. ** \ Digitized by the Internet Archive in 2012 with funding from Research Library, The Getty Research Institute http://archive.org/details/nauwkeurigebeschOObosm t*w J^ï/' atfi C>£ Jj JM^ >f CLAKAQTTE IX LUCE REFTJLSIT VI RG \-'Sif. . Ot*-. :. '. 1 ' imn/Sm Aifrtff/èAt//tn/ti.H)r4tf/tfi*it \\^tn niemand! 'de 'er Zeef?- «fin 'uivfe/t ówtre/ tietivn ■ \yr ' y 'cr-ruifh.-ft ?'/> Ast- mee*/- > / is • Ori-. ". tg£ Jts : en hier van geven ay deefe Reedenen : Eerftelijk , dat men uyt de Voorreden een oefening kan maken van des Schrijvers voorneemen, wat ftof , en hoedanig hy het fel- veftaat te behandelen, en 't geen ons aanlijding, en een feekere gemakkelijkheid geeft om van zijne verhandeling in 't vervolg des te beter begrip te krijgen. Ten tweeden -, fo falmen uyt de Voorreden ook ten naaften by van de be- quaamheid des Schrijvers konnen oordeelen , of wy van den felven eenige voldoening hebben tewagten of niet. Dogwy willen het gefeyde ongevonnift laten , en maar alleen feggen , dat wy het voorbeeld van de laatfte in dce- fenfullen volgen. De Weereld is tegenwoordig fodanig vervuld met al- derhande flag van Boeken , dat het t>yna onmogelijk fchijnd iets nieuws ( 't en zy'er weder nieuwe Weerelden ontdekt werden ) aan het ligt te brengen , daar en is by- naa geen Land of Volk in de geheel e weereld , of veclc Schrijvers hebben fig ontledigd , om bredelijk in hun na- gelate fchriften van defelve te gewagen , en daarom fouder ik my niet hebben derven vermeeten tot meerder vervul- ling nog iets feldfaams hervoort te brengen j dog het aal- oude, en voor veele Eeuwen bekende fpreekwoord der Romeinen, als dat Africa altoos iets nieuws of vreemds voórtbrengd , moet nogmaals bewaarheid werden : want de Knft van Gmnea een gedeelte van Africa , en niet van fVcJl '■ -Indien , als eenige mcencn, ( Vant / Weji-lndien is in Ame- VOORREDEN. America gelegen, en dieshalven een geheel ander weeretds- deel , als dit , waar van wy fullen handelen ) is niet alleen aan ons Landsgenoten , maar ook geheel Europa , nog voor het merendeel onbekend, wijl van het fel ve tot nog toe geen fono^rlinge befchrijving in 't ligt gekomen is, uytgefonderd 't geene men hier en daar in andere Boeken vind ingelaft -, deg ik heb ondervonden , dat het voor het meerendeel niet meer dan verdigtfelen zijn , dewelke met de waarheid weinig overeenkomft hebben , en dieshal- ven is ons van Guwea n\et anders , dan een ruwe fchets 3 en verward denkbeeld gegeven. Ik heb my weleer voor een groot Lief hebber van goe- de Boeken derven verklaren, voornamentlijk van JHiJlo- rien en Reis-befchrijvifigen , vermits ons defelve in veele faken konnen dienen , en wel voornamelijk , dat wy daar door geleerd en onderweefen werden , om alderhande we- tenfehappen en zeden der buytenlandfe Volkeren te ken- nen, en nog daar en boven onfe nieuwfgierigheid , wel- ke ieder menfeh als aangeboren is , op het aldermeefte te voldoen. De Reisbefchrijvingen heb ik van mijne eerfte jonkheid af gelief kooit , en ben altoos tot defelve genei gt geweeft , fco by aldien ik my maar eenigfins kon beloven , datfe van geloofwaardige Schrijvers waren te famen gefield. Dog foo groot mijne geneegentheid voor de fuodanige was, To groot wasookmijn afkeer van de geene, welke ilg niet ontfien , de menfehen een deel verdigtfelen voor fuy vere waarheden op te veilen : want nademaal zy felf noyt uyt hun Vaderland geweeft zijn , foo neemen fy fon- der behoorlijk onderfoek alles voor waarheid aan wat haar van vreemde Landen werd meede gedeeld , en geven 't ook even foo weder over, in navolging van Ariftotehs, die , foo ons nagelaten is , een Befchrijving door Akxan- #* 3 der? VOORREDEN. dtrsXafil , van den aart der Dieren fullende opmaken, ieder Reifiger ten zijnen huyfe deed nodigen en onthalen, na welkers verhaal hy hetgefeide Werk begon en voleindig- de. In fuik een tijd , als wanneer de wcereld nog foo wel niet bekend was, mogt men deefe manie$van lchrijven o-oedkeuren > dog het felve nu te willen navolgen , dunkt my voor een Man van verftand en oordeel niet te voegen, gemerkt zijn fchrijven , foo het niet met de waarheid over een komt, dagelijks door 't heen en weder-fwerven van een meenigte Keifigers ten toon werd gefield , en hy voor een Grollift , of Fabel-fchrijver uyrgekreeten. In ons Land hebben wy onder andere twee dufdanige Schrijvers gehad , die in de voorgaande Eeuw wel de meefle Boeken in het Hgr hebben gegeven ,defelve zijn door hunne menig- vuldige fchriften foo wel bekend , en van 's gelijken by de kundige hunne Werken , dat het niet van noden is om'er iets anders van te feggen , dan dat men haar regt genoeg doet met hun buytenlandfe fchriften, fonder eigen onder- vinding opgctreld, maarten halven te geloven , daar zy anderfins met faken , die onsGeweft raken, tebefchrij- ven, vrygrooter eer hebben ingelegt en meerder lof ver- diend: want ik, nog niemand anders, denk ik, fullen der- ven ontkennen , dat het buyten dien , menfehen zijn van een befondere bequaamheid , en die de Heemel met feer veele goede en fchoone hoedanigheden heeft begaaft. Ik heb het van mijn gemoed niet konnen verwerven met ftil- fwijgen voor by te gaan fommige (tellingen van haar tegen te fprecken , en de regte gefchapenhe iel dier faken , waar van zy foo ongegrond gefchreven hebben , op het papier te brengen , hier mede denk ik een ieder dienft te fullen doen. Dog vinden zy fig daar over geraakt en begeerig om mydefwegens-( gelijk my al word gedreigd) te hee- kelen, ik falniy desgetrooften , en ben wel verfeekerd , datfe - VOORREDEN. datfe my ten minften van geen onwaarheeden fullen be- fchuldigen. Dog ik wende my van haar af , en betuyge , dat onder andere oorfaken en noodfakelijkheeden , de Reisbefchrij vingen al eene der beweegredenen zijn ge- weeft, die my Europa hebben doen verlaten , benieuwd zijnde, om het geen ik in de Boeken geleefen had, eens van naby te gaan befigtigen. Ik heb in mijn rnym der- tienjarig verblijf op de Kuft YanGvmea, mijn luft rede- lijkerwijs konncn boeten , alfoo 't geval my daar omtrent gunftig genoeg is geweeft, vermits'er wynige, of liever geen Plaatfen opdeK&Jl zijn , waar dat ik niet eenige tijd heb gewoond , en waar van met ondervinding weet te fpreken. Dog midlerwijl dat ik mijn eigen nieuwfgierigheid voldeed, bragt ik my te binnen , dat den. menfch niet al- leen voor zijn felf, maar ook ten dienft van zijn even- naaften gefchapen was , ook dat alles , hoe fraay het cok mag zijn , zijn meefte aardigheid verheft, foo wanneer het maar ondereen menfch alleen (fonder het aan een ander mede tedeelen) als verfmoord blij fd. Hierdoor wierd ik bewogen om hetgeen door my met genoegen was be- figtigd , ook aan mijne Landsgenoten mede te deelen , en wel te eerder, wanneer ik tot fulx te dcen dooreen mij- ner goede V rienden wierd verfogt , gelijk uyr mijn eerften Brief aan dien goeden Heer gefchreeven , fal blijken. En al fchoon men uytopgemelte Brief fou konnen of mogen befluyten , dat mijn Vrinds verfoek gantfchelijk tegens mijn fin was j foo en is dog niets fekerder als dat ik 'er won- derwel mede was voorfien , en fou het nog vry meer ge- weeft zijn, ten ware de redenen in meer-gemelten Brief bygebragt, niet eenig nadenken in my hadden overgela*- ten, en wel voornamentlijk het laatite > teweeten, het gebrek van een goede, en de tegenwoordige weereldbe- haaga- VOORREDEN. 't Heeft my een geruymetijd, dat ik dit werk onder- handen heb gehad , feer gedaan , dat met de konft van te- kenen niet en was begaafd , nog dat'er iemand in die konft ervaren , op de Kuftwierd gevonden, terwijlen ik van gedagten was , dat een Boek met'er eenige vreemdig- heden , waar van het felve gewaagd , in en aan het gefigt te vertoonen, geen kleine glans werd bygefet, als willen- de het oog ( 't welk al een voornaam deel van ons lichaam uy tmaakt ) mede garen het zijne hebben , en in de vreem- digheden niet mifdeeld zijn j dog eindelijk , en na dat ik met fchrij ven al feer ver was gevorderd , quam'er een Per- foon met gefeyde konft begonftigd , op de Kuft aan te landen, dies ik ook niet lang en draalde , maar (lelde den felven aanftonds te werk , eerftelijk met hem alle de Forten beooften Elmina fo van Ons , de Engelfin als Dtenen te doen uyt tekenen, en om hem daar toe des te beeter gelegent- heid te geven, ging ik die Reis in Perfoon f als zijnde met een Commijjie van den Heer Generaal Sevenhnyfen y weegens faken van de Maatfchappy > belaft) met hem doen. 't Gedierte dat ons onderwegen op mijn bevel wierd gebragt , is door hem mede na het leven afgebeeld , en van het felve had hy ook wel foo goede kennis als van het uy t- tekenen der iw"/£», waar 'm men egter geen grove misflagen fal gewaar werden, en enkelijk maarfodanige welke de regelen van de Tekenkonft betreffen , en de- welke van niemand als in die konft ervaren, fullen wer- den befpeurd. Maar, de dood , die niemand ontfiet , of op de noodfaakel ijkheid eenige agt geeft, trof den Te- kenaar ( fo als wy gereed ftonden om ook een Reisje be- seften Elmina te onderneemen ) fodanig, dat hy binnen weinig dagen gefond en dood was* en daar docr bleer ik met ten halven van mijn voorneemen fteeken, en ver- mits wy zederd niemand meer van die konft hebben ge. had VOORREDEN. had, fo gelieve de Leefcrfig met my met het bekomene te vergenoegen. Egter leef ik niet fonder hoop om het geene ontbreekt, nogteeeniger tijd te fullen bekomen, en 't welke hier namaals nog wel foukonnen werden by- gevoegd , indien de Boekverkoper anderfinds maar ge- lukkig genoeg is , dees eerften druk fpoedig uyt te ver- kopen, alswanneer'erneevens de overige Plaaten, ook wel een aanmerking over de geheele Kuft , mitsgaders een nadere Befchrij ving van de Boven-Kuft , de Bogt van Gttinea, en de Kift van Angola bymogt komen, 'teen en ander, indien wy tijd van leeven hebben , fieikmet bewilliging van Mijn Heeren de Bewindhcbberen nog te gemoet. Mijn verfoek van een iegelijk , wie het ook foude mo- gen aangaan, beftaat voornamentlijk hier in, datfe het my niet qualijk gelieven te neemen nog 'er fig aan ergeren, dat ik fo hier en daar den aart van een vryborftigen Hol- lander laat blijken. Het en is niet gefchied om iemand te verkorten , maar om een Les te geven aan onfe nakomelin- gen, en die'er aangeleegen is om'er fig in tijd en wijlen van te bedienen ; dog is'er egter iemand die fig geraakt vind, en die fchuld heeft, 't en fal my niet leed zijn, al- fo niet meene gehouden te zijn , wegens eens anders flinxfe trekken de waarheid te moeten verbergen -, dog andere die het wei gemeend hebben, en ditmijnfehrij- ven niet wel en bevatten , ben ik bereid een nadere verkla- ring te geven: want ik fal geenfinds in gebreken blijven om ten allen tijde 't geene dit werk bchelft , (taande te houden , tegens wien ( 't zy met eerbied gefegt ) het ook foude mogen zijn. v Van den verderen en onpartydigen Leefer eifch ik niet meer, dan dat hy mijne manier van fchrijven}die op fommi- ge plaatfen ai wat dierlijk of naakt fchijnd , niet en veroor- # ## j dee- VOORREDEN. deele , en nog veel minder dat hy daar uyt een gevolg fou- de willen trekken, alsof mijn levenswandel op gelijke leeft gefchoeyt was. Hier in zoude zig een ieder bedrogen vinden , want degeene met wien ik de eer heb te verkeeren en brieven te wiltelen, zijn niet onkundig, dat mijn ftijl fig altoos meer nzRaillerie alsPedanterie (om ook eens baftard- taal te gebruyken) heeft gevoegt : ook kan ik niet fien , dat 'er eenige wanhebbel ijkheid in opgefloten is > want 'k en laat mynoy tin Raillerie uyt, als in 't verhandelen van fo- danige faken, welke niet fin^eers en behelfen, en dies- halven hoop ik , dat my dit kleine vermaak niet fal benijd werden , maar dat een ieder regtfinnig Leefer toe ÏA ftaan, dat ik, die'er niet anders vanen heb, myfelven wel eenige plaifier mag aandoen > de fodanige Tullen my feekerlijk t'hunwaards verpligten ; dog de geene welke het altoos op de oude , en wel te regt ftijve deftiglieid wil- len hebben , mogen 't gefeyde overflaan , of ook wel den- ken , dat ik voor haar niet heb gefchreven* Dat ik doorgaans de kortheid, fo veel mogelijk wasV heb betragt, meen ik dat overbodig blijken fal , want anderfinds had ik dit Boek nog wel op de helft konnen vergroten ,. met nog van eenige kleinigheden te gewagen , of het reeds befchrevene wat meerder uyt te breiden. Dog hieromtrent eensanders oordeel na het mijne buygende, kan ik niet fien of fulks fou den Leefer verveelen , want als iemand te lang op een ftukftaat, fo fal hy in plaats van foetigheid , een walging veroorfaken. Heb ik ook de regelen tot hetBoek-fchrijvenvereift, niet wel in a^t genomen, de Leefer gelieve tcweeten, dat deefe beligheid aan my geheel oneigen is : want ik hebbe ondervonden , dat het een groot onderfcheid is , een Boek te leefen ofte fchrijven •, 't is mijn eerfte vrugt , cnnaallegedagtenfalhetookdclaatftezijn , en mede het Laatfte VOORREDEN. laatfte dat [ik tot dit voorberigt (om het na evenmatig- heid van het Werk niet grooter te maken ) fal feggen , als enkelijk nog 5 dat ik den Leefer een volkomen verge- noeging tocvvenfche , en verfoekedeefen mijnen arbeyd in dank te ontfangen. Waar mede ik my verpligt fal vinden om te zijn en blijven haar Toegeneigde Dienaar, WILLEM BOSMAN. *** * MIS- MISSIVE Gefchreeven aan den HE ERE WILLEM BOSMAN, Toen zijn Ed. het boek , genaamd BESCHRYVINGE VAN DE GUINEESE GOUD-KUST, in het licht gaf. Een yder zal gef reezen worden , nu dat zijne verft an» digheydis, SPREUK, xii: 8. MYN HEER, - ^K hadde vaftelijk beflemd , en voorgenoomen , ] Toen ik van Utrecht af, naar herwaards zoude gaan , [Nooit tot het maaken van een lof-gedicht te koomen, Op eenig fterfflijk menfeh; maar om van nu voortaan, In ftiltc, en ( i) eenzaamheid mijn lecven te verflijten : De eeuw is te lekker, en te vies in Po'éz.yy Dan bleevc ik ook bevryd van fchempen, en verwijten^ Maar 'k zie (2) de menfchlijkhcid blijft my, als andre, by: Ik ben veranderd (?) met de tijd; 't moet dog zo weezen. Toen gy dit Boek befchreef, oordeelde ik 't van mijn plicht, Dat ik ( het ftrekk' tot nut der geener , die het leczen ) U cjuam begroeten met het volgende gedicht ; Te Ci) Is een Spreuk uyt HORATIUS : Beatus HU, qui proeul negotiis, &c. lib. Epod. 11. C 2) Dit is uyt TERENTIUS : Heaut. A£l. I. Sc. i. v. 25. Homo fum, humani nihil * me alienum puto. ( 3 ) Ecu oud Latijnfcb versje : Tempora rrmtuntw , f e nos mutnmur in Mis. Te meer'er^tuiTchen ons, eer u (4) mïjnè oogetr zaageis ■; Zoo naauwe, en zuyv'rc band van Vriendfchap is gcwccft, Als men van (5) PYLADES, ( in lang voorleeden daagen, In AGAMEMNONS tijd) en van ORESTES leeft* Wy hadden ( zulk een knoop van Vriendfchap ziet men zelden) Een hert , en eene ziel , wy trokken eene lijn : rkZal nu, om reedenen, die my bcweegen, melden, ( 'k Steil' vaft, dat gy het weet) wie rechte Vrienden zijn : Aan anderen , die zulx niet weeten , en dit leezen , Die , of door jaloezy , of onbezonne drift, Zich laten leyden, zou het dienftig konnen weezen, Als zy zich droegen, naar den inhoud van dit fchrift. Wat is dan VRIENDSCHAP ? Een verbintenis van menfehen > Wier over-cen-komft fpruyt uyt een rechtfehaape deugd, Dien men gewaar word, naar elkand'rens zin , en wenfehen j En zulke VRIENDSCHAP ('t is eenzaake, die my heugd) Krijgd evenwel een krak, wanneer ten geenen tijden, Komt te verdwijnen, dat, waar uyt de VRIENDSCHAP%oot? Het haaftig kiezen, moet me in VRIENDEN keur, vermijden j En niemand lieven, wie hy zijn mag, kleyn, of groot, Eer dat men oordeel van zijn doen, of hem, kan gceven; De VRIENDSCHAP zy oprecht, of ze is maar veinzery; En zoo de VRIENDSCHAP tot volmaaktheyd word verheeven, Diend ze wel ( 6 ) eevcn groot te weezen van wcerzy. Men moeft ook hebben een ontwijfelbaar betrouwen; Niet qualijk neemen , als men waarfchouwd zijnen Vrind 5 Wanneer hy doold -. Zoo lang wy hier ons woonplaats houwen* Zoo lang men menfehen op de» Aardkloots omkring vind, f 4) Toen zijn Ed. in Guinea woonde, hebbenwe veele jaaren onze- vriendfchap, met brieven-wifTeling onderhouden, zoo als uyt den inhond van= 't Boek blijkt. ( 5 ) PYLADES was een Zoone van STROPHIUS , ORESTES vart> AGAMEMNON ; men leeft van meer dierselijke vrienden in de Oudhcyd, als van PYRITHOUS met THESEÜS , ACH1LLES met PATROCLUS, DIO~ MEDES met STHENELUS, HERCULES met rHILOCTETES, &c. (6 ) OVID1US heeft zulx in zijnen tyd ook geweeten , want hy zegd: Trift.Lib»- 1 1 1. Eleg, iv. . . . . amiciiias & tïbi jungc pares,- Vind men ook menfehcflj die (7) fteeds ftruyk'Ien «alle daagen ^ Eu zoo een VRIEND dan dwaald ("'t welk lietcl ijk gebeurd) Behoord men zulx, als iets verfchoonlijks , te verdraaien, En niet gcdoogen,dat de VRIENDSCHAP wierd gefchcurd; Dus ver.om reden, van een VRIEND, enVRIENDSCH APS zaaken 'Waar in, voor die het leeft, nog eenig .voordeel (leekt; Nu zal ik, om ten eynd van mijn beftek te raaken, Vervolgen, 't geen aan "'t werk wel eygentlijkft ontbreekt; De inleydinge oordeele ik, al lang genoeg te weezen : Des kunt gy , 't gccn'cr volgd , met luft , en aandagt leezen. Al wat'er word vercyfcht in een Gefchied'nis-Schrijvcr, Die de gefchaapenhcyd der zaaken , in haar aard , Verhandeld trouwlijk , met Omzichtigheyd, en Yver, Op dat ze blyven voor den roeft des tijds bewaard ; Die uyt den fchuylhoek van de Aaloudhcyd weet te graavcn Door arbeyd, 't welk voorheen niet was bekend geweeft, Dezelve diend voorzien te zijn met veele gaaven , Op dat elk een zijn werk geloove, die het leeft : Hy moet zijn Onderricht in 't geen hy zal verhaalen; yrjborftig, Onbefchroomd , in dat, 't welk hy befchrijfr; Hy moet voorzien zijn met een kennijfe van ( 8 ) Taaien : (Een deftig middel, 't welk de wijsheid krachtig ftijfd) Hy moet van 't geen hy fchrijft , een Oordeel konnen vellen; Hy moet wel Willen , en wel Weeten wat hy zeyd ; Die zoo voorzien , en zoo begaaft is , dervc ik (tellen Ten voorbeeld", en ten baak van een volkoomenhcyd, "Want zulk een fchrijft niets, als vertellingen vol klaarheyd, 't Geen onverwrik'lijk, en op vafte fchroevcn ftaat, Heeft geen verfierfel als de (9) onopgefmukte waarheyd, Die zuyver is, en die zig zelf prijft, waar ze gaat. Gy (7) Jacob. 111. v. 2. (l) De Schrijver fpreekt taamelijker wijze de Taaie dei- Keegers , of der Inwoonders van Guinea, en dan ook de Taaie der Fr Anken , aldaar te Lande jjcbruykelijk. (9) 't Is een oud Latijnfch vaars : Indut* nullo tegmine veritas, Nulltsque gaudet piiln coloribm Prtdirc Gy hebt al 't geene ik zeg, volkoomentlijk geweeten^ Uyt veelc Schriften, en naauwkeurig onderzoek ^ Der Schrijvers; wantGy hebt veel letteren gegeeten; En dus bcgaaftge u tot het fchrijven van dit Boek. 'jil iv at ge doed, doed dat ( 10 ) met macht, en wilt u haaftett: Dit wift Gy, en voldeed aldus ons herten wenfeh; Dat 's leeven ,als men leefd ten dienft van zijnen Naaften, En zijn talent befteed , tot nut van de Even-menfch , "Wie zoo zijn tyd verflijt, heeft zeckerlijk dat voordeel , Dat hy geen reekenfehap zal gceven in het Oordeel. Om nu volkoomentlijk den Leezer te believen, En zoo te fchrijven, als 't u leydc op 's herten grond, Hebt Gy, onopgepronkt, uw Werk volvoerd by Brieven, Naarvolgens 't voctfpoor van BURNET (i i)en van DU MONT* Twee Mannen van verftand : Die ftyl is buyten driften , Eenvoudig, Aangenaam, Gemeyn in yder woord; 't Weetgierige vernuft word uyt zulk (lag van fchriftcn, Tot meer vermaak, en meer genoegen aangefpoord. Wie wijze lieden volgd , diens oogmerk^ is te prijzen : Men word verflandig door 't verkeeren by den wijzen» Elk kan ook in een boek 't verfchillende oogwit merken Der Schrijvers : De cenc fchrijft, wat tot de Bouwkynfl raakt, Eenander weederom van Hooven, Hujzen> Kerken > Van Kabinetten , en van Boeken : Deeze maakt Zijn meefte werk, van uyt 't gehoorde iets naar te praaten, Maar Gy brengd niet een zaak, geen letter aan den dag, Als 't geen Gy hebt gezien; Gy hebt niets naargelaatcn, Dat tot beichrijving van de Goudkuft dienen mag, 'tMinft dat Gy ons verhaald, heeft zijne prijs, en waarde, Gy zijt te roemen', om de kortheyd van uw ftyl; **** Gy ( i o) Dit hebbenwe met weynige veranderingc uyt de Prediker SALO- MONS ix: 10. C i O 0°k van andere, wier naanien te vernaaien, te verdrietig, en te lang zoude vallen. Gy daald ook zelf tot in (12) het ingewand der aarde, Om niets onaangeroerd te laaten. Midd'lcrwyl Zoo ymand Kift heeft, om de Teyk^ning te befchouwen, Die in dit "Werk beknopt te zien zijn , niet op 't grootft , Die kan ze roor opregt , en voor geloof baar houwen, Als zijnde op 't oog gefchicd, nietvalfch, of naargcboottL "Wie kan dan uwen Lof, zoo groot alszc is, verkonden ? Gy zijt Opmerkend, van een zonderlinge Vlyt, Gy fchrijft van Zee, van Land, Beleegring, Vree-verbonden, Van Eylanden zeer verr' gcleegen , ook van Strjd, En Veldjlag ; Gy ontdekt ons onbekende dingen, Die wy gclooven, dat waaragtig zijn, en wis, Om dat Gy in dit Boek niet wilt te voorfchijn bringen, Als 't geen door u van ftuk tot ftuk (13 ) bezigtigd is, Des moet ons uw verhaal verlokken, en bekooren. Een Oog-getujge is meer, "als twintig die wat höorert. Aan 't Opfchrift van dit Boek wil ik my niet vergaapen, Schoon het op 't voorhoofd zoo een fchoonen Titul drangd, Als of 'er niet, als Goud, en Goudftof was te raapen , Op deezc Goud-kufi , daar uw Bock breed van gewaagd, De naam is mooy, en doed elks hertc in liefde branden, Mits 't Goud een berg-ftoffe is , aantrekkelijk van aard, Maar 't legd verhoolen in des ( 14 ) aardrijks ingewanden, En 't regt gebruyk word flegts voor weynige bewaard, Geen menfeh moet. om het Goud alleen zich zoo vemced'ren, Dat hy zou reyzen naar dit verr'-geicegen land, Jt Goudhec£: gecn.vafte plaats, 't vliegt! heen (15) met arends veed'ren., Is voor den wijzen menfeh een al te onzecker pand; Een wijs man moet op 't Goud zijn herte nimmer zetten, Maar ■ - (12) Daar hy van de Goud-Mijnen fpreekt, 1. Boek 6. Brief, pag. lo."8cc: (13) Is een Spreuke uyt PLAUTUS : Truc. Acl. 2. Sc. 6. Pluris eft teflis octdutm unus , qu*m auriti decem. (14) OV1D1US fchrijft'er aldus van in zijn Metamorph. Lik l. V. !?«)• & hy van de koopere Eeuwe praat : Quasque recondidtr ring!) aan UE. is foo gcoot / en UE. tyienDfcSapmgban foo Ijoogen toaaiDe/ Dat icn ober gcfeg&e f toarigöenb Been ftapp«;iöe/ UE. fal tragfjten te bolDoen ; noeïjtang onöer belof :c / Dat UE. mg / in mijn fcljnjben foo gier en Daar wat fuït moeten toegeben/ berbullenbe Ijct gefyeeft banftyï met UE. getooone goeDgunfliggenD : nonnenDe UE. boo? Set oberige figlj berfeeeneren / Dat {jet mg / om UE. een bol hom e bergenoegingf) te geben / foo met aan magt / ten minfïcn aan een goeDe toil niet onttyeecnen fal» tieerenDe mn Dan toeeDer tot UE. 23jief / foobebinbe Dat UE. nieutoggierigfjepD / cerjt en boo? al gaat / ober 't Landfchap toaar Dat U j&ttf jongfl Dooien ^eer Generaal i$ geplaatfl. <0m UE. Daar op befjoojlijch te anttooo?öen/ Befebij- foo Dient /Dat §tt Axim genaemt i^/een Landfchap beboutoD/ ving van fn fooojfien met feer beel groote en feljoone Dorpen, en alle LanHi öefclbe fgn bn untnementjjerjD bolem* ge lt / leagcnDe gefc göe roi DÓr. Dorpen , foo toel aan Den Oever Der Zee , al£ SanDtoaarD^ in / «*"•*■ fiaar grootfleDorpenlang^DeStrand,of aanZee,leggen onDer volcknjk. Ö0 Forten Der Nederlanders en Brandenburgers , toaar ban Dat Der Nederlanders noel) toel jet boo;naamfle ig. 'tT.rtst. <®ti$ Fort al&ier / ig genaamt St. Antoni , fijnbe (jet fijne Antoni . benaming berfcfjuïoigD aan De Portugeefen , toelebe boo? Dee* hoedanig fm ^mm tn ^cfttter^ ban fijn gctoeefl/ Doel) Doo? ong oon in Den jaere i*4i* banbaer / «fê ooft ban meeranDere Pta*- (cn GUINESE GOUD-KUST. 3 fèn en Kullen, bcrö?eebeu. <Ön toaarljjcnljet fcgccn inboort 0e tijden / Dat De Portugeefe 3£anöaarb aan anDere Landen, *n i©ogent{)eDen oicnöe boo? Sportten / om get 4Dilb beo? Defelbe op te fpooren/ a\§ toanneer öie Dan quanten om'cr Baar ban te ontlafïen / en Ijct tn engcnDom na fioö te nemen* ©00 Dit obergeflagen/bitFortje i$ niet groot/Dos feerfraeg/ en net «ÖeboutoD / en te gelijrfe ooeft fleren/ en toel gelegen/ bOO?fl?n metD;te goeDeBatteiyen,Borftweringen,Buytewerc- ken, en (joogeMuuren , aan De Landkant , nur^gaoerö een genoegfaam getal goeD Kanon * btepfjalben a\$ (jet ban nïonD^ ftofï boojfïen toatf / foo fou gec tegen$ een groote magjjt ban Defen StanDaarD befïanD fijn. 't 3$ mijn ban Ijerteleet/ Dat teft UEbeaftefteningö ban 't felbe niet nan toefenDen / geltjcn ban meningjj ben qmcefi/ Dog De geen toelclu Dit fou getojoggt Rebben/ i$ on£/ toanneec nog maac ten galbe {jet toer&geDaantua£/DoojDeDoobont> rncftt/ Dieg UE. geen aftefteningïj ban eeniglj Fort betoeften Elmina gelegen/te bertoaggten (jebt/maar tod ban biegeene toclne <£>ojïtoaatt£ ban 't boonioembe Elmina fijn geboutob. UE. tneet fijn Neefs beDienitigö; Die ban fijn Opperhoofd gemaabt t$ Oppercommis, of Opperkoopman, fijnDe Die jegen* toonjDigDei^eerN.N.Detoeïfte foo toegeng De Compagnie, al£ Den Generaal , een bolfïage gebieD ober Dit gefieele Land geeft / algfïjnbeDe Inwoonders onDer een groot gebieD ofgefagban Groot Ge- Den Koopman aan Axim berbonben om alleg Dat in Baar Land bi«* ©f. ftomt booj te ballen /Bern aan te Dienen / bermogenDe fp nieten looi. Bet geringfïe busten fnnfcenmg/of toeflemming mogen ber* man t«* rigten/ behleDenDe Bö in Dat Land Deplaatg banOpperreghter, Axim. niet nalatig fïjnbe om nebeng De f toarteHoofdluiden,alle ober* trebcr^ enquaabboenberg/na f Lands nnjfe te fïraffen. J£oe* Danigö tiee^ ftegtplegingfj toe gaet / fal icft mn De eer ge; ben / toanneer tijD ban ïeben Beb/UE. met een anDeren 25?tef te berfïenbigen/ en nu eer iuberber gae/UE. een nïenne feöet£ ban De Guineefe Kuft , bocB boojnamentl jjen batmen De Goud- kuil noemt / ( en Die ton nebeng anDere befitten ) te geben. Guinea , i$ een tojjD untgefErecbt Landfchap , ban eenige Guineais IjonDerD mijlen ; befïuntenbe in figB felben ontalujcn beeï ecawija foo groote al^ fclenne Koninghrijcken, begalbcnnocöbeele^e6- U 2 Defaelc 4 BESCHRYVING VAN DE ftreckt betoeïfte bp toijfe ban een <&c meenebeft toerben geregeerbv Und. $eel ^clmj&erg Ijtbbm gemeenb bat Guinea een niagtigft Koninghrijck toa£/ toelcnerg Koninghboo? 't gelucbbanbeu wacrvan Oorlogh, en ftjn Wapenen een groot getal Lands, ouberfïjn schrOvcr. öetoelü öebbenöe gebjagt / beeg gefteele Landiheek tot een aangaande Koninghi ijck gcmaacntBabbe/en aan 't felbe be naam ban Gui- Guinea nea gegeben. ® ocg bat bit een feer groebe migfïagB i$ / [joop Trokcn *cft UE- ÖP 0el^gcntöenb te toonen/ fïjnbe be naemban Gui- worden. «ea bp be Inwoonders felf niet een£ benenb / bitg §tt inge* beelbe Guineefche Koningrijck nietmbe toeerelö/of ten mm ften nocg feec berre te foeeften i$. *®t Goud-kuft, een gebeeïte ban Guinea fïjnbe / befïaat een vaC>? dee Itn&t ban ontrent of rnpm feffrgö mijlen / beginnenbe met Guinefe {jet Goudriviertje , tyic mijlen betoefien AfTmé , of tmaelf Goudkutv, mjjïen boben Axim, en einöigenbe met Bet ©o?p Ponni,fe* YcwltZ *cn °f ö3&t mijlen beoofïen Acra. gind, en Itëet be Landftreck tufrefjen Affiné en Rio Cobre, een mijl ookeyn- boben ong Fort St. Antoni gelegen/ tebefcB?i)ben/ falicnU d,sd- E. niet opBouben/ mitg ben jjanbel baer ter plaetfe jegens LjoojöigB foo (ïeggt i$/ bat top Baer felben meer gaen be* sieeten fQt&*n> ®m* negen/ tien / en meerjaren toierb'er fleren handekannen Banöel geb?eben/maar t'fcbert batBetGoudnjckeLand- Ao-.né, i'chap Affiné ( ban toertoaerog ïjtt Goud aibaer toierb geb?agt ) Ö002 be Dinckinrafe i§ gefTagen / en bpnae bertooejï getooj* Oen/t'frbert/ fegB teft/ig \jitt toepnigBte boen getocefï/rn En waar 't mepnigc bat Ijicv nocB toerb ontfangen / i$ balg of ban fcer uytont- fïegtenbeugt. ©icgBalbenBtoban af fcöepöenbefal icnober ftaat- gaen tot be Landfchappen , toelrfce op be Goud-kuft langfté 't Strand (Ijngelegcn/en fonber be magtigfïenbanbten/of ben Koninghrijken be boojrang te geben/ maar fwipelijcn ban boben af beginnenbe UE.t'emeng foo beel fcö?ijbni als bc tijb fal toillen toelaten* Namen fUl be Landfchappen ban be Ancoberfe fiibier af / tot aan jran al de get ©Ojp Ponni , fijn elf in 't getal / aig Axim, Ante , Adom , fcbap'pcn J^5*» Commani, Fetu, Saboe, Fantijn, Acron, Agonna, en op de Aquamboe , peber ban befelbe een / ttoce / b;it I of meer ©oj- Goudkuft. pen / leggen aan be Zee / foo onber be Forten ber Europia* aen, alg tuffcfien befelben fci/ boef) l)m grootfle en JMrn* rijcnfïe GUINESE GOUD-KUST. f rijufïe Dorpen, gebbenfe gemenelp Hanbtoaarbgin.^eben ban gefïjDe Lnndichappen fijn Koninghrijcken,alg gebbenDe een jegelgcn fiJ» eggen Koningh , en De oberige magg men Mlijth De naem ban een «Öeineenebefï geben/ al£ toerDen* De öodj ecnige Der boomaemjleonDer gaer bcjtierDieDog mei* ftebefelbe fijn/ ftaatongin't berbolg te toonen. 3J&3alDan eerfïelgn/bolgeng mijn boomemen/ban {jet Aximfe Landfchap Nader fp?eenen/te meeren/ Dat get in boorige tijben ban een reDelijne verk|arin? groote en maggt i£ getoeeft / (namelijR na 't bermogen van xim' ban Defen Landaard , ) maer DOOJ De BOmfï Der Brandenbur- gers op Defe Kult , gebben De Inwoonders fïg berbeelD ; een geDeelte geeft fïg onDer De befegerming ban De nieutoe aenge* ftomene begeben/ al£ fïg felben albaer een facgter Jjfeerfcgap* pg en toner toom beiobenbe / gelp aïg uut get berbolg fal blpen ; en bic i$ gaer ook met ten eenemael miflue&t. ©e oberige toel ban De eerlijcbfïe / en min naberanberingggae* ftenöc / bleben bg ong j fcgoon ft/ alg gefegt $/ Doo? Deefe af> fonöeringg gaer Land afg gefegegben gebben. 3&ier fal i& egterniet opfïen / maer nen get Aximfe Land,foo aïg get Lcnste boo* Deefen getoeefl $ / een Icnggte ban rugm feg mijlen ^eet geben/te renenen ban meer gcmelte Rio-cobre, ( of Anco- ber, boeg anDcrg gefegt ^lange-töibier/ om rebenen /na ab ïe bermoeDen/Doo? De Portugefen foo genaemt/om bat go gaar loop fïang^getoijfe HanDtoaerDg in fïrec&t/ ter lengte ban tn De ttointigg mijlen ) tot get ©ojp Boefwa een mijl &e? üKfïen ong Fort, acnget ©oapBoutry gelegen. 525e ftoarten (Negers) of Bewoonders ban bit Land fijn Heeft n> &oo?gacmj rijen en toeelb?igg / grooten ganbel tygbenDe/^1"- met De ugt get Land RomenDc Koopluyden , boeg toele&erg ^ers!^^ Goud ft boo? get meerenbeelacn23oo?D ban be gier ter Kuft degroote nomenDe ^egepen/alg Engelfe en Zeeuwfe1to?renb?ager£/ Koopiuy- befïeeDen / niet tcgenflaenbe De f toare fïraf bit ft figg booj dciu Deeg berboben ganbel op Den galg galen : mant foo top gaer op Dee£ ganDel bomen te betrappen/ foo en ftjnfe niet alleen al get Doe: gaer geaoggte goeb quut / maar toojöen Daet Dierfein*- en boben noeg Dapper in De 2£eurg getafï / en moeten een fluyekery, fracge geïb boete op bjengen ; Docg bit fcgjient gaer niet !"a,°cte af/ enfgonberneemengett'el&eng weöerop meutog/ opv2e2L 2G 3 &oop 6 BESCHRYVING VAN DE jjoop ban niet te fuïieti toerben agïjterljaelb ; oocft fijn be mecfle toei foo erglj / bat fp be ^laben ban bc Compagnie, toelcbe op bit ffugcbcn Dg nagljt moeten paffen/ en Dg ge* bolgc foo beei alg #erblicberg fijn / be Ijanben falben en niet een fteecbpenningF) om fetten / al£ toanneerfe onbe* fcjjjoomb öaac ïjanbel bonnen bnjben / en beletten bat top ya$ meer ai$ een öonberfïc part ban bit <£oeb bomen aeu te gaden. ®* eeben nu toaerom be Inwoonders met foo groo* ten gebaar bcc$ berboben öanbel bigben/ ifi om batfcbe Koopmanfchappen ban be tlojrenb?ager$ / boo? een berbe of bierbe minber aï3 Ou omj nonnen Krijgen / en fomtijbg oocn bcugbelijcber goeö* «Dieg U E. ligteiijeb bonb betyoe* ben/ bat fpljierom al eenigl) gebaec fuilen toillen uprftaeu/ toant boo? btc$ Ijanbel eemgcn trjö gclucbigjj te plegen/bon* nenfcöeriïjaaft rijen maecben. " Debena- 'b <£n geloof niet bat U E. ontoctenbe fijt/ toat top Sier mingvan &oo? be naemban Eo?renb?aper bcrfïoan ; boel) baer in om toer"" ^unoi3Ö fi)nbe/foo bienb bat get ontype ^eljeepen fijn / boo? vcr. ecnige Koopluyden, in Holland uptgerufl/ toelcbeboo? jjaer Uaankfijn [janbel bic fp gier boen bjijben / 't ftegljt ofte typïjepb ban onvrye ftm Staat, aeu bt Wcil-indifchc-Mjfttfchappy berleent / om scheepen. &ecg Kuft alleen te bcljaubelcn / befïeclen/ entebojtboen/ bit§ oocb gefijbe^cöeepen/inbienfe ban on£ toerben gebaept/ Hoedanig boo? goebe bupt toerben berbïaerb / en 50 fp'ee figö met ge* met dcfci-toelbtegemj aenbanten/enegterbanonfe ^eöeepenbermee* regehan- £er0 too?ben/foo ï)cbbcnfe/na inïjoube banbe Plackatcn (upt ^fJIJe öebelban ben Staat, al omme afgebonbiggt ) Igfengoeb ftraf oP berbeurb. ®og feljoontoctc mijnen tijb boojbeeïben öeoben/ defeive öafcr £o?renb?aperg met getoelb fijn bermeefïerb/ foo fijn «pgeiteid. fo piaccaten boel) noopt foo fïrcngl) uptgcboerb / maer ton jjebbcn omj bergenoegb / met be boomaemfle SSelljamelg ten boojbeelbe ban anberen te fïraffen ; ban gefijöe ontope ^cjjeepen/ fijn'er geburenbe mijn aentoeefen aifner / ecnU ge toepnige genoomen / en opgeö?ag!)t / bocö ïnbicn boo* De cen/alóanber ©ienaer ban onfcMaatfchappy,toat beter toijs opgcffelb toag getoojben / baer fjabbeirer feecberlijcft bn? meer in be baarg geblogcn. ffltatt top $ullen / om uic* manb te befeöulbigen/toijleeniegelycbfijnftoacböepbljeefc/ Sier GUINESE GOUD-KUST. f jjier ban affegenben/ enbefïen/toaermebe/of booj toatmib* Del be lnwoondei s ban Axim fïgg felben geneeren ; 't felbe be* dc lc fïact bugten ben gaubel inbenLandbouw,enVisvangft:ban vens-aart 't laetfïe 3ij»'cc egter maer toegnigg / baer en tegen meeft hoonden allcbelnwoonders, 3Jjn be3*g met ben Landbouw , bOOjnae* van Axim. mentlycft tn 't planten of ^agen ban ifcijfï / betoelefte gier mccraï£ elDrrjj / oberbloebigg maft / en ban gier be ge* geele Goudkuit ober berboerb toojb / fyengenbe De Inwoon- ders baer boo? toeeber ban anbere $Iaatfen/Milhio, Jammes, Pattattes, Oly dc Palm,en foo boojtö/ om rebenen bat bïe iDmg* Axim' ten gier fonberlingg frgaarg fijn /alg fijnbe get Aximfe-Land, f>cc£ vecl of Aardrijckboojfijnbogtïööeeb toel beouaam tot getber*dochwey- gaberen ban UUJft/ enfoeftingg ban #runt-2$oomen / bie nigicoorn bgbe een natte gronb beregflegen/ boeg met tot get minnen cn *»dere ban be genoembe &mgten / melrhe fn ten meerenbeel ban an* Acanrdvrus- bere Jplaatfen moeten gebben. $an be aanftomfï ber Brandenburgers geb ien gier booren tBrandcn- met een föoojb of time getoaaggt / boeg fnüenbe gier mat burgie naber ban befelbefpjcecnen. ©ag bienb UE. booj of temeer ^or^r°ot ten / bat maer b?te ftirnne mijlen beooften ong Fort St. Antoni , b J^lc 5" gaer ïj|oof b-#o#re0/genaemt Fi cdricksburgh, aen get 3£o?p Pocquefoe, op ben 23ergg Mamfrogeboumb/ gelegen i£/fïjnbe een aenfïenlgcn en rebelgcfe groot Fort, gefïerebt met bier niet JjÜ*™* ban be nlegnfïe Batteryen, bemelcfte boo?fïcn fijn met feg-en- waarge- beertigg fïucften Kanon, boegfeer liegt enraeefïenbeelgbaniegcn. 't nlegnfte fïagg / be goo?t ban bit Fortres i# foo fegoon al£ een op be geljeelc Kuft , maer na mate ban get Fort beeï te groot ; bieg men met goeb reggt / gelgcft aen be Burgers ban Minde mierb gebaen / mogtrabenban gaergoojttoetegou* ben/ op bat'er get Fort niet booz mogt nomen toegg teloor pen. SCcnbe <&afltmi\t ban get Fortgebbenfeeenfraegenge* rieffeUjca Buytewerck/tmeln gaer beelgemacn bnfet/maer- bat get Fort ooett feer beel ban fijn fïerente beneemb / ge* merent men ober bit Buytenwerck, get Fort opeen gemaft* ftelijcfte togp fou ftonnen be&limmen /enoberrompelen i boeg be grootfïc fout in 't boutoen ban befe Fortres begaan/ i$/ bat* fe be Borftweeringen foolaagg gebben gelaten/ batfe maec eben tot aen be ftnien tornen / mate boojfe boo; 't fegte* ten g BESCHRYVING VAN DE ten ban bic ban busten t'ecncmacl bloot en ongebec&t flaen. 't iUDeïcn gaer in tijb ban Oorlogh, aVmp 'tmaer met be Swarten, fonDerlinggquaujcft fou «omen:fcoant geenmenfeg nan fi0l) °P &* Battery of Gordynen begeeben/of men ftan'ec gemban buotcn met een Snaphaan afligten/uptgefonberbal* ïeen aen be Landkant ■, tuner bat be Borflwermgh fijn beregjïe googte geeft. #ooj get oberigeiö be Bouwkunde rebehjclter* trnjg in oggt genoomen. &an binnen ié gtt Fort met een goeö getal fraene koningen booten. <2>e üfteheningg (uit gu om reeben gier booren gemclb ncwaignocfj moeten \mp fen. Ecmaem ^Eta Opperhoofd ban bit Fort, en met eenen oocn ban \}c $c* Tan het geele Befettmg ber Brandenburgers , gier ter Kuft , ( beftaanbe °pp"- tn ttoee Forten en een Loge , ) gebben fn een JDerfoon toelcnc •tKcfiidc" öe <#ernaent boerb ban Dire&eur Generaal , toegeng fijn Fort. Keurvorftclijckc Doorlugtigheyd van Brandenburg, en be$felf£ Africaanfe Compagnie, febert eenige tjjö (ïjn gaar Iteben Op- perhoofden, en berbere Bedienders, bugtenbe folbaten / mttft alle Nederlanders getoeefl/ betoelcne innabolgingbanomj»/ aïtoog getragt gebben / foo een bolftrceenen gebieb ober gaer <^nöergoorige Swarten te boeren / al£ onfen Koopman aen Axim. éocg fulcn$ geeft gaer noont toillen geinenen / cen$* öeelg toegemj gaer eggen onrebeujengenb/ en oneeniggenb onber malnanber / ten anberen ooft Doo? be fcgelmagtigcn aart ber gefijbe Swarten, mclche mecfl alle om get een of anber fcgclmftucn ban ong geblugt fijn / en ftgg gier ter nebergeflagen gebben. Scven Ge- a§eben Opperhoofden , of Dire&eurs , ge& tft te mijner ti}bt Hemisteu op be Kuft genenb/ be eerfïefcoa^ een Embdcnaar , genaemt tijde des jan Nymanj ttn ^m ban een gefonb oojbeel/ en goeb be* oVdea ari- flrip begaaft / en baar nebemj ooft roei erbaren in be faften be* deren Êe- fee Kuft , bie$ gn fïjn s'Meefters belang oocn ongehrene&t volgt. gccft boo?ge|ïaan en beroaarb / boerenbe fijn fauen met een HocdaniR fonberlinge boojfïgtiggenb en goeö belcgb ugt / roaar booj «eregcerd gp gier te Lande oocn een goebe naam geeft berhregen/ en hebben.cn niet groote eer ban be Kuft bertrocucn i$. I£p geeft totOp- «n d/u volSers öfgab be peeren Jan en Jacob ten Hooft , #aber en §>oou/ GUINESE GOUD-KUST. 9 «§oon / rneïfte unöc meöe eer met gaare tf cöf ring gebben ewften ingelegt / en gaar onbergorige m toom gegouben / booj* twe*™ • namentlp öe ^oon / betoelhe boo? 390 buggfamen aart / '"' ™" en mtnnclpen omgang/ fig ban al be Swarten beeb bemin* tien/ en een tegeïp tot ftg fcuift te trrunen : maar boo? ben Staat der Brandenburgers algter fcCC toierb bf tbetecD / en Uit* 8cb:eio. ™gt. googften berfoepeüjcu {§/ merb fcer berfegepden gefpjoohen/ Doclj Ijct nomt egter aüc? eenparig gier op tint/ bat deeg jjiaoo^ö niet alleen met medetoeten en toefïeiuming der Blan- ken i§ gepleegt/ maar self/ (bomen fegt/ooo? gaar bebel/ merdende gier ban de meejle fcjjult gegeben èenen Adriaan vandeaar Grobbe , demelcue doo? be Swarte tot <£>pbolger ban ben ber* goorde moorden toierb gefield. 3&o?b gp nu ten onregten befegul* ï«huid öigt / foo bergoop ich / bat gp fïg fal nonnen berantmoojden / «ren ttX fl$ balï *€t$ ïa^Cr fuöüerc« ♦ &OCg lg get 5gll ÜCb?|)f/ foo berfegaf ben igemeï gem/ en alle berdereiöedepligti* ge loon na merhen /mant gier üoo: alle Europianen een hraft in gaar <0efag gebben gehregen/ ftaanbe get/ en niet fon> ber reben/ te bugten / bat be anDere Negers bit boojbeclb/tugl 't ongeftraft blijft/ fullen naboïgen/en foo fal ten laatfrcn Geheel nientanb ftjn njf meer fener 3tjn. I^ier mebe legt nu bc goog* Brlndea" ÖfP° öcr Brandenburgers ten eenemoal onber beboet / fon* burgers ber bat tch ften nan bat $p get oogt meber meefter fuüen merben/ mant be Swarten er nu ben bugm op grbbnifcc/ fullen gaar altoog na gaar J^gpen boen banfen / en boben. gaer geerfegen. ?n<£n gebombefelbfaaingepb ber boojfepdc faacu met in gebjee&e mogen bigben/ UE. befelbe mebe te öeelen / op dat UE. ncbeng mp/ en alle menfegen gier ter Kuit , foo rrn fcgelmffura moogt berfoepen : en te meer geb ien get U E. niet milieu ontgouben / om bat V E grondige hrnntg ban den ganbfl ber Embder-Maatfchappy in Europa gebt / 00C« te 0C* Igcb moogt ften/ gordanig gaerfauen algier tfederd tmice jaren GÜÏNESE GOUD-KUST. M race ti gci'toaacö£ fijn befïierb getoojben. l$kt mcö c ban bce§ ^toffe affegegbenbe/ begebe mg nocgberbegalf mijl meer* öer (©ofïtoaarbg aen / eben beneden Kabo-Trcfpuntes , altoaer ÖC Brandenburgers acn get bojp Acoda noeg «n Fortje gebbcn/ T genaemt Dorothea , ban ong booj omtrent elf jaren ugt goger fo« der bebelaengaer ingerugmbengegeben/ en t'feberb boojgaar Branden- mrraehjcU berfïerftt en berbeterb / sjjnbe geboutod al£ bolgt : bur£ers • eertf een i^ugg met een pat gebeftt / en baer aan ttoee EolXV ft legne Batteryen , en galbe Gardynen } Op fcoelcfte Batteryen fg ligte fluftnen Kanon gebben geplant / 't oberige ban Jet $2ug£ $ toel met een genoegfaam getal Kamers en Gemak- ken boojfïen/ bocgalleg maerligt en bigt op geboutob. (Ctlffcgeu Maufroen Acoda gebben b€ Brandenburgers Üï u d ben jare ban 1674, norg een ^u$$ geboutob aan get bo?p nranderT- Tacrama , midben Op Cabo-Tres-Puntes geleegen/ 't bOOJ* burgers. nemen ban gaer Generaal mag/ om nlgier een fïerftte te°Pc^°- boutoen / 't gunt befïanb fou mogen 5jjn om be materplaatg / tc£' niet ber gier ban baan geleegen / te befegermen/ en booj bat mibbel onber gaar getoelb te gouben* <&og ifc ben ban geöagten batfe bereedg fo beel lafï aan 't onbergoub ber boo?* feibe ttoee Forten, en beeg Loge gebben/ batfe ftg boo? eerfl; met geen nieutoeSCanboutofuIlen foeften re bef maren. £>rcs 23nrf rè ganfeg tegeng mijn bertoagting ötrê ber* reugtgebjeib/ mitg mg get Brandenburgfe toerft ongeboelp fo berre berleib en boen mgb en geeft/ waar boo? mijnboo?* nemen om U E. ban be<0etoaffen en J^mgten/ in 'tAximfe Land ballenbe / te fefpijben / $ bergbeld : toant toilfenbe U E. niet te beel op eenregg boojfetten/ fo falieft'tgefeg* be tot een naber gelegentgegbfparen / en boo? até nu nog maar fpjeeuenbanbe gier boorengemelteSlange-Rivier,bg be onfe genaemt be ftibier ban Ancober , na be naam ban get Landfchap. ©ecg ftibier ig te fraag ban bat menber fo ligt Be/chrij- fou ban af fien. Z$i$/ fo ieft bereedg gefegtgeb/ een mijl vin^an boben ong Fort St. Antonigslegcn / aan be Ifconb téfe fonber* jjc. .vfrma- ling toijb/ boeg onbiep/ ja fo/bat in niet geloof bat men'er met A VLbcrCc een 23oot fou nonnen innoraen / een toegnig opgebaren fïjnbe Rivier. toojö fg biepcr / en te gelijcb ooeft nautoer / maar in men eeni* ge mijlen Mn opbaren / bat men bgna geen beranbering ba 25 * fpeurb/ tz BESCHRYVING VAN DE fpeurb. IJoe berre bat fp ftg cigentïijfc EanDtoaarDg tn fïrc&t/ i$ mg onbcnenD/ icn §cö Ijaaröac nleinc Dagrijfen^ opgc* toecft / en bonD [jaar ober al feer bermahelijrn/ja foobanigl* al£ icö opt op De Kuit van Guinea , ( ten toare aen Fida) gebcnue iet£ geften te Rebben / aen toeernanten i$ fp aen Den Oever bcfet met feljoone en goge 23oomcn / melene De foetfïe fcljaöutuc De£ toeerelDggebcn/onber tuclcher£ lom* mering men met beel bermarcfe/ boo? 't ftecnen ban De Zon ba b:nü fijnDe / nan baren ; on gefepDe Zoomen fiet men een menigte ban alDerljanDe fraape geeouïeurDe Vogels , en {jon; DerDen ban groote/cn nlepne Apen fitten ;fïg feïben ban De eene 23oom op De anDere bermaeftenbe / 't melen niet on* wordbe- aengenacm i§ te aenfejjoutoen : en om Deeg Rivier nog meec TVan°drdi* Iu0#cr &P te frtten / foo geeft men/ Defelbe een mijl opge* der andé baren fijnDe/ aen De Weft-Oever, om De quartieruurg een volkeren, feljoon en IDoIenrijeft Dorp,toelenerg IJupfen jjeel foet langg De boojDe ban 't mater fïaen geboumb. <©ee£ Dorpen , een groote menigte in getal fïjnDe/manenD?ieLandfchappenupt/ |et eerfte / ali naafl aen Zee gclegen/ig genaemt Ancober.&f nu De ftibier na 't Landfchap , of 't Land na De fóibiergr* naemt i§ ( tuil iw/alg tot De faalt niet DienenDe/ onaf ge* öaen laten/ en maer alleen feggen/ Datget ttoeDe/ en aen Dit bolgenDe 3£anDfef)ap/ Aboeroe i£ genaemt/ en fjrt Der* De of loatfte Eguha. 't <£erftc [jeb vb te mijnen tijöe alleen legering ban eenen / of een Koningrijck , en De tfoee an* Fort der Dere alg Stemeenebeften acngemereht. %\\ 't Eguirafe Land- Nederian- gcuucn hj0 b0o? een ree&g ban jaren boojlcDen een Fort KJvSi-°rP c ÖcÖöö / toaer Dat ter Dier tijD grooten öanDel fcoierD geDjee* ben : mant beijalben Dat De toebloeD ban Goud ban anDere Paatfen Dacrnatoe quam/ foo geeft Dat Land felbcr eeni* ge Goudmijnen in fijn getoelb / mant'er te mijnen tijDe/ Dat ien [jet «föefag aen Axim (jaD/nocf) een feer rijfteip ontDc&t. Ifct gefepoe Fort Rebben top/ berfrfjil met De Negers «rijgen* De / op een elenDige manier berlooren / mant Bet Opper- hoofd ban De Swarten belegerD sgnDe / en Bet niet langer word ItonncnDe berbueren / c jjebbenDe/ fbo men fegt/ al met <0ouD belegert in piaat^ ban «gpfer gefegooten ) geliet flg aio of jjp met De oppee- Belegeraars milDe berDjagen / en trab DienboïgenDe met flaar tn GUINESE GOUD-KUST. 13 in <®nberganbcling / boeg mibben ban gaar ï|anbeïmg hoofd, bat Deeb gn f*3 f^be met al 3gn $ganben tn bc Slugt bliegen. hctfpna- ^nnbigenbegn bug manmoebig/bogfeerongeluRRig3ön ie* sen- ben/neben£onfe^efetting/enaIfïerbenbenam gn a$ Sim- ibn fcmaacn'ban 51J11C JDyanbcn. o?Iogen met Die ban Adom , en anöere / ftjnfe foo afgemat / öat'er bn na nietg ban gaar oube ïunfter meer i$ oberge* blcebcn, ©oei) gier agter fal icu nocg meer gier batt feggen. *&en mijl SSetoejïen of boben Boeswa aan get bo?p Dik- Enger» jefchooft , boeg engentujener gefegt / Infuma , gebben be y«* aer» Engelfe in ben jare 1691. een blenn Fortjegeboutob/nabat uma' gaar öe grond al berfegenbc malen boo? be Brandenburgers, toeïchc gier eenigen tijd ban te booren gaar g'Keurvorfts isfMrec ©lag gadden geplant / toa£ bettoifï getoojben. ©oeg Die ring, «* get einöeïgcft/ alé baar niet beel boo?beei in penbe/ goeb* heeft. toillig aan be Engelfe ober lieten. <©e opbouto bee Engel- H^l? fen ging fonberling traag boo?t / bie^ fn'er tocl eenjaar of feg meede doo? fyagten/ en noegtang i^ get ban feer gecin^ gen belang / en niet toaarbig De naam ban een Fort te b?agen, ©e Engelfe geb&en fig menigmaïen ober 't boutoen ban bit Fortje benïaagb/ toant begalben bat get geen goede Handel- plaats \$f foo fijn be Negers gier ontrent foo onbanbig/ fegelm* SGr)crmw agtig/ bedjicglijcft / en fïout/ bat fn be Engelfe in 't alöer* aetige minjle niet begeren toe te geben/ maar gebben fig altoog te* Neger*. gen£ öefelbe aan gênant / en wanneer die gaar gefag met ge* toelb toillen fïaanöe gouben/ foo toerbenfe aanfïondg op ge** lijene toyfe ontmoet ; melrfte ban ooen get gert toel gebben om be Engelfe in gaar Fort te belegeren * gelijen booj bijf ja* Engerfe- ren berïeben noeg gebeurb i$/ toanneer fn get bnna gadden vandefcB- ingenregen; btoingeabe be Engelfe om boojtaan met gaar te v,^ele~ ieben foo aïg fg felf begeeren / fonber eenige Meefterfchap ger meer te dulden, ïgier tint ontjïond tufFegen gaar t^t/ te Wei*e toeeten/ 16 BESCHRYVÏNG VAN DE met haar toeetCtt / OC Engclfc 23efctting / Cn tlC Negers , CCtl bCCÏUIOgre verin- bncnofcJ)ap / betoelne fo ber liep / batfc met ben anberen een, en Qan fpanoen om alle Schepen , baar om Aanbel nomenbe / bedrieg" tc öcMW" / f» in plaatg ban goeb/ vals Goud te geben,- amicg 't geen alrccbg al menig i$ te beurb geballen/en onber an* gen. om oeren booi DL?ie maanden aan ttoce nlemte Engelfè ^eïjerp^ g lfcjhu' t *ctt$ / tDaac bau öcn tcnc ^00? fe# *cn öngfenb gulöen ( beö^a* tc°gevcUn. 0f«öe fijn gegeele Lading niet meer ) enncl vals Goud quam te ontfangen/ en foo ten eenemaal cenbcrloorc ftció moefl voordec maften : 't bcrlie£ ban bc^felfg |Dalmer toag niet beel min* ien hier 0f r / tn oat gct aanmcrhehjc&fte toaö ban allen / bit balfclje van- Goud Qabbenfe foo tocl ban be Blanken, alg Swarten ontfan* gen.ïDe Schippers ban öefe ^eljeepjcn^ gingen toel aan Land, om bn 't Opperhoofd ber Engelfe ober bit fcgclmftucn te lila* gen / en om &nlp te berfoencn / ten emibe fn anöer Goud , of ten minftcn gaar Goederen toeber mogten hrijgen ; borg bit too£ / aluinen fegt / bn ben ©unbcl tc biegt gegaan : toant bicnlfeer/mebenligtig aan'tbebjog/nonljaar met fjelpcn. ©u£ maren fn genooDfaalit onberrigter faften / met §et ber* Iic£ ban al (jaar goeb / toeöer tc bertrebuen. ©efe &eo?iegc* rn bomt bagelijebö boo? tc ballen ; of 'er be Blanke altoo£ aanbeel in fjebben/ fbub in niet bonnen feggen/ maar toel/bat men met goeb fatfoenbefe plaats öc valfche Munt ban Gui- nca mag noemen / toaar boo? een icgelijrn / öicr ter Kuftno* ntenöe / moet getoaarfcfjoutoD fijn. 't |Dabcn ban vals Goud gcfcljiet gier foo openbaar / bat [jet aan een gebcr tcnoop toerb gebeglb /{tonnenbe men in mijntijbboo? ccnenRijcks- daalder goeb / agt Rijcksdaalders vals Goud ftrjjgcn / blC^fp'CC cencn bolnomcn Fjatibel mee D?ubcn. •tFort Pa- SCndcrljalf mijl meer neerwaarts ban btfe bebncghjc&e tendijn $Iaat# / gebben ton aan f)ct vE>o:p Boutry , Doclj gemene* aan het jgCK Boutroe geiiaamt / op een feer (jogen Berg een bïenn Krv cn tïiigmaafit gebontob Fortje , genaamt Batcnilcin , leggen ; fijnbe langtoerpig geboutoö / cn in tfcucen beröeelb / berfterbt met bier onnofele Batteryetjcs , toaar op elf ligte Ruimen Ka- non fijn geplant ; be naam ban Batcnilcin bmagb Ijet ftccl on* rpgen/ toant foo men f)ct na fijn LoaavDefou noemen/ foo mogt fjet licber Schadcnftein Ijeeten/ mit£ ton'cr tfebertee* mge GUINESE GOUD-KUST. i7 trige jaren meettor fchadc, ban baat geböengegab. 2Can be boet befe£ Bergs legt get genocmbeDorp, 'ttoeleftreoelgeft groot en iMnrijclt 0/ toieng Inwoonders b?g öeter fijii/ ai§ bit banlnftima, en nietfoo fcgelmagtigofbetyieglgcft ; altan£ omtrent ong gebjagen fn ftg eerlijcberengefrgiftter/ bicgtoegen^ top oocn oeen reben gebben meer ober gun/ aï$ ober anbcre/ te blagen- $org nimn bier mijlen meer na Beneben aan jjet vDojpsacoadé, Saconde , fïet men tegentooo?big een nlenn Fortje ban om)/ en de For- genaamt Orange , en een Snaphaans fcgoot ban baar / 't ober* £ ". 1" Wijffel ban een Engels Fort, fïjnbein grootgenb Jet onfe fchL [ en meeft gelijcft / toaar ban m gier agter meerbcr fal fpjecben. Hoiian- iCegentooojbigget Antefe-Land eeng boojtoanbelenbe/bebinb dcrs- zcfi / bat get nocg een lengte geeft ban agt i negen mijlen/ te reebenen ban Acoda,tot anber-galbe-mijl beneben Sacon- de, toaar bat get felbe epnbigt. ©itLand geeft reebg/ toe* öeng fijn aangename gcfïelögenb / alfoo beel roem ban be Ijfeer Focquenbrog berbregen/ baticft'er tocnnig meer bn te boegen geb. ^ijn ED. geeft get bg 't feer bermabelijcbe Landfchap ban Kleef berben bergeljjcnen ; be toaargegb gier Ante.b ban/ en be obereenftomfï tnffegen befe bgben/ toil icft ober Kieef kr. laten aan 't oo?beeI ban bie geenen/ toelenefe bgbe befïgtigb seleke« gebben / en maar alleen boojtgaanbe/ feggen / bat bit Land , geltjcft ooen be gegeele Goud-Kuft, feer beel googe Bergen geeft/ alle met ugtnemenbe googe en fcgoone Boomen be* plant / be Valeyen tuflfegen be Bergen in gelegen / fijn ban Hceft een topbe ugtgeflrcbtgegb / toaar in men Plantagien fonbefchoone nonnen mallen/ beouaam tot get boojtqueeften ban alber*envrugt- ganbeVrugten: toant ban pagop fijn googte leggenbe / foo.baareV*" toerbgetnabegoorenbebogtigb/ bie^men'er/algetnaber* cxco' egfcg toierb beboutob / een goebe bertoagting ban mogt geb* ben ; en 't foube in foo een gebal be galbe Kuft ban Eetwaren overvloed ftonnen boojfien. vDe Rijft toafï gier feer goeb / Milhio ober* van K"orn blpebig/ enbetteraïgelberg/ fïjnbercob ban graan/ Jam-^J™. mes , Pattattes , en anbere Aardvmgten fijn niet alleen ober* tCn. bloebig / maar coclt een geber in fijn foo?t eben goeb. SCan Boomvi ugten geeft 't oock in get alberminfle geen ge* °°ock ö?e&/ ger Suykcr-Rict toafï gier meerber en googer aï£ op vr°°™~n € eeni* ,$ BESCHRYV1NGVANDE en^uykcr- ten^t piaats, &if£ men niet fonDer goop ban cengebolg al* wijnen gier een Plantagic fouDe mogen aanbangen: m Oiy en Wijn oijr de oe p;lim obertreft [jet ooch beele foo tn Deugt al0 bcelgrpb : Ialm' ho?tom/ 't $ een Land bat fljti Bcbouwers nü foo bollen Oogiï ugt leberD alfe fouben mogen toenfegen ; ftjnDe baar en boben ooft nocg booten met alDerganDc foo Tam alg Wild Gedierte, boeg öe laatftc ongeluMugen Oorlogh tuffegen De Jjovee!J* Antefe en Adomfe , geeft Dit Land ban be mcc|ïe Inwoonders darden ontbloot enbe feer clenbig gemaaltt/ mitg bic noeö obergc* oorlog, blebenc magteloog en bol b?ef£ fljnbe / fig boo? get meer* enDeel onber otré Fort aan Boutry opgoubrn / toaar Doo? Jet Land meefï tooe ft en onbeboutoD leggen blijft- 't 30 jammen rensinaarDig om [jet tegcntooojDig in fo een eïeuDigen flaat te fïen/en aan fijn boonge bolgegD te geDeunen;in ben jare ban 1o90.cn i<55>i. geb ien aan Boutry De goeDaniggepD ban Aflitlent benleeD / ter toeïfter rijö ( a\è eben booj ben Oorlog 't Goed- fljnbe) Jet reDelgtft Volkrijk toag ; boen luag fjet eenber* tenh!" raaaft om Öc^ felbe teboo?u>anbclen/ allerwegen ftonD get voorige bol Dorpen, en 't Ooft toónDerujeft fcgoon/ 't Vee in groo* tij ie» te menigten/ en allrg foo gocö boop / bat een Soldaat op an* aan Uou- ocre p]aatfcn flg armeujen met fijn Koft geld moefï begelpen / alhier in tegendeel boo: De grift rynehjen ïion leben ; 'hfou u heei ge- meeDe / a\§ ieft tuffegen De Gefondheyd ban De eene Plaats en fond. b'anDeronDerfcgepDmoeftmahen/ fenerljjen Boutry boo? De gefondfte gouben : men geeft gier / gcDurenDe mtjn aan* toefen op De Kuft,na maten ban DeMenfchen bie'er gelegen gebben / ooeft be minfïe fiekten en dooden gegaD. <#n te ft laat mn boo?fïaan / bn alDiengetop be gegeeïe Kuft foo toag geftelD/Dat Gumea binnen toenmg jaren foo renDooöe* njchen naam met meer fou D?agen. i)et fraepfle ban 't gegeeleAntefche-Land tuffr gen Acodn,rot Beneben Boutry,foub irïi fonDer UE. mebe te beelen gaafï ober* gefïagen gebbeii/ fljnbe De berfe ge Ruier,öie booi bp on£ Fort Aan^e- Landwaards in loopt / en fecr bermanehjen té. 3Defe 10 ban h$> rmmi.eyd ^ j^p^, mct googe Bo0rncn DCff t/ Defcoclué om Dat De Rivier üoutry. niet feer togb id / Drfeibe mecff gr geel en al oberfdjaoutoen : fchc Ki- ich ben gaar berfe gepDe rgfrn ten epude getoeeft / te toeten fo vlcr- ber algmen gaar met een Kanoa ban op baren / 't toeleh om* tcent GUINESE GOUD-KUST. 19 trent bnt moten ban 't Strand i$-, fg fïreftt fig noeg tod b?ni)er* Der; bog booj be berfege gbe Watervallen/ toelne met stoot ge* toelö ober be Klipgen Die m öe Rivier leggen/ geen blocnen/ rf.v»fck ftan men niet berber nomen ; beeg Rivier igfonberling Vis- ^cvo\ rik j niet tegenfïaanbe bat fig in befelbe een ongeloofelijf he icaymans. menigten Kaymans of Krokodillen ontgouben/betoeïefte na al* legcDagtenfeer beel Vis berflinben/ en ban hantfj elpen. 'ft §eb in 't 23efegnjben ban Riocobre ban be beelgegb ber vcdheyd Apen gefpwoaen/ borg ic« geloof bat bie Beerten gier gaar van ApeH> groot Koningrijck gebben/foo berbaarlijcn bol i$ get'er ban bit öuubcl£ boogaarbig goeb/ 'ttoelcn anberg niet toeet ban alöerljanöc quaab te boen. $aar mijn befïeontgoubfïjtUE.een bolfïagen Liefhebber Eno«- bancenRivier-Oeftertjej toel/ nomtgier/ en boet UE. lufl fters' booj niet/ en fonber möepten tot berfabeng toe : in minber ban een nur tijb$ fal icn'er UE. gonberb bunfenb/ nocg aan be Boo- men te groepen gangenbe/ bertoonen, ©unftt UE.bit bjeemb en ongeloofujcn / toel om toat reben Rebben anbere Schrij- vers on£ ban nagelaten / alg bat op feftere Plaats ban Engeland be Bladen ban fommige Boomen in 't toater ballenbe aanfionbg in Enden, Ganfenof anbere Watervogels beranberen i in China beranberen/ a\$ een eeutoig-burenbe Almanach, beViffchen in Vogels, en bit naberganb toeber in Viflchcn , bit i$ immerg beel felbfamer / en bngebolg/oon grooter toonber. Ifèaar mnbunbtbat ich UE. gooj feggen/batje get baar om oorft niet en geloof b; geel goeb/ ieftmebeniet/ boeg bit faïegter geen belet fijn batieft UE. beeg Oefter-groey metboojtoaar*»0^*- gepb fou toeboegen/ gelieft UE. berigtte3gngoebanigget£nvewai in fijn toerft gaat ; toelaan/opbebolgenbetoij^: 3Eantoeer* nanten ban be Rivier groegen fencrfïag ban Boomen Wennen groot boo?malftanber/ not toelcftcrg tanben toeber anbere/ boeg niet in be googte/ maar regtbjaaös na beneben fegieteft / be geene nu toeïene banbobenftomenbe/ opgrtbafteLand raftcn/bie geben niet$/ maar berb?ogen/ boel) anbere toelne in 't toater nomen / bic be groenen aonftonbg bol hlenne Oefters , in ben beginne niet grooter fïjnbe ban een Alicruyk,boeg toelne binnen nojtenrp totjjaar bolnomen grootte aan groenen en gaar bollen toagbom berurijgen. ©it nu i§ be toijg op toelr he € 1 ge? ao BESCHRYVING VAN DE gefcnbe Oefters groepen ; en 't bagt mp toel toaarb te fijn om l)ct uE. meDe te Deelen. zacondi. " 'ft l^cb ïjitt boren ban nocl) ttoee Forten , in 't Antefchc Land aan J)et 3>ojp Sacondé ïeggenbe/ getoaagt / 't eene aan De Engciichc , en 't anDere aan onfe Maatfchappy bejjoorenbe, X>qq} fc$ jaren toaren ft? bpDenocljin toefen/ bocjjmetfoo geringen ï^anöcl en de 23c bicnberp ban toeerftanttn Den anöc- ren foo toantrontoenDe/ Dat jjet louter artnoeD toas Daar üicgtea te leggen / ftreftftenbe ooeft maar tot een lafi ban gun Eyge- Handci naars , te toeten bpbe De Maatfchappyen. <&m toepnig na gefep; aldaar. ^ ^ toierb f)et Engclfche Doo? De Antefche Negers afgcloo 't En-ci- Pen'7 en berbjanD / in toelcfte oberrompeling (jet Opperhoofd , fchc Fort neben£ alle Èngelfchen j/aar ieben berïoren ïjebben : {jaar Fort afgelopen en OOCR alle De Koopmanfchappen , toierDrn ban De Negers Ie* brand" ^tg geplonöerD/ en De Blanken toierDoocftallegtoatfefjabDen nevlnsdc afgenomen. Cegentooojöig legt get bpna gcijeel bertooefï/ dood van beïjalben Dat De fijD-muren nocfj oberepnb fïaan ; foo Dat ton •t upper- nu a\ittn Meefters ( Docg met toepnig boojbeel ; ban Die Plaats fijn. 3Doo?leben jaer toag Bier feergocDen HfanDel / entoicrD De Engel- ooft feer gocD Goud ontfangen/ 't toelcftDeEngelfchcnber* fchetrag- ftaanDe/ foojjebbenfe berfcjjepDenrijfengetragt/ Baar Fort weder t- tocöcrom °9 te fcoutocn/ bocB fijn Daar in t'elcftengboojöe komen , Antefche Negers belet getoOjDen. dog wier- Cben booj Den Oorlog, tuffegen Adom en Ante, toa£ Dit den bcict. Sacondé een ban De fegoonfle en rncftfïe Dorpen, foo in geld, zacondé ö¥ Volk' &an öc QC&rt* Kuft; öoeljDie ban Adom De ober* voorden tomning benomen Bebbenbe/ Jjebben Bet ten eenemaal ber* oorlog tooefc en berb?anb / fïjnDe ïjtt nu maar met eenige genn* fcho ge Huysjens öeöoutoD / toelcfte eggter ban Dagl) tor Dag B Do™" toenemen / toaar Doo? get eerlang toeDerom een oanfien* ujeft Dorp flaat te toerDen / maar om tot fijn ouDcn flaat toeöcr te nomen/ ïjttft Bet noeB toel eenige jaren toerft. rray Land 'ft §tb De aangenaamBepb ban get Antcfche-Land ïjitv *gterza- booren oangeBaalD/ DorB ben toen niet berber genomen alg condc, en mflQr cfafn gcneDen Boutry. 't Land ecu tiiijl of D?ierourom Defe Forten leggenDe/ip niet minDcr bermaftelijcft alp'taw Tocorary.bere/ beBalben bat men fjier/ en aggter 'tïDojü Tocorary een mijl bctoefïen Sacondé, noeB feöoonberen bermaftelnc* fcer GUINESE GOUD-KUST. 21 fter Valeyen geeft / nonncnde men fïg onmogeujcu ictg fraeger$ berbeeiöen; luant beljalbcn Dat kkfc fat ü;eeö en lang met een eben gelychen grond Ijcü gebonden/ foo toa* renfe ooen foo foet beplant met fjooge Boomen , en onder öefclben n\$ tn 't berfcïjiet / met nlenne Bosjens , bat §et feljeen aló of Natura [jaar Meefterftuk al daar ïjad töiilcn toonen/ en met be kunft alé in 't Strijd-park treden. Ijfet Aard- rijk onder/ en tuffcjjen gefende Boomen en Bosjens, log met >tS Wit-iand oberdent / in j)tt toetene men Jjet Spoor bon dun< vanPHarte- feilde Hartebeeften , Olifanten , Tygers , toilde Katten), en bceften, ander toild Gedierte fagg gedjucht fïaan -, tn 't ftojt / men 3Xgehrscn toierd in 't betoandelen ban bcfe Valeyen doo? bertoonde* °jjp ring/ ban al die feldfaamjjeden / al£ opgetogen* ï§et ©ojp Tocorary , jjeeft bon tijd tot tijd berfcgenden verfchejr- Europifche Meefters geljad/ toel te bcrftaan 't Fortje dat §ier JJ".J"S gefïaan geeft/ boeg dat nu bertooefïi£/enfoo/dat'er geen corary? oberblijffel^ felfë meer ban oberig fijn ; be Engelfchen , Hol- landers, Brandenburgers, en na mijn toeten/ DeSweden, en Deenen , 3[jn'er Befitters ban getoeefï / 't alderlaatfï {jen* werd ben ton get in gegad / toerdenöe in den jare 1665V de En- jiporde gelfchen getoeldiger jjatld doOJ den l^eee Admiraal de Ruyter "fomèa." ban daar berdjeeben / bermit£ 50 Engelfchen {jet ong ban te booten op een oneerujene toijé afganbig fjaödni ge* maant, ^ijt UE. benieutod om dé^felfp boorigen fïaat te toeeten/ en goe J)et tot den obergaaf geötoongen \$/ UE. gelieft get na te ften in De ï|eer Brands 23efcïnijbing[) ban 'tleben ban gemelte ïfeec Admiraal, t'^ederd geeft get noclj al een£ ban Meefler beranderd/ en i£ egndeujch toeder aan onö gekomen / en na mijn aannomft öier ter Kuft fjebben tog'er noclj een jaar of bier onfen Handel in een Negers ï%u$$ ged?eeben ; maar dat niet opnemende Ijebben ton 't ge* jjeelnn berlaten. 3Jnden Adomfchen Oorlog ujjjet Dorp doo$n°org neben£ fijn Onderdanen, indienfe foo wenkn mogen genoemt toerden / jaarlijrft£ een fraape ftunber wet door die [jet Planten en verkoopen ban Milhio , en andere Waren daar vanAüom ballende / bergaderd / toaar doojfe binnen bojten tijd fouden renbra« mogen rijen toerden : doeö öe daar o w fjeen leggende <0roo* ten/ boowawenthjen die ban Adom , pluimen Ijaar fowtijd£ eenS geljèel baal / en Ijouden'er Daar ten cenemaal onder / fonber datfe fïg wegen£ par ftlenne magt Ijier tegen£ aan derben ftanten. SLiodeSr. ©e Chamafchc Rivier, of Rio de St.Joan, ban de Negers GUINESE GOUD-KUST. 25 gcnaamt Boflum-Pra,to jjlfe jjaar boo? f en God jjoiiöcn/ 't ger n joan ^n |jet tooojD ban Bofliim beteenenö/ljceft Jaar loop nebeng ongj iooP Fort geen / bOO? bn [jet Jabifche en Adomfche Landichap , 'and- ooclt tot boojby 't Juffer, en foo men De Negers gelooben mag/ waardsm- meer Dan ijonoerö mijlen 3lanDtoaarD£ in/ Dog egter fonDer eenige feherfjegD. &cc$ Rivier i§ meeDe reDelijen toijD en feïjoon / en toennig minDer al$ Die ban Ancober , en bat De* fe norj meec öeeft/ i§ / Dat men met gelaben Booten en Chaloepcn unt'er Zee ïn Defelbe ban nomen/ mit^ men maar kan uyt foo boojfïgtig iê/om een Klip , meeft ïn De monb leggende/ £rv^r" ( en ban onfe Scheeps-verftandigen , De Suyger genaamt ) te Jonk". mnDen / of anDerfïnD£ ïooptmen gebaar om aan fluimen of omgefïagen te tooien/ 't geen te mijnen tijbe al meer alg een$ i$ boojgebalien / maar boo? ooen eenige Mcnfchen fijn berongelubt/ boomamentlijelt m tjjDenban een Sarbe Zee en b?anDing. ©eefe Rivier tg fonDcrling nut en Dienfrig / mant bejjaï* u fecmut ben get Soete water Dat De Scheepen ugtDe felbe bonnen Ja* Ji"dien" len/ enboomiaalp oorb altijö geDaan jjebben/ footoerben w'='ro", fn / en ooen ton in 't Kafteel met frïjoori Brandhoud ban Daar bOOjflen/ foo bOO? De Keuken al£ 0111 De Kalk-ovens te fto* hen/ mit^gaDer^ meer anDere houtwaren , al£ Vlaggeftok- ken, Wangen, Raas en Stengen, tot folegne Scheepen / (Je. &00 Dat Die Rivier omj tot meerDer boojDeel / of ten minfïen gerief/ té fïreb&enöe/ alg ï)tt Fort felber/ anberfïnbtf ge* loof irn niet Dat ton onfe Befetting gier lang fouDen ijouDen. H^ant beljalben Dat gier geen Handel ban belang i$l en Dit siegte' Fort ong anOerftnDg maar tot een Iaft fïrcftt / foo fijntoe Handel- baar boben met een Deel fchelmen ban Negers geplaagt / en j^*^. toaar onDer Die ban Adom niet ban De befte fijn, 'ft ^eb geNegers, foo eben gefegt/ Dat jjaar ïieber Land ftg langg De Rivier prent/ gelijcn ïjet ooen eenige mijlen DoeD / felf jjebben fn Eylanden met ff ïjOone Dorpen miDDen in De Rivier leggen/ Wónder- Doel) 't mecjte / toaar ober ?c& mn gier te Land Jjeb ber* j|iJeftarec" monDcrb / t$ öe fcrefthing ban f>rt Adomfche Land : toant h« Adom- men fïet ljet Iang$ De Rivier ban Chama, enoocb aan DeRi- fe Land, vier ban Ancober meer Dan fefïien mglen / Iangg 't Strand te renenen/ banbenanöer/ en Dog igfjet Adomfche Land niet feer i4 BESCHRYVING VAN DE fecr groot ; 't naafï Dat ieft'er mg ban berbeelben ban/ tg/ Dat öct al£ een Winkelhaak gelegen tg / eerfl De Chamafchc Rivier op / en Dan met eenenftelDe ftreeft Lands tot aan Rio- cobrc. jjËtaac Jjtcr aan legt ong niet beel gelegen/ bjpfulïen is een Ge- oje^jjalucit boojtgaan/ en maar feggen / Dat Dit Land onber iüïne WW Koning ffaat / maar cc" Regering i$ ban beelen / ftjnDe bnf of fc$ ban De boomaamfïe onöertoo?pen ; eenen ban befelben i^toel foo magtig/ Datljn het Jabifche Koningrijk op 5jjn Jjooren$ fou nonnen nemen, ©tt Gemene-beit , of itebec Is mag- Gemeene-quaed , al$ ftjllbe eett Vergadering ban Schelmen etl n» Dieven te famen / fbnDen / aïfe malftanDer toel berftonDen / aleengrootc magt bneen nonnen D?engen/en tot een fcfyift Haar Oor- ban öaar Nabuuren berfïrennen. 3}n 't jaar 1 690. bingen logen met frj geltjn'er (janb Mti Oorlog tegeng Die ban Ante aan/ De* dcAutefc txielcite een jaar of bier naar malbanDer Duuröe / tot Dat fn l|cc felf De Volk en Land boo? 't meerenDcel öaDDen beDur* ben en bectooefl / en egter Jjebben De Antefche noopt boo? {jaar toillen f toigten / maar OieDcn gaar op öeDen nocï) een jjartnennigen tegenfïanD. en die van JJfèet De Dn'e Landfchappen op De Rivier ban Ancober, [jcb* Ancobcr, ben fp oooj toepnige jaren meDe beoorlogt , en Defelbe foo afgemat / Datfe geDtoongen toaren om booj een goeDe fom> me Gouds, De Vreede ban Jjaae te noopen. 3n gcfenDe Oorlogen gaDDen fp tot fiaar Veld-Overften ottrufti- een Neger, ten npter jïen Oorlogfugtig , en Die tn geen Vree- ën en de ItonDe leben i Doclj fioe grooten lufl fin ooft tn 't Oorlo- ardedes Scn M°3t Öe&ben / foo toa£ [jp/ alg 't °P *m flaan Oing / '* c& vcid- gentljjcfte af beelDfel ban De bloodaards : toant'er aan Die orerflen. ban Ante, of ban De Rivier, noopt flag ig geleberDtoaar in jjp al met Den aanbang 't niet op een loopen [jeeft gefïelD/ en'tHeyl tn fijn boeten gefogt/ 't geen flem/ tnDienfoo magtig niet ban Volk , en fijn meeDc-Grooten geen betere Sol- daten toaren getoeefï/ ooeft gaafE ïn 't onDerfpit fouDe ge* b?agt jjebben: en fcjjoon Dit De anDeren toel bcrD:oot / foo Dojfïenfe gem egter fijn Paatg / al§ De ouDfïe en rycnfïe in Volk, engeldftjnDe/ niet benemen. d.s fcifs ^fen Anqua , toant foo toa£ fjp genaamt / toa£ ncbeng fijn wreed en bloDigDepb foo afgrijfelijcfc blocddcritig en wreed, (een Jjor i GUINESE GCJUD-KUST. 2f Soebam'gBegb ben biodaarts eggeifi) bat ieft fijn g'geujclt op bIoed De Kuft ban Guinea nietjeb gelrenb/ bieg'er niet alg metdormg- nrrfcB?iRKing ban Bern toierb gtfpjoofcen. heyd. 't Den naam, tctt mn alrooo garen, in De Bres jjeD toillenfïellen; Doclj tertoijl icn aangenomen Jjeb ntetg boo? UE. berbojgen te jjouben/ maar U E. alles"/ toat |)ier ter Kuft i$ boojge* ballen/ meDeteDcelcn/ foo falichget UE. in befjoojlpen bertroutoen oberfcgnjben / fooDanig alö &et mn en anDeren/ ® z Die xS BESCHRXVING VAN DE tic Qct toeï be[)oojben te tieten/ ia boojgeftomen ; en i$ 't faalt Dat too'cr guaaö begrip ban Qebben / bat telt niet en Beloof / t felbe fal te fijner tijö ontierfogt toerbenbe/ Ijatft binnen. h ^al/ eer tcFt tot (jet gefenbe verhaal bom/ eerft/ boelj ftOJtehjhtf/ ban get Commanyiche Land felfê fpjeehen / i}tt HocHng toelche iang£ be Zee een lengte ban runm bijf mijlen be* en breed fTaat/ fïjnbe ooeft omtrent foo fyerb/ rebenenbe begfelfë hctfelvc jcngtc (jau oe Chamafche Rivier tot aan JjCt Dorp Mina ? (&t\\ jjalbc ban gemclte Plaatfen Ijebbcn top op [jet Strand aan (jet Ons Fort ï^orp Klcynkommany , of Ekke-Tckki bOOJ be Negers ge* vrcden- naamt / een rebeüjcn groot Fort leggen / genaamt Vre- bur^mid. denburgh , DOO) be Heer Sweerts olbaar in [jet jaar 1688. fclïèÜ geboutob ; een of ttoee Snaphaans frjjoten ban Daar Jjebben redelijk be Engelfchc meeöe een Fort, 'c geen niet banbe hlennftei^/ groot, öoclj maar bantoe batclijrb fullen fp?ceben. <&ng Fort i£ / a\$ iengcfegt f)eb/ rebelp groot/ en meeft in 't bierftant ge* boutob/ geftrrbt met bier oanfïeneïijebe Batterycn, op De* toelcbe ttoe-en-bartig fluimen Kanon bonnen ftaan/ als foo beel Schietgaten in De Borlhvceringen fljnöe ; 't i$ groot ge* noeg om aan een bcfetting ban feflig man tooonplnotg te gebrn ; Dog tegentuco;iötg legt'er op berrc na foo beel Volks niet in/ en 't l)ceft ooeft niet meer alg twintig fttiUbcn Kar non, toaar meDe (jet egter in ftaat itf een groote maght ban Swarten niet alleen te berburen/maarooeh ofte toijfen. ï^ec v/ord jaar ban 1695-, fal bit mijn feggen bonnen betoaarljebeu / swarttbe toant Öct tocn ÖP na?t üan on^ vyanden 5 (manneer tipt 't fto?md,e Ge% öaar Öaa/ ) toterb aangetaft » en fejjoon ieb befer tnfr een feer ftoabhc Bcfettingh ban noeg geen ttointig mannen Sao/ maar ban bc ïjclft uaumelp£ in ftaat mop om \jc t Fort te do?moe- jjclpen befeöermen / foo bfcuong ie& Ijaar egter/ na bijf uren JSSHf- mft ocn anocr öoenbe getoeeft te fïjn/met berltr£ af tcUn> wijken, ben. gj& jjab niet meer han ttoee gequetflen benomen / 't geen ten upterflen te bermonbrren toaó/ en een teben/bat onp be Hemel betoaarbe : toant He mcefte Schietgaten ban 't Kanon ioaren fonber deuren , en be Swane fefjoten foo Ijc* big iiot (jaare Snaphanen , bat get Kogels feljeen te regenen / HevisU to Vliggc-iiok, {joetoegnig plaats beflaanbc/ [jaD al eetü* ge GUINESE GOUD-KUST. *9 ge Kogels ontfangf n / en De Schietgaten , baar deuren bOO? fchieten fïonöen / toaren tot een £ergiet-te|t gemaakt. &u§ U E. derswar- feona oojbeelen / of fp Ijet meenben / te meer / al£ ie n fag / teu- barfc öe Poort met een Bijl fogljten op te Ijaöhen i boef) na Dar, bc onberuemcr ban bit flout beftaan ban onö onDcr be boet gefcyoten rnas / lieten be anbere baar ban af. 3Dc ï)eer Generaal, aan toien ieft mijn ftonhljepbï)abbeHenbge* maant / öeeb ttoee Scheepen bOO? {jet Fort tcn Anker noO* Scheeps- men/ om mp met Volk en Oorlogs behoeften te onberfren? Boot door nen. ©e Ctpitein ban een ber gefepbe Scheepen , met na? JïS^ men Pieter Hinken, 't bebel ban Den Generaal , om nip te tenten jjelpen/ toillcnbe nptboeren/ fonb baag£ te booten / aïgdrieBian- icl\ ban bc Swarten toierb aangetaft/ fijn Boot bol Volk aan kenvan lanö/ boeg befelbe toierben op 't Strand , brgte bp fyt Fort, ^oord? enonber 't Kanon, ban be Swarten oberballen; baaretteltj? Itc ban gaar Volk rlenbiglijn boo? be Swarten bermoojb twelk toierDen / fonber bat icn Ijec felbe bonbe beletten. ^ant^",nen fjaar met Ijet Kanon toillenbe betapben / bonb ien fiet felbe fchdm- allc vernageld te 3yn j aan toelcn frgelmftim/ na alle fegjjn? Outniet baar^ebcn/ mijn cpgen Konftap.pl felmlbig toa£ / betoelc&e Jj^Jf ich baarom ooeft/ upt laft ban ben Generaal, geboepbnaar Jordcn. onfe Hoofdplaats fonb / gebbenbe De Generaal geftoooren/ bat (jp ben felben tot een boojbeelb ban anöeren fou frraffen -,. ^cc^r bog in plaar£ ban bat/ ftelbe l)p fjrm na eenige ttjb op tope aan fchui- boeten / en betrontoöe jjem een plaats ban Konftapel toaar digh, en te nemen ban noclj groter aangelegentljepb. ongeftraft 3£oo* 'tboo?fepDeongebal moefticn metöertfeerbeboo?? vr?£aat' fegjerbe Moord, fottèerfjet te nonnen beletten/ aanfien/ en bp alöienmpbe Negers op bie felbe trjb toaren nomen befïo?? Gevaar1 men/ ftet Fort , en bpgebolg top alle / fouben'er om houb J^™ ' Sijngctoeefu Doel) fp een Etmaal bertoebenbe / jjab ien tjjb Menfchen om alle£ te Ijerftellen / en fjaar op gaar homfï toel te out? door 't ge- fangen/ gelp ïjier booren geb berljaalb. <êti\ aarbig ge? ^}ndcwa' bal / onber Jet befejjermen ban 't Fort boojgcballen / ma0 br^f! ten niet boo? bp fonber ï)et UE. meebete beelen. <#en Sol- daat upt be Befetting qnam/ foo al£ ich be Poften ging be? ^d'gge- fïgtïgen/ of befelbe toel befet toaren/ bp mp/ en nlaagbe/ rende d"» bat be Negers, toel toetenbe/ bat ijp maar een Hoed in be storm © 3 toeerelb 3o BESCHRYVING VAN DE Toon* beereïb gab / noegtang befeibe / foo aï£ gn gent op gab/ raiiea. be gcgeele Bol ban baben / eben al£ of ijct met een mes ba£ gebaan / gabbcn open gefegoten ; bte^ berfogt gp om met ee* mgc Handgranaten baac bjaan ban te mogen neemen ; 't geen tlt Ijeni ligteltjcft/ en ombeeg 3gngeftoo?tgcn& loggen* de / tocfïonb. Ijjn'er ban tbec genceegen gebbenbe / field fl0 boben op be Borflweering, en be Swarten in {jaar taal flanfpjccftcnbe/ roept Ijn / gaar ban <&tt\\ te billen boo?* pen/ en baar op be Handgranaten aanfleenenbe/ berpt g» befeibe na beneben ; be Swarten met betenbe bat bit bajS/ en bermaan in 't branden ban be Granaten gebbenbe/ maft* ten een ronbe Dan£ om befeibe j boeg be Pijpen boojbjanö fljnbe/ fpjougen befeibe ban malftanber/ toaar öoo? öe ge* guetfïe get op een feg?euben / en be anbere op een loopen ftcloen/ fïg naberganb noont meer bn foobanigen fïag ban fpijs bertoonenbe. $u ennbeltja tcrberganbelingban beCommanyfchen Oor- log nomenbe / baar aan / of ban / 't gegeele bel-fijn ban onp fegeen af te gangen/ foo fal U E. get ftg niet moeten Ia* ten becDui ten bat ieft in- 't bef ïgnjbcn ban befeibe bat lang fal ballen : bant / fonber beofeiben oo?fp?onh boo? af te feggen/ foub UE. geen bolttomen begrip ban [tonnen nry* gen / of 'er een gocb benltbeelb ban maden. Diegfljalben fal telt agter untfpnngcn tot get begin ban UE. goebe brienb . ♦ ..♦ 5gn Regering, (belgb u niet/ banneerUE. bat onaon* genaatmj ban beufelben te booren Komt / en fent berfee* Heeb / bat telt bunten be funbere baargenb niet fal gaan ) belcae befeibe in een vreede , en bloencnbe ftanb intrab/ boeg egter niet foobanig/ of be berre-ftenben mogten ligte* Itjclt bemerften/ bat get buur bon onrufl/ en Oorlog, onber bic ban Commany al aan 't fmenlen bng / en bat get fclbe bn be eerflc gelegentgegb Itgteujcn fïonb tint te barfïen j en felfjg fou fulftg al ten tgben ban ben i^rer gefegiet fijn nebeefï / ten bare eene ban bien ï^eer fijn Dienaars , een Verhaal 23j0Cber ban ben Commanyfchen Koning fijnbe / get niet gab cómma kergmberten opgegouben. 3£>oegbienl£ecr bertrohlten fijn* n)°r?hcn öc / e» 0* fegöe dienaar bunten alle handeling geflooten / en felfé oorlog; eemgfmó qualijrlt ban gegaubelb berbenbe / foo ont* b;an GUINESE GOUDKUST. 51 b?aft aan bie ban Commany met anberg om gaar boomee* „«ntffy* men merhftellig te manen / ban een Deckmantel om gaar aanvang baar toe aanlegöing tegcben. 't3|aar 1694. bttb gaar een ^JftM getoenfte griegentgegb bernrggen : toant ong ugt Europa °°n*nfc eenige Bergweikers (tot toelcncn eunbe i$ ligt te oenenen) Bergwcr- toegefonDcn fijnbe / foo mierden be fclbe bebolen om be kcrs- eer jïe proef ban Baar werk m 't Commanyfche-Land te gaan neemen/ in een Berg omtrent een galf-uur bobenong Fort Vreedenburg gelegen / meiene Berg tot befe ondernecming mei gelegen fegeen te 5011 / en bit een goeb gebolg of tint* fiomft ban beloof be. ©efe Berg toierb toen ter tjjb boo? be Commanyfche beo? een garer Gooden begroet: 'n feg te bier tgb/ mitg raen'er te booren mennig / of lieber niet / ban gab gegoo?b / bic$ bit ooeft niet anbcrgbaneenboojtoenbfel ban gaar getoet jï i$ I om baar uut reben te mogen binben / ben Oorlog tegeng ong te beraïaren. <0efegbe Bergwerkers fïoegen egter gan* ben aan 't werk , borg nog maar toennige bagen befïg gemeefï fijnbe / toierbenfe ganfeg onbermagt ober ballen / fcganbe* hjeft migganbeld/ en ban alieg matfe gabben/ öeroofb/?™eeIke en bie geene / toetene get niet bonben ontblugten / eenige comma- tjjb gebangen gegouben. X®$ bleben ban onfe Hant niet ge* nyfeht bjenftig gier ober bn btn Commanyfchen Koning ulagtig te ü*erval- ballen ; bogg befelbe mag fcgelmg genoeg om get ban fijn bec"ó0eft galg te fegunben / gebenbe be fcgulb aan een Neger , met wierden, naamc jan Kabes , met toijö ban ong Fort afmoonenbe/ en met toten top altoog f maren Handel gabben geb?eben. «Defc Neger fou om get quaab ontgaal / gent booj 't boo?