerden, om elkander het leven te benemen ; of als dit ai niet gefchied* elkander wakker af te rollen * en zich alzoo op al- lerhande wyze op hunne vyanden te wreeken. En genomen , zy wilden deze woorden, ikisoinjch u den dood! als iets fchandelyks aanmerken , wat zoude daar op volgen ? zekerlyk niets. Het is even als of een moeder tot haar kind wilde zeggen , ik wenfehte dat ge waart , daar de peper groeit! "t welk daarom niet veroorzaakt, dat het kind ten eerllen op die plaats komt, of reeds daar is. Honentot- Edoch Vat hou ik my lang met ten hebben diergelyke beuzelingen op , alzoo ES*" & van voorrierrien ben, om van vandeto- de Toverkunil byzondere naricht «*unft. te geven ? Behalven het geen) 't welk reeds voorheen daar van gemeld is , en insgelyks maar in een blote inbeelding., ofomei- gentlykte fpreken, in zotte vöor- gevingen beilaat , zoo is deze van zeer weinig gewigt en waardig- heid ; en verdient derhalven den Europeaanfchen naam van Tover- kunll gantfeh niet , maar mögt eerder een gekke dolheid, ofwel een zinloze benaming genoemt worden. 11 zal echter en moet dezen naam behouden, omdatzy zelven gecnen anderen gebruiken, op dat ik niet iets fchryf, 't welk by anderen, die het miilchien ook nevens my gezien hebben , daar na wegens den naam cenige zwa- righeid maken , en my van een dtfalmg befchuldigcn mögt. Hottentotten noemen dat geen tovcry , 't wrelk hun verltand en bequaamheid overtreft, fchoon het nog /.oo natuurlyk is. Ik heb reeds hier voren gezegt, dat zy my /.eer llerk dezen naam hebben op- gdegt, wanneer ik met een brand- glas , of ander konllige machine of zelfs rnet vloejende matericn verynoe- iets vertoonde , waar van zy de oorzaak niet wiften te doorgron- den; en komt my tot bewysjuift deze hiltorie te binnen , die ik eens onder hen fpeelde : Ik nam een weinig Brandewyn, en goot het in een thee-kopje , dezelve ftak ik aan , en liet die branden , maar niet langer, tot dat hy byna laauw was ; vraagde ik aan iemand uit den hoop, of hy den branden- den Brandewyn uitdrinken wilde ? hy keek my aan, en riep de an- deren, en vertelde wat ik gezegt hadde, en zeide daar op, kerne die vieur in de buik zuypeti ? en wanneer ik ja geantwoord hadde, en my omkeerde, en de Brande- wyn ras uitblaasde, en daar na zoo voort uitdronk , Honden zy ver- zet , en willen niet hoe het in 't werk ging. Hier op keken zy my zeer flerk aan, en vraagden, of ik het vuur dan niet in 't ly f voelde ? en als ik den mond op deed , en 'er geeri vlam uitquam, waren zy nog meer met verwondering ingenomen, en fchreeuwden eenpariglyk s Die man toverman , die man ja tover makum zoo : Als ik hen verder beduide, dat zy het zoo wel doen konden als ik, wilden zy het ech- ter niet geloven , maar zeiden : Gy ons immers dood maakum , als ons die Goeds zuipen. Daar op lie- pen zy weg , en lieten my nevens myne drie Tolken alleen Haan. Met zulke en diergelyke gek- Sch^edrc kernyen heb ik my niet alleen on- cenen der hen bekent gemaakt , maar H°"enro' ook een zulke vrees onder hen kreeg, veroorzaakt, dat zy my niet meer betrouwen wilden ; zodanig dat wanneer ik eens maar een itukje zwart Aloe-hout in de hand nam, en tot iemand ging , die my ten eerllen vraagde , wat ik doen wilde? en wanneer ik hem zeide, dat ik van voornemen was , om hem met dit hout te betoveren , fprong hy ten eerllen op , preu- telde , en fcholt my in zyO taal wakker uit, 't welk ik hem ech- ter KAAP de GOEDE HOOP. 527 De Hot tentotten geloven van 1 ïieken dat hy beto- vert is. Hoezy Anders maken als iemand van hen krank word. ter ongemerkt betaalt zette, en hem Koctfirc noemde , \\ eshalven hy 'Anders maken moeit , gclyk ik in mynen vorigen gemeld heb. Niet alleen noemen de Hotten- totten tovery 't geen hun veritand overtreft, maar ook dat geen, 't welk onverhoeds gcfchicd,fchoon het ook zync natuurtyke oorzaken heeft. Want 7,00 dra iemand ziek word , daar men het minlt van verwacht had, zeggen zy ten eerften , dat die perzoon beto- vert is, en onderzoeken niet, waar uit die ziekte ontitaan is. Dienvolgens eer zy nog eenige Medicyn gebruiken , moeten zy Anders maken, en vermids dit in mynen vorigen voorbedachtelyk tot nu gefpaart is, om dat de zaak met de tovery eenige overeen- komt heeft, zoo zal ik het hier inlaiTen. Dit Anders maken gefchied op de volgende wys , als een man, vrouw of kind onverziens ziek word , zoo vraagt men ten eerlten aan een der bekende Toveraars, waar door hy zoude können beto- vert zyn , en wie het zoude heb- ben gedaan ? Vermids nu deze niet wil fpreken , eer 'er Anders ge- maakt is , neemt men een vet fchaap, flaat het op hunne ge- woonlyke wyze , en geeft het net daaruit aan den Tovenaar. Deze bekykt het, daar op draait hy 't in malkander, na dat hy wat Bttchu daar tufTchen geltrooit heeft , en maakt 'er als een itrik van, welken hy den Patient met deze woorden om den hals hangt: Gy zult wel beter worden 1 want het tover qped is niet fterk. Dit net moet de Patient, fchoon hy den anderen dag weder ge- zond word, dag en nacht om den hals dragen , zoo lang als 'er een itukje aan is , dat het vafthoud. Van het vleefch echter van het ge- flacht vee krygt hy niets , maar de mans verteren het met cl kan- deren, als 'er een man krank is, of de uw en , als 'er een vrouw krank is, zoo als de kinderen , als 'er een kind ziek is, en heeft de Patient niet anders als het net daar van te verwachten. Word nu de Patient op dit An- ders maken in eenige dagen niet beter, zoo bedient men hem et rit medecynen , en wel zulke, die insgelyks van dezen Tovenaar ko- men, die de kuur begonnen heeft, diede kranke zoo lang moet bedie- nen , tot dat hy gezond of dood is, om dat geen ander hem in de kuur nemen zal Wanneer ook zelfs iemand lang klaagt , en dog niet weet , wat hem eigentlyk fcheelt, zoo zal hy echter alvorens hy nog medicynen gebruikt, zynen verkoren Doc- tor , die allen gemeenlyk Tove- naars daar by zyn , of ten miniten daar voor gehouden worden, eerft vragen, waar door het tovergoed aan hem gekomen is ? Wanneer deze hem antwoord , dat hy het hem wel verdryven en maken wil, dat hy ras weder gezond word ; zoo geeft hy zich aan hem , en laat hem zorgen ; kan hy echter den zieken niet genezen , zoo is in 't gemeen het einde, dat het to- vergoed te lterk is ge weeft, en dat hy het zoo weinig als een ander wegdry ven en hem gezond maken kan. Ik heb 'er een gekent, genaamt Knapkoek, die langen tyd over het gantfche lichaam elendig uit- geflagen was. Deze had zich ook aan een Doftor en Tovenaar o ver- gegeven, en de genezing van hem verwacht ; maar vermids de toe- ftand te flecht was, en hy over het gantfche lichaam en zelfs in het aangezicht als een Lazarus 'er uit- zag, en die ziekte in hondert ja- ren naauwelyks eens voorvalt , zoo was alle moeite van dezen Docïor of Toveraar vergeefs, en kon hy dezen armen Hottentot nog door kunit nog door tovery genezen , en hem in zync vorige gezondheid herltellen. Wan- 1 ■ zy medicynen gebruiken. Wat van denTovc-- Doctor aan te merken. Byzonder© ziekte van een Hot- tentot. 52g BESCHRYVING van de Deszel s VJOUW geeft hem Wanneer hy nu hoe langer hoe Qechter wierd, en hy zynen ge- w -oonlvken vilch-vangit niet meer en kon, zoo voegde hy zich in ltilrc ten huize van een Europe- u liehen Landboer, waar mede hy voorheen dikwyls wegens de \ ifTchery gehandelt en hem altyd daar mede verzien had , wanneer de anderen ook in 't geheel gene komen konden. Als deze hem zag, fchrikte hy, en verbeelde zich, dat hy een aanitekende ziekte had; liet hem echter, tot dat zy- ne vrouw t'huis quam, aan de deur wachten, welke hein vraagde, hoe hy in die ltaat gekomen was? Na een kort verhaal , hoe zyn ziekte begonnen had, en wat hy daar voor had gebruikt, zeide zy eindelyk tot hem, zy zoude hem ccnmiddèi. een ander tovergoed geven , 't welk beter en krachtiger zyn zou- de, als dat hy van zynen Doctor en Toveraar pntfangen had. Daar op .bragi ■/) hem een (tukje blaau- we Vitriool, en zeide, dat hy het in fchoon water zoude leggen, en na een half vierendeel uurs daar weder uitnemen , en tot verder gebruik bewaren ; daar na met het water zich wallenen , en alle plaatzen des lichaams, die ontlto- ken waren, daar mede nat ma- ken. Vjj[kine Hier van liet zy hem ten eer- middel, öen in haare, zoo als ook in myne tegenwoordigheid de proef ne- men; en wanneer hy zich daar mede bellreek, begon de Vitriool elendig te byten , waar over de Hottentol erbarmlyk fchreeuvvde en zeide: Ey Vrouw die'Tover- goeds ja zoo bytum , ons ik ka me niet verdragen. Vv aar over wy niet weinig moeiten lachen, om dar de werking daar, van aan ons bekent was; hy wilt echter niet, wat hy van pyn doen zoude, en biggelden hem de zilte tranen /\ne wangen; edoch ver- droeg hy dit niet alleen, maar vervolgens meermalen , om dat de vrouw hem verzekerde, dat hy daarvan genezen zoude. Na verloop, van ontrent 14 da- gen, quam deze Hottentot wreder, en was niet alleen volkomen ge- reinigt , maar bedankte de vrouw op de allerheulte wyze, en zoo goed als ik het ooit van een Hot- tentot gehoort heb, en voegde daar by en zeide : Vrouw , jou 'Tover goeds bra bytum , dat is 1 . maar jou Tover goeds ook vjec: zond makum, dit is ook waar. Ons Tover mams , zeide hy ver- der , käme niet helpen , maar die T)uits Tovervrouwja bra , die ka- me helpe. Ik zoude diergelyke exempels nog veel können aanhalen, welke alle daar op uitkomen, datzy zeg- gen , dat zy Toveraars onder hen hebben ; daarentegen zy echter zelfs niet weten , wat de betekenis van dit woord is, veel min, hoe een rechte Toveraar zyn en heten moet. Dog ik oordeel het over- tollig te zyn , om dat de Lezer hier uit reeds genoeg kan zien, hoe de Hottentotten voor Hexen- meefters en Toveraars zyn moe- ten, te meer daar hunne macht zich nog over koejen of granen of andere zaken, maar enkel over de kranken uitltrekt. Derhalven worden 'er ook gantfeh gene on- der hen gevonden, die zich met Duivelfche itukken behelpen , om hunnen evennaaiten daar door fchade toe te voegen, gelyk men op alle plaatzen in Europa zulke menfehen aantreft , en waar van 'er in vorige tyden zeer veel ver- brand zyn. Hier uit bemerk ik maar alleen haare bygelovigheid , door welke zy zich zeer gemeenlyk een zaak laten voorltellen , als of zy tovery was, die echter niets minder als na de toverkunll gelykt. Zoo is ook een teken van lichtgelovig- heid , dat zy zich allerhande on- waarheden laten wys maken , en dezelve voor de zuivere waarheid aannemen; was het hier tyd , ik zcude Hy dankt naderhand voor de hulp. T->eHot- tentotfche Tovenaars zyn niets minder als Tovenaars Zyn 2eei bygelovig. KAAP dr GOEDE HOOP. 529 zoude meer als duizend exempels aanhalen ; maar om maar een ee- nig zeer kort niet met myne woorden, maar met die vanden Heer Boeving, by te brengen : Zoo heeft zich een zulk een fpreukje voor de zuivere waarheid laten vertellen , en zulks in een land, daar de Jultitie zoo ilyf en valt gchandhaaft word : Hy fchryft /. c. p. 7.; het is my geloofwaardig verhaalt, dat een Vryman, die landwaards in woonde , eens uit jok tot een Hottentot zeide, dat hy een Hottentot geflacht ', en de Hammen en vleefch in den rook ge- hangen had ; V welk deze in ernfl aannam , waar op de Hottentotten alle van de plaats wegtrokken , waar door de Vryman veelfchade leed, om dat hy van hen gene ar- bcidsluiden meer bekomen konde. Wanneer ik vermaak fchepte , om nog eenige andere daar by te voegen, zoude ik nog ruim een blad daar mede können volmaken; edoch mag ik het geduld van den Lezer niet misbruiken , maar al- leenlyk zeggen , dat der Hotten- totten tovcry een oude kladdery is, en niets beduid ;ondcrtulIchen hebbe ik aan den Lezer zoo veel daar van willen mededelen , om aan hem de gedachten te bene- men, als dat 'er waren , en zodanige Toveraars onder hen aangetroffen zouden worden, als in andere lan- den worden gevonden, aangezien hy met genoegen hier uit kan zien, dat het maar een louter vergeefs geklap onder hen is, 't welk nergens een grond of 1'chyn van tovery aan wy zen kan. De Lezer leve ondertufTchen „ . vergenoegt en zy niet beducht, dit HoS dat ik hem met Indifche tovery lhl! • zal laftig vallen , welke in die zelve landen veel meer in zwang gaat als een Chriften paft. Voorname- Iyk de ontuchtige wyven weten zich van diergelyke natuurlyke maar qualyk aangewende midde- len te bedienen , die eerder na een tovery dan na een natuurlyke Artzeny gelyken, waar van ik niets zeggen wil nog kan, om dat het beter is, veel te weten als veel te fpreken. EINDE VAN HET EERSTE DEEL. 1. Dal. Xxx KORTE INHOUD Van alle de Hooftftukken die in het Tvvedc Deel van dit Werk zullen voorkomen. I. HOOFTSTUK. Van deTkchtighcden der Hottentotten by het Kiuder-bareu , en hunne zeldzame manier van doen , als een vrouw Tweliugcn ter waereld brengt. II. Hooftftuk. Van de ^Plechtigheden der Hottentotten ontrent het iiryen , trouwen en bruiloft houden. III. Hooftftuk. Van de huishouding en opvoeding der kinderen , en hoe de Hottentotten met elkander verkeren. IV. Hooftftuk. Van de Veetucht der Hottentotten , en hoe zy't Vee tot hun groot voordeel weten op te paffen , enz. Vi Hooftftuk. Van de klederen der Hottentotten , en hoe die gemaakt worden. Van hunne cieraden en tooizelen , enz. VI. Hooftftuk. Van hunne gewone fpys en drank ; van hunne aardige manieren van koken en braden. VII. Hooftftuk. Befchryving van hunne Dorpen, Huizen en Huis- cieraad. VIII. Hooftftuk. Van de Ambagten en Handwerken der Hotten- totten. I X. Hooftftuk. Van de Koopmanfchap en Handel der Hottentotten met elkander, en ook met vreemden. X. Hooftftuk. Van hunne kunßen in' t zwemmen, werpen, vechten , viffc hen, jagen, rentten, enz. XI. Hooftftuk. Van hunne deugden en ondeugden, en van hunne zon- derlinge geneigt heid 'voor de rechtvaardigheid. XII. Hooftftuk. Van hunne manieren en oorzaken van oorlogen, be- fchryving van hunne wapenen , zoo ten oorlog als ter jagt. XIII. Hooftftuk. Van hunne Verfpieders, en hoe hunne vyandeu daar mede handelen ; van het Erfrecht ontrent de nagelatene goederen der Hottentotten ; nevens een bericht van den ingewortelden haat tuffchen de Slaven en Hottentotten. XIV. Hooftftuk» Van de gewone ziekten der Hottentotten, endoor welke middelen zy dezelve genezen. XV. Hooftftuk. Van de Begravenis- ceremoniën der Hottentotten, hunne zeldzame manieren in dezen. XVI. Hooftftuk. Van de eerße Europeaan fche bezitters van de Kaap , van het ampt van Gouverneur van de Kaap, en van alle de Gouver- neurs die van tyd tot tyd geregeert hebben. XVII. Hooftftuk. Van de gehele Regering en van de acht Collegien waar uit dezelve beßaat. XVIII. Hooftftuk. Van de twee andere Collegien, genaamt Burger- raad en Heemraadfchap , en van den Burger- Krygsraad. XIX. Hooftftuk. Befchryving van de Veßing, Schanzen, Kerken, Gaßhuizen en andere Gebouwen aan de Kaap. XX. Hooftftuk. VatVt onderhoud der Forter effen, Bezctting,enz. XXI. Hooftftuk. Van de inkomflen welke de Ooß-Indifche Maat- fchappy van deze Kaap trekt. XXII. Hooftftuk. Van.de zeden der Europeanen die hier wonen. Hunne manieren 'm 't geven en ont fangen van bezoek en tegen-bezoek , Brui- r.doften, Kinder-dopen, Begravenis, Opvoeding der kinderen. Behandeling ontrent hunne faven ; gedrag ontrent vreemde aankome- lütgen. X X UI- Hooftltuk. Vittrekzeluit een brief van de Burgery aan de Kaap , aan de Heren Bewindhebbers en aan de Regering op Batavia. XXI V. Hooftltuk. Gedrag van den Gouverneur Adriaan van der 'Steil. X X V. Hooftltuk. Vervolg van V zelve gedrag. X X V I. Hooftltuk. Verhaal van negen per zonen, die de vlucht kozen en na viermaal gedane citatie niet verfchenen. XXVII. Hooftltuk. Van het vonnis van condemnatie door den Raad, na zeer heftige woord-w ijfelingeu tegens deze negen perzonen uitge- sproken, nevens verfcheide merkwaardige zaken. X X V III. Hooftltuk. Vervolg van deze zaak tot de aankomß van een fchip,mede brengende de afzetting van den Gouverneur. XXIX. Hooftltuk. Van cenige merkwaardige zaken in het Kerke ly- ke, gedrag van denTredikant Le Boucq, klagten tegen de Sekret a- r'tffen Helot en Tutte. XXX. Hooftltuk. Verhaal van het afzetten en weerom zenden van den ^Predikant Le Boucq. Aankomß van den nieuwen Gouverneur Louis van Affenburg aan de Kaap. XXXI. Hooftltuk. Van 't geen 'er na de komfi van dien nieuwen Gou- verneur is voorgevallen. XXXII. Hooftltuk. Van verfcheide merkwaardige dingen, na de aankomß van den Admiraal en Commiffaris Simons voorgevallen, zyn- de vol van zeldzame gevallen en veranderingen. XXXIII. Hooftltuk. Verhaal van het vertrek en f huis reis van den Schryver. N A A U K E U R I G E en UITVOERIG E BESCHRYVING \' A N DE KAAP GOEDE HOOP; BEHELZENDE Em zeer omfhndig Verhaal van den tegenvvoordigen toeftant van dat vermaarde Gevvcit, des/el fs Gelegenheit, Haven, Sterkte, Regcrings-vorm, Uitgeitrektheit, en onlangs ontdekte aanleggende Landen; NEVENS "deerde Befehryv'atg van bet Klimaat en Aart van dat Landfcbap; van deszelfs DIE REN, VI S- SCUEN, VOGELEN, PLANTEN, KRUIDEN; mitsgaders verfcheide WONDEREN der NATUUR, daar te Lande ontdekt j Waar by nog komt, een zeer nette en uit eige ondervinding opgemaakte Bcfehryving van den oorfprong der HOTTENTOT TEN: VERVATTENDE Een merkwaardig Bericht van derzelver Tale , Godsdienft,Levenswyze, zeldzame Overleverin- gen, Gewoonten, Maniere van Trouwen, Befnydenis, Opvoeding; als mede veele andere kuriculè Waarnemingen aangaande de Zeden van die Natie; den toeftantvandieColonie en Europeaanfche Inwoners : in gene andere Befchry ving van dit Gewed te vinden. Alles ) ge duur ende een lang verblyfaan de gemelde Kaap , na vaar heit befchreven DOOR T ET E R K O L B E, Meefter der vrye Konfien , door een voornaam Min iß er , met Brieven van voorfchry- ving van viylen den IVel-Ed. Geflr. Heere NIKOLAES WITS EN, Burgcrmecfter der Stad Amfterdam , tot het opmaken van deze , en ook Mathetnatifcbe en Sterrekonflige Obfervatien , na de Kaap gezonden , en aldaar grxeeß Secretaris van Stellenbofch en Drakenßein ; tegen- woordig Reclor van Ixt I äußre School te Ncuflad aan den Ayfch. Met kuricufc, nieuwe en nodige Kaarten en vele Printverbeeldingen opgeheldert en verfielt. TWEEDE DEEL. TE AMSTERDAM, ByBALTHAZAR L A K E M A N. m. d. cc. xxvii. Met Privilegie. KORTE INHOUD Van alle de Hooftftukkcn die in dit Tvvedc Deel voor- komen. I. HOOFTSTU K. Plechtigheden en Gebruiken der Hottentotten, welke zy by de Kraamvrouwen in acht nemen; en boe zy te wat zy doen ) wannter een vrouw Tweelingen ter waereld brengt. Bladz. i II. Hooit lluk. Plechtigheden en gebruikelykheden der Hottentotten , welke zy by hunne Fryagie, Tra-. ■ Bruiloften in acht namen. i.j, 1 1 1. tuk. Van de Huysbouding en Kindertucht der 1 'Lttentottcn , alsook , hoe zy in de gemee- ne Omgang tegen eikanderen zy». 2| IV. Hooftltuk. Fan dir Hottentotten Fee-tucht; hoe zy bet oppaffen en bezorgen , zodanig dat zy veel nut en groot voordeel daar van können hebbtn. j » V . Hooft Huk. Van de Kleederen der Hottentotten, hoe ze gemaakt worden; als ook van hun Cie- raat en opfehik, en waar in die beflaat. 4j V I. Hooftltuk. Van de gewoonlyke Spys en Drank der Hottentotten, hoe zy dezelve bereiden, en ko- ■ : en braden. f-j VII. Hooft Huk. Van der Hottentotten Huizen, Dorpen, en van baar gantfche Huysraad. 71 VIII. Hooftltuk. Van de Handwerk:n der Hottentotten, wake zy onwetend verßaan, en ook iverke- lyk oeffenen. 7P I X. Hooft (luk. Van de Nering en Hantering der Hottentotten, welken zy onder elkander en ook met Vreemdelingen dryven. e Hottentotten zyn zoflecbt niet als men ze ttitkryt. Plegen echter tenige gruwelen. Wat 'er aan te meden is wanneer een Hottentottin in de kraam komt. Wat voor een drank de Hottentotten aan Kraamvrouwen tot verhaafling der verloffing geven. Dit middel is van goed gebruik by ben. Wat zy doen wanneer 'er een dood kind ter waereld komt. Wat als het levend is. Zy waffchen het eerflgebore kind met verfihe keedrek. Leggen het dan »p de aarde op een Crofs in de lucht. Word naderhand met vet gezalft. Ein- delyk met Buchu beflrooit. Wat by de geboorte van Twelingen voorvalt. Grote vreugd als 'er twee zoons geboren zyn. Als 'er twee dochters zyn , word doorgaans een daar vm aan kant geholpen , en levendig begraven f of aan een boom gebonden i of ook wel maar op het veld neergelegt. Hoede Sineezcn met hun kinders leven. Werpen in zommige Provinciën de dochters in 't water. Wat bier van de oorzaak. Wat de Japnnezei. met huri kinderen doen. Wat de Hottentotten doen als 'er een zoon en een docbtei geboren word. Wat zy doen als een van de Twelingen dood is. Veranderen deswe- gen hun woning en offeren. Wie het kind zyn naam geeft. Ontlenen hun naam van de Beeflen. Wat zy met de Nageboorte doen. Warneer de man weer by zyn vrosr> mag komen. Bcfluit van dit Hoofijluk. ot- 'WÊÈS}'^ ^n00n ik u tot nu I merken , als dat zy Heidens zyn, tentoucn Wif'^jMP de een en de ande- ! die van een zulke wilde natuur K° f WM O (fef re materie hebbe ; gantfeh niet können worden ge- aismenze M$ KJ Jgf toegezonden, wel- 1 acht, als men ze anders wel uit- K*" VsÏIKSsI^ ke der Hottentot" gefchildert heeft. Zy worden in ^^^PÉ^ jcn (joen en iaten j agga gebruikt hebben, die echter in verre zulke goede werking niet zoude hebben gehad , als jegenswoordig van den tabak bevonden en befpeurt word. watty Wanneer cindelyk na het gc- doen als er i ., , . J r ° , f en dood bruikvan deze Artzeny, ot ook w"ercki zon^er dezelve te gebruiken een komt. levend of een dood kind ter wae- reld komt ; zoo moet men zich andermaal verwonderen , wat voor gekke gebruiken zy daar by hebben; want als het kind dood ter waereld komt, zoo is 'er niet alleen een ongemene droefheid by de moeder en den vader, in 't by- zonder, als het een zoon is, maar zy nemen het ten eeiiten en be- graven het na hunne wyze , zoo als op zyn tyd zal gemeld worden ; na de begravenis van het kind moet de vader Anders maken, en een en ook wel twee fchapen flaan , gelyk voor heen gemeld is. Daar na breekt de gantfche Kraal op , en zoekt uit vrees voor dit dood kind, dat het weerom mögt komen , een andere woonplaats , gelyk in 't kort hier na, en voor- namelyk echter in 't toekomende nevens andere begraafnis-ceremo- nien wydlopiger zal aangewezen worden, w« zy Indien het kind levend voor den 7yCenen Ie- dag komt , zoo wallen zy of baden nidmTd het niet met eenig water , zeg- gende, dat zulks fickurn of onge- zond is; maar zy hebben een heel andere en b\ zondere manier, het zelve van zyne vuiligheid en met zich gebragte onreinigheid te zui- verend fchoon het naar onze in Europa gebruikelyke wvzc eer- der /.oude heeten, dat zy het vui- ler maakten, als het van natuur is; door dien zy in plaats van water, ot \ i^cen men anders zoude kön- nen nemen, om eerlt gebore kin- bekumen. deren te zuiveren , verfchen koe- drek nemen, en waflen het over en over daar mede af, zoo dat het gantfche kind daar mede als gepar- rumeert is, en zoo groen als gras lykt. Na deze eerfte reiniging leggen zy dit arm kind niet op een ge- maakt bed , of wel in een wieg , om het op te paffen en voor te zor- gen, dat het niets overkomt; want dat is , zeggen zy , hun ma- nier niet , om dat zy zelfs niet een lap linnen, een hand groot, mag- tig zyn, veel min van een bed iets weten , en nooit anders een wieg als in huizen van Europeanen ge- zien hebben ; maar zy leggen het zoo vuil en onaantaftelyk als het is, op een nieuw uitgefpreide en op de aarde leggende Crofs> op dat het aldaar van de wind en de hitte van de Zon of van het vuur een weinig opdroogt, en de gefineer- de koemiit nevens de natuurlyke vuiligheid weder van zelfs afvalt, ofwel gemakkelyk, zonder het kind te bezeeren,daar af kan wor- den gewreven. Terwyl echter het kind op ge- waar melde wyze droog word, gaan de iezY ver- „ j i ^ ° 3 der het kim andere wyven heen, en nemen de fraeren. dikke driehoekige en zachte bla- den van de vygen der Hottentot- ten, waar van 'er eertyds verfchei- de zoorten gefpecificeert zyn , en die men overal op het veld beko- men kan. Deze pletteren zy een weinig tuflehen twee (lenen, en drukken daar na met hunne han- den het nat daar uit, 't welk zy in een pot vangen, en waden daar op het weder gedroogt , en van den koemiit gezuivert kind daar mede, om dat zy geloven, dat dit nat zeer veel helpt tot de leenigheid en gezwindheid in 't lopen, 't welk ik echter niet onderzoeken, maar aan anderen overlaten wil. Wanneer nu zulks ook aan het kind gedaan is, en het andermaal op de gemelde Croffe gelegen heeft, om aan het zap tyd te ge- ven , om in te trekken, zoo heb- ben me- f 4~t w 4. Op \vat wyze de Hottentotte deNfeuwgeboore Kestderetst Ham delen? _ n,/,y, M KAAP de GOEDE HOOP. 5 ben IJ wederom een andere wy- vc, niet loa wel om te wallen, als om te zalven. Zy brengen na- me!) k een pot met gcimolte fchaap* vet, die van de Kraamvrouw al- toos ten dien einde moet worden bewaart, en tot na hare verlofling weggezet ; dog als zy geen lehaap- vet hebben, nemen zy wel gefmol- te boter, die zyzelf hebben ge- maakt, en na dat het weder een weinig warm en gefmolten is , fine- ren zy het kind zodanig over z\ n teer lichaam, dat zelfs niet de 00- gen, veel min een ander lid daar van verfchoonc is. De oor/aak dezer zalving zeg- gen zy, is niet, zoo als de Euro- peanen wel zouden menen, en miiVchicn zoo als my dunkt, niet zonder grond geloven , dat zy te (heller en leniger daar van zouden worden , of ook daar door beter zouden können lopen ; maar zy geven voor, dat hetgefchied, op dat de Zon hen in die tedere jaren niet verbranden of zoo heftig (le- ken en befchad igen zou; of het nu in der daad daarom gefchied zoo hou ik het echter daar voor, dat de dikmaals herhalinge ook zelfs, by gantfeh oude luiden, die van de Duitfchers gegifte oorzaak niet weg neemt, gelyk elders bre- der zal worden aangetoont Het kind Als het kind nu eindelyk deze word ten zalving ondergaan heeft, en het metBuchu andermaal een weinig op de ge- gefmeert. melde Croffe gelegen heeft, op dat het vet ook door de zweetgaten zou indringen , zoo geven zy het zelve bydeze geboort-ceremonien eer het vet t'eenemaal opge- droogd is, als het laatlle olyzel; nemen het wederom op , en be- (Irojen het over het gantfche lic- haam met haren gewoonlyken Buchu, 't weik als dan zeer licht aan de befmeerde gantfeh tedere huid blyft kleven. Dit doen zy, volgens hun voor- geven , op dat het kind fchoon gemaakt en gereinigt worde, en deels ook, op dat het door de kracht van den ßreebu fterk werde, en nevens de andere verhaalde hulpmiddelen in 't leven worde bchoudc. Of zulks door alle de- ze zaken kan gefchieden, twyiïel ik zeer; vermids ik wel weet , dat dit van God, den Lei en-Cic- ver en Behouder afhangt) en dat de gelteltheid van het kind moet aangezien worden; dog vermids ook geringe dingen veeltyds een grote werking hebben, zoo mo- gen andere dan van oordelen, en deze zaak onderzoeken. Dit alles gefchied by diergelvkc ^'"byde , ° J , • 1 geboorte geboorte, wanneer maar een kind °m Twee- ter waereld gebragt word, waar >!"?<;" 8e" uit de Lezer niet heeft können zien , waar op myn klagen by de inleiding doelt, om dat tot nu niets is gefchied , waarom zoude können worden gezegt, dat de Hottentotten zoo zeer affchuwe- lyk zyn , als ik in den beginne gezegt hebbe; edog de Lezer hebbe nog maar een weinig ge- duld, en late zich de omftandig- heden voordragen, die gade gefla- gen worden , wanneer een vrouw van tweelingen in de Kraam komt, 't welk zeer dikwyls en gemeen- lvk gefchied , en zegge als dan , of ik hen onrecht gedaan , of te veel van hen gezegt hebbe. Wanneer ik de zaak recht dui- delyk zal voordellen, zoo is 510- dig, daar van drie Cafus ot geval- len, te befchryven , om dat by ie- der van dezelve wat byzonders zal waar te nemen zyn; zynde die gevallen als volgt: namelyk, wat zy doen, als een vrouw twee zoons te gelyk ter waereld brengt; Hoe het gefchapen is, als een vrouw van twee dochters te gelyk ■in de kraam komt: En eindelyk, hoe zy zich houden, als een vrouw te gelyk een zoon en een dochter baart ï Op alle deze drie vragen zal eet1 byzondere betrachting te maken zyn, om dat daar in de ge- melde befchuldiging en onnatuur- iykheid beltaat. Als nu twee zoons te gelvk ge- A 3 boren BESCHRYVING van de Ken worden, zoo lyden zv gene . n den bcven-gcmelde he- gen, om dat zydezel- Tn zoeken groot te bren- ven UCK. (. I' /•>■ *-■ 6 n fc hoon de moeder niet in Lat most worden gevonden, óm lenmet deborftop te brengen, om dat zy buiten t zog de moeder het eerite hall jaar inders bekomen, zoo bezor- echter ten eerden een die aan eenen zoon de van niets at gen E$ Minne, ils de 'J 'wclingen doe!, borit geven moet. Voornamelyk is de vreugde in dit geval, niet alleen by de vader en de moeder, maar ook by alle andere in de Kraal ongemeen groot , en word zoo wel de vader als een wakker man geroemt, wyl hv twee zoons te gelyk heett kön- nen fabriceren , als de vrouw voor een treffelyke vrouw gehou- den, dat zy twee zoons te gelyk in haar ly f 'heeft können bergen, en met het nodig onderhoud be- zorgen. Om nu wel de vreugde der ouders uit te drukken, en zulks niet alleen by blote woor- den te laten, zoo gaat de man, en flaat als tot een dank-offer twee of drie offen of {lieren , en maakt daar mede Anders; verteert ook met de gantfche Kraal , ouden en jongen, mannen en wyven het vleefch ; dog de kraamvrouw moet voor ditmaal met het vet te vrede zvn, en zich wakker ne- vens haare twee zoons fmeren. /mi vervolgens de twelingen twee dochters, zoo gaat het heel zoo niet in z\ n werk , en zal men nu ten eedten zien, of zyniet met recht van cene gruwzaam- heid befchuldigt zyn ; want als dan moet niet alleen ten eerilen worden gezien , of de moeder melk of zog genoeg heeft, om ze beide op te brengen, maar men moet ook zorg dragen, of de va- der zoo ryk , en de moeder zoo krachtig is, om ze beide in 't toe- 1 '■ ■ den nodigen onderhoud •gen; indien beide deze dingen komen te maiKjueren,zoo is het zeker , en daar helpt geen bidden, dat eene van dezelve voort moet , en op een recht fchandelyke wyze, zoo als ten eerilen volgen zal, van kant ge- holpen word. Milt nu maar het eene, en in ^X^J' 't byzonder het zog van de moe- tcgefchic- der , zoo kan het eindelyk nog den- wel gefchieden, dat ze beide in 't leven blyven, voornamelyk als ze beide fraai en levend van aard zyn ; maar wanneer de eene lelyk en zwak is , helpt andermaal geen fchrik voor de koude, zy moet maar uit het getal der levendigen geholpen worden. Daarenboven is de vreugde ook zoo groot niet, als by twee zoons , en word ook niet meer als een fchaap voer ie- der dochter , en menigmaal ook, als de vader niet ryk is, gantfeh niets geflagen. De manier , hoe zy deze arme en onfchuldige aankomelingen in de waereld , weder affchepen, is te gruwelyk, en kan men be- zwaarlyk woorden van zulken na- druk vinden , die dees onmen- fchelyken moord na verdienft en waarde uitdrukken en beltraffen können; door dien zy het arme kind levend begraven ; niet dat zy voorheen een ordentlyk graf maken , en het daar in dompelen, maar zy zoeken alleenlyk een ver- vaardigde holte, waar in een Egel, Wolf, Tyger of een ander wild dier huis gehouden heeft ; in dat gat Heken zy het , en werpen aar- de daar over ; en om dat het niet weder opgegraven of van de ge- melde dieren zoude worden ge- vreeten , leggen zy 'er een hoop zware Henen op , en denken nog wel, hoe goed zy hun levend kind bezorgt hebben. Verveelt hen de moeite, ver te lopen , en lang na zulk een gat te zoeken, zoo nemen zy hare toevlucht tot den naaften en bes- ten boom binden het daar op valt, dat het niet vallen kan ; gaan als dan hene , en laten het dood fchreeu- KAAP de GOEDE HOOP. fchrccuwen, of van honger ftfci ven; alwaar het ook moet \ er- gaan* wanneer een Tyger, Lucht of ander dier zieh niet daar over erbarmt, en het daar af haalt en verteert. Is het cindelyk ook te veel moeite, na een boom , die wat dik en veel takken heeft, te zoe- ken , zoo lopen zy maar een wei- nig ver van de Kraal, en leggen ' het onfehuldige kind moedernaakt op het open veld tuilchen de ttruiken , en laten het aldaar fter- ven, of van de wilde dieren ver- teren ; en deze driederlei manie- ren worden gewillvk altyd by zul- kindcr-wegwerping in acht ge- nomen , en eene verkozen , die voor hen het gemakkelyklte is. Zoude nu wel een zaak können worden bedacht, die onmenfche- lyker is, als deze? Zoude wel iets een natie zwarter können maken , als dit ? Waar is ooit een natie gevonden , die in dit (luk met onfehuldige kinderen flimmer heeft gehandelt? Ik ken 'erzeker- lyk buiten de Sinefen en Japane- sen gene, om dat de menfehen- vreeters in Amerika zelf een af- fchuuw daar van hebben , zoo als alle Reisbefchryvingen zulks mel- den ; en of men fchoon tufTchen onvernuftige dieren en hen een vergelyking wilde maken , die echter niet paft, zoo dunkt my, dat zy dezelve daar in overtreffen, en in verre onvernuftiger als gene te werk gaan. Vermids ik zoo even gezegt hebbe, dat de Sinezen en Japane- zen ook zoo met hunne kinderen handelen , zoo Zal het niet qualyk gedaan zyn , wanneer ik uit ande- re Schryvers een klaar bewys van myn voorgeven hier nevens voeg. Ik vind het zelve in een kort be- lloc de Si- ël"'P by Erastno Francisci in zynen nezen met Gefchiedenis-Konil-en Zeden- Ac" Spiegel* wanneer hy/>ag. 83 feqq. ven. meld , dat de Sinefen in Noord- Sina hunne kinderen tot gefnede- nen maken i om dat 2y grote Heren t water. worden, en door 's Keizers gunfr, tot de hoogde eerarnpten Komen können. 1 lv meld odk , dat . de/elven zonder onderfcheid vi willig in flaverny Heken, en aan anderen alsLeifeigenen verkopen, 't welk echter na het oordeel van den gem. Francïsc i door de grote menigte van het gemene volk komt, 't welk zich niet anders als met arbeiden en anderzins weet te generen ; en ook wegens de droe- vige dienftbaarheid onder de Sine- fen ; en dat het eindclyk hier me- de nog te bemantelen zoude zyn , omdat een ieder, zoo dra hy het losgeld heeft , voor den zelven prys, waar voor hy verkoft is, zich weder vry kopen kan. Edoch, zegt hy wyders , dit In *ommi- laatite lalter, wil gantfeh gene verf Si«? aannemen , maar behoud voor pemyde Chriftelyke oogen zyne affchuwe- a° lyk gruwzame geftalte, dat zy in zommige Provintien de jonge kin- deren , voornamelyk de arme dochters, uit wantrouw der nee- ring en opvoeding, in 't water werpen , als de jonge katten of honden; welke duivelfche wyze ook tot meer als flechte en gerin- ge menfehen zeer veel overgegaan is ; alleen uit een zorgelyke vrees, dat de nood hen daar na mögt dwingen , hunne kinderen aan onbekende menfehen te verko- pen ; zoo dat ze liever moorde- naars als verkopers, liever gruw- zaam als ontrouw zyn. Dat echter zulke gruuwzaamheid hen niet gruuwzaam voorkomt, maakt de dolende verbeelding van hunne verhuizing der zielen uit het eene lyf in het ander. Want vermids zv menen, dat de ziel wederom een ander lichaam betrekke, na dat de eerfte woning van zyn lichaam door de dood op- gezegt is, zoo nemen zy hier door gelegentheid , zulke vervloekte gruuwzaamheid met den dekman- tel van godvruchtigheid te bedek- ken; door dien zy beweren, dat hen door dit tydig verhuizen veel göed$ g B E S C H R Y V I N G van de goeds gefchied, om dat zy daar door te eerder uit hunnen arm- hertige en kommerlyken toefland verlolt , en ras tot een gelukzali- gen gebragt worden, waar door dit kindermoorden niet in 't geheim, maar zonder vrees en in 't aanzien van alle menfchen gefchied. Vid. Trigautius de expedit. Chrifl. op. Sinas Lib.I. c. 9. P^e7.enJ*" Even zoo onmenfchelyk , met hunne fchry ft de gemelde Francisci pag. doen"6" %*% wyders, gaan de Japanezen met hunne arme kinderen te werk ; zy laten 'er een en twee le- ven, en vermoorden de overigen. Zy gaan het arme kind zoo lang op den hals Haan, tot dat het ge- wurgt is. Vele van hen wachten zelfs zoo lang niet, tot dat het zaat opgaat, of de vrucht levend het licht fchept , maar dryven het door medicamenten af, om dat zy oordelen, dat twee kinderen ge- noeg zyn, om hun geflacht voort te zetten, of dat de dood voor de kinderen nuttiger is, dan een arm en behoeftig leven, wanneer zy namelyk van hunne ouders gene nalatenfchap te hopen hebben , of het aan dezelve zwaar zoude val- len, hen te onderhouden. Tot nu gemelde Francisci. Waar uit dan wel te zien is, dat deze voor 't overige zeer verftan- dige, bequame, konflige en wel gecivilieerde twee natiën even zoo barbarifch in dit (luk met hunne kinderen leven, als de Hottentotten ; en zy komen ook fchier in de oorzaken , waarom een zulke duivelfche kinder- moord voorgenomen word, over- een. Ik kan niet nalaten, een aar- dig voorval, 't welk ik zelf gehad hebbe, hier nevens te voegen; om dat het zelve genoegzaam zal aan- wyzen,dat zy hunne kinderen lie- ver wegwerpen, en aan de wilde dieren tot fpys gunnen , als dat zy 'er een behouden; of als het dood is, aan een Chriften ter ontleding of tot liefhebbery in kunit en na- turalien kamers verkopen willen ; waar in men diergelyke door huïp van een zeker vocht voor het ver- gaan pleeg te bevryden. Een goed en voornaam vriend De Scha- van Amfterdam had my gefchre-*ermeEB- ven en verzocht, dat ik hem een doodkind diergelyk weggeworpen, dood of y™dc anders gefturven en dood ter SS?" waereld gekomen kind in Spiritu komen. Vini bewaren, en in een pot of fles toe wilde zenden ; ik will wel, dat hy in zyn Kabinet van na- turalien reeds anderen uit Ameri- ka, Africaen Afia hadde ontfan- gen, die hy my eertyds wel ge- toont had ; derhalven meende ik , hem hier in ook ten dienlle te zyn, en van d een of d'ander Hottten- tot een zulk kind te bekomen, en aan hem volgens myne Commiilie een aanzienlyke beloning daar voor te geven , maar zoo dra zy hadden gevraagt, wat ik daar me- de doen wilde, en zy de rede van my wiflen , gaven zy my ten eer- iten tot antwoord , V Is veel beter, dat ons kind die Tyger of Wolf op vreet, als dat gy V zelve zult in Spiritus bewaren , en ons daar me- de betoveren. Schoon ik aan hen nu verder Zyn ven zeide , dat zulks myne intentie Jjjjjj gantfeh niet was , zoo hielp echter al myn praten niets, en konde zoo veel niet inbrengen , dat zy my geloofden; 't welk na myn oor- deel nog duiderlyker te kennen geeft , dat zy hunne levendige kinderen zeer gaarn wegwerpen , en aan de wilde dieren ten prooi laten. En in der waarheid, zoo dikwyls als ik om dit wegwerpen en moedwillig doden der kinde- ren denk , zoo gril ik , om dat een zulke gruuwzamedoodmy t'eene- maal tegen de borll is, waar door de ouders hunne eige kinderen vrywillig, baldadig en gantfeh bar- barifch om 't leven brengen. Edoch vermids het zoo veel niet op de zoontjes als de doch- tertjes gemunt is , zoo blykt daar uit gantfeh duidelyk, in welke geringe achting dit geflacht by hen KAAP de GOEDE HOOP. hen is ; hoc weinig werk zy van een dochter maken , en hoc Hecht zy voor de behoudenis van dezel- ve bekommert zyn. Indien me- nig opgéblaze, Hout en hovaardig meisje b-y hen was, /oude zy zich niet veel opwachting of vlyen van hen beloven of verzekeren kön- nen ; en als zy miflehien meer dochters als zoons ter wacreld bragt , zoude het ook wel zeer licht met haar leven können ge- daan zvn. De Europeanen hebben ver- fcheidc van deze weggeworpe dochters nog levend gevonden ; dezelve gemoeds- halve met zich na huis genomen , en groot ge- bragt , en dezelve in Europeaan- fche kleding ter fchool gezonden, menende , dezelve door langzaam- heid van tyd te winnen; en tot het Chriflen geloof te brengen; dog deze moeite was vergeefs en vruchteloos , om dat zy wel haait na bereikte jaren , wanneer zy weder eenigen dienfl aan hun had- den können bewyzen, hene lie- pen , en zich daar na wederom in Hottentots-Croflen zien lieten, en daarenboven het geen zy in der jeugd van het Chriltendom geleert hadden in den windfloegen, en wederom leefden als de anderen. Watxy Edoch waar blyft de derde zoonln"11 vraaS > wanneer een zoon en een een doch- dochter te gelyk geboren worden? wordb°ren °*e an(^ere hadden my door de ve- lerhande toevallen , die daar by moeten worden gade geflagen, verfcheide gedachten doen heb- ben ; welke indien ik ze op papier had willen brengen , nog een lan- ge tyd vereifcht zoude hebben eer en alvorens men om deze zoude hebben gedacht, derhalven heb ik die maar laten zakken, en begeef my tot de tegenwoordige, en ant- woorde in 't kort , dat met de dochter ontwyfTelbaar op dezelve wys geleeft word, die menhier- voren by twee dochters in acht genomen heeft ; wordende dezel- ve uit den weg geruimt, wanneer IL 'Deel. de vader niet ryk , en de moeder niet genoeg/aam in Haat is , aan haar zonder lchade voor haar zoon de borll te geven. Alle zoons blyven zekerlyk in 't leven , het mag gaan hoe het wil: over het leven der dochters moet eerit geraadflaagt worden , en wanneer 'er alle de benodigde middelen niet zyn, zoo geld de verkiezing van de andere vrou- wen, welke aan de gene, welke zy voor de fchoonile en gezond- He houden , het leven geven, en aan de andere ontzeggen. Daar- enboven hebben de zoons het voorrecht, dat hun ter eere twee of drie oflen of Hieren worden geflagen en geoftert, gelyk hier- voren reeds gemeld is. De oor- zaak is, om dat zy een zoon veel hoger fchatten, als een dochter; dat echter by de geboorte van een dochter maar een fchaap en me- nigmaal niet met al geoftert word, gefchied , om dat zy zelfs zeggen; het is maar een dochter en geen zoon , het welk dit geflacht an- dermaal tot zeer weinig reputatie itrekt. Het is verwonderingswaardig, Wat de dat nademaalzy zulkenfchrikheb- lchvf^x i , J , van dezen ben voor het wederkomen der kinder- doden, zy voor de levend begra- 'no°rdnos c j denkt. ve , or anders weggeworpe en moedwillig verwaarloosde kinde- ren niet vrezen , daar zy echter duizendmaal meer rede hebben om benaauwt te wezen; niet al- leen om dat het gemoed haar on- twyfTelbaar zegï , dat zy qualyk gedaan en een baldadigen moord begaan hebben, maar ook om dat hen het wezen en dikwyls vrien- dclyk lachen van zulke moedwil- lig verwaarloosde kinderen zeer veel zoo wel by dag als by nacht in flaap voorkomen, en het knagen van het gemoed vermeerderen moet; edoch hetfchynt, dat zy in dit Huk zodanig verltaald en verhart zyn , dat zy dezen ge- moedsfteek niet gewaar worden. Wanneer een van deze Twe- B lin- lo BESCHRYVINGvande wir »ante ]jngen dood ter waereld komt, en nu-rhen als , & . ccnkind her ander nog leert , 7.00 is de van de vreugde zoo groot niet , dan dood ter wanneer ze beide in t leven wa- waerdd rcn > fchoon daar na het eene echter van kant moet , en in het woelte veld begraven of wegge- worpen word , als het geen twee zoons zyn, zoo als even hiervoren gezegt is ; want zy begraven wel op hunne wvze het dode, en be- houden het levendige , maar zy moeten ten eedten wegens de voorgemelde benaauvvtheid we- der opbreken , en een andere Woonplaats zoeken ; niet dat zy ver gaan, als 'er gras, water, en andere levensmiddelen voor hen en voor haar vee genoeg te vin- den is, maar zy zyn voor dit klein kind genoeg buiten vrees, wan- neer zy maar een halve of een quartier uurs ver weggetrokken zyn. Edoch eer en alvorens zy op- breken, flaan zy voor het nog in 't leven zynde kind andermaal als tot een olterhande na proportie van het geflacht, een fchaap, als het een dochter, of een of x offen of liieren, wanneer het een zoon Met het vleefch maken zy zich vrolyk en onthalen eikanderen ; en zulks , om dat het eene nog in 't leven is, en groot gebragt , en als het een zoon is , erfgenaam van des vaders nalatenfchap mag worden ; dog met dit onderfcheid dat hy de oudlte zyn moet, zynde anders genoodzaakt, een knecht van zyne ouder broeders te zyn. Tot nu hebbc ikalzoo, mynes bedunkens, duidclyk en uitvocr- lyk aangetoont , hoe het by de kraamvrouwen kort na de verlof- (ing toegaat , en hoe met hunne Kinderen gelccft word : welke als in 't lövetl worden behouden, met koe-milt, zap van vygc-bla- röB , vet of boter worden inge- zegent efi als over den gelukkigen ■mg in hun leven verwelkomt : Nu val de Lezer miilchien wel be- gerig zyn , om te weten , hoe het al verder gaat ; wie het kind den naam geeft , en hoe met de nage- boorte geleeft word , wat zy met het afgelopen bloed doen , en waar zy het laten , en diergelyke dingen meer, welke by deze ge- legentheid worden waargeno- men. Wanneer de Lezer het my , als ongetrouwt zynde , niet qua- lyk gelieft te nemen , zoo als ik hope, dat hy niet doen zal, om dat hy wel kan denken , dat ik ook na deze en andere zaken ge- vraagt heb , zoo zal ik zulks den Lezer niet alleen openhartig ver- halen , maar ook eenige andere vragen duidelyk beantwoorden ; die insgelyks hier behoren, of ten miniten tot deze materie können getrokken worden. Wat dienvolgens de benaming , Wie aa» aanbelangt , het is de plicht van gehore"* de moeder , indien ze in ftaat is , kind dea om zulks te doen , en door de na- niamseeft ween , welke de hiervoren be- fchreve tabaks-drank veroorzaakt, niet geincommodeert word , in welken geval , te weten als de kraamvrouw te zwak is , word de naam van den vader gegeven. Men moet aanmerken , dat zy zulke namen niet voeren, die on- der ons of ook by Heidens ge- bruiklyk zyn, maar zy doen hier in als deTroglodyten, waarvan cDiodorus Statins Lib. IV. cap. 9. en uit hem Zwinger in Tbeatr. Vit. Hnm.p. 681. zoo als ook Jo- hattiics Bohcmus L. I. c. 6. p. 56. de lWorib. Leg. £»> Rit ib. Gentium fchrvft : "Parattum nomina minimè Watzy aan wiponunt filiis, fid tattri, ar iet is, hen vout ovts ; Kv hos quidem patres, has Vcn. mat res appellant, quoniamab bis, non a parentibus qnotidianus pr<£- beatnr cibus : dat is , zy geven op geuerly ivyze aan de kinderen den naam van buutte ouders, maar die van reu os , bol: of fchaap ; en zom- migcn noemen geiten hunne vaders, t ii deze bare moeders , om dat ze van dezen en niet van hunne ou- ders KAAP dr GOEDE HOOP. ii dcrs hun 'r vocJzcl heb- ben. Dal zulks zoo is, kan ik door \ eelvoudige ondervinding aanto- nen , al/.oo ik vele van hen ge- kent hebbe, daar onder een Ka- pitein, die ll.icqua , 't welk in hunflfi taal paard betekent, gehe- ten. Anderen hebben den naam \.\n ( ïatHMan , ofLeeuw; ande- ren Aan GiTëudta of Schaap , en anderen die van G"uaiha,OÏ Ezel; edoch wie zoude alle deze beelti- aalfche namen in zyne geheuge- nis können houden , en zelf niet in een heelt verandert worden ? Genoeg dat ik exempels aanhalen en daar door bewyzen kan, dat zy zulke becltige namen hebben. Zoude dit nu wederom niet tot een i'cwvs ilrekken, dat zy uit de aloude Afrikaanfche natiën Ham- men, dog zoo, dat zy in den be- ginne niet ecne natie alleen uitge- maakt hebben ; ik laat zulks aan het oordeel van den Lezer , en zal ondertuiVchen de andere vraag onder handen nemen, en zeggen hoe het met de nageboorte toe- gaat. Deze nu, zoo dra ze van de kraamvrouw afgehaalt is, doen met de na- 2Y met m d een of d ander pot , geboorte en werpen ze in 't water , zoo als op veel plaatzen onder onze Vroedvrouwen de manier is , maar zy binden dezelve in elkander, ma- ken een gat in de aarde , en be- graven dezelve. Wanneer men hen vraagt, waar om zy ze niet liever in 't water werpen , om van de vifTchen ge- geten te können worden, zoo ant- woorden zy ; dat dezelve in 't wa- ter Sïckv.m of ongezond is, om dat het kan gevonden worden, eer de vifTchen daar by komen ; dat zy de nageboorte derhalven begra- ven, op dat hunne Toveraars die niet zouden magtig worden , en daar mede de Kraamvrouw en het kind fchade toebrengen ; en in ge- nen dele daarom, gelyk ik in den beginne gezegt hebbe , dat zy vreesden, dat de mans daarover II. T>eeL mogten komen , en daar na ge- houden zyn, Ander, te maken, maar op d u het uit het gezicht van alle menfehen gerake en verrot- ie Het geen ook ilaande de ver- Watzy lodingen na dezelve aan bloed en mcthct Pf- änder vochi van de Kraamvrouw Koen. komt, vergaderen zy op een oude < ''"il , waar op namelyk in den 'i'ine de Kraamvrouw legt, en zoo lang als nog eenig bloed van haar komt, daarop blyft en bly- ven moet ; wanneer echter deze que! weder geflopt is ; en de Kraamvrouw weder opltaan kan, zoo drajen zy dezen Croffook in elkander , en begraven dezelve , op dat hunne Toveraars insgelyks geen quaad daar mede zouden können doen. Ik heb tot nu op de vragen van den Lezer kort geantwoord, en op alles de eenvoudige waarheid gezegt. Dat ik daar na gevraagc heb, is niet gefchied uit nieuws- gierigheid of gyle luit, want wie zoude met zulke fmerige Hinken- de menfehen in een onbetamelyke nadere kennis zich können inla- ten, alzoozyeen oprecht middel tegen de liefde zyn ; maar ik heb het alleenlyk gedaan , om te we- ten , wat zy in diergelyke toeval- len doen. Derhalven z-al de Le- zer niet qualyk nemen, dat ik nog meer, 't welk ik daarenboven ben te weten gekomen , daar by voeg, en daarnevens zeggen , dat ver- midsikzoodik\v)lsin diergelyke gelegenthcden ben geweeit ', ik ook na al het andere naamv ge- vraagt, en alles met opmerkzaam- heid aangetekent heb. Voor eerft heb ik ge vraagt, hoe zy het ontrent de navelltreng maakten , en hoe zy den navel konden inhouden, alzoo geen kind gebakert word ? waar op zy ten ecriten op myn aangezicht wezen, en daar door te kennen gaven , dat ik wel konde zien, dat zy dezelve met een zenuwe af- bonden, en dat het kind daar door B z geen 12 BESCHRYVING VAN DE men. geen ongemak konde lyden; en dat zy voor 't overige in plaats van een linnen of wollen doek , zoo als de Europeanen gebruiken , een brede lere riem nemen, en het kind daar mede omgorden, om den navet in te houden. Dit gefchied alles in der waar- heid zoo, en moet men zich over j deze eenvoudige inventie wel zoo zeer niet verwonderen , als wel dat fchoon zy gene kinderen ba- keren, genen met kromme be- nen, of andere gebrekkelykc le- den gevonden worden, gelyk reeds op een andere plaats gemeld is. w «meer Wanneer ik daar na ook gaarn de man wilde weten of' er ook iets byzon- ^n vrouw ders aan te merken was, als de derft ko- man weder by zyn vrouw quam , en haar wettiglyk derfde bywo- nen ? zoo hebben zy my van beide geflachten geantwoord , dat in 't byzonder dit waar te nemen was ; dat, gelyk de man niet buiten de hoogite . nood , en wanneer hy word geroepen , zoo als in den be- ginnen reeds is gemeld, by de Kraamvrouw derft zyn, hy zich ook niet mögt by haar vervoegen, nog met haar hun gewoonlyke kolt of eeten nuttigen, zoolang de vloed by haar duurt ; alzoo de andere mans hem zoo onrein en haar gezelfchap onwaardig ver- klaren zouden, als de vrouw zelf onrein was, en hy zich uit het ge- zelfchap van alle menfehen zoude moeten houden. Wilde hy echter itaande de Kraam tot haar komen, en in het huis uit en ingaan , zoo was hy t'eenemaal onrein, en wierd in dat geval met een zeker woord gebrandmerkt , van welk woord men my de uitlegging in een andere taal niet geven, en ik het Hottentotfche woord gantfeh niet fchry ven konde ; dog zoo veel ik hebbe vernomen, quam de gant- fche zaak daar op aan, dat hy door een vetten os weder moeit gelegi- timcert, en van de bcfchuldiging bevryd worden. Al dit liaan en Anders maken der Hottentotten, 't welk in de- ze gevallen by Kraamvrouwen en by de geboorte van kinderen waargenomen word , fchynt my niet anders toe, als dat het zelve zynen oorfprong heeft van de Reiniging der Joden , waar van Lev. XII. gewag gemaakt word ; doch zoo, dat die wet niet zuiver en eenvoudig maar met tamelyke grove byvoegzels nagekomen word. Daarenboven fchynt het , als of het zeden en gebruikelykhe- den van andere oude Afrikaanfche natiën zyn, welke insgelyks uit ve- lerhande by elkander geraapt zyn , en een Confufum Chaos of een ver- ward begin gelyken ; edoch laat ik myne gedachten gaarn aan den Lezer tot verdere overdenking ; en is het de moeite waardig, zoo können zy uit oude gefchriften verder nagefpeurt worden , en zyn ze ydel, zoo mogen zy als zo- danige verworpen blyven. Voor 't overige is zeker , dat Hoede wanneer de man, na dat de vloed ^0au'wen heeft opgehouden , en de reini- "ch reini- ging, die in het affchuren van de 8en* koemiit, en op nieuw befmeren met vet en bcitrojen met Buchu , beftaat, gefchied is, weder tot de vrouw komen mag , hy zich ins- gelyks alvorens met vet befmeert en met Buchu beltrooit. Daar na wanneer hy in huis komt , zoo rookt hy T>acha of T>agga , het welk een en het zelve is ; hy fpreekt daarenboven niet een woord met z\ n Lief, eer en alvo- rens de damp van de T)ticha hem in 't hoofd is gekomen , en hy fchier dronken of dol daar van word. Zoo dra hy dit gewaar word , begint hy met zyne huis- vrouw te fpreken, welke hy {taan- de de Kraam niet heeft gezien en vraagt na allerhande nieuws; waar door hy , om dat hy aan- houd met 'Dacha te roken , hoe langs hoe doller , en dien- volgens praatachriger word, tot dat hy eindelyk moe is , en de KAAP de GOEDE HOOP. 13 de eerfte nacht weder in huis flaapt. Dil /yn nu alzoo alle de gc- bruiklykhcden , en plechtige by- zonderheden, welke by de Kraam- vrouwen worden waargenomen ; nu /oude ik nog wel können daar hyvocgen, hoc zy den Concubitin,/ verrichten, namelyk indien ik het geen ik zelfs uit den mond van beide geflachten vernomen heb, mag geloven, en welke van de ge- woonte Van andere Natiën en fchier van alle andere menfehen zeer ver afwykt; doch ik wil dit liever o verdaan j om aan geile, en ontuchtige menfehen geen Hof tot kitteling, en onbehoorlyke na- bood (ing te verfchatf'en. DcSdirv Ondcrtuflchen zal ik nog maar daar by voegen, dat de Heer Boe- ving in zVne curieufe naricht en befchry ving der Hottentotten/»^. 9. t/ r/m. 4 de bovengemelde weg- werping van dochters gantfeh twyffelachtig en verward meld, waar uit niemand licht begrip kry- gen zal. Wanneer hy echter daav klaart eea paflagie van den Heer Boe- ving. by voegt, dat als eene Hottcntot- tin ex concubttu cum chr'ißtano een kind ter waereld brengt, het zel- ve van de genen, die diep in 't land wonen, en voor de Hollan- ders niet hebben te vrezen , ge- dood word, zeg ik dut zulks niet doorgaans gefchied, alzoo ik vcr- fcheide diergelyke kinderen in het land heb aangetroffen , daar- onder wel voornamelvk een Jon- getje, die /.ynen Kuropeaanfchen vader j dien ik zeer welkende, zoo wel geleek als twee droppels water, het welk zy niet alleen in 't leven gelaten , maar ongemeen bemint hebben , en heeft de Voogd meer werk van dat Jongetje als van zyne eige kinderen gemaakt. Voorts kan ik den Lezer van ^jjjy de gebruiklykheden , welke tot nu ftnk. verhaalt heb , verfekeren , dat ik van meert alle ooggetuige geweeil ben, en dezelve gehoort en by- gewoont heb. Weshalven hy aan dezelven geruft mag geloof ilaan. B 3 II. HOOFT- 14 BESCHRYVING van de IL HOOFTSTUK, Van de Plechtigheden en gebruiklykheden der Hottentotten, welke by hunne Vryagie, Trouwing en Bruiloft worden in acht genomen. Luiheid der Hottentotten. Wat zy by bun vrolykbeden drinken. Hoe de Hottentotten vryen. F^Hottentot dir trouwen v>Ü moet zyn -ader zulks vragen. Tnsgelyks de l ryfler. BeacchelyL-flryden om het Jawoord. Toeßel tot de Bruüoft 7 rouw-Ceremomen beflaat iXhevüTei van Bruid en Bruigom , door den Pnefter. Eehtbreuk word door de Hotten- A A d rettraft Zy vwen meer dan eene vrouw trouwen. De Echt kan by totten "** wJden Maar niet *als 'er kinderen zyn. Onderzoek of de Bruid aan den Zukom een darm om den hals hangt by 't trouwen. Word wederlegt. Be/cbryving des Bruiloft s tflfd Hoe lang de Bruil ft duurt In welken graad van bloedverwandjcbap de Hottentotten met malkander mogen trouwen. Bhedfchande word by hen met de dood ge- flrafi. Hoe 't met het Humvlyks goedgelegen is. Wat Huuwlyks-goed de Dochters krygen. Bcjluit van dit Hooftfluk. L Ezer ik twyffel niet, of ik heb _j u in mynen vorigen de gek- ke en dikwyls doemlyke zeden welke de Hottentotten by Kraam- vrouwen en nieuwgebore kinde- ren waarnemen, duidelyk en tot genoegen voorgeftelt, en daar by zult gy zeer wel hebben gezien , dat het in diergelyke gelegenthe- den zoo weinig aan vreten en zui- pen ontbreekt, als elders in Eu- DerHot- Wanneer hare luiheid zoo SS" veel maar toeliet, om de fpys rechtmatig klaar te maken, en daarenboven het land te bouwen , en van het zelve Koorn, enWyn, en dienvolgens ook Bier van de Garft te hebben en te brouwen, wat zy in Schoon hen dces en gene fterke hunne vro- banken ontbreekt , en zy zich SÄT met water, of als de nood daar op aankomt , met melk behelpen moeten , maken zy zich echter hier mede gelyk ook met hunnen Hinkenden T>acha of met hunnen Bufihbafcb, welken zy uit BESCHRYVINGvande cent verlof, met zyne vryfter te fpreken, en om haar te vragen, of /..■ /.in in hem heeft? .viv- Is liet antwoord hier ook na wenfeh, zoo is het huwelyk in al- fa-Voor j. Ie delen wel ; zoo niet , moeten yv heide eerit daar om vechten, en gefchied zulks den volgenden nacht , en vechten zy als om de bovehand; niet dat zy tegen el- kander op ftaan en malkander met Haan of floten te beledigen, zyn- dc die manier by hen zeer gehaat ; maar zy gaan beide leggen, en ny- pen elkander zoo veel als zy kön- nen, in 't achterllc, tot dat ein- delyk de vryfter moe is, en 't aan haar Vrver gewonnen geeft , en alzoo neemt de gantfche vryery een einde. Tocfidtot Wanneer de Bruid niet in de de Bruiloft. Craal van den Bruidegom woont , zoo gaat hy nevens zyn vader den volgenden dag na huis; dog be- vind zy zich in zyne Craal of dorp,' zoo jaagt hy maar des morgens vroeg uit de kudde vee , een, twee of drie vette offen, na dat hy ryk is ; dezelve neemt hy in beide de gevallen met zich, be- geeft zich nevens zyn vader en andere bloedv denden daar mede op weg, en gaat weder na het huis of dorp, daar zy woont, alwaar ten eerlten ook na hunne aan- komft, de ouders en vrienden van de Bruid zich laten vinden , en tot de aanltaande bruiloft den no- digen toeltel maken. Nimelyk zv flaan de met zich gebragte offen van de Bruidegom na hunne wyzc , en fchikken zich op hunne manier op, met zich te fineren met het verfchc offen- vet, en te bcllroojcn met mcergemcl- den Rucbu. De vrouwen, die in het oppronken altyd iets voor uit moeten hebben , zyn daar mede nog niet te vrede, maar moeten daar en boven ook hun aangezicht - blarikëttctt-, niet met eenige kolt- barc vérw of water , gelyk vele \ rouwsperzonen in Europa doen , en'als dan zich verbeelden onge- meen mooi en fraai te zyn , maar z\ zoeken hun blanketzel in 't o- penveld, en vinden dezelve aan rode iteentjes , of liever aan rood aarde , waar mede zy niet zoo zeer het gantfche aangezicht over wry- ven , maar allcenlvk ronde vlak- jes op het voorhoofd , de wangen en de kin maken, wanneer zy me- nen, dat in fchoonheid haar nie- mand overtreft , daar zy zich ech- ter llimmer toetakelen , als de crglte en lelykfte toveres voorge- ftelt of gefchildert zoude können worden. Na dat dit alles is gefchied, gaan byderzyds ouders en andere bïoedvrienden en goede beken- den by elkander zitten ; dog zoo , dat de mans alleen en de vrouwen alleen ieder een ronden kring ver- tonen ; zittende de Bruidegom in 't midden van den kring der mans en de Bruid in die der vrou- wen , welke alle als bruilofts gas- ten de aanltaande trouwing willen zien en by wonen; dezelve word ook ten eerften voltrokken , hoe wel niet door den Priefter van den Bruidegom , ten zy de Bruid insgelyks in zyn dorp of Kraal woont, maar door den Priefter van de Bruid, die naamlyk in de«nPn Bruid hare Kraal dit ampt bef*e™ dient; want of fchoon die uit des richt Bruidegoms Kraal, zich onder de bruilofts galten mögt bevinden, zoo heeft hy echter geen recht , zich in dit dorp of Kraal dit ampt äan te matigen , maar word niet anders aangemerkt als een ander Hottcntot of bruiloftsgaft ; doch vermids van dat ampt weinig te hopen is, of overfchiet, zoo laat hy het zelve gaarn aan den ande- ren over , terwyl hy allcenlyk als ooggetuige verftrekt. Wil de Lezer weten, hoe die trouwing gefchied , en de cere- moniën verricht worden, zoo zal ik ze verhalen, mids dat gy zulks niet cjualyk gelieft te nemen, want de zaak met omwegen uit te drukken , en verbloemde fpreek- wyzen Wat voor Prieller trou- wing ver- HUWELYKS PLE&TIGHEIT DER HOTTENTOTTEN. -„■•■» . De Bruide- gom cn de Bruid wor- den bepift. Deze pleg tigheid word drie maaien herhaalt. KAAP de GOEDE HOOP. 17 >m en de Bruid de in den be- gin gemaakte groeven weder toc- llryken en on/.i cht baar maken ; en eindelvk herhaalt hy de/c plech- tigheid ten derden en laatllc male, en veroorzaakt daardoor, dat de Bruidegom nevens zyne Bruid nog al bezig zyn , om de voorheen ge- maakte groeven , nog beter toe te itryken, op dat men nergens aan zyn lyf zoude können tien, waar een groet" of krabbel gewceflis. De woorden welke hy tot hen beide zeide, en telkens herhaalde, heb ik in hunne taal onmogelyk können fchryven of nagaan , om dat ze al te ras achter eikanderen uitgefproken wierden, en daaren- boven ook zeer veel en wonder- bare flagen met de tong daar on- der wierden gemaakt en uitge- drukt. De inhoud echter van de- zelve zoude, zoo als myn Tolk en ook anderen zyden zyn ; dat hy hem met zyn huwelyk veel ge- luk , heil en zegen wenfehte ; als mede dat hy tegen het naaflko- mende jaar met een zoon mag worden verheugt, en tonen, dat hy een man is, tot kinder teelen niet onbequaam , dat die zoon mag groot worden , op dat hy daar na, zyn vader oud zynde, de nodige levensmiddelen voor hem befchikken , en een goede Jager en dapper man worden mo- ge- Hier heeft de Lezer nu de vol- ftandige trouwings-plechtigheden, welke onheufch genoeg zyn, en met die van gene natie in de gant- fche waereld overeenkomen. Der- halven weet ik niet , waar van daan zy dezelve zouden hebben können nemen of ontlenen; want alle andere gebruiklykheden, die tot nu zyn verhaalt, hebben zich nog eenigermate op dejoodfche gegrond, en van dezelve hunnen oorfprong gezocht , of zy zyn zui- ver en louter met die van de oude Troglodvten overeengekomen ; deze echter kan nog met de ge- bruiklvkheden der Joden, nog C mer wyzen te gebruiken , zoude wel niet qnalvk gedaan /vn; dog ver - njids 'er gefproken word van plechtigheden, die builen dat vreemd /vn, en die, zoo veel my bcwuit is, van 'alle andere natiën t'eenemaal afwyken , zoo ben ik beducht, dat ze niet duidelyk ge- noeg zouden worden verhaalt , in- dien ik my zoude moeten dwin- gen , om anders te fpreken , als de natuur van de zaak vereifcht en hebben wil. Zoo dra dienvolgens de geene, die de macht heeft, om de plech- tigheid van de trouwing te ver- richten , inden kring der mans komt, vind hy reeds den Bruide- gom in 't midden op zyne hurken zitten, gelyk dan ook de Bruid in den anderen kring der wyven in het zelve poftuur verfchynt. Deze Prieilcr vraagt den Bruide- gom niet , of hy de Bruid tot zyn vrouw wil nemen , zoo als ook niet de Bruid of zy den Brui- degom tot haar man wil hebben , maar hy houd zich verzekert, dat deze vergadering ten dien einde belegt , en hy deswegen ontboden is. Zoo dra hy dienvolgens tot den Bruidegom komt , trekt hy de zoogenaamde Kukrofs , of dekzel van voor de fchamelheid weg , neemt zyn mannelyk Lid in de hand , en onder eenige wei- nige woorden, die hy in Hotten- totfche tale tot hem zegt , bepift hy hem S. V. ; welk koftbaar wa- ter de Bruidegom zeer begerig opvangt, en zodanig in zyne nieuw belmeerde huid wryft , dat hy v.m voren langs hetgantfche lic- haam met zyn tedere-gefchaafde nagels- louter groeven maakt. Dit zelve verricht de gemelde Hottentot ook, zoo dra hy in den kring der vrouwen komt, die met dit llinkent water al zoo zeer als de Bruidegom opgefchikt is. Dit gedaan zynde , begeeft hy zich weder tot den Bruidegom, en daar na tot de Bruid, en doet telkens het /.el ve, waar opdeBrui- II. 'Deel. 18 BESCHRYVING van de met die der Troglodyten overeen worden gebragt ; van welke Alex- ander Velutellus L. I. c. ^.achtcr- volgens het bericht vtaiZwingeras in Theatro Vit. Hum. pag. 4370. a. deze gantfche fchandelyke zaak fchryft.- Apud Troglodytas , foemi- nns vir is desponfatas primis nocJi- bus cognati affines que producunt , il- lasque promiscuis adulteriis pate- > e fi'anut ; pofiea perpetua pudici- tia adfiripta fever ijfimis poenis,vel minima conjcclatione, (1 deiiquif- fent, co'èrcebantur. Dat is, Êy de Troglodyten laten de Bekenden en naafte Vrienden van de verloofde vrouwsper zonen, dezelve de eerfle nacht boeleren met wien zy willen; daar na moeten zy beloven , het 0- verige van haar leven kuifch te zyn , en worden zy, indien men haar in V rninfl verdacht houd, zeer ßrengelyk gefiraft, als of ze het quaad begaan hadden, en daar door- in toom gehouden. De Hottentotten hebben echter dit hatelyk gebruik in generhande wyze , en doen niet als de Trog- lodyten , die na het getuigenis van den gemelden Alexander Ve- lutellus Libr. IV. c. 1. , gelyk zulks Zwingerus 1. c. pag. 3617. a. aanhaalt ; een echtbreuk met de vrouw van den Tiran of Heer ge- pleegd , met een lam können boe- ten. Daar by de Hottentotten dit verbreken , het mag worden begaan met welke vrouw het wil , voor een hoofd-misdaad word ge- Bvhen bouwen, die zonder aanzien van worü >! perzoon en zonder verder proce- mttd«euk deren tcn eeriten met de dood ge- doodge- ilraft word, gelyk zulks ook T. 'T uchart in zyne 'Siamfche Reis pag. >/). met de volgende woorden get 1 ligt : Echtbreuk en duffial zyn by hm grove laß er s en worden altyd met het leven betaalt. Indien deze fchandelyke mis- daad zoo zwaar by ons Chriftcnen wienl gelhaft , hoe veel zouden alle Gerechtshoven en Overheden ie doen hebben? Hoe veel zouden den weg na de andere waereld ■ zoeken, en hier van kant moeten geholpen worden ? wat zouden de Gerechtsdienaars druk werk hebben , en de Scherprechter al menfehen bekomen , om te do- den? Men hoort immers van alle kanten , dat fchier niet eene Ge- meente daar van zuiver is. Waar- lyk in dit ltuk overtreffen ons de- ze Barbarilche menfehen zeer veel, om dat zy geen onderfcheid maken , hunnen eigen Kapitein of Overlten , wanneer hy van deze misdaad kan worden overtuigt, te vatten ; en aan hem een kort pro- ces te maken ; om dat zy wel we- ten , dat deze wet geen aanzien van perzoon dulden kan. Zy behoeven ook te minder ge- z? ra°g«n legenthcid daar toe te zoeken,^*1™ om dat aan hen de Toligamie of vrouw Veelwyffchap geoorlooft of toe- hebbca- geftaan is, gelyk als de Heer Boe- ving in zyne curieufe Befchryving en Naricht van de Hottenttotten pag. 9. num. 3 daar van fchryft, als hy zegt : de Toligamie is onder hen toegelaten, zoo dat iemand zoo vetl vrouwen mag nemen, als hy onderhouden kan ; maar vermids de meefien arm zyn , zoo zyn maar de gene , die veel vee hebben $ en alzoo de rykße , Toligamie. Waar by men dient aan te merken, dat de Armen ook vecltyds meer dan eene Vrouw hebben ; fchoon dit niet zoo gemeen is , als by de Ryken. De Heer P. Tachart fchryft p.Tacha. . wat duidelyker van deze Poliga- h-'richt 1 , , D , hiervan. mie , en toont ook, hoe veel wyven een ontrent heeft, wanneer hy loc. cit. pag. 96. zegt; Een ie- gi'/yk man heeft wel de vryheid* zoo veel wyven te nemen, als hy onderhouden kan, doch word 'er on- der de Rykeu geen gevonden , die meer dan drie wyven heeft. De Heer Vo^cl echter verhaalt in zy- ne Oolt-dndifche tien-jarige Reis- befchryving pag. 74. nog een an- der gebruik, het welk wel waar- dig is , dat het wat duidelyker verklaart worde, meldende: 1>e To- KAAP Di GOEDE HOOP. 19 'Potygantfc beeft h hen plaats, en mag eeH man ii\v vrouw , wanneer hem niet behaagt , weder van zich /loten. I il de ondervinding, die men daaf van bekomen heeft , is de zaak aldtis gelegen: Ken manen 0 vrouw maken u cl met elkan- der een huwclvks-contract , en beloven elkander getrouw te zyn ; hier in word ook /.eer /el den ge- zondigt, wegens de bovengemel- de ftraffe des doods | wanneer het echter gebeurde, dat de man met de vrouw, of de vrouw met den man niet kond e over weg komen, zoo hebben zv beide macht , om van elkander te lopen en te ichei- den, wanneer zy willen, en kan de man de vrouw verboten, of ook de vrouw vrywillig van hem weglopen en gaan waar zy wil, mids dat zy elders niet mag trou- wen, om dat 'er moord en dood- flag uit onitaat. Daarentegen blyft de man in vryheid , om we- der een andere vrouw te nemen, als hy maar de voorheen befchre- ve omstandigheden in acht neemt, en by zoo menige vrouw als hy trouwt of huwelykt dezelve her- haalt. Daarentegen moet dit ook wor- den in acht genomen , dat dit niet kan gefchieden , dan als zy nog gene kinderen in 't leven heb- ben ; want als 'er kinderen en voornamelyk zoons voorhanden zyn, zoo gaat het zoo niet in zvn werk , om dat de oudrte zoon al- tyd erfgenaam van des vaders na- latenfchap is, gelyk ik elders be- richten zal. Daarenboven is het tegen de achting en aanzien van den man, zich met de kindertucht en wel voornamelyk met de doch- ters te bemoejen , gelyk insgelyks elders zal worden aangetoont. In zulk geval is hy wel genoodzaakt zyne vrouw te behouden: Daar- entegen zyn hem daar in ook niet de handen gebonden, een ande- re vrouw daar nevens te nemen , en zich dezelve op de bovenge- II. 'Deel. te l.uen toevoegen. Derhalven komen al/oodc Hot- tentotten mei de Troglodyten an- dermaal niet overeen, welke /on- der onderfelu id \ rouwen en kin- d< ren gemeen hadden ; gelyk 'fhod. Sit ui hs l.ibr. J 1 1 . rap. 3. en uit hem Zwinger ns in ThedtroVtt. Human, pag. 88z. zulks van hen met de/e woorden gelooft: Trbfr Sj^J* lodytte fiudifer omnem vitam Joh- ïyndcwy- gentes , nxores filiosqne omnes dom- «nenkio- munes haben t , excepto Tyranno, tZln^' cjiti unicam tenet, beßiis (im des ,nt qui neque voluptatis neqiie dolores iillum , nifi naturalem fenfum per- cipiaut, neqv.e tnrp'ts , ne'juc ho- ne Jli dïterimen normt. Dar is : De altyd naakt lopende 'Troglodytcn hebben hunne fyyven en kinderen gemeen , behalven de Heer , die maar een eenige heeft ; derhalven zyn zy met de onvernuftige beeßen gelyk , als welke geen ander begrip of indruk zoo welvanpyn als van welluß gewaar worden, als de na- tuur hen aanwyft, en die geen ken- nis hebben of eenig onder fcheid we- ten tuffchen fchande of eer. Edoch hoe kom ik zoo ver- dwaalt, dat niet weder tot myne voorhebbende materie geraken en verder verhalen kan , hoe het na de trouwing al toegaat , zynde hetnoodzakelyk gewccit, dat de- ze zaak aangehaalt wierd, om te verzekerder te zyn, dat myne on- dervinding niet valfch was: On- dertuflfchen word 'er nog iets by den Heer Vogel in zyne tien-jari- gc Oolt-Indiiche Reisbcfchrwing pag. 74. gevonden , dat met alle voorgaande zoo als ook met de volgende omltandighcden en plechtigheden niet overeenkomt, weshalven zulks ook moet worden verklaart , eer en alvorens ik voortgaan kan. Hy gebruikt naamlyk op de Benchtof aangehaalde plaats deze woorden : de Bruid Wanneer zy trouwen , zoo geeft 2>ande r> ■ 1 1 ii 1 Bruigom I de Brutd aan den Bruidegom in een fchaap- I plaats van een trouwring een darm jcrn™ ,™ van een vet (chaap of 'een rund om hangt wofd C x den we*,d* zo B E S C H R Y V I N G van de denhals, den welken hy moet dra- gen , tot dat hy verrot is, en van zyn hals valt ; 'Daar henevens moet de vryfter een lid van haar pink laten afnemen , en het zelve aan den man tot teken van haar ge- trouwheid geven. Op deze woor- den kan ik den Heer Vogel niet anders antwoorden , dan dat by de bruiloften der Hottentotten , welke ik het geluk heb gehad, om te zien, nooit hebbe können merken , dat de Bruidegom een os of fchaap-darm om den hals had , of van de Bruid ontfing. Ja ik derf daarenboven zeggen, 'dat nooit een Hottentot by welke gelegentheid ook , met darmen om den hals heb zien gaan, zoo dat de vertelling van den Heer Vogel in dit ituk de proef der waar- heid niet houden kan. Ik weet zeer wel , en heb het ook reeds hier voren aangehaalt , dat zy een fchaapnet om den hals dragen ; edoch vermids dit ge- bruik niet by de bruiloften voor- valt, ten zy iemand het reeds voor dezelve gedragen heeft , zoo is het hier ook niet de plaats , daar van wydlopig te handelen , zul- lende het echter op zyn tyd niet vergeten worden: Ook is my niet onbewult, dat vele wyven een en ook wel meer leden aan den klei- nen en volgende vingers te weinig hebben , die zy zekerlyk zullen moeten laten afnemen ; dat ech- ter zulks by bruiloften zoude moe- ten gefchieden , en het afgenome lid aan den Bruidegom tot een te- ken van getrouwheid aangeboden worden , is andermaal zonder ee- nigen grond , en itryd tegen alle ondervinding. Wanneer de tyd het toeliet , en het de eigentlyke plaats was, daar dit lid-afnemen behoorde, zoude ik behalven den Heer Vo- gels mening nog drie byzonderc voordellen , welke alle van erva- re Reizigers bekent gemaakt zyn; waar uit wel een of twee wat waar- achtige in zich bevatten , welke echter dezelve zyn, kan een onef- varen niet weten. Dog vermids de gantfche zaak elders behoort, zoo zal ik zoolang wachten, tot dat wy die materie onder handen bekomen , welke als dan den gant- fchen zamenhang van de zaak aan- wyzen zal. Ondertuffchen begeef ik my tot piechtighe- myn afgebroken verhaal , om ver- If1 na de j J ° ' » i Trouw. der aan te wyzen , wat er al na de trouwring gefchied. Edoch moet ik den Lezer alvorens erin- neren , dat hier boven gezegt heb- be, dat voor de copulatie drie vet- te offen , indien de Bruidegom ryk is, geflagenzyn; en dat de aanwezende bruiloft sgaftcn lullig bezig waren, om zich met het verfche Nier-en Darm- vet te fme- ren,terwyl zy ook reeds het bloed nevens de uitgefpoelde darmen en penzen onder elkander gekookt, en noch voor de trouwring als een ontbyt gegeten hebben. Het vleefch is warm zynde, Hoeh«» van de beenderen gedaan , en in v!" dege- potten bewaart ; en gaat het nu flasc o(re& aan het koken en braden; en^akf^ toont elk een buiten den Bruide- word, gom en de Bruid zich even bezig, om het eeten te vuur te brengen , om na den middag of tegen den avond gegeten te können worden. Alles word in verfch water zonder zout gekookt, en het gebraad in een kuil die zy in de aarde hebben gemaakt, gezet, op dat het op een daar in gelegden fïeen, waar op vuur ontitoken is, te ilerker zou- de können braden. Edoch alvo- rens dat het vleefch nog daar op word gelegt, komt een ander en veegt de afch met een wis gras weg; daar op word het vleefch daar in gelegt, en met een andere fteen gedekt, om van de affchen bevryd te zyn ; want zoo dra het vleefch op de gemelde wyze daar in legt, maken zy weder een vuur daar boven op en rondom , op dat het te rafTer zoude können braden en gereed gemaakt worden. Zoo dra de gemelde traktemen- ten KAAP Di, GOEDE HOOP. 21 Hoede tenen koket/els klaar zyn, zoo Bruiiofts legeren zv zich alle, en k-hikken tafelder ,Q. , 111, Hottcntot- zich tot demaaltyd; als dan '/.mi tcngeitdt ^e ^c f c/cr M-Ch ovcr (|c buitege- mene pracht en opfehik verwon- deren, en rechten lult hekomen, om met hen te fpyzen, /ynde de tafel de blote aarde; de /ervcttcn hunne fmerige crollen ; de potten blinken op deze gereed gemaakte tafel in plaats van de ichoonllc tinne fchotcls; hunne /.warte en vuile Croffen gebruiken zy in plaats van de fchoonfte borden; de lepels '/yn van paarlemoer of an- dere zeefchelpen /onder ftcel ; en die geen mes hebben, gebruiken de vingers en de tanden in derzel- ver plaats, zoo dat het rondom , waar men maar hene kykt , zeer fmakelyk in zyn werk gaat. Daar zyn twee zulke tafels, te weten een voor de mans en een voor de vrouwen; edoch is het den Bruidegom voor ditmaal ge- oorlooft , om aan de Bruids tafel te zitten , en aan dezelve te fpy- zen, aangezien anders nooit mans en vrouwen onder elkander eeten; maar op dat de mannelyke achting in deze gelegentheid ook niet ge- krenkt werde, zoo mag de Brui- degom niet met de Bruid uit een pot eeten, maar word voor hem een byzondere pot gekookt, waar uit hy alleen eeten moet, zonder iets van het eeten der wyven te mogen aannemen ; daarenboven ontfangt hy zyn fluk gebraad al- leen , en heeft alzoo met de wyven niets gemeen, dan dat hy onder haar en naait zyne Bruid zit. Wanneer zy gegeten hebben,, en 'er nog wat overfchiet , zoo ireu word het nevens de beenderen van het geflagen vee bewaart tot den anderen dag , daar het dan weder even zoo trefifelyk in zyn werk gaat , en word daar mede zoo lang voort gevaren, tot dat al- les verteert is. Na de maaltyd komt het defert, het welk in T>a- cha beltaat, wanneer een ieder weder gaat zitten, en van dit wei- Hoe lang de gafte- rnikend goed zooveel rookt, als hy gelieft , doch houden zy de/e order, dat zy niet alle te gelvk hunne pypen Hoppen en aanfte- ken, om dat 'er anders geen vro- lyk gefprek wezen zoude; maar een alleen zyne pyp geflopt en een haal twee of drie gedaan hebben- de , 200 geeft hy ze aan den geen, die aan de rechter hand naait hem zit, en deze weder aan den vol- genden, tot dat ze eindelyk weder aan den ecrlten komt, die ze ge- flopt heeft. Na deze fleekt een ander , die w geflopt heeft, dezelve aan, en aanSer- doet op dezelve wyze als de eer- kcn- fle gedaan heeft ; en zy roken zoo lang, tot dat het hoofd gantfeh licht en als dol word ; 't welk niet lang werk heeft, om dat zy den rook niet ten eerften uitblazen, maar doorflikken, en daar na als zy hoeflen moeten , met opge- fpalkte kaken den zelven op een- maal, als uit een geopende kachel uitfloten. Als dan is het zeer ver- makelyk te horen, hoe dat zy fnappen en praten , zoo dat men de gantiche nacht niet eens zyn eige woorden horen, veel min flapen kan, als men 'er ontrent is. Zoo als de mans doen, zoo doen de wyven ook, en vermeer- deren den Echo niet weinig, tot dat zy eindelyk al te zamen ver- moeit en van Dacha roken dron- ken, des morgens na hunne hut- ten of huizen gaan, en wat leggen ronken ; wanneer de Bruidegom voor de cerftemaal by zyne Bruid mag flapen. Zoo dra het weder- om dag , en de Dacha-rook een weinig vervlogen is , begeven zy zich andermaal ter been, en tot het koken , en doen zulks zoo lang als de bruiloft duurt, te weten, zoo lang als 'er eeten is. Verwonderenswaardig is het , BydeBmi- dat deze menfehen, die anders by loftword hare vrolykheden zoo veel van gennog0" zingen en danzen houden, by ßedanft- hunne bruiloften echter niet een C 3 lied 22 BESCHRYVING van de zig aan eikanderen uithuwelyken mogen lied /Jngen, of cenig initrument gebruiken , waar na zy zouden können danzen , alzoo men nooit zal zien, .dat by een Hottentot- fche bruiloft word gedanil, of an- ders een vrolykheid gebruikt, dan die zy zieh met roken en praten aandoen. Ik heb dikwyls gele- gentheid gevocht , om haar te vra- gen , waarom zy zulks doen , maar hebbe nooit de grondige oorzaak daar van können te w e- tcn komen , om dat zy my altyd met de oude en verdrietelyke woorden affetten , namclvk, dat de Hottentotten niet anders ge- woon waren te doen; ondertui- fchen verbeelde ik my, dat 'er een zekere oorzaak moet achter fchui- len, welke zy aap geen Europeaan willen bekent maken. Hier mede zoude ik den Lezer Wanneer dienvolgens twee Zuiters kinderen of ook de gene, die in den derden graad el- kander beftaan , met eikanderen trouwen wilden , zoo is hen zulks nooit toegelaten, en kan daar in ganifch niet worden gedispen- 1 1. De oorzaak is volgens hun zeggen , om dat het te na in bloed is, en zulks by de traditie, welke zy van hunne Voorouders hadden ontfangen , uitdruklyk verboden Was, Derhalven waren zodanige menfehen, die elkander zoo na in den bloede beitaan, genoodzaakt, te myden, van elkander met ver- liefde oogen aan te zien, tenware zy gevaar wilden lopen, het leven te verliezen, aangezien zy zulke huwelyken in genen dele dulden of veritaan willen, maar tegen de wel in 't kort alle de gebruiklyk- Overtreders vaardig recht oeffe heden , die by een Hottentotfche ' bruiloft voorvallen , verhaalt en voorgeilelt hebben, dog miiïchien mögt gy denken, dat deze ge- bruiklykheden maar te verdaan waren , by bruiloften van vryers en vrvlters, en dat Vr nog wel iets kondc worden in acht genomen , als een Weduwnaar met een vrv- itcr,of een weduwe met een vryer trouwde; edoch hier op dient, dat ik certyds ook van diezelve mening ben geweeft, en vaftelyk geloof- de, dat 'er in zodahige gevallen eenige verandering zoude zyn ; na dat ik my echter niet alleen zeer naauwkeurig daar ontrent heb la- ten onderrechten, maar ook in het het Cochoquas of Koopmans land een bruiloft hebbe gezien, alwaar een Weduwnaar met een \ ryfter trouwde, zop is myn twyflfel ver- dwenen, en heb ik waargenomen, dat 'er in alle deze plegtige gc- bruiklykhcden gene verandering gnad vu Ondcrtuflchen kan ik deze ma- ;v<-;r" terie noo- niet belluiten, maar dcHooen- moet daar nevens xw\ de graden ,n hunne bloed vcnvantichap mogen" melden , en tonen , hoe na zy trouwen. Indien 'er iemand word gevon- Bloed- den , die met zyne eige kinderen (^.|jdbe bloedfchande begaan heeft, voor hen met de dien is gene genade te hopen, ^ge" maar hy mag wel denken, dat de dood niet ver van hem is ; want zoo dra een zodanige misdadiger aangeklaagt en overtuigt is, of zich zomtyds zelf met een dron- ken of met wyn of Dacha benevel- den kop, beklapt, zoo word de raad over hem gehouden , en hy ten dien einde in 't midden van het rondom llaand Gerecht ge- fielt , op dat hy na gefchiede overtuiging of vrywillige beken- tenis ten eeriten den loon zyner werken ontfange en 't met den dood betale. Men ziet alzoo aan deze men- fehen, dat zy wel weten , het goed en het quaad te onderfcheiden, en genoeg in ftaat zyn, recht en gerechtigheid zelfs zonder Advo- caaten , Rechters, of befchreve wetten, te handhaven; 't geen waarlyk in Haat is, om alle de ge- ne te befchamen, die aan de o- pentlyke rechtbanken zitten, en zig menigmaal laten omkopen, om 't recht KAAP de GOEDE HOOP. 't recht te verdrajen. Daar deze blinde Heidens n \% perzoon ver- fchoncn, of in \ minfte deernis met hem hebben, maar na bevind van /aken ten ecrltcn recht laten wedervaren: het welk helaas! in «.Ie Ewppeaanfche Getechthoven dikwyiszeer lang duurt, voórna- mclyk nis men wei [ , dat 'er geld is, en de nodige kollen van de Juititie wel können worden be- taalt. w„ v,., Edoch dit zyn andermaal gc- lu.iriiuuw- dachten, die niet tot de /aak bc- ._ horen, könnende een ieder licht zodanige aanmerkingen maken ; derhalvcn zal ik nog maar iets daarnevens voegen van het huwc- l\ks-;rocd van de/e jonge luiden, en als dan de materie eindigen. Hier boven is reeds gemeld, en het zal ook op een andere plaats wydlopigcr worden gemeld, dat de oudlte zoon de ecnige erfge- naam van de nalatenfehap van zyn vader is; wanneer alzoo dezelve in 't leven van zyn vader komt te trouwen, zookrygt hv niets, als het geen de Vader hem geven wil; en hy moet ook te vrede Zyn , als de vader hem niets geeft, en wachten tot dat de vader dood is. Wanneer een jonger broeder trouwdt , zoo heeft hy nog als dan nog na de dood van zyn vader iets te hopen, maar moet te vrede zyn , wanneer de vader by zyn le- ven, of na deszelfs dood zyn oud- fle broeder , hem een paar fcha- pen of kalvers uit genade, en gcensdeels uit eenige verplichting vereeren wil, moetende voor het overige zorg dragen , dat hy te recht komt , zynde daarenboven verplicht, om een knecht van zyn ouder broeder te zyn en te bly- ven , zoo lang dezelve leeft. Sterft hy echter, zonder een zoon na te laten, zoo is hy erfgenaam van zyn broeder, en niet verplicht, aan ie- I mand iets d i.:r van I Vermids nu niemand als de oudfte /oon van den vadef erfl . huwelyks-goed ontfirogt, ten , hy hem uit goeden wil iets geven oFvereerenwiljZookan men lic ht Hau maken, waar op de do< I te rekenen heelt, aangezien voor haar niets oyerfchiet nog by het leven van haar vader nog na des- zelfs dood ; derhalvcn moet z\ te vrede zyn, wanneer zy een koe of een paar fchapen ten hu\vcl\k krygr, welke de man, dien , trouwt , ook wederom geven moet , als zy zonder kinderen komt te fterven ; blyft echter een dochter na en geen zoon, zoo heeft die haar moeders bewys, als haar vader na haar moeders dood wederom mögt komen te trou- wen, of reeds meer dan eene vrouw had. Uit dit fondament is het, dat geen Hottentot in zyn huwelyken na rykdom zien kan ; en dat het gemaklyk kan gebeuren , dat een gemene vryfler voornamelyk als zy een weinig mooi en wel ge- maakt is , de vrouw van een groot Kapitein , ja zelfs de vrouw van den Heer van de gantfche natie word, om dat van de eene vryfler zoo veel te verwachten is, als van de andere, en nooit een erfnis op een vrouw valt. Dit is het geen het welk ik nog Bdiuitvar, hier nevens heb willen voegen ; ik ditH" twyffcl niet, of de Lezer zal hier M uit hebben gezien, hoe het by de Hottentotfche bruiloften toegaat, en dat dezelve veel aangenamer zyn te zien, als zich by de Kraam- vrouwen lang te onthouden, en den doemclyken kindermoord aan te horen ; ondcrtuilchen moeit ik die zoo duidelyk verhalen ab nu de bruiloften, waar by in der daad gene omflandigheden ver- zwegen of uitgelaten zyn. III. HOOFT- 24 BESCHRYVING van de III. HOOFTSTUK. Van der Hottentotten Huishouding en Kinder- tucht , zoo als ook , hoe zy in den geine- nen omgang tegen elkander zyn. Hoe man en vrouw na de Bruiloft leven. Zy hebben na hunne wyze een ordentelyke huis- houding. De mans hebben niet te zorgen als voor viffihen en jagen. De ivyven zoeken wortels om te eeten. Op wat wyze zy die uitgraven. Zoeken ook hout om te branden. Zy mogen met de mans niet eeten. De Hottentotten zyn heel gaftvry. De vrouw mag buiten des mans kennis niets nemen nog verkopen. Waarom zy het regt van Eerflgeboorte onderhouden. In hoe verre zy voor de opvoeding van hunne kinders zorgen. Wondere manier van de borfl aan de kinders te geven. Wat de moeder onder bet zuigen doet De Zoons flaan zomwylen vader en moeder. Waar in de kinders der Hottentotten worden mderregt. Künftige handwerkzels der Hottentotten. Können in een korten tyd hunne kinders een handwerk leren. Hoe zy in den gentenen ommegang met elkander zyn. De Schryver weder legt een val [che beßhuldiging der Hottentotten. Zy zyn niet hoerachtig. Zyn zeer mildadig. Niet diefachtig. Zyn zomtyds wat wraakgierig. LEzer, naardien ik ulaatflde gebruiklykheden , welke de Hottentotten by hunne bruiloften waarnemen, omftandig en zonder eenig byvoegzel van onwaarheden, en ook zonder veel omwegen heb voorgeftelt, zoo zal het niet on- dienftig zyn , om verder aan te to- nen, hoe zy het al in haar huis- houden maken, zoo als ook hoe zy het met de kindertucht ftellen, als zy een of meer kinderen heb- ben, en eindelyk ook hoe zy in den gemenen omgang met elkan- der leven. Dit zyn zulke drie (tukken , die men noodzakelyk weten moet, als men van haar gantfehen leven en innerlyken toeitand uit den grond oordelen wil ; derhalven zal het den Lezer hope ik , niet tegen de borfl zyn, als ik hem daar van een omitandige naricht geef, en daarnevens andermaal aanwys,dat 'er of fchoon veel din- gen onder hen voorvallen, die een gecivilifeert volk niet wel betamen, ( venwei op verre na zulke grou- welyke en fchandelyke daden on- der hen niet voorvallen, als men doorgaans van hen gelooft , en o- pentlyk in fchriften van hen vertelt heeft. Om zonder verdere omwegen ten eerflen tot de zaak over te gaan, en het eerfte ftuk onder handen te nemen , zoo zal ik zeg- gen , dat na de bruiloft, wanneer man en vrouw in hun eigen wo- ning gekomen zyn, een vreemde- ling niet licht zal können zien, dat het twee getrouwde luiden zyn, aangezien 'haar huishouding zoo niet is, als by ons of by anderena- Hoede tien het gebruik is , alwaar men manende wel haait kan zien en weten , wel- StaS ke man en vrouw by eikanderen leven. zyn. De oorzaak van dit onder- fcheid is , om dat zy deels niet le- ven , zoo als man en vrouw met elkander leven , te weten , om dat zy niet met elkander gaan, naad elkander zitten of leggen, en ook niet met elkander eeten; deels ook om dat ze elkander zoo vricndelyk niet aanfpreken, toe- lachen, of verlieft aanzien, als an- ders diergelyke perzonen plegen te doen • in alle welke zaken het na het uiterlyke , zoo koel en on- ver- KAAP dê GOEDE HOOP. Zy hebben na hunne wyzecen ordentelyk huishou- den. De man heeft niet te doen als viflehen en jagen. vcrfchillig toegaat, dat men dik- wyls zoo men /.egt, niet vreet, wie Kok of Bottelier is, of wie te zamen een paar uitmaken. Wanneer men echter hunne ze- den en gebruikh khcden een wei- nig onderzogt, en doorgeinutli.lt heeft, vind men wel haait, dat'er fchoon het na het uiterlyke zoo koel en mismaakt lykt, echter een regelmatige huishouding na hunne w\ s by hen gevoert word ; en dat zoo wel man als vrouw ja ook als 'er meer vrouwen in huiszyn, ieder zyn eigen werk te doen heeft ; en dat de een den anderen zyn werk buiten de hoogite noodzakelyk- heid niet zal op zich nemen , of Hechts daar na omkeiken. Dit zal duidelyker blyken , wan- neer ik van het werk, . 't welk den man alleen te doen ftaat, eerft een verhaal doe ; daar na de bezighe- den der vrouwen onder handen neem, en ten laatflen zeg, wat zy met eikanderen in 't gemeen doen moeten. Het is gewis , dat de man de luifle dagen in de waereld heeft, zoo lang hy voor zich zelven en by zyn vrouw leeft ; want hy zorgt voor niets, en kan ook voor het huishouden zeer weinig dienft doen. Te vifTchen, als hy naby ftrand of aan de zeekant woont, is een van zyn zwaarlte werk , dat hy doen moet ; waar in de meefte ook zoo wel zyn geoeffent , dat zy menigen Europeaanfchen VhTcher de loef affteken ; fchoon de Heer Vogel'm zyne Tien-jarige Ooft-In- difche Reisbefchryving/. 71. hen nageeft , dat zy het viiïchen gantfeh niet verftaan, wanneer hy zegt: zy weten nog van zajen, planten of vißchen. Hoe en op wat wys zy het echter maken , dat zy vis vangen , zal op een andere plaats worden gezegt. Behalven het vifch vangen is verder zyn ampt , zoo wel alleen als in gezelfchap ( voornamelyk als de gantfche Kraal gaat, en gro- te dieren, als Olifanten, Rheno- II. "Deel. feroflbn, öand-dieren en ander«, diergehke vangen wil ) op de j te gaan en te zoek en, dat hy een fteenbok of ander klein dier be- halven hazen en eenige andere, welke zy niet ceten, met zyn ge- n eer dood, op dat hy iets na huis brengc, en zyne familie nevens hem wat te ceten hebbc. Kn bui- ten deze twee hoofdftukken, zal hy zich verder met zyn huishou- den weinig bemoejen , maar hy Iaat God en zyne vrouw daar voor zorgen. Als deze mode ook onder de Europeanen kónde worden inge- voert, zoo acht ik, dat de meelte mans die zeer gaarn zouden in- volgen , en geweldig in haar fchik zyn , dat zy van de zware en kom- merlyke huis-zorg ontheft konden bly ven. Wanneer zy daarentegen ook altyd als de Hottentotten zou- den leven, en zich met wortels en een drenk waters verzadigen, zoude het hen ook niet wel aan- itaan , van den aangenamen wyn of bier berooft te zyn, daar ech- ter deze fchoon reeds is gemeld, even zoo vergenoegt, lullig en vro- lyk zyn, als gene met hunne ftarke en het hoofd nevens het bloed ver- hittende en dronken -makende dranken. Van de mans keer ik my nü tot Dewyven' de wyven , en zal den Lezer ook ™crkt™. zeggen, wat hun voornaamite * werk is. Zy zyn verplicht, om alle de wortels, welke zy in plaats van brood eeten, te zoeken, uit te graven , en daar na te koken. Het zoeken valt wel gemaklyk, om dat zy het lof en bladeren van dezelve zeer wel kennen , maar vermids zy dezelve niet gewoon zyn uit te graven, dan na dat zy ryp zyn en het zaat reeds hebben laten vallen , op dat 'er weer an- dere können groejen, zoo is het ook noodzakelyk, dat zy de tyd waarnemen, dat dezelve tot hun- ne volkome rypheid gekomen zyn. Daar zyn verfcheide zoorten D van 26 BESCHRYVING vande Hoe en met welk v.erktuig. Watzy met de wortels doen. van deze wortels , gelyk in het volgende Hoofdituk zal worden aangetoont. Het Werktuig waar mede zy dezelve uitgraven , is niet een fchop of een fpa , gelyk de Europeanen gebruiken , want zulks is voor hen te ongemaklyk te behandelen , maar zy bedienen zich van een ronden Itok van Olyf- hout, die niet alleen fterk maar ook braaf taai is , van voren fpits gemaakt, om in de aarde te kön- nen Heken, en de wortels uit te graven; of zy laten door hunne mans,of wel meeft door Chriitenen, waar voor zv wederom arbeiden , te weten, wallenen en ander vrou- wen werk doen, een rond eizer, ontrent drie voet lang, en van vo- ren fpits, daar toe maken, waar mede zy de aarde rondom de wor- tels of bollen los fteken, en ze daar na uittrekken , en met zich na huis nemen. Zoo dra zy een deel van die wortels hebben gevonden, waar van zy ontrent dien dag te eeten hebben, latende God voor den volgenden morgen zorgen , zoo gaan zy na het water , warfen de- zelve fchoon af, gaan als dan na huis, en koken ze. Doch de vrouw moet niet alleen deze wortels zoe- ken , maar ook andere eetbare waren , als Amandelen, Arums- wortels met het zaat, welke zy insgelyks koken moet ; maar ver- mids dit zonder hout niet kan ge- fchieden, zoo moet zy ook op haar rug zoo veel hout halen, als zy daar toe nodig heeft , en daar- enboven zoo veel als zy by kout en regenachtig weer branden. Dit is nu haar dagelyks werk , en heeft de vrouw daar door veel meer zorg als de man, die zelden en maar als het hem behaagt, op de jagt of uit viflehen gaat ; waar van hy echter doorgaans zoo veel t'huis brengt, dat zyne gantfche huishou- ding cenige dagen daar aan genoeg zoude hebben te eeten , indien 'er niet ecnige gaften quamen, die het hielpen verteren; Ondertuflchen heeft hy zulks ook te verwachten als zy iets gejaagt of gevangen heb- ben ; maar de vermeende voorraad raakt daar door wel haaft op, en heeft de vrouw daarenboven de moeite , om het hout by elkander te halen, het welk nodig is, om dit eeten klaar te maken en te ko- ken. Vermids ik nu in mynen vorigen °e wyvei hebbe gezegt, dat de Bruidegom J^ onder de wyven aan tafel zit ; zoo mogen niei zoude de Lezer miffchien denken, ™^™e dat de wyven altyd by de mans za- ten, en met elkander aten ; maar fchoon van de wyven al het beno- digt hout tot koken, zoo als ook her water moet worden gehaalt, en de wyven ook alles moeten ko- ken , zoo is 't hen evenwel niet geoorlooft om by hunne, veel min by andere mans te zitten, a!s het welk op 't hooglte tegen de ach- ting van de mans zoude ftryden ; zy moet daarentegen den pot met het gekookt of gebrade eeten aan de mans overgeven, en hen daar van laten nemen , zoo veel zy ee- ten willen ; als deze haar deel daar uit hebben genomen , zoo word de pot aan haar en aan de andere wyven weder ter hand gefielt, om het geen daar in gelaten is , in een byzondere kring te eeten ; ten zy de vrouw ten eerlten al het eeten in twee byzondere potten klaar gemaakt , en in ieder even veel gedaan had; dat alzoo de mans hun pot alleen, en de wyven den haren ook in 't byzonder had- den. Hier uit blykt dienvolgens klaar dat de wyven, fchoon zy niet hoeven te warfen, te bakken, te fpinnen, te naajen, veel min te lappen, echter aan een groter lad en zorg zyn onderworpen , als de mans. Het zoude de Europeaan- fche mans ook wel behagen , wan- neer dit gebruik op hen konde overgebragt en onder heninge- voert worden ; maar Wanneer zy niet alleen zulken flechten kolt voor lief nemen, maar ook van de genade KAAP dé GOEDE HOOP. »fgunftdcr wyvcn m<- ten leven, /oude hen zulks ander- maal wel haalt verdrieten ; en hen ik verzekert, dat menige vrouw, ten yy '/v haar uiterfte beft deed, om den man te vergenoegen, meer quade woorden en Hagen heko- men , als ze jegensuoordig he- komt; daar het nu aan zulke boos- aardige mans evenwel niet ont- hreekt, die de huwelvks beloofde trouw aan hunne wyven met Ha- gen nakomen en betaalt zetten. Manen Edoch is nog overig, om van vrouw .. ,. r i 11 ente die dingen te ipreken, welke man en vrouw met elkander verrichten vooreen r\ t i « . , „gen moeten. Under dezelven is wel voornamelyk, dat zy beide om een eigen huis moeten bekommert /vn, als zy niet op de genade van andere luiden leven, of ter her- berg trekken willen ; maar dit ge- fchied zeer zelden, fchoon dik- w\ Is ruim ro of n perzonen ineen hut alleen flapen; want dit zvn geen menfehen, die in hun dorp of Kraal wonen, maar vreemde- lingen , die uit andere dorpen zyn gekomen , en verzoeken , by hen den nacht over te blyven ; waar aan zy niet alleen herberg of huis- veftïng, maar ook het geen zy aan eetwaren in haar huis hebben ge- H"r|aft- ven , zonder dat zy daar voor iets hoeven te betalen, ten ware zy weder by hen quamen , het zelve zoude te verwachten hebben. Zoeken zy echter in een ander huis te blyven, zoo gefchied het niet langer, als tot dat het hare gereed is; het welk in den tyd van twee uren kan worden opge- recht , als de materialen namelvk fparren en matten bv elkander ge- bragt ,-en vervaardigt zyn, waar mede zy op 't langfte 8 dagen werk hebben, konnende na die tyd hun eigen huis betrekken ; hoe echter dezelve, zoo als ook gant- fche dorpen zyn gebouwt , daar van zal hier na in een bvzonder Hoofdltuk behorige naricht wor- den gegeven. Daar nevens moeten 7V beide //. 'Deel. Voor het vee zorg dragen, op dat 'er niets van verloren of verni worde ; in ï by/onder moeten des nachts waken , op dat geen wik! vcrflindcnt dier daar onder kome , Ichade veroorzake, ceni- ge doodbyte, ofwel met een of meer. doorga; zoo als het dikwyls fchied, dat een zodanige vier- voetige roofvogel des nacht in hunne Kralen of dorpen fluipt, en eer zyn daar op verdacht zyn, met den buit doorgaan ; derhalven hebben zy ook een liftigc manier, om te weten, als zulk een Diefin- breekt; dog dit behoort hier niet, maar zal in het volgende Hoofd- ltuk worden verklaart. Hoe veel de vrouw ook mag De vrouw helpen, om het vee 's nachts te 'nas70ndeI i ' * r 'laar mins bewaren, zoo heeft zy echter weten geen macht over het muitte dat 'er gj is, te weten, om het na haar be- °Pcr lieven te liaan ofte verkopen; zy is veel eerder gehouden, om den man altyd aan te ipreken, als zy liaan wil. Met het verkopen heeft zy t'eenemaal niets te doen , om dat daar door des mans achting zoude worden gekrenkt en ver- zwakt ; en om dat zy daar bene- vens niets toegebragt hebbende, alzoo niets in eigendom bezit. Daarenboven Haat het haar niet eens vry om van dat gene iets zonder zyn weten , te onttrekken, het welk zy by gebragt heeft, om dat na haar dood, als 'er gene kin- deren zyn , de man aan hare ou- ders of vrienden moet wederge- ven, het welk zy ten huwelyk ge- had heeft ; En zyn 'er kinderen , voornamelyk een zoon, zoo laat de man evenwel niet toe, dat zy wat neemt, om dat het dan heet, dat men op het toenemen van de familie , welke op den zoon be- ruft, behoort te zien, en niet ma- maken, dat hy verzwakt werde, of in het onderfpit gcrake. Deze voorzorg voor den op- gang van de famiUc zoude zeker- lyk menigen Europeaanfchen of Chrilten Vader zoo wel voegen , D i als Waarom ie Hotten- totten het recht van Eerftge- boorte on- derhouden. BE SCHR Y VING van de dog dat de moeder zoo lang de kinderen klein en onmondig zyn daar mede meer te doen heeft als de vader; niet om dat het tegens zyne authoriteit zoude zyn, maar om dat zy niets als het geen zv uit de borllen van de moeder halen , te eeten en te drinken bekomen. Derhalven moeten de moeders overal waar zy gaan , de kinderen op den rug nemen , en met zich dragen, ten ware zy gingen hout halen, in welken geval de kinde- ren op een ouden Crofs blyven leggen, tot dat de moeder weder t'huis komt, zonder dat de vader of iemand anders daar na omziet. Het is byzonder fraai te zien , hoe zy dezelve op den rug nemen; Hoever een Hot- tentot zig de lunder- tucht aan- neemt. 2% als een Hottentot, want vele wor- den'er gevonden, die maar voor zich, en niet voor hunne kinderen j zorgen, en maar een goed leven j daar van nemen , het mag met de | kinderen gaan , zoo als het wil ; j daar toch in de Bybel word ge- I zegt, dat de geenj die de zyne niet verzorgt, het geloof verloo- \ chent heeft , en erger is , als een on- gelovige, i. Tim, V. 8. Nu zoude de Lezer miiïchien zeggen, dat zy op deze vvys maar den Eerflgeboren , en de andere kinderen gantfeh niet verzorg- den ; daar op dient, dat de wil hen zoo zeer daar niet afhoud als wel de ingevoerde wetten, uit hoofde van de welke zv in alle gevallen het recht van Eerftgeboorte moe- ten nakomen, te weten voor zoo veel het manlyk geflacht betreft , maar geensdeels het vrouwelyk, gelyk hier voren reeds gemeld is ; en indien deze wetten niet in den weg waren , zoo zouden zy de an- dere kinderen ook niet vergeten , daar in tegendeel by vele Europe- tnen nog de Eerftgebore nog de andere behoorlyk opgebragt of verzorgt worden. Wat helpt my echter dit oorde- len, aangezien nog van de kinder- tuchtmoet worden gemeld? der- halven gelieve de Lezer zich te binnen te brengen, dat ik hiervo- ren hebbe gezegt, dat het tegen het refpeót van den man ftryd, zich met de opvoeding der kinde- ren, voornamelyk die der doch- ters te bemoejen; het welk niet moet worden vcrltaan, dat de man niet met al met de kinder- tucht te doen zoude hebben , maar dat hy /,ich met kleine onnozele kinderen, zoo als ook met de vol- waffe dochters niet veel bemoeit, echter de opvoeding van dezelve niet t'eenemaal uit de gedachten zet, en voornamelyk voor de zoons zorgt. Dit zal klaarder blyken, als ik /eg, dat de man en de vrouw bei- de \ oor de opvoeding zorgen , Hoe de Hottentot- tinnen hebbende niet dan een oude Crofs, hunne kin- waar in ze dezelve binden, en zoo ge"," en de vaft maken, dat ze niet vallen bont geven können , op dezelve wyze als de Heidens in Europa met hunne kinderen leven, van dewelke men niet anders als het blote hoofd ziet , dat over de fchouders uit- iteekt.Noch vermakelyker is het te zien, als de kinderen beginnen te huilen , en zy aan dezelve de borit geven , aangezien zy dezel- ve niet van den rug nemen en ze aan de borit leggen, om dat zy die moeite können fparen, maar zy werpen de borit over de fchou- ders , Heken den tepel in den mond , en laten ze zuigen , zoo lang als zy willen. Ik zal de zaak met den Heer Vö+ gels woorden belt uitdrukken, i welke hy in zyn Tien-jarige Ooit- Indifche Reisbefchryving p. 74. daar van gebruikt , wanneer hy zegt : T)e i^yven dragen de kleine SOiigende kinderen op den rug, en werfen dezelve, als zy het icr lan- gen,har e lange en hyna tot den navel afhangende hor ft en , over de fchou- ders toe, en fpyztgen haar. Uit deze woorden kan de Lezer wel haalt zien , wat deze voor bemin- nenswaardige vrouwluiden moe- ten zyn , die de Heidinnen nog verre de loef afiteken ; niet om dat -•' />.-.- Hoe de Hottentottimxn hunne xioteien dragen en de boist geven. '. J'huifs J*ui KAAPdeGOFDE HOOP. 29 ein /v fchoner of beter met \ t zyn gebalzemt, maar om dar zy langer, en een krop gery kende borften over het bovcnlyf hebben hangen. [Vrwyl het kind de borft heeft, en de krachten van de moeder /.uigt, 7.00 is het niet meer als re- de, dat de moeder zich weder laaft, en elders krachten zoekt; daar toe is geen bequamcr, aan- genamer en krachtiger middel als een pvp tabak , welke zy geduren- de het zuigen uitrookt, en daar van het arme kind den rook door den wind tocblaalt; daarenboven als het kind een half jaar oud is , fteekt zy het zelve, zoo dra het de borll laat vallen , de pvp in den mond, en laat het de reftuitro- kcn. w«wn de Als de kinderen in Haat zyn , en aankomen- lopen können, zoo volgen zv alle ren temer- de moeder, en blyven zeer zelden ken- by haar vader , ten zy het regen- achtig wêcr is , en zy niet door het gras of moeras können ko- men ; ouder geworden zynde, vol- gen de dochters altyd de moeder, en helpen haar hout dragen ; maar de wortels, welke zy nevens de moeder uitgraven , brengen zy heel zelden t'huis , door dien zy dezelve of zelf eeten, of wanneer zy dicht by Europeanen wonen , voor een ftukje tabak of een glas wyn of brandewyn verkopen. Met de zoons is het heel anders gefchapen, vermids zy aan de moeders niet langer hoeven on- derdanig te zyn, als tot dat ze tot mans gemaakt zyn , zoo als hier voren reeds is gemeld. Van dien tyd af moeten zy zelfs zorg dra- den , dat zy niet meer met de moe- der eeten , om dat zy in dat geval Anders maken moeten ; daarente- gen word aan hen niet verboden , en het ftrekt hen tot geen fchan- de, als zy met vader en moeder wakker krakkelen , en van woor- den tot flagen komen , en hen een Vug vol flagen geven. Zoo groot een fchande als dit onder gecil ilife< rdc natiën is, zoo gemeen is het by hen, en ook on- der fommh'c ('hnltenen , waar van de exempels al te hateh/k en lclyk zyn, om die hier aan te ha- len ; deze onnatuurlvke manier van doen heeft mv zoo zeer by de Hottentotten tegen de bord ge- floten, dat ik nooit een zoon, die zyn moeder of vader had gefla- gen , ongeftraft hebbe gelaten , maar /vn rug altyd ryklyk met itok flagen gezalft heb. Dienvolgens is hunne opvoc- Waai -nzy ding en behorige tucht zeer; flecht, en verdient den naam van kindertucht gantfeh niet. Daar- enboven worden zy ook , om dat zy geen fchrift hebben , in niets onderwezen, dan in het geen zy van hunne ouders en andere oude Hottentotten mondeling horen, en met de handen namaken kön- nen. Dit zyn echter dikwyls, aan- gezien zy geen werktuig daar toe gebruiken, zeer künftige dingen, fchoon wy die maar voor eenvou- dige handwerkzels aanzien ; na- melyk zy leren dezelve hunne Crosvellen bereiden , zonder dat zy kalk of aluin of iets diergelyks daar toe gebruiken. Zy leren de- zelve fmeden, en alderhande wa- pentuig maken, zonder dat zy een hamer of blaasbalg of vyl of tange daar toe nodig hebben. Zy wor- den geleert, om in hunne CrofTen te fnyden en 't weder toe te naa- jen , dat zelfs een Bondwerker daar over befchaamt zoude ftaan , zonder dat zy een fchaar , naaide of vingerhoed , ja zelfs geen garen of zyde hebben. Zy worden in Pottebakken onderwezen , ma- ken dezelve ook zoo goed als een Pottebakker, daar zy echter bui- ten den leem of aarde , nog draai- fchyf,nog glazuur,nogeenig ander inftrument daar toe nebben ; zy können zoo ras en zoo goed flaan, als een welgeleerde flager, zonder eenig ander inftrument als een mes daar toe te hebben. Doch wie zoude alle deze kon- D 3 ftige 30 BESCHRYVING VAN DE ftire handwcrlwels in zoo een kor- ten tyd na eikanderen können ver- halen, aangezien 'er nog veel an- dere zvn? Daar zal zich wel een andere 'gelegcntheid opdoen, om dezelve na eikanderen uitvoerlyk te befchryven, en te tonen, dat zelfs deze uitvindingen genoeg te kennen geven , dat zy niet minder dan dom zyn , maar dat zy zich tot allerhande wetenfehappen zou- den können fchikken, indien zy niet zoo overgegeve lui waren, of indien 'er maar eenigzins kans was, om hen uit die onvcrfchilligheid te rukken. KVnnen Hunne bovengemelde Leer- hunne km- meefters en de dochters hare Leer- konen tvd meefterinnen, helpen hen de on- eenhanl' derhanden hebbende handwerk- werk leren. zels ajty^ verrichten, en itaan hen zoo lang by , tot dat zy ieder hand- werk, waar toe zy luit hebben, uit den grond veritaan, op dat zy het in 't toekomende ook aan an- deren zouden können leren. On- dertuflehen is de leertyd of de ja- ren , welke anders een leer-jonge in Europa vaft itaan moet, by hen zeer kort, en kan fchier een ïege- lyk binnen den tyd van 4 weken , een handwerk zoo volkomen le- ren, dat hy het vervolgens zoo wel verilaat, als zyn Leermeeiter of Baas. H»nne Boven deze gemelde zaken kmdmücht heeft de moeder met de dochters en de vader met de zoons verder niet te doen, en gebruiken alzoo anders gene kindertucht ; ten wa- re dat deze by het uithuwelyken van den zoon ; en de moeder by het trouwen van de dochter zich nog eenige moeite quamen te ge- ven, 't welk echter niet kan wor- den vergeleken met 't geen, t welk Chriften ouders in bet ver- zorgen van hunne kinderen doen moeten. Derhalvcn zegge ik an- dermaal, dat de gantfche kinder- tucht, ja al het geen de Hotten- totiche ouders aan hunne kinde- ren doen, niet te vergelyken is mei bet geen Chriften ouders met hunne kinderen uititaan moe- ten. Nu is nog over, dat ik zeg, »Jg; hoe de Hottentotten in den gerne- nenSm- nen ommegang tegen elkander ^ggjf zyn ; want vermids zoo als bewuit tegen ei-a is , aan hen dikwyls dingen wor- kanderzyn, den toegefchreven, die tegen alle eerlykheid en tegen de gantfche menfehelyke zamenleving ftryden, zoo dunkt my, dat 'er niets nood- zakelykeris, dan dat men onder- zoekt, of alle deze belchuldigin- gen waarheid zyn , en of hunne ommegang niet beter is , als men doorgaans" gelooft heeft? Een oud zeggen is 't, 't welk my wel duizendmaal ter ooren is gekomen, als of zy den wilden dieren daar in gelyk waren , te we- ten, dat zy zich voor niemand fchuwden , als zy hunnen huwe- lyks-plicht wilden waarnemen , maar dezelve in de tegenwoordig- heid van elk een verrichteden. Ik heb aan deze befchuldiging lang geloof geflagen, en vermids ik de- zelve aan de Kaap niet konde ge- waar worden, heb ik gemeent, dat zy zich voor de Europeanen fchuuwden. Wanneer ik echter landwaards in quam, meende ik, dat ik diergelyke befchuldiging wel zoude bewaarheid zien , maar zodanige onmenfehelyke onderne- ming deed zich nergens op. Der- halven vraagde ik de waarheid van deze befchuldiging , maar wierd altoos met fchampere woorden af- gewezen, en antwoorde onder an- deren een Hottentot van cDama- quas op die vraag: 'Die Volk, ja denkum ons beeflen; ha.' ons zoo makum als de Honde ? rs:at manier is dat ? ons niet zoo, want het deu- gum niet. De overige woorden , die hy my tocgraauwde, zal ik hier niet aanhalen, om dat zy niet alleen eenige moejelykheid te kennen ga- ven , maar menig een ook niet wel, in de ooren zouden klinken : wyl zy die befchuldiging op de Euro- peanen wilden leggen ; om dat zy zoo KAAP in GOEDE HOOP. 31 zoo als het fpreek woord /egt, me- nen, cl.u men niemand acntCf de kachel fcoekt, of men moet 'er ecrlt zelf achter gezeten hebben. Derhalven zuiverden zy zich mv- nes bedunkens zeer wel van deze befehttldiging, en gaven daar mede te kennen, dat zy in dit Huk veel redetyker waren, als men van hen gelooft had ; gelyk ook de onder- vinding leert. Zoo valfch als deze opgelegde befchuldiging is , zoo onwaar word ook bevonden die, welke men hen nageeft , namelyk, dat zy haar gevoeg zonder fchaamtc , in de tegenwoordigheid van ande- re menlchen , en op alle plaatzén zonder onderfcheid doen. Want is 'er een volk onder de Zon in dit (tuk fchaamachtig , zoo zyn het zekerlyk de Hottentotten , van welke men diergelyke grove Huk- ken nooit zal zien verrichten , aan- gezien zy zelfs onder elkander zoo befchaamt zyn , dat zy nog in hun- ne huizen of daar buiten een wind zullen laten ; en weet my te bin- nen te brengen , dat zy dikwyls een Hollandfchen Matroos over diergelyke vuiligheid niet alleen hebben uitgelacht , maar den rug- ge vol flagen gegeven ; zoo dat zy te onrecht worden befchul- digt. Zy zyn aan Dat zy ook niet hoerachtig zyn, ï« om- zulks S^uigt de Heer Boeving 'loc. gegeven, cit pag. 9. En vermids de echt- breuk een kwaad by hen is , dat met den dood word gcitraft , zoo hoort men ook zoo veel van het zelve niet ; en (trekken deze Huk- ken onfeilbaar , om vele Chrilte- nen op 't uiterfte befchaamt te ma- ken, die zich nog door woorden, nog door zware Itraffen der Hoge Overheid daar van willen onthou- den, maar in hunne boze en god- loze bedryven voortgaan ; doch wanneer men hen deed , zoo als ik diergelyken deugniet heb zien Ïtraffen, dien men een brandmerk op het voorhoofd of op de wangen gaf, zoo zou 'er miflchien meer vrees onder te krygeh zyn ; doch dit is een zaak, die buiten nv is. I loc goedaardig , barmhertig, v ' behulpzaam, en redefyi /v zyrijden. daar van kan andermaal de Heer 7>. Tachart in zyne Siamfche Rei- ze, />ag. 96 worden nagellagen , die mei korte woorden van hen fchryft; dat zy meer liefde ', goed- aardigheid en redelykhe'td bezitten? als men doorgaans by de (.hrifhiicji aantreft : en pag 100. zegt hy met waarheid van hen; dat zy zitr goedaardig en behulpzaam zyn , en dat men uaawx'lyks zeggen kan, dat iets voor zich zelven hebben. Vereert men hen tets, dat ge deelt kan worden , zoo geven zy aan den eer f en van hunne medemakkers , d:e hen ontmoet , iets daar van , welke zy ten dien einde ook wel op- zoeken , en behouden doorgaans van het geen zy vereert hebben bekomen, het kleinfie ßuk. In der waarheid, ik heb my d i k wy Is over die zaak verwondert, en by my zei ven gedacht, hoe de- ze Heidens deze treflfelyke deug- den zoo gemaklyk oeffenen, daar echter de Chriltenen, die fchier dagelyks tot diergelyke liefde- plichten uit Gods woord worden aangezet, geen vonkje daar van laten blyken, ten zy zy daar toe genoodzaakt uierden; zonder dat zy denken, dat die treffelyke deugden aan de eerlte Chriltenen ! ook zoo zeer eigen geweelt zyn ; en zullen ons deze Heidens der- I halven, die zonder eenigen dwang ' maar louter uit de natuur, zulke j werken doen, in den jonglten dag 1 niet weinig te fchande maken. Vermids nu deze deugden on- 7-yngene der hen worden gepleegt , zoo vind men ook weinig dieven on- der hen ; behalven onder de voor- dees gemelde Bofchjes - Mannen, die fchier een natie op haar zelven uitmaken, en zich onder de re- delyke Hottentotten niet derven laten zien, gelyk hiervoren ge- meld is. Dat zy niet diefachtig zyn, 32 BE SCHR Y VING van de zyn, betuigt andermaal de Heer facbxrt 1. c. p. ioo. alwaar hy /egt : Zy zyn trouw , en de Hol- landers laten hen vry /// en uit hun- ne huizen gaan, zonder dat zy vre- ;.' , dat zy zullen worden beßolcn. Zulks verhaalt ook de Heer Boe- ving 1. c. p. 9. wanneer hy zegt, dat het zeker is, dat de Hotten- totten niet diefachtig zyn, fchoon zy veeltyds gelegentheid tot fielen hadden , en dat de Hollanders der- halven hen vry in en uit hunne hui- zen lieten gaan. Leven Wie zoude nu können twyffe- JSdSS Ien ' dat deze menfchen niet wel der. met elkander zouden leven, en in hunne gezelfchappen geruit en ftil tegen elkander zyn. Het was te wenfehen, dat 'er onder de Chris- tenen overal ook een diergelyke overeenkomft en eendracht was , zoo zoude menig proces achter- wege, en de Overheid van veel moeite ontheft blyven. Edoch hier van genoeg ! zullende zich wel een gelegentheid opdoen, om van alle deze dingen omftandiger te fpreken. Ondertuflchen zal ik maar zeggen, dat zy evenwel ook niet t'eenemaal zonder gal or' wraakgierigheid zyn; vermids zy zich dikwyls uit particuliere wraak op 't heftigile vervolgen, en niet eer rullen, tot dat zy voldoening verkregen hebben, zoo als insge- lyks elders breder en met eenige voorbeelden zal bewezen wor- den. En hiermede meen ik deze der- de vraag ook genoegzaam beant- woord te hebben; doch indien 'er nog iets mögt aan ontbreken , zoo verzoek ik den Lezer, geduld te nemen, tot dat een andere ma- terie daar toe gelegentheid geeft; voor 't overige is mynes bedun- kens hier verder niet nodig, dan dat ik dit Hoofd ihik befluit en daarnevens verzoeke, dat indien ik in eenige aanmerkingen mögt hebben geilruikelt, de feilen te verbeteren', en aan de hiflorie zel- ve niet te twyffelen, om dat ik voor zoo veel ik weet, niets heb- be gemeld , dan het geen met de zuivere waarheid overeenkomt, zoo verre de lange ondervinding my dezelve heeft aan de hand ge- geven. IV. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 33 IV. H O O F T S T U K. Van der Hottentotten Vee-tucht : hoc zy haar Vee oppafTen en bezorgen , zodanig dat zy veel nuttigheid en groot voordeel daar van können hebben. Vervolg van hunne bezorging over het Fee. Ieder Dorp of Kraal heeft maar een eenige kudde. De arme Hottentotten dienen om loon. Zy hebben geen byzonderen Vee-hoeder. Hoeden zelfs elk op zyn beurt. Hoe zy de jonge ftieren en oude bullen ßiyden. Zy melken zoo niet als de Europeanen. Wat zy met de melk dom. Hoe de Hottentotten boter maken. De mannen mogen geen fchapemelk drinken. Hoe zy fefibèpen. en het Rundvee bewaren. Hoe zy het iveggelope Vee weir achterhalen. Hoe zy de jonpe lammerea t en kalveren 's nachts bewaren. IVut bakkeley of Vecht- offen zyn. Deze worden tot den oorlog afgericht. Wat de Hottentotten voor Draag-ojfen hebben. Waar deze offen toe worden gebruikt. Wat zy met hun ziek Vee doen. De Europeaan febe fchaaps-ziektens zyn hy de Hottentotten zeer zeldzaam. Hoe het ziek Vee gene/en word. Hoe zy de wilde roofdieren vervolgen , en doden. Wat de Hottentotten met hun Vee doen. Gebruiken al hun Vee niet om te Jlaan. Verkopen eenig Vee aan dn Compagnie , eenig aan den Gouverneur , ook wel eenig aan de Europeanen. Verhandelen het ook aan arme Hottentotten. Be/luit van dit Hooftßuk. H van Ier voren heb ik van der Hottentotten huishouding eenige naricht gegeven , en daar nevens van hunne kindertucht, zoo als ook hoe zy met elkander leven iets aangeroert ; nu zal het niet onaangenaam zyn, wanneer ik het nodige, waar van hunne huishouding voor het grootfte ge- deelte beftaat en onderhoud heeft, verder daar by voeg, en daaren- boven aantoon , op wat wys zy n hunne hun vee , haar grootfte rykdom, bezorging en meefte levens-onderhoud , op- over t vee. rr 1 pallen en verzorgen , op dat zy veel nuttigheid en groot voordeel daar van können hebben. Eertyds heb ik reeds van deze zelve materie het een en 't ander bericht , maar niet met die ora- ftandigheden, zoo als het hier ge- fchieden moet ; want de Lezer zal zich noch wel können te bin- nen brengen, dat ik my toenmaals uitdruklyk heb voorgeltelt , van der Hottentotten veetucht , en alles wat daar toe hoorde, op een andere tyd te fchryven. Ten de- II. om daar van te e et en: 7)at zy dit gebruik navolgde// , fchoon zy niet konden zeggen , ivaar in die ongezondheid beftont. Watmy aanbelangt, ik zoude de oorzaak wel gillen, maar bezwaarlyk met waarheid zeggen können; der- halven zal ik my daar mede niet ophouden, maar de Lezer zelf die laten navorfchen. Hier voren is ook met een vin- ger aangehaalt, dat de Hotten- totfche Herders alle a/onden hun- ne troppen t'huis brengen , en ze bewaren, op dat de 1 , eeuwen, Tygers , Luipaarden, Luchten, Wolven, wilde ! londen, enz. de- zelve niet mogen befchadigen; derhalven zal het niet ondienftig zyn, wanneer ik zeg, hoe zy de- zelve bewaren, en 's nachts bezor- gen ; want vermids vanden Eu- ropeanen gezegt is, dat zv gene gellotc of gedekte Hallen hebben, zoo kan men licht denken , dat men by deze noch minder een Hal of iets diergclyks zal aantreffen; en is defhalven hare bezorging wel waardig, dat ik ze meld. Alle hunne dorpen, gelvk op H.oc *? dc , in,. ■ ichapen en een andere tyd omftandtger zal het Rund- worden gemeld , zyn rond ge- vec bcwa" 1 i 1 ' • > -ïi ren. bouwt, zoo dat er in t midden, een grote ope plaats is. Op deze plaats dryven zy by nacht hunne ichapen, op dat 'er zoo licht niet iets bykomen zou; buiten om fchikken zy de Kocjen , Offen en .Runders, die als een befcherming of waarborg voor haar en de fcha- pen moeten verftrekken. Opdat dezelve echter niet können lopen waar zy willen, zoo maken zy ftrikken van biezen, zoo als el- ders zal worden gemeld, en met dezelve binden zy altyd twee en tWfe snn rlknndpr, 200 dat de twee voorite en achterlte rechter voeten met den ftrik vaftgemaakt zyn , en dezelve of te gelyk lopen, ofte gelyk ftil ftaan moeten. Wanneer der echter eenig h"°^e. beeft wegloopt, zoo hebben zy lopen vee nevens andere middelen , die £*£" mJ kort hier na volgen zullen , de fnelheid hunner voeten , waar door zy het zelve wel haait achter- [ haaien; en befchryft deze manier, de reeds dikwyls aangehaalde Heer Vogel in zyne tienjarige Ooft -Indifche Reisbefchryving pag. 90. gantfeh kort en duidclyk, wanneer hy zegt: Als een ftuk Rund-of' Schaap-vee ontloopt , zyn zy ten cerflen achter het zelve heen , en --veten het vael ras te ach- terhalen ; en grypén het by de ho- rens ofby tic achterjlc poten , zoda- E 3 vig 3S BESCHRYVING van de nig dat het na hun believen moet Jïïl ft eian. derhalven is het niet nodig , dat zy, fchoon 'er rondom hen wilde roof-en vleefch-vreten- de dieren worden aangetroffen, des nach:s by hun vee waken, ver- mids zy wel haafl den naderenden vyand door het geweld en het vluchten van het Rund-vee kön- nen bemerken en gewaar wor- den, jong/iam- ^°k hebben zy een aardige ma- meren en nier, om hunne gantfeh jonge nachtsSbe- Lammeren en Kalven , die zy niet waren. mede buiten rondom het dorp itellen , des nachts voor regen te bewaren, op dat zy daar van niet mogen fierven ; namelyk zy bou- wen in dezen cirkel van de Kraal een huis, 't welk van niemand word bewoont, en in het zelve bewaren zy hunne jonge Lamme- ren voor regen , en ook op dat ze in den trop niet worden dood ge- perlt, of vertrapt, welk huis 's nachts toegedaan word , zoo dat de Lammeren daar niet können uitkomen. Voor die deur zyn eenige palen in de grond geilagen waar aan zy de jonge kalven met flrikken valt binden, om ook van dezelve verzekert te zyn , dat ze nier buiten tot hunne moeders lo- pen, en onverziens tot buit der wilde dieren worden , zoo dat zy overal zorg dragen , dat zy hun vee in zekerheid hebben. Het overige middel, waar door zy hun vee in zekerheid en in een trop by elkander houden, moeten hunne offen verfchaffen , waar van zy zommige tot Draag-offen, en anderen tot Bakkeley of vecht- offen africhten. Van beide zal bet verhaal niet onaangenaam zyn, te meer om dat men het zelve heel weinig by andere natiën vind , en kan ik zeggen, dat deze inventie niet minder als na dom- heid gelykt. Wat dc Wat de Bakkelei of Vecht-of- d« fen aanbelangt ,zy hebben hunnen oJTenzjo. na;im van den oorlog, alwaar men \ echt , of zoo als de Hottentot- ten zeggen, bakkeleit. Deze dieren zyn de grootlte , fterklte en moedigde offen van den gant- fchen trop ; en vind men 'er in ieder Kraal of Dorp doorgaans $ of 6, of ook wel, na dat 'er veel vee is , meer ; welke allen van de oude Hottentotten , wor- den uitgezogt , afgericht en daar na gebruikt , om op de weide het ander vee by malkander te hou- den , op dat het niet te ver ver- ffrooit gerake , en van de wilde dieren overvallen worde. Daarenboven worden zy ook geleert, om in hunne oorlogen, die zy tegen elkander voeren dienff te doen , en op de vyanden in te dringen , hunne aanvoerders den weg te banen , alles onder de voet te lopen, en te verjagen, welke hen tegenftand willen bie- den. Zy hebben ongetwyffelt deze wys van andere natiën ge- leert , die zich van Olyfanten be- dienen, en vermids zy deze niet hebben können tam maken, zyn zy geraden geworden , om de of- fen in plaats van de Olyfanten te gebruiken ; dat ook zeer wel ge- lukt , en daar de genen , die de meefte offen te velde brengen, zeer veel voordeel van hebben. Het is in 't open veld zeer ge- vaarlyk, als een Europeaan by een oiren' "c trop vee komt ; aangezien deze moet men Bakkeley-oflen van den gantfehen zyn hoede trop recht op den geen aanlopen, *y&- die tot hen komt. Ik ben ook verzekert , dat hy nood zoude leiden , indien hy zich niet wift te redden, of een Hottentot te be- roepen , vermids zy zich niet laten affchrikken door het werpen van ffenen of iets anders , 't welk men langs den weg vind , maar altyd op den komenden man los lopen; doch zoo dra deze een Hottentot beroept , en die maar eens op den vinger fluit , zoo blyven zy ten eeriten (hl liaan, kyken den vreemdeling llyf en onverander- lyk aan , en verzetten verder geen voet ; als tot by den Hottentot, en "i Hoe de Hottentotten de Draao- Ossen malen .*. en dezelve beha-, O , C. CÜ?£KfHUi feett . KAAP de GOEDE HOOP. Wat van hare Draag-of- len a.ui te merken. en keren als dan wederom nahun ne weide of overigen trop. //)o hy geen Hottentot beri pi n kan , zoo is ?.vn eenig hulp- middel , dat hv zyn geweer Li fchiet ,en v.c daar mede \ ei fehrikr, en ie rug jaagt, op welke fchoot de 1 Iottentottcn /.elf voor den dag komen , en hun vee te rug dn - ven. Indien hy geen geweer by zich heeft } en ten eerifen geen boom of hoge klip kan beryken, 200 is hy genoeg in angH, en moet afwachten, vrat v.c met hem doen 7.ullen. En of hare woede wel niet zoo ver gaat, dat hy daar door ten cerftcn om het leven word ge- bragt. zoo loopt hy echter gevaar dat hy met de fpitze en fcherpe horens zodanig zal worden ge- quetH, dat hy daar door een onge- mak krygt , het welk eindelyk zelfs de dood met zig kan flee- pen. Ik zelf heb dikwyls gevaar uit- gcflaan , om door dczelven ge- ■ queH te worden , en heb my op myn geweer moeten verlaten, wanneer een Hottentot door het gemeld fluiten den aanloop belet- te , en my uit het gevaar redde. Wanneer ik wel gezien , en ook door vragen ondervonden hebbe ; dat deze Bakkelei-offen alzoo worden afgericht, dat zy den ou- den een jong en nog onafgerichten toevoegen , welke den ouden of vry willig of door flagen navolgt, en zich alzoo moet laten dwingen om den ouden alles na te doen, en denzelven te volgen. By nacht echter binden zy altyd op de bo- vengemelde wys een ouden en een jongen aan elkander, en latenze al 7 00 by elkander Haan. Hunne Draag-Oflèn zyn ook zeer groote Herke, en ongemene zware dieren, welke insgelyks van oude en ervarc Hottentotten uit- gezocht worden. Wanneer zy naauwclyks een of twee jaren oud zyn , vangen zy dezelven , werpen ze ter aarde, en binden ze< zoo als hiervoren gezegt is, aan alle de 30 voeten ; daar na komt 'er een met een mes, en rteckt een gat door den boven muil, t Milchen de twee ttensgaten. In dat gat Hecken 1 een as, ontrent cru duim dik, en byrta anderhalve voel lang, die van boven een wcakiak lu-eft, zoo dat hy 'er niet weder uitvallen kan. Wanneer dit hout in het ge- melde gat lleekt, können zy de of- fen zeer licht dwingen, en tot al- les africhten; want als zy niet Uil Haan, of ontlopen willen, Heken zyhet gemelde hout in de aarde, en leren ze daar door HU Haan, om dat het hen, indien zy trekken willen, pyn doet; en als zy verder dit hout in de band hebben * en naall de oflen gaan , zoo moeten zy wegens deze zelve oorzaak ge- duldig volgen : En willen zy de- zelven , als zy reeds eenig/.ins tam gemaakt zyn, een lalt opladen, zoo moeten zy, als het hout in de aarde geitoken, of in de hand ge- houden word , weder flil Haan , en met hem laten handelen, zoo als het de Hottentotten verflaan. Dit laden is eigentlyk bet in- zicht van deze Natiën , waar toe zy deze offen gebruiken , en waar- omme zy Draag-offen worden ge- naamt ; aangezien zy van de eene na de andere plaats trekken, zo- danig een os het gantfche huis ne- vens al het huisraad van een Hot- tentot zoo alsook dikwyls, kran- ken, die niet gaan können, waar van 'er twee worden opgebonden, dragen moet , ter plaatze , daar men zich weder neder zetten wil. Op de genen , die gene huizen hebben te dragen, word een leger, als een draag-Hoel van hout ge- maakt , om ouden en uitgeleef- deiij zoo als ook kranken en zwakken daar mede te voeren. Indien zy van voornemen zyn , om na een plaats te reizen, en ee- nige tabak, brandewyn, tabaks- pypen , kopere en glaze koralen te handelen, zoo nemen zy zodanig een os met zich , om het gehandel- de 40 BESCHRYVING van de de gemaklyk en zonder moeite t'huis te krygen. Kortom in alle gelegentheden , wanneer 'er wat te dragen valt , zoo moet een Draag-os de getrouwe metgezel en hulp van een Hottentot zyn, die voor hem den lait draagt , daar hy ze hebben wil ; waar uit licht is af te nemen, dat 'er meer Draag als Bakkelei-ollen in een Kraal of onder een trop vee moeten zyn ; doch alles naar mate van het volk en het getal van het vee , 't welk in een Kraal aangetroffen word. Tot nu heb ik alzoo den Lezer van de oppaifing en behandeling van hun vee dat geen verhaalt, 't welk ik nodig oordeelde, en 't geen men by andere natiën niet o- veral vind. Jegenswoordig is nog overig, om te zeggen, hoe zy het met hun ziek vee Hellen , en hoe zy met het zelve omgaan. Het is echter merkwaardig, dat in ie- der Kraal een man moet wonen , die kennis van de ziektens van het vee heeft, op dat, indien 'er iets ziek word, iemand by de hand is, welke het zelve helpen kan. zy houden Gelyk zy in alle hunne zaken de ziekte geheim zyn , en aan de Europea- nen niet gaarn veel ontdekken , zoo zyn zy ook voornamelyk op hunne hoede , dat zy niet licht be- kent maken , waar van haar vee ziek is; te meer, vermids zy we- ten , dat het vee van de Europea- nen van hun vee aangewonnen, en derhalven zonder twyffel aan ee- nerlei ziektens onderworpen is , om dat het in een land woont , en eenerlei voeder geniet. Derhal- ven is 't my onmogelyk geweelt , hier van iets zekers te achterhalen; en heb ik alleenlyk door de onder- vinding zoo wel by de Europea- nen als by de Hottentotten ge- leert , dat zy in den winter door den Herken regen by gebrek van een bedekten ital zeer veel vee, zoo wel van runderen als fchapen verliezen. Voor 't overige weet men in de- ze gewellen niets van een zodanig van hun vee ge heim algemeen Iterven der fchapen, als in Europa : Ook is men niet be- kommert, dat een kudde derzel- ver licht fchurft worden , of de kuch bekomen zal, of anders on- gezond zal worden ; zynde men van alle deze ongelegentheden in dit ge weil t'eenemaal vry ; 't welk mynes oordeels veel komt, door de gezonde weide en gematigde lucht ; als waar door de fchapen ook het gantfche jaar niet nodig hebben, zoutte lekken, zonder het welk die in Europa het niet wel uithouden können. Wanneer zy echter zieken on- Hoe het der hunne troppen bekomen, zoo*iek vee bedienen zy zich van de middelen , ^ord"* welke hen van den gemelden vee- Doftor voorgeflagen worden. De- ze zyn uitwendig, het gewoonlyk aderlaten , 't welk zy met een pun- tig mes, of wel met een been van een vogel of ander dier , op een iteen, fpits geflepen, verrichten. Inwendig bedienen zy zich van wild Knoflook, zomtyds heel en zomtyds gefloten ; of zy maken 'er een drank van , den welken zy het vee in gieten. My is ook bewuil , dat zy een zeker fteen-harft hebben, waar van reeds eertyds gemeld is, dewelke zy het vee ingeven, als het niet (tallen kan. Of dit echter het geen is, waar van de Heer iit de kleding der Hottentotten. Ciradien der Hottentotten. Smeren zich allen met vet. Wat zy voor hair hebben. Smeren het zelve met vet. Bedekken het hoofd in den regentyd met een mutsje. Wat zy om den hals dragen. Zy bedekken het bovelyf met bc fineerde fchaapsvellen , welke zy Crofi noemen. Waar toe zy die Cro/s buiten de kleding gebruiken. Zy dragen aan de linker arm ringen van Olyfants tanden. Befcbryving van de (tokken, welke zy in de rechterhand dragen. Waar toe de Rackum (lok dient. Waar toe zy den Kirri gebruiken. Wat zoort van neusdoeken zy gebruiken. Waat mede zy de fcbamelbeid bedekken. Van haar fiboencn. Opfehik der wyven. dragen mutzen. Dragen de borfi en buik bloot , en aan den hals een zak. Wat de Hottentotten voor bedden hebben. Vrouwen dragen ringen om Je bunten. Waarom zy die dragen. Zy beßrojen het hoofd met Buchit. Hoe zy het hair met allerhande dingen opfehikken. Wat zy om de hals , handen , en lyf dragen. Hebben graag kopere coralen. Mannen en •wyven dragen oorcieraden. De mannen vlegten de bltafen van de gedode dieren in de bairen. Wat de Namaquas voor een blik op het voorhoofd dragen. Hoe de vrouwen het aangefigt opfmukken. SChoon ik U tot nu toe zeer veel van de Hottentotten ge- meld ) en van de een en de ande- re materie naricht heb gegeven, zoo zult gy ze echter altyd naakt en ongekleed befchouwt hebben, en daar door tot die gedachten ge- raakt zyn , dat deze in vele Huk- ken wilde menfehen niets hadden , waar mede zy hunne naaktheid bedekten, maar altoos naakt gin- gen , en zich nog voor eikanderen nog voor vreemdelingen fchaam- den. Edoch behalven dat in alle my~ nc voorgaande reeds van hunne klederen melding gedaan is, zoo zyn uwe gedachten echter niet t'eenemaal mis of ongerymt, ver- mids het geen , 't welk zy in plaats van rechtfehape klederen gebrui- ken , naauwelyks den naam van klederen verdient ; niet om dat het van geringe of Hechte Hoffe is genomen , maar om dat het gant- fche lichaam daar mede niet be- II. 'Deel. dekt word, maar allcenlyk het al- lerminfte deel, en daar meelt aan gelegen is. Jegenswoordig heb ik befloten , vandekit daar van naricht te geven , deels ?jn8 der i > 11 i 1 i i c i Hottcntüt- om dat zulks noodzakelyk Ichvnt, ten. en ook om dat daar door een ver- andering van ftofie* die nooit on- aangenaam is , geboren word. Want alle zaken , die van deze Heidens moeten worden gezegt, in eene natuurlyke order voor te ftellen , zoo als zy behoorden te volgen, zoude zeer pryslyk en wel gedaan zyn, om dat de eene uit de andere vloeit , of ten minften de eene op de andere betrekking heeft; edoch ik twyftèlniet, of deze wyze zal den Lezer ook niet onaangenaam zvn, nu alles onder malkander word verhandelt , en het een mengelmoes gclykt , wan- neer ieder materie maar na zyn behoren word verhaalt , en 'er niets uitgelaten word , wat tot de- zelve eigentlyk behoort. F * Hier 44 BESCHRYVING vande Hier over zal de Lezer hoop ik, I alle overige leden, zelfs de hairen tot nu niet te klagen hebben ge- j op het hoofd met deze treffelyke had, oni dat ik myn uiterfte bell | zalf balfemem Geraden hebbe gedaan , Om alles grondig voor oogen te Hellen ; en vermids ik voortaan ook zoo meen te doen, zal alles zich te beter laten rechtvaardigen ; te meer om dat ik my in alle Hoofdftukken maar van de naafte en belle materie be- dient heb , welke my te binnen gekomen is , waar uit de Lezer wel afnemen kan, dat ik geen tyd of gelegentheid vruchtlos hebbe laten voorby gaan. Om echter van de kleding der Hottentotten duidelyk te fchry- ven i zoo zal ik ook van hunne Cieraden iets daar nevens moeten voegen. Doch beide zal mynes oordeels , beft können gefchieden, als ik voor aflaat gaan dat geen, 't welk zy, jong en oud, groot en klein, ryk en arm gemeen hebben, en in overeenkomen ; waar na in 't byzonder zal worden gezegt , welke klederen van den man wor- den gedragen, en waar mede hy zich opfehikt ; zoo als ook hoe de vrouw sperzonen gekleed gaan, en op wat wys zy zich fmukken, want daar door zal een iegelyk zeer licht een man van een vrouw, en een vryfter van een vryer kön- nen onderfcheiden. Dienvolgens zeg ik, dat zy in het fmeren met ichaap of ander vet alleen overeenkomen; alzoo dat zulks , gelyk voorheen is aangewezen , een der eerfte eer- tekensis, het welk aan een eerft- geboren kind bewezen word, zelfs 200 dra het zelve het licht van de- ze waereld befchouwt. Vermids echter daar mede voort gevaren, en de oude vuiligheid nooit afge- warTen word, zoo is lichtte den- ken, dat de drek met 'er tyd wel zoo dik op hare huid moet zitten , als de dikte van de rug van een mes ; te meer om dat zy geen lid van het gantfche lichaam fmeert laten, maar de oogen, 00- ren, het gantfche aangezicht, en Zy fmcren vet. vet. De gemelde hairen zyn fchaap- Watzy vacht of wol niet zeer ongelyk, en ^bcn'' worden deswegen Kaffers-hairen genaamt , om dat zy in dit ftuk met de andere zwarte natiën, als die van Madagascar , Guinee, Capo- Verde, en andere overeen- komen , -en heb ik nooit een Hot- tentot of Hottentottin met lange hairen gezien, ten zy hyeenEu- ropeaanfehen Vader had , fchoon de Heer T. Tacbart in zyh Siam- fclie Reize fag 109 een natie aan- haalt, welke hy niet noemt, en zoo als ik uit alle omftandigheden gillen kan , de Attaquas zyn moet, welke lange hairen hebben , die over de fchouwders hangen ; waar in hy zekerlyk van de genen , die het hem hebben gezegt , misleid is, vermids ik geen eenen onder hen met lange hairen aangetroffen heb. Zy fmeren deze wollige hairen Smeren het zoo dik met vet, dat het gantfche 7' hoofd lykt , met een korft over- dekt te zyn ; derhalven zyn zy ook zoo dik in elkander gebakken , als wol, alwaar de mift met klonters inhangt, zoo dat men van de hai- ren niets zien of bekennen kan. Zy nemen tot die zalving niet al- tyd ryn en zuiver vet , maar zy wryven hunne fmerige handen langs de ketels en pannen , insge- lyks langs yzere potten , met wel- ken roet of zwart zy het hair, het aangezicht en het gantfche lic- haam befmeren , en daar van de zwarte verf bekomen, welke zy uit de natuur niet hebben , gelyk hier voren reeds is aangewezen , wanneer de oorzaak van dit fme- ren ook gemeld is. Daar zoude nog wel het een en het ander van dit fmeren können worden gezegt , doch ik beroep my op myne voorgaande Hoofd- ftukken, waar in hier en daar van deze Hinkende vuiligheid melding is gedaan, en derhah en is het niet no- />.:■/ /'.,.. 11 k'l.KDIN^ DER HOTTENTO'ITIA C. Philips Jeltn . KAAP Di: GOEDE HOOP. ken. Zulks is in alle delen niet duidelyk genoeg , maar kan door het geen ik hier voren daar van heb gezegt, licht worden begre- pen, om dat die Ringen niet van gantfche olyfants-tanden of louter ko- KAAP de GOEDE HOOP. 4f koper, m.w van die Hoffen, gc- maakt zyü. Befduy- In de rechterhand dragen SSenn,de gemeenlyk twee Hokken, 'de ee- ' in nc in hunne taal Kirri, en de ander / A'./fv.yw-rtok genaamt. DeA'/r/v- g^n- Hok is ontrent drie voeten lang, en een duim dik, en de Rackum- Hok is maar ruim een voet lang. De Kirri is aan beide einden even dik en gelyk, en de ander, is aan liet eene end ipits gefneden , om dat zy den zelven allcenlyk tot Waar toe- WWPen gebruiken , aangezien zy icRMdmm- daar mede zoo net weten te wcr- ISdvE*" Pen ' J:U v>' in *° ryzefl naauwlyks eens milieu zullen; derhalvcn kan men aan dien Hok wel haaft zien, wat een Hottentot in den zin heeft , als hy den zelven met zich neemt , vermids het alsdan zeker is , dat hy of op de jagt gaat , of dat hy zynen tegenparty zoekt te keer te gaan. Waarvan Beide deze (lokken, te weten •enMor- de Kirri en Rac kum-ftok , zyn enge- zoo zwaar als lood, en zoo taai, hecht en Herk als yzer, en wrord het hout, wan- van zy gemeenlyk worden gemaakt , derhalven yzer- hout genaamt. Zommigen ma- ken dezelve ook van wilde Olyf- bomen . die hier aan de rivieren redelyk veel groejen, en in har- digheid van het gemeld yzer-hout weinig verfchclen. Hoczy Wanneer zy zodanigen Hok ïriden" willcn maken, befmeren zy den zelven zoo dikwylsmet vet, tot dat 'er niets meer in trekt, daar na hangen zy hem in huis, tot dat het vet t'eenemaal intrekt en droog word, waar na dezelve niet gebogen of veel min gebroken kan worden ; en ben ik verzekert dat een degen eerder zoude fprin- gen, eer die Kirri of Racküm- Hok aan Hukken zoude worden gehouwen. Waar toe Gelyk zy den Rackum-ftok tot Jj?«e- xverPen gebruiken , zoo gebruiken 'ruiken, zy den Kirri-Wok tot vechten en afweren , in plaats van een degen; zoo als ik wel met vermaak en verwondering hcb"bc gezien , hoe handig en fraai zy nut dezen Kir- ri-Èók de Holen o! houwen kön- nen afkeren, wanneer 'er twee uit jok of eriill vochten ; en ben ik vcT/.ekert, dat de belle icherm- mccHcr in Europa met een gelyk geweer niets tegen hen zoude uit- voeren, <>m dot zv nooit ftilbly- ven Haan, maar gcltadig dan hier dan daar fpringen, en echter el- kander zeker weten te raken, en daar benevens gantfeh aardige buigingen en draijingen met het lyf maken, alzoo dat 'er zelden een Hag zeker is. In de linker hand dragen zy Wat zy daarenboven een kleinen Hok, ™°ursd«nk waar aan een voflfe of wilde katte- hebben. Haart vail gemaakt, of aan het end daar mede overtrokken is , welke Haart hen in plaats van een Neusdoek moet dienen , vegende de neus met deze vofle Haart, als zy verkout zyn , of ook wel het aangezicht , als zy flerk zweeten, en de oogen , als 'er Hof of zand ingewaait is , zoo dat zy het zelve gebruik daarvan maken, als de Europeanen van een Neusdoek. De Hok, waar aan deze Haart is gedroogt, is ontrent een voet lang; en als de Haart nat, of van Hof en zand vuil is, draajen zy hem zoo gezwind in hunne han- den als de Schippers de zwabbers, op dat de nattigheid en de Hof daar uit valt ; zynde in hunne taal Schjou genaamt. Het gantfche boven-lyf en de Hoe «i buik zyn t'eenemaal bloot, tot aan ^re Ä de Schamelheid , welke zy met meihcid een Huk je vel bedekken, het welk bedekkcP rond gebogen en aan het end een weinig toegenaait is. Het behoud alzoo in deze form de lengte en breedte, van ruim een mans hand; dog zoo dat het jia den buik toe een weinig breeder van elkander Haat. Dit lapje vel word door- gaans genomen van een Das of ook wel van een wilde kat ; met dit on- derfcheid ,• dat daar de hairert van het vel, waar van de bovengemel- de 48 BESCHRYVING VAN DE de mutzen zoo als ook de Crofs worden gemaakt , binnen waards worden gedragen, deze altyd van buiten zyn. Aan dit lapje vel , t welk Kiillcrofs genaamt word, zyn twee riemen vailgemaakt , waar mede het boven de heupen om het lyf kan worden gebonden, en hangen deze riemen net tulTchen de twee billlen, tot onder het ort- fivtitmfoßer'ms, daar de Secret w gefchied. Het gantfche onderlyf, te we- ten , van de heupen tot aan de voetzolen, is naakt en bloot, uit- genomen van de genen , welke zich onder de Chriflenen tot Schaap-of Vee-herders laten ge- bruiken, die lere flopkouzen dra- gen, om hunne benen niet te be- fchadigen, als zy in de woeite vel- den en doorne hekken lopen moeten. Eenigen van hen, zelfs van de genen, die ver van de Chriftenen wonen, en vee be- zitten , gelyk dan haar gantfche rykdom in vee beftaat * zoo als hier voren is gemeld , of ook de genen , die ver moeten reizen, zoo als zeer dikwyls en om een geringe oorzaak gefchied, maken van oiTen-huiden , of van wilde dieren- vellen, welke zy dood ge- jaagt, of met pylen en Hajfagajen gefchoten hebben (welke vellen niet bereid zyn) fchoenen , die maar uit een zool beftaan , en net de grootte van hunne voeten hebben. Van hau Die fchoenen, of liever zooien, feboenen. 2yn n0g rujg f en worden de hai- ren buitenwaards gedragen, zoo dat zy door de aarde als afgeflepen worden. Aan de hielen is een riem , waar mede zy van achteren worden vaftgebonden , en aan de tonen is 'er ook een, die om den voet gaat. En hebben deze zoo- ien mynes oordeels een gelykheid met eenige oude Romeinfche zoortcn van fchoenen , of ook met die, welke deCapucynen en Franciskanen dragen, waar van men den gantfehen bloten voet kan zien, en daar van de fchoenen door diergelvke riemen maar wor- den valt gehouden. Men vind 'erzomtyds wel, die een paar oude kouzen of fchoenen van den weg hebben opgeraapt , welke zy aantrekken, en ook wel anderen , die van dees of genen matroos een oude linne en met pik en teer gefmeerde en byna verflete doorluchtige broek tot een vereering hebben bekomen, welke zy aan hebben , edoch ver? mids zulks zeer zelden gefchied , kan men dit niet aanhalen, als iets 't welk de gantfche natie eigen is , of als iets waar na dees en gene na- tie leeft ; want de mannen verge- noegen zich met de klederen of vellen, welke reeds befchreven zyn , waar mede men hen alle da- gelyks ziet gaan; 't Geen zy daar en boven in den oorlog of op de jagt verder gebruiken , en met zich nemen, zulks zal in de vol- gende Hoofdflukken genoegzaam worden gemeld , wanneer die daar toe behorende {toffe zal worden voorgeftelt. OndertufTchen zal ik my tot de van d«i vrouwen begeven, en haar in haar °pfchikder dagelyks gewaad voordellen , als wyv< welke nooit by eenige gelegent- heid iets anders dragen , als waar- mede men haar dagelyks ziet, te meer om dat van de cieradien hier na in 't byzonder zal worden ge- handeld , en aangetoont , welke de cieradien der mans en die der vrouwen zyn. De Heer Boeving loc. cit.pag. 4. zegt van de wyven alleenlyk , dat ze doorgaans een groter gefleep van klederen hebben , als de mans, 't welk hoe waarachtig het is, de dagclykfche ondervinding leert ; en dat het by de Hottentottinnen ook zoo is, zal de Lezer uit dit volgend bericht können afne- men. Dienvolgens , in plaats De Hot dat de mans de bovengemelde tentottin- Mutzen maar op een zekere tyd, ^"tanf te Weten des winters , op het fche jaar hoofd hebben, zoo ziet men de^norMut- wyven daar mede dagelyks en zon- KAAP dl GOEDE HOOP. 49 vonder ondcrfeheid van weer op het hoofd. De zoo evcngemelde Heer ß ving maakt op de aangehaalde plaats een /eer nel en kenbaar on- derfehcid tuffchen de mm /en der mans en die der vrouwen , wan- neer Iry /egt: Het hoofd der ssyven is met een fpit sacht ige Lere muts , -van boven toe, bedekt, welke zoo als alle hare kleding, vet en fhttfig is. Dit is wel zeker , want de Mutzen van de mans zyn van bo- ven rond en effen, maar die der vvyven zyn van boven fpits, en hebben zoo als de Polen een punt boven het hoofd uitlteken, welke muts met een breede riem om het hoofd vakgebonden word ; of zy echter in niets anders in de kle- ding van de mans onderfcheiden zvn, dan in de Mutzen , zoo als "Dapper in Afrika pag. 619. rtio. ons wil wys maken, daar aan tvvyffele ik zeer , en zal in 't ver- volg ook klaar genoeg blyken, dat 'er nog meer verfchil aan de- zelve gevonden word. i Wegens deze Mutzen, kan ie-' mand , die hier maar een korten ,tyd voor anker legt , of maar ee- nige dagen aan land komt, Om zich te ververffchen , niet wel weten , of de wyven hair op het hoofd hebben, -dan of ze het laten affche- ren. Ook kan hy niet weten, of het hair zoo wollig en fmerig is, Wat van ais dat der mans ; edoch heeft de haar hair. lange aanwezenheid my genoeg geleert, dat zy daar in met de mans gelyk zyn , en heb ik derhal- ven het befmeren van het gantfche lyfals een algemeen Ituk aange- merkt. Waarom Waarom zv echter liever fchaa- Zy fduapc- pevet , als dat van andere die- fineren ge- ren gebruiken, kan ik eigentlyk bruiken. niet zeggen , dog dunkt my , ne- vens vele andere inwoners en in- boorlingen , de ware oorzaak deze te zyn, dat zy liever fchaap-vet ge- bruiken, om dat zy uit de onder- vinding weten dat 'er niet alleen jaarlyks meer van die dieren wor- II Deel. dcngellagcn, als van andere Lam- me dieren, maar ook omdat de fchapen, alszy wel worden op;1 paft, zoo als de Hottentotten, achteryjolgens het bovengemeld Bericht /eer w el daar mede weten om re gaan , tweemalen des jaars zonder de minlle verzwakking lammeren werpen, 't welk andere tamme dieren, uitgenomen de- geiten, die zy niet hebben, ui hou- den , niet doen ; en können zy derhalven eerder dit vet bekomen, als dat van andere dieren, zonder dat zy zulks merkelyk aan hunne kudde zien können. Daarenbo- ven zyn de fchapen hier ook veel vetter, als op andere plaat/en ; en reeds certyds uit (P. Tachart. in zyne Siamfche Reis p. 103. "Dap- per, pag. 6 r 6. en Hcrport . pag. 1 5". nevens nog vele andere ooggetui- gen bewezen , dat een Haart van een Hamel, die meelt vet is, zo. % 5-. tot 30 pont weegt. Ten Iaat? iten kolt het vet van de wilde die- ren ook te veel moeite, en dikwyls groot levensgevaar, 't welk als het al niet tot het dorre vleefch word gebruikt, echter te weinig is, voor allen om zich daar mede te fine- ren. Zy dragen den hals en de bors- ten nevens den gantfehen buik t'eenemaal bloot, behalven dat zy een vierkanten leren zak, een goocheltafch of een voermans tafch niet zeer ongelyk , met twee rie- men om den hals valt binden, waar in zy al het geen zy nodig hebben, en tot haar lvfs-onderhoud dienen kan , als brood of wortelen, vleefch, vifch, moffelen , tabak, tabaks-pypen , Dacha , vuurtuig, enz. bewaren , en overal , waar i zy gaan en liaan, met zich voe- ren. Deze zak hangt aan de gemelde riemen van den hals af, zomtyds op den rug, zomtyds op zy, zom- tyds onder de Krols, zomtyds ook bovenop den zelven, na dat de omftandigheden zulks vereiffchen en toelaten ; welke omltandighe- G den Hottentot- tinnen dra- gen de borft, ea den buik bloot, en aan den hals een zak. Wat vet" der van de- zen zak te merken. 50 BESCHRYVING van de den een weinig aan te halen, niet ondienllig zal zyn, om dat daar uit zal blyken , dat de wy ven we- gens dezen zak ook meer klede- ren moeten gebruiken als de mans, want als de zak op den rug hangt, en onder den Krofs verborgen is, zoo is niets zekerder, dan dat zy in plaats van eenen , twee kroflen dragen, en dat zy met den onder- iten en kleinlten den rug bewaren, dat de zak haar niet befchadigen kan. Hebben zy echter kleine kinde- ren , die nog niet lopen können , zoo moet de zak wyken, en in plaats van op den rug op zy han- gen, aangezien als dan het kleine kind door den gemelden kleinen krofs op den rug vaft word gehou- den , dat het niet vallen kan , om dat 'er van boven nog een krofs o- ver gaat, die van onderen rondom word toegebonden, op dat het kind voor wind en regen bewaart blyft, en ziet men als dan van het gantfche kind niet anders als het hoofd , het welk over de fchouw- ders uitlteekt, op dat de moeder als het zuigen wil, de lange af- hangende borften kan toewerpen en ze het kind in den mond He- ken, en haagt de zak als dan ook op de krofs , dat hy van elk een kan worden gezien. Zomtyds gefchied het ook wel, dat zy de onderfte krofs, voorna- melyk als zy gene kleine kinderen hebben, die nog niet lopen kön- nen, uit pracht en hovaardy dra- gen, gelyk dan de wyven door- gaans hoogmoediger zyn , als de mans; en willen zy als dan daar mede tonen, dat zy rvk zyn, en geen gebrek , nog aan klederen nog aan mondkoft hebben. Voor 't overige, als 'er niet veel in den zak is, dragen zy denzelven onder de Krofs, om dat dezelve haar of het kind niet veel kan bezwaren , maar als dezelve vol is, zoomoet hy boven op de Krofs hangen, 't zy ook wat 'er in is. Met de bovenite Krofs bedek- ken zy zoo als de mans, de fchouwders en het gantfche bo- venlyf, tot aan de knien, zoo ver als de krofs rykt ; 't geen echter niet word bedekt, laten zy bloot, en zyn deswegen voor niemand befchaamt, maar lachen nog wel , als 'er iemand na hare borften taft, en vragen, Wat jou Hert denkum, wat hy in zyn hert denkt, aange- zien het haar zeer ongewoon voorkomt , dat men van een zaak , welke men dagelyks en fchier alle oogenblik voor oogen heeft, veel werk maakt, en daar mede als met een kind zoude willen fpelen; en zyn zy derhalven in dit fluk heel anders geaard, als menig vrouw- volk in Europa, 't welk den win- kel laat open liaan, om het oog der mans daar heen te trekken en tot een vermakelyke handtafting te nodigen. By nacht, wanneer zy alle de Kroffenenden zak afleggen, ma- ken zoo wel de mans als de wyven van deze en andere Kroflen , die ik nog zal befchryven, hare bed- den op de blote aarde, en flapen daar op zoo zacht en zoet, als een ander in het zachtite veere-bed , dekkende zich met de anderen, die zy onder niet nodig hebben ; en als zy eindelyk fterven, zoo worden zy in een van dezelve en ook wel in twee met riemen ge- bonden , en op hunne wys begra- ven , zoo als hier na zal worden gemeld. Het onderlyf en wel het achter- fte deel van het zelve bedekken zy met een Krofs , nog wat kleinder , als de voorgemelde , welke ook met twee riemen om de lenden word valtgebonden , en tot aan de knien hangt, en ook wel een weinig lager. De fchamelheid be- dekken zy met een Krofs, die ruim driemaal zoo groot is, als die van de mans, en welke ook als die een byzonderen naam heeft, fa- men gettelt uit het woord Krofs en de benaming van 't fchaam- Hottentin- tinnen heb- ben geen fchaamte voor nie- mand. Wat de Hottentofr; ten voor bedden hebben. Hoe de wyven het achter- fte bedek- ken. deel. Het KAAP de GOEDE HOOP. Sr T Iet is aanmcrkcnswaardig, d.n deze Krofs niet 7.00 nis de andere ruig, maar gantfch kaal is, fchoon v\ /.<><> wel als de andere met fchaap-vet worden bereid , waar \w\ de oor/aak /oude /\ n , om dat /.e door de vochtigheid niet zoude bcdervcn/t welk ik aan an- deren Iaat oordelen. Verdere Deze Krols word insgelyks met .ms"™, twce riemen om de lenden vall kieKrofs. gemaakt, en geniet daar benevens de eer, dat ze met de riemen, rondom word geboort , en tot cieraad benaait, 't welk in plaats van franjes is, die men in Europa gebruikt. Daarenboven worden ook van de Ryken andere Kroifen gedra- gen, welke insgelyks met franjes omgeborduurt worden, dog hier van zal onder de cieradien nogee- nige melding moeten gefchieden ; gelyk ik dan hier ook niet nodig acht om het onderfcheid tuflehen de ryke en de arme mans te herha- len , om dat de ryke vrouwen 200 wel Krollen van Tyger-vellen dragen, als de ryke mans, en de- zelve daar benevens wakker met vet balzemen , en met franjes om- boorden, aangezien het karafter van de vrouwen zoo wel als de Europeanen, van de qualiteit van den man fchynt afhanglyk te zyn. Alle vrouwsperzonen , die o- ver de twaalf jaren oud zyn, be- dekken hare benen van de knien tot aan de enklauwen met rin- gen , die van fchaapvellen worden gemaakt ; r.an de meisjes worden maar eenige weinige ringen van biezen om de benen gedaan , tot teeken, dat zy van het vrouwelyk geflacht, en daar aan van kindsge- beente te kennen zyn. De Atta- quas-mxxt alleen is wel niet t'ee- nemaal daar vanuit te zonderen, maar kan ook niet onder de vo- rige gerekent worden, dragende zy zeer weinig diergelyke ringen om de benen , bchalven de ge- nen» die op de grenzen wonen, IL "Deel. en aan de naburige 1 [ottentotten rhet hun land , palen. Zy maken de/.e Ringen op Ac volgende wyze: Zy branden of fchroeien de wol of hei hair af, om dat de Hottenfotfche fchaöen geen Wol hebben 1 't zy dat /y nooit een fchaap fcheren , en by gevolg de wol laten ontaar- den , of dat zy uit de natuur ■ wol hebben; wanneer zy het hair hebben afgefchroeit, fnyden zy van de fchaaps en ook wel kalfs vellen brede riemen, en rolJcn de- ZelVe zodanig in elkander, dat de ruige zyde t'eenemaal binne- waards komt, en maken 'er op die wys een ring van. Zy maken deze ringen groot en klein, niet alleen na de dikte van hunne benen, maar ook naar ma- te dat zy op de andere ringen leg- gen moeten ; hebben ruim hun- dert ringen aan ieder been, en zomtyds wel drie of vier dik bo- ven malkanderen. Zy zyn on- trent zoo dik , als een kleine vin- ger, en daar benevens zoo net en konilig gebogen, en de beide ein- den aan elkander gevoegt, dat men geen begin of end daar aan vinden kan. Eenige en Wel de meefte Au- theurs, die van de Hottentotten iets hebben gemeld, hebben zich nietontfien opentlyk te berichten, dat deze ringen van fchaap of an- dere darmen wierden gemaakt; fchryvende vóornamelyk Saar in zyne 15 jarige krygsdienften/^. 1 f 7 . hi er van a 1 d u s : Zy geh -ui ken de darmen van de /ebapen , om hun- ne benen daar mede te bewinden. Op dezelve wyze zegt ook de Heer Vogel in zyne Tien- jarige Ooit-ïndifchc Kcis-befchry\ ing pag. 73 hier van aldus: Zy winden om hnnne benen vele darmen van Rnnders of febapen , welke zoo droog en bard worden , dat dezel- ve in bet gaan , een tamelyk ge- rammel of geraas veroorzaken. Trapper in zynen Africa gaat pag. 6io. 6 ir. nog verder, en meld G z dat •;z BESCHRYVINGvande dat geen , 't welk met alle de on- dervinding ftryd, door dien hy zodanige ringen ook aan de mans toevoegt, wanneer hy zegt: Ins- getyks hebben de mannen en wyven de benen vol gedroogde ringen van darmen hangen, om voor het fle- hen der doornen bevryd te zyn, en om in het danzen een gerammel te maken. Edoch dat het een openbare on- waarheid is, dat de mannen zo- danige ringen om de benen dra- gen, acht ik, van zelven reeds bekent genoeg te zyn: Ten min- den kan ik verzekeren, dat ik nooit een mansperzoon met zoda- nige ringen gezien heb, fchoonik 'er eenige duizend hebbe gezien. En dat de ringen van de wyven ook niet van darmen worden ge- maakt, daar van kan ik den Le- zer voor eerft een twyffelachtig getuigenis aan !P. Tachart voor- dellen, die in zyne Siamfche Reis pag. ioo. aldus fchryft : Het Vrouwvolk heeft bchalven het hier- voren bejehreven gewaad, hunne benen met vee-darmen of NB. met lapjes vel, ten dien einde ge fne den, bewonden. Daar na kan ik zulks met een ooggetuige beveiligen , welke den vollen uitflag aan die zaak geven zal , namelyk met den Heer Boe- ving , die in zyne Curieufe Be- fchryving en naricht der Hotten- totten pag. 4. hier van op de vol- gende wyze fchryft : T)e benen van de knien waren omgaven , niet zoo als zommigen fchryven , metfehaap- darmen , maar met ringen , van in elkander gerolde flnkjcs leer ge- maakt, in zodanige menigte, dat zy naauwlyks deswegens gaan kon- den, en zulks tot groot ongemak van de wyven ; en daar toe gewent men meisjes van r. 2. 3. jaren met ringen van Riet gemaakt. Aldus ziet de Lezer zeer wel , dat de anderen grovelyk hebben misgetait, en de zaak niet eens onderzocht, maar de vertelling \ oor de zuivere waarheid aange- nomen hebben. Verder kan ik De Hot- verzekeren, dat ik dikwyls heb ™°?£? gezien , dat zy zelfs deze ringen ringen van in tyd van hongersnood van de de benet1, benen gerukt, en gegeten hebben. Indien zulks nu darmen en wel zo- danige geweeft waren die de ou- de vuiligheid nog by zich hadden, zouden die niet allengskens van de benen gerot, of anders Hinken- de zyn geworden , dat men ze on- mogelyk zoude hebben können eeten? Edoch wat heeft de waarheid een getuigenis van noden , door dien zy genoegzaam van zelven fpreekt? Een moedwillige en on- verstandige dwarsdryver heeft zeer haaft uit, en verdient den naam niet van Muggezifter , om dat de waarheid ontwyffelbaar voor hem den uitflag geeft. Ik zal liever de redenen aantonen, waarom zy die ringen aan de be- nen dragen ; en zyn dezelve ne- vens de eerftgemelde, namelyk dat zy haar onderhoud in tyd van nood daar aan zoeken, deze twee volgende. Om dat zy veel door het wilde ^^ en woede veld lopen, en doornen nngen aan en heggen moeten doorkruipen, Jagen!" om wortelen , wilde Amandelen, zoo als ook Hottentots-vygen , by de Botaniften met den naam van Ficoides bekent, als hunne da- gelykfche kolt te zoeken , en zou- den zy zeer veel elend aan hunne benen uitftaan, indien ze met die ringen, welke haar in dit ituk den zelven dicnil doen , als de lere ite- veltjes aan de Europeanen , om dat zy heel dik op elkander leg- gen , en 'er geen doorn licht door- keken kan, niet bedekt waren. De twede oorzaaak, waar om zy die dragen , is de hovaardy ; want zy geloven, dat een Hottentottin, hoe meer zy zodanige ringen om de benen heeft , des te frajer , moo- ier en ryker is , gelyk hier na zal volgen. Op dat ook deze ringen als wel- Hoezyde- ke maar los om de benen leggen , ^avkec^ vaitig- KAAP dl GOEDE HOOP. 5? vuiligheid hebben en niet können vallen, zoeken wy langs de ftraten alle oude weggeworpe lorren In* elkander , en vlediten dezelve om de ondcrlte, waar door de ande- ren zodanig worden valtge maakt , dal zy niet vallen können. Ande- ren echter, die van de Chriilenen ver af wonen, endiergelyke lofn- pen niet hebben, nemen taaie bie- zen» en binden ze daar mede aan elkander, of ze bedienen zich van een riem, en winden den eenen aan den anderen 7.00 valt, dat ze niet van elkander wvken of vallen konnnen. Uit deze befchrvving der Hot- tentottinnen kan men licht oorde- len, hoe lieflyk , aangenaam, en fraai zodanig een vrouw aan een Europeaan moet voorkomen, en hoe veel moeite men doen zoude , om ze aan zvne zyde te krygen. '/ckerlvk de geen, die denkt zy- nen wil daar mede te doen, zoo als 'er echter eilaas! nog worden gevonden, voornamelyk onder de genen, die diep in 't land en van andere Chrillenen af wonen, moet niet alleen een Onchriit, maar ook van alle zinnen berooft zyn , om dat de llank , nog de wanltallig- heid , en veel min hare fmevige omhelzing deszelfs begeerte af- fchrikken kan. Ja ik kan niet be- grypen , dat zodanig een zich kan voorftellen beter te zyn , als zoda- nig onmenfchlyk vrouwsperzoon zelf. Hier uit blykt ook genoegzaam, hoe treflyk en koitbaar zoo wel de mans, vrouwen, kinderen, als huisgezin dagelyks gekleed gaan , en kan ik zeer licht de rekening maken, dat de Lezer ook wel zal können oordelen, dat hunne cie- radien, waar mede zy zich dage- lyks opfehikken, ook niet veel flechter als hare kleding zyn kön- nen ; 't zy dat men op de waarde zelf van de zaak of alleenlyk op den naam vanCieradien ziet ; maar vermids dit Huk tot nu onaange- haalt is gebleven, en echter tot de- ze materie behoort, zoo men an- derseen Hotieniot en Hottento tin rechl w il leren kennen, zoo zal hel m\ geoorlooft Zyn, myne be- lolie, die ik in den beginne ge- daaftbeb, na te komen, en hoop ik dat dit, terwyl de I .e/er door het doorbladeren, van andere ge- inige dingen miilehien / \\ worden afgehouden , echter niet verdrietiger zal z\ n geworden. Ik ben echter andermaal ge- noodzaakt, om wederom als voor- heen te melden , waar in de man- nen en wyven , ryken en ar- men , groten en kleinen , met elkander overeenkomen, zullen- de daar na aantonen , welk cie- raad aan de mans , en welk aan de w wen alleen toekomt, of ei- gen is. Wat het eerlle aanbelangt, zy Het fmé- komen allen hier in overeen , dat ,rcn is bV • , ' r haar een zy zich over en over met vet fme- ituk der ren , zoo als hier voren reeds wyd- fcho0*- lopiger gemeld is. Dient echter aangemerkt te worden, dat zy behalven de bovengemelde rede ook de fchoonheid en den goeden reuk daar by in 't oog hebben; want hoe meer iemand over het gantfche lyf en over alle de krollen gefmeertis, hoe fchoner zodanig een hen lvkt,en hoe meer het ver- fche vet met ter tyd begint te Hin- ken , hoe aangenamer die reuk in hare neus is, en kan men ze om zoo te fpreken verder ruiken, dan als men ze met de ogen beryken kan. Daar na komen zy hier in ook Beftrooj« allen overeen, dat zy het Itinkent m«Buchn. hoofd met weiruikende B/tcbiibe- Itroojen ; niet alleen , zoo als voor dezenis gemeld, voor de gezond- heid 't welk zelden gelchicd, of uit devotie , gelyk in verlcheide gevallen gebeurt, zoo als elders insgelyks is aangewezen , maar ook om dat zy zich met Buchtt verbeelden fchoner en fraajer te maken ; gelyk een Europeaan die meent niet opgefchikt te zyn, als het hoofd niet is gepoejert. G 3 Doch 54 BESCHRYVINQ vande het hair hik- ken. zeit. Doch de vrouwspersonen be- ftroojen alleen het voorhoofd , om dat het overige onder de muts komt en van niemand zoude kön- nen worden gezien. Verder komen zy alle hier in overeen, dat zy kïater-gout of kopere knoopjes, welke de Euro- peanen verloren en zy gevonden hebben, in hare fmerige hairen knopen , welke zy alvorens zoo glad lchuuren en blinkent maken, dat men zich daar in zoude kön- nen fpiegelen; niet alleen deze kleinigheden maar ook fpiegelglas en potpenningen maken zy op die manier vaft, en pryken daar me- de meer als een Staats -Dame met een fnoer paarlen ; of als een Heer met een goude kriel om den hoed. wat ry om Ten laatften hebben zy dezen der\h:lls'- opfehik ook gemeen, dat zy om den en om den hals, de handen, het lyr bo- even de heupen glaze, dog liefil kopere koralen, en indien zy die niet hebben, ook wel kleine ron- de fchalen van Struis-eieren dra- gen. Zoo als dan mynes bedun- kens , de woorden van den Heer Tachart cenigzins daar hene zyn te trekken , welke hy in zyne Si- amfche Reis/v^, ioo. wel vande wyven alleen, maar zeerduiiler, meld, wanneer hy zegt: Haar op- pronk beftaat alleenlyk in een ige Roz^e kränzen, van Raffaques of allerhande gecouleurde beentjes ge- maakt , vsclke zy om den hals doen, en in plaats van een cuitiunr ge- bruiken , nevens een/ge dikke kope- re ringen ( Cor alen heeft hy denk ik, gemceut) aan de armen. Want vermids zy uit de ondervinding weten, dat de cicrfchalcn en de glaze coralen zeer licht breken, en by gevolg de kopere diun- zaamll zyn, zoo beminnen zy de- ze laatllc niet alleen meert, maar /\ hebben onder dezelve nog een byzondcre verkiezing, namelyk dat zy de kleinen liefil om den hals en de handen dragen , en met de grootilen het lyf opfehikken. Wat P iiart hier van fchryft. Daarenboven hoe groter die coralen om de lenden zyn , hoe fraajer dezelve hen voorkomen, welke zorg zy echter voor de han- den gantfeh niet hebben , als wel- ke het de kleine en die niet heb- bende, de glaze zeer wel können doen , en hebben zy de gene helft welke uit velerhande verwen be- flaan , aangezien hoe gefchakeer- der en bonter een fnoer is , en de een verw buiten de andere uit- lleekt, hoe liever zy die hebben, en hoe meer zy daar voor geven. Deze Coralen , voornamelvk z? ftaan ■, , j J Teer na cu- de kopere , zyn een der voor- raien, naamfte dingen, welke zy van de Europeanen bedingen, als zy zich als knechts by hen verhuuren , of anders iets van gewicht, als koorn maajen , voor hen verrichten. Ja ik zou wel derven zeggen , dat geen Chrillen inwoner alhier een Hottentot of Hottentottin in zyn dienftzou können bekomen, in- dien hy dezelve niet alvorens gro- te kopere of ook kleine coralen, na dat zy die tot haar opfehik van noden hebben, als den loon be- looft ; waar by nog komt , dat zy met een enkelde fnoer alleen om den hals en lenden niet verge- noegt zyn, maar die moeten overal ruim 6 dubbeld zyn , dog zoo dat die om den hals tot onder de bor- lten können afhangen , daar de andere maar net hoeven te pallen. Hoe meer fnoeren Kralen zy om den hals, handen en lenden heb- ben, en hoe groter en gefcha- keerder zy zyn , hoe fchoner en n ker zy zich verbeelden. Eindelyk hebben zoo wel de mannen als de wyven oor-ciera- dicn, hoe wel een ieder niet na oor-den- hare geboorte of na haar Üaat , cn maar na dat zy iets verdienen, vin- den , of vereert bekomen ; waar benevens gantfeh verkeert is , 't geen de Heer Vogel in zyne Tien- jarige Ooll-Indifche Rcisbefchry- ving pag. 73 zegt; namelyk: Dat zy de ooren met Kralen behangen, aangezien man nooit Kralen aan haar Mannen cn wyven hebben KAAP de GOEDE HOOP. 55 haar oorcn vinden zal ; en is hy haar allen fchyn door de bovenge- melde ■ hairlokkcn, waar aan aller- hande Koperwerk, en daar onder ook Kralen hangen, bedrogen, en heeft daar door gemeent , dat al dit tuig aan de ooien was val! ge- maakt. Boe-ving in zyne curieufe Be- fchryving en Naricht van de Hot- tentotten is j>ag. 3 en 4 een weinig beter onderrecht, om dat hy de zaak wel noemt, maar niet duide- lyk genoeg, alzoohyzegt, dat de mannen kleine ringen in de ooren dragen , zonder dat hy verder aan- toont, of het kopere of andere rin- gen zyn. Voorts meld hy van de vrouwen, dat zy in hare ooren paarlen en kopere ringen dragen. Zeker is het, dat zy zoo wel als de andere Landaarden oor-ciera- dien hebben , maar hoe en van welke materie die zyn gemaakt , zulks is een vraag, waar op dient geantwoord te worden. Indien de Lezer my gelieft te geloven, zoo kan ik hem verzeke- ren , dat die oorringen meefl in Europa worden gemaakt; en niet anders zyn dan een geel kopere door het vuur gehaalde draad, wel- ken zy glad en blinkent maken , en in de oren fteken, na dat zy met een Vogelbeen of ander Hotten- tottifch inftrument een gat in de oren gemaakt hebben. Aan deze ringen werden vervolgens nog kralen nog paarlen gehangen, als welke zy in 't geheel niet hebben , ja zelfs niet kennen, maar zy han- gen aan dezelve of gepoleerde Moffelen van Paarlemoer of een ftukje daar van , die zy maken als Paarlen. Met deze oor-cieradien pralen en pronken zy al zoo veel als iemand die de koitbaarite Dia- manten in het fynfte goud gezet, draagt , dog zyn deze cieradien zoo weinig algemeen of doorgaan- de, als die in Europa, maar alles is maar voor de Liefhebbers, en die zich wat byzonders daar van verbeelden. I 'dog genoeg van hunne alge- Nogcmig« mene oieradien,waar mede ik ook nanchten de meefte eindige. Een der by-^ zondere cieradien der mans is 1 bovengemelde neusdoek van een volle of ander diere Haart, en oor- deel ik dcrhalvcn onnodig, veel daar van te herhalen ; dog een by- zondcre en algemeen opfehik der mans, waar in de wyven gantfeh niet delen, is, dat zy de blaas van de dieren, welke zy met hunnen Rockiim-ftók of met hunne pylen en hailagajen doden, op hun hoofd in de hairen vlechten , en zich daar door een byzondere eer, roem , en achting voor anderen verbeelden ; waar van zekerlyk nog meer zal worden gemeld , wanneer van haar jagen in 't by- zonder gehandelt word. Een byzondere eer, welke aan WatdeN* de kleine Namaquas alleen toe- maciuas komt, is, dat de mannen van de- wTop'het ze natie, net voor het voorhoofd V0°lrll0t>f<1 aan de hairen een ftuk blik , zeer dnsen' fchoon gcpolyft en geilepen vaft- maken, en als een halve Maan recht in de hoogte dragen, aange- zien ik ze heb gezien, wanneer ze op zekeren tyd aan de Kaap wa- ren, om aan den nieuwen Gou- verneur, Louis van Affenburg,\\xm compliment te maken. Zulks heeft Heer Boeving uit mynen mond by wyze van vertelling gehoort, wes- halven hy den naam van de natie niet heeft weten te noemen, en heeft hy daar van pag. 4. het vol- gende gemeld : Voor e enige maan- den, zegt hy, zyn 'er vreemde Hot- tentotten , die wel 100 mylcn landvoaards in toonden , aan de Kaap gezvecß, die beha lv en bet ge- melde habiet , blinkende fchilden voor het voorhoof d droegen . De tyd van hare komit was den 17 No- vember 1708, welken ik toen- maals zonder mynen 'Diarium aan den Heer Boeving niet konde zeg- gen. Hoede Daarentegen de vrouwsperzo- vrouws- nen zonder onderfcheid die toch £«awge- doorgaans altoos iets voor uit ■**! ,op" moe- 56 BESCHRYVING van de moeten hebben , gel vk reeds hier voren van de si: -Wyve n on- trent de ringen aan de benenis , zoeken zich ook een eie- rnd bv te zetten, en hare befmeerde Aangezichten met een zvn, wydbeens te gaan, zynde van gevoelen , dat men deze onbe- ta.imlykheid niet qualyk zal ne- men. OndertuiYchen ben ik van gevoelen, dat de Attaquas wyven hier in verltandiger zyn , die niet zoon van blanketzel op te lchik- alleen de wangeitalte myden,maar door de weinige ringen aan de be nen ook haar voordeel en gemak gade liaan. Dit is het geen, het welk ik den DeSchry Lezer van deze materie ook willen melden; twyffeie niet, ofnc hv zal tot genoegen zien, hoe fraai een Hottentot en Hottentot- ken , daar in beftaande , dat zy hunne reeds geparfumeerde aan- gezichten , wanneer zy recht fchoon willen zvn, ten overvloed met rode verw beilryken ; zoda- nig dat 'er boven de ogen twee vlakken , op beide de wangen en op de neus eene , en eindelyk op de kin een vlak gemaakt word. tin in haar dagelyks gewaad, op- Hoe fchoon echter alsdan zodani- lchik en cieraad is. Ben ik in my- ge befmeerde Apentronie moet ne vertelling wat verdrietig ge- wezen en wat voortrek men tot weeft, zoo verzoeke te bedenken, zulke lelike weiruikende Tiamoï- , of het wel anders wezen kan, als felle en rondom Hinkende 'Diana, \ men genen voorganger gehad of eerder Venus hebben moet? ! heeft, en als men evenwel duide- Zulks laat ik den Lezer oordelen, lyk zoekt te zyn. Ik heb genen Wat mv aanbelandt, ik ben ver- Autheur gelezen of gezien, die de zekert ' dat een diergeh ke Kim- zaak omftandig befchreven heeft ; u„l verhefiuit neD deie fhe of Sirene my niet zou bekoren of betoveren , ' fchoon het gant- fche vrouwelyk geflacht uitgeftor- ven was, maar dat haar lief lyk wezen of gelaat, nevens haar aan hoe wel my uit anderen haar aan- haling kenbaar is geworden, dat ^Dapper het zoude gedaan hebben. En fchoon ik een voornaam vriend verfcheide malen hebbe aangefpro- eenamen reuk en wel gekruide ken, om my die befchryving me huid my zonder twyfel wel uit | de te delen, zoo heeft hy my die haar net zouden houden. Eindelyk zvn ook de bovenge- melde en wydlopig genoeg be- fchreve Ringen aan de benen nog overig ; waar van dit alleen is te melden, dat zy ook tot hovnardy moeten dienen , fchoon zy in zich zelvcn vuil en fmcrig genoeg zyn, onder verfcheide voorwendzels geweigert , derhalven moeft ik my maar met myne aanmerkingen en met het geen het welk ik hier en daar konde achterhalen en op het papier brengen , behelpen ; onder- tullchen kan ik echter verzeke- ren, dat ik achtervolgens myne aangezien het vrouwelyk geflacht I langdurige en naauwkeurige op dezelve niet alleen tot cieraad draagt, maar ook lchoonheidshal- ve, . en zich veel laat vooritaan , wanneer zy de benen braaf vol zodanige ringen hebben , icbporj zy daar door gehouden lettentheid van deze natiën nog ter rechter nog ter linker ben geweken, maar alleen het fpoor der zuivere en eenvoudige waar- heid hebbe gevolgt. VI. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 57 VI. HOOFTSTUK. Van der Hottentotten gewoonlyke fpys en drank, zoo als ook hoc zy dezelve bereiden, koken en braden. Van der Hottentotten gewoonlyke fpys en drank Tafel-Ceremonien. Zommige dingen mogen de mant , en zommige de vuyven niet eeten. De mans mogen geen bazen konynen nog fchape-melk eeten. Zuiver bloed en mollen mogen de wyven niet eet en. Wat voor wortelen zy eeten. Luiheid der Hottentotten. Eeten de weggeworpe Veldfchoenen der Europeanen. Wat Veldfchoenen zyn. De vrouw is de ordinaric Kok. Zy gebruiken geen kruidery , nog zout Hoe haare potten gemaakt zyn. Haar lepels zyn -jan Schildpadden of parlemoere fchelpen , van moffelen , en ook van offe hoornen. Waarom mannen en vrouwen niet hy elkander eeten. Hun drank is water , en koemelk Hoe de inwoonders van Congo vuur maken. Hoe de Hottentotten vuur maker. Zy eeten de luizen. Der Hottentotten grootfle delicateffen is Tabak. Ginfengwortel van hen hoog geacht. Houden veel vanPiyn enBiandewyn. Arak is ook een delicateffe by hen. Drinken zig vol daar aan. VErmids ik tot nu verfcheide dingen , die tot de huis- houding der Hottentotten beho- ren voorgeftelt , en laatit ook hare gewoonlyke kleding befchreven heb, 200 ben ik jegenswoordig van zins, om van hunne gewoon- lyke kolt, fpys en drank insge- lyks naricht te geven. Doch lchoon ik den Lezer tot zodanig aldagelykfchen maaltyd wilde no- digen, zoo vrees ik, dat hv dat verzoek zoude afllaan , of wan- neer hy al nieuwsgierig was om daar by te zyn, dat hy met een gro- te tegenheid dezelve zoude zien, en met een lege maag weder na huis keren. Derhalven oordeel ik beft , dat ik aan hem maar de gantfche toe- ltel harer tafel-ceremonienfchrift- lyk overgeef, op dat wanneer 'er al een tegenheid onder het lezen mögt ontftaan, het gezicht ech- ter van een al te groten indruk bevryd blyve. Daarenboven ben ik van voornemen, deze tegen- heid, indien de tyd het toelaat, nog in eenige manieren te ftillen, door de voorltelling van zodanige //. 'Deel. Zy eeten gemeenlyk onderden zaken , welke van deze menfehen voornaamlykhoog gefchat en als een delicatelTe gehouden wor- den. Het gantfche tafel-ceremonieel zal zich Hecht opdoen , en gaat het hier niet anders mede, als b'f ten He- de natuur zelve het hebben wil; zoo als zulks T. Tachart in zyne Siamfche Reize/dg. ici. zeerwei en gantfeh kort met deze woor- den aanmerkt : Zy eeten, als zy honger hebben , en houden daar in geen anderen regel , als die ian de nat nur. Waar uit dan ten eeriten blykt, dat zy zich aan geen zeke- ren tyd , veel min aan een zekere plaats binden, wanneer, waar en. hoe zy hare tafel zullen dekken en houden. Ondertuilchen eeten zy gemeenlyk, zelfs als zy t'huis zyn, en het niet regent, of al te veel ituift , onder den bloten He- mel, zonder dat zy een fcherm voor de hete zonneltralen gebrui- ken, of vrezen, dat iemand hen de brokken in den mond zal tel- len. Wat echter haar eeten is , en hoe zy het zelve bereiden, zulks H zal 58 B E S C H R Y V I N G van de zal ik nu melden, om dat uit den eerll aangehaalden T. Tachart loc. ctt. pag. 96. niet al te duidelyk blykt, wat zy gemeenlyk eeten , aangezien hy maar daar van zegt: Hare gcu'oonlyke koft is de melk en bet vleefch van hunne kudden^ izelke zy in grote menigte onder- houden. En Merklin in zyne Reisbefchry ving pag. 1089. voegt daar by, dat zy in 't eeten zeer morflig zyn. Derhalven oordeel ik, niet qualyk te zullen doen, indien ik van dit alles een weinig omitandiger handele, en het een van het ander onderfcheide , en daar benevens haar keuken ge- reedfehap aanhale. Wat het eeten aanbelangt , zy vinden weinig onderfcheid , in al het geen eetbaar is ; edoch zyn 'er eenige dingen , die zy gantich niet mogen eeten ; en daarentegen andere die alleen voor de mans verboden zyn , en weder andere, waar van de wyven zich moeten onthouden. Zoo is door hare reeds dikwyls aangehaalde Tradi- tie aan hen allen verboden, ver- kens-vleefch en vifch zonder fchobben als Aal, enz. te eeten; en vermids de Joden zich ook hier van moeten onthouden, doet my zulks weder giffen, dat zy van dczelven afkomilig zyn , en niet weten , dat zulks aan hunne Voor- ouders in de wet verboden is. Zie Levit.X. 7. 10. De man- Aan het mannelyk geflacht al- nen mogen leen is voornamelyk verboden, fnCkony-cn Hazen of Konynen te eeten , of nen, ook ooit fchaapemeik te drinken. Het melk eeten. eerfte is tegen een Joods verbod , Levit. XI. 5*. 6. Waar echter het laatfle van daan komt , weet ik niet: Ik verbeeld my nochtans, dat het een additie is van andere Afrikaanfchc natiën , welke zich met hen hebben vereenigt, en na- maals onder hen gebleven, en vervolgens een en hetzelve volk geworden zyn ; gclyk ik dan ook daar van daan leide, dat deze tweederiei zaken , namelyk de Zommige dingen mo- gen de mans, en zommige de wyven nieteten. Hazen en Konynen, zoo als fcha- pemelk aan de wyven niet verbo- den zyn, dat zy dezelve vry eeten en drinken mogen. Daarentegen nebben de wyven weder een byzonder verbod, en bkä^n mogen niets van zuiver bloed, ook m°Uen geen Mol, hyzy groot of klein, ™fendn< eeten; zynde dit beide weder een eeten. Joodiche Inzetting, en in hunne Wet verboden. Zie Levit. III. 17. Cap. VII. x6. Cap. XI. 30. Cap. XVII. 10. Cap. XlX.ió.Tfeut. XII. 16. Cap. XV. X?, Act. XV. 20. 19. Derhalven word ik ander- maal in myn gillen geilerkt , en geloof nu te meer , dat alle deze overblyfzels maar door de ge- woonheid van andere natiën zyn bedorven , welke echter niet t'eenemaal hebben können of mo- gen verloren raken, op dat men alleen daar uit zoude können af- nemen , waar van daan dit volk deszelfs oorfprong heeft. Voor 't overige al het geen van menfehen kan worden genoten, dient hen ook tot fpys ; dog ver- mids zy geen brood, maar wel vleefch hebben , en 'er ook wild genoeg te bekomen ïs , zoo ma- ken zy onder zich zelven ook weder een onderfcheid, dat de mannen voor het vleefch, en de wyven voor de wortelen of brood zorgen moeten. En doordien de mannen zeer ras ter been zyn , zoo zoeken zy doorgaans wilde dieren te vangen, waar aan zy een tyd lang te eeten hebben. Daarenbo- ven hebben zy menig afval van hunne tamme kudden, waar van zy wel niet flaan , buiten een by- zondere omitandigheid , waar door zy zulks moeten doen, zoo als zulks hier voren is gemeld, maar naardien 'er echter vele dieren of uit zwakheid of door ziekte, of ook wel door ouderdom Iterven , en zy diergelyke dode aazen niet wegwerpen, zoo hebben zy ook altyd vleefch te eeten, waar in de Lezer, nog ik of geen Europeaan finaak zoude vinden. Derhalven komen KAAP DK GOEDE HOOP. 59 komen zv in dit Huk nun de Tro- glodyten overeen , van dewelke Bobentus de Merib. Leg, förit.omn. geut. I.ib. I. cap.é.pag. 5*6. aldus (bhryft: Troglodyt.c pecora vetufta ant in mor bos cddcntid, oerideut, ex ff ite bis. per omne ■. tempus. Dat is; 'D' Trogladyten flaan het oude of reeds zieke t , veneren zich altyd van bet zelve. Zoo goed en gemaklyk als de minnen op deze wyze daar van komen , en het hunne bezorgen , 200 moejelyk en verdrietig heb- ben het daarentegen dewyven, welke alle dag verfchc wortelen moeten zoeken , op dat zy daar van mede het leven behouden können. Want de cene dag is zoo fehoon niet als de andere , en mo- gen zy nog wegens regen of' wind veel min wegens de hete Itralen der Zonnc t'huis blyven , maar moeten zonder onderfcheid van weer voort , om wortelen te zoe- ken, tenware, dat de regen alte flerk aanhield , en alle de dalen vol water Honden, en dat zy maar vergeefs zouden nat worden, en derhalven noodzakelyk t'huis moeiten blyven. loeten Daarenboven is het ook niet e- , dra- ven veel , welke wortels zy nemen, Izonde maar moeten zulke hebben, waar :eistc van zy verzekert zyn, dat ze hen geen quaad zullen veroorzaken ; aangezien 'er wortels worden ge- vonden , die van buiten fehoon en lieflyk 'eruitzien, welke dikwyls de flechtlte zap in zich bevatten , en den genen die ze eet, grote pyn veroorzaakt en ook wel fchier in levens gevaar brengt. Derhalven nemen zy byna gene andere wortels, als zulke, welke de ftekelzwynen en Bavianen vre- ten , en zy in hunne taal wi noe- men ; als mede zulke, welke wy Ajuntjes of de Botanïci Sißnti- chium heeten, welke laatfte ook zeer wel te eeten zyn , en heb ik dezelve menig hondertmalen ge- 5 "n Proeft. rtvan Daar is ook een wilde vrucht , 1 fpyt- //. Deel. die van fnv.uk /on bitter is als gal, en niet kan worden gegeten, t\.\n na d>n ze een reis of tweein verleli water braaf afgekookt, en d.m weder in de Zon gelegl is , om te drogen. Als de/e vrucht raauw word gegeten, heelt ze niet alleen huigen bitteren nnlmaak, dat men die niet kan quy! worden, lchoon men de mond honden maal fpoelt, maar zy veroorzaakt in het lyf ook afgi-yzelyke krimpingen, .zoo dat men fchier in een erger toeftand is, dan of men het kok k had. Deze vrucht noemen z) , nevens alle de inwoners alhier w//- de Amandelen , om dat ze op een boom groeit, welke den Amande- len boom niet weinig gelykt; en word dezelve van de Botaniflen insgelyks Afrikaanfche Amandel- boom genaamt, zoo als voordezen reeds gemeld is. Schoon zy echter zoo velerhan- DerHot- de wortelen en vruchten in het f^S."1 open veld vinden, en fchier alle maanden een andere zoort hebben können , zoo gebeurt het dikwyls, voornamelyk als het regenachtig weer is, of wanneer zy te lui zyn, als welke ziekte haar zeer dikwyls bekruipt, en zoo lang byblyft, dat zy fchier hunne nagels eeten moeten, om uit te gaan, dat zy zelfs het lelykite tuig moeten ee- ten. Hier onder behoren de rin- gen , welke zy om de benen heb- ben gedragen , waar van zy 'er zomtyds een of twee van de benen afrukken, welke zy tulfchen twee Henen een weinig kloppen , en vervolgens opvreten. Ik heb zelfs kinderen van drie , vier of vyf jaar gezien , die van de moeders daar mede gefpyzigt wierden. Ondertulïchen eeten /yin hon- Eeten de gers nood niet alleen deze ringen, weCvcMVur maar ook de veldfchoenen der Jfchoenen Europeanen , welke zy zoo lang d gedragen, en daar mede door dik en dun zoo men zegt , gegaan hebben , tot dat ze lek geworden zyn , en tot niets meer goed , als om weggeworpen te worden. H 1 Deze peaneo 6o BESCHRYVING van de Deze fchoencn worden van de Hottentotten en Hottentottinnen opgeknapt. Namelyk 7.y nemen dezelve met zich na huis , en ge- bruiken ze in tyd van nood als de bovengemelde ringen ; edoch met dit onderfcheid, dat zy deze veldfchoenen eerlt een weinig op kolen werpen , om de hairen, die daar aan zitten, af tefchroejen, waar na zy dezelve ceten. Wat veld- Om my wat duidelyker te doen icn veritaan ; veldfchoenen zyn niet anders dan een groot Huk van on- bereide oflè, koe, elands of her- te-huid ; welke huid terwyl ze nog verfch en vochtig is, word gefneden zoo groot, dat de gant- fche voet daar mede rondom kan worden bedekt of ingebakert; vervolgens worden 'er rondom gaten gemaakt, en een riem daar door gehaalt om denzelven op al- le plaatzen te können vail maken, zoo dat men van den voet, die alvorens met andere lappen of lompen bewonden is, niets zien kan, wyl die huid aan den voet droogt. Wórden Zodanige veldfchoenen , die van de boe- ;Tmr ujt ccne /ö0\ a]ieen beftaan, neknecMs aan dewelke onmiddelbaar hetbo- gedragen, venleer valt is, worden hier zeer veel gedragen van degenen, die veel in 't veld moeten zyn , waar van zy ook eigentlyk den naam bekomen hebben. Dezelve zyn voor hen zeer gemaklyk, omdat zy, zoo als men licht denken kan, zeer licht zyn, en ook weinig kos- ten; aangezien een gantfche olie- huid, als een Leerbereider die wilde kopen, op het hooglt maar een ryxdaalder zoude kollen, daar ze in Europa ruim 3 of 4 ryxdaalder« zoude waardig zyn; zoo als ik dan dikwyls heb ge/.icn dat zy een Hcrte-huid niet gaarn voor een halve daalder wilden aan- nemen of voor een Elands-huid naauwlyks anderhalven daalder wilden geven. Wanneer nu zodanige veld- fchoenen , waar aan de hairen nog zyn, onder de voeten zyn door- gelopen , en van de Europeanen weggeworpen, zoo zeg ik, wor- den zy door de Hottentotten op- gezocht, om haar in hongersnood te dienen. Zulks is in genen de- le een noodzaaklykheid, om (.