* ^Jf gaanbe Opperhoofd aangedaan / befe faan/ alg om flg te hiervan torenen / gebben ugtgeboert ©og men fag fonne-felaar / gegeven » bat bit een berbigtfe! toag : mant befe Neger , ban natunr , . een groote Bloodaart fijnbe / fou ftg fonber imtbmbnelgn w°afr.ie bebel ban ben Koning foo een ftoare faan / en ban foo qua? fthijne- bengebolgg/ niet onbertoonben gebben j maar be Comma-1^* nyfehen Koning met ong millenbe bieften/ non geen beter nuöbel alg eben befe/ aan be ganb Krijgen. . . . fonber be faan berber te onöerfoeben/befïugtg!er....j;ockt op felf na Commany te gaan/ met boomemen / om be ge? ditte meinbe 3t BESCHRYVING VAN DE wreken ; mcinbe migbaab op Jan Kabes te bcrljalen / neemenbe tot biett en ver- ' epnbc Cttlt0 üorlogsvolk bail b'Elmina ttlCCbC/ ttlCt ÖCfcDCÏChe trekt met aan Commany geftomen fijnde/fenb jjg befelbe aanfïonbg naar ccniuork Öet DorP ban mecr 8emeItc Jan Kabes } bog benfelbcn ouara io"«a öe Minafche omtrent fijn Dorp ontmoeten / met flg legben* comraa- oe een Schaap om aan Oen H|eer.. .. te bereeren / en fis ftU nr- * ben te funberen ban 't geene / maar tnerbe men f)em ï)ad be* fcljulbigb ; bog fienbc be Minafche , fonber getoaarfcljontöt Dewelke ^ fijn / op fijn Goederen, om befelbe te roben/aanbalïen / bef uÜ ^eranDct:De ÖP DaaffcItjcCi ban boomemen/ en ftclbe (in digdcaan plaatgS ban na te gaan) [joe blobe [)g ooch mogt fijn/ hetfeher. fig fclben in fïaat ban tegentocer te boen. og bc Mina- rnutfeien fche jjaa£ getoaar merbenbe / bat jjn gefinb toa£ fijn gocö komen. ^^ ^tnot^ aan jjaac te brrnoopen/ foo biel'cr een Schcr- mutfeling booj/ maar in aan tocerhanten eenige b:aaf mier* ben getroffen/ en genoobfaaht ban malbanöer te fclben. Diefigh Iftkv booj raahte allc£ in 'ttoilb / jjebbcnöe ben Comma- daaroptot nyfehen Koning in 't gejjeim/ en Jan Kabes tot Otlfeil Open* opclbaren &arfn vPnd > öemeJcae / om fig toegeng 't ongelijcft |em vyand aangebaan / te tojee&en / be Engelfche in (jet Commanyfche fteid. en Land ftaalb / fyaav boo? eerft een Wooning of Plaats , een fchehf1 uuc ööu on^ Fort 0^3™/ ui een ban fijn Sout-Dorpen ge* haaid*! en tanbe / met mil om Ijaar bn eerftc ttclegentQcDb meber in raareêni- gaar Bouwvallig-Huys, of Fort , 't geenfe boonnaalg Ijab* «e tijd in ocn befeten / te b?engen. 't^elbe gclunte Ijaar ho?t baar vX Fort öan 00CR na menfel) / en J)ebDen be Engelfche fig bereebp baar fteid.waar al foo bajeen fterhgemaabt/ datmenfe niet/ ban in tjjb ban dat die fig Oorlog, tocber ban baar fal nonnen brijgen / al£ manneer ten verhuyfen: mant [jaar Fort j£ toel foo groot alp 'tonfe/ Afbeei- en [jceft mecbe bier goebe Batteryen , befjalben bat (jet nor 8 «nero ecn Torens getoijtf gebouln / toaar (jet Gefchut op leggen ban/ Sfch Ö«ft / en toaarmeebe fg 01$ bapper fouben bonnen befrjja* Fort. bigen. i£aar Gefchut i£ oorft grooter of ftoaarber/ en in meerber getal alg bn ono\ ïto;t om/ mp fouben'er al een foetelycb beentje oan te UUinben öeüben. XOat nabeel befe Nabuurfchap onfên Handel ban toebrengen/ en reebpi al ge* baan gerft / toect ecn jegelijeb / Die maar ecnige nemug ban GUINESE GOUD-KUST. 33 ban bc gcfïeldBegd defer Kuft Beeft; en meebeBoe gemaftfte* lijft men get felbe gat) nonnen boojftomen. £>og Den ï^eer «... te bol buur fïjnde/ en geen goede Raads-luy Bebbende/ of boel na defelbe niet builende lugtfcren / begeerde de reden Quaad bc- in talderminft geen plaatste geben/ foo bat Bg nietan*Ieydvan berg fogt / Dan Den Oorlog , en Dat [jet geruste ban Dien \'rc'n™'tt mogtberfpjegd mo:den: meenenDe Dat Bet Ijem foo toel fou comma- iuftften aljde ^ecr Sweerts, melcfte d'Commanyfche in jaar nyfche» 1687. t'eenetnaal onöer b:agt / met beclieg ban Der felber Oorlog' Koning en De meetfe Grooten Deg Rijcks , 't geen Die tijd een menfel)elijcfte faalt booj on£ mierd bebonden. ïDefe ^eer/ maar ban ieft fpjeefte / meende ooeft foo te merhen / dog Bg obermoeg niet 't onderfeBegb / bat'ee tuflefjen 't beleyd en 't geluk ban den een/ en den ander ig. <ègter derf ieft mei booj baft feggen / dat jjet jjem meede mei fon Bebben geluftt/ bg aldien fijn grootshartigheyd, en de kleynagting, Die Bgbande Vyandfjaö/ fuleftg niet Bad berBinderd ; mant booj minder dan een Balbe Tonne-Gouds Bad Bg een Leger ban'tjufferfche, en Cabefterrafche Volckeren te Veld nonnen gr°°£CCft bjengen/ melcfte die ban Commany mei trnee maal in magt magtVan te boben gingen. <&ie£ ïjtt gem ooft niet fmaar fou 5jjn Negers gemceft Baar met Defelbe gegeelijeft te berDeïgen ; dog om* ma£ fot en blind genoeg / om fig te berbeelden Dat Bg niet befe magt , niet alleen Commany, maar de geBeele Kuit fou gedwongen Beunen; dte$B? f*ö booj 51311 bnft foo berreliet berboeren / Dat Bg / tfaanbe bit gefcBiï / noeB anbere mag* tiger Landen , alg Fantijn , en Saboe , beed Daggen / Dat Com- dr°f tc" many niet foo Baaft fou getemt fijn/ of fe Bobden meebe een fCi4n onaangenaam befoeft te becmagtcn. ©efe trnee Landfchap- door fijn pen, meetenbe Boe berr' fg in onfe fchuld fïeefttn / en bat/ ™bec{' om Baar geburigc fcBelrnerge betaalb te fetten / get ong ,ng' noogt aanbe mille /maar tuei aan magt, omBetugttefton? nen boeren /ontbjoften Bad/ d; aalden niet lang dicgmaftfter gemaaftt $ijnde/om op Baar tegentueer berdagt te fijn / en bemerfteude/ dat in defe tijdg gelegentBegd Betin fïaat bli> ben ban Commany Bet beBoub ban Baar Lieden ma£/ foo gin? gen fg defelbe met al Bun magt unfp?ingen /maar doojfe beel jterftee in Volk maren alg onfe Hulpers, blijft ïjitv banig be i <£ eerjïc 34 BESCHRYVING VAN DE ons voik N*|ïe ongclubftige Veldflag, toaar &p top alle onfe Hulpers, word ge- en bpgcbolg/ ooeft 't geene fp geboft öaDDen / bcrlooren; nagcn,en öccfif Slag Löa^ban foo een grootcn Moord berfclb/ algon* ftc"1" oec oe Oo1 "loScn &erNeSers toepnig bomt booj te ballen: mecfl van^énof alle raalitcafe ban onfe Kant om hals , of gevangen > toaar jool doo 2 ui» on? in een bcRlaaglijftc ftaat bebonben / altf mee toecmibc toertoaartg on$ te neeren / mir£ ton be meejte Land- fchappco Ijicr om 0een/ en ban eenig bermogen ftju&t/omf tot Vyanden ïjaDDen gemaent ; ton fouben oocn geen gele* gentïjcpb Jjebbcn gegab / om op meuto tet£ babelijug te bt* ginnen/ ten mare be Vyanden on£ ful&g felber niet Ijabben EcniJc aan De fjanb gegebcn / toant Die onber malnanberen bcrfcgtl IndcnVo7 uqjgenoe/ begonben fïg ban een te fcljepben / bomenDe bcg men tot Konings Broeder Tekki Ankan , tf gCïltUOCUUtg Koning ban ons over. Commany, met be Acaniile Volkeren tot Otl$ Ober/ betoelc* véCrftfr- &e ftg binnen norten tijb met hit ban Adom en anbere foo* ken, en bamg bcrfter&t bonben/ batfe be Commanyfche eenttoeebm een veld- Veldüag leberben / in toelcue ban toeerftantcn foo Dapper ^gaan fajicrb gevogten , bat be Overwinning een tijb lang geljeel saa' ttoijffeiagtig ftonb /tot bat befclbe ten Iaatfien na onfe bant begon/ of ten mtnffcn fcfyten/tt Dellen / bic$ be onfe fig ooit al aan jjet plunderen ban ben buyt begabcn * oog b*i\ Dogwor- Commanyfehen Koning Abe Tekki, obertreffenbe alle Negers liftvïn0r ban Wn ttjö/ f00 toel in dapperheyd, alg goeb belcyd, JjO& dencom- fïg tot bu£ berre upt Ijet Gevegt gejjouben / en uu kond- many- fchap ferijgenbe/ bat be onfe foo bjaaf in ben buyt graapDen khen ko- ( oetoelche boojbagteujeft aïbaar tot een valftrick booj {jent woünVn,'toa^^eö^ &omtj)ccl onbertoagtmet cenvarfc troep Volks tn gciia- aan : egter / om be onfe te bcbnegen / met be Trompen ban be g«*. Snaphanen na gaar toe gefteerb; be onfe/ meeneabe befclbe ban jjaar t$Qt volk te fijn / gaan met iytt roven boojt : maar gefepDe Koning bp gaar homenbe/ becb be Snaphanen omheeren / en foo toau&er buur geeben / batfe niet meer bagten om ben Buyt; maar toel een jegelijh om fïjn Lijfin goebe berfcehcring toegtebjagen. ©ué lieten fp aan bie ban Commany boojbe ttoecöcmaalecn bolubme Zegen ober / feo* menbebeonfc/ bic öet ontblugten uonnen/ tocber met be Kous op {jet hoofd t'huys. <£*if: GUINESE GOUD-KUST. 3f ®it tdatcti tmee ftoare berliefen / en toaatr ban men bene meert* feFjulb fonber bieefe toet hooi 't meereubeel op fijn re- fd.uidva» kening mag fleïlen : mant jjab fijn E. foo boojfïgtig gefcoeefï/ ** Ter- om tegeng bie ban Fantijn en Saboetebegnfen/en befelbe/ *"*n om met Jaar tn b?ienbfc[)ap te bïpen/ een brok in öemond gVfèhre" gföoogt / geujcft fjo naberjjanb/ en öat nogfonbec bmgt / ven.cn geeft moeten Doen; foo geloof ieft met/ bat fy fig met bie w"rora' ban Commany foubtn bcmoeno gebben / en foo foube get geel Ügt fijn geballen beCommanyfche Ugt te roeyen, en na? öerganb met bit felf De magt Fantijn en Saboc oocH mat in te teugelen en tot reben te btoingen. %)c faanen bleben bug in ftaat tot Diender fijn tijb toe. gelijcn / ben Oorlog in een goebe Vreede te beranbeten ; 't geen ooft foo toel toierb gemeenb/ en be gemoeberen btt Commanyfchein foo een goebe gefïelbgegb gebjagt/batton c*mmtdc Jet gaafï met gaar eengfcoierben; berbinbenbe bit banCom- ny°™hea" many fig niet alleen/ om on£ aïïe gebane onnoflen te ber* een voor- goeben/maar fïonbenbaar-en-boben nog foo beeï boojbéelige *ee]if boo?toaarben aan ong toe/ aïgmen inbiegtöbggelegent^akt! gegb foube gebben mogen toenfegen'tlfëare een fcoenfcgeujne faau booj onfe Maatfchappy getoeefl/ bn albien befe Vreede gab mogen ftanb grijpen/ mitg gaar E. Handel bantoeebec binnen bo?ten gelunuig fou gëb?eeben fijn getoojben/ en öaar-en-boben ontheft/ banbe groote Geldfommen bit tot ten boïgenben Oorlog ftjn ngtgefegooten ; bog Mefficurs be ?°ë*o<>r Engelfche njjbig jtjnbe / bat ton ben Oorlog foo gelunbig boo; y onögabben geemibigb/ en tyefenbe/ bat fp'er niet beeï tij- de bn fouben fpinnen , gingen op nnbbelen bebagt3tjn / om be gemaabte Vrede toeber te bernietigen/ gier toe ttoee miböc* len/ bit niet te bertoerpen toaren/ gebmnftenbe. «tëerfle* ïijcft fiitteïben fn ben Koningh met frjn ttoeeboubige op ong bebogte Zegen, en bat tyt bienboïgenbe gent toe ouam/ Dog alleg te bergeefé/toant Ijn Ijoe langs f)oe meer ons/ en De onfe befcfjabigDc ; 't geen ong / toilDen tog onfe ge* jjeele agting bg Defe Landaart niet berliefen/ niet langer fïonö te dulden. SÉMe^ljalben begonben tog mebe na jjarber middelea om te flen ; en Jjet met ben anberen eeng geworden fijnbe / toierb beflooten , om / toare ïjtt Doenlijk / een aanfïrnlnfte magt in 't Veld te brengen / maar mebe tog fonöcr lang te marren/ be Commanyfche op eenmaal fouöen mogen ftraf- waarom fen ', en toijl ong aan De f)anD toierD gegeben/ bat öie bnu ook na Fantijn , al$ nu in vriendfehap met ong lebenbe / ïjeel ligt tii Sdden on^ belang f°uöfn tt ftrijgen 3911/ en Jaar magtig genor rj beginnen ftcnnenbe om ttoee Koningen ban Commany te temmen, foa om te traben tog met Ijaar in een onderhandeling , b?engcnbc (jet fien.de ui eenige tijb foo ber / bat 3g aannamen en fïg met eden fchè'tot öerbonben om Die ban Commany boo? een fomme ban rupm Terdci- negen DngfenD guldens te bebegten/en niet af te laten/ booa ging der m aleerfg befelbe fjabben ugtgeroegb. tyitt meDe eagtrn nvT™' toPnuÖf^ toel berfeeherb te fijn/ Dagelpg be Famijnfche omkopen- met Qaar magtin 't- Veld bertoagtenbe * Dog fner qnamen De de. Engeifchc al toeoer in 't fpel, öetoelfte / om be belofte aan b'Com- GUINESE GOUD-KUST, 37 b'Commanyfchen Koning geDnan/ fïatlö te boen grijpen/ of rpnt>ciyh om ong maar te dwarsboomen. 't^n Dan Jjoejet: tuil / een ban Jjaar Opperhoofden , begaf fig ban Cabocors na Fannjnj Detoclcne l)n met rnnm foo beelGeld,al£ ton/unt*'tGeen gefc Ijooten te Ijebben / betooog / om ilil te futtcn 5 öog E°orel^he torjl Den Braffo alleen Ijier toe niet non beflunten / foo De? weird ver- ben fp Den feibe om hals bjengen/ en inDegfelfgpIaatgtoc^ydeid. Der een anDer ban Ijaar aanhang (lellen, ie£ gingen ton get toeDer ober een anDrre boeg toénDen/ met Die ban Adom ober een Tweede nomenDe om 't geen De Fantijnfche gaDDen laten fteenen / l"h^' boo? nocg geen fe£ DunfenD gulden unt te boeren : maar gier ^"in bielmcbe niet af/ toant Die ober De verdeeling ban get Goud Adom, oneenig getoojDen fljnDe / bïeben alle/ fonDereenigebetoe*waajvan ging te manen/ t'gmjg/ en met Baar De Acaniften enCabe-™^emc ïten-afche , toeine belooft gabben met Die ben Adom te ful* len optrehhen; Dn^ gingen ton on$ laarfte Anker in De gronD toerpen / 't toelh toaó / Dat ton De Dinkirafche betoogen om ^(J booj rupm agt DunfenD gulden ten boo?feg?eeben egnbe af te ^voor" nomen; maar gier in toaren ton foo ongeluaaigg / al£ in de derde- al (jet boojgaanöe : toant Die menfehen ban unt Jet Land ^ met felfë een Oorlog op Den gal£ ftrjjgcnDe/ moeften onfe faan/ ira* om (jaar eggen Land te befegermen / laten baren -, Dog fn toaren nocg foo eerujen/ baifeong get Goud, untgefonDero een toemiig/ Dat aan De ganDen Der Brengers bleef gangen/ toeberom fonDen: 't geen aan De Adomfche toa$ gegebcn/ «reegen ton boo? Qrt meefte geDeelte ooft toeDerom / Dog ban De Fantijnfche niet een Dugt . en ton berftonben Jjaafï E^ tot on^c bolUomen bergenoeging/ bat ben Koning, ben Ooi - comma- log moebe fïjnbe / tiict^ foo feer al£ be Vreede begeerbe/ nyfehetotote^ grt oocEt niet lang aanliep/of ton quanten op feer goe* ccnvrcdc, öe cn cerjncftC voorwaarden met Ijem te berbjagen ; 'n feg goeb/ om bat ton ober een quanten fonber bahtoeerhantrn die ook iet£ anbero1 ban een baftc en bertroutobe Vrccde te enfe^en ; binnen en bicg bagtcn ton bat (jet ooit beg te bcfïanbtger fou fijn / k°itcn 8CUJ& Dec 00ft fcncrlijlt fou ftjn getoceft/ beginnenbe ton ai; eltTQ&n .wto$ te fmanen/ fjoc beel een gocbe Vreede boben ben fega* belijden Oorlog te ff ellen ig. <©og in 't mibben ban ttft ge* rujtQcnb en bctragting ban be Vreede in 't toenomenbe in meerber toaarbne te Ijoubcn / uomt on$ ganfr j) onbertoagt / d^Eo^ei- cn tc5cn alte bermoeben / een b?eemb gebal ban tse Engel- fcheden' fclic te booren : toant bte l£eercn/ftg ban ben Commanyichcn comma- Koning belebigb agtenbc / of toel ben felbe miorroutoenbc / ïunt™ öal: ^n onö/ a$ fö" ouöe Mcnben meer toe/ en [jaar af mogt vennoor- ballen; aftanp l toat be 003'faau ooluttag getoreft ftjn fnbe* den. we- ben bcnfclbe/afë l)n op fefteren bag ftg met gaar tueenbe te der tot berluftigen / in Ijaar Fort tot Cabocors bermooj&cn > op watc ,cp,een bc Europit'chc Landaarc onuetamelnlte toy3 / belonen* be 01 e GUINESE GOUDKUST. 59 bc albirê onbaiibbaarlijlt bc birnfïcn/gcburenbe eemgr ja* renban gejnontfangen. &efe fchendaad b?agt een grootc beranbering in be faben Gro°^ ban befe Kuit te toceg / Die ban Commany tot nocg toe foo ™™n£ narutu aan öc Engelfchc berbonbrn/toerben gefïagcn Vyan- gefeyd< den ban befelbe/op alle maniere gaar £ Koningsöooö trog* moord in tenöc te tojehen ; en Tekki Ankao gier "en tegen toierb gaar ^e ^kcn nlbcrgroottfe Vriend , en gebbenbe in gefenbe Moord mebe Kcucft" be gnno gegab / foo vlugte gn bn nagt ban onber ons" Ka- fteel ban baan/ en berboegbe fig bn be Engelfchc , met be* toelne gn met ben eerften ging aanfpannen om be Comma- nyfche toeber met Oorlog aan te taflen; boenbe ong berfoe; |?e Easd- ften om mebc in bat verbond te toiüen treben -, bog bat toierb ^„7™" getoengerö / alfoo ton onö om gaarenttoil in geen Oorlog oerio* tl begoefben te bubbelen / ~al£ gebbenbe tot ons? leettoefen gendie vm lang genoeg gefmaabt goe berberbenbe benfelben booj on* ^Zn*' fen Handel toag. ^n gingen egter met gaar boomemen yaaQ* boojt / tot gaar gulp oniboopenbe bit ban Saboe-Acany , en Cabes-Terra , met fcöeln onberfïanb Teldd-Ankan in 't Veld bomt/ bog met foo toennig gclub / bat gn booj be Com-dogwer- manyfche ten eenemaal toierb gefïagen / en op be vlugt ge* dengefu- tyerben / ntet tegenflaanbe gn ten minften biermaalfoo beelgen' Volks ald be Commanyfche , bn gem gab : bog bie gabbeu baar en tegen een Neger , met name Amo-Tekki , ten Veld- * Overiten, in toien bebappergenb ban ben bermoo*ben Koning ff geen te gerleben ; en toaar in gn benfelbe oorn geenfmbg begoef be te togben ; bu£ be Commanyfchen foo grooten Overwinning booj 't grootfie gebeelte aan gem toaren ber* fcgulbtgb. &ict tegenftaaube ton oné tot bus berre onpartnbig gab* ben gelagen / fonber oiiö boo? ben een of anber te bernla* ren / foo gab geineite Veld-Overfte bog be beleeftgenb om j****** ben ^eer Ober beeg Overwinning te iaten begroeten, en on* vjjj"' bcr 't fenben ban eenige Bekkeneelen ber berfïagenen te Iaten ffendw"* betungen / bat gn befïooten gab ban boojtaan in ben bienft comma- ber Hollanders te toillen leeven en öervenj bit toierb ban on* ">'fen- fe bant met geujhe beleeftheyd beanttooo:b/cn na ben Veld- J™*™* Overften bebanbt / en een Vereering gebaan te gebben/ be£* iWkr,. m 4o BESCHRYVING VAN DE frlfg Afgefantcn toceDer berfonben. o?DeelD nu een£ gefonDelp/ Mijn Heer, of UE. ntet fult moeten toeflaan / Dat Doo? 't gcfrnbe 't regt Der Volkeren in Den googflen graaD gefcgonDni ip > uk mecne ban ja / en Dat get een onbc ranttooojDr hjhc faaft boo? fijn E. is getoeefl/ 't felbe fonDcr meDc toccren en toeftrm* nung ban fijn Raad unt te boereu ; Dog gier en bobcn fou gn nocg tod toillen gegaD gebben / Dat De Hccren ban Den Raad Dit Doen booj gocD gaDDen gr ftcurb / boo? bctoccgrc* ecja^ten benen bnbjengenDe/ Dat Die ban Fctugcrcgtclnft toarcn gc^ ftraft/ GUINESE GOUD -KUST. 41 fïraft/ mitg toegnige bagen ban te booren eenige Vrouw- orwdit lieden batl b'Elmina bOOJ gaar op be htegen tnacen Vermoord werk. gemogen. <&og bit bon met betoefen tuc:oen / en 't toa£ om boïgentre reben ooh niet maarfegegneltjb : want eerfle* hjH I be Feutfche ontfegulbigben fïg W$ toegeng feer ; en Weben met on$ in vriendfehap : ten ttoeeben i$ 't ooft niet Bcbenbelgb / bat f» / baar gaar noeg foo beel aan ong ge? legen ma£ / ouó foo ftbaar fouben gebbcn berben belebt* gen : en laatfïelp goe ban get in be gebagten ban een Menfch bomen/ bat be Fetufche fïg aan foo een fcgelmflub fcguï^ big bennenbe / gier nog foo onbefcgioomt fouben gebbcn beeben bomen Markten : bic§ rrjtrè ontb?abenbec 00b geen Menfchen, bit fig alleen niet lieten bod? flaan/ maar get felbe oocb ronb upt fegben / alg bat get Vermoorden ber boOiffljKbc Vrouwlieden, een bejïel banAkimenTekki An- kan felber toag / om fulbg be Commanyfche te lafl te leggen / en baar nnt recben te mogen binben/ befclbe aan te taften/ en gaar boo? bat mibbel alle berberc Handeling met ong te beletten. Wat ban be toaargegb fa / meet be Heemel, be faab (ag bug fonber te bonnen bergolpen toozuen. <$n fcgoon be Heeren ban ben Raad bic Feyt ten unterften quaab* ftenrben; foo lietenfe get felbe niet bigben/ om reben / bat* fe be meefle fegulb gier ban aan Akim fouben gebben moe* tengeben; toelben fè fegelmg? genoeg benben/ omfulbgop/ en ten bofte ban gaar leben/ te bergalen/ bitg fgget/alg een gebaue faab fijnbe / met ftilftoggen lieten boo?gaan. ©og bit oberfïappenbe / beren ton ong toeber tot get ge* fcgbe Feyt. Iget felbe bjagt boo? eerfï te toeeg/ bat be Han- del aan Elmina plotfeling quam te fïremmen en op te gou* ben ; en ten ttoeben / bat top gier booj on£ booj Vyanden ban be Commanyfche en Fetufche gabbcn becblaarb / 't geen ^hi be Engelfchen met gaar aangang foo feer aanmoebigbe/ bat feivemc- fe/ in plaat£ ban Vrede te maben / gclgeb Saboe , aïg be deinden magtigfïe fijnbe / al gab boojgefïagen / fïg nu toeber met Oorlos- alle bragt gingen berfïerben ; en gebbenbe toeber een aan* fïenlrjb Leger te Veld gebreegen/ met bic ban Commany en Fetu tot een ttoeebe Hoofd-treffen quanten; maar in be Com- Een twcc. manyfehc met gaar geringe magt toeber foo bapperfïreeben/ dctre#e» # bat 41 BESCHRYVING VAN DE mctdie oat bt Overwinning ontmijffelbaar aan Fjaar nant foubegf* vanCom- nomen fijn/ DaD gec ongeluft met getoilö / Dat ïjaar Veld- m»7. de- Ovatie gemietft raante / Die fïg Daarom upt jjct Gevegt toreen mortf üfflcföf,K ©it Möt foo een berfïagentjjegb on&ec ongeluk in öc fïjrir te toecg / Dat fg Du£ lange manmocöi0 gebogten/ 'tonder- rn jjff:i Jigeagten (joop fjaarer Vyanden op öeblugt geDje* fpitraak. bfll ^uuenöe / nu op [jet nuffen ban (jaar Hooft , net op een lopen flelDen / latenDe alfo aan Tekki Ankan en fiju Mcdchelpers , een boluomen Overwinning, iifaar Veld- Overrte , en brrDere Grooten toieröen oor gebaugen of ge* Dooö. ©efe Slag fyagt aan Tekki Ankan Jet Commanyfchc Koningrijk , en on£ on fijn beft / neben£ De Engelfche , De ïjclft ban 't geluft Dat |)ier iint fronD te nomen / Daar tog ligt op een anDere mij£ / meerDer aandeel in mogten Ijeb* ben geljab. nbér / of boo? bit Kafleel Ijeeft men jjet ©o?p Mina y fchreven. boo? bc Inboorlingen genaamt Oddena -, 't ig ïjccl lang en te behju bjeeb/ bcboutoD met ftarne Klipfteene-Huyfen,'troem men op geen Plaats meer a\§ Jjier Ijeeft : mitfc in anDere Dorpen maar ban Kley of Leem en Dooj blogten met hout, fijn gemaant. Boor bijftien en feftien jaren toaé Dit Dorp fonDerlmg Volkrijk, en / fonber liegen / toel agtmaal foo was eer- magtig al£ tegentooo?Dig / toaarom fp ooen ban alle Strand- tijds volk- Negers toierbeu gebjeeft / ItonnenDe een Generaal fomttjög "} ' fanen ban geroigt met Defclbe nptboeren : maar booj bijf* tien jaren regneerDen De Kinderpokjes gier foo getoelbig / Dat'er al een goeD gebeelte na De Elifeefche- Velden toierben tegen, afgefejjeept; en t feberb ftjr.fe boo? bcnCommanyfchen Oor- woordig jog en be ïjarbe Regering ban eenige Generaals, foo feerber* vm örmö cn *l*nDi'8 semaaht / oocn ban Volk ontbloot / bat Öet tegentoooJbi-g ongeloofelijn f toon i$/ a\$ ftjnöc niet in ftaat om ban fl$ felben / biipten be Dienaars ber Europianen , bijftig man met Wapenen boo?fïen/ te nonnen lebeicn. ©aar io geen Plaats op be geljeeïe Goud-Kutt, ofmenbinb '.er geblugte Negers ban b'Elmina j foramige / om bat fp bjienben ban be Commanyfche toaren / en anbere / ooit mei be meefïc / om 't nncbeïen ban bc Generaals , en gemeltc Neger Akim , te ontgaan : mant befelbe fcljeen maar ge? fcjjapente ftjn omboog 't berberbenban eenieber/ alle^efê tii w GUINESE GOUD-KUST. 4S tn een bertoarrmg te fïelïcn. JOanneer telt gier eerfï ter Kuft quam / geb ich berfegegbe rijfen brjf °f fc£ gonberö Canons gctelb/ toeïfte £'mo?gen0 ten Visvangft upt boeren ; en nu fou men'er brfiaar lijft een gonberb bonnen binben ; en Dte alle noeg foo arm fïjnbe / bat men fïg moet erbarm men/ algmcnombeborigetrjbgebenftti toaar om Jet ooft een toenfhjelijhe / en ten ugterften goognobige faaft i£/ bat'er gaafl een Hooft bomt/ bit gaai; mat minneujfter be* jegenbe/ en toeüer als ban nieuto aan ftoeflerbe ; al£ mam neer / bupten alle ttoi>ffel / De gcvlugte toel gaap toeberom fouben bomen : mirs bat bien Generaal maar foo booj ftgtig toag / bat gg ben foo beel malen gemelten Neger mat in* teugelbe / of/ toare get mogelp / na een anöere Plaats berfonb. ©og aljSgefegtts/ metboojfigtigljepb/ fonber bat öp gelentljenb breeg om Landwaards m te ger aften/ ( toaar gp Og ten onfen ftofle beeïe Vrienden gemaaftt geeft ) baar 0n feftcrhjft eenige opfegubbing bertoeftte; gieropfou/ na mijn gebagten/ gaafteene beranbering ten goeben bolgen ; 't toelftc ick/ fooboo? 't mel-3ijn ban be Maatfchappy , al£ om be armoede ban bit Dorp felfê / ban garten ben toenfegenbe } in toelfte goop en bertoagting teft befen ennbige en fïunte / aï#. Eynde van den derden Brief. # 3 VIERDE 4« BESCHRYVING VAN DE VIERDE BRIEF. Behelfende eerftelijkecn Bcfchrijving van het Fetufchc Land, ea ons Fort , mitsgaders de Hooftplaats der Engelfcbe , met nog een ander Fort in 't felve gelegen, 't Saboefche Land en ons Fort Nafou aldaar, 't Landfchap Fantijn , en de Plaatfen die \vy, en de Engelfche^ in 't felve befltten. Groote maght der Fantijnfche, en wreveligen aart van die Landaart , waar dooi' foo wy, als de Engelfthe, feer veel moeten verdragen. MYN HEER, <£n fegjeef ten Bet ïaatfïe aan UE. en niet te se nflaanbc öcfelbc wat langljtoylig i§ gebal* Ien / foo Ijoopc Dort Dat Ijp U E. niet onaange* naam fal rjetoceft fijn. t'Ccöerö fjet afgaan ban gemelte mijne Miflïve toierD mp op Den 8. Defee UE. ge-eerDen ban Den 24 oberljanDigD / fïjnbc fltcr ter Kuft met een Zeuwfche Enterloper aangebwgt. 3jh ban/ Mijn Heer, upt gefepDe UE. Miffive befpeuren / Dat UE. ban een feec nieuwsgierigen geeft toojb geD?ebcn ; niet al* leen / om Dat UE. Dp alle fijn Brieven mp tot get Befchrij- ven ban De Kuit fijt aanmanenDe / maar o o en De omweg / Die UE. gebmpftt / om mijn tijDing bon U E. te Doen t}cb* ben/ en'tbcrfoen ban bp gelegcntfjepD UE. met Diefelbe Scheepen te frÖ?öücn- Üfêöar / Heer en Vriend, toeet U E. niet/ Dat jjet mp ongeoojloft i§ I met / of ban foo&anigc Scheepen Brieven te ontfangen / en beeï minDer renige met Defelbe ober te manen H ©og ieft geloof/ Dat UE. Dennt Ijet ebenbeel te ftjn/fjoe /en met wat Scheepen UE. De Brie- ven af-fenb en weDer anDere benomt / alfe maar Wel be* ftelb toerben. <6n omUE. De waarljepD te feggen/ ten ber* fcïjeelb mp oocu foo bpfïcr beeï niet : mant / bcrmit^ onfe Maatfchappy Daar Dooj niet werD benaDeelD / foo ban icft'er geen mtgöaaD in fïen / bie^galben uonD UE. berfceuerb fljn/ Dat icn in 't toenomenDe Diergclijfte gelegentöeDcn niet meer G UI NESE GOUD-KUST. 47 meer fal laten boor bg gaan 1 en totjl befelbe bagelijbg foo gter a\§ in Europa nomen boo: te ballen / foo fullen ton / al£ U£. bie mede toel toaarneemt/ Ijet gegeele jaar D002 Brie- ven met ben anberen honnen verwiflelen , en ban elbanberg ftaat en gelegentheyd bonbfeljap brrjgen. ligt alle mijne boorige/ pjnbe D?ie in 't 0etal / fnït UE. reeöo na alle gebagten gepen Ijebben / bat icn al te promt ben om mn ttoce maal tot een faan te laten noben ; bies bat oberpaanoe/ en mn getoagcnbe bolgeué ben beroeren in- houd ban UE. Brief aan 't inleggende anttooojb/ foo falicft be Bcfchrijvingh befer Kuft toeber aannnoopcn baar ichfe 111 mijnen laatpen jjab afgefnrben; pjnbe getneep tot aan ons Kaiteel St. George d'Elmina. beneden of naap on$ Kafteel , en berboïgeng boo? bn Jet EenZout- Minafche Dorp loont een Riviertje lanbtoaarb£ in / ter lengte Riviertje. ban rugm een ïjalbe mijl/ toellterg Water, bolgeng 't feg* reheydFe- gcn ban öe ï|eer Focquenbrog , tien maal fouter alg 't al* comnu- bcrfoutpe Pekclnatfou pjn; bog in be maanben ban May en ny van Juny, geb ihfe toel foo foeten verfch ai£ Regenwater gebon den ander. ben; bermitg 't in Die maanben gepaöig geel pern regend, toclft water ban be omleggenbe Bergen alle na bit Riviertje af fauftenbe / foo een fnelle af/ of uytwatering in Zee maant/ bar men'er met goeb fatfoen een fegoone Water-molen fou bonnen oprigten/ beïjalben noeïj bat be vloed gier mebefo Perb gaat / batfe een Moolen foube bonnen boen malen. JjDaar bat be ïfyetV Focquenbrog ban be foutheyd ban bit Ri- viertje gelieft te feggen / moet men ban be b?oge tijb / en al£ 't toepnig regend , berpaan : toant Ijet Land gier om* trent feer falpeterigh pjnbe/ en f)et Riviertje geljeel ondiep, fOO ig 't toel te geloben / bat &et Zeewater in bit Riviertje Doo?DeZon meerber tot zouttoerb gemaaht / al$ in be bolle Zee, 't geen be Inwoonders oocb toel Rebben onberbonben; ting fn bit water nemen om Zout ban te noben / en 't geen fn ooeft met beel boo?beel bolbjengen- 't <0efcgbe Riviertje maant een fcheyding tuffegen Bet Commanyfche en Fetufche Landj gier aan en op ben Fetufchen Bodem legt op een ra* meipen gogen Berg, genaamt Stjago, onfeFortresCoen-'*^0" raadsburg. 't gfêeenfcöoon en bierfomt Fort , boojfïen/ge* r£dntïm 4g BESCHRYVING VAN DE oodca **)& mce^ alIc om~e Forten' mct mcr bcftige Batteryen, &e> borg jjalbcn bat {jet in fijn Buytcnwal , toeibe rondom bit Fort saina loopt/ noclj bier ftlegne Batterytjes geeft, 3n 'tnonVÜiec Jae°' ftaat Kanon genoeg / en jet Foi;t i£ roei foo fïerft / bot men* 'er / met een goeDe Befetting ban alleg boojficn fïjnbe / groot geroelb mcöe foube nonnen boen. U E. geliebe be Af- tekening onber No. 3. te befien; fuüenbe UE. in 't mibben ban 't fclbe een rebelp ï}°°3 Torentje getoaar toerben ; [jet turlclt bit Fort niet alleen beel bercierb / maar ooeft groot bermaan geeft: roant boben op/ ofte miDbcn/ ineen Ka- mer fïjnbe / jjeeft men een feljoon gcfïgt ober 't omleggen* be Land en be Zee , nonnenbe men gier be Scheepen ban boüen nomenbe feben a ogt mplen ber ontbehnen / 't geen on£ in tijb en toijlcn al bieufïig fou nonnen fijn. j^et ben Berg Saind Jago [jebben ron/ al eer een Fort op roatf / (jet Kaïtecl Sainér. Georg boo? 't mcerenbeel tot be obergaaf geötoongen : roant'er Kanon op Ijcbbenbe / foo gebicb [jet bomomen ober [jet Kaftecl > oieg ong aan 't be* waarvoor fjouö ban oefen Berg en Forti eflè, ten ugterften beel gelegen proote ig : roant befelbe berlooren fïjnbe / fou Elmina Jet niet lang ^cfraWend tc8cn nom,cn Öonöen / *>&§ top'er immer£ foo beel fojg omhaal-' boo? b?agen / ald booj 't Kaftcel felfé / leggenbe gier tot toos in Bevelhebber een Vaandrager met een tamelijke Befetting. ©e «en goede gerg Sainót Jago in [jet Fetuibhe Land gefïelb IjebbenDe / foo houden tf aat ong maar boojt te gaan met te fcggen / Dat bit Land be lengte ban bier nlenne mijlen jjeeft / en omtrent oorh foo Lengte fyctü / 't neemt fijn begin / ofë boben gefegt i$ I met ben van net Berg ban Sain&jago of (jet Zout-Rrvïertje , en emibigb eben LalndfchC üeneöcn öcn Dcenfchen Berg bOO* bg Cabocors. 1®\t Land i£ in boorige tijden foo Volkrijk en magtig getoeeftV bat wasvoor jet ten fejmft ban alle fijn Naburen berfïre&te/ boomament> defen vry fyft jj00? oie jjfln Commany , ober mien [jet al£ gebiebenbe masug' mag; oog get Rad i$/ boo? be geftabige Oorlogen, fooba* mg bertyaapt/ bat fn'er ten ecnemaal onber fijn geratrat/ en öc Commanvfche nu bn na booj [jaar Meefters ernennen / Dog nu berbenbe be Fctufche Koning of be onberc Grootcn, nict# ^"en ban belang/ fonber beroilliging ban be (xmmanyfebc/ugt* ujtmx boeren* ©e grootflc oo:faali Sier ban i§/ bat in ben Com- many fchen *a -Pa*. J.S. t f erf Coenraadsbtcrrj , op Sl'^aqo GUINESE GOUD-KUST. 49 manyfchen Oorlog Fetu U\ ttoee beeletl ig gefcjjenben / Öeoorfaakb cene gct met ong A en De anDere öet met De Cornmanyfchegckomcn7 gouDenDe/ en bermirp'rr aan toeer&anten fomtijD£ eenige Quamen te fheuvelen, foo BcïDDenfc een DubbelDe berminDe* ring / en booniamentlijft fijn fn in Den laatfïen Slag beel berminberD : mant .Daar De gejjeele helft genoegfaam in De naar? i$ geologen ; bieg UE. mei nonD Dennen / Datfe te* gentooo?DigfonDerlingfwak ban Volk moeten fijn / Demel&e onmogelijk genoeg 3ijn om foo een fcljoon Land na begoot ren te oeboutoen. ^et Land i£ foo bmgtbaar en bermafte^^JJ ' 4 lyn / Datmen {jet b^ [jet Amefche Land mag bergelijnen. by ca/. jföeenigmaïenljeb icn öetfelbe/ booj Den laatflen Oorlog, tefche Doo?manbelb/ cnbebonben/ Dat Ijet met beel fcöoone/toel^,"?™1*' beboutobe / en Volkrijke Dorpen boo?fien mag / enDaargec ca" neebeng foo oberbloeDig in Ooft en Vee, mir^gaDerg Oly, en Wijn de Palm, Datöetecnmfïma£/omtefïeni bogjj [jet bfrmanelpfte ban allen/ tnas De oberbente en eben gelijfte Wandel-weegen tuffcjjenÓ'Elminaen Simbé (een Dorp anber* [jalf mijl in 't Fetufchc Land ) maar ban icn'er geb gepen/ Die een jjalf nur lang tuaren/en foo DigtDooj 't Geboomte ober* bent/ Dat ich bop? Son en Regen betogb toag. ©e Ijoge en eierlijne Boomen op De Bergen majfenDe / fetten ijet Land meeDe geen nlenne cierïij&jjenD bn/ noejj oocfe niet De^rfcl« berfc&e Rivier, maar meeDe get berrg&t $ / Defelbe toerb£££w beelmaïen met groote berluftiging ban onfe Bediendens Ge* fogt. tiojt om/ Dit Land ber&i'enD toonDer mei foo na aan onfe Hooftplaats te leggen. ©e Inwoonders er neer en fïgaïle/ fonber onDerfcgenD/ waarde met Den Landbouw, foo met f)Ct Sayen ban Koorn en anDere Inwoon- Aardvmgten, alg'tparfen ban Oly, en 't tappen ban Den^e"^ Wijn de Palm , ban melcne bgDe fn gantfcSenjcft niet maneren. geDeelD $ijn. ^E>;ic mijlen gaanö/ öogf) maar ttoee groote uuren ter Zee, Rebben De Engelfche aan Ijet Dorp Oegwa of anöcrg Cabocors, mitg Ijet een Cabo, Kaap of uPtfïeenenDe hoek $/ gaar i|ooft-Fortres , 't geen na SaincT: George , (jet grootje en fcjjoonfïe ban De gejjeele Kuil ig. Ban binnen j£ (jet boo?ften met feer beel fraagc en mei geboutoDe Wo- ningen : boo; ïjtt felbe öcbbenfe een groote en jjoge fïeene <0 Punt jo BESCHRYVING VAN DE . . Punt ocboutöt» / om bp oberbal ban bpanMtjue Negers baar fchc in [jaar Dorps-volk ujfbcrginglj te geben. JDerbolgeng i$ Hooft* [jet getfertu mrt bier niet feer groote Battcryen, bogjjoaae Fortres £„ jjo^cu noclj een / ban eengocDe lengte/ fcuaar op Dartien ronu ftoarc ftuftften Kanon ftnan geplant / Deroeihe toatcipaö fchoon en fcöietenöe / foo bonnenfe met Defelbe beletten bat'er geeti groot, br?animjne Scheepen op i)ac:x Reedeten Anker bomen / en Daar en Uoben legt regt boo? f)aar Fort een brabe groote Klip , roaae D002 fjet bpna onmogelp i§ bit Fort upt'er Zee te befc[)ieten. maar met Jöaar Bet onnofelfïc ban allen/ \§/ öatljier mee|ïentijb£ fleste een feer froalwe Beiètting rorrb onberj)ouöen / roaar ban een befc"fchap 8CDCcltc (namentltjuonDcr bc Soldaten) nocl) fnlcfte onno* fele bloeden 31311 / Dat men / Defelbe fienbe/ fig erbarmen moet/ genjbende roonöcr loei na een onbe Compagnie Span- jaarden j foo ongeljabenD fïen 3g'crugt> bomende een£ Deelö Ijier ban baan/ Dat 59 öe geeneroclhe onfendienftberlatnï/ IJeel gretig oanneemen / en befolding geebcn : betoeïebe 571 tgecn ooclt nimmermeer toeber aan on£ begceren ober te lebcren/ groote rn oat Upt ccn \jcrbeerbe barmjjartigljepö / om Defelbe ban wdsiiin, Da** beröicnDe ftrafte bebjpben ; enfeljoon top berfr [jegtw malen met [jaar ober een genomen 31)11 / en bafïcip met ben anber befïoten Ijaböcn/ om geen Overloopersbantocer* banten in Dicuft te nemen / maar gebocyd toeöerom te fciv ben / foo i$ Ijet bogj) t'elbeng toecber ban Ijaar gewonen en obertrecDen; en niet tegenfraanDeonfeOverloopers maar een beel berfope Fiden 3ijn / foo 3tjnfe Dogl) bpï)aar ganfrr> roemom/ bermitg be Ëngelfchc niet lteber$ fïen ban barben- Soldaat 51311 geld maar in Den bjanft berteerb ; boomamenr* En»? ic 'Öft «n Pons, een feebere b?anb bn be Engelfche in gebmnb ; fch?earcn toerbf nbe gemaabt ban Brandewijn, Water, Limocnfop, rn fiem.waax- Suyker , en alfoo een ongcfonb mengelmoe^ ; met fce fen oai- Djanb boen fommtg* Agenten , até befelbe booj anocre latene bcberboopen/ feer beel boojbeef/ mit^Den Soldaat [jet tori bubbeïb moet betalen j enbegeene bie'er toat te roeping gdd maanbelijhg in berteerD / ftrijgt bp be eerfïe gelegentljepD be rjupt bol flagen/ fcfjeeïenöe &et Daar niet/ of be Soldaten op be Soidy-Dag Goud ober jjouocn/ om Eeten booj te boopen/ of '2*e- 30 ■ GUINESE GOUDKUST. *i of niet/ 't ig genoeg aïg fg Bet maar in Pons gebben ber* teerb; bOO? toelcft Oberbabig fuypen , en (ïe0tvoedfel, bc Sol- daten, en ooeft meeft alle/ Jet gagje bg infegieten / toaar in eenige inhalige Agenten egter niet gebben toillen booj* ften/ ombat3g'er/ atg gefegtnj/ baar tebeelboojbeel aan fouöen moeten berliefen. UE. 3jjt bOOJ een berocmb Do&or of Geneesheer bcftenb/ bog of UE. ban ben ü|eer Bontekoe 3gn gebagten 3jjt/toeet telt niet Eijn ED. geeft berbenftellrn/ batbemeefïemen- fchen 0002 gaar quabe manier ban Ieben gaar bagen nomen te benWten ; (bog bit moet op een gefonbe torja berfïaan uterben ) kb fal UE. gier ober (aten oo?beelen / al£ fig beg beter berfïaanbe / maar bg albien boornoemben Heer foo* bantg een leben meenb aïg be Engelfche Soldaten gier boe; ren / foo foub kb fomttjbg niet beel ftoariggegb manen om mg boo? 5gn E. fïelling te berltlaren. <&ngeïoofïp i£ get/ J??8"^1- gOC beel menfehen jaarltjftg ( bit 3g menfchelijker togg gefp?0* £„£«." nen ) boo? beeg berboemben C bat icn bit tooojben gefyugn ) ujkS b:anlt toerben berfïonben / 't en blijft onber be gemeene meerder is lan of Soldaten niet alleen / in geenen breien / alle be Voor- doo/e? naamftc 3tjn met een bierige begeerte tot befeïbe ingenomen. Bedfen-*" 3fn geloof toaarlijn/ foo lang kh on be Kuil ben getoeefl/ den* ais öat'er ten minfïen een ban gaar Agenten in 't jaar 3ijn ge* wy.waar fïo?ben / en Koopluyden , of Fa&oors foo aïg 5gfc noemen bug; ™hnuid aao ten getal. ïtëil men bte^galben be Kuft ban Guinea fcgat* tover- ten na 't getal ban dooden , bit be felbe jaarltjcltg ugtle* er£ tterkte fal/ of moet/ bolgen £ Durp, {jaar (eggen/ Dienen/ om De Negers ban [jet Dorp tn toom en onDee bebtoang te IjcuDcn / en meDe om Defelbe tegen£ alle bnanDlpe Negers, ban unt ört Land bomenDe / te be; fegerttien. ©og/ nujneg Dunbeng / i$ ï)tt een onnoDig on* Derl)Ouö / en noDelofe boffen/ gemcrlu l)aar Fort foo [joog i$ I Datfe fjaar onDerfjorigc ligtelp Dooj 't Kanon bonnen beDtomgen/ en De Vyanden af tjouDen. ©e Aftcekening fo ban Deeg Toren, De Engclfche Hooft-Fortres , en DotopDetl Deenfchen Berg , toerb L'E. nut# Defen onDec No. 4 en 5" toe* gefonDen. noveen <^nDcr §ct Engelfche Fort fult UE. een Huys , toaar ban Huysmet een VJag toant/ fïen/ 't geen fig eben alg een blegn Fortje Kanon bertoonD/ 't jjeeft oocb eenige ftubben Kanon, en toerD be* onderhet toOOllb ÖOOJ een Engclfche Mulat , of Tapoeyer , genaamt Fort door Eduard Bart er, Detorlbe feer magtig i$/ en mcerDer tefeg* een Mulat gen geeft in De fai\tn Defc Kuit rauenDc / a\$ De Engelfche dewdke1, Agenten niet Baar Dnen / (toant [jet Opper-hevel Defer Kuit veelte onDer D?ie Pcrfonen i$ bernfïenbe) mitg 3? Dooj Debojte in- kten, en wooning alj)ier fo toegnig henni^ ban faften Rebben/ en moe* ^•ootcn tcn fig oie^ljalbe boo? Dee$ Mulat laten legöen/Dctorlhe gier S. "ieDc fijn boojDeel foiiDerïing biel toeet te Doen ; toaar Dat noeö &P Romt 't groet getal ban getoapenDe Negers , Die ïjn onDer ftg geeft : betfaanbe een£öeel£ ugt fijn egge Sla- ven, al£ bjne menfehen, Die (jet met ïjem JjonDen/ toelb een en anDer &rm alhier foo gcDugt maant/ Datljn ban alle t>e omleggenDe Grooten toerD gc-eerD / en geDient / Detoelbe/ met De Engelfche fullenDe Handelen, eerfï toel met fjem ma- nen te ftaan ; aio toanneerfe gemeenlyU toel flngen. «Deed Mulat roeraD (ïg een Chriften te 30" '* tn f)B fon/ a$ toel m fat GUINESE GOUD-KUST. f3 be gronben ban onfe Leer onbertoefen fïjnbe/ en 't Icfencn Desrdfs fclj?nl)£n te baat fjrbbenbe/baarligteujft boo? nonnen gaan/ levens ïnDicu fijn toernen Ijcr te ge nbee l niet betungöen : mant/ fejjoon wandel, $n toe ttclyft m Engeland getroutob io / foo ïjeeft ïjn tjier *as ™nfgc iiiftT ban agt Wijven, met noelji omtrent foo beel Byfltten. Engelfche tDog Dit moeten be Engelfche niet booj onchriitelijk of on* oPPer- eeriijft IjouDrn/ bermitg öe meefte Opperhoofden befc Mulat hoofdcn' baar in bapper nabolgen/ en ich meen bat ttoee ban öe te- gentooojbige Agenten een fïnft of feg te famen Rebben. %\\ De Aftekening banCabocorsfletUE.alö in 't berfcfjiet/ No£ ccn op ben Decnfchen Berg , alfoo genaamt / om bat bie gcr por8td0fph boojbefen (jebben befeten / nocl) een Fort ber Engelfche , den foo maar op 30 foo beel roem b;agen / al$ mg op St. Jago : bogö Penaam- tegcn£ alle reben / bermiro" (jet boo? bier jaren béter na een ^Dcea* berballen Boei en-Huys geleen / al£ na een Fortres , be ge? ^g, b*ofte Muuren maren ronbom met Kley meber toegefïopt/ enfjet Huys , baar in ftmbe/ cben &\$ oit ber Negers, met Riet gebekt; bn albien mnbe fïoffigïjenb ber Engelfche , al? tanp ecnigcr/ niet benenb ma£ gemeeft/ itb Jab mn moe? ten bcrmonöeren fjoc bat 30 foo een Plaats ban aangelegens Jjepb dabben Derbeu bertoaarloofen ; mant men moet mee? ten/ al£ be Vyand bcfen Berg in jjeeft/en'er niet meer ban fes fïnftnen Kanon op plant/ ga gcboïgujft ooft meefter ban Oabocors ip ; mit£ £n get felbe bon boben plat , en in hop «lange» ten tijb tot een Puyn-hoop ban feljteten -, en onbertuffegen ^J^ Beeft {)et ben gebeden Oorlog bug rcbbeïoo$ gelegen -r ja foo / bat men Jet ligteïijft mettmaalf man [jab mogen ober? rompelen; 't toclft onó gier menigmaal / ban bermonbering geeft boen feggen / bat fn Engelfche op geen oingj) meer? ber agt fïorgen / ban goe fg i^im Beurs ten bofte ban {jaar Meefters , brguameiijK mogten bullen. ©og egnbelyu is'cr/ geloof ir ft / een toerniecnenb Dienaar ÖCtoeeftV betnclcfte aan be peeren Bewindhebberen tn Enge- land ftenniffé ban ben fïegten ftaat befer Fortrefle [jebbe ge* geben / mirg'er in ben jare 1 699. untbnihftelgften ïafl i£ genomen / om get in een bcFjoojlpe ftaat ban tegenmeer te brengen; ban melfte tvfi af fn ben (èpbourn jjebben be? gonr.cn / toerpenbs Ijet oube ten eenemaal onber be boet f4 BESCHRYVING VAN DE ®c geereti Agenten ïjeböen mp De eer gedaan bon De Afto- Dog werd kening , foo alg Jjet gemaant fal toojDen/ te laten fïen/ ■ uby uyt- fojaar Ugt/ en 00ft ugfc get geenC rec&g gefc)?Ogt tg/ l)eb ICÏt heydTtcrk bonnen befpeuren Dat fiet toel nlepn in3tjnomtre& fal fijn / gemaakt, Dog Daar neben foo flerfi 1/ bat'er geen een Fort op De Kult Dp te gelghen fal firn: toant Bet fatfoen Dat 3p'er aan geben/ en De natuurelpe fterltte ban Den Berg, toeleg noej) Daar en boben foo feer af Dolben/ Dat'er maar eenc toegom op te nomen/ obee blijft/ fal Fjct foo ftern Doen fijn / Datïjet/batt Volk en berDeee behoefte boojften fijnDe / niet fonDer groote moepte en Koften fal fijn m te nemen ; boomaraentlijn/ om Dat De Vyand j)ier te Land , foo toegeng De ongetoone Iugt al£ toeeg boo? De Inboorlingen , jjet felbe bef toaarlrjn fal nonnen Belege- raar gaat ren •, ener ftg Dieöljalben bn bcrraöfïug meefter ban moet voort raaaftcn : toaaronï ith toel Derf fcggen / Dat De Engelfche na boltoping fïrj gerufMijft op Ijec felbe fullcn mogen bcr* laten : Dog Den Opbouw gaat foo langfaam boo?t / Dat De Hemel meet / toauneer Jjet geDaan fal 31J11 : Dog ton fullen Baar boo? fyct felbe laten fo?gen / en ong mitgDien neeren tot De Befchrijving bGII get Saboefe Landfchap, 't toelft eben 3ijn begin beneeDen Defcn Berg neemt ; en een groot fjalf Lengte unc beneeben Mom-ée epnbigD / fijnDe alfoo langö De Zee nog r Tc" $€tn ttoec uuren lang/ en maar omtrent eeiig foo b?eeD; Land. &an öfU Deenichen Berg tot ijet Dorp Cong, iö een hlepn halfuurtje/ aan toem Dorp in ttucen berDcelö en een ieder op *t Dorp ccn Heuvel ftaanöe / ïjebben ton boo? Defcn een froap fleene Con^ Huys, toaar op onfe vlag fïonb / gepland geïjad/ toaar ban men noej) ten Ijupöigrn Dage De obcrbnjffelg fïet/entopboo? onDerftcllen Dat Dee£ Plaats on£ oocn notï) in rpgenDom ig toebegoorenbe/ Dog met Daar te boutoen bonnen top geen ander boo?Deel berurtjgen/algbat top'er De b?ermdc/ te toe* ten Europianen,upt fouDcn BouDen : toant Die /Daar uomcnDe/ fouDen onfen Handel tot Mouréc feer bena&erlen. Magt,en fyn Saboefe Landiö runm foo magtig altf Dat ban Com- fchcim- many , en De Bewoondcrs fijn ooft rupin foo groote fcljelmen/ SmC m°Öenöc top Dcsfelfö Koning nebenó De Kngclfchc toel De saboefe. mcefte fcFjuld gfben / Dat 011^ boojtiemen trgeng Die ban Commany foo quaujft gehint # : toant Dce$ Schobbejak onDer fcÖD» -zy $£■ GUINESE GOUD-KUST. ff fcÖÖ" batl Middelaar tuffcFjetl Commany , etl ons , tytft / Ong op berfcöcrjDe tijbcn om Den om gelegD/ en bcDjogen; en fcïjoontoe 't fclbe gr tuaar micröen / foo en ïjabDê n mg Dog bet fjart niet om'cr Ijf m qualijlt ober te bejegenen / alg tye> fcnDc ban (jem in plaat£ ban een gcbegngDcn bnenb / ten openbaren Vyand te fullen nnjgcn , maarom top 3ijn guyte- fhiunen nltf ongemerkt boo? De bingerg fagen / en tjem bo* ben Dien bg torjlcn nocj) ai een ber-eering DeDen. ©It Saboeie Koningrijk i£ meDe fjeel bUtgtbaar in Koorn , Is hec* Jammes, Patcattcsen anberc Vnigten meer / met Jet fclbe al? vrugt aar meDe De Oly de Palm fiet men Dagcltjftg ïjonDcrDcn Canoas af JaDen/ DetoclRcban Ijct Dorp Mom-é af-fteehenDc na Axim en Acra baren/ om albaar [jaarc Vrugtentc gaan bentcn. 5Han 't gefegoe Dorp Mourée, een Ijalbc mijl beneDen 't Fort Cong ïjtbbcn mg ong Fort NafTou , 't geen Doo? ong felfé i$ ^a^°0uurce gcftigt. If et ig/ manneer Elmina norfl onDer be magt Der wasvoor Portugefen toa$ / Ollgi Hooft- Comptoir getoeeft ; en maar* deefe onfe lp / [jet i£ foo mei gebonfcob/ Dat bg alDien Elmina niet in *]ÜOfd- toefen maé / tog on£ niet fouDen bcljoebcn te fcljamen bit p aa $' [jet Hoofd-Comptoïr te noemen. l*ct ip bgnabiernant (Dog ban booren toatb:eebcr afëagter) gebonmb/ geeft ooeft ebcn foo beel Batteryen met agticn ftuUften Kanon boo?ficn ; De Muuren fijn [jogec al$ ban eenig Fort, ngtgcfonDerD El- mina, op öe geljeelc Kuft,De Gardijn JjegtenDe De ttoee Zee- Batreryen aan een/ i§ foo b?ceD en mei gelegen /bat men'er bequameltjn foo een Battery, al£ De Engelfche aanCabocors ge'uben / ban fou bonnen manen ; 't (jeeft oocn feer beel en goeDe Wooningen , maar Die/ maar banfjetftjn meeftc tiz* raaö ontfangb/ en Dat {jet befte gemaft geeft /fijn bier bier* ftautC Torenswijfe Gebouwen , op peDer fjoeft ban jet Foit een/ geber ban teit berbiepingen ; ftotf om / bit Fort maj in fraagïjrgb nebrnö anbere gefreïb toerben/ geljjlt UE. m bc Afbeelding onber No. 6 en 7. felfé fnlt ftonncn beoogen* #00? beefen fjeefc- jjïer een Befetting ban 't febentiga tagen* tig man gelegen ; Dog tegcnmoojDig i§ Dat getal feer ben minberb / Dog egter genoeg / om De Swarten, alfc kt§ te* genö 't fclbe toilben onberneemen/ af te mijfen. ^ec Moureefche Dorp , gier onOerljQörenbe / ig niet mcï 'tMour». foo <;6 BESCHRVVING VAN DE fcheDorp foo groot OÏg EImina,bO0 Volkrijker, ftjnbetttceft Viflchers, volkrijker jjjC £'mojgen£ booj Dag tuflefjen Dr tyic en bierfjonberDCa- na dTo "«as upt baren /toeberom nomenDe moetenfe Den bijfben vis toi Vis boo: Tol aan Den Opper-Koopman , bic gier [jet gefag aKlaar.cn Jjecft / betalen ; tüeïfte Tol op IIOCJ) D^IC Plaatfen ÖOO? Ong Jp'IIOgjc IoojD geljeeben / algaanAxim, Chama, enÉlmina, om ree* rcpiaatfenöen/ bat ton Dcfe Plaatfen met {jet S waai dijebben getuon* geheven, ncn ; aIl)oetoel icn I)ct ban Mouree niet boo? baft berf feg* gen. <0eene ban öe Europianen fjebben / bugten ong/bit booj* regt/ norfj ntemanb ban gaar alle boeren foo een bolfla* gen gebteb ober jjaare onDerljoorige a\§ toy / 't geen boo? 't meerenDcel [jaar eggen feljuïD itf / en Dooj Ijaar Ijcbben ton faï Ma" 00cft ^1 ban 6n? Scl*£h brrlöcren. <£er icn Ijet Sabocic oaSï-0 Land Pi11 öffeöejoö geef / moet ie ft noel) feggen Dat Dit Volk kend ge- jjet öefïxn langjt aan onfe Maatfchappy i§ behenb getoeeft/ weeft. m^ oc peeren Bewindhebbers ttoee ban berfelber Afgefan- Afeefln- ten ömnen Amiterdam Ijebben gefïen / bocj) 't felbe ig foo ten tot lange jaren gelreben/ Dat ieh ban Ijaar berrigtinge niet De Amfter- minjte hennig ï)t\) / felf niet Den tegentooojDigen Ko- dam- ning, en ten bat infïgre fn naer Holland toierDen gefonDen. Fantijn. Mtt get Saboefe Land ijab ien geDagt Defen te emiDigcn/ bog mn noel) toel foo beel tijb oberfel)ietenDe/ om IjetFan- tijnfe meDe af te IjanDelen / foo fal (jet [jier aan laten bol* gen. ïfet paalt ten Wellen aan Saboe, mahenDe be Yfere- Berg, een galf unr bcneben Mourée, Degfelben grcn$-fel)ep* Lengte ömg. «Defepbe Berg i£ omtrent een cmarticr uur£ lang/ vanhet n\ Ijeeft op 3ijn kruyn onDer fecr [jooge Boomen , een aan* Fatijiile genamc wandelplaats , fijnbe bt Boomen foobam'g D00£ mal* ' nanDer geblogtcn/ Datfe een Fjalbe bunjterni£ bg Dag beroof faftcn. &an ben boet befeg Bergs fïreht [jet fynüjnfche Land fig noel) negen a tien mijlen lang? De Zee, De facette iö me* be cenige mijlen. 3jn bit Land Rebben De Engeiic een Fort, en Djic Loges, en ton een Fort : 't cerft toaar Dat men ban Logic der &oben Uomcnbc De Èngelfchc Vlag fiet toaagen/ is aan een Engel- Dorpje, Ingenifian genaamt/ be gel)eele Befettmg alljier be* fchenaan fïaat uut een gcïjeclcn Engelsman i bebjeleuc Daar legt/ om/ het norF ,3 get mogeip / öe ccr ban bc Vlag te betoaren. ]f^m' " eentg fijn/ ftgg toel toagten fnllen / Defelbe te beleDigen: toant gaar fulbg fuur fou bomen op teb?enen;bpDefe gaar Volkrijkheyd fïjnfe o och rijn in Goud, Slaven, en alDcrgan; De Levensmiddelen j Die fp / booniamentlijft Koorn , met groo* te menigte aan De Engeifche Scheepen uerboopen; op Defen gaaren Rijkdom fïjnfe 00b foo opgeblafen / en fïout / Dat een Europiaan ietö met gaar te Doen gebbenDe / boel met De goet in De ganD DienDe te fïaan. Dog toerD booj een Deel Oud- ü| vaders 5$ BESCHRYVING VAN DE , . vaders bapper in bm banb gegouben-, btc$ Ouden ban ba* Ue r Ben/ foo beel al* s'Lands Raden ftjnbe/ of foo 't mp top een ou ie jïaat / atë 't Engels Parlament , oog Daar bp maar boo? tmpt* Kaïdsiuy- mö tc re&Cncn/ f cgibften De faften na gaar belieben / fonber ftg toom**, bcrl met brn Braffo te beftreunen/begamen gefepbeafgeleef- houden, de mannetjes geeft mfll giet Ober ieber Deel ban Fantijn nofg k cf n boo?naam Hoofd ban groot bermogeu / Detoeifte den doo°r°ande BrafTo fomtorjlen ooft niet beel toegebenV foo bat gp be op- re iw- perfte ontoeoerfpjeftehjn tn naem / maar met met Der den. oaao igt seker dag &* Inwoonders ïanbtoaarb£ m gelegen / erneren fïg ïmy< van wijn ten ben Koophandel met Den Akker-bouw , en Jet Tappen ban dc paim. wijn de Palm, maar onber men ctn feefter fïag geeft / al* Quaker Ö'e* Quaker genaamt/ 't toelft ooft grgecl eggen aan onfe penaamt, Taal i£ : mant gp gtefr De begunamgepö/ ombegeenDie'ec is feer toat beel ban binnen (laat / binnen botten meen bmgf flige ftcrk* geöagte te brengen; De felbe i§ ttoeemaal foo buur al£ De anbere/ en egter binbfe foo beel koopers,bat'ernoeg altoog te hojt bomt. De Fan- ©e Fantijnfe Strand-Negers ganbeïen fetr fïerft met al* tijnfefijn berganbe Lorrendrayers , en bat b?p / in 't geftgt ban bpDe Hindi- oe Natien ? t* meten Engelfche , en Hollanders , fonber bat bars. een ban bpbe get Bert geeft / om gaar fulftg te beletten: mant get jon gaar/ 't felbe toiüenbe onberneraen/fimrop* Groot ge- fyeeften • toont ober be Fantijfe gebben mg niet get alber* leners nimfle te gebieDen» 't Fantijnfe Landig fOO bol VilTchers, bat ten geloof bat 35'ee een getal ban bier Dnpfenb fouben bonnen uptleberen. Engelfche #u toeber boo:t ftime renbe / foo bomt men binnen 't galf LoRie aan mjc aan get Dorp Adja , maar bat top / en ban p'gehjftf n ooft Ad a>°rp tot AnnQmat)0 > boo? befen onfe Fortreflen gebben gegab : bog ' öoo? berraberpe gebben top befeibe berlooren en aan be En- gelfche moeten obcrlaten / betoelfte met ong Volk , te bier tijb baar in Befetting leggenbe / op een wreede en Barbaari- fche toijö gebben geleeft ; nu gebben be Engelfche gier gaar Vlag geplant / bog maar op een Negers Huys , goetoel fp noeg gier een Koopman gelegt gebben / om Milhio ban bc Fantijnfe bOOj be Slave Scheepen ban gaar Maatfchappy , til te . GUINESE GOUDKUST. f9 te ftoopen ; bog befe Koopman , fïenbe meer booj&cel met Bet aan de Lorrendrayers te bcrljanDdc n / maaftt boel bat'ec toeging boo: gaar eggen Scheepen oberfcfiiet. JlocB een tocgnig meer na beneben legt aan Bet Dorp 'j*wt Kleyn-Cormantijn, 't geen fijn naam ten regten bjaagt/on£ 2~J Fortres , Amfterdam genaamt / fljn&e bOOJ Oefen be Hooft- het Dorp plaats öer Engelfchen gctöecfï / bOCB bOOJ be Heer de Ruytcr Kleyn- in 't jaar 1655-. ban baar bertyeben ; bit Fort ig rebeiijft corman, groot/ gefïerftt met b;le ftlegne en een bjabe groote Batte- XiJFti]. ry j bjagenöe famen ttmntig {ïuftften Kanon, fxtt be Aftckc- den ee- ning onber No. 10 en 1 1. tot Gefaghebber ban bit Fort Ijeb* ™c5SfjJ0" ben tog gier/ gelijft aan Mouree , een Opperkoopman met ^he ten tamelijfte Befetting , 't geen in boorige trjöen foo fïerft Hoofd- ig getoeefï al£ aan Mourée. |fèen fou bit Fort met eenige comP- on&oflen aan te boen mebe aanflenlijft genoeg nonnen ma* ÏJJJJ;^ ft en /bog torjl ben Handel fulftg niet ftan bergoeben/ f^sget Heer de raabfamer bat Bet agtertoegen blijft* $et Dorpje onber on^ Ruytcr Fort ïeggenbe / i$ foo ftïepn en armelijft / bat Bet niet ber* van ,daar bienb om'er eenig getoag ban te maften / bog Bet Dorp ™ l9m Groot-Cormantijn een Kanonfchoot beneden on$ Fort op een Sou'de Boogen Berg ïeggenbe/ i$ foo beel te grooter/ en foo Volk- a.™r*«- rijk , bat Jet toel groot mag genaamt toerben i be Bewoon- l£efte ders fijn/ btintetl be Kooplieden , alle Viflthers, toe4 ten ge* maken tale ban feben a agt Bonberb / en fomtijö$ toel bunfenb. %• Ban Bier ftreftt fig fiet Fantijnfe Land nocö feben of agt Gerine- mjjlen gaang langg get Strand , en fiet men 't felbe Strand heyd 7a» ober al met ftlepne Dorpjes befet / 't geen feer bermaftelijft Jet Dorpje aan 't gefigt i$ / foo toanneer men'er met een Canoa bigt £" °nnddccr boo? bg baart. en de ' Cen epnbe ban Bet Fantijnfe Land BeBDen be Engelfchen volkrijk- boo* ttoee jaren nocB een Vlag ban Baar geplant / en een ^dda2r Fort beginnen te boutoen / of Baar bertoagting niet toerb ^„Gro*. bolbaan/ of batfe met be Negers niet ober een nonnen ito* cormau. men / altang fn tragten tegentooo?big om'er toeöer ban baan 'tö«. te geraften; bog 't felbe i$ Baar tot nocBtocboo? 't Opper- Nieuwca hooft ban tik Negers met getoelö belet. i£oe Bet nocö fal ber* opbouw gaan/ moet ben tjjb leeren. * «f aan- ligt Bet booren berfiaalbe Beöt u E. gepen / toat Plaatfen ™"sdaar ^ z be 'Yaa 60 BESCHRYVING VAN DE - De Engclfchc en Wy m 't Fantijnfe Land befïtten : Ögbe IjeD* pcifch* öen ton êc ebenbeel te feggen / te toeten / nietgi toant al£ Fort aan \ja Die fcgelmen maar in Den fin homt / foo flnncenfe De het Dorp palïcn tot j Dat'er geen eenig Koopman ugt get Land met «ideVan on£ ban houten handelen , en baac meDe nocl) niet bergen 't Fantija- noegt fljnDe / fnnöenfe De toevoer ban alDerljanDe leeftogt fcLand. 0f/ 't gCfn j-00 jai,0 DuurD/ tot Dat ton Jjaar toeDer te bjc* Den ö^bben gefïelb. Wy leggen beelmaalett met [jaar obec ii,kV2öa Öoop : toant in boojttjben Jjebben ton gaar fooboo?Delmlp/ wei wy ais Die fö on$ in 't rnnemen ban 't Fort Amfterdam , alö anDrrg / de Engel- gebben toegebjagt/boben een goeDe fomgereeDe penningen, de Fa" nof Ö ruam °?*c ÖonDerD gulden toegelegt ban alle Scheepen ti.nfe toelfte jjtec tec Kuil ban Oltfe Maatfchappy , Koopmanfchap- werden pen fouDen aanbitngen / Dog ban De Slave-Scheepen en IjaD* dcid " oen toP met0 te Öebcn » maar nu fö"fe f°° onr*0*lÖ& I öatfc De untfonDering ban Slave-Scheepen niet toillen DulDen/ v/at f/ ntaar toillen öet ban alle/ fonDec onDerfefjeeD/fjeböen; en vhbhlcr fcÖoo" to0 Baae met beleeftjjenD booj JjouDcn / Dat Dit te* terKuft 0*ng 't gemaante becD?ag ftrijD/ 300 mag 't ebentoel niet komende, gelpen; altljatrê ton moeten /toillen ton in rufl leben/gaar takken, gft ^e nteeft altoog intoilligen. 3£an De Engelfchen trelt* Teeimaaii tenfe oocn alle jaar een goeDe fom. 5io?t om / 30 ontften krakeel Den een foo min alö Den auoer. vOit fal / geloof teh / booj ontftaat. ocfe Beer genoeg 3ijn / Die^ UE. boojalgnunietanDerggebt tcbertoagtenDaiimyne bërfeehering alé Dat \<&l naUEin totl / en geDagten/ De [janDen te Ijebben ge&ufc / berbujbe. Eynde van den vierden Brief, VYFDE GUINESE GOUD-KUST. 6t VYFDE BRIEF. Befchrijvende cerfr. het Acronfc Land en ons Fort in het félve, vervolgens 't Landlchap Agonna , met het Engelfchc Fort daar in, en laatftclijk 't groote Koningrijk van Aquamboe, en wat Forten foo van ons, de Engel fche^ en Deenen, in het (èlve gele- gen fijn : mitsgaders eenige aanmerkelijke laken in gefcyde Landen, of voorgevallen, ofwel aan te merken. MYN HEER, [Antijnfc Land toa$ 't (lot Der Verhandelingh ban ' mijnen laatffen/ ge Dagtebenb Oen 27. 't<0een on£ nu noeö ban De Goud-Kult i§ ober geble* ben / ftjll D?ie Koningrijken , al£ Acron , Agonna , 't Koning- en Aquamboe. 't Ccrfteare*iflaanöftFantiinfe^™on Land , in 't miDben ban Dit Koningrijk aan Bet Dorp Apam , FortLeyd- Bebben ton in 't jaar 1697. een blenn Fortje of lieber eenfcamheyd Huys raet ttoee Batteryen gefterbt / beginnen te boutoen. in'tfelve- lint De Aftekening No. i*en 13. fult UE. bonnen pen toat boen een Doo?lugrigen Gebouw get iö > ton gebben Bet De naam ban Leydfaamheyd gegeben/ bermitg ton onf geDuID in 't opboutoen / toegen£ berfcgepDe tegenffrebinge Der Swarten, feer Bebben geocffenb ; en ong tegentooo?Dig Op- perhoofd alDaar/toetD toegeng Den flegten Handel en guaDett aart Der Negers fomtijDg fbo feer geringeloojD/ Dat &n 5ijn IegDfaamBepö miööen in Leydfaamheyd berlieff . '« aeg omtrent een mijl meer Ooftwaards legt in get Agon* DenDuy» nafe Land een feer gOOgen Berg , genaamt Mme de Diable, vds-bere. Of Duyvels Berg > bcrmoedelp gem OOOJ de Zeevarende ge* omT™" geben / om bot men met een tegentoinb ban beneden ho* genoemt ; mende befelbe doo? fijn googte eenige bagen in 't gefigt '??•«<*- goud. ©eeg Berg toerd gefegt geel Goudnjk te firn / en riJ bat be Agonnafe Negers gier alle jaren na be regen tijd (alg toanneer get Goud met be Aarde ban ben Berg aoo?de ftoa* re regen i$ afïoopenbe ) een goeb gebeelte bonnen berfame* len » bit jaar is aan Cabocors eenen Mr. Baggs oberleben / be* toetöe boo* be Engelfche algier toag gefouben booj Agent of Generaal, met foo een b?eedc en togd-uptgefrrebte magt / até in lange aan geene ban fijn Voorfatentoa£ berleenbge; menden / en felf met aan de lang geduurd gebbende Rege- ring ban enen. ©ecg groote magt toa£ gem / foo men be Engelfche gdoben mag/ ban de peeren Bewindhebberen ge* Aanflag geben/ om bat gn gaar ED. gad togg gemaabt en belooft ^Engd- ban gaar Bcrgftof m Goud 4 ngt gemxfce Berg te ötaben)^^ fou d4 BESCHRYVING VAN DE fuu ober maften / ten melken ennöe gn coca alberganbege- reedfclwp gab uicöe gebiagt. (Dog in ben berfefcrrt/ Dat fc» alDicn gn fijn tooomemen meruftelUg gab gemaaftt/ bic ban Agonna gent en fijn Volk immers foo quaïp fonben geganbeib gebben/ al£ be onfc aan Commany gebaan fijn; bu| get/ mijns eragcenS / booj 3gn Opvolgers oocn togS' felijft ip gefiaant gemo?ben. 'tu.»d ïget Agonnafe Land neemt met: of omtrent befen Berg fijn va» Agon- aanbang / 't toojb tegentooo;big / en oocn al ban eenige tgö ua' gertoaarbS/ boojeen Vrouwspedbon geregeerb / en bat met immers foo beel moeb en beleuü / alp in anbere Landen ban Mannen gefegtet. 'ft 3$eet niet / bat'er onöer be Negers meer Landen gebonben merben/ maar bat get Koningrijk fo toel op be Wijven al£ Mannen ftomt te berfferben / al§ aU wrA leeneljjft gier. «Defé Heerfcherin i$ mei foo toijS/ öat 3P / door een om met genoobfaaftt te merben get Gcfagh ober te geben / werdSCd7ê °f ten minfïen m tmeen te fplitfen / geen man toil trou; om rede- toen/ maar alleen bigben : en om egter 't Toet ban be min ncn van niet te ontbeeren / geeft fg een jonge Slaaf ban een bjabe ge* b^Mrtte ^öltc Doen R0°Pen/ mct bemelhe 3» gaar lult i£ boetenbe/ trouwen. mogenbe gp op berbeurte ban fijn Hoofd fig met geen an* doK ber Vrouwsperfoon bermengen; en manneer gaar beeéniet neemt mtet flCüani / f00 fcpCrb go tegeng een anber bcrtoiffelb. vermaak' ®*$ fe fa" / fa° men fegt / nocg foo eerlgft fijn / batfer meteen noopt meer afë een te geljjch toegang geeft; 't geen men byflaap. aj fc,00^ een groote befabigtgegb / en al£ een galf toonber moet aanmerKen / alfoo ten geloof/ bat gaar g'gelga on£ felben in be weereld fbube boojnoraen / bermirs get gaar felf fonber opfpjaaö bm fïaat bat goeb aan foo beele te ge; ben/ a\§ gaar felf begaagb. t Encei- omtrent get mit^m ban get Agonnafe Land geböen be fchefort Engelfche m 't jaar 1694. een nlenn Fortje geboutob/ ge; aansimpa. fntfoeneerb ais bn be nebenS gaanöe Aftekening No. 14 tn 1 5" büjat- 't as ban boben met een Plat gebeht / geeft btcr Battcryen, en bit foo groot/ bat menfc fonber ftok lig; telnn fou ober fpungen. <£n 't Kanon op befelbe leggcnbe/ itfmebeban een felöfamc grootte/ eenige tot een galfponb yicr fcgietenbe, ftOjt 0111 / 't i$ aï£ Otlfe Forten aan Boutry Zacoo- Af- ó+- KJ GUINESE GOUDKUST. 6? Zacondé, Chama,en Apam,00ft al$ 't gare aan Dikjefchoof , een Fort , om op een anber Fort toe te geben. ^et Dorp gier onberleggenbe ban fommige Wimba,en anbere toebeet om Simpa genaamt / 15 ban een gcmccnc grootte/ en ooft meejï boo? V/iilchcrs betooonb/ 't legt feer bermanelp tuf* fegen Set Geboomte, en geeft een goebe ftanb; ben Handel ig tegentooojbig alhier eben aló aan Apam, geel fTegt/ maar bp albien be inïanbfe Oorlogen eeng nomen te epnbigen/ fa maan ten fïaat/ bat befe bpbe Piaacfen niet migbeeib fullen töerbcn. iÜet Agonnafe Land obertreft bat ban Acron ber inMagt, Agonna Rijkdom, en Grootte, bog in vrugt en vermakelijkheyd eben* °vertre.ft aart get met get fclbe gegcelgft/ begalben bat bit Land nocg groTte^i een fegoone en groote Rivier ban Soetwater geeft jbetoelne/ magt, dog bolgengi 't feggen ber Engelfche en Swarten, foo rijn in Vis,nictin Oefters, Vogels en alberganbc flag ban Apen is" / até eenige J-J™"ï" Rivier op be gegecle Goud-Kurt* Dogirn en geb befelbe niet vanLands- geften/ bugiftee niet anbergbanban gooren feggen/ af douwen. nan fpjeenen. schoone <£pnbelrjncr a$ epnbeïp / ftjn ton tot get ïaatfïe Land-Rivierin fchap ban be Goud-Kuil genomen /namentlijft /aan bat ban'«^ivc. Aquamboe, 't geen fefioon booj 't grootfte gebeelte Landwaards ^ in gelegen i$ / foo fullen top (jet egter onber be Strand-Ko- r-£°™n2" ningen een rang geben/ en bat eengbeelg / om bat top fecr Aquam- beel met get felbe bageïpg te boen gebben / en ten anbe* boe. waar- ren oocn / om bat ben Aquamboefen Koning fijn gebieb ober ™ oa- be Strand-Negers uptfïrent ter lengte ban meer ban ttointig Strand- mtjlen. <£n niet tegenftaanbe men onber befelbe Koning- Koning- rijken geeft/ foo fal icftfe egter aan get Aquamboefe Koning- "£«» he- rijk gegten/ gemerkt bien Koning ober gaar foo een bol&o*fch^e?ca, men en meerber gefag boerb / al0 ober fijn epgen Onderda- nen , niet tegenftaanbe gp in ftjn Regering ober Aquamboe onbepaalb i^ ; taant men toil toel feggen / bat men in Aquam- boe maar ttoeeberganbeftaaten banMenfchen geeft/ als ben Koning met ftjn Vrienden boo? 't een / en gaarlieber Slaven boen 't anber beel nomen / bic$ gp oocn geen nooit geeft om ban een anbere aangang bupten fijn epgen Huys te fullen aangebogten toojben. 66 BESCHRYVING VAN DE ^ct Aquamboefe Volk i§ feer Boogmoebig / trof g en f!out/ Aquam- a!too£ genegen ten Oorlog j ftjnDe (jaar magt ooch ontfag; bode gdnli boo? al De om fjer IcggenDe Landfchappen , untgefon* fijn een Dcrö lian 0|C t>an Akim. (£lenDig toerbcn CC Menlchen Die teediik11 °"öf r !)aac tf°an / ban öefelbc gr plaagt / al£ toerDenbe Da* ook mag- gel jjhg booj De Aquamboefe Soldaten beroof b / fonDcr bat fp cc tig roik. ^g mf t gctoelb Derben tegen£ ftcllen / upt bjces boo? ben Aquamboefen Koning, bïe niet gcb;ciiig foubnjbeneenftoa* re jtraf te ocffencn ober bic gecnen bie fijn Soldaten quanjft quamen te bejegenen / gemernt Defelbe alle/ fooalgrecD^ gefegt l)tb / fijn Bloedverwanten of Slaven fijn. ©00? bilt Twee- * ^ler Jaren toö£ ^e Aquamboefe Regering ttoecjjOOf big / bt* hoofdig ruftenDe onDer ben onben en jongen Koning, toclhc laatfle Redering [jet Rijk Doo? 't obcrlijben ban fijn Vader aongetfurben toa£ ; l^^en' D°Ö Wn s'Vaders Broeder , en bn gebolge fijn Oom , ftcnDc fcAquam. be ininöerjarigöenö ban fijn Neef,{jiclb er Bern met toebocn boe , ban fijn eggen Moeder met getoelb ugt / tot Dat benfelbe naDerfyanb tot fijn jaren genomen fljnbe / en ftg een aanhang naJeeiig Bfööcnbe gemaant / fig feiber met be Wapenen in 't befit aan de on- ftcIDc j ©og maar booj cengeDeelte/ ben onben Koning get derdanen obengc beel inöouDenbe / foo batfe bgDc met gelijKc magt Den oa- ÖecrffBtfn °^tv oat gebeelte toaor een ieber flg &*& bafïge; denKo- maaftt. ©ee£ ttoce-Boofbige Regering toa£ boo? bc In- ning orer- woonders fonDerling naDeelig / mitfc Den anber metbcrlicg Ke ban ö?öe ^öc Dagclrjng aantajten. €ot Bet jaar ban 1 699. erf! dV Bcefc &fc gcbnurb / alg toanneer boo? 't afftervcn ban Den iongen ouden , ben jongen Koning in 't bolle öefit qnam/ 't geen Koning jjn 00ft tegentooojbig nocj Regeerd. Rcfee" ®en ouden honing , Ahinfan genaamt/ toa£ een bnp! en jing. nijbig Menfch, ganfeï) tot bc Europeërs ongenegen; toant/ fcjjoon B5 ban be Engehchen, Dcenen, en Ons , alle maan* Aart van oen een once Goud ontfing booj be b?nBfPö /°00* 3Üne Voor- deMCo. fatcn om Wtv u öonioen/ aan ong alle bedcent / foo Dtrb uin^, B? on£ Dog fomtjjDg feer plagen / en Dit op een foo onreDc* InUe toijó/ bat by alinen Bö/ na fijn inbcclDing / ban een ban on£ dricri toaé bclcDigb / foo moeftcn top'er alle drie boojlcDocn/ fïuntenDe aonfïonbg be Paffen, opbat'crgcen eenig Koopman meer bn ong fou ftonncn bomen om te [jan* beien. GUINESE GOUD-KUST. 67 tafelt ®it$ te& oocft niet ttoijffcle / of bcpfdfg boob fal tteel nut boo? Den Handel te toeeg bjengcn / toyl dm tegen* tooojbigen Koning Ado, b?n rebelgner en gefeginter Neger alsmede i§ I en baar en boben een beminnaar ban be Europianen , .voa"deen boojnamentlp ban be Hollanders , 't geen noeg onlangg J s ' Beeft gebleenen/ lamineer gn ban een boobelpe iïckte aan* die nek getajl; ftjnbe/ töelcftc fijne Swarte Do&ors nietftonben gene* wordcn- ?W gn ftjn Hjf en leven aan ong Beeft bertroutob/ nomen* p' inons De in Pcrfoon met eenig gebolg fijn bcrblijf in ong Fortne* komt, om men/ toaar bat fjn ban onfen Barbier ruuto genoeg toierb generen te aangetafl / en gclunmgujK ban fijn quaal gerfïelb j aïtang worden, boo? (jet meirenbeel / toant befelbe al foobamg toag berar* gerb/ bat fin noopt ten bollen fal nonnen geneefen toojben/ fijnbe gn niet bequaam om eenige kinderen boo?t te teelem/ ja felf niet / foo men fegt/ om een ban ftjn Wijven te be* nennen / niet tegenfïaanbe ïjnct een goebe menigte ban Beeft* ©eeg onmagtiggenb geeft go fïg felben in fijn jonkheyd, S|£!J£ booj 't oberbabig pleegen ban 't Minne-fpel , on ben gal£ iS ont- gegaalb; en alle ftjn Wijven, bit gent baar ban toilben af- (tam. gouben / geeft gg tot loon ban gaar goebe raab/ toen ben gal£ boen b?eenen/ 't geen gent nu/ al£ fïenbe bat gn toen ten beften gêraben toag / nocg menigmalen bcroutob. 't 3$ toaarljjft lammer/ en ien non gent/ in ongFort infulnen noob fïenbe/ niet nalaten te behlagen/ toant gn igbunten bat een mei gemaanten Neger, en noeg maareben op 't befl ban ftjn lebcn. <ö)p begfelben begeerte fouben ton noeg ten tijbe ban ben Hetbou- ouben Koning ben opbouto ban een Fort gebben begonnen/ wen van ten ennbe ban be Goud-Kuft aan get Dorp Ponni , boeg fo "^aït a\$ ton met ong Schip en Goederen , tot ben opbouto beren |ï/ aan Acra quanten / berfïonbcn top / bat Ado te Veld toa£ te* gengeenanber Landfchap, en uot b?ee£ booj ben ouden, bie on£ garb bttb brengen / bn albien ton begoften te boutoen / foo lieten ton get ftceften / en 't gebolg geeft boen ften / bat* toe baar in gelubmg ftjn getoeeft / bermitg ton onuobige noftcn fouben gebben gebaan/ toant ons? te bier rijb berge* noegenbe met'er maar een Loge en een man of ttoee te leg* 31 * öen/ 68 BESCHRYVING VAN DE gen / (jeuben top bebonben / bat' et fo grooten Handel niet tocrD grojeurn/ al£ men oinj toilbe buj£ manen ; ©iep irft Docfi uirc gr Joof Dat'er oogt een Fort jfal geboutob merben/ of ör JFaticii tuocfïen toonberhjn beranbrren. h gcu ÜËi gier booren met toepnig tooojben grfeöt/bat Wy tic bcng öe Engelfche en Deenen i)ïcc een Fort Rebben ïegijen / befelbe nonnen alle one onber De befte Forten ban be Kuit gereeftenb toerben.^et eerfte bat menupt 't Weiten "itEnwi- nometibe / ontmoet / i$ Ijct Engelfche , een toel neboutoö fc acm tn üJcrhanc Fort mm bicv Batteryen , fatfoenbelijbe [)ooge en bthhe Muuren , boomamentlijn na be Kant ban ongFort, toaar Dat bt muur befonber bih i§ ; in bit Fort leggen bijf- en-tmintig ftuuften Kanon, bogmeerenbeel geel ligtenfïegt/ en betoelne 3p/ inbien 't gaar toierb aangeboben / mei booj ttoaalf goebe en mat ftoaarber / fonben mogen b er run I en, ^iet Degfelfé gelegentpepb berber uut be Aftekening onbec No. 16. en 17. ^ier i£ / gelijR Ou alle Engelfche Plaatfen, een fïegte Befetting, eben of [jet genoeg map Forten te bon? toen / en befelbe met Kanon en anberc Oorlogsbehoeften te booten/ fonber bat'cr be manfehap Bn begoojbe. ©e En- gelfche Jjebben bit gebeft boo?gaang / en t'mare niet ban Dep te beter bat fulho ban anbere mebe niet toierb na 3c bolgt. 3£og ten fal om fcebere reben niet berber gier in gaan j niet tmyff elenbe of bit geene / toelbe [jet aangaat / fullener te fijner trjD in boojfien. Ons Fort &tl\ Boukaniers-fchoot beheben jjet Engelfche , legt on# creveceur Fort, Creveceur genaamt/ fjoetoel 0et geen Creveceur igom wndcfei. albaar booj Opperhoofd te leggen /aangemer&t ben goeöcn \c?leT' Handel. ®ït Fort obertreft Dat bre Engelfche in grootte en «n|tby floeb Gefchut, Dog be ftrrhte bomt al meefr. op een ugt/ den ander, beïjalben bat onfc Muuren foo biU niet fijn al£ be gare/ en bp gebolge fonbenfc ooch foo grooten gemelb niet bonnen UDtftaan. ï©p mogen [joopen met befen Landaai t te fuüen bercenigb Wijben / anberftnb£ fouben top malfeanber gier Dapucr bonnen begroeten; be Aftekening ban on£ Fort fulö UE. onber No. 18. en 19. bonnen binben. au mede $ocl) rupm een Kanon-fchoot meer na beneben ïegt ïjtt hctDccufc Deenfe Fort Chriftkansburg , 't eeiligfU bat fp op Defe Kuft ïjek jPdtf- PC- o GUINESE GOUDKUST. 69 ïjeuben/ en 't geen ljaar ïu 't jaar 1693.&QOJ De Negers nog WOrd af-IjanDig toierb gemaant/ betoemeljet ten cenemaai behoorde roof Den en eenigc tijö beljielben. ïS>tfe oberrompeling ge* NeKers fcfjico en niet / ban met be boob ban eenige ligt be Befettingh. „Speld t 't Xü>a$ ( 't ongelun ban be Deenen behlagenbe en aan een 3pDe ftellenöe ) bermaueuju om te ften / Ijot bot be Negers met bit Fort omfpjongen / (jaar Opperde, Aflammeni genaamt/ tthebe fïgl) m 't gewaad ban ben Deenfen Gouverneur , liet fig ooft met bie naam begroeten / in toelue Ejooggegb !jy beel belaggelpe kuren aanrcgtc/bagelijng tot fijn bermaah met {jet Kanon bonberenbe/ of' er geen egnbe oan'tBospol- ver te hrrjgcn toa£ / alle be Scheepen 't fg Engelfche of Zeeuwfe Lorrendrayers , baar ter Reede ROmcnDf / begroe* te jjg met fjet Geichut, en mceft altoog met bubbelbe fcho- ten> |jg bleef foo lang in 't befk ban bit Fort totbat'er toe* dog door ber ttoee Scheepen ban be Deenen fjier ter Kuft quamen / be* <*efciien- toelne met eenige groote Vereeringe aan ben Koning ban j^iif n~ Aquamboe tC ÖOtn / bog bOOmamentlijft bOOJ onfe bOO?' weder aan fpjaaft / f) aar Fortres toeDerom ftregen / en op nieuto be* «fc neene* manben. ©e bienft / bie wy (jaar ïjier beben / Jjebben fg gcseven- ons naberljanb met een berfoegelpe onbannbaarljegö be* 0ndank loonb ; bog fn en jjebben'er ooh geen groote toinft mebe ge* baarhei baan/ fcoant boo? 't ligten ban manfehap ugt be ttoee gefeg* van de be Scheepen, om bit Fort te befetten/ jjebben fg befelbe fo ^eeuen feerberftoant/ batfe no?t baar aan bgbeboo? Zeerovers in be gè"swc" Bogt van Guinea fijn genomen. J|et Fort in fïg felbe nan gemaR&ehj& tegeng 't Engelfche tn Onfe op/ ja felfg obertreft Bet bie bgöe in fïerate/ 'tig mebe mceft bierftaiit met bier Batteryen , en na mijn befte 't D«n& ontfjonb / ttointig fluimen. Kanon boo?fien. 't Bertoonb [c°err7rs ' fïg ugtfte&enb fraag / en men fou feggen / bat pet geljeele cn bete/ Fort maar een Battery toag/enljet ig'cr eggentïijn ooh booj ai*'tEn- cefjouben/ toant ïjet boben altemaal plat fijnbe/ en op §cl.fc,;eo* fcjjoone Verwulflels ruftrnbc/ foo ban men aan alle naHten on c' Jjet Kanon planten, 't &erbient geel teel/ Mijn Heer, bat UE. be Afbeelding onber No. %ö.*m\i. toat nautohcurig Befïgtigb; al£ niet ttoijffelenbe of fal UE. toonber tod ge* ballen. U E. jjebt nu al be Aftekem'ngh ber Forten bnn be 7o BESCHRYVING VAN DE jjalbe Kuft, te toeten ban Elminatot Acra* inbien'ertoebee ren Tekenaar (jier ter Kuft nomt/ foo geut UE. De geen/ tiie bcweften Elmina leggen / en nocö een gelijft getal / te toeren/ elf ftnenë imtmaitenDe / mede te bertoagfjten ; teil Ijcufe U E. ban tmee Kanten toillen bertoonen meerenDeeïg imt Den Ooft en Weften , een flreen of bier onbegreepen/ taant Daar op Ijcb tch foo naulo niet toillen fien / noefj'er Jet Compas bn neemen. Ifên fnllenDatbooi bc Lief hebbers oberlaten. Kicy n gc< ^et f al gaaft tijb fijn om on£ ban Strand toat Dieper Land- Eurooia- waards w te bcqtbtn / DiegSboe in 't af ftanöeien ban get Aquam- nen°ai- boe^e Land nocj) fjebben te feggen / Dat / niet tegen jtaanDe hier. De Engelfchen , Deenen en Wy , ieDer een Fort alhier 3jjn JjebbenDc/ ons gefagDog gjefamentïijn feer gering ig /en Dat De Forten on£ maar eeneiijn Dienen onVcr onö felben meDe te befefjermen / fonDer geDagten te manen ban'er De Swar- ten meDe te toillen Dtoingen , mant fulftp! fou ong fonbrrling funr opb?eeuen. 'tAcrafe 3jrt>er Fort geeft fijn cpgen Dorp , ooeft alle met een öe* Konmg- fonDere naam/ Dog De generale naam i$ Acra, na een Ko- dJAd°ïnn ^"S1"^» Dat m öoo?9aanDe tijDen alljier en in 't Land i£ ge* b!ckuyt tocefl/ Dog Doo? De Aquamboefe fijn berDelgt en na een Plaats, gerocyd kleyn Popo genaamt/ berD?eeben / toaar Dat fïg get ober* en verdre- fcl)ot ban [jet berb?eebe groot Acrafe Koningrijk nocö öu» * ven' Den ten Dage opöouD. Goeden ^en f°u Df nftc n / oat/ toÖÏ Öïff öoo? D?ie berfcljegbe Maat- Handd Tchappyen toerb geljanDelD / fg met tegeng een te WaDben/ amAcra, Den anDcr fouben bcDerben/ en fcöoon fulns" ban een ieDer 'tspacee- 00K toerD boojgenomen en Datfe malnanDer alle mogelijne £&'"" afö?cun Doen/ foo nomt gier (al£ De wegen boojbeKoop- konnen lieden b?p/ en benlig fijn) Dog foo beel Goud, en Slaven, fi^dcg Datfe geen ban Duen toerDen miögeDcelD / mitö Den eene al* onTei.iK- t00£ êoed Ö**ft toaac bim DeanDere onboojfienfïjn/tgcen icyd der Dan De een en anDer Koopmanfchap te famen DoeD fïijtcn. Akimfeen $an ^eft pjaats fo0?ö fbniti)D£ meerDcr Goud ontfangen die van Qiö clöf r^ 0p öc öeljec!c Kuft , en rjet fon noeï) ongelijn meer boefcbë- fijn / até Die ban Aquamboe met De Akimte \\\ een goeD bec* iet . reden ffrmD leef Den* Dog De meetfen ttjD leggenfc te famen ober Doop/ GUINESE GOUDKUST. 7i Ijoop/milïenbebie ban Akim Meefters en Heerenfcatl Aquam- van jIe boe fijn/ en bat befelbe ijaav jaarlyhp in erhenremg een fee? oneenig. ftere lom fullen opbje nge n / maar toe befe niet Itonne n bet* hey(1- ftaan; bog batfou jjoar mei 't ocfjcclr Land bonnen [u»Jtcn/ indien Dit ban Akim Ijet maar f eng honden toerden ; dog ben Aquamboefe Koning toert boo? goebe tooojden/ en dage* ujhfe gefejjennen/ alroo£ een bertoijdering onbrr be Groo- tcn ban Akim aan te rrgten / maar Doo? [)g fyu en gerufï tn fijn Land blijft fitten / en met ben Handel na fijn eggen melgeballen leeft. ©an De UPtgebjenbïjent deg Aquamboefe Koningrijks jjeÖ Waarme- ieft bereedp gemag gemaaht / fal'er ban iiorfo maar buboe; worden mtn* ^nDer &c Viflchers binbmen egter fcoepmg Soldaten, onderde roant Hit op get Strand , en onber onfr befrgerming rooonen/ viiters gebben niet ïigt noob om boo: gaarc Vyanden te fullen roer; nonfeCu ben oberballen ; Hit$ fn fïg ooft niet eeng ban Wapenen *on eu' boo:fien. siotran Co t bué betre ban / Mijn Heer, begeöeeleGoud-Kuftaf* decjUnef. gelopen gebbenbe / fal ien UE. tnb laten om ftg in berfel* ber gelegentgegb te nonnen berluftigcn ; fullcnbc UE. in tm> nen naaften nonbfegap roerben gegeben ban be Landen toeJ* 6c Landwaards in gelegen fijn /en ban roertoaarbg [jet Goud op 't Strand roo?b gcb?agt / altans boo: foo beel tot onfe ftennté genomen té. jBibbelcrrogl bergoopc bat itk UE. met get geene recb£ is afgebaan / eenige bernoeging fal gegeben gebben / in toelne goope/ enberroagting/ UU te* fen fto:te en op nieuro be typgegb neme ban mn foo roei in befen ald altoos te noemen. Eynde van den vijfden Brief. SESDE GUINESE GOUD-KUST. 7i SESDE BRIEF. Handelende van de Landfchappen daar het Goud gegraven of ge- vonden word , (ware Oorlogen en gcheele omkeeringen van cc» nige der felven. Manieren van 't Goud foeken door de Swarten. Gedaante van 't Goud , het valfe hoc gemaakt , en waar aan te kennen, 't Goud-gewikt , en eyndelijk een Aanmerking ovtr 't graven van'tC7o«^, ali dat het door de Europeen met meer- der geluk en voordeel fou konnen gedaan worden. ] MYN HEER, !$geboïge ban mijnen ïaatfïen / toaar in UE. belooft Ijeö I om ban De Landfchappen ban toer* toaarDé get Goud op 't Strand gebjagt toerD / te fullen fpjeenen / fal kb Defe laten bicnen / en tot een toegift baar nocjj bgboegen/ hoeda- nig het Goud toerb gevonden of gegrabcn/ be geflaltebegfefr ben /en Bet Gewigtban bien / atè mebe get valfche Goud, op bat UE. alg in een opflag alle| toac'ec aanbefjoojb/ fult mogen befeïjoutocn. 't «Serfïe Landfchap ban toaar ton ong Goud ban baan 'tDiniu- fcrtjgen/ ig genaamt Dinkira, leggenDe foo biep Landwaards £j!u"£ in/ bat onfe Dienaars ban d'Elmina baar na toe tre&nenbe/ vc;£n gcmeenltjK bijfbagen onbcrtoegenfïjngebttefbenbanAxim oufeFor- bertoaarttf gaanbe / meer ban tien bagen ; met bat Qet foo «ngeic- berre ban 't Strand legt/ maar om be Kromte ber toegen/ ge°! toaar boojfe fomtyög De toeg bu&belb moeten gaan : en bit toiüen / of nonnen be Swarten niet berïjclpen. üjet Dinki- rafe Landfchap té 3eberb btjftien a fefiten jaren booj Degfelfg Volks bapperjepb/ foobanig in magt, en bermogen / aan* gegroepb / batfe / baar fn eerfï maar een [janb bol Volks toa* ren/ en een nlenne ft reek Lands bcfïoegcn / (jet foo ber fjeb> ben toeten te bjengen / batfe ban een jegeltjft toterDcn ge* eerb en ontften / até ftjnDe ten fctyü\ ban al be om geen leg* genbe Landen , uptgcfonberb Afknté en Akim , toei&e noeïj al beeï magttger ban fg toaren. 74 BESCHRYVING VAN DË Hebben ®e DinkimTe befaten een ftoaren Rijkdom ban Goud , niet cm f va- foo fecr ban 't geene fg ugt fjaar eggen Land jjaDDen genre* ren rijk- gen / até toel ban Den Roof ugt anDere Landen gejjaalD / en o°oudbc> ^an Ö^ar tstnff ugt {jaar Koophandel fpuigtcnDe: toant Dieg fetcn. tiJDS niemanb ban al De S wanen in 't fhin ban handel in t nünjte bn gaar te bergclynrn toaren ; gier enboben Ijauöeu fg nocg b^te Landfchappen onDer jjaar getoelD / toaar Dat ee* ing (Dog eg[)ter niet beel) Goud tocrD gebonben/ met na- men Wafla , Encaflc , en 't Juffer , alle Djie aan Den anDec grenfenbe/ en get laatft genoemDe paalD aan 't Commany- Aanwat fe Koningrijk. |&et l}tt Goud ban gefegDe Landen, Dat batt flakUC" f)aar eggen en 't geen fglugt get Land nreegen / berfagenfe handden. ö0°? ""/ttoec of D#e jaren/De gefjeele boben Kult, ban Axim flf tot Zacondé toe / en Dat geDuretlDe Den Commanyfen Oorlog , Dog toanneer top met Die ban Commany in bjeDc leben/ en De toegen boo? De Kooplieden begligfïm/ fooful* Ienfe om De bergegb ban De torg ijet on De boben Kuit niet begrijpen/ en niet berber nomen alg aan Chama , Comma- ny, Elmina en Cabocors, ter teemer tijD De boben Kuil toen* nig Goud bomt te ontfangen: toant fe jjoon'rr Dog nocfj Lan- den tuffeljen bgDe met Goudmijnen boojfien/ fijn leggenDe/ a!3 Eguira , en Adom, ooa een toeging in Abocroe en Anco- ber , foo han t)ct erjter foo beel niet manen / Dat'er al De boben Forten boo? boojfïrn toeroen. üjen ben in 't jaar 1 694, bg De Brandenburgers getoerft / Detoelne ftlaagDen / Datfe bg mijlen geen twee Marken Gouds in een geljeele maanö n.namen te ontfangen/ en foo boeren tog in onfe Forten me* Hebben öe / ober al toag [jet cben fïegt en DooDö. uyteefon- ïjf et Goud Dat ong Doo? De Dinkirafc loierb aangeb?agf / pTd £c i$ fugber en goeD / ugtgefonbcrb Dat fg ijet te beel met bc- ^ cs' tiches bermengen; fïjnbe een feeher ftag ban alDerljanbe ge; goud. maant Goud , en Daar onDer eenigc ban een geel aarDig fat- foen : Defe Fetiches toeten fg in vormen ban ftoarte en geljet* tichel rijn ,e Ttoare aarbe te gieten / en'crfooDanige geDaantealp gaar ' goeD Dunbt/ aan te geben ; en Dit gemaahte Goud ip font* En hoe de- ti)Dg met een bierDe en ooft toel De [jelfr / Silver of Koper «lukt*" bermcn0D / en bggebolge foo beel minber in tooarbe ; en werden tQtet balltnfe oné met Defelbe Jangg DegeljeeleKuftmoege* lijft/ GUINESE GOUD-KUST. 7f Rjft/ en i$'t faaft/ battoe befeïbe tongeren te oncfangen/ermmtt, foo ftjn cemgc Swarten ixicl foo onrcDclijh / batfe a\$ Dan fict funbere en ongemengbe Goud meöe meer na {jaar ne* men / fonber ittg te beftebcn / 't geen cnö btoingb om'cr fotntyö^ al iet ban St. Anna te laten onöer lopen ; men geeft ook goede ooft mei Fetiches ban goeb Berg-Goud gegoten/ bogbefelbe jaaro,n" fcomenfe geel felben te befleben / maar gouben bit om'er pg Jol iarde. felben meöe te verderen , of fofe bic noeg al brengen/ bat gefegiet of uot nooo / of ooit mei om batfe bol ban geniet te fwarte aarde jïcehen / maar meöe iemanb / ban befe tfr the n met metenbe/ öappr r ft on belogen toer ben / mant in plaat£ ban Goud ontfangt ijn beeltijbé be geïft aan aarde. U£. ftonb unt get booren bergaalbe be groot c magt en Rijkdom ber Dinkirafe af meeten/ bog booj mepnfgcmaan* ben rp'cr foobonigen omkeering gefegiet/ batfe tcgentooojfJig elenbig en verwoeft 3ijn. H|et fal / mijneg bunneng / niet onbienftig 5tjn ter neber te fïellen / op goebanige toi)£ bit magtige Land foo fmaren ramp geeft ontfangen / en maar unt fjaar gegeel verderf t£onrfiaan/aile£ maar unt get ber* gaal ban eenige Negers , bog bic ich om get geene baar op geuolgb i£/ gegouben ben tegeloben* Dinkira ma0 DOO? fijn Rijkdom en Magt ban Volk fooba* Hcmardy mg bergobaarbigb / bat fp be Swarten ban anbere Landen van^e min alai niet maren agtenbe/maar bejegenben befeïbe eben Dmkirarc- of get maar Slaven ban gaar maren gemeefï / 't geen gaar bg alle foo feer gegaat maaftte /Dat een jeber gaar ugterfceber* beef met groot bedongen te gemoet fagg ; egter niemanb gab get gert om flg tegen£ haar aan te Kanten /tot bat egn* Delijft ben Afiantefe Koning , niet ber met fijn Land ban get M*y& gare gelegen / ban gaar Opperhoofd beleebigb fijnbe / bv J0°0nr5r flonb om'er op een geboelige torjé u«aaft ban te nemen, opper- de frelebiging bejïonb engentlgft gier in. ©e Koning of hoofrbe- Opperfte ban Dinkira, genaamt Bofianté,noeg een Jongman led,'st- fijnbe/ Oog ban mieng bappergeoö ober begegeeïe'Kuftalö met bermonbering merb gefpjoften / fonö op feebere tjjö eenige fijner Wijven, om ben Afiantefen Koning fïjnent me*Eiy°Pwat gen te gaan begroeten: maar in öefelbe foo een meïgebaï* Ktjin? (en nam/ bat gg bee§ Vrouwlieden geel minnelijk ontgaat gefchfede. fo x be/ 76 BESCHRYVING VAN DE De l en met goeDe Vereeringen toeDer liet bertrenhen / en om te toonen / Dat Ije m Dee£ Beiending aangenaam too£ getoeefï/ en [jet Dinkirafe Opperhoofd geipe eer toillenDe aar.Doen/ foo fonD Jjp na cenige ti)D ban g'genjKen eenige fijner Wij- ven, om Denfelben te groeten/ en berfehcring te geben ban De groote agting Die jjp bOOJ fijn Perfoon J)aD- ®CC$ Vrouw- lieden toierDen in Dinkira niet mmDer ontljaalb / noeï} met geichenken opgehoopt / en toei meer / alg men fag / Dat Jet Dinkirafe Opperhoofd fijn onftitpé oog op eene ban De Afiantefe Wijven liet ballen; Detoelftehy , geb?eben booifiin toulpfe en toffe min , ook tot fijn wil migbmpnte. ©e Afi- antefe Koning gier Dooj'in 't groote Gild ban A&eon ftellen* De/ en na fijn luit biel geboeb te tjebben/ liet BpDefelbene* bene De anDere toeDer na gaar Land, en Man bertrefthen > Dog toannecr Die Deeg fchandaad te toeeten guam/toag öp'ec Dewelke fooDanig ober gebelgd, Dat Bp fjet Dinkirafe Opperhoofd DceD wegebt bjeeten ban niet te fullen ruften boo* Dat BP De ff Banbe / ge m foodanig aangeDaan / in De? Beledigers bloeD jjaD af getoaffc gen. ©en Tenitoord felben nu befaDigöer 5tjnDe / en toetenbe met toicn Bp te Doen voor- Öaö I toenffe toel Dat fulbg niet toag boo?ge ballen / Dog een ncemd geDane faan fijnDe / fogt l)p Den Afiantefe Koning met eeni* om er een ge [jonDerD marken Gouds ter neDer te fetten ; Dog Die toilDe wraak flantfcBcllÜft Öaar na niet Iupfteren / maar berijDe fig tot een ovcratc toa&beren Oorlog, om met een ftoaar Leger in 't Dinkirafe necmen. Land te ballen / en fijnDe niet genoeg boo?fien ban Bospol- ver, en Geweer, foo DeeD Ijp [jet felbe in een groote menig* 0us i Gs te aan 't Strand opb^open / en tot fig brengen ; fijnDe De io" toc-r* Di»kii afc fot genoeg om B^u Daar in feifé beljulpfaam te xud. fijn / latenDe fp fijn Volk onberBinDerD met Bet gefepDe goed Doo? Baar Land trenhen/ niet tegenflaanDe fp toel toifïen/ waarin fat jjft njCt anDerg Dan tot Baar bcrDerf fou Dienen. Sfëtib* ninkirafc Icrto!)l ^ag B« Dinkiraas Opperhoofd bomen te fterben / 't leifswerd toelft geDagten baarDc/Dat Defe Oorlog geen boojtgong fon geholpen, nemen / maar bp gelegt toerDen. Jfcaar of De obergebie* be Gefaghebbers ban Dinkira te IjoogmoeDig toaren om Den Afianteie Koning, Zay, tot De bjeeDe te bérfoenen / of ooen toel Dat Zay Doo?De Vyanden banDinkiratoierDopgemaant/ öltan£ öp bleef in fijn befïnpt/ om Dinkira npt te roepen/ héb GUINESE GOUD-KUST, y7 boïgarbcn ; en fijnbe egnbelgu in bic lopenbe jaar Blaar ge* siwtde raaht / foo quam gg met cru berfcgjinnelgne Magt af ; rn Dinkirafe met öe Dinkirafe , bie gr m toe l gemoeb of toaggteben / tot een ?w"Xa1, treffen genomen fijnbe/ brrfïoeg gg bcfeibe ten eenemaal/ ^en c na Dat'er bebooreno in ttoee Veldflagen ( bolgcng 't feggen bcr overde Negers) ober be Jjonberb bugfenb Menfchen toaren geblee* |]onj!cr<|- ben/ eenlgh fijn er ban Akim, bit be Dinkirafe te gulp toa* onfijn ren genomen/ omtrent be bartig bugfenb gcfneuveld / be* gebleven. galben bat nocg een groot Caboceer ban Akim boo? be Slag met ai fijn Volk in be Pan i$ gegant. H?at bunnt u / Mijn Heer?©it fijn anberc Slagen al? be Koningjes gier omtrent malhanber leberen / toclhe met gaar alle / al namenfe kreu- pele en blinde om gaar te berfier&en / foo een magt niet bg een fouben meeren te brengen. <0mbenBuyt boo? bttg Slag ge* ballen bn een te bergaberen / fouben be Afiantefe bijftien bagen tucrn getjaö gebben / ( bog gier is / geloofd / toatbg gebaan ) merbeubc be Buyt alleen boo? Zay , op eemge bugfenb mar- De Afian- ken Goud gefegat / felf booj een ban onfe Blanken , bit in tefebeko- Gefantfchap na Zay gefonben i$/ en betoclne get menigma* ?eneen Ien fou geften gebben. SDefen onfen Afgcfant bebinb fïg w ^o™ gentooo?8ig nocg in get Afiantefe Leger, en mijl gglafï geeft om een nette aantenening te gouben / ban alles bat baar boojbalb/ en gem ontmoet/ foo toenfïc in mei cm baar een EengeJccl Af-fchrift ban te gebben / '\\ en ttogffclc niet of men fon'er derDin- beel feldfaamheden in binben i bog bit ugt gefïelt tot on een kirafe, anber tijb. §ier legt nu be gegeeïe googgr gb ban Dinkii a in be afcg/ toerbenbe be Vlugtelingen bon be geen/ bic fn ccrfl maar boo?gaar Slaven gielben/ nu felf tot Slaven gemaant/ enberftofr'i tog en gebben ban al get boo? gebaïlene nocg get regte befegegb / of fr ftcrgegb niet / bog rag get felbe bg ber* bolg aanbe ganb&omenbe/ fal UE.toerbenmebegcbeeib. J^aar get Dinkirafe Land bOlgt bat ban Acanny , bctoelne 't Annni- ban oubctgben of en een reebg ban jaren booj be Dinkirafe, neLand- boo? groote Handelaars fijn bcrugt gemeefl/ nomenbe gier ^JJf met get Afiantefe en Akimfe Goud ter markt , alp O0& met gaar inwoon- eggen/ en 't Goud, bat5gü2agten/ toa^fo fugberengoeb/ dersaiva» bat nocg gugben ten bage al get befie Goud, banbe Negers °lldc ft- Acanni Sica, of Acanifle Goud , tocrb genaamt, £g moren *™*'t tt 3 ge^ 7& BESCHRYVJNG VAN DE HmAc- gelDODtt om met De Cabefterrafe Volkeren (een Landfchap tuf* laars fijn fcfjen gaar en Saboe gelegen ) tt hoitlf II Handelen aan Elmi- gewect, naj Cabocors, Mouré, Annamabo,Cormantijn,en ttltev neer* Goud door toaarb^ fjcen :ot Qct Engeliche Dorp Simpa toe ; gaar Goud haar ge- toatf niet/alg Dat ban Dinkii a, met Fetiches bcrmengD / en Der* b«gt. gafben ooft beel DeugDclijfter ; oog Ijet maren moepelylte Dra- ken om ineDe om te gaan / niet foo rehbelijb of gefe ggelijft ito wei öI£ oe Dinkirafe, toiüeiiDe Jjet meeft nltoog na [jaar fiugeb* om mede ben: maar in De laatfte Dne jaren tjebbentop ober jaar Han- om te del niet te Blagen gegaD / bermitgi fp'rr in bic tijD met beel in g»an- geöaangebben* toant3P/ (ieb toeet De reben met toaarom) werden berfefjil ra* t Dinkira brijgenDe / Ijebben Die jaar f ooDamg ge? door de flagen / bat al gaar Giooten en geen blepn getal gemeene/ Dinkirafe DooD / of gebangcti bleben ; geuüniuc fn/ om ftg bande veriiaKen Dinkirafe flabernn typ te boopen / Die gaar on log-gelD gad* vmd, &en ö^fïelö / alleg toatfe in be toeerelDgaDDen/ moeten op* brengen ; toaar Doo?fe ten uptrrften arm en onmagtig fijn ge? toojDen ; Dog toijl De Dinkirafe mi meebe fijn beröelgb / en bat fn fig boa? Afianté Rebben bernlaarb / foo bon get toel gebeuren/ Darfe gaaft toeDer bequamen / en ietg ban {jaar oube Luyfter berbreegen. Akim ^et Akimfc Land fullen top aan Acanny laten bolgen. ®it heefthet leebert) foo menigbuIDig beel Goud upt / aïö eenig Land b'efteGo'ud toaar ban ton totnogtoeeenigebenm^ gebbcn/'tigoohget randege- deugdclijkite Dat ban befe Kuft toerD berboerD/ men ban get j.eeie ligtelijb ban anDer Goud doo? 31J11 DonbergepD onDerfegep; Kuft* Den / Acra trebt gier ban tegentooo?big get meefïe / Die£ men baar ooeb niet anDerg alg goeb Goud geeft / fonDer Fetiches , of Kakeraas ban Defelbe gebapt. 5(eb gaD menig- malen gegoortï Dat Akim bn uptnementgepD groot in fijn begrip toatf/ Die£ icb een^eenige ban gaar Inwoonde™ ber* fogt mp tetoillen feggen goc beel Dag-rijfen£gaar Land toel langtoag/ bog $p fepDen get feïbeban foo een tonde uptge* <^oct- fcrebtgepD te fijn/ Dat toepnige Akimmers toiften tjoc betre VAkimTc &ft fl8 na °* Barbaryfe Kuft Landwaards in fïrehte/ 't geen / Laad. bolgen£ gaar feggen / een ongelooffelnbe lengte fou fijn. JJ^it Land , boo? foo ber Ijet aan oii£ bchenD i§ / geeft booz Defen een Koninglijke Regering gegaD / Dog flj» Opvolger noflj CUINESE GOUDKUST. 79 nocg jong, rn ban een quabcn aart ftjnbe / geeft 00 geen u èonctf. meeiter ban get geljeele Land nonnen manen f maar moet ningnjk fig met een geDeelte laten bergenoegen : mant De nnDere &weci}> Grootcn, bjeefenöc Dat gp al tf tyrannig mogt heerfchen, Slmcenfc gebben De Regering meDc aan gaar genoomen / ora oefen beft ver- Jongman in ben toom te gouDen / en Dieg moet men get te* andert. gentooortig al£ een Gemene-beft aan merhen; 't geen booj ,tG bie ban Acanny en Aquamboe oock geel mei womt : mant heel wcii fïonD get onöer een Hoofd, foo fouDenfe tot goar eggen naagt berfeenergepö / gelijnfe nu Doen / geen berbeelDgepb nom *w»acm* nen aanregten / en Dan toarettfe binnen nokten tnö ber* AqÜam- nietigt. boe. ©e b?te boomoembe Landen gebben hm a!too£ boo? be Goudrijkfte aangefien / Dog bat er feenerlijn meer 3ijn/ ié onmeDerfp:eeneuj& ; Afiantc ftan on£ gier ban tot een fcener Nog meer &etog£ tfrenhen/ mant Die nu maar t3eberD mepnige jaren J^gS d öenenö gcmojöen funbe/bebinben top rper in Goud te 3ijn waerdg gier na troft&en be Dinkirafe met een meer^ies lijden. tere go BESCHRYVING VAN DE Dere magt op/ 't geen öen obertoumenbe Awineesberfïaan* De / fonD Bö icmanb ban fijn Volk om onberflanD ban fyn Landsgenooten te berfoehen ; Dog befelbe lagten Bern ugt / en befcljulbigDen jjemban blobigBenD/ feggenDc/ Datgn alleen in flaat toaö be Dinkirafe te fïugten/ Dog foo B? in 't onber* fpit raante/ Dat Bet Dan Baar beurd meeoefou 5911 / om aan De man te nomen •, bie§ 39 een boo? een met De Dinkirafc fïaanDe/ Baar Land en Volk berlooren / bgnaop Defelbe töijfe 0$ De Chineefen tegenë De Tartars; öaarfe De Dinkira- fe , fjaDbenfe fig brillen bereenigen/ anDerfniDs ligtclyh te rug (jaDoen bonnen Dnjben. Ü&1£ ich boocen gefegt Beb / foo 8e&t UE. inDefebeLand- ftrecken , ban toertoaarDd oné 't Goud tocrb getyagt ; öied UE. fig baar meeDe nonD bergenoegen / en mebe met Bet toemitge bat ich gefegt l)co toaar/ en Boe Defelbe leggen, ©e Negers toetenber ong geen net denkbeeld ban te geben/ en ban onó bomt'er niemanb foo ber Landwaards in / Mep Balben/ Mijn Vriend, jijt Bier meeDe te b?cbe/ en fiet mat iefe UE. ban Bet Goud felfé fal opöiffcBen. Gedaptcn 9(n Europa fïjn 't geringfïe getalniet ban be Menfchen , vanceni- mcmc gelooben batbe Goudmijnen in ong getoelb 3tjn / en fcGoud- oat m£ öCfclbe / gelijn be Spanjaards in Weit-Indien,b00J Mijne.» Slaven laten bearbepben / en'er Bet Goud boo? on£ upt graben. in ons ge- ©it/ fcg ich/ toanen beele ; bogB UE. meet mei beter en TtosT öat to? ^eIf^ tot öc MiJncn flCfn toegang öebben/ 'ft en ge* wTdei- ' ïoof ook niet eens / bat iemanb ban on? oont eenige ban De; fproken. felbe Beeft geften / en oor niet fonber reben: mant beSwar- tcn bit al£ een Heyligdom aanmerhenbe / fullen alle mibbe< piLifcn lfn aanmenben om'er anberc npt te B°uDen. ^$t Goud het Goud toerb op bjieberlg Plaatfen gebonben / aïg eerfïclijb / en 't gevonden gCCn tocl 't boomaamftc i$ f in/ of tuffcBen 't Gebergte, v/ord toaar bat be Negers , alfc getoaar toarben bat'er Goud i§/ Ecrftciijk. Diepe nuplen grabcn / met De aarde baar upt nomenbe leben* fe / aïé itb aanfïonb£ fal feggen. cr* GUINESE GOUDKUST. 81 't ®erbe tg aan De Zeekant, toaar Dat men geïgcfe aanEl-End . mina, en Axim, nlegne fpmgtjeg geeft baar {jet Goud eben alö aan De Rivieren ban jjooge plaat fen naar toe fant; gtcr flct men/ toanneer [jet g'nagtg fïarn geeft geregenb/ gon* DerDe ban Swartinnen,Detocme of gegeelnaantftjn/of maar H°cdanig een nïemi Lapje aan gebben/ om Dat geene te Dennen Dat?crd! gaar De eerbaargegd tg gebiebenDe. <$m ieber ban gaar ig booifien met een groote en nlcgne Bak, toelne eerfïe fn bol aarde en Sand fegeppen/ 't geen Don foo lang t'elneng met barg toatermerdgeroerD/ en omgefpoelD/ tot'eral De aar- de ugt i$/ en bg alDien'er eenig Goud onDer tg / get felbe blijft Doo: fijn f maarte/ onDer op De gronD ban De Bak leg* gen : maar uut fg Ijct in 't boojfruDe hlegne Bakje ober gie* ten/ en alsdan weDer aan get fpoelen gaan / blijbenDe ge* meenlijk tot omtrent De middag Daar in befig / wanneer ee* nige bijf of feg ftuyvers, ooi! toe! meer en minder aan Goud En hoe gebben gebonden ; Dog fomtijdé gebeurD get toel / Datfe (tukjes ^eynig de bantmee/Djie/ en bier gulden binDen/ DogDatigtoacfeïo>„ènfom. faamg / maar niet Datfe Den gegeeïen Dag om fonft gebben tijdsop gefpoeid. ©e aarde in 't Land ugt nuglen gegraben/ enecn?chcc- ooït Dat ban De Rivieren toerD op booren bergaalde mgg Dooj l™JT*fi{{. water meg geDjeeben/ metenDe fg get op geen anDere toijg den. te nlaren. ^et Goud Dat Dug gegraben /of gebonDcn too?b/ igmaar Geda»n- banttoeeDer ganDe geftalte, get eene Dat men gier Stof-Goud J5 op- noemt/ en bgna foo fijn al? meel ig/ ig get alDerbefïe/ tn-^lX tn Europa get meefte maarbig ; get ttoebe beftaat unt ftuk- jes ban berfegegbe groote / eenige qualijneen oortje, en an* öere meDer ttoee of Dne gonDerD gulden f maar meegenbe ; Dog ban get laattfe flag ftet men'er geel toegnig/ olgoetoel o tig De Negers boillen berfeeneren / Dat men'er in 't Land ban een en ttoee Dugfend guldens geeft ; Defe ftukjes noemt men Berg-Goud , 't geen gefmolten ftjnDe / b etter en beter ban toets tg/ aïggetStof-Goud;Dog bc menigbulDige fteent- jes Die'er altoog aan baft bigben/ beroo?faancn groot ber* lieg in 't fmelten / en Daar om goud men ooeh meerDer ban 't Stof-Goud. «Dit %i nu booj foo ber get fugberen en goe* -tce. De betreft, ï|et semengijbe en valfchefïaat ong nu oocn mengde. 31 eeng 2z BESCHRYVING VAN DE ten$ te bcfïen. Qtt eerfïe jijn bc met Silver en Koper ber* ïneiïggDe Feciches , toaar ban ten Ijirr booren gefp?oocben j)f b i befe Fetiches toerDen DOO? ÖC Swarten tot felepilC ftukjes Oilijpt ter toaarDe /al£ men [jet tuat nauto toilöc uptrehe* tien/ ban een/ ttoee / en tmcouDtcn. l)ct fpjeeu-tooojö fegt led / Dat men niet beel Gouds uoo? een oortje nan noo* pen/ Dog gier nan menöcr ebentoel meDe te marftt gaan / eiree fijn benoDigDïjepD / 't fp Brood, of Fruyt, boor brij* gen/ en De toaarDe ban Deeg füepne ftukjes, toeten DeSwar- Hoe?e- tinnen foo net op 't gefïgt/ Datfer noopt tn fullen feplen / mthctCn3P tellcnfc fonDer te weegen mamanDer toe/ alg top jjier 't betekend ( gemunt gelD/ men noemt Die ftukjes alïjier Kakeraas , eene benaming ban De Swarten ()er ftomenDe / en iet£ geringg of ban nlenne toaarDe beteftenenbe i gelijh Dit Goud in ftg fth ben ooit ban fïegte DeugD / en geringe toaarDe ig / fulienDe ^ ïw£i fommige met ooben De ttointig gulden De Onc,e bp ong in Hol- * land toaarb 31311; tn Dog gaat get ober De geïjeeleKuftmeefl in f toang. <énfe Befemng toerD'er gaar Koft-geld meDe be* taalD/ en Die ftonnen'er alDerljanDe Eetwaren ban De Negers booj ftoopen/Detoerac get onDer anDerGoudmengenDe/ tot ons bjengen / al3 toanneer top ïjet ooo: onfe Dienaars Doen uptfoenen/ entoeDcrom uptgeben/ foo Dat Dit Goud als De wandelende Ducaat is , gaanDe/ inbomrnDe/ fonDer Dat {jet oopt berminDcrD/ niet tegenjlaanDe De Engelfche, Franfe , Portugeefe, en felfë Wy, jaarlijng een goeDe menigte Daar ban na Europa fenDen ; Dog toijl De Swarten raffer anDer maften / aï£ top fjet toeg fenDen / foo fal get'er toel em> toig bigben. ■t v^fc ^m balfeg Goud te maften Daar op brrftaan fig De Swarten S^v'an meeDe meefterhjft / fp bonnen &et Stof-Goud en De Berg- g«wlk° ftukjes foo f raap na bootfen/Dat'er niet toepnig malen Men- leken meDe bedrogen 5ijn / Die fig lieten boo;floan goeDe ftennió ban j)et Goud te Jjebben ; fommige ftukjes toeröen ban (jaar gegoten Datfe ronoom ter biftte ban een mes fjeel gorD Goud j)ebben/ en ban binnen fïjnfe niet anDergalg Ko- per rn fommige ooft maarYfer, Dog Dit ig een nirutoebin* Ding ban fjaar / en noej) niet lang beftenD getoeeft / maar 't gemeene valich Berg-Goud 1$ Silver , Kooper , en toepnif Goud GUINESE GOUD-KUST. 83 Goud onder ten / 't geen feer öoog gecoulcurö ig / toaar meDe 5p De onnundigc ligtciijh nonnen bcDjtegen : toant Dte ren ponD Goud of ttoee fullenDc ontfangen / toaar in ber* fcÖepDe ftukjes 3ijn / foo nonnenfe Dcfclbe niet tori alle op bc toets brengen* fclfö Denbcnfer niet eens" op / om dat fytt foo fraan 000? 't 003 iö ; nocö een anDer fïag mede na Berg* Goud gelijkende/ i$ niet Anderg Dan feener ftof ban gefmol* te Couraal , 't geen 55 foo aardig toeten te koken , gieten , '; Bedrog m couleuren , dat'er tertoeereld geen onDerfc&egD in te fien m tüoud* i£ / alg in De f toaarte ; ban jjet felbe mabenfe ooh Stof-Goud , Dog raeefï ban gebeglö Kooper , Datfe meDe een goeDe cou- leur toeten te gecben / Dog al Jet valfche gecouleurde Goud bsrlieft binnen een raaanD of tmee ten eencmaal fijn glans, alötoamieermen ten eerften befpeurd/ dat öet vals iov Dog met De ftukjes Die met Goud 3511 obertogen / gaat {jet foo niet : mant Die bigben alt 00$ fonDer berandering/ en Daar; om foo beel te gebaarujfter. 3fnDien UE. begeeng 3ijt te toetten /goemen fig boo?fiet Valfche-Goud fal nonnen toagten / of [jet UE. t'abonD of raojgen te paö mogt nomen c 't geen Den Heemel egter ber* yoeDe ) foo gelieft (jet bolgende in agt te ncemen / en eer* ftelnn ban De groote ftukjes, als men in ttoijffel i£ / of De* felbe vals of fijn fijn / foo §ctft menfe maar met een mes Hoemen mtDDen Doo; te Etappen/ alg toanneer öet fïg aanftonD^ fal ^ ' ontDennen/ De «lepne ftukjes meDe naBerg-Goud gelijnenoe kennCa. moet men op een fteen leggen en'er met een hamer op fïaan/ foo Defelbe ban Couraal-ftof gemaaftt fijn/ foo fullenfc ber* bnjfelen/ en geeft een bafle proef, Dog Dit ugtftaande/ al meDe met Bet mes'er agter : .ffèaar omtrent jjet valfe Stof- Goud en ban De alDer-hlepnfte ftukjes ban men boo?fenöc proef niet te toern (lellen / Dog geeft men bupten Dat een goed miDDel om öet valfe ban öet fijne te onberfcörnden / met fimpelp maar een Kooper Blaas-bekken te nemen / maar meDe ton §tt ftof unt öet Goud 3tjn blafenDc / fyt t ber* moeDe Goud gier in leggende / en omöntfr nDe eben of men wand, en Dan'er flern op blafenDe / foo fal öft va^e Goud aanfïonDg öet Bekken ugt bliegen/ en öet goede blijf 'er in leggen / mitg get fig Dooj fijn ftoaarte niet li0t laat toeg % * Wa* g4 BESCHRYVÏNG VAN DE ölafen/ met bit Mc a biet; malen ober te boen/fal mettget goede feer gemaftueiiju ban ijet qtwdc nonnen fcgcDben. $et uomtongljier geljcei belaggelgn boo?/ Dat mcefï al* Ie nieuwelingen , boowamcntlijU Zeevarende Perfoonen, aU tO0$ Sterkwater met fïg boeren /om jjet Goud te beproeven; maar by alöicn foobamge menfehen maar bagten op Ijet ge* meene moojb/ al£ bat'er geen Goud fonöer fcljunm / batg te feggen/onreynighcyd ig ; fg fouben befe fmaftue Proef gaajï laten baren / en om niet bebjogen te tuo?öen / fïg op ge* fenbe mntf laten onberrigten. 't Goud §tt kenteeken maar aan fn mecnen te ften/ of get Goud j,icr ter vals of goed i£ / beftaat gier in / bat fg get in een aarde Kop- ert met jc 0^ GIas |-mgten / en'er a$ ban Sterkwater op gieten/ foo t/rtebc*" toannrer get nu vals i$/foo fal get water aan 't nonen gaan/ proeven, en groen merben / a\§ mebe 't valfeGoud. Sïrme metenfegap word niet toaaragtig ! Staten Hit Menfehen bnboojbeelb een£ beertig oordeelt gulden nemen / en bat'er een febenbe agtfïe of tienbe Der! vals Goud onber i$ / of [jet mct'cr Sterkwater op te gieten niet befeiföe mernmg fal boen/ (fcgoon fo jïern niet) ban of get altemaai vals toag; foo bat befe Proef immerg niet baft gaat/ en te meer/ mijl get baar alg ter blug£ fonbertijb te berfpillen/ moet gefegieben ; en fal men bergalbenom ren agt of tienbe beel vals Goud al getgocbe laten gaan / bat fa berre : mant in maarte nö / Mijn Heer , ten io'er tegen* moojbig bc tijb niet na / beel lieber ban met be Blaas-Bek- kens gearbeob/ en 't grobe met be JjanD of binger$ ugtge; fogt/ en foo faïmen fugber Goud nrngen/ en batfonDerbe moente te boen / ban {jet eerfïe boo? Sterkwater nat / en baar na meber b?oog te manen/ 't geen be Swarten , foofe gocb Goud gebben/ ooft feer fober gebaït* ï^et Goud met alle£ bat'er omtrent aan te merften ié f geb ieft UE. bertoonb / nu bienen top ooeft mei ictp ban get Gewigt te feggen/ beflaanbe in get bolgenöe/ alp Pon- Goud- den, Marken , Oneen , en Engelfe > in Europa geeft men tmilV Rcwigt, tig Engels th een On^e, bog gier maar feftien / ooeft reftenb men Pefos ftjnDe bier Engels , en Bendos beb?agenbe tmee Oneen , bier Bendos een Mark, en tmee Mark een Pond Goud, fcctyageuöc een Pond Goud na be gemeenc maarDe / rupm GUINESE GOUDKUST. 8f ft§ Ijonbcrd en feftig gulden, ©og Ijier in i$ fomtijdtg ee* cn waarJe mg onoerfrïjf gd / ren$ deel$ Dat öct eene Goud meerder in süvcr.* waardig i$/ aijTt ander/ en ten anderen oorft dat jjet Goud ui Europa daalD en ulimt ; maar goed Goud renenen tog altoog" bier dne Mark booj dugfend gulden , en foo ber> bolgen£ Ijet andere Gewigt na eben gehjnöegd. 2$oben 't N°g*a- boojfegdc Gewigt , [jeeft men Ijier ooeh uocg een ander fïag der ffi om alOerfjande UUgnigjjeden mede te betalen/ begaande in "wigl* feher flagban Boontjes, de nlegnfïe fijn Rood met ftoarte Spikkeltjes,genaamt Dambas, doende de bier-en-ttointig een Engels Goud, enalfoo ieder rugm ttoce ftuyvers i de ttoeede 3jjn net eengl foo f waar / en wit met ftoarte Spikkels, of oocft roei geïjeel twart, roerdendc Tacoes genaamt/en doen toat meer als bierihiyvers: maar dit i$ban de gemeene Ta- coes en Dambaas te berfïaan / anders" bind men norlj 23oe* ren-Gewigt, roaar ban een Tacoe fomtijd£ een.fialbe / of oocnroel een geïjcele gulden bedraagt; maar die nonnen on* der (jet bafïe Gewigt met gcreftend toerden/ mitg eeniege* lp defelbcna fijn eggen fin neemt /met booweemen om'er de Mcnfchen mede te bedriegen, benige jjebben gemeenö al£ dat de Negers met ol£ Gewigt ban hout beftgden/ dog dat i§ bcrre mis7 fe öcbbcn alle / doo?f)aar gegoten, Koo- per-of Tin -Gewigt , en feljoonfe get felbe andersV aï£ ton / Ijebben berdeeld / foo nomt de reenening dogg op een ngt. |0ct \jtt befcïpgben ban 't Gewigt, Jjebben ton norjj iet$ ovenïen- bergeeten ban fjet Goud. UE. Jjcbt gefïen Ijoedanig Jjet£ing°fde gegraven , of gevonden toerd / icft toiï een iegelijcn nu te be* ,"™pe'e* dennen geben / boowamentlijcn de geene die henn$ ban meerder jjet Berg-werk jjebben / of jjiemiet beeï Minerale-aarde, etfGoiufayt fïeen berlooren gaat / toaar ugt men doo? de Schey-konft £* ^nen Goud fou nonnen trennen > ïq ban be laatfïe op get albermihfïe agt ganberb Mark, 't geen ooft maartijen foo #/ toantgemernt be Por- tugeefe gier ter Kuft bomen / in naam / en onber fegijn/ ban gaar Americaanfe Waren , bt-fïaanbe in Brafiliaanfe Ta- bak , en Brandewijn , of Rom ban Suyker geftoobt / te ber* ftoopen ? foo fïjnfe bog baar en boben met foo mei gemilbe Koopmanfchappen bOO?fïen / alp Öe Lorrendrayers felfé / ril wat tooRber / mrjl 30 befelbe in Holland gamunboopen / baar 88 BESCHRYVING VAN DE Bortugec baar gaar Volk aan nemen / be Scheepen ugtrcebch/enom lcvolko- fto;ttegaan/ fomtijög batl Hollandfe Kooplieden taerben men Lor- Ugf gerufl / toaar m oocn be Jooden geen ftlegn aanbrei aan Zïyers. gebben / betoelcfte OOK ligtelijft « n Portugeefe Konings Pas meten te benomen/ toaar booj befelbe gier ter Kuil nomen* De / booj gocbe en opregte Portugeefcn boojgaan. 3Eat gart* feer bit booj een toeïmeenenb Dienaar ban onfc Maatfchappy i#/ moogt ÜE. nfmeecen / bat foo toanneer een Koopman ou een onfer Forten gebiebenbe/feefternarigt geeft al? bat* 'er centge Swarte Kooplieden met een gocö gebeelte Goud ugt get Land fijn genomen/ met nul / om Ijct felbe ün on£ te befleeben / en bat onbertnffegen f°° ttn Portugees, of Lonendrayer ïtomt/ betoelfte booj get goeb ftoop geben fïj* ner Koopmanfchappen , al btt Goud , of get grootflc gebeelte ban bien / na flg fïeept/ en Wy miölertogi met onfc Goe- deren eben of 'er be Peil in toa£ / bigben fitten. ©it i$ mijn felven tot mijn leettoefen meer ban eenmaal boo:geftomen / öieg icli gier omtrent niet fonber eggen onber-binbingen fp?eefte. 3jcft geb foo ruutoelijcn een oberfïajs ban 't Goud gemaaftt/ 't geen met be gebagten ber kundige mei fal ober een no; men j bog anbere ftg Dcö niet berfïaanbe / en bie gier in een fïegten tnö fijn getoeefl/ fulïen get niettoel nonnen be; grijpen / maav bennen / bat ich te runm gaa / en Dien> bolgeng een gnabe rekening mafte. ®ogg / aï£ mn fooDa^ nige boojftontcn / itie fal icn vriendelijk berfoeften ban (jet te toillen verbeeteren5 tot nocg toe i£ fulft£ ban niemand bpber fjanb genomen/ en om UE. re bolboen geb ich get gier ter neber gefield , foo alg icn bermeene met be toaargepb beft ober een te nomen. $a onfe gebaggten ban / fou ben aan -en afvoer ban 't Goud bebjagen / rimmdrie-en-twintigTonne Schats, bedrie D-certei Mark ttgeng duyfcnd Florynen gcreftenb. 'ft &cq nocg* de lom," maal? /bit moet men ban ecngeluftftige tijd berffaan/toan* van 't neer al be Paffen open fijn / en be Kooplieden onbrrginberb ooud te öc wcegcn Konncn gebninftcn. HDant in tijben ban Oorlog, SnvJcdïW öat be Negers oneenig fijn onöer ben anber / foo geloof ge tijd. ien niet bat'er be gelft ban get öenocmbe Goud toerb afge* bjagt; GUINESE GOUDKUST. ft* biagt; tonar ban De Lonendrayers gaar brei fonberïing toe! toeten te neggen. <£n gefield / bat onfe Maatfchappy een b#f de ban 't geljeel nrtjgt/ foo ftan dat feïbe haar Edele in een flegten-tijd niet beel geinen / maar moctcn'er ban haar Edele toüific n ban andere Kullen genietende / een gedeelte I)ici* Ijd in fcgteten. ©ic£ ten fjope/ dat'er eerlang een mid- del fal toerden ugtgebonöen/toaar öoo? onfen Handel aljpec met meerder gcluft / en tot nadeel ban de Lorrendrayers , fal nonnen gedjeeben toerden; 't geen/ mijng dunc&eng/ geen f toare faan fal fijn / fuüende maar beflaan om jjter ter Kuil een bequame Regeering te ff ellen / en in Holland fojge te dragen/ dat'er geen andere dan toel getoildeKoopmanfchap- pen , na fjertoaardg tooiden gefonden. ®ertoagt niet/ Mijn Heer , dat ich UE.een ontleding ban onfen Handel fal doen/ nanienttgn / jjoe den felbe befïaat / en toat flag ban Koop- manfehappen gier altOO$ getolldfïjn/ en de hoedanigheyd der felber/ noclj oocn toat foort reedg tot een tnfïal 5jjn gefro> men ; fiier ban een bernlarmg te geben / fou gantfcöclijcff Ijet taerft ban een Getrouw Dienaar niet fijn / öe jjalben noc&/ dat deeg Brief doo? get een of ander ongclimin jjanden ban de Reders der Lorrendrayers fou nonnen ballen/ die'er öaar boordeel toonder toel mede fouden toeten te doen / en fe lieden befïrelen ban nu af genoeg {jet regt / dat den Staat boben andere/ om defe Kuil te behandelen / aan de Weft- Indifche Maatfchappy geeft gegeben ; fonder dat ton / of iemand ban ou§/ oojfaan begocben te 3gn/ datfe meerder opening ban deeg Kulls gelegent&cnb nrtjgen. &it$ï)al ben laate UE. get ftg genoeg 3jjn met get gefende te toe* ten / en nocö / dat tot een generalen Handel on defe Kuft toel anderhalf ïjonderd'ee Ijande flag ban Koopmanfchappen benodigd fijn. gn mijnen derden Brief gebt UE. geflen/ dat &et Kafteel St. George Elmina de Hoofd-plaats ban defe Kuft ig; O0CR dat gierden Generaal, Opper- Koopman, Fifcaal, en de Voornaam- He gaar berblijf Ijc&ben. $00? dit Kafteel ig gee oocn / dat ölle onfe Scheepen , ugt Europa frontend* / fytt Anker in de grond toerpen / en gaar Koopmanfchappen loflèn , om toel* öe te bergen ton feer beel en fcljoone Pakhuyfen in {jet Ka- 9o BESCHRYVING VAN DE fteel jjeb&en ; upt bit Pakhuys, bat ter bcrantmoojbing ban ben ü;>per-Koopman fiaat / en fomttjbg cen aanmercftelyfte fom tnaarDig i£ / merben alle onfe Buytcn-Plaatfcn booten ban foobanigc Koopmanfchappen aló fp homen te ontbieden. op wat UE. en moet fig niet berbe e IDen / a\p bat ton ban ons goeb wijfe het een Markt aan regten/ of cïöer£ bupten onfe Forten te ber* coed ver- jj00pfn ff n0en . gantfc Ijeliju niet / be Negers homen öagelyng word. met [jaar Goud bg ong in 't Kafleel , of Fort , almaar get felbe cerft gewogen f n gefuyverd merb / f er 3p'er goed booj ftrij* gen / gaanbe geen Koopmanfchappen upt onfe Pakhuyfen , boo; be felbe gehogt/ en betaalb fijn/ ten mare een Koop- man befelbe milbe uptbojgen / 't geen booj 3jjn epgen Reke- ning i$ I en niet booj onfe Maatfchappy , melfte baar booj niet mag benabeelb merben/ nocj} in Rekeningh gebjagtbe bereermgen aan be Swane Kooplieden gebaan : öog baar om Ijebben Mijn Heeren be Bewindhebberen O0CB aan be Kooplie- den , melfte ober ben Handel gefïelb fijn / een feefter boo^ beelban al ïjetgeene fp homen te Verhandelen , toegelegt: maar banfe niet alleen eenige Vereeringe aan be Swarten ftonncn geben/maar jaarhjf$ nocg een goeb ftuyvertjc ober beljouüen / om [jaar baar boo? in be dienft ber Maatfchappy &eg te milligcr te maften. <6)m Ijet goeb bat be Swarten bp on£ ïjt bben geftogt Landwaards in te boeren / gebben zylie- den fjet gemaft niet ban Wagens, Paarden, of eenige anbe* re Laftdragcnde Beeften, maar Jet felbe moet altemaal ba» Menfchen gelagen mo?ben. <&n gebuerb {jet/ batfe mat beel Yfer, Koper, of Tin gebben ingehandeld, foo gebbenfe tot een bupfenb gulden of bnt/ een anbergalf ïjonberb Men- fchen ban noben; bog of bit met cen bag of agt/fomtijbg met befe f mare lafï Landwaards in te b?engen gaarbenomfl niet bonnen «rijgen/ mil Ut UE. tebebenften geben/ boo^ namemlijft alste ban lie elenbige Weegen ontmoeten / of ober ött Gebergte Klimmen : in moarjjepb / minnen fp'rr iet$ aan/ foo berbienen fp {jet ooeft jjeel mei/ bog be gcene/ oie bp ong npt {jet Land homen om te Handelen , fijn boo? 'tmeerenbeel Slaven, boo? ftare Meefters, boo? mtcnfe bee^ togt boen / uptgefonben. <èen ban Ijun alle / maar op ben Mecfter fig 't beft berlaten mag / m t^it reebg ujenbe ban fijn GUINESE GOUD-KUST. 9i fijn troufo geeft gegeten/ tot Hoofd ban beegCaravanefïefc ïenbe, SDecfen b» on£ ftomenbe / too?ö ban owS niet a!$ siaven een Slaaf, maar al£ een groot Koopman aangemerkt; be* vo°rgro°- todften top op alberganöe toijfe t'ongtoaarbg (beften teber*,'eJ,e°°P"n_ pligten/ bermitg ong niet onbeftenb i$ / bat foo een/ feer gemerkt. toel bg fijn Meefler ffaanbe / ftan gaan Handelen op toat Plaatfen get gent gebalb/ 't fg bg be Engelfe,Decnen, Bran- denburgers, ofbgOns; toaaromtogfoobanigeenfoobeel/ en bgna meerber bieren/ alg ftjn Meefter felf. <0egoojb gebbenbe ban toien ben Handel onber be Swar- fcen geb?eeben tocrb / foo laten top ooeft et n$ beften / toat Bediendens ban onfe ftant baar ober ftjn gcftclb/en goebeel trappen ban bergoging top gier ter Kuit gebben. ©efe Stoffe falUE.niet onaangenaam ftonnen ftjn/bcrmtt^ UE. baaruptfultften/ toatbebieningeUE. ftjn Neef , alggg ftg tod bjaagö / bn berbolg ban tijd nocg fal ftonnen beftleeben. «tëerftelp geeft men gier be Soldaten met gaar Bevelheb- soldaten bers. #00? oefen toterben be bequaamfïe gier ugt geftofen j"J00trif om be Maatfchappy in be goebaniggegb ban Affiftcnten te Amd btencn/ 't fg tOt be Pen , of tn ben Koophandel : gter &00J ten getor- gebbcn eentge / en baar onber eene bit UE , nocg mg niet dcrd- fyeemb ig/ gelegentgcgb geftreegen om ftg geluftftig te ma* ften / en bpna tot be googfte Bediening op te ftlimmen» ©og t'3eberb tien of elf jaren geeft fulftg niet meer mogen ge* fcgieben : toant Mijn Heeren ban be Maatfchappy , ftenbe bat niet alleen bequame / maar ooeft onbequame en Dron- kaards tot bit toaarbtggcgb toierben gebo?berb / gebben ber* boben / om boo?taan geen Soldaten meer tot Affiftenten te Dog"« bo?beren / maar toeï tot Korporaals , Sergianten en berbere ve*oden' Bevelhebbers onber gaar /en aan bie banbenTreynofHand- werks- Volk , foobanige berbeteringe / alg onber befelbe ftomt bOO? te ballen i en get Scheep-of Boots- Volk , ter Zee, en op gaar Scheepen 5 bog een Affiftent ftan boo? Ianggepb ban tijb get opperfïe Gefag ban be gegeeïe Kuft in ganben fertjgen. «©e bebiening ban Affiftent tg be laagfte tn rang/ fooDeAra- Onber beMefïieurs van de Pen, alg ber Kooproanfchappenmet ft£^jt d een maanbeltjftg Tra&ement ;ban feflien gulden en agt Rijx- gearygfte.c U& i daal- 9x BESCHRYVING VAN DE daalders aan Koflgeld baat en bobcn. ©erfelber eetfleUtro Onder- googing Ï£ tot Onder-Kommies met vier-en-twintig gulden, commi- tjg / 0f öooi Dcfe Onder -Kommifen , of anberó Onder-Kooplie- den gcfegfjt/ tDtrd j)et meeftc Goud boo: Ónfc Maatfchappy ontfangen: maar ban fn Rekening moeten boen aan Den Koopman , of oocö mei Opper-Koopman,0e geen öte te Dier Plaats Jet Hoo& Uan Den Handel tè / en Defelbe meDer aan De Maatfchappy , Dog maar ban De generale Boeken aan d'El- r>oen rer- mina mojDen gegouDen. SCan Elmma bebinD fïg oocn noeg "nWS»r" ten Maga%»-Me&ftcr5 Demelnc alle natte Waren, olg Wijn, haafiSop-RcrJ *n Brandewijn neben£ alDecfjanDe Mondkoft ban Spek, man, He- Vlees, Erweten, Boonen, Gort, £c. OHÖec fijn bemanng/ welke cn tt oerhoopen öeeft. éoo manneer een Opper-Koopman Sremêet^f oac& tm Koopman bemerftt/ Dat fijn Onder-Kommies, of tafts». Magafijn-Meefter , mat logjeg leeft / foo is §et fijn fceurD en fom- 0m mei op te paffen : mant al mat De fooDantge Dooj fijn Sn Jr°oo. ü& Iecben Deur b?engt/en aan De Maatfchappy tenojtBomt/ tefchade, moet Den Koopman opleggen en betalen, 't <ön is noelj geen bier jaren berleDen/Dat enó ijirr ban een lebenDigboojbeelD Een voor- i$ nagelaten / en Dat een mijner Confraters , bn UË. niet beeid daar 0nbcncno / in foo een gebal tuffegen De feben en agtDuofenD guldens, en maar bom fm nicri genoten (jaD/ beeft moeten betalen ; Dres een Koopman , fooDanigc Mefïïeurs onDer fig fjebbenDc/ De magt aanbcbolen 10 / of ï>p han binnen fco:* ten trjD ten eenemaal merben beDutben. 't 5fé mei maar/ ïjp betjoub fijn regt op Den Deurbrenger i Dog mat nan ijem Oat geben/alfe geen geld of goed in Europa fjebben leggen/ 't geen feer felDen gcbeurD : mant icn en geloof niet Dat De geene/ Demelne miDDeïcn genoeg Ijebben ora in Holland te nonnen beflaan / Dat Defelbe in foo een Land al£ Dit ió / fouDen hullen nomen / en Dat fulbe Meffieurs bnenDen in Europa fouDen Ijebben om boo? l)aar te betalen / 10 om re* Denen als booren / meDc niet beDenuelijn ; 't eemgfle Dat foo een beDjogen Koopman Dan norö ober blijft / 10 / om Den Deurbrenger aan get Geregt aan te geben/en Den felbe met fijn Huvt te laten betalen / 't geen ÖP aan Jet Goud te fto?t homt, Dog Daar meDe geeft gn fijn berhe£ nietmrDcr; Diesgalfcen nut beter Jian / alp gefegt/ mat naum agt op ï)tt GUINESE GOUD-KUST. 95 Bet Ieben ban foobanige Iigte Quanten te gebcn/ en 't feibe in ben beginne te ftunren. lint bc boo2fcÖjecbeOnder-Kommifen, toerben bc oubfïe in bienft / of De bccjuaamfïe geftooren / om boo; Kommi- £om.mi: fen ofte Koapluydcn op onfc bupte Forten te leggen/ ölbaar Hoofd'ian 't Bevel te öebüen / en ben Handel maar te nemen, ü|aar denHan- Maandgeld bebjaagt fes-en-dartig gulden , neben^ vier Rijx- del en va» daalders om een Dienaar of twee te Jouben/ mit£gaber£ agt JJj|j^te Rijxdaaldersboo: Kof tgeld ; baar en uoben Bebbenfe nocB een baft boo.rteel ban bm Handel , foo a!£ ifc gier booren geb gefegt. ©e oubfïe en erbarcnfïe ban be boojfepbe Koopluyden , toerben bp 't open bomen ban een Opper-Kommis-plaatg aan 0pper. Mouré , of Cormantijn , tot get felbe gebo?berb/ en Baar Kommi- Gage toerb bergoogb tot tagentig guldens. jtèel te berfïaan / {c*- aio fp gier ban ben Raad baar toe genooren fijnbe/ Do 02 De Heeren Bewindhebbers toerbe bcbejligb ; mant be fcBlft&m< 0C ban beeg boomome Plaatfen, gemelte Heeren Bcwindheb- beren niet fonber grootc oojfaalt aan BaarBebbenbeBonben/ foo oon be naafte plaats baar aan/ fijnbe bit ban Opper- oPPer- Koopman aan Elmina of be tweede Perfoon ban be Kuft , met KooPman- een befolding ban honderd gulden g'maanbg. ©efe laatjfe Plaatfen , ©aar ban be Befitters Bet eggen boojbecl ban Den Handel a\é anbere Kooplieden Bebben/ mït£gabcr£ foo beel Kolrgeld , bog be twede Perfoon be Tafel ban ben Generaal en vier Rijxdaalders boo: een Dienaar , ïjebbftl be Heeren Bewind - hebberen aan Baar toillcn Bouben / om bp berflerf ban een Generaal , en twede Perfoon , bequame Menfchen , en ban tmeng trouwe fp berfecberb mogten 3jjn / aan be Banb te Bebben/ om tot Die Boogfïe waardigheyd te bonnen opnum* men / 't geen een Opper-Koopman aan Elmina na een jaar of önein fijn hoedanighcyd gebienb te Bebben/ en eemgfïnb^ ban be Geluk-Godin befïraaïb merDenbc/ligteujK ban te beurb ballen ; 0$ fcöanneer fijn waardigheyd bejlaat in Directeur Generaal ober be geBeele Kuft te fijn , en 'e gebied ban be ^re M 1 han- 94 BESCHRYVING VAN DE handcld, 't geen/ alg öen Handel eenigftnb^ geïUB&ig gaat/ al een moope fom jaarlijn£ ban beöjagcn. ©e Opper-Kommifen , ban Mource en Cormantijn plag* ten noeg feoo* ttoee jaren ooft get boojöee! ban öeitFidafen, slaven- of Ardrafen Slavc-Handcl te gebben / 't geen gaar mcöe noeg Ilandal ***$ opbjagt / en meerder alp met gaar Goud-Handel op öe opper-0 Kuft , en maar ban 55 ook onmogrbjït fouöen nonnen be* Kommt- ftaan: taant De gefegöe Plaatfen niet rijn tn Handel fijnöe/ fen voor en ^ em ^aat j 0^cv tm nomcnöe mtt jjaac Bediening , moe* riir ver ttnöe gouöen / foo fouöenfe btigten De Slave-Handel ten og* teren gebben geteerb. ©og onlang^/ of booj runm tto&c jaren öe Heeren Bewindhebberen ÖOO* quaabtoillige Menfchen öier£ gemaant fijnöe/ öat öe Opper-Kommifen ban gefen* öen Handel tebeel opftaancn/ en rijn toieröen/ foo gebben EnwlM- haar ED. bonnen goeöbinöen om gaar get felbeaftenemen/ om veaf^eno en* öien Handel boortaan te bertroutoen aan öe Schippers men.endeban haar E D. Scheepen. D£at öaar nu ban fa! too?öen/ schippers moct ong oen fgj, openbaren ; öog a$ ieb'er mgn geboe* gei£even- jen uall ^aj feggen/ foo en beloof ieb'er m» nietbeelgoeög ban : mant öe meefte ban gaar toel erbaren fijn in öingen/ De Zeemanfchap betreffcnöe/ öog in faben ban öie Natuur, atë niet beel ommegang met öe Swarten gegaö gebgenöe / fal get gaar foo mei niet boegen ; begalben nocg / öat te; nige / ( öog niet alle / toant'er beguame Menfchen onöec fijn) Öe eer ban öe Maatfchappy ÖOO? gaarBoerfcn aart, bn öien Landaart niet fullen toeeten te betoaren ; en nocg bee! meer fa! öerfriber toeï-Iebentge uö ugt blinben / omtrent anöere Europianen , a$ Engelfe , Franfen , enz. öaar ter Handel nomenöe; öieg get toe! mogt gebeuren/ öatöeeg beranöering geen groot boojöee! aan öe Maatfchappy toe* b?aggt. 32>ogg ton toillen'er get befte ban toenfe&en / en get toijöerg op fijn beloop laten. 23unten öen Handel of öe geene toeïfte öen ontfangft ban 't Goud niet en gebben / geeft men nog öe boïgenöe Bedieningen. Pifouii %i\$ cerftelijb een Opperfifcaal met een befolding ban vijft bediening tjg gUldcn ^tv tnaanö / vier Rijxdaalders bOOJ 3gtl dienaar , lr^ZC' etl Öe Tafel ban Öe Generaal, ©e Gage ban een Fifcaal i£ feer gering / öog fijn boojöeel ió / al£ Dg toe! toe fïet en op GUINESE GOUDKUST. 9f op alle toanbebjijben agt geeft/ b:n ctoot ; taant al {jet ge* «e f00 ban Goud al£ Koopmanfchappen toerjeiiri bf iboufli Handel ban gent tocrb oangegaalb/ en berbeurb beruioarb/ baar ban geeft Ijp een geregte derde part , fco hiel bat ban öe Swartcn , al£ Blanken agter jaalb foerb/ beïjalben ook neeg een DerDe ban beboete baarbelaatft genoembe/ obermitg ben ongeoo?lofben Handel, in Dn toefen fcoo?iicn; en baar en boben iwrtj ban alle migbaben fcoo? onfe Bediendens be* gaan / en bte neben£ ligljamelij uc ftraffe o o en met ber* benrtmantng ban fjaar beibienbe Gage , booj ben Direcleur Generaal en Raden , toer ben afgebaan / foclft een en anber al een foete fomme gelds jaarlpg bomt te beb?agen. «Pebol; genbe in rang naar ben Fifcaal,iében Boekhouder Generaal, Poekhcu» fjoubenbe öe Groot- en-Contra of tegen-Boeken tegen alle hit dcr Geaec ban onfe Fortenen Plaatfen op be Kuil > of in 't feojt / bon alles na1, toatbeMaatfchappy , ben Handel betreffetvbe / op be Kuft j$ fieflttenbe i fijn Gage i§ fcventig gulden ter ttiaanb vierRijx- daaldcrs bOO? fijn Dienaars, en be b?ge Tafel of twaalf Rijx- daaldersKofigeld. ©en feiten toerb gemeenlp beo? een On- der-Boekfeouder wet dartig gulden , en twee Afïïftenten O tl ber; fïrunb/ en gefjolpen. jfeaar Defefromt ben Boekhouder ber Boekiion- Guarnifoenen, fijn naam boet genoegfaam aai.fcijfïng/foat ó" der fijn befïgïjegb is7 begfelfê Gage behaagt al£ Onder- Kom- J^J™1; mies vier-en-twintig gulden , bog a!$ Kommies fès-en-dartig gulden > begalben bat Jjg OOK noej) al be Goederen ber over- ledenen aan be meeflbiebenbe berboept / en baar boo? bijf ten gonberb geniet. i|n toerb mebe gemeenlijk boor een Aflïftent geholpen ; fomtijbg ïjceft men gier ooit nttlj en Ge- Gefceym- heym-Schrijver met vijftig gulden p'maanbg / en ban b?ie a Schrijve* bier AfM-emen geholpen y bog te mijnen tpe gebben \x>n Jet altOO^ met een ündergeheym- Schrijver en gtftgbe Affi- ttenten afgefïen. 3£e laatfte en met eenen ooft be beragtfïe Bediening, i$ til ban Onder- Fifcaal, gemmilyiHaljjier Auditeur , bog monden be toanbeling Verklikker genaamt/ alfoo £et ir foaarljegb FifcwI- ooh niet beel beter i$. ©rfe fijn foldy behaagt twintig gul- den, en fijn booabeel een tienbe ban al be berbeurbr Goede- ren, foo bat bieri Signoor nocö al eenige obereenbcmfl met be 96 BESCHRYVING VAN DE be Lcvitcn fcgijnD te gebben. ^jjn Pcrfoon i£ bg eeti «ge* lijft beroagt ; 000 om fjcm uorij mat aanfien te Doen geb* bc n / foo flccft men tjcm De rang gegeben / boben alle be Onder-Kom m Hen* en Oen Fifcaal, oefcpclftc amptshalven ooft niet feer beminb i£/ geeft be rang boben alle öe Opper- Komnaifen,en felfg booj öe tweede Perfoon ; Dog egter in Der Daab beel minDec/ mant bn affeDbiggend ban Den Generaal De tweede Perfoon, en niet De Fifcaal, optreeD; felféfouDen De Opper-Kommifen ban Mourec en Cormantijn gein bOO?? gaan. $u nomen ton tot Den Geeftelijken ffanb / oetoelfte in 't Predikaat gejjeel befiaat UDt eett Predicant en een Voorlefer of Voor- fineer°r" lan8er» De eer#e mct non nemen/ bat iemanb booj öte Bediening Inerte Landftomen* be/ en fïg toel bjagenbe / booj 't overleyden ban anbere fjaaft tot een boomome Bediening ftan bebo?berb toerben* %oebamg bit ban be meefte toerb betragt / en toat leben ïjier ban eenige toerb geboerb/ fa! miffclnen on een anbere plaafë beter te uag nomen : en bie^galben fal m nu maar eenlijn tot flot ban befe Brief noc[) bgboegen/ booj toien befe Kuft toerb beflierb en geregeerd» ©e Diredie ofte Regering befer Kuft ÖetUft eerfï en bOOJ' De Re- namentlgn onber ben Dircfteur Generaal, al£ Opperfte Gc-^cactrm§cn faghebber , ban toien alle Opperhoofden ber bugte-Plaatfen , dienden* gaar beveeien ontfangen/ en toaar na 30 ftg moeten fcgifc inden ften/ bermogenbe 3n / bugten fijn toeeten en bolitomentoe' R*»dko. fïemmtng / nietg ban belang berrigten ; faften ban groote mcn* aangelegentjjegb nomen tot beRaads- Vergadering, Oefïaan* Dein ©e Dire&eur Generaal. ©e Fifcaal bunten be Criminele of ftraffelijke faken. ©e Opper-Koopluyden. *De Vaandrager, enfomtyb£ OOC&be Boekhouder-Generaal. # 5HI 9$ BESCHRYVING VAN DE Sll te (amen a!g gemeene/ en De Kommifen ban De bupten Forten, als on-of bupten-gemrene Raden. <®p al (jet geen tn Deefe Raads- Vergadering toerD boojgeftelb / fïaat get een tegelp bjp fijn gedagten te lipten / en'er fijn goeDbinDen op te f eggen/ Dog egtcr onDer oefen verftande noegtamj / Dat een ieöer eerfl by 3911 felbe oberlegt/ boojgoe berregpban si^tcpe- Den Diredcur af gannelijn i$ I en Dieggalben toe! toeftet/ ftclddcnd om mct m ongunit tc tontcn/ roft fi0 tegen© Denfelben aan Raad.en te ftanten / of fijn Hellingen te toeDer leggen ] Dog Dit 1$ bp / en teft geloof ooit / boo: mijn trjö / ban De meefïe foo tuel ïn agt genomen/ Dat'er toepnig Raads-Befluyten tegen? De£ Directeurs fin genomen fijn. $u Dit fceunD nocg al op ttnU ge reden, te toeten/ Dat men boo? fïjn Meerder aïtoat belie* bentgepb moet gebben ; begalben nor fj / Dat beeïe gaar re; {tening Daar Dn loei gebben toeten te binden / quant get fo eben met (jet belang ban De Maatfchappy niet ober een / Dat toierD foo nauto niet onDerfogt ; men gaD'er onDertuffegen te gelijk ruft , en voordeel meDe getoonnen j 't geen anDer* finöp bpDe fon geö?eMug gefaoeeft fijn ; en bp alDien get toaar t$ / en een Regel in Defen betamelp te bolgen aï£ Dat (jet Hemd nader is als de Rok , foo fai'er boo? eenigc foo beeï tjuaaD niet in fïeeheni nocg ooeft boo? mp niet/ fcgoon a!* toog ban een anDer gevoelen ben gefcueefb enmijnegterom redenen, Die tfft aauftonDo fal feggen/ binnen gegouDcn. X&at geb icU becïmalen niet om Den naam ban Raad ober De Noord-en Zuyd-Kuft ban AfVica, (foomen ons" gier noemt en UE. ooft getooon fijt te fchrijven,) moeten laghen, al£ ten oberDogt / goe beeï De naam , en daad , ban Den anDer berfc geelDen / en goe kittel ici\ mp nu nocg niet toege n? De waan ban eenige / foo op De Kuft até in Europa , Dcuuclnc ftg in&eelDen / Dat gier een toelgeftelDen Raad DelcgD / en nictg fonDcr gemeene betoilliging berrigt toerD. jFBaar / £crd°c Goede Vriend, gp/ en al De geeneDte Daar tn met UE. ban naan^an «ü en Defelbe gedagten fijn/ fijn fonDerltng DrDjogcn. <£h naad by gelieft UE. te toeten goeDantg De Raad t£ / en boo? goe bcr* «nigc rc öc naam bp De meefïe met De daad t£ ober een nomenöe/ daado'rer f00 *$ * n0Öi3 0öt UE" fe t€V^ bCrÖr CÏD CCtt Dircfteur tC «en komt. pen/ Dctoeï&emet een groot Gefagh en uptgeftre&tc Magt gccrfcjjt GUINESE GOUD-KUST. 99 gterfcgt ober een iegelp ban bc gegeele Kuft ban be minjïe tot De tneefïe toe; en bic aïtoog/ alg t hem maar lutt, oeeg en geene benabelinge nan fijn mindere / fdjoon tcgcn£ alle regt en reben/ Kan toebrengen ; ja felfg at-fetten, en foofe boojgebeu / fonber cenige reden te gebcn/ ban be Kufl ber* fenden. <£en Diredeur, foo alg icn gem De& afgebeeld/ in En 't groot ben Raad nomenbe / om beeg of geene faak boo? te flteUenrg^**11 toaar ban gj» bebooreng na fijn bebatting al een fcgi&uing reaeuri geeft gemaant/ en baftgefïclb / om get foo ugt te boeren/ den fdrea en bieggalben garen ge e ft / bat ge t ban een iegelp toerö Raad> goedgekeurd, foo toenfegte kb nu mei eeng te meten/ mie be geen fou fijn / Me be vryheyd fou berben nemen om'er fïg tegen te ftellen/ alg mei metenbe/ goe buur gem ful&g fou te ff aan nomen/ afé gg baar in ban andere ('t geen niet bedcnftelp i^) met toêrb onderftcund .- en baarom toil een ieber boo? bte tijb lieber be naam ban Ja-Broer tyagen/ alg ftg ban fijn geluk berfïeefcen te ften; bcgalben nocl)/ Dater be Maatfchappy bog geen dienit mebe fou gefegieben ; ber* mitg'er anbere genoeg fouben fijn/ om ben Dire&eur mebe te ballen / en t)it baarom egter fijn fcoil fou gebben. 23n albien UE. boomemeng mogt fijn / om mn te tya* gen/ alg ben Dire&eur fijn fin bog mil opgeboïgt gebben/ maar om'er ban een Raads- Vergadering toerb belegt * SJcö waarom anttooojbe om b?ie redenen j eerftenboo?aI/ombat be Hee-denR«d ren Bewindhebbers {jet foo gebben gelieben te berfïaan/alfo£"dbe* gaar ED. noogt gebagt gebben / bat get felbe booj een Ge- k ' neraal fou niigbmg&t toerben; ten ttoeben / toegeng hals of lighamelijke ftraffe , Me/ fullenfe in regten befïaan/ OOft op een regtmatige toijs moeten gebonnift toerben ; en ten Der* ben / toegeng be Regering ban be Kufl, get fcoeln in ben Raad toerb afgebaan > om/ of get mogt ftomen te gebeuren/ bat deeg of geene faak ofte onderneming qualijft quant ugt te bal* ïen/ ben Directeur begtoegeng geen verantwoording fou geb* ben / alg honnenbe gg in foo een gebal altoog boojtoen* ben/ bat get bug bn ben gcgeelen Raad ig goeb gebonden/ en befloten; fcgoon gaar gebagten/beeltijbg ban gaar uyt- drukkinge, foo feer berfcgcelenbe fijn getoeefi/ alg get Oo- ften, ban get Weiten. $ * Hojt ,oo BESCHRYVING VAN DE Ho;t om / ben Raad öirnö boomamentlyu maar /om in bc mifïagen ban een Directeur, Deel te gebben / en gem booj becanttooojbmge te bcb:yben i bic$ ooit be fatten ban be Eennodi- Maatfchappy onbee een troutoIofenDircóteuronmogeïp toe! geveran- ftonncn gflan; en oieggaiben goop ich/ at^ tot get mare be- g' lang ban be Maatfchappy bicnenbe / bat be Heercn Bewind- hebberen , tn 't toeftomenbe 't Gefag ban een Dire&eur bont fullen befnoencn/ en gent unt-bHmneljj&en laft geben / om ftg toat meerber naat tyt goeb4>inbenban3tjnRaadtefegm* ften / en foo toanneer befelbe booj opene Brieven ( of foo alg be gemeite Heeren ijrt fullen goeb-binben ) baar toe magtig gemaant merben/ foo en ttoijffeleicftntet/ of men fal gaafl een geregnleerber Regering op be Kuit fien/ en bat be faken met meerber öefegcuöentöeub / en ooen regt* baarbtgljenb fullen merben afgebaan. I£ier / Mijn Heer, geeft UE. nu opening ban be öerug* te Raads-Vergadering befer Kuft. ^oub UE. 'er toef een Lit ban begeeren te ftjn > 3jeh geloobe ban neen / en mijn be - gaagtfe oocn foobauig / bat ten Iteber bie eer iml nuffen/ tn baat boo? be b?ngenb bernrjjgen / om ten regten ben naam %t mogen boeren ban/ &c Eynde van den fcvenden Brief., AGTSTE GUINESE GOUDKUSt 101 AGTSTE BRIEF. Behelfende een Befchrijving van de Ongcfondhejd van dit GeweJI, en (ÏOorfaake van dien , volgens gedagten van den Schrijver. Onderfcheyd in 't Weer tuflehen de tegenwoordige, envoori- ge tijd. Eenige Voorbeelden van fware Donder- Slagen ^ en de lchade daar door gefchiet , befchreeven. MYN HEER, Sffïeren bcrfegelbe ir& mijnen ïaatfïen aan UE , alg nirt beter toetenbc / of grt; Schip fou nor jj bten epgenflen abonö De Reys nangenoomen gebbrti; oog togi'cr itt§ ban gewigt i$ boo? ge* ballen / foo i£ Ijct tot ban Dag toe bigben leg^ gen ; en niet beel anbere betfgjjrgb booj tegentooojbig [jeb* benbe / foo fal befe Dag nortj tot UE. Dtenft befïceben met Bet fchrijven ban Bet geene UE. be moepte nemenbe/ in 't berbolg ban beft fult nonnen lefen. ©e Guinefe Goud-Kuft i$ gelegen op omtrent be vijf gra- oP wat den Noordcr-breete 5 bieg Iigteltjfc te befyoebeni£ battoe jjier hoogte de een jjeete/ en berfyanbe Lugt-Streek Jjebben; bog egter tuet k^ ~Ie. foobamg/ auj'er be roep ban gaat ; mant get feftgnb een genü.w algemeen gebjeb onber be Menfchen te jgn / om toel ictg foo heet tot een faan / maar'cr feïben ietg af te boen. Stfcn en meer ^roep"* anbere met mg eenige jaren |)ier ter Kuft getoeefï fijnbe / vangaL, fullen moeten be&ennen/bat Set in bejjfêaanben ban O&ober, November, December, January, February en Maart ugtncmetib heet té/ bog baar en tegen i£ 't inbe fe£ oberige jDaanben foo heet niet / of men ban flet fonber in 't minfle te ber* . beelen/ ligtettjb berbjagen; en felfé ïjeb ith rgben bnge* tüoono/ bat bn aibten ton on£ niet en fjabben gefrjjaamt / get vuur ong immer fo toel fou begaagb Ijebben/alömitnDe ban be Herfft in Europa; en Sier en boben geeft men meefï Betgel)cele jaar booj koele Nagten en Avondftonden; bie$ temanb / bit gier een jaar of tien geeft bm 0eb?agt/ en $ 3 bieiu vaa dien. ,or BESCHRYVING VAN DE bienboïgenbe een toffer lighaam geeft ai$ toel in Holland, met fecr ober De hitte fal Blagen. Once- -^aat uPt nu öe Ongefondheyd ban bit Geweft Ontfïaat/ iondheyd jijn/ bolgeng mijn geboden/ Defe De reben rai$ eerfteljjft van dit ujegeng De hitte Deg baagg/ en De baar op bolgenbe koude wa"ruyt ban öe na#/ tocIfte fcÖ,ellÖ&e beranDering/ tmjngeragtens, bctfcive ooft een ftrgbige toerfting tn ong lighaam beroojfaften moet/ bcüaat. boomamentlijft foo ton onö niet getoennen De hitte , toat meerDee alg De koude , te berDjagen/ en Dooj 't ontbloten ban get lighaam , te ontpDtg De koelte foeften. T- «je ®e ttoeeDe oojfaaft Die ieftee ban ftan geben/ en Die ooft ooraak tod De voornaamfte toerD bebonDen / i$ / Dat De Goud-Kuit ban öoben tot beneDen befet t£ met een menigte googe Ber- gen , ban tuffegen toelfte men fcco g'mojgeng een Diftfte/ ftinftcnDe / en ftoabeïagtige Damp , of Mift ftet op fto* men/ boojnamentlp omtrent waterige Plaatfen en ftlegne Riviertjes, ©efe Mift, of Damp], berfpjegb fig/ en balD in foo een menigte ober al op [jet Aardrijk ter neDer / Dat get bnna onmogelgft iö / om'er niet ban befmet te toerDen/ te meer / tojjl men Dan noeg nugteren i§ / en onfe lighamen gereeber fijn De befmettingte ontfagen; in DeQuatijd, of De {es Maanden algiee boo* De Winter gegouben / geeft men Defe Mi ir get alDermeefï/' boojnamentïijft in De l&aanben ban July en Auguftus , toaar om ton op Die tijD ooft meerber DOOJ Siektens en Qualen, a\§ in be Goetijd, of Somer, toer* Den aangetafï. JÜ^et be boojfegbe Damp bermengb fïg nocg een vilaync flank booj be Negers beroojfaaftt / betoelfte boo; een getooonte geb&en/ om gaar Vis ,-ecrfe hit eeten/ vijf* fes bagen te laten rotten of fïin&en/ begalben noeg/ batfe omtrent gaare Wooningen en ober al getgegeele Dorp booj/ toeflaan / bat een iegelp ftjn Gevoeg boeb. ©ie^galben een ieber Iigteujft ftan bebjoeben/ a$ bat htft Duyveifc fa* menmenging ban ftank, groote Ongefondheyd moet beroof faftcn ; en 't i§ niet toel mogelp tegen^ get felbe beftanb te fijn/ foo toel boo? be geene / toeïfte al eenige tjjb op De Kuit fijn getoecfï / al£ be geene hit gier eerft ftomen. ®e eerfïe ftonnen'er boo? gaar fwak lighaam niet tegen / en De laatfïe gebben nocg immer? foo bcel nood ■, gemerftt get groote GUINESE GOUD-KUST. 103 groot* onberfcfiegb tuffrgen befe en be Europjfchc Lugt-itreek: Groote toant om be merite ooit al in ben beginne ban een Siektc fterfte. toerben aangetafï/ en t toelbe niet toenmge na be Elizeifche Velden boco obergaan/ en bat toel boomamentltjn / om slcyfe ge- bat men gier foo fTegt boojflen igban 't geene/ toaar mebe JJ" nees-mid' en,en men fooöantge Menfchen fou mogen berfriffen : toont De* onkundi Durbe Genees- Middelen, en Oimttubige Heel-Meefters (mitggeGe- •mec- Öet maar Barbiers fijn/) bjengen iemanb tn 't ugterfle ge* "?es baar ban fijn leebcn; en frfjoon be natuur noel) al foo flerft ers' in iemanb bebonben tuierb te toer hen / bat bp olbien men ookge- öefelbe met goeb Voedfel , en bragtige Genees-Middelen , te brek van jjulpeguam/ en'er gocbe {joop tot ftjnherftelling toag/ foo 80Cnöer be gemeene man gaat (jet raeefï bugöanig roe/ e n Ijct tuare te toenfefjen/ bat fjet ban be geen / t^ie in aan* ften fijn/ niet en toierb gebolgb* fïjnöc bg befclbc [jet ober* ook van öabig Suypen ooft geen gebjeb : en [jebben Defelbe toat meer* de geen ber Soldy , fg [jebben ooen beg te meerber Dorft } 't toeleft dewelke &an xm^e nooofauelijft een feljjale Keuken moet beroojfanen/ overmits jnj,|f n|g jjf t gelult niet fje bbcn / bat ben een of ben anber Ampten gaar geld ftoint te berftrebbcn : en bat onber berbonb ban inaanftcn jjet geene fg bn be Maatfchappy [jebben/ of fullenberbienen ; fiW ooeb toel op [jet geloof ban bat be betaling boo? gaar Vrien- den, ef Ouders, in Holland fal gefeïjieben. ©og tcrtoijl foobanige fejjulben al£ be Kanker inboeten / foo toojb \)tt jjaaft met foobanige Mefïïeurs erger /getoennenbe fg met'cr tijo foobanig aan ben Drank, bati'er[jier namaak met fok- ken niet toeber af te flaan 5tjn ; en tot opljooping ban nor D meerbfr qnaab / gaanfe bagelpg met foo een bjan&enben pber [jaar Offerhande in ben Tempel ban Venus bjengen / ebcn of 'er [jaar Gelukfaligheyd aan berbonben toap : en foo wa»t toerb [jet toegnig Vlees en Bloed , bat [jaar booj 't ongefefjiht ^oorfc aan Suypen , en be fe[jobelpe Lugt noe[j obergeblebenig/ J)ier "\ntl L aa"&eftecb / en baar mebe adieu toelbaren / gcfondheyd , en ben te egnbeliju ooeb gte leben. ©og bit moet foo al in sjjn toerb juakca.' gaau/ faï een anber mebe een plaats Krijgen ; toant bp al* bien GUINESE GOUD-KUST. 105- Dien De Menfchen gier foo lang roilDen Ieben alg in Europa, foo fou fjet nor ö brei fTcQtcr 3911 : tuant men Dan een fcgco; ne työ fou moeten roagten eer men tot een aanfienlpe Be- dienmg guam ; en fonDcr Dat fa! men met ligt iemand rijft ligt Guinea fïeil t'huys nomen, 't &tjn maar De Voornaamite Die gelegentgegD gebbenom iet$tebergaberen/en Dan norg tn lang foo beel niet/ alg gaar roerD nagegeben. ® e tuin; fïen algier roerden roaarlgcft fuur genoegg geroonnen / mitg'er oug befte pand, namentlp 't leven, booj roerD ge; roaagt H&aar om rocDer tot De Ongefondheyd ban get Land te onder- komen, |&en binD Menfchen , Deroelfte tuffrgen De een en an* Cch*yf Dere Plaats onDerfcgegD maaften : en ick fou mg ooeft gcrideona" ligt bg gaar boegen/ mitg Datfc fooDanigc Plaatien ugt 600 Hondhcyd fen/ roaar Dat men gefïaDigg een friffe wind gaö / en Daar vande De minfte ftank Doo? De Negers roierD gemaant ; fulne Plaat-""* cn fen fouDen bermoeoelijB De befte fijn ; al£ roanncer men inde andere. foo een gebal Bcutry en Zacondee roei De boojrang fou mo; gen geben. Jj|oe Ongefond get Land immerg fijn mag/ foo binD men De 0nge- öog feer rorgnig inwoonders met Siektens belaben; en roaar fündbdeyd aber men fig oo« niet te berroonDeren geeft/ oberroegenDe][°£o0rna. Dat 3g/ onber Deeg Lugt-ftreek gebooren/ en in De flank op; gen niet geboeD fijnDe/ get felbe gaar niet ban Deeren/noeg befmet;fchadcliik- ten, Croe quakn fïjnfe egter meerDer onDerroo?pen alg De Europianen, al$' De Kinder-Pokjes en De Wurm. «&00? 't^Jecers cerflefïjn booj Dartten a beertien jaren bug fenDen ban Men-aisicin«icr- ichen gier omgeen/roeg gefïeept;be Wurm nrygenfe beekpokje*. malen in alle plaatfen ban get lighaam, Dog meeft in beBe-^^"1' nen. ©it i§ een fonberling pijnlpe plaag / toaar batfegenefeng fomtpDg maanDen lang aan lopen; tot Dat'er De Wurm gemorden. jjeelp ugt i§ I 't geen ban De ImnDige op boïgenDe roijg gefegiet. ,§oo gaaft De Wurm Doo? 't Géfwel geen grbjo; hen \$i en Dat gemceneïp eerfl met De kop/ foo fïeufeDen* fclbe Daar bg bafl te urtjgcn/ gem een rorgnig ngtbe won- de palmenDe/en om een alegn houtje baft mahenDe/'tgeen 3g alle Dagen een roegnig om D?agen/ en alfooDe Wurm ban langfamer ganD ugt get gat roinben / boïgarDenDe fg Daar <& foo l06 BESCHRYVING VAN DE foo lang meDe / tot bat Jjg'e r ten eenemaal ugt ig / en 30 ban De pijn berloft fijn. JIDaar ig 't faaft / Datfe te Bart trelthrn / en Dat De Wurm ten jjalbe b?eeut / foo moetenfe een DuöbelDe pijn untjïaan / mitg get obergeölebene Huk olg Dan in Baar lighaam berrot/ of toeDer op eenanöereplaatg UUtÜ^eeht «©e Negers IjcDÜCU Of Krijgen DC Wurmen Bet mcefl > Dog eenigc Blanken en gaan meöe niet typ. fjft Beb'er gefien/ Die'ee eenfhm of tien te gelp BaDDen/ toaar Doojfe een onna onlenDeujne pijn moeflen uotflaan. ©ee£ Wurm-Siektc Beeft menöe geBeele Kuit ober/ Dog ong Volk t'é'er aan Cormantijn en Apam , Bet meeft ban geplaagt -, bermoeDelijft toegeng Bet fïegte water Dat fg Daar moeten Djinuem ^jjtUE. beniutoD te toecten / Boe tang Defc Wur- men toel toojDen/ ftct Focquenbrogs Boekeen^ na/ al toaar niet onaarDig ban Guinea gefegt toerD: Lengte Een Land waar d'Onder-aardfe Dieren , <*er Niet wagtend' naar een Menfch fijn dood Wurmen Maar levendig flingren om zijn Spieren , Vtarsver- Als Ellen, ja als Pieken, groot. kiaard. 3[n 't Antefe Land pet men fonDerling berl Negers met groo* te Gemagten gequelD/ 't geen 35 meenen brroojfaaftt te toer* Den uut Bet drinken ban feenere Wijn de Palm , alBier Crifa genaamt. j^oeB 3ijn De Inwoonders te befcïagen/ Detoeme ten Oor- log trenhenDe / gedoken, gefchootcn, gehakt, of anDerfïnD0 gequetft toeroen / mitg 30 om Dat te geneefen/ geen anDerc miDDelen/ a$ eenlijft groene Kruyden on oer BanD ïjcbbtn/ öetoclïte 39 in t)tt water nooïten/en Daar meDe Bet gequetfte Deel betten, éit gelpt toel eenige/ gemerht Dee£ Kruyden ban een bertoonberlijöe ftragt fijn j Dog anDere Dtefe niet ten regten hennen / of er niet toel meDe toeten om te gaan/ Die BeböenDer geen Dicnfï ban / maar De wonde eet Boe lan* ger Boe Dieper in/ moetenDe fg fomtijög ï)qm wüttlc leven lang Daar aan gaan quyncn. $fott De onreyne Siekte gaat Bet eben foo / Dieg De geene / toeifte onDer onfc Forten tooo< tien/ gelufthig fijn : toant Die laten ftg Dooj onfe Meciters Of Barbiers boo? een goeDe fomme gelDg geneefen. DcNegerj 23ngten De boojfcljjeebe Qyalen leben De meejïe Negers GUINESE GOUDKUST. 107 boojgaang ineen goebegefondheyd, boa feer felbenftomen* sjonge, fe tot een öogen ouderdom, ©e reben ftiec ban Derf tefi mg fond ie. niet bermeten te feojjen/ af£ mp onbetoufï fïjnbe. H&en £"£■ fiet Biet toel bccle greyfe Mcnfchcn , en bie'er al b?e outoe* egtertot lijft ugt fïen; bo0 in Der baab en 3ijnfe Bet niet tyitv ban geen h0. fou men / na mijn geba0ten/ befe reden ftonnen geben/ na* genou- mcntlp / batfe Vrouw Venus toat te b?oeg/en ooft te beel JJJJJJ3fcr ten bienft fïaan / 't toelft gaar in 't aanfïcn Baafï ftan boen ouweiijk verouderen, en toaar boo?fe ooft toel foo feer foubenftonnen genoeg berftoaftften/ bat met Baar vijftig jaar ( 't geen al een 0oe> ^actn' ben ouderdom onber f)aari$) maar ban eene Siekte aange'daarder<.. tafï toerbenbe/ naar be anbere weereld moeten bergugfen; den van gefleel bjoeg toerb get gefegbe AmbagtBier geleerb/ kinde- is- ren ban agt en negen jaren toeeten al / Boe be weereld moet boojt geplanb toerbeh/ en met gaar twaalfde jaar, ooft toel Jnnffder vroeger, beginnenfe al mebe te boen / foo toel be Vrouwe- inboor- lijke alg? Mannelijke ftunne: toaarom men ooft feer bef waar* liugen lijft een huwbare Maagd föU ftonnen binben. ©e Inwoon- °ó™™* ders, om een Maagd ten beb-genoot te ftrjjgen/ trontoenbe* ken van felbe nocBgefleel jong fïjnbe / en egter gebbenfe get fom* vemw. tijb£ rtbclj foo bafï a$ eenfianb bol bliegenjtoant Qit ftle^ ^^ ne Pis-kousjes , Boorenbe bageïpg foo beel ban ben natuur- aIs Maa. lijken arbeyd fpjeeften ('t 0een bO0 ber Negers, alfe bg ben nen. anöeren $ij«/ fiaar 0etooone gefprek i$ ) toerben fo ftittel* agtig/ batfe felben tot gaar bequaamBepb toe/toillentoag* y**™™ ten/ maar bepjoebcn Bet onbertuffcBen al eemj met Baarg huwba«n gelgft; 't toelft 00? faalt té / bat fn / namaalg bat fpel met Maagd ge- gaar eggen man fullcnbe beginnen te fpeelen/ niet ban noo* ™d« ben Beöben om'er Baar Moeder bg te roepen? 't 0een e0ter word* be0eene/bie met te feer op fijn fchonens maagdom 0efet i$/ nocB al eenig gemaft bg b:en0t / al£ fïjnbe Bet f toaarfïe toerft reebtf boo? tym afgebaan. ©00 Bafta ! 't &al De moente nocB toel toaarb sjjn om Bier met eenen OOft toat ban be Winter en Somer , of be goede en quade tijd , foo al$ men Bet ïjtcr noemt/ te fpjeeften / aangefien bc öroote beranbering / toelfte icft'er in be tijb ban tien jaren in Beö befpeurb. ®e Somer reftenb men gemeenelijft om* trent met owfen Herfit fijn aanbang te neemen / en Jt$ ag< <$ t ttt io8 BESCHRYVING VAN DE vcnnde- ccr ccn bolQtntie Maanden tebuurcn; als toanneer bc Win- rinz van ter Öcgmö Ctl ban g gelpen fc$ Maanden fïanb Ijüud / bic hetvreer tian tocber toerben berbeeib in ttoee Regen- ttoee Mift-fn opJG^a ttöCC Wind-Maandcn. vDog gct beronberb ban jaar tot jaar nca. m fooöanig / bartoc be rekening tegentooojbigï) bg na t f e nc* maal qtnjö 31311/ nomenbe De Somer nu fomtrjb£ ren gejjecie Maiidbjucgec/ en op een auber jaar taeer foo beel iarrroe Mift, Regen , (Je. Slllc£ loopt nu geljeel bertoarb onber mamanoer/ foo Dat men'er nautoeujcu£ fïaat meer opma* ïien ftan. 3jn boorige tyben / en teamieer ieft eerfï gter ter Kuit quam / fag men öat een ieoer / foo toel Somer al£ Winter op een fekere en nette tijd quam / en öat alle£ beel Barbrr en ftoaarber toaö al£ tegentooojbig. ïfet regende te bier tijb bnbmlen foo berbaarhjn eenige bagen agter een/ bat ï)ct toa£ of [jet gefjeele Land toilbe onberlopen/ en eenttoe; sware re- be Zundvloed beroo:fauen ; Dog tegentooortiig gaat öct al gemin b;u feBappelijft in fïjntoeru/ Ijoc toel/ 't geen al jjeel felb* rorigctij- j-aam i£j men aan Ax|mi fffjoon maar rumn ttointtg mij- len Bcwcftcn Elmina , ongelijli meerber regen nté elberg op een Plaats ban bc Kuil geeft. %cl\ bertoonberbe mg baar ober niet toeging / toanneer ieft bc eerfïc maal aan Axim biierb geplaatfl / bat öe Regen-tijd foo langbuurbe/ bic§ aan een Bevelhebber ban onfe Soldaten b?oeg / goe ïang bc regen Bier grmeeuelijft toel aanïjielb > en kreeg ten anttooo:b/ niet meer ban elf Maanden en agt en twintig dagen in 't jaar. <0ebolglpieber Schnkkel-jaar een fcljoone bagjj toeer; en fcljoon bit toat berre getoenb toaé / foo i£ get bog toaarag; ttg/ en ontoeberfp?eeheIrjh toaarV als bat Bet gier ten mm* feen be Ijfllbe tijö ban 't jaar regend , toaarom be Vrugtcn baar om geen / bugtcn be Ri;ft en 't Geboomte, ooeu uiet toillen opneemeu / ató beel re beel water nrijgenbe. <£en toOtlber 1$ f)et / bat be Stormen of Travadas, aTet men Bier fegt / t'3eberb eenige jaren foo feer fijn af geno- men en berminberb. H>n fullen ban be Wind en Donder affonberlgcft fpjeeftenbc / feggen / bot Boe feer bc Wind Bier in boorige tijben ftceft getooeb / men bn be Heer Foc- Ak 00c quenbrog han binben / toanneer 390 E fc8* / ö*0 oat^c tc fijnen GUINESE GOUD-KUST. 109 fijnen ttjbe foo onbertoagt en fcöielp quanten ugt te bar* ™iwi*. fïen/ bat ÖC Zeevarende noogt met bolle Zijlen [junne Reys den. Derf Den berbojbrren / ugt bjeeg ban booj oefelbe oberbal' ïen / en om-of tcgenj* De Klippen of 't Land aangefïagen te tooiben. ©03 nu ter työ jjceft nien Daar boo? in 't al* öermmfte niet te bjec fen ; toant / frljoon Dat'cr fomtijD^ nOC[) ftUüre Travaden , ban Donder , Blixem en Wind, UO* meiii foo en ftomenfebog foo frljieujcft / uorlj oocn foo fiüaar niet meer/ Dat er eentge meruelijcne fe§abe boojge* leben tocrD. 'ft ifeb in een out» Papier ban befe Kuft, troo? ben Heer Donderen Directeur Valkenburg aangeteeftenb/ geïefen / alg bat aan Blixem b'Elmina in ben jare ban fefïien fjonberb een en-bijftig foo "",!£"« een f biaren Donder-buy i$ gttoeefl / bat een iegelijk boo? van dw- öenfclbcn fcfjjihtc en beef De/ en ftg inbeelDe / bat be wee- fcifs kr^t reïd op 3jjn ennbe toa£. 't Goud en Silver toierb booj ben **n Elmi~ Donder gefmolten , fonber be faaje£/ toaar in (jet felbe fcoierö ua' betnaarö / te befeïjabigen : 't Geweer fcoierb in be Scheede verbreyfeld, fonber Ijet leder te berfengen; enbeelanberefelb* faamljebcn meer guamenber in bit työ boo? te ballen / bc toelhe ieft / obermitg 't gefenbe Papier feer boo? öè Papier- Wurm gefcljonben toa$/ niet ter begenfton ïeefen ; bog men non fïen/ batfe ïjet meeft booj 't Bospolver", omtrent toelfte plaat£ De Donder 3jjn grootfle toerning tojogt/ bebugb/ en in be unterfle benaafcobljenb be£ weerelds fcoaren» omtrent (jet jaar ban feftien honderd een-en-tneegentig In het hJOebDe De Donder en Blixim berbaatfijft in Jjet AntefeLand, *mefc fijnbe kl\ te bier rijbaan Boutry geplaatft. ^onbecben oftrae"t°™J_ bed lieber DunfenDen ban Boomen toierben / of booj ben try. Donder ter nebr r gebelb / of ban be Blixem berb?anb. 4£n* fe Vlagge-flok toierb op feenerr namibbagbooj een Donder- slag ban boben tot beneben aanfplinterg geflagen / blyben* be egter oberemibe fïaan; maar foobanig geftfjonben / bat {jet geleen/ of 'er een ijonDerb wigge of tfcore / om (jem te boen fplijten / fcoaren in geflagen getoeefï. ©e Negers , tn be feif De maan met eemge onber- on£ / fïjnbe / öctoelr In fig laten boojfïaan / bat be firagt Deg Donders in fee&ere Steen öejïaat/ bleeben in geen gedeelten om ong/toanneer 0 3 • B*t: waarran trö BESCHRYVING VAN DE (jet miabe Weer ober toag / een Steen boben te bjengen/ ecnDo«- betoelfte onfe Vlaggc-ftok , bolgen£ Jmn btoafe meening / der-neen. foobanig gati gegabenb ; tc& öebonb {jem eben foo te fijn alfe ban be onfe/ en Öie Po inbeelben get befonber toelte toeeten / toerb befc&eeben. ©og get geene ith Dg mijlen boo? öen Donder jjeb fïen ugtregten/ fal mg niemanb öoo? natuurlijke Redenen betotjfen/ fulft£ ban een Steen te &OH* nen gefejjieben ; en om ïjtt boo? een boven-natuurlijke faaft aan te neemen / baar toe meen e teft niet gejjouben te fijn. 'ft 3M beel Iieber geloben /bat [jet booj een ftoare ugtpar* fïng ban wind gefeijieb. ©09 [joc be toerfting gier omtrent i$ I fal teft aan be Natuur-kenners, om'er ban te oojbeelen/ ober laten. ponder ^ïet lang na 't fcjjenben ban gefepbe Vlagge-ftok, ge* ATimnt &euc&e biergelp^ aan een Schip ban onfe Maatfchappy ,öieg tijbg omtrent Axim fcnmfenbe / en toieng Steng en groote Mail feer öoo? ben Donder toierb befcljabigb. AanCor- jgn get jaar ban drie a vier en-tneegentig , ffoegbe Donder mautijn. am Cormantijn in be£ Koopmaaos &amer ; al be b?inft-glafen in befeïbe berb?egfelenbe/ en fijn Kind , 't geënte bertoonberen toag/ met begfclfé Bed opneemenbe/ toierb eenige boeten ban baar tocber ter neber gefmeeten/fonber get felbe eenig* tfnbgte befcljabigen. Itëat fegje / Mijn Heer, Kan bitboo? een Steen mjt getojogt toerben * 3fcft fegge ronb Ufit ban neen. Aan Acra , t fefbe/ ter lengte ban eenige boeten / toierb gefcljeurb / en mijn Konftapel in befelbe fijn Wooning jjeb' benbe/ betuggbc g'mo?gemj/ boo? bien flagfeer onfagt op 5Ön arm getroffen te fijn / fonber berber eenige feïjabe of on* GUINESE GOUD-KUST. 252 ottgemaft geleDen te jjeööen. ï%ot toel ich tn geen ftïegne beric0cntl)rgti toag : taant fijnöc in 't berfïellen bon mijn Kruyt-gatcn,foo \joü ieftg'Daagg te booren tiifTcgen De ttoee en Dztc DttPfenD ponD Polver op Solder laten bjengen / toaar bat öft in oen beginne ton Dit f bare Weer, onDer De Pan- nen lag* Dog 'ft en rufïe nietboo? Dat Bet toeeDerop een fee* ftcrDer plaats toag geb?agt ; maat: eer [)ct foo ber toag / fïonD ieft geen ftleune angfi unt. 3dan 't booren berJjaalDe moogt UE. ften / toat Weer ion Ijter tn boort' ge työeti Ijebben gcFjao / 't geen nu boo? Bet me erenDeel fcf)t)ttD op te gouDen : toont tn De ttjD ban D?te of bier jaren Jjebüeu ton'er niet fonDerlingg meer ban bernomen. 't <£HiberfcBe»b tuffegen De Hette en Koude ban De voorlc- Groot on- den en tegenwoordige tijd , t£ OOC ft feer groot / toant bOO^ derfcheydf Defen Ba& tnen Bier foo ftoare Hette, Dat men gier Deg So- ^ ' ïtteers mers foo toe! Honds-dagen fegeen te JeDÖCn / al£Ü1 Europa, koud Dog nu ig get ton gematigder , en De mcefïe tijb toel te ber* vandete- D?agen; De Koude toa£ Doen ooeft op 3#n tijb / toeï te ber* genwoor. flaan Deg nagt£ / foo fel / Dattoe maiftanDer toijg maaftte afê ^1^ Dat Bet Vroor } en toaarltjft Bet en fcBeelDe De Belft ooft niet: de tijd, toant Daar Bet Aardrijk te anDeren tijDen geBeel nat ban Den Dauw toa£ / foo toa$ B*t nu tn tegenDeel bjoog / en / eben of Bet BaD Gerijpt, tott ugt gefïagen. <8enige/ Detoelfte booj mo fyitv op De Kuft toaren getoecfï/berftlaarben/Datfe booj Defen toel De£ mo?gen$ op Bun Schrijf-Comptoiren toaren ge* nomen/ en De Ink betoooren gjaDbett gebonben. <£>f Ijet toaar td of niet / fal ieft niet ftonnen feggen / 'ft geef %tt alleen toeDer ober foo nip ten Bet ontfangen Ijcb. 3£og toeet ieft egter toel / Dattoe Bier foo koude nagten Bebben untgeftaan / Die on£ toel Bebben ftonnen Doen tril* len / en Detoelfte / foo al£ ieft Bier booren al gefegt fieb / ftgteïp tegeng onfen Herfft fouDen op mogen ; tn De Qua- tijd i£ (jet noci) toel kout, maar egter foo f toaar niet ai£ boo; öeen / Dog Daar en tegen DuurD Defelbe nu ooeft foo beel te langer : toant ton Ijebben nu toel ttoee DerDen Deele ban 't jaar Winter of ten mtnfïen Hefft. ©en ouderdom ban 't laatje beginD UE. geeDen ooeft al te geboelen/ en gaar n* BESCHRYVING VAN DE gaat öct na mijn menfeD / ben grijfen Winter fal Ue tt fijner työ meöe noel) t'huys nomen / öogf) y (joop icr / Oo een fagte manier / en fonöer eenig ongeniarh / maar tocl met foo Deel bermaau al$ irït mg in oefen tegens UE b* ruyge te 5ön/ &c. * T ' Eynde van den agtften Brief. NEGENDE BRIEF. Befchrijvende den Aart en Zeeden der Negers op de Gvud-Kuft, Sijn geheel Bedrtegelij^ ganfeh niet Arbeydfaam , Sorgeloos. Haar Kleding Opvoeding der Kinderen , Croetenijfen. Sijn vtfc «/- tujgen. Hebben geen Bedelaars onder haar , als de Onbe- fchaamde, enfonderNood. Befchrijving van de Alulatten. MYN HEER, <£n urnen ban öen m.«* ... ig ntg te fijner rijö wel gemogen/ toelnerg Inhoud feer mei jiebbe* greepen ; öog gemerht De Stoffe, Die irft booj tegenmoojDig ban mening ben in defen te ber* ganbeïen/ ban gaar felfé lang genoeg fal bah ïcn/ fonöer öat'ee Bctberrpfte antwoord ban UE. Brief bg bomt/ foo fal ieft 't felbe met UE. belieben boo.j bccé työ obcrfïaen/ met belofte / om'er nm bn nader gelegentljenö befjoojlp ban te quoten. jftgn boo?genomen Stoifc in btfen i$/ om banöc Aart en Zeeden Der Inboorlingen te fpjee&CIli Dog bg albirtl JCH bcc$ Bvicf GUINESE GOUD-KUST. 113 Brief niet fonberling ugt en tyt$bt / foo foub icft mg toe* gcn£ de bertoarDgcuö / bte ong (laat te ontmoeten / met toen* mg berlegcn binden* 3^ïe£ UE. ijct niet qualijft geliebe te tieemen / Dat kh foo beel faften in een home te begrijpen / fan; ter Daar in een berbeeling te maften, 't fóomt mg op bee# to!)