\->t zy zelve vee genoeg hebben , van welkers vleefch zoo als ook van de gekookte wortelen zy genoeg zouden können leven; maar het is meeft een luiheid en aangebore onachtzaamheid , waar door zy niet gaarn veel moeite doen, en de ruwe winden ontzien. Zodanige onverfchilligheid of achteloosheid blykt openbaar daar uit, dat zy zelfs van een fchaap of os, welken zy in zekere omftan- digheden eertyds gemeld, flaan moeten, of die aan dees of gene ziekte geftorven , of van ouder- dom uitgeteert of verrekt zyn, an- ders niets wegwerpen , dan den drek in de darmen en in de pens, zoo als ook de gal, de hoornen en klaauwen , welke dingen zyn, die een menfeh onmogelyk genieten kan ; want na dat de vuiligheid daar uit gedrukt en de darmen of de pens gefpoeltzyn, zoofchrap- pen zy dezelve verder niet , zoo als de Europeanen doen, maar brengen ze ten eerlten ten vuure, en maken een aangenaam koftje daar van. Waarlvk indien 'er bloed en melk by is. gekookt , en men haar morfligheid niet heeft gezien, zoo is het geen onfmakelyk eeten, gelyk ik zelf drkwyls geprobeert heb, zoo als elders reeds gemeld is. Wanneer zy echter de blote darmen of de pens alleen toeberei- den, en op kolen leggen , om te braden, zoo heb ik zoo weinig trek gehad om daar van te eeten , als van de raauwe huid , die zy op de kolen werpen, om de hairen te fchroejen, en dezelve daar na te braden, aangezien het overal zoo haaitig toegaat, dat na dat ze de hairen van de huid gefchroeit heb- ben , zy dezelve zoo weinig als de darmen KAAP de GOEDE HOOP. a darmen door en door laten bra- den, of murf wórden, maar de- zelve eeten, na dat ie maar een weinig gcfchrompclt zyn, fchoon de tanden nog zoo veel werk heb- ben ; daar in tegendeel de darmen, waar aan het vet nog is, als ze on- der de melk en Moed worden ge- fncden, die niet alleen mild ma- ken, maar zy Jaren ze ook zoo ; volkomen nirbraden en uitbakken, als in Duitfchknd ontrent het \ bloed zoude können gefchieden. In dit link komen zy andermaal met de Troglodyten overeen, waar van B o bc mus Lib. I. Cap. 6. fag. $-6. de Morib. leg. &ritib. omn. gentium aldus ichryft : Etcfiarum tempore , quo maximi decidunt tm- bres, faugnine tf> laHc immïxtïs paulumque coclis , nutriuntur. Dat is: In de hondsdagen, wanneer de grootße plasregcus vallen , roereu zy bloed en melk onder elkander, la- ten het een weinig koken, en gene- i-en zich daar van. Uit het tot nu gemelde ziet de Lezer zeer wel, hoe trcffelyk het aan een Hottentotfche tafel moet toegaan, en hoe vies en koltbaar zy doorgaans leven ; hoewel zy zulks niet behoefden te doen, in- dien zy een andere manier van le- ven wilden inflaan , en de oude laten varen«, aangezien haar nog dit nog dat zoude ontbreken, zoo als zy dagelyks aan de Europea- nen zien, maar déoude en als met de borit gezoge gewoonte te laten varen, valt haar niet alleen moeje- lyk, maar ook zoo zwaar, dat zy liever bv hare moriTigheid blyven , en het geen beter zoude zyn, ont- beren. Doeh dit is nog niet genoeg, ik ben ook verplicht verder te be- fchryven, wie deze fpyzen en hoe men ze toebereid. Wat keuken- tuig zy hebben, en welke order aan de tafel zelf word gehouden ; want dit zyn alle zaken, die men nieuwsgierig is te weten, en die men moet weten , als men van een ding gronding oordelen wil, en eer en alvorens men kan /< ggen , hoe de gantlehe tafel-cercmonien beginnen en eindig De ordtnaris kok, drédagetyl ven enniel too al: | . k l>\ ron- dere voorvallen is v fpyfl n klaar maken, koken en braden moet, is doorgaans de vronw , by der/.elver afwe/enheid ook de man, die 'er vlytig ts irt> voor dra- gen moet, zodanig dat de fpj /en, die koken zullen, niet te gaai- worden , aangezien de mans , fchoon zj hondert jaren, en meer oud waren, daar geen liefheb!) Aan zyn; en de gene, die moeten worden gebraden, van buiten niet te hard verbrand worden, om dat /y daar ook zeer tegen zyn. Nu echter koken en braden zy Wortelen zoo wel vlcefch als wortelen , en ^Se naar dien reeds voor heen van het heeteaf- vleefch is gemeld, hoe zulks ge- £ braden word, zoo oordeel ik on- nodig, de zaak alhier te herhalen. Edoch van de wortelen , die ge- braden worden , is dit alleen aan te merken, dat zy dezelve onder de | affche begraven en daar in laten braden, maar naauwlyks zodanig, dat ze door en door gebraden mo- gen worden genaamt, om dat de tyd aan haar doorgaans te lang valt, om na zodanig Ituk gebraad te wachten, door dien zy denken, dat het al zoo gezond is, als of het door en door gebraden was. Deze wys van aldus half gebra- den vleefch, darmen en wortelen te eeten , is zoo zeer vreemd en zeld- zaam niet, alzoo de Engelfche na- tie ook gaarn een ftuk gebraden vleefch eet , daar het bloed nog uitloopt. Dit onderfcheid is echter at te groot tufl'chen de Engelfchen en de Hottentotten , om dat gene alles gaarn zuiver en rein zien, en deze niet eens vies zyn , fchoon 'er al tame- ' lyk wat drek aan hangt; Derhal- ven fchryft Merkïtn ook in zyne R'isbefchrvving , pag. 1098. in dit ftuk zeer wel, wanneer hy zegt: Dat zy, na dat de darmen H 3 op 62 BESCHRYVINGvande op de voorgemelde wyze, (en gantfeh niet , zoo als Merklift meent) van den drek gezuivert zyn , dezelve daar na op het vuur leggen , en als zy nog niet half z\ n gebraden, reeds met fmaak daar van 1)\ ten , dat men een tegenheid heeft, dat men het ziet. Hottei W anneer zy iets koken, het zy ■-'' vleefeh, vifch, darmen, worte- 2of len, of wat het wil, zoo gelchied kruid. jiet ait^ d zonder zout, peper of ander kruid ; zy doen 'er ook geen vet by , als het vleefeh zelf het niet vet maakt. Daar benevens doen zy ook niet alles onder el- kander, zoo als de Europeanen, en laten het by elkander koken, maar ieder moet alleen worden gekookt en alleen gegeten. Der- halven ben ik van gevoelen, dat de vuiligheid, zoo als 'Dapper pag. 6z$. in Africa meent, niet zoo zeer, als weihet niet kruiden en de gantfehelyke onttrekking van het zout by hen veroorzaakt , dat de fpyzen hen zoo wel beko- men, en dat zy daar benevens z,oo oud worden. Want dat het kruid en menigte van zout voor den menfeh niet ge- zond zyn, zulks hebben reeds ve- le Medecyns aangemerkt , en is het ook merkwaardig, dat de grote God zelf veeltyds aan de Jo- den heeft verboden , iets van het zout te gebruiken; ten dele om haar lichaam daar mede een boete op te leggen , en ook om hen van vele ziektens te bevryden, welke door de fcherpheid van het bloed worden veroorzaakt. DcSchry- Het is waar, dat het aan iemand vermeent d|c gewoon is zout te eeten, zeer pat men D , , , Tichioude vreemd zoude voorkomen, wan- konnen ncer Jly 2Vnc dagclykfchc fpvS wennen , J J i ■ zor, z >ndcr zout zoude moeten genie- zoutteec- tcn ; cdoch wanneer men een kind, zoo als het van de eerlte geboorte word gewent, de pap mdcr zout te eeten, zyne fpys alt\d zonder zout klaar maakte, en nooit daar toe wende, waar toe v y reeds gewent zyn, zoo hou ik my t'eenemaal verzekert, dat zo- danig een kind of menfeh , zoo wel als wy zoude leven , en mif- fchien gezonder van gelteltheid zyn als wy. Zulks blykt ,na myn gevoelens, gantfeh klaar daar uit, om dat de Hottentotten, die nooit by de Europeanen komen , en van hunne fpys genieten , veel gezon- der en ouder zyn, en ook minder van ziektens weten , als de genen, die zich onder dezelven onthou- den , en veel van hun eeten en drinken nuttigen. Het is onlochenbaar, dat zy de Hottentot fpys der Europeanen gaarn eeten , p°ren"ecn aangezien de genen, die of als W der knechts by hen dienen , of maar n"nüpea~ op een zekeren tyd , te weten zoo lang als het zaajen of de Oegft duurt, zich by hen onthouden , even zoo gaarn gepeperde en ge- zoute fpyzen eeten als de Haven; dog is het aan de andere kant ook waar, dat zy veel meer ziektens en krankheden onderworpen zyn, als de genen, die daar van nooit genuttigt hebben, en derhalven geencn onderfcheid in de fmaak ! gewaar geworden zyn. Haar keuken - gereedfehap , ke^aennh* waar in zy de fpyzen koken , en reedichap wat zy verder van noden hebben , om dezelve te bereiden en te ge- nieten, is ook wel beziens waar- dig, vermids hunne levens wys niet toelaat, zich met veel onnodig tuig te beladen, om dat zy dik- wyls van de eene plaats na de an- der trekken, en alzoo zulken gro- ten omflag niet wel met zich voe- ren können : Ondertuflchen heb- ben zy zoo veel , dat zy zich op hunne wyze daar mede weten te behelpen, en daar benevens zeer vergenoegt können leven. Zy hebben namelyk aarde pot- Van hu tcn, welke zy zelf maken, en zoo pan^n"1 konitig, dat een Europeaanfche Pottebakker met al zyn gereed- fehap, zich deswegen niet hoefde te fchamen ; daar deze echter geen gereedfehap hebben, en niet an- ders als aarde en hunne handen gebrui- KAAP de GOEDE HOOP. 63 gebruiken, zoo als ter zyner tyd zal worden gemeld. De ponsen komen met de onzen tamelyk o- vercen , bchalvcn dat z\ zoo lang niet zyn, en wat dieper grond hebben. De potten echter zyn ver beter en van een gantfeh an- der maakzel, als de onze, en zal ik ze derhalvcn hier een weinig befchryven. Alle hare potten, groot of klein hebben boven een mauwen hals, byna van wydtc van een middel- matige ronde glasruid. De bodem is insgelyks niet veel groter, maar de buik na proportie veel wyder en groter na denhals gcrekent, als men ze gemeenlyk in Europa vind of ziet , en komen dezelve met de Urnen der oude Romei- men, waar in zy de affche der o- verlcdcnen bewaarden , in alle omftandigheden , overeen , be- halvcn dat zy boven onder den rand twee kleine ooren hebben , waar door een riem word gehaalt, om ze daar mede te dragen. Deze potten worden los uit de hand gemaakt , en nog van bin- nen nog van buiten verglaaft ; zy zyn echter als zy op haar manier in 't vuur worden gebrand, zoo fterk, dicht en hecht, dat men ze niet dichter zoude können wenfehen , aangezien 'er geen een droppel water doorkomt , fchoon het nog zoo lang daar in Haat. Daarenboven zal 'er ook gene andere vloeibare materie, als boter, oly, enz. ooit door dringen of zich van buiten laten zien, welke eigenfehap onze verglaasde potten zeer zelden hebben. ieder huis- Eene gantfche familie bezit zel- EKSet ^en meer d"n ^rie diergelyke meer dan potten ; waar van zy den eenen tóepotten. geDru^en tot melk en water, om daar uit te drinken; de ander dient tot koken, en de derde, om hare gekookte wortelen daar in te bewaren. Behalven dit keu- kentuig zal men tang, roofter of ander vzer of aarde gereedfehap aantreffen; ja zelf is het tafelgoed ook /.eiT flecht,en beftaat alleen- Ivk in hunne metten en lepels, welke niellen zy zelve zoo goed als een Meflemaker ;maken , en aan het \< >uk r \ /.er een zodanige lyne hardigheul u\ ten te geven, dat het redelyk wel na het Itaal gelykt, en een goede fnede be- houd, zoo als ter zyner tyd zal worden gemeld. Zy maken de lepels ook zelf , vanhare dog niet van vertint blik of ichoon lcPcl3- hout , veel min van koper , zil- ver of goud , maar zy bedienen zich van een materie, die uit de natuur reeds hol gemaakt, en daar niet dan de rechte form aan van noden is. Die materie vinden zy aan de Land-Schildpadden , die byna een halve voet groot zyn ; het hovende fchild fnyden zy , dat het de form van een lepel zonder fteel bekomt, en poleren het op een fteen , om het glad en fraai te maken, en gebruiken het vervol- gens als een lepel. Is echter het fchildt te hard om te fnyden , zoo zoeken zy langs het flrand Paarlemoer -fchelpen, en maken daar van lepels, die van binnen en van buiten reeds blin- kent zyn, en een paarl-couleur van zich geven, zoo als zulks aan de Paarlemoere moffelen eigen is. Indien het hen ook niet gelieft deze moeite te doen, of zy an~ ders met 'er haaft genen weten te bekomen, zoo nemen zy maar een gemene moffelfchelp , waar van 'er hele fchepen vol aan den oever leggen , en alzoo niet raar of moei- lyk te bekomen zyn. Met dezel- ven eeten zy haar nat, ofwatzy anders hebben , het geen zy tuf- fchen de vingers niet houden kön- nen. Door dien zy echter allen niet aan itrand wonen , of daar on* trent komen; zoo weten zynog een lepel temaken, zonder dat zy 'er veel moeite of arbeid aan hoeven te doen ; nemende maar een weggeworpen hoorn van een os, en weken denzelvenin warm water, 64 BESCHRYVING van de water, waar na zy den zelven ,200 als bekent is, können fnyden en vormen zoo als zy willen; en alzoo zy diergelyke hoorens genoeg on- trent hunne Kralen en in het open veld vinden, zoo behoeven zy gene korten te doen, om aan een lepel te komen. Tafd-ce-r ^'cr mede weet de Lezer nu , remonied. hoe het in haar keuken geltelt is ; gy weet ook, hoe ze koken en braden ; daarbenevens hebt gy het tafeltuig gezien, en is 'er derhal- ven alleenlyk overig, om de tafel zelf te zien , om te weten , hoe het daar ook toegaat; aangezien gy niet moet denken, dat 'er by de voormaals gemelde zekere tyden , wanneer zy flaan en offeren moe- ten , op den eenen tyd koftelyker word gefpeift, als op den anderen, maar daar worden in dit {tuk altyd eenerlei gebruiklykheden en Ce- remoniën waargenomen. Waarom Wanneer zy dienvolgens aan ta- mannenenfei gaan, zoo dient te worden in vrouwen , ° .-v7 •« i niet by ei- acht genomen, het geen ik reeds kander ee- voormaals heb gemeldjdat namelyk de mannen en de wyven nooit met elkander of aan eene tafel eeten ; zynde de oorzaak daar van, dat zy altyd in gevaar zouden flaan , dat de een of de ander van de wy- ven hare maandflonden zouden hebben , waar door zy , achtervol- gens hare traditie verontrynigt zouden worden ; en indien het t]uam uit te lekken, dat de man met haar had gefpyft , fchoon hy wilt, dat /.y hare maandflonden had, zouden de andere mans hem niet eerder weder in hun gezel- ichap aannemen , dan na dat hy zich andermaal tot een man had laten maken. Zou dit wederom niet een Joodlche ceremonie wezen, die maar door eenige andere omftan- digheden verandert is? My dunkt van ja , om dat Levit. XV. 19 fiqq. byna even deze omftandighcden beichreven,en als een Godlyk Jie- 1 cl aan het Joodfche volk voorge- legt Würden, welke ook nog he- ten. densdaags onder de Joden in zwang gaan, en onverbreeklyk worden gehouden ; zoo dat zulks andermaal een klaar blyk is, dat de Hottentotten van de Joden 'af- komftig zyn. Dienvolgens gaan alle de man- nen in een ronden kring alleen by elkander zitten , en eeten met el- kander ; zonder dat op den rang of authoriteit van den Kapitein. word gelet , als die wel met hen eet, maar niets byzonder geniet, 't zy van opwachting of andere be- leeftheid ; maar een iegelyk taft zonder onderfcheid toe , en eet van het gekookte en gebrade zoo veel als hy lult ; blyvende het o- verige liaan, en word of bewaart, of van de wyven en kinderen ge- geten. Zoo als het aan de tafel van de mannen toegaat , zoo gefchied het ook aan die van de wyven , als welker getal niet alleen groter is , wegens de veelwyfheid, maar ook wegens de kinderen en mans- perzonen, die nog niet tot mans gemaakt zyn ; zoo dat fchoon zy al een groter pot voor haar koken, zy niet altyd genoeg hebben , en het geen, het welk de mans over- gelaten nebben , zeer wel te pas komt, voornamelyk als de kinde- ren ook haar genoegen zullen ee- ten. Tot een goeden beet, behoort billyk ook een goeden dronk ; en deze is nu of zuiver water of an- ders koemelk, omdatzy van de fchaape-melk zoo als hier voren is gemeld, niets mogen genieten, maar aan de wyven alleen overla- ten moeten. Hier uit is af te ne- men, dat zy in dit Huk van de Troglodyten afgaan, van dewelke Diodorus Siculus Lib. III. cap. 3 . al- dus fchryft: Troglodyt* JEthiopesu- titntnr potu idiota palliuri arboris fiicco ; pot ent tor es vero ex quodam flor e exprefl'o, qui eß deterritno noflro mujio perfimilis. Dat is: 'De Moren , Troglodyten genaamt , gebruiken het flechte z>ap van den Haag- KAAP bfc GOEDE HOOP. 6$ Ilaagihorn om te trinken \ degene echter., die vermögender zyn , 'ge- bruiken het zap uit zekere uitge- drukte bloem , 's.rlkc zap onze (leeht/le moji zeer ieel gehkt. / "ui. Zwing, in 'T heat. vit. hum. f>. 4 u . Bohem. de Morïb. Legib. & Ritib. omn. fjtnt. Lib. I. caf>. 6. pa?. Dit is alzoo van een ordentlvke maaltyd gezegt, wanneer zy t'huis en in hunne Kralen zvn. Wan* neer 7.y alleen wonen , en 'er maar eenige weinige huizen zyn, dan gaat het insgclyks zoo; ja zelfs is 'er geen onderfcheid, als man en mouw by den eenen ot anderen Europeaan in dienlt zyn. Als zy echter op reis of onderwcge zyn, zoo gaan de vrouwen evenwel niet met de mans ; können ook zoo ras niet 'voort , als de mans, derhalven is 't niet nodig van der- zclver alleen fpyzen gewag te ma- ken ; gelyk dan ook de tractamen- ten zoo niet volgen , of van hen worden medegenomen; maar zy moeten zich behelpen , met die zy langs den weg vinden , en die zoo goed klaar maken als zy kön- nen. Het eeniglte gemak is, dat zy ten eerlten zonder itaal , vuur- lteen of iets diergelyks vuur ma- ken, en de gevonde wortelen en al het andere klaar maken können, zonder dat 'er een vreemd menfeh de hand hoeft aan te liaan. Zulks gefchied niet, zoo als T. Zuchclli in zyn merkwaardige Millïe en Rcisbefchryving na Congo in JE- thiopien p. 344. van de Zwarten in Congo fchryft, maar nog op een andere manier, hoewel met die niet zeer ongelyk; want hv ver- haalt van de Zwarten, dat zy niet door Itaal of vuur-fteen maar op cen byzondere manier, die hy nergens anders heeft gezien , vuur maken. Hoedein- \\ 'annccr zy langs den weg, van fchryft hy, een vimr-lteen vinden rar ma- zoo gaan zy daar by op de knien leggen, nemen eenïtukie hout in II. Deel. de hand en werpen zand tuflehen den fteen en het hout, waar op zy hei /che zoo lang tegen elkan- der wryven, totdat het hout be- gint te branden, en daar mede Heken zy allen hare tabakspypen aan, en maken ook voorts vuur, als zy niet verder behoeven te rei- zen. Maar de Hottentotten gebrui- Manier der ken tot haar vuur-maken buiten Ho,£to1" itaal of iets diergelyks, zelfs geen tout te vuurlteen of /and , maar weten inaken- zich nog een weinig beknopter te behelpen, als zy maar een llukje hout of dorren ftruik in 't veld vinden , wryvende dit hout op een ander hout, dat wat harder is, by na zoo als ik van de Draajers wel heb gezien , die als zy eenige zwarte kringen tot cieraad willen maken, zulks zoo lang doen, tot dat het begint te roken, en con- tinueeren daar mede, tot dat 'er vlam komt, wanneer zy niet al- leen hunne tabakspypen können aanfteken , maar als zy flil blyven en iets te koken hebben , valt het niet zwaar , om voorts een ge- noegzaam vuur te maken, om hunne fpys te bereiden, zich by nacht te warmen, en tegen de wilde dieren te wapenen, name- lyk als zy in den beginne maar een weinig dor gras, of anders ge- droogde Elephants of ander dier- mirt daar aan leggen , en 'er vervolgens hout by doen, zoo hebben zy met ter haalt zoo veel vuur als zy van noden heb- ben. Op zodanige wyze können zy Andere zich in het woerte veld. behelpen , manicr" als zy al geen vuurflag , zonder het welk men ze zelden aantreft, by zich hebben ; dog zy gebrui- ken geen tondel van linnen of diergelyks', en ook gene zwam of zwavel , maar een Haal en een vuurlteen , zoo als ook een zoort van riet, het welk men als het dor is, van elkander kan trekken en pluizen als hennip, en als tondel vuur vat, zoo dra 'er maarvon- 1 ken 66 BESCHRYVING vande ken op komen, waar mede zy ook voorts zoo een groot vuur können maken, als zy willen. En alzoo dit riet , het welk zy in plaats van tondel gebruiken , overal in het veld word gevonden, en als het eenmaaal vuur gevat heeft , en weder uitgedoort is, den brand ten eerften 'er weder in te krygen is, zoo hebben zy daar meer dienft van , dan van tondel of zwam. Maar waar raak ik al hene met dat vuurmaken ? Ik moet den Le- zer liever nog een DelicatefTe op- diiTchen, eer en alvorens ik tot de rechte Delicateflen overga. Edoch vermids ze den Lezer even zoo wel als my niet fmakelyk zal voorkomen, zoo verzoeke, om dezelve ten minfte als een waar- achtig verhaal aan te merken, en niet te denken , dat ik die voor den dag heb gehaalt , om uwe te- genheid te vermeerderen ; aange- zien ik als een Voorfteller van de zeden engebruiklykheden, wel- ke onder de Hottentotten in zwang gaan , deze als een gantfch byzondere, en miflchien by geen volk zoo doorgaans gebruikelyke zaak onmogelyk met ftilzwygen kan verby gaan. Men weet , dat het in Europa by menfchen, die geen verfcho- ning hebben , of juiit niet al te zinnelyk op haar lyf zyn , geen nieuws is , dat zy koltgangers hebben, of dat hunne klederen met ongedierte bezet zyn, enzy beftormt worden ; ik heb nu reeds ook hier voren gemeld , dat de Hottentotten het lichaam en de klederen zoo als ook de Croilen met vet befmeren ; dezelve in plaats van een bed gebruiken, en alzoo nacht en dag zonder eenige verandering gebruiken. Daaren- boven wanneer men bedenkt, hoe warm het hier is , en wat alzoo van het vet in het bont moet wor- den gebroeit, zou het dan wel wonder zyn, dat de Hottentotten fchoon zy voor het grootlte ge- deelte bloot en naakt lopen, ook in hunne CrofTen luizen kregen , en 'er overvloedig hadden ? Wanneer nu dit ongedierte, voornamelyk by warme dagen , haar de huid fchier plat byt , en door het menigvuldig gezogen bloed zoo rond zyn geworden als knikkers, en die koltgangers te laftig worden , zoo gaan zy wel op de volle llraat f taan, en kloppen de Croilen uit met een ilokje, zo- danig dat ze op de aarde rollen ; edoch dit middel is niet genoeg, om zich van deze gallen te ont- llaan , om dat zoo dra 'er een an- der weder gaat zitten , die uitge- klopte luyzen zodanig een beftor- men, en hy alzoo op eene reis ee- nige honderden overerft, fchoon hy 'er te voren niet een gehad had. Dcrhalven dunkt hen beter en Zyeet voorzichtiger te zyn, deze beeft- dcluiien jes , waar van zy zoo veel beeten hebben moeten uitftaan , uit de waereld te helpen, en als zuigers van haar bloed en zweet op te vreeten, om dat ze als dan geen leed meer können doen ; gelyk zy dan, wanneer men vraagt, waar- om zy ze op eeten, uitdrukkelyk antwoorden : T>ie goeds ons ja beï- tum, en ons bloed op vre turn; waar om ons die goeds niet weder beitum en op vretum. Ik heb 'er vele hondert zien, die langs den weg, zoo wel aan de Kaap zelfs als langs de grote we- gen, en aan hare Kralen zaten, die zich van deze hart omroerende fpys zonder fchaamte bedienden', om dat zy wel weten , dat nie- mand in het land haar zal berispen; om de vreemdelingen geven zy niet, wyl zy dan hier en dan daar wonen. In dit Huk komt T. Ta- watP.T chart met my overeen , wanneer JÏÏchr) hy in zyne Siamfche Reis pag. 99. zegt: Zy maken een treffelyk ge- recht uit bet ongedierte , 't welk in de vellen , die zy dragen , aange- fokt word; wy hebben het meerma- len gezien , anders zouden wy het onmogelyk hebben können geloven. En KAAP de GOEDE HOOP. 6? En de Heer Boeving in zvnc cu- fieufe Rcfchryving en Naricht der Hottentotten, /egt hier van pag. 8. het volgende: Zommigen bren- gen den tyd door, met bet vangen van de Inyzen uit hunne vette Crof- fèn; enterivyldczc jchier van on- gedierte knelden , koßrde bet nier veel moeite, om Makkers te vin- den, welke de luyzen met de tan- den aan fi ukken beet en, en ah dan wegwierpen , en anderen , die z,e zelfs opaten , zoo als ik met myne ooqen , niet zonder walging gezien heb. Dit genoeg hier van , om dat de materie al te onfmaaklyk is, en ik geen luit heb, om ze verder uit te halen. Genoeg is het , dat de Le- zer de waarheid daar uit weet, en geen oorzaak heeft, omverder daar aan te twytfelen ; zullende nu de Delicateflen , die zy werklyk daar voor erkennen , in 't kort melden ; namelyk , dat zy zeer grote Liefhebbers van Tabak zyn, en denzelven veel hoger achten , als men in Europa gewoon is te doen. Ik heb niet alleen eertyds gezegt, dat dit kruid, het welk hen luftig en vrolyk maakt, hen onder anderen heeft bewogen, hun land aan de Ooft-Indifche Compagnie te verkopen, gelyk zulks SP. Tachart in zyne Siamfche Reis pag. 90. getuigt; maar zulks bekrachtigt ook de Heer Vogel in zyne Tienjarige Ooit-Indifche Reisbefchry ving pag. 71. wanneer hy zegt : Zy zyn grote Liefhebbers van Tabak , en flaan den Europea- nen voor een klein ßukje een gaut- Jchen dag ten dieufle. Het is wonderlyk en echter zeer gewis, dat wanneer een Eu- ropeaan begerig is , onvervalfch- ten tabak te kopen , en hy gaarn wil weten, of hy goed is of niet , hy maar een pyp vol hoeft te ge- ven aan eenige Hottentotten, die by elkander zitten, en ze dezelven laten uitroken , wanneer zy onfeil- baar zullen zeggen , wat van den tabak is, en zulks veel beter, als IL "Deel. een Europeaan doen kan. Ik » heb my veelmaal van dit middel bedient, en haar 1 kan ook verzeken n , dat ik my nooit qualyk daar by heb bevon- den, maaraltyd de waarheid bc- fpeurt heb. Dcrhulven is dit ook wederom een klaar bewvs, dat wyl zy de deugd en eigenfehap van den Tabak zoo wel kennen, zy ook ongemeen grote Liefhebbers daar van moeten zyn. Hier uit blykt alzoo genoeg- zaam , dat de Tabak een van ha- re waard itc en voornaamite zaken is, die zy niet können ontberen, en waar voor zy graag arbeiden willen, om dezelve te verdienen > of zoo veel te winnen dat ze dezel- ve können kopen. Gelyk zy dan zoo dra ze met een Europeaan eens zyn , om iets voor hen te doen , alvorens Tabak , als een zaak die haar liefit is , en die zy niet ontberen können, bedingen. Ja zy bedingen wel uitdruiklyk ha- re dagelykfche of ten miniten weekelykfchc portie van de ge- nen, waar by zy zich by 't jaar ver- huuren, en zoo dra dezelve aan hen word geweigert, gaan zy uit dendienit, en zeggen, dat ver- mids de man aan hen geen Tabak geeft, zy hem ook niet langer können dienen. Het ander ituk van hare groot- DeDacha fte en beite Delicateflen is de eer- ^ec,",da tyds reeds befchreve en tot nu voorde veelmaals aangehaalde T>acha , "°trc welk kruid haar aangenamer is, als Zuiker, Amandeltaarten of ande- re koftbare en lekkere beetjes voor de Europeanen ; want als zy dit kruid of alleen of met Tabak ge- mengt roken, of, zoo als zy zel- ve zeggen , Bufchbafch maken , zoo denken zy om geen eeten of drin- ken, en vcrluitigen zich daar me- de , om dat zy uit de ondervin- ding weten , dat het hoofd hen daar van zoo licht, en zy zoo praatachtig worden , als ofzyden beften Spaanfchen of anderen koit- baren wyn gedronken hadden. I x En f BESCHRYVING van de 68 En juut ten dienzelvcn einde, [ zoo als ik reeds eertyds hebbe ge- j meld, gebruiken zy dit kruid, als /\ trouwen, of iemand zyne doch- ter vragen willen, op dat zoo wel de ouders als de bruidegom zelf vrolyk worden, en eerder aan het praten zou raken. Dit kruid is ook het nagerecht by alle hunne gaftmalen, Andersmaken, en ver- dere openbare plechtigheden. Zy verhuuren zich ook niet licht by d'een of d'ander boer, ten zy hy hem een zekere portie T>acba ne- vens den Tabak belooft, ja zelfs zoo veel als zy können roken. Kort om T>acha én Tabak zyn de aangenaamfte dingen, welke een Europeaan hen kan voorzetten of aanbieden. Zoo aangenaam T>acha en Ta- bak ook mogen zyn, zoo veel aan- genamer is by hun echter de Kan- 7/rf-wortel , welke boven aan an- dere koftbaarheden den prys be- houd , om welken te krygen een Hottentot zich niet zou ontzien , om voor een itukje 6 , 8 of i o my- len ver te lopen, ofdengantfehen dag zwaar werk te doen , om dat zy menen , dat 'er een byzondere kracht in lteekt, als men ze kaauwt. De Heer CP. Tachart in zyne Siamfche Reis p. 103. 104. verhaalt, dat de Namaquas An. I68^. aan de Hollanders, die door dat Land reisden, onder anderen deze wortel of kruid , genaamt Kanna , tot een tcgenprefent had- den gegeven; welke de gemelde Tachart ook voor de Chinee- Iche Ginffi'ug-\vone\ houd ; wan- neer hyzegt: Na alle aanzien is dezelve de beroemde wortel , van de Chineefen Gwffeng genaamt , aangezien de Heer Claudius , die ze m China heeft genten , verze- kert , dat hy twee geivajfen daar van aan de Kaap had gevonden , en heeft ook haar gejlalte , zoo als ze eigent lyk is , uitgetekent , Welke de Heer Thevenot my on- langs heeft laten zien. Zy gc- bi 111 keu deze Kanna even zoo 0- vervlocdig , ah de Indianen hun- ne Arekv. en Betel. V an deze Kanna of Chineefche w tE Ginjfèng~WGtte\ geeft Erasmus m Francisci in zyne Ooit-cn \V eil- jlscicvaJl Indifche Staats en Luitgaarden p. Gng-wor- 717. uit Mart in ns Martinh Atlan- telD te Sinico p. 35. der Landfchappen ^Peking , en uit Nieim'hoffs \)c- fchryving der Hollandfchen Ge- zandfehap aan den Keizer van ('ki- na Cap. 15-. dit volgend Bericht : l)\ de oude Hoofdltad des Land- fchaps 'Peking vind men zeer fcho» ne en door gantfeh China op 't hoogit beroemde wortel, welke van de Chineefen Ginßeng* maar van de Inwoners van het eiland Japon Riß genaamt word ; en word dezelve van de Chineefen Ginffeng genaamt na hare geitalte , om dat ze de geftalt van een menfeh, (in de Chineefe Taal Gin genaamt) die de benen ver van malkander heeft, zeer aardig ge- lykt. Zy gelykt onze Europeaanfche Befchr Mandragora of Alraun , behalven ^"| ™ dat zy veel kleinder is ; gelyk ik tel. dan niet twyffel, of zy is een zoort van de gemelde Mandragora , om dat zy eenerly geitalte en werking heeft. Wanneer deze wortel is gedroogt, is zy geel van kouleur ; zy heeft zeer dunne vezeltjes, waar door zy het voedzel tot zich trekt , en is rontom met zwarte vlakjes gefprikkelt, die zoo klein en net zyn , als of ze met een wel gefnede pen gemaakt waren. Als men ze kaauwt , is zy mal zoet , met een zoort van bitterheid ver- mengt, die echter naauwlyks kan worden geproeft. Hare kracht en werking beftaat voornamelyk hierin, dat zyde levendmakende geelten geweldig vermeerdert , als men maar het twaalfde deel van een ons daar van gebruikt. Zoo men echter een weinig meer meent, Iterktze de krachten der zwakken, en veroor- zaakt een aangename warmte des lichaams. Als de genen, die een weinig KAAP de GOEDE HOOP. 69 weinig heet van natuur vyn , de- ze wortel gebruiken, .brengen /v zich doorgaans in levensgevaar , om dat zy daar door te veel gers- ten bekomen; maar voory.wakke menfehen die door langdurige ziekteos hunne krachte« hebben verlorfin , is dezelve /eer hcil- \m en dicnilig ; gelyk Z) dm /omtyds zelfs aan de genen, die- op 't uiterlle fchyncn te leggen , zooveel krarhten bvzet , dat zy in lange gene andere medecynert behoeven, en dikwyls daar door tot vorige gezondheid geraken ; waar door deze wortel zoo duur is, dat een pond daar van met drie pond zilver moet worden betaalt ; tot nu voorgemelde Franciscï. Ondcrtullchcn is tover gewis, dat de Hottentotten onder alle koltelykheden en delicatellen niets hoger achten nis deze Kau- ,74-wortel van welke ik zelf eens ren ftukje , een vinger lang heb gehad, waar mede ik zoo veel vrienden nebbe gemaakt, dat zy nog langen tyd daar van onder el- kander fprak en , en zeer in haar fchik waren, als ik aan iemand, die iets doen zoude, ontrent een itukje een half lid van een vinger lang, daar van mede deelde. Of echter de Afrikaanfche zoo grote kracht en deugd bezit, als de Chi- neefchc, kan ik niet zeggen, om dat van dezelve nooit iets heb gezien, en by gevolg geen on- dervinding daar van hebben kan. OndertufTchen is 't genoeg dat ik weet, hoede Hottentot- ten daarmede in haar fchik z\n, wyl zy gedurende het kaauwcn van een klein ftukje ongemeen lullig en vrolyk worden, zodanig dat zy fchier niet weten , wat zy van vreugde doen , en van welluit als dronken fchynen. Zy bonden Een byzonder (luk van hare vedvan lekkernyen ik ook wyn, niet al- leen de klare en zuivere, als wel- ke by de Europeanen ook wel herberg vind , maar de half fchone en voornamelyk de gene, die nog op de ui'' ■ , en als 1 dan me: de hef braaf onder el- kander is gemengt, en zoo dik is dat hv fehle r niet uit het glas kan bpenj Deze wyn om dat hy Ikoop is word van hen gekoft, en zeer gaarn gedronken ; zonder dat /\ vrezen j dat zy daar van purgeren, of krimpingen in de darmen krygen zullen. Dit on- gemak moet te meer worden ver- oorzaakt, als vy Tabak of 'Ducba of ook Btifibbtifch van tabak en 'Dacba daar onder roken , en den rook doorflikken, tot dat zy hem op eenmaal als uit de mond van de hel, die open gaat, uit laten ; aan- gezien zy zich verbeelden , dat het een trefïelyke werking van den dikken wyn is, dat hy ten eerften bevangt, en daarenboven wakker purgeert. Nog groter Liefhebbers zyn zy En • 1 an dèn\Vyn-Brandcivyn, welken brandew5n men hier wegens de vele wyngc- waflen overvloedig heeft, en des- wegen van den Koorn-Brandewyn gantfeh niet houd. De oorzaak is, om dat hy deels niet zoo goed, en ook even zoo duur zoude ko- men te ftaan als de Brandewyn zelf, en zulks wegen den eenmaal gezetten prys van hetkoorn, zoo als eertyds gemeld is. Van dézen. Wyn-Brandewyn zyn zy zeer wel verzekert, en weten het uit de ondervinding, dat een klein kelk- je of glaasjes meer kracht heeft, als drie of 4 glaasjes wyn. Vermids dezelve nu dikwyls liever aan hen word gegeven, als goede wyn, zoo nemen zy hem ook liever aan, en zyn wel vergenoegt, als zy de gehoopte werking maar in't hoofd gewaar worden , hy mag voor 't overige zyn als hy wil. Zodanig is het ook met den A- a rak, of den Indiaanfehen Brande- adicatêfë wyn, die van RvÜ, Zccqual, A- byhen. nys, enz. gediilillecrt word, en niet alleen door gantfeh Indien, maat ook voornamelyk hier by- zonder in gebruik is. Deszeïfs verdere befchryving is by Job. I 3 -van BE SC HR Y VING van de Exempel daar van. 70 van der Beer, en by Merktin in zyn Journaal of Öolt-Indifche Reisbeichry ving pag. 9 3 3 . te vin- den, en vermids hy veel beter koop is, als de Wyn-Brandcwyn, kopen zy den zclven zeer over- vloedig, en zuipen tot dat zy f moor dronken, enzomtyds niet in ltaat zyn, om hunne huizen te vinden, maar van anderen moeten t'huis gebragt worden. Ik heb in den *jare 1708 een klaar bewys gefien , dat zy veel werk van Arak maken. Want als de Commandeur van Ccilon, die van Punta Gale vertrokken , en onderwege overleden was, in een gepikte doodkiit vol Arak , om het lichaam te beter te conferve- ren, alhier gebragt was, en men dien funkenden Arak, wyl het lichaam verkil! wierd , uitgoot, zoo kwamen de Hottentotten daar op af, en vongen den Arak in hunne Croflen. Weliswaar, dat zy niet willen , dat het lyk van den Com- mandeur daar in gelegen had; echter Honk de Arak zoo vuil, dat geen menfeh die zou hebben wil- len gebruiken; Niet te min ging hun lief hebbery zoo ver, dat ze voor dien tydt den flank niet rui- kende, zigaan denzelven vol en zat zopen, 't geen hun echter liegt bekwam, wanneer zy t'huis ko- mende deze {linkenden drank weer uit braakten , en toen eerii gewaar wierden den vuilen lugt , die ze hadr, welke zy zig in lang ook niet konden kwyt maken ; waar door zy een tyd lang geen Arak meer wilde drinken. Ik zou zeer gemaklyk nog ee- diet Ha- nige van hare lekkernyen hier^. können byvoegen , maar vermids ik beducht ben , dat ik den Lezer daar mede maar zoude laftig val- len , te meer wyl het hoofdftuk buiten dat reeds lang genoeg uit- gedeyt is, en de zaken daarenbo- ven van zeer gering gewicht zyn zoo acht ik belt te zyn, als nu te fluiten, en niets meer daar by te voegen , op dat ik de tegenheid , welke gy reeds by hare maaltyden heb befpeurt, en nu wederom vermeerdert is, niet groter make, en daar door veroorzake, datgy in 't vervolg geen luit zoud heb- ben om meer van de Hottentotten te lezen. OndertufTchen zullen hiermede ook de onfmakelykfte materien verby zyn, die van deze natiën können en moeten worden ver- haalt, zoo men anders van al haar doen en laten gaarn het rechten befcheid wil hebben. Derhalven kan ik beloven, dat voortaan diergelyke walging veroorzaken- de dingen niet meer zullen voor- komen. VIL HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 71 VIL HOOFTSTUK. Van der Hottentotten Huizen, Dorpen, en van haar gantfehc Huisraad. Vaader Hottentotten huizen. Gelyken na een bakkers oven, Zyn noch van fleenen noch van balken gebowxd. Zyn ook geen bollen. Der Hottentotten boirxmateriaalen. De figuur van bun buizen is ovaalrondt. Het dak beflaat uit matten en buiden. De huizen zyn van binnen ovaal , als vcrxulft 'yén niet boo*. De bedßeden zyn raten in de aarde. De haardflede is een rond gat in "'t midden. Hunne buizen raken nooit in brandt, Hoe zv hunne dorpen aanleggen. Worden rondt gebouivd. Hoe bet veevcord brxaart als^er ivyiiig Hottentotten l>y malkander ivonen. De Dorpen zyn groter als Boevinj vooreeeft. De grote Dorpen blyven n.et lang op een plaats. Be/luit van dit Hooftdeel. V L'.rmids de tot nu befchreve Hottentotten zich in de kleren geftoken hebben , en zich zonder vrees mogen laten zien ; vermids dezelven by haregewoon- lyke en ordentlyke maaltyden toe- gelaten hebben, dat men hare fpys en drank en terzelver tyd hare Delicateften heeft können waar- nemen , zoo zullen zy ook zeer gaarn toeftaan , dat met hunne paleizen , huizen , dorpen en gantfche huisraad , van naby zoo wel van binnen als van buiten be- ziet ; voornamelyk als men haar verzekert , dat men niet begerig zal.vallen, om iets met zich te ne- men , zoo als hare gewoonte ook is, dat zy niet licht iets aan ie- mand ontvreemden. )erHot- De Lezer zal echter met den Sniy- eeriten opilag gewaar worden , dat n na een deze hui/en en dorpen een zeer kCn"s fchone , naauwe en nette over- eenkomt hebben met hunne trac- tamenten , delicateiren , en gant- fche kleding ; weshalvcn zv ook een zulke parade maken , dat men dezelve, zoo als Boe-ving in zyne curicufe Befchryving en Naricht van de Hottentotten/^, -r. zegt, zeer wel by een lemen Hakkers oven gelyken kan, welke men in Duitlchland midden in de dorpen aantreft, maar gantlch niet byeen hooiberg, zoo als de evengemel- de Heer Boevitig l. c. ook meent, om dat een middclmatigehooiberg van boven fpits toeloopt en ook veel hoger is , als een zodanig gantfeh paleis. Want deze huizen hebben gene 7ynno. fondamenten of muuren van kalk vanftenen of ftenen, zoo dat een Metzelaar l°Fin Li . . . balken ge- by hen zeer weinig werk zoude bouwt vinden. Zy zyn ook niet van zware uitgehouwe en dicht op el- kander leggende bomen en balken in elkander gevoegt , en vervol- gens met mos of ander dun werk van vlas bedekt , om den wind daar buiten te houden, zoo dat een Timmerman ook zeer flech- ten rekening by haar zoude vin- den ; hoewel de Heer Boeving in zyne Tienjarige Ooft - Indifche Reisdag. 71. zegt, datzy onder anderen ook ftroo tot het maken van hunne huizen gebruiken, zoo zal men echter niet eenen halm daar aan vinden, aangezien zy daartegen zyn, om dat 'er voor de komft der Hollanders geen koorn gezaait ofgcoegft is, en by gevolg ook geen ftroo in het land is geweeft. De cerft aangehaalde Heer Vo- gel befchryft /. c. deze Hottentot- iche hutten in eenige delen zeer wel, behalvcn dat hy daar by van ftroo BESCHRYVING van de 72 flroo gewag maakt, het welk 'er niet toe word gebruikt , 200 als reeds gemeld is ; namelyk hy zegt: Hare hutten, waar in zy wonen, gorden uit riet of ßr 00 ge- maakt, en geh ken na een bakoven. In dezelve kruipen zy door een la- ge deur , en flip en 'er wel 10 of 1 x in een van zulke hutten. T.Ta- chart is daarentegen door het veelmaal aangehaalt Lateinfch bericht gantfeh mifleid, namelyk dat hy van de Sonquas natie voor- geeft, dat zy hunne woningen in hun eigen land onder de aarde maken , en maar zomtyds zoo als de anderen in huizen wonen, zoo als zulks in zync Siamlche Reis pag. 97. te lezen is ; aangezien hoe veel natiën ik ook heb gezien, ik zodanige hollen in klippen of bergen niet aangetroffen heb , en heeft my ook niemand , dien ik 'er na heb ge vraagt, van diergely- ke gaten , eenig berigt können doen ; zoo dat daar uit belluit , dat dit gantfche voorgeven van de hollen een louter verdichtzel zyn moet van zodanigen , die ver- maak fcheppen, wanneer zy ce- nen vreemdeling zoo wat op den mouw weten te fpelden. Hy is nog minder onderrecht, wanneer hy pag. 102. voorgeeft , dat alle natiën in Jagers of Her- ders verdeelt zyn , wyl zy allen dit beide zeer wel verHaan ; wyders zegt hy van de Jagers , dat zy in hollen wonen , en van de jagt le- ven ; en dat de Herders zich van hunne kudden en melk-fpyzen generen, en in hutten of huizen wonen; van wicn hy ook deze vertelling mag hebben , zoo is het nochtans zeker, dat hy die hollen nooit zelf heeft gezien, om dat men in zync gantfche Rcisbe- fchryving nergens zal vinden, dat hy buiten de Kaap landwaards in geweefl is ; daarenboven zal hem ook niemand met waarheid een zodanig hebben können aanwy- zen, om dat de Bofchjcs -mannen zelve gene zodanige hollen heb- ben , fchoon zy van alle de ande- ren afgezondert moeten leven, zoo zy anders niet doodgeflagen willen worden. Zoo tail de Heer Boeving op de. eerHgemelde plaats pag. 5. ook niet alleen mis, als hy de lalt en de moeite, om de huizen te bou- wen , de wy ven alleen wil opleg- gen , wanneer hy zegt : Ik heb eens zodanigen paleis van een wyf, aan welkers gefacht deze arbeid toekomt, zien opbouwen. Maar hy haalt ook meer materialen aan , dan zy ordentlyk gebruiken , als hy wyders zegt : Een ige lange fokken , wierden in 't rondt in de aarde geftoken , en van boven tegen elkander vafi gebonden, en daar na met biezen dekken, fchclpen, gras, ßenen en allerhande dier e-huiden be- dekt. Want fchoon ik van dier- gelyke huizen eenige duizend heb gezien, is my echter nooit zoda- nig huis, met gras bedekt, voor- gekomen, veel min dat de dun- ne Hokken Henen zouden hebben können houden of dragen. Wanneer ik aan den Lezer zal Do Hot zeggen, wie en op hunne huizen bouwen ik zulks zonder eenige omwegen met de volgende woorden doen ; namelyk : De Bouw-materialen tot een zodanig huis zyn Hokken, van lengte en dikte als een Heel van een hooi-gaffel, of langer als zy ze krygen können ; deze Hokken worden van de mannen afgefne- den , en van hen en van de wy ven na huis gebragt ; dog gaan zy al- vorens langs de rivieren en bee- ken biezen halen , die zy ook na huis dragen en in de Zon leggen om te drogen ; en zoo dra zy de- ze materialen by de hand hebben , zorgen zy wyders voor niets, dat tot opbouwing van hunne hutte zoude nodig zyn. Als de gemelde biezen een wei- m™ n • nig zyn gedroogt , begint *J£33 vrouw matten daar van te vlcch- d& inhei ten, die zelfs zoo dicht zyn, dat ^tn 'er niét een droppel water door hu«. * kan, \V1f WVC 7V tentotten ' " Ys LJ Bouw-ma- ZOO Zal terialen. ^ f ZW At.? 7.? » Hoem Hottentotten haak ihysfa boiwen. i E Tkdipi dUüt KAAP Dt GOEDE HOOP. 73 IIb IS o- ial-rond kan, en rondom dezelve legt zy een zoom of rand zoo dik als een kleine vinger; en wanneer zy 'er zoo veel klaar heeft , als Vr tot het bouwen van het huis nodig zyn , zoo beginnen zy <>m den huisliouvv met ernit en \ ver te den- ken, zoo dat het gantfche huis in een zeer korten tyd opgerecht en gebouwt is , om dat man en mouw, en niet de vrouw alleen , zoo als Boeving l. c. voorgeeft, ten zy de man van de hand, op de jagt, of in iemands dienlr. is, el- kander de behulpzame hand bie- den. De figuur Het fondament echter, waar op zy haar huis bouwen, is gelyk reeds is gezegt , niet van Henen gemetzelt , maar de blote aarde zelve, zoo als ze van natuur is. Op deze bouwen zy hunne hut- ten, niet vierkantig, als de Euro- peanen , en die Hottentotten doen , die ontrent Terra de Natal wonen , van dewelken ik door den eertyds aangehaalde Kapitein Theunis Gerbrandszoon van der Schelling niet alleen gehoort, maar ook in zyn Journaal of Dag- regiiter gelezen heb , datzy hunne huizen van leem vierkantig bou- wen , en eene verdieping hoog ophalen, maar zy verkiezen alte- maal een eirondt bellek, op de wyze van een bakoven , als welke gelykenis met alle hunne hutten of huizen belt overeenkomt, maar niet als een hooiberg , zoo als Boeving l. c. wil , of als tenten , als T. Tachart l. c.p. iox meld. Deze ovaal-ronde figuur is over het midden in zyn langtle Diame- ter 14 voet lang, en in het ImalHe ontrent 10 of 1 1 voet breedt, wel- ke figuur zy rondom met voorge- melde Hokken afiteken , dezelve daar na overbuigen , en boven, als zy te kort zyn , voornamelyk voor en achter, om dat zulks in 't midden zoo zeer niet nodig is, met biezen-Hrikkken, aan elkan- der binden , of anders als zy lang genoeg zyn, beide de enden van IL om de he- te zonne-Hralen nevens de regen en wind te beter af te weeren. Aldus is het gantfche huis rondom toe, en heeft niet meer dan eene opening, waar door zy in en uit het huis komen , en te ge- lyk een deur en een venlter is. De- ze opening is ontrent 3 voet hoog en i voet breedt, waar door nie- mand, het zy een klein kind, o- verend gaan kan, maar men moet 'er fchier , zoo als T. Tacbart zegt , op handen en voeten uit en in kruipen. Naafl deze opening of deur hangt een vel, waar door de deur, als de wind daar in waait, niet alleen kan worden toege- maakt, maar ook zodanig gc- fchikt , dat de zy-winden niet daar in blazen können ; daaren- boven is het ook zeer gemaklyk , wanneer de wind Herk en aanhou- dend is, de gantfche deur of ope- ning te verbouwen , en van achte- K ren 74 BESCHRYVING van de ren eene andere te maken, en 7.ich alzoo van dit ongemak te bevin- den. De huizen Na proportie van deze deur, is '™0. de hoogte binnen dit rond ver- ik wuift huis of hut insgelyks geno- ^"men, aangezien men niet' wel, fchoon men midden in het huis is, recht ovcrend liaan kan , maar men is genoodzaakt, om ten eer- ilen te gaan zitten, of ten minllen te hurken , als men niet plat op de grond wil zitten, om van de krui- pende luyzcn en vloojen niet te er- ven. Dcrhalvcn zegt degemelde?*. Tachart l. c.p. 101, dat de hoog- te van binnen zoo Hecht is, dat men onmogclyk overend daar in ftaan kan ; en word deze hoogte van zodanig een hut door den Heer Boeving gefchat op drie el- len , de omtrek op 16 ellen, en de breedte op 4 en een halve e! , welke als zy van de korlte Diame- ter word verltaan,met myne maat tamelyk wel overeenkomt. Hier voren heb ik reeds uit Vo- gel l. c. p. 11. aangehaalt , dat in zulk huis of hut wel 10. \i. en meer perzonen können logeren , het welk ook zeker de waarheid is. VA anneer 'P. Tachart zulks echter van 4 tot 5 huishoudingen wil veriuan , als hy /. c.p. 103. fchryft : dat in een van zulke hut- ten wel 4 tot f. huishoudingen wonen , khoon de gantiche plaats rondom niet meer dan 5- of 6 geo- mctrilchc ichreden bevat, zoo is zodanig voorgeven gantfeh onge- grond, en houd de verf na de proef der waarheid gantfeh niet, aangezien elders reeds is ge/egt, dat een ieder zich ten ccrlten van een eigen huis verzorgt, en de veelheid der menfehen maar van de vreemdelingen moet worden veriiaan. Herhuis- lioehetnu van binnen in het "civdJn hct huis gefchapen is, en wat men daar in aantreft, dient nu, wyl van de ftru&uur» grote des huis of huis narielu gegeven is, ook te worden aangewezen, om niet al- leen van hare fchoonheid , galante oplchik, maar ook van haar kort- haar huisraad en meubilen kennis te hebben. Vermids nu echter van hunne fmuk en klederen reeds genoeg is gemeld, endaar- benevens elders ook is gezegt, dat zy niet gaarn met veel onnodig huisraad beladen zyn , zoo kan men zich wel voorlïellen, dat men niets zal vinden dan het geen zy dagelyks van noden hebben. Edoch op den grond van het Dcbedfte- huis en alzoo in de aarde vind men teemde6*" rondom en nevens de muur eeni- aïrde- ge gaten, ontrent een halve voet diep, die zeer gemakelyk moeten zyn. Namelyk zy maken naar de veelheid of getal van de perzoon van hare familie, zodanige gaten in de grond, dat ze hen voor bed- ltedcn zouden verltrekken, waar inzy, na dat zy zich alvorens in hunne CrofTen hebben gewonden, zoo wel en zacht flapen , als een I' uropeaan in het belle veerebed. \ oor de vreemdelingen vind men 'er zomtyds wel een , maar zy moeten dezelve eerlt zelf maken , als zy gemaklyk leggen willen. Behalven deze bedlleden heb- ben zy het gemak, dat een iegelyk alleen flaapt, en leggen gemeen- lvk man en wyf recht tegen elkan- der over, en de kinderen rondom, zoo als men vulks zeer duidelyk uit de grote en kleine gaten zien kan, als men anders niet wilt, waar de een en de ander 's nachts zync flaapplaats had. Dienvolgens geeft dit ook genoegzaam te ken- nen, dat zy zich ontzien voor ha- re kinderen , of voor anderen , wanneer zy hunne huwelyks plicht onder elkander willen waar- nemen, zoo dat men ze vergeels en met onwaarheid voor brutaal , onbefchaamt, en ondeugend uit- I geichreeuw t heeft. Midden in het vertrek of hut is Dehiard- ! een rond gat , van byna dezelve nxAax^ diepte als de bcdltcdcn , het u elk 't midden. 1 hen voor eenhaardllede verflrekt; ! aangezien zy daar in een vuur ont- tfeken , KAAP de GOEDE HOOP. 75 ftckcn, ea als dan rondom het zelve gaan litten , op dat ouden en jongen, grooie en kleinen /.ich daarby zouden warmen, als liet een weinig koud of regenachtig w èer is. 'Zy können ook op dit Vuur koken , en weten zich alzoo wel daar mede te behelpen , als eenander by zyne baarditede of kachel, behalven dat het hier een weinig meer rookt, als een Euro- peaan gewoon is te verdragen , welke rook ook redelyk in de 0- gen byt , als zy nat hout of dro- ge koemift branden. Van deze vuur en andere tot bedffee dienende gaten fchryft 'P. Tachart l. c.pag. 103. nog redelyk wel, behalven dat hy de gaten te diep maakt , wanneer hy zegt : Het vuur brand in V midden , en de ver- trekken zyn anders niet onder fchei- den , als door gaten , twee voet diep in de aarde gemaakt: Daaren- tegen valt de Heer Boeving., om zoo te fpreken , met de deur in 't Boevjnshuis, en oordeelt tamelyk hard, ■viUng. als hy zegt : Van binnen hebben zy, als het koud is, een vuur, rondom het welk zy als de beeflen , ouden en jongen , mannen en wyven , op de aarde leggen. Even als of hy voor heen niet had gezegt , dat zy op de hurken gingen zitten, en als de Duitfchers om hare kachel, of als de Hollanders en Franfchen by haren haardt zich warmden, het welk immers by geen menfeh voor een beeftachtigheid kan worden gehouden. Wyders zegt hy, ik mag wel zeggen, als de beeßeji, want hare honden, waar van 'er zomnugeu welx of 3 hebben, zitten iusgelyks in de ry, en hebben het zoo goed als zy. Nu wildeik wel gaarn weten, waar de Heer Boeving ooit heeft gezien , dat de honden met hen in de rye , en niet liever achter hen en buiten de rye zaten ? Genomen evenwel het was zoo, heeft hy dan nooit gezien , dat voorname Heren een goeden en trouwen hond zeer hoog achten, en niet 27. Deel. gaarn zien, dat aan hem een d word gedaan r \\ eet liv niet , dat 'er in de vertrekken van de voor- naamite I teren ook honden wor- dengezien? Is'l hem onbewuit, dat de teerite Juffertjes ook fchootbondjes hebben, welke zy niet alleen hy dag op haar fchoot hebben, maar by nacht ook met zich te bed nemen, en aan dezcl- ven even zoo goede ruil plaats vergunnen , als zy zelve genieten ? Zoude hy dan uit dit alles, 't welk ontrent de honden gefchied, be- flüiten, dat zodanige Heer of Juf- frouw becllachtig leefde , om dat haar hond het zoo goed had als vv zelve? Wat my aanbelangt , ik zou my niet gaarn met myn oor- deel zoo ver uitlaten , om dat ik zoude vrezen, dat het al te ver zoude gaan en te veel zoude ge- zegt zyn. De trouwheid , waakzaamheid Hottentót- en redelykheid van een hond is by *en J^en alle Natuuren Gefchiedenis-ken- noden?'""1 ners genoeg bekent. Wanneer men dit nu gade Haat, en bedenkt, hoe nodig deze dieren voor de Hottentotten zyn , om dat haar land vol wilde en verfcheurende Leeuwen, Luipaarden, Tygers, Luchten, Wolven en andere dier- gelyke op roof uit zynde dieren is, zoo kan men hen zekerlyk niet qualyk duiden, dat zy genegent- heid voor de honden hebben , te meer, om dat aan dezelven de nachtwacht bevolen is, en 'er geen een in zodanige Hottentot- fche hut aangetroffen word. Wie zou dan daarom zeggen, dat de Hottentotten als de beeilen rond- om het vuur leggen , of als dezel- ve leven ; veel meer oordeel ik , dat de Honden een zeer nood- zaaklyk,ja zelfs het noodvaaklvk- fte huisraad zyn , om dat dezelven hunne Befchutters zyn tegen de wilde dieren, en derhalven van hen wel in waarde gehouden, en aan dezelven ook gemak dient verleent te worden. Wel verdienen zy dit in aan- K 1 zien 76 B E S C H R Y V I N G van de zien van hunne uitcrlyke fchoon- heid gantfeh niet, aangezien zy van alle fraajigheid t'eenemaal berooft zyn , en eerder na een vos als na een hond gelvken ; hebbende een fpitzen fmoel ,ltyle ooren , en een zeer dunne en lange Haart , welke zy naliepen ; voorts ruige zwart- achtige en afchgraauwe haireri , alzoo dat wanneer ik zodanigen hond zie , niets aangenaams , vriendelyks en beminnenswaar- digs aan hem vinden kan , dog als ik de nutte eigenfehappen, welke zy met alle honden gemeen heb- ben , gade fla , zoo verdienen zy in alle delen even dezelve achting, welke men voor een andere hond hebben moet, om dat zyaande Hottentotten even dezelve dien- lten doen , die een Europeaan van een hond te verwachten heeft, en daarom veel van hem houd. Der Hot- £)e Hottentotten houden der- voomaam- halve zoo veel van dit huisraad , ftc huisraad dat zy het zelve ook in hunne hui- zen laten komen. Het overige is 'er ook wel in ,maar is reeds meefl hier voren befchreven, vermids het zelve in niets anders dan in hunne CroiTen, Pylen, Bogen, Haflagayen, Kirris, Rackum-ltok- ken en potten , of met een woord in keuken-tuig beftaat; derhalven oordeel ik nodeloos te zyn, hier van iets meer aan te halen, te meer om dat van hunne pylen en Hafla- gayen hier na by hunne handwer- ken nog iets zal moeten worden gezegt. Hunne Met reden moet men zich ver- ken nooit" wonderen, dat daar zy, zoo als inbrand, gemeld is , midden in deze lage hutten, vuur ontiteken,en dezel- ve maar alleen uit dunne Hokken, bieze-matten en ruwe huiden be- flaan, en daarenboven van bin- nen Haflagayen , Pylen en Bogen, zoo als ook hare overige Croflen en andere lompen hangen, een zodanige hut echter nooii inbrand geraakt, of iets daar van zengt, te meer om dal de Hokken, Haila- gayen, Pylen, Croffen, en al het andere met vet word befmeert, en derhalven lichter vuur vat. Ik heb deze zaak niet alleen dikwyls nagedacht en my daar o- ver verwondert, maar myne ver- wondering wilde zich niet laten vergenoegen, dan na dat ik aan hen de rede had gevraagt, waar by zulks toequam ; dog zy gaven my gantfeh geen antwoord, maar lachten my alleenlyk uit, als of zy daar mede wilden te kennen ge- ven, dat ik de rede zelf wel wille; en wanneer ik hen van een ander volk, namelyk van de bekende Heidens zeide, dat zy insgelyks deden, als zy by een boer in de fchuur wierden gelaten, en een vuur in dezelve ontllaken , alwaar nog llroo nog hooi verbrandde, fchoon het vuur nog zoo groot was, wierden zy nog meer in hun- ne mening gefterkt, en zeiden, dat ik de rede alsdan zelf wel will. Derhalven is het my onmoge- lyk geweeft , een enkeld woord van hen te horen, en weet ook tot nu niet , hoe zulks toegaat, hoewel zeker is, dat zy van geen wortel, welke de zoogenaamde Heidens gemeenlyk uitgeven, en tegen allerly vuur-rampen ver- kopen, iets weten ; wat zy echter anders gebruiken, is on- bekent , om dat zy niets in de aarde graven, of anders eenige ceremoniën verrichten. My is deswegens in gedachten gekomen of zy gedurende het uitgraven ook iets met woorden of andere omilandigheden mogten waarne- men , het welk zy aan geen Euro- peaan willen bekent maken , hoe- wel men daar van ook niets met zekerheid kan melden. Dit zy alzoo van der Hottentot- ten huizen in 't byzonder genoeg gezegt; twyffele niet, of de Lezer zal daar uit hebben gezien, dat ook in een gering en eenvoudig gebouwt huis vergenoeging te vinden is, en dat daar in Ruft en Vergenoeging millchien beter huis- KAAP DK GOEDE HOOP. 77 huishouden en overecnltemmcn können, dan dikwyls in een groot paleis en tretlvk opgefchikt vertrek. Men /al nooit in dezel- ve gehyf horen , mtat wanneer 'er eenig verfchil tuilehcn man ot vrouw, öftuffcheti anderen in en uitgaanden ontllaat , y.oo word zulks ten ecrllen onder den bloten Hemel, in de tegenwoordigheid van alle de aanwezenden afgedaan en bvgclcgt; en wanneer zulks by ons gefchicde, zoude de O- verheid van vele onnutte klagten verichoont blyven , de Advoka- ten minder te doen hebben , en de Rechtkamers van zulken be- zwaarlyken en dikwyls verdrieti- gen aanloop ontheft zyn. Nu is nog overig, dat ik ook achtervolgens myne beloften, iets van hunne Dorpen, en het nodi- ge van der zei ver ßou w-order daar by voeg; want lieden en veilingen hebben zy in 't geheel niet, en lachen zelf de Europea- nen deswegen uit. Deze bouwen zy nu niet op de wyze der Euro- peanen , of op die van de andere natiën , noch maken cierlyke nette en gemaklyke rechte llraten, zoo na de lengte als by kruiswyze ; maar zy houden hier in dezelve bouw-order, welke zy by hunne ilechte huizen of hutten waarne- men. Deidvc Zy bouwen namelyk hunne »orden dorpen in de rondte, dat is huis ondge- \_ . , , aan huis, niet na de rechte maar na de kromme cirkel-linie , zoo dat het een aan het ander fluit, en er eindelyk in het midden een grote ruime plaats over is, te weten, na dat 'er veel huizen {laan. Ik heb reeds eertyds gemeld , dat zy by nacht hunne fchapen op deze plaats dryven, en ze aldaar voor de wilde dieren in zekerheid (lel- len. Ook heb ik gezegt, dat zy by nacht hunne oflen, koejenen runderen daar rondom plaatzen , bindende altyd twee en twee aan de achterfte rechter voeten met een ltrik aan elkander valt. Hoc ij inne dor- H aanleg rn. )OUWt. Vermids nu ailkszoo is, en 'ik het veelvoudig en in alle Kralen op eenerlei wyze gezien heb, zoo vervalt het \ en van den f her / «:v/, hei welk hy in zyne Tienjarige Uoil-lndifche Reisbe- fehr\ VÏ&gfag. jx. bybrengt ,t'ce- nemaal, zeggende aldaar: dat zy by nacJ.it rondom bare hutten vuur brandtn, op dat zy van de rs:ilde dieren zouden bevryd zyn. Want als zy in een dorp by elkander wonen, zal men by nacht buiten het vuur, het welk zy binnen in de hutten of huizen hebben, ze- kerlyk niet eenen vonk aantref- fen; edoch indien 'er maar een, twee of drie huizen alleen op het land liaan, en alzoo genen cirkel können maken , en daarenboven weinig vee bezitten, zoo als door- gaans gefchied, zoo zal men wei een vuur buiten de huizen of hut- ten aantreffen , hoewel nergens anders dan voor den ingang van het huis, om dat alle wilde dieren een natuurlyke vrees voor het vuur fchynen te hebben. Wanneer het al gebeurt, dat'er Hoeh« twee of drie alleen by elkander ycc wor<* ... * . 1 bewaart als wonen , zoo als ik my erinner , by -er weinig den Kapitein Knapkoek te hebben Hottemot- gezien, en dezelven veel vee b^Stderwo; zitten , zoo bedienen zy zich van &»• geen nachtvuur om hunne hutten, zelfs maken zy geen vuur voor den ingang van het huis , maar zy dry- ven het vee na by hunne huyzen , maken korte flruiken en takken rondom het zelve , op dat het niet maklyk zouden können weglopen, en bewaren het op zodanige wys, dat wanneer 'er een wild vernie- lend dier komt, zy het vee kön- nen byfpringen , en door hulp van hunne honden den inbrekenden vyandmet blaffen en fchreeuwen een fchrik aanjagen en op de vlucht dry ven, en het vee ne- vens hen zelven voor fchade be- hoeden. De Heer Boeving bepaalt het ge- tal der huizen , die een Dorp moe- ten uitmaken, altenaauw, wan- K 3 neer 68 BESCHRYVING van de neer hy in zyhe curicufe Befchry- vingen mricht der Hottentotten, füg. 6 zegt: Vyftïen en meer dïer- geïyke hutjes maken een T)oi-p uit, "j:clke zy een Kraal noemen. Want vermids hy zelf maar van de hut- ten of huizen, welke de Hotten- totten onder de Tafel en Leeu- wenberg aan de Kaap hebben , ge- wag maakt , zoo is licht te den- ken , en my zeer wel bewuit, dat hy nooit een rechtichape Hotten- tots Dorp landwaards in gezien heeft, als alwaar hy nooit gewceit is. Was hy in het land en onder hen ge weeft, zoude hy wel Dor- pen hebben gezien , waar in 't op vvftien huizen niet aankomt. Hy zoude 'er zeer weinig hebben aan- getroffen , welker getal van huizen kleiner waar; aangezien de mee- fle dorpen in het land zeer groot en volkryk zyn , alzoo dat het op 10 tot io huizen, die men tellen kan, niet aankomt; want vermids de omtrek zeer groot is, de bin- nen fte plaats met veel fchapen is gevult, en buiten om een groot getal grof vee ltaat, zoo kan men licht in het tellen een misilag heb- ben , en niet wel zeggen , hoe veel huizen aldaar aangetroffen wor- den. Daarenboven blyft een zo- De grote danige grote Kraal niet lang op biyven'mct eene plaats , om dat zy uit gebrek lang op cc- van levensmiddelen en weide, zeer lichteen ongemak vind, waar door ze opbreken moet , en tot wegtrekken als genoodzaakt word. Dienvolgens kan men niet licht een zeker getal huizen van een nc plaats. dorp noemen ; hoewel ik wel derf zeggen, dat 'er weinig wor- den gevonden , die niet meer hui- zen en huishoudingen bevatten dan vyftien, door dien het een zeer klein dorp zoude zyn, in het welk niet meer dan 80, 90 of 100 zielen, groot en klein woonden; daar echter uit het voorgaande reeds bekent is, dat een Hotten- tot niet licht meer dan drie , vier of op'thoogfte vyf kinderen heeft, uit oorzaaken, die toenmaals by hunnen kindermoord wydlopig aangehaalt en aangewezen zyn. Iets meer van hunne Dorpen DeSchr hier by te voegen, zal nodeloos verbenui zyn, om dat men hier uit genoeg- £emat zaam kan afnemen, voornamelyk wanneer het geen, het welk by de Regerings-form en by de vee- tucht daar van gezegt is, daar by in acht genomen word, hoe het j met dezelve moet gefchapen zyn. Wat haar huisraad aanbelangt, ' waar van belooft hadde, ook te . fchryven, hebbe ik reeds voor heen gezegt , dat het zelve uit ve- le van myne voorgaande Hoofd- ftukken reeds bekent genoeg is , door dien hunne potten, pannen, lepels, meffen, Kirri, Rackum- itok , en wat diergelyke meer is , reeds tot genoegen zyn befchre- ven. Wat echter hunne wapenen betreft, van dezelve zal in een na- volgend Hoofdihik genoegzaam melding gefchieden. Derhalven fluit ik daar mede , en vertrouwe, dat aan den Lezer hier van ook een genoegzame na- richt zal gegeven hebben. VIII. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 79 VIII. HOOFTSTUK. Van der Hottentotten Handwerken , welke zy onwetend verdaan , en ook wcrklyk ocffencn. Van der Hottentotten handwerken en Bontwerkers handwerk. Jloe de //ottentottai hun vel- len bereiden. i'it de veilen leren de kinderen Crojjcn fiiyden , ennajm. Snyden hun Croffèn zonder fchaar , en patroon. Wat zy voor een naaldt gebruiken. Najen met een fnaar. Hoe zy die Jnaaren bereyden. Het Riemen-fnyders handwerk word van de Hot- tentotten geoeffènt. Hoe zy die riemen bereyden. Zy behoeven voor de Europeaanfihe riemen niet te wyken. Hetflagers handwerk oefenen de Hottentotten zo goed als in Eu. ropa. Meißers valfeh berigt van het (laan der Hottentotten. 1 laare curtetifi ivyze , om eenfibaap te ß aan. De /pieren worden na de ontleedkunde van de beenen ge (heden. Hoe zulks gefihied. Hoe de Hottentotten de offen, koejen , en kalven flaan. Wat zy met de beenen doen. Wat met de buidt. Zy verßaan eenig/ints bet Draajcrs-ambacbt. Maken hun elpenbeene ringen met groote moeite. Deze zyn zeer cierlyk. Matten, en Manden maken zy uit riet , biezen enz. Hoe zy bet Lyn-fpinders ambacht oefenen. Zy können zeerflerke touwen maken. Het /naar maken is bun ook bekent. De Hottentotten ver- flaan bet Potten bakken. Gebruiken geen draaifchyf. Wat zy voor aarde daar toe ne- men. Hoe de potten zelf worden gewaakt. Hoe zy die bakken. Zy /meden uuk goed geweer. Weten de mineralen te /melten. Hoe zy bet yzer fmelten. Smeden zondet hamer. MEermaal heb ik aan den Lezer belooft , van de Hottentotfche Handwerken , welke zy onwetend verftaan en echter opentlyk oeffenen , omftan- dige naricht te geven, dog we- gens zekere omitandigheden heb ik zulks tot nu niet können doen. Vermids ik echter nu niet alleen hare huizen en huishouden hebbe voorgeflelt, maar ook hunne dor- pen en gantfche zamenleving be- ichreven heb, alzoo dat menje- genswoordig op haar verder doen en laten moet acht geen, zoomen anders hunnen volltand igen le- vens-wandel weten wil, zal 'er derhalven niets nood/.akelyker zyn , dan dit alvorens voor te Hel- len , om dat alle andere menfche- lyke handteringen en handelingen daar van voortkomen en uitlprui- ten. Ik zal echter, hoop ik , niet genoodzaakt zyn, hier in een net- te order te houden, en het hand- werk eedt moeten vooritellen, 't welk den rang van een ander zoude mogen pretenderen , aange- zien die rang aan my onbeu uit is ; en proteftecr ik deswe- gen by den intrede van deze ma- terie, op dat men zich niet zoude verbeelden , dat ik daar toe ver- plicht was, en zegge ronduit, dat myne Befchryving der Hottentot- fche Handwerken maar aldus zal zyn gefchikt, dat van ieder, een byzonder en genoegzaam naricht volgen zal, dog maar op zodanige wyze, als zy my vantydtottyd uit de pen zullen vloeyen, zonder dat de nodige rang derzelven zal worden in acht genotuui. En met c\it beding maak ik Bontwei. den aanvang van het Bont wer- kershand- kers-Handu erk, het welk zy vol- wcr>" komen verdaan ; ten minilen we- ten zy de lchapen , en andere ru- we huiden, zoo wel te bereiden en dezelve zoo net en cierlyk aan elkander te naaien , en de nodi- ge so BESCHRYVING VAN DE ge form te geven , als een Bond- werker in Duitfchland of elders in Europa zoude können doen. E- doch gefchied zulks op een ma- nier, welke aan een Bontwerker niet alleen vreemd zoude voorko- men, maar ik ben verzekert, dat hy zal moeten bekennen, dat het hem onmogelyk zoude zyn, zulks met dezelve materialen en initru- menten insgelyks te doen. Hoede Namelyk zy bereiden hunne Hottentot- veuen niet , wanneer zv droog SeX* zyn, en het daar aan gekleeft vet reiden. en an(jer onnodig tuig daar af ge- fchaaft is, maar ten eerden, zoo dra het van het Schaap, Vos, Ty- ger of een ander dier gekomen is. Tot deze bereiding gebruiken zy verder nog kalk, aluin, of ande- re materialen , waar van de Bont- werkers zich bedienen; maar het aanhangende vet is hen vooreerft genoeg, om aan het vel een flerk- te te geven , en de hairen voor het uitvallen te bewaren, welk vet zy zoo lang tuflTchen hare han- den wry ven , tot dat het vloeibaar word, enby gevolg in de hairen en huid trekt, en dezelve fmedig, taai en vaft maakt. Wanneer dit vet verwerkt is , en de huid begint hard en ruw te worden, eer en alvorens dezelve bereid is, zoo nemen zy gefmol- tcn fchaap-vet,en wry ven dezelve op nieuw wederom zoo lang , tot dat men andermaal niets meer van het vet ziet , en zulks herhalen zy zoo menigmaal, tot dat de huid .week, taai en vait, en alzoo gaai- word, het welk zy door het ge- ttadig uitkloppen, en met hunnen Kirris gewaar worden, wyl 'er altyd twee zodanig eenvelvaft- houden en uitkloppen, op dat de in de hairen zittende drek ( welke hairen hier de fchapen in plaats van wol dragen) niet alleen niet uitvalle , maar ook de hairen te meer beveitige en Iterkc. Ts nu een zodanig vel voor een Europeaan bereid , zoo gebruiken vy verder niets daar toe, om dat het door het vele vet buiten dat vuil, fmerig en zwart genoeg word , maar echter de hairen al e- ven zoo wel houd, als of 'een Bondwerker of Leertouwer het zelve bereid had, en zelfs zoo lang als een vel van deze duurt. In- dien zy het bereiden tot hun ge- bruik, zoo nemen zy niet alleen het gemelde vet daar toe , maar ook op dat het op hunne wys een aan- genamen reuk zal hebben, zoo ge- bruiken zy verfchen koemift , wel- ken zy na dat alvorens het eerfle vet, het welk 'er reeds aankleeft , daar in gewreven is , voor de twede maal met gefmolten fchaap - vet wakker inwry ven en fmeren , waar na zy als de koemiil door de Zon is gedroogt, dezelve weder uit- kloppen, en het vel als dan weder- om met het gemelde vet fmeren, en zulks zoo lang by beurten, tot dat het vel gaar geworden is. Door deze algemene manier om vellen te bereiden , worden hunne Crofien, en alle andere vellen van den beginne af, zwart, fmerig, vuil en Hinkende , zodanig dat zy vooreen Europeaan, voorna- melyk eenen vreemdeling , zeer lelyk ruiken, het welk T. Tachart in zyne Siamfche Reis f ag. 97 met deze korte woorden te kennen geeft : Hare kleding is van flechte hamel-vellen met de wol daar aan , welke met koe-dr ek en een zeker vet bereid worden , waar door zy zich voor de oogen en voor den neus on- ver dr aaglyk maken. Deze llank word door het ge- ftadig fmeren van de gemelde Croflèn nog meer vermeerdert , als zy reeds bereid zyn , en aan het lyf gedragen worden. Daarenbo- ven heeft het ecne vel meer vet en arbeid van noden, als het ander, aangezien een Leeuwe, of Tyger- huid zoo als ook een andere zwa- re huid ver meer arbeid, tyd en vet benodigt heeft, als een fchaap of hamel-vel; en is 't derhalu" geen wonder, dat een zodanige huid daar na ook meer flank van zich KAAP de GOEDE HOOP. gi Uit deze vellen leren de kinde- ren Croflen fiiyden en naajen. zich geeft , als cen Schaap of" ha- mel-vel, omdat dezelve uk de na- tuur reeds een lelykereuk heeft , en daarenboven een lelykcr ont- fangt. Uit deze bereide vellen maken zy hare mutzen en allerlei Croflen, welker namen hier voren reeds by- gebragt zyn. Daarenboven is el- ders reeds, wanneer ik van de kin- dertucht heb gefproken , gezegt , dat aan de kinderen word geleert, de Croflen, mutzen, en andere benodigde dingen uit de vellen te fnyden, welke, als zy zulks kön- nen , ook moeten leren, dezelve te naajen. Zy hebben echter gene fchaar van noden , als zy iets fnyden wil- len, als waar mede nog ouden nog jongen weten om te gaan, maar zy bedienen zich alleen van een ge- ineen mes, waar mede zy alle hunne dingen fnyden; zy hebben daar benevens ook geen patroon , zoo als onze Kleermakers of Bont- werkers gebruiken, die echter daarenboven menigmaal een kleed of iet anders bederven ; maar zy geven met hun mes aan ieder Huk, dat zy maken willen, hetbehoor- lyk fatzoen, en dat zoo fraai en net, dat menig wel geoeffende kleermaker werk zoude hebben , zulks voor de vuiit insgelyks te doen. Wanneer de Hukken gefneden zyn, zoo gaan zy zitten, omalies ordentlyk aan elkander te naajen en zulks zonder naald , draad, of zyde, ja zelfs zonder vingerhoed; maar zy doen het op een wyze , welke een Europeaanfche Kleer- maker, Bontwerker, of wie het ook zoude mogen zyn , onmoge- lyk zal können raden. Want in plaats van een naald bedienen zy zich van een vogelbeen , 't welke zy op een Heen zoo lang flypen , tot dat het zelve zoo fpits word als een fchoenmakers els. MUrtdeze naak, die geen oog heeft , en waar in by gevolg geen draad kan worden geitoken, tte- II. "Deel. ken zy door de twee Hukken, welke aan elkander moeten wor- den genaait, en trekken 'er daar na in plaats van garen of zyde, ge- itouwe zenuen van een os, koe of fchaap, op de wyze, zoo als de fnaren van een viool worden ge- Naaiea met ecu maakt, door, en naajen aldus de fnaar. onder handen hebbende Hukken aan elkander. Ik moet my echter hier een weinig duidelyker ver- klaren , als ik my wil doen ver- Haan. Wanneer zy een os, koe, kalf Hoczydc de rie- De gemelde Heer Meißer zegt , m van de dat deze vellen met wryven tuf- morden fchen de handen en moflèl-kalk reid. worden bereid; het welk in zoo verre wel waar is , als men de mof- fel-kalk daar aflaat, en in deszelfs plaats befproeide hout-aflche neemt ; te weten het gefchied op deze manier : De huid welke tot riemen gefchikt is, en aldus be- reid zal worden , word op de aarde uitgebreid , met de hairige zyde boven, waar op zy de alTche ftroo- jen, welke braaf met water voch- tig gemaakt word ; daar na rollen zy dezelve in malkander, en laten ze Z4 uuren in de lucht leggen. Wanneer zy dezelve ontrollen, en zien, dat de hairen los zyn, pluk- ken zy die daar uit, en anders llroojen zy weder verfche afTche daar over, bevochtigen ze we- der, rollen dezelve andermaal iu malkander, en laten ze nog 24 uuren leggen of zweeten. Hier op plukken zy de hairen daaruit, waar na zy beginnen de- zelve met fterk en geftadig wry- ven tuflehen de handen fmcdig en taai te maken ; vermids het echter II "Deel. 700 ras toiet g.ian wil, als met de fchaap-vellen, /< 10 hebben zy ook veel meer moeite, Ie hoon zy wel driemaal zoo veel vet daar aan ge- bruiken ; derhalven belleden zy dagelyks wel twee uuren, om het daar in te wryven; daarenbo- ven gebruiken zy zeker zand , als klei of leem-zand, en doen zeer grote moeite, om de huid te be- reiden, dat ze tot llcrke en taajen riemen goed is, het welk hen ook zoo wel gelukt, dat zyde taaifte en belle riemen daar uit fnyden können. Zoo wel echter als een Riemen- Hoezege- Snyder uit een gantfche huid een maakt iyn langen riem weet te maken, even zoo wel en ook zoo goed fnyden zy uit eene huid een riem alleen , die vele voeten lang is. Deze hun- ne riemen zyn ontrent twee vin- gers breedt, gelyken niet weinig na de Juk-riemen van de Duitfche boeren, waar mede zy hunne of- fen aan het juk valt maken, en ver- volgens voor den wagen fpannen ; dog met dit onderfcheid, dat de Juk-riemen kort, en deze zeer lang zyn ; echter zyn deze zooge- lyk als gene, fchoon zy niet na de Riemen-fnyders kunlt , of met hunne inilrumenten gefneden* maar voor de vuift gemaakt zyn. Haar gantfche gereedfehap , het Vvaar toe welk zy tot dit handwerk van no- ze gebruikt den hebben , beftaat behalven het (Vurdcn' vet, dat tot het bereiden der hui- den en fmeren der riemen be- hoort , uit een gemeen mes al- leen, waar mede zy zich in alle gelegentheden bedienen. Met dit mes fnyden zy zulke fraaje, gely- ke en nette riemen, waar over een Meeitcr in Europa zeker lyk niet zoude hoeven befchaamt te Haan ; en zulks niet op een tafel , zoo als wel de gewoonte is, maar op de vlakke grond , behalven dat zy de huid alvorens uitfpan- nen , en alle enden met de voor- gemelde fnaren of zenuen aan palen valt binden. L 2 Het BESCHRYVING van de S4 Het gebruik van deze riemen is velerlei, en niet alleen zoo als de bovengemelde Meijler voorgeeft, om hunne goederen en huisraad te binden , maar ook voorname- Iyk, om hunne Draag-offen te gorden , en als aan een ry - paard den zadel, of het geen, dat daar op word gepakt, valt te maken. Want zoo dra als zy eenDraag-os willen afvaardigen of laden, hou- den zy hem by het eertyds gemeld hout , 't welk in de boven-muil tuflehen en onder de neusgaten Iteekt, niet alleen vart, offteken het hout in de aarde, waardoor de os gedwongen word om Itil te (taan , maar daar zyn ook altyd twee Hottentotten by , die hem met hulp van deze riemen de ver- langde bagagie opleggen , terwyl zy ieder een voet tegen den os zet- ten, en den omgeflagen riem zoo vall toehalen, dat men altyd de ftrepen van denzelven in de huid zien kan. Na dat zy den riem zoo vart hebben toegehaalt , laden zy hun bagagie daar op , en dryven hem vervolgens , werwaards zy willen. Dit alles doen zy met twee van zulke riemen, waar van de een achter de borrt en de ander achter den buik te zien is. Waar uit dan /.eer licht is af te nemen, dat deze Riemen ieder zeer lang moeten zyn , om dat zy niet alleen dik- wyls om het lichaam gaan, maar ook nog zoo veel dingen daar me- de worden \ alt gebonden, en zy dikwyls een zitplaats daar mee valthouden, waar op iemand die niet wel te voet is, zitten en ge- maklyk gedragen kan worden. Waar blyven nu onze Europe- aanfcheRiemefnydcrsjdie op haar ambacht zoo veelpoeehen, daar de Leertouwers en anderen de huiden voor hen eerlt moeten be- rt iden? zouden 't de Hottentot- ten, die voor dom en dwaas wor- den u'ugckrelen, in dit ïtuk van hun niet winnen: te meer om dat niet willen dulden, dat eenan- der als een Lcertouwer ook dier- gelvke huiden bereid , die tot hun handwerk dienen. Zekerlyk een Hottentot heeft dit alles zonder Leermeeiter begrepen ; hy ge- bruikt minder omllag, en fchier gantfeh gene kotten, en maakt echter zulk goed werk als zy, zon- der dat hy hun gereedfehap ge- bruikt, of het zelve kent. Had hy het zelve, en wilt het zoo goed te gebruiken als zy, hv zoude hen zekerlyk in genen delen wy- ken. Edoch zoude 'het onderfcheid alleen beitaan , dat het leder van de Leertouwers of ook van Bont- werkers en allen de genen, wel- kers ambacht het is , leder te be- reiden, juiitzoo veel niet ftinkt, als by de Hottentotten , fchoon het in genen dele duurzamer be- vonden word. Het zal echter tyd zyn, dat ik Hetsiagen ook van de Riemen aiïcheid neem ainbacht- en my tot de Slagers begeef, als welke aan hen nevens de Jagers de vellen moeten befchikken. En zal de Lezer niet verwondert we- zen, als ik aantoon , dat de Hot- tentotten dit ambacht veel beter verrtaan, als onze Europeaanfche Slagers, die echter niet alleen lan- ge jaren daar over leren, maar ook nog langer daar op reizen , om zich daar in bequamer te ma- ken. Dit voorgeven zal wel vreemd Zyovcr- fchynen, en met de waarheid niet Europe* overeen te komen, dog indien ik nendawin. den Lezer derf verzoeken , zoo gelieve hy zyne gedachten maar een weinig in toom te houden , tot dat hy myn waarachtig verhaal, en het geen ik met myne ogen dikwyls heb gezien, zal vernomen hebben. Vind hy als dan, dat ik van de zaak te hoog heb opgege- ven, zoo beitrafie hy my maar vrymocdig, en overtuige my van het tegendeel ; doch kan hy dat niet doen, waar van ik my vall verzekert hou , zoo lyd ook met geduld, dat ik de waarheid ophet en niet verdien berifpt te worden. Want der Hottentotten manier van beesten te slagten KAAP dr GOEDE HOOP. 85 Want 7.00 weinig als de Bont- wcrkcrs en RJemcfnydcrs iets vooruit hebben , zoo weinig en nog minder /uilen de Slagers en Vleefch-hoüwers derven on- dertlaan , om /.ich te roemen, dat zy by deze natiën meefters zyn. Iers Bovengemelde Meißer maakt op dezelve plaats , zoo als gedach- te Marperger in 7.\ nen keuken en kelder Diaionaris pag. ^o^.feqq. aanhaalt , van dit Ambacht gewag, met deze volgende woorden : IVannccr zy, ichrvü hy, na hun- ne manier willen vee flaan, gefchied bet met deze ceremoniën : Zy bin- den de twee voorfle voeten -van den os met lang «ras of riemen 'vafi\ terpen den zelvcn neder, en hou- den hem vaß; fnyden hem levend dm buik op ; nonen alle darmen en bet in ge -jL- and daar uit , en als het bloed in het lichaam is by elkander gelopen , nemen zy moffelen of pot- jl herven , en fcheppen het in de vel- len of potten , het welk der wyven haar beße deel is ; derhalven zetten zy het op het vuur, laten het warm ß remmen , en vreeten het zonder zout of fmout op. Onder fußchen zmi de mans zeer bezig , houwen en fnyden het vleefch in de huid aan ß ukken, de vetße en beße ßukken worden in een pot op het vuur ge- zet, zonder zout, het welk zy gantfeh niet achten. Kort daar na, na dat hy heeft gezegt dat de man- nen alleen het vleefch eeten , fchryft hy : Hunne kleine kinderen, jongetjes en meisjes, maken zich ondertuffchen met het ingewand vro- lyk ; en na dat zy het zelve hebben omge keert, en den miß daar uit ge- fchud, werpen zy de darmen op de (ilfche op kool-vuur , en zoo dra zy warm en maar half gebraden zyn , worden ze van hen met grote fmaak door de tanden klein gemalen en in- geßokt. b« Schrv- Iets meer uit hem aan te halen , versremar- is hier onnodig, vermids het reeds quesher hier voren is 'gefchied^ alwaar van der Hottentotten gewoonlyke f pyzen gcfchrcvcn v. , waar hene de gantfche zaak is te trekken. Dit echter heb ik maar aangehaalt, op dat de Lezer zoude können zien hoe aardig en net de gemelde • 1 leer Meißer de verdeling maakt, als zy een os na hunne wy/c liaan. Jammer is het dat zyn voorgeven in alles met de waarheid niet' over- een ltemt. Zvnde reeds elders nangetoont, dat de wy ven geen bloed alleen mogen eeten l het welk de Heer Meißer echter voorgeeft ; daarenboven is het bekent, dat de wyven en kinde- ren altyd met elkander eeten; welke hy echter van elkander fcheid, en aan de kinderen het ingewand in 't byzonder opdifcht, fchoon de darmen altyd onder het bloed worden gemeden , en met elkander, hoewel zonder zout, zoo als elders gezegt is , ge- kookt. Ik kan uit zyn gantfche verhaal zeer licht zien, dat hy nooit een Hottentots gaitmaal gezien of by- gewoont heeft, veel min, dat hy ooit een os of een fchaap op haar manier heeft zien flaan, want hy zoude heel anders gefchreven, en niet voorgegeven hebben , dat zy het vleefch houwen, en diergely- ke omltandigheden meer, welke ik niet nodig oordcel , te weder- leggen, om dat zy genoeg door het volgend Bericht, het welk op oog-getuigenis, en niet op het zeggen van andere menfehen ge- grond is , omgeftoten en weder- legt worden. Wanneer zy een fchaap flaan, Curieufc gefchicd het op de volgende wys: wyso'" De voorrte en achterite poten bin- "flaan"1 den zy twee aan twee aan elkan- der , waar van een de voorite en een ander de achterite valt houd ; de derde fnyd onder aan den buik een gat in de huid, het welk van het borltbeen recht na achter toe gaat, zoo dat men de darmen daar in zieri kan ; deze maken zy lang- zamer hand los, zoo dat zy met de hand in het ly f können komen, en L 3 het BE SCHRY VING van de 86 het bloed , dat uit de kleine aderen loopt roeren, op dat het niet ftremt. Wanneer eindelyk de darmen, enz. van het ander ingewand, te weten het hert, enz. zonder be- ichadiging van het zelve los ge- maakt zyn, nemen zy dezelve daar uit, en gaat een twedc daar mede na het water, fchut den milt daar uiten keert ze om, wafcht ze in het water lchoon af, en fpoelt ze zoo lang, tot dat men van den drek niets meer kan zien. Onder- tulTchen is de geen, die het fehaap heeft opgefneden, geftadig bezig, het warme uitlopende bloed met de hand te roeren, en draagt zor- ge, dat hy de hert-ader niet door- fnyd, waar door het fehaap byna een vierendeel uurs in 't leven blyft. Als dan kan men de beweging van het hert zeer net zien, zoo als ook de trekkingen van de andere delen, die nog in het lichaam zyn; aangezien alles bloot legt. Eer en alvorens het fehaap nog dood is, leggen zy reeds eenige Hukken van de pens op het vuur, die ten eerften verteert worden. Wan- neer het nu t'eenemaal dood is , zoo word het bloed niet met pot- fcherven, zoo als de Heer Mei- ßer meent, maar met de handen, of ook met de lepels, hier voren befchreven, daar uit in een pot gc- fchept , en onder het zelve de dar- men met het daar aan hangende vet, nevens het overige van de pens aan kleine ftukjes gefneden , en vervolgens met elkander op het vuur gezet, om te laten koken of braden. Ik heb veelmaals van dicrgelyk gebakken bloed, fchoon 'er geen zout of kruid onder komt , uit nieuwsgierigheid gegeten , kan ook met waarheid zeggen, dat het nog zoo onaangenaam niet fmaakt; alleen moet men 'er niet by wezen, als die fpyze klaar gemaakt word , om dat de trek om 'er van te ee- ten , als dan zeer licht zoude over- gaan. Daarenboven is dit ook een vafte fpys der wyven en kinderen, die zich op zekere tyden daar me- de vergenoegen, en aan de mans het vleefch alleen laten moeten; dog is deze wet niet zoo alge- meen, dat de wyven nooit iets van het vleefch zoude krvgen, zoo als by andere gelegentheid reeds is gemeld. Zoo dra het fehaap dood, en het Defpieiè bloed uit het lichaam gefchept is , de°omi"c( arbeiden die drie eerite mannen ^Ul?ftvan aan het vacht, en doen zulks zoo argefnedc ras en net, als de vermaardite Sla- gers in Europa, en als zy die t'ee- nemaal daar af hebben , zoo leggen zy het op de aarde, en fnyden daar op het fehaap aan itukken , maar houwen of hakken niet, zoo als de Heer Meißer voorgeeft. Zy fchei- den vervolgens de fpieren zoo or- dentlyk van de benen , dat geen van dezelve gefchonden word, maar in zyn natuurlyke geflalte en grootte blyft, even als of zy de ontleed-kunit in den grond ver- itonden. Na dat zy het vleefch aldus van de benen hebben gefcheiden, we- ten zy de benen ook zoo wel door het treflen van de gewrichten, van elkander te krygen , dat ze alle onbefchadigt blyven , fnydende het daar aan bevindend velletje door, en trekken alzoo het blo- te been daar uit ; zelfs weten zy de ribben uit den ruggraad te nemen, zonder dat zy een van dezelve breken , of het miniten vleefch, vel of dicrgelyk daar aan laten ; ja den ruggraad ontleden zy opdiewyze, en laten alle benen, groot of klein , in haar geheel , en nevens het vleefch leggen, waar yan men dan zeer licht een Scele- ton of geraamte zouden können opzetten. Wie zoude nu aan deze ornitan- digheid der zaken twyflelen, of de Hottentotten het Slagers-Am- bacht verrtaan , daar zy zelfs goe- de Anatomici zyn. 7.ekcrlyk een Europeaanfche Slager zoude werk genoeg KAAP Di GOEDE HOOP. %? genoeg hebben, qm insgelyks te doen, ZOO h\ niet t ial zvn mes daar by zoade moeten laten (teken. Het eemgfte, het welk mv mishaagt« is, dat zy het ar- me vee 700 lang martilariferen, eer het üerf't; Ondertuflbhen ver- beeld ik my, dat zy dit nut daar van hebben, dat zy daar door können weten, hoe de inwendige delen in des menfehen lichaam gc- ltelt zyn, en wat hen fchcelt, als zy aan 't een of 't ander deel pyn hebben. Voor 't overige gaan zy doorgaans zinlyk met alles te werk , fchoon zy anders zeer fme- rig en flordig zyn. Hoe zy de ^°° a's y> ccn fchaap Haan , zoo (Ten, koe- flaan zy ook een os, koe of kalf; TOBüaan..d°g met c^1 onderfcheid, dat zy de vier voeten met llrikkcn van- gen , en d iergel vk dier op den grond werpen. Zoo dra het legt, zetten zy de horens zoo diep als zy können, in de aarde, zoo dat het den kop niet wegrukken kan. De vier voeten fpannen zy uit , en binden ze aan vier in de aarde ge- llage palen , of zy houden ze zoo valt in hunne handen, dat het zich nog op de eene nog op de andere zydc werpen kan, maar geduldig op de bovengemelde wyze den dood afwachten moet , dat by zulk een dier nog langzamer gaat als by een fchaap. Watzy By de offen is nog aan te mer- «adoen. ken, dat wanneer zy't een oft an- der ituk willen braden, zv zulks gemeenlyk van de achter quartie- ren doen, en zomtyds wel twee of drie musculen of fpieren aan el- kander laten, op dat het ftuk ge- braad te groter, en 'er nochtans geen been in zou worden gevon- den. Hoe zy het echter braden is reeds elders gemeld , en is derhal- ven niet nodig, het voorgaande te herhalen. Nu zoude men wel können vra- gen, wat doen zy toch met de naakte benen, en hoe leven zy daar mede? waar op met korte woorden dient, dat zy dezelve aoo wel koken, als of /e nog in het vleefch Haken, dog niet met het vleefch te gelyk« maar vy ko- ken ieder l>\ Z-Onder, en gelchied zulks, om zich met het vet, het-« welk daar uit kookt, en het welk zv \an het nat lcheppen, en kout laten worden, te fineren, wer- pende voor het overige de benen, waar aan terwaereld geen vleefch hangt , voor de honden , om zich daar mede vrolyk te maken. Yermids 'er nu van het gantfche ßy7°nd«« , ,, °. nuttigheid vee, dat geiugen word, nietvande word weggeworpen , dan de milt, hu:d- die in de darmen, pens, enz. is, zoo als ook de benen, horens en klaauwen, zoo dient van de huid nog te worden gezegt, dat die van een fchaap ten eerlten tot een Crofs, en die van een os of koe tot Riemen bereid word ; doch zo dezelve niet groot en fraai genoeg is tot een Crofs, zoo fnyden zy Riemen daar van, tot ringen om de voeten der wyven. Hebben zy die niet van noden, en zyn ze van pak-riemen ook nog genoeg verzien , zoo moet de verfche huid , om dat ze anders geen dienft doen kan, en zy ze tot dekking van hunne hutten niet nodig heb- ben , ook worden gegeten; als welke men by ftukken op het vuur werpt, de hairen daar af fchroeit, en als ze tamelyk in elkander ge- fchrompelt is , met de tanden klein maalt, en doorllokt. Daar is reeds hier en daar en in z7 yerftaau 't byzonder by de kleding en cie- S^K^oi radien der Hottentotten gewag AmUacht. gemaakt, dat de mannen onmid- delyk boven den elboog elpenbene ringen dragen, welke zy zelf ma- ken; der halven zoude men wel können /eggen , dat zy het Draa- jers-Ambacht insgelyks moeten verltaan , om dat een Europeaan- fche Draajer zich niet hoefde te fchamen, als hy een zulken ring draaide, zoo zuiver en net, als deze; aangezien 'er niets aan de rondte of gladdigheid en fraajig- heid fcheelt, fchoon zy nog draai- bank BESCHRYVING Maken hunne El- penbene ringen met grote moeite. Deteiyn cierlyk en net. Matten en Man len maken 7.y uit Rici , Biezen cm 88 bank nog cenig ander Drajers ge- reedfehap hebben, nog weten te gebruiken. Aan de andere kant, vermids deze ringen niet worden gedraait, maar los voor devuiit met een mes worden gefneden en vervolgens gefchraapt en glad ge- maakt, zoo zoude men onrecht doen , als men hen den naam van Drajer wilde toe leggen. Ondertuiïchen moet men zich verwonderen over het geduld en de langmoedigheid , waar mede zy niet alleen de benodigde Huk- ken van gantfche Olyphants- tan- den arbeiden, fchoon zy daar toe niet anders gebruiken als een mes ; en als zy reeds drie of vier zulke (lukken van den tand hebben ge- werkt, welke (lukken ieder, na den gantfehen arbeid en glad ma- king een halve duim dik blyven, zoo hebben zy'er het gat of de o- pening nog niet in, 't welk eeril weder gefneden of geboort moet worden, op dat ze voegelyk over den elboogen aan den arm können worden gebragt, waar toe ander- maal veel moeite vereifcht word. Want aan het end van den tand, daar hy van natuur hol is , können zy deze (tukken niet nemen , om dat hy aldaar te dun , en op verre nx geen duim breed is , van welke breedte echter alle deze ringen zyn ; zy nemen derhalven de (luk- ken, alwaar de holte bynaten ein- de loopt, en boren of fnyden de benodigde wydte of opening zoo cierlyk en fraai , dat men zoude zweren, dat de gantfche ring op een draribank gemaakt was , fchoon hy nooit den zelven heeft gezien. Tot het polercn en glad maken gebruiken zy oók niet ais haar mes, en fchrappen den zel- ven daar mede zoo lang, tot dat hy gclyk, rond en glad is, zoo dat de eene op den anderen legt, zon- der dat men de minlte ongclyk- heid aan deze of genen zien of be- fpeuren kan. Ik /.al aan den Lezer overlaten, met welken naam hy dezen arbeid VAN DE gelieft te dopen ; my ondertuf- fchen te vreden (lellende, dat ik denzelven hebbe aangetoont. Daarentegen verllaan zy het Mat- ten of Mandenmakers ambacht zoo wel, als mhTchien iemand in Europa, om dat zy daar toe Riet, of biezen gebruiken , en daar van zodanige dichte, (lerke en duurza- me Matten maken, dat men rede heeft zich te verwonderen. Ik heb reeds van dezelve , daar van de huizen wierd gemeld, wydlo- pig gefproken, dog de wyze, hoe zy die maken, niet gezegt, maar die tot nu uitgeltelt, en zal het derhalveu nodig zyn , zulks in kor- te woorden te doen. Mannen en wyven oeffenen dit handwerk zonder onderfcheid, dog maken de wyven meer mat- ten als de mannen , om dat deze zeer zelden t'huis blyven , maar of het vee hoeden, als het haar beurt is, of op de jagt gaan. Waar te- gen de wyven altyd t'huis zitten, en meer tyd hebben als de mans ; derhalven gaan zy ook doorgaans met elkander , en halen de mate- rialen, namelyk Riet, Biezen, enz. welke zy of met de wortels uit het water rukken, of by den grond af- fnyden, en na huis dragen, mids dat de vrouw de grootfte party op haar rug na huis brengt. Wanneer nu de materialen by de hand zyn, worden zy in de zon gelegt, om wind droog te wor- den ; en hebben de wyven tyd , gaan zy den t weden of derden dag ten eerden aan het Matten maken; hebben zy echter wat anders te . doen, blyft het Riet of de Bie- zen leggen tot dat zy beendroog zyn. Als men ze dan wil gebrui- ken, worden zy weder geweekt , en taai gemaakt , op dat ze onder den arbeid niet komen te breken. Het Matten maken eigentlyk ge- fchied aldus, dat zy tot een zoom als twee dunne gevlochte fnoeren of (Irikken, en in 't midden nog dunder, 5 of 6 in getale door vlechten, weUke de andere Biezen, enz. i-" V,<-1 P.ui . 68 i.Hoe de Hottentotten Elpenbene rmocii maken. 2.3. Hoe :v de Matten maken 4. Hoe :v haare Touwen maken. £ II"«' zj liaar Potten maken KAAP Di: GOEDE HOOP. 89 Dezelve worJcn iter dicht. Zy können teer (lerke touwen maken. enz. moeten v.üllnmden, en wor- den de ingevlochic Hielen op bei- de enden en in het midden 7,00 dicht met de voeten aangedrongen dat men naauwlyks daar door zien kan. Derhalven wanneer dezelve daar na tot het dekken van hunne huizen worden gebruikt, kan 'er naauvvlyks een droppel water door komen ; daarenboven als zy lang daar op hebben gelegen, en van de hete zon gantfeh verdroogt zyn, trekken zy met den eerrten kleinen regen weder ten eerrten toe, zoo dat 'er andermaal geen nat doordringen kan. Daaren- boven hebben zy doorgaans een goede voorraad, om indien 'er al een verlieten is, een ander te kön- nen gebruiken, om voor regen en wind gedekt te zyn. Vermids ik nu van de Matten heb gefchreven , die van Biezen , enz. worden gemaakt, zoomoet ik ook van de Strikken die uit even dezelve materie worden vervaar- digt , het nodige daar by doen, en aantonen, dat de Hottentotten dit handwerk insgelyks onwetend verdaan, fchoon zy het gereed- fchap van de Lynfpinders niet kennen , nog touwen van hennip als genen maken. Zy gebruiken daar toe de Biezen , welke tot de Mattengenomen worden, vlech- ten daar van dunne flrengen ,draa- jen dezelve wakker in hare han- den , en maken op 't Iaatft heele dikke touwen, die byna zoo dik zyn als een arm van een kind. Deze touwen zyn zoo flerk en duurzaam, dat een paar van de fterkfte offen dezelve niet kan aan flukken trekken, en heeft men reeds bevonden, dat zy al zoo wel houden, als een van hennip van dezelve dikte ; aangezien verfcheide boeren alhier, een zo- danigen van de Hottentotten rui- len , als zy 'er genen van hennip hebben, welken zy langen tyd können gebruiken. Het is wel waar , dat de Hottentotten dezel- II. 'Deel. ve zelden langer maken dan / voeten, om dat zy ze maar tol het vaftbinden van haar vee ge- bruiken , zoo als voorheen reed', is gemeld ; wanneer men ze ech- ter langer wilde hebhen, zoude het hen ook niet moejclyk vallen, zodanig een te maken , om dat het geen in 't klein gefchied, zeer licht ook in de lengte en grootte zoude können worden gedaan. In 't begin van dit Hoofdiluk is gezegt, dat zy de zenuwen of fpan-aders van de dieren in plaats van een draad gebruiken , en daar mede naajen. Die zelve ze- nuwen of fpan-aders worden van hen nog by een andere gelegen t- heid gebruikt, te weten", tot fna- ren op hunne Muziekaale Inltru- menten. Derhalven zoude men ook mogen zeggen , dat zy kennis van het fnaar-maken hebben ; en zulks te meer, hoe zekerder het is, dat zy ook de Darmen weten te villen en fchoon te maken, als zy uit dezelve fnaren op hare Gom Gom maken willen. Wat dit voor een Inftrument is, Hoezyde zal ter zyner tyd gezegt worden. Snare«"»»- Hier dient alleenlyk geweten te ' worden , dat 'er altyd twee elkan- der helpen , als zy fnaren uit dar- men maken willen , waar van ie- der een end van den gevilden en fchoon gemaakten darm in de hand houd , en de een rechts en de ander links zoo lang draait, tot dat de gantfche darm de geilalte van een fnaar bekomt ; welke ook dik of dun word , naar mate dat de darm groot of klein is, of dat zy een fnaar tot een grovcn of fy- nen toon van noden hebben. De nieuwgemaakte fnaren fpan- nen zy op het heetite van den dag uit, om te eerder te drogen ; wan- neer ze been-droog zyn, beftry- ken zy dezelve met vet, en maken ze fmedig, om zich beter te laten ftellen. Dit herhalen zy verfchei- demalen.tot dat de gantfche darm of de gantfche fnaar door en door taai is. Vervolgens nemen zy de M uit- 90 BESCHRYVtNG van d: uitgefpande fhaar van de paaltjes , waar mede zy gefpannen geweeüt zyn, en bedienen zich daar van als de gelegentheid zulks ver- eifcht, niet alleen op Muzikaale Inltrum'enten, maar ook lor het fpannen van hunne bogen, waar van zy hunne pylen fchieten. van het Hier voren is ook reeds gewag km hand- gemaakt van de potten , en derzel- werk. ver form volkomen befchreven, waar uit dan klaar genoeg blykt , dat zy insgelyksPottebakkers zyn. Vermids echter toenmaals is ge- zegt, dat de aard enwyze, hoc zy dezelve maken , hier zoude worden befchreven, zoo is nodig, hier in myn woord te houden, en omrtandig te zeggen, hoe het daar mede toegaat. Zoo als zy echter tot alle de handwerken, die tot nu zyn aan- gehaalt, en welke zy onwetend verftaan en dryven, geen ander gereedfehap dan hunne handen, en zomtyds hun mes gebruikt heb- ben, zoo zal men hier tot het pottemaken ook geen gereedfehap vinden , als alleenlyk hunne han- den, welke zy tot het formeren van de aarde gebruiken; weten- de niets van een Draaifchyf en an- dere voordelen, die zy nooit heb- ben gezien , veel min dat zy daar mede zouden können omgaan , en dezelve na behoren weten te ge- bruiken. 'Zy maken op de koop geen pot maar een ieder is gehouden , om zyne eigen potten zelf te maken. Dienvolgens wanneer zy een pot moeten maken, nemen zy niet allerhande aarde, welke haarvoor- komt, maar zy verkiezen door- gaans die aarde daar toe , waar in de Mieren hunne woningen heb- ben, en welke door dezelve by elkander gebragt is. Deze ne- men zy bovenaf, tot dat ze met de vlakte iran de aardegelykkomt, kneden dezelve w el door elkan- der, en breken de eieren van de Mieren aan (hikken ; en kneden die al mede onder de aarde , zoe- kende onder den arbeid alle lleentjes en andere fchadelyke dingen daar uit. Wanneer de aarde nu klaar ge- maakt en gezuivert is , nemen zy een Ituk van dezelve, naarmate dat de pot groot of klein zal wor- den, en leggen dezelve op een platten en gladden iteen. Op de- zen iteen maken zy den pot als op een Draaifchyf, en vormen hem door hunne handen, zoo als zy hem hebben willen. Als de pot het rechte fatzoen en de behoor- lyke hoogte heeft, namelyk zoo als dezelve hier voren is befchrc- . ven, te weten, dat zy zeer wel gelyken na de kruiken of Urnen, waar in de ouden den afch der do- den bewaarden, zoo befchaven zy denzelven van buiten en van binnen met hunne vingers, zoo dat hy gelyk en recht, zonder eenige bult is , ja zelfs zonder dat hy op de eene plaats dikker is, als op de ander. Z-odanige pot, die op zulke wy- Hoezydi ze gemaakt is, blyft een dag in de {JJJ* lucht ftaan, om te drogen. Daar na zetten zy denzelven in een gat 't welk zy in de aarde hebben ge- maakt , wordende dezelve met de bovengemelde zenuwen , fpan- aders, of fnaren van den Iteen af- gefneden. Vervolgens maken zy rondom den pot en boven op een tamelyk vuur , zoo dat hy wel uitbranden en fchier vcritenen moet. In dit gat laten zy hem ook weder koud en al het vuur tot afch worden, waar door als dan de vet- tigheid, welke de Mier-eicrcn by zich hebben , fmelt, en den pot de hclft dichter maakt. De verf, welke de pot bekomt, worder, is pikzwart; welke verf zoo veel »eerdicht . ' . , , j en duw niet word veroorzaakt door deiaam. vlam of door de rook, als wel zoo als ik oordeel, door de \clte Mier-eicrcn , waar door dezelve ook dichteren duurzamer word. Deze verf blyfi hem altyd by, lehoon dezelve nog zoo word ge- fehuurt, om dat do pot-icJierven van .'.,..' o i Manier van Eysei- te (meiten . » . Hoe :v lul tol ^eliruvlo lec|uaai _y. liet zelve olatl maken. P-y ■ - '/ ..-%,./ v.' .-.• ..-.-~J- KAAP de GOEDE HOOP. 91 van binnen al zoo zwart /vn, als van buiten, vaar door ik in mvn vermoeden nog meer word ver- merkt, dat die zwarte verf van de vette Mier- eieren, en van niets anders komt; voornamelyk fterkt my dat nog hier in, om dat een zo- danige pot nooit doorflaar , men mag 'er ingieten wat men wil. Waar is toch een Fottebakkcr in Europa te vinden, die dit na zoude können doen, te weten als hy tot zyn handwerk niet anders had dan de blote aarde, en verder geen gereedfehap, of andere no- dige materialen. Ik zou hertelyk twyffelen, of men 'er wel eenen zoude vinden. Wie zoude dan, indien men alle deze en vele ande- re reeds voormaals aangehaalde zaken gade llaat, zoo ftout zyn, om te zeggen , dat deze menfehen dom zyn? Zekerlyk indien daar van bewys gevordert wierdt, zoo zoude zoo een in vele Hukken te kort fchieten. Edoch genoeg ook van de pot- ten. Het zou jegenswoordig wel tyd zyn, om ook aan te wyzen, dat zy de Bad-en Barbier-kunft verdaan; dog vermids ik van voornemen ben in een byzonder Hoofdftuk van de ziektens en hulpmiddelen der Hottentotten te fchryven, zoo zal het beft zyn, die materie daar toe te fparen. Het zelve moet ik ook van de Ja- ger-kunft zeggen, welke by deze niets geachte natiën zoo hoog is geftegen, dat menig Europeaan- iche Jager, als hy het zelve wild zoude moeten vellen , in aanzien van deze menfehen befchaamt zoude ftaan, zullende hier van ook vervolgens in 't byzonder worden gefchreven, als hunne manier van jagen zal worden voor- geftelt. Hottentot- Het eenige handwerk van het ookGe- fmeden van wapens of geweer zal wccr-fme- ik nog voordellen en aanwyzen, dat de Hottentotten dat insgelyks vertlaaan , fchoon zy nog blaas- balk, nog hamer, nog tang, noe IL dat men moet zien, of zy alle t^™*' hunne manufacturen tot hun eigen gebruik aanwenden , dan of zy de- zelve ook aan anderen verkopen, verhandelen , of op eenigerhande wyze toekomen laten ; zoo zal het den Lezer insgelyks niet onaange- naam wezen, als deze Materie een weinig dieper ingezien, en uit den grond verklaart word , om dat hare borgerlyken ommegang daar door meer zal fchynen aan el- kander geknoopt te worden, en de een genoodzaakt word, aan den anderen hier in de behulpza- me hand te bieden ; of anders wan- neer 'er al geene handtering onder hen in zwang gaat , dat zy echter niet können ontgaan, elkander op ; dees of gene wys dien ft te doen. Wel is het waar , dat de goede- ren, welke zy können verhande- len , juift zoo veel niet zyn , en dat die meeft in offen, koejen, fchapen en andere kleinigheden beftaan , aangezien zy nog goud nog zilver kennen , nog uit de aar- de graven , fchoon het nog zoo o- vervlocdig in hun Land zoude worden gevonden, zoo als men re- M 3 de 94- BESCHRYVING van de baarfte koopman- fchap /.yn Oliphants- tanden. de heeft, om volkomentlyk te den- Haai koft- ken. Het koitbaarfte , het welk in hunnen handel zoude können worden gezien, zyn buiten allen twyffel de Olyphants-tanden, waar van men 'er echter zeer weinig by hen vind, en men derhalven zou- de können denken, dat zy dezel- ve aan de Inwoners van Monomota- pa verhandelen, of wél aan de Por- tugeezen, welke zich op Mozam- bique en verder Landwaards in langs de rivieren hebben nederge- zet; gelvk dan de Hottentotten , die aan 'Terra de Nat al grenzen, zeer goede kennis van hen hebben, en ook met hen omgaan; waar uit dan licht is te befluiten , dat de genen, die dieper in het Land wo- nen, insgelyks naricht van hen hebben moeten ; te meer om dat die van Monomotapa zelf handel met de Portugeezen dry ven, en bygevolg de landen van de Hot- tentotten pafferen moeten , alzoo dat beide die natiën ook by de Hottentotten moeten bekent zyn. Edoch het zy hier mede hoe het wil ; het is zeker, dat 'er veel Oly- phants-tanden in hun land zyn* van welke dieren zy 'er ook veel doden en eeten. Vermids 'er nu zoo weinig Olyphants-tanden van hen te koop gebragt , of aan de Hollanders verhandelt worden, zoo moet noodzaaklyk volgen, dat zy dezen overvloed, welken zy ganti'ch niet weten te gebruiken , bchalvcn dat zy armringen daar van maken, waarvan 'er echter zeer veel uit eenen tand können worden gemaakt , aan anderen moeten verhandelen, 't zy aan die van Monomotapa of aan de Portu- geezen. Ik weet my te erinneren , dat de voorheen gemeide Holland- fche Scheep-Kapitein , Theiuns Gerbrantszoon van der Schelling in zynen dagregilter heeft aangc- tekentj dat hy in Terra de Natal by een gevluehten Engelfchman, die daar woonde, een gantfehc kamer vol behalven verfcheide an- dere ftapels van zulke Olyphants- tanden gevonden heeft, die hy van de aangrenzende Monomotapenfirs en naby gelege Hottentotten had gekoft ; en welke hy daar na we- der aan de Portugeezen, of aan de vreemde fchepen, die daar ko- men, verhandelt had , zoo als de gemelde Kapitein zelf gezegt heeft. Dienvolgens is het zeker, dat de Hottentotten insgelyks tot het dryven van handel genegen zyn « fchoon hunne waaren in zoo wei- nig Hukken en zoor ten beliaan. Beft echter zal zyn, wanneer ik ten cerften een onderfcheid maak , enaanwys, met welke waaren zy onder elkander handelen, en wel- ke zy aan Vreemdelingen , 't zy Portugeezen , Monomot apen fers of Hollanders overlaten; zoo als ook op wat wyze zy hunnen handel dryven , en welke goederen zy voor betaling ontfangen en aanne- men. Want vermids zy geen werk van geld of zilver maken, ook geen geld kennen , zoo als reeds veelmaals aangetoont is, zoo is het dienftig, dat de zaken worden ge- ' noemt, welke zy hoog in waarde houden , als het geld zelf. Het is t'over bekent, dat zy aan elkander oflèn , koejen, kalveren, hamels en Oojcn verhandelen; niet echter, dat de geen, die de- zelve overgenomen heeft, daar opzoekt te winnen, met dezelve weder over te doen, want zulks , is aan hen niet licht toegelaten ; maar liever, om dat de Handelaar, die doorgaans een arme duivel is , aan vee gerake , en zich nevens zy- nc vrouw en kinderen gemaklyk generen mögt. Komende hier door tot een begin van zyn verwachten- de rykdom, welke allcenlyk in veel vee beftaat, zoo als reeds voorheen gemeld is. Wanneer hy een tamelyk getal daar van mach- tig is, kan hy of van de anderen eenigc daar van overlaten, of de- zelve aan de Hollanders tegen an- v dere waaren ruilen. voor hun- Vraagt nu de Lezer, of zy deze nc waa-ed ° - ,• verhandc- oflen.in. KAAP de GOEDE HOOP. 95 zyn offen, koejcn, kalveren, fchapea, enz. aan elkander vtereeren, of Maar mede / v de/.cl ve betalen 3 zoo dient tot antwoord , dat zy niet veel houden van geven, fchoon z\ voor het overige 7.cer goedaardig en hulprvk zyn ; maar dat de geen, die iets van den anderen uil heb- ben, met dingen moet voorzien •/vn, welke den Verkoper aan- ilian, en welke hy voor betaling aanneemt. Deze dingen bcltaan of uit Elpcnbeneof yvore Kingen, lNlen, Hailagayen, Pyl-koker en een Boog, welke t'eencmaal uitgeavbeid zyn, wordende dezel- ve niet aangenomen , als de Ver- koper dezelve niet volkomen ge- perfectioneert heeft. Verbinde- Een Hottentot zal ook niet freerals66" ncnC om vee ZVn gewccr miiien , ze dubbelt en het zelve aan een ander verhan- delen , ten zy hy met dubbeld ge- weer verzien is , om dat hv die ftukken tot zyn eigen verdediging nodig acht ; behalven dat hy daar- mede op de jagt moet gaan, om 't wild te vellen. Derhalven houden zy hunne Pylen, Bogen, en Haf- (agayen in zeer grote waarde, en poleren ze zeer fchoon , zoo dat een Europeaanfch zoldaat zeer ge- voeglyk een voorbeeld aan hen ne- men kan , hoe hy met zyn geweer leven en het in itaat houden zal. Ik heb grote moeite gedaan , om diergelyk geweer van den Kapitein Tegu te kopen, maar heb het nog voor geld nog voor Tabak kön- nen bekomen , fchoon hem zeer veel daar voor wierd gebo- den. Kanna en Ontbreekt hen echter het ge- bydeHot- weer of wil hy zich zelven niet be- tentotten roven , zoo prefenteert hy Kanna barelian- te ruilen , aangezien hy wel weet , delwaar. dat hy daar voor het gezochte vee zal bekomen, ten zy de Verkoper reeds van Kanna genoeg voorzien was. En wanneer de Koopman- fchap hiermede ook niet wil (la- gen, zoo is zyne laatite toevlucht tot de Europcaanfchc waren, wel- ke hy met zeer veel moeite als een huurling , 't zy Yce-hoedcr of Koorn-taaaajer, m/. heeft verdient Dezelve bellaan doorgaans in Ta- bak, Dacha, koper en glazc kra- len. Wanneer hy daar mede ver- zien is, neemt hy zyncn weg we- der na zyne Landsluiden, en ruilt daar voor zoo veel vee als hy daar mede bekomen kan. Alle deze waren zyn by hen in 'nsgciykj een tamelykc achting, en worden lacha™ lterk gezocht; zoo als ik met waarheid kan zeggen , dat jaarh ks eenige duizend pond Tabak van hen werden gerookt, fchoon zv dcnzelven mengen, en niet zuiver gebruiken, om dat hy al te licht is , en zy 'er niet dronken van kön- nen worden. Om nu re eerder dol te worden , en zich daar na , zoo als zy het noemen, vrolyker re maken, mengen zy Hennip- bladen, of nahare Taal, Dacha daar onder, en maken Bufchbafch, die meer in het hoofd werkt, en hen lichter dronken of dol maakt. Ondertuflchen behouden de Kralen, voornamelyk de kopere den prys voor allen. Deels om dat zy zoo licht niet breken als de glaze; deels ook om dat zy zich zeer fchoon laten maken, en hoe langer men .dezelve draagt, hoe blinkender worden, zoo dat men zich daar in zou können fpiegelen. Als deze Kralen daarenboven ta- melyk groot zyn, en by na de grootte hebben van een Zuiker ert, zoo zyn zy te aangenamer. Zy geven voor dezelve zoo veel vee , dat de Bezitter ze zeer gaarn miflen en afltaan wit Op zulke wys en met diergely- Zy können ke waaren handelen zy onder el- SSoSd« kander ; en zulks met zoo veel e k.md< eerlykheid en oprechtheid , als d'eene Koopman ontrent den an- deren doen kan. Zy geven aan elkander ook veel meer voor hun- ne waaren, als aan de Europea- nen; en kan een Rottentot voor een pond Tabak of een fnoer kra- len veel meer van zyncn even- Hottcntot handelen ,als een Euro- peaan handelen. 9« BESCHRYVING van de peaan doen kan. Zulks blykt zonneklaar uit de handeling van den Kapitein Claafen, die met een zeer geringen provifie uitgezon- den zynde, zoo veel weder t'huis bragt , als wanneer hedendaags een gantfch Corporaalfchap uit- gaat, en maar grote kollen ver- oorzaakt. Wylzynu, zoo alsgezegt is, onder elkander handelen, en met weinig moeite aan een tamelyk getal vee geraken können , zoo blykt immers genoeg, dat het geen, waar mede de Hottentotten worden beticht, verzonnen is: De meermaals aangehaalde Heer vaifchfë y°&e* fchryft m zvn Tienjarige ruht. Ooit-Indifche Reis pag. 70 uit een quade onderrechting het volgen- de van hen: Zomtyds plegen zy ßroperyen landwaards in 11a depro- vintie van Monomotapa en na de Sardiui-Baay; beroven aldaar ha- re naburen van offen , koe jen., fcha- pen, welke zy daar na tot een ge- ringen prys aan de Hollanders ver- handelen. Wederleg- Ik zegge , deze Befchuldiging is vallch, voor zoo veel die de Hottentotten in 't gemeen be- treft; daar worden ook Rovers onder hen aangetroffen , en deze zyn de Bofchjes-Mannen , zoo als voorheen reeds gezegt is , welke zich alleen op. roven en Helen uit- leggen, en zich daar mede gene- ren, weshalven aan dezelve ook allen ommegang met andere Kraal- Hottentotten is ontzegt, behal- ven dat zy ook worden doodgefla- gen , waar men ze aantreft. Daar- enboven is hier voren reeds aange- wezen, dat eenige gewiffenloze Europeanen zelf hen geplondert en dezelve als kraajen dood ge- fchoten hebben, en dat om zulks tewreeken, het aan menigen on- schuldigen zyn vee weder gekolt heeft. De befchuldiging vanden Heer Vogel kan ook niet doorgaan ent dat de diefital eender fchande- Ivkile ondeugden onder hen is , welke altyd met de dood word £'r>S- geflraft ; gelvk dit reeds voormaals uit Tater Tachart in zyne Siam- lcheReisp. 101. en uit den Heer Boeving in zyne curieufe Befchry- ving en naricht der Hottentotten pag. 9. aangewezen is. Daar benevens wie word de los- heid van deze befchuldiging nieü licht gewaar; vermids degemelde Heer Vogel twee plaatzen noemt, werwaards zy zouden Itropen, leggende de eene plaats zeer ver en ruim 100 mylen van de Euro- peaanfche grenzen, en de ander binnen dezelve ontrent 30 mylen van het Voorgebergte. Om vee van Monomotapa herwaards tedry- ven , zoude wegens de menigvul- dige (teile en hoge bergen en on- waad baare wateren niet alleen moejelyk vallen, maar het vee zelf zoude onder weeg fchier van honger moeten fterven. Van de Saldanha of Sardinie-Bzay vee herwaards te koop te brengen, zoude met het contracl, door de Illultre Compagnie met deze Vol- keren aangegaan , IVryden; behal- ven dat het zoude zyn tegen het eigen belang van het Land, het welk in geval van nood by de naburige Hottentotten altyd vee kan zoeken , en het gezochte ook willig en zonder moeite be- komt. Derhalven is de Heer Vogel in dit on^^j fluk zeer qualyk onderrecht , om voorgeven dat zulks tegen alle ondervinding, vaen ^aar ja zelf tegen het gezond vernuft dei. Itryd ; en 't is hem niet beter in dit ftuk gelukt als den Keur-Saxi- fchenKonll, en Lult Tuinier, den Heer Georg Meißer, welke in zy- nen Oolt-Indifchen Konlt en Lult Tuinier pap. 244. zoo als zulks Heer Marperger in zynen keuken en kelder DiÖionaris pag. 503. aanhaalt, met dit valfch bericht voor den dag komt: 'De Hotten- totten, fchryft hy komen alle jaar op een zekeren tyd uit het land aan het Kaßeel, of op de plaats , daar de Hollanders by de Kaap de Goede Hoop wonen ; dryven grote kudden vee ■ Ioe de Hottentotten hunne vellen hf.rxyden 2. Besmeembn nu met Vet jen Koe mest LOPPEN DE ZELVE UYT 5" HOE ZYD1E AAN StTJKKENSNYDEN EN V HO E ZY DIE VfcLL ENte ZAMEN NAYEN rrjt'i.i «f. KAAP de GOEDE HOOP. 97 z:cc met zich, lereren zich met grote hopen by dezelve , om dit hun nee aait de Hollanders te verruilen, V 'u.'elk baar groot (Ie rykdo'm is. Het vee beflaat mteßin Rundvee, Se haf én en Geiten , "Welke de meeße onder hen heeft, is de fykßc. dksword Ik wil niet ontkennen, dat het ■dcrlegt. VOor f o of (10 jaren 7.00 is gewceft, om dat uit de eerite fchipvaart der Hollanders bekent is, dat zy hun vee van de Hottentotten aan Itrand of aan de zeekant gehandelt hebben. Na dat de Hollanders echter hier een vaften voet gekre- gen hebben, en 'er midlervvyl vele oorlogen tufTchen beide ont- ftaan zyn , welke zonder bloed vergieten niet ten einde zyn ge- bragt, zoo is 't licht te denken , dat de Hottentotten , te meer daar de Colonie zich dagelyks in beter itaat zette, en zelf machtig in veewierd, niet moeds genoeg zullen hebben gehad , uit te ko- men , en vee te merkt te dryven. Daarenboven hebben zy ook niet aan het Kafteel können komen, om dat de Ruiter-ftal aan de Zout- vliet expres daarom is gebouwt, om dat men toenmaals ook niet al te veel ftaat op hen dorft maken. Hedendaags zoude dit uitdry- ven niets helpen, naardemaalde Illuftre Compagnie den Handel met de Hottentotten voor een ie- der van de inwoners heeft open geftelt, aangezien die reeds zelf komen, en hen den overvloed van hun vee afhandelen. Daar van daan komt het, dat men he- dendaags klaagt , dat men niets meer zoo goed koop van de Hot- tentotten kan hebben, als voor dezen , fchoon het meefte vee van de inwoners nog tegen den ouden prys gekoft word, als het welk een voorrecht is, dat de Illuftre Compagnie aan de inwoners en niet aan ieder vreemdeling ver- gunt. Schoon ik reeds eenige jaren hier heb gewoont , hebbe ik nooit een zodanige optocht van Hot- II. "Deel. petjes-vee noemen tentotteri met vee gezien, maar wcl, dat zy jaarlyks eens of ten hoogfteh tweemaal met eenige weinige oflen en fchapen ait het Land zyn gekomen, en dezelve als Tapet/er-yee, of zoo als wy zeggen, tot een vereering aan den Gouverneur gebragt hebben. De laat (te cjuamen in den jare 1708. na dat de nieuwe Gouver- neur den Heer Louis van Affen- burg was gearrivcert ; welke even dezelve zyn, waar van de Heer Boeving op aangehaalde plaats/^. 4 gewag maakt, wanneer hy zegt, dat zy fchildcn voor het hoofd droegen. Behalven zulk een optocht van Houden Hottentotten, zal men 'er be- 8^ tam- zwaarlyk een anderen ja zelfs geen mcscytcn een zien, welke tamme Geyten byzich voeren; want fchoon de Heer Meißer hen dezelve zoo als de offen en fchapen toefchryft , zoo zal hy 'er echter zekcrlyk ge- nen by de Hottentotten hebben gezien, aangezien zy dit zoort van vee genoeg in het woefte veld vinden, en nooit tam houden. Edoch Waar raak ik hene, naar- demaal van de handeling met de vreemdelingen nog moet worden [ bericht? 1 Zy handelen met andere natiën Hoezy byna op dezelve wys als met hun- met <*<-£*- I ne eige, mids dat zy een tamelyk fficS onderfcheid in den prys der din- gen maken, welke zy in plaats van gereed geld aannemen. In plaats dat de eene Hottentot van den an- deren i of 3 offen, 7 of 8 fchapen l voof een pond Tabak kan krygen, moet een Europeaan met eenen os, 3 of 4 fchapen te vreden zyn; zoo dat hy altyd maar half zoo veel voor zyne Waar bekomt , als een Hottentot. Hier by blyft het niet , maar door dien zy we- ten, dat de Europeanen altyd an- dere goederen by zich hebben, zoo moet hy ook nog altyd iets toegeven, het mag wezen, wat het wil. De Hollanders noemen dezen N ban- 98 BESCHRYVING van de Europe nen hebben gehandelt. handel Ruilen; anderen noemen denzelven troqueren ; dezelve be- Ihat allcenlyk in Ruilen ;. te we- ten , om dezen handel te dry ven , heeft men niet eenen duid van no- den , en kryg ik voor myne goe- deren andere in de plaats. Ik heb reeds hier voren, wanneer van het lehandelvk troqueren het een en 't ander' wierd verhaalt , byge- bragt , dat deze wyze van hande- len , wanneer ze met eerlykheid gepaart gaat , de alleropreehtlte is, vermids men het geen, dat men voor het zyne zal bekomen, voor ogen'lKvit, en alzoo niet wel kan worden bedrogen. Jegens- woordig zal ik maar met kor- te woorden aanwyzen , dat deze handel nog hedendaags in zwang gaat. Hoezy Het is onnodig deswegen dege- "«de tuigeniffen der ouden aan te ha- pea- len , als die van Ivertfen Lib. IV. c. 19. Ander Jon Lib. I. c. 4. Her- port pag 13. Dapper p. 6z6. en an- deren, om dat 'er nieuwen voor- handen zyn, welke deze zaak ge- noegzaam zullen bekrachtigen. Vth gel alleen kan tot een bewys ver- flrekken, en die zaak beflechten, aangezien hy in zyne tienjarige Oolt-Indifche Reis pag. 70- 7*J aldus fchryft : Voor ruim 80. jaren, wanneer de Hollanders nog geen vaften voet aan de Kaap de Goede Hoop hadden, en Cor ne lis Hout- man, en daar na de Admiraal Cornelis Mate lief met hunne fche- pen daar eerß aanquumen , konden zy voor ecu ßaaf-yzcr, 30 pond zwaar , 9 fchapen ruilen ; voorts voor een andere (laaf, in driefiuk- ken gebroken, te tarnen ~ o pond eigende, x vette offen en 3 fchapen, en vjydcrs voor een fuymes, een fchaap ; edoch jègenswQQrdig zyn zy in de zin handel mat meer bc- Jchaaft, en zy geven het vee met tot zoo geringen prys ; des niet tegen- gaande komt een f hoon fchaap, de Waardy dejr-waare, welke oen aan yzrr , kopere tingen en diergclyke daar voor mor d gegeven , gerekeut , Een ander bericht. Des Au- teurs goed oop offen niet boven een halve daalder te f aan. Diergelyk meld ook Merklin in zyne Ooit-Indifchc Reisbefchry- ving pag 11 14. Het vee, fchryft hy , kopen zy goed koop voor koper- draad tot Armringen , Tabak, en diergclyke, zoo dat ecu groot fmk Rund-vee maar een kop -ß uk koß. Dienvolgens blykt dat, wanneer de Hcev Vogel hier voren klaagt, hy zulks maar heeft ontleent van Dapper, of dat hy zulks zonder rede doet, om dat een halve daal- der zoo als hy fchryft , of een kop- iluk, gelyk Merklin meld, voor een os niet voor veel kan worden gerekent. Ik weet zeer wel uit de onder- vinding, dat wanneer ik een pond Tabak aan een Hottentot voor offikapdj een os geef; een half pond voor kopen een vetten hamel, en een vierde- deel pond voor een vet lam, een Tabaks -pyp of een fpits glaasje met brandewyn daar onder gere- kent, dat hy de koop zekerlyk niet afflaan, maar wel aanhouden zal. Wie zou dan in ftaat wezen om een rekening te maken , dat een pond Tabak en een Tabakspyp of een glaasje brandewyn, te veel voor een os zoude zyn? Het is geen fprookje, dat ik hier vertel, de dagelvkfche ondervinding heeft het my nevens vele anderen ge- leert. Vermids'er echter meer waaren, waar van in den beginne reeds ge- nige melding is gedaan, van de Hottentotten können worden ge- handelt , zoo zal het niet ondien- ïtig/yn, aan te tonen, waar me- de een eerlyke Handelaar, die onder hen zyn voordeel zoeken wil, en dezelve om dat zy weinig alhier te merkt brengen, bezoe- ken wil , zich verzien , en welke waaren hy moet met zich nemen, om zyn oogmerk te bcryken;zyn- dc alle Europeaanfche waaren zon- der onderfcheid,aan hen niet even aangenaam. Van de Indiaanfche die maar dienen om het lichaam op te KAAP de GOEDE HOOP. W te fchikkcn , of den buik met lek- kerny te vullen, of cindclyk die tot pracht ofhovaardy ftrekken, maken zv gantfeh geen werk, '/.on dat het hoognodig is , des aan- gaande een onderrcchtingmcdc te delen. F.cn ieder Handelaar, die om- zichtig wil te werk gaan, Haat niet alle waarert zonder ondcr- lcheid in, maar voegt zich na zv- nen ftand, en welke hy weder aan den man kan brengen , en doet gene op, die by hem blyven bederven. Dit zoo zynde,moet iemand, die onder de Hottentot- ten met winrt wil handelen , al- vorens een overdag by zich zel- ven maken, of hy vee van hen handelen wil, te weten offen, koejen, kalveren, hamels of oo- jen, want Gyten hebben zy niet, gelyk ik reeds meermalen heb ge- zegt , of fchoon de Heer Meißer in zynen Ooft-Indifchen Kunit en Luftgaarden p. X44- hen dezelve toefchryft , en in zulken geval , zal voor zodanig een niet dienfti- ger zyn, dan zich van Tabak, Dachi,Tabaks-pypen, en kopere Kralen te verzien , waar voor hy altyd zoo veel vee kan ruilen, als hy begeert. wat men Is zodanig een van voornemen, en voor om Olyfants-tanden van hen te Inde" We- handelen, is het nodig, om zich lenmoct. nevens den tabak, als de gang- baarfte waar onder de Hottentot- ten, van koper en wel voorname- lyk glad koper te verzien, om dat blinkent metaal daar voor te bieden. Hier door worden zy aangezet , om en wat aangenaams voor den mond, en wat fraais, tot cieraad van het lichaam te beko- men. Als dan fcheiden zy zeer gaarn van diergelyke tanden, en zulks voor een geringen prys, fchoon zy nog zoo zwaar wegen, en heb ik 'er niet alleen een van dezelve maar verfcheide gezien j die hondert, hondert en twintig pond, en meer wegen, waarvan het pond niet meer dan zes of acht II. Deel. Kruitaers Duitfch geld gckofl had, en die het pond weder tot jo, en 45T Kruitzers verkoft zyn. De geen die maar onder hen ' reift, om het L and te bezien, of, de Naturalien , zoo Gcwallcn, Mi- neralien, als Dieren, enz. te on- rciler derzock«. n, behoeft niet beducht ie wezen, dat hy van honger zal fterven, fchoon hy gene eetwaren met zich neemt', zullende aan vlcefch geen gebrek hebben, zoo lang zyn Tabak, Tabaks-pypen, Dacha en Brandeuyn duurt. Is hy genegen , om wild te eeten - worden hen hazen, Rcc-bokkcn, Steen-bokken en andere wilde dieren in overvloed gebragt, zoo hymaarWyn, Brandewyn, zoo als ook glaze kralen of kleine fpie- gels daar voor wil fpenderen. Voor Boter, die wel eerft dient gezuivert te worden, Struis en an- dere vogels eijeren , zoo als ook voor Melk, hoeft zodanig een ook niet te zorgen, zoo lang hy iets van de gemelde waaren by zich heeft ; ja hy hoeft zelfs niet verlegen te wezen , hoe hy op reis onder dak zal komen, om dat ze voor hem een gantfeh nieuw huis voor een itukje Tabak bouwen , daarenboven hout in overvloed brengen , om te koken en te war- men, en by nacht voor de wilde dieren zeker te zyn ; daarbenevens brengen zy zoo veel lang gras , dat hy daar op gemaklyk kan flapen i als of hy op een bed lag. Bevind hy zich landwaards in , en ver van 't llrand , zoo kan hy behalven de bovengemelde levens middelen, verfche en goede melk bekomen, welke zy voor een pyp- Tabak warm brengen. Is hv graag na wat zoets, kan hy verzekert wezen , dat zy hem voor dat zelve prefent een gantfche zak met ho- ning zullen ter hand {tellen, waar van zy, achtervolgens het getuige- nis van VP. Tacbart in zyne Siam- fché Reis pag. <)i . op een zekeren tyd , namelyk in het einde van den drogen tyd , een tamelyke quan- N x titeit ioo B E S C H R Y V I N G van de titeit uit de holle bomen en klip- pen, werwaards de ibyen het dra- gen, ïn/amelen, en waar van h\', zoo als ik uit ondervinding weet , als hv het dikwyls probeert, ho- ning-bier kan brouw en , 't welk , een weinig oud geworden 7.ynde , 7.00 veel kracht heeft, als ilcchte Mede. Heeft hv eindelyk gebrek aan brood , /.onder het welk hy het vette vleelchniet kan genuttigen , zoo weten 'zy ook al wederom raad ; wrant zy leveren niet alleen mager vleefch van wilde Herten of Bokken , maar zy verzorgen hem ook van hare kollbare en voedzame wortels, van de Hollan- ders Ajuntjcs en van de Botanis- ten Sifynricbïum genaamt. Komt hv echter weder aan de zee, hoeft hy wegens een goede maaltyd van vifch niet te twyffelen, mids dat hy ze zelf moet fchoon maken en koken als hy ze eeten wil , wer- dende dezelve hem voor andere kleinigheden in overvloed ge- bragt. Kortom men kan onder hen reizen, waar men wil, zonder voor hen bevreeft te zyn , mids dat men hen eerll geen overlalt aan doet , ja men kan verzekert wezen, dat men ze in alle ilukken ten dienften vinden zal. Onderde Hier uit bh/kt, dat een Euro- Hottentot- peaan , die landwaards in reiil, en mën met vee ' Olhants-tanden , of andere weinig geit eet waaien wil kopen of ruilen, wmlldoen- voorzien moet zyn van Tabak , Dacha, Tabaks-pypen , koper en glaze kralen, meltèn, eizer, klei- ne ilukjes van rood en geel koper, zoo als ook draad tot armringen , wyn en brande wyn, voorts van een weinig meel, om zich zelvcn te bezorgen, en andere diergdv- ke kleinigheden, welke alle by ei- kanderen gerekent geen zo gul- dens zouden kollen , waar mede hy zoo veel vee, Olyfantstanden, druis en andere Vogel-eyjercn , wvders allerhande dierc-luiidcn , daar onder die van Leeuwen, Ty- gers, wilde paaiden, K/cK, en/.. als mede allerhande levensmidde- len, hier boven reeds gemeld, kau ruilen, zo dat van die zo guldens ruim xoo guldens können worden gemaakt. Vermids dit voordeel als nu den komenden man door de neus word gedraait, en de Illuftre Compagnie zulks voor haar alleen houd, zoo menen zommigen, dat de onfchuldige Hottentotten met hunne waar in prys opgeilagen zyn, daarzy echter alles na den ouden prys bly ven verkopen , zoo als aan de gemelde Illullre Compa- gnie bell bekent is. Een Koopman of ander Reizi- Die onder ger, die van voornemen is, OfflJoiKlr I eenigen tyd onder hen te bly ven , reizen, en zyn voordeel of iets anders in 't j^Sen™ oog heeft, moet verder, en bo- lood voor- ven alles van goed geweer, nevens llcnï'yn' kruid en lood wel verzien zyn; fchoon hy het niet zoo zeer van noden heeft wegens de Hottten- totten, als wel wegens de wilde dieren , om dat het lichtlyk kan gebeuren, dat zoodanig een by nacht door de roofdieren kan wor- den overvallen. Ik zoude met weinig moeite verfcheide zeldza- me exempels können aanhalen, ten ware beducht was, dat zy te lang zouden vallen , dog daar zal op een andere plaats zich wel een gelegentheid op doen, om ze te pas te brengen. Wat my aanbelangt, ik heb me- nigen nacht onder hen in hunne huisjes en Ook wel in 't open veld doorgebragt; ik kan echter niets dan alles goeds van hen zeggen , om dat ze voor een kleine erken- telykheid alles bezorgden, wat ik tot myne zekerheid van noden had , en wanneer ik hen van de wildedieren verwittigde, die mv langs den weg ontmoet waren, toonden zy zich op 't hooglt ver- heugt , dat ik door dezelve niet befchadigt was ; ja zy moedigden my niet weinig aan, op myne hoede te zyn, wanneer 'er h\ nacht al een mögt komen, en zy gaven my allerhande middelen aan de frouwheit an ^e7 e neufchen. Onbeken de moet men niet vertrou- vri'n. KAAP du GOEDE HOOP. iot empel van den voorgemclden Ka- pitein Tbennis Gerbïémh van der ScbeUin9Tio%'\x\\ leuge- nis is, die, om dat ' goude hoord om zyn Schippers muis droeg, welke hen in de ogen vii Wel haait hel \jsytti zoude hebben moeten laten, ten ware hv dezet 1 e tan zich geworpen , en zé aan hen teo preis gegeven had , waar na hy by hen welkom was. Ook ken ik een Stuurman, die als een vreemdeling aanquam, en aan een Hottentot een rol tabak van 2 > pond te dragen gaf, in mening dat hy dezelve na huis zoude brengen, dog wanneer zy beide een weinig van ftrand waren, vraagde de Hot- tentot aan den Stuurman, of hy wel kon lopen ? En wanneer hy van ja antwoordde , pakte deze zyn biezen, en zeide, loopt dan zoo je kond. Waar op hy zynen weg landwaards in nam, en den Stuur- man liet nakyken, zonder twyflèl, om dat hy hem niet kende, en niet wifl waar hy hem weder zoude vinden. Wie dan onder hen bekent is, heeft zekerlyk niets te vrezen , maar die vreemd is , mag in den beginne wel een weinig op zyn hoede zyn, en niet te veel op hen vertrouwen, om dat onder deeer- lyklte luiden toch dikwyls een be- drieger gevonden word'. Van my- nekant, ik heb geen rede van hen quaad te fpreken , fchoon ik reeds lange jaren onder hen heb ge- woont. Ik zoude no'g wel veel In- woners, ja de meefte vinden, die nevens my insgelyks zouden ge- tuigen, om dat een ieder veel dienft voor een geringe beloning van hen geniet. Edoch genoeg van deze materie uit vrees, dat dezelve te verdrie- tig mögt vallen \ derhalven is 't belt, dat ik dezelve fluit, eer my- ne gedachten zich wederom ver- der uitbreiden de hand, hoc dat ik ze tot hulp zoude können roepen, en verze- kerden Diy van hunnen trouwen lv (land. MuTchien zoude men können \ vragen , hoc komt het , dat men zulke menlchcn, die zoo veel werk van Tabak, Brandewyn enz. maken, zoo vertrouwen kan, te meer om dat zy weten , dat men diergclyke goederen overvloedig | zich voert , als men onder hen j reilt? hier op dient, dat iemand welken zy kennen, of die maar \ bekende Hottentotten by zich ! heeft, zoo als ik altoos heb gehad, j voor hen geen vrees ter waereld i behoeft te hebben, om dat zy zoo ' als ik reeds heb gemeld, tot Helen j en roven niet geneigt zyn. Daar- benevens weten zy, dat na een be- kenden Europeaan iterk gevorfcht word, welkers verlies zy daar na niet weinig moeten boeten, als zy geen waarachtig befcheid van zyn dood geven können. Wanneer nu iemand met een genoegzame voorraad van zulke waarenbyhen komt, kan hy de- zelve zoo zeker vertrouwen , en ter bewaring geven, dan of hy de- zelve in zyn eigen huis en onder zyn opzicht opgeüoten hield, vermids de Bewaarder, of dege- ne, die de goederen heeft aange- nomen, zich eerder zoude laten doodflaan, dan dat hy zich het minlte daar van zoude laten ont- vreemden. Ik ben dikwyls ver- wondert geweelt, wanneer ik de- zen of genen iets toevertrouwde, en onder belofte van een zekere portie in bewaring gaf, dat ik het na verloop van zomtyds 14 dagen, 3 of 4 weken zonder de minlte lekkagie weder te rug ontfong. - Edoch zeg ik , dat men met hen moet bekent zyn, of dat men ten minfte bekende Hottentotten moet byzich hebben, want buiten dat zou het zoo gemak lyk niet in zyn werk gaan , om dat my het ex- N X. HOOFT- io2 BESCHRYVINGvANDE X. HOOFTSTUK. Van de Kunden, welke de Hottentotten met recht können worden toegefchreven ; name- lyk van 't zwemmen , werpen , vechten , vif- fchen, jagen, lopen, enz. zoo als ook van hare Muziek , als mede van hun zingen en danzen. Van de oeffenin- gen des lichjam; by de Hot- tentotten. Fan de oeffeningen des lichaams by de Hottentotten. Fal/ch voorgegeven konßen der Hottentot- ten wederlegt. Zyn zeer 'geoeffent inlopen. Werpkonfl verflaan zy ongemeen veel. Het vechten verflaan zy meeflerlyk. Hare Jpeeltuigen. Gom Gom is by hen een aardig mu/t- kaal inflrument. Hoe hare Rommelpot gemaakt is , en hoe zy daar op fpelen. Haar vo- caal intifiek. Haar danzen. IVat zy voor dieren gewoon zyn te jagen. Hoe hun pyleir gemaakt zyn. Dezelve worden met flangen gift beflreken. Schieten zeer net. Befchryving van den boog , en py /koker. Haar HaJJagayen. Worden ook vergift. Hoe zy daar me- de voerpen. H-'at by hun jagen aan te merken. Hoe z,y een groot dier vervolgen. Nog een andere wys van jagen. Zy gebruiken hier toe diepe gaten, die zy in de aarde hebben gemaakt. Een bewys aan dien, die een groot dier heeft gedood. Hy word van eenouden Hottcntot bepifl. IVat hy te verwacht an heeft , die een Leeuw, Tyger enz. heeft gedood. Mrat Omtrent deszelfs vrouw voorvalt. Hottentotten verflaan het vijfeben beter , als zom- juigen menen. Hoe zy Roch vangen. Hoe zy vifcb met den angel vangen. Hottentotten zyn goede zwemmers. Haar zwemmen overgrote Rievieren is merkwaardig. ÏVelke plegtigheden zy verrichten, als zy uit bet Water komen. Bef uit van dit Hoofdfluk. Vaifcb ',egc- ve konltcn dciHoiien- i wc- dcilr OP de Handwerkzels en daar uit fpruitenden handel , wel- ke onlangs aangetoont heb, zul- len niet ondienftig volgen, de kunften, welke den Hottentotten met recht worden toegefchreven, als welke een rechte gefchiktheid des lichaams aantonen, waar mede zy als van kinds gebeente begaaft zyn. Want hier ziet men van den beginne af, dat ik ze van de vrye konftenniet alleen, maar ook van :ille andere af/,onderc, welke meer van de Wél 'ing der ziele als des lichaams ontdaan , en dat ik biood en alleenlyk alhier zodanige ver- ftaa, welke men in F.uropa Exer- citui oflj fsoeffeningen zoude kön- nen noemen. Van Olao 'Dapper worden den Hottentotten zulke aardige kon- Hen toegefchreven, welke meer na by gelovigheid, dan na de zui- vere waarheid ruiken , indien 'er een waar woord aan was ; want volgens Erasmus Eranciscus, die deszelfs woorden in zynen ver- wonderenswaardigen o\ ertogt van de Nedervvaereld pag. ^09. aan- haalt, zoo fchryft hy daar van in zynen Afrika pag. 616. op de vol- gende wyze : Zy verbeelden zich ze hen , dat zy den ) egeu en wind können ophouden, 't welk zy pogen, op deze wyze te doen : J Faune er zv willen, dat het niet >hcc*k zal re- genen , leggen zy ecu gloejendeJaoê op een fpaantje , /// ecu kuiltje , ht : welk zy in de aarde heb hen gemaakt, en op die kool een handvol ha/r , V ü'iik zy uit het hoofd hebben getrok- ken. 'Dat hair beginnende teßin- ken, maken zy het kuiltje met zand toe, maken haar water daar op, en lopen einde lyk met groot gejehreeuw weder weg. Als zy begeren, dat de wind KAAP Dil GOEDE HOOP. 103 wind gaat leggen, zoo houden z,y een van fmerigße villen op een lan- gen Jlok hoog ui den windt zoo leng tot dar het vel van de /lok ts ge- waait , en als dan verbeelden z.y zich gantßhelyk,dat de krackt van de wmd op dit vel gebroken is. Dat zouden zckerlvk, zeg ik, al twee fraaije kunllcn zyn, wel- ke indien zy waar waren, de der- de zeer licht zouden können ma- ken, namclyk om regen te krygen, wanneer dezelve lang en byna den gantfehen zomer achter bly ft, om dat zy alsdan in plaats van den hef- tigen Zuid-Ooiten wind den regen wel benodigt hadden; zeker dit zouw hun beter te pas komen als den wind op te houden , en daar door te grotere droogte te veroor- zaken , waar door lof en gras gantfchelyk verdort word, 't welk anders door den zoelen wind nog word gematigt. Zy komen hier ontrent niet weinig met de lappen overeen, waar van zulks insgelyks voorgegeven wierd ; dog ik acht dat zulks van hen zoo onzeker en onwaar is, als van de Hottentot- ten, van de welken ik nooit dier- gelyks gehoort of gezien heb; en kan het wel zyn , dat de gemelde Dapper zulks heeft horen zeggen, en dat hy het voor een zekere en ontwyffelbare waarheid heeft aan- genomen, om het qualyk te boek llaande leven der Hottentotten nog te zwarter re maken. Het zy hier mede hoe het zy , het is zeker , dat de Hottentotten van deze bygelovigheid vry zyn , en zouden zy , indien iemand een diergelyke gekke vertelling deed, niet alleen lullig daar over lachen, maar ook valt geloven, dat de Eu- ropeanen vry bygeloviger waren, als zy gedacht hadden, wyl zy ie- der fprookje voor een ongetwyf- felde waarheid aannemen , zonder te onderzoeken , of zulks wel op gronden lleunt , of wel mogelyk zoude können zyn ; want daar wy ze als Afgodendienaars achten , en zooveel opgeven van onzen Gods- dienft, geloven wy echter, dat zy in de Almogend heid Gods taften, en regen en wind naar welgeval- len maken können , 't welk echter achtervolgen:, onze eige Leer en vallltclling, aan de Almogendheid Gods alleen toekomt, zoo alszy mede openllyk bekennen, en hier voren in het aantonen van hunnen Godsdienll aangewezen is. Met beter recht en vry meer '■ waarheid, moet men hen de kunit p™tclu" van fnel lopen toeichry ven , als waar in zy alle Europeaanfchc Lo- pers, hoe bcquaam en geoellent, overtrefTen en befchaamt maken, aangezien zy achtervolgens het ge- tuigenis van den Heer Vogel\\\ deszelfs tienjarige Ooll-Indifche Rcisbefchryving pag. 70., daar in zoo zeer geoeflent zvn , dat een welbcrede Ruiter genoeg te doen heeft, om een Hottcntot te ach- terhalen. Ja ik derf wel zeggen, dat geen Ruiter , fchoon hy het belle paard onder zich hadt , het tegen een Hottentot zal uithouden, als hy zyn paard niet wil dood ryden , daar echter een Hotten- tot zoo weinig van vermoeitheid zal klagen, als of hy Uil had geze- ten, en ook wel aannemen, zulks eenige dagen achter malkanderen te doen, 't welk een ander Loper gantfeh niet doen kan. Ik mag geen meer getuigeniflen De uit Saar Boeving, Tachart en an- zaak van deren aanhalen, om dat my erin- pg"fne11 nere , dat zulks reeds voorheen gefchied is; de oorzaak echter, waarom zy zoo fnel können lo- pen , is toenmaals niet bygebragt, maar de verfcheide meningen, welke men daar van by de Schry- vers vind, zyn alleenlykaangehaalt en gezegt, dat zy dezelve zelfs twyffelachtig maken , om dat de Hottentotten den eenen dit en den anderen dat daar van wys maken, en de rechte oorzaak verborgen houden. Dé mceflen zeggen wel dat het komt door het uitfnvden van den linker zaatbal; edoch fchoon het eenig- OOÏ- BESCHRYVING van de 104 èenigzins daar toe mogte helpen , 7,00 acht ik niet , dat zulks de rechte en ware oorzaak is, 7.00 als elders insgelyks aangetoont is. De Heer Boeving geeft nevens deze, twee andere oorzaken in zyne cu- rieufe Befchryving en Naricht van de Hottentotten, wanneer hypag. 5-. zegt: Deze fnelheid ontflaat door het veel [meren en de lichte kleding. En hoewel men niet kan ontkennen , dat het Smeren daar toe veel zoude können helpen, zoo lykt zulks insgelyks nog de rechte oorzaak niet te zyn,om dat de wyven als dan ook fnel moe- iten können lopen , welke in het (meren , zoo als hier voren reeds is gemeld, den mans niets toege- ven, maar daar na al ruim zoo fterk Hinken als de mans. De lichte kleding vind vry meerder indruk op myn gemoed , als een van de beide voorgaande reden, om dat bekent is, dat de Europeaanfche Lopers ook gantfeh dunne en lichte klederen dragen. Daarenboven is dit nog wel het voornaamite , dat zy in geen gewricht gebonden zyn, maar dat alle hunne klederen los om het lyf hangen, zoo als hier voren befchreven is ; en als zy in 't lopen zyn , können zy ook heel gcmaklyk de Crofs van den hals nemen , en dezelve op een Hok op fchouwder dragen, of om den arm draajen, en worden alzoo door niets ter waereld verhindert , het welk de Europeaanfche Lopers niet können doen. Als ik nu by deze waarfchynly- ke oorzaken voeg, dat zy van der jeugd afin 't lopen worden geoef- fent, en dat zy op de jagt zynde , het wild met lopen vervolgen, en niet aflaten, tot dat zy het moe gemaakt en gedood hebben; ook in hunne oorlogen , welke zy te- s «i zodanigen vorm, als zy zei ven ma- d'°"0yp ken , en elders befchreven is ; en ?• dat het uit pylen en Hafagayeu bellaat, vermids echter gene ver- dere uitlegging daar van is gc- lchicd , zoo zal het nodig zyn, om dezelve jegenswoordig, als der- /elver gebruik nu voorkomende , omltandigte bel'chryven, tenein- de daar na , wanneer van de jagt zelf word gefproken, gene belem- mering moge tuilchen komen, en de wapenen mogen bekent zyn , wanneer voortaan van hunne krygs-kuniten zal worden ge- meld . T. Tachart befchryft in zyne Si- amfche Reis-befchryving p. 109. deze Hottentotfche Wapenen , waar van zy zich in den oorlog en op de jagt bedienen , fchier niet anders, dan dat hy ze maar enkel noemt, wanneer hy zegt : Hunne wapens zyn pylen en een Zagaye, (Hafagaye) die eenigermate met een lans overeenkomen. En de Heer Boeving maakt het in zyne curieufe Befchryving en Naricht der Hottentotten/^. 8. nog wat Hechter , wanneer hy maar een zoort van dezelve noemt, zeggen- de : Haar oorlogs-tnïg , 't welk in een met gif befmeerden pyl beflaat , maken zy zelven ; in plaats dat hy den Haffagay , indien hy 'er een had gezien , waarlyk ook niet had moeten vergeten. Naardien nu uit deze en andere Schryvers niet klaar blykt, hoe hunne wapens gemaakt zyn , zoo zal het myn plicht zyn om dezelve na het leven af te fchetzen, te meer, omdat wik! hei eenigeon- derfcheid maakt tuflcheneenHot- t''ntot in zyne dagelykfche kle- ding, en tuflehen een Jager of Zoldaat. Dienvolgens zyn de py- h len gantleh vlak als een dun mes, 5Ötg'y"n. puntig , maar als een halve Maan, en op beide zyden mei \m\ binnewaards (taande weerhaken , byna als een ange! , die zoo fcherp zyn als een pennemes of 1'eheer- mes; zy zyn ontrent zoo groot, als een doormidden gebroke Kei- zers-grofche of een halve Bat/e. Uit het midden loopt een hol ge- boge rietje, byna twee duim lang, waar door zy deze fcherpe yzerc pyl aan een hout licht en hol riet, het welk byna anderhalve voet lang is, vaft maken, en met hun- ne zenuwen en flagaders zeer i\yï en valt binden. Alvorens zydeze pylen gebruiken, worden zy over en over met gif beitreken', het welk zy uit het hoofd van ilangen nemen , daar 't in een blaasje zit. Voornamelyk nemen zy daar toe de eertyds befchreve Cobras deCo- pello, en laten het gif in de Zon droog worden, om het onbefcha- digt te können bewaren. Wan- neer zy het daar na willen gebrui- ken, wryven zy de gedroogde giftblaasjes tuffchen harde itenen , en maken het met fpog tot een zalf, waar mede zy vervolgens al haar geweer beitryken, het welk zy als dan braaf in de Zon dro- gen. Zy fchieten deze nu befchreve Metdeu! pylen van een tfyfgefpannen yzer, prkn olyf of ook wel doren - houte £^y boog, zoo handig, fnel en gewis, dat men zich op 't hooglt deswe- gen moet verwonderen , en miflen zy minder, voornamentlyk wan- neer het niet te hard waait, als een Schutter, die na het wit fchiet , en veeltyds de fchyf niet eens raakt, behalven dat de Schutter daaren- boven doelt , en de Hottentot ltil (laat , en naar oogenfehyn geen gewiflen fchoot hebben kan. v d Deze boog heeft aan beide ein- boogen den pyikok«. ïi2 B E S C H R Y V I N G van de den tweeftarke kromme houte ha- ken , op dat de ihaar, die van dar- men of zenuwen word gemaakt , niet zou affchieten, en de boog te ftyver zoude können gefpannen worden. Dezelve komt in alle de- len zeer wel overeen met een arm- hor ft, behalven dat dezelve gro- ter en veel lichter is. Om de py- len te bewaren, bedienen zy zich van een uitgeholt of uitgebrand {luk hout , 't welk net zoo lang als de pylen is; Zommigen maken ook wel diergelyke kokers van dikke OiTen, Elandts, Rhenofler of Olyfants-huiden , en maken aan dezelve tot hun gemak een brede riem, welken zy over de fchouder en onder den anderen arm op den rug hangen , ten einde zy die daar in ftekende pylen nevens den boog , welke naaft dien koker hangt, by de hand hebben. Befchry- Hunne Hajffagayen zyn veel gro- Haifad-er ter' om ^at zy dezelve niet tot gayen, fchieten, maar tot werpen uit de hand, als Lanfen, gebruiken. Het eizerwerk loopt aan het end zeer fpits toe, en is aan beide zyden zeer fcherp en dun geflepen. De- zelve gelykt zeer wel na het voor- He deel van een Tartifane zoo wel ontrent de lengte, breedte als dik- te. Van achteren is een rond uit- geholt gat , waar in zy een ftok, ontrent 6 of 8 voet lang vaft {le- ken. Het ander end van dezen {lok loopt gantfch fpits toe, zoo dat hy niet veel dikker is als een afgebroke teentje, en komt beft o- vereen met een ploegftaart, be- halven dat dezelve zoo glad niet is. Gelyk zy al hun geweer, zoo als eertyds is gemeld, maken, po- leren, en llypen, zoo vergiftigen zy het ook zelf, zoo als reeds van de pylen gezegt is. De Hajfagayen of Lanfen zyn daar van ook gantfch niet uitgefondert, maar zy worden te fterker vergiftigt, om dat daar mede de meefte en grootfte wilde dieren worden ge- dood , en zelfs in den oorlog de meefte kracht daar mede moet ge- daan worden. OndertufTchen doe- len zy met dezelve zoo weinig, als met de pylen, fchoon de dunne ftok op de minfte beweging wag- gelt, en zy geen vaftigheid ter waereld hebben, maar zy gaan daar mede te werk als ontrent de pylen, en verfchieten hem in de hand dan voorwaards dan achter- waard s , tot dat zy den zelve in balans hebben, en daar mede te beter treffen können. Dit zyn behalven de Rackum- ftok hunne wapens , welke zy zoo wel in den oorlog als op de jagt gebruiken , en waar mede zy zeer net, konftig, handig, vaardig en gezwint können omgaan. Wan- neer men derhalven een Hotten- tot daar mede in 't veld ontmoet , te weten, met den pylkoker op den rug, en de Haffagay op den fchouwder, zoo heeft men niet te vragen, waar hy van daan komt, wyl hy zekerlyk zal antwoorden , dat hy of op de jagt of in den oor- log geweeft is. Nu zal het voeglyk können gefchieden, dat wy met hen op de jagt gaan, en ons nevens hen daar mede verluftigen, om dat het hier , zoo als reeds voor- maals is gemeld , aan een iegelyk vryftaat, dat vermaak te nemen, wanneer, waar en hoe hy wil. Zoo weinig echter als ik hier voren by Boeving en Tachart van hunne wapens heb aangetroffen, zoo weinig zie ik ook van hunne wys van jagen aangetekent. Want Boeving zegt loc. cit.pag. 8 maar alleenlyk, dat zy zomtyds ook wilde Leeuwen , Oly fanten en an- dere of hen hoogft fchadelyke of nuttige dieren jagen, zonder ver- der te melden, hoe zulk in zyn werk gaat. T. Tachart maakt loc. cit.pog. ioz. onder hen een on- derfcheid en zegt, dat eenigen van hen Herders zyn, en anderen Jagers, dog dat zy zulks alleen beide zeer wel verltaan ; het geen hy wyders zegt , dat de Jagers in hollen wonen , en van de jagt le- ven , dek Hottentotten mvnieh om wii.de dieben te VANGEN — « / Z.+tr**i mw ft r*-m KAAP de GOEDE HOOP. m \ vn , zulks is reeds certyds als on- nodig aangemerkt. In dit zelve boékpag. 9?. fpreekt by wel wat omltandiger, en geeft hen den lof, dat zy daar in zeer vaardig zyn , dog men kan daar uit niet afnemen, hoe het daar mede toegaat , zynde dit zyne ei- ge woorden: Hunne jagt , leiaar in zy zeer vaardig zyn , ver fc haft hen het meeße onderhoud. Zy do- den Olyfanteiiy Rhenoceroflcn, E- landt-dicren, waar van 'er een fchrikkelykc menigte aan de Kaap is. Uit welke woorden wel blykt, dat de voorraad van allerhande wild groot genoeg is , welke van hen worden gedood, dog hoe zulks gefchied , en wat voor merk- waardige en zeldzame omilandig- heden daar by waar te nemen zyn, daar van maakt hy zoo weinig als de anderen gewag. Haar jagt is Dienvolgens zal ik de moeite twederki. nemen, om den Lezer een duide- lyk begrip daar van te doen heb- ben ; ondertuflehen zal het voor al nodig zyn, aan te merken, dat de-ze jagt of algemeen is, wanneer een gantfche Kraal te gelyk met el- kander op de jagt gaat, of byzon- der, wanneer dees of geene alleen uitgaat , en maar een Ree-fteen-of Bonte-Bok velt. Van deze laat- fte wyze echter zal ik niet veel hebben te zeggen, om dat 'er wei- nig andere omftandigheden voor- vallen, dan dat zy diergelyke klei- ne dieren met hunne Rackum- ftokken dood werpen , en de- zelve niet eens een HaJJagay waardig achten. Het gedode dragen zy na huis, en verteeren het ; maar de blaas vlechten zy in hunne fmerige hairen , na dat zy het water daar uit hebben laten lopen, en laten die tot het laatite {tukje daar in, tot een teken, dat zy helden zyn , die zich op de jagt verltaan , en voor geen wilde die- ren vrezen. Watby Wanneer echter de gantfche grote jag- Kraal uittrekt, en als een gemene teriToor- T . f . . M ▼alt Jagt voorneemt , zoo is het niet II. 'Deel. alleen vermaaklyk, om hen te zien, maar ook /eer merkwaardig; want zoo dra zy een wild dier aantreden, dat groot genoeg is, om hen allen te verzadigen» zoo verdelen zy zieh , om het zelven aan alle kanten den pas af te fnyden. Daarna proluren zyecritom het met hunne vergiftigde pylen fcha- de toe te brengen , het welk ook zeer wel aangaat wanneer de huid niet te dik is, of het te hard waait. Zien zy, dat de pylen niet door- dringen en in het vleefch gaan , zoo als ontrent eenOIyfantofRhe- noceros gemeenlyk gefchied, zoo gebruiken zy hunne Hafagayen, en werpen dezelve diep genoeg in 't lyf. Het is niet onaangenaam te zien, Hoezycen de verwondcrenswaardige fpron- gewond gen welke zy maken, als een dier- JSJJJ" gelyk gewond dier op hen aan- . loopt, en poogt, om hen het leven te benemen; want zy lopen zoo lang gins en weer , ter zyde en maken zoo veele draajingen , tot dat zy weder tot clkanderen ko- men, en hulp krygen, om het dier nog een Hajfagay toe te fchie- ten, waar door het gedwongen word van genen af te laten, en de- zen te vervolgen. Daar mede vervolgen zy zoo lang , tot dat het dier moede word, en tracht te vluchten , het welk zy gaarn toela- ten , om dat zy wel weten , dat het gif het zelve wel haaft zal om het leven brengen. Derhalven ver- volgen zy het zelve maar van ver- re, en zien waar hetyalt, opdat de buit haar niet zoude ontgaan, nogzy genoodzaakt zyn, om lang daar na te zoeken. Nog aangenamer is te zien* de dolle fprongen, welke doorliet gewond dier gemaakt word, en te meer als het zelve den Hajfagay in 't lyf voelt, en den langen ilok ziet ; fpringende of in de lucht , om zich daar van los te maken , of vallende op zy en wentelende zoo lang, tot dat de Hok isafgebroken. Wyl nu het zelve daar door gene P ver- 114 BE SCH RY VING van de verzachting gewaar word , maar zich eerder afmat, en den Jager tvd cn.gelcgenthcid geeft, om an- dermaal een Hajfagay in 't lyf te werpen, zoo word hetzelve niet zoo zeer door het llerke jagen , 't welk men niet onbillyk een par force jagt zoude können noemen, als wel door de heftige fprongen, en wentelingen zoo lterk afgemat, dat het maar gelegentheid zoekt, om door te lopen, en zich de oo- gen van zyne vyandcn te onttrek- ken. OndertuiTchen (laan zy zulks, zoo als gemeld is, niet alleen gaarn toe , maar zy vervolgen het maar van verre , en weten wel , dat het gif zich wel haall door het verhitte bloed verfpreiden, en het doden zal. Is het een Olyfant dien men aan zyne plat ronde voeten zeer licht kan kennen, voorname- lyk als het een weinig geregent heeft en de aarde week is, zoo lo- pen zy hem weinig na , maar zien alleenlvk, werwaards hy zynen loop heeft genomen, vermids zy wel verzekert zyn , dat hy niet verlopen zal. Hoehet Van het wild, op deze manier Sword met vergiftig geweer gedood, zou- opgegeten. de een Europeaan geen grote lult hebben , om te eeten , om dat hy zoude denken, dat het gif in zyn lyf ook dezelve werking zoude doen ; maar een Hottentot acht het niet, maar zegt uitdrukkelyk: T)ïe Gift al gedaan dood, wie kan hy meer wat Je h aden. Der halven werpen zy van een gedood wild anders niet weg, als het Ituk vleefch, dat gezwollen, en waar door de Hajfagay gegaan is; het overige eeten zy even zoo graag en met zoo groten lult, als of het een tam en ordentlyk geflacht dier was. r.cn andere Op zulke wys doden zy Olyfan- ;nvan ten, Rhcnoceroflen , Elandt-die- ren , Leeuwen en al 't ander grof wild , het welk ik jegenswoordig niet kan of wil noemen. Hier ontrent zyn nog twee andere fraa- jagen. je en gewigtige omftandigheden, welke ik kort hier na zal melden. Nu zal ik alleenlyk zeggen , dat zy Olyfanten , Rhenoceroffen , Elandt-dieren, en diergelyke nog op een andere wys weten te van- gen , waar van de Lezer mogelyk nooit zal hebben gehoort, fchoon in Duitfchland byna dezelve ma- nier ontrent klein wild gebruikt word. Te weten, zy zien welken weg de dieren in droog weer nemen , om te drinken ; want vermids het als dan in het open veld aan water ontbreekt, zoo gaan zy tropswv- ze , de een achter den anderen na de beken, en maken alzoo heel fmalle wegen , welke na hen of Olyfants of Elandts wegen genaamt worden, fn dezen weg maken zy, hoewel zonder fpa of houweel , een diep rond gat, byna 6 of 8 voet diep , en. 3 of 4 voet over dwars breedt. In 't midden zet- ten zy een dikken paal , die van boven fpits toeloopt , zodanig dat hy van onderen niet kan wyken , en met de punt van boven niet uit- komt, maar met de aarde gelyk is. Wanneer dit alles klaar is , waar toe zy niet lang tyd van noden hebben, overdekken zy dit gat, het welk zeer veel na een vos of wolfs-kuilgelykt, met dunne tak- ken van bomen en andere ftruiken zodanig dat men de kuil gantfeh niet kan zien. En op dat de wil- de dieren, voornamelyk de Oly- fanten, die zeer fno zyn , het be- drogniet gewaar worden, en den paal van onder de bladen der bo- men of gras niet zouden zien, en daar door afgefchrikt worden, zoo Itroojen zy boven op deze takken en verdere ftruiken, een party zand , zoo dat de dierenniet anders können weten , of zy gaan hunnen oiden en bekenden weg. Wanneer zulk een dier den weg langs komt , treed hy wegens de zwaarte van het lichaam , zeer licht IM 114 KAAP de GOEDE HOOP. 115 Wat zy doen on- trent den licht daar door en vah 'eralzoo in; niet ten eeriten ioi np den grond, waar door het den nek bn maar het raakt of met den hals of met de borll op de gemeldepunti- ge paal, waar aan het /ich ïpiell. neer het /ich gewond ziet, en echter geen grond voelt , zoo zoekt het zich te ontWoelen , dog t< vergeï s, en moet gevangen blyven. Indien zy den buid by hunne komil dood vinden, word de g uniche Kraal daar op onthaalt, en keert niet na huis, dan nadat alles verteert is. Is het dier nog levend, zoo gaan zy boven op het zelve zitten , en doden het met het inflaan \ an den kop met zwa- re ftencn, of zoo als dikwyls ge- fchied , met het alitcken van de hert-ader, of andere zenuwenen fpan-aders in den nek , en komen dan eerlt op de gemelde wyze,om het zelve te verteren. Is dit nu niet een liftige manier, om grote zware dieren zonder gevaar xm zyn leven te vangen. Na myn gering verftand , ruikt de- ze vinding wederom gantfeh niet ra eenvoudigheid , maar na men- | fchen , welke van God zoo wel met natuurlyk veritand zyn begif- tigt , als een Europeaan. Wie weet , of deze vinding ook niet plaats zoude vinden in Europa on- trent andere dieren, ik zal niet zeg- gen, Herten, als welke voorna- me ftandts-perzonen zich alleen toe-eigenen , ook niet wilde zwy- nen , welke meeft ook tot ver- maak van grote Heren vertrek- ken, maar alleenlyk ontrent Bee- ren, welke daar toe plomp en zwaar genoeg zvn. Ook is de \rage , ofdiergelyke groeven of kuilen, waar van de menfehen moeiten verwittigt zyn, niet be- ter zyn zouden , dan een zooge- naamde Bcere-vang. Dog hier van moeten Jagers en Jagermees- ters oordelen , my betaamt zulks niet. Ik zal liever de twee omftandig- heden , waar van hier voren ge- //. 'Deel. maakt , daar by \ 'Cgen, Ike by een i [ottentptiche jagt waar te nemen zyn, en waar van ik reeds ecnige melding Jieb ge- maakt, wanneer van hun Anders- maken gefchreven is. Wanneer namelyk een Hottenfot éenwild dier van eenige grootte als een Olyfant, Rhenoceros, 1 landt en diergelyk dood, zoomoet hy al- tyd , als hy weder aan zyn huis en in de Kraal komt, .Anders worden gemaakt. Doch met dit onder- lcheid, dat hy niets behoeft te ge- ven om te (lachten, en de ande- ren daar op te onthalen, zoo als anders gebruiklyk is, maar ver- mids hy zyn leven gewaagt , en zulk een groot dier gedood heeft, zoo is het Hacht-offer reeds ver- richt, en hy moet de overige plechtigheden maar ondergaan. Dezelve beftaan hier in ; wan- Hyv.ord neer hy , zoo als is gezegt , aan van"" , i , . , o f ' oude Hot- zyn huis komt, is er een ordent- tentotbe- lyke oude Hottentot bellek, wel- vm- ke hem aanzegt, dat hy Anders moet worden gemaakt. Zoo dra hy onder den bloten hemel komt, moet hy op een uitgefpreid matje op de hurken gaan zitten, zoo als hare gewoonlyke manier van zit- ten is; dit geichied zynde, gaat een oude Hottentot voor hem liaan, en maakt hem met zyn wa- ter van boven tot beneden zoo nat als hy kan , terwyl hy eenige woorden prevelt, welker beteke- nis ik nooit te weten hebbe kön- nen komen, veel min dezelve kön- nen verftaan. Met dit water moet hy zich wallchen , en vermids zy- ne nagels tamelyk lang zyn, zoo vryft hv het zelve zoo wel over z\ n aangezicht , als over het gant- fche lichaam , zodanig dat de ga- len en ïtrepen met een half oog können worden gezien. Dit geichied zynde, word een Wat verder pyp tabak of Dacha van alle om- ;]°rtdver- zittende Hottentotten in vrolyk- heid gerookt , dog de geen die Anders moet worden gemaakt, en zulk een heldendaad verricht heeft, P i krygr iiö BESCHRY VING vande krygt van die pvp niet anders als de' aflthe , welke de Hottentot , die hem heeft bepift, in de huid vryft, en hem daar mede als inwyd, en helpt , om de gemaakte galen en Il repen , onder, duizend aardige grimdïen weder toe te ftryken, waar door hy voor ditmaal volko- men Anders gemaakt is , en onder hen allen mét grote reputatie ver- fehlen mag , om dat de blaas, zoo als hier voren is gemeld , in zyn hairen ten teken van dapper- heid en heldenmoed praalt ; op dezelve wys als of hy by de Ro- meinen een Roomfch burger ge- red had , en met een Laurier- kroon om zyn hoofd pronkte. De twede omltandigheid nog merkwaardiger, is; als een Hot- tentot een Leeuw , Tyger , Lui- paard , of Lucht velt , en met zy- nen Hail'agay het leven beneemt, zoo verwekt hy niet alleen een ongemene vreugde , wegens de lekkere fpvs , als welke waarlyk niet flecht of gering kan worden genaamt , zoo als ik zelf dikwyls heb ondervonden, envoorname- lyk het Tyger-vleefch zoo gaarn zoude willen eeten , als het beite kalfs-vleefch, maar zyne vrouw, indien hy 'er een heeft, moet ook Anders gemaakt worden. Want een diemelyke Heldendaad ach- ten zy veel hoger , als of hy zich in den oorlog nog zoo dapper had gehouden ;" derhalven zy hem ook als of hy vermoeid was, zoo veel verwaardigen , dat hy weder een weinig tot krachten komt. wat on- De gantfche zaak beilvat hier in: des- Als iemant een Leeuw , lyger, ïSSüT enz. heeft gedood, het zy met de Haffagaye of anders , is deszclls \ rouw gehouden , drie dagen na clkandcrcn, des morgens vroeg, als het vee word uitgedreven, te 'gelyk met het zelve uit de Kraal te gaan, en zy mag niet eerder weder verfchynen, voor dat het vee 's avonds na huis gedreven word. 'Zoo lang zy zich uit de Kraal b< v ind,magzy niets/tzywat het zy, eeten, en heeft dienvol- gens drie valt-dagen namalkande- ren, waar op zy zich van alle fj>yg tot aan den avond moet onthou- den. Ja zelfs mag zy des avonds niet zooveel eeten, als zy wel zou luiten , maar zy moet met weinig te vrede zyn, maar zoo veel genuttigen dat zy het leven kan houden. Dit gefchied buiten twyffel, om De oor- dat de vrouw niet geil zou wor- ^,kifur den , en verlangen , om by haar tv man te ilapen, moetende zich ook achns' zoo wel als de man drie dagen daar van onthouden, en derft geen van beiden zelfs de minlten blyk tonen , als of de een tot den anderen luft had. Waarom zulks echter gefchied, en dat dit zoo ltrikt en naauwkeurig word nage- komen, zulks hebbe niet können vernemen. Ik denk echter, dat het is, ofomdatdeman zoo veel krachten verloren hebbende, door het dooden van zulk een gruuw- zaam dier , het derhalven nodig is, dat hy tyd heeft , om nieuwe krachten te krygen, of om dat hy als Overwinnaar daar door van an- deren moet worden onderfchei- den, geeert en geprezen, en dat de vrouw door haar kuifch leven zich zulk een Held moet waardig maken , of ook om dat zy als on- rein word geacht, en zich alvo- rens deugdzaam moet bewyzen , eer zy de eer mag hebben , om aan zyne zyde te leggen. Het zy wat het zy, zy moet maar drie dagen na malkanderen des morgens vroeg met het vee het dorp of Kraal verlaten, en des avonds weder met het zelve na huis keren. Zy moet ook drie gantfche dagen vallen, en zich van de mannelvkc gemeenfehap ont- houden. Na verloop van die drie dagen, en dat de vrouw den laat- Iten avond na huis wil keren, üacht de man alvorens een vet fchaap en ontfangt zyne vrouw met vreugde, en onthaalt zyne buuren daar mede trerTelyk, waar v.\ . HOE 2Y DK VIS SC HEK VANGEN KAAP de GOEDE HOOP. Hottentot- ten k' beter met van- gen om - g.un , als cenige Schryvers voorgeven Hoeiy Roch van gen. nahet hen heiden gcoorlooft Is, om weder by elkander te flapen. Dil /yn alzoo de twee m< irdigé amftandigheden, freïke by het jagen nog aan te merken «raren. Buiten dezelve weet ik jegenswoordig niets, dat by haar vcr&andig en omzichtig jagen /.oude merkwaardig zyn, en ben ik verzekert, dat de Lezer zal moeten toeflaan » dat veel Euro- inen in dit iluk veel bloder zou- den zyn, als deze wilde Hotten- totten, om zulk een ongemeen groot vericheurent wild dier aan te tallen, daar echter genen met vry beter geweer zyn voorzien , om ze te vellen* als dezen, die maar met pylen, en Hallagaven te velde trekken, en op de jagt gaan. Jegcnswoordig zal ik den Lezer van het veld na het water te rug leiden, alwaar gy ook nog iets by- zonders van deze volken zult zien. Want fchoon de Heer Vo- rn zyne tienjarige Ooft-Indifchc Rei^beichryving pag. 71 zegt, dat niets van villchen weten; fchoon de Heer Meißer in zyne Ooft-Indiiche kun il en Luft Tui- nier pag. 244. achtervolgens de aanhaling van den Heer Marper- gcr in zynen Keuken en kelder Diclionaris pag. $06. poogt te be- wvzen,dat zy geen Kennis zouden hebben, om vifch te vangen, om dat zy geen boten of fchuiten daar toe hebben, daar by voegende, dat zy aan den oever wonen, en zeer armlyk leven, en zich maaj van wortelen en dode walvillchen generen, die door ftorm op het land worden geworpen, ook zich met de gemelde vifïchen treffelyk vcrluiligen, zoo leert echter de dagelyklche ondervinding, dat zy ontrent het viichvangen zoo vaar- dig en fyn zyn, en vaardiger als een Europeaanfche Viiïcher zelf. Ik heb dikwyls, wanneer ik langs ftrandt wandelde, met ver- genoegen en niet zonder verwon- dering gezien, hoe aardig zy daar- 117 weten om te gaan, en hoe liilig/ v een vifch weten te beknip- pen. Want wanneer de tyd is, dat de Roch in den haven komt, 't welk gemeenlyk in de maanden vanjuny, July en Augufly trops- wy/.e gefchied, zoo lopen zy met d'' \ lofcd , w aar door de/e vifcfl > die plat en vlak is, na den oever word gedreven, en van zelfs dcr- waards zwemt, om verfeh \oed- zcl te zoeken, tot over de knien en zelfs tot aan den buik in 't wa- ter, en voelen overal met de voe- ten, waar diergelyk een plat-vifch of Roch zich bevind , en als zy 'er een onder de voeten hebben, hou- den zy hem zoo lang vaft, tot dat zy denzelven met een ftok, die fpits gefneden is, hebben doorfto- ken , en alzoo meefter worden können. Een alleen vangt dikwyls op eenen dag zoo veel van deze vif- fchen , dat hy lang daar van zoude teeeten hebben, ten ware hy de- zelve aan de Inwoners mededeel- de, en voor geld, Tabak en an- dere waren ruilde. Edoch houd hy 'er altyd zoo veel voor zich , dat hy nevens zyn huisgezin dien zel- ven dag daar van leven kan. Zy zyn daar in zoo vaardig, dat men zich deswegen niet genoeg kan verwonderen ; en ziec men door- gaans, dat iemand zich zelden vergeefs bukt, of met den ftok fteekt. De viflehen , welke zy op die manier hebben gevangen , han- gen zy met een riem om het lyf , tot dat zy met hunne vangft te vrede zyn, en na huis gaan. Zommigen weten ook met het zy v.,ngen vallen van het water op de klippen dc kliP- cn in de hollen viflehen met de %™£ handen te vangen, welke met tanden. hoog water dervvaards gedreven worden , en tufïchen de uitgehol- de klippen geworpen zyn. Ik heb deze wys van villchen eertyds reeds befchreven , en dezelve Klip-vifch genaamt, en daarbene- vens gezegt, dat dezelve onge- meen lekker is. De Europeanen P 3 zelf. lis BESCHRYVING vande zelf, gaan dikwyls met vleefch j ren in zee niet können horen, zoo derwaarfls, en vangen diergelyke ! beginnen z\ vervaarlyk te fchreeu- lekkerc^vülchen, welke zy daar | wen, en zoeken daar door de vii- na gcmccnlyk braden of bakken , en met Atjar eeten ; zoo als de- zelve in waarheid een aangename vifch is, en hoeven de Hottentot- ten niet te vrezen , dat zy een van dezelve zullen overhouden , fchoon hunne vangit nog zoo Hoety vitch met den angel vangen. lchen als te betoveren ; het welk hen ook redelyk wel gelukt, en zy op zulke wys zeer veel rode en witte Steen-braallems , Hotten- tots-vilTchen, en andere diergely- ke grote zee- villchen vangen ; aan- gezien de voormaals genaamde groot is, aangezien zy die zoort Sincopas op zulke wys altyd een zelf niet mogen eeten, wyl dezel- ongelooflyke menigte vifTchen ve met geen fchobben bezet zyn. , heeft gevangen, welke hy dikwyls Het fraaille is echter, van hen wegens hare zwaarte naauwlyks met den angel te zien vifTchen; zy ' konde na huis dragen, kopen deze angel of van de Euro- , Ik zal van andere, die werk van Zy verftaaoj pcancn ofzy maken hen van een viilehen maken, niet eenjwoord vh*chnet- krommen lpyker, zoo als eertyds reppen, omdat ik anders een gro- ten op altyd hebben gedaan, dog zy ge- te menigte van zulke Hottentot-tcha'cn' bruiken dezelve nu zeer zelden , fche Viflchers zoude moeten op- om dat die van de Europeanen ge- | noemen ; ik zal alleenlyk daar by maklvkerzyn. Zy binden den an- voegen, dat hier uit genoegzaam gel aan een lang gefmeerde fnoer, blykt, dat men hen onrecht doet, of die van darmen of zenuwen ge maakt is; houden het eene end in de hand , om dat zy geen hangel- roede daar aan hebben, en werpen den angel in 't water, na dat zy een moffel daar aan hebben gefla- gen. Om zulks te doen, gaan zy ge- meenlyk op een hoge klip, die zich aan den oever bevind, en als 'er een boven uit het water fteekt, die wat ver , en byna een musket- fchoot van itrandt legt, begeven zy zich d er waard s, en werpen al- daar hunnen angel uit. Zoo. dra dezelve in 't water legt, beginnen zy met den mond te fluiten, en de vifTchen als met een muziek te vereeren, waar door dezelve ge- lokt, en nahet zien van het aas, aan den angel gebragt worden , waär aan zy een weinig knabbe- len , en na dat zy de fmaak van het aas weg hebben, het zelve nevens den angel inflikken,en wegzwem- men willen, waar door zy echter valt blyven, zoo als genoegzaam bekent is. Indien het fluiten niet wil hel- pen , en de villchen het door den Herken wind en het rollen der ba- w^anneer men voorgeeft , dat zy niet können viilehen, en dat zy zich alleenlyk van dode walvii- fchen en wortelen onderhouden, het welk echter zoo onwaar, als dit zeker is, dat zy niet alleen op de gemelde wyze weten vifch te vangen , maar ook den Europea- nen trouwe en nutte dieniten kön- nen doen in het vifTchen met lange en grote netten, aangezien een Hottentot daar mede veel beter weet om te gaan, als een Slaaf of als menige Europeaan , als die den fprong uit het water en in de hoogte niet in acht neemt , als een flerke en hoge baar achter hem komt rollen, en hem nevens het net omver ilaat. MilTchien zoude de Lezer gaarn zyzyn weten, hoe zy op de hier voor ge- socdc «111» J { t CT zwemmers melde klippen komen, die zoo liuet. ver van den oever afleggen , om dat de zee dieper is, als zy lang zyn. Waar op dient, dat zy zulks met zwemmen doen , als welke kunft zy zoo goed en dikwyls be- ter vcrllaan, als een Europeaan of andere. Ik heb voor deze dikwyls aangehaalt, dat zy altyd, wanneer zy in het water gaan willen, '^icli alvo- KAAP de GOEDE HOOP. n9 dieper landwaards in te zyn, aan- Hct •iii- idoor to is kwaar- Welke plechtighe- den zy ver- richten als ly uit het water ko- men. alvorens niet alleen met /and of aarde hctlrekcn, maar ook huppel- den en danilcn, als om te bidden, en zich \.m God te bevelen ; dog als y.v in 't water y.yn , en geen grond meer voelen, zoo zwem- men zy in diervoege,dat men niets v.m hen ziet als de armen en het hoofd. Voornamentlyk is haar zwem- men over een brede rivier merk- waardig, om dat men niet anders kan denken, of zy gaan op den grond, daar zy echter geen grond voelen können, terwyl zy hunne CrolTen en gantfche bagagie in malkandercn rollen, en alles op het hoofd leggen. Dit houden zy zoo ftyf en recht, dat men meent, dat zy water-trappers zyn, om dat 'er niets van het hoofd valt. Zy fteken de armen om hoog, en roe- jen alzoo maar met de voeten; welke beweging zy echter eigent- lyk daar mede maken , heb ik nooit gezien , en van hen ook niet können vernemen, om dat zy zulks niet anders als roejen weten te noemen. Zoo dra zy over den flroom ge- zwommen of uit de zee gekomen zyn , waflehen zy zich weder met dat zelve water af, huppelen en danzen als voorheen, gelyk als of zy God voor zynen genadigen by- (land dankten. Dit gefchied altyd, zoo dikwyls als zy in het water gaan of uit het zelve komen. Ik heb dit dikwyls gezien, envoor- namelyk eens naauw daar op ge- let, wanneer ik eens over de Bot- Rivier , waar van het water zeer gevallen was , wilde reizen, om gezien de I louentotten, welke i bymy bevonden, allen de nu verhaalde ceremoniën verrichte- den, eer zy daar ingingen, en als zy weder daar uit q_uamen,zoo als ik reeds voor dezen gefchreven heb. Het zoude wel niet te onpas zyn, wanneer ik hunne verdere kunlten, als de Bad en Barbier- kunft, zoo als ook de Allronomie, Medecyn, Botanie, en Minera- lurgie hier nog aanhaalde ; maar behalven dat ik ten eeriten in den beginne hebbe gezegt, dat ik hier maar de gene zou melden, welke in de beweging des lichaams bc- Haan, zoo is dit Hoofdltuk reeds redelyk languitgedeyt , en zal der- halven beter zyn , dat ik eindige, dan dat ik het geduld van den Le- zer nog meer misbruik; daaren- boven paiTen de nu gemelde kun- lten veel beter op een andere ge- legentheid, wanneer ik buiten dat van de ziektens en hulpmiddelen der Hottentotten zal fchryven. Derhalven zal ik het hier by la- ße^uit van ten beruften en my tot het flot JukHooft* haaften, met vertrouwen, dat de Lezer hier uit een recht begrip zal hebben gekregen, wat ik on- der het woord van Hottentotfche kunften wil begrepen hebben. Hy zal ook van haar Muziek en Danzen een duidelyk bericht vin- den, en alzoo daar uit können zien, dat zy juilt zoo dom, eenvoudig, gek en bygelovig niet zyn , als men ze wel zou willen uitfchilde- ren. XI. HOOFT- i2o BESCHRYVING van de XI. HOOF TS TUK. Van de algemene Deugden en Ondeugden der Hottentotten , voornamentlyk van hare liefde tot Gerechtigheid. Deugden en ondeugden der Hottentotten. Maken veel Kriflenen befchaamt. De luiheid is een hunner grootße gebreken. Hottentotten zyn tot dronkenfibop zeer genegen. Zyn overtre- ders van bet vierde Gebod. Twifl en twedragt . moord en doodflag voord onder hen ook /re- pleegt. Onder de Hottentotten heerfcht grote wraak. De Polygamie is by hen een gemene zaak. Il at zy met oude zwakke menfehen doen. Zy bouwen voor ben op een woeße plaats een huisje, geven ben weinig Jpys , en verlaten hen. Met hun deugden maken zy veel Kriflenen befchaamt. Leven in grote vryheid. Zyn zeer vergenoegt in alles wat hen ontmoet. [Vat reden zy bybrengen , waarom zy geen Kriflenen worden. Hun goedardig- beid en hulprykbeid. Hyn getrouwheid en redelykheid. Zy houden baar woord zeer wel. De Schryver weet maar een voorbeeld van een diefachtige» Hottentot. Houden veel van recht en billykbeid. Kleine verfchillen worden door hun zelfs of door hunne wyven bygeleid. Criminele zaken worden zonder tyd verzuim en aanzien van perzoon geflraft. Hoe eert doodvonnis by ben voltrokken word. De misdadiger word eerlyk na zyn dood begra- ven, enz. De deug den en on- deugden der Hot- tentotten maken veel Kris- tenen be- icluamt. ONlangs heb ik van de kun- ften , of om beter te fpre- ken , van de exercitien der Hot- tentotten gefproken , welker om- flandig verhaal den Lezer , hoop ik, niet verdrietig zal zyn geval- len ; jegenswoordig zal het niet wanvoeglyk zyn, dat ik van hunne deugden en ondeugden iets ver- haal, op dat men daar uit zoude können zien , dat men hen in vele {tukken onrecht doet, als men ze met vele fcheld woorden door- ltrykt , en hen als onmenfehen af- beeld, als die buiten de menfche- lyke gedaante, niets menfehelyks bezitten , daar tog in 't vervolg zonnen-klaar zal blyken , dat zy ons in vele ftukken befchaamt ma- ken, en dingen onder en jegens cl- kanderen uitvoeren , die geen een van hondert duizend Kruienen doen zoude , hoewel zy in hunne ondeugden veel met de Krillenen gemeen hebben , ja zelfs daar in van eenigen overtroffen wor- den. Ik ben niet van voornemen, om dit Hoofdliuk met hunne loftui- tingen te beginnen , als of het zou- de fchynen. dat ik van zins was, om ze een iegelyk tot een voor- beeld en Haaltje voor te Hellen. Een ieder zal aan zich zelven ge- noeg bevinden , dat hy zelfs tot die volkomenheid nog niet is ge- komen , welke die Heidens be- zitten, en dagelyks laten blyken; in tegendeel zal hy niet derven on- derftaan , om hen hunne ondeug- den te verwyten, omdat zyn le- ven mhTchien, wanneer het zelve van naby onderzocht wierd, niet minder berifpelyk zoude zyn, als haar leven. Om echter tot de zaak te komen De Juiheid en de omwegen te laten varen, is een van zoo is de Luiheid , Traagheid of Jj"gresbr°0N liefde tot den lediggang wel een ken. der grootlte gebreken, welke men in deze natiën zoude können ver- foejen , want fchoon zy zien en weten, dat men zonder arbeiden niet wel leven kan ; fchoon de Eu- ropeanen hen dagelyks een voor- beeld verilrekken , en zy beken- nen, dat derzelver arbeid en moei- te rykelvk betaalt word ; ja fchoon KAAP de GOEDE HOOP. 121 '/\', 7.00 als de Heer Roeving in •/vnecurieufe Befchryvingcn Na- richt van de Hotfcntotren pa?. 8 zeer wel fchryft , met oogen zien , hoe onze Hollanders ,zanjen, bou- wen , planten , en de lchoonftc vruchten van den arbeid hunner handen plukken, zoo zyn zy wel 1 liefhebbers van ectcn en drinken, van wyn 't zy dik of dun , klaar of onklaar, oud, of jong, zuiver of met hef gemengt , aangezien zy dezen onfmakelyken wyn zoozeer beminnen, als den helderen, en den baard daar na likken, enden droeflem ook wel met de vingers uit de pot Itryken en inzwelgen ; maar de verfoejelyke liefde tot de ledig-gang laat niet toe, dat zv de voetftappen der Hollanders navol- gen , wyl zy liever elendig en arm zyn, als werken. Deze hunne traagheid is zoo groot , dat zy dikwyls liever hon- ger leiden, dan dat zy een voet zouden verzetten, en weet ik uit de ondervinding i dat een Hotten- rot die geen honger heeft , geen voetitap ten diende van een Eu- ropeaan zal doen ; en als men hem het waardfteenlieffte, als Tabak ßrandewyn , en alles wat hy 't meelt in eeren houd of bemint, aanbood, en hy daar van zyn ge- noegen had, te weten zöo veel, dat hv voor eenen dag genoeg had of dat hy zoo veel geld had , dat hy het aangebodene zelf kan ko- pen, zoo zoude hy zekerlyk niet eens opftaan , of eens omkyken , maar zitten blyven, als of de zaak hem niet aanging. Indien men tot een zodanigen luijen Hottentot wilde gaan , en hem met een (tok in de hand de befte woorden geven * om dit of dat te doen, zoo zal hy de komft van zodanig een, die hem alvo- rens heeft toegeroepen , zekerlyk niet afwachten, maar wel haai) het hazenpad kiezen; ten delen, uit vreze voor ftokflagen,fehoon men de minfte gedachten daar toe niet hadde, ook om dat hvbe- II. "Deel. ducht :-;, d.u rhen hem mogl o- verhalen-i ,n van tyn eigeiinnig- heid afbrengen , *t geen echter een der grootfte en Iclykfte voor- oordelen i., die van een menfch können worden verwacht of ver- moed. Belooft men hen ook het loon Hoezy vonr uitte geven, houd men zyn ^j,""* woord, zoo is men wederom met men hen hen bedrogen, want zoo dra zy JJ-J^St. het zelve ontfangen hebben, gaan zy voort, en zien na den Beloner niet om, voor dat het hen gelegen komt ; ja zy blyven ook wel gantfeh weg, en myden een tyd lang het huis , tot dat het verge- ten is; Derhalven hebben de hier- wonende Hollanders de gewoonte a\\\ een Hottentot , hy zy wie hy wil, niets te betalen, dan na dat het bedongen loon verdient is, om dat ze reeds dikwyls met die knapen, geleert zyn, en wel we- ten, dat de liefde tot den ledig- gang hen allen daar toe vervoert. Hier door behouden zv ook goe- de vriendfehap tufïchen hen bei- den , om dat de Hottentot na ge- danen arbeid vatten ftaat kan ma- ken op hetgeen hy verdient heeft, en de Europeaan , zich onfeilbaar op het gegeven woord des Hot- tentots vertrouwen kan , en wel zoo geruft , als of hy met zyns ge- lyken te doen had , en mnTchien beter. Zouden diergelyke luiaards en dagdieven niet onderde Kriitcnen worden aangetroffen ,die Keverde bitterfte armoede zouden leiden , als de handen aan den ploeg flaari, om zich zelven en haar huisgezin te voeden. Wat my aanbelangt , ik ben van gedachten , dat 'er God betert ! van dat flach meer dan te veel worden gevonden , en können de jonge , Iterke en gezonde Be- delaars in Duitfchland tot een le- vend bewys verftrekken , welke liever op de genade van andere menfehen leven , dan zich tot ze- kere handtering bequaam maken. En zagen zy kans, om zoo gemak- Q ïyk 122 BESCHRYVINGvande lvk als dezen aan de kolt te gen- ken, zoo ben ik wel verzekert, dat hun getal wel haalt zoude aan- groejen. Edoch goede en heilza- me verordeneringen, die als nu God dank, daar tegen in 't licht komen, en door Opperlieden af- gekondigt worden , können dit quaad genoeg Ituiten , het welk bv deze volken een louter onmo- gelvkheid is. „ 'T, Ondertullchen zoude dit ge- / v t vn tot ^ dronken- brek nog wel te dulden, of door fchapzeer fe vingers te zienzyn, omdat het zelve door andere roemwaar- dige zeden weder in zommige de- len word goedgemaakt, indien uit dat gebrek maar zoo vele andere niet ontltonden, en het zelve niet dés duivels oorkuflen was , aan- gezien daar uit ten eeriten voort- komt de flempery en dronken- fchap, aan welk gebrek deze men- fchen zodanig overgegeven zvn, dat zy geen maat daar in weten te houden. En ben ik hier ontrent valt overtuigt , dat, wanneer men hen een vat met Brande wyn of met anderen iterken drank vereerde , zy het zelve niet zouden verlaten, rot dat de laatlte droppel daar uit was, fchoon zy wüten , dat zy daar by zouden dood blyyen- Exempel ^ zouc^e weinig moeite hebben een een menigte voorbeelden van zo- lottcntot- danigen aan te halen, die zoo dron- ken waren , dat zy als beerten langs de weg moeiten blyven leggen, dog een zal genoeg zyn, 't welk my zelven in het huis van mynen Waard , Valentin Klem/chmid,Qn in de tegenwoordigheid van hem en van zyn vrouw gebeurt is ; te weten, de gemelde Klein fchmïd haddc een Hottentottin, die da- gelyks by hem uit en inging , en als wafchvrouw diende; dezelve plaagde my, als die toen vreemd en onlangs ecrit aangekomen was, overal waar zy my zag, dat ik haar een glas wyn zoude geven , om Jat zy wilt, dat ik mv om be- t^r koop, van een vaatje voorzien had ; wyl ik haar niet konde quyt worden, en over haar bedelen ver- drietig wierd, zoo gaf ik haar op een avond een Maat wyn , mids dat zy denzelven zoude drinken, en my voortaan ongeplaagt laten. Dit beloofde zy, en dronk de Maat wyn uit; dog vermids de luit daar mede niet geltiltwas, maar haar hert na meer jeukte, quam zy wel ras weerom , en vraagde, of ik haar niet meer wilde geven? De waard lachte my uit, en zeide, dat vermids ik nu had begonnen , ik niet wel in ruft zoude blyven , voor dat zy een braven roes weg had , Het quam my zoo. veel op den wyn niet aan , als wel om haar quyd te worden ; derhalven gaf ik haar nog een Maat , en gebood haar dezelve uit te drinken; waar over zy lachte, en als tot dankbaarheid eens voor my danlte, waar door zy echter te meer verhit wierd , en zich wel haait zoo vol en zat bevond , dat zy nog gaan of ftaan kon. Hier op ging de- rechte onruft eerft aan ; dan begon zy luidkeels te lachen , dan wederom te hui- len , kermen en lamenteren ; dan keef zy tegen haar eige zelven , dan weder tegen my, dat ik ze dron- ken had gemaakt; en van alles wat zy deed, wilt zy niets , het welk duurde tot middernacht, zodanig dat niemand in huis door dat geichreeuw en geraas konde flapen. De waard, die dat einde- lyk begon te verdrieten , ging met een ftok in de hand by haar , en dreigde haar, dat hy ze braaf zou- de rollen, enten huize uitjagen, als zy niet wilde flapen , welke dreigementen eindelyk ook zoo veel vermogten, dat zyinllaap geraakte, en niemand meer onge- mak aan deed. Wanneer zy den anderen mor- gen ontwaakte , en men haar zei- de , wat zy gedaan had , betuigde zy, dat zy niets daar vanwift, verzocht een ieder om vergiffenis, en deed verder haar huiswerk, hoewel niet zonder pyn in het hoofd. KAAP de GOEDE HOOP. 123 hoofd. Ondertuflchen heeft tj my win die tyd afomgeenwyn of iets andera moer aangesproken ; waar viii dm klaar blykt, dat de mannen en wj ven dat gebrek zo- danig onderhevig zyn , dat 7.y lie- ver het leven daar by zouden ln- fchieten», als dat zv /ouden uit- fcheiden , eer 7.v het geen men hen heeft gegeven tot den laatitcn droppel gezwolgen hebben. Den Duitfehen word wel voor- namch k den fchonen titel, dat 7,v wakker können zuipen , van de gecivilifeertlle Europeaanfche Na- tien opgelegt, en zouden zv al/.oo den Hottentotten hier in niet veel wyken, als zy het alleen waren , die met dat gebrek befraet /vn. Maar vermids ik diergelyke Lief- hebbers onder andere Natiën ook in grote menigte hebbe aange- troffen; en een Hollander, Èn- gellchman, Deen, Sweed, Mus- coviter of een andere Europeaan, een Duitfcher geen voetbreed hier ontrent wykt , zoo weet ik niet, of het alleen van de Duit- lchers, en niet beter van alle an- dere Natiën zoude enmoeftgezegt worden, dat zy de dronkenfehap beminnen, en bygevolg met de Hottentotten hier in gelyk zyn , weshalven men dezen minder als genen wegens dit gebrek beltraf- fen kan. Hottentot- Ed°ch ik Sa te Ver 5 de VC1*" tcn/yno- achting en overtreding van het vanh«0 " vierde Gebod bied aan dit gebrek vierde Ge- ten eerften de hand, aangezien bod- een Hottentot , zoo dra hy tot een man is gemaakt, ten eerltenalle moederlyke tucht en berisping ontrukt is, zoo als voormaals is be- richt. Vermids alzoo alle achting jegens de Ouders daar door ins- gelyks vervalt, zoo is 'er niets lichter, dan dat zodanig een dron- ke Wyshoofd zyne moeder deer- lyk afrolt, te meer om dat hy nog daar over geroemt en geprezen word, het welk God echter zoo nadruklyk heeft verboden , en den eeuwigen vloek daar op heeft IJ. "Deel. I gezet, dit de Raven den geen, welke /mi ouder flaai de oogen /.uilen uitpikken. ( )ndert afTchen /\ n veel Europeanen hi r van oêk niet \rv , fel, 0011 zoo wel de Cod- 1 delyke wraak als een fcherp von- , nis der waereldlyke Overheid op 1 hen paft, en naoruklyke ftrafte I oeileni. Uit de dronkenfehap ontltaat Twirten verder niet alleen twilt en twee- twedngt, dragt, 't welk onder de Hotten- [foodflag rotten even zoo veelvoudig voor- »örfo» valt, als onder de Europeanen, en ookgeoef- zulks di kwyls over een zaak , die i niet waardig is, dat men een woord daar over verlieft, maar daar uit ontltaat verder ook moord en doodllag. Hoe ver de Europeanen daar van vry zyn, leert de dagelykfche ondervin- ding! Ondertuflchen is dit als nu onder de Hottentotten zoo ge- meen niet meer, als het voor dezen wel geweeit is, dog zulks niet zoo zeer in opzicht van de Europea- nen of van de flaven , als wel ten opzicht van hen zelven , aangezien zulks diep landwaards in zoude moeten gefchieden, waar van men geen tyding bekomt ; van de hier- ontrent wonende Natiën hoort men zulks niet meer. Want voordezen heeft men wel • het vermoeden, maar nooit de valtc grond gehad , dat zy de Eu- ropeanen, die fchipbreuk quamen te leiden , en hun land te voet wil- den doorreizen , zouden hebben vermoord ; en heeft men zulks belloten , om dat niemand weder te recht is gekomen. Nu kan het wel zyn, dat menig door hunne handen moeten Iterven, die mif- fchien wat blinkents aan hun lyf hadden ; zoo als de meermaals ge- Ontmoe. melde Kapitein TbennïsGcrbrant-x^^^ zoon van der Schelling my heeft gjg£ verhaalt, dat daar hy na verlies van zyn galjoot by Bahia a la Goa, ge- noodzaakt was , om over land na de Kaap te reizen, een zekere Na- tie hem in 't veld had aangetroffen, welke getracht had , hem om het Q z leven 124. BESCHRYVING van de leven te brengen, om dat hy een goud boordzel om zyn Engelfche Schippers muts had, welke hen in d/oogen Hak, en welke zy gaarn wilden hebben; zoo dra hy ech- ter dezelve van zich geworpen en hen had overgelaten , had niemand verder luit getoont, om de hand aan hem te leggen. ,Trd- Opzulke wyze,zegik, kan het :£.i- we\ Zynj Jat menig door hunne ioodflaan. handen gedood is; daar uit volgt echter nog lang niet, dat zy allen door de Hottentotten om het le- ven zyn gebrachtem dat geen van hen allen ooit weder te recht is gekomen. Om van vele andere ongemakken niet te fpreken, wel- ke iemand op weg können gebeu- ren , zoo worden 'er wilde dieren genoeg gevonden, die iemand licht den reit können geven, te meer , als men van alles, wat tot zyn be- fcherming zoude können dienen, ontbloot is. Daarenboven is ge- noegzaam bekent , dat 'er vele zware en onwaadbare rivieren door het land Itromen, voor de- welke men, ofililllaan of boven den zelve omgaan, en zich in gro- ter gevaar fteken moet. Eindelyk is ook een jegelyk bekent, dat be- halven deze rivieren, weinig bron- nen of ander water in het vlakke veld en woefte plaatzen te vinden is, welke men met het grootfte levensgevaar wegens de unlde die- ren, "moet doorgaan. Wanneer nu de dorfl komt , waar zal een zo- danig afgematte en verfmacht man heen ? hy moet zekerlyk van dorll tterven; en kan men alzoo den Hottentotten niet ten eerflen be- tichten , dat zy deze hun land door reizende Europeanen doodgefla- gen hebben. Tot bewys van myn voorgeven, zou ik den eerß genoemde Kapi- tein ThcunïsGerbranazoon van der Scbdlïnn können aanhalen , welke my heeft verhaalt , en zoo als ik daar na in zyn eigen Journaal heb gele /en, dat hy eer hy de gemel- rmu,J had verloren, en daar na wederom , eer hy tot den .voor- maals genaamden Hottentotfchen Kapitein C/aas was gekomen, ge- vaar had gelopen , van doril te fierven, dog ik denk onnodig te zyn , een zeer wel bekende" en fchier aan alle menfehen kundige zaak te bevveizen, en met voor- beelden te Haven; en zal liever nog iets van de Haven daar by voegen, en aantonen, dat de Hot- tentotten ten opzicht van dczel- ven ook worden befchuldigt, daar zy echter op dezelve wyze kön- nen omkomen als de Europeanen , te meer om dat zulke vluchtige en weggelope ontrouwe menfchen met minder voorraad voorzien zyn als een Europeaan, daarenbo- ven met het fchietgeweer , als zy 'talby zich hebben, zoo als zy zich doorgaans wel daar mede voorzien, alszylufltot weglopen hebben, niet wel können omgaan; andere omftandigheden verby te gaan. Wel is waar, dat zomtyds een Zyhebb« gantfche party te gelykis weggelo- ordei ora pen , waar van men niet tegen- te vangen llaande alle navorfching geen enlKr" woord meer heeft gehoort; zoo brengt* als in den jare 1707 in de maand van Odober elf te gelyk weglie- pen, welke men tot nu niet weet, waar zy gebleven zyn ; dat men echter zoude zeggen, dat zy dooi- de Hottentotten dood geflagen zyn, zulks is wegens bovengemel- de oorzaak niet wel mogelyk. Om nu verdere onheilen voor te ko- men, zoo heeft men aan de Hot- tentotten macht gegeven, geenen meer,hy zy alleen of in gezelfchap van andere (laven zoo ver in het land te laten pafferen, dezclven ten eerllen te vangen , en gebon- den herwaards te brengen , met verzekering, dat de Eigenaar van den Slaaf hen 3 Ryxdaalders voor hare moeite zal betalen, zoo als ook zonder tyd verzuim gc- fchied, 't zy in geld of in wa- ren. Aldus ziet men , dat deze men- fehen KAAP du GOEDE HOOP. 125 fchen door goede en zachte mid- delen, 7,ccr wel worden neder ge- y.er , en dat :ille vermoede moor- den en doodfl.igcn opdiergelyke wyze worden voorgekomen ; het was op 't hoogfl wcnfchclyk , dat een dicrgelyk middel in Kuropa konde worden gebruikt , om de dieven, rovers en moordenaars den pas af tefnyden, en hen met zoo een geringen buit te vrede te Hellen; helaas! hoe menig onge- luk zoude daar door worden voor- gekomen; edoch ik geloof niet , dat alle goede, heilzame en hoogft pryswaardige verordineringen van Opperlieden, welke deswegen ge- maakt en afgekondigt zyn, of nog mogtcn gemeen gemaakt worden, hun effect zoo licht zullen hebben , als ik weet, dat de gemelde order van den Gouverneur Louis van Aflïnburg zaalr. by de Hottentot- ten bekomt, van welkers nuttig- heid men nog dagelyks heilzame proeve heeft. Zyn zeer Van den groten wrok, welke wmkzug- /v op elkander hebben^ als de een van den anderen beledigt is , heeft de Heer Boeving in zyn curieufe liefchryving en Naricht van de Hottentotten pag. 8 getuigt, al- waar hy te gelyk een zeldzaam exempel bybrengt. Wat my aan- belangt, ik zal verder niets daar van zeggen, wyl het genoegzaam blykt , uit het geen ik eertyds van den Kapitein Claas en den Koop- manfehen Kapitein gefchreven heb, als die niet te vrede was, tot dat hy zynen wand, den gemel- den Kapitein Claas in ongeluk ge- bragt , en wanneer hy weder uit zyn arrell ontilagen was, zelfs om- gebragt en doodgeflagen had. Het was maar te wenfehen, dat deze ondeugd onder de Kriftenen niet zoo dik was gezaait, alwaar menig een, wanneer hy derfde, zoo wel zyn tegen party zoude doden, als met dezen Kapitein Claas gefchied is, ten zy de hoge Overheid zyn bloed weder eifchte, en hem daar door affchrikte en te rug hield. Edoch wat zodanig een met de daad niet kan doen, zulks doet hy met zyn gelaat, woorden en ge- dachten, en is alzoo in Godsoo- gen zoo wel een doodflager, als een die zync handen in zyncs broeders bloed gewallen heeft. De Heer Hoeving telt loc. cit. DePoly- pag. v de Vcelwyvcry mede onder 6Sgp? hare ondeugden, als waar voor de meen. /eden en wetten der Kruienen het niet onbillyk verklaren. Edoch zegt hy, dat de ryken alleen Toli- garniy of zodanigen zyn, die veel wwen hebben, om dat de armen wel genoodzaakt waren , om het achterwege te laten. Ondertuf- fchen als de Heer Boeving had ge- weten, dat de wy ven 't meelt in 't huishouden doen, en fchier den man moeten generen , zoo als by vele myner voorgaande Hoofd- ftukken blykt, en daarenboven het gebruik vernomen had, dat zy elkander weder verlaten können, als de humeuren niet wel overeen- komen, en zy nog geen kinderen hebben , zoo als insgelyks voor- maals bericht is, zoo zou hy ze- kerlyk de armen zoo weinig als de ryken van de veelwyvery uitgeflo- ten hebben. Want ik zoude hem zeer veel van dezelven können aanwyzen , die meer als eene vrouw hebben, fchoon zy in vee als hun voor- naamfte rykdom, dood arm zyn, en verder niets bezitten dan vrouw en kinderen , nevens hun ge- weer en ander flacht huisraad. Vermids deze Veelwyvery zich echter niet verder uitftrekt, als op twee of drie, zoo als eertyds de Heer Tachart zulks in zyne Siam- fche Reis pag. 96. heeft aange- merkt, daar in tegendeel by ande- re Oolt-Indifche, zelfs ook Afri- kaanfche Natiën het by dit klein getal niet blyft, zoo fchynt het een quaad tezyn, dat zoo weinig is uit te roejen , als de kanker zon- der fnyden, kerven, en branden te genezen is. Van de ondeugd des fchandely- Q 3 ken 126 B E S C H R Y V I N G van de Wat 7y reet de ou de kranke menfchen doen. ken en affchuwelyken kinder- moord s heb ik voormaals reeds omftandig gemeld, en zal derhal- ven onnodig zyn, zulks weder te verhalen, of nog meer daar by te voegen. Tewenfchenwas het, dat het daar by bleef, en dat de Hotten- totten ontrent oude en afgeleefde menfchen ook geen moordenaars wierden ; waar van ik jegenswoor- dig deze omftandighcden verhalen zal. Als een oud man of oude vrouw krank word, dragen zy grote zorg voor hunne genezing, als hun toeftand lyd, dat zy gaan en over den wegkomen, de wy- ven daarenboven hunne wortels en hout zoeken en dragen kön- nen; zelfs laden 2y dezelve nog wel op Draag-offen, en laten ze mede over land dragen, als zom- tyds de gantiche Kraal opbreekt , en zich elders begeeft. . Zyn dezelven echter zoo oud en uitgeleeft , datzy niet meer voort of hunne koll, zoo als zy zeggen, zoeken of winnen kön- nen, zoo heeft buiten alle krank- heid , hunne barmhertigheid en liefde tot hen een einde; dog flaan zy dezelven niet zoo wel met han- den, ftokken of ander móordaar- d ig geweer dood, maar zy geven hen op een andere wyze de reit, die nog gruuwzamer en onmen- fchelyker is, zoekende een woefle plaats, alwaar weinig menfchen komen, en maken aldaar na hun- ne wys of een hutje, of als 'er veel hout voor handen is, een groene doorluchtige loverhut, en gaan weder heen. Wanneer zy t'huis komen, ma- ken zy hun voornemen aan de Kraal bekend , en de goedkeuring verkregen hebbende , 't welk te gemaklyker gaat, om dat zy de ou- de onvermogende menfchen van het hare moeten mede delen, la- den zy den ouden man of vrouw op een draag-os, en brengen hem of haar, verzelt van de gantfche Kraal, die met zak en pak volgt , weg, namelyk als zy alvorens ge- flacht en Anders gemaakt, of om eigentlyk te fpreken, den ouden afgcleefden man het affcheidsrnaal gegeven hebben. Zoo dra zy op de plaats komen, daar de hutte vervaardigt is, ontladen zy deze moejelyke bagagie , en brengen dezelve in haar toekomend woon- huis, nemen aficheid, en trekken na te ruglating van eenige weinige fpyze, weg, het mag met den ver- laten ouderdom naderhand gaan , zoo als het God gelieft. Is 'er geen wild dier, het welk de oude perzoon het leven ver- kortten een maaltyd daarmede houd , moet dezelve noodzakelyk, na genuttigde kolt, van honger en dorit il erven, om dat dezelve niet in . Haat is, om wat anders te zoe- ken, als't welk de rede is, dat de- zelve daar gebragt is. Heeft ech- ter een wild dier tydig deernis met haar, dan heeft de elende haail een einde, tenvyl de ande- ren, die hem hebben verlaten, zich aan haar gantfeh niet laten gelegen zyn, en niet eens komen ómkyken , *of zodanig een leeft of dood is, maar laten het op zyn be- loop, om dat zy wel weten, dat een wild dier zynen honger daar mede itillen zal. En dit is het gene , dat de Heer Het ga« Boeving in zyne cuiïeufe Befchry- ï^1t^,y" ving en Naricht van de Hottentot- mei dew ten pag. 9. twyfTclachtig voorltelt,, men> als hy na den verhaalden en voor- maals befchreven Kindermoord voortgaat en zegt : Zommigen zou- den ook oude Luiden met voordacht van honger laten ßervev; aange- zien niet zommigen maar allen het in gebruik hebben, en geen on- derfcheid tuflehen ryken en armen maken ; gelyk dan een ryke , als hy zyne rykdom niet meer kan voorllaan, maar dezelve aan zy- nen ouditenzoon moet overgeven, zich insgelyks niet meer heeft te getrooiten, als de arme, hetzy dat de zoon een grondhertige liet- de tot hem droeg, en hem wilde onderhouden, zoo lang hy leefde, 't welk KAAP de GOEDE HOOP. 12- 't welk échter y.ccr zelden ge- ichied ; niet dit zv daar door voor onmeniehrK k willen doorgaan, maar /y \ erbccldcn zich als nog, dat zy een hyzondcren dienft aan /ulke oude afgeleefde menfehen doen, wvl /v daar door uit al haar kommer en elende geraken. \ an waar zy deze fchandelvkc , 7.ondige, affchuwclyke en gantfeh doemlyke gewoonte hebben, kan ik niet recht weten. Ondertuf- fchen fchynt mv toe, dal 7,y die van de Troglodyten hebben ont- leent, als van welken niet alleen dit,maarook veel gruuwzamer din- gen gefchreven worden ; zie T>io- dorus Siculns Ltb. III. (.ap. ;.en uit hem Johannes Bobemus Lib. I. ca f>. 