£ Ö*t gemaftftelijftfïe booj/ en Daarom/ Heer en Vriend, 't fg mebe foo ban u begagen, *£>m ban een aanbang te maften/ foo feg ieft / bat be In- boorlingen of Negers, Negros foo alg ieft gaar boojtaan fal noemen ( bermit£ Jet moojb ban Neger of Niger , Swart beteeftenb/ en Negers, Swarten,) alle/ en geene ugtgefon fcerb / ban een fchelmagtigen en bedrieglijken Aart fijn / 00 DerNc- toien men fïg felDen mag berlaten. Z$ en fullen geen ge? gersaartis legentgegb om een Europiaan, ja om malftanöer te betyie* Jjjw gen/ laten boo? bg gaan; 't i$ een witte Valk inbien men'er ^"g- ren ban een opregte troum binb/ en melhe tronto ban ooft tig. felben berber gaat/alg omtrent gaar eggen Meeftersjtoant jet fou toonoer fijn/ al£ men gaar levens-wandel eeng ging onberfoeft en / foo men niet ict$ bonb / maar infe gaar aan* gebooren Aart en ncyginge omtrent anbere gabben laten blij* hen* £g fcgijnen'ertoegeboorente5ijn/ moonengetban jongs op bjt ( en maar 000? (jet ooh foobanigg inmojtelb/ Datfe get naberganb onmogelijft honnen agter megen laten; mitg 't jjaar al / a\$ een noodfaaklijkheyd boo?t homt / en öerjjaiben homenfe jjier in / toonber mei met ïjet geene menbanbeMufcovitersfegjjjft/ ober een. $?g bee$ ondeugd borgt fïg / alg be Sufter ban 't felbe / De luye lediggang , Luyen- maar aan 50 fig foobanig obergeben / bat m'enfe met aan forgioos, ben Aarbeyd fal ftrijgen / of be noob moct'er gaar feer toe parfen : gier en boben fïjnfe nocg foo forgeloos,en trehften 5g flg gaar berrigtingen foo torgmgg ter gerten / bat (jet ongeloofujft fcgijnb / en men han quahjft bemerhen offe booj-Dan tegenfpoeb gebben ontfangen ; mant b^ boojbeelb/ in bienfe te Veld fijn getoeeft en 3g be Slag getoonnen ge&^ ben/ men ftet gaar toeberom homenbe/ fig felben met dan- fen en fpringen bermaften j gefegiebenbe get felbe mebe foo/ wanneer fg get Veld gebben moeten rugmen/enop be vlugt gebjeeben fijn/ ergeng een fyolgfte Fccft fïjnbe ban g'gelg* # hen/ II4 BESCHRYVING VAN DE fien/ en in een Liikftatie of omtrent een Sterf-huys, niet min* Der. Uofl om / *t $p in voor-of tegenfpocd , men fal Jjaac een en 't felbe fïen beDnjben/ fonbee Dat men Qct nnberg/ Dan in be Kleeding en 't affcheeren ban 't Hayr , fou ftomien onberfcöcpben» i^og fjier ban op een anber tijo. 'ft en ge* bcime niet ban mijn leben een Vaars footoelter UofFe Dienen* De/ gcleefen te [jeb&en/ al£ 't geene op De Tytel-plaat ban De Heer Focquenbrog fijn werken l3 gemaa&t. 3JCR fal De ïaatfte tooojben/ olgmijng eragteng niette berbetcren fijn* De/ jjier laten bolgen: Een Vaars Aan d'andere kant fiet gy , een Moorfe Ronde-dans , op haar j7,eR doodelijk gefpuys, van Vrouwen, en van Mans; Die fig niet kreunen met de droeve Brand van Troyen , 't Mag branden al wat wil, zy fingen, fpringen,Poyen, En weten van geen druk , zy weeten van geen nood , Maar fpeelen tot haar Graf, en danfen tot haar dood. ^enerhjft tooojDen / met foo beel waarheyd gefpjoolmi en foo toel op Dee$ fojgeloofe MenfchenpaffenDe/ Datmenfig/ na mijn gering va Hand , met foo toemug tooo?Den niet bt< ter fon bonnen uptDmuuen. 't 3[g toaar / fp fo?gen toel om geld en goed te bergoberen / en sgn'er altoog op upt* Dog fp trenlten bet fig foo toepnig aan/ Dat/ fefioonfe een ftoaar verlies jjebben geleDen / men jjet niet eemj aan jjaar fal nonnen fïen / en 3p fuUenöer oocn geen uur flapens om ïaten; toant foo jjaa,^ genanenfe [jaar Ruftplaatsniet/ offc flapen alg DeBccften, onbenommerb toeg/fonberflgergemj ober te bekommeren i Dieg fiet fcfjijnD / Dat De Spreuk , of leerc, om niet voor Den morgen beforgtte fijn , alleen maar tot Defe Menfchcn ig gefpjoonen. Groots- 0ooj een Derbe gebrek mogen ton ban De Jonge Manfcfcap jjertig- geboegujn fïellen jjaar grootshei tigheyd , Detoclhe garen boo? jonge " Pcr^oonen ban bermogen toillen aangefïen fijn / feljoon fom* Manfchap, tijD0 met meer Dan Slaven 3ijnbe ; De Defe fijn ooh feer keur- lijk om [jaar lijf cicrlijk en toel op te pronken, in Me* Jföaar laten ton eemj fien BoeDanig fp fïg toeraftelen. I^et ding. Hoofd toerD op berfeJegDe tx)^(e opgcfcBint ; eenige Djagcn lang Havr fraap met tugten tn een geblogtcn/ en bobenop Bet Hoofd te famen gebonDen i anDere toeDirom mahenöee* Ie GUINESE GOUD KUST. uf Ie ïtlegne tunrjemJ/ befelbe met Oly en Verf befïrgftenbe / en in maniere ban Roosjes ronbom get hoofd geen leggen* be ; tuffcBcn öpbe met goube Fctiches bercicrb ftjnbe / en frettcr fïag ban Coumal , algier Conté de Terra genaamt / en fomtijötf birrmaal foo beel toaarbigalg get Goud, mitfr gaberg nocg een fïag ban blauwe Couraal ban ong Agrie,en beo; be Negers Acorri genaamt / betoeme toat groot fïjnbe tcgeng goud toerb opgetoogen. ^onberlingbegéerig fijnfe poch om onfe Hoeden te tyagen/ ontfïenbe fïg met befelbe bnur genoeg te Betalen» <£m gaar Armen en Beenen , alg mebe om gaar Middel-lijf fljnfe mebe met Goud en gefegbe Couraal bercierb. I|aar getooone Kleed ig ban ojie a bier ellen ftof, 't 3» Fluweel, Sijde, Laken, Perpetuaan, of toat get ooeft fijn mag. ®eele/ bie'er tod bijftigberganb geb* ben/ foo een Kleed of Paan, aïg men gier fegt/ om getujf fïaanbe/ toetenfe roet een toegnigg op be heup ineen te rol* ïen / bafl te manen / gangenbe ban be Navel tot galber toceg gaar Beenen, fn anöcre maar met een Band tuffr gen mm. De beenen öooj gegaalö en boo? gaar fchamelheyd gcbonör n ; öegalbenöatöe VÜcn nocg een Muts ban Hane-vel, of Bie- fen gemaant / op gebben : dog öe meefte fien ban öe Ma- trofen een ouöe Hoed of Muts te Krijgen / öefcoelrne gaat öienö in heet en koud toeer. vDat Öe hovaardy tn Kleeding maar booj een hlf gn geöeelte aan bc Mannen eggen ig / en öe felbe fijn re gte zeetel onöer öe Vrouwen geeft / Detoonen / ÖOben 0n^ Nederland , alle anöere Landen in Europa gele* Horaardy gen,- en Daar en boben oohöefc öommeHeydcnen. bergen* wSra oen öe Vrouwen cbcnalö bg Ons, öjiemaal foo beel geb?u£ inbaar Om fïg tePallecren, algÖC Mannen, get Hoofd-Hayr toeeten klederen, orfc Diertjes fonöerling rierlp te bic gten en met Goude Fe- tiches, Couraal, en Olifants-ilamten op tt pUtnftrn / tyg fraager al£ öat öcr Manlieden. <£>m gaar hals öjagenfc Kettingen ban Goud en fraagc Couralen , neeben$ tien a ttoaalf mooge en foute toitte Snoertjes berfïen met Conté de Terra, en Goud, foo OOCR om Armen en Benen een gegeele meenigtc/ en om gaar Middel foo beel / en beelöerganö / öat'er gaar gcgcele. . . . bg na mcöe beütht i$ I iuaarom men öefelbe frgoon niet gehleeö / maar naakt fïjnöe/ be* f toaarljjn fou te firn «rijgen / te meer / om öatfe aIroo£ ren Koufeband öjagen. %tfs geloof toaarujn / öat öe Heer Conftantin Huygens ban öeefe Vrouwlieden moet gegootö gebben; toant 3ijn ED. fegt clöerg in fijn Snel-Digten , öat gg aan.öe Mans ttoee/ en fommige Vrouwen ÖH'e Koufebar.- den fou raöcn / of geeben te öjagen. <£n feenerlijB / al£ get gier öe mannier toag om Kouten te öjagen foo moefïen öe Vrouwlieden altoo$ drie banöcn gebben/ mit£ 3g fonöer Koufen tegentooojöig / öog een band gebmgnen. ©ffe ap fcogmng tuil iclt ÜE. op öen goop toe geben/ en Daar me* öe toeöer aan 't opfcgihHen ban onfe Ncgrinnetjes gaan. ©efelbe blagen om gaar onöerlijf een Paan , fomtgöö Dae of bier maal foo lang a$ Die öer Mannen öetoelhe 3gronö* om gaar Middel toinöen/ en'ereen Band ban rood Laken of irté anöerg/ een galf el fyeeö/ en ttoee ellen lang/ ober gee'n binöen / om öe Paan foo beel te bafïer te öocn fitten / gangenöe ögöe öe egnöen ban Dreo band boo; ober gaar Paan GUINESE GOUD-KUST. 117 Paan geen/ OU betoefóe ban groote Juffrouwen nocgeen Gou- de of Silvere Kant i£ gelegt/ Dat mebe al eenige bereiering bg bjengt. SUnttoooÜD UE.Dnor niet op/ Dat en fal my egljtcr niet beletten om'er bantegclooben 't geenemn gocD Dunht. £o gaaf* GUINESE GOUD-KUST. n0 Jjaafï een Kind gebooren ig / mer& ben Pricfter , of Offer- Bygclo. Paap , al&ier Feticheer , of Confoe genaamt / ontboöen/ vigheyd öemelne aanfïonög lafl geeft / Dat men öet Kind een ge&ee< ?«""«« Ie ö:agt met touwetjw , Couraal, en anöere boööergen om HUn J)ff lijf, hals, armen, en beonen fal btnöen/ 't geen Dan ÖOO? gebruyke- jjcm met fljn gemoonelijhe Behvecringe merö gewijd , en be- Hjk. fwooren , maar meöe t|et alg Dan tegemj alle fiekte of anDe* re ongemakken ip getoapenö. <£n roaarlijfc / icft agt Bet ooft tan foo gcooten ttragt te fijn/ tiat/ fcgoon öce£ Be- fwecring öoo: den Paus toap gefrïneö/ foo en mogt Ijet niet berfeeheröcr'fïjn getoeefï. ©up UE. moogt öenfien mat magt Deeg Priefters ober öe quadeGeeften fjebben. Wanneer ICft ban 't Getrouwde leven öer Negers bom te ff ï)?ijben / fo fal icft UE. nocjj mat ban 't Kinder-halen opöiffen/ en gier boojrgaanöe / feggen / bat gefepöe Touwetjes be Kinderen booj Kleederen bcrfïrefifien / gemeenlp tot Jaar febcn en agt jaren toe/ manneer fg een Lapje ban een ï)aïf-of jjeelt <£l Stof firtjgen om fig meöe op te pmnfien. IDanneer öe Vader ban gCt Kind een Viflèr of Landbou- Sleet wer i$/ en 't Kind een Soon fijube / foo onberboijft fjg {jet v*0**1 felbe in fijn Handteering, mei te berfïaan / al£ t met öeg* ï;"s felben goeöbinöen ober een hemt ; toant gr me re fit ïjy nu ïjaaft boo? fig felben fal moeten fojgen/ foo bat jjp oofibg öer jjanö 't geenemet fijn fïnlpljepö ober een ficmt ; fou* öer Dat Vader of Moeder , fig Daar trgeng fuilen (lellen. 'ft If eb gefegt of befejjjeeben met goe wcynig en gering roedfel öe Negers jjaare Kinderen toeten te papen en ban öe ganö tmjfen / nu en fou get ganfeg met paften Dat fe en? öerttiftcfien ryhciijlt fouöen leben en Dapper fmullen : mant gier ban fijnfe toaarlijb niette befegulbigen/ maar mei Dat* fe al te fober leben/ nonnenöe gemabfteljjft met ttoce ftugt btrp öaagg toe* ïf aar getooone Koft i$ een Pot bol getye* be Milhio of Koorn , tot brood geftoobt / of in plaat$ ban Milhio , Jammes en Pattattes, maar ober fg een megnig Oly de Palm met geftoo&te groente , m een fluïlje ftinkende Vis boen : en Dan berbeelDenfe fig / nor f) mei Dapper te fnuiï? len i mant öe meefïen tijö ont&jeefit gaar De Vis en 't Groen- te : bïee^ alö Köeyen , Schapen , Hoenders , of mat öeg meer iL0 BESCHRYVING VAN DE i$i fullenfe niet boopen / a\$ op gun Heylige dagen, maar ban naber. ©at be Negers bnp gering in [jaar eten fijn / gcfriuct met om Datje niet beeter fouben Iufïen;bat fietuien loei anber$ aio ton gaat ten eten Bebben : mant Dan p?op* penfe ben balgfoo bol/ en ban 't befte bat op De Tafel bomt/ spruyten. eben offe booj b;ie bagen moeften freeten ; oob en gcfcljiet ^IFT'Ü** niet unt gebeft ban geld, maar eenelijft ugteen Dmjbel* ng cy ' ft gierigheyd en maan. Sfcli geloof/ bat re figj) inbeelben bat aïle£ mat buur ié / en beel geld noft/ boo? ijaar niet goeb/ maar ongcfond ig: soo wei of gemeene man eet foobanige kort ai$ teft befeB?eeben f|cb / Kikenab cn °* RiJke mtt beel beter/ ten marebefelbe een menntg Armen, meer Vis , en Groente namen ; en al£ Die vet-pot toillen fpee* len/ foo neemenfe Vis, biefe met een Banb bol Grcyn, ooft foo beel Deeg , en mat Oly de Palm famen in water ftoben / bit noemenfe Mallaget, en bat i£ boo? gaar een Heei en eten/ en 1 1& oocb booj Die geen mel&e ijet getoenb tö/ geen on; fmabeljjcbe fpijs, en öier te Land feer bienjïig en gefonb. sijnaiic Eten ot Negers Dug gering en mennig / 30 %pcn bc$ Kt Lietheb- oberbloeDiger. 2$n ugtnecmentgegb fijn get Liefhebbers ftcrkln" ban lterken drank , fe moeten $'mO!gen$ be Brandewijn, »irank. eng'namibbag£ Wijn de Palm gebben / 't gaat Boe 't ooeft mil/ Die een Uuyveraan Rijkdom befït/ Beeft mei boo? Dae aan dorft , B*t drinken bomt Baar nagt noeB bag t onpag / 't gcenroe aan ono engen Dienaars 't befï getoaar bonnen merben \ mclbe onfe Kelders met drank Dn nagt en ontyben maar al te mei toeten te berbragten. i^u fijnber foo feer op berfot/ bat men met meerber berfeeberBenb De Kat Bet Spek, al£ l)aat Tabak, en fterken Drank mag bertrontoen/ en bat fon&er eenige ugtfonbering / Mans en Vrouwen , een iegelijk fuypt a\§ om ftrijö/ en eben of Btt een deugd ma£/ oocb leerenfe get Baar Kinderen al met De tyie en bier jaren. Groetenif- ©e Pligt-pleginge CI1 Groetenifle OIlDcr De Negers gebmu* fcenPiigt- belijft/ berbicnb Bier mebe toel een plaatg / al? rcmgfinb$ 5ndeï5e «anmcrftclijti fïjnbe. gjnbienfe malbanber bomen te ont; Ne^rs. moeten / foo gefcBiet De groete ban toeerbantcn met Ijtt afligtcn ban ben Hoed , of Muts, toat 50 ban op fybbtn/ gcfcöiebeube bit meerenbeel ban Negers, bie met ong om gaan GUINESE GOUD-KUST. in gaan ; toant Landwaards en tocrb [jet ontbloten ban fjet Hoofd , onber 't eerbetoij£ niet gereeftentr. Stëpberg bja* genfe na malftanbcrg tocijïanb / Dog met alp tnu fouben boen / goe fïaat fjet met UE. fijn gefonbjjepb / of anberg/ maar 50. bjagen/ hoe hebje geflapenPbaar op ben auber ant* tooojb/ heel wel, en bie feifbe b?aagfcoeber aanbeneerfïen boeb/ bit I foo gettoel i$ / mrbe foo anttooo?!), ®ïe£ men bemerken mag/ bat be Negers een goebe en geruflige flaap , {joognotrtg cu-booj 't boomaamfte aan ften / om ^'Menfchen gefonbljegb te onberfjoubeu. $an afgeleegene Plaatfen bg ben anber homenbe/foo bat ben Inwoonendeben Vreemden bp ber (janö / knippende bpbe Baar mibbelfïe vin- geren ober een/ en [jeet Bsro toemom; te bcrftaan/ algfjg noopt aan bit Plaats getoeeft i$ / bog ban baar na een an- Der oord berrepfl/en toeberom geöomen 5Jjnbe/foogebmp* fcenfe be bolgenbe tooo;be n / om gem te bertoelleftomen/ Gy zijt uytgegaan , en wederom gekomen ? Cben Offe (jent baar mrbe gelufc taenfrrn ; toaar op bm anbere anttooo?ö/ lek ben weder gekomen. JJ^' Der fitten I bcclmalen b%it a bier [jonberb man fiern / ber* dag van toaaömiöc öc aannomfï ban fijn Gaft , betoelne om fijn Staat hetfeUe. m grootsheyd op get albernragtigtfe te toonen / met een fafie trcö aünnabcrö / ooft met een groot getal getonpenb Volk booten fijnbe / betoelcfte al Ioopenbe en fpungenbe/ een groot Krijgs gefcl)?eu manen. <£unbcujft ter plaatfe geuoomen fijnbe baar ben anber gent fit in te magten / foo en gaat go niet regt naar ben felben toe/ maar fenb al fijn Volk, bit ban eenig aanfien fijn / en bit geen geweer blagen / booj unt/ een booj een malnanber bolgenbe/ en be i)auö gebenbe aan 't Volk ban be geen bie befogt toerb / en taelfte ronbom/ en ncbenö fjem fitten / en foo mebe aan gem felftf > ten laatften oocn be ttoee Opperhoofden, toeiuc ban toeerftanten met Schilden beöeftt fijn / ön ben anber nomenbe / foo (laat be geen bit öefogt toerb /op/ en ig 't faalt bat gn ben fcefoener lieft / of bat benfelbe googer in rang \§/ al| 5» / foo omQclfi öl? Den felben tot b;it neeren ngter een/ en geet gent toelnom/ unberfinbg foo be geen / bie befogt toerb / meerber i$ I foo Blijft Dö fitten en bertoelnomt ben anber met jjembjiemaa* ïen maar fimpelijk bc hand tegeeben/ en bt middelfte vingers tegen? een ftnupcnbe ; bit geben ban be hand gefegeit met Djie ommegangen na ben anber/ 't geen gebaan fijnbe / foo gaat ben Befoeker ftg met fijn Volk tegeng ben anber ober/ op een befonbere plaats, ter nebcr fitten; albaar aftoagten* be/ bat Bn ban ben anber met fijn Volk begroet / en bcr* toeïleftomb toerb / betoelftc get ooft / na eenige tijb fiil ge- feeten te gebben / nomt boen / ban g'geljjften een omme- gang ban bjicn maftenbe / en baar na fet 8» fte to* öer °P fijn onbe plaats ter neber/ en fenb op nfeuto iemanb ban bc 3önc naar ben anberen Trop, out nocljmaaljö be Groetc af te leggen/ en onber 't bertocHe&omen / te bjagen na bt$* W$ gefondheyd , en toat fijn aanbrengen \§ / bit met it> manb ban be fijne na be anbere nant te fenben / baar op na bcrenfeïj boeb anttooojben. ©efe Pligtpleging buurO fomttjbg een uur of ttoee naar ben anber/ tot bat be geen/ bie befogt toerb / oprjjfl / en sjjn Gaft noobtgb om mebe na GUINESE GOUD-KUST. 113 na fijn Wooning te gaan. 't Jtëelft gefcgiebenbe/ foerfrgg albaar ban ben felben öcfcöonftcn / foo oocft ban bcsfclfë Dorp-Grooten met Schapen , Hoenders, Jammes en mat be$ meer / en ben Gaft aangenaam mag $pn. <ön gier mebe egnbigb beeg ïang-mtjlige Groetenis , tn 't befegjgben ban tac Ifte ich oocft al b;n mat lang ijeb geballen ; borj goope niet U E. baat eenig bertmet mebe aangebaan te gebben ; mant icft om fulft$ te bermcubcn / nor g a! eenige omfïan - biggeben meer ge b ober gefïagen. 3fn ben beginne ban befen Brief ge& teft UE. gefegt/ bat weynig be Negers gegeel luy , en niet mei aan 't werken te ftrggen konfte" fljtl/ Weg fp ooft fecr mepntg Konften en Handwerken on^e" ber gaar gebben, fCI gaare Handwerken befïaan maar en wat' boomamentlgft m 't bereyden en maken ban houte, en aarde taarKand- Koppen , Baltken , Stoelen-matten , koopere Salf-doofen , Arm- ]^nrkcn ringen ban Goud en Silver, mttggaber£ ban Olifants-Tanden } J en anbere bobbergen / en ftlegniggeben meer / fljnbe gaar befte Handwerk [jet Smeeden, maar mebe fg nocg al rebe* lp mei toeten om te gaan / bermitfe met gaar fïegt Ge- reedfehap alïeg Bonnen maften /matfe tot ben Oorlog, (ugt* gefonberb Schiet-Geweer) ban nooben geböcn i foo oocft alleg/ mat tot ben Landbouw en gaar Huys-houding toerb beregfL #an Staal gebbenfe geen ftennig / en nocgtamS maftenfe gaar Sabels en Kapmeflèn, garb/ en fnydig genoeg/ en foo ban g'gehjften gaar Houweelen , en berber goed tot Bet beboumen ban 't Land, en maar toe 50 get mogten be* nobigb gebben. I|aar boomaamfle Gereedfchap befïaat unt een groote garbe Steen , gaar booj een Ambeeld ber- fïreftftenbe/ ttoee a bjte Mokers, een Tang , en een ftlegne Blaasbalk geel aarbig met bjte en meer Pijpen gemaaftt / fïjnbe een feefter fïag ban Blaasbalken ban gaar felfê ugtge* bonben/ en betoelfte feer flerfte toinb geben: bit fijn meefï alle gaare konfien,begalben get maften ban GoudeFetiches, maar ban gier booren gefpjooften geb ; bog get fraagfie ban al gaar werk fijn Goude en Silvere Hoedbanden , bie fg boo? omj maften en betoelfte ban foo een fijne getroftften draad in een fijn gebïoggten / bat itk geloobe be Goud- Smits tn Europa get bcfmaarlp fonben namaftenj en foo <® x .get 114 BESCHRYVING VAN DE Jjctnotljalgebaan toierd/ en bat fg'eegeengrooterarbeyds- ïoon ai£ (jier/boojen ontfingen/ foo mogtenfcr pap d/oog brood mede brrbienen. ant trft/mp. ugt deegbcrtoarrmgfuïlende rebben /fcö;gben moet 't geen mp maar eerft in ben fin homti Diré nu eeng ban naar Jaar Scheepvaard , toelne ban geen groot belang ig / gefpjo* scheep- ficn# <3£0t befelbe gcbuipftenfe lange Schuyten, toclftc al* vawtüv- 9*cr Canoas genaamt toerden : toaar ban be grootfle in be Ken. bartig boet lang / en rupm fe$ boet tyttb fijn / ban groo* te berminberenfe tot be fclepnfte fla$ / namentliju bartien a beertien boet lengte / en bne en bier bleette. |Det get grootfïe fïag berboeren top onfe Koopmanfchappcn naar be eene en andere Plaats, nonnende in een ban be grootfle Ca- noas, een ftlepne of redelijcfte Koopvaardy-Schips-boots- Lading -, defelbe toerben boo?t geroepd al na fijn groote io7 alp met ttoee / b;ie / bjjf / feben / neegen/ elf/ bartien / bijf* tien / en febentien Roeyers : toant UE. geliebe te torten/ 0$ fjet bobcn 't getaï ban ttoec bomt / bat be Roeyers dan altoog oncben moeten fijn / bcrmitö fp On paren neben£ ben ander fitten/ uutgefonberb een die alleen agter fit om op Jjet Stuuren te paffen ; fp ea gebaipften geen Riemen al£ üp on£ / maar in bcrfelber ploat£ feecnee fïagfj ban Scheppen , fjartg - grtoijö gemaaftt / of eben alg be Spa- den, toaar mebe get Land toerd omgefpit/en ooft met om? trent foo een lange fteel. ji0ct defe Scheppers T die fp in bpde de Banden Bonden/ en gedurig alg agter ffyanbg in 't water fcjeppende / fettenfe be Canoa feer fne!boo;t/ met de ftïepnfte Canoas,tooar op fp ttoee of ten jjoogfïen djie man [jeb* ben / gaanfe upt Viflbn. ^aar Vistuyg befïaat in groote en ftlepne Hoeken , mit$gader£ Harpoenen, om/ toannrerf* groote Vis aan be Hoek Krijgen / defelbe daar mede te fchie- ten j berbolgen^ Werpnetten en OOft groote Warnetten ■, tori* fcc laatfte fp s'abondg in Zee fetten 1 en ?'mo?gen$ toeder gaan ïigten / toaar tn fïg forntijdg een groote menigte ban aidrr* GUINESE GOUD-KUST. n* aïbergonbe flag ban Vis geeft bertoarb / öiefcr ban ugtga* icn: maarhomt'cr cengquabeVis, alg DenSwaard-Vis, en anbere in beeg Netten te bertoarren/ foo ig foobanigen Net op een maal qcöcc! aan fluimen / mit£ gg [jet Net met fijn S waard, bat gp op be Neus geeft fitten / aan alle Kanten ban een ryb: bog bit en geeft noclj foobeel f toariggrpb met alp be Negers get maar bp tijbg getoaar toerben : toant ban gaanfer met bne a bier Canoas , toei ban Harpoenen boo?ften / op \oé/ om gem te bangen 1 en foo een Vishan/obermit^ ft jn grootte/ en bat be Negers gem garen eeten/ 'tO?eeHen ban een Net of ttore gemaaip bcrgoeöcn. $an ber Negers Landbouw begoeben top boo? tegentoooj* Land. big met te fp?eehen / mant niet alleen bat top {jet gier booren bouw- aleenigfïnbsljtb&engebaan/ foö bertrouto ien / battoegier na tot get felbenocg beter gelegentgepbfuUrn «rijgen. •^rgoon be Goud-Kuft maar omtrent bc feftig mijlen lang tg / foo geeft men bog op befelbe feben of agtberlp Spraa- Vcrrch ken, en toaar onber biit of bier bte ben anber niet nonnen deotheyd berftaan. &it ban Jummoré tien mijlen öoben Axim , {ton* van spraak «en met bie ban Egira, Abocroe, Ancober, en Axim te regt °pod . rahen ; bog egter is'er in gaar Spraak een groot berfrgtl jkuU." ftjttbe be AximfeTaal gegeel onlieffclgn/ ja beeflagtigg lee* Igrii bit ban get Antefe Landtoeber gegeel anberg / bog tn ltefnjRgepb niet beeï beter; maar nocg affcgutoelper tg be Acrafe , betoelhe fc gier met niemanb eenige gelijhgepb geeft ; be obcrige Goud-Rurt-Negers , begalben Aquamboe, non* tien ben anber merft berftaan / maarbegeene/ toelherg Spraak get lieffelpft en aangenaamft i$/ fïjnbe Negers upt get Land EtomcnbC / nlg bit ban Dinkira, Akim, en Acanny, en na bit be Adommers i en toaarlgn bit bt fpraak ber Ne- gers maar een torjemig berflaat / nan een groot onberfrgepb in befelbe befpenren/ en toei fo beeï/ oïg bp geujhenig tuf* fcgen be Brabanders en bt Menfchen ban Ober Zee. 3£n b» alöien j&e Negers, betoelhe onber onfe Forten tooonen/ en toaar mebe tog j bagelpg moeten omgaan/ foo aangenaam in gaar uytdrukkinge toaren / foo en fou get booj ong niet f toaar ballen om be fpraak tn een jaar of Djte tt keren / Daartoe get nu m geen tien jaren nonnen boen/ altang met <© 3 bol* lt6 BESCHRYVING VAN DE bolmaa&telyft. «tëenige/ en toaac on&ec Ik m» oocft beef reeftenen / fïjn'er tod berre in gebojberb / en foobanig/ Dattoe get meeftenöeel Bonnen bcrfïaan; Dog De uytfpraak Ijcefc aitootf beftoaarljjft toiüen bolgen; gemerftt De Naa- men en Woorden ban fommige f aften foo toonDerltjft fijn/ Dat top Defelbe op onfe tojj^ fchoeyende , en fpellen toillenDe/ aïtoo£ bebinDen berfteerb te ar benden / en tertoijl De Negers niet Leefcnnocg Schrijven ftonnen/ en bp gebolge geenLet- ter-konft gebben / foo ig 't omj niet toel mogclijft om De Fouten na te fjpeutm O. D. Detoelfte gier noopt getoeefï i$/ geeft in fijn Befchrijving ban Africa eenige / en berfegen; be benamingen en tellingen Oer Negers laten muloenen/ en Ik, Die m» toel Derbc bermeeten Jjet b:p toat beeter te toe* ten/en Derbe get mp niet onderwinden, aio berfefterb fijnbe get doel niet beel beter /alg D. geDaan Beeft / te fullen treffen, löaar toare get faaft / bat De Negers , alg itk gefegt geb/ ftonben Leefen en Schrijven, foo toag'er ftamj om get met'ce gaafl te leeren / bermtt^ men Dan fou (tonnen fien toat Letters bp gaar tot DefeengeenefaaktoierDengebmpftt; Dog get nu maar alleen na De klank te Doen i§ / agte ift 't boo? fottiggepD; Diergalben/ Mijn Heer, bertoagt gier omtrent niet meerber ban mp. Mi$flag jlEp geDenftt boojmaaïgbp een feeftere/ of laat Iklieber vanecnigefCg0en/ onfeeftere Autheur, gelcefen te gebben/ bat Den dewelke5' feïöen to * Befchrijven ban Defe Kuft ban eenige Edellieden van Edd- getoaagb : maar Ik en geb in al Die ttjb / bat ik gier ge? lieden ai- toccfl ben / niet bonnen getoaar tooien/ toat fïagg ban bcenBcb" Nc§ers> °f toelften Scand öaar boo? fou te gouDen fijn. 'ft wtagd" wA De moepte neemen om in 't breede gier aan te laten boïgen/ toat onDerfcgepD Dat'er tuffegen Den een en anDer Neger \§ / en toaarom Den een boben Den anDer toerD ge- ëerd, en ontfïen, 't geen epnDelijft gier op upt fal ftomen / namentlgft/ bat De geene/ Die De groorfïe Rijkdom befït/ ooft De meefle Eer ontfangD / fonDer Dat'er fig in 't alDer* nünfle eenigen Adeldom onDer bermengb. Vijfderlj Vijf Graden of Trappen geb ieft OnDer De Negers aange< krtd* n*: alg eerfïeltjft gaar Koningen ofOpïteynsj toant De; ïuu ito- fe benaming, een en get felbe ig. €en GUINESE GOUD-KUST. \%7 föenttoeeben / beCaboceros of be Hoofd-luyden, betoelfte ning of men na onfe manier fuUcnde noemen / geboeglp bc naam capitcyns. ban Burger- Vaderen fou mogen gebcn ; mitg fn {jet gaar J"wee ca- werk laten fijn / om boo? 't toei- fijn ban [jaar Stad, of \ "™°l of Dorp / fojge te tyagen/ en be ontfïaue gefchillen te fïegten. byden. ©e beröe fijn be gcene/ toelnc figjj felben boo? gaar en* gen Rijkdom , 't geen Ijaarbooj verfterf of toei ben Koop- fljen £de handel aangenomen ifl een grooten naam Ijtbbcn gemaafic. geen die <ön bc bcfe geloof Ik, bat Ön gefepbe Autheurs boo? Edelluy door haar fullen aangefien fijn. ©og of 80 öan befeïbe ben naam ^f^ ^fn niet ten onregten geeft gegebcn/ fullen ton aanfïonbg tra0< naam ma- ten te betoijfen. ken/ ©e bierbe Stand fijn be Gemeene-man, até Wijn-Boeren, „. . , ViiTcrs, Landbouwers, $c. ^ent 'tBijfoe/ ofïaatfle/ 3jjnbe Slaven, boojarmoebe baar man. toe berballen/ of boo? gaar Vrienden berftogt/ of ooft toei Y/Jf dc in ben Oorlog gebangen. slaTen# ®it nu fijn be bijf Standen toel&e men onber be Negers ïjeeft/ en bunten toelne'er geen meer te binben fijn* Haat ong nu eeng öefien / jjoe be tyit ecrfïe gaar Staat en waar- digheyd bernrijgen. «EerfïeltjR be plaats ban Koning of Capiteyn, ig in meefl -tverkie- al be Negers Landen erffelijlt ban ben Vader on ben Soon , fen of Be- en bit ontöjecnenbe / op be naafle mannelijke erfgenaam, veiiigen 3£ofc toerb foratijog toei ogt gegeben on be Bequaamheyd ™M"j?a ban foobanig een Erfgenaam , en mebe op be^felben Magt Koning. ban Slaven en Geld* toaar boo? iemanb/ bit bit toat rijne* lijn x$ üe fittende/ ben regten Erfgenaam fomtijbg toei toerb boo&etogen. omtrent get Verkiefen of Beveiligen ban een nieutoew Koning, boeb fig niet beeï felbfaamjjenbg op/ toantbe Kro- ning en 't afleggen ban een Eed, bn gaar niet in 't gebjunö fijnbe / foo toerb ben Nieuwen Koning maar aan Jjet Volk bertoonb/ en fomtgbg 't Land booj geboerb / en baar na met een vrolijke Dag aïlcg befïoten ; bog in gebal ban ttoe* fpalb/ en bat ttoee te gelijft naar be fjooggenb om Koning te fijn / flaan / foo boet een iegelp ban toeernanten sgn aanhang , om fig be£ te beter op [jaar tt mogen bertoten/ !xg BESCHRYVING VAN DE gcrrouwighcydfwecren: anderfmd£ gaat get/ aïgieftgefegt tjcö/ ai geel gemaftftcnjft toe : alleennjft norg/ Oat'ereem* ge Offerhanden toerden gedaan/ 't geen ooft bn alle groote Verhandelingen gefegtet. ©e Hoofd-luyden Ijcbucn gemeen^ üjft altoog gaat gefet getal / begalben dat De Plaatfen dec Overledenen niet foo ïjaaft meeder tocrucn gebuid ; maar te f maft toerdende / foo aiefen fg'rr / bg malkander geltomen fljllbe / eenïge Ugt de Gemeente / die berecög goed Ouders fijn ; mant Jongelingen fiet menfeldenin bit eertoaardig Ge- felfchap, detoelfte ban aan fijn toeftoraende Meede-Broeders een Koebeeft en eenïge Drank booj fijn Verheffing ten beften geeft / alö manneer Ijg op een begoojlgfte toijg toerd Oc; befïigt en aangenomen. 2Can Axim gefeïjied get alö bolgd. Van de qpt geen/ fcoelfte be Hoofd-luyden aldaar tot een Caboceër "yden ' btQM™ *c maften / moet een Inboorling fijn ban gaar Land , en aan Axim tooonen / of ten minfïen aldaar een Huys geb* ben doo? eenigc ban fijn Wijvenen Volk betooonb/ entoaac bat gg mebe fomtijb^ön veblijf ftomt nemen/ 't geeneben foo beel ig al£ bg ong / datme om ong Burger-Regt niet te berliefen/ vuur en ligt moeten gouden. <©it foo fijnde/ foo toerd gj?/ indien 't maar een Een ig/ of alle / foo'er meer 3tjn/ in ongFoit gebiagt/ en onfen Koopman albaar boo?* gefield/ met berfoeft/bat ben felben in gaar Gefclfchap mag ingelijft toerben ; betoelftc foo gg'er nietg tegen geeft / ben Nieuweling op ben Bybel boeb Sweeren , alö bat gg be Ne- derlanders getrouto 5al fijn en bigben / en befelbe met al fijn vermogen te fullen gelpen en befegermen/ tegeng alle gun* tie Vyanden, foo mei Europianen alg Swarten, en geene tipt* gefonberb; en boojt alleg boen bat een getrouto Onderdaan toeftomt ; gclijfte trouw fweerd gg ooft omtrent fijn eggen Land en Volk te fullen betoijfen. ©en Eed gedaan fijnde/ toelfte gg op ieber lit geeft beveftigd , met defe tooo?den / dat hem God moet dooden foo hy valfchelijk , of ten onregh- ten fweerd, en het felve niet nakomt -, foo toerd gem de By- bel tot meerder bebefïiging tegeng 5jjn Boi-ft aangegonden/ en op get Hoofd gelegt/ olg fcoanneer den Eed batf en bon* big ig/ maar na de Koopman, fijn naam aangeteeftend geü* bende / gem boojtaan alö een mede Lit U\ de Vergadering Iaat GUINESE GOUD-KUST. . 119 Iaat berfcljepnen / en 't Regt ban 't boo jöccï / bat ugt De Regtsgedinge onrftaan / ncben£ be anbere Hoofd-luyden ge* nieten j foo toanneer ÖP uu 5?jn Mede-Maats befejjonuen Ijeeft/ met 8ct gecne Daar toe rtaat , foo i$ / en blijft go Caboceer booj al 3tjn lebcn. <®p anbere Plaatfen banbeKuft hïecÖ een Caboceer op een anbere totj£ ingehuldigd : Dog toijl [jet aan Axim tucï foo geregelb toegaat / foo Ijeb ten met ijet ban baar aan te teltenen uiu laten bergenoegen. mant maar Geld en Goeds genoeg gebbenbe / foo fïaat get iegelijk b?p tot btt§ Eren-trap op te nlimmen. 23egolben noeg / bat op anbere Plaatfen 't merft ban een regtfegapen Edelman i$ / flg ben dienft ban gun Koning of 't Land niet te ontrennen : bogbebtfe fien niet eengnaar ben Koning om / bemoepenbe Pö felben met iet anberg ban met gun Koophandel te typen. Mil GUINESE GOUD-KUST. 131 3$iï iemanb egtee geböen bat get Edei-iuy fijn / goeb/ teft fal get gaat: (aten bljjben / en dan fal icïi öeó te meer eer gebben om bat telt lange jaren ogter een / boo? foobanigen Edelman aïg een Lijf- Dienaar , oen opgepaft/ fonber bat telt oogt eenige agt op 'fijn Adeldom geb gegeben. ©e bierbe en btjf be Stand onber be Negers berftlaarb fig*> felben onber be naam ban Gemeene-Man en Slaven genoeg? faam / fonber bat teft noobigg agte mg baar omtrent bet* ber te bernlaren. 5|et bertoonen ban gefegbe Blaas-Hoorens brengt mg 008 on ver- in gebagten/ bat ieft een Befchrijving biene te manen toaar fchjiien* mebe be Negers fig (jet mcefïe bermanen/ en mat Baar ge* JfJd „r moonelijene Speekuygcn fijn. ®ogg eerfi fal ieftboojafomfSnt laten gaan /bat be Negers tn get ncberfiaan en boutoen ban hetbou- gaare Dorpen , of Huyfen, geen agt geben/ of fulng aan wen *an een bermabeljjften oord gefegietof niet. 2Sg onggoubmen/ "anrDor' (en oor ten regten) feer beel ban Plaatfen, toelneeenfraag uytfigd gebben/ of baar bermaftelpe Wandel-wegen te btn* ben fijn/ of ook mei toaar omtrent men een lufiige Vaard fiet / toelne eenig bermaan en genoegen ftan geben : oog bit lompe Volk fiaat fig ober al fonber onberfegegb / of er* gen£ op te letten / ter neber / en bat foratijbg aan gegeefc Dojre / en onaangename oorden -, baar get gier aan lufiige Valleyen, toel beplante Bergen, en fcgoone Rivieren niet en En ook m onttyeent/ 't felbeberfirent gaar tot geen bermaalt of b?eugt. 'tkfeti <ön eben foo onberfegillenbe 3jjnfeoon in 't manen bangaa* wegen? re Wegen, betoelnc ban be eene Plaats na b'anber firennen; befeïbe fijn foo nrom en berbjaagb al£ gaar Geflagt felbe / ren Weg ban ttoee tmjlen/ i$ Bier / óbermitg 5?jn kromte, fomtjjbg toel topt. <&n fe goon men gaar get felbe aantoont en raab om be Weg te berleggen/ fg en fullen get oog niet bergclpcn / al Ronbe get met toegnig moegte gefegieben. «De Weg bit een£ gemaaat i$ / moet bïijben / al foubenfe om ben felben te begaan / ttoeemaal foo beel tijb ban nooben gebben. ftëat gaar Speeltuygen aangaat / befeïbe fijn feer beel spray- en berfegegben. ©og alle ban een Barbarife en ongure toon ;f£'„$r gaar boomaamfïe fijn De gefegbe Blaas-Hoorens , bit / afëbeifaau ft i ge* ,3l BESCHRYVING VAN DE eerftin &(*& 8C& / ban &ï*Pn* OHfants Tanden merben gemaaftt/ CMyphanri dog CQtCV fOO ftlegn HÏCt / Of Ctt\i#e toeegen noeïj tDCl tuf' tanden, fdjen De ttDinti0 en öartig pond/ andere ooft tori meerder. en hoege- ^jec 0p [fnjjdenfe tot cieraad eenige Beekeniflcn ban Men- nia r' fchen of Beeilen , en dat foo fraag/ dat [jet fcfjeund al? of fn in opbolging ban [jet trneede Gebod , daar mede boo? [Jad* den / geen gelijkenifle te maken j fcoant Uien bef loaarlijU fou meeren te onderhennen maar [jet meer na gr lyUt / na een Mcnfch of Beeft ? Oi>m tjet onderfïc of dtftfte epnd ban de Tand legt een moeling ban toum met bloed ban Schapen of Hoenders ftoart gemaaftt / en aan (jet dunne epnd i£ een bierftant gat/ maardooj fn blafende/ eenfeldfaam gelund boojtüjengen ; 't geen cgter op een fcefterc maat en toon gaat / en die $g ooft op berfcjjrgde mijfc na jaar fmlpljepö nonnen beranderen; fomtijd£ blafenfe norjjtoel iet£op de* fe Hoorens , 't geen / foo [jet niet beballig ié / ten minften ooft niet en berbeeld/ en men/ al£ Focqucnbrog fegt/ geen baal Katoen in 't jaar ban doen fyeft om fijn gelugd-bangcrg te floppen. Trom* 3£e tmeede flag rjaarer Speeltuvgen fijn [jaar Trommels ". mcis. toelfte mei tienöerljand fijn / dog'mrefï alle fijn [jet ugrge; [jolde Boomen, detoclftc aan tjet eene ennd meteen Schape- siegten ye| fyn obertogen/ de andere ftant blijft open en merd op Sge- öe grond eben altf een Ketel-Trom neer gefet/ dog'cr mede hiydvan boo?t moetende / foo [jangenfe defelbe met een band om spcei- öen ljal£. <&p defc Trommels fïaanfc met ttoee lange en wjgra. hamergewijs gemaaftte ftokjes , ooft mei met een regt ftofcje en de biaftfte Ijand / dog alle gebenfr een gelimb / 't geen ber; beelt/ merbende de Trommels meeft aïtoo£ onder 't geblaas ban de Hoorens gcflagen / 't geen [jet fraajófte Ezels-acccord geeft dat men fou nonnen bröenften / en om [jet nor Ij bon* ter te maften/ fooljebbenfe altoos een ftlenne Jongen öieoa^ der 't blafen ban de Hoorens en [jet Haan der Trommels , ge? ftadig met een [jout op een [jol Yfer fTaat/ 't geen ten eene? maal een berfoegeujft geluyt geeft /berbeelende dit duubel^ ding meer al$ de Trommels en Hoorens te famen. &oo? mennige jaren ïjcbbenfe noe[),een feefter fTag banttlen Trommeltjes ustgebonden/ die aan toeerftantenmet een \ ober/ GU1NESE GOUD-KUST. 133. obertogen fijn/ en gefpannen op o* toijg ban een Sandioo- per. 't <0eIUgD batt Deeg Trommeltjes bomt tUOflDcr tüd ober een met De Rommel-potten bie De Jongens omtrent Valkn-avond bn oné geb: tinnen i beljalbcn Dat Dcfc rondom mtt yfere Ringen fijn begangen / Die m De toon eenigfïnbg ber* önDr ring malten. £}et fou fotternn fijn inbien icn ban al be Speel tuygen Der Negers getoagg maabte / flecne ban ah te fijn get maarDig j Dieggalben'er afga fcgepDeu / met'ec noeg maar eene b« te boegen/ fïjnDeeenugtgegolb Houtje, ban ttoee ganö-bjeet lang/ en eene b?eeD/ ban melner^ag* ter epnbe een ftok brom om na booren i$ IoopenDe / maar ober 50 bijf a fe£ Snaren gebbcn gefpannen / gelijftenöe bieggalben mei na eenhlegnHarpje , en na De berbeelDing Die mg ban De geöengöaagfe Griékfe Speeltuygen fijn gege* ben / bn na op öefcïbe Idi}3. E>it i§ oon get befïe Dat 55 Rebben / en geben fjet foetjïe gclunD. en men Uytgefon- mag/ fonDer te nügDoen/ gaar alle fonDer onDerfegenD Die dcr(,[!cdc- naam wel geben / mit£cen Koning felber get fig niet en^Nooj. fcgaamD om Dagcli^ te Bedelen, en om foo geringe faRen fomtijo^ / Die gn elDcrg boo? een ftuyver of ttoee fou mogen feoopen j gier m fijnfe alle foo lafïig/en onbefegaamb/öat fö 3 mea TS4 BESCHRYVING VAN DE Bcfchrii- men /fonöer te gebcn / met ban ïjaar ontfTagen nan toerben / vinpevaa a\lc$ / groot en ftlcnn/ famtfe maar fien/ ig rjaar gabing. d=Tapoe- 3ji{ fcgoon tefi toat lang tn oefen getocefl be»/ foo en i§ Moutten ,tlÜ11 SchliJf-Luft &08 nocö niet berfaabigt / Dteg UE. Ijct ' niet qualijft geliebe te neemen / bat gier nocfj een Volkje ban een toonberujften en fclbfamcn aart Dg bocgc / namens lijft / öe Tapoeyers ofte Mulatten , DCtoclfte ban een Europi- aan bg een Negrin fijn getoonncn/of ooft foei ban een Blan- ke bn een Mulattin. «Dit gaïf ftag i$ een Schelmagtig en tot alle quaab genegen Volk , tneiue l>ct ogna foo tocgnig met be Negers , a\$ met ong fjouben / ja felf^ en bectrou* toenfe malhanDer niet / foo öat mcn'er noopt eenige te fa* men fïet paren. «De naam ban Chriftencn engenen 39 fïg toe / maar onbertnffc jjen Ijoubenfc fïg foo bcel aan De Af- goden-dienft a\§ ÖC Negers fcïfjS. 3&C Vrouwlieden fpctfcn meeft alle openbaar be Hoer met be Blanken, ja felfg/bog toat gegepmer/ ooft met be Swarten-, foo bat ieft (jaar qua* lyft een naam na brrbienfïe toeet te geben/ anber£ a$ bat Jet een feïjupra ban Blanken en Swarten te famen i$ I en ban schelm ll0C^ ban Ö^be Dft fmnfïe ; of / om ronb te gaan / Hoeren HoeraS tn Boeven te famen/ alle ban ccnbcrlg fïag/ be Mannen fijn volk. boo: 't meerenbeel in onfen dienft boo? Soldaten , gaan / eben öl? ton / gcftlccb / bog bc Vrouwlieden tonelen fïg op een anbere en geheel fclbfame manier toe ; bic ban eenig bcr* dinï mogen fijn/ bjagen een goed en fijn Hemd, en ober fjet fel bc een ftort Lijfje ban Sijde of anbere Stof , ban onber gaar Armen tot op be Heupen fonber Mouwen, cnaHeenlyft maar met een Ö?eebe Strook Ober be Schouders baft ; op 't Hoofd bmgenfe berfcöenbc Mutfen ober ben anber/ Dog be opper* ftc i$ ban Sijde , ban booren $ befelbe gefronfeld en fraat bobcn ronb op i om be Muts baft te boen fitten / fjebDrnfc een Lint tfcoee a bnemaal om (jet Hoofd getoonben ; bic£ 55 met bc Kop een toonberltjftc bertomng maften. it geloof / goe on* bolmaant get 00U ftjn mag / en geöbenfe nocg ban gaar felben/ nocg dooj overlevering ban gaar Voorouders, maar SKï" cenltjh öooj De gefïadige berïteering met De Europianen -, toeV ouderhou- ne gaar fulftg ban tijd tot tijd gebücn tragten in te planten, ding of be. <$m bit ban gaar te geboden toerd ten ttoeboudig ge* J*""2 fïernt / eer jïelp / om datfe God noont met Offerhanden fchapfna bereeren/ nocg gem in gaar nood aanroepen/ maar in ah Ie gunne fwarigheden ftg ten eerfïen tot gunFetiche (dit gier *ji**e na te berftlaren ) toenden i en defeïbe om een goede untftomfï JJJ,pLdt ban gaar boojneemeng fmeenen. Het ttoeede tg deber^doorde fcgenöengend ban Gevoelens , die onder eenigc ban gaar Eurapïa-, toegeng de Schepping nocg tg obergeöleeben ; toant get ge* E^SS" tal der geencr / toeiftc gelooben / dat de Menfch öoo; den Ananfié, ftjnde een groote Spin , gefegapen tg / tg noeg syenbid- geden ten dage niet toegnig/ toer&ende fulngban fommige d?nGooo?b Fctichc fjeb ie ft op 't boorigc blab belooft te fub lonken jen berftlaren / en toni Jet beel bctekeniflèn ï)eeft / foo fnU iJloZl lf» tog öctfelbteen^ jaanontlebigen. Fetiche, anber^Bof- fum GUINESE GOUD-KUST. i39 füm in be Negers taal / Beeft 5tjn benaming bon Jjaar Afgod , »É Woord Die 3g Bofllim noemen /felfê. iCl^fe nu oan Ijaar Afgod tofl* Fetiche len Offeren , of ietg ban Oen feiben begeeren te toeten/ foo heeftfijn feggenfe / komt laat ons Fetiche maken > toillenbc baar mebe keUjke°n* eben foo beel feggen/ alg/ Komt laat on£ onfe Gods-dienft benaming bcrngten/ en flen of gooren toat on£ Godcr af frgt. 8an ^nhun g'gelpen mebe foo toanneerfe öecg of gecne belediging ban ^f* temanb Rebben ontfangen/ foo manenfe Fetiche om benfel* heeft "y- ben te beöecben t geen op bolgenbe toij$ gefcjjtet: 50 laten ten dien eenige kolt, drank , of itt$ anöer£ / ÖOO? gun Feticheer of ee"«ro°- Offer-Paap beftoeeren / en ftrogen ïjct felbe op foobanige £«£!*" plaat?/ toaar bat fp toeten bat Ijaar wederparty getooon ie te gaan: bafïelp geloobenbe/ bat / foo toanneer be felbe Hoedanig bit befwoorcn goed bomt aan te ra&en/ljn fecberfp binnen y.11*» uo?ten rp fal moeten flerven. ®ic$ be geene / betoelne ae«eval- Öicrooo? bebjeefï fijn/ foobanigen plaats ontraoetenbe/Tcntwee fig obec fullcn laten b?agen/al£ toanneer {jet [jaar niet fean den, om beeren ; nocfj ooeft niet ben drager : toant bit befwoomc en ecn«?e boeb niemanb eentg leed, ban eenïp ben geene/ toaar booj |"aak Na- liet toegemaakt i$. ®ic$ bit ton befejjepoenber t$ afó icft wentot boo? befentoel ban fommige Italianen, öetoeiue Ijetkunsje ban verdcr- vergiftigen mebe eggen i§ l ïjeb geleefen i bog bie om jjaar ™gbaar-. Vyanden ban bant te Ijelpen/ fig niet ontfïen ook onfepl* T/JJ™' bige in groot gebaar te (tellen ; bitg ieft ban be Itaüaanfe Fe- nende. tiche niet beel fou puben; maar lieber ober alle/ bie banbe Negers gemaanfjijn / fcponuntbjn&belp boojmngelegt/ tuil gaan. <&q eben gelpe top/ als icr bcrpaïb [jeb / gaanfe te Jender. toerft / toanneer gaar ïet£ ontftolen té 1 om boo? bat mibbel ^s'd7ce* ben Dief te ontbe&ften / en ben feiben ftjn bepojlpe ftraf te rery. ■■ boen erlangen; fg gelooben bit foo prtnebbig/bat/fepon men Jaar pnberb voorbeelden aan toijfl bit [jet tegenbeel betuigen/ 55 ban bit gevoelen niet fijn af te bjengen/ toee* tenbc altooé ictg boo? te toenben / toanneer Jet tegen£ gaar gebagten en meening ugt baib. 5;emanö op 't ftroyen ban 't befwoome betrapt toerbenbe / toerb f toaarlp / ja fom* tpg toel met be dood , geftraft; of ten toare toegeng! 't iaatfte gebal / namentlp / Dicvery , 't geen een iegelijen ^ * b?n x^o BESCHRYVING VAN DE T icr t^ ^aat* ^ft böïgenbe l)eet ÖÏ tttebe Fetiche maken ; te dcCnn,!nr toecten / [jet Eed-fweerenj taant fuïlenbc een berbonb met het maken Den anöer aangaan / foo gebmgftenfe Defe tooo:beu : komt en aan- Jaat'er ons tot beveiliging Fetiche op nuttigen. jUDantieerfe verbon" Im ocn Eed-drank tyïnlif tl / foo feggenfe / 't Fetiche moet den. my dooden, (bo by ald;en ick al , wat by dit Verbond werd be- flooten , niet na en kom. £eCvoHUyt" ^en tyagen/ wat berbcelbing be Negers [jebbenban begeer den. «e/ bte balfefjelijft ben Eed-drank nuttigen* JOel aan/ trft fal get / fonber gewaagt te fijn / feggen. go beelben f:g Watfe van m / oflt ofn ff{j„(0jgfn / 0jc bal^ fweerd , 000? Öftl Drank drink ec- opftaelbcnbaiflj Dog foo fulft^niet gefrljiet/ Dat &p binnen voelen, nojten aan een quynendc Siektc fal ftomeu te flerbru. ©e ccrfïc GUINESE GOUDKUST. 141 terfïe fïraf geloben fg meerbr r e ggen te fijn omtrent Vrouw- lieden, toelnc fïg ober 't befcgulDigen ban Hoerery moeten fugberen ; Dieg I foo get mg geoojloft ig een bergelp te manen/ foo fal men fien/ Dat Deeg drank gcelbeel ober een Riming geeft met [jet bittere water, of water der Yvering , Gelijke. bat De Vrouwen onDer 't oude Teftament toierb gegeben / nis* toanneer Defeibe ban Oerfpel tuierden aangefelaagD / en fte* fcgulöigö. «©ngeboelp ben icu in 't Befchrijven Der Negers oods-dienfren aan 't afleggen ban {jaar Eden genomen; Dog gemcrut Den Eed meeDe een toefenrlp Deel ban Den Gods- dienil i$j foo fal icn'er norg al een toegnig meer ban getoa* gen. 23 n alDien temanD ban Diefftal ujciD betigD/ en Debe* fegulDigmg niet al te Klaar i$ / foo moet De öefrgulbigDe ftg met Bet nuttigen ban Den Eed-drank fugberen / met De meer gemelte feooojDcn/ Dat gem firt Fetiche moet DooDen/ foo toanneer gg aan De Dievery fcgulDig i$. <®aar fijn beele en brrfrgegDe toijfen om Eedcn af te leggen : om De* felbe alle aan te galen foub icn niet alleen UE. maar ooeft mg felbe berD?iet aan Doen : Dieg irh rr noeg maar eene fal bg boegen/ Dctoelbe boo? De ftoaarfïe ban alle toerb ge* gouüen/ en Die ooit niet Dan in fanen bangetoigt toerD ge* bnignt/ rn gcfegiet op boïgeuDe toijg. ^eDer Priefter of Feticheer geeft fijn befonberen Afgcd , Hoedanig ooft bcfonberlp toegerigt / De mee fïe alDu? / gebbenDe ^^dcr. een groote home Bak opgepept met aarde , oly , bloed , fwaarfte " Menfchenen Beeften doods-beenderen, veeren, hayr, en BOJ* Eed werd telpg alDerganDe mygt en fnuyftcry onDer Den ar Der. affiele6t- <©it goed toerD tot geen Beeld of eenige gelijkenis gemaant/ maar legt gegeel bertoarD in De Bak of Kalabas onDer mal* ïtanDer. 3£e geene nu /Die Den Eed boo* Deeg Afgod fal Doen/ gaat regt tegen ober Den Bak fïaon; Éfyaagt aan Den.Paap, *" êcom* jjoe fijn Afgods naam i£*(bermitg/ ölg in gefegt geb / een J™^ ieDer een befonderen geeft ; Die gem Dan Den felbe bernlaatb ; tteive. Dit berflaan gebbenDe / foo roept gg Den Afgod bg fijn naam/ en bergaalD gem in 't bjetDe toat gg ban boojrrr meng i$ met Eede te bebefligen ; met begeerte en berfoen/ foo toan* neer fijn Eed balg *$/ cat Den Afgod grtn met De iooD ge* fceft te ffraffen. «Dit geDaan fïjnDe / gaat öp rondom De £ 3 Bak* ï4, BESCHRYVING VAN DE Bak, en goub op fïjn eerfïe fhndpiaats flil / tnaar bat gp toe* berom al£ booren fweerd, en toeDerronb gaat/ 't -geen tot drie malen toe gefegiet. Ij|ier na neemt be Paap ietg upt be Bak,* toaarmeOC gp bCg fweerders hoofd, armen, buyk, en bcenen meDe aanraaftt ; laatftelijft goub gp 't boben get Hoofd ban Den geen Die gefworen geeft/ en D?aapD Den felben Dne malen om ; berbolgeng ftipD gp Bern ban ttoee vingers een fïuftje nagel£ namentlgft ban icDcr ganD een / foo ooli ban bpDe De voeten mitggaberg een toepnig hoofd-hayi ,Dittoerb gefamentlgft al mebe tn ben Bak gepjopt/ toaar in ben Af- god gupöbeft / en baar mebe iö ben Eedbaft en bonbig. vragen $u tóeber toat anDerg. ^ibo bp alDien be Negers een aan den Oorlog (uilen aanbangen/ Koophandel bjpben/ fïg op Reis we&ns BcgeöenV of tet^ anberg ban belang onberneemen / foo i$ dee$ of gaar eerfte toerft fïg bp garen Fetieheer te berboegen / om geenefaak 000? gem ben Afgod te laten bjagen/ goegaar boo?neemen wTn e ^ iwWBWl * betoelfte gaar felben ietg quaads boo?fegb / maar geel goeöe goop geeft / 't geen fp ook fonbee be mtnffe ttoijffeling aan neemen ; en boen alle get geene gaat ban oen Piieiler toerb gebobcn: te toeten om Schapen, Verkens, Hoenders , Honden , of Katten , aan ben Afgod op te offeren -, fomtpDgS OOR Klederen, Wijn, en Goud , toaar bat ben Paap op Die tgö De meefïe treft toe geeft. JBant gp al get felbe fraaptjeg na fïg fleept / fonber ben Afgod ietg anDerg te gunnen/ ban Den drek en darmen ban get gefïagte bce/ toaar mebe Defelbe fïg mag toolp maften ; en be Paap be* loonb fïg bobcn get geld , Dat men gem moet geben/ bap* per met De OfFerhandc , booj fijn ftlepne moepte. noefniks 't g^agen aan ben Afgod , foo toannecr Den Paap De vrager gefchicd. tojj belïeben / bocb gp in De^felfé tegentooo?Diggepb / en gemeenhjft / op een ban bpDe bolgcnDe toijfen. 't <£erfïe gefegiet Doo? een Bondcltjc ban omtrent ttointig fmalïerrep* jeg Leer, in toclfterg miDDen / fooDanige goederen fïjti gt* bonben / alg ieft gier booren bergaalö geb / Daar Den Af- godifchen Bak meeDe toa$ opgebulb. benige ban Defe goe- deren bebupben geluft / en onDcre baar en tegen ongelult. «Dit bondek-je goopb ben Fetichcer eenige malen Doo? maiftanber/ en foo toanneer bc Dingen/ toelfte gelaft beteeftruen / beel malen GUiNESE GOUD-KUST, ï4j malen bp malhanöet ftomen / foo boojfegt üp ben vrager Eenbe- een getuutugc uptflag in ftm boomeemen. ©og Ijier bp driegery flaat aan te merhen / Dat Den Paap Dooj fijn bel)enDigl)epDderlJric- De reepje^ nan Doen bp Den anöer «omen/ foalpgcm felféonureï? gebalD/ en $ 't faaU Dat öpeenongeiubhigenugtflagboo?.- fpeiö/ fulftg gefcfnet maar alleen om Dat 'er meerder Offer- handc fal geDaan ïoerben. <£ben of Den Afgod berftoojö toas om Den fclben Daar meoe te pangen. én foo hrygt Monfieur De Paap DubbelD Deel. ©e ttoeeDe manier om Den Afgod te bjagen gefeïjiet met feenere Pitten , of toilbe Nooten, bitfg/ bolgem* (jaar feu's^**** gen/ bp De gio oybatten/ en meDer laten ballen/ al? man* meenlijk neerfe Defelbe 'tellen/ gaanDc jjier bp na 't eben en oneeben «'■"me te werft/ Dog Der Papen gaumigljepD bomt Bier al toeDer te enfbb"' pa$. Ho?t om / fn meten Dee£ ligtgeloobige Menfchen wegens S Dapper bn De Neus om te lepDen/ en in De beurs te tafien / ügtgdo- beroojfabenöe fjaar IigtgeloobigljepD / aljS Dat De Papen, vi^eyd Die gemeeneiylifïimme Quanten fijn/ De fcjjoonfïe gelegene vdkgoe- gegö De£ weerelds bebben/om {jaar te boeben/ente beD?ie*defeie- gen. «JPant balD jjaar feggen ejualjjfc upt AaanfïonD£ £eb; ge»tbeyd brnfc een uptblugt / alg Dot öce£ of geene faail niet mei in y^ebieU agt i$ genomen / maar ober Den Afgod fïg (jeeft bf rgramb ; driegen ", en Daarom De faalt anDerg jjeeft Doen ugtballen. <&it tof rD hui/feivê* ten eerfleu boo* fnubere toaarj)cpö aangenomen /ben Paap ^ge- mcrD noogt ban oaujaarljepD befeïmlDigt/ al mao'er ooa J£ïhe? een geljeel Land berloorcn ; 55 bigben aïtoo£ aan De eer, ook uyt ©og gebeurD fiet bp gebal foo olfe bootfegt jjebben/ geen va!t« aI- berflanDiger noclj teyliger Man , alg öp / *f™ **$ öan in ^eosEl™e te ge^eele Weerdd , meu blijft Dan ganfd) niet in gefyee* wijven, ben om gen toel te beloonen. <£m algemeene Gods-dienft ober een gejjeel Land , of Hoedanig Dorp, gefeïjieb tn een onbmotbare tijb/ 't jp om Reeen te enwaar- berbrijgen/of ook tocl/alg Dcfelbe te oberbloeDigbalb/ te£™mec"ea boen oj>l)onben ; in een ban bpDe ongelegentljeDen/ berga*Gods- beren De Hoofd-lieden ban foo een Land , of Dorp , bp Den dienft anDer; en taagen De Papen omraaö/mat^r tot opöoubing™^^ ban De quaal of plaag, maar meDe fp Defogt toerDen/ DienD ' geDaan te toerbeu* Detoel&e oe Hoofd-lieden baar op na tijbg 0^ ,4t BESCHRYVING VAN DE gclcjentgedd dienen; 't gecnc nu ban gaar toerd boojgefia* gen/ toerd aanftondg dooj een Omroeper get gegeele Land Doo? berftondigd/ 't geene gemeenelijn belaggelpc Ge-of Verboden fijn; en egtcr toerden De geene/ die fulftg nomen te obrrtrecden / een fraane geldboete opgelegt. Ais mede 2U£ de Vis-vangft aan 't flremmen té / of dat'er m eenige wccens t|jö niet; foeci j£ opgedaan / foo doehfe Offerhande aan de tliZh Zcei ö°3 8*tooonïp gefegiet fulng in de maanden banAu- guitus en September , alfoo fg dooj erbarentgend toeten/ dat'er om die ttjd beel Vis toerd gebangen / en egter geeft get de naam dat Bet op de OfFerhande gebolgd t$. Aföodife 25&na ^öcc Dorp geeft een nlepn Bosje, toaar in de Ove- Boflcbco righcyd menigmalen gaat Offeren, 't fp bOO? get Gemeene- mogen belt, of booj gaar eygen felfg. «Defe Boffen toerden bg nict °T' ga^r booj Heylig gegouden / fijnde get aan niemand ge* "f befcha- oo?loft om de felbe te ontrennigen / of met get af nappen digrwer- ban takken, te befegabigen; tnbienfe/ bunten de getooone de» ih\if, fjg ooft Den algemeene vloek niet op den galg toillen galen. EcnicTe- 3|eber Mcnfch, 't fo Man of Vrouw, geeft synbefonde* lijk ren Afgod, toemenfg op gaar toeenelpe geboo?tc-dag ber* olXr ie mcn> namentltjn/ 't 50 datfe op een Son-Maan-of anderen SiegVrs Öa0 kan de week gebooren fijn; noemende dcfelbe gaar Bof- heeft fijn fum, of op gaar Portugees, San&e-dag. «Dien dag fullenfe bd0\fdc"d Pecn WiJn de Palm ^wftwi / boo? en al eer de Zon onder "rTeenfce ' W 0**" ten gegeelen dag in 't wit genleed / en fijn/ ten te* ookwef ften ban renniggegd / met witte Aarde befmeerd. #eele / tweeHcy- en meefïen deelg de Voornaamfte onder gaar/ gebben bu& hficdagen tCHy cn &egalben ö«£ dag nocjj een andere alle wecken aan gaar Afgod toegetorjd. <£>p gefegde dagen doodenfe een Hoen , en fomtijdg ook toel / alóTe get bermogen gebben/ offerhau- fcn Schaap, 't geenfe alsdan aan gaar Afgod opofferen , te d. oP dC- toeten/ met tooojben: toant dadelyn «nappen fg get fclfg/ fdvcge- fondcr ictg ober te laten/ op/ meenende fp dat get genoeg i$ l foo bg aldicn fg get maar de naam geben/ dat get ter eccen ban gaar Afgod toerd gefïagt. £an een Schaap in hup öanigen gebal gedood / begond den Eygenaar get aidertoeg; lugfte: toant fijn vrienden en bekenden ballen'er ten eerflrn op dij.1. GÜINESE GOUD-KUST. 145- op aan/ alg een hond op een fïeae Koc} paffende een iege* Igft maar toat te raaen en een ftuk te neggen / waar mede fn aanftonbgi te vier gaan / vuyl , of fchoon , Daar op fïet men foo nauto niet/ De darmen ban 't Schaap fngdenfe in hlcnne fïunjeg / en De drek'er met de binger^ uy t geöoutoö Ijebbcn- be / noaenfe get fonber te waflehen in get bloed , met de Long , Lever, en Hart , mitggaderg een toenmg Zout en Malaget of Guineefe Peper. maar boo? al gaar ïeben berboden. ct quadc fïroft i ftellenbebe beloning «nquaad, in be vcelbeyd ban Wijven, en Slaven -, en be (Irafin be ont- enhoeda- beering ban Bet felbe. 3^og be alberftoaarfte ftraf , bie fe ai2- fig bcrbeclbcn (tonnen / is be Dood / toaar booj fe bn tipt* neementBenb beb?eefï 51)11. <£n bit boeb Baar eenlyft foo pbcrig fijn omtrent \j€t oefFenen ban Baar Afgoden-dienft. >~ en om geen anbere rebenen ooft / ontBouben fe fig ban De berboben fpijs en drank; fig bafteujftinbeelbenbe/batfe fou* ben moeten fierben/ tnbienfe get maarquamentepweben ; Doodnac, Doodllag, Overfpd, Dievery , etl toat mi^babcn ban bie &c!rwcr'd "atuur meer mogen fijn / reftencn fe boo? geen fonbe : re* voor j>een ben toaarom >. om batfe tyt felbe met geld nonnen afma* fcodege- hen/ en Bet anbere niet-, maar bat toerb op be Kerfitok ge* ï£rüm ^CÏ0- ^e Hcer Frederik Cojet befrB?ijft ong i)tt gcboeleit tban be Bewoonders beg fcBoonen Eylands Formofa, op eben 'gelijftc toijfe. ia"«lcn **an cen andcr leven na oit / ^n^c Üf* n*rt f Cl1£- ®* wd/rTc- meefte egter geloben/ bat/ foo üaofl ieraanb overleden isV BB GUINESE GOUD-KUST. 147 gg in een anbere Wcereld bomt; en albaar Ut geïpe toaar' vcn nadit Diggcgb alg gier leeft/ en bar al [jet geene De Vrienden ban tegen- Den overledenen na fijn booö offeren, gem in be anbere We- ™°0j^ reld te fïabc homt. ©00 ban be belooning tn 't anber leben g^s ,frt c" ïiooj'tgoed, ofquaad, algter boo? gaar betyeeben / toeten* nietceus. fe met geen gronb ban rebenen te fp:eenen / ugtgefonberb cenifle/ betoelfce baft flellen/ bat ben dooden aanflonbg na vHkcagc' fïjn overlijden , \\a fellere beltenbe Rivier, Landwaards in ge* legen/ en Bosmanque genaamb/ toerb bcrboerb/ (©eeg ver- Tweede, voering moctenfe geefïelijn berflaan / bermitoTe boo? gaar oogen fïen/ batget Lighaam Dg gaar blijft) en albaar booj gaar Afgod toerb onberfogt / toat leben gg / of 3g / in be* fc wcereld Rebben ge legb. 3$ ?t nu faan / bat gg bc Heylige dagen , aan fijn Afgod toegetoijb/ tocï/ en begoo?ljjft geeft geoierb/ niet megnrebig i$ getoeefï/nocg fïg aanbe berbo* ben fpijs geeft befondigd, óf fïg te bugten gegaan ; foo toerb gg booj ben Afgod fagtelijft ober gefegbe Rivier in een Land ban albergonbe Gelukfaligheden gebjagt. $iet ongeïp ban Mahomets Paradijs, ©og ig 't faalt / bat ben overledene aan 't boomoembe fcgulbig i§ / foo b?ugb Sent ben Afgod ban boben neer in be Rivier, toaar in gg berfmoojb/ en aanbe vergetelheyd toerb obergeleberb. Anbere toeberom fijn ban gevoelen , bat be dooden naar Derde- 't Land ber Witte, of Blanken toerben geboerb/ en albaar III blanke Menfchen beranberen» «Dit fou Pythagoras fïjn Ie* ring al bm na nomen / en gier ugt ntoogt UE. afmeeten / goe beel heerlijker fg ben ftaat ber Blanken , al£ be gaare frgatreif. ©e Negers Ugt get Land notttenbe / maften be Swarten Wonder- onber 011? tooonenbe/ totjg/ alp bat bggaar ineenaanfien- i*ikef?fp lijk Huys een groot Feticheer tooonb /toaar ban niet ban felb* Sd wo- faamgeben bergaalb toerben > a\$ / bat gg ober 't Weer te nende. gebieben geeft/ en 't felbe hart en foet na fïjn belteben boeb opftomen / en toeber berbjgben. ^jjn toooning fondcr dak ^"e™"ie, en open fïjnbe / toerb nltbog ban tic Regen berfegoonb. 't Jiufeid-" Voorledene tg gem gantg geen nunfc te toeten/ bermitg gg faamhe- get tocbomenbe foo netboo? fegt/ of gettegen|tooo?bigjcuwcr- toaar. 2tUe fieken en qualen toerben booj gem geneefen. hSJ.tr" ,4g BESCHKYVING VAN DE ftojt om/ DjftoNt fulhe toonberlpe faftcn ugt / bat Pater Marcus d'AvianUs bg l)cm maar een honsfotig getoeeft/ en'ec fijn broek toel Ijab mogen bg neber leggen. jDoo? Deeg Ne- ger nu / feggen fijn Landsgenoten , moeten alle begeene/ Die Daar omtrent bomen te fierben / berferje guen / en ban gent onberfogt toerben. pinöienfe bebonben toerben toel te Ijeüben gekeft/ foo laat Ijg befelbe tn bjeebe gaan / tot be gelukfaligheyd $ bog ban neen/ foo flteatfjgfe boo? be ttoee* bemaal ooob/ met een Ijout boo;bagieitjh baar toe bereib / en boo? fijn wooning geulaatjt/ om Jet felbe altoop bg bec [janb te Rebben. $|ier ugt / Mijn Heer , moogt UE. af? Joorlfn mcctcn / of beeg Neger ban fijn Lands-licden niet ge-eerö Landde- ni ontfïen moet toefen/ bermit£ fg Bern ban nu af/ en bg nooten fijn lcbcn aibooj een Ijalbe God aanfïen. 't <0een bien ar* jvTrCGU a flen fcnelm °^°? öee£ of geene flimme treft [jaar foo Ijeeft toe;» wJd ge° ten tn te bocfemen/ om fig felbe groot te boen agten. 't Boot houden, ren berljaalbe i$ geen berbigtfrl ban ben ouden tijd , be Paap leeft noej) Jjugben tenbage/ en be Negers ban baar nomen* be / berjjalen gcflabig nicutoe wonderen ban ben felbeu. DeNegcrs Kan 't gefegbe honb UE. fien / bat bc Negers niet teeemD geloven fijn ban Toveraars , en Wonder-bedrijvcnde Menfchen j Ül raarST°of 8ccnen öf f *en* ^P gelooben f|rt bafl / en ontoeberfpjeeuc* "onder- ln« / oog egter op een eerlnuer en te gelp oou betameln> bedrijven, uer toijg al? Die Sotten of waanwijfen bg ong / betoelne btyf ïe.Men: ben / bat geen iWeraar m§ fonber mebe-jjulp ban ben Duy- eete?oP°s vel fou «onnen ugtboerrn. ©efe. Menfchen ftellen Ijet te* cenbera- 0cnDccI / en feggen niet / bat {jet een uragt ban ben Duy- meiijkc vel, maar een gabe Gods ig. <èn fegoon 't maar loutere W,JJ' bedriegeryen fijn i foo Komt Ijet fjaar bog (ban 't bedrog onnunbig fijnbe ) als een toonber-torru te boeren / en be ftragt be£ Menfchen te boben gaanbc ; maar om ben Duy- vel gier ban be eer met te geben/ foo noemenfe Jet een ga- ve Gods : en toaare fjet faalt / bat'er Menfchen toaren met boo?fegbe hoedanigheden begaaft / foo foub itlt Jet oo.jbeeï ban be Negers alg bat Ijet ban God , en niet ban ben Duy vel bomt/ feebcrlnb toeballen. Geloven ^m om Duyvei getoagenbe/ moefï icu oofc niet brrgee* denLuy" ten te feggen / bat fg geloben / bat Dg'er té / en bat fig gaar GUINESE GOUD-KUST. i49 gaar fomtijt$ liccl quaad en nadeel tocboegD } Dog bot ecnige *cI' <*°k bOOl befen gelöen gcichreeven Dat 39 OCH felben aanbaden g^"'/'*. en met Offerhanden bereerDcn/ i£ ontoaar. 3jchmrene bp mcènd * O. D. gelefen te i;cbben/ Dat De Negers niet fullen eten of hebben, dunken, of fp filiicn eerft töat bOOJ Den Duyvel Op De aarde ^""gcen toerpen. sDit i$ een grobe mi£flag ban Den Schrijver. 't 3g de "och" tori maar/ Dat fp De gewoonte gebben/omierg/ boojDotfpdeaanb-i- cten of drinken , upt te fïojten of toeg te goopen i Dog Dat din& en t£ niet boo? Den Dvyvcl , ( gen gunnen Den felben foo beel niet ; maar toel boo: (jaar Afgoden i en fomtyDs ooft bOOJ gaar afgeiturve Vrienden. ©e Duyvel toerD op een feeftere en bafïgeftelbe trjö ban Wcrd 't jaar / Dooj gaarlieDen upt al gaar Dorpen gebannen / 'td°%^e geen met een monDerujnc Plcgtigheyd gefrgier. 2cft gebtijdvan-t |et aan Axim , toaarDatfer mei get meefïe foerft ban ma* jaam) tu- ften/ ttoeemalen gefietij eerft gaat'er een Feefl banagt da-bannen- gen boo? af/ op Detoelfie 5p aIDerganDevrolijkheydmetdar> fen , fmgen en fpringen , beD?pben ; op Die Dagen gebbenfe ooeft bmgcpö cm ban een iegelp / mie get ooft fijn mag/ aïDerfjanDe quaad te Tingen , 't 3P fijne bedriegeryen ofte fchelmftukken op te galen / of g! mat gaar maar gebalD/ fonDec Datfc Degbjegcng m af baar fïjn of gefïoojD mogen mo.iDen; 't eentgfle miDDel om gaar te Doen ftutjgen/ i$/ k batmenfe bjaaf met drank befcgenftt -, aïg toanneerfe gaoft" ban toon fullen beranDeren / en in plaatg ban quaad , De£ Schenkers lof / en DeugDen gaan opgaïen/ en fmgen. <£p Den ogtfïen Dag boomiiDDagg/ jagenfe De Duyvel upt/ ?*rulk* met een groot gefchreeuw alle agter Den anDer lopenDe /JJerUaat, goopenDe met drek , fteenen, hout, of toatfe maar brggenaanAxi» ftonnen/ Den Satan foo Dopper na 't gat/ Dat get toel een hagel- buy ban alDerganbe goed geïgut. I£annecrfeDe Duyvel nu een fïnftmecgg bupten get Dorp gekpD gebben/ foo neeren* fe alle toeDerom / en rpnDïgen Daar mcDe gaar agtdagige Gods-of Iieber Duyvels dienft. 2Ng gier bp flaat norg te letten/ bat'erol meer ais eenen Duyvel meDe moetfpeelen: mant op een en Defelbe tgD toerD gp mei upt gonberb Dor- pen te gclgft meg gejaagt. «En op Dat gp fïg niet ergen# in gaar Huyfen mogt berfrguplen / foo gebben De Wijven (€ 3 kt ffo BESCHRYVING VAN DE De boo) fïgtiggepb / om alle houte en aarde vaten foei feaagt' je£ upt te fchuuren, en te waden , omfe ban aüe onrepuig* genb/ of Den Duyvcl, te fupberen. A1( on', ia 3jn Qet Antefe Land i$ DefelbC Plegtigheyd, om Den Duy- t wm.e vci ngt te bannen/ gebjupnclijft ; maar Die arme Menfchen dttftS Pin öaac mct nocÖ cen flntimcc Duyvel (algoetoel fp Ijet een cenande- God noemen ) gebmpt. j^amentnjft / eene ban eenReufe rc i iccr gejïalte /Detoellte aan De eene fïjöe ban fijn lighaam gefbnD / hlïbcn €n öan oe önoere P)QC zeerot Vlees geeft j en foo Dp alöien De* fe eenige Menfchen nomt aan te rahen/ foo moeten Defelbe aanjlonDg fterben/ ('t geen icn oocnfonDerDeminftettotjf* feling geloof) Dog om trit boo: te nomen / foo tragtenfe Dien Sinjoor Duyvel of Afgod ( Dat en berfegilb foo beel niet ) met eten te berfoenen/ ten Dien epnDe fict men (jet gegeefe Land DOOJ DupfenDe ban Potjes Of Bakjes met eten (laan ; en get moefï toaarign al een gongerigen Dief fijn / inDien gp Daar ban get lijf niet bol non hengen J verfchcy.' ®c berfegepninge ban Geeften ftellen fp mebe boft / en range vm oock Dat Defelbe De Menfchen gier fomtgbg nomen quellen/ cecwenby en beangfl maften, ^oo toannecr iemanD ( boomaamelgft d-cilüfjcrs C£n toenaam Perfoon) gefloten i£/ foo manenfe malïtan' Der Dapper benanuib / geloobenDe Dat Den felbe noeg eeni* ge nagtrn agter Den anDer / omtrent fijn Woonplaats ber* fcljtjuo / en bomt maren. Maar twee Feeften of Hoogtijden gcöben De Negers niet aï$ eene/ Die Feeitenby fg gouDen toanneer get Koorn ingeoogtl i$/ en Die top gier *eTS' Kermis noemen i en Dan noeg get Feeft ban Den Duyvel- Ban. Stipten get geene De Swarten ban ong geïeerD geouen/ toeten fp get Jaar niet te berDeelen in maanden noeg weeken , maar matten gaar reïtening na De Mnanfcheyning, toaarbp verdeling fp De tjjö om te moeten Zaayen , nonnen afmeeten. ©at v^ ujdc. DeberDeeïing ban maanden in weeken, en Die toeöerom in da- gen ban ober lang aan gaar i£ DencnD getoeeft / fouD ieft toel nonnen geloobcn/ om Dat ieDerDag een befonberenaam in gaar fp^aaft geeft, ©er Negers Sondag nomt op onfe Dingsdag: Dog Die ban get Antefe Land, alö De Mahometa- ncn , Deg Vrydaags. ïljaar Sondagcn toerben booj gaar niet GUINESE GOUD-KUST. Xfï anber£ gebierb a\§ fcatfc beletten / bat'er niemanb in Zee gaat om te Vifl'en ■> Dog anDcr merft mag een iegelp b;g r n onüelioiumerb / gclijli op anbere Dagen / boen. ïDe Negers in ijct Land , onberfcljr nben be tijden op een AIsme^* monberlrjne toijoV noemende beeenc gelukkig, en be andere !™J|J£"' ongelukkig > in rctlige Landen DuurD De grOOte gelukkige tijd , en onge- negentien, m be kleyne (mant UE. moet toeten / bat gier lukkigc. in ooeft nocg onberfegeg b i§ ) Teven dagen j en tuffegen be> En felbe itl / fjfCft men leven quade , Of ongelukkige dagen, 't d"ni|T* geen foo beel i$/ ol£ gaarliebcr Vacantie> mant in oefelbe fullcn 3P niet op Rcya gaan, te Veld trekken notg ittg ban oanrjelegent!)eï?D onDernemen: maar/ foo lang befelbebu* ren/ ftil bigben fitten/ fonDer iet£ uut te boeren. «Dein* woonders ban Aquamboc fijn gier op meer / ban iemanb / gefet ; mant bcgalben batfe nietg geburenbe bit ttfi fullen berrigtcn / foo en begeerenfe oor geene Vereeringe ban iemanb mie get ocli fg / aan gaar gefonben / aantenemen ; maar fenben befelbe meberom / of bom op fijn beft be Ge- fchenken foo lang elderg op een plaats betoaren / tot be goe- de of gelukkige dagen genomen fijn. 3Dan / of Dooj mietl Dee£ goede en quade dagen fijn ge* Gedagten ftelb/ foub irft / nocg niemanb nonnen feggen. 't $aaft ™non™"r bat icn'er ban Ban bennen/ i$/ bat ben een of anber groot fChtydln Sinjoor op beeg tijb gelukkig en op een anbere tijb toeber on- de tijd is gelukkig is getoeeft ; en bat go baar op agt gebenbe/ een vandaan gelofte geeft gebaan / om'er 3ijn levenswandel na te fullen gekomctt fcgihnen ; en bat anbere bit fijn boojbeelb nabolgenbe/gec een getooonte onber gaar t£ gehuwden / maar imt bg bcr* boïg ban tijD / fceherlp een Wet fal gefp?oten fijn. (Cuffegen Qct eenc Land en 't anber i£ gier in nocg groot onberfcfjegb / Itomenbe fg met mal&atiber in be rekeningen niet ober een ; mant ben eenigceft get op becg/ en be andere meber op een anbere tijd , en be Strand-Negers meberom be* nreuncn'cr fig mennig mebe / maar gouben be eene tijd foo goeb al£ b'andere. <$p be Goud-Kult i^beBeelden-dicnft onber be Negers niet benend ; maar in be Ardrafe Landen geeft men gegeeïe Le- gers ban Afgoden-Beelden, ,rt BESCHRYVING VAN DE De n« ers ®*n öec Negers Gods-dienft bunftt on^ genoeg te gcBbcti v.iic. eeng toaarbig fijnfe tn l)ct felbe/ geen faalt ban eentgeop* merning ftomt'cr boo? te baüen/ ujelne fn niet aan öe een of anbec Wonderwerking fijn toefcijjijbenoe. fyicv ban foub icn berfcjjegbe voorbeelden, te mijnen tijöc gebeurb / non* nen bgbjengen ï bos bjjjl 't felbe toat te lang na mijn fin fou ballen / foo fullen fcon'er een unt bunfent nemen / en on£ met get nabolgenbe bergenoegen. Aanmcr- 9n 't jaar 1698» tn be maanb ban November foierb be kelrjk Comraanifen Koning , ÈöCl eer Onfe bltterfïe Vyand , aan van-t ui- Cabocors boo? be Engelfe omgetyagt. H&ennig bagen baar re. na Oiiam Onfen Opper-Koopman ban Elmina te overlijden ; toen gabben be Negers get befonber bruït.$iet renen/ of 55 geloof ben bafïeljjh / bat betl Commanyfen Koning boojfeg; ben onfen Koopman unt ftet Land ber lebenbe tot [je m tn be Elizeefche- Velden ïjaö geljaalb / om ftg baat boo? aan on$ te mogen to:er ften. <£n toijl ö9 Bo fijn leben geen gelegent* Ijenö [jabbe gegab om een boo?naam Perfoon ban 0110 teag* terfjalcn / foo [jab jju fuift s na fijn boob totllen boen/ op bat ton ouéober ftjn Heenvaard niet te feec fouben bergeu* gen. Cot bug becreen feifë noegtonbecflrent ftg [jaar Duy- vels Bygeloof. 3Dn fullenfc baar tn laten fieenen (a\§ on; mogelrjn fijnoe om'ee fiaar unt te rrenlten/ ) en befen met mijne Ijart-gronotge Groete aan UE. en Mejuffrouw UE. Huys-vrouw,fïudten en &etungenbaticftonberanberuj& ben enbltjbe/Scc. Eynde van den tienden Brief. ELF- GUINESE GOUD-KUST. in ELFDE BRIEF. Spreekt eerfl van de Regering der Negen, dewelke overmits het kleyn Gefag der Caboeeros, heel flap, en ongercguld toegaat. Onderfcheyd tuflehen een Koninklijke regeering, en die van een Gemewe-beft. Uyt wicn de Regetnng aan Axim beitaat j hoedanig een Regts-geding aangelegt , en bevorderd word j en ongeluk- ken die daar uyt komen te ontftaan. Wat geloofde Getuygen in een Regts-geding verdienen. Groot Gefag van onfen Koop- man aan Axim. Straf die hier te Land over een Doodjlag werd geoeffend , wegens Dieffial. Aanfïcn van Perfoonen voor geen ongeregtigheyd gehouden , en waarom ? Menfchen-en Vee- Dievery fwaar geitraft. 't Regters Ampt brengt onfên Koop- man aan Axim , al vry wat op. Een nader verklaring daar omtrent. Onregtmatige wijs van fchuld invorderen der fbmmiger -, op twee , en drie manieren. Oorlogen daar uyt ontftaan. Waarom fbmtijds Oorlogen aangegaan werden 3 vallen onkoftdijk. Krijgs-magt der Negers , omtrent het Strand of de Zee woonende , is fêer gering. Blooheyd der Negers in het Vegten. Hoefe fig in een Veldslag gedragen ? Wat Bujt defèlve konnen maken, 't Gefag der Papen in den Oor- log, 't Geweer by de Negers in gebruyk , Gefag van haarlie- der Koningen , die geen Staat houden , noch het alderminfte werden ontficn. Hun inkomften , armoede van eenigc , opvoe- ding van haar Kinderen is geheel flcgt. s'KoningSy of een an- der voornaam Perfoon , fijne Bedieninge. MYN HEER, |E. aangenamen en feet; ge-eerben ban Öen4- O&o- ber geöagteftenö / i$ ntp met Bet Schip öe vlie- gende Draak, toel / en feec fpoe&ig aangeöjagr/ bie£ get gefegbe Schip Bier öoo? fijn naam groo* telg&g geeft be&ragtigö ; Dog irft toenfte toe! / öat öp in anöeregelegentheden, toat minöer te vliegen totetb bebonben/ te toeten/ foo toanneec gent onfe Scheepen ag* £ tec M4 BESCHRYVING VAN DE ter De vodden fitten ; mant ban gelij&tljct/ bat ïjp in pïaatg banttoee/ foo'er ogter gefcfjilberb jtaat/toel bier /en meer Vleugels geeft •, gemerkt jjp bc onfe binnen no?tcn tyb nlg tigt l)et ge%t gevlogen ig. ©og bat'g tot baar en toe / al£ mper bog niet aan gebben/ foo berleene be Heemel fjem ecu brfjoutoöe Reyfe en oberuomft / Iieber en eerber/ ban bat'ec ben Beer , in plaatg bau op fijn Poot te fuygen , fl0 vet aan fou meitcn. |öet feer beel bergenoeging/ beoog icituptboojgemelte Brief, bat UE. bereebg bier ban be mijne, toclae ban befe Kuil jjanbelen/ Ijcbt entfangen/ te meer/ foijl UE. fïgbe* felbe mei Iaat gebalUn / en bel boomamentlylt Ijrt geene ten UE. ban ben Commanyfcn Ooi log jjcb mebe gebeelb. UE. fijt mg bcbannenbe / booj be moepte bit icn bic£megen£ J)cb genomen/ metberfoeft/ bat itU opbien voet fou boo?t gaan/ en U E. 't geen norj) ontb:ceut/ mebe beelen; eti om mp baar toe f eerber te beweegen , ftjt U E. niet geb?c* htg mijn Arbeyd boo?gaang te prijfen. Staarlijn / Mijn Heer, get felbe fou toci goeb fijn./ om bit geene / toelüe ban een anbere gefteldheyd fijn alg itlx l aan te fetten* ©og it\\ booj mg feer tuel metenbe/ boo? jjoc ber mp be lof, bit UE. beleeftheyd mp gelieft te geben / töeftomt / toerb'er nieteen£ booj bewogen > en UE. bcfyotfb/ om mg aan te moebigen/ geen anbere bewegredenen te gebmp&en / al£ maar eeulijft te feggen / bat fiet UE. beljoagD ; aio toanneer / obertoe; genbe be verpligting bit iclt omtrent UE. fijn Perfoon Tjcb/ niet nalatig fnl fijn/ om met alle boenljjhc mibbelen U E. te beliebcn. ©e befe fat ban mijne goedwilligheyd , en fjoe feer icn ten dienfï ban UE. beregb ben / een goebe preuve bonnen geben : toant niet mctenDe of in lange mei toeDer gelegentheyd fal «rijgen/ om aan UE. te nonnen ich rij ven, foo fat ich Ijnn opbullen met foo beel Stof, baar ich an* berg toel ttoee/ of ten minfïen anbcrjjalbe Brief mebe Bad mogen bullen. 't <£>eene/ maar ban fop tegentooojbig gefinb 51311 te han- delen, fal beflaan in ber Negers Reoermge , Rcgts-gedin- gen, en Oorlogen -, bog ban ieber mafr ten brele/ gemernt icn ban be ttoee eerffe Pollen , op anbere plaatfcn , rn baar GUINESE GOUDKUST. i^s get mebe tod te pas fal nomen /eenigc melding Den&e te boen ; en ban 't laatfïegebicnUE. onDerDeBefchrijvingbanCom- many al ictg opgeDifï. 't&Iot ban Deeg Brief fai fijn / om UE, De Guinefe Koningen , in gaar bolle Luyfter en Praal lebenDig Ugt te fchilderen en af tC malen. Hanuelangenbc De Regering Der Negers , Defelbe gaats,aPPeR«- frer flap en ongeregelD in ftjntoern/ en Dat eenïjjn toegeng ^ca""£ t 't ttlepn Gefag Der Regeerders , ugt De Hoofd-luyden , of Ca- dcftïv/' boceros bcftaauDc j en bic? galbcn ontfïaat uut Deeg fïojDi* ontftaat. ge Regering en quaDe getoijgDeng / niet toegnig malen een gcgcclen Oorlog, CufTcgen De Landen Die boo: Koningen , en anbere / toek ??derd' fee a\$ een Gemeene-beft tocröcn geregeerd, ié een groot tu(fcyhcn berfegil in De maniere ban Regts-vorderinge : ban 't eerfle / eenKo- nlö fljnDe eer een Geweldenary , a\$ Regts-geding , te noc ningrijk , men /fal kh booj get tegengtooojDig niet beel feggen; maar ^.bST alleenlijn fpjecnen ban De Gemeene-beften , en Daar in mg get mcefï rigten naar Die ban Axim en Ante , toelne ong nocg toel gec g-reguleerfte boojnomen ; foo men get anberg Die naam mag geben : taant in Der teaargrgD gun bc fit bn> fe ban Regeeren , en Regts- vorderen ig eerDer een verwarring te noemen/ tsaar Dat men bg ftjnDe nautoelijng een begrip ban Krijgen nan/ beel min Dat men get in fijn beregfïe fa- men-hang op get Papier fou béngen. og ban dee£ Stofte gier na meerder. Jl&aar i§ 't faan/ datdeCaboccros een regtmatig vonnis Doorregt- toijfen / of dat {jet onder onfe Forten boojbald / en in te* matige gcntOOOjbiggepd ban Ollfen Koopman toerd verhandeld , foo vonniflc toerd de Taak in der minne afgedaan/ met de befcfiuldigdej^g,';. te veroordeelen , of b?p te fpjccUcn- ©e felbe toerd veroor- deeld indien'er getuygen tegeng gem fijn / cn gp den felbcn wat kragt niet toederïeggen nan/ en top gefpjoonen foo gp doo? ge- «leGemy- tuygen fijn onfchuld ftan doen blijften / indien Partyen ban und heb* toeernanten getuygen ontbreken / foo toerd den befchuldig- ben. de gebjaagt/ of gp fijn ohtnennen met Ede toilöenragti* gen > indien ja / foo toerd gp top gcfp?ooöen en ontfW gen. jjóaar niet derbende fweeren , foo fïaat gn blood booj in wat gc. 't Oordeel, dat ober gem gebeld fal tooiden / om get te Jaldd5" moeten betalen -, bcgondeng dat gp Regt geeft / den befchul- tlênd" .8° diger albooreng te doen fweeren 3 get toelft den felbcn ooft gegoubcn \§ te doen. ©cn Eed ban ontwennen toerd boogden Eed ban befchul- diging aangenomen j dog bn aldien den Aanklager met twee OOK tod een getuyge toil fweeren , foo en toerd de Aangeklaag- de niet toegelaten een Eed te doen. <©it baard ooft niet toepnig malen grootc ongevallen : Groote toant/ fïjnde get vals Sweeren onder de Negers niet nieuto/mastvai> en dat iemand gier doo?m eenigcfchadeberbald/ foo fal Kooiman go op al&ergande manieren fïg daar ban foenen te to?eeftcn. aan Axi™ «Dog deeg ongcregtigen handel bald niet booj/ alg op Plaat- in£iin fen3 die ber ban de gand / cn Landwaards in gelegen fijn / Kter ttf BESCHRYVING VAN^E en toaar ban onfc Kooplieden geen ftennig nonnen nemen; bog 't geene onber / of omtrent be Forten gefcgiet / tocrtn in ijaar tegentooojbigfjepb verhandeld en afgedaan > boenbe Den Koopman neben^ be Caboceërs baar uptfpiaaft ober/aïg toannecr'er ren eeutoigen bage geen verhaal meer op tg; toont/ aïleg bat boojjjem en be Caboceërs toerb getoeefen/ i§ bafï en bonbig / fanber bat (jet felbe boo? eentg anber Geregt mag betrohfien toerben/ al$ bOO? ben Direcleur Ge- neraal , 't toelft bpna noopt gebeurb / ten toaarc ben Koop- man en Caboceërs ooo? quaïijft ban be faak onberrigt te fijn / teinanb ten onregten Fjabbcn bertoeefen: anberflnbö fïjnbe Inwoondcrs met get getoggbe ban hen-lieden toonber toel te bjeeben/ en fulïen baarom oofo be opgelegbe Boetens met be meefïe gocbtoilligljepb betalen. ïOaat tn befelbe befïaan / fullen top nanftonbg/ met be Degaane Misdaden-baar neben te {teilen / gaan toonen. pieytea ïfier ftet UE. nu / toanneer een faak aangeleot toerb bat iunder top befelbe OOft fonber beguip ban Advocaten , of Procureurs , ken o? nonnen meefter toerben; en bat op een typ no?ter manier /en i ic} 't i>c- miffefnen foo rrgtbaarbig nïg op onbere Plaatfen. ©og icö lopers, moet'er egter bit 5p feggen / bat jjter feïben foo f toare faken boopballen / toaar ober men be gebagten ban een Advocaat fou bejjoeben in te nemen : toant be Saak , be Aanleggen , Verweerders , en be Regters , afleg ig eben eenvoudig , en bn$ fiet men baar jjaaft een gat in. <&o?beelb felfé / of be; fe maniere ban boen goed of quaad ig* stnfwe- 3^at be Boetens nu aanbeïangb / foo toerb eerfïelgft een gens Doodflag op ttoeberlp togfe gefïrafb / eensbeelg met Hen nvederi y dood öc£ Doodflagers j en ten anderen / met get boeten ban en onder-' geld booj be Man-ilag : toelfte al toeber ttoecbcrlp i§ / te fcheydin toeten/ aan vrye of onvrye, bat'g te feggen/ vry Geboorne, «■^78^ Of Slaven. Tsiwt. &eer feïben Komt Ijet te gebeuren bat temanb ober een Moord ofte Doodflag toeber toerb gedood , muien fjp maar rrnigc Middelen, of rpe Vrienden geeft / om be boeten f)tee toe fïaanbe/ te betalen. iiocvcd Sfnbicn temanb een vry-gebooren Neger aan Axim om 't bocu vo^r Icben bjengt, en bat be Doodflag met geld geboet fal toer; ben / GUINESE GOUD-KUST. if9 ben / foo tof rb ban [jent be ban onöö Daar op gr fïelbc boe- een try- tegebojberb/ betoelhc vijf honderd Rijxdaalders bebjaagt / Seb°orc bog felbcn toerb ben gehelen t?yit$ befe gebaüett naar gelegentgegb ban fanen/ ter befcjjenbentöenb ban een Rcgter, of Rcgters fïaan. , ©e Doodilag aan een Slaaf gepïeegb/ toerb met fes-en- "00/"» tnegentig Rijxdaalders geboet. 3Dog fytt mrbe gaat get a\$ verflage booren ; namentlijn / bat'er op 't jtarn aanjjouben / offlag slaaf . toerb gegeben/ en gemeenlp «rijgt be Beledigde, een bende ^^ Goud, oftwee-cn-dertig Rijxdaalders , met een ailDfre Slaafden. in be pïaatg. Wanneer een Neger een Man-flag geeft begaan/ en niet EenDccd- in ftaat #/ om bOOl flg felfê / Of Öe jmlp ftner Vrienden , flagfr be gefïelbe boete te bolboen / foo moet l)p / gelp'er ge- ebbende fchreeven ftaat / huyd voor huyd , geben/ toerbenbe op een om de erbarmelijke/ eji ganfeg ppelpe toijg/ om 't leben ge* Boete te bjagt. JEant ft Se m bebooreng bat fin aan 3*jn emibe ™edr2e0n' Komt/ bugfenb fJOOben / ( met hakken, fchieten, fnyden, eCn elen- fteeken, en toat 35 meetber nonnen bebenben/ ) ooen fier? digewijs ben/ ten toaare ben Koopman fig fijner ontfermbe/ en ïjem ^n^c fonber aan baar ober te leberen / liet fïroffen mtt ïjet af* ^a°ft Ê<> Paan ban fin fejjulbig Hoofd, ©e ftoaarfïe ftraffe/ na beu* ito BESCHRYVING VAN DE ben Doodflag toerb geoeffenb ober 't Steden , en 't Begaan ban Overfpei : bog bati 't laatfle fal ien op een anbere plaats f pochen/ en nu maac eenlp ban De ftraf Dec Dieven gan* Delen. 