6. de legibus , r/r /bus, ac mo- ribus omnium geut tutu , pag 5-6. fcq. alwaar hv /egt : Troglodyta" fe- uio confetti, nee armenta feqni va- lentes, guit ure bovis cauda ad/tric- to vitam ßniunt. Qui mortem dif- fert, licet nolentem eodem modo, (admouitum tomen anted) vita pri- vant; ibique habetur bcnefic'n loco. Febricitantes item$ dut 'morbo iu- iurabili correptos , fimüi adficiuut morte. Maximum arbitrantur ma- lor urn, ab eo vit am diligi, qui ne- queat aliquid agere vita digunm. Dat is: Als de Troglodyten oud zyn, en hunne troupen vee niet meer kön- nen volgen, worden zy by den hals aan een oße-ßaart gebonden, en moeten alzoo ß erven. 1) ie genen die zulks niet goed-willig laten doen, worden na vorige vermaninge te^en haar zin op die zelve wys om het leven gebragt , terwyl men zich als nog laat voor (laan , dat zodanigen eengrote weldaad gefihiede. tDie de koorts of een ziekte hebben, die ongeneesbaar geoor deelt word, moe- ten dienzelvcn dood onderdaan, zich verbeeldende , dat onder alle quaden dit het grootße zy , dat zo- danig een het leven zoude lief heb- ben, die niets kan doen, waardoor by zich het zelve waardig maakt. Reflexie Als dit onder de Kruienen ge- bruikelyk was, hoe veel bedorve kinderen /ouden 'er worden ge- vonden, die als de ouders gegoed waren* zelf. niet /ouden wachten, t<>i dat zv een hogen ouderdo;- bereikt hadden, om hen den weg na de andere waereld te wy/en , ten einde om in be/it \an de góé- deren te komen, en hunne zondige drillen den vnen toom te können geven. MaarGod z\ dank! dat de Kruienen het leven voor een gro- ter weldaad erkennen als de Hot- tentotten nevens de Troglodwen menen, dat de dood zv, die Wel een einde maakt van alle menfche- lykc elende, dog die niet eerder gezocht moet worden, tot du de tyd en uur komt , welke God beltemt heelt. Het is immers een verfoejelyke en hoogiHtrafbare cuvekiaad, dat een kind zyne ou- ders ilaat , hoc meer moet het Ural baar en docmlyk zyn, dat het moordaardige handen aan dezel- ven legt, en zich daarenboven ver- beeld, dat den ouders daar door een dicnllgefchicde, als of zy hen het leven gegeven , en het hen ook weder ontnemen konden, daar in tegendeel de kinderen het leven naait God van de ouders ontfan- gen, en hen deswegen alle liefde, trouwheid , gehoor/aamheid en dienlhvilligheid verfchuldigt zyn. Tot nu genoeg van de ondeug- den der Hottentotten, \ue zou willen onderltaan , om dezelve al- le na elkandcrcn te verhalen, om dat haar getal onuitfprckelyk is. Zoo weinig men dezelve onder de Kruienen kan opnoemen, zoo wei- nig is het ook by de Hottentotten mogelyk. Wie kan zeggen, hoe dikwys hy feylt. Want wy feilen allen menigvuldig. Yermids nu ieder feyl een misdaad is, 700 be- hoorden alle menichrn ook billyk den waren God te ftneken en te bidden ; I leer ven-eet 1 ons ook de verborge feylen ; dat is , zulke welke wy niet eens voor fe\ Ien en bygevolg voor gene zonden en al- zoo ook voor gene misdaden ach- ten en aanzien. Jegens- 128 BESCHRYVING vande Van de Deugden der Hot- tentozten. Daar me- de maken zy vele Kriftenen befchaamt. Jegenswoordig is het myn plicht dat ik van de Deugden der Hot- tentotten ook iets aanroer ; dog vermids God de Heer alleen de kenner der herten is, die in het verborge en binnenfte zien kan , zoo moet ik maar van hen naar het uiterlyke aanzien fpreken ; des niet tegenitaande ben ik als voor uit verzekert en by my overtuigt, dat vele Kruienen zich in hun ge- moed geraakt zullen voelen, als zy de volkomenheid van een eer- baare deugzäme wandel , niet in zich befpeurenofgewaar worden, welke men echter in een Hotten- tot, ten minften voor zoo veel het zich uiterlyk laat aanzien, dage- lyks ziet uitblinken. Derhalven moeten zy in alle delen befchaamt voor hen ftaan , ook zich voor knechts verklaren, die vermids zy de wille des Heren geweten en niet gedaan hebben , dubbelde ftrafTe fchuldig zyn. Want hoe veel van dezelven zouden niet worden gevonden , die voor een gering en Hecht Lin- zen-kookzel haar eerfl>geboorte , ik wil zeggen , voor een kleine fchandelyke, zondige en doemly- ke winft , hare vryheid verkopen, hare leden ten flavendienit van een vreemd Heer opofferen , en meinedig zoo als ook trouwloos aan hunnen eerden rechtmatigen Heer worden zouden? Het welk zoo wel in het geeftelyke als wae- reldlyke alzoo bevonden word, aangezien in het Geeftelyke niets gemeners is, dan dat men vanden Heer en Schepper aller dingen tot het Schepzel zoo als ook tot vleefchelyke luiten , luft der ogen, en een hovaardig leven vervalt , zoo als Johannes in zynen Eerllen Algemenen Zendtbrief Cap. II. v. if. zegt , en aan die dingen zy- nen dienll en kriftelyke vryheid opoffert. De ondervinding doet in waereldlyke zaken genoegzaam zien, dat menig een wegens fchan- dig gewin van zynen rechtmatigen Heer en Overheid, waar onder God en de Natuur hem heeft laten geboren worden, afwykt ,en door verraad en andere talloze fchelm- ftukken van hem afgaat, ontrouw word, en daar benevens zich en zyn gantfeh vaderland in een fchandelyke dienftbaarheid zet, of ten minften zoekt te zetten. Wat doet echter een Hotten- . Lever< tot? Hy roemt, en zulks met het jjjjtfte grootfte recht , op zyne natuurly- vryheid. ke vryheid. Hy is niemand gaarn onderdanig; lyd liever armoed en gebrek , dan dat hy zich zoude verkopen. En als de hoogfte nood hem al dwingt, omdienftop een zekere tyd byeen ander te nemen, gefchied zulks altoos met dit be- ding, dat zyne vryheid daar by niet te kort gedaan worde, of fchade moge lyden. Ik zal hunne mening liever met woorden van andere menfehen als met myne ei- ge voorftellen , ten einde men te meer daar uit moge erkennen, dat het waar is het geen ik gezegt heb. Aldus fchyft de Heer Tachart in Getuige zyne Siamfche Reis ƒ*£. %?.Als de ifXj| Hottentotten de Hollanders werke- hier van. lyk voor een weinig brood, Tabak of ' Brandewyn dienen , zien zy de- zelven echter voor flaven aan , die hun land bouwen; en voor vcege men Je hen , welke om voor den vyand verzekert te zyn , zich in huizen en veftingen ofjluiten ; daar on der - tuffchen hunne Natie in alle zeker- heid overal waar dezelve gelieft ; midden in het veld en vlaktens zon- der verachte moejclyken arbeid zich legert. JLnpag. 101, haalt hy een exempel aan van een jongen Hot> tentot, welke door den toenma- ligen Commandeur in zyn eigen huis genomen was, en die zooveel wil genoot, als men oordeelde, hem dienftig te zyn ; wanneer hy echter groot was geworden , had hy hem zyn affcheid moeten ge- ven , voorgevende dat hy zich zoo een gedwongen leven niet konde onderwerpen. De Hollan- ders en andere diergelyke Natiën waren KAAP de GOEDE HOOP. 129 Wat Vogel hier van beticht. waren (laven van den aardbodem, en de Hottentotten Meefters en lieren van de/.clvcn. Want zy hoefden den hoed niet geiladig onder den arm te houden, en duizend andere gebruiklykheden gade te liaan. Zy aten als /y hon- ger hadden, en maakten hier on- trent gene andere regel als die van de Natuur. Op gelyke wyze fchrvft ook Vo- fr/in zyne tienjarige Oolt-Indifche leisbefchryving pag. 71. Zy{de Hottentotten ) /.egt hv, leven zon- der zorg , en houden de Europea- nen voor ßavetiy wyl zy het land bouwen y en zich in fortrejßn en huizen onthouden. Wat kan nu heerlyker van een vryheid worden gezegt, als dit, want ichoon de klare woorden niet uitgedrukt zyn , zoo is het reeds genoeg, en een openbaar kenteken van een gewenichte vryheid , als men voor geen vyand beboeft beducht te zyn, nog dat men moet vrezen, dat hy ons llaafachtig of dienftbaar zal maken. Zulks heeft de boven- gemelde Heer Tachart reeds met duidelyke woorden daar uit bello- ten, wanneer hy loc. citpag. 98. verder zegt: Door deze wys van leven willen zy de menfehen aan- tonen , dat zy Meelters van den aardbodem zyn, en het gelukkig- {te volk onder de Zon , om dat zy het alleen zyn , die in vryheid en ruft leven, als waar op zy, men- fchelyker wyze gefproken, haar grootfte gelukzaligheid itellen. Is dit dan nu niet een recht ge- lukkig volk, 't welk niet alleen den roem op een zodanige vryheid draagt, maar dezelve geftadig te- gen een iegelyk tot nu verdedigt heeft? Hebben zy de Hollanders om die rede hare Alliantie niet waardig geacht, om dat dezelven zoo als zy geen andere Mogenheid onderdanig zyn? Wat is anders de oorzaak, dat zy de (laven zoo ha- ten , en met grimmige oogen aan- zien , dan wyl zy van alle dienlt- baarheid vry zyn , en de flaven in IL Veel. eeuwigheid in onderdanigheid le- ven, en alles na den wil en bevel van een ander ven ichten moeten, zoo als zulks in 't toekomende uit- voeriyker zal worden aangetoont. \\ aarlyk, wie zulks terdege in- viel, moet het voor een wel ge- lukkig volk erkennen, aangezien zy hunnen vryen wil , wel] e hen ingefchapenis, veel beter können laten zien, dan anderen, die dier* gelyken geluk niet genieten. Op de/.e vryheid nu volgt een andere treffelyke deugd , namelyk de vergenoegzaamheid , achter- volgefis dewelke zy met alles, 't geen hen ontmoet, te vrede y.yn, en na gene koltbaarhedcn, ryk- dommen, en andere waercldlyke fchatten, eeren of waardigheden trachten, maar alles voor lief ne- men, dat hen wedervaart, aange- zien zy een valt vertrouwen heb- ben , dat alles van hunnen Tiquoa Gou na , of Heer der Heren komt. Ik zal my andermaal van de woor- den van een anderen en wel van een gantfeh nieuwen Auteur be- dienen, wyl dezelve als een Gees- telyke van hoge waardigheden, ge- leerdheid en aanzien, die onder de Heidenen reeds vele jaren heeft doorgebragt, de zaak als met le- vendige verwen afgemaalt heeft. Deze is deDeenfcheTranquebaar- fche Prooll Barthnlomeus Ziegen- balg, welke in de Naricht van zy- ne reis uit Oolt-Indie na Europa, in den jare 1715'. te Hal in Saxen gedrukt, gantfeh merkwaardige woorden hier van bybrengt. Want na dat hy op zyne t'huis reize hier gekomen was, en zich met een onbekenden Hottentot in een gefprek had ingelaten, waar van ik reeds in het voorgaande Hoofdlluk het een en 't ander heb aangehaalt;en ten laatften op zyne voorltelling tot antwoord beko- komen had , dat zy hem tot hun- nen Prielter wilden nemen; dog hy wyders voorftelde , dat zy , als 7.y de Kriltelyke Godsdienlt om- helsden, zuivere klederen dragen, R en Voordel« line van den Prooft Ziegcnbalg aan een Hottentot. I30 BESCHRY^ING van de op, en de befmeerde fchaape - man- tels afleggen moeiten ; dat zy daarenboven koniten en hand- werkzcls moeiten leren, en in zo- danige huizen wonen , waar in men hen het woord Gods gevoeglyk vooritellen , en het een en't ander tot haar heil met hen verhandelen zoude können, zoo gaf dees on- bekende Hottentot hem een fraai antwoord , het welk myns bedun- kens niet ichoner en treffelyker konde zyn,als men maar een voor- uitzicht van tydelyke vergenoe- ging heeft, zoo als deze Hotten- tot zekcrlvk zal hebben gehad. Want door dien zy de grondregels van het Kriitendom niet weten, zoo moet het bekent fpreekwoord Ignoti nulla cupido , onbe kent maakt onbemint, waar zyn. Zynant- 'De Europeanen, zeide de Hot- woorddanr tentot op de gedane vooritelling , zyn gekken ; zy' bouwen grote hui- zen , fchoon hun lichaam maar een kleine ruimte van noden heeft; van binnen om den honger te flillen , en van buiten om het lyfte kleden heb- ben zy zeer veel van noden ; en om dat niemand in zyn eigen land ver- zadigt kan worden-, komen zy in dit en andere landen, om de koß en kle- ding , welke zy van noden hebbeu , te krygen ; terwyl wy daarentegen nog geld nog eenige vreemde waren van noden hebbenden ons zoo prach- tig niet kledende en met geringe fpys te vrede zyude, hoeven wy zulke zwaren arbeid niet te ver- richten, nog ons eenige moeijelyk- heid op den hals te halen , zoo als gy Europeanen doet. waarom Wat kan heerlyker van deze Krisen deugd worden gezegt ? en wel van mogen een Heiden, die anders aan zoo vele ondeugden overgegeven is , zoo als reeds is aangetoont. Ik weet my zeer wel te binnen te brengen, dat zy my 't doriten ver- v\ yten , dat zy geen Kriitcnenmog- ten worden, om dat geen een van hen met het zyne te vrede was, maar het altyd nog beter wilde hebben, fchoon een iegelyk van dezelven duizendmaal vergenoeg- der konde zyn, alszy, alsdever- foeijelyke buikzorg en het haken na meer rykdom haar hert zoda- nig niet hadden ingenomen , dat zy zich nacht en dag daar mede pla- gen, zoo fchrikkelyk daar om woelen , en tot in het duiitere graf beangiten moeiten, waar van zy echter vry waren , en zich om niets bekommerden, om dat het tog zoo moeit gaan als de geen , die hemel en aarde gefchapen had, het hebben wilde. Hier in overtreffen zy alzoo dj^°-jMr' veel duizend Kriltenen , die tog huipryk- voofal hen met een goed exempel h;ld ondei , j 11 i i Hottentot- voorgaan , en hen door allerhande ten. deugden tot het Kriitendom moe- iten lokken; daar zy helaas! in boosheid hen niet veel behoeven tewyken, en ontrent de deugden van hen zelven leren moeten ; zoo als dan de vergenoeging ten eers- ten de goedaardigheid en behulp- zaamheid de hand bied, zodanig dat zy hunnen behoeftigen naaiten niet alleen met raad maar ook met de daad byitaan , en hem helpen, waar zy eenigzins können of voor zoo veel in haar vermogen is. Dit is niet alleen uit vele voor- maals verhaalde verhandelingen te zien, daar zy elkander zonder be- loning dienit doen, maar het zelve zal ook in 't toekomende uit ande- re omitandighcden meerblyken. Ik zal my jegenswoordigtotbewys van deze itelling wederom van vreemde woorden bedienen , en wel voornamentlyk van den Heer Tachart die in zync Siamfche Reis pag. xoofeq. op de volgen- de wys daar van fpreekt : T>e Hottentotten zyn goedaardig en hu/pryk ; hebbeu niets voor zich ; vereert men hen ietSj dat ge deelt kan worden , geven "zy hunne» makker, die eerfl by hen komt , iets daar van , ja zoeken den zelven deswegen , en honden van het geen zy hebben, het klein fle fluk voor haar zelven. En pa<^. 96 heeft hy- van hen gemeld , dat men meer liefde KAAP Dil GOEDE HOOP. 131 van . tuC , goedaardigheid en redc- Iykheid onder hen aantrof, als men doorgaans by de Kruienen vind. Zou dit niet een heerlyke deugd in hen zyn? te meer daar dezelve op dagelykfche openbare exempel'. geftaaft is. Men behoeft aan ee- nen maar een pyp tabak te geven, 100 als ik w el duizendmaal gedaan heb, men zal 7.ien, dat hyzc al- leen niet zal roken. Zoo dra ie- mand by hem komt , en naait hem op de hurken gaat zitten, /al hy ten eerften de pvp uit den mond nemen, en aan den/elven geven , en als deze ecnige trekken gedaan heeft, geeft hy die aan den eerden weer; komt 'er een derde of vierde by , die krygen mede de pyp, en dit gaat alzoo i ond , tot dat ze uit is. Bewys laai Ontrent brood of andere eet- waren gaat het op dezelve wys , en is my een merkwaardig exempel van mcergemelden Kapiticn Tegu bekent, die bymy quam, en over honger klaagde, daar by voegen- de, dat hy reeds in drie dagen welke hy onder wegen geweefl was , weinig of 'niets had genut- tigt. Ik gaf hem zoo veel, als ik meende, dat hy van noden had, om zynen holle maag te vullen ; hy ging °°k wakker aan het ee- ten ; wanneer hy echter een van zvne makkers verby zag gaan, die niet na hem keek , riep hy hem ten eerften , en verzocht hem , om met hem te eeten, waar toe de ander zich ook niet lang liet bidden. Ik zeide echter, dat ik hem en niet den anderen te eeten hadde gegeven; dat hy derhalven zyn genoegen zoude eeten , en het overige op zyne t'huis reis fparen, dog de gemelde Kapitein 'Peg» antwoorden ten eerften daar op: Dit is Hottentots manier, ik mag niet alleen eeten , maar de an- der man moet ook daar van f roeven, Want als ik eenmaal by hem kom , deelt hy my weder mede, van het gene hy heeft. IL 'Deel Het is alzoo zonder ondi rfi l. by hen gebruiklyk; of/.y iemand Kennen ol niet, delen zv hem iels van het hunne mede, of laten hem mede eeten. W aar blyven hier de Kruienen, die hunnen behoef- n naaften doorgaans niet veel van hunnen groten overvloed laten toekomen, maar alles tot den ou- den d.ig, en tot het toekomend ge- bruik fparen. Hei fchynt , als of zy niet geloofden, dat (Jod hen een veel ryker zegen zoude kön- nen toevoegen , als zy den reeds ont fangenen ter zyner eere ge- bruikten. En is dit met recht ge- zegt , aan Gods voorzienigheid twyflelen waar in de Hottentot- ten andermaal roem waardiger zyn^ om dat dczelven alles daar op la- ten aankomen , en gantfeh niet voor den volgenden dag zorgen. Velen van de hier zynde Inwo- ners zyn van gedachten , dat zy goedaardig, hulpryk en mildtda- dig zyn, ten einde om in de bor- gerlyke zamenleving geruft te zyn , en dat de een den anderen niet zoude doodilaan; dog tot ant- woord dient, dat lchoon dit alleen het doelwit was , en 'er voor 't o- verige niets achterftak, zulks ech- ter niet minder prysbaar is, dan het buiten dat zoude zyn; want wanneer men daar door twift, tweedragt, dievery , moord en doodflag, nevens vele andere dier- gerlyke ondeugden , uit een bor- lykc zamenleving kan roei jen, zoo verdient het immers gade gefla- gen te worden ; maar vermids de- ze goedaardigheid zich niet alleen tegen de armen maar ook tegen derykenlaat zien, zoo is het im- mers ontwyffelbaar te vermoeden , dat dezelve uit een gantfeh andere grond voortkomt, en dieper wor- tels moet hebben gefchoten. Wanneer de veelmaals aange- Merkwaar- haalde Kapitein Theunis <**r-^£ brantszoon van der Seht Hing in zy- ontrent ne Landreis een Hottentot aan- e trof, die van de Duitfchers of Eu- ropeanen meer had horen fpre- tcntoï- R i ken, peaan en een Hot- 132 BESCHRYVING van de Hoe ij hem ver- zorgden. ken, en hunne taal eenigzins will, j vleide hy zich reeds het hoekje te j boven te zyn, fchoon hy geen j Hottcntot was , hoewel hy I gantfch naakt ging , zynde door 1 de voormaals gemelde vyandelyke j Hottentotten geplondert, en heb- | bende zyne kleding daarenboven door andere zeldzame gevallen verloren ; want deze Hottentot hragt hem na de Kraal, pafte hem op en verzorgde hem, zoo veel in zyn vermogen was ; en vermids hy in de tyd van twee maanden niets dan raäuwe moffelen had gegeten, en water gedronken, waar door de maag tamelyk was bedorven, en de rode loop hem daarenboven wakker aangetaft had, zoo moeft niet alleen iemand na den Kapitein Claas lopen , die daar om heen handel dreef, om hem daar van kennis te geven, maar hy wierd ook van zodanige fpys verzorgt , als zy voor zyne toeftand dienitig oordeelden , ten einde hy niet zoude komen te fterven. Vermids hy in de drie laatfte da- gen gantfch niets en voorheen al- leenlyk raauwe zee-moftelen ge- nuttigt had, oordeelde deze Hot- tentot, die hem in het veld eerft had aangetroffen, dat het hem niet dienftig zoude zyn, van ten eer- ften gekookte fpys te eeten, uit vreze, dat de maag daar door gantfch zoude worden bedorven; deswegen gaf hy hem een ftukje raauw vleefch , ontrent een lood zwaar, van een verfch geflachten hamel, om te eeten; daar na kook- te hy eenige ftukken, en halfgaar zynde , liet hy hem het nat drin- ke, om den maag weder een wei- nig te verwarmen, en het raauwe fchaap-vleefch te beter te doen verteeren. Tegen den avond gaf hy hem een (tukje vleefch , dat maar half gekookt was , en liet hem wederom van het nat, warm gemaakt, drinken, om de maag niet te overladen. Wanneer hy den volgenden dag zag, dat de Europeanen het konde verdragen, gaf hy hem gaar gekookt vleefch» hoewel alle twee uuren maar een weinig, en genas hem weder zoo ver, dat hy in ftaat was, om met den meergemelden Kapitein Claas, op welkers bevel hy ook Hotten- tots Croffen ontfing, om zich te dekken, na de Kaap te reizen, zoo als voormaals reeds is gemeld. Wie onder de Kriftenen zoude een zodanige barmhertigheid, lief- de , getrouwheid en goedaardig- heid bewyzen jegens een menfeh , die van een vreemde landaard is , welken hy nooit heeft gezien, en van wien hy geen voordeel weder te wachten heeft. Och ! ik geloof, dat 'er niet een Prieiter alleen , zoo als 'er in het Evangelie ftaat, Luce X. 31. feqq. maar wel duizend Prielters en Leviten diergelyken elendigen menfeh zouden voorby gaan , en de eer gaarn aan een Sa- maritaan laten, om hem te verbin- den, op zyn dier te heften, hem met zich na de herberg te nemen, en voor hem te betalen, 't welk waarlyk de grootfte fchande is, en zullen deze Heidens ons op den laatften dag deswegen niet weinig befchaamt maken. Verder is hunne getrouwheid Getrouw en redelykheid ook geen geringe Scheid deugd, waar in zy vele Kriftenen der Hot- overtreftèn; het welk ten .dele tcnt0Ucn* blykt uit het geen reeds is gemeld, en ten dele ook kan worden afge- nomen, om dat men op haar woord zoo vaften ftaat kan ma- ken, als of zy werklyk geld op hand hadden ontfangen, aangezien niemand iets belooft, het welk hy niet doet. Ik heb reeds voormaals gezegt, dat als iemand een ftukje Tabak, een vinger lang, aanneemt, en belooft dit of dat te doen, men daar op zoo geruft kan wezen, als of het beloofde nagekomen was ; en is het zelfs als dan zekerder voormy, omdat hy na den ont- fangft van het loon, de zaakzeer licht vergeet, of met voordacht niet daar om denkt. Hare redelykheid echter blinkt hier KAAP de GOEDE HOOP. 133 hier in uit, dat zy 't itelen, echt- breken, en hoereren zodanig ha- ten, dat men van deze euveldaden ïeer zelden onder hen lioort, zoo als reeds voormaals uit Beevings curieufe Belchn ving en Naricnt van de Hottentotten fag, y. zoo als ook uit Tachart Siamiche reis pa^. 100 bewezen is, dat hen de Hollanders en alle de inwoners hier ontrent zonder vrees in hun- ne huizen laten gaan , om dat zy zelfs niet Itelen. Daarenboven leert de dagclykfche ervarendtheid, dat men geen hoeren onder hun vind, ten minllen zulke niet, die buiten den echten (laat kinderen krygen, het welk echter noodzakelyk moeite geschieden, als 'er veel van \ dezelve waren. En ontrent de echtbreuk is bekent, dat dezelve zonder aanzien van perzoon met de dood word geitraft, zoo als kort hier na breder zal aangetoont worden. Een exempel is my maar bekent van een diefachtigen Hottentot , die by een borger een linne hembdrok of boritrok zonder ar- men, met zilvere knopen geitolen had. Men had geen vermoeden op hem, om dat te voren nooit iemand iets had geitolen , maar wel opdenilaaf van den man, om dat diergelyke menfehen gaarn lange vingers hebben, en maar allerhande gelegentheid zoeken om te itelen. Edoch alvorens het tot een naauw onderzoek ontrent den flaaf quam, gebeurde het, dat de Hottentot den Hembdrok met de zilvere knopen wilde verkopen , maar de koper hield denzelven in handen, en exa- mineerde den Hottentot ter dege, eer de koop was getroffen , om dat hy wel wilt, dat die van zyn kar niet gedropen was. De dief gaf voor, dat hy den- zelven van een Stuurman vereert had gekregen , maar vermids 'er toenmaals geen vreemde fchepen op de rede lagen, wilt hy niemand te noemen, derhalven liep hy met achterlating van den hembdrok De dief weg, vonder hem te komen u eer- om halen, waar uit men tent r- ilen vermoede, dat het niet recht daar mede mot II /.;, n , zoo als ook haalt uitlekte , want nog dicnzcl- ven avond klaagde de beltolcne aan een zvner medeborgers over de ontrouwheid van zynè Haven, en dat /\ hem een hembdrok met zilvere knopen hadden ontitolen, waar op deze hem antwoordde , dat het wel kondc zyn, dat zy mede onder de deken lagen , dog dat zy miilchien alleen de dieven niet waren, om dat hy den gcmcl- den hembdrok door een Hotten- tot te koop had zien dragen, die ook als hy gevraagt wierd, van wien hy dien hembdrok had , niet wilt te zeggen, wie hen denzelven had gegeven, maar weggelopen was , en den hembdrok by zyn buurman gelaten had. Niemand was vrolyker als de beltolene, dat hy zynen koltbaren '"Jj™ hemdrok weder kreeg; hy begaf natie na5e- zich ten eeriten na het huis van v0lfcte' den buurman , welke hem denzel- ven ten eeriten weder ter hand itelde ; en als hy t'huis quam, exa- mineerde hy zyne flaven, en vond ze allen onfchuldig. Edoch ver- droot het den Hottentotten niet weinig ,. wanneer dit ruchtbaar wierd, dat zy haar credit door een eenigen van hen , zouden verlie- zen, weshalven zy na den dief zochten , en denzelven gevanglyk na de Kaap bragten, met verzoek, dat hy deswegen Itrengelyk mögt worden geitraft , en men geen quaad vermoeden op hen mögt hebben. Wyl het geitolene reeds te En naar recht was gekomen, wierd hy wel ^".J6 niet met de dood geitraft , maar geftiaffc op de merkt aan de paal opentlyk zodani g gegeeiTelt , dat menig een liever den dood zoude hebben ge- leden ; niet met roeden , of in der- zelver plaats zoo als hier gebruik- lyk is , met gefplete Spaanfche rieten, maar men floeg hem, na dat hy valt gebonde was , met een Il 3 endje i34 BESCHRYVING van de endje dagg , een arm dik en on- trent 3 of 4 voet lang, op de blo- te billen , zoo lang tot dat ze gantfeh gezwollen waren, en het klare bloed uit het int cfiinum rec- tum of Orïficïum pofteï'ms liep, en li)- in flaauwte viel. Zeer veel Hottentotten waren ooggetuigen van deze Executie, en Ichrecuwdcn in den beginne , dat hem recht gefchiede, en jouw- den hem daarenboven uit, doch wanneer hy zoo jammerlyk begon te kermen , en de Fiskaal echter nog al liet flaan, kregen zy deer- nis met hem, en wyl zy vreesden, dat haar bidden niet veel zoude helpen, wachteden zy, tot dat hy van de geerïelpaal weder los wras , als wanneer zy hem aanpakten, en een weinig van de plaats bragten ; dog ziende, dat hy niet konde voortkomen, lagen zy hem op zy- neCrofs, en droegen hem by de vier flippen na een van haar huis- jes , paften hem op en verzorgde hem, tot dat hy weder gezond was; ondertuffchen dulden zy niet , dat hy weder in een huis ging, maar hy moeft zich van de Kaap weg begeven, als iemand die van een plaats gebannen was. Wat uit dit uit. dit voorbeeld blykt mynes voorval te , , . * , J . bcQmtcn is. bedunkens, genoegzaam, dat de Hottentotten aarts-vyanden van de diefltal zyn, om dat zy zelfs ee- nen uit het midden van haar aan andere volken ter behoorlyke ftraffe overleveren. Men kan ook hier uit zien, hoe veel zy van een eerlyken naam houden, om dat dit eigentlyk de bewegende oor- zaak is ge weeft, dat zy den over- treder zelf opgezocht en overge- lcvert hebben. Wyders blykt hier uit, dat zy bcminnaars van de bil- lykhcid en de rechtmatigheid zyn, aangezien zy niet können dulden, dat aan iemand onrecht gefchiede. En dit is juift het Huk, hetwelk ik , (in ter zyde zetting van alle andere roemwaardige deugden , welke verder van hen zouden können worden geroemt, en die nog zeer veel in getalle zvn , fchoon niet van zoo groot gewïgt , als de reeds gemelde en deze vol- gende) voorgenomen heb, af te handelen, en zal ik deswegen de- zelve hier nevens voegen , en daar mede de gantfche materie eindi- gen. Onder de namen van Recht of Billykheid verfta ik echter hier niet de Gerechtigheid , voor zoo veel zy zich ook tot de rechtvaar- digheid van den oorlog uitftrekt,' en by gevolg het Krygs-recht ge- naamt word, want daar van in 't toekomende nog iets wydlopiger zal moeten worden gehandelt ; maar ik verfta alleenlyk daar door het borgclyke Recht , zoo ten op- zichte van het civile af het crimi- nele, en mene het nodige daar van by te brengen; op dat men zoude können zien , dat deze volken t'eenemaal niet zonder wet leven, maar de gene, welke het gezond vernuft zoo fchryft, gantfeh ftipt en onvcrbrceklyk houden en daar na leven. Wat borgerlyke zaken en klei- K]yn ne verfchillen aanbelangt , welke fchiiim dikwyls ontftaan, dezelve worden ™*Z* door de partyen zelf afgedaan; iclfofdoa zulks gefchied of met woorden , verTbygê^ wanneer de een den anderen wat legt. toegeeft, en zich door zyne party recht zoekt te doen verttaan , of anders met vuiften , dat de een den anderen een paar blaauwe oo- geneneen dikke neus geeft, en zich als dan weder met hem ver- zoent; waar na zy elkander we- derom zoo veel vriendfehap toe- dragen, als zy te voren gedaan hebben; want met diergelyke ver- fchillen bemoeit zich niemand, dan alleen hunne wyven, welke om moord en doodllag voor te komen, zoo veel vermogen heb- ben, dat 'er maar een of twee tuf- fchen beide hoeven te komen, en j de partyen toe te fpreken , als zy willen hebben, dat 'er geen verde- re verbittering zal inwortelen, aangezien de grootfte ichande on- der /ne ver KAAP de GOEDE HOOP. 135 der hen is , dat mannen in 'i byzj n van vrouwen, tegen elkander k\- ven. Om dit maar als terloops aan te roeren , zoo is dit een loilvke of pryswaardige gewoonte , welke men by weinig volken aantreft. Ik hen zelfs dikwyls daar over verwondert gcweelt, en gaat dit zelfs zoo verre, dat 'er geen man zal worden gevonden, welke zyne vrouwen fchoon hy 'er drie heeft, I een ilag zal geven , zoo lang als hy leeft; buiten twyffel om dat zy j wel weten, dat de flagen by dit | geflacht van weinig nut zyn , of dat zy 'er weinig eer by inleggen ; maar als zy al geltadig in onlutt zouden leven , vinden zy raadza- mer van elkander te gaan, en te doen als of zy elkander nooit ge- kent hadden, het welk ook veel- tyds gefchied, wanneer zy geen kinderen met elkander gewonnen hebben. Van deze kleine verfchillen,ge- kyf of krakkeel op diergelyke wy- ze bygelegt, heeft geen menfeh eenig voordeel of fchade te wach- ten, maar anderen die zich daar mede willen bemoejen, ftaan dik- wyls van verre en lachen deze Kampvechters wakker uit, zoo als ik dikwils gezien heb, om dat zy wel weten, dat zy elkander met hunnen Kirrïs niet veel fchade toebrengen , of met het werpen veel uitrichten zullen, maar zich wel haalt vergelyken, en als de eerfte toorn over is nog wel eenige uuren een pyp Tabak of Dacha tot een teken des vergelyks, en gant- fchelyke verzoening met elkander roken. Gelyk echter deze verfchillen t'eenemaal zonder wetten of plei- dooi, of zonder bemiddeling van iemand anders dan hunne wyven worden afgedaan , zoo gaat het in criminele zaken veel zwaarder. Zy lyden hier ontrent geen uitftel; zien ookgantfeh niet na denttand, rykdom, aanzien of iets diergelyks, maar wie op een doodwaardige misdaad betrapt en daarvan over- tuig! word, die kan valt rekeni] maken, dat hy hunne handen, als hy eens gevat is, niet lieht / ontlnappen, en veel min dat hy het leven daar van brengen zal. 1')\ hen horen onder doodwaar- dige of criminele zaken, niet al- leen moord , en doodllag, zoo als by ons in Europa ; maar de echtbreuk word van hen ook daar onder geitel t , welke na de Keur- Saxifchc rechten ook een dood- waardige misdaad is, dog alwaar altyd moderatie gebruikt word. De diefltal is ook zoo als by de Europeanen een hoofd-misdaad , en eindelyk land-verraad nevens nog andere diergelyke grote over- tredingen, welke ik, om dat gene exempels daar van onder hen ge- zien heb, niet mag noemen; on- dertuflehen zal ik ze maar by na- me aantonen , en voor het overige den Lezer laten oordelen, ofzy recht of onrecht daaraan, doen en behoren, dienvolgens onder deze Claflis de bloedichande en de So- domie. Wanneer nu een diergelyke Hoe da: misdadiger ontdekt en gevat word, SSg« zet men hem niet lang gevangen, tcncerife» en examineert hem, veel min geeft ^adndelt men hem een Procureur of Advo- kaat, als welken hier gantfeh on- bekent zyn , maar men volgt hier ontrent den eenvoudiglten en na- tuurlyklten weg; namelyk, men laat hem zelve zyne zaak verdedi- gen, en als de belydenis nietten eerften wil volgen, brengt men de geenen voor hem , die tegen hem hebben getuigt ; kan hy zich al* dan tegen dezelven \ er ded igen, en ten eerften aantonen dat hei valfcheid is , het geen zy voorge- ven, zoo is het leven hen ditmaal gefchonken, en hy word weder op vrye voeten geftelt, aangezien men wel weet , en geruft is dat hy niet weglopen zal, als zyn zaak goedtis, nog iets hoeft te vre- Hoede 7pn ralfc&e IL t rr , n aanklagers Ondertullchen ruiten de Getui- geftraft gen wo:dea i3« BESCHRYVING VAN DE gen niet , die daar door befpot zvn , maar vorfchen de zaak ver- der na. Bevinden zy, dat hunne befchuldiging valfch, en op blood vermoeden gegrond geweeit is, moeten zy den aangeklaagden een zeker getal vee tot voldoening ge- ven , en vergiffenis verzoeken. Maar is hv fchuldig aan het geen , waar van hy beticht word, word de misdaad hem op nieuw voor- gehouden, en hem alles als voor- heen voorgeftelt, op dat hy niet zoude können zeggen, dat hy on- verhoort geitraft worde , gelyk men dan wel haalt kan horen; or iemand een gerechte zaak heelt, of niet Zoo dra hy overtuigt is, of op de befchuldiging Uil zwy gt , en aldus als ja zegt , word het dood-vonnis ten eerlten uitge- fproken, en ook op itaande voet zonder verder uitftel voltrok- Hier ontrent gaat het aldus. De Kapitein van de Kraal laat al zyn volk te zamen komen, en doet de misdadiger als van den beginne af, als het proces aangaat en de ge- tuigen /uilen gehoort worden, midden in den van hen gemaak- ten en gefloten kring brengen , op dat een ieder de zaak zoude kön- nen horen en naar billykheid daar van oordelen ; wanneer hy over- tuigt word , word hy niet weder uit dien kring gelaten , maar hy moet daar in blyven, en de Item- men en het vonnis mede aanho- ren, om ten eerlten te weten, wat' met hem gedaan zal wor- den. . . r Wanneer het vonnis uitgelpro- ken word , 't welk altyd zoo als ook het gantfche proces onder den bloten hemel gclchied, over- wegen de omitanders de zaak niet te lang , en vergunnen hem verder weinig oogenblikken , om •zieh tot den dood te bereiden. De Kapitein, als wie het recht van le- ven of dood heeft ( Jus vit* & ,nris ) fpringt hem ten eeritcn op het lyf , en flaat hem het eerit met zynen Kirris zodanig in den nek, dat hy daar van ter aarde valt, waar op alle de anderen onmid- dclbaar volgen , en wel niet na den rang en na de order , zoo als de Heer Tachart in zyne Siam- fche Ke'ispag. i o i. voor geeft, maar in een volle onorder die namelyk het eerlte en belt by hem kan ko- men, om hem den relt te geven ; ja zy kyken zelfs niet eens, of 'er nog loven in is , maar zy rollen zoo la, ig, totdat of de buik door het veelvuldige bloed gezwollen* of het gantfche hoofd verbryzelt is. Na dat hy aldus te recht is ge- Na den fielt , nemen zy het dode lichaam ^eriyk* en buigen het zoo als zy gewoon begraven. zyn te doen, by malkander, en binden het in zyne Crofs, die hy in zyn leven heeft gedragen ; daar na begraven zy den zelven nevens al het geen hy in zyn leven by zich heeft gehad , uitgenomen de Ko- pere kralen en zyn geweer , wel- ke aan deszelfs oudlte zoon wor- den gegeven , en gefchied alzoo nog aan het lyk nog aan de familie verder geen ichande , maar zyn de kinderen , die geen fchuld aan des vaders misdaad hebben, zoo goed geacht als voorheen ; en het lichaam word zoo eerlyk be- graven, als het lyk van een ander; van welke begravenis-plechtighe- den in 't toekomende omltandiger zal worden gehandelt. Hier uit blykt alzoo genoeg- zaam , dat zy den eenvoudiglten en meelt gegrondltcn weg gebrui- ken; achtervolgens den welken zich iemand wegens zyne befchul- diging verdedigen kan , of dooi- de mande vallen moet. Op die wyze worden ook alle rechts-kos- ten gefpaart , die by de Europea- nen zoo in civile als criminele za- ken dikwyls zeer hoog lopen , niet alleen in aanzien van de rechtbank zelve, maar ook ten opzicht van de Advokaten en andere nodige perzonen. Ja zomtyds kolt het zeer veel, een zodanigen misda- diger KAAP de GOEDE HOOP. 137 word j t by hen zonder aanzien van per- zoon ge- oeffent. diger in zyne gevangenis te on- derhouden , zoo dat het rondom kollen zyn , die ten laatften een merkelyke fomma bedragen» wel- ke echter alle door de vaardige uitvoering der executie by de Hot- tentotten voorgekomen wor- den. Ook blykt hier uit, dat het 'Jus vit ét Ö> neeis volkomen by den Ka- pitein der Kraal Hand grypt, hoe- wel niet zonder betrekking van andere omllanders , om dat hv niet alleen het vonnis met gemeen overleg moet laten , maar ook tot uitvoering van het zelve de hand 't eerile lenen moet, zoo als het by de Ouden en voornamelyk by de Joden gebruiklyk is gcweell. Zie 1 Reg. II. f. 6. 29. 34. XXI. 8 ft Y//j. Exea. XXX11. 26. 29. Zie hier by 'D. I. B. Carpz,ovii medegedeelde onderrichting van de Scherprech- ters; in een lykpredikatie over den Ecr/.amcn en Manhaftigen Mcilter Criltopf Heintzcn , ge- wezene Scherprechter der Stad Leipzig , gedrukt te Leipzig by Lanckil'eh Anno 1701 in 4. Derhalven is dit niet een fchan- de voor de Hottentotfche Kapi- teins ; dat zy te gelyk het ampt van Scherprechter moeten waarnemen en de misdadigers met Hokken dood flaan , zoo als de Heer Vogel in zyne tienjarige Ooil-Indifche Reisbefchryving pag. 72. en de Wzzx'Tachart loc.cit.pag. tor. me- nen , maar myns bedunkens fchynt dit wederom een bewysre- de te zyn , dat de Hottentotten van de Joden afkomitig zyn. Eindclyk ziet men ook hier uit geen aanzien van perzoon, veel min rykdom, eer en waardig- heid by deze voor 't overige een- voudige maar hier ontrent wyze en verftandige menfehen plaats vinden ; aangezien de ryke en gro- te zoo weinig voorrecht heeft , als de arme en behoeftige. De Kapi- tein zelf, als hy van een misdaad overtuigt word, gaat zoo weinig vry als een ander, het welk im- 1 IL T)eel. in- xs m alle delen met de wetten der natuur overeen komt , uit. »fde van de welke een iegelyk verplicht is tot dat gene , waar aan hy wil, dat een ander zich ver- lieht zal houden. Edoch ik raak te ver uit het ipoor, om dat ik nog hier nevens moet voegen j wat 'er gedaan word ontrent den geen, die zich wegens decs of gene misdaad /oek maakt ? Zodanig een kan niet uit het land lopen , als hy by anderen niet voor een Spion of Vcrfpieder wil aangezien wezen , en gedood worden ; hy kan alzoo nergens een zekere fchuilplaats vinden, als by zyns gelyke, te weten by Ban- dyten, Schelmen , Dieven en Ro- vers, de bovengemelde Bofchjcs- mannen, welke hem, om dat zy daar door worden verllerkt, met ope armen ontfangen,te meer om dat zy ter zelver tyd bericht kry- gen, waar eenige buid gemaakt zoude können worden. Deze Bofchjcs-mannen moeten zich , zoo als voormaals reeds ge- meld is, in de wilderniflen, tuf- fchen de bergen onthouden, al- waar men hen zoo licht niet kan by komen. Derhalven flropen zy dan hier dan daar , en voeren by nacht het vee van hunne buu- renweg, het welk zy in 'tgeberg- tc jagen , aldaar flachten, en alzoo eeten. Ik heb eens de eer gehad, van drie zulke Bofchjes-mannen by het warme bad bezocht te wor- den , over dewelken myne andere Hottentotten zich gaarn zouden hebben ontfermt, als zy myne toe- llemming hadden können krvgen, of wel verzekert van myne hulp en bvfland hadden können zyn; dog ik gaf hen een Huk je tabak, daar zy my om aanfpraken, voor een haas, welken zy onder wege hadden dood geworpen , en zy niet eeten mogten. In waarheid , men kan ze wel haalt van de anderen onderfchei- den, zyndc dezelven veel wilder, trotzer, en onbeleefder als de an- S deren s i38 BESCHRYVING van de deren, xod dat ik God dankte dat zv ras weder licne gingen ; niet om dat ik voor hen hoefde tevre- den , maar wyl ik beducht was dat 'er anderen van de naaltgelege Kralen mogten komen, en aldaar een moord en doodflag plegen ; aangezien niets zekerder is , dan dat de Kraals-Hottentotten , waar zy zulke Landlopers aantreffen, en hen mcelter worden können , niet veel woorden met hen wiiïclcn, maar dezelven hoe eerder hoe lie- ver om hals brengen ; en gefchied zulks niet uit een moordluft of gruuwzaamheid , maar om dat zy zelven niet anders van dezelven hebben te verwachten , en dat zy daarenboven haar vee moeten zien wegdry ven ; waaromme ook een zulke doodflag, als hy ruchtbaar word , op den dader niet word verhaalt , maar hy daarentegen ge- roemt en geprezen word. En alzoo heb ik ook myne be-B^™* . _ . i j j dit Hoütd« lofte m aanzien der deugden en a.ak. ondeugden der Hottentotten vol* bragt, en daarenboven het geen, het welk hare rechtspleging be- langt, daarin gevoegt;ik twyffcl niet, of de de Lezer /al daar uit können zien, wat deHottentotten voor menfehen zyn , en of zy in vele ftukken de Kriftenen de loef niet affteken, dog ik wil 'er niet meer van fpreken , maar liever dit Hoofdfluk afbreken. XII. HOOFTSTUK. Van de oorzaken en manier der Hottentotten y om Oorlog onder elkander te voeren, zoo als ook van hunne Wapenen, welke zy in de- ze gelegentheid , als ook op de Jagt gebrui- ken. Van hun Oorlog voeren. Waar in der Hottentotten krygstoertifling beßaat. Zy treten van geen aankondigen van oorlog. Verbinden zich ook dikivyls te zamen. De oorzaken des krygs onder ben zyn driederly. De Compagnie moet doorgaans de Vrede'xeder maken. Hoe zy bare onkofien vergoed. Alle de Hottentotfcbe natiën hebben gepoogt de Hollanders weder te verjagen Dog is mißukt. Hottentotten houden in hun oorlog geen order. Hebben geen Ofjxiers, als den Generaal. Wat zy met de gevangens doen. De Vrcdes Artikelen ivor$fn ian hm flipt onderhouden. O , M dat ik laait van het rechts- geding der Hottentotten , hoe de civiïe en criminele zaken v. orden afgedaan , ten einde van het Hoofdltuk gefchreven en het nodige by gebragt hebbe , ben ik van voornemen, om van toneel te veranderen, en den Lezer van de . , bewoonde plaaizcn na het vrye en IV manier r der Hot- wilde veld , van het üadnuis ten tentenen oorlog te voeren , en aan te tonen temvoeren? hot-' 'lCt daar toegaat, of op welke manieren i) den kryg voeren, en om welke oorzaken zy denzel ven beginnen, nevens alle andere daar toe behorende omltandighedcn en merkwaardigheden. Als een oorlog zal worden be- gonnen , moeten by de Europea- nen niet alleen de nodige wapenen en verdere provifie van Ammuni- tie verzorgt worden ; maar daar, moeten ook benodigde manfehap en de levensmiddelen, welke lot der- i: J.,l . der Hottentotten Manier van Oorlogen. \ waat in bclljit. KAAP de GOEDE HOOP. 139 gehouden hebben , wyl men gene aantekeningen by hen vind , ZOö is liet echter wel te vermoeden, dat zy nooit anders hebben gedaan als jegens« oordig, om dat zy ook in andere hunne oude geWoontcns niets hebben verandert, of denken te veranderen, maar by hunne ou- de mode blwen. En /.oud ' dan wel het eenigc Huk y.vn , waar van zy waren afgegaan , /onder dat de nood haar daar toe dwong, ten ware men wilde 7.eggcn , dat de Europeanen hen andere manie- ren hadden doen gebruiken , om dat zy in den beginne veleen lange oorlogen met hengevoerthebben; welke giïfing wel een fchyn maar geene zekerheid geven kan Zy weten van geen aankondi- gen van oorlog. derzclver onderhoud vereifcht worden, bv de hand zyn, opdat v.y gedurende den oorlog niet van honger /.ouden komen te llervcn, of tot weglopen genoodzaakt wor- den , te meer als de maandclvke zoldy niet \olgenwïl. Dit alles hebben de Hottentotten niet van noden, om dat zy nog buskruid, nog lood, veel min diergelyk lehiet -geweer in gebruik hebben : maar maakt een iegelyk t.) n eigen geweer, het welk voormaals by 3e jagt reeds is befc breven, o f zeit", of kan dit by anderen voor vee ruilen. Zy hoeven ook geen volk te laten werven, om dat eenieder van hen zelf een zoldaat is, en te velde moet, als de wand nadert. De levensmiddelen zoo voor de menlchen als voor de Bakkeley- Oi Ven, welken zy met zich voeren en voormaals reeds befchreven zyn , worden genoeg in het open veld gevonden, zoo dat ze gene grote t oeruiting ten oorlog hoeven te maken, te meer om dat zy van geld of andere zoldy gantfeh niets weten. lnsgelyks is by de Europeanen gebruiklyk, dat men elkander den oorlog ordentlyk aankondigt, en de rede daar van by een Manifeft waereldkundig maakt. By de Hottentotten , die lezen nog lchry- ven können , en die zelfs gene boekitaven hebben, komen dier- gelyke Manifeilen niet te pas , maar de gantfche aankondiging van oorlog beltaat iri een ernllige dreyging,op welke het overvallen ras volgt, aangezien zv hunne vy- anden zelden zoo veel tyd laten , dat zy hun vee, haar eenige ryk- dom, in zekerheid können bren- gen ; maar zy nemen het met zich en werpen het in een eeuwi- ge gevangenis ; dat is, zy flachten het t'huis ten eerilen , om hunne vyanden te beletten, van zich we- ! der daar op te verhalen. Hoewel men niet kan weten , welke manier van oorlogte voeren zy voor de komlt der Europeanen IL "Deel. Hcuy hoe het zy, ondertuf- Jt"(f fchen is het zeker, dat de oorlo- gecnee- gen onder hen niet op eenerlei Hjjjf ™" wys worden gevoert , maar ieder den 'oorlog natie heeft altoos iets byzonders; te Vücrea want twee en ook wel drie natiën gaan zomtyds een verbond aan, en zoeken alzoo met gemeen overleg voordeel te behalen ; deze verbin- tenillen grypen zomtyds ook maar zoolang Hand, als de oorlog duurt; zomtvds ook wel voor eeuwig en voor altoos, namelyk na dat haar wand altyd den meefter fpeelt, op dezelve wys als de Europeaan- fche Mogendheden zich gewoon zyn te alliëeren , om een hoog- mocdigen en op zyn geluk poc- chenden vyand te wederftann. Men heeft in vorige jaren nog Zy hebben een onderfcheid aangemerkt, dat tyds "ok echter van geen byzonder gevolg verboi gewceft is, wanneer vele natiën gelyk zich verbonden, om de Eu- ropeanen weder uit het land te ja- gen, 't welk ook de genen, dié aan Monomotapa grenzen , hebben getracht de Portugcefchcn te doen; maar vermids men hunne vergiftige pylen en Haflagayen niet veel fchuuwdc, maar ze met buskruiden lood het hazepaddeed kiezen, hebben zy als nu gantfeh andere maatregels genomen, en zoeken liever vreedzaam met hen Si te ho B E S C H R Y V I N G van de te leven, als gevaar te lopen, van t'eenemaal uitgeroeit te worden. Ondertuffehên dienen alle om- ïb.ndigheden zeer wel in overwe- ging "te worden genomen , als men een recht begrip van hunne oorlogen lubben wil. De voor- naamitcis, dat men dient te we- ten , of de oorlog tegen een Hottentotfche natie gericht is, of ! dezelve alleen zy , dan of ze ook Geallieerden hebbe, en hulp ge- , bruiken? Eindelyk welke oor/a- ken zy hebben, een oorlog te be- J ginnen? Want uit alle deze om- itandighcden zal zoo wel de aan- gehaalde verandering der Krygs- manier als de duurzaamheid van dezelve blyken, en terzelver tyd openbaar worden, hoe zy vrede maken, en door wiendie hedens- daags meelt bemiddelt word. Wat de oorzaken van hunne De oorra- , . . ken des oorlogen aanbelangt, men weet krygszyn nedensdaags byna gene andere voorname- , . P. i> ji •„ ,i„ ie- dan deze drie. De eerite is , als derley. d'éeiie natie het vee van de ande- re, wanneer dezelve het op hare gewaande grenzen wyd , yveg- dryft, en niet wedergeeft; 't zy dat zy het zelve met geweld ha- len , en daarenboven meer , als zy in den beginne gehad hebben, met zich nemen, uit welke wederzyd- fehe rov.erycn ten laatiten niets anders dan een oorlog ontitaan kan. De t wc de oorzaak is, wan- neer de eene natie de vrouwen van de andere opvangt, en dezel- ve by zich houd, welk ailront v.y U ederom als een al te grote hoon en lmaad met een oorlog moeten boeten, om hunne wwen ter zel- yer tyd weder te verlolVen. De derde oorzaak is , als zy op de voorgemelde grenzen elkanders w\ de nemen, en beletten , dat hunne buuren met haar vee daar hiet komen können. In dit laatlle is wel de voor- ma mite oorzaak van alle hunne oorlogetj, die zy zelven onder el- kander voeren, daar ondertul- 1'ehen hunne grenzen, hoe ver el- ke natie gaan mag, niet gemeten of afgepaalt zyn. En fchoon zy daar ook zelfs niet weyden, kön- nen zy hunne buuren echter grote lchade toebrengen, en beletten, dat zy daar niet können komen , als zy namelyk in droog weer het dorre gras op verfcheide plaatzcn te gelyk in brand tfeken , en alles eenige uuren ver verbranden. Aangezien zy daar door veroor- zaken , dat hunne buuren, met hun vee daar komende , lof nog gras vinden , en bygevolg te rug keren moeten. De twee andere oorzaken gebeuren zoo zeer dik- wyls niet, wyl het altyd meeiluit vermetelheid geichied , dat zy de wyven , van hunne nabuuren ne- men , welke zy toch zelfs genoeg hebben , en met voordacht twilt zoeken, als zy elkander zonder belediging het vee wegdryven, om dat hunne grenzen zoo naauw niet zyn afgelcheiden , en het op drie of vier mylen niet aankomt. \V anneer der nu een oorlog tullchen twee naby gelege natiën ontilaat, die gene Bondgenoten hebben, grypen zy elkander wel met ongemene kloekmoedigheid aan , maken daar benevens een af- gryzelyk veldgeichreeuw, zoo dat men zoude denken, dat alle Fu- rie?! los gebroken waren ; maar de- ze dapperheid houd niet lang Handt, aangezien die natie, welke meelt van hare manfehap heeft verloren, of van welke de meelle liakkeley-oilen worden wcgge- ' dreven, wel haait het hazepad kielt, en zich na hunne overige kudden fpoed, dezelve in zeker- I heid brengt, en daar op denvyand de overwinning laat, welke ook, wyl een zulke oorlog gemcenlyk door een neerlaag of flacht gecin- digt word, zoo lang y.egcnpralen- de blyft, tot dat de onderleggen- de party eenigen uit het midden van haar aan de Illultre Compagnie kan zenden, om haar nood voor te dragen, en der zei ver byftand en-Mediatie te verzoeken. Zoo KAAP bfc GOEDE HOOP. 14t J?neuur0" Zoo dra de Regering alhier öf n de Gouverneur narichi daar «van bekomt, en de Gezanten de om- »ederma- Handigheden ter dege hebben ver- ■ haalt j word ten eerden, voorna- mentlyk als het oorlogs-vuur de ( Kolonien begint te naderen, order gegeven , dat 'ereen party vryuilli- 1 s met hen rei /.en, om den vrede te helpen bevorderen" , welke ook word getrofFefij zoo dra de zegen- pralende party de Europeanen ge- waar word ; als wanneer aan een iegelyk het z\ne weder word uit- gekeert , en zodanige heilzame bedingen worden gemaakt, die met het belang van wederzyds partven overeenkomen. Op dat echter dé gemeldeCompagnie geen kollen voor niet met al zoude be- hoeven te doen, zoo worden zy wel niet aangefproken, om dezel- ve goed te doen, om dat zy behal- ven het vee niets van waarde of aanzien bezitten , maar aan de Vrywilligcrs word bevolen, om een goede party vee zoo wel by de Itrydcnde party als andere na- buurige natiën tegen gevvoonlyke betaling te handelen, en aldus ha- re gedane kollen eenigzins weder te vergoeden. By veraf- Wat de andere verafgelege na- fènfnde tien Detreft> ZY hebben' dit ge- flüanticn. wenfcht voordeel niet te verwach- ten , ten minften zoo licht niet , om dat de Illuitre Compagnie het klein ile deel van hare koften niet weder kan bekomen ; en vermids zy van andere nabygelege vreem- de natiën , als de 'Portugeefen en de Monomotapanez,en ook geen hulp te verwachten hebben , zoo zyn zy zekcrlyk wel genoodzaakt, om zich tegen hunne magtige en hen befpringende nabuuren te wa- penen, met elders by hunne aan- grenzende Natiën hulpe te zoe- ken, en zich met dezelve in een verbond in te laten , om dat een iegelyk uit het licht der natuur wel weet, dat als de magtige den zwakken t 'ondergebragt en zich daar door nog iterker gemaakt heeft, het eindelyk met hem ook 1 gaan zal, en hy van de/en Gülzigaard insgel) kb /.al opgcilokt worden. Om dies wille hebben de Sufa- quas en Odaquas u\' 'Vt/i/yuas rieh met de kleine Namaqitas in eert eeuwig verbond ingelaten, om de magtige en volkryke Nattiaqudi het hoofd te können bieden. I )ier- gclyk hebben de 'Dunquas met de "Dumaquas tegen de Gauros ge- daan. De anderen, welken voor een korten tyd, en maar zoo lang als deze of gene oorlog duurt , m< i anderen verbintenill'en hebben aan- gegaan, na eikanderen op te noe- men, zoude zooonmogelyk zyn, als mogelyk is, alle verbintenillen, welke dees of gene Mogendheden tegen een derden gemaakt heb- ben, met korte woorden te mel- den , ,te meer om dat die zoo veel- vuldig zyn , en zy dan met den eenen dan met den anderen eene lyn trekken. Ontrent 5-0 jaren geleden, en AiieN»- ten eerften na de bezit neming der j)1cen^'b" Hollanders , wanneer alle natiën Hoiian- zagen en bemerkten, dat dezelven de"we<7^. 96. uit het voorgemeld Lateinfch be- richt op de volgende wys gantfeh duidelyk uitgedrukt ; te weten : 'DeErfaêkmgi fchryfthv, komt op den oud//cu zoon; en ten einde zy hare magt en aanzien zouden können behouden , zyn zy alleen erfgenaam van hare vaders, en de jonger broeders hebben uit de erfe- nis niets , maar zyn verplicht , om hunnen ottdßen broeder te dienen. Deze dienitbaarheid valt deze jonger broeders, als zvnde zy al- len byzondere grote Voorftanders enBeminnaars der vryheid, niet weinig moeijelvk, en ondertuf- fchen können zy daar van niet ontllagen zyn ; maar dezelve word dikwyls verzacht, als de oudlte broeder, welke hen voor hurtne dienstbaarheid lyfs-onderhoud be- zorgen moet , of niet zeer lang leeft j en zonder kinderen, voor- namelyk zonder zonen Iterft, en alzoo den volgenden de verkrege erfenis nalaat, of anders als hy zoo veel monden op te houden heeft , en het hem te laftig valt , toeitaat , dat zy zich elders by de Europeanen een zekeren tyd ver- huuren, en by dezelven iets ver- dienen, teneinde zy op die wys ook aan eigen vee zouden komen en op zich zelven beltaan kön- nen. Zulks doen zy ook Zeer gaarn , fchoon de dienltbaarheid der Hollanders veel zwaarder is, dan de gene* welke zy by hunnen broeder verdragen moeten; heb- bende zy niets anderste doen, als het vee te hoeden, dikvvyls mede op de jagt te gaan , en andere dier- gelyke lichte dienllen waar te ne- men, daarzy in tegendeel by de Hollanders niet alleen tot het vee- hoeden, maar ook tot allerhanden huis-en boer-arbeid , als ploegen, maaijen, enz., worden gebruikt, welken arbeid, zy ook zoo ge- maklyk leeren en zoo goed ver- ftaan, als dikwyls de boer zelve. Edoch fchoon vj indicnllzyn, kan men niet beletten, dat zy ee- nige dagen , na dat zy alvorcni daar van kennis gegeven hebben , landwaards in lopen , ten einde om het geen zy van haar loon heb- ben gefpaart, als Tabak, Kralen, enz., voor vee ie ruilen, of door hare broeders te laten ruilen ; en ook om te tonen, dat zy gene fl.\- ven , maar vry gebore menfehen zyn. Uit al dit tot nu gemelde blykt mynes bedunkens , genoegzaam , dat de eerllgeboorte zeer trefïely- ke voorrechten heeft, en fchynt my andermaal toe, dat zy van de oude Joden afkomilig moeten zyn , om dat de eerllgeboorte by dezelven ook byzonder hoog in achting was, en veel voorrechten genoot, zoo als God zelve niet alleen uitdrukkelyk zegt, Exod, XIII. vf. ^. dat alle eerflgeboren van menfehen en van beeflen hem zyn, en dat ze derhalven hem moeten worden geheiligt ; maar men ziet ook uit het voorbeeld van Ezau, dat de eerftgebore tref- felyke voorrechten moet nebben gehad , en waarfchynlyk ook de goederen der ouders alleen moet hebben geérft, om dat Jakob zoo zeer na dezelve geitaan , en van zynen wilden broeder zoo gemak- lyk verkregen heeft , zonder twyf- fel , om dat hy meer werk van de jagt maakte, dan van het Uil en geruft huis -leven. Zie Gene fis XX V. 3 1 • feq. Conf. Gen. XXVII. ló.feq. Hebreen XII. v.16. Doch het zy hoe het zy, het is ïngewor- zeker, dat de Hottentotten geene ^aSda andere erfvolging hebben , dan flaven en die reeds befchreven is, zoo dat h ik hier niets meer zal by voegen, maar my keren rot het geen , waar toe myne verdere belofte my roept ; te weten , ik ben van voor- nemen, om nog iets te melden van den haat , welke tull'chen de Hot- tentotten en Haven dagelyks be- fpeurt word, en daar mede dit T 3 Hoofd- ten. i5o BESCHRYVING van de Hoofdftuk te fluiten , 200 als ik in 't besfin gezegt heb. Eer en alvorens ik echter hier Slaven ïyn 1-i~1 , .. . ,. ,i- meeft alk van fpreek i zal het niet ondienitig uit Afiika. . om van je Haven het een en 't ander aan te roeren, op dat men door vergelyking van hunne le- vens-wys met die der Hottentot- ten te lichter zoude können be- grypen , wat de rede is , dat zy zoo verbittert op elkander zyn. Haar vaderland is meercndeels Afrika, zoo goed als dat der Hot- tentotten, alleenlvk dat de ge- boorte-landen een weinig ver van elkander leggen, komende de meeften wel van Madagascar , een groot Afnkaanfch eiland tegen Mofambique over; doch daar worden 'er ook anderen zoo van Capo Verde, Loanda , St. Taul, Vita, Congo, en andere Afrikaan- fche Koningryken en landen her- waards gebragt. Men vind nog anderen, die uit ^■ft- Afia en deszelfs verfcheide Ko- men hier ningryken her waard s worden ge- SdS hragt , namelyk de Javanen, Cey- loncfcn, Ambohiefèn, Macaflaren, Bandanefen, Ternataneu, Benga- krs, Baljers, en veel anderen ; maar om dat die zoo menigvuldig niet zvn als de Afrikanen, en ook niet eene fpraak en een vaderland hebben als dezen, word niet veel op dezelven ge'et ; fchoon ecnige natiën, daar onder de Macalïaren en Javanen zeer bedriegelyk zyn , en men zeer wel dient voor hen op zyne hoede te zyn. Ondertuf- fchen niet tcgenitaande ik hebbc gezegt, dat zy niet eenerlei taal hebben, zoo moet ik echter de Portugeefche daar van uitzonde- ren, om dat zy,zy komen vanwaar zy komen, fchier allen dezelve ver- ftaan en Ipreken , ten minften in korten tyd van elkander leren. 7.00 velerlei natiën 'er onder de flaven zyn , zoo velerhande ver- fcheide gebruiken treft men on- der hen aan, niet alleen, in uiter- lyke zaken , maar ook in het geen hunnen inboril aanbelangt. Wat het uiterlyke betreft, de meeflen waifchen zich daags dikwyls, zoo als de Mahometanen , welker Godsdienit velen van dezelven aankleven. Zommigen eeten geen fpek, als de Macallaren. Ande- ren eeten gantfeh niets, dat leven heeft ontfangen, als de Benga- lers, en verfchillen alzoo hier in zeer veel van elkander. Wat hunne aard aangaat, het verfchil is hier in zeer groot ; zynde eeni- gen Hout en vermetel , als de voorgemelde Javaners en Macaf- faren ; anderen verradelyk en fchelmachtig , als de Baljers en Amboinefers, en anderen weder- om vrekachtig en onkuifch, als de Madagascars en alle andere A- frikanen ; edoch wie zoude alle die verfcheide zoorten na eikan- deren können befchry ven, aange- zien dezelve ontallyk zyn? Alle deze menfehen fchynen niet alleen in de verf van de Hot- tentotten onderfcheiden , alzoo genen meeft pikzwart zyn, eeni- ge weinige Afiatiatifche natiën uitgezondert , die echter bruin zyn, zoo als voormaals gezegt is, maar beftaat het onderfcheid voornamelyk hier in, dat de Hot- tentotten met een vry gemoed be- gaaft zyn, daar de flaven in tegen- deel een recht knechtelyken geeft bezitten , achtervolgens den wel- ken zy als van natuur tot knecht- fchap gewyd en als daar toe ge- fchikt zyn. Want zoo dra zy ge- boren, en tot den arbeid bequaam zyn, dryft men hen daar toe aan, en laat hen in hun eigen vaderland weinig ruft, het welk den genen die hier geboren worden, echter gantfeh niet gebeurt, voorname- lyk als de llluftre Compagnie ovet dezelven te gebieden heeft, nade- maal aan hen vergunt word, om hunne jongite jaren met fpelcn en andere kindeilyke tydverdryven door te brengen. De ïlluftre Com- pagnie houd voor dezelven een byzonderen Schoolmeelter en Schoolmceftreflè, waar by de jon- gens KAAP uii GOEDE HOOP. 15t gens en meisjes ieder In vomier, biet alleen le/en maar ook. de Chriftclykc godsdicnll leeren kön- nen , alzoo zy alleen , zoo veel 'er y\n, gedoopt worden. Ue Heer Boeving meld in zyne curicufelic- fchryving enNaricht van de Hot- tentotten ƒ *£. i. dat 'er maar som- migen gedoopt wierden, dog dit voorgeven vind maar plaats, in zoo verre hy daar mede niet de Slaven der 111 altre Compagnie, maar die der borgers wil veritaan hebben, in welker opzicht het waar is. Dennen In den gemenen ommegang zyn 7.yn in den dezcn ver boven de Hottentotten eenuncn .... . . , omgang te Hellen; dog niet om hare eer- bovcudc lykhcid, als welke by de mceiten ten te ach- maar zoo en zoo is , maar omdat lcn- zy netter en zinnelyker zyn. In plaats dat de Hottentotten zich nooit waffchen, zoo doen dezen het zoo veel te meer, en werden daarenboven van hunne Heren daar toe gewent, en als zy zulks eens overflaan , met flokflagen vermaant, om het een andermaal indachtig te zyn. Ik zoude nog ontallyk veel zoorten van dierge- j lyken onderfcheid tufTchen beide ; natiën können opnoemen, als het j hier myn werk was, maar mif- fchien zal op een andere tyd een betere gelegentheid zich daar toe aanbieden. Ik heb dit maar aangehaalt, op dat men zoude können zien het onderfcheid tufTchen beide de natiën, te weten de Hottentotten en de Slaven, waar uit dien erfe- lyken haat , waar van ik jegens- woordig fchryven wil , zynen oor- fprong neemt. Dezelven is als nu zoo diep ingewortelt, dat hy wel voor eeuwig duren zal, ten waren 'er een byzondere fchikking quam, waar door beide die natiën wederom vereenigt en verzoent wierden. Deomio- j)e gr0nd van dezen haat, ge- iyn fchaap- loof ik , is , dat de Haven , die van dieven, hunne Heren lopen, en zich in het vrye veld begeven, doorgaans goed geweer, nevens buskruid en lood met zieh nemen; en dat /.y niets te ecten hebbende, zich ze- kerlyk op het Helen leggen, en den Hottentotten van menigen hamel beroven , tcrwyl zy den vee-of fchaap-hoeder op het min- Itc gerucht, het welk hy maakt, dreigen dood tefchieten, en al- zoo dwingen , dat hy moet gedo- gen, dat zv ondertuiTchenmethet genomen fetiaap hene gaan. Ook is de plicht van deze flaven, Deriaven. dat zy de Gerechts-dienaars of ï£cdncde Caflfers,zooals men ze hier noemt, Hottenton moeten byitaan en helpen , als een tcn vatten" Hottentot aan de Kaap iets mis- doet en zich daar na met de vlucht falvercn wil ; want zy fnyden hem ten eerllen den weg af, en belet- ten hem , dat hy niet achter de veiling komen kan, en zoo dra de Gerechtsdienaars komen , vatten zy hem by de kop , en brengen hem gebonden na de gevankenis* waar uit hy na verloop van een nacht weder genomen, en äan een geeiTel-paal met een dikken ftrik of anders mer gefpouwe rieten op den rug of op de billen' naar ver- diente geifraft word. Vermids nu deze en andere Dedienft«. diergelyke dingen den Hottentot- ^aven ten zeer fmertelyk valt, en hen in ftaatde 't hert zeer doet, terwyl zy geen Hottenlot- leed aan de flaven derven doen , tegen, zoo lang als zy t'huis blyven, zoo heeft de voorgenomc wraak een zulken onverzoenlyken haat ver- wekt, dat het niet wel uit te fpreken is. Daarenboven zyn zy ook niet weinig moejelyk , dat dezen hunne vryheid om geld ver- i kopen , en andere volken als lyf- eige knechts dienen , die dag nog nacht ruit hebben , maar gefladig een ander na de oogen moeten kyken , en gehoorzaam zyn , en als ezels den lad dragen, voor al het welk zy dikwyls niets , dan een rug vol (lagen en nevens het dagelyks onderhoud hunne klede- ren te Verwachten hebben. Dienvolgens wanneer voor de- zen 152 BESCHRYVING van de zen een of meer diergelyke (la- ven wegliepen, lieten de Hot- tentotten dezelven ongemoeit,en waren wel te vrede , als zy hen maar niets quaads gedaan hadden; wanneer zy echter ver genoeg wa- ren, en hun geweer verloren had- den, of dat het doorregen of an- dere vochtigheid verroert en on- bruikbaar geworden was, belette- den zy dezelven , om te rug te ke- ren, of wezen hen den weg nog verder, of eindelyk als de wilde dieren hen niet verfcheurden , bragten zy hen om het leven , en wreekten zich alzoo na hunne meening aan hen ; derhalven wyl 'er nooit een flaaf te rug is geko- men , die zich maar wat diep landwaards in begeven heeft, heeft men uit dezen grond , en niet zonder rede, het vermoeden gehad , dat zy allen van de Hot- tentotten doodgeflagen zyn, waar van ik echter elders reeds andere oorzaken hebbe bygebragt, en aangewezen, dat zulks niet altyd onfeilbaar volgt. Hoe het hedendaags hier on- trent gaat, en welke preiswaardi- ge fchikking deswegen is gemaakt, is elders insgelyks reeds aange- toont. Ik zal alleenlyk hierby voegen, dat de Hottentotten, als een zodanige flaaf gehangen ofge- rabraakt word , altyd daar by {taan, en zich heimelyk daaro- ver verheugen; ten dele wegens de oude vyandfehap ,en deels wyl zy zulke lichtvaardigheid niet können lyden of dulden, maar die gaarn zelve zeer flreng (trafTen , zoo als bericht is. Word 'er ein- delyk ook maar een gegeeflelt, welke manier by de (laven gantfeh anders is , als by de Europeanen , zoo als ik by een andere gelegent- heid verhalen zal, zoo (taan zydaar by, en jouwen den fchreeuwenden misdadiger wakker uit, om dat zy wel weten , dat hy hen des- wegen niets doen derft. Hier zoude ik nog welverfchei- de exempels van allerlei voorval- len können bybrengen , maar wyl het de moeite niet zoude waardig zyn, om dat men die byna dage- lyks heeft, zoo oordeel ikraad- zaamft, dit Hoofdituk te flui- ten. XIV. HOOFT. KAAP de GOEDE HOOP. 153 XIV. HOOFTSTUK. Van de gewoonlykc Zicktcns der Hottentotten > op wat vvys en door welk middel zy dezelve genezen. Van de ziekt ens der Hottentotten , en der ze/ver genezing. Waarom de Hottentotte» brede neu fu hebben. Koppen, en fineren zyn algemene middelen by de Hottentotten. Wat zy voor kennis van de kruiden hebben. Zyn Sternkundigen , als de boeren in Europa. Hot- tentotfebe Barbiers. Haar manier van koppen te zetten. Haar manier van aderlaten. Zy genezen ouk uiterlyke qualni. Hoe zy de wonden genezen. Hoe de verrekkingen. Hoe zy ilc Wyven de leden der vingers afzetten. Welke de eigentlyke oorzaak van bet lid-afzct- ten is. Dit lid afzetten wordt herbaalt zoo dikwi/s zy een ander man neemt. De Hotten- totten verflaan ook bei hair fnyden. Zulks gefchied by grote hooft pyn. Gelyk ook by V af- ßerven van Ouders en Nabeßaanden. Waar m de zy het hair affebcren. Hottentotten zyn zelden krank. Nemen bet zap van Zlloe-bladcren in. Maken ook poejers en dranken van andere kruiden. Hoe een Hottentot door Vitriool genezen. Proef of een Hottentot zal fier- ven of niet. Deze proef word door een levendig gevild fchaap genomen. Bc fluit van dit Hooßßuk. HEt geen ik tot nu van het le- ven , doen en laten der Hottentotten op het papier ge- bragt, en in Hoofdftukken vervat hebbe , zal hoop ik , den Lezer niet hebben mishaagt, fchoon hy menig uur daar mede doorgebragt zal hebben ; want ik maak ftaat , dat hy deswegen geen reden zal hebben , om over tyd-verlies te klagen; om dat onze affpraak in den beginne geween1 is , om den Lezer van deze onbekende vol- ken , van dewelken wel velen iets, maar /eer verward , valfchlyk en verkeert ontdekt en gefchreven hebben, een duidelyk en zeker naricht toe te zenden; dog ver- mids zulks niet konde gefchicden, dan na dat my geoorlooft was , naauwe en onfeilbare zekerheid in te nemen, en ik daarenboven al- vorens andere zaken heb moeten onderzoeken , van dewelke ik u insgelyks naricht hebbe medege- deelt, zoo heb ik deze itof met re- de tot op het laatft moeten ver- fchuiven en fparen. Doordien ik echter veele, ja wel de meelte zaken zelf met oo- II. Deel. gen heb gezien , welke ik tot nu van deze natiën gemeld heb, zoo zal hy hoop ik > aan derzelver echtheid te minder twyffelen, te meer indien hy weet , dat myn verblyf alhier reeds lang genoeg geweeit is; en vermids 'er nog maar eenige (tukken aan deze gantfehe beichryving der Hotten- totten ontbreken, voor zoo veel ik tot nu heb können gewaar worden , zoo zal ik dezelve ook hier nevens voegen, en daar mede een einde van het gantfehe werk maken ; niet twyffelende, of de Lezer zal zich wel verledigen, om deze ook door te lezen. Terwyl ik echter dit fchryf,zoo fchiet my iets te binnen , het welk ik al lang had moeten verha- len,ten ware de veelheid der Hof- fen de oorzaak ware, dat ik het tot nu vergeten heb. Ik heb na melyk in een van myne eerde Hoofdlhikken gezegt, dat de Hottentotten doorgaans brede ncufen hebben, welke echter van natuur alzoo niet gcformeert wa- ren , maar door een andere oor- zaak aldus wierden. Ten einde V nu 154 BESCHRY VING vande nu een zoo noodwendig ftuk Van van allerhande koftbare 2aken de uiterlyke befchapenheid de2er tot geneesmiddelen medegedeelt, Vande ïiektens der Hot- tentotten. natie niet met ftïlzwygen verby te gaan, en myne belofte na te ko- men, 2al ik het hier inlaiTen, fchoon het by de volgende mate- rie niet zoude mogen pallen; dienvolgens gelieve de Lezer te weten, dat een Hottentots kind , als het ter vvaereld komt , een neus heeft als andere menfehen , maar wyl zy dezelve voor mis- maakt houden, duwen zy het neusbeen met de duimen aan (tukken; zoo dra het kind gebo- ren is, en veroorzaken alzoo, dat de neus breed word ; en het heugt my , dat ik 'er maar een heb ge- zien, die, om dat hy een Euro- peaanfehen vader had, ook de neus zoo als zyn vader had be- houden ; en is zulks miflehien ge- fchied , om daar door de moeder van een echtbreuk te overtuigen , doordien zy het kind hen niet ge- lyk achteden, aangezien de moe- der ook daar na niet meer gezien is , en heb ik niet können gewaar worden , welk end zy gehad heeft. Onder de zeldzaamheden, wel- ke ik van de Hottentotten nog moet afhandelen, en van voorne- men ben, om in dit Hoofdltuk te verhalen, zyn voornamelyk de ziektens en de geneesmiddelen , zoo als dezelve onder deze volken voorvallen, en genezen worden. Wat my aanbelangt, my dunkt, dat een gantfeh gewichtige en fraaje materie is, welke my wel grote moeite gekolt heeft, om te onderzoeken, maar die deswegen niet t 'onaangenamer is, om dat 'er andermaal uit blykt, dat zy niet dom of onverltandig te werk gaan, maar wel toezien, hoe zy een kranke zullen helpen, aange- zien liet hen achtervolgens de be- fchryving der drie Ryken en an- dere zaken , nog aan heilzame kruiden, nog aan andere hulpn ke middelen ontbreekt ; maar heelt God hen een groten overvloed waar van zy er eenige ook zeer verltandig weten te gebruiken. De dikvvyls aangehaalde Heer Koppen en Boeving zegt in zyne curieufe Be- ^^"„0* fchryving en Naricht van de Hot- middelen. tentotten: Voor de innerlyke en uiterlyke quälen weten zy byna ge- ne andere middelen , dan koppen en fineren met vet ; edoch vermids hy de wyze van koppen niet meld, en niet daar by voegt,' door wien het gedaan word , noch van hun- ne ziektens eenig gewag maakt , zoo komt deszelfs voorgeven in zoo verre met de waarheid over- een, dat zy zich van dit middel bedienen; doch hoop ik, dat hen my zalgeoorlooftzyn, om dit te .verklaren, en daarenboven aan te wyzen , dat zy ingeval van inner- lyke en uiterlyke ziektens of quä- len , ook meer andere middelen weten te gebruiken. Want dat zy eenige kennis van Watiy^ de medicynen hebben , en als de nC°vÄ boeren in Europa, hunne huis- kruiden middelen weten te gebruiken, wanneer hen of hunne buuren iets fcheelt, blykt eenigzins uit het getuigenis van T. 'Tacbart , het welk hy in zyne Siamfche Reis /dg; 101. daar van geeft, alwaar hy zegt : Geloofwaardige menfihen hebben ons verzekert^ dat zy by donkere nacht zelfs de Sitnplicïa of geneeskruiden door het bloot aan- roeren , en door den reuk weten te onder fcheïden', enpag. no.fchryft hy : Vermids 'er zeer veel zeldza- me kruiden van allerhande zoort in hunne velden en boßeben worden gevonden , zyn zy allen te zamen b v/^/yé/W/ijf ».Ondertuilchen is dit nog duidelykeraf te nemen, door dien zy deze kruiden, waar van zv kennis hebben, ook met zeer veel nut weten te gebruiken , zoo als in 't vervolg zal worden aange- toont. Achtervolgens dit zelve getui- genis van den Heer Tacbart loc. cit.pag. 11 o. maken zy zeer veel werk hebben» „"■ Mr KAAP de GOEDE HOOP. Werk van zekere Srccnmark , 't welktuflchen de reten of fpleicn van zekere klippen alleen gevon- den word , en tamclyk hard en donker van couleur is, hetwelk zy, zoo als de gemelde Heer Ta- chart zegt, ondervonden hebben, van een wonderbare deugd te /\ n ,en dat het voornamelyk goed is , om den vrouwen tot het be- vallen in de Kraam, en hunne koe- jen, fchapen en geiten tot het werpen te helpen. Wat my aan- belangt, ik weet, dat dit hulp- middel zeer dikwyls ontrent de beeilen word gebruikt, dog by de fchrecuwende vrouwen al- leenlykin deuiterlte nood, wan- neer alle andere middelen te kort fchieten. Ik heb dit middel dik- wyls gezien, en een Huk daar van met my na huis genomen, en in warm water laten fmelten , als wanneer de grove Hoffe op den bodem ging zitten, en het water roodachtig wierd, maar daar ont- itond zulken onverdraaglyken Üank , dat ik genoodzaakt was , om het uit het veniter te wer- pen. De zoo evengemelde T. Ta- chart fchryft hen loc . cït. pag. i o i . ook verder de kennis van de Her- ren toe , als hy zegt : Zy zouden Ster kundigen zyn , en hebben ge- loofwaardige perzonen ons verze- kert , dat zy den Herne Is loop zeer ivel verflaan. Edog wanneer ik die genen voor Herrekundigen wil houden , die ter naauwer nood uit zekere Herren, als de boeren in Europa, uit den CP lau 'flrum of 'Vr- fa Major dat is, den zoogenaam- den Hemel- wagen of groten Beer, zoo als ook uit de Morgen en A- vond Herren en andere meer, we- ten te zeggen, hoe laat het ontrent by nacht is, of anders als iemand weet wanneer het Nieuwe of Volle Maan word , zoo moet ik zeker- lyk bekennen , dat de Hottentot- ten Herrekundigen zyn. Onder- tuflehen dunkt my , dat tot die kennis vry wat meer word ver- II. "Deel, eifchtj ais dit, en tee, ik dienvol- gens, dat zy die treHelykc weten- fchap gantfeh nier bezitten, en dat zy met meerder recht Mcdicyns, Barbiers en kenners van baden en kruiden genaamt können wor- den. Gelieft gy een bewys van myn Hol voorgeven te hebben, zoo beroep {j**0»- ik myop de ondervinding, en op het geen ik zelf heb gezien. Om van het minHc te beginnen, en daar na van het meerder te ipre- ken ; zy hebben Barbiers onder zich , die zeer veel kennis heb- ben, en zonder groten ornflag van inHrumenten, ontrent de uiterly- ke quälen en wonden, zoo als ook met koppen , aderlaten en niet minder met fcheeren , zeer wel weten om te gaan. Ik heb dikwyls gezien , dat iemand over pyn in de maag, borH, of buik klagende, zy ten eerflen niet met innerlyke geneesmiddelen voor den dag quamen, maar zich alvorens van het koppen bedienden; het welk zich op de volgende wyze toe- droeg. Hy zocht voor eerft een Offe of Manie! koe-hoorn die 'er overal genoeg J^eiëu in 't veld leggen , om dat men ze ten. hier door gebrek van kammema- kers en anderen , welken die ver- arbeiden, tot niets gebruiken kan; hy fneed vervolgens dien hoorn van onder gelyk , en fchaafde de fcherpe hoeken weg; hy Heep zyn dagelyks mes op een Heen zoo fcherp als hy kon , zuigde den hoorn op de plaats, daar de zieke pyn voelde, zoo vaH, dat dezelve zoo Hyf daar op zat, als anders de koppen doen, waar door het vleefch nevens de huid doof en ongevoelig wierd. De hoorn een tyd land daar op gezeten hebben- de, rukte hy daar weer af, en deed met het geflepe mes eeni- ge incden in de huid , ontrent een duim breed lang, en zuig- de vervolgens den hoorn we- der daar op, die zoo lang moell blyven zitten, tot dat ze vol V x bloed is« BESCHRYVING VAN DE Dit ver- oorzaakt grote pyn. bloed was , en van zelf afviel. Midlerwyl moet de Patient op den rug blyven leggen, zonder zich byna te bewegen, en de fei- lte pyn uitftaan, vermids de vaft- gezoge hoorn gedurende dien tyd, het welk dikwyls twee uuren en langer duurt, na dat de Patient bloedryk is, of de fneden diep ge- daan zyn, hoe langs hoe dieper enden buik als te zamen zuigt, zoo dat de arme lyder dikwyls van pyn krimpt en zomtyds den hoorn afrukt. Als de hoorn eens van zelfs afvalt , en vol bloed gewceft is , word dezelve niet weder gezet, maar men laat als dan den Patient gaan, om te zien, of het gehol- . pen heeft of niet; heeft dit kop- pen de pyn nog niet weggenomen, word hem een drank van kruiden ingegeven ; vertrekt de pyn , en laat zich op een andere plaats voe- len , word hy met warm vet wak- ker gefmeert ; en de pyn als dan nog niet verdwenen zynde, word hy andermaal op diezelve plaats gekopt. Is dit nu niet een recht aardige manier van koppen, gefchiedende zonder kop of yzer of iets anders, v dat daar toe word vereifcht? en is dezelve ook niet wyflelyk, fchoon ze recht eenvoudig uitge- vonden is? Edoch gelieft maar een weinig geduld te nemen, gy zult dat zelve insgelyks by 't ader- laten gewaar worden, het welk aldus gedaan word : Wanneer ie- mand over benaauwdheid op de bor ft klaagt, of anders meent, dat hv te veel bloed heeft, zoo word hem een aderlating geraden, als buiten welke omltandigheden dat Curicufc middel nooit gebruikt word. De ädedaten3" Pätteo* ^aar toe gerefolveert zyn- de, komt iemand, die de konit vcrihat, en brengt even zoo veel inilrumenten met zich als de ge- ne, welke aan den anderen kop- pen »e/et heeft , hebbende niets by zich dan een riem en een mes. riem gebruikt hy niet tot het afbinden van den ader, om het bloed te beter te doen lopen of fpringen, maar om een band te leggen, daar hy vermoed , dat het bloed weder te rug zoude können lopen. De wetenfehap van de aders , en den loop van het bloed , hebben zy zekerlyk door haar fraaje wys van flachten , voormaals befchreven, verkregen, wyl zy myns bedun- kens buiten dat flachten, niets daar van weten können. Het zy hoe het zy, het is zeker, dat hy met zyn dagelyks mes, na dat de punt zeer fcherp is geflepen , een gat in de ader fnyd, en zoo veel bloed daar uit laat lopen , als hy oordeelt nodig te zyn. Vervol- gens maakt hy het verband , dat hy gelegt heeft weder los, en itrykt het gat met vet toe, verbind het met Saley of andere wilde kruids-bladeren, en laat het alzioo weder genezen , het welk ook binnen twee dagen volkomen ge- fchied is. Uit deze en andere fneden , wel- Dwaling ke door koppen zetten in de huid j^va* worden gedaan , en die alle met zuiver vet worden toegeftreken , oordelen alle Reizigers , voor zoo veel ik befchryvingen van hen hebbe gezien, dat zy zulks voorbe- dachtelyk of om andere oorzaken deden; dog ik kan verzekeren, dat zy buiten deze beide geval- len , en nog een derde, welke ik ten eeriten verhalen zal , zoo licht geen gat in de hand la- ten fnyden. Moet men nu niet bekennen, dat dit een recht een- voudige wys van koppen en ader- laten is , welkers werking by hen echter zoo heilzaam be- vonden word ? Wat my betreft , my dunkt dat die wys gantfeh niet met ons koppen zetten en aderlaten overeenkomt, en dien- volgens verwonderens waardig is. Zv weten niet alleen met het Zygene- ' 11 II ~ .,„rr i*-'f '>OK koppen en aderlaten op zulke wys li;t..llykc om te gaan , mar ook zoo als quaicn. voorheen reeds is gezegt, ontrent uiter- KAAP de GOEDE HOOP. iS7 uiterlykc wonden en quetzuren ; en /.oude het uitlhyden van den zaatbal by de mansperzoncn , 700 als voormaals bericht is, tot ge- hoegzame bewys können verftrek- ken , als men anders geen bewys meer had, dog daar aan fcheeli het gantlch niet, en heb ik eens iemand , die met een vergiftigde pyl op den voet , even boven te toon getroffen was, gevraagt, hoe zy diergelyke wonden konden ge- nezen, 7.00 dat de wonde niet al- leen heelde, maar de gequellte ook geen ongemak had van het gif, in de bloedaders heerfchende, of be- ducht moeit zyn , dat hy daar aan (terven zoude. Hoever- Dog deze gaf my teneerften een 'ccn omltandig bericht daar Van, zeg- n gende , dat zy van het gedroogde gencitn. llangen-gif, waar mede hunne py- len vergiftigd zyn, een gedeelte tuifchen twee Itenen klein wre- ven , en met fpog tot een zalfje maakten, waar na zy zich voor op de borft ontrent de hartkuil krabden , dat het bloed daar uit quam; Itreken in de nieuwge- maakte wonde van de gemelde zalf, en namen het overige deel in, en beletteden alzoo van buiten en door het innemen van binnen, dat het gif door het opltygen na het hert werking kan doen , aangezien het gif, van boven ingenomen, de werking door den mond te rug dreef, en alzoo 't een gif het ander verjoeg. Wat echter aanbelangde het ge- nezen van de wonde, na dat de- zelve ter dege gezuivert was, ge- bruikten zy eenige heilzame krui- den, daar onder haar Buchu en 'Dacba-bhderen-, welke zy daarin llrooidenj waar na zy dezelve met een ftukje huid of vel verbonden, waar door hunne quetzuren, wel- ke zy op die wyze kregen , altyd gelukkig genezen wierden , zoo dat iemand zelden langer dan drie of vier weken met een verbonden voet hoefde te gaan , mids dat hy zich zelve niet verwaarloosde en alle dag daar na zag; alzoo het in tegendeel zeer dikwyls gebeurde, dat iemand die de wonde verzuim- de, langer tyd van noden had , eer die t'ecnmaal genezen was. Van arm-en beenbreuken weten VcrrLtkkin- • . l Li 1 ccn hoc zy niets, hebben ook nooit een diegene- exempel gehad, dat iemand dier- "■** gelyk ohgeluk heeft gehad. By cn' verrekkingen en andere diergely- ke toevallen, bedienen zy zich alleenlyk van fmeren en geltadig heen en weer bewegen, waar d< de leden eindelyk weder op hun- ne rechte plaats en order komen , hoewel zy niet können lochen en, dat die wys van genezen, voor- namelyk als het fmeren een wei- nig ftraf en ftyf gefchicd, zoo als altyd gebruiklyk is, zeer pynlvk is, te meer om dat zy door zulke pyn genoodzaakt worden , het lic- haam te fneller en heftiger te be- wegen en te rukken. Eindelyk is het ook een mees- Hoezyde terftuk van hunne Barbiers, dat zy H™J een lid van den kleinlten en dik- d' wyls van meer vingers afzetten, en wederom genezen, zonder de overige leden te verltrammen, of dat de huid optrekt en het blote been daar uit Iteekt. Dit afzetten gefchied andermaal zonder eenige toeltel van inllrumenten , maar al wederom met het mes, waar van zy zich dagelyks bedienen ; fny- dende met het zelve het lid af, na dat de huid en zenuwen met een fnaar valtgebonden is, waar na zy door zeker middel van het zap van Maltikboom-bladeren en andere kruiden heel wel het bloed Item- pen , en ook vervolgens de wonde gelukkig genezen. Ik weet my te erinneren , wan- neer van dit afzetten gewag is ge- maakt, dat ik hebbe belooft, dat ik op deze plaats de oorzaken zou- de zeggen, welke hen tot het mif- fen van een lid beweegt, omdat de gilUngen der Schry vers zoo veel van elkander verfchillen. Ten einde ik nu ook in dit Ituk niets fchuldig blyve, zal ik myn woord V 3 hou- afzetten. is« B E S C H R Y V I N G van de houden, en de zaak uit den grond onderzoeken. Edoch zulks zal niet können gefchieden, zonder de veelvuldige meningen der ge- melde Schryvers aan te halen, door dien men anders daar aan zoude twyffelen , en denken kön- nen, dat anderen het beter ge- troffen hadden. Boe, Van de twee meningen, welke menmg de Heer Boeving in zyne curieufe üiervan. ßefchryvmg en naricht van de Hottentotten pag. 4. bybrengt , {trekt de eerite daar Tiene, dat de wyven zulks zelve aan de kinderen zonder onderfcheiddoen, en dat zulks gefchied, ten einde zy niet zouden komen te fterven. Def- zelfs eige woorden luiden als volgt: Kenigen hebben ßompe vingers ; de oorzaak daar van zonde zyn ; als 'er een oftivee kinderen geftorven zyn , byt de moeder het volgende kind een lid af, nit bygelovigheid , dat dit alsdan zoo licht niet fier ven zal. van den Ondertuflchen als dit de oor- Schryver 2aak Was , en de wyven zelve het Iegt' deden , zouden zy niet altyd van de pink beginnen , maar wel van den t weden of derden vinger, na dat 'er alvorens veel kinderen ge- llorven waren. Daarenboven moeft ook volgen, dat de wyven niet alleen itompe vingers hadden, maar de mansperzonen ook ; en daar benevens zoude de huid niet weder zoo glad toeheelen,zoo als nu , zonder dat 'er een beentje uit iteckt. Dienvolgens is deze oor- zaak gantfeh verkeert en valfch , de Heer Boeving mag ze hebben van wien hy wil, ïtrydende zelfs tegen de ondervinding, om dat hy geen een en man met itompe vin- gers kan aanwyzen, 't welk op zulke wys echter noodwendig moeit gefchieden ; om dat het kind, 't welk op de voorgaande gefturve kinderen volgt, niet wel altyd een dochter zyn kan. Daar- enbpven is het , gemerkt demoe- dcrlykc liefde tot hunne nieuwge- bore kinderen , niet wel te gelo- ven , dat zy een zodanige tiranriy aan hunne tedere vrugt zouden plegen ; ja dit bericht is verdicht en van alle waarheid ontbloot, hy mag daar mede gehult zyn van wien hy wil. De Hottentotten zelf zyn daar toe bequaam genoeg, en hebben geen Leermeclter van noden, voornamelyk als zy een vreemde- ling voorhebben. Want ik weet uit de ondervinding te fpreken, en het heugt my nog zeer wel , hoe zy my de twee eerite jaren dan hier dan daar mee hebben zoeken te bedriegen en voor de gek te houden; en onder anderen heb- ben zy my van dit lid afzetten niet zoo zeer wys gemaakt, dat de wyven zelf het afbeten, maar dat het door de mannen, Barbiers of zoo als men ze gelieft te noemen, om die rede gefchiede , wyl het een teken van adeldom of een groot wapen was, en dat bygevolg een vrouw hoe minder leden zy aan haar vingers had, van zoo veel hoger ftand was, en zoo veel gro- ter wapen voerde. Ik heb dit voorgeven zekerlyk al langen tyd voor waarheid aan- genomen, om dat ik niet beter wilt, of ontdekken konde, en ik niet na ging, wat daar by noodza- kelyk had moeten gade geflagen worden ; want op dusdanige wys Itamde de Adeldom of een groot wapen alleen van de wyven , en hadden de mannen niets daar me- de te doen , maar moeiten te vre- de zyn , als zy een zulke adel) ke Dame ten huwclyk kregen, van welke zy niets zouden können roemen , dan dat zy van adclvk bloed was, om dat hare' vingers het aanwezen. Daar benevens be- dacht ik niet, dat 'er op die wys maar adelyke Dames, en geen a- delykc freulens waren; maar ik geloofde bundeling het geen my als wat nieuws op den mouw ge- fpelt wierd ; fchoon ik zomtyds zag, dat de armite bloed , die geen drie i'chapcn ryk was, met een KAAP de GOEDE HOOP. 159 vogels kring- een zodanige adelykc Dame ge- trouwt was. Ook kondc ik geen Edelman vinden, vatl welken zulke adelyke Dames ge teelt wa- ren, hoewel zy voorgaven , dat men ze aan de Tvger-( 'rollen kondc kennen ;daarondertulfchen de ganrfche Nawaquas-miic met diergelykeCrolVen praalt, die al- ias nevens eenige Kapiteins van andere natiën allen Edelluiden zvn moeiten. OndertufTchcn merkte ikeinde- lyk het bedrog, wanneer ik gele- gentheid had en vryheid kreeg, om een weinig dieper landwaards in te komen , alwaar my gantfeh wat anders wierd verhaalt, zoo als kort hier na zal worden aange- toont , zullende jegenswoordig myn werk maken, om de vreem- de gevoelens daar van verder te onderzoeken, en derhalven dat van den Heer Vogel op de baan brengen, welke in zyne tienjari- ge Ooil-Indifche Reisbefchryving pa^. 74- voorgeeft , dat ieder vryiter het moeit doen, als zy trouwen wilde. Defzelfs eige woorden daar van luiden aldus : Als zy trouwen willen , geeft de vryfter aan den vryer in plaats van een trouwring een vetten fchapen, of anderen darm om den hals , dien hy draagt, tot dat by verrot is, en van den hals valt; daar benevens moet de vryfter van haar kleine vinger een lid laten afzetten , en het aan den man geven , ten teken van hare trouw. Word we- OndertulVchen zoo valfch het deriegt. eerfte van den darm is, zoo als voormaals reeds is aangetoont , zoo verkeert is ook het twede , namelyk het lid afzetten ; want indien dit altyd by het trouwen moeft gefchieden , zoude het niet alleen een bedroefde bruiloft ma- ken , om dat de Bruid die met een gewonden vinger zoude moe- ten bywonen , fchoon zy nog zul- ke dolle en onlydelyke pyn had ; maar daar uit zoude ook moeten volgen , dat niet zommige maar alle wyven , ■ wie zy vyn, zulken dompen \ingcr zouden hebben j 't welk andermaal tegen de ondervinding is, om dat men veel hondert wyven aantreft, die alle de leden aan de vingers heb- ben. Derhalven heelt ook de Heer / 'ogel , die voor 't overige /eer wel, fchoon kort, van hen fchryft, hier in gedwaalt , ende zaak niet wel onderzocht. \ m deze drie meningen wykt inving* de andere oorzaak van den Heer £"'** Boeving, welke loc.cit.pag. •,-. te vindenis , gantfeh af, en komt de zaak wat nader , als hy zegt : Zommige wyven zonden door het afbyten van een lid van de pink, de droefheid over de dood van hare mans te kennen geven. Ik zeg , d at hy de zaak wat nader komt, fchoon hy die niet volkomen treft. Het is zeker, dat het om de mans gefchied , dog of het een teken is van droefheid over het verlies van haren beminden man, dan om een andere oorzaak , zulks is te onderzoeken. Dat het niet uit droefheid ge- Wederkgt. fchied , blykt, wyl zy door den dood van haar man niets verlieft , dan den byflaap, dien zydikwyls tog niet alleen heeft gehad , als hy nog een of twee wyven nevens haar heeft getrouwt. Ontrent de nalatenfchap gaat de zoon haar voor, en ontfangt die, als hy ze anders kan beltieren , en zoo nier, blyft de moeder als opper-voogdes in 't bezit en bcltier, tot dat de zoon in itaat is. Aan eeten en drinken ontbreekt het haar echter niet, vermids de zoon, of als 'er geen is, de geen, welke de goe- deren erft, verplicht is, om de moeder te verzorgen. Dienvol- gens moet dit lid-afzetten een an- dere oorzaak, als die de Heer Boeving by gebragt heeft, heb- ben. Waar mede nu een vrouw haar droefheid over het verlies van haar man laat zien , zulks zal in 't vervolg gemeld wor- den , wanneer ik de begra- fenis- i6o B E S C H R Y V I N G van de cc bdtc. fenis plechtigheden zal befchry- vcn. Tacharts De dii:wYls aangehaalde ' T. mening is Tachart heeft de belle en w aar- achtiglte mening daar van , welke met de ondervinding en grondige waarheid meelt overeenkomt, wanneer lvy in zynè Siamfche Reis /^. ioa. de oorzaak van dit lid afzetten met de volgende woorden uitdrukt : Als een vrouw baar eerflen man heeft verlöre;.', moet zy een lid van den vinger, met den klein fien beginnende , laten af - fi/xden, z,oo dikwyls ah zy weder trouwt. Aldus ziet de Lezer, waarom dit lid afzetten gefchied ; namelyk niet om de voorgemelde oorzaak; maar om dat zy weder trouwende, men een geweze we- duwe van een jonge en in het eer- fle huwelyk levende Hottentot- fche vrouw ter dege en duidelyk zoude können onderfcheiden. Om de woorden van T. Ta- ciarteeh weinig duidel yker te ver- klaren ; de zaak beltaat hier in : Wanneer een vrouw haren eeriten man heeft verloren, en weder trouwen wil, of een vryer krygt, zoo is 't haar niet geoorlooft, den- zelven tot haren man te nemen, ten ware zy alvorens het voorite lid van den kleintten vinger aan de. linkerhand, heeft laten affny- den ; by deze plechtigheid moet zv Anders maken en flachten, ten einde de andere wyf jes eens vro- lyk zyn , en haar als wederom on- der de jonge dochters tellen, wel- ke wegens hare jeugd en fchoon- heid nog wel een man waardig xy. i Deze plechtigheid verricht , mag zy vry en onverhindert we- der trouwen, om dat men aan hare hand kan zien , dat zy voor dezen reeds een man gehad heeft. Komtde7C man weder te lter- ven, en is de weduwe van voorne- men , om ten derdenmaal in den huwelyken itaat te treden, moet het voorite lid met dezelve om- standigheden van den volgenden De Schiy ver \ haalt dit wat om- fiandiger. vinger worden afgezet. Ja als het tot een vierde huwelyk komt, moet weder een lid van den vol- genden vinger weg , en deze plechtigheid word zoo ftyf en on- verbreeklyk in acht genomen , dat | 'er ter waereld geen exceptie tegen in te brengen is , aangezien alle , zy zyn van hogen of lagen ftaat , rykofarm, het zelve lot moeten ondergaan, en is haar hier ontrent niet voorgefchreven, wanneer zv het doen moeten, maar men laat haar hier in zelve' na haar eige zin handelen en te werk gaan. Edoch genoeg van het leden- 7-yverftan afzetten, alzoo de ware oorzaak hSïny- nu ontdekt is. Hier uit blykt ge- dca. noegzaam, dat 'er tamelyk bequa- rae Barbiers onder hen moeten zyn , om dat zy byna even dat zel- ve veritaan , het welk onze geme- ne Barbiers uitvoeren. Nu is nog overig, om in 't kort te melden, hoe zy zich op 't hair affcheren veritaan ; Ondertuflchen moet men niet denken , dat zy den baart la- ten fcheren, zoo als de Europea- nen in gebruik hebben, aangezien die niet te lang en dik voorden dag komt ; men ziet aan de kin maar cenige wollige zwarte hairen. Onder de neus laat zy zich wat dikker zien, dog worcl niet lang, maar krult als wol in el- kander, en hoeft dcrhalven niet gefchoren te worden ; ondertuf- lchen worden de hoofd-hairen by zekere omltandigheden dan half, dan Itreekwys, nooit echter t'ee- nemaal afgefchoren De omltandigheden zyn met itywat korte woorden de volgende. Ie- gcSüi mand met overgrote hoofdp\ n ge- plaagt, laat om ze te \erdryven,zich het hair glad affcheren op de plaats, daarhyde pynvoelt.Isdepyninhet voorltc deel, word het voorhoofd ver achterwaards van het hair ontblood; lyd het halve hoofd , en heeft hy alzoo een Hemicrania, moet het halve hoofd glad gefcho- ren, en overal lucht tot uitwaze- men verfchaft worden, ten einde de KAAP dl: GOEDE HOOP. iói zy zelfs zonder eenige benoodig- de inftrumcnten Operatien kön- nen doen, welke een Europeaan? febe Barbier /onder die inftru- mcnten niet licht na:ipcn /oude, en geloof ik zekerlyk, wanneer zy de minlte handgreep wiften, of diergelyke inftrumcritcn gezien hadden, ot' gebruiken konden, dat zy een ervaren Barbier niet veel zouden wyken, maar den een ot den anderen dik\v\ls in zyne kunlt zouden belchaamt maken. \\ ie zou hen dan noch voor dom- me menfehen houden? Zoo weinig het hen echter aan zodanige menfehen ontbreekt, die uiterlyke wonden , ja ook inner- lyke quälen met middelen, van buiten gebruikt , weten te gene- zen, zoo weinig ontbreekt het hen ook aan zulken, die haar werk maken, om ziektens te ge- nezen, aangezien menige Hotten- totfche Doftor, niet tegenftaande hy zoo veel op . zyn konft niet pocht; als een Arts óf kwakzalver, ook zoo vele teftimonien niet kan of wil laterr zien , ^echter velen zoude befchaamt maken , als hy met hen van zyne konft quam te fpreken, die echter voorheen met zulke hoogdravende pralende woorden zich en zyne kunft he- melhoog verheven, en menig on- nozelen het geld daar door uit de zak geklopt heeft. Men kan niet lochenen, dat men gene lang aanhoudende ziek- tens onder hen zal aantreffen, niet tegenftaande zy nog zoo flecht leven, en hunnen maag met gerin- ge kolt verzadigen en opvullen. Wat my aanbelangt , ik geloof, dat zulks door de deugdzaamheid van de lucht en van de gantlche luchtftreek komt, om dat voor- maals insgelyks aan de Europeanen is bevonden, dat zy ook van dier- gelyke ziektens niet weten; ja men weet ook zoo weinig onder hen als de gemelde Europeanen, vankoortzen, zy mogen genaamt ' zyn, hoc zy willen. Daarenbo- X ven de pyn wykc, ende Patient ruit bekome. I let hair algdchoren , blyft de huid fmcrig en vet, maar om de zwecigaten te eerder ie o- penen, en de vettigheid weg te nemen i beftroojenzy het gefcho- ren deel dik met Buchu, denken- de, dat het zelve tot het verdry- ven van hoofdpyn niet weinig helpt, 't welk ik echter daar Iaat; ik wil liever geloven , dat die pyn door vettigheid ontilaat, en door de opening der zwectgaten veel ver /.acht word. \V yders wanneer iemand zyn vader of moeder, zoo als ook een anderen vriend en nabeftaanden door den dood heeft verloren, en uit armoede niet in ftaat is , een fcha.ip of iets diergclyks te (lach- ten en te otteren, zoo als in het volgegde Hoofdltuk omftandig zal worden gemeld , laat hy zich ten teken van zyn rouw, en dat hy over dees of genen dood be- droeft is, de hairen ftreeps-rwys van het hoofd fcheren, waar van ieder ftreep byna twee duim breedt is. Dit gefchied rondom het hoofd, terwyl tuffchen de bei- de afgefchore delen een ftreep blyft, met hair bezet , die van de- zelve breedte is. Tot dit fcheren gebruiken zy geen ander initrument, als haar dagelyks mes, het welk zy zeer fcherp geilepen hebben ; waar mede zy de hairen zoo glad weten af te fcheren , dat men zoude gelo- ven , dat het met een fcheermes gefchied was, zonder dat zy het hoofd nat maken, of zich van zeep bedienen; maar vermids het hair buiten dat als wolle, en daarenbo- ven met vet genoeg befmeert is , dat het als vuile fchaapvvol klont- wyze in malkanderen kleeft , dunkt my, dat het daar door ge- noeg gezeept, of klaar gemaakt is, om glad afgefchoren te können worden. Zyzynal- Zodanige konftige Baardfchccr- ieBarb'eis ^ers en ^"hiers hebben alzoo de de Hottentotten onder zich, dat II. T>cel. i62 B ESC HRY VING van de ven heb ik voormaats reeds ge- zegt, dat verwonderenswaardig is, dat fchoon zy van kindsgebeente naakt gaan , en buiten de voor- maals beichreve Croflen niets om het lyf hebben, waar mede zy zich voor regen en wind bedekken können ; en zich daarbenevens meeft in 't open veld onthouden , zoo als hare hutten of huizen ook niet veel voor warmte können helpen , zy echter weinig met ver- koudheid gequelt zyn, waar me- de een Europeaan zeer licht word aangetait of overvallen. Zy noe- Edoch dit alles ontheft hen niet tófctens van alle ziektens, maar zy hebben ais de Hoi- hunne ongemakken zoo wel, als landcrs. ancjere menfchen ; dienvolgens hoort men dikwyls , dat dees of geen zieklyk is, velen daarbene- vens door ziektens afgemat, lier- ven. Hoe ondertuiTchen deze ziektens moeten worden genaamt, heb ik, als in de geneeskunde on- ervaren , van hen niet können vernemen. Ten delen om dat zy zelve met de Duitfche benaming niet können te recht komen, en ook om dat ik hare differentien , welke zy in de benoeming van de- zelve maken, niet begrypen, ver- itaan of fchryven konde. Kortom zy noemen de ziektens na den aard van de Hollandfche koort- zen , en geven geen verdere ken- tekens van dees of gene ziekte, uit vrees dat men achter de kracht van hunne kruiden zoude komen, of den fpot met hen dryven. Haar Mc- Uit de ondervinding weet ik decyneo. van \ien tc zeggen , dat zy de kracht van de Aloë-bladeren zeer veel kennen ; nademaal zy voor ie- mand, die een bedorve maag heeft , en dienvolgens over flech- ten appetyt klaagt , ten eerften een van zulke Aloë-bladeren , welke overvloedig in 't veld wor- den gevonden, halen, en hem eenige droppels van het zap in een lepel vol met warm nat ingeven , ten einde hy wakker daar van aan het purgeren gerake. Helpt het in eene reis niet , wachten zy een paar dagen , en geven hem ander- maal zulke droppels in, en dit zoo iterk, dat hy dikwyls twee of drie dagendaar van afgaat, en aldus den maag zuivert van al het geen den zelven zoude können bezwaart hebben. Alle andere innerlyke ziektens, welke zy,zoo als gezegt is, onder denHollandfchen naam van koort- zen begrypen, genezen zy door- | gaans met zeer goed en gewenfcht I efted, met geprepareerde poe- j ders en dranken van wilde zaley- 1 bladeren, Buchn, wilde knoflook, wilden fenkel, wilde vygen en derzelver bladeren , nevens vele andere voorheen befchreve krui- den , welker compofitie zy onein- dig veranderen, en op allerhande wys klaar maken ; daar na denPa*- tient ingeven , terwyl zy hem ver- zekeren , dat het hem onfeilbaar helpen zal. Deze van hen gemaakte dran- ken en poeders, geven zy den zeldzamen en belachelyken naam van Tover goed i als of zy de onpaf- felykheid daar mede uit het lic- haam wilden toveren en bannen. Helpt het, zeggen zy, ^DieTo- v er goeds ja braaf \ verheffen den geen, welke dat goed heeft klaar gemaakt, zeer hoog, enpryzen hem overal. Doet het geen wer- king, en word de zieke daar van niet beter , zoo zeggen de Artzen zelf tegen hunne Patienten , JVag- tum , die Tovergoeds niet flerk ge- noegd ons ja een ander inaknm, die ja braaf flerk. Als of zy te ver- fhall wilden geven , dat zy niet hadden geweten , dat de natuur van den Patient zoo ilerk was. En met diergelyke woorden bepraten zy den armen zieken al- tyd tot het willig innemen, het mag helpen of niet. Een exem- pel is my bekent van een Hotten- tot, genaamt Syncopas , die over j zwakheid van alle leden en andere inwendige ongemakken meer aan , zulk een Doftor klaagde, welke l hem KAAP de GOEDE HOOP. ui hem 7.ccr veel diergelyke dranken en poeders klaarmaakte, en hem ook altyd bewoog, dezelve in te nemen. Dat Tovergoed heefi ook géwenlchte werking gedaan, en alles uit het lichaam gedreven, zoo dat hy 'er niet veel beter uit- zag, als een, die melaats was, of de Spaanfche pokken had. In zulken elendigen tociland quam hy eens aan het huis, van een hem welbekcnt Europeaan , alwaar ik my tcrzelver tyd ook bevond , en toonde zieh maar van verre, om dat een iegelyk een af- fchuuw voor hem had , die hem zag ; zyn aangezicht was met fchurft hier en daar bezet, dat menhem naauwlyks kende; over het gantfehc lichaam was hy vol zwecren en etterbuilen , zoo dat hy een Lazarus zeer wel konde vertonen. Wanneer hy een wei- nig nader quam, en zich ter dege liet bekyken, vraagde de vrouw van den huize ten eerften, hoe hy de pokken gekregen had; maar hy verhaalde zynen toeftand zoo duidclyk, dat het vermoede van de Spaanfche pokken wel haart ophield, en men groot mcdelyden met hem had. Daar op gaf de vrouw hem, wylhy zeide, dat zyne Doctor hem niet verder konden helpen, een itukje Vitriool ,en zeide hem, hoe hy het zoude gebruiken. Wanneer hy echter voor de eer- ftemaal zyn lichaam daar mede wafchte , quam hy fpringen , en zeide : l rrouw die Tovergoeds by- tum als de 'Duizel, iaat makum zoo? Wy lachten allen, en zeiden, dat het tot zyne genezing llrekte , en vermaanden hem, verder daar mede voor te gaan ; waar mede hy vergenoegt hene ging, en binnen 14 dagen vry van alle fchurft, te rug quam, en ook verder niets quaads aan het lichaam gewaar Proefof w^erc^ °f voelde, een Hot- Alzoo 'er in de gantfche wae- ftCTven of re^ ?een ^0(^or is te vinden , die niet. alle ziektens genezen, en de kran- II. Deel, ken hunne gezondheid v e- ven kan, zoo is 'er ook .«een on- der de Hottentotten, inaar daar ilerven 'erveel ondei bet gebrui- ken van medicynen. Ondcrtuf» Lchen hebben zommigen een gek , bygelovig en zondig middel be- dacht, om te proberen, of zoda- nig een, die óp het ziek bed legt, weder opkomen , of aan de ziekte ilerven zal. Yermids ik het zelf niet heb gezien, zal ik het zoo goed, als ik het van geloofwaar- dige menfehen heb gehoort, den I .e/.er mede delen. Wanneer iemand krank is, en de middelen gene goede werking doen, maar de Patient v«vn dag tot dag zwakker word , zoo bedienen zy zich van het volgende middel , om te weten, of hy leven of der- ven zal, namelyk, zy nemen een fchaap, en trekken het levend de huid af, zonder dat het een drop- pel bloed daar by verlieft; de huid afgetrokken, laten zy het los, om te zien, of het weg loopt, dan of het leggen blyft; loopt het hecne, hebben zy de bygelovige valte hoop , dat de Patient ook weder daar van zal opkomen; maar indien het leggen blyft, zoo hebben zy ook geen moed meer , dat de Patient den dans ontfprin- gen zal; geven hem ook wyders niets, dan zyne gewoonlyke fpy- ze, totdat hy eindelyk het leven daar by infehiet. Is dit niet een ongerymde dui- DeSchry- yelfche manier om te weten, of^eh°aui iemand leven of Ilerven zal ? voor god- Veel beter is het, dat men zich do00es^nyt aan de wille Gods overgeeft, en hem als de Gever van het leven, in zyn geheim raadsbefluit geen in- breuk doet. Als tyd en uur voor- handen is, zal hy ons wel verlof fen, en uit deze bedroefde wac- reld tot de geene brengen, alwaar wv allen den Meerter met een ge- leerde tong eenparig loven , en van gene ziektens, fmert, veel ■ min van andere waereldfche zorg I en benaauwtheid meer weten , X z maar 16+ BESCHRYVING vande maar eeuwige vreugde, ruft en vergenoeging genieten zullen. Ik weet verder niets van de ziektens en geneesmiddelen der Hottentotten te melden ; onder- tufTchen hoop ik, dat de Lezer daar mede vergenoegt zal zyn, en een zulke wetenfehap by de Hot- tentotten niet zoude gezocht heb- ben. Wat my belangt, ik kan ver- zekeren, dat ik uit de ondervin- ding fchryf, het geen van hunne krankheden en geneesmiddelen gemeld is, en zoude het my wei- nig moeite kollen, om eenige ver- dere voorbeelden by te brengen , als het noodzaaklyk was, of be- ducht moeit zyn, dat de Lezer aan myne woorden twyffelde, waar toe gy my tot nu geen de minlte rede hebt gegeven, om zulks te vermoeden ; en weet ik daarente- gen, en ik ben daar van overtuigt, dat gelyk als ik de zaken zonder byvoegzel hebbe gemeld, gy de- zelve in hare eenvoudigheid ge- kent, en de waarheid daar uit ge- zien zult hebben. Dienvolgens befluit ik dit J^j™» Hoofd ftuk, met belofte, ommetftuk.0' de naafte gelegentheid hunne be- grafenis-plechtigheden te befchry- ven , ten einde de Lezer , om dat 'er voor zoo veel my tot nu be- wuft, of voor myne oogen en oo- ren gekomen is, verder niet meer overig is, ook by derzelver be- grafenis zien moge, welke plech- tigheden daar by verricht wor- den. XV. HOOFTSTUK. Van de Begrafenis -plechtigheden der Hotten- totten , welke omftandigheden en zeldzaame gcbruiklykheden daar by waar te nemen zyn. fan de begrafenis- plechtigheden der Hottentotten. Als de patiënt beter wordt , wordt 'er ge- offert. Als de patiënt flerf 't ontflaat ,er een afgryzelyk ge/ch reeuw. De Kapitein, of de nageblevenen lutcn het graf maken. Het graf is doorgaans een gat in de aarde door wilde dieren gemaakt. De overledene word in malkander gebogen , en in een Cros gebonden. Dt tyd der begrafenis is 6 uuren na baar dood Het lyk word door een gemaakte agterdeur ten huize uitgedragen. In het huis ■ an den overledenen mag niemant weer komen. Hoe de begraving gefchied. De oudfle bepifl al de lyk-gelyders. Deßrooit hun verders tuet afch. Waarom zulks gefchied. Waarom al dt huizen buiten het flerf huis worden afgelnoken. I 'ertrek van .deze plaats, en andere manier van treuren. De Schryver bt~ fluit dit naricht van de Hottentotten. De plechtigheden , welke de Hottentotten by hunne kraamvrouwen, bruiloften, en verders in het gantfche gemene leven by alle voorvallen en gelc- gentheden verrichten, heb ik U achtervolgens onze atïpraak van (yd tol tvd Hoofdlhikswys dui- dei\k, grondig en waarachtig, zoo VQel in mvn vermogen is geweeit, om dezelve na te vorfchen, gemeld; gelyk ik ook deswegen menige moejelyke, verdrietige en dikwyls gevaarlyke reis heb gedaan; om vafl alles oog-getuige te zyn, en naauw te können onderzoeken. Heeft de Lezer eenig genoegen gehad , zoo kan hy van myne kant verzekert zyn , dat my geen moeite, verdriet en gevaar ipyt, bv KAAP dr GOEDE HOOP. i6s 'e Be gr.'.t'cai"; der I ; ten totten. by nacht ofhy dag voorgevallen, waar voor ik zekerlyk met alleen verfcheidemalen te duchten heb gehad, ma.tr waar in ik ook werk- lvk geu 'cell ben , fchoon ik ze niet gemeld of op de behoorlyke plaatzen te pas gebragt heb. 't Is my genoeg als ik myn voornemen by U maarberykt, eneenig ver- genoegen gegeven heb. Wyl dit het geen is, 't welk ik by deze Hottcntotfche befchry- ving, belooft heb , in mvn laatltc Hoofd Huk voor te Hellen, zoo zal ik zoo als ik tot nu gedaan heb, myne belofte nakomen, en den Lezer \ an de gantfche ftaatzie, te weten, van het iterfuur af, ja vroe- ger, tot op het laatltcn oogenblik en zoo lang de rouw duurt, die zoo heel dra geen einde neemt , een grondig, duidelyk en waarach- tig bericht geven , ten einde gy daar van zoo goed moogt onder- recht zyn, als of gy zelf daar by geweelt was. Wanneer dienvolgens de Hot- tentotten zien en bemerken, dat het met een kranke byna gedaan is, en hy haait, affcheid nemen zal, zoo geven de omltanders den Pa- tient nog al hoop tot beterfchap , en troollen hem met den Doctor, dat die krachtig tovergoed zal brengen, waar door hy wel haalt weder gezond zal worden , wer- dende voor 't overipre van God en deszelfs hulp nooit eenig gewag gemaakt, en ook niet gezegt, dat hy zich aan denzelven houden, op hem hopen , en van hem genezing van zyne ziekte wachten moet, maar de Doctor alleen zal hem helpen, en van de benaauwtheid verf offen. Anderen, die rondom hem zit- ten, en hem willen zien Her ven , beginnen zodanig te fchrceuwen , huilen en kermen , dat men zou denken , dat de kranke daar door alleen moeit fterven; daar men echter dikwyls ziet , dat zoo een wanhopige zieke weder beter word. Wanneer hy t'eenemaal veder op de been geraakt, bh hy na zyn vermogen, offen fchapen als tot dankbaarheid vo< zyne weder ver krege gezondheid flachten en offeren. 1 )e uitdeling en verteering van het geoftert vee gefchied naar het oud gebruik, en valt hétvleefch den mannen te beur;, als 'er een man of zoon ziek isgeweeft, en aan de wyven* als 'er een vrouw of dochter de dood ontinapt is, Komt echter de krankeperzoon te fterven , zoo begint het huilen , fchrecuwen en kermen ecrlt ter dege , en zoude een Europeaan , als hy maar een half quartier uurs daar by was, niet weten, waar zyn hoofd te bergen , aangezien dit onder elkander gemengt ge- klag en geteem, niet alleen een erbarmlyken echo in de ooien ver- oorzaakt, maar het zelve word ook door het in malkanderen flaan en wringen der handen zo- danig vermeerdert , dat men niet weet, fpoedig genoeg te vluchten, om van dezen gruwzamen weer- klank bevryd te zyn , alzoo men zulk een verbazend gefchreeuw byna een uur ver horen kan. Ondertuffchen laten zy het lyk ftN*h"af" niet lang boven aarde, en zelfs krygt ieder niet een half quartier uurs ftil leg- "atte gen , maar zoo dra de adem weg blyft, en men vermoed, dat de ziel verhuiltis, zoo krygt ieder wat te doen. Zommigen zoeken een grafltede , en vervaardigen het graf; zommigen binden het lyk in de Crofs , en anderen moe- ten tot Dragers verftrekken ; ja de gantfche hoop, mannen en wy- ven, jongen en ouden, kinderen en alle de genen , die in de Kraal zyn , moeten zich klaar maken , om de lykftaatzie by te wonen. Dit punt zal de Lezer niet ter dege können verHaan, tenware de volgende aanmerkingen daar bygevoegt wierden: Zoo dra de kranke affcheid heeft genomen, word aan alle Hottentotten in de Kraal of van den Kapitein bevel X 3 gege- 166 BESCHRYVING vande Van het Graf. Deo de W malkander gebogen en in een Crol bond-.n. gegeven, of de overgeblevenen ver/aeken hen , oin voor den o- verledcn een bequame begraaf- plaats te zoeken, en het nodige by de hand te brengen , ten ein- de het lyk wel verborgen, en voor de wilde dieren bewaart werde, die anders op den reuk het zelve zeer licht weder opgraven en ver- fijnden. Want vermids hare dorpen of Kralen niet bettendig op een plaats blvven, maar dan hier dan daar verzet worden, daar zy namelyk goede leeftocht voor zich en voor haar vee vinden, is licht te ver- moeden , dat zy geen gewille of vafte begraaf-plaats of kerkhof hebben, alwaar zy hare doden ter aarde beftellen. Dienvolgens moe- ten de oude en in 't land bert be- kende menfehen op reis, om een bcquamen plaats te zoeken; niet dal zv een nieuw graf in de aarde :n, 't 'welk al te veel moeite zoude zyn, maar zy zoeken en- kclvk een holte in de klippen, of een breed gat, door eenig wild dier in de aarde gemaakt, en laten het lyk derwaards brengen. Terwyl nu dezen uit zyn , en het graf zoeken, word het lyk, eer en alvorens het nog ltyf, koud en ftram word, van het doodbed afgenomen ; dog niet om het zel- ve te waffchen, of te reinigen, of om het klederen aan te trekken , als welk alles zy gedurende haar leven niet hebben gedaan , zvvyge, dat zy het na den dood doen zou- den ; maar ten einde zy den over- ig den als nog buigen en in elkander voegen können, zoo als hare ma- nier , van de doden in malkander te buigen, vereifcht, en dezelve gcmaklyk in hunne Crollen ge- bonden können worden. De zaak bevind zich aldus: Z,oo dra de omltanders maar denken of merken, dat de Patient den geeft heeft gegeven, nemen zy de Crofs welke hy in zyn leven gedragen neeft ; leggen het lyk daar optui- gen de beenen, dat de knien op den buik en de ellebogen op de knien, en de handen onder het hoofd of by de wangen komen te leggen, byna als ik my erinnere, voor dezen in Anatomifche en an- dere medecynfche boeken gezien te hebben, dat de kinderen in 's moeders lichaam leggen of zitten. Wanneer hy aldus in elkander ge- bogen op de Crofs legt, binden zy hem met hunne voormaals bc- fchreve ftrikken, of anders met riemen in de gemelde Crofs, zo- danig dat men van het gantlche lichaam of lyk niets zien kan. Is de overledene waarachtig dood, is het goed voor hem zelve; maar is hy niet gertorven, en legt hy in een flaauwte, zoo als dik- wyls gefchieden kan,en ook menig- maal gefchiedds voor hem uit zul- ke banden gene verloffing meer, als hy in korten tyd niet weder tot zich zelven komt , en over de 6 uuren in zodanige flaauwte blyft ; hebbende zy de gewoonte, geerjt lyk langer boven aarde te laten, ten Avare , dat de zieke tegen den avond of by nacht affcheid nam. Ondertuffchen degenen, die des morgens of des mieidags Itervcn , worden des avonds begraven ; die genen , welke des avonds na de eeuwigheid verhuizen , worden by manefchyn die zelve nacht ter aarde beitelt; die echter by nacht den geelt geven, moeten met het krieken van den dag ten grave be- zorgt worden , zoo als ook de ge- nen, welke by donkere maan te- gen den avond komen te fter- ven. De Dragers worden andermaal wat™ door den Kapitein geordonneert , °e dragen of van de nagelate vrienden ver- m"rkm. zocht. Ondertuilchen hoe veel zoude de Lezer wel denken, dat er van noden waren? Het lyk is niet lang, maar op de voorbe- fchreve wys gantfeh kort in mal- kander gevocgt. Het zelve heeft geen doodkiit. Daarenboven is het met klederen ook niet be- zwaart, zynde enkelyk defmeri- 2'. .;'.■ KAAP de GOEDE HOOP. 167 geCrofsdaar om gewonden j ook y.vn de riemen of llrikkcn niet zwaar, en is alzoa enkelyk het blote lichaam te dragen. Daarbc- nevens vind men /.eer weinig dik- ke menfehen onder hen, ichoon zy wel in 't vleeich zjd ; derhal- ven können 3 of 4 dragers, waal- van zy 'er nooit meer gebruiken, zodanig lyk zeer wel dragen, ichoon het ook twee hondert pond 7. waar was, aangezien zy het lic- haam onder de armen nemen, en daar mede hene gaan, tot dat zy bv de grafitedc komen. Na dat zy alzoo het lyk op de voorgemelde wys in zyneCrofs gebonden-, en het daar in als in een kilt wel bewaart hebben, komen fle Dragers en brengen het niet door de ordentlyke deur of den algemenen uit en ingang van het huis; maar vermids het gantfche huis achtervolgens de voormalige befchryving, maar in een enkeld vertrek of woonplaats beftaat, en buiten deze deur geen de minlte opening of venfier heeft , maken zy recht over den gewoonlyken ingang, een gelyke grote opening, nemen een daar over getrokke matte weg , en dragen het lyk als de achterdeur uit. Ik heb dikmaals gevraagt , waar- om zy dit deden? Waarom zy den overledenen niet die zelve deuï uitbragten, door dewelke hy gedurende zyn leven uit en in- gegaan was ? Edoch het antwoord van de Heren Hottentotten was altyd : Hottentotfch manier zoo. OndertufTchen ik gis, datzy den overleden niet ter rechter deure uitbrengen , om dat hy als dan verby ieder huis , dat in de Kraal of dorp Haat , en over het plein zoude moeten worden gedragen , op welk plein zoo als voormaals aangewezen is , zy hunne fcha- pen bewaren. Nu zynzy,gclyk reeds dikwyls is gemeld , voor het wederkomen der doden, yzelyk benaauwt, en zoude hunne vrees zekerlyk nog groter worden, als het lyk verby hunne huizen ge- bragt wierd. Ondertuflchen terwyl ecnigen van hen met hei binden en dragen \an het lyk uit den huize he/ig /.yn , zitten deanderen voorde deur , in een ronden kring, zoo als hare dagelvkfehe en ordently- ke gewoonte is ; huilen, fchreeu- wen, klagen, en Haan de handen in malkanderen , roepende zon- der ophouden Bof Bo! Bof het welk in hunne taal zoo veel bete- kent, als Vader! Vader! Vader! De vrouwen, die in een anderen kring afzonderlyk zitten, zoo als voormaals is gemeld , wanneer ook gezegt wierd, dat zy nooit of by de mannen mogen zitten, doen insgelyks , en maakt dit ge- ichreeuw en geklap een zulken weerklank dat men het zeer ver horen en duidelyk verltaan kan. Niemand van hen allen heeft in het hu« meer het hert, om in het hnis van van, d,eno" 1 , 1 /•!, verleden«! den overleden te gaan , of het zei- magnie- ve aan te raken, uit vrees, dat mand de geeft van den overleden zich m«£ *~' ' als nog in het zelve mogte ont- houden , en hen een fchrik , indien niet iets ergers , op den hals jagen. Dit duurt niet alleen zoo lang als het lyk boven aarde is, zoo als my zelf is wys gemaakt, en ik ook in een brief aan zyne Excellentie, den Heer D. Johan George Pert- fchen , Hoog-gravelyke Confifto- , riaal Sur-Intendant enz. in Gera , ! mynen zeer hogen Patroon , ge- dagtekent den 11 Mey 1708 over- gelchreven heb , maar niemand waagt zich na die tyd meer , om daar in te gaan; niemand heeft ook de ltoutheid, om het in 't vervolg aan te raken, aangezien zy zulk huis ledig laten itaan, en niemand op zich derft nemen , om 'er iets van te nemen, zoo als my wanneer ik vryheid en gelegent- heid kreeg, om onder hen te rei- zen, duidelyk is voorgekomen , wyl ik zulke huisjes alleen hier en daar aangetroffen , en ledig gevon- den heb Wan- Lykftaat- rie. ió% BESCHRYVINGvande Wanneer nu de tyd tot begra-- deren, en maken de zeldzaamfte ven nadert, nemen de gemelde grimaßen en porturen, dat een Dragers het lyk ; en brengen het toekyker eerder daar over lachen na het graf; werdende van al het als.medelyden mee hebben moet. t'Huis komende, gaan zv op de voor aangeweze manier weder voor het huis zitten, en zingen wederom dezelve klaagliederen ; namelyk zy lchreeuvvcn, huilen en kermen erbarmlyk; flaari daar- enboven de handen geweldig in malkander, en roepen Bo.' Bo! Bof Bororoïêc. en beklagen alzoo den doden op 't heftiglte. Dit volk in de Kraal, met huilen, ker- men, klagen gevolgt, het welk onder het in malkanderen flaan en wringen der handen, luidkeels Bo\ Bo\ enz., roept. Dit maakt andermaal een verbaafend, en er- barmlvken weerklank, zoo dat men wel zoude wenfchen , ver daar van af te zyn ; ten ware men door hunne aardige grimailèn on- der zulk rouwbeklag tot lachen I echter neemt hier mede nog geen bewogen wierd , en men voor 't einde , maar dit jammeren duurt overige begerig was, om hunne j menigmaal 3, 4 ja 7 of 8 dagen, gebruiklykheden te zien. j na dat namelyk deszelfs vrienden By het graf, het welk zoo als en buuren hem liefde toegedragen begrTving" reeds is gezegt, of een holte inde j hebben. OndertuiVchen na dat gcichied. kiippen of een gat in de aardeis, ; zy byna een uur van de begrafenis door een itekel-zwyn, of eenig t'huis zyn gewcelt, onitaat by hen ander wild dier gemaakt, komen- : allen een diep ftizwygen. de, Heken zy het lyk daarin, De oudlte van de gantfche De oudfte werpen op het zelve Mierenetten, ! Kraal of dorp ftaat op, gaat mid- dePiykge- om te eerder door dezelve ver- den in de kring van de mannen en tyders. teert te worden; daar na grote wyven, neemt het ilukjc vel, 't Itenen en ten laatiten eenige grote welk zy over haar geboortslid omgeval Ie bomen, als zy dezelve dragen, en dienvolgens Kul-Crofs maar können krygen. Dit alles genaamtword, weg , en bepiit alT Hoe de gcichied, ten einde de wilde die- ren het lyk niet weder voor defi dag halen en wegliepen zouden. Hoe zy ontrent kleine vveggewor- len de in 't rond zittenden. Ik Itont verbaalt, toen ik zulks voor de eerltemaal zag, en was van voornemen, om weg te gaan, uit pe kinderen, zoo als ook met ou- vrees van nog groter onordcntly- de afgeleefde menfehen te werk j heden te zien; dogmyne begeer- gaan, zulks is reeds elders gemeld 1 te, om alles ter dege te weten , en derhalven niet nodig, alhier I belette my in myn voornemen , herhaalt te worden. zoo dat ik by hen bleef, en den De overlede aldus begraven, Lgantfchen handel zag, tot dat zy gaan zy in dezelve onorder , als j van elkander gingen zy gekomen zyn , weder na huis; dat is , lopende dan hier dan daar, zoo vi 1 s ten trop vee onder mal- kander loopt, en herhalen langs den gantfehen weg haar vorig ge- fchreeuw, met de daar onder ge- mengde woorden van Bo , Bo, Bororo, Rhodo atfihc ; en ik weet /elf niet, welke barbarifche woor- den /.y na eikanderen zeggen; yonuvds roepen de naalte vrien- den tien na.im van den overleden honden en meermalen na malkan- Daar na als zy met urin bevoch- tigt waren , ging deze oude Hot- tentot in het huis van den overle- den, door de orclentlyken deur in, en door de gemaakte achter- deur weder uit; nam tan den haard een handvol allche, en bc- Ürooide daar mede de rondom zittenden in beide kringen ; wel- ke deze alTche nevens de urin met hunne handen zoo diep in de huit vreeven, dat men wegens het vet, waar mede zy gewoon zvn ►Sermonien NA J3E Be(;r \l I \issr\ KAAP de GOEDE HOOP. 1*59 zyn , altyd hunne lichamen te fmcrcn, de ailchc niét meer zien kon. Xommigen, na dat zy op- geitaan en na hare Kraal gegaan waren, 't welk al wederom onder fchr eeuwen, roepen en jammeren gefchicde, fineerden hunne armen, lichaaam en bcenen met koe- milt. Waarom. Alle deze plechtigheden zyn 7.eer zeldzaam en raar; dienvol- gens was ik zeer begerig, om ook de oorzaken van dezelve te we- ten ; welke ik na veel moeite ook cindclyk gewaar geworden bcn,en derhalven den Lezer alhier mede- deelen wil. Het nat maken met urin, zeggen zy, betekent zoo veel, als of de oudite, die zulks doet, alle anderen voor de laatlte cerdienilen dankzeide, welke zy den overleden bewezen hebben. Wanneer ik echter vraagde, waar- om hv zulks niet mondeling dede, 't welk immers betamelyker was, dan dat hy zoo fchandelyk zyn fchaamdeel voor allen, groot en klein , jong en oud ontblote? kreeg ik daar op geen ander ant- woord, dan dat het een oude ge- woonte was, welke geen Hotten- tot het hert zoude hebben , te veranderen , wanneer hy zyn le- ven niet moe was ; waar mede ik te vrede moeil zyn, wyl ik wift , dat zy dit gebruik nog by vele an- dere en voormaals aangeweze ge- legentheden hadden. Het itroojen met affche , zeg- gen zy verder, gefchiede om twee redenen ; de eerite was, om daar mede aan te tonen, dat de dagelykfche ondervinding heeft geleert , dat alle Hottentotten llerven moeiten, welke na dat zy cenigen tyd in de aarde gelegen hadden , en weder opgegraven wierden, niet dan afTche, beenen en aarde waren ; dienvolgens wil- den zy alle degenen, die tegen- woordig waren , daar mede leren, dat zy over den rykdom van haar vee niet flout en opgeblazen moe- den worden, maar indachtig zyn, //. - jlaan , een beefl 'geflacht en verteert. De nagelate vrienden moeten het vee geven, en het als ten offer voor den overleden fpenderen, ten einde de anderen wat te firiul- Jen 111 een beloning voor hunne üe bekomen. Daarenboven moeten de naaile vrienden , zoo veel als 'er byzondere huisgezin- nen van zyn , de anderen ontha- len, en zulks, ten einde eèn ieder betuige , en openbaar doe blyken, dat hy van de familie is, en rouw drage. Het vleefch word , naar ouder gewoonte, door hen allen ver- teert ; maar het net van het ge- flachte, voornamelyk als het een fchaap is, moet aan den oudften zoon van den overleden , indien hy een man is, worden gegeven j dei!c gebruikt het niet tot eeten , maar hy itrooit het dik met Bu~ chu, draait het als een touw, en bind het om zyn hals; waar aan het blyven moet, zoo lang 'er een itukje aan is, en van zelfs afvalt, niet tegenltaande deltank, welke hare fyne neus dagelyks daar van opfnuyven moet. Diergelyk moet by de andere vrienden ontrent haar geflacht vee ook worden waargenomen, als welke door het omhangen van zulk net insgelyks tonen, dat zy rouw dragen , en in plaats van zwarte floers gebruiken. Waar- benevens merkwaardig is , dat zulke netten zoo dra niet verrot- ten of afvallen, fchoon dezelve van de Zon zeer doorluchtig wor- den, 't welk millchien door de Buchu moet komen , die dik daar in geltrook word, waar door zy myns bedunkens ook zoo ilerk niet Hinken, als zy anders wel doen zouden. Na dit flachten trekken zy ein- vertrek delyk den anderen dag weg, en van icic flaan haar leger op een ander an"eren*. plaats neer, fchoon ze zoo ver van "'' de eerfle niet is, als 'er maar een goede wvde is. En heb ik wel ge- zien, dat zy dikwyls maar' een halfuur van daar trokken. Alwaar zy zich ter neder zetten, gaat men om de bovengemelde oorzaak we- der aan het (lachten. Doch de vrienden , welke arm zyn , en niets te flachten hebben, laten zoo als ik in mynen vorigen bericht heb , het hair affchcren, zodanig dat ze KAAP de GOEDE HOOP. 171 ze boven op her hoofd kaal vvn, en verder rondom het eantfche hoofd fmallc kale Itreprn hebben , ten teken dat zy 700 wel bedroeft zyn, als de anderen, die het het om den hals hebben. En aldus heb ik den Lezer ins- gclyks deze gebruikelykhcden , welke by het begraven der doden voorvallen, kort en zoo als ik hoop, duidclyk, en voor al waar- achtig voorgeitelt, waar uit gy genoegzaam kondet afnemen, dat deze eenvoudige menfehen veel dwaze gewoontens hebben. E- doch ik wil myn oordeel daarover nietrtryken, maar het zelve hier over den gantfehen handel en wandel, en alle zeden en gebrui- kelykheden der Hottentotten , aan u overlaten } my te vrede Hel- lende, wanneer het vermaak mag hebben , van u tot nu genoegen te hebben gegeven. Wanneer ik iets meer van hen had können vernemen of gewaar worden, zoude ik den Lezer het zelve insgelyks hebben medege- deelt, maar vermids my dat on- mogelyk was, en niet wel gedaan zoude zyn* om u met onwaarhe- den, of met enkelvk gehoorde zaken te misleiden , zoo oordeel ik beter te zyn, om het by het geen mync oogen byna alles ge- zien hebben, of waar van ik oog- getuige geweelt ben, te laten he- ruiten, en aldus de gantfche Hot- tentotlche levens-bcfchryving te eindigen; edoch met beding, dat ik iets meer van hen gewaar wor- dende, zulks insgelyks naderhand zal melden. Vermids ik echter aan verdere progreilen in deze materie twyf- fele, aangezien ik reeds veel daar aan te kolte gelegt hebbe, zoo ge- loof ik, dat gy u met dit zult moe- ten vergenoegen. Wat my aan- belangt, ik vertrouw , dat gy my uw verdere oplettentheid zult waardig achten ; wanneer ik de Europeaanfche Inwoners, nevens hare gebruikelykheden, zoo als ook haar wyze van leven, zal be- fchryven, welkfluk van dit Afri- kaanfche Voorgebergte als nog ontbreekt. IL T>eel. XVI. HOOFT- 172 B E S C H R Y V I N G van de XIV. HOOFTSTUK. Van de eerfte Chriftelyke Bezitters van dit Voor- gebergte , voornamentlyk van 't opperfte Hoofd der Regering , als mede deszelfs Cha- raóter, en wie deze Volkplanting van tyd tot tyd geregeert heeft. Van (te eerfle Cbrißelyke Bezitters, Regering &c. Van dit Voor-gebergte. Der Portugeezcri eerfle poging om een -weg naar Ooß-Indie te vinden. Wie dit voornemen verder van ben volvoert beeft. Dappere onderneming van Vasco de Gama. De Portugcezen komen aan de Kaap de Goede Hoop. Hoe zy deze Kaap in H begin noemde. Zyn de eerfle ontdekkers van Ooß-Indie. Wraak der Porttigeezen over de Hottentotten. Laten ben een kanon met febroot geladen voorttrekken. Branden bet los. Geene Europeaanfibe Natie beeft het land in bezit willen nemen. Hoe de Hollanders zich voor Hottentotten boededen. Jobannis van Ribeek onderzoekt H eerfi de gefleltheid van H land aan de Kaap Vind bet vrucht- baar. Word als Commandeur na de Kaap gezonden. Bouwt aldaar een Zieken-buis , en Veßin». De Heer Bax word Gouverneur. Deszelfs opvolger de Heer Simon van der Stell. Zynaßomß. Manier van leven. Oefend de geregtigbeid fleebt. Wat by lofe- lyks beeft verriebt. Zyn zoon Willem Adriaan van der Steil is zyn opvolger. Deze ir zyn Vader gelyk. Geraakt wegens zyn onkuisheid in een quaa'd gerucht. Verließ door gieriobeid zyn achting. Word te mg ontboden. Slecht gedrag van den Heer d'AHing. Uitßrkende verdienßen van de Heer van Affenburg nieuw Gouverneur. Il'ord vergeven. Willem Helot volgt hem in de regering. Was daar niet bequaam toe. IK hope, dat de Lezer zich nog wel zal weten te binnen te brengen, wat ik overlang reeds in verfcheide Hoofditukken van 't Land van de Kaap de Goede Hoop in 't algemeen, deszelfs hoedanig- heid en onvergelykelyke vrucht- baarheid in 't byzonder, en wat men verder van de eigenfehappen van een land mögt verlangen te weten, als mede van de voortreffelykheid van de Luchtltreek alhier, mids- gaders van de ongemene deugde- lykheid van 't y.oet put-water, wy- ders van de Rivieren -en Zoutpan- nen , en eindclyk van meer ande- re /.aken , dit land betreffende, ge- fchreven heb. Insgclykszultgy nog niet heb- ben vergeten, wat ik verder by deze I indbefchryving hebbe by- gebr.v'i , aangezien ik af/.onderlyk gcw.ig hebbe gemaakt, van de volkplantingen , welke de Euro- peanen , en voornamelyk de voor- treffelyke OohVIndifche Neder- landlche Maatfchappy in de lan- den alhier aangelegt, vergroot, en van tyd tot tyd uitgebreid heeft, en hebbe ik de grenspalen van ie- der aldus gezet, zoö als ze van de gemelde voortreffelyke Maat- fchappy aangewezen , verordi- neert, en gefielt zyn ; en van ie- der hare byzondere verdeling in zekere kleiner diitrióten, in acht genomen. By deze verhandeling heb ik my nog verder uitgelaten, en zelf van de voornaamlte Landgoe- deren gewag gemaakt, en zulks niet alleen ten opzichte van hare gelegentheid, maar ook ten op- zichte van de ware benoeming, zoo aan dezelve Hechts by de op- rechting een byzondere naam ge- geven was; want vele landen, voornamelyk van de gene die in den KAAP de GOEDE HOOP. 17.4 den ecrilcn äanleg der (Kolonien voor niet met al .i.m de Europea- nen om te bebouwen gegeven /vn, hebben geen eigcntlvkc naa- men 'ont fangen, maar die der Be- zitters behouden , welke echter van tyd tot tyd door koop ot an- dere omflandighedcn dikwils y.yn verandert, zoo als de ondervin- ding nog dagelyks leert. Om diesvvüle hebhe ik de namen der hedendaagfche Bezitters daar by- gevoegt, fchoon zodanig Land- goed voor 't overige ecnen naam had of niet. Deze befchryving van 't Land en de daar in aangelegde Colonien konde verder zoo naauw niet worden bepaalt , dat ter zelver tyd van de Overigheid der Euro- pea.tnfche inwoners geen melding gefehiede. Derhalven is toen voornamelyk van de Recht en Gafthuizen gewag gemaakt, en iets, hoewel als maar ter loop, van dezelve bericht , 't welk de Lezer alles als nog in verfche geheuge- nis hebben zal, of zoo hem 't een of 't ander ontvallen was, zoo kan hy t weder in myne voor- gaande Hoofdftukken naflaan. Naardien nu dit alles bericht is, en ik daarenboven van de oude natuurlyke en voor zoo veel als men weet, eerfte inwoners, de Hottentotten, een duidelyk waar- achtig , en gelvk ikhoope, een voldoenend naricht gegeven heb ; zoo zal \ als nu de tyd zyn, om het geen ik toenmaals, en in den aanvang van dit werk belooft heb- be, na te komen , en tegenwoor- dig by te brenge ; daarenboven ook, van 't geen in myne vorige nog eenige verklaring van noden had, om beter te worden vcr- ttaan, eennader bericht medede- lende. Het eerfte betreft na myn ge- heugenis, het vereifchte naricht, hoc 't my van tyd tot tyd aan de Kaap de Goede Hoop is gegaan ; het laatfte , of nader bericht, 't welk ik beloof mede te delen, raakt het p;antfchc werk , al/o in alle de voorgaande HoofdltukJ geen genoegzaam bericht gegeven is, van de ordentlykc Overheid, welke de voortrctKlvke Maat- iehappy over de/e volkplantigen goedgevonden en by verderen aanwas en vermeerdering dcrzel- ven , bevolen heeft te heitellen , ten einde gcene verwarring in deze nieuw aangelegde lieden ontlta, waar uit men gewis en on- feilbaar bclluitcn konde, hoe de- ze Colonien cigentlyk geregcert wierden; die /.ich nu overlang noodzakelyk in vier byzondere Colonien hebben moeten verde- len. Schoon ik nu eerft, zoo als ik belooft heb, van mynen welitand behoorde te handelen, zoo is my- nes bedunkens echter beter, dat ik den aanvang van de Lands-Re- geringmaak, en 't geen my mögt betreffen, hier en daar late invloe- jen, of zoo lang uitftelle, tot dat het tyd zal zyn om na alle wegge- dane hinderpalen te fchryven, van 't geen gedurende myne aanwe- zentheid reeds zeldzaams en zon- derlings voorgevallen is of nog voorvallen zal , aangezien de Le- zer in deze gefchiedeniflen meer vermaak zal fcheppen, dan of ik hen een heel boek fchreef, 't welk niets dan myne verrichtingen be- helsde. Edoch zoo ik de beftelling derO- Vm de verheid en dcrzelver charafter in e"% 't byzonder en met opmerkzaam- SS* heid voorltellen wil, zoo zal 't tcrs> Rese" hoog noodzakelyk zyn, eenen A"*" kleinen ftap te rug te doen , en Voorse- vooreerlt te befchryven, op wat berßte' wyze de voortreftelyke Maat- fchappv aan 't bezit van dit land gekomen is, en vervolgens te zien, welke tot nu de Oppcrftc Regen- ten daar van zyn gewceft, en als dan zullen zich de andere Overhe- den en daar uit gemaak te Collegicn duidelyker laten voorilellen ; "dog zoo, dat noodzakelyk zal zvn, de vier Colonien ieder weder in 't by- Y 3 zonder 174 B E S C H R Y V I N G van de zonder onder handen te nemen, j en hunne byzondere regering te I befchryven, om dat fchier geene j Colonie met de andere hier in iets gemeen heeft of hebben wil. Dienvolgens ziet de Lezer wat de inhoud van eenige achtereen- volgende Hoofdltukken zyn zal; welke ik zoo veel te noodzakely- ker acht , om dat men anders tot die gedachten mögt komen, als of dit Land zeer flecht geregeert, of zelfs van de voortreffelyke Maatfchappy niet geacht en al- dus deszelfs ruft, vrede, en daar uit volgende vergenoeging niet gade gellagen wierd. Ik ben ook reeds voor af verze- kert, dat gy u diergelyke treffely- ke en ordentlyke beitellingen , om ieder in ruft, vrede en veiligheid te houden, en zoo wel de tydely- ke als eeuwige vergenoeging te doen erlangen , niet zult hebben voorgeftelt ; als de voortreffelyke Maatfchappy na haar doordrin- gent vcrftand en voortreffelyk be- ftier, binnen zoo weinig jaren, zelfs midden in dit Heidens en woeft land heeft weten te maken, en gelukkig tot nu toe doen ftand grypen. Ten einde ik echter tot myn voornemen gerake, en de zaak uit den grond ophaal, zoofchynt het fchier, als of deze gelukkige tyd eindelyk eens, en wel maar eenige ioo jaren voor onze ge- boorte , door een zeker toeval, geboren was, waar van de Hei- denfche Poëet Scneca Tragicus reeds veel ioo jaren te voren, als uit eenen voorzeggenden geeft heeft geprofeteert , wanneer hy aldus zingt: Venient annïs feculaferis Quïbus Oceanus ■vincula rerum Laxet-, ö» ïngens pateat Tellus, Typhisquc novos detegat orbes, Ncc fit terrïs ultima Thule. Want fchoon men uit de oude gefchicdenillën , daar onder die van Alexander de Grote wel will, dat men met fchepen langs de Afrikaanfche en andere oevers na Afia , naderhand Ooft-Indie ge- naamt, konde komen, zoo will, men echter eigentlyk niet, hoe 't in die landen en Koningryken geftelt was , veel min welke Staat- kunde en gemene bedryven daar in zwang gingen ; en wyl men voor dezen de eigenfehappen van den Zeylfteen ook zoo wel niet wift, als ze naderhand ontdekt zyn , en wel voornamentlyk , dat hy zich altyd en op alle plaatzen na de beide Poli of Afpunten draai- de, zoo dorft niemand zich zoo ver met een fchip in zee begeven, dat hy 't land uit het gezicht ver- loor, maar men was genoodzaakt om 't vafte land geftadig in 't oog te houden. Zulks heeft den Portugeezen , die luft kregen, omdeze landen te zoeken, veel moeite, grote onge- makken, en onuitfprekelyke ar- beid gekoft ; want na dat zy de Moren uit Spanje en Portugal ver- dreven , en na 't vrymaken van beide Koningryken, overdemid- delandfche zee gejaagt hadden, vervolgden zy deze vluchtelingen onder de dappere aanvoering van hunne Koninglyken Prins Al- phonfus, nog verder; en vermids zy door dit gelukkig toeval zeke- re neiging befpeurden, nieuwe en toenmaals onbekende landen t'on- dekken , zoo geraakten zy einde- lyk langs de Afrikaanfche oevers zoo ver, dat zy zich de hope maakten, om Ooft-Indie of Afie nog eens t'eeniger tyd te vinden, uit welke landen zoo veel kofte- lykheden gebragt wierden. En in waarheid deze hare hope was niet vergeefs , om dat zy hoe langs hoe verder geraakten, fchoon alles met onuitfprekelyke moeite verknocht was, om dat zy van de winden , nog van den ftroom, welke in zee befpeurt word, geen kennis ter waereld hadden; ja zy quamenzoo ver dat Der Portu- gezen eer- fte poging om een weg na Ooft-Indie te vinden. Wie dit voorne- men ver- der vol- voert heeft KAAP de GOEDE HOOP. i7j dat y.y eindi lf& Guinea, of de Atrikaanfcne Gout-kuft ont- dekten. Deze goede en geluk!. voortgang verdubbelde hunnen moed* ep bragt te vvege, dat de gemelde Prins eene vloot liet uit- ruilen, die eens zoo il, rk w.v . , air, die van Guinea te rug quatb- Deze gaf hylaft, om weder na Guinea te /eilen, en te trachten, verder zuidwaards op te llexcncn, om eens eenenopen weg te vin- den , langs dewelke men de lang gevvenfehte Oolt-Indifche landen mögt komen t'ontdekken. Dit bevel wierd werkltellig ge- maakt, en bragt te wege, dat tnen van t\d tot tyd verder quam. Dog doordien toen niemand wilt, dat de wind langs de Afrikaanfche itranden altyd zuidooft, en aldus de genen die na 't zuiden voeren, tegen waaide , als mede dat by de- gemelde Gout -kuil een zodani- ge heftige itroom ging , die zom- tyds, j i meelt altyd de fchepen te- genhouden, en in hunne vaart be- letten kan, zoo verliep 'er zeker- lyk \ cel tyd , eer en alvorens men daar achter quam ; en de onkos- ten wierden daardoor veel groter, dan men zich den gehoopten winlt konde voorltellen. Men wierd derhalven in Portu- gal voornemens , deze vaart op Guinea en verder zuidwaards op, te verpachten , met beding , dat alle jaren eene zekere langte ver- der ten zuiden moeit ontdekt, en daar van , van tyd tot tyd aan den Koning Johannes I. bericht en ver- flag gedaan worden. En door dit middel is 't ook zoo ver geko- men , dat men, hoewel langzaam en met flechten voortgang, zoo ver heeft gevaren , dat 't Koning- ryk Congo ontdekt wierd ; dog vermids de winden hoe langer hoe fterker en ongeituimiger bemerkt wierden, zoo verdween fchier wederom op nieuw alle hope, om verder te geraken, en de Ooit-In- difchc landen t'ontdekken. ondcmc-re Dit alles konde echter den ge- mcldcn Koning Johannis I. niet af- mingvaH fchrikken , om /.\ ne toedachten te } y"'''c veranderen , al'- welke in zyne be- gönne en reeds zoo ver gebragte ontdekkingen yvcrig voortvoer, en bellend ig eetnge lehcpen, hoc- u 1 1 met gantfeh geringen voort- g, Uitzond , niet beVd van al- le mogel) ke pogingen te doen ,om verder te geraken ; derhalven wierd ook eindelyk de zeer edel- moedige , dappere, omzichtige, verltandige Kdelman, Vasco de Gama, van meergemelden Koning tot Admiraal over eenige uit te zendene fchepen aangeltelt , die eindelyk door de altyd waajende tegenwinden verdriet en afgemat met eene meer als heldenmoed be- floot, 't land uit 't gezicht te laten, dieper in zee te iteken , en aldaar te beproeven, of 't niet mogelyk zoude zyn, verder te komen, en eene vaart te zoeken, langs dewel- ke een weg na Ooit- In die konde gevonden worden. In dit befluit konde hy zich naait Gods hulp op niet anders dan enkelyk en alleen op zyn Compas verlaten ,waar van hy de hope had , dat wyl 't tot nu altyd zyn getrouwe wegwyzer was geweeit , 't hem midden in zee ook niet verlegen zoude laten. De andere Officieren zoo als DeP£rtu- ook de matrozen , zochten dien 5,"n aan°~ dapperen held dit voornemen wel de KaaP dc uit 't hoofd te praten, dog dat Hoop? mögt niet helpen, Vasco de Gama bleef by zyn befluit, en bragt het zoo verre, dat zy eindelyk beloof- den, om hem overal te volgen en te gehoorzamen ; door welk flout- moedig beltaan hy ook eindelyk in 't jaar 1449. dit Voorgebergte der Goede Hope met zyne vloot in 't gezicht kreeg, 't welk zy toen wegens de zware winden en ande- re ongemakken , met den naam van Capo de los totos Tormcntos dat is , Voorgebergte van allequellingen, doopten , en eenig volk achter dit Voorgebergte, en aldus eenig- vins verder ten Ooiten, aan 't land lieten gaan, welke plaats zy Rio tin» 176 BESCHRYVING van de d' Infante noemden. Zy namen daar na verfch water in , en han- delden van de wilde inwoners fchapen en offen, na welke expedi- tie zy weder na Portugal keerden. Naauwelyks waren de fchepen in Portugal aangekomen , of 'er ontftont in 't hert van den Koning, dien Vasco de Gama van alles ver- flag had gedaan, een zodanig ver- genoegen, dat hy zich verbeelde, dat hy Ooft-Indie reeds had ge- vonden, en wyl dit Voorgebergte den toegang daar toe gaf, zo was hy over de Hechte benoeming mis- noegt, en zeide, dat 't niet Capo de los totos Tormentos , of Voor- gebergte van alle ongemakken, maar Capo de bonne EJperance , dat is , Voorgebergte der Goede Hoop, genaamt zoude worden, om dat men nu volkome hope had, dat Ooft-Indie nog eens gevonden, ontdekt, en met Portugal naauw vereenigt zoude worden ; en hy be- val ook zoo voort weder andere fchepen uit te ruilen, en niet alleen derwaards, maar ve*rder te zeilen. Hoe ;t haar Deze Koning heeft zekerlyk de eer en 't geluk gehad , dat onder zyne regering Oooft-Indie nog ontdekt is, hy heeft ook 't voor- deel daar van gezien ; dog zyne navolgers hebben eerft de rechte vruchten daar van geplukt, na dat zy te Goa een Viceroi hadden aan- geftelt,die over alle Ooft-lndifche veroverde Landen, Koningryken, en Eilanden, nevens alle aldaar voorvallenden onderhandelingen 't koninglyk woord voerde; de eerfte is onder dezelve Franciscus d'Ameida geweeft, die ook op zyne te rug reize na Portugal aan dit Voorgebergte der Goede Hoop geankert, en verfch water ingenomen heeft. Hy zelf Hapte met elf van zyne onderhorige Ka- piteins aan land , dog wierd ne- vens de gemelde Kapiteins en vele gemenen , om een paar blinkende fchoe - gespen , wel- ke zy aan de wilden weigerden, om 't leven gebragt. Kort te vo- Voorge- bergte ge gaan is. ren was nog een ander Kapitein, genaamt Johannis de Saldanha, die alhier aan land Hapte, van deze wilden vermoord , en legt in de Saldanha Baay begraven, die van dezen Kapitein den naam draagt. De Baay zelf echter legt ontrent 36. mylen ten Noorden van dit Voorgebergte. Nu hebben de P0rtugee7.cn, Zynde dien met recht de roem der eerfte 2^°"*" ontdekking niet alleen van deze van Oo«. Kaap de Goede Hoop, maar ook indu':- van gantfeh Ooil-Indie , midsga- ders van 't recht gebruik van 't Compas of zeylfteen toekomt, waar door de fcheepvaart niet weinig verbetert is, altyd en zoo dikwyls als zy fchepen na Ooft-In- die hebben gezonden, dezen ha- ven aangedaan , ten dele om zich van verfch en en gezond water te voorzien, diergelyk in gantfeh Ooil-Indie niet is aan te treffen, zoo als hier voren reeds uitvoerlyk bericht is ; ten dele ook om op nieuw goed fchaap en rundt- vleefch in te nemen , 't welk toen- maals van de Hottentotten om ee- nen zeer geringen prys konde ge- handelt worden ; dog nooit luft gehad , de plaats in bezit te nemen, of dezelve aan hunnen Koning on- derdanig te maken , zonder twyf- fel door de eerft verhaalde on- menfchelyke wreedheid van deze barbaren afgefchrikt , zoo als ook door hare gantfeh onverftaanbare taal, welke een Europeaan onmo- gelyk leren kan, ten ware hy van kindsgebeente af onder hen op- gevoed was. Derhalven hebben zy zich maar wnafc do- op 't Robben-eiland onthouden, 't ^°nrt0up°cd; welk voor den mond van den ha- Hottemot- ven alhier legt, en aldaar zoo lang tea* in gaten, in de aarde gemaakt, huis gehouden , tot dat hunne va- ten met verfch water gevult wa- ren ; om zich echter over 't ver- moorden van den eerften onder- Koning Franciscus d' Amcida te wreken, lieten zy een zwaar ftuk kanon uit hunne fchepen aan land bren- KAAP DE GOEDE HOOP. i7? brengen; vereerden de Hottcn- lotten allerhande kleinigheden ,als naalden, kopere gepolyite plaat- , enz. en baden hen 't gemeld kanon, dat metfehroot geladen was met een touw , daar aan vafl ge- maakt, na eene zekere plaats te trekken, zoo als deze menfehen, geen achterdenken hebbende, om dat zy deszelfs gebruik niet ver- ilondcn , en door de verhaalde gefchenken aangemoedigt zynde, ook deden, waar voor zy echter meelt allen met de dood beloont wierden. . Want zoo dra als de Conftabel, die met een brandende lont in de hand, achter 't Huk volgde, zag, dat zy in eene rechte lyn gingen, en 't ttuk voort trokken, volbragt hy zyne order , en (tak 't (tuk af , waar door zy meelt allen gequetft of gedood wierden. Die nog met 't leven daar van quamen, namen de vlugt, en verdubbelden door ichrik hunne fchreden, om hun- ne landsgenoten van dit droevig geval kenniffe te geven i aan wien zy hun gevaar niet yflyk genoeg wüten voor te (tellen; en weten (zy nog hedendaags daar van te (preken, als zy zeggen, dat zy door 't Tumdckum goeds , waar door zy niet alleen zwaar gefchut als kanons, enz. maar ook al 't fchietgewcer der Europeanen zonder onderfcheid veritaan , doodgefehoten zyn ; derhalven vertrouwen zy ook niemand, die met eenig fchietgeweer op hen losgaat , fchoon 't fchertswyze ge- fchied, en 't geweer niet eens ge- laden is. GeneEuro- De andere Europeaanfche Land- Nauchccft aarc*en > a!s de Engelfchen , De- t land in nen en Hollanders, die in ver- beut wil- volg van tyd door den zoeten winlt, ' welke de Kroon Portugal jaarlyks uit deze landen trok; ook lult kregen, hunne fchepen derwaards te zenden, en hunnen handel al- daar te dryven, hebben insgelyks weinig of gantfeh geene lult ge- had, om deze plaats in bezit te ne- II. Tieel. men, om dat hen alle de voorvcr- haalde en meer andere redenen, voornamelyk echter, dat met de- ze barbaren geen handel te dry- ven , en hun land vol guure ber- gen , en derhalven onvruchtbaar was , tegenhielden. Dcrhalvcn moeiten de Hollanders , welke fchepen dezen haven altyd aande- den, om zich van verfch water en fchoon vlcefch te verzien, als zy water halen, en deswegen op 't land vernachten wilden , ronrom hunne tenten , waar in zy (liepen , en hunne water-vaten bewaarden j eenen wal maken , en kleine (tuk- ken daar op planten, om voor den aanval van deze wilde en fnode menfehen in veiligheid te zyn. Zy hebben ook altyd op zekere Onwich- plaatzen, hedendaags in eene die- „?£ƒ", pe watergragt verandert, in ttnè in'twaar- blikke doos brieven achter gela- £SS^n ten , en dezelve met eenen (teen velen, gedekt, of daar onder verborgen , om daar door de na hen komende fchepen te verwittigen, dat zy daar geweeft waren; en op dat zy deze verborge brieven met zich nemen zouden, als zy na Holland terugkeerden, ten einde de Heren Bewindhebbers van de voortreffe- lyke Maatfchappy in Holland van hunnen toeftand bericht zouden bekomen. Diergelyke (tenen heb- ben zy altyd uit Holland met zich gebragt, waar op de namen van 't fchip, den Kapitein en andere ge- qualifkeerde perzonen, als mede van de overige Officiers met grote Romeinfche letters, zoo als ook 't ! jaar getal en de dag van hun vér- trek uitgehouwen waren ; en heb ik 'er zelf nog een van gezien , waar van niet anders dan 't jaarge- tal, 't welk gequetit was, man- keerde, waar op met zeef duide- lyke letters de naam van 't fchipi | die van den Commanderenden ■ Kapitein, midsgaders die van ce- ' nen medevarende Fiskaal en ande- re Opper-Officiers, zoo als ook de dag van haar vertrek uit Hol- i landen komtt aan deze Kaap uit- ' fj gehoit- i78 BESCHRYVING van de gehouwen waren ; ik heb ook al- les afgefchreven , dog dit briefje heb ik nevens verfcheide andere aantekeningen verloren , zoo dat ik my zulks niet meer weet te bin- nen te brengen, om dat de fieen weg gedaan is, anders zoude ik alles gaarn van woord tot woord mededeelen. Johannes van Ribcck onder- zoekt 't eerft de ge- fteltheid van 't land aan ds Kaap. der oordeelde, dat deze plaats aan de Voortreffelyke Maatfchappy tot 't ververfchen van haar volk, kalefateren van hare befchadigde,. fchepen,zeer bequaam zoude zyn; derhalven befloot hy , om by zyne komit in Holland aan zyne Princi- palen, de Heren Bewindhebberen dezer bloejende Maatfchappy daar Op zulke wys hebben de Hol- ; van verflag te doen, met 'tpry- landers van den jare ióoo af (als zenswaardig oogmerk, dat daar om welken tyd zv begonnen heb- door de na Indie zeilende fc hepen Vind het land vrugt- baar. ben , de Ooit Indiiche landen te bezoeken , en een Maatfchappy op te rechten , welke eerft , die van verre, naderhand echter, wan- neer men zag, dat de handel ge- lukkig voortging en opnam, de Ooft-Indifche Maatfchappy ge- naamt wierd, welken naam hy ook als nog voert) tot in den jare 1 648 . op deze plaats geleeft. Om dezen tyd heeft Johannes van Ri- beek, die 't ampt van Oppermee- it.er bekleedde, en in die qualiteit uit Indie weder na Holland zeilde, zich verftout, een weinig land- waardsin, dog niet heel ver van den haven en van de fchepen te gaan, en te zien oft land, 't welk van buiten gantfch onvruchtbaar, fcheen, waarachtig vruchtbaar of onvruchtbaar was. Voor heen had zich niemand verftout, om achter den Tafelberg te gaan, wyl hem aan de eene kant de Leeuwen , Tygers , Luipaar- den, Wolven en andere grimmi- ge en verfcheurende dieren eenen ichrik aanjaagden, en men aan de andere kant niet wilt, wat men van de Hinkende, nortze, onver- standige Hottentotten te ver- wachten had. Dog deze Ribeek waagde het vrvmoedig, en door- een grote dienlt geichieden zou- de. Dit voorftel , dat de gemelde Ribeek zoo voort na zyne komft deed, wierd in den beginne wei- nig geacht, wyl by deze bezitne- ming niet dan grote en zware kos- ten te duchten waren , en men daarentegen gantfch geen hope van voordeel had. Naderhand echter de zaak een weinig na- der in overweging genomen en gade geflagen zynde , dat de Zee-ploegers daar uit groot voor- deel halen , en de gemaakte kollen van de nieuw aangeleg- de Colonie weder goed ge- maakt konden worden , zoo bragt men 't zoo verre , dat de zaak aan de vergadering der Be- windhebberen, ter onderzoek o- vergelaten wierd. Deze hebben eindelyk na rype overweging en met algemeen goedvinden beflo- ten, dezen voorllag werkftellig te maken , en den gemelden Ribeek als eerlle Voorlteller en onder- zoeker des Lands met 't Charaéter als Commandeur derwaards te zenden. En wierden ten dien ein- de in 't jaar 165-1. vier grote fche- pen , met koren , tarwe , meel , vleefch, fpek en allerhande viftu- fnuflelde de naaltc plaatzen achter . alien, als mede genoegzame drank. den Tafelberg, alwaar hy zoo voort de treffelykfte kruiden, bloemen en andere gewallen aan- trof, waar uit hy belloot, dat dit zoo als ook met allerhande Boe- ren gereedfehap , als wagens »ploe- gen, enz. en eindelyk met veel y.oldaten , handwerks-luiden, enz. land, zulke treffelvke gewaden derwaards gezonden , welke allen \ in /•..-! f /onder menfehelyke hulp onder 't gebied en opzicht van den voortbrengende, zeer vruchtbaar meergemclden Ribeek ftonden, moeit /yn, weshalvcn hy dan ver- hunne bevelen van hem ontfan- gen, KAAP de GOEDE HOOP. 179 gen , en aldus den ecrften aanvang van deze als nu grote Colonie uu- ken moeiten. Landop Na.unveh ks was de nieuwe SêCKMp!" Commandeur met zyne vloot en overige.geielfohapin't jaar 165-2 hier aangekomen, of h\ nam vooral ter herten een Ziekenhuis te bou- wen , en cene iterke fefling aan te leggen. j ten einde hy in 't eerlle /yne kranken , afgematte en gantfeh /.wakke reisgenoten ver- zorgen, en 7.00 't mogelvk was, tot vorige gezondheid helpen konde, om dat hy wel voor uit zag, dat 'er diergelyke /ieken en van 't feheurbuik afgematte men- fchen voortaan meer zouden aan- landen, dien deze voorzorge tref- felyk ie iLJc komen zoude ; de \ eiling echter bouwde hv, om de Barbaren en vreemde vyanden 't hoofd te können bieden, en de Goederen en Koopmanfchappen der Voortrefielvke Maatfchappy in veiligheid te Hellen, fiouwdai- Met 't eerlle, te weten 't Zie- daareen kenhuis, was hy ras vaardig , om liekenhois. dat 't zelve hoogitnodig was , en daarenboven met de Velling gantfeh gene gclvkenis , en op verre na zoo grote arbeid of zulke dikke muren niet van noden had, fchoon 't zeer wydlopig en zoo llerk gebouwt is , dat 't nog he- den dien dag Haat , behalven dat van 't zelve een Pakhuis gemaakt is, waar in de voortreffelvke Maatfchappy alle Scheeps gereed- fchap, als traan, touwerk en dier- gelyke, bewaart, en daar achter een Werf gemaakt is , waar op kleine en grote fchepen gekalefa- tert en afgefloten können wor- den, ook een Maar 't twede , namelyk de Veiling. Veiling, vereilchte een vry lan- ger tyd , meer moeite en arbeid , veel volk en goede bouw -mate- rialen, welke laatite eerll gezocht en van nieuw by de hand moeiten gebragt worden. Des niet tegen- gaande bouwde hy dezelve zeer fchoon, ruimeniïerk, verzag ze II. T>eel. met vier fchone bolwerken, en eene brede gragt ; vermids zy nogtans voor zyne opvolgers te klein fehcen , om /.00 vele pak- huizen te bevatten, als men toen van noden had , doordien ook by aanwas der Colonie de Bezetting groter mocll zyn ah in den be- ginne, en u \ 1 cindelyk de/clve de huizen der burgers aan de/e Kaap te na quam, om dat 't getal van dezelve jaarlyks toenam , en nog dagclyks toeneemt , zoo wierd ze afgebroken, en tot den grond toe geflecht, zoo dat men als nog uit deze grootte en fchoon- heid van de oude afgebroke ves- ting zien kan, zoo dikwyls als men uit de tegenwoordige in de (lad gaat, om dat men zulks midden tuflehen beide op den weg gewaar word; Na dat hy deze beide hoogftno- WatRi- dige gebouwen begonnen ,' en 't Jj^ISl eerlle in cenen tamelyken (laat gedaan. der volkomenheid gebragt , gaf hy achtervolgens zyne initruétie , in Holland ontfangen,aan een van zyne vier onderhorige Kapiteins bevel, na Madagafcar te zeilen, en aldaar zoo veel (laven van bei- de Sexen te kopen, als hy bequa- melyk voeren konde, om dezelven aan de Kaap de Goede Hoop te brengen, en tot handlangers tot de aanilaande veilingbouw en ar- beiders voor de nieuwe Volkplan- ters te veritrekken. Onder dezen wyzen omzichtige verilandigen man , heeft dienvol- gens deze vermaarde grote (lerke volkplanting haren aanvang geno- men , welke de voortreffelyke Maatfchappy wel eenige tonnen gouds heeft gekoll, eer ze opge- recht is, aangezien zy alles op haar eige kollen verfchaffen moed, dat hier toe nodig was, dog haar zal die kollen nooit berouwen, door dien zy reeds vele jaren zoo veel voordeel heeft genoten en nog ge- niet, dat de beileede Hoofdzom- me reeds lang weder bètaalt en goed gemaakt is; wat nu voortaan Z r daar iso BESCHRYVING van de daar van inkomt , kan niet anders als voor zuivere winit gerekent worden. Het zal niet nodig zyn , om de genen, welke hem in de regering van deze Kaapfche Colonie or- dentlyk hebben gevolgt, allen al- hier op te noemen; om dat de plaats van dit papier veel te klein is, om ze allen te bevatten, zoo men alle hunne verrichtingen na elkander verhalen wilde ; dog de laatite , die of voor korte jaren geitorven, of deze Landsregering onder een hoger titel , namelyk al Gouverneur lange jaren in han- den gehad hebben , können met itilzwygen niet voorby wor- den gegaan ; om dat 't land onder dezelven veel verder uitgebreid en onder de volkplanters verdeelt is, en voor 't overige vele merk- waardige zaken onder hen voor- gevallen zyn. Wat van De eerlte , van welken hier mel- verneuT ding zal moeten gefchieden, is de Bax te Gouverneur N. Bax , die in 't jaar merken- 1670. dit ampt bekleed heeft; hy was zeer kloekmoedig, wys,ver- flandig, en omzichtig in zyne verrichtingen ; dog een weinig hard ontrent de genen , welke hy te gebieden had , maar aan de an- dere kant minnelyk jegens zoda- nigen, die met zyne zinnelykheid overeenquamen ; en is my dik- wyls verhaalt, dat hy zich niet ge- fchuuwt heeft, om een fterken ka- rel , die zich verbeelde flerker als hy te zyn , een wakkere oorvyg te geven , met te zeggen, dat hy na zyn character niet zien ,maar zich vry ver weeren zoude ; en dat zoo zulks gefchiede , en zodanig een hem wakker afrolte, en een paar blaauwe oogen gaf, hy zodanig een niet alleen achting toedroeg, maar voor deszelfs moeite be- fchonk, en een wakker glas wyn gaf. ^"e |ieeft Deze Gouverneur heeft de herbouwt8 ccrilgemelde Veiling, door den Commandeur van Riebeek ge- bouwt, met goedvinden der He- ren Bewindhebberen in Holland geflecht, en de tegenwoordige met 5 bolwerken weder opbou- wen laten, fchoon deeerfte na 't getuigenis van alle degenen, die dezelve gezien, en ten dele ook daar in gewoont hebben , veel be- ter zoude geweeft zyn. Want hy had aangeboden, deze laatfte bin- nen den tyd van drie jaren te bou- wen, waar toe echter nog volk nog bouw-materialen genoeg by de hand waren ; derhalven om dit gebrek te verhelpen, en zyne be- lofte te houden , heeft hy nog burger nog boer veel min zoldaat verfchoont; die zich maar onder zyne oogen begaf, moeft zoo voort arbeiden , en nevens hem de hand aan 'twerkflaan, ten mins- ten bouw-materialen helpen by- brengen , waar door hy deze ves- ting wel gebouwt heeft , dog de- zelve is op verre na zoo goed, fterk en vaft niet dan hy wel be- looft had, of eene zodanige grens- veiling, die als de fleutel van gantfeh Ooft-Indie is, zyn moeft ; deswegen hebben zyne opvolgers voornamelyk dé Heren van der Steil nog geftadig werk gehad, om dit gebrek te vergoeden, en nieuwe werken aangelegt, aangezien de Heer Willem Adri- aan van der Stell in den jare 1700. terwyl ik daar was, nog een Fau- febraje of lage wal rontom heeft laten maken , zoo als ook een Ra- velynvoor de poort van devefting, zoo als hier na uitvoerlyk zal wor- den gemeld. Deze Gouverneur Bax heeft . N.°^f verder de onwillige, hardnekkige vanden5 en wcderfpannige HottcntotfcneGouve ■- «atic, Gunjemans genaamt, die tcgen dc met anderen in oorlog gewikkelt Gunje- waren , en daar door den Europea- m nen veel fchade dceden, zodanig in 't naauw gebragt , dat zy als nu na dat hun vee weggenomen is, geen lult meer hebben , verder iets tegens den zin, kenniile of wil der Europeanen t'ondernemen. Ten einde hy echter altyd een wa- * kent KAAP dl GOEDE HOOP. m kent oog op deze «rüde menfehen konde hebben, liet hy in 'r y.oo genaamde Hottentots- Holland , waar van voormaals uitvoerlyx is gehandelt) eené vierkante fchans van aarde opwerpen-j en dezelve met gelehnt en manfehap voor- . /.ien , ten einde men in I van nood hunne ondernemingen verydelen, en hen met den eerllen aanvang tot reden zoude können brengen. Doordien echter achter den Leeuwenberg en voornamelvk aan de zoogenaamde Waterplas , een kleine haven was , waar in men met Hoepen, of ten hoogden met een boot tuflchen de klippen inlopen, en volk aan land zetten konde, zoo was hy daar in ook voorzichtig , en benam aan de uit Europa of elders komende vyan- den de gelegentheid , van te lan- den ; om dat hy aldaar eene kleine vierkante fchans opwerpen , en de- zelve met 6 Hukken kanon be- planten liet; welke ook, wyl ze zeer dicht bv de Hoofdvefting was , uit dezelve te beter en met groter voordeel konde worden gelecondeert. Deszeifs Na dat deze Gouverneur door Opvoer de voortreffelyke Maatlchappy el- simon van ders gezonden is , zoo quam in der steil, deszelfs plaats de Hoogedele Heer Simon van der Steil, dog niet zoo voort met 't characler van Gouver- neur , want dit heeft hy cerft lang daar na bekomen, maar enkelyk in qualityt van Commandeur, om dat men wegens eenige zaken, welke hy in 't jaar 1672. in den oorlog tuflchen Vrankryk en Hol- land zoude hebben verkeken, aan zyne dapperheid, omzichtigheid 0H bequaamheid twyffelde. Hy was een man , die zoo als men mv hier verzekeren wil, en de omftandigheden ook fchynen te bekragtigen , met zyne afkomft zeer gelyk leefde , want hy zoude op 't eiland Mauritius, alwaar zyn Vader voor de voortreffelyke Maatfchappy in den kryg diende, van eenezwarte heideniche Slavin, byzitvan zyn\ ader, Maimoni da Coßa genaamt , geboren /vn , tonder dat hy zelf wift, in welk jaar hy 't licht van deze waereld ■\ gezien had. Daarenboven heb ik /elf meer v dan eens, zoo dikwyls als ik hem j^^S* op zyn 1 .ai : I lonftantia gt rraamt, waarvan hier voren insge- lyks melding is gefchied, bezocht heb, uit /uien eigen mond ge- hoort, dat hy ruim vvf jai oud was, toen hy gedoopt wierd. Hy- moet aldus met deze yync moedermelk voortreffelyke deug- den ingezogen, naderhand van zich zelven geleert, en eindelyk- in zyn leven gcoeffent hebben , om dat 't gemeen fpreekwoord by hem tover waar wierd , namelyk dat 't geen een goede barndenetel worden wil , vroeg en tydig brand ; want hy heeft niet alleen onnuttige vrouwluiden , voorna- melvk die van zwarte afkomft of gantfeh zwart waren , tot in den hogen ouderdom bemint , ge- koeftert, voorgedaan , en alle mogelyke dienden gedaan; maar hy bezat ook voornamei) k deze hoedanigheid, dat hy die, als een geeftelyke Regent de anderen met zyn voorbeeld voorgaan moeft, niet veel van den uiterlv- ken Chriitelyken Godsdienft en 't Sacrament des Altaars, nog van 't byzonder lezen van de H. Schrift hield ; om dat hy liever in den Turkfchen Alkoran of de Jood- fche Gefchied-fehryver Jofephus, of in de boeken van Henediétus de Spinoza, die hy echter gantfeh niet verftont, dan in de H. Bybel las. Vraagt de Lezer, hoe deze man tot zulk gewigtig, aanzienlyk en voordelig Ampt heeft können ge- raken? zoo dient, dat hy in Hol- lands fchaapsvel omgehangen en de wolfshuid verborgen heeft, tot dat hy gelegentheid kreeg, om die vrv en onverhindert te laten zien. 't Schynt echter, dat tweee ftaat- Z 3 kun- BESCHRYVING van de Wis niet brquaem ■ r re- geeren. - de Schryvei mei geval. 182 kundige redenen hem de behulp- zame hand hebben geboden, waar van de eerile was , dat zyn vader v\ n leven op 't eiland van Ceylon ten dienite van de voortreflelyke Maatichappy gewaagt heeft , en 't gevecht verloren hebbende, door die van Ceylon onthoofd is, die ook 't hoofd op een Haak ge- zet , in triomf omgedragen heb- ben, 't welk deze Heer, als een kleinkind, dat zyn vader gevolgt was, zelf gezien heeft, weshalven hy nooit, zoo als hy zelf dikwyls verhaalde , een Schaaps-Kalfs- Var- kens of ander hoofd op zyne tafel heeft gezien, veel min daar van ee- lt n können. Derhalven heeft de voortreffelyke Maatfchappy mo- gelyk hare erkentelykheid willen- de betonen dezen zoon uit een Itaatkundig inzicht tot dit ampt bevordert. De twede was veel gewigtiger, en wel de voornaamlte, om dat namelyk deze Heer na zyne komft in Holland aldaar aan een der voornaamlte Familien , door een huwelyk vermaagfehapt was; en hier om fchynt hy ook tot deze gewigtige bediening gekomen te zyn, lchoon zyne deugdzame Ge- malinne om d een en d'andere re- den Hechten lult daar toe had, of merken liet, dat deze bevordering haar lief was; zy is derhalven niet met hem gegaan, maar heeft hem met alle hun kinderen laten ver- trekken, waar door hy ook by gevolg gelegentheid heeft beko- men , om zyne vuile driften den toom te vieren. Ik ben niet van voornemen, om nu verder vee! van deze Heer te zeggen, om dat 'er wel gelegent- heid zal komen, om meer van hem te berichten; dit moet ik echter zeggen, dat hy gene bequaamheid genoeg bezat', om eene Veiling dat belang, als mede eene e grote Colonie te regeren. ( )m maar een Haaltje van zyne on- kunde te verhalen ; wanneer men een iterke Vloot zag aanko- men, welke men vreesde, vyan- delyke fchepen te zyn , zoo riep hy alle borgers en inwoners van 't land by malkander, liet ze met hun volle geweer in de veiling komen, en iloot ze aldaar nevens de bezetting daar binnen, waar door immers de wand* zoo 't een wand was geweelt zoo als 't God iy gedankt, niet was, gelyk men naderhand hoorde, toen de fche- pen in liepen en 't anker lieten val- len, gelegentheid zoude hebben bekomen , om zich van 't platte land meeiter temaken, aldaar na zyn behagen huis te houden, iehattingen te eiffchen, de levens- middelen af te fnyden, weg te ne- men, en duizend andere dingen te plegen , welke men uit de ves- ting niet zoude hebben können beletten ; ja de veiling zoude we- gens gebrek aan levensmiddelen, zelfs 't hoofd niet lang hebben können bieden, maar ras in de handen der vyanden gevallen zyn ; aangezien de fchanzen, door zy- ne voorzaten opgeworpen, in ee- nenzeer flechten itaat waren, als w elke hy nooit zocht t'onderhou- den , veel min te verbeteren, maar liet dezelve vervallen en te gron- de gaan. Het onbebouwde wilde woefte land heeft hy onder de inwoners «<* '■■ 'B' en nieuw aankomende boeren , "^ ■t!c" voornamelyk echter onder d©iandheefl Kraniche vluchtelingen uit hoofde scJu° van zyne bevelen, uitgedeelt* maar gantfeh ongeregelt en onge- rymt, om dat 't niet in zekere dorpen verdeelt is, maar 't itont aan een ieder vry een Ituk land ie verkiezen , dat hy wilde ; en als liv iemand niet genegen was, zoo gafhy hem zelf een ituk na zyn believen, 't welk doorgaans ech- ter niet veel goeds was. Daaren- boven heeft hy de behoeftigen zel- den daar mede bedacht, om hen daar mede op de been te helpen , maar liever zodanige menlchen eenen goeden brok toegeworpen , van welke hy wederom iets goeds wift Horhy KAAP de GOEDE HOOP. iüs u'ift te halen, of anders ecne cr- kentenifTe te wachten had. Alle zyne bevelen waren zeer ftreng, en veelmaals gantfefi on- gerymt; de gene die nog goed zouden zyn , wierden met de grootlte Itrengheid uitgevoert , voornamchk als 'r geldzaken wa- ren; maar de dieven welke den Itrop verdient, en zich zelfs aan Compagnies goederen vergrepen hadden , opende men de gevan- genis, waar van de nog in 't leven zynde oudeLanddroft, Johannes Mulder, als Land-Rechter, ver- fcheide (taaltjes kan verhalen, die hem als klager gebeurt zyn , en die ook de meefte borgers zeer we! weten. Het eenige, dat in hem pry- zenswaardig is, is dat hy op alle hoge bergen een wacht met een ituk kanon verzien , gelegt heeft , ten einde daar door de borgers en alle landluidcn zouden können ge- waarfchouwt worden, zoo 'er een vyand, 't zy van buiten of van bin- nen quam, om als dan by malkan- deren te komen, om denzelven 't hoofd te bieden, tegen te ftaan, en te rug te dryven. Eindelyk heeft hy ook de borgery met een eige Raads-Collegie begunftigt, maar op zoo eene eenvoudige dwaze wys , dat zy voor zich zel- ven niets befluiten, maar enkelyk als medeleden van den Raad van Juftitie verfchynen mogen, zoo als hier na zal worden aangehaalt ; de- ze borgery heeft hy daarenboven in zekere Compagnien verdeelt , Officiers uit 't midden van hen be- noemt, en bevolen, dat dezelven hen in de wapenen oeiïenen zul- len. Zulks alles heeft hy binnen den tyd van twintig jaren uitge- voert, want zyne regering heeft ontrent zoo lang geduurt , en is hy eindelyk door zyn zoon, Wil- lem Adriaan van der Steil afge- e- loft. Van dezen Gouverneur hebbe ik reeds in myne vorige als van den geen gefchreven, dien ik by mvne komlt gevonden en aange- troffen heb; op een ander tvd zal zich beter gelegenthcid opdoen, omeenigzins omltandigcrvan hem te handelen en te fpreken ; jegens- woordig zeg ik enkelyk, dat 't oud fpreekwoord, dat de appel niet \ er van den Ham valt , ecni- germate lchynt waar te zyn, om dat deze zyn vader meelt in alles behalvcn in brutaliteit , gelyk komt. Want indien hy altyd was gebleven , zoo als hy in den aan- vang van zyne regering was, zou- de hy met den grootiten lof y.yn leven alhier gelleten , en 't roer van deze landsregering beftiert hebben, of anders zoo hy al weder na Holland had willen keren, zoo zoude dit vertrek den borgers al- hier zeer fmertelyk zyn gevallen , en hy zoude daarentegen in Hol- land zeer wel ontfangen zyn, en zvne voorgaande waardigheid van fchepen gecontinueert hebben , welke waardigheid men hem by zyn vertrek toezeide, zoo hy t'eeniger tyd met eer en reputatie weder mögt komen. Door dien hy echter zyn oud i i 1 » ,i • * wegens zy- ongebonden leven , t welk in Am- nconkuis- fterdam, als eene grote en zeer hcld '!n een volkryke ftad , eer verborgen kon- ?ucht.