23egaane Dief-ftal toerb gemeenlijk geboet met get geflo- Dtefc?, len Gocd ' *n *cn boete Daa* tn boben toeDerom te geben / d onder- fljttbc of toerbenbe Deeg boete gerigt naar De groote ban De fchcyd öegaane Dief-ftal, tot toat Plaats , ban/ en Dooj toien/ get door wien geftoolen ig / Dog giec omtrent tg een toonbec groot on* hetyefto DerfegepD ; toant Den eene fal / boben get gcenc gg gcftolen kn werd. geeft/ bn boojbeelb moeten geben / een boete ban twintig Rijxdaalders , en een anDer / ober eben Diergelijne misdaad, honderd , of meer gelpe Rijxdaalders , en Dat noeg fonbec De minfïe ongeregtigheyd , mei te berjïaan/ na De toijfe ban Dat Land, en om Dat IJUtme gewoontens of OUDe herkomens fulng meDe brengen, hierom DienD een Koopman , Dte obec Deeg Regts-pleginge fal fitten / niet onmmbig te fijn/ op toat wijfe De Swarten getooon fijn te regten , of gg fouDe fomtoglen get oordeel ennelijfc na fijn geDagten vellende , een feer flinckfc pas Doen. •tAtnficn 't SCanfien of aannemen ban Perfonen in 't Geregt, ig or aarmcc-vgier in 't alDcrminfïe geen ongeregtiggegD ; Dog get Dcjï men van f^ct df / ^ / bat De Rijken , en Die ban eenig bermogen 3911/ voorceèn gcttteenlijft fwaarder, alg De gemeene-man of De behoeftige, onregt- toerben geftraft : toaar toe 35 ttoee reDenen bermeenen te vaarde- gebben; eerfl/ om Dat get De Rijke , fonDcr nooD te geb* ,ekd T Öen^ Ö0C** ^n ten ttoeeöen/ oat öe boetens bati fijn goed gema&ftelijft af nonnen : mant niemand toerb ligt boben bermogen ge&aflegb/tentoaare Dat gnget al te grofmaate te/ en men gem begtoegeng in flavemy berfonb. ©ogban moet go Deeg fonde al meermalen begaan geb&en. og genoeg fytv ban. %\\ fal rcn£ gaan toonen / maar tn be boojbeeien ban ben Koopman aan Axim , aangaatïbe fijn Rcgter-Ampt , be* fïonben. «Hen Neger , bp boojbeclb / ober beeg of getne misdaad Ampfua Cfn boetc ban hondcrd Rijxdaalders opgelegt fïjnbe/ foo öab Axim is be Koopman ban [jet feibc twee derde declen / en be gefa^ profijtc- mentlgne Caboceers , een derde Deel. 3£og rocgen£ Dood- rawau fla8> Dief-ftal 5 of i)ct inbcjbcrcn ban iemanb£ fchulden , uythet foo ftreeg ben Eyfcher drie-vierde ban tgeljeel/ 't obenge feivc bc- toa£ boo? ben Koopman rti be Caboceers , toerbenbe toeöer on; ftaat. öer (jaar al£ booren berbeelb ; te meten / een derde boo? De Caboceers , en twee derde boo? ben Koopman. *®it# l)Ct ïjtec boo; een Koopman bm boojbeeïiger Regter ma£ te toefen / alp Op on$ in Europa, altang boo? foo beeï be Regtersbaar np een eerlyue mjjé urijgen / 't geen buptcn bien op een ongeoojlof bc manier balb / tuil ich niet renenen / bat t£ een faalt maar ban ia geen hnims [jeb / noeö oocr niet en begeer te ijebbcn. 't 3Doo?fepbe Regts-loon betalen be Ne- gers caltang 'tig boo:befen foo gemeeft) metbemceftegoeö* toilligbepb / fonber j)rt oopt tegeno te fpjechen / fclfg be geen/ boo? hyien ben Koopman maar een fupberc feljulb [jab in gebojberb / betaalbc ban 3811 gejjeclen omfcngft een ge* regte GUINESE GOUD-KUST. 16*3 tttftt vierde , en Dit toa£ foo bafï en gefet / a\$ men toeet Dat men tot Amfterdam bg Den Bakker een oortje uooj een bol moet betalen. i|icr fal ie» / boïgen£ beloften / alg een tuffegen-poog/ qmflan- laten inbloegen/ toat mg/ tertoijl ich get kefag alé Koop- ^krigt man aan Axim gaD / booj een faah te booren i$ genomen. «„ Ge- 5fu'c Landfchap ban Ancober, Dat ban booj langen tijö on*fch;ituf- Dcr De gegoojfoamgegD ban Axim gaD geflaan / tooonDen fchcn ttoeeCaboceers, begDe ban een reDelijh groot aanftrn / De*^neca^ro" toelhe al ban eemge jaren gertoaarD$ met Den anDer ober Ancober, goop / en tn verfchil gaöDen gelegen -, latenDe een ieDcr ban cn wat Defelbe ftg boojftaan / Dat Den anDer fijn Slaaf ugt De ge* J"opj boojte / en 't regt ban erfenis toaé getoojben. it gaar op De bc fegenDen- fee toyg gebben&e boojgegouben/ en Dat icft bemerhte Datfe getbcioe fcgeenen toe te (temmen/ foo en maante uh geen f mariggenD om De bolgenbe untfp?aan te Doen : al? Dat icn begeerDe / 35 fouDen/ cerfe unt mijn Fort gingen/ fïgmet Den anDer verfoenen , en vriendfehap manen / fonDer nu of ten eeuwigen Dage / Dit vcrfchil toeDer te bernieuroen / maar malnanDer boo^vryeMenfchenoanfienen eruennen/ en De geen Die Den ander toeber boo? een Slaaf quam te fcgelDen / fon in een f tpare Geld-boete toerden bertoeefen. J$tt Dit vonnis fcgeenen 35 beide fcer toe! bergenoegb / en/ malftanDer omhelfcnde, f tooeren 30 een eeutoige onder* linge vriendfehap te fulïen ondergouden / en om norg meer te toonen / Dat get gaar toel gebiel / foo DcDenfe mn ban focerftanten / om Dat in gun faalt inDer mrae gad bugelcgd / goeDe gefchenken. <£u Daar meDe toa£ ich ban geDagrcn/ Dat allcg bergeeten en bergeben fou getoet ft 3jjn ; gaande een ieder toel te tocDcn na 31311 huys, fonDer maluander meer; Der te morgen. 32og een maand of D?ie nadcrganD tuterd mg bengt/ Dat ern ban gun beiden Den anDer Doo.Utoccop' gemaahte Schelmen gad laten om gal£ brengen / fchietende Den felbcn De$ nagt£ in fijn eggen huys booj De kop. %cU gier ober ten googftc n gcbeïgD fijndc / en / gelgn men bg on$ fegt/ confideieerende, Dat Dit een faau ban groote con- fequentie toaé / toelfte in een toel geftelDe Republicq met mocfïgctolereert, maar anderen ten erempel gefirafttoer* Den/ foo fonD iru aanfïonDg eenige ban mijn boomaamfce Dienaars naar get Ancoberfe Land, met laft Dat fn De Moor- denaars, om gefïraft te toerDen/aanmg foudengebbenober te leberen. om 't toeltt te bewaren/ men gier GUINESE GOUD-KUST. ió> gier nïctö onberfogc moet laten. <6n dieggalben non icft ligtelijlt befïugteu om mg met cemg gebolg naar 't boo?* noemde Landichapte bcgcben/ toaaröaticn/ omtrent djic mijlen ban ong Fort toccfcnde / een vergadering ban omtrent de bgf gonöcrd toelgctoapcndc Negers bond / olfoo fg ber* meenden / Dat ïch baar üoo? fou afgefegnnt merben /om mijn boojfïel te boen ; Dog ganfeg in tegendeel : mant foo goajl en toaren bc Pligt-pleegtngen niet geegndigd / of ten bmeg gaar/ Waarom 3g fig Oe gehoorfaamheyd ban de Maatfchap- py toildeu onttrehnen > ©atfe bedagt moeftcn fijn / toat quaad 5» fig deotocgcug op den galó fouden galen. I^ier on Ureeg icfi ten ontrooojb/ dat men gaar belogen gad/dat get noogt in gaar gedagten toa£ genomen /de Hollanders te bedaren / nocg fig öerfelber befcherming , foo noodfanelijn booj gaar Land , te onttrekken. Wanneer icft gier op bol* doening ijaa / foo auam itf\ tot nujn boorigen eyfch , te toeten/ datfc mg de Moordenaars , om ter fïraf te boeren/ foiiDcn oberlebc ren ; dog dit en milde niet blotten ; 3g bec* blaarden rond uut 't fclbe niet te fullen doen 5 maar niiffcgfen gaarlieden fclfé ftraffen. Sfcft nam daar op mijn affegegd ban de gegeeie Vergadering , en meende te bertreftften/ dog boerde gaar eerft dit Ojcggement en bertoyt te gemoed /al$ dat ie ft ban nu af aan gaar alle boo? gand-dadig aan gedagte Moord gield / en dat uk bieggalbrn niet na fou laten / al* Ie/ die telt ban gun Land hou brijgen / tn berfceftering te nemen / en alg Doodflagers te ftraffen. ©it bjagt foo beel te toeeg/ datfe de hoofden bg malkander ftaften/ en eenige toefegooten/ met btrfoeft / it\\ milde dog nocg een toegmg; bertoeben/ 3g foudtn mijn eyfch nader obermegen/ en mg befegegb nomen brengen. 3fcft bleef omtrent nocg een quartieruur$ toagten / al£ mannrer 3g mg de Moordenaars geboegd quanten ter gand (tellen /berfoenende maar alleen/ bat ten mg met gaar te firaffen / niet fou gaafïen / maar gaar alle/ om tegeumoo?dig te 3tjn/ af toagten -, 'tgeenift gaar beloofde. <*Ên foo ging icU met defe Misdadigers ge* ruftclp naar nujn Fort 5 feer tod ober mijne ugtboering bol* daan fïjnde. <£*een dne dagen gier na / of alle de Groote ban Ancober f 3 ftu* ^ BESCHRYVING VAN DE quanten ftg met een geljeel Leger boo? mijn Fort bertoonen ; bcrfoeftniDe / icr toilöe gaar Dog üeftenö mahen jjocdanig teft de Misdadigers meende te ftraffen >. 't Sflnttooojd toag / Kop af , en om nocf) meerder fcfjijn te geben / deed teft Moniïcur Den Beul , met fijn Moord-gewecr in gaar tegen' tooojdigïjepd bcrfcljijnen. XOaat on 50 niet ai.drrö en De; Den / a\é lamenteeren / en berfocben / Dat ten ïjet / bol* geng De getooonteban gun Land, met geld milde afmanen, <£n frfjoon icr felfg ntet anderg en fogt / foo ge liet tch mp egter alg of deeg boojfïel mn ntet bejjaagb/ tot Dat De Vrienden ban Den Verflagenen , toelbe reedg Doo? Jaar maren te b?reden gefield / mp fulhg felfé quanten berfoeben;en /'t geen norl) tocl get alDermeefl blemde / aan mn De gefjeele boete ober gaben. ©it toag 'tgeene Dat ick fogt / Dog om egter mn foo Edelmoedig te toonen olg 3p / foo liet icb mn met De ijalbe fom bergenoegen. <£n foo toaren top ban toeerftan* ten toonder toel boIDaan ; en De Misdadigers , Die boomome Lieden Kinders toaren / toierDen op bme boeten geftelD, «Dit gebal ijcb teft UE. tonölopig toillen meDe Deelen/ op Dat U E. Daar upt moogt fien / (joedanig top getooon 3jjn Groot Ge- faanen ban Die natuur te behandelen / en oocr met cencn ug van 't Gefag en hoogagting ban onfen Koopman af te beelden » dunaauP '* $ettt Öet bolgen&e nocf) meer fal bebragtigen. «£5een Axim^" Swartc bermag / bupten toeetett ban Den Koopman , een twift-faak onDer De fjanD afDoen / op berbeurte ban al ïjtt geene l)p Daar bp té bebojderd. 't <ècfcf)teDe te mijnen rtj- De eeng / Dat een Neger bp My quant met berfoeh om een fcgulD boo* ijcm in te boderen; t toelR gent beloofde/ en oor bolb?agt. ©og berftonb ban Den Schuldenaar , Die [jrm niet feer gunfïtg toag / Dat gp bp mp mag bomen hlagen / alö Dat Deeg fefmlb toag fpmptendc ober fjet beflapen ban bt§ anderen Wijf , 't toelR 3p met malftanderen boo? De Hoofd-luyden jjabben afgemaabt. ©en cyfeher om fijn geld Romende/ bmeg iR Den felben / offjptoeltoifï/ Dat [jet berbeurd toatf / tejtotjl jjp fiet fonder mijn bennig of toeeten Bad berrigt*' ^p frpde bolmonöig/ja, en berfogt/ Dat ib'er Ijcm maar een vierde ban fou geben. üJcu daar aan fijn nuldadigheno fienDe / gaf ïjem de [jelft / toaar boo? 02 GÜ1NESE GOUD-KUST. 167 gg My fcer nebjiegg bebancftte/ en blgmoebigïj Reenen gmg. 't jDoo?fcgbe gefegieb / om baar boo; bc Negers alle 5c legcntljriiö te bniftr.cn / bat fg in gunne gnnecne en afge* fonöerbe Vergaderingen nietg tot onp nabcel/of om renigen üpftanb te bertochhen / nomen te bcfïugtcn. $u toeber tot get boorige. 2Can becie oorden ban beKuft °nregt- toerbrn be fcgulöcn op een onregtmatige/ en fcgelmfebujg wTstm mgebojberb / en bat op foobanige Plaatfen , toaar bat top ccLiócn toegnig / of toel gantfrgniet Rebben te feggen ; of oor intevor- toel in Koningrijken. og/ leteeng/ goegobloco bit toegaat* fer crrfle Schob- bejak geeft reeb£ feg maai foo beel a$gg tnoep gebben/ en be bcfe/ toien£ Goederen genomen ftjn/ egft/inbicn gg foo onrcbeltjn i$ ai? ben anber / mebe een bubbelbe fcuaar? te boo? get felbe/ met betugging/bat grm get felbe «oogt boo* eenminbere Prijs i? affïonbtg getoeeft. Qjnnabolging/ foin mg niet enbcb?ieg/ ban be oube Rcmeynen ,betorlfte/ ütp fijnöe ontbjermb of in gaar Eei benabeelb/ toaar booi fg bergoeöing rgflcn/ een fecberefom moeflen noemen /en fweeren, botfe fjet boo* niet minber / al? get aan gaar ge* fïaan gab om te bt'efen / fouben toillen geleben gebben, <£ben foo gaat get gier in bupöanigen gebal mebe. <£n be geen / om toieng toil get boo?feg?eebe Goed genomen s$ / i§ gegoubeu ben Eyfcher bolnomen te bergenoegen. <8n toijl bit gemeenelp obcrnlegne fchulden gebrurb/foo moet foo een armen Duyvel fomtoijlrn foo beel Guldens betalen/ al? gg dubbeltjes fcguibig i? getoeefl;enrgter bermag gg'er fïg niet tegeng fïeiien/ mitg ben anber nucrber magt geeft ban l6g BESCHRYVING VAN DE ban ïjn of ooft mei boo? 't Volk , ban oen Koning , of eenfg anöer Opper-Hoofd toerb onberfïennb. ©it fïct men on ge* fcgDe Plaatfcn bageijjn^ gebeuren / ja feifg bat fommïge Mentenen , op befe töij3 ban Jjun geijeeie armoebje toerbeti ontfet. vön Dat ö?aagö onber gaar nocij ai Oen naam ban Regt5 bog / mijng eragteng / i£ get loei Duyycls" brom. Nucheen $ocl) een anbere berbugbelbe manier ï)f bben er mge Negers, wi'sdle om Dc Men**cnen Ö*r geld af tt bimngen. J^amentlijn/ öat „ede e wn ban gefegbe Moedwilligers bg öc e^ of genie fullen no* schelms raen / en tegeng ben felbe feggen / ten ïjeb ban U E. 3jjn genoeg is. soon, Neef, Slaaf (of tote &et ooen i§/ befelbe eemgfiub$ rabenbe) bu£bantgen lect , ofte hoon ontfangen / maar boo? ten ban u bolboemng ftom eyfehen, of fat ing anber£ ten urnen bofte om 't leven brengen / mjjn Hghaam anDer* finbg ftoaarltjft befeetenen bertoonbrn/ of oor toel temanb anberg oberjjoop fchieten. %§ 't nu faaft/ bat be geene/ fcoelbe bug aangeranb toerben / be faften niet met ijaar af manen/ enbatbeeg Schurken ftert genoeg {jebben/ om (jaar dreygementen toern-fïelltg te manen/ geujb icn ttoee malen felfé öeb bngctooonb / foo tocrb be gedreygde aangetaft / en moet / alg of jjn tjet Feyt felfé gebaan Jjab / baar booj bloeben ; bn albten be boojgetoenbe Belediging maar toaar f£« Regtbaak ^tt boojfegjeebe / en 't gene ton tot nocj) toe geböen ber* fiaalb / t£ boa? foo beel ïjunne getooone im}§ ban Regts- vorderen aangaat, ^n Rebben norf) een anbere en toonDer* Iper manier ban Regten , toaar ban be Mancevos meefiet jijn ; betoelne tn teber boomaam Dorp een gefelfchap onber ben anber jjebben opgeregt/ om ober alle blegne misdaden ban anbere te oordeelen , en vonnis ugt te fpjeenen. <&n gemerftt be Negers op beelberln toijfe regeng malnanber bo* men te mi^boen/ 't 50 met vloeken , fchelden, {laan , en foo boojtg / foo gaat be geen / bie fïg agt beledigd te fijn / naar 't Gefelfchap ban befe Mancevos , feggenbe / bit / of bie / Beeft mn fmaatheyd aan gebaan / bieo^aïben bom m Ijem aan UE. berboopen/ of aangeben/ ftraft {jent na berbtrn* ftt. vDefe Meffieurs ïjitt op feer greetig ftjnöe / brijgen be aabcre aanflonbg ön be turven, en na fijn faak ten rutoflen on* cevos. GUINESE GOUD-KUST. i<5f onberfogt te gcbben/beflaanfe gem tn een boete ban eenige Rijxdaaldcrs. 4Bn bu alöieu gn f» 3 ontoiUig toonö ban De boete te betalen /om Dat Be ten onregten igberoojDeelD/ of Dat fp op 5tjn verantwoording geen ogt gebbengegefcen/Sig- nores Soldados, of Mancevos beftreunen fig be$ toegnig/ maar gaan fimpelijk na De Markt , en galen booj fijn refte* «ing foo beel Goed , al£ De opgelegöe boeto beDjaagb / *t fcoclft gu Daar na tegeng tuil en Danft moet betalen. Fantijn ni0CC gfrai beloopt fomttjb$ niet boben be twee duyfend -, en enAquam- ^^ ^j, ^ ^ flj tm Leeger getiaamt. ^{t f|JH DS Strand-Koningrijken , en Gemeene-beften , toaar ban men nie? manb begoefD ugt te fonberen/ aï$ Fantijn , en Aquamboe. *©e eerfie fOUben toel met vijf-en-twintig duyfend man in 't Veld nonnen nomen / en be laatfle met nog beel meerber* bog be Landwaardfe magten, al$ Akim, Afianté, en fOO bOO?t£ / fijn bn befe niet te rebenen/ befclbe nomen met een gegee* Ie vloed ban Volk af/ eben offe [jet Land toilben ohcrfïro* men. ©og ieft fal / of Ban UE. ban bat Volk niet bed ' feggen/ anber£ al§ ugt get berigt ber S wanen, en baar aan mag GUINESE GOUD-KUST. tn mag men fomtijbé niet beeï geloof geben: maar ban De fytt om fier leggruDe" Koningjcs Derf in feec toel feggen / Dat fcljOOH bcgDc öe Lccgers ligt bijf Of fegöcrrjanöe Volkeren Deftaan / fp/allc te famrn gereeftenb / egter geen vijf-en- twimig duyfer.d man fulien upt maften, tyicv Dooj / en ooft torgen^ Bnn blodighcyd , nomen toegnig Menfchen in een {Jlodis: Vcldflag te fneubelen. 't|fcoet al jjeetban De roofïer gaan/ JJ*i„e r als'cr een duylend man op ce plaats blijft. Sfêantfe fijn fa afgrijfelijft vrcesagtig ban aart, Dat fg/foo gaafl aïofe fien/ önt'er eenige omtrent [jaar terneDer tocrbrngefcBooten/Bet aanflono^ op een loepen fetten/ en een goeD geen Komen foe* hen. 3JnDc laatflc Slag, Detoelne Die ban Commany DeDen met Die ban Saboe, Acanni, Cabes-Terra en nog ttoee of D?ie anDcre Landfchappen , geloof ift niet Dat'er boben De honderd fijn bcrfïagen getoo?Den. <&n De£ niet tegenfïaanDe/ toom nen De rertf geuoemDe bolftomenthjft De Slag , en bjeebcn ï)nn Vvand ugt [jet Veld. 3fn T Slaan of ten tijDe ban 't Vegten, fijn De Negers ge* Hoedanig geel ongcreguHD. ^n en fïellen fig niet in maniere ban Slag -^fi£" order, maar ieDer Hoofd jjeeft fijn Volk al£ in een Drom nag dra." Digt in een gefloten /en 8ni£/om toel berfeefterb te toefen /gCu. Daar meefïen-tijb£ miDDen in : f en taften De Vyand ooft niet genjfter-jjanö aan/ maar een boo? een, of hooptegen^ hoop, ja eenige Hoofd-luyden, fienDe Dat Bun makkers gette cjuaaö ftrijgen/ ftiefen/ in plaat£ ban Baar te ontfetten/ Bet §afe pao/ en Dat Dinmaalé eerfe een£ handgemeen fijn ge* toeefl/ foo Dat De Dapperfïe en Die De mecfïe moeDBebben/ bug ban Baar makkers berïatcn / gemeenlijft in De loop blij* ben ; infonDerBeoD nl£ 't berlieg aan Baar ftant i$/ toijlfe/ fcebooreng Dat De anDere op De loop fijn / fig fooDamg met De Vyanden binDen ingetoiftfteïb / Datfe Boe goeD Baar hart ooft i§ om Defelbe na te peuren / Daar toe geen gele* gentfjenö {tonnen ftrijgen. <£n DierBalben moetenfe beel malen/ fcfloon tegeng Bun Danft / De naam ban goede Sol- daten berDtenen. 3n/ of onDer 't Vegten fïaon De Negers ntet ober ennbt of op Baar boeten tcgeng molftanDer / maar loopen alBur* feenDe/ op Dat De kogels gun ober 't Boofo mag bliegen/ 8 z too?t. m BESCHRVVING VAN DE boo?r. ICnbere öeftrugpen ben Vyand, enaïgfebigtöggefto* ram fïjn loffengaar Geweer, toanneerfe unt al Bun magt foo beel algfe loopen ftonnen I en of Jaar be Duyvci ngtec 't gat toag/ ftg toeeber agter gun Volk begeben / om gun Geweer te laben / e» toeber nau oen ban$ te ftomen. 3fw 't ftojt / fn maften onber 't Slaan, met get Knippen /'t bug* gen ban gun lijf en 't fcgjentoen / cben of' er Dat ooft terg toe fou öoen / foo beel Grimmatfen , bat get eerber na een Narre-of Apenfpel, a\$ m een Veldllag gelpt. waar in ^e Buy t ' toaflrom bt gemeene-man ben Oorlog na bolgb/ jen Buyt fjjn bè Gevangene, en 't cieraad 't toelft befelbe fo ban Goud aïg beitaat. Conté de Terra, b?agen: toant eemge fijn fot genoeg/ om fig tn bugöantgen gelegentgegb / op get ftofïclijftjte toe te raftelcn; boomamentljjft öe Negers ugt get Land. ©efelbe fijn foobantg met Goud en Conté de Terra begangen / batfe tmufcoelpg boort ftonnen. O&t gemeene Gevangene , en bte geen Losgeld ftonnen Op* brengen/ toerben tot Slaven gemaaftten berftoft/of fjo gouben befelbe ooft toel om gun te bienen/al na bat get gaar tn ben ftn ftomt. Jlfèaar branneerfe voorname Perfonen ban gaar Vyan- den gebangen ftnjgen / bietoerbentoclbetoaarö/ en op een "0O- goog Losgeld gcfleïb. ®og ben geen / bie ben Oorlog tegen£ v^! eenige Ö&ar Wfi aangebatigeti/ fuïlenfe met ligt boo? Losgeld la* die go- ten gaan/ al brilbe \yn ftg ooft tegeng Goud opborgen /ugt vangen bjeeg/ bat gg get namaalg toeber mogt gerbatten / en gaar werden. 0^ tm jjjpyjjj berontrufïen. «0een Neger, goe groot ban bermogen gg ooft fijn mag/ ftan ftg / b$ ftjnbe / beroemen / of berfeeft eren ban Endewei noogt tn Slaverny te fulïen berbaïlen: toant maar een£ ten to.men1"001^ treftftenbe/ ftan bat Itgteïyft fijn Deurb toerben / tn betüenin tocUtt ihat gg ban ooft moet bigben/ tot'er tgb bat fynLos- cenecu- geld bolftomen i§ betaalb/ 't toelït bn tmjlenfoo googtoerb vngesia- gcffclö/ Dat g^/ nog ^j„ Vrienden, in fïaat fijn / om get inoefen fcïbc te boïboen ; en i§ bergaïben gebfoongen / om boo? blijven ot eeuimg en aïtooé tn Slaverny te bigben/ en be aïbcrberagtfte ook wei tssrnfttn y btè gem opgelegb toerben / te berrigtcn. oq bit en fal na alle gebagten noont gebeuren. Swaarden. '* ^fo^t ftuk -> tn ï voornaamfte na De Snaphanen ban gaar ' Geweer, ig gaar Swaard , fijnöe gemaaftt op be togfe ban een Kapmes , boo? aan geeft get bebjeette ban ttoee a Dne ganben/en agter aan 't handvatfel i$ 't een ganbb?eeb/be leng- te i$ ban D?ie a bier fpannen op fijn albermeefty ban booten i$ get lemmet een toennig omgeftrómt. !©efe Sabels ftjn feee ftoaar/ hegt, en ftarfc, bog gemeenïpft foo bot, batfe aï eenige ftappen moeten boen/ eer fn iemanb be Kop mebe fuïlen af bluffen. %et geveft i§ ban hout, agter / en fom-- tijb£ ooft booj ban 't feïbe/ fitten ronbehoute Klootjes, met een fefter fïag ban vel obertogen / ban fommige ooft maar met touwen bat met bloeb ban Schapen, of anber Vee, f toart gemaaftt i§ / en bojberg bereierb met een bo$e Paarde-hayr, en ban be voornaamfte met bunne Goude Plaat- jes bcfïagen/een leedereScheedeaanbe eenesjjbe meefïopen/ betooart befen Sabel 5 aan be felbe gangttotcieraadeenTy- gcrsKop, of een groote rode Schelp, toelftebeibe gier al eenig GUINESE GOUD-KUST. 177 eenig geld foaarbig fijn. !De Sabels fïeeftenspaïsTeuorgaan Op De linker Heup lil een Band, foclfte 3gt0tDienegnDe0ttt Qct lijf ö^ööeu/ oftuffcBen gaar Paan, bie 50 in DugDanigen gclegentöepD ooft maar om gaar lijf getoonben en tuffcBen De beenen ooo? gefjaalb üeböen/ om beo te ligtertefïjmn't lopen. !Derbolgen$ gebOcnfe een Bandelier in maniere ban een Patroontas, ban tien a tiöintig Maatjes om 't lijf, een Muts op De kop, Die ban een Kayman gemaaftt i$ / en aan De fïjbc booten met een robe Schelp, en ban agteren een bo$ Paarde-hayr, en een toigtigc eyfere Ketting, of ietg anber$/ om Den hals 5 Duö ten Strijt toegerufï / xn ftet lijf toit ge> maant fijnDc / foo gelijhen Defe Helden eerDer na Duyvek ban Menichen. ^un berber Geweer fïjn eerfïehjftöe Boog en Pijlen. ïDog ftji« befe fijn bg De Strand-Negers,ugt gefoiiDerD Die ban Aquamboe, Bo°£< toennig in gebmgft. 't Volk ban 't laatfï genoemDe Land- fchap meet toonberhjn net met Den Boog te fcgieten / fn fullen/ op De Hafe-jagt fïjnDe / en met niegne Pijltjes boo?* fien/ be Pijl in bat geDeelte be£ lighaams ban een Haas fcgie* ten/ al£ men fal begeeren. ©e Pijlen Rebben agter aan een veertje, en ban booren of De punt, fïjnfe befTagen/ met een weerhakig Yfer. ©e Negers ban Awinee bergiftigetl Vergiftige Baar Pijlen 5 Dog omtrent get Strand toeet men Daar niet ban/ piilcrK en ift geloof felfé/ Dat De Negers Daar niet een£ en toeeten toat Vergift ig. $& Pijl en Boog bOÏgt Den Aflagay , Of OOÏI foei HafTagay Aflagay» ban eenige genaamd ©efe fijn ttoeberlg / De ftïènne fijn een of anDeröalbe El lang eif gcöeeï Dun / toeïfte fp geb?ugften boo? werp Spiefen. ©e ttoceDe / of groote fijn omtrent eeng foo lang / en f toaar na aDbcnant. <©efe fijn ban booren aló een Piek befïagen / en eenigcr^ befïag i$ toe! een fpan of ttoee lang/ Dog fg ïaten Bet op alDerJjanDe maniere ma* ftcn, vï^e Aflagay DienD gaar in plaatg ban De Sabel, om/ gun Schild in Dé ïinfter BanD gebbenDe / met De regtec IjanD Den Aflagay te toerpen : toant'er altoog iemanD om* f rent Baar ig/ Die Baar eenige ban Defelbe nabjaagt. <£n booj 't laatfï ftomen ton tot Baare Schilden : Dog Die schilde*. men onber 't Geweer met ftan reftenen / aïfoo niemanD % Daar 3?8 BESCHRYVING VAN DE ïiaar meDe merD befeï)aDigb/en maar Dienb tot dekking ban J)un lijf* 3[ft £eb Negers gefien / Die Dg imtnementöegö (raag met De Schilden ttuftai te fpeelen / I)iel0cn Defelbe in [)un linker hand , etl ïtl De regter De Sabel , maarmeDe fg fnlfte tBOnDeripe beweeginge til buyginge met get lijf toijïen te ma* hen/ eu t felbe foo mei met get Schild te Dcftfteü/ Dat gcc genoegfaam onmogelp mag/ om aan gaar lijf tt ftomer?.. ©e Schilden fijn ban Teenen gemaaftt omtrent/ of tnffcgfu De bier en btjf boeten lang/ en Djie b?eeD; Defommige fijn ober Defe geblogtc Teenen obertogen met Goud-leer y met Tygers-vellen , of ittg anDerg. fllan ieDrr jjorft / foa ooft in i)ct miDDen/ ïjebben De fommige bjeeDe Dunne kope- re Platen gefïagen/ op Dafer De Pijlen eniigte AflagayenDeg te beter fouDen af fïnnten ; om Defelbe alé ooit De fin- gen ban een Sabel af te meeren / fijnfe goeD / Dog niet oe* flanö boa? een Snaphaans ftogeï. Kanon. 3jft bermeen / Dat Dit al get Geweer i$ / Dat De Negers in Den Oorlog gebmyften / ten mare men roilDe feggen / Dat eenige ban gaar ooft Kanon beefigDen. 3Dtt i$ maar ; maat op een feer flo^Dige bnjg ; De Saboefe Koning geeft'er ee* waar me- uige toegnige. 't 3$ ooft meï gebeurD / Datfer meDe te Veld de zy niet fijn getoeeft / Dog fonDer met Defelbe bcel unt te regten. !m«nte ^cm3e gf ööenfe eeng af gefchooten, en berbolgeng Doo? Den ^enom e yyand jatfn mmtn f ge|jjR jjje %au Commany } en De geene/ Diefe Den anDeren afnamen / miftcn'er gaar boo?Deeï colt niet meDe te Doen/ Dieg Dat get Kanon Deeg Koningen niet anDerg en tiienD/ alg'er fomttjDg eenige Ecrfchooten , maar op fn fonDerling gefet fijn / mee te Doen. beloften/ fcgtmen/ maften frgulD. SfftgeD UE. in Den beginne beloof D/ Dat Jjct ennDe ban Dcfen Brief fon ganDe* ïen ban De Grootmogcntheyd Defer Koningen. 3$ei aan/ Ia* tenme ceng gaan beften / goe beere get felbe gaat. ■tGer» '* Gefagbati De gier omgeen ïeggenDe Koningen ig foo der ko- ftïenn / Dat get ban eenige niet en obertrefc 't Gelag ban een niogcn. fimpel Hooftman of Capiteynban een gemeen Dorp. ^pDja* gen ooft een en Defelbe naam onDer De Negers , mijl fn booj De ftomft Der Europianen gier ter Kuft , ban geen go* jer Eernaam alg Capiteyn of Oveiftc ge&Ocn gemeeten / en gaD* GUINESE GOUD-KUST. 179 JaDDcn maar alleen Dit onDerfiBegD / Dat Den een Bet ban een Land, en Den anDer ban een Dorp toag i Dog t'feberb Datfc met on£ gebben beginnen om te gaan / foo Rebben Sy, of liebcr Wy, onberfeBenD tuffcfjen een Koning en Ca- pitcyn gemaaftt : egter nog met De eerfie benaming, fijn* En derfei- De Ohin, Of Ahin, 'tittel» een Capiteyn bete&enb/ alg men verbena- Bet naar onfe taal toil buigen : Dog De Negers berfiaanber J?^s^ een Overfle ban eenig Land , Dorp, of Volk Doo?/ toantgirs. onfe Schippers Doopenfe met eben Dien felf De naam / en fo fouDenfe ooit met Den Directeur en alle anbereOpper-Hoof- den Der Forten BanDelen/ inDien tou felber (jaar {jet onDer* fcJeiD niet en leerDen. <&m Koning moet gier te Land fijn Gcfag met groot ge* H0ll£enr toelD fïaanDe gonDen. ©iegljalben Boe grootcr magt of muent BCc.ag Rijkdom Bg ban Goud en Slaven befit/ §0t meerDer Bg OOK weid vaa bjerD gc-eerd en ontfien: toant fonDer Dat fteunfel engaD Bö v°lk ober fijnOnderdanenniet get alöerminfïe te gebieden > maar laa fou geBouDen fijn/ toilDe (jn ietg ban Baar geDaan Bebben/ Ben tot Bet feibe niet alleen tebiDDen/maar felfé tenoopem eci bol boen /fitten be felbe ban aan gaar mond , en Ia* ten omtrent ttoec berbe beelen al bnnltenbe On be baard op be aarbe neber en lor o loopen / foo bat op be plaats baar fg fitten / gaafï een Wijn-Rivier bomt te onfïaan. <©it toerö bg gaar a$ fonberlïng grootmoedig gepjeefen. ©e kuropia- nen ( toaar ban m fomtgbg niet b?u bengefcoceft) alpfefoafc geuren toiilen gtbben / bonnen bit konsje ooft bjaaf / bog get ijs gorb bat get geen Rijnfche of Franfe wijn en i^jtoant anbcrfmb? fou be beurste grooten laft ïijben. <£n gier ftan men booj een gulden of drie al b?g toat Wijn laten fïo?tetn JDanncer befc Drinkc-brocrs bug bg malftanber op be Markt fitten / foo gebbenfe foo beel gefnaps en gerammel boo? malftanöer/ eben of men in be SmoufeKerkte Amfter- dam quam. ïDog UE. moet fïg niet berbeelben/ batfe gier. Staats - of anbere finceere faken brrganbelen ; in gecnen beele/ 't nomt gemeenujft op get Naymantje ugt / gier ban ig gun gart altoop bol / en fg loopenber ban ober» «Ên fcgoon* ber Wijven bg fijn of nomen / 't gefprek toerb baarotn in 't af* Derminffe niet beranberb-, mant befelbe boen 't om tgbber< bjjjf toel luftig mebe/en Rebben omtrent bie Stoffe, immer$ foo beel in te bmigen alp be Mannen , fonber bat get gaar tot fchande of oneer toerb gerreftenb. $to?t om/ bit i$ eeiv regt klap-School Of be pïaat^ boo? alberganbe Labbekakken, hhf om een iegelgn / foo a$ men ff gt / alg bg be naars om te schoolser galen / en get fijn te gebnu 3^og egter i$ get gier nog Nagcrs- mei foo goeo nl$ in anbere Landen , baarfe fulftg boen in Saletten, ofttiBinne-kameren /en gier baar en tegen gefegiet 'tin 't openbaar /maar een ieberom fïg te beranttooojben/ ftan bg ftomen. ©03 / holla hey , bat toegb al toeer te ber I $ict tegenflaanbe bat be Koningen \m$ gemeenfaant met gun Slaven leben / foo ai0 ift gefegt geb / foo Bonnen* fe befelbe fomtoijlen bog toel om feer geringe oojfaften be» % 3 ïiak ,81. BESCHRYVING VAN DE hals boen breeken , en gier ban fijn alleen maar untgefon* berö üc foabanige/toelnebögaar/en'tVolkin aanfienfijn. <£n in geb'ee fooöanige gepen/ betoelne meerbee te feggen gabben a4 fn felfg: toant fn/ (aan toeï&e boo? eenige tij& get Groot Ge- Gebied ober cenig Volk ban gaar Meefters gegebenif/) fagvanee- ^ett^m öooj gun eggen Handel , toaar boojfe felfé eemge mgcsu- Slaven obeegaDecen / met'er ttjb foo magtig/bat gunne Meefters gun na be oogen moeten fien. <©on gebbenfe get Sart fomtoijien toel / om fig tegeng befelbe aan te Kanten en üeel fpo?re!tng te maften / toaar banfe ooft niet af en ïaten / booj en al eer fn toeber met een Vercering fijn be* tyeeötgb. v/aar var» <£en Koning gier te Land geeft toonber garen / bat anbere de Konm- Landen, öte met ben anber in Oorlog fijn / gem tot gaar pn hier te hujp \ytvfat^m m onifcoopen ; toant get meefïe geld , bat teniemi!" °aa* ban ftomt/ flccRt gn in fijn fak , fonber fig in 't ber* eubeftaaii. boig bcel mee te benreunen of [jet beloof be onder ftand op fijn ttjb boïgt / of niet ; algfe get Goud maar eerfï toeg ïjebben/ toeetenfe be anbere altoog met befe of geene leu- gens te panen/ en getyagen fig baar omtrent foo argïiftig/ oatfe be befïe nonnen bebaegen / fonber bat men get fal mer* «en. i^ot Middelaars om be fïrijDenöc beelen te bereemgen/ laten fn fig nog Itrber gebmnnen: toant ban trebbenfe ban Jnecrftanten/ en onbertuffegen fijnfe booj 't meerenbeel gier op uot / om be Gefchillen , foo lang immerjs mogelijh io7 gaanbe te gouben; om be£ te beter gelegentgegbtot ftoffee- ring ban gaar beurs te mogen gebben* l|ier ban moetenfe beffaan ; toant toat gaar inkomften aangaat / befelbe fijn ban Kieynein- Öccn öeïang aïtoog, 't 3£ toel toaar/ bat fo een Toigeö* komiten. öen gefet op be Goederen t>it boo? gaar Land toerben ge* boerb ; bog gaar Tolmeefters , ttie boojname Perfoncn fijn / baren baar bn get aïberbeft: toant fn getToImeefters"AmPt foo toel boo? gun felfê bebiencn/bat'er ben Koning toegnig genoeg ban «rijgt. Hojt om / een Koning moet bebnegc* lp ban fijn Onderdanen eenige boetens trenften/ of ban fijn/ en fijner Slaven ganben arbegb bef! aan. <£n ongeluftftig fijn be geene/ betoelne toennig Slaven, en bn gebolge geen Armoede magt en gebben, 3f« geb'ee ban bat ftag geftenb/ i>it niet GUINESE GOUD-KUST. i8j in ftaat toaren om booj bc geen / Die gaar quanten öefoe*rancenigc ben/ een pot Wijn de Palm te boopen/nog geen geloof ïjaD* Konin- Den/ om jjet te bonnen bojgen. UE. fult nu berftaan ïjeb* sen- ben / ban Ijoe grooten magt en bermogen begïeclandfe Ko- ningen (Detoclhf iMoniïeur Doudijns in 3Jjn Mercuriusniet ten onregten winter Koninkjes noemt ) 3ïjn. ü|un Pragt , Luy- iler, en Fraai, foo Omtrent [jaar fclben/ Wij ven, Slaven, en berDere Huyshouding , gelieft UE. nu oor te toeeten / Ijoe jjet met De Opvoeding oer Doorlugtige Princen en Princeflen 0 . Dcfeg! Lands toe gaat/ eninnerd UE. tgeene ir booj oefen ding van ban De Kinderen Der Swarten in 't generaal jjebgefegt/ nritg derfeiver tuffc&en &ie/ e» oc beft I niet get albermiufte onDerfrïjepD £jndCfC0' te befpeuren i£ ©e Princen , algfe tot l)un ouderdom ge* derVJnen. nomen fijn/ geneeren fig om ecrhjb Doo? De weereld te nomen/ met j)ft Beploegcn ban fjet Land, of 't Tappen ban Wijn de Palm : 't geen fp fïg niet fcljamen om felfé op De Markt te Dragen/ en te berhoopen. <£>f Doen oor mei iet$ anDer£/ toaar toe fjaare finlijkheyd ié fïrebbenDe. <£n Defe bcblce* Den fjicr naraaalg nog ljaar£ Vaders Koninglijke Zetel. *&itp Jjaiben/ Mijn Heer, bertoonDcct U E. ban nu af niet meer al£ UE. m De Hiftorien ban Den ouDen tijD leefï / Dat een Boer, Schapen-hoeder , of een Pottebakkers Soon, als Aga- thocles, tot De Koninglijke toaarDigï)epö fijn beröeeben ge* toojben. I§ier ften top Ijetfeibe Dagcfjjbp gebeuren / ooli fomtijDg fooDanige / Die in {jun jonkheyd bg ong boo? jon- gens, of knegts Ijebbcn gebienD. <£n bier&alben ban UE. toel Denben / Dat top De grootfïe agting booj Defe Po- tentaten ook niet bonnen fjebbcn. <&etoiffelijb niet / De minfïe ban onfe Kooplieden beelDen fig in / Dat gun foo beel eer toebomt alg De befte Koning. fag alhier i$ b:p aanftenlijn / boowamcntlgb ban Den Di- recteur Generaal m Raden , nltan£ Die De naam Daar ban boe* ren ; 't mag met De wefentlijkheyd gaan foo 't toil. 9jb toil ban onó Grandeur niet meer feggen / UE. moopt bp De ©eer Focquenbrog felf tm§ nafien / toat'er Dien Heer ban ge* tupgt. #>at mi Madames De Princeflen aangaat / UE. benbt D*rD°g- feeeUigt / Dat Defelbe te teeDer fijn om tot De Landbouw opgr* tcr*' boeö tg4 BESCHRYVING VAN DE fcoeb tt toeröttl. 9a / fwiens Vedderen, fegt hm Bovenlan- der. Ég moetenöer foo uiel aan al£ be anbere ; Dog egter geeft men'er ooft toe! eenige ban deeg Konings kinderen, bie #g te Edel ban gemoeö ftennen om bug alg Slavinnen gaar ïjoge Geboorte met arbenben te be ronteeren : en t>it§ ne* tnen fp een beflggend ter gand/ bie fn meenen bat gun ftnn* m bejï boegt / te toeeten / om gaar koft te toinnen / met bat geeue toaar Madame N. gaar Rijkdom mebe geeft berga* berd/ en ftrijgenfe met foo beeï / g'en gebben toeöerom ooft foo besmet ban noden/ enleeben diergalben toelberge* noegd. $eele toerden in gaar jonkheyd ooft ten Huwelijk befïeed / en daar in toerd niet gepen on get Goed of hoge Geboorte, alg b» ong. <6en ieder ftiefï gier een Partuur na fijn (In/ en {jet geeft geen ongeïrjftHouweljjk, een Konings Dogter met een Slaaf, 5jjnDe nog beter alg batbeSooneeng Konings een Slavin troutob ( en bat gefegieb onbermgde* lijft alle dage): toant totjl boïgemj get gemeen feggen / de -kinders de Moeder volgen, geïjjft gier mebe gebmgfteljjft \§l foo gijn be Kinderen ban be eerfïe vry, en be anbere baar en tegen Slaven. iHier gebt UE.nu get gegeeleKoninglijke huys. Bedien- 2Üan get felbe ontbjeeftt niet meer / ban berfelbee Bedien- densder den , betoelfte foo veel en verfcheyden (Ijn / bat iftfe nautoe* Konin- jp^ jn temx aj,em jjj^j 0p tc tellen, %n befïaan in be gea' bolgenbe Perfoonen : aig Braffoos , anberg OOft Vaandragers (bog meefï boo? ong foo genaamt) gefegt / Sabel-dragers , Tié-tiés Of Omroepers , Oppaflcrs ban gaar Wijven, mitgga* berg Horenblafers of Trompetters, en Tamboers, fijnbe Öllg* Sijn eerft ten be ïaatfïe in 't gegeel vier Bedieningen, ©e Bediening delfos, ban een legeujft beftaat gier in : hie ban Braffo geböen top booj befen ugtgeïegt / foo beeï aïg Voorvegter te fijn : bat i$ fijn toerft / en aïg gg 'er moeb genoeg toe ïjeeft /fobocrö gp get felbe ooft upt. ©e ttoeebe fïjn be Sabel-dragers , f^pen- toaac jjan feer toel een fïuft of vier gebben. <&f be Wapen- drasers' dragers bcr Oudheyd ooft fuift fïag getoeefï m tocet ift met, 9ft benfte ban Ja , en bat get al een fïag fal getoecfï fijn. ODefe Sabel-dragers beftleeben ooft becltgbg be toaarbiagegö ban Afgefant aan bjeembe Hoven, foo bat get Parbleu geen Kanailieufe Bediening i§. i^oetoel die Eer epgentujfter be bol; GUÏNESE GOUD-KUST. 185- ' fcolgeilbe Bediening tOeftomt/ nantCUtlijft De Tié-tiés , Of fO Tiétié, of të gefegt geb/ Omroepers, om Dat ft Daar ooft toe toerDen Omroept gcfyugftt* ©efc toerDen Dooj gun Meefters ober al Been £££*" 0CfonÖCn / &g Vriend of Vyand , beittlitg ft een b?«e Pas (namentlijft gaar Muts) gebben/ om ober at te gaan en te neeren/ te toeten/ al£ 30 ugt gefonDen fijn / enanbergooft niet. 4£n Dieggalbcn ftan men gaar aanmerften aïg De Tam- boers of Trompetters tn tijD bon Oorlog bg on£. 3|eDer Dorp geeft ooft een of ttoee ban Defe Quanten , om get gcene ge* fiolen/ of bermijttoojb/ om te roepen/ enDegcboDenDec Overigheyd De gemeente aan te ftonbigen. 't ©erbe toerft ban gaar i§ / om ia een Raads-vergadering fïttcnbe/ en Dat De (Zemmfen al te bertoarD Dao? Den anDer lopen / te roe* pen/ tié tié, of/ geeft gehoor ! en gier ban gebben ft ooft - engentlijft gunne benaming geftreegen. <®m gaar ugt an* Dere Negers te onDerfcgegDen / foo bjagcnfe een Muts ban een fwait Apen-vel gemaaftt / toelfter£ hayr toel een bingec lang \$/ en Daar en boben tn gun ganDen een bo£ hayr unt De ftaart ban een Oliphant gemaaftt / ooft toel ban Dunne houte Reisjes, om Daar meDe De vliegen ban gun Meefters lijf te toeeren/ aïg gen Dcfelbe nomen ftrfïojmen, ©e bier* oppa 't Slaatfïe fcoil i^ niet jjoopen / en get ttoeebe ban men om aan een Vriend te fejjmben / niet boo?toenben j mit£ fiet felbe boo? alle bee fïgïjeöa bienb te gaan. &ierl)aïben fal in UE. aan {jet eer* fïe fcï)ulbig fjouben/ ter tijben toijle/ UE. fïg met bonbi* ge rebenen nomt te beranttooojben / en befe nalatigjjenb tn't toenomenbe met een ban Stof fcbel opgebulbe Brief, bee* beterb. 3(n mijnen boongen ïjtb ift onberonberen geloften ban Oorlogen , en 't Bloedvergieten ban Menfchen , 't fcoelft be felbe boeb berminberen en bergaan; en nu fal ihfoobanige Stof befjanbelen / toaar booj'er toeber anbere in begfelfë plaats toerben gefïelb/'tgeen/fulïenbe boo? een eerlp nubv bel gebeuren / nooöfaneïijK boo? ben Band des Huwelijks moet gefcljieben. ^oe fuln£ onöer bc Negers toegaat/ faï Jjet eerfïe ban on£ boojgenomen werk in Dcfen3ijn/enbaar na alle [jet geene bat naar ijet felbe eemgfinbs is gelijk Rende, i^et Trouwen ber Negers gefcljieö met toennig Plegtig- vm t heydj fojant ban bebooren? een Huwelijkfe Voorwaarde tC trouwen manen / baar ban gebbenfc geen bennig / beljoeben oor ^Nc~ niet ober Jet Huwelijks Goed, nog be Bruyd-fchat, te berb?a* ' gen* en biedjalben öeeft iemanb/ bit fijn oog op een iong 8 a 2 Wijf, s&8 BESCHRY VING VAN DE Wijf, ( Maagd Derf ift ögna niet feggcn) geeft laten baï* Een Dog- \m j met anOerg te OOen / alg Dg De Vader , Moeder , of ïfVtebe!' eenige anDere Vrienden gaar get naajt Öeftaanöe / te gaan/ komen, en Defelbe ban gaar te eyfchen j DetoiuUe (jet ooft feer fel* Den ftomen te toeggeren / tnöien get maar eenigjtiiD$ met De fïiiipgegï) ö^e Dogter ober een Isoutt. 3ö t im faaft / Dat De Dogter gntobaar i$ / en een Man ftan ijjöcn/ foo neemö ggfe naftg; Dog anDerg fijnDe/ foo Iaat gg/e nog eenige tijd ön gaar Ouders bigiöen ; 't geen eenige egter niet garen Doen om rcDenen ) Die ift gier na fa! nrengt feggen. ©e Dogter bjengt bngten gaar Lighaam mr t$ me* niets me- j,e cei| Huwelijk , en De Jongman geeft meöe niet beel ban weiijk elT&Wft/ &$ eenlgft maar De onkoften, Die op De Trouwdag den jong- ballen/ op te brengen, ©eefe beftaan in een toegnig Goud, man ook Wijn, Brandewijn, en een Schaap bOOJ De Vrienden, en nieiU» endlot' toe Klederen booj De Bruyd, 't geen meefïenbeelg na 't ber* koften mogen ban Den Bruydegom i$ gerigt. $an alle£ bat De die op de f€\\)t in Defe geïegentgegö / foo aan De Bruyd alg gaar Vrien- dkanen cien &omt **£* te 8eöm / Ö0"3 Öö fefr Ö^eDe en nette reke- ijnfeerge'ning 5 om / of get mogt gebeuren Dat $g 't eeniger tijD een ring. ' weerfin in gem mogt ftrggen / en gem quam te beriaten/ öï^Dan al get boojfegöe Goed toeDerom te mogen egfegen ; ncttïr?-1 % toe'Ifc zy 5 of De Vrienden , in foo een gebal hem neben£ kenine al De onkoften , Die gg op De Trouwdag om gaarenttort werd ge- geeft gemaaïtt/ tot een duyt toe toeDer moeten ugc heereti 1° waar' m kolDoen, ©og foo gg gaar nomt te berfïoten / foo i§ om. gg allc$ quyd, fonDer get germgftc ban De Vrienden te ïxoxv tien of mogen egfegen ; ten toaare gg getotgtige reörnen non bgb?engen/ betortnc gem om gaar te bedaren/ gaööen aangefet/ in toein gebal gem get ugrgefcgootene ooit tocöec boïDaan moet toerDen. Hebben ^P ben Trouwdag tnetenfe ban geen Feeft, of get öe&jf> geen Fecft ben ban eenige bjolyngegö. 't Vrouwmens gaat alleen re* oP den ni0C oagCn agter ccn met fraage Kleeden, Goud, en anör* £*Wm ee Vercieringen meer / pjonnen / 't toclft fo in fooDanigeu gebal ban malftanDer leenen ofhuren^ijnDeDaarmDegeene BtiijU/ toelfte bg on^/om op een Fceft of Dood-maal eerlp aanDenfTemp tegeraften/ ftg met een^ anDer^ Pluymen btr? fieren^ ^tn. GUINESE GOUD-KUST. ig9 <êm iegeljju trontob foo beel Wijven alg gg begeerb / en ieder m«> fijn ftaat meöe bjengt. vDog fclDen nomenfe gier boben get j.rouwd tfetal ban twintig , maar laten fïg gemeenlylt al met drie , wTjven ais vier, tot tien toe/ bergenoegen : en Cue gegeel grootg tml* hy te- len fijn / nlimmcn tot jjet genoembe getal ban twintig op. geerd» et« ©e meefïe Defer Wijven moeten met get planten ban Milhio , ^^ Jammes , of luat get ooft fijn mag / bOOJ gun Mannen in I^orh'em {jet Land gaan arbenben/ en Daar en boben nog befojgen / » 't Land Dat De Man, t huys homenDe / toat te eten binb ; toaar ban jfa" ar~ toeDcr get beft i$/ Dat fe gem/algtoe reebg gcfegt gebben/ y met feer tücnnig of ten ïmnften geringe koft nonnen bol* Doen; en onDertnfiTcgen Doen De meefle Mannen nietanDcrg/ Dan ledig gaan , en berfïijten Jjnn tïjD met Labbekakken', C't geen men fegD Dat bg on§ get toern Der Vrouwen i$) en get foypen ban Wijn de Palm , hmar toe Defe arme Wijven fomtgDg nog geld moeten opbjengen / en met gun arbegb De wijndorft Defcr luye beeften , bcrfaDcn. 3^og anDere/ toelne foo beel ban get groote beeft niet en gebben gegee* ten/ al£ infonDergenb De VifTers , en Wijnboeren , Die fop gen meDe nog eenigfmDé boo? De Huyshouding , 't %g met Jjet tappen , en verkoopên ban Wijn de Palm , en De VifTers om ter Viwangft ugt te baren /of fi0 booj Roeyers aan on£ te brrgnren / al na De gelegentgegb fïg op Doet / en Defe Huyshoudens leben ooft get bjeeDfaamfïc / en geraken get bcfïe Doo? De toeerelb. ©e geene / Die ban eem'g bermogen fijn /gebben tweeDe?omv Vrouwen , Die mee|t altoog ban Den ar&egD fijn untgefon* "a,ue heb* DerD / fijnDe eerfl De Oudrte en boomaamfte Vrouw , algier ^l%k Mullere grande of Opperfte Vrouw getiaamb. ©efelbe \$ get twee van huyfelijk beftier toe bertroutoD / en geeft ge t gebied ober hpn dic alle De anDere. ©e tïsuoc i$ De geene / toelne go fijn Af- £*£,'"*£ god geeft tocgetojjD / en DienbolgenDe Boflüm genaamt i$. hunoP' tban Defe laatfle maften De Negers feer beel tnern / en fijn p«nie» en. toonber geffawb / foo Defelbe ban een an&er toerDen afge- r foem, en 30 fouDenDer ligteftjn (alg get gegmeïgn non w°aarü^ gefcgieDen) foobanigen ftrafeber oeffenen/ Dat 35 in 't ge* fy groot bolg niet in ftaat fouben fijn / om gem Die poetfen meer te werk ma- fpeelen. o BESCHRYVING VAN DE nauto niet / niit$ Dat gg'er maar Geld ban ftotnt te treft* htn. sijnsh- ®e BoiTums of Wijven aan gun Afgoden toegetoijD / fïjn vinnen en slavinnen , Dooj gaar boojDagtelp Daar toe geftoft / en 3!S- Dic^gaïben ooft met ban De lelgftjte. 23g Defelbe fïapcnfe op fte. enop ÖÊ dag, of Ragt, ban gaat Geboorte, en Die gun Afgod toe* wat dag of gegegligD $ i toaarom Defelbe alle toeeften een Vriendfchap dêgtM ?* ü3erö «a»Ö^oaan. Jfêel te berftaan / foo toanneer öe Man- we rdennen paar toe in fïaat fijn. <&n gierom rebenen 5» gun lot benaptn. 00[| geluftftiger/ al£ Die ban öe anDere Wijven. ie o He- ®e WiJven °P / °f aan 't Strand , aan boo?uame Koop- den°v/ij- ^den getrotltob / fijn get alDrrgeluftftigfle / tmt£ fy-lieden, ven aan 't bugteng huys , ntet beelte arbenöen geböen/ en egterban strand jjun Mannen toe! genoeg toerben berfojgö- hetbeS. ®tol Negers 3911 foo beefïagtig / Dat $1? maar alleen beel Eenige Wijven rroïitoen / om'er een goed leven ban te gebben/ en Negers vergulde Horens te mogen baagen; en fijn met De naam ban ved weö- cen bwUigen Horcn-becft toonDer teel boojfïen I mïtg Dat ven om er 3g'er raaae Doo? bebo?DerDtoerDen: en Daarom gebenfe aan gemakke- gun wijven bolftomen laft , om anöerc Mannen , tot gaar lijk van te tt beflapen , aan te moeDtgen; 't geen Die Schot-beeften Dan gun Mannen aanjtonDg openbaren / Die'er fijn nientoen Lifiigheyd Swager toel biaaf ober toert te pïugmen, 't <&n i$ niet vanfooda om Ugt tt tyuftften / toat liftige treftften Defe Phoedracs ge* vmom' ïWften/ omDeManluy m 'tnet teftrjjgen/ boo?nament* andere ujft b?eembe Perfonen, en Die gaar niet en ftennen. ©e fo* Mannen &anige fullcnfe totjp maften / Datfe geen Man gebben / maar £■[ "ntte ongetroutoD en bjn fijn: Dog foo gaafï fijnfe niet afgefoend, Jë of Den Man ftomt booj Den Dag / en Doet gem get ttgetv Deel gaafï getoaar toerDen / en gent met geboeJigc en hlin> ftenöe reden fijn Itgtgeloobiggenb berbloeften. Klnöcre Wijven Daer en tegen / toaar ban men feefterc ftennig geeft / Datfe getrontoD fijn/ fuif en gaar Minnaars , om Defelbe tot De omhelfing aan te mocDigen/ een eeutoig Hilfwijgen beloben / en De£ nooD ftjnDe oo\\ toel Sweeren ; D03 De meefte «omen gun tooo?D na/ a$ een Vrouw. £u en feggeu get gaar Man niet / boo? Datfe gem ffen en bjr» gem fijn. - hen ban Die natuur geöurenDe mijn aanmefen algier / meer pleir* Dan gonDerD malen De plaatg ban Opper-regter moeten br* nleeöcn. UE. meet/ Dat get ontkennen De eerfle Regel in De Regien i§ j en gier ban meten De Negers fïg ooft monDer mei te bebienen ; en fg fullen gemeemgft De faak in 't eerfï ontwennen/ en Diergalben moet'er/ omgente obertuggen; fee&er 5-ca BESCHRYVING VAN DE fcctici 6ftotj£ fjggebjagt toerben. ó"^e' tijo£ meerder / a\$ ban ïwn eggen Wijven jjouDen / en ooft Ledefei- bdoi Defelbe meerDer fo?g Djagcn. ©e kinderen Die fp Dn ve en imr Defe By fitten hrijgen / 3ijn onegt , en toerDen onder De ver- Ki,, \^ttlCtt fy mg fcif^ ttlCt tt fCQQClh Jtlaat ook van & mten I öflt Dft gier in boortge tijöen fcoegen^ Der Wij- defeive ven hoerery tó ingeboerb / en Datfe get / om ebcn Die felbe nictErven reben a\§ eemge Koningen in Oofl-lndien, Du£ gebben ra* gejtclö/ Detoelfte gaar Sufters Soon booj gaat eggen /tot De Koninglijke toaarbiggegb bergeffen. 't ïfeelft / foo ong De Schrijvers ban Die Landen berfeefteren / Daar gefcfjiet / om öat ft? fïg nonnen betfeeneren / Dat {jaar Sufters Soon ban gaar öïceD té ; a!tan£ ban £ 'Moeders reegen / 't toeift fg ban gun felbën / of eggen kinderen , niet en nonnen Doen. 3$>ant een tyeemöe Vrouw troufcoenöe / en Dat Defelbe De Hoer fueelö/ en uyt Die omgeifïng een kind ober gaarö / fo fon gec felbe gaar ten eencmaal bjeemD fijn. %iai\ geffüDe Plaatfèn, in Ooft-Indien , fijn öe Koningen öefojgD om gun Rijk, en Kroon, aan geen b?eemö Gcflagf na te laten ; en gier / Dat gun Goederen niet berbjemö mogen tooien / en tot een anDer Geflagt obergaan. 3Dog toyl De Eer ber boben 't Goed te fïellen i§ / foo fouD in / al$ een ban beiDen moefl fijn / obergellen om De Wet Der Indianen te imjfen. <£n ift gclobe/ Dat UE. ban Die fetfoe geDagte fult fijn. Hoeï.et J^OOjfegDe Eerfgenamen ont&reftetl / foo Bomen Sufters , wanneer of Broeders, tot De ErfFenis. ©og Die meöe niet fijnDe / fo met de bolgen De anDere Vrienden, Die Den Overledene ban Moeders Erfïenii , toegen get naafïe befïaan. ©og De Rekening gier ban i$ die gciieei ÜOoj ong foo bertoarD en Duofïer / Dat'er tot nog toe geen ïrK«ïd Europiaan get regte DefegfyD ban geeft nonnen Krijgen/ en ift ben brrfeeftert / Datfe get ooft noopt fullen ftrijgen ; niet tegentfaanDe öe Negers get wd eu feer net toeeten / öieg GUINESE GOUD-KUST. 19? bit§ men'er gaar ooft noopt i'n flet feglen of btoalen. Cg* vCTfcKft- ter gebeurt get niet toegnig molen / bat ter fafte ban Erf- fcn twfa. fcnls, groote gcfchiiicn onbee gaar ontfïaan. ©og bat cn^3snErf* bomt niet/ bon bat fn ontoeetenbe fouben fijn / mie tot be Ei -ffenis [jet naafïe ig > maar om bat cenige bit magtig ban Volk , en Wapenen fijn / gun Regt tot De Erffenis ber* ber al£ gen toeftomt/ toillen ugt rennen. ï;}oe beel Wijven be Negers troumen / geb ift UE. reeb£Der Ne. gcfegt. ü|ier in meenenfe gun grootfïe Glori geïeegen ttgenRijfc- fljn ; en gun Rijkdom in be vedheyd ban Slaven; niet tegen* foobanig tragten te liefkofen , bat ön anbere omhelfingen baren Iaat / en get maar alleen met Baar Bouö : mant om* 'er ben Man miaïp ober te bejegenen / fïaat / beljalben fijn boomaamfte Vrouw , aan niemanb bm. 2>og befe berf Bet fig bntoijlen mei onöertoinben / om'er Bern Dapper ober te Bee&elen/ en te b2eygen/aï£ B# f00 b°0^ tuiï/Öcm te fullen berlatcn; bog bit moet mebe al gefcöieben / 0$ be Man in een goeöe luym i§ : toant anbcr£ en fonöe 50'er niet beel mee op boen. <£erme berber gaan/ mil in UE. niet nalaten te feggen/ o\§ bat Bet geene ift U E. ban be Negers unt Bet Land Ijeb mebe gebeelb/ ilt fulfté niet bn eggen onberbinbmg en IjrB/ bermitg aan t^it PlaaCen noogt ben getoerft; 't\§ alleen t'fa* GUINESE GOUD-KUST. 199 t'famen getfelbuyt flct Verhaal ber Negers biebaar ban baan nomen ; Dog egtee foobamgc / Die in in Die / en andere fatten meer/ toel geloof Derf geben. ©iegtoegeug bernoop ili 't UE. booj [jet mijne niet. 3|cDer Vrouw Doet Jaar beft om De Man on ijet aïber; Pc Be"rd merite te mooen belieben/ om Daar boo?be Liet kotïnge ban napen oa" Örm al$ te toinnen/ gemernt Dit boo? [jetmeerenbeel/ ban der de \jct toelbejjagcn De$ Mans af fjangt. ©ogoemeefte Negers wijven maften f)ier omtrent een berDeeling / en om alle twifl boo? verdeeld* te nomen / gebenfe Dcfe vriendeüjkheyd aan gun Wijven bn beurten, ©egecue/ toelfterg beurt ljtti§/ en Datfe toel bn gaar Man fïaat / en [jet gent geleegcn (tornt / foo toerDfe bien Nagt ban gem geliefkooft -, Dog anDer£ fïjnbe / foo fïaatfe on / foo algfe bg §t\\\ i$ gaan leggen ; en egtcr i$ {jaar Toerbeurd ober/ fcjjoonfc maar al$ een Tantalus tot Den §al£ toe in 't mater geftaan Jjab / fonber ban Set Nat te mogen pjoeben. Een «*£en Vrouw foo geumftig fjjnbe ban bevrugt te toerben / vrouw toerb feer ban Den Man ge-eerd, en ooft opgepaftj en i$ [jet dieBe: boo? be eerfïe it$§/ foo merben booj [jaar rpe Offerhanden JJJSJf'Jkr aan ben Afgod gebaan / op batfe toel beballen mag. ©e ontfien betyijben omtrent een Vrouwmens, Die booj be eerftemaal en vanden toerb bevrugt, fjjn fot/ en bclaggelp genoeg, ^oo fjaafï ManoP£e~ fp ban gaar Swanger gaan feeftere nennig jjebben / b/engen pa ' fn Defeïbe na bc Zeekant om getonffcljen te toerben. 3^og Piegtïg- eerfe foo bcr nomt/tocrbfe begeljeelen toeg ober/ boo* een heyd om° groote menigte aanftomenbe Jongens en Meysjes gebolgb/^ndfe oetoelfte gaar na fc[j?ecutoenbe / met alberjjanbe drek, en voorde vuyligheyd gogen/ tot batfe aan Strand genomen fïjn/toan* eerftemaal «eerfe [jaar in De Zee Dompelen /en toel fcgoontje^ of toap ?evru^ feïjen. daarom bit gefcfnet/ ig mn onbeftenb / aló alleen* ls* lijft bat fe manen / bn albien [jet toierb nagelaten / bat be Moeder , t)et kind , of icmanb ban be naafte Vrienden fee* nerUjft binnen nojten fonben moeten fïerben. iêoo [jaaft een kind i$ geboren/en Dat bePaap ïjetingctoijb Vcc!e> *» en beftooreu rjeeft / foo nrijgt [jet / al$ Bet mat meer a\$ 5522L gemeen i$ / b;it Namen, (afïjtietoel [jet a!too£ maar met aaen jem€ e enen toerb genoemt) eer|tely« na be Dag ban be toeeft / Kindere l0o BESCHRYVING VAN DE eegerca , op luclftcn fy gröoren merben i en Dan be rboïget$ foo get ,cn van $£ü Soon i$ i na fijn bej&e Grootvaders , CU trtl Dogtcr na deilivV Öaac Grootmoeders 5 bag ölt etl galgen ai De Negers jm'fi fa iuicn!e firilnr !i)K niet na ; mant eemge normen gun Kinderen boel na haar eygen ielfs , of eenïije ban gaar auöfee Vrienden. $crboigen3 groepen met be jaren te gehjft ooft De Namen aan. ifeeft iemanb fig in Den Oorlog Dapper gebaarren / gn merö Daar na genaamt. $erfiaat i>g een boo;uaam Per- foon ban ben Vyand ; ban 'g geïgfteu. \Doot ön een tfcr* fïmbenö Beeft, al mrber een nietime naam. 3£og in fon Dag toerft Rebben / met ai öe Namen , en ban maar fn bcfeibe ftrïjgen / op te tellen, 't ^al genoeg fijn te feggen / bat get getal Der fommigen mei tot tmtnttg fiuft£ ftan opioo* pen. i&e boomamfic baar ban en maar mebe [mljet meefï i$ bereerb / merben ten fijnen lof/ al£ fjn ergeng Wijn de Palm fit cnb?inftt/ opgenoemö/ en baar mebe fijnfe toon* ber mei gebienb. ^aar gemeene Naam , en maar mebe f? Dagelijks merben aangefpmften / i§ een ban De geen / Die fp op Jaar Geboorte gebben grftreegen. ^e fommige mer* ben ooft mei genaamt na 't getal ban kinderen Dooj gaat Moeder ter meerelb gefyagt ; alg get agtfte , negende en tiende uino. ©o g Dit gebeurb maar alleen aan De foobanïge / toelfterg Moeder boben De fes , of feven fttnberen ter mee? reïb geeft gebjagt. Affonde- $Ül$ een Vrouw in get Antefe Land tien kinderen geeft ge* ring der &aarb/ f0o moet fn fig ban gaar Man affonberen/ en een in' hetAn- 3e8Cf * ronD Jaar w tm KÏeBn ^^ ban oe nterifrgen afge* tefeLsnd,fe8cpDen gaan moonen/ maar batfeban alleg/ bat tot on* dietien oerfout ban Baar leeben nooDig t$ / merö berfojgt ; en na kinderen öüt öc gefetbe tjjb om ig 7 en be Plegtigheden gier omtrent weereid gebmnftelgft/ berrigt fijn / foo fteertfe mrber ön ben Man iiebben in / en leef b met ben feïben foo gemeenfaam alg boojgee* gebragt. mttt gj^jt oocn / meet ift niet / bat ban eenig Land-aart merb nagebolgt/ en maarom get gier gefrgieb/nj ingooit onbetoufï / alg bat get een bygeloovigheyd i$ / maar boo? fn Jet een of anber ongeluk meenen ban fig te meeren. Ma*nfton ®e Vrouwen, melfte fjet gaat na be mnfc ban gun hunne/ jigcvrou- fijn boo: bte tijb niet alleen onrijn en afgefc grnben ban gaar Man- GUINESE GOUDKUST. xoi Mannen, maar mogen ook niet in een anbermang huysweafïjn gaan / altan£ niet om te bernagten, bingen / 't Trouwen ban 3Jjn '£ overledenen Broeders Huys- Vrouwj en beeï anberc fahen meer/ toaar infe get met Den anDer meefï eeng fijn / en boomamentlijft De Namen , maar ban men'er gier bcrfeijepDc binD/ eben foo als onö Defelbe in get Oude Teftament boojftomen. ïDog Dit alleg en (tan mu om get boo?feiDe geboden toe te ftemmen/niet uefcuee> gen / ilt toil Dan beel lieber geloben / Dat get ban De Ma- hometanen gerftomfïig ig / ( toelfterg Godsdienft Dog een ter Rapfodie, of Mengelmoes uit get Chriftendom, Joodendom, ^nden^ en Heidendom $/ ) en Dat get ban 't eene Landfchap tot get schrijver anDer obergaanDc / einDelijft tot gier toe i§ genomen, 4£n des aan- om Dit nog meer tt geïoben toerb in Doo? Die ban Ardra en ëaandc' Fida groocenjng geflerftt ; toant Defelbe nog gugben ge* tooon fijn gun Koophandel eenige gonDerD mijlen Land- waards in / na De Barbaryfe Kuil te D?gben. <®u§ get geen Dtoaling fijn fou om bafï te ftelten Datfe ooft tot in Der Mo- ren Land toe gaan. 't <£5ecn foo fïjnDe / foo toa£ 't ligtc* lijft te Dennen / Dat 59 ban Defelbe eenige fluimen/ raften* De Den Godsdienft, geleeiD/ en na gertoaarDg obergebjagt gaDDen. $u toeber alg booren. Menfchen , Die ftg (ten minflen ^andc boo? een tijb/) bnuten get Getrouwde leeven gouDen/ toer* °^"de Den gier ooft genoeg gebonben/ foo toel Vrouwen atéMan- Cc ' nen , 202 BESCHRYVING VAN DE ncn , ( bog egter ongeujft meer&er ban De eerfïe / f n bat om ttöcc rebenen / Die in Dabdp fal meloen/) rn beg niet tcgenflaanDe / fiet men toegnig Negers fferben / of Jjet vroede moC£ ged jong fijn/ öie niet getroutob fijn getoeefï. ©e Mannen troutoen foo gaafï 30 be onnoften ban De Trouw nonnen opbrengen/ en bermit^ Dit beo* ben Gemeenen-man feer taenuig if/ foo raften befeïbe al fjee! bjocg aan 't Wijf. ©oojname Lieden kinderen, betoeiltc rijhc / en gengstoe ge* neggïbc Vrienden gebDen / en Detoeïne Jet bieggalben aan geen Geld en ontboent/ fijn beehualen ai getroutob / eer* fe eeng ter öeegen toetten toat een Wijf tn geeft. manö toeigeren/ f)oe toeging loon öefelbe Baar oor toillen Hoeren gtben / 't geen felöen öe toaaröe ban een ftuyver te boben ioonhcei gaat : 't en 3» / öatfe iemanö foo toel mogt gcbalïen / öie £erins- Öaar toat meeröer gaf: öog öat i§ fijn beleeftheyd, toaac inniemanö^geöonöen. Ce i %ctot io4 BESCHRYVING VAN DE en eenlijn maar met Dit on? derde DerfrtjciD / Dat fp'cr De naam niet ban boeren / en met De »2am niet Jongmans ober 't loon mogen beröjagen / ooft Datfe niet ge? l$**£ fjouDen fijn een tegelijk toegang te bergunncn / maar hunnen. Dat fuluó ban Ijnn epgen welbehagen af gangD. ©og 't Loon Meefter. öelangcnDc/ fp laten fïg met foo weyhig bergenoegen/ Dat Daar fclDen vefchil ober balt. <£n of Dit tot gerief Der Jon- ge Luyden nog niet genoeg toa§/ fo en ontfyeencn'er Daar en boben geen onDe Matronen , Detoclne een geljeele Win- kel , of Queck-fchool, ban tiit fïag ban Volk opregten / en De moopflc boojDagteujn boo? Den berïegen man fijn op* boeDenDe. 3n 't Landfchapbon Fida, cn Daarom geen/ in aï De Ar- Gemeen* drafe Landen, Jjccft men mcebc De boojfepDe gemcene Hoe- ^oeSe" j? ren m een groote menigte/ en boo? nog geringer pnjg aïgL^enr* op De Goud-Kuit. JJn 't Fidafe Land fjeb in een menigte ban Hutjes geften/ niet langer Dan tien voeten, tn omtrent fes OjccD/ ftaanöc Bet gefjecic Land Doo? bp De groote toee* gen. ijf icr in moeten fïg gcfepDe Vrouwlieden op fee&ere dagen ban De tuer u / laten binben / om een iegelp /' Die 'e gebaiD / te gerteben. «ön tertoij! Defc Landen fonöerlin0 Volkrijk fijn / bcomamcntlnn ban Slaven , cn Dat De ge* trouüjDc Wijven fjtcr toouöer &o:t tucrDen geljouöen / foo moeten Dcfc Vrouwlieden op Die Dagen f toaare aanfïoot ïtj* Den. <&n men fjeeft nip toiilen berfeencren / Dat cenige ban Defeibe u>at fraay ban Leeft fiji>Dc / op renen Dag met danig Mansperibnen te Doen jje&ben. <®f Die UU gaar b& €c 3 &omfl a0é BESCHRYVING VAN DE fiomfïm'et Kannen Brggen* fou men aan Liviït , fcg aïbien fg nog tu toeefcn mag /mogen toagen. 3ft fal/ al$ mg beg nicc uenïaanbe / met onberlmnöen om'er [jet oojbcel ober te nellen. Het fcljijnb fe&ier ongeloofïp/ en egrer merb'er j)ier niet aan get&nffeit. ï|aar Loon , öien fg ïjier mebe berbiencn/ Beflaat m Djie Horentjes , aljner Boesjcs, en bg on ö*c fa / om tot W* hanteering gebmgftt te merben / aan het aan t)et Gemeen fcfjenften. <&n §icv mebe meenen bic Juf- Gemeen fcrs, batfe fcuerften ban barmhartigheyd boen / en bit ber* k«n'Ti ffrtffc Öaar / f°° m ecn gelijkenis fob berfeQeiberi ban ben Jatdefei- anber / alfjoetoel ban een en {jet felbe oogmerft / mag ma> v« daar ften/ UOO? ZielmuTen algbg be Papiften. <£5g / nog Ü\ / ful* mede \m / m miju gebagten/ [jet oojbeel bellen/ meift ban btU ben. oei1 «ttttöw ömgt aan ben geber fal boen* H£g fullen ïjaarlieben baar lieber felfé boo? laten fojgen / en maar al* leen feggen / bat titft Jouffiouwen [jet flg bafteïp inbeeld öen en niet en tmijffelen / of Jet fal (jaar in j)et anbere Ie* ben merben bergolben. <#n ï)oe meerber Hoeren fg booj get Gemeen ftoopen / goe grootte vergelding fg fïg beloben gier na-maal^ te fnlïen ontfnngen. 't <6gnbe ban becfe Hoeren l$ / aïg Üp be Goud-Kuft, te toceten/ arm, en elendig, en nog te meer/ om bat fy fiter grooter torn moeten ugtftaan / baarom ooft beg te eerbee fiek en befmet mojben / en maar boo? fy ooft nog fjeel jong ftjntjc in be Poel ban Acheron gebompelb en bf rfmoojb ber^ ben : fijnbe felben foo gelnftftig / batfe tot een rebeïijften Ouderdom geraften. Redenen J^u/ fieb ift UE. Mijn Heer en maaröe Vriend , ïang en wesschrij-bjeeb onOcrïjonben / fcoegen^öet Trouwen bcr Negers, en cile£ GUINESE GOUD-KUST. 107 öHc$ opgcDift en boc:gcfet toat De Winkel ban Vcnus vers wat* aigur i$ ugtfeberenDe. 3,1* fouDe mg fonDcrlmg bebwgen™ hx. binben/ bg alDien UE. myn maniere ban fcg?tjben / booj* 0pecCIlrie gaan? m befen geomgfct/ quamttc lanen. S£)ant bg alDien (uüianre in maar De alöermmfte bebwfrgegD gabDe gegaö/ Dat UE. wiJS heeft regrnbjoortig met De ouDe fitjbe DeftiggegD tooarb befet / eJveriun' fijt berfecfaerö / Dat in mg felben bertu?ongen/ en alg ge? deid. fcüciö fou aangeDaan gebuen / om gec op een feDigcr ma* nier te tjebben mogen behandelen. vDog in ban mg met berbeeiben / Dat UE. foo fcgte lijn bon inbo?ft fenb bcran* öerö fijn / öicglj alben aan nier henöc De Stof , mtifec tn fig felben fotfig , en geljeeï bierliju i$/ en Daar neben£ mg boo^ fteheisDc / ban toat bjift U E. boomiaalo fijt geDjefbe« gerorefc / namentlsjft / Dat U E. en i& / beei lieber ban Die fanen op een Raillante toijé gebben toillen reDeneeren / alp 'er on§ eenigfinb^ mebete bcfoeDelen/ get feibe boo? De Sluypcrs , ( maar ban get fpjeentooojb fegt / ftille waWs hebben diepe gronden, ) oberlatenDe. Cn bit t£ De reDen toaarom in ij et op gefeibe 3Xeefl frgoegenbe / fooDanig geö berganDrlb / alp get U E. en mg boo? Defen geeft ftonneti bermanen. ©ir § ift ooft in antmoo?b befc£ U E. fijn tee* (lemming / en goeD neming / gier op te gemoet fal fien/ aan get melne foo toegni^ rtoijffel fïa / ai£ UE. fcegoeft te Doen / ban fig te bctfecneren / Dat in noogt geforöig fal bebonoen fcoerDen / om ban gantfeger gorten te fijnj 6cc. Eynde van den twaalfden Brief. BE- BESCHRIJVING Van de GUINESE GOUD-KUST. Waar by geyoegt is , een net verhaal van den SLAVEHANDEL; En een generale Befchrijving van de Slave^Kafi , of i^Ardrafi handen , mitsgaders een omlandfe Reis door den Schrijver in den jare van 1698. gedaan, nzRio de Gabon, Ca- bo-Lopez di Gonfdvez , de Eilanden van Sainfi Tomé en Annaboa , en wederkomft op de Gond-Kuft^ TWEEDE DEEL. BESCHRYVING V A N D E GUINESE GOUD KUST. DERTIENDE BRIEF. Is eerft fpreekende hoedanig de Negers fig ontrent een fieke gedragen. Verlaten fig niet op de Geneesmiddelen alleen, maer offeren voor den iieken ; en wat. Dankbaerheid naer herftellir.g aen de Geneesmeefters. Verandering van Heel- meefters , en nieuwe offerhanden ; van 's gelijken van de dienaers der Blanke voor hun Meefters ; van de MuUttin- ve voor hun Mannen ; werd van eenige Europianen goed- gekeurd. Geneesmiddelen, en derfelver gebruik, 't gunt met de qaael fchijnd te ftrijden ; en werd egter goed be- vonden. Grootc kragt der groene Kruiden in fiekte , en felfs ook voor wonden ; anders ook waerom den kranken overleeden is , en een geval deswegens met een van de» Schrijvers fijn dienaers. 't Vragen aen den Dooden , en Afgod , en wie'er antwoord, 't Schrijven van fommige, dat de Negers de Duivel om raed vragen , wederfprooken. Hoedanig 't vragen aen den Dooden gefchied. 't Kaal fcheeren en gebaer maken der Wijven over 't affterven van haerlieder Man. Rijniging van 't doode lighaem. 't Be- klagen van Rouw met gefchenken,kleeden, en opfehikken van den Dooden. Hoe het Lijk werd begraven. Pragti- gen uitvaerd van voorname perfoonen ; en op wat wijs (j defelve fonder 't rotten eenige maenden boven de aerde houden ftaen. Mcnfchen voor defelve geofferd , en wreed- heid daer ontrent , van den Schrijver felfs bygewoond. 't Bouwen van een hutje boven 't Graft , en 't fchrijven van fommige deswegens , wederfprooken. Verjaring van den uitvaerd. De Negers fijn gaerne in hun Vaderland begra* II. Deel. % ren9 BESCHRYVING VAN DE ven, of dat anderGnts haer Gebeente daer word gebragtj en hoedanig dat gefchied. HEER, ebert mijnen laetften beo? ontrent een maeKb boo?lceDen/ ben in beteerD gctüo:öcn mee Den uwen ban Den 2 5.. . ♦ Men fegt booj een gemeen ^p^eefttooojb : Lang vaften fpaerd geen brood. 3£at fcïföe Öebinbe i& tegentooo^oig toaer te$n; aïfobeooge U E. in 't fteüen ban gefeide Brief, De pen? ne ban een bacrbigen £cÖ$ber jieefc ge* ïjab 5 en toaer mcDe U E. De nlagte van mijnen laetften ter regtee tijD fijt boo?geïtomen. %k ïjouDe mp Dicgïjaïbcit üolfcomcntïtik boïöacn / fonDer Dat UE. meerDer bcrant* tooo?Ding of berfeïjoning toegen£ U E. nalatenïjeiD noDig ïjeeft bp te brengen. «&ijnDe met eenen berblijb U E. en Mejuffrouw , U E. waerde Huisvrouw , gcfonÖljClö te mogen berftaen. %)x biobe Den ïjemeï/ UE. gcfamentlijfc nog een reeks van jaren Daer bp geïiebe te betoaren. U E. bcrhonDfcfjapt mp onDer anDeren meDe t ontfangft mijner brieven ban Den .... manenbe met De vier vorige De gcfjede berDeeüng ban Defe Kuft uit» 't %$ mp ïief en acngenacm/ Dat U E. bergenoegt fijt met De betnlaring en opening/ Die ift U E. banonfenïjanDel ïjier ter Kuft ïjeö ge- geben: te meer / om Dat U E. met mp ban een en ï)et fcïbe geboden fijt > nebeng De beïofte toelne UE. mp DoeDy om 't ontwerp, Dat in tot berbetcringfjcbopgeftelby ter tip en gdegentfteiD te fuïlen boo^agen. 3'n toenfclje U. E. geen anDcrc ban De gecne / toaer meDe U E. geftnD fijt 't gefeide te bedjanbden / aï£ Dat U E. Die ban foDanige gcfteït&eiD moogt binDcn / Dat U E. voorftei ingang bp Haer E. E. mag binDen / en Dat'er DienboïgenDe foDanigen bcfluit ober ge? maent mag too^Dcn/ 't geen ten meeften boo?Deeïe ban De Maetfchappy faï UJOjDcn bebOllDcn. 't <Ên Boomt mp gantfc&cIijK niet bjefmb boo? U E. ver- wondering wegens de Regeering d«fer Kuft ; ifa en ttoi)fel geen* fmr* GUINESE GOUD- KUST. 3 fïnt# of een iegeïijft Die 't ïioojD / fal Doo? He ongeregeït* ïjetö ban 't fcïbe aïjBf opgetogen 5(jn. 3Rft p^ijj0f U E. voorne- men Dien aengacnDe/ mit£ fjopenDe Dat (jet ban een goed gevolg faï 3ijn / anDers? fou fjet mp !ccD $ijn ; niet aïleen / Dat in ïjet aen u E. ïjaö voorgeftcld , maer oor / en boo^na» mentlijft / Dat U E. Daer ontrent Tonder vmgt fotm moeten arbeiDen : Dieg nogmaeïg fegge in / berhope ïjet öefïe/ en Dat i& maer U E. goede voortgang Daer in faï mogen berfiaen. ©c brieven Die in tfeDert De gccnc ttjeïftc U E. rceD£ ban mp fjebt ontfangcn/bccbacrDigc/ en UE. toegefonöcn ïjc&/ frjn vijf in 't eetal ; bcljcïfenDe Der fcltoet inïjouö aï£ boïgt: en De blCl'ÖC hare Regeering , Oorlogen , en de magt hunner Koningen. Vervolgens is Debijfbe ofïactfte fprekende van hare manier van Trouwen, en dat daer na ecnigfints is gelijkende. 3(ft ï)Ope Dat U E. rcCO.g eenige Der feïber fult ontfangen ïjeböeh / en Dat De oberige tfrjner tijD fuïïen boïgen ; Dog of een of ooft toe* meer ïjet ongeïuft aentroffen / ban niet te regt te nomen/ fo fenDe in De affchriften ban alle Defeïbe gier ncben$. 1&C dood, een «iteinde ban 'smenfehen handel Jier ÖencöCIt ftfnDe / fo fal ift met Daer ban te fp?eften ooft een einde van de befchrijving defes Gewefts maften / en 't geen ftojteïijft Dr ftoffè banDefe fa! $fjn ; maer na UE*nog maer drie brieven Ijebt te bertoagten / toaer ban De eerfte fal feeften ban ïjet viervoetig gedierte defes Lands , fo tDeï wilde aï^f tamme, ©e tweede ban De vogelen , 't kruipend gedierte , gekorve beesjes, en De viffchen : en De derde ban De hierlandfche boomen, en der. felver vrugten ; mtt£gaDer£ ban koorn en 't ander veld-gewas? en fo mp Dan nog ietg in Den fin frïuct / fa faï 't'er toerben bpgeboegDj toaer meDe UE. fïg Dan ftonD vergenoegen, en vrolijk maken. ïiomenDe Dan tot De verhandeling ban onfe boo&enomene ftof , fo laet ons? eeng befcljoutoen De gdmiinen Der Negers ontrent Jaer fiekte, fterven en begraven. 4 BESCHRYVING VAN DE Hoedanig 3!emanD ban De Negers ïjier te £anD fiek merDenDe/ de Negers tocrö fcan öc fijne blïjtig genoeg opgenaft rit gcDicnD/ fo fig ontrent befï |^n ftaat mvcrmogen immertf ïijDen mag: mant termijï gedragen. ift recO£ ïncr borrn gefegt ï)cö y bat Dr Negers fonDerïing boo? De dood ftjn tyeefenDe/ maerin fp ooft fo bijftcr g?oo* ten ongeïijft niet en (jennen: al£ frjnDr ïjrt aen ïjaer nieDe niet onbeftenD / Datmen maer eenmael te fterven fjeeft / om boo? altoos in 't vergeetboek te ranen ; fo fuïïenfe niet naïa* ten/ om alleg aen te mcnDen 'tgeene fpmeencn tot fjet uit- rekken van haer levensdraed fou mogen Dienen : en upalDiett fp fo meï/ aïgDC oude Grieken, ftemti£ aen De drie Gefufters De Parcae JjaDDen / ift ben berfefterD / Dat Dir ïjaer voomaemfte Goddinnen fouDrn 3ljn / rit fcöeffte fp met De meefte offerhanden fouDcn bereerrn* Genees- 't <£erfï Dat fp in tijd van fokte trr ïjanD nemen/ fijn / geïijft middelen oberaï in De geïjeeïe merelb/DeGeneesmiddelcn.ïjoemeï fp Defeï* loos v§an ^e a* te kragteloos afltm Om Daer DOO? aïleen Up levenden lijve te haer seagt, ïtonnen Wijnen/ en tjacr gefondheid meDerom te mogen öe* om atieen ftomen; en Diegöalben moeten er kragtïger middelen terïjanD ve°eenf fie Sfnomen toerDen / aïtoog Die fp boo^ foDanigc öouDen j Ie "her-6 ÊefïaenDe meDerom in 't plegen van haer gewoonlijken Afgo- fteiien: dendienft : en t'eerDcr ftomenfe ïner toe/ mijl De geene/ Die ïjier tr Land De Ifïoï ban Heelmeefter fperïD / te grïijft ooft Feticheer, of Priefter t£j Du£ ïjet Defeïbeniet fmaer baït om De vrienden mtj£ te maften/ Dat De Heke niet ftan geïjoïpen / of meDer gefond mo£vn / trn fp boo? f)em aen Den Afgod maer offe- met ren ofïèrhande verfoening tnerD geDaen ; en bermit^fe ren yoor fjjcr toc u jt Der aert fecr geneigD 3ijn / fo fijnfe aenfronö^ deAfaodïn" °? * fc&8en ^an Dcn Pri€fter gerrcDj Denfcïben berbofgen0 b ' BiDDenDc om Den Afgod te tintten blagen mat fijn begeerte i£. 55e Priefter laet ftg Itier on niet ïang noDen / mijler boojDeel boo? fjrm in fteeftt 5 maerom ïjp met Den eerflrn fijne bedriegeryen werkfteliig maeftt : en na fjet felbe berrigt te fyebben/ &c!a(t ftp De vrienden Dat fp een Schaep, Varken, Hoenders, Hond of Kat, of mat ïjun in Den fïn ftoomt/moe* ten offeren ; fomtï)D£ OOft Goud , Kleedercn , Drank , en alt» Dere fraeye faekjes meer i 't geen atte£ gerigt 10 na Dat De mid- *a wat. GUINESE GOUD-KUST. .5 middelen ban öcgccnc bic np uebienb iiQ intftrcftftcn:mant ïjier ontrent gaen befe Bedriegers nog al b?p uefc&cibcn te ïberft/ obedeggenbe / ofbemenfehen in ftaet fijn om befe onkoften te nonnen Dragen •■, en baer mebe öe befchcidcnhcid fommiger gobïoofe Roomfche Prieftcrs te bonen gaenbe / meN fee mccniginad boo? 't te bed eifeïicn en noteren boo^ ijareMis-ofterhanden, bed licben had en Dcroiö manen. 't 43cen Dan / ate gcfegt i£ / boo? Den Priefter mo2b ge» etfc&t/ brengen be Negers met bc mecfic goebmüïigïjeib bc$ frcrdb£ toe ; bic' et fïg ban ooft mei Dan meet te zeege- «cn. 3^ 't facft bat ben fieken fto2t ï)icr na booj cenig toe- val, 't fp bOO? bc liragt bCt: geneesmiddelen , of DOO,2 fijn goe- de natuer geï)OÏpcn / gefond mO?D / fo en bïijff ben Heelmee- fter, of Paep, ooft gantfefjeïijft niet onoeïoonb. nrant be Negers fijn met bic ondankbaerheid, macr ban be Heer Wil- lem Godfchalk van Fokkcnbrog on0 bed acroig UcfdjUÏOigö / niet beftt i bat fp be Doaoors afë be Duivel fouben fjaten/ fo fjaeftfe maer jlcg£ geneefen maren. JlBen {jeeft reben 8m bat Vers t'ccnemad om te fteeren / vers-om; en te feggen/ bat ïjier bc menfehen in 't gemein be Doöoors fettlB2- tot bdl hemel tOC p^ijfen/ fo ïjaefï fp fïegtf geneefen 3Jjn. .JiBaergebcurb't/ bat bee£ficke fijn quael öïtjft bueren/of meï bat befeïbe verargerd,fomoetener Op nteum^ offerhanden too:bcn gebacn / en bat met nog b?p meerber onkoften aï£ te boren j mdft offeren fo ïang bUCrb tot ben fieken meber ge- neefen ï$ i of bat ben fdben onbertofjï ftoomt te ftervcn. Veelmalen merb ben Heelmeefter ooft md afgcbanftt/ en veranda een anber in fijn pïaetg geftdb en aengenomen-, mdfteban «ng van hïCÖCC van nieuw af aen DcfjUlö / en fjjn voordeel met fijng Heelmec makkers ongeluk md meet macr te nccmcn. ^e£fdf£ eerfte werk i£ / a\0 be Heelmeeflers gemecnlijft Öp Ong/ om QÏÏC0/ macr mebe bC andere geneefen ijeeft / te veroordeelen, en ben fdben ban onkunde in fijn kunft te brfcïnit^ bigen / macr op (jet offeren meber op nieura met fcer groo- en n:euwe te onkoften actigact: mant bCC& nieuwen gaft, b^eefenbC bOO? ofFerhan- gelijk ongeval, afe fijn Voorfaet i£ mcberbarM / zeegend fïg in dcn: tp£ fa bed immertf boenïijft i$, en bat met fo flimme ftree- % 1 ken, 6 BESCHRYVING VAN DE ken , Dat fp'er meenigen Europifchen Heelmeefter (aujoemc! oor arg genoeg) mcDe fouten befegamen. <3Treftt u Dit niet aen/ Mijn Heer, 'ttoojD ban U E., aï£ toefenDe ban De vromen , niet gefegt. f$tt beranDeren ban Hcelmeefters geöeurb fomtijDg twin- tig en meermalen , en gefïaDig np bergeïijRing met mcerbet onkoften aï£ op ong ; fijnDe De Negers fo toenDedijR gefet op ïjet offeren , Dat fp'er De Papen fomtrjD£ al0 toe Dtoingen. t geen de 3£e Stongeng/ toeïfte De Blanke Dienen/ en toctcnDe Dat fp swa«en, in een goeden Heer rjebben/ fulïen/ fo rjaefï Den fdben mace dienft der j^g fcfjcelD/ aenfronD#< fonber Degfeïfé loeten / bp De Paep * inde fon- Sae"/ om «ntge offerhanden bOO? Den fdben aen De Afgoden der ons te Doen/ op Dat ï)p tocDer tot gefondheid mag nomen, ©er? weten, ook fcrjeiDcmalcn tjebben top op De bedden of in De kamers nan voor hunne gCnjge voorname perfbonen uit Ollg / ü\0 Ddl fcïtïCll overleden woon fifn toa£ / eenige Doo? Den Priefter befwoorene faken gebonDen / te doen. toclfte booj De#fdfë bediende afoaer geïegt toaren / op Dat &ct Ijacr Heer ban De dood mogt bedoffen : en om Dat fp toecten Dat top'er qnaïïjh ober te tyeeDen $ijn / fo Doenfe ïjet aïtijD fo verborgen en geheim, Dat (jet ong onmogel^Rig om'et agter te konnen komen bOO? Dat Den kranken overleeden i$i en fp geen tijD Dennen gejjaD / om Jet aen een ftant te Reugen. Offeren ^e Mulattinne , toaet balt ÏR U E. bOO£ Defcn ïje& gefchrc- der Mulat- ven , en Die gaem De naem ban Chrifïenen toitten boeren / «nne voor RonncnDe fp niet minDer als deefe 5i)n / fijn Dcefe bygebvig- hareMan- j,ei(j op uitnementïjeiD onDcdjebig; toant fo'cr een aen een *e* blanke getrouwd, Of/ fo men ïjier fegt / gecalifiaerd \$ / en Dat Den f elben fiek too?b/ en fp bah ïjem bemind fijn/ en rijke- lijk ban èem trcRRen/ fo bïpen fp gantfcrjeïijR niet in ge- breekenban rijke offerhanden bOO£ f)em aeit De Afgoden relaten Doen/ met tienmael foo beeïpber en bafïer bertrontoen al£ DC Negers felf£ : Dog fjet alderverfoejelijkfte en beklagelijkfte i£/ Eenige öat jjjer ^p mijn acntoeefen felp blanken gebonDen $ijn / nleedeaen ***** mct aïïccn ttn welgevallen *" Defen Afgodendienft tjaD. dat euvel Den/ en'er eenig geloof aen gaben / maer Die felf£ Daeren* *?*• boben rjare bedienden Daer toe aenpo?DDen / en oor met beet toe- GUINESE GOUD-KUST. 7 toegeneigtheid eeltige bcufclagtige dingen aen fjaer lijf Ö2CC0Cn/ lUCÏftc ban Den Fetichecr gewijd Cï\ befwooren iDatCll. 5CcnbdangcnDC Dchicrlandfchc Geneesmiddelen, Dcfcï\3C bC?Geneej- (lacit cerft CIl voornamcntlijk in Limocnfap , Grein of MaL^et,1""^'6"* wortelen van boomen ; OOK lllf ÖC De gom en fchors van defelve , . 11Ctocn0 UerfcfjCÏDC flag ban groene kruiden , ÖJCÏ tOt dertig- derhande toe / iB AliC laetfte ban CCn uimcemende groote kragt 3ijn. 't *3cb2UiU Defcr heelmiddelen KOOmt 0n£ veelmalen mCtöC en der fel- quael, toaer HICDC icmanD befet t£ / t'eenemael ftrijdig te tW'bruiF'hei ren: en egtcnüctD'er fomt^Dg heel gelukkig meoe gearbeiD* gCen tegen- tot een bOO?bcdD fal ilt Dit eene en 't aldergewoonfte heelmid- Rrijdig° del (lellen. fc.hi'nt te 21Ug fn icmanD onDcr öanDen öebben / tocïfce met een fwaer z,'n : Colycq en Pcrflïng gcnuelD i$/ fo gebenfe Denfelben eenige Dagen agter een 'smorgensen 'savonds, een goeDeCalabas met Limoenfap en Malagct bermcngD/ te Dennen : en in anDere fiektens nog immers fo ftrijdige middelen ; Dog tDijl mijn be- oog niet meoefyengo/ om tner ober te tomen/ of mogen redenceren , fo tDil ife ï)ct felbe gaern aen U E. , en anDere De£ beter bcrflaenDe/ obedaten: en maer alleen Ijier byvoe- gen , Dat in / Ijoe tegenflcijDig gefeide middelen oon mogen J^l-e" 3im/ berfeïjeiDemalen eenige onfer Blanken ïjeb fïen genee meenige«n fen; en feïfief al^f onfe Meefters Dacr geen raeD meer toe en doorga*. toiften. fen- 5De groene kruiden i 't boomacmfle middel &aer meeDe De Groote Negers in fjaer fiektens.fijn arbciDcnDc / fijn ban fo een ver- kra°gt *an wonde» lijke groote en goede kragt, Dat fytt foOOgïijK te beklagen tja?/ de groene Dat geen Europifch Heelmeefter fïg tOt nog toe. aengelegt fjeeft/ kruiden> omDcnaertenDecigenfchappen derfelver teonDerfocften: mant stoofde ife beeld mp niet aUeen in / maer geloof get oor boo? toafl/ Geken:. Datmen met defelve typ gelukkiger ontrent De fiektens en qua- lcn fOU arbciDen / a\$ met De Europifche heelmiddelen , om Dat defelve , al#fc hier te Land Romen / fjact grootfte kragt ai bebbcn bedOOren/ en b00? 't meerendeel bedorven $ijn. <£n Daerenboben oor / om Dat onfe üghamen hier te Land baneen anoere geftdtheid bebonDen mojben / toaer D002 defelve na alle S BESCHRYVING VAN DE alle gedagten fïg btttt na 'sLands middelen, aï£ ÖC Europifche fouDen fcïuRRen. 