ße* de blyven als hier, weder begon , en hy hier den naam kreeg, dat eene Venus-dochter hem volgde, welke men hem in eene grote ge- flote mande toezond, zoo ver- loor hy zekerlyk zyne achting hier door niet weinig, en begon men heel anders van hen te praten. Deze Nimf had wel een kort ver- blyf alhier ; ten dele om dat 'er aan die waar alhier geen gebrek is, en hy reeds andere vriendinnen aan zyne moer had ; en deels ook , om dat de voortreffelyke Maat- fchappy bericht daar van bekomen en bevolen had , om zulke contra- bande goederen weder met zich na Holland te brengen. Onder- tufTchen is licht te begrypen, hoe zyne gemalinne, die van de gant- fche zaak bericht ontfing, zulks behaagde, Geraakt BESCHRYVINGvande I84 behaagde* en kan ik derhalven zeer licht geloven, 't geen men toen van haar gezegt en my ook zeer dikwyls zerzekert heeft, dat zy namelyk uit fpyt en hertzeer en de quade bejegening van haar gemaal, 't leven heeft willen be- geven. Ry deze gemelde ongebonden- hei d quameene andere ondeugd, welke hem voorts alle zyne ach- . ting benam. Want na dat hy ta- den. melyke middelen bymalkanderen gebragt had, vervoerden dezelve hem zoo ver, dat hy meer als gie- rig wierd , en gaarn alles alleen bezitten wilde, zoo als hier na zonnen klaar zal worden aange- toont; maar deze gierigheid bragt hem zynen ondergang te weeg , om dat hy met fchimp en fchande na Verlieft door gie- righeid zyn achting en word te den beginne geliet , als of hy de borgers zeer genegen was, en hen by den afgezetten Heer van der Steil helpen wilde; dog zoo dra de Heer van der Steil eenige kogels uit goude itukken op hem ichoot, zoo wierd hy ras de grote woeden gewaar , en moeli der- halven met dezen vrede ma- ken, en jegens de borgers den oorlog verklaren, zoo als ins- gelyks hier na omitandiger vol- gen zal. Hier by bleef het niet, maar hy zoude nog wel erger flukken, die reeds in til waren, uitgevoert heb- ben , ten ware hy door de onver- wagte komit van den nieuwen Gouverneur daar in belet was, want wyl dezelve zoo lang ver- toefde, zoo güte men, dat hy of Slecht gw drag van den Heer d'Abling, Word dooi de komft van den Gouver- neur in zy- ne gewei- ' denary ba* let. Holland keren, de regering aan | in Vrankryk gevangen zat, of an- een ander overlaten en aldaar de i ders daar gebleven was, en dien- beloofdcScheper.s-plaats ontberen ; volgens de volflage regering op Wie tot op dekomft Tan ecnen nieuwen Gouver- neur gere moeit. Hy wierd in 't jaar 1699. herwaards gezonden, en moeit in 't jaar 1707- zyne regering afitaan. Door dien de Heer Corneliszoon d'Abling, neef van dezen Gou- verneur, die voor eenige jaren om ecnig wanbedryf insgelyks van Pallembang geremoveert, en je- genswoordig echter wederom al- hier in de plaats van den afgezet- ten Opper-Koopman, Samuel El- zevier, gekomen was , in deze qualiteit aanquam , zoo is hy ech- ter eerit in 't jaar 1708. tegen de orders van de Bewindhebberen dezer roemruchtige Maatfchappy vertrokken, zoo als dit alles hier- na uitvoerlyker zal worden be- richt. Door dien de nieuwe Gouver- den gemelden Heer d'Abling bly ven zoude. Na dat hy nu hier door in zy- ne meining bedrogen was, hielp hy echter altyd 't een en 't ander goeds beletten, en 't tegendeel bevorderen; met inzicht, om den nieuwen Gouverneur, die als nog geen'e kennifle van deze regering had, teblindhqkken, en den zel- ven 't roer van de regering t'ont- futzelen en 't zelf te itieren; dit zyn voornemen gelukte hem ta- melyk wel , om dat het om zeke- re redenen, die ik niet gaarn fchryf, met hem tamelyk verviel, zoo dat hy eindelyk verder na In- die als Extraordinaire Raad ge- zonden wierd, na dat hy voorheen 't droevig gaflmaal had bvge- Louis van Altenburg, nog | woont, by 't welk de Heer Simon niet tegenwoordig was, en de re- van der Steil dezen Gouverneur, gering echter aan ecnen anderen nevens eenige Scheeps-Kapiteinen geeUrt8hecfr moeit worden overgegeven , zoo en andere Zee-Offieiers op zyn kreeg zulks nevens 't transporte- I Landgoed, Conitantia genaamt, ren en overgeven van alle Koop- J onder eenen dronk rode wyn, maniehappen, en anderezaken, vergift toebragt, zoo als ik zulks de Yoonrcflelyke Maatfchappy j met eenen authentiken brief van rakende, de bovengemelde Heer den Oppcrmecfter en geweze Ei- d'Abling in handen, welke zich in centiaat in de Mcdicyncn, Juitus • Ben- KAAP Di: GOEDE HOOP. 185 Benraat, bewyzenkan; behalven dat de mcnfchen aan deze Kaap zulks eenpariglyk getuigen, en ik 't zelf vcrfcheidemalcn uit dt i mond van den Gouverneur ge hoort heb. Deze Hoog Edele Heer Gou- verneur was een zeer voortrefte- Ivk man, die zich onder anderen door 't leren van vele talen en 't doen van veel fchone reizen zeer vermaart had gemaakt, die het ook, wyl hy den oorlog van der jeugd af haddegevolgt, zooverre gebragt had , dat de Keizer Leo- poldus I. hem in den voorgaanden Turkfchen oorlog met groot voordeel als deszelfs Admiraal Generaal op den Donau en Gene- raal Veld-Wachtmeefter te land aangeftelt en tot 't einde van dien oorlog gebruikt heeft. Vervol- gens wierd hy den Heren Staten Generaal der Vereenigde Neder- landen voor eenigen tyd overgela- ten, ten einde zyne Maj. hem we- derom zoude können ontbieden, als hy hem van noden had. Naauwlyks had hy hier den 14. January 1708. voet aan land ge- zet , of hy kreeg kort daar op , na- melyk den 8. April, als tot zyne welkomft , den eerft gemelden vergiftigden drank , waar tan hy door de goede voorzorge en heil- zame geneesmiddelen van den bo- vengemeldenjuftus Ben raat in zoo verre gelukkig genezen wierd, dat hy wel op {taande voet den geeft niet gaf, dog behielt echter zoo veel gif by hem, dat hy langzamer hand zyne krachten en op 't laatft zyn geheele geheugen verloor , en met niets dan met drinken konde gelaaft worden. Alle zyne goe- de ondernemingen zyn daar door in duigen geraakt, en verdwenen; en heeft de Heer d'Abling hem daarenboven den klad aangewre- ven , dat hy wegens fterk drinken nergens toe konde gebruikt wor- den, en alles leggen moert blyven, zoo hy (d'Abling) niet tegenwoor- dig was , deszelfs dieniten waar- JI. T>eeL nam, en alle. beftierde; terwyl nogtans bekent is, dat hy voor 't gif tot drinken nog tot andere bui- tenfporighcden genegen was ; der- halven acht ik, dat men de grond- oorzaak eerft behoorde t'onder- zoeken, wanneer men wel ras zoude ontdekken, waar deze on- deugden van daan quamen, gelyk dan de burgers dit ook heel wel merkten, en zynen dood zeer ter herten namen, die in 't jaar 1711. gevolgt is. Ik hebmy dikwyls over de edel- zyne Edel- moedigheid van dien Gouverneur ™0<;d|g- verwondert, die fchoon hy wift, dat men hem na 't leven ftont , zich niet fchuuwde, zyne vyanden gantfeh minnelyk, zonder eenige blyk van wraak, t'ontfangen en te fpreken, en zoude ik alhier een ruim veld hebben , om zynen roem en deugden op te tellen, ten ware ik vreesde dat myne pen daartoe te zwak was, en zy den rechten prys niet behalen zoude können, derhalven zal ik dezen arbeid aan anderen overlaten, te meer om dat ik licht nog wel gele- gentheid zal hebben, en 'teen en 't ander van herh te berichten. Na deszelfs dood is aan deszelfs P^ïï r. ... . , lern Helot geweze becretans, die, na dat de volgt hem Heer Abling bevel onifing,om als indeR«- Extraordinaris Raad van Indie, na smne' Batavia te vertrekken, in deszelfs plaats Opper-Koopman wierd , (die doorgaans den naam en titel van Secunda perfona , of tvvede ftem voert) de regering van dit land door den Raad van Policy by pro- viiie opgedragen. Hy was ge- naamt Willem Helot; de toom der regering pafte hem gantfeh niet, wanthy had nooit iets ge- leert, dan dat hy langs ftraat ge- hoort had. By zyne komft wierd hy tot eenCopyift gebruikt, en verftont naauwlyks zoo veel, dat hy een opftel zonder fpelfouten kon in 't net fchryven. Wanneer hy dit geleert en begrepen had , bevorderde de bovengemelde i Heer Adriaan van der Steil hem Aa in 186 B E S C H R Y V I N G van de in de Kanfelery, en maakte hem Secretaris Politik , of Staats-Secre- taris, en daar op heeft hem 't geluk gedient, dat hy met hulp van den , Advokaaat Everhard Schot , dien hy in geldzaken een byzondere dienlt bewezen, en tot betaling van eene duiltere fchuld geholpen had, tot die hoge trap van eer ge- itegen, en over veel anderen ge- itelt is, die tienmaal meer kennif- fe en ondervinding in hunne pink bezaten, dan hy in zyn heel lic- haam had. ZyneHo- Wanneer hy de regering aan- vurdy. vaarde, kende hy zich vanho- vaardy zelf niet ; hy was daaren- boven zeer onbefchoft, en gaf niemand, dien hy te gebieden had, een goed woord, en hield deze wyze van leven zoo lang, tot dat hy door zyne Zantippe , ik meen de weduwe van wylen den Heer van Loon, nog meer daar toe aangezet, tot volkome gekheid verviel. Ik zoude zoo wel van an- deren als van my zelven vele dwa- ze voorbeelden können bybren- gen, als ik 't der moeite waardig achte , om tyd en papier daar me- de te verquilten , en niet beducht was, den Lezer daar mede te ver- velen ; dog hier na zal zich wel ge- legentheid opdoen, om 't een en 't ander met meer voegelykheid aan te halen. OndertuÜchen heeft men hier Wat voor . ,. , . , een nieu- reeds tyding, dat zyne verkeerde we Gou- glorie haalt een einde nemen, en yerncur nier ver— hy onder eenen anderen Gouver- wacht neur bukken zal ; want de fpraak word' gaat hier, dat de Heer de Cha- vonne, die by de Staten Generaal in den kryg gedient heeft, her- waards zal komen , om als Gouver- neur eenigen tyd hier te blyven, en alsdan 't voorig ampt weder te bekleden. Door dien nu deszelfs broeder voor dezen Kapitein van deze bezetting geweeit is , en van den Heer Simon van der Steil veel fpyt en ongelyk heeft moeten ver- dragen, zoo twyffelt men niet, of hy zal zulks op eene billyke wyze ten voordele van devoortreffelyke Maatfchappy en tot trooft der ver- drukte en benadeelde burgers wreken, en de Stelliaanfchen geeil waar mede de gemelde Heer He- lot rykelyk begoten is, gantfehe- lyk uitdryven , de tot nu geweze oneenigheden der godlozen lul- len, en alles zoo in ruit brengen, dat niemand meer aan 't vorig on- gelyk, fmaad, fchimp en vervol- ging zal behoeven te denken. XVII. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. n7 XVII. HOOFTSTUK. Op wat vvyze 't gantfchc Land van de Kaap de Goede Hoop door acht Collegicn geregcert word. f 'an de Rtget'mg aan de Kaap de Goede Hoop. I 'an ivien de gror.d daar toe is gelegt. Uit hoe veel Cullegien de regering in den beginne beßaan heeft. Naderhand -wierden noa twee Collegien daar by gevoegt. i . Is de Raad van Policy. Eenige verandering hier in gemaakt. Andermaal verandert door een nieuwe Fiskaal. IVat de Raads-pcrzoonen van dit Collecte voor beloning hebben. 2. Raad van Juflitie. IVie in halszaken Beklager is. I 'an dit College kan men apelleren na Dataria ofllulland. Wat voor perzoonen met gerechtelyke verkoping der goederen te doen hebben. Het derde Collegie is de Raad van klyne zaaken. Tot deze Raadsvergadering worden ook borger s verkoren. In dit Collegie worden maar ci- viele zaaken , en die benede de 100 Ryksdaalders zyn, afgedaan. 4. Collegie is dat der bu- welyks zaken. ,t l'yfde is dat der IVeesmeeflers. In dit Collegie zyn zoo veel bedienden van de Compagnie , als borger s. Hoeveel Vendu- Meeflers daar zyn. "'t Zesde Collegie is de Kerkenraad. I 'erdeelt denzelven in een algemenen , waar in zy allen te zamen ko- men , en in een by zondere, die maar enkel een gemeente betreft. De bezolding der geeße- lyken alhier. De minfle geeflelyken leiden aan de Kaep een vroom leven. IN myn voorig Hoofdfluk heb ik begonnen van de rege- ring van deze Colonien te hande- len, die door de Hollanders of veel meer de voortreffelyke Ooft- Indifche Maatfchappy opgerecht zyn , en is in 't zelve van de Op- perfte Regenten, of zoo als men ze noemt, Heren Commandeurs gewag gemaakt. Jegensvvoordig ben ik van voornemen , om in de- ze iloffe voort te varen, en te to- nen, welke Raadsleden 'er verder zyn, en welke Collegien uit de- zelve geformeert worden , in ho- pe, dat de Lezer dit bericht ook niet qualyk nemen zal , en der moeite waardig achten , dat hy zyne oogen daar over laat gaan, te meer om dat 'er anders vele za- ken, die reeds hiervoren gefchrc- ven zyn , of nog ftaan te volgen , heel duifter zouden fchyncn, zoo dathy geen recht, klaar, duidelyk en volkomen begrip daar van zou- de können bekomen. Na dat aldus, ten einde ik tot de zaak kome, de Hollanders of II. "Deel. Van de Re- liever in derzelvernaam deNeder- landfche OohVIndifcheMaatfchap- gVrïngaan py , de Kaap de Goede Hoop J0^pde anno 1 (5 5-2. zoo als boven gemeld Hoop. is, in bezit hadden genomen, hebben zy hare zorge ook ten eer- ften laten gaan, om aldaar eene goede duurzame en zodanige rege- ring aan te Hellen, die in vervolg van tyd , wanneer de opgerechte Colonie groter en tlorifanter wierd, geene verandering, maar eene verbetering zoude van noden hebben. Ten dien einde gaven zy den eerflen Commandeur, den gemeiden H. van Riebeek , de no- dige bevelen met zich , waar uit hy konde zien , hoe en op wat wyze de Heren Bevvindhebberen der Voortreffelyke Maatfchappy begeerden, dat alles gereguleert wierd. Nu heeft deze verllandige Heer vanwiea wel alles mauw in acht genomen, dcßrond. wat hem by deze inltruCtie bevo- gek-gt*" len was , en de zaken aldus ge- fchikt,dat toenmaals bv zulke klei- ne , jonge en als nog zonder order Aa 2 leven- ig« B E S C H R Y V I N G van de levende Gemeente geen fout was te befpeuren , dog wyl hy op zoo vele andere zware en gevvigtige zaken , van groter belang zyne ge- dachten te gelyk moeit laten gaan, en de begönne bouw van' t Zieken- huis , de Veiling, midsgaders vele andere gevaarten, een menfch al- leen vereifchten , waar door zyne gedachten zeer veritrooit , en met duizend dingen te gelyk be- zig waren , zoo wierd de grond van eene goede regering wel ge- legt, maar de hertellingen bleven niet zonder grote nadelige en ge- vaarlyke gebreken, die na verloop van tyd gevaarlyke dwalingen zoude hebben veroorzaakt, ten ware zulks door betere verordi- neringen voorgekomen was; aan- gezien de geenen, die de gelden der wezen adminiftreren , nog heden dien dag over 't flecht bertier hunner Voorzaten , als mede over 't verward boekhou- den en vele andere gebreken kla- gen. Derhalven komt dezen Heer van Riebeek de eere met recht toe , dat hy tot deze Regering den grond gelegt heeft ; men moet echter ook bekennen, dat zyne opvolgers, die na dat de gebou- wen voltooit waren , waar in bei- de menfchcn en goederen in vei- ligheid konden zyn, meer tyd hadden , hunne gedachten daar o- ver te laten gaan, veel daar aan gevonden hebben, te verbeteren, en kan zulks worden geoordeelt, van de geenen die de vryheid heb- ben, de boeken van alle Collegien van den beginne af, te doorfnuffe- len. uu hoe De Collegien echter, zoo voort SendeRfr na ^e bezitneming van dit land en germg in oprechting der Colonic aangeltelt, nebeiiwn" zYn zcs in getale, en worden na heeft. hunne verfcheidene verrichtingen genaamt, i. de Raad van Polier ; i. de Raad van Jullitic; 3. de Raad van de kleine of krakcel-za- ken ; 4. de Raad van de huwclyks- zaken ; 5. de Weesheren; en 6. de Confiltorie of de Kerken- Raad. Na verloop van tyd, wanneer de borgery begon fterker en volk- ryker te worden, als mede toen de beide Colonien van Stellen- bofch en Drakeniteen opgerecht wierden , en voornamelvk door de komlt der Franfche Vluchte- lingen, tamelyk toenam, en de palen van dag tot dag verder uit- zetteden , zyn onder de regering van den Gouverneur Simon van der Steil , door den Commiffaris- Generaal Adriaan van Rhede, die de gantfche Ooft-Indifche Maat- fchappy reprefenteerde, daar by gevoegt,en na den fchyn tot voor- deel der burgers opgerecht: ten 7de het Collegie der burgers en "' Heemraden en eindelyk ten 8lte 't Collegie der burgerlyke Krygs- raden, van welke acht Collegien of Raadsvergaderingen als nu ge- oorlooft zal zyn, iets uitvoeriger en omftandiger te handelen, dan tot nu gevoegelyk heeft können gefchieden, fchoon van dezelve zeer dikwyls gewag gemaakt is. Wat 't eerfte Collegie of Raad De Rnd van Policy aanbelangt, dien men vm PoiiCir% met recht den Staats-Raad konde noemen, dezelve beftaat uit louter bedienden der Voortreffelyke Maatfchappy, en wel voorname- lyk uit zodanigen, die boven an- deren reeds een rang en karacter en 't beftier over dees of geene goederen der gemelde Maatfchap- py hebben. Wanneer men nu de Itaat-regels , in Holland gebruik- lyk, of na 't privilegie, 't welk de Heren Staten-Generaal der Ver- eenigde Nederlanden aan deze Maatfchappy verleent hebben, te werk gaat, zou men bezwaarlyk geloven, dat in dit Collegie ande- ren dan Gereformeerde geloofs- genoten aan te treffen waren ; wyl 'er echter niet altyd voor handen zyn, die diérgelyke aanzientyke waardigheden bekleden, maar ook anderen aangetroffen worden, die and e- KAAP de GOEDE HOOP. is9 andere Religiën toegedaan z\n,or" wel riaoiteeneChriftelyke Gelooft belydenis gedaan hebben, en nog- tans zodanige hoge bedieningen waarnemen, en daarenboven de Wyde diitantie tuflehen Holland en de/e plaats daar by komt , waar door naauwelyks de voor- treffelyke Maatfchappy, veel min de Heren Staten Generaal eenige narieht daar van bekomen , te meer om dat 'er niemand is, die daar o- ver klaagt, of zich tegen de ver- kiezing aankant, zoo moet het zc- feerlyk dikwyls anders gaan, dan de voortretfelyke Maatfchappy verhoopt , en de Heren Staten Generaal verwachten. By mync komtl alhier zaten Ge- reformeerden, Lutheranen , ja zo- danigen, die zelfs nog geene be- lydenis van eenig geloof ter wae- reld gedaan hadden, in dit opper- fte Collegie , en zal ik, hoop ik, niet kwalyk doen , wanneer ik dezelven met namen noem ; om een onvervalfcht kenteken te ge- ven, wat de toen regeerende Heer Gouverneur voor een goede Chriften,en de Prediker voor een eerlyke Geeftelyke geweeit is, die ook beide te gelyk nevens ver» fcheide andere Heren om deze en andere redenen afgezet zyn , zoo als hier na omftandiger zal worden gemeld. Dienvolgens waren by mync komll in dit Collegie, dataltyd uit 9 perzoonen beftaan moet, de- ze volgende Heren : de Edele Heer Gouverneur Willem Adri- aan van der Stell, die altyd 't Hoofd en de Prefident is ; dien volgde als Vice-prefident, de Op- perkoopman en Hoofd- Adminis- trateur in de Veiling, de Heer Samuel Elzevier , die doorgaans de twedc Perzoon word genaamt, om dat hy in dat Collegie de twe- de item heeft; hier op quam de Fiskaal independent, de Hcerjo- hannis Blefius, die onafhangelyk word genaamt, om dat hy niet van den Heer Gouverneur ver- kozen word, nog bevelen van den/elven ontfangt ; maar onmid- delbaar van de voortfeffelyke Maatfchappy zelf, en ook van haar allein verkozen en aangcilclt word. En de/e drie per/.onen waren allen de Gereformeerde Re- ligie toegedaan. \ erder bekiëede de vierde plaats de Hier OlofBerg, Kapi- tein van de bezetting alhier, een Swccd van geboorte, en b\ gevolg een Lutheraan; devvfdewas de Heer Adriaan van Rhede, Lui- tenant in de Veiling , de Gerefor- meerde Religie toegedaan. De zesde plaats 'bekleedc de Heer Willen Corfenaar, \\ inkelier of Koopman in de velling, een goed Chriflcn van de Gereformeerde Religie; de zevende was de Heer Willem van Putten, Onder-koop- man en Pakhuis-meefter , die nog geen belydenis van eenige Religie gedaan had ; en de achtfte plaats bckleede de Heer Jacobus Crufe , Curator ad Utes , Garnifoens- Boekhouderen Onder-Koopman; deze had met den Heer Helot, die de negende Raad en Secretaris van dit Collegie was, dezelve Reli- gie van den Heer van Putten; te weten zoo goed als de eerfte drie Gcreformecrt waren , zoo goed waren de laatite drie nog neutraal en hadden zich nog voor geene Religie ter wacreld ver- klaart. Na dat echter de Edele Heer m dit Col- Gouverneur Willem Adriaan van lesie is na- der Steil nevens de Heer Samuel Se^r- Elzevier afgezet wierden, en an- andcrins deren in hunne plaats quamen , gemaakt- maakte het een kleine verandering in dit Collegie , aangezien de E- dele Heer Louis van Allenburg als Gouverneur en onwederfpre- kelyke Prefident, en de Heer Jan Corneliszoon d'Abling als Vice- Prelident daar in verfchenen; en wanneer deze Iaatfte ook weder weggezonden wierd , en bevel omring , om als Extraordinaris Raad van Indie na Batavia te gaan, A a 3 wierd 190 BESCHRYVING van de wierd de gemelde Heer Helot , die toen cerft zyne Geloofsbelyde- nis by 't geeftelyk Confiltorie af- leide, met 't ampt van Vice-prefi- dent bekleed ; deze belydenis deed hy niet zoo zeer, zoo als 't fchynt, uit drift der Religie, als wel uit een itaatkundig inzicht, om dat hy meende, dat hy tot prefi- dent over den gemelden Kerken- raad zoude worden gekozen, om dat de Vice-prefident van den Raad van Policy zulks voor dezen altyd geweeft was ; dog de nieuw aangekomene, dog ras weder ver- zondene Kapitein, Adolf Jan van der Laan , een man van zonderlinge beqaamheid , wierd hem hier in voorgetrokken, en hymoeflvan deze waardigheid zoo berooft bly- ven , tot dat de gemelde Heer van der Laan weder na Indie ge- zonden wierd. Andermaal Wanneer echter naderhandook verandert ^e j-jecr Johannes Blefius , A- nieuwen driaan van Rhede , en Willem Fiskaal. Corfenaar quamen te overlyden, viel 'er andermaal eene verande- ring voor , en wierd de Heer Willem van Putten, door den CommhTaris en gewezenen ordi- naris Raad van Indie, den Heer Pieter Vos , by zyne terugkomft tot Fiskaal aangeftelt; dog zoo dat hy deze waardigheid weder moeftiaten varen, zoo de Heren Bewindhebbers van de voortref- felyke Maatfchappy , eenen ande- ren quamen te verkiezen, zoo als ook gefchiede, aangezien de Heer N. van Beaumond daar toe beroe- pen en van Ceylon herwaards ge- zonden is. In de plaats van den Luitenant van Rhede quam de Heer Cay Jede Slotsboo, uit Jutland geboor- tig, een Lutheraan, die Luite- nant en Raad wierd ; de plaats van den overleden Hr. Willem Corfe- naar ontfing de Heer Jan Swclling- n hel , Onder-koopman en Dispen- fier , een I .utheraan , van Archan- gel in Muscovie geboortig, een man van grote hoedanigheden, van voornaam- ongeveinsde oprechtheid en onbe- driegelyke rechtvaardigheid ; die ook deswegen veel heeft moeten lyden, zoo als hier na blyken zal. Eindelyk wanneer ook de plaats Pieterdc van den Hr. Helot weder moeft JJey« bezet zyn, verkoos de Heer Gou- ceOemT" verneur van AfTenburg den Heer |le" Hr- Pieter de Meyer daar toe, die van Amfterdam van geboorte en Lutherfch was ; hy was als Boek- houder hier gekomen, en kort daar na Onder-koopman geworden en door zyne grote kenniile, door 't naarftig lezen van goede boeken verkregen, tot dit ampt zeer be- quaam, en groot beminnaar van de gerechtigheid. Dit Collegie is met alle recht 't Dit Cüll)> eerfte in rang, om dat 't niet alleen gieis't degantfche Maatfchappy maar ook j"t°c zelfs de Hoog Mogende Heren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden reprefenteerr. Want in dit Collegie worden niet alleen alle zaken , den ftaat van dit land betreffende , overwogen , maar men neemt alhier ook zodanige Befluiten , die 't waarachtig be- lang der Voortreffelyke Maat- fchappy raken , en in 't voortzet- ten van haren handel alhier, ver- meerderen van andere jaarlykfche inkomften en getrouwe bezorging van hunne fchepen , enz. be- ftaan. Men befluit hier in ook den oorlog of vrede , welken men no- dig acht, tegen de Hottentotten te voeren. Of 't echter niet beter was, dar nu en dan cenige der voornaamfte borgers daar in wier- den getrokken , die 't ware belang der Colonie behertigden , waar aan anders zeer weinig of gantfeh niet gedacht word? laat ik ande- ren, die meer kennilTc hebben dan ik, oordelen; ten minden fchynen daar uit eenige gevolgen t ontdaan, die zich licht in 't ver- volg van zelf zullen opdoen. OndertufTchen voeren de Raads-perzonen van dit Collegie in hunne opfehriften den titel van Edele KAAP "E GOEDE HOOP. 191 Edele Groot Achtbare 1 Ieren ; ge- nieten echter g.mtfch gene belo- ning voor hart moeite , maar moe- ten met hun ander tradament ,'t welk een ieder van zyne afzondcr- lyke bediening heeft, te vrede zyn. Dog heeft de Edele Heer Gou- verneur Louis van Ailènburg,om deze Raden eenigermatc te ecren, en van alle anderen t'onderfchei- den, bevolen, dat een van hen de poort uitgaande, de wacht voor hem in 't geweer zoude komen , 't welk ook nevens den titel de ee- nige eere en loon is, dien zy voor hare moeite genieten. De ordi naris dag van hare ver- gadering is altyd dingsdag, Wan- neer zy van 9 tot 1 x uuren by mal- kanderen zyn, en word alsdan ten 9 uure de klok boven de Poort geluid, om den tyd van de zitting aan een ieder daar mede bekent te maken; op andere dagen komen zy zelden by malkander , ten wa- ren 'er fchepen op de Rede ten anker leggen , die hunne brieven, om na Holland of na Indie te ver- trekken, of iets anders ten behoe- ven van 't fchip verzoeken. Eindelyk voert dit Collegie de correspondentie met de Heren Bewindhebberen der gehele voor- treffelyke Maatfchappy, insgelyks met hunne Hoog-Edelen van de hoge Indifche Regering te Bata- via, en den Heer Gouverneur van 't eiland Ceylon, welker ant- woord en bevelen alhier ook we- derom ontfangen, opgebroken en gelezen worden ; dog de Secreta- ris van dit Collegie moet ze in de andere Archiven inlyven , regis- treren en bewaren , ten einde men zich van dezelve by gelegent- heid zoo voort bedienen en 't no- dige vinden kan. uit welke 't Twedc Collegie word de penoncn n , _ n. . ° . de Raad Kaad van Julhtie genaamt, om dat FjJnftftie in 't zelve zoo wel over geld als ' halszaken recht gefproken word, en beltaat wederom uit 9 perzo- nen , welke meed denzelven zyn, die den Raad van Policy uitma- ken i Jakob Crufe alleen zit in dit Collegie niet , om dat reeds al te veel nabeltaande van hem daar in zyn. De Heer Willem van Putten heeft ook in dit Collegie gezeten, dog wyl hy na de veikrcgenc plaats van Fiskaal niet altyd als Raad konde zitten , zoo quam de vaanderig, Pieter Kiekfee , uit Holland geboortig, in deszelfs plaats, en na deszelfs dood, wan- neer ook te gelyk de nieuwe Fis- kaal independent, de gemelde Heer van Beaumont arriveerde, en de gemelde Heer van Putten zyne demiflïe zocht , en na Bata- via gezonden \vierd,ontfingen de- ze beide plaatsen, de Heer Jan de la Fontaine, Onder-Koopman enPakhuis-meeiter,Gereformcert, van Amiterdam van geboorte, en Cornelis Barentzoon, Vaanderig, Lutherfch, en uit Lyfland ge- boortig. In halszaken is of de Fiskaal in- dependent of de Land-droft eif- fcher, na dat de misdadiger in de jurisdictie van den eenen of van den anderen gevangen , endoor den zelven Zelf of op zyne order door zyne Dienaars in hechtenis gezet word, zoo als reeds voor- maals eenige melding daar van ge- daan is. Zodanig een heeft als dan in de Raadsvergadering geen zitting, maar moet enkelyk af- wachten, wat hem op zyn eifch van den Raad toegeftaan word. Zoo echter de misdadiger een burger is, of een flaaf, aart een burger toebehorende, als mede zoo 'er over geldzaken tufTchen burgers of tufTchen een burger en een Dienaar van de Voortreffely- ke Maatfchappy, verfchil ontftaat, zoo als dikwyls gefchied, zoo worden de drie regerende burger- Raden of Burgermeelters mede daar toe getrokken , onder voor- wendzel, dat dezelven voor 't be- lang van hunne medeburgers zorg dragen en zien moeten , dat hen geen onrecht gefchied. Hoe ech- ter zulks van deze drie, die 't be- neden- Wie in halszaken Beklager & In geldza- ken wor- den de regeren burger- meelters te raad ge- nomen. de 3 rende 192 BE S C H R Y V I N G van de De Heer Gouver- neur ver- kieft tot deze «elke hy wil nedenfte end van de tafel beflaan , gevoeglyk kan gefchieden? Wat ook verder voor eene gelykheid der flemmen aangetroffen word , als 'er reeds 9. perzonen geltemt hebben , en 3 nog Hemmen moe- ten , welker beide t'eenemaal van malkander verfchilt ? kan een ie- der by zich zelven afnemen ; wat my belangt, ik wil myne gedach- ten gaarn opfehorten , en anderen laten oordelen , die bequamer daar toe zyn. Want dat de burgers in dit fluk zeer flecht daar by {laan, en zien- de blind moeten zyn, blykt, om Raadsleden ^at a^es na ^en zin en wil van ^en Heer Gouverneur gedaan moet worden , zoo als hier na een klaar bewys zal verftrekken, 't geen tuf- fchen de burgers , welke de recht- vaardigde zaak hadden, en der- halven van devoortreffelykeMaat- fchappy gerechtvaardigt wierden , en den Heer Willem Adriaan van der Steil is voorgevallen ; daaren- boven is zulks daar uit ook af te nemen, dat wanneer een lid van dezen Raad derft, het wel den naam heeft, dat door den Raad van Policy een ander moet verko- zen worden, dog de Heer Gou- verneur reprefenteert doorgaans als dan in zyne eigene perzoon 't gantfche Collegie politik , nomi- neert, eligeert, en introduceert, zelfs wanneer alle anderen daarte- gen waren, den geen, welken hy gaarn wil geëert hebben , en by wien hy zyn grootlle belang vind , gelyk ik hier van hier na een zeer aanmerkelyk voorbeeld aan den Burgermeefter , Hendrik Bouman tonen zal. Staat hem iemand ook niet aan , die de zaak wat flerk trekt en zynen eed betracht, of deszelfs zin in alles niet volgt, zoo laat hy zoo iemand t'huis,en geeft hem gantfeh niet eens te kennen, dat hy in den Raad nodig is , zoo als ik met den Heer Nicolaas üortman hier na zal tonen, ofhy dreigt hem zelfs weg te zenden, zoo als 't den Heer Johannis Swel- lingrebel gebeurt is, gelyk in 't vervolg zal worden gemeld ; niet tegenilaande deze en veel andere zaken rechtdraads tegen den zin en d'uitdrukkelyke bevelen der Heren Bewindhebbcren in Hol- land ilryden. Wanneer iemand voor dit Col- van di legie, als de hoogile rechtbank Collegie van deze plaats, zyne zaak ten ein- appelleren de heeft gebragt, en zich in de uitfpraak benadeelt acht, zoo ftaat hem, zoo als billyk is, vry, om zyne toevlucht tot een hoger rechtbank te nemen, mids dat hy voorheen 't appel binnen den voorgefchreven tyd van tien da- gen laat aantekenen, en de zom- ma van 1 00 guldens namptifeert , welke zomma daar zoo lang be- waart word, tot dat de zaak door de hoger Rechtbank is uitgewezen, en naderhand gegeven word van den geen, die 't proces daar ook verloren heeft. Om te appelleren flaan voor de partyen twee wegen open , te we- ten aan den Raad van Juflitie te Batavia, die alleen uit Rechtsge- leerden beitaat, of immediaat in Holland, waar van zy ook nader- hand geen regres hebben, maar moeten zich aan het in Holland gewezen vonnis houden. Van Batavia echter können zy de zaak na Holland trekken; zoo dezel- ve der moeite waardig is, en haar geld zoo ver flrekt, dat zy in ftaat zyn, om aldaar ook de kollen van appel te dragen ; waarvan echter mynes wetens nog geen voorbeeld is, aangezien niemand licht zal onderftaan,van een van deze twee rechtbanken verder t'appelleren. De Leden van dit Collegie ge- Wat dere nieten behalven de eere zoo veel ?"?sle,d,e" -. voor cene voor hare moeite, als die van den beloning Raad van Policy, want men noemt hL'bben- hen Edelen , Achtbaren ; en fchoon alle partyen in eene geld- boete verwezen worden , ten voordele van de Kamer, zoo wor- den die gelden cnkelyk bewaart , om by halsllrallelyke executien ten KAAP de GOEDE HOOP. 193 ten dele aan den Fiskaal, ten dele aan diu Secretaris en Dienaar, en ten dele ook aan den Seherprec li- ter, die een \ ry gelatene /.wart der voortrcftclyke Maatfchappv is, te worden betaalt. 't Geeft de Kamer te kort komt, laat de voor- trelielvke Maatfchappv uit hare kas betalen ; daarentegen moet 't geen 'er jaarlvks overfchiet, ins- gelvks in de Kas worden ge- fragt. Wat voor Wanneer echter twee partyen «cfe om lchuld zoo ver in rechten . i;c vervolgen , dat de goederen van den eenen by executie moeten ren worden verkoft, om den anderen n te betalen , zoo gefchied zulks na aangeplakte briefjes en bekentge- maakten dag in byzyn van de twee Raden , die gedeputeert zyn ge- weeft, om by den Secretaris te zyn, wanneer hy eene ordent! v- kc lyft van dezelve maakte ; en deze twee Gecommitteerden ge- nieten als dan voor hare moeite dagelyks twee ryksdaalders ieder, en vry onderhoud voor haar en hunne paarden , zoo ze anders o- ver land reizen. De Secretaris , die niet alleen de inventaris maakt, maar ook die verkoping als Boekhouder by- woont, midsgaders de gelden, daar van komende , door den Ge- rechtsdienaar, als de gewoonlyke Afflager , laat ophalen , 'en van hem ontfangt, en naderhand we- der aan de gene betaalt, tot wel- kers behoeve dezelve verkoft zyn, is met de gemelde twee ryksdaal- ders dagelyks niet te vrede, maar moet ook voor de proces-koften en fchry ven betaalt worden, wel- ke kollen hy van de zomma af- trekt, en aan den geen verrekent, die de zaak verloren heeft. Voordcel Hieruit blykt zonneklaar, dat van den je Secretaris van dit Collegie ne- Secretans , _ , ,. ö , en Ge- vens de Gerechtsdienaars met de rechtsdie- befte buit gaan ftryken,als de goe- deren by executie verkoft wor- den ; men ziet ook , dat deze twee met de eer alleen niet te vrede IL "Deel. naars. /vn , maar dat geld by hem de boodfehap is. Met deze beiden zvnjtaandemvn verbij f alhier, dd gfootfte verandering en zcldzaam- ile dingen voorgevallen, waar van ik hier een klein uittrekiel zal mede deelen. By myne komft was Abraham Wat 'er Poulle Secretaris v.m dit Colle- jj£*J, gic ; dezelve was als Mccftcr in bv de dit land gekomen; vervolgens 5™A™ quam hem in 't hoofd, dat niet de theur is pen meer geld, en gemakkclyker )c°a°rscval" als met baard fchrappen te winnen was; want zware en gevaarlyke patiënten vertrouwde de Opper- meeller hem niet, licht om dat hy in die kunft niet ver gekomen was; derhalven begaf hy zich aan de pen , waar door hy ook in kor- ten tyd zoo hoog fteeg, dat hy eindclyk dit Collegie als Secreta- ris wierd toegevoegt; dog des- zelfs flecht gedrag, aangezien hy zich zelfs met zyn zwager, den bovengemelden Heer Helot niet konde verftaan ; behalven dat hy te Batavia wegens 't lafteren van eerlyke menfehen, op de blote knien God en de Juftitie om ver- giffenis bidden, en zyne woorden weder in den hals had moeten ha- len en nog veel andere feilen, zoo als hier na zal worden aangetoont, hebben eïndelyk den Edelen Heer Gouverneur Louis van Aftenburg, dien hy wetten wilde voorfchry- ven »bewogen, om hem weder na Batavia te zenden. Na deszelfs vertrek, wierd de wie hem Heer Daniel Thiebault, een jong g^- perzoon,met dit ampt begunltigt; heeft. dezelve had zich gedurende zyne aanwezenheid alhier aan de pen begeven, dog had het voor dezen nooit hoger können brengen, dan tot Afliftent , waar na hy vervol- gens eerfte Klerk en eindelvk Se- cretaris van dit Collegie geworden is ; waar toe hem echter zoo wel niet zvne bequaamheid of wys be- leid als wel zyne Lieffte heeft be- vordert, die eene zuftcr van den Heer Helot en vrouw van den ge- Bb mei- 194- BESCHRYVING VAN DE melden Poullen was. Dezelve be- zat redelyke middelen, dog had 't gebrek, dat zy zeer qualyk fprak, en dat niemand haar konde veritaan, ten ware hy haar gewoon was. Na dat hy aldus eene ryke vrouw had gekregen, die goede vrienden in de Regering had en daar door tot dit aanzienlyk en voordelig ampt was geraakt, ver- gat hy door hovaardy , de behoor- lyke achting voor zyne Meerde- ren te hebben , en hunne bevelen na te komen; en door dien hy daarenboven op zyn zwager den Heer Helot tamelyk iteunde, en daarentegen den Heer Gouver- neur van AfTenburg heel weinig achtte, zoo gebeurde het, dat als deze Heer eenige fchriften, in de- zen Raad van Juititie verhandelt , en by gevolg onder zyne bewa- ring, verzocht te zien, hy zich onderltont dezelve te weigeren, waar over deze Edele Heer zoo toornig wierd, dat hy zyne Secre- tary tot op nader order liet verze- gelen, eenen anderen ad interim aanltelde, en dezen beval, 't ampt van Secretaris by de Kamer van Juftitie waar te nemen. Hier over wierd hy wel een weinig buigzamer, voornamelyk wanneer hy zag, dat 't den Gou- verneur ernft was, die hem zyn maand-ceel of ordonnantie t'huis zond, uit hoofde van dewelke hy met 't eerfte fchip na Batavia zou- de vertrekken ; dog de Heer He- lot liet niet na hem te ftyven, en onder de hand den Heer Gouver- neur te bevredigen , om dat hy wel will , dat by hem licht pardon te verkrvgen was ; kortom deze Heer Thiebault behield deze zyne bediening, en bragt daarenboven het nevens de Heer Helot, zoo verre, dat de geen, die den dienit voor hem had waargenomen, ook in zyne plaats de reis na Batavia aannemen moeit. \ oor 't overige (laat te merken, dat de/c Secretaris dezelve magt heeft, om Notariale fchriften op te ilellen, als die van den Raad vanPolicy, mids dat deze laatfte alleen Schepen-KennhTen mag ver- vaardigen. Wat aanbelangt de or- dinaris zitting van dit Collegie, 't zelve houd altyd hare vergadering des donderdags, van negen tot twaalf uuren; wanneer 'er echter eene zaak voorvalt, die lyf en le- ven of beroving van eer betreft, zoo word dezelve doorgaans op zaturdag volbragt of ter uitvoe- ring gelegt, werdende de misda- diger, 't leven verbeurt hebben- de, donderdags de dood aange- zegt. Het derde Collegie, dat onder Watvan dit is, word de Raad van de Klei- Jan Se ne zaken genaamt,dat voor dezen *akenbc- altyd afgezondert is geweeft van treft> dat 't welk de zorg van de huwe- lykszaken toevertrouwt is, fchoon de leden van beide Collegien meelt altyd een en dezelven wa- ren; dog de Heer Jan Cornelis- zoon d'Abling heeft {taande zyne provifionele regering deze twee Collegien in malkander gefmol- ten, niet tegengaande een ieder een gantfeh byzonder en zeer verfchillig voorwerp heeft , en wyl 't doel van deze beide Colle- gien zeer ver van malkander af- wykt, zoo vind ik raadzaam, om alhier ieder Collegie in 't byzonder voor te itellen. Dit Collegie van de Kleine of üit wcIke Krakkeel-zaken , is 't eerfte , waar dkToik- in de burgers ook zitting hebben ; giebdfcur. want 't zelve beftaat en uit die- naars der Voortreffelyke Maat- fchappy en uit burgers, te weten, beiden een gelyk getal , en zitten zy wifTelwys, dat namelyk op een Dienaar van de gemelde Maat- fchappy een burger volgt. De Prelident van dit Collegie is altyd een Lid van den Raad van Policy, die amptshalve verplicht is, om in den gcmeldcn Raad van alles verflag te doen ; en de Vice-Pre- iïdent is een van de Burger- R^ad of Burgermeefters ; de overigen zoo KAAP de GOEDE HOOP. 19s 7.00 wel van de Mtetfchappy als Burgcrvzvn zoo hoog nog niet in rang, dat zv buiten deze t'on^tie een afzonderlyk karacter hebben^ en zoo 'er al d'ecn ot' d 'ander on- der is, die reeds eene byzondere qualiteit heeft, 7.00 gefchied zulks meer op eene toevallige wys, dat de verkiezing juift op hem valt , dan dat 't eene noodzakelykheid is. Voor dezen was 't gebruik, voornamelyk zoo lang als de Heer van der Steil regeerde , dat geen burger in deze Vergadering zit- ting had, ten zy dezelve Burger- meeiter gevveeit , en werkelyk buiten de regering was, dog wan- neer de Edele Heer Gouverneur Louis van Altenburg gade floeg, dat hier mede menig wakker be- quaam burger voor 't hoofd ge- ltoten, en buiten bediening gela- ten wierd, die van geene zaak kennille konde bekomen , en daarbenevens in geen Collegie met eenig nut gebruikt konde worden, zoo heeft hy deze oude gewoonte vernietigt en bevolen, dat bequame burgers, die eenen goeden naam hadden, verkozen zouden worden , ten einde men met 'er tyd een qucek-fchool kry- gen, en mannen hebben mögt, die de vereifchte hoedanigheden bezaten, en in hoger Collegien nuttelyk zouden können gebruikt worden. Ten dien einde wierden in 't jaar 1709. drie burgers ver- kozen, daar onder een Burger- meefter , hebbende de twee ande- ren nog in geen Collegie zitting gehad. Alle twee jaren word de Prcfi- dent nevens de meefte Leden van dit Collegie verandert en verwif- felt, dog zoo dat zommigen zoo wel wegens de voortreffelyke Maatfchappy als van de Burgers daar in moeten blyven, die name- lyk maar een jaar daar in zyn ge- weeft, ten einde men den nieu- wen zoude können onderrechten, welke zaken nog voor de recht- II. Deel. bank hangen, en waar in dezelve bellaan. In plaats van de gecnen, die afgaan, verkieft dit Collegie een dubbelt getal , en geeft de nominatie op Nieuwjaar, wanneer alle andere Collegien insgelyks verandert worden , aan den 1 leer Gouverneur en den gantfehen Raad vanPolicy, om daar uit te nemen, welke zy willen. \\ ant geen Subaltern Collegie heeft de vryheid, gclyk zulks ook billyk is, na eigc behagen eenigtn aan te nemen, en de ledige plaatzen te vervullen, maar deze magt komt met recht den Gouverneur en den Raad van Policy alleen toe. Deze Raadsvergadering beftaat uit zeven perzonen, daar onder altyd drie van de Voortreffelyke Maatfchappv en drie van de bur- gers; Deze voeren den titel van Edelen Achtbaren, en genieten boven dezelve niets voor hare moeite ; welke eere men in open- bare vergaderingen beft bemerkt, waar in zy zoo voort na de Raden vanjuftitie afgelezen en geplaatft worden, en aldus voor alle andere dienaars der meergemelde Maat- fchappy en burgers den rang heb- ben. De Secretaris als de zevende DeSecre- perzoon, is altyd een Dienaar van ^lsiscen de Voortreffelyke Maatfchappy ; vuide deze geniet niet alleen dezelve ee- J^; re, maar maakt van de partyen, waar aan 't hier nooit ontbreekt , veelgeld; dezelve is echter niet bevoegt , om eenige notariale fchriften te maken, zoo als een Notaris of de beide Secretariflen van de Policy en Juftitie, 't zy hy zulks uit hoofde van eenige bedie- ning, diergelyke de eerfte Schry- vers-plaats der Secretary is, ver- mag. Criminele zaken worden hier gantfeh niet gehoort, maar zoo voort aan den Raad van Juftitie gewezen ; dit Collegie mag ook in civile zaken gene anderen af- doen, dan die beneden hondert I ryksdaaldcrs bedragen ; want de B b x zaken fchappy. i96 BESCHRYVING van de Men kan hier van aan den Raad van Juftitie ap- pelleren. Wat on- trent 't Collegie van huw e- !yks-zaken te merken. Wat ten tyde van den Schry- ver voor echtfehei- dingen zyn voorgeval- len. raken van groter belang heeft de Raad van Juititie voor zich behou- den. Hare Sententien en gerech- telyke uitipraken moeten jaarlyks afgefchreven en aan den Raad van Policy overgegeven worden, wel- ke dezelve verder nevens andere fchriften na Holland zend. Zoo de partyen met de uit- fpraak van dit Collegie niet te vre- de zyn, können zy binnen den tyd van tien dagen aan den Raad van Juititie appelleren, mids dat zy by dit Collegie hondert ryks- daalders namptiferen. Eindelyk zit dit Collegie doorgaans alle 14 dagen eens, en is de belfernde dag van hare vergadering altyd zater- dag, van negen tot iz uuren. By't Collegie, dat de huwe- lyks-zaken waarneemt, iswyl't uit dezelve leden beftaat,en door- gaans op zaturdag zitdag houd, ten ware jonge luiden verzoeken eerder geholpen te worden , niet anders, dan 't afzonderlyk doel- wit te merken, uithoofde van 't welk zy met geene verfchillen te doen hebben , zoo ze niet huwe- lykfche verlovingen, voorwaar- den, enz. betreffen; waar aan 't by eene zoo grote en in volk da- gelyks toenemende Gemeente niet ontbreekt ; aangezien 'er geen paar kan worden getrouwt, ten ware 't zich by dit Collegie heeft aangegeven, en gebleken is, dat Zulks is met toeitemming van bei- derzvds ouders of naafte vrienden, en een briefje aan den Predikant, die ze trouwen zal, getoont heb- ben, waar na 't den Predikant eerft vry Haat, om zodanige per- zonen zonder verdere navraging af te lezen, en eindelyk te trou- wen. Zoo lang als ik my hier heb be- vonden, weet ik maar twee paar, die eene echtfeheiding verzocht en verkregen hebben ; 't eerrte was een Onder-koopman , met zy- ne vrouw van Batavia hier ge- komen, die verzocht, t'eenemaal van zync vrouw te zyn gelchei- den, en 't ook verkreeg, omdat 'er redenen genoeg waren ; dog wyl zy zagen , dat 'er ook eene fcheiding in de goederen zoude worden gemaakt , verzochten zy beide, om zich andermaal met malkander te vereenigen , en fchoon zy voorheen van voorne- men waren, na Holland te ver- trekken, keerden zy beide weder na Batavia. 't Twede paar , waren beide 'l Twede Europeanen, welker namen mygeval* even zoo licht vallen zoude alhier te piaatzen, als de vorigen, ten ware ik die voorbedachtelyk ver- zweeg, om de vrienden van den man , die als nog te Straasburg le- ven. Deze wyl zy zich gantfeh niet konden verdaan , en 'er ge- vaar was, dat de een den anderen 't leven zoude benemen , verzoch- ten, om t'eenemaal van elkander gefcheiden te zyn , dog wyl de re- denen niet genoegzaam waren, en men nog hope had, dat zy t'eeni- ger tyd van zin zouden verande- ren , te meer om dat zy reeds een kind 't zamen hadden, zoo fchei- de men hen enkelyk voor een tyd van tafel en bed, om te zien, hoe 't verder met hen gaan zoude. Vermids ik als nog met dit Eene in- Collegie bezig ben , zoo zal men mam"« niet qualyk duiden, dat ik de ma- n openbaar blyk van 't geen Hoe het gezegt is, kan mynes bedunkens m«ilet,u- £> o » ..■'., , bekende zyn, om dat deze kamer in hare« •c/enge-' boeken eenen titel voert, die den lle!t is- naam draagt: Van de onbekende IVezen. Deze onbekende Wezen zyn geweeft zodanigen die van de overledenen burgers moeften er- ven, om dat de Curator ad lites anders zich deze nalatcnfchap had moeten aantrekken, daar van be- richt aan de Voortreffelyke Maat- fchapp) KAAP de GOEDE HOOP. 199 fchappy lenden, en '1 geld inba- re kas cellen. Doordien nu voor dezen /.eer vele na Ooil-Indie v\n gevaren, die hun reelu vaderland nog hunnen rechten naam bekent hebben gemaakt, zoo beeft zeker- lyk de Weeskamer de wettige er- ven niet können vinden , maar de nalatenfchap onder den titel der onbekende Wezen te boek gefielt en tot nu behouden. De mening van de gemelde Be- dienden der VoortrerVelyke Maat- fchappy, gaat voor zoo veel ik heb vernomen, daar hene, dat men om 't hooglte gezag in alles te handhaven , de burgers zoo veel niet moet inruimen , en was reeds genoeg, dat men dczelven nevens hen tot de adminiilratie der wees- gelden toegelaten, en een Collegie geformcert had , dat uit zoo veel Bedienden der gemelde bloejende Maatfchappy beilaat , als 'er bur- gers in zyn en zyn mogen. Of echter deze hare mening gegrond is? en of de Voortreffelyke Maat- fchappy eenig nadeel konde ly- den , zoo de burgers alleen daar over hadden te bevelen ? Zulks laat ik anderen onderzoeken. On- dertulTchen is my niet onbewull, dat zeker Bediende van deze Maatfchappy zeer dikwyls tegens my heeft gezegt, dat 't billykwas, dat de Weeskamer van de burgers alleen , hoewel onder opzicht van den Prefident van den Raad van Policy wierd beftiert. Dit Colie- 'r öetal der Weesheren beftaat ge vod uit 6 perzonen , te weten , zoo als mand1 e r SeZe£c 's' **** drie Bedienden van de Voortreffelyke Maatfahappy en uit drie burgers; waar van de Prefident altyd zoo lang als ik hier ben geweefl, en ook voor my de Vice-Preiident van den Raad van Policy of Opper-koop- man der Velling ge weeft is, en is mv geen voorbeeld bewuil, dat 't ooit iemand anders waargenomen heeft. De Vice-Preiident echter die doorgaans een Burger-Raad is, word nevens alle andere leden van dit Collegie, alle twee jaren verandert} en heeft dit zoo als de voorgaande (Kollegien de magt, om een dobbelt getal te benoemen. De Raad van Policy echter, aan de welke de/e benoemd, e perzo- ncn moeten worden overgegeven, neemt uit dit dubbelt getal, wel- ke dezelve wil, die naderhand ont- fangen en in de zitting toegelaten moeten worden. De Secretaris van dit Collegie, . Watde als de zevende perzoon, is altyd äfS* eenBediendevandevoortreffelvke ( ' -,c Maatfchappy; hy heeft de quati- ™rit?£ teit als Boekhouder , en geniet de ™«. gewoonlyke bczolding van een Boekhouder, zonder dat hy ten diende der Maatfchappy iets Ver- richt ; hier mede is hy echter niet vergenoegt, maar de Weeskamer geeft hem daarenboven 18 gul- dens ter maand , als haren Secreta- ris, welke gelden echter, zoo als my bericht is, de bekende Wezen niet moeten ontberen, maar van de intereffen der genen, die als onbekenden te boek liaan , betaalt worden. Deze bediening is eene der pe- makkelyklle en voordeliglle ; want by dit Collegie, dat maaralle 14 dagen eens, te weten in 't begin en in 't midden van ieder maand vergadert, valt niet veel voor, zonder dat de Secretaris, fchoon de andere Leden enkelyke de blo- te eer daar van genieten , met ee- ne tamelyke buit hene gaat ; want als welhebbende luiden aan dit Voorgebergte of op 't platte land fierven, en onmondige kinderen nalaten , zoo worden de roeren- de en onroerende goederen bin- nen den tyd van 4 of 8 weken door dezen Secretaris door biljet- ten te koop geveilt, na dathy namentlyk voorheen in bywezen van twee Gedeputeerde Wees- heren , welke nevens hem da- gelyks twee Ryksdaalders en goed ecten en drinken genie- ten, eene ordentelyke inventa- ris of lyil daar van gemaakt, en BESCHRYVING van de obfetvc- rea 200 s en den verkoop-dag vaftgeftelt heeft. wst by de Op dien beftemden dag gaat of fchapdér rY& nY met ^e geme^e twee Ge- wezen te deputeerde Weesheren na 't fterf- huis, en verkoopt de roerende goederen , waar by de Bode zich als Afflager ook vind , en ieder koop fluit, terwyl de Secretaris aan tafel zit, en de namen der kopers , enz. aanfehryft ; en na verloop van 6 weken, welke men den kopers van roerende goederen geeft, behandigt hy den Afflager de namen van de kopers als mede een briefje van hare fchulden, en laat hem 't geld ophalen, 't welk de Secretaris vervolgens in de naafte vergadering verrekent , en bevel van 't gantfche Collegie ver- wacht, wat 'er mede gedaan zal worden. Deze moeite verricht hy , nog de tweeGedeputeerdeWeesheren voor niet met al niet, maar ieder geniet dagelyks de bovengemelde beloning, en de Afflager of Bode half zoo veel, te weten, eenen ryksdaalder daags: wyders ont- fangt hy 4 ten hondert van de ge- hele zomma, die daar van komt , en wyl hy ze ontfangen, ook we- der betalen, en by gevolg in re- kening brengen , en ordentlyk boek daar van houden moet , zoo geniet hy ieder reis een quart per Cent ; daarenboven moet hy voor 't maken van de inventaris, 't boekhouden by den afllag, en an- dere moeite byzonder betaalt worden, waar van de fomma groot of klein word, na dat hy namelyk veel of weinig papier heeft moeten verfchryven. Door dien nu diergelyke geval- len jaarlyks niet eens, maar ver- fcheidemalen gebeuren, zoo als ik (taande myne aanwezenheid heb waargenomen, zoo is licht af te nemen, dat deze bediening jaarlyks eene goede zomma moet opbrengen, te meer als men gade ilaat , dat deze gelden niet leggen blyven, maar ten voordele der Weezen tot een intereft van 6 ten hondert , op een genoegzaam on- derpand worden geleent , als waar van hy wederom niet alleen voor zyn fchry ven betaalt word , maar trekt ook een quart gulden van hondert guldens. Op zodanige wys worden de Hoe voor goederen der welhebbende luiden dfng'de'r*" ten behoeve van hunne Wezen be- "eiheb- d. „ , bende we- at zy niet vervreemt kon- 2en zorg nen worden. Ten einde ook de gedragen onmondige kinderen eene goede w opvoeding zouden hebben, zoo ne- men de naafle vrienden dezelven of voor niet met al tot zich , waar door haar kapitaal en intereflen andermaal behouden blyven, of de Weesheren dragen zelfzorg, dat zy na behoren worden opge- voed, hefteden dezelven by Chris- telyke menfehen , tegen een zeker geld , in de koft , en dragen zorg dat zv zodanig opgetrokken wor- den , dat zy naderhand beide God en den menfehen van dienft kön- nen zyn. Ik hebbe dit voorbedachtelyk van de Wezen van welhebbende luiden gefchreven, om dat my wel bewuft is , dat 't ontrent arme Wezen gantfeh anders gaat ; want deze worden van de Weeskamer niet geacht; en draagt dezelve geen zorg, dat zy Chriftelyk op- getrokken worden, en dat hare ge- ringe nalatenfchap bewaart word , tot dat zy mondig zyn , dog de Secretaris behoorde of alle moeite voor niet met al te doen, of dier- gelyke nalatenfchap was naauw- lyks toereikende om hem alleen te betalen ; terwyl echter ook voor dezen , zoo men de zaak na beho- ren fchikken wilde, met geringe koften, zoo als my toefchynt,een Weeshuis konde gebouwt wor- den. Wanneer ook een van de Wees- Watverd« kinderen van de cerfte Bank, voor ,\.c"syn- 't xefte jaar , namelyk eer dat zy deren ir mondig zyn, trouwen wil, zoo is 't zelve , gelyk billyk, ver- : plicht, dit Collegie om verlof te 1 ver- KAAP de GOEDE HOOP. 201 verzocken, 't welk ook, b) al- dien de perzoon, waar mede zo- danig weeskind zich in den huwe- lykcn Mailt wenfeht te begeven, van goed gedrag en in ftaat is, om zyn kolt op eene eerlyke wyzc te winnen, nooit word afgeflagen; en dit Collegie geeft alsdan aan zo- danig kind een verlof- briefje, achtervolgens 't welk het de per- miflie aan de Heren Commilla- riiïen van de huwelykfchc zaken bekent maakt; en zoo zy geen briefje hebben, worden zy van de gemelde Heren Comminariifen zoo lang uitgeltelt, tot dat zy van de Weeskamer nader bericht hebben ontfangen. Ik kan niet verby, om van den voorgaanden Secretaris van dit Collegie, Albert Koopman ge- naamt, nog ietst'erinneren , als ik alvorens Zal hebben gezegt, dat de tot nu befchrevene Collegien hun- ne vergadering allen in de veiling houden, als welke ruim en groot genoeg is, om hen te ontfangen, hunne fchriften te bewaren , en nog vele andere aanzienlyke wo- ningen, midsgaders zoo vele pak- huizen te bevatten. De gemelde Albert Koopman , een zeer goed vriend van den Heer Gouverneur Adriaan van der Steil, als mede van den gewe- zen Prefident van dit Collegie, den Heer Samuel Elzevier, wift zich in deze bediening van Secre- taris zoo wel te zegenen , dat hy met zyn ander ampt als zieken- troofter, eene tarhelyke rykdom by malkandereri bragt ; geen menfeh hadde quade gedachten van hem, maar een ieder geloof- de, dat hy op zyrie zaken gepaft , en zoo wel door deze als de ande- re bediening, veel gewonnen had, dog wanneer men na zynen fchie- lyken dood, de boeken van de Weeskamer nazag , en dezelve aan zynen Opvolger in eenen or- dentlyken ftaat overgeven wilde, ontdekte men, dat hy van de meefte Weezen van zynen tydeens II. 'Deel. zoo veel genomen had, dan her» rechtmatig tocquam. Zoo dra de Wccsheren achter dit openbaar bedrog qnamen, ga- ven zv den Heer Gouverneur kcnniiledaar van, die fchoon hy ftreng met den overledenen en begravenen hadde können hande- len, zich echter maar van zachte middelen bediende; hy beval de Gedeputeerde Wccsheren , alles zorgvuldiglyk door te zoeken, en te zien, hoe veel ieder te kort was gedaan , en vervolgens de gantfche zomma aan hem over te geven , welke zomma hy daar na ten voordele der benadeelde Weeskinderen door de Weduwe liet betalen, tot Hechte reputatie van den gemelden Koopman, en grote fchande van de Wedu- we. By gelegentheid van den bo- Hier« vengemeldcn Boden, die de goe- £lk^yIs deren afflaat, ftaat te merken , B°elhuiS' dat dezelve, Jan ChriftofTel Haas- winkel genaamt, die by myne komft Bode en te gelyk Afflaget by alle Boelhuizen was, als welke beide bedieningen tot nu altyd met elkander verknocht geweeft, en aan een perzoon alleen gege- ven zyn , om zekere redenen afge- zet, en Jan Kaaftok, met den Heef d'Abling hier gekomen, in des- zelfs plaats geftelt is; namelyk 't gebeurden dat 'er vele verkopin- gen op malkanderen quamen ; v5X-Veel want fchoon 'er 4 byzondere Ven- meefters du-meefters zyn, aangezien eeni- crzyn' ge verkopingen, die men vry wil- lige noemt, door den Secretaris Politik gefchieden , terwyl de Se- cretaris van de Juftitie boek houd, wanneer de goederen by executie verkoft worden; de Curator ad Lites de goederen der overledene Bedienden van de Voortreffelyke Maatfchappy verkoopt, en 't geld daar van in hare Kas brengt , zoo als boven gemeld is 5 en eindelyk ten vierde de goederen der Wezen door den Secretaris van de Wees- kamer tot geld gemaakt worden , ^c 200 202 BESCHRYVING van de zoo moet echter deze Bode alle deze goederen alleen afflaan, waar door hy ook een brave duiver kan winnen. "?mSrt" Naar dien nu zoo als gezegt is , zäi zoek. vele verkopingen zoo fchielyk op elkander volgden, en deze gun- fteling van den Heer d'Abling, door wien hy tot dit ampt bevor- dert was, dezelve niet alle beheer- fchen oft geld niet ophalen kon- de, om dat hem dan deze dan I geene eene notitie terhand ftelde , en beval 't geld alomme in te ma- nen, geraakte hy daar door in ee- ne zodanige verwarring, dat hy zelfvergat de genen, welke hem reeds hadden betaalt, op zyn boek door te doen ; en om credit te houden , den eenen met 't geld van den anderen betaalde, en geld opnam, om voor andere goe- de vrienden te betalen en van de Executie te 'bevryen ,. 't welk alles hem eindelyk , wanneer de Heren Secretariflen op de beta- ling van de achterftallen drongen , daar toe bragt , dat hy zich zoek maakte, en zich aan den Water- plas achter den Leeuwenberg onthield, word w«. Zyne fchulden beliepen ver- bonden2 fcheide duizend guldens, en had de Curator ad Lïtes alleen zo dui- zend ryksdaalders te eiflehen , om in de Compagnies Kas te worden betaalt; hy zelf echter bezat niets, en had nog huis nog eenige ände- rt goederen van belangte verlie- zen; verder had hy, 7.00 als men zag en bemerkte , vele dingen ge- koft en weder verkoft, zonder dat men wift , of hem andere men- i'chen fchuldig waren; derhalven waren de Heren SecretarifTen met deze zaak niet weinig verlegen, en dankten God , dat hy door den Heer van Blankenberg gevonden , en tot te rug keren bewogen was. Mem Hier op verzochten zy allen neem; tyn den Heer Gouverneur van Aflcn- perzoon en , goeJcrcn burg, dat er een arreft op zyne in beiijg. perzoon en goederen mögt wor- den gelegt, en verkregen ook zoo veel, dat zyn huis dien zelven dag metzoldaten bezet, enhyin ver- zekering genomen wierd. Kort daar na wierden alle kiften en kallen verzegelt , en hy eindelyk zelf, om de koften van de wacht te fparen, in de vefting in hechte- nis gezet, alwaar hy zoo naauw bewaart wierd, dat niemand met hem mögt fpreken, tenware in byzyn van een of twee Secretaril- ïen. Men hoorde hem over alles dat tot deze zaak betrekking had , en men zocht met goedheid , uit die zaak te komen ; hy gaf wel ge- noegzaam belcheid , dog wanneer men de genen ondervroeg, die de zaak aanging, zoo vond men of 't tegendeel of ten minden een hard- nekkig ontkennen ; wyl echter op zodanige wys geen rechten ftaat te maken was, eh midlerwyl de an- derezaken na zyne ontflaging niet wachten konden, wierd een Vice- Bode aangeftelt,. die de zaken waarnam, die naderhand ook by deszelfs ontflaging ordinaris Ge- rechts-Bode by den Raad van Ju- ititie bleef, en wierden hem de van dit Collegie vallende profyten onttrokken. Eindelyk Wanneer men zag , Komt we- dat de kotten dagelyks groter ^et- wierden , en van hem niet meer te diening. halen was, dan 't geen hy opgege- ven had, zoo dacht men niet al- leen om zyne ontflaging, maar ook om zyne herftelling, ten ein- de de Heren SecretarifTen t'eeni- ger tyd aan 't geld , dat zy nog van hem te eiflehen hadden, zouden können komen; men zette hem derhalven weder in zyne bedie- ning, en onthield hem niets, dan de profyten van den Raad van Ju- flitie, welke de Vice en nu Ordi- naris Bode van dat Collegie ge- noot. /.ommige ingezetenen gaven wel voor, dat zy den $ode reeds hadden betaalt, fchoon zy op zyn boek nog open ftonden ; dog men bevond l' Pf f.' /»./.- 2r 200- ved Kerken je- genswoordig in dit land gebouwt zvn , en over welke altyd een Geeitelyke geltelt is; als mede uit 6. Ouderlingen , te weten, van ieder Kerk x.,en eindelyk ix Dia- kenen , die 't verzamelt geld alle IL "Deel weken of alle maanden onder de armen uitdelen, en hen aldus van 't bedelen houden ; want men ver- gadert hier niet alleen zoo veel , dat de Kerken, Predikants en Schoolmeefters huizen daar mede gebouwt en onderhouden wor- den, maar men beileed dat geld ook ten voordele van de ar- men , en geeft een ieder na dat hv behoeftig is, veel of weinig; 't merfchot word voor diergel\ke geltichten bewaart en op winit uitgezet. Ten einde men echter zoude können weten, wat in deze of geene zitting is voorgevallen, zoo word 'er een uit 't midden, 't zy een Predikant of eenig ander Lid verkozen , om 't protokol te houden. De byzondere Kerkenraad raakt Weikepcr* ieder Gemeente, Kerfpel, of Co- ^onclnm 1„_:~ c j 1 1 r 1 n . den byion- lome at/.ondcrlyk, en beftaat uit deren k«. den Predikant, twee Ouderlingen kenraad en 4 Diakenen van de Gemeente beh°ren* ofColonie, in welke de wellland der armen en diergelyke zaken in overweging genomen worden. De Preiident van zodanig en by- zonderen Kerkenraad is altyd een Bediende van de Voortreftèlyke Maatfchappy , en om de zaak ei- gentlyker voor te Hellen , hier aan de Kaap de Goede Hoop is de Prefident altyd een Lid van den Raad van Policy,welk ampt door- gaans, zoo als reeds voorheen is; aangemerkt, de Opper-Koopman in de Veiling bekleed ; de overige Raads-heren bellaan de helft uit Bedienden der Maatfchappy en de wederhelft uit de burgery, en wyl de Predikant insgelyks een Bediende der roemruchtige Maat- fchappy is, zoozyn'er 4 Bedien- den, en 4 Burgers, die dezen af- zonderlyken Kerkenraad alhier uitmaken. Aan Stellenbofch en Draken- ileen, als twee Colonien, die van deze Kaap eenigzins ver afgelegen zyn, en weinig Bedienden der VoortrerTelyke Maatfchappy om zich hebben, bevinden zich in Cc i dezen 204- B E S C H R Y V I N G van de dezen Kerkenraad rriet meer als twee vari de/elven, te weten de Prediker en de Voorzinger ; al de Overige Leden zyn boeren ; en maken een getal van 6 perzonen uit, welke hare vergadering door- gaans of in des Predikers huis of in de Kerk zelf houden ;zy komen ook niet meer als eens ter maand by malkandcren , en belluiten 't geen tot wellland van de Kerk word vereifcht. Gelyk nu in dit afzonderlyk Collegie altyd ook protokol ge- houden word, zoo is de Ordina- rie Prefident van 't zelve altyd de Predikant van de Gemeente; doch 's jaarlyks komt 'er eens, wanneer namelyk de rekening zal gedaan worden, een Lid van den Raad van Policy , om deze reke- ning te horen; en deze Raad van Polïcv bekleed als dan de plaats van Prefident , al is hy geen Op- per-Koopman in de. veiling, en doet in den gemelden Raad be- hoor! vk verflag. Debeioi- De Geeitelyken, zoo wel hier gaïy. als door gantïch Ooil-lndie heb- ken, ben van de Voortreftelyke Maat- fchèp^y niet alleen ioo ofwel no guldens ter maand, maar zy ge- nieten daarenboven een fraai maan- de! vks koitgeld, als mede fpece- ryen, hout", boter, bier of wyn en andere dingen, waar van zy ruim leven können; daarentegen hebben zy gecne voordelen van dopen , begraven enz. te verwach- ten; dog 'deze bezolding verdie- nen zy zeer gemakkelyk, om dat •zy maar eens ter week daar voor behoeven te prediken, ten zy op Kermis, Paafchen,Pinxteren , of dat 't H. Avondmaal uitgedeelt word. In dit laatfte beftaat zekerlyk hunne meclle arbeid, om dat zy zulks niet alleen 14 dagen te voren van den predik ftocl moeten be- kent maken , maar zy moeten 3 dagen voor den beitemden dag met pen Ouderling en Diaken na de huizen gaan, en de Ledema- ten daar toe verzoeken , verma- nen, en eenig quaad ontdekken- de , 't zelve beitraffen ; wyders moeten zy vrydags voor den be- ilemden zondag, waar op 't H. Avondmaal uitgedeelt zal wor- den, eene fcherpe Boetpredikinge houden, en eindelyk dien zelven zondag tweemaal prediken, wcik alles echter, wyl 't alle twee maan- den maar eens gefchied, tegen de andere ruitdagen niets te achten is. Zoo gemaklyk als het echter de Grote Heren Geeitelyken by eene zoo mociteei> flecht andere voordeel redelvke bezolding en voordelen hebben, zoo moejelyk derDUkc_ valt 't daarentegen den Diakenen; want deze hebben onbetwiltbaar 4e meelte moeite , arbeid en ver- driet op hunnen hals, om dat zy de gelden inzamelen , dezelve buiten de Kerk met goedvinden van den gantfehen Kerkenraad, onder de armen uitdelen, en ein- dclvk verrekenen moeten ; daar- enboven geniet geen van hen , zoo als ook geen ander Kerkenraad, iets voor a Ie zyne moeite, zoo als de gemelde Geeitelyken midsga- ders de Voorlezer of Ziekentroo- iter , maar zy moeten zich met de blote eere vergenoegen. De goede dagen, welke de He- ren Geeitelyken /dhier hebben , zyn onfeilbaar de redenen, dat de minden zich wel gedragen, en als Geeitelyken leven ; want de Heer Petrus Kalde itont aan de Kaap zelf, had de heerlykllc dagen, en een trertelyk Landgoed, maar zyn aanitotclyk leven veroorzaakte wel ras, dat de inwoners over hem aan de Voortreffelyke Maatfchap- py klaagden, en te wcge bragten, dat hy na Holland te rug ontboden wierd. De Heer N. van der Loon, prediker te Stellenboich , leefde wel heel anders, nogtans heeft hy zich zo ver laten vervoe- ren, dat hy zich op zyne te rug reize van zyn Landgoed, met een pennemes den hals heeft afgelnc- den. Van den Heer Hcndcrik Belk KAAP dl: GOEDE HOOP. 20$ Belk /ai ik jegenswoordig niet fptekea, om dat deic materie zoo wel van den cerÜcn als van den Iaat Hen elders /al worden uitge- l ; en w al /.al ik van den 1 [eer Kngelberlus Kranciseus Ie Bouq .n, die van Batavia na Dra- | een gezonden is, maar zvnen weg onverrichter zake weder derwaards heelt moeten nemen? ik /.al dit om alhier alle tvydlop heid ie muien, tot op cene ande- re tyd f paren. nn behoorde ik nog de ' ■■•'' twee overige ( lollefcie» daar by re im. °° voegen, dog wyl ik v.ie, dat dit 1 loot'dltuk te ve.1 /oude uitd\cn, 700 zal ik hier mede afbreken, en de twee andere in een b) /.onder Hooldltuk verhandelen. XVIII. HOOFTSTUK. Waar in van de twee overige Collegien , name- lyk van.de Burger- en Heem-radLn , en van de Burger Krygs-raden gehandelt word. Van de tvcee overige CoVegies. Van de Burger-raden , en Heemraaden. DeBiinrcr-raadtn hebhen weinig vryheid. Het landvan de Stad en deze Colonie is volkryk. De Burger-rag. den regeren tv:ee j.iar Wie '/ biirgergeld inzameld. Van H Collegie van Stellenbofcb ,cn D> Deze Colonien hebben een Land-droß. Fnkomß/n der Wem-raaden. Ieder lonie heeft een Watermolen. Wut die jaarlyks aan pacht doen. Wat de Com- pagnie vicgen* de -xilik dieren voor een/c '.ikkiijg gewaakt beeft. Hoe ieders vermöge na jvord. Van V Collegie van den Burger- krygsraad Vit hoe veel perjooncn die be- ßaat. D.- Burgers alhier moeten' 's nachts waken. Wat rem de jaarlykfchc monßering of ßiellrnbofcb te merken. De burgers van de Kaap moeten ook zumtyds optrekken om de W ggelupe fluvcn ived:-r op te zoeken, als ook tegen de Hottentotten. . ■ NTet alleen de belofte, in myn ' burgerlyke Collegjen geeft gantfeh voorgaande ' Hoofd (luk ge- duidelyk te kennen , dat Je ge mei- daan, maar de matierie Zelf, daar de Heer Simon van der Steil voor in begonnen, verplichten my je- een verltandig, omzichtig cnfhvat- genswoordig, dat bericht voortte en verder te melden , hoe Vervolg van :c voorgaan zetten , 't met de twee overige Collegien ftavt, welke door den Heer Si- mon en deszelfs zoon, den Heer \\ i'lcm Adriaan van der Steil, twee Gouverneurs, die elkander alhier onmiddelbaar 7yn gevolgt,in aanzien van de burgers opgerecht zvn. Ik zal zulks echter zoo kundig Gouverneur heeft willen te boek itaan , wyl hv na 't uiter- lyke de dagelyklche aanwas der burgers zeer ter herten nam, en derhalven zyne zorg liet gaan, dat dezelvcn onder zyne regeringmet eencafzonderlvkc en eigene recht- bank verzien , geholpen en ver- hcerlvkt wierden. Zoo men echter de aard en kort en duidelyk wcrkltellig ma- wyze van deze oprechtingby zich. ken, alsmogclyk is, ten einde ik zelven betracht, en daar benevens de klagte niet verder hoef te ho- j gade Haat, welke geringe en feiner ren, dat ik de zaken met al te niet noemenswaardige voorrech- veel omftandigheden verdrietig ten, de burgers daar by genieten, maak. Dit zoo ontdekt men zoo voort, dat oprechten van deze twee de horizont van deze zyne ge- ' C c i waande 206 BESCHRYVING van de Ieder Col- legieword een eigene Raad en Overheid tocgeftaan. Dr Burger- Raden aan de Kaap. waande ftaatkunde niet alleen gantlch naauw, maar met veel ongezonde nevels bezwalkt is; aangezien die naauwlyks eene Rechtbank of Overheid mag wor- den genaamt, die nog in grote nog in kleine en gantfeh geringe zaken magt heeft, om iets te be- fliflën. Deszelfs Zoon, als verkoze op- volger in de regering, de boven- gemelde Heer Willem Adriaan van der Steil, heeft wel als lang gewezene en er vare fchepen van de waereld bekende en alomme hoogvermaarde ftad Amfterdam , door de veelvoudige ondervinding beter geweten , dan hy het in 't jaar 1699. alhier heeft gevonden ; dog ik weet niet, of ik zal zeg- gen, dat hy dezen mifllag uit in- zicht voor zyn Vader niet heeft willen verhelpen, dan of zulks met zyn byzonder belang niet heeft willen overeenkomen ; want hy liet alles in den ouden ftand , en bedacht daarenboven andere dingen, die met zyn hnmeur vol- komen overeenquamen. De gemelde Heer Simon van der Steil heeft met zonderbare toeftemming en goedkeuring van den Commiflaris- Generaal, den Heer Adriaan van Rhede, dog niet volkomen na deszelfs wil en mening, aan alle bovengemelde Colonien afzonderlyk toegeflaan , dat voortaan ieder van dezelve ecnen eigenen Raad en Overheid zoude hebben ; en zoude die aan de Kaap den titel voeren van Bur- ger-Raden of Burgermeefters, en die op 't land dien van Heem-ra- den, welk woord ik niet anders als door Schepenen of welgebore mannen weet te verklaren ; een ie- der moeit inde Colonie wonen, daar hy tot Heem-raad verkozen wierd, en door den Heer Gou- verneur en deszelfs Raad beveiligt worden. De Burger-Raden alhier aan de Kaap hadden hier mede gecnevry- hcid, om een vrye Rechtbank te fpannen, of eene afzonderlyke vergadering te beleggen, om dat aldaar de Raad van Jullitie en alle andere voorbeschrevene Collegien zaten, maar zy zouden in alle, behalven in den Raad van Policy worden ontfangen, in ieder van dezelve een gewoonlyke Hem heb- ben , en aldus als verhevene en ge- ëerde mannen aangemerkt wor- den; dog daarenboven met dit beding, dat zy by geene andere zaken zouden worden toegelaten, als die de burgers onder elkander, 't zy procellën of iets anders , be- troffen , in welke gevallen zy in den Raad van Jullitie de laagfte plaats bekleden en bygevolg de laatfte ftera hebben zouaen ; in de andere Collegien echter, die altyd uit niet meer Bedienden der Voortreffelyke Maatfchappy als burgers bellaan, zoude geen on- derfcheid waargenomen nog hen gevergt worden, hene te gaan, als 'er zaken de Bedienden der Voortreffelyke Maatfchappy alleen betreffende, gedebatteert wier- den. Wanneer 't echter gebeurde, dat zy wegens d'een of dandere zaak, de Maatfchappy alleen en afzonderlyk rakende , nodig zou- den oordelen , een byzondere vergadering te beleggen , om die zaak in overweging te nemen, en middelen en wegen te vinden, om dezelve te helpen , zoo zoude hen zulks wel vry llaan,mids daar van aan den Edelen Heer Gouverneur verflag te doen, en zonder des- zelfs approbatie niets werkftellig te maken. Dienvolgens hebben de Heren Hebben Burger-Raden aan deze Kaap™ey'hn^ weinig voorrechten , om dat de inwoners van deze gantfche Colo- nie , die echter tamelyk groot is , zoo als ik voorhene reeds bericht heb , meer in naam als in der daad onder hare jurisdictie behoren ; 't welk nog meer blykt , om dat zy zelfs niet eens een afzonderlyk Raadhuis hebben , maar hunne ver- KAAP Di G O E D E H O OP. 207 ■iet lande» t.ul vtn le/.e Colo- lic is volk- yk. vergaderingen in hunne eige hui- ven houden moeten; uit welk ge- brek van Keehthuis nok dat Ijuuir, dit zv geen afzonderlvkc ge kenis lubben, om de misdadiger 7.00 wel Europeanen als llaven in te bewaren ; maar de eerlte iets misdaan hebbende, worden door den Fiskaal in hechtenis ge/et, en door den Raad van J'iititiegeilrafï; terwyl zy ontrent de llaven ge- houden zyn, de misdaadt aan den Fiskaal bekent temaken, enden- zelvcn , als 't geen Hoofd-misdaad is, te bidden, hen toe te laten, om de/.clven door den Cipier in hechtenis te laten zetten, en ver- volgens door de Caffers of Beuls- knecht te laten ilraffen; en dit verzoek aan hen toegeitaan , heb- ben zy de vryheid, om dezelven lang of kort te laten zitten, als mede llreng of zacht te ftraffen. Zoo gering echter -als de juris- dictie van de gemelde Burger-Ra- den is, zoo volkryk en wel be- bouwt is in tegendeel 't land , van deze eigentlyk zoo genaamde Co- lonievan de Kaap de Goede Hoop; want men vind in dezelve niet al- leen de voormaais gemelde Veiling nevens de fchans aan den Water- plas, maar de Stad voor zich /el- ven is binnen den tyd van 60 jaren reeds ruim tot 200 fraaje huizen aangegroeit , waar in vele men- fchen dagelyks uit en ingaan en leven. Zoo men de pragtige en hier en daar aan den Tafelberg verftrooide Buiten-plaatzen wilde daar onder rekenen , zoude 't ge- tal merkelyk groter zyn ; die ook luit heeft, om het land, onder deze Colonie behorende, te door- wandelen, zal zekerlykvele treffe- lyke en wel aangelegde Landgoe- deren en nog meer minder gebou- wen aantreffen. De inwoners alhier maken ook een zeer duidelyk en merkwaardig onderfcheid tuffchen de veiling en de ilad , aangezien zy onder alle Aften, bezegelde brieven, en an- dere Hukken in de veiling opge- Helt , 't zy dat dezelve aan de He- ren Bewindhebbers der Voortref- felykc Maatfchappy na Holland of aän anderen gc/.onden worden, tekenen ni't Kafieel van de Goede // doen. i'ioo guldens, welke ook net be- taalt moeten worden , zoo dat ie- der Colonie haar gezet aandeel daar van bekomt ; want fchoon ik hier boven ge/egt heb , dat de Colonie van Stcllcnbofch de grote of algemene Kas heeft , en de aan hen gewezene arbeiders, zoo als ook 't aandeel van 't Leeuwen en Tygcrs-gcld betaalt, 700 is daar door echter niet vcrltaan, dat de Ider Colo- nie heeft eene wa- termole , welke zy verpacht. Colonie van Drakenfteen gantfeh geen geld ontfangt, geene eigene kas heeft, en niets geniet, maar zulks is enkelyk gefchied , om een onderfcheid tuffchen de grote en kleine kas te maken , waar van de eerfte op Stellenbofch en de laat- fte op Draken fteen is ; derhalven is de Secretarisook gehouden, dezen Kallier zyne kas- rekening op te maken, 7.00 als reeds gemeld is, en ontfangt deze Kallier afzonder- lyk de pacht van den molen zyner Colonie, welke hy ook verant- woorden moet. Van alle inkomften nu worden de gemene gebouwen, als't Recht- huis, 't Gcvangenhuis,enz. onder- houden ; de molens verbetert, zoo de reparatie over de 100 guldens bedraagt ; de Gerechts-dienaars jaarlyks 300 guldens betaalt, en alle degenen, die arbeidsloon te eiffchen hebben, te vrede geftelt; daar van word ook 't aandeel van 't Leeuwen,Tyger of Wolven-geld genomen , en de genen , die 't ver- dient hebben, ter hand geftelt. Ik vinde my genoodzaakt , om Watde van dit laatfte eene kleine verkla- Comra- , . ,v 1 • gnie we- ring te geven , wyl men miffchien gensdc de zaak anders niet verftaan zoude; wlldedic- , , , ., , ren voor derhalven zeg ik, dat zoo voort een fchik- by de bezitneming van dit land,kinsse- en oprechting der Colonie , in de- heeft, zelve een befluit is genomen, om de menigvuldige Leeuwen, Ty- gers, en Wolven als hoogft nadeli- ge dieren te keer te gaan ; ten ein- de echter een ieder aangemocdigt worde , om dezelve 't leven te beroven , zoo heeft de voortreffe- lvke Maatfchappy uit eene grote edelmoedigheid een premie daar op geftelt , waar van zy beloofde de gerechte helft uit hare kas te betalen, mids dat de huid, waar aan de klaauwen en de kop bly ven moeften , altyd aan den Heer Gouverneur zelf getoont of aan den Land-droft de plaats en tyd gezegt moeften worden , waar en wanneer dat dier gcvclt was, ten einde de daders van 't zelve, ne- vens KAAP on. GOEDE HOOP. au ver.s de Hceemraden en de huid, als v-oo vele getuigen /ouden ken- nen veritrekken, en alle bedrog voorkomen. Deze omzichtigheid wierd ge- bruikt, om dat véle ingezetenen zoo doorliepen warm , dat zy diergclyke huiden \.\n de Hotten- totten Voor een ftuk tabak ruil- den ; dezelve naderhand , wyl ze met pylen of rackum-ltokken ge- dood waren, op de doorboorde plaats met een kogel doorfchoten, en dezelve alsdan aan den Heer Gouverneur bragten, in hoopc van de premie t'ontfangcn ; dog zoo dra men dit bedrog merkte , heeft men bevolen , dat de kopen de klaauwcn aan de huid moeiten gelaten worden, welke de Hot- tentotten doorgaans affnyden, en nevens 't ander vleefch koken en ecten. Hoe hoog De premie bedraagt een fehoon k premie ß^ ge\£^ na mate van de dieren zelf; want die een Leeuw velt, ontfangt 5-4 guldens, als hy de huid brengt; voor 't doden van een Tyger heeft men 30 guldens, en voor een Wolf, 't zy een geme- ne WolfofcenTyger-wolf 9 gul- dens. Doordien nu jaarlvks een tamclyk getal van deze dieren van kant worden geholpen, zoomoe- ten de VoortrefTclyke Maatfchap- py en de Colonien'beide jaarlvks cenc aanzienlvke zomma betalen , om de genen , die diergelvke dieren omgebragt hebben, te vol- doen. Hoe ieders i Men zoude wel können vragen, fermoren i /-> i • " nagegaan °P wat wys de Coromen weten , word- hoe veel een ieder aan fchapen, oflen, koejen, paarden, enz. be- zit? Ik zal daar op zoo voort ant- woorden , en de zaak uit den grond verhalen. De voortrefTè- lyke Maatfchappy heeft namelyk de loffelyke gewoonte ingevoeft, dat zy alle jaren tegen nieuw jaar twee van hare Bedienden, door den HcerGouverneur laat commit- teren , welke niet alleen aan de Kaap zelf, in bvzyn van twee Borger-Raden , maar ook alommc op 't platte land met den Land- droll en twee Heemraden de ronde doen , en van ieder in 't In zonder opnemen , hoe veel kin- deren , Haven, geneer, oilcn, koejen, kak eren, varkens, paar- den, fchapen, enz. hy bezit? hoc veel koorn hy ge/aait heeft, en weder denkt op te leggen ? als mede hoc veel hv daar in 't koorn- Magazvn van de voortrcflclyke Maatfchappy zoude können leve- ren? 't welk men hier een genera- le opneming heet, en tegen 't nieu- we-jaar verricht word , om dat om dien tyd, zoo als reeds elders be- richt is , 't koorn gedorfcht word. Wyl echter deze opneming, voornamelyk op 't platte land , daar de huizen zeer ver van malkande- ren liaan , veel tyd zoude wegne- men, zoo zy die vragen aan alle huizen moeiten doen, zoo heeft men goed gevonden, dat men aan de Kaap de Bode van de Burger- Raden en op 't land een diender van den Land-droft, de menfehen op den vaftgeftelden dag aan 't een of 't ander bequaam boerenhuis vooraf laat dagvaarden , ten einde de Gecommitteerden daar na te eerder zouden gedaan hebben ; twee Burger-Raden, of de Land- drolt en twee Hcemraden moeten daar byzyn, om dat zyde men- fehen en hun vermogen belt ken- nen , en derhalven vele beletten, dat zy nog de Voortreffelyke Maatfchappy nog de Colonien be- nadelen. 'r Geen nu ieder burger of boer op deze vragen antwoord, fchry- ven deze Heren Gecommitteer- den ordentlyk op, en nemen 't met zich na huis, alwaar zy hun regifter in 't net fchrvven, en 't den Gouverneur overgeven , die het in den Raad van Policy ge- toont hebbende, den Secretaris van dat Collegie ter hand Helt, met bevel , om een uittrekzel daar van te maken, en 't aan 't Dd 3 Col- BESCHRYVING van d* 21+ CollegiederColonien, dat is, den Land-droit en de Heren Heem- raden te zenden , ten einde zy | zouden weten, hoe veel zy van j een ieder aan fchapen,oiTen, koe- jen en paarden-geld te eiilchen hebben. De gehele opneming kan ; binnen den tyd van 14 dagen wor- den verricht. Wanneer ik Secretaris was, na- melyk in den jare 171-2.. hebben deze Gecommiteerden bevel be- komen, om van de genen , welke de Voortreffelyke Compagnie op de been had geholpen, te verne- men, wanneer zy 'de geleende penningen weder betalen wilden; en wyl de Land-droit reeds afzon- derlyk order had, om de Heren Gecommitteerden in deze zaak by te ftaan, zoo wierd den genen, die nog fc huldig waren , aangezegt, jaarlyks iets af te leggen, tenein- de de voortreffelyke Maatfchappy eindelyk te vrede gefielt en zy van manen bevryd zouden wor- den. Doordien nu de meefte zich be- reid toonden , om van 't achter- ftallig kapitaal dat een zomma van 45-000. guldens beliep, dat zelve jaar nog iets te betalen , zoo wierd zulks niet alleen aangete- kent, maar de Land-droit gaf hen ter zelver tyd te verdaan , dat hy by 't contrarie geval genoodzaakt zoude zyn, de llrengheid te ge- bruiken, en de nalatigen met exe- cutie te vervolgen ; dog daar over zyn verder gene klagten gevallen, en zal dit kapitaal binnen den tyd van weinig jaren geheel afgelegt zyn, zoo verder daar mede voort- gevaren, en't belang van de Voor- treffelyke Maatfchappy gezocht word; daar zyn 'er wel eenige weinigen, die reeds overledeen of weggelopen zyn , waar aan de Voortreffelyke Maatfchappy een kleine fchade lyd, dog by anderen kan ze geen nadeel lydcn, te meer om dat zy zachte middelen ge- bruikt, en niet alles gelykeifcht, maar gaarn ziet, dat deze hare op- getrokkene kinderen in eenen goeden (laat blyven. En hier mede is nu 't nodige ,vY?a,roni van de Overheid der Colonien van nievan" Stellenbofch en Drakenfteen ge- waveren meld, die zoo als tot nu aange- omhefd toont is, veel meer voorrechten heeft- hebben, dan de Colonie van de Kaap of de Burger-Raden zelf, waar in de ftaatkunde van den Heer Gouverneur Simon van der Steil uitmunt. Dat echter de Co- lonie van W averen , waar van voor dezen ook gewag is gemaakt, nog met gene Overheid verzien is, maar nog onder Stellenbofch be- hoort, is niet te verwonderen, om dat zy nog zeer jong, enby- gevolg niet heel veel bewoont is ; ondertuffchen heeft zeker burger genaamt N. Kutfchen , met toe- llemming van den Heer Willem Adriaan van der Steil, een molen aldaar opgerecht, waar van hy zoo lang als hy leefde, niets hoefde te geven, fchoon hy voor velen maal- de ; na deszelfs dood echter, wan- neer de goederen verkoft wier- den, is de koper daar van verplicht, om zoo hy voor vreemden wilde malen, jaarlyks 100 guldens in de Drakeniteenfche kas te betalen , welke zomma de Kaflier aldaar ook te verrekenen heeft. Na dat nu aldus 't Collegie der Wat van t burger-en heemraden befchreven ^Jjfjf is, zoo is als nog overig dat van Burger- den Burger-Krygsraad, 't welk JJjjg* insgelyks in twee partyen verdeelt is: te weten, de Colonie aan de Kaap en die van Stellenbofch en Drakcnlteen hebben ieder hunne byzondere Officiers en Raden. Doordien echter beiderlei krygs- raden in weinig zaken van elkan- der verfchelen, zoo vind ik raad- zaam, om maar een Collegie te befchryven, en hier en daar 't on- der fcheid aan te merken, ten ein- de ik niet genoodzaakt worde eene zaak twee malen te mel- den. Dienvolgens heeft de dikwyls gemelde Heer Gouverneur Simon van KAAP i>i GOEDE HOOP. 215 'ollegie eftaat. van der Stell de aanwafiende en dagelyk? toenemende burgers »zoo als ook de boeren op 't platte land in zekere ( lompagnieh te voet eii te paard verdeelt , dezelve \ aandc Is en {landaarden gegeven, alsme- de ieder Compagnie hare eigene van hem verkorene Opper-Otli- ciers toegevoegt , met magt en gezag, om in lhydige ki \ gs/aken, en als 'er eenige onwilligen of na- latigen zouden zyn, cene verga- dering te beleggen, en onder ee- nen prefident, die altyd een ge - qualiriceerdc Bediende der voor- trcffelvke Maatfehappy en een Lid van den Rad van Policy zyn zoude , over dezelve oordeel te vellen. Uu hoc Deze krygsraad , waar van 't dperzo- cene Collegie aan de Kaap, en 't ,,1 ander op Stellenbofch vergadert, beftaat zoo wel hier als op Stellen- bofeh en Drakenfteen uit 1 1 . per- zonen, onder dewelken altyd de prelident een bediende van de ge- melde roemruchtige Maatfehappy en alhier te gelyk Kapitein van de bezetting is, en eeuwig blyft; op Stellenbofch echter bekleed de re- gerende Land-droit altyd de pre- iidents plaats ; de overige Leden zyn overal de 6 Opper-OrKciers van de drie Compagnien , welke zoo wel hier als op 't platte land opgerecht zyn , en eindelyk de Se- cretaris , die alhier een burger en op Stellenbofch een Bediende der gemelde Maatfehappy of die gene is, die te gelyk 't Heemraads- Collegie bedient, zoo als ook de eerlle den Burger -raad affi- fleert. Hoepel- Onder deze gemelde Burgers- kander v.oi- Officiers hebben verder de beide ëen- Ritmeeikrs alhier en op Stellen- bofch den rang, dat zy altyd Vi- cc-prefident zyn, als zy eenen krygsraad houden. De andere Hoofdluidcn daarentegen zitten na den ouderdom van hare ver- kregene waardigheid, zonder op eenige andere burgerlyke by-amp- ten te letten; ontrent de Luite- n/mts, Cornets* en V aandragen» word dezelve order gehouden, midsdat de ruit ery overal den rang heeft; [vlerkwaardig is 't, dat de Secretaris alhier van beide Colle- gien zoo veel bezolding niet heeft« dat hy fatfoenlyk leven kan, ten ware hy andere amptcn daar by heeft , waarentegen de Stellcn- bollche en Drakenfteenfche ryke- lyk beltaan kan. De Bode van dit Collegie is op beide plaatzen dezelve, welke de Burger en Heemraden met eenen dient , waar by dan de Bode van den Burgerraad andermaal minder voordelen heeft dan die van den Heemraad ; want fchoon de leden van dit Collegie even zoo weinig bezolding hebben, als de Burger- en Heemraden, zoo hebben zy echter hunne Boden iets uit hun- ne kas toegelegt, hoewel de Stel- lenboßche veel meer als de Kaap- fche;wyl zoowel deStellenboffche Secretaris als de Bode uit deze kas eene jaarlykfche vereering ontfangen, die juiit niet te ver- werpen, of gering te achten is, zoo als kort hier na zal worden gemeld. Deze Krygsraad word niet ver- Dne ändert, zoo als de voorgaande Krygsraad r^ 11 i i„ word niet Collegien , maar zoo lang als een verandert Officier leeft, zoo lang heeft hy zitting in den zelven ; en hoe ho- ger hy klimt, hoe aanzienlyker hy word , en hoe meerder hy bo- ven anderen uitfteekt. Zoo ech- ter een van dezelven komt te fter- ven, verkieitdeze Krygsraad den geen , die in rang onder zyne Compagnie volgt, maar de ledige plaats vervult hy met iemand uit die Compagnie voor zoo verre, als de Edele Heer Gouverneur den zelven goedkeurt , en beveelt de gantfche Compagnie voor te Hellen. In den jare 1706. echter is het gebeurt , dat de toen regerende Heer Gouverneur Willem Adri- aan van der Steil, buiten weten van dit Collegie, en goedkeuring van 2i6 BESCHRYVING van de van den Raad van Policy , de mcelte Officiers bedankt en zoda- nige aangeitek heeft, die nog den Compagnien , nog iemand an- ders behaagden , zoo als daar van in 't vervolg wydlopiger zal wor- den gehandelt. Wanneer onder de Compagnien iets voorvalt, dat of tegen de ge- gevene orders ftryd, ofdatd'een of d'ander uit nalatigheid of moedwil iets bedryft, zoo heeft deze Krygsraad de vrye magt, de overtreder en moedwilligen met geldboetens, dog niet met andere militaire ftraffen te kaftyden. De- ze boete is niet ten voordele van de Krygsraden, zoo als men mif- fchien denken zoude, maar dezel- ve word aan de kaflier van de krygsraad ter hand gefielt , die dezelve verantwoorden moet. En doordien dit eenelaltige bediening zonder eenig voordeel is, zoo heeft dezelve ook niemand gaarn langer dan twee jaren willen waar- nemen, ten ware hy op nieuw daar toe verkozen wierd. Van deze gemelde geldboetens als de eenige bron en toevloed der gantfche krygskas, worden hooftzakelyk alle onkoiten betaalt, welke de Krygsraad dragen moet, en in nieuwe trommels, wagens en paarden beftaan , als 'er met de Hottentotten iets te doen is, of weggelopene flaven weder inge- haalt en opgezocht moeten wor- den ; wanneer echter dit geld niet toereikende is, zoo neemt men zynen toevlucht tot de burger-kas welke dan geven moet, 't geen'erte kort komt, fchoonzy welweet,dat zy niets weerom krygt. Dit ge- fchied alhier veel meer als opStel- lenbofch , waar van men echter geene byzondere redenen kan ge- ven, ten ware men wilde zeggen, dat de Officiers alhier veel zach- ter zyn, dan die op Stellenbofch. Merkwaardig is daarenboven, dat de Secretaris ende Bode, fchoon zy van de partyen hunne beloning ontfangen, als zy binnen itaan moeten, nögtans uit deze Krygs- kas jaarlyks eene vereering beko- men , te weten de eerfte 138. gul- den en de twede f 5. gulden, wel- ke goedheid gantich niet te ver- pruilen , maar met dank aan te nemen en t'erkennen is. Dat ik echter de Krygsraden al- De Bur- hier van oogluiking befchuldige, gersalhl?r £> o t d ' moeten $ daar toe geeft my aanleiding, om nachts w*. dat ik weet , dat de burgers by ken- nacht waken moeten , 't welke de StellenbofTche enDrakenfleenfche Compagnien niet behoeven te doen , ten ware de Edele Heer Gouverneur zich in hunne Colo- nien bevind , 't welk echter zeer zelden gefchied ; want doordien zy alle avonden 't Woord by den Heer Gouverneur moeten halen, als mede een van deOpper-Offi- ciers de wacht by nacht vifitereri moet, en eindelyk de burgers al- len zelf de wachten in perzoon niet waarnemen , maar ze aan an- deren voor 't gantfche jaar hefte- den , deze echter niet altyd acht geven, wanneer zy voor dees of geen waken moeten , en dezelve ook wel voorbedachtelyk over- flaan, of wegens dronkenfehap niet in ftaat zyn, om dezelve na behoren waar te nemen , zo moes- ten immers onbetwiltbaar meer geld boeten betaalt worden, zoo men niet eene dwaze zachtheid en gantfehelyke ftilzwygentheid liet "plaats vinden ; doordien my ech- ter niet onbewuft is , dat de Op- per-Officierszelve,niettcgenftaan- de men hen 't Woord geven moet, zeer zelden de moeite nemen, om de gemelde wacht te viliteren, zoo kan 't ook wel aan hare nala- tigheid fchelen , en hy zoude dwaas zyn, die zich zelven aan- klaagde en in ftrafïe bragt. Dat echter niet alle burgers ha- Watdc re eigene wachten zelf waarne- b r 1 • i • J van "c men, gefchied niet, omdatzom- waCht migen zich hoger achten, dan de allchllkt anderen ; maar 't flccht bouwval- lig wachthuis fchrikt velen af, ee- ne gantfche nagt met lyf en levens gevaar KAAP de GOEDE HOOP. 217 gevaar daar in te blyven ; hier in Zyn nog de burgers nog de krygs- faden te befehuldigen , a!s welke zeer gaarn een nieuw, groteren gemakkelyker /ouden laten bou- wen, ten ware zy 200 veel zwa- righeden ontmoeten ontrent 't leggen van 't fondament, hout, kalk en andere bouw-materialen; aangezien hier door de mcelle bal- ei ad ighcden en aanltotelykheden, door de huurlingen op de wacht gepleegt, uit den weg geruimt en voorgekomen zouden worden. De Burgers \n den jare 1 708 . is by den Heer arbeiden te <-» r~> / » vergeefs, Gouverneur (jeneraal, Jan van om een Hoorn , die om zekere redenen 'huis door de Heren Bewindhebbers te heku- der Vooi'treflfelyke Maatfchappy t'huis ontboden , en hier van Ba- tavia als Gommiüaris aangeko- men was, een verzoek gedaan, en een ledig erf, den gewezenen Heer Gouverneur Willem Adri- aan van der Steil als nog toebeho- rende, gefchonken, dog wyl de gemelde Heer van Hoorn den aan- hangers van den Heer van der Steil 2yne ooren te veel leende, welke dit ledig erf, dat hy zich zelf ge- ëigend, dog nu weder verlaten had, waar door het de Voortref- felyke Maatfchappy weder toebe- hoorde, gaarn in een groot Ituk geld verandert, of hoog aan den man gebragt hadden , zoo baden zy, dat hy zyrt eerilgegeven woord, achtervolgens't Welkhy als CommüTaris dit gemeld erf aan de burgers tot een RaadenWacht- huis vereert had, weder intrek- ken en zeggen zoude , dat het den burgers niet konde gegeven wor- den, ten ware zy 1000 ryksdaal- ders betaalden aan de genen , die van den Heer van der Steil vol- magt hadden, om het te verko- pen. Over deze onverwachte refolu- tie, welke heel anders als de vo- rige in de ooren der burgers klonk, waren zy ten hoogften gevoelig, aangezien zy de goedheid der VoortrelTelvke Maatfchappy ter II. Deel. herten namen, en gade floegen ; dat dezelve gewoon was, en tot nu altyd pryswaardig gecontinu- eerthad, alle landeryen, zelfs 60 morgen te gelyk aan een burger of ander ingezetenen te vereeren | behaWeh dat zy door den koop van dit erf alleen hare kas uitgeput zouden hebben, zonder te weten waar zy geld tot de nodige bouw- materialen , als mede voor de handwerksluiden en Handlangers van daan zouden halen , zoo ge- raakte 't gantfche werk in duigen, en moeten zy tot dezer uure, zich met haar oud bouwvallig wacht- huis behelpen , en derven als nog om geen Raadhuis denken. Alle jaren worden de drie Com- Watvaii pagnien op den 1 f.Oftober , als gfïïSt om welken tyd de dagen lang en nering op j heet genoeg zyn , op Stellenbofch bScïlè gemonftert, in by zyn van twee merken. Gedeputeerden, welke de Raad van Policy, of liever de Edele Heer Gouverneur zend , en door- gaans een of beide uit dat Collegie verkiefl, om acht te geven, dat alles ordentlyk en na behoren toe- gaat. Alhier aan de Kaap gefchied de Wanneet monitering den 15-. November ^nh^ze en aldus een maand later, op de- Kaapge- zelve wys als ontrent de Compa- fchied- gnien op Stellenbofch, waar van 'er insgelyks drie zyn. Het eenig onderfcheid beltaat hier in, dat niet zoo wel Gedeputeerden als de Edele Heer Gouverneur zelf met alle zyne Raden dezelve by- woont, en over de burgers de re- vu doet, zoo lang als ze in de wa- penen zyn; wanneer zy echter eens de monltering gepafTeert hebben, ende Edele Heer Gou- verneur zich wederom na zyne Vefling begeven heeft, zoo word de poort van dezelve achter hem gefloten, en de bezetting ten de- le op de walle gecommandeert, en 't overige gedeelte ontfangt be- vel, om voor de woning van den gemelden Heer Gouverneur te liaan. E e Midier- 2i8 ß E S C H R Y V I N G van de Midlerwvl rukken de gemelde drie Compagnien burgers voor de Veiling, en aldaar na behore in ryen en gelederen gefchaart zyn- de , fchiet de Compagnie Ruiters de eerlte falvo, welke met een kanon-fchoot uit de velting be- dankt word ; vervolgens doen de twee andere Compagnien te voet ieder na hunnen rang 't zelve, en worden insgelyks met een kanon- fchoot bedankt ; hier op doet de ruitery zulks ten twedenmale,en eindelyk ten derdenmale, welke de twee Compagnien te voet vol- gen , en worden zy elke reis met een kanon-fchoot bedankt. Zoo dra als deze drie Compa- gnien weder aftrekken, worden verfcheide Hukken in de veiling gelofl, de poort weder geopent, en is de gantfche monftering daar medegeëindigt, behalven dat de Edele Heer Gouverneur alle Op- per-Officiers der 3- Compagnien dien middag onthaalt, en beitelt , wat hy ten bellen der Compagnien nodig acht. Staat aan te merken , dat de Voortreffelyke Maatfchap- py eer en alvorens deze monite- ring zal gefchieden, altyd zoo veel vaatjes buskruid uit haar kruidma- gazyn voor niet met al laat geven , als 'er Compagnien zyn, als mede zoo veel vuurfteenen , dat een ieder verfcheide van dezelve heeft. Hoc t voor Voor dezen was bydezemon- dezen met ftering nog eene loffelyke ge- :" woonte, welke zoo wel ouden als jongen aanzette, om zich in de wapenen te oeffenen ; want wan- neer de monftering gedaan was , fchotcn de ruiters en de zoldaten na 't wit en na den papegaai, die op een itaak ftond ; de ruiters die met eenen vollen ren na 't wit moeiten fchieten , hadden geen zeer vas- ten fchoot , zoo dat zy zich eerft ter dege moeiten oeffenen , zoo zy de premien hebben wilden, en heb ik gezien, dat zommigen in 't jaar 1705-., in welk jaar zulks laatlt is gefchied, zoo geoeftent waren, dat zy zelfs in den vollen ring ge- gaan is. 't Vermaak van de Ruiters. ren hunnen weggeworpen hoed weder opnamen * en nevens 't paard zoo diep overhelden * dat zy den gemeldeh hoed krygen, en nogtansna'twit fchieten konden. De twee andere Compagnien te 't Ver- voet hadden eenen yzeren pape- ?aakr van gaai , die met eene dikke yzere Compa- pen zodanig valt op een itaak ßniente itond , dat 'er veel fchoten gedaan wierden , zonder dat hy zich be- weegde, om dat zy op een zeke- re wydte na denzelven fchieten moeiten ; want fchoon zommigen hem raakten, zoo ging de fchoot of door de vleugels of door een an- der lid van zyn hol lichaam, wei- nigen troffen zyn hert, en nog minder de pen of den fpyker, daar hy mede valt gemaakt was ; die dezelve raakte, en hem Van boven neer fchoot , wierd van de anderen als Koning gegroet; ont- fingniet alleen de premie, welke de Voortreffelyke Maatfchappy daar op had gezet, maar ook alles dat een ieder van de Compagnie of een vreemdeling ingezet had, welke laatfle voor ieder fchoot eens zoo veel moeiten inzetten, als iemand uit de Compagnie, zoo zy anders toegelaten en des Ko- nings eere genieten en zich 't ge- luk deelachtig maken wilden. Zoo dra nu iemand den pape- premie gaai van den itaak had gefchoten, vo°rde wierd hy als Koning van de Schut- dennpape-C ters gegroet, en alle aanwezenden ?aaf af- zoo wel Officiers als andere aan- lchlctcn- zienlyke Bedienden der Voortref- felyke Maatfchappy, en de Gou- verneur zelf, zoo hy tegenwoor- dig was, verzelden hem na zyn huis , en gaven hem 't inge- legde geld nevens de premie van 3oryksdaalders, welke de Voor- treffelyke Maatfchappy uit hare Kas liet geven. Ten einde echter deze nieuwe Koning ' zyne mild- heid ook zoude können tonen , zoo was hy gehouden, om alle de genen, die hem t'huis hadden ge- bragt, voor dit geld en de geno- tene eere treffelyk t'onthalen , en duur- KAAP pk GOEDE HOOP. 219 Wie de loffdvke 1 >me fchaft heeft. Wanneer He Burgers buiten de iron.termg in 't ge- weer moe- ten ver- fchynen. duurden deze vrolykhcden door- gaans drie dagen, na 't getal der ( lompagnien, welker Omciers el- kander in'gclyks onthaalden, en doorgaans den Heer Gouverneur afzonderlyk daar by hadden, om dat hy hen den eerften dag treffe - lyk onthaalt had. Gelyk echter deze loffelyke ge- woonte van den H. Simon van der Stell in zwang is gebragt, als die wel wilt, dat hy geoeftende men- fchen zoude hebben, zoo hy van eenig vyand quam aangetart te worden ; en de Voortreffelyke Maatfchappy de gemelde 30 ryx- daalders ook heeft gegeven, om dat haar aan de behoudenis van deze plaats zeer veel gelegen is ; zoo is dezelve door zyn Zoon, en Opvolger den H. Willem Adriaan van der Stell, in den jare 1706., in welk jaar hy met de burgers o- verhoop lag , zoo als hier na wyd- lopiger zal worden gemeld, afge- fchaft , waar van ik de redenen niet volkomen weet ^ dog wel gif- fen en hier fchry ven konde, zoo ik my met giflingen ophield, of voornemens was, den Lezer daar mede laltig te vallen. Ondertuffehen zeg ik nog maar dit, dat de burgers aan de Kaap buiten de monitering ook in 't ge- weer moeten verfchynen , zoo dikwyls als hier een nieuwe Gou- verneur of CommifTaris aankomt, welke laatlle magt heeft , dit kan- toor en regering te vifiteren, goe- de fchikkingen te maken, en an- dere gewigtige zaken te verrich- ten ; en weet ik , dat zulks voor de eeritemaal by de komfl van den Heer Gouverneur Louis van AlTenburg is gefchied, die ook zoo nieuwsgierig was , dat hy kort daar na de StellenbofTche en Dra- kenlleenfche drie Compagnien herwaards liet komen , ten einde hy, zoo als hy zelf pleeg te zeg- gen, zyne kinderen tydig leer- de kennen, 't welk echter geen voor hem ooit heeft gedaan , Wyl zy zich enkelyk van tyd tot II. 'Deel. tyd aan dezelve bekent maa- k 111 Insgclyks weet ik wel, dat dier- gelykc buiten gewone optrekkin- gen nog uieer zyn voorgevallen ; voornamelyk wanneer de Heer Gouverneur Generaal Jan vari Hoorn, en 't volgende jaar, de OrdinarisRaad vanlndie,de Heer Pieter de Vos; beide als Com- millarifïcn hier quamen , en heb ik zelf in 't geweer moeten Ver- fchynen, eer ik nog in dienft van de VoortrefTelyke Maatfchappy overging. Dog gelyk dit bui- ten gewone gevallen zyn, die alle jaren juift niet gebeuren, zoo is 't ook eene zaak , die de burgers aan de Kaap alleen, en gantfeh niet de StellenbofTche en Draken- fteenfche Compagnien betreft. Nog zyn 'er buiten gewone ge- vallen, wanneer van alle inwoners eenigen gecommandeert worden, om of eene party weggelopene Ha- ven gewapenderhand op te zoe- ken, en te rug te brengen , of ne- vens eenige zoldaten van de be- zetting te veld te trekken , en ee- nen geduchten of reeds begonnen oorlog met de naburige Hotten- totten voor te komen, of ten ein- de te brengen , waar van vele voorbeelden aangehaalt zoude können worden , zoo de nood zulks vereifchte; dog in 't jaar 1711. toen ik Secretaris was , ont- ftont 'er een blind gerucht, dat de om de Honingbergen leggende Hottentotfche natiën oorlog in den zin hadden , en derhalven wierden 50 zoldaten en 80 inwo- ners met geweer en allerhande noodwendigheden derwaard s ge- zonden, omdezelven in toom te houden, dog zy quamen zoo voort te rug, en verzekerden 't tegen- deel. En hier mede hope ik, dat ik van beide Collegien der Burger en Heemraden, als mede van den Burger-Krygsraad zoo veel zal hebben gemeld, als de zaak zelf vereifcht heeft. E e 2 XIX. HOOFT- De Burg«; aan deKaap moeten ook buiten gewoon optrekken. Moet de weggelo- pene Sla- ven weder opzoeken , en tegen de Hottentot- ten te veld trekken. Gefluit van dit Hoofd- ftuk. 22o BESCHRYVÏNG van de XIX. HOOFTSTUK. Van de Vefting , Vän de SchanfTen , van de Kerk^ Ziekenhuis , en andere gemene Gebouwen , die aan de Kaap de Goede Hoop worden ge- vonden. Van de Publique Gebouwen. Wat Vr tan de Stad, en haare flraten aan te merken zy. Van de Brandmeeflcrs. De Compagnie geeft de plaatzen om te bouwen voor niet. Hoe de oude Veßinq qcbouwt is geweefi. Waarom men een nieuwen gebouwt beefi. Deze is •wegens qrote haafi flecht gebouwt. Heeft van buiten een fraai gezigt. Is rondom met Pakhuizen , en Amuniüc-keldcrs voorzien. Namen der bolwerken. Waarom ''er ten eerftc een Ziekenhuis gebouwt is. "'t Zelve wierd ras te klein. Men befluit een groter te bouwen. Hoe "'t gebouwt is. Is met een gragt omcingelt. Befchry ving van de Kerk. Wat voor menfchen op ,t Kerkhof begraven worden. Waar geringe perzonen begraven worden. Van de Drakenßeenßhe Kerk. Waar de Predekant woont. De Predekant op Stellenbofch heeft geen byzondere Woning. De Drakenßeenßhe ook niet. Wat de Compa- gnie voor Lußhoven heeft aangelegt. Waar toe de laatfle aangelegt is. Grootte van deze tuin. De twede is niet veel kleinder. De derde tuin aan de Kaap zelfs is de fiaaifle. Is met allerhande gewaffen voorfien. School voor de flave meisjes. Gevankenis der flaven. Van de paarde ft äl. Hoe de nieuwe is. Van V platte land, en deszelfs gebouwen. Van de Schuur, Viffcbers-hok , Klapmutz, en Stoetery. Van ''t Rechthuis van Stellenbofch. Van de drie Watermolens. Van de bruggen aan de Kaap. SChoon ik in zommige van my- ne voorgaande Hoofdftuk- ken , waar in afzonderlyk de Landsregering alhier na alle hare Claflen en Collegien befchreven zyn, eenigzins wydlopig ben ge- weeit, zoo hoop ik nogtans, dat zulks den Lezer niet verdrietig zal zyn gevallen, om dat hy wel ziet, dat de materien met alle ha- re omltandigheden niet beknopter verhandelt hebben können wor- den ; en door dien ik nu van voor- nemen ben , eene nieuwe dog in zeker opzicht aan de vorige ver- knochte materie onder handen te nemen, zoo zal 't wederom niet gevoeglyk können gefchieden, de De Auteur publique gebouwen duidclyk te wil van pu- j r , 1 D j beichryven , zonder eenig/.ms wydlopig te zyn, te meer daar de omltandigheden zulks zullen vcr- eifchen. Ik zal my zoo veel mo- gel\k, de kortheid bevlytigen, dog eer en alvorens ik tot de pu- blique ge- bouwen ichryven blique gebouwen zelf trede, zoo dient te worden aangemerkt, zoo als ik boven reeds gezegt hebbe, dat 'er een onderfcheid tuflehen de Vefting en de Stad de Goede Hoop moet worden gemaakt > en dat 't zelve uit de tekeningen der bezegelde brieven beft te zien is ; nu heb ik u van de Kaap de Goede Hoop wel verfcheide berichten gegeven, waar uit gy ten dele de natuurlyke gefteltheid van 't land, en ook de zeden der natuurlyke inwoners hebt können vernemen ; van de Europeaanfche inwoners echter en hunne opgerechte ge- meente-ftaat is nog veel achter ge- bleven, 't welk reeds met de re- gering begonnen heb te melden , en jegenswoordig nog aantonen wil. Vandeftad nu, welke eigent- wat van de lvk niet tot deze materie behoort, Stad en h*. •11 • A.. re Straten ten ware men wilde zeggen, clat aantcmcr_ dczelve de rechte plaats was, wel- ken. ke & A AP de GOEDE HOOP. 22t ke publique gehouwen in zich fluit, (laat te merken; dat /.e tamelyk wel aangelcgt, en tor nu toe met groten wer en nadruk, en veel fpoed opgebouwt is; want sedert den jare 165-1. wanneer zy haaren eerden aanvang genomen heeft, is zy bijincn den tyd van 6o jarenzo- danigaangegroeit, dat men als nu ruim zoo. weigebouwde hui/en telt; de draten zyn lynrecht, en lopen van 't llrand langs 't Dal op, tot aan den groten , en prachtigen tuin der Voortreffèlyke Maat- fchappy ; zy zyn 36 voeten breedt, Ryniandiche Maat, en verltrekken de fchepen, ten anker leggende, een aangenaam gezicht, om dat men uit zee kan zien , al wat in alle Itraten voorvalt. Hoede De huizen, welke wegens de huizen ge- zware val en rukwinden niet ho- gefchike" ëer ^An ^en often hoogden twee iyn. verdiepingen opgehaalt können worden, zoo als voor dezen reeds omdandiger gefchreven heb, zyn van buiten alle zeer fchoon wit , en van eenen tamelyken groten omtrek , zoo dat men van binnen verfcheide bequame, gemakkely- ke en nette vertrekken heeft, en achter 't huis eene ruime plaats, waar op men alle nodige zaken bewaren , en in den regentyd een fraai keuken-tuintje hebben kan. De Daken daarentegen zyn alle van riet en fchelf, om dat men wegens de zware winden geene pannen gebruiken kan. Waarom Om dié zelve droo-daken zyn ken verbo- °°k de afdaken, welke voor de- den zyn. zen tamelyk fterk in zwang gin- gen , en zeer gemakkelyk waren, op uitdrukkelyke order verboden, niet alleen dat 'er geene meer zou- den worden gebouwt, maar zelfs dat de oude niet onderhouden zouden worden , ten ware de ei- genaar de muur 11 voet rynland- fche maat , liet ophalen ; want de muuren van deze afdaken waren voor dezen naauwlyks 6. voeten hoog, en aldus zeer licht den brand onderworpen , die zelfs dooreen brandende tabakspyp ont- daan konde; derhalven word ook den vreemdelingen of 't fcheeps- volk , uit Holland of uit Indie ko- mende, en dezen haven aandoen- de, aangezegt, en door een ge- drukt manifed,dat aan den groten maft aangeplakt word , verboden, dat niemand langs de draten tabak roken zal, om dat men w el weet, dat zy zoo wel als de Hottentot- ten grote liefhebbers daar van zyn; de genen, die betrapt worden, worden zoo voort in hechtenis ge- zet, en den anderen dag aan een paal wakker gelaard, dat is, met een endje touw , drie of vier voe- ten lang, voor zyn achterde ge- dagen, en na zyn fchip gezon- den. Ten einde echter de brand , die Van do door nalatigheid ontdaan konde, Brand- want van 't in daan van 't weer mcdkrs< weet men hier niets , zoo ab reeds voormaals bericht heb, zoo veel mogelyk, zoude worden voorgekomen, zyn 'er zekere Brandmeeders benoemt, en van den Heer Gouverneur bevedigt, welke alle maanden verplicht zyn, huis. zoeking te doen, en de genen, welke.de lchoordenen niet fchoon houden, of vegen laten, 'f zelve 1 of z malen in der minnen te be- velen , als mede te letten , dat 'er geene dwarshouten in de muur ge^ metzelt zyn, waar aan naderhand gerookt vleefch of andere droge fpys gehangen word; dog wan- neer zy daar na niet willen luide- ren , zoo is verder hare plicht, den Heer Gouverneur en den Fiskaal daar van kennide te geven, ten einde deze moedwilligcn na verdiende geitraft en tot 't fchoon maken van hare fchoordenen ge- noodzaakt worden. Van alle deze huizen , buiten- ?uitm de , , ,1 Hollanders plaatzen, en andere zoo wel by- heeft gene zondere als gemene gevaarten , ^i«,'^ , , , j n , in dit land hebben nog de Portugeezen , als gebouwt. de eerde , die in dit land bekent zyn ge weed, nog de Engelfchen, nog de Franfchen, nog de Denen E e 3 een BESCHRYVING van de De Voor- treffelyke Maat- fchappy geeft de plaatzen om te bou- wen voor niet met al. 222 een Heen gelegt, maar alles wat 'er gebouwt is, heeft deze Colo- nie den Hollanders te danken ; welke wyl zyin de Steden en Dor- pen van haar Vaderland grote liefhebbers der fchoonheid , cie- raad en nettigheid zyn , zoo heb- ben zy ook hier van hare gewoon- te niet willen afgaan , maar pogen in alle delen te doen zien , dat zy Hollanders, dat is, zinnelyke en nette menfchen zyn. Het is echter zeer aanmerke- lyk, dat de VoortrefTelyke Maat- fchappy , zoo als ik reeds voor- maats bericht heb ; alle deze plaat- zen , waar op men bouwen wil; ja zelfs gantfche Hoffteden of Landgoederen , waar op men wyn, koorn, tarwe, en allerhan- de andere vruchten winnen kan, voor niet met al weg geeft , en den bezitter daarenboven eenen erfbrief daar van vervaardigen laat, achtervolgens den welken hy met de grond kan doen , wat hy wil , waar van zy echter geen voordeel heeft, dan dat zy by verkoping van de vafte goederen , 'tgrond-recht , dat is , als ze nog nieuw zyn, den iode of iQfte, en oud zynde,den 4ofle penning geniet. Wanneer 't echter Lan- deryen, als velden en wynbergen zyn , zoo is zy met den ioden penning te vrede , zodanig , dat dezelve in den zak moet gelevert worden , en aldus den Landman vertrouwt , dat hy eerlyk hande- len en haar niet bedriegen zal, 't welk echter, zoo 't Europe- aanfch fpreekwoord waar was, dat de befte boer een fchelm is, gantfch niet te hopen zoude zyn. Men zoude wel verkeerde ge- dachten krygen als men gade flaat, dat zy de voornaamfte voorwaar- de, waar op hen zodanige erfbrief verleend word , die tot haar eige- nen beften ftrekt , zeer zelden na- komen ; want dezelve behelft , dat zy trachten zullen , eeken-bomen aan te queken en groot te bren- gen, waar in de Voortreffelyke Maatfchappy in 't zoo genaamde ronde bofchje voorgegaan is ; op 50 Hoffteden vind men echter naauwlyks een enkelde eeken- boom, 't welk eene grote nalatig- heid fchynt te zyn ; dog mett ver- andert wel ras van gedachten , als men in tegendeel overweegt, dat zy geen beqüamer, en in betaling gereder Koopman können vinden, als de gemelde roemruchtige Maatfchappy, welke op den eens bedungenen en vaftgeftelden prys hunne goederen koopt , en na de levering zoo voort betaalt. Wie zoude nu zoo dwaas zyn, dat hy dezen zynen Koopman, of liever weldoender en befcherm-heer zoude willen bedriegen? te meer wanneer hy met zyne goedere« buiten deszelfs weten , nergens henekan. Edog ik ga van myn voorne- men te ver af; derhalven zal ik my zonder eenige diergelyke om- wegen tot de publique of gemene Gebouwen begeven, en na de ftad de Goede Hoop bezichtigt te heb- ben, ook eens zien, hoe de ves- ting van dien zelven naam, van buiten en van binnen gemaakt is , en 't geen als nog van de voor- maals gemelde fchanzen en andere veftingwerken t'erinneren nodig is. De Heer Commandeur Jan van Hoe de Ribeek, heeft zoo voort na zyne°udeV«- komft alhier een fchone vierkante bouwris vefting gebouwt , welke van bin- geweeit. nen met vele woonhuizen voor den Heer Commandeur en andere hoge Bedienden der Voortreffe- lyke Maatfchappy, als mede met welaangelegde wachthuizen op de 4 bolwerken en andere noodza- kelyke woningen, midsgaders met tamelyke grote pakhuizen verzien was , waar in men de velerhande Koopmanfchappen en levensmid- delen bewaren konde ; van buiten echter aan de zeekant hadde de- zelve eene fchone Water tang en andere buitenwerken, die eenen vyand moeite genoeg geven kon- den, KAAP de GOEDE HOOP. 223 den, die dezelve veroveren wil- de; welke ook zoo men 't '/.eggen van de inwoners mag geloven, de- ze in Herkte en fraaiheid niet ge- weken heeft. Waarom Dog vermids de handel zoo lioten6" vve^ met ^e mwoncrs > a's met haft eva \ reemdeüngen , dagelyks toenam, nieuwe te en clernalven de gemelde pakhui- bouwen. ... . ^ ,'. zen te klein wierden , welke men wegens de naauwe plaats, die in de vefling nog overig was, niet konde vergroten ; en daarenbo- ven wegens de goede fituatie en 't groot belang van de plaats, de be- zetting moeit worden verHerkt , ten einde dezelve met de inwo- ners in Haat zoude zyn, om een vyand 't hoofd te bieden , zoo maakte men ten eerflen eenen o- verflag, op wat wys men eene gantlch nieuwe groter en ruimer veiling bouwen zoude können , waar uit men ook de Zee befchie- ten en den Haven bevryen kon- de. Hier toe hielpen zeer veel de berichten van den Gouverneur Bax, die zónder twyffel door 't bouwen van deze veiling gezocht heeft, zynen naam op de koften van andere menfehen te vereeu- wigen ; want hy Helde , zoo als men my bericht heeft, de Yoor- treffelyke Maatfchappy niet alleen voor, dat de velling, door den H. Commandeur van Ribeek ge- bouwt, veel te naauw, op eene zeer onbequame plaats en ter de- fenfie van den haven gantlch niet goed was, maar dat de kollen , welke men aan de vergroting en verbetering van de gemelde ves- ting zoude belleden , vergeefs zouden zyn , en dat 't altyd een bouwvallig werk bly ven zoude ; om dat men uit dezelve den ha- ven , en voornamelyk de plaats , daar de fchepen ten anker moes- ten leggen , niet wel befchieten en met nadruk verdedigen konde. Hy floeg derhalven eindelyk als 't belle middel voor, dat men de eerile velling flechten , en ee- ne nieuwe, ruime, grote en ttcr- ke op eene bequamer plaats bou- wen moeit, te meer om dat de kolten van deie nieuwe niet veel groter zouden lopen, dan 'er ver- eifcht zouden worden, om de Ou- de te vergroten ; en zoo men hem 't beitier daar over gaf, nam hy aan, om dezelve binnen den tyd van 3. jaren in zodanigen Haat te brengen , dat men dezelve verde- digen konde, mids dat hy alvo- rens een fchip na Madagascar zond , meer Haven handelde , en dezelven als Handlangers gebruik- te. Zoo ongaarn echter als de Voor- B DcH«' tretfelyke Maatfchappy fchynt tot om deÏÏ eenig befluit te komen, in zaken ; vcop tc die niet dan kollen na zich Hepen , Gouvér-* en waar van geen voordeel te ho- neur natte pen is , zoo gaarn verleende zy ionden*" den gemeiden H. Bax niet alleen gehoor, maar keurde deszelfs voorilag na rype overweging goed, en zond hem als Gouver- neur met de nodige orders een volle magt, om achtervolgens zy- ne voorllelling eene nieuwe ves- ting te bouwen, en na deszelfs voltoojing, de oude tot den grond toe teilechten, derwaards. Hy heeft ook zyn woord ge- houden , en deze jegenswoordige binnen den tyd van 3 jaren ge- bouwt . Of ze echter beter is, als de vorige, daarvan kan ik niet oordelen , om dat ik de oude en eerlte niet gezien heb 5 doch zoo men na de fondamenten zoude te werk gaan, waar van men nog eenige overblyfzels ziet , als men uit de Had na de vefling gaat, zoo is onbetwisbaar zeker, dat de he- dendaagfche veel groter is, als de vorige ; of ze echter fterker en gelegener is , zulks vertrouw ik niet met ja te beantwoorden, om dat verfcheidene redenen my daar van afhouden , welke ik hier niet zal op noemen. Dog zal ik enkelyk melden, dat Denieuwe wyl de bouw zeer haaflig voortge- Veftingis zet is, en men nog burger, nog J£,uwt. boer, 224 BESCHRYVING van de boer, veel min zoldaat, ja zelfs geen vreemdeling, met de ïchepen komende, en weder met de fche- pen vertrekkende , verfchoont heeft, zoo is dezelve binnen den gemelden tyd van 3 jaren wel vol- tooit, maar zoo flecht, dat men zich billyk verwonderen moet, aangezien men by 't aflchieten van de Hukken kanons dikwyls be- ducht is, dat 'er een brok van een zeker bolwerk omver vallen, en 't daveren niet uithouden zal; door dien de Klippen en {lenen zoo flecht in malkander gevoegt zyn, dat men, wyl 'er weinig kalk en meefl leem of aarde toe gebruikt is , op vele plaatzen een flok zoo diep daar tuflehen in kan lleken, als hy lang is. Heeft van OndertuiTchen is 't zeker, dat fnaige^" WY^ ^e muuren van deze veiling zicht. tamelyk hoog en de fchildwachts- huisjes, waar van 'er zeer veel rontom {laan , van binnen en van buiten fraai wit zyn , zulks een zeer aangenaam gezicht maakt, en voornamelyk den geenen lieflyk in de oogen valt, die in en uit den haven varen. Wyders kan men niet ontkennen, dat wyl zy vry groter als de vorige is, zy ook veel meer ruimte bevat. En is dwars door deze veiling eene dik- ke muur opgehaak , welke gemak- kelyk tot eene affcheiding zoude können gebruikt worden, en zyn jegenswoordig aan dezelve ruime en treffelyke woningen van den Edelen Heer Gouverneur en van den Opper-Koopman van de ves- ting aangebouwt, en konde ook tot aan 't andere end nog eene diergelyke woning gebouwt wor- den, zoo 't nodig was. is rondom Aan de muren van de bolwer- ïufixenet» ken zvn rontom of beneden Pak- Ammum- huizen en Ammunitie-kelders,en \cm«nCrs DOven dezelve vertrekken te zien; of men vind beneden fraaje werk- plaatzcn voor de handwerkslie- den, die in de veiling nodig ge- acht worden, endaar boven hare (kapkamers , gelyk dan alle aan- zienlyke Bedienden derVoortref- felyke Maatfchappy daar in ge- huisveil können worden, zoo zy willen , of geene familien hebben ; dog zyn behalven de Cordegaarde en weinig andere vertrekken, de overige woonhuizen alle met plat- te dakken verzien, zoo dat men ze buiten de veiling niet zien kan. De Heer Gouverneur Willem Wanneer. Adriaan van der Steil heeft in 't ^n dn" jaar 1706. op bevel van den Heer deze Ves- CommnTarisN. de Wilde, die als Sf £tbe" Ordinaris Raad en Generaal over de Troupen , die in Indie lagen , uit Holland hier aangekomen , en de- ze veiling naauw bezichtigde, be- gonnen de gemelde miiilagen van de Heer Gouverneur Bax begaan, eeniger mate te verhelpen, heb- bende voor de veiling een aardig ravelyn opgeworpen , en rot aan 't end van zyne regering aan ee- nen bedekten weg om de gantfche veiling laten arbeiden, waar by hy dan zelfden eerflen kruiwagen vol aarde toevoerde , na dat de andere aanwezende Heren hem gevolgt hadden, de zoldaten ne- vens de flaven aanmoedigde, om 't werk verder voort te zetten; daarenboven liet hy hen boven 't arbeidsloon eenen halven emmer wyn uit de kelder van de Voor- treffelyke Maatfchappy geven , en denzelven op zyné gezondheid drinken. Dog deszelfs Nazaat, de Heer Gouverneur Louis van Aiienburg zette dezen arbeid niet voort, maar liet alles, zoo als hy't vond om dat hy oordeelde, dat de kos- ten , reeds daar aan beileed , ver- geefs waren ; want hy pleegde te zeggen , zoo lang iemand meelter van den oever is, zoo lang heeft veiling ook geen nood ; by aldien 'er echter eene landing gefchied was, zoo moeit men zich op de velling alleen niet verlaten, maar tragten, meeilcr van 't platteland te blyven, en aldaar den vyand den voorraad af te fnyden, zon- der KAAP de GOEDE HOOP. 22$ der den welken zy haalt genood- zaakt vouden /yn, de veiling zelf weder te verlaten, te meer om il.it men uir Holland onfeilbaar hulp IC verwachten had. Namen der & zoude nog veel diergchke böiwerkcn. redeneringen van dien Heer Gou- verneur können by brengen, welke de/c materie raakten , ten ware dezelve te ver van myn voorne- men afgingen ; derhalvcn 7.cg ik liever , dat de/e veiling de Voor- treffelyke Maatfchappy een zeer groot kapitaal gekolt, en y bol- werken heeft , waar van 't eenc , meelt na de Had toe, en bvna ten Noord-wellen leggende, 'Bunrcn genaamtis; de andere, die in or- der volgen , heeten Leerdam, Katzenelleboog, Oranje en Naß flut. Schamen Na dat deze velling gebouwt Veftjns6 uas' nec^ zoo als ik reeds voor- opgewor- maals bericht heb , de Heer Gou- **"• verneur Simon Van der Steil ge- toont, dat hy ook iets van den kryg verflont, defchans aan den zoo genaamden Waterplas achter den Leeuwenberg, als mede de gene, welke in Hottentots- Hol- land gezien word, van aarde laten opwerpen. Schoon nu 't eerlte tot dekking en bevryding van 't ftrand diende , en 't twede tegens de Hottentotfche natie, Gunje- mans genaamt , goeden dienlt deed , zoo heeft zyn zoon en op- volger in de regering, de Heer Willem Adriaan van der Steil, de- ze beide bolwerken t'eenemaal Ia- ten vervallen , zoo dat de wacht- huisjes, die daar by Honden, en ik nog gezien heb , jegenswoor- dig ook ingeltort zyn, zoo dat men de overblyfzells naauwlyks meer daar van ziet. Dat zelve lot hebben ook de achter de velling aangelegde wer- ken gehad , die aan de zout-rivier ontrent een uur van de veiling ge- bouwt waren , en tot wachthuizen en paardeital voor de ruitery dienden, van welke alle men be- halven den ruifterltal,die gemeen- II. Veel. lyk aan de uit Indie hier gebanne- ne llandsper/.onen een gevankenis verltrekt , hedendaags geene ovcr- blyf/.elfs meer ziet, zoo dat en- kelyk de namen daar van overge- bleven zyn , hebbende dezelve, zoo als ik voormaals gemeld heb, Keer de Koe, de Kykuit en de Ru:- tnfial geheten, in welke laatitc ik by mync aankomlt , drie Handsperzoncn aangetroffen heb , die van de hoge IndifcheRcgering voor eenige jaren hier gebannen waren, en na verloop van dientvd met Hollandfche fchepen weder derwaards gezonden zyn. Van de veiling en alle deszelfs werken keer ik my tot de andere gemene gebouwen ; zonder my echter aan eenige order te binden of na den rang te voegen ; maar ik zal dezelve alle na malkanderen befchryven , zoo als zy my voor- Waafor l komen. Onder dezelve vind men 'qS£x~ ook 't Zieken- huis , 't welk de Ziekenhui: Voortreffèlyke Maatfchappy zoo scfaouwtij- voort in den beginne zoo nodig had, als de velling zelf, om dat zy anders de op de fchepen zynde kranken niet wel hadde können oppaiTen, te meer om dat 'er dik- wyls meteen fchip alleen xoo.,i$q en meer te gelyk aangebragt wor- den. De Heer Commandeur Jan van Ribeek had 'er reeds in den aan- vang een laten bouwen , dat aan het zee-ltrand ftont, en derhalven zeer gelegen was, dog 't is daar mede byna gegaan als met de ves- ting, behalvcn dat 't niet t'eene- maal afgebroken is, aangezien het zeer ras te klein wierd, zodanig dat men dikwyls , voomamelyk als 'er verfcheide fchepen te gelvk uit Holland aanquamen, niet will, waar de met fcheurbuik en andere ziektens behebte menfehen te huis- vellen en te bezorgen. Onder den Heer Gouverneur wordin Simon van der Steil wierd derhal- ?en rak- ven belloten , 't zelve in een pak- dc!t.Vcr'P' huis te veranderen, om allerhande fcheepsbehoef tigheden als touwen, F f traan, 226 BESCHRY VING VAN DE groter te bouwen. traan ,esr. in te bergen , en de be- | nodigde fchepen midsgaders de ingezetenen te gerieven , 200 zy een briefje, vanden Heer Gou- verneur en den Opper-Koopman in de veiling getekent , en van den Kailier "gequitcert , tonen können, zonder 't welk de Equi- pagie-Meelter, die over dit pak- huis geilelt, en doorgaans een icheeps- Kapitein is , welkers fchip altyd als Admiraal op rede leggen blyft, en de vlag voert, niet ver- mag iets te laten volgen, ten wa- re hy het daar na zelf betalen en daarenboven eene wakkere door- haling zwelgen wilde. Ten einde echter ook voor de flu*«*" zieken zorg gedragen en dezelven geholpen wierden, zoo wierd wy- ders beiloten, om in plaats van 't vorige, dat als nog onder den naam van 't gemeld pakhuis ftaat, een ander te bouwen , dat veel ruimer , groter , pragtiger, aan- zienlyker en gemakkelyker voor de zieken zelf was. Hier toe wierd de zeer fraaje, bequarae gantfch aangename plaats, die te- gen de Kerk over was, en tot ee- nen tuin gebruikt wierd, om dat men dezelve met een ander Huk land genoeg wilt te vrede te Hel- len. . Deze plaats wierd te meer daar toe genomen, om dat dezelve niet alleen recht over de kerk lag, maar ook onmiddclbaar aan den groten, heerlyken , pragtigen en met allerhande bloemen, bomen en andere gewaflen opgefchikten Tuin der Voortrefl'elyke Maat- ichnppy, alwaar de zieken een aan- genaam gezicht hebben konden , wanneer'zy 't bed weder een wei- nig cjuamen te verlaten. Op deze plaats nu, zeg ik, is 't nieuwe Ziekenhuis zeer nctgebouwt, en als een kruis opgehaalt ; de muuren zvn tamelyk dik , en de lengte midsgaders de breedte zeer aan- zienlyk. Want dat 't zelve tamelyk lang moet zyn, blykt daar uit , om dat op de langile zyde van de Boven- poort, die op den gemelden tuin der Yoortreffelyke Maatichappy ziet, tot aan de Beneden-poort, die na de ltad toegaat, ruim 100 zieken leggen können , terwyl midlerwyl de Kruisgang, te we- ten , van de grote Poort , die na de Kerk toe , tot aan de Poort die op den Leeuwenberg ziet, vry blyft, en ook vry blyven moet, ten ein- de men gemaklyk heen en weder gaan , en de zieken bylpiïngen kan. Door dit vry blyven van den Kruisgang, die de breedte uit- maakt , verila ik niet, dat 'er gantfch geen zieken mogen ge- bragt worden, 't welk immers, gemerkt de breedte , belachelyk zoude zyn, maar ik wil zeggen, dat deze Kruisgang ledig word ge- laten , voor zodanigen , die arm of beenen gebroken hebben, of anders zeer gevaarlyk krank zyn, zoo dat men alle oogenblik de dood voor oogen ziet. Dezen De bedden leggen niet naail malkander op gevaarlyk houte bediteden , zoo als de ande- ^ankiyn. ren , maar een ieder heeft zyn ei- gen en daarenboven lage bedilee, met een veere bed of watten ma- tras, waar op hy zeer gemaklyk rontom gaan en den kranken na behoren bedienen kan. De gemelde houte bedfteden . waar op de gene leggen , die niet ^ zoo gevaarlyk en pynlyk zvn, vind vooriegrr- men op beide zyden van de lange J^enheb' muur, zodanig dat deze planken , die op dwarsbalken leggen , en van onder geftut zyn, van de bo- venite tot de benedenlte deur, als een ituk aan malkander vaft ge- maakt zyn. Daarenboven zyn zy aan de muur ; daar 't hoofd komt te leggen, eenigzins hoger als aan 't beneden-end daar de voeten rus- ten. Doordien de zieken nu dicht by malkaneer leggen, zoo is licht te denken, dat 'er meer dan 100 perzonen op elke zyde legeren können, fchoon men de bieden kruisgang vry laat , en maar de ge- Wat de o- vcrige kranken KAAP de GOEDE HOOP. 227 De vcnfters van dit Ziekenhuis 'tGantfche GeSouw toont zeer fraai. Woning van den Vader in't Ziekenhuis gevaarlyke kranken dcrwaards brengt alwaar denoodvereuTchen- de ook ruim -/.eilig at/.ondcrlyk können verzorgt worden. Aan beide zyden van de grote poort, tegen over de keuken , en wederom van achter, tegen den Leeuwenberg,zyn 'er tamelyk gro- te en ruim vier voet hoge ghv/.e venfiers, die ook naar mate breedt 7\n. Aan ieder van dezelve, waar van 'er voor en achter 48. en aldus overal zoo wel voor als ach- ter 14. 7.vn, vind men vier vleu- gels , welke men als 't heet weer is, ;ille opmaken kan, om de lucht daar door te laten fpelen ; daarenboven zyn deze venfters met \ /ere Italien verzien, ten einde de zieken cenigzins beter wordende, by nacht niet vluchten , en door onordentlyk leven 't quaad niet erger zouden können maken. Langs de voorbelchreveneplan- ke leger lieden, welke aan beide zyden opgerecht zyn, ziet men ontrent drie voet van dezelve ve- le vierkante pilaren , boven met gellotene bogen, aan elkander ge- voegt, ten einde op dezelve de dwarsbalken leggen können, wel- ke 't ganttche dak en den zolder dragen moeten; deze pilaren zyn zoo hoog en wit, als de muur, en wyl dit gebouw van buiten ook wit is , zoo maakt dit wydlopig ziekenhuis een zeer fraai ge- zicht. Aan de 4 hoeken of vleugels van 't kruis ziet men vier huisjes met platte daken ; in 't eerrte van dezelve ter linkerhand , by de grote poort, houd de Vader van t ziekenhuis zyn verblyf, alwaar hy des noods , met een klein huis- gezin gemaklyk zoude können wonen ; want hv heeft niet alleen eene aangename voorkamer, waar uit hy de Kerke nevens den bo- ven gcmelden Tuin der Voortref- feMvcMaatfchappy zien kan, maar ook achter dezelve eene zeer gro- te keuken, waarin hy allerhande II. Deel. fpy/.en klaar kan laten maken ; aangezien de Zwarten, welke in 't Ziekenhuis de kranken oppaßen en dienen moeten , ten zyncn be- vdeflun, en alles doen moeten, dat hy gebied ; daarenboven moet hy ook bezorgen, dat de kranken, met fchcurbuik of andere /.ïektcns behebt , in deze grote keuken met droge kruiden geltooft worden, zoo dikwyls als de Oppermcelter van 't Ziekenhuis zulks geraden vind. Daarenboven heeft hy ach- ter de gemelde grote poort by den ingang, nog een vertrek tot zyn dienft, waar in hy zyne meubilen, als mede koopmanfehappen , zoo hy zich daar van bedienen wil, kan bewaren. Ter rechterhand van deze gro- woning te poort heeft de gemelde Opper- van dcn mcefter van dit Ziekenhuis die SffiL doorgaans den naam van Doctor voert, om dat hy by gebrek van een geleert Arts zoo wel de in- wendige als uitwendige gebreken helen moet , zyne woning ; hy kan insgelyks zeer vergenoegt daar in leven, om dat hy behalven eene grote vermakelyke voorkamer, die insgelyks op de kerk, de ftad, en een hoek van den haven ziet, zyne werkplaats ook dicht by de hand, en eene kamer daar naart aan heeft, waar in hy zyne goede- ren bewaren kan. Déze Opper- meelter als hy tegenwoordig is, heeft over allen die in Huis zyn, den Vader zelf, te gebieden ; als hy echter wegens zyne praktyk onder de burgers, waar mede hy jaarlyks een grote zomme kan winnen, uit is, zoo heeft de Zie- ken-vader 't oppergebied. Aan de kant van 't Ziekenhuis, Vandea die op den Leeuwenberg zit, is j^J™ 'er andermaal ter linkerhand een " huisje , waar in de Moeder van dat Huis woont, die met de Zieken, als alleen beftaande uit mansper- zonen, anders niet te doen heeft, dan dat zy de nodige victualiën, die voor eene gehele maand te ge- F f * lyk moeder. \ 228 BESCHRYVING VAN DE Ivk worden gegeven, nevens ee- nige andere kleinigheden , in ha- re bewaring heeft, en dezelve da- gelyks den Kok van 't Huis over- geeft; zy heeft zoo veel huizing» als de Öpper-Meefter en de Zie- ken-Vader. Voor dezen ftonden deze Le- vensmiddelen niet volkomen on- der eene Moeder, die in 't Huis woonde, maar andere wakkere vrouwen buiten 't Huis , hadden te gelyk 't opzicht daar óver ; en zoo 'er veel Zieken quamen, moe- iten zy ter degen letten , dat de fpyzen voor de Zieken zinnelyk wierden klaar gemaakt , afzon- derlvk als zy iets hadden gegeven, om by vleeich te koken, en weet ik heel wel, dat zulks by den kok veel te weeg heeft gebragt ; dog onder den Heer Willem Adriaan van der Steil is deze gewoonte af- geraakt , en de zorg daar van aan deze vrouw alleen overgelaten. Midlerwyl veritrekt tot zynen eeuwigen lof, dat hy zelve dik- wyls de moeite heeft genomen, na 't Ziekenhuis te gaan , de Zie- ken te bezoeken , hen moed te ge- ven, en de fpys te proeven , en dat hy den Kok wakker he- kelde , als 'er 't minfte aan fcheel- de. Waar de In 't huisje dat aan die zelve zy- Kok woont de ter rechter hand itaat, woont de Kok, die een fraai voorka- mertje, een grote ruime keuken en nog een kamertje tot zyn ge- bruik heeft. Deze heeft het ze- kerlyk van alle de genen, die zich in 't Ziekenhuis bevinden , 't quaadlte, en moet de meefte ar- beid verrichten, want hy is ver- plicht, om voor alle de Zieken , die in 't Huis zyn , al waren 'er zoo veel , dat 'er geen meer in konden , alle dagen twee- maal te koken, en moet de mid- dag kortten i o uuren en 't avond eeten ten 5- uuren na de middag ge- reed hebben , ten einde de Kran- ken daar na de artzenyen , hen van den Oppcrmccftcr voorge- fchreven , met meerder vrucht zouden können gebruiken. In plaats van potten, welke men in andere keukens gebruikt, heeft hy twee grote kopere ketels , en verfcheide yzere potten, die wat kleinder zyn , waar in hy voor alle deze menfehen koken 'moet , en wyl deze menfehen driemaal ter week goed lchapenvleefch eeten , en ieder perzoon als dan een pond voor zyne portie heeft, zoo is licht te oordelen, dat deze ketel ge- merkt 't water en rys,enz. dat daar bykomt, zeer zwaar valt, om te regeren, welk alles, en nog vele andere zaken, genoeg te kennen geven, dat deze Kok in dit Zie- kenhuis onder alle gezonden, daar inwonende, 't moejelyklte heeft. De Slaven, welke de kranke Cewoon- Europeaanen voornamelyk , en tyke»rH 1 -j • v * , • der Slaven ook die van hunne eigene natiën int zie- dienen en oppafTen moeten, heb- WW* -ben het ook niet heel gemakke- lyk , om dat zy dezelve zoo wel by nagt als by dag dienen moeten j dog om dat 'er doorgaans 8 of 10 zodanige oppaffers zyn , zoo valt hen dien arbeid zoo zwaar niet , om dat zy malkander verpozen , en voornamelyk des nachts hunne ruft genieten. Daarenboven beftaat de arbeid, welke zy by de zieken verrichten moeten, meelt hier in , dat zy hen eenen frifïchen dronk water , als mede hunne fpys brengen moeten, als dezelven niet gaan können, en by nacht ontbloot zynde, weder dekken en bezorgen ; wyders dat zy ziende, dat d'een ofd'ander Kranke zeer zwak word, of op ftervenlegt, zulks den Zieken- vader bekent maken, omdat de- zelve alles aantekenen en verant- woorden moet, zoo als kort hief na nog iets van deze verantwoor- ding volgen zal, en cindelyk dat de Slaven de overledenen na eene andere plaats uit 't gezicht der le- vend igen brengen. Gelyk echter deze tot nu be- Fchrevene vier lage huisjes Aan buiten KAAP de GOEDE HOOP. 229 buiten aan de vleugels van 't Zie- kenhuis gebouwt zvn , zoo zvn ook v.in liinnen in 't Ziekenhuis nog verfeheidc kleine Kamertjes gemaakt , die tot verfcheidene nuttige dingen gebruikt worden ; en z\ n van binnen op de zyde van den kruisgang, die tegen den Leeuwenberg uitloopt, twee dier« geh ke vertrekken, waarvan dat ter rechter hand ledig Haat, en cn- kelyk gebruikt word, als 'er een Patient is , dien een arm of een been afgezaagt of afgenomen moet worden ; de Patient word name- lyk als dan in dat vertrek gebragt, ten einde hy van alle andere zie- ken afgezonden , alleen kan be- dient en verzorgt worden ; en heb ik in den jarc 1708 eene zodanige operatie bygewoont , wanneer 'er iemand zyne hand door een Ka- nonfehoot jammerlyk gequeit, en daarenboven de voorite armpyp gebroken was , zoo dat de arm tot boven den elleboog moeit worden weggenomen. Deze elendige lag in den be- ginne onder de andere Zieken te kermen ; wanneer hem echter ge- 'zegt wierd , dat hy zynen arm 20udc moeten milten , was hy zoo voort daar toe bereid , en wenfehte maar, dat hy reeds afge- nomen was ; en toen men hem na dit vertrek bragt, op een itocl zette, en zynen gequetiten arm ontblote, zeide hy niet anders, dan dat de Oppermeeiter hem tog niet lang zoude pvnigen ; Na dat nu alles gereed was, en de gemel- de Oppermeeiter de incifie ge- daan, midsgaders den arm in drie horten afgezaagt had , en men reeds bezig was, om denzelven te verbinden, vraagde deze rampza- lige, of zvn arm nog niet af was? Wyl de Oppermeeiter hem toen den afgenomen arm toonde, en hem een hartiterking gaf, zoo zeide hy eindelyk, God zy ge- dankt, dat ik de pyn doorgeltaan heb, en was daar op goeds moeds; 't verband gelegt , wierd hy weder na zyn bed gebragt, alwaar hyec- nigc dagen daar na aan een ander il gcllorvcn is. 't Ander Kamertje, dat op deze zyde ter linker hand Haat , is voor de Ondermeelters, die over 't Ziekenhuis mede gcilelt zyn, om in ie wonen; het is wel voor 1 of 3 menfehen tamelyk naauw, dog aan d'andere kant zeer gemak kc- lyk , om dat zy dicht by de Zieken zyn. Daarenboven was by myne komft de Oppermeeiter getrouwr, en had zyn eigen huis, zoo dat hy maar 's morgens en 's avonds de Zieken quam bedienen , zoo dat 'er een in zyn huisje gaan konde , waar door de anderen meer ruim- te kregen ; insgelyks is een van de Ondermeelters getrouwt , en woont buiten 't Ziekenhuis, 't welk andermaal , fchoon de Op- permeeiter hier in woont , voor de andere goed is , en hen meer ruimte verfehaft. Op de zyde, die tegen den gro- ten tuin der VoortrefFelyke Maat- fchappy aankomt , is ter rechter- hand wederom een zulk vertrek- je, dog zonder venfters, 't welk men tot een gevankenis gebruikt, als 'er onder de Zieken Dron- kaards of Revelaars of Dolle men- fehen zyn, aangezien men dierge- lyke menfehen , welke anderen hunne ruft ftoren , zeer wel daar in opfluiten, en na bevind van za- ken of itraflen of elders in hechte- nis brengen kan. Eindelyk is 'er nog een Kamert- je naait de woning van den Zie- kenvader, dicht by deszelfs Keu- ken , 't welk voornamelyk dient , om de genen, die met de Venus- quaal behebt zyn, daar in na be- horen te genezen ; 't welk ook , door dien 't beeitachtig bootsvolk doorgaans een buitenfporig leven lyd, fchier nooit ledig Itaat, en gebeurt 't dikwyls dat dit vertrek alleen niet groot genoeg is, om ze allen te herbergen. Ondertuilchen heeft de Voor- trefTelyke Maatfchappv cene zeer Ff 3 fraaie Waarde Ondcr- Iten lichoii houden. Waar de Dronluart» gebragt worden. Waar dit genen gc- bragt wor- den die metVenus- ziekte be- hebt zyn. Loffeïykf verzorging dei Zwken, 230 BESCHRYVING van de fraaje en treffelyke methode in dit haar Ziekenhuis ingevoert, die billyk ten hoogiten pryzenswaar- dig 'is. Dezelve beftaat hier in , dat alle Zieken, die in dit Zieken- huis komen, behalven die met Venus-ziektens behebt zyn, de eerfte 14. dagen alles vry hebben , zy mogen aan artzenyen en oppaf- fing korten wat zy willen ; zoo zy binnen dien tyd niet können ge- nezen worden , zoo dat zy hunne fchepen, waar mede zy hier ge- komen zyn, moeten laten varen, zoo verteren zy echter niet meer, als ieder de helft van de gagie , welke hy ter maand trekt , hy is wie hy is, en blyft de andere helft altyd goed op zyne rekening. Wat echter de Venus beminnende Zieken aanbelangt, dezelve verte- ren niet alleen hare halve maande- lyke gagie, zoo voort als zy daar- in komen , maar moeten daaren- boven 10 ryksdaalders aan den Oppermeefler betalen , die daar- entegen de artzenyen aan de Voortreffelyke Maatfchappy voor een zeker Huk geld vergoeden moet, en 't overig voor zich be- houd. Wyders is hier eene treffelyke fchikking, dat niet alleen de Op- permeefler zyne Artzenyen , en de Zieken-moeder hare levens- middelen verantwoorden moeten, maar ook voornamelyk , dat de Zieken-vader van al 't geen in 't Huis voorvalt , boek moet hou- den ; welk boekhouden hier in beitaat, dat hy alle degenen, die van dag tot dag in 't Zieken-huis komen , en weder daar uit gaan , zodanig in zyn boek aantekent , dat de dag van de Maand daar by gevonden word ; en zoo 'er ecni- gen komen te fterven , moet hy zulks insgelyks doen, en nog dien zelven dag den Edelen HeerGou- verneur en den Boekhouder van de bezetting daar van kennis ge- ven , ten einde deze zulks insge- lyks in zyne boeken zoude können fchryven. geniet. Daarenboven is hy gehouden, 7,^°^ om alle weken een uittrekzel van der te ver- zyn regifter te maken, en zulks ^ten den Edl. Heer Gouverneur ter hand te Hellen, ten einde hy daar uit zoude können zien , hoe veel nieuwen daar in gekomen, alsme- de hoe veel 'er van de oude uitge- gaan, waar ze gebleven, en ein- delyk hoe veel 'er overleden zyn. Wyders moet hy melden , hoe veel vleefch van dag tot dag voor de zieken verbruikt is , en diergely- ke dingen meer ; en eindelyk als de algemene monftering , welke door gantfeh Ooft-Indie op alle Hollandfche fchepen en handel- plaatzen op een zekeren dag ge- fchieden moet , verby is, zoo brengt zyn plicht mede , 't gant- fche boek in 't net te fchryven , en over te geven ; ten einden 'er geen mifllag in eenige zaak begaan werde. Voor deze zyne moeite heeft Wathy hy ook eenige voordelen te genie- d ten, die fchoon ze gering enflecht fchynen, echter in 't jaar eene ta- melyke zomma bedragen ; want hem is geoorlooft alles te houden, dat de overledenen aan haar lyf hebben gehad , eer ze gefturven zyn , of al 't geen zy aan haar lyf hebben , als zy komen te fterven ; welke klederen , fchoon ze niet koitbaar of zinnelyk zyn, veel geld bedragen , om dat de burgers en de boeren dezelve voor hare fla- ven kopen ; daarenboven zyn 'et' verfcheiden , die zilvere knopen aan hare hembdrokken hebben , die ook geld waardig zyn ; en weet ik uit den mond van den Guarnizoens Boekhouder , dat 'er eens een Kapitein in geftorven is , die goude knopen in zyn hembd en aan zynhembdrok had, welke ook aan den Zieken-vader vervielen. Dog uit een geflotene kift van een overledenen mag hy, zoo hy cerlyk handelen wil, niets nemen; en kan hy zulks ook niet wel doen, om dat 'er altyd veel men- fchen by hem zyn ; maar hy is ver- plicht , KAAP de GOEDE HOOP. plicht, om 7.00 voort na den dood Van den overledenen, de killen in 't by/.yn der omltanders te Hui- len, en de Hemels den (iiurni- foens- Boekhouder terhaiul te Hel- len, en op zyn verzoek de killen nevens andere g< llotene waren, welke de overledene bezeten heeft , te laten volgen ; welke daar na in 't byzyn van twee Com- miilarilicn, welke de Edele Heer Gouverneur benoemt , en hem toevoegt, van alle die goederen eenen inventaris maakt, dezelve opentlyk verkoopt, en 't geld daar van in de Kas der Voortreffelykc Maatfchappy trekt, na dat hy al- vorens daar af heeft getrokken , 't geen hem voor lync moeite toe- komt. De Yoortreffelyke Maatfchap- py heeft zich niet \ ergenoegt , om ontrent de gezondheid van de 'Zieken heilzame fchikkingen te maken, maar ook voor hare zielen zorg gedragen ; want door dien zy behalven den Prediker twee Voorlezers onderhoud , die men hier ook Zickentroolters noemt , 231 zich bevind, en in welken fland hy dient ; maar men kan ook on- derrecht worden wanneer iemand overleden, waar hy begraven is, en wat hy bezeten heeft; 't welk zckerlyk gcene geringe kenteke- nen van ecne zonderlure liefde, getrouwheid en oprechtheid zyn ; te meer door dien men , als 't geld inbare kas betaalt is, zulks ter al- ler uure met winltontfangen kan, zoo zy weet , dat men de wettige erfgenaam is. Dog ik hou my met diergelyke Waartoe aanmerkelyke omftandieheden te dL",*:oldcr 1 ] 1 1 1 , gebruikt lang op, en moet derhalven na dat word. beneden alles doorfnuffelt is, ook eens zien, wat 'er op zolder te doen is. Alhier können des noods, tamelykveel zieken gele- gen en bedient worden, fchoon de helft van 't Ziekenhuis nog maar bezoldcrt is, waar aan ech- ter niet anders fcheelt, dan dat hier te weinig planken komen , om dat 't anders reeds lang bezoldert zoude geweert zyn ; Ondertuf- lehen word 't onbezoldert gedeel- te tot een pakhuis, alwaar men al- zop heeft zy den eenen bevolen, lerhandé hout, als fparren, plan de bezetting , en den anderen 't Ziekenhuis waar te nemen, en al- le avonden een gebed te doen 3 midsgaders dat de genen , die 't Ziekenhuis bedient, ook buiten dezen tyd de Zieken met trooitre- denen by liaan zal ; en is hy daar- enboven verplicht , om alle Zon- dagen , terwyl zyn amptgenoot den dienll in de Kerk waarneemt, den Zieken een predikatie voor te lezen, en voor en na dezelve met hen te zingen en te bidden. En waarlyk deze heerlyke en treffelyke fchikkingen hebben my zeer dikwyls doen geloven, dat het deze roemruchtige Maatfchap- pyniet qualyk kan gaan, om dat zy zoo veel zorg voor hunne onderdanen en voornamelyk voor hare zieltogende Bedienden draapr ; want men kan op deze wys alle jaren niet alleen weten, of dees en gcene nog leeft, waar hy ken, balken, enz. bewaren kan, "t welk echter mynes bedunkens 't voortreffelyk en aanzienlyk Zie- kenhuis , wegens de zware daar op leggende lalt geen voordeel toebrengen kan; wanneer 'er zoo veel zieken niet zyn, dat men ze behoeft op den zolder te leggen, zoo dient dezelve tot een Maga- zyn , om allerhande kruiden en takken van Citroenen en' Laurier- bomen te drogen, welke- daar na om te Hoven, en als andere heil- zame middelen gebruikt worden. Zoo ik my buiten 't Ziekenhuis tzjekeo- begeef, zoo zie ik, als ik onder huis is met de poort ïta , dat ontrent 18 voe- ^geci°m" ten van daar nog een poort opge- metzeltis, die, zoo 'er maar een deur van latten voor gemaakt was, insgelyks en tot meer veiligheid gefloten zoude können worden. Eer men echter nog aan de uiter- ite Poort komt , zoo ziet men , dat rond- BESCHRYVING vaüde Infcriptic van 't Zie- kenhuis. 2J2 rondom dit Ziekenhuis eene bre- de waterleiding gemaakt is , waar in 't water , dat van de bergen vloeit , door gragten te zamen loopt i en door eenen val weder komt in de gragten , welke voor de voorfte burger - huizen na de veiling toe gemaakt en met fchut- fluizeh verzien zyn. De Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Steil , als onder welkers regering dit Ziekenhuis voltooit is , heeft deze waterlei- ding laten maken ; en de volgen- de Heer Gouverneur , Louis van Aflenburg heeft langs dezelve rontom 't Ziekenhuis Amaquas- bomen , om dat ze weelderig op- fchieten, laten planten, zoo als ook Keken-bomen op de binne- plaats, welke de daar in wonende menfehen maar voor keuken-tuin- tjes gebruikten , welke bomen , als zy groot en fterk geworden zyn , 't Ziekenhuis aangenaam be- lommercn zuilen, om dat men als dan van 't gemelde Huis niets zal können zien, voor dat mengantfeh dicht daar by is. Boven de poort van dit heerlyk en wydluftig Ziekenhuis heeft de Heer T)anielHeinßus, toen hy in denjare 1700 als gewezene Ordi- naris Raad van Indie, alhier als Commiflaris aanquam, en van hier na huis vertrok , deze zeer zinry- ke en geleerde Lateinfche Infcrip- tie ter eeuwiger gedagtenifle laten zetten : Excipit Hofpitiofr aflos Morbisque Viisque Ha e 'Domus, & Me die am larga m mißrat opem. Belga tuum Nomen 'Populis fatale dom an dis Horreat £f> Leges Africa Terra Tuas. Na deze twee hoogftnodigeGe- bojwen , aan welke de Colonie wijl als de Zeevaarders zeer De Auteur berchryft de nanft Kerk. veel gelegen was, begeef ik myna de Kerk , daar ik my jegenswoor- /.DO dig 't dichtft by bevind , en fchoon uit 't voorgaande blykt , dat Stel- lenbofch enDrakenfteen insgelyks hare byzOndere Kerken hebben, zoo acht ik niet qualyk te doen, als ik van deze eerft 't nodige ichryf , en daar na ook van de 2 andere zoo veel meld , als de zaak vereifchen zal. Eer en alvorens ik echterde Eer dat do Kerke zelf befchryve, acht ikno- ^SS dig, eene zwarigheid uit den weg isde Gods- te ruimen, welke konde gemaakt ^fn'gn dc worden , en daar in beitaat , dat verricht, zommigen millchien zouden den- ken, dat men voor dezen eer de- ze Kerk gebouwtwas, ofgantfch geen Godsdienft verricht, of den tempel onder den bloten hemel opgeflagen had , zoo als andere volken, voornameiyk de Hotten- totten, of de zoldaten in 't veld gewoon zyn ; maar deze zwarig- heid zal haaft vervallen, als ik daar op antwoord., dat de eerfte inwo- ners van dit land, uit Europa hier gekomen, met de zoldaten nog met de Hottentotten hier in gelyk geleeft, en hunnen Gods- dienft niet onder den bloten He- mel , maar beftendig en zoo lang in de vefting verricht hebben* tot dat deze Kerk geboüwt is. Hier toe wierde in beide Ves- tingen eene grote zaal gereed ge- maakt, die voor de woning van den Heer Gouverneur, als mede voor de Raadkamer der beide hoogfte Collegien gebouwt was. In een hoek van de zelve had men den predikftoel zodanig opge- recht, dat alle menfehen , die in de vergadering waren , den predikant in 't gezicht hadden. Ik ben zelf dikwyls in deze zaal ge weeft, die in de jegenswoordi- ge vefting daar toe diende, fchoon by myne aankomft de Kanzel reeds weggedaan, en de Gods- dienft in deze Kerk verricht wierd; het quam ook zeer wel, dat voor de zaal en boven op de trap aan den ingang akyd een van de KAAP de GOEDE HOOP. 233 de lyfwacht van den lulden Heer Gouverneur op Schildwacht moeit ftaan, om toe te zien, dat 'er ge- durcndedcnGodsdienll huilen de zaal geene onordcntlykheden ge- pleegt wierden. üe Heer ^a dat echter de burgery van ßouver- dag tot dag lterkcr, en de /aal te Sstdi" klcin wicrd • om 70° vc,e mcn_ len Tehen te bevatten, dreef eindelyk Km«ï de nood de Heren Regenten van wc Kerk. deze volkplanting, om op eene Kerk bedacht te zyn, waar in de Godsdienltaltyd konde waargeno- men en verricht worden ; en kan men niet ontkennen, dat de Heer Gouverneur Simon van der Steil gedurende 7.yne zeer lange rege- ring zynen y ver voornamelyk des- wegen getoont, en den grond tot deze Kerk gelegt heeft; hoewel zommigen voorgeven , dat zyn begrip hier in met dat van zyn Zoon niet overeen quam, en dat deze als deszelfs opvolger, zeer veel aan de fondamenten heeft la- ten veranderen ; 't welk ik echter, om dat ik 'er geene tekenen van gezien hebbe, anderen laat onder- zoeken. Ondertuilchen blykt ge- noeg, dat zyn eerite liefde, y ver en achting voor 't Goddelyk Woord ras verdwenen is, om dat door den bouw van zyne pragtige Hofllede, Conftantia genaamt , die van de Kerk heeft moeten ftil liaan. Zyniodb ^vn gemelde Zoon, de Heer heeft den Gouverneur Willem Adriaan van der Steil heeft dezen Kerkbouw y- .verig voortgezet, tot dat dezelve voltooit was; zy is op dezelve wys als 't Ziekenhuis gebouwt, te weten, in de gedaante van een kruis, en is 't zeer aangenaam, twee zulke grote en tegen elkan- der overitaande gebouwen te zien, welker gebruik zoo heilzaam, nuttelyk en hoogftnoodzakelyk is. wat voor Ten einde ik echter aantone, menrehen hoe deze Kerk eigentlyk van bui- hofbegra- ten en van binnen gemaakt is, zoo ven wor- dient te weten , dat eene hoge en II Tïeel. bouw vol- tooit. Waar ge- den. dikke muur rondom dezelve is op- gehaalt , welken ruime binne- pb.it s een Kerkhof verllrekt, al^ waar men de doden begraaft ; dog niet allen zonder onderfcheid, maar cnkelyk de voornaamitc Re- dienden der Voortrefl'clykc Maat* fchappy, als mede de burgers en hunne kinderen; zoo 'er echter een vreemdeling met't een of 't an- der fchip van de voortreffelyke Maatfchappy hier komende iterft, zonder dat hy in de bezetting heeft gelegen, en op dit Kerkhof wil begraven zyn, zoo kolt het hem yo guldens; is het iemand van een andere Europeaanfche na- tie , zoo moet hy als een buiten- lander eens zoo veel betalen. De geringer Bedienden der ge- melde roemruchtige Maatfchappy, ringe pa- die hier komen te fierven , 't 2.\zwcnht' dat ze in bezetting gelegen hebben S. or niet, worden daar niet gelegt, zoo zy de .5-0 guldens aan den Diaken niet betalen können, maar daar is een ander plaats tulTchen de Stad en de Vefting na de kant van den Tafelberg, alwaar zy nevens de overledene flaven der gemelde Maatfchappy en boeren begraven worden. 'tOnderfcheid, 't welk men onder de doden waarneemt, is my niet zoo zeer vreemd voor- gekomen, om dat zulks alomme gebruikelyk is, dan wel dat men na den dood geen onderfcheid tuf- fchen Chriftenen en Heidenen maakt, om dat men ze onder el- kander begraalt , daar nogtans ter- wyl een ieder leeft, een zeer groot onderfcheid gemaakt word. Meert is my echter vreemd voorgekomen dat men deze begraaf-plaats tot nu niet afgefloten, en met eene muur of met bomen, dicht naaft malkan- der geplant, omheint heeft, ten einde 't vee belet zoude können worden, over de Jyken te lopen , 't welk jegenswoordig menigvul- dig derwaards komt, en 't gras, dat daar weelderig groeit, zonder 1 eenige hindernis eet. j Op dit Kerkhof is dicht by de GS deur. 2*4 B E S C H R Y V I N G van de deur, die tegen over 't Ziekenhuis Woning ftaat » een huisje, waar in de Kos- jer" ter woont, 't Zelve is niet heel hoog, maar ruim genoeg, om hem met zyne familie te huisveften. Midden op 't Kerkhof ltaat de ge- melde Kerk , welke de gedaante van een kruis heeft, behalven dat de in malkander lopende kruismu- ren zulke fcherpe hoeken niet ma- ken, als die van 't Ziekenhuis; maar dezelve fpringen uit, en ma- ken nevens de andere t'zamen een irregulier achtkant. De muur van 't Kerkhof is on- trent ioof n voet hoog, en de Kerk veel hoger, zoo dat men ze te meer om dat ze van buiten zeer wit , en zindelyk onderhouden word, uit den haven zeer onder- fchydentlyk zien kan. Na de be- nedenile zyde na 't ilrandtoe, is een toorn van middelmatige hoog- te , die op de fondamenten der Kerkmuur gebouwt, en meteen niet al te fpits rietdak, zoo als alle andere huizen en de Kerk zelf, verzien is. In den zelven hangen twee middelmatige klokken, wel- ke nooit, worden geluid , dan op kerktyd. Hoede Wanneer men door een der bei- Kerk van de grote poorten, die op 't Kerk- ten is. h()f en de Kerk recht tegen ^j. kander over ftaan, in de Kerk treed , zoo ziet men , dat de vloer met ticheliteenen belegt is ; ront- om de muur, behalven in 't Koor zyn banken gemaakt, waar op de mansperzonen hunne plaat/en hebben ; in den buik van de Kerk ftaan alleen fraje ftoelen van ebben of ander koltbaar hout voor de vrouwen, welke de Kolter telkens na behoren moet fchikken, en laat een ieder ftoel na kerktyd weder t'huis brengen , ten einde om beter bewaart te zyn. Met dit fchikken enplaatzen der vrouwe lloelen heeft de Kos- ter zekerlyk eene grote moeite, om dat hem dan deze dan genebe- fchuldigt, dat hy haarltoel te ver achter uit gezet, en haar fatfoen gekreukt heeft , zoo dat hy heel naauw moet letten, welke ftoelen voorltaan moeten; menigmaal ont- zien deze ftoutmoedige paauwen zich niet, om in de kerk zelf daar over te ky ven , of haar ftoel voor eens anders te zetten, teneinde zy in de kerk geen hair breed van hare achting zoude mogen mifTen; 't welk zulk een algemeen en ver- vaarlyk gebrek onder de vrouw- tjes is, dat 't niet genoeg befchre- ven veel min beklaagt kan wor- den. Doordien echter deze zeerfraa- De Kerk lp je Kerk niet verwulftis, als waar wuift! " toe men geene genoegzame pen- ningen had, zoo als ook geene balken, die lang, ftërk en duur- zaam genoeg waren, zoo moed men een ander middel uitvinden, om een dak daar boven te maken; derhalven wierd goed gevonden , om 4 dikke ronde pilaren op te halen, om de balken daar op te leggen, die 't gantfche dak dragen moeiten ; zy zyn ook voor zich zelven hechten fterk genoeg, om een veel zwaarder dak als dit is, te dragen ; nogtans vreeft men dikwyls , dat de zware en heftige Zuid-oofte wind, 't dak omver halen en daar door groot ongeluk veroorzaken zal , aangezien door 't vallen van de zware balken vele menfehen gedood of elendig ge- wond zouden worden. Ten einde echter de Zuid-Oo- Hoe 't dik fte wind zyne volle kragt aan 't issem»kc- dak en de gantfche Kerk niet zou- de können oeftenen, zoo verbeeld ik my, dat men raadzaam geoor- deelt heeft, 't dak niet al te hoog en te fpits , maar van boven plat te maken, ten einde men alle te duchtene en bekende gevaren zoude können voorkomen en my- den ; men ziet derhalven boven op 't dak, dat aan de 4 kruishoeken in malkander loopt, dat op de plaats , daar 't anders opgehaalt had moeten worden, een breed vierkant plat dak gelegt is, met eene houte galdery rontom, ten einde KAAP de GOEDE HOOP. 23$ einde men op 't zelve /.oude kön- nen gaan 5 dog dc/c home galden is door den wind al lang daar af geflogen. De voor- Rontom de vier gemelde pila- w'tptaatien ren zyn 'erfraaje luniLe geltocltcns tod« Kerk. gemaakt, waar in men langs drie trappen en een deurtje gaan en den Godsdienltby wonen kan. In een win die gelloeltens ter rechter hand, dichtlt by den Predikant, heeft de Edele Heer Gouverneur zyne gewoonlyke zitplaats; des- zelfs Raads perzonen daar hier voor van gefproken is, zitten recht tegen hem over; en de twee be- nedenlte Haan voor de Burger- Raden en Krygs- Officiers open, ten einde men dezen ook van de anderen zoude können onderfchei- den. Als 'er gene fchepen op de Re- de ten anker leggen, zoo zyn de- ze 4 ftoelen doorgaans zeer Hecht bezet, om dat 'er ten minften 6 of 8 perzoonen in ieder ftoel zitten können ; doch wanneer 'er fchepen in den haven leggen, voornamelyk retourfchepen, zoo is de plaats doorgaans te klein, om alle de daar in plaats hebbende per- zonen in te nemen , aangezien zy als dan onder de andere bur- gers zitten en wel te vrede zyn als zy nog een goede zitplaats vin- den können. Achter deze pilaren en deze Heren-ftoelen ziet men niet ver daar van daan twee ryen ban- ken , namelyk op ieder zy eene , waar in de Prediker , met den Voorlezer , Ouderlingen en Dia- kens zitten. TuiTchen deze doe- len is eene grote verwulfde ope- ning, als een poort, midden in dewelke de kanzel gebouwt is; dezelve is wel net , maar effen zonder eenig fnywerk, zoo als an- dere Gereformeerde kanzels en donker-bruin geverft. Wanneer 't H. Avondmaal uitgedeelt word, zoo ftaat voor dezelve eene tafel in plaats van een Altaar, waar aan de Communicanten zitten gaan, en IL T>ecl. 't H. Avondmaal uit handen van den Prediker omraag« tl. In plaats van een doopilcen Haat 'er eene fchotel met water aan de zy van den Itoel, daar de Prediker zit, en als 'er kinderen gedoopt /uilen worden, zoo komt hy van ltoel, en doopt ze, en «iaat daar na weder op itoel. Achter dezen Itoel is een grote ledige plaats, die een Choor verllrckt, eo ook /eer wel daar voor paiferenkan.R--.nl om de muur hangen cenigc Wapens van de genen , die of hier in en- kclyk begraven leggen , of hier geregeert of andere hoge bedie- ningen bekleed hebben; endaar onder blinken voornamelyk uit de twee graf-fchriften van de Heren Gouverneurs Simon van der Steil en Louis van Altenburg. En dit is aldus de inwendige g$- w.iarom daante der Kerk ; dog eer enalvo- ^^j_ rens ik my daar uit begeef , zop dertis. moet ik zeggen, dat ze nog niet bezoldert is; de rede daar van kan zeer wel zyn, dat de planken, welke alle uit Holland moeten ko- men , of te fchaarsofde Kerk te koltbaar vallen ; dog mynes be- dunkens kan dezelve wel voorbe- dachtelyk zoo lang onbezoldcrt zyn gebleven , om dat men zoo als boven gewag is gemaakt, voor den wind beducht is geweeit,dat hy alles omver zoude rukken , tot dat men eindelyk zal hebben gezien , dat hy de Kerk geen fchade toe- brengt, fchoon 't rictdak door- boort wierd. Zoo men deszelfs inwendige en Hctbou- uitwendigc netheid betragt, en ga- ^nc^k de flaat, dat 't bouwen van huizen heerr veel hier zeer koltbaar valt, zoo is licht sdd gekort. af te nemen, dat deze Kerk ook een groot kapitaal moet hebben gekoit; weshalven vele burgers op den Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Steil misnoegt waren, dat hy. 't ryk kapitaal der Diakony aan dezelve verbouwt had, daar 't nogtans cnkelyk ge- geven was , om weder onder de armen en behoeftigen te worden Gg x nit- 236 BESCHRYVING VAN DE uit^edeelt ; en waren zy van ge- voelen , dat de Voortrefïelyke Maatfchappy achtervolgens 't ver- kregen previlegie verplicht was, om alomme op de pb.atzen daar zy Colonien opgerecht hadden, uit hare eigene kas Kerken en Scholen te laten bouwen. Gelyk ik my om dit laatfte voorgeven nooit bekommert heb ; aangezien ik wel weet, dat de Voortreffelyke Maatfchappy van hare kant niets laat ontbreken, dat tot bevordering zoo wel van den Godsdienft als tot welftand der in- gezetenen ftrekt, zoo als deze Co- lonie zelf al te vele kentekenen en milde blyken gehad heeft , zoo antwoord ik enkelyk op 't eerfte , dat 't voorgeven by den gemelden Heer van der Steil goed is ge- weeft, door dien hy om den bouw gemakkelyker te maken , de no- dige arbeids-luiden als metzelaars, timmerluiden, fmids, enz. in naam van de Bloejende Maatfchappy heeft gelaft , om hand aan 't werk te flaan, en daarenboven 't beno- digt hout als balken, fparren, planken , enz. belchikt; doch heeft de bouw naderhand even zoo veel en zoo als zommigen willen nog meer gekoit, dan of dit alles niet gefchied was. \V ant men ontziet zich hier niet te zeggen, dat hy zyn eigen be- lang meelt daar by gezocht heeft; en zegt men voornamelyk , dat deze werkluiden eenen veel gro- ter loon van de kerk moeften heb- ben, dan /y voor heen gehad had- den ; en dat de bouwmaterialen zoo hoog in rekening gebragt wa- ren, als men ze anders kopen kon- de; en voegt men daar by,dat hy deze Kerk veel hout had laten be- talen , dat hy aan zyne Hofftcde, VerregeUgen genaamt , liet ver- timmeren. Dog ik wil dit alles niet voor de waarheid houden, en uitgeven. fyfidlerwy! vou men op veld /.ame gedachten vervallen, als men in overweging neemt , dat na 't ver- trek van den Heer Gouverneur nog eene rekening voor den dag is gekomen, welke de Diakony be- talen zoude , om dat 'er hout op ftont, dat tot de Kerk zoude ver- bouwt zyn; dog wanneer men zulks naauw onderzocht, en dege- ne bevraagde, welke dier tyd 't beüier en 't opzicht over deze bouw hadden , deze echter alle eenpariglyk betuigden, dat dier- gelyk hout nooit geeifcht, veel min verbouwt was, zoo als men aan de gantlche Kerk nog zien en waarnemen konde, zoo is geene betaling van de Kerk gevordert, om dat men naderhand zeer dui- delyk bevond , dat dit gemelde hout aan zyne Hofftede, Verrege- legen verbruikt was. Kort voorheen heb ikberfcfefe, Sengei-1 dat deze Kerk van de arme-gelden den van opgerecht en gebouwt is ; dezelve J^ïiJJ waren op de volgende wys by groeit rnalkan deren gebragt. Eenige goedwillige en Chriftelyke herten hadden van tyd tot tyd een kleine legaat aan de armen-kas gemaakt , 't welk de Ouderlingen op winft hadden uitgedaan, ten einde het met 'er tyd aangroejen , groter worden en zich vermeerderen zou- de ; daarenboven fchoot van 't geld uit 't zakje nu en dan ietso- ver, 't welk men aan de armen niet behoefde te geven ; en door- dien de begravenis-gelden, waar van kort voor heen melding is ge- daan , als mede de armbolVen , die zoo wel in de openbare kroe- gen als in alle fchepen der Maat- fchappy opgehangen waren , een tamelyk kapitaal bedroegen , als 't geld door de Diakens daar uit genomen wierd ,zoo quam 'er met 'er tyd een aanzienlyk kapitaal by malkander, 't welk men in den beginne niet verwacht had. Van dit geld nu, op zodanige 7,]lv)U wys tot onderhoud der armen by g< malkanderengcbragt, wasdeHr. ?01 Gouverneur verwittigt, om dat voor hem niets verborgen blyven mag ; hy had derhalven wel kan nog bunnen v.m de Kerk belt eed. KAAP de GOEDE HOOP. 237 wel eenige moeite om de Ouder- lingen en Diakenen te bewegen, ten einde om de Kerk daar van te laten bouwen ; dog vermids een ieder gaarnevan zynë gunlt verze- kert is , om dat hy in andere Itukken iemand drukken of hel- pen kan , 7.00 moeiten zy hem eindelyk gehoorzamen , en in de- zen bouw bewilligen ; en befloot men nog meer , om deze gelden daar toe te belleden, wyl niemand rekening konde maken, dat die bouw zoo veel kotten zoude , als ze gekolt heeft. Wanneer ik daarbenevens de gemene roep andermaal zoude wi'len of können geloven , zoo zoude onfeilbaar blyken, dat de Heer Gouverneur zyn eigen be- lang daar bv gezocht had , aange- zien hem zommigen ook befchul- digen , dat hy zich met deze gel- den had weten té verryken ; niet zoo zeer direcl , als of hy van de- ze gelden zelf gezakt had, maar dat hy de Kerk alles duur aangere- kent, en daarentegen van deze Waren op dezelve rekening ge- nomen, en in zynen bouw op Verregelegen verbruikt had ; dog ik neme diergelyke zeldzame za- ken voor geen waarheid aan, om Idat zommige menfehen zeer los in 't fpreken zyn, en denken, dat die geen altyd een diefis, die eens gctlolen heeft. KWken-"e Ondertuflchen is het zeker , dat bou'v heea deze Kerk , nevens de muur van gekott. 't kerkhof en 't kleine huisje, waar in de Kotter woont , een zomme bedragen , waar over men ver- baatt is , aangezien my voor de waarheid is verhaalt, dat alle bouw-onkotlen vry meer dan 30000 guldens hebben bedragen , 't welk in der daad een treffelyk kapitaal is, waar van iets degelyks kan gebouwt worden, wiede De eerfte Prediker, die in deze «rftePre- j{er]c gepredikt, en in den begin- ' ze .ge- ne grote lot en ongemene gene- wedt is. gentheid verkregen heeft, dog na- derhand wegens onbetamelykhe- den afgezet en t'huis ontboden is, zoo als hier na wydlopigcr val worden aangetoont, was Petrus Kalde, van Wezel van geboorte. Deze heeft boven beide voorge- melde deuren eenige Lateinfche verfen gemaakt, we ke ik wel af« gefchreven, maar verloren heb ; de eenige die ik nog bezit, Haat boven de deur tegen over 't Zie- kenhuis, en luid aldus: JEgrotis folamen ego, feßisque Ie- ïnferiptie; vamen \ kle j-, Kerk. bons que fukitiferos fit pp c dit ans fluvios ; Si modo late hos rivos afflièJus adi- bit Non tantum incolumis, fedfati- atns erit. Ontrent de Kerk van Stellenr Voorfbg bofch ilaat enkelyk te merken , omtie dat door dien de Colonie van tyd ten- m»- tot tyd groter en llerker wierd , ken- dezelve eindelyk te klein en te naauw wierd , weshalven men dan ook raadzaam oordeelde, om de- zelve uit te leggen; door dien 'er echter geen genoegzaam kapitaal voor handen was, zoo was men op een ander middel bedacht, dat namelyk de Heren van der Steil anderen met een goed voorbeeld voorgaan, en eene vry willige gifte tot dezen bouw doen zouden, zoo als ook gefchiede. Dit hoogll loffelyk voorbeeld volgden niet alleen andere Be- dienden der YoortrefTelyke Maat- fchappy , maar ook de meeitc burgers en boeren ; dog door dien de bouw dan om deze, dan om gene redenen, en wel voorname- lyk uit gebrek van bouw-materia- len vertoefde, heeft eindelyk de Heer Gouverneur nevens eenige andere hooge Bedienden der ge- melde roemruchtige Maatfchap- py , 't geen , zoo als men my ge- zegt heefr , en de gemene fpraak gaat, weder tot zich genomen , dat zy vrywilüg daar toe gegeven Gg 3 had- 238 BESCHRYVING vandé hadden; terwyl 't overige geld tot ! enkelyk zeggen , dat dit kapitaal, den bouw gefchikt bleef Zoo lang echter als deze Kerk nos in hunnen itaat bleef, dacht niemand meer Om de vergroting Van dezelve , voornamelyk wan- neer de Heer Henricus Beek van Drakenitein hier quam, die we- gens zyne onaangename wyze van prediken weinig toehoorders had, toe verplicht te zyn, om dat de aangezien hy dikwyls de gantfche twee voorgaande befchreven heb dat ruim 4000 guldens beliep, den toekomenden bouw zeer wel te llade quam. Van de Drakenfteenfche Kerk , Hoede f-, i ir 1 Draken- OI t gevaarte, dat voor een Kerk aeenichc- veritrekt, wilde ik den Lezer lie- Kerkis. ver gantfeh niet fchry ven , lchoon dat ik tegenswoordig fchyne , daar week aan de Kaap doorbragt, en ecril zaterdag avond t'huis quam, want dezelve lykt van buiten en van binnen niets minder dan eene en nogtans den volgenden dag, j Kerk, aangezien zy zeer klein, hoewel genoegzaam flamelende, predikte. Na dat echter de Kerk in 't jaar ï'710. in de maand van December in de aiTche gelegt wierd , zoo als reeds voor dezen bericht heb , en men niet zoo zeer om de vergroting als om de her- bouwing bekommert was , zoo heeft men eerfl weder om de vry- willige giften gedacht. Dog wat gebeurt 'er? wanneer men na dit kapitaal vraagde , wilt niemand, waar 't gebleven was; en wanneer eindelyk zeer fterk daar na gezocht wierd, wilde men zulks by den Kaffier van de Voor- trefrelyke Maatfchappy zoeken; dog nog deze nog deszelfs Voor- zaat, veel min de Heer Helot als Generaal Kaïlier, konden in hun- ne boeken vinden, dat het in de kas van de Voortreffelyke Maat- fchappy gekomen of gebragt was ; ten laatlten wierd het 'er echter gevonden , zonder dat iemand wilde weten, wie het daar in ge- telt had. Door dien nu 't vertrek van den Heer van der Stell in den jare 1708. reeds voor de deur Itont , en men van dien tyd af na dit geld gevraagt maar geen valt befcheid bekomen had, zoo wierd ver- fcheidentlyk daar van gefproken ; en befchuldigden zommigen de- zen, en anderen wederom eenen anderen, dat hy 't zelve in handen gehad , en den winlt daar van ge- trokken had , dog door dien zulks zonder grond is , zoo moet men midsgaders zeer laag en daarenbo- ven enkelyk van leem ontrent drie of vier voet boven den grond op- gehaaltis, op welke muur onmid- delbaar 't dak ftaat; ik kan wel met waarheid zeggen, dat zoo ee- ne Colonie eene groter Kerk van noden heeft, deze onfeilbaar den rang voor alle andere hebben mag; want wie de Franfche Vluchtelin- gen kent , waar van de gantfche Colonie fchier vol is, die weet ook wel, dat dezel ven zeer kerk- gezind zyn, fchoon zy dikwyls twee , drie , vier en meer uuren ver gaan moeten, als zy eenen aan- genamen en goeden Prediker ho- ren willen. Ik zal ditmaal niets meer daar van melden, omdat in 't vervolg zich nog wel gelegentheid zal op- doen, om iets meer daar van te ge- wagen en te fchry ven. Midler- wyl zal ik den Lezer op eene vraag, die hy my zonder twyffel zoud können voorleggen, als ik hier Uil zweeg, voor af antwoor- den, en aantonen, wat deze drie Geeitelyken voor huizen en wo- ningen hebben? Wat aanbelangt de Prediker aan de Kaap de Goe- de Hoop zelf, dien met alle recht de eere en de rang toekomt, de- zelve heeft voor deze in een huis gewoont , dat de Voortreffelyke Maatfchappy daar toe had laten bouwen , en tegen de Kerk over ltaat, alwaar als nog hedensdaags een van de twee Ziekentroollers woont, die niet alleen de Kerk of 't Zie- KAAP de GOEDE HOOP. 239 't Ziekenhuis op de bovengemel- de wys bedienen , maar ook fchool houden moet, zoo als zync Voorzaten altyd gedaan hebben , 't w elk hem echter , wegens de zucht voor den Handel , moejelyk valt , te weinig opbrengt , en te veel verdriet veroorzaakt. Heden dien dag echter, nadat een zeker Luitenant, welkers naam my tegenwoordig niet te binnen fchiet, een weinig verder achter de Kerk een treffelyk huis gebouwt had , 't welk wegens zyn flecht gedrag en andere omltan- digheden verbeurt verklaart is, zoo is zulks van de Voortreffèly- ke Maatfchappy aan dezen Predi- ker ingeruimt, zoo dat hy aange- namer en vermakelyker daar in kan wonen, als de Heer Gouver- neur in zyne veiling, aangezien hy uit en in kan gaan, wanneer hy wil, 't welk de Heer Gouverneur door 't fluiten van de flotpoort wegens gewigtige redenen niet doen kan. Waarom De Prediker op Stellenbofch , festei- a^s ^e twcde in rang, heeft als nog geen afzonderlyk woonhuis van de Voortreffelyke Maatfchappy ; niet zoo wel om dat dezelve geen huis wil laten bouwen, maar om dat hare Bedienden zich altyd te- gen de bevelen aankanten , welke zy uit Holland ontfangen, en is myniet onbewuft, dat 't ontrent andere en zeer nuttelyke bevelen insgelyks zeer lang duurt, eer zy ter uitvoering gelegt worden , waar van reeds hier en daar eeni- ge ftaaltjes aangehaalt zyn, en hier na nog meer volgen zullen. Ten einde nu alle wydlopigheid en misnoegtheid gemyd worde , geeft de Colonie of de Landdroft met de Heemraden in deszelfs naam aan den Prediker, eene by- zondere , aan de Colonie toebe- horende woning, waar in hy zeer vergenoegt leven kan; aangezien dezelve met alleen in 't dorp zelf, dicht by de Kerk ltaat, maar de- zelve is ook tamelyk ruim , zoo kerop lenbofch geen by- londere woning heeft. De Dra- dat hyzvnc letter-oeffefttagen flil voort /.tit en kan ; behalven dat hy eenen tuin achter de zelve heeft, die met eenen muur om- heint is, waar in hy onder de bo- men wandelen, en godvruchtige gedachten hebben, of /ich met den aangenamen zang der vogels verlultigen kan. Wanneer de Drakenlk< niche « Colonie een diergelyk huis ge- rdw Predi- bouwthad, dat zy ontberen kon- *«*»*** de , zoude zy in';gcM% hunnen eigen" Prediker, die of eene woning huu- woning. ren, of zelf bouwen moet, ver- gunnen, daar in te wonen; dog vermids hier deze gelegen theidt niet is , moet hy zich behelpen , zoo goed als hy kan ? en is dit ge- brek onder anderen mede de re- de geweelt, waarom de Heer F.n- gelbertus Franciscus Ie Bouq , voor deze Gemeente van Batavia herwaards gekomen , niet der- waards gegaan is , maar na vele ge- ledene ongemakken , zoo als op eenen anderen tyd zal worden ge- meld , weder na Batavia heeft moeten keren. My is wel bewult , dat de ge- wezene Heemraad op Stellen- bofch , Jacobus van der Heyde , een ftuk land, hem toebehorende, vry willig heeft afgeftaan, ten ein- de een bequaam Paltoors , en fchoolhuis, als mede een aangena- me tuin voor den Paltoor en Schoolmeefter of Ziekentroofter , daar op gebouwt en aangelegt zoude worden ; dog niemand is 'er' tot nu gevonden, die de kollen tot dit hoog noodzakelyk en alge- meen nuttelyk werk heeft willen verltrekken ; en wyl men voor 't overige geen middel kan uitvin- den, om zulks werltellig tema- ken, zoozaJ de Prediker van de- ze gemeente zich licht nog lang zonder eigene woning behelpen moeten. Na dat ik de Kerken voor oo- Vande gen heb geitel t, begeef ik rnv Lufthover 1 j rry ■ c , ' der Voor- I verder na de l innen, waar van er treffeiyke I de Voortreftèlvke Maatfchappy w«t- driefcharpy J4o B E S C H R Y V I N G van DE -b. drie aangelegt, en tot nu met groot voordeel gebruikt heeft. Zy zyn alle tamelyk groot en fraai, en met pragtige grote hui- zen tot vermaak van den Edelen Heer Gouverneur , die zich van tyd tot tyd derwaards begeeft, verzien, als mede met een woon- huis voor de Tuiniers , en eene ruime loots voor de Haven. Een van deze drie tuinen legt aan de Kaap zelf; en eenachter den Leeu- wenberg, ontrent een uur van de Kaap , die 't ronde bofchje ge- naamt word, en de derde een halfuur verder, die wegens des- zelfs nieuwe aanleg, 't nieuwe Land gedoopt is. waartoe Deze laatfte word voornamelyk dehatfte tot niets anders gebruikt, dan tot eiegt een moeS-tuin , om de fchepen met kool, knollen, zalaat en ve- le andere diergelyke keukenkrui- den te verzien, als zynde ten dien einde aangelegt, om dat de gene, die aan de Kaap zelf legt, tot 't befchikken van zoo veel kruiden , als de fch«pen van noden hebben , veel te klein is. Men vind ook in dezen tuin eenige vreemde ge- waiTen, welke de Heer Gouver- neur Willem Adriaan van der Steil daar in heeft laten planten, als by voorbeeld de Koffyboom , de Ceylonfche plant Acmella, de Piltacienboom , en vele andere, die hier met itllzwygen worden verby gegaan. De grootte van dezen tuin o- vertreft zoo niet alle, zekerlyk de meeite , welke in Europa , en voornamelyk in Duitfchland worden aangetroffen ; want hy beflaat on t reg 30 morgen land , waar op onfeilbaar eene grote menigte tuin en boomvruchten können groejen; gelyk dan des- wegen 30 flaven en ilavinnen al- daar gehouden worden, die onder bevel van eenen ervaren tuinman en opzicht van zekere Mandoren bellcndig daarin arbeiden, fpitten, lchoffcjlen , en onkruid uitroejen moeten. tuin. De twede tuin, die zoo als bo- Van de ven gemeld is , aan 't ronde bofch- *w' je legt, en aldus genaamt word, om dat de HeerGouverneur Simon van der Steil aldaar een ftuk land heeft laten bearbeiden, om ver- fche akers op te zaajen; doordien nu deze akers fchoon opgekomen zyn, zoo dat 'er als nu veele gro- te hoge eekenbomen {taan , zoo is deze plaats, om dat dezelve by- na rond is, 't Ronde bofchje ge- naamt. Deze tuin is niet veel kleinder als de eerite, hebbende ook 30 morgen land in den omtrek; in denzelven arbeiden ook zoo veel flaven, als in den vorigen; mid- den door denzelven gaat de ge- meene weg, te weten als men van de Kaap na Conltantia, de Steen- bergen, de Hout-Baai, enz. gaan wil. Aan beide zyden echter is de tuin ten dele door eene diepe gragt, die den gantfehen winter ofregentyd vol water, en in den zomer droog is, en ten dele door eene dichte rey bomen bewaart, zoo dat niemand van ter zyde licht daar in komen en de vruch- ten of bloemen fielen kan. Aan den gemelden weg. ziet men aan beide zyden eene grote poort, waar door men in den tuin gaan kan, en is de poort aan de zyde van de Kaap in plaats van een deur, met yzere traliën ver- zien; zoo dat men niet licht daar in kan komen; de poort welke ter rechterhand ftaat, en tegen o- ver d'eerfte legt, heeft over de gragt een wachthuis voor zich liaan, waar in de lyfwacht van den Heer Gouverneur fchildwacht houd , als hy zich in perzoon hier bevind ; de overige ingang van de poort word wel niet gefloten, maar daar achter ftaat een treffe- lyk luilhuis, waar in de gemelde Heer Gouverneur dikwyls zyn verblyf neemt, om dat dezelve niet ver van de Kaap légt, en hy de vrye weg in 't gezicht heeft , zoo dat hy fchier alles kan zien , wat KAAP de GOEDE HOOP. 2+1 wat van de Kaap en na de Kaap gevoert word. Het gemelde huis heeft vele gemak kelyke vertrekken , waar in eenige van zyn gevolg ook lo- geren können ; de tuinman heeft daar insgelyks een vry vertrek ; en daar is ook een f tal, waar in de paarden van den Heer Gouver- neur en anderen (taan können. Ter zyde van dit huis Itaat nog een laag huisje , waar in de boven- gemelde lyfwagt zich kan ont- houden , als de Heer Gouverneur zich hier bevind ; buiten dezelve echter können eenige flaven daar in wonen , welke hunnen dage- lykfchen arbeid in dezen tuin vin- den. Ten einde echter niemand in den tuin zoude können komen, fchoon hy reeds door den vryen ingang en verby deze gebouwen en de honden was , zoo is deze gantfche plaats, waar op de huizen gebouwt zyn , met eene dichte doome hegge omheint, en aldus ingefloten, dat 'er niet licht ie- mand zoude door komen, nog ook zoo veel tyd vinden zoude , om de vruchten te plukken, en met zich te nemen ; om dat de ge- melde flaven hier en daar in den tuin , voornamelyk daar de vruch- ten zyn, onder itro-hutten en met eenen goeden hond verzien , by nagt waken, en aldus de genen, die quaad in 't zin hebben, afhou- den können. Beftaatuit Vermids nu deze tuin door den tweedelen, bovengemelden weg als in twee delen verdeelt word , zoo zal ik tegens woord ig aantonen , wat in ieder deel eigentlyk groeit. Wat dienvolgens 't de el ter linkerhand betreft , 't paalt aan 't bovengemeld Rond-bofchje, alwaar het door 't klein beekje , dat van de Brou- wery de fchuur en andere plaat- zen vloeit, zoo van 't ander bebouwt als onbebouwt land afgefcheiden word , waar na het zelve verder tot in de voormaals befchrevene Zout-rivier loopt. II. 'Deel. Men vind wyders in dit deel, dat zeer aardig in zekere grote en kleine vakken verdeelt is , ver- fcheidene zoorten van tuinvruch- ten, diergelyke ook op 't nieuwe land groejen ; daarenboven vind men 'er velerhande liclll. 1\ ke bloe- men en weiruikende kruiden »wel- ke 't oog en de neus vervrolyken; voorts aangename vruchtbomen, alsvygen, citroenen , limoenen, granaatappels, en vele andere bo- men; en eindelyk zyn de lanen met velerhande zoorten van Afri- kaanfche en buitenlandfche bomen bezet , welke eene zonderlinge lieffclyke lommering maken. Her twede deel ter rechterhand Hoe'ttwe- komt aan den Wynberg van den £*£££ ouden Burger-meeiter N. Botma, en llrekt tot aan de achterlte zyde van den Tafelberg, alwaar het wederom aan den Wynberg van den burger N. Heufke grenlt; aan de andere kant , jegens de bovengemelde fchuur is een groot ftuk woeft en onbebouwt land , zoo dat de tuin aldaar nog zeer veel vergroot konde wor- den. Dit deel is ook in vakken of per- celen verdeelt, zoo dat men bene- den zoo voort achter 't Lufthuis eenige bloem-ftukken, en andere vakken, met jonge fruitbomen beplant, in 't gezicht krygt. De lanen zyn insgelyks als 't eerlte deel geplant, en tegens den wind bewaart ; aan de zyde van dewel- ke voornamelvk granaat-appelbo- men Itaan , die tamelyk grote vruchten dragen. De vakken zyn meelt alle met uitgelezene wyn- Itokken bezet, zoo dat men jaar- lyks niet alleen eene grote menig- te rode en witte wyn perlt, maar zy zyn ook zeer verfcheiden van fmaak , aangezien men Muskadel- le, Rynfcheen Spaanfche wynen heeft, welke alle zoo goed, lek- ker en Iterk zyn, dat men geenen beteren wyn zoude können wen- fchen. Om dies wille worden ook alle H h jaren , 242 BESCHRYVING vande jaren, wanneer de wynoogft op handen is, van den Edelen Heer Gouverneur behalven de Kelder- meeiter , twee Gedeputeerden hervvaards gezonden, om op 't fnyden der druiven te letten, ten einde van dezen wyn niets verlo- ren ga, maar alles in de kelder der Voortreftelyke Maatfchappy gelevert worde, aangezien de moft dan ook niet lang aldaar ge- laten , maar zoo voort in de kel- der gedaan word, waar vande Heer Gouverneur naderhand zy- nen Tafelwvn, en andere Bedien- den der gemelde Maatfchappy hunne Deputaat-wynen, midsga- ders, zoo 'er nog iets overig is, de behoeftige fchepen hunne nooddruft bekomen. Hoe het by Of 'er echter met deze wynen f«S?£- niet word gefmokkelt, fchoon g»»t. men zoo veel mogelyk , acht daar op geeft , wil ik liever anderen la- ten onderzoeken, dan zulks zelf aantonen ; genoeg dat deze drui- venlezing en perzen ruim 14 dagen duurt, in welken tyd men, voor- namelyk met zoo veel volk, eene tamelyke quantiteit, lezen en per- zen kan. Zoo lang echter als zulks duurt, hebben de Gedepu- teerden en de keldermeefter wyn genoeg om, te drinken, en wel niet van de flechtlte zoort , waar by zich doorgaans nog andere goe- de vrienden laten vinden, welke den Gedeputeerden den tyd hel- pen verkorten. Dc7.etuin Deze treffèlyke en zeer vrucht- iseenieer frare tuin is eene zeer vermakely- vermake- , , - , ,. ïyke plaats, ke plaats voor menlcnen , die niet gaarn dagelvks onder 't gedrang van 't volk leven willen, om dat dezelve niet heel ver van de Ves- ting legt, On een aangenaam ge- zicht over de vlaktens der Tyger- v.ilei als mede op den Leeuwen en Tafelberg heeft. Men heeft ook eenen gemeenen weg voor de poort, en kan alle uuren, ja alle oogenbük , menlchen en wagens verby zien gaan en ryden ; daar- enboven zoo iemand gezelfchap wil hebben , zoo kan hy 't zelve zeer licht bekomen, aangezien 'er zeer vele buuren rontom wo- nen, daar onder eerlyke oprechte fraaje menfchen, behalven dat de Kaap, zoo als gemeld dichte by is. Verder helpt ook niet weinig tot vermaak van dezen tuin, dat hy namelyk geftadig eene zuivere en gezonde lucht deelachtig is; want fchoon de Zuidooiïe wind zich hier zoo goed van zyne heer- fchappy bedient als op andere plaatzen, gelyk voormaals reeds bericht is, zoo maakt hy nogtans de lucht te reiner , zuiverder en klaarder , om dat hy de ongezon- de delen verjaagt; daarentegen kan de oniluimige Noordwefte wind hier ook niet veel quaad doen, om dat de ongezonde en dikke delen der lucht, welke hy met zich voert, niet leggen bly- ven, maar on ver hindert voort trekken. Daarenboven itinkt de lucht ook gantfch niet, als geen van deze afwiffelende winden waait, zoo als doorgaans aan de Kaap, aangezien deze tuin te ver van de zee legt. En wat zal ik van 't water zeg- gen, dat van den Tafelberg loopt, dezen tuin bevochtigt, en overal hene geleid zoude können wor- den , al wilde men 't boven 't huis zelfs hebben? My dunkt beft te doen, dat ik my beroep op* 't geen ik reeds voor dezen van de waters aan de Kaap in 't algemeen heb ge- fchreven , wanneer de Lezer zelf wel zal können afnemen, dat dit water niet te verwerpen is, te meer om dat 't van den hoogften kruin van den Tafelberg vloeit. Dienvolgens zeg ik van dezen tuin , dat het hier aangenaam wo- nen is, om dat men na eigen ver- genoegen leven, de oogen wyden, den maag met fmakelyke vruchten en drank verzadigen , en aldus overal verquikking vinden kan. Voormaals heb ik reeds bericht, 1 dat de Edele Heer Gouverneur Willem KAAPdeGOF.DE HOOP. 243 Willem Adriaanvan der Steil mv by myne komit die tuinhuis tor nun verblyfen beftendige woning aanbood , en de moeite nam, om my met de koets derwaards te brengen ; wanneer ik toen tot myn voornemen eene bcquame plaats hadde können vinden, alwaar my- ne Aitronomifche initrumenten \ eilig geweelt waren, of zoo 't huis zelf daar toe bequaam had können worden gemaakt , zoude ik my zekerlvk op deze zeer vcr- makelyke itille, met mynen aard heel wel overeenkomende en tot myne verrichtingen zeer bequame plaats nedergezet hebben, enden zelven voor alle andere verkoren hebben ; dog door dien zulks niet te vinden was , moeit ik myne gedachten daar van aftrekken, en eene andere plaats voor lief ne- men ; ondertuilchen kan ik niet na- laten, de genegentheid en genade van den Heer Gouverneur te roe- men, gelyk ik dezelve zoo lang als ik leef, pryzen zal. De derde De derde tuin , dien de Voor- Kmp 'ei?' treffelyke Maatfchappy heeft laten is de fraai- aanleggen, is zoo als reeds boven ftc" gemeld is , aan de Kaap zelf; dezel- ve is de kleinfte, maar de ver- maar dite en fraailte ; want fchoon hy maar 19 morgen land beflaat, en aldus de anderen in grootte op verre na niet gelyk komt, zoo heeft hy echter verfcheide eigen- fchappen , welke hem den rang boven alle anderen te wege bren- gen. Want men kan niet alleen de vlag op den Leeuwenkop, als mede die welke op den rug van den gemelden berg geplant is,dui- delyk zien, als dezelve op de komitvaneenigefchepenopgeheiit en een kanonfehoot deswegen ge- daan word ; maar men kan ook de rontom leggende bergen, zelfs dieinHottentots-Holland,naauw- keurig onderfcheiden ; en 't geen 't voornaamite , geneugelykite en aangenaamiteis, men kan uit de- zen tuin den gantfehen haven, midsgaders alle daar in leggende II. 'Deel. fchepen itet net overzien, en aan de vlaggen weten , van welke Landaard em fchip is, en zoo 't een Holland fch is, van welke ka- mer het afgezonden is, of welke het toebehoort. In denzelven zyn verder fraaje ismet en aangename wandelwegen, in tSSe* dewelke men niet alleen voor de wandei- zonnehitte en zwarenwind bevrvd JJJJSa word , maar ook onverhindert naait elkander kan gaan, zonder 1 dat men hoeft te vrezen, dat deze i lanen voor drie of vier perzonen ; te fmal zyn. Langs dezelve voor- ; namelyk de benedenfte laan, ge- heel met eeken bomen beplant, is j zoo wel opwaards als beneden- u aards een zeer aangenaan ge- 1 zicht ; en zoude dezelve, zoo ze met beelden, ofdiergelyke tuin- cieradien opgefchikt was, een zulk weergaloos vergenoegen zoo wel voor 't oog als voor 't gemoed verfcharTen , als men elders op ee- nige plaats zoude können heb- ben. Behalven deze aangename lanen welke men in eenen zeer langen tyd naauwlyks half zonder moede te worden, doorwandelen kan, vind men ook zeer liefelyke wa- terleidingen, welke iemand door haar {til ruiiTchen , tot opgetogen- heid verrukken, en op zoo aardi- ge betrachtingen vervoeren, dat men zich fchier zelf vergeten zoude , ten ware men door de ve- lerhande onderwerpen daar van afgetrokken, en van 't een op 't ander gebragt wierd. Ik acht, dat een Poëet de aangenaamite en zoetluidenfte verfen zoude kön- nen maken, als hy in zodanige lie- felyke eenzaamheid zyne gedach- ten gehoor gaf. Dog dit alles is nog niets te ach- ten , tegen de werking , die daar uit voortkomt , want men brengt door deze waterleiding zoo veel te weeg, dat in den zomer of in den drogen tyd, wanneer 't wei- nig regent, de dorre aarde be- fproeit, en by gevolg vruchtbaar Hh x ge- 24+ BESCHRYVING van de rum. gemaakt word, terwyl men 't in den winter of regentyd, wanneer 't overal vochtig en nat genoeg is, afleiden, en beletten kan, dat het in dezen tuin komt, welk voordeel naauwlyks een tuin on- der duizend heeft. nceragtin Daarenboven treft men in 't t midden midden van dezen tuin, eene op- gemetzelde en met gebakke Henen belegde diepe gragt , waar in men zoo veel water kan laten lopen , als men wil. De Edele Heer Gouverneur Simon van der Steil heeft dezelve laten maken , om in de hete zomer-dagen eene koele en rondom met bomen bezette plaats te hebben , alwaar hy zich zoude können baden ; dog deszelfs Zoon heeft geen werk van dezen tuin gemaakt , om dat hy elders zyn vermaak vinden konde , en heeft hem derhalven niet eens van de afgevallene bladeren der bo- men, laten fchoon maken. Dit alles geeft mynes bedunkens van zelf te kennen, dat deze tuin niet lynrecht legt , maar eenigzins af hellende is, om dat 't water van de bergen inden zelven loopt, en overargebragt kan worden , daar men het nodig oordeelt; temeer wyl 't zelfs den gantfehen tuin door, beneden in de gragt, rond- om 't Ziekenhuis gemaakt , en van daar verder tot in de Zee vloeit. Wyders blykt , dat hy voor gcenen anderen in eeniger- hande delen behoeft te wyken , om dat in denzelven zoo wel in- landfche als vreemde gewaden ge- lukkig voortgebragt werden, zon- der dat men behoeft buitenge- wone moeite te doen , te meer om dat deszelfs grootte zoo aan- zienlyk is, als een andere tuin el- ders hebben kan; en eindelyk wyl zoo vele zeldzaamheden hem zelf levend maken , voornamelyk door dien zoo wel 't oog als de reuk, midsgaders de fmaak zich daar in vervrolvken können. Ten einde ik echter dezen tuin iets nader kome , en zyne inwen- dig verdeling in lanen en byzon- dere vakken , duidelyker voor- itelle , zoo is nodig aan te merken, De helft , j i van deien dat men voor dezen begonnen tuin is met heeft, eenen muur van iz voeteenmuur hoog rondom denzelven op te ha- ° len , dog dezelve is maar tot op de helft aan eene zyde voortge- zet , zoo als dezelve nog te zien is , beginnende over de Kerk , na de kant van 't Ziekenhuis , en ftrekkende van voren aan den hoek langs de Kerk hene , alwaar ook de loots , op deze muur voor de Slaven gebouwt , eindigt, tot on- trent half zoo lang als deze tuin is , of tot aan den naaltgelegen tuin van den burger Jacob van Doornik , dien de burger Jacob Vogel in bezit heeft gehad , zoo lang als ik hier geweeit ben. Daar deze muur eindigt, is ee- ne gragt, zes voet breedt, ge- maakt, die tot ten einde van den tuin voortgaat, van waar dezelve verder na den Leeuwenberg loopt , en zich weder benedenwaards tot aan 't Ziekenhuis flrekt; waar door de gantfche tuin byna ingefloten , en voor de dief- achtige handen van goddeloze menfehen bevryd is ; te meer om dat deze gragt met eene dichte, en uit velerhande zoorten van bo- men beflaande hegge bewaart is. Men vind deze gragt zoo wel in den zomer als in den winter vol water, om dat 't water, vanden Tafelberg komende, en den wa- termolen van de Voortreffelyke Maatfchappy omdryvende , daar in loopt, en dezelve vult, van waar 't deels in den tuin geleid word, daar de grond vochtigheid van noden heeft, en ten dele ook langs eene andere gragt beneden den tuin van den gemeiden Jakob Vogel, nadeitad en van daar in zee loopt. Binnen dezen tuin zyn drie inïmid- fraaje doorgaande en brede lanen , ^"f^- die een trelfelyk gezicht maken ; lanen. ' I van welke de bencdcnile, die na 1 den Leeuwenberg loopt, de fraai- fte KAAP de GOEDE HOOP. 245 ftc is, ïoo als reeds voorheen ge- zegt is; zy zyn met dichte hoogc heggens zodanig bezet , dat men voor regen , wind nog voor de hit- te der Zon ne behoeft beducht te zyn ; de bomen waar uit deze heg- gens beftaan, zyn allerhande wel- riekende bomen, als de Kamfer, I aurier, Amaquas en vele andere Afrikaanfche bomen , welke zoo we! 