3£e gcenc/ UJClftC na mp ROttten/ Cn'ec De vereifte kennis of wetenfehap toe Jebben / mogen ||et / aï£ 't fjaet gelieft/ naDet onDerfoeften ; ik boo? mp gaet boo? tegcnmoojDtg ban affcheiden , met nog maer alleenlijk te feggen / om De kragt öet hierlandfche kruiden Dc£ tC bctCt tC mogen veitoo- nen , Dat De Negers DOO? f)llïö Det felbec feet fware CU gevaer- voScn.tot ]^ke WOIlclen fön gcnecfenDe / gelijn in niet fonDcr verwonde- ring, tOt bcrfcï|ClDC retfen jjeÖ geilen, ett ondervonden. 3üïïe£ ban/ aïg booeen gefègt i£/ acngetoenD fijnDe/ Jet geen eenigfïntg tot bevordering ban Den fieken fou mogen Dienen/ en 't felbe egter niet Roomt te helpen, maer DatDcn fieken fijn ziel uitblaeft en fterft , fo tg'Ct lllcDer nieuw werk boo$anben; namcnthjït/ om temogenmcetenmatDeoor- Onderfoek faek ban ftiH overlijden 1$ / of waerom Den fefben !£ geftorven: waerom ^ant |^f|o0n jet blijkelijk en kenüjk genoeg ijs? / Dat Jet een hgeftor!11 natuerlijke en eige dood i$ gemeeft; 't ftf toegeng fiekte,hoo- tcn; gen ouderdom, wonde, of De een of ailüere gevaerlijke en doo- deiijke quael , fulftg Uan ïjaer-ïicDcn in 't alDerminfte niet voldoen ; Daer moet Jareg Dunnen^ een anDere oorfaek mee* fen j Dieg Jet <&p?eeRmOO?D / de dood moet altijd een oorfaek hebben , in geen pïact£ tet roeerelD meer merD bewaerheid \ geen öï£ cben Jier. 3HenfïonD0 moet Den Pricfter ncbcn£ De vrien- door den den onderfoek Doen / of Dell overlecdenen gebUCfenDc fijn le- fchie" get venstW ooft meineedig i-e? gemeeft ; inDicn ja , fo Jeuben fn eerftoUen bolgen£ Jaer geDagtenDe oorfaek uitgebonDen; aïgmeefen* overleede- De Dan Dc£felf£ dood De ftraf ban fijn meincedigheid ; Dog Dit nenmein- ontbreekende , fo metD nagevorft, of Jp OOR töel (0 groote vy- weéftSge antlen wogt jcljaD nebben / Die Dooj 't fttoojen ban Fetiche (mat Dit i£/ ï)cb iït U E. booren in 't öefcfepeit ban fjaec Godsdienft gefegt) Jemmogtomhalsgefyagtjcöben. 't^e* benrD mei Dat eenigeban fijn vyanden maer op enkel vermoe- Qf -heime- fcn betten aengetafï en onDerfogt : en i& 't facR Dat Jp fijnvyan. f eeniger tijD 't gcfeiDe Jeeft gepleegd, al ma** Jet oor denvergif. nog fo ïang geleeden, Jp ftoomt Daer fijn lebenniet heelt rijd. huids af. 3* GUINESE GOUT-KUST. 9 3tft mag niet boo^bp gacn fonDer UE. ïjicr een geval, Dietf Aerd;g ge. öengaenbe/ te berïjalcn/ en 't toeïn nip fcïftf gebenrb ig : fënbe val, wacr ontrent agt jaren geïecben / aï^ toanncer ih te Axim lag/ en *°PT..dn mp gcraben toieeb / tot boo?tfetting ban 's Compagnies han* dS»? dei, een befending aCH 't Opperhoofd, of DC Koning van dat Land, nevens een te boen : in font)/ in opboïging ban gefcibc acn mp gegee pander, in bene raeD / een ban mijn Dfenaefcs met een fraci Gefchenk na ^vensse- 't gefcibc Opperhoofd af/ mcrbcnDc banïjem feer minnelijk en cXil met beeï tocgeneigthcid Ot1tfail0ei1j fo OOft 't Gefchenk. ©e Brandcnburgfche Hccren ïjaDDCll tCt DÏCC tijD OOft jlriftCCItban fjare Jongens met een vcreenng acn Den feïben afgefonDcn. ï)p/ bie met aïïc Europiancn in een goed verftand bcgcerDc te ïebcn/ ontftng Dccfen Dienaer en fijn Gefchenk ban '£gelij; ftcn met beeï teeltenen ban agting en vriendfehap. «ècfeiDC Dienaers, fo ban Ot Brandenburgers aïg DC mijne / maren Dll£ tegeïijn acn 't Hof banbeefen OppervorftjmagtcnDc Dat fm &aer/ al£'t ftem geïecgen nuam/ meDer acn on£ mogt af- vaerdigen ;Dog fyact magtcn mag fcenemacl bergcefg: mant na ïjicr ontrent fes weeken gemagt te fjebbcn / mtam 't ge- feide Opperhoofd Dcefer tocctcïD t'oberïijDcn / 't geen ïjacr in 't grootltc levensgevaer des weerelds D:rtrjt : mant De Vrienden ban ben overleedenen , gebagtcn ïtrijgenbC / Of onfc Dienaers toe! fcïjuïb acn fijn dood tnogten nebben / becben gacr bp De ftop batten / en meï uW en jterft binben : bcrboïgcng bOO? be Papen onbetfocft DOCnDC/ Of De Verceringen , Die fp mecDe geb?agt öaDDen / niet vergiftigd of befwooren maren geroeeft; Dog bic Fielten mierben bier tijb foo eerlijk bcbon* Den/ Datfe/ na fjacr Godsdienft (tenminften infejim) ge* plecgD te ÏJebbcn / Onfc Dienaers bOO£ onfchuldig en vry bcr* ftïacrDen ; meïftc Daer op aenftonDg ontflagen , en ban Dit blijkeiijkc gevaer vedoft micrDcn / en fo bcrboïgeng meber met cenige Gefchenken boo? ong afgcbaerDigD / en te rttg gefonDen. £ict eeng / Mijn Heer , fjoe ïigteïijft men gier te Land , tcgeng aüe bcrmoeDcn en gcDagten / acn een on- geluk fou ftonncn geraken, $u ga ift ïjet meDer acnbinOen toacr Dat ift get fo eben gelaten fyeb. 'tScrmocDen ban vergiftigen mcDc ontb^encnDc/Danmerö II. Deel. $0 OltDCP io BESCHRYVING VAN DE Meerdere 0"Dcrtafï / of fijn wijf, kinders , eil anUcrC nabeftaende , öf OOK plecht.ghe tDd fijlt Aa ven, ÏJCltl fO?gbtllDig genoeg gediend en opgepaft, denontrem en mei rönelijH genoeg boo? ïjemfjeoben Doen offeren : mact het onder- |jfln mcn fc^ öjt ^g öe ftjare cn regte ooifaek tlUt Utt* wamm binDcn / ban metb tocber tic Godsdicnft (fcljaon tjet onDcc den dioden t boo^berbacïDc aï ccnigfïntjs bcrmcngD i£ gemceft) op geftorven §ct hevigfte en kragtigfte ter ïjanb genoomen / atè fijnöe De genomen fcïbC ftacr gemeenfte, gereedne, cn OOR laetfte toebhigt. ©e Prieiter gaet Dan niet alleen ben dooden blagen/ macr* Hetvraoen om öat ÖP geftorven 1$ / ïütUt OOK ÖClt Afgod; en HOU OM* desPiie0 biecht §et oor aen antmoo^b «Belieft u E. te blagen/ fters, hoe jjjic fccn antwoorder ig ; IR geïoof bat Simon de Vries , iucïfec oaet,nwerk Dc Duivel Ö°Ö obeca! in t fpeï bjcngD/ al£ fecr gemeenfaem 53 metfommigc menfehen omgaenbc / boel faï millen feggen/ cn beelligt froccren / bat ben feïben / te mecten be Duivel , in feïjijn ban ben dooden , of ben Afgod, i-g? anttooojbenbe : wie , en Dog gelieft U E. ïjicr mijn gedagten cn antwoord optcbooren; wazige- j^^g/ tiat'cc be Duivel , nog ben Afgod, nog ben Dooden, antwoord ccnige fc0ufo aen fjefe&cn. fpfnn/ mijn£ agten^/ allcD?ic enen ftom , en Dicgïjalbcn t'cenemacl om te auttüoo?Dcn Onbcquacm 7 maec bat DCll antwoorder ben fchelmfchen Prie- fter fclfë i$ ; toeÏRC / na 't berrigten ban fijn dienft , Dt Vrienden foijg nWCRt / bat ben Afgod cn ben Dooden foi en fobanig/ Rebben geantwoord, al na ^pincet met fijn belang &cfr ober een te Romen/ cn 't geen bc mcefU fchijn van waerheid mag ïjebbcn; toclR feggen uan ben Prieüer öan oor booj on- twijfelbaer en aï£ een Euangelie gegoubcn mo^b > fïg geheel in ïjact doen na 't fclbe richtende. Seekere jj^jer {cf)ÏCt mp te binnen / Dat i& bOO^mac!^ fekeren Schrij- difaén-eS' ver' ^nbcdligt meer als een, gclcefcn l)eb/ töCÏRe geloofden oaende", ^tt vaft fielden , bat tit Negers in verborgene faken ', en na be tegenge- regte gefcfjapenljciD Der fclbcr / De Duivel om raeD gingen fpiooken. tyagen / en fïg na bet fclber antwoord maren ricfjtcnbe; boef) ift Ran bOOJ eigen ondervinding bttüigctt I Dat IjCt fclbC t'cenemacl valfch cn vcidigtig: fp begecren/ cn't geen ooft fjet prijfeiijkfte \$ / fo griotcn gemcenfeïjap met De Duivel niet te Rebben ; fijnbe aï Ijacr vragen in t#D ban verlecgent- hciri GUINESE GOUD. KUST. n heid C!t aenbelan», gctigt tOt t)ÜM Afgoden, of licber Papen; fonöCC OOtt CCIl£ acn ÖC Duivel, Of fijn Dienaers, tt bCtlttCll 5 Deel min Dat fp (jcm in verborgene (aken fouDcn om raeDDja* gen/ en fïg acn fijn befehdd of antwoord DinDcn / en gare iaken Dacr na acnircllcn. <0p DcrfcQciDc manieren fcjo2DDcn Afgod en oor Den Do- den gcb?acgD/Doct) cen voorbeeld f aï iR Ijicc macr fïcllcnA ir elil in fijn toert* gact / nlg ooïgt : benige Mannen neemen oen Dooden in tcgentooojDigljciD Dan Den Prieftcr op ijarc ïchou- dcren ; en Djagcil Dan : Sijt gy om die of die oorfaek niet ge- ftorven? inDicn f)Ct foi^lfotoCCDcn DC gefeide Mannen, DOO£/ in meet niet löat Dooj een verborgene kragt, gcötoongen/ om met l)ct lighaem tan oen Dooden na oen Vrager oDcr te pellen / 't toeïh Dan fo tocel al£ ja gefegt i# ; anDcr£flnt£ fihjbenfe ftil ftaen. belooft U E. fjctj IR DCHR nan neen ; ïR ook niet. £o &ac|t merften fp niet oat Den Siekcn Den geeft ^ceft gcgectJCll / Of ÏJCt gact Op CCll huilen , fchreeuwen en kermen , Dat (jet 't gcfjccïc Dorp Doo? en ober RÏinfet / macr Doo^ men fCCC (jaeft gewaer Ran ll)o:Dcil / Dat'eC temailD overleeden 10 ; ijciiaïücn Dat met Den eerften oor cenige Dan De jonge Man- fchap, De£ overlecdenen bekende gctüeeft fijnDe/ met (jetfehic- ten Dan ïjaec Snaphanen Den overleeden De laetfle pligt CU eer Ro^ men uetoijfen. 3InDicn DClt overleedenen een Mansperfoon imtens huis aenfïeïïen / fo fitten binnen öp Jet Lijk De deSh°ennaeftc Verwanten, Daer in mceDe niet tüeinig gebaer manen- met het De ', fytt feïbC waflehende en reinigende , eil beroerd vervaerdi- doode lig- gende tOt ÖC begraving : De bCCDCtC Vrienden , böelftc Deit over- hae^enUit leedenen eenigfïntg ncfraen / komen meeDc ban alle Oorden t famen / om De Lijkftaüe op te toooncn : De gecne Die fytt in nalatig i$/ fou namaeïg fyaef moeten bloeden 5 ten toare ï)p wettige reden ban fijn achterblijven fton Dpï^cngeil- *t Beklagen SUnDere Deg overleedens bekenden , mit£gaDctg Degfrffó van den Dorp-volk, nomen meeDe om Den Rouw te beklagen ; een p- Rouw door öcr tjan öCfcïüe een Gefchenk ban Goud , Brandewijn , een geS' fraei Kleed, Slaaplaken, Of iet0 anders fyengenDe / fjebbeilDe door het Dit De naem aï£ Of l)Ct gegeeven töO^D om Den dooden Daer geeyen van tneeDe ter aerde te ïiefïcïlen; en ïjoe meerDer iemanD ftootnt fchefkfn6 tc geeven» Ö°c grooter eer en naem ïm'er Doo? berftrijgt. <©nDer bit gaen en komen ban pDer een / i£ men in Jet Sterfhuis ÏJ^acf met fchenken bOCnöc j DC£ morgens Brandewijn, en '$ namiddags Wijn de Palm; Die£ een Negers begraving, aï£ , &p Kan cemff vermogen i£ / feer becï ftoomt te ftofïen : Per- den werd' r°onen *an *aenfien MKtDen rijfteïijft gekleed , m opgefchikt fraei ge. fijnDe / in een Kift geïegt / en begraven ; fijnDe öp ï)em in De kleed «n Kift wstl) anoere fraeijighcden meer geboegD / om'er f*g in 't an« GUINESE GOUD- KUST. 13 't andere leven oait tC KOlWen bedienen , ÜCfïacnDe Die goede- opgefchikt ren gemeculiJK Jlt mooje Klecdtn , goude Fetichics , Ctlt Cou- in de Kift rael Oail grootc waerdc , fcoacr \HOl ÏH tofcïjeiDcmaïen gefpro- &le&> nc' ken i)CÖ/ Ccmitc de Terras, en lllCCC anDCCC dingen , ftïclhc jeThVnde" Den overleedenen fouDCIl mogcit tC pa£ ftomCII. fraeijig. &t Deel C!l CiJKClljftfjciD Dccfcr ingelegde goederen , 10/ al na 'ieid> al na tic ovcrleedene rijke Erfgenamen naïaet/ en lia Dat DefclDe fttlll ^^eede geneegen $i)!t. ^Bït a\U0 ÖCtfelD fïjnDC / tD02D Dcit dooden, brengen t fp IU1 een , twee of drie dagen (al tia De Vrienden met Den fijn Vrien- anDcren Dcgmegcnje? ober een fijn genomen) begraven : ooo? den liem 't Lijk gaen , of ItCOCr loopen , ttïl gcDCCÏtC jonge Soldaten, EJJ^* gcftaDtg DC gcheele weg over tttCt DocitDc Dait jjare Snaphanen te laden Clt af te fchietcn, tOt'er tijD DClt dooden in 't Graf Ï0 gelcgt. ^et Lijk tuo^D nan een groote meenigte gcbolgD/ fo tücl Mannen al£ Vrouwen , ja fcfftf OOR Kinderen , alte* Hoeó^ macl verward onder den ander 5 Dell cenen foetjes, en Den ande- het Lijk ter ren hard op huilende clt fchreeuwende ; anDerc lagchen en pra- aerde werd ten ineDcr (o fjart/ of er gecnen dooden ontrent mag macr- befteld- om men/ fcfjoon macc in febijo, ecnigc droefheid öeljocfDe te laten blijhen. £o Ijaeft Den dooden ter aerde i0 öefïcïö/ gaet een nDec fijng tüccgg / De meefte ecïjter toeeDer na Jet Sterfhuis, . oin fig met Den drank nocïi mat vrolijk te maken, 'tgeennoeïj ecnige dagen achter den anderen DltetD/foDatDitRouwklagentpCÏ eigenthjli een Bruiloft, of een Feeft t0 geïijnenDe. <6Cll Koning of Overfte OllDCC De Negers , of Dte fcan een Eenvoor^ groot aenfien OllDCt ïjaer 10 getttCCfl / latenfe fomttJD^ UJCf naem per" ecn geheel jacr noocn De aerde ftaen : en op Dat Den felben^on w°rd nictmogt verrotten en ftinken, fo Icggenfc ïjet Hghaem Opeen ftondTbe houte Roofter, OOet een klein fmeulend vier, toaec DatljCtOan g^ven^" langftmer hand UttDjOOgt : anDerc begraven Den overleedenen in maer fom- 't geheim UKl in fijn Huis, Dotlj maften De weereld tDlj£/Dat* liJds cen fC |)Cm Op gefeide manier fjetoarcn/ tOt DatDC tï)D fal geROOï gewald" men 5im/ om ïjem met Statie te mogen begraven» §picr na Den dag UeraemD fijnDe / Om Den overleedenen in 't openbaer tC begraven, fo tDerD f)et fcUlC aeil al DC Volkeren, OOÏi feïfë in anDerc Landeo, nonD gcDarn ; 'ttuemfoo een vervaerKj- 23 3 ken ï4 BESCHRYVING VAN DE ken toevloed ban menfchen bcroO^facfet / Dat |)et te verwonde- Groote ren 10; CCn pöCt ebCll benieuwd fï)nDC / Oltl Dccfe uitvaerd tt pracht op beichouwen ; Cll IjCt Ï0 feettCE De pijlte OOR tod waerdig , imt£ Jtvacir &acï cc» pgcïijfe op ||ct alderkoftelijkfte aen&omt/ en men aïfo 111 CtlXtn dag mCCrDei: pragt pet/ aï£ Op andere tijden ttt ttlCC* nigtc ban jaren. Menfchen 3n Du^Danigcn uitvaerd toerDcn ooft toerfcïjc toe Slaven ban voor den Den overleedenen tet DOOD gefyagt/ ett Den fclbcn opgeofferd, overleede om gcm / fcgïgeng ||are mcening, til De andere wcereld te die- ^Ser°dP,se nen- ©oojnamcntïöft rahen fijn Bofliims , of Die gecne / tortfte ïjp fijn Afgod geheiligd ïjeeft/om i)&\$/ fijnDe De ecne een ban fijn Wijven , en De anDcre een ban fijn voornaemfte Dienacts: DOCÏ) f)Ctaldergrouwlijkfte ï)tet ban 10/ Dat tOt Dec* fe Duiveliche en vervloekte offerhanden fammige arme en ellen- dige menfchen bOO?Dacf?teU/ft toO?Dftl verkogt : fïjnDe gemeen* ïijh foDanige/ toeïke/ of Doo? ouderdom, of cenig anDer ge- brek, geen dienit meer Doen tonnen. (iErbarnilijR i& 't / om Deefc menfchen te fien om ïjafë tyengen : mitg fp Dcfcïbe / eerfe l)aer einde bereiken , met hakken , {teeken , en ftltöcrc qucllingen , DllifenD doeden DOCH fterven. yan den %h fjCÖ feïf£ in perfoon in 't Landfchap Ante eïf menfchen, Schrijver Docfj lÜCt foilDer afgrijfen , op DC gehooide wijs fïeil aen ftailt fdfs byge. j.cjpCn . cn onöcr anucren toa£'ce eenen , toeïfte / na beeï woond; en^.^_ .. n . ^ ï^-i*^ «».• «■ wreedheid mtgefïanc pijn en fmert , doo? een Kmd ban fe£ jaren Ijet daeron. hoofd toicrD afgetopt; toaer mccDe ïjet onna een uer tijds trent ge- D0CnDe toa£/ £il^ fjc&farc&e fo beeï kragt niet/ om De Sabel Pleegd. u fomm ÜOcrcn. ©efe Menfchen-offerhanden gtfcïjieDen ban Die Negers, foeÏHC , niet ten boïïen onder ons flaen , en een gocD ftun megjtf fean Ollfc Forten fj)lt toOOUCnDC i anDCten / OllDcr ons Gebied ftaenDe/ fullcn top ïjet rdet toelaten , fjoctoeïfe Drfcïbc op andere plaetfen HOCÏ) ttt 't geheim ïatcn verrigten. Een hutje &C Negers Doen ÜObeil fyatC Graven CCÏl huisje , hutje , of boven de 00fc fot\ ccn tuintje ban rijfen fteïlcn ; toaer in fn eemg goed Graven ge- bnu gcmöc|. waerde, DClt overleedenen toeÖCÏjOO^D ÏJCübeïtDC/ toerpens Doet) niet fo afë fommige boo? Deffcn öebbcn ge. ïieben GUINESE GOUD-KUST. 15 licbCn tC fchrijven , al bCJjfclfë huisraed , Clt SOlDttt koftelijk- Stdli heden; Dit té HU gailtfcbclljft nit't meet in gebruik : Cn ife vaneenige geloof, na Dat in ^aer a«t ()cn nonnen merken , Datfe (jet schrijvers ooft nooit gcDaen bebben / of t moed ten tijoc ban Matlm- jcderfpro. falem gctoccfl föm Docf) fo lang ftanift/ noct) fp ooft/ niet heugen. Cc Axim en elders ftcïïcnfc bcrfcïjcibc aerde Beelden Op be Waflching Graven, toCÏRC/ na Dat Den dooden een jact begraven Ï0 ge*](an Becl* toceft/ gewaflehen too?Dcn ; al0 toanncerfe toeeDer een uit- Jr";e°np^ vaerd ÏJOltDcn / CbCll a\$ ttïl ti)Dc fcan De begraving; OOft met fet na een" 0Ceil minöer onkollen. jaertijds, ïfêonDcdijft fijn DC Negers gefet / Om in Ijacr Vaderland, en een ofGeboorteplaets, bcg?abcn re roojben : Dcrljaïbcnooft/ fo [^gelijk" tcmanD buitens Lands hu 0 lilt IC fterven , fo gctlCUlö ÏJCt Dift; ook prach- macï^/ bat fp (jCt doode lighaem na fijn Geboortcplaets boeïuSenuit' ren / en bacr begraven : boel) bp aïbien ïjet te ber van de hand vacrd* ig / fo tocrD Dacr ter Plaets be uitvaerd gcbierD? en tg 't/ bat bacr tCC Plaets CCIligC vrienden of goede bekenden ban fjem fyn {■*£*** 3011 / fo fmjbenbcfclbc Dcnovei leedenen gemecnïijft Jet hoofd, gefetom in nebeng CCn been cn arm af; bit kokenfe, en maften b^t fraei haer Va- fchoon » b^CltgcnbC bug Dat gebeente Dan na fijn Vaderland, J^land tc itjacr Dat tyct tOCDerfcer eerlijk, en na De£ overleedenen ftact, ^eS be- JjDCrb begraven. . graven , of l^ct acnmerftroacrDigftc/ Mijn Heer, ontrent bc Negers ten min- ïjacr fiekte, fterven en begraven, f)cB ift V E. nuacngCtOOHb: fan haer CCnige kleinigheden , om 't papier ntct OmiUt te vullen , ober* Gebeente; flaenDe> macc nebensfook ftoomt/ bat ïjet Schip Dacr Dcc£' en hoeda-' meebe overgacn fai , alle ucren ftact tc vertrekken, 't geen mini nis {ulks nooddrukt , om fcïf 110CÏJ CCrber af te brecken aïjj tft tod f}aDtocSacu gebagt: bacrom/ M»jnHeer, milt U E. met bet voorfchree- vene vergenoegt IjOUDcn j dl geïooft / bat ift U E. in 't tOCftO* menbe ban een anbere ftof b^eeber berigt fal geebcn. Einde des dertierjden Brieft VEER- l6 BESCHRYVING VAN DE VEERTIENDE BRIEF. Handelende van al het viervoetig Gedierte , fo tamme als wilde; als eerftelijk van Scieren en Koeyen, Schapen, Gei- ten, Paerden, Eiels, Varkens, Honden, Katten, Ratten en Muifen. Na den acrt en eigenfchappen van 't voorfeide Gedierte befchreeven te hebben , gaet den Schrijver over tot het Pluimgedierte , te weeten het tamme , als Hoen- ders, Eendvogels, Kalkoenen, Duiven: en daer na tot het verflindend en wild Gedierte j en eerftelijk werd den Oli- phant als 't voornaemfte in 't breede befchreeven ; en eeni- ge Schrijvers van onwaerheid befchuldigd. Vervolgens koomt hy tot de Buffels , Tygers , Boshonden , Caymans en Wilde Varkens} veelderlei aert van Hartebeeften, Ha- fen, Yfervarkens, Egels, Luiaerds, Bosrotten, Boutees, Civetkatten, Boskatten, Mufcusmuifen , Berbé, Eekhoo- rentjes, Koekeboe, Leguanen, Arompo ; meenigerlei A- pen , en veelderlei flag van Haegdiflen, Salamanders ; en laeftelijk een breede befchrijving van den Cameleon ; ge- trokken uit de Reisbefchrijving van den Heer Cornelis de Bruin ; en onderfcheid tultchen de Guinefe , en die van Smirna. MYN HEER, ACf)tetbol0en£ De belofte in mijnen laetften geDant / 0111 U E. Utl befchrijving ban 't Gedierte Deefc£ Gewefts tC geeben / faï ift Decfcn tegenwoordigen laten Dienen ; ctfytet ban geen anDeec / al£ alïeenlijft ban ïjet viervoetige en tam Pluimgedierte fp:C£ftcn j 't kruipende dl De vogelen ObCtïatenDC tot naDec gdeegcntjeib : Doeïj ïict toutoD tnp fonderiing, bat ift U E. , neebeng De befchrijving ban pDer Beeft in -t bp> fonDcr / niet een afeekening ban Der felber geftaltc nan fen* Den / 't geen bp gebrek ban een goed Teekenaer bpïtoomt. 3(ft fjcb foDanig een perfoon ï|icr gcfjaD / raeïfte rap eenige Dec feïbee gc|)CeI na 't leeven ftfeft afgeteekend, alg U E. bp fjeC necvens gaende fttft Itonncn beoogen ; imtt bOOJ eeltige Da* gen GUINESE GOUD-KUST. ij genbcrïccDcn/ ïjecft De alverflindendc dood, Die niemanö ontfïct/ ï)cm ttit Dit leven mcggcrimts latcnDe mp aïfo ten halven ban mijn voorneemen (teelten/ 't geen tuaadijn jam* mcrcnomaarDig ï$ i aïfo anDcrfïntg acn U. E. gefigt fa beele en bcrfcïjcibe vreemde Dieren fottDcnbcrtoonDtocröen/ Dat fjet een lufi om te befchouwen foitDc fijn gemeeft: temeer/ om Dat De raeefïe Der felbcr noü) aen De meerelD onuencnD 5l)n. Han ï)et fijn/ Mijn Heer, fe mDDc UE. nieuwsgierig- heid fo bed on U. E. gemoed mag minnen / Dat U E. een anDcr uinnen AmfterdamonfpencD/ en Den feïben fiemeegt/ om fjermacrtg acn te nomen : KonncnDc U E. Den feïben ber* feeïteren/ DatlmrrjKclijKcnmel fa! ucloonDtocrDen/ en met een ïjaïf jaer arociDo^ccr minnen /aïtfïro in Holland inD^ie jaren fon Doen. &c tegenfin Die ijn in 't Land mogt ïjen* tien/ fal UE.ljcm gcmaftnclDn uit ï)ctljoofD nonnen platen: enDaecncbcngbclobcn/ cnfclfëberfccaecen/ Datroeïjera ïjicc op De Kuft, niet een Dag langer atè 't (jem belieft/ fnh ïcn IjouDcn-, macc na geDanc arbeiD en fijn begeerte/ acn* lïonDg üjcü er laten bertrenncu. 3£ie£/ Mijn Heer, milt ïjicr Docï) u toern Dan manen i in jïa bo?g/ Dat U E. ijct fig ÈJicr na niet fult bcnlagcn. Dcrmit^ Ui met ïjet Gedierte Decfc£ Land? te ucfcfeijbctt een acnbang neem/ fo nomtmponDerDe Tamme eerftdijn 't gehoornde Vee tC boorcil; CA& Stieren , Koejen, O/Ten, Bok- Stieren en ken, enz. 3lanDmaerD£ itl/ aï^in Dinkira, Afianté, Akim, Koeyen; en meer Landfchappen, fjccft men ban alle Dcfc een groote mccnigtc; Dotfj megcn£Dcbcc-afgdccgcntï)ciDDcefcrPlaet- fen , üjcrDcn'er maer cenige ineinigc Stieren en Koejen op 't ftranD getyagt; raacr ccfjter metDcncr acn Axim, Pocque- waer, en fou, Eiminacn Acra, al een gocD gcDeeïte gcfont / enbooj ^nw*Lan# namcntlijhacn/ of ontrent Acra, omDatfcDefclbeDaergc^èiTe11 mannelijk/ en met meinig moeite/ uit Jet Aquamboefche heeft. Landfchap , en Dan Lampi Bonnen Krijgen. 2HnDer$ fict men op De Goud-Kuit niet alg Stieren en Koejen ; mant OIU De Stieren tot Oflen tefnijDen/ Rebben De Negers geen nennig. 3Bcn Axim gebben Deefe heeften een reDeïnne goeDeengcafigc^en/ enDie$)albcntedcnfeDaer II. Deel. $ al ,$ BESCHRYVING VAN DE al Jeel toel boop / en tooien oor fêaei bet: ban 'g gelijken &p De Brandenburgers aen Pocquefou en tot Acra- maeracit Eimina , en Daer ontrent / fijnfe / en blpcn oor aïtoog euen öc? en mager; toaee acn niet Heel üefljRjeiDi£ tcbiu* Den > DocJ Daerentegcn toerDcnfe aen genoemde Plaets, en nergens anDcr£ / gemolken/ toeegeng Der Negers onkun- de; DocJ De melk Diefn geben/ ig fo mager en gering/ Dat twintig a dertig Koebeeften Deg Generaels Tafel nnufctmjRg nonnen berfójgeiu süü klein 25p uitneement Jeib klein en ligt ballen beefe Beeften : Jet en ligt. m0et al een ban öe befte Koeyen 5fjn / Die / na fijn volle was- dom te Jennen genreegen/ tweehonderden vijftig pond fal toegen; Joemelfe/ na Jaer grootte te reenenen/ toelDe Jelft meer mocjtcn rneegen : Doel) al Jet gedierte, fo mei men- fchen al£ heeften, balt Jiertte Land, fcJOOll redelijk groot,, fonDerling ligt, 't geen/ mijngDunfeeng/ nergens anDer£ alg ban't flccjte boeDfclbanbaen ftoomt» toaarboo?fe/ in plaets ban een baft en Doo?bocD bleefcj / niet anberg nrij > ook dor gen / al£ Dat fcer fnongiacjtig / log / doj en taep i£ :. Daar* en taey; cnbobcw fijn meelt al De Koebeeften gantfej onaengenaem ban fmaclt ; en cc Jtcr meigerfc men booj een volwafien Beeft nochtans nitf/ honderd Goudguldens of vijftig Rijksdaelder*, enfant; |fe vaa tgb£ oor toel meer / te betalen. ©e jonge Kalveren, Die cenigfïnfg goeD bejoojben te toe* fen/ $ijn/ toeegen£ De fchrale melk Diefe ban Jacr Moerfui* gen/ ooit (legt genoeg > Dug on$ Jet Rundvleefch, 't jn ouD of jong/ Jier toeinig te ftabe noomt schapen, Schapen, ofDie'ertenminjïcnDenaem ban Dragen/ Jeeft /ijn oP de nten ober De gejeeïe Kuft in genoegfamc mecnigte : ecjtcr Kuft !n ballen Defelbe JecïDuer* ©it Vee , be Jalbcnbat Jet ontren: memgte. öc g^j^ kleindcr i^/ Jeeft De eigenftegeftalte of gedaante, aï£ De Schapen fip on£ in Europa, DocJ fijn ober Jaar lijf met Hebben geen wol befet / maer in plaets ban Dat boo?fïcn met Jair / 21!" ter lengte baiteen vinger, Die£ Jet JierboïRomentlijR in De wol verkeerde weereld i^ fcant De menfehen, te meetcn De Ne- gers, De wol, eit De beeften Jet hair Dragen; gcmerntbatDce * Negers beel eigentujner na wol al£ hair gclijR. j^Ct GUINESE GOUD. KUST, i9 $ct vkcfch ban De fa genaemoc Schapen geeft met bat Der sijnopver- Europifche niet De alDcrmitlftC ovcreenkomft , aï£ fijnDe Dit re "J f? ganfeï) dor, Diegïjaïben fa! iemand , die een tocinig op fijn f°ne r*£k mond gefet 10/ feer fcïDeit ban het felve eeten i en De gemce-alsdeEuro. ne Man , fcüctttC in De fmaek fo CCIt grooteit onderfchcid llict PlTche« manen/ moeten Jet/ om Dat ï)ct haer beurs niet ïijDen tui!/ oor ïaten fïaen mant fjoe flegt Dcefc Bceften ooftmogenfijn/ fo moet men Dort) booj eenc Der feïber fes, feven en acht Rijks- Hareprij». daelders Uetaïeil. 3fnbien pmanD ecjjtcr luft tot Schapenvlecfch geeft/ fo ftan Hoedanig ïjp DOCÏ) tUCÏ manen / Dat f)p ÏJCt fclbe redelijk goed Krijgt / de Schapen bermit0 Dat fo een De jonge Rammen of Bokjens bp tï)D jjactgang ï$ ooft verveelende , om Dat fp met voort willen, «en fp men fjacr tot fyct fcïttc gefïaDig met ftokflagen acn* po?D/ toant fonDee DatfouDenfc liet feer gemakkelijk en foet- jens onneemeit <£o laeg nan poftuer fijnfc / Dat een lang perfoon , OÖ liet feïttC jitteilDe / en fijn beenen na De aerde tfrcRfcenDc/ ïnaer na£ De grond mig raent: anDerg ïjeö ik ttan Dcefc Beeften niet te verhalen. ïfeij , in Erds 8**ft m™ ï» '* Lan4 mccDc genoeg : Defeïtte ftjn ec- haer foort nigfints hooger aïg De Paerden, cn na fjacr aert ongclijït fraei- beeter of jer. Jfèp fjCÜÖCn'ct ttOO^tijDg drie a vier aeil 't Strand gcljaD/ JePacden Ö°S fp leefden niet lang/ öp genden ' meen in/ ttan goed eetcn. n' 9(5 toeet niet/ Dat De Negers Defeïtte ïjouDcn om Laften te Dragen ; maer Datfe macr enkelijk fijn dienende , om'ee op te rijden; toaer tocfe OOK fo goed fijn aï£ De hierlandfche Paer- den. Var- GUINESE GOUD- KUST. %i Varkens ontbreken ïjiec tC Land OOR gantfeftdijft tikt/ Varkcni, Dog De gccne / DlC DüOJ DC Negers opgevoed too?Den/ (ijn Dan geen deugd, en tecnrmaeï los ban vleefch , ook flegt ban ipek; maec Die ron fclfó meften, nonnen nog eenigfïntg boo? goed aso? gaen ; Dag nomen on berre na in geen ge- lijkheid met Die ban Fida , meute in finaek en hardighcid ban fpek , niet aïï:en boo? fo goed ate De Europifche , maer feïfief en hun nog beter aï£ Dcfdbe fijn te ïjouDcn. <£cn Varken ban tne- prijs. gentig pond UCiadD men aïftier met twaelf a veertien Rijksdael- ders , niet tegcnftacnDc Dat'ee tocinig lieflijkheid aen te bin* Hen tg. <&m De maet ban 't viervoetig Gedierte vol tC meeten , fo f)Ctt Öt gefind , met eencit OOfe ban Honden , Katten , Ratten , enz. te gemagen. ^OOte Liefhebbers fijn De Negers ban 't vleefch Der Hon- Honden den, maerom De geene/ Die ïjiee een Hond fyengD/ Defdbe voor een duer genoeg ftan bedtoopen i fuïïenbe De Negers, boo? cenen J*n vearne£ Die mat groot ig / geerne een Schaep in mangeling gecben. Negers ge- leed Negers leggcner fïg op toe/ om een Queekfchooi ban houden. Honden te gouDen : De jongen , Dacr ban noomcnöe / ten duerfte berRoopcnDc : cetenDe fn f)et Hondevleefch beeï ïie* bee a\0 Dat ban andere beeften , en nooDigen malnanDee Daec meï Feeftelijk op te gaft ; fïg bcrbceïDenDe / met een Hond een feet heerlijk macl te Doen. 55e Honden beranDecett wonderlijk in ïjaet voortteelen ïttec Verande- teLand, aïg Krijgende mefer tijD lange en ftijve ooren, eben «**■!«■« a!g De VoflTen, oor bpna foDanige couleur; maer Doo?fe biiv J™mec' nen een jaer of vier een feer leeiijke en bpna affcïjoumïijRc ge- daente ftriigen. $aecnrei£ of bier voomcelens bediefen* fe OOR t'eencmacï fjet baffèn of blaffen : töant ÏJCt blaffen oat een Hond , fjiec te Land gemo?pen / DoeD/ geïijftt bed nee* tet na een vervaerlijk huilen of fchreeuwen. q&z Katten mogen ban De Negers oor tod gcïccDen mcr* Katten. Den/ Dog egtcr eerenfe Defclbe / mijng meeteng / niet / of 't moeft uit nood 3ijn / geïijfe De slaven , bn ong in hegtenis fittetlDe / DtRtDif^ een ban Oltg Den hals brceken en opknap- pen. 3£e Katten fjjn aï£ De Honden De verandering niet On* C 3 Der* 2, BESCHRYVING VAN. DE Dermo&en / maer fijn en fclpen in poftuer enen aïg np Ratten en <€ot OjtfjOOüing tfltt De Plaagen {)ier tt Land , tlttttt ttiett Muifen; jtee fo een vervaerlijke meenigte Dan Ratten en Muifen , ÖOCÏJ hare mee- m0e|| ^an Ö0 eerfte ? j,at ^tt yerfchrikkelijk i£ : Dit Duivels grlotc e" goed hOOmt on£ D00? tyatt overgroote meenigte fomtüijlen niet fchadedje mcinig tt bruijen , alg bijtende, en fleepende aïïe£ tüCg/öaeC defeivever-ft, up of ontrent Ronnen Roomcn. oortaken. ^^ mccDe af|c|jCjö fcan 't viervoetig Vee neemenDC / Ree» ren ton ong tot ïjet piuimgedicrtc , maer ontrent ift mn / aengaenDe De tochtige verfcheidentheid Der feïoer/ nietïang faï öeïjoeoen on te ïjouDeiti nctïacnDcDefeme macr enRcïrjB in Hoenders, Eendvogels, Kalkoenen en Duiven; De tWCe laet- fte niaer cenhjK in ong geweld ftjnoe / fonDcr Dat'er De Ne- gers een ban jjdmen. Hoenders. ©e Hoenders , aï£ 't gemeenfte van alle , fttl ÏR Ut De eerfte Rang ; DefclOC fijn Ober De geheele Kuft in een groote meenig- te, te mcetcn in Vreedenstijd : mant een Oorlog op De een of anbere piaets tooo? fjanDcn fijnDe / i$ 't enen offe Dcefe bee- ften acn De ongelukken fcan DefeUJC/ niet deelagtig fcmïöcn ma* Ren ; mitg men'er in foDanige ongeieegentheid geene te pen BCROOlllt / Dll£ De raeö tJan Boer bergt u Hoenders, de Kriegers koomen , ïjier feer tod toerD opgevolgd } mant Dacr men in tijD nait Vreede Dier Hoenders BOO^ een Rijksdaelder Koopt/ fou men'er in Den Oorlog tod met twee, aï£ menfe Dan nog maer ftrijgen feon / feer tod te tyeeDen $ijn. Üen Axim en elders fijn öe Hoenders, DefjaÏDen gaer kleine geftalte , tyeel vet en goed; Dog ontrent Elmina en meer anDrre plaetfen nan De Kuft, Dacrfe niet te rijkelijk $tjn/baïïenfc ïra* fonDer dor en mager; en maer acn fo weinig tg/ Dat een goed eeter , aï£ W& drie opgeknapt ïjaD / nog na racer om fou (ïen. Eendvo- $a De Hoenderen ttOlgen De tamme Eendvogels, tyct ttt geis, van Kuft nocj maer tooo$ weinige jaren ïJcHcnö: ift en meet ooft flagaïsde nict/ nan mat Land fp na herwaerts overgebragt $tjn. JlBet Europifche. De Europifche Eendvogels tjCÜUCn fp gailtfcïJcnJR geen over- eenkoomft , en onna na Dcfeïbe niet gelijkende. Huim De helft GUINESE GOUD-KUST. 23 helft grooterfijnfe/ OOR ban eenandere couleur, gcmecnïiJK wit, ofwitenfwart, en bruin dooj Den anDer gemcngD: De mannetjes Jcbbcn op De neus groote rooDc knobbels fitten/ bpna al£De Kalkoenen jbcjalbcn Dat Jet niet los hangt, maec vaft in een gedrongen fit/ en Jceft feer ÜJCÏDc gelijkenis ban KarfTen ; Deefe Eendvogels moeten jong gegeeten fyo?Dcn / mant aïgfe oud fijn/ ig'cr/ megeng Jacr taeiheid, meinig goeds acn. Kalkoenen Jecft men/ aï£ iïtgcfcgt Jeb/ onDee De Negers Kalkoe: niet/ maet alleenlijk , en Dat nog feer weinig, on fommigenen* ban onfe opperhoofden: Degfcïfg vleefchmag men Jice ooft boo? geen lekkerny opfetten , oifo 't niet minDer al£ Daer na fmaekt. Duiven Jcb&cn ÜTO Op eenige Ollfer Forten in een groot Duiven; getal i fijnDc alle ban De gemeene flag , meïne men fep ong Krakken, of OOK meï Veld-duiven noemt ; bocj Dacrom ïiV tenfe niet na / manneerfc jong fijn / on£ een goed eeten te berfcjaffeni aïtjang aenDe gecne Diefe ïnflen. ©tt i£ nit ai Jet tam Gediert Dat top Jier te Land Jeb&cn/ Der Jalben / acn Jet wild FioomcnDe / fal ift ban een Beesje fpjeenen/ 't geen ruim fo groot ol£ Jet laetftgenoemde i#. 23inijftneemiït in'tbefchrijven ban 't wild Gedierte mijn OlyphantJ aenvang met Jet feer wonderenswaerdige Beeft Den Olyphant: Den felocn Jceft fo veel, en verfcheide fo gocDe aïgaenmer» neïiiHc JoeDanig JeDcn / Dat men Jcm / fonDcr berfeo^ting / De eerfte plaets onDcr De groote Beeften niet mag OHtttCKKCU. %H fa! mp ccjtcr nictinlatcn / om er bce! by fonderheden ban tcfcjjijben: ecn^öccïg bp grt^cH ban eigene ondervinding ; cnterianDeten ooft/ om Dot fulftg rccDg aï bp veelen ï$ ge-Hoe ongei feJicD: bejaïben nog / Dat eenige ftg Jcbben mogen ontlee-fchik< <*&&. digen, om Op een wondere en ongefchikte manier, ban Deefe ^n heb-- Beelten te fp?CCRcn; aï£ban Jare vermenging, fwangergaen, ben ge- voortteelen, ouderdom, verwifïeling der tanden, en veelfotter- fclneeven, nyen meer- 9JR feg fotternyen , en Dat met reeden , om Dat 'c |een ,den geen menfeh ter weereld,bOO? fo bed aï£ mpaltjang bekend (2JJJ? ig / ftan feggen / JoeDanig De Oly phanten met malkanDcr te fpreekt. . boen Jebbem Joc ïang fp Jacr vrugt Dragen j op toat aige- fchei- 24 BESCHRYVING VAN DE fcheide plaetfen fp Die werpen; CU offe ÏJil CC tanden verwifle- Jen, enz. 3Dit fijn alle niet meet Dan lofle gillingen , om Dat ItlCll &icr ban in De tam gemaelae Olyphanten geen öerigt nan Rijgen : en DerljalDen moet Deefe uennt£ Dan uit ïjet Bofch ftomen: Dog fjoe/ toic ïjeeft in De Wildernis fo langen on*» gang met Deefe Beeften geïjaD / Dat f)p Daer fa netten nerigt Dan fau uonncn gceDen : inDenu/ niemand niet; oftmoeft enkelijk Den goeDCtt Plinius inefen. 3£e bekende Schrijver Dan aïDertjanDe Boeken enHiftorien, fegt/ na mijn öefïe tmtfjouD / in cenc Dan fijn Werken , Dat men Pünius a! Dan langen tijD af/ DoojcenFabelfchrijver^cïjouDcnïjeeft; Dog Dat IjeeDenDaegg fcec Deel Dan De^feïfë fchrijven doo? 't on- derteek Dan nauwkeurige Reifigers merDeu DeDefïigD* $iemanD/ geloof in/ faï toiïïen ontaennen / Dat Plinius renige faken na De fcbaarïjeiD ïjeeft befchreeven , Dog Daerr tt* tegen i£ ooft onmeDcrf&eeuclijK toacr/ Dat al jjeeï Deel Dan fjjn Hellingen los , fonDeC grond CI1 valfch $ijn. <&t voor- noemde Schrijver , i$ / na ik {jen uemernt / Decï malen al toat te ïicïitgeïoDig gemeefï/ omtrent fjet gecne fijn E. Dan anocre Landen tyctft gcïjoojD of geïeefeu / gelijk men met feer Deel Voorbeelden uit fijn Werken fou nonnen aentonctt. ^ijn E. DcrgeDe Ijet mp/ Dat in fcgge/ Dit een feer g?ooDe mtëfïag Dan fïcm te $ijn getrjeeft / toant mijn£ acljtcn^ en Doegt Ijet geen goed Schrijver, al f)ct gecne men Dan anDere Landen ïjoo?D / aen te neemen; maec eerfï te letten mie Dat foDimige vreemdigheeden nomt te Derïjaïen / of Den fclnen iueï gelegentfjeiD geljaD Ijccft / ïjet genie ï)p DerteïD of ue? fclj?i)f D / na te Do?fcïjem ©og fyet mcDc DertDijöer in ge* ïjeeï Dan mijn fïtm/mpfuïlenDecïjaïDen Plinius laten Darett; doótte * n feöflen Dan Den Oly phant, Dat §ct ïjier in A frica ecu beert tg/ randeo- tien, tvvaeU adertien voeten ï)Oog; DerljalDen ougcïijft klein- lyphanten der alg in Oofl-Indiën, mijl De Schrijvers Dan Die Geweften van Gduft aïöacr acn öefcwe mttt Cubiten fön toefcfupenDe. i$act nea. W DerDetC gedaente of geftalte ig luer aïg OU anDcte Plaetfen, DerljalDen i£ niet Dan nooDen om'er melding Dan te Doen. Boen écefcBeeften Doen een fonderlinge fchadeacn ïjet geboom* groote te , DoomameiUlijU aen DC Orangie- appelen , Bananas en Bako- vens- GUINESE GOUD-KUST. i$ vens-boomen , eetetlDe fp ban De lactfte niet flfleeit Öe vrugt, fchaJeaen maer ooft De gc&cclc ftam op. ^0°°'nr- ©e Negers getuigen eenparigfijft ban haer, Datfe Dcmen- fchen , in t bofch ncntrcffcnDe / wiet en fnïïen moeijen , om De OI Dat men ïjaer ooit niet aendocd ; Dog Datfe tot een verwon- rhante« dcrüjke woede nitbarfren / aïjef men op fjaer fchiet , en niet doen de doodclijk treft i macr ïjier ban fjeu in net tegendeel ffcfïcn/™^^'11» ban Cellen Die 'C voo;leeden jaer ïjier acit Elmina in Ollfcn thuin ^Scfdve 10 rjetoceft / maer ban ift fo beeï &eb te verhalen , Dat Die ontmoeten, itofte een gehcelcn Brief foilDe bcflaCIl / DerïjalbCU U E. fo niet *cn- lang geduld gcücbc te necmen/ Dat ilt eerfr deefen , en nog tmec brieven bcrbaerDige / aï£ wanneer in U E. een omftan- dig berigt bail Cllfe Olyphanten jagt faï gcebeil / lUCt nog cc- ne , Die ih boo? Deefen op een Tijger beb geïjaD; en iit ben berfeenerD/ Dat Die brief, fo mecgeno gefeide ftof , aï£ an* DceC ieldlamc ontmoetingen, UE. niet onaengenacm fVlï te bOO? rennoomen: einDelijh/ fcfjojt Ü E. nieuwsgierigheid fo lang op/ en let nu maer/ mat De Negers en anDcrc ijier meerDcr ban bJCCten te verhalen; 't geeiie Ï0J Dat fp De menfehen fclf&Konnen, vervolgen tot in ï)Ct water , altöaf rfc Defeïbc DOO? ïjaec vaer- volgens dig fwcmmen fbllDcrling benauwen , m fcïfé binnen fto^tcn van||eNe- ti)D Bonnen achterhalen. gérs en 3fn Rio de Gabon fijn tttpl en tttijtt gefelfchap, bcrfcïjeiDe andere, malen vier, vijf, enmecrDer Olyphanten, ïjeel na en Digt j?.eelf vaer- voorby gegaen , foilDcr ÜÏ10 tC moeijen , M top fjaDDen OOR^|n*em' niet moeds genoeg/ om ïjaer cenigc kogels, niet tegenfïaen* De top roeï voorfien maren/ te fchenken ; gemerkt Dcfclbe fo beftoacdiju fiin dood te fchieten ; en Dat Ijet niet tocï te Doen si. nict 10/ a\0 tufTcfjen De ooren of in De oogen , nï£ toanrieer ï)et wildood te nog mei yfere kogels Dienen te 31311 / mant gemeene loode fchieten , Snaphaens- kogels ftllïtcn Op De huid af/ afë ban Ceil muer, endan °P op De voornoemde plaets Daer mecDe trcffenDe / tocrD Dt ko- }*" p * gel t'cencmael tegen# ïjet been plat gefcfjooten. %$t Landfchappcn f)ter ter Kuft, toaer in De Olyphanten ï)et Waer de meeft gcbonDen toerDen/ fijn ccrfletijK / eer men aen De0,ypha"- Goud Kuft hoomt/ De Tand Kuft, eigentïi)h na Deg^ootemee'^vonden" nigte Der Olyphants-tanden , Ibelhe Daer b)02Dcn ingehandeld,liSe«ft oü II. Deel. 5D fa *6 BESCHRYVING VAN DE de Tand- fo genaemt : berbolgeng De Kuft lang£ tot aen &e Goud- Kuft, Awi- Kuft, en Op DefeïtoC lil De Landen ban Awiné, Jummorc, E- »é,ïm- guira, Abocroe, Ancober en Axim; mcrDcilDC in gefèide Land- S.'Abó- ^happen Dagcli)R0 Riet tticenigten gedood } en ÖOC woefter croe \ An- en onbewoonder De Landen 51) n / ^Oe tneCtDCE Olyphanten CR cober, a- anDer wild Gedierte men in Dcfelbe binD. xim en An- »t Landfchap Ante ï$ ban Deefe beesjes meeDe niet onboo^ fïen; mitg'er niet alleen Landwaerds in eenmecnigtetoctDen gefchootcn , niacr; Daerenboben ftomenfe meeft dagelijks aen 't Strand, en onDcr onfe Forten (teaerfe ban ons volk turn* nen gefïen tooien) groote fchade DoenDe. ©an*t Amefe Land tot aen Acra , jjeeft tnen'er in al Die tufkhenftreek Lands , eenige tochtige / Dog niet fo beel al£ in öc booren berljaclDe Landfchappen , bermitg Deefe Landen tllflcÖen Ante eit Acra ban bOO? langen tljD redelijk bevolkt fijn getoecjï/ uitgefonDcrD l>et Fetufe Landfchap , 't geen fe* Hert» vijf a fes jaren ftcntiacrDtf / meeft woelt (jeeft gelecgen/ toaerom mener oor ongelijk meccDee Olyphanten al£ op an Derc tijDen (jeeft geïjaD. veeioiy ontrent Acra tocrDen'er 'g jaarïijfcg een groote meenigte planten gcDooD / om bat men Daer om ïjeen beel woeft en onbewoond aen Acra, Land fjctft- 5$n 't jaer van fevenentnegentig tjöiCtD'er aen A- "o"" af"r era , feo?t Öp De Fortreflè , eeil ban een ongemeene grootte Ser &e-* DooDgefcljooten ; en Die al goed ouders moet getoeeft $ijn / Cchooten, beemitg? fijn beiDe tanoen tweehonderd en twintig pond moe* en fwaerte öcn ) toaer acn \j e. Degfelfg kloekte gemaftReïijR R011D af- ♦anden nreeten. Ardra ^cn Ardra °f Fida &ccf* mm'ct Gccn / aljjoetoel'ee te mij- beeftgeen nen tijd een D00D gefc^ooten i£ / Dog De Negers bctRÏaerDen/ o!) ?han aat fulRg in tfeftig jaren tijds niet mee* toaf fl! Deefe tanden ban gedoodde Olyphanten 3fjn/ Dan of er eenige gevonden too?Dcn/ fouDciïiniet kon -^ne,3en^ nen feggen : CttytCK foilbe ift ttld durven gelooven , Datfe Op hTfwe? beide manier toO^DCU rjCRrcC0CH ; CU Daer Utt fOU Dan fchij- bedenke- nen , of De Olyphanten (jaer tanden , gchJR eenige gefchreeven W is • di" IjeDÖcn / verwiiTelden ; DOCfj ïncrClltcgen ftrijD De verfchci- pj"°fcn denheid Ban De Olyphants-tanden tocDcr t'eencttiad ; Dcrmttg tanden fou men'er fïet Die een , twee en drie pond tocegen / en toeDerom verwiOc. atlDete fwaerder en fwaerder, tOt OUer De honderd pond gewigt ic** toe : toant ÏJCt i$ hnmerg m 't aUcrminfte niet waerfchijnelijk, Dat ff» een vaft lighaem, Of narde ftof, toacr Uit De tanden Der Olyphanten beftacil / til een jaee Of ttDinrigfcait een tOt hon- derd pond fmtDe ROlincn acngroeijen : D0f(j ÏJOC fjet'cr eigent- lijk mCCDC i£ / IR HlOet bekennen , Dan ÏJCt Htet te weeten ; en toe fjebben fjiec on oor al fo lang gertaen , Dat fjet meer Dan ti)D i$ 1 om et ban af te fcheiden , en mp te Recren tot een Dier , 't geen ht grootte Den Olyphant ïloDen alle andere ftet naefte Roomt : ( aïïjoetod al b?p toat verfchillende ) ftjnDe Den Buffel, toeïfce men meefï Doo? gef)eeï Guiné tytft / Dog Buffels &\* in fo geringen getal, Dat men'er in vier jaren pag een te pen °p d.e n krijgt; bcrmit^nocfitoelgeleegentheidfalïiebnen/ omDan^°tuye;p een Plaets tC fcffêijüeil / toacr Deefe beeften in groote meenigte $ijn / fo falcr Dooj tegenwoordig nietg naDcr^ Dan feggen/ aïg Datfe heel goed fijn ter fpijs ; 't DerDere overlatende, tot Dat top ter geleide plaets fuHen gcRoomen 51)11. Tijgers , ill g?OQtte Dan De Buffels niet DCCÏ verfcheelende , Tijgers Itiaer'toel hl verwoede grimmigheid , fjjn fjieC te Land onge- daereme- looflijk veel , Dan vier en vijfderlei gedaente, fo in grootte, af£ nSè""160* vlakken: of Daer mi Luipacrds, ofLeopards, fo menfenocftit/ Pantherdiers , of diergelijken (lag , onDcrig/ mag/CmDCver- fcheidenheid , toe! $ijn i fonDer Dat ÏR mp fal onderwinden, om er oocr te oordeelen, Dermitg niemanD mp tot noch toe « veeider- voorgekoomen ï$ / Die mp / Dieg aengaenDe/ 'tverei{tebcrigtleiflaS- ïjeeft «onncn geeDen : oen goeden Plinius ïjier op nafiende, DonD iR Daer Ontrent fo onverftandig, en taftelijk te liegen, Dat 23 BESCHRYVING VAN DE ifc ban boe af een bcflüit nam/ om oen fdben in 't navorfchen van eenig Gedierte, te fuïïen laten ruften. 3£e Negers OllöCifc'lCÏÖrn De Tijgers ooft fcöCÏ met namen; flindenden bOCÏJ ||0C fllÏHg tn onfe tael over te brengen i$ / meet tfe 0CCn aert. racö: bcrïjaïben §ct onder! "cheid ïjier ban ïatcnbc/ fïaetmp maCC te tèggen , Öat f)Ct gefamcntïjjfe verwoede , vinnige , en • verflindende Beeften ^fjtt/ Itjact D00£ dagelijks beel droevige on- gelukken gebeuren. <$p en ontpen menfehen notf) beeften > ecfjtcr fttllenfe De menfehen niet acndoen , fa lang fp pff met ïjet beefte-vleeich bonnen verfaden ; boef) Dat felbe ijaer ontbreekende , en eert menfeh fjaec boomenbe tt ontmoeten , fo ijB? Ddl fclbeit lijve- loos. ^ier na breeder ban bcefe ftof : boo? tegenwoordig nog maer / öat / ïjoe wreed beefe beeften ook mogen 31)11 / men bcfeïbe/ jong ftrrjgenbe/ ï)ceï mak en tam ban opvoeden, en maer meeöe mp foo gemakkelijk aïg met een Hond of Kat bonnen fpeelen ; ïjcbbenbe enen fobanige gebaerden , al£ fjet laetftgenoemde Beeft , Ober jïg. Makke Tij- SB^ fieb'er mei een ftuk of agt ïnet aen Elmina bttfbanig gers, van mak en tam fïen opbrengen, en tegenwoordig ïicfït tie HeerGene- jongs af by rael ïjiceban nOCÏ) twee ftuks; boef) in alïc f)eb i& echter waer- onSdPSf"n gcnoomen » öat met'er tijb ïjace boofen aert in 't een of f)ct «hter'nie'" *Vtott geval boomt uit te blinken , en batfc / fjoe mak fp ooft veei te ver. fijn mogen/ niet t'eenemael fonber groote omfigtigheid te trouwen, vertrouwen ^ijn. De Jakhals $a oen Tii&er bOÏgt fjiet te Land in verwoedheid een beeft, of Boshond ban De onfe Jakhals , of Boshond gcnaemö. Sföen binb tte fijn immers jgftjc {jet aldermeefte OlUTCUt Acra en in 't Aquamboefe Land- d^ndai's11 ^chaP » aïfjoemeï'er ïjiet om ïjeen 00b eenige weinige 3#n : en denTijoer; DeefC beeften fijn fo uitneemende ftout , batfe menfehen CI1 bec- «n waer ften , aï£ Koejen , Varkens , Schapen , enz. al tDat ïjaer voor- men defel- koomt, aendoen , eit verflinden. ïe h"3tee" '^^W bomenfc tot onber t>e mueren ban onjsf Fort aen ,' Acra, om be Varkens uit be kotten, en De Schapen ban UttDe ftallingen meg te ïjalen . toaee bat'et OOft meenig een op be Aen Acra volgende wijs merb geknapt : ©e befetting ban onjsf Fort verden'er leggen eenige welgeladenc Snaphanen met be haen overgehaeld, in GUINESE GOUD-KUST. 29 in een Kift, toaec aen.tnct een touw een ftuk Schapen of Var- ve»rchcide kensvlccich gcbOllDCil i$ i fiJIlDC fcDailtg gefteld , Dat j)p ftet van ons vleefch ban bOO? De trompt moet weghalen , fli fo nacjt DOCD ^ Se; ïjp 't niet aen / of De Snaphacn gact af/ RrijgenDe alfo tot loon en"op wat ban fijn dievery een kogel of vier in De huid : Dit ROOmt fCCr wijs. feÏDHl tC miflèn , üï£ Op ï)Ct ÏCggcn ban De Snaphanen toel te Dcegcn agt weid gegecven. ^OO^tgaenDe til 't befchrijven ban ï)Ct verflindend Gedierte, Caymanof fO ficïïcil tDp/ aï£ lil DC nacfte rang, Den Cayman , Doeïj Dee- Crocodil. ter uelicnö onDcr Den naem ban Crocodil. 5Ir ftdfc f)ier onDer t vciflindend Vee , niet om Dat il* ||ct fclbe aen Ijaer bevonden fjeb / om Dat iït'er / in al De ujD ban mijn verbli/f, aïïjtcr nOCÏ) niCt^ ban ÖeU gehoord / Datfc iemand , 't fp menfeh °*n\eS Of beeft , fouDdl verflonden ïjc&bcn : maer IK fegge l)Ct een- aen men- lijk , om Dat verfcheide voorbeelden ban fydCt woeden (en jjet fchenof geen ik ï)eel toCÏ toil geloven ) in andere geleefen j)c&. beeftcn. 5^eefe Beeften fijn dier te Land in alle Rivieren in een grouwfame meenigte , boomamcnthjli aen Chama en Boutry; OÖ DC lartfte IjCÖ iR Cr tod vijftig op ecnen dag gcfïen / Ctt Daer onDcr oor ecnen/ na gtflmg/ ontrent De twintig voeten lang. *©e£ Caymans geftaite i$ recü$ ban veelen befchreeven : IR fal'er Derfjalbcn iiocïj maer bydoen , t geen ban anDeren of overgefhgen , of vergeeten i$. j^acr Jij£" Ïj6? met fo harden huid, in manier ban grootc vierkante fchobben, beDeRt / Datfe/ oud fijnDe / onmogelijR met Ceil Snaphaen dood te fchieten jijn: Demutfen, Die De Negers fjier ban gemaeRtïjeöbcn/ en dra- pen , tg alg een puer been , 't tüelR met geen Houwer doorge- tapt Ran tooien j feer toe! na 't bovenfchild ban een Land- schildpad gelijltenDe : DC buik ban een Cayman i$ ongelijk fag- ter , Doel) met Defelbe gecbenfe ïjaer niet ligt bloot ; Die£ menfe befwaerüjk anDer£ Kan doodfehieten, e&0 met ïjaer tod Sijn be- ter Deegen in De kop te treffen : op heete dagen en fterke fon- fwaerKjk,. nefchijn, leggcnfe in een groote meenigte aen De oevers ban De taeftade Rivieren , om fïg in De fon te bakeren ; maer fo ljac|t toer* huid, dood Dcnfe geen menfehen getoaer / of fp loopen (jcel fagje£ na De te fchi««u Rivier, en fip Defelbe gekoomen frmöe/ fcjjietenfe met een <© 3 groote 3o BESCHRYVING VAN DE groote kragt Daer Hl / flff aenfÏ0tlD£ OnDet ||et water verber- gende: beeft beeften gcUJKClt na 't aenfien fo wonder fnel niet/ Dait Datfe De menfchen Op 't Land foUDCH naloopen , en fo Öefïïbe £aet niet geftaoig met rond of krom te loopen bermoeiDcn/ fp Die fouDen nonnen vangen : Jet ftan etfytet toe! moogeiijk jijn; Dort) Ijict te Land fou ifter / te Land ftniöe / niet feer beangft boo? jijn ; maer in 't water bettrouto ife ftaer f fcïjoon noit ban eenig ongeluk geïjoojö tjeö ) echter niet. Hacraen- Jj^ao; aenfien i£ donkerverwig, RQlinnibC geitorgfaem bOO? fcn* bêele leelijke beeften D00?gaeiV 3Cen fyaet huilen, enoerDcre lift om De menfchen te vangen, (Ia tft fo fceel geloof, afé De Joden acn 't Euangelic. WildeVar- %frt ^nfe Varkens fcDCXtJCn ban De meefte magt onDrr ÏJCt hiCTS fo verflindend Gedierte geteÏD / en / na Datfe in Europa geaert jim/ boosaerdig 00& niet oneigen, tpier Op De Goud Kuft fyttft men'er eenige niet ah in weinige, Doef) op bcrre na fo boos niet al£ in Europa: inïjco Europa. Verfchcidemael ffltt Dan CCI1 wild Varken gegecteit / fljnöe een uirfteekend lekker eeten / Om Datfe fonderüng malfch Jtjn / en lekker vet ï|cbï»Cll. Hanebce. ^an 'l verflindend *3t fjet ander Wild fcoomcnDe / fo fa! iït ften. eerftelijk fprceken Dan Dat gcenc / toaer Dan Dit Land toe! 't befte voorden i£: 't toeÏB fijn DC Hartebeeften ; fijnDe tjiet tC Land, !ang£ De geheele Kuft , in een ongelooflijk getal j b00^ iiatnentlijft in Ante , en atn Acra , altoaer mcn'er fomttjD£ troepen Dan honderd Dp Den anöcten fïet. 3&t Negers toeeten on£ te feggen/ Dat Decfe beeften fo arg 5t>n/ Datfe op alle uitgangen ccnigc aïg op De Wagt fteüen/ Om te fxen/ DferOOfe menfchen hoomen / Oin'cr De andere Dan ban te waerfchouwen. <©f fyet waer tg / Derf ife U E. niet ver- feekeren , ïjOctDCÏ iftgeDenftt / Jet fdbe eïDer^f ban andere Landen meet geleefen te ïjebbett. yeel&rlei. fijnDe bciDc ontrent twee voeten lang / öocj turn c enen een tochtig hooger van pooten al£ ben anöer- ipiec ijflf ook nocl) een flag , tocÏRc Dj;&clft kleinder, en ros ban kouleur ^n 'y Öp uitnecmentheid fijn Dit mooje en lieve bees- jes , met feet Kleine fwarte hoorentjes , en dunne pootjes j Die / na evenmatighcid ban ftnee lijf , rcDcïijk lang 3i)n ; Doef) fa uitermaten dun, Dat fommige Die ban een Tabakspijp, op fijn dunft , niet en overtreftên. <£bcn fo cencn / met goud befla- gen , ïaet ife u E. bp Decfen / bp gebjcK ban De afteckening, toefeoomen \ bct()00pc U E. Jet bOO£ lief fult aenvaerden. No. 3. fal U E. noctj een Hartebeeft bertooncn/ 't toci&on trent vier voeten lang i$ l niet feer dik ban lijf , Doel) feec hooge pooten, en een lange hals en ooren: fjjn kouleur i$ hoog- geel Of Orangic, met witte ftreepen gcfcfUIRCCrö ; fïjnDe Dit al De afteekeningen , toclKC IK ban De Hartebeesjes |jcb hoillien Krijgen. *C CC Hartebeeflen fncl M gtfbtinDljeiD trt 't loopen i£ aett Snelheid tocinigmenkhen onbcKCnDj DOff) DC beesjes , biact ban UE. der Hart©. ||et pootje bCKOOmt J fijn bp uitneementheid fnel hl 't loopen, heeften, en verwonderlijk (altïjantf bOO? fulfte kleine dieren) ht't fprin- \™™£k gen. %\\ fjcbcr / Die top gevangen {jaDDCtl / fielt fpringen het kleinfte ObCC een mucr ban tien a twaelf voeten fjoog. ©all DC Negers flag. toecDen DCCfe beesjes De Koningen der Harten gcitacmD- ^lell Apam, Acra CIl Fida, ïjecft men CCÏI flag ban Hafen., Hafen. De Steenhafen bp OlljB^ HSCt ongelijk : Op aïïe D?ic Dcefe Plaetfcn fijnfe in een goed getal , Dotïj ïjier ban ïjeb ife U E. ht mijn brief, ban 't Acrafche Land fcJj$benDC/ al onderhouden. Yfervarkens fijn fjicr mCCDe / Dotïj niet feet overvloedig, Yftrvar- aïtljan^ fp too?Dcn maec in een gering getal tot'om? getyagt/ kens. en eroeijen tot De EjOOgte ban twee , en twee en een halve voet: fo fel en fcharp ban gebit fjjnfe/Dat geen cenig houtwerk ïjacr Kan tegenftaen. 9(Rlfetten'cr cctt£ een in een Vat,mcencnDeïjcm feer toeï bewaerd ie jjebben > Docjj in cencn nacht fjaD ïjper fig feïben door 32 BESC'HRYVING VAN DE door heen gebeeten ; en Dat nOCr) in De buik ban 'I Vat , Daet Oe duigen Op 't ïttttft uitwaerts maren geboogen. Sijn boos- 't 9f 0 een beeft , Dat fa ftout en boosaerdig ban aert 10 / Dat aerdig , en |)et |jg niet ontfiet, om vervaerlijke groote Slangen aentCDoett; van een ^ gj^ j,an meeDC breeder fjicr na. l^et fchiet, aï£ (jet toornig ge ''!# / feet vaerdig ragfijn pennen ftöeÏRC fomtijD£ BKÏ twee Schieten fpannen ^ang g?0cijcn) 111/ of lia menfehen en beeften , eit bat feerkrach. met foDanigc kragt , Datfe feïfé in een plank fouDcn nïpen tig met ha- flechcn. 3£c Negers rjOltDcll ()et vleefch ban ÖCCfC beeften re pennen. jj00^ ccn groote lekkerny j f00 OOR eeilUJC Blanken. Egels. 5P 8fö ï)kv te Land oor beesjes getfen / ioeÏRC De Egels niet ongelijk maren / DcÉjaïben Datfe fïg niet in een konden rollen, aï£ De Egels Die men fop cn£ bcrtoonD/ gemoonfijn te Doen. Luyaerd. <®HDcr No. 4. ÖeROOlllt U E. De afteekening balt een Beeft, 't geen hp De Negers De naem ban Potto b^acgt / Doeï) onbes on£ ig 't bekend met Die ban Luyaerd; buiten tmijfcï megeng be$fclf£ loomen en tragen aert ; tDailt Oni tien treeden voort te loopen, Of lietJCC kruipen, jjeeft tytt een geheelen dag ban 110* Den. ruiven benige Tcbrijven , Dat fo mannect een Deefee beeften op loomen ^W boom geklommen ig / Ï)P Dact niet fcDCrÖCC af fal koomen , fthrfeven ^OOJ Öat ÖP n*ct ÖÏÏecn De vrugt , maet feïf£ OOR De bladen fteeft verteerd en opgegeeten ; bcrbOÏgeng glad. eit vet ban Dett* fclben af RÏimmenDe / om op een anDeccn boom te klauteren, |)ecft ïjp tot Dien arbeid fo langen tijd ban Doe n / Dat pp / Op Den anDeren RoomenDe / teencmaeï vermagerd en uitgeteerd ig; en öpaïDien öciDe Die boomen mat ongemeen hoog ma* ren/ of meï Datfe een verre weg ban Den anDcr flonDcn/ en Dat onderweegen niets te eeten mag / fo foll ï)p / miDDen in De marfch , ban honger mOCtCll fterven. g>0 aïg 't l)Ut ter neder gefteld ijef / ï|e& tR ïjet 6p anDcre gelcefen , fonDer boo? De wacrheid Daer ban te Derben inftaen , aïïjoetoeree De Negers oor niet vreemd ban $rjn. Euleelijke 't %$ fOO Ceit affchouwclijk en leelijk beeft, Dat ift ge* geftalte. foof / Degfelfg wederga Op Den gan'tfchen Aerdbodem nie? te binDeH ï$ : De prent bertoonD Den felben heel eigentiijk en na liet GUINESE GOUD-KUST. 33 Jet leeven : De£fclf£ voorfte pooten gdijftcn monDet töel !1Ö Menfchen- handen : De kop l$ na cvenmatigheid ban fijn lighaem ongemeen groot : DC gecne / bJaet na Deefe prent gcteekend i£/ mag muisvacl ban couleur j DocJ Den felben mag nocj geheel jong , Die£ jp fïg ooft met cen gladde huid berueeïD ; DOCj afëfe oud tooien/ gelitft ift'ct in Den jare 1099. Jier acn Elmi- na eencn gefien Jeu / fo fijnfe ban cen roflè couleur, alg man* neer Jacr Jet hair ebcn a\$ met wolvlokken in maluanDer fit 3t)ei:Der£ meet Ui ban deefe heeften niet te feggen, al£ Datfe/ fonDec'er een afgrijfen ban te Jcbbcn / niet nonnen aengefien mo?Dcn / Clt fpnDer Dat'cr ailDer^ eenige feldfacmheid , aïg De^feïfiSf fonderlinge leclijke gedaente, aen ï&. 2|n 't veld OntJOUDCll fïg JiCE eenige beeften , toeïfte De Bosrotten j Ratten in aïlcg gelijk $jjn / uitgefonDcrD bat Jacr grootte Die wat het ban een Kat te bobcn gact: top noemen Defeïbe ooh Bosrot- j°°r^.ee- ten; en fp onthouden fig geftadig ontrent Jet gefacide , maec enZ1'"' aenfe fonderlinge groote ichadc DOCIt- i^aervieefch mecD ban eenige Blanke, enaï De Negers, sijnaenge. bOOJ een groote lekkerny geJOUDen ; en t foit Jet OOft inder- naem ter daed $ijlt / UpalDlCll De naem , en fijn leelijke gedaente , geen fP'is- tegeniin in Den eeter bcrtücfttC ; DOCj Die Daer overheen kon- nen ftappen , (toomt Jet aïg eelt aengcnaem eeten tC boordt : en om Jem fijn leelijke gedaente te Öencemen / fnijDen font* mige/ eer 't op tafel ftoomt/ De kop, pooten en ftaert af/ al£ manneer Jet aen yder een , Die 't niet meet/ boo? cen aenge* name fpijs bctjtreftt; mant fp 3ÏJII mals, vet Clt lekker. $ocJ een ander (lag ban Bosrottcn Jccft men / DocJ meeft Noch een acn Axim j meïfte töel fO lang fijn aïg DC voorgaende , DOCj *nder flaS' feec dun en fmal ban lijf ; D?agenDe anDcrg De naem ban a^llmt. Boutees : DUttcn De Negers hictöcnfc tliacr ban weinig Blanken ö gegeeten- <©it goed DOCD een ongelooflijke fchade aen De Milhio CnRijSjtoeïftc De Negers aïin Jaec huis bewaerd etl opgelegt JeD* Een fcha ïicn- %n cene nagt öcDecbenfc meer ban Jet gefacide graen , deHjkCgoéd aïg honderd Huisrotten foilDen ftonncn DOCtt / mit& Jet JaeC ontrenfde niet genoeg i& / Datfe Jacr lijf opvullen, en eeltige meefleepen, Granen. maet fp befchadigen Daerenboben alïeg / maerfe aen en on- trent Bonnen ftomen. II. Deel. <£ Drie 34 BESCHR.YVING VAN DE Civctkat. Drie Of vierdcrhande Boskatten geeft Uten tyïCV tt Land, fijn- ten. De De Civetkat Dacr mcCÖC Oliöcr begrecpen ; Die tegenwoordig in Oll£ Holland fo ÖJeï bekend i£ / Dat ife Öpita niet nodig agt, om'er gier eenige melding ban te Doen ; beïjaïben Dat in gier eegter nocg tocl mag byvocgen , Dat fp aen ons volk , ge^cc! jong fimDe / te koop mciDen gcfyagt / alg toanncer'ee een a twee Rijksdaelders b00£ betaeld Ü)C2DClt. ©eeï moeite en oppaflens geeft men met jjaet op te voeden; en gare koft tg pap Dan Milhio genooRt / met een toeinig vleefch of vifch. $ocg geeï jong fimbe / ftrijgcnfe Civet; en Dat Der mannetjes i$ httttt al£ ban De wijfjes, om reeDcn Dat De wijfjes pg niet wagten Ronnen/ om in De beurfe , Daer De Ci- vet in groeid, of vergaderd IflerD/te pifien, maer DOO? Dcfelbe bederft. Boskatten. $an De overige Boskatten ÜJeet ift niet fonderlings tt feg* gen / al£ Datfe eben aï£ De Tijgers gevlakt , en ooft toe! fa boosaerdig $ijn; OnDet De Hoenders, aï£fe Daet Ontrent ROte nen nomen/ groote fchade DoenDc. Mufcus- g|R gen (net kleine Muisjes gepen/ toeïnc een foete en aen- mmfen. gename Mufcus-reuk ban pg gaUttt ; DOtg ROtt niet bemerken, Datfe/ aïg De Civetkatten, een beurs gaDDen; Dieg in geloof/ Dat gefeide reuk ban gare huid of vel moet ïtomem Andere J|^0C{| geeft tticn drie of vierderlei flag ban kleine Beesjes: wilde Bees- eene ban Defeïbe tOQfi U E. gier vertoond in De Prent No. 5. , jes ; eerfte f£nöe öpna ban gedaente aï£ een Kat, fcegalben Dat Degfeïfia? foort. bek ongcïjjR fpitfer, en 't lijf kleinder t$; ftjtlDe fijn lijf, eben alg De Civetkatten , gevlakt. 3£e Negers noemen get Berbé, tïl De Europianen Wijnfuipers , om Dat get fjetl vierig acgtcr De Wijn de Palm gcr fit. Tweede. ^* tweede flag ban gefeide Beesjes fijn niet beeïgrooter aï£ een Huis-rot : 't lijf grauw en ros ban couleur , met kleine witte fpikkclen in t hair j en De ftaert maent met get lange haii , eben aï£ bOOrcn gcfegt / gefpikkeld , een breedte ban drie vingeren uit/ toeïne fp geel fraei aegter ober gaer lijf, tot aen Den hals toe/ Dragen. <éeefcnocmD men ooft Wijnfuipers, aïgoetoeï men gaer beel eigemiijker Eekhoorentjes mogt nee men. Derde 3£e derde foort fijn ontrent / atëfe volwaiTen 3ijn/ een# fo groot GUINESE GOUD-KUST. 35 groot ban lijf, en ntCCÖe ros ban couleur. 3£tt t£ Cen fonder- foort, Koe - ling boosaerdig goed , en IjCCft Cttt fel Ctt fterk gebit : t verweerd keboe ge- fig/ in tt)b ban nooD / tegeng menfehen en bceften , fonDer naemd • is onderfcheid : 't BKtD Koekeboc gciiaemD/ en i£een groot ver- hoefde?.* volger Dan De Hoenders ; DOCÏJ niet Op fodanige wijs , aÏ£ et De dief. Heer Fokkenbrog ban Jecft gdicben te fchrijven , afë Dat ||Ct ÖC Hoenders XttCt fijlt poort foil vangen. Wat Fok- £0 beeï Hft bcjjoefb Jet niet eens? te gebruiken , mit£ ïjet kcnbr°g fnel genoeg ï$ / om De Hoenders te KOmien achterhalen , en te heeft ge vangen; Clt gevangen fje&UCnDe / Ijeeft Jet OOR kragt gcnoeg/fchreevcn. Om Defelbe weg te fleepen. 3JR tytbCZ vcrlcheide gefjaD / DOCl) en bonD aen geen van alle een rooden aers , aï£ boo^noemDe Heer gefegt ÏJCCft / alfjOebKl Defelbe nauwkeurig genoeg ïjeö befigtigd. 't «3een sijn Ed. toijDertf / of in 't gejecï/ ban Dit beesje ïjeeft gefchreeven , foil IR niet DUtben beamen 5 tnant bcfyüb ben Dat ih fuïR£ aen Defelbe niet ondervonden Jeu/ fa en Jen OOK notï) OOit eenig menfeh, 't fp Blank of Swart, gefien/ Die Jet fon Bonnen getuigen. 't «©berige beesje , of lieber beesjes , mant'er nocj meet aïg eenderlei flag jtjn / öieet in / bermitgfe fo töcinig aen ong bekend $ijn / niet te befchrijven ; Dieper ban af ga / en toenDe mn boo? tegenwoordig tot een Beeft , Dat ftg fo toeï Oü Jet land aï£ in 't water OlltllOUD; fijllDe een Leguaen. i^aet Legiiae«: geftalte 10 bpna alg een Cayman , DOCÏJ tDO^Den fcïDcn langer aï£ vier voeten : 't lijf ï$ Twart met ronde oogjes gefpikkeld ; ' en De huid 10 Jeel week. jg>p Doen geen menfehen nocl) beeften , uitgcfonDerD De Hoenders, aen; onDec Defelbe bptoi)ïcn een froote flagting acnrcgtcnöe. ^actvleefch tDCrD ban veel Blan- AenMou- en gegecten ; toeïne alle eenparig getuigen , Dat Jet feIbe'ee,voor 't Hoendervleefch in lekker-en aengenaemheid bette Obertteft-houd"/5" %tn Mouree en e!Der£ toerDenfc boo? Afgoden gcïjouDen. <ènDcr No. 8. toccD UE. een Beeft bertoonD / 't geen ftg Arompo, in't Bofch f «gr ontJouDenDe j fijnDe lang en fmal ban lighaem. of Men- meteen lange ftaert, aen melherg einde een quaft fit: De0fd»fchcn*ce' ben hair ig lang en dun , De couleur vaal , een toeinig na Den omVJÏe"" bruinen ttCRRenDe : De Negers noemen jet Arompo, of Men naemd. <£ 2 fchen- 36 BESCHRYVING VAN DE fchen-eeter , bewiitg DCgfelfg aes in doode menfchen OcftüCt ; iXJCÏRC ï)p opgraefd , Clt fo vetflind ; of al£ ergens pmanD ver- flagen ÓerD / en j)p Set felbe ROOmt gewaer te worden. &t Negers feggcn/ al£ öp ïip een doode feoomt/ 't fp Dat fjp Den felben opgegraven ïjeeft / of maer fimpeii/k binb / fo en vak fjp'cr niet ten eerften op aen/maer gaet'er eenigema? ïcn om heen: tot toat einde , fou ih UE. niet toeeten te feg- gen ; Doeï) De Negers geben'er Deefe verklaring ban / aï£ Dat |jp/ fulks doende, Daer ttlCeDe te kennen wil geeven, Dat men een ander mans goederen niet moet/ Of Ran neemen, foilDet'ee te booren eentge moeite noo? te Doen/ cnDecïjalbcn fig felven oor eer|t een tocinig vermoeid. 3©at geheim fyüt in tfceRt / i$ lichtelijk te raden : iR Denft Dat Dit beeft DOO? een natuerlijke vrees, todfte alle Dieren eigen 10 1 toerD bevangen , en Detfjalben rond om fiet na eenige menfchen, tocÏRc fjem fijn proi fottDenRonnen of toilïen ont- fetten. Apen, baer $U tt\\$ ban Apen. 3&efelfc fijtl gier te Land &p honderd- groote duifenden, en fo meenigerlei , Dat ï)Ct verwonderlijk i$ / en mp meenigte onmogelijk, omf e alle aen te halen en tC befchrijven j fal Derïja!* denheid." tocn mQtt *an eeni8e weinige getoagmafcem EerftefiV ^e ccr^e en gemeenftc flag merDtn ban ons volk Smitten ge* welke wètnacmD ; finiDe muisvael ban couleur , en ïtoomcnDc tot een nig klein- wonderlijke grootte, 3I& tycb'tt felfs CCHCn ban vijf voet ge? der fijn ^fn/ cn fQ weinig kleinder Dan een menfeh. vDit Vee ig fjceï menCfch,enai§ m ftout ; en ** frï$n& ongelooflijk , 't geen mp ban een iieeiboós- Engelfch Koopman boo^ De waerheid i^ bcröaelD 5 te toeeten/ aerdig en Dat fi0 atljter fjet Engelfch Fort aen Wimba een fchrikkdijk ftout- groot getal ban Deefe Apen fijn ontfjouDenDe ; toclfte fo ftout fijn / Datfe DC menfchen Dctbcn aenranden j geltJR ïjp verhael- de, Dat onDcc anberen oor aen twee ban fijn Compagnies sia- Eenvoor. ven toa£ gebcurD j toeme De Apen bat Rreegen/en De oogen beeld van fouDcn uitgeftooken jjebben/ inDienfe niet tijDig Doo? cenige 't feive. Negers baren ontfet gctoo^Den -, toant Dit gefpuis , om ïjacr werk te bercigten / al eénige houtjes klaer gemaekt ïjaDDen. U E. Doe atè iït / en geloofteer ban 't geen U E. gelieft: Dit toeet i& / Dat Jet een verduiveld flim goed i£ / 't geen maccy GUINESE GOUD-KUST. 37 maer/ alleen om quaed te boen/ fctnjnD gefchapen te$#n. dommige Negers geïoben boo? vaft,Dat De Apen tjcdtocl ^at dc bonnen Tpreeken , ma er Dat fc ïjet achterweegen laten, Om niet^ye™" aen Den arbeid ( toacr banfc niet ïjouDen ) te mogen nomen; ïooven.0 Die£ U E. ÏUCr Uit mOOgt afmecten, ïjoefc Öp Dit volk te boek ftacn. ©oo?feiDe Apen fijn genoegfaem ban een leelijke gedaente, Tweede fo ooft De deefe , todfte Deborigc in alles gelijk $ijn/ uitgefon* s* Derb Datfe met haer vieren pag fo groot afe een Oait De voren genoemde $fjn. 't 2£>eft Dat men aen Dit flag ban Apen binD/ i$l Dat men ïjaer bpna alles wat men wil nan leeren. ï&t derde flag fijn Op uitneementheid fraei , eiï ftoomcn ge- Derde flag, meenlijk tOt De hoogte bantwee voet , IjcDDcnDe pikfwart hair , naedman- 't geen toe! een vinger en meer lang i$ / met een langen witten "aè^sdse* baerd,toaet na fp oohBaerdmannetjes genaemD toerben. f^an ïjaet vel toerDen De mutfen booj De Tiétiés , toacr ban ift U E. in een andere Brief gcfn^oolien fjeö/ gemaent/ Du£De Negers aen malftanDrr boo? Defeïbe fomti)D£ vier en meer Rijksdaeldêrs betalen > Cn atófe tOt ons overgebragt imrrDril / fouDen top oofc niet weigerig 3ijn / om §et Daer boo? te geeben. IjlOCÏ) twee of driederlei flag ban Baerdmannetjes Jjeeffc men Meerderlei l)ier/ toaer ban een pDer even fraei i te feggen /Diefachnv- Dat De diefachtigheid aen een yder Geflagt fcïjijltD aengebooren heid van aï- te 3ijn. 3|r §eb Defeïbe in 't fteeien ban vrugten , en boo?> de APen <£ 3 nament* 38 BESCHRYVING VAN DE namentlijfe ban Milhio , aerdige en wonderlijke kueren ft«t aenregtcn. %n pDer poot nccmetlfe een Of twee Milhio-ftruiken ; batt 's gelijken OOR fo beei OnDer ïjaer armen; (inDteit IR Ijare poo- tcn fo raag noemen ) meeDe een ftuk of drie in De bek 5 en dus beladen frjnDe / gingenfe haers weegs , geflaDig op De ach- terfte pooten boojtfp?ingenDc ; en vervolgd inerDenDe/fofjou* Denfe/ DiefeinDcn bekreunen/ vaftj De andere, om in gare vlugt niet belet te 3Ön/ weg werpende. Hun keur- ^zt wegfleepen ban fo beeï Milhio tt ffdiJR/ fjceft Öp f)et Secien" vol§emie noc& mct te Sclijfecit > tDant pDer Mühio Diefeafpluk- ec en' ken , folCrD DOO? (jacr Op 't nauwkeurigfte befigtigd ,• en bpal* Dienfe fjaer niet aenfhen, fo merpenfc Defeïbe weg, en pluft* ften toeDerom andere -y Diejef ïjare viefe keuriijkheid ongeïjjfe mecrDer fchade acn 't Gewas toebrengt/ aïg fjate dieflUl. i^ier mecDe fcg ife De Apen adieu. Haegdif- Duifendc \jan Haegdiflen , of Egdiflen , Joe ttltnfe ltlil noe* fen/veei men/ jïet men gier te Land, obcraU boo?namentïijfc op en deriei. fongg De mueren ban onfe Forten ; toacr Dat fp ffaer koft moe* ten foefecn/ 't geen boo? 't mcerenDeeï in Spinnen , Wormen, Vliegen, en anDere kleine beesjes Öefïaet. &>p $ijn ban veelder- hande flag, eenige Der grootfte fïjn met ïjaer itaert ontrent een voet lang, en een hand breed ; donker ban couleur, met eeilQnlf roode kop : anDere fijn Dcefe toeï meeflc geïijn in grootte , Dog verfcheiden in couleur. Befchrij- 't gfyn niztft aïïe onguere en leelijke beesjes ; beïjalben De hS". öoïgcnDe/ Die men/ fonDer booj leeiijk te fchatten , nocfffou fen. ftonnen ïaten doorgaen. (iBerfleïijfe een (ïag/ Ontrent De helft kleinder aï£ De voor- noemde , fijnDe meeft groen ban verwe ; en Dan norti eene / mei De helft kleinder alg De laetftgefegde , fijnDe ban een grau- Salaman we couleur * l&tifoz flff met meenigïen overal in onfe Huifingen der-s™*11" OntÖOUDcn / De kamers feer fraei ban 't ongediert fuiverende : fijp noemen Dcfdbe Salamanders: Watvande 'Biflt De HaegdilTen een menfeh fouDen waerfchouwen bOO? Slan- beftandig- gen ofte anDere onreine Gedierten , ÏJOUDC ift bOOjal fo geloof- heid des- waerdig, aï£ De£ Salamanders befhndigheid tcgcn£ 't vuer ; ten toare GUINESE GOUD-KUST. 39 toare pmanD gelicfbe te fcggen / Dat uit spreekwoord eenïijïl feiven te- j£ ontleend, ÜKgeilg De tcgenftrijdigheid ban ï)et vuer metDcnge™ het Salamander , totlftc / liebem* alle anDete Haegdiflen , yskoud jS r? Dan natuer $ijn / De foDanigc fouDe iR met Den eceften toeval- 10U en ,s* len , pil mp Daer bp OOR houden , tOt'cr tijD beweefcn falU*ó?« Den/ Dat/ boïgen£ 't feggcn Der Ouden, ergens Salamanders te vinden $ijn / ban gefeioe hoedanigheid , te roeeten/ foDani- ge / tortfte fïg ontrent fjet vucr ontjjouDcn / en Daer in ïceben. en De ftaert om fjet een of anDer / Daer fp fïg acn vaft nonnen Ijottöen / toeïne fp fo lang vieren alg'er bot am ig ; Doel) nonnenöe aïöDail noel) DC grond niet bereiken , fo ïatenfc fïg plomp ver- looren neDec ballen. 9unne gang i<0? fecr langfacm , en Ijun grootte alg in De prent bcrtoonD tocrD. <8enigc toillcn / Dat De Cameleon Den meeftcn tijd DC bek open fjeeft } Doel) in ïjcö Dit Teer Telden gcfïen/ en upnanohv Dan toanneer in fjem ter plaetfe fyagt / Daer Ijp Ijet vermaek van de wind fton genieten. «JiBeejt foarDöe l)p Den bek open, en DetOOnDe D00? fijn beweegingen, gehjROOR Doo? fijn mee- nigvuldige veranderingen , 't vermaek f)et geen Ijp'cr in feïjepte. <©e oogen Deefer beeften fjjn rond, $cl)CC\ fwart, eilDpfonDcr klein ; en ||et geene 't aenrnerkelijkfte ij0f / fp D^aetjen Ijet eene oog na Deefe/ en ï)et ander na Die fijDe / fo Datfe te geïijftna boven en beneeden Ronnen fïen. 3&u£ berre De Heer de Bruin : toaer öp IR noej> maer fal voegen 't onöcrfcïjciö Dat tuffcljen De hierlandfche , en liic ban Smirna jjcfc befpeurd ; UCftaenDe voornamen tlijk ï)ifl' in/ tttfï/ Datfe Ijtcr fomtijDg fo beel jaren , al0 De Heer de Bruin f#n maenden, ïecben; öocf) Dan &aD nicnfc ge fa in een tuin, op een Der boomen, toaer Datfe eenigen tijD / fonDer af te koo- men , blcben fttten- <$OR fijnDe verfcheidemalen na Europa gefonDen/ en levendig obergeRomcn. 't €toeeDe verfchil i& i Dat ift geene ban De hierlandfche met opene bek ïjeïi gefien / en bpgebolg oor niet De tong of ïjacr vliegevangft -, 't geen eeljter niet en belet , Dat ir Ijetfeg- gen ban De Heer de Bruin niet en fou gelooben : ift neem l)et in tegendeel fonDer De mmfïe twijfeling aen ; toant geeft sijn II. Deel. f Ed. 42 BESCHRYVING VAN DE Ed. al fjet OtJecigc f0 net en wel befebrceven , fo i$ r% OOR waerfchijnelijk genoeg / Dat Dit OOR fo fcait ÖCUl fal $ljn be- vonden. ©003 't verdere hoomenfe gier met De voorfeide t'eenemacl obereen; fo Dat uYer niet naders ban fal/ of fean fcggen,Dan Dat De Heer de Bruin gare Eyeren öeter Öp Die toail Haegdiflèn ï)aD mogen vergelijken, al£ Öp Vogelen ; mant ïk Op onder- vinding ïjeÖ gefïen / Dat al Jet viervoetig en kruipend Gedierte, 't toeïft geen jongen merpt/ macr eyeren legt i al£ Haegdif- Ten, Cameleons, Leguanen, Slangen , enz. , OOR Schildpadden, Der feltoet eyeren met geen harde fchael fnn otoettogen / maer Dat Defeloe week en buigfaem $ijn / en meer uit een dik vlies Dan fchael oeflaet* Wat Dunftt u / Mijn Heer , i£ Deefen Brief niet reöelijR uitgebreid? in meen f)et althans ; en Detfjal- Den i£ t hoog tijd, om Den feïtoen te eindigen ; fjeooenDeuoo? aï<6f mt niet anders te feggen , Dan Dat IR Dan gantfeher herten tien/ Mijn Heer, &c. Einde des veertienden Briefs. VYFTIENDE BRIEF. Handelende eerftelijk van de Vogelen; als tweederlei Phjefan- ten. Patrijfen. Wilde Eendvogels , en groene van twee- derlei aert. Tortelduiven. Krombekken. Snippen, en meer andere eetbare, doch onbekende Vogels. Kroonvogels. Een fchoone groene Vogel. Reigers, blauw en wit. Portugee- fe. Arenden. Kiekedieven. Rivier vogels. Kroonvogels van de Goud-Kuft, heel fraei. Een groote Vogel, raerom fijn leelijke gedaente, en genaemd Pokkoe. ■ Noch een Vo- gel, in grootte de voorgaende niet ongelijk, doch fraeijer, en vierderlei. Saad vogeltjes. Een fraei Riviervogeltje. Pe- rokieten. Papegayen. Stier-of Stervogel. Kikvorfchen en Padden , waer onder eenige feer groot. Slangen , veel en verfcheiden,* ook met twee hoofden. Schorpioenen. Dui- fendbeenen, Veelderlei aert van gekorve beesjes. Honing- byen. GUINESE GOUD-KUST. 43 byen. Meenigten van Mieren ; en feldfaemheid der felve. Van de Viflchen ; als Brafiliaenfche Cabeljauw, Snoeken, Schol , Bot , Pampher , Kuttedekker ; met meer groote Vif- fchen. Steenbraeflems , veelderlei. Stompneufen. Baerd- mannetjes. Makreel. SafTer. Aboei. Rogg'. Tong. Schar- ren. Kreeften. Krabben. Garnalen. Steurkrabben. Sardijn. Karmou. Harder, en Batavia. Mitsgaders drie groote en ^ verflindende Viflchen ; als Noordkapers , Swaerdviflchen , en Hayen. MYNHEER, Mijnen lactften in 't lang en breed gejanbrïö ïjcbbcnbe ban ^et tam en wild viervoetig Gedierte , al£ mccöc ban f)tt tamme Pluimgedierte , fo i$ ïïl becfe nOCÏ) overig , te fp2CCRClt tjan ÖC Vogelen , 't kruipend Gedierte , gekorve Beesjes, en ban Öe Viflchen. (©nfen acnvang ban ncetttenbe met get Gevogelte, fo falift Schoone cerftelijk afdoen ï)Ct eetbare , ftCÏIcnöC baer ban in ben eerften Phxfant, rang De Phzfanr. ©efdbe toerb U E. m Prent No. p. -bet* J™aen r tOOnb ; tOCÏfee men ontrent Acra , in 't Aquamboefe Land- fchap, OOR Om en bp Apam , in 't Acrafe Land , veel en over- vloedig fjeeft: fijnDe uitneemende fraei en fchoon. ^are groot- te i$ ontrent aï£ een Hoen* ïjebbenbe blauwe met wit gefpik- kelde veeren, ttJCÏRC geheel glinfterend 3(jn ; een hemelsblauwe kring ban twee vingeren breed Ottl btn hals ; op £)et hoofd een fchoone fwarte kroon of kuif: in 't RO£t/ 't t$ fo fraeijen Vogel , aïg men onber be geen e / bie (ïg meefï op der aerd , en langs de grond ontgauben / fou mogen vinden ; en onber be feld- faemheden, ttit men uit Guiné brengen aan/ nacft bet Goud, ('t geen iït altp boo? 't fraeifte enwaerdigfte gefeïjat fycb) töeï tjCt alderraerft. No. 10. ftaet meebe een Vogel afgeteeftenb / toel&e ton FidafePh*. fitte be naem ban Fidafe Phaefant geebcn / om reeben batfe fant« daer ter plaets tjet aldermeeft gevonden fcücrbcn: anber |ïnt£ toer* beilfe ïtter Op be Goud-Kuit meebe gevangen. ïj^p i£ in grootte bpna aï£ be voorige , bOCÏ) Ml lang fo fraei niet. èet lijf i£ grauw , wit , en eenigfints blauw gefpikkeld f z boo? 44. BESCHRYVING VAN DE DOO? Den ailDer. ^acc kop i$ kael , met rm hard vleefch of dik vel OtoerttORften / Qtfycd knobbelachtig, £jjn bek i£ uit Den geele , maer Dan na De kop aen meernamen een roodc lel loopt/ Offtt. Patriifen. ^n geieide Phaefanten moeten ittp De Veldhoenders of Pa- trijfen laten Doïgen. ©cfelDc fjeeft men / De geheeie Kuft oDer / veel en overvloedig , aïfjocmel top'er niet veeifcnjgen/ fip gebrek Dan goede en yverige Wildfchutten 3 Dotï) aen Fida ïtehoomt men'er fo veel , aï£ men maer DegecrD / en Doo? een heel geringe prijs. 3Uï£ 't in De tijd is , fo geeft &et fjier een goed en lekker eetcn. Wilde Wilde Eendvogels , lekker en goed , OMfyeeften ïjier 00& Eendvo- niet/ melne bpna Dan fatfoen fijn afé De Europifche, uttge £e,$- fonDetD Datfe jjier kleinder vallen. Groene <©nDer De wilde Eendvogels ïjecftmcn'et ï)tCC noci) tweeder- Eendvo- lei flag. $an De eerfte gen in er / fo lang gier tct Kuft Den geis. gemectt / niet meer Dan eene reis , twee ftuks gefïen / melne Den Trompetter Dan Den Heer Direöeur fjaD gefcï)OOten. 5; C^ fclDe maren De anDcre Eendvogels in grootte en geltalte niet ongelijk; DOCÏJ Ijare couleur mag heel fchoon groen, met fraeije roode bekken en pooten. <£>o uitneemend hoog Clt fchoon ma# De couleur, Dat ïh mp niet ontfien fou Rebben / inoienfe le- vendig, en te koop maren gemeeft/ omDoo?Defelbe honderd en meer guldens te tjcbUcn gegeeDen. 't %$ aenmerkenswacr- dig, Dat onief / Doo? of na Die tijD / geene meer Dan Dat flag te Dooren fijn genoomen. Noch een &ait 't tweede flag geb lll'er / D00£ Ontrent vier maenden ander flag. DerïccDen/ maer eene gefien , meïftemeeDe 0003 iemanD Dan De Beietting gefcljooten mag ; fjjnDe mceDe eDcn Dan geftal- te aï£ DC voorige , met geele pooten en bek , en ï)et lijf half groen en half grauw , Du£ ooft in Derte na fo moi niet aïg De voorgaende. Torteldui- Tortelduiven fjeeft mm et pïtt DaU twee, of IieDer drieder- ven , drie- lei aert en geftalte; De eerfte fijn klein en rosgrauw Dan couleur; 4«rhand. |£ tm goec} m lekker eeten , en in ïang fo taei niet aï£ De vol- gende ; fcoeïKc ontrent De ïjelft lichter Dan couleur 3tjn. j^et derde flag , in grootte en taciheid Deefe gclijn / (tin Dan een heek GUINESE GOUD-KUST, .45 heele fraeijc groene couleur , met ttl\ gcele bek eil pooten , ttt Daer onder HX0C lüCinigC roode veeren , en 0111 DC oogen tfcDCC g^OOte witeene, óie gefpikkeide kringen, toacr onDcr oat fïg ban ecnige oor toatnicllceli>k blauwe i$ vermengd. <ï£ben DOtocn ons Fort acil Axim ÏCgt CCÏ1 redelijke groote Klip , twee a drie Snaphaens-fchooten ban De wal , fijnDe feeC digt met Kreupelboich bctoaffen. ï^ier op ontfjouDen fïg dui- fende Dan Tortelduiven , balt bCÏDc laetftgenoemden aert; DOCfJ Om Dat/ geltjh IR gefegt J)eÖ/ De Klip fo digt bewaffen 10/ fo Kan men et weinig Krijgen : tuant feïjoon men Defeïbe fchiet , Cn fp dood nedervallen , fo CÏX fijllfe niet te vinden. 2GHe avon" den tegen fes ueren KOOmeilfe (jier t^act ruft neemen , en blie* gen met Den dag mccDer na land , om fyaxz koft te gaen foef hen. Krombekken , mit£'gaDer£ veelderhande Snippen , geeft ttiett Krombek- f)ier te Land aïmeeDe genoeg/ roace ban ecnige feergoedftjnken> en om te ecten ; Doeï) De meejte ecïjter $ij« / toegen£ ïjare taei- Sl»ppen» heid , niet Oeel byfonders. jjtacff fjeeft men een meenigte ban alderhande flag,fogroo- Aiderhande te aï# kleine Vogels, UKÏRC geichooten , en ter fpijfe genuttigd onbekende rooien } Doel) bcïjalben Dat Defelbc bp ons onbekend $i|n/ VoseIs- fa en OeÓbeilfc ||icr OOtt geen fonderlingen naem. $U ban DC gecne / Dte niet gegeeten , maec fimpelijk gchou- Kroon vo- den tnerDen Of Om ï|arc fraeijigheid , of feldfaemheid , fijeï tt Scls- berftacn aïg menfe krijgen nan. 55e gemeenfte onDer Defelbe gcltcbe U E. te fïen in De Prent ban No. 1 1. j]Ben fjeeft'er ban DefclbC verfcheide aen Fidar , en in 't geheele Ardrafe Land , x Ooit eenige weinige om en bp Acra. ièp 3ijn ban lijf en pooten ontrent fo g?oot a\$ een Oje- vaer , en men noeraD Defeïbe Kroonvogelcn , om Datfc een groote geelachtige kuif of kroon 00 ï)et hoofd fjcbbcn / bail gefpikkeide lange veederen , fïg eben ZZtlft £&$ Varkens- borftels bertoonenDe. ^ijnober fjaer lijf meefl fwart van pluim, en ftebbcn in De vleugels roffe , geele , witte en fwarte flagpennen. 2Hen Den hals fljnfe. vercierd met purpure vlakken , aen weerkan- ten ban De kop , ter grootte ban een halve duim b^eeD. <©P Jet voorhoofd fit een plek of bosje ban heel korte en't'eenemaet $ 3 fwarte 46 BESCHRYVING VAN DE fwarte vedertjes ; en fo Digt itr een/ Dat f)tt fig ban verre afjf een lapje fwart Fluweel 0$J DOeD- 5(n Europa fcfjijnö men ban öeefe Vogels g^oot toer& te maften / mitg mp'er Doo? eenige Heeren gefiaDig om toer* Den aengefogt. %ü feïfg tg tttp QCftQt / Dat menct Den Ko- ning van Engeland een fjeefcöcrtjeit opdragen 5 bantnienfeoolt fOU aengenoomen 5|)n. 9[b bOO£ Itltjn / fcanet ttfyttt fogroo- ten fracijigheid niet aen ften ; toant / buiten gacr hoofd en hals , ijef'ec niet feldfaems aen j fijnDe jjet overige deel ccrDet boo? leelijk , Dan fchoon te feïjatten. <®e Vogel, fcjaet ban ïfe U E. De afteekening onDet No. 12. ïaet toekoomen, tg ftat anders te feggen : Defeïbc Ï£ lÜCt milt fchoon Dan feldfaern •, om Dat öe Itieefte Vogels langö De ge- heele Kuft te vinden $ijn / Daet IR Deefe in tegcnDeeï nergens anders alg aen Apam j)eb gefien en bevonden , eil toaet Dat ÈR gelobe fp in een goede meenigte ^ijn ; ttlitg ih'et / twee dagen na ben anber op uit fendende , mn t'èÏReng in korten tijd een bJietD gebjagt ; DOtf) dood gefchooten, tdflïfe niet tüel anders te Rtijgen jijh. Een fchoo- t£an gedaente fljnfe &ptia aïjtf tCïl Papegai ; ïjebben OOR/ ne Vogel, uttgefonberD De kromte, ebcn foDanigen bek, donker-geel ^asnegern°^eDan couleur : De borft en l)tt ge&eeïe onderlijf tg feer fchoon pegai, doch groenj ï)Ct bovenlijf grauw , rood, paers en donker-blauw , fjeel heei fiaei aerdig Doo? Den anDer bermengb. ^et hoofd , hals en ftaert, gecouieurt. jucïRe meebe groen $fjn / fetten Deefe Vogel geen geringe fchoonheid bp. ©e veederen betreffen fig on Ijet hoofd eben> aïg éen kuif. J^eeft groote oogen } OOR boven en onder Defeï* be twee kringen , ban De fcïjoonfte roode couleur, Die men ftg foube mogen verbeelden, ito^t Otn / ï)Zti$ een Vogel , Die in fchoonheid bpna fijns gelijk of wederg3 niet en ïjeeft. Blauwe en Tweederlei flag ban Reigers billD men f)iec / al£ blauwe en witte Rei- witte. J©p (jaDDen DefelbC hier vooren OHÖCC 't eetbare Gcvo- &*s- geite bJeï mogen fteiien , gemeeïit vede menfehen Defeïbe ter fpijs nuttigen. vogels , f^iee jg oor een by ons onbekende Vogel , fo gjoot aïg een Portugeefe Gans ban lijf, en ban couleur meéfï wit , met fwarte vhkken. genaemd. ^p notmm ^f^^ Portugeefcn , en toerben mtet}t ban ec- nige weinige gegceteit. Aren- GUlNESE GOUD-KUST. 47 Arenden ontfyecfcen fcier OOfc niet / CIl even eens ba» ge- Arenden, daente aï0 in Europa , of ten minjïeil met fcec toCUÜg onder- en noch fcheid. aerkendar <£en anDerc Roofvogel i$ \)ict ter Kuft meeDe / fecr toeï h0eWei na een Valk gchjnenDe -, en fcfjoon maer een weinig grooter kleine aïj9f een Duif, f0 ï$ ï)p DOCÏ) f0 ftout eit iterk , Dat ÏTO volwaflè Roofvogel. Hoenders aen DOCD/ en met DefelUe weg vlied. Jj^Ct derde flag onDcr De Roofvogels aïfjier / fijn De Kieke- K|eke^ dieven. 3?eefe fteelen, OCÏjalöcn ïjet geene Daetfe na genaemd dieven. 5tjn/ aïïcg toatfe maer fien en machtig nonnen toerDen ; te toeeten / vleefch en vifch ; en Dat met foDanigeftoutigheid, Datfe ftet De Negerinnen , met vifch ter markt fittenDC / Of langs de ftraet gaenDe/ fulïcn ontneemen. No. 1 3. ïaet fig een Vogel fien / toeïfie fig ontrent Mciren Rivier- en Rivieren ontïjouo ,• nonnenDe genoegfacm De naem ban vosel- fraei en moi Dragen, <&ijn grootte i$ ontrent alg een Hoen ; j)et bovenlijf fwart of bruin; met witte fpikkcls ; en ban onderen donkergeel , of uit Den roflen. <£p De kop fjeeft fjp meeDe gefprenkelde veederen , fig berfjeffcnDe aïg een kuif. &e bek 10 1 na ebenmatigjjeiD ban {jet lighaem , ongemeen dik en lang. <©p 't anDere blad fieö m U E. De Fidafe Kroonvogels fee* Kroonvo- fcïfêeeben / en in Prent bertoonD , ia racnftte Jet feïbe ban geis van de Die men on De Goud- Ruft binD/ meeDe te mogen Doen; aï£ Goiu* Klft* toanneer UE. een g^oot onderfcheid fonDe fien / om Dat De* feïbe toeï tweemael io fraei $jjn : fljUOC toeï Dan tienderhande couleur, aïjtf groen, rood, blauw, paers , donker, fwart, wit, enz., en Den ftaert, toeïne feer lang ig/ ban '# geïijften. ©e veeren Daec Uit Dienen De Negers bpOJ pluimen Op ï)aer hoofd. 5^e reeden , toaerom top oefdbc Kroonvogels noemen / t£ / om Dat fommige een fcfjoone blauwe , en anbere een goud- ceelc kroon of kuif op 't hoofd Dragen. <ïTe Heer Fokkenbrog UfeÖft/ &at ÏJB Pauwen op De Rivier ban Boutry fjeeft gefien * Doeö 't en fuïlen geen anDere als deefe getoeejt $ijn ; toant ÏJtee Op De Kufl geen Pauwen fijn te vinden. No. 14. fceeïo een Vogel af / De toeïfee / fcnaïDien een fee. ^Jg?'e lijke gedaeme , raer gcagt fean toerDen : ik al£Dan toeï Derf ijkc VOoei feg* 4S BESCHRYVING VAN DE feggen/Datgp fijn wederga in De geheele wereld niet geeft 3I& fieil ÜJCÏ verfeekerd , Dat gp niet eigentlijker ttOCg leevcndiger ftan afgebeeld toerDen / a\$ gp tfg in Deefe Prent bertoonb: en ccgter fcgijnD get penceel geeibeel te fcreelen, mit£gpgier ongelijk traeijer ftaet/ aï£ ||p inDetDacD i£. $p i£ ruim fo g^oot ban lijf al£ een Gans; De vleugels op uitneementhcid breed en lang , BeDeRt met donkerverwige veede- ren. 3flen 't onderlijf geeft gp wit Of afchgrauwe veeren, inöïCU ift get fïeg£ fa noemen mag; mitg iR öpna niet fou nonnen feggen/ of get hair of veer i£. c£ben onDcr Den hals geeft gp een krop ban ontrent een fpan lang/ en ruim fo DiR al£ een arm j fig ban Duiten aï£ vel , en uit Den roode bcrtoonenDe. ïiHer in öetoaerD gp fijn eeten , eben aï£ De Apen in gare koonen. ^êittt hals, met een roode knobbel til De nek, i$ bail veeren voorfien aï£ get onderlijf j fjjnDe De hals ban een redelij- ke lengte : De kop \0 OOR / na vergelijking ban fijn lighaem , beel te g^oot/ en / uitgenoomen ecnigc meinige hairtjes Die in't langen'^ op ^jjn/ heel kael. 3£e oogen fijn fwart en groot ; De bek fthreeven onScmecn dik ^ lang' «^Ön koft Of voedfel Öefïact in vifch ; ' toacr ban gp'er op eenmaeï fo beeï verfijnd , Dacr vier men- fchen genoeg acn fouDen geböen; mectenDe gp De vifch, afcfe gem toegeworpen Ü)0:D/ geel acrDig met ftjll bek te van- gen, en fenDfe Dan fo gegeel na binnen in fijn krop , of rop. i£p ig meeDe een fonderling liefhebber ban Rotten; enoicme* De in haer geheel ban gem toctD Doo&efloRt -, 't geen on£ meenigmae! in flaet geeft gefyagt ban te moeten overgeven : mant / lopenDe in De buitenwallen ban Dit Kafteel , fo lieten top gem in 't eerfï / om ons vermaek met gem te neemen/ fomtijD£ een£ boven brengen ; afë roanncer gp / cben of gp'er ong eenige dienft mee toiïDe Doen / aïtoo£ een Rot, Die aï galf verteerd toa£ / uit fijn rop gerboo^t fyagt / en booj onfe voeten neer fmeet. 'tftW vermakelijk om tt fien/ aï£ top een kleine Jongen, of toeï onfe Honden, tegeng gem aenfetteDen. £ecr verwonderlijk toifï gp fïg in ftaet van tegenweer te (tellen : aï£ fcgietenDe met fijn bek feer vinnig op De Honden of Jongens toe; CU ROtt? nenDe heel aerdig met Defelbe tegen een klappen, eben of men met i GUINESE GOUD-KUST. 49 met ttoce houtjes op Den anDer fpceide, of eigemiijker, aï£ een Lazarus-klap. 3*>it fijn AÏ fijlte hocdanigheeden , fo goede aïg quade , Die Desfelfs ï»p belït. ^clJCft HU felfs te oordcclen, tDaet bOO? ï)p te ÏJOU' naem is Den i£/ 't fp moi of leelijk: ifi twijfel niet / of U E. fuïtïjem Pokkoe- tot ï)et lactite Doemen. 25pDe Negers DiacjJÖ gp öenacm ban Pok koe. No. 15. fïet UE. een Vogel, ban lighaems-geftalte eenigftotjg EcnVoget na De voorgaendc gdijftcnDe / DOCl) met een ongelijke langer j? gl'ootte hals. 3M£ Den felberi op fijn pooten ftaet / en Den hals na gaendemee bobenen getfrfftt ïjeeft/ fo i£ ïjp veel hooger Dan een menfeh. ongelijk. J^p toierD Doo? ons op De Rivier taan Apam gefeïjooten / en Jtop ÜenonDen fjjnveedcren ban verfcheidegcmengDecouleuren, flï£ (wart , wit , ros , paers , en meer anöftC / 0CC geheele lijf ober; ooft g?oote geele oogen. t <15een aHe£ ig / Dat ift on* trein Den feïben aengemerkt ïjeb : ftonnenöe heel licht onDec 't fiag ban moije Vogels tocrDen gereeftenD. ,&ijn naem t£ mp / en ban 's gelijken ooft aen De Negers, onbeftenD. No. 1 6. 10 een Koorn-pf Saedvogeltje , ban geftalte aï£ De EerfteSaed- Prent bertOOnD : fijltDe De bek lang en fpits toe loopende , |)et vogeltje. lijf gefcfjaftcerD met geele, en licht-blauwe veederen, ren ïjaïbe fwarte kring om Den hals , De ftaert ïang / met geele , blauwe, en fwarte veederen , en op De kop meeDe eenige ftleine vee- dertjes. ' No. 17. bertoonD een Vogeltje, ban geftalte aï£ De voor- Tweede gaende , ooft ban Dien feïfben aert en eigenfehap ; fjet onDer* flag- fcftciD maer boojnamcntlijft liter in öefïaenDe / Dat Deefeng bek kort, dik enfwartig : fijn halve lijf, te ioeeten / na om Deren / fwart , en boben op De rug fchoon geel , oe pooten meeDe aïg De bek ban een fwarte couleur. No. 18. i$ een Vogeltje, meeDe ban De eerfte niet feer ver- Derde flag. fcheiden , al£ Dat desfelfs couleur grauw en geel DOO£ Den anDet Sjffbermcngb: Ceil korte fpitfe bck,D0CÏ) ongemeene lange poo- ten en klauwen, gaenDe beo: foo een klein beesje De maet betre te boben. No. 19. ftaet een Vogeltje afgebceïD / 't geen ontrent De vierde helft klcinder i$ aïg De voorgaende , en Öpna ban geftalte aï£ flag. 11. Deel. 45 een so BESCHRYVING VAN DE een Mufch : DC£fcïf£ couleur macht fiet fonderling fraei ,• al£ fijltöe De kop C!t bord pik-fwart ; De vleugels en pooten grauw; CnbecbOÏgCIIg ftet geheele lijf Jecï vierig CI1 fcïJOOn rood: fijn* ÖC ÏJCt jammerenswaerdig , Dat Dccfe vogeltjes niet &p levenden lijve nonnen geïjouDentocrDcn. Een fchoon ^orf) 8m vogeltje , Dat U E. onDet No. 20. fiet / gaet al Rivier- De voorgaende in fraei- en moiheid fect MUtC te bobCtt. ^et vogeltje. fcfljc ontfjouD fiff altoos ontrent en op De Rivieren, maerDat jet OOft kleine vifchjes i£ afende. ,£ijn couleur \$ / aïg U E. De Prent fcCCtOOno : De vleugels en 't geheele bovenlijf blauw , eett tocinig na Den paerfen treftftenDe ; fo ooft De veederen in Den hals, toelfte redelijk lang $(m- op De kop een kuifje ,ebcn ban De gefeide couleur , en De borft donker- geel ; fcüaer 011ÖCC pg tcnige blauwe en roode veedertjes bermengen ; De pooten fcfjoon rood , fo ooft De bek, en Dacc nebeng ongemeen dik en lang. 3Mt beesje i£ geteeftenD / Doen De Teekenaer aï fiek tna£/ en Dergaïbcn met weinig luft : en Dit i£ De oorfaek , Dat gp fjettl OOÏI gantfet) niet in fijn verfcheidentheid van couleur geeft bertoonD* anberflntjg fouDe UE. gier aen get moifte vogelt- je gefiengenben/ Dat niet alleen inGuiné, maer in feer vee- Ie Landen te binDen i£. Saed of <&nDer No. 21. fïet U E. notg een Sacd-of Koorn vogelt je, Koorn- ban geftalte aïg U E. De Prent bertOOIlD : Dej6?fcïfg borft , on- Togeitje. derlijf en hals ig ros-geel ; een iwarte kop , uitgefonDerD een fcfjOOne geele plek Op get voorhoofd , fwarte vleugels en boven- lijf: en De ftaert geeft fwarte , geele en roffe veederen D002 Den anDet- Noch een ^*e ^an No- 22- *$ Ontrent eens fo groot afe? De voor- ander flag. gaende. ^eeft een fraeije roode borft en lijf : get boven- lijf , vleugels en ftaert pik-fwart , en De kop ban bovenen fchoon geel. &%n berDere gedaente ftail U E. UU De Prent w°kict" <©nber No. 23. en 24. bertoonen ftg twee vogeltjes , Pero- kietjes gcnaemD / of ooft toel Guinefe Muflchen j niet Dat gier geen anDcre cben aï£ in Europa ^jjn : in tegenDee! geeft mcn'er ban Die cigenfte (lag een g^oate meenigte/ fonDer ee* nigc * GUINESE GOUD-KUST. Si ttigC tlC mittfïe onderfcheid j DoeJ De Deefc tÖCCÖClt OOK Mus* jes gcnaemD ; macr om toat reeden , fouDe ift niet Kannen feggen. Éang^ De gehecle Kuft binD men Defeïbc in een groot ge- tal ; ÜQtl) bOOmflmentiijfe Op ÏJCt beneedenfte deel , aï£ aen Mouré, Cormantijn, Apam en Acra. f$ are couleur 10 eenheel fchoon groen , bermengb met fraeije roode , en fommige ooft eenigc meiltige fwarte en gcele veedertjes. £aar bekje i$ rood enkrom, al0 DC Papegaijcn. Komen 't dèijn regtc lieve en moije beesjes. 35agclrJK£ / Of Öp ge* lieel r*s » lecgcntijcib/ fcnDcn mp'cr een groot getal ban Deefc Kuft na ft.eryeni Holland j macr Datfe in een recDclime groote achting jfjn. EdïS" «JiBen ftoopt'er ïjier gemeenlijk twaelf boo? een Rijksdaelder. ker, ofiie- 3fn 't obcrfcnDen na Holland hoornen De mecfïe onbermce; veronfeker gen te ftervcn : niet tegcnftaenDe feefeec Schrijver ftg niet ont- j*eSer fien ïjceft te feggen/ Dat Deefc beesjes dertig , veertig en meer Lfeö3ó. a jaren konncn leeven. SDccf) tilt mOCt ten tijDe ban Maerten 40. jaren van Roflum gemceft jijn ; mant tcgenrooo;Dig nonnen top jfonnen ban De geene Die top jjicr ïjouDcn / ban honderd fluks in drie eeven* j^en ti)D£ nautoïpg tien ober öeïjouDen. a?nöcr No. 25. (tact een Papegai afgeucelb ; 't geen juift Papegai- tocl niet noodig mag getoecjï/ om bat U E. ben feïben dage- >en- lijks in Holland ïcebenbig nonb fien ; boef) om Dat ïjet fo een trouwen beeft i£ / JjCÖ ifc f)em Die eer meeDe niet toilleil ont- trekken. JiBcn fjceft Defeïbe bc geheele Kuft ober/ boc& echter niet veel , en moeten ook meeft Diep uit {jet Land hoornen. 3£e menfehen ÏJOUDen ïjicr meer ban DiC Uit De Benin , Calbary, Cabolopez , en DaCT om jjer van daen gebragt tOCtDcn j DOCf) De fuïfec denken niet/ Dat Die veel ouder $ijn/ alg menfe ïjicr ftan krijgen , en bpgeboïg ooft fo leerfaem niet : maer 't i$ met Die menfehen , al toat ban bet ftoomt / getoig / Dat Dat geen .... of .... eni£. 3Ü De Papegaijen ijicr ter Kuft, fo ooft m De Bogt ban Gui- né , en Op DC voornoemde Plaètfen , fijn ban een blauwe cou- leur. 't^OU CCn Mooriaen gewafichen , of ten ttrinffclt onnoodigen
Docï) Dooj Ijaer fpringen fag ift ïjaed Öet te* genDceï: ooft öerigtte mp Den Engeifchen Koopman , Dat'er fig een groote meenigte aenDiePlaets ontï)ieïDen. dêpjijn ban De anDere Padden niet onderfcheiden , al£ maer alleen in De grootte , en 't geen ïjaer ooft afgrijfelijk maeftt om te aen- fchouwen. ^e Padden fijn j)tet afë tïOCtgl De Slangen fjecï vyandig } en meentgen kamp fjcböen mp tuffeïjen Defeïbe gefien. Slangen tytft men jjter veel , en verfcheiden j fcpaer OnDer Slangen, <0 3 eenige 2roote 54 BESCHRYVING VAN DE Teel en ver- eeltige typ verfchrikkelijk groot $ijn. 3? e grootfte, Dp mijtten tgÖ fcheiden: gevangen , Ctt dood geflagen , ig batt twintig voeten gCtDeefïj grootte van ö0CjjLandwaerds in geloofïfe Dat'et vry grooter $ijn. «JlBte* eemge. njgmacj (jCCp men \n tier fcïbee ingewanden niet alïcen een Hart , en anÖCte Beeften , maee feïfg OOR Menfchen ge* bontien. Welke de ^c meefte fijtt vergiftigd , DOtf) Öe volgende &p uitneement- fenijnigtte heid j en tDelfee Dctïjaïben OOR heel gevaerlijk jjjn. <©er fel* zijn. foet lengte ig mact ban een groote El ; He dikte twee fpannen : ïjatc couleur wit, fwart en geel öoo£ ben anDer bermengD. DenSchrij. 3I& Öetl Cen£ D00? een balt Decfe in 't uiterfte levensgevaer ver door getocetf j fïttenbe aen Axim nebeng een Klip, toeïacmet defeiVenin ecn'& gcboomte * n kreupelbofch mag ÓegjoeiD / aïg inannecr gevVer van nip CCI1 ban gefeide Slangen tOt Op een ttCC na mag genaderd; fijn leven, tct meïnet ttjö juift t'ailen geluk mictb gemaerfefjoutob/ en aï|0 Uit Dat blijkelijk gevaer bcrïoft 1$z slangen ontïjotiDcn tfg niet aïïeen in 't veld, maerftoo* men tOt til DC wooningen bce Negers, ja feïfë in Ollfe Forten en Slaepkamers , ÜJaCC Hat iR DefeïbC op verfcheide tijd gefc dood geflagen. Tweehoof. %n ÏJCt Fantijnfe Landfchap ïjcïl iR / Mbeng beeï andere, dige Slang, eetl doode Slang gcftCtt met twee hoofden: of mt ÖeiDe Defcïbe dienft aen ïjet üghaem bcrrigfeDen/ gcïijR cenigc fcï)?ijbenDat batt dcefe Slangen gcftfjicD/ ROn iR/ ObCCmttg DC Slang , aïg gefegt ïg I dood i5ag / niet ervaren } en De Negers tDiftCll'CC mp oor geen regt befcheid ban te geebcn. Een flag ©att aï De Slangen fjfb IR niet meet S\\$ eeitC boen uitteeke- van veer- nen ; bOCÏ) fo f)acft een ander Konftenaer fnet ROOmt aen te tien voet, ianjcn) fo\ fó geieegentheid Rebben / om' er f)em eenigete ver- mende fchaften: mant bcljaïben bat mpfe meeft altoos Ronnen Doen ipooren. vangen , fo fötïtt DOCÏ) nOCÏ) eenige,Die ban ons opgevuld $ijn/ en fo bewaerd toerben / in voonaed ; maer onDcr cene ban veertien voet : tUcUiC Ontrent twee voet ban fijn ftaert af twee klauwen of fpooren geeft futen- ©etmocDclijft ïjcDbenDcfdbc gediend , om ï)em Dace ttlCCDe op te 'rigten, eil fijn gang of kruipen Deg tt fpOCDiget voort te fetten. dêijll kop i een£ menichen arm j gevlamd niCtanc,er acrt fwartc, bruine, gce!e CU witte ftrecpen, heel aerdig DOO£ Dnian*s}jn"n Der. 't £eU»jaemfïe ban Dit beeft , i^af fijn kop , toeïhe fonöer* ïillg breed en plat i&. 45CCI1 fchade DOCö Dell fclbCIl atlt men- fchen llOCf) beeften , al£ eenïiJR Ö00£ een heel klein hoorentje, Of licVJfr tand, tüdftcaï^ verkeerd in 't bovenfte kakebeen D002 DC neus JJCCII ftceRt/ 't töeÏR wit , hard, CI1 fo fcharp altf fCIt Els i<0? : Clt tüijï DC Negers met blootc voeten gaeil / fo ROO* tncnfc bjltDOÏCn DCg nagts Ï)CCÏ onvoorfiens in 't fcïtJC tC trap- pen j 't geen / bolgentf (jacc fe^gen / veelmalen gebrnrD / om Dat Deefc Slang , aï£ (jn ergens een aes Rtijgt/ fig fo vol oppropt , Dat f)P Dact DOOJ t'aller plaetfe in fo een vatten flaep gCtaeftt / Dat men ïjem met gecnig geraes fean wakker maken j Dertjaïben ïm oor fycd ligt i& te vangen en te dooden. $cbeng De Slang toecD U E. onDec No. 27. oor aengetoce-- schor- fen een g:00tC Schorpioen , tot verklaring ban töelRCn iR fjet pioen, alderminfte tC feggen ïjeb/ aïfo Ï)P onverbeeterlijk Ï0 Uttgetee* RCnD/ OOR na levensgrootte ; DOC(j ifc fytbtt §ttt tt Land ge* fien aï£ kleine Kreeften , en met eben (bDanige tengels enfeha- ren : fijnDe OOft ObCC f)Ct geheele Jijf RlCt geel lang hair bc* maffen. j©at fchade Deefe beeften aen De menfehen toebrengen / i$ ach toeinige onbekend, dommige Rebben agtcr aen De ftaert een blacsje fitten / aï^f een halve lid oan een vinger , -f)Ct gecne vol gift i£ / en Datfe / atefe een menfeh of beeft geftoo- ken fjcbbcn / uitfehieten , maet DOO? Den fcïbeit noodfakelijk mOCt fterven. <#eefe/ toeï&e in öe Prent verbeeld fïaet / IjaD een blaesje, ban g?ootte alg een witte Errit, en mceDe bol gift. ®t Schorpioenen begooren / mijn£ agtem*/ gercefeenD teDmïenJ. toojDcn onDec De gekorve Diertjes ; ban '£ gelijken oor De beenen in volgende, te toeeten De Duifendbeenen , en ban De Portugeefen overvloed. Centepees genaeniD. <©efeïbe fijn giet grouwfaem veel , en ïjoetoel betffelfé ftcek met foo een g^ooten gevaer niet i$ ver- mengd , alg Der Schorpioenen , fo en laetfe Docö niet na een 56 BESCHRYVING VAN DE ecit groote m brandige fmert te veroorfaken , lMdftc Ontrentdrie a vier neren DilCrD / Clt ftMCr na {jet / fOllDer eenigC fchade achter te laten / meeDer verdwijnd. tfdceil plaets in Oilfe Forten i# ban Dit goed bevrijd : De lang- fte fijn ban een fpan; ïjaer ^ te Plat> c" ros ^an verwe, ge- korven al£ anöere Wormen i tjctJÖCllöC ttöec kleine hoorent- jes, of tiener tengels, toaet meeDe fp befchadigen. 5)e voeten of pooten ftaen aen meerfijDen ban jjet lijf, ten getale nan der- tig of veertig; bitUjeet til jttt|t fo nauw niet. vedder- 2ÜÏ£ in ban alle get gekorve milDe Reenen / en poet ban handeflag befeïbe na Ijaer aert nefefoijben ,• aï£ ban De Honingbyen, van §ekoer" Kriekjes , Kcevers , Sprinkhanen , Ban meer Dan twintigderhan- ve eesjes. ^ ^ ^ Wormen, Mieren, Torren, en DiergeïtJKe meer/ ftof Om twee boeken papier te OUlïcn / en fou mp niet ontbreeken , maer tOCÏ De vereifte kennis. \&Zl\ grooten Natuerkenner, De Heer van Leeuwenhoek, fcö en* f!e ife Dat dufdanige geleegenthcid ROn ÏJCÖUen ; ift geloof Sijn ïd. fner meerDer vreemdigheeden fou ontmoeten alg in De ge- heele weereld. 3I& fenDe U E. tot een ftaekje een doos-vol f)te* ncbenov maer in UE. meerDer aï£ honderdderlei fult fien/ C11 pDer Om t}Ct feldfaemfr. ï^olboet Daer meebe LI E. begeer- te, en fijt te vreeden met l)et 0CCIIC ih ban twee beesjes, Die U E. onDcr De gefeide niet Jent / fal feggen / eer|relijft De Honingbyen. Honing- 3£ eth menfehen fijn ten vollen kundig batt De voortreflfelijk- byen. heid De£ Guineefen Honings. 5[n Rio de Gabon , Cabolopez, en berber in De Bogt van Guiné , geeft befeïbe fo overvloedig, neoeng DC Wafch , Dat fjCt om te verwonderen ï$. i$ïet on De Kuft ijceft menfe ooft / Doel) maer in kleinen getale. Mieren ko- <£ e Mieren , vyanden bail menfehen en beeften fiUlöC / mag 1X1611 ift/ obcrmit£ Der felber feldfaemheid , niet boo^ïm gaen/ cm'er eenigfïnt£ wijdloopig ban te fpreeken. 3£ecfc beesjes maKen in ÏJCt Land CI1 Op De Bergen , Huifen ter IjOOgte ban twee mans lengte, alle ban D00£ (jacr opgewor- pen aerde, mit£gaDer£ in Ijoogc boomen, fonDcdmgc groote neften. Jtit gefeide plaetfen ROOmenfe fomtDijlcn met fo CC11 vervaerlijke mcenigte tot on£ tlt De Forten , Datfe 0n£ niet tdet* GUINESE GOUD-KUST. 57 mgmaïcn np nagt fjct bed Doen ruimen, jèeïDfaem fe? &are met «n woede. <0cenig Dier ig fcOO? ïjact beitandig. «jUDeeiligma- groote ïcn ÏJC&DCn fp Dc£ nagts een levendig Schacp Dan mp aengetaft ™e,enjpte gCÏjaD / tDCÏhC tDp De£ morgens in fijn volle geraemte DOnDem ïn.'en». en Dat fo konftig, Dat fp Daee mecOe De befte Mecfter, in Dcften' het Ontleedkunde ervaren , foilDeit ïlcbbni moogen uittarten ; aï£ Vee aen, fijnDe onmoogelijk , Dat l)Ct DOO£ menfehen handen fo net f OUDe ' gnen. fy fconnen merDen gcDaen. vcm.ndcn. (Ên om Hoenders, Duiven, ofeciltff anDer Pluimgedierte , overmo- Ofl geleide wijs toe tt ftdïen/ tDa^ mace fpcelen gaen Dp gaer. gendeRat- ©c Rotten, ÏJoefllCÏ ter been, KOnnClUjace tikt ontgaen: cnten* aerdig i£ ïn?t/ fo (jaefi'er maer eenenen een Rot ï$i foijgfDen feïnen om hals, toant fm l)ct/ on cenloopen jïeHcnDc/ ino^D onderwcegen DOO? verfcheidc andere acngeDaen / tot Dat fjp'er fo veel urijgt/ Datfe (jemovermogen, en eerDer fuïïcnfe 00& niet aflaten: al£ mannccr'cr uinnen korten tijd fo Deel öp no- men / Datfe Den felnen nonnen na een verfeekerde piaets fyen» gen. 't Stè wacrlijk, a\0 tticn Op De ommegang ijan Dcefe beesjes Aenmer: ngt geeft / eDcn Of fp CCn Spraek onder malkander JaDDenjkelijkhe- Inatlt mecnigmalen ïjeb IR een Worm of Tor Op een feekere den van piaets neer gelegt geïjaD / inaer Dat maer een of twee Mieren defelve> ontrent maren ; aenfronD.tf gingen Defeïne Daer nan Daen/ en quanten ninnen De tijD nan een minuet meeDer / meer aïg honderd nan ïjaer gefeifchap meeDe fyengenDe / en fo Die Dan nocï) niet genoeg maren / fo micrDen'er noeï) al meer gehaeld. <£inDcïijn tajttcn fpDe proi aen/ en gtngen'er heel gefchikt, tnaïnanDer in 't Dragen nan De laft helpende, meDe ïjecm ©e Mieren fijn jjter te Land ban veelder lei gedaentc , groote veelderlei eit kleine, witte , fwartc en roode: Der laetfter ftcek fyailÖ etJCH flag van aïg vier , en ig veel pijnelijker Dan De fteek ban een Duifcnd- Mieren. been: De witte fijn Doo?fcï)ijnenDe al£ glas, Doejj fo fterk ban gebit, Datfe in een nagt D00£ CCn dikke houte Kift nol goede- ren nonnen booren •, en 't geen Js morgens fo nol gaten tg /enen of er met Hagel Doojgcfcïjooten mag. <0f De Mieren een Koning jennen / en Dat Den felnen fo II. Deel. J^ groot 58 BESCHRYVING VAN DE groot fou moeten toeefenafë eenRhijnkreeftje, geïijftpeHeer Fokkenbrog geeft geïieben te fchrij ven , toeet ift niet / Die£ get OOR niet fean bewaerheeden. J@U geïl iïl / mijnes dunkens, aï vry omftandig gehandeld ban aï I|et Gedierte , 't ttlCÏR / fo itt De lucht> op, aïg onder De aerde , f15 ig onthoudende ; frjnDe ons anders niet Obecgefclee* bcit/aï£ om De Zee en Rivieren meeDe te doorfnuftelen/tgeeU Jet einde ban deefen Brief fal $gn. Vifch, waer ©00? 't gebrek ban get vleefch , ett aitöCtC noodige leeftogt van de g jCt te Land , moet De Zee aengemernt too^Den / aï£ De ee- ml^l nige onderhoudfter De£ menfchclijken levens , fonöCC De lüdftc op de Kuft Öct niet moogelijk fou $ijn / om gier te nonnen beftaen : foant moeten ie. alleen ban vifch, brood, en oly de Palm, ïeben niet alleen al ven. j,e Negers, maer OOR meeft aï De Blanken : DU£ pet een (on- derling groot geluk , en een byfondere voorfienigheid Gods i«g/ Dat fo toeï De Zee aï£ Rivieren tejjeng Den anDer fchijnen te yveren, iöie Dat ban gaer De meefte en befte Vifch fa! voort- brengen. Brafiliaen- 2£>ciDC gcbcnfc veel goede Ctt lekkere ViiTchen : De voornaem- fe Kabel- fte Der felbe fal in gier ten voorbeeld fïcïlen. ©00? eerft 1e- jauw. ver£j 0^ Zee jjjCJ. ttn yifch , fo groot aï£ een gemeene Kabel- jauw fin ons. Jlfêen noemdfe gier OOR Brafiliaenfe Kabeljau- wen. UitneemenD vet en lekker fijn Dcfelbe. J^ier aen bok gen De Snoeken , Snoeken, groot en kleine flag. £ijn *n naer tlfi mCCDe heel kien?. Cn Vet en goed , en niet f0 hairig aï£ fep ons in Holland. Schol en Schol en Bot geeft men gier OOR / DOCl) De eerfte feer feldeh; Bot- maer De laetfte veel en overvloedig, &p $ijn toeï fo dik Dan vifch aïg De onfe, Docg itt lang fo goed niet; berfegeeïen oor merkelijk ftt geftalte. pifie pam- $ocg een (lag ban platte vifch geeft men gier / toeïfte aïïe phers , een viflehen ban Deefe Kuft in aengenaemheid ban fmaek te feobett vtfclT 8acn' *Ben noemD DefclbC Pifie Pamphers. w&tt na eene boïgD/ toelne toeï fo plat, Docg ronder ban tu.,.dek- lijf ig / en Die met een eerlijke naem gaet pionnen / te toee* ker- ten Ku...dekker; Docg 'tmocfï feefter al een groote Kous $fni / Daer Deefe Vifch toe fou paffen. Halve GUINESE GOUD. KUST. S9 Halve Koorden, Corcoados, Dorados, en anDete grooteVif- Veelder- fchen , aïg fwarte ctl witte Carabijns , fijn goed en profijtelijk hande flag bOO? Den gemeene man. vïfcën>0le SteenbraefTcms , tan drie en yierderlei flag, ïjeeft ttien fltCC Steen- feer veel , en Daf t OllDCC ecnige uitneemend vet en lekker , braeflems. bOO^nainentliift twee, Die men Jacob Evertzen en Roojeud nocmö- 4£>nDCt DC middelbare Viflchen ïjeeft men ectft De Stompneu- Stompncu- fen , om Datfe heel plat ban bek 3ijn. 3(n fmaek ftoomtfeonfe fen- Schelvifch na Öp. ©eaitöece / ingeftalte (DOCÏJ ongelijk kleinder) Dccfe niet Baerdman- ongelijk, fcDcrbCIl Bacrdmannetjes gcnaemD / Om Datfe/ aen netjes. lJDeerfijacn tan De kaken , twee hairen , eten Of Jet een baerd i$/ Ijeböcn affjamjen. Makreel ÖJerD ïjiet f0tt1tijÜ£ / DOCÏ) in kleinen getale , mCCDC Makreel, gevangen ; mact Saflfèr , of ailDCt^ Koningsvifch gciiacmD / veel Saffer , een Cn overvloedig. 3*CCfC Viflchen jijn/ aï£ 't ttt De tijD \$l by* vette Vifch, fonder vet en goed, en fmaken Öprta &\$ Ael. Mtll Qtfymht DcfcïbC / opgefpouwen en gedroogd JijllDc / O0& ï\l plaets ban Salm. ciDe tn jjaec Ga™alen tt)D fonderling vet ; DOtf> DC eerfte, bermifg'et veel hair in i£/ krabben, fijn niet veel byfonders ; mact De laetfte heel aengenaem cn goed, ook twee'. om Pekelharing en Bokken ban te maften ; maec toe torn ooft <]e.rleiSar- 'sjaerlijks een goede meenigte gcöjtliftcn. 'n' Rivicrviflchen fcefïaen / beljalben Degeehc Die itit Zee ftoo* Kmmic- men / cn Die fïg in Defclbe op- onthouden , in driederhandefchen, als © z flag, 60 BESCHRYVING VAN DE Carmou. flag, aïg eerftelijk Carmou, frjnDe een witte Vifch , toacr balt De grootfte Oitttcnt een El lang , Cll ruim fa dik aï£ CClt arm $ij!t. Wonderlijk vet töO^Den Deefe ViiTchen. £ijn / bcfjal' DC11 Datfc toat tC vet ÖJecfmÖC/ Xöat tranig $\y\\/ redelijk goed om te eeten. Harder. %&t tweede Dan Deefe/ lÜCt aïg in ÖC kleinheid bail lijf, etl Datfe oor fo dikken kop niet Rebben/ onberfcbeiDcn/noemD men Harder, fijllDe nicl fO lekker aï£ De andere. Batavia. t^OO^'t derde IcebcrD De Rivier CCtt flag Dan fwarte Viflchen Uit/ aïijiCt Batavia gcnacmD/ tDacC toan De groote meeDe re- delijk goed $ijn/ aïgfe macr niet grondig fmaÉcn / 't geen De* fe vifch Deel onderworpen i£. «Benige Dan ons fjcbbeit Dcfcl* be/Docïj gefjccïhjR ten onrechte, noo? Baersaengefïen/ mant fn Daer meeDe De minfte overeenkoomit niet en Rebben. %h. fouDe nocï) töeï ecnige Viflchen meer bebben Ron* nen noemen , DOtfj fal ïttp vergenoegd houden met De voor- naemfte tt Rebben aengeroerd ; €11 feggen tot befluit , Dat CClt Liefhebber Dan vifch , gcïljfe iR my reekene te Jïjlt / alfjicr voikoomentlijk te regt ban gcraben. €>m fijn genoegen op eenmael aeit vifch tt eeten I fOU men (jet met CCU ftuiver vijf of fes nonnen uxHen : Doelj een Soldaet , of nmanb Die 'ter op aen koomt , Rail 't ItlCt De helft en OOR tDCÏ minder affien. 3jr fpjceRtoan gemeene tijden , mant fomtijDs? fou ïjet mei De helft in prijs verfcheelen , fo ill De goed - aï# dierder koop ; en erbarmlijk i$ 't Om te fien , aïg'er gecil vifch gevangen tüOjD/ ÏJOe ellendig Dat Den gemecnen man ftg moet behelpen , 't geen gemeenlijk in De Quatijd, of ai*Dcr£ Winter gcfegt/ voorvald; Op andere tijden Dan 't jaer Jjecft men nu dees , Dan UJCDCt dat flag toan vifch, fonDer oit gebrek te Jjcbben. •Cot een toegift fïelïe iR bier De eigenfehap en geftalte ban drie Viflchen, Die ïjiet ter Kuft meeDe fijn tC vinden/ toeïfte fcPcegeng Der feïber feldfaemheid niet moogeil voorby gegaen tooien. Noord. 3? e eerfte en grootfte $fjn /Die meit fO hier afe? elders Noord- kapers, kapers nocmD 5 DOCÏJ ban Defcïbe faï iR Op eelt andere plaets omftandiger fcljjijben / en bier maer eenüjk feggen , Datfc bier Op DC Kult, aï£ 't moi weer #/ en De Vilfchers in 't beft Dan jjarc GUINESE GOUD- KUST. 61 ïjare vangft jijn/ na De wal noorncn; toacr boo; aï De vifch, bolgeng 't fcggen ban tic Negers, ftg ten cerftcn wcgpakken en vlugten, en Dat mctfnDanige gefwindheid en vrees, Datmen fcïfë 's anderen daegs niet CCltCn vifch meet tn Zee geitJaet U302D / D110 Dit goed £acc Dtlppci: achter de vodden moet fitten. ©C tweede fijn DC SwacrdvWchen, fa gemicmD Utfgen£ een Swaercï- plat been, Dat fp tCt lengte ban een of anderhalve El, ett mim Vlflchcn' een hand breed, bOOJ op Ut neus dragen , tOCÏR been aen weer- kanten niCt fcharpc pennen of tanden ban CCn vinger lang j# noojjlcn/ feventien, negentien of meet aen een fijde, enmcefl altoos onceven , en fo aen De eene fijde een meer / al£ aen De andere. <©e lengte ban DCCfe Vifch i$ ban feven , acht , negen en tien voeten , DOCÏ) ongemeen dik. l^oeDanig Deefc Viflchcn krijg voeren tC0CItj9f \CaI-cn anDetC onguere groote Viflchen , Ran U E. bp andere leefen ; toant in boo? mp fafcr niet ï)et ai- derminite ban na vertellen, om Dat fulks IIOÜ ï)ct» geficn,oftet plaetfc getoeeft Öen/ tUaet fulke Gevegten fijn voorgevallen; nacr 'f lactfte ben ift oor niet fect benieuwd , al fo bedugt ben Dacr noit lncDce te fnlïen van daen koomen, en Dcrïjalbenté 't ongelijk beter Clt veiliger t'huis geblceven. ©C derde flag fijn Hayen , bp eenigc/ DOCf) gantfefj ten on- Haven fijn regten, Zeehonden gciiacmD/ toant fp ïjebben'et DC alderminfte gelijkenis niet na. 't &>\)n heel dikke, en met ecnen OOR feer lange viflehen , CCltigC tllffcfyeil De twintig en dertig voeten , met ecit brecde vlakke kop , ÜÏClbc Ita boordt heel fpits tg toeloo- pendc j bCCDCC^ t£ ïjace gcdaente vry leelijk en gantfcï) niet , N fraei. 't %$ DC Negers tjaet gemeenfte en befte koft. Dage- haer "I!" lijks tDcrDenfe op De Goud -Kuft met mcenigten gevangen, meende 37 e Blanken ecten Dcfcïbe niet / obermitg fjacr vleefch taei,kod. en fo dor als een hout tg ; 't geen OOR DC oorfaek i£ / Dat De Negers Dcfcïbe eerft een dag of acht , om kort te U)32Den / op De markt of elders laten rotten en ftinken , töaee Ita fp 't fclbe noeïj al boo? een lekkere koft ophnappen / en met ïjet vervoe- ren Landwaers in , grooten handel D2iibC11. 5: c Hay fcfnet fijn kuit niet al£ anDere Viflehen , oor en De Hay ^ 3 legt 6z BESCHRYVING VAN DE werpt fijn legt ljp/ aï£ De Schildpadden, geelt Eyeren, maer tacrpt fütt Jongen, jongen, aïgfc voldragen jijn/ gCÏljH 't viervoetig Landgedierte. <£>p De gelede Goud-Kuft berneemb men ban bcefe Vif- voorhet fchen ÖCCIt quaed, XtlHtt acn Fida en Ardra, fojaer Iticn Slaven vinnigrte handcld , fünfe uitneemend boos en vcrflindend j ObertreffeilDe van alle jn fehe , meen in / al [jet verflindend Gedierte op Ddt gant* Djerenge. j^ Aerdbodem. • *S ' 2$palDiei1 ptttoltD Op gefcide plaetfen buiten boord KOOmt te ballen / fa ï$ Den feïben genoegfaem lijveloos , of Ijet moeft 30n / Dat'er ter Dier tp geen ontrent {iet Schip taaren (ïjet geen heel felden geöcurD) en men Den lijder fpoeDig te ïjuïp quant. Hoedanig ^n 't overboord taerpett ban doode Slaven , 't geelt ift eeni- ^heniTha" 3emalen Ö*& npgetooonD / ftet men / niet fonDer verfchrik- menvér-13 king, DC vreeflelijkfte grouwfaemheid Deefer beeften : vier vijf m Hinden, "en meer/ ftïjieten te gelijn onDer ïjet Schip ban Daen/ om f)ct 'er malkan- doode lighaem tt verfcheuren , pDer hap Die fp ÖOen j^ecnarm, aentaften been » °f Öe k°P flf ' *et mCIt twintig teIIen &an / Öe&UClt fp fomtoijleri De doode al onDer ïjaer verdeeld , fonDcr iet£ ïjet aldcrminfte Ober te laten / felfg tot ï)et ingewand incluis ; en ïipalDicn'er bpgcbaï andere toat te laet noornen/ en Dienbol* genDc fjaer deel niet bonnen «rijgen / Die tooien / of frjn Dan fO verwoed, Dat fp De andere tael ïjaefl foilDett opvreeten * taften maïltanoer met De grootfte vinnigheid De£weereldsaen> gacnDc op Ijaer kop met ïjet halve achterlijf uit ()ct water fïaen/ en geben malnanber met ïjare ftaerten fulnc vervaerlijke fwa. re flagen, Datce De gCÏjecle Zee al£ ban dreund. 3Mg een Hay fijn proi of aes vatten fouï/ fO moet ï)p jïgOp De rug omwenden , genierat fijn bek ban onderen feer ber achterwaerts ftaet / en Dergaïben ban bovenen gantfeïj niet Halt vangen of aendoen. %\$ men fomtijD£ een Hay bangD/ en met De Taü binnen Schccpsboord ObCrïJCÏfD / fo mag men ïjacr ÖJeï ruim ftaen, taant ueöaïben fjaer fcherp gebit , fo flacnfc met t&te ftaert , taaer in fp een vervaerlijke groote kragt fjcööcn. ÉmanD Die Ijaer te na koomt, raeftt in cenmael een arm of been af/ of ten mtnften t'eenemacl in ftukken. ^atfe GUINESE GOUD-KUST. 63 3Hfltfc DC menfehen op tJC Goud-Kuft niet aendoen , geïoof IR bacr van daen tt ROOmcn / om Datfc ÏJÏCC eetcn genoeg atïl De mindere viflehen ROllUCH Krijgen/ 'tgCCIl flClt Ardra Clt Fida ontujeent/ Derïjaïben fp Daer De menfehen, fcnHenfcban Hon- ger tttet vergaen, moeten vcrflindenj en IR geloof Dat Dcfelbe Ijacr al heel wel moeten fmahen / om Dat fp De Scheepen , fcüdhe ban gefeide Plaetfen tfertreRReil I fOttltijDg HOCl) tncl een week of vier navolgen , oppaffcnDc of'CC geen tt1CCr Slaven buiten boord fllllcn geworpen UïOjDctt. I^iet tegeitjtacnDC Dccfc beeft en fo verflindend m gcvaerlijk $ijn/ nïg UE. geljoo?D ijcbt/ foïjecftrttënmpDocïjüoo^De wacrheid taillen verhalen, Dat ïjet acit Cafco Verde,of De Groe- ne Hoek , toact Dat Decf e beeften mccDe grimmig genoeg $(jn/ tégebeiirD/ Dat Ceil Onfct Schippers, bp ongeluk of Uit nood, Dit ig mp vergecten , buiten boord fou geraeht 3ijn/ en Dat Den felben/ obermitg bp niet a! te roei hon fwemmen , tn gevaer ban te verdrinken mag; Doc|) Dat f)em te goeDer tijD eenHay bat Kreeg / |)Cm foetjes in fijn been vattende , en fo na boord ban een Der Scheepen b?agt. 2lnDien Dit waer ije? / fo beeft men ï)ier grooter Mirakel , aï£ eertijDg ban Den Harpïlager Arion, toclHC Den Dolphijn DOO? fijn foet fpeelen ftetttOOg OUt l)Ctti aen land te moeten brengen , en DeefcHayDCCDÏjet/ fonDer Dacrtoe Op eeniger wijfc aengcfet tC Jtjn : Doctjlfe moet CCn fter- ker geloof Rrijgen/ fal iK Dit bOO? fuivere waerheid aenneemen, (joeroci men mp / om Daer toe t'eeeDer te beweegen , man , dag dl plaets beeft genoemD : DOCÏ) DaCC fijn twee reedenen , toeï* RC t\ict t'eenemael tcgens ftrijden ; 't cerft ï$ De aengeboorenc verbindenden aert Dcefct beeften , en De andere tg/ om Dat DC Hay , Op fijn buik leggende, nietg ïian aendoen of vatten, DtC^ moet bP Dcefc Schipper , Op fijn rug leggende , Rebben aenge- taft, CU fo met den felven voortgefwommen jfjn ; DOCÏ) fytt foit konnen wcefen , Dat bP in fijn jonkheid , aïg De Jongens by ons Doen/ Op fijn rug JjaD leeren fwemmen , om of bet |cm in tijd en wijlen mogt te pag hoornen, p&at faï in meer feggen/ Amice, De natuer tg wonder vreemd in fijn werking , ïaten fcöp bet Daet Op aflaten ftuiten, en fijt bOO? 't overige verfeekerd, Dat in boo? altoos begeer te bïijben/ Mijn Heer, &c. SES- 64 beschryving van de sestiende'brief. Handelende van deBoomen en andere AerdgewafTen ; alseer- ftelijk van vierderlei Wijn de Palm-boomen. Hare Vrugten, en verdere hoedanigheeden. Van de Coco snoot en ; mitsga- ders de wilde. Orangie tcn Limoenboomen. Veelheid, Deugd; en vvaerfe het meeft gevonden worden. Wijdloopige be- fchrijving van den Papatboom, en der felver Vrugt. Mits- gaders van de Pifang ; beftaende in Bakovens en Bananas. Cormantijnfe appels ; wat Vrugt , en waerom fo genaernd. Granaet-appelen. Wijndrmf. Veelheid van wilde Boomen, en daer onder eenige feer hoog en groot ; als onder ande- ren den Capotboom. Waerom fo genaernd. Fraei Werk- hout; en waer. Aerd vrugten ; als eerft 't Koorn, of groo- te en kleine Milhio, Rijs , fammes, Pattates. Alderhande Boomen. Ananas in 't breede beichreeven ; en fommige Schrijvers weder fprooken. Watermeloenen , een fchoone Vrugt. Grein , of Guineefe Peper. Cardamem. Peper. Piement. Dragon. Stinkende Tabak ; van welk Kruid de Negers groote Liefhebbers zijn. Manier van het Sout-kooken. MYN HEER, DCCfe faï alleenlijk voldoen DC belofte 'm ttlfjlt voorige ge* Dacil / Om ban DC Boomen en Boomvruchten , mJt£ga* öet# Koorn , en antlCte AerdgewafTen tt ï)ailDclcn / tot ï}Ct \ütb fee nip met Den eerften fonDet cenige omweg toenDcnDe / fa fegge IR / Dat fo mei / aï£ in Ooft-Indien , De Cocosnooten- boom, om fijn voortreftelijkheids wil , OIIDcr De eerfte, envoor- naemfte Boomen merD getCÏD / fo niOOgCtt touijeni tjfct ïtitt Wijn de inimcr£ fo bCCÏ regt , De Wijn de Palm- boom onDcC De hier- boom. lanj £erft ^t \fttfz boom voortbrengd fijn Nooten , tDeÏKC/ fSjfin It0C& ion8 fpnDC/ Cn gebraden felO^DenDe/feer aengenacm fi)!l 0111 Nooten, &t de hand gegeeten tt tUO^DCll. %\$ fcCCfc nooten gioot Cll oud GUINESE GOUD-KUST. 6* oudtocrben/ ftrögenfe een roode bafl of fchei, Doel) aen Jet dewelke, achterftc ban De noot een mcinig fwart , ban toacr onDcr öat i°"g gege- öc Oly de Palm fit/ en Dic'cr oan / ebcn aïg De Olyven, uit- ^enne' n'ct geftampt of geparft bOO?D. £ e oly in (ïg felfc ig rood ban cou- „aemfijn i leur; DOCf) ÉpaÏDicnfc cenigc jaren blijft ftacn/ fo ÖJCrDfe wit. doch ouder =Doo2 pmanD Die eeeft nauwlijks ïuet te Land Hoomt / baïtfe wadende, raat Vies, Docï) alg men dcfeivc gewerd mo?D/ tg 't geen on- JeToiya? billijk ceten , Cll Dacr ncbeng OOB (onderling (bekkend en ge- j;e focf en ' ibnd i tOt verfchcide keft fotlDC tfefc bOOg ÖC Olyven-oly flcl* gefond is. Jen. 32e oly ban öe Noot afgeperft $ijnDe / berftreftt De pit De Negers nocï) tOt CCn lekkere fpijs ; en aïgfc oud geworden 3Jjn/ igfe uitneemende goed , OllVtL" öe Varkens inCCÖC tt meften > DtC Daec ban een vaft en hard Spek ftrijgen. ©e tweede vrugt ban Dccfcit boom ig öe Wijn fcïfg. <®m De tweed* OefeïbC te verkrijgen Cll af te tappen , merDcn DC boomen, DtC vrugt is de OUD genoeg Jim/ om ver gekapt, ban aï lijn takken ÖcrOOfD/ ttthoedie6" t'eenemael kaei gcmacRt <£cnigcmeinigc Dagen bug geïecgen werd ve*. ncbbcnöC / UJCrD in 't dikfte ban DC Stam een klein gaetje ge* gaderd. Èoo^D / en bacr in een klein pijpje ban Riet gcftooRen / raaer Doo? De Wijn de palm Dan in een potje, Dafer onDer geftelö ig / ROOmt tC vallen, DOCÏ) aï droppelende en fo langlaem, öat ilt vierentwintig ueren macr pag CCIl Stoop wijn UU CC11 boom hJcrö getapt; twintig, dertig, en fcmtijDg OOR meCC dagen , geeft een boom wijn, al na De grond, toacr Den feïbengetoaf fen tg / bcquaem boo? t>cm ig getoeeft. 2üg De boom op i)et ïaetfi begint te loopen , fo tocrDcr een vier onDer gefïocRt/ om'cr öe wijn Dieg te meet / en met grooter kragt uit te D#bcn. ©ecfe Wijn bctg &p / of onDcr De boomen / fo men 't ïner is ; vers noemt / gedronken , 10 Ijccl lieffelijk en aengcnaem ban unaek , gedronken» macr te geïijft oor fo fterk , Dat / eer mcn'cr op verdagt ig/ génaem6"* fp pmant fraei bp DC neus fean batten / en eer ftp'CC om denkt, van imaek. öe hoogte Doet krijgen -, Docï) De geen toeïftc De Wijnboeren DagehjRg aen Strand brengen/ tg nietbeeïbpfanDerg/ om Dat detclve D00£ tjaer al tC fchoon mcrD gewafichen eiï verlengd ; dl Dug mojöfe / mijng DunReng / ban Den gemeenen man , en II. Deel. gj DC 66 BESCHRYVING VAN DE De Negers, niet fo veel om De goede fmaek ,alg tdcï Om'et Ce» verheuging ban tt krijgen / gedronken ; tOt Jet laetfte igfe / fcfjOOtt redelijk gewaterd , f)ed Of qi'.acm. ©c wijn Ban De boomen gettOÊKen (ijntlC / i£ den felven tot geenig Ding meer nut, oan om verbrand te mo^Dcn,- Dog aïg De boomen nocg in gacr groei fraen / toerDen De bladen gebeefigt om touw aan te maften / fo tot jjet breyen Ban ijare netten , al$ anDere benoodigtheeden. Vierderlei flag Ban boomen fcurrÖClt fat geBOnDen / D0C# pDer met een byfonderen naem. $an De regte en eigentlijke Wijn de Palm , (jennen ton rceD£ gefp?oonen. Tweede ^ tweede (lag Ban wijn de Palm merD op geen plaets att* (lag van Dcr£ vergaderd of getapt , Dan in j)Ct Fantijnfe Land. «J]Bett wijn de noemD DcfeïBc Quaker, omroeme reeden, ïjeö ie UE. reeD£ Palm , ge- jn tm anjercn Brief gefegt* ^p overtreft De wijn de Palm in Quaker, ^erfelijkheid , en OOK feer verre in kragt ; KOnneitDe men Ban defelve nuaïfjR half fo veel Beringen ; en De boomen , fojaeC Uit qVefe wijn merD getapt / fijn mei De helft kleinder &\$ De regte Wijn de Palm-boomen. Derde flag, ^e derde ïjccft men in De Landen Ban Ancober , Abokroe, Pardon ge- Axim en Ante , Dort) in 't ïaetfte maer ïjeel meinig. ^efeïoe «aemt. t^aegt De naem ban Pardon j Dies" UE. mei moogt gclooBcn/ fjoe grooten fchelmftuk pmant fat te Land ooft öegact / fo nan Den felnen Dorij) heel ligt Pardon Krijgen / mitg Dat ïm fig maer in De gunft Ban Den Wijngod macht te ftaen. sDee* fe wijn i$ in fmaek Ban De vooren genoemde ïjeeï Berfcj>eiDCtt> 10 tDd-fO aengenaem, DOCÏ) tn ïang fo fterk niet. 57 ecfe boomen merDen / alg De voorige, niet om ver gekant, maer men tapter De wijn aï gmeijende uit/ cBen afe? men in Ooft Indien De Suri uit De Cocosnooten- boomen tapt; DOCÏjDit onderfcheid tg Cr trt / Dat fcfyoon ter gefeide plaets De wijn uit DC boomen mcrD getapt/ DefeÏBe CCllter levende DÏijBcn / Dort) ÏUcr gaenfe uit en fterven : De reeden fat Ban gCÏOOf ift deefe tt Jijn / Dat men'er in Indien De wijn niet t'eenemael aftapt/ maer ietg tot voedfel / om mceDer voort te groeijen , Daec in ïaet/ Doc§ ïjier treftt men Bet 'er tot De laetftc drup- pel tOC lltt > Dug ^Ct OOB niet anders fijn kan , of fp IU0C* ten / GUINESE GOUD-KUST. 67 ten / fa fyatfi'tt aï He vochtigheid uit \$ 1 t'eenemael ver- teeren. *t Vierde flag ban wijn de PaJm geeft men ttl be Landen ban Vierde Ante, Jabi en Adom : beefe i£ ban alk drie be booren genoem? flaS ' Zc: be geheellijk verfcheiden in fmaek, Öp bcfelbe 10 geen iterkte ter j£emt Cn* wccreld, maetfmaekt, vers gedronken fönbe/ Öpna aï£ Soete- U melk,- een net of tien oud, en getapt toeefenDe / deugtfe niet meer om gedronken te tuojocn / en i$ ooft ucrgen$ toe be- quaem. jfeen HOCinÖ befeïbe Criffia. 7o BESCHRYVING VAN DE déommtffe Papaiboomen fejieten tOeï ter ^OOgte ban dertig Voeten Op / 't geen feer veel bat! een mans lengte berftJeelD. <&t Vrugt, of 't geen eigentlijk De Papai genaemt toerD / ig ontrent Jaïf fo g?oot Dan een Cocosnoot ; meeft langwerpig rond j ban buiten groen en binnen wit , DOCj oud fcOcrDetlDe / ftiltfe ban binnen Jeel rood , met feer Vieeï witte kernen , jet geen 't faed ig Daerfe ban voortkoomen ; De Papaijen fjjn ban fmae-k niet Öceter ban Öe Pompoenen, nOCj eeröer geringer, en flegter. ^De Papaiboomen fijn De gejeeïc Kuft langs overvloedig ett veel , ban tweederlei aert , mannetjes en wijfjes , aïtanjör men noemtfe t)tcr fo / Om reedenen, Dat DC geen / ittellie mannetjes I genaemt to)o?Den / noit vruchten Djagen / maer fitten altoos en eeuwig bol bloeifem , befïaenDe llit lange witte bloemen; gelijne bloeifem Dragen De wijfjes meeDe / DocJ niet fo lang, noej fo veel. benige Jeuuen aengemernt / Dat De fo genaemDe wijfjes- boomen beeter en oberbloeDiger vrugt boojtfyctigen / aïg'et mannetjes ontrent Jaer ftaen- «Belooft Jet / Mijn Heer, aïg 't U E. gelieft; DocJ fo niet * gp en fuït Daerom boo? geen Ketter uitgekreeten tOO^Dcn. Pifang , be- $an De Pifangboomen onDcr fc JeiDcn in Bakovens en Banantes, ftaende in 0f Bananas , i$ ban fo beeïe reeds ten overvloede gefcjjecbcn / enBananL Öat Öet mP «JMltffc &C P'ine waert ÖUH&t / Ottt'cr gewag ban ' te manen } Dan om te bewaerheeden, 't geen'er^ndcre bange- fegt Jennen / alg Dat Jaer vrugt, boojnamenthjn De Bako- ven, aengenaem en lekker i£ / en Datfe met Jet jaer vrugt D£a* gen / DocJ niet meer Dan eens j mant Dan tocrD De ftam af- gefneeden ; DocJ onDer uit Den felben fchieten altoos toceDer vijt a fes anbere ftammen , Du£ men Deefe Plant meï boo? een eeuwigduerende Almanak mag lütfc Jclbcn / Die noit uit gaet of een einde jeeft. 3De ftam Deefer boomen , fofe dees naem moogen Dragen/ g^oeibter JOOgte ban anderhalf of twee mans lengte; De geene toeme ban gedachten fijn getoeefi / Dat int De bladeren fouben gemeeft $tjn/ tDacr meeDe Onfe eerfte Voorouders Jacr bekleed Of bedekt Jc&ÖCn/ fijn Jet fpoor fo feer niet bijfter, eensdeels, om GUINESE GOUD-KUST. 71 om bat'er Decfe bladen lang en breed genoeg toe 3811 / en ten anderen , om Daf er ban Vijgebladeren mcrü getoaegt / en Dce* fe He naem ban Indifche Vijgen D?agen ; DOCi) et^tCt IROCt ift 'er dn feggen / Datfe feer tochtig tot kleeding of dekfcis öe? qnaefn 3im/ mant mcn'er/ macr cben met De vinger op (too- iende , een gat Daer in maent * en Dcrtjalben fonöcnje feer qualijft aen een levendig lighacm paffen. $ier te Land fijn nocï) toe! berfcfjeiDc anDere vruchtdragen- de Boomen , DOCl) Dér fefber vruchten fi)n niet alleen ÏJp ons onbekend , macr merDen oofc ban tocinige onDer ons gegec- cen , Derïjalben fa! ih'er ook maee tocinig ban feggen / en eerftelijk , Dat men ï)iet vruchten f)ceft / ttieÏRC Ollfe Pruimen tÜCt OngeïïJB fijn in geftalte en couleur, fo tDeï blauwe aï£ wit- te; DocJ De fmaek ignictbeeï npfonDcr / ftjnDc De Deefcïjecï malsfoet, meelig en droog. 3£0Cl) De Cormantijnfe appeltjes ( fo genaemt / Om Datfe Daer Córman- ontrent 't aïDcrmceft te vinden 3fjn) moet ife echter niet ver- tf'"fe ap- geeten j Defeïbe fijn ontrent fo g^oot a\$ een Keuife Nootmet JooVew ' fijn baft ; geelachtig, een toeinig na Den rooden treanenDe/vrugthot ban fchil. 23innen in fteööenfc bier g^oote pïatte en fwarte «. pitten, toacr om f)Ct vlecfch fitl 't geen rood en wit ban cou- leur, en ban een fcharpfoete fmaek i<0? / Docï) mat meer na De fuere aï£ ioete kant ïjeïlcnDe. 't %$ ttXi aengename en verfrif- fende Vrucht , en feer berquiR&enD bOO? een fïek menfeh , bO0?s namenttyft pmant / Die met De Perfling of Roode Loop ge? quelD i£ / bermitjf §n ïjeel famentrekkende ijBf. JlBet wijn en luiker geftoofd > fjjnfe niet alleen dienftiger , macr oor beel aengenamer bOO^ een fieke, &\$ DC Tamarinde. Granaet- appelen ïjeb ift ïjier te Land, in De tuinen ban El- Granaet- mina etl Mouré , OOR eenige weinige gepelt ; Doel) eer Defeïbe appelen. tOt Jjaer volkoomen rijpheid ROOmen/ balïenfe af/ Of verrotten; Dug men'er bpna niets ban te vcrwagten fjceft. 5? e Mourcefe Wijngaerd moet OOR niet Obergeflagen tOCr- Wijngaerd Den: JR fcg De Moureefe, om Dat menfe OD geen andere plact- aen Mouré, fen ban DeefeKuft meer ïjceft. Tweemael 'sjaersJeeberDDcfeï* be Druiven, gemeeillijft in DeMaend ban Auguftus en January. £en groote meenigte ban Druiven fou men ban Defeïbe feon- tten 12 BESCHRYVING VAN DE nen Ktijgen/ intiicn De Wijngaerd op fijn tijd , en na behoo« ren Dan pmant/ Die'er goede kennis Dan&aD/ toierögefnoeid; Docï) roijï fulug Dan een Swarten, Die'er gamfeöclijK niet me* De weet om te gaen , gcfCÏUCD / fo ett KOttien De fjCÏft tiait Of Druiven met tOti&are volkomenheid, en fp verdrogen of veirotten eerfe eens half rijp ^irn/ en DacrenDoDen ftaet noeïj te vreefen, Dat ÖC Wijngaerd ÖinilCU weinig tfjds foDamg met fnoeijen fal bedorven tücröen / Datfc t'ecnemaeï faï uitgaen cit fterven. Ce Druif, Öte Öter acil R00lUt/i£ blauw en ïjcclaengetnem ban fmack, vleefig, Docjj niet fa fappig al# De Druif up on£. gfuentujijfeïgecnjïntg/ DpaïDiencrDjciDjicrD on gepaft, of fp fonDcn fo goed (inöien niet beetcr) afs De aïDcrbefte Europifche mcrDcn / Dermit£fc Dan nu af beecer fijn Dan De Hollandfche. 3lenmeeKeïijïl i£ 'tl Dat De Wijngacrd OfJ 0een andere plaets aï£ Mouree totï wa(Ten. 't %$ tot Ucrfc^cïöcinaïeu / fa acn Elmina aïg elders, ondernoomen, DOCÏ) UCTgClVS ÏJCeft ÏJCtfcnï* ïe n luftften. j^aer mijn befte weeten , tg De wijngaerd gier 't aïDercerfï DOO£ DC Portugeezen DOO£ eenige jaren uit Brafil gefyagt ; tïl DeefC Vrugt {toomt OriJB^ al^iee fo aengenaem te vooren , Dat ïjet een wenfchelijke faek fou 3tjn / DpaïDieit menfe Op andere plaetien meeDe non planten en voortqueeken } tnant tcgeutuoo: Dig ïjceft'er/ Oltiten Den Koopman Dan Mouree, De Gcnerael, en De Heeren Dan De£feifó Tafel , niemanD eenige nut Dan; Dan honderd Guineesvaerders të'Ct pa£ een, Die DefclDe tepCU Krijgen. ~ entoijï fo een Canoaban een regte moot hout, en Die meeft oberal eben Dift i£/ moet gemaeftt tno?Den ; en Dat men Daer neebeng felDen boomen geeft/ toelftc juift fo regt opmaffen / fo en ftan 't niet on. geiooflijk boojftoomen / Dat ift fegge / gefeiDe groote Canoas pag De geïfte ban een boom uitmaken. Ond« an- *3[R gen ban Deefc Boomen gepen / iucmcr£ toppunt met dere den fijn takken men nautDlijft£ met een gemeene Snaphaen fton bow?' be^cnictcn' dlfêen noemtfe gier Capotboomen, om rcDen Dat wa«om fo *P öefeïbe een feefter fïag ban Katoen, aïgier Capot genaemt/ genaemt, g?oeib ; 't toelft geel ïiemtaem i£ om Beddegoed ban te ma* enwaertoe|ien/ bOOjnamcntïijft gier te Land, om Dat De veere Bedden ^et hout ban Deefe boomen ig ligt en voos , en öjma tot gcenig Ding bcquacm Dan om Canoas ban te maften. ©e Boom töeïften ons volk in't ïaetfl ban De vijftiende Eeuw Op Ilha del Principe, of 't Princen-Eyland, gcböcn gebOllDen/ en Die vierentwintig vademen Dift b)a£ / ttdïjfcï ift niet/ of ig een Capotboom getoeeft. 3Uen Axim fïaet'er mceDe een / toaer aen tien mannen mecDe gaer toerft fouDen geboen om befeïbe te omvademen ; niet Dat gare ftam fa Dift ig / maer ter 00?faeft ban fijn wondere uitwaflïngen en voegen , Die j)p ronDom fïg geeft. 25païDieit me gter te Land Roomfche Priefters gaDDeil/bm inogten gaer Die Voegen geeben/ om Kapelletjes ban te ma* ften. 57 e doorens , maer meeDe Deefen boom boo?fïen i$ i fouDen gaer nonnen Dienen om gaer weelderig vlees meeDe te tuchtigen en te kaftijden , en fo begoefDenfe geen gelD booj Geeffcls uit te geeben. Fraeiwerk ^0CÖ ton tötUeii De Papen ïaten baren/ en feggen nocg/ hout van Dat hm gier te Land Boomen gcbbeii/ De toeïfte geel fegoon cenige berkhout uit fouDen ftonnen ïecberen : eerfleïijft in 't Land- fchap GUINESE GOUD- KUST. 75 fchap Ante, OtttCCtlt ÏJCt Brandenburger Fortje Acoda , Offlttbcr^ boomente Dorothea genacmt > ban '£ gCÏijRen OOR acljter Ülté Fort krijgen i Lijdfaemheid acn Apam , geel hout , toact ban fttt fcadje IV^n^ Stoelen , Tafels , &c. fbuDcn ROlincn gCD?aciD tDO^ÖCIt. ï2crbOÏgcn£ OOR !n Rio de Gabon, geel en OOR rood hout, tot f|et gefcide werk bcquaem > bcgalben nocj / Dat men in befeïbe Rivier , al£ pmant'er fijn toerfc ban macRte / oor bcquaem hout fou Ronncn Rappen / om t'Schcep te geu?ui* Ren / alg Roers , Stengen , en toat men meer öcnooDigD mogt $t)n- ^rffi* &eclö i& mp in / Dat'cr gocDe Maftboo- so ge- men g?ocijcn/ altang De boomen Dacrfc ban fbuDcn Ronncn S^* gemaent boerDen/toag't niet boo? gjootc Scheepen , ten min* men. ften bOO? Barken , Jachten , en attöcr klein Vaertuig. <&m bc mact ban 't Geboomte boï te boen / fïact Jet nocï) acn mp / om te feggen / Dat De Negers oberaï eenigc boo- men nitgcRooren ïjebben / Die fp boo^ Heilig ïjouben/ en toacr onDee fp gare Godsdienft berrigten. ©it fijn gemeen* ïijR fobanige / toaec aen De iutucr gare konft te tocrR ïjeeft geïegt. £)an Der Negers Afgodery gier ontrent / gen iR boo? bee* fen aï gemcïD / bcrgalbcn té niet ban nooben / om'er giet een herhaling ban te Doen > toacrom ban 't Geboomte af* fcgcibcnDe / on£ tot De Aerdvmgten fuïlen toenben ; en on* DcrDefelbe cerfreUjRban get Koom, algier Milhio genaemt/ f&eefccn. ^e groote Milhio UjcrD ftp De ttiecftC bOO£ Turkfe Tarw Van de gegoüben / en bug té Degfclbcn gedaentc bp ong fo hiel öe* Aer<*vri'g- ftcnb/ Dat iR De moeite niet behoef te neemen / om Dcfclbe ^ïak gier te befchrijven. hetKoorn CbJCCmacï '£ jacr£ tOecD Dcefc Milhio giet te Land gezaeid of Milhio, en ingeoogft : De cerfte inoogfting gcfcgicD gcmcenlijR on**ndJ? trent Auguftus , en De anDcrc in 't ïactft ban 't jaer / Docg TZ^ Dan fecr toeinig / toij! De Negers tegeng Die tiïD niet beel zaeijen , om rccDcn Dat'er Dan niet beel Reegen te bcrfcüag* ten té 1 fonber get toeïne De Milhio niet toel toiï voortkoo- men. 't Ifêaet te toenfegen / Dat get Koom &p on£ met fo incx* ft 2. nig 76 BESCHRYVING VAN DE mg moeite aï£ gier mag te winnen : een mcnfcg / of ten Hoedanig fjoogften ttoee / ftonnen gier fo bed Land omarbeiden en be- defdve pioegen , alg &p ong een Ploeg fean Hoen ; en berbolgeng "* ' toetD get Koorn fecr gefwind, en Öiltnen weinig tijds in De Aer- dc gemogen. Geeft feer 't Koorn Oggetoafien fijllDe / tOCCD De ftruik of ftronk an* yed, Dcrgaïf en tlucc mautf lengte goog j fcrjacr aen Dan een / ttoee/ D|ie/ en ook toe! bier ftruiken Milhio toaffen / en aen poer ftruik geeft men D^ie a biergonDerD kon els of graemj.es, fo Dat De Milhio giet ongcïgfe meer geeft / afó 't Koorn öp OUg tn Europa. en goed %\$ De Milhio ecrfï ingeoogft ï$ / fo &00pt men i\\ tt\\ koop. vreedige tijd DltifenD ftruiken b00$ een Rijksdaelder, en 111 fom* mtge Landen nocg tod een DerDe of bierDe minDcr s &cD?a* genDC Deefe DUÏfenD ftruiken , af of uitgepeld, mim bijf Sche- pel» en Dug ruim anDcrgalbc Sak. <©e Milhio Voaft wie en rood ban graen j De witte jïact toe! get cierlijnfr / Docg De roode merD &p De tncefte boo^ De betftc gcgouDen. %\$ De Milhio fijn gejïampt of gcm?cebcn ï$j en ook ter Deegen ban De Semelen gereinigD / fo geeftfe reDehjk gocD Brood i Docg bp gebeft bau Geft tuat vaft en fwaer. jJnDien De Milhio, geïgkget Koorn bp on£/ folicrD gemalen , gebuild , en Op De Europifche manier gebakken , fo fou get buiten alle ttogfeï geeï goeD Brood geeben -, DocgDat feïbe ontb?cekenDe / en 't met De Suerdeeflem niet toillenDe gaen / fo ig get Brood gegeeï pappig en fwaer. &it i$ boo? (O beeï De groote Milhio , of anDerg Turkfe Tarw gefegt/ aenbeïangD. Mais, of I^Ct tweede flag / ban OnjEf kleine Milhio, en ban De Portu- kleineMil- geezen Mais genaemt/ ig ban zaed Of graen bpna aï^ De Co- kio' riander : gier toerD meeDe Brood ban gebakken, ït oomt feer na oberecn met Dat geene/ 't toeïk men bp on^ef Kieinrogge noemt: ig ban een geeïe goeDe fmack / en fonDcrïingbocD* facm, 't raatf eben al£ De groote Milhio, uitgefonDcrD Dat De ftruik niet fo Dik b)o?D ; nocg ook fijn ftruiken , Dncr De Milhio aen fit/ met geen bladen, aï£ Die ban De groote, i$ be> Dcïu i Daerom get ooft (\uaccDer acnftoot ban 't Gevogelte GUINESE GOUD-KUST. 77 ïijD. ^cefe Mais ofte kleine Milhio, i$ toel oe ïjelft tmerber atë De groote, om Datfe fo obcrbloeoig nier aï^ De aiiocre toerD gesaeiD. «De Milhio, fo toCÏ kleine aï£ groote, töOJD De gejjecleKuft ïangg ge3aciD / Doef) 't minfr aen Axim , maeromfe Dacr OOK. aïtijD DlierDcr i£. 5'n wcedenstijd, en een vrugtbaer jaer, ïceberD ||ct Antcfe Land berroonDrrïijfcbce! Milhio. ^hfjebfe Dace fïen uoopen / en ooh felfë ge&ogt/ De DiüfcnD ftrüikem boo? (c$ I feben / agt en negen Takoc , poer Takoe tcgentf biet fruiberg Hollands geld grreencnD / boomenDc alfo een Sak ten alDcmitcrftcn op een guïDcn fllbcr gelD te fiaen : Die£ tjet Koom iftier te Land, in een vreedige tijd, ïjet goeDfte feoop i$ Dan aï De mondkoft : Docï) in ti)D ban Oorlog , of een onvrugtbaer Jaer, ban De Milhio ongelooflijk in p?ij£ op* flaen. 3& Ö*b ti)Den beleefD / Dat men booj DutfcnD ftrui- ken een ons goud , 't geen beertig gulDen Hollandfch be* tyaegD/ morft betalen. ©e el Doet) hier ooft toe Der Negers luiïjciö / toaec doo: feïDen meer toojD gejaeiD / aï£ booj een jaer ban nooDen i$. matt bu Dan nocï) boomt 't gjoot getaï ban Engelfche Slaven Scheepen , Die ïjicr '£jaerlijb£ ter Kuft boomen/ en ban mondkoft fo toe! niet Dan onfe Scheepen boo^fïen / bc* nooDfaebt jijn / om boo? ïjare Slaven een groote mcenigte Milhio in te boopen/ en 't geen '0 jaerlïjbja? meenig DnifenD Sak boomt te beD:agen. >•' gemeen ober De gantfeïje Kuft. jtëo^D aen 't Strand op De Goud-Kuft niet meer gebonDen / of ten miniten feer toeinig/ fllg aen Axim en Ante ; Doef) Op De Boven Kuft maft De Rijs fo oberbloebig / Dafcr op cenmaeï gemabïijb een Scheeps* lading i$ te hrijgen / tegeng een fhtiber en oob minDcr rjet ponD fcfjoon gemaefcte. 3Hen Axim , Ante , tiob in Abo- kroc cit Ancober , bofï De vuile en onuitgepelde ontrent fo beeï. 73 BESCHRYVING VAN DE $et ftoomt De Aximfe Negers feer tod te fïaDe / Dat ïjaet Land fo bccmacm tot De Rijsplanting ig / cm Dat Dacr Doo^ 't ffcö?cïi/ 't geenfe aen Milhio ïjebbcn / al bgn bed Roomt te berfoetcn. jammen |Her aen Roomt telt Acrdvmgt \ Jammes genaemt / tod eenAerd- jjCt nae|| / mjt£ 2| g^OOte gerief 't gCCn De Inwoonders DOO? hoUegdereivcöefeï\3e ontfangen. &p g?oeijcn / ebcn gdijR De Rapen, grocid. onDcr De Aerde, en tooien ontrent tweefpannen lang/ in oe rcnDc gemecten; oor fo DiR. ^c Jammes fcgiet een lang groen Loof, opna a\$ De Turk- fe Boontjes , DOCf) tttet kleine fteekels of doorns bOO?fïcn. eit Loof ïaten De Negers aen ftaken opklimmen / en aen 't fcïbc ftonncnfe ftcn / toanncer De Vrugt fijn bolnoomen wafdom geeft; al£ toanneerfe Die uitg?abcn. dèn t$ toan binnen fneeuw wit ; toetD gebraden of gekookt, en Dan De Negers, OOR mecDctoan bCCÏC flanken, bOO? Brood gegceten. 3Ig oor ban een goebc fmaen / Onna al£ Aerd- akers, uitgefonDerD Datfe fo foct nietjijrtj Dort) bceïD^oo* gcr en baflct ban vleefch. 5(n 't Anteefe Land g^oeiD fctt beeï Jammes , mact notf) obcrblocDigcc in ïjet Landfchap Saboe j toaer ban Dacn / aï£ get in De tijD i$ I Defcïbe Dagdi)R£ met beeï DitifcnDcn te gelijfe na anöete Plaetfen tocrDen bcrboerD. 3Ucn Mouré ge* ben De Kopers b?ie Rijksdaeiders boo^ 't IjonbcrD j Defdbe op anDcre Plaetfen met goeDe toinft bcrftoopenDe* Pattattes, 3£e tweede Vrugt, Die t)ÏCt OnDct De Aerde gJOöD/ en Pat- tattes genaemt too^D/ fdjietmecDc aï£ De Jammes, een groen Loor , 't geen lang£ De g^onD loopt. #m Dcefe pattattes toe Der boo?t te fetten / tocrDen maer cenige ftuRje£ ban De gefeide takjes afgefnceDcn / en geplant / toaer aen Dan tocc* Der De Pattattes in feer Ro?ten tijD fijn g?ocijenDe: maer ban ÖC Jammes moet / Om ailDcre te winnen , ÏCt0 ban De Vrugt feïfë genïant toerDen. <&c Pattattes fijn langtoerpig ronD / De gemcene aï£ De groote Staert-rapen bp on£» <é>tf $ljn/ CbCtt al£ De Jammes, ban binnen geïjeeï wit, en tocrDen meeDe/ gekookt of gebra- den , boo? Brood gegeeten j boomamentïijH tot Fida , Dncr &ct GUINESE GOUD-KUST. 79 Jet tiet Negers aïDergetccDftc holt i$. ®t fmaeft ïg foet/ enbccï uectcr aï£ De Jammes , fcer mei obcrecnRoomcnbe Jtiet onfe gekookte Kaftanien. ^ Van Deefc Vrugt IceberD (jet Saboefc Land meebe Jet alDer* inccft uit/ eu na Dat ïjet Landfchap Ante; ban 't mememen/ na Deefc Kuft te teeltenen / feggen mag / Dat fjet gecnig Ding gebeft Heeft. IDoo^ gclooftoacrDig i£ mp ban anDerenberïjacïD/ Dat eer De Portugeczen op Dcefe Kuft quamen/ De Negers figmet De twee gefeide Vrugten gcnecrDen / en eenige wortelen ban boomen ; aï£ ter Dier ti)D ban geen Milhio meetenDe / melft gier cerjt Doo? De Portugeezen fou gcujagt 31)11. <®m Dit te gcloben/ mcrD iu jterR aengcfet/ om Dat men tegcnmoojDog noct) in De Bogt van Guiné Landen ïjecft/maci: Dat geen / of ten minftcn feer mcinig Milhio maft -, en De Bewoonders alDacr met De twee voornoemde Vrugten, ÏJpfonDcc De Jammes, fïg fijn opïjouDenDe. 5)e vier voornaemfte Vrugten , tOt OUDctflOUDiug tïait 'smen- Alderhande fchen leven DicnenDe / bcfcïfêccben te Jennen/ fo ftaet on£ Boonen. m 't vervolg te feggen / mat Dit Land , uequaem ter fpij£ / mecrDcr uitleebcrD ,• nefïaenDe boo? 't meerenDeel in beel* Dcrlci Pag tan Boonen ,• maer ban men'er eerft ïjceft/ mei* rc onfe Tuin-of Boereboonen niet ongelijk $ijn/fo ingejïalte aï£ fmaeft. ©e tweede fijn een flag groter / mcmer£ huisjes of peu- len mei een <6l lang mojDcn j en De Boon ig Dan een ligtc roode couleur. ^et derde flag fijn tipna aïg De Princeflè- boontjes ÖU On£/ uitgefonDerD tat Deefe ban een donker. roode couleur $int. g^eefe Boontjes fijn niet alleen goed en voedfaem , maer Daec nebeng oor ïjcel lekker. 5ÜHe De gefeide Boonen gjoeijen eben Q\& De Turkfe Boont- jes op on£> Dat i£ te feggen/ Dat men befelbe ftaekt, of op een Heinig DoeD opklimmen. ^ocïj De volgende gjocijen op een anbere mijtf; alg eerft een flag ban kleine Boontjes , aïfner Jojootjes genaemt / mei* fte eben afê De Pattattcs lang? De gjonD mafTen / en krijgen lange fco BESCHRYVING VAN DE v lange fmaïlc peukjes, $ocïf jong en gjocn fijnDc / ï$ jjet een goed en lekker cetcn. 4£>0K geeft llien tyitt tC Land Boontjes Die aen boomen g^oet* jen/ fO g^OOt al£ DC groore Befleboomen Op On£. £*eCfc boont- jes fijn uitgcDopi unna ate enfe groene Erretjes , maer Dooj menfe mcenig een oou fou fiomten opdiflen , Docj) en fijn ttfytez fo Toet nocfj mals niet. $otty geeft men gtec een fïag ban Boonen , Gobbegobbes genaeoit/ tocme met tmee te gelijï* in huisjes onDer De aerde g^ccijen/ en geel klein loof Dotten De aerde geetten. 3?it fijn onDer al De Boonen D'aïDerfïegtflé s ecgter latenfe pg noclj al erf en. ©e tweede flag , ettcn aï£ De gefeibe onDer De aerde g?oei* ' jcnDc/ fijn on on^ nocgmacr ttoo? eenige jaren DenenD ge* tooien / en merDen Angoolfe Boontjes genaemt / om Datfe Dan Dacr na gerttjaerts fijn ottcrgeD?agt. 't 3(£ een ïjecï ïenner en aengenacm cetcn/ ate menDcfelttc/ gelijuDcKa- ftagnes, in De Pan ïaet D^aDcn. 5De laetfte flag Dan Boontjes, en mecDc onDer De aerde maf* fcnDe/fijn DcaïDcröelte; Docfj fn nonnen niet tooeï Dooj Boo- nen Doojgaen/ cen£Deel£ om Datfe in geen huisjes of peulen maffen ; en ten anDceen oor/ om Datfe on fo een manier niet gegcetcn mo^Den. ©cel genoeglijker foit men DcfeïDe Atrdnooten moogen noemen ; mant rauto uit De ganD ge* gceten/ fijnfc Dan fmaeft onfe Hafenooten niet feer ongelijk; Doel) men DoeDfe gemeenlijk aen (tukken u^ijtten/ in 't wa- ter meeken/ en Dan Doo? een doek parffen / melk water met Rijs gekookt Ijtcr te Land Doo? Soetemelk Doo?gact -, en men fou ïjet/mcfee een fcneinig 'Suiker, Kaneel en Boter in te Doen/ De onkundige Dacr ttoo? ïtonnen opDijfen Vrugten of Fruit om ttooj lekkernn gegeeten te ttio?Den / geeft men ïjicc feer fcneinig / en ccrftclijk Den Ananas ; Die ön ttecïc ttoo? een feer ttoo?trrffeïijke Vrugt tuecD gcftouDcn; en Dcrfjalttcn ig Dan Dcgfeïfë aert en eigenfehap unfonDct mijDlopig gcfc^eeDcn. 3ffe/ al&ocnieï Defcïttc niet laken* dc/ kan cc echter fo groten jjeiï nkt in pen/ noclj ïjeu heter oit aen DcttonDen. 3» GUINESE GOUD-KUST. 81 3Ife faï De moeite necmen / om'cr meeDe mat brcedelijk ban te fpjccRcn/op Dat UE. mogt oordecien , booj ïjocberre De geene / tuclfce'er fo becï ban gefcfoeben ïjebben / Ijet wit tjeuben getroffen. 25uitCtt Linfchooten en meet anbCCC Schrijvers , ftan UE. Annanas, Smon de Vries f)icr Op naficn / in fijn Curieufe ( fo f)U f)Ct van vcale Itoemt) Aenmerkingen der Ooft-en Weft-Indifche verwonderens- voor ce" waerdige dingen, ëcn feïben fyengt bacr aï centge Schrijvers i™k°"vrugc bnj of Die ijet nu geraden ïjebbcn fal bïijnen/ met ïnermaer gehouden. fïmpclijR en namaerjjciD Den reeïjten aert , geftake, eigen- schap en wafdom ban Den Annanas , en Dcgfcïfé Plant , te De* fcfeijben. ©en feïben ïjeeft cenige overeenkomt* met een Plant , Die Den feivea men in Holland fomtijDgbn cenige Liefhebbers binb/ enirjek werd llier fce Semper vive genacmt mo?D / uitgenoomen Dat De An- beTciï°eg nanasfnn bladen, of ïjct geen Dacr boo? gcïjouDcn moet merken. Den/ fïeilDcrna om ïjoog fcl&ict/ nocï) oor fo brted en dik niet 3ijn ; en Dacr nebeng fijn De bladen met fc&arpe fteekels aenDe feant boov:fïcn ; ïjact couleur i$ oor donker geel, en een toeinig groen , en Die ban De Semper vive fjeel fcljoon groen. CuffcÖen De£ Annanas bladen gjoeib / ttt De Vrugt i)00? Den Dag Roomt/ een knobbel of bloem , fo dik aïg een vuift, ïjeel groen , met een uitmuntenDe feïjoone roode kroon boo$ aen / en De knobbel ronbom met kleine blaedjes , t geen ge* famenriijR Ijcel fraei en cierlijft i£ om te fïen. »25efeiDe knobbel of bloem bcranDcrD ïangfamcr IjanD in Den Annanas felfg/ mdReeerft groenig/ en geele blaedjes&ceft/ Doe!) rijp toerDcnDe / beranberDfe gefjeellijR in een geele couleur, ©e gefeide blaedjes , al£ in voegingen roilDom DC Vrugt fïttCHÖC / fnijD men / Den Annanas millcnDe ecten / gclijhlijR met De fchil af; De kroon, of een geDeeïteDaer ban / blijft/ fc&oon Den Annanas rijp gcmo:Dcn i& i echter aen Dcfcïbe bafl/ boeg beranDerD meeDe in een bpna geele couleur. 3&oo?aen en ronDom Den Annanas fcgieten kleine fpruitjes uit / roelnc men/ om anDere Annanaflen te minnen /toeeDer plant. 3&it boo; fo beeï De Plant betreft. II. Deel. % 32t 0fe BESCHRYVING VAN DE &t Vmgt , te mcetcn ben Annanas fdf£ / ig ontrent een fpAn lang/ en ruimjo DiR > Hocf> ï)et gaet t)ier mccDe alg met alle anDerc Vrugten , Daer De cene groot, en De anDerc klein tDO^Ö. 5(n De fmaek ROOttlCR de Vries fijn ïlpgefyagte Autheuren meeji oücrccn/ en in Raner mp ooft fecr Vücï mccDe berge* lijnen-, Dorfj moert? Dit fcp feggen / Dat fret maer een lek- ke, ny boo? ecnige reifen i$i mant haat beeïmalen gegeeten/ faïfe pmant ijacjt tegen flaen. p t$ tUe! tCC Deegeil ver- hittende , en Dit foDanig / Dat al£ men ei: mat te bed ban eet/ De fcharpe vochtigheid Ong bloed DoeD fpOlltücn. ^ OCÏ) filjOOU Dat DUO? gcfeiDe fcharpe hittigheid , De keel en tand- vlees tot ïrtoeoeng tot mcrD ontftoohen / fo ie? fytt Doef) een groote Fabel , Dat Ctl\ Annanas fo verteerend foU $ï)n / Dat fo men een Mes maer een liaïbc uer in Den Annanas liet fïecRcn/ ||Ct Mes tenDcekn fOU ve: teeren j Dit t& fo OCtrC UtlitCll De waerheid, Dat fcljoon men in pïaetg ban een fjaïbe uer/ een ïiaïf of mei een geïjee! jaer nam/ fo en fouDe l)et öorii niet verteeren. 't %$ RKÏ tDacr / Dat tjet Mes DOO? De fcjjarpig* IjeiD ban 't nat beflaen faï ; Doel) Dat feïbe gebeurD oor in Sjet OpfnijDeil ban Cen Citroen, Limoen, Orangie appel , Ba- kovens en Bananas , en boomamcntïijR ontrent De faetffe Vmgt. , toanncee Defeïbe noclj niet ter Dccgcn rijp sijn ; fo Dat Decfè fcharpigheid niet alleen acn Den Annanas tg toe tti I^ori) een fecr g?obe migflag moet m / eer top ïwer ban affeïjeiben/ ban gefciDe Autheuren acnftaïcn; en ecrfklijk ban Linfchooten , UKÏkC fegt/ Dat Den Annanas CCfl babcm iioog boften De aerde maft; en ten tweeden, Daïfe'er l)alf on* Der g^oetD. ï&eiüe fïacnfc Den Bal Dapper niitf. 3£c Plant ban Den Annanas %0 gcmecnïijR niet öobcu De anDetlialbe Ijoet ïjoog/ m De fteel oncsew* een Ijaïbc/ 't geen ïcjamen ttoee boeten uirmaeRt/ Doel) bcel ban een baDem üer bcr* fci)ee* GUINESE GOUD- KUST. 85 fcïjeeïenDc / en Daercnboben ooft / batfe onDer De aerde fou g?ocijen. ©u£ ïang gcD ift gantfcïj rcgm mijn fin moeten jijn/ in 't ÖCfcjfêpCIl Der Annanaflen} toiï pmailt !Ul CCÏJteX notï) feg* gen / Dat Deefe Vrugt in Afia of America een anDere gefteH- heid ïjeeft/ Die ftan fttïfttf mei Doen* 't ig mp ober genoeg/ Dat ift Öan verfcheide perfoonen , iDCÏHC Die beiDe Weerelds- deeien Doo?manDcïD öebben/ gcïjoo?D ïjeb / Dat'er gantfcïj geen onderfchcid tUffcijcn 1$. |^a DC Annanas füUcn top De Watermeloenen ïaten ÜOÏgCn. Water- ©eefc / alf)OCtoeï edeldcr en aengenamer Vrugt , fa! on£ in meloen- gecnen Dceïe fo ïang opïjonDcn. Tt watermeloen, nocï) klein frjnDc/ ig ban Binnen wit , en ban ïiuiten groen ; Docïj atëfe rijp mo:D / flactfc ban buiten met witte plekken uit/ en berïicft een mcinig ban Jjare groenheid : ban binnen toerb* fe Dan rood en wit, Doel) ïjoc rooder ïjoe rijper/ en ooft aen* genamcr. ftim gegeetcn igfc geel fcet/ waterachtig/ ber* fcifTenDc en berftoeïenbe. 3£ecfe Vrugt fou beetcr en ooft min fcljaDclijfter fijn Dan Den Annanas boo? een koortfig menfeh. <£>nriip eet men Dcc* fc Vrugt tot Salaed, htpïaetgban Komkommers ; met Detoeï* ftc fp ateDan ooft eenigc obcrecnftomft ïjeüben -, en i& Dan ooft met foDanige pitten booten / toclfte / rijp getoo^Den fijnDc / Twart toerDen / en aïg Dan Dienen om toecDer ver- plant te too:ocn. 5©e Watermeloenen g:ocijCH ebeil af£ De Komkommers, maer Dragen een anDer loof. ^è(jn ontrent eens? fo gjooc aïg De Meloenen Öp ong. 23païDicn DC Negers niet te onagt- faem ofte ïuy toaren / fo fou men ïncr te Land een gjoote meenigte ban Deefe Vrugt nonnen ïjeböen : Docïj nu toer- Denfc ccnïijft bp fommige ban onfc Opperhoofden boo?tge tmeeftt / Dieg'ee Den Gemeene man tocinig nuttig ïjeiD ban treftt. 3(n DC Maenden ban July en Auguftus fijn De Watermeloe- len gemcenïijft op ïjacr beft ; en in een vrugtbare tijd ftrijgt menfe toeï ttoeemael '£ iaerjof ♦ 5Dit ï$ aï De Fruit Die top iner fjebben: Docï) De boïgenDe % 2 Vrug* 84 BESCHRYVING VAN DE V rugten mag in ecïjice met fïiïlroijgcn mceDe niet boojbp gacn: fuIlcnDe Dan nonnen feggen/ ban nict£ overgelegen, maer a!le£ aengeroerd te tytbbm / fo tod goeD aï# quacD. Grein, Ma- 't Eerft i£ De Malagct, fep 0n£ Grein of Guineefe Peper ge* laget.doch nacmt / fijnDc Dcefe Vrugt fep meinig menfehen onfecKenD. Gutaetfe" ^ cfc^e *&oci° aen b(iomtjes in roode huisjes, 't fcleÏK ban ber> pepe" e rc f£tv tïctUjh i$ om te pen. 25innen in Deefe huisjes fit De Maiaget , in nier a brjf berDeeïingen met een wit vlies ban Den anDer gcfcfjeiDcn en oberteoIiRen. <®ak g^ociD De Ma- ïaget noel) op een anDcre mij£ / tn cben aïg ftoaee Gras of Riet. Cardamom ^iet te Land g^OeiD OOft nOCÏ) aen kleine boomtjes een Vrugt, tofïfee DC Cardamom fo in geftalte aï£ fmaek niet OIigdljR i£; Die£ in ooft niet en ttoïjfd of ïjet faï Defelbc stjn- Peper. Landwaerds,eninOcBenin, §CCft men OOR Peper, DcOoft- indifche t eencmaeï gcïijnfomiig. riement. 3 e laetfte flag ban Pepef , alïjiet Piement , DOCÏJ in Europa Spaenfche Peper genaemt / ï$ ï)iet veel en overvloedig , en 0?ociD aen boomtjes , fopna / Doel) ïager / afë Die Der Beflen tip on^. CF C Piement l$ tfcDCeDerïci/ groot en Hein; fcciDe fijnfe in 't eerft groen , Doe[) naDerïjanD beranDerD De kleine in een mOi)e roode couleur , en De groote in roode en fwarte ; ÖClDc beitoonenfe fig ïjeeï aeugenacm aen 't geflgt. is by uit- ïBp uitneemenDljeiD verhittend ig Deefe Vrugt , en ongelijk neemend- meerDer Dan De Peper, boomamcntïijR De kleine , De meïftc heidheet, man een bierDc ban De gjootte Dec anDere Rebben / Docf) 'S? een" &« feïber boomen fnn Daerentegen toe! fcjafmad fo &oog/ srage en berDce uitgefyeiD. jnaeg. <£ £ Piement in Afijn of Limoenfap gelcgt / DocJ fiefl tn 't laetft , roerD fep bcelen boo^ een feer gefonD eeten gcfjoiu Den / en maeftt ooit een grage maeg. Dragon; Groene Kruiden, fep 0110 in Europa BeRMD / geeft Dit Land endeGui- me(/ 0f fjet moefï De Dragon en De Tabak $im ; ban feciDc blktllr Öeeft mencr een meenigte/ boomamentïijR ban 't laetft > Hinkend en DOCÏ) fo aflchouwelijk , ja doodelijk leelijk, Dat ï)Ct bOO^pmant/ ia -veelend, &ie een toeinig bie£ balt / t'ecnemad onmogeïijn i$ op De Ne- GUINESE GOUD-KUST. 8* Negers te mrefcn/ aïgfc ban Dit lcclijk , Doet) met regt dui- vels (ttnbeuD kruid, rooncn; en ectjtcr berbeeïb fjet Ijaer in 51 enen orden. benige onDcr fyaez ïjebbcn pijpen ban Riet gemaeut/ Die obcc De fejöf boeten ïang 31)11 •> en Daec aen fteene of aerde ke- tels, toaer in fn ttoce of D^tc ïjanDrn bol Tabak (kenen; en fo een pijp Do! nonnenfe öcniakucïijn op een rci£ agter een uitroolten. ^n en bebbcn geen moeite 0111 De pijp baft te ïjouöcn / taant Dcfclbc ruft / ober mits" fijn lengte, altoo£ Op De grond. $M DC Inhndwaerdfe Negers roOKen Decfe Tabak , DOCÏJ Die / De Brafi- toeme onDer ons? tnoonen / en Dagehjn£ met De Blanken •««»<& niet omgaen/ ïjebben Portugeefe, of becter gcfegt Brafiliaen(e/eelbeeter' tuelnc 10e! een inning beetcr i$ l Doel) ebentoeï meeDe vi- lijn leelijk frinfet. dêo g:00te Liefhebbers fijn De Negers , fo ÜKl Mannen aï£ D« Negers Vrouwen, ban De Tabak, Datfe'cr Ijaer laetfïe geïD boo? uit 5"ffec£a§e fulïen gecben/ en'er fomtijD£ ïjongcr om moeten li)Den;berS van de 't geen bptorjlen fuïft een Dierte in De Tabak bcroojfaent/ Tabak, fo DaifcbooJ een baDcm Portugeefe, beeï minDcr Daneen ponDwelv,ou- fi)nDe/ een Engels goud, of een Rijksdaelder aen geld geeben/ Mannm en Dat ban Dit lompe gocD- Haten top Dan ïiebec OnfcTabakrookers p^ijfen/ Amice, Die f)et Edel Virines Kruid , of De Virginife blaedjes tOt fjaer Decï Kiefen -, maer Die lompen onDer on£ meeDe / toeïfte fig met ïjet Amersfoorder Ruigt laten paepen / tDcnjtte ife / Dat tot ftraf ban ïjaet verbafterden aert ctt valfche fmaek, Ijaer geïjeeïe jeben niet anDcrg Dan Dit Negers goed «reegen / en op Son- cn Feeftdagen De Brafiliaenfe •, DOCÏ) OllDct bcÖing / Datfe Dan met eenen OOR Uit fjet gefelfchap ban alle eerlijke Rookers föuDen moeten gebannen mo:Den. £m no:rj in 't boojbp gacn. me Tabak gjoeiD Ijier aen Planten , ter ïjoogtc ban ttoec boet-, De bladen ft)n ttocc aD?ic IjanD b?ecbtc lang/ en een faeeb : Dragen een witte kiokswijfc Bloem , Die fïg / rijp ge* b)o?Den fijnDe / tot zaet fet. èoo? 't laetft fal in jjier nocf) een Vrugt bpDoen / Die aen Noch een % 3 fecr 8<* BESCHRYVING VAN DE Vroet vanfttC f)00ge Boomen toafl; balt g^ÖOtte aï£ een Okkernoot , ctt de onfe oon idcI g?ootcr/ met e^en foDanigen haft : De pit i$ in bcr* Kooi, en ftfycibt öccïcii ban een gefcjjeiDen/ eenige fijn rood, cnan* IaersBoea"öeretoccöerwit. |cnaemt. <$p Decfe Vrugt fijn niet alleen De Negers, tnaer ooïtfom mtgc Blanken fecr beifbt. 't JBerö ban De onfe Kool , DOCÏ) ban De Negers Boefi genaemr. 'tmofi in DemonD gc&autot/ en l>ct fap Dace uit getrohhen / en 't oberigc toeDer uitge fpoogen. Desfelfs 't «Jjg fcait een leelijke wrange ctt bpna bittere fmaek , en d^fdTap &Ct treftt DCU CCtCC ÖpIta DC m0ntï tC ^mCn' * ©"f"1 &CCn ö F' meer Dan ecné bcugb aen |ïg / bat 10 i Dat 't ïjet mater af* Drijft j en Dan noeï) fcggen De Liefhebbers-, Dat (jet De wijn de Palm tod DoeD finaltcn ; Doel) om geen ban bciDc oo?fa* ncn fou in ïjet nullen cetcn. $et tocrD gcmccnïijK met Sout en M^laget gegecien 3(nDien ijet aen mp geftacn ïjaD / om Dit fotfe goed een nacm te gecben / in (jab ïjet met De naem ban Africaenfe Beetel of Anca gcDoopt / t geen typ cigentïijncr Dan Kool fou fijn getocefb tnant |jct geen in tot nocï) toe ban 't ge* fyUtK Der Indiaenfchc Beetel m Anca f)c& gcljOO^b/ fjeeftUICt Deefe fo gcnaemDe Kool een goeDe obercennomlt / fo in DcugD al£ acngenacnu)ciD ban fmaeft. ipicr meeDc fou in b?peïijfc mogen uitfeïjciDcn / aï£ niet tocctcnDc Dat ik in 't bcfclj$bcn ban DeGuineefeGoud-Kuft ict£ ban belang ïjeb obergcflagen : Doel) op Dat UE. na; maete niet fuït mogen fcggen / Dat ift in mijn geheele ver- handeling al te laf, zielloos, en te ongefouten bengetoeeft/ fo faï in U E. Die typfociD bencemen / toccfcnDc gefinD / om U E. , tot een toegift of flot, fo ban Deefen Brief aïjef De b#- fchrijving ban De gcgeclc Goud-Kuft, fo beeï Sout on en booj te fettcu / toacr aen U E. , met fijn ge&ccïe Huishouding, ïjonDetDcn ban jaren genoeg fouDe ïjebbcn. Wat Dunnt U E. ? faï 't Dan niet fout genoeg jijjn. sout waer $®ct Öet boften ban 't Sout minnen De Negers op De meeie de Goud-Kuft onbegrijpelijk beeï geïD> en bpaïDicn ïjet aïtoog Negers of Den mceflteU tljD Vreede OU Der De Negers toag / fo fou* Den GUINESE GOUD. KUST. 87 Den De gccne/ Die fïg oacr mccoc gcncercn/ binnen een gr0ote koeten ti)0 bCCÏ l5Jk eil weelderig tooiden; hJant al De Negers winft doen. uit bet Land moeten baer Sout uan 't Strand af komen balen; Dictf UE. feer mei fult nonnen begrijpen/ Dat (jet Dacrfon= beding Dier moet $i)i\ ; en Den Gemècncn-man fïg ook in plae.g ban Sout met een fecker foutacfjtig groen Kruid moet bclijbcn/ alfo t Ijaec beurs met kan berD^agcn/ om bet Souc te Hoopcn- «Benige mijlen Landwaerds in aeïjtet Ardra , macr Dat De meefte slaven oan Dacn hoornen/ mcrD een siaef noo? maer een ijanD bol Sout berkogt -, en fomtijö^ geebcnfc'er tucl twee Slaven b00? : bic£ jet Menichen vleefch DOCT ïjeeï goeb doop i#. «De manier om 't Sout te kooken 1$ DugDanig - €enige kooken t|et Zeewater fo lang in kopere Bekkens , tot ï)tt fïg tot Sout fet : DOCÏ) Dit Ï0 De langwijligfte en niet voordeeligfte tnijo / en Dit gcfcbicD ook niet Dan op plaetfen maer 't Land fo tjoog i£ / Dat'er De Zee of Soute Rivieren niet konncn ober flroomen; macr op anDcrc plaetfen , Dacr 't water ban De Ri- vier of Zee Dikmtf£ ober bïoeiD / g^abenfc diepe kuilen , om Dit obertolocijcnDe water in op te bangen s 't geen Dan Doo: De fterke Son , Die 't fijnfte of 't loetfte Dan Dit water allengs ken i£ opb?oogenDe/ (Dititf tcgen^De geDagten ban fee; Ucr Schrijver, DpfJ? DÏC moet IpCCten / Dat/ tDljl De grond bier fout en Saipeteracht 'g tg / Die bccöalbcn meinig water cerDcr en brquamcr Som kan maken alg een g^oot geDeelte/ ) Daer- om ook bemiamcr maekt / omer binnen koeten trjt» bee! Sout ban te konncn trekken. netmen aerde Potten , macr ban fn er tien a ttoaclf nee* 88 BESCHRYVING VAN DE neebeng Den auDer fetten / en Dit£ ttoee lange epen uitma* feenj fijnDe alle aen Den anDet met Kleybajï gemaefet/eben of tiet gemetfeït toag; en onDcr De gefeide Potten i^ 't geïijfc al£ een Oven , toaet Dat gefïaDig hout fcierD gcfïooftr. ©eefe manier i$ fjet alDermeefïe toern / en ïeeberD ooft fo bcel Som niet uit/ nocï) fo (jaetfcïtjK. i^et Sout ober De gefjeeïe Kuft , uitgenoomen aen Acra, tg Ijeel fijn en witi bOO?namentïiJR in Ijet Fantijnfe Landfchap, Haetoöet De Sneeuw bpna in witheid obertreft. $u &eb in geDacn/ en aï£ ife op een anoere tijD een goede luim ftcijg/ fo fou ïjet noel) toe! nonnen $im/Dat & ue. eenige opening ban De Ardrafe Landen quam te geeben/ Doel) in en feg U E. Dat niet bafï toe / maee toeï / Dat ift boo^ fcenec ft en/ Mijn Heer, &c. Einde des feftienden Briefs. SEVENTIENDE BRIEF. Deefen Brief, als een toegift of byvoegfel, handeld eerft van een Slang aen Axim gevangen , ter lengte van twee-en- twintig voeten ; en een andere , niet veel kleinder , aen Boutry. Raer Gevegt tuflehen een Slang en twee Yfervar- kens , aen Mource. Noch een Geval met een Slang aen voornoemde Plaets ; dewelke een Blanken met fijn gift of fenijn verblind. Tijgers ; een Jongen door een van defelvc vericheuroj. Tijger -jagt van den Schrijver ; en hoe hy den felven namaels in een Val quam te vangen. Befchrijving van de fakjoalfen. Aenmerkelijk Geval met een Oliphant ; aen Elmina gedood , en wat fig ontrent het felve heeft toe- gedragen. Laetflelijk volgd een nader Befchrijving van den Ananfé ohc Spin ; dewelke, volgens inbeelding der Ne- gers, de Menfchen heeft gefchapen. MYN GUINESE GOUD-KUST. 8* MYN HEER, Ift ïjr ö U E. ccnigc reifcn tn mgn boo?gacnDe Brieven bc; loofb / om noelj ict£ uaDcrs? ban becfe en geene Gedicr- tens te fpjecfeen / boomamentlijR ban onfe Oliphanten - en Tijger-Jagt. <©ecfc fal Dan tot Dien einDe Dienen ; Docj) eccflt noch ictg Dan De Slangen DO0£ aflaten gaen. ■Doo? elf jaren Rebben De Negers ban Axim een Slang geban- Een sian- jen/ enDooDgeflagcn/ Detorine twee-en- twintig voeten ïangvantwec^ taajsr / en Die/ opgefnecDen fijnDe / bcbonDcn mierD/ een '"™,g volwaflb Rhé of Hart in fijn ingemauD te Rebben» Axim ge. ontrent Die feïfDe tijD is'er eenen aen Boutry gcDooD/ Die vangen. een Neger in fijn lijf IjaD/ fijnDe meeDe niet beei nonet al£ Oo* ,eene De bcojgaenbe. acnBoutir- «Benige ban mijn Dienaers op een tp in 't Land acïjtcr AenMou- Mource gaenDe / bonDen alDaet een slang ban iêventien voeten ree } en lang/ en fonDcrling Din/ ïeggenDc ontrent een kuil met wa- jj.eard,'se ter, bermceDcïrjR om fïg Daer in te bermancn. <^mce Yfer- fch™?