't oog als de neus verquikken. Aan deze heggen zyn allerhan- de vrucht en andere hoge fchoone bomen geplant, daar onder ci- troen, limoen, eeken en andere bomen, welke insgelyks de wan- delaars door hunne aangename fchaduwe voor de doordringende ilralcn der Zonnc bewaren ; en door dien 'er 3 of 4 perzonen naait elkander gaan können , zoo is licht te oordelen, dat deze lanen tamelyk breedt moeten zyn ; heb- bende dezelve een breedte van 18 voeten rynlandfche maat. Daar zyn ook verfchèide ande- re lanen, welke men ziet, als men de grote poort by de loots der fla- ven ingaat; door dien echter de^ zelve op verre na zoo breedt niet zyn als de drie anderen, konnen- de naauvvlyks twee menfehen naart malkander daar door gaan , vvyl dezelve ontrent 5- voet be- flaan ; behalven dat zy niet door- gaande zyn, zoo als de eerfte, maar door verfchèide dwars heg- gens afgefneden of door afgezon- derde velden verandert en ver- bouwt worden, zoo acht ik niet nodig, om van dezelve verder melding te doen, te meer om dat 'er niets byzonders omtrent aan te merken valt. Dmtyn3 Zoo veel hoofd-lanen als 'er lanen die in (j00r jen gantfehen tuin lopen, loV" " "anSs we^e men de gantfche leng- te gebruiken en zien kan; zoo veel zyn 'er ook, die zich dwars door den ruin in de breedte itrek- ken ; onder dezelve vind men de eerlte by 't vermakelyk tuinhuis, welke men in de deur ftaande , doorzien , en de genen die aan de andere zydc wandelen, zeer dui- delyk onderfcheiden kan ; de twede vind men een weinig hoger op na de molen ; dezelve is van deze drie de breedfté, aangezien dezelve 14. voet breedt is; want fchoon dezelve eene dubbelde hegge van laurierbomen heeft, zoo Haat nogtans een ry rozenbo- men zoo ver van de hegge, dat een menfeh zeer gcmakkelyk tuf- fclicn beide wandelen kan, terw)l een weg in 't midden open blyft , waar langs vier perzonen gevoeg- lyk naait malkander gaan können. De derde is boven aan 't end van den tuin; welke de naauvvfte en de flechtfte is, om dat op zommi- ge plaatzen naauwlyks een menfeh en daar ze op 't breedfté is, twee menfehen naait malkander gaan können. De bloem en andere velden zyn Deze tuin verfcheidentlyk, groteen kleine, is met al- waar uit licht af te nemen is, dat gjï™^ 'er nog vele tufïchen heggen moe- vemen. ten zyn , welke dezelve affchei- den; op zommige vakken vind men niet anders als keukenkrui- den, welke de Heer Gouverneur en andere hoge Bedienden , of die genuttigen, welken de Heer Gou- verneur dezelve wil laten toeko- men; 't geen echter overig blyft, is voor de fchepen. In andere vind men wederom anders niet dan fraaje gewallen, bloemen en bomen, zoo inlandfche als vreem- de ; en wederom in andere al- leen treffelyke gezonde aangena- me vruchtbomen , die rykelyk vrucht dragen, en wegens de verfcheidene verwen een aange- naam fchildery maken. Ik wil my hier niet ophouden, om eene fpecificatie te maken waar door ik zoude können to- nen , wat op ieder vak in 't byzon- der groeit, om dat ik zulks my- nes bedunkens reeds hier voore heb gedaan , voornamelyk in de befchry vinge van 't Regnum Vege- tahile, of van de de bloemen, kruiden, bomen en wortels. Ik I Hh i zal 2+5 B E S C H R Y V I N G van de zal enkelyk nog daar by voegen , ' gebragt heb, het zelve is maar 18 dat aan 't opperde end van den Leeuwenberg, een groot Huk land met Europeaanfche en Perfi- aanfche rode en witte wynitokken bezet is, waar van men echter, om dat zeer vele daar van gefpyit en nog meer geitolen worden, zeer weinig wyn perlt, en in de vaten brengt. Daar deze tuin eindigt, legt een Huk land , dat voor dezen ook daar aan behoort heeft en met de- zelve bomen en gewaflen geplant geweelt is, dog door dien men bevond , dat dit land niet al te goed daar toe was, zoo is 't blyven leggen en verlaten , waar uit na- derhand de Heer Gouverneur Si voet breedt, dog ruim 40 voet diep of lang, en fpeelt de Zuid- ootte wind vlak daar tegen , zoo dat dikwyls door 't vervaarlyk fchudden en dreunen de balken kraken , en men alle oogenblik beducht is , dat 't gantfche huis omver zal gerukt worden. Ik weet my nog zeer wel te binnen te brengen , dat ik in den beginne , wanneer ik dit tuinhuis betrokken had , des nachts dik- wyls uit 't bed gefprongen , en onder de deur of op de trap , die verwulfdwas, gefchuilt heb , om dat niet anders kon denken , dan dat 't huis door den wind omver moeit worden gchaalt ; want de mon van der Steil een wyde ge- ; balken kraakten dikwyls vervaar- maakt heeft, waar op hy als een | lyk, en 't gantfche huis fchudde ; groot liefhebber van melk altyd ' ik ben ook verzekert, dat dit huis Breedte en e van bet huis. twee koejen heeft laten grazen, ten einde hy alle dag verfche melk zoude können hebbeo. Ik heb voor heen reeds van de loots der flaven, als mede van de molen en 't vermakelyk tuinhuis gewag gemaakt, maar niet duide- lyk gezegt, hoe deze gevaartens gebouwt zyn. Door dien my ech- ter door zonderbare gunit van den Heer Gouverneur Willem Ad riaan van Steil, en door de lofièlyke aanpryzing der Voor- treilclyke Maatfchappy , voorna- melyk echter van de Kamer Am- tterdam , eene woning in 't ge- meld luinhuis aangewezen is, zoo zal niemand qualyk duiden, dat ik van dat, als 't middelite, een weinig duidelyker en omltandiger handele, dog zoo dat de andere daar na ook niet zullen vergeten worden. Wat dienvolgens 't tuinhuis of de woning betreft, welke ik door /onderbare genade der Voortref- felyke Maatfchappy, welke ik zoo lang als ik leef, dankbaar daar voor blyf , met groot vermaak , y.cH 'in myne grootlte wederwaar- digheden bewoont heb en waar in ik menige vermakelyke uur door- onmogelyk zoude können blyven ftaan , ten ware de dikke middel- muur op beide zyden, waarin de bovengemelde deur gemaakt is, 't zelve beichermde. Eens was de Opper-Tuinman , Johannes Hertzog , tot 9 uuren 's avonds by my , wanneer 't ook zoo vervaarlyk ftormde en kraak- te. Hoe hy te moede was , ver- klaarde hymymet volgend e woor- den ; dat hy onmogelyk daar* in zoude können wonen , al wilde men hem 't huis fchenken , om dat hy zyn leven niet een uur verze- kert was , als deze wind begon zyne kragt te tonen ; hy heeft ook aan den Heer Gouverneur vertoont, dat hy my in 't grootlte gevaar Helde, om dat dit huis den Zuid-ooiten wind onmogelyk lan- ger konde tegenltaan. Den Heer Gouverneur hoorde my hier over omftandig , dog ik gaf tot ant- woord , dat ik geen vrees meer had, om dat ik 't fchudden en kra- ken gewoon was. In dit tuinhuis vind men een Hettuio. breedt voorhuis, 't welk byna vier- huis van 1 1 j » 1 binnen. kant is , en kan men door t zelve zoo wel in als uit den tuin komen, na dat men namelyk ter uiterite of KAAP de GOEDE HOOP. 2+7 of binnendeur ingaat. Ter beide zyden van dit voorhuis is cc ik groote fehone kamer , welker \ loer roet vierkante tichel-fleneu belegt is , waar in eene tafel don- ker groen ge verft, met verfchei- de Üoelcn gc-plaatit is. De trap opgaande , vind men boven een diergelyk voorhuis , en twee ka- mers ter zyden , in een van de- welke , namelyk ter rechterhand ik gewoont heb, dog 700 , dal ik in de andere akyd komen konde, als de Edele Heer Gouverneur ot' deszelfs Gemalinne niet daar in waren. n ecn vcr. In de kamer ter linkerhand , rekrtaan welke op de Had en haven vier, :. liaan allerhande wilde dieren, met en met hooi of itroo door den Opper- trooopge- Tuinman f Johannes Hertzog op- opgezet, die ze ook aan de liefheb- bers voor een geringe erkentelyk- heid zien laat. Hoven deze beide vertrekken , is een fchone zolder, waar op de gemelde Opper-Tuin- man allerhande zaat bewaart, zoo als ook gedroogde kruiden, en 't tuin- gereed fchap. Vanonder tot boven , daar de zolder begint , zyn twee dikke middelmuuren opge- haalt , welke 't Voorhuis en de kamers onderfcheiden , en ook de eenige (hitten van 't trcffelyk luft- huis zyn, dat 't door den zwaren Zuidoolten wind niet kan worden omver gerukt. Ruft dit Naafl dit huis aan de kant van uisisecn den molen, itaat een grote keu- euken. ken> met vele furnuiffen , een ta- fel en lange bank , waar in alle fpy- zen voor den Edelen Heer Gou- verneur klaar gemaakt worden , wanneer hy zich in den tuin ver- luftigt , en aldaar fpyft. Achter dezelve vind men een klein vier- kant gebouw, 't welk tot een hei- mclyk gemak gefchikt is, zoo dat 'er in dezen tuin niets ontbreekt, om zich te verluitigen. Lootsder De Loots der Haven, waarvan B»ven. gezegt is , dat ze tegen over de Kerk itaat , is een wydluftig ge- vaarte , langwerpig , zoo dat ze tweemaal zoo lang als Breed is, in vele woningen of kamertjes ver- deell ; dezelve heeft twee ingan- gen, te voeten een van de llraat, tegen over de Kerk, en ecn door de grote poort in den tuin ; ront- om zyn inwendige gebouwen, van buiten tamclvk hoog, op de wys als de huizen alhier ; van binnen echter zeef laag, yoo éii men met de hand fchier aan 't dak kan ko- men. In 't middet) Van deze ge- bouwen is een grote vierkante plaats , waar op de (laven vuur maken, om hun eeten te koken, hoewel zy dezelve ook tot andere /aken gebruiken , zoo als reeds elders gezegt is. Wat aanbelangt de woningen, dezelve zyn na de perzonen ge- fchikt ; de Opper-Tuinman heeft fraaie vertrekken , die op den tuin zien ; de eene als men in deze loots gaat , is aan de rechter en iets kleinder , als de gene die ter lin- kerhand is. De Onder-Tuinman heeft een flechte woning boven hem, onder 't dak, dog hebben beide Tuinluiden de Keuken ge- meen. Achter deze keuken is op de vierkante plaats eene tamelyke woning, voor den Opziender der Slaven, als hy flechts zich daar in onthouden wil. Aan 't benedenfte end, recht 't Schooi over de Kerk, is eene fraaie wo- ™ordc c 1 » -in «»ven ning, tot een School voor de IIa- meisjes, ven meisjes gefchikt, naad 't zel- ve is een vertrek , waar in de voorraad derflaven, als haringen of harders, zoute en droge vifch, bewaart worden, dog kan men uit 't zelve niet op de binnen- plaats komen. De gantfche zyde tegen over de Kerk , zoo als ook de twede na 't Ziekenhuis, en de derde, aan de kant van de Stad, zyn met dubbelde bed planken verzien, op dezelve wyze, zoo als ontrent 't Ziekenhuis aange- merkt is, gelyk mede de zolder, ten einde de (laven en (lavinnen zouden können rullen en (lapen. Enkel vk (laat van de derde zyde, die 2+s BESCHRYVING van de die langs den tuin loopt, tewor- j zyne ruil onverhindert den gemeld, dat van voren, daar de keuken en vervolgens nemen Gevanke (laven. men in in den tuin gaan wil, nog eene woning is, tot 't fchool voor de ïlavcn-jongens gebouwt. Achter in den hoek, welke de beide laatile zyden maken, die na 't Ziekenhuis en den tuin zien, is eene plaats, waar in de genen, die by nacht onrull verwekken, of gcene orders willen gehoorzamen, opgefloten en bewaart worden, tot dat over hare wederfpannig- heid een vonnis gevelt is. Zoo zy niet aan 't leven geilraft wor- den, worden zy aan een paal, die midden op deze vierkante plaats opgerecht word , gebonden , en zoo llreng gegeeffelt , dat niet al- leen 't bloed den rug afrolt, maar dat hele ftukken vleefch daar uit genomen worden , dog dit alles gefchied , na mate dat zy misdaan hebben, en moeten alle anderen daar by liaan, die vermaant wor- den, om zich aan zulk voorbeeld te fpiegelen. Van den molen, waar van ik boven gemeld en gezegt heb , dat door de Voortreffelyke Maat- Jfchappy opgerecht is, Haat enke- lyk te merken, dat 't water van den Tafelberg vloejende, eenen langen weg door buizen moet worden geleid, eer en alvorens 't den molen omdryft, dog wyl 't rad geen water fchept, kan 't met veel minder water gedwongen worden , 't welk zeer goed voor den Molenaar is , om dat de mo- len anders in den zomer dikwyls flil zoude moeten liaan. Binnen den molen die van bui- ten zeer onaanzienlyk is , vind men behalven eene ruime plaats, daar de koornzakken können leg- gen , en daar de waag hangt, aan- gezien de molenaar alhier alles by 't ge w igt ontfangt, en ook weder overgeeft , eene bequame kamer , waar in de molenaar zyne goede- ren beu aren , en by nagt of by dag , zoo als 't hem gelegen komt, kan. Doordien ik my als nu dichte bv Wat van ij j ^ l dePaarde- bevmd , en gene andere gebou- ïhi te mer- wen voor oogen geilelt heb , dan kcn- die , welke de Voortreffelyke Maatfchappy alleen aangaan , zoo zal ik nu verder van den nieuwen groten ruimen Paardeflal melden, wanneer ik alvorens zal hebben gezegt, dat de oude en eerlle die ter zyde van 't tegenwoordige Zie- kenhuis geilaan heeft, van ouder- dom ingellort is , weshalven 't hoogil noodzakelyk was , eenen nieuwen te bouwen ; daar toe is wel eene bequame plaats achterde Velling , dicht onder den Tafel- berg uitgezocht ; dog wanneer de- zelve voltooit, maar niet genoeg gedekt was , wierd dezelve kort voor mynekomil, door den zwa- ren Zuid-oollen wind omver ge- rukt , zoo dat men genoodzaakt was , eenen anderen op eene an- dere plaats te bouwen. Deze plaats wierd eindelyk Hoede kort daar na met tamelyke fchade «»«uwe is. en verlies der Voortreffelyke Maatfchappy niet ver van den bo- ven befchrevenen treffelyken en vermakelyken tuin gevonden , al- waar een ander Hal gebouwt is ; hy is zeer groot, en ruim 15-0 voeten rynlandfche maat, in 't vierkant, waar in niet alleen vele fraaje wel beredene paarden liaan, maar ook grote woningen en een ruime hooi-zolder aan te treffen zyn. Op de voorlle zyde aan de kant van den boven befchrevenen tref- felyken tuin, is eene grote poort, waar door alle wagens, koetzen, paarden , en alles dat in deze Hal wezen wil , gaan moeten ; deze poort Haat recht in 't midden, en heeft deze Hal fraaje woningen, zoo wrel voor den Stalmeeller, als anderen, die in den zei ven arbei- den; om my beter te doen ver- flaan, op de bcnedenlle hoek van deze zyde, welke na de Had toe is, heeft de Stalmeeller eene zeer fraaje KAAP de GOEDE HOOP. 249 franje grote woning, waar aan nog eene fraaje kamer gebouw 1 is. Naait hem, een weinig hoger op, na de gemelde grote poon, is de woning van den zadelmaker, welke wel een weinig Ueinder maar tot zyne handtering groot genoeg is. Aan de andere zyde van de be- fchrevene poort is een fraai ver- trek voor den Onderltalmeeiter , en daar boven nog een diergelyk vertrek, dat ter bewaring der za- dels en overig paardetuig gebruikt word. Eindelyk woont aan de boven (Ie hoek de Koetzier in een groot vertrek, die de Lyf koetzier van den Heer Gouverneur ge- naamt word, om dat hy hem al- tyd moet ryden, zoo dikwyls als hv zich hier of daar begeven wil. Kn door dien nu alle deze wonin- gen aan maar eene zyde van dit gebouw zyn , behalven de grote poort in 't midden, zoo is licht af te nemen, dat de boven gemelde lengte niet verdicht is. Op de boven en beneden zyden, welke eerfte 't gezicht op de Stad , en de laatfte 't gezicht op den Ta- felberg heeft, zyn niet anders dan bequame ftallingen aan te treffen ; mids dat de Slaven , die op de paarden pallen moeten, ook hun verblyf daar in vinden. En wyl't gantfche gebouw maar eene ver- dieping hoog is, welkers muur ontrent 16. voet uitmaakt, zoo vind men op deszelfs zolder, zoo ver 't namelyk tot nu heeft kön- nen bezoldert worden, de nodige voorraad voor de paarden, als hooi en gerft, welke men hier in plaats van haver gebruikt, zoo als ik voor dezen reeds aangetoont heb. De vierde en achterfle zyde, ie achter- die na de kant van den Wind of ie onvol- Duivelsberg ftaat, is wel met een de dient. dak voorzien , zoo dat men van buiten zoude menen , dat deze ook voltooit was , dog wanneer men door de poort daar in gaat , ziet men zoo voort, dat de zaak II. 'Deel. zich gantlch anders bevind, aan- gezien 'er ud puren zyn, waar op 't dak rullen kan, maar de binnenmuur ontbreekt nog, en i9 aldus die plaats nog open. Op de- zelve worden de houtwaren, als balken ,fparren , planken , en ander hout , waar mede de Yoortrerle- lyke Maatlchappy handel dryft, bewaart, tot dat het aan den man gebragt of verkoft kan worden. Hier uit blykt nu genoegzaam , dat 'er in 't midde eene groote vierkante plaats ledig blyft, wel- ke ook tot niets anders kan wor- den gebruikt, dan dat de ontlade- ne wagens daar op liaan , en voor de baldadigheid van 't bootsvolk, midsgaders voor de moedwillige lla\en bewaart können worden, terwyl de Koets en andere Rytui- gen van den Heer Gouverneur in een Koetshuis voor den regen ber vryd zyn. Van de treffelyke gemene ge- Befchry- bouwen , die aan de Kaap zelf pjaftHand ftaan, begeef ik my jegens woor- *n deifeifs dig na 't platte land , om aldaar te e ouw' zien, welke zoor ten van diergely- ke gebouwen men aldaar vind. Zy zyn echter t' zamen van zeer Hecht aanzien , en zal ik my by de- zelve zoo lang niet hoeven op te houden , te meer om dat zy meell alle of tot veetucht, en nodige gefpannen voor de wagens, of tot den akkerbouw en nuttelyken wasdom van 't graan, of eindelyk tot beide gelvk aangelegt zvn. Diergelyke is nu de bovenge- Vand« melde Schuur, alwaar kleine huis- jes en andere flechte gebouwen gevonden wrorden, waar in de wagenmeefter , en de wagen- knechts, midsgaders de oiledry- ver en andere Europeaanfche hier toe beitelde menfehen, zoo als ook eenige Haven wonen, welke de eerite de behulpzame hand bie- den moeten ; behalven de Schuur vind men hier niets merkwaar- digs, fchoon dezelve naauwlyks een halfuur achter 't voorbefchre- veRondboflchje legt. i 1 i Daar- Schui 2So BESCHRYVING vande Van-t Daarentegen vind men in de Viffcheu Tyacrbergen 't zoogenaamde Vif- fchershok; dog aldaar is van den boer, die daar op woont, een fraai huis gezet ; welke boer jaar- lyks veel land bebouwt, om aller- hande koorn, voornamelyk tarw te zaajen. Naall dit huis zyn nog andere gebouwen, waar in 't vee opgcfloten , en 't graan gedorfcht word, en vind een zodanige boer, dien de Heer Gouverneur 't op- zicht over dit Villchershok toe- vertrouwt, alle gemak, dat een boer inDuitfchland zelfs voor veel geld niet kan hebben ; ja hy kan met zyn huisgezin ook rykelyk daar van beftaan. In de Klap- Van de Klapmuts is reeds voor- nmtsword maajs gezeat, dat aldaar niets als hooi voor OD' de paarden hooi voor de paarden gemaakt bereid. Word; derhalven is daar by niets anders te erinneren, dan dat men cenige kleine lage hutten aldaar aantreft , waar in de genen wo- nen , die in 't hooi arbeiden. Van de Stoetery, door den Heer Gou- verneur in 't land van Waveren aangelegt , ftaat 't zelve aan te merken, dat reeds ontrent de fchuur gezegt is , aangezien men daar ook niets, dan huisjes voor de oppallèrs der paarden aantreft, welke om dat de paarden alle dag in de wey lopen, niet anders heb- ben te verantwoorden, dan dat zy de paarden by malkander houden , en weiden. En wie wilde de overige flechte gebouwen, welke de VoortrefYe- lyke Maatlchappy tot veiligheid der inwoners heeft laten oprech- ten , alle befchryven? om dat men in de Groene kloof, in deSaldan- ha-Baai, en hier en daar diergely- ke aantreft. Ik acht het even zoo onnodig, als veel woorden te ma- ken, van de genen, die ze ge- bouwt, en naderhand of verlaten of weggegeven hebben. Dierge- lyke waren de Kuyl , welke je- genswoordig de Kapitein Olof- berg met de insgelyks verlatene Faifante-Kraal bezit, als mede 't vermaard Hottentots-Holland, *t welk naderhand de Heer Gou- verneur Willem Adriaan van der Steil bebouwt heeft, dog op be- vel der Voortreffèlyke Maatfchap- py heeft moeten verlaten. Alhier behoorde ook de Buifels-valei , welke naderhand aan den Heer Nicolaas Oortman vereert is, en nog vele andere. Alle deze gebouwen heeft de Voortretièlyke Maatlchappy hoog nodig, zoo lang als zy hare eigene gelpannen, wagens, handwerks- lieden en diergelyke houd. Of zy echter niet beter zoude doen, als zy alle diergelyke beflommering liet varen, en vreemde menichen gebruikte, die voor geld of voor een zeker jaarloon diergelyken ar- beid verrichteden, zulks is eene vraag , die om hier uit te voeren , myn werk niet is, fchoon ik wel vertrouw, dat ik in ftaat zoude zyn, om te tonen, dat zy jaarlyks eene grote zomma daar mede zoude fparen, aangezien zy je- genswoordig (zo ik gis) tot dezen gehelen omflag jaarlyks een Kapi- taal van i oo duizend guldens van noden heeft. Ik weet my nog zeer wel te bin- 't Recht- nen te brengen, dat ik van 'tjgjgj Rechthuis van Stellenbofch reeds bofeh legt voor dezen 't nodige bericht heb ; °apn^me dog ftaat enkelyk te merken, dat-plaats, de fondamenten van 't zelve , na dat het in den jare 1710. afge- brand is, genoeg te kennen ge- ven, dat 't zeer wel gebouwt moet zyn geweeft, gelyk het dan ook op eene zeer vermakelyke aange- name plaats legt, om 't welk 't Stellenboflche beekwater rontom loopt en als een eilandje maakt; want 't legt rontom tullchen groe- ne hoge bomen, en heeft van vo- ren 't gezicht op 't Dorp, en van achteren op de Velden. Een van de bomen is 'er, die zyne dikke takken zoo ver uitfpreid , dat men een aangenaam zomer-huisje daar op gemaakt heeft , waar op men langs eene trap gaan, en zich voor 1 de KAAP de GOEDE HOOP. 251 de hitte der zonne verbergen kan ; in dit weesje können ruim 8 per- zonen zitten. Eindelyk is nog overig, van de Watermeulens iets te gewagen, welke de Colonien toebehoren. Daar zyn 'er drie, te weten, zoo veel als 'er wel aangelegde Coloni- en zvn. Alle drie hebben zy een frafti woonhuis voor den Mole- naar, die dezelve pacht, met ver- fcheide vertrekjes verzien. Zy legt aan de Lysbeeks en daar na aldus genaamde Zout-rivier ; de Stellenboflche is aan die zelve ri- vier opgerecht , en de Draken- lteenfche vind men aan eenen berg, alwaar 't rad door water, langs buizen derwaards geleid, omgedreven word. Van de bruggen aan de Kaap Van de zalikenkelyk gewag maken, tWlJjJJS?" einde het niet zoude fchyncn, dat kaap. ik dezelve voorbedacluelyk ver- geten had. Zy zyn van zeer wei- nig belang, en verdienen gantfeh niet, dat men meer van dezelve meld , dan dat ze van fteen opge- metzelt zyn ; in de Colonien vind men 'er ook niet veel, die beter zyn, behalven de gene, die by Adam Tas over de Stellenbollche rivier gelegt is. Eindelyk acht ik , dat deze (lof- Bei^'t v»i fe insgelyks na behoren uitge- ^ "ooft" voert is ; dog hoop niet , dat de omltandigheden , welke byge- bragtzyn, den Lezer zullen heb- ben verveelt. XX. HOOFTSTUK. Van de koften, welke de VoortrefTelyke Maat- fchappy jaarlyks tot bezolding der Bezetting en tot vele andere hoofdzakelykheden dragen moet , om alles in een goeden ftaat te hou- den. Waar de Compagnie V geld van daan krygt om de koflen te dragen. De koflc n zyn groter ah de inkomßen. Hoe veel al de Bedienden der Compagnie 's jaarlyks van onderhoud kos. ten. Onderfcheid tuffchen de geen die een Iransport , en die een Maad-ceel maken. , Hoe wen weten kan hoe veel ieder op zyn transport fchuldig is , en hoe veel hy by de Compa- gnie te goed hêefi. Onderfcheid tuffchen het Indifch en Hollandfch geld. De Compagnie laat de nalatenfchap der overledenen aan hun erfgenamen volgen. Wanneer zig niemant op- doet , vervalt de erfenis aan haar. Hoe men een knegt aanneemt uit de dienfl der Compa* gnie. De gequalificeerde Bedienden hebben meer verval als hunne wezentlyke bezolding be- draagt. Wat onkoßen de Compagnie aan hun fchepen alliier laat doen. Hoe lang dejche- pen hier vertoeven. Wat by hun vertrek voorvalt. Hoe 't gaat met de geen , dien van de ('loot te rug blyven. Grote koflen tot V verzorgen der kranken in 't Ziekenhuis. Van de Compagnies Slaven. De Compagnie doet gefchenken aan de Hottentotten. Somma van alle jaarlykze onkoßen der Maatfchappy, SChoon ik my by 't (lot van 't vorig Hoofdfluk gevleit had , dat ik als nu alles had bygebragt, dat de Regering aan de Kaap de Goede Hoop aanbelangde , zoo dunkt my nogtans dat de Lezer JI. *Deel. my zoude können vragen* ofna- melyk de Voortreffelyke Maat- voomcff fchappy, door dien zy zoo grote Miat- koilen, ten dele tot onderhoud j3dPvan van zoo veel Bedienden, zoldaten, daan krygt matrozen en (laven, ten dele ook ol Ii ten te dra- om ßen- 252 B E S C H R Y V I N G van de om zoo grote en koilbare gebou- , wen op te halen, en in eenenbe- ! hoorlyken Haat te houden, dragen ; moet, de daar toe nodige pennin- gen uit hare eigene kas neemt, dan of zy een ander fonds heeft , dat de gemelde penningen opbrengt. Hoewel nu deze vraag zeer nauwkeurig is, en 't ware belang der gemelde roemruchtige Maat- lchappy tot eenen grond flag heeft, zoo zal ik echter na waarheid, zoo kort als mogclyk, daar op ant- woorden, en hier door de geftelt- heid van deze gantfche zaak aan- tonen. Hier by echter itaat ei- gentlyk te weten, wat de voor- treftelyke Maatlchappy voor waar- achtige en valte jaarlykfche in- komften heeft, en welke koften zy daarentegen jaarlyks dragen moet, aangezien alsdan blyken zal, hoe de zaak in der daad ge- legen is, en wat daarvan verder is vaft te Hellen. De koden Van ^e boften nu , welke de tyn groter Voortreftèlyke Maatfchappy nier komften. gaarn' zoude dragen, zoo 'er niet een zeker middel voörhahden was, waar door zy of kragtig on- derfchraagt, of volkomen bevryd wierd , van dezelven te dragen , moet ik voor al eerft handelen, ten einde niet iemand , die van de grote inkomften bericht ontfangt, op verkeerde gedachten gerake, enmene, dat 'er van die inkom- ften jaarlyks veel overfchiet, aan- gezien men by 't flot van de gant- fche rekening zal bevinden , dat dezelve niet toereikende zyn, om alle de koften goed te maken. De Voortreftelyke Maatlchappy heeft echter grote koften, om al- • Ie hare Bedienden, welke hier beftendig of ten minften voor ee- nigen tyd in bezetting blyven, na behoren t'onderhouden; om hen hare beloofde en bedongene maandelyke gagie en koftgeld, midsgaders andere emolumenten rykelyk te geven, en al 't geen na te komen, wat haare accoordt met zich brengt. Hier onder worden billyk mede gerekent alle handwerksluiden, en de genen, die allerhande boerenwerk ver- richten , waar voor zy wel geene byzondere beloning genieten , maar echter veel geld koften , om dat hen allerhande noodzakelyk gereedfchap moet beichikt wor- den. Wyders moet 'er een overdag worden gemaakt, van de koften die vereifcht worden, als 'er fche- pen mafteloos of reeloos hief ko- men , of veel zieken aan boord hebben, en deswegen hier lang moeten leggen , en den gantfehen tyd over met verfch vleefch en an- dere levensmiddelen verzien wor- den, ten einde men zien moge, hoe veel 't kalefateren , verver- fchen, en gantfchelyk verzorgen van dezelve jaarlyks koft , en hoe hoog zulks in rekening moet ge- bragt worÜén. Verder clienen ook de koften niet vergeten te worden , die tot koft en kleding voor 600 ilaven, als mede tót hunne woning,, en oppailing in geval van ziekte , zoo als ook niet minder tot hare be- grafenis gaan, waar toe voorna- melyk' de kóftëh behoren, die zy genoodzaakt is te doen, om an- deren in derzel ver plaats te kopen, en dezelven van Madagafcar her- waards te laten brengen ; en ein- delyk kan men niet verby gaan de koften, die, fchoon ze gering fchynen, op de komft en 't ver- trek van vreemde Hottentotten na tyds gelegentheid gedaan wor- den, op dat men daar door te be- ter de rekening van de gewone uitgave vinden , en de zomma met de hier navolgende inkomften vergelyken kan. Wat nu de bedienden der voor- treftelykeMaatfchappy aanbelangt, welke hier beftendig in dienft ge- houden worden, men moet voor al ter dege 't onderfcheid weten, dat zy onder zich /elven gemaakt hebben, en door gantfeh Ooft-In- die gemeen is, om dat 'c zelve meelt KAAP de GOEDE HOOP. 252 ■ meelt op de bezoldingen nier op 't waarachtig wezen der perzonen gegrond is, want zy verdelen en noemen zich zelfof gequaliliceer- den of gemenen. Gcqualiticeerden I k-dienden worden genaamt de genen, die eene byzonderc adminiltratie of beitier over zekere zaken of goe- deren hebben; onder welke be- noeming ook begrepen zvn zoda- ' nigen, die wel niet altyd een by- zonder belticr hebben , maar de eeritcn in hun ampt behulpzaam zyn, en hen met fchryven of boekhouden ten dienlte itaan , en worden deze laatite of Boekhou- ders of Alliltenten en in't Düitfch, Schrvvers of Kienken genvamt. Gemenen zvn daarentegen de genen, welke onder den algeme- nen naam van zofdaten en matro- zen begrepen worden , om dat zy gemeen dagelyks werk verrichten moöten ; uit welke beide , name- lyk zóldaten en matrozen verder de handwerkslüiden alsfmids ,wa- genmakers , timmerluiden, met- xelaars, enz. genomen worden1, welke de werken der VoorlrenV lyke Maatfchappy waarnerrten, verrichtenen ophalen moeten; wy- ders worden uit deze beide zoda- nigen genomen, die in Haat zyn, om allerhande boerenwerk te doen , als hout hakken , achter den ploeg gaan , met den Wägen ryden, ofTen dryven, enz. De Voortreffelyke Maatfchap- py heeft altyd een groot getal ge- menen alhier, die in bezetting leg- gen, en alle voorgemelde werk verrichten moeten; doorgaans is dat getal ruim 600 koppen (terk , zonder te rekenen de genen , die van de burgers en inwoners als ßoeren-knechts gebruikt, en der- halven uit dendienftder gemelde roemruchtige Maatfchappy in dienlt van de burgers of boeren o- vergaan; dat is, fchoonzy in der daad in dienlt der gemelde Maat- fchappy bly ven , zoo dat zy in ge- val van nood en op den cerften wenk zoo \oort verfchvnen en zoo er een wand is , de veiling en 't Ürand helpen verdedigen , of zoo 'er weinig volk, du g. /ond en in Haat is, om de aankomende fchepen verder na Indie te bren- gen , de plaats der zieken en overledenen vervullen moeten , zoo trekken zy echter niets van de Voortreflelvke Maatfchappy , maar zy worden als afwe/enden aangemerkt, en gerekent, zoo lang als zy zich by de burgers en boeren onthouden, 't welk door- gaans voor een jaar toegeftaan word, na welkers verloop op nieuw verlof moet worden ge- vraagt, ten ware men in handen van den Fiskaal ofLand-droit ver- vallen wilde? om dat de burger (.1 inwoner hen betalen moet, zoo veel als zy met malkander over- eengekomen zyn. Van . alle deze loontrekkende Roeveel Bedienden zal ik beknoptelyk 't aiieiiedien- nodige bybrengen, ten einde men M«£r zien kan, dat deVoortfeffelvke '«--happy Maatfchappy een zeer groot Kapi- Ä* taal moet uitfehieten. om dezelve houdk0^ te onderhouden. Ten einde iktcn' echter van 't Opperfte Hoofd be- ginne en tot op den minften ne- derdale, zoo trekt: De Edele Heer Gouver- neur van de gemelde Bloe- jende Maatfchappy, jaar- lyks aan bezolding enkoit- geld, in baar geld eene aanzienlyke zomme van fl. 3 15- f De Opperkoopman in de Veiling , die Hoofd- Adminiftrateur , als. mede twede Item genaamtword; zoo als ook de Fiskaal in- dependent , die den titel van derde item voert ; wy- ders de Kapitein der bezet- ting; midsgaders de drie Predikers der Colonien en de Equipagie-Meefter, ge- nieten jaarlyks aan bezol- ding en koit geld eetie li 3 zommä 254 B E S C H R Y V I N G van de lomma van fl. \6%j. io.,en by gevolg ontfangen zy al- le zeven zamen , eene zomma van . • ƒ• "393 De Luitenant ont fangt jaarlyks aan koftgeld en bezolding . . fl- *°°5 De Vaandragers en de andere onder Koopluiden, welke te zamen een getal van ii. perzonen uitma- ken, hebben ieder aan koltgeld en bezolding jaar- lyks eene zomma van fl. 708. en aldus alle twaalf zamen . . fl- 8496 De Boekhouders en Ziekentrooiiers, welke 1 3 perzonen uitmaken , ge- nieten alle jaar ieder aan be- zolding en koftgeld ƒ. 513 en aldus zamen fl- ^941 De Afliftenten of Kler- ken , die io. per zonen fterk zyn, genieten ieder aan kollgeld en bezolding jaarlyks fl. 35-4. en aldus die twintig zamen fl. 4148 De Sergeanten , Mees- ters der Hand werksluiden, als mede de Opzieners o- ver 't arbeidsvolk; welke men allen Bazen noemt, wyders eenige Onder-Of- ficiers der kleine hier be- hendig leggende fchepen , die zamen een getal van il. perzonen uitmaken, genieten meelt 't zelve traftament als de Afliften- ten , hoewel zommigen iets meer , dog als zy allen gelyk worden gerekent, zoo ontfangen zy in een jaar zamen. • fl- 77^8 Nu zal ik 't overig getal der bezetting op sxjt- man rekenen, en daar by vait- Zomma van alle de- ze bezol- dtngcn. (tellen, dat zy allen een gelyk traftament aan bezol- ding en koftgeld trekken, hoewel my niet onbewuft is, dat eenigen iets meer, en anderen wderom iets minder hebben ; dog wan- neer men 't een met 't an- der rekend, zoo zal men bevinden, dat ieder jaar- lyks eene zomma van fl. 141. bekomt ; dienvol- gens hebben deze 5-14. man zamen alle jaren fl. 73884 Zoo dat aldus de Be- dienden der Voortreftely- ke Maatfchappy , die aan deze Kaap in . bezetting leggen , en andere ver- richtingen waarnemen , aan geld jaarlyks ontfangen ee- ne zomma van . ƒ.117011 Hier zoude men my wel kon- onder- nen vragen, of dan dit geld zoo fcheidtuf- voort betaalt moet worden , als tramp!« het verdient is ? waar op duidelyk en een moet worden geantwoord , zoo mm f> ring ge- mloen houden ; want anders weet daan word. ^ wej^ (jat ji^ 'er nu en (jaa meer , in gezien heb, voornamelyk op den dag, wanneer de generale monitering gehouden word, wel- ke jaarlyks niet alleen aan deze Kaap, maar door gantfeh Üoll-In- die , daar de VoortrefFelyke Maatfchappy te gebieden heeft , ja zelfs opjde fchepen in zee, den II. ©*■/ laatlle Julv w rricht word; als op welken dag zich een ieder of in perzoon \ ertönen en verant- u oorden moei , o| verplicht is, om zulks door een van y.vne makkers te laien doen; ten einde midler- u > I de pollen niet ledig of zonder volk gevonden zouden worden. Desgclyke moeten ook de zol- Waarde daten doen, die boeren arbeid matrozcn verrichten, welker pollen in 'fwone* voorgaande reeds aangewezen zyn. Du de matrozen zich ins- gelyks niet in de Veiling, maar in 't oude Ziekenhuis, oft fcheeps- pakhuis onthouden , is ten dele uit inynen vorigen, bekent, ten dele leert de algemene ondervinding, dat men niet licht zal zien, dat op eene en dezelve plaats, behalven op de frlicprn, zoldaten en ma- trozen ie gel\k huishouden; om dat zy elkander zoo gaarn zien, als de itudenten de foldaten. Daar- enboven houden de foldaten zich altyd veel beter, en worden lich- ter in aanzienlyke gezelfchappen toegelaten, als de matrozen. Edog waar geraken- myne ge- dachten al bene? Ik hope, dat op de my voorgelegde vrage na beho- ren zal geantwoord zyn; derhal- ven zal na deze noodzakelyke om- llandighcden te hebben gemeld* belt zyn, dat ik wederom keer tot 't geen, waar van ik hier voren af- gegaan ben. Doordien ik nu van de Voortreflelyke Maatfchappy gehandelt, en van eenige buite- kanzen gewach gemaakt, maar niet uitgevoerig aangetoont heb; zoo vereifcht als nu de noodza- kelykheid, om dit iluk insgelyks wat naauwer voor te flellen" De Geimaliriceerde Bedienden Verval van hebben wel de groötlte buiten- dcgeqoaK- kanzen, als welke aan dees rfSSided geene vervallen meer ontfangen, als hare gantfche wezentlyke be- zolding zelfs bedraagt, ondertuf- fchen zyn de gemeenen ook niet geheel en al daar van uitgeflo- ten, om dat zy behalven hare be- zolding en koïtgeld goed brood Kk ? „n 260 BESCHRYVING van de en andere kleinigheden ontfangen, die hier niet können worden ge- noemt. Ik zal hier maar in 't alge- meen die voordelen noemen, wel- ke zy van de Voortreffelvke Maat- fchappy genieten, om dat de ge- nen die zy buiten gewoon en van de ingezetenen ontfangen , eene byzondere plaats en duidelyke vooritelling vereifchen. Om by t Hoofd of den Heer Gouverneur andermaal te begin- nen, dezelve geniet behalven de voorgemelde bezolding en kort- geld alle maanden 15*00. pond Ryft; 30. boffen witte Ryft, die nog in deaaren ftaat; r. mudden of 360. pond tarwe meel ; 4. fcha- pen of verfch vleefch , waar by 't echter ielden blyft, om dat de verdoening te groot is ; 4. kannen boom-oly, midsgaders zoo veel azyn, als hy van noden heeft ; een emmer inlandfche of Afrikaanfche wyn; 8. kannen Brande wyn; 16. kannen Sek; 10. kannen fterk fcheep-bier of Bronfwyker mom; %S- pond Boter; 15". pond was- kaarzen; 10. pond gemene kaar- zen ; zo. pond gezoute vleefch en {pek , dat uit Holland komt ; %. pond fpecery; 4. pond peper; alle dagen een voer Brandhout, of zoo veel als hy gebruikt ; vry pak- huis, dat is alle goederen , welke tot zyn lyf behoren, of voor niet met al, of ten minften r $. percent beter koop, als een ander dezelve bekomen kan ; allerhande tuin- vruchten , zonder onderfcheid , • voor niet met al; want dezelve moeten hem op zyn bevel behan- digt worden ; aangezien al 't geen in den tuin der Voortreffelvke Maatfchappy raar groeit , voor hem alleen is; daarenboven heeft hy zoo veel (laven enflavinnen, nevens de nodige koften kleding voor dezelve , als hy in zyn huis van noden heeft. AfTcheids- Men heeft my daarenboven verzekert, dat hy voor 't affcheid- maal, waar op alle Opper-Offi- ciers, dat is, de Admiraal, Vice- Rcioiir vloot. Admiraal, en de Schout" by nagt, midsgaders alle andere Kapiteins, Luitenants, Vaandragers, Opper- en Onder-Koopluiden en Boek- houders der fchepen verfchynen, 't welk hy alle jaren aan de Re- tourvloot geeft , en in naam van deVoortreffèlyke Maatfchappy ge- ven moet, 5-00 guldens geniet, fchoon dei gemelde Maatfchappy de korten buiten dat betaalt ; als mede dat hy eene dier gelyke zom- ma te verwachten heeft , als hy zich in dienft van de gemelde Bloeiende Maatfchappy op de ree begeeft , en een in nood zynde Schip te hulp komt, en 't zelve red; zoo als zulks ontrent 't Schip de Zuiker-molen roemwaardig is ge- fchied , 't welk de Heer Gouver- neur Willem Adriaan van der Steil van 't itranden bevryde. Daar zouden ook nog zoo veel andere kleinigheden zyn , die hier niet genoemt worden , welke on- der deze voordelen moeten wor- den gerekent , die echter alle ook eene tamelyke zomma bedragen ; en zoo men deze nevens alle de voorgenoemde oprekenen , en voor een gantfeh jaar by malkan- deren tellen wilde, zouden zy aan geld , zelfs niet hoger gere- kent , als ze hier verkoft worden, zonder twyffel zoo veel belopen, dat men daar uit zonneklaar zien zoude, darde Heer Gouvernenr ruim eens zoo veel aan buitekan- zen geniet , als zyne jaarlykfche bezolding en koitgeld beloopt. Men zal derhalven niet te veel re- kenen, als men zegt, dat deze vervallen jaarlyks bedragen eene zomma van - fl. 6ooo En wie wilde de moeite nemen , om de Emolu- menten van alle andere ge- qualificeerde Bedienden ordentlyk na elkander op te rekenen ; 't zal genoeg zyn , dat ik alleenlyk zeg, dat hare vervallen met de bezolding en gantfche Be- diening zeer naauw over- een- Jaarlykfche voordelen van den Hr. Gou- verneur. Emolu- menten van alle ge- aualifkeer- de Bedien- den. KAAP de GOEDE HOOP. tet eenkomen , en dat zy alle met malkanderen eene zomma genieten van fl. 50000 De gemene f14 man, die behalven 't voorgemel- de niets als 't brood genie- ten, waar toe voor ieder z't mudde van noden is , en bygevolg jaarlyks 1310 mudden zamen, waarvan ieder mudde alhier 't maal en bakkers-loon daar by gerekent , op fl. 9 te liaan komt; ontfangen na dezen overilag eene zomma van fl. 11 790 Dat derhalven alle Be- dienden der Voortreffely- ke Maatfchappy aan Emo- lumenten genieten , eene zomma van fl. 67790 Het zoude wel noodzakelyk zyn , om de handwerksluiden daar by te voegen , die fchoon ze niets meer genieten , dan tot nu gemeld is , de Voortreffelyke Maatfchappy echter veel kollen veroorzaken , zoo wel door 't be- derven van haar gereedfehap » als wegens andere omftandigheden, welke ik hier liever verzwygen , dan wydlopigna malkanderen ver- halen wil , om dat zich licht nog wel gelegentheid zal opdoen, om de vrage te verklaren , of name- lyk de Voortreffelyke Maatfchap- py niet beter zoude doen, dat zy zich van hunne ingezetenen , die alle materialen van haar moellen kopen, waar mede zy reeds gro- ten winft zoude können doen , liet bedienen, dan van hare eigene loontrekkende Bedienden? Van 't onderhoud van zoo vele grote gebouwen zal ik insgelyks niet melden, om dat zulks door hare eigene handwerksluiden en ilaven gefchied,die ook de bouw- materialen van haar ontfangen, fchoon de zomma van alle deze kotten tamelyk aangroeit, en jaar- lyks een zeer groot Kapitaal uit- maakt; en heb ik dikwyls met de waarheid horen ver/.ekeren, dat de paardellal alleen, dien ik in mynen vorigen befchreven heb, een zoo grote /.omina gekoit heeft, dat men daar over verbaalt Haat. Na dat ik aldus de kollen opge- Deonko* noemt heb, welke tot de Bedien- defchepen den der Voortreffelyke Maat-8"n- lchappy , in bezetting leggende , jaarlyks worden vereilcht , zoo is nodig , dat ik ook om de fchepen denk, welke van 't Kantoor alhier niet veel minder en zelfs vry meer op rekening zullen moeten nemen als de eerlle; derhalven zal 't raad- zaam zyn, iets duidelyker te gaan, en eeril te handelen van zodanige, die malt en reeloos alhier aanko- men, en dan hoe 't is ontrent de gene, die veel /.ieken hebben, en eindelyk, welke verfche fpys hen gegeven word. De mail en reelozen worden al- dus zoo voort met vaartuigen voorzien , waar op veel volk is , om dat men niet kan weten, of zich te gelyk niet vele zieken daar op bevinden ; en komen aldus beide hier in overeen, om dat men ook de gene , die veel zieken op hebben, met vaartuigen en volk te hulp komen moet, wyl zy door 't losbranden van een Huk kanon hare nood even zoo wel te kennen geven, als die welke hare mallen verloren hebben. Zoo dra dit volk nu met een vaartuig , 't zy een galjoot of een ander klein fchip het in nood zynde fchip ge- nadert is, moet het in 't zelve o- vergaan , en na deszelfs toeltand vragen, waar na 't eene floep aan den Edelen Heer Gouverneur zend , om hem van alles kennilfe te geven. Hier op moet het dit in nood Hoc de in zynde fchip op de rede en voor ^d. iyn" ui- j u- delchepcn anker helpen, t zy door binnen oP de Re- llepen , dat is , door vallmaken de sehol~ van t zelve aan haar vaartuig, door den. hulp van een touw, of boegzeren, dat is, door andermaal vallmaken Kk 3 van 262 BE SC HR Y VING van de van 't zelve aan een iloep of boot , waar in 't verfch volk zit, en mét roejen 't fchip op de rede brengt , of eindelyk alleenlyk door 't rege- ren van hunne zeilen , in welk laat- fte geval, 't volk tot hulp gezon- den, wel 't gemakkelykite heeft, dog 't is een onfeilbaar teken, dat de meefle ziek leggen , of reeds o- verleden zyn. Zoo dra een zulk fchip op de rede en voor anker gebragt is, word 'er zoo voort gereedfchap gemaakt , om alles te herltellen ; om dat de fcheeps-timmerluiden bevel ontfangen , nieuwe mallen te maken , en te verhelpen , 't geen verder aan Hukken mögt gebroken zyn. De flaven en ilavinnen moeten ten eerften de zieken, die met de boot aan land gebragt wor- den, afhalen, en ten dele op hunnen rug, en ten dele op lichte planken na 't Ziekenhuis dragen , alwaar zy zoo lang onder 't opzicht van denOpper-meefter enZieken- vader blyven, tot dat zy herftelt zyn of fterven. Ten einde echter ook de flaven en flavinnen , die doorgaans lange vingers hebben, als zy doodkran- ken na't ziekenhuis dragen den zel- ven niet zouden beroven, zoo word voornamelyk als 'er veel zie- ken zyn , langs den weg eene fter- ke wacht gepolleert, om zorg te dragen, dat de zieken niet bello- len worden; 't welk anders zeer licht gefchieden konde,om dat de weg van 't llrand tot aan 't gemeld Ziekenhuis zeer lang is , en altyd vier flaven of flavinnen eenen op 't bed leggenden te gelyk dra- gen. Eér en alvorens deze zieken nog van hun fchip gaan, of na 't Zie- kenhuis gebragt worden , word 'er verfch vleefch en allerhande keuken-kruiden, zoo als ook 't geen 't zelve anders gebrek heeft gevonden ; waar mede gecontinu- cert word, zoo lang als het hier ten anker legt ; aangezien ieder fchip alle weken drie vleefch da- gen heeft, waar op het zoo wel, als op de andere dagen, en aldus de gehele ;week door, behalven 't gemeld verfch vleefch , ook aller- hande keuken-kruiden ontfangt. Terwyl 't fchip hier ten anker legt, word 'er geftadig d'eene par- ty na de andere van 't 'gezonde volk aan land gelaten, om lucht te fcheppen, terwyl de anderen die in 't fchip gebleven of weder te rug gekomen zyn, verfch water halen, en alle andere fcheeps-ar- beid verrichten moeten ; ten ein- de by de voorhebbende reis* wel- ke tyd alle dag nadert, aan geen ding gebrek gevonden worde. Komt echter een fchip wel ge- Hoelang conditioneert , dat is , dat nog ge- J^vtr-611 brek aan maften , zeilen, levens- toeven, middelen of gezond volk heeft, op deze rede , en heeft bevel, om ver- der na Ooft-Indie, of na Batavia, of nä Ceylon te zeilen, aan welke twee piaätzen alle fchepenuit Hol- land geaddrefleert worden, als zy niet onmiddelbaar bevel hebben, om hier te blyven, zoo word 't zelve fpoedig afgevaardigt ; aange- zien het niet veel langer tyd, om hier te blyven, nemen mag, als ontrent 14. dagen, binnen wel- ken tyd het water en alle nood- wendigheden aan boord zyn moe- ten ; dog zoo binnen dien tyd d'een of d'andere ramp zich aan een maft openbaart, of dat men aan de kiel een lek vind , waar door 't water indringt, en geflopt moet worden, eer men weder in zee fteekt , zoo kan de bovengemelde tyd zoo naauw niet in acht genomen of be- paalt wórden. Minlt echter laten zich de re- tourfchepen, die uit Indie komen en dezen haven aandoen , aan ee- nigen tyd binden , wanneer zy verder na Holland zeilen zullen ; want behalven dat zy oudbakken volk hebben , zoo als de zeevaar- ders gewoon zyn te zeggen, dat is, zodanige menfehen, die reeds lange jaren in Ooll-lndie geweeft zyn , grote hitte uitgeftaan , en ve- lerhande KAAP de GOEDE HOOP. 203 lerhande water en lucht gezwolgen hebben, en dei halven aldus mag- teiooszyn, dat 't gantfche lichaam niet dan eene loutere onge- zondheid vertoont, welke nood- yakelyk meer veiverHching van noden hebben, als degenen, die eerlt uit Holland hier aankomen ; voo hebben zy ook bevel van de Voortrerlelyke Maatfchappy , om alhier by malkanderen te komen, en in eene aanzienlyke vloot te zamen van hier te zeilen. Deaanko- Doordien 't nu zeker is, dat de- chëpen ze lchepen zoo wel van Batavia .uiUyion als Ceylon gezonden worden , al- ^n Ihiavu waar .^y nare jac)ing njet op een en icr 11.1 cl- dezelve tyd ontfangen; behalven va"ïten. dat z>" °f& niet eenerlei weg af re leggen hebben, aangezien die van ßatavia veel tyd doorbrengen, eer ve door de ltraat Sunda zyn, waar- entegen die van Ceylon zulke te- genwinden niet onderworpen en enkelyk öp de hoogte van Mauri- tius groot gevaar uitftaan moeten | zoo is 't ontwyrFelbaar dat deze fchepen niet gelyk können aanko- men, maar dat de eene altoos na de andere wachten moet; en> komen doorgaans die van Ceylon veel la* ter als die van Batavia, in welken tyd deze zich reeds van alles ver- zien hebben, en enkelyk zoo lang v\ achten, tot dat de andere insge- lyks gereed zyn , om in zee te fte- ken. Dat zy echter alhier na elkander wachten , en alle te gelyk van hier na Holland zeilen moeten, zulks is eene zaak, die hoog noodzakelyk is; want aan den Gouverneur alhier worden de ge- botene en geheime bevelen gezon- den, welke de gantfche retour- vloot betreffen ; en mag hy ze ook niet eer opbreken , voor dat de Admiraal van deze vloot hier gekomen is, in welkers byzyn hy de zegels afneemt, enmetdenzel- ven beraadflaagt. Vervolgens wor- den ook de zoo genaamde Seyn- brieven , of inÜructien voor ieder fchip gemaakt, waar na zy zich op hunne gantfche reis richten, en alle Seynen van den Admiraal gade flaan, en zorgvuldig nako- men moeten. Wyders is 't ook hoognoodza- Waarom kelyk, om dat de VoortreHelyke^t Maatfchappy in tyd van oorlog zeilt, grote fchade lyden konde, als ie- der alleen zeilde; en zoo men voor geen vyand te vrezen heeft, zoo moet echter de Retour-Vloot mex malkander zeilen , om dat de ge- melde Maatfchappy de t'huis ko- mende fchepen eenige kruiffers te gemoed zend , welke hen van al 't geen in Europa voorvalt, bericht brengen , als zy by hen komen ; zulks moet echter onfeilbaar uit dit fondament gefchieden, om dat de Admiraal van de Retour-vloot alleen eigentlyk weet, waar hy by hen komen zal ; en deze hebben diezelve order, zoo dat zy zeer wel onderrecht zyn, waar zy na dezelve wachten zullen. Eiiide- lyk ftaat aan te merken, dat de gemelde roemruchtige Maatfchap- py voor 't afgemat volk, dat met de fchepen komt, veel voorraad van verfche fpys , boter , kaas , bier, wyn, brandewyn en diergelyke te gemoed zend , ten einde om zich te ververfchen , en met meer kragc na de Hollandfche wal te ifeve- nen. Hier uit blykt, dat het niet al- leen hoog nodig is , deze aanzien- lyke en ryk geladene Retour- vloot met elkander te laten zeilen ; maar ook dat dezelve, doordien ze niet gelyk aankomt, als mede 't ver- vaardigen van de gemelde Seyn- brieven , en 't provianderen van alle deze fchepen eene langer tyd vereiffchen, zoo fpoedigniet weder van hier zeilen kan, als an- dere die na Indie ftevenen; aange- i zien haar legtyd in den haven al- hier, doorgaans acht ook wel tien of twaalf weken duurt. Vermakelyk en zeer geneuge- lyk is haar vertrek uit dezen ha- ! ven te zien ; want men ziet iets zeldzaams voor 't zelve , by 't zel- ve en na 't zelve. Voor 't ver- I trek en zoo lang als deze vloot hier 264- B E S C H R Y V I N G van de Hoe 't volk voor 't vertrek roepen word. hier legt, fchynt de gantfchc Kaap eens zoo volkryk , als ze anders is, aangezien de menigte door de vlotelingen niet alleen word ver- dubbelt, maar om die zelve tyd vind men hier ook veel meer men- fchen van 't platteland, als ooit, om hare veld en boomvruchten, als gele , witte en rode knollen, appelen , queden , water-meloe- nen en diergelyke duur aan den man te brengen , en zich in tegen- deel als uit de eerffe hand te ver- zorgen, van 't geen deze uit In- die met zich gebragt hebben , als Thee,zuiker, ritzen, neteldoek, enz . ; zoo dat de huizen alhier om dien tyd alomme vol menfchen zyn , en als eene kleine MifTe of Jaarmerkt verbeelden , 't welk zeer vermakelyk is te zien. Wanneer de tyd van haar ver- trek aannadert , zoo ziet men an- icheep'gè- dermaal iets, dat men anders 't gantfche jaar door niet gewaar word ; want eenigen tyd voor de gantfchelyke opbreking en kort na 't affcheidmaal hoort men drie dagen na elkander de trommel door alle (traten roeren; waar by ter zei ver tyd door denTrommel- flager uitgeroepen word, dat een ieder zich binnen den tyd van X4 uuren na zyn befcheiden fchip zal hebben te begeven, ten einde hy de fchepen niet late vertrekken , en alleen achter blyve, om dat de Fiskaal hem na de monftering wel zoude weten te vinden en te ilraf- fen. Eindelyk waait de laatfte drie dagen eene blaauwe vlag van 't Admiraals fchip,'t welk als de laat- fle waarfchouwing, zoo wel voor de gemeenen als de Officiers is , dat 't als nu tyd is, aan boord te komen, en ten einde niemand zoude können voorgeven, dat hy dit waarfchouwings-teken niet ge- zien had, zoo word alle morgen in deze drie laatlte dagen, als de vlaggc opgedoken word, een ka- nonfehoot gedaan; dit zelve ge- fchicd ook, als 't anker word ge- licht, ten einde ieder Kapitein dezelve in zynen rang oplichten en in de voorgefchrevene order zeilen kan. Waar op als dan , wan- neer de gantfche vloot vertrekt, 't kanonneren begint, om dat ieder Schip met eenige kanon-fchoten affcheid neemt, en ook uit de Ves- ting met diergelyke bedankt en eene gelukkige reize gevvenfcht word. Na 't vertrek van deze vloot ziet het 'er aan de Kaap weder gantfeh anders uit, als voor heen; want men ziet zoo veel menfchen niet meer, om dat 'er niet alleen iooo man van de vloot minder al- hier worden gevonden, maar door dien ook de menfchen van 't plat- te land, ja zelfs vele van de bur- gers alhier, zich na hunne Land- goederen begeven, en aldus deze Kaap als gantfeh ledig laten. Het gebeurt ook wel, dat de een of de ander die de vloot heeft laten ver- trekken , gevat en in hechtenis ge- zet word; zodanig een valt den Fiskaal onfeilbaar in handen, enHoe'tga« word ftrengelyk geitraft, niet a1-metdege- leen aan 't,lyf met eene geefleling, jjevloon" maar ook in de beurs, aangezien «gbiy ven. de Fiskaal zes maanden gagie be- komt, en als hy daar toe verwe- zen word, zoo is zyne woonplaats zekerlyk op 't Robben-eiland by andere Banditen , alwaar hy zoo licht niet wegkomt, ten ware hy rterft , of eene byzondere genade erlangt. Door dien nu , zoo als reeds ge- meld, de Retour-fchepen hier op elkander wachten , en zamen na Holland moeten zeilen, en des- wegen ook lang hier ilil leggen , terwyl in tegendeel andere uit Holland komende en na Indie zei- lende fchepen , op verre na zoo lang niet vertoeven , zoo zal men om eene gelykheid te treffen, en daaruit de onkolten, welke alle fchepen veroorzaken, te duidely- ker en zekerder te weten, niet qualyk doen, dat men alle, zoo wel uit als t'huis varende fchepen, eenen KAAP de GOEDE HOOP. 265 eer.cn legtyd van vier weken aan I deze Kaap geeft ; men zal oi)k te minder feilen of den naam van grootfpreker verdienen, als men ieder fchip een onkoil-rekening van 3 >oo gulden toelegt • Watdc &n vermids ik ook verzekert '«pen, ben, doordien de lange onder- traan- vinding my zulks heeft geleert, mende, dat er jaarlyks niet minder dan 50. itenma- 7.oo uit als t'huisvarende fchepen, n. waar van 'er geen een zonder gc- 9 igtige redenen verby mag zei- len, alhier aanlanden, en zich ver- verirchen moeten, zoo is licht de rekening te maken, dat alle deze fchepen in dezen haven aan de Voortreßelyke Maatfchappy niet minder dan 150000 gulden kollen können. YcleEngelfche, Deenfche, en als 't vrede is, Franfche en Portu- geefche fchepen doen dezen ha- ven ook wel aan, en nemen verfch water en allerhande levensmidde- len, alsvleefch, brood, keuken- kruiden, en andere noodwendig- heden in, om dat zy tog in gantfeh Ooft-Indie geen bequamer plaats vinden können, alwaar 't water beter en de levensmiddelen in groter overvloed zyn ; dog door dien zy met de Voortreffelyke Maatfchappy niets gemeen heb- ben, maar enkelyk als vrienden en naburen aangemerkt worden , dien men in dit Huk niets weige- ren kan, of mag, zoo kan men van dezelve niet anders melden, dan dat zy den inwoners jaarlyks veel voordeel toebrengen. Verder moeten onder deze on- kollen alle de goederen worden gerekent, welke aan de fchepen verdaan worden, zy mogen wor- den genaamt , zoo als zy willen , want 't zoude zwaar vallen, alles op te noemen, dat de fchepen van noden hebben ; wanneer men ilcchts ter loops de goederen, welke de Voortreffelvke Maat- fchappy tot behoudenis en her- ftelling van hunne befchadigde fchepen uit Europa herwaards II. Deel moet zenden, als mallen, zeilen, ankers , planken , delen , pik , teer, fpykers, en ander zoo wel gemaakt als ongemaakt yzerwerk, Smids-kolen , buskruid, lood, kogels , granaten, Hukken gefchut, faaphanen, pillolen, pekelvlcefch enfpek, oly, boter en vele ande- re dingen by zich nagaat, hoe duur deze waren, cerzy hier ko- men, en tot dat zy verbruikt wor- den, haar komen te liaan , zoo zal men zoo voort eene grote on- koll rekening vinden , die hier met ililzwygen verby gegaan word, om dat geen fchip aan- komt, dat niet 't een of 't ander of meeft alles gebrek heeft. 'Zoo men nu nog rekent , 't geen dezelve hier aan land in 't byzon- der genieten, en op hare reize met zich nemen, als meel, brood, verfch vleefch, levendige fcha- pen, van welke een fchip van 160. voet lang, 16. tot io., een van 145. voet, 11. of 16., en een van 130. voet 10. of n. fluks be- komt , terwyl de kleine fchepen ook wel eenige ontfangen, dog derzelver getal blyft ongenoemt , om dat zy niet ordentlyk aan een zeker getal fchynen gebonden te zyn, voorts wyn, brandewyn of arak, brandhout, midsgaders al- lerhande veld en tuinvruchten, zoo zal men de boven genoemde zomma te eerder laten doorgaan. Hier by Ib.at nog voornamelyk te worden aangemerkt, dat de Voort reffelyke Maatfchappy jaar- lyks enkelyk voor verfch fchapen- vleefch ,'t welk de fchepen , 't Zie- kenhuis en eenige gequalificeerde Bedienden bekomen, eene zom- ma van 30000 guldens uitgeeft, niet tegenilaande zy 't uit hoofde van een contraft, met eenige bur- gers alhier aangegaan , die ook dieswegen gepriviligeerde Sla- gers der Voortreflelyke Maat- fchappy genaamt worden, veel beter koop heeft, als een burger of vreemdeling, aangezien zy voor 't pond niet meer dan z. lichte L 1 ftui- 266 B E S C H R Y V I N G van de ftuivers, welke in Holland ontrent 13. duiten uitmaken, betaalt, ter- wyl zelfs een burger , % zware ftui- vers, dat is, 16. duiten voor 't pond geven moet. Ik weet wel , dat eens zeker burger aan de En- gelfchen ,. die ook eene tamelyke quanüteit vleefch van noden had- den, zulks voor even dien zelven prys heeft gelevert , waar voor 't de Voortreffelyke Maatfchappy heeft, dog 't geen hy daar aan heeft gewonnen, zal juift zoo veel niet zyn, fchoon hy aangenomen had, niet alleen fchapevleefch , maar ook rundvleefch te leve- ren , welk laatfte ook wegens de grove fchonken zeer zwaar in 't gewigt liep. Ten einde echter de Voortref- felyke Maatfchappy geen gevaar zoude lopen , dat deze geprevili- geerde Slagers flecht en mager voor goed en vet vleefch mogten leveren, zoo heeft zy niet alleen beftendigeenen Boekhouder in 't daar toe gebouwt ilachthuis wo- nen , die op de deugdzaamheid van 't vleefch acht geven en van al 't geleverde boekhouden moet, en aldus als een Controlleur moet aangemerkt worden; maar daar zyn daarenboven twee gequalifi- ceerde perzonen gevolmagtigt, om alle dagen en wanneer zy ge- lieven , in 't gemeld flachthuis te gaan , 't geflachte vleefch te be- zichtigen, en zorg tedragen, dat 'er geen ander dan kragtig vet vleefch gelevert worde, aange- zien dezelven magt hebben , om 't geen de vereifchte hoedanigheden niet heeft, weg te nemen, en den flaven zonder betaling te geven, om het te nuttigen. Grote kos- Dog ik moet van de koften nog ten met t m zeggen, welke deze roem- vercorgen , . 06 ' . derkran- nichtige Maatfchappy jaarlyks Zjek"iuisdragen moet ; dienvolgens komen de zieken, die met de fchepen dikwyls in grote menigte aange- bragt en de Meellers om te gene- zen , overgegeven worden, aan de gemelde Maatfchappy jaarlyks nog een tamelyke zomma te ftaan; want in 't treffelyke Ziekenhuis , zyn niet alleen 3. of 4. Meefters, maar ook eenZiekenvader, eene Ziekenmoeder , een Kok, en 8 of 10 flaven beitelt, welke allen de Zieken oppaflèn en de behulp- zame hand bieden moeten, waar voor zy ook eene fchone jaarlyk- fche bezolding genieten , zoo als hier voren aangetoont is. De zieken worden echter niet alleen opgepaft , maar zy hebben ook alle artzeny en de koft gedu- rende den tyd van 14. dagen voor niet met al ; welke echter binnen dezen tyd niet genezen können worden, maar genoodzaakt zyn, langer te blyven, betalen voor koft, artzeny en meefterloon niet meer als de helft van hare maande- lykegagie, zoo zy anders nog een volle maand daar in blyven ; hoe- wel ook de gemelde tyd van 14. dagen zoo zeer naauw niet geno- men word, aangezien zy door- gaans niets betalen, als zy flechts met 't zelve fchip weder können vertrekken, waar mede zy geko- men zyn , en 't welk om d'een of d'ander rede iets langer heeft moeten vertoeven. Daarbenevens word ook alle . Watdc dagen verfch en goedt fchape- voorTpys vleefch, dat gantfeh anders en veel genieten. beter van fmaak is, als 't Europe- aanfche, voonamelyk 't Duitfche, met Keuken-kruiden of ryft voor dezelven gekookt , 't welk de art- zenyen daar onder gerekent, die meeft alle uit Holland gezonden worden , andermaal eene grote zomma bedraagt ; wil men einde- lyk 't hout, dat hier zeer fchaars valt, daar by voegen , waar van men zeer veel wagenvragten tot 't koken en ftoven of droog zweten der zieken, die met fcheurbuik behebt zyn, van noden heeft, zoo word de rekening zoo veel te gro- ter. Hier uit is nu zeer licht af te nemen , dat deze zieke-bedien- den der Voortrefïe-lyke Maat- fchappy, KAAP de GOEDE HOOP. 207 Van des Compa- ïics Haven. fchappy , tot welker behoef ook 't koflbare Ziekenhuis , voor eed zeer groot kapitaal gebouwt is,en nog jaarlyks onderhouden word , allu jaren cene zeer grote zomma kollen, en 't beloop van alle kos- ten met malkandercn , niet veel minder als 10000. guldens bedra- gen zal. Boven is ook gewag gemaakt, dat de VoortrefVelyke Maatfchap- pv grote koften doen moet om ha- re Haven, waar van zy 'er hier ruim 600. tot haar dagelyks ge- bruik onderhoud , na behoren te verzorgen. Ten einde men ech- ter hier van een recht begrip zou- de können hebben, zoo Haat voor af te weten, dat deze Haven en fla- vinnen meelt allen van Madagafcar van geboorte zyn, en dat 'er wei- nig uit deze Afrikaanfche Koning- in ken en landen als Capo Verde , Guinea, Congo, Loando, St. Paul en nog minder uit Afia of Ooit-In- die gevonden worden, ten ware d/een of d'ander fchheeps-Officier eenigen met zich gebragt, en alhier verkoft had. Die van Madagafcar zyn aldus alhier de talrykfte en de ge- meenfte, die door een fchip ten dien einde derwaards gezonden, van den Koningen van 't gemeld eiland , als mede van andere in- woners gekoft, en met grote kos- ten herwaards gebragt worden, aangezien men niet alleen de kos- ten van 't fchip rekenen moet, maar ook de penningen , die voor deze Haven gegeven worden , en alsdan , de gantfche rekening op- trekken. De VoortrefFelyke Maatfchap- py moet deze gekofte Haven, zoo zy anders dienft van dezelven heb- ben wil , van koft en kleding on- derhouden en bezorgen ; en zoo 'er eenigen van dezelven krank worden of een ongeluk bekomen, zoo is zy verplicht , om dezelven zoo veel mogelyk te laten gene- zen, ten warezy 't Kapitaal, daar aan te koften gelegt, verliezen II. T>cel. wilde; ja wanneer cencaanftckcn- de ziekte onder hen befpeurt word, zoo is zv te meer genood- zaakt, om heu de bchulp/.ime hand te bieden, ten einde /\ daal van bevryd, haar arbeid fpocdig verricht, en haar kapitaal buiten gevaar gellelt worde. '/oo men alle deze omftandig- heden ter dege overweegt , zoo blykt met den cerlten opflag, dat dit getal Haven en (la vinnen jaarlyks veel van onderhouden koft; dog op 't eenvoudigfte ge- nomen, en maar jaarlyks 50 gul- dens voor ieder Haaf ge rekent, hoewel fpys en drank , klederen en medicamenten vry meer bedra- gen; zoo koften echter de gemel- de 600. Haven en flavinncn jaarlyks 30000. guldens t' zamen. Doordien zy echter menfehen 7.ytyn zyn als anderen, en derhalven ook "„Tonden fterffelyk, zoo können zyzekerlyk worpen ai» niet eeuwig leven, maar moeten aaderen' eens den laatften tol aan de natuur betalen ; dog ten opzicht van hare levenswys , welke zeer morzig en beeftachtigis, als men niet gefta- dig met een ftok achter haar zit, en haar anders doet leven, zyn zy vele en voornamentlyk aanfteken- de ziektens veel meer onderwor- pen, als alle andere menfehen, zoo als ik reeds voor dezen in een van myne Hoofdftukken berichc heb, en licht in 't toekomende nog duidelyker fchryvenzal. In den jare 1 7 1 1 . onftont onder deze Haven eene zodanige aanfte- kende ziekte, die ook in 't vol- gende jaar duurde, waardoor ?eer vele fchielyk op eene elendige wy- ze weggefleept wierden ; en fchoon men niets verzuimde, om deze woedende ziekte te doen flui- ten, zoo hielp zulks niet ; zoo dat men eindelyk uit vreze , dat die ziekte verder mögt verfpreid worden, de Haven van de burgers verbood, by dezelven te komen; waar door deze ziekte binnen de palen gehouden wierd , tot dat zy na ontrent de helft weg- L 1 2. gerukt 268 B E S C H R Y V I N G van de gerukt te hebben , eindelyk op- hield. In de plaats Doordien nu deze oude en tot vin de o- den arbeid bequame Haven ne- moeCtcnncn vens eenige van hare kinderen andeten fneuvelden, en de jonge kinderen wordedneIt echter , waar van 't in hare voor- maals befchrevene loots krielt, die of van hen zelven zwart, of uit vermenging van een Europeaan , geel of bruinachtig geboren wor- den , tot den arbeid nog niet be- quaamzyn, zoo is 'er immers geen ander middel , dan dat 'er weder- om een fchip uitgeruH en der- waards gezonden word , om in de plaats van de geHurvenen anderen te kopen, enherwaardste brengen. Om zulks echter zonder geld en andere onkottan te doen, is eene loutere onmogelykheid , want zoo men 'er enkelyk ioo van noden heeft, en voor ieder, dat is man- nen en vrouwen door malkande- ren, niet meer betaalt dan i<> gul- dens, 't welk immers niet te veel zoude zyn, om dat ik wel weet, dat zy alhier tegen ioo. , iio., en meer ryksdaalders betaalt wor- den, zoo bedraagt nogtans de zom- ma 15-00 guldens, behalven dat men nog niet verzekert is , of men ze alle gezond of levend herwaards zal brengen. In de jaren 1705-. en 1706. is 't fchip Ter Aa tweemaal na Mada- gafcar gezonden, om Haven van beide fexen te handelen ; het zel- ve is ook gelukkig weder te rug gekomen , en heeft altyd een ta- melyk getal flaven enflavinnenmet zich gebragt, dog zommigen zyn daar van onder wege geltorven, en zyn de Maatfchappy vele als doden aangerekent, hoewel men hier opentlyk zeide, dat de toen- regerende Heer Gouverneur Wil- lem Adriaanvan der Steil, dezelven voor zich nam, voor de zynen ge- ' bruikte, en na zyn vertrek na Holland, nevens zyne eigenen liet verkopen; dog of de zaak ge- grond is , laat ik anderen onder- zoeken. Ik wil hier ook niet eens aanha- HaarwJ len of onderzoeken, hoeveel de nin§en woningen van deze Haven aan te vanonder* Voortreffelyke Maatfchappy kos- houden. ten van bouwen en onderhouden, welke ten dele hier, ten dele daar hunnen aangewezen arbeid te ver- richten, en by gevolg hunne wo- ningen en verblvf hebben; d ienvol- gens zal uit het tot nu gemelde ge- noegzaam blyken, dat de Haven en flavinnen, als men alles bymal- kanderen rekent, duur genoeg te Haan komen. Enkelyk zal ik hier nog byvoe- gen, dat de Voortreffelyke Maat- ichapy nog eenige onkoiten dra- gen en geld of goederen uitgeven en beHeden moet, ten dele om de ChriHenen of Europeanen , ten de- -. „ 1 1 j 1 t 1 De Com- le ook om de Hottentotten te be- pagniebe- fchenken ; wat aanbelangt de Chris- ^c^a^ tenen, 't gefchenk, dat zy van de '" C"CIU gemelde Maatfchappy genieten , fpruit uit eene vry willige en edel- moedige toezegging , achtervol- gens dewelke zy eene beloning; belooft heeft , aan de genen , die of een leeuw, of een tyger, of een- wolf doden en fchieten. Hoe veel echter deze beloning bedraagt? of de gemelde Maatfchappy dezelve alleen betaalt? zulks is reeds in my- nen vorigen, en hier en daar ge- meld en bygebragt. De Hottentotten echter wor- den nu en dan in naam van deze ook-. Maatfchappy befchonken, tenein- de zy goede en vriendelyke nabu- ren en getrouwe bontgenoten, welke eernaam hen toegclegtword, weshalvcn zy ook tot geene Haven können gemaakt of verkoft wor- den, aan hen moge hebben, waar mede zy in vrede handelen en tro- queren können ; als ook , op dat zy hunne onderdanen, of alle inwo- ners alhier , geen nadeel zouden doen zoo als zy voor dezen wel ge- woon zyn geweell. Zulke vereeringen en gefchen- keft echter beHaan in louter klei- nigheden , te weten, kopere en gla/.e kralen, van allerhande kou- leuren ; De Hot- tentotte« KAAP de G O E D E HOOP. ic9 leuren; llukjes g< polvlt koper of geel kopèi , die in de zon wakker blinken, oud y/er, u \ n, hrande- wyn , of arak «n tafaak, waarvan y\ meer kennis hebben, als een Europeaan^ en kan men hen hier in /eer wel vertrouwen , dat als zy den tabak goed heeten , en . irn roken, geen Kuropeaan, hoe t mi van tong en neus ook, anders daar van oordelen tal ; en a'le de- ze goederen, hoeweigering, zyn hen veel aangenamer, dan baai- geld, gelyk ik voor dezen reeds omltandiger bericht heb. ,v beulen 2y betalen ook deze vereerin- lonkos- genrykelyk, om dat zy of by een ^rJt bezoek, dat zy by den Heer Gou- verneur door Gedeputeerde Kapi- teins van deze of gene Natie laten alleggen, of by eenc andere gele- gen ilieid, wanneer zy onder elkan- der in oorlog zyn , en de Voor- treftelvke Maatfchappy om hare bemiddeling verzoeken, verfc hei- de grote oflen of vette fchapen met zich brengen , en dezelve den Gou- verneur onder den naam van Ta- petjes of welkoms oiTen of fchapen overgeven, waarentegen deze hen de bovengemelde gefchenken in plaats van een tegengefchenk laat ter hand ltellen, waarmede zy dan ook zoo vergenoegt te rug keren, als of hen eene tonne gouds toege- telt was. De voorgaande Heren Gouver- neurs hebben deze offen niet aan \ de gemelde Maatfchappy overge- j geven > maar dezelve als hareeige- ne aangenomen , en tol haar eij voordeel gebruikt »niet tegerrßaan- de de goederen, daar voorgege- ven, de Maaik happy inrekening gebragt wierden. Wanneer ech- ter de I leer Louis van Allenburg Gouverneur wierd, en even dier- gelvke gefchenken van de Ama- cpn . Hottentotten aanquamen, heeft h\ /(./')() voort aan deVoor- trelleh ke Maatfchappy overgege- ven , om dat ze haar geld, zoo als hy pleegde te zeggen, en hem niets gckoil hadden! Hoe Hecht en gering echter de- ze gefchenken zouden mogen fchynen, welke beide aan de Chris- tenen en aan de Hottentotten, op de bovengemelde wys, jaa'rlyks gegeven worden, zoo bedragen zy nogtans, alles by malkandercn ge- rekent , eene zomma van ruim 2000 guldens, alle jaren. Hier uit blykt aldus genoeg- zaam , dat de Voortreftelyke Maatfchappy , alle jaren ontrent een Kapitaal van 400000 guldens van noden heeft, om alle deze aan- gehaalde kollen goed te maken; en zoo men alles naauw wilde re- kenen , zoo als een rechtfehape Koopman doen moet, zoude de fomma vry hoger lopen ; dog 't mag hier bv blyven , en verzoek ik enkelyk, dat de Lezer deze nood- zakèlyke wydluftigheid niet qua- Iyk zal duiden, om dat ik voorna- mei yk getracht hebbe , in alle flukken duidelyk te zyn< LI XXL HOOFT- 270 BESCHRYVING van de XXI. HOOFTSTUK. Van de Inkomften, welke de Voortreffelyke Maatfchappy jaarlyks heeft , om hunne Kos- ten eenigermate weder goed te maken. Befhryving der Inkomften van de Compagnie. Waar in de Inkomften van de Maatfchappy beflaan, Zy eifiht tienden van de l 'eldvrucbten. Als mede van brood en zaai-koom Hoe veel de Maatfchappy omtrent jaarlyks aan tiende heeft. De drank en takak worden ook ver- pacht. Hoe veel de pachten omtrent jaarlyks opbrengen. Mishandeling van een pachter. De Compagnie beeft ook eenige ■winfl van de buizen , hoffleden , en andere goederen. De Irrxoonders hebben groot verdriet by 't kopen van goederen. Wie dit beeft afgefihafi. Wat de Compagnie op de koopman fchap wint. Wint ook op 't licht of Indifcb geldt. Winfl en uitgaaf der Maatfchappy verfchelen niet veel. Heeft de Inwoonders veel verfeboten. Is nog niet Ceenemaal betaalt. Wenfcb van den Scbryver. Befchry- ving der inkomilcn van de Compa- gnie. OF fchoon in mynen vorigen voorgenomen had, de voor- geilelde vrage volkomen te beant- woorden, en niet alleen van de onkoflen, welke de Voortreffely- ke Maatfchappy jaarlyks op zich nemen moet, maar ook van de in- komften , die dezelve jaarlyks heeft, aldus te handelen, dat men daar mede zoude können voldaan zyn , zoo heb ik echter naderhand bevonden , dat door dien de eerfte materie te wydlopig viel , 't laatfte ituk tot nu moeil worden uitge- ltelt. Wyl ik nu andermaal gelegent- heidheb, om van dit laatfte, te weten, van de inkomften melding te doen, zoo oordeel ik, van myn plicht te zyn , om myne belofte na te komen, aangezien ik wel weet, dat zoo lang als zulks niet is ge- fchied, men van 't vorige geen recht begrip hebben kan. Ten einde ik tot de zaak zelf trede; Haat aan te merken, dat de Voortreffelyke Maatfchappy in den beginne, wanneer de Colo- nie nog tamelyk zwak en klein w is, die winft, die toenmaals nog waste zoeken, van den handel alleen hebben moeit, om dat de burgers alhier niet alleen vrye bur- gers genaamt worden, maar ook ten opzichte van andere Europe- aanfche burgers of boeren, wer ke- lyk zodanige zyn ; aangezien zy fchier gantfeh niet betalen , dat den naam van fchatting, belafting of accyns hebben mag. Na dat echter de Colonie met ter tyd begon op te nemen, en zeervolkryk te worden, zoo dat men niet alleen treffelyke tuinen aanleide , maar ook koren , tar- we, garit en andere aard en peul- vruchten, als mede grote en vele vruchtdragende wynbergen ge- zaait en geplant had, zoo is de vryheid van de burgers en boeren wel niet befnoeit ; maar de gemel- de roemruchtige Maatfchappy heeft met toeftemming van de He- ren Staten Generaal, zich enkelyk van eenige voorrechten bedient , welke zy van rechtswegen invoe- ren en te gelyk by hare andere in Oolt-Indie zynde Colonicn , ge- bruiken koude. Want men zag zeer wel, dat 't bouwen van zoo grote en nodige gevaarten , grote zommen ver- cifchtcn ; men bevond ook , dat de meergemelde Voortreffelyke Maatfchappy een fterke bezetting tot 't dekken van deze plaats en 't bevry- KAAP de GOEDE HOOP. 271 bevryden van de ingezetenen voor 't Itropen der Hottentotten, van noden had ; wanneer zy nu zulks altyd op hare eigene beurs zoude hebben moeten continue- ren, zoude zulks den handel niet aileen verzwakt hebben, maar zy zoude zelfs genoodzaakt zyn ge- weelt, deze aangename en gezon- de plaats weder te verlaten. Wien de l^°g door dien 'c openbaar was, dat de Colonie haar geluk en .'n gantiche gedaante eenig en alleen de Voortreffelyke Maatfchappy, als hare wettige Overheid , had te | danken ; als die ieder ingezetenen niet alleen 't land , welk hy bezat en bouwde, voor niet met al ge- j geven engefchonken had; maar ook de gewonnene vruchten we- ? derom van hen allen tegen eenen | vallen prys koft , zoo als reeds voormaals gemeld is; zoo was 't immers in alle delen biüyk, en quam met 't verkregen Oftroi van de Staten Generaal volkomen o- vereen, dat zy zich van eenige voorrechten bediende, om tot 't goedmaken van eenige kollen te ilrekken , en dezelve eenigermate te verlichten. ,T . , Ten einde ik dienvolgens 't kind Vaar in de , , ° ikomftcu by zynen rechten naam noeme, en •w,1™1 a"e g°U(i en zilver -bronnen op- delve , die de inkomllen der Vootreffelyke Maatfchappy uit- maken, zoo ftaat te weten, dat dezelve vele voordelen van de jaarlyks inkomende tienden , pag- ten der wynen, brandewynen, bieren, en tabak, als mede van 't grond-recht der verkofte vafte goederen, voorts van den ryken winfl, dien de handel geeft, en eindelyk van de waarde van 't geld geniet, zoo als 't hier in Indie gangbaar is ; want uit dit alles zal men duidelyk können zien, hoe ver alle deze voordelen de boven- gemelde onkollen goed maken ; derhalven zal het hoog noodzake- ryk zyn , van alle deze eenigzins omllandiger te fchry ven ; ten ein- de de ware toeftandt van de zaak rhappy eftaan. te duidelyker voorgellelt wer de. Wat de tienden aanbelangt, De Maat- Haat te weten, dat dezelve «'leen ®?m van de veldvruchten, voorname- den va„ de lyk echter van Taru e , rogge , ^dvrucb" garit, midsgaders van de peul-" vruchten tot nu geeiielu zytij en zulks niet alleen , om dat de gequahriceerde Bedienden der \ oortrerlelyke Maatfchappy van den beginne tot nu in den jare 1707. zelf alle t' zamen landgoede- ren bezeten , waar van zy zoo wel, als de andere inwoners deniaar- lvklchen winïl, maar weinig of lchier geene tienden gegeven heb- ben; maar om dat de gemelde Maatichappy zelfs geenen anderen als den eeril aangehaalden heeft willen hebben. Om deze zaak eenigzins duide- w.edaar lyker te verklaren, Haat aan tevanbcvryd merken, dat de Bedienden der11"- Voortreffelyke Maatfchappy gee- ne tienden gegeven hebben; om dat zy van de generale opneming bevryd waren, achtervolgens de- welke zy' hadden moeten aanto- nen, hoe veel zy gezaait hadden , en hoe veel zy meenden te win- nen, en in de Koorn-magazynen der gemelde Maatfchappy te le- veren; derhalven fchynt het ook, dat hare landen niet als bebouwde maar als woeite en brake zyn aan- gemerkt, gelyk zulks nog duide- lyker blykt, als men bedenkt, dat zy hunne gewonnene vruchten meeft of aan private perzonen verkoften , of zoo 'er al iets op de rechte plaats gebragt wierd, niet optunnenmaaropden naam van dees of geenen inwoner leverden, en derhalven ook zodanigen of van den tienden ontfloegen, of als onbetaalt open lieten ; zoo als daar van de Contra-deduclie, van Jakob van der Heide en Adam Tas , tegen den Heer Willem Adriaan van der Steil, alomme ge- noegzaam getuigenis geeft. Het is ook een byzonder blyk der goedheid, welke deze zeer roem- 272 BESCHRYVING roemruchtige Maatfchappy hunne onderdanen bewyft, dat zy, zoo als hier voren gemeld is, van niets anders dan de veldvruchten , als Tarwe, rogge en garil, den tien- den eifcht; welke goedheid en e- delmoedigheid nog meer uitmunt, om dat zy van 't geen een ieder jaarlyks om te zaajen en te bakken van noden heeft, niets noemt, en is haar eenig begeren, dat men in 't overige oprecht en eerlyk hier in met haar handelen zal. Na dat echter deze Maatfchappy uit de boeken, jaarlyks overge- zonden, miflchien zal hebben ge- zien, dat de tienden van de bur- gers wel na behoren opgetekent waren, dog dat van de tienden van hunne bedienden weinig of fchier niets te vinden was, en al- dus hier ontrent niet recht gehan- delt wierd, zoo heeft dezelve, voornamelyk wanneer de burgers "t jaar 1706. over deze en ande VAN DE in re onbülykheden klaagden, ze- kerlyk redenen gehad, om in den jare 1707. eene andere fchikking te maken , en hunne Bedienden alleen Koorn-Wyn-en Veehandel te verbieden , als drie {lukken, waar van de vrye inwoners zich generen moeften; hebbende hen ook verboden , om voortaan eeni- ge de minite landgoederen of tui- nen te bezitten , om dat zulks en- kelyk tot verderf der Colonien flrekte. Hier over is een zodanige ltryd en tweedragt ontltaan dat men zulks bezwaarlyk geloven zal , als ik het uit den grond bcfchryf; om dat 't blaadje aldus gekeert is, dat men in plaats van goede hermonie en eenigheid, welke eert vds on- der de Bedienden en burgers bloeide, jegenswoordig niet dan haai, nyd en vervolging ziet ; en fchoon men alle middelen in 't werk Helt , om de oudevriend- fchap tuiïchen hen beide weder aan te queken, zoo is fchier alle hope vergeefs , aangezien tot nu niemand in itaat is geweeft , om dezen ouden wrok te benemen en uit te roejen ; en zal bezwaarlyk iemand worden gevonden , die wederom een vertrouwe zal te wege brengen; om dat de eene party door 't verliezen van hunne goederen , op alle middelen be- dacht is, om de anderen te druk- ken, en fmedenzy enkelyk aller- hande dingen, waar door de in- woners mogen bezwaart wor- den, Hier onder is ook in zoo verre De tienden de belaiting van de tienden begre- ™°"e°nok pen , dat de inwoners als nu ge- betaalt van houden zyn , om dezelve van haar 'c bro?d ctl brood en gezaaid-koorn insgelyks te geven. Daar is ook reeds in til geweeft, dat men den tienden mede van de wynen ehTchen zou- de ; dog dit laatfte hebben de aan- gevers tot nu niet können ter uit- voering brengen , nog de toeftem- ming van de Heren Bewindhebbe- ren können bekomen; als welke debillykheid behertigen, en zon- der twyffel achten dat , door dien zy geenen tienden daar van ge- eifcht hebben , wanneer hunne Be- dienden de grootfte landgoederen bezaten en jaarlyks veel wyn won- nen ( aangezien de Heer Gouver- neur Willem Adriaan van der Steil alleen op Verregelegen , ruim 400000. wynftokken geplant had , zoo als ik hier na aantonen zal ) het onbillyk zoude zyn jegens- woordig, nu zy die hebben moe- ten verlaten , dit van dezelve te vorderen. Zoo echter de Voortreffelvke Maatfchappy den tienden van 't graan zoude moeten invorderen, gelyk als het in Europa op de mee- fte plaatzen gebruikelyk is; alwaar het zelve van 't veld gehaalt en na huis gebragt moet worden , zoo zoude zy wegens de grote uitge- ftrektheid der Colonien en ver van malkander gelegene huizen zeer weinig voordeel, ja zelfs grote fchade te verwachten hebben ; aan- gezien zy het zelve niet eerder als in een vierdendeel jaar by mal- kander KAj\P de GOEDE HOOP. 273 kander zoude können brengen; belulven dat de meefte korrelsuit- vallen zouden ; om dai de hitte io den ooglt zeer doordringende en de weg heel ver is. » En zoo zy den tienden aan een pl'-ilt zeker en wclgegoed man wilde rden. verpachten gelyk in Duitfchland veelvoudig en jaarlyks gefchied, 7.oude men naauwlvks iemand aan- treden, welke zich met dien lalt zoude willlcn bezwaren; niet zoo zeer wyl 't hem miffchicn aan no- dige paarden en wagens zoude ontbreken , maar wyl hy eene moeite op zich nemen zoude, diergelyke hy niet gewoon , veel min in Haat was te volbrengen; v ant de Colonien zyn te ver uit- geitrekt , en zoude niemand den tienden zelfs van een diltriri alleen beheren können. Derhalven is ieder inwoner daarenboven verplicht, om den tienden van 't veld te nemen , en nevens zyn eigen graan na huis te brengen, om het aldaar te dor- fchen en fchoon te maken, wer- dende wanneer hy zyn graan in 't koorn magazyn der Voortreffely- k e Maatfchappy levert, de tiende mudde afgetrokken, en niet be- taalt. Ten einde echter de Voortref- felyke Maatfchappy niet benadeelt zoude können worden, zoo vraagt men niet alleen een ieder na zyn zaai-koorn en hoe veel hy ftaat maakt weder daar van te beko- men, als de algemeene opneming gefchied ; maar een ieder moet ook aantonen, hoe Iterk zyne huis- houding van kinderen en flaven of flavinnen is, waar uit dan zeer licht een overflag kan gemaakt worden, hoe veel brood hy jaar- lyks van noden heeft ; daarenbo- ven is de Voortreffelyke Maat- fchappy de eenige Koopman , die alle roggen, tarwe, en garlt inflaat, koopt en in hare Magazynen be- waart , tot dat het weder na Bata- via kan gezonden worden ; wan- neer nu ieder zyn graan gelevert Ii ii ,en betaling lubben wil.zoo word dr tienden gekort, en 't o- veriee geld contant betaalt, zoo dat hetonmogelvk is, hier ineen bedrog te plegen of toe te la- ten. Licht zoude de Lezei u.im weten , of men hier dan geen ha- ver bouwt? om dat ik tot nu niet een woord daar van gewag ge- maakt heb. Staat te merken, dat de/.elve zoo gaarnwalt, als 't an- der graan, en voorde/en veelvul- dig gezaait is, en veel voordeel be- looft heeft; dog dat de onfuiimi- ge Zuid-Ooite wind , welke dezen oord zeer berucht en vreesach- tig heeft gemaakt, de koorntjes, n.uuwl)ks halfryptelkensdeaaren uitgeflagen, en hier en daar over an- dere koorn-landen verftrooit heeft, alwaar ze weder opquamen, dog den vorigen haver niet meer gele- ken, maar heel verbaftert waren ; en dat dezelve voor onkruid gel houden, en gantfeh niet geacht word, om dat hy't landonbequaam maakt om ryn en zuiver koorn te dragen. Wanneer 't gebeurt, dat iemand by de gemelde algemene opne- ming zyne rekening qualyk maakt, gelyk zulks zeer licht van de on- ervarenen gefchiedenkan,enmeer aangeeft, als hy daar na wint, zoo helpt geene ontfchuldiging in 't betalen van den tienden, om dat men vaftftelt, dat niemand zoo eenvoudig en dwaas zal zyn , van meer op te geven, dan hy in der daad meent te winnen ; doordien men in tegendeel verzekert is, dat een ieder minder opgeeft, alshy werkelyk in zynen zak bekomt; derhalven moet hy den tienden daar van betalen, de zaak mag wezen, zoo als ze wil. Gelyk nu onder de middelen, waar mede een inwoner alhier zich voornamelyk generen mag, de Landbouw 't hoofdzakelykite is, dat hem opbeuren kan, zoo dryven zy denzelven ook zeer Iterk, en bouwen jaarlyks zeer M m veel 274 B E S C H R Y V I N G v*n de veel graan, om dat zy wel weten, dat zy na delevering en afgetrok- kene tienden, zoo voort haar geld teffens uit de kas der Voortreftè- lyke M.utichappy ontfangen ; en ken ik vele van de belt gegoeden, die jaarlyks 800 ja 1000. en meer guldens op eenmaal voor haar ge- levert graan ontfangen, waar me- de zy dan weder iets anders be- ginnen , en 't overfchot in de kas- ten bewaren können ; te meer om dat 'er nog zeer veel van den wyn en vee-handel by komt, zoo dat zy op die wys zeer ras können ryk worden, zoo zy anders de pen- nigen bezuinigen, en vergaderen wiHen. Watby't Dog eer en alvorens zy haar -tTÖornTn 8e^ Uit ^e geme^e kas ontfangen »chegeno- können , zoo (laat aan te merken , men word. jat gelyk zy voor de levering den Dispenfier een allignatie, van den Heer Gouverneur getekent, ter- hand hebben geitelt, achtervol- gens dewelke hy bevel ontfing, om zoo veel mudden Tarwe, rog- ge , of garft van een ieder in 't by- zonder t'ontfangen , zoo moeten zy ook na de levering eene qui- tantie ehTchen, en dezelve weder- om aan den Heer Gouverneur brengen; ten einde hy daar uit zoude können zien , dat de leve- ring gefchied is; voorts zyn zy gehouden , om van den Garnizoens Boekhouder, die de namen van al- le vrye ingezetenen in een afzon- derlyk boek heeft, 't welk der- halven't Vry-boek genaamt word, een briefje te halen , om te bewy- zen, dat zy aan de Voortreffelyke Maatfchappy iets of niets fchuldig zyn, en dit briefje, waar voor zy elke reis een vierdendeel daler moeten geven , brengen zy insge- lyks aan den Heer Gouverneur, die wanneer de leveraar fchuldig is, iets daar van laat afhouden, zoo als ik reeds voormaals be- richt, en terzelver tyd angewezen heb , waar deze fchulden van daan komen. Na dat alle deze omilandighe- den voor afgegaan zyn, zoo geeft de Heer Gouverneur hem einde- lyk weder eene getekende alligna- tie, waar in de levering, 't geen de Kaflier aftrekken moet , zoo de leveraar fchuldig is, of anders de gehele fomma van 't geld ont- houden is ; deze allignatie brengt hy na den Heer Hootd-Admini- itrateur en Opper-Koopman in de Veiling, en laat dezelve van hem ook tekenen, waar na hy de zelve aan den Kaflier overgeeft, die hem als dan zoo voort geld telt , of hem zegt, wanneer hy eens we- der komen moet. Uit alle deze omilandigheden is gantich klaar te zien, hoe om- zichtig en verilandig de V oortref- felyke Maatlchappy weet te han- delen, ten einde dezelve niet be- drogen worde; hier uit blykt ook, dat zy alle ongerechtigheid zoekt voor te komen, den inwoners 't hare, waar van zy voornamelyk beilaan en leven moeten, met gro- ten ernil en nadruk zeer wyilyk toewyil, en in genen dele wil, dat hen iemand te kort doe of be- nadele ; aangezien zy uitdrukke- lyk om deze redenen alle hunne Bedienden verboden heeft, eenig land te bezitten, of handel in Koorn, wyn en vee te dry ven, zoo als reeds gemeld is, en hier na duidelyker blyken zal. Door dien nu 't land reeds ta- melyk ver uitgerekt, en na den korten tyd, die tegenswoordig de Colonien nog maar geltaan hebben, zeer volkryk is, zoo moet 'er reeds veel graan gebouwt worden, om zoo veel volk 't gantfche jaar door met brood te verzien ; ver- midsook de ilaven, als mede de bezetting en de komende en weg zeilende fchepen van dit zelve graan brood en meel genieten, zoo is andermaal licht af te nemen, dat 'er jaarlyks een groter quanti- teit graan moet worden gewon- nen , als men zich licht in den be- ginne voorgeilelt had. En zoo men nog verder gaat , en Daar word jaarlyks veel graan gebouwt. KAAP de GOEDE HOOP. 275 en te gclyk gade (laai , dat 'er vele Iaflen tarwe en rogge jaarlyks van de hoge Indiiche Regering ge- eifcht, en opkwefkelyk na Batavia, als andere Koopwaren, gezonden worden, zoo word men ook weder gedwongen, ront uit te beken- nen, dat niet alleen 't land voor zich zelven vruchtbaar zy, maar dat de inwoners hunnen landbouw ook naaritig waarnemen ; wyl zy zoo veel graan uit haar huishou- ding miflen können. Zoude men wel van een mifllag können worden befchuldigt , zoo men de dagelykfe verdoening aan brood en meel, zoo wel van de inwoners als van de bezetting, jaarlyks op 16000. mudden reken- de ? Wat my aanbelangt, ik twyf- fel daar gantfeh niet aan ; om dat behalven de bezetting, nog eeni- ge duizend Hrydbare mannen, de vrouwen, kinderen, en flaven, welker getal nog vry groter is, niet daar onder gerekent, in de wa- penen verfchynen können, wan- neer een vyand zoude pogen, hier voet aan land te zetten, of enke- lyk eene flroping te doen. Insgelykszal men niet miiTen, als men voor de af en aanvarende fchepen , niet enkelyk van de Voortreffelyke Maatfchappy al- leen , maar ook van andere Euro- peaanfche natiën , eenen overdag by zich zelven maakt, en vafl Helt, dat dezelve jaarlyks zoo mudden van noden hebben. Wil men ein- delyk de na Batavia gezondene lallen ook tot mudden maken, zoo zalinsgelyks blyken, dat zy niet minder dan 1700. mudden uitma- ken, waar by dan eindelyk nog komt, dat 'er ruim 1000 mudden in de aarde geworpen en gezaait worden. Hoeveel Door dien nu dit alles met de de Maat- waarheid overeenkomt, zoo volgt ontrent onfeilbaar, dat de Voortreffelyke jaarlyks Maatfchappy jaarlyks ten miniten den heeft. xooo. mudden aan tienden ont- fangt, ieder mudde op 180. of 190. pond gerekent; en als men II. 'Deel. verder deze mudden na den bo- vengemelden prys tot geld maakt, zoo bedragen dezelve door mal- kanderen ten minflen eene /om- ma van 14000. guldens ; 't welk te meerblykt, als men de pagt van de meulens daar mee vergelykt , en gade flaat, dat ieder 15-. of 1600. guldens van pagt doet; want hoe veel mudden moeien 'er wor- den gemalen, eer de pagter iets voor hem heeft, wyl men van ie- der mudde maar 8. Huivers voor malen betaalt ? Hoe veel moet hy daarboven malen, om den meulen in eenen goeden Haat te houden ; wyl de voorwaarden van de pagt behelzen, dat hy alles, dat onder de 100 guldens is, op zyne koflen herllellen moet? En waar van zal hy dan verder leven, als 'er behal- ven dit alles, niet iets voor hem overfchoot ? Ik zwyg dienvolgens hier van, Watvaa en zegge verder niets, dan dat 'er £j S°* nog drie byzondere meulens ten merke» nadele der inkomflen der Coloni- en gebouwt , en jegenswoordig , met eenigzins naauwer bepalin- gen, door den Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Stell ; de Heren Samuel Elzevier , en Jo- hannes Blefius verkoft zyn, welke alle zekerlyk ook tamelyk veel graan malen, en 't voordeel daar van in hare zak Heken, en daar- benevens tot een openbaar bewys verflrekken, dat myn eenvoudige overflag, voor heen gedaan, waar- achtig en gegrond is. Dog de VoortrfTelyke Maat- De drank fchappy trekt aan de Kaap decn^et»- Goede Hoop deze inkomilen niet ^cn ook alleen, als welke met de kort voor- verpagt. heen gemelde onkoHen in geenen dele in vergelyking komen ; maar van dezelve is ook in gevoert ee- ne pagt, op den drank en den ta- bak, daar onder de Europeaanfche en hier vallende koele wyncn; de Europeaanfche en onze bieren ; de Europeaanfche en onze brande- wynen, als medeandere gedillileer- de wateren en eindelyk de tabak , Mm 1 uit 276 BESCHRYVING van de uit Virginie en elders hier gebragt, gerckent worden. Deze verpagting gefchied altyd ^e-'"in de Vefting, den laatlten dag van ting ge- de maand van Augultv, op welken fdued- dag ook alle de boeken der Voor- treitèlyke Maatfchappy , waar in haar gantfche itaat, winft en ver- lies begrepen is , niet alleen hier, maar door gantfch Oo!t-Indie ge- floten, en met den aanvang van den maand van September weder- om nieuwe begonnen worden; ten einde dezelve naderhand in 't net gefchreven en met 't vertrek van de Retour-vloot aan de Heren Bewindhebberen van deze Bloe- jende Maatfchappy in Holland , behoorlyk gezonden zouden kön- nen worden. Op uitdrukkelyk bevel der ge- melde Maatfchappy is de Edele Heer Gouverneur gewoon dezel- ve met zyncn gantfchenPolitiquen Raad by te wonen , als welke de voorwaarden, waar op deze ver- pagting gefchieden zal , te voren in hare vergadering befluiten en opftellen. Daar worden ook te voren alomme biljetten aange- plakt, waar in aan alle de genen, die luftmogten hebben, om deze pachten te aanvaarden, de dag bekent gemaakt word ; waarom deze Biljetten ook den titel van Bekentmakingen voeren. Hoede Op den gcmelden dag, en na 't onfha'fit luiden van de klok, verfchynen worden, meeft alle burgers en andere in- woners, welke of denken te pag- tcn, of een ander belang daar by hebben , aan welke ook op koften der gemelde Maatfchappy wyn , bier, brandewyn, en tabak ryke- lyk uitgedcclt en te drinken aan- geboden word ; om hen aan te moedigen, om zich in d'een of d'ander pagt in te laten, en met eene halve roes de zwaarhoofdig- heid, wegens den lalt, dien zy ch op den hals halen, en 't gevaar, dat zy lopen , te benemen. Na dat nu de Secretaris van dit hoog Collegie de pagt-conditen o- verluid heeft gelezen, word den Bode of Afflager 't ftryk geld toe- getelt , 't welk doorgaans tien ryksdaalders voor ieder portie be- draagt, en daar op van denzelvcn gevra'agt ,hoe veel 'er iemand voor deze portie van de wyn of brande- wyn pagt geven , of hoe hoog hy dezelve aannemen wil? aangezien beide om hier navolgende rede- nen in 4 por tien verdeelt worden ; noemt iemand eene zekere z om- ma , zoo verbetert ras wederom een ander 't bod , 't welk eindelvk zoo hoog komt, dat niemand hilf heeft, om 'er meer op te leggen; en aan dezen namelyk die 't meelt geboden heeft, moet de Bode of Afflager 't llryk-geld geven , wan- neer hy doorgaans zegt, vaarteer ■wel mede , waar van de ontfanger hem ook wel i of % ryksdaalders vereert. Zoo dra deze 't llryk-geld ont- fangen heeft , moet hy met twee eerlyke mannen , welke de meer- gemelde Maatfchappy, of in haar naam de Heer Gouverneur en de Raad van policy voor de pagt-gel- den goed kennen, als de pagter zelf in gebreke mögt blyven , zyn naam onder de overluid gelezene pagt -voorwaarden fchryven ; en aldus gaat het met alle vier de por- tien zoo wel van den wyn als bran- dewyn-pagt. Hier by echter blyft het nog niet, maar wanneer alle vierde portien op de gemelde wys ver- paßt fchynen; zoo begint de ge- melde Maatfchappy, of in naam van dezelve de Edele Heer Gou- verneur en defzelfs Raad op nieuw ; zet ieder portie eenige duizend guldens hoger, en laat dezelve door den Bode afflaan, om te zien of 'er niemand lult heeft om iets meer daar voor te geven, als de eerlte, die de plok-penning ontfangen heeft. Wanneer 'er gene liefhebbers XVatmi zyn, die meer geven willen, als derawi-fcy1 de mceilbiedende reeds 't eerlte- ^ maal geboden heeft, zoo moet de- zelve , KAAP de GOEDE HOOP. 277 zelve, om fchande en fpot voor te komen, den eerilen pagl ten min- Hen met eenige guldens verbete- ren, of nis hy dunkt, horig ge- noeg gekomen te zyn, zoolang wachten, toe dat het op wn eerlte bod weder gekomen is; .en blyft hy als dan zekcrlvk de pagt» v.m deze portie ,en wenfcht hem elk geluk met deze aangegane pagt. In dit geval is verder onnodig, de gelezene pagt-Condirien nog eens te tekenen. Is 'er echter ie- mand , die den eeritcn aannemer als den meeltbiedenden , door 't roepen van 't woord Afyu, te leur llelt , en iets meer voor ie- der gedeelte van de pagt geeft, 1 behoud de eerlle wel /mi geld ; maar word nevens zy- ne twee burgers van zyne gete- kende pagt-conditien ontflagen; daarentegen word de twede, die door 't woord Ahn , iets meer be- looft heeft , als de rechte pagter aangemerkt, en moet ook met twee borgen de gemelde pagt-con- ditien tekenen, en ter zelvertyd alle drie hare perzonen en goede- ren voor de pagt-gelden verpan- den. Voor dezen wanneer de pagt fll"; " eerlt ingevoert wierd, waren 'er by ieder Huk, dat is, byde wy- nen en brandewynen , zoo veel pagters, als de regerende Heer Gouverneur en de Raad van Po- lio v hebben wilden ; zy hadden echter nooit tot meer lull, als tot eenen alleen, die of de wyn of de brandewyn in pagt nam , zoo als nog hedendaags deEuropeaanfche en andere bieren als mede de ta- bak alhier ieder aan een byzonder man verpagt worden , 't welk zonder twyftèl nog aldus gefchied, om dat geen van deze drie pagten meer dan iooo guldens opbrengt; dog de twee eerlte pagten fchynen daarom aldus verdeelt te zyn, om dat nevens 't belang der Voortref- felyke Maatfchappv , ook haar ei- gen behertigt wierd , 't welk an- Voor de- :n pagier f ieder ik. dus licht nadeel had moeten ly- deti. Dog wat zeg ik van 't belang A"« moet der Maatfchappv j om dat haar ei- "ooaref- gen de bovenhand had, /oo als fciyke blvken /al; want om zulks te be- J^Vppy ter te bevorderen, wierd men van »erpagt voornemen, den pagter \\m de wolJen' wynen en brandewynen te \er- pligtcn, om alle vpynen en bran- dcuvnen, zoowel uit l'uropa als Indie komende, of hier gewon- nen wordende, van de Voortref- felyke Maatfchappv te kopen, en van geen particulier diergelyke goederen in te liaan. Dog onder den heerlvken naam van de goedaardige Maatfch appy , wierd minlt om deszefs waarach- tig en wezcntlyk belang gedacht ; maar zy willen hier onder hare rol zoo wel te fpelen , dat iemand, die geen kennis daar van had , zich daar over verwonderen moeit; en behoeft men waarlyk niet te vra- gen, van waar zy in zoo korten tyd aan %oo grote en magtige ryk- dom gekomen zyn. Want fchoon de pagter van de Hoe tegen wynen of brandewynen zeer wel £e p*s| se- will, dat hy meer van hunne wy- word nen en brandewynen als van de Voortreffelyke Maatfchappy te- gen een zeer hogen prys aanne- men en daar na dezelve verkopen moell, aangezien hy altyd voor vier grote Rynfche vaten van de- zen wyn 100 ryksdaalders betalen moell, zoo konde een zodanige echter den Paus niet in den ban doen , maar moeit voor lief nemen dat hem by gelegentheid toege- Itaan wierd, om eenige vaten van de inwoners voor 't halve geld te kopen, en wederom uit te ily- ten. Hier by moell de pagter nog zeer omzichtig te werk gaan , ten einde het niemand gewaar wierd; aangezien de Hedienden derVoor- treftèlyke Maatfchappv , voorna- melyk de Fiskaal independent ge- noodzaakt zoude zyn geweelhom de boete, door d« Maatfchappv Mm 3 op 278 BESCHRYVING vande op 't fmokkelen gezet ,te eilTchen , welke boete iooo guldens be- draagt , derhalven moeit ook de gemelde Fiskaal, zoo 't niet hei- melyk gefchieden konde, kennis daar van hebben, welke zich als dan met de tiende part vergenoe- gen liet, en in plaats van eeneof- ferhande aannam, waar tegen hy echter't belang der gemelde Maat- fchappy, zoo 't anders daar in be- flont, 'aan een zyde Itelde , en op zich zelven meelt bedacht was. Doordien echter dit fmokke- len ook niet flagen wilde, of ten miniten zoo Iterk niet konde ge- dreven worden , om dat men na den fchyn't belang der Maatfchap- py behertigde, terwyl een ieder voor zich zelven meelt zorgde , zoo moeit men zulken pagter die den regerenden Heer Gouverneur en zyne aanhangers zoo veel ge- trouwe dienlten bewezen had, van namelyk hare wynen en brande- wynen onder den naam van de VoortrefTelyke Maatfchappy aan- genomen , en tot geld gemaakt te hebben, ook wederom te gemoed komen , en na 't eindigen van zyne pagt , zoo hy niet inltaat was, of zich maar geliet, dat hy de pen- ningen niet opbrengen of betalen konde, van een andermans leder eenen wakkeren riem f nyden, die hem zoo wel palte, als den Be- dienden 't geld voor hare waar. Men hoorde derhalven de klagten van den pagter, onderzocht dezel- ve, en wyl hy immers niet betalen konde , en hy met vrouw en kin- deren ook niet te ruïneren was, liet men hem menigmaal xooo. gul- dens en meer op zyne pagt vallen, onder voorwentzel, dat de Voor- trefTelyke Maatfchappy lichter dit geld konde milten , dan zy of de pagter , die beide een zware huis- houding hadden. Het zoude my niet zwaar val- len , om de waarheid hiervan met verfchcide voorbeelden te ftaven, ten ware ik de wydlopigheid zocht te m) den ; dog ten einde niemand zoude denken , dat deze zaken enkelyk verdicht waren, zoo 7 al genoeg zyn , als ik den als nog in leven zynde burger alhier , ge- naamt Steven Vermey, ten tonele doe verfchynen, die zodanigen afflag van den Heer Gouverneur Simon van der Steil bekomen heeft, fchoon hy, volgens zyn zeggen, 't geld reeds t'huis getelt had , en deze afflag enkelyk eens op de baan bragt. En wat zal ik van 't fmokkelen Hoeiy zeggen? Jakob Vogel alleen be- fmokkdcn- wylt zulks genoegzaam , die van de VoortrefTelyke Maatfchappy, of 't geen waarachtiger is , op des- zelfs naam van hare Bedienden zy- ne wynen kopen en aannemen , en dezelve naderhand wederom uit- fchenken moeit. Doordien hy ze echter beter koop van Jakob van der Heide bekomen konde , ver- fchafte hy hem eenen vryen pas, om zoo veel wyn te leveren , als hy konde ; mids dat zulks by nagt gefchiede en de Fiskaal Indepen- dent, JanBleiius, van ieder voe- der loRyksdaalders ontling. Is dat niet met recht 't belang der VoortrefTelyke Maatfchappy ge- zocht, zoozy anders eenig belang daar by gehad heeft? Dog wat heeft men in eene be- wieiuiks kende en openbare zaak vele ge- °^kt tuigen van noden ? De geweze- ne Extraordinaris Raad van Indie, de Heer Daniel Heinfius , een Heer van zeer veel oordeel, dien deze Regerings-vorm van buiten en van binnen bekent was , heeft deze fchandelyke maximes , waar door de VoortrefTelyke Maat- fchappy mifleid wierd, zeer wys- lyk ontdekt, dezelve zeer vernuf- tig gedempt, en tot groot verge- noegen van de gemelde Maat- fchappy verbetert. Want wanneeer dezelve in 't jaar 1700. als Admiraal van de Re- tourvloot, van Batavia na Holland zeilde,' en als CommilTaris alhier aanquam, heeft hy na naauw on- derzoek de bovenbeschrevene mis- KAAP de GOEDE HOOP. misbruiken ondekt, en de/c ou- de reeds ingewortelde gewoonte t'cenemaal uiigcroei ten verandert Staat aan te merken, dat het ee- ne beftendige order der \ oortref- felyke Maatfchappy is« dat geen Raad van Indie alhier komende, dereis mag voortzetten, voor hy den Weiland ter dege onderzocht, en 't bette van de gemelde Maat-J Tchappy beitelt en bevordert heeft; en worden hem de nodige Credit i- va of volmagt ofte Batavia of in Holland, nevens alle daar toedie- nende orders mede gegeven en verleent. Schikking In plaats dat men voorheen maar wc-ensdc eenen Wvn cn cenen brandewyn- Stäkt. pagter hadde, heeft hy deze ma- nier afgefchaft, en bevolen, dat de/e beide pagtcn , ieder in vier afzonderlyke percelen zouden worden verdeelt , om van vier af- zonderlyke burgers te worden ge- pagt, zonder dat een alleen twee of drie porden van een van deze twe pagten te gelyk zoude mogen pagten ; ten einde zodanig een niet in Haat zoude zyn, om den merkt na zyn eigen believen te Hellen ; behalven dat zulks ook 't belle middel was , om de onder- nemingen der Bedienden van de dikwyls gemelde Bloejende Maat- fchappy te verydelen , en 't waar- achtig belang der gemelde Maat- fchappy en den welftand van hare onderdanen te yveriger te bevor- deren. Wyders beval hy , dat, in plaats dat de pagters tot nu hare wynen en brandewynen van de Voortreffelyke .Maatfchappy ge- koft hadden , zy die voortaan zouden mogen kopen van wien zy wilden, als een heilzaam middel , waar door de burgerlyke handel , die onder anderen in deze vruch- ten beltond, bloejen, en de Voor- treffelyke Maatfchappy aan hare pag^-penningen komen konden. Dit alles verrichte deze wyzeen voortreffelyke Heer Hcinfms , met uitdrukkelyk bevel, om zulks 279 zonder tyd verzuim werkitcllig te maken, en ZOO dra hy in Holland quam deed hy aan lync hoge He- ren Principalen, de Heren Bc- windhebberen der roemruchtige Maatfchappy, van dit alles bc- hoorlyk verilag,zoo by monde als in gefchriftc. Hier uit is licht af te nemen, Ju"*"" dat de gemelde Maatfchappy zich Bewind- w el daar by heeft moeten bevin- hebbers den , om dat deze fchikking van kc^rt.ec den Heer Hcinfius zoo veel in- gang by haar gevonden heeft, dat zy dezelve niet alleen van tyd tot tyd goedgekeurt, maar ook voor- namclyk in den jare 1706 uitdruk- kely bevolen heeft, dat het by de fchikking van den meergcmelden Heer Heinlius blyven, en die tot nader order nagekomen zoude worden, en zulks gefchiede, om dat de Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Steil dezelve af- fchaffen, en de oude weder in- voeren wilde ; aangezien hy 't jaar te voren, eenen generalen pagter aangeftelt, en daar door de inwoners alhier genoodzaakt had , hier over aan de Heren Be- windhebberen der Voortreffelyke Maatfchappy te klagen. Ik zal zonder twyffel op eene andere tyd meer en beter gele- gentheid vinden, deze willekeur- lyke aanllelling van een generalen pagter, nevens de daar uit ontlta- ne onluften en verfchillen tuflehen den gemelden Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Steil, en de inwoners alhier, wydlopiger voor te Hellen ; derhalven zal ik my, door dien buiten dat nog veel aan deze onder handen heb- bende materie ontbreekt, niet ver- der daar mede laten ophouden. Vraagt my iemand , hoe veel deze pagten jaarlyks voor de Voortreffelyke Maatfchappy op- brengen ; zoo kan ik kortelyk daar opantwoorden, dat depagt-gelden zoo wel van de wynen als brande- wynen, zoo wel van de bieren, als van den tabak doorgaans jaarlyks 70000 280 B E S C H R Y V I N G van de 70000 guldens aan zuiver geld ., te weten, alle onkoften daar bui- ten gerekent, bedragen; hebben- de dezelve zedert de fchikking \m den meergemelden Heer Heinfius alle jaren wel meer maar niet minder opgebragt. Ik ben ook verzekert, dat 'er zoo den pagters hare ingegane pagt-conditien beter gehouden, en dezelve van de hogeBedienden der YoortrefFelyke Maatfchappy, die ze ten voordele van hunne ho- ge Heren Principalen met zodani- gen ernit behoorden te handha- ven als zy wel met woorden te kennen geven, niet zelfs op eene moedwillige wyze verwaarloolt en overtreden wierden, meer Liefhebbers gevonden zouden worden, om te pagten, en by ge- volg door 't opjagen van de pag- ten , alle jaren meer geld in de kas komen. Na dat haar eerfte aanflag door de gemelde verandering van den Heer Heinfius tot niet geworden was, en zy op de vorige wyze niets meer van de pagt profiteren konden, zoo hebben zy het over eenen anderen boeg gewend , en zien niet alleen gaarn door de vin- geren, dat de pagt-conditien, door hen zei ven opgeitelt, ten na- dele van den pagter overtreden en ter zyde gezet worden, maar zy ftaan ook aanzommige toe, voor- namelyk aan hare kennifl'en , en die hen wederom eenigen dienit doen können, allerhande gediile- leerde wateren, zoo als ook wyn en bier, by de kleine maat te ver- kopen of uit te flyten, fchoon hen niet onbewult is, dat zulks rechts- draads tegen hare eigene gegeve- ne en opgeilelde pagt-conditien aanloopt. Voorbeeld Een voorbeeld daar van heb ik vaneen e- jn 't ;aar I707 beleeft, wanneer mcefteren een van de vier Brandewyn-pag- «n ptch- ters , genaamt Daniel Heuf ke , een Hamburger van geboorte, als hy zag, dat de Fquipagie-Mceiter , Johannes Brommert, vele grote ter. vaten met Indifche brandewyn of Arak koft, en dezelve na zyne ge- woonte door zyne lievelingen, matrozen en andere wilde laten uitzoetelen, tot hem ging, met voornemen , zoo hy ter dege ach- ter de zaak had können komen , den Fiskaal independent , Jan Ble- fius, tydig eer de vaten nog in zyn kelder gebragt waren , daar van kenifle te geven, en ter zelver tyd te verzoeken, dat hy en de drie overige brandewyns- pagters by hunne ingegane en met de Voor- treffelyke Maatfchappy opgerech- te pagt-conditien mogten worden gchandhaaft , en de gemelde E- quipagie-Meefter na behoren ge- itraft. Naauwlyks was deze Heuf ke in 't huis en kelder van den gemel- den Brommert gekomen , of hy wierd, fchoon 't reeds laat in de nagt was, in den kelder gefloten, tot dat alle de Arak vaten in ze- kerheid gebragt waren , en na ver- loop van eenige uuren, met eene wakkere dragt flagen ter kelder- deur uitgefchopt en aldus na huis gezonden. Zyne vrouw over 't lang bly ven van haar man ongeruit , verhaalde aan den Fiskaal independent, dat haar man reeds over eenige uuren na den gemelden Brommert ge- gaan was, om over den gekoften Arak met hem te fpreken , dog wyl hy niet weder quam , zoo verzocht zy den Heer Fiskaal, om deze zaak t'onderzoeken , en haar man , zoo hem iets quaads was wedervaren , te bevryden ; dog dezelve had daar gene ooren na, maar hekelde de vrouw wak- ker en zeide , dat zy hem by nagt ongemoeit zoude laten. Terwyl de vrouw nog fprak, quam de man zelf, om aan den Heer Fiskaal te klagen, over 't geen hem van den gemelden Brommert aangedaan was , met verzoek , van tog by zyne pagt- conditien te worden befchermt ; dog hy quam voor een doofmans deur, KAAP de GOEDE HOOP. 281 exempels heeft men veel. deur, en kreeg geen ander ant- woord, dan de vrouw ontfangen had, 't welk hem te meer lïnnu- , om dat hy meende, dat hy eene rechtvaardige zaak had. Kortom» hy had de fchade met de Ilagen weg, en wierd daaren- boven wakker uitgejouwt; ook konde hy geene latisfadic van den Fiskaal independent erlangen, om dat men opentlyk geide, dat de Fiskaal zelf' een gedeelte in den Arak had; door zig zelfs te reg- ten zoude hy zyne zaak niet alleen hebben verllimmert, maar de Fis- kaal zoude hem zekerlyk op 't lyf gevallen , en wakker geitraft heb- ben. Deze en diergelyke exempels zyn 'er tot nu veel voorgevallen , welke als ik ze alle opnoemen wil- de, eene lange tyd en veel papier vercillchen zouden ; mynes be- dunkens is dit Haaltje alleen in Haat, om te bewyzen, dat ver- fcheide liefhebbers daar door worden afgefchrikt ; en door dien de pagt op zodanige wyze niet op- gejaagt kan worden, zoo ftrekt zulks noodzakelyk tot nadeel van de Voortreffelyke Maatfchappy , 't welk echter van niemand an- ders, dan door hare eigene Be- dienden veroorzaakt word. Dog de Heer Heinfius heeft door deze bovengemelde goede nners en van de Voortreffelyke Maat- en verko- fchappy goedgekeurde fchikking den inwoners ook zeer groot voordeel toegebragt ; om dat de- zelven als nu vryheid hebben , hare wynen en brandewynen te verkopen, aan zodanigen pagter als zy willen ; dog in 't groot en niet by de kleine maat ; om dat de pagters alleen bevoegt zyn , om hunne wynen en brandewynen uit teflyten. In geval echter, dat een fcheeps- Kapiten of cenig ander Opper-Öf- tïcier van een fchip, eenige vaten van deze wynen of brandewynen kopen en met zich op reis nemen wil, zoo moet den Fiskaal daar IL "Deel, Op wat ivyic de inwoners 1 jen van kenniile worden gegeven, om ! dat buiten deszells weten, niets aan boord mag gebragt worden ; aangezien 't ampt \m\ den gemcl- den Fiskaal mede brengt, op zyne hoede te zyn, dat 'er geene fmok- kelary gcpleegt, of geene Contra- bande goederen van de fchepen aan land, of van land aan boord ge- bragt u orden. Doordien ook de Voortreffely- Können ke Maatfchappy iaarlyks eenige JSSj** wynen voor hare bezetting alhier teren. en voor de af en aanvarende fche- pen van noden heeft, koopt, en dezelve als 't graan, tegen een valtgeitelden prys , namclyk voor twintig of vyf en twintig ryxdaal- ders de legger, of een vat vier emmers houdende, aanneemt en ontfangt, welke prys zich altyd na de deugdelykhcid en den ouder- dom van den wyn rieht, zoo is licht te denken, dat dit ook een goed inkomen voor de inwoners alhier is, en zeer veel tot hunnen welitand (trekt , aangezien zy hunnen veld en wynbouwzeer wel daar van voortzetten en nog eene tamelyke zomma , zoo zy 't bezui- nigen, opleggen können. Behalven de voordelen, welke de Voortreffelyke Maatfchappy van den tienden en de pagten ge- niet, heb ikookgezegt, dat de- zelve nog iets wint, als 'er huizen, hofiteden of andere vafte goede- ren verkoft worden, 't zy by open- bare opveilinge , of onder de hand ; waar van Haat te worden aangemerkt , dat deze inkomlten na de Hollandfche wyze of Here- gelden, of des Heren gerechtig- heid, of ook grondgelden genaamt worden. Dog deze gelden worden altyd na den ouderdom van een huis , Hofitede of ander valt goed ge- richt, en aldus driederhande trap- pen waargenomen ; want doordien dezelve eerft uit een woelt onbe- bouwt land bearbeid en klaar ge- maakt moeten worden, eer men iets daar van genieten kan, 700 is N n 't im- BESCHRY V I NG vande 282 't immers in alle dele billyk, dat men zich na den ouderdom richt; aangezien een nieuw huis zoo ras niet bouwvallig word , als wanneer 't reeds lange jaren geftaan heeft , en de grond , voor de eerftemaal bearbeid , is zoo goed niet als die reeds eenige jaren bebouwt ge- weeft is, ten zy dezelve van na- tuur onvruchtbaar en ten akker- bouw of wynplantinge onbequaam was , 't welk echter, daar men de keuze heeft, niet licht te vermoe- den is. Wanneer derhalven een huis , hofitede of ander vaftgoed verkoft word , dat nog geen tien jaren aan- gelegt , of bearbeid geweeft is , zoo moet van 't zelve de tiende penning van de gehele zomma, als behoorlyk Heren-geld of grond- recht in de Compagnies kas be- taalt worden ; van vafte goederen die meer dan tien, en nog geen twintig jaren in wezen zyn geweeft betaalt men den twintigftcn pen- ning, en van die, boven de twintig jaren, den veertigften penning. Wanneer echter de vafte goe- deren niet verkoft worden, beta- len zy gantfeh niet aan de Voor- treffelyke Maatfchappy of aan ie- mand anders, als alleen die aan de Kaap, welke iets in de burger- Caffa en aan de nachtwakers geven moeten ; 't welk immers den in- woners zeer aangenaam moet zyn, voornamelyk als zy zich andere in Europa wonende burgers en lands inwoners voor oogen ftellen, wel- ke dikwyls wegens de zware en laftige oorlogen en om andere re- denen zeer grote en vele fchattin- gen opbrengen moeten; derhalven kan men den inwoners alhier met alle recht den titel toeleggen, dien deVoortrerTclykeMaatfchappyhen zelf geeft, als zy de/elven vrye burgers, of vrye inwoners als me- de vrymannen noemt. Niemand Ten einde echter by dezerecht- mtgkoop- matige en billvkc inkomften geen cu erf-brie- r j c i i i-i-i Ten ver. bedrog oi andere quaadaardigheid gepleegt worde, zoo is door deze vaardig« wyze en verftandige Maatfchappy aisdeSe- eene zodanige fchikking gemaakt, ' dat haar niemand dan tot zyn grootfte nadeel bedriegen kan ; wantzy heeft niemand van alle ha- re Bedienden magt gegeven , koop en erf-brie ven te vervaardige n, ook geen fchepen-kennilTen, zoo als men ze hier noemt, dan den Se- cretaris politik alleen, die eerft van den Edelen Heer Gouverneur bevel bekomt, eer hy de eerfte twee met eigen hand ondertekent; in 't laatfte geval echter worden hem twee Raadsperzonen toege- voegt, die gehouden zyn, om de fchepen-kenniiïen nevens hem te tekenen. En wyl hier by de koper en ver- koper beide de gerechte koopfom- ma opgeven moeten , om in 't in- ftrument te worden ingely ft, ten ware zy naderhand in groot ver- fchil geraken , en zig daar door voor de Maatfchappy ftraf baar ma- ken wilden, zoo is licht af te ne- men, dat deze rechtvaardige Maat- fchappy niet kan worden mifleid , maar dat het geen haar toekomt, oprecht, zoo als billyk, moet be- taalt worden. Doordien nu diergelyke kopin- watzuiki gen en verkopingen van huizen en i^ivki andere vafte goederen fchier dage- °p rc"s ' lyks voorvallen, 't zy vry Willig of gerechtelyk, zoo is lichtelyk af te nemen, dat zoó men den tienden, twintigften en veertigften penning door malkanderen rekent, dezel- ve ook al eenigzins helpen , de voor opgenoemde kollen goed maken ; aangezien men niet teveel zoude rekenen, als men dezelve jaarlyks op 3000. guldens ichat- te. De fchoonfte en rykfte oor- DeCom- fprong van de goud en zilver-ri- P vier , welke de Voortrefièlykc mlebt Maatfchappy alhier heeft , is zon- winftvan der tegenfpraak, zoo als licht is te denhai,dd- ; denken, de fterke handel alhier, als welke zy alleen, als meefter en , regent van 't gantfche land na ei- gen KAAP de GOEDE HOOP. 283 gen believen en welbehagen met goeden voorfpoed dryft ; want zy handelt in alle waren, welke -Eu- ropa, Afia en Africa, ja zelfs A- merica leveren, waar doorzyze- kerlyk meer wint, als velen, ja meelt alle andere, welke haar werk daar van maken. Sehoon zulks door flecht en een- voudig zeggen, wel te geloven en te begrypen was, zoo aeht ik ech- ter noodzakelyk d'ecn of d 'andere merkwaardigheid daar by te voe- gen, om dat daar door zoo klaar als de Zon aan den hemel blyken zal , dat voo men alles na behoren | behandelde, en niets dan 't waar- I achtig belang der beroemde Maat- fchappy ter herten nam , de aan- gehaalde winlt vry groter zoude zyn, dan zy tegenswooordig is, of by deze omitandigheden wor- den kan. De inwo- Onder anderen hebben de inwo- lershcb- ners t0t nu toe grote moeite in 't !e"fr'iet°by kopen van goederen gehad ; want t kopen zoo ecn inwoner van voornemen fcrenT" was, om 't een of 't ander van de Compagnie te kopen, zoo moeit hy den Heer Gouverneur daarom verzoeken en deszelfs toeftemming verkregen hebbende, eene ordon- nantie op 't negotie-kantoor laten maken , en 't zelve door den Heer Gouverneur en den Opper-Koop- man, die deswegen den titel van Opper- Adminiltrateur voert, laten tekenen, en vervolgens 't geld, dat die goederen bedroegen, be- talen , aangezien dit alles op deze ordonnantie Itont, moeit hy dezel- ve als eene quitantie van den ge- melden KafTier laten tekenen, en eindelyk den Difpenfier of Pak- huismeeiter om de betaalde goede- ren verzoeken. Quam het nu een van deze drie Heren gelegen om den kooper te helpen, zoo wierd hemdegekog- te wraar gelevert; dog was een van 1 hun belet, met andere, fchoon niet nood/.akelyke verrichtingen, zoo moeit men wagten , tot dat het gelegen quam; had zodanig IL T>eel. een goede luim, zoo ontfing men wal goeds, anders moeit men voor lief nemen, 't geen 'er gegeven wierd, zonder een woord daar te- gen te derven fpreken. De voorgaande Gouverneurs Vanwicn . j j j ° iji en waarom hadden de/e wyze \.m handelen y.uiiuinge- ingevoert, ten dele om de minder vom is. Bedienden daar door eenen klei- nen , maar dikwyls herhaalden winlt in den zak te jagen ; om dat ieder koopbriefje of ordonnantie op 't negotie-kantoor moeit betaalt worden ; ten dele om de achtbaar- heid van den Gouverneur daar door te kennen te geven, om dat een ieder om de benodigde goede- ren bidden en nevens de gerede betaling goede woorden geven moeit, ten dele ook om haar eigen voordeel, om dat zy daar door "~ gclegentheid kregen, om hare by- zondere goederen duurder , en eerder als die van de Voortreffely- ke Maatfchappy aan den man te brengen. De Extraordinäres Raad van In die, en Commiflaris van dit Gou vernement , de Heer Johannes van fchaft Steeland, heeft deze liitige wyze waar door de!Bedienden der Voor- treffelyke Maatfchappy veel geld by malkanderen fchraapten, als iets dat tegen 't belang der Heren Bewindhebberen , en andere parti- cipanten van deze Compagnie aan- liep, in den jare 171 3«, wanneer hy als Admiraal van de Retour- vloot alhier aanquam , en den toe- Itand der zaken naaukeurig onder- zogt, afgefchaft en verworpen, waar na ook zyne fchikkingen , die zoo wel 't belang van zyne ho- ge Principalen, als dat der In- woonders beide raakte , zeer fcherp bevolen wierden , op 't fpoediglte werkltellig te maken ; en doordien zulks met't byzonder voordeel der Maatfchappy niet o- vereen quam, zoo betuigden zy weinig vreugde daar over, en be- vorderden derhalven zyn vertrek hoe eerder hoe liever , uit vreze , dat hare zaken by zyn verblyf nog Nn x meer Wie dit weder heeft afge-^ 284 BESCHRYVINGvande meer uitlekken, en in duigen ge- raken zouden, fchoonhy niet'an- ders dan de welftand der Compa- gnie ter herten had. ' Wyders Haat aan te merken, dat 'er ook een groot gebrek in den handel is, door dien de Be- dienden wel jaarlyks eene lyll van de goederen , welke zy van noden hebben, na Holland zenden, maar zy ontbieden veeltyds flechte en verkeerde goederen, die menig- maal lang blvven leggen en beder- ven. Vermids zulks echter een zeer bequaam middel is, om haren afzonderlyken handel te dry ven, en de aan hen vervallene bedurve goederen aan den man te können brengen , zoo is licht af te nemen , dat zulks eene treffelyke goud- myn voor haar is, die rykelyk geeft. . Waarom zy echter zulke ver- keerde goederen ontbieden» en 't voordeel van hunne Heren princi- palen niet beter behartigen, daar van fchynt de oorzaak te zyn , dat zy daar door aan de inwoners wil- len te kennen geven, dat van ha- re gewaande authoriteit alles af- hangt, en zy alles können ontbie- den, wat zy gelieven, en nodig achten ; want als de inwoners al- les naar wenfch te koop konden bekomen, zouden zy te hoog- moedig worden, en niet meer na hen vragen, zoo dat men aldus noodzakelyk dit middel by de hand vatten, en hen daar mede in den toom houden moeit; fchoon midlerwyl niet te loochenen is, dat de Voortreffelyke Maatfchap- py vry minder wint, dan zy anders wel zoude doen, als men haar waarachtig belang na behore be- hergtigde. Dcinwo- Na dat echter de inwoners den EkS? u'eS na '* Noorden en Oorten, dat geCoiie- is, na Holland en Bata\ ia geluk- gicn- ] ;,, hebben gevonden, en hunne 'oor de hoge Collegien zeer minzaam gehoon wn, zoo is hare v ndelyki on ge- n ücIou- m tere haat verandert, aangezien zy voor oogen zagen, dat zulke en diergelyke klagten , tot haar grootfte nadeel Itrekken , en hun- nen gantfchelyken ondergang by de Heren Bewindhebberen der Voortreffelyke Maatfchappy brou- wen zouden. Zulks is in den jare 1706. klaar- worden lyk gebleken , wanneer de inwo- hare v°rigc ners over den toen regerenden gehand- Gouverneur, den Heer Willem haaft- Adriaan van der Steil, en andere hoge Bedienden der gemelde bloe- jende Maatfchappy klaagden, en daar op gunftig antwoord ontfin- gen, waar door deze en diergely- ke klagten niet alleen t'eenemaal uit den weg geruimt, maar ook de inwoners in hare tot nu ge- kreukte vryheden op nieuw be- veiligt wierden ; zoo als ik op ee- ne andere tyd wydlopiger zal moeten tonen , zoo anders de zaak omftandig en duidelyk be- kent zal gemaakt worden. Midlerwyl voeg ik nog enkelyk daar by, dat zedert dien tyd de haar tuffchen beide partyen zulke diepe wortels gefchoten heeft, dat 'er fchier geen middel te vinden is, om dezelve eenigzins te ver- zachten ; gelyk dan de Edele Heer Gouverneur Louis van Affenburg achtervolgens de bevelen van de Voortreffelyke Maatfchappy vele daar tegen werkftellig gemaakt, maar niets anders uitgevoert heeft, dan dat hy zyn eigen levens- draad daar mede heeft afgeknipt , waar van ik niet zal vergeten, de aard en wyze te melden. Het is niet t'ontkennen, dat de- De Maat. ze Edele Maatfchappy ook welf;' gaarn Koopmanfchappen zend, die aan de zoo voort na de aankomft tot geld JJj|f^ können worden gemaakt ; dog on ' moet ik tot haren byzonderen '" dm 1 , gC1> '•) •'• at zy zich aan de welftand van hare onderdanen aan deze Kaap de Goede Hoop lapt gelegen zyn, en op allerhande W tragt te bevorderen; hare Bedien- den echter zyn van gantfeh and( l gevoe- KAAP de GOEDE HOOP. 285 : van I dienden in den lundd. Wat iy met 't ver» kopen doen. gevoelen; dezelve zoeken eerft zu h /.elven, en dan hunne hoge Principalen» zooveel mogelyk.te verrykenj derhalven gaan i) de goede intentie der ßloejcnde Maatfchappy op allerlei wyze te- gen, en nagten dezelve zoo veel mogelyk te dwarsbomen» of t'ce- nemaal te beletten. Hier toe bedienen zy zich ook onder anderen van dit middel; dat zy van deze welgetrokkene goe- deren eenige Hukken uitfehieten, welke zy or als befchadigde of be- durvene en derhalven onbruikba- re en onlevcrbare waren op 't Kan- roor laten affehryven; of als dit niet lukken , of gevoegelyk ge- fchicden kan, zoo laten zy op 't een oft ander gebouw der Maat- fchappy ordonnantien maken , als of 't zelve bouwvallig was , en door dces of geene goederen moeit worden heritelt , waar van dan insgelyks eene goede portie tot haar byzonder voordeel Itrekt , zoo zy anders niet de befchadigde en reeds afgefchrevene goederen in plaats van de goede verbouwen, en zoo veel goede voor zich be- houden. Wanneer nu naderhand iemand zodanige goederen van noden heeft, kan hy van deze afgefchre- vene zonder eene ordonnantie zoo veel bekomen , als hy van no- den heeft , maar 't geld dat hy daar voor geeft , moet hy in gee- nen dele aan de Compagnie beta- len, maar 't is genoeg, als 't maar in dtii zak van den verkoper komt, aangezien 'er geene ordon- nantie is, en buiten den Koper en Verkoper niemand iets daar van weet. Het zoude my zeer licht vallen, eenige Haaltjes daar van by te brengen , zoo 't noodzakelyk was, dog ik ga dezelve voorbe- dachtelyk verby, omdat 'er zon- der twyftel op eene andere tyd 't een of 't ander voorkomen zal, wanneer ik melding zal moeten doen, van 't geen zedert myne aan- wezenheid nu voorgevallen is. Schoon de Y elyke„Watde Maatlcnappy op deze en diei Pde ke andere wys in haren handel KooPfc»n» zeer ben;uk . 'nt zy wint. nogtans veelgeld, en zonder alle tegenfpraak meer , d u'g Koopman in Europa. Want op alle goederen, welke zy alh verkoopt, wint dezelve 7f. ten hondert, te weten , als zy uit Hol- land gebragt worden, en die uit Indie komen, 50 ten hondert, 'c welk de inwoners ook zeer gaarn geven , als zy maar naar behoren können worden vooriicn. Wanneer zulke waren en Koop- manfehappen gevcilt en aan de meettbiedende verkoft worden , zoo blyft het doorgaans by de ge- woonlyk en ingevoerde winlt niet j maar daar word veeltyds ruim een Kapitaal op gewonnen. Nu is zeker , dat de Voortref- felyke Maatfchappy jaarlyks ruim 300000 guldens alhier verhandelt, 't welk echter, zoo men maar 7$ per cent door malkander rekent , 115-000 guldens aan zuivere winft bedraagt ; en byaldien nu 't fmok- kelen van hare Bedienden belet wierd , zoo als mynes bedunkens licht gefchieden konde, zoude de winft nog eenige duizend guldens hoger lopen. Eindelyk heb ik gezegt, dat de wtatook Voortreftelyke Maatfchappy ook "„Vieh * eenig voordeel op 't licht of In- 6«u- difch geld heeft , 't welk van 't Hollandfch zoo veel verfchcelt, als 't Keiferfche van 't Frankifche, Brandenburgfche of Saxifehe. 'T zoude welfchynen, als of de Maatfchappy meer nadeel dan voordeel daar van had , om dat z\ hare Koopmanfchappen in Hol- land voor zwaar geld inkoopt , en hier tegen licht geld weder ver- koopt ; dog ftaat aan te merken , dat alle goederen voorheen na de- ze waarde gerekent , of op den voet van 't Indifch geld gebragt, en als dan met den voorgemelden winft verkoft" worden. Daarenboven zyn in den gant- Nn 3 lchen 286 BESCHRYVING van de fchcn handel, daar dezelve gedre- ven word »geene guldens gangbaar, maar alles moet met ryksdaalders worden betaalt , zoo dat de voor- treffel vke Maatfchappy ten opzich- te van haar kopen en verkopen geen nadeel lyden kan, zoo als zy wel van hare Bedienden gewoon is. In aanzien echter van de zolda- ten, matrozen, en andere geme- ne Bedienden, die ze hier met licht geld betalen, zoo zy zulks van noden hebben , wint zy iets , dogdatmagfehier geen naam heb- j ben , aangezien het op de lange ja- ren aankomt, die zodanig een ge- j dient heeft, en hy na verloop van vyf jaren, met vier jaren betaalt word , om dat 't zware geld tegen 't lichte juilt zoo veel bedraaagt. Uit het tot nu verhaalde blykt genoegzaam, dat zoo men dit ver- gehet met 't geen ik in mynen vorigen gemeld heb, 't befluit daar van beveiligt word ; dat namelyk, als men de koften tegen den winit overweegt zy elkander of gelyk zyn , of ten minften niet veel van malkander verfchelen zullen. Hier uit is ook openbaar, dat de gemel- de roemruchtige Maatfchappy niet veel kollen uit haar eigene kas behoeft te betalen , maar zich weet, op een rechtmatige en bil- lyke wyze , zich daar van te be- vryden. Heeft de Men ziet n°S Verdef ^ j ° inwoners weergaloze genegentheid van de- vedver- ze VOorfpoedige Maatlchappy voor fenolen. ^m haw no^ zoo onlangs opge_ rechte Colonien aan deze Kaap de Goede Hoop, en de tedere liet- de , waar mede zy derzelver was- dom behertigt. Dezelve zal ech- ter nog beter doorftralen , als ik daar by voege en aantone , dat zy in den aanvang de inwoners , en voornamelvk zulke, die tot den landbouw 'lull hadden , al 't nodi- ge verfchoten , en /onder interelt geleent, ja zoo lang in hare han- den gelaten heeft , dat zy zelfs tot op dezen dag nog niet t'cenemaal weder betaalt is. Want zonder te rekenen de banqueroeten , welke eenigen , hoewel onfchuldig gemaakt heb- ken, om dat de dood hen overval- len heeft, eer zy nog in Haat wa- ren om die fchuld af te leggen; terwyl anderen de vlucht geno- men, en door haar flecht huishou- den en verquillen dezelven heb- ben veroorzaakt; zoo zyn 'er nog eenige inwoners, zoo als ik in 't jaar 1711. en 17 13. uit de naam- lyfl van alle fchuld enaars, welke ik in bewaring heb gehad , gezien heb, die aan de Voortreffelyke Maatfchappy nog ruim 40000. guldens fchuld ie zyn, welke zy door zachte middelen , en zonder ; nadeel der fchuldenaars, zoekt in i te trekken, om dat zy jaarlyks van ! ieder met een zeker gedeelte 't zy ' in geld of in vruchten, te vrede | is. Deze Welgezindheid kan men ook zonneklaar vien, om dat zy tot nu niet heeft willen gedogen, dat de Colonien van Stellenbofch en Drakenfteen hun enkeld rechthuis, 't welk , zoo als voormaals reeds is gemeld , in 't dorp Stellenbofch Haat, en in 't jaar 17 10. afgebrand is, uit hare eigene kas alleen zou- den bouwen, maar heeft tot het bouwen en repareren behalven de goedkope bouwmaterialen, hare eigene arbeidsluiden geleent, en aldus getoont , dat zy ook een ge- deelte der onkolten wilde helpen dragen ; zullende dezelve ook tegenswoordig zonder twyffel na den brand tot het wederoprech- ten van 't zelve iets bybrengen , en hare goedaardigheid op nieuw doen blyken. 't Zy hoe 't zy, de tyd zal nog wel geboren worden , dat de roemruchtige Maatfchappy alle de- ze verkeerde wegen van hunne fchynheilige Bedienden ontdek- ken zal , en mögt zy dan wel ge- dwongen worden te geloven, dat zoozy oprecht en trouw bedient , hare Koopmanfchappen en haar waarachtig belang na behoren bc- ftiert KAAP dr GOEDE HOOP. 287 liiert en ter herten genomen wa- ren , hare jaariykfche nevens alle andere onkojlen, op 'l llabilcien van de Colonien , en de nodi- ge gebouwen gegaan, reeds over- lang goed gemaakt /.ouden /mi, en aai /.\ tegenswoordignieunqer nodig zoude hebben, om alle jaren eene tonne gouds in te brokke- len. Midlerwyl hoop ik zulks niet al- ken van herten , maar vvcnfch ' daar benevens, fchoon 't minlte ; belang voor my niet daar in fleckt, dat eenige /.aken met ter tyd ver- andert , en daarentegen andere in- gevoert mogen worden , welke zekerlyk aan deze Kdehnoedige Maatfchappy veel meer opbren- ! gen rullen ; aangezien ik verzekert ben , dal ii. !: n alles na behoren behandelt word, de voortrcfièly- ke Maatfchappy alle jaren veel duitenden men winnen en /ich byna van alle onkoftcn ontllaan kan; 700 't mvn werk was, /ou- de ik deze geheime methode niet \ erzvi \ gen ; dog door dien ik niet hoel te bluflchcn, daar 't m\m niet brand, zoo ga ik zulks voor- bedachtelyk met flilzwvgen ver- by, en wenfeh niet meer, dan dat de gantiehe zaak ten voordele der gantfche Maatfchappy uitvallen , en door iemand , die bequamer is, dan ik, meer dingen ontdekt en aangetoont mogen worden. XXII. HOOFTSTUK. Van de voordelen, welke de Bedienden der Voortrcffelyke Maatfchappy boven hare we- zentlyke bezolding jaarlyks van de Europe- aanfche Inwoners genieten. Of de Bedienden der Voortrèfelyké Maatfchappy i-oordeel van de ftrxoners genieten. Wat ty voor voordeden genieten. Als , eerflelyk van de openbare Infiruinenten. 11 al van de 'leflamenten aan te merken. Hier ivordflreng recht gep/ecgt. Voorval van een'tgé doven. Snyden een anderen fluaf de kop af. Een Fiiropeaaufehe biegt veord van Iftn (hervallen. IVorden in de Saldanba-baay van den fchüdveagt op een aardige iVyze gevangen eenomen. Worden aan de Gouverneur en Fiskaal gebragt. Der zilver te recbt/lell/n^. Straf op "'t hout fielen. De Vendu-meefier geniet jaarlyks veel van de Verkopingen. De J'nidu-mee- fter van de Weeskamer heeft meer Voordeel. Van den doodgraver aan de Kaap. Van de iukomften der boekhouders en ajjiflenten. Hoe de Chrirurgytis en banducdliediU haar byzonder belang ten nadeele van de Compagnie behertigen. NAauwlyks hadde ik de vori- ge vragc verklaart en mynes bedunkens duidclyk beantwoord, of my quam weder eene andere voor, die een antwoord van my ciichtd, zoo ik ze anders een ant- woord waardig wilde achten. Niet tcgcnllaande ik echter niet gaarn diergelyke netelachtige Hoffen be- handelen, waar in ik noodzakclyk van eenige perzonen gewag moet maken, die my nog goed nog quaad gedaan hebben , /oo moet ik echter iets daar op zeegen, om te tonen, dat my in dit Huk ook niets onbekent of verborgen ge- bleven is. De vrage is van den volgenden inhoud; te weten, dat door dien de YoortrefTclyke Maatlehapp\ eenige byzondere voordelen van de burgers en inwoners alhier ge- niet, zoo als boven getoont en tot genoegen gebleken Is, of dan ha- re Of de Be- dienden der Voor- trerTelyke Maat- fchappy voordeel van de in- woners hebben. 288 BESCHRYVING van de re Bedienden ook van dezelve profiteren, en welke de bronnen zyn, waar uit de gemelde winften vloejen , of onder welken naam dezelve bekent liaan? Hier op nu vind ik my genoodzaakt, te ant- woorden en te zeggen, dat de voornaamfteen gequalirlceerdeBe- dienden der gemelde Maatfchappy zekerlyk grote, ja fcbier even zoo wyd zich uitftrekkende voordelen van de inwoners en burgers van dit land trekken, als deze eerftge- melde Maatfchappy zelf; want zoo de Lezer myne voorgaande Hoofditukken in verfche geheu- genis heeft, of de moeite neemt, om dezelve nog eens over te zien , zoo zalhy meelt alle benoemingen daar in vinden. Dog vermids toen myn voorne- men niet was, om van deze alle na behoren te handelen, of de daar by voorvallende en gebruike- lyke omftandigheden gade te liaan, zoo vereifcht in alle delen de noodzakelykheid , iets meer daar van te gewagen en te fchry- ven; mids echter, dat ik my nog aan den rang of aanzien der per- zonen, nog aan iets anders zal la- ten binden ; maar het my genoeg zal zyn, als ik de voorhebbende zaken (lechts na elkander verhaal , zoo als zy my zullen voorkomen. Met dit beding zeg ik nu, dat de gequalificeerde Bedienden der gemelde roemruchtige Maatfchap- py , nevens hare AlTiftenten of Schryvers, welke eigentlyk ook onder de geqalificeerde perzonen behoren , grote voordelen van de inwoners genieten, ten dele door 't vervaardigen van zodanige in- strumenten , (Schriften) welke niemand als een Secretaris of No- taris opltellen mag; ten dele ook door openbare en byzondere ver- kopingen; midsgaders door ge- vallen, die met geldboetens ge- ftraft worden; en eindelyk door verbodene en {trafbare midde- len. Van de openbare inftr nten , urne welke niemand dan een Secreta- ris, die hier met eenen het ampt van Notaris waarneemt, opltellen mag, trekken voornamelyk de twee hooglte SecretarilTen , te weten die van den Raad van poli- cy, en die van den Raad van Ju- ftitie, zeer grote voordelen ; dog de anderen zyn ook niet t'eene- maal daar van uitgefloten , maar trekken van de kleine, en huwe- lyks-zaken ook eenig voordeel; voornamelyk echter die, welke den Land-droft en Heemraden van de beide Colonien , Stellen- bofch en Drakenlteen , als Secre- taris toegevoegt word , als die magt heeft, om alles, behalven Schepen-kenniflen te vervaardi- gen. Alle openbare Schriften zyn niet alleen onderfcheiden, om dat zy van de Notar iflen verfcheide benoemingen, na de verfcheident- heid van hunnen inhoud dragen ; maar ook, om dat de Secretaris zommige of alleen met twee ge- tuigen vervaardigen kan, of dat hy gehouden is, dezelve in byzyn van twee leden van den hogen Raad, in plaats van andere getui- gen, die doorgaans zyne Klerken zyn, op te (tellen. De eerfte worden genaamtObli- gatien, Contraéten, Getuigenis- fchriften, Procuratien , Volmag- ten »Teitamen ten , Codicillen , Hu- welykfche voorwaarden, enz. De andere dragen den naam vanSche- pen-kennilïèn en juramenten. Van beide heeft de Secretaris altyd een ryxdaalder voor zyne moeite; dog van de teftamenten, als waar toe meer arbeid en oplettenhcid ver- eifcht word, geniet hy vry meer, na dat hy zulks of in zyn huis of op de Secretary vervaardigt, of dat hy verzocht word , die in 't een ot 't ander huis temaken. Want indien hy verzocht word, een tcltament in zyn huis of op de „enten " Secretary te maken, zoo komt aan te hem twee ryxdaalders toe; doch mcrkcn- komt hy aan huis van den Tellant, zoo VVjt van KAAP dr GOEDE HOOP. 289 ï.00 moet hy 3 of 4 ryxdaalders. hebben, na dat hv ver £.\m moet; indien !i\ een of ook wel meer tl.i- gen moet uitbl] ven , /.00 ontfangt hy mcern.i mate van /vn verlet ; want zoo hy eenen dag opgehou- den word, zoo kan hy met alle recht, uit hoo'de van zyne in- HrucHe, 6. ryksdaalders eiflchen; moet hy nog langer blyven , zoo Hvgt de prys van ieder dag 2. ryx- daalders hoger, behalvcn dat voor zyn paard ten miniten nog een nxdaalder moet betaalt wor- den. Hier uit ziet men aldus , dat menig teftament zeer hoog in geld komt, 't welk echter de inwoners alhier niet achten, zoo 't flechts opgeftelt word , dat 'er na 't ope- nen van 't zelve geen verfchil over ontitaat, 't welk zeer dikwyls ge- fchied, als een onkundige onder- Haat, iets op 't papier te zetten, dat na een teilament gelykt, zon- der dat 't de behoorlyke form of alle des/el fs leden heeft. By alle deze initrumenten en o- penbare Hukken worden twee ge- tuigen vereifcht, waar onder die, welke uit den hogen Raad daar toe gedeputeert worden, niet alleen billyk den rang genieten, maar ook voor hare moeite ieder eenen halven ryxdaalder ontfangen, ter- wyl de AlfiHenten of andere men- fchen, voor 't tekenen van een in- Hrument als getuigen , niet meer dan 4 Hollandfche Huivers heb- ben , ten ware zy zulks voor niet met al , of zoo als in mynen tyd op Stellenbofch gefchiede , ten voor- dele van de armen doen. Pryswiar- Te weten , de Land-drofl en de digc at- Heemraaden hebben een fraaje en Heemra" heilzame fchikking onder zichzel- denenden vcn en ujt eigene beweging ge- Landdroft. ,. ° . j ti maakt, acntervolgcns de welke een ieder , die in de Raadsverga- dering te laat quam, eenen halven ryxdaalder, en die afwezend bleef zonder 't Collegie daar van kennis gegeven te hebben, of gene ge- wigtige of geloofwaardige omltan- II. o lang als dit maken van een de pas door een kragtig teftamiot Kil en verkopen duurt, 't welk reineden is, waar in hem ook de dikü yls ruim r.|. dagen vcrcileht, Heren Weesmeefters getrouw helpen, en zoo veel mogelyk voor- liaan ; niet cnkelyk om 't voordeel der Wezen te bevorderen, als 't welk onder anderen ook daar in beilaat, dat de roerende en onroe- rende goederen tot geld gemaakt, de Kaap zelf niet, maar in een van en tot dat zy meerder jarig of ge- de voormaals betehrevene Colo- t rouwt zyn, op winit uitgedaan nien zoo word op de kollen der word] teneinde zy daar van op- Weezen een wagen met 4. paarden gebragt en de hoofdzomma ver- gehuurt, waar mede deze Heren groot zoude können worden; af en aan ryden. maar ook om haar eigen voordeel, , Wanneer nu dit alles gefchied , ten einde om den zwaren lall van en 't geld door den Afilager of Bo- de zorg eenigzins te verzoeten, en de, die ook zoo veel daar van ge- mede een veeg uit de pan te heb- niet, als hy by den boven befchre- ben. venen Vendu-meeller, den Secre- Opsrme Want dat ik dit laatfte van hen tarisvande policygehad heeft, op- sveeskin- fe^ryf» Wyft my de lange onder- gehaalt,enaanden Vendu-meefter irordwei- vinding; aangezien zy op Wezen, en Secretaris ter hand geilelt is, zoo »ig gelet. wejke wemig of niets van hunne trekt deze alle kollen van 't kapi- ouders hebben , gantlch geene taal af, en geeft het nevens zyne acht liaan, en niet letten, hoe zy fchriften, aan de Heren Wees- opgetrokken worden , of wat zy meeilers , waar mede hy zich ver- leren; terwyl in tegendeel de ge- antwoorden kan, dat hy oprecht nen, die ryk zyn en veel geérft en eerlyk gehandelt heeft. Deze hebben, zoo voort door de Wees- nemen vervolgens de hoofdzomma kamer opgefnapt, derzelvergoe- en lenen die aan dees en gene te- deren opgefchreven,aan de meelt- gen een winil van 6 ten hondert, biedenden verkoft en de gelden ten einde daar door de gcledene op de bovengemelde wyze behan- I fchade vergoed worde , en de dek worden. , Weezen Chriltelyk en na behoren Deze Yendu-meclter geniet können worden opgetrokken, voor't verkopen van alle goederen ; Doordien nu jaarlyks vele ryke aan W ezen toebehorende, zoo veel als de eerltgemelde , te weten, 4 ten hondert; daarenboven moet menfehen ilerven, welker Wezen aan de weeskamer vervallen, zoo is licht af te nemen, dat deze Ven- hy vooor 't maken van de 1) il der du-meeller veel geld winnen moet, goederen, 't Melk in byzyn van zonder te rekenen zynevalle be- twee gedeputeerde Weesmeefters zolding, en 't geen hy daarenbo- gefchied, als mede voor 't houden ven van de Yoortreflelyke Maat- van 't verkoop-protokol en voor : fchappy geniet; en weet ik, dat in 296 B E S C H R Y V I N G van de in 't jaar 171V. een zeker inwoner op Stellenbofch itierf, welkers goederen tagtigduizend guldens 'l\ droegen, die door den Vendu- meefter alle verkoft zyn, dog hoe veel hy daaar van in zyn zak heeft gelloken , zal ik hier met ililzwy- gen verby gaan. Voor dezen had de Curator ad Lites en Garnifoens-Boekhouder ook een fchoon inkomen; omdat hy de goederen van de genen, die op zee gellurven waren, alsVen- du-mcefter verkoft , en 't zelve voor zyne moeite ontfing, als de andere Vendu-meefters; dog in den jare 1710. heeft hy dat voor- deel verloren, wanneer hy be- fchuldigtwierd, dat hymet dier- gelyke goederen niet oprecht had gehandelt. Of hy echter voor zyn perzoon , of anderen fchuld daar van hadden, wil ik niet on- derzoeken , om dat het zaken zyn die buiten myn bedek gaan. Wat my aanbelangt, ik acht, dat men hem zoo licht niet van bedrog kan beichuldigen; omdat hy de goederen van de fcheeps- Boekhouders onder een inventaris moell aannemen , die goedgekeurt en van eenige fcheeps-Officiers ge- tekent waren. De gene die in dit Ziekenhuis of aan land flierven , hadden hunne kiften en andere goederen buiten zyne magt, wel- ke hy niet anders dan verzegelt ontfing en alle in 't byzyn van twee Gecommitteerden opende, eene nette lyft daar van maakte, en vervolgens in haar byzyn opentlyk verkoft ; hoe en wanneer hy niet oprecht daar mede zoude hebben gehandelt, zulks is eene zaak, welke ik niet weet, of begrypen kan. Het zy , hoe 't zy, 't is genoeg dai ik dikwyls van de daar by (taan- de fchceps-Kapiteins en andere Of- ficiers gchoort heb, dat zy op zo- danige u vs hunne goederen-wel al- tyd wilden laten verkopen, om dat zy wel zagen, dat 'er geen bedrog onder gcipcclt u ierd ; zoo dat ik niet kan begrypen, op wat wyze hy in dien naam geraakt is; ge- noeg is 't , dat hy daar door jaar- lyks 3000. guldens komt te verlie- zen, Doordien ik tegenswoordig van DQoad"rj! de overledenen fpreek , zoo vind versaan de ik raadzaam , om ook iets van den KaaP* Doodgraver te melden , die ook een Bediende van de VoortrefFe- lyke Maatlchappy is, en wel niet een zoldaat of een matroos, dien dit ftuk brood zeer wel te ftade zoude komen ; maar by myne aan- komrt heeft het ampt van Doodgra- ver bedient, Cai Jefle Slotsboo , Garnizoens-vaanderig, dog dezel- Luitenant wordende, wierd de weduwe van wylen den prediker op Stellenbofch, Hercules van Loon, tegenswoordige huisvrouw van den Heer Willem Helot, daar mede begiftigt , na welkers her- trouwen zy 't voor haar kleinzoon Willem van Loon, verzocht, die 't nog bedient. Een zodanige Doodgraver heeft weinig moeite, om dat hy als een Bediende der gemelde Maatfchap- py, maar een of tvveeflaven van dezelve bevel behoeft te geven, 't graf te maken , en wyders te be- zorgen ; 't welk zy hem dan ook nooit weigeren können, zoo zy anders een goed woord van hem ontfangen willen. OndertufTchen is 't geen daar voor betaalt word, voor hem , re weten , voor een kinder graf, als mede voor een flave of flavinnne graf, groot of klein, een halve daalder, 't welk jaarlyks veel opbrengt. Eindelyk kom ik aan de ge-vandfge- dwongene verkopingen, welke «iwonge gene andere zyn , dan die gerech- Vl tclyk gefchieden , als iemand zyne fchulden Tiiet goedwillig betalen wil of kan, ten einde om de fchuldeilFchers te vrede te ftellen. Want als men geene gclegentheid heeft , om aan zyn geld te komen, zoo is men zekerlyk genoodzaakt de Overheid tot hulp te roepen, waar door de onwilligen gecon- dem- gen. KAAP de GOEDE HOOP. 297 demneert, en de Crediteur! be- taalt worden , behaWen dal de Ge* rechtsdienaaus ook een goed voordeel daar van hebben« De Secretaris v.m Juiiitie be- geeft zich nevens twee Gecota- miueerden van dien Raadenden Bode na 't huis \au tien verw e/e- nen, en maken eene lyll van alle goederen, die daar in /yn, welke lyll van hen zoo voort getckent word; wyders doen fcy aan 't gantfche Collegic verflag , en ont- rangen ter zelver tyd bevel , de- zelve na gedane bekentmaking, te verkopen. Hier van is de Secre- taris Vendu-meeiter,doorde twee bovengemelde Gecommitteerden geailitteert. De Bode is alsdan Af- llager, die van de kopers daar na ook 't geld ophaaalt, en aan den Secretaris ter hand Helt , en met de gemelde Heren Gecommit- teerden en de Gerechts-Bode ge- niet, 't geen de Gecommitteerde Weesmeeiters en hunne Afflager dagelyks ontfangen. Vafte goc- De vafte goederen worden by iOTbyX- opveilinge verkoft, zoo als hier veilingen voren wydlopiger verhaalt is ; dog ►•erkott. ßaat aan te merk;en t dat Dy ane verkopingen, die op 't land ge- fchieden, de Lief hebbbers «met eeten en drinken verzien, en zom- migen ook voor niet met al ge- huisvelt worden ; tcrwyl by de genen, die aan de Kaap voorvallen de kopers enkelyk met een glas wyn en een pyp tabak onthaalt worden, ten einde de Kopers door den wyn aangemoedigt,wat rykelyker in 't bieden zyn zou- den. Zes weken na den verkoopdag, brengt de Afflager of Bode aan een ieder, die lolle goederen ge- koft heeft, zyne rekening, of een uittrekzel uit 't verkoop-protokol, welke rekeningde koper zoo voort betalen moet ; waar na de Bode dezelve in naam van den Vcndu- meefter quitteert. Deze wyze van 't geld op te ha- len is eerft in den jare 1 7 1 o. op- II. o hy /\ne toenmaals gemaakte lchulden betaalt, en de Heer He- lot hem niet onderlleunt had, hy niet lang aan de/e zyne bediening gebleven zoude zyn. Ik konde nog wel iets van den gemeiden Heer Helot zelf daar by Voegen , hoe dezelve zich name- lyk gedurende zyn vendu-mces- terfchap gedragen heeft, wanneer hy met 't geld dat hy van eene vrywillige verkoping had gemaakt eene lchuld betaalde, waar voor de verkoper borg gebleven was , terwyl de fchuldenaar in leven en zelfs niet eens gerechtelyk aange- fproken, veel min uitgewonnen, en nog minder tot betalen verwe- zen was; en doordien hy daaren- boven den verkoper van de gant- fche venditie geene rekeningdoen wilde , zoo vervolgde hem deze in rechten; dog doordien men hem by 't gerecht heel veel bcgun- ïligde , is hy door eene confulta- tie van twee Rechtsgeleerden in Holland zoo ver onderlleunt, dat de eer van den gemelden Heer Helot zekerlyk eene grote krak zoude hebben bekomen , ten ware de vrees dezen inwoner , die zich nu te Amllerdam bevind , zoo ver gebragt had, dat hy genoodzaakt wierd, de hand op den mond te leggen , aangezien men hem dreigde, fchandelyk te handelen, als hy de zaak verder voortzet- te. Ik wil my echter hier in niet v»n de in- verder inlaten, om dat de zaak DC-- *ow£en, oer IJociC' ven dat t'overbekent is, zoo dat houders en ik my van de Vendu-mcellers tot Affiitenten. de Boekhouders en Klerken be- geef, welke insgelyks iets uit de Pp beurs BESCHRYVING van de 298 beurs van de inwoners trekken. Want voor ieder ordonnantie of koop-leverings en toonbrief je , 't welk zy voor de inwoners ver- vaardigen, die iets van de Voor- treffelyke Maatfchappy kopen, of aan dezelve leveren , midsgaders van dezelve lenen wilden , moeit men hen eenen fchelling betalen , 't zy dat zodanig briefje veel of weinig bedroeg. Ik heb welgezegt, dat deExtra- ordinaris Raad enCommillarisvan dit Gouvernement, de Heer Jo- hannis van Steeland , alle deze onbehoorlyke manieren van han- delen op 't kantoor afgefchaft heeft ; dog zy gaan als nog op 't Soldy-kantoor en op de Secretary in zwang, alwaar men zelfs voor een klein uittrekzel uit de Auétie- protokollen, en de Vryboeken , midsgaders uit andere fchriften, een fchelling betalen en daarenbo- ven dank zeggen moet ; fchoon 't maar een uittrekzel van drie re- gels was. Dit zyn nog rechtmatige voor- delen, welke de Bedienden der Voortreftelyke Maatfchappy van de inwoners alhier trekken. Had ik lult wydlopig te zyn, en de onrechtmatige behoorlyk voor oogen te ftellen , welke zy niet zoo wel van de inwoners als van hunne Nutritores of voedilerheren zelf fchrapen, zoo zoude zoo veel bla- deren naauwelyks genoeg zyn , als de rechtmatige tot nu beflagen hebben ; te meer om dat ze in zo- danige menigte zyn, en zoo ve- lerhande buizen en kanalen heb- ben, dat 't naauwelyks geloofwaar- dig kan worden voorgeltelt. Ik heb reeds voormaals van ee- nigen melding gedaan, engezegt dat zy de Koopmanschappen van de \ oortrefFelyke Maatfchappy of als onbequame, bedurvene, be- fchadigde en niet leverbare goede- ren laten alfchryven, of voorge- ven, dat dit of dat gebouw van de Yoortrerfdyke Maatfchappy moet worden herlklt ; dog ikh eb toen niet gemeld , dat daar door niet allen, maar voornamelyk eenigen van de genen moeten worden ver- Itaan, die byzondere opzicht van diergelyke goederen hebben. De zaak zal licht te begrypen , en myne mening zeer ras te ver- liaan zyn, als ik van zoo vele maar 't een of 't ander Haaltje bybreng, die gedurende myne aanwe/ent- heid zyn voorgevallen. Ten tyde wanneer de Heer Willem van Putten Pakhuismeefter was, is 't meer dan eens gebeurt, dat dezel- ve fmits kolen voor zyne eige re- kening verkoft, welke de \ oor- trefFelyke Maatfchappy niet meer te verkopen had, of ten miniten aan eenen enkelden Vry-fmid zoo veel niet wilde geven, dan hy ver- zocht ; om dat zy altyd , zoo als billyk, voor hare eigene Smeden eenen goeden voorraad behouden, die zich zoo lang daar mede behel- pen moeft, tot dat 'er wederom andere uit Holland aanquamen. Hier mede ging het op de vol- gende wys toe : Wanneer een zeker Smid , dien hy meelt be- trouwde , van den Edelen Heer Gouverneur een Ordonnantie had, dat hem een halve hoed kolen, en yzer na proportie door den Pak- huis-meeiter zoude gegeven wor- den, en hy dezelve na de betaling aan den Kaliier vertoonde, en de gemelde kolen en y/er verzogt , zoo gaf de gemelde Heer Van Put- ten hem niet alleen zoo veel van deze Hoffen , als hy reeds betaalt had , maar liet hem dikwyls zelfs eens zoo veel daar van toekomen ; mids dat hy geen menfeh iets daar van zeide, en hem in 't byzonder daar voor betaalde. Wie nu weet, dat ieder Pak- huis-meelter de hem toebetröuw- de goederen hy de maat en 't ge- wigt ontfangt , en met even dien zelve maat en geu igt weder uit- meten of uiwegen en verrekenen moet, die kan by zich /elven de rekening maken , op wat wys de- ze Pakhuis-meelter aan zoo veel fteen KAAP Di GOEDE HOOP. 299 ftecn of Smids kolen, enyzer na proportie- gekomen is. I lier op heeft ook die zelve \ ry-Srrrid, genatmi Jan Jakob Kouter man, een beëdigde betui- ging gedaan , welke in een Boek, door /ommige Inwoners alhier op uitgegevene korte Deduftie van den Gouverneur Wille m Adriaan van der Steil , met den druk ge- meen gemaakt , onder den Titel van Contra-Oeduclie, of Grondi- ge Vertoning van de valsheid der uitgekomene Deduclie, pag. ïif. ïtól te vinden is ; waar in hy dit hoven verhaalde nog eenige ande- re Hukken met eede bekragtigi heeft. Ik beroep my voorbedachte op de gemelde Contra-Deductie , ten dele om alle wydlopigheid te myden ; ten dele ook , om dat men in dezelve meer andere dier- gelyke fraaje Hukken aantreft, die genoegzaam te kennen geven , met welken yver eenige van de- ze Bedienden 't belang van hunne hoge Heren Principalen beherti- gen ; want ik ben gantfeh niet van voornemen , om van den Hoofd- Adminiftrateur, Jan Corneliszoon d'Abling , den Heer Jan Brom- mert, Equipagie-meefter, enden Lieutenant Caie JeiTe Slotsboo veel woorden te maken; of dezel- ve hier ten tonele te doenverfchy- nen. Hoe de Alhier behoren ook eenige Chi- Chirurgyns rurgyns, en fchier ook alle hand- ln hand- werksluiden der Voortreffelyke knhaar" Maatfchappy , welke met arbei- byzonder den veel geld van de inwoners herteen!" winnen, ter wyl deze goedaardige en langmdedige Maatfchappj d materialen daar toe befchikken moei ; ja /.ommige ('hirurgvns ge- bruiken de in banden hebbende \n/enyen niet alleen óm de zieken alhier zonder onderfcheid te gene- zen, ma^ar verkopen ze aan \ reetn de landaarden, gclyk ik weet, dat zulks door den Oppermeefter \. ('aruieh, iseefohied, 't welk ten hoogllen Urat'baar is. By deze Hoofd-rivieren , waai mede deze gequaliriccerde bedien- den haren grond zoo wel weten te bevogtigen, zoude men liehtelvk andere by- rivieren können voe- gen, die van minder gewigt zyn; dog ik ben een vyand van wydlo- pigheid, en acht ik ze niet waar- dig, dat ik ze eens met namen noem, aangezien hier uit reeds ge- noegzaam blykt, dat de Bedien- den van deze roemruchtige Maat- fchappy haar voordeel by de Inwo- ners zeer wel weten te maken. Alleenlyk was te wenfehen, dat byde dezen, zoo wel de Bedien- den als de andere Inwoners , een- dragtig met elkander leefden, en de een den anderen niet veraebte- lyk handelde ; nog de ecrflen o- pentlyk voorgaven, dat zy aan de Voortreffelyke Maatfchappy aan- genamer zyn dan de laatften, of, zoo als men hier dikwyls hoort zeggen, dat de Bedienden der Voortreffelyke Maatfchappy hare echte kinderen zyn , en de inwo- ners hare onechte; terwyl nogtans deze Voortreffelyke Maatfchappy voor de eene zoo wel als de andere oprechte , t rouwhei tige en vader- lyke zorge draagt» II. "Deel. Pp XXIII. HOOFT- 300 BESCHRYVING van de XXIII. HOOFTSTUK. Van de Zeden en Gebruiken , welke de Furo- pcaanfche Inwoners onder malkander waarne- men , en wel voornamelyk. i. Ten opzicht van hare bezoeken en tegenbezoeken. 2. Hun- ne bruiloften. 3. Haar kinder-dopen. 4 Ha- re begrafeniffèn. 5. Hare fcholen en kinder- tucht. 6. Hoe zy zich jegens hunne flaven , en 7. jegens de vreemdelingen, die aan deze Kaap komen, houden. Dtfckryver wil in V algemeen van de Kaapfcbe Colonien fpreken. Wegens den rang der Eu- ropeanen. IVat omtrent de vifleten by voorname perzoonen aan te merken. I ourmalige wyze van bezoeken der Europeanen. Door den Gouverneur afgejebaft. Dezelve beeft zy- ne dagelykjebe byeenkomfien zelfs gebad. Word wegens vrouw sperzonen verdacht gehou- den. Van de huwelyks-plegtigbeden. Wat voor de eerfle proclamatie gefibied. Hoe de va- di r van de bruid de gaflen onthaald. Deze vrolykheid word tot de derde proclomatie ver- volgt. Wat voor plegtigheden na den trouw waargenomen worden Aanmerking omtrent de ongetroude vrouwsperzonen. Van de plegtigheden by V kinderdopen gebruikelyk. Van de lykflaatzien. Op wat wyzedeweduw, of weduwnaar weder mogen trouwen. Van de mecjle ouders word de kindertuebt verfuimt De algemecne Jcboolen zyn flegt gefielt. De fcboolmeeflers konden veel geld winnen. Maandelykfche inkomßvan een Jcboolmee fier. Hoe de vreemdelingen van de inwoonders genaamt worden. Waarom de vreeitidelingen meer moe- ten betalen. Van de flaven der vrye inwoonders. Wat by bet dopen der flaven kinders aan te merken. Slaven worden hard geßraft. Een voorbeeld daar van. Hoe men de flaven handelen moet. Einde van dit Huofdfiuk. Van de Ka.'.pchc Col" in "t alge- meen. NA dat ik van deze Regerings- vorm en alle deszelfs ap-en dependentie uitvoerlyk en duide- lyk gehandelt heb, zoo is 'ttyd, dat ik de gezamentlyke Colonien in 't algemeen ook onderhanden neem ; want doordien van derzcl- ver verdeling en ganrfche fchik- king omllandig gemeld is, zoo vind ik my genoopt , om van de plegtigheden en zeden, onder hen gebruiklyk, insgelyks gewag te maken. Ik weet my nog zeer wel te bin- nen te brengen, dat bieren daar iets daar van ingelait is, dog be- halven dat zulks geene aan een fchakeling heeft , maar op eene toevallige wy/.e bygebragt is, zoo weet ik echter niet, dat ik van hunne bezoeken en tegenbezoe- ken, van hare gebruiken by 't dopen van kinderen, bruiloften, begrafeniffèn , kindertugt , en fcholen ; veel min hoe zy met hunne flaven en ilavinncn leven, en dezelve handelen, eenig be- richt mede gedeelt heb, derhalven acht ik my verplicht ; daar van ook melding te doen, ten einde niets ontbreke aan 't geen tot een voldoenend bericht vercifcht w ord. Dienvolgens ftaat te merken, weger» dat 't Ceremonieel wegens den den ™g ... , r t t J- aei Euro- rang alhier, en door gantlcn Jnciie 1>c., veel ftipter nagekomen word, als in Kuropa ; aangezieu niemand, den iuro- dllCII. KAAP de GOEDE HOOP. 301 den anderen val w\ken, als/.\n rang hem de bovenhand geefi ; de wyrjes zyn voornamelyk in dit Ihik oplettende, en ten eerllenop haar paardje, ^'s zy zien, datce- ne andere aan 't hogerend zit, die 200 hoog in rang niet is, als zy; en heb ik reeds voormaals bericht, dat de Kolter de groodte moeite van de waereld heelt, om allede Itoelen na haren rang te fehikken, en dat hy hier op zelfs meer moet pallen, als op 't luiden van de klok, ten ware hv een fchamper vcrwyt van de gekreukte vrouwtjes in de kerk /elf wilde horen. fan de vi- Wat echter eigentlyk de viliten 'Smtme of bezoeken aanbelangt, in dczel- crioncii, ve is een zonderbaai onderfcheid te merken, 't welk daar inbeftaat, of men zyns gelyke, of eenen die hoger is, of een ander bezoeken wil ; wil men iemand bezoeken die hoger is, dan men zelf is, zoo zoude 't voor de grootfle onbe- leeftheid geacht worden, als men hem niet voorheen liet vragen, of men hem ook geen belet zoude doen, als men hem quam opwag- ten ; want hier door hoort men niet alleen, of men aangenaam is, en of 't gelegen komt , maar de geen dien men bezoeken wil, heeft alsdan tyd , om alles een wei- nig op te ruimen , en toeitel te ma- ken, ten einde geene verwarring nog eenig gebrek aan dit of dat bevonden worde. /an de vi- Niet veel anders is het gelegen iten by als men zyns gelyke bezoeken wil, vant men bedient zich van die- zelve methode, namelyk men laat ook vragen of het gelegen zal ko- men, dog is hier in 't onderfcheid dat men de gene die hoger zyn , eerft eenige uuren, na dat men heeft laten vragen, en zyns gelyke zoo voort als men 't antwoord be- komen heeft , gaat zien. Daarentegen zoo men iemand wil bezoeken, die minder is, zoo heeft men alle deze omitandighe- den niet van noden, maar men gaat ongevraagt , 't geen ook een bur- .cn ontrent dea anderen, en een boer jegens zyns gelyk waar- neemt. Hy alle deze vifiten ofbezoeken w,r ver. ZOO als ook l>\ de C'ontra-\ iliten ii' urby of tegenbezoeken Haat verder tetcn,crken- merken, dat zoo voort als men by malkanderen komt , een kopje thee gedronken, en eenige inge- '• gde noten, nagelen en diergely- kë voorgezel worden; of ook wel een p\ p tabak gerookt word ; Waar na men een glas wyn drinkt, en een boterham met gerookt vlccfch,cnz. eet. Kortom, daar is niets zoo koft- baar , lekker en aangenaam in huis, dat by zodanig bezoek niet voor den dag komt , waar onder dan niet alleen de Indifche vruchten te rekenen zyn, maar Europa en ons lief Duitfchland levert ook iets, dat boven alles lekker gehouden word, te weten haringen, kaas, ham- men en gerookt vleefch ; dog 't geen meelt gezocht word , en de de kroon fpant , is 't Zerbfter bier, de Bronswykfche mom , 't Deen- fche en Lubekfche bier, 't zeer fterk Engelfch bier, Aal genaamt, en de Hollandfche bieren. Uit alle deze omüandigheden kan men nog niet oordelen , of 't bezoek aangenaam geweeft zy of niet, aangezien men dikwyls uit ftaatkundige inzichten de gene , die men niet wel mag zetten, op de gemelde wyze zeer vriendelyk onthaalt, en tot laat in den avond ophoud ; wanneer echter de Heer van 't huis zelf vermaak in 't be- zoek heeft, en 't zelve hem aange- naam is, zoo verzoekt hy nog meer vrienden , om den tyd t'aan- genamer door te brengen. Heeft deze zyn vrouw by zich , De tyd zoo worden de anderen insgelyks wordd*af zeer ver- verzocht om dezelven met zich te makdvk brengen, ten einde om malkander düorsc- den tyd te verkorten. Is men ™g' moede van praten, en wil men niet geltadig roken en drinken, zoo begint men een i'pcl, dat de mannen en vrouwen byde bywo- Pp 3 nen, De Gou- verneur liecft iync 302 BESCHRY nen ; word men ook moede van litten, 200 verlulligt men zich mot iets anders, en brengt men al- dus den tyd zeer heugelyk door; aangezien 't geen oogenblik aan lek kernven en derzelver verande- ring ontbreekt , tot dat eindelyk de Zon 't hoofd neer duikt, en ie- der tot ruilen port , wanneer 't als dan ook aan geene dankzeg- gingen en plichtplegingen ont- breekt. Voor dezen , eer de onrull tuf- fchen den Heer Gouverneur Wil- lem Adriaan van der Steil en eeni- ge voorname ingezetenen alhier begonnen is, zoo als ik by myne aankomll nog gezien heb, zoo be- fpeurde men eene weergaloze een- dracht onder alle Europeanen , zonder onderfcheid , zoo dat zelfs zommige op 't land gezelfchappen maakten , en elkander by beurten gingen bezoeken , zoo dat zy al- tyd willen , waar zy hunnen tyd aangenaam zouden doorbrengen. Schoon nu dikwyls flerk wierd gedronken, zoo als licht is te den- ken , zoo heeft men echter nooit gehoor t, dat zy een complot ge- ïmeed of een toeleg tegen deze Regering gemaakt zouden hebben, zoo als de gemelde Heer Gouver- neur Van der Steil hen naderhand wel heeft willen te lalle leggen ; maar was haar inzicht enkel en al- leen, om den knoop van vriend- fchap en eendrachtigheid onder el- kander valler toe te halen, 't welk mynes bedunkens nietquaadis, maar te wenfehen was , dat in alle Gemeinte-Üaten zodanige liefde en vcrtrouwclvkheid te vinden mögt zyn, ja dat met 't doorbre- ken van 't tweedracht-vuur deze onderlinge liefde en belecftheid niet geblufcht was, zoo zouden de gemoederen zonder twyffel be- daarder zyn, en deze Overheid zoude zoo veel moeite niet behoe- ven te doen , om dezelve onder eene muts te brengen. De Heer Gouverneur zelfheeft voor dezen zyne gezelfchappen VING VAN DE gehad, welke hy alle avonden, na dageiyk- de zaken gedaan te hebben, ging j^om- bezoeken , waar op hy meeil tot ft™ zelf zeer laat in de nagt , tegen de or-gehad" ders van zyne Heren Principalen , bleef, om dat de poort van de Velling al tyd open blvven moeil. Wanneer nu de inwoners zoo muitzuchtig en oproerig waren , als hy ze wel uitfchildert, zouden zy dikwyls gelcgentheid hebben gehad om hem op weg op te paf- fen, en zodanig te groeten, dat hy 't uitgaan op eenen anderen tyd wel zoude hebben vergeten , te meer om dat hy doorgaans maar 2. man by zich had, en veeltyds hc- ne ging , zonder dat het iemand will. Dit gezelfchap bezocht hy al- Hadaiic tyd in een en 't zelve huis , en J^|nma^. moeilen als dan de gene, die hv by f<&cu. zich wilde hebben , eerll ontbo- den worden ; aangezien hy een ie- der zyn gezelfchap niet waardig achte; en konden zelfs degene, welke hy liet ontbieden , geen {laat maken, dat zy alle dagen by hem zouden zyn , alzoo hy zeer gaarne verandering van gezelfchap had, waar door ook niemand zoo licht konde weten , wat daags te voren voorgevallen was, en waar mede zy hunnen tyd doorgebragt hadden. De Heer Gouverneur echter Hoede bragt meefl zynen tyd door met"lceftety dat zelfs dien namiddag, na iMtwor- ^at ?y V00J. ^e eer^emaai afge- roepen zyn, vele goede vrienden, voornamelyk jonge luiden ten hui- ze van de Kruid, alwaar zy onfeil- baar den Bruidegom aantreffen, hare* gelukwenfching wegens de eerlte afroeping afleggen, en tot laat in den nagt blyven ; den tyd met eeten en drinken, danzenen fpringen,en allerhande andere ver- makelykheden doorbrengen , en zich eindelyk ontrent midnagt na huis en te bed begeven. De Vader van de bruid moet zich aldus ter dege verzien , en van alles eenen groten voorraad hebben ; want fchoon hy wel aan wyn geen gebrek zoude können leiden , om dat hy denzelven of zelf plant en bouwt, of denzelven van een ieder redelyks koop be- komen kan ; zoo moet 'er ook een goede teug Europeaanfch bier , als mede hammen, allerhande ge- rookte woril , zalm , enz. in voorraad zyn, ten einde men ee- ne lange tafel aanrechten, en den gaden velerhande goede aangena- . me koude fpys voorzetten kan. Nog de Heer van 't huis nog ie- mand anders dient deze gallen voor; ten zy 'er vele jongmans waren, die de moeite nemen, om 't.Vrouwentimmer te dienen en op te pallen , en haar 't een en 't ander op een bord aan te bieden , want voorleggen kan ik niet zeg- gen, om dat niemand aan de tafel, maar een ieder op lloelcn langs de muur gefchaart zit, een bord met èen zervet neemt, en 't geen hy hebben wil, eifcht. II. Tfeel De rnansperzonen gaan aan de- ze tafel (1 vin , en friyden 't geen hen gelieft, mids dn zy de Juf- frouwen, welke zy hebben aange- nomen op te pallen, alvorens van alles bezorgt hebben ; wan- neer nu niemand meer gelieft te eeten, word deze tafel weder af- genomen, en weg gedaan, ten einde een icgelyk plaats zoude hebben, om na believen te d.in- zen en te fpringen, of op eenige andere wys de lever te fchudden. Gelyk nu deze vrolykheid den eerllen proclamatiedag begint, en tot laat in den nagt duurt, zoo word dezelve niet alleen de eerlle week alle dagen vervolgt , behal- ven dat de meelte zaterdaags t'huis blyven, maar zelfs tot de derde proclamatie; gedurende welken tyd zich niet alleen de genen laten vinden, welke verzogt of ver- maagfehapt zyn, maar ook alle de genen, die in goede vriendfehap met de verloofden geleeft hebben, of wegens hunnen rang daar toe bevoegt zyn; en dit is de rede, dat men meeft alle avonden flaan- de dezen tyd van afroeping, 50. en meer menfehen by malkande- ren ziet, die zich met zoo een goed hert vrolyk maken, als of zy daar toe verzogt en gebeden wa- ren. Wanneer eindelyk de derde af- Wanne« roeping gefchied is, en deze veer- £$?£% tien dagen in louter vrolykheid huwefyk doorgebragt zyn , zoo gefchied S* dien namiddag de plegtigheid van den trouw, wanneer de Bruid en de Bruidegom alleen in den Kerk gaan, zonder dat zy van iemand worden verzelt; zomtyds ziet men een paar jonge dogters, zynde de Speelnoots van de Bruid , welke haar beltroojen , dat is met ver- cierde Maagdepalm en allerhande lieflèlyke bloemen, uitgelei doen en inhalen; wanneer zv de Bruid en de Bruidegom eenige huizen ver te gemoed gaan en hen den- zelve in 't aangezichten over 't Ivf itroojen, tot dat haar mandje, Q q «rooi- BESCHRY VING 306 ftrooimandtje genaamt , ledig is , en zy t' zamen weder in huis zyn. . aldus hier niets van bruid-leiders , bruid-Juffers , of bruid-wyven , zoo als by ons in Duitfehland op vele plaatzen ge- bruikelyk is ; en zoo de Bruide- gom en de Bruid al een jongman een vryiter verkiezen, om dier- ly.ke plaats te bekleden, zoo zyn 'er echter nooit twee , maar van VAN DE aangerecht , waar aan de aanwc- zenden ordentlyk gaan zitten en als dan de rechte bruilofts-maaltyd houden, wanneer het aan aller- hande koitbare wyn, oppailïng," voordieningen gencugelyke praat- jes niet ontbreekt , zoo lang als men over tafel zit. Na de maaltyd word 'er gedanit, N»dc waar by de Muzikanten van den ™"j-edr Heer Gouverneur, welke over s£i>Blt- beide fexen maar eene perzoon, tafel ook gefpeelt hebben, zoo die als dan den naam van fpeel- men den Heer Gouverneur daar- noots voeren, 't Ampt en de om verzocht heeft, zich wederom plicht van deze is , dat zy de Bruid laten horen ; of men behelpt zich en den Bruidegom oppaflèn , en ' vervolgens na bed verzeilen, waar achter zulke ongerymtheden niet voorvallen, als die by ons in Duitichland voor fraai doorgaan, daar men namelyk de Bruidegom by zvne Bruid niet wil laten gaan, ten zy hy alvorens iets belooft ; wanneer nu de perzoon , welke de Bruidegom daar toe verkieit, met hem in de flaapkamer komt, zoo moethy hem ontkleden, en zyn nagtgewaad aandoen , terwyl de met de muziek, welke de (laven geleert hebben , op allerhande fpeeltuig zeer lieflyk te maken, en den Bruidegom of zelf toebeho- ren , of van andere gehuurt wor- den. Dit danzen duurt doorgaans tot na midnagt, en word met een goed gefprek en een glas wyn on- derhouden en aangemocdigt. Wanneer nu de Bruid en de Bruidegom op de gemelde wys, te bed gebragt zyn , en een ieder zich insgelyks tot ruft begeven Vryrter ontrent de Bruid het zelve ! heeft, zoo ziet men den volgen doet. Zoo dra dit gefchied is, en van de Bruid en Bruidegom de een- zaamheid gezogt word, begeven zich deze beide Speelnoots, en tenige vrouwen, die verlof had- den dag 't huis wederom krielen van allerhande menfehen, om ge- luk te komen wenfehen ; daar is ook geen onderfcheid tuflehen dit en 't vorig bezoek, behalven dat als nu warme fpys opgedifchtenop den, inde flaapkamer te komen, de bovengemelde wys voorgedient uit de kamer, en gunnen de jong- word, waar by dan andermaal de getrouwden de zoete ruit; terwyl jongmans de meefte moeite vin- ' voor •en I «lcn. deze zich nog een tydlang met de andere bruiloftsgaften vrolyk ma- ken, en eindelyk affcheid nemen, en insgelyks 't bed zoeken. .enswoordig echter moet ik den, en niet eer om hen zelven derven denken, dan na dat 'tge- zamentlyk Vrouwentimmer na be- horen bezorgt is. Na de maaltyd, wanneer de ta- eencn itap te rug doen, en verder fel afgenomen en uit 't vertrek ge- verbalen de plegtigheden , die daan is, begint de Bruidegom met na den trouw waargenomen wor- den. Dien/elven dag vind men niemand in 't bruiloftshuis, om de nieuwgetrouwden geluk te wenfehen, dan de naalle vrien- den, en andere door den Bruide- gom of Bruid verzoO ; daar word eene ordentlyke tafel gedekt, en de keurlykfle warme fpys zyne Bruid drie ryen alleen te dan- zen ; naderhand geeft hy dezelve aan iemand anders over, door- ns echter aan zyncn Speelnoot, en haalt daarentegen hare Speel- noot op, tot dat eindelyk, zoo 'er niet op zyn fYanfch gedanft word, vele andere volgen. De flaven en üavinnen, die oppafien moeten, prefen- KAAPdeGOEDE HOOP. 807 prefcntercn midlerwyl allerhande vochten om te ververfchen* als thee , kofFj , chokolaat , aman- del melk, wyn, bier,enz. en drinkt ieder wal hy w il. L'.n op zulke wys word de avond mei allerhande vroly kneden, (daar onder aemtyds ook masqueraden) en 't grootlle gedeelte van den nagt doorgebragt, totdat einde* lyk een ieder zich wederom tot ruit begeeft, wanneer hy dan ter degc uitgeüapen hebbende» zync 7.aken wederom na behoren kan waarnemen , aangezien niemand den tierden dag na de trouw ing komt, ten zy hy uitdrukkelyk was \eryogt. w.nneet Hier mede heeft aldus de brui- ;:t lot't een einde, welke de ouders iae jij- j 11 van de bruid ruim 14. dagen heb- ben moeten uithouden, waar by ook anders geene omftandigheden t'erinneren zyn, dan dat ik nog eenige tegenwerpzeis moet beant- woorden , welke my zouden kön- nen gedaan worden ; en onder an- deren dunkt my, dat ik reeds ge- vraagt word, of dan, zoo alles eenen zoo langen tyd zoo over- vloedig voorgedient word, de ge- ne welke de geluk wenfehingen zoo duur betalen moet , van de geene die dagelyks deel aan dat vermaak en de bruiloft hebben, niet weder iets daar voor ont- fangt? aangezien alomme gebrui- kelykis, dat men voor de geno- tene eer eene Vercering doet, en zich daar mede als legitimeert. Op deze vraag is zekerlyk tot nu niets gezegt, ja niet gedagt ; derhalven vereifchte de billyk- heid, omftandig daar op te ant- woorden , ten ware ik zulks gantfeh kort , en met een enkeld woord doen konde ; want 't eenig woord Neen zal in myne plaats genoeg antwoorden, en duidelyk te kennen geven, dat alle de gee- nen, die hare gelukwenfchingen bydeeerile, twede en derde af- ding afleggen, en derhalven ïfelyk onthaalt worden, geene IL i. . . , , J.t der mag Keiigie toegedaan, en bekent zulks nietcaho-. voor den Geeitelyken, eer 't kind ]^n- gedoopt is , of is als zodanig bekent , zoo keurt de Prediker hem niet goed, om dat hy, zoo als zy zeggen, door zynen blinden religie yver , niet beloven kan , 't kind, zoo va- der en moeder quamen te iterven , in de Religie, waar in 't gedoopt is, op te brengen, en vericheide andere redenen meer. Is de Gevader Luterfch, zoo Den Lu- word hy toegelaten; zoo als my Ss"* zelf gebeurt is, wanneer ik in den oodoóft, järe 1711. tot Gevader verzoet wierd, en de Prediker den vader van 't kind vraagde, van welke Re- ligie ik was, en ten antwoord be- komen hebbende, dat hy niet be- ter will, dan dat ik Luiherfch was, de Prediker daarop hernam, dat hy dan niets op my te zeggen had; by aldien ik echter Catholyk was geweelt, zoude hy my niet toegelaten hebben. Deze KAAP m: GOEDE HOOT. 311 bekindc- Deze twee gewigtige gronden, knook »amelyk dat men een gevadcr- vci /.».,- fchap mag afflaan, en dat elk een &ge-a" alsGevader niet toegelaten word , ioopt. zyn zonder twyilel de hoofdrede* nen, waarom menige Vader geen gevader verzoekt, maar zyn kind of den naailcn zondag door een flavinaa de Kerk laat dragen, en zelf daar over itaat, of als 't Kind Itcrk is, en men gcene levensge- vaar te duchten heeft, zoo lang t'huis houd , tot dat zyn vrouw weder uitgaan kan , wanneer zy het nevens hem ten dope heft, en heb ik verfcheide exempels ge- zien, dat de vader en de moeder haar eigen kind ter dope gehouden, en te gelvk als gevaders daar over gellaan hebhen. Ammer- Of dit wel of cjualyk gedaan zy, to. en of 't zonder ergernis der Kerk gefchieden kan , zulks is eene zaak, die ik den Heren Godge- leerden ter befliffinge overlaat; genoeg is 't, dat de zaken hier al- dus gefchied zyn , en zonder twyf- fel voortaan nog meer voorvallen zullen; wyderslaatik aan 't oor- deel van de Heren Geeftelyken , of 't recht en Chriitelyk zy, een gevaderfchap af te ilaan ; terwyl ik my vergenoegen laat, dat ik weet, dat zulks menigwerf alhier ge- fchied. Licht zoude de Lezer denken, als of 't veel geven de gevader- fchappen fchaars maakte , en daar door menig een tegengehouden wierd ,'t zelve aan te nemen ; dog ik zal u haalt uit den droom hel- pen, en de gantfehe zaak naakt en klaar vooritellen. Wanneer 't veel geven al in 't gebruik was, zoo is immers uit myne vorige Hoofd- llukken reeds bekent , dat de inwoners op een dozvn ryxdaal- ders niet zien, om dat zv wel we- ten, waar door zy dezeive weder winnen zullen; en als een geva- derfchap zelfs eens zoo veel koite, zoo als 't echter niet doet, gelvk men zoo voort horen zal, zoude men dit wel by ons in Duitfchland voor cene wettige rede aannemen, als iemand zich ritont 't Zelve af te liaan. ayolgens is 't veel geven daar van dp fchüld niet, maar de vryheid, waar door men eene /.aak ongeltraft doen of laten mag; aangezien een gevaderfchap geen duit nog aan tien vader van 't kind, nog aan de gevaders kolt ; want bchalven'tgeen dat aan de Vroed- vrouw gegeven word, 't welk ze> kerlyk vry meer bedraagt , dan in Duitfchland gcbruikelyk is; wyl zv van de vermogenden door- gaans tien ryxdaalders en van de andere na proportie ontiangt, en de vader van 't kind alleen betalen moet, kolt een kinderdoop niets. Vraagt de Lezer verder, hoc zulks wezen kan? ik antwoord, dat de Geeitclyke, die 't kind doopt , nog van den Vader nog van den Gevader iets voor zyne moeite bekomt; maar zyn ampt brengt mede, om zulks, zoo als ook alle andere Geeflelyke ver- richtingen voor niet met al te doen, aangezien hy buiten dat van de Voortreilelvke Maatfchappy met eene ryke bezolding verzien is , en daarenboven trefïeiyke voordelen geniet, gelyk voor- maals aangetoont is; de Gevader is ook niet gehouden, om 't kind iets te vereeren , dog gebeurt 't wel, dat de Gevaders 't kind, als 't tot jaren komt, eene kleine ver- eering doen, hoewel de meeiten zulks vergeten. By aldien 't kind mögt komen te iterven, zoo is de Gevader an- dermaal niet gehouden, om iets tot de begrafenis te geven , ten zy de ouders arm waren, of hy uit eigene beweging de kollen van de begrafenis op zich nemen wilde. Wyders is hier niet gebruikelyk , dat men in de zes weken iets aan de Kraamvrouw zend, zoo als in Duifchland gefchied, of dat men by 't dopen van 't kind, een Huk geld op 't Kraambed legt, ten ein- de zy zeil iets na haar eigen beha- gen 3i2 BESCHRYVING van de een daar voor zoude mogen kopen, maaralle deze omitandigheden ko- men hier niet te pas, en koft der- halven 't gevaderfchap niet met al. De Vader Zoo wel als de Gevader zonder - onkoltcn daar van komt, en met anders te verrichten heeft, dan dat hy in naam van 't kind ant- woord en belofte doet, zoo wel komt ook de vader van 't kind zonder onkoilen daar van ; aange- zien hy na 't betalen van de Vroed- vrouw van alles vry is, en men hier van geen kindermaal of doop- maal weet; want eer men in de Kerk gaat, zet de vader van 't kind wel een glas wyn en een weinig brood voor , waar van men zoo veel eeten en drinken kan, als men gelieft , gelyk ook na den Doop gefchied ; dog als men zich daar by niet verder ophouden wil , om dat men brood en wyn overal hebben kan, zoo neemt men af- fcheid en gaat na huis. Midlervvyl laat hy nu en dan wel na de kraamvrouw en 't kind vragen, dog behoeft geen koften ter waereld te doen. Zulks ge- fchied ook niet by den Kerkgang, als waar van de Gevader zelfs dik- Wyls niet eens weet, aangezien de kraamvrouw denzelven doet, als zv gelieft, en hare gezondheid het toelaat. Derhalven is 't hier ten opzichte van pillegiften en veree- ringen heel licht Gevader te zyn ; dog wie zyne gedachten verder laat gaan , en meer omitandighe- den betragt , dien zal 't buiten dat zwaar genoeg vallen, voorname- lyk als men gade flaat, dat 't kind niet altyd den naam vanden Geva- der ontfangt, en de kinderen by zommige ouders zeer flecht opge- voed enter fchole gehouden wor- den, zoo als in vervolg zal worden aangetoont. Jegenswoordig zal ik my van lykfta^- de Kinderdopen en dcr/.clver plegtigheden begeven tot dcLyk- ftaatzien en hare omitandigheden, welke insgelyks van de onze zeer ved onderfcheiden zyui niet al- i:cn. leen om dat Chriüenen en Heide- nen alhier wonen , die by gevolg ongelyke plegtigheden moeten hebben; maar ook wegens andere omitandigheden, die tegenswoor- dig volgen zullen, wyl ik my on- dertuffchen ook beroep , op 't geen ik voormaals in 't algemeen daar van gemeld heb , wanneer ik van de Kerkhoven handelde. De Lykitaatzien zyn aan en voor zich zelven zoo als op alle plaat- zen, alhier ook onderfcheiden, na den rang van den geen, die begra- ven zal worden; want indien de- zelve grote ampten en waardighe- den bekleed heeft, zoo is de itaat- zie veel pragtiger als by iemand, die in zulke hoedanigheid niet ge- leeft heeft. Is hy een burger ge- ween1, of heeft hy zyn leven in den oorlog gefleten, zoo ziet men wederom een onderfcheid in die itaatzie, zoo dat by ieder Hand an- dere lykitaatzien gebruikt wor- den; zoo men anders wil te ken- nen geven , van welken itand of rang de overledene geweeit is. Zoo lang als ik hier ben ge- Hoede weeft, heb ik zeer vele gemene , Heer,Cora" en ook eenige van aanzien, ja van wdters den eerfte rang zien begraven , bcsravcn waar by de plegtigheden niet al- ' tyd overeengekomen zyn. Want wanneer de Heer N. Welters, ge- weze Commandeur van PuntaGa- le, een Haven en Velling op Cey- lon, in den jare 1708. tuil'chen 't gemeld eiland en deze Kaap quam te overlyden, en in een eike ge- pikte kill, door Arak voor ver- rotting bewaart, den %y. Februa- ry hier aan land gebragt en den 29. van diezelve maand begraven wierd, was de lykllaatzie heel an- ders, dan ik ze alhier ooit voor- heen gezien had. Voor 't Iyk namelyk gingen twee Compagnien zoldaten , waar van de eerlte hele pieken lleepten, waar aan lamfers gebonden wa- ren, teruyl de andere de ihapha- nen verkeert op fchouwdcr droe- gen. De Vaanderig van de bezet- ting» KAAP de GOEDE HOOP. 313 lier, die werkclyk Regent van 't land is, in acht genomen; want b halven alle voorverhaalde plegtig- heden nam men waar, d;it op den ■ van /.yne begrafenis, de vlag- van de Vefting, die anders de inkomende fchepen getoorit word, halver wege opgehaalt , en aldaar met een knoop vaftge maakt, en ter/elver tyd een iluk kanon los- gefchoten wierd, tot een waar- fhouwing voor den Admiraal en de andere fchepen, die op de re- de ten anker lagen, om de vfoggen insgelyks halver wege op te halen, en een Kanonfehoot te doen. Verder zag men des namid- dags, wanneer "t lyk uit de Veiling quam, dat 'er een paard, met zwart laken bedekt , voor 't lyk wierd geleid , welk laken , dat langs de aarde fleepte, voor den geen was, die 't paard leide; alle de genen, die 't lyk droegen of verzelden , hadden eenen lamfer , die langs de aarde fleepte, en wyl die (loet zoo groot was, dat 't eer- fte paar in de Kerk was, tcrwyl 't laatile paar zich nog in de Veiling bevond , zoo is licht af te nemen, dat zulks aanzienlyk en pragtig moet geweeft zyn ; te meer om dat onder 't gaan alle minuten een Kanonfehoot gedaan wierd, tot dat eindelyk de dri efalvös voor- by waren, die niet alleen behoor- lyk bedankt wierden, maar na de- zelve wierden alle de itukken ka- non van de Veiling en die van alle fchepen drie malen los gebrand , en aldus deze openbare plegtighe- den gecindigt. 't Wapen en alle andere ridder- lyke tekenen wierden naderhand by een net graflchrift in de Kerk opgehangen, de graflleden ver- wuift, en wel bewaart, en alles in acht genomen , dat by 't begraven van een zulk Standsperzoon dient gade gellagen te worden; vveshal- vcn ik ook wel verzekeren kan , dat als men de begrafenis-koiten alle rekenen wilde, dezelve cene grote zomma zouden bedragen. R r Vo$ ting, Caie Jefle Slotsboo, leide dezelven, en in 't midden hadde ieder Compagnie een tromtnelfla- ger , welke trommel mei een zwart doek overtrokken was, om den klank ie verdoven ; achter de- ze twee Compagnien volgde een Luitenant, die 't wapen van dèn overledenen droeg; de/e wierd gevolgt door twee Vaandrings, waar van de cene des Comman- deurs Hok, en de twede deszelfs degen en handichocnen in zyne handen had. Eindelyk quam 't lyk zelf, dat van zellien matrozen gedragen wierd, naait dew eiken zellien on- der-Koopluiden of Boekhouders en zes icheeps- Kapiteins gingen, om den itoct te vergroten. Hier op volgde ten laatilen de gantfehc proceJlie, zoo als ze door den Bidder afgelezen was. By 't be- graven fchotcn de zoldaten drie falvós, die altyd met een kanon- fehoot uit de Veiling bedankt wierden ; en wanneer de proceilie weder na 't iterfhuis keerde, deed de Veiling nog elfikanon-fchoten, welke 't fchip, waar mede de o- verledene gekomen was, met der- tien fchoten bedankte. Wanneer ook kort daar op de en Heer garmzoens Luitenant, Adnaan anRhcdc van Rhede, quam te overlyden , zag men in zoo verre een verande- ring in de lykltaatzie, dat, om een onderfcheid tullchen eenen Commandeur , als eenen vreem- deling en welverdienden Miniiler en eenen Luitenant van de Veiling te maken, de Salvós wel bedankt, maar verder geen fchoot meer ge- daan wierd, zooai&by den vori- gen gclchied was. DcLykiia- Daarentegen wanneer eenigen ^ievan den tyj jaar na Jje Heer Gouverneur, rerneur Louis van AlVenburg, als Regent Louis van van dit ]anj quam tcovcrlvden, en hem na verloop van een hall jaardcOud-Gonvcrneur, de Heer Simon van der Steil volgde, wierd ook wederom een onderfcheid tuf- fchen een vreemdeling en eenOiïi- //. 'Deel. Van de ge • Lyfc 314 BESCHRYVING vande Dos; dit zyn gene gewoonlyke j befielt is, 7.00 gaan die' van debe- lykft atzien ; aangezien alorcime gravenis door de kerk, alwaar zy boven dat bekent is, dat by zol- een ftü Vader Onze bidden, weder na 't fterfhuïs , en na aldaar een glas wyn te hebben gedronken, verder na huis. Hier uit is aldus zeer licht af te Niemand nemen, dat de lykftaatzicn mditf"^1'* daten en Oppcr-Officiers, krygs gebruiken moeten in acht geno- men worden, en by burgers bur- gerlyke gewoontens; derhalven zal ik mv ook niet langer daar mede ophouden, maar de algemeene j opzicht zeer veel van de onze ver- bidder gebruikelvkheden en pïegtighe- | fchillen , en ziet men buiten de den na malkander voordellen, welke genoegzaam aantonen zul- len, dat de Europcaanlche lyk- ffaatziën zeer veel van deze ver- fchelen. En voornamelyk is dit in ons Duitfchland en meeft in alle Eu- ropeaanfche Koningryken , landen en provintien t'over bekent, dat zoo wel voor als onder de begrafe- nis de klokken geluid worden, waar uit men niet alleen kan ho- ren , of 'er een lykpredikatie zal gehouden worden , maar ook of de overledene van rang is gewceft of niet ; hier echter mag begraven worden, wie wil, een vreemde- ling of een inwoner , een Gou- verneur of een boer , men hoort putatie in uiterlyke zaken achten ; nooit een klok luiden; maar alle derhalven moet een zodanige bid- voorgemclde pragtige begrafenif- ien van een Gouverneur of een ander voornaam Bediende, nie- mand voor 't lyk gaan, dan de Bidder alleen ; die met een fchoo- ne ruiker van allerhande witte bloemen en bladeren van Laurier en cypres in de hand , en eene lange hangende lamfer verfchynt, als hy de name der genodigden op- gelezen, en een ieder na zynen rang geplaatft heeft. Ik heb reeds voormaals gewag daar van ge- maakt, en roer het wederom maar als met eenen vinger aan, ten einde men moge zien , hoe veel de in- woners aan deze plegtigheden ge- legen is , en hoe hoog zy hare re- overledenen worden zonder de ze plegtigheid in ftilte begra- ven. Aldus is dit gebruik alhier ook onbekent, dat nogtans in Europa zeer gemeen is, dat namelyk de Scholieren zich procefRe-wyze, met hunne Leermeefters en de Geeftelyken uit de kerk na 't fterf- huis begeven, aldaar een geeftelyk lied zingen, zoo als ook daar na onder 't gaan , en tot dat 't lyk be- graven is ; deze Scholieren en Geeitclyken gaan voor 't lyk , ter- wyl de verwandten, buren, en andere , ter begravenis verzocht , 't zelve volgen ; hier in tegendeel /.iet men gene Scholieren of Gccs- ttlvken voor 't lyk gaaan , en daar word ook niet voor 't huis, nog onder 't gaan, of in de kerk ge- zongen of cene lykpredikatie ge- houden , maar alles word in tfilte verricht; en als 't lyk ter aarde der ook ter dege op zyne hoede zyn , dat hy in 't aflezen en plaat- zen van zoo vele perzonen niet verdwale, ten ware hy zynampt verliezen wilde. Daarenboven ftaat te merken , dat 'er nooit eenige vrouwen of vryftersmede ter begravenis gaan; want men ziet nooit iemand an- ders , dan mansperzonen , die 't lyk volgen. Wanneer 'er onge- trouwde perzonen begraven wor- den , zoo neemt men nooit ge- trouwde mans om te dragen , maar jongmans, die 't lyk in 't graf hebbende laten zakken , een wei- nig aarde daar over doen, ende rcil aan den doodgraver overla- ten. Men neemt niet zoo als by ons in Duitfchland enkelyk 6. of 8.lni'cn,ioor. dragers, als 't lyk licht, en heel g^ns t 1 11 1 t c 1 ■ —....„neemt. dicht by de begraafplaats is; maai doorgans 14. of 16., welke 't Ivk Hoe veal KAAP de GOEDE HOOP. 315 lyk op de baar gezet, en 't dood- kleed] zynde eea groot /wart la- Ken , mei va de franjes luvet , daar over geldiikt hebbende, 't zelve gelvkerhand opnemen , en na 't graf dragen; dog zoo, dat z\ de baar eenige huizen ver in de han- den dragen , en weder nederzet- ten , tot dat de begravenis af- gelezen , en in order volgen kan. Andere Aan alle de/e dragers word ie- der een paar zwarte handfehoenen dragat C en ee" l^nge zyde lamfer gegeven, zoo dra als zy in 't iterfhuis zyn ; aldaar gaan zy in een byzonder vertrek , en men onthaalt hen op brood en wyn; en als 't tyd is, om 't lyk tot ruit te brengen, komt de Bidder hen waarfchomven. *Eer zy uit 't iterfhuis gaan, prefen- teert de meid aan ieder drager een ruiker, zoo als de Bidder heeft, als mede een Citroen of Oranje- appel ; 't lyk ter aarde beitelt zyn- de , worden de dragers weder als voorheen op brood en wyn ont- haalden vervolgens geeft deBidder hen een ftuk geld , 't welk zy voor hare moeite onder malkander de- len können, en aldus keert een ie- der weder na huis. 't Gemelde geld beftaat door- gaans in enkelde daalders, en be- draagt, als de overledene een wei- nig gegoed is, meelt zoo veel, dat ieder drager %. of 3. ryxdaalders heeft, behalven de handfehoenen en de lamfer. Verveelt het de ge- ne die de begravenis-kolten moet dragen niet , om dezelve den gantfehen avond tot laat in de nagt in zyn huis of in dat vxn zyn buur- man te hebben , die hem dan op zyne kotten deftig laat onthalen, zoo kan hy dit geld in zyn zak houden , en de dragers met eene goede maaltyd afvaardigen , welke hem op verre zoo hoog niet komt te It-aan, als 't gemelde geld. Doordien de meelte echter eene eer daar in fcheppen , dat zy by 't begraven van vrouw , of deze van haren man , en beide van ha- II. 'Deel. re kinderen, verwandten, en na- beftaanden veel kollen doen, zoo gefchied zulks heel zelden ,cn zoo 't al gebeurt, zoo ltryd het tegen de eer en '1 lat (oen. Dienvolgens wyl men daaren- w boven eenzeker Ituk geld aan de ^J™ Diakens voor de grafltede, en begrafenis andere koiten meer, zoo als ooklopcn' voor w\n en brood veel betalen moet, zoo is licht af te nemen, dat eene gemene burgerlyke be- grafenis zelfs heel veel koft ; en ben ik verzekert , dat in Duitfeh- land zoo veel niet word vereifcht tot eene Adelyke begrafenis , als hier tot eeneboere; om dat hier daarenboven de Lamfers betaalt en de zwarte mantels befchikt moeten worden. 't Eenige dat een burger of boer zoude fchynen te gemoed te ko- men, is mynes bedunkens, dat hy zoo veel geld niet van noden heeft, om zyne flaven en flavin- nen in den rouw te iteken ; dog 't geen hy hier ontrent wint, verheil hy aan de andere kant weder bub- belt; want zoo wel de dragers als de grafltede en alle andere kos- ten , lopen hier veel hoger in 't geld, als in Duitfchland, om dat de meelte waren , tot de begrave- nis nodig, uit Holland moeten worden gebragt, welke wyl men ze eerlt uit de twedeof derde hand bekomen kan, zekerlyk eens zoo veel koiten als in Duitfchland ; zoo dat hier by geen voordeel tervvae- reld is, men mag 't rekenen, zoo als men wil. Zodanige rouwklederen zyn Hoede niet als in Duitfchland by de man- l°'dW V0,"J j m«ii bragt word. nen zwart, en by de vrouwen of wit of insgelyks zwart; maar bei- derlei geflagt gaat , als 't eene die- pe rouw is, gantfeh zwart, zoo dat men aan den man geen wit dan de das, en aan de vrouwen geheel niet anders, dan zwarte klederen, hals neusdoek , lobben enz. ziet ; waarenbovcn de zwarte kap hen zoo diep in 't aangezicht hangt, dat men van 't zelve niets rlrz kan 316 BESCHRYVING van de Op wat ■wyic de weduwe of weduwe- naat weder mogen trouwen. ■ men dek: ren vnn 'r ecrllcbcil re vpede:i ftelt kan zien. Zoo dra echter deze ' diepe rouw gecindigt is, die een half jaar duurt, en mannen en vrouwen weder witte nevens de zwarte klederen aantrekken , zoo is 't een teken , dat de rouvy 't o- verige halfjaar ook in zodanig ge- waad zal worden uitgedragen, ten zv de weduwe of de weduwenaar weder lult kregen om te trou- wen, in welk geval de rouwklede- ren wel ras aan den fpyker gehan- gen , en vreugde klederen aange- trokken worden. Belt echter is 't, dat zodanige weduwen of weduwenaars in geen twede huwclyk mogen treden, ten zy ze hunne kinderen van 't eerfte bed, haar vaders of moeders bewys gedaan hebben ; dat is, de- zelve worden door de Heren Wcesmeefters verplicht, om ha- ren itaat onder eede op te geven, of eene ordentlyke lyit daar van te laten maken, waar na vervolgens door de gemelde Weeskamer de vaderlyke of moederlyke erfpor- tie ten behoeve van 't kind of kinderen aangetekent , en de hoofdzomma in handen van den vader of moeder gelaten word , ten einde de onmondigen van den Vfus fruftus 't vrucht gebruik of lyftogtopgebragt, en 't kapitaal in zyn geheel gelaten worde, ten wa- re men zag, dat 't huishouden ten achteren teerde; want zoo dra zulks befpeurt , en den Weesmee- fters aangetoont word , 't zy dat zulks door de naafte vrienden van 't kind gefchied of door anderen, zoo talten zy volgens hunnen plicht den boedel aan, doen 't kindgedeelte op winft uit, opdat, zno 't huishouden al aan de lager wal geraakte, 't kind of de kinde- ren ook niet alles verliezen zou- den, waar mede zy met der tyd in ftaat zouden zyn, om zelf iets te beginnen. Menig vader of moeder, by middelen zvnde, maken niet gaarn een nette ltaat van hunne goede- ren, waar door de kinderen van 't eerfte bed niet zouden te kort komen, maar eer zy hun gantich vermogen laten befchryven, zoo maken zy den kinderen van 't eer- fte bed liever zoo veel, en laten zulks onder eede door de Wees- kamer aanfehryven, dat een ie- der daar mede kan te vrede zyn ; en laat men gaarn gefchieden, dat de kinderen van 't eerlte bed,juill niet altyd de gerechte helft van 't vermogen voor af bewezen word, niet twyffelende , of de kinderen zullen by de dood van den nog in leven zynde vader of moeder niet te koft gedaan worden. Wanneer echter in tegendeel een man of vrouw, van welk laat- ite geflagt hier wel voornamelyk dit volgende is aan te merken , tot een twede huwelyk treden wil, zoo wacht zy niet , tot dat haar iemand ten huwelyk verzoekt, te meer als haar vermogen zoo groot niet is, dat een ander daar op zoude verlieven , en hope maken können, om met der tyd door hulp van deze goederen hoger te komen , en zich eerlyk te gene- ren ; maar zy bewyft hare kinde- ren van 't eerfte bed zoo veel, daü zy zelf niets overhoud ; 't welk deHerenWeesmeefterszeer gaarn toeftaan , aangezien zy wel weten dat door dit middel de een of de ander in 't net en zy tot een twe- de huwelyk zal gebragt wor- den. Hier van zoude ik verfcheide Haaltjes können bybrengen , zoo zulks nodig was, en de namen van zulke vrouwsperzonen niet ver- dagt gemaakt wierden ; dog hare behendigheid en liftigheid is door de gantfche waereld t'over be- kent , zoo dat ik deze moeite wel fparen kan. Ondertuftchen is uit het tot nu Hoede aangetoonde genoeg/.aam af te ne- wuct!ka-n men , dat de ouders by haar leven mervoor en na derzelver dood de Weeska- mer, 't voordeel der kinderen zoo veel mogelyk , ter herten hebben, aangezien zy beide ten minften na 'tui- de kinde- ren »oigen. KAAP de GOEDE HOOP. m 't uiteihke aanzien, win eehecle- zclve intentie /\n, om namelyk dcr/clver hoofdzomma te vergro- ten , ten einde zv hare eigene huishouding beginnen en hunne erfgenamen ook iets degelyks zouden nalaten können. In al- le delen was te Wenfcheh , dat de geeitelyke voor/.orge met de lichamelykc overeenquam , en nietzoo zeer in den wind gellagen en verwaarlooit uïerd. Want fchoon de ouders niet al- lemaal \ an eene Hechte kindertugi te befchuldigen zyn, om dat eeni- ge een zeer fraai leven leiden, 7.00 zyn echter de minltcn daar van uit te zonderen; want in plaats dat zy van hare kinderen, nog teer en I Mig veel werk maken, en de ui- terlyke cerlykheid met de moe- dermelk inprenten zouden, op dat daarna het gebouwvan ware God- zaligheid , daar op bequaam zoude gezet worden , zoo laten zy deze ganffche zorg van den beginne af aan de llavinnen , of Hottentot- tinnen over, en zyn wel in haar fchik, als de kinderen maar geen ongeluk krvgen. Hoede Men overdenke flechts by zich opvoe-" zeken, wat eene zodanige Aja, of ie ver- kindermeid, voor goed by zulke jrdcn°. JonSe fpruiten doen kan ; die een heidens leven leid, aan wellulten en alle zondige driften overgege- ven is, en onkuifche , onnutteen dwaze taal met haars gelyke, in 't byzyn van 't kind, uitilaat ; en op niet anders uit is, dan 't kind haar toevertrouwt van eetcn'en drin- ken te verzien, en 't zelve aller- hande vermaak aan te doen ; ten einde het Hechts vrolyk zyn en zy bevryd van kyven blyven mogen ; fchoon de grond van waarachtige Godvruchtigheid verwildert en verwaarlooit word ; dit is immers eene zaak, die ten hoogllen te be- klagen is, en by alle rechtlchape Chriltenen afgekeurt word. /aar zulks Wanneer nu fchoon de ouders aax. zelf de kinderen met een goed voorbeeld voorgaan, en hen den weg tonen, dien v.e wandelen moeten, roo kan erihtéf de eens 111 vlam geraakte tondel zoo ras niet geblufcht worden, als llr dende tegen 'i algemeen (preek- woord, '(welk duidelyk zegt: A tenetit a/ljitcscrrc wultuw iß. Dat is: ''fon^^vlrot oud feiveten. /oo lang het aldus onder 't opzicht vm eene zodanige Aja is, loopt het gevaar, in den grond \ eru aarloolt te wordt 11, ie meer als 't tot de ja- ren \\m onderlcheidinge komt. Het is niet te loochenen, dat eene zodanige Aja bequaam genoeg is, met kinderen om te gaan, en dezelve na behoren op te pallen ; men kan ook niet ontkennen, dat dezelve goede fpraakmeelterellen zvn, om 't kind de moedertaal, of ten miniten de Portugcefche taal, die door gantfeh Oolt-Indie ge- meen is , en als de hoofdtaai in de- ze landen aangemerkt word , als met de moedermelk te doen inzui- gen ; dog by alle deze bequaam- heden ontbreekt mynes bedun- kens 't hoofdzakelyklte, datbyde opvoeding der kinderen 't voor- naamfte moet zyn. Want behalven dat zy zelf zeer elendig en gebroken Duitfch of om beter te zeggen, Hollandfch fpreken , en niet in Itaat zyn , om dezelve aan 't kind te leren, wes- halven ook de kinderen alhier in den beginne zeer barmhertig Duitfch fpreken ,byna als de Fran- fchen, welke de Duitfche tale le- ren; zoo is 'er nog eene grote zwarigheid in den weg, welke be- let, dat de kinderen tot de waar- achtige Godvruchtigheid niet kön- nen gebragt worden, welke nog- tans 't meelt behoorde te worden ingeprent; aangezien zy zelf een Heidens leven lyden , en naauw- lyks by naame weten, wat Godza- ligheid is of niet. En fchoon vele uit vreze voor de itrallè, fchuwcn iets onbeta- melvks in't byzyn van andere men- te fpreken of te doen* zoo is zo- danige vrees echter maar llaafach- Rr 3 tig. 3,g BESCHRYVING VAN DE De alge- mene fcholen zvn flechf g'dtelt. tig, die enkelyk getoont word, om de itrarTe t'ontgaan. Want als zy alleen zyn, endiergelyke onnoze- le kinderen by zich hebben, zoo word die vrees licht verbannen, wyl zy verzekert zyn dat de kin- deren haar niet können verraden, fchoon ze nog zoo veel zien of ho- ren. Derhalven ontbreekt het aan ee- ne goede kindertugt zeer veel, te meer als de ouders zelf, zoo als by velen gefchied, niet veel acht daar op flaan , en enkelyk te vrede zvn, als de kinderen ïlechts niet veel fchreeuwen of onruft veroor- zaken , fchoon 't voor 't overige mag gaan, zoo als 't gaat; en by aldien zy t' huis maar zoo veel le- ren, dat zy 't Vader Onze, 't alge- meen Chriltelyk Geloof, de Gebe- den voor en na den eeten, en ee- nigc fpreukjes op rym opzeggen können, zoo is 't by velen al ge- noeg; zonder zorg te dragen, dat zy in haren Godsdienit ter dege onderwezen worden. Zoo Hecht als het nu ontrent de Kindertuchtis, zoo flecht en nog Hechter is het met de algemene icholcn gelegen, en zulks niet door nalatigheid van de Voortref- felyke Maatfchappy, of ook niet ten opzicht van de ouders, als of die 'er geen geld aan zoude willen hangen , maar uit luiheid en traag- heid van de genen die opentlyk daar toe beitelt zyn, en van de ge- melde ßloejende Maatfchappy on- der anderen ook om deswille eene aanzienlyke en ryke bezolding ge- nieten. Want alle aan land zynde en de Kerken bedienende Ziekentroos- ters, Voorlezers of Voorzingers, zoo als ze ook zoude mogen wor- den genaamt, hebben van de ge- melde Maatfchappy bevel , om wyl de gantfche week door tog in de Kerk niets te doen valt, de kin- deren der inwoners in lezen, ichry ven , cyferen , en in de gron- den van haar Chriilendom t'onder- wyzen; dog hoc Hecht en nalatig zy deze pligt waarnemen, zulks leert de dagelvkfche ondervin- ding, en zoude het nodeloos zyn daar van bewyzen by te brengen. En by aldien 'er al iemand is , die begint fchool te houden , zoo duurt die yver nogtans niet lang, om dat zy zich liever op den han- del leggen , en daar mede gerufter aan veel geld geraken , als door 't verdrietig fchool houden; of zy nemen enkelyk de genen, die haar belydenis leren, en ten H. Avondmaal gaan willen. Door dien echter de hoogde nood vcreifcht, dat de kinderen onderwezen worden , en niet gantfchelyk zonder tugt opgroe- jen, zoo zyn 'er altyd nog eenige in de bezetting , welke de hand aan den ploeg liaan, en de kinde- ren leren. Zodanigen bevinden zich ook zeer wel daar by en ver- dienen een fchoon fluk geld ; aan- gezien 'er geen inwoner is, die niet alle maanden voor zyn kind , dat eerit leert lezen , een vierden- deel daalder, en als 't fchryven of cyferen leert, eens zoo veel geven zoude. Door dien 'er nu zeer vele kinderen zyn en de Leermee- ilers heel fchaars, zoo is licht te denken, dat zodanig een dikwyls beter daar van leven kan, als me- nig Dorp-paap in Duitfchland. Ik heb twee van dezelven ge- Maande kent, die my dikwyls in oprecht- jf1^"1* heid betuigt hebben , dat zy door- van den gaans 30 ryxdaalders eer meer als Schn°]- D . , J 111, mcelter. minder ter maand hadden ; voor- namelvk echter heeft my wylen Gerhard Rembkes, die de reken- komit in den grond veritont, zeer dikwyls verhaalt, dat hy menig- uerf 50. ryxksdaalders ter maand had ; zoude dit nu niet eene goe- de bezolding voor een School- meester zyn? Welkeen hoe veel Geeltelykcn in Duitfchland kön- nen zich beroemen, dat zy het zoo hoog brengen ? Word aldus de onderwyzing niet vry beter betaalt , als op eenige andere plaats, alwaar men vry meer we- ten- KAAP cfe GOEDE HOOP. 319 tenfchappen verhandelen, en den kinderen met grote moeite in- prenten moet3 ^f' Was de fchöölhouding alhier I bellek, yon ;ils in Europa.» 200 zoudemert met der tyd zien; dat uit de/c kinderen de vermaardite mannen /.ouden voortkomen, om dat God hen met een goed na- tuurlvk vernuft en oordcel begaaft heeft, waar in zy zekerlyk de I 'uropcanen ver overtreffen ; dog zoo lang zulks zoo blvft, en de waereldfche Overheid gcenc ande- re fehikking maakt, zoo is 'et- Hechte hope , dat men geleerde menfehen onder dezclven aantref- fen 7.il; ten ware, zoo als reeds verfcheidemalen gefchied is, dat diergelyke kinderen na Europa* gezonden, en aldaar beter onder- wezen wierden , gelyk men aan den Heer Gouverneur Generaal op Batavia, Adriaan van Ribeek een levend voorbeeld hebben kan. Edog genoeg daar van. Het is tyd , dat ik insgelyks van de vreemdelingen, hier aankomende meld, en zeg, hoede inwoners zich jegens dezelve houden. On- der 't woord inwoners echter wor- den gene andere vcrltaan, dan de genen, die uit Europa hier geko- men, en als nog in bezetting leg- gen, of als vry-mannen zich met ter woon neergezet hebben en van den veltbouw, wynlezing en vee- tugt. leven; waar door aldus te kennen word gegeven, dat hier van de Hottentotten of van de flaven niet word gefproken , als welke enkelyk op eene indirecte wys in aanmerking komen. Deze Europeaanfche inwoners hebben, zoo als reeds voordezen erinneertis, de gewoonte, dat zy om een onderfcheid te maken, alle aankomende vreemdelingen twee b\ zondere namen geven; dopen- de de genen, welke direct uit Hol- land komen, 't zy dat zy meer- malen hier geweckt zyn, of niet , met den Maleifchen naam van Ba- ren ; en die uit Indie wederkeren, met dien van Orlammen; de re- de echter, en w ai deze namen be- tekenen, zal ik Kier niet b\ voe- gen, om dat ik zulks reeds vuor- maals gedaan heb. Zoo dra dienvolgens een fchip, ^,^7, ' " met Baren of Orlammen hier aan- worden minnelyl on t tangen. komt, want /onder fchip heeft (mi men tot nu geen voorbeeld, dat eenige vreemdeling hier aangeko- men,en 't Afrikaanfche land door- getrokken is , zoo word 't volk van de inwoners blvmocdig en minnclyk ontfangen, van den een of den anderen gehuisveit, na ie- ders itand en hoedanigheid ont- haalt, en met de nodige bedden en ander gerak na begeren ver- zien. Wanneer 'er ook onder deze aankomelingen eenige zich bevin- den, die ten aanzien van hare hoe- danigheid en ryke middelen fchu- wen, in 't Ziekenhuis der Yoor- treffelyke Maatfchappy te gaan, zoo zy anders van die Maatfchap- py af hangen, en liever by d'een of d' ander burgers huisveften wil- len om zich aldaar te laten gene- zen, zoo zyn 'er zeer veel, welke zodanige vreemdelingen , 't zy met fcheurbuik of eenige andere ziekte behebt , zeer gaarn huis- veilen , de behulpzame hand bie- den, en niets verzuimen, dat tot bevordering van de gezondheid ltrekken kan. Indien een zodanige zieke vreemdeling niet van de Voor- treffelyke Maatfchappy afhangt, maar van eenige andere Europe- aanfche Landaard , zoo is deszelfs komll insgelyk aangenaam , en worden de zieken mede na hunne qualiteit en middelen opgenomen en bezorgt; dog zoo 'er veel van zodanige vreemde zieken zyn, zoo is de Kapitein van 't fchip ge- noodzaakt, om een en ook wel twee huizen te huuren, zyne zie- ken daar in te leggen, met nodige levensmiddelen te bezorgen, men- fehen te beltellen, om ze op te pallen , en aldaar te laten genezen. Dog 320 BESCHRYVING vande Onder- fcheid der i by huisvefting Dog door dien 'er onder veel rieken , nu en dan ook wel een keimt te tierven, zooishy verder verplicht, om denz elven na zyncn ftaat te laten begraven, 't welk echter niet kan gelchieden, zon- der den Heer Gouverneur zulks bekent gemaakt en hem om ver- lof verzogt te hebben; daarenbo- ven moet hy voor alles eens 700 veel betalen, als een Hollander, en aldus flnrzwygende te kennen geven, dat hv een vreemdeling is, en aan alles geen deel heeft, waar toe de Yoortrefïelyke Maatfchap- pv met de van haar r.nngelegde Colonien, magt en recht heefr. Niet alleen echter lopen de be- grafenis-koften by een vreemde- JinjT hoger, dan by een inwoner reem" of Bediende der Voortreftelyke delingen. ]\-fa.ltfc]iappy . maar de inwoners zelf maken een groot onderfcheid tullchen een vreemdeling, die in dien ft der gemelde Maatfchappy is, en aan land overnagt, en der- halven met goed eeten en drinken, als mede een goed bed verzien moet worden, welken zy door- gaans een rvxksdaalder voor eene nagt aanrekenen, terwyl iemand, die in dicnll van eene vreemde landaard leeft, en dezen haven aan doet, om zich van verfch wa- ter, brandhout, en allerhande le- vensmiddelen te verzien , of 't fchip te kielhalen of te kalefate- ren , alle 1 4. uuren fchicr eens zoo veel betalen moet. Dit onderfcheid fchynt den oorfprong daar van daan te heb- ben, om dat vreemdelingen zel- d< 1 /onder veel Koopmanfchap- pen aanlanden, welke zy zoeken daar aan den man te brengen ; zoo dat7V dikwvls met cent percent niet te vrede zyn, maar hunne goederen zeer hoog houden , 't iemand, die de Maatfchap- •nt , ZOO gevoeglyk niet doen kan , ten ware hy gevaar wilde lo- pen, van den Fiskaal independent te worden overvallen. Door dien nu de inu onets zien, dit zy hun- Wa he'alen mucten. ne goederen overloven, en van hunnen eifch niet veel willen laten vallen, zoo achten zynietonrede- lyk te doen, wanneer zy hunne huizen en levensmiddelen ook veel hoger houden, dan zy dezel- ve aan de Hollanders aanrekenen ; ten einde niet te veel geld van hen wcggefleept maar wederom een groot gedeelte aan land verteert worde. En op deze wyze laten de inwo- ners zich hare vriendelykheid en willige huisvefting van alle vreem- delingen duur genoeg betalen; aangezien 't immers wel betaalt mag heten , als ik van ieder galt da- gelyks een ryksdaalder ontfang; en als 'er verfcheide in een huis by malkanderen zyn, zoo is licht af te nemen, dat een zodanige Waard zeerveel daar mede winnen moet; en weet ik my nog zeer wel te binnen te brengen , dat een zeker vriend tegens my heeft ge- zegt, dat hy in een jaar ruim dui- zend ryksdaalders met logeren o- vergehouden had; te meer wyl dat jaar behalven de Hollandfche retour - vloot , vele Engelfche fchepen aangekomen waren, die lang ten anker gelegen, en in 't huis van dezen vriend , die de En- gelfche tale kundig was , veel geld verteert, en rykelyk geleeft hadden. Deze wyze van geld te winnen vvord?« kan nog eenigzins doorgaan , om wei gehuis- dat een vreemdeling daar voor deftig onthaalt, en zeer wel be- dient word; aangezien een zoda- nige Waard voornamelyk zorge moet dragen, dat zyne gallen geen gebrek hebben aan goede oppaf- ling , vriendelyke bejegening, keurlyke fpys, lekkere wyn, en 't geen zy anders van noden heb- ben ; waarontrent men hen ook geen maat voorfchryft, ten zy 't ruwe matrozen waren, welke men hare portie aan wyn op tafel zet, en laat betalen, 't geen zy daar boven drinken. Wanneer echter 't geld verteert is, • KAAP Di GOEDE HOOP. 321 is, eer de reis voortgaat, en een zodanige vreemdeling met de febeepskenken niet te vrede i«, of zich aan boord begeven wil, en derhalven /ync by zich hebbende goederen aanfpreken moet , zoo gaat het hier aan de Kaap, zoo als fchier op alle andere plaatsen; want niemand wil ganrn veel winit geven, maar zoekt alles zoo goed koop te hebben als hy kan; om dieswille doet een zodanige zich zelf 't grootlte nadeel; aangezien hy dikwyls naauwlyks daar voor ontfangt , 't geen de goederen j hem zelf gekoit hebben; ja 't ge- j beurt dikwyls genoeg, dat hem zulks niet eens daar voor geboden > w ord. l\n w\ 1 'er zeer vele verq uilten - de menfehen op de fchepen zyn, voornamelyk onder de matrozen , die zich door den lekkeren wyn alhier, 't aangenaam fchapevleefch en liefelyke keukenkruiden, ne- vens allerhande keurlyke boom en tuinvrugten zoo lang laten beko- ren, tot dat zy niets meer overig hebben, en gedwongen zyn , ha- re fchepen te zoeken , en met le- dige handen van 't land affcheid te nemen, zoo is licht te befluiten, dat de goederen van deze men- | fchen in grote menigte te koop gedragen worden, en derhalven veel beter koop te bekomen zyn, dan dat ze op hunne waarde ge- houden wierden. Menig een, dien 't berouw te laat aankomt, ftort zich in vry groter ongeluk, dan de tot nu verhaalde vcrquilting na zich fleept , om dat hy zomtyds voor- neemt, om zyn overig geld in lou- ter vermakclykheid door te bren- gen ; dog uit deze vrolykheid ont- ftaaj doorgaans op 't laatiltwiit, te meer als 't hoofd door veel wyn op hol en 't bloed verhit is, waar door dan menig een wakker afge- rolt, ofdodelyk gequetft word ; hier op word zodanig een dan ze- kcrlvk in hechtenis gezet , en van 't feit overtuigt, met roeden of II. Ttal. met dunne in twee gcfpouvve fpaanüche Hokjes deerlyk gegcef- felt, en ti rloedc voor ee- nige jaren gebannen* Mier van zoude ik verfchcide v"i Willem Adiïaan van der Stell 3 doen. Dè Selryvcr verhaalt -.vat gedurende zyn verblyf aan de Kaap voorgevallen is. Begin vak de oncenigbeid tuffchen de burgers , en de Regeering. De Gouverneur zet eenige burgers ir. I: ca'.' t ans Klagten der burgers am de Compagnie. Beßaan uit 38 artikels. Het cerße is een inlyd'ng. 2. Is een klr.gtc over den groten landbotnu van de Gouverneur. 2. Klagt >r ! f byzondere vee-plaatzen. 4. Over de vrye handel met de Hottentotten, f. Aanflo- tftj/k leven van Domine Ka/den. 6. Dat de Gouverneur meefl buiten is. 7. l'ee-'i'yden verboden. 8. Klag! over den ouden Gouverneur. 9. Over Francais van der Steil. 10. '1 'wee oud-burgemecflers ufgerofl. 1 1 . Klagt over den ouden Gouverneur en zyn zoons. 1 2. Siegte verkoping van 't l.oulveerk. 13. Verbod der boffchen. 14. Voorbeeld van Cathrina Wtsmat, 1 f. Wynhandel verboden. 16 Verbod om iets aan vreemde febepen te leveren. 1-. B jcren ged-xongen om hout na zyn buiteplaat s te voeren. 18. Moeten riet voor lern zonder loon voeren. 19. Verkoopt zyn kevrn aan de bakkers. zo. Levert koorn aan de Compagnie tot een bpoge prys. 21. Klagt over de hofßede van den Heer Elzevier. 22. Verbod van 'f viffeben in de vijeh-hoek. 23. De zelfde klagt over Francis van der Steil. 2,4. Wollige fchapen gchaalt , en niet betaalt. Z$. IVeggelope flaven door hem aangehouden. 2.6. Ge/ehcnkcn genomen voor landeryen. ij. Beviys van V vorige. 28. Wyqert den burgers knegts. 29. Oude ordonnantie , dat de bedienden der Compagnie geen land moge» hebben. 30. Klagt over dm afflag der huizen en landeryen. 31. Over den gcneralen pag- tcr. 32- Smeêkfibrtp van dezen pagter. 33. Over de 4 gepreveligeerdc pagters. 34. Dit kon cpftand vervoekken. 35-. dood van Monkéfus. 36. Ongeluk van Corfenaar . 37. Korte herhaling der vorige klagten. 38. Bede om gunfiige verandering. N A dat ik u tot nu zoo wel de geiteldheid der Volkplan- tingen, door de Nederlandfche Ooit-Indifche Maatfchappy, ze- dert den jare 165-2., aan de Kaap de Goede Hoop opgerecht , als de eigeniehappen van 't land zelf my- nes bedunkens duidelyk en ci- gentlylv , en zoo als de natuur van Je zaak vcreifchte,cenigzins wyd- lopig voorgeltelt heb , zoo fchynt het als nu ivd te zyn, ook eens om myne belofte te denken, die ik in den beginne van dit werk ge- daan heb, en u geloofwaardig, onpartydig en genoegzaam bericht te geven, van 't geen gedurende myne aanwezenheid aan de Kaap voorgevallen is. Doordien echter de tyd lang is, dien ik meelt aldaar doorgebragt heb, en in dezelve zeer vele merkwaardige zaken voorgevallen zyn , zoo vereifcht de noodzake- lykheid, zoo voort in den be- ginne te zeggen , dat 't niet mo- gclyk is, om alles in een Hoofd- ltuk te bevatten , aangezien zoo wel van 't gecllelyke als van 't waereldlyke zal moeten gemeld worden ; dog om van deze alle of van ieder in 't byzondcr te hande- len, zoo als in den beginne myne mening is gew eelt , is niet wel doenlyk; om dat daar door de aancenfchakcling of de draad van de zaak gebroken, ende order, zoo als alles op elkander gevolgt 328 BESCHR Y VING van de is, verward zoude worden; der- halven heb ik raadzaam geacht, de nette order van den tyd te volgen, en alles te berichten , zoo als 't na malkanderen voorgevallen is; ten einde de Lezer een beter begrip zoo wel van de zaken als de rege- ringswys bekome, en daar door zien moge, hoe wel en hoe flecht deze gewigtige volkplanting nu en dan, zelfs tegen den zin van de Heren Bewindhebberen, met Re- genten verzien, en als aan de woe- de der magtige en deze Voortref- felyke Maatfchappy benydende i vanden overgegeven geweeil is, als die geen ander inzicht hadden , dan deze vermaarde Kaap, als de belle ververfchings-haven voor gantfeh Indien, die voor de zee- vaarders 't gelegenste is, de ge- melde Maatfchappy uit de handen te wringen, en dezelve naderhand zoo niet t'eenemal uit 't bezit te zetten , echter van 't befte voor- deel te beroven. Begin Boven heb ik reeds gewag ge- van onee- maakt, dat voor myne komft ee- tuifchen de ne vonk van grote haat en gevaarly- burgm en ke vervolgingen, tuflehen de Rege- ring, ring en de burgers onder de aflche fmeulde, en dat dezelve by myne aanwezenheid in een volle vlam is doorgebroken ; aangezien de burgery, die zich op hare van de Voortreffelyke Maatfchappy ver- leende voorrechten vefte, de ge- wcldadige benadeling van deze Regering niet wel dulden konde; veel min gedogen, dat zy van alle voordelen berooft , tot de uiterfte armoede gebragt worden en de fnoodfte verdrukking zouden De bur- moeten ondergaan. klagen Zy hebben in den beginne des- i wegen aan den Ldelen Heer •- Gouverneur, Willem Adriaan van der Steil, als Hoofd, en (lichter v.-ir •... van alle misnocgthcid, zelf ge- klaagt, hare nood voor oogen ge- fielt, en gebeden, met hen na recht en billykheid te handelen; flog /y quattieh hier by eenen Re- hnbcnt7i,i\\Q hen hardelyk antwoor- de, zoo als doorgaans zyne ge- woonte was, en geenzins eene ver- andering beloofde, maar in zyn voornemen voortging , en alles , zoo wel dat 't land opbragt, als dat de vrye handel gaf, in zyn neft zocht te liepen, waar toe hy ech- ter geen recht ter waereld had ; want hy was gewoon te zeggen : Willen zy my leren, hoe ik regeren zal? Hier over wierden de ge- moederen, zoo als licht is af te nemen , nog meer verbuttert; derhalven befloten zy, den gemel- den Heer van der Steil zoo wel by de hoge Indifche Regering te Ba- tavia, als by de Heren Bewind- hebberen in Holland zelf aan te klagen. Ten dien einde fchreven zy na de gemelde oorden» en Fel- den hunne klagte op eene beweeg- lyke wyze voor; van Batavia ech- ter ontfingen zy geen antwoord, om dat deze Heren zich met de- ze hen onbekende zaak niet kon- den of wilden bemoejen ; daarente- gen zonden deze de gemelde klag- ten aan de hoge Heren Principa- len,deBewindhebbereninHoMand. Door dien nu de broeder van den Heer Gouverveur toenmaals een medelid van deze hoge Indi- fche Regering was, zynde daar na Gouverneur op Amboina gewor- den , zoo konden hem deze klag- ten en de perzonen, welke dezel- ve getekent hadden, niet onbe- kent blyven; derhalven gaf hy zy- nen broeder aan de Kaap daar van bericht, die zulks zeer hoog nam, en nog voor 't vertrek van de Re- tourvloot in 't jaar 1 706. met 't ge- vangen nemen, in hechtenis zet- ten der burgers, en andere won- derlyke proceduren een begin maakte; waar door hy echter de misnoegtheid niet wegnam, maar oly in 't vuur wierp. Eer ik van meer vyandlykheden gewag maak, vind ik raadzaam, om den Lezer een uittrekzel van 't gemelide klaagfehrift mede te delen, om een beter begrip van de gehele zaak te doen hebben; ik De Gou- verneur doet de burgers in hechtenis letten. De Schry- vcr wil een uit- trekzel vxn de klagten der burgers mededelen. KAAP Dra GOEDE HOOP. 329 ik zoude 't gantfche fchrift van woord tot woordeer wel Inlafl ten ware hei zélve te wydlopig was, end: ie hele bladen bello het zelve was van ?z. der voor- naamlte burgers getekent. Dekiag- HetbeheHl 38 artikels, welke de I leer Gouverneur alle fchrifte- ÄSuit lvk heeft beantwoord, hebbende i) nc verd< digingdaarenbovenmel *els- den druk gemeen gemaakt; dog op ecne andere WVZe, meelt met verdichte of valfchc, of ook met gedwongene bewyzen, 7.00 als uit ï) lic boven gewaagde Deductie, en daar op van de burgers in 't licht g -gevene Contra-Deductie wydlo- pig te zien is. De gemelde 38. artikels ! -J/en, in 't kort 't vol- Het eerüc gende : Het ccrltc bchellt enkelyk nfnlï.un- t-cne inleiding, dat zy door de tie. noodgedwongen' zyn , hare recht- vaardige klagten, in den fchoot der Hoog-Fdele Heren ßewind- hebberen uit te fchudden ; om dat zv alhier door ecne trotze en on- rechtvaardige overheerfching, van den gemclden Heer Gouverneur niet alleen zeer hard verdrukt , maar erger als Haven gehandelt wierden ; het welk , door dien zy vry geborene menfehen en ondcr- dincii van haar Hoog Mögenden waren , haar eens zoo fmertclyk voorkwam. „ , In 't twede artikel befchuldigen Hetz. I 1 1 1 n fpreektvan zv den zclven, dat : hv 1 1 uuren ooit- den groten ^Vds , achter de Stad en Veiling, landbouw. . ,, > een zeer pragug groot en wydlur- tig landgoed, binnen den tydvan 6 jaren uit de wildernis had doen 0pry7.cn, welk landgoed byna een fteedje geleek ; dat hv daarenbo- ven dtéper landwaards in , 60 uu- ren van daar, een ftreck land be- zat, waar op ruim 5-0 Afiikaanfche boeren konden wonen , die op 't allerdtbhtftc een half uur van mal- kander woonden, behalven dafhy nog 60 morgen bezat, en nog b'e- bouwdtr; dat hy wydëts ruim 800 ftuks rundvee had, (hoewel 'er naderhand 17.00 bevonden zyn) en ruim 1 0000. fchapen ; (dog na- //. 'Deel. d( 1 hand zyn 'er 1 o. geuit ; ) du ' r ruim 6 . ( lompagnies Be- dienden, die keil en loon van de Edele Compagnie genoten, aller- hande handu erksluid( n waren, en dn 'er ook tl ig< Ij ks meer dan k. o ( !ompagnies (laven arbeiden, over welke allen de ( 'ompagnies-Tuin- man 't bevel voerde, fchoon hy voorzync3o guldens, welke hv ter maand had, anders niets deed; dat de Compagnies Smidsen Wa- genmakers ook alles van't Compa- gnies } /er moeiten maken, 't geen de gemelde Heer Gouverneur tot zynen landbouw van noden had, om dat hyjaarlyks niet alleen ecne grote menigte koorn /aaide, maar ook weikclyk ruim 40000Q. vruchtdragende wynltokkcn ge- plant had, welker vruchten hy te- genswoordig genoot, en met 't een zoo wel als met 't ander , de burgers plaagde en aldus allen han- del aan zich trok. Het III. artikel behelft ei- "g 3* gentlyk cene nadere verklaring w'gvan " van 't gemelde ftuk lands van 60 »s byTon* uuren; want zy zeggen hier, dat pSien!' hy in deze ftreek lands, over de Hottentots-Hollands bergen gele- gen, vyftien vceplaatzen aange- legt had, alwaar hy zyn voorge- meld vee door Compagnies Be- dienden wyden en bewaren liet ; over welke alle wederom een Chi- rurgyn, die zo gulden ter maand by de Compagnie genoot, 't op- zicht had. In 't I V. artikel word de Het 4. Heer Gouverneur befchuldigt,dat denVr"1 yen hy de herftelling van den vryen handel met handel met de Hottentotten ruim Motten, een vierdendeel jaars ver/wegen, en midlerwyl voor 7.ich zei ven, zy- nen broeder 1'rancois van der Steil den Prediker, Petrus Kalden en andere groten, veel vee van dczel- ven gehandelt en kort voor de afkondiging, ecnige burgers met kruid en lood uitgezonden had, . om met geweld en goede woorden vee voor hem te handelen ; waar door hy dan in zoo korten tyd ee- Tt ne 33o BESCHRYVING van de Het j. val 't a.inllote ne zoo overgrote menigte vee be- | komen had; dog dit was nog niet genoeg geweelt ;.hy had deze vry- i 'kort daar na op zyn eigen hondje weder verboden, en mid- lenvvl den gcmelden tuinman Jan Hertog weder derwaards gezon- den om voor hem te handelen , waar by 't dan gebleven was , tot dat de vrve handel, ten voordele der burgers , door de Yoortreffe- lyke Maatlchappy wederom was geopent. Het V. artikel befchtyft 't leven leven en den wandel van den Tdike" vo°rgemelden Prediker , Petrus pietetkal- Kalden, en zulks op eene zoo ei- den. gentlyke natuurlyke wys, dat men 't zelve niet beter zoude können vooritellen; want hy word niet al- leen als een der grootlte Land- boeren voorgertelt, die zich meert met zyne landgoederen bemoeit, en dikwyls 14. dagen en langer daar op zyn vermaak neemt, en midlerwyl door den V oorlezer des zondags dendienit kat waarnemen; maar daar word ook van hem ge- 7,egt, dat hy zich zeer weinig om den Godsdienll bekommerde, om dat hy gedurende zyne afwezen- heid niet eens na de Kerk omzag , ja dat hy pleegde te zeggen, wat zal ik f lm is doen , als de Edele Heer Gouverneur , en de Heer Samuel Elzevier, buiten zyn? terwyl hy nogtans de grootlle dryverwas ge- wedt, dat deze zoo kortbare Kerk voor eene zeer grote zomma geld uil de Diakonics-kasgebouwt was; men voegt daar by , dat 'er men- fchen gekomen waren , om hare kinderen te laten dopen, en ande- ren , die drie malen na malkande- ren afgeroepen zynde, de plegtig- ;Heid van den Trouw wilden la- ten verrichten, onverrichter zake hadden moeten hene gaan , om dat di ■ Pivdiker op zyn landgoed mi ■ 'uiers ihn; hy de leden fqrmeerdeGemeeptedik- ■■ Ouderling én Dia- kc'ni ofdóoir cen'/ickentrooiter, j.1 die wat ver woonden , door den Korter of zelfs door een Hotten- tot tot 't H. Avondmaaal had laten nodigen, 't welk echter zonder eenigen tegenfpraak zyne eïge plicht was ; en dat hy eindelyk nog meer onbetamelyke rtukken ge- pleegt had, als by voorbeeld, dat hy een kind by eene flavin had, enz. welke zy echter met ftilzwygen verby gaan, ten einde de zaak niet te lang vallen zoude. Het VI. artikel raakt weder den Het*- Heer Gouverneur zelf, van wien dc^c'ou-1 als nu geklaagt word, dat hy van vemeur zyn Landgoed , genaamt Verre ge- "» z^, legen, zyn dagelyks werk maakte, landgoed en den dienlt der Edele Maat- onthoud- fchappy gantlchelyk verwaarloos- de; doordien hy dikwyls z. 3. 4. 5-. 6. en meer weken na malkande- ren zich aldaar onthield, zonder na de Vefting of zyne verrichtin- 1 gen om te zien ; dat hy de bur- gers, die om 't een oft ander by hem quamen , met een zeer quaad ; befcheid afwees, en hebben wil- i de, dat zy zouden wachten, tot | dat hy weder t'huis quam, als zyn- I de aldaar, om zyn vermaak te ne- ] men ; zoo dat hy niet begeerde, dat hem iemand daar in quam fto- ren. In 't VII. artikel befchuldigen , , H« '■ j t t r-> i -Tl klaagt over zy den Heer Gouverneur, dat hy verbodene den burgers de vrye weyden voor vecwey- haar vee verbood, met bedreigin- ge , om de genen, die hem met haar vee te na quamen, armen en benen aan rtukken te laten liaan; waar door te weeg gebragt wierd , dat- geen veehoeder met zyne trop daar ontrent weyden wilde; om dat zy altyd verjaagt en vervolgt wierden. Het VIII. artikel raakt zynen g** vader, den ouden Hr. Gouverneur ouden Hr. Simon van der Steil, over vvien Gouvcr- gcklaagt word, dat hy met zyrter buren op dezelve wys handelde, als zyn Edele by 't VII. artikel befchuldigt is, om dat de gemelde ! [eer Simon van der Steil zyne buren zoo veel plaagde als hy kon. In 't new. KAAP de GOEDE HOOP. 331 Het 9. et Steil. . . t 10. nek) , dat oud-bur- ;ermees- ofl IOU- lenzyn. Het 11. egt, dat e vader en . 100ns ualyk .uisgehou- cn heb- en. In 't IX. befcfauldigen Heer Franpois van der Steil, broeder van denHr. (Gouverneur, dat hy Zyne butjren insgelyks op de onredelykfte wys plaagde, m zich op den 1 !r. ( Gouverneur ver- latende , *oo veel quaad deed »als de haal ennyd hem ingaven; dat hy een '/eer gevaarlyk inltrument, ja de pelt aan de Kaap was ; dat hy vermaak fchepte, om de burgers te plagen, en 't voor een mcelter- Ituk hield, om iemand te bedrie- gen, dat hy de burgers allen be- derven zoude, als 't Hechts in zy- ne magt was. Het X. artikel verftrekt een be- wvs van 't vorige, werdende daar in een Haaltje van wraakzucht en gierigheid verhaalt, hier in be- iiaande: Dat namclvk de gemelde 1 'rancois van der Steil eenen bur- ger verzocht had, om twee oude Burgermeeiters, diegegoed waren, en haar vermogen aan den Heer Gouverneur niet wilden overge- ven, wakker af te rollen, voor- gevende , dat hy hem en den Hr. Gouverneur daar door eenen gro- ten dienit doen, en hen beide zeer verplichten zoude. Want deze beide waren in des Gouver- neurs ongenade geraakt, omdat ze hunne goederen niet wilden ten beiten geven ; en de Heer Gou- verneur had zynen broeder daar- om tot deze fchandelyke daad ge- bruikt, om dat hy wilt, dat hy wel meer diergelyke itukjes ge- pleegt, en daarenboven daar op gepogt had. Het XI. artikel behellt enke- lyk eene korte herhaling van 't 7. 8. 9. en 10. artikel, waar by de Edele Hr. Gouverneur, zvn va- der, de oude Hr. Gouverneur en zyn broeder, Francois van der Steil, als Souvereine Heren aan- gemerkt worden, die meenden, dat hen alles vryitont, en dat 't gantlche land aan hen toequam ; om dat zy niet anders te werk wa- ren gegaan , en de inwoners niet anders gehandelt hadden, dan als IL 'Deel. x Dnafbangdykc Heren waren* ja /elis nu en dan erger ; fpeli de aldus overal den gehad' l, . ' > dal /v /..»ml- 1 c. ■ del alle burgers uit 't land /ouden n< ben gejaagd zoo 'i Rechts in hun- ne m liaan had. I let XII. raakt wederom voorna- Het 12. melj I. den 1 leer ( i'ouven cur /elf, jjJXvS want hy word hefchuldigt, dat hy koningvan met 't Hollands houtwerk, na de^;v Kaap gezonden, zeer Hecht ge- leeft had, hebbende 't belte voor zich zelven laten uitzoeken , en weinig geld daar voor betaalt, ter- wyl de burgers het Hechte voor lief nemen, en duurder als 't bes- te betalen moeiten ; aldus was 't ook met de duigen gegaan, welke daarenboven enkelyk onder de gunltelingen waren uitgedeelt. Het XIII. fpreekt weder van Het 13. den Heer Gouverneur zelf; te we- S «n 1 ten , de burgers klagen , dat hy hen vc,hod d« den toegang tot de wouden en boffchcn- bollenen zodanig had afgefneden, dat zy nog timmerhout , nog zo- danig hout konden bekomen, dat zy tot de wagens, ploegen, en an- der boeren gereedfehap van no- den hadden ; terwyl hy voor zich alleen ,en niet voor de Maatfchap- py , dagelyks 't belte en bequaam- Ite daar uit liet hakken, en totzyn voordeel verbruiken, onder voor- wentzel , dat hy den burgers daar toe verlof zoude geven , als hy met bouwen en timmeren gedaan had. Het XIV. verhaalt een v.ooj>. ^JiJ* beeld, hier inbeltaande, dat na- een voor- melyk de Heer Gouverneur van !*e!d van J j /-< 1 • Catl.arma eene arme weduwe , Catharma Wismar. Wismar genaamt,die in een bofch eenig hout had laten hakken, dat naauwlyks drieryksdaalders waard was, door den Land-droit de or- dinaris boete van vyf'tig ryksdaal- ders had willen laten afperfen, voorgevende dat men op eene zodanige wyze een fchrik onder de burgers brengen moeit. ktogJóv« In 't XV. word de Edele Heer dcn verbo- Gouverneur befchuldigt, dat hy neandeT" T t 2 om BESCHRYVING van die Het ió. >preektvan een verbod om iets san vreemde fchepen te leveren. Het 17. , dat .>cren timmer- 1 out na Vrrreicltgen vn vue 332 om zyn eigen belang aan de bur- gers den vrven wyimandel ver- bood ; want hy had hen het vry brengen van hunne wvnen van hare buitenplaatzen aan de Kaap verboden en belet ;hy had jaarlyks ruim vier hondert vaten vvyn, \ oor ecnen zeer flechten prys,als voor drie, vier of vy f ryks daalders 't vat van de boeren gekoft en af- geknevelt , welken wyn hy nader- hand in de Compagnies kelder door een Compagnies Bediende had laten fmeren en fchoonmaken, waar na hy ze weder tegen een /.eer hogen prys, namelyk 't vat voor acht en dertig ryksdaalders ruin de Hollandfche, Engelfche, Deenfche fchepen , enz. verhandelt en verkoft had. Het XVI. befchuldigt den Heer Gouverneur , dat hy den burgers had verboden , om eeni- ge ververfching,'tzy wyn,vleefch of keuken-kruiden aan de Engel- fche en Deenfche fchepen te leve- ren, en dat hy om zulks voor te komen, een korporaal met eenige zoldaten , aan itrand gepoiteert had , waar door aldus den men- fchen 't brood uit den mond ge- nomen wierd ; om dat zy hunne waaien niet konden aan den man brengen; tervvyl hy aan de Offi- ciers van 4e gemelde fchepen zei- de, dat zoo zy eenige verver- fching hebben wilden, zy dezelve van hem konden bekomen. In 't XVII. word de Heer Gou- verneur befchuldigt, dat hy den burgers of boeren, die koorn in 't Compagnies magazvn leverden, en met 't zelve dikwyls eenen verren en moejelyken wcgquamen, den ordinaris prys , te weten, acht en een halve gulden voor de mudde wel had laten betalen, wanneer namelyk de tienden daaraf getrok- ken, en zy aan de Edele Compa- gnie niets fchüldig waren ; dog ' bevel had gegeven, dat zy na huisrydende, wederomzware ;ten van allerhande timmerhout ■t.a zyne 1 lol'iledc met dezelve os- fen en wagens als een Herend ienfl, brengen moeiten ; zonder dat zy daar voor betaalt wierden, waar door menige os de hals gebroken was. Het XVIII. behelft, fchier even Het 18. dezelve klagte; want de burgers ver'mlt , j • i S vcrder.dat zeggen daar in, dat zy voor den zv rieten«. Heer Gouverneur riet en andere vo"r n'et bouw-materialen hadden moeten den moe-~ voeren, zonder dat zy zelfs eens ten voe" daar voor bedankt wierden ; dat r' zy door den Land droit met den StellenbofTchen Bode , dikwyls met harde dreigementen, van hen namelyk den voet dwars te zetten, enz. daar toe gekomman deert waren; fchoon men will , dat 't arme menfehen waren, die maar eenen wagen en een gefpan offen bezaten, waar mede zy hun on- derhoud zoeken moeiten. In 't XIX. artikel word de Heer Het r9- Gouverneur befchuldigt, dat hy g0"^ *" zyn koorn doorgaans aan de Bak- ko0|n =»an kers verkoft, welke hem tien , Jcrkoftf" twaalf ja vyftien guldens voor de mudde geven moeiten , waar door hy den behoorlyken tienden aan de Voortreffelyke Maatfchappy ontvlugte, en aldus niets gaf; en dat hy daarenboven de Bakkers dwong, om 't zelve voor dien prys aan te nemen, ten ware zy in zyne ongenade vervallen, en ge- vaar lopen wilden , van gantiche- lyk geruïneert te worden. Het XX. beklaagt den Heer Het 10. Gouverneur op eene nadrukkely- hy^öo" kc wys, dat hy namelyk zyn eigen tegen een belang boven dat van de Voortrcf- |3eprys felyke Maatfchappy gezogt had ; Compagnie om dat hy wetende , dat in 't jaar ^vcrc 1705-. weinig Koorn alhier geval- len was, en de Maatfchappy ge- brek daar aan had, 't geen, dat hy aan de Bakkers nog niet had verkoft, onder den naam van drie verfcheide burgers aan dezelve ge- levert had; mids twaalf of vyftien guldens voor ieder mudde beta- lende ; terwyl een zeker burger die negentig mudden leverde, niet meer dan de ordinaris prys van KAAP de GOEDE HOOP. 333 Het 11. laagt over Ir. Elix- ier. Het il. neld van 't rerbodvan t vifichen n den fifchhoek. Het 13. legt dit zelve van Francais van der Steil. van acht en ecu halve gulden voor 'tzyneontfangenhad, en daaren- boven de tienden daar af getrok- ken was; fchoon zulks ontrent de anderen niet was gefchied. 1 Iet X\l. raakt niet ZOO /.eer den Heer Gouverneur als den lieer Samuel Elzevier, eeriten Koopman en Tu eden Perzoon ; want alhier word geklaagt , dat hy insgelyks eene zeer grote wydluf- tige Buitenplaats bezat) naait de- welke de Edele Maatlehappy zelf nog eene plaats heeft, welke zy tot hooi en gras-land gebruikt. Op dit landgoed /aaide de Heer Elzevier jaarlyks veel Koorn, en won overvloedig wyn , en hield daarenboven aldaar zeer veel vee; deze buitenplaa.s had de 1 leer El- zevier van den ouden Heer Simon van der Steil bekomen, fchoon dezelve kort voor heen twee boe- ren, aan welke hy aldaar landeryen had gegeven , weder van daar ge- jaagt had ; onder voorwentzel, dat zy te dicht by de Compagnies poit lagen. Het XXII. fpreekt wederom van den Heer Gouverneur, en word daar in geklaagt, dat hy zy- ne byzondere villchery hield, en aldaar een huis gebouwt had, te weten, in Hottentots-Holland, in de zoogenaamde Vifch-hoek ontrent drie of vier uuren van zy- ne pragtige woning Verregekgen-, daar by voegende, dat hy aldaar een floep met een quartiermeelter en cenige matrozen, die van de Edele Maatlehappy betaalt wier- den , hield , die echter dagelyks niet anders deden, dan voor de flaven van den Heer Gouverneur te viilchen ; terwyl de burgers daar van daan gsjaagt wierden; aangezien de genen, die zich on- derbonden aldaar te vilfchen , op eene erbarmelyke wys afgeroil wierden. Het XXIIÏ. klaagt over des Gouverneurs broeder, den Heer Franeois van der Steil, en meld, dat hy niet ver van de vifchplaats vanden 1 leer Gouverneur} in de zoo genaamde Baai! . 'clyks voorzicheene viflchery had, alwaar de burgers ook niet dorden vilfchen ; zoo dat het zich liet aanzien, als of deze 1 Ieren de '/ee- wateren als in erfpagt hou- den, en menig arm raenfch daar door van honger wilden laten om- komen. HetXXIV. betreft weder den, H,ct,M Hr, ,. . r , , handelt van eer Lrouverneur, die belchul- uoihgc digt word, dat hy op den naam !?hape°/ .. J \T ,i- I , i » , r , die met be- van de Voortreilelyke Maatfchap- taalt iyn. py , ontrent vierhundert iluks wollige fchapen van de burgers had laten halen, onder voorwent- zel, dat hy bevel had , de wolle daar van na Holland te zenden, en dat voor ieder ituk vier gul- dens zoude betaalt worden; dog dat niemand van de burgers tot nu eenige betaling ontfangen had , maar dat een van hen, die geld eifchte, met eene wakkere lading fcheldwoorden en dreigementen van den Heer Gouverneur afge- vaardigt*was. Hat XXV. befchuldigt den £«£■ Heer Gouverneur, als een Over- richt van treder van zyne eigene wetten ; de we§se- om dat daar in geklaaagt word, a0angehou- dat hy de flaven , van de burgers dene fla- weggelopen , op zyne Buiten-plaats vcn' Verregelegen aangehouden en in zyn dienlt gebruikt had; fchoon door hem en zyne Voorzaten op een boete van 15 ryksdaalders verboden was, zodanige flaven t'ontfangen of huisveiling te ge- ven : Ondertufïchen had de Ede- le Heer Gouverneur het gedaan, om zich meelter van dezelven te maken , en ze vereert te beko- men, of ze voor een gantfeh ge- ringen prys te kopen. By 't XXVI. word de wy/e aan- He ia. getoont, welke de Heer GouveN ?XT neur zoude hebben gehouden, alsvin se- hy een Ituk land aan dees of gee- [Sve- nen ingezetenen Op bevel Van de venclande- Edele Maatfchappy voor niet met ryen' alhadbehorentegeven;wantalhicr word gezegt, dat hy gefchenken Tt 3 had 334 B E S C H R Y V I N G van de i Het 18. regt, dat de burgers geenen knecht van hem ver- krygen kouiijn. ' tenoroen, van de genen, de landeryen wilden gemeten , behalven dat die men- fchen wederom niet met ledige handen hadden mogen verichy- . als zv naderhand quamen, om hunnen erfbrief te halen. Het X X V 1 1. verhaalt een voor- beeld ten bc vvvs van 't vorige, dat namelyk de Heer Gouverneur een ftuk luid aan zeker burger vereert had, dog dat dezelve het niet had können gemeten krygen,voor dat hy ten offer gekomen was; dat dezelve ten gevallen van den Heer Gouverneur daarenboven dertig leggers of hondert en twin- tig Rhvniche vaten (emmers) van den belten wyn, tegen 5 ryksdaal- ders '1 vat,aan hem verkofthad;dog dathyom betaling gekomen, de huid vol fcheldwoorden in plaats van geld bekomen had , behalven dat hy hem 't land weder ontno- men en aan iemand anders , die reeds voor dezen vogelvry geweell: was, vereert had. Het XX VII 1. befchuldigt den Heer Gouverneur , dat als de bur- gers eenen goeden knecht moe- iten hebben, die den landbouw verilont, hy hen geweigert had, denzelven uit den dienft der Maatfchappy in lening over te ne- men, om dat hy dezelve tot zynen i deren dienlt van noden had ; daarenboven had hy zodanige knechts, als hy ze affchaffen wil- de, zoo voort na Batavia of Cey- lon gezonden, ten einde dezelven, yne geheimeniilen wetende , by niemand anders dienen zouden; dog zulks had hy voornamelyk urnen, om de burgers wak- ker te plagen. 't XXIX. brengen de bur- gers de Edele Heren Bewindheb- n weder te binnen eene order, die in den jare 1668. den 26. A- pril afgekondigt, en v.cdert den van den Heer Gouverneur , lot dat de Heren van der aan de regering gekomen /mi, onverbreekelyk gehouden, naderhand echter als een oud kleed achter de bank geworpen en met voeten getreden is ; deze or- der verbood alle Bedienden der Maatfchappy zoo wel hoge als la- ge, eenig land te bezitten, direft of indirect ; als medeeenigen han- del met Koorn, wyn of vee te dry ven ; na dat echter de gemelde Heren van der Steil 't roer van de Regering geftuurt hebben , was deze order niet alleen in vergetel- heid geraakt , maar zy hadden an- dere gequalificeerde Bedienden der Edele Maatfchappy van de belle landeryen verzien, ten na- dele en verwaarlozing der Compa- gnies zaken, en ten bederf en on- dergang der burgers. Het XXX. geeft aan de Voor- Het v- treffèlyke Maatfchappy zeer wee- SjJ) ddeenr moedig te kennen den elendigen hu^en en toeltand der Colonie, daar in be- landcr>'en- itaande, dat de huizen en landery- en der burgers fchier de helft on- der de waarde worden verkoft; om dat de vrye handel geftremt, en den ingezetenen niet alleen door den Heer Gouverneur betwift, maar volflagen geweigert en ver- boden is; terwyl nogtans een land nooit heeft können bloejen of opnemen, waar in de handel is af- gebroken geweeft. Door dien nu de Diakony en Weeskamer zeer veel op diergelyke hypotheken verfchoten hadden , zoo zouden zy met der tyd veel te kort ko- men , aangezien reeds veel huis- houdingen gevonden wierden , die . zelfs de intreften na behoren niet können opbrengen. Het XXXI. klaagt over de,,Het3'' ,1 ° 1 i¥ klaagt over nieuwe wyze , welke de Heerden Gene- Gouverneur tegens de oude fchik-ralenPa6" kingen van den Heer Daniel Hein- e iius, die in den jare 1699. als Commiflaris uit Indie quam, en na Holland ging, en boven de daar op gevolgde goedkeuring der Voortxeflelyke Maatfchappy, de Pagt der Kaapfche wynen betref- fende,heeft ingevoert ; en zegt, dat de Heer Gouverneur om zyn by- zonder K A AP of GOEDE HOOP. 335 Het 3 handelt van 't fmcek' dezen Pau ter. tonder h eerien gcneralcn Pagrer téjgeh den w il der gemeen- te had laren opkomen, terwyl Vr n altyd vier geweer! waren; cl.i.tr toe /ckcren Johtnries Pfcrfrcrhad genomen, die den i Maart t'67^. als een dief gefcha- vot teert en gebannen was, 7.00 t\Ai \ uit 't bygevoegd vonnis bewezen; en zulks enkelvk, om dat hv de wynen van den Heer Gouverneur en zvn Vader alryd '/.eer duur gc- koft , en ten eeriltn betaalt had. P»v 'tXXXU. blyven de bur- gers by dcze/.clvc materie , en tonen, dat deze generale pag- fchriftvan rer, Jan Pfeiffer, kort nadat hy A/*i*r\ Pi(t_ 1*11 i de pagt had aangenomen, op den raa ^ en bevel van den Heer Gnu- v neur, door een zeker perzoon een fmeekfehrift had laten opdcl- len, 't welk de Heer Gouverneur overzien , en in 't net gefchreven zvn Je, in den Raad geprefenteert hatf, waar by hy verzocht, dathy in zvne zoo /.waar aangegane wyn- pagt , die 39100. guldens beliep, op 'r kragtiglte mögt gehandhaaft worden ; dat niemand zonder ver- lofvan den Heer Gouverneur een Carrabas, dat is, een fles van tien, twaalf of vyftien pinten, kelder, hou lende twintig of vyfentwintig pinten , of een half vat zelfs niet aan een fchceps-vriend verkopen of vc.rc.ercn zoude ; dat de Schout met zvne dienaars in alle burgers huizen zoude mogen gaan en vifi- teren, of 'er ook onderde hand vvyn verkoft wierd ; dat geen bur- ger zonder uitdrukkelyk verlof van den Heer Gouverneur zyne wynen aan de Kaap zoude mogen brengen , ten zy dat dezelze van den pagter generaal waren; en eindelyk dat de oude plakkaten en mandaten, voor de komft van den Heer Heinfiufe afgekondigt, mogten worden hernieuwt; der- halveri bidden zy, dat de Voor- treil' 'vke Maat fc happy op zulke onrechtmatige verzoeken regard nemen en zorge dragen wille, dat daar door de gantiche Colonie, Het 34. zegt , waar om 'er een opltand ontftaan welke haar 2 - 1 ■ ld gekoft had, niet te gronde gaan moge. Het X \ X 1 1 1. ra*kt de vier Het 33. geprevfligeerde il.uhtcrs ; en word 4"®?!? daar in vertoont, dat de 1. dele 1 nli- Hccr Gouverneur niet alleen had F^^eri getragt, den koorn en wynhan- del aan zich te trekken, maar dat hy 't derde iluk, namehk den veehandel , ook niet vergeten had. Want zy klagen, dat deze vier door den Gouverneur geprevili- geerde Slachters magt hadden, om alles en voor de Maatfchappy en voor de burgers alleen te flachten, terwyl aan de burgers op een boe- te van 5" o ryksdaalders, voorde eerilemaal , 1 00 ryksdaalders voor de twedemaal, en de derdemaal op lyfs-itrafte verboden was, ee- nig vleefch te verkopen. Het XXXIV. vertoont , dat als deze regering nog langer be- itaan zoude, en 'er geene hope tot verandering was, het te duch- itöndc ten ftont , dat het tot een opfland zoude uitberft en ; om dat zodanige nooit gehoorde verdrukkingen in (laat waren , om een wys menfeh tot wanhope te brengen. Het XXXV. verftrekt een gee]tetbe3f- voorbeeld , waar mede de kla- ncht van gers pogen te bewyzen, dat Hen- ^ d°°d drik Monkerus, geweze Kaflier, Heer een wys en veritandig man, door M°nkerus. harde verdrukkingen en geitadige mishandelingen tot zodanige wan- hope gebragt was , dat hy zich met een piftool doodgefchoten had ; terwyl dit droevig toeval den Heer Gouverneur van alle men- fchen aan de Kaap opentlyk verwe- ten was. Het XXXVI. vertoont ver- der, dat ook degewezene Win keiier en Secretaris vandejulli tie, Willem CorfTenaar, een vroom deugdzaam eerlyk man, zeer veel fmaad , hoon en fpot onfchuldig van den Heer Gouverneur had moeten lyden, hebbende hem on- der anderen om een beuzeling, eens in byzvn van zeer veel men- fchen , wakker over den hekel ge- haalt ; Het 36. verhaalt 't ongeluk vanden H. Corffe- naar. 336 BE SCH RY VING van de • Het 38. bid om gimftige verande- ring. haalt, en gedreigt, om hen af te zetten, en hem daarenboven met een fnaphaan op fchouwder , op fchildwacht ge7et,'t welk de gemel- de Corflcnaar zodanig ter herten had getrokkcn,dathy daar over niet alleen lang 't bed had moeten hou- den, maar had ook 't gezichten met 't zelve zyn Secretaris-ampt verloren. Het XXXVII. vertoont in 't kort, 't geen in de voorgaande wvdlopig geklaagt is, enbefluit; dat doordien de Heer Gouverneur deze Volkplanting in alle delen be- nvd, benadeelt, uitzuigt, voor 't 't bederf bloot fielt, en zyne grondregel is en hy doorgaans pleegt te zeggen , dat eene bedurve gemeente licht te regeren is, hy noodwendig voor een geefiel van 't land moeit gehouden worden. Het XXXVIII. maakt einde- lyk'tflot, dat de burgers nog wel vry meer zaken zouden hebben können voordellen , ten ware zy beducht waren ge weeft, daar me- de de Voortreffelyke Maatfchap- py moejelyk te vallen; ondertuf- fchen vertrouwden zy , dat dezel- ve hier uit wel konde begrypen , dat de hoogde nood hen tot deze klagten angezet had , hopende, dat zy na hare hoge wysheid aan hen bvftand bieden , en de vervallene zaken, heritellen zoude. Dit zyn dienvolgens de zoo kort als mogelyk, te zamen getrokke- ne klagten , welke de burgers aan de Kaap tegen den Heer Gouver- neur opgeltelt, en ter behoorlyke plaatzen overgegeven hebben; welke of zy waar of valfch zyn, myn werk niet is , om te onder- zoeken ; op 't laatil zal men ech- ter zien, hoe de zaken afgelopen zyn , en wie van beide partyen het proces gewonnen heeft. Midlerwyl zoude ik den Lezer wel van 't verder beloop der za- ken, hier iets mede delen, om dat 't jaar en dagen geleden heeft, eer men uit Holland weder bericht hebben konde, en 'er midlerwyl vele aanmerkelyke , gevaarlyke , gruwzame en ongehoorde dingen tuifchen beide partyen voorgeval- len zyn , welke om hier met ftil- zwygen verby te gaan , my geen- zins zoude paffen, ten ware ik voor partydig wilde aangezien zyn; dog ik vrees, uw geduld buiten dat reeds te veel misbruikt te hebben, en uwe misnoegtheid te vermeer- deren, zoo ik u tegenswoordig nog meer laflig quam te vallen. Derhalven bid ik deze wydluf- tigheid niet qualyk te duiden, en de voorgaande befchuldigings-ar- tikels ter dege in de gedachten te houden , om dat ze in 't volgende zeer dikwyls zullen worden aange- roert ; en kan de Lezer verzekert zyn , dat ik niets van 't geen 'er voorgevallen, en aamerkelyk is, vergeten zal. XXV. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 337 XXV. HOOFTSTUK. Wanneer de Heer Gouverneur, Willem Adri- aan van der Steil , vernam 5 dat de burgers hem aangeklaagt hadden , zoekt en verkrygt hy een valfche Getuigenis van twee hondert en veertig burgers 5 laat cenigen in hechtenis zetten , en naauvv bewaren j anderen verzend hy na Batavia en Holland ; de fcheeps-Raad word beroepen , om over deze rebellie te zit- ten , en geeft eindelyk een aardig Manifeft uit. De Heer Gouver- neur bid al- le burgers., om een m getuigenis. / 'erdrr hertelt van de proccduuren. De Gouverneur bul alle burgers om een getuigenis. Jl\>rd van zommige getckent. Zcltzaam geval met Gillis Sollier. Als mede met Jan Hendrik l 'oogt. Inbond van deze attefiatie. De Gouverneur vorfebt na den opfleller en Ondertekenaars. Adam I as raakt deswege verdagt. Word in hechtenis gezet. Jacob van der Heide ivord insgcïyks gezogt. Jan Rotterdam moet na Batavia vertrekken. Waar- om zulks gefibied. Komt V volgende jaar vjcder. De Gouverneur geeft een zeldzaam vian'tfefl uit. Uhtrekzel daar van. BY myn voorgaande heb ik u niet alleen de redenen en een uittreksel van de klagten, door de burgers over den Heer Gou- verneur en andere voorname Be- dienden der Maatfchappy, zoo kort als mogelyk mcdegedeelt , maar terzelver tyd belooft, om u 't verder beloop van deze zaken , en hoe dezelve eindelyk uitgeval- len zyn, te laten toekomen; dog wyl 'er velerhande en langdradige zaken zyn, zoo zal ik wederom fragten , om dezelve zoo beknopt, als cenigzins doenlyk zal zyn, te verhandelen , met verzoek , dat zoo d'ecn of d'andere zaak wydlo- piger mögt vallen , als gy of ik verwagt hebben, zulks niet qua- Iyk te duiden, maar te denken, dat de natuur van de zaak het niet anders heeft willen toelaten. De bewufte klagten nu , welke de Hei r Gouverneur op de voor- gemelde wvs te weten kreeg, ver- II. 'Deel. oorzaakten by hem eene zodanige ongeruilheid, dat hy uit wraak- zucht geen oogenblik liet voorby gaan, om na den Opfteller van de- zelve te zoeken. Hy ging na lange overweginge , daar ontrent in den beginne zeer omzichtig te werk; liet door den gerechtsbode, Chriitoffel Hafenwinkel , alle bur- gers aan de Kaap wonende , tot zich ontbieden, en vraagde hen, of zy een gefchrift door den Se- cretaris Willem Helot opgeftelt, wilden tekenen , en daar door te kennen geven, dat hy een eerlyk man was. Vele van de burgers, die niet willen , waarom de Heer Gou- verneur zulks fchriftelyk van hen eifchte, veel min begrypen kon- den , tot wat einde hy hen had Ia- ten ontbieden, quam zulks in den beginne zeer vreemd voor ; voor- namclyk wanneer zy zagen, dat zy tegen zyne gewoonte heel min- V v nelyk BESCHRYVING van de 338 pelyk van hem ont fangen, met wv'n, bieren tabak treftelyk ont- haalt, en in zoo grote menigte te gelyk by malkander geroepen wierden ; derhalven kan menig men ; hy liet derhalven die woor- den nog eens voorlezen, en wan- neer het tot een tekenen quam, zeide hy tot den Gouverneur: E~ dele Heer, door dien my gene re- een niet begrypen, wat geheim bellen bekent zyn, en ik verzekert daar achter itak, en waren zy be- ben, datier ge enen in 't land zyn , ducht, dat deze tekening van gro- zoo kan ik dit papier ook niet teke- ter belang zoude zyn, dan dat zy nen. Wanneer hy hene gaan enkelyk zoude dienen , om hem wilde , ging de Heer Governeur voor een eerlyk man te verklaren, inde deur itaan , leide de beide zoo als zyn verzoek was. Daar waren handen op zyne fchouwders, en 'er ook veel, die fchoon de Secre- , zeide: Mon fleur Sollier, wilt gy taris hen 't gantfche opitel, dat zy , dan niet tekenen, dat ik een eerlyk betuigen zouden, zoo ras als mo gelvk voor las meellcrs aankeken , Hendrik Bouwman Donker, enz. en by hunne Burger- daar onder , Hendrik zich zelven overleiden , dat zoo hunne Offi- ciers hen voorgingen, zy ook hunne namen licht daar onder konden zetten; derhalven teken- de de een na den ander, en meen- den heel wel gedaan te hebben, dat zy hunne Burgermeeiter ge- volgt hadden. Daarentegen waren 'er ande- ren, die de woorden van den Heer Gouverneur niet veel ver- trouwden, maar 't opftel duidely- ker wilden gelezen hebben ; der- halven beval hy zynen Secretaris , den gemeiden Helot, 't zelve an- dermaal, en zoo dikwyls als 'er man ben? Deze eenoude vos, die voor een gat niet te vangen was, ziende, dat 'er zoo vele Burger- meerilers en Officiers op itoelen zaten, en een pyp tabak rookten, dacht, zoo ik van neen zeg, zoo ben ik een gevangen man , der- halven zeide hy van Ja; daar op nam hy een fchoon vel papier, te- kende zynen naam, en ging hene, fchoon de Gouverneur hem ver- zocht te zitten, en een pyp tabak te roken ; voorgevende , dat hy En- gelfchen aan zyn huis had, waar mede zyne vrouw niet fpreken konde ; de Gouverneur deed hem uitgelei tot aan de trap, daar door- gaans de wagt van zyn Hof ftaat , en zeide in 't affcheid nemen : Monfieur Sollier, ik verzoek u, dat gytog aan niemand zegt, dat nieuwe burgers quamen , die 't nog gy dit gedaan hebt. . niet gehoort hadden, duidelyker j Dit is een zeltzaam geval, dog Nogzeir- te lezen ; dog deze las altyd zoo den Lezer zal nog zeltzaamer h*" metjao ras, dat de tiende part niet wilt, voorkomen, 't geen ik ter gele- Hendrik wat hem voorgelezen was , veel ; gentheid van deze tekening, on- °°st" min begrepen had, wat hy teke- der zoo vele andere , tegenswoor- nen zoude. | dig zal mededelen. Jan Hendrik Zeker redelyk en oprecht man, Voogt, van Hamburg van ge- boorte, aan de gantfche Kaap voor een nathals bekent , en die beter verltand had om bier of vvyn uit te 'I ''sam Rcvjin.ct genaamt Gillis Sollier , Franfch vlugteling, merkende, dat 't ver- zoek van den Heer Gouverneur, ten min (ten zoo als 't fcheen , niet nagekomen wierd, lette een wei- nig naauwer op den inhoud, als de anderen licht gedaan hadden; liet de Secretaris i'cenemaal uitle- zen ; nam eenige uitdrukzelen waar, die hem niet alleen onge- ryuMi maar gantfeh zot voorqua- proeven, dan diergelyke gewigti- ge fchriften t'onderzoeken , wilde geenzins zynen naam tekenen, ten ware de Heer Gouverneur hem al- vorens een goed glas bier liet fchenken, want bier is hier veel meer en hoger geacht, als wyn ; wanneer nu de Heer Gouverneur hernam, KAAP de GOEDE HOOP. 339 De Land- Stellen- bofeh en l i . cn- fteen tot iwin gen. hernam, dat hv dronken en pabe- <]u.um zoude /vu , om '/'■ nen naam te zeilen, riep liy luids keek; Edele Heer, bier t/wet 'er :/ , of ik ctt teken niet ; en wanneer hy een\ lullig gedronken had, vatte hy de pen op, en deed 't geen hem verzocht was. Wyl ik tegenwoordig van dep Landdroit, Jan Storenberg moet fpreken, zoo moet ik /.eggen, dat hy een man is gcwcelt , die met hogen en lagen zeer wel will om ! te gaan: Dog wyl hy /.ich van de eigenbaat en blinden yver 7.00 ver liet overheerichen , dat hy zich zclvcn vergat, en de wraakzucht vafl zyn Principaal opvolgde, zoo veranderde hy zodanig, dat hy op 'tlaatö genoodzaakt was, vrouw- en kinderen te verlaten, en zynen dicnllaan een ander af te liaan. Tcrwyl nu 't bovengemelde aan de Kaap zelf voorviel , reisde de gemelde Landdroit na de Coloni- en Stellenbofeh en Drakenftcen , verzelt van een esquadron dra- gonders , om de genen , die 't klaagfchrift getekent mogten heb- ben , een fchrik aan te jagen ; dog hy.yoer, gelyk zyn Principaal, de Heer Gouverneur, die meer fchan- de dan eer daar by 'behaalt heeft ; want vele van de aanklagers van den Heer Gouverneur venenenen nel voor hem, en hoorden 't fraai geiuigcnis-fchrift , door den ge- melden Helot opgeflelt ; dog wan- neer 't op een tekenen quam , was 'er niemand, die zynen naam daar on- der zetten wilde,en wyl de deur met cene wacht bezet was, zoo fpron- gen zy ten vcniler uit, en lieten den Landdroit met zyne zoldaten hen nakyken. Word van Anderen , die wel 't klaagfchrift yeic geie- niet getekent hadden , maar den inborll van den Heer Gouverneur kenden, en wel willen, dat van hem met ledige handen niette ver- krygen was, fclioon hy uitdruk- keïyk bevel van de Heren Bc- w indhebbcren had , weigerden echter deze attellai ie te tekenen, IL 'Devl. kent. onder voorwent/cl, dat dezelve ve- le batelyke uu drukz.eli.-n en loutere verdichtzelen behelsde, welke z\ , zou als i.\ zeiden, onmogclyk met een gf»ed geu illen bewaarheden kunden. In de genen, die ze ahe- kenden , w aren zodanigen, die nog eer, nog oprechtheid bezaten, daar onder vele, die gegcellelt of gebrandmerkt , ol ten minllcn uit lndie hcrw aards op 't Robben-ei- land gebannen, en door zonder- bare gunll van den Heer Gouver- neur, of door 'zynen vader, gc- pardonneem, en deze vryc volk- planting, als leden ingelyft wa- ren. Ik acht niet ondienitig te zyn, inhoud van dezefchone atteltatie den Lezer £. *""' mede te delen, te meer, omdat de eerwaardige Prediker, Hcnri- cus Beek het der moeite wel waar- dig geacht heeft , om ze in de Franlche tale over te zetten , ten de- le om zich daar door in de gunit van den Heer Gouverneur in te wikkelen, en ten dele, om zyne gemeente op Drakenileen, welke meeit uit Franfche vlugtelingen beilont, aan te moedigen, dezel- ve te tekenen , en daar door alle voorgebragte klagten te vernieti- gen ; deze atteltatie luid van woord tot woord , als volgt: Hy ondergefchrevene inwoners onder de juris ditiie en corresponden- tie der Heren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en der Edele Hoog-Agthare Heren Be- wiudhebberen der generale geprevi- ligecrde Compagnie der Indien en der Nederlanden , midsgaders den Edelen Heer IVillem Adriaan van der Steil, extraordinaire Raad, wegens de gemelde Maatfehappy en Gouverneur aan de Kaap 3u bonne Efperance, Burgers en inwoners in V diflrift -van de Kaap, alsook op Stellenbofeh enT)rakenßeen, en zoo verder op V platte land. ll'y gezamentlyk att e lieren op i-ci'^-ock -van den Heer van der Steil, Gouverneur van de Kaap; V v 1 na BESCHRYVING van de 340 na dit c:v -voor de naarheid ver- \ jiaan hebben, ' t welk ook de Edele Hi er wet grote ontfleltenis verno- ■: heeft, dat tegen alle -vermoe- den , verfchcide boosaardige qua- l\k gezinde in-toners en onrufl- )üihters , tot deze grote uitzin- .nigheid z\u vervallen, dat zy door eerroven de en quaadaardige brie- ven, VL'dke zv in flilte hebben ve- ten rondte zenden, 't gedragen de prrzt'uswaard/ge regering van den Heer van der Steil, als mede de eer en reputatie, midsgaders 'tge- za« van den Edelen Heer, onzen Gouverneur^ by onze Meeflers, zoo als op Batavia by de hoge Re- dering van Indie hebben getragt te 'kreuken en een vlak aan wryven ; zoo verklaren en erkennen wy hem als een man van groot refpect en deugd, die in zyu doen en regering, midsgaders dagelykfchen ommegang en alle andere gevallen, een levend voorbeeld 'der befcheidenheid en y- ver voor den algemenen dienfl ver- ßrekt; Chrißelyk, godvruchtig en licht te bewegen zy, om iemand ter gehoor teflaan, als mede zacht en goedaardig zy ; dat de voorgemelde Heer Gouverneur gedurende zyne aauwezenheid , zich in zyne rege- ring heeft getoout, als eene ópper- hoofdelyke perzoon , van eeiien vrcedelievenden aard, oprecht en getronvj , zoo viel int geen onze He- ren en Meeflers aanbelangt , als V geen de wel ft and van een ieder be- treft , om dat hy na de billykheid recht gefproken , eerlyke menfehen bcfchcrvit, en de quaaddoenders ge- > aft heeft ; en voor V overige alle woners behulpzaam geweceß is , doordien ecu ieder, die 't verdien- de, zyu geluk na zyu verdrag kon- de maken, zoo veel in hem was, en de dienß der Compagnie zulks toc- ', zoo als ecu Bediende altyd te dot :i betaamt. Hy heeft overal lan- dvryvn uil ge deelt , daar V vrced- za erneur en den Raad. De Lezer zal andermaal niet qualyk duiden, dat ik een klein uittrekzel van 't gemelde Manifeft mededele; te meer door dien de Heer Gouverneur zelf het zoo waardig heeft geacht, dat hy het als eene ontydige geboorte, uit zyne Deductie gelaten heeft; daar 't nogtans toenmaal zoo veel heeft te weeg gebragt, dat alles zich na 't zelve fchikken moert. Dit plak- kaat was van den volgenden in- houd : Na dat de Heer Gouver- neur in den beginne geklaagt had, dat hy met ongelofelyke droefheid en groot ongenoegen had verno- men, dat vele quaadaardige en qualyk gezinde inwoners aan de Kaap en op 't land tot deze uiter- fte goddeloosheid v ervallen waren, dat zy eene affchuwelyke conjura- tie of zamenzwering tegens hare Overheid gefmeed haddden, en met eerrovende lafterfchriften , ( 't bovengemelde klaagfehrift) 't gou- vernement doorgetrokken waren, om 't zelve door anderen te laten tekenen, welke zy of met geweld gedwongen, of daar toe bepraat hadden; ja als nog bezig waren, om meer anderen aan hunne moer te krygen, en van den weg der deugd af te brengen , en in hunne fchadelyke voornemens in te wik- kelen ; zoo dat zy als nu fterk ge- worden zynde, zulks haar doen niet anders dan voor eene openba- re muitery , verwekking vaneenen openbaren opftand , en verachting van hunne rechtmatige Overheid konde worden aangezien, waar door en land en menfehen vernielt Wierden : Zoo had de Heer Gou- v meur , midsgaders de' Heer ( Commandeur en verdere brede fcheepsraad der tegenwoordige re- tourvloor, welkers oordcel hy gc- eifcht had , om den welftand van dit gouvernement te bevorderen , de argemene veiligheid , door de gemelde quaadaardige oproerige menfehen reeds tamelyk geftoort , teconferveren, en tot handhaving der gerechtigheid goedgevonden , als genoodzaakt zynde, om tegens dit groot quaad en de onheilen, welke daar uit ontftaan konden, tydig te waken ; en om dezelve te dempen, de middelen te gebrui- ken, welke hem van den Hemel en zyne Heren en Meefters aan de hand gegeven zyn. Derhalven wierden alle inwoners , die onder zyne regering itonden , op 't fcherpile verboden en geinterdi- ceert , zoo als hy zulks hier mede deed , van zich in eenig complot, confpiratie of zamenzwering, die reeds door voorgemelde qualyk- gezinde inwoners gefmeed was, in te laten , hunnen heillozen raad op te volgen, of eenige quaadaardige lafterlyke fchriften te tekenen ; by ff raffe, van daar over als onge- hoorzame rebellen , na bevind van zaken geftraft te worden ; de ge- nen die bevonden zouden worden, daar toe aanleiding gegeven , ande- ren aangezet en overgehaalt te hebben, zouden zonder aanzien van perzoon als oproermakers en veriloorders der algemene ruft aan lyf en leven, anderen ten voor- beelde, geitraft worden; weshal- ven ook de Heer Fiskaal indepen- dent en de Landdroit geauthori- feert en gelait wierden, om des- wegen exacte informatien te beleg- gen , en alle de genen , die ver- dacht mogtenzyn,aan deze fchan- daleuze confpiratie deel te hebben, zoo dramogelyk, in hechtenis te zetten en te vatten. Doordien echter te denken was, dat vele van deze inwoners door toedoen en oprokking van andere qualykge- zinden, die belhamers en opgevers van dit heilloos en laiterlyk werk zyn , miileid en gedebaucheert waren , en als nu berouw hebben , of bekomen zullen, zoo wierden alle KAAP de GOEDE HOOP. 3+7 alle zodanige hier mede uitdruk- kelykgewaarfchouwt, om zich des- wegen in '1 kort en tydig by de ho- ge Overheid aldaar aan te geven , en cene oprecht berouw en leed- wezen te betonen ; zoo zy echter in hare quaadaardigheid volharden, zouden zy als andere ongehoor- z.imcn zonder connivcring of aan- zien der perzoon gel traft worden. Affum den 4. Naart 1 706. Willem Adriaan van der Steil. Alhier heeft de. Lezer nu den inhoud van dit trerïelyk plakkaat, 't welk ik aan uw oordeel overlaat; wat my aanbelangt , ik beken gaarn, dat ik niet weet, hoe dat de Heer Gouverneur tot diergely- ke zeldzame gedachten vervallen is, om dat het na niets minder dan na eenen opltand rook ; men konde veel meer zeggen , dat de gantiche Colonie zich in twee par- tyen verdeelt had ; waar van de eene goed van der Steils en de an- dere goed Burgers was , gelyk zulks duidelyk genoeg uit de uitgetrokkene klaag-fchriften en atteftatie van twee hondert en veertig burgers blykt. Ik hope, dat de I ,c/.cr niet qualyk zal dui- den, dat ik ontrent den Fiskaal independent, Jan Blefius, eene aanmerking maak, en zegge, dat toen hy dit plakkaat heeft horen lezen en het zelve daar na zelf ge- tekent heeft, hy zckerlvk blind, doof en ftom moet geweelt zyn; want hy heeft zyn eigen caraftcr, dal hem van de Heren Bewind- lu bbcren gegeven , en zoo duur aanbevolen was, gantfchelyk ver- geten; om dat hy zich a!s een Stadsrechter met een Dorprcch- ter gelyk heeft laten fchatten ; ter- wyl hy lang voorheen van hoger magt, eenen zodanigen cara&er bekomen had, dat hy zelfden Heer Gouverneur, als hy niet recht han- delde, voornameiyk iets tegen de Voortreftclyke Maatfchappy on- dernam, actioneren , en na be- vind van zaken ter ftraffe trekken konde. Heeft de Heer Gouver- neur nu dit van den Fiskaal inde- pendent können verkrygen , zoo laat ik u bedenken, hoe veel moei- te hy gevonden zal hebben, om dit zyn oogmerk by de andere Raadsleden te beryken ? //. 'Deel. X> x 1 XXVI. HOOFT- 3+8 BESCHRYVING van de XXVI. HOOFTSTUK. Waar in bericht medegedeelt word, op wat wyze de Heer Gouverneur in zyne ftreng- heid voortgevaren is, en nog vele anderen gevangen genomen heeft, waar van hy eeni- ge op een fchip zetten moeft , om dat in de Vefting alle gevangcnifTen en wachthuizen reeds van zodanige gevangenen opgepropt waren. I 'ervoig vun de zaak wegens het klaag fchrift . Geen Secretaris mag iets voor de geen , du^t Klaag fibrifi getekent badden, opfiellen.Weßel Pretorias viord in arrefi genomen. Elias K'ma word gearreficert. Worden voeder op vrye voeten gefielt. Jacob van der Heyde word voor dem Landdrofl gedagvaart. Word geexamineert en eindelyk gearreficert. Word in een donker gut gezet. Henning Hufing verzoekt uit naam van allen , dat Vr twee van hen naar Holland mogen gejonden -worden. I 'an der Heyde blyft in ,t donker gat vergeten. Fier gaan der naar Holland, V geen den Gouverneur berouwd. I 'an der Heyde word in '; ßimfle gat by een moordemaar gezet. Klaas Meyboom word ook in hegtenis gezet , maar ras weder onlflagen. Jacob Cloet en Klaas Wefthuizen komen op 'f fibip ter Aa. Wil- lem van Zeyls berouw over zyne tekening voor den Heer Gouverneur. De Landdrofl wil H. Tas aan V leven. I 'an der Heyde word op een bolwerk gezet. Jacob van Savoye moet na hem in ,t gat. Pieter Meycr word '«• ook in gezet. Jacobus Louw word 'm de JJoofdwagt gezet. Zit jaar en dag , omdat hy des Gouverneurs zin niet wil dom. Ger- rit Remkes moet na '/ Robben eilandt. Zeldzaam geval van Jan Ernfi Jering. IVori van den Vaandrig Slotsboo, en den Gouverneur afgerofl. Heer Swellingrebel is ongeluk* kig by al deze proccduren. De vrouwen verzoeken on ontßaging van hunne mans , maar te vergeefs. Cloet en van der Wefthuizen worden eindelyk ontfiagen. Van der Heyde komt wegens onpajjèlykhcid ook weder in vrybeid. Andere Proccduren in Holland niet gebruik- lyk. Vervolg van de zaak pens klaag- ÏN mynen vorigen heb ik begon- nen, ukennifïe te geven, van wc- 't geen op 't aangehaalt klaagfehrift voorgevallen is , en welke won- derbare werking 't zelve gehad heeft, toen de Heer Gouverneur 't affchrift daar van uit de IcfTc- naar van den als nog gevangenen Tas in handen kreeg. Door dien ik echter van myn pligt reken, 't verder beloop insgelyks te fchry- ven en te melden, zoo hope ik, dat gy niet qualyk zult duiden, wanneer ik u tcgensvvoordig we- der diergelyke onfmakelyke kolt ODdiJi li. Dóg| ik weet, dat gy niet altyd op uitgezochte en keurlyke fpys burgers gefielt zyt, maar zomtyds oók e"ngrote wel een gemeen boeren gerecht oneenig- voor lief neemt ; derhalven zeg ik, hci.& neur vet- den Mcelter Willem van Damme dubbelt bezocht, die zeer fraaje dochters z/nlyf" had, waar mede hy het, zoo als wagt' hy doorgaans befchuldigt wierd, hield , had eene lyfwagt van vier man met een Sergeant en Corpo- raal by zich, daar hy nogtans voor- heen altyd maar twee man ge- bruikt had ; zoo zeer omzichtig ge- liet hy zich , om zyn uitgegeven plakkaat een groter gewigt by te zetten; terwyl hy nogtans, als hy eenig gevaar gehad had , wel dui- zend en duizend maal aangetaft , gevangengenomen, of zelfs, zoo als 't den Heer Gouverneur van Suriname voor dezen gegaan is, vermoord had können worden. Hy liet verder voor zich vele bewys-itukkenopitellen, om zich te rechtvaardigen, en de tekenaars van 't Klaagfchrift te condemne- ren, te hangen en te rabraken; eieren in de pan, was zyn gewone- lyke zinfpreuk , dan komen 'er gene quade kuikens van. Daar- entegen had geen Secretaris , die by gebrek van Notariffen te gelyk dat ampt waarnemen, het hert, iets voor de gemelde tekenaars van 't Klaagfchrift te papieren te brengen, zynde hen zulks zeer ftrengelyk verboden ; waar door dan de ouders tegen de kinderen , de kinderen tegen de ouders, d'eene broeder tegen den ande- ren, d'eene buur tegen den ande- ren zo opgemaakt, opgezet, en verbittert wierd , dat het 'er ze- kerlyk droevig genoeg begon uit te zien. Van dit myn voorgeven zal ik Weflei den Lezer zoo voort een levend ^SS' itaaltje bybrengen, waar uit gystrreftgc- zien zult, dat alles de klare waar- nomcn- Xx 3 heid 35o BESCHRY heid is-, dat ik u verhaal. Weilcl Pretoria? , Burgermeeiter van Stellenbofch , alwaar^ hy ook woont , quam aan de Kaap, toen "t plakkaat afgekondigt was, met i/.icht, om van 't voorgevallene de zuivere en onvervalfchte w aar- heid te vorfchen. Deze quam met een van zyne medeburgers , genaamt Jacob Louw , die 't klaagfehrirt nevens hem getekent had, uit 't huis van Henning Hu- ling, Burgermeeiter aan de Kaap, en op cene zekere hoek komende, daar 't meergemelde plakkaat aan- geplakt was , bleven zy beide liaan, en lazen het. De Land- drolt , Stiefzoon van den gemei- den Pretorius, quam daar juifl voorby, en na dat hy een van zy- ne dienaars na de Velling gezon- den had , ging by den ïxirger aan de Kaap, genaamt Valcntyn Kleinfeld , om te zien , of zyne /.akpiltolen wel geladen waren , dog vermids hy bevond, dat 'er geene Kogels op waren, zoo ver- zocht hy den gemeiden Kleinfeld om Kogels, en deze hem eenige gegeven hebbende, zette hy ze zoo voort daar op. Midlerwyl quamen de gemelde Pretorius en Louw daar voorby, ende Land- drolt hen ziende, riep hy Preto- rius, om een paar woorden met hem te fpreken. Deze bleef al- leen liaan , en de Landdrolt iets tegen hem gezegt hebbende , qua- men eenige gewapende zoldaten met zyne afgezondenen. Dienaar uit 't Karteel, die den Landdrolt gewenkt hebbende, den gemelden Pretorius op 't lyf vielen, gevan- gen namen, en in de Veiling brag- j ten. ïs dat niet eene verbittering tuf- j fchen ouders en kinderen ge- j maakt ? Is dat niet eene fchande j voor den Fiskaal independent, die in zyne jurisdictie gedogen moeit, dat een Dorprechter, hemzogr- ladig benadeelde , zyne uit Holland ontiangene magtltremde, /vne jurisdictie violeerde, en hem VING VAN DE voor al de waereld befchaamt maakte ? Dog dit is maar een be- gin der ontfangene authoriteit ; daar zal zich zoo voort gelegcnt- heid opdoen, om u nog meer voorbeelden voor oogen te Hel- len. Naauwlyks waren er drie da- gen verby, wanneer de Fiskaal in- dependent zien en horen moert, dat hem door den geauthorifeerden Landdrolt op nieuw inbreuk ge- daan wierd. Want Elias Kina, Boekhouder op 't Zoldys-Kan- toor, wierd op uitdrukkelyk be- vel van den Heer Gouverneur en klagte van den Landdrolt in hech- tenis gezet, om dat in de lefTenaar van Tas eenige brieven van hem gevonden w ierden, van de welke hy rekehfehap zoude geven. De HeerFiskaal independent zag zulks wederom door de vingeren, en was ziende blind , en horende doof. Men bragt dezen Kina in den beginne by den eerltgemeldcn Pretorius op 't bolwerk Buuren ; dog men liet hen niet lang by mal- kanderen, uit vreze, dat zy hei- melyk met elkander zouden con- certeren; men gaf elk een byzon- der vertrek, en liet ieder onder de bewaring van twee man met blote degens. Eindelyk na dat 7e veelmaalen ondervraagt waren , Itelde men hen weder op vrye voeten; te weten, den gemelden Kina, na dat hy zes weken gevan- gen had gezeten ; wanneer men hem zeidc, dat hy zynen dienlt wederom waarnemen en gaan konde , waar hy wilde. YVellel Pretorius moeit, om ontflagen te worden, een atteitatie geven, dat hy niet gevangen genomen , maar vrywillig verlchenen was, en be- kent had ; 't welk echter achter- volgens 't boven verhaalde valfch is, en weten alle de burgers aan de Kaap, dat hy door den Landdrolt van tlraat opgeligt engevangen ge- zet is, fchoon de Gecommitteerde Kaden van de Jultitie zulks door hunne ondertekening hebben zoe- ken Elias Ki- ord insgelyka gearre- lteert. Worden op VI VC voet e fielt. KAAP de GOEDE HOOP. 351 ken te bewaarheden, 7.00 als hy deze zaak en veel andere tn zyne atteftatic van den 2.8. February i-t 1. ook heeft pogen te doen, en 7.elfs den 26. Maart in 1. deswe- gen cenen eed afgelcgt heeft, jakob Eer en alvorens deze twee gc- j£"^r vangenen op vryc voeten gcllelt wordvour wierden, trof de beurt reeds we- den Land- der een ander, die des Gouver- dagvairt. neurs naat, en ontitoken toren voelen, uitflaan , en gedogen moeit; want den 8. Maart 1706. wierd door den Landdrofl: Jan Starrenberg geciteert, en na ver- loop van vier uuren ten twedenma- le verhoort en ongemoeit gelaten, Jakob van der Heide , Burger- meelter, Ouderlingen Luitenant van de burgcry op Stellenbofch. Den volgenden dag wrilde men hem weder hebben, maardeszelfs overfelle tandpyn , belette hem , op de eerlle dagvaarding van den Bode , ChrillofTel Hazenwinkel , te verfchynen ; dog wanneer de Bode voor de twede reis quam zeggen, dat de Landdrofl hem liet weten, dat zoo hy niet wilde komen, hy andere middelen zou- de moeten in 't werk Hellen , be- gaf hy zich met die dolle pyn na 't huis van den Landdrofl: , en aldaar ruim drie uuren vertoeft hebben- de, wierd hy in de verhoorkamer geroepen , alwaar hy ecnige Ge- committeerden, daar onder eenen Roomfchen Burgermeeller, Wil- lem Heems genaamt , en den Landdrofl: vond, die hem zeide, dat hy op eenige vraagpunten, welke hem voorgehouden zouden worden , kort en bondig antwoor- den zoude, zoo als ook gefchied is. Dog dit antwoord was niet na den zin van den Landdrofl:, aan- gezien de gemelde van der Heyde zich liet verluiden, dat hy niet voor Gecommitteerden, maar en- kelyk voor hem geroepen was, en dat deze Gecommitteerden in de- ze zaak alle zyne partyen en byge- volg zyne Rechters niet waren; verzocht derhalven , dat hy na I iollandmogt worden gezonden, alwaar hv yoor Zyne wettige O- verheid van alles taal en antwoord geven zoude. Over dil antwoord was de VVord Landdrofl: zeer misnoegt, llont necnen" van zyn ftoelop, en vraagde den c'ndelyk Gouverneur, die achter de deurf"Crt!" llont, en alles hoorde , om dat dezelve maar ontrent twaalf fchre- i\vn van de tafel was, waar aan de Gecommitteerden zaten , wat hy in deze zaak doen zoude, en zoo voort wederkerende , zag hy 'er zeer gram uit, en zeide tegens den gemeiden van der Heide, dat hy zonder verder tcgenfpreken op de voorgelegde vragen zoude ant- woorden , of dat men wilt , wat men met hem van der Heide te doen had. Op deze norze beje- gening verweet de gemelde van der Heide hem hoe lelyk hy met Adam Tas en zyn leflenaar gehan- delt had ; dat in denzelven de flukken lagen, waar mede de teke- naars zich hadden können ver- dedigen ; en dat hy nu, nadat ze daar van berooft waren , goed te praten had ; waar door de Land- drofl: andermaal ftom gemaakt, wederom tot den Heer Gouver- neur om nader bevel ging; waar na hy andermaal kort antwoord eifchte ; dog van der Heide eifch- te de leflenaar en 't geen daar in geweefl: was, en beloofde als dan op alles te zullen antwoorden; waar op de Landdrofl: weder by den Gouverneur geweefl zynde , van der Heide aan de zolda- ten ter bewaringe overgegeven wierd. Schoon nu de meergemelde van der Heyde den Heer Gouverneur, door den Burgermeeller Heems liet verzoeken, om wegens felle tandpyn uit de Veiling gelaten, en by een burger onder burgtogt ge- arrefleert te mogen worden, zoo was zulks vergeefs; ja men wei- gerde hem, dat de Secretaris, Abram Poulle, zulks mede zou- de regulieren, aangezien de Land- drofl Geraakt met W. van Putten in woor- den. 352 BESCHRY droit hem van der Heyde tot ant- woord gaf, dat zy zyn gefnap met van noden hadden ; daar by voegen- i de , men zal u eenc andere plaats u \zcu, waar mede men zyne ge- vangenis te kennen gaf. Eindelvk wierd wegens de woorden, die j van der Heide zich voor die Rechtbank had laten ontvallen, door de Heren Gecommitteerden een attedatie,ten behoeve vanden Heer Gouverneur, en tot latte van Van der Heide vervaar- digt. Den anderen dag wierd deze gevangene weder gehoort, en na den Opdcller van 't klaagfehrift gevraagt ; dog wyl hy antvvoorde, dat hy dcuzelven niet kon , en zich ook niet verplicht achte* denzelven te noemen , om dat hem zyn burger- recht ontnomen wierd, en de Land- drofi niet anders liet opfihryven , dan V geen hem in zyne kraam te pas quam , zoo zeide Willem van Putten , een der Gecommitteer- den , Schoft , Schurk , gyfpot met den Edelen Achtbaren Raad van Jnßitie ! Gy gaat flechts zoo wat heen en weer wandelen ; Wyders floeg hy met de eene hand op de borft, en met de andere hand aan de pruik , en lliet daar by deze woorden uit : Karel! gy zult ßaan, en ik wil zitten; waar op de ge- vangene antwoorde : Myu Heer •van 'Putten , V is heden uw beurt, dat gy moogt zitten, en datikfla, dog de tyd zal zekerlyk geboren worden, dat ik zitten ma? , cugy zult moeten flaan. Had ik zulke on leide lyke tandpyn niet, ik zoude niet heen en weer wandelen , maar gaarn ßaan ; der halven ge (chic d zulks niet , om met den Edelen /Ichtb. Raad van 'Jnßitie den (pot te dryven. Midlcrwyl (tont de Landdrolt andermaal op, en vraagde den Heer Gouverneur, wat hy met hem doen zoude.' kort daar na <]inm hy weerom, en zeide, nu zal ik u vogel wel anders zetten, Lom: gaal tuetwy, gy heb/ hier te- ton- kergatge -■. VING VANDE geuswoordig niets te doen. Hy gaf hem daar op aan eenige zoldaten over , en liet hem met blote de- gens weder in de kamer, daarhy te voren gevangen gezeten had, bewaren, en kort daar na in 't donkere gat, dat nog Zon of Maan befchynen kan, brengen. Wanneer hy dcrwaards ging , had hy wel 't geluk ,den Commandeur der Retour-vloot , den Heer de Witt te zien , dog door dien zyn geleitsman,de Landdrolt nictheb- i ben wilde , dat hy met hem lprak, , maar hem gebood voort te gaan, \ zoo zeide hy, dat hem dit wel qua- ; lyk opbreken koude ; waar op de | Landdrolt antvvoorde: Gaat maar l hene , dit hebt gy by provifie al | weg. De Heren Gecommitteer- den moeiten weder eene fchrifte- lyke atteftatie vervaardigen , dat de gevangene gezegt had : Ti at zal God wreken; ik zeg 'tu, ge- denkt 'er my vry by. De Heer Gouverneur deed de Raad van Policy vergaderen, om te deliberen , of men 't verzoek van de muitzuchtige Burgermees- ters , 't welk zy in den voorgaan- den breden fcheepsraad hadden gedaan , zoude toedaan? Want Henning Hufing had met toeltem- ming van de anderen verzocht, dat doordien de zaken in 't klaag- fehrift vervat, aan de Kaap niet af- gedaan konden worden, aangezien zy en als Rechters en als partyen te gelyk, daar van niet konden oordelen, aan hem mögt worden toegedaan, dat twee van hen met de Retour-vloot na Holland ver- trokken, en voor de Heren Be- windhebberen , aldaar zoo wel voor zich zelven als voor alle an- dere tekenaars van 't klaagfehrift zich te verantwoorden. Dit verzoek wierd toen afgcfla- gen,om dat de Heer Gouverneur het niet raadzaam vond, en de Landdrolt oordeelde, dat hem eene vette Duif ontvliegen zoude; dog tegensuoordig fcheen het dat 'er andere maatregels moeiten geno- Henning Huling verzoekt in naam van allen , dat 'er twee van hen na Holland mogen gezonden worden. Vier zullen 'er derwaardj gaan , wel- ke de voornaam? fte geacht worden. KAAP de GOEDE HOOP. 3$* genomen worden , om dat men zich vleide i dat wanneer eenlge belhamels weggezonden waren, mèn met de anderen ie lichter Zoude klaar worden. Om dies- wille wierdin dezeraadsvergade-^ ring [gevonden, dat de Heet ^vernein' <.\vn zogenaamden [ ïoofd tekenaar Henning 1 kuing, die voor dezen deszelfs befte vriend gewfeefl was, nevens nog vier anderen, namelyk Pietervafl der Beyl , Ferdinandus Appel, beide Qnd - Bnrgermeeftèrs op Sicüenboleh , voorts Jan van der Meerland, Luitenant van de bur- gen', en den hardnekkigen Ou- derling, Burgcrmccller en Luite- nant op Stellenbofeh , Jakob van der Heyde met de cerrte gele- genthcid /.oude afïehcpen, gelyk dan de Heer Gouverneur zulks zelfden 3 1. Maart 1706. met zeer veel nadruk aan deVoortreffelyke Maatfchappy heeft gefchreven. van det \\ ic /oude nu wel geloven, Wf ft in 't tVat de Heer Gouverneur zelf eene donker gat jgjfe aan zyne hoge Principalen, de Heren Bewindhebberen der YoortrerVelyke Maatfchappy be- richten, en dezelve niet doen zou- de? Wie zoude zich verbeelden, dat hv de üoutheid zoude hebben cenen in den Raad en door den Raad, in 't by/.vn van den geaut- horifeerden Fiskaal independent , die deze reiblutie heeft helpen te- kenen , gelargcerden en tot 't weg- zenden gefeligeerden, in 't don- ker gat te laten zitten? nogtans heeft de Heer van der Steil het ge- daan, en den gevangenen van der Heyde dimmer gehandelt , als voorheen. Want na dat hy de vier andere tekenaars van 't klaag- fchrift had bevolen, zich op 't fpocdiglte gereed te maken, om zich binnen den tyd van driemaal vier en twintig uuren aan boord win de aangewezene fchepen te begeven, zoo dacht hy nog niet eens om van der Heyde, maar liet hem vvftien dagen en nagten on- gehoort zitten ;ini>ge!\l;s dacht de IL "Deel. I iskaal independent nie'. om genomi h« en van hem pek ! refoturie, veel min om tynén b.ll- brief, maar bleef in 't geheel oh- gevot !';:, zonder i\.\[ hj leite , of zulks met zyn hoog en gew ampt.eer en goede naam overeen- quam. Nä dat nu de bovengemelde vier DL'ar' 'crcn , , in \ ooit, mannen aan boord gegaan waren, waarover en hunne vrouwenen kindereöj £ Hcet nevensartjreenzybe/.atcn, achter, gelaten haddcn(wantfchoonzy nog |*r°uw zulke wclgcgoedc menfehen waren ' en veel geld en goed hadden , wa- ren zy echter hier door gedwon- gen, 't huishouden aan een roelli- genfpykerte hangen, en 't zelve aan zwarte .liege en beerachtige flaven over te geven ) lehten het nogtans, fchoon hy kort voor heen aan de Schippers bevolen had, deze muitzuchtigen ter dege te bewa- ren , en in de Contlabels kamer te j zetten, en aldaar te traceren, dat hy als nu , door dien vrouw en kinderen niet komen , en met tra- \ nen in de oogen vergiffenis voor hunne mans en vaders verzoeken wilden , begon berouw te hebben; om dat hy aan Henning Huling eene goede melk-koe verloor, als van wien hy alty-d ryke prefenten ontfangen en zich daarenboven ge- vleit had , dat hy t'eeniger tyd des- zelfs erfgenaam zoude zyn , om dat 'er gene kinderen waren; heb- bende hy in by zyn van Willem Heems tegens de vrouw gezegt: Moeder Hu fing ^ vsat t&itt gy met zoo groten omflag na uiv mans dood doen ? Als ik u tien duizend gul- dens in Holland befchikt e, zoo als ikdoormjne vrienden doen kan , zoo kondetgy fat zoen lyk en nel daarvan leven , de re ft zal ik v:el bezorgen. 't Berouw van den Heer Gou- h>- zeilt de verneur lekte nog meer uit, wan- T10** na, . „ °. .,1 dog lun de- neer de Retour-vloor onder tdon- zelve mee deren van 't gefchut den haven ver- 1:ilu1-"''- liet; want toenmaals begaf hy zich in een Galjoot, met voornemen, om de vloot te achterhalen ; en zoo hem zulks gelukt was , had hy de ty 'he- 354 B E S C H R Y V I N G van de bewutle vier mannen zckerlyk we- der daaruit gelicht, zoo 't anders de reipectivc Schippers hadden I willen toeitaan, als die nu met hem ! nijts meer te doen hadden; maar ; hunnen Commandeur gehoorza- men moeiten. Dog hy wierd in zyn voornemen belet , om dat de j vloot met een zeer gunitigc Zuid- ooile wind iterk voort zeilde, en hy dezelve met zyne galjoot niet inhalen konde, fchoon hy dezelve tot verby 't Robben-eiland nazet- tc, waar op hy ook vernagten moeit, om dat de fterke dooritaan- de Zuid-oolte wind hem belette, in de Talelbaai te landen. Handelt Men zoude gedacht hebben, dat uk'v.iiicicde Heer Gouverneur alle verde- »lootnog re proceduren zoude hebben ge- !im:r"r' Haakt , om dat hy alles aan de He- ren Bewindhebberen in Holland overgegeven , en deswegen de voorgenoemde burgers weggezon- den had, tot dat hy nader ant- woord had bekomen ; dog de ge- nen die zich met die hope vleiden, vonden zich zekerlyk bedrogen; want de vloot was naauwlyks weg, wanneer de inhoud van detvvyffel- achtige periode zich duidelyk toonde, welke hy den 3 1 . Maart 1706. aan de Voortreftelyke ver- gadering der Heren Bewindhebbe- ren gefchreven had , aangezien hy aldaar voorgeeft: Dat fchoon hy dit middel, namelyk 't wegzenden der voorgemelde vier Burgermee- ilers had gebruikt, om alles weder in ruit en vrede te brengen , zoo lchcen het hem echter toe, dat 'er nog eenige quaadaardigeachterge- blevcn waren , die in hunne hard- nekkigheid volharden, en vele ge- moederen verbaltercn zouden, dat !v, derhalven licht zoude genood- zaakt zvn, zwaarder proceduren tegen de oproermakers te gebrui- ken, zoo zy van hunne iteegheid niet wilden aflaten. mand En dit maakte hv ook zoo voort joffem* WPrkfteUig ontrent van der Hey- ■1 de, dien hv vergeten had weg te ' zenden en die als nog in 't donkere gat zat. Want fchoon hy hem , na dat hy vyftien dagen , zoo als reeds gemeld is, aldaar had gezeten, weder liet verhoren , zoo had hy hem echter voor heen door den Cipier 't vuurflag en licht laten ontnemen , om dat hy in geenen dele raadzaam achte, dat een zo- danige zware gevangene 't licht ge- nieten of verlof hebben zoude, een pyp tabak te roken ; daarenboven mögt zyn barbier niet by hem ko- men , om hem te fcheren ; en als de Cipier hem eeten bragt , zoo moeit hy met een fnap of twee ge- daan hebben, om dat de Gouver- neur niet gedoogde, dat de deur van die donkere gevankenis lang open bleef, ja zyne vrouw en kin- deren en andere vrienden mogten hem niet eens zien of fpreken , ge- lyk dan zyn oudite zoon Andreas van der Heide, met vele tranen wegging, om dat hy zyn vader niet mögt fpreken. Wanneer hy nu ter verhoor ^Xaten zelf quam, wierd hem door Abra- verhoort ham Poulle, Secretaris van den Raad van Juititie, in naam en be- vel van den Landdroft gevraagt, of hy de perzoonen, die tegen den Heer Gouverneur hadden ge- fchreven , nog niet geliefde te noe- men? Hy vraagde de Landdroil en de Heren Gecommitteerden, of hem geoorlooft was, een vraag met een vraag te beantwoorden ? Als niemand daar op antwoord, zoo zeide hy , het oude fpreekwoord blyft dan waar, qu't tacet, confen- tire videtttr , dat is: die zwygt, bewilligt ; daar op vraagde hy den Landdrolt, wie hem de magt had gegeven, dat hy hem vyftien gant- fche dagen en nagten in zulk een donkere gevankenis had laten zit- ten ? om dat zulks immers volko- men tegen zyn eer, ampten pligt Itreed ; de Landdrolt hernam : dat hy niet fchuldig was, hem redenen hier van te geven ; en dat hy op de voorgelegde vragen kort en dui- delyk zoude antwoorden, of dat hy hem zoo voort nog dimmer lo- geren KAAP de GOEDE HOOP. geren /.oude ; daar byvoegende, \vy weten nog een beter middel, om uw vogel te leren zingen: Van der Heyde zeide: In Gods name ! Al'tq'uaad, dat gy mv aandoet, Ztl ik niet 7.ocken te wreken , maar God] die in den hemel is, val het voor my doen ; en die zal u in den jonglten dag na uwe werken wel ionen. Door dien de/e taal niet na den zin van den Landdrolt was, zoo gaf hy hem aan den Ci- pier over, met bevel, om hem vader in de donkere gevankenis te brengen. Naamvlvks echter had hy een uur daar in gezeten , wanneer de Cipier met eenige zoldaten en hapicharen weder c]uam, en hem uit naam van den Landdrolt bevel bragt, zich in de lelvkite gevan- kenis te begeven , waar uit nooit iemand ongel'chonden gekomen was. Van der Heyde gehoor- zaamde zeer gewillig; hy vond in 't zelve een zwart, die wegens brandluchten en moorden daar in was gezet, waar mede hy zich als nu moeit laten gelyk itellen ; en noemde hy hem, uit vreze van door hem te worden vermoord , zyn Confrater of makker; deelde hem van zyn eeten en drinken me- de, en geraakte met hem zoo ver in kennhTe, dat hy hem de tien ge- boden , 't geloof en 't Onze Vader leerde. Mnfaoo Terwyl de gemelde van der word oo!T Heyde dus elendiglyk opgefloten in hechte- was, viel 't lot ook op Klaas Mey- SuSns' D°om , burger en bakker aan de weder Kaap , die wegens 't tekenen van 't ontüagen. Klaagfchrift, voor eenige dagen een Kamertje in de Veiling huur- den, en de huishouding aan de vrouw overlaten moeit. Deze ( «liter, die door 't voorbeeld van ( anderen, in dit tegenwoordig ge- j w richt van /.aken had geleert, goed en ujiaad te verkiezen, volg- de de voetitappen van bovenge- melde Weiiel Pretorias na; ver- j klaarde zyne tekening voor nul , ' nietig, krachteloos, ja eerroven- II. "Deel. 35S de en leugenachtig, en gaf een an- der getuigenis aan den Heer (,'ou- verneur, waar Op hy dan ook we- der op vi ye voeten gefielt en in dcs/.clfs gun 11 gebleven is. Anderen daarentegen, die den Mob gemeiden Meyboorftwel in de ge-wS™ vankenis volgen moeiten, maardcrWcft- hunne tekening van 't Klaagfchrift SS?.1? niet zoo voort voor leugenachtig fchip Ter wilden verklaren, wierden eenig-Al> zins harder gehandelt, en zoo lang met dreigementen overval- len, tot dat zy gedwongen wier- den, om zulks te doen; onder deze zoort mogen met recht gere- kent worden , Jakob Cloer, en Claas van der Wefthuizen, waar van de eerite door den Landdroft uit de herberg gchaalt is ; want deze beide wierden op 't kleine fchip, 't Huis Ter Aa genaamt, 't welk hier ten anker lag, gezet, met bedreiginge, dat zy met 't zelve, zoodra'tuitgeruflwas,als banditien na 't eiland Mauritius , dat achter Madagascar legt , waar- over de Heer Gouverneur ook te gebieden heeft , zouden worden gezonden; ten ware zy tot inkeer komen en doen wilden, 't geen Claas Meyboom gedaan had; waar door zy eindelyk bewogen wier- den, 't getekent Klaagfchrift voor een godloos eerrovend laiter- fchrift te verklaren ; hebben ook 't eiland Mauritius niet gezien, ge- lyk zulks zoo wel de Deduftie van den Heer Gouverneur , als de Contra Deduótie van de burgers overvloedig aantoont, en met ver- fcheide getuigen itaaft. Op deze wys zyn nog vele ande- ren van de genen, die 't Klr.ag- fchrift getekent hadden, vervaart gemaakt, en door dreigementen o- vergehaalt, hunne eerite tekening te verwerpen, en voor leugenachtig te verklaren; onder dezelven wa- ren Pierre Roileau, Burgcrmee- iter van Drakenflcen ; Chriftiaan Wcynoch, Jan Jakob Conterman, Burgermeefiers van Stellenboich; Steven Vermey, Jakob Pleunes en * y. a meer 356 BESCHRY meer anderen; 't welk zekerlyk zoo gemakkelyk niet zoude ge- fchied zyn , ten ware de Heer Gouverneur en Rechter en party tegclykgeweett was; gelyk dan een onzvdige getuige, die in 't jaar 17CÓ. met de Retour-vloot hier geu eelt, en voor Boekhouder op 't lehip Snydorp na huis gevarenis,ge- naamt Leonard Kaafenbrood,voor Burgermeclters en Regenten der ftad Amilerdam met eed e heeft verklaart, dat de gemelde Ver- mcy hem had geklaagt , dat hy een zeker fchrift, aan de Heren van de kamer van Zeventienen in Holland gericht , door hem en an- dere medeburgers getekent, op bedreiginge van den Heer Gou- verneur, dathy hem in hechtenis wilde laten zetten, had moeten herroepen, en een getuigenis ten behoeve van den Heer Gouver- neur geven, enkelyk ten einde zy- ne vrouw en kinderen niet verlo- ren gaan, en hy niet na Mauritius in ballingfchap zoude gezonden worden. Willem £n wje wilde alle de genen op- berouw noemen, die zich door mishande- overzyne üngen en zware dreigementen voorden hebben laten verlyden en affchrik- HeerGou- ^en ? Genoeg is 't dat men weet , verncur. , . , ? • • 1 dat niemand het uit eigene bewe- ging gedaan heeft. Men zie ilechts, hoe liltig Willem van der Zeil daar toe is gebragt, aangezien men hem met zware bedreigingen voorhield , dat de voorheen reeds gedane attcltatie der twee hondert en veertig burgers niets anders be- trof, dan dat de Heer Gouver- neur een eerlyk man was, op wien men niets will te zeggen ; men zie flechts aan de andere kant ook, hoc ras hy berouw over deze mis- leiding had; want den 19. Febru- ary 1706. heelt hy ten behoeve van denHeerGouverneur getuigt, en den 14. van diezclve maand had hy reeds rouwkoop daar \an. Door dien nu alle gevangenen zoo licht over te halen waren, uit- V I N Cl VAN DE genomen, de gemelde Adam Tas» en Jakob van der Heyde ; als wel- ke liever alle pyningen wilden uit- itaan , dan tegen hun gemoedt , goeden naam en tot nu verkrege- ne reputatie handelen; zoo was Henricus Beek , Prediker van Stellenbofch , als welkers Ouder- ling van der Heyde was, van ge- dachten, dat men om hem tot an- dere gedachten te brengen , in den Raad moeit befluiten , hem op water en brood te zetten, en hem geene andere fpys te laten toeko- men. Dit zoude nog wel können paf- feren, en ben ik verzekert, dat men van der Heyde daar mede niet zoude hebben gedwongen; zoo men echter 't vonnis van den Heer Elzevier werkltellig had ge- maakt, zoude zulks millbhien een weinig meer indruk op den ge- melden van der Heyde gemaakt , en hem tot andere gedachten' ge- bragt hebben; want wanneer de Gouverneur hem in byzyn van den Zoldaat, Pieter Pennemes, van Arnhem van geboorte , vraag- de : wat hy van de zaken der bur- gers al hoorde, zoude hy, zoo als de gemelde Pennemes aan van der Heyde in de donkere gevan- kenis heeft verhaalt, hebben ge- zegt: Heer Gouverneur, zoo wy Jakob van der Heyde, en Adam Tas hare rechterhand laten afhou- wcn, en ze als dan aan de galg hangen, zoo zullen wy ras over alle de anderen meefter worden ; dog de Gouverneur vond zulks niet raadzaam , en antwoorde , men moet de zaak nog een weinig in- zien. Midlerwyl had de Landdroft: DeL«nd- het geweldig druk, om 't dood droit w,i vonnis van den gemelden Tas op {^5.Mn temaken, en ontbrak hem niets, dan de genoegzame bewyzen, dat hy aan de misdaad van gequeflte Majefteit', rebellie, oproer, enz. fchuldig was; dog door dien men daar geen kans toe zag, tapte de Heer Gouverneur uit een ander vaatje, KAAP de GOEDE HOOP. vaatje, cn/eide tegens de vrouw v.in meer'gemdden van der H \- de, als /v hem vraagde: Waarom hy haar man zoo onchrillelyk han- delde, en hy een Haat', moorde- naar en brandltichtcr gevangen ■/euer Denkt gy, dat ik uw man onchrillelyk handel? uw man is 7.00 hardnekkig en quaadaardig , dat ik hem, om de waarheid daar uit te perzen, wel op de pynbank brengen kan ; waar op de vrouw antwoordc, dat haar wel bevvutt was, dat haar man buiten de waar- heid niet gaan /oude. »der Zoo donker en gcvaarlyk ech- wordo? ter als het voor den meergemelden ecobol- van der Heyde heeft uitgezien, nu 8° zoo helder begint hettegenswoor- digop te klaren; want na dat hy twaalf dagen en nagten in dat don- ker itinkent gat by den bovenge- mcldcn Slaaf, brandltichter en moordenaar had huisgehouden , quam 'er eindelyk bevel, dat hy weder verhoort zoude worden. Door dien nV echter reeds zoo ve- le tormenten uitgeitaan had , dat hem buiten de pynbank gene zwaarder aangedaan konden wor- den, zoo gaf hy eindelyk op de voorgelegde vragen , zodanig ant- woord , dat den Landdroft en zy- ne Gecommitteerden genoegen gaf, maar evenwel niet tegen de waarheid ltreed , of 't getekende Klaag- fchrift vernietigde; waar door hy ook zoo veel te wege bragt, dat hy niet alleen dien mid- dag by den Luitenant van Rhede mogteeten, maar in plaats van na dat donker vuil gat te worden ge- bragt, op 't bolwerk Leerdam nog eenigen tvd in arreit bleef, jakob Schoon deze yzelyke gevanke- vanSavove njs bv Van der Heyde Hechte wer- moet na . . - , . , hemin't king had gedaan ,^ zy quam even- s«- wel den Heer Gouverneur zoo aangenaam , lieffelvk en tot fcyh voornemen zoo dienitig voor, dat hy 't niet lang ledig laten wilde. Hier toe quam hem eene bequame perzoon aan de hand , te weten, jakobus de- Savoje , geweze Bur- 357 germcclter op Drakenftcen, die tegenswoordig met ter woon aan de Kaap gekomen was; dien hy, /onder op yyne >\r) u hairen, aan- gezien hy ruim zeventig laren oud was, te letten, daar in liet wer- pen, en niet weder op vrye voe- len Helde, voor dat hy dood krank was, en de/,e yzelyke tormenten niet langer verdragen kon; dog I dit is de gewoonte van den Heer Gouverneur altyd geweelt, dat hy van de gryze hairen niet veel werk heeft gemaakt ; want zynen eigen vader, Simon van der Steil, heelt hy alle driejaren naauwelyks eens bezocht, fchoon hy zich maar drie uuren van Conllantia ont- hield. Na dat nu de ziekte dezen gry- Piet« zaard verloil had , quam de beurt *5P0 aan deszelfs lchoonzoon,want de- ook w ge* ze, genaamt Pieter Meyer, uit zct- Dauphiné geboortig, moeit on- middelbaar na hem in dit vuil itin- kent neit kruipen ; na dat hy alvo- rens vier dagen op een bolwerk van de Veiling huis gehouden had. Hy was wegens de vervolgingen int Vrankryk gevlugt, en meende hier in Afrika buiten allegewe- tensdwang te leven ,maar de Heer Gouverneur wilt zoo wel als de Ko- ning van Vrankryk dragonders te zenden, die 't alle inwoners bang genoeg konden maken ; ja hy wilt lelyke gevankenill'en genoeg te vinden, om hen tot het herroepen van 't Klaagfchrift, en getuigen in zyn voordeel te dwingen. Dog de ongehoopte ziekte verlofte den. gemelden Pieter de Meyer insge- lyks uit dit morzig ltinkentgat, na dat hy zeven dagen daar in gezeten had. Door dien nu deze yzelyke, jacobuS donkere, naarc gevankenis de ge- Louw hoopte werking niet deed , maarZ?d"ldc de gevangenen of hardnekkig of wacht ge- dood krank maakte, zoo wilde"1' de Heer Gouverneur ook hieron- trent geene vergeeffche moeite doen. Wanneer dienvolgens de beurt aan den burger Jakobus Yy 3 Louw 358 BESCHRYVING vande Louw quam, die aan 't Ronde bbichje woonde , zoo wierd hy eer- iteh k in de Hoofdwacht onder de poort \an de Yeiting, en nader- hand op een zeker bolwerk be- waart , /.onder dat zyne vrouw zelfs toen hy ziek lag,by hem mögt ko- men. De Landdroft leide hem de bo- ven aangehaalde atteitatiedertwee hondert en veertig burgers dik- wylsvoor, om ze hem te doen te- kenen, en zyn eerft ondergefchre- vcn kl.ugfchrift voor eerrovende, leugenachtig en laiterlyk te ver- klaren, met belofte, dat hy alsdan weder op vrye voeten zoude wor- den geftelt, waar ontrent hy zelfs geen zwarigheid maakte, omdat deze burger alhier geboren was, en nooit elders gereiithad, dog de Landdroit vond zich in zyne mening bedrogen , om dat deze burger valt by zich befloten had, niets te tekenen , dat tegen 't klaagfehrift zoude aanlopen ; om deze redenen moert hy ook jaar en dag gevangen blyven, en zy- ne huishouding, vrouw en kinde- ren laten dry ven en zeilen. De Gou- Wanneer dit middel krachte- mtUhemloos was' nam de Heer Gouver- «n^uk neur hemeen zeker ituk land , aan hBft*h " ^en soogenaamden Paardenbefg Ezyne gelegen , 't welk van zyne moeder broeder. met kenniflc van den Heer Gou- verneur lange jaren gebruikt , be- bouwt en beplant was , af, en gaf het aan haar oudite zoon genaamt Pieter Louw, die de voorheen reeds gemelde atteilatie der twee hondert en veertig burgers mede getekent had, en derhalven eene belonig hebben moeit, 't Welk waarlyl met regt mag heten, moe- ders tegen kinderen, kinderen te- gen moeders, en broeders tegen broeders oprokkenen. Dog dit ook konde den gemel- den Jakobus Louw tot gene ande- re gedachten brengen, aangezien h\ u cl w iil , dat hy daar door zy- ne vaak niet verbeteren zoude, om dar 't geen eens weggegeven was, Tem niet weder ingetrokken konde worden. Insgelyks was hy verze- kert, dat de Heer Gouverneur hem en zyne moeder 't Ronde bofchje niet afnemen, en aan ie- mand anders weggeven konde; daarenboven konde hem na de komlt van een ander Gouverneur nog wel een ander ituk land wor- den gegeven , om dat 't land tog groot genoeg was, en 'er nog niet te veel waren, dien het voeden konde. En in zulken verwarden toe- ftand fcheen alles 'tonderfte boven te gaan , aangezien 'er niemand van de Bediendeu der Compagnie was, die zyne handen niet vol had, ondertullchen meende niemand zyn belang beter daar by waar te nemen , als de Heer Gouverneur en de Landdroit; want de Ge- committeerde Raden van de Juiti- tie waren wel dagelyks bezig met examineren en interrogeren, ter- wyl zy altyd op hare tafel hadden tabak, wyn , brandewyn, Hol- landfchbier, Sek, enz. zoo dat zy zoo wel voor als na 't ondervragen eens drinken en den Keizer, zoo als men zegt , voor de betaling konden laten zorgen; dog buiten dat , de Landdroit uitgezondert , zouden zy weinig voor hunne moeite gehad hebben, fchoon hen de honing altyd om den mond ge- fmeert wierd, dat zy namelyk al- le door den Heer Gouverneur tot hoger waardigheden en voor- deliger ampten zouden worden bevordert. De Landdroit alleea hoopte , 'door 't dicteren der itraf- fe zyn beurs te maken. De zoldaten hadden met 't be- waren der gevangenen genoeg te doen; daarenboven wierden hun- ne poften fchier dagelyks veran- dert , en zy zelfs menigmalen om eene beuzeling na Batavia of Cey- lon gezonden, gelyk dan eens fchier de gantfche bezetting door , nieuwe zoldaten verandert is, \ oor welk alles zy niet anders gc- j noten , dan knorren en morren , graau- KAAP dé GOEDE HOOP. 359 graan wen en lruauwen van hunne Officiers , die hen altyd verdacht hielden, dat zy zoldatenhetmet de gevangenen of andere burgers hielden ; i'choon zy de orders zoo llipt als mogclyk , naquamen< En op zulke wys wierd ook met Gerrit Remkcs gehandelt, die wel zoldaat was in den dienit der Voor- treffelyke Maatfchappy < maar reeds lange jaren by den bovenge- mclden Henning Hufing voor Klerk gedient had; want dezcont- fing eensklaps bevel, den dienit van den gemelden Henning Hufing te verlaten, en zich na 'tkalteelte begeven. Wanneer hy echter ver- fcheen, zoo ontfing hy nader be- vel , om zich na 't R >bben-eiland te begeven , en aldaar by banditcn zynen dienit als zoldaat waar te nemen , en heeft hy aldaar jaar en dag moeten huishouden. De Sergeant Jan Ernft Jering, die voor dezen de lyfwagt vanden Heer Gouverneur gecommandeert had , en deze plaats had moeten neerleggen, om dat hy verdacht gehouden wierd , dat hy met den gevangenen Adam Tas ondereene deken lag, eens de hoofd wagt onder de poort van de Veiling voor den Sergeant Doutterftad waarne- mende , en hem twee mannen, die by den Landdroll voor Land- dienders dienen wilden, overge- geven zynde ,met bevel, dezelven niet uit de Veiling te laten, voor dat zy van den Kapitein Olof berg hare nodige montuur ontfangen hadden; liet een van dezelve die uitgaan wilde, weder te rug roe- pen, waar op 't ander volk hem verweet, dat hy een Landdiender geworden was , en hem voor een fchelm en verrader fchold; deze nieuwe Landdiender ging aan den Landdroll zeggen , dat de Ser- geant van de Hoofdwagt hem had gefcholden, en de Landdroll gaf daar van kennis aan den Heer Gouverneur. Wat gebeurt 'er r De Gouver- neur laat den gemelden Sergeant door een Haaf roepen ; en wan- neer hy in de Raadkamer quam, vond hy bclulvcn den I leer Gou- verneur, den Landdroll en den Yaanderig, Caje Jede Slotsboo; hier op word de gemelde Land- diender ook geroepen, en ge- vraagt, of deze Sergeant hem uit- gcfcholdcn had, die van ja ant- woord. De Gouverneur fchold den Sergeant daar op voor een beeil uit, zonder hem Hechts te horen fpreken, en gaf aan den ge- melden Slotsboo bevel , om hem , zonder dat zyne wacht nog om was, en hem zyn degen en Hok afgenomen waren, met zyn rot- ting wakker afte roffen. Hier op heeft de gemelde Slots- boo hem zoo lang geflagen, tot dat hy gantfeh moede was, terwyl de Heer Gouverneur in de deur llont, en hem met de hand na den gemelden Slotsboo toeiliet , en zeide: Neen Beeßy bet is nog niet genoeg., gy moet nog meer hebben. Wanneer hy echter zag, dat de gemelde Slotsboo niet meer flaan konde, nam hy deszelfs rotting, en zeide : Ik zie wel, dat gy niet meer kondet flaan , geefmy uw rot- ting , ik zal zien, of ik niet beter kan flaan. Hier op heeft de Heer Gouverneur hem nog dapper af- geroft, en alle flagen meelt op de borft en op den rechten arm ge- palt; tot dat hy eindelyk eenen deerlyken flag op de borft kreeg, zoo dat hy voor over viel, en al- dus ter deure uitquam. Wat dunkt de Lezer van dier- gelyke proceduren? Hoe meent gy, dat 't aan de Kaap gegaan zou- dehebben, wanneer de magtige Koningvan Vrankryk, die toen- maals met Holland en hare Bont- genoten in vyandfehap leefde, om dezen tyd gekomen was , om 't t'overrompelen? zekerlykby zoo Hechte krygskunde zou 't 'er Hecht genoeg uitgezien hebben. Want men heeft nooit gehoort, dat een gemeen zoldaat in volle geweer op zyn poll itaande, afgeroft is; wat Word van den Vaandcrig Slotsboo enden Gouver- neur afge- roft. Raifon- nementen daar over. BESCHRYVING van de 360 w 1 zal men dan denken van een Officier , die over de gantfche 11 jgt te gebieden heek? Dog God heeft toenmaals hert en n van dezen Sergeant geregeert, I hy geen van heide, of zelfs al- ■ wee doódgeftoken heeft ; want anders zou het 'er zekerlyk nog rwarder uitgezien hebben; en was hy in zulke treurige en droef- géefttge gedachten geweefl , zoo als ik" hem naderhand op 't bol- werk Buuren dikwyls gezien heb, j wanneer hy de onïydelyktte pyn moeft uitilaan ,om dat zyn lichaam gantfeh blaauw was, en hy den ! vechten arm fchicr niet bewegen konde, ik vreze, dat in die haa- j ftigheid iets anders zoude gefchied zyn, 't welk hem ook uit hoofde van alle krvgs-artikels niet qualyk zoude hebben können worden ge- duid. He« Doch om den Lezer niet langer £?£ te vervelen, zal ik kortelyk nog gelukkig maar zeggen en kan 't ook met ,bey ptcc-" waarheid doen, dat onder alle Ra- duren, den van de Juftkie niemand meel- is te beklagen, dan de Heer Jan Swcllingrebel, een man, die den weg van recht en gerechtigheid nooit verlaten heeft, of van dcnzel- ven afgeweken is, die van alle gunlten., welke de Heer Gouver- neur mildelyk uitgedeelt heeft, niet eene heeft mogen genieten ; om dat dezclvchcm nooit ineenige Goitfmiflte', deze proccduren be- tredende, heeft mogen gebruiken, maar hem veel eer in den weg isge- wecll; om dat hy recht altyd recht, en onrecht altyd onrecht noemde, en derhalvcn liever de haat van zy- nc Gebieders onderworpen zyn , dan de gerechtigheid in 't minit te kort doen wilde; waar toe ook zy- he getrouwe huisvrouw , khoon fciek en over haar mans ongeluk be- droeft, hem altvd eenen helden- moed in 't l\Hprak,cnvcide: Dat I i<"!Vuihaar,uogomharekinde- 1 vrezen, den reehtvaar- d: ■ té (laan, al zo uw zy m< t haar k ra k \\ :haam en kleine kin- derenmet hem vervolgt, ja wegge- zonden worden ; en deze aanmoe- diging bragt ook zoo veel te we- gc, dat de Gouverneur hem eens over nalatigheid van zyn pligt be- rispende, hy niet vreesde , om zich aan alle gevaren bloot te Hel- len , en de onwaarheid van deze belchuldiging ten fpot en fchande van zyne vervolgers klaar aan te toonen. Tot nu had de Heer Gouver- wenev^?n ncur alle middelen in 't werk ge-*oekenom Helt, om de onwilligen te dwin- °™ hunne gen , maar weinig uitgevoert ; nu m echter, wyl alle kamers, fchepfeni™"«!, gaten en andere plaatzen met ge- j vangenen bezet waren , die allen ! hardnekkig by hare eerlle teke- ■ ning van 't klaagfehrift bleven, en ! de Landdrolt nog meer citeren 1 wilde , die zonder twyftel de ge- I vankenib niet zouden ontihapt zyn, | en de vrouwen der reeds gevan- ! genen by een fmeekfehift de ont- I ilaging van hunne mannen ver- fcheidemalen verzocht hadden, en zulks nu wederom met nadruk de- den ; ( want zy verzochten als nu den t-7 Mey 1706. den Heer Gou- verneur en den gantlchen Raad van Juititie, om hunne mannen kort recht te laten gefehicden , of hen onder genoegzame borgtogt t'ontllaan) icheen de zaak een an- dere keer te nemen, niet zoo zeer om de vrouwen te begunltigen,als welke de Heer Gouverneur daar mede afwees, dat de zaak den Raad van Jultitic niet raakte,* en dat hy haar niet konde helpen, om dat hy ze aan den Landdroit over- gegeven had, deze wederom op zyne zaligheid betuigde, dat hy nicts daar in doen konde, maar^dat ze van den Heer Gouverneur af- hing; maar om andere dringende reden, die 't gantfche Compas,ik wil zeggen, des Gouverneurs ge-» moed', zin en verftänd deden ver-i , draien. ;!er Want'tfchiP, 't Huis Ter Aa, 't welk op bevel der \ oortrefrely- de . Maatfchappy over Mauritius na >/ ;• "!>lllj Madagal- ' KAAP de GOEDE HOOP. 361 Van der Heide koiit ook weder in vryneid. Dit ge- chied op ene by- oaderc vys. Madagascaf moeit zeilen., lag nu zeilrede. De twee gevangenen echter, die daar op waren, te we- ren Jakob Cloet en Klaas van der WeÜhui/cn, konden /onder een gerechtelyk vonnis nictderwaards gebannen worden ; derhalven moeiten de/.elve wel worden ont- flagen , om dat 'er geenc plaats meer in de Veiling ledig was; dog •zulks gefchiede niet zoo loshene; maar zy moeiten berouw en leed- wezen betuigen over hare teke- ning van 't klaagfchrift , en borg ftëllèn,dat zy gedagvaart worden- de, ten alle tyde zouden verfchy- nen. Met de andere gevangenen ging het zekcrlvk nog zoo gemakkelyk niet; dog jakob van der Heide, die na zoo /ware uitgeltane tor- menten aan de rode loop bedlege- rig u ierd , en cene gantfche maand zoo heftig daar van aangetait was, dat Willem ten Damme, Lyf-arts van den Gouverneur, eindelyk wierd genoodzaakt te zeggen, dat deze dekte, uit veel ongemak, verdriet en droefheid ontltaan, genoegzaam in itaat was, om den gemeiden van der Heyde in 't graf te fiepen; daar by voegende, dat hy niet langer in arreft konde wor- den gehouden , om dat de Heer Gouverneur het bezwaarlyk zou- de können verantwoorden, als de gemelde van der Heyde in de ge- vankenis quam te fterven ; derhal- ven moeit zoo wel de Landdroft als de vrouw van den gevangenen, dien de Lyf-arts zelf riep, in de Vciting verfchvnen. Nu is uit alle omstandigheden, die tot nu na malkanderen ver- haalt zyn , klaar, dat deze van der Heide crimineel gehandelt is ; de Lezer zal derhalven zonder twyf- fel nieuwsgierig zyn om te weten, op wat wyze deze criminele ge- vangene op vrye voeten geltelt is. DeLanddroltquam alleen, zonder Gecommitteerden uit den Raad van Jullitie, by den meergemel- den van der Heyde ; maakte hem II. 'Deel. zyne ont llaging bekent, zonder te ■fin, dat zulks op hev> lvanden I k-er Gouverneur gefchiede, of iets wart hem teentenen, dan en- kelykdathy en zyne vrouw, die 'er tegenwoordig w;t,, hunne per- zonen en goederen gerechtelyk zouden verpanden; dat hy gedag- vaart werdende, ten allen tyde zoude verfchyncn. En daar mede was deze gevan- De Land- gene, die op den hals gezeten had, dm« licht ontflagen; dog de/.c manier moet ^asA^e den Lezer niet vreemd voorko- gels a£ men, om dat ons hier bewuft is , dat Adam Tas ook in byzyn van vele Gecommitteerden in arreft is genomen, en deszelfs kilten en kallen door den Stellcnboffchen Secretaris gerechtelyk verzegelt zyn, welke verzegeling zoo (traf in zyn werk ging , dat aan zyne vrouw en kinderen zelfs geene verfchoning van hembden of tatcl- goed gelaten wierd. Wanneer zy nu iets van noden had,moeft zy ha- re buuren daar om aanfpreken, en zich op zodanige vvys ruim drie maanden behelpen. Eens quam de Landdroft gantfeh alleen zon- der Gecommitteerden of Secreta- ris in haar huis; ontzegelde in zy- ne eenzaamheid alle kiiten en kas- ten, en na dat hy na andere pa- pieren gevraagt maar niet geopent hadde, gaf hy haar volle magt, om al 't geen verzegelt was geweeft, weder te gebruiken , als voor- heen. Is dit nu wederom niet eene fraaje wyze van rechtsplegingen? Waarlyk de Heer Gouverneur, die eenige jaren in de wyd-ver- maarde Stad Amsterdam Schepen is geweeft, zal deze wyze daar niet gezien hebben. Het is derhalven te verwonderen, dat daar hy zeven jaren Gouverneur aan de Kaap is geweelt, en eene zoo grote Colo- nie heeft te regeren gehad , hy de Amtterdamfctie methode niet ge- bruikt en zich daar door buiten calangc gehouden heeft ; dog ik wil dit aan 't oordeel van den Le- Z z zer BESCHRYVÏNG van de 362 zcr overlaten, en my verzekert houden, dat wyl ik ditmaal deze itoiVe niet kan afhandelen , u de volgende gefchiedenifien even zoo weinig vervelen zullen te lezen, als zy my vervelen, om dezelve te fchryven. XXVII. HOOFTSTUK. Handelt van negen aangeklaagden, die zich op de vlugt begeven hebben , en op vier ediótale citatien niet voor 't Gerecht verfchynen, afge- fchrikt door de flechte behandelingen van hun- ne medemakkers. De gedaagden verfebynen op de citatie niet. De viee-landdroß word met zoldaten gezonden om ben gevangen te nemen De Gouverneur wil ben andermaal door een plakkaat onder 'f luiden van de klok laten dagen. Ten dien einde word 'er een Manifeß gelezen en alomme aangeplakt. Jnboud van dit Manifeß. De gedaagden verfebynen niet. Geven een fmcekfibrifi over. Dit word in de rechte banden geleverd. Zy worden weder by edicl gedagvaart. Zulks ver- oorzaakt twedragt in den Raad. Swellingrebel wil zyn flem niet 'geven zonder te weten wat zy gedaan hebben. Oortman is van V zelfde gevoelen. Bouwman ßaat bet toe. Den LamUWoll word het fmeekfebrifi der vlugtelingen over gegeven. Dezelven verfebynen op de derde citatie ook niet. Worden ten vierdemaale gedagvaart. Olof Berg wil een vry gelei foor ben hebben. Inbond van de vierde edifiale Citatie. Aanmerking over deze drie ver- gaderingen 7 egen Oortman word een attefiatie gefmeed. Van der Hey de word op nieuw verdagt gehouden. Ontfangt bevel na Holland te vertrekken, 'f Welk ras weder word in- getrokken. Onder wat voorwendzel dit gefebied. Vervolg *\ /TEt vermaak zal ik U 't ver- voorgaan- lYjL volg van de zaken, welke de vcihaai. inden jare 1706. aan de Kaap de Groede Hoope zyn voorgevallen, mededelen ; en of fchoon het f( hier niet als droevige gevallen zyn, twyfcl ik echter niet , wyl zy cenen zodanigen uitflag hebben gehad , waar mede de inwoners al- hier te vrede gefielt zyn , of gy zult dezelve zoo wel als de vorige mtt een vricndelyk oog ontfan- gen, en met genoegen doorblade- ren. Mvncn laatften heb ik met.de ontflaging van den meergemelden van der Hev.de, en de afligting der zegels der gerechtelyk verze- gelde Kiften en Kallen van Adam Tas beiloten. Nu moet ik den I A der verhalen, hoe hel mei de overige gegaan is« die 't boven aangehaalde Klaagfchrift ge- tekent, en den grimmigen toorn van den Gouverneur nog niet ge- voelt of geproeft hebben; deze Iticten zich aan de harde behande- lingen van den Heer Gouverneur ontrent de gevangenen, en wilden derhalven den bitteren drank van de Hinkende gevangenis niet gaarn fmaken, of zich in de handen van hunne vyanden vrywillig overge- ven; fchoon zy, zoo als de naam was , op order van den Raad van policy door den Gerechtsbode ge- dagvaart wierden , om voor den Landdrolt en zyne Gecommit- teerden uit den Raad van Juftitie te verfchyncn ; bcflotcn zy na ry- pc overweging, de vlugt te ne- men, ten einde zy niet in zufke gevaarlyke gcvankcnifTeh hare ge- zondheid of ook wel zelfs haar le- ven, KAAP de GOEDE HOOP. 363 ven, zoo wol voor 't gemene helt, arts ten dienfte der Vbortreffelyke Maatfchappy daal t>y /ouden in- icliieten, \ erzekert , dat de Voor- treffelyke Maatfchappy daar in de nodige verziening doen /oude. Depr^dien echter dit befluit den I 1. er Gouverneur zeer fmertelyk voorquam, en hy nevens deLand- droft voorgenomen had , de/e vlugtelingen, het kofte wat het kol pe, in handen te bekomen, en bygevolg onder zyne magt en voe- ten te brengen ; zoo gaf de Land- drost op bevel van den voorgemel- den Raad van policy (hoewel nie- mand zeggen kan, of dat bevel van den gantfehen Raad, of Hechts vancenige uit den zelven, welk laatllczcer waarfchynlyk is, gete- kent is, ) aan den gerechtsbode, Chriitoft'el Hafewinkel andermaal order, deze menfehen voor de laat ik' maal te dagvaarden, en de- zelvcn ernftiglyk te vermanen, dat zy voor hem en zyne bygevoegde Gecommitteerden uit den Raad van Ju'ititie verfchynen, en van ha- re tekening rekenfehap geven zouden ; dog deze dagvaarding was ook vergeefs, aangezien de gemelde Bode weder onverrichter zake t'huis quam, en verilag deed, dat hy niemand van hen allen t'huis gevonden had. Derhalven wierd de Vice-Land- drolt , genaamt Janus Adrianus Montanus, een bequaam en ge- leert man , die den Landdroft wierd toegevoegt, om dat hy zich nietaltyd op 't land dorft wagen, en daarenboven aan de Kaap zelf met 't uitvoeren van de bevelen van den Heer Gouverneur , ge- vangen nemen en ondervragen der burgers en 't verrichten van ande- re nodige zaken genoeg te doen had, meteenige zoldaten te voet en te paard, in 't geheel \6. of xo. man, behalven zyne gewoonlyke Land-dijnders afgevaardigt, om deze vlugtelingen overal, daar zy hen ücchts zouden können byko- men, te vatten, te vangen en te IL Deel. arrelkren 5 ten einde men hen daar na ie bequamer aan de Kaap bren- gen , in donkere gevangeniil'en werpen, en ze als de anderen pla- gen /oude kunnen. De/e \ 'ioc- Landdroft nam in Hoeiiy j 1 • .• , /ich hier in den beginne z.yn pligt zoo veel draagt, waar, als mogelyk was; wanneer hy eehter naderhand, zoo als hy my zelf heeft verhaalt, den crimi- nelen cifeh van den Landdroft Starrcnburg, tegen Tas te lezen kreeg , en merkte , dat 't hem o- vcral aan genoegzame bewyzen ontbrak, en bygevolg niets dan kinderfpel daar in zag, zoo ilocg hy als een verltandig man, gade, dat door dien men den meerge- melden Tas reeds zoo lang in ar- reit gehouden, en hem zoo dik- wyls ondervraagt nad , zonder hem tot dezer uure iets crimineels te laften te können leggen , het met de anderen ook aldus zoude ge- legenzyn, voornamelyk door dien Tas en van der Heyde voor de bel- hamels opgegeven wierden. Gelyk hy derhalven voorheen alles door- fnuffelt, en alle huizen en we- gen bezet had, zoo ging hy nu by hen, en at en dronk met hen, en liet het met 't arrefteren en gevan- gen nemen gaan zoo als 't wilde; 't welk oorzaak was, dat hy ook fchielyk na de Kaap gedagvaart, en op 't fpoedigfte met een fchip na Ceylon gezonden wierd. Naardien nu de Heer Gouver- DcGoi> neur zag, dat met al dit woelen en w™™ woeden, razen en tieren by deze Vermaal menfehen niets uit te voeren was ; lndasen- en zy zich evenwel , fchoon de Vice - Landdroft weggezonden was, in hunne huizen niet veilig konden achten, maar genoodzaakt waren, dag en nagt in de wilder- nifïen, enboflehen, gaten en fpe- lonken , onder ftruiken , en den bloten hemel , in koude, hitte, regen en wind , dan op de bergen, dan in de valeien, by adders en Hangen , en by de verflindende wilde dieren des aardryks,lyf-ber- ging te zoeken, zoo wierd hy ne- Zz x vens an- 364 BESCHRYVING van de vfi&sden Landdroil van voorne- men , om deze hardnekkigen en wederfpannclingen, by de Edelen Achtb. Raad van policy, uithoof- j de van 't reeds vooheen toegezon- j den plakkaat, by dienzelven Raad, den 4. Maart gearreÜeert , als op- roermakcrs aan te klagen, met verzoek, om dezelven publiek en plegtiglvk by plakkaate en luiden der klokken in te dagen. Op deze wyze heeft nu de Heer Gouverneur, of liever de Land- Manifcfl droit, want de Heer Gouverneur OTaiommc wilde daar voor niet te boek lkan, aangeplakt voorgevende , dat hy zyne zaken aan den Landdroft overgegeven had, deze zaak den Edelen Acht- baren Raad van policy in de han- den gefpeelt, waar van hy, fchoon hy de Hoofdparty was, evenwel Preiident bleef; die ook op 't ver- zoek van den Landdroft zeer naau- we achting daar op nam ; hoewel dezelve niets anders dan hare Non Comparitie of weigering zich te verantwoorden , aantoonde , en den 3. Juny 1706. na 't luiden der klok, dit volgende Manifeft afle- zen, en naderhand alomme liet aanplakken. inhoud ]JTy jrilkm Adriaan van der Steil , Extraordinaris Raad van In die, Gouverneur wegens de Ne- derlandfche Verecnigde geprevili- geerde Ooß-Iudifihe Maatfchappy aan Capo du bonne Esperance of de Kaap de Goede Hoope , als mede vaift eiland Mauritius en den aan- klevc van dien, en de Raad, doen te weten : Nadcmaal ons voor eeuigeu tyd bekent is geworden , dat ceni^c qua- lyk gezinde en oproer/ge inwoners va deze Colon ie, hun werk hebben gemaakt, buiten op 't platte land te zwerven, om vele boeren, die aldaar wonen , tot V tekenen van zekere Liiicrfchr'ijteu te geus de ho- ge Overheid alhier over te halen e% te bepraten ; Hy echter in erva- ring gekomen zyn, dat V groot f/e gedeelte onfchuïdtg daar toe gebrast is, zoo hebben wy by ons plakkaat van den vierden Maart 1706. goed gevonden , niet alleen alle goede in- gezetenen daar voor te waarfchou- wen , en cenige der voornaam ße Voorflanders na V Vaderland ( Hol- land) te zenden, maar ook de ge- nen , die tot 't tekenen van dit ecr- rovent laß erft hri ft verleid zyn, bekent te maken , dat zy zich by de hoge Overheid alhier deswegen aan- geven zouden ; om na bevind van hunne onfihnld vergiffenis f erlan- gen. Naadien 'er echter nog een i ir en worden gevonden, die deze zachte middelen in den wind ßaau , en licht door de vermetelße lnßrumen- teu van dit werk aangemoedigt en gefiyfiy in hare ßeegheid volharden, ook reeds door den Landdroß, no- mine Officii , verfcheidcmalen ge- dagvaart, midsgaders voor den Gerechtsbode van deze Veßing, uit bevel der Regering alhier , aange- maant zyn, om in deze Veßing te verfchynen ; dezelven nogtans ter verachting van de Jußitie by hunne ongehoor zaamheid volharden ; Zoo hebben wy op verzoek van den Landdroß, om ons recht en gezag, hem toevertrouwt , te handhaven , nodig geoor deelt , de per zonen Mär- ten van Staden , Guiliam du Toit , Franfois du Toit , Hercules du 'Pre, Cor ne lis van Nieukerk, Ja- cobus van Brakel, Willem van Re tl, Jan Elbertz., en Klaas El- bert z. by editl en openbaar luiden der klok in te dagen , zoo als wy by dezen doen, om binnen den tyd van 8. dagen voor den Edelen Achtb. Raad van Jußitie, of de Gecom- , mitteerden uit denzelven, in dit Kaßeel te verfihynen, om op alle vragen, welke de bovengemelde \ Officier hen zal voorleggen, te ant- woorden ; byßraffe, dat by nalatig- heid tegens hen a/s nalatige en we- der/paunige onderdanen zal worden gehandelt; zoo als bevonden zal | worden, naar rechten te behoren. Gegeven in de Veßing du bonne I Esperance den 3. Juny 1706. JVas gete- KAAP b* GOEDE HOOP. getckcnt, \V. A. van der Steil. Tér* zyAefttné: Op her cl van den } '.delen Heer Gouverneur vu den Raad. W.Hclot. De ge- er Ich ■/- icnniet. Nu kondedu Manifeft, 't welk ZO i wel in de Tvgervalei, als aan Stdlehbófèh , Draken(teen,en an- dere gew oonlyke plaat /en aange- plakt wierd , den vlugtelingen niet verborgen blyven ; want fchoon zv von- hare perzoncn niet te voorfehyn quamen, zoo waren 'er evenwel vrouwen, kinderen en flaven voor handen , die hen zulks genoeg konden bekent maken, zoo 't andere menfehen al niet ge- daan hadden ; dog wanneer zy hoorden , dat de /,aak by de derde citatie van den Raad van poliey in de handen van den Raad vanjuiti- tie gefpeelt was, alwaar de Fiskaal independent wel "zitting nemen, maar niet verfchynen zoude , 700 wierden zy nog fteger, en ver- wachteden niet veel goeds van den Heer Gouverneur. Geven Zy hielden zich deswegen nog eenfmeek- af\fezent; en quamen onder mal- Ter, l k ander overeen , een fmeekfehrift aan den Heer Gouverneur, den Edelen Achtbaren Raad van Jufti- tie en den Landdroft te prefente- ren ; in 't zelve noemden zy zich getrouwe onderdanen van deOoft- ïndifchc Maatfchappy der Veree- nigde Nederlanden; en zeiden, dat zy met de graotfte verwondering, ja verbaaftheid hadden vernomen, dat zv den 3. Juny by openbaar lui- den der klok, door een befchrei- enswaardig afgekondigt en alom- me aangeplakt Dekreet, geroepen waren; om voor hen in 't gerecht te verfchynen , en op alle de Magen te antwoorden, die hen door den Officier zouden worden voorgelegt ; en zy zulks niet doen- de , dat men tegens hen als onge- hoorzamen en wederfpannelingen zoude te werk gaan. Naardien 7.y zich echter aan gene nalatigheid van haar plicht, zoo wel ontrent den Heer Gouverneur en den E- 365 delen Raad van Juflitie, als ook wagens de hoge Indilelie Rege- ring, veel min tegens de Edele (.'mot- Achtbare I kien Bcwind- 1 bbcren in't Vaderland, fchuldig ln\o!uk-n , nog; minder om dier- gclykc fehande eU fchandvlck had- tien gedacht, als hen opgedron- gen en aangewreven wierd , om dat zy goed en bloed , lyfen leven voor de Voortrcllelykc Maatfchap- py en 't gemene belt, wilden op- offeren , en nogtans zien moeften, dat hare medebroeders die in de vefting gevangen zaten , de cene hier de andere daar in vuile don- kere gaten geworpen, en zy alle frifch flerk en gezond daar in ge- komen, 5-. van dezelven krank en zwak , allen echter aan 't lichaam en eenigen aan 't verfland ge- krenkt, daar uit gegaan of gedra- gen waren ; en zy voor zulke en diergelyke onchriltelyke behande- ling een fchrik hadden, zoo wilden zy vooor God en de gantfche wae- reld , in alle demoed , zoo als gehoorzame onderdanen paft, aan nare Edele Achtbaren hier mede betuigen, dat zy wegens hare on- fchuld nooit op dwaalwegen ge- raakt, en van voornemen waren, om zich zoo vermetel niet in lyfs, levens en gezondheids gevaar te (lorren ; maar midlerwyl met het grootfte geduld af te wagten, wat hare medebroeders zoo wel in Hol- land als op Batavia tot hun aller wrelzyn uitge voert zouden hebben, enz. Dit fmeekfehrift hadden zy den ptfineek- 7. Juny 1706. in zodanige or- word in de der getekent , zoo als hunne na- r/chrehïn- men boven reeds uitgedrukt ftaan. vc«. C Van de gemelde vlugtelingen is in waarheid zeer aanmerkelyk , dat 3. van dezelven Hollanders , 3. Franfchenen 3. Afrikanen waren; aanmerkelyker echter was 't , dat 'er reeds een Hollander , een Franfchman en een Afrikaan was overleden ; dog 't aanmerkelykfte was, dat zy niet wiften,door wien zy 't fmeekfehrift zouden laten o- Zz 3 ver- 366 BESCHRYVING VAN DE ten . ■ by e« - vjjrt. oon.?akt tweed ragt in den KiaL vergeven , om dat niemand van ben dorft wagen, 't zelve der- waards te brengen, uit vreze van te worden in hechtenis gezet; des niet tegenftaande quam 't zelve e- venwel in de rechte handen, waar van my de eigentlyke manier on- bewuit'is, ondertuilchen weetik zeer wel, dat de voorgeichreve 8. dagen verlopen en niemand ver- lehenen is. Doordien nu in deze twede zit- ting, welke den 10. July gehouden wierd, ook niemand verfcheen , en de Landdroft dezelven weder aanklaagde, zoo hadden gaarn ec- nige Raadsleden gezien , dat 'er maar een te voorfchyn was geko- men, om van de zaak, waar van zy voorgaven, geene andere ken- niile te hebben, dan dat zy niet verfchenen waren, nader onder- recht te worden, op dat zy zich in haar Hemmen niet mogten abufe- ren ; doordien zulks echter niet gefchiede, zoo moeften zy den aanklager geloven in alles wat hy zcide, die nogtans zyne verdichte bczwaarniften niet dorft of mögt zeggen, veel min bewyzen konde ; ondertufTchen moeften zy hem de Non Comparatie te goed laten ko- men, en een twede ediclale cita- tie zien ; fchoon zy uit den cifch van den Landdrolt niet konden bcgrypen , wat de gedaagden mis- daan hadden, veel min waarom zy in den beginne geroepen wa- ren. Ik kan en wil my niet wydlopig inlaten om den Lezer de zeldza- me debatten uitvoerlyk te be- fchryven, welke in deze zitting voorgevallen zyn. Ik vind my e- vcnwcl genoodzaakt, om iets daar \ atl te gewagen ; ten einde gy zou- det zien , op welke wonderbare wys deze twede edidale citatie te wege gebragt en uitgewerkt is. De Heer Gouverneur, die alhier Prciident, Hoofdparty en dood- vyand tcgclykwas, leide niet al- leen ii van dcnLanddroft in omvraag , maar was ook te gel) k de eerfte, die deszelfs eifeh als bil— lyk en rechtmatig toeftont. Hy wierd onmiddelbaar gevolgt door den Heer Elzevier , den Heer O- lof Berg, Kapitein van de bezet- ting, en den Heer Adriaan van Rhede, Luitenant ; wanneer de zaak echter aan den Heer Jan Swellingrebel quam , vond dezel- ve voor de eerftcmaal tegenkan- ting. Want deze oordeelde, dat wyl hy van de gantlche zaak nog niet onderrechtwas, de hoogfte nood- zakelykheid vcreifchte , dat hem de misdaden der gedaagden klaar aangetoont moeften worden, voor uit ziende, dat het bederf en on- dergang der gantfche Coloniedaar van afhing, en dat deze menfehen tog niet zouden verfchynen, om dat hare makkers , die vrywillig gecompareert waren, in donkere Hinkende gevankeniflen waren ge- worpen, of op de bolwerken van de Vefting in hechtenis gehouden wierden ; derhalven zeide hy , dat God hem bewaren zoude, iemand te oordelen, zonder alvorens te weten , waar in deszelfs misdaad be- ftont. De Heer Gouverneur hernam, dat zulks alles ter zyner tyd door den Landdroft gefchieden zoude ; om dat 't tegenswoordig nog op geen vonniften aanquam ; dog de Heer Swellingrebel antwoorder Dat doordien dit eene ediclale citatie en by gevolg crimineel en fchandelyk was, de zaak den Rech- ter klaar moeft fchynen, eer en al- vorens hy iemand daar over ver- mögt aan te taften, wanneer hy zoo wel als de anderen, die tot nu dagelyks by 't ondervragen der ge- gevangenen gebruikt waren, en derhalven overvloedig moeften weten, hoe 't met de zaak gele- gen was , genoegzame kenniiTe en bericht daar van had , zoo zou- de hy niet in gebreke blyven , den eifch aan den Landdroft toe te ftaan ; dog dat hy zulks te- genswoordig onmogelyk doen konde, Swellingre- bel wilzy- ne flem niet geven, ten ware men liem zegt, wat zy geu.tan hebben. De Goa- verueur zoekt hem over te ha- len. KAAP Di: GOEDE HOOP. 367 Swellingrebel ten Protokolle te twengen, en voer daar op met 't inhalen der andere Hemmen konde, om dat hy niets daar van wilt. Na dat nnde Secretaris Abraham Poulle hier over gevraagi was ,en de lieer Gouverneur zich geliet, als 01 hy niet geweten had, dat de 1 leer SweHingrebel , de 1 leer Kl- , m\ de Kapitein Berg, en de Burgermeester Nicolaas Oortman, niet gebruikt waren, voerde hy hem te gemoed , dat zy alle te -/.amen niet konden worden gebruikt; dog dat de /e bovengemelde Heren, geene zwarigheid maakten , den eifch aan den Landdroil toe te itaan,fchoon y.y ook niet over de- ze zaak aezeten hadden. Dog de Heer Swellingrebel gaf nogmaals tot antwoord : Dat door dien hy geene kennilVe van de zaak had, hy den eifch aan den Land- drolt niet konde toeitaan;te meer wvl hv gezien had, dat de gemel- de Landdroil eenigeft op vrye ftraat crimineel aangetafl, en anderen uit 't bed geligt, en anderen, die gedagvaart waren, in donkere ge- vankeniilen geworpen , en op de bolwerken der Veiling in hechte- nis gezet had-, waar van 'er zom- migen op vrye voeten waren ge- itelt, zonder dat men iets van hun- ne misdaden gehoort of gezien had ; weshalven hy den eifch van den Landdroil niet konde toe- Itaan. Over dit twiiten wierd de Heer Gouverneur eindelyk misnoegt; en beval den Landdrofl zeer ver- itoort, te zeggen, wat de gedaag- den gedaan hadden; waar op hy hen dan met weinig woorden te lallen leide ; dat zy tegen de hoge Overheid alhier eerrovende en fa- mculc lalterfehriften opgeilelt en getekent hadden; de Heer Swel- lingrebel antwoorde : Dat 't met zeggen niet genoeg was, maar dat men 't gezcide klaar en duidelyk moell bewyzen. Kortom, door dien de Heer Gouverneur be- merkte, dat de Landdroil zoude te kort fehieten , beval hy den Se- cretaris, 't advys van den Heer voort. Nu was 'er niemand m^er, die zwarigheid maakte, den eifch aan di :i I -and«! rolt toe te liaan, dan de Burgermeelter Nicolaas Oortman alleen, die insgelyks verzocht te weten, wat de gedaagden misdaan hadden? Wie de Beklager en eif- fcherwas, en wie den Landdroil deze grote magt gegeven had ^.ul- ke proeeduren te beginnen; de Gouverneur gaf aan denzclven fchier 't zelve antwoord, dat hy aan den Heer Swellingrebel gege- ven had, en beval den Secretaris, 'r advys van dezen Burgermeelter insgelyks te regiltreren. Vermids echter de andere Hem- men allen den eifch aan den Land- droil toeilonden , zoo wierd by gevolg door derzelver meerder- heid beiloten, de gevlugten door eene twede edictale citatie te roe- pen, en dezelven onder *t luiden der klok plegtiglyk af te kondigen en alomme aan te plakken. Deze 8 dagen gingen nu weder verby, zonder dat iemand van de gedaagden verfcheen, derhalven wanneer de Raad van Juilitie ter rechter tyd vergadert was, en de Heer Gouverneur niet verfcheen, onder voorwentfel, dat hy ver- dacht wierd gehouden, zoo hoor- de de Heer Samuel Elzevier, als Vice-Prefident , de klagte van den Landdroil, en leide dezelve in omvraag; verfcheide Heren Hon- den den eifch aan den Landdroil toe, dat in eene derde edi&ale ci- tatie en genot der Non Comparitie bellont. De Heer Swellingrebel echter bleef by zyne vorige refolu- tie, tot dat hy van de misdaad der gedaagden beter onderrecht was, en derhalven ook nader bericht van den Heer Elzevier verlangde, maar geen ander ontfing, dan hem voor 8 dagen gegeven was ; wes- halven hy ook by zyn vorig advys bertendig bleef. Desge- ' man wil ook niet Hem- men. De ge- vlugten worden evenwel ten ander- male ge- dagvaart. Swelling- rebel wil de derde ediftale ci- tatie ook niet toe-; flaan. 368 B E S C H R Y V I N G van de 'tzehege vi>e'.:n ; worc raa Brommert qualyk be- jegent. Zegt de redenen. N Oort- Desgelyks deed ook de Burger- * rpeefter, Nicólaas Oortman, die fchoon de andere voor hem zitten- de Raden 't verzoek van den Landdrott billykten , diezelve vrage deed , welke hy over 8 da- gen gedaan had; de Equipagie- Meciter, Jan Brommert, voerde hem daar op te gemoed, wat hem daar aan gelegen was, wat de vlug- telingen gedaan hadden? waar op de gemelde Oortman hernam, dat hem zeer veel daar aan gelegen was ; deze eehter , zoo als meed alle zeeluiden gewoon zyn, ant- woorde hem redelyk plomp en buffelachtig: Dat weten wy ook wel, want gy zyt zelf een der voornaam He van de aangeklaag- den en belhamels ; gy zyt ook ge- roepen, om ze te horen, te weten de gevangenen , en gy hebt niet willen komen. Op dit grof, onfmakelyk en boerfch antwoord, vertoonde de Heer Oortman de andere Raden, dat hy zonder redenen zoo min- achtig gehandelt wierd , om dat hy met eede konde verklaren, nog part of deel te hebben, aan 't geen de gedaagden en hare makkers ge- daan hadden; daar hy voegende: dat hy voor de burgery eenen eed had moeten afleggen, om dezelve in alle Hukken voor te ftaan, zoo als hy ook met goed en bloed doen zoude, zoo 't noodzakelyk was; vervolgens herhaalde hy zyn vorig verzoek, en voegde daar by, dat hy in 't contrarie geval gedwon- gen zoude zyn, om by zyn vorig advys te blyven; aangezien hy op zul ken lollen grond, door de kla- ger niets bewees , van 't geen hy de aangeklaagden te lallen leide, niet konde leyden, dat aan zoo vele burgers een openbaare fchandaal aangedaan wierd. Dog wat cjuamcn hier de rede- nen van de Heren Svvellingrebcl en Oortman te itade? waarlyk niet,. Men flocg alles in den wind; Hond den Landdroit alles toe; dagvaarde de afvvezenden Bouimn flaa het echter tue. ten derdenmale by edifte, op de plegtigfte wyze ; en lette men veel meer op 't inbrengen van den Burgermeelter Hendrik Bouman, die te kennen gaf: Dat hy zyne toeltemming noodzakelyk daar toe moeit geven , om dat de ge- daagden, door den Raad van Ju- ititie ontboden, onwillig en onge- hoorzaam waren ; dat menfehen, zoo als hy en zyns gelyke op den weg konden worden aangeranit; waar door men als dan niet alleen groot gevaar te duchten had, maar dat zulks ook van een droevig ge- volg zoude können zyn. Naardien nu de Landcjroft we- der inden Raad moeit verfchynen, en men hem zeide , 't geen 'er be- floten was, gaf men hem terzelver tyd 't bovengemeld Smeekfchrift over, 't welk de vlugtelingen den 7. Juny getekent, en door veler- hande omwegen eindelyk in deze vergadering gebragt hadden ; wan- neer na 't lezen van 't zelve de Heer Elzevier den Heer van Put- ten vraagde , of dit fmeekfehrift ook eenige verandering in haar ge- nomen befluit maakte, antwoor- de dezelve, in geenen dele , maar men moet 't aan den Officier over- geven, ten einde hy dezelven zou- de können aftioneren , by aldien hy iets onbetamelyks daar in vond. Zoo weinig echter als deze 9 fchz^evner" gedaagden 't eerfte of twedemaald^derTe01* zyn verfchenen, zoo weinig en dtalieook 1 ■ , & niet. nog minder waren zy van voorne- men, om zulks by deze derde e- dictale citatie te doen; want zy geloofden, dat haar vertoog, in 't bovengemeld fmeekfehrift ge- daan, zoo veel zoude uitwerken, dat men hen eindelyk verfchonen en de zaak iußatu quo laten zou- de, tot dat 'er nader bericht uit Holland of uit Indie zoude geko- men zyn ; dog zy maakten ver- keerde rekening, en 't wraakgie- rig gemoed van den Heer Gou- verneur, 't welk door dagelyks aanhitzen der nydige bloedzuigers in volle vlam gezet wierd, konde zoo KAAP de GOEDE HOOP. 369 worden ten \ 'UHU- IC gc.las- vaan. Oloflierg wil «n yry gelei voor hen hebben. Oortmati? bedcnkely ke rede. 700 weinig ftil blyven, als de geld- gierige beurs van den I .anddroft. Want op den 27. Juny 1706. quamen de Raden van de Ju Mui e v. eder by malkander, en vernamen van den Landdroit, dat zy ander- maal nog niet verfchenen waren ; derhalven verzocht hy de derde Non comparitie te genieterren ee- ne vierde edictale eitatie ex ßtper abundant i , (ten overvloede) toe te ltaan; waar by hen alle excep- tie n, benenden, enz. waar mede zy '/.ich eenigermaten in rechten zouden können of mogen behel- pen , als naar rechten , zouden mo- gen benomen worden. Deze cifch van den Landdroit, welke door den Heer Elzevier aan de Raden voorgedragen wierd, gaf den Heer Kapitein OlofJBerg gelegcntheid te zeggen : dat , door dien hy zekerlyk geloofde, dat de gedaagden op zodanige wys nooit verfchynen zouden, 't beter was, dat men hen voor een zekeren tyd , een vry gelei verleende, zoo als in zodanige gevallen in Duitfch- land gebruikelyk was ; daar by voegende, dat zoo dit gefchiede, hv niet twyftelde of zy zouden zich komen verantwoorden; en zich midlerwyl na den Heer Elze- vier toekerende, om deszelfs ad- vvs te weten; zoo antwoorde de- ze hier op : de zaak moet haren voortgang hebben, weshalven de Heer Kapitein ook zeide: Fint! laat ze dan voortgaan. Na zodanige woordewifTeling ftont de Burgermeelter Nicolaas Oortman op, en verzocht den Heer Elzevier, om te mogen fpre- ken , eer de Hemmen voortgang hadden. Hier op drong hy zeer iterk aan, om te mogen weten, waar die magt van daan quam, dat de Landdroit Aanklager was ; daarenboven vraagde hy, of de Heer Fiskaal independent niet meer leefde, dan of 'er gantfeh geen Fiskaal meer was? aangezien zvnes bedunkens zaken van op- lland en oproer den Heer Fiskaal II. den 1 8 . Juny voor de derde- maal ingeluid en geroepen zyn, om binnen den tyd van 8 . dagen in deze Veßing voor den Heer Gouverneur en den Raad van Jußitie in per- zoon te verfchynen, ten einde de eerfte en twede Non comparitie te purgeren , en op de vragen te ant- woorden , welke de Landdroß, Jo- hannes Starrenburg hen rakende, oproer ige Laßer fchrift en , tegen de hoge Overheid alhier get e kent zou- . de voorleggen , dog den gerne Iden dag niet te voorfchyn gekomen zyn, maar zich zelven gantfih hardnek- kig en obßinaat tegens alle zachte middelen verbergen , zoo dat de Landdroß, op den dag wanneer men de zaak afhandelen zoude, nomine officii ( amptshalve) hare anderma- lige Non comparitie vertoont , en der halven beßoten heeft , dat hem te- gen allen mögt e worden vergunt , wegens de derde Non comparitie ee- ne vierde cdicfale citatie ex fuper abundanti ( ten overvloede ) uit te vaardigen ; zoo heeft de Heer Aaa i Gou- VAN DE 372 BESCHRYVING meur ende Raadvanjufiitic en ten toongeitelt worden, zoo als den Lauddrofi alles gedecreteert en ■• ; en nepen zy aldus bier mede de bovengcmelde'pcrzonen ex faper abundanö ten vierdemak by . ii door openbaar luiden van lok, 07,i nog binnen den tydvan 8. dagen in per zoon in dezeVefling ie verfchynen , en de drie. voorgaan- de Non comp 'dritten voor den Edelen Achtbaren Raad van 'Jnflitie te pxrgexeèi ofte verantwoorden , op verbeurte van alle exccpüen, bene- ficie)! enx. vsaar van zy zich anders in- rechten zouden können bc die zun en behelpen , zoo als ook van alle •rhke procedure n als naar rech- Actum in de Veitingdu bon- ne l-'.fpcrance, den 27-Juny *7o6. W.A. Van der Stell. Ainmer- gen o- •rer deze Hier uit ziet men nu , wat 't ver- toog van deze menfehen heeft ge- drie verga- holpen , fchoon 't zelvenogzoo -:- rechtmatig fcheen; ja de Lezer zal hier uit zelfs zien, hoe zacht- moedig, goedaardig en rechtlie- \ end de Heer Gouverneur was , zoo als de 140. burgers van hem getuigt hebben ; dog gy zult niet qualyk duiden, dat ik deze drie raadsvergaderingen wat omitandi- gerheb befchreven, alsikander- fints gewoon ben; want de nood- zakelykheid heeft het aldus ver- eifcht, zoo als uit de volgende ge- vallen klaar zal blyken. Onder deze is met alle gevoege- lykheid en recht te tellen, de niet verdere beroeping van den boven- gcmelden Heer Öortman in deze of de volgende raadsvergaderin- gen. Want om dat hy den Heer (Gouverneur en zyne quade deflei- ncn all \ d dwarsboomde, en zynen eed betrachte, waar by hy ver- bonden was ,om den wclitand van v\ne medeburgers voor veel moge- lvk, te helpen bevorderen, en hy, on) dat de Landdrolt geene beu v- zen had , in de voorgaande cdicia- le citaiien , veel min in hare con- deoinnüe wi'ligde, zoo moeit hy 1. e allein aldus gehitcrt,gehoont ! bequamcr wy aangewezen hebben , dat de Heer van Putten gedaan heeft ; maar de Secretaris , Abraham Poulle moeit ook eene atteitatie opitellen, die door alle de Heren, behatoen den Heer Swellingrebcl, getekent wierd , waar in getuigt u 'ierd , dat deze Heer Oortman in deze verzameling buiten order oprocrig en zoo overluid gefpro- ken had, dat men alle zyne woor- den niet alleen voor de Raadkamer maar door de gantfche Veiting dui- delyk had können veiilaan, waar by nog zeer vele andere harder uitdrukzelen quamen,die om hier te verhalen, te wydlopig zyn. Daar na zweefde ookjakob van HJj" d der Heyde, waar van hier boven word op veel gewag is gemaakt, den Heer J™'™' en houden. Tegen Oortman cene ■n citatie geimecd. Gouverneur zeer in den zin wierd hy verdacht gehouden, als of hy de 9. perzonen, tegens de welke reeds 4. edicten uitgevaar- digt waren , met raad en daad by- itont , om de gemelde ediclen in den wind te flaan ; hoewel zulks niets dan ydele, nietige en onbe- wyflyke gelingen waren. De Heer Gouverneur zocht derhalven mid- del en raad , om van hem te wor- den ontflagen , en hen dezen moedwilligen raadgever t'onttrek- ken; door, de generale Miilive, den 31. Maart 1706. aan de Voor- treftelyke Maatfchappy gezonden , ontdekte hy ecnen weg, om dit zyn voornemen werkitellig te ma- ken ; om dat daar in van zyne o- verzending na Holland , duidelyk en als de voornaamite belhamel van 't Complot, gemeld word Nu had de Heer Gouverneur be°d^ toenmaals niet in den zin, om hem ^fond te weg te zenden ; want hy wilde kcn- hem eerit in het donker en Hin- kend gat wakker plagen , en tot de dood toe pynigen. Doch nu wanneer de bcite tyd, om na Hol- land te zeilen, verlopen, en hy buiten dat nog niet tot gezondheid heritelt was , fcheen het hem veel om van hem niet al- leen KAAP de GOEDE HOOP. 373 leen hier, maar ook in Holland ontflagente worden,- om dal Vr hope w as, dat hv op deze moeije- lyke en gevaarfyke i zoude ko'- men te iten en. I )erhalven bcfloot li' d n i v- Juny 1 7 6. nevens w- !. ; van polic) , om hem /.\ n t'huis te ze/iden, uii ho hv met \ ee- j R.etour-l< nip Niewwèurg, met ne ramflieria Holland zeilen zoude, om aldaar, als hv het geliefde , / \ ne geu .umie klag- ten aan Je Edele Heren Bewind- hebberen te Joen. rib \)o \ hoe ras was Je refolutie \ .111 Jen' I leer Gouverneur hier on- getrak n rtvm o >k wondert r \ zy Jat ie- mand horfi dit weg/en Jen afgera- den , oT dät hv /.ich voorgeltek heeft , dat van der HeyJe in Hol- land komende, hy hem licht zou- Je moeten volgen, als hy op ont- (10 Jen wierJ , om rekenfehap te geven; of Jat hy wel t'eenemaal van zvn ampt zoude worden afge- zet ; als med» Jat hy daar eenen gevaarh ken wand «an hem zönJe hebben; wyl hy hem hier, daar hy 't zwaar J in handen haJ, niet kon Je temmen ; zoo dat hy 't daar minder Joen zou können, en maar veel erger vervolger, aan hen heb- ben , Jan alhier. Onder wat *"*>' net ncm derhalven door den voorwend- Heer Fiskaal independent in Jen Siêdl gC T'00^ £cvc" cn raden, dat hy byeen Smeelvfehrift aan Jen Heer Gou- verneur en Jen Raad van policy zou Je verzoeken , Jat doordien de helfe tyJ reeds verftreken wras , en hv zich wegens onpalTelykheïd niet in ilaat bevond, na Holland te V^ertrekKen, des /.el fs vertrek zoo niet geheel en al, ten miniten tot op Je toekomende retour-vloot rad !en uitgeltelt. Dé 1 leer Fiskaal independent dt :n voorllag zeer nadruk- ke'.vk, en bid hem om Gods wil- le, aan Je Kaap te b'.yven, en niet na Holland te vertrekken; hy wil- hem borg voor alle fchande Uyven, welke hy vreesde, dat 5> II menzynen vriend en makker, \- Jaui las /.'HiJe aandoen; Jaar by \oegenJe, dat de I leer Gouver- neur hem zelf gebeden haJ, deze ititelling aan hem vin Jer I le\- Je te Joen, met verzekering, dat zoo by zulks JeeJ , deszdlfi ver- zoek ten eerllen zou Je worJen ■ liaan. DeJ ,ea hier uit, wat voor moeite Je T leer Gouverneur heelt aangewen 1, om een van zvne on- derdanen te \ eri'ehrikken, 'en ook wederom ie vrede te Hellen. Van Jer 1 1, j Je , Jie y.ieh einJelyk be- wvgen liet, hoewel hy liever na Holland gegaan was, behaal Je Jen piys, en Je Heer Gouverneur lehimp en fchande ; want wanneer hy dit fmeekfehrift overgaf, wierd hem zoo voort op de kant dit vol- gende tot antwoord gegeven: „ „ De Suppliant word uit besonde- re genade van zyn vertrek, 't welk met 't hier leggende fchip „ Nieuwburg na Holland gefchie- ,, den zoude, wegens zyne voor- ,, gegevene onpailelykheid dit „ maal yry gefproken ; dog word ,, hem bevolen , met een der toe- ,, komende retourfchepen 't vol- gende jaar na Holland te varen , om .redenen, in de hem reeds t'huis gezondene order vermeld. In de Vcflïng du bommc Efperance den % 3 . J/uiy 1 706. onder itont : Op bevel van den Edelen Heer Gouverneur en den Raad Willem „ Helot , Raad en Secretaris. Hier uit blykc aldus zonneklaar wat voor kromme. {treken en we- gen de Heer Gouverneur heeft moeten wandelen , om Hechts in itaat te blvven, tot dat zy- ne volflage removering aanquam; we Ikc, gelyk hy ze van der Heyde had geJreigt, hem naderhand zelf betrof, zoo als uit 't vervolg van de/.e materie blyken zal; wyl ik die ook ditmaal niet kan ten einde brengen, nog de hiltorie met de 9. perzonen, waar van ik in dit I bofdfluk gehandelt heb, afhan- delen kan. Aaa 3 XXVIII. HOOFT- >, ?J " 11 ■>■> 374 BESCHRYVING van de XXVIII. HO OF TS TUK. Handelt van de hiervoren gemelde 9. gevlugte perzoncn, welke 't aangebode Vrygelei niet willen vertrouwen y en derhalven na een hevi- gen twift in den Raad, worden gevonnift; voorts dat twee van dezelven naderhand gevat en op een (chip gezet zyn; en eindelyk, dat 'er een fchip uit Holland is aangekomen , dat den Heer Gouverneur eenige onfmakelyke brie- ven heeft medegebragt 3 welker inhoud hy ge- heim gehouden heeft. Vervolg van de voorige materïen. Men zoekt de negen gedaagden door ten vrygely in handen te kryen. Zulks willen twee burgers door een briefte wege brergen. Inhoud van dezen hief. Deze brief word aan Gillis Sollier gerecommandeerd Deze fchryft zelfs aan du Toit. Inhoud van dezen brief. Hoe liflig de voorige brief overgefonden is. Du Toit wil na de Kaap reiden. Verandert van befluit. De gevlugten verfchynen niet. Haar vonnis word gemaakt. Aanmerking daar over. Om dat van Putten uitblyft willen de anderen nietftemmen. De eerfle en twede vergaderingen febeyden vrugteloos. De Gouverneur is hierover misnoegt. Hy laat den Raadt weder vergaderen. Bottmans eenvoudig oordeel. Inhoud van V vonnis der negen gevlugten. De executie niet uitgevoert. De negen gecon- demneerden geven aan den Fiskaal independent een fineek fchrifi over. Die daar over verfioort is. De Landdroß vervolgt hen nog fiber p. Klaagt van der Heyde op nieuw hy den Gouver- neur aan. De Prediker Beek helpt niet wytiig daar toe. Tas word nauwer bewaard, en mag zyn overlede kind niet helpen begraven. Van Brakel, en du Pré worden gevangen na de Kaap gehragt. Worden op "'t fchip ter Aa gezet. Zeldzaam geval met Etienne Niel. Ontfnapt de gevangenis ten twedemaal . Het fchip Pieter en Paul brengen aan den Gouver' neurflegte tyding. De brieven der burgers worden in twy fel getrokken. De Heer Elze- vier acht de zelven verdigt. Helot wil de houders dier brieven in 't gat laten zetten. Vervolg TT Et (lot van myn vorig Hoofd- \ der 3. voorgaanderaadvergaderin- gen op ; want nademaal de 9 . perzo- nen, by edi&e ingedaagt, niette voorfchyn quamen, zoo gebruikte men in plaats van den ruwen Noor- den wind , die 't Kaapfche fchip geweldig flingerde, en deszelfs on- dergang dreigde, eene zachte We(te-be weging, en wierd men van voornemen, om deze 9. per- zonen door een vrygelei in 't net te brengen, op den voet, zoo als de Kapitein Olof Berg het in een der voorgaande raadsvergaderin- gen had voorgeflagen. Dog van de ■ H Ituk heb ik met de order matencn. vvegens 't wegzenden van den mecrgemelden van der Heide, en de daar op verzogte ontflagingge- maakt; nu is het nodig, om de andere gevallen , zoo kort als mo- gelyk ook na malkander te verha- len, om ten einde van deze lang- dradige en verdrietige materie te mogen komen. Vi dat nu de zaak van Van der .11 yde op de voorheen befchreve -■ inWj wederom was afgedaan , zoo ném te j^.j zjch voort een erger gevolg KAAP dm GOEDE HOOP. 375 ESA" D,°s dit vrv ßdci wierd nict on- gers door der 't luiden \ an dé klok , zoo als JeClw"nbcricf mcn voorheen de andere /aken brengen. gedaan had , afgekondigt ; maar twee burgers boden /ich enkcl\ k aan, om voor de fchade en nadeel der Non comparanten borg te blv- vcn, als zy /.ouden verfehynen; deze waren de Heren Elzevier, Qpper-Koopman van de Veiling, en de Burgermeeitcr Hendrik Bouman, welke hen hare borgtogt enkel) k door eencn brief, aan Francois du Toit gericht, te ken- nen gaven. Doordien dezelve aan- merkcU k is, zoo heb ik nodig ge- oordeek , om den/elven aan den Lezer mede te delen ; hy luid als volgt. Capo du Bmne Efper ante tden 30. Juny ijo6. Zeer waarde Vriend, Francois DL' TOIT, inhoud 'Doordien het u niet behaagt heeft rief!"01 my °P mynen Iaatße;t te antwoor- den, en gy u in per zoon alhier niet hebt laten vinden , zoo kan ik niet nalaten , om u by dezen te verzoe- ken, om tog met de anderen inge- daagden te verfehynen , dat als nu de laatfle citatie onder zware drei- gementen af ge kondigt is; want ik ben verzekert, dat V bederf en on- dergang van allen op handen is, zon gy u verder hardnekkig toont-, ik kan ook niet zien, wat gy nevens de anderen vrienden voor voordelen van zodanig gedrag te verwachten hebt ; ik heb hier over met den Heer Elzevier langgefproken, en hy was met my van gevoelen, dat de vrees van te worden mishandelt, 11 allen van hier hield; dog om alle hinder- palen uit den weg te ruimen , zoo bied de Heer Elzevier zich nevens my tot borgen aan , dat u en alle an- deren, zoo gy flechts binnen den voorgefchreven tyd gocdwillig ver- fchynt, en op V geen ugevraagt zal worden, behoor lyk antwoord, geen 't min (ie affront zal worden aange- daan. Gy moogt dit aan de andere vrienden bekent maken , en wel oj> Uwe horde zyny dat gy deze laatße a. ui bieding u/et laat ontfnappen ; want ik kan nu in deze zaak niet meer doen; hope ook niet, dat ?nen my na deze verwyten of'vovrwcrpen zal, dat ik uw allen voordeel niet zoude hebben gezocht. Ik verwacht hier op binnen den tyd van t. dagen- antwoord, of 11 zelf'; en verblyve tityd , V we Dicnjh/illigc vriend en 'Dienaar. H E N I) R 7 K B O UM A N. Deze borgtogt was zekerlyk wat Onzeker- groots, zoo men Hechts op dezel- Se bS - ve had können vaft gaan; want was top! °rg* 't den beide Heren Borgen zoo y- verig om der welihnd van deze 9. vlugtelingen te doen geweeft , zy zouden zekerlyk niet zoo licht in hare citatie hebben ingewilligt, voornamelyk doordien zy niet kon- den zeggen , dat iets ten hare lade door den Landdroft als Aanklager bewezen was ; vermids zy echter • voorheen alles hadden toegedaan, wie wilde dan op deze borgtogt vertrouwen. Uit het gedrag van beide deze Heren Borgen uit 't voorgaande verhaal , zonder by- voegzels, oprecht ,redelyk, trouw en eerlyk aangehaalt en befchreven , is t'overbekent, dat zy niet ont- zien hebben , zaken te doen, die tegen haar beter weten en geweten aanliepen. Onder anderen wan- neer de Heer Bouman van WeiTel Pretorius wift , dat hy op vrye ftraat gevat , en met ge wapende zoldaten na de Veitinggebragt was, nogtans zynen naam onder zyne ged wongene atteltatie zette, waar in hy bekennen moet, dat hy vry- willig verfchencn is. En wie wilde alle bedryven van De" bricf deze beide Heren zoo kort verha- gÏss"™ len? het is bekent, dat deze 9. B« gere- vlugtelingen deze borgtogt zelfj£2£" niet te veel hebben vertrouwt,« waar toe hen echter dit volgend!?- geval aanleiding gaf: De gemelde Heer Bouman, of liever deszelfs dochters man, genaamt Johannes Blan- • commao- 376 B E S C H R Y V I N G van de Bla : • nherg, die opiteller van den j Brief was, liet hem zynen buurman, een lranlchman , Gillis Sollier j gcnaamr,/ien, las hem eenigerei- j zen voor, en bad hem , dat door- ' o hy met /yne Landsgenoten, daar onder 1'rancois du Toit, belt bekent was , en dagelyks gelegent- luid had, om met hem te fpreken, dènzelven aan du Toit te zenden. De^e echter weigerde zulks ver- fcheidemalen, onder voorwentzel, dat hv zich met zulke gewigtige zaken niet bemoeide , en dat hy of zvn lchoonvader beter gelegent- lich had, om zodanigen impor- tanten brief te beitellen. Eindel\ k nam hy den brief na veel aanhouden aan ; gat.denzel- Toit. ven aan eenen jongen h ranichman, die te paard op Drakenfteen by hem was gekomen, om hem te he- itellen ; en verzocht hem, om dènzelven aan niemand anders, dan aan du Toit zelf ter hand te , (tellen. Ten einde echter de ge- ' melde du Toit van 't voornemen, dat door dezen brief gezocht wierd , mögt wojden verwittigt, als mede hoe ver de beloofde borgtogt van deze beide Heren zich ftrekte , zoo fchreef hy zelf in zyn moedertaal een brief aan du Toit ; waar in hy hem door een exempel, dat hy zelf bygewoont hid, te kennen gaf, wat zyne mening was, en wat hy du Toit te doen had. De briefis al te fraai , dat ik u den/elven niet zoude me- dedeelen, en luid aldus: Monsieur, lnh Weeft nevens uwc Familie van bnet?"™ herren gegroet. My is hier een bruf getoont , e» driemalen na mal- kander voorgelezen , met verzoek , om u dènzelven te zenden, 't welk ik echter zoo veel mogetyk , van de ^J and heb. n, verzekert , dat b\ buiten tny genoegzaam zoude be- fielt v:or den. T)e inhoud van d<.n zelven is , dat Mr. Elzevier en.Mr. Boumtn daar voor in (laan , dat u en itv: e makkers geen leed wederva- ren zal. "'Dit is eene kittelachtige zaak, die ter degen moet worden gade ge- fiagen. Ik weet my t 'erinneren , dat terwyl ik den Koning van I 'rankryk diende, en te Charlemont in bezetting lag, alle trommel/la- gers van ons regiment wegliepen, en ik nevens 4 Kapiteins en andere Officiers gecommandeert wierd, hen na te zetten , zoo als wy ook tot aan de /lad Namen deden , alwaar wy ons in een boerenhuis verfi holen. II 'v waren daar naauwlyks een uur ft il, of onze trommelftagers klopten aan de deur , welke ons ziende, den degen trokken, en andere van hen wegliefen-, wy echter na dat wy een van de genen, die den degen hadden getrokken , dodelyk hadden gequetft , vervolgden de anderen. Onder V lopen riep een van de Ka- piteins, Kinderen ! Komt weder- om, men zal u geen leed doen; als de trommelftagers dit hoorden , vraagden zy , of hen op des Kapi- teins woord geen leed wedervaren zoudel de Kapitein hernam, neen kinderen! op des Kapiteins woord zal ugeen leed gefc bieden ; daar op q namen de 8. trommelftagers weder t leiden hun geweer neder, en gaven zich als gevangenen over ; weder in' 't huis komende, bonden wy hen met touwen , en bragtcn ze na Char- lemont. 'De Krygsraad den volgen- den dag vergadert , om te overleg- gen, wat men met hen doen zoude, wierden zy gevonnift , dat hen neus en oor en af ge fne den, en leliën op de wangen zouden gebrand wor- den, en dat zy vervolgens voor ecuwig op de galeien zouden roe- jen. Wanneer nu deze rampzali- gen onder des Bculs handen waren , riepen zy : Kapiteins gy hebt ons bedrogen', gy hebt ons belooft, dat ons geen leed gefchieden zoude-, dog zy ontfingen tot antwoord'. Gy z)t r.u allen in de handen des Ko- ni ugs, wy können u geeue genade btwyzen. Aldus kondet gy verzekert we- zen, KAAP de GOEDE HOOP. 377 Hoc lis- tig de vo- rige brief ovcrge- londcn is. Du Toit wil na de Kaap rei- den. Dege- vlugten verichynen niet. z-en, Moufieur, dat u , alssyaen de Kaap komt, V zelve lot l>e ft bo- ren is. Beroep e^y u op uwe bor- den , men zal u antwoorden \ Gy z\t tegenswoordig in de banden van den Gouverneur, wy können n niet helpen. 'Derhalven rade ik u, dat (jjy h verbe/yt, en ave makkers waarfihouwt) dat zv 'msgelyks doen. Ctipo du bonnc Ejpcrance den :o. Juny 1 706. Gillis Sollier. De gemelde Sollier gaf dezen brief insgelyks aan den jongen Franfehman, op de volgende wys: hy nam hem in zyne kamer , maak- te een van zyne broekzakken le- dig, keerde hem om, en naaide dezen brief daar in ; wanneer hy die van den Heer Bouman daar boven tegen aan ftak, ten einde als deze jonge menfeh onder wege mögt geviliteert worden , men niet zynen brief maar dien van den Heer Bouman zoude vinden. Na deze goede hertelling reed de jon- fe Franfchman , verzelt van een „ands-diender van de Kaap na Dra- keniteen, aan welken hy ook den brief van den Heer Bouman over- gaf, om aan du Toit te behandi- gen ; waar na hy van hem fcheide en de eerfle na du Toit en de an- der na zyn vaders huis reed. Zoo dra Francois du Toit den brief vanden Heer Bouman gele- zen had, liet hy den anderen mor- gen vroeg zyn paard zadelen, om zyne makkers daar van kennifle te geven , ten einde naderhand te zamen na de Kaap te ryden en te verfchynen. Dog wanneer hy meende, te paard te fly gen, quam de jonge Franfchmam en bragt hem den brief van Sollier, en den- zeiven gelezen hebbende , veran- derde hy wel ras van bcfluit, en had geen lult ter waercld meer, om na de Kaap te ryden. OndertulTchen wachteden de Heer Gouverneur en de Land- droll met fmerten , wat de II. 'Deel. gedaagden doen zouden , welke erfchenen waren, zond iwyllel een diergelyk onthaal ab de trómmelflagers, ten minften (ene zware gevangenis, te ver- wachten zouden hebben gehad. Zy Helden ten dien einde de raads- dagen voor cenigen tyd uit, om tyd te geven, elkander te waar- Ichoüwejl en naderhand hier te- komen. Wanneer zy echter za- gen, dat alle de/e aanbiedingen vergeefs waren, en deze 9. men- fchen deze geveinsde genade niet aannemen wilden, bcflotcn zy, wederom eene raadsvergadering te beleggen, om den eifch van den Landdrolt te horen en dcnzelvcn in overweging te nemen. Schoon hen geen ander misdaad Haar konde worden te latten gelegt of ™0nrnd'g«- aangetoont, dan dat zy niet wa- maakt. ren verfchenen, om redenen, in 't bovengemelde vertoog gemeld, zoo beftont echter haar vonnis in 't kort hier in : Dat Francois du Toit , Jan Elbertz. , Claas Elbertz. , Hercules du Pré, en Willem van Reyl, als geweze Officiers, hun- ne degens op de gemene recht- plaats door denfeherprechter voor de voeten zouden aan flukken worden gebroken ; zy alle 9 voor eeuwig uit 't Gouvernement na Mauritius of andere eilanden ge- bannen, en aldaar 10 jaren lang ad opus publicum , (landdienften) doen zouden, zonder loon t'ont- fangen ; daarenboven zouden hun- ne goederen verbeurt zyn , die tot betaling der koften of tot een ander einde gebruikt zouden wor- den. Hoe klinkt den Lezer deze eifch in de oor en? dezelve is my dwaas en pnfmäkelyk genoeg voorgekomen ; want wat kon dwazer worden bedacht, dan ie- mand van alle eer te beroven, door den Scherprechter te infameren, de goederen verbeurt te verkla- ren, en uit 't land te bannen , van wicn men geene misdaad , zelfs de geringlte niet bewyzen kan? Wat Bbb kan BESCHRYVING 378 kan van een Rechter onnozeler bedacht worden, dan iemand uit 't Gouvernement te bannen, en te gclyk eenen z'odanigen oord aan te bewyzen, die onder 't Gouver- nement behoort, zoo als van 't ei- land bekent is. Dog wat raakt my dat? ik ben geen Berisper , ik verhaal enke- lyfc, hoe de zaken toenmaals voor- gevallen zyn; waar by ftaat te merken , dat de Heer Gouver- neur niet in den Raad verfcheen , VAN DE advys van den Heer Swellingrebel overeen gekomen was, en tegens- vvoordig op den eifch van den Landdroft als mede op 't geen de andere Heren daar van hadden gezegt, naauw gelet en bevonden had, dat de gemelde Heer Swel- lingrebel zich bezwaart vond, om den eifch te tekenen ; om dat hy in alle voorgaande raadsvergade- ringen van een contrarie lenti- ment en advys geweeit was. Der- halven bleef hy niet alleen by't ad- dog de zaken evenwel zoo wift te I vysvan den Heer Swellingrebel fchikken , dat ze gaan moeflen , zoo als hy ze hebben wilde, en 700 als het de uitgang leren zal. Want men liet den Heer Oort- manst'huiSi en gaf hem niet eens kenniffe, dat op dien dag de Raad vergaderen zoude; en de Heer van Putten, die in alle voorgaande zittingen 't grootfte woord had gevoert ; en als een orakel aange- merkt was, veinsde zich nu onpaf- felyk , en wilde niet komen. Zon- der twyffel, om dat 't hem niet veel beter als Judas Ifchariot ging, die berouw had, toen hy zag, dat zyn meelter veroordeeld was, en zeide: Ik heb ge zondigt, dat ik onfi huldig bloed verraden heb. ;lt Wat helpt hem echter dat? De a andere Raden, te weten, de Ka- pitein Berg, de Luitenant Rhe- de, ende Burgermceiter Heems zagen als nu zoo wel als hy, dat het op een Moet zoude aankomen; en door dien hy uit hoofde van zyne gegevene itemmen niet wel aarzelen konde , ook altyd de voornaamfte Dry ver geweeft was, en als nu door eene geveinsde on- paflelykheid zocht dit onweder t 'ontgaan, zoo wilden de gemelde Heren hunne Hemmen niet geven, ten zy de gemelde Heer van Put- ten tegenwoordig was, of onpaf- nde, zyne Item fchriftelyk in de vergadering vond. By deze zwarigheid bleef het niet: de Heer Heems wilde den Landdroft den eifch niet tbeftaan , oindiuhy voorheen altyd met 't mts: . • i de cn men. maar voegde daar by , dat de Heer van Putten, en zyn Confrater, de Heer Burgermeeiter Oort- mans, ook tegenwoordig moeden zyn. En hier mede liep aldus deze raadsvergadering vruchteloos ten einde; om dat de eene hierin, de andere daar in zwarigheid maakten; de Landdroft, dien al- les tot nu voor de wind gegaan had, bleef in fiispenfo , (uitgeftelt) en wilt niet, of de eifch hem zou- de worden toegeltaan of niet. On- dertuiïchen wierd den 9. Augufty over deze zaak wederom . eene raadsvergadering gelegt , en de eifch andermaal in overweging ge- nomen, quamen alle de vorige hinderpalen wederom in den weg, en beletteden, dat 'er eene finale en eenparige decifie (uitwy- zinge) volgde. Den Gouverneur , die zich in des Compagnies tuinhuis bevond, alwaar ik toenmaals woonde, hier van verwittigt , hoorde ik wel vloeken , razen en met voeten ftampen ; dog waarom hy zulks deed, wilt ik niet; dan na dat ik uit- ging, wanneer ik hoorde , hoe het met deze zaak was, en waarom de Gouverneur zich zoo misnoegt uit 't tuinhuis na de Veiting bege- ven had. Na zyne komft aldaar, gaf hy 700 voort bevel, dat de Heren Raden dien namiddag wederom by malkanderen komen, cn de zaak, fchoon niet met eenparig- heid De eerftc en twede vergaderin- gen fchei - den vruch- teloos. Hierover word de Gouver- neur ge- weldig misnoegt. KAAP de GOEDE HOOP. 379 beid van Hemmen, tot een finaal befluit brengen /.ouden. Boumins Schoon de Heer BurFcrmceller :envothli" ,, , .. ,r' . »otdccL Bouman de Hemmen der anderen voor hem zittende Raden gehoort , en goedgekeurt nog verworpen had, oordeelde hv voor zieh zel- vcn: Dat de gedaagden, welke cenige bedieningen bekleden, daar van zouden ontzet, en vervolgens onbequaam verklaart worden, om eenig poliüque of militair ampt in dit Gouvernement waar tenemen; en dat men ieder van dezelven in eene boete van twee hondert ryx- daalders zoude bellaan, de hel ft ten behoeve van den Officier, die de calange gedaan had , en de weder- helft ten voordele van de Raadka- mer ; en dat zy eindelyk de kollen van 't proces zouden betalen , wel- ke de Edele achtbare Raad van Ju- ititie zoude taxeren en modere- ren. Sweiüngre- Daarentegen was de Hr. Burger- bei en " meefter Heems , die zich weder ""«n7" onder de vleugels van den Heer »nder «c- S wellingrebel verfchool, van een »oden. gantfch ander gevoelen ; want hy bekragtis;de en beveiligde 't ad- vys van den gemelden Heer, 't welk hier in bellont: dat, doordien uit de Hukken der aangeklaagden niet genoeg /.aam bleek, dat zy ee- nigen Tumult, oproep, conlpira- tie of zamen/.wcringe verwekt of gefmeed hadden, welke de aankla- ger hen echter te lallen leide, zoo oordeelde hy, dat denzelven niet zoude gehoort of zyne zaak verder aangenomen worden ; en dat der- halven den aanklager zvnen eifch ontzegt , en de gedaagden in de kollen moeden verwezen worden. Hy voegde daar by dat 'er reeds vier van de voornaamile belhamels na Holland waren gezonden, die voor de 9 gedaagden alhier,envoor zich zelven hy de VoortrefFelyke Maatfchappv hunne verantwoor- ding doen moctlen, weshalven het billyk was, dat deze proceduren aan die voortreflelyke vergadering wierden gewezen , of overgelaten. II. Deel. Sohoon nu de Heer Swellingre- Peviuch- bel en Willem Heems nog zoo vc- tcll"'cn Ie onverwerpelyke en onweder- «nddyk fprekclyke redenen voortbragten,hurvon" zoo wierden dezelve evenwel niet'" geacht ; maar door de meerder- heid van Hemmen een heel ander vonnis geilreken ; dit vonnis, dat eerll den i<;- Augully wierd gete- kent, behelsde in fubllantie:,, DatinhouJvan „ de 9. gedaagden by openbare 'lvonnis- „ fententie, die op de gewoonlv- „ ke plaats zoude afgelezen , van „ hunne cerampten "zouden afge- „ zet, en onbequaam verklaart „ worden, om ooit cenige politi- „ que of militaire bedieningen te „ bekleden; voorts dat zy voor 5. „ jaren op 't eiland Mauritius ge- „ bannen zouden worden, om al- „ daar haar levens onderhoud te „ zoeken, wyders dat eenieder „ van hen in een boete van 200. „ rvxdaalders zoude worden ge- „ Hagen, de helft ten voordele „ van den aanklager , en weder- „ helft ten voordele van de Raad- „ kamer, en eindelyk, datzyde „ kollen en mifen vande Juilitie „ zouden betalen. En op zodanige wys is eindelyk 't proces van deze 9. vlugtelingen ten einde gelopen ; de executie echter van de fententie bleef ach- terwege, en is ook nooit ter uit- voering gebragt ; fchoon drie van hen nog in hechtenis gezet zyn , zoo als in 't vervolg zal worden ge- meld. Ondertuflchen liet de Gou- verneur andere Officiers in de plaats van de afgezetten aanftellen; waar van de Heer BurgermeeHer en Luitenant te paard, Abraham Diemer niet geheel en al vry mögt zyn ; fchoon hy de zwager was van den Fiskaal independent, en men hem derhalven niet zocht, of in hechtenis zette. \\;ant doordien hy 't klaagfehrift insgelyk had ge- tekent, had de Gouverneur hem reeds in April laten verbieden, de burgerwacht waar te nemen, als de beurt aan hem quam. Na dar nu aldus de fententie te- Bbb 1 gen BESCHRY VING Dc<7 Ge- : n- n eet den geven »an den I . .-n- dent een lVnec - 38O gen deze 9 vlugtelingen wasuitge- lproken, wilden zv nogtans niets onbezocht laren , dat tot hare ver- lichting, trooft en- ruft eeniger ma- te /oiidc können Ih-ekken; maar zv w ierpen hun laatften anker uit, VAN DE eene verandering mede bragten; gelyk genoegzaam blykt uit een brief van den Landdroil aan den Heer Gouverneur , waar in hy melde : dat hv hen zekerlyk tot aan de 24. Rivieren, (een ver afge- i verzochten den Heer Johannes ! legen landlchap, wegens de vele Blefms, Fiskaal independent, door beekenen rivieren aldus genaamt, een fmeekfehrift zeer deemoedig , welke dezelve belproejen, zoo als om tog eens de oogen te openen , voormaals reeds gemeld is ) alwaar cnachtcrvolgenszynenpligt,voor ; hy vallelyk geloofde, dat zy zich behoudenis van 't erbarmlyk onthielden, zoude hebben ver- flingerent en tcgenswoordig in 't volgt, ten ware zyne paard en, zyn gr ootlle gevaar zyndeichip van de- volk en hy zelf door llaap en ver- ze Colonien , zorg te dragen , en | moeithcid overvallen en afgemat , De Fiskaal neemt dat lec: ijua- Iyk. cn hy daarenboven genoodzaakt gewecil was, op Stellenbofch recht- clag te houden ; om dat van der Heyde aldaar zyne rekening van de krygskas doen moeil. In dezen brief liet hy zich verder Van der zeer nadrukkelyk verluiden, dat JSby de gemelde van der Heyde nog e- den Gou- ven hardnekkig bleef , enfehreef^ niet alleen den Landdroil maar den Gouverneur zelf en zyne aanhan- gers, naar inhoud van zynen lail- ferief of inftruftie onder de oogen te zien, om alle verdere onheilen en gevaren voor te komen, en hun- ne geweldenaryen te beletten. Edog gelyk zy met haar fmeek- fchrift , aan den Heer Gouver- neur , de Edelen Achtb. Raad van i hy: Deze oproerige en fchelmfche klaagt, ]uititie en den Landdroil overge- fchofc lpreekt de anderen allen nog een hart in 't lyf ; want naauw- erneut aange- geven,achter 't net hebben gevifcht, zoo als boven gemeld is , zoo klop- ten zy hier ook tot haar onherilel- baar nadeel en onuitfprekelyke droefheid aan een doof mans deur; om dat zy niet alleen een trots , maar ook verdrietig antwoord ontfin- gen , en aldus van voren, van ach- lyks drie dagen verlopen, dorft de- ze fchelm tegens den Heer predi- ker Beek en Dirk Boetze zeggen: Henning Hufing en de andere vrienden leggen nu reeds, 'zooals ik gis, in Texel, om weder her - waards te komen. Het was beter ierenen ter zyde gedrukt wierden; geweeft, fchreef hy verder , dat want de Heer Fiskaal independent deze oproerige enruilelozefchurk liet aan den brenger van dat fmeek- fchrift ten antwoord geven , dat hv zich tegens alle de genen, die voortaan met dieTgelyke fmeek- 11 hviften voor den dag zouden ko- men, gevoelig zoude tonen; om dat hy wel wilt, wat metzodani- gen te doen was. En hier mede was aan deze ar- me menfehen alle troolt benomen en alle hulp afgefneden. 7.y moe- iten derhal ven.met geduld afwach- ten , wat hen van elders voor weggezonden was, om dat dierge- gelyke flag van volk tog nergens goed toe is; en word hy overal, voornamelyk by Jan Hendrik Conterman, als een Heilig ge- eert. Deze brief van den Landdroft Wühem wrocht by den Heer Gouverneur ^lcvät* zoo vee! , dat hy beiloot , om den ten. gemeiden van der Heyde ander- maal by de kop te laten vatten ; want hy gaf aan den Landdroil be- vel, om van de perzonen, aan wien trooitclvke cn verblvdende tydin- ', van der Heyde zulks zoude heb- gen /ouden overkomen ; want het hen gezegt, hier van eenebeèe- lict zieh aanzien, dat men hier tot geen itilftand zoude komen, voor digde attellatie te ligten ; want zcide hy, diergelyke redeneringen dat de fchepen uit Holland oi Indie ' fmaken zeer veel na oproer en rc- Kllie; KAAP DK GOEDE HOOP. 381 bellie; en fcullefl wy verder in o- vervveging nemen , of 'r niet raad- zaam Was, om hem weder té Vat- ten en in hechtenis te zetten. Dat echter de Prediker Reek zynen Ouderling, den gemelden van der Heyde, by den Landdroll 700 zeeï zwart gemaakt i en hem dit géopenbaart had , daar toe had- de hy na /vne verbeelding , ge- noegzame redenen ; om dat hy van geloofde, en opentfyk zeide: Dat Henning Huling en de anderen zonder hoofd te rug zouden wor- den gezonden ; 't welk niet zoo wel uit eene onkundigheid van de zaak, ais wel uit cenen haattegens de tekenaars van 't klaagfehrift voortqinm. Want hy had de at- tcltatie der 140. burgers, ten ge- vallen van den Heer Gouverneur, uit de Hollandfche in de Franfche tale overgezet , en daar door niets anders dan hare verltrikking ge- zocht, te meer wyl zyn fchoonva- der, de Heer Elzevier ook daar in aangetafl: , en wegens zynen landbouw aangeklaagt wierd. Eindelyk haatte hy zyne Dra- kenfteenfche Gemeente ook voor- namclyk daar om ; om dat de Ou- derlingen en Diakenen van die kerk hem vraagden, waarom hy 't H. Avondmaal onder hen uitdeelde, en zelf 't niet genoot? Wanthy nam dit niet alleen zeer qualyk , maar antwoorde: dat hy van een vrouw geexcommuniceert was. Wanneer deze echter hernamen, dat hy alsdan ook geen magt had, of waardig was, 't H. Avondmaal uit te delen, ten zy hy weder ge- abfolveert en van deze excommu- nicatie ontheft was, zoo trok hy /\ne pruik van verwoedheid dan op dces dan op geene zvde , en fprak geen enkcld woord ; 't welk zvn inborit en recht Theologifch gemoed genoegzaam te kennen geeft ; zoo dat de burgers in plaats j van eene beëdigde attcltatie in ee- ne Contra Deductie (Tegenvcr- toogï hem voorqouden, dat het aan alle menfehen bekent is. Ik moet bekennen, dat de zaak my zoo wel Ixwuit is, dat ik geen moeite ter wacreld zoude hebben, de gantfrh'.- gefchiedenis tenpapie- re te breng( n ;ten w are ik beducht was, eenigen haat daar mede op den hals te halen« Aldus bl\ kt hier uitgenocezaam T^word hoe elendig men deze onfclmldige bevaart er. menfehen , die hunne klagten aan ,mag 7Yn h, , , c , kind niet tinne Heren principalen , deheipcnbe- VoortrefFelykc Maatfchappy heb- g^ven. ben willen doen, alomme heeft ver- volgt. Men ziet ook daar uit, hoe fchadelyk de Heer Gouver- neur en de Landdroll, fchoon zy Hemel en Aarde bewogen hebben, in hunne rekening bedrogen zyn; aangezien alle quellingen , welke men deze menfehen aandeed, ver- geefs waren; en fchoon aan de ge- vangenen geweigert wierd iemand van hunne naalte vrienden en ver- wanten te fpreken, en dezelven naauwer bewaard wierden, zoo was zulks evenwel vruchteloos. Wanneer Adam Tas , welkers zoontje Johannes in 't vuur geval- len was, en zich zoo deerlyk ge- brant had, dat hy daar aan quam tellerven, verzoent, onder borg- togt te worden ontflagen, om 't zelve te helpen ter aarde beltellen , zoo wierd hem zulks op eene on- menfchelyke wys afgeflagen ; des niet tegenltaande was hy niet te be- wegen, om na des Gouverneurs pypen te danzen ; maar verdroeg dit alles met een weergaloos ge- dult, op hope, dat de zaken haalt eenen anderen keer nemen zou- den; fchoon hy als een misdadi- ger van gequelle Majelteit aange- zien en vervolgt wierd, en nu ruim een jaar gevangen gezeten had. Dog gelukte hen eindelyk nog van Bra~ deze ltreek , dat op den vierden keien du February 1 707. met 't krieken van dengewa- den dag, de Landdroll, verzelt gen na de van Gecommitteerden uit den E- ^"gtge~ delen Achtb. Raad van Jullitie, te weten, den Vaanderig CajeJelTe Slotsboo en den Burgermee! ter Bbb 3 Hen- 382 BESCHRY Hendrik Donker , nevens eenige gewapende zoldaten enLanddien- ders den burger, Jakobus van Brakel, die bezig was , Koorn en Tarwe voor zyn huis fchoon te maken , midsgaders den Burger- meclter van Drakeniteen, die den nagt te voren zynen vriend van Brakel , was komen bezoeken, verraite en gevangen na de Kaap bragten. De Landdrolt doorfnuf- felde 't gantfche huis van VanBra- kel, ftak eenige fchriften, door van Brakel opgeitelt, die op de ta- fel lagen, in zyn zak; floeg een groot ledig vat den bodem in, on- der voorwentzel , dat 'er meer fchriften in verborgen waren; liet vervolgens beide gevangenen te paard ftygen, en zond aldus van Brakel, welkers vrouw grof zwan- ger was, en daarenboven een krankheid op te paffen had, nevens den gemelden Du Pré, welkers vrouw hier van niets wift, gevan- gen na de Kaap ; en wanneer zy vertrokken, zcide een van de He- ren Gecommitteerden op eene fchimpelyke wyze ; Daar gaan de eerlyke luiden hene ! De ?e- Zoo dra als deze beide gevan- mSop genen aan de Kaap aangekomen •t fchip Waren , wierden zy den volgenden 3tt£" dag op 't fchip 't Huis Ter Aa ge- naamt, 't welk in den haven ten anker lag, gebragt; door dien echter de vrouw van den gemel- den van Brakel niet wift, wat men ma haar man, waar over 't von- nis reeds uitgefproken was, voor had , en of de Heer Gouverneur die fententie ten ecriten zoude la- ten voltrekken, zoo was zy niet alleen in de uiterfte verlegcntheid, maar zy reed zoo voort met haar kind, dat dodelyk krank was , na de Kaap. Zy was echter naauw- l\ks aldaar aangekomen, cf dit kind ltierf, te weten, eer de va- der nog na 't fchip gebragt wierd , over welke tyding hv /.eer onthel- de, en vejrzocht, de vryheid te hebben, om'i zelve te begraven, 't w Jk hem echter geweigert wierd. VING VAN DE Aanmerkelyk is 't van dezen van Brakel, welkers familie toen uit vier perzonen beitont , dat zy alle met malkanderen niet meer dan vyf en vyftig of zeilig jaren uitma- kende, binnen den tyd van een jaar , behalven een dochtertje, zyn geiturven ; want zoo dra hy zoo onverziens gevat wierd, moeit 't zoontje, drie jaren oud, den laatiten tol aan de natuur betalen ; de moeder had zod anigen fchrik gezet , dat zy van een dood kind in de kraam quam, en zy ontrent vierentwintig uuren , na dat zy verlolt wab, den geeit gaf; tcrwyl de vader van Brake) een halfjaar daarna, zyne huisvrouw en kin- deren volgde, en maar een doch- tertje, vyf of zes jaren oud, na- liet, 't welk aan de Kaap als de vruchten van'rjammerlyk woeden van den Heer Gouverneur en den Landdroil wierd aangezien. Dog zoo aanmerkelyk 't geval van Brakel is, zoo aanmerkelyk en aanmerkelyker is de getrouwheid en liefde der gevangenen tegens eenen anderen, die wel niet inge- luid en gevonnift, maar ook zeer vervolgt en nagefpeurt wierd. De- ze was genaamt Étienne Niel, en bevond zich juiftten huize van Van Brakel , wanneer de Landdroft quam ; lag naait du Pbc te bed, en Hiep nog , als de Heren Gecom- mitteerden den gemelden du Pi é van zyne zyde uit 't bed lichtten; want wanneer de gemelde Heren hem na zyn naam vraagden, en hy antwoorde, dat hy Jean Lazaret genaamt was , zoo gaven zy te kennen, dat hy maar geruit kon- de blyven leggen, dat zy met hem niet te doen hadden. Aldus is deze Etienne Niel, fchoon buiten de 9 gecondem- neerden na niemand meer ge- vraagt en gezocht is , als na hem, niet alleen dit maal den dans ont- iprongen , maar ook kort daar na nog eens ; wanneer hy met ofTen en wagen aan de Kaap was geko- men, en weder na huis ryden w il- dej Zeld- zaam ge- val met Hticnae Niel. Or.r- fnapt tic gevangc nisten ■ nul«. KAAP de GOEDE HOOP. 3*3 Het fdüp Picter crt Paulbrcn- jen dea jouver- icurflcgte lyding. de; want hv was toen ook ver- klikt, en had de fchildwagt by de Veiling bevel , niemand ongc- vraagt veVbv te laten rvden , |n l'.ticnne Niel aan te houden. Wan- neer hy nu van den Schild wagt wierd gevraagt, wie hy was, zei- de hy : Jan Stottclfc, en toonde i.T/clver tva een pypéddos, wel- ke hv kon voorheen had gevon- den , waar op de gemelde naam gemeden was; wanneer de Schild- wagt-zulks hoorde en zag, zeide hv: Rv voort "Donders Kare l, wyt hebben met joti-jj niet te doen. Hieruit blykt aldus zeer wel, hoe naarilig men dezen Etienne Niel heeft opgezocht , insgelyks blykt daar uit duidelyk, hoe ver de Goddelyke Voorzienigheid voor hem gezorgt heeft, en hoe wonderbaarlyk hy bewaart is; men had ook van alle anderen al- dus behoren te hopen , ten ware de vyrige yver van den Heer Gou- verneur zyn gemoed overweldigt en hem t'eenemaal verblind had; want wanneer 't fchip Pieter en Paul den 10. Febr. 1707. aanquam, bragt 't zelve hem niet alleen vaite tvding, dat hy afgezet was, om dat de Kapitein van 't zelve, ge- naamt Jan Hendrik de Wilde, be- vel had , om hem deze brieven, 't welk anders nooit gefchied , in byzvn van zyn Boekhouder en Öpper-Stuurman ter hand te (tel- len; enden oord,, 't ge/elfchap, en dentyd in acht te nemen, en daar van in Holland verflag te doen; maar andere particulieren, met 't zelve gekomen, hadden ook zekere tyding, dat hy nevens nog eenige andere Heren t'huis ontboden wierd, om rékenfehap van '/yn gedrag te geven. Dog dit alles koude niets hy hein hel- pen ; om dat hy de/e tvding ilii hield, en aan niemand bekent maakte. Door dien nu /yn omerander- fvbne- lyk gemoed aan de andere Heren £„"*" ook eenen moed gaf, zoo wierd wordenin van de brieven der partieuli« :r n vcrfchcidenilyk gefproken ; on- dertuflehen had de Burgcrmceiler Oortmans \an zyn broeder Adam Oortman te Ämlterdam , zeker ber'icht ontfangen , dat de Heer Louis van Allenburg was aange- Itelt tot Gouverneur in plaats van den Heer Willem Adriaan van der Steil , en de Heer Jean Corne- lis d'Abling tot Opper-Koopman , in plaats van den Heer Elzevier« De Heer Gouverneur wilde dezen brief gaarn hebben, maar de Heer Oortmans zond hem enkelyk een uittrekzel daar van, voor zoo ver* re dezelve hem raakte ; en door dien de Heer Gouverneur zich ge- liet,als of hy van deze ge vvigtige ty- ding niets gehoort of ontfangen had, zoo oordeelde de Hr. Elzevier, dat deze brief verdicht was, en dat men niet qualyk zoude doen, den gemelden Heer Oortmans in hechtenis te zetten; de Heer He- lot boosaardiger en erger, was zelfs van gevoelen, dat de Heer Gouverneur den gemelden Oort- mans om zulke leugentydingen ia 't donker ftinkent gat zoude laten werpen. Hoe zeker echter deze tyding is geweelt, en hoe zuur de waarheid hen allen gevallen is, zal ik hier na melden. XXIX. HOOFT- 384 B E S C H R Y V I N G van de XXIX. HOOFTSTUK. Mi/aar in de Schryver verhaalt , dat 'er nog een van de 9. gevlugten door den Vice-Landdroft betrapt en zeer qualyk gehandelt is > tot dat 'er een ander fchip uit Holland aanquam , dat de afzetting van den Gouverneur medebragt ; waar by 't affchrift van zodanigen brief ont- houden is. De Gouverneur vaart in zyn wreedheid voort. De burgers worden op cPontfangene brieven geruft De l 'ue-Landdroft vat du Toit op een barbanjebe wyze De Gouverneur word hovaardig en trots. Jan Rotterdam komt weder van Batavia. De Retourvloot word ty- dig afgevaardigt. *t Schip Kattendyk eifcht dm Heer Gouverneur en anderen na Hollandt op. De gevangenen worden op vrye voeten geflelt. Inhoud van den brief van de Compa- gnie. I 'alt (mertelylc voor den Gouverneur. Deze bevelen worden niet uitgevoert. Wat uit deze nalatigheid volgt. De Gou- verneur in 1 wreedheid voort. De bur- cr HEt flot van myn vorig Hoofdltuk heb ik gemaakt met deaankomit van 't fchip Pie- ter en Paul, en daarbenevens be- richt, waarom zoo verfcheident- lyk van de medegebragte bevelen geoordeelt vvierd ; nu itaat verder te melden, wat daar op voorge- vallen is , en hoe de zaak volko- mentlyk ten einde is gelopen. Men /oude immers hebben ge- dacht, dat de Gouverneur op 't bekomen van deze tydingen, tot inkeer zoude zyn gekomen, en de vervolgingen hebben geitaakt, fchoon dezelve van geen vervolg geweeft waren ; te meer om dat by 't overgeven der Compagnies brie- ven, de Opper- ïtuurman, tegen alle gewoonte , tegenwoordig moeit zyn, 't welk alleen hem een zeker teken verftrekte, dat 'er achteritak; dog niets was als nog in Haat, om hem tot betere chten te brengen; maar hy wierd van quaad, erger, zonder zich nog door 'l een nog door 't antler te laten vermurwen. \\ ani door dien hy deontfan- gene bevelen te rug hield, en nie- deontfan- mand iets daar van liet zien, zoo ^n geruft.' wierden de brieven der burgers ook in den wind geilagen , en voor leugens aangezien ; daarenbo- ven fchepte hy en zyne aanhangers wederom zoo veel moed, dat zy op nieuw alle vlyt aanwenden, om de rampzalige tekenaars van 't Klaagfchrift , voornamelyk de 9. verwezenen in hun geweld te be- komen , te meer wanneer zy be- merkten , dat deze eenig geloof aan deze uitgestrooide verande- ring floegen , en daar door gerus- ter wierden , en zich t'huis ont- hielden; in hope, dat zy als nu geen gevaar meer 1 ouden lopen. Onder anderen trof 't lot den DeVice- meergemelden Willem du Toit, J^gS Ouderlingen Burgermeeiter van amdu Toit Stcllenbofch j de Vice-Landdrolt, 2£Sfcht verzelt van 6 gewapende mans be- wys. zette deszelfs huis in den nacht tuflehen den 3. en 4. Maart 1707.; klopte aan de deur, en üocg ver- volgens twee deuren aanitukken; zoo dat dezelvcn op de aarde vie- len ; hy iloeg ook 't flot van een van KAAP de GOEDE HOOP. 385 van dezelve af, om den daar in krank leggende du Toit te verraf- fen, te vatten en te vangen. Na dat zy de deuren aan Itukken had- den geflagen, quamen zv allen in huis; zochten, vloekten y/.clyk, dreigden geweldig , en fcholdéfl erbarmelyk. Zy llocgen de vrouw van du Toit bont en paars, fchol- den haar voor een donderfche hex , en dreigden haar met een rotting 't hoofd in te flaan, zoo zy niet zoo voort licht ontftak. Dit alles gefchiede, vvyl haar man* die door langwylige ongemakken afgemat, en zeer krank aan den fteen lag, het zeer duidelyk kon- de horen. Wanneer zy hem von- den, moeft hy opltaan, zich kle- den , en zoo voort met hen na Stellenbofch gaan. Met 't krieken van den dag bragten zy hem van daar gevangelyk na de Kaap ; al- waar hy op 't bolwerk Oranje wierd gezet, om aldaar den uit- flag af te wagten ; derhalven ge- lukte den Vice- Land droft de aan- ilag nu veel beter, als de nacht tullchen den i. en x. Feb. 1706. ; want toenmaals bezette hy 't huis van dezen du Toit , met 1 4 gewa- pende mannen, zonder echter den vogel te vangen, dien hy zocht. De Gou- Wanneer nu de Heer Gouver- ▼emcur neur a]dus wederom 5". gevange- o°crho- nenhad, daar onder drie, waar vaardigen 0ver 't vonnis reeds was uitgefpro- ken , wierd hy nevens zyne aan- hangers op nieuw trots , hoog- moedig en verwaant; weigerde hen andermaal 't bezoek van hun- ne vrouwen, kinderen en bloed- verwandten, en liet hen aldus in dien bedroefden itaat zitten ; wel- ke zoo veel te fmertelyker viel, hoe minder zy iets van hare huis- houdingen vernamen , nog de vrouwen met hun raad byitaan konden; aangezien hunne Haven zelf de ooren begonnen op te {le- ken, en te leven, als of zy Prin- fen van den bloede waren, wel wetende , dat hunne meefters hen niet konden of mogten bevelen ; II. 'Deel. trots. Jan Rot- den komt wc- om dat zv /elf zoo langen tyd in d'erglte gevangenis moeiten zit- ten , zonder te weten , wanneer zy ontflagen zouden worden. De Retour-vloot, welke in 't, jaar 1 707. onder 't gebied van Commandeur Jan de ßoer hier'^"" was gekomen , lag reeds in den haven ten anker, en had den ou- den gryfe bol, ik meen, den oud Burgermcefter Jan Rotterdam, over een jaar na Indie gezonden , weder aan boord ; dog dit voorte- ken zelfs konde den Heer Gouver- neur niet bewegen , de gevange- nen eenigzins zachter te behande- len, of aan de vrouwen verlof te geven, om hunne mannen te be- zoeken ? want fehoon de gemelde Heer Rotterdam menigmalen ver- haalde, dat de hoge Indifche Re- gering op Batavia, den fpot met de dwaze grillen en wonderbaar- lyke herzenfehimmen van den Heer Gouverneur gedreven, hem zelfs niet eens ontrent al 't geen hem te lafle gelegt was , gehoort , veel min hard behandelt, maar zyn verzoek in alle delen toegcflaan had, zoo vermurwde zulks even zoo weinig het hert van den Heer Gouverneur , als 't weemoedig fmekender vrouwen, om hunne mannen te fpreken , of hen op vrye voeten te ftellen , of hen kort recht te doen. Indien hy de bevelen, welke hem door 't fchip Pieter en Paul waren toegezonden , niet te rug had gehouden, zoo was zyn pligt vaardlsr- geweeft, als nu met deze vloot weg te zeilen; dog als nu maakte men alle mogelykefpoed, om de- zelve van den hals quyt te wor- den ; eer en alvorens nog een an- der fchip uit Holland mögt aanko- men, dat nader en verdrietiger bevelen mede bragt. Ten dien einde gaf men aan de Officiers 't gevvoonlyk aflcheidsmaal, en be- vorderde haar vertrek zoo veel Kattëndyk mogelyk. e'fchtden TC V, n , n Heer Gou- De Heer Gouverneur befloot venu-uren eenen Raad te beleggen ; dog hy ai De Re- tour-vloot word ty- dig afge- 't Schip Ccg ver Holland •op. 586 BESCHRY veranderde wel haalt van gedach- ten ; om dat 't fchip Kattendyk te dicht voor de deur was en den 16. April 1 707. in den haven inliep , 't welk hem, den Heer Elzevier, den prediker Petrus Kalden, den Landdrolt, Johannes Starrenburg, en den broeder van den Heer Gouverneur , Francais van der Steil 't aficheid bragt, hen haar vertrek nadrükkelyk aankondig- de, enden gevangenen en ande- ren tot nu vervolgden, geplaag- den en gepeinigden eenen onuit- fprekelyke vreugde veroorzaakte. Want wanneer de Schipper van 't zelve den 1 7 dezer aan land quam , wierd de Edele Achtbare Raad van policy vergadert ; de goed- gunflige brieven der Voortreffe- lyke Maatfchappy gelezen , en de gevangenen zoo voort door den Fiskaal independent den Heer Johannes Bleiius, op vrye voeten geitelt. Vermids nu deze brief der Voor- trefFelyke Maatfchappy een ge- wenfcht einde van deze gantfche zaak heeft gemaakt , zoo kan ik niet nalaten , om den zelven alhier niet by wyze van uittrekzel , maar in zyn geheel van woord tot woord in te laflen , en ben ik verze- kert, dat de Lezer zulks niet qua- lyk zal duiden ; om dat alle om- standigheden, tot nu getrouwlyk en uitvoerlyk bericht, my daar toe ! aanzetten ; de titel en de inhoud van den zelven is als volgt: den brief. )3 ■>> inhoud van Aan den Gouverneur en den Raad aan de Kaap du bonne Efperan- cc of den , of diegenen , welke al- daar om dezen tyd 't gebied voert of voer en. „ Erentveftc , wyze , voorzie- nige , zeer diskrete met de Re- tourvloot beltaande uit r f. fche- pen, den 17. July laatitleden in I (Tel aangekomen, is, ons uwe brief, gedagtekent den 31. Maart laatitleden, wel gewor- den ; uit den welken ons onder anderen zeer onaangenaam is VING VAN de ,, voorgekomen, de overgrote on- „ ruit en oneenigheid tullcheneen „ groot gedeelte der Coloniers en „ de Kaapfche Regering ontltaan , „ met welke klagten en der/.eiver „ wederlegging een grote hoop pa- „ pier verfchreven is; onze be- „ raadüagingen zyn opgehouden , „ en ons is zeer veel moeite ver- „ oorzaakt, waar op wy tegen s- „ woordig niets anders willen zeg- „ gen, dan dat wy zoo wel van de „ een als de andere zyde , ver- „ wachten, dat ons zulke en dier- „ gelyke verdrietige materien, „ voortaan niet meer zullen voor- „ komen ; maar dat een ieder zich , met 't geen hem van rechts we- „ gen en na billykheid toekomt , „ laat vergenoegen, en aldus ge- ,, ruften wel te vrede leven, mids- „ gaders buiten klagten blyven „ zal. „ x. Wyders hebben wy, om de „ gemene ruit in deze Colonie te „ handhaven , en om meer andere „ goede inzichten goedgevonden „ en gewilt , zoo als wy mids de- „ zen goedvinden en willen, dat „ van daar herwaards zullen wor- „ den gezonden, de Gouverneur „ Willem Adriaan van der Steil , „ de twede perzoon, Samuel El- „ zevier, de Prediker , Petrus „ Kalden , en de Landdrolt, Jo- ., hannis Starrenberg , waar by zy „ hunne qualiteit enbezolding be- „ houden ; dog zonder gezag of „ gebied zyn zullen. Zoo 't mo- „ gelyk is, zoo willen wy, dat 't „ met de naaltkomende Retour- „ fchepen gefchied , die in den ja- „ re 1707. hier ver wagt worden, „ mids dat zy alvorens van de „ Compagnies effeclen en goede- „ ren behoorlyk transport en over- >, gave doen ; voor zoo verre na- „ melyk een ieders fonttie betreft „ in de handen van hare afloilèrs, „ namelyk aan den Edelen Louis „ van Altenburg, die voor dezen „ den Keizer in militaire ampren „ gedient heeft, en Johannes Cor- „ nelis d'Abling, gewcze Oppcr- „ hoofd op Palembang of Pa! i in- ba m, KAAP de GOEDE HOOP. n? 11 „ ham , van welke wy den eerllen „ tot Gouverneur in plaats van den „ voorgemelden Willem Adriaan „ van der Stell en den laatlten tol „ (wede perzoon in plaats van den voorgemelden Elzevier hebben aangeitelt, welke ook in 't kort van hier zullen vertrekken, om deze ampten te bekleden; en die gy bygevolg by hare verfchy- ning en komit aan de Kaap, daar voor zult hebben t'erkennen en aan te zien, midsgaders in de voorgemelde ampten te invalle- ren , zoo als gebruikelyk is, en de orders daar van luiden. „ 3. By aldien 't echter mögt ge- beuren , dat de voorgemelde nieuw aangeftelde Gouverneur en twede Per zoon of een van dezelven zoo tydig of met den ontfanglt, dezes , by u nog niet mögt aangekomen zyn , zoo be- „ geren wy, dat 't gemeld trans- ,', port , zoo als reeds gemeld is, gefchiede aan den Fiskaal Blefi- us en de andere Leden van den Kaapfchen Raad, welke wymid- lerwyl allen t'zarrien, de rege- ring en 't beitier der zaken mids dezen , zoo lang aanbeve- len, tot dat de voorgemelde van AiTenburg en d'Abling, of een van beide by u verfchenen zyn ; en zullen zy midlerwyl alles uit- „ voeren, 't geen zoo wel genera- „ liter des Compagnies dienlt be- „ treft , als 't geen reeds in 't by- „ zonder daar van gezegt is , en in „ 't vervolg nog nader zal aange- wezen worden ; op den naam en onder den titel van den Raad van Policy des Kaapfche Gou- vernements. De predikdienir. in de Veiling, die door de te rug- roeping van Petrus Kalden niet kan worden waargenomen , be- velen wy,dat door de Predikers Beek en Ie Boucq by beurte zal worden verricht, tot dat u een ander in deszelfs plaats zal wor- M il 5> »I n »j a 3' 33 »J * 5' 33 H 5' 33 33 f' J3 3' i) 33 J3 »> „ den toegezonden , zoo als in 't „ kort gefchieden zal. „ 4. Wy bevelen, dat den Vry- II. 'Deel. 11 1 1 j 1 »> >, >> >i ii >> »> » >> 33 33 33 13 33 •3 >3 >> 33 53 33 33 3» >> 33 'J '3 33 >> »3 33 '3 33 33 33 ') 33 '3 1> 3' 3» 33 3» 33 33 3' 33 '3 burgeren Colonicr, FrancoiS van der Steil, aangezegt en be- volen /al worden , dat hy als ondicnllig in deze ( 'olonie,zich met de eerlle bc<]uame gelegent- heid, \m daar en verder uit des Compagnies diltricr en grenzen, uit hoofde der previltgien, haar toekomende, zal hebben te be- geven , en afwezent te hou- den. »» 5". Wat aanbelangt 't land in Hottentots- Holland, dat 400. morgen groot is, ende ordina- ris Raad en CommiiTaris, Wou- ter Valkenier in den jare 1700. aan den Gouverneur Willem A- driaan van der Steil, gefchonken heeft, zoo als daar van in uwen laatilen brief van den 31. Maart laatftleden gemeld word, door- dien wy daar van nooit op eene ordentelyke wyze kennifle ge- had hebben, veel min onze goedkeuring daar over gezocht is, 't welk echter wel was b'illyk ge weeft, zoo bevelen wy, dat vermids zulks buiten onze order en buiten ons weten weggege- ven is, 't zelve aan de Compa- gnie met al 't geen daar op ge- plant en gebouwt is, zal worden gereititueert. „6. Dogwatbetreftdehuizenen gevaarten, te weten, 't Boeren- huis, de Stallingen, 't Slaven- huis, en zoo als zy meer mogen genaamt worden, die daar op gebouwt zyn ; gy kondet daar over met den gewezenen Gou- verneur Willem Adriaan van der Steil zoeken t'accorderen ; om dezelve by Taxatie voor een ze- kere prys voor de Compagnie aan te nemen ; zoo gy echter met den gemelden Gouverneur niet kondet eens worden, zoo vergunnen wy hem , dat hy den voorgemelden bouw afbreken en voor zich behouden, of op eene andere wys voordeel daar mede doen mag , zoo als hy zal geraden vinden. Staat echter aan te merken , dat voor de Ccc x Com- 388 BESCHRYVINGvande „ Compagnie op de bovengemel- ,, de wys niets mag worden aan- „ genomen, dan de Stalling, 't „ Slavenhuis en diergelyke nutte- ,, lykc en dienftelykc gevaarten, ,, dog in geenen dele deszelfs groot Woonhuis/t welk wy be- ,, velen, dat hy het moet laten af- „ breken en Hechten ; om dat ons „ diergelyke gebouwen , welke „ van Oftentatie zyn , en van de „ Bedienden van de Compagnie ,, meer tot pragt als nodig ge- „ bruik worden opgerecht, zoo ,, wel hier aan de Kaap als elders „ inlndic, altoos zeer geërgert ,, en tegen gewceft zyn ; 't welk ,, als eene generale remarque en ,, order voor de genen, die'taan- ,, gaat, als hier bygevoegt en aan- j, gehaalt word. „ 7. De voorgemelde 400. mor- 11 gen land, die men op de nu ge- „ melde wys weder aan de Com- ,, pagnie heeft gebragt , moeten in „ x. 3. of meer percelen worden „ verdeelt , zoo als zulks beft en ,, gevoegelykft kangefchieden,en „ als dan in 't openbaar aan de „ meeftbiedende verkoft worden. „ 8.Wy ftellen deze verdeling u voor, om dat onze intentie en ,, mening is, dat geen Colonier ,, zoo veel land of goederen alleen >, bezitten zal; dog deze materie , , v al hier onder nog nader wor- ,, den verhandelt. „ 9. Doordien veel van 't land „ word gezegt, dat de oude Gou- ,, verneur, Simon van der Steil be- ,, zit , zoo mogtèn wy wel eens ,, geinformeert zyn, hoe 't daar 11 mede is? als mede vanwien, ,, opwatwyze, en om welken j, tyd hy aan den eigendom van ,, deze goederen gekomen is? 't „ welk gy by den gemelden ouden ,, Gouverneur vernemen en ons de „ vekcre narichl daar van toe- » lclny\ en zult. ,> 1 . I)c Vrvmannen, genaamt . Henning I luiing, l'ieier van ,, der lic\l, en Fcrd'mandus Ap- pel , van u om voorgegeveite •■•> 5' 1' )> rebellie en zamenzwering, naar luid van uwen brief van den 3 1. Maart laatttleden,herwaards ge- zonden, hebben wy naar naauw- keurig onderzoek van al 't geen gy over deze {toffe bygebragt hebt , en 't geen verder aanmer- kenswaardig was , niet können befpeuren of bevinden , dat aan de voorgemelde misdaad fchuL- dig zyn ; zoo als ook niet de o- verige tekenaars van denbewus- iten klaagbrief of vertoog over en van wegen harde behandelin- , gen van denGouverneur,Willem Adriaan van der Steil en eenige Leden van den Kaapfchen Raad; midsgaders de genen , die om deze redenen verzonden, of in gevangenillen geworpen zyn. Weshalven wy begeren en beve- len , dat alle tegenswoordig ge- melde menfehen , die alhier ge- „ noemt zyn, of hier toe getrok- „ ken können worden, op den ont- „ fangit dezes bevryd , en koften- loos uit hunne gevangenis ont- flagen zullen worden ; daaren- boven zal 't ook aan alle de ver- zondenen geoorlooft zyn , zoo zy het verlangen en verzoeken met de Compagnies fchepen bui- ten hare fchade en koften , na de Kaap getranfporteert en ge- voert te worden. „ii. Den genen,van wien de fcha- pen door den Gouverneur zyn ontnomen , onder voorwentzel van wollig vee, en om de wolle daar van voor de Compagnie te fcheren, zoo als de voorgemel- de Kaapfche brief en voorname- lyk 't bewufte fmeekfehrift der Coloniers ,als mede 't antwoord van den Gouverneur Willem A- driaanvan der Steil daar op meld, dat zy daar voor eenige vergoe- ding genoten hebben ; begeren wy , doordien hy zulks buiten ons uitdrukkelyk bevel heeft ge- daan, behalven dat het eene har- de en ongewone manier van doen en ftrydig met alle goede maatregels is, dat de gemelde „ Gou- 11 >■> ■» 't ■>' » KAAP de GOEDE HOOP. 389 „ Gouverneur het uit zvnen ei- j, genen zak ,tcgm vier guKïèn 'i „ ihik vergoeden en betalen zal , „ mids dit 7.v behoórlyk be i ,, aantonen, hoe veel fchapen hen ,, opde voorgemelde vvys ontno- ,, men /\ n. ,, 11. Den bedienden dcrCom- „ pagnie aan de Kaap, van den ,, grootlten tot den klein Acn, die ,, tegenswoordig ecnig land he- il ritten, bevelen wy , zich daar „ van t'ontdoen, 't zy by verkoop „ of op ectiige andere wys , zoo ,, als zy het namelyk zelf zullen ,, goedvinden, by «raffe van ver- ,, beurtverklaringe tegen de over- j, treders, en dit ter navolginge j, der vorige bevelen, daartegen ,, gemaakt; voornamelyk echter „ uit hoofde van de aanfehryving „ van deze vergadering in dato „ den 16. April 1668. Daar zal ,, ook voortaan geen land aan ee- „ ni^en Bedienden der Compa- ,, gnie in eigendom, huur of an- „ dere wyze g:gunt, of op eeni- ,, ge andere wyze van hem beze- ,, ten worden. Wyders zal hy „ ook geenen handel met Koorn , „ veeofwyn, zoo wel voor zich ,, zelven als door anderen dryven, ,, direct of indirect ; maar zy zullen „ zich met hunne bezolding te vre- „ de houden, en de voorrechten, „ welke de vrye Coloniers heb- „ ben, niet benadelen, als de ee- ,, nige middelen , waar van zy „ moeten leven. >, 13.De Wynpacht,waar in nu „ endan, en ook nog onlangs, we- ,, derom eenige verandering is „ gemaakt , zal voortaan in vier ,, percelen gefchieden , op dezel- ,, vewyze, zoo als in den jare „ 1699. door den Commiffaris „ Daniel Heinfius isgereguleert, ,, waar by het ook voor eerlt en ,, tot op onze verdere order al- ,, dus blyven zoJ. ,, 14. Wat het vee flachten en 't ,, verkopen of leveren van vleefch ,, aanbelangt ; wy hebben in on- ,, zen brief van den i8.0ctober „ des verleden jaars reeds eenige ,, verandering bevolerj, vnoiü.i- ,, mclvk echter zoo veel 't laatlle ,, pfdé levering betreft, endoor ,,, dien wy mid!< r\v\l onze ge- ,, daehicn verder daar over lub- j, ben laten g.'.an, zoo hebben w, ,, goed gevonden, 't flachten en ,, verkopen van vee , aan alle en „ een iegelyk Colonier, open en „ vry te laten; tcrwyl zulks zoo „ als reeds voorheen gemeld is , ,. aan de liediehden der Compa- ,, gnie verboden is en blyft, be- ,, halven aan de ichepen derCom- „ pagnie, waar van zoo voort na- ,, der zal worden gefproken, en ,, zal zodanige Licentie , of vry- ,, heid van flachten met primo ,, January 1708. een aanvang ne- „ men. „ 1 f. Wyders hebben wy goed ge- „ vonden, de levering van vleefch „ aan de Compagnies paiïerende ,, en repafTerende Ichepen weder- >, om aan zekere perzonen te ,, gunnen, en zulks voor eenen ,, tyd van drie achtereen volgen- „ de jaren, te rekenen van den 1. ,, January 1708.; zoo dat voor ,, een pond rund of fchaap- ,, vleefch 1; duivers of 13. duiten „ licht geld betaalt zal worden, ,» en zy daarenboven gehouden ,, zullen zyn, om zoo veel fchaa- >, pe-huiden aan de Compagnie en >» deszelfs fchepen te leveren, als >, zy van noden zullen hebben , ,» dog zonder betaling ; ten wel- ,, ken einde en op voorgemelde t» conditie, achtervolgens 't by >> leggend Contract, wy de eene » helft der voorgemelde levering »j van vleefch aan den ouden >> reeds bovengemelden Burger- >, meeller Henning Hufling heb- » ben toegeltaan. De andere helft » der gemelde levering is aan u „ gelaten, om dezelve op gelyke ,, conditien en tyd aan 1. ^. of „ meer Vrymannen te gunnen, „ zoo als gy raadzaamitzult oor- „ delen ; onze mening echter is , „ dat de gemelde aannemers voor Ccc 3 „ zyn 390 B E S C H R Y V I N G van de 1 j d aandeel , dog op gelyke tyd of in eene maand moet geichieden; ten ware zy zich daar in onder elkander verbonden ; en zal van Compagnies wegen ter dege moeten worden gelet, dat 'er geen ander dangoedenbequaam vleefch gelevert worde , op ze- kere ftraffe , die gy zelf zult goedvinden , daar tegen te ita- tueren ; en zal de gemelde Hu- fing , zoo dra hy aan de Kaap komt, en om den tyd, hiervo- ren gemeld , tot de gemelde le- vering worden toegelaten. 16. Ontrent het uitgeven van landeryen aan deze of gene Vry- mannen, is onze wil, dat be- hoorlyk zal worden gade gefla- gen , dat aan een niet te veel land te gelyk gegeven of hem zoo veel toegevoegt werde , als hy reeds bezit, en dat men zou- de können rekenen, dat van zo- danig land x. 3- of meer Colo- niers zouden können beflaan. Onze intentie is , dat vele Co- loniers eerlyk leven en beflaan mogen , of hun levens onder- houd winnen können , zonder dat 't nodig is , dat dees of geen zoo veel landeryen of goederen meer bezit als de anderen. Hoe nader de gelykheid onder dezel- ven op eene bequame wyze zal te treffen zyn , hoe aangenamer ons zulks zyn zal; van welk al- les u gezamentlyk en uwe goede overweging , de directie en uit- voering op 't ernitigite hier me- de gerecommandeert en aanbe- volen word. Hier mede beve- len wy u in Godes befcherming, en blyven na onze groetenis. U WK Golde Vrienden, T)c Gecommitteerden Beiz-nidhebbe- ren uit de refpettive kamers der generale Neder landfche geprevi- ligcerde Oofl-ludifche Compagnie 1 /■?■ 'vergadering vanZeventieneny m Atnfttriam en uit dezelve Aiuflcrdaro Jen 30. Oétober 1706. j> 3> 5» >> )> 5» >' >> V )» » » 3> J> •» }> 5> ?) 3J 3» J> ?> J» » ■>■> 5> •>■> •>1 3> •> J) f» 11 3> 3> It 3> »1 M ■>■> •I mert verneur teer. Hier mede hebt gy Lezer, nuDc!nhoud 't lied, dat de Vbortreffelyke bnè/lme" Maatichappy te Amfterdam zoda- moremtemporibttsque gere, En geliet zich anders , als hy was, en gaf ook goede woorden , tot dat hy zyn ilag had waargenomen; en wanneer hy zynen geldhonger eenigermaten had geftilt, verklaar- de hy zich eenen openbaren vyand van de genen , welker vriend hy te voren gefchenen had. Dit befpeurde men echter eerft, vvy(t ïc wanneer eenige mishandelde bur- kaal af gers tot hem quamen,hem om by- ftand aanfpraken ; en verzochten, hen aan haar recht te helpen, ach- tervolgens 't welk de Heer Gou- verneur naar luid van 't Refcripl der Voortreiïèlyke Maatfchappy gehou- KAAP de GOEDE HOOP. 395 gehouden was, hunne ontnomene fchapen te betalen ; want hy g*F hen met zeef droge woorden tot antwoord , dat hy in deze zaak niets doen konde of wilde, en dat zy moeiten wachten , tot dat de nieuwe Gouverneur aanc]uam, die miilchien hier ontrent andere en nadere bevelen zoude met zich brengen. Vermd Anderen daarentegen , die over moefin andere behandelingen van den cm «zei- Heef Gouverneur klaagden, ert voldoening eifchten, verleende hy nog minder gehoor ; maar zeide in een vol gezelfchap, daaronder anderen hier van gefproken wierd: Zy zullen hem immers niet feene- 7>iaal V vel over de oor en willen ha- len-, 't welk immers duidelyk ge- noeg te kennen gaf, wat hy in zyn fchild voerde, en welkers vriend- fchap hem dierbaarlt was. Hier door leerden de burgers andermaal , hoe weinig zy met de- zen Heer d'Abling geholpen wa- ren, en hoe dat alle hunne zaken weer moeiten wagten , tot dat de nieuwe Heer Gouverneur aan de Kaap gekomen was, waar toe men echter nog voor eerfl: geen hope had ;om dat hy lang na den gemel- den Heer d'Abling uitgelopen was. Zy hielden zich derhalven ftil, en maakten hier en daar zonder on- derfcheid , en zonder te denken om de voorigeftribbeling, goede gezelfchappen , aten en dronken met elkander, zoo als zy voor de- zen gewoon waren ; en quamen onder eikanderen overeen, nooit van eenige partyfehappen of van den ouden wrok te fpreken ; om dat daar door alles weder verraden en de twedragt groter zoude zyn geworden , als ze voor dezen ge- weelt was. Ncen)t -t En hier door liet het zich aan- gnhtfcrne- zien, als of alles weder in ruft en me« over. vre(je Was g0Dragtj weshalven de Heer d'Abling ook eindelyk ge- raden vond, 't ampt van den Heer Gouverneur, Willem van der Steil af te eilTchen , en 't zelve zelf te II. Alling komt ,er achter. Houd zyn koftgeld in. De Vice-landdroft roft een Jchoenmakcr op Stellenbofcb wakker of. Le Boucq raakt in nieuwe verdrietelykbeden De vrouw van Hu fing word on- dervraagt , en in baar buis gearrefteert. Van loons weduw houd llufings vrouw valfche dingen voor, die le Boucq zoude hebben gefp rok en. Uußngs vrouw word in de Vefting gearrefteert. Word niet /waarder gevangenis gedreigt. Voor den Raad ondervraagt. Zal een eedt zweren Davenraad word verboden Jchool te houden. Poulle belet Jan Lauwrens van Bremen een eedt te zweeren.

ecl. 403 ilrccd, zoo wierd verfchydentlyk daar van gefproken. Men verviel in 't gefprek nog dieper, en overleide, of men /ulk«; niet gevoeglyk beletten, of de Compagnie op nieuw bekent maken konde ? Doordien echter veel daar over gefproken wierd, /onder dat men tot een befluit quam, zoo nam de gemelde Pre- diker Le Boucq 't woord, en zei- de onder anderen , dat de Heer d'Abling hem hard vervolgde, en om de afgezette Kerkenraden e- lendig plaagde. Hy deed zulks in byzyn van allen, waar onder ik my ook bevond, en zulks in na- drukkel\ke en harde bewoordin- gen, fchoon men hem raade, om- zichtig te zyn, en zyne gedachten niet aan elk een t'openbaren. Ja- kob Louw en zyne huisvronw wa- ren voornamelyk by de anderen verdacht, als welke het voor de- zen niet alleen met den Heer van der Steil gehouden, en daar door een ituk land bekomen hadden, 't welk de moeder van Louw had toebehoort, maar ook tegens- woordig nog by de Regering in grote gunit Honden , en haar voordeel daar by zochten en von- den. Doordien de gemelde Prediker d'Abling deze waarfchouwing in den wind Sach- floeg,en op zyne gewaande recht- ter. vaardige zaak freunde , zoo moefl; hy ook naderhand tot zyn leedwe- zen de werking daar van voelen ; want weinig dagen daar na wilt. de Heer d'Abling niet alleen al'tgeen 'er voorgevallen was, maar zelfs driemaal meer, aangezien hy van dezen Louw en zyne huisvrouw eene atteitatie nam, dezelve aan den Raad toonde, en daardoor gelegentheid had, om zoo welde burgers, als voornamentlyk den gemelden Prediker beter in 't naauw te brengen. Ontrent de burgers wilde het Houd * zich zoo voort niet fchikken , om vjK» dat hy wel wift , dat hy , zoo als Prediker boven is gemeld, tegen de nieuw- m" Eee x fte 40+ BESCHRYVING van de Lm roit een Schoen- Baker op Stcllcn- bolch wak- ker af. lic bevelen gehandelt , dezelve overtreden en veracht had ; der- halven moeit hy wachten, totdat Vr eene heter gelegentheid zich opdeed. Ten opzichte van den jiker Ie Boucq had hy als nu , dat hv gezocht had , fchoon de . van de andere kant ook on- derzocht had behoren te worden; tlren ontnam hv hem zoo I z\ n Ivhoorlyk koltgeld, ne- gens andere emolumenten, ruim io. rvxdaalders ter maand waar- dig, ui was dit als 't twede bediyf van 't Treurfpel, dat met dezen I ke doordien ze merkwaardig is, Prediker gelpeelt wierd. ik noodzakelyk verhalen moet. Tot 't tulVchen-ipel gaf de Vi- ; De Heer Ie Boucq had achtervol hem , anderen ten voorbeelde, Itrengelyk te ItrafTen , zonder dat men de zaak verder onderzocht, of gade floeg, 't geen eenige bur- gers in een fmeeklchift , ten zynen behoeve , hadden ingebragt ; ech- ter werkten zy zoo veel uit, dat hy eindelyk losgelaten wierd, na dat hy den Vice-Landdroll te vre- de gettelt, en de kollen betaalt had. Na dit tuffchenfpel, viel ten op- r,^tB°ucq zicht van den Heer Ie Boucq, we- nieuwe der eene zeltzame zaak voor, wel- .T^'f6" lykheden. makcr '. in /L-nis ce.-Landdroit zeer fchone gele- gentheid ; van denzelven itaat te merken , dat men z.edert 't vertrek van den Landdroit Johannes Srar- renberg, nog genen anderen ge- maakt, maar zich met deze Sub- stitut, Martinus de Meurs , om vele redenen beholpen had. Deze weinig geld hebbende , of zich verbeeldende, dat een iege- lyk hem voor niet met al ten dienlt moeit itaan , kreeg verfchil met een lchoenmaker op Stellenbolch, om dat dezelve een paar fchoenen voor hem gelapt had , en den 17. Oct. 1707. om de betaling aan- fprak. Doordien hv hem echter hiel betalen wilde ofkonde, zoo gens zyn ampt in den beginne van de maand van December dezes jaars, voorgenomen, Juffrouw Maria Lindenhovia , huisvrouw van Henning huling, te bezoeken, welkers man uit Holland nog niet te rug gekomen was , maar eerft met den nieuwen Gouverneur ver- wacht wierd; aldaar vond hy Juf- frouw Maria Engelbregt, wedu- we van wylen den Heer van Loon, Prediker op Stellenbofch, en als nu getrouwt met den Heer Wil- lem Helot. W anneer zy nu eenigen tyd by malkanderen geweeit waren , en van allerhande zaken zoo geelte- lyke als waereldlyke gefproken quam het van woorden tot Hagen; hadden, quam men ook op den 00 de \ ice-Landdroit zynen Heer d'Abling, over welkers qua- l'paanlchen hengit gebruikte, de de handeling de Heer Ie Boucq oenmaker zynen arbeidsloon zoude hebben geklaagt; fchoon op den rug toetelde , en hem men geen ander bewys had, dan tot en blaauw floeg. 't geen eene enkelde perzoon daar Doordienhvechterzulkezwaar- ; van had opgegeven; want deze wigiige betaling heel qualvk nam, drie gemelde perzonen waren niet en »ig wakker met fchcldwoorden alleen gantlch alleen, maar de \ cru eerde, zoo wierd hy niet al- vrouw van HufTing ging dan hier U-en in hechtenis genomen, maar dan daar, om hare huishouding moeit /elf:, gevankel) k na de Kaap waar te nemen, of om dit of dat v. andden , zynde door den Land- droit aangekïaagt, dat hy hem op trau aangepakt en in zyn ampt ndert had , \ wel!; ook zoo te befchikken om hare galten t'ont- halen. Des niet tegenltaande gefchie- De vrouw de het, dat den Heer d'Abling J^ÏS ierd genomen-, dat hy ee- binnen een korten tyd alles over- onder- dag. n in de\ eiling moeit ge- gebragt wierd, 't geen in dit be- vr"gt vangen bh ven; ja men dreigde zoek voorgevallen was; weshal- ven KAAP dr GOEDE HOOP. 405 ven de vrouw v.m I Iulling, als ior den gemelden I leer d'A- bling daar over ter rede gclleh , en om de waarheid van de zaak gevraagl wierd, zulks als cene veritaiulige, wyzeen omzichtige vrouw, zocht van haar hals te fchuiven, met te zeggen , dat zy niets daar \ an wift, om dat zy we- gens haaren weggezonden man, van allen troolt, hulp en byitand berooft was, en ty m haar huis zoo veel te bezorgen had , dat zy onmogclyk haar hoofd kon bre- ken, met zaken, welke haar niet raakten. Deze onfehuldiging mögt haar niets helpen , aangezien haar, zoo dra zy weder t'huis quam, door den Wodc van 't Gerecht, in naam en op bevel van den Heer d'Abling, aangezegt en bevolen wierd, niet uit haar huis te gaan, voor dat zy de waarheid van de zaak bekent had, te weten, 't geen de Heer Ie Boucq tot nadeel van den Heer d'Abling had ge- zegt. Dit gefchiede den i $ . Okto- ber. Midlerwyl Ie Boucq van dit al- huis ge »r- reltcoi Le Boucq g«egt,uit les onbewuft , verzocht by een •t huis te fmeekfchriit van den 4. January nekken. ,7o8van(ien Raad van Policy, de redenen te mogen weten , waar om zyn Koitgeld ingehouden wierd ; dog in plaats dat zyn ver- zoek wierd toegeitaan, ontting hy den 6. daar aan volgende van dien- zelven Raad bevel, uit 't predi- kershuis, waar in hy tot nu had ge woont , te trekken, op voor- wentzel, dat de nieuw verwacht wordende Prediker daar in zoude komen , en dat 't alvorens een weinig moell gerepareert wor- den; terwyl zy zoo weinig om den nieuwen Prediker , als om den nieuwen Gouverneur dach- ten; aangezien zy aan de kornit van dezen laatften gantfeh begon- nen te twyrlelen , en zekerlyk ge- loofden, dat hy of met 't fchip gebleven, of door de Franfche Kapers genomen was. Terwyl dit met den lieer U ,. £™we, Bouci] voorviel, ontting dr vrou van Hulling bevel, inde Vefting "* te komen; en wanneer zy daar v . vii- verl'cheen, quam de bo\cngemcl- JjJ^or. de weduwe van Van Loon haar onderde oogen, hield haar met verzonne woorden voor, 't geen ten nadeel van den Heer d'Abling door Le Boucq /oude gezegt zyn; voornamclyk dat hy zich zoude hebben laten verluiden, dat hy alle bezwaarnillen, welke hy tegen den Heer d'Abling had, aan de Coniiltoirc in Holland wilde fchryven, en wyl hy wilt, dat hfy als een weeskind van de Hoog Mogende Heren Staten Generaal opgenomen was, de zaak zich haait zoude fchikken, en dat al- dus de Heer d'Abling hem ruinc- ren moeit, of dat hy het hem doen zoude. De vrouw van Huffing bleef op De vrouw hare vorige woorden, en zeide, vfanHuf- dat zy niets daar van wilt, fchoon öndèr-01 haar zulks met alle omitandighe- vr«st- den herhaalt en ernltig voorge- Itelt wierd, en zy voegde daar- by, datzy bereid was, om zulks ten allen tyde met eede te verkla- ren ; dog de blakende yver be- lette den Heer d'Abling, daar geloof aan te flaan ; derhalven hield hy ze in de Veiling gevan- gen, gaf haar een eigen vertrek, alwaar zy haar verblyf nemen moeit, tot dat zy tot andere ge- dachten komen , en na zynen zin praten zoude. Naauwlyks hadden de burgers ,nlmrhui3 hier van bericht bekomen, of zygeanes- quamen met malkanderen over-tccrt- een , deze vrouw te redden , wel- kers man nog niet t'huis gekomen was; zulks dat nu haar wyd uit- geftrekte huishouding op de Ha- ven berufte. Dcrhalven prefen- teerdenzyden 3. January 1708. een requeit aan den Edelen Acht- baren Raad van policy , inhou- dende verzoek, dat dezelve on- der genoegzame borgtogt mögt worden ontflagen ; dog door dien Eee 3 de 406 B E S C H R Y V I N G van de de waarheid niet altyd plaats vind, zoo wierd dit verzoek ook inden wind geilagen, en daaren- tegen op nadrukkelyke weer- wraak gedacht; zoo als de Fis- 1. -.ui independent tegens zekeren burger) genaamt Steven Vermey, dit fmeekfehrift mede had ge- tekent , niet duiller aldus te ver- ftaan gaf: Meent dan van der Hcyde, dat hy dat zoo mag doen? neen zekerlyk niet , de Raad zal om dit fmeekfehrift gerechtigheid oeffenen,en de tekenaars wel we- ten te vinden. t Hoe benaauvvt echter de bur- gers over deze onverwachte re- . i'.mS fohitie van den Raad van policy wierden, en hoe zeer zy na den Nieuwen Gouverneur wachten, is met geen pen te befchryven; door dien door 't eerfte haar be- derf andermaal voor de deur llont, en door 't twede, hunne volkomene verlofling gehoopt wierd. Zy wierden ook den an- deren dag nog meer verlegen , wanneer zy hoorden, dat de vrouw van Hulling door den ge- rechtsbode, Johannes Kaailok op bevel van den Heer d'Abling aan- gezegt was, de waarheid te be- kennen, of dat ze in zwaarder ge- vangenis /oude worden gezet. Daarenboven wierd zy den 5". van dié zelve maand voor den vraagt. Raad van Juilitie geroepen, al- waar zy ontrent al 't geen de we- duwe van Van Loon gezegt had, fcherp ondervraagt wierd, en wyl zy by hare vorige woorden bleef, dat zy de zaak niet geheel en al had können horen, om dat zy dikwvls opgedaan en uit het ver- trek gewccll was, en aldus niet Ronde bewaarheden , 't geen de vrouw van Van Loon gefproken had, om dat zy zich niet wilt t'er- inncren, iets diergelyks van den Heer Ie Böucq te hebben gehoort, Z,qp ver/m ht zy , dat men haar n n en andere dingen efd ii' 1 ionen. Dog dit verzoek vond weinig ingang by den Heer d'Abling; om dat hy rontuit aan de meerge- melde vrouw HulTingbekende,dat de/e getuigenis zvne eer raakte , en dat zy derhalven, wyl zy niets in zyn voordeel toeilaan en be- kennen wilde, eenen eed zoude moeten zweren ,dat zy niets meer van de zaak wiftjbehalvcn dat zy zich reeds lang voorheen daar toe had verklaart, antwoorde zy held- haftig, dat fchoon deze getuigenis zyne eer betrof, de eed, dien zy bereid was, af te leggen, veelge- wigiiger was, om dat dezelve ha- re ziel raakte, en zy liever de zwaarite pyn wilde uitftaan, dan eenen eed zweren , die tegen haar beter weten aanliep. Hier op wierd haar de eed ccl^°rd voorgelezen, en daar by 't nodig- door den ite erinnert. Wanneer hy ech- y"'^" ter zag, dat zy bellendig bleef, let. en denzelven afleggen zoude, be- val hy den Secretaris van de Jufli- tie, op te houden , eer hy den- zelven t'eenemaal gelezen had; en de gantfche Raad nevens de Heer d'Abling Helden haar daarop op vrye voeten, na dat zy ruim 14. dagen in de Veiling gezeten had. Ondertuflchen zyn 'er vele an- ra^Sd dere zaken voorgevallen , welke verboden ik van voornemen ben , beknopt {£}°££ mede te delen. Onder anderen Haat voornamelyk aan te merken ; dat zekere Pieter Davenraad, een bequaam geleert man, door den Heer Gouverneur tot Zieken- trooiler of \ oorlezer in de Kerk was bevordert, om dat hy des- zelfs kinderen lange jaren had on- derwezen; dathy na deszelfs af- zetting buiten de Veiling een School, waar toe hy zeer bequaam was, had opgerecht, waar in hy de kinderen in lezen, fchryven, en rekenen, als mede in de gron- den van den Godsdienft, en die zulks begeerde, in de Lateiniche talc onderwees ; zo dat hy niet al- le en vele kinderen had, maar ook verfcheiden, welke hy byzonder onder- KAAP de GOEDE HOOP. 4o? onderrechte ; wanneer nu 't getal te groot was, ende kinderen van den Heer d'Abling niet byzonder onderwezen konden worden, ver- bood de gemelde Heer om t«>i zyn oogmerk te geraken, hem de kinderen üuitldi te leren , wel wetende, dat 't latein hen tog aan de Kaap weinig of niet te pas quam. Onder dit voor\vcnt7.cI, wierd die goede man, zoo als hy my /el- ven meermalen heeft verhaalt, zeer veel gcdwarsboomt, om dat vele burger-kinderen, 7.00 dra zy zulks hoorden , t'ecnemaal weg- bleven, en aldus voor de kinde- ren van den Heer d'Abling plaats maakten ; dog hier by bleef het niet, de gemelde Heer beval hem, om weder in de Velling, daar hy voor dezen gewoont had , te gaan wonen, zynen dienfl by de bezetting door 't doen van 't avond-gebed getrouwlyk waar te nemen, en by dag de kinderen der Bedienden van de Maatfchap- py t'onderwyzen, wTaar door de meefte burgers genoodzaakt wier- den, eenen anderen Leermeeiler voor hunne kindeten te zoeken. Mcntwyf- Dit zoude ook zekerlyk zyn feit .un de aefchied, ten ware dees eerlyke denGou- man uit helde tot de kinderen, en om zyn eigen voordeel de zaak op de lange bank geichoven had, in hope, dat door de komil van den Heer Gouverneur alle zaken eene andere gedaante bekomen zou- den, en 't gezag van den gemel- den Heer d'Abling eenigermate zoude worden bepaalt, als welke zich reeds nevens andere grote en voorname Bedienden der Maat- fchappy liet verluiden dat het eene onmogelykheid was, dat hy (de Gouverneur) na zoo een lang uitblyven aan de Kaap komen konde; aangezien zy wel willen, dat hy reeds 7. maanden in zee was geweelt , en dat derhalven deze zyne late komil vergeefs ge- hoopt wierd. Gelyk echter de uitgang heeft verneur. getoont, dat de hope van den Schoolmeefter niet vergeefs is ge- weelt , zoo zal 't ook zonneklaar blyken, dat de anderen zich elen- dig bedrogen hebben gevonden, fchoon zy zich een tyd lang met de zoete hope hulden geiticclt, dat hy te Duynkerken of te St. Malo van de Franfchen opgebragt zonde zyn geweeft, of dat hy zoo wel als de gantfche onder hem llaande vloot een ongeluk op zee zoude hebben bekomen, zynde niet een fchip, met hem uitgelo- pen, als nog te voorfchyn geko- men, zonder dat men konde bc- grypen , waar zy zich allen ont- hielden. Men zag wel, dat zy verge- noegt, en op 't hoogfl verheugt waren, niet tegenilaande tot de grootile fchade van hunne Heren Principalen; aangezien een ie- der, die in Ooit-Indie gewecfl is, zeer wel weet, dat de Voortref- felyke Maatfchappy liever een ryk geladen retourfchip verlieft, dan een, dat eerll na Ooft-Indie word gezonden, om dat op de uitgaan- de fchepen vele Contanten nevens andere goederen zyn, die daar eeril wind geven moeten. Zy konden ook hare vreugde naauvv- lyks verbergen, maar lieten zich, zoo dikwyls als men van de komil van den Heer Gouverneur fprak, verluiden, dat alle deze hope y- del was , om dat hy als nu wel uit- blyven zoude , en wanneer hy al mögt komen , zoude geen ander middel voor hem overig zyn , dan dat hy met een flerke Zuid-Óofte wind quam, 't welk echter recht- draads tégen alle waarheid is, om dat deze wind eene aflandige wind is, die de fchepen diep in zee werpt, zoo als reeds elders ge- meld is. Wat dit voor praatjes zyn, laat ik de Lezer zelf oorde- len. Kortom, de Heer d'Abling, d'Abling dien deze vertoeving en lange uit- f^™^ blvving zeer wel te ilade quam , Gouver- om dat hy zich midlerwyl in een goeden ncur. 408 BESCHRYVING van de goeden flaat Hellen, en zyne za- f ken naar wenfeh uitvoeren kon- | de; verheelde zich, dat hy reeds Gouverneur was, en zonder twyf- blyven zoude, zoo als uit al zyn Joen en laten even zoo dui- delyk als uit deszelf's woorden af te nemen was; want de titel van Gouverneur behaagde hem onge- meen wel ; en alle Ordonnan- tien, uit hoofde van dewelke men iets uit de Compagnies pakhuizen en/, kopen wil, moe- iten niet ecnvoudiglvk, zoo als voor dezen gefchied was , gete- kent zyn : de Heer Adminißrateur laat volgen; maar hy beval, daar By te voegen , en voor altoos in acht te nemen : 'De Heer Hoofd- Adminißräteur laat dit of dat vol- gen of verkopen. Door dien de Heer d'Abling met zulke hoogvliegende gedach- ten zwanger .ging, en alomme gaarn als Gouverneur gegroet en geacht was, zoo is licht te den- ken,'dat hy niets zal hebben ver- zuimt om zich in dit gewaand ge- zag hoe langs hoe meer te veilen. De bovengemelde fchriften van den Kerkenraad tegen de Heren Helot en Poulle , den 5. Jan. o- vergegeven, moeiten worden ver- worpen, om dat de oplteller des- zelfs naam niet daar onder had ge- zet; dog de rechte oorzaak was, om dat zy niet in Haat waren, om daar op te antwoorden; en wilt 'Vuile de zaak zoo wel te draajen, dat de gantfche Raad zich dezelve aantrok, en den Kerkenraad an- deren ten voorbeelde Üraffen v\ il- de. De Heer Le Boucq, die ge- gift wierd, oplteller van deze fchriften te zyn, moeit nog ver- der gewaar worden , dat het by 't afnemen van 't Kollgeld en andere emolumenten niet blyven konde; men liet hem den 4. Jan. door den Gerechtsbode aanzeggen, dat hy 't Prcdikershuis ruimen zoude; 1 n 1 ;nde het voor den anderen prediker Ichoon gemaakt zoude können worden, zoo als Le Boucq ook deed, na dat hy alvorens den 6. dezer by gefchrifte daar tegen in den vollen Raad geproteileert had. Midlerwyl ontftont 'er een hef- Daar ont- tigeitormuit 't Zuid-üoften, die£geeen drie dagen duurde, en kan ik met il°™. waarheid zeggen, dat ik 'er nooit een zwaarder aan land beleeft heb; de fchepen die in den haven ten anker lagen, wierden zeer ver van 't land gedreven ; 't huis waar in ik toenmaals woonde , was in ge- vaar, om alle oogenblik om ver gerukt te worden ; de balken en 't gantfche dak kraakten yzelyk, en ik wierd genoodzaakt om in cien nacht milchen den 7. en 8. Jan. de 1 'ucht te nemen, en my onder 't verwulfzel, dat de trap maakte, te falveren. Dog quam het God dank nog tot geen ongeluk, om dat alle huizen onbefchadigt {taan bleven, fchoon de glazen tamelyk veel leden, door 't menigvuldig zant, met kleine {teentjes gemengt dat daar tegen floeg, ende genen, die langs ltraat gingen fchier blind maakte, en met blaauwen vlakken in 't aangezicht tekende. Deze {torm gaf mynes bedun- kens, nietonduidelyk te kennen, hoe zeer het reeds een geruimen tyd aan de Kaap gebuldert had, wanneer men echter gade Haat, dat 't onweder van de burgerlvke zaken eenen aanvang heeft geno- men , en tegens woord ig in 't gees- telyke woed , zoo Haat te duch- ten, dat in den {laat van Overheid ook wel eenen yzelyken fl.orm zoude können ontitaan; ten zy de nieuwe Gouverneur een ander man was, dan de algemene ge- ruchten van hem lopen ; want op 't verzoek van den Heer le Boucq was de Diaken, Jan Laurens, van Bremen van geboorte, bereid ee- ne na de waarheid opgeftelde atte- itatie met eede te bekrachtigen ; w aar bv h\' op eene nadrukkelyke wys meende aan te tonen , hoe het met de verkiezing van de He- ren Poulle en Overholiter in den gcmcl- KAAP de GOEDE HOOP. <.ö<> gcmcldcn Kerkenraad , was afge- lopen ; waar door bygevolg de zaak van den Heer Ie lioucij ten miniten gerechtvaardigt zoude zyn geworden, en een ieder /.ou- de hebhen können zien, dathy de I eide gemelde Meren niet buiten redenen afgezet lud ; maar de Heer Poul'e belette dezen eed, om dat het geen water op zynen molen was, daar hy nogtans de gerechtigheid als Secretaris van de Juftitie, haren loop had behoren te laten. id'Atoing Dit gefchiede den 1 1. Januar y, pateS"11 Schoon de Heer d'Abling tot nu d« van der Weinig tot voordeel der burgers omnome- had uitgevoert, behalven dat hy nc fciupen den weg van de Veiling tot aan de zal beulen. eerftc ^.ug na de foj toe f had la. ten beitraten , om eenen ichonen weg te hebben, als hy uitgaan wil- de , heeft hy nogtans den ix. Ja- nuary een artikel van 't Refcript ter uitvoering gebragt, 't welk de VoortrefYelyke Maatfchappy aan den Gerechtsbode, op bevel van den Edelen Achtbaren Raad van Policy andermaal aangezegt wierd, 't Predikers-huis, waar in hy tot nu gewoonthad, te ruimen, om voor den verwacht wordende Pre- diker te worden klaar gemaakt. Tot nu had het Kerken wezenD«*«- aan de Kaap een flecht aanzien rfeqH1- wannecr echter de Drakenlteen- bonnen ei« fche gemeente de oogen ook begon E?JJ? te openen, en over hunnen Pre- ben. diker den Heer Heek klaagde, en voorgaf, zy denzelven niet langer hebben konde of wilde, om dat hy beweerde, van eene vrouw geéxcommuniceert te zyn, en om hunnen Prediker den Heer Ie Boucq, van Batavia aan haar ge- zonden, verzocht, wierd de ver- warring nog vry groter ; vecle van die gemeente lieten hare nieuwe geborene kinderen dikwyls drie maanden ongedoopt leggen, om dat zy die plegtigheid door den Heer Beek niet wilden laten ver- de Kaapfche Regering had laten af- richten, en wachten, tot dat zy gaan, en by openbare plakkaten gelegentheid hadden , na de Kaap Le Boucq ontfangt bevel, 't huis te tuimen. bekent gemaakt, dat de genen, welke aan den Gouverneur , Wil- lem Adriaan van der Steil, wolli- ge fchapen hadden geleent, zich by denzelven aanmelden, en be- taling eiflehen zoude, mids dat zulks zoude gefchieden binnen ee- nen zekeren tyd, na verloop van den welken, hem niemand meer ' deswegen zoude vermogen aan te fpreken; dog vele hebben geen geld w illen eilïchen , enkelyk om 't getal niet te groot te maken; de meeile hebben zich echter niet gefchuwt , haar geld te zoeken, fchoon zy zelf niets daar van in haar zak (taken , maar het zoo voort weder aan de armen uitdeel- den, enkelyk om zich op den Gouverneur te wreken, en hem 't ingeflokt geld weder uit den zak te jagen. Deze weldaad van den Heer d'Abling ontrent de burgers , wierd gewroken op den Heer le Boucq, aangezien hem den 1 3 . dezes door II. "Deel. terei/.en, en dezelven door den Heer le Boucq te laten dopen ; en is onder anderen Pieter Bekker den 15-. dezes ,met zyn kind ten dien einde ruim 40. uuren her- waards gereiit ; daar en boven wil- den zy 't H. Avondmaal in gee- nen dele uit zyne handen ontfan- gen, tot dat hy zich gepurgeert had , maar befloten liever, te wachten, tot dat zy beter gele- gentheid hadden, en zulks deden niet alleen de Drakenfteenfche in- woners, maar ook zelfs de meeite van Stellenbofch. Dit verzoek wierd echter in den wind geflagen, fchoon het verfcheidemalen herhaalt, wierd; en men zeide opentlyk , dat de gene, die 't derde fmeekfehrift had overgegeven, met zware drei- gementen te rug gezonden was; de Edele Achtbare Raad van Po- licy zoude ook zelfs ten behoeve van den Heer Beek aan de Dra- j kenfteenfche gemeente hebben ge- Fff fchre- 4io BESCHRY fchreven , zonder twyffel , om dat de gemelde gemeente de redenen in gefchrifte aan den Heer Beek gezonden, en zich opentlyk voor den Heer Ie Boucq verklaart had. De Schry- Midlerwyl had ik den 17- Janua- rerwari f„ de eere, ten 6. uuren 's mor- van den . , , ^ Heer van gens, vanden Heer Gouverneur :!i van der Steil te worden be/ocht ; onder het wandelen in den neer- Iyken Tuin der Voortreffelyke Maatfchappy klaagde hy, dat ik hem aldientyd, dat het verfchil met de burgers had geduurt, wei- nig of niet had bezocht, en hy al- dus, wyl ik dagelyks by de bur- gers, zyne vyanden gegaan was, en vertrouwelyk met hen had ge- handelt, niet wift, wat hy van my denken zoude ; aangezien ik my bezwaarlyk op zodanige wys onzydig had können houden, zoo als ik altyd by hem voorgegeven had; daar byvoegende, dat hy het altyd wel met myhad gemeent, en niet gedacht had , dat ik zyne party zoude verlaten hebben. Op alle deze bezwaamhTen ant- woorde ik in 't kort op de volgen- de wys: Dat ik hem niet altyd, en zoo dikwyls als voorheen , had bezocht , "was niet gefchied , om dat ik zyne party verlaten had ; aangezien ik wel wift, hoe veel grote weldaden ik van hem geno- ten had , en hoe verplicht myne onderdanige dankbaarheid was ; . dat ik echter myne opwachting zoo dikwyls niet had gemaakt , daar van was de rede, dat ik uit de omftandigheden wel had können afnemen, dat hem zulks niet aan- genaam geweeft was; dat ik daar- enboven niet had können raden , wanneer myn bezoek hem niet /.oude ongelegen komen ; wat echter de Edele Heer Gouverneur van my zoude denken , ik had daar van reeds een zeker {taaltje gegeven, alzoo ik aan den Heer Nicolaas Witzen, Burgermeefter van Amtlerdam, zodanig had ge- b re ven , dat de Edele Heer VING VAN DE Gouverneur zelf tegens my had moeten bekennen, dat ik eerlyk gehandelt had; en zoo nog meer diergelyks van my begeert wierd, zoo ontbrak het aan niets dan aan deszelfs bevelen; en zoude daar uit verder blyken, dat ik myniet alleen van den beginne tot nu toe, ten opzicht van deze zaak, onzy- dig had gehouden , maar dat ik zulks voortaan insgelyks doen zoude ; aangezien de zaak myniet raakte, en ook niet gaarn had, dat iemand in myn byzyn daar van fprak; 't welk de rede was, dat de burgers en de Heer Gouver- neur my beide verdacht hielden, 't welk echter onmogelyk was, ten ware ik eene nette onzydigheid hadde waargenomen ; dat hy der- halven verkeerde gedachten had , dat ik van hem afgevallen was ; om dat ik my altyd binnen zoda- nige palen hadde gehouden, door dewelke ik wel getracht hadde, achter de zaak en deszelfs geftelt- heid te komen, maar was op zo- danige wys meeft in myn voorne- men belet geweeft. En met dit gering antwoord fcheen de Heer Gouverneur zeer wel vergenoegt te zyn ; zeide ook deswegen verder niets tegen my , maar beklaagde enkelyk, dat hy door de boeren, aldus noemde hy in 't algemeen alle de genen , die 't bewuft klaagfehrift hadden ge- tekent, buiten ftaat was gefielt, om my en andere eerlyke luiden te können dienen; voornamelyk echter fmerte hem , dat ik hem op zyn landgoed, Verregelegen , al- waar hy geweeft was, toen ik my te paard in gezelfchap van Jakob vanderHeyde, Ferdinandus Ap- pel, en W efTel Pretorius had be- vonden, niet aangefproken had; daar byvoegende , dat zoo wy al- len hem hadden komen bezoeken ik na zyn voorgeven, zoude heb- ben gezien , hoe minnelyk hy zy- ne volflage vyanden zelf zoude hebben ont fangen. Ik bedankte hem voor zyne ge- negent- KAAP dr GOEDE HOOP. +11 negenthcid en genade, welke ik reeds by Zöo vele andere gevallen befpéurt had, en zeide, dat ik, ZOO ik geweten had , dar liv daar was geweeft, '/.onder twyllcl my- nc bchoorlyke opwagting zoude hebben gemaakt, en alleen zoude gekomen zyn, by aldien mvne reisgenoten niet hadden willen met my gaan, waar aan ik echter niet twyftelde; daar by voegende, dat deze reis enkelyk uit nieuwsgie- righeid was gefchied, om zyn | trcffèlyk en wyd uitgeltrekt land- | goed, waar op ik nooit geweell was, te zien, zoo dat ik hoopte dat hy my hier ontrent wel ge- liefde te verichonen ; wyders gaf ik te kennen, dat ik achte, dat ik dit verlchil heel anders zoude heb- ben behandelt, dan zyne gunlte- linsJjen hem aangeraden hadden; dog om alles alhier wydlopig te verhalen , oordeel ik nodeloos te te zyn , en is gonoeg, dat ik den Heer Gouverneur in zoo verre in myn gevoelen heb overgehaalt , dat hy tegens my zeide: Dit heb ik reeds weg, en dit hebben my de boeren gebakken. LcBoutq Den volgenden dag vernam ik vcifom'na niet alleen, dat den Heer Ie Boucq Bitavutc van den Edelen Achtbaren Raad van Policy zyne ordonnantie was t'huis gezonden, achtervolgens dewelke hy met vrouw , en kind, (laven en met al zyn ander huisraad, met 't eerfte lchip na Batavia zou- de keren; maar insgelyks dat de- zelve behelsde eene fuspenfie van prediken, en verrichten van zyn ampt , tot dat hy of van de hoge Indifche Regering te Batavia ge- abiol veert, of van de Heren Be- windhebberen in Holland nader order zoude ontfangen hebben, waar aan echter zeer getwyffelt wierd; ten dele om dat 't bericht van den gemelden Raad meer in- gang zoude vinden dan de flechte woorden van dezen prediker ; ten dele ook, om dat zyne oplopent- heid alomme bekent was, enhy beter zoude dienen tot een Over- II. ud gy ook kön- nen fcheppen in 't lezen van een partj particuliere iaken^welke on- der anderen een burger, genaamt Elers, met den gemelden Francois van der Steil gehad , en deswegen den Heer Gouverneur verzocht heeft , ten einde hem de acten van de Secretary mogten worden ge- zonden , welke hy in de vorige re- gering niet had mogen bekomen; als mede wanneer ik 't uitdrukke- lyk bevel aan den Secretaris 0 wel hier aan de Kaap, als in Holland of ook wel elders in 't gebied der Heren Staten Gene- raal der Vereenigde Provintien , in perzoon of do^r gefubititueer- den voor alle Rechtbanken te age- ren ; hare zaken en zwevende verfchillen tegen den Heer van der Steil en eenige anderen , of ook tegen een ieder te defende- ren ; lïtent te contelleren ; repli- ceren ; dupliceren; allerlei be- wvs-ftukken te produceren, in rechten te concluderen ; cum ple- no, pofte ftate, (met volkome magt) eenen of ook meer perzonen ad li- teste fubltitueren ; der Conltitu- anten welzyn te behertigen, en haar recht te bevorderen; met belofte, dat zy alles voor goed en wettig zullen houden, 't geen zy Tas en van der Heyde, of der- zelver gefubltitueerden , in der Conftituanten naam gedaan heb- ben, of nog doen /uilen, enz. uitwe k- Deze volmagt heeft ten eerften rel daar . , , van. een groot opzien gemaakt; de IL 7)eel volle Raad alhier zelf quam dezel- ve zeer vreemd voor, en de Iris- kaal independent , de Heer Hle- fius kon ze voornamei vK ../ins £ weigen; en zeide hy in myn In zvn, tegens een van zync goede vrienden, dar deze volmagt hem zeer gevaarlyk voorquam; aange- zien dezelve zeer fchadelyke ge- volgen zoude können na zich lie- pen. Ondcrtullchen heeft zich lang gene gelegenthcid willen aanbie- den, waarby deze gevolmagtigden cenig voordeel behalen konden ; tot dat eindclyk de Heer van der Steil zyne Dedu&ie in Holland liet drukken , om zich van alles te zui- veren ; dog hoe deze defenfie mee de waarheid beftonr, bebben deze twee gevolmagtigden in hare kort daar opuitgekomene Contra De- ductie een ieder klaar voor oogen gefielt, waar op ik my kortheids- halve beroep. Zoo dra Tas en van der Heyde de volmagt hadden bekomen, fmeekte zy den CommifTäris Si- mons onderdanig om reliitutie van hare ontroofde eer; om dat de Voortreflelyke vergadering de Heren Zeventienen in Holland, uit hoofde van hunnen brief van den 30. Ocï:. 1706., zulks zelf hadden bevolen; dog deze Heer Commiiraris gaf haar quaad be- fcheid, en liet haar bedroeft hene gaan, en handelde aldus met hen niet beter , dan eenige dagen voorheen met zynen Vice-Admi- raal en Schout-bynagt ; waar van hy den eerifen op deszelfs voor- rtel , dat de Retour-vloot achter- volgens het bevel uit Holland en Indie, den r. April onder zeil gaan, en haren weg na Holland bevorderen moeft , waar toe hy als Admiraal tydig bchoorlvke tocftel moeil maken, zeer qualyk bejegende, en haar fchriftelyk proteit , tegen zvn vertoeven gedaan , verachte ; zonder te letten , dat de Voortreffelyke Maatfchappy daar door zeer groot nadeel quam te leiden. H h h Daar 426 BESCHRYVING VAN DE A tieregen • ;n:et Beert Simon van der Steil houd een gaft- tnaaï. ïr;waa;i gallmaal. Daar was aldus van dezen Heer Commiilaris niet veel te verkry- gen, ten ware zulks met zyn ei- gen belang overeenquam ; om dies wille wierden ook de meerge- melde Tas, Jakob Louw en eeni- ge anderen niet gehoort, wanneer zy een fchriftelyke getuigenis van zich wilden laten vervaardigen, om de overgrote valsheid van den Secretaris Abraham Poulle aan den dag te brengen, en met eede te itavcn; want deze' menfehen wierden afgewezen , en men ge- doogde niet, dat de valsheid van den gemelden Poulle aan den dag quam ; daarentegen konde men den Oppertuinman, Jan Hertog heel ras van^ynen dienfl: ontflaan , om dat hy den Heer van der Steil op zyn Verregelegen beter dienlt doen konde, dan dat hy in dienlt van de Voortreffelyke Maatfchap- py gebleven was ; terwyl de tref- felyke tuin alhier fchier gantfeh verzuimt wierd. Eer nog de Retourvloot aldus dezen haven verlaten konde, wierd de Heer Commiflaris en Admiraal Simons, nevens vele an- dere voorname Heren , door den ouden Heer Gouverneur Simon van der Steil op Conftantia ter maaltyd verzocht, welk beleeft verzoek deze ook aannam, en zich nevens zyne gemalin, in ge- zelfchap van den Heer Gouver- neur van AfTenburg, den Heer d'Abling en zyne huisvrouw, den Heer Gouverneur Willem Adri- aan van der Steil en zyne gemalin enoudfte dochter, den 8. April, ' zynde de eer fte Paafchdag , der- waards begaf; dezelven wierden te paard ge volgt door den Schip- per, Jan Duverfeyn, en den Op- permeeitcr, Adriaan Smid, wel- ke zich allen aldaar wakker vro- lyk maakten, en tot laat in den a- vondonpailelyk en qualyk geitclt," hier weder te rug quamen. 1 )oor dien zy zich nu allen bui- ten den lieer van der Steil en den Heer d'Abling zeer Hecht bevon- den, en onder yzelyk braken on- gemene pyn hadden, zoo dat zy in 't aangezicht en op de handen gantfeh blaauw waren , zoo wierd van dit galtmaal alhier verfchei- dentlyk gelproken; te meer om dat de gemelde Oppermeelter Smid zelf bekende, dat hemen alle anderen, die t'huis komende overgeven moeiten, onder den roden wyn vergift was ingelchon- ken. Wat my aanbelangt , ik kan daar van niet oordelen ; om dat ik niet daarby bengeweelt, en geen van die Heren in dezen toeltand gezien heb ; ondertulTchen is 'my niet onbewull, dat alle inwoners alhier den ouden Heer van der Steil opentlyk hebben befchuldigt, dat hy gif onder den wyh had ge- mengt; 't' welk hy dan ook zelf tegen den Oppermeelter Juftus Benraad, achtervolgens zynen ei- genen brief van den 17. April 1708. , dien hy aan een van zynen vrienden in Holland gefchreven heeft, zoude hebben gezegt. Ik zoude den Lezer deszelfs öwSchrg brief wel van woord tot woord dachten können mededelen, ten ware ikdaarvain beducht was, om u met dierge- lykc zaken laüig te vallen, of aan 't geen anderen da:.r van fchryven, en oordelen, deel nemen wilde; maar wyl ik zulks ongaarn doe, en niemand iets te lalten leg, 't welk niet een iegelyk zonne klaar in de oogen fchynt, zoo fchort ik myn oordeel op, en laat een ieder vry, daar van te geloven en te denken, dat hem waar toefchynt. OndertulTchen zag ik enkelyk, J"^ dat het zich laat aanzien, als of vloot- c aan de Kaap alhier alles in onee- voerders. nigheid leven moet, en weinig of niets in vrede uitgevoert kan wor- den; want alle myne Hoofdltuk- ken zyn fchier vol van verfehillen, die tuilchen de inwoners, ja zelfs onder de Overheid gerezen zyn ; nu hceiiehte de twiltgod weder elders, en wierp den appel onder de Vloot- voerders; aangezien de Vice- KAAP de GOEDE HOOP. Tuflchcn La da 11 Bk-üus. 427 dat haar Edelen Hoog Achtbaren* onder anderen met zet r veel tegen- zin hadden gezien y de overgr 'en en den, tuffèhenet (teder ///;. r en de Kaapfche Re- ing ontßaan; en wyl zy ten dien einde wH uitdrukkelyk betuigen* dat gemelden ha Ten //oog Achtbaren zoo welaan de ceue als van de andere zyde > rh.cn, nam, datzul s revaarlyke gevol- da voortaan zulke en,dierge- gen zoude hebben können na zich lyke verdrietige materien niet mo- llepen ; ten ware de gemelde gen voorkomen; i/mar dat een teder CommhTaris tot inkeer gekomen was, en zyne millag bekent had. Niet minder onfltont kort daar na over 't losbranden van eenige Hukken ka ^on , tufTchen den Yicc - Admiraal Gerlach , S :hout-by-N 1 I . ' nd dat ik zeide, dat het den i j. Mey zoo fterkhad rit , dal '( r drie lykèn uit hunne graven gelpoelt wierd Ik acht echter aaamerkenswaar- dig, dal def. gevolma tigdei i den 1 leer van der Steil , te wet n m- de f -leren Willem Ten Dam , Hendrik Donker, Hendrik Bou- man, Michiel Leg, en Jan Her- tog, naauwlvks drie w eken nades- zelfs vertrek een begin hebben ge- maakt, eenige väriZyne roerende goederen, als (laven en flavlnnen oflen, wagens, ploegen, zeer ve- le bereide herts-huiden , fchilde- ryen, (toelen, bedden, en ander huisraad te verkopen, waar van /y veel geld gemaakt, enovergezon- den hebben ; lehoon zy nu vyf da- gen met verkopen bezig z\ n ge- weett, zoo is echter van 't geen hv achtergelaten heeft, 't klein de gedeelte verkof t ; aangezien 'er nog zeer vele verkopingen van zv- ne goederen naderhand aangeltclt zvn ; akoo hy ruim i f o. (laven en (la vinnen, xoooo fchapen, iiooo (tuks rundvee, eene menigte paar- den en ezels heeft hier gelaten, die alle een fcho in kapitaal uit maakten , fchoon hy van zyn prag- tig Verre ge Ie ge 11 na zyn vertrek Jüift zoo veel voordeel niet mag getrokken hebben. JJhh XXXIV. KOOrT- 430 B E S C H R Y V I N G van de XXXIV. HOOFTSTUK. Van al 't geen zedert het vertrek van den Com- miliaris Simons tot dat van den ichryver is voorgevallen , 't welk in zeldzame gevallen , wonderbare gefchiedeniiïen, en aanmerkens- waardige veranderingen beftaat. Bericht der voornaam/Ie zaken. Een buffel-os word in zee gejaagt. Word gexelt. Jan yfmprecbt word van een Olyfant dood getrapt Le Bovcq word weder na Batavia gezon- den. Jan Laurens van Bremen reiß na olland Poulle word na Batavia gefunden. Twes ßavenßaan htm meefler dood H 'orden <-rra raakt De Retour-vloot komt onder Jan van Hoorn aan Beveelt een Jchans aan de Waterpl r te lot/wen. Le Meurs word Land-droß. Roekeloze aan/lag van cenige flaven en ßavirmen. Lopen weg , en ftiyden een Scboap-boeder den bals af. Vermoorden een Duit f eher Worden gevat en na verdienfle geflraft. De Fis- kaal Blrfius (Ier ft. Van Putten word Fiskaal. eP Ahling gaat aU Raad van Indie na Ba- t via Helot komt in zyn plaats. Stetlmuo(ch brand af lTan Beaumont word Fiskaal Independent. Van P-tten gaat na Batavia Mahieu en 'I bihault gearreßeert. Thihault word geparlunneert F en ßaaf fnyd eerfl eenflavin, en daar na zit; zelf den bals af. Een hrindß'gter word levendig verbrand. De Gouverneur van Affenhurg ßerft De oude Gouverneur Simon van der Stell ßerft. Haar beider lykflaatzie. Vergeeffche vrees voor F tmfche fehepen. Be febryver word blind. Word van lielot vervolgt De Lvnd-drofl Mulder legt zyn dienß neer. De Scbryver word afgezet. De febryver moet na Holland vertrekken. Bericht van de voor- CiAmlle. tikeji. D oordien ik als nu van voor- nemen ben, delaatite hand aan alle myne verhalen en hiitori- fche berichten van de aan deze Kaap voorgevallene zaken, te leggen, zoo moet ik noodzakelyk van de meefte byzonderheden ftil- zwygen, en my alleenlyk met de voornaamfte zaken bezig houden, om dat dezelve, als ik ze uitvoer- lyk verhaal, onfeilbaar genoeg- zame ftoffe uitleveren zullen, om den Lezer myn laatite bericht me- de te delen. De Lezer zal echter niet q ua- lyk duiden , als ik my aan geen netten tydorder bind, wam wanneer ik dit doen en myne aan- tekeningen doorlopen wilde, zou- de ik dikwyls genoopt worden, vele by-zaken intelallen, welke ik voorgenomen heb, hier uit te laten; derhalven acht ikraadzaamfl: deze nieuwsgierigheid te laten va- ren, en maarby 't hoofdwerk en 't geen u te weten, 't noodzakelyk- ftelchynt, te blyven. Onder zulke zeldzaamheden re-^JJf* ken ik billyk mede; dat een buf- «ie zee gc-. fel-os die zich voor deze aan dejaagt' bevvulle W aterplas onthield , van eenige jonge burgers met fchietge- weer vervolgt wi'erd; en dat de- zelve door 't veel fchieten, en voornamelyk door een rood vefr. van een van zyne vervolgers hef- tig boos gemaakt 7ynde, en ech- ter niet ontfnappen konnende, om dat hy van hen alommeomringt was, in 'Zee fprong, om zich met 't overzwemmen van den haven te falvercn, welke haven tenminiten drie mylcn breed was. Deve wanneer hy reeds een uur ver had gezwommen, en dicht b\ 't fchip Grin menllein , 't welk ten anker lag, quam, wierd uit 't zelve met een kogel gevelt, en met KAAP de GOEDE HOOP 43t De Schry ver be- krast igt cc .1 v.m vo- rige be- lichten. Jan Armp- recht word van een Olvt'ant doo ge- ' ttapt. met touwen in 'i lalt, al- waar hyQpbevel van denl Ir.Gou- vernenr van Aflenl topten en verteert wierd; de huid < ter , waar aan d horens gelaten n , wierd der to igenaait , en i daar zyn reeds \ kodie- ren i als een Leeuw en eene Leeuwin', een Rhinoceros, e« n oudeentweejongeZee-ko 'jen,een Elanddier, verfcheide wilde bi ken en herten , midsgaders ver- fcheide zeehonderr, op zulke wvs in een zeker vertrek van 't tuinhuis der VoortrefFelyke Maatfchappy aldus opgezet ; en können de vreemdelingen dezelve voor een gering geld voor den Opzetter, zien. Van deze en diergelyke dieren heb ik reeds in een arzonderlyk Hoofdiluk uitvoerlyk gehandelt, en ter zelver tyd gemeld, dat zoo wel deze Buffel-oilen, als de Rhi- noceroilen en Olvfanten, heel ver zwemmen en haar leven daar door falveren können; dienvolgens heb ik dit exempel enkelyk alsech klaar bewys van 't voormaals ver- haalde, willen bybrengen, ten einde de Lezer geen redenen zou- de können hebben, om myvan eenige leugens of onwaarheden te b ti :hten ; te meer als gy daar by g*de Qaat, dat ik gemeld heb, dat deze dieren vele centners zwaar zyn. Om diezelve redenen moet ik u nog iets van eenen Olyfant ver- halen , als ftrekkende insgelyks tot een bewys van 't voorverhaal- de. Jan Armprecht, die opzicht had over de Haven, welke in de groene kloven de fchapen van den meergemclden Henning Huffing hoeden, fchoot eens op eenen O- lyfant , die ongemene fchone gro- te tanden had ; dog' de fchoot miffende, quam de Olyfant op hem af, floeg de tromp op zyn lyf, nam hem op, en wierp hem met eene grote kragt tegen den grond aan, waar na hy met zyne brede voeten zon lai hoofd trapte, tol • • louter kleine Hu /oo doorluchtig was , dat men 'er doo I ■ tien kon. ! «weder den dr tad \ m myn ' voorgaande verhaal te volgen,, ion de 1 leer Ie Boucq c tyd, na dat hv gefüspendéert w as, ' nen y.yne bezolding , k< en alle overige emolumenten in- hield, ruil gehad had, zoo heeft hv eindelyk, niet tegenilaan Drakenlleenfche nte, wel- kers Prediker hy acht« r volgens de order van de hoge R. te Batavia, zyn zoude, ver! le- malen heeft verzocht , dat hy haar mögt worden toegezonden , bevel bekomen , met zyne familie en o- verige bagagienaBata\ ia te zeilen, z*ich aldaar voor de hoge Indifche Redering te verantwoorden , en verder af te wachten , wat hem zoude worden bevolen. Hier over zegepraalden zyne janLau- vyanden, en zoude de Heer K. 1- £ns van , .... . Bremen den voornamelyk nier over in zyn reut na fchik zyn geweeit,ten zy hy reeds Hollan- pendent, de Heer Johannes Ble- ^ fius alhier komen te pverlydjeaVdsadfeiof. aan wien de burgers , zoo zy hem anders niets te danken hebben, den roem moeten geven , dat hy door zyn wys beleid by den Raad van juititic te wege heeft gebragt, datgcenburger,welkersflaafofila- vin den dood verdient heelt,voort- aan iets aan den gemelden Raad hoeft te betalen ; terwyl een bur- ger voor dezen niet alleen zynen üaaf of ilav in verloor, maar daaren- boven ioo. ryksdaalders aan kos- ten betalen moeit. Hy wierd zoo veel te meer be- van Pat- klaagt, hoe Hechter hen zyn Suc- |5n w?ld cefleur aanltont , dien de Heer Gouverneur van Ailenburg ad in- terim aanltelde, tot dat deze of door de Heren Bewindhebberen in Holland beveiligt , of een an- der herwaards gezonden zoude worden. Deze was de Heer \Y il- lem van Putten, die zich voor- maals voor de gantfche burgery als een gruwzame weerhaan had getoont, zoo als voor dezen reeds bericht is. Wanneer hy nu 't zwaard zelfs in handen kreeg , vreesde een ieder , na mate dat hy reeds Haaltjes van zyne wreed- heid gevoelt had ; gelyk hy dan zoo voort in den beginne den bur- gers op 't itrengite liet verbieden, hout te halen , 1'choon zy het niet ontberen, en 't voor geld niet al- tyd bekomen konden. Men hoopte, dat de Admiraal DeVos van de Retour- vloot en Commif-^.1^"' faris van dit gouvernement, de Heer Pieter de Vos, geweze or- dinaris Raad van Indic , eene ver- andering daar in zoude gemaakt hebben; dog dezen had de goed- heid, aan van Putten daarenboven te beloven, in Holland te weeg te brengen, dat hy Fiskaal bleef; 't welk KAAP de GOEDE HOOP +& d'AMing Ra.i 1 van . na Dai.un. Helot komt in de p .irs van den Heer d'Abling. Stcllen- bolch brand af. welk bv de inwoners eene tarn ke ontlteltenis veroorzaakte , wel- ke echter naderhand v over- ging, zoo als kon hier na zal ' den <>• hoort. Want kort daar na ontfïng men hier brieven, mettyding, dm de 1 1 -ten Bewindhebbcrcn den I leer d' Vbling tor extraordinaris Raad van Indie benoemt hadden, en be- volen, na Batavia te vertrekken i 't welk den inwoners alhier geen kleinen trooit verwekte. Hy ging echter ras de palen der be- lcheidcnheid te buiten, om dat hy Op 't fchïpj waar mede hy ver- trekken zoude, eene vlag van den groten malt waajen liet, en een ttuk kanon liet losbranden, wan- neer dezelve opegheifcht wierd , 't welk echter den Heer Gouver- neur tot een affront zoude hebben geltrekt, zoo hy zulks niet belet had , aangezien de Heer d'Abling niet zeggen konde, dat hy reeds extraordinaris Raad van ïndiewas; om dat hy nog gene zitting geno- men had; behalven dat de plaats en woning der Raden te Batavia was, en hy aldus den rang aan den Heer Gouverneur laten moeit tot dit hy vertrok. 'Zoo dra de Heer d'Abling dit bevel ontfangen had, moert hy de goederen en Koopmanschappen der YoortretTelyke Maatfchappy, welke hy tot nu onder zyne be- waring had gehad, aan zynen Suc- ceffeur, den Heer Helot over- geven ; deze , die zich in zulk een gewigtig ampt niet wilt te ma- tigen , wierd nevens zyne huis- vrouw onverdragelyk hovaardig en vermetel; zelfs zoo verre, dat hy de fchu'dige gehoorzaamheid aan den Heer Gouverneur wei- gerde, en zeer onbetamelyke din- gen deed ; zoo dat de Heer Gou- verneur nevens de gantfche Raad van Policy genoodzaakt was, hem eenigen tyd uit de vergadering te laten , om hem daar door tot be- tere gedachten te brengen. Om dezen zelven tyd, of ei- ■itlvk in den oogft, die hierin December invalt, is 'er een ! droeft geval gebeurt, waarvan , ik voordezen reeds cenigc n - die • lan heb, 'i '.vi ' r in beftaal ; De toenmalige I ,arvd droit, Samuel Martinus de Mcurs had doorzyn flaafvuurin zyn vertrek | laren brengen, om een pyp tabak te roken ; doof dien nu de Zuid- I oolte wind heftig waaide, de deur van de binnenplaats open Jtont ,cn de (laaf na 't vuur niet keek, zoo waaide de wind eenige vonken te- gen 't dak aan, welke 't zelve om . dat alle daken van riet zyn, zoo | voort in den brand zetteden, zoo , dat binnen den tyd vantwecuuren 't rechthuis, waar in de brand ont- 1 ftönt, de kerk, en 't grootlte ge- ; deelte van 't dorp in de afïchc gc- i legt was. Staat aan te merken, I dat het tegen overftaande predi- ! kers huis nevens de gantfche ry huizen onbefchadigt is gebleven, ■ daar zy nogtans met den minfl.cn j wind 't grootlte gevaar zouden ge- | leden hebben , en dat het huis van den Secretaris en Ziekentrooftcr Jan Mahieu , onfeilbaar aan de ! vlam opgeoriert zoude zyn ge- weelt; ten ware de genen, welke I hy tot ter dood vervolgt heeft, den brand hadden helpen blulTchen. Gelyk echter God gewoon is , 1%%'* na (lecht weder en gevaarlyke Fiskaal in- ïtormwinden , zyne Genade-zon te dcrcnd-nt- laten fchynen, aldus liet hy ook den inwoners alhier op hunne vo- rige benaauwtheid eene ftraal van troolt zien ; om dat zy vernamen, dat de Heren Bewindhebbercn den Heer van Beaumont, fchoon- zoon van wylen den Heer. Blehus, tot Fiskaal independent aangeitelt hadden ; en fchoon hy zich tot nu op Ceylon had onthouden , zoo verhaafte hy zyne overkomft, waar mede hy de burgers allen ver- heugde , 't geen den Heer van Putten op 't uiterfte fmerte , die ook kort nadeszelfs komftzyne bediening van Onder-Koopmaii en Pakhuismeelter ncerleide , en daar Iii 3 op 43S BE SCHRY VÏNG van de Vi len den Land- droft en denHr. :ttcn ten gevai - ncn. Tl op zyne demiilïe na Batavia ver- k.reè'g" , , ij Eer hy nog vertrok, en aldus voor de kornit van den Heer van Beaumont, ilièrf de Landdroft, Samuel Martini de Meurs, wel- ker plaats de Heer Gouverneur van AlFenburg aan den gewezen Landdroit, Jan Mulder, opdroeg. t dezen geraakte de Heer van Puiten in een heftig verfchil , waar van ik reeds overlang melding heb gedaan , en derhalven nodeloos aclit, 't zelve te herhalen ; de re- de echter, van 't verfchil, welke ik voormaals niet hebbe gemeld , was een gevangene, dien de Heer van Putten gaarri in rechten ver- volgt had ; om dat hy als noggeen gelegentheid had gehad, om ie- mand na de andere -waereld te zenden; dog vermids de Land- droit zich in zyn ampt niet wilde laten benadelen, zoo wierd door eenen anderen misdadiger die in hechtenis gezet wierd. , dit verfchil by gelegt, dien hy door den Itrop het leven benemen konde , ter- wyl de Landdroft den zynen ook zyn recht toekomen liet. Naauwelyks hadde deze nieuwe Landdroft zyn ampt aanvaard, of daar quamen yzelyke klagten over den Secretaris Mahieu, onder an- deren ; dat hy faÜlteiten gepleegt, met diefilallen te' doen gehad en nog veel andere oribetamelyke {tukken bedreven had ; door dien de Heer van Altenburg die klag- ten dagelyks moeit horen, zoo zag hy zich eindelyk genoodzaakt, dezen Mahieu te fuspenderen, en alle zyne papieren te laten verze- gelen; dit quam den menfehen niet vreemd voor, om dat Daniel Thibault, Secretaris van den Raad van Juftitie kort voorheen , over eenigen misflag, tegen den Heer Gouverneur begaan, 't zelve nood- lot gehad had. ' hoort deze laatfte bevel on t- fïng, na ßataviä te vertrekken, zoo is echter den Heer Gouver- .r door de voorfpraak van zeer vele Heeren bewogen geworden , om hem in zyn ampt te herftellen. Mahieu echter , welkers kerfltok hoe langs hoe groter wierd , moeit voor lief nemen, dat hy gefuspen- deert bleef, en zyne plaats aan my ad interim vertrouwt wierd, ge- lyk ik dan den zx. Oct. 1711. den eed deswegen heb afgelegt, en Maandag daar aan volgende, in den Raad verfchenen, en de pa- pieren na 't aflichten van de ze- gels, in byzvn van den gemelden Mahieu overgenomen heb. Ik wil niet zeggen, hoe verward ik deze papieren vond , ten einde rnen my niet van eenige pailie ver- denke; als mede geen gewag ma- ken, van de grove miftlagen, wel- ke hy heeft begaan, in 't fcheuren van veel bladen uit de Protokol- len, 't welk zelfs in geenKoop- mans-boek gedoogt, veel min als geloofwaardig aangenomen word; ten einde niemand zoude können zeggen, dat ik hem tot een Fal- faris maakte ; dog zal my niemand, qualyk duiden, wanneer ik zeg, dat hy nog by zyne vrienden nog by zyne vyanden gezien was, om dat elk een zyn gedrag kende, en niemand hem vertrouwde. De Heer Helot zoude onfeilbaar ook zoo veel werk niet van hem ge- maakt, en getracht hebben, my om hem te vervolgen ; ten ware hy iets ten gevalle van zyne bed- genoot had moeten doen ; als die hem om zeker, maar hier met ftilzwygen verby te gane redenen , voorftaan moeit. Terwyl ik echter dit ampt be- vaJ^ kleedde, vielen 'er zeer zeldzame naaf. zaken voor, waar van ik 'er maar eenige mededelen zal; want de- zelve alle te verhalen, zoude te wydlopig en te verdrietig vallen ; van moordaardige flaven heb ik reeds een gruwzaam exempel ver- haalt; dog tegenswoordig zal ik met korte woorden zeggen, dat een flaaf van den Heer Pieter van derBeyleene flavin, welke zyne byflaapwas, eninsgelyks aan den gemel- KAAP de GOEDE HOOP. 439 gemeiden van der Reyl toebe- hoorde, uit minncnyd, als of zy 't ook met anderen hield, in den tuin den hals affneed, welke ik nevens twee andere gerechtsper- zonen en een Meetter nebbe moe- ten befchouwen, en bevelen, dat ze begraven wierd. De ilaaf of dader wierd zoo voort deswegen verdacht gehouden, en in hechte- nis gezet, enfehoon men hem o- veral betarte, en alles waar mede hy zich belchadigen kon wegnam , zoo merkte men evenwel niet, dat hy ondereenen ouden lap, dienhy op zynen rok had genaait, een fcheermes verburgen had, waar mede hy zich zelven den derden dag van zyne ge vanken is den hals affneed ,om zwaarder ftrafte t'ont- gaan. Een Een ander , dien de Heer El- KJïh" zevier heeft laten verkopen, ver- ïevendver- floute zich uit wraakzucht, 't huis van zynen gewezenen Heer op Elzenburg in den brand te Heken ; door dien hy echter door de Ha- ven, die 't huis bewaarden, ver- fcheidemalen in zyn voornemen belet, eneindelyk door dezelven gevat, en herwaards na Stellen- bofeh gebragt wierd, zoo liet de Landdroit Mulder hem na de Kaap brengen, en maakte hem na vry willige bekentenis zyn proces, welkers flot was, dat hy met een keten om 't lichaam aan een paal zoude valtgemaakt, en hout ront- om hem gelegt, en aldus levend verbrand of gebraden werden. Nooit had ik können denken, dat eenmenfeh, dien de vlam ge- ftadig in de oogen en in 't aange- zicht fpeelt, zoo lang konde le- ven, als deze deed ; Want hy liep niet alleen lang rontom den paal , en weerde de vlam van zich af, maar hy beweegde heel lang ar- men en beenen, en riep overluid O T)eos mio pay! O God myn Va- der! en leefde aldus ruim een quartier uurs in 't vuur. Waar uit dan licht is af te nemen, dat, wyl zyn lichaam niet verbrand maar gebraden is, zulks een zeer pyne- lyke en erbarnvlykc dood moet zyn, waar mede fchier geene zoort van dood kan vergeleken wor- den. Maar genoeg van zulke be- DcGo1 droefde exempels , welke quaad- 'aSen aardige Haven fchier dagelyks ver- burjj «erft (trekken; een veel dieper wonde heeft de dood van den Gouver- neur den Heer Louis van Atfen- buvg niet alleen in myn hert, maar ook in dat van alle andere inwo- ners veroorzaakt; want als ik be- denk, wat voor een dapper, vvys en verrtandig Heer hy is geweeit; wanneer ik ovcrwege , welke heldhaftige daden hy tegen den erfvyand der Chriitenen , den Turk, in dienll van den Keizer heeft uitgevoert ; byaldien ik ga- de fla, met welke weergaloze dapperheid hy eens 't eiland Cy- prus dwars, doorgezet, en den aanflag der Turken verydek heeft ; zoo ik my te binnen breng, met welken heldenmoed hy op deze reis uit Holland na deze lan- den , de Portugezen te Brazil heeft te keer gegaan, en indien ik eindelyk nadenk, hoe wel ge- moed, welgedaan, en gezond hy hier is aangekomen, zoo kan ik niet en geen inwoner nevens my met een goed gewilTen anders oordelen, dan dat deze gezonde luchtftreek hem niet wel heeft ge- flagen , of dat roekeloze menfehen hem een quaad hebben toege« bragt, waardoor hy zyne geheu- genis quyt geraakt is en langzamer hand zyne kragten heeft verloren, en wy eindelyk 't droevig noodlot hebben moeten ondergaan , van hem voor eeuwig te derven. Ik zoude mynen Lezer tegens- De 0VL<* woordig de lykHaatzie van een nSoc Gouverneur wel befchry ven ; dog van der gy zult hope ik, niet qualyk tkri- SteUfterfi den , dat ik alvorens zeg, dat niet lang daar na de oude Heer Gou - verneur Simon van der Steil, ten huize van Jan Pfeiffer , Pachter der wynen en brandewynen , is o- verle- BESCHRYVING van de Lyldhat- lic van beide Gou- rerneurs. 4+0 verleden. Wie deze Heer van der Steil isgeweefl? wathyin 't Vaderland heeft bedient ? hoe lang en op welke wyze hy het roer van de regering alhier heeft beftiert? van welken inborft hy geweeft is ? en hoe hy in den gemenen omme- gang is geweeft? acht ik onnodig, Helot met veel omftandigheden wierd verhaalt, en hy wel wiil, hoe veel de Voortreffelyke Maat- fchappy aan deze plaats gelegen was, zoo maakte hy alle nodige toeftel, om den vyand t'ontfan- gen; ten dien einde ontbood hy van 't land eenige manfchap, en alhier wydlopig te befchryven; ftelde zich in zodanigen ltaat, dat ten dele om dat de Lezer daar uit hy geruft konde zyn, dat hy aan geen vrucht zoude können halen, den vyand 't hoofd zoude können en ook door dien Jak ob van der Heyde , en Adam Tas zulks fchier op alle bladen van haar tegenver- toog gedaan hebben, waar op ik my kortheidshalve beroep. bieden, zonder echter 't land van volk t'ontbloten. Dog wanneer men de zaak wat naauwer onder- zocht, waren 't louter herzen- fchimmen , de vrees nevens de De lykftaatzien van den Heer ; toeftel vergeefs, en de dapperheid Vergeef- fchc vrees voorde Franfche fchepen. van der Steil en den Heer van Af- fenburg zyn beide meeft eenerlei geweeft ; behalven dat by den Heer van Affenburg alle de bur- gers 't lyk met lange rouwmantels en hangende lamfers hebben ge- volgt. Voor 't overige waren by beide deze ftaatzien, een paard , meteen rouwkleed, en de trom- mels op een en dezelze wyze met 2wart laken overtrokken ; wyders waren de wapendragers eenerlei , de militie van een gelyk getal, en eindelyk wierden by beide begra- feniffen even veel Kanonfchoten gedaan , en hare graffchriften in de Kerk waren elkander niet onge- lyk ; en beftont het eenigfte onder- fcheid in de droefheid ; wie een recht begrip van deze lykftaatzie hebben wil, overweeg flechts de plechtigheden, die by 't begraven van grote Heren in Europa wor- den in acht genomen , zoo zal hy te lichter een net begrip hier van hebben können. Kort na de dood van den Heer van Affenburg, wanneer de Heer Helot het roer van de regering in de hand nam , ontftont 'er een gerucht, als of 'er drie Franfche Kapers voor dezen haven krui- ften , en zich gelieten , als of zy eenc landing doen, en deze Kaap pionderen of zelfs aan den Koning van Vrankryk onderdanig maken wilden. Vermids zulks den Heer van den Heer Helot quam niet te ftade. Drie dagen voorheen had ik 't ongeluk dat God my in den nagt tuftchen den z6. en 1.7. April van 't gezicht zodanig beroofde , dat ik wel fchryven, maar zeer be- zwaarlyk lezen konde , fchoon de letters nog zoo groot en duide- lyk gefchreven of gedrukt waren; en fchoon ik my een draad van paardehaar door den nek liet trek- ken, een fiftel liet fnyden, een fpaanfche vliege-pleifter en ver- fcheide andere middelen gebruik- te, zoo wierd zulks tot myn over*- grote droefheid, hoe langs hoe erger. Midlerwyl, doordien ik fchry- ven kon, zoo kon ik myne fonftie nog waarnemen ; voornamelyk wyl 'er niets buiten gewoonlyk voorviel ; en fchoon 't gantfche Stellenbofïche en Drakenfteenfche Raads-Collegie van de Weduwe Elberts by haar laatfle wil tot exe- cuteurs was benoemt, 't welk ook aangenomen wierd, zooverfchaf- te my zulks echter weinig moei- te, om dat't meefte reeds opgete- kentwas, eer dit ongeluk my o- verquam; en eindelyk fchoon 'er een gerucht ontftont, dat de Hot- tentotten aan de dieplt landwaards in gelegene Europeanen , te we- ten aan de Honingbergen, haar vee afnemen, dezelve van hare woon- De Schry- ver word blind. KAAP de GOEDE HOOP. ++! Hdüt ver Vülgt. woonplaatzen verjagen, en ver- volgens de Europeanen, wyl het in den drogen tyd, dxt is in de maand van November was, vor- der te rug jagen wilden, en des- wegen een tamelyke manfehap, met veel bagagic en levensmid- delen verzien , gecommandeert wierd, om hen af te weren, zoo had ik evenwel daar by niet veel te Verrichten j zoude ook vergeefs zyn geweeft, om dat aan de gant- fche zaak geen waar woord was. van Wanneer de Heer Helot zulks vernam, zoo achte hy zulks wa- ter op zynen molen te zyn ; om dat hy tot nü geene gelegentheid had gehad, den afgezetten Ma- hieu te helpen; des niet tegen- ilaande dorft hy my niet wel aan boord klampen, om dat hy wel wilt, dat 'er gedurende myne be- diening vele brieven zoo wel aan den Heer Gouverneur en Raad, als aan de Wees-Kamer, waarvan hy Prefident was , afgegaan wa- ren , waar tegen niemand iets wift in te brengen ; derhalven moeft hy de zaak gantfeh anders aantas- ten , en eerft den Landdrolt , Jan Mulder t'onderbrengen, eer en alvorens hy my aan 't ly f komen en Mahieu helpen konde. Om echter dezen wakkeren man, die'tampt van een Opper- Direeteur driemaal beter verftont, als Helot, van zvnen dienft t'ont- zetten, en een ander daar toe te bevorderen , die hem door zyne voorname vriendfehap gewigtige dienften doen konde , gebruikte hy allerhande liften en lägen ; door dien hy echter gene rechtmatige redenen vinden konde , zoo nam men zyn toevlugt tot beuzelingen, om enkelvk zyn oogmerk te be- reiken ; gelyk dan de Heer Helot onder anderen eene billyke oor- zaak om hem af te zetten geachte te zyn, dat Mulder acht dagen aan ftrand met vifTchen doorge- bragt, en daar door de Compa- gnies en Colonies zaken verzuimt had; zonder te denken, dat hy IL T>ecl. De Land- doft Mul- der legt 7.ynen neer. zelf dikwyls langer afvve/ent was geweeft; fchoon de Compagnie pen op hem wachten, en ha- re depêches van hem hebben moe- iten. Dog wanneer de gemelde I .inddroft Mulder gade flocg, dat hy gene kinderen had, en aldus met zyne huisvrouw in ruft leven k>n, zoo leide hy eindelvk zynen dienft neder, 't welk 't geen was , dat Helot zocht. Kon daar op wierd Dominicus Dc SchrT Dir t\ t ver word nlelius, jonglte zoon van den ge- afgezet, wezen Fiskaal independent en zwager van den tegenwoordigen, tot Landdroft anngcftelt, in de plaats van den Heer Mulder; met bevel, om van my in byzyn van een der twee Raadsleden , en niet van den gantfehen Raad, de pa- pieren van de Secretary te eif- fchen, en dezelve aan den gewe- zenen Secretaris Mahieu met eene behoorlyke lyft over te geven. Hoewel ik nu tegen zulke on- rechtmatige behandelingen had können protefteren , om dat de lichtvaardige en eerloze Mahieu geen inventaris nagelaten had, veellicht uit vreze, dat men ach- ter zyne bedriegelyke grepen ko- men zoude ; als mede door dien deze gewigtige fchriften my niet in 't byzyn van Gecommitteerden , maar yan;den vollen Raad overge- geven waren , zoo heb ik my e- venwèl liever aan de driften van den Heer Helot willen onderwer- pen 'i en de fchriften den Secretary aan -den niets deugenden, gantfeh onwaardigen Ziekentroofter of Voorlezer en na zyn waereldlyk ampt, pligtvergetenden , protokol verminkenden en vleienden Ma- hieu, in de tegenwoordigheid van den nieuwen Landdroft Blefius, en by zich hebbende Gecommit- teerden overgegeven ; doordien ik wel wilt, dat de Heer Helot in zyne ondernemingen voor dezen niet alleen hardnekkig was geweeft, maar dat hy ook tegenswoordig, daar hy den toom van de regering volkomen in zyne handen had,ee- Kkk nen 4+2 BESCHRYVINGvan de i en vry groter vyand zoude ver- ftrekken, als men niet blindelings Gehoorzaamde. ^ Na dat ik my hier toe willig toonde, en myne Secretale papie- ren op den voorgefchrevenen voet overgegeven had , moeite niet al- leen Blefius en zyne Gecommit- teerden bekennen , dat ik myne fonctie ordentlyk had waargeno- men, maar de gemelde Mahieu itont verbaaft, en betuigde inby- zyn van hen allen dat hy alle deze ichriftcn nooit in zodanige order gehad had, daar by voegende, dat hv voortaan ook zoo zoude doen. Wanneer hy ook de Protokollen doorlas, bekende hy tegens my vryvvillig, dat 't hem onmogelyk was, dezelve zoo kort, bondig en zinryk te houden ; liet daar op een paar Heffen roden wyn halen, en dronk dezelve onder veel vorfchen en vraagen ontrent eene beknop- te fchryfwys, met my uit. Door dezen nieuwen Landdroft den Heer" Blefius, ontfing ik na de overgave Heiot te- van deze fchriften bevel, dat ik schryver. my zoo voort na de Kaap begeven, en den Heer Helot opwachten zoude; dog ik bleef nog 8 dagen op Stellenbofch, eer ik derwaards Isde. Wanneer ik na 't groeten van eenige vrienden in de Ves- ting gekomen was, en mynepligt- plegingc aan den Heer Helot ab- gelegt had, fchrikte hy zodanig, dat hy my naauwelyks konde .ant- woorden , veellicht uit vreze ,dat ik tegen zyne gemaakte verande- ring veel zoude hebben weten in te brengen; wanneer hy echter hoorde, dat ik enkelyk na zyne bevelen vraagde , herhaalde hy zich een weinig, fchepte moed , en zeide: Blyft hier , dat ik u hebben kan, als ik u laat roepen, daar by voegende, ik moet bekennen , dat gy grote bequaamheid bezit, en is niets meer te beklagen,, dan dat gy u door uwe gewaande vrien- den hebt laten opmaken ; gaat maar heene,ik zal u wel laten roe- pen, als ik u van noden heb. Ik wilde my verantwoorden , maar hy ging hene, zonder my te horen. Ik moeft derhalven zulks voor lief nemen, en wierd door moeijelykheid zodanig met de vliegende jigt behebt, dat ik naauvvlyks in myn vertrek gaan kon ; wanneer ik eindelyk na 't gebruik van eenige artzenyen en trouwe hulp van eenen hoogduit- fchen barbier eenigzins beter wierd , zond de Heer Helot, zon- der my verder gehoort, gezien of gefproken te hebben, my bevel, om met 't fchip, 't Raadhuis van EnkhitizeU) na Holland te ver- trekken , mids dat ik met den Ka- pitein eeten zou ; dog kon hy my al geen groter quaad toevoegen, dan dat ik zonder bezolding moeft na huis wandelen. En hier mede heeft aldus deLe- De s*ry zer al 't geen ik aan deze Kaap on-^Ho? dervonden en waargenomen heb ; land ver- als mede hoe 't my aldaar dikwylstrekken' wel en dikwyls qualyk heeft ge- gaan, ja hoe 't my op 't laatft t'ee- nemaal tegen gelopen heeft. Wat echter de fchuld daar aan is, wil ik liever onder vier oogen verha- len, dan 't zelve met den druk ge- meen maken; voor 't overige is nu niets meer overig, dan dat ik den Lezer een kort maar waar- achtig bericht mededeel, van 't geen 'er op myne t'huis reize voorgevallen is. XXXV. HOOFT- KAAP de GOEDE HOOP. 44? XXXV. HO O F TS TUK. Van des Schryvcrs rcizc van de Kaap de Goede Hoop na Europa , midsgaders des zelfs by zon- derheden , en aankomft in Europa. De Scbryvtr begieß zig am boord- Wórd aldaar hoflyk on t fangen. De l 'loot vertrekt. Zei/d in drie dagen ruim joo. viylen. Ziet *t eiland Afcenfion, Pajfeert de Linie. Kroos op zee dryvende. De Schryver gelooft niet dat dit op klippen groeit. V Gevoelen van Happeüus bevefiigt. Onverdragelyke bette. Experiment niet het kroos. Ongemeens Kalmte alkier. ' Zware miß. Zoet water boe uit zee te Jcbeppen. Drie Engel/ehe (che- pen geven berigt van de l 'rede. Nader ber'tgt van een Deens fchip. Zy komen byde ' jers. Zeilen na buis. Kort verhaal van des Schryver s land-reis na RajLul. De Schry- ver begeeft 7.1 ch z.\\\ boord. Word al- daar hof- lyk ont- tangen. NA dat de Heer Helot my op de bovengemelde wys had ontflagen, zoo volgde ikzyn be- vel zeer gaarn, om dat ik tog niets goeds van hem had te verwachten, als die de genen, welke door den Heer van Mènburg waren bevor- dert , gantich niet mögt metten ; dog fmerte my zeer, dat ik geen tyd overig had, om deels myne uitllaaande gelden op te halen, en deels ook om 't geen te kopen, dat men tot eene zoo lange reis van noden h eeft ; ondertuirchen waren 'er nog verfcheide van my- ne goede vrienden , voornamelyk de meergemelde van der Heyde , die my tamelyk wel uitruften ; ik begaf my derhalven , na dat ik af- fcheid had genomen , te blymoedi- ger aan boord van 't fchip , dat my aangewezen was. Myn Schipper, genaamt Simon Rykfe , van Enkhuizen van ge- boorte, ontfing my nevens alle an- dere Opper-Officiers van 't fchip zeer vriendelyk, logeerde my ach- tervolgens de fchriftelyke order, die ik van den Heer Helot metmy bragt, in de Cajuit, en handelde my zeer beleefdelyk, waar in hem ook alle andere Officiers volgden, 't welk my deed hopen , dat ik de- ze reis fchoon onpafïdykenfchoon ik over tafel zittende, door 't zwak II. T)eel. gezicht , de fpyzen naauwelyks kon onderfcheiden , onder Goi genadigen bylland, gelukkig ten einde brengen zoude. Myne wei- nige bagagte wièrd zeer wel be- waart, en had ik gantfeh geen re- de, om over deze verwilVeling te klagen, om dat als nu verzekert was, dat ik voor de fchadelyke la- gen en gevaarlyke vervolgingen myner vyanden, voornamelyk van die van den Heer Helot bevryd zoude zyn. Den 9. April 171 3. begunftigdc De Retour- ons een Zuid-oofte wind , waar „°^ vcr" mede wy den haven uitzeilen, en de kielen na Europa wenden kon- den , waar toe dan zoo voort ge- reedfehap gemaakt, en door een kanonfehoot van 't Admiraalsfchip bevel gegeven wierd ; zoo dra de ankers binnen gchaalt waren , en men de Veiling met vele Hukken bedankt had, vaarden wy onze reis in Gods name aan ; liepen uit den haven ; zeilden 't Robben-ei- land verby, en geraakten van ie. uuren 's morgens tot 5-. uuren na ' de middag zoo diep in zee, dat wy ! de Veiling , ja zelfs de hoogile fpitzen der bergen uit 't gezicht verloren hadden ; en bragt deze wind ons in den rechten Zuid-ooit paflaat, waar mede wy eenen zeer verren weg, zonder 't minlte ge- Kkk z vaar, BESCHRY . 444 vaar, of verzetten der zeilen, heb- ben afgelegt , zoo als hier na zal worden gemeld. In drie dagen waren wv ruim ie. mylenvandeKaap, en had- den aldus zeer goeden voortgang in onze vaart; dit vernamen \vy niet alleen uit den mond der Stuur- luiden, maar uit de door haar ge- nomene Polus-hoogte bleek het ook; jade vogels, welke ons tot nu hadden verzelt, hadden aficheid van ons genomen, tot een klaar bewys , dat vvy reeds heel ver van land moeften zyn; daarenboven liet zich ook geen Zeehond meer zien, waar van 'er echter by en ontrent de Kaap zoo veel zyn, dat fchoon 'er jaarlyks zeer veel dood- gcflagen worden om traan te bran- den, men nooit heeft können mer- ken, dat 't getal vermindert is. De Trombas quamen ook niet meer te voorfchyn , fchoon de zeegrond by hopen daar mede beplant en als bezaait is, welk alles rechte teke- nen waren , dat wy de Kaap reeds een ver end achter ons moeiten hebben. Den tweden Mev waren wy niet ver meer van 't eiland Afcenlion, weshalven onze Admiraal door 't lollen van een ituk kanon, en 't geven van een zeyn , ons fchip beval , kondfehap van 't zelve te halen, en onze overige fchepen daar van verflag te doen; aange- zien den retourfchepen als zy 't eiland van St. Helena niet zoo dicht verby zeilen, dat zy 't zien kön- nen,' aan dit zeer veel gelegen is; om dat zy alsdan vallen (laat kön- nen maken, waar zy in zee zyn, haar bellek en afpafling hunner kaarten daar door vailer tezet- ten. Doordien wy nu naauwelyks maar 6. mylen van dat eiland wa- i ;i , hadden vvy niet veel moeite dat bevel uit te voeren, aangezien wv 't nog dien zelven dag in 't ge- zicht kregen, endoor 't losbran- den van een ftuk den Admiraal ne- ms alle de andere fchepen daar van kennis gaven. Und Atten- tion. VING VAN DE Het fpeet onsfeheepvolk gewei- Niemand dig, dat zy geen verlof hadden , ^^ om allüer aan land te ftappen, daar ftappen. zy naauwelyks z meilen van 't ei- land waren, voornamelyk om dat 'er zoo veel vifch te vangen was , waar van zy gaarn eenen goeden voorraad opgedaan zouden heb- ben, zoo als ook van de grote fchildpaddcn , welke aldaar in zoo grote menigte gevonden worden, dat men zelden langs den oever gaat, zonder dat men 'ér verfchei- de ziet ; na welkers aangenaam en gezond vleefch zy even /oo graag waren, als na hare lieffelyke eie- ren, die men overal in 't zand aan- treft, en dezelve zoo wel als ande- re eieren genuttigen kan. Dog doordien zulks uitdrukkelyk ver- boden was , en niemand voet aan land zetten dorlt, zoo zeilden wy in Gods name voort , en naderden hoe langs hoe meer de Linie , al- waar het andermaal tamclyk heet wierd; zodanig dat ons bootsvolk hare klederen uittrekken moeften, en zich dikwyls. in 't hembd met zwemmen verluitigden. Doordien nu de Zuid-oofte wind de Lillcc* nog geftadig onze zeilen deed zwellen , ons fchip een goede vaart maakte, en 't bootsvolk weinig ar- beid verfchafte ; zoo gaven zy zich zelven arbeid, fpeeldennuen dan een Comedie, en hielden zich al- dus in beftendige beweging, ten einde om de fcheur buik, waar aan de zeevaarders zeer onderwor- pen zyn, t'ontgaan; tot dat wy eindelyk den 19. Mey deLiniege- paffeert waren , en ons uit 't Zui- der gedeelte der waereld, weder in 't Noordelyk gedeelte bevon- den, waar uit ik nu zoo lange ja- ren geweeft was , en deszelfs Noord-fter nevens alle andere Noord-fterren niet gezien had, waar over ik van herten verheugt was, God voorzyne genade dank- te en om verderen byftand y verig bad. Zoo dra wy over de Linie wa- K'ygen ren, en de Europeaanfche landen lykcwul- nader- den. KAAP de GOEDE HOOP. 44-5 DesSchiy- versfchip ontfsngr. nevens een ander, be- vel, op kondlchap uittega.in. naderden, was de vorige Zuid- Ooile wind ons niet »eer zoo gunilig; maar wy befpeurorder-brcedte, en den 345*. graad lengte berykl hadden, quam andermaal een eilandje vän 't bo- vengemelde Kroos na ons toe. Wanneer wy daar bv waren, por- de my de nieuwsgierigheid, om nog een experiment met 't zélve te doen ; ik liet andermaal cene goede party ophalen , waar in ik heel kleine kreéftjes , ontrent als cene grote- vlieg, aantrof; ik d dezelve in Spiritus vim rcclifica- tusy (geelt van wyn , tweemaal ovcrgegelmlt ) en hing eene ta- melyke quantiteit van 't Kroos op, om te zien, of 't cene zoort van Kóraleri-bomen was ; en wanneer 't droog was, zag ik ; dat 't zwart wierd, befloot daar uit, dat het met de Koralen-bomen weinig of niets overeenquam. me"f" Ondertußchen hadden wy in Kalmte in dezen ftreek eene ongewone deic ftreek. Tr i ,, * , • Kalmte, welke ons zodanig tegen- hield,dat wy binnen den tvd van 14. uuren naanwlyks 5". of 6. meilen vorderden. Alle zeevaarders wa- ren hier over verwondert , en zeiden allen, zulks nooit bevon- den te hebben , fchoon 'er ver- fehcidemalenen in verfcheide ty- den van 't jaar gepaiTeert hadden; wcshalven ook, hoewel, God zy gedankt, vergeefs voor cenen ver- vaarjykèn Itorm gevreefl wierd. Dit echter, dat anders in dezen tyd van 't jaar meermalen gebeurt, heeft zich kort daar na bevonden ; dat 'er namelyk een zware mift is gevallen, welke ons zodanig 't gezicht benam, dat geen fchip het ander, fchoon nog zoo dicht by, zien kon. En door dien deze ne- vel ruim een maand aanhield, en men niet wilt, of de oorlog nog duurde, dan of de vrede reeds was getroffen , zoo waren alle fchepen genoodzaakt, een (tuk kanon af te fchieten ; ten einde I om niet van malkanderen af te ra- ken, en elkander in geval van nood te helpen. Door dien ik kort voorheen van de grote kalmte gewag ge-Zeete ; maakt,cnopden I er-Schc| dag van verfcheide, daar ond 1 mynerj Kapitein, géhoort had, dat men zoet water uit de dii ; di r zee, die echter zeer brak is, bekomen konde, als men een fles, met kork geflopt, meteen diep- loot in zee liet zakken en eenigen tyd, als 't fchip niet al te veel vaard had, nallcepte; zoo was ik bege- rig, na de waarheid fe vorleben ; dog behalven dat mvn Kapitein my hierin belette, en niemand myde behulpzame hand bieden wilde, zoo moeit ik cnkelvk geloven, dat de Kapitein zeide, dat hv voorde- zen op Galas by den Ëquipagie- meelter Koning water had gedron- ken, dat de gemelde Koning op zodanige wys uit de zee gehaalt had. Midlerwyl ging zelfs in de DrieEn- zwaarfte milt onze fchipvaart ge- f/hepen lukkig voort, zoo dat wy Holland geven be- hoe langs hoe meer naderden ; en de vridc. hadden daarenboven het geluk, dat 'er den 4. Juny drie Engelfche ; fchepen , eeril uit Engeland ver- trokken, om na Virginie te zei- len, in onze Vloot quamen; wel- ke onzen Admiraal berichteden, dat de vrede met Vrankryk ge- troffen was, en in 't kort afgekon- digt zoude worden. Welke ty- ding eene algemene blydfehap verwekte, om dat men als nu ho- pe had , van gene vvandelyke fchepen aangetalt te worden; dog doordien men wilt, dat men de Engelfchen niet altyd vertrouwen [ konde , en eenige Hollandfche Oorlogfchepen op eene zekere hoogte na ons zouden wachten, om ons na Holland te geleiden , zoo hielden wy ons zoo lang by malkanderen, tot dat wy by de- ~Ec" zelve quamen. fchip geeft Naderhand echter quam een ^ ■ Deenfch fchip dwars door onze de vrede. vloot De Re- tour-1'che- pen komen by de Cüii- vojcrs. Und- 44$ BESCHRY vloot zeilen, zonder den Admiraal de gewoonlyke achting te beto- nen, of eenig Huk van't behoorlyk emonieel in acht nemen; door het nu nog een fchoot doen, of eenige andere reverentie maken wilde, Vierden zoo voort twee fchepen door onzen Admiraal ge- commandeert, 't welk gefchiede door 't losbrande.n van een Huk kanon en 't optieken van een te- ken, om dit fchip den pas zoo lang af te inyden, tot dat de Ka- pitein van 't zelve by onzen Admi- raal aanboord geweeit was, en zich verantwoord had. Door den zelven ontfingen wy nader bericht, dat de vrede gefloten was, ende Kapitein van 't gemeld Deenfch fchip wierd daarop in der minne gedemitteert. Eindelyk quamen wy in 't mid- den van de maand van Augufly by de voorgemelde Kruizers of Hol- landfcheOorlogfchepen, waar o- ver eene algemene vreugde onder 't losbranden van vele Hukken ka- non befpeurt wierd. Al 't volk had te meer daar na verlangt, om dat 'er te gelyk nieuwe verver- lching van uyn, bier, brandewyn , vleefch, brood, boter, kaas, enz. aangebragt, en onder al het volk leek wierd. Zy quamen bo- ven Fero, op di. graden Noor der breedte by ons, en convojeerden ons, deels na Hollland en deels na Zeeland ; gelyk dan ons fchip, gènaamt 't Raadhuis van Enkhui- , in 't Ylic inliep, alwaar twee Gecommitteerde Heren Bewind- hebbcren by ons quamen , ons voor onze trouwe dienften be- dankten, en ons van onzen eed ontflocgen ; daar op begaven wy in eenen byzonderen lichter, om dat \vv met het gemene volk niet wilden varen ; zeilden na 1 larlingen, en wydersna Enkhui- zen; en quamen den i^.Augus- : , God zy dank , gelukkig te ader dam. I 1 >c 't my te Amflerdam , ge- durende myn verblyf aldaar is ge- V I N G VAN DE gaan ; hoe my God by eenen tref-," felyken Oogmeefier heeft gebragt, door welkers byfland ik de eerlte verlichting aan myn gezicht heb gevoelt , en zonder twyffel vol- komen herflelt zoude zyn , ten wa- re 't duur pleifler my had doen vertrekken; hoe ik van Amfler- dam na Utrecht , en door 't Gel- derfche en Kleeffche na Keulen aan den Ryn ; van daar over Bon en andere aan den Ryn leggende He- den , na Ments, en verder na Frankfort aan den Mayn ; voorts over Darmflad , na Heidelberg en Durlach, midsgaders na Baden, en eindelyk na Raflad , by zyne' Excellentie, den Geheimen Raad en Lyfarts, ChriHiaan Lodewyk Gökkel , gekomen ben ; hoe ik by denzelven alle liefde en hulp ge- noten heb, waar voor God hem en de zyne ook alle goed zal laten toekomen ; hoe ik verder met des- zelfs zoon, die uit Engeland by my is gekomen, en my 't adres aan zyn vader, hoewel ik den zelven te voren kende , verfchafte, de ves- tingen langs den Ryn , als Stras- burg, Kehl, Philipsburg bezich- tigt heb, zulks acht ik der moeite niet waardig, om daar van veel woorden te maken. Midlervvyl heb ik zeer hoge enDesSchry- gewigtige redenen, om God voorging" ' zyne genadige befcherming enaanGod- byiland, my op deze lange verre reize zoo vaderlyk bewezen, uit 't dicpfle van myn hert, op 't de- moediglte dank te zeggen ; aange- zien ik voorde goedheid, welke hy my in alle oorden heeft getoont, niet na behoren danken kan. Zy- ne barmhertigheid heeft my op al- le plaatzen befchermt, en zoo kragtig bewaart , dat beide men- fchen nog dieren, florm nog on- weer, gevaar nog ziekte my heb- ben können befchadigen, bezeren, of verkleinen. Myne ziele looft dcrhalven den Here, en dankt uit alle kragten en na alle vermogen, voor zyne goedertierenheiddiefde, trouwe en barmhertigheid. Myne ziele KAAP de GOEDE HOOP. 7.iele pryltden I [ere , dat hy na- gezond heen en weder over zee heeft willen brengen, en dankt hem voor zyne magtige befcherming, en getrouw en bynand. Myne zie- le verheugt /ich in den Here, dat hy my onder wilde mcnlchen en I dieren met zyne kragtige befcher- ming der H. Engelen heeft om- ringt, en voor alle onheil en fcha- de, die my van hen toegebragt hadde können worden, kragtda- dig heeft willen behouden. Ja ziele verblyde u in den Here, dat hy u tot hier toe heeft willen brengen. Gelyk hy echter uw zeer magtig fchild , uwe Hoorn desheils, uwe llerke Burgtin al- le nood en aanvechting, kruis, c- lende< vervolgingenen gevaren is ge weert, zoo zal hy u ook zeker- aiie de be- richten. 4+9 Ivk niet verlaten ; maar u telkens 200 kragtdadig trpóften, dat gy altyd zult uitroepen : Love den Here myne ziele, en vergeet niet het goede, dat hy o gedaan heeft. Amen ! Hellelu-jah ! Amen ! Hier uit ziet aldus de Lezer, Bd dat dit 't laatfte bericht is, dat ik u van myne reize geven zal ; wan- neer gy alle myne Hoofdltukken doorbladert zult hebben , zoo uvyffel ik niet, of gy zult over- tuigt zyn, dat ik u van 't land der Kaap de Goede Hoop en deszelfs inwoners niets heb verzwegen; dog by aldien iemand my niet dui- delyk mögt verltaan , of ik niet verltaanbaar genoeg gefchreven mögt hebben, zoo zal ik hem, by my komende, mondeling alle no- dige onderrechting geven. E Y N D E. IL "Deel LU REGISTER, REGISTER, Vervattende volkomentlyk alle ^Materien en Zaken, de- welke in deze twee deelen te vinden zyn. N B. De cerfle Cyfiers betekenen i. en z. Deel, de twede de Pagina, en de letters a. en b. i. en 2. Colom. AAlen, mogen de Hottentotten niet eeten 5 2. f8. a. Aangezicht der Hottentotten , is ernfthaftig 1. 4H- b. Aanklager (valfche) hoc die geftraft word 2. 1 36. a. Aankomftder vreemde fchepen,hoe bekent gc- marke word *• °3- b. .jndiging des Oorlog^ by de Hottentot- ten, wu.ir in beftaat ' z- li9- *■ Aanftekende Ziektens zyn voor dezen aan de Kaap onder de Europe'anen niet bekent ge- weeft i- 3*>4- b- _ graficeren onder de Compagnies Haven ibid. . zyn een gevolg van hun manier van leven 1. zsf- a. Aanvang van de OoftindiicheCompagnie 1 .f s>.b. Aapen , worden aan de Kaap niet gevonden 1. lof. a. Aarde, is van verfcheide zoort aan de Kaap 1. 271. b. — - van 't warme Badt is zwart 1. 337. b. — — — kan tot Turf gebruikt worden ibid. . der Zoutpannen is graauw ï. 348. £. ■ voert [ubtik wortelen by zich ibid. Aard-bezien , groejen heel groot aan de Kaap 1. 317. a. Aard- varkens, worden befchreven 1. \• ■ draagen veel en groote vruchten, die zeer aangenaam van fmaak zyn ibid. Arak, is een groote lekkerny voor de Hotten- totten 2. tfp. b. — — een klaar voorbeeld hier van 2. 70. a. Arbeid, die een Boer aan de Kaap alle maan- den te verrichten heeft 1. ijf. a. ■ aan de Wynbergen aan de Kaap , word met minder moeite verricht als in Europa I. ifo. a. Arend flenen (valfche) hoe dezelve zyn 1 . 276". a. Argyrodentros Africana I. 28p. a. Arm, aan de linker, boven den elleboog, dra- gen de Hottentotten ringen 2. 87. b, — van een Matroos in 't Zieken-huis afge- zet 2. 229. a. Arm- büße, tot wat einde die op yder lchip hangt 1. 26. b. Arme Hottentotten wcyden het vee 2. 34. a. ■ ■•, . verhuuren zich aan de Eu- ropeaanen ibid. Armen- bezorgers, hebben veel moeite, en ge- nieten geen loon 2. 204. b. Armen-geld, hoe van tyd tot tyd aangegroeic 2. 236. b. . word tot het bouwen van een Kerk aangcleidt ibid. . hier mede zoude van der Stel zich ver- rykt hebben. ibid. Artikelen van 't Klaagfchrift over van der Stel zyn 38. in 't getal *. 3x9- *• Arti- REGISTER. ibid. 1.313 a. 1.289.*. 1.289*- Artitiokken 1. 5 1 f . a. Artzen) , bekomt den Schryvcr zeer llechc r. 10. I. . der lerende Vrouwen, om de verlof* ling voort tc 7.citcn 2. 3. b. — die de Hottentotten ;un 't zieke vee geevcii 2. 40. *. / /ffricafhw, waarvan 3 zoorcen i.ißS.i. — des zelfs wortel is zeer Icherp , en op de tong bycende ibid. — — word van de Hottentotten gekookt, cn tot fpyze gebruikt ibid. Arur.do Satbariß 1. 31 2. £. A clepias Africana, waar van 3 zoorten i.i8j o. ragus Africanus . bortenfii five fativus Afphudclus Afritanui Afpis. Zie Oog- of Schict-Slangen Afplenium Africanum Ajjtnburg {Louis van) aan zync komft word ge- twyfclt 2.407.«. — Komr eindelyk mer de Vloot 2. 412. a. m zync komft veroorzaakt vreugde en d:o fhei i z. 412 *. ■ word zeer leclykuitgckrer.cn, waarom? 2. 41 f- a ■ bezocke vander Stel 2. 4 16 b. 1 neemt het Gouvernement over, met welke piegtigheden ? 2. 418. *. . beftraft den Vice-Landdroft, waarom? i-4'9. a m heeft uitftekende qualiteiten enverdien- ften 2. iSf. rt.2.439.^. — 1 word door vergift onbequaam gemaakt, om zyn ampt wel waar tc nemen 2. ïSf.a. ■ word door zyne vyanden als een dron- kaart geladen ibid. „ , dit gif doet hem de dood ibid. b. 2. 43P- *• . zyne Lykftaatzie z. 3 1 ^. 2. 44.0. a. Affiftenten , hebben cenig voordeel uit de bor- gers. 2. 297. B Aft er Africanus ) 10 zoortcn 1. 289. b Aßeroplatii-csrpos Africana 1. 290. a Aftragalus Africanus ibid. Afironomia, verhandelt de Auteur, by den Heer van Krofick 1 . 2. a Attajuas- Natie , eigenfehap van haar Land 1.469. b . — heeft gebrek aan Water 1. 470. b — heeft e%a - krygt een eramer vol W yn van den Uou- verneur vereert. lb'd- h _ w0rd by den Gouverneur gelaltert. 1.5-4.« m— befchouwt het Land 1.71. b , - is in levens- gevaar. I. 8p. h - Word Secretaris van Steïlenbofch en Dra- kenßcen i.i>z.a _ geeft de Meyer aan de handt, om zeker Huk lands te verzoeken. I. 103.« «-— brengt zyn tyd met veel genoegen op Stellenbofch door 1.106.« — de Gouverneur zoekt hem wat wys te maken I'. nf. £ — -. word van wilde Olyfanten verfchrikt. I. 128. « m- — heeft het geluk gehadt van drie jaaren in de Compagnies Tuyn te wonen i.ifj.a — beziet het Prinfen • kafteel van binnen. I. I60. h — — word door den Zuid-Ooften wind uit zyn bedt gejaagt. I. 36$" . h — maakt een Teftament Toor een Vrouw, die in baarens nood is. 1. 387. b — zoekt vrugteloos de Hottentotfche Taal te leeren 1. 41p. « m— befchryft de verfcheide Hottentotfche Natiën. 1.4^6. b — • heeft in zyn voorgaande een fout begaan I 400. a — — verbetert zich zelfs. ibid. — zoekt de Hottentotten tot de kennifle Gods te brengen. ibid. — — word by eenige verdacht wegens de on- eenigheid tuflehen den Gouverneur en de bor- gen, z. 34p. « — - word van den Heer van dir Stel bezogt, en befchuldigt 2. 410. a. •—— verantwoordt zich daar op 2. ibid. — word hem qualyk genomen dat hy den Gouverneur op Verregelegen niet had aange- fproken ibid. b. — verfchoont zich beleeefdclyk i.+n.a. — verwelkomt den Heer van Jjfenburg op dercede 2.413.«. — word van van der Stel en Elzevier be- kocht 2. 41p. b. — vind groote mifflagen in Mahieu z. 438. b. — word blind z. 440. b. — kan evenwel zyn dienft waarnemen ibid. — word van Uelot vervolgt 2. 441. «. — w°rJ afgezet ibid. b. — word ziek en vertrekt naar Ilollandt 2. 44t. b — begeeft zich aan boord 2. 443. «• word aldaaar hoflyk ontfangen ibid. . zeilt met de Retour-vloot in ruim 3 da- gen over de hondert mylen 2. 444. « — ziet het Eilandt S. Afcenßon ibid. _— niemand mag daar aan land ftappca ibid. b — pafleert de Linie ibid. • krygt om de Noord veranderlyke win- den ibid. — — zyn fchip krygt order, nevens een ander, op kondfehap uit te gaan 2. 4tf.<* 1 is gelukkig, en geeft naricht door een Canon- fchoot ibid. —— ziet kroos op 't water dry ven ibid. 6 — bevindt de zon recht boven 't hooft on- verdraaglyk z. 446. b — ongemeene flilte in deze ftreek 2.447.0 — — loopt met het fchip in 't Vlie in 2.448.« — • gaat met andere Officieren op een lich- ter ibid. •— • vertrekt over Harlingen naarEnkhuilen, en komt ce Amilerdam aan ibid. — verhaalt kortelyk zyne reis over land naar huis ibid. b •— zync dankzegging aan Godt ibid. Authoriteit van een Scheeps- Kapitein i.n.a B. Baarende Vrouwen hebben wyven by zich 2. x.a Baay Falzo, waarom zogenaamt? 1. pr. a 1. 37f. b — of zy met recht zo mag genaamt worden ibid. i— heeft in 't midden een groote klip i.py.« — . hier op leggen de zee- vogels haare eyeren ibid. —mm word onderzocht of de grondt kiipachtig is ibid. wmmmx \% zeer vifchryk omtrent de zand-valley 1. pf. b — — als mede daar de Stellenboflche en Hot- tentotfch-HollanfcheRivieren in zee Horten ibid. — de tydt op welke de vangit alhier goed is 1. 96. a m—m is 't aldcrvifchrykfte onder de Hanglip. ibid. «— • bewys van deszelfs vifchrykheid ibid. •— — de Zuid-Ooftc wind waeit aldaar fterk 1. 37f: i — is doorkruift, en de grond zonder klip- pen bevonden ibid. — daar in heeft een Schip lang gelegen ibid. _ de Kapitein van dit Schip heeft een goede getuigenis van deze haven gegeven ibid. Baby lonlche Toren, een Berg I. up. « ■ Oorzaak dezer bcnaaming ibid. Bach. REGISTER. Bachftcltzen, of Quikftaartcn, van verfchcidcn aart I. iop. a B:iJc ( warm ) aan den zwarten berg is cen bc- wys, dat aldaar Erts gevonden word i. 280. b — behoort aan Rrdinand yfppel . 1. 330. a ■ is nuttig voor 't gebruik ibid. — • prikkelt by 't ceritc gebruik , als of men met naalden gedoken word 1. $40. b — — • heeft een zeldzaame werking ibid. Baden (warme) zyn aan de Kaap te vinden I. rtj. b — in de Colonie van JFavacn 1. lij. a Bad-groeven, zyn veel in 't getal 1. 337. a — — d'eene is warmer als d'andcre ibiJ. — — oorzaak hier van ibid. Bakkcley- Offen der Hottentotten worden bc- ichreven 2. }8 a m—m worden tot den oorlog gebruikt ibid. b - — voor deze OfTen moet men wel op zyn hoede zyn ibid. doen in den Oorlog groote fchade 2. 14}. a Ballen , een van die moet zich een Hottentot haten uitfnyden 1. f 06. a — worden oude en jonge bullen afgebonden 2. zT . a Bamboes-riet , geeft goede Atiar 1.513.0 Bangen boek, een gevaarlykc Oordt 1. 117.« Barben , of Puit-aal, word alleen in de Berg- rivier gevangen I. 229. a _-_ zyn hier zo goed niet als in Europa ibid. h Barbiers, ftaan de flaaven der Compagnie in hunne ziekte by 1. 307. a m—m woi denookonderde Hottentotten gevon- den ï.iff.b Baßlicum, breedbladig , gevlakt of kroes 1. 321.; Baviaanen , worden veel aan de Kaap gevonden i.i6f a wmmm hebben een lange flaart ibid. mmm. können over end gaan, gelyk een menfeh ibid. b — — zyn fcherp van tanden ibid. ■ — ■ worden van de honden vervolgt ibid. m— haare pooten komen met de handen en voe- ten der menlchen wel overeen ibid. •— de Wyfjes koomen in veel dingen met de vrouwen over een 1.166. a m— hebben fcherpe klauwen ibid. mmm. zyn van achteren kaal , blocdverwig ge kleurt, als of ze gevilt waren ibid. — — draagen de pudenda bloot ibid. m—m worden van de Hottentotten voor men- lchen gehouden ibid. mmm. kermen en fchreyen ei barmelyk als men ze wil dooden 1. 167. b m-m. eetcn geen rauwe vifch noch rauw vleefch 1.166. b — — fteelen 't gebraden vleefch uit de kas /'&'.a Byen, vind men veel aan de Kaap 1. 260.0 ' 1 bye-korven vind men 'er weinig ibid. — ncftelen in de fteenklippen en holle boo- men ; ibid. ■ uit dezelve loopt de hooning ibid. b • "zyn verfcheide zoorten ibid. Byen-vreeter 1. 116. b Bier, hoe de Hollanders op 't fchip bewaaren ■ eenige vaten worden zuur , andere loo- pen uit 1.34.0 ■ ' oorzaak daar van tbid. ■ moet in Indie in eene reis afgetapt, en op bouteilles gedaan worden ibid. b ■ - van Honing aan de Honingbergen 1. I2f. 0 ■ 't Afrikaanfche is zo goed niet als 't Eu- ropifche 1.404.0 ■ oorzaak hier van 1. 40 ƒ.0 .!■■■'■ Europifche bieren zyn zeer fterk ibid. ■ zyn zeer duur ibid. Billykhcid, beminnen de Hottentotten 2. 134. b Bizam- katten , haar vel ruikt na Muscus 1. 181. b > is onzeker of zy Muscus by zich heb- ben of niet 1. 183.0 Byzonderc Kerkcnraad , beftaat uit Dienaars der Compagnie en Borgers 2. 20$. £ — ' ■ Deszelfs Prsefidcnt is altyd een Lid uit den Raad ibid. Byzon- REGISTER. Byzondcrc Kcrkcnraadt, in Stcllcnbofch cn Drakcnitcin, beeft iets byzonders /■': /. ■ daar in vcrfchjnt allccnjaarlyksccn lidc uit den Raadt i. 2,04 a Blaafcn der wilde dieren, vlccht.cn de man-, in hunne lui ren 2. ff. b Blauwe Berg, waarom 7.00 genaamt 1. 78. a " heeft weinig water ibid.i - dog veel wilde dieren ibid Blauwe katten , geeven goed bontwerk 1 1S1. b Blauwe Vlag, wacit van het Admiraals l< hip, wanneer en waarom 2. 164. t Blauw-vogcl (Caruleus) hoe die 'er uit ziet 1 20ri. h Blefius (Jan) bouwt Simons Valley 1. iifcl- l> .. is gedwongen dit Landgoed te verlaa ten 1 . 1 1 p 9 ■ verbied den Prediker Kalden te predi ken 2. jpi b ■ mainteneert zyn recht niet 2. 347. b — — derft 2. 456. b ■ ii rocmens waardig, waarin ibid. lileßus (/' ) word Land droit 2.441.^ Blikzcm en Hagel naby de Kaap de Goede Hoop 1. 45. b Blinde Slang, heeft kleine zwakke oogen. 1. 2^4. a m 1 . is gemakkelyk te dooden ibid. b Blinde Vliegen 1. 261. a Bloeden uit de neus, zeer flerk aan de Kaap 1 . 406. b ■■' ■ ■ hier van twee zeldzaame voorbeelden ibid.y?^. Bloedt der Kraamvrouwen , wat de Hotten- totten daar met doen 2. 11. b ■ " ■ van de Rhinoceros, is een goed medi- cament 1. jpj. b ■■ en darmen kooken de Hottentotten on- dei malkander i.zo.b. 2.ti6.a • zulks heeft de Schry ver geproeft 2.86.« Bioedt , zuiver , mogen de Hottentottinnen niet eeten 2. f8. b Bbcdfchande, word met de dood geftraft 2. 22. b Blocdvrienden mogen by de Hottentotten met maikander niet trouwen ibid. Blocd-vlocdt der Vrouwen , geeft veel onge- mak 1. 386. b Bloed- zuiger i.iyp.a. Bloemen, donkere, en klein fyn gras, gec ven te kennen dat in zulke Bergen Ens ver- borgen is 1 . 277. b. ■ by 't Warme Badt, haare gefteltheid 1.238.* ■ geeven te kennen dat 'er Mineraal-Erts is ibid. Bloem- kool, walt overlvoedig I. ifj. b. 1. 312. £ 1 word ing< zouten en verzonden ibid. Bode cn aftliger maakt zich zoek, om dat zyn rekening niet kan goedmaaken 2. 202. a 11. Deel. van Stcllcnbofch en Drakenflcin word o 't Collegie der Heemraaden betaalt. 2. 21 1. a • heeft diarenboven noch veel voordee- lcn ibid. b ■ der Burgcp-nudca heeft minder voor* di al 2. 2if.£ ■ des Krygs-raads ontvangt loon van de Officier« 2 1 1 c> a Bodem der Zoutpanncn, is vet cn lymig 1. 348 * Boeg7.cercn, hoe zulks gefchied 2. 25. b Boeken, geeft de Compagnie mede, en welke? 1. 26. tt — — van de Compagnies handel worden gc- flooten a. 1J5. a Boekhouders, zyn Notariflen op 't fchip, en mauken de Teltamcntcn der itervenden 1 . 22 b — — vcikoopen de nagelatene goederen. 1. 23. a 1 ■ die van des Schryvers fchip zoekt vcr- geeffche hulp by don Kapitein 1. 44. a ■ zync cordate relbluüc ibid. Boekhouders aan de Kaap, hebben ecnig voor- dcel van de borgers 1 2y7. b Boekftaaven der Hottentotten zyn onderschei- den 1. 421. a ■1 1 ■ eenige können niet gefchreeven noch uitgedrukt worden ibid. Boeren aan de Kaap , zyn ryk 1 . 77. b wat zy maandclyks te verrichten heb- ben 1. 1 34. b Bogaart (Jdriaan) zyn lof 1 . 4p. a m ■ . moet den Schry ver by den Gouverneur brengen ibid. Bokjes, byzondere zoort in Guinea 1. ip8. a Bokken {blauwe) zyn zeer groot 1. 16p. b — — hebben blauwe hairen ibid «— als zy gedood zyn, verheft het hair zyn blauwe kouleur ibid. — — hebban een lange baard ibid. . — — worden verder befchreeven ibid. — koomen niet over 't gebergte van Hot- tentotfeh Holland \. 170. a mm—i Bonte, worden befchreeven ibid. -. daar van ontmoet de Schryver een groote menigte by't zwarte water 1.336.4 „ zy ftellen zich op een ry ibid. .. zy worden verftrooit ibid. , met witte en geelc vlakken , hebben goed vlcefch 1. 468. & m—m. tamme 1. iop. a . zyn niet groot ibid. b m ftinken niet ibid. m werpen tweemaal 's jaars ibid. Boogen, die de Hottentotten tot geweer die- nen , hoe gemaakt zyn z-ili.b Boomen, op St.Jago l.Zt.a — in Africa, zyn meelt onvruchtbaar i.iff.b — — draagen vruchten , die geen Europeaan cc te 11 kan t.Iftf.j Nnn Boomen, REGISTER. Boomen, die uit Europa cn Afia derwaards ge- bragt worden , grocjcn wcl i • i f 6 ,» m f draaien overvloedig vruchten tbtd. m der zclver cultuur is licht tbid. Amandel-boomen fchieten ras op tbtd. " Guyavos, hier van is de vrucht zeer aangenaam '• »fft * ° langzaam opwaflende, met blceke bla- deren, zyn een bewys van Mineraal-Erts i. 178. b _ onvruchtbaarc wyzen aan dat 'er Erts is ibid. _ by 't warme Bad , gelykende na de Wil- gen L 1. H*-« Boome-fchenders ftraf, een voorbeeld 1. 1 10. b Boom-ilangen, haar benaaming 1. xyi. b - byten den genen die onder de boom gaat ibid. - vluchten na de beet 1. 25-4. a . . zyn gemakkelyk te dooden ibid. _ worden in gekamferde brandewyn be- waart ibid. __ - van haar vet kan een licht gemaakt wor- den , dat de aanfehouwers zeer vermaakt tbid. Boonen, Afrikaanfche 1. 300. a , van alderhande zoort engroote 1. 316. a Boontjes- Kraal, is een Vee-poft of winterweide ge weeft i. J3f- a — noch een andere hier dicht by ibid. b Boot van 't fchip de Ham gekapt , waarom 1 . 9. a Bootsgezellen , hun brecken de voeten op van 't zee-water te St.Jago ivm. b m—~ houden de wacht op den Leeuwenberg — moeten van elk aankomend fchip kond- fchap geeven dooreen Kanonl'choot en 't op- hyflen van een Vlag ibid. — woonen buiten de Vefting %. 2fo. b Borgen, twee bieden zich aan om de p vluchte- lingen op een vry geleide na de Kaap te lokken 2. 37f. a Borftcn,quadc, zyn gemeen onder de Vrouwen aan de Kaap I. 350. b — — dcrzelvcr verfcheidetoeiland ibid. — cen Imidt (Greft) genaamt , vindt een pleylter uit tegens deze quaal 1. 391.« — hoc de Hottentottinnen die aan de Kinde- ren gecven 2.28. b 2. f o. a — Vogels bericht hier van 2.28.^ —— draagen de Hottentottinnen bloot z.49.0 — die haar by de borftcn voelt lagchen zy uit IfO.b Bofch-duiven 1.223. a Bofch-heuvel , een fchoonc Wyn-cn Vrucht- tuin 1.74. b ■ iscen zeervruchtbaareoort ibid. Boichjci- minnen, wat voor Volk het is 1. 4J-3 b I.479.« • tegens deze trekken de Heykoms te velde ibid. • worden zonder aanzien van perfoonen gedood HM. - by deze zoeken de vluchtige Hottentot- ten fchuilplaats 2137.* ■ deSchryver is van hun bezocht gewor- den ibid. hunne gedaante en eigenfehappen tbid. Boflchen op de Tafelberg 1.8 ■L.a Boter enZuikerworddenSchryverby zyn warm bier geweigert \.\\ a Boter, maken de Hottentotten , hoe het daar mede toegaat 2.36. fpreekt ten lafte van d'Abling, dat hem weer gezegt word ibid. — — word aangezegt uit des Predikers huis te vertrekken z.^of.a _— word andermaal door denGcrechts-bode aangezegt, daaruit te gaan 2.409-'' — : — krygt bevel naar Batavia te vertrekken 2.411.« — - moet zulks wcrkftcllig maaken 2. 431.* Bóving (Joh. Georg) zyn bericht van de Hot- tentotfehe Spraak 1.414.* — naricht of de Hottentotten cenige eer aan Godt bewyzen J • 4^P- « — houd het danflen voor de Maan voor geen Godsdienft by hen 1.493.* — dczcMccning is valfeh ibid. .— zyne dwaaling, omtrent hunne vreeze voor REGISTER. • I l. f zf i Bonman ('Ja* Hendrik) zyn Vrouw word gc- fchoIdcD i.ro". £ 1 daar uit ontflaat een gcfchil ibid. — — 'c welk bcflilt word door cen Vort — — hy dood cen Tygcr met zyn mes i i ST. a — — Aardig Sentiment i. 3^8. b Bouccillcs met wyn cn bicr, hoc die bcwa.it i moeten worden i. $f. a ßraaden van vleefeh by de Hottentotten z. zo. b m van wortelen, hoc by hen toegaat. 11 6l. b Braakmiddel, doet geen dienft aan den Schty- ver I. il. a Braja ( Porto du ) de Gouverneur geeft aan de Hollanders cen lyfwacht i. i<5. a • word noch eens van de Hollanders be zocht i. iy. a ran Br ktl ( Jakob ) word by zyn Zuftcr krank, cn door andere bezocht z.-pr.a — word gevangen na de Kaap gebragt 2. 381. b — zyn kind ilerft cer hy noch op 't fchip komt 2. 38z. a — mag 't zelve niet helpen begraaven ibid. van zyne Familie blyft binnen 't jaar nie- mand over, als een eenig Dochtertje ibid.£ Brak water in de Moflclbank 1. 80. b •— — in de Tygerbergen 1. 81. a — by Ribeeks Kalteel \.\tt.l •—— moeten veel menfehen nevens hun vee ge- bruiken i.ifi.B Brak en zout worden de beeken, als ze nietal- tyd loopen ibid. Brakke grondt, waar te vinden 1 . 3 f 2. b Brand, ontftaat nooit in de huizen der Hotten- totten, waarom? z.jé.a Brandmcellcrs, moeten na de fchoorftecnenkoo- men zien, of ze geveegt zyn z.zzi.b Brandewyn , word aan 't Scheepsvolk zom- tyds gegeven, als ze zich vrolyk maaken I. IX. b — en wyn, der zelvcr maatig gebruik is no- dip by de cuurvan't warme Badt 1. 33p. b — • van wyn beminnen de Hottentotten bo- ven maate 2. 6y. b — moogen de Inwoonders by een halve em- mer verkoopen 2. 281. a Brand- Hang, zie Dorit- verwekkende (lang. BrafiliC) derwaarts zeilen deOorlogfchepen uit Porto du Brajj 1. 16. a Braßca alba , rubra , capitata , floriger a 1 . 313 h Breedte van 't Voorgebergte van de Kaap Goede Hoop 1. 6y. b Brieven, wierden voor dezen aan de Kaap on- der cen Steen verborgen \-fs.b 2. 177. £ — — der Borgers die de afzetting van den Gouverneur mede brengen , worden in twy- fe! getrokken 2. 38 3. h —— worden van Klzcvicrvoor verdicht gehou- den ibid. — Helot wil de houders der zelvcr in de ge- vangenis zetten ibid. — de Borgcis worden op die brieven geruft 2 384. £ dcrCoinpagnie, vervattende des Gouver- neurs cn änderen t'huis roeping 1, 386. b Bronnen, op St. Jago is 'er een die zeer goed is 1, xi. a — — zommigezyn l>nk i.ßi.f. i.i-'7.i> — - aan den Leeuwenberg l.Kf.a —— kocmen van den Tafelberg afitroomen 1.80.Ä —— aan Ribctks Kuftccl veroorzaaken cen gcfchil 1. 113. a — liefelyke by 't Printten Kafteel 1 .161 a — — op en aan de Bergen zyn tekenen van Mineraal- Erts 1. 279. f, — der Bergen geeven ryklyk water 1. 328. a. — — die' in de Dalen ontfpringen , gecven weinig water ibid. —— hebben in de winter weinig, en in de zomer zeer veel vaneen zoute lmaak 1 3 f \.B — by Miros-Caflel I# ^07. f, Broodt, gebrek daar van aan de Honing-bergen 1. 1 Zf . a — geeft geen tiende 1. 14z. a Brouwery aan de Tafelberg 1 . 7«-. a. Bruggen, zyn 'er gebrek in 't Moddergatfch Diitrift 1. 104. o «— over de StcllenbofTche Rivier is cen flechte 1.107.« __ een betere daar dicht by ibid. — . noch een tuflehen Weimoed en Mcerluft ibid. b. — . is nu ingevallen ibid. — mankecren over de Berg- rivier i; xzi.a konden gemakkelyk daar over geflagen worden ibid. .— mankceren in 't Land der Damaquas 1 . Bruidegom, fpreckt eerll met zyn Vryfler, na dat de ouders haar toeftemming gegeven hebben z. 16. a •— • klugtige flrydt tuflehen bruidegom en bruidt, als de bruidt het ja-woordc niet gee- ven wil ibid. — — brengt oden aan 'c huis van de bruid ibid. m— cn Bruid, worden by 't trouwen drie- maal bepift z. 17. a — de Pricfter wenfeht den Bruidegom en Bruid geluk ibid. b. — eet uit een byzondere pot 2. xi. a — — mag by de Bruid aan tafcl zitten ibid. Bruid, haar ouders moeten de bruiloft geeven 2. 30f . a — en Bruidegom worden opgepaft en na bed geleid door een jongman cn jonge doch- ter z.ioó.a Nnn x Bruid, REGISTER. Bruid, baar cuJcrs moeten 14- dagen Je vrien- den trafteeren *■ J°7-Ä Bruiloften der Hottentotten zyn luftig en zeld- 2. 16. 0 Bruilofts opfehik der Mannen en Vrouwen by de Hottentotten *f«tf-# , gaden zitten in twee ronde cirkels ïbid b - Tafel, hocgeftclc is x.ü Q Bruilofts-Ceremonien zyn overal eencrley by de H'.ittentotteu 2.22.0 _ der Inwoondcrs aan de Kaap 2 304. 0 daar by word niemand voorgedient als de Vrouwen' 2.307.0 „ - de mansperfoonen eeten ftaandc na hun believen ibid. h welke plegtigheden na den trouwdag ge- fchieden 2.306.0 — daar by word gedanft ibid. b ^— gelchenken worden aan de getrouwde niet gegeven, waarom? 2,3°7 _ — — 1 worden ook aan weduwen , die weder trouwen! niet gegeven 2.308 a Bruine iood-aarde, word aan de Kaap gevon- den I.272J —■• 1 word van de Schilders gebruikt ibid. Bruinvifch, word befchreven 1.230.0 . zyn gulzig en groot ibid. Bryon'u Africana , 2 zoorten 1.290.^ Bucbu, ofSpir— klaagen over hem te Batavia, en in Hol- land ibid. I • worden van den Gouverneur om een ge- tuig- . ms -.er/.ogt 2. 337. b zulks komt vcclc vreemd voor ibid. eenige willen bet optici langzaam gelee- -"' 2.338.0 — . . n indevoorrmamften zullen naar Hol- I ?ertrels 2.31-2.* Burgers , de zelve vertrekken, 't welk den Gou- verneur ras berouwt 2. 3f ?.* — aan de Kaap word toegelaaten met de Hottentotten te handelen I'4fJ» * wmmm v. ommige maaken te zaamen een Maat- lchappy , om Vee van de Hottentotten te han- delen ibid. — worden flecht van de Hottentotten ont- fangen 1.450.0 — wat hier van de oorzaak zy ibid. — - hebben flecht met de Hottentotten ge- leeft ibid. — wie deze waren? ibid. — hebben weinig winft daar by ibid. L — — verbieden hunne flaaven den omgang met tlaaven van de Compagnie, waarom ? 1. 397.0 _ zommige ont fangen brieven, waar in van des Gouverneurs afzetting gemeld word, die intwyfel worden getrokken. 1. 383.* — — worden door den inhoud van deze brieven • zekerder 2.384.0 — — krygen na 't vertrek der Retourvlooc wei- nig verlichting 2>3£>3 a — « oorzaak hier van ibid. — maken onder malkander op nieuws goe- de vriendfehap 2. 39f.0 — — vriendfehap word niet gefleurt . waarom ? 2.398.* ■— verdeden zich wegens de afzetting van Poulle en Overholfter in twee partyen 2. }99 b Burger geld, wat naam het draagt? 2.208* — waar het toe aangeleit word ibid. Burgermeefters, zitten in den Raad van Julli- tie, wanneer? 2. 191.* — — eligeert de Gouverneur alleen 2.192.0 — roept en laat te huis , wien hy wil ibid. Burger- Raadcn , wat die zyn 2. 20Ö 0 — — mogen alleenlyk conditioncele belluiten neemen 2. 206. h — worden alle twee jaar verandert z.zoj.è — de oudfle houd rekening van de inkom- ften der Colonie ibid. — moet daar van rekening by den Gouver- neur doen tbid. — — hebben de vryheid om een nominatie te maaken ibid' _— worden gekoren door den Gouverneur en Raad ibid. — de Gouverneur kieft ook wel de geen, die niet op de nominatie ftaan 2. 208.0 _ ontfangen geen andere loon als de eer ibid. — daar hunne Vrouwtjes wel mede in haar fchik zyn ibid. — ontfangen jaarlyks de pagt van de molcH ibid b — verzamelen het burger-geld ibid B — — bctaalcn uit hun kas den Onderhouder der gemecne wegen, Secretaris, en Boden ibid. — hebben vryheid tot hun Secretaris en Bo- den REGISTER. den aan tc ftcllcn, wien zy willen 2.209. a — als mede om Nacht-wakers asntc ftellcn ibid. Burgcry aan de Kiap, moct by naclu Wttken t. r irt. Z- — is daar in nalaatig , waarom? ibul. ~— — moec in'tgcwtcr verleb) ni.n, wanneer? 2. 21p. a — moet Je wcggclopc (laavcn weer haaien ibid. b — moet tegen de Hottentotten tc vdd tu. - ken Bujchlafib der Hottentotten, waar uit die l> - ftaad *< 14. « C. Caapfchc Colonic, welke dezelve is 1.78 £ ■ word door een toeval vergroot ibid. 1 wac voor een Hottentotfche Natie dit Land voor de aankom ft der Hollanders be- woont heefe 1.4Ö1.Ä — — Hun Land en vryheid hebben de oude inwoonders ongaarne verloren ibid. - Veiling laat een vlag waajen, wanneer ? I. 84. a ' Wateren zyn vierderley, omtrent de koleur en fmaak I. 87. a m als mede omtrent de hitte en koude 1. 88. a » zyn zeer gezond ibid. , fchaaden de zieken niet ibid. b , worden bemind van de Koningvan De- nemarken ibid. — — Wynkrygtdoorde tyd een Seck- fmaak I. xfl. a ,. Winden zyn voor zommige fchepen nadeelig, voor andere voordeelig 1.363.« ' hier op letten de Hollanders ibid.£ ■ ■ heeft noch niemand recht onderzocht ibid. ., omtrent de zelve zyn drie hoofd om- ftandigheden waar te neemen ibid. — zyn aan land zeer ongeftuimig i.$6f.b _____ zyn in open zee veel llilder ibid. . uit het Zuid-Ooften waajen zy fterk en lang 1. 366. 6 •— — de eigenfehap van deze Wind vorfcht de Autheur na 1. 380. a ■ ■ Wolken ziet de Schryver voor de eer- Üe maal 1. 43. « Cabeljau , zyngeftaltc en eigenfehappen 1 . 230. a m heeft goed vicefch ibid. Caffers , of men de Hottentotten zo noemen mag? 1. 417 a ■ 1 en Hottentotten zyn onderfcheiden volk ibid. b m cn Mooren zyn onderfcheiden ibid. ■ hunne onderfcheidenheid van de Hot- tentotten 1.478. .z //. Deel. ■ zyn geen I [otteiitottea, volgen, lier ge- tuigenis van Jjidolf 1, 418. a ■ bouwen huizen 1 . ^78. en by alle gevallen cenerley z. zz.0 — — der Europcaanen aan de Kaap z. 30$-. 0 ■ by het kindcr-doopen der Europeaanen a n de Kaap z. 30p.« ■ by Vi uten, en Contravifitcn der Euro* incn z. 301.0 — — bj het begraaven der lyken onder de Europeaanen. z.\\t.a .— by de Rouw waar te necmen z. jif. b i — . by het overnemen van 't Gouvernement — — by het voordellen van een Commiflaris 1.4*4 a Ccylonfchc Olyfanten worden van de andere gegroet -"■ l'TM — — zyn de leerziamde en tarnde ibid. «— ■ mwoonders houden hun Land vcor het Paradys. ibid. — — » gelooven dat Adam daar zelfs begraven legt ibid. — — Roofen 1.313. 3 Charophillum JdtivuM) zaad-dragende kervel 1. iif.a Cbakuppen, vreemde, worden aan ccn ichip ontrangen, wie ze waren? i.iz.0 Chameleon, de Schryver heeft 'er een gehadt i.iyt.b — — ■ verandert zyn koleur ibid. — — » is niet heel groot ibid. — — eet muggen en vliegen ibid. — — is hobbelig en ruw van huid 1.173.0 — is langzaam van gang ibid. — ■ zy zitten graag op de takken der boomen ibid. Cbamtoucrs Natie , heeft een vrugtbaar Land 1.476.5 ■1 heeft water en wild genoeg ibid. ■ heeft veel viich in hunne Rivieren ibid. — — heeft veel hout, en onder anderen A- pricofe en Eike boomen 1.477.« ■ vervolgt de Europeaanen in een bofch ibid. — — verhandelt aan de Europeaanen veel vee ibid. — — — aardige rede van hun Kapitein ibid. £ 1 is een dapper volk ibid l> — — hun Voorgeeven ibid. — — — hun manier van kryg te voeren z. 14z. a de Cbavonne, zou den Gouverneur van Aflen- burg opgevolgt hebben 1. 186.0 Cheirantbos Africana 1.191. 5 Cbiragra, is aan de Kaap onbekend 1-40 f. z Cbirigriquas- Natie woont in de Baay St. Heleen 1.446.0 ■ hun Land word van de Olyphants- ri- vier bevochtigt ibid. Chirurgyn (Opper) moet de zieken op 't lchip van alles bezorgen i.zz.a Cbomgra of Gonagra is aan de Kaap onbekene 1.40 ƒ.0 Chriftcncn, worden van de Hottentotten over hunne onvergenoegtheid befchuldigt z. 130.0 •— — • worden in 't (luk van Godsdienft dooi- de Hottentotten befchaarot i.^Qf.b — — gecven een quaad voorbeeld aan de Hot- tentotten ibid. — — worden door de Hottentotten in 't Huk van onpartydige vonniflen befchaamt tzz.b — worden in zommigc gevallen door de Compagnie befchonken z.i68.£ Chride- REGISTER. Chi iftelykc Religie, daartoe zyn de Hottm- cotten niet wel te. brengen 29...' Cbryfantbemum d/rien-mm, wam- van twee ten 1 . 291 l ChryfaHtbemê'üUi Oflcofpogon Afrlcaottm. tbid. Ctur Jluivum , zaad «dragende Erwten 1. — - Africaanfche. Zie dßrukffix. C1e1a.uk , Hellen de Hottentotten in 't bclmcc- ren 2. f% " ~— in 't hiir te pocjeren met Bucbu —— in 'c vlechten Van alderhandc dingen in hunne hairen 2. f4. a «— in 't draagen van glnz~ of kopere koraa len, of van eijer-lchaalcn om den hals, de handen enz. ibid. ■ in Oorcieradien ibid. b — — der Mannen is een neusdoekvan een vol- le ftaart 2. ff. b — — • zyn blaazcn van wilde dieren tbid. — by de Nat,.aq> as is een half-rond Ituk blik voor 't voorhoofd ibid. •— — der Vrouwen is, dat zy haar aangezicht met 100de \ ei \ve belli) ken 2. f6. a mm— 1 zyn ringen om haai e voeten ibid. Ctnar.i bortinfii ibid. Clnmmomum , of Kancelboom I 3 1 4. a Ciflus humilis Africanus I. 291 b Citroen-boomen Iji9.^ Clans, een Hottentotfeh Kapitein, is zeer ge- trouw en yverig in de Compagnies dienftge- weelt 1. 430.^ ■ doet veel goed aan een Europeaan t . 439 a _ handelt met zyne lands- luiden voor re- kening der Compagnie 1 4f6. b » krygt tot zyne verzekering eenHocten- totfche lyfwachc 1. 4 ƒ7. a — voert zyn handeling getrouw en tot groot voordeel uit ibid. • verkrygt daardoor by ieder groot credit ibid. • zyne dienfl: is aangenaam aan de Com- pagnie ibid. ■ fc'ygt flechte dank voor zyn getrouwen dienft ' ibid. b ' word verdacht gehouden ibid. — — zyn vrouw word hem dpor een Hot- tentot onthouden ibid. ■ word door een Hottentots' Kapitein by de bedienden der Compagnie veracht ibid. — — zy zoeken hem door lilt ten val te bren- gen ibid. • • word door Europcaancn vyandlyk op 't lyf gevallen »• 4f8 a '. dcizelfs aanfpraak aan de Hollanders ibid b ■ ■ ■« word gebonden by den Gouverneur ge- bragt ibid. ' ■ word op het Robbcn-Eiland gebannen ibid. ■ waar over de Compagnie misnoegt ij ge wedt ,/„,/. ■ kiygt /yn vryheid ,enccnigc/ynei goc- deren \ 1 erom 1. 4fr>. a word eindelyk door zyn ouden Wand doodgeflagen tbid. Clewnits bederacea Indien, Indiaanlche klim j. Cloct ( Jacob ) word op het (chip (er yfa in ar- rclt gezet 2. 5J-J-. b ■ ■ word fchielyk weer los gclaaten 2. 351. a Cnicus Sy'.-veflris 1. 314.0 Cobra de Capcllo, is een zeer vergiftige flang 1 . iff b ■ word gezegt een (leen indekopte heb- l)cn ibid. Cocos, Je Cchaalen van deze nootcn gebruiken de Hottentotten tot haar Gim-gom 2. iOf. b 1 1 " door de zelve wecten zy alle tooncn te m laken 2. to konde zelfs alleen de onkoften aan de Kaap niet dragen 2. 271. a — — aan haar hebben de Inwoonders van de Kaap hun opkomft, en ganfche welvaart te danken. ibid. — heeft aan haar bedienden alle landbouw verboden, waarom? 2. 272. a p— verftaat niet , dat haar bedienden eigen land bezitten , waarom ? ibid. — . heeft aan rmr bedienden alle kooren- wyn- en vee- handel verboden ibid. —— duld geen onrechtvaardigheid 1. 274 b _-. kan in 't koopen en verkoopen der vafte goederen niet bedrogen worden 2. 282 b — — draag: zorg voor den welftand hunner onderdaanen • 2. 284. b — haar winft op Hollandfche en Indilche koopmanfehappen, hoe groot? %. z8f. b — heeft voordeel op 't lichte geld , hoe veel ? ibid. — — geeft klaar bewys van haar gencgentheid tegen de Caaplthe Colonie. 2. 286. a •—— zulks bewyzen haar onbetaalde fchulden, die ze in 't vciïchot geweeft is ibid. heeft REGISTER, p*m hccfc tot reparatie en herbouwing van 't Stcllcnboflchc Raadhuis veel gegeven ibid. b Compas , deszelfs eigcnlchap van altyd Noor- den en Zuiden te wyzen, is voor dezen on- bekent gewed! i. 175". b » dit ontdekt en maakt Vafco de Ga»..i wcrkltcllig ibid. Comperft , wat het zy i . 23. b Con/ianttiiy cen fchoone Buitcplaats, heeft cen fchoori cn vermakelyk uitzicht |. 7f. b . is niet voordeclig ibid. Contract , 't geen een Heer met een knegt aan- gaat, moet door den Secretaris gcfchrcvcn worden z.tfS.a Conyza Africana , daar 6. zoortcn van bcfchrcc- ven worden I. 202 CoobfcrvAtcr , daar toe kieft de Schryver Rettjch 1. 18. b ■ is naderhand Nicolaus van IVillicb geweelr, 1. 19. a Cor aal- boomen wallen in zee by de Kaap 1. — — zyn van diicdcrlcyzoort ibid. ■ . ■ roode heeft de Schryver veel op zyn kantoor gehadt ibid. _, worden buiten 't water hard ibid. . hoe haar koleur toevalliglyk verbleekt ibid Cot -aal- klippen , zyn groot op de Molukfche Ei- landen 1.357. £ », roode , vind men in de Roode Zee ibid. Coraaleri van koper en glas dragen de Hottentot- ten voor cieraad 2. f4 a m m zy houden veel van de groote ibid. ^ ■ ■ ■ zyn by hen een gangbaare koopman- fchap l>9f- b m worden heel wel tegen vee verhandelt ibid. Corona Itnpcrialis , Lelie of Keizers -Kroon 1. 31p. a Corfenaar (IHllem) bloed vervaarlyk uit zyn neus • 1.406.^ ■ waar door hy blind word ibid. • ■ llerft in dezen toeftand 1.407.« Coiylus fativa, of Hazelaars i.$if.a Cot u/a Afri:an.i I . 292. b Cotylcdon Africanum, daar van zyn f. zoorten ibid. Cours zetten de Ooflindifchc fchepen dit maal niet door her Kanaal, waarom? 1. 9. b ■ moet dikwils verandert worden 1.41. 43- 4f Crall. zie Kraal. Crimimele misdaaden ftraffen de Hottentotten zonder genade 2. ijj-. a m ui welke onder deze gcrekent worden ibid b Cri/la Pavonis I. jij-, a Crojfen zie Krojfen. Cruze (Jacobus) moeit den Schryver veel dienfr. doen , op *t bevel des Gouverneurs Van der 11. Deel. Stel 1.5-1.3 Cucumis , fl os paßonis , Partie- bloem 1 . 3 1 r . £ ■ vulgaris, gemene Komkommers , zyn aan de Kaap gezond ibid. Cucurbita, Kau woorden ibid. Cupreffus, Cyprc fle boom 1 . 3 1 j- . b Curator ad lues , heeft fchooncinkomftcn gehad r. ii,6.a Cuur van 't warme Bad is goed, gclyk de voor- beelden bc wyzen 1. 341 . — — van 't zieke vee is aardig 2. 40. b < '■', uius /cgetum, & horUnfis 1. 31 6. a Cytifus Africanus , waar van drie zoorten 1 .203. 4 1 yfrven/is , of witte klaver 1.316.0 Cysjes, zyn de Europeaanfche gclyk 1.224.« D. Dacha of Dagga , plegen de Hottentotten in plaats van Tabak te gebruiken 2. 14.0 "■ rooken zy op een Bruiloft na den cc- te" 2.21.« 1 daar van flokken zy de rook in , en bla- zen die op eenmaal weer uit ibid. ^ ■ maakt hen dronken 2. 69. b — — — onder Tabaksbladen gemengt , maakt Bufchbafch 2. 14 a • is cen gangbaare Koopmanfchap onder de Hottentotten t.9f-b Daftylus of Dadelboom 1 . 3 2 1 . b Daken aan 't voorgebergte, zyn van riet ge- maakt 2.221.0 Dal achter 't Leeuwenhoofd is vruchtbaar 1. 84. b heeft genoeg water ibid. is een gemeene Vee-weyde i.8f. a achter den Leeuwenberg is gras ibid. word niet bebouwt , waarom ? ibid. Dalen, welriekende, heeft de Schryver dik- wils doorgekruift 1 . 30p. a — — aangenaame en vruchtbaare tuflehen de Bergen 1-347.* — — waar in men zout vind ibid Damaquas-Nmie , bezit een vruchtbaar Land i-47f-* — heeft gebrek aan Hout ibid. ■ heeft zout genoeg in haar Land ibid. 1 ' heeft water genoeg ibid. ■ heeft geen bruggen over de Rivieren ibid. ' haar manier om tegen de Gauros te vechten z. 143. ^ Damp, zwavelachtige, kan de oorzaak van de Zuid-Oofte wind aan de Kaap niet zyn 1. 380.* Dankzegging, word aan Godt gedaan na een zwaare donder 1.31.0 Dansmeelter t.iof.b Danflen tegen de Maan , is by de Hottentotten een ftuk van hunne Godsdienlt 1 . 494 b Ppp Daniïen REGISTER. Danflen, is ook by de Joodcn in g*n«kjc- _ 11° ' is ook by andere Natiën gcbruikelyk bvdcnGodsdienft '-4»7-« Danflên , zulks doen noch hedendaags de A- byffinifchc Chriftenen ****• • by Jen Godsdienft kan 't Godc mee mishaagen,als 't met een oprecht gemoed gefehlt . lbld/ h b doen de Hottentotten by verandering hunner wooningen i.jti8.« , dog niet by hunne Bruiloften 2.21.« DaiuTen, laat het Scheepsvolk de Hottentot- ten, waarom I.108.* hoe het by hen gefchiedt 2. 109.0 . duurt menigmaal de ganfche nacht door ibid- b L - gerchiedt in een ronde kring van Mans en vrouwen J°'d. _ Zy haten niet een lidt onbewogen on- der 't dauflen i "°.<* , der Hottenrotten is zeer aangenaam voor vreemde te zien ibid, - komt met der Europeaanen manier in 't minft niet overeen ibid. b Dappers bericht van de fpraak der Hottentot- ten 1.414.« .. verkeert verhaal van de Hottentotten i-4f4-Ä Darmen, half gebraden , en alleenlyk den drek daar uit gedrukt, eeten de Hottentotten niet 1.440.« «— < fpoelen zy uit in fchoon water ibid. b — braaden dezelve ibid. , of fnyden ze onder 't bloed , en bakken dezelve zo te gelyk ibid. _ van deze fpys heeft deSchryver zelf me- de gegeten ibid. _— dragen de Hottentotten niet om denhals 1.442.« ~— laaten zy ruim half braaden 2.61.0 Dafien , können beter Murmeldieren genaamt worden 1.173.0 Datura, feu Stramnia Indica 1. 316. a Davet.raad ( Petrus ) word verboden fchool te houden i' 4°°; b . moet in de vefting woonen,en de kin- deren aldaar onderwyzen z. 407. a Dauw op de Bergen , is een bewys dat 'er Erts in is verborgen l.zjj.b ■ van den Tygcrberg verquikt al 't gewas 1. 160.« Declmatiü Magnetes t of afwyking van de Zeil- fteenof Compas, is verlcheidentlyk aan de k ;np I. r>8. b ■ word bepaalt I. f£niet heb- ben wil ibid Dranken der Hottentotten by hunne vrolyk- heden 2.14.0 — voor zieken maaken zy van verfcheide kruiden 2. 161. b Dril'Vt/cb, hoc dezelve 'er uitziet 1. ifo.b — — w Jid van de Duitfchcrs Krampvifch gc- nocmt ibid. - 1 Keft geen kop 1. 2fi. a v/orden echter herflens in hem gevonden ibid. - byzoodere eigcnlchappen van deze vilch ibid. . ab hy nnngcroert word , veroorzaakt hy benauwde hartklopping en pyn in de leden ibid. . die pyn duurt dikwils een halfuur ibid. _- • andere viflehen komen hem niet re na ibid. b «_• zyn de karpers niet gelyk ibid. h DroelTem van Kriltal, is een bewys van Metaal- Erts 1.277.(1 — zwart van kouleur , die rykelyk over de aarde legt by 't warme bad , is een teken van Erts ibid. Dronkenfchap , daar zyn de Hottentotten zeer toe geneegen 2. 122. a •— • waar van een voorbeeld aan een vrouw ibid. «— • daar aan zyn de meefte Europifche Na- ticn, en voornamentlyk de Duitlchers, o- vergegeven 2. 12$. a •— . veroorzaakt veel ongelukken ibid b Drofchelen, daar van zyn vcrlcheide zoorten 1 . 20p b Druiven, wanneer die afgefneden en geperft worden x.x^.a — worden verdrongen of niet tydig 1. 147. a mmmm vroege, geeven flechte wyn ï.ifx.b Drukking or yc fftVg van de Lucht kan de Kaapkhe Zuid-ooltc wina niet veroorzaa- ken 1. $Ko. b Duelletren , doen twee Engelfche Kapiteins 2. $96.a ■ zy koomen ongeftraft daar van ibid. Duikelaars, zyn verfcheide zoorten aan de Kaap 1.223.« n leeven alle van viflehen ibid. m haar vleefch is niet eetbaar van wegens de traanige fmaak ibid. D-iiker-bok , waarom zo genaamt word 1 . 202. a 1 zyne geftalte ibid. ■ , 1 zyn vleefch gebraden zynde , is goed van fmaak ibid. b Duitlchand , de Schryver vertrekt van daar 1.4.« Duivel , word van de Hottentotten gevreeft i.qyS.b _- hoe zy hem in hunne fpraak noemen ibid. m—m zommige geeven voor hem gezien te heb- ben ibid. — — des Schry vers meening daar over ibid. Duivels berg , waarom alzo genaamt word 1. 86.« — word ook de Wind-berg genaamt , waar- om ? ibid. — is zo breed en hoog niet als de andere ber- ibid. formeert nevens de andere het Tafel-dal ibid.ó — — geeft een goed en aangenaam Prefpeä ibid. — — heeft goede weyden voor het Vee ibid. — — achter dezelve is goed Land , dog word door de wind onvruchtbaar gemaakt ibid. Duiven, tamme, zyn niet overvloedig aan de Kaap i.m.b Duizendbeencn, hoc die'er uitzien 1. 267. b — hebben gen REGISTER. — — hebben geen oogen , maar zacken de weg met haare hoorens ibid. m— zyn zeer vergiftig 'bid. mm— haare Hecken worden door (langen- fteen, of door gebradc uyen gcncczcn i. irtN.,/ Dttnquas - Natie , bezit een vruchtbaar Land i . 47J- a — — . heeft verfch water en veel Wild tbid. ■— op wat wyze zy tegen de Cauros vechten 1.14?« DwaalingdcsSchryvers, dienhy zelf corrigeert i. 4i-o « mm— oorzaak daar van ibid. E. Ebbe en vloed, zevenmaal achter malkander in den tyd van twee uuren i . 3 f S./ej. — zcldzaamc omftandigheden daar by i . 3 f !>.ƒ'?. Echium Africanum , i zoorten i . zp } . a Echtbreuk, word by de Hottentotten met de dood gcitraft 2. 18.« — daar omtrent befchaamen zy vcele Chri- ftenen z. 31.« Echte luiden by de Hottentotten, fchynen geen pair te zyn z. Z4. h m—mm hebben een ordentlyke huishouding z. Zf . a mfmmm elk weet zyn werk ibid. Echt-fcheiding, is onder de Hottentotten ge- oorlofc z. ip.« — — is niet geoorloft , als 'er kinderen zyn ibid. mmmm onder de Europeaanen , daar van weet de Schryver maar twee vooibeelden z. 195.« Edel-gelteente, is hier noch niet gevonden Li76.fi Edelman ( Portugeefch ) komt aan des Schry- vers fchip 1. 16. a • • • is zeer beleeft en gaflyry , word ook derhalven een prelent gedaan ibid. b Edvlto^ wat voor een vogel het is • Lz09.fi L waarom altyd edolio roept 1. zio.« Eenden, wilde zyn 'er verfcheide zoorten aan de Kaap 1. 110.fi worden veel gefchoten en verkocht ibid. Ecnd-ftoter, een roofvogel 1.108.« Eere Gods by de Hottentotten 1.4p!.« Eerlyk, word een befchimptc gemaakt, hoe? i.fif.a Eerlyke naam, beminnen de Hottentotten ibid. Eeritgcboren zoon , is by de Hottentotten erfgenaam van zyn Vader z. 13.fi z.z8.« Eerft-geboorte , is een groot voorrecht by de Hottentotten z. 14p b ■ is een bewys dat de Hottentotten van de Jooden afltammen ibid. Ecrfte üpftel van de Hottentotten heeft de //. Dal. T Schryver verloren L4fr.fi Lcten, doen de mannen en vrouwen by de Hotrciuotten nooit met malkander ï.iti.b ' Ectens tyd aan boort, 's morgens, 's middag: en 's avonds H4.fi \ Egclllal.kcn , worden by hoopen uitgeworpen i 1 zjo fi 1 Eigendom van 60 morgen lands word aan ydcr uirgedeelc 1. rti.fi Eigcnlchappen, byzonderc, der Tygcrbcigcn 1. ifp.fi . van 't Zee- water 1. 5 j-7 b Eikcboomcn, gemecne 1.31?.« ■ plant de Compagnie 1. 1 10 b Eilanden ean Capo verde ontdekt 1. i^.ab Ex.viQi*t, wat voor een wind het zy 1. 364.« hoc in de Latynlchc en buitfche taal genaamt word ibid. — ■— — is in volle zee anders als aan de Kaap i-37P.fi " wacit in zee maar een half uur, dog de Zuid-oolte wind zeer lang ibid. Elanddiercn aan de Kaap, komen met de Eu- ropeaanfchc niet overeen Li7z.fi • worden befchreven met alle hunne eigenfehappen tftf. — — worden op een liftige manier gevangen L174. « Ekvatio Poli van St. Jago 1 . z 1. fi Elft, een vifch, deszelfs gedaante ï.zji.a • zyne beenaaming n,jjm Elichryfum Africanum, 17 zoorten i.ipj. Elleboogen, daaraan dragen de Hottentotten clpenbeene ringen 1.46 a Elpenbeene ringen, draagen de Hottentotten aan de linker arm, waarom? i/,id. Eliboek (IVillem) weigert als Schout by Nacht een Manifeit buiten den Raad te tekenen z-34f.fi Elzcnboom, Europeaanfche, L311.fi Elzenburg Lio8.fi — aldaar heeft de Compagnie een wagt ge- houden LI Op.« — word aan den Heer Elzevier gegeven ibid. — daar is een Watermolen ibid. b Elzevier, geeft raad om de burgers te onder- drukken 1-116. è Emmerlingen i.no.« Emolumenten t trekken de gequalificeerdc Be- dienden z. Zfp.fi ■ beloopen jaarlyks een groote fomma z. itfo.fi Endivre 1.318.4 Endting der Boomen, word aan de Kaap met vrucht gedaan Lif6.fi Engclfche Compagnie laat hunne fchepen in de maanden Juny en July buiten nood deze Kaap niet aandoen, waarom? 1. 370. « — — Kapitein fterft op 't fchip z_44f.fi — — word met de gewoon lyke plcgtigheden over boord gezet ibid. Qflq — twee R E G I 1. $96. a ibid. _ twee Kapiteins duelheren koomen ongeftraft vry _ ; fchepen gecven nancht van V rede z. 447.3 Eneelfchman, leeft onder de Cafters in Terra I,Nü , »-47«-* - bezit ganfche kamers vol Olyfants-tan- den, en zvJe Damaften ibid. Ephemer um éfricamm 1.193.0 *us van Rotterdam, een ftecn by wyze van een ihndbceld i.iói.a Erfbrief, by zondere Clauful wegens bet Hout I. I 10.« Erfbrieven , derzelvcr voornaamfte conditie komt niemand na z.zzi.a — — mag niemand als de Secretaris Politiek vervaardigen z. 281. 3 Erfrecht der Hottentotten, gaat alleen de Mans aan z. 148 a — raakt alleen den oudftcn zoon ibid. 3 Erica Africana , heeft 11 zoorren 1.294.« Ernflhaftig gelaat hebben de Hottentotten 1 . 444J Erts, vind men aan de Kaap 1.170.3 — word by 't warme Badr gevonden 1 . 177. «3 — word gekent door een zwavel-damp */;/>/. — word aangewezen door verzengt lang gras op 't gebergte ibid. — waar van de onderaarfche vuuren kente- kens zyn 1.177.3 *— waar van Ryp en Dauw kentekens zyn ibid. — als mede de reeten en fpleeten der ber- gen ibid. Erwten, zyn dricderley i.zif.a Eß. is oorzaak van de dood eenes Reizigers Lifz.a Evcnymus Africanus 1 . 21*4. b Luropeaanen, verkoopen het vleefch duur 1. •4<5 a — van goederen by executie verkocht , genieten de Gecommitteerden hun voordeel x 193 a - — de Secretaris en Gerichtsbode gaan met de belle- buit ftryken ibid. —— des vonnis der 9 vluchtelingen blyft (lec- 1.379. 3 1 , zyn aan de Kaap niet veel I.'ii $ 3 't Bier gedaan , <>!■ 't ielvc daar luden word, als men 't over 1.35.3 STER. — van Water-fchildpadden zyn goed 1 . Ezels op St. Jago, haar natuur 1. 1}>.3 _— zyn voor dezen aan de Kaap niet ge- weeft, maar daar na toe gebragt 1. 174.3 m—m koomen met de Europeaanlche over een ibid. _- Wilde. Zie Zeccra. F. Faba leguminofa, Boonen van alderhande zoort I. 3 1(5. il Fabago Africana , Afrikaanfch Wondkruid 1. 204. 3 Fademlein, wat voor een Vogel 1. m. a Faifanten, zyn 'er veel aan de Kaap 1. zu. a ■ worden op een liftige manier gevan- gen ibid. Fatzo Bay, is aan weerzyden met bergen om- ringt 1. 94. 3 ■ oorfproug van deze naam 1. pr\ a teldhofs ( Frederik ) bericht van een leeuw, die een fchildwacht ombragt 1. 46 f. 3 Ferula Africana 1. 194. 3 Ficoides Africana . Africaanfche Vygeboom , hier van zyn 36. zoorten aangetekend r. zof.fea. Ficus communis Indica 1. 316. b — — - Americana ihid. I 'ilicula Africana , Afrikaaanfche Varen, z zoor- Tcn 1. 294. 3 Filix Africana , 3 . zoorten ibid. Fisk?-il provi/toned, Willem van Putte», is niet vrede-lievend 1. 79. 3 Fiskaal independent, Jan Blefïus, vergeet zyn Charafter z. z^j. 3 — — hy ontvangt een fmeekfehrift van de 9. vluchtelingen en veroordeelde 2. 380. a — — neemt zulks euvel op ibid. — — voert het bevel der Compagnie niet uit z. 390. 3 ■— — laat het gouvernement in handen des Gouverneurs ibid. — veroorzaakt daar door veel onheil ibid. feq. — verbied Petrus Kalden niet meer te pre- diken z. 39t. 3 — - houdt met den Schryver een nadenkelyk g Iprek z. 393. a Flamingos , een vogel , word befchreven 1 . zif. 3 — deszelfs vleefch is fmakclyk en gezond 1. zi6- a Fluos Albus, of de witte vloedt, een gemeene plaag onder de vrouwen aan de Kaap \. 408. 3 Foeniculum Africanum, Afrikaanfche Venkel 1 . 294 b — — vulgare Germanicum 1. 317. a Fokkcmalt op des Schryvers fchip door den donder REGISTER. donder aan ff ukken geflagen i. 31. a Fragariay of roode Aardbczien 1. 517. <♦ hrununlum lndieum Saracenicum , Indiaanfch Turkich Koorcn 1. 317. <* Frutex jlfricanus, 1. 194,. I •— sEtbiopicus 1. 2yf. * Fulli M.igri 1. 317. a , Emvanne ibul. b 1 ,^w brnncbo il-id. ■ Sappates ibid. 1 /•«/)• Pavan 1 . 3 1 f . 0 ; flW FusgO) cen Eiland, hccfcecn vuur-uitwer- pende Berg 1 . 1 3 . £ — g<--cn D- G. Galtga jifricma I. zpj". <* Grt/f», een Hoofdvefting op Ceylon z. 4Z3. a Git/ui, ( rafco de ) is 'c eerll in Africa aange- l nd 1. y8. £ Ganzen) wilde, zyn dricderley zoort i.zn.i» ■ tamme , worden niet veel geacht ibid. Garen der Hottentotten, zyn gefpouwc zenu- wen van offen of fchapen 2. 81. b .« »i ■ hier mede naajen zy zeer wel ibid. Garnaalen, een zoort van kleine kreeften I. 234 a •— — hebben geenfehaaren tf/'«\ ■ ■ haar vleelch is heel goed ^/rf. ■ ' zyn zeer fmakelyk by een glaasje ibid. Garnizoen, of zich 't zelve alleenlyk in de ves- ting onthoud z. zy8. b ■ * 1 word op verfcheide poften verdeelt ibid. ■ is ten tyde des Gouverneurs van Affen« burg het fferkfte geweeft z. zrp. a x is nooit fterkcr in de vefting als zoo. Man ibid. Garnizoens Boekhouder aan de Kaap is ecrlyk 1. 23, a ■1 verkoopt het goed der verftorvenen z. 231. a m 1 . brengt het geld in Compagnies kas ibid. m ii 1 ' 1 heeft voor dezen goed voordeel gehad z. zo6. a . word wegens gepleegde/ra«ßV«befchul- digt /£/V/. Garven , hoe die gemaakt en gebonden worden, 1. 139. a Gaff maaien, worden dikwils gehouden 1. 404. a Gaftvry, zyn de Hottentotten 2. 27. a Gaten in de huizen der Hottentotten, dienen tot bedffeden 2. 74. b Gaten in de aarde gemaakt, dienen de Hotten- totten tot het vangen van wilde dieren z. 1 14 b — worden op den weg der dieren gemaakt ibid. vind men onder de Hottcntot- i.4fjvf Gauros Natie I. 476. a — — daar van oordeelt Tachsrt qualyk — heeft een vruchtbaar land ibid. gebrek van water en hout Und. veel wild ibid. — is volkryk Un4. Gebouwen , publyke , heeft de Compagnie noodig zoo lang als zy dezen omffagaanhoud 2. ZfO. b 1 koffen de Compagnie veel van oprich- ten en onderhouden z. 161. a Gebrek van Vrouwspcrfooncn aan de Kaap t. 61. cl — - dit word uit Holland vervult ibid. , ■ van Wynvaten 1. ifi. b m van Hout en Bcrgwerkcrs , verh.ndcrc den arbeid der Bcrgffoftcn I. iji.a Gebrek van 'Zouc ,word in Africa nictbclpcurc 1. 34+. a — » aan Water hebben de Suffdquas I. 4Ä4. b — aan Voedzel en levensmiddelen, dwingt de Hottentotten menigmaal lot verhuizen 1. f'7- * Gebreken der Hottentotten , daar van zyn de grootfle de luyheid en morffighcid z. izo. b Gebrekkei yke, ten niet Gecommitteerde Raaden, hebben by de onder- vraging der gevangene Borgers braaf te drin- ken z. 3f8. b Gedachten , goede , des Schry vers van den Heer van der Stel I. yz. a L 001 zaak daar van ibid. Gedeputeerden van de Weeskamer, watzy da- gelyksvoor hunne moeite genieten 2.200.« Gceftelyke, een Portugecfche, komt aan 't fchip des Schry vers 1.16". a •— — by de Hottentotten, is by yder Kral een 1.485.4 mmmm hunne aanftelling, als mede die der Bar- biers, gefchiedc door de ganfehc Kral ibid. b — hunne verrichtingen ibid. — moet by de Hottentotten een Man zyn L486.0 Geeftelyken aan de Kaap, hunne maandelyk- fche bczolding 2.204.;:; . hun werk en beroep ibid. — — hebben de meeffe moeite by 't uitdeden van 't H. Avondmaal ibid. b — — de minfte ieyden aan deKaop een vroom lecven ibid. Gehoornde Slangen, of die aan de Kaap te vin- den zyn Lzy7.ii —— » de Schryver heeft een hoorn daar van gezien ibid. Gehoorzaamheid jegens de Moeder, raakt met het ander i maken uit i.fx^.a Geilheid der vrouwen , is zeer groot 2.3öS.** Geiten, tamme , hebben de Hottentotten niet z.S7 b Qa, q 2 waarom REGISTER. . waarom de Schryver geen gewag er van maakt u . „ '•»/■« Gckyf, word aanftonds by de Hottentotten onder den blaauwen hemel afgedaan 2. 77. a , moet de Schryver veel uitgccven \.y.a , hoe veel de Schryver mede nam ibid. lim de Schryver voor zyn Wïflelbrief met krygen lf$" , van Stellenbofch en Drakenftein, waar ttitfpruit? 2.212* Gerft» zomer en winter i.^S.a — word ryp, wanneer.' 1.135-. 5 Gelchenken, vry willig, worden tot vergroo- ring der Stellenbollche Kerk gegeven 2. 237. b worden van eenige te rug genomen ibid. worden na den brand by een gezocht 2. x}8. a — niemand weet waar dat g;eld gebleven is ibid. J.it een Bediende der Compagnie tegoed Gefchenken, hoe veel die jaarlyks aan de Oo.n- i e ft, word in Holland prompt betaalt 2. 2f6.£ , , der Weezen , word op intreft gezet 2. L9ï-b , , van alle Verkopingen moet betaalt war den, hoe en wanneer? 2 2y, a . word op een aardige manier 11 geza- melt , wanneer dit eerit begonnen heef; r ibid. Geld-boete van den Krygsraad , word aan den Kallier overgelevert 2. 116 a word tot beltelling van nodig Krygstuig gebruikt ibid. *" werd ook gebruikt om den Secretaris «1 Bode een vereering te geeven ibid. Gelegentheid , en oogmei k des Autheurs tot zyn Reis i.i.a Gelukwcnfching, by 't trouwen der Hotten- totten z.iy.b Gemeene Bedienden der Compagnie, wie die zyn? 2.25-3. 0 _— zulke zyn 'er zeer veel aan de Kaap ibid. Gemeener bootsgezellen en Ibldaaten L.ykftaat- y.ie I.23.« Genegentheid der Compagnie jegens de Caap- fchc Colonie, blykt uit veel bewys-ftukken 2.285. <3 Generale Opneeming, wat die is ? z.zl^-feq. — — word gemakkelyk gemaakt , waar door m.lll.b — — gefchiedt door twee Gecommitteerden ibid. » Generale Vrede, word tuflehen de Hollanders en Hottentotten gemaakt 1.462.^ Monllcring, wat die \<\ z.ifp.a wanneer gedaan word ? ibid. Genifta Africana, waar van 20 zoortcn 1 2^5. Gequalificecrdc Bedienden der Compagnie, wat die zyn? 2. zr 3.« ' bieeken de Conditien der Pagten zoo wel heimelyk als opcntlyk 2.280 a — — profneeicn veel van de Inwoondcrs , waarmede? L.L^.b.feq. Gei intuin Jtïkanum, waar van 22 zoorten i. t.m9f 6 cbtigheid der Hottentotten ziet geen pcr- inen aan i.^yj.b 1 heeft Simon van der Stel Hecht geocf- 2i8j.a Kb, Vicc-Admiraal van de Retour- vloot, rd by zyn aankomit va» niemand vcrwel- iö.i b komt z.^n.b pagnie koften 2. Gelprek met den Landdroft Starrenbcr^ aanleiding om den Schryver te laiteren 1. ff. a — — van een Hottentot met den Heer Ziegen- balg !. 498.* — van den Schryver met den Fiskaal inde jjtrêdtnt Blclïus 2. 393. f. a, — — verkoopen zy niet als zy 'er nictdubbeld van REGISTER. van voorzien zyn ibid. •— — moet ii en hebben als men onder hen rei- zen wil z- ioo. 3 — — van welk zy zich op de jngt bedienen 2. 1 1 1 . n — — • P. Tachart en ßövings bericht daai •— — deszelfs gellelthcid word uitvoerig I Ich teven ibul. b Üeweer-imids, zyn de Hottentotten z.e te vergrooten? z8f.3 en onkoitcn der Compagnie fch celen niet veel 2.286.4 Gewoonte, is der Hottentotten tweede Na- tuur ' z.ói.a Gczantfchap aan den nieuwen Gouverneur door de Namafuas Natie afgezonden 1.468 b Gczelfch.ip, heelt van der Stel gehouden, wanneer, waar, en met wie? 2 7,01. Gezond, is 't Caapfehe Water 1.88.4 • Scheepsvolk, word by beurten aan kind gelaaten 2. 262. 3 Gibiizen, verfcheide zoorten i.ti2 3 Gieren, zyn van verfcheide zoorren 1.21z. 3 Gift, met wat zoort de Hottentotten hunne pylen vergiftigen i 1 1 1.3 — moet door. gift zyne werking benomen worden z. ïfj.a Gilblirigen i.zio.4 Gillis «W/rcr, heeft een zeldzaam voorval by den Heer van der Stel 2.338.« GuijJ'engy of die der Hottentotten Kanna zy? 2.68.4 ■— daar van de befchryving van hrasmus Franchci ibid. b Giflingcn van de nabyheid des Lands worden veele gemaakt by 't Scheepsvolk 1. 368. Jeq. Glafen tot Perjpecltven koopt de Schryver 1. f.3 Globuhr'ia Africana 1 . Z07. a Godi, hoe in de Hottentotfche taal genaamt word 1. 41z. b 1. 401. b — — of de Hottentotten daar aan gelooven I.488. feq. — Saars en Bóvings mening daar van ibid. — — ctren de Hottentotten enigermate, na de mening van anderen 1.48^.« — dat 'er een Godt is , betuigt zeker Hot- tot zeer verllandig ibid. b -^~ zeggen eenige Hottentotten, dat zy ge- zien hebben 1.40.1 .j — In ie hem de Hottentotten eeren 1.40z.* . — • meenen de Hottentotten te eeren, a!s zy tegen 't fchyncn der Maan danllen 1.493.3 — zigtbaare, is de Maan by de Hottentot- ten ibid. — of zy hem vreezen , Bovings en Ziegen- balg' gedagten daar van 1.498.03 — wit aan den Sehryvcr daar op geant- woord word ibid. b il. Deel. Godsdicnfl der Hottentotten, hoc die van zommige bcü breven word '^yj- . » des Schiyvcrs bciicht en ondervinding hier v:iii ibid. b verrichten de Hottentotten met danflen ibid. Godsdicnd hebben de Joodcn voor dezen met il.iiillen ven iclit 1. 496.« daar by danfTcn ook andere Natiën 1 . 497- * — — zulks doen ook de Abyflincrs ibid. 3 deze dienft met danllen kan Godt niet mishaagert ibia. Godsdicnil pleegen de Chiiflcncn voer dezen in een zral van de Veiling aan de Kaap te ocffenen z. 23z 3 daar altyd een Schildwagt voor itond, om alle onordentclykhcden te weeren z. — konde daar niet langer in geplcegt wor- den, waarom? ibid. Goederen der overledenen worden bewaart, en verko x 1. »3. 4 — by Executie verkocht, daar van genieten de Gecommitteerden hun loon 1. 193.4 — — van vreemdelingen, worden hier in o- vervloed te koop g<:bragt z. 3Z1. 4 Goedaardig en behulpzaam zyn de Hottentot- ten, 't welk uit P. Tachart bewezen word 2. 130. b. — byzonder in 't mededelen van 't een oft ander 2. 131. a — • zy befchaamen daar mede de Chrillenen ibid. i dit word van zommigen als een doelwit burgerlyke gezelfchappen aangezien ibid. — — antwoord hier op , neffens een merk- waardig voorbeeld 2 132.* — — befchaamen nochmaals alle Chrillenen ibid. b Gom- Gom, een Mulikaal Inftrument, waar uit het beltaat? z. iof.3 — deszelfs fatzoen word duidelyk befchre- ven ibid. .— geeft een fchoon geluit 2. 106. 4 — kan door de tyd verbetert worden ibid. b Goud- aderen, zyn aan de Kaap 1, z8i.4 Goud-blad, Afnkaanfch, daar van zyn S zoor- ten aangetckent r zpi. 3 Goud-boom, Indiaanfche |. 318. . Goud-erts, vind men zoo wel als Vermillioen in de Steenbergen 1. 270. 3 Goud-kcfers, een zekere zoort is by d8 Hot- tentotten zeer geacht 1. 264. a Goud-vifch, hoe die 'eruitziet, en waarom zo genaamt word? 1. Z33. 3 — heeft fcherpe en fpitfe tanden ibid. m — - word allecnlyk in de winter gevangen ibid. — . heeft heel goed en gezond vleefch ibid. Gouverneur in Porto du Brajat (chikt de Hol- R r r landers der REGISTER. landers een wacht toe I. 16. & — . -word voor de laatfte maal bezogt i . ip. a —— van de Kaap, Willem Adriaan van der Stel, heefe tyding van des Schryvers aankomft ». A9- <* .— geeft audiëntie aan den Schryver ibid. b — geeft aan den Schryver een ftille, c2n- zaame, en vermakelyke woonplaats i. j-o. a __— goede gedachten van hem , en oorzaak daar van. l. ft.~ a - verandert, en haat den Schryver ibid. b _— doet niets ten zynen befte i. ƒ3. a - vereert hera een emmer wyn, waarom? ibid. b _- . zyn haat word grooter 1. 5-4. a — — ontfchuldigt zich van 'de ongerechtig- heid, die den Hottentotten word aangedaan 1. 460. b — - is echter oorzaak van al dit onheil 1. 4Ö1. a — — krygt loon na werken ibid. — • doet groote fchade ibid. de voorige Gouverneurs hielden al de ver- eeringen der Hottentotten voor zich z. z6p. Gouverneur van AJfenburg^ heeft zulke vereeringen in Compagnies kas gebragt ibid. b •— van der Stel had zyn gezelfchap van vrienden, daar hy mede vrolyk was z. 30t.« — liet zich dikwils 's avonds laat by hen vinden ibid.b ^— liet alle dag andere luiden by zich nodi- gen ibid. — . bragt met hen zyn tyd aardig door ibid. — — bevond zich dikwyls by vrouwen, en quam daar door in opfpraak 1. 30$. a •— liet zich hier niet van afhouden ibid. — zyn Opvolger komt onfchuldig in 't zel- ve vermoeden ibid. — is het Vrouwentimmer niet ongenegen ibid. — dog houd zich onverfchillig by het zel- ve ibid. b — zyne vyanden hebben hem in een quaad gerucht willen brengen ibid. — hebben alle van aangenaame gezclfchap- pen gehouden ibid. — — van dir Stel, laat een zeldzaam Mandaat uitgaan, en wil het in den vollen Raad goed gekeurt hebben z. 545". a — verdubbelt zyn Lyfwacht z. 340.^ zeilt de Vloot na , dog kan ze niet in- naaien zW}-& "— heeft een zeld/.aamc rede tegen van der Hey. les vrouw 2. 3f7.« — - wil de onwilligcn nochmaals voor het Gerecht daagen Z.l6$.b — — word zeer verftoort om twee vruchte- lo< ze Raadsvergaderingen z. 378. £ — houd inde namiddag Raadsvergadering mi. wil van der Hcyde op nieuw haten ar refteeren z. 380^ — vaart na het aankoomen van 't Schip Pieter en Paul in zyn wreedheid voort z. 384.« — word door de gevangenis der 3 gevon- nisden trots. z. 38)-.« — — laat zich door de wederkomft van den ouden Rotterdam niet beweegen ibid. ^ — vaardigt de Retour-vloot tydelyk af, waarom ? ibid. "— word door het fchip Kattendyk, nevens eenige anderen, naar Holland ontboden 2. 386.« — - is daar over heel bedroeft z. 390 b — Van jfffenburgf aan dezes aankomft word getwyfelt z. 407. a — — over zyn achterblyven vallen raare rede- neeringen ibid. — — komt met zyn Vloot aan , en ftapt aan land 241 3.« — hier op word van de Vefting en al de fchepen het kanon, en van de burgery de fnaphaanen geloft ibid. b — -• vaart op de reede z.428.,3 — — word van een Kapitein getracteert ibid. b — vergeeft hem zyn' fout op een aardige wyze ibid. Gouvernement , neemt d'Abling van van der Stel over z. 3pj\ a Graaden, of trappen van Bloedverwantschap , worden by de Hottentotten zeer wel in acht genomen z.zz i Graf van een geftorven Hottentot , laat de Ka- pitein of de naafte vrienden klaar maaken 2.165.« p>m is doorgaans een kuil van een wild dier ibid. Gragt aan den Leeuwenberg 1 . 8 ƒ . h Gramen vulgare Hollandicum 1 . 3 1 7 . b Granaat-appelboom, de kern van de vrucht is lekker i.ifj.b — — de buitenfte fchil der vrucht is goed voor de roode loop ibid. •— draagt groote vruchten 1.320.« — is van twederley zoort ibid. Gras , klein en geel , is een bewys van Erts in de bergen 1 . Z77. 6 wm-m het oude verbranden zy, op dat het jon- ge weder uitfpruite 1.463 £ Gras-groene Kefers, waar zy zich ophouc'.n I.Zf Gras-mus, een bekende Vogel i.zr f. Gras- velden in de Bottelary 1.10 Greft (Matthys) vind een pleifter uit voor quaade borften ï.iyi.a — zyn konft is met hem geftorven ibid. b Greuninger, hoe die is? t.ztz.a Grimpe (Joh. Georg) legt een Brug, en geniet daar voor eenige vryheid 1. 107. Grocfftccncn aan de Kaap dienen tot fonda- ment der gebouwen 1. Z7f. * ■ zyn ook goede Kalkftcncn ibid. Groen „ REGISTER. Gfoen, is 't Zee- water by Capo Vu-de i . 3 f> ■ •' Groene Kloof, heeft goed Wey-l.ind, en be- hoort) aan do Compagnie i . 131../ . heeft feboone Zoutpanncn ibid. Cirocnc Specht, zingt niet veel i.ito.L Grond aan de Kaap, is brak 1. jrz b Grondaarde van 't warme Badti is zwart I. ... . 1 deze kan tot Turf-aardc gebruikt wor- den ibid. . der Zoutpannen, hoe die is 1.348.« Grootte der Hollandfchc Colonic aan de Kaap i.yi.b Grof ularia nih* a & alba , roode en witte Aal- bezie-boomen 1.3 18.« Grotte op de Buitenplaats van Job. Mulder 1. 118.« Grouwziam en wild, zyn de Hottentotten niet 1.444.* Grouwzaame moord pleegen cenige flaavcn en Üavinncn z.ipi.feg. * 1 die daar over geftraft worden z.iyi.b Grundclingcn, zyn aan de Kaap zeer klein 1. .. ■ ■ worden met een doek gevangen, en zyn niei goed om te ceten ibid. Gryt-bokkcn, worden befchreven, en reden gegeven waarom zy zo genaamt zyn 1. ijo.b Guyana Indica five Guajabo > 1. 318.0 Guajav os-boom > draagt aangenaame vruchten 1 . 1 f 9 a Gunjcmans- Natie , waar die voor de aankomft der Hollanders gewoont heeft \.q6i.b ■ heeft haar Land aan de Hollanders ver- kocht ibid. ■ ■ heeft naderhand getracht haar oude vryheid weder re krygen ibid. ■ 1 ■ oorlogt deswegen met de Hollanders 1.462.0 ■ .1 vernieuwt het gefloten Koop- Contract met de Hollanders ibid. . hoe ver haar Land zich uitftrekt ibid.b H. Haay, een vifch by del Majê gezien, gedood en gegeten I. 14. a m word voor diergelyk gehouden als den eet Jonas ingellokt heeft ibid. A_— j Zie hier meer van op Vifch-hond. Haancn, zyn zo overvloedig dat menig Soldaat moede word die te eeten 1 ■ 2.11. i> Haafen , zyn driederley foort aan de Kaap 1 . 180. a m moogen de Hottentotten niet eeten 1. 5-8.0 Haat , draagt de Heer van der Stel den Schry- vcr toe i.fi.b 1 dezelve neemt hoc langer hoe meer toe l.f4. a - ■ ■ dei 1 {ottentotten tegen de (laavcn z. 149. b — — is in plaats der vorige vritndfehap ont- 1'aan tulli hui de bedienden en borgers z Z84. b Haazclaars 1. 31J-.0 IL.rtuntbusJfricanuiy Afnkaanfchc Tulpc 1. 2.97 « HagcdifTcn f groene) zyn aangenaame en vuen- dclyke dieren 1 . z,0c f, Hagel en fneeuw» daar mede zyn de kruinen der bergen bedekt, waarom? 1. ^rt. a - ■ valt niet op de aarde en in de vallcycn aan de Kaap tbid. b H.iir-pocjer der Hotttcntoten 1. 303.0 Hair poejeren de Hottentotten 2. f 3. b — — in 't zelve vlechten zy aldcrhande wis- jewasjes 2. r4. a ••m • befmecren zoo wel de wyven als de Mans 2. 4P. a — fnyden , zulks verflaan en oefenen de Hottentotten 2. ^o. h gefchiedt by groote hoofdpyn ibid. by 't derven van OuJers en bloedverwanten 2. iöi. 0 ■ der Hottentotten is kort en lykt na fchape wol z. 44. h Hairen, vallen den Schry ver geheeel uit 1. 4z. 0 Hair-fl:-^'. Zie Cobra de Capello. Halia. 1 1 zyn by de Hottentotten niet veel geacht 2. if.a • worden gemeden , op wat wyzei ibid. Hamfter , komt met de Europeaanfchc koren- varkentjes overeen 1. 187. b Handel met de Hottentotten, word den inge- zetenen verboden 1 . 4j-<5. b ■ word aan een Hottentot opgedragen om met zyne landsluiden te doen ibid. ■ ■ verricht deze Hottentot getrouw, en tot groot voordeel *ï. 4^7.0 ■ hem word deswegen een lyfwachr. toegevoegt ibtd. • word op nieuw met de Hottentotten verboden 1. 47-$). a — — word met de Hottentotten weder be- gonnen ibid. « word aan de burgers ook toege- daan , na dat de bedienden der Compagnie Rrr 2 j_van REGISTER. van te vooren hun voordeel daar mede had- de:, gedaan %M- b Word veel gedreven met de Hotten- ,,„„ 2. ioo. a totten . , , ^ was voor dezen het eenige voordeel der Compagnie aan de Kaap V7'' * , eccft noch het meelt aan de Kaap z. - 6 282. b lt nadeelige manier van Handel is door de vorige Gouverneurs ingevoert 2. 28$. a . jtz" is weder a'geraakt , waarom? ibid. Handcl-Boekcn van de Compagnie worden ge- llsten, wanneer? *• *-76- a Handelaars, ofRuilers, gaan met de Hotten- totten ondeugend te werk 1 . 460 a j plunderen geheelc Kraaien, en neemen 't vee weg #**■ . die zulks gedaan hebben , worden ge- noemt ibid.ftq. . doen weinig profyt met hun ondeugd ibid. b . worden in 't Bofch der Chirigriquas aangetaft en befchadigt 1. 4Ö6 ^ Handen, om dezelve draagen de Hottentotten koraalen z- f4 a Hand- molens aan de 24 Rivieren I. 1*4. a Handl'chocn, een oude, hangen zy aan een riem om den hals z 4f- b , waar toe de Hottentotten die gebrui- ken ihid- Handuerks-luiden, koften de Cmpag.-ie jaar- lyks heel veel i. »fi- b , zyn altoos in de Vefting 2. 259. a . moeten van de foldaaten onderfcheiden warden *bid. — of die voordeelig zyn aan de Compa- gnie ot niet z.tóia H~nglip, een fluk der Hottentotfch-Holland- fche Bergen i.oj\ 0 Haidir, eenzoortvan Haringen, hoe zy ge- vangen word I.2Jf.rt ■ ■ ■ word 'er veel gevonden ibid. lJardfteenen, worden gebruikt tot vloeren en trappen i.iói.a Haringen-, hebben kleine kroppen 1.234. £ Harmonie tuflehen de burgers en bedienden der Tipagnie vermindert z.zji.a IliJJ.igaycn der Hottentotten, hoe die gemaakt zyn z.nz.a ■ worden van hen vergiftigt ibid • daar mede können zy net werpen ibid. b Haver ,*word aan de Kaap niet gezaait 1. 1 j6. a z.zjT,.b — — — valt uit, en word wild ibid. Havikken, zyn fchadelyke vogels \.z\\.b Heemraad, wat die zy z.zoó.a nraaden van Stellcnbofch en Drakenftein , .'.en cen Collegie uit 2. 209.0 ■ ■ lubben meer vryheden, als de Borger- raaden ann de Kaap ibid. m 1 1 moogen zaaken,die onder de iro gul- dens zyn , afdoen ibid.i . hebben den Landdroft tot hun Preli- dent ibid. ■ — van hen kan men aan den Raad van Ju Hit ie appelkercn ibid. • • moogen zwarte flaaven geeflelcn ibid. . m — hebben een eigen Gcrecrrsplaats ibiè, ■ hebben een fchoon Raadhuis in Stel- lenbofch ibid. m.. houden aldaar altyd hunne Raadsver- gaderingen ibid. ■ hebben een groote gevangenis ibid. — — beftaan altyd uit 4 van btellenbofch , en 4 van Drakenftein 2.210 b de oudtfte van hen is altyd Vice-prefi- dent z.zii.a — — worden alle twee jaar verwiffelt ibid. ' houden alle 1 4. dagen Raadsvergade- nng ibid. — hebben een Secretaris, die een Bedien- de van de Compagie is ibid. ■ trekken geen loon, als by CommiiTïen ibid. ■ hfbben een eigen Bode ibid. ■ deze heeft fchoone inkom ften, waar uit die Ipruiten ? ibid. b Heilige, voor zodanig eeren de Hottentotten de Kevers t.foo.i/iq. Heilige , moet een net om den hals draagen, hoelang? ( ifoi.b — 1 bekomt van 't gellachte Vee gt.cn vleefch, maar alleen de darmen tbid. m ■ de wyven zyn in alleomftandigheden niet de Mannen gelyk i.foi a ■ ■< andere Wyven, die niet heilig zyn, krygen 't Vleefch, en zy de darmen tbid. Heinjius ( Daniel ) ontdekt veel misbruiken 2. 278. 6 — — heeft een goede order omtrent het ver- pachten ingevoert 2. 279. a ■— doet aan de Bewindhebbers verflag van alle zyne verrichtingen Und. b .— deszelfs fchikkingen belaft de Compagnie dat zonder eenige veranderingen nagekomen worden ibid. Hclbok zou Drakenftein geheten hebben 1. ut. a — des Schryvers gedachten daar over ibid. Helder, aldaar word een Soldaaat begraven 1. 9. a Helot (ll-llbem) word ad interim Opperhoofd aan de Kaap 2. i8f. b •— — was by zyn aankomft pas in ftaat voor een Copi'ift ibid. «— — wierd ras daar na Secretaris Politicq z. ïiSó". a — — wierd vorder Opperkoopman 2. i8r. b — wicrd«cindelyk van den Raad tot Opper- hoofd verkoren ibid. — — word hier door hoogmoedig t. iSo.a — — mögt door den nieuwen Gouverneur wel REGISTER. wel wat hai delbaarder worden ibid. I — — zyn Opvolger in 'i Secretariaat is / de Mq t :. ijio. / — zyn quaade handelingen, toen hy Ven dumtcllci was, worden verhaalt 2. 400 a — — leeft het opftelvaneenGetuigfchrifi heel ras 1 5 j8. a — is vereecfi beduche voor Franfche lelie- pen 2 4,o. (» _— heeft een aardig Discours met den Schi \- ver 1. 4}i. a Hemdrok, door een Hottcntot geilolen 2, 153. a . die word daarom door zync landsluiden gehaat, en van den Fiskaal gel tuft ibid. b Hcnflingen of Vlasvinken , zingen lehoon 1. Z12. b haar vlcefch, gebraden zyndc, is deli- caat ibid. Hengelen, vcritaan de Hottentoren zeer wel z. 118 d — — zy vai ; ii veel vifch met den hengel ibid • zy kryg n de bengels van de Europeaanen ibid Hennen, tam a-e, eet mcenig foldaat in Indien tegen 1. lil b Hcnnip, tamme en wilde, word van de Hot- tentotten gezaait 1. 314. a ■ daar van mengen de Hottentotten de bla- den onder de Tabak« 't welk zy P ue. pasnoc- men ibid. Herten, zyn gelykdeEuropeaanfchs, behalven de kroonen 1. 180. a Herten kroonen , hoe die geformcert zyn ibid b Hfrtog ( 'Jan ) bekomt en verkoopt zyn land aan Wnh. Adr. van der Stel 1. pp. a — — word voor een jaar van zyn dienlt ont- flagen 2. 42Ó. a Hen -zwammen, vind men vecle lang-- den weg naar Conjtantia 1. 278. b Hupendes- Eilanden , hoe die heden genaamt worden 1 . 1 3 . b Heffaquas Natie , is door P.Tacharts heclflecht in zy. Landkaart geplaatft 1. 472. a — — I>.z.t veel Vee, handelt daar mede,en.is volkryk ibid. — vecle dienen de Europeaanen voor knegts ibid. b — — is vredelievend, en mydt de vreemde weiden ibid. — — laat zich evenwel niet onderdrukken ibid. — — vervolgt hunne overwinning niet 1. 47$ • * — raakt over hoop met de Gunjemaus ibid. •— — v. urd door de Hollandfchc gcrechts-die- naars verjaagt, en door 't lollen van een Huk gefchut verltrooit ibid b — — haar Land is heel vruchtbaar, heeft hout, water en wüd genoeg ibid.Jea. . II. Di tl. ban ( )u 'rn 1 leer of Opptfr- regent heeft de Schi tien 1. 4 , g eft een Hottentoi een 001 1. ui. J — — bekomt een aardig antwoord daar op ibid. galt een (luk land tot een Predikant« woning en fchooj z. tyj b ■ dit luid legi noch woell, waarom ? ibid. hy word nagefpeurt 2. jyi .* word voor den Land droil ge-citeert /£/'8, b lyn zeer getrouw, een voorbeeld daar van 1. 4jp, a werken niet graag voor hen zelfs 1. 440. a zyn in hun ceten vuil en morfïig ibid. - teten geen halfgebrade darmen ibid. - hoc zy de darmen bereiden en kooken ibid. b - worden oudt , en zyn gezond, voorbeeld daar van 1. 441. a — — belmecien zich zelfs, benevens hunne vellen, over al met vet ibid. b 1. 44t. b. hebben een afkeer van oud en (linkend Vet 1. 441. b - draagen geen darmen om den hals 1 . 44z. a — — können Incl loopen 1.443. £ 1 .j-io« — - waai e oorzaak hier van ibid. — ^ zyn niet gruwzaam en wild 1. 444.4 •■ hunncuiterlykegeitalte 1.445-.« — — zyn niet gcbrekkclyk ibid. b ■ zyn niet zwart 1.446. £ - zyn niet wit 1.448.0 1 hierin begaat P.Tackart eendwaling ibid. hun koleur is Caflanje- bruin ibid. b ^___ hunne oorlogen onder malkander leg- gen de Hollanders by i.4fo.<« - of zy een algemcenc Regecrings-wyze hebbe« 1. 45-2 ■ ■ waarom zy Salthani - mannen , en Kochoqua genoemt worden ibid b - zyn geen verdreve Banditen ibid. ■ zyn eerlyk en befcheiden ibid. ■■ vele van hen worden door de Hande- laars vermoort 1 . 460. a — — — en gehccle Kraaien uitgeplundcrt ibid. — — — wie hunne vervolgers geweefl zyn ib./eq. • brengen aan de Hollanders aanilonts tyding van de aankomft der vreemde fchepen 1.46z. £ • houden geen vafte woonplaats 1.463.^ 1 .J-17.J — — neemen het vee der Europeaanen weg 1 • 467. a of zy een algemeen Regent hebben 1.481./^. - zyn gehoorzaam en ongehoorzaam 1. - zyn goede Jagers 1.484.3 . zyn ook Geneeskundige ibid. b ' zyn geen Carlers 1 . 48p. b worden qualyk van den Autheur be- fchi even 1 . 4^,0. a ■ ■ • - zoeken don Autheur te misleiden ibid. • heeft de Schryver voornamelyk in twee Scctcn verdei h 1.491.« !>" - — wor- REGISTER. . enhet _ty£«w over den Godsdienft rase I-49M : heeft de Schryver dikwils onder- ibid. gee-en cen aardig antwoordt op de vraage van Godt i-4!-3^ "verrichten hun Godsdienft metdaiiilen regen de Maan ibid. b — hoc dikwils zy zulks doen ibid. i biddende Maan aan, en houden dezel- ve voor den zichibaaren Godc i.ty^.b zingen en danffen 24 uuren lang tegen de nieuwe en volle Maan 1. 494 b — ■-- nuaken aardige grimaflen daaronder, en prevelen eenige woorden i.^of.a b-fluiten hun godsdienftigen dansi waarmede? ibid. befthaamen hier in door hunnen yver de Chriftenen ibid. h ■ worden door de quaade voorbeelden van den ChnltelykenGodsdienltafgefchrikt ibid. lehynen van de Jooden at te flammen | 1.497 a 1.50».« | ■ greven een aardig antwoord op de vraag, waarom zy den kleinen Kapitein meereeren, als den grootea 1.49p.« | hebben door een Traditie kennifle van den val der eerfte Ouders ibid. ____ onder hunne Voorouderszynookjooden g Wccll ibid. b flellen een quaaden en een goeden Godc 1 foo.a . houden ook zeker Infeft in eere tbid.b - laaten zich van deze eerbewyzing niet afmaanen l.roï.a — — hebben eenige plaatzen , diejzy voor heilig houden ibid. b ____ — vreezen zeer voor de dooden 1. f 24«. ^ _____ veranderen hun woonplaats als iemand geitorven is ibid. — eene word van een uitwendige quaal door ten Europeaanlchc Vrouw geneezen l.ftj.bjtq. > zyn geen Tovenaars i.fz8.^ hoe zy hunne nieuw-geboore kinderen banden £• 4« — trekken weg, als 'er een dood kind ter waereld komt 2. 4. a 2. 10. a — genieten Hecht huwelyks-goed 2. 2$. a — — können niet om lykdom trouwen ibid b — flachten op zekere tyden I.4P4 <7- — - of zy Godt vreezen 1.498.4 — — > offeren voor de dolle lchapcn 1. J19. u gcloovcn een eeuw ig Leven en Opltandin- I.f24. b wecten hunne gedachten daar omtrent niet wel uit ie drukken ibid. __— . _j n zeer gaftvry 2. 27. a _— kunnen in konen tyd een huis bouwen ibid. 1 rorg voor het welzyn hunner 1 2.28.« gc Hottentotten laaten zich aan de Kindemigr weinig gelegen leggen ihü. - zorgen voornamelyk alleen voor d^* zoonen 2 zg.a • hun kinder-tugt is heel liegt ibid. b .. • keren hunne kinderen aldei hinde handwcik zonder ecnig Inltrumenc ibid. I konden in allerhande Wetenfchappen geocfent worden , als zy niet zo luy waren 2. 30 a . können hunne kinderen in korten tyd een handwerk leeren ibid. — — worden in veel zaaken onrechtmatig beichuldigt tbid.b II . ■ eenige dezer bcfchuldigingen wcder- derlegt de Schryver ibid. — — zyn niet hoerachtig 2. }i.„ zyn heel goedaardig en behulpzaam ibid l — — können meer by de Europeaanen, als by hun cige landsluiden verdienen 2 yt,a flachten niet buiten noodzaakelykheid 2.41.5 — —> verkoopen hun vee aan de Compagnie ibid. — — vereeren dikwils iet aan de Compagnie 2.42.« -— hebben geen lang hair 2.44.5 — — befmeeren het met vet en roet ibid. — — bedekken het hoofd niet, als wanneer het regent t.^f.a - dragen altyd een Ki>fi en Rackum-iiok by zich *-47-<* — — - können met de Rackum-iiok net wer- ibid. kounen met de Kirri aardig vechten ibid. gaan met het onderlyf heel naakt 2. 48.« bcdryven zo veel ondeugd niet , als 2.24.« koomen alle daar in over een, dat zy zich befmeeren 2. 44 a — — (meeren al de leden, en waffchen zich nooit met water ibid. draagen Crojfen om de fchouders 2. 46. a — * draagen kopere ringen om de handen ibid. b - hoe zy hunne fchoenen maaken,enwie dezelve draagen 2.48.0 draagen geen koufen ibid.b - eeten onder den bloten hemel, als het de natuur vercifcht 2,f7-^ - moogen geen varkens vleefch, noch viflehen zonder lebubben eeten 2. f8. a lehynen van de Jooden af te flammen ibid. 1.64.0 eeten het verlemde vee , gclyk de 'Iroglodyten 2. 60. B — — hun fpyze is het gcuorvc vee, en uit- gespoelde darmen ibid. — kooken pen men zegt REGISTER. - kooken bloedt , darmen, en melk on- der malkander, gelyk de Troglodyten i- rti a . kooken alles zonder zout , kruid , i n vcc t.rti a kooken alle fpyzc l>\ zonder ibid. — — - worden heel oudt ibid zyn veel ongezonder als zy van de (pyze dir Europeaanen eeten ibid h — gebruiken aaide potten ibid. ■ weecen op een aaidigc wyzc vuur te rrwaken i.C).b — — - zyn heel luizig i.fif. * ceten ook de luizen ibid.b - houden ongemeen veel van Tabak i. 6j.a —— — weten den Tabak heel wel te proeven ibid. ■ houden veel van Ca«/7T-- wortel 1.68. a — — - houden veel van troebele wyn , daar de hef in zit 2 69 a ■ hunne huizen hebben het formaat van cen bak oven. 2.71.0 .. maar zvn geen holen 2.7 ,a . verdeelt Tacbarl, dog verkcerdelyk, in Jagers eu Herdei s 2. 72 a «_- hunne huizen zyn niet van gras en ftée nen gebouwt ibid. b . worden van man en vrouw uit dunne (lokken en biezen opgezet ibid. . zyn ras gemaakt, en ovaal-rond 2. 7J.« __. om hunne huizen te bou\ven,rteekcn zy ovaal- ronde boogen in de grond ibid. — — - hunne huizen worden met matten, en vellen bedekt ibid. b ——- hebben een kleinen ingang ibid. — — - zyn niet hoog ibid. - inde zelve können veel menfehen, maar geen famihen, logeeren z-74-a . hebben nodig honden van doen z. 7f.b . hun huisraad, waar in dat beftaat ? 2. yó.a 1 hebben nooit gekyf binnen 's huis 2. 77. o m verflaan het Bont werkers ambagt heel wel 2. 7^. b ■ ■ bereiden hunne vellen, met vet daar in te wryven 2. 80. a ■ onderzoeken met uitkloppen , of de vel - len al gaar zyn ibid. ■ neemen ook verfehc koemirt: om de vellen te bereiden ibid. b ■ hunne veile Hinken zeer ibid. m fnyden en naajen hunne Croßen zelfs 2. 8: .a ■ gebruiken geen naald, garen of zyde daar toe ibid. ■ naajen hunne Crojfen met fnaaren ibid. b • naajen dezelve zuiver, net, en vzftibid. » verltaan het riemen fnyders ambagr 2. //. Deel. 82. Pr <• 1 hoc zy de huiden, daar zy riemen uit fnyden, bereiden 2.85.^ hunne riemen zyn ZO ;.;oed, ab die nen ' l.b zyn goede Vlcefch- houwen z.Kt.£ hoi /'. een (chaap flachten z.üf.b fnyden het vlei van de bcenen af, en breken geen eenig been 2 B6.A - marcelen Let veeerbarmlyk langr. 87. t> wmmwM hun algcmccnc geneesmiddelen zyn kop- P n ' n fmceren z- 1 j-4 b — hebben tamclvkc kennis van de Krtliden ibid. — — gebruiken een zoort van fteen-maik in hunne Geneeskuh Ie »waar voor? z.i^f.a verdaan den Hemels- loop, gelykdeEu- ropeaanfche boeren. iiid. — — hebben Baders en Baibiers onder hen ibid.i hunne Baders lubben een aardige manier van koppen ibid. — • hebben een aardige manier van aderlaatcn , z. if<5 a — - geneezen uitwendige gebreken ibid.i — — geneezen de verrekkingen der leden 2. — — ■» zettende Wyven een lid af z.ifj.i — — verdaan het hair-fnyden z. i6o.i — — zy ihyden het hair af in hoofdpyn z. 160. i — doen dit ook by het overlyden van hunne ouders, en andere bloedverwanten 1. 161. a — zyn kondige Barbiers z. 161 a -^ hebben Doctoren onder zich, die meni- gen Kwakzalver belchaamen ibid i — wo' den zelden ziek, al leven zy noch zo flechc ibid. — • noemen alle ziektens gelyk de Europeaa- nen 2.16z. a — — necmen zap van Aloe bladeren in ibid. — maaken poejers en dranken uit wilde krui- den ibid. t — — hunne geneesmiddelen noemen zy lover- goed ibid. — — beproeven op een doemlyke manier, of een Zieke zal opkoomen of lterven 2. 162. i — — vertrooften hunne zieken niet met Godc z. \6f. a — wyzen hun zieken alleen op den Doctor ibid. — moeten offeren , als zy beter worden ibid. i — fchreyen crbarmelyk als iemant fterft ibid. — krygen al te maal iets te doen , als'er ie- mant iterfe ibid. — . de oude moeten een grafftede zoeken l i6(ï. a — — buigen ócn pellorvenen in malkander, en binden hem in een Cros ibid. ïtn — be- REGISTER. begiaavcn hunne dooden ten eerften na hunafrterven ibid- b gebruiken weinig dragers tbtd. _ draagen hunne dooden achter ten huize uit , L. *" ,ö7- « - Jc vermoedclykc ooiz.iak hier van ma. , maaken ecen yffi lyk gefcbreeuw in deze genthtid ibid * | -J- koomen niet meer in des geftorvenen '. huis, maar laaten het flaan Und. _ voh'cnalle het lvkmet huilen en kermen 2.168.« _— begraavcn hunne dooden op een aardige manier U/id. - nx de begravenis gaan zy niet in order na huis ibid. . , . i ■ ontltaat een diep ftil- zwygen ibid. b ' de oud (te bepifl alle de lykgeleiders ihtd. . - hy btltrooit hier op hunne lighaamen met afch ibid. — zy befmeeren zich vordei s met koe- meft 2. l6p. a ^— de om zaak van 't bepifTen ibid. •_- ■ van 't belttroojen met afch ibid. — ■■ van 't befmeeren met koe-di ek ibid. b — breeken ?lle huizen af , en trekken met zak en pak weg 1.170..« •—— laaten 't huis des overledenen a'leenitaan ibid. •— draagen een fchaaps-net om den hals, als zy in den iouw zyn ibid b — zulke netten verrotren n;et fchielyk ibid. — worden door den Gouverneur Bax in 't naauw gebragt i 180 i — kollen de Compagnie j larlyks zeer veel i.if i.b — — worden van de Compagnie befchonken , waarom? z ló.S b — — waar in diegefchenken beftaan ibid. feq, — — bciaalcn dezi gclchenken rykelyk 2. zóy. a Hottentottinnen, draapen goede zorg voor de aan haar toevertrouwde kinderen 1. 439. b ■ ■ moogen geen man toelaaten die twee tcflicuis heeft 1. j- 1 i.a — — haare fchamelhei 1 is meteen lap vel be- dekt l.rii.a - zodanige heeft de Schry ver veelmaal ge- ''ii ibid. — — zu ks zou ook by andere Natiën gevon- den worden Uid. des Schryvers gedachten van dit vel ibid. b " ■ fcy ?yn affchuwelyker als de Heidinnen z. 18. b hebben lange borden 1. 2.<> a 2 in de Moeder flaan, mannen gemaakt zyn ibid. ■■ • ■ dr .it kindei tn op de iügi. jo.« ■ draagen ringen aan de voeten>en e:.;cn die 2. yi. b ■1 ' - wnarom zy deze ringen aan de beenen draagen im ••• zyn een remedie tegens de liefde 2. f6. a — moeten 3 dagen uirgaan en vatten, wanneer, en waarom 2 ii<5. '■ haare Mannen moeten een fchaap flachten en trafteeren ibid b Hottentotfche Spraak, heeft de Schryver wil- len leeren i.jib ■ Woorden, volgens een Catalogus aan- getekend 1 ^Aij. feq. ■ Natiën, hebben boosaardige menfehen ' onder z;ch . 1 479.« Hottentotfche Kapiteins, zyn aan een Opper- hoofd onderworpen 1.482. . Opperhoofd, zu!k eenen heeft de bchryver gezien tb.d b ■ dieigelyken heeft elke Natu* ibid. Hottentotfche Ajuintjes, hier van zyn 8 zoor- ten 1. joi a »■ worden zeer veel genuuigt ib tl b — ■ zyn zeer aangenaam van Imaak ibid. Hottentotlch Broodt , is de wortel van drum 1 i(S8.£ Hottentotfche Vygen, hier van zyn $6 zooiten gefpecificeert 1. 30J-. feq. — ha..re benaaming 1.307.5 . - ' i. worden zelfs van de Europeaanen ge- geten tbtd. — te veel gegeten zynde , veroorza aken de roode loop ibid. Hottentotfche Viffchen , der zelver benaaming 1.185.4 zyn twederley z~orten ibid. leeven meelt van rnift. en zee-gras ' ibid. b worden met de hengel gevangen ibid. zyn goed koop ibid. Hotte ntotf. h-Holland, de weg daar heen is zeer aangenaam 1 . 94. — — van waar 't zyn naam heeft I.p8.« ii heeft een hoogéberg in 't midden ib. b -■ deflelfs Bezitter, wie? it/id. feq. , is 't grootlte, welgele£;enfteen vrucht- barrfte Dillrift der Stcllenbofiche Colonie 1. pp b 1 ■ 1 ■ ■ moeit Will. Adr. van' der Stel laaten vaaren ibid. . is vruchtbaar, en heeft fchoon land ibid. ■ het groorfte huis heeft Van der Stel op zyn eige kolten moeten af breeken 1. 100. b • » het Land word geconfisqueert ibid, . word verdeelt ibid. • daar konden no :h veel raenfi hen woq- nen • ibid. . .- in dit Diftrift was voor dezen een v icr- REGISTER. vierkante Seh ins ibid. . — •• is vol wilde Dieren, ge weeft i.ioi.Z> — heeft oök veel -Hout gehad ibid. ^— heeft 3 Rivieren met goed water 1.102 — — in deze Rivieren is mee als Zee-Vifch 1. io}. a Hottcntufi li Hollandfche Bergen, zyn hoogej als de Tafelberg 1 i>+.b — — worden met wolken bedekt] en zyn een kenteken van de lang aanhoudende Zuid* ( • W in I 1 yj-.tf Hout om te timmeren ontbreekt aan de Kaap 1 .2.-1 .,( — - moet met grootc koftcn daar gebragt wor- den tbid. . — 1» is 'er zeer duur tbid. — het gebrek daar van is oorzaak dat 'er geen Bergwerken bearbeid worden aan de Kaap ibid. •— — om te bouwen en te branden is genoeg in Hottentotlch Holland geweelt i.ioi.£ — — ontbreekt de Sufiquas 1.464.« •— — — ook de Bottclary i.no.rt — — ■ de Namaquas \.<\6j.b — ■ — — de Damaquas i.qjf.b Hout-ß. ay, waarom zo genaamt? 1.76.« Hout- Hoek, een Berg i.u$.a — zyn blinkeotheid betekent Erts in de Ber- gen 1. 27p.« — — hier omtrent ontmoeten den Schryver 6 ■wilde Olyfanten i.z$f. is een goed genees- middel 1.191. a — — een (luk daar van bcdekc de fchamelheid per Hotten: o tinnen l.fil.a Huis, als een Paleis , moet afgebroken worden in Hottentotlch Holland 1. 100. b Huis. een nieuw word 'er in't midden van een Hottcntotfche Kraal gezec 1.516 a •— word met allerley bloemen en groene rak- ken verciert ibid. •— van een overledene brecken de Hottcn- rottcn af 1. ƒ 14. a —— een nieuw können de Hottentotten in II. Va!. korten tyd timmeren t.tj.0 —— van een overleden Ilottcntotwor niemand meci bewoont 2. •<-. _— aan 't ronde Bofchjejf gcmakkelyk, en venu i bouwt 2.241.« ^— by deszeltl verkooping is dricderhande 2.282.4 . — . dat n 11 li geen tien jaar geftaan heeft, rn n tienden penning bc ra. den ibid. — dar noch geen 10 jaar gcilaanhu I den twintigllcn peni tbid. _— dat over de zo jaar oud is , de vccrti^flc peoning ibrl. Huizen der Hottentotten, gelyken na cen bik- kers oven z.71 a — — . zyn zonder llecncn en balken geb mwc tbid b — — zyn kleine holen 1.-2 a — — zyn niet met gras en ftxenen bedekt ibid. b •— worden door man en vrouw van ft kken gebouwt ibid. —— zyn ovaal- rond 2. 7*, a — — en worden met matten en vellen b i kt ibid. b — — hebben een kleine inging, en zyn zelfs laag tbid. — raaken by hen nooit inde brand 2.76.* — in de zclvf ontftaat nooit twiftof gekyf 1 7j.a Huizen aan 't Voorgebergte zyn net en tot ge- mak gebouwt 2.211.0 ■— » zyn om de val-cn rukwinden maar een of twee verdiepingen hoog gebouwt ibid. Huishouding, ordentelyke, hebben de Hot- tentotten 1.24. a Huisraad der Hottentotten, waar in beftaat 2. 76. a Huis-flangen, haar beet is niet fchadelyk 1. .ifó. b ~— kruipen by de menfehen in 't bedt , een Haaltje daar van tbid. — zeker zoort draagt een kroon op de kop t.ifj.a Huislook , Afrikaanfch i.;oi.£ Hurken, wat het zy by de Hottentotten ? 1 f 1 y b Hufing (Henning) verzoekt dat twee borgers naar Holland gezonden worden 1. $fz..b — — zyn vrouw word van eenigc bekende be- zocht 2.404.^ — — zy word van d'Abling wegens de Discour- fen ondervraagt ibid. — — zy word dieshalven in haar huis gearre- fteert 2.40f.6. a — — zit om de 14 dagen op zaturdag ibid. — — zonder haar kennifle kan geen Paar ge- trouwt worden ibid. • word by gegoede luiden dik wils in hunne hu'zen verzocht, om zich daar telaaten aan- tekenen 2. 197 a _— als wanneer 't zelve getracteert word ibid. b — — en een goede belooning ontvangt ibid. Hy icintbm Jfricanus 1 . 297. b albus \ió.a J- Inwoonders 't zelve 1.364 b Jaar , hoe de Caapfch verdeden Jaar-gctyden, derzelver gewigtige verandering aan de Kaap 1. $44. b Jacob Evert fen , een roode Vifch i.zjp. a ■■■1 ■ heeft wit , gezond en aangenaam vleefch ibid. — — zyn twederley zoort ibid. ■ deizelver onderfcheid ibid. ibid b Africana , Afrikuanfch St. Jakobs- l.l9j.bfiq. i-Zf.a Jacobs i kruid, i7zoortcn Jagers , goede , zyn de Hottentotten St. Jago , een liiiand van Capo Vt>rde , ontdekt en bele hieven 1. 14 a ■ hoe 'ver 't van del Fuogo afgelegen is, word bctwüt ibid. — — — des Schry vers fchip kan daar niet aan- koomen ibid. — — de Stadt op 't Eiland hoe groot die is ibid. b • cenige zetten voet aan land 1. 16. a •• Levensmiddelen zyn'er goed koop 1. »8. a ■ ■ de Schryvcr wil de Stadt bezien , dog word hem afgeraden ibid - ■ blyft'cr niet lang ibid. b ■ d Hollanders bezoeken den Gouver- e Gemalin noch voor hun vcr- I. lp. a di /\.>j-hoogtc aldaar ibid. b . de grootte van het Eiland l.zi. a . welke Vruchten en gewaden daar gioe- jen ibid. . het Water word'er Hinkende , en groe- jen wormen in 1. 32p. % Jagt, beminnen de Hottentotten 1-484.« _— daar toe gaan zy uit , of gezamentiyk, of alleen ibid. 2. 1 13. a — wat by een groote Jagt voorvalt 2. 1 13. feq. — daar van hebben Böting en Tacbart niec uitvoeriglyk gelproken 2. 1 12. 5 Jakhalfen, zyn eigenclyk Kruis- vollen 1.^,03.« 1 zouden volgens Ludolf het dier Tbos zyn ibid. B Jantje ■& Jigt, word verdreven door roode Katte- vellen 1. 182 b wmm» is aan beide geflachten gemeen aan de Kaap 1.412. h — « heeft de Schry ver ook gekregen 1.4 13.« Iltis, een zoort van Wezeltjes i.zox.b Indiaanfch Geld differeirt van 't Hollandfchc, hoe veel? z.2f(5. a Indiaanfche PrinfTen gevangenhuis 1 . 73<3 Ingewanden,\velke de Hottentotten eeteni. 440- Inkomflen der Heemraaden van Stellenbofch en Drakenllein, waar die uit voortkoomen z. 21 \.b ■ 1 1 koomeri uit het Vee-geld z.zxt.a . van elke Watermolen ibid. ■ waar toe zy aangewend t worden ibid. 5 ■ der Compagnie aan de Kaap 2.270.« . waar uit die Jpruiien , en wat naam zy voeren 2.271.« Inoogllings-tyd derVcldvruchten 1. 139.« Infcriptie op den rug van den Leeuwenberg re zien i.iói.£ — van 't Ziekenhuis aan de Kaap 2.232« — boven de deur van de Kei k 2.237.^ Jnjecl, aan't welke de Hottentotten eer bewy- zen i.joo.b./ef. > deszelfs befchryving ibid. inlpanning der Oflên aan de Kaap , hoe gefchiedt 1.133 ■* Initrumcnicn ( A (tronomifchc ) worden induplo door den Schry ver bedelt 1. 3. b — worden door Daniel Deutz betaal tibid. lnlLiumentcn (openbaare) brengen den Secre- taris veel op 2.288. b feq. — * der- REGISTER — dei zei ver menigvuldige vervaardiging geelt vci l voi irdcel 2. ii>o. a Jrmbus jairjiiy Lnu1 i 318.4 Inv - j van de Kaap , hebben veel Ichaapcn en oflen 1. 145.^ • ' KIen de 100de loop i.yjiï.a — — oorzaak daar van 1.401.4 — — — 1. , en (cheurbuik ibid. b — kunnen met het verkoopen van hunne wynen vee! voordeel oocn 2.2.81.« — — 1. Li igen hun noodt aan de hooge (,'ollc- gien 2 2.X y (i m — worden in hun vorige vryheid gchand- haafc ibid b mmmmm moellen voor dezen de onkoltcn van 't e ueht over hunne ter dood vei wezene llaa- vcii zelfs betaalen £-*yj fl ^— hebbi n voor dezen heel gemeenzaam mal- kander bezocht 2. yoi.a — — /\n hie 1 in door den Gouverneur W. Adr. n do S el verhindert 2. 502. a — — aan de Kaap» wie daar door verdaan -1 n 2. 3 iy a —— noemen de nieuwe aankomelir.geii uit 1 loiland, Baren ibid. — — noemen de uit Indic komende Grimmen ibid. b — — ontfangen de Vreemdelingen heel wel ibid. ■— ncemen de zieke Vreemdelingen gaarne in ibid. m neemen van Vreemdelingen voor her- bergin / alle dag de helft mccr> als van Hol- landers waarom? 2. $20. 4 - können veel geld met logeeren winnen ibid. I — — ont haaien de Vreemdelingen wel ibid. - laaien hunne flaaven-kinders nietdoopen, waarom ? 2. 321.^ — — hunne vcrontfchuldiging is niet recht- matig ibid. — — hunne vcrontfchuldiging is van dcGees- telyken berkomftig 1 ^22. a — -* • klaagen hun nood vergeefs aandenGou- verneur 2.328.4 — klaagen hem dieshalven in Holland en op Batavia aan ibid. b " eenige worden gecitcert , houden zjeh cchier uk vrees voor gevangenis abfent 2. 36: .a . . . verfehvnen op de volgende Citatien ook niet 2. 363 a — . vcrleln ncnop het afgekondigde piaccaat ook niet 2. 3óf.a gec.en hun nood in een fmeeklchrift te kennen ibid. verwachten met fmerte den nieuwen Gouverneur 2. 392.4 Inzouten , daar toe deugt het Kaapfche zout niet 1. jfo.£ yobannes T. Koning van Portugaal , geeft het Voorgebergte van de Kaap de Goede Hoop | dezen na 1, , - I . , daal de uilen me Je by malkandei ncn worden, hoc 'er uit ziet 1. 134 / JoMS, Vin welken vilchhyingellokt is 1.237 ,i 1 . 244 b Jooden, met deze koomen de Hottentotten o- vereen 1.410.4 zyn zonder twy fel der Hottentotten Voor- 011 Iers ge wee II j.400.^ eenige giflingen daar over ibid. zyn na alle gedachten nochmaabder Hot- tentotten Voorouders gewceft i.pi .^ , hen is menigmaal van Godt verboden •ut te gebruiken, waarom? z.f.i.u Joode- llecncn 1.27Ó.4 Joofltvberg, deszelfi benaaraing i.ioH.b -** ■ heeft (bboone Landeryen ibid. Irlitzen, zyn bekende viflehen i.i+o.a Juniperus vulgaris, gemeene Genevciboom 1. 318.4 — — zy zyn noch raar aan de K :ip ibid. Juflitie, werd op 't (ehip gehouden 1.27.4 Jtt/iitte-RaaÓ , is 't tweede Collcgie 2.1014 beftaat uit p Perloonen ibid. — — — de Leden daar van zyn meeft dezelve, die den Raad van Politie unmaaken ibid. daar by is in Cnmineele of hals-zaaken de Fiskaal of Land- droit aanklager ibid. b daar in worden ook drie Bui germcefters getrokken, wanneer en waarom ? ibid. is de hoogtte Rechtbank aan de Kaap i-ipz.5 ■ van deze kan men appelleer en > waar? ibid. ■ de Leden daar van trekken voor hunne moeite geen belooning als de Lere ifod. * zit in 't gemeen op donderdag 1. 104.^ zit op zaturdag, als 'er Executie gedaan word iüjm K. beilag genomen Kaaßok (Jan) Afllager by alle Boelhuifen 1. loi.b • maakc zich zoek door verwaarloozing vanzynampt 2.202.4 . moet aan den Curator ad Ittes veele dui- zenden betaalen© ibid. word weder te rug gezonden ibid. zyn Perfoon en goederen worden in genomen dul. a b * hem word een AdjunEl toegevoegt ibid. b • zynent wegen worden zommige ge- noodzaakt tweemaal te betaalen 2 203.« zyn Credit is t'ecncmaal verloren ibid. Kaauw, word niet veel geacht 1.213. ^ ■ waar dezelve zich onthouJt ibid. ■ wat haar kolt is ïbii. kan n>en licht leeren klappen iïid. Kajium is , of Indiaan fi he Goudboom 1318 a Kazfebeiyringyccn gewas van Madagafcar 1 3 1 8.4 Vvv 2 Ka- REGISTER. Kajuit-wachters ampt op't Schip, l.lf. b Kakkerlakken , können by dag niet zien i . z6j. b . Zyn gcvaarlyke vyanden van lin- nen ïbid- u) zyn Landgoed word befchre- ven i.iof.a — ■ hoc hy daar aan g. komen is ibid. b _ licm word verboden niet meer te pre- diken z.^z. h ■ heeft nieuwe maar flechte leden van den Kerkenraad verkoren z. ^96. b — — mengt zich in de zaak der Diakenen , tegen Ie ßcueq 2.397. £ - brengt 2 Attejlalien voor den dag, die hem vanden Kerkenraad verleent waren ibid. ■ had dezelve op geen loflyke wyze ver- teil 1. 598. h Kalecutfche Haanen en Hennen , zyn bekend i.zop. a i.ziz.b Kalk , word uit oefier- en moflelichulpen gebrand 1. 219. a Kalk-Baay, waar die legt, en wie 'er de bezit- ter af is ? 1.76 a Ka'k-lteenen, worden aan de Kaap gevonden 1.177. a Kalven des mannelyken geflachts hebben de Hottentotten niet gaarne 2. jy . a ■ jonge , bewaaren zy voor ongeluk , hoe? 1. 38. a mcecen alvorens zuigen eer de Koeyen melk geeven 1. 141. b Kamma , een Hottentot , geeft een kenteken vaneen heilige plaats I-f°4- a Kanaal of vaart van de Tafelbaay tot aan de Baay :?,wil Simon van der Stel laaten maaken 1.73 ^ »___ is vergceffchc moeite 1.74.« K nary-vogels , zyn vcelderhande zoorten aan dj Kaap 1.209J Kandel-gras , gelykt wel na Spurrie 1. 137.0 Kaneel, heeft onderfchcide naamen 1.314.« - deszelfs Boom word befchreven ibid. Kanu i- wond , is der Hottentotten byzondere lekkerny 2.68. a — wad aan de Kaap ihid. . daar heeft de Schryver zich veel goede Viicnden met gemaakt 2.6p. a m. is onder de Hottentotten een gangbaare ipmanfchap i-Pf. & ein, heeft grootc achting op het fchip f.n.d . des zelfs Lykftaatzie 1.23 £ inen , tv ! 'gelfche, duelleercn en ider ftraf vry 2 396. a pitcinen der Hottentotten, moeten alsOvcr- ltcns of Landvoogden aangemerkt worden 1.481.* ■ of zy de hoogfle Ovci ighcid zyn 1 . 482.« zyn een Oppcrhcer onderworpen ibid. ■ I unne onderlcheiding van de Oppcr- heeren 1.483. £ welke Ceremoniën by hunne aanitel- ling voorvallen ibid. 1 moeten by hunne aanflelling flachten ibid. ■ genieten niets van hunne Onderdaanen 1.487.« Kapoenen 1.209. <* Karpers , zyn tamely k klein aan de Kaap 1 . 240. a Kaffier van denLand-droften Hcemraaden is al- tyd de oudfte van deStellenboliche Raad 2. 21 1. b 1 '"— van de Compagnie betaalt het kooien 2. 274. b Katten, zyn. tamme of wilde i.itiz a 1 1 wilde , waar onder blaauwe , graauwe, roode >bid. b ■M .i Tyger-bofchkatten, zyn de grootftc van alle ibid. Kattendyk ('t Schip) brengt order aan den Gou- verneur en andere, om naar Holland te ver- trekken 2. }8j- . b Kauwoorden, verfcheide zoorten 1. 31 f.* ■ worden van 't fcheepsvolk gegcetcn ibid. Keel, quaade , is heel gemeen aan de Kaap 1. 413 a . daar tegen is een middel tbid. Keer de Koe , een Schans van hout en aarde aan deZout-Rivier i.jz.k z.zif.b — — hier vsn word byna niets meer gezien l.72.b Keer- weder, een Berg , waarom zo genaamt? 1. 102. a T~ grenft aan de Drakenfteinfche Colonie 1. 114. a Kegel- flakken , worden niet gegeeten 1 . 240. b " derzelver hoorentjes zyn zeer fraai ibid. Keizers- kroon of Lelie 1. 319.0 Keizers-Rivier , waarom alzo genaamt word 1. 89. b waar heen die loopt ibid. Kenniflc Gods , zoekt de Schryver de Hotten- totten te leeren 1 . 4^0. b feq. Kenteken datmennabyde Kaap dcgoedcHoop is 1.4t. £ ï.^ó.a Kentekens der boek-letters of boekltaaven , die in de Hottentotfche fpraak eensklaps moeten uitgefproken worden v. 421. a Kerken in Africa zyn'cr drie 2.2jz. b Kerk j aan de Kaap is'er een ijjid. daar van heeft Simon van der Stelden grond gelegt 2.2330 door wicn zy voltooit is ibid. is meteen dikke muur omringt ibid. • ■ ■ heeft een Kerkhof om zich ibid. b deszelfs uitterlyke figuur is achtkantig 2.134'« ____ muur is vry hoog ibid. heeft een toorenvan middelmatige hoog- te de vloer van binnen is mctTichclfleencn bc- REGISTER. bclcidt ibid. heeft fraayc lloclcn ibid. — — is niet vcrwulft ibid. b • heeft 4 pylaarcn die 'tdak draagenj ibid. — . een 'plajc dak, waarom? ibid. — is vol van menfehen als'cr ichepen in de haven leggen t 23 f.» — — licet": ecn nette Prcdikftocl ibid. — — rondtom de muur hangen Wapens, ook 7*y n 'c r G ra 1 1 c h i i f t c n ibid. b —■ — is n^ch onbczoldcrt I ibid. — heeft zeer veel geld gekort ibid. •— . isvan 't geld der Diakony gebouwt ibid. • heeft een Infiriptie boven de deur, tegen over 't Ziekenhuis o i.i^j.b Kerk van Stdlenbofcb , zoude vergroot worden ibid. •— wegens gebrek van geld word hier toe een fonds bedacht ibid. •— daar toe geevcn vecle een vrywillige gif- te ibid. — — word vergecten om te vergrootcn z. Z38. a •— . na de afbranding word ecrlt weer aan 't gegevene gedacht ibid. Ke k van Drakenflein y in-en uitwendig befchre- vcn 1. 1 ip. b • . lykt nict minder als een Kerk z. 238. b Kerkhof aan de Kaap , wie daar op begraven mag worden zijj.^ »— • op 't zelve worden ook vreemde begra- ven jfrid. m— mm hier op is een huisje daar de Korter woont z.Z34.,ï Kerkhof, hebben ook de Slaaven en gemeene bdienden der Compagnie z zjj. b . der Slaaven en gemeenen is met geen muur afgefchut . ibid. Kerken-raad, een Lidt van dezelve neemt zich de zaak eenes armen mans aan 1. 400. a _— - die een fmeekfehrift ten zynen behoeve overgeeft ibid. _— word troolleloos gehaten ibid. b ^_« (preekt den Schryver aan om deze zaak te verdedigen z. 401.0 . wat daar oorzaak toe g«geven had ibid. _— op het Rcplicq van dit Lidt hebben Poulle en Helot nict können antwoorden ibid. b — — dit Lidt willen Poulle en Helot dat exem- plaarlyk zal geftraft worden z.408. a Kerkenraads Collegie kan gevoeglyk in den al- gemcenen en byzonderen verdeelt worden z. xoj.a Kernmelk, gecven de Hottentotten aan de jon- ge Kalven of Lammeren z. $<5. b — — drinken zy ook wel zelfs ibid. Kern-of Stecnbyters , zyn dè Europeaanfche gelyk 1. Z14. a Kerfil-boomen van alderhande zoort 1. 314. b Kervel die zaad draagt 1. 31 f. a Ketels- quartier , wat het zy aan Schceps-boord '1.24. b II. Deel. Ketmia Africana , daar van zyn 6 zoortcn. r. 1*8. b Kevers, hier van /yn vccldcrlcy zoortcn. i. Zrt}. i 1 maaken een verdrietig gezang 1.264 a — — wanneer ze zich laaten zien 1 ibid. - onthouden zich op de Elzen - boomen. ■ l.b ver, een byzondcre zoort , die de Hot! totten ccitn i.j — — deszelfs geftalte ibid. — - gelyktnictna de Lun.pcaanfchc ton ibid. - op wat manier de Hottentotten die ecten ibid. b ftq. — — hunne dankbaarheid jegens de zelve j. f01- * - word met offeren ge- eert ibid. toont cenen heiligen aan ibid. b — — — ook een heilige Vrouw aan i.foz a willen de Hottentotten met vangen laa- ten um a h brengt hen ongeluk als 'tfgedoodt word Keuken in den Tuin aan de Kaap is groot en fehoon 2.247. a Keuken-vruchten, wanneer gezaait werden 1. — . — worden verplant ibid. — — worden zeer aangenaam van fmaak ibid. b Keuken-gereedfchap der Hottentotten, waarin beftaat z.ói.b.feq. Keur-boom, word befchreven 1. 307. b draagt vrucht 1.30S. a heeft goed Hout ibid. Kikvorfchen , können niet leevcm in alle wate- ren ,. ,8j. a Kina (Elias) word in arreit gezet z. tfob Kind, dood, veroorzaakt by de Hottentotten groote droefheid aan de Vader en Moeder. z. 4. a ■""-" word aanftonts begraven ibid. Kind, levend , wafl'chen zymet verfchekoe- drek ibid. a.b 'eggen zy zo vuil en ongereinigt op een Kros ibid. B word met zachte vyge bladen ge- fmcert, waarom? ibid. naderhand ook met gcfmolten fchaapvet of boter z. r. a . — . oorzaak van dit fmeeren ibid. ■ word ten laat ften met Buchu be- ilrooit ibid. ~~— of 't zelve door de kragt van deze dingen in 't leeven kan bly ven ibid. h Kinderen , zyn overvloedig aan de Kaap 1.6 l.b z. 300. a wat hier van de oorzaak zy 1. 390. a krygen hier geen pap ibid. B groejen zeer vonrfpoedig 1 30z. « worden gevaarlyk krank als zy tanden krygen ibid. X x x mm krygen REGISTER. _ kryen na de tanden dikwils een beroerte ; ° ibid. __- zyn de vruchten niet ongezond en fcha- delvk «• W b __ . aan de Hottentottinnen toevertrouwt, worden door haar wel in acht genomen i. 439. £ , zwakke of fterkc , worden Zondag na Je geboorte gedoopt £• 3°^- a v-orden dikwils eerfl: een maand nade. ge- boorte gedoopt, waarom ? ibid h hebben door des Predikers fchu d d* a doop niet können ontvaogen ibid. . moeften , te gelyk met alle andere k,i- kelyke verrichtingen , wichten ibid. feq. , hebben een gocu nutuurlyk verltand z 3I5>- ' Kinderen der Hottentotten, worden flecht in acht genomen. 1-44f- ^ — ex concubitu cum Chrijtiano voortgcteelt , of die gedoodt worden 2. 1 3 £ . hec tegendeel word door voorbeelden beweczen ibid. , kleine, voor zulke moeten de Moeders zorgen z.zS.b blyven altyd by de Moeder 2. ip. a ken — — draagen de Hottentottinnen op de rug 2 JO.£ Kinderdoop der Europeaanen , Plechtigheden daar by voorvallende 2.}oy * Kinds Vader heefc weinig of geen onkolkn by den doop zynes kinds 2.311« Kinder- pokjes, worden aan de Kaap weinig geacht 1. 392 a — het kenteken der zelver is hoofdpyn 1 . 395* — zyn op Batavia gevaarlyk ibid — Melcb Leydikkers getuigenis daar van ibid, Kinder- lucht, is by de Hottentotten zeer flecht z.2.vb is by die der Europeaanen niet te vcr- n 2. y. a word van de mcelle Ouder^ verwaar- >it 2.317.0 Kindei-ziektens , zvn niet gevaarlyk aan de K.inp 1 3<_>i b ltok, draagen de Hottentotten 111 de hand *, 47 a — waai zvdie vanmaaken en bereiden ibid. — — — geeft het Yz.r in hardighcid niet veel toe ibid. — — - gebruiken zy tot vechten en afweeren ibid. gfchrift der Borgers tegen den Heer van 2. 119 a • > dit hebben vccle wederroepen, uit izc van 1 nis i. Hf.b.Jcq. Ktander. /.ie K-ircn worm. pmut , heefe flechte gebouwen 2. zfo.a — — levert veel hooi ibid. Klaver, witte 1. ^ 16. a dei j (ouentotten zyn gering, en be- dekken 't weinigfte gedeelte des lichaam*: 2. 43- » Kley of leem-aarde der Zoutpanncn 1 . 348. a Klim, Indiaan(che 1.315-.« Klip (groote) in de Baay Falzo i.9!$.a Kippen onder water by Braz.il , Abrolbos ge- raamt I. 37. b Jtq. — — zyn zeer gevaarlyk te pafféeren 1.38.« Kli} kouzen, een zoorc van groote Zee-mofle- len 1. 240. a — hebben vafl en zwaar vleefch, dog goed van (maak ibid. — — van haare fchulpen word kalk gebrande ibid. Klip-vifichen,0waarom zy zo genaamt worden 1.241.3 — hoe zy 'er uic zien ibid. — — zyn een halve voet lang HU. — — hebben lekker en mals vleefch ibid. — — vangen en verkoopen de Hottentotten z er veel 2. 117. b moogen zy zelve niet eeten 2. 1 iS. a Klok, is 'er op ydcr Schip een 1 . 24. a — word by vcele gelegentheden geluide ibid. Klokken, worden aan de Kaap by begravenif- fen niet geluidt 2. 314. a Klokskens, Afrikaanfche, hier van zyn 8.zpor- ten 1. zpo. b Kloof, opzulkecne heeft de Schryvereengan- fche nacht moeten blyven 1. 334.-1 — tuflchen den Tafel- en Windberg , word befchreven 1. 376. b Knupkoek , een Hottentot , word door eeu Eu- ropeaanlche Vrouw van een ongewoone ziek- te goneezen 1 . f17. b. feq. Knegten by de boeren moeten hunne transpor- tendoor hunne nieuwe Heeren betaalen laaten 2. 2f7. b — die in loning genomen worden, moeten cerfl hunne dimtjjle van den Gouverneur heb- ben ivib.fiq. Knoflook, Afrikaanfche 1. 2S'f. a — Europeaanlche 1. 3(1 b Knoilooks-kraal, daar moeft de Schryvcr 24. uuren wacliten 1. 334. b Knorhaanen, een zoort van klip-viflehen \. 471. b Knorhaan en knorhen,- een zoort van wilde hoenders 1. 213. a — - zyn andere vogels hinderlyk ibid. Kocbaquas- Natie, is niet zeer voJcryk 1.4(11.« — — waar zy hun vcrblyf hebben ibid. — — onder hen hebben zich de Europeaanen al vall geftelt ibid. — hebben noch 't meelïe van hun Land in 't bezit ibid. — by hen worden de belle zoutpannen ge- vonden aldaar is een wacht geftelt ibid, — hebben gebrek aan zoet water ibid. Koe-bei g, waar die legt 1. -8. a — - is REGISTER. — — is ij vruchtbaar niet als de Tygcr-bug — — heeft gebrek aan goed watCT ibid. Koejco-, laaten haare melk niet licht feineren I. t ;i. — — moeten ccrlt de reuk van haark.df lieh- ben, ak zy melk zullen geeven ibid. — — moeten by'i melken de acluciilc vuatu gebonden worden i. 14; .< — — hebben geen bult ibid. — — . zyn 'er zeer overvloedig aan de Kaap Koc-dixk, neemen de Hottentotten nm nicu- geborene kinderen met af te waffirhen 2. 4 * Koe-melk, moogen mannen en vrouwen dun- ken 1. 37. a Kctfire , daar voor fchclt dcSchryver cen Hot- tentot uic 1. f27. a — — die daarom moet anders m dil. KofFy, is cen middel tegen de dronkenfehap i. 404. b Kok in 't Ziekenhuis, hcefc een goede wooning Z. 2.2.8.4 « ■ hecfr zeer veel werk te doen tbid. 1 kookt alles in kopere ketels ibid. b Koning \an Denemarken, houdt veel van 't Caapichc water 1.88. b r.ing van de Schutters , is hy die de Pape- gaay afïchier, 2. zi8. b — krygc nevens al 't ingeleide geld nodieen premie . tbid. — — moet de Officiers traäeeren ibid. Konings vifch, is keurlyk van lmaak 1. 471 b Konkommers, gemecne, zyn aan de Kaap o- ver loedig 1. if^.a K "' onthouden zich meed op 't Taxen- t. i8j. b ^— moogen de Hottentotten niet ecten 2. r8. a Kooken, doen ordentelyk by de Hottentotten d.: Wyven 2. 61. b Kool, van aldci hinde zoort, groeit zeer over- vloedig aan de Kaap 1 . 1 ƒ 3 - b — is aangenaam en mals van fma. k ibid. — • de witte fluitkool valt zeer groot, en zyn 'er die ruim 40. ponden zwaar zyn 1. 3'J- l> Koo^-bricf, word in fchyn gemaakt i.yo. a Koop brieven, mag niemand als de Secretaris Politicq vervaardigen 2,.z8i.£ Koóp-.Contraclj tufkhen de Hollanders en de Guhjemans vernieuwt ' 1. 452. a Koop en Verkoop van vaw Goc!eren, brengt de Compagnie jaarlyks veel op zi&i.b Kooptnanfchappen , gelden veel meer by publy- ke verkopingen als anders t. 285-. b — — worden aan de Knp alle by ryksda ilders verkocht 2. 28.5. a — der Hottentotten , welke die zyn 2. P4- feq. -Koopm.xn (Atöert) verrvkt zich als Secretaris van de Weeskamer op ccn^flechte wvze 2. ïoi. a • • Weduwe moet rtflitutie doen. tbid. b Koofmam-A' itii , legt ooft waarts 1.470. £ ■ de huiopcaancn hebben 'er zich reeds neergezet tbid. — — — » de geftelthei 1 van haar Land, en heeft it en zoet w. 1 . 47 1. a koorts, de alkdaagfi he, krvgt de Schryvcr 1. ir. b Koortz n . ! etc, dolle en mclancholykc, ont- der de I.inie 1. iH. a ■ w 'i- en alle andere Zicktcns genaamt aan de K tap 1. 41 $. b ' rkoude zyn aan de Kaap onbekent 1. rrti. b Koperbcrgcn, houden rykclyk koper in zich 1.2-9 b. 1. iHi.b •• -. : zyn zeer hoog 1.281.^ . können ook wel goud in zich houden ibid. Koper, fmclt door de hcete Zonncftraalen uit de bergen ibid. — weecen de Hottentotten te fmelten en te gieten ibid. Kopere Ringen, draagen de Hottentotten om de armen en handen z./t'>.b Kopere Cc hoengespen , cen paar , koftcn vcele het leeven ifo.« Koppen, is een algemeene remedie by de Hot- tentotten 2. 1 5-4. b • ■ veroorzaakt groote pyn , en hoc 't ge- fchied 2. 1 5f . b. Jeq. Koraal-boomcn. Zie Coraal-boornen. Koraal- klippen. Zie Coraal- klippen. Koraalcn. Zie Coraalcn. Koren, bouwen de Inwoonders aan de 24 Ri- vieren niet 1. izj\ a — — deszelfs leverantie aan de Compagnie ge- fchicd, wanneer? i.ijf.rt — — word gezaait, wanneer? ibid. ■ ryp en tydig ibid. b treeden de paarden veel beter uit als de olTen i. 140. b — aardige manier van 't zelve te zuiveren r. 141. a — gaat veel verloren, dog word niet geacht om Jat het te nutte komt ibid. a. b . moet zo veel gelcvert worden als ydcr aangeeft 2. 173. b — word jaarlyks zeer veel gebouwt 2. 274. b ___— 1 zeer veel geconfumcert 2. tjf. a — de aafgaande en aankomende khepen necmen ook veel weg il;:. Koren, Indiaanleh Turkfch l.^XJ.a K u en brood enZaai-korcn gecven geen tiende 1. 142a Koren- hoopen of m veen , heg^n onder den blo- ten hemel . 1. \yj.a X x x 2 — wor- REGISTER. . worden toegedekt ibid. b Koren- maajers, zyn de Hottentotten 1.13p.« Koren-fchuuren, heeft men 'er niet nod.g i. 139. b Korcn-varkent jes , fioe zy 'er uitzien i . 1 87. b _ hoe zy gevangen worden ibid. Koren- wormen, anders Klanders genaamt 1. 2t» 8. b „ van Schaape- en Tygervellen hangen de Hottentotten om de fchouders 2. 4^. 0 . hoe ze d'cen en d'ander draagen ibid. ■ dienet k voor bedden , en tot cen kift ibid. 2. f o. 0 — — hoe de wyven het achtergedecltc des lyfs daar mede bedekken 2. fo. b ■ daar mede bedekken zy ook haare fchamelheid 1. f tt.a t. fo.b ■ haar grootte en onderfcheidt 2. f 1. 0 deze Kroflen zyn niet ruig en hairig gelyk de andere, waarom ibid. worden met franje omzet ibid. Kroflen, REGISTER. Kroflen, kleine, draagcn de wyven dikwils nie hov i tl v . w »rd n wegens de luizen met (lokken uitgeklopt 2. 66. b . ■ — daar toe bereiden de I [ottentotten de vel 2. 8o. a . — - Hinken zeer, inzonderheid de Leeuwe- ;er-en ai Hen i.Mo b . fnyden de Hottentotten , en maaken ze zelfs i. 8 ï. a . worden zonder naald , gaaren of zyde te zamen genaait ibid. ■ worden met een (haar of pees genant ibid. b Krotcndil, Afrikaanfchc, of ftinkende Kamil- len i. 202. h Kruiden , verdaan de Hottentotten tamcly k wel , en wecten ze onk te gebruiken i. i f4 b Kruid-baden voor de Scheurbuik 1. 402. b Kruinen der Bergen, zyn met fnceuw of hagel bedekt , wanneer? 346. can fen der pagpie a Kruisbloem , Afnkaanfche , f zoorten 1 ;oo b Kruis en Munt, is aan de Kaap zj kr.gtig als in Europa 1.210 b Kryg voeren de Hottentotten tegen de Euro- inen 1. 01. b Kiygs-lill der slttaqtias 1. 470. a Krygsraad der Borgers , word in twee partyen verdeelt 2. 254. b verfchcelt in weinig zaaken van el- ilid. is van Simon van do Stel aangeftelt 2. 21 f. a heeft magt om de onwillige te ftraf- ibid, JcPrefidcnt is een bediende derCom- ibid. beftaat uit i7Perfooncn ibid. ■ word niet verandert 2. 21 f, b . ftraft nllcenlyk inde beurs 2. 2.16. b Kudde Vee, iiby yderDorp of Kraal maareen 2. 34. a ■ ■ komt alle de inwoonders tezamen toe, en word van de armen gewcidt ibid. 1 op wat wyze dezelve vergroot word ibid. Knik, een treffelyk Landgoed I i.co. b Kuilen, diepe ronde , daar in vangen de Hot- tentotten grootc wilde dieren 2. 1 14. b Kullcrofs , daar mede bedekken de Hottentotten hunne fchamelhe id 2.48.« ■ hangt aan twee riemen ibid. m met welke 't boven de heupen valt ge- bonden word ibid. Kutjchines, een Madagafcars gewas 1.318 b Kyk-uit) aan de Zout -Rivier, een buitenwerk 2. Ztf.b L. Latluc* vulgaris , Krnp- ialade , enz. Lamia. Zie Vifch-hond II. Deel. 1.318. h Lammeren , werpen de Schaapen tweern:-. 1. 14} a 2 vaaren ' ntottci t. b een Land, word van 't fchip S andhor fi o — 't zelve word voor frwidat en . houden 1. 4 . /% — word op 't zien van nieuwe (] 1 cr- dcr bet wilt il-d. de Schryver gelooft dat het d : Eil inden van Maria d'jfgojia en M weeft ibi ~— ■ ' heeft een Zuikcrhocd en Byenkorf gelvk gezien ,'. b Lands nabyheid können de Zec-varcndc uit ve- le tekenen bcllinten j. ^ü b. fco. Land, een iluk, koopen de Hollanders van de Hottentotten \ 6\.a — een ander Stuk van Terra du Nat .' koö- pen de Hollanders " 1 61. b — aan een yder word 60 morgen om te be- bouwen gefchonken 1 6;. 5 1 aan de Kaap is bergachtig 1 61. b —————— is zeer vruchtbaar 1 63 a — waar in de Hollanders Colonien hebben, bezichtigt de Schryver 1 -n.B — — word hoe langs hoe meer aang-, bouwt 1. 74.0 — een (tuk van 1 20 morgen word aan Jan Hertog gegeven 1.99 a — — 't zelve verkoopt ny aan van der Stel ibid. — - P. de Meycr verzoekt een ïtuk land op aanraaden dei S^hrvvers 1. 103.« — word tot Wynbergcn en Tuinen be- reidt 1. 132.5 — aan de Kaap is brak 1.37-2. 5 hebben de Hottentotten verkocht om Tabak te hebben 2. Gl .a — heeft Simon van der Stel onder de In- woon Jcrs verdeelt 2. 1S2 b Land-bouw, eerde,. wanneer aan de Kaap be- gonnen is i.ói.a Land-bouw, wanneer aan de Kaap zyn aan- vang neemt i.iif.a Land bemeltcn of bedongen, wanneer dit ge- fchiedt lllS a — beploegen, wanneer gefchiedt i'id. — wanneer de Veldvruchtcn moeten afge- fneden worden ibid. b —— vruchten zyn vry van tiende, behalven 't koren 1. 142.« Land-bouw, brengt de Inwoonders aan de Kaap 't meefte op 2. 272.5. feq. Land droit , word Johannes Stórrenberg 1 . ^4. a — daar mede wenlchen de Borgers hem ge- luk tbtd. — de ecrlle,doorwien aangcltelt is i.jy.a 2. zoo a • — — vangt cenigc moctwilüge Mi- troofen 1. jy.a feq. — — dezelve echaf peeren . b Vyy — zy REG worden met yver wederom I S T E R. nage- ibid. zy vorfch: — de Fiskaal raakt in twifl met den Land- droft «-«O;* - dit word van den Raad van Politie bcfliit ibid. — — de gevangene worden geexecuteert i- bid. h dreigt de nalatige in 't betaalen met exe- cutie Ï.Z14.« — Jan StorenbcrgAtZQ wil de menfehen pp 't land noodzaaken, het getuigenis-fchrift ten behoeve van Van der Stellt tekenen 2.114.^ — wil Adam Tas zyn dood- vonnis maaken z. ]f6.b ontzegelt alles in zyn huis wederom alleen i.$6i.5 ' ■ vervolgt de o vluchtelingen fcherpelyk z. 380.* — verklaagt Van da Heide op nieuws by den Gouverneur ibid. Landdroften, worden alle gefpecificeert , van den aanvang tot op des Schryvers vertrek z. ZlO. Landgoed van Jan Mulder , deszelfs voortreffe- lykheid 1.117.5 — — deszdfs vermakelyke Tuin ibid. ■ ruiflehende bron-water ibid. konftige Vyvcr ibid. vermakelyk Lufthuisje 1 . 1 1 8.« konftige Berg en aangenaame Grotte ibid. > van JVillemvan Zeyl, deszelfs ßtuatie 1. 119. £ 1 van Petrus Kalden , zynde wel gelegen en profytelyk I. iof. a Landgoederen in de Tygerbergen , zyn profy- telyk I. 76. b . in 't Stellenboflche Diftrict, zyn ver- makelyk 1. tor.« • zyn aldaar ook voordeelig ibid. b hngs de Stellenboflche Rivier zyn tref- klyk ibid. • in 't eerfte Drakenftcinfchc Diftrift 1. Hf. b of zy malkander te na leggen 1 . 1 io\ a Landen is 't in de Haven du Braye bezwaarlyk, waarom ? l. 2.1. a Landing zoude bezwaarlyk voor een vreemde vyand aan de Kaap te doen Zyn 1. 45-0. b Land -fchildpaddcn, worden bclchrcven 1. lyf.b Lange Peper 1. $13. a Lang- tong, een Vogel 1. 2.17. a Lap vel, bedekt der Hottcntottinncn fcha- melheid 1. ei», a 1 ' 'o of breedte van 't Voorgebergte van de ' il, 6f.b vcrfchcidc gevoelens daar omtrent 'ibid. wmd net bepaalt 166a ly ivicr, weke 1. loz. b beeft em goeden oort om te viflehen 1. 103. a van Bremen, vertrekt naar 1.431* Laurens ( Jan ) Holland Laurus Africana^ Afrikaanfchc Laurierboom, z zoorten 1. 2y8. £ — — nobilis five Indica, Indiaanfche Laurier- boom 1. 3 ,8. b Laurifolia Africana , word zwarte Paft ge- naamt 1. 1538. b Leem of kley- aarde der Zoutpannen 1 . 348.« . is vet en dicht ibid. Leeuw, is de Koning onder de wilde dieren 1. 183.5 — — zyne voortrcffelyke eigenfehappen ibid. - ■ ■ ■ knokken of beenen zyn digt en majjif 1. 184. a ■-— *— dienen tot vuurftenen ibid. doodt alles met cenen flag ibid. • ilaat een foldaat op defchildwachtdood ibid. b - dood een Os en gaat met hem voort ibid. — . _ geeft gewifie tekens zyner grimmigheid ibid. — word op een zonderlinge manier door- fchoten 1. 105 ■ twee menfehen worden wonderbaarlyk geredc i. ïSf. a — — word op een menfeh leggende doodge- fchoten ibid. — — kan iemand te paard zittende niet ont- wyken ibii. ■— — kan verjaagt worden , hoe en wanneer? ibid. — — kan by nacht gekent worden ibid. b — — brengt een fchildwacht om i.^6f.a 1 zyne nabyheid brengen de offen en j aar- den aan den dag ilid. • draagt den foldaat weg,en brengt hem in zekerheid ibid. — daar van een fchriftelyk bericht, dat aan den Schry ver mede gedeelt is ibid.b —— dit dier word door de Hottentotten ge- dood 1. 4f)ó. a, Leeuwen, de Schryver is 'er é van elf [bezocht geworden 1. iz8. b Leeuwen üogen fchynen by nacht als twee lichten 1. i8f.5 — — vlcefch is redelyk goed om te eetcn ibid. Leeuwenberg, deszelfs ßtuatie i.8j.« — — waarom alzo genaamt word ibid. ■ — . daar word een Leeuw doodgefchoten ibid. —~ daar op is een wacht-huisjc en een wacht ibid. b — — oorzaak hier van ibid. — — daar op word een ftuk gefchut losgc- brandt, en een vlag opgeftoken, als 'er een fchip aankomt ibid. — achter dezelve is een fchoonc vlakte 1 . 84.5 — — daar is ook een fchans gewceft 1. 8f. a Leeuwen-hoofd, van 't zelve word een (luie kanon gcloit, als 'er een fchip gezien word 1.47.5 Lecu- REGISTER Lecuwcnkkcn of Lerchen, zyn aan de Kaap niet overvloedig i. 214 b Lelie of Keizers- kroon i. Jip. a Lengte van de Kaap de goede Hoop, word <>n- derfcheidentlyk bepaalt i.66.a ftq. — — word b' paalt i.6X.< -— de nuttigheid daar van ibttl. Lei/mms paennis sl/ricanus j. 2rd we lerlegt z.ifp.a ' Boevmgs andere meening word wederlcgt ibid. b . P. Tacbarts meening is de befte z 160. * . . dit word door den schryver opgcheldert ibid. gefchiedt telkens op nieuw als zy weder trouwen ibid. a b Lier-vifch I. 471. b Lilio-Narctjfus Africsnus, Afrikaanfche Narcif- fe 1. 299. a Lilium five Corona, imperi.üis 1. 3 1 9. 0 Limoenen en Sinas-Appelen, waar de befte zyn 1. 157. b Limoen-boom, zoete en zuure 1. 319. i Linie pafTeeert de Schryver 1. 30. a m— of die 180 mylcn breed geacht word 1, 31. a .— _ of daar een roodachrige fchadelyke regen valt ibid. — of de luizen daar fterven ibid. 6 Lin/r, Afrikaanfche Lombaarfchc, 4 zoortcn 1. ipi. b Lin/ -Ui- ICO, zyn vji verfcbeidc koulcurcn I. zy6. a Lof der Hott« ntotten 1, m.b J.vwhu { J'. I > inciicus) begsat een onlioflyk- ln 1 1 op des Schryver« fenip 1 . i6.bfeq. — is een Moor van 11 aaven afkomftig 1. i7.a — - word Pauoor van de Parochie in Porto du Br iyi, waarom? ibid. — — danll op een aardige manier ibid. — — onthaalt den Schryver met andere Offi- cieren zeei wel ibid. b — 7.) iie Bibliotheek ibid. ~— — ib in der d lad duik!) aar en zeer mild ibid. — toont den Schryver vcele gewaden en cigenlchappcn van dit hilandt ibid. Longitudo van de Kaap. Zie Lengte. Lood-eiti, word aan de Kaap gevonden 1. 1-0. b Loon die de Hottentotfche Doctors en Gee- ftelyken ontvangen 1.487.4 — des ouden Heers by de uitfnyding van een ïejlicul 1 . ^09. b — - den Hottentotten voor uit gegeven, maakt ze vly tig en willig z.izi.b — •— des Raads van Politie en deszelfs leden 2 191. a in Looning manen , wat betekent z.zfi.a — . de wyzc op welke zulks gefchiedt *. Loopcn, konnende Hottentotten zeer fnel 2 . — daar van worden verfcheide aangeroert — of 't van het fmeeren komt — dit word wcderfproken — waare ookzaak daar van Loots-mannetjcs , \0\.b oorzaaken ibtd. 1-44? ibid. b ibid. feq. waarom zo genoemt ? 141. b " dcrzclver geftaltc ibid. •m verbaten den Hay als hy gevangen is tbid. a m zy worden zelden gevangen ibid. Lotus Africana , 2 zoorten 1 . ipo. a Louw (Jacobus) word eerftelyk in de hoofdwacht gezet z.-tfj.b.feq. _ __ zit naderhand jaar endagop een bolwerk, dewylhy des Gouverneurs zin niet wilde doen :. 3f8. a • deze neemt hem een fluk land af , en geeft het zyn broeder ibid. —— verandert echter daarom niet van gedach- ten tbid. Lucht , of die onder de Linie zo ongezond is dat'cr de luizen van fterven 1. 32. b aan de Kaap, is des 'Zomers helder en zui- ver 1. 34f. i is gezond en zeer heet ibid. is in de winter zwaar en betrokken tbid. hindert de Zonne te zien ibid. V y y 2 ~ is REGISTER. — • is zeer ongezond i. 54<5. « zuivei e, verhindert veele ziektens i . 40 r. « Luchten aan de Kaap , koomen met de Euro- peaanfche over een 1.187. « - vindt men ook in Duitfchland ibid. Luchten van roodeWyn, gefchiedt met mus- kate nooten 1. ifo. b Ludulfs meening van de Hottentotfche Spraak 1.428.7*«. . van de Af rikaanfche Regeering 1.481. b Luipaarden of Pantherdieren, zyn twederley zoorten 1. 186. « » zyn van de Tygers onderfcheiden ibid. — — zyn groote vyanden van de menfehen ibid. ■ doen veel fchade onder de fermpen ibid. b < worden doodgefchoten ibid. 1 vleefch is zeer gezond ibid. Luizen, of die onder de Linie degens de on- gezonde lucht fterven 1.51. h ■ hebben de Europeaanen aän de Kaap niet 1.Z64.& » -■ — de Hottentotten zo veel te meer ibid. 2. 66. b ■ - vreeten de Hottentotten op 1. 264. £ 2. 06. b » kloppen zy met flokken uit hunne Kroflèn i. 66. b - Tacbart en Boevings getuigenis hier van ibid. feq. Luneburgfcbe Mathematici , worden van den Schryver bezocht 1. 4. £ Luy, zyn de Hottentotten om voor zich zelfs te arbeiden 1.440.«. 2. fp.b. 2. 121 Luyheid en ledigheid is der Hottentotten groot- ile gebrek 2 . 1 20. b • is ook wel by ecnige Chriftenen te vin- den z. izi. b Lyclmis Africana, Afrikaanfchejenette 1. 2j>o.« Lycium'JEihïopïcum ibid. b Lyf, om 't zelve draagen de Hottentotten ko- pere of glaze Koraalen z. f4. a Lyfwacht bekoomen de Hollanders in Porto du Braya I. 16. « Lykftaatz'cn der Europeaanen aan de Kaap. 2. 1,12. d . worden na den ftaat des overledenen ge- richt ibid. b . vanden Commandeur Treiters, ibid.feq. 2.42.4.4 • van den Gouverneur van ylffmburg 2. 513. 2.440.« • van den Gouverneur Simon van der Stel ibid. . gemecne, aan de Kaap 2.314.« I en kuiten veel van bcgraavcn z.iif.b 1 der /< Iver onkuitcn moeten vreemde dubbeld betaalen 2.320. a Lyk-biddcr of Aanfprcckcr , gaat alleen voor 'tL\k i-5'4- i Lyk- drangers, gebruiken de Hottentotten niet veele 2. 16 j. a Lynfpinders handwerk, verftaan JcHottentot- ten « 2.8p. a Lyilers, of Wyn-trofchel» \.zz\.b ■ zingen lieflyk ibid. ■ 1 worden geichoten, om datzyde drui- ven vernielen ibid. 1 ■ haar vleefch word in waarde gehouden ibid. M. Maag- ziektens aan de Kaap , zyn licht te her- flellen 1. 413. a Maan zoude het gras doen beweegenenkraaken 1. 1 12. b Maan, is der Hottentotten zichtbaare Godt 1. 4^4 q m hoe zeldzaam zy die vereeren 1.40$".« 11 als ze nieuw en vol word , zingen en danfTen zy 24 uuren na malkander tlid. Maand- ceel , maaken zommige Bedienden van de Compagnie 2 2f f . « ■ ■ ■ wat het zy, en hoe gemaakt word ibid. ■■ worden correEl betaak ibid. b Maandelyke Reiniging is voorfpoedig aan de Kaap 1.400. a Maartfe Violen 1. 324. h ■ haar reuk is doordringender als in Eu- ropa 1. 325*. « Madagascarfche Slaaven , zyn de talryklte aan de Kaap 2. 2Ó7. a Madelieven, Afiikaanfche, 4. zoorten i.2po.« Magneets-afwyking is aan de Kaap different 1. 68. h ■ word bepaalt en vaftgeflelt ibid. feq. Mabieuj word zyn Secretary gelloteu 2. 438. a ■ blyft gefufpendeert ibid. h ' word weder aangeflelt 2. 441. £ ■ 11 ■ verwondert zich over de goede order van des Schryvcrs Schriften 2. 442. a Major ana vulgaris 1 . 3 1 9. a Malagas , een zeldzaame Watervogel I. 21 f. ». weet behendig devifïchcn te knappen ibid. b Malladi Sujptm , een gewas 1 . 3 1 7. « Malva jifricana , Afiikaanfche Stok-roos 1. 2yp. b Malus domeßiea, Appelboomcn van verfcheide zoorten 1.31p.« __— Cidonia., Quee- appelen Citria, of Citroen-boom ibid. 'o — Limonia^ zuure en zoete Limoen-boom ibid. — jirantia Indica &V. zeer groote Indifche Oranje-boom, Pompelmus genaamt 132 .« Lufitanicay Sinaas Appelen ibid. Punica REGISTER. — — Punica fixe Granate , Granaat appelboom ibid. Man, tot zulk cenen moeten de jonge Hot- teotoiten eerft gemaakt worden i. f iya — — zulks word by hen am/tri maaken gc- noemt 9id. — — w\ i : en manier van »hinnen m-.iaken, bc- ßaat in eeoige zeldzaame Ceremoniën ibid.fia. na 't gedaane werk word de jonge man geluk gewenfehe i. f 14.4 Manen wjjfj febynen geen paar uit te maa- ken 1.14.1 ■ moeten te zamen voor een buis zorgen 2.27.0 ______ moeten beide voor het Vee zorg draagert ibid. al Mannen, hebben byna voor niets te zorgen 1. if.a — zvn goede VüTchers ibid. moeten op dcjngt gaan ibid b — — hebben in Europa vry wat meer te bc zorgen ihid. —— en Wyven, cetcn nooit met malkander z.zó.b — ecten 't eeift, het overige blyft voor de wyven ibid. — hchben zulken grooten laft en zorg niet op zich als de Wyven ibid. — hebben over al 't Vee te beveclcn 2. 27. b hoe zy dagelyks gcklcedt gaan 2 4f.tf — gaan bloots h 1 ibid. dog als 't regent bedekken zy het ibid. _-» moogen geen Haaien > Konynen en Var- kens cetcn 2. yü.a »_— moogen der Kraamvrouwen fpyzc niet aanraaken z.iz.a ~—> moogen de Wyven niet carej/eeren zo lang de vloed duurt ibid. __— moeren voor het vlccfch zorgen 2. f 8.b — en Wyven ecten nooit mee malkander, •waarom? 2.64 a eetcn zonder een ige acht op den rang te geeven ibid. b Manier van ceten der Hottentotten, is overal cenerley z.ói.a Manireft word aangcflagen, waar by alle op- ro.r enz. vei boden word 2. z+f.B/eq. ■ 1 ii hier van word een uittrekzcl gepubli- ceert 2. $40. Manifeft word afgelezen en aangeplakt, waar by de onwillige voor 't Gerecht gedaagt worden z. ^04. Mantels, vette en befmeerde, draagen alleen de ryke Hottentotten i.^yb.Jeg. Marmalade uit Qucc- peeren gemaakt 1 . i\$.b Marmer, word Hardltcen genaamt ï.zjf.b Mxrtinus Bebain , is de waarc vinder van de Nieuwe Waereld 1.41 8. ^ ■ B( wys daar van ibid. Al.ri.rn Syriacum vel Crcticum, is goed voor hoofdpyn i.zzob Mafelen , worden aan de Kaap geheel niet ec- II. Deel. 6 acht i.$S't.» der zclver kenteken is hoofdpyn 1. 19 • zyn op H itavia gevaarlyk Mali, de gioow , van deï Sduyvus fchip krygt een breuk I.If.J in de fokke- mail flaat de donder 1.31.0 — — dezelve word afgenomen en een wang daar tegen gemaakt tb.d.J» Maftcloozc ichepen worden fpocdig gcrepa- icert z.z6i.b Mali wicht, zytl ampt 124 b Materit, vette, vlout uit de Bergen 1.273.*» —— is geenjooden-pik ibid. —— is geen Napbta ibid. — fchyntcen zoortvanStcen-oly tezyn tbid. — vcrllrckt tot geneezing der wonden ibid. — — word van de Hottentotten het Vee in- gegeven ibid. Mathematici in Neurenberg , hoc genaamt worden 1.4.« Matroos, eet vi flehen , opblazcrs genaamt 1. tiB.i ■ dit koll hem het lecven ibid. Matroofcn verdienen een prefent> als zy 'c Voorgebeigtc ontdekken I. JóP-^ — — of boocsgi zeilen woonen altyd buiten de Vefting 2.2fp.£ Matten, maaken de Hottentotten 2.88 b — — de meefte maaken de wyven ibid. — hoe zy dezelve maaken ibid. — worden tot daken der huizen gebruikt 2.8^.0 Mauritius , het Eiland, levert Ambra de Grtsen Tnpei uit I. *7J-^ MayS) een zoort van koren 1 . 3 17. a Mebbien, zyn een zoort van Brakken of fpeur- honden i.iSi.a — doen den menfehen geen quaad ibid. b — maaken jagt op alle wilde dieren ibid. — deelcn van hun roof den menfehen mede ibid. bfeq. — zyn byzondere vyanden van de fchaapen 1.182.0 Medicamenten , krvgen de zieke op 't fchip voor niet I« 22. 0 Medicyn-mceftcrs, welke aan de Kaap zvn 1. 3 ' 88. b hebben de Hottentotten onder hen 1. 484. b . dcrzelver wetenfehap en behandeling tbtd. -, ■■ zulke worden ook uit andere Krallen ge- haalt ibid. — — hoe zy hunne geneesmiddelen bereiden 1. 48 f. a — laatcn niemand by dcrzelver pneparata toe ibid. zyn gelukkig in 't cureeren ibid. wcetcn aardige voorwendzels te maaken, als de middelen geen tffett doen ibiJ. 'Lzz Mee!- REGISTER. Mccldouw, is fchudelyk voor het koren i. iJ7- * befchadigt den Wynllok I.H7-* Mecningen van driederley Schryvers over de Hottcntotfchc Spraak I-4i3 * ) fet >;:.£ Metiffa b r ten fis odore Citri I. 3i0' b Melken, gefchiedt op een aardige manier by de Hottentotten 1. 14t- b 2. zf. b Melk drinken de Hottentotten, als zy defcha- pen door 'tvuurjaagen I. fij/- b —— daar van krygen de wyven niets ibid. ■ i. . 1 mag geen droppel verloren gaan ibid. — — wat zy daar verder mede doen z. 36. a Melk-Plant, Afrikaanfche 1. 300. b Melo HifpanicttS) fpaanfche Meloenen 1.320.^ Meloenen, groejen voortreffelyk aan de Kaap 1. if4- a Menfchen-vrccters, zyn de Hottentotten niet I.444J Mentha, bortenßs crispa, Kruisen Munt I. 310. b Mergel, legt tulTchen de Berglleenen 1.274.« Merklint Bericht van de Hottentotfche Spraak I. 424. a Mespilus Germanica 1. 320 b MelTen, weeten de Hottentotten zelve te maa- ken 2. 63. b Meybooms ( Hendrik ) vrouw fchelt de vrouw van JH. Bouman voor een hoer 1. f6. b — — zy word deswegen verklaagt ibid. • gelb aft I. fj. a — de uitvoering van de (traf ibid. Meiboom (Klaas ) word in hechtenis gezet, maar ras weder omllagen 2. 3 f f. a Meyer ( Pieur de ) bloed dikwils uit neus en mond I. 407. a word in een donkti gatj gezet, dog door cenc ziekte daar uit vcrlolt 2. 3 fj. b Meyeryen op Drakcnfiein 1. iif. b — — of ze eikmdcr te na leggen i.nö. a Mezereon, Afrikianfchc, 11 zoorten 1.303.^ Middel, wnar door de Hottentotfche Spraak zoude können geleert worden 1. 418. b • dit zocke de Schryvcr te vergeefs jtig te worden 1. 41p. a •• waar de Compagnie 't geld van daan krygt, om de kollen goed te makken aao de K 1 ip z. zfi.b. fer/. Middel- winden, uhge/ondert Zuid- Ooft en Well, insgely ki Zuid- Weil, waa- nict aan de Kup 1. 345.1a Mieren, zyn van vierderley zoort 1. zj-p b ■ zyn 'er ook die vleugels hebben en cu- rieus zyn ibid. Mineraalen zyn aan de Kaap 1. 270. b .- worden onderzocht 1.276.Z» fcq, MineraalWater is het warme Bad, waarom? 1. 337. a Miros Caftel in 't Land der Chirigriqaas . . 467. b » daar by is een fchoone Bron ibid. m heeft byzondere zeldzaamheden ibid. Misdaaden,«'/7»/»eefe, ftraffen de Hottentotten zonder uicltel en aanzien van Perzoonen 2. — welke zodanige zyn ifad. Mifpelboom, Duitfche, aart zeer welaan de Kaap 1.320e Milt, zwaare, natte, koude en dikke , na by de Kaap ( i.^.b feq. ■— zwaare, is oorzaak dat veel buskruit verfchoten word 2.447.« Mill word verbrand aan de 24 Rievieren 1. \Zf. b Milt-bakken, heeft men aan de Kaap niet no- dig i.ifj.« Moddergat, waarom alzo genaamt word 1. 103. b Moddergatfch Diftri£t, delTelfs grenflen ibid. — _. heeft fchoone Landgoederen ibid. 7— water genoeg ibid. — is zeer vruchtbaar ibid. — — • de Beekjes hebben noch geen naamen 1. 104 a — — ' ' loopen dikwils over tbid. — — - — — hebben geen bruggen ibid. Moeders, moeten de kinderen een bewys doen, eeize weer trouwen moogen z.zió.b — — bewyzen haare kinders zeer veel, om ie- mand in 't net te krygen ibid. Moeders , by de Hottentotten, moeten voor de kleine kinderen zorgen 2. 28. b — hoe zy de kinderen op de rug draagen,en de borlt gecven ibid. Moedwil en baldadigheid van 't Scheepsvolk van de GeneraleVrede word geftraft 2.417.^ Moerbczien-boom met een zwarte vrucht 1. 321. a MoeyelykeBerg, waarom alzo genaamt word 1.114J Molen der Compagnie , binnen dezelve is ten bequaame Kamer 2.2|8.a — dezelve komt van den Tafel- berg ibid. ' het water moet door buizen geleid wor- den ibid. Molen der Caapfchc Burgers word jaarlyks verpacht l-7f-a z.zoS.b — in Hottentotfch Holland is nadeelig r. 102. h — — op Azenburg t.iop.b — op Dr.iLenJhi» \.i\f.b — — in de Simons- Pa/ley 1.118.^ — van REGISTER. »— van btcllcnbofch , des zelfs inkomflcn 2. uti — — van Drakcnflein, des zelfs inkonillcn ibid. Molefteenen i. 275-. b Mollen , zyn twederley nun de Kaap i . 1 87. £ — — hoc zy gevangen worden ibid. - — mageen Hottentottin niet eeten i.r8.£ Mondelykc Proceflen brengen den Secretaris en Gcrcc lus-bode veel voordeel aan z.zyo.a Mondkoit, wat en hoc veel een ieder dagelyks op 't fchip krygt I. »f . a Monitoring, gclchicd jaarlyks aan Stcllenbofch 2. 117.^ — aan dj Kaap ibid. m— gcfchiedt alhier met cenige omltandig- heden ibid. — daar by fchictcn de Compagnicn drie Salvos 1.118 a — daar toe geeft de Compagnie kruit en vuurfteenen ibid. — hoe zu voor dezen gedaan is geworden ibid Moord, kan by de Chriftcncn niet zo licht als by de Hottentotten belet en verboden wor- den z.iZf.a Moorddadigheid van eenige weggelopene llaa- ven word nadrukkelyk geftrafc z.zgz.b Mooren en Gaffers, hoc zy van malkander on- derscheiden zyn 1.417.7^. »— en Hottentotten, of die van malkander onderlcheiden zyn ibid. Moorfche flaaf blaali op een Zee- trompet, en befeKa.imt andere i.ifö.^ :;en Lands, hoe groot ? i.itf.b Morlhg, zyn de Hottentotten by uitftek 1. 440. a — zulks fpruit uit hunne luyhcid tbid. Morin fruclu nigra i.lZl.a Moffelen, vindt men genoeg in zoet water aan de Kaap, waar? i.z^.b Moffel -krabben, worden niet gegeten 1.241. — — kreeiten ibid. Mofieibinks- Rivier , waarom zo genaamt word? i.yS.b m — - hoe die beftaat i.So.b ■ loopt niet het ganfche jaar door ibid. — heeft in de zomer brak water ibid. . loopt een kromme en lange weg i.fti.a Moffen, verfebcide zoorten 1.2,10« ten, zyn overal bekent 1.2.66 a Moujfon, de goede en quaade, wanneer elk aan de Kaap begint 1. $64. £ — by de goede Mouß'on hebben de Schceps- luiden niet zonderling! te vreezen ibid. — - by de quaade Mevffen is 't gevaar groo- tcr 1. jóy. a — in de goede Moujfun moeten de Retour- fchepen aan de Kaap koon:en 1. j6p. a Muggen , zyn veel erger op Batavia als aan de Kaap \.z6\.b — — doen aldaar de ecrlt aankomende vreem- delingen grooten ovcrlaft wat hier van de oorzaak zy ' Jeq. worden aan de Kaap van de wind weg. gedreven 1.262.0 Muggen- vreet er 1.2.16b Muilezels, worden aan de Kaap niet veel ge- bruikt i.i8».£ Muis-hond, zync geltaltc tbid. —— waar mede hy zieh geneert tbid. — word gctwyfelt of hy niet cen zoort van cen \\ 1 z k|c is ibid. Muizen, zyn vccldcrlcy zoort aan de Knap 1. ïSj.a Mulder (Jan) Landdroft, zyne Qualitäten 1. i iy.b z.2io.<* — legt een trefft lyke Buitenplaats aan 1. 1 17. b — de^zels Gebouw, Wynbcrgen en Tuin ibid. 1 — konftige Vyvcr ibid. j — vermakelyk Luflhuisje 1. 118. a konlbgc Berg ibid. hy is twee. naai Landdroft 2. 210. a — zyn wys gedrag ibid. — word om zyne goede hoedanigheden vervolgt ibid. — — legt zyn dienft neder 2441.« Mutier (Johannes) vangt een Kever, dien de Hot- tentotten goddelyke eer aandoen 1. ƒ02. a wil het dooden ibid. b \ word dieshalven van hen gedreigt, en ge- , beden zulks niet te doen ibid. \ Munchs (6>org*)Wiflelbrief word den Schryver niet betaalt 1. f ta : Murmeldicr, word aan de Kaap Das genoemt, dog verkeerdelyk 1 . 1 Sp. a — — heeft goed vlecfch ibid. — . een flaavenkind vangt 'er veele op een hftige wyzc Hid. Mufiek, word op de fchepen dikwils gehoort 1. ij. a — der Hottentotten is van die der Euro- peaancn onderfchciden 2 lOf.b — kan niet wel in vocale enfigurak verdeelt worden ,bid. Mufikaale inflrumenten der Hottentotten ibid. een wo. - m genaamt ibid. Muskate Nooten worden tot bcreidzel by roo- de Wyn gebruikt 1. iro. £ Muskei jaat- katten. Zie Biz,am- katten Mutzen, draagen de Hottentotten als 't regent _— waar die van gemaakt 7.yn ibid. — zyn van die der wyven onderfcheiden ;'£/• Jf ?•ƒ*?• ■ over de Ebbe en Vloed, die in z uuren zevenmaal verandert is 1. 3 f8. feq. ■ byzondere om Handigheden daar by 1. 3fP. b feq. ■ ■ hier door worden alle deoorzaaken niet : klaart 1. 361. b Qbfrvat rum, daar toe word het Bolwerk Bu- 1 verkoren I. fi.a Objlfttlic der ilonden, is zeldzaam by de vrou- wen aan de Kaap 1 . 40 d. a Oculeeren en Enten , gelukt wel aan de Kaap 1 . If6\ b Oc'jiiium lat i foliant maculatum, velcrispttm, ge- v lakte of kroefe Bafilicum i.^n.b Odiquas- Natie , waar die zich ophoud 1 . 464. b ■ heeft met de Sujfaquas een eeuwig ver- bond tegen de Chirigriquas gemaakt ibid. Oefiers , moeten met vallend water gezocht worden 1.229. worden om hunne zwaare en groote tan- den van de Europeaanen gefchoten ibid. — de wyfjes zyn niet zo groot als de man- netjes 1.178« — worden gezegt haar Menflrua te heb- ben , en omjrent het byflaapen flhaamach- tig te zyn tb:d. «— na de. ontvangenis draagen zy twee jaa- ren ibid. — — mift word voor Tabak gebruikt 1.17p.« — — zyn in groote menigte op Ceylon ibid, m—m haar Vyand is de Rhiuoceros i.ipi.£ — de tanden verhandelen de Hottentotten aan de Portugetzen en Monovtot apen/en z. S>4* -—— wat een Europeaan daar 't beft tegen verruilen kan z.ioo.a worden van de Hottentotten met ver- giftige pylen dood gefchoten z.w^.h Olyfant , treedt Joh. drrtifrecbt , die hem doorfchicr.cn wilde, dood z. 431.« Oly fants Rivier 1 . 466. a Olyfboom, Afiikaanfche i.zop.£ • tamme 1.311.Ä Onachtzaamheid van 't Scheepsvolk in 't waar- neemen van zcldzumc gevaljcn en derzelver oorzaaken i.^jf.a Onager. Zie Zecora. Onbekende Europeaanen worden van de Hot- tentotten lich'clyk bedrogen z.ioi.a • ■ Slang, word belchrcvcn ï.zfó.a A a a a — zyne R E G 1 .— zyra cigenfchappen zyn onbckent 1 ibid. b Onbillykheid , gruwzaame , door de Hande- laars den Hottentotten aangedaan 1.460.« Onderhoud word den Schryver belooft i.z.b Onderlvf is by de Hottentotten ganfch bloot J 2.48.« OnJermeeflcrs in 't Ziekenhuis hebben hun byzondere wooning z.ziy.b Onderlcheid der Tuinen i.iyz.bfeq. . der Wateren aan de Kaap 1. 327.^ . onder de Travad- Winden der Zee, en de Kaapfche Zuid-Ooite Wind i.ij9-bfeq. _— tuflehen de Stade en de Veiling van de Kaap z.zoj.b Oneenigheid tuflehen den Gouverneur en de Borgers is lang verborgen gebleven 2.328.« ■ der gemoederen , ontitaat onder de Burgers, waarom? 2. 348./*?. Ongeluk , daar voor worden de Schepen door den Admiraal aan de Kaap gewaarfchouwt 1378.« Ongemak, ontftaat by de geplante Wynltok- ken 1.146.^ Ongctrouwt hebben een paar lang te zamen gclecfc, en opentlyk kinderen geteclt z. 308. Ongezoute Levensmiddelen bederven dikwils op Zee l-fya Onkoften der Compagnie overtreffen de in- komftcn aan de Kaap i.Zfl.a — — die op de afgaande en aankomende fche- pen vallen 2.26f.« — — wat daar al onder gerekent word ibid. i— • worden vermeerdert, waar door? ibid. b •— hoe veel de Compagnie jaarlyks aan de Kaap uitgeeven moet z.zóp.b — — en voordeden der Compagnie aan de Kaap verfcheelen niet veel 2. z86. « — der geftraftcSlaaven hebben de Inwoon- ders zelve moeten bctaalen z. 293.« — — by Bcgraveniflèn aan de Kaap z.^if.b Onkruidt, word uitgeroeit, wanneer 1. 13 f. a Onkunde der Hottentotfche Spraak doet geen nadeel aan den Handel 1.427. £ Onreinighcdcn des Lighaams worden door 't Zee- water uitgejaagt 1. 332.^ Oubytcn, doen de Hottentotten voor het trouwen z.zo.b Onifliging, moet een knegt van den Gouver- neur hebben ccr'hy zich verhuuren kan 2. 2f8. « Ontrouwigheid der Compagnie-bediend en , kan noch wel aan den dag koomen z.z$6b Onwaarheden , hebben de eerfte Scheepslui- den anderen op de mouw gefpclt 1 . 374 b yn of zeere oogen , is een gemcene in de Kaap 1.409.^ .— is in de zomer erger als anders 1. 410. a — de patiënten können 't licht niet verdraa- ibid. — — tref: ook kleine kinderen ibid. STER _ daar tegen is geen zeker middel bekend ibid. b . een voornaam vriend ontdekt den Sehr} - ver een middel ibtd. Oogen-flang. Zie Schiet-flang. Oogft-tyd aan de Kaap, is in December 1. rjf. b Oogft is jaarlyks overvloedig 1. 138. « — moet ichielyk waargenomen worden ibid. b Oorlog, voeren de Hottottentotten tegen de Europeaanen 1. 02. b Oorlogs fraparatien der Hottentotten zyn ge- ring 2. 130. * — — aankondiging waar in byhenbeftaat*^/'«'. — ■ — — ■ is by hen altyd dezelve gèweell ibid. b — noodige omftandigheden by hunne Oor- logen te betrachten 2. 140. « .. I.» drie oorzaaken daar van ibid. ■ word met eenc Batailie geeindigt ibid. b ■ word doorgaans door de Compagnie ge- fcheiden z- 141. « — zy houden geen order in hunne oorlo- gen 2. 143. a — — zonder gewichtige oorzaak [oorlogen zy niet 2. 144. a Oorringen, draagen de Mannen en wy ven by de Hottentotten 2. yy. a __ daar van komt Boeving de waarheid zeer na ibid. _ — zyn niet algemeen ibid. Oorfprong der StellenbolTche Rivier 1. 107.« der Berg-Rivier 1. iif. b feq . — van 't Kaapfche water is Jtwedeiley 1. 3*7- è ___ der Hottentotten is onzeker 1.41p.« ___ zy fchynen van de Jooden en oude Afri- kaanlche Volkeren herkomitig 1. 421. a. 1423« ____ word van andere en hen zelfs bekragtigt ibtd. Oortman ( Nicolaas ) wil in den Raad niet (tem- men, waarom? 2. 367. b •— — word van Brommert qualyk bejegent 2. 368. a — zyn bedenkclyke rede in den Raad 2. 36p. * — . word daar over van van Putten verach- tclyk gehandelt 2. 370. a word niet meer in den Raad geroepen 2 372. a — — tegen hem word een vei klaaring ge- maakt ibid. b Oorzaak van de Kaapfche Zuid-oofte Wfrrd, volgens Cartefius 1. 37p. — dewaare, welke [I*. 38t. a — der dwaaling des Schryvers 1.490« — waarom de Hottentotten den kleinen Kapitein meer eeren als den grooten 1.49p.« — — der uitlnyding des Tejiicttls is onzeker 1. f06. * — daar REGISTER. — daar van zyn veelc gevoelens i. po. i . de waare ontdekt de Schryver i. fii. . van 'c ar.'.Un maakcn en 't dooi jaagen der fchaapen door 't vuur i. fio. . waardin de Hottentotten de eerftgebo- rene kinderen mei fchaape vet (meeren 2.4. , waarom de Wy ven ringen aan de voeten draagen z.fi.b , zyn drie, waarom de Hottentotten een kryg aanvangen 2. 140. a . welke van die de hoofd zakelykfte 'isibid, Ootlindiche Compagnie haar aanvang 1 . f o. b . hoe zy zich in den beginne aan de Kaap heeft geveftigt tbiJ. hoc de Colonie aangclegt is \.6i.b Opftindien hebben de Portugeezen het eer ft op- gezocht t 174.^ . zy vervolgen hun voorncemen ltandvas- tig ft. i7f. . — ■ om het verder te ontdekken worden zy klcinmocdig 2. ij6. b — — is onder Johannes de I. ontdekt gewor- den ibid. Opblazcr, een vifch , waarom alzo genaamt 1 . 218. 1 , is niet goed om te ceten ibid. b is byna als een fpeenverken als hy gc- droogt ij ibid. . is van iemand gegeten die 'er van geftor- ven is ibid. Openbaaring, Goddelyke,is den Hottentotten onbekent 1. 421. b Opneeming [generale) hoe genaamt word 1. 141. b Opperhcer der Hottentotten, heeft flechte voorrechten > en noch minder inkoomen 1 . 482. b —_ hun onderfcheid van de Kapiteins 1. 481. J Opper-meciter, moet op 't fchip voor de zie- ken in alle dingen zorgen 1. 22. a Oppcrmccfters wooning aan de Kaap 2. 227. b m ,. hy moet de Medicamenten verantwoor- den 2. 230. a Oprechtigheid der Hottentotten in 't nakoo - men van hunne Allianticn 1. 4j-o. a Opfchik der Hottcntotlchc Mannen en vrou- wen op hoogtvden 1. i(5. a Öpftanding 'der dooden of zy van de Hotten- totten gelooft word i.fiz.b . — 1_ daar van geert een Hottcntot een twy- felachiig antwoord t.rij.i ^ » \ ei Icheide gevoelens daar over Md, __ word van hun geloofc, dewyl zy nellen laj de doodefi wcderkoömen 1 • 524- a — — geloovcn die iudireel 1 . fif . a Updéllers", van 't Klangfehrift tracht lieer van der Stel te ontdekken 2. 341.1 daar toe «dl hem Sturi eufarg helpen om !■•■-.: 't na te voiTch'én ibid. — Adem Tas word daar van verdachtgehou- den . ngen van de moer, zyn de Vrouwen aan de Kaap veel onderworpen 1. 40S.Z — vorbei . .1 van — . een aardig voorbeeld in Duitfchland 1. 4op. b ( ipvoedm.' , 1 i veeltyds Ichuld van de boosheid in verdorvenheid der kinderen 2.3 Opvullen van de \V vu , gelelied zelden u.n de Kaap I. if 1. a Oranje boom , 7.ccr grootc Indifche 1 310.1 Oranje- huizen, /.vu met nodig aan de Kaap 1. Order, generale 9 der Compagnie wegens de CummiJJie* 2. 279 a Oreojolutum Africanum 1 . 299. b Or lammen t wat dat zyn? 2.417.1 Orlammen- tyd is hoog geacht en profytclyk tb id. b Ornithogalum Africanum , Veld- ajuin, 3 zoor- ten 1. 29 v b Often, hoc veel 'er voor een ploeg gefpanncn worden 1. 133 1 — — hoe zy te zamen gejokt worden ibid. — • treeden het koren uit 1. 140.^ — worden van de Hottentotten goed koop verhandelt 1. 14$. £ -^ hoc de Hottcntoitcn die flachten 2. 87. a Ofie- Oog , wat voor een wolk het zy i . 37 3. 1 Oßfraga , Been- of Steen-breeker , rooft Schild- padden i. 208.4 Oud worden de Hottentotten , waarom ? 2. 6t.ee Oude luiden, met deze leeven de Hottentotten op een grouwzame wyze 2. itf.a.fcq. . worden of van wilde dieren opgevre- ten, of moeten van honger ftervcn ibid.h i gaat men den ryken als met den armen ibid. Ouderdom by de Hottentotten, hoc hoog die fteigert 1.441.1 Oudbakken volk wat beduidt 2. lóz.- h Ouders, cerfte, der Hottentotten koomen van Godt 1.422.Ä ■ als de Hottentotten die flaan , worden zy met de dood geltraft 1 . f 1 4. % . vreugde over de geboorte van twee zoons is ongemeen groot 2. 6.a — — — moeten gekent worden , als de kinde- ren zich in den huwelyken ftaat willen be- geeven i. if.i . zonder hun weetcn mag geen dochter zich verloóven ibid. b - by de Europeaanen, moeten allerhande Delkateßen by een bruiloft opdoen 2. 307" . a — bezorgen het belang der kinderen in tyJelyke goederen 2. 3 16. 1 i verzuimen meeftcndccls de opvoeding der kinderen 2. 317.1 Ou.lt Heer fnydt den Teflicul uit , en welke be- loning hy daar voor krygt 1. f09. i moet het Anders Aaaa 2 maakcn verrichten , wan- H REGISTER. waaneer de fchapen dol worden i . f 1 8. B Oudtte zoon by de Hottentotten, is erfgenaam van alle nalatenfchap zynes Vaders z. i^S.B . zyne Broeders moeten hem dienen ibid. _ Tacharts Getuigenis daar van 2.149.« Overeeißer, word opcntlyk afgezet 1.398.0 . dit is oorzaak van grooteoneenigheid 1.399.« Overlopers worden by de Hottentotten na den oorlog gedoodt *• *47'a Overvloede van Vee is aan de Kaap 1. 143. £ . van Wynbergen en Wyn 1. 147. Oxjs bulbefa Jftïcana, 3 zoorten 1.300.« P. Paarden, zyn op St. Jago niet te vinden 1. 18.£ zyn uit Perfte aan de Kaap gebragt 1. 73- a ••• zeer overvloedig aan de Kaap ibid. b I. IP3- i .. ___»___ 'er zeer goedkoop 1. 73. b -, worden niet tot den Landbouw gebruikt 1. 133.0 - treeden het koren uit I. 140. « met deze gaat het beter als met offen , waarom? ibid. h ' hoe zy zich gedraagen , als zy de reuk van een roof-dier krygen 1. 103« « Paarden, wilde, worden niet tam gemaakt 1. 193. B Paarde-berg, zyne benaaming I. 108.« 1— is de hoogfte in dit Diltrict ibid. B Paarde vieefch eeten de Leeuwen zeer gaarne 1. i8f. a Paarde- voeder, is groen gras en gerft 1. 193. b Paarde ftal der Compagnie, ftort door den wind in z.täfi.b — — de nieuwe, is zeer groot en vierkantig ibid. — — heeft een ruime Hooi-zolder ibid. ibid. veel wooningen , beneden ftaan de ontlade Wagens enz. 2.249.^ Paard kefers I. 263. b Paarel-Berg, deszelfs benaaming 1.120.« — deszelfs fteenen zyn goede Molen- ftee- iv n ibid. Paarcl- Moffelen 1.246.* Paarel-1"! kken hebben aan de Kaap geen paar- lcn in zich ibid. — — hoc zy zuiver gemaakt worden ibid. — van zulke heeft 'er de Schry ver zeer fraa- jc gehad 'bid. — - zyn niet licht te vangen ibid. Paarcl- viffchen, onder deze rekenen zommigc de Paarel-flakkcn ibid. Paailcn, vindt men zelden in de Moffelen I. 276. b Paauwen, zyn genoeg aan de Kaap 1. 218.0 — der zelver vieefch is zeer hard ibid. t Paauwe-ftaart, is een ftruik ï. Jif .« Pacht-Conditien van de Molen aan de Kaap 2.. 208. h worden opentlyk afgelezen *, 27f. bfeq. worden heymclyk en opent- lyk overtreden 2.278. 2.280.« . ■ in . . een exempel daar van in Da- niel Heufke ibid. Pacht-geld van Wyn, Brandewyn, Bier en Tabak, bedraagt jaarlyks hoe veel ? 2. 279. b feq. — — — zoude hooger fteigeren, zo de Conditien geobferveert wierden 2. 28x3. « — • — — van de Kaapfche Molen , hoe veel ? 2.2C8.£ Pachters worden by Verpachting getracteert, hoe ? 2. 276. a Pachter is de meeft biedende ibid B •— moet twee borgen hebben ibid. .1 nevens zyne borgen de Pacht-Con- ditien onderfchryven ibid. mmmm blyft by den afllag de gene die myn roept 2.277.« •— • hadden de vorige Gouverneurs maar een tot yder Pacht ibid. Pachters, moeften alles van de Compagnie koo- pen ibid. B ■ krygen dikwils afflag, waarom ? 2. 278.« ■ een voorbeeld daar van ibid. L ■ moogen hunne wyncn duur of goedkoop van een yder koopen 2. 279. « Padden , zy n 'er weinig aan de Kaap 1.193.« Pagger, een byzondere zoort van vifch 1. 24f. « — — 1 waarom zo genaamt word ibid. -— — is gevaarlyk te vangen ibid. '~— heeft goed vieefch ibid. — — zyn fteek is gevaarlyk ibid. 1 voorbeeld daar van aan een viflcher ibid. b Palamit- Rivier 1.471.« ■ zyn oorfprong ibid. . Viffchen ibid. b Paling, een zoort van aal, waar gevonden word I.I03.« I.24f.£ "•"*• houdt zich gaarne in zoet water op ibid. Palma datlyüfera , Dadelboom 1 . 3 z 1 . £ Pantherdieren. Zie Luipaaaden. Papaver bortenfe , Mankoop 1. 322. « Paradys zoude op Ceylon geweefl: zyn 1. 177.« Particuliere Molens zyn nadeelig voor 't belang der Compagnie z.zjf.i — zyn een bewys dat de confumptie aan iie Kaap ltcrk is ibid. P 'aße-b\ocm , Ah ikaanfchc 1 . 3 1 f . B — — » draagt een vrucht die goed om te eeten is ibid. Paflinaca fativa i.ztz.a • • word van de Zeeluiden gegeten ibid. Patien- ■ REGISTER. Patienten, worden op't (chip verbonden i.zi.b P.tiicntcn, worden by de Hottentotten gekopt, hoc? 1. iff.l ~— moeten daar na een drank inneemen t. i f 6 a — — moeten zieh met waim vet laatcn fmet- ren ibid. m eindelyk weder gekopt worden ibid. —— worden allcenlyk op hunnen Ans, en niet tot Godt gcwcizen z i^r ' — — als 2.y geneezen worden , moeten zy of- feren ibid. b ■— • als zy derven, maaken de andere cen ys- ltlyk mnbaar ibid. Patrouille, word door ran der Stel aangedck , om 's nachts ronde te doen z. J4J>.<* Patryzen, zyn over /loedig aan de Kaap i. ti&.J •—— zyn vin0verfeheide koulcur en grootte ibid. — — hebben delicaat vleefch i.zip.a PatfcbOUf wat voor een gewas het is i 317.^ Pecreboom, tamme, van aldcrley zoortcn 1. Pcgu, ccnHottentot, draagt klederen i.qtó.b — — leert kezen en bidden ibid. •— reid naar Indie 1.427.0 ~— na zyn wederkomd aan de Kaap, loopt hy weg tot de zyne ibid. — voert een aardige rede tot den Gouver- neur ibid. «— word Kapitein van zyne Natie ihid. —— de Schryvcr zoekt hem tot beteregedach- ten te brengen , dog te vergeefs ibid. •— — , bezit een groote menigte Vee 1.463.^ Peil (Pieter) pleegt een fchandelyke daad 2. 422. a Pekt Settangan, een Boom i.xiy b — deszelfs bloemen ruiken licffelyk ibid. Pelikaan» pikt zyne bord niet open 1.214.^ ■ ■ geneert zich met (langen en moffelen 1. 2if. a Pcnnemes , daar mede fnyd zich een Predikant den hals af 1. 108. £ Pens, laaten de Hottentotten naauwlyks half braaden z.60. b Peper, Indiaanfche 1. i'ii.b .— heele, gebruiken de flaaven voor cen quaade mang 1.41^ b Pcpcrwortel 1. 313 \b Pepo Indicus reticulatus , groote Indifche Pepoen 1. 322.0 ■ word in 't breeds befchreven ibid. Perfiaanfche Schaapen , hebben dikke (taarten i.i^l b Perfic.i Malus fruäu albo , item fanguineo , Peizi- kc-boom van twee zoortcn E. 322. b , de Perziken zyn zeer overvloedig aan de kaap ibid. . . 1 donkerroode zyn zeer aange- naam van imaak 1. ify. B Per/pecliv-ghzen koopt de Schryvcr 1 . y. b Il Deel. i}f. a 20O. a ibid. 312. A ibid. y.z>.a ibid. I .:i; n • in de "Wyn aan de Kmp, wanneer gcicliic»!r Peitilentie-wortelj Afrikaanfcbc Pet . r.anus Pecerfctie, word ras ftoJcfcig Pelrofelmum birttnft Pbalangium /ffrUaiMIÊ I 'bafeolus Aft icanus Pbafis prima ac novißima I.v.mt, door den Schry- vcr geobferveert en befchreven 1. 38. Jtq' Pieter r n Pauly cen Ichip, brengt den Gouver- neur flechte tyding 1. 383.4 Pimpernootcn, .Afnkaanfchc 1.303.« Pimptnc/la Africana Saxifraga 1. zoo.b Pinguinen, cen zeldzame zoort van Watervogels 1.217.Ä *"■* *■ worden wydlopig befchreven ibid. • " • hebben groote en delicate eyeren 1. 218. a ■ ' - haar naderen by de fchepen beduidt on- weer ibid. Pinus Jyheflris , wilde Pynboom 1. 321. b Piper Indicuniy Indiaanfche Peper ibid. Piquet- Bergen, hunne bcnaaming I.i2f.£ — — waar ze leggen ibid. ■ worden meelt van Hottentotten bewoont ibid. Pifang, wat voor een vrucht het is "" ~ " hoe ze groeit ■ heeft zeer groote bladeren Pisce- Bambus, een zoort van Vifch Piflacia Indica, Piltacie-boom Plaagen aan de Kaap, hoeveel? 1. ir8.J ibid. ibid. 1.471.* 1.323.« I. z6z. a 2. 418. a Plaats tot obferv eere n , door den Gouverneur den Schryver voorgeflagen i.ro b •' ■ word niet bequaam geoordeelt ibid. • • ■ daar toe word het Bolwerk Buren be- quaamft geoordeelt i.fi.a Plaatzen , hebben de Hottentotten die zy voor heilig houden 1. f03. b • zulke zyn meed heuvels langs de Rie- vieren ibid. - hoe zy daar hunne aandacht verrichten ibid. " ■ wat reden zy daar van geeven i.ro4.« ■ zulks beveiligt cen Hottentot ibid. Plakkaat tegen de onwillige, om voor 't Ge- richt te verlchynen 2. 364.' ■ cen vierde Ediäale Citatie tegens de vluchtige 2. 37i.£ Plant, die delicate Vygen draagt i.ir8.£ — — heeft zeer groote bladeren ibid. Pleider voor quade borden , door een Smid uitgevonden 1.191.0- immm deszelfs kouleur ibid. Ploeg, hoc deszelfs gedalte is aan de Kaap 1. 133. a — — hoe veel Oden daar voor gefpannen wor- den ibid. — - hoe veel menfehen by elke ploeg moeten zyn ibid. h Bbbb Ptda- * REGISTER. Pcdatra , is aan de Kaap onbekcnt i . 4°f • * Poeiers om in te netincn, maaken de Hotten- totten uit wilde kruiden 2. 162. b Potlen of plaüen, in dewelke zout groeit, wor- den befchreven l'.ffl'i ._- in dezelve zyn geen eige wellen ibid. b Poconia f. vre pleno rubro Minore l.^zi.b Pcepbatus, wat voor een dier het is 1. 194.« . een gcfchilderde heeft de Schryver gezien '*'"• Pokken, Spaanfche, worden door 't warme Badt geneezen 1. 541.0 , worden door de quik ook gecureert 1. 406. a Polygala Africana, Kruisbloem, f zoorten 1. 303. b Polygamie of Veel-wyvery, is by de Hottentot- ten geoorlofc *• ' °- " ., ƒ>. Tacbarts bericht hier van ibid. - Boeving en Vogels gedachten ibid. - word van zommige den Hottentotten als een lafter toegerekent 2. 1 Zf. b ,- ■' zyn ook meeft alle Afiatifche en Afri« kaanfche Natiën aan fchuldig ibid. Polypodium Africanum I« 300. £ Pompelmut _ 1.310.« Pompoenen worden aan de Kaap niet als van {haven gegeten 1.153.*- . worden ook van 't fcheepsvolk genut- tige ibid. Porcelein-Salaad \.\j4.a — by Schaape-vleefch en Konynen is zeer gezond ibid. b Portie aan raondkoft , hoe veel yder dagelyks aan boord krygt i.Zf.a Portugeefche Oorlog- Schepen leggen in de Haven du Braya i.if.b — — de Officiers koopen van 't Schip de Unio hun nooddruft ibid. Por cugeezen, hebben in de Haven van de Kaap nooit geankert I.f8.b — zyn aan 't Robben-Eiland gebleven ibid. — — alwaar noch een Spelonk is die na hen ge noemt is ib'td. — worden veele van de Hottentotten doodgeflagen i.fp.« — — wreeken zich op een byzondere wyze op hen ibid. — hoc zy de Kaap in den aanvang genocmt hebben 1.361.^ — hebben grootc moeite gehad een weg na Ooftindicn te vinden 1.174.^ — — i hoe zy zulks in 't werk eeftelt hebben * ibid. — — beginnen klcinmocdig te worden z. —f— verpachten de Vaart na 't Zuiden ibid. zyn de eerfte vinders van Oollindien 2. 176. b —— hun eerfte Onderkoning word door de Hottentotten vuilagcn 1.176. a — — . wraak der Portugcczen hier over ibid. b — brengen een zwaar ftuk kanon [aan land ilid. — — laaten 't zelve op een zeker teken af- fchieten 2.177.3 Portuhca Africana of Porcelein 1. 300. i Poften van Riebeeks-Kafteel, waar toe? 1. rzi.j Pot-aarde, van verfcheide zoorten 1. 172.« Potten der Hottentotten z.ót.b — — koomen met de Urna der oude Romei- nen overeen 2.63.« — worden niet verglaaft ibid. — — daar van heeft yder huisgezin ongeveer drie ibid. — — maaken de Hottentotten zonder draay- fchyven 2.90.« — . maaken zy alleenlyk met hunne handen ibid. — branden zy konftiglyk ibid. 3 — zyn pikzwart en zeer dicht ibid. Poulle, word Secretaris van de Juftitie-Raad 2. I9$b —— • konde zich met niemand wel verdraagen tbid. — — moefl op Batavia Godt en de Juftitie om vergifFenis bidden ibid. 2. 41 8 « — — word weder daar na toe gezonden 2. 103. £ 2.43z.« _. word opentlyk afgezet 2. 398. b —m is oorzaak van groote oneenigheid 2. %99-b — - word om andere redenen aangeklaagt 2. 400. « — heeft als Vendumeefter geen rekening willen doen aan een arm man ibid. •— belet Jan Laurens een cedt te zweeren 2.400.4 — - Attefiatie tegens hem word niet gepaf- feert 2.416.« du Pré y word gevangen na de Kaap gebragc 2.381. £ Predikant aan de Kaap, woont in een plai- fierig huis 2.23p.« — — • die op Stellenbofch woont in een huis van de Colonie ibid. — ^- die op Drakenftein kan geen huis van de Colonie, en ook niet te huur krygen ibid.b — kan 'er een bekoomen op een ftuk Land, dat zeker borger daar toe vereert heeft ibid. _ __ ontvangt niets van 't doopen van een kind ziii.b — — gaat niet ter begravenis 2.314.« — — onderzoekt de flavinnen , als die een kind ten doop brengen > wie de Vader zy , eer hy 't doopt 2. 312. b Prcdikants Huis, vind men een aan de Kaap 2. 138. b " ■■ ■■ word thans van een Ziekctroofter be- woont ibid. Premie by de Compagnie gcftclt op 't dooden van wilde dieren z.ziz.b — wie REGISTER. - wie zulks betaalen nioct ibid. . hoc veel van yder dier z.i!) 4 Prefident des Kcikcniaads word niet ƒƒ<:/«/, matt 'ja.n der Laan , waarom? 2. too.rt ■ i ige Slang. Zie Dorft-vci wek- kende Slang i. Xf4. £ Pretorias {JVtJftl) word op ilraat in rrreft gc- nometi t.jfo.« . moet van zyne loslaating een atte/latie geeven ibid. b Priefter van des Bruids Kraal verricht by de Hottentotten het trouwen l. 16 l Primus Mcriii.inus of eerlle Middags kring , is verfcheiden 1.64. b feq. m , waar zulks v an dann komt ibid. Prins Mauriis Quartier, wat daar door betekent word t.14.^ Pnnlen Kaftccl, wat het is I. 160. a ■ heeft een gruwz rame groote holte ibid. , .— khvnt van menfehen gemaakt te zyn ibid. b Proccfltn, mondclyke, brengen den Secretaris en Gerichts- bode veel voordeel aan 2. i>o.« — — — ichriftelyke , brengen de Raadkamer ra Secretaris veel op ibid. Proces-order der Hottentotten met een misda- diger »-^r^ —— hoe hy geexamineert word tbid. Prociamatien of Geboden, met de eerde begint de vrolykheid lullig aan te gaan , en duurt tot het Trouwen 2.304. £ — - ol' by 't eerde gebod word het geluk- wenfehen voorgekomen, en een ordentelykc Bruiloft belooft ibid. feq. Profecy van Seneca word vervult 2. 174.« Projfeä van den Schapen-berg is heerlyk 1. «?8. b Provood op 't fchip , roept ten tydc der ver- binding, hoc? 1.12. i Prunus, Pruime-boom, van verfeheide zoortcn 1. 523. a Pfeudo-dicl.imnus ylfricanus , 2. zoorten 1. JOI. a Pulver-of kruitkamer, was byna door den don- der in bnnd geraakt I. 31. a Pumn ( 11 'iliem van ) krygt verfchil met den Land- droit t. 80. a — verkoopt yzer en fmids-koolen ten zy- nen voordeel 2. 258. £ — het bewys daar van is in een boek ge- drukt z.zp'j.b «— word -Fiskaal ad intirim i.^h.b . — — word door de Vos in dit ampt gelax.cn ibid. _ bekomt 7.vne dimiße naar Batavia 2. 4j 8 a Pylcn, vergiftigen de Hottentotten 2. m.b _— wat voor gif zy daar toe gebruiken ibid. ■— . zy können zeer net daar met fchicren ibid. Pylkokcrs, hoe de Hottentotten die maakencn draagen 2. i\i. a Pynboom, wilde X.^lX.b 1 . v Q: Qn;.kza1vcr<; worden van Hottentotfchc Artzen befchaamt *. 161. b Qtiartcls, worden weinig aan de Kaap gevan gen, waarom? I. »14. a — -— dienen om de verandenng van te heren kennen Qucc-ippelen 1 — — worden zeer groot aan de Kaap — worden ingelcgt en doorzuikert Qutrctu -vu/gans, gemeene Eikeboom Quynende ziektens zyn aan de Kaap niet 3^4 t wcdci ibid. 310 a ibidb tbid. I 313.4 I. I R. Raads-Collegie van Stellenbofcb en ürakenßein is een 1. iif.b Raadt van Politie is 't hoogfte Gericht aan de Kaap 2. 188. a — — bedaat uit loutere gequalificecrde Be- dienden der Compagnie ibid. •— — — uit alderhande Geloofsgenooten au, — — zulks word door aanwyzing der Perzoo- nen beweezen t. 1 8p. — in dit Collegie word een verandering ge- maakt ibid. b — — ontdaat nochmaalseene verandering door den nieuwen Fiskaal 1. 190.0 — de leden van dit Collegie hebben geen be- looning 2. ipi. * — — hunne Vergadering is des dingsdags tbid. ___ vergadert zelden extraordinair ibid. voert correspondentie met de Heeren Be- windhebbers in Holland, insgelyks met de hoogc Regeering te Batavia en Ceylon ibid. Raadc van kleine en krakkeel-zaaken, bedaar uit even zoo veel Bedienden der Compagnie als Borgers 2. ly^.b - deszelfs Prefident is een Lidt van den Raadt van Politie ibid. __— in den zelven können ook gemeene bor- gers koomen 2. ipf. a . . word om de 2 jaaren voor 't grootfle ge- deelte verandert tind. i bedaat uit 7. Perzoonen ibid.b — . geniet niets als de eere ibid. van den zelven kan men aan den Raad van Jullitie appelleeren 2. i$,ó.<» Raads-ledcn worden of niet in de Vergadering geroepen, of blyven moedwillig abfent , waarom? 2.378.« ■ "1 de prefer.te willen niet (temmen, de- Bbbb 2 wyl REGISTER. \¥\1 Van Patten abfcnt is ibid. « m willen niet ftemmen , om dat Oortmans abfent is r ibid. b Raadhuis zoeken de Borgers aan de Kaap te be- koomen, dog te vergeefs 1.117.« . van Stcllenbofch legt op cèn aangenaa- me plaats *■ zfo. b Raapen > witte en geele i.*n.« Jlickum- &ok,word byde Hottentotten gebruikt om te werpen t- 47. a - draagen zy in de rechterhand ibid. 1 1 waar van ze gemaakt worden (te/. ■ zyn zo hard als yzer ('te/. . gebruiken de Hottentotten zo wel ter jagt als tot den oorlog ibid. Rammen, laaten de Hottentotten altyd onder de Schaapen loopen 1. Jf • a —— oude en jonge, hoc zy dezelve caflreeren ibid. Rang , word door ganfeh Ooftindien zeer naau w geobferveert z . 3 00 . 5 — — daar op zyn de Vrouwen zonderling ge- fielt 1.301.« Ranunculus J/ticanus, Afrikaanfche Boterbloem 1. 301. a Rapbams niger , zwarte Peperwortel \ . 3 1 3 . 5 ■ rujiicanus » gemeene Peperwortel ibid. Rapuntium Africanum 1 . 30 1 . a Ratelmuis, word befchreven 1. 188.« — ^— waar zy zich ophoudt ibid. Raven, zyn aan de Kaap van verfcheide kouleu- ren I.n8.5 « leeren te praaten ibid. Recht word aan de Kaap en in ganfeh Indië ftrengelyk geoefent i.zyo.b.feq. •— — daar van kan de Schryver veel voorbeelden bybrengen z.xpi.a — een Exempel word aangehaalt ibid. feq. Recht-lievende luiden zyn de Hottentotten 1. Mf Recommandatie des Schryvers aan den Kapitein van 't Schip, en aan den Gouverneur 1.6. h Redelykheid , is een deugd der Hottentotten 1.131.2 ■ kentekenen daar van zyn kleinigheden d i e m en h en gce ft ibid. » is oorzaak dat zy een affchrik hebben van Hoeiery en Echtbreuk 1. 133.4 Reebok 1. 154, 5 Recten en Spieeten inde Bergen > is een bewys van Erts 1.277.5 Regeering der Colonien , is noch niet duidelyk befchreven 1. 173. 5 Regcciings-laft was den Heer Simonvander Stel te zwaar 1.181. a • bewys daar van uit zeker geval ibid. h Regeering bekomt de Heer d ' Abling z. 184. a • om een goede is de Compagnie aan de k nap bekommert l. 1 87. b aan de Kaap is noch onvolkomen z. 188. a — 't welk uit oude en nieuwe Boeken van alle Collcgien kan gezien worden ibid. ■ 1 1 ' van de Kaap beftaat uit Collegien ibid. feq. Regen, brengt de materie van 't Zout voort 1. J4& b ■ hoe meer die valt , te meer Zout heeft men te verwachten 1 . 34p. a > is 't Vee ichadclyk, en doet menigen Schaap , enz. fterven 1.144.0 2.40. a 1 rosachtige , die fchadelyk zou zyn , of onder deLinie valt 1.31.5 ■ " — ongemeene zwaare , dry ft het Koren van 't Veld weg 1. 139.5 — — zulks geeft aanleiding tot dekking van de Korenmyten ibid. Regenwater word Hinkend onder de Linie, en baartwormen 1.3z. 5 ■ 't zelve word 't Scheepsvolk verboden om veel te drinken i.^.a 1.41. b — — — verlieft de eerfte fraaak , en word brak 1. 348J ' word niet ftinkend noch vuil ibid. ■ — — naderhand dik, en word tot zout 1.349.0 — — word tot zout als het op de oppervlakte der aarde ftil ftaat 1.33z.« ■ zo ook te Guatahjara 1.344.5 . doet fchade, en maakt plaflen 1.8 f. b Regen- tyd aan de Kaap, wat zy 1. $64.5 — — wanneer die begint en eindigt ibid. m— hoe hetdan gefchapen is 1.367.« — — als dan is de lucht betrokken en geeft don- kere wolken ibid' — — is zeer ongezond , en veroorzaakt hoofd» pyn 1. 371.5 Regen- wurmen zyn den Europeaanfche gelyk 1.168. a p— ■ worden befchreven ibid. Regenachtig weder duurt lang I. 346. 5 ■ ■ is van ongelyke nadruk ibid. Regenten aan de Kaap , worden by name ge- meldt , onder dewelke het Land uitgedcelt en: de Colonie vergroot is geworden 1. 180. feq. Regenten der Hottentotten', hebben geen in- komftcn 1. 433. a — — moeten een ordentelyke Capitulatie maa- ken ibid. — hun onderfcheid van de Kapiteins ibid. b — — hunne aanftellings - ceremoniën ibid. — moeten een os or twee fchaapen flachten en alle hunne Kapiteins tracteeren ibid Reiniging der Hottentotten waar in beftaat z. 11. 5 Reis naar Ooftindien is des winters gcvaarlyk 1. f- a — — 1 door 't land der Sujfaquas is bezwaarlyk 1. 464. a Relatie , nette, van de gefteltheid des Lands, heeft de Schryver verloren 1 . 46 1 . Religie- Diipititen, zyn op 't Schip verboden %. z6. 5 Remkti REGISTER Remies (Gerrit) moet naar 'c Robben-Eiland vertuk'. n t.jjp.a Re/peët van ccn Scheeps- Kapitein is grooc I. i 1. a Reflitutie van Eer word aan^ 'an der Heide cnTas gcgi -ui 2. 427.« ■ ' ' i ilii geCchicd door ccn openbaar Plak- k kat ibtd. Ritvur- Schepen leggen lang aan de Kaap , waar- om? i. 2Ó2 — '■ moeten lang na malkander wachten, waaio; '? 2. i6j. a — — moeten met malkander zeil gaan , waarom? Und, b — — — der zclvcr volk word gewaarichouwt aan boord te gaan 2. 2<<4. a — — koomen vier aan de Kaap i 4'7'<* ■ wat by die vertrek .un te merken is ibid. Retour -Vloot word tydclyk afgevaardigt i. 38r * . heefc den Gouverneur tot nu toe van :re zaaken wederhouten 2.344.^ fil- ■ 1 ■ koomt onder Jan van Hoorn aan 2. 472. b ■ vci trekt onder Jan van Steeland 2.. 44j. b — koomt by de Kruiffcrs 2 448. £ Ro k, of by de Tygers en Pantherdieren aan- genaam zy 1.202.^ feq. Reu, eb, een Soldaat, fpringt onverhoeds over boord 1. 28. _ oorzaak daar van ibid. Ringen draagen alle Hottentottinnen aan; de v0eten *■• f1- a _ hoe en waar van zy die maaken ibid. b , hebben zy 'er dikwils meer als hondert aan een voet ibid. _ zyn niet van darmen gemaakt ibid. Saar , Vogd en Dapper word in dezen wederlcgc ibid- draagen de mannen niet aan de voeten z. f t. a , neemen zy by noodt van de voeten en t eten die ibid.b waarom de Wyven die draagen ibid. dienen haar voor kouden ibid. — hoe zy dezelve vaft maaken 2. f 3. a draagen zy ook tot cieraad z. f6. a Rivieren in Hottentotfch- Holland zyn'er drie i. 102. a — • — der zelver oorfprong ibid. *, de eerde word door een Canaal geleidt ibid. i de twee andere vlieten achter de Scha- penberg , en zyn onbenoemt ibid. b. Jeq. Rivier aan Stelienbofch, hoe genaamt word i. 106. b Rivier zonder end , is menigmaal bezwaarlyk te pafleeren i. 3J4 b ■ daar was byna iemand verdronken ge- weeft 1. j ij. a Rivier, zullen de Hottentotten niet pafleeren, voor al eer zy zich met deszelfs water be- fprengen, enz. t.fo+.b — oorzaak daar van Robben of Zee-honden doodgeflagen 1 . 147. B — • geevcn zeer goede Traan ibid. v— — hunne geftalte word befchreven ibid — houden zich des zomers in 't water op ibid. — - fcheuren de netten aan flukken als zy ge- vangen worden 1.248.« ~— houden zich 's winters op de klippen ibid. — zyn van achteren lam ibid. — — können echter gezwind loopen ibid. •— van de huid worden Tabaks-dooien enz. gemaakt ibid. Robben-Eiland, daar zyn de Portugeezcn aan- gevaaren i.fS.b z.ijó.6 •—■ fpelonk der Portugeczen daar op 1. f8. b van daar word een ftuk gefchut geloft , als een (chip aankomt I-47-^ — en een Vlag opgedoken 1.84.^ Roch, word van de Hottentotten liftig gevan- gen 1. 246. b z. 117. h — — word befchreven 1. 246. b - zynceyerenkan men in 't »yf zien leggen 1. 247. a — — zyn vlccfch is hard, en zwaar te vertee- ren %itd. ibid. , worden in menigte — de Hottentotten zyn heel vaardig om ze te vangen 2. 11 y. b Roejen byde Klip omtrent St. Jago is vergeefs i- 14. i Rogge word tyd ig, wanneer? 1. i$f. h Rommelpot , hoe gemaakt is z.iod.b ■ daar op fpeelen de Hottentotten ibid. Rond-Bofchje, een Luftplaats t. jf» a i——» waarom ajzo genaamt is 2. 240. b — • heeft een zeer groote tuin ibid. ~—~ midden door is een ftraat ibid. — — is rondom met boomen bezet ibid. .— — heeft aan beide zyden een groote poort ibid. — — ^— een wachthuis ibid. — — .— een treffelyk Lufthuis ibid. — — ■ is voor dieven wel bewaart z.zqi.a — beftaat in twee deelen ibid. — — 't gedeelte ter linker zyde ftoot aan'tEi- ke-bofchje ibid. — daar in ftaan veel in en uitheemfche ge- waden ibid. b ■— — 't gedeelte ter rechter zyde is met uit- gelezene wynftokken euz. bezet ibid. — is zeer vruchtbaar en vermakelyk ibid. -—• heeft altyd een zeer gezonde lucht 2. 242. b — — heeft zuiver en gezond water ib:d. Rood-aarde is aan de Kaap 1 . 272. a — daar mede befchilderen de Hottentotten hunne tronien ibid. Rood kryt aan de Kaap ibid. 5 Roodhalzen , Roodborsjes , Roodbaartjes , Roodftaartjcs, zyn alle kleine vogeltjes , en o- vervloedig aan de Kaap 1. 21p. a — hebben delicaat vleefch ibid. Roode Zand-berg is tamelyk hoog 1. 126. b ■ is moejelyk over te koomen ibid. ■ ■ ■ van wegens het hout en de klippen ibid. Roodbond, een zec-krankheid 1. 2p. a Roode loop, daar tegen is een remedie in Ooft- indien I. 157. b 1. 308. a — — overvalt de Caapfche inwoonders zelden 1. 198. a tmmm plaagt de gene die 'er eerft met fchepen aankomen ibid. — waar uit ontiïaat ibid. — duurt dikwils lang met groote pyn ibid.b — word gecureerc door gei te melk met Thee warm gedronken \. 19p. a _— als ook door rype rode druiven ibid. — *- door deze twee middelen zyn 'er veclc geholpen ibid.b. — — word door een klifteer van Opium crudum gecureert 1. 400. a — — als mede door de fchors van kreupelhout ibid. b Roode en witte Biete 1. ji 5. ./ — hier mede worden de fchepen voorzien ibid. Roode Katten , welker vellen zeer goed voor d« REGISTER. de Jicht zyn i. i8z.£ Roofdieren , worden dikwfls van gmlche dor- , pen gejaagt en vervolge 1.41.0 Ronken van Dacba gefchiedt in de rondte 2. tl. h -. 1 daar by dokken de Hottentotten de rook in ibid. Ho/a Sinenfis , Sinccfche Roozcn 1 . 3 1 1 . I> _— 1 cenlifolia, dubbelde Roozcn 1. 323. b Rofachtige Regen of onder de Linie valt 1. i 32. b m — Wateren ontfpringen niet bovenop de ki uincn der bei gen i.jjo. b. vlieten niet zo fncl als andere ibid. , ■ looien niet over UecnencnKezcl ibid. \ ■ neeincn roodcaard dcelcn aan zich ibid • zyn gezond om te drinken 1.331.0 mariiuu bortenfis, tamme Rofmaryn i.jij^ i ■ word in 't Ziekenhuis tot baden v.c- '01 dikt 1. 324 a Rotten , zyn aan de Kaap gcbr.igt geworden 1. 1 94 i Rot t triam (Jan) moet naar Batavia vertrekken ■ waarom zulks gefchiedt ibid. » had reeds tevoren om even zulken ge- ringen ooi zaak een pafpoort gekregen z. $44.0 ■ ■ - vak op nieuw by den Gou\ erneur in on- genade ibid. •— — de Fiskaal dringt hem aan om te vertrek- ken ibid. b ■1 - komt 't volgende jaar weder, en moet hem de Gouverneur zyn jaarlykfche renten betaalen ibid. 1 komt met de Retour Vloot van Batavia gtz~>nd wcJeraan de Kaap z. 38f. b Rouw , hoe du aan de Kaap volbragt word z. Rouw klederen zyn 'er zeer koftbaar ibid. - ?vn in den diepen rouw geheel zwart tbid, m worden na een half jaar verlicht z 316.* Ruilen of trosqueiren , wat het zy 2. 14- <* Ryp , wylt Erts in de Bergen aan i . 277. b S. Sabiita , Zcvcnboom z. 324.0 Stcbfenburg, een fchoon Landgoed 1 y.« —— zulks heeft deSchryvermeermaalen gezien ibid. Saldanha Bnay , waarom zo genaamt ? 1 . 1 14.Ä Sake, Afrikaanfche , z zoorten 1. 301. a Salix jlfricana^ Afrikaanfche Weede Salpeter heeft het zout veel by zich Salvia Africanai Salie, 1 zoorten 1.301 l.ffl. 1. 301. 1.524. 324. geplaatü, hoc: »•37.' Satnbucus vulgaris , gemcene Vlier Samfatn maaken, wat het zy 1.464.^ Sandborßy een Ooftindifch fchip , komt weder by de Unie 1. iy.b — ~ geeft des Schryvers Schip een teken i . 40. b — — fchiet een kanon af, en ziet land ibid. —— dat word voor Trinitat en Ajcenfion ge- houden 1.41.0 hier over word getwift als men eenigc nieuwe Ipitzeii zag ibid. - de Schryver houd het voor de Eilanden van Maria jlgofla en Martin Vaz ibid. — — de Kapitein van dit Schip komt by ons aan boord 1.42. b Sargaffo , een riet 1 . 3 j- 6. a Savoye (Jacobus de) word in 't donkere gat ge- zet 2. 3^7. — — komt 'er niet weer uit eer hy dood- krank was ibid. b Sidbioja Africana^ 2 zoorten 1.301.«? Schaapen, hebben de Inwoonders aan de Kaap overvloedig 1. '43 b worden van de Hottentotten goedkoop ingebandelt ib.d. Cccc z — fchurfde REGISTER. — fchurfde, worden ten ecrften van kant gemaakt I. '44$ ■ zkke cn geftorvene, worden aan de'fla- vcn om te ecten gegeven ibid ~— van den Heer Oorttnans worden in deftal door Luipaarden gedoodt i. 186. b — — - hoe veel ieder ichip aan de Kaap leven- dig op reis krygt 2. 2f»j\ b — — vleefch , verfch , hoe veel de Compagnie jaarlyks aan de Kaap kolt ibid. -— is 't gliche jaar goed , en beter als in Luropa I. \\\.b kiygcn geen zout te likken aan de Kaap i.tft.6 Scfmren , llich:cn de Hottentotten }by deuit- (nyding van een Teßicul I. f 08 a — — hoc zy dezelve liaan x Kf.6 — — dolle, voor de zulke offeren de Hotten- totten, waarom? i.fi8.5 deze offcihnnde duurt drie dagen ibid. ■ hoe de Hottentotten zich daar by aan- llellen ibid. . wat oorzaak zy voorwenden als de Scha- pen niet gencezen worden 1. f ip. a — jaagen zy d ,or 't vuur ibid b — des Sehy cis gedachten daaf van ibid. — wat voor ceremoniën zy daar by he ben tbid. feq. — 't welk als 't gelukkig uitvalt , zyn zy vrolyk i.fio.« ~— krygen jaarlyks tweemaal lammeren 1 . 14$. a Z.Jf.fl — — worden in de binneplaats der Krall 's nachts bewaart 2. 37.^ — worden in Afïica zelden ziek 2. 40. Schaape darmen, drängende Hottentotten niet om den hals 2. 20. a Schaape melk drinken alleen de Wyven 2. 37. a — de 001 zaak hier van word vergeefs gezocht ibid. —— moogen de mannen niet eeten z.fii.a Schaape vet , wa'.rom de Hottentotten tot fmee- V uiken 2.49. a • gebruiken de flaavcn in plaats van boter 1.143.$ — is niet frr.eeracrnig gelyk in Europa ibid. Schaape Haarten zyn heel dik en zwaar 1. 143.^ z.^.b ren ïvorden orcr Zee gejaagt 1 een fprcckwy- ze van 1 fchcepsvolk 1. 378. ^ Scbaapenbcrg in Hottcntotfch Holland l.S>8.b ■ \ ...ir-im zn genaamt word ibid. — — heeft een fchoon Profpecl tbid. 't er Winden a in 't Voorgebergte 1. 63. b gel hied niet aan het zaad door het weer 1.157.* — — ondci t \ cc door Seh fier. > il op 'tl' wilde dieren word 1. 144- j\ a Schildpadden zyn driederley ibid. ■ ■ hebben groote fchilden die cierlyk en fraai zyn ibid ». ■ de fchilden zyn zo hard dat een ge- lade vrachtwagen dezelve geen fchade kan doen ibid. n- r - t ( Land- ) worden befebreren ibid.b IL Deel. — — de huisjes of fchilden gebruiken d» Hottentotten ibid. ■ hebben de Gieren tot vyanden ibid. • de /.e neemen ze op en laaten ze van een hoogte vallen ibid. Schildwacht boven in de mail, wat zyn werk is (■ 24. b word dooreen Leeuw omgebragt 1. $6f.a Ired. Feldbafs bericht daar van aan den Schryver i^td. b Schildwachten ftcllcn de Baviaancn alszy P.cclcn willen 1. 167. b Schimpen laat zich een Hottcntot niet vaneen ander 1. 47 a Scbjou word dc;ftok genaamt , daar de Hot- tentotten hun ncusdoek aan vaft hebben z. 47 * Schlobbcn, een zoort van wilde Eendvogels 1. 110 b Schoengespen, een paar,koft vcelPortugccztn 't leeven ifi> « Schoenen , draagen eenige Hottentotten z. ^,8 a — — hoc en waar van ze gemaakt zyn ibid. •— iworden niet twee nemen valtgebonden ib.d. •*— zyn omtrent gelyk de oude Romeiniche tbtd, — — zyn die der Capucynen en Franciskaa- nen niet ongelyk ibid. SchontrloO) een Ooftindifch Schip, loopt uit de haven du Braya^ daar de Unie inloopt 1. "f-* Scholieren gaan niet voor de lyken ter bcgra- venis 2.314.« Schooien > algemene ,zyn aan de Kaap flechc geftelt 2. $18.4 — zouden de Zieke troofters waarneemen ibid. Schoolmceftcrs können aan de Kaap veel geld verdienen ibid. — — brengen 't 'smaands vry hoog ibid.b — — onderwyzen op'thoogft niet als leezen, ichryven en rekenen ibid. Schorpioenen^ zyn 'er zeer veel aan de Kaap 1.1(56. i —— leggen onder fteenen ibid. — worden befchrevcn ibid. — — worden ook in fchepen gevonden ibid. —— zyn een goed tegengift ibid. Schout by Nacht en de "Fiskaal der Retour- vloot koomen in de haven 1.411 • b Schreiber (Ifaac) Garnizoens Vaandrig, tracht den Vee-handel aan zich te trekken i.4f8.<* — — . verkrygt eindelyk dien handel 1.4^0.0 Schriftelyke Proceffen , brengen de Raadka- mer en den Secretaris veel op 2. Z9i* Schroefllakkcn , zyn twederley 1.2.0 « \ haare hoorntjes zyn ongemeen fr.ai ibid. Schuld-eiflchers plaagen van der Stel om geid en Cautie *-4*4 ' Dddd Schuld- REGISTER. Schuld-vordering heeft de Compagnie noch aan de Inwoonders van de Kaap wegens t •hotene z.to6. Schuur van de Compagnie voor wagens en Vee i.7f.a , - is een tlccht gebouw 2.24o.£ Schuren zyn aan de Kaap nier. te vinden, zyn ook niet nodig i.i}P:* Schwaben of kakkerlakken zyn overvloedig in Indien l.Z67>f , „ worden by dag niet gezien tbid. , zvn ook veel inde Ichepen ibid. — _— zyn zeer fchadelyk voor 't Linnen ibid. Sulla Jfricana , Zee Ajuin i . 30 1 . £ Sclarei Jfricana, Schai laken- kruid, z zoor- ten 1.501.* Secak bybernum ßve majus , groote Rogge of Wi.'.tcr-korcn 1.3x4.« Secretaris word deSchryver by den Baron van Kroßck l. 1. B . word de Schryver van Stellenbofch 'en Drakcnitein 1.92.« Secretaris van de Raad van Juftitie , heeft van goederen by executie verkocht zyn voordeelt. iqj. a . van Kleine Zaaken, is een Bediende vin de Compagnie x. ïpf.3 — — deze mag geen Notariale Adens maa- ken 'Bid. ., van de Weeskamer, word van de Compagnie en van die Kamer betaalt 2. 199.B ■ heeft fchooncvoordeelen ibid. — — — heeft jaarlyks veele Verkoopingen iBid. . trekt alle onkoften af z. I9f • B 1 word by zyne bediening in korte jaa- ren ryk iBid. feq. Secretaris van de Burger - Raad , word uit de Burger- kas betaalt z.2op.« Secrcuris van de Heemraaden, is een Bediende der Compagnie Z zio.B Secretaris heeft van Notariale en andere Schrif- ten groot voordeel 2. 288.^ ■ gclyk ook van ProcefTen 2.200.« Sccrctans, geen, durft iets vooreen Borger, maar wel voor den Gouverneur Van der Stel vervaardigen 2. 349.^ Seelen der Hottentotten fielt de Schryver te vergeefs 1.401.0 Sedum Africanum, Huislook , f. zoorten 1. 301. b Sek-fmaak, krygt de Kaapfche Wyn i.ijz.a :a zyn Protlcy word vervult 2.174.0 au s/fricanus , Boom-kruiswortel 1.3 \.b ■ HoxiLirm jljricanupi) Afrikaanfch Yzeihout I.IOI.J Simons (Com' lis Jan) A imiraal en Commilïa- 1 is l.nnmt binnen 2.413.« Valley, waarom alzo genaamt i.ii8.£ Sin len, waar de befte zyn aan de Kaap i.ij7.£ — (arden /ccr wel aan de Kaap 1.320.^ Siwzen, hoe zy met hunne kinderen letven 2, 7.« — — verkoopen dezelve — werpen dezelve in 't water — oorzaak daar van Sineefche Roozen , worden befchreven gen ibid. b ibid. ibtd. I.311. B.feq. Sifynricbium , 8 zoorten 1.302.« Slaaven, hun levens-manier word befchreven »• W-feq. hun wooning ibid.a — — hebben fchoolen voor hunne kinderen ibid. T" woonen alle by malkander in een ver- trek ibid. B — — hebben aardige bed (leden ibid. — — draagen 't gantfche jaar cencrley kleding ibid. verzuipen en verquanfelen dezelve 1 . 396.0 T gebruiken ze tot bedden ibid. — flaapen des zomers op de aarde ibid. — — eeten meeft: raauwe fpys ibid. B — — drinken meeft koud water ibid. — — ook wyn , als zy die können kry- ibid. zich dol en vol daar aan iBid. — — zyn heel zorgeloos ibid. — — verderven zich met 's morgens nüchteren zeer veel koud water te drinken ibid. —— meften veel verkens 1.397.0 — — veroorzaaken daar door een ongezonde lucht ibid. — — haaien zich een aanftekende ziekte op. den hals ibid. Slaaven, koften de Compagnie zeer veel 2. 267.0 -— moet de Compagnie van alle nooddruft bezorgen ibid. — — • hoe veel zy de Compagnie jaarlyks kos- ten * ibid. B — — zyn veele ziektens onderworpen ibid. — — — aan een aanftekende ziekte geftor- ven ibid. —— moeten andere in plaats van de geftorvc- ne gehandelt worden 2. 268, o — zoude veele veralieneert zyn geworden ibtd. Slaaven , loopen veele weg , en begaan groote moorddadigheden z.z^i./eq. 2434. o — deze worden zwaar gellraft en geexecu- teert z.tyi.B. z.föf.a Slaaven der vrye Inwoonders, hoe zy zich ge- draagen z.^n.B — kinderen vandeze, welke den H.üoop ontvangen ibid. •— — waarom niet alle gedoopt worden iBid. Slaaven kinderen der Compagnie, worden alle gedoopt ibid. —— — de Moeders worden gevraagt wie de Vader is 2. 312.J mm mt heb- REGISTER. •— — — hebben altyd cen gcqualificccrt l'crzosn uit den Raad tot gevader z. 323 << •— - — — worden fehler alle Zondagen ge- doopt ibid. Slaavcn der Borgers, als zc \lytig zyn, word veel voordeel ge-gunt ibid. m verquillcn hun geid tot hovaardy ibid. b ■ jaagen hun geld door de I;eel ibid. ■ ■ 1 . hardnekkigheid van een flaaf word gc- ftraft ... waarom zy zo hard moeten gehandelt worden 2. 324. « Slaavcn > genieten by de boeren ook cenig voor- deel z. 114, •— krygen een fluk geld als zy wilde dieren vangen ibid. b — — moeten in cen gedurige toom gehouden worden ibid. — — de zulke word een gewillige ilavin toe- gevoegt tos een wyf ibid. ^— lee.cn alzo iu cen ongehuwde Haat ibid. — zulks word door ganfeh Ooflindiendoor de vingers gezien 2.327- a mmmm dc kinderen, zyn weder ilaaven ibid. — — hun Naturel moet men na..uw ondeiz -te- ken ibid. ^— moet men goed houden als ze goed zyn ibid. b •— moeten met genoeg ceten en drinken ge- houden worden ibid. — • loopen weg als ze dat niet krygen ibid. .— hun wcgloopcn veroorzaakt kollen 2. 32.Ó. a •m moet men niet dwingen ter Kerke te gaan ibid. m— cetcn liever vifch en ryft,als brood en vlecfch 1. 06. a Slaavcn, twee, flaan hun Mecfler moedwillig dood 2. 431. a — • ■ deze worden gerabraakt ibid. Slaaf fnydt cene flaavin in den tuin den hals af 2. 439. b *— fnyd zieh zelven in de gevangenis den hals af 2. 440. a —- — cen ander wil brand fliehten > dog word zelf levend verbrand ibid. Slaavcn, vluchtige, worden van de Hotten- totten opgevangen en weerom gebrage 2. 124. b Slaavcn, zyn meelt uit Africa 2. iro. a 2.167. a ■ worden van de Hottentotten eeuwig gehaat z. ifo. a — — uic Jfia zyn niet veel aan de Kaap ibid. » zyn different van humci r ibtd. ■ hunne kinderen worden van de Com- pagnie op School bellek ibid. b laat de Compagnie doopen z. tfl. a zynzinnelykcrals dcHottcucottcn ibid. «— daar uit ortllaat hun eeuwige haat ibii. — — ontlopeoe, £aan met cen gcltolcn Schaap voort ibid. b — — li' Ipen de vluchtige Hottentotten vangen ibid. — — worden van de Hottentotten wegens hun- ne dienftbaarheid gehaat tbid. Slaavcn in 't 'Ziekenhuis hebben veel te doen 2. 116*. b — moeten dc Zieken nppaflcn, en 's nachts waaken ibid. — — hun I.oots is een flccht Gebouw z. 247. a — — daar in wooncn ook 3 Tuiniersend- O^- ziender der Slaavcn ibid. b ~— ■ is een fchool voor flaaven jon- gens en meisjes :. fij. — — daar by is cen gevangenis en gccüel-paal z. 248. a Slavinnen zyn zeer geil aan dc Kaap 1 . 389. b ■ vervaardigen zich cen Minncdrank 1. 300. a Slachten, moeten de Oppcrhecrcn en Kapi- teins der Hottentotten by hunne aanflcllmg 1 . 48 3 . b (eq. " gefchiedt op zekere tyden by de Hot- tencotten 1.403. £/^. ■ doen de Hottentotten den kleinen Ka- pitein ter cere |. 49p. b/eq. — — doen de wyven by 't opbreeken en ne- dei flaan van haar wooning i.fiS.a • ■ doen de Hottentotten niet als in nood 2.41.5 ■ daar toe gebruiken zy al hun jaarlyks aangewonnen Vee niec ibid. — — Meißers valfch bericht hier van z.Sf.a Slagers , welke gepriviligeerde genaamt wor- den z.zóf.b — by hen word alle dagen 'c vleefch ge- fchouwt z, z66.it Slagers ambacht verflaan de Hottentotten 2. 84. b — Meifiers valfch bericht hier van 1. Sf.a — des Schryvers aanmerkingen hier over ibid. feq. Slakken, kleine, groejen in kool enz. i.zóó.a Slangen, zyn in grooce menigte aan de Kaap 1. ZfO.feq. — zyn twederley, Land-en Water- Slangen tbtd. — Aspis , Oog -of Schiet- Slangen. Zie Schiet- Slangen — . Boonv Hangen. Zie Boom- flangen. blinde. Zie Blinde Slang. Preßer of vuurigc Slang. Zie Dorft- vcrwekkende Slang. Hair- Hangen. Zie Cobra de Cape Ho. • naamlooze, worden befchrevcn I.ifö. — — ■ derzelver eigenfehappen zyn onbekene ibid.b Zie Huis- flangen. Zie Gehoornde slangen. Slangen, een kleine zoorc l.zfj.i Dddd 2 — 'der Huis- flangen. gehoornde. REGISTER. Slangenhoord. — dcrzclver cyercn zyn qualyk 20 groot | als een erwt ibid- ! Afrikaanfch , z zoorten 1. Slang-fteencn der Tlräfnimn l.ifó.a zyn probaat tegen gift ibid. een Exfrr-.mcnt daar tegen ibid. Sleepen der Schepen op de reede, hoe ge- fchiedt z.iói.b SIcmpeiy en Dronkenfcrnp beminnen de Hot- tencoiten in de hoogftc graad 2. 12.1 a - een exempel daar van aan een Hotten- tottin . ** Slym in 'c warme badt gebruiken de Schdders tot verf 1-3*7^ Slypfteenen, worden aan den oever der Zee gevonden ï- i7f " _ zyn donker-bruin of blaauw zwart ibid. m— zyn zeer goed tot het ilypen van meiren enz. ' * *7Ö-* Smaak van 't Caapfche Water , het eene is zoet en blyft alzo 1.87.^ —— 't andere word zoutachtig ibid. — - andere zyn uit de natuur zoutachtig ibid. van 't reeen- water verandert, wanneer? 1.348.* Smeeren, doen zich de Hottentotten met vet 1.44I.J ., daar van zyn verfcheide meeningen 1.44:. . dit veroorzaakt een afkerige {tank 1. 44 ya m is een algemeen middel by de Hot- tentotten z.if^.b .,, is by de Hottentotten ook een ftuk van fchoonheid 1-f3'^ Smeekfchrift des Schryvers aan de Bewind- hebbers der Compagnie i.G.a i. ■ door de gedaagden ondertekent, en in de rechte handen geleveit z. i6^.a ■ 't zelve word den Landdroft overge- geven 2.368,5 mm word van de p vluchtige na hunne Sententie den Fiskaal overgegeven z. 380.0 Smids zyn de Hottentotten z.pi.a — — - hoe zy hun geweer maaken zonder no- dig gereedfehap ibid.a zy verdaan het yzer te fmeltcn ibid. b zy fmeken niet meer als zy tot hun ge- bruik nondig hebben ibii. b jeq. ' op wat wyzc zy 't Yzer fmeken z. pz.« Smienten > een zoort van wilde eenden 1. zio. h Smokkelen gefchiedt hcimclyk zeer kerk z. z78. . daar van is de Fiskaal menigmaal onder- richt • ibid b l'.xcmpcl door Jakob Vogel beweezen ibid. _ hoc door den Heer Heinfius ontdekt i9 ibid. — die zelve verhindert heeft door verande- ring van de Pacht Conditien 2. 27p. Snaaren können de Hottentotten maaken 1. 8p. b manken zy van zenuwen en darmen ibid. daar toe helpen twee elkander ihd. - laaten zy in de zon beandroog worden ibid. __ droog zynde beftryken zy ze met vet, en maaken ze Imedig ibid. ____ gebruiken zy tot hunne Muzyk-Inftru- menten, en tot het fpannen der boogen z. 50. a Sneden in de huidt , waarom die gemaakt wor- den z. iy6. a Sneeuw op de toppen der Bergen 1. 1 17.« Snippen, verfcheide zoorten I.np « Snoeken worden, in zoete wateren niet gevon- 1. Z38. a Zie verder op Zee-fnoeken Solinum Alricamint , Afnkaanlche Nafchaje, 2 — zoorten t. 30z. b Soldaat, Heinrich JVeisman> kerft en Word 0- ver boord gezet 1. zi. h Soldaatcn worden dikwils verv/iflek, of weg- gezonden z.3f8.£ Sollier ( Gillis ) bejegent een zeldzaam geval met den Heer van der Stel z. 338. d ■ aan hem word een brief bellek, be« grypende een vry geleide z. 37fr. d . fchi y ft zelf aan du Toit ibid. m liftige aanfiag met deze brief te be- ftellen z. 377. a Sonquas- Natie, geneert zich met den kryg t. 474. a — —- doen zulks uit nood ibid. — — hebben een flecht land ibid. h — haaien honing uit de bergen ibid. Sonjas -Trifft , is ecu paffhge uit hun gebied In een ander 1. 47 f. a Spaanfche Meloenen worden Spaanfch Spek ge- naamt 1. 310. 5 Spanfche pokken, worden door 't warme badt gecureert 1. 341- h ___ worden door quik geneezen i.jf>6.a Speelnooten wat by een Bruiloft zyn aan de Kaap z. 3 of», a Speuke-boom, Afrikaanfche I. zp8. b Spieringen, worden befchreven 1.2.48. £ .. zyn goed om te eeten 1 . 249. * Spinacbiafe nijfe non fpinofo & fpinofo, Spinagie 1.314a Spinnekoppen, zyn van verfcheide zoorten ï. 166. h ■ ■ zyn niet alle vergiftig ibid. • de kleinlte zyn zeer gevaarlyk 1 . Z67.« .. voorbeeld van een zwarte Slaaf die van de keek kerft ibid. 1 ■ • van een jongeling die naaulyks gered twierd ibid. " — dooden ook veel Vee ibid. jeq. Spions worden van de Hottentotten gedoodt 2. 147. 1 Spira a dfricana , 3 zoorten 1.303.4 Splee- REGISTER. Splcetcn in de bergen wyzen Erts aan i. 277. £ Spook , devreeze daar voor iscen bewys dat de Hottentotten cen opftanding der dooden gc- loovcn «•fi4- <* Spranken. Zie Taaien. Spraak der Hottentotten, driederley Schryvers hunne meeningen daar van 1.413. /r^ . 1 is zwaar te leeren '-4£f — — de Schryver wil ze leeren ibid. a ~— door wat middel zy zoude kennen geleert worden 1.418. b Spieeuwen, doen veel fchadc aaudcWyndrui- ven 1. ito. b Springbronnen en Fonteinen waren aan de Kaap licht ie maaken 1. joy. b Sprinkhaancn zyn verderffclyk voor den Wyn- itck 1. 148. b. I.ltfj. b ' ■ ■ zyn van verfcheide zoortcn — w-r 'en befchreven 2.203.(1 ibid. a b I. 13Ó b ibid. ibid. 1.137.« Spurrie, cen fchadclyk onkruidt - word befchreven -■■ ■ is niet uit te rocjen - ziet 'er uit als Kandelgras Sj \ zen der Hottentotten zyn van andere niet al te duidelyk befchreven geworden 2. fj. b " zommige moogen de Mannen > zommi- ge de Wyven, andere wederom zy alle niet eeten 2. f8. a — — is ook ziek en geftorven Vee 2. 60. b - kooken de Hottentotten zonder zout , kruid en vet z.61. a Staal- imaak heeft het Water aaa't warme Badt 1. 337.* Staarten van Schaapen zyn groot en zwaar 1 . 143. b ., , . van wildedieren gebruiken de Hotten- totten voor neusdocken 2. 47. b Stadt van de Kaap de Goede Hoop is tamelyk wel aangelegt 2. 220. b (eq, ^— hoert fchoone brrede flraaten 2.221.0 haare huizen zyn wel g'.bouwt ibid. Standbe» id,.£>rtjMMjgenaamt, van (teen 1. 16 1.4 Standsperzoonen bcgrav eniflen kollen veel geld aan de Kaap 2. 313. b Stank, gjuvvzame, ontltaat van't Zee-gras,als de Zuid-ooile wind niet waaic r. 371.$ Stapbikdendron slfucanum, Afrikaanfche Pim- pernoot 1.303.« Starrenberg (Johannes) laftert den Schryver by Van der Stel 1. f4. a - ' " word Landdroft ibid. ■ word van deBorgers geluk gewenfcht ib. - ' ■■ zyne loffelyke Quaïiteiten ibid. a b ■ j verandert uit hovaardy ibid. b ■ zyne flechte hoedanigheden 2. 330.0 ■ wil de menfehen dwingen om een ge- tuigenis te tekenen ibid. —• moet met de Vloot naar Holland ver- trekken 2. 302. a " ■ ■ is verfchrikt over de komft van Tas en Fan der Heide, doe zy hem den leflenaar we- der afeifchten ibid. b II. Detl. • gaat onder zeil naar Holland Wik, Steen, ren uitgehouwe vierkante, had yder fchip by zich, tot wit einde ? 1. rp b Stecncn, zyn verfcheide zooi ten aan de Kaap 1.174.* gcmccnc, zyn van eengroot ondeilcheid ilid. — van de Tafelen andere bergen zyn zeer hard Mi. — leggen by ryen als een muur op malkan- der gettapelt ibid. — van zulke is de ganfche Veiling gebouwt ibid. b — — gebrokene dienen tot fondamenten der huizen 1. 17 y. a — dienen ook tot Kalkflccncn ibid. Stecncn van ongeraeene zwaarte, zyn cen ken- teken van Eres ( . 177. a — — blinkende naby 't warme Badt , een teken van Erts i. 338. £ Steenkoolen zyn aan de Kaap 1. 272. b — — zyn zo goed als de fcngelfche of Duitfchc ibid. Steen bergen i, 76 a — achter dezelve is veeel warer 1 . po. a — • daar is een fchoone Steengroef i.pt.a , — houden Vermillioen en Goud- erts in zich 1. 27p b Steen-groef aan de Steenbergen ontdekt 1.91.B — — is naby Conßantia 1 . 161. a — — de verlieft door gierigheid al zyn achting '2. I84. .< ■— — « word naar Holland ontboden ibid. — — voert een aardige manier in omtrent 'de verloofden 2. 196. £ fcq. — — heeft deRegeerings-mifftagen nitrt wil- len verbeteren z.zoó.a - bezoekt de kranke dikwiis in 't Zi ken- huis z.zzó.a — — proeft daar de Ipys of ze wel geprepa- reert word ibid. — — heeft de Kerk aan de Kaap van armen- geld laatcn bouwen *>*?f b — — word dieswegen van de borgers gel. akt 2. Z36.« - vindt zyn rekening daar wel by ibd. dit blykt cerft na zyn vertrek ild.ab ——• g?eft de Borgers een hard antwoord 2. 328 « doet dezelve in hechtenis zetten ibid.B bidt alle burgers om een getuigenis te tekenen 2-337» zulks wil Gillis Sollier niet onderichry- ven, waarom? i-?^. "— insgelyks Jan Hendr. Voogt , zo hem geen bier geichonken wierd ibid. b —— vorfcht na den Opfteller en onderteke- naars \\\\ 't Klaaeichrift 2.341.« — — zeilt de Vloot na, maar kan ze niet in- naaien z 3j3 B — — handelt na 't vertrek van de Vloot noch flimmer 2 3f4« moet naar Holland vertrekken 2.417.« — — heeft den Schryver bezocht 1.410- b heeft den ouden Rotterdam moeten be- taalcn 2.420 B — — tot hem en zynen Broeder word de Schryver uit naam van andere afgevaardigt ibid.B ' neemt hem zulks qualyk tot dat de Schryver zich verdedigt 2.411 ,<* - ontvangt andermaal bevel om te ver- trekken z..^z+.b — — word van zyne fehuldeiflchers om geld en borg geplaagt Ai l. — — laat na zyn vertrek zyn goederen vekoo- pen 2.419 & Stcllcnboflchc Colonie , word bcfchrcvcn 1. O', a • haar bcnaaming tbid. — — oor- REGISTER. ■ oorfprong ia welk Land zy is geflieht haare Grenzen verdeeling ibid. ibid. I.PJ l i.pz.i 2.457.^ ibid. Sccllcnbofch, een dorp ■ brandt geheel af . word weder opgebouwt iHcllcnboiTLhc Hoofd , daar op is een Veldltuk- je, en een Vlaggcitok geplant geweclt i. 9$ b - zulks is 'er nu geen van beiden meer i . 94. s Stcllenboflchc Dillrict 1. 104 b •— — deszelfs grootte ibid. ' •—~~ grenzen ibid. -^ — ■ heeft vcrmakelyke Landsdouwen 1. iof.a Land- ibid. ibid.b ' — ~" fchoonc en vruchtbaarc goederen — trcffelykc Hofllcden Stellenboflehe Bergen, waarom zo genaanu worden 1. 104 b • zvn hoog, wild en dor ibid. neei worden met een wolk bedekt. wan- ibid. loj.a ibid. ibid. ibid. ibid.b — -— zyn vruchtbaar van hout , kruiden en bloemen i.ioy.d StellenbolTche Rivier, hoe genaamt word 1. \06.b — neemt andere beeken met zich — ■ - zyn oorfprong ! ' VifTchen _ heeft een ilechte Brug w—m die van Adam las i« beter — — noch een tuflehen Welmoed en Mecrluß ibid. Stellcnbofch en Drakenftein maaken een Col- legie uit 2.209.0 — hebben ook eene kas z.iu.è Steng van 's Schryvers fchip door den donder aan (lukken gellagen 1. 3 1. a — word afgenomen en gerepareert ibid. Sterrekonfr, verftaan de Hottentotten als de boeren in Europa z.iff.a m— il rekt zich niet wydt uit by hen ibid. Sterre-kruid, -Afrikaanlch» 10 zoortea 1.289 b Stieren, jonge, hoe die gemeden worden 2. Stilte by de Linie vcdubbelt de hitte i.zy.b — by een extraordinaire Ebbe en Vloedt 1 . 360.* •— eene ganfeh ongemecne , ontmoet de Schryver, waar? 2.447.4 Stinken! word hec water onder de Linie, en teelt wormen 1. $z.3 ■— word 't Kaapfche Water niet in de va- ten t . 328. ^ Stinkbinkfcm of Bunzum., een dier, word bc- fchrevcn 1. 1 yb' a —— is zo groot als een miJdelmatigc hond mi. ■~— verdryft zyne vervolgers met zyn ilank ibidb Slink-hout, deszelfs bcnaaming \,\ geeft cierlyk Huisraad ■ word ook tot geneesmiddelen ge- blinkt ibid. Stoetery in 't Land vin Waveren beeft flechte huisjes voor de Paarde- hoeden 2. ipa Stok- 1007.cn , Afrikaaniche i.iyp.b Stok- violieren, Afrikaanfche, * .• >rtcn 1. *t>9 a •• witte, purpcre en gcclc, grocjen in de Compagnies tuin x.^xya Stompneuzen, een zoort van Stccnbrnzems 1. 2fc. a hoc zy 'er uit zien ibid. zyn zeer 1 ibid. hebben aangenaam vleefch ibid. Storm, zwaaje, in Texel i.ü.a verftrooit de Oftindifche fchepen 1 . y. b word dooi Zee zwaluwen ie kennen ge- geven 1 30. £ van drie dagen is zwaar en gcvaarlyk gewceft i..ii .b de aldeizwuarfle tot noch toe, waarom I-44-« 1 deze veroorzaakt groote fehadc en onge- mak op 't fchip ibid ab werpt den Schryver uit het bedt ibid. b '- — — ' had byna den Commandeur der foldaaten doen verdrinken i.qf.a 1 een zwaai e, aan de Kaap 2.408. b Straffe der gener die zich niet op hunne Sche- pen laaten vinden 2 264- b ' der Bloedfchandc by de Hottentotten is de dood 2. 22. b van Echtbreuk is by hen ook de dood 2. 18.« Straf- gelden of boetens, koomen by de Raad van Juflitie deszelfs leden niet toe 2.290.^ Stramonia feu Datura lndica 1 . 3 1 6 a deze boomen zyn om reden uiigcroeic ibid. Strandloper, een Vogel, word zelden gedoodt l.tio.b feq. Streep, witte, achter den Tafel -berg 1.381.Ä 1 in' 1 deze verzamelt zich tot wolken ibid. . de achteiiïe wolken ilooten de voor- He voort 1« 382. a 1 de voortgedrevene veroorzaaken een gruwzaamc wind ibid. — — deze worden in hunne bewceging te- gengehouden ibid. ■ oefïenen groot geweld als zy hunne vryheid weder bekoomen ibid. ■ de dubbelde bewecging houd ze tuf- fchen de bergen gevangen ibid — — in de Iiany Falze krygen zy vryheid met hun geweld uit te rauzen ibid. Srikken maaken de Hottentotten zelve 2. 8e-. <* . maaken zy telden lang ibid. Strontvogels of Suontjagers, cen zoort vanA- renden l. 207. b Ecec 2 Struis- REGISTER Struisvogels, zvn genoeg aan de Kaap !•*";ƒ ,-— hebben zwarte en witte veeren tbtd. komncn licht tam gemaakt worden ibid. hoc zv brood bedelen *M« i Qaan met de voeten lterk achter uit ibid. . heb' n kleine koppen ibid. a b h te eyeren zyn goed om teee- • ibid. b broejen hunne eyeren zelfs uit ibid. laatcn hunne eyeren, als ze aangeroert leggen *bid. zwelgen fteen en yzer op i. ZZi.a können dat echter niet verteeren ibid. können nier vliegen ibid. ibid. ten zyn ■ , lüopcn zeer fnel zvn bwlchaamc als men ze achterhaalt ; ibid. b Strydt tuflehen eenige Hottentotfchc Natiën word door de Compagnie geflecht 1.^64. b tuiïchen Bruid en Bruidegom om 't ja- woord is kluchtig i- 16. « i tuflehen de Borgers en bedienden der Compagnie is onverzoenlyk z.zji.a Strykgeldword aan den mèeitbiedende gegeven Z. 176. b Stuipen krygen de Kinderen aan de Kaap 1. 301. a , wat hier van de oorzaak zy ibid. Stuk kanon word afgoitoken van 't Leeuwen- hoofd, en ook een van 't Robben-Eiland, als 'er een fchip aankomt 1. 47. b Sueeeße der Oppcrhceren en Kapiteins by de Hottentotten, hoe gelchikt is 1.483. <* Sujfaquas- Natie, waar dezelve woont 1. 464. rt - is niet al te volkryk ibid. — - heeft gebrek van Water , en weinig Vee ibid. - is zeer verftrooit ibid. ■ in haar Land is 't bezwaarlyk te reizen ibid. — hoc dit Land gefchapen is ibid. • heeft gebrek aan hout ibid. . heeft bcquaam Land tot Koren-vruch- ten ibid. b ., 01 k zouden daar goede Waterputten können gegravt n worden ibid. lingrebel (Jan) is door zyne groote eerlyk- 1 eid ongelukkig z. 300. a , wil zyn Item niet gecven zonder te wecten wat van de zaak zy z. 2,66. b — — vind by Elzevier tegenftand z. 370. £ ... ■■ word door fan Punt» ook ten toon ge- llelt 1.371.« ■■ en Heems hun ver.ltandig oordcel z. 37p. a Sytcopas, een Hottentot, ziet 'er erbarmelyk ui 1. 161. b jeq. • v rJ van ctn quaadc ziekte verdacht houden 1. i6j. a ■ — — door cen Vrouw genezen ibid. T. Taaien aan de Kaap, zyn onderfcheidentlyke 1.70.^ 1 welke de gemeende zyn ibid. .. . . welke de Vreemdelingen de nodigde zyn 1.7 t.« Tabak rooken de Hottentottinnen onder 't zui- gen der kinderen . Z.lp.tf "~~~ daar worden de kleine kinderen ook toe gewendt ibid. — beminnen de Hottentotten ongemeen z. 67/ a — — daar voor hebben zy hun landt verbocht ibid. ~""— ' weeten ze zeer wel te proeven of ze goed is ibid. — — « bedingen die van de Europeaanen toe ibid. b •— — is by de Hottentotten een gangbaare handelwaar z. $,ƒ. b — — mag over ftraat niet gerookt worde:., wegens de ltroo-dakea z zzi.b Tabak en*pypen is heerlyke knap voor de Hot- tentotten r 34.- a — daar voor kan men vleefch genoeg be- koomen ibid. Tabak word gebruikt om een Kraamvrouw in 't leeven te behouden 1. 387. a — — » daar van word een drank gemaakt ibid. Tabaks-drank , is een remedie voor de Hotten- tottinncn die in barens-nood zyn 1. 3. b — dient om de vrucht voort te zetten ibid. P.Tachart) zyn verkeert bericht onwetend be- gaan 1. 111« •— - zyn bericht van de Hottentotfche Natiën i.4f.|.5 — is qualyk onderricht geworden ibid. — — waar zyn dwaaling van daan komt 1. 4ff- » dwaalt in zyne Landkaart 1.4.69a zyn meening van der Hottentotten Gods- dienlt 1.48p. a * verkeert bericht van der Hottentot- ten Muliek 1. 107. a — — befchryft het danfTen der Ntmaquas uit- voeriglyk z. iop.0 — begaat cen dwaaling wegens de Smquas Z.147.J Tafelberg, word van des Schryvcrs fchip ge- zien i.tj.a — — daar van loopt een beekje in de zout-ri- vier x'7S-b — — waar dezelve legt 1 . 8 1 . £ — — gclykt boven wel een Tafel ibid. — zyne hoogte ibid. — heek boven op heerlyke Bronnen ibid. — fchynt ganfeh dor en onvruchtbaar van onderen REGISTER. onderen aan te zien ibid. — aan dezelve zoude iets glinfterend g< zyn Und, — — fchynt van boven tot ooderon in 't mid- den gclplctcn 1.81.« — — dit komt van 't afltromcndc water ibid. — — heeft veel boomen ibid. — — i een '/ilvcrmyn ibid. 6 . boven op wallen veel bloemen ibid. — — word van een witte wolk bedekt, wan- neer ? ibtd. — . deszelfs Wateren i.S'y.d Tafel by een Hottentotfchc Bruiloft hoc gc- llclt is z.n.a Tafelgocd der Hottentotten, welke? z.fii.a Talingen 1.210. b TaviariiCKS fruticofa , boomachtige Tamarinde i. 324. rz Tamboer op een fchip, wat zyn werk is i. iz. a Tamme Bokken zyn overvloedig aan de Kaap i. \6 en hem gewei- gert zyn zoon te helpen begraavcn 2. 38 1 . h —— en van dir ILyde bekoomen volmacht te- gen van der Stel 2.414.^ *— Effect daar van z.^ty.bfea. Tauchers. Zie Duikelaars. Tegelbakkery aan den Leeuwenberg 1.8c. £ Tegelltecn aaide 1.272.« Teken met Ichieten , en oplteckcn van een Vlag, word van 't Stellenboflche hoofd ge- geven, wanneer? 1.9Z.È Tellen, doen de Hottentotten tot tien 1.435". Tel- woorden de- ilottrnrottcn ibid. Tent, is nodig by 't gebruik des warmen Bads 1.33p.* //. Deel Tora de Natal koopen de Hollanders 1.61. b ' aldaar woonen de Cnffers 1.4- 1 Teftamenten der ftervenden op't fchip, wor» den vervaardigt en ter uitvocringc gcltclt r. 21.* Tcflamcnt, laateen kraamvrouw maaken 1. }»7. i Tcflamcntcn brengen den Secretaris veel f>cld op z.tHs.b/ej, ■ moeten bondig gemaakt worden z. z8p. a Teflicul moet zich yder Hottcntot een laaten uitlhyden eer hy trouwen mag 1 4KC . i 1. foó. a — moeten zich de Hottcntotcn laaten uit- fnyden i.- 5015. a, — — de oorzaak daar van is ongewis tbid. — — • zou in de jeugd gclchicdcn ibid. — dit word wcdei legt il iJ h —— de Schryver oordeelt dat het met het 9 of 10 jaar gachiedt ibid. — word dikwils in de mannclykc jaaren eerft uitgefnedcn 1 j-07. a i.fii.4 — hoe deze uitlnydingivolbragt word 1. f07. b — — • dezelve gefchiedt met een broodmes 1. co8 a — — de wonde word aardig opgcvult en toe- genaait ibid. — - •— geneefl: fchiclyk 1. f op. a — — na de operatie fmeertn zich de mans mee vet . ibid. h m—m deze uitfnyding is onzeker van waar ze haar oorfprong heefe 1. 5-11. 5 — of de zelve een zoort van Godsdienft is i.c 12. £ Tetragnocarpos Africana , 2 zoorten 1.303.*» Thee, een remedie voor de Dronkenfchap j. 404. b Theunis Gtrbrants van der Schelling, geniet veel goeds van een Hottentot 1. 43p. a. Tbibault ( Daniel) word Secretaris vandejulH- tie- Raad, waar door? 2. 19$. b ■ was door zyne hoogmoed haalt lchie- lyk gevallen ibid. 1 zyne Secretary laat de [Gouverneur van Affinburg verzegelen 1. 194.^1 ■ ondcrtulTchcn word een ander ad interim in zyn plaats geltelt ibid. — — word gepardonneert, en in zyn ampt herfielt 2. 438. a. Tholen, of kaauwcn, worden niet veel geacht i.ixx.i — — onthouden zich op ftccnklippen ibid. —— loeven van wilde amandelen en akers ibid. — men zoude ze können leeren fpreeken tbid. Thos, een wild Dier , zoude een jakhal of kruis-vos zyn • 1.203, — daar van zyn twee vcrfchillendc meenin- gen ibid. b Ff f f Iby* REGISTER. Tkymelaa Jfrieaua, Afrikaanfche Mezereon, i! zoortcn 1.3O}.* Tien Je der Veldvruchten is voor de Compa- gnie I.141.* 1.171.« word haar voor de deur van 't Magazyn gebrast 1.141.* hier in kan niemand de Compagnie licht bedriegen f bid. is van brood en Z3ay- koren niet gegeven geworden 'bid. — — waar van gegeven moeft worden 2. 272 a hebben de Bediende der Compagnie niet gegeven , waarom ? ibid. ■ moet nu ook van brood en zaay-koren gegeven worden ibid. b ' zoude ook van Wyn gegeven worden ib'.d ' als van t veld moede gehaalt worden, zoude 't fchade zyn ibid. ■ kan niet verpacht worden, waarom? 2. 273.« ■"— word den leverancier van 't Koren van de betna'ing afgetrokken ibid. b —— ~ moet zo veel gelevert worden als yder opgegeven heeft ibid. Tiende, hoe veel de Compagnie jaarlyks om- trent heeft i.zjf.a Xithymalus Afrtcanus, Afrikaanfche Wolfsmelk, f zoorten 1. 304.« Toeftel tot een Hottentotfche Bruiloft z. 16. a Toetsftecnen vindt men aan den oever der Zee i.zjfb Du Toit (Franfois) wil naar de Kaap ryden, dog \eranucrt ras van btfluit 2. 377 a Du Toit ( Gaul. am ) word door den Vice-Land- droÜ op een barbarifche wyze gevangen z. lH-b Tondel der Hottentotten z.óy.b Tonyn word gevangen , en aan 't fcheepsvolk gegeven 1. 14. b Tonyncn worden aan de Kaap gevangen 1. zro. b - b- minnen de vrye Zee ibid. Toppen , wat het zy by de Wyngaardeniers 1 . ifo. a Toren van de Kaapfche Kerk heeft twee klokken I. 234. a Tm ede Zie Dril- vifch Tortelduiven zyn overvloedig aan de Kaap 1. 223. a hebben goed vleefth ibid. Tovenaai , daar voor is de Schryver van de I lol tefitotttn gcfcholden, waarom ? t.ftt« TbvenAars der Hottentotten zyn niet minder I. f28. b To n, daar mede vcrontfchuldigen zich de H( icntotfche Artzi n 1. ^%^.a " nd . lottentotten hunne Mc- imcntcn 2. i<5i. I ' van neemt een Hotccntot, 't geen ; g<-IukL %bid. fij. Toverkonft gelooven de Hottentotten voor ze- ker I. fif. a dit is een kenteken dat zy eene Oplfan- ding der dooden gelooven ibid. der Hottentotten is geen noemenswaard 1. fz6. a heeft de Schryver eens na hunne mee? ning onder hen gepleegt ibid. b Transport en koftgeld betaalt de Schryver 1. 6. b Transport maaken zommigc dienaars van de Compagnie it2f4 b , wat het zy en hoe genaamt word ibid. . is in 't gemeen noch eens zoo gr >ot als de ichuld zelf is 2. 2, f. a — — die een transport gemaakt heeft, moet lang dienen eer hy wat overwint ibid.b word dikwils eer betaalt als verdient is, waardoor? 2. zyj. b Transport moet iemand eerlt betaalen die een krxgt hebben wil 2. ij-8. a Travud-vj ïndtn in de Zona tcnida zyn gemeen 1. 30. b — — zyn meed altyd veranderlyk 1 . 3f . 5 — — twee zyn gevaarlyk geweelt \.^\.a ctn Matroos breekt daar door zyn fleuiel- been ibid. Trocqueerders. Zie Ruilers Trommelflager op 't lchip, wat zyne verrich- ting is 1. 11. a Trompetter op 't fchip, wat zyn werk xsibid h TropicusCapricorni is deSchry ver gepaücert 1 . 4 1 .£ Trouwe der Hottentotten 1. iii. f ___» is een van hunne deugden 2. i?t b Trouwen mag een Wcduwenaar of Weduwe weder, wanneer ? 2. 316. a Trouwing by de Hottentotten, word d >or de Priefter uit de Bruids kraal of dorp verricht z.i6b zeldzame Ceremoniën daar by ibid. _ van jonge luiden onder de Ch riitencn gefchiedt zondags 2. 30J-. b _™ omftandigheden daar by voorvallende Und. __ op een zeldzaame wyze , waar van -een voorbeeld 2 429. a Tuinen, wanneer aangelegt zyn aan de Kaap I. 61. a Tuin-vruchren fteelen de Baviaanen 1. 167. b , Salaad is van veelderhande zoort 1 . 3 1 S . b , Kruiflcmunt i.zzo.b een huis in 's Compagnies Tuin vergunt j-o. a 246. Cl ibid b Wind 245. b de Gouverneur aan den Schryver die daar in gewoont heeft 2, — desixlfs langte en breedte — Haat zeer voor de Zuid-oofle bloot 2 — word door de zelve fchrikkeiyk' ge Ichudt ibid. — in her zelve komt de Oppertuinman den Schryver bezoeken ibid. — die oordeelt dat het huis den Zuid-Oos- ten REGISTER. ten wind niet lang zou kunnen wederftaan ibid. — — heeft boven en beneden een groot voor- huis ibid. — — heefe boven en beneden t fchoonc ka- rn' i 2. z.47. a _— heeft in een van de kamers veel opgezet- te beeilen ibid. Tuinen, derzelver onderfcheid en afdccling 1. ift.b jcq. —— zyn 'er 3 aan de Kaap voor de Compagnie aangclcgt 1. 140.« —— Zyn alle met fchoonc huizen voorzien ibid. — een legi 'er aan de Kaap, d'andcrc aan 't Ronde B >!chje, en de derde is genaamt hec Nieuw Land ibid. T'j;n aan de K tap is de befte 2. ttf-a — ■ heef: een wydt uitzicht ibid - — heeft plaizierige Wandelpaden ibid. b heeft Ichoone Waterleidingen ibid. ' kan met derzelver water befprocit wor- den ibtd. — — heeft een gemetzclde Vyvcr, die met boomen omzet is z. 244. a — — legt wat fchuins ibid. •— — brengt zo wel inlandfchc als vreciiide Gewaden voort ibid. — is half met een hooge muur omringt. ibid h — — is met een brede gragt omcingelt ibtd. — — deszelfs Alites zyn met welriekende boo- men beplant ibid ((q. — in de slilces zyn fchoonc Vruchtboomcn x.24y. a - — ■ heeft noch veel zy paden ibid. — heeft 5 hoofd-paden, die door den Tuin loopen tbid. _ heeft veel groote en kleine Perken, waar in allerhande gewaflen geplant ftaan ibtd. b — — brengt heerlyke witte , en roode Drui- ven voort x. 246 a — — over de zelve legt een (luk Wey- land iuid. Tuinier moeit aan den ' chryver het gebruik der Tuin- vruchten tocLaten i.ro. a Tuin-fluipers 1 nq. a Tuiipa, of Tulpen , zyn niet veel aan de Kaap 1.314. b Tulp* sffucana, |. ïyj. m — deze Tulp gclykt de Europeaanfche Tu- berozen ibtd. b ttdpifern arbor Jfricana 1 . 304. a Tuil-aarde is aan de Kaap zoo goed als ergens anders 1.272.^ \.\\j.b Tweede Rivier, welke die is 1. 102. b Tweelingen moogen detHottcntotten niet groot maaken 2. y. b m zo 't zoonen zyn, worden in 't leven gelaatcn z. 6. a ». deze veroorzaaken groote vreugde ibtd. « van dochters word cene weggedaan ibtd. fi a . ßaat wils alleen als Gevader by den doop v - Kind 1.311.« _- c; -s doen mag *^- , moet de Kinderen van 't eerftc bedt een bewvs doen , eer hy veer trouwen mag 2. zi6. a Val der eerftc Ouderen , daarvan hebben de Hottentotten door overlevering naricht be komen :.ma Africana, 3 zoorten Valken , zvn verfcheide zoorten Varen, Afrikaanfche, 5 zoorten — — Afrikaanfche Boom-vaaren Veremus begaat onwetend een misflag Varkens worden in menigte door deSlaavenge- mcfl I.3J7/ mm— . vcroorzaaken een ongezonde lucht ibid. ___ daar van zyn veelderley zoorten aan de Kaap 1. IQ(5. a I — — de Europeaanfchc zyn bekent ibid. . dcjavaanfche worden befchreven ibid. , — deze hebben hard fpek ibia. — het vlcelch kan gerookt worden ibid. I r— wilde zyn 'er niet veel aan de Kaap ibid. 1 w— Aardvarkens. Zie Aardvarkens Varkens vleefch moogen de Hottentotten niet I ceten 2. f8. a X 'i/co de Gama begint een dappere onderneeming Z.17S-B — — Verlaat zich alleen op zyn Compas ibid. — — vind veel wedcrüandby dezyne ibid. — komt eindelyk aan 'c Voorgebergte ibid. — geeft 't zelve de naam van Capo de les to- tos Tor ment os ibid. Vaten met wyn of bier moeten op eenmaal at- getapt , en in bouteilles bewaart worden 1. 34. b •— manqueeren aan de Kaap, en zyn zeer duur . 1, 151. b — om met water te vullen, worden fchoon gemaakt 1.318.^ — worden gevult ibid. Vafte goederen worden by opvcilinge verkocht 2. zpj.a l 'iquas manier van kryg te voeren 2. 141. £ Vechten, doen de Hottentotten met hunne Kiiri-llokkcn 2. 47. a Vccht-konit verftaan de Hottentotten uit de natuur z.iof.a '■ daar in gecven zy de Europeaanfche Schcrmmccflers niet toe ibid. Vccht-oflcn der Hottentotten worden befchrc- vc" 2. 38. a —— > tot den kryg geocffent ibid. b — • dienen om de vyanden onder de voet te loopen Hid. — •/.) n den Europcaancn gevaarlyk ibid. — de Schryver is 'er van in gevaar geweeft 1. 37. « Vee word van de Hottentotten gehandelt 1. 73.« — bezit de Heer Fan der Stel zeer veel r. 103. a —— daar toe zoekt hy een goede Weyde ibid. — ■ is aan dcKaap in ovcrvloedt 1. 143. 5 — lydt ichade van wilde dieren 1 . 1 44. a — word 's nachts aardig van de Hottentot- ten bewaart 2. 37. a _— - gebruiken de Hottentotten niet veel om te flachten 2. 41. £ — — verkoopen de Hottentotten aan de Com- pagnie ibid. «— fehenken de Hottentotten den Gouver- neur 2. 4t. a — bieden zy den Europeaanen te koop aan ibid. wmmm word ook aan andere arme Hottentot- ten verhandelt ibid. h — is by de Hottentotten niet duur in te han- delen 2. p8 d — — daar van fchryft de Antheur uit ervaren- heid ibid. b Vee-Arts woont 'er in elke Kraal een 2. ^o.a Vee-kudde van Oflen , Kocjen , enz. heeft yder Dorp maar een 2. $4.0 . vermeerdert zich ras by de Hottentot- ten ihii. Vee- hoeder hebben de Hottentotten geen by- zondere tbid h .. wanneer zy 't Vee uit en indryveri ibid. Vee- Weyde is in de Tyger- Valley goed 1. yo. J> - voor het Vee is zeer goed 1 130. b 1 1 is des zomers en winters onderfcheiderl »•3f3-« Vel aan de huid vaft gegroeit , bedekt de icha- mclheid der Hottentottinnen i.fiz. a Veile- bereiding, daar omtrent is P. Tachart 'm zyn meening geheel mis z.^.t Vellen , bereiden de Hottentotten zelve 2. 80. a ■1 met fchaapvet te befmeeren , en dan uit uit te kloppen ibid. h — — . zy gebruiken ook verfche koe-meft daar toe ibid. ■ flinken zeer ibid. Veld-ajuyn , Afrikaanfche, 3 zoorten 1. 2pp. b feq. Veld- vruchten, moeten afgefneden worden, wanneer 1. 1 3 j". b — — — Zyn vry van Tiende, bchalven 't koren 1. 14.J. ■'. Veld-fchoenen der Europeaanen zoeken de Hot- tentotten , en ceten ze op 2. f p. B ■ worden befchreven 2. 60. a ' worden heel veel aan de Kaap gedra- gen ibid. 1— wor- REGISTER. m— ■ worden van de Hottentotten uit luy- heid gegeten ibid. b Venkel, Afrikaanfche 1.294.^ m gi mecne i. ; Vtnui ziektens moeten de Patiencen op 't fchip betaalen i n.q ■— zoo ook in't Ziekenhuis aan de Kaap t. 230. a — deze hebben een byzonJcr kamertje z. ZiQ. b indering van het water onder de Zoru •fa- i, waar van daan komt 1.328.^ i i der Jaar- gay den aan de Kaap 1.244. £ Vcrbondt of Alliantie der Hollanders en Hot- tentotten, is niet in gefchrifte vervan . 448 b ^— word onvcrbrekclyk gehouden ibid. — — is of-cn de fen ft f 1.449. £ — — maaken de Hottentotten onder malkan- der tegens een derde, op vcrfchcidc wyzen 1. 141 .b Verbranding van 't gras met zekere omftandig- heden 1 .46 }.^ Vcrdecltheid ontftaat onder de borgers over 't afzetten van Poulle en Overhulflir 2. 399. b Verdoi de boomen liaan op de bergen na Con- flantia I. 178. b Vergenoegt h cid is een der fchoonfte deugden der Hottentotten 1128. Vergiftigde wonden > hoe de Hottentotten ge- neezen t.l f J.a Verkochte goederen van Weezen worden in kis gebragt, wanneer? z. zoo. \ opingen van vafte goederen brengen de Compagnie op, hoe veel? z.zSz.£ •> van waaien veroorzaaken misnoegen by de inwoondersi waarom? 2.283.;? m gedwongene, welke die zyn 1. 294.^ . .■ zodanige heeft de Compagnie zomwy- lcn ibtd. m daar van heeft de Afilager geen voor- deel ibid. Veikoutheid is aan de Kaap een algemcene plaag 1.411.^ • treft voornamelyk ook de kleine kin- deren ibid. . ■ krygen de gene die van kleding veran- deren ibid. ■ zo ook die in de morgen-en avond- lucht gaan i.4iz.fl . itrygen de Hottentotten zelden ibid. Verlof om mede naar de Kaap te reizen ver- zoekt en verkrygt de Schryvcr i.}.a Verloofde moeten zich eerft by de Ovcrigheid aangeeven z. 304.« Vermillioen-Erts word in de bergen gevonden I.27p.£ Vermogen van een iegelyk Inwoonder word door Gecommitteerden onderzocht, waar- om? z.z\\.a Verpachting gefchiedt van Drank en Tabak , waarom? zzjy.b — — word van den Gouverneur en Raad //. Deel. opcntlyk bvgewoont — — vrord van te voren bekent gemakt ■ d;ur mede word voorzieli!1:1 gehandelt ibid. b • word in dag geleidt ibtd. — gelukt den ( I cur wel 2. 277.« ■ ■ I geaéminilteert 1 b • hcLiï de Heer Htinfiui verandert en verbetert z.z-l.bfcq. Verplanting der Wynftokkcn is nuttig [. 147. « Verplantihgs-tyd van toin-en keuken vruchten, wanneei ? 1. ir 3.0 Verre-gelegen ^ een Landgoed, waarom alzo gc- naamt is 1. 99. b Verrekkingen, hoc by de Hottentotten gence- /.cn worden z. 1 {-7. b Vcrfchil wegens cen Bron aan Ricbccks kallccl 1. 113.« — . ontftaat onder de Vloot- voerders 2. 426". £ — — • tulTchcn Lar.gendam en ßlcßus 1.427.« Verfchot, eengroot, doet de Compagnie aan de Kaapfchc lnwoondcrs i.tfz.« Verfpieders worden by de Hottentotten ge- doodt 2. 147.5 Verftorvene , voor derzelver wederkomft vree- zen de Hottentotten zeer 1. f 24.5 - Hottentotten worden aardig in mal- kander gebogen en begraven z. 166. a Vertrek des Schryvers uit Texel 1.8.« — « der Retour- Vloot, wat daar by voorvalt z.i6\.a Vervaardiging der Secretariale Infirumenten brengt den Secretaris veel voordeel aan 2. 290.« Verveifching, krygt het volk der Retour- (chc- pen door de kruiiiers z. z6y.S Verzoek om een Hottentotfche dochter doet des Bruidegoms Vader z. 15*. Veiling, deeerfte, bouwt van Riebeck aan de Kiap i. 61. 4 — waar deszelfs water van daan komt 1. 8c..« — — dezelve is door den Gouverneur Bax we- der opgebouwt gewceft z. 180. — — word door zyne opvolgers verbetert 2. iSo.t — hoc dezelve aangelegt isgeweeftz.2z;.£ — — de eerlle word gedocht, en een grotere gebouwt 2.224.« •— . of de eerlle of de tegenwoordige beter is 2.224.« ■— is van buiten fchoon en aangenaam om aan te zien ibid. — is rondtom met pakhuifen en Ammunitie- kclders voorzien ibid. — in dezelve wooncn de handwerksluidcn ibid. — — heeft JF. A. van der Stel door een rave- lyn en bedekte weg verilcrkt ibid. b —■ — heeft L. van Jffinbtirg niet verder ge- Gggg tracht REGISTER. tracht te verbeteren , waarom ? ibid. _, heeft f Bohveiken, hoe die genaamt Vet der Scrmpen word voor boter gebruikt 1. 145-5 — daar met f;neeren zich de Hottentotten, al fl nkt het 1.441.* __ '1 zJ. e mengen zy ook wel met roet 2. 44* — — v.m fchaapen waarom zy liever tot (mee- ren gebruiken, als ander 2.4p.« / '.: btfo», of Melkweg, wat de Scheeps- vaarders daar van zeggen i.$6. ajeq. r. '..11, is Uesbchry vers Scheep:,- Kapi- tein i.ir.£ J^*- Landdroft Montan» s word met foldaaten heen guJiikt, om de onwillige gevangen te □eeroea z.i6$.a ~— hoe hy zich hier in draagt ibid.b —— word daarom weggezonden Und. fi«-Landdroft Mart. de Meun rolt een fchoen- maker op Stcllenbotch af _ 2.404.4 brengt denzelven in hechtenis ibid. —— word befchreven wie hy geweeft is 2. 41p.« Victualiën , ongezoute , bederven op Zee 1. Jf * Vierentwintig Ri.ieren , waarom dat Land alzo genaamt word I.124. « — '1 zelve is fteik bevolkt, en geeeft vet Vee ibid. ""~~~ ■ is zeer vrurhtbaar ibid. —~ de Inwoonden hebben daar kleine hand- molens ibid. — ua-r zyn flechte gebouwen ibid. b Vierh ckigc Afrikaanfche Vrucht, 2 zoorten 1.303.4 Uilen Zie Nicht Uilen. Vinder der Nieuwe Wereld wie geweeft is 1. 418. £ Vinken, zyn veeldcrlcy zoorten i.iz^.a •~~~ de fïaaifte zoort van die word befchre- ven . ibid. Viola Marti*) Miartfchc Violen 1.324.^ \ iolettenjvan alderhande kouleuren i. 314. a Vütym, word tot wyn bereiden gebruikt 1. ifi.« Vi ch in Hottentotfch- Holland is alleen Zee- viich 1. 103. a — _ in de Stellcnboflche Rivier is zee-vifch 1. 107. a . znndcr fchobbcn moogen de Hottentot- ten me: eeten 2. fg. a . of de Hottentotten die niet vangen kon- 2. 1 17. a \ rn is vci boden geweeft 1.96. b \ chers lilt by de Land- Valley 1.90.4 Viflc ' wordvar! • r gedoken 1. 24f- b — r ;i daar door in yioot gevaar ibid. • — v Ier gcóez:n ibid. \ iüchers, bequame ayn de Hottentotten 2. 27. a Viflchers-hoek is een vrugtbare oordt 2. 25-0. * — — heeft een bequame woning ihd. Viil'chery trekt de Heer -van der Stel aan zich Vifch huis onder de Hanglip ibid, 'wmm* tu flehen de Stellenboflchc en Hot ten - tots-Hollandfche Rivieren — — . aan de Kalk-baay Vifch-hond, hoe die is — — . kan een menfeh inflokken — heeft geen fchubben — — zyn zwaarte is aanmerkelyk — — is gevaarlyk te vangen — -• is van twederley zoort — — • zyne benaaming — de twede zoort hoe die 'er uit ziet ibid. h ibid. l.llf.a ibid.b ibid. ibid. 'ibid. ibid. ibid. ibid. feq. 236.4 ibid. — heeft een grote muil — — heeft een kromme ftaart — — heeft boven en onder drie ryen fch.rpe ipuGge tanden ibid. — — vreet gaarn menfche-vlcefch ibid. — — in hem zyn heele menfche beenen ge- vonden ibid. mmmm deszelfs vlcefch word aardig toebereide ibid.b wm—m daarvan heeft de Schry ver gegeten ibid. •» in diergelyken heeft buiten ïwyffel Jonas gezeten 1.237.« Vilchryk is de B^ay Fafep i.pf.6 «M inzonderheid in de vifch-hoek i.pó.a Vifiten by voornaame Perzoonen durft men zon- der voor af te laaten vraagen niet verrichten 2.301.4 — by zyns gelyken gefchieden met een wei- nig ondericheid ibid. _ by gemeene zyn deze omftandigheden niet nodig ibid. — by dezelve valt een kort discours voor> naderhand heeft men wat goeds te eeten en te drinken ibid. b _ __ wat daar by voorvalt als ze aangenaam zyn ibid. ___ wat men ten einde daar van moet in acht neemen 2. 302. 4 _ worden veelvuldig by den nieuwen Gou- verneur , den nieuwen Predikant , en by H. Huffing afgclegt 2. 416. Fit is Idtea Africana, 2 zoortcn 1. 304.^ _ __ vim/era, vruchtdragende Wynftok 1.324 b Uitgang des oorlogs by de Hottentotten 2. 143.* Uitgezette Wachten zyn ingetrokken , wan- neer? 1.461.^ Uitlnyden, moet zich yder Hottentot een Tes- tieul laaten 1 . f 06. a 1 ■ de tyd daar van is niet bepaalt 1. ro7. et ■ daar by vallen aardige omftandigheden voor ibid. Uitlhyder van deteßieul, wat loon hy ontvangt i.j-op.^ Uit- REGISTER, Uitfnyding van den teßicul gefchkdt meteen . brood- mes i.fc8. geeven een fmeek- fchnft over 2. rff.a *■—" hier overeen curieufe aanmerking ibid.b worden voor de ccrftemaal by tdicl ge- citeert 2. 366.4 " worden andermaal geciteert 2. 367. b ——- worden voor de derderoanl geciteert t. 368 b "T" verfchynen hier op ook niet ibid. *— worden voor de Vierdemaal ex fuperabtm- danti geciteert 2.371.3 —~" verfchynen evenwel niet ibid. Vluchtige zoekt men door een Vrygeley-brief in handen te krygen 2-374- ' dit zoeken twee borgers door een byge- voegde brief te weeg te brengen 2. 3 7 ƒ.0 -~-~ blyven na lang toeven e\ enwel weg 2. . 377- verzoeken na gegane Sententie den Heer Fiskaal hunne zaak aan te ncemen 2. 380 a — — worden door den Land-droft noch fcherp vervolgt ibid.b Vluchtige Slaaven zouden door de Hottentot- ten doodgefhgen zyn 2. 124.3 de Unie , een OltindiU.h Schip, loopt in de haven du Br.ïy.i , waarom ? 1 . 1 f . 3 Voeten breckeo de Bootsgezellen op St.Jago van 't Zeewater open i.zi.3 Voetvolk offent zich met den Papegaai af te fchieten 2. 21 8. b die hem afTchiet is Koning ibid. Vogel been;, fpits, gebruiken ue Hottentotten in plaats van een naald 2.81.0 Vogth meening van de Hottentotfche Spraak 1.418.* ~~ ~ " bericht van't gras verbranden 1.465.^ ' ■ van dei Hottentotten Godsdienffc Gggg i en REGISTER -n danficn tegen de Maan i • 494. a =_ . wegens de Schaapc darmen is verkeert 1.19h Volmaaktheid der Allronomie is 't oogmerk van desS^hrvicrs Reize na de Kaap i.l.B Vol zuil en, doenzich de Hottentotten nietby hunne vrolvkhedcn 1.717.8 Vonnis word regens de p Vluchtige gemaakt, waar in beftaan heeft 2. 577-^ een ander word tegens hen geit reken 2 i7i>- b Voogt (Jan Hendrik) wil den Gouverneur niet te wille zyn *■ 338 b Voorgebergte van de Goede Hoop. Zie Lapo de bunne E per. mee. Voorrecht word aan Grimpe toegeltaan voor dat hy een brug gemaakt had 1.107.^ Voorrechten voert de Compagnie eenige in aan de Kaap 1. no.b Vo rfl ig van den Heer Baron van Kro/ick neemt de Scbryver aan i 2 b Vooortplanung der Boomen zonder zaad 1. ifrt . op wir wvze zu ks gefchiedt ibïd b r. van welke Boomen de proef daar van g nomen is ibid. Voorzichtig cid der Hollanders by 't openen van de poort der Veiling 1. 141 a >■ t, van den Gouverneur Rax teg n de Hottentotten en Luropeaanen 2. 180. - der Compagnie blykt uitdebeibenng van 't Voorgebergte z. 1 74. a Voorzorg draagen de Hottentotten voor Kun ne kinderen * 2. 27. h \ hen. Zie Kikvorfchen Vollen aan de Kaap, worden Jakhalzen ge- noemt 1. £0} a •— koomen met de KiuisvolTen over een tbid Vrede, algemeene, maaken de Hollanders met de Hottentotten 1. 462. b — maaken de Hollanders ftrydigc Hoitentotlche Natiën 1 — , by 't fluiten dcizelve laat de Compagnie te gelyk Vee van de Hottentotten handelen ib,d. — — eer ze getroffen wierd, word een Euro- peaan met een vergiftige pyl gefchoten ibid. __ maaken alle Hoitentotlche Natiën met de Hollanders 2. 142 a ■— — dit Verbond beftaat alleen in woorden 2. fc_— word echter gctrouwclyk nagekomen en gehouden ibid. ndc Bok, heeft noch geen naam 1. 170. b ■ word bclchreven ibid. feq. 1 heeft heel goed vlcefch ibid. Vreemde Schepen brengen de lnwoonders aan de Kia;i veel voordeed aan 2. 2Öj-. ndclmgcn, welke taaien voor hen de no- digilc /. :• aan 1.71.« . bi engen de Scheurbuik mede aan de ap 1.401.^ tuflehen eenijre O 464 b fterven daar dikwils af ibid. zulks leert de ervarenheid I.4O2. « moeten dag lyks voor huisvefting enz. eens zo veel betaalen als een Holllander 2.520.« ■ om wat reden zulks gefchiedt tb/d. moeten de begravenis-onkolten dubbcld betaalen 2. 320. b ___ worden van de lnwoonders wel ontvan- gen, en getraóteert 2.320.« u. hunne goederen worden in menigte aan de Kaap te koop gedragen z. ju. « die hunne goederen moeten verkoopen« doen 'er lchade by 2 31 . « Vreze voor de dood is by de Hottentotten ge- ring . 1 yTf b — — voor levend-begravene of weggeworpe« ne kinderen word by hen niet ge.,cht 2. o. 5 Vriendfchap der Borgers word niet verbroken i.^S.b • word over de afzetting van Poulle en Uvtrbelfter verdeelt 2. joy.£ Vroedvrouwen, ervarene, koomen uit Holland na de Kaap 1. 38p.« -'" ' de Knapfche weeten dikwils weinig dienft te doen ibid. ■ hebben de Hottentotten ook 2. 3.« — als deze koomt, moet de man wyken ibid. Vroege Druiven zyn goed om te ectcn i; if2 b -1 ■■ . om wyn van te parffen zyn ze niet goed ibid. Vrolyke dag op 't Schip I. n.a Vrolyk maakt zi h een ganfche Kraal by \ an- den maaken 2. 1 1 y.b dit gelchiedt als zy gelukkig geweeft zyn tegens huniu \yanden ibid. — — of als zy veele wilde dieren gevelt heb- ben ibid. of als de zieke weder gezond geworden zyn ibid. Vrol.ykheid op 't fchip hoe gemaakt word 1. ij.« Vrouwen, Europeaanfche, barren aan de Kaap heel gemakkclyk 1.380. 4 — — hebben aan de Kaap niet veel te ver- richten 1.38p. b doen vroeg haar kerkgang ibid. - zyn zeer verlieft 1.390.« lyden groote pyn aan de borften ibid.b by haar is de ongeregeltheid der Hon- den een zeldzaame plaag 1.408.« trouwen vroeg 1.350.« "~~~" kyven dikwils in de Kerk om den rang 2.234. haar byzondere lift om haare onkuisheid te bedekken 2.308.^ "■"— bidden te vergeefs om de ontflaging van haarc Mans 2. 360. b gaan nooit mede ter bcgravcnis 2.314.^ Vrouwspcrzoon.cn, hoe veel met den Schry- vev \ \ REGISTER. ver uitgevaren . 1. 1 1 >< — — zyn in den aanvang aan de Kaap gebrek gcv. I.öl.fl — worden uit Holland daar na toe gez- ui- den /£.'(/. tf b Vrouwclyk Geflacht is by de I lottcntottcn in icn z.80 . . Zie vorder op Wyvcn Vruchten op ó'/.'/ 1. zt. ^ — — Kaap vroeg ryp l.öj.a — wallen aldcrhandc aan de Kaap ;'^/V/. 1.13c-.* ■— motten ra^ van 't veld gchar.lt worden 1. 138.J — w innecr die ingebragt worden 1.130.0 — - draagen de Wjnbergcn ras 1. \^- b ■— — hunne oude, z eken de Gunjemam tever- geefs weder te krygen i.^ti.b — — beminnen de Hottentotten in de hoog- flc graad z. iz8.£ Vrywillige Verkopingen, wat diezynz. 204 a ~— zulke .vallen jaarlyks zeer veel voor ibid. — — waar by de Vcndumecltcr en bode groot voordeel trekken ibid. Vuur , daar door jasgen de Hottentotten de fchaapen i.cip* — 1 ■ de oorzaak daar van verhaalt een Hot- tentot ain den Schryvcr 1 yio. b feq. m— des Schiy"crs meening daar van i.czi.<* Vuar, op war. wyze die van Congt maakenz. 6f.a feq. ~— hoe de Hottenrotten manken ibid. h m—m hebben de Hottentotten midden in hun- II. Desl. 1 nc liir 2. ~c. a — — zy zitten om 't zelve in 't rond — of de I [otcentotten by nacht om hunne huizen hebben 2.-7 y / i | Is meening word wcdcrlegc ibid. • — hebben ook zomin ige niet om hunne huizen ibid. urftecnen leveren de lctmvc- knokken genoeg uit 1.^84. a Vuurllccncn worden overvloedig langs de we- gen gevonden 1. zjrt. a Vuur uitwerpende Berg op del Fuogo 1. 1 1. h V nden, uithecnifcbc, können aan de K nictv.' ,waaarom? i.^fi.b (cq. —— tegen u theemfchc en binncnlandlchcgc- gebruikc defHeer J /.orq 2.183.^ Vyandlyke fchepen worden ge vreeft, dog zyn Hollandtchc |, io.<$ Vyfde Gcbodt ovcrtrccdcn de Hottentotten 2. hier in volgen hen veele Europeaanen »a ibid. Vygcn , verfcheide meningen daar omtrent 1. ix8. b des Schryvers gedachten daarvan 1. \<;<* — — is zeer heet, en fteekt in den aanvang als naalden 1.340.6 ■ men kan 'er niet lang in blyven, waar- om ? iJ,id. Warme Wateren aan de Kaap, welke die zyn 1.88.0 Warmer is 't onder in 't Schip als boven 1. 32P.0 elien, daar mede können de Hottentot- tinncn wel omgaan 1.459.6 ■ doen /,)' veel voor de Europcaanen ibid. — — — doen zieh de Hottentotten nooit 2.44.0 eft een byzondcre kouleur '" ■- • 1. 1 3 a goed op St. Jago is uit de daar zynde bronnen 3 li-i.a — onder de Linie word Hinkende, en baart wormen i-ti.b — — hoe veel een iegclyk op 't Schip in 24 uuren te drinken krygt 1. $3.^ Waters aan de Kaap, zyn vcelderley zoortcn. 1.87.« — - zyn van kouleur wit , rood , zwart ibid. — — zommige zyn zoet van fmaak> en wor- den brak ibid. h — — - zyn uit den aart zoutachtig ibid. — eenige zyn ganfeh koud, en blyven zo 1.88.0 — — •— — heel heet en warm ibid. — zyn gezond ibfd. •— worden niet licht vuil of ftinkend ibid. h — — welke van den Tafelberg afloopen 1. 89. a — - in de Kaapfchc Vefting ibid. — — in Hottentotlch-Holland is zeer goed en koud 1.102.« — — in de Bottelary is zeer weinig 1. 1 10.0 — — op Drakenltein , waar van daan zo me- nigvuldig is i.iiö.« — — aan Riebeeks Kafteel is weinig en brak I.U2.£ verderft wegens de grootc hitte in 'c ScmP 1.329.6 't Kaapfche Water is beter als alle an- dere ibid. h — derzelver driederley onderfcheid aan de Kaap 1.327.* — — die van de bergen afloopen, zyn goed en gezond 1.328.0 — die in de dalen ontfpringen zyn zo goed ni« 1.327.* — — worden den zieken om te drinken gege- ven , welke? 1.328.0 — in de vaten bewaart, blyft zeer goed en word niet (linkend ibid. houdt zich op zee goed , welk ? ibid. b word van gezonde Europcaanen weinig gedronken 1.331.6 word van de Slaaven koud gedronken _ ibid. ~~-~ 't zelve is hen niet ongezond ibid. wat van de zoete Wateren aan te merken 1S 1332.0 — — zoutachtig, dryft alle onreinighcid uic het lichaam ibid. b • waar die roering by 't gebruik deszelfs van daan komt md. — — word met de Europeaanfche Zuurbipn- ncn vergeleken ibid. zoutachtig word ras rtinkend ibid. ' wat daar de oorzaak van zy 1.353.« oorfprong van 't zoete water 1. 3 $-2.0 daar aan hebben de Suffaqaas gebrek 1 . 4<">4. 0 zoet water zoude uit de diepte der Zee können gelchcpt worden 2. 44 , . b Water- REGISTER. ting water Watcr-gefchicdcniflcn, daar van word bericht g i.jz- i Water- Kreken i.zrp.« Kct — — Muiy.cn zyn zcldzum r.in de Kaap ibid. Water* molens | die aan de Colonie bthooren, zyn 'er drie z.zri.4 Water- Schildpadden , hoe die 'er uitzien i. ipf. 4 — G inzen, derzelvtr geftalte l.zn.£ — Hoenders, zyn niet goed om teeeten i. 113 b — — Slangen, zyn 'er vcrlchcidc zoortcn aan de Kaap i. ifo 4 Water-meloenen | Indiaanfche 1.311.4 •— • zzn zeer goed voor den dorft ibid. ~— zyn niet quaad voor Zieken die aan de Koorts leggen ibid. Water-kers, Indiaanfche 1.311.4 verfebe Colonie, haare benaaming enoprich- I . I 2.6 • 4 hoe ver van de Kaap aflegt ibid. haare grenzen ibid. is, vruchtbaar ibid. b heeft nich weinig Inwoonders 1. 117.« 't Land h.bbcn de Inwoonders te leen ibid. heeft geen Rechtbank noch Kerk ibid. overvloed van goed en gezond ibid.' warme Baden tbid. feq. m 1 dc Moolcn aldaar betaa't een zekere fom aan den Kaifier van Drakenitein 1.114.^ Weduwen haar liitigheid als zy wederom trauwen willen * $i6.b Weede, Afrikaanfche I. 301. a Weegluizen zyn 'er veel aan de Kiap 1.164. ^ ■ houden zich veel in 't houtwerk op ibid. — « worden door oly- verf met quik ge- mengt verdreven i.i(5f. a Ween duuren by de Kaapfche Vrouwen niet lang 1. 386. b Weer doet het zaad aan de Kaap fchade 1. 137 b Weerlichtcn word aan de Kaap niet gevieeit ibid. Weesmceftcrcn- Collcgie bevindt milTligen in hunne rekening , waar van daan? z. 197. b • bezorgt vl\tig de Weezen der Compa- gnie-bedienden, en hunne goederen z. lyü.a — — heert met de Wetzen, die op reis iter- ven niet te doen, waarom? ibid. •— -* een zodanige mag de borgery voor zich niet oprichten ibid. b ' heeft onbekende Weezen ibid. ' bellaat uit even zo veel Compagnie- be- dienden als burgers z. ipp. a . word altó twee jaaren verandert ibid. - n ert nieuwe , dog de Ra-d van Po- lin ze ibid. b — — • e,. Secretaris is altyd een bediende van de Compagnie Htf ' deputeert twee v.m hunne leden by ven' itenfehappen ibid. ' ' »rg voor de opvoeding van 1 goede \ ' z. 100. b > /.ich niet met de arme Wei tbid. ' geeft de Weezen verlof om te trouwen • fe1» houdt hnnnc vergidering in de Veiling 1. toi. a hun Secretaris Albirt Koopnun ven. zich onrecht vaardiglyk ibid. — — zyn bedrog v. lekt ibid. — — doet zyne Weduwe reflitutie gecven ibid. b — — dc Vendu nccitcr heeft van dez: verko- pingen goed voordeel ibid. Wegnaar Hottentotfch - Holland is twederley i.P4- die groo- tcr zyn als een duizend- been ibid b m— deze bertlen als men 'er op fpuwt ibid. — gcevcn een elendige ftaok van zich ibid. Wormkruid, Afiiluanlch, 2 zoortcn 1 . 305. « Wortel van Arum is zeer icherp 1.28». b —— word be'rhreven tbid. ■— — ■ van de Hottentotten gegeten ibid. Wortelen moeten de Hottentotlche Wyven zoeken i.tf.b m— zoeken zy eerft als het zaad afgevallen is ibid. •— ~ graaven zy met een ftok of een yzer uit l.iti.a mm wafTchen en ko ;ken dezelve ibid. » moeten alle g^cd en gezond zyn die de Hottentotten eetcn 2. f9.0 — braaden zy onder de afch z.ói.b Woud in 't Cbiriyiftuu Land is vol wilde die- ren 1. 4u b Wyn van 't ronde Bofchje is zeer delicaat 2.241 b ■— — tot deszJfs inoogfling worden twee Ge- deputeerden gezonden 2242« — - word in de Compagnies kelder gcbr.igt, en vetbruikt ibid. — hoe 't by die druive- lezing toegaat tbid. Wyn moogen de Inwoondcrs by halve emmers vcikoopen i.x'tii a Wyn-brandewyn drinken de Hottentotten gaarne 2 r5y £ Wyn en Brandewyn, matig gebruikt, is nodig by de cuur van 't warme Badt 1 ■])<). b Wyn-cn bier- huteilks moeten gcvult en be- waart worden, hoe? Mf* Wyn en Br oud ^ een Landgoed, waarom zo'ge- naaratjis i-7r<» Wyn Bouw is in deft aanvang flechc geweell i.l^ó.S ■■ » vcreifcht 20 veel moeite en arbeid nier als in Europa ' i.ifo.4 Wynbergcn worderi .bemiil, omgefpit en ge- le hoffelt, wannéér'? i.ijj-, * ■ zyn door de Europeaanen geplant ge- worden 1.146". — — zyn 'er zeer veel aan de Kaap 1. 147. £ Wyn-vaten, daar van is gebrek aan de Kaap 1. if 1.5 WynOogft word aan de Kaap gehouden, wanneer? 1. i$f.a — ' ■ ■ is doorgaans ryk en o vervloedig t. i$o.a W>n-moft hoe bewaart word ibid. b Wynttokkcn zyn den Hottentotten onbekend geweell 1.146.« — — • worden in den aanvang geplant en geiukken wel ibid. h ■ de geplante lyden groot ongemak *'£/<ƒ. » worden door verplanting verbetert 1. 147- « ■ worden voortaan op de manier als ir» Europa geplant ibid. ■ * lyden ongemak van de meeldouw , iprinkhaanen en rupzeo ibid. 6 — — gclyk ook van de Zuiger, en van de ilerke Zuid- Oofte wind i.i^S.a 1.1 y.« — — — bckoomen haar zap met de andere planten en boomen ibid. b > ■ nieuw- geplante , bckoomen ras, en draagen lpoedig vruchten ibid. WynÜok i.j 4£ Wyndruiven doen geen fchade aan de gezond- liii heid, REGISTER. heid, waarom? 1.594.« Wvntfofchcis zyn aan de Kaap 1. 223.fi _J zmgen 'lieflyk ibid. _ worden in menigte gefchoten ibtd. \\' ntuitj tamme 1.324 ^ Vyven , oude, geneezen by de Hottentotten zomryds de zieken L484.fi "\\'y en der Hottentotten hebben geen rang onder malkander 1.486 a m können den ftrydt by de Hottentotten eindigen ibid.b . worden van hen nooit geflagen ibid. _ bekoomen het nat , waarom ? 1 . f09 b j • krygen by 't anders maaken niets als het nat i.jif.a m— durven onder 't melken geen droppel daar vannecmenofverloorcnlaaten gaan 1. ƒ 19b Wycn en Mannen moogen niet met malkan- der eeten 1. 2.1. a i.ict.q .- rooken na de maaltyd Dacba 2.21. _ fchynen geen paar met malkander uit te maaken 2. 24.fi Wy ven der Hottentotten moeten wortelen zoe ken i.fy.« t moeten Amandelen, ^«»M-wortelen , en 't zaad zoeken l ft.6* alle dagen Hout haaien ibid. de Mannen eerft zad laaten eet en , het overige kiygen zy ibid. b , zvn grorer lalt en zorg onderworpen a]s de Mans ibid. p, « moeten nevens haarc Mans s' nachts zorg voor 't Vee draagen at. 27 b . durven niets zonder, verlof van haare Mans doen . s ibid. _ draagen't gantfche jaar door mutzen z 48 . b l belmeeren haare hairen 1 2.-40 fl __ haar Characler hangt van dat der Mans af t.fi.a . eeten alleen zonder cenige rang in acht te nemen 2.64' -—, van 11 jaarenen daar boven hebben rin- gen aan haare voeten z. f2.fi , blankettcn ook haare aangezichten 2. ƒ 6 « 1 zyn een remedie tegens de liefde tbid. Wyf en Man by de Hottentotten moeten teza- men voor een huis zorg dragen 1. ty.a Wyf van een Hottentot moet drie dagen uit- gaan en vallen, als de man een Leeuw of Ty- ger gcdoodt heelt 2. 1 16. ___ de 001 zaaak hier van is t wyffelachtig ibid. b Ys, is aan de Kaap weinig of niet 1. 1i6.fi 1. 34 l ibid. «.. heeft een (terke reuk - wotdvan Lra\,r.H> Fraflcifci Koevifch fchaamt . »- aan welk deel van 'r lyf dit dier l.an doodge- fthoten worden i ■ « heeft gded vlecfch en fpek 1.2 \,a ■ de Schry ver heelt van 't vlecfch gegeten i . 335-- 4« y.ce-Olfcn, of 'er die zyn Zee Paard, een Worm • word befchreven Zee Kreeften, '/e Hommer«. Zee Kraaien zyn beter als de Land-Kraajen. 1. 214. « m der zelver vlecfch is goed ibid. de veeren zyn goed tot rtoelkuffens ./■/<'. Zee Zwaluwen, beduiden zwaare ftörm 1 . 30. b. j . xio.b ■ - ■ ma'g niemand van't Scheepsvolk leed doen 1 220.^ Zee Sterren, worden in menigte van de Zee opgewor- pen 1 . 243. a ^—Zonnen , worden van de Liefhebbers bewaart ibid. ■ deze zynbeideovervlocdigaandeOevcrs ibid. Zee Spritzen, zyn aan de Klippen vaftgegroeit ibia. - geeven altyd water van zich ibid. - ■ 't is onzeker of 'er leven in is ibid. Zee longen , haare gertalte 1.25-0. « . worden befchreven ibid. m hebben 't belle vieefch onder de Viffchen ibid. ■ 't zelve dient tot verquikking der zieken ibid. ■ verlterkt de maag ibid.b Zeefnoeken zyn 'er genoeg 3an de Kaap 1. 23S. 0 — — zyn goed om te eeten ibid. "Zee Varken , is een ongemeen groote en ongefchikte Vifch 1.243 a » word befchreven ibid. b * heeft Weinig vieefch, maar meert fpek ibid. m word hier door Zeevarken genaamt ibid. 1 ■ is van binnen als een Varken geformeert;7>/'i. »■ zoude wel 200 pond aan fpek uitleveren ibid. Z e Vloo, hoe 'er uit ziet J.ifj.b • - plaagt de VüTchen met fteeken 1.25:8.« Zee Luis, hoe 'er uit ziet ibid. ■ blyft onder water ann de Viflchen hangen ibid. ~ zuigt dezdvegeheel uit tot dat ze dood zyn ibid. Zee-Ajun 1.301.^ Zee Venkel, maakt het Zeewater groen 1.35-7.^ Zeekoe- Valley word befchreven 1 97.« ■ waarom zo genaamt word ibid. is groot ibid. b ■ de Zee kan van d»ar niet gezien worden ibid. — — — daar in nertelen de vogels ibid. — isvifchryk, waardoor? ibid. ' wie dezelve bezit 1.08. a Zee-Trompet, een riet in Zee gegroeit 1. 35-6.« — daar op blaart een Slaaf veel wel , en befchaatnt de andere Trompetters ibid.b Zee Water aan de Kaap ziet 'er groen uit , waar van ? 1.356.« ~-- deszeks koulenr in de Zona törrida 1. 13.*» —■ ■ eigenfehappen 1.35-7.^ ■ werpt een dooden op 1.428 a ■■ Riiïltig daar over ibid. Zeilemaker op 't fchip naait de doode 'mcenCc»ipcrfe Z:den moet men dikwils te rug onder deL'nie, waarom? 1.36.« Zevenboom, groeit menigvuldig 1.324 a " moet zorg gedragen worden dat geilt ontuch- tige Vrouwluidrii daar niet bv koomen. ibid. van Zeil {Uil cm) heetteen treffclyk Landgoed 1.119.^ — — 't zelve is zeer wel gelegen voorden handel mi. — — heeft fchielyk berouw van't ondertekenen van venu i»s u,cf 2. ,' Ziegt*&éljribctli tviitid« 11 utentotfcne Spraak 1.424^ ■ heefi van de tiouentotfche tjoJsJicnil niets können gewaar worden 1 ^93. « hoe vyne yin de Hottentotten ge i.iane vraa- ird v n rd de Schry ver i.io.a • zync if< ' 111.« 'e. hoc aan bocird .«ipgepall wordefl 1.. bntroofter, wa'tzj ibid. icntroofterj aan deK-»if> zouden IchuolhouJen 2. ■ — — zvn luy en na' Ziekte, !<■ , wat ly 1. 29.« Zieken is 'i niet fcha I 1 word'. rtl{epgeord*>nnejÉrJi.J2Ü^i Zieke ribérnen de' HóltenYói'tèn' betoverde i-s~' • — — moeten een ut p.m den hals drangen — — moeten een een igen Arts gebrui i'.-.d.ó - zyn de Hottentbtten niet veel, iiictfegctillaanJe zy noch zo Hecht leevm 2. idi.b — — of hy llerven 7. tl of niet , dit probceren de liot- letitbttett , hoi? v. a'i mede? i-'63 — — Wprd van Godt niets tegen hem gefproken 2. 1 65-.« Ziektens, quynende, zvn'er aan de Kaap niet 1.394.6 aanltekende , zyn onder de Europeaanen on- bekent tbii. • ■ dcrSlaaven, tart de Europeaanen ook • ■ - - der Slaaven neemt onder de El peaanen een andere eigenfehap »an .-.' £. • • van 't Vee houden de Hottentotten geheim 2. 40. a ' hoe zy 't zelve geneezen ibid.b Zfeke korten de Compagnie jaarlyks zeer veel aan de Kaap z.Kjz.S — — der. aan kermende Schepen worden in 't Zeken- huis gebragt 2. 262.« - hebben een Vracht by zich als zy daar heen ge- bracht worden, waarom? ibid. — - kotten de Compagnie veel in't Ziekenhuis 2.266.« •— — wat voor fpyze v.y genieten in.l.b — — hoe veel zy de Compagnie jaarlyks koften 2.267.« -— neemen de Inwoon :ers gaarne in huis 2- 319. b ~— - voor dezelve moetende Kapiteins dikwils een huis huuren. ibid. Ziekenhuis , door vm Rïcbtek gebouwt. 2. 179.« — ■ — ■ waarom in den aanvang gebouwt is 2.22y.£ Ziekenhuis word een grooter en gemakkelyker ge- bouwt 1.226.« ■ wordt verder wydlopig befchreven 1. 227.« ■ ' om 't zelve zyn veel boomen geplant 1.232.« - — de waterleiding heeft vander Su-Il laaten maa- ken ib$d. - — aan 't zelve heeft Ueinßus een fraaje Infcriptie laaten zetten ib,d. • op de zolder können ook veel zieke leggen r. 231. £ Zieken-Vader heeft een fraaje wooning aan de linker zyde van den ingang 1.227.« moet van alles accuraat boek houden 1.230.^ — - moet alle 8 dagen den Gouverneur een es:r.icï van alles overgeeven ibid. Zieken- Moeder woont aan de linker zyde tegen den Leeuwenberg over 1.227^ -■■ moet alle levensmiddelen verantwoorden 1. 230.« Ziekentroofter in 't Ziekenhuis, wat zyn werk is. r. 231 « Zielverkoper, wat het zy? 2 .25-4 b Zil vermyn op Drakeultein 1 ■ 1 1 ei. b Zilver-Bergwerken zyn aan de Kaap op verfchHJe oorden 1.277.« I-i79- z^o li il » Kilver- REGISTER. Zilver Boom, Afrikamfche l\ %ï daar , an zyn omtrent Conß.tntia zeer veele tbid. htt hout is nergens toe goed als tot brandhout tbid. er-ViTch, desze'fs grootte h.M?'t heelt t;oed vleefch »*»«; b Zingen, doen de Hottentotten niet op de Brunotten 2 21 O Zo rner- Vogels, vliegen even zo bont onder malkan- der als derupzen " . * •*??■ƒ . derzeiver verfcheide verandering is met te teilen , Z ner-W vlen voor het Vee 1.13Q.* Zomer Win len«n de Kaap , welke *' 34/-f zwi zeer onftuimig ">'*■ Zona ■ ilTcert de Schryver I"*1** — aldaar regent het weinig 1.41a lydt het Kaap.che Water eemge veran dering , ■•!»*■' • de hitte is daar onverdraaglyk «««• — 1.1 deszelfs Zuidelyke gedeelte ontftaan veel Tot-J W:nJen 1f\ Zondag, hoe op 't Schv geviert word 1 26. * Z>.n fcclrpsbyde«rr«flr«V»-7rf EbbeenVloed 1. 360.* Z 0-1 , de c-rltbeborene is ertgenaam van zyn Vaders nalaten!' aa3 * »*,'* Zo. men by de Hottentotten, durven hunne Moeders dun, als zy tot een Man gemaakt zyn 1J14 ' 2 29 a . - Tweelingen, worden in 't leven behouden , en door een M nne b ?orgt *. 6. « — worden nooit weggeworpen i- 9- b rr voor hunne opvoeding dtaagen de \ aders ten dele zorg . *■ l8-* — kruien by de Hottentotten in vier wetken een hnndwvk leeren 2.29. b 2 rfulird, een Landgoed I. i'8- a Z 'Ut is aan de Kaap overvloedig 1,63. £ i-*73-* »-_ heett met het Europeaanfche geen overeenkomft 1*341.6 — — h -e het in Europa gemaakt word 1-343- a — — word uit zuiver regenwater aan de Kaap ge- maakt 'bid. ■— — Ludolfs meening hier van ibid. •_— dit word in tvvyffel getrokken ibid. b — gebruiken i Hottentotten ganfeh nier 2.62.« — — gebrek is in Africa niet '•344" - uit regenwater gemaakt, daar van gewaagt Erat*xus i-rancijó tbid. b m vind men in deValleyen 1.347.* . kr yyt het Vee aan de Kaap niet te likken 1.3^2.^ » t r" iemand zonder't zeUeleeven kan 2.62 a — — word in de maad Dtctvber weggehaalt 1.3JO.« — - elk haalt zo veel hy van nooden heeft ibid. ■ mi de Compagnie heeft 'er flecht voordeel by ibid. — — hoe 't er uitzit t ibid. — — het Kaapf.he is niet goed tot inzouten ibid. b .— — heeft Salpeter by zich 1. 35-1.« Zout Rivier -• 73. * . . is verlegt geworden tbid ■ von door eenCanaal indeBaay Falzogeleidt worden ibid m word verdorven door 't zand 1. 74 « — oude en nieuwe ibid. - il mei vre' Welzand aangevult ibid. - de-v 1 is zeer wel bebouwt ibid.Je/j. • — — bcnaaining l.8t.« Zoutpannen in de groene Kloof 1. 131. b feq Zoutpar.nen worden b.lchteven 1. 347./} - zyn van 't Zee- watet bevrydt 'Ind. . zyn'er veele, en hier endaar verftrooit ibid. _____ derzeiver grond is niet zandig 1.348* .. hebben geen eige bronaders 1. 349.6 _ debeuVzynbydeÄtr/^Htf/te vinden 1.463.« . — .- zyn ook in 't Land der Dunaquas 1.475-. £ Zuiger, eenhfifi, befchadigt denWynltok 1.148 a -. vreet de knoppen op tbid. 'i. is niet veel van de knoppen teondcrfcht.aeu idtd. ■ 11 is ee:ft onlangs bekent geworden ibid. h ——■——- kan ten Wyullok iu't kort bederven 'i l. '■ moet 's morgens vroeg daar uit gezot v t- bid. w ar zyn oorfprong van daan is 1. 149. a OoIleWind duurt lang als hy koud waait : ,78.^ houd des daags en ues nachts op gtwiiit ty- den op te waajen waait onfei'baar lang als de tegen 't Ooftea gelegene bergen met een witte wolk bedekt zya 1-379* ■ ■ Cartefit meening van de Wind komt niet niet te pas tbid. ■ is van andere Landen en de Kaap merke- lyk onderfcheiden tbid b «" wanneer aan de Kjap waait 1. 3.^ flaat de haver uit 1. 136 b befc'adigtdeWynftok 1.149« ■ 1 is zeer onftuimig 1. 3^5- « ' wait zeer fteik en lang 1.^06 b ■■ fiwmgt de met.fchen de deuren en venfters toe tehouden 1. 367. « droogt alles op en maakt de aarde dor 1370.^ —-—-—— geett een hel 'ere en gezonoc lucht 1 371.«» - ontllaat ui> de Woik van de Talel en Dui- vels en Windbergeu 1.37 >. b - e genfehappen, of hy lang of kort waaien za' , worden befchreven 1. 378. Zuid Welle Wind is zeer aangenaam als hy waait 1 34f* ' Zuiker Molen, een Hollandfch fchip, is aan de Kaap in gevaar van te ltranden x.yjo.b Zuiker-net is op S.Jago in overvloed I. 21.« word befchreven i.^H.b Zuiver bloed moo,-