£~ varkens , ban een ongemecne grootte / faten meeDe ontrent feiven en ïjem / en maren met Den felben in een hardnekkig Gevegt ge- twee Yf«- trceDen / fcïjietenDe ban meerkatten met alle moogelijftevaikenï* feragt op malfeanDer ; De Slang met fijn gift op De Varkens» en Die toer Der met Imn pennen (melfte fp ter lengte ban twee fpannen ftaDDcit ) Op De Slang. J]Bijn Dienaers Dit Gevegt eett geruimen tijD acngcfïen ïjebbenöc / fonDer ban De ftri jdende deelcn (Doo? De luttigïjciD ban Ijaer vegten; ontDeftt te $ijn/ berden namen fjarc Snaphanen; en na Defelbe mei gelaDen te Rebben/ gefament- leggen op Deefe drie Kampioenen aen / 't geen ban fo een JIJ se- gocD gebolg toa£ / Datfe Defelbe alle D?ie DooD fcjooten/ ^T' tn aen Mom ee b:agtcn / maer Datfe ooit Doo? ïmer / en gare geeten. Kameraden, bOO? een lekker beetje fcöicrÖOI Opgeknapt. 5Cen voorfchreeven Plaets , te tüCCtCll Mouree , i0 't notj Noch een eeng gebeurD / ten tiJDe |jet Fort mierD bermaent / Dat De Gevai met "Werklieden een groote slang achter een hoop fteenen getoaer "" S*"2 micrDen, fp/ om Defelbe ban Daer te Krijgen/ nameneend", e°n" gebeelte ban De fteenen meg/ tot Dat De slang met fijn fjalbe een Blanke achterlijf buiten De fteenen quam* <£en Metfelaer , toel De Metfelaer, II. Deel. $fê voor- 9o BESCHRYVING VAN DE voorbarigfte in Deefe faeR / nam DC Slang &p De ftaert , fjem fo tuffctjen De fteenen toan Daen méencnDe te tremten; Docfj Dat niet tDüïenöe ÏURRen / fneeD ïjp tyt lijf, fo toer ïm Dacr feon bpROomen / met fijn Mes af/ DenïtcnDe Defeïtoc öaee öoo? buiten pact gepeïD te jennen / om meerDcr quaeD te Bonnen Doen/ Der&altoen Ifm ontoefcï^oomD nocfj een Deel die door fteenen meg neemt} Docï) fo jjaep ïjaD De Slang geen gelee* de siang gentfjeiD om ps te menDen / of fn ftecrDe pg om / en fpoog blind wierd jje Metfeker , Die jjem met fijn éanD mecnöe te natten / fjet doXwel"' aengefigt tooï gift, 't geen ten eerden foDanig Doo^ong/Dat der her. gefeide Metfelaer gier aenponD£ teenemaeï blind toan tojicrD/ field. en eentge Dagen oor fo bleef ; Docïj cinocïtjR tooierD Den fel» toen meeDer gefteel ïjerfrelD ; en mit£ ift meermalen men* fchen, tooomamentïijR Swarte, gepen ïjeb/ ineïfte/ na Datfe H s. toan een Slang geftoonen tnaren gemcep / Dapper in Dikte gift isveT toenamen/ 'tfeltoeeefjternamaeïgroeeDertoerging/ fotoer* itheidenin moeD ir/ Dat Der Slangen gift toerfeïjeitoen moet 3fjn/en Dat werkingen. Cenige doodeüjk , anDere quetfend , en IneDerom anDere/ ge? ïijR aen Fida, niet fcïjaDeïüR $ijn. Een groote © an De lactfte foort i# De geen / tücïftc tegentnoo?Dig nocï) siang aen 0p ^c sael toan Den Dire&eur-Generael [jangt-, Degfeïfg lengte yanaen§c* i£ veertien voeten, en tè in onfe tuin aen d'Elmina getoangen/ dooreen DOO? een Ardrafe of Fidafe Slaef , eenÜJR met fijn bloote han- Negcr, den , fonDcr ftok of tet£ anDcne? op pg te nebben / toerDen* De toan Den feltoen oor fo letoenDig binnen 't Kafteel getyagt. welke twee Itëp netoonDen ftcm onDcr aen fijn lijf twee klauwen , gelijft klauwen ban een Vogel, te Rebben / 'tgcenïjem/ geloof ift/ DienDe/ ht cft. om pe öacr mce&e 0p te geetoen / en tooojt te fetten / of fijn fprong te maften. Genoeg gier toan / mit£ Dit in mijn laet- ften op twee na nocï) eenö ft eb tocrïjaclD. a©p fulïenonjefgaen Rceren tot De Tjigers, Tijgers , toeÏRe gier te Land me! De meefïe fc&a&e Doen/ de ftouTeenn *" öat met tm ""neemende ftoutigheid. #oo? eenige jaren een jongend 't gebeurD/ Dat een Jongen toan onfen Koopman aen Sac- door eenencondee, tcgeno' Den atoonD maer een toeinig buiten De Lo- ornhakLe Sie ff**"** ! **« tm Titëer Üm 6* toiCrD ?****#* SrasT s <$P öefeïfoe tjjD gebeurDe 0et Daer ter plact^ oor / Dat GUINESE GOtJD-KUST. 91 ten Neger , met fijn Kapmes na 't Land gatllDc/ Ottl hout tt Gevege Kappen / Dooj een Tijger toierD ontmoet / roelfte ïjem ooft «rffchen acng?ecp; Docf) De Neger , een flukfe Vent frjnöc/ fïelDe fig *™3j>tv Dopper met fijn Kapmes te toeeDer / en Dat met fo een gocD TCriiêlfSi geluk, Dat fjp / na een langen ti)D kampens, Den Tijger ober* het den toon/ en om 't leben b?agt; Doel) ïjp en auam'er ooft niet ,aetrtcn* ongefchonden af/ bermitg? Jp'er ober fijn gehcele lijf uit fag/ ebcn of men Ijem ïjaD muien villen. 3(11 't jaec 1^3. IjaD ift ^Ct Bevel aen voorfchrecven Plaets, stoutfgheii ate tnauneer op bcrfc&eiDe nachten doo? een Tijger eenige van een *Kabrietentmn mp mierDen geDooD/ fo ooft ban mijnBuer- J^Cïfn, man , Den Engelfchen Koopman. maer ontrent een fjalf auar* eVnïofch. tïtt uer£ Daer in getoceft ftjnDc/ guam tm'cr afce? een finloos je.enweri menfeh njcröet uitloopen/ met achterlating ban fijn Hoeden befet. Muilen, ^eöbenoe een goede krauw ban Den Tijger geftreegenj Docï) tallen geïuft toa£ Den Tijger, fo aïg ï)p Den Conftapel meenDe te batten / in De afFchietende takken ban fjet Bofch Taft een (aï# touw fijnDe) bertoarD / 't geen Den Conftapel tijD en Con%d geïeegentfjciD gaf / om te ftonncn ontvlugten , Dieg bleef aen' Monfieur Tijger nOCÏ) in 't Bofch fitten. <£en ban De Engelfchen , Dit lang toacfjten berbjictcnDe / ook een befloot / met fnn snaphaen in 't Bofch te gaen / om / toaer Engelrch- ïjet moogeïejft / Den felbcn Daer uit te Doen verhuifen. 3£en Km Tijger , Die (jent eerber eX^t mei ban nooDen gctoeefïtoag/ hem geha- getoaee toierD/ liet Ijcm tot Digt bp ïjem hoornen ; baïlen* vendword; Se Doe met een verwoedeüjke vinnigheid op |)em aen » met fijn «JlB z poo- * Sodanig werd«n de Schapen hier genaemt. 9i BESCHRYVING VAN DE pooten Jem in Jet fchouderbiad, en met De bek in De fijde bat> tenDe. «koutte Jent oofc feefterlijft acnftonD£ berfeïjeurö ficbDen / inDien ife en Jet gefchrei Dan Den Engeifchman niet met een Deel Negers ma£ toegetreeDen / 't geen Den Tijger |ijn Proi DceD Derïaten. <&efciDe Engeifchman töag etjtcr foDanig DOO? Jem geha- vend , Dat Jp een JaïDen Dag Dan fijn felfë Weef leggen; eenfdeels Der00?faCRt DOOJ De fenijnigheid Dan De beet, en ten anderen ooft DOO£ De fchrik. waer door 5?002 Deefe ongelukkige onderneemingen totcröcn De Negers de Negers fQ 0CtyecfD / öatfe DC raoeö geheel ïieten Dalïen/ en een ken Poer fijn Poft om Jet Bofch, Dacr Jp ter Wagt gefMD ma**/ DeeD Derïaten > 't geen De Tijger geïcegentJeiD gaf / om te viugtuit nonnen ontnoomen / 't mcïn oor Jaeft Dan Jem DrierD on- hetBofch, demoomen j DocJ in fijn Dïucïuren uit Jet Bofch, geucurDe nocj iet£ feldfaems. «n fetden <è*n Onderkoopman ban Jet Engelfch Fort JaD mp ïang onder- toegeroepen / (toant Dit Geval gefcJicDDe Digt onDcr Jet koopman Engeifche Fort) Dat Jp mp te Juin fou hoornen; en iuiftatè ccHcheEw Öe Ti^er uit &et Bo^cn ttao / f° Qua«l Öen Engeifchman met a.en hy in- fijn Snaphaen aen/ ban meening fijnDe / om Dolgen£ fijne hadd. Den &eïoften fïg Dp mp te berboegen. ^cn Tijger jem alleen Engeifch. jj00? pff pcnDc i fcty00t 0p ijem flen / 't geen Den Engdfch- ïoo" ïn man » tn plaetg Dan na on£ toe te fcoomen / Dapper De bee- Tijger, nen DeeD roeren / om toeeDer te geraken Daer Jp Dan Dacn doch werd genoomen inaovte toeeten in fijn Forti Doe J Doo? berbaefti* fe^e/niët &C*D/ en Jet JatD ïoopen / Dieï Jp oDer een fteen , ontrent aeeSetaft. noc J een Jaïbe Snaphaens-fchoot Dan fijn Fort ftnDe/ en rceD£ Dooj Den Tijger onDcr JaeïD. wv ftonDen Dan Derre Dooj fcjjin / en DcefDen/ niet anDerg on# DerDeeïDenDc/ of Den Engeifchman fou nu Dan Den Tijger berfcftcurD fijn getnog' Den; DocJ JettcgenDeeï geneurbe gcjceïïijft. ®en Tijger ontrent of Du Jem gehocmen frjnDe/ in pïactg Dan Jem aen te tallen / tnenDDe Jet Dan Jem af/ en fcttcDe fjjn blugc 't Land in boo^t/ en uit on^e? gcfïgt. DOCÏ) nOCl) meet ï)et Antefe Land , i$ bol Tij- Ante vol gers. jPB cc nigmalen noomenfe op nacftt niet alleen onDcr/ Tijgers, maer fclfë binnen onfe Forten ; niet toeinig fc&aDc aenrecïj* tenDe. 4£ber een muer Dan tien Doeten feonnenfe fpjingen of liet fjacr geen toerft en toa£. waen.om <£cc mp tjicr ban affchciden , ftan ir niet boo^bp gaen/ «en Tijger öe waen £an fommige te taeDerlcggen / al£ Dat een Tijger ïe"aaen.tc f° feeangfi boo^ vuer #/ Dat men Defeïbe Daec meeDe/ fon* wede?iegt. Der ïet$ anDerg ter öanD te neemen/ fou Ronnen beejagen. 3In Dccfe dooling jjeö m boo? Deefen meeDe gefïooRen;Doc# nu niet; mit£ Ijet tegenDecl f)cb erbaren. voorbeeld $a een befoek of ttoee ban een Tijger geljab te {jennen/ dacr vanj jjct jft / om jjcm t,00? >t tocRoomenDe af te fc&iRftcn / on De plaets Daer mijn Kabrieten $ Ïiac$t0 fliepen/ een groot vuer aenleggen , Doe!) jjet felbe nocï) niet genoeg vertrouwende, gelaftte ift bijf ban mijn.Dienaers , om nebcn# liet vier te gaen leggen/ alle met tocl gcïaDcu Geweer; Docf) niet tegen* ftacnDe ban Dit aïïcg miam Den Tijger 'gnacïjtg een Kahriet Dood bijten/ 't geen tuffc0en mjjn Jongens (tocwe in flaen gebat- GUINESE GOUD-KUST.' 95 gebaïïcn marend in / en fo roercnD aen 't vuer (tonDen. JlBijn Jongens , D00? ïjet fcffêCClttoen ban De Kabrieten Ollt* roaftcnDc/ bïogen obeteinD; mcenciiDc op oen Tijger Io£ te gaen ; Docb oen felben ftoog liet Hafepad. ^iec uit ï$ te ficn/Dat DenTijgcr enen fo beangft boo? 't vuer berefligd aï£ De Duivel OOO? 't Kruis i£ ; en Dit Geval ÖCbefltfft ïjetfeg* dat een Tij, gen ban De Negers ooft/ Dat een Tijger geenmenfeh, foïang f^chfai fjp een beeft ftan ftnjgen / faï aciiDocn -, mant anDet£ roa0aendoen, fjet ïjera ïieïjtcc gemcejt een ban mijn Jongens , al£ een Ka- foïang hr briet aen te taften- "n J«« $acft De Tijger bOÏgt in verwoedheid fuet te Land Den Jak- „*" kn|- hals, of Boshond; maer ban iDp fjicr booren onDer De Be-ü fchrijving van Acra geföooften Rebben. 3ffl ï)eb/ OmDefeïbC Jakhaifen; te fïen / in 't jaer 1 700. mijn nieuwsgierigheid nonnen bok f?'n ™ecde Doen j mant ïjet volk ban Den tegcnrooo?Digen Koning van 'eer ltout* Commany Der ecne gefeïjooten fjcböcnDc/ ïjaDDen De beleefd- Een aen heid, om jjem tot on£ in 't Kafteel te brengen, 't ma& een commany beeft, ban grootte aï£ een Schaep , docïj öooger ban pooten; gefchoo- fto^tbanhair, en gevlakt} fijnbe Degfelfë pooten, ha eben^K. matigftciD ban ftn lijf, betmonDcttyft Dift ; maer uit men naitef De£fclf£ fterkte ftonDe afmeeten. 32 e kop mag meeDe fece g?oot / pïat en bjeeD / boo?fïen met tanden , poer ban een bingcr en meer fyeeD ; fo Dat al De£feïf£ k«gt , Mhc fo Hare kragt uitgemecten mo?D / eenlijft in fijn bek en pooten moet bc* beftaet in ftacn ; maer aen ïjn ooft feer berbaerïijfte gjoote klauwen de Pooteti« fjab. <Êen voorbeeld ban Deefer bceften fïoutigïjeiD mil ift ïjier Een Nege- maer ter neet (lellen/ fijnoc aen Acra gebeutD; aïmacr bn d"0are"Ac,a nacljt een Deefer beeften floutelijft in een Negers huis quam/ Vand"?e en uit ï)et fe!be een Negerin meg nam * Demelfte ïjp op fijn beeften uit rug fmeet/ cnïjaer met een poot baft fncïbjban mcening fijn de" h"js De/ fo IjinftenDe on drie pooten met fijn Roof boo?t te gaen> g a di boef) on 't fcïfêecumch ban De gemeïbe Negerin ontmaeftten doch werd een Decï Negers, meïfte/ on 't gefc^ei toefcïnetenDe / ïjaer0ntfet, en omfetteDen j en men bebonD ïjaer niet befcijaDigD te $ijn/ iüd geen öfë een meinig Doo? fijn poot genuetfl/ Dacr ïm {jaet meeDe fchade- gebat enbajl geïjouDen fjaö. 96 BESCHRYVING VAN DE Oiipham. $u nocÖ tm Geinig ban Den Oliphant. J^tctr boorenjefr Ben top ban Dcfcïbe gefegt / Dat ï)p De menfehen ongemoeit niet ïigtfaï acn&oen; DOCl) aengerand fijnDe/ tOt een verwon- derlijke woede uitbarjr. ©an bciDe fullen top nu een net be- rigt bonnen Doen / om Jet feïbe met twee voorbeelden te be* beftigen : en ook goe ftoaerljib Dcfclbc dood te fenieten $ijn. flaet een ïïtïittt Axim ig 't gcbcurD/ Dat een Neger , Die getooon Neger aen toa£ op De Oliphanten-Jacht te gaen/ en'er berccDg al bcrï* Axim te malen eeltige gefchooten ïjaD ; nu OOft Op eeïl fchietende , en pletteren. ^ ^m f m^ ^ fchoQC m^tt f ^ j^j m ^ . ^ geen Den Oliphant fo eubcï op nam / Dat ïjp 't op Den Ne- ger toefetteDe / en Den felsen / mitggaDerg fijn Snaphaen, t'ccnemael bctpïctterDe. J^et tweede Geval of Voorbeeld i$ aenraerfccngtoaetDigcr / en een goede leer fcoo? een pDec / om in 't toenoomenDe niet al te rcuftcloog te $$u Een oii- 3n 't jaer 1 700. , in De Macnd Dan December, quam Ijicc phamaen aend'Elmina, '£mo?geng ten fc£ ueren / een Oliphant op fijn d'Elmina gemab 't Strand langg gacn / tOt OnDer Den Berg St. Jago. S '"ai benige Negers ïjaDDen De ftoutig&eiD / om ïjem fonDee Ge- op hem ge. weer, of iets? in banDcn te Rebben / tegen te gacn / en ïjem fchooten. aijgf te gaen bertoeïboomen / en in te balen. f$p liet tfg Dooj Dcefc Negers omeingeïcn : ging / fonDcr fïg aen fyact te nreunen / met baec boo?t / tot / gelijk al£ gefegt beb/ onDcc Den Berg St. Jago ; altoacr een onfee Officieren ban gemelDe Berg met een Neger aan bonen bp ïjem quanten* geebenDc 00b met Den eerfïen buee op bent ; gefeiDc Offi- cier bent met een Draedkogcl fcee toel ebcn boben fijn oog trcffcnDe. <£it betooog (jent eeljtet niet ceittf tot toom, lioefj 00b DC volgende fchooten, DOO? een meenigte ban Negers op ftcni geDaen; ja félfë niet/ Dat ï)p Daerom een flap te parDcr boojt ging. ©jeigcttDe bptoijïcn toel op De Negers in te ballen,- Doel} en boerDe ï)ct niet uit. Breigdde ïtëonDcrïijb mag fjet om te fïen/ aï£Öp De mine maeble/ dief e fs ; om De menfcncn tc toillen aentaftm £etteDc algDan fijn derocvoï- ooren> toelbe ban een bertoonDcrïijbe gjoottc toaren / ge* 3 *' fieel GUINESE GOUD-KUST. 97 fjeeï obereinb. €inbchjft ging &p foetjeg boo?t / en flapte Ga« naer naer onfe Tuin, miffcöien fïg bacr een beeter onthad bcloo ^n Tuin. benbe. 3^it feidfacm Geval , en be nieumggicrigïjeib / om fo een Smiit «ni- Becft ban nabp te fien 1 Decb ben Heer Genend en mp een|e Cocos' befluit necmen/ om na buiten in be Tuin te gaen > toerben^oomen he fjaeft boo$ meer anbere Blanken geboïgb. mv bonben omver, Oom Kool Dan mibbcn in be Tuin ftaen ; toaee bat f)p bc [ondei > na rCeDÖ bOO? Onfe homjt vier a vijf Cocosnooten-boomen OHbCC Jj^/^S be boet ïjab geïjaeïb > toeme ïm in onfe tegentooo?bigïjeib / kragt toc% om on£ bat vermack meebe met te onttrefeftcn / of 006 om gebruiken. oii$ fijn kragt te boen pen / met nocf) vijf of fes bermeerbee* . be. ^c kragt bïe ïjp / fo t feïjeen / geb^uiftte / om een boom ter neer te bcüen / mag fo beeï / of pmant een Kind van vier jaren QilbCr ÖC boet fiitt. ^erbnjï ï)p ()ier flonb / böterbcn'er meer aï£ honderd Krijgt ren fchooten op §em gebaen / 't geen ïjem fo berbaerhjft Heen veel rcho°- bloeden , eben of er een Os geflagt mag. <0ber aï bit fchieten gjj^ ™ïk maeftte lip anberg geen betoeeging / aïg bat ftp fepluijïcn fijn ooren eeng opfettebe/ en be menfehen bacr boo?/ aïg of jm ïjacr ïjab toiïïen vervolgen , een b?eeg aemoeg. <ènber Hit boen gebenrbe een droevig ftuk met ben feïben. Een Nesei* <£en Neger , meenenbe fcang genoeg te ïjebben / gaet fïiïSertaf! öcfjtcr ben Oliphant, g2eep begfeïben ftaert, met toni om Denden, felbe af te fnijben ; bocï) ben Oliphant ., getoenb fijnbe een ftaert te b:agcn / milbe befelbe bp fijn ïeben niet laten af feo^ten ; &ie$ geeft ïjp ben Neger een Map met fijn Snuit, doch werd en ïjaeïbc ben felben berbolgeng na ïjem toe ; en manneer «jaer over |jp f)cm ter neer tiaö / fettebe Wet fijn pooten tot twee of q™J™ driemalen op; en of bat niet genoeg mag getoceft / om ben gedood. Neger om ïjaïg te ïjelpen/ fo ööo?be ï)p nocï) met fijn tanden ° ttoee gaten in bcg Negers lijf, in pber ban toeme men een vuift |jab feonncn fteefcen ; ïatenbc ïjcm / te tneeten be Ne- en hoeda. gcr , toen leggen / fonber bat fm ietg anber$ aenbing ; nig. tfaenbe och goebg moebg toe / bat ttoee Negers get doode lighaem ban booj ftcm ban baen fjaclben / fonber gaer ïjet alberminfte te migboen. n. Deel. $ 3©aer 98 BESCHRYVING VAN DE Doetonge. j®att uit ï)tt gcnocgfaem weeft i en ooft uit ï>et boo?* moeid nie- gacnDC I Dat ï)p ongemoeid tltct ligt tttnant fou befchadigt mand leed.^eötje|t . ^ m^ ^^ vmvoed foerDen / al£ tMn Op {>*« fchiet , en Iftaer niet toe! en treft , fau frijnen niet baft te gaen / mijl beefe mei driehonderd en meermalen 030 ïjem fjeeft ïaten fchieten , fonDer'er \tt$ tcgciu* te Doen ; Docij itjijt alle faken niet cticn ccn£ en bergaen / fo en fouDc iftijet nicmanD Derben rabcn / ïigtbaerbigïijft op een Oliphant te fchieten , gemerftt Dccfe met fo mcenigen fchoot niet onDec De boet toas te bellen ; Ijoemel eenige / melfte meenDen/ oj? ?"* of fig lieten boo^fraen/ grondige kennis te fjeuuen/ Ijoe men fchieten ten OHphant moeft fchieten, feiben / Dat men tot öet felbe yfc- werden re kogels moeit Ijebben ; Dat De loode kogels niet Doo?D?ongen/ yfere ko- macr 0p fjaCC huid , of De grootftc op gaer been plat gefcïjo0« ltsYM<£ten wierDen. de niet 3Dit fou men eémgftntgr boo? waerheid nonnen aenneemen; doordrin- fejant na fijn dood bcbonD men/ ban fo een g?oote mcenig gen, maerte fchooten , maer eenige toeinige / mcïfte Doo? 't been in ie?°fn.en fÖn hoofd ingegaen maren. «Benige faten tuffejjen De huid en De beenen in-, Doel) De mcefïe/ en bcrmoeDdijn De kleine kogels, toaren roeeDer ban fijn huid afgefhüt/eben of menfe tegen een muer jaD gefeïjootcn. 5Be kogels moeten fec&etlijft niet g^oot genoeg fijn gemeeft / bermitg mn ban een En- geifch Koopman ('t geen Doo? aitDere micrD bebefïigb; i£ EenOli ^crÖa^° / oat 8? in bC Rivier Gamby een Oliphant , toeïfee phant in §tm / flttenbe in een Canoa,naftoom/ met maereenfehoot rïo Gamby ter neer bcïDe en DooDDe. 3iDant te bermoeDen / Datfe fjem met een fjjÜC ujct mcj getroffen Rebben / fulftg i£ niet maerfc&rjne? veld°tse" *Ö& > bermitg ban fo beeï fchooten ten minjtcn eenige op De regte piaets fijn gefenben j gelijft na fijn dood ooft mei ig ge* bïeeftcn. Den voor. $a bat &*n Oliphant , gelijft Urn geljoo?D Rebben / Deefe fchreeven Neger IjaD Om Jalg gefyagt / 't géén pajef feftien treeden ban oiiphant ong af gebeurDe / en ontrent een nee in De Tuin gemeeft menfcLn fönDe/ nam lm een gier, eben off)? op on£ alle fou aenge- ukde Tuin vallen fjebben / 't toclft een algemeen vlugten ban alle Die in viugten. De Tuin maren/ beroojfaeftte / focftenDe pDer om een goed heen GUINESE GOUD- KUST. 99 heen koomen; DOfft De HlCCfrc ftCÏDClt gare vlugt na Den Berg vanSt.Jago; Denncnöc / gclijn oor fcelier ma^/ inDienfe Hic nonDen bereiken / wel befchut te fulleii $ijn > Docfj Den Oliphant en berboïgDc niemanD buiten De Tuin na / 't geen een groot geluk mag / toant f)p anDerg fonDcr tmijffel on* Der ons, en f0 Deel mcnfchcn, een fchrikkelijke Moord fotlljCÜ; uen nonnen aenrec&ten / gemerkt niemand ïjcm met hard loopen fou f)eböen feonncn ontnoomen ; ja fcïftf ben in ban geDacïjten/ Dat men ïjct met een Paerd niet jou Doen. j©p vlugtten Dan / al£ gefegt & / alle De Tuin uit / D002 smijt de De Voorpoort , macr Den Oliphant , Die 't flg niet liet gcbal* pqq" om ïen om Die meg te gaen/meenDe De Achterpoort ban De Tuin ver« en uit te gacn / en of Dcfcïbe ïjem in De toeg ftonD / Dan offe STtSJS0 te naum boe: ftcm mag / omer Doo? te gaen / altang (ra fyuiDe Defclbe / niet tegenftacnDe anderhalf fteen Din fijn* De / om toer ; en in fiao fict gelun noeïj om lyzt feïbe Dan berre te ficn / Doxï) en non niet bemerken/ Dat &p baer ee* mgfintg fijn kragt op bejteeDDe -, mitg {nt Den feïben maet eben fc&cen aen te raften/ en fo om Der (liet. $a Dit gcDacn tba^ / ging fro echter Die weg . baer Devoorbydca Poort geftaen ïjaD / niet uit / maer D?ong D002 De heining ^|v?nS- Dan De Tuin ïjcen j gaenDe berboïgeng foetjeg Den boo^a^.10' noemDen Berg van St. Jago boojnp/ na De Rivier; aïmaerfro fïg in ging baden , om fig Dan 't bloed mat te reinigen , of ooit Om pg Dan Den brand , Welke fjem DOO? 't fchieten acngebragt ma£ / mat te verkoelen. $a fïg een mcinig in De Rivier bermaekt tefjebben/Morasiaeteen ïjp mecDer uit DefcïDe/ en bleef onDet eenige boomen , toelke canoa en aen De Rivierkant flonDen / flaen. $ier lagen cenige Wa. ceenni§e v^ tervaten ban on£/maer op ïm fijn moed ging koelen; flaeuDeJ^kkS! bftf of fc$ ban Defelbe aen (tukken; ban '£ gelijken oor een groote Canoa, Daer ontrent fïaenDc. GTertoijl Den Oliphant gier ftal f)iclD / begon fjet fchieten werd ttt metDee op nicuto aen te gaen; tot Dat ftp einDeïijk ter nee*"*" se- Derbieï; alg toanneer men ijcm met Den eerden fijn Snuit £„5^ liet afkappen j Demeïnc fo vervaerlijk hard en taei bJa-Sf / Dat afgekapt, De Negers toe! dertig kappen DeeDen / eerfe Die af ftonDeneniterft. Xoo BESCHRYVING VAN DE Krijgen, 't Afkappen ban De Snuit moet f)em Ijeeï pflnlijfc getoeeft $ijn/ mit£ JjcmDat bcttJoog om te fchreeuwen; (jet tocïR eet eenigfte geluid #/ öat in ïjem |)cö poorcn geebcny en toaer na ju) oor Den Geeft gaf onDcr gcfeide Boom. ^aec oiiphanten Doc> 't feggen ban De Negers bebefligcnDe/aïg Dat een ou- fterven het phant , toanneer 9p geboeïD fijn dood te naDeren / aïtoog / bS° "" f° * m ^n verm00§en #' onoer een boom °f b°fchje faïgaen onder Boo-^ffffCn- men. <©m De waerheid §kt ban fou IK geen Harnas tötlïen aeit' treftnen; 't t£ gier aen Eimina altaitf Driemalen fo gefceurD; en in De Gabon , aï£ gier na feggen fal / bonD ife ooft in een vermakelijk Bofchje een dooden Oliphant leggen» r>e Negers <&o ïjaefï toag Den Oliphant niet DooD / of De Negers bie< «eten hem len'er met meenigtc op aen / pber Daer fo beeï affnijDenbe °p- aïg f)p Rrijgen non / 't geen meenig menfeh Die Dag De Roft berfejjafee/ fo toe! ban Blanke aï£ Swarte. was niet ?t &n toa# Qtm sroot Beeft * iuant fÖn tarKÏen tooegen leer groot, niet meer a\$ vierendertig en een half pond. ©U£ ïjabDClt top l)et berinacn geljaD/ om een Oliphant ban nabp te fïen/ en ïjera ten Deeïen fijn kragt fien toonen ; toeïft bermaeh nocï) mecRcïijR mcerDer fon $ün getoeeft/ inDien f)et ongeluk Dan gefeide Neger £et felbe niet beeï gematigt fjaD / ïjoetoeï fjet fijn eigen fchuld toa£ ; Docf) Dit DceD ons? naDerïjanD beben* overden- fcen/ ïn toat gevaer topong gefïcïö ïjaDDen/ met fo Digt bn kingen,hoe öcn oliphant te gaen ; toant fjaD Den feïben ma er een£ aen fet1sri,,fio '* woeden seracRt/ fo fou ïjet buiten alle ttotjjfel eenigemen*- fodig/by fchen #et leven fjebben gehofr ; en mifTeïjien top fict eer|t/ ecndii- af«* fijnDe fo raD niet ter beest al£ De Negers ; Daerenboben fèöevéft» fmlDm on^ befeïbe / bermitgfe atf e na een poort liepen / in De toeg fijn gelopen / en fo maïaanDcren in 't vlugten bekt ïjebben. tuit DeeD on£ berïjaïben een befluit neemen/ omnoit ban fo nabp een Oliphant te gaen fien / 't geen ir ooit nicmanD ter toeereïD / Die fijn leven eenigfintg lief fjeeft / in fo een geval fou rabem ren Anan. <&nDcr 't fc&pen ban Deefen Brief p bebonben fjem een lang lijf met een fpitfe kop te (jeuben; boo? acn D^ceDcc ban lijf aï^ acïjtec / Docïjniet ronD / gelijk De meefte foo^t ban Spinnen, p geïooben Dat De eerfte menfehen ban DCll fdtJCH gemaekt $jjn ; en niet te* genfïaenbe cenigc öoo? ommegang met De Blanken anöerg geleerd hebben / fo fineer echter niet toeinig / Die bp Dat Geloof ulpcn / en mcUte waen fjaer niet uit 't ïjoofD i$ te platen, ©it i$ boo?toacr nocj De grootfte flegtigheid en on- noofelheid , toeïfte in in De Negers bèfpctirD jjeb s en Die ife U E. oor notfj een£ ïjeö befclfêeeben* $eem Deefcn Brief boo? een toegift ban De Gond-Kuft, ak fo U E. niet mecrDer te verwagten §eöt, &ij't boo? j)et obe* rige berfeenerD / Dat in altoos bebonDen fa! toerDen / te pberen om De Eer, ban te moogen $ijn / Mijn Heer, öcc. Einde des feventienden Briefs*. BE- "'beschryving V A N D E SLAVE-KUST. ACHTIENDE BRIEF. Spreekt eerft, doch kortelijk, van het Goudrijke Landfchap Quahoe; vervolgens ook van het Koningrijk Ladingcour , van eenige ook Lampi genaemt ; welkers Koning , en on- derhoorige, onder de gehoorfaemheid van Aqttamboc ftaen. Dit Landfchap is feer rijk in alderhande Vee. Slavenhan- del ald*er. Landbouw , en Vifchvangft. Rio Volta , een fchoone Rivier , wijdloopig befchreeven. Lampi , of het Cotofe Koningrijk. Hun kleine Magt , en geduerige Oor- logen met die van Popo. 't Land is dor, fandig, fonder Ber- gen , en gantfch onvrugtbaer. Slavenhandel alhier. De Inwoonders fijn van een rekkelijke , en goeden inborft. Hun armoede. Leven meeft van den Roof. Afgoden in meenigte hier ter plaets. Befchrijving van Klein Popo , en onvrugtbaerheid van het felve. De Bewoonders fijn ver- dreevene Acraft. Sijn Strijdbaer. Hun Oorlog met die van Ojfra en Fida ; en wat fig daer ontrent heeft toegedra- gen. Die van Popo leven meede van den Roof, en Sla- venhandel. Schelmachtigen aert der Popofe; en eenige voor- beelden van hun bedriegeryen. Grooten handel in voorige tijden aen deefe Plaets. Meenigte van Rotten. Befchrij- ving van Groot Popo. Heeft onder Fida geftaen ; doch van defelve afgevallen. Hun Oorlogen defweegens gevoerd; waer by de overhand behouden. Popo, een Eiland. Heb- ben gebrek aen Leeftogt. Slavenhandel aldaer; en een Logie van onfe Maetfchappy voor eenige jaren aen deefe Plaets. BESCHRYV. VAN DE SLAVE-KUST. 10$ Plaets. Popo onder de Ardrafe Landen gereekend. Begin van het Fidafe Landfchap. Sware branding voor het felve, veroorfaekt feer veel ongelukken. Eenige Voorbeelden daer van. Sterke Stroom voor Fida , houd de Scheepen op. Aengenaem gefigt van Fida in fijn begin. Strekking van het Land. Wel bebouwd , en vrugtbaerheid van het felve. De Befchrijving van Ftda in drieën verdeeld. In- borft der Fidafe. JHun beleefdheid , fo tegens ons als. te- gens malkander. Hun Pligtpjeegingen. Sijn fonderling arbeidfaem. Wat hare Hanteeringen zijn. Arbeid der Vrouwen. Eeten en drinken luftig. Arbeiden voor wei- nig Loon. Groote Slavenhandel aen Fida. De Mannen van Fida trouwen feer veel Wijven , en fijn wonderlijk Min-yverig op defelve. Sware Straf, weegens 't beflapen van een ander mans Wijf* voornaraentlijk van den Koning, welke niet acngeraekt , en eenige ook niet gefien moogen werden. Groot getal van 's Konings Wijven > waer van hy'er fomtijds een goed gedeelte verfend , fonder dat het getal echter verminderd. De Vrouwlieden fijn met de Eer van 's Konings Wijfie zijn, niet gediend. De oudfte Soon alhier treed in de volle ErrTenis; ook van fijns Vaders Wijven. Den Koning aen fijn eige Dochter getrouwd. Veelheid van Kinderen alhier. Groote Diefachtigheid der Fidafe ; en eenige Voorbeelden van 't felve» Rijke Klee- ding der Fidafe. Rood vermag niemand te dragen , dan de geene, die van 's Konings Bloed zijn. Gemakkelijke Klee- ding der Vrouwen. Gaen alle met kael gefchoore hoof- den. Groote Offerhanden in tijd van fickte. Sijn feer be- angft voor fterven; waer van in tegenwoordigheid van den Koning, of eenig ander voornaem Perfoon, niet mag ge- fprooken werden. Soet Geval met den Schrijver hier on- trent. De Fidafe maken geen onderfcheid in den tijd. Sijn groote Cijferaers. Maenftondige Vrouwen , geheel on- rein. Befnijdenis. Hun Speeltuigen. Sijn groote Dob- bclaers. MYN io4 BESCHRYVÏNG MYN HEER, en uwen ban ben 25. . .. i$ mp t'föner tijö toel acngefyagt/ en fienDe in Den cerften opflag ban ÖCn fdbCït / U E. fecdige dank- zegging* fa bedDDe ift mp in/ Dat U E. pg vergenoegd fouDe JouDen n\c t tjet geene i5 UE. ban öeGuineefe>Goud Kuft ïjaü mee- DcgcDeejD; DOCf) berber leefende, beÖOUD ift fytt hinkende Paerd acfjter aen te ROOmcn / en Dat U E. fig met De Goud-Kuft alleen niet toiïDe ïaten affetten/ maer ook begeerig fijt te toecten / De gefteidheid Der Landen en Piaet- fen, DaeC onfcMaetfchappy, enailDcre/ fum Slavenhandel Dji> ben; en om mp ter Deegcn aen Dm arbeib tegelpen / foDocï U E. al£ een toegift ïncr nocg bp een verfoek , om De gehceie Kuft vanGuineabOO? UE. Open te leggen* Wt\l Amice ?töa£ ïjet niet genoeg/ om mp Dng Dapper aen Den acbeib tegel* jjen/ fonDer mp Dacrenboben noctj te foppen, Dat De leedig- heid , boomamentujft gier te Land , fecr naDedig ï$ boo2 'smenfehen gefondheid, en Dat/ om Defelbe te onDergouDen / get goognooDig ig / eenig handgebacr te gebben/ cben of ift buiten Deefe beefigheid mijn ttjb met op De rug te leggen boo:* b?agt. jjBct Deefe gedagcen te boeDen / fouDc UE. fig fel* ben fonDcding bcD?icgcn/ mant pmanD Die ccnigfmtjgr ban een leevende Geeft i«e? / ftan 't gier noit aen werk ontfaceftem <©e luije leediggang ig gier /en fo ooft/ bermeen in/ iii De ge- hceie weereld , eenïijft get Deel ban De Suffers , toelfte bpna feïfg niet toeeten Datfe / of toaeromfe leeven ; en om re toonen 1 Dat ift ban Der felber getal niet en ben / fo fal in UE. ftjn verfoek alleen niet bolöocn (tertoijl bef U E. gier booren al ten naefïen bp geb tocgefegt) met UE. fo bed ban Guinea te fcffêijben / aï£ ift felfi* onberfogt geb 1 maer ooft felfg ban Die Landen , Daer ift noit ben getoeefï / of ooft oit meen te ftoomen; bergalben ooft boo?Dewaer-of onwaerheid ban 't felbe niet begeer in te fïaen. €>ocg ecgter Derf ift tod feggen / Dat De geene / aen ioizix Deefe berigten fal bertroutoen / in faften ban njeerDer belang / geloof bp mijn VAN DE SLAVE-KUST. 10? inp l)cbbm ücrDicnD j en Dietf oen in ban gcoacftten / Dat 'er niet£ ongcrijmds in faï Roomcn* 3Jfe faï fjct UE., fo a\0 f|ct mp toerD aengeö?agt/ ïatcn toenoomen/ fonDer Dat ilïct kt$ banfjct mijne öp of af faï Doen / ten tuarc mp ïjacr manieren ban ontwerp mogt mi£* ïjagen / en Dat in 't Dcrïjaïbcn op De tot nocl) toe geïjouDene trand bntoetyengen/ 't geen ten uiteefïen alïcg faï sfjn/ Dat üïet meene aen te Doen; en op Dat U E. ooo? af mogt mee* ten/ mat Landftreeken Dat ïjet fitïlen 3i)n / fo DicnD tot UE. narigting , aï£ Dat ban Ardra af / De geheele Guineefe Bogt Doo?/ tot aen Rio de Gabon, mijn werk niet en ij?/ mitgga* Derè De Landftreek beweften De Goud-Kuft; altfbait Jet Goud- Riviertje tot aen Cabo Monte. 3Docï) a! §et obcrige moogt u E. boo? fjet mijne neemen / aï£ niet fonDer eigen ondervin- ding Dacr ban fp^eeftcnDe. <©it Dan mrtneg ac&ten£ genoeg tot U E. narigting gefegt toecfenDc/ fo nceme ife een aenvang , om UE. |>et oberige/ en non mp doorwandelde deel ban Guinea, te ï»efc|j?ijben. U E. geïicbe fïg te errinneren / Dat ife in mijnen vijfden Brief De Goud-Kuft ï)COÖe gecinDigt met t)Ct Dorp Ponni, alfjoctoeï ïjet Goud ban noeïj een tocinig meer neermaccD£ ftcen/ tot on£ toerD geo?agt/ namentïijft uit ïjet Goudrijke .tGoudrl-_ Landfchap Quahoe , aeïjter Deefe Landftreek ïeggcnDe ', DOCÏ) ke Land. toeegeng De toeinigc Remü£/ toeme ir ban Dat Land fjeb / fchapQu*. aïg OOR / om Dat De Jnwoonders ban Dien ïjaer Handel 000? hoe* Ïict meerenDeeï Doo? Aquamboe , aen Acra hoornen D^ijben/ o faïift / Dit oberfïacnDe / mp eenïijR aen De Zeekant ïjou* Den / met te fcggen / Dat De Landftreek tuffcfjen Ponni en Rio Volta ontrent een lengte ban dertien mijlen weegs neflaet/ toevDcnDc fielttOOnD DOOJ Acrafe , Lampife , en Aquarriboefc Negros. ©e Lampife £et>Den gier gun eigen Koning, met De naem ,t Konltvt_ aïg Koning van Ladingcour , DOCÏJ metterDaeD ï$ f)p / Ctt jtjn rijk van° Onderdanen (in&icnmenfe flegtg fo mag noemen) t'ecnemaeUading- Die ban Aquamboe onDerDanig/ naer toieng wil en weibeha- «>ur,wien» gen ^p (jjn levenswandel moet rigtcn } mant om fjct aider- onXnhSoo.n minfte ongenoegen Dat ÏTO / of De fijne / aen Die ban Aquam- rigc onder II. Deel. (Q boe ■ïotf BESCHRYVING deoehoor- boe ft^men tegcebcn/ fetcrDcnfc ban Defclbe fo jammcrïijft fiemheid* geftraft , Datfe fjct ecnigc jaren lang mongcn Ijcugcn / ^ct van A- fcjcÏR Öan nOCJ) aï bC natm ban fagtmoedig en goqdei tierend ftaen ^n D?ae3t » ^ant ÖP^Ötcil f>Ct Den Aquamboefen Koning maer va^ie'Sè *« ÖÊ ROp ftoomt/fa lartfe ïjpfc fecr ïtgt Ccn geheelevoetkor- fomtijds ter manen > toeïHc ftraf |\i / fcnDcr ïjet minfïe tcgcnfp^ceRcn/ feer vcei moeten onDcrgaen / aïè boerenbe Die ban Aquamboe ober Jidc"?n Öaer innnerg fa een voHLgen Gefag , aïg ober fijn eigen On- derdanen. Deere jj^t Land ig $icc ïangg ïjeen rcDcïjjR toeï bevolkt , tante* ifrêefrrï* ^ vrugtbaer, Docfj ön witnecmcntïKiD rijn in Vee , aïg Koe- In Vee"'* heeften, Varkens, Schapen, Hoenders, enz. , DctOtUiC l^ici* Dn^ geftjög? Dco£ De Swartc ban De GoudKuft rcDelijR goed koop, en in ccn g;ootc mecnigtc toerden ingekogt , om na De Bo- ven- Kuft te berboeren. en bywijien . 3£cn beroeren handel ban Dit volk nejïact in Slaven , toeïfte ook in den mccDe Dsoj gcfcide Swarten fcurrDcn gc^adD ; Docfj De meefte ^'eniian- toerDen ban fnee brtbocrb Doo? DcEngeifche, Franfche en e ' Portugeefche Scheepen. ^OlllbDijfen i$ DC Slavenhandel {fier fecr gelukkig, boo^namcntlijR ontrent ï)ct Dorp Lay. doch gaet i$et geoeurD oor toel/ Dat fo toanncec De Oorlogen Land- niet feeker. waerds in opfjOttDcn / Dat fjiCT gantfcr)CÏ.iJR gCCU Slaven tC UC* Roomcn 5ijn ; Dic£ Den handel op Decfe Plaets t'eencmacï on- wis tg i nt maer cenlijR DienD / om Dcfcïbc aï£ in 't boojbn baren/ eeng acn te Doen/ fonDcc Dat mener fleact op moet maant Land- ^00? fat ObcrigC geneeren flg DC Inwoonders » Öttitcn DC11 bouw, en handel, niCt DC Landbouw en Vifchvangft , ban §Ct CCrfle tamc. V-!J.7> !'^ ' -&3C{) ban 't laetfïC t'Zecwaerts weinig of niets , gcmcrfit ans • De Stranden ïjicr ontrent fecr (tciï en ban een mocijcïiiRc acnhomjl $ijn / en DcrMbcn met kleine Canoas op fommi&c ti)Den niet vaerbaer; DOClj 't gCÖJCR ban Zeevifch , tOCrD D002 De viichrijke Rivieren of Binnewateren gcnOCgfaem bcrgOCD- Rio Volta* Rio Volta, bCrmoCbCÏiJR DOOJ De Portugeezen fo gCttacmt/ eenfehon- fcjecgen^ fijn fhcïle loop eil uitwatering , Cin&ÉgÖ ÖCCfc Land- !,eRi7r' itreek. Saf 3Ht ijs? een feftoone en te gehjft oor mijöe Rivier, meejl altoos VAN DE SLAVE-KUST. 107 aïtoog fijn water fo fterft in Zee D^ijbenbe / Dat men Jet fomtijD£ drie a vier miiIcn tian De wal getoaer nan tocrDcn* J^Oe berre DCCfc Rivier fijn loop Landwacrds in ïjeeft / i£ nip onbeRcnD. 3£e (terne af / of uitlDcitering/ boerb gcfïaDig cen g?ootc mecnigre fwarc boomen mecDe / De toelRe fïg/ bOO? De mond bail De Rivier bafï fcttenDC / Cen hemels hooge branding beroojfaRcn / toaer D003 menDefelbe maer twecmael s*,are ^ pers met een Canoa boo?bp Kaïi toen > en Dat gemcenïijft vooTde3 ban April tot November toe/ bcrnüt£ men Dan l)kt ter Kuft fcive. ftil weeder geeft/ en OOR 0111 Dat fyet ÖÜH e^en bO0? De Regen- tijd !£ / en De Rivier gcbofgltJR fa een ihclle uitwatering niet en ïjeeft; Doejj na De Regentijd falmen'cr geen Neger boo?bp Krijgen / bermit£ fn aftijD get walletje langs getuoan fijn te baren/ 't geenfe per/ obermit£ gefeide Branding, niet en nonnen Doen. Viermalen ben in Deefe Rivier t'Schcep boojfcp gebaren/ en t'cïRcng toicrD'cr pmanb ban on£ volk acn Steng of in De Mars gcfonDen/ om Doo? 't pen ban De Mond te bernenncn/ of top Den feïben boo^bp toaren ofte niet ; en gemeenïijft riepen Defelbe ban boben/ Datfc De Mond fagen/ Dat top'er regt af/ en aen/ of een toeintg beooften of bcweftcn toar en/ 't geen De Schippers Doo? onkunde , en ift met fjaer / feer ba* fïeïijR geïoofben. Q?oc5 in Den jare 1699. met cen Canoa ban Fida noornen* De/ DeeD ïr mp fo Digt ïangg De wal Roeijen , aïjs? immers mogclijR toa£ / en De branding toiïDc t'oeïaten ; Docïi Ijoe opmerkend en nauw toefiende top OOR foaren / top en RonDCIl geen Mond , noeïj De aïDetmintfe opening nefpeuren / maer onDerbonDen De waerheid , ban 't gcenc mp beboren£ D003 cen mijner Dienaers (Die Deefe Reis te Land fjatr gcDacrt ) ban Deefe Rivier toa£ berïjaeïD; te tocetcn / Dat ïjp een toer* nig ban Strand af/ en DOOjgacnO' / wonderlijk wijd ig j Docïj Dat fïg ban ÏJCt Weften een geheele ftreek Lands bOO? Den feï* ben fjeeft gefet / en alfo maer een Rïcine opening obetgeïa* ten ; Diejt oor ïigtelijft te begrijpen ig / Dat Dit Doo? De wijdheid ban binnen / en 't fneï afïoopen ban fret water, een lïer&e Eb dooj Deefe kleine Mond moet ftoomen / 't geen/ <0 2 bp 108 BESCHRYVING bpaïbien be Mond , na ebenmatigljcib ban be Rivier , fijn topte &ab/ feefterïijR fo ftoaet niet en fottbe $#n. 3Docï) al genoeg gier ban. Lamp! , of Beooften voorfeide Rivier neemt fjet Cotofe , bflCÏJ ban be hetCotofe mcelXe t)et Lampifche Land genaemt / fijn aen vang. 3£an De Koning- Rivier tot j)et Dorp Coto Of Verhon , ig ontrent veertien mij. T,-k' len ; fjjnbe Dit Dorp b00?tijbg getoeeji Öe Woon -of Sitplacts ban ben Cotofen Koning; óaer bat iït ïjem in ben jarc i5qS. ooft öcb geflen/ en geffcoouen. Kleine ^it Koningrijk ig ban een fonberïtnge kleine Magt , en magt van jet meïne / boo? ben Oorlog met bic ban Popo , Dagelijks 'tfeive, ennocjj mm m mtt fê afneemenbe; meïftcn Oorlog ai eent* oor"ogSenö^ ja«n na ben anber geeft gebueeb ; en om batfe mak metdievanRanbce in magt meeft ebenaren / fo fïaet / npalbieufe geen popoj Vreede manen/ jjun gefchil nocg boo? eerfï niet te eiiibtgen/ ten mare een ban btiüz anbere Landen tot gun hulp toi|ïen te bcniecgen. waer onder tt tg giet boojnaemfïc / tuaer ban fn moeten leeven m beftaen,- en ool% tüUg Dat ik ban gaet te fcggen iicö. fcleinPopo. &an Coto tOt Klein Popo , i£ ontrent tien mijlen ; tDCÏft Land ennt al£ ïjet boomoemDe i£/ namcntlijft vlak, fonDcr Bergen of Boomen , en Utf UitncementïJCiD fandig; ja fODaiÜg/ Dat alle koft Die Daer too^D öcrctD / gcfïaDig nol band , en Dacr Dooj niet te mm i$ ; 't geen ife in mijn verblijf nan D?ie Dagen Daec ter Plaets UionDce meï getoaer micro ; mant liet ecten mi» Doog Den Koning njRcïijR genoeg toegefonDen/ fton om recDen bootfeï^ectien fcan mn niet gcnuttigD toer* Den / maer toa^ genooDfaent mijn nooddruft ban Boord te fjaïen. Desfeiven " ;©eefc overvloed ban Sand , fejaer meeDe Jet geljeele Land onvrugt- aï^ef öeDcRt tg / beroo?faeRt ïutr foDanige onvrngtbaeiheid, baerheid. öat ög inW00ndets Doo? Die ban Fida moeten gefnij jï merDen/ aïtang boo? ftet g?ootfïe geDeeïte* De Be- - 3£e Inwoonders aïïncr fijn Acrafe , 't overfchot ban 't Ko- woonders ningrijk acjter on£ Fort aen Acra , maer ban Daen fn Dooj van Popo §m Aquamboefen Koning in bOOtJ0C tijDeit fïjll verdreevcn. oórfpronk" ^^ ontkoomene fjebben fig ïuee tet necDcr geftagen ,• maec Acra e. Datfe tocl eeuroig fullen moeten ïilijbcn / aï£ De minfïe maetfcöijnlijfeïJciD niet fijnDe / Datfe oit toecDee in 't befit ban gun Land fuïlen feoomen. sfjnftrijd- ©an jjun Oorlogen met Die ban Coto jjeböen ton feereeD£ getoag VAN DE SLAVE-KUST. in gctoag gcmaeRt. £>v m fijn niet fecc rijR ban volk , bocj) baenvoor- Dacr tegeng rcDdijR ftnjdbaer. £>oo? tocinigc jaren ï)aDDcn namamiijk fe cen Dapper Ooriogsman rot ïmn Koning, niet name Af°rri> K0nJ*o «^ fyilöC Dcg tcgcntoOO?öi0Cn Konings Broeder. ©CCfcDecD jlg fcifdfr D03£ fijlt manhaftigheid Dftll CCtt pgcfi)R vreefen en ontiien. Oorlogen ÖcomamcntïijR berhrecg ïjp een grootcn naem, mannccrtc8ensdie Den Phidalgo ban Orrra tC0C!l^ fijn Heer en Meefter , Den Ko- JJJfJSJJJ nihg ban Groot *Ardra, opjtonb / Dc£fcïbcn Jok ban fijnïjafë der brengt! toierp I en Daercnbobm onfen Opperkoopman Holwerf ban ï)Ct leeven DceD OCCOObCIU ©Cn Ardrafen Koning, om DCCfc DllbÖdf fchenddaed tC Sijnaenflag tD?CCnen/ betUOOO; OCH voornoemden Koning Aforri, met fijn°PFida: Magt af te Roomcn/ t geen gcfepicDcnDc / maente Dcfclbc ïjet fo gaum met Die ban offra uit / Dat ïjp Ijem 1o D?a over- wonnen, al£ geilen ïjaD/ Degfclfg Land tccncmadverwoeften- de, en Den Overtreeder in frjll£ Konings ïjanDclt overleeverende; Doeï) met Decfe overwinning noclj niet te tyccDen/ cnDoo? Den Ardrafen Koning amgefet fijnDC/ tCCRt (jp OOR tegm£DcFida- fe tebcïD; fïg/ fonDer lang te bertocben/ met fijn Leger in 't bc* gin ban Der feïber Land ter neDer flacnbc ; Docfj miyl |jp ge; b:en acn Bospolvcr [jaD/ fotoagtc ïm om De Fidafe acn te,. . taften/ tot [jem $ei fcïbc / boïgcn£ örioftc / Doo? Den Ar- „^^^ drafen Koning foü tOCl'DCtl fOCgcfonDcn/ DetDCÏRC DacriUCDe noodfaekr oou niet ïang en bertocfoe/ macr feïjiurcfKm cen jjocDef-viagten. mcenigtc onDer cen groot geleide toe; Docïj bic ban Fidatjicr ban RCnnijJ RnjgcuDC / overvielen met CCn groote magt van volk Dit Geleide -, 'c fcïbc flaenDc / en aï l|et Polver ten Buit maaenbe; 't geen Aforri bcrnccmcnDe / en jlg bp gefaefc ban Polver tcgenjs? De Fidafe nictbcftanbig binDenDc/ neemt fcfticüjR De imjR na fïjn Land , en Dat InacrLjk te rechter tijD / mant Die ban Fida fycm 'tfanDcrcn Dacgs? met lyiiw ge- heelc Magt o? Dm Ijafg fbuDcn fint genomen / aï£ manneer tjpïigtcujR met al De fijne om een Ittgjc ïjaD gcracut. £ e Fidafe fijn viugt bcritacnDc/ gjaDDcn geenlujt om ftcra na te fetten / en toaren feer mcl bergcnoegD jïg feluen ban fo CCll gevaerlijkcn vyand bCCÏOft tC fïm Aforri toeeDcc tri fijn Land gefcoomen fijnDc / bcrfïonb Trekt te- Dat II2 BESCHRYVING cen$ de Dat Die ban Coto gereeb toaren ter gulp ban Fida op te treft* cotofeop 3 kcii/ upaïDien f)p Ö*t öaer langer fjaD gemaent. 3£it ver- waerdathydroot jjcm f0 fect / {lat ÏJp aCllfÏ0nD£ met een trotfe moed te* £nde"j- 8Nt£ De Cotofe optoog/ en/ niet anDer£ foeftenDe aï£mct De ne verfla- fcïbC handgemeen tC ramm/ fo taftte ï)p DcfelbC itl ïjaec voor- gen werd. deel aen/ Dic£ fp fKm °on fo toel ontfïngcn/ Dat'er binnen tochtig tijDg een goeD geDccïte ban ïjcm quamen te /heuve- len, toacr Doo? i)p atè verwoed toerDcnDe / met een dollen y ver , fonDcr op fig fdben agt te gecben / op Den vyand in fet/ met toien t)p fïgin t no^tc foDanig bonD ingewikkeld, Dat ïjet öcm onmoogelijn toa£ toeDerom te ftceren / macr ïfef / na een Dappere tegcn|iano / met beclc ban De fijne Op DC plaets verflagen. ©en tegentooo^Digen Koning , niet ban fo een g?ooten mocD/ Docïj ucfaDigDcr/ ïjeeft naberftanD Doo? fijn voorfig- tig beleid , De DOOD ftjn£ Broeders aen De Cotofe mei tocetente \s reeken, Defeïbe aïtoog op Qun fwakfte acntajIcnDc i tot Dat ÖP &aer einoeïijn / fo al£ rccD£ gefegt ïjco / ten Lande uk- gedreeven l)ccft. * Ce Popofe ©ic ban Popo onDcrïJOllDcn fïg met defelve middelen aïg leven mee- öc Cotofe, namcntïiJK met ban Den Roof te leven , C11 Den Slaven- Roof en handcl tc ^2ijben > Docg in öciDe obertreffenfe Dieban Coto feer siavenhan- ber re ; mant beel ftonter fijnDc/fo Docnfe meer met Den Roof dei. 0p/ cjtöicnboïgenDe i£ IjaecücDcj Handel ooftDc£ te g^ootcr ; Docf) om Ijicc een Schip boï Slaven te nrijgen / fou men cem> ge maenden moeten Doorbrengen. %\\ Den jare 1697. non in in De t$b ban D^te Dagen aïfjicc niet meer alg D?ic Slaven magtig tocroen; Docjjfpbcrfeener* Den mp/ Dat fo in nocf) macr D^ic Dagen toiïDc vertoeven, fp in frrtet fouDen $ijn / om'cr mp een ïjonDerD of ttoec te leveren. gin geïict mp ïjun voorftel toel te gebaïïcn / en na boord barenbe / cnDcr feïjijn ban ecnige Koopmanfchappcn , Diefp ciftcn/ te ïjaïcn / DceD inïjet Anker ligtcn/ en onDer RoüTop ^«ï gaen na Fida, toacr Dat in berflonD/ Dat ïjün Stropcry een Reis fo tod toa£ gehint / Daifc met ober De ttoeeïjonDcrD slaven door haer toaren te ritg genoomen / Die fp toen aen De Poitugcezcn , bchaeid. jjp gcb^eli ban anDcre Scheepen , moeftcn bernoopen. VAN DE SLAVE-KUST. 113 *DJt volk i$ bp UitnCCmcntfjriD Dief-cn Schelmachtig. <Êtll Si'jn Koopman , of Die fjet bewind ban DCll Handel ^CCft / Ctt £U% khdmadi- fnerkomt/ makenfe altoos taijjef / Datfc een deel Slaven in ,isvanae,f» voorraed f)CDbcn / Cll Dat Ceiiïljk maer Om ÏJCm aCIt Land tC Hoedanig krijgen; 't geen öacr gclulikcnDc/ fo fuïïcnfe Jjem/fonDcr nien van braer' gepluimt , Cll CCMgC maenden OpgcïJOUDen te (JCDDCII/ ^1^ niet tocDcr toten bertrekken. droogen*, ©e Portugeczen üJcrDcn bobcn alle anDcrc ban fjaee uitge- voorna. ' ftreeken , en ccïjtcr konnenfer niet ban Daen bïijben/ ommentüjkde DatfC bOO? ïjaer flegt goed Op ailDere Plaetfcn liauttilijkg Sla- Portugee- ven konncn krijgen. zen' 3?nDcn jarc 1698. bonD ik een Dcenfch Schip aen Popo)0okeen ïjctmclke Dacr langer tijD moeft ïeggen om vijfhonderd Sla- Deenfdi ven in te ïjanDelcn / aï£ ik aen Fida tot ontrent De twecdui- schip fend; in melken ti)D fp lÖDantgc preuven ban f)Un fchelmachti- gen aert aen De Deenen gatoen / Dat ik niet en geloof/ Die Landaert fjet in t tockoomenDe Dacr mcDcr fa! begijnen. <£en jacr of ttoec te booren (jaDDenfc ebcn een-sf met een en eea Engclfch Schip geïjanDdD / en Dacrenboben eenige goederen Engdfch. ontvreemd; Docfj Drfelbc te mijnen tijDe Daer meDcr koomen ™0a";ei '^enr De/ IjaelDe fijn fctjaDe on De volgende wijs fcuecDce in. £>o weet te D^a l)v (jet Anker boo? Popo ïjaD toten ballen / quamcn'er wreeken > aènfïonDg eenige Grooten , en Dacr onDcr 's Konings Soon , en hoeda_ acn boo^D / De mclkc ïjn ölïe in De Boeyen DeeD fluiten ; en nig' niet mccDcr log ïict / of al fjet voorige mag &em rijkelijk/ en met een goede winft , of opgeld , aïg een jaerlijkfe Rente, bolDaen. <©nDcr DC Regeering banbeefcg Konings Broeder mag I) et Tn voorige ïjicr becter te handelen, tnantDic'er fijn werk af makcnDc/ tijden was fou nietgeïeeDen ïjebben/ Dat De Europiancn cenig ovcrlaftnethi«wei ban De fijne micrD aengeDaen. 31» fö» *ijD Öccfit een Schip j*nhandc~ ban onfe Maetfchappy in elf Dagen aïïjier meer aïg vijfhon- derd Slaven ingcljanDcïD ; Docï) ik eu Denk niet / Dat fuïkg oit meer faï gebeuren ; mant foDanig aïg De Popofe tegen* moojDtg geaert^ijn/ flaet IjCt onwederfpreekelijk valt , Dat men altoog/ en t'allcn tjjDen/ De een minDer aïg D'anDer / ban Ijaer faï bedroogen UierDen. II. Deel. $ 33at ii4 BESCHRYVING 3$ at De verdere zeeden Deefer Inwoonders btfangt/ befoocf ift niet aen te Ijaïcn > toant om dat (jet Acrafe $iju / fo ig 't OOft tDd tC Dcnftett/ Datfe in 't ffllft ban Godsdienft , Regee- ring, enz. niet fecr verfchillende flllïeit $tjn. Groot getal 5P bonD Öïtc: / gcDuerenDe mijn verblijf, fo een onge* Rotten aen ïboflijfte mecnigte Rotten, Dat ift mp inbecïDc/ öen aert der ropo. Liefde te fto^t fouDe geDacn Rebben/ bpalDien ift De inwoon- ders met fjaD gcioacrfcïjoumD / Dan op fjun tegenweer toef fccrDagt te jfln / op Dat De Rotten , met notïj meerDer te vermeenigvuldigen , jjaer niet t'eeniger tfjD Jet Land DeeDcn ruimen. Groot po. $oc8 vicr mi*ilen mttt Ooftwaerts aen / ïjceft men £et Ko- po heeft ningnjk ban Groot Popo, lueïftcrg Koning eerfl onDer De ge- onder Kda ïfoojfaemïjciD ban Fida treeft gefïaen. «E oei) Den tegenmoo^ |0^e"}, DigCll Koning , D002 Öen Koning ban Fida in fjjn# Broeders vandcfeIveP^ct^ (öic W m BalKngfchap berfOttD ) gefWD fiUlDC / fo af: ||ceft f)p Den Fidafen Koning , aï£ tOt vergelding ban De gltnfl aen öem betoecfen / bc geïjoo^faemljeiD opgefegt / en ig ban Dm feïncn afgevallen. ^euDccfen/ ïjier Deo? fmacrhjft bcïceoigD / DecD een magtig Heirleeger bergaDcrcii / tti Doo^ De Franfchen ( Die ter Dier tijD met eenige Scheepen aen Fida r n oorlog ïagcnJ onDecfteunD/ fo met Geweer aïg Volk , fonDïjpfjet defwegens fclbe na Popo, om fjun alle uit te roepen i onDcrhJijïen Dat gevoerd ; \iZ Franfche Scheepen mceDe DcrtOaerftf fCÜDen/ om Popo ban uit et Zee te befeïjieten ; Docfj mijl Popo , ate een Eiland, mïDDeil in DC Rivier lag / fo mOCfïcn De Fidafc eit Franfche viotrcn gefyuiftcn/ omcr bp re ftoomeu; macr Die ban Po- po ftaöDcn fig foDanig in fïact ban tegentocer gefrefo / Dat* \'z tjuiute vyanden niet aïïcen boel ontftngcn / maer ocu met bebloede koppen De bïügt DCCÖ£U nccmen } fOUDee eeil cenig man ban De ïjare te bcriicfcit; fcoantfp uit mm Huifen, * "podc* fóïlöct tff fle» tc tOO?Dcn / Op ïjCt Fidafc Leger Dapper vucr de over. gdben ; toacr Doo? fp een goebc meenigtc Franfc en Fidafe hand be- veld&n , en Defcïbc iü fo een wanorder b;agten/ Datfe ober houd™. f^ cn j{0j, i met tytt tücgtuerpen ban Bun Geweer , De vlugt namen ; cn bpalDicn Die ban Popo tnm overwinning ÖaDDen bcrboïgD/ fo fouer bermocDeïijft gzzn eenen Franlch- VAN DE SLAVE-KUST. ir? Franfchman (OBCrmittf fo fnd lÜCt ter Öecit al£ öe Swarten ) get leven afgetyagt gebbcn. • feöcrt Dcefe ondemecming , fo ongelukkig booj öie ban Fida , geeft öe£jdf£ Koning get noit toccöcr met fijn eigen volk tiertoen bejocRen; macr ig tot nocg tocbcejlg getoecjt/ om anöere Landen Dace toe om te Roopen; öocg fctjooiUjcm get fdtoe reeö£ fcer becï geïD£ geeft geftofr / fo en geeft gp boeg nict£ gevorderd, mitg gp öan alïenanten toerö bcdroo- gen y en öicg i£ gp genooöfaent / fcgoon tegeng fijn fïn/ Den Popofcn Koning een vrecdige Befittcr ban fijn Eiland t€ laten. $are Manfchap ijs* fcer gering , en ban öe Fidafe tocröenfefo bcnautoö/ öatfe get vafte Land nautoh)Rg met tyceöcnmoo- gen bebouw en , toacromfe oor mceftcn t$ü gebbcn aen Leef- Hebben togt gebbcn / en ban gonger fouben moeten vergaen , bpaï gebreke» Dien gun get feïbe niet ban anöere Piaetfeniijicrötoegeboeröi Leeftogt. en goc groote vyanden fp ban Fida $ijn / fo nrtjgenfe öocg gun meefte onderhoud öaer ban öaen. <£n fcgoon Den Fidï- len Koning get feïbc op Lij fttraf geeft bcrbooöenv fo en laten De fijne get öocg niet/ ter toiïïe ban öe winft , Die öe Popo- fe gaer geebcn. ^e Groot- Popofe gOUÖen fïg meeÖC met öen Slavenhandel siavenhaa- opj öie fp / atë'cr geen Scheepen bp gaer feoomen/ aendeh Klein Popo ïaten toerfeoopen ; boeg gun «rootfte winft beftactmit derfi uit öe Vifch , öie fp in gun Rivier vangen , en elDerg ïatcn vanvifch. verhandelen. ©oo? cenige jaren gebbcn top gier een Huis , ofte Logic gegflö; Docg OÖermitg Öen geringen Handel, feöcrt De vyand- khap ban Fida en Popo, gebbcn top get/ nacr't oberïijDen ban onfen Koopman , berïaten; en'er feöcrt geen Handel meer gcö?eebcn. 3£it Popo i-sf get cerfte/ 't geen mcnonöcr öe Ardrafe Lan- Popo onder den mag reehenen ; Die Tael toerö gier oor met toeinig on- Ardra ge. derfcheid gefp?ooRen- ©e Regeering gaet gier meeöe op een reekend. anöere boet j öocg in öe beichrijving ban Fida fuHen top een # * fcgetf ti6 BESCHRYVING feïjet£ geeben / fjoeDanig De Ardrafc Landen merDen foc* fïierD. Beginvan <£BC» bcooften Popo neemt KjCt Fidafe Land fijn aenbang ; het Fidafe en HOCf) vier a vijf mijlen mttt ÖCnceDcn IjCtft men De Rheede Land en gn Aenvaert. Rhee e' <&eefe Aenvaert ig DOO£ De afo^rjflcïij&e branding, Die men SU Ö*cr SdïaDig ïjeeft / fo moeijdijft / en boï gevaer , Dat men nietfonDcr Deuiterfte vrees ban om te ballen Doo? Defelbe aen Land fean feoomen. 9fn De Maenden ban April, May, Juny en July fyanb De Zee tytt fo fel / Dat men / gdrjft {jet spreekwoord fegt / niet Dan op Den dubbelden hals ban of aen Land Ran Roomen. waerdoor «©meent Deefe tijD gebeuren ïjier beeïc ongelukken, fo lukkende. mct &et b^innen ban menfehen, afë 'tbcdiefen banKoop- beuren:° * manfehappen ; mant De branding fo fliel en ftCrR ftomt actt te roïïcn / Dat in een ogenbïiR Canoa en volk ïjet onDerfte ftobcn/ en De Canoa aen fpïinters? rocrD gcfïagch ; toace DOO£ alle^ mat in DC Canoa i«sf / gebaec lOOpt ban te veron- gelukken, llitgefonDecD DeRiemadoors, ofteRoeyers, Die fïg Doo? fmn vaerdig fwemmen noeïj ten meefïcn tijD toecten te redden. 5©it omwerpen ban Canoas i$ DageIi)R£ mecft» en eenige %\{ 't jaer 1 698. , toannccr in ïjier toa$ / bedooren ïner/ voorbed- fcefjaïbcn DC Slaven, bfjf menfehen ^etïecbcnj aï£ een Portu- van. aCr geekh Kapitein , ceit Schrijver, CU ttjic Engelfche Matroofen; Segfaibcn noc$ twee Kapiteins , Die boo? DooD aen Land mier* Den geï^agt; en ïjet namaeïg noeïj beftorven ^n. g? ecfe Aenvaert fjeeft mp / of De Maetfchappy , on berfeïjeï* De reifen Obet De tweeduilend gulden gefeofl ; DOCtf De Engel- fche , en anDere / Die fo gocDe en erbarene Roeyers niet fjaD* Den / ongelijk mecrDcr. Sterke $0CÏJ CCIl ongemak i£ men gter Oltteent voorfeide tijd on* suoom. öeetoo^pen ; namentïijR een ïjecbige Stroom , Die om De, Ooft ïoopt / en met geen Boot nocl) Chaloup ftan DooD geroeiD merDen ; maer fijn De Boots , Die ban boord $(jn / genooD; faeftt/ ïjet Dreg in De g?onb te tnerpcm toeïft een en anDer ongemak De Scheepen gier fbmtpg een£ fo langen tijD Doet opïjouDen/ af.tffe ban nooDen jjcööen tot inhandeiing [jacrDcr Sla- VAN DE SLAVE-KUST. 117 Slaven; DOCÏ) Dit ObCC/ Cll ClCtl Land gcROOIUCn ftjnöC/ t£ï)Ct of men bn manier Dan ffeecnen / uit De Hel in Den Hemel J F"Jafe Komt ; mant bet blijRcIijR gebacr ban De Zee ontftoomen / K)a0nfd d^r at macr een Ijaïf uer ban strand fo een fcijoonc Landsdouw fijliaenge- boo: oogen ftcnDc / fa ftan ïjet niet minDci* 5ijn / of men nacm ge- mOCt fxg tot in Dell geeft verheugen , fo mccgcn£ Ollfc verlof- l!S^ts fing , aï£ De tOCROOmcnDc geneugten, Die 01l£ Dit Land D00£ S°C $' fijn acngcnacm gcfïgt bcïoofD. T>W bcrfcÉjciDe reifen ïjcb tfe ïjicr ïjuür gcïjouDcn/ en in Hoe langen alïc£ ontrent agt maenden tijD£ Doo?gcb?agt / niet Dat ife fo "Vrijvet langen tijb tot mijn Handel Dan nooDcn fjaD; in gecnen Dec-aenFidais ïen/ in ï)cb f|ct eenc Schip dooj bet anDcr gcrccRcnD in min- geween. Der Dan een maend afgcbaerDigD / ja fcïfg D?ic Dan DefelDe pDcr in veertien dagen ; macr ïjet oberige verblijf ig bcroor- facnt / Dat naer een ]agt om mn af te ïjalcn / fjei» moe* ten toacïucn / of oor meï om mn tot De Reis bacrbig te maften. <0cDuerenDc*mijn bcrbïijf abjicr/ ïjcb in aïïc mogelijke mid- StrneljkeItripi. delen acngcmenD / om De lengte en b?cebte Dan Dit Koning- dr™ "a £ rijk te moogen mcetcn/ Docï) ift en &cb bet tot mijn volkoo- men vergenoeging niet ftoiuten erbaren ; ate ecnïijR / Dat fjet lang£ De Zee een lengte Dan negen a tien mijlen bcflaet. %n fijn miDDcn fïrcftt fjet fïg ks a feven mijlen Landvvaerds in > macr Dan ftomt ïjet fïg totjDer£ aïg met armen uit te b?ci* Den / macr Doo? (jet op De ecne pïact£ ïneï tien a twaelf mij- len b?ecD 10/ en op ecn-anDere pïaetg? tuccDer ongehjRmin? Der j Dic£ Ijct mp onmoogeïijft i$ i om Dan Dc£fcïfg uitgc- breidheid itt$ feenerg te {lellen; Doeïj Dat en fai DcRoopnict ccn£ tyeeftcn. 3Dit i0 alran.sf feefter en maeragtig/ Dat Dit Land foDanig Groote en bewoond en volkrijk i$ / Dat men in een Dorp aïïeen / a\& JJJjJ'? 'sKonings , of CClÜge fijner Onderkoningen, fo beeï menfehen rp n* ïjeeft/ £d& inctïl gemeen Koningrijk op DcGoud-Kuft; eilDatt Deefc groote Dorpen ïjeeft mcn'cr aï eenigc in Dit Land , be* ook cen ïjaïben ontalïijR Deel kleine , tnelfte men ïjet gebeeïe Land meenigte dooj (fommige maer cen Snaphaens-fchoot Dan Den anDcr) van kleine, fïet ; mant De gecne Die buiten De groote Dorpen tuoonen/ $ 3 flaen n8 BESCHRYVING (Tacn fï0 get gegecle Land Doo? ter nccDcc ; pDee Httisgefm rigt fo een Dorpje og/ enbcrg?ootget felbe gcfïaDig/ al na fijn Geflagt bcrmcerbcrD. schoen ge. i^et g?oot getal ban Dccfc Dorpjes , roemer^ Huifen ban flg\i°?jde nobcn meeft ronö toeïoouen/ en ronDom met een aerde Wal van Dor. of Heining omtoogen $ijn/ init£gaDcr£ De g?ootc mecnigte pen en ban alberganDc fegoone en googe Boonu-n , Die boo^Dagte* Boomen. Jjjfc fa tm UJClgefcgifctC Ofitt fcgljltcn geplant tt Jgll / geeft Den gecnen Die fïg gier opgoitD / get fcgoonftc en foetfte gefïgt Dc£ toccrcïD£; en omcr norg racer bermark en bol* a ook om niacktgciD acn te geebcn / fo geeft men in Dit gcgcele Land fijn vlakte. Berg nocg Heuvel , toeluc pmanD De tüi)öc iittfigt fouDe moogen beletten ; macr tod Dar get Land , fonDcr öat men get getoacr incrD / ban langfamce ganD rijft / en manncce men een ner of traeegegacn geeft / en fig omkeerD/ fofict schoont nten De aengenaemfte Valleyen , oie men fig fou moogen bcr* Valiejen. DeCÏÖClt j CIl ik kalt lUCt Denken / Dat eenig Land DcfdbC fo fraci fou fconncn uitïccbcrcn. 3?;acrenuobci1 i& Dit Land De mecftC tijD ban 't jaer even groen etl beplant, alg met drieder- lei Koorn , Boonen , Pattattes , ett anDere Aerdvrugten meer; en Dat fo Digt on inaïkanDer / Dat men on fommïge plaetfen maer eben een voetpad om te gacn/ ober negouD ; toant fo Wel be- gierig fijn De Svvarten gier Op get Land , Datfe alle plaetfen , bouwd-en oiefe Dennen eenigfmtg vrugtbaer te jijn/ f uilen beplanten, 'hril " ^e^ t0t mnncn öc Heiningen ban gun Dorpjes en Woonplaet- fen, en Dat met foDanigen nbec / Datfe Den eenen Dag Deefc vrugt inoogften , en Den anDcreit Dag roeeDcr ictg anDer^ ful* Jen zaeyen , fonDer get Land tijD tt geeben / ban uit te ruften. 3De aengenaemheid Deefc£ Gewefts geeft ttin ÖcreeDjef al fo bcrrcbcrbocrD/ Dat ik/ fonDcr get te merken/ aen/ in/ ja 't gegeeïe Land al Doo?toanDelD gen; Docg tngl get megeng fijn boo?treffclgkgciD fna Deefc Kuft te reenenen ) töclber* De be- DteilD/ Dat mener een affonderlijke befchri/ving af markt, fa wFW?in öcn ift boo?neeracn£/ om get al te fanten in drie Hoofdtaken drieën Ver- te bcrbeelcn; cn'eerjtelgk van hun aert en zeeden , ten ttnee* ieeld. Den van hare Regeering en Godsdienft , en ten DerDen van het Vee, VAN DE SLAVE-KUST. 119 Vee , en de Vrugten deefes Lands , tC Q&tïl fp:eCReil. 't €erfïe fal De Stofvethandciing ban Decfe 3ijn/ en bet au Dcre pDer een Brief in 't bpfonDer. 5: oeï) U E. fuït fig ge* ïiebentctrooften/ bpaïDienfe/ en boomamemïi)U Den Dee? fen / mat lang moogen ballen ; 't en fal mp niet verdrieten , om ïjet op 't papier te brengen. SDod) Dunftt UE. De tijD om liet te ïeefen te RofïehjR * Wei aen ! in meet beetcr raeD. icïjeucD tytt ongeleefene acn fïtmben / en beefïgt ïjet ter beboo^ïijfter pïaerfen > Dan fal in buiten verwijt , en U E. buiten verfuim blrjben. ÉcnbeïangenDe (jet eerfte / moet ift fcggen / Dat De Be- inboHi der woonders ban Fida alïe Swartcn , macr meeDc ih tot noef) toe Fidafe' eentge verkeering beb ge&aD/ fcer berre obertreffen/ fomcl in goede al£ quade hoedanigheeden , rjCÏtjK U E. in 't vervolg, De moeite neemenDe ban Dit te (eefen / fuït getoaee toet; Den. <£erfï fpjeencnbe ban De eerbiedigheid tegeng on£ / moet Hun eer- in betuigen / bat fo meï De groote aï£ kleine , on# on De ^digheid fagtfie / bcïcefDftc en nceDjigfrc mijfe De£ toeereto£ bejege- gg^, nen; gaenDC bun befcheidentheid fo berre / Dat Daer alïe S war- nen.. ten on£ gefïaDig / om Verecringen te gjebben / moeijelijR baïïcn/De Dccfen in tegenDeeï nott ict$/ buiten Den Morgen- drank, ban on£ fuïlen eifegen 5 en fotiDen feïber ïieber ictg aen on# geeben / cï£ ontfangen ; uirgcfonöerD na berrig* ting ban Den Handel , raamteer fe gaerne flen i Dat men Den dienft , Die fp om? geDaen bebbcn / erncnD 5 en bobenDien bïijben fp oor bafï en onro?iRbaer op gun oude herkoomens en koftuimen ; Doeb Dit beftaet beiDe in rceDcn / maer tegeng niemanD flg ook beï)oo:De te (tellen, ^cgeng maïfcanDcr fijnfe fo beleefd, en Den minder acn Tegens fijn meerder fa eerbiedig, Dat IR' er mp ttt Dc?t begiUllC g?00* mafkandeft teïijRg ober bcrmonberDe ; mant fopmanD ban bacrfijn |.ewec.teJ' meerder gaet bcfoeften / of Dat bp Den feïben bp geba! om-- v^fi£ moet/ fo fal bp acnftonD£ op fijn knien ballen/ en Deacrde meerder. tot Driemalen achter een Ruften ; onDertufTcïjeu Dat bp in fijn handen fcïapt / en fijn meerder , nebcn£ 't raenfében baU CÉH gelukkigen dag of avond , tC gcljJR OOR zeegend ; fjet geen I20 BESCHRYVING geenUan Hen anDer aï flttenDe / of fïaenDe / fo aïg ï)p 5^ bonoen too?D/ maer jïmpeliiR toerD beanttooojo / met foei* je& in fijn handen te Mappen/ en oen anDer meeDe een goe- den dag te öieöeni en aïg (m feer beleefd mi! $ijn / te feggen/ ^ is genoeg. ODnDetïöijïen blijft oen ccrfïgenoemDen op De aerde jïttcn ofïcggcn/ tot Den anDer toeg ijs? ; ten mare ft)n beefigheeden ïjcm elDer£ anDcr£ riepen ; ate manneér én / na verlof berfogt te (jennen / aï nuiipenbe toertreïtt i mant tn tegentDOOJöifJÏJCtD ban fijn meerder op een Stoel of Bank te fitten/ foubooj een fware mifdaed opgenoomen en geece* neno toerDcn. Ook van 4Ete\j$kt eerbiedigheid ÜCtOOllD DC jonger Broeder acn fijn Broeders, ouder, De Kinders acil gnin Vader, C!t Oe Vrouwen OiltrentfjlM hinderen Mannen, heette ban Dccfe / Oic in ïjier l)cb genoemt/ faï en Vrou- gcn fyn meerder, Broeder, Vader, of Man , ittg ObergecbCll wen' of ontfangen/ öan geknield, en met öeiDc De handen te geïijnv aïfo fuïft£ nocï) meerder onderdanigheid up jjaer netecncnDs en fofc met Defeïbe fpjeenen/ fo ïjebbenfe aïtoo£ De handen boo? De mond , om Den anDer met jjim adem niet te ber* beeïen. Hoedamv 3©anncer tmee ban gelijke ftaet of waerdigheid Den anDer ont* twee Per- moeten/ moeten fp gcïijnerfjanD op ïnm knien ballen/ in De (bonen van handen BÏappell/ eil OttDcr (jet töenfcïjeit ban eelt goeden dag ^'^^mamanDer zeegenen. ©mi \tf geïijfcen DoeD aï ïjun gevolg bejegenen, ban toeernantcn / ïjet gecne niet onvermakelijk i£ om te aenfefjontoen. 'tNiefen ^ltDicn CClt voornaem Perfoon Op gebal ROmt te niefen, van een f0 uaïïen De geene / Die Daer tcgcntooo^Dig 51)11 / op jjnn Perfoon"1 knien » Cn ,la De aercie S&Ufi / m öe handen tCgeil£ eelt >on' gefïagen te ïjeoöen / tijenfeïjen fp fjcm aiïe geluk en voor- fpoed. Gebruik in Wanneer pmanD ban fan meerder ktg toerD bereerD / fo 't ontfan- moet ïm / fyct feïbe ontfangen fjeouenDe/ nieeDe m De han- gen van jcn klappen , en / na ïjet nuffen ban De aerde , Den feïben ge"""11" && neeDng bcDannen. &o?t om / Den minder öetoono fïg aen De geen Die noben Ifjem #/ fo onderdanig, aïg in geïoof Dat op een Plaets ban De geheele weereld gefcgieD; regt anDcrtf aï£ VAN DE SLAVE-KUST. ui a!£ öe Negers ban De Goud-Kuft , Die / fonDer get alderminfte onderfcheid, aï£ CCI1 Deel onvernuftige beeften onDer malftatlDer lecben. 2[n 't Volgende, namcntïijlf Den arbeid, tïerfcgiïïettfe Arbeid- met De fo eben gcnoemDc ooft niet tocinig j toant Dacr Die jaeenJh^ De luye lecdiggang op ||Ct ÜlCCflC lieven CIt beminnen, Dacr fijll er ' 3 öeefe tn tCgetlDeel / fO tDe! Mannen aï£ Vrouwen , fo yvcrig cn arbeidiaem , Dat fp / iet& onDer ganöen ïjcuocnDc / niet fuïlen aflaten / boo? en a! eer get befegiftt i£> foeftenDr geftaöig om maer acn Den arbeid te oceanen / maer meebe fp ict$ moogen minnen $Ult Handwerk Öltitcn Den Landbouw , inacrban nirmanb en wat hun ban öe Koning , en eenige Grooten , b?p jijn / öeftact in Handwer. get fpinnen Dan Katoen, weeven ban fracije Kleeden , mailen jen Land™ Dan Calabaflen, houte Bakken, AfTagayen , Smeedcn , en beel bouw zijn. anöcrc konften meer/ Die gier in cntmcerDer boïmaefttgciD fijn Dan o» De Goud Kuft , ooft eenige / maer ban Dcfelbe KÏCt De alderminftc kennis gebbeit. «SmDcrtuflcgen Dat öe Mannen öu£ aen Den arbeid $ijn/ en werk der fitten Der fclbcr Wijven ooft niet ftü , maer brouwen of koo- Fidafe ken Bier , maften CCten Om te verhandelen , aï£ ttll Gaerkcu- Vrouwen. ken , ftïacr ; met get gcenc fp fig ter Markt begeeben / om get feïbe/ ncben£ gun Mans goederen, te venten, fo öat een poer/ fo mei Vrouw aïg Man , uit i$ l om geld te minnen/ en aïg tcegen£ Den anber fcgijnen te pberen / mie gier ontrent get mcefi in De meer ï$-, maer ban fp Dan ooftgeel rijfteïijft lecven , en niet Doen atè De Negers ban De Goud- Kuft, Die niet een goeDe mono boï Der ben eeten / manneer get gacr mat veel geld fou moeten ftoften. S^eefe in tegenöeeï/fo iDeï hooge aïg lage Standsperfoonen, Leggen eeten ban get befte Datfe ftonnen ftrijgen / en fo ïang aïgfe een goed mat Rebben / en Dan fijnfe Daer meer op uit om mat anDerg leevcn mct te minnen •, maer miï men met een leedige buik , of hongerige Scn? maeg , gun aen Den arbeid gcbbcn / fOU bOOJ een doove mans deur geftïopt sim ; Doei} gier in geebe ilt gaer ooft geen ongelijk, fp moeten cerft get gevoel geböen / maerom Datfe arbeiden. II. Deel. 4& 1^00; I22 BESCHRYVING Laten üo ®00? toriniff Loon gccbeitfe f!0 Dit! te arbeiden obct ; en voor een Den dienft , Die top batl Den gemeene man ttCKKCn / ÖCfïaet genngen in 't D?agen ban Ollfe goederen , ban 't Strand, tot aen'sKo- de^beld nin*s DorP' ^ae* Dat top onfe Huisvefting ïje&öcn. <©ü i# oebmiken. Ontrent drie mijlen weegs ; CI1 D00£ pDet dragt Koopmanfchap- pen öctadD men gcmeenïjjft fcan agt tot twaeif ftuivers, al na gcfeiDc dragten ftoacr $ijn. ff Der dragt geeft frtngefcttc p$$7 Dicjgf u E. toe! ftonD afmeeten / Dat tie menfehen alhier gun lijf ligfdijft en goeD Koop berftucren. Jlfêaec auer Daer fcïjuilD een boefje acjtcr / gelijft u E. in 't vervolg fuït jïooren. Lopen feer ,$Bct een fware dragt , feïf& tan honderd pond , Op ïjacr fnei, de iaft hoofd , ïoopenfe gefïaDig fo rag on een draf boo^t / Dat top hKt hofd mct cn£ leedige lijf (jacr niet fouben nonnen DpïjotiDen / voort! fonoer onjsf ten utteeften te bermoeijen. 55c gecne / Die fjicr ban groot vermoogen jijn/ D2ijbcn/ ïlUitcn öen Landbouw (Ö!C OllDcr £un Opfigt DOO? fjiate Wij- ven en Slaven toerD berrigt) grooten Handel met Slaven , en aÏDCC^anOC Koopmanfchappen. erooten ^e slavennandcl toerD fo nacrftig ban fjacr toaergenoo* handel in «ten / Dat fp in ftaet $ïjn / Om ptiet maend once DC duifend slaven aen Slaven te leeberen / toeï te berjtaen alg'er aen Jakin , öat Fida. onDee Groot Ardra fïaet / en maCC drie mijlen ÖCnecDen Fida i0 ge! eegen / geen Scheepen $ijn; toant aï£Dan gaet fjet pier fo bOO^fpOCbig niet/ gemerfet öen Groot- Ardrafen Koning, D002 toieng Land De meefte Slaven moeten noomen / in fo een gtüal / om fijn eigen Land te uegunftigcn / De weegen na Fida DoeD fluiten / en ïjet berboeren ban slaven na Der- mater** op ïjet ftrerrgfre beruicDcn / in toeïncn trjD fijn On- derdanen met Die ban Fida ( reegen^ toieng Koning typ een eeuwige vyandfehap ïjceft) rcr fluip / en fted£getoi)£ moeten Handelen, toacr in Dcfdbe ooft gantfeï* ttietgeö2cnnig $tjnj afó'fnm tocinig met fjet vcrfchiltjarcr Koningen öemocpcnDc^ <£cïjtce i# ïjet tod af te mecten / Dat Den Handel in Dien tijD fo gduftmg niet fijn ftan / Dan toanncer De Koning ban Ardra aen fijn Onderdanen Deö vr/en Handel met Die ban Fida toctfaet. VAN DE SLAVE-KUST. 113 $5>C focrtlCre zeedcn Clt gebruiken Der Fidafe (pytffct ttiet met Verdere öcnGodsdienft bermengt 3ijn) ïjebbcn met Die ban De Goud- jeeden der Kuft een gocDe obcreenftomjt/ bcfjatotn Dat Dcefc / a!^ ife1:ldale• rccDg gcfegt fjcb / inaïleo' b?n rijliclijHer te toern gaen; toant oacr De Negers oan De Goud-Kuft figbcrgcnocgenmetTrouweH een/ tmec/ D?ie/ en De voomaemfte op fijn meeft met agt/ f0ndcriinS tien of ttointig Wijven , Daer ftebbener De Dccfc mei beertig veei w£ Of Di)ftig/en De voorname Kapitcinen DjtC a l)!Crf)OllDerD/ OOK ve"- eenige toe! Duifcnö / en Den Koning tuffcljen De bier en bijf- DuifenD ftuhtf. 't ^ootfïc gcDecïtc Dccfcr Wijven Dienen macr fimpdijït om boo? gun Mannen in t Land te arbeiDcn ; Docïj De moifïe en fraeiftc öïpen in (n«£ / toaer Datfe mecDe ban Den ar- beid niet fijn bcb$D ; be&alben Datfe noeïj Dacrenbobcn gun Mannen moeten oppaffen en Dienen /gemernt De Negers, Die bail eenig vermoogen 31JÏI / geen Mansperfoon in De Woonin- gen, feiaer Dat gp fïg met fijn Wijven ontï)ouD/fuïïcn laten kOOmen. Sijn op de- 32c Mannen fijn fuer fo monDerfijft min-yverig OpïUM Wij- felve fo ven , Datfe Defcïbc on fjet alDerminfïe vermoeden aen De Eu- min -y/ e- ropianen, om iscrb o crö te fcucrDen/ berftoopciii enniet aïjBf3|'0phet De Negers ban De Goud Kuft , toeï&e fïg niet ontfien / om minde vee.' met fjatre Wijven een openbaren Handel te D 2 tjlö CU. moeden ij^ier gact ïiet gefjeel anber£ in fijn toerfe; roant&nalDien^nr^.eer- nmanD t)ier een anDer manier 'Wijf afïoend,fo i£ ïjp genoeg* aoTde'Eu. facm lijveloos, inDtell De Beleedigde nWCC bail eenig vermoo- ropianen gen i«s? ; ja feïfë geraefct / om De mifdaed ban fo eenen/ fijn veikooPe»- geheele Geflagt fottltljDO' lil Slaverny. over 't be^ 5DetigaenDe Dcg Konings Wijven j inDten CCn Mansperfoon flapenvan Defelbe maer aenraehtc/ 'tfnbn ongeluk of al willens, fo foueenvoor- fo eenen fijn kop, oftenmtnftcn fijnvryheid QUijt 51)11 j en"aemPer- tOt boete ban fijn onnoofele mifdaed , fïg felbeil een eeuwige ^°V,a Slaverny moeten onDertoerpen. afèacrom oor aï De gecne l>% Konings Die Ontrent 's Konings Wooningen tetg U Doeil Rebben / fïg Wijven met toepen laten ïjooren/ op Dat 's Konings Wijven moogen muog?n berbagt jijn/ Dater een Mansperfoon ontrent i£. aM^eroeri <©m Die feïfDc rceDen ïaet fïg De Koning, fo alg in luer werlen. <0 2 booren i24 BESCHRYVIN G. bOOtCII ban D£ voornaemfte OOR ÏJCÏI gcfegt/ &miten£.gjuijg ban frjn Wijven Dienen/ fonDet Dat'et oit eenig Mansperfoon Ï11 ROtnt / ten fp'et Üt$ tC vermaken ofte verhelpen ig / in meïR gebal öe Wijven fig fa lang aen een anDete nant moeten ïiegccben. Ookeeni- JEamteet De Arbeiders Op Dt Daken, Ottl tet£ te verftel- ge niet be- ien , moeten $ijn/ fo toepenfe meeDe gefïaDig/ ten einöe De fien- voornaemfte Vrouwen Deg Konings fig fo lang ÖinilCliS l)lli£ ïjouDcn; mant ïiet be&n ban De foDanige feïfê? boo^eenmif- daed mctD gcteeftenD. Hoedanig <£>0 iüAimCCt 's Konings Wijven na 't Land gaen Ottl te ar- >s Konings beiden, 't geen Dagel#R£ met beel IjonDetDen te geli)ft ge* SnSnhüPcurtl/ f° fuHcnfc/ toanneet fjaec een Mansperfoon om gedragen, moet / aï ban bette toepen / fta ruim; Demeïlte Dan aen* ftonD£ ban De roeg af op fijn knien balt / en / fonDet jjaet tcn& ttt Deegen te Drtben aenften/ boo^öp ïact gaen. De Koning #m &Ct alDetminfÉC ongenoegen, entoeegcn£ beufelingen, verkoopt bctftoopt De Koning fomtijD£ een fïult of ttointig ban fijn fomtijds wijven, fonDet Dat Det felbct getal oit Romt te minDctcn; sedelke roant *& *an f*!n Kapiteins , niet ban De minfïe Rang, en fijner wij-toemc obet ïjct Fidafe Scrrail opftgt ïje&öen / ïeebcten fjem ven, ronder alle Dagen toeeDet nicume in De plaetg j mant fo fu mart dat h« ge- tm ftat^ Vrouwmenfch fien/ fo o?engcnfe Defeïbc tct Den i'rd wwd." Koning , iuaet tegen ftg nicmanD in 't ge&eeïe Land Derf flellcn. %l$ een Dame fep Den Koning gcö?agt t£ / en Datfe Ijcm fieïjaegt / fo roetDfc een tci£ of D:ie ban ïjem bekend , Daet na moet fp 't betbolg ban ïjact leeven aï£ een zeedige Non beesten. Niemand <®m Deefe oojfaeft töetoert De Vrouwlieden ooft gmtfcï) wilgaem Oïlgactn tOt een Vrouw Dfg Konings betROOtCIl; JttcfeilDc «n Vrouw öc fommïge iJCbet een haeftige dood , aï£ f00 CClt verdrietig des Ko- . nings zijn , leeven. m ■ . . maer gee- IDoo^ tmee jaten wtlDen gefetDe Kapiteins een mot jong ven eenige Meisje tot Den Koning bjengen i Docï) mit£ fp niet beel neïjagen fig kever jn ^n Nonrje-ieven JjaD/ fo ontblngtte fp nit ïnmne fjanDcit/ doodo'ver. en fig betoolgö ftenöe / toetpt ftg nit m#ttoo|ïigDeiD in ten VAN DE SLAVE-KUST. 125 een Diepe Put , toaer infe berfmoo?De. 3Jr faï ïjct aen De Vrouwtjes obcrïatcn / om te oo^Dccïcn / of fo een 1 Die Dat gecne 1 't tocUi fjaer ïjet meefte vermaek fcan gecben / niet ongelukkig i£ / ttiannccrfc ïjet fdbc na CCn rci£ Soenens of ttocc met p moet bcrflijtcn. aDccï occtcc tüa>ef 't Dan noit/ aï£ toanneerfe fo ligt niet in verfockingen fouDen bal* len. ^ocïj/Öoiïa! nietljoogcr. 23p 't affterven balt DCll Vader Dc# Huisgefins, erft DC oudfte Dcoudfte Soon aiïC DCgfclfg Goederen , oor fijn Wijven , Die ïjp |oon is boo^taen boo? fijn eigen tjouD / en beefïgt 5 uitgcfonDcrö SmST" De geen Die ijcm tec mccrclD ïjceft gcb?agtj Derncïne ïjp ccn n'jnsva- afgefonderde "Wooning , en noodig onderhoud ( IIlDicnfc ban (ÏJJ ders Goe- ceren en felbcn niet ftan bcfïacn ) bcrfcljaft. mt ï$ op Den Koning, De Kapiteinen , en OOR Den Gemeenen man , gcbjiuiRCÏiJR. £>ccfcn tcgenmoo?Digen Koning i£ oor aen ttocc ban fijn DenKo. eige Dochters gctroutDD getocefï; Docïjmijïfe bcrecDg fceiDc n«"g aen overleeden jijn / en fijn vreugd met Defelbe ban een korte |yn «jjgj duer gemeejt i£/ fo öeelD ï)p fïg in/ Dat De Goden fcemlner gc°r0uwd. mecDe ober fijn Schenddaed Fjebben geftraft j en Dicg (jeeft ïjp ooft gefwooren , DugDanigcn daed noit meer te fnïïcn onDcc* neemen- <©m in geen verfoeking te batten / trouwden ïjp te mijnen u-mrou- tijD fijn eenige Dochter uit aen Den Engelfchen Koopman, Dié wen van alfjicr Den Handel tucegeng Dien Landaerd toaernam. *9Jh een Doch. fecr typ met Ijem fijnDe/ beftrafte ïjem (ucr ober ; en om Sf^sT Dat öpfe mp niet eerjt IjaD aengebooden , öcfïoeg iR $em al den Engel. lacïjenDe in een fecRcce Boete , 't geen fm gemilliglijR bc-fchen taeïDc; mctbpboeging/ Dat fijn Dochter, fcljoon getrouwd, KooPman > echter tot mijn dienft ma£/ inDicnifefe maer uegeerDe; Dat om Defelbe meDccom te £aïen / Ijet ïjcm maer een moojD fjaD te hotten. J©at DlUlRt U E Mijn Heer , fijn De Dochters ban Dccfcn en rede- Koning niet rccDcïijfc bei! cngocD hoop* maer 't i£ ban Den neering fyui / Dat l)Ct trouwen ban fo een Konings Kind ^ier te Land defwegeiis niet beel voordeel han gcebcn ; anDerfïnts? IjaD ïjet aen mp Süver felben moeten ïjaperen / DpaïDien iR niet al booj lang geluk- kig bia^i getoeeft. l26 BESCHRYVING veelheid raregeng öe gefeiDe beeüjeiD ban Wijven , i$ |jct ooii van Kin. mei af tC tttCtttTl I Dat geen felcill getal Kinderen moeten daen. üoo^tRoomcn / tnDicit De Mannen anDerfint£ macr in flaet $ijn/ om Dcfdbe tC ROnncn toeftellen ; toailt verandering van Spijs , fciD ïjet Spreekwoord , doet wel én graeg ecten , en Dicg ontleent fytt ï)ier aen een bpna ongelooflijke Kinder- Teel ntCt i tDant geinecnt De Vrouwtjes niet gefjccï onvrugtbaer ballen/ en De Mannen ooB toel in fïact $ijn / om'er ïjer ïjacc toe te Deen / fo en behoeft men'ee niet ecn£ aen te tbnjfife* ïetii mam befjaïben Dat De Mans Doo? fyim goeDe tnijg ban ïeebcn / en 't boeDfacm eeten en Dnnncn / noeti geDucrig andere middelen tot betflcrmnff Der Natuer geDJtltRen / Cll tC geïiJR OOR fterke en lijvige mentenen $ijn / fo mot* U E. (tg Mansper. niet bertoonDeren / fo tDanneer boo: bafl en fecner feg / foonen met &at Ui ïjicr Manlieden l}cb gcfieit I De UKÏRC Vaders tDareit t°weehon ^n 0^ct öc ttueeïjonDcrD Kinderen-, en on Datfuerban derd Kin- in mp geen tniijffeling mogt obcrbïpcn / (o i$ mp öet deren, feïbc/ en al De gecne Dic'cr ban onö na getyaegt fjebben/ met tlnce voorbeelden naDcr öebeftigD ; cerjtelr)R met een ban Dcg Konings Kapneinen , met name Agoei , Dcmel&eong $eDcrt eenige jaren boo? Tolk geeft geDicnb. Gefprek gift yj^ocg Den felben cmg / in 't öpmecfen ban een on? maefnnS f€t SclliPPers cn mÖn Afliftent, ÏJOC bcel Kinderen Dat fjpfcDCÏ KaS. *Ü& toa£ / bermitg ir Ijem altoos met een goeD geDeclte fag berfclD* toeï&e mp Daer op ïjalf berfugtenDe anttooo^ De / Dat &p ongeïURRig genoeg mag ban'er niet beel te fjeu&en/ en Dat Der felber getal niet uoben De fevemig ftuks BeD^oeg. 31r b^oeg mijDcrg of lm' er geen Dood IjaD * fjp feiDe/ ontrent fobeel aïger noeïj in levenden lijve maren, <£n ebermitg Dcefe Man 't gefciDe getaï ( te famen ontrent hon- derdenveertiguitmaRenDe) boo? ineinig fcljatteDe / fo ftonD UE. eeng Denken/ ï)oe becl'cr Die geene mei moeten jjeöOcn/ Die (ïg rijft ban Kinderen moogen noemen. Alsook Watt ober De Koning (in mieng tegentooo?Digï)etö Dit met den boo?bicl) mp Deefe verklaring gaf/ enecnPerfoon aenmees?/ Koning. ccn fjjncc Onderkoningen fïjtlDe/ Die alleen metfnn Soons en Soons-Soons, neebCHg ïiaedieDer Slaven, fjun algemeene vyand , VAN DE SLAVE-KUST. 127 vyand , toelRc met een gocDc magt van volk maren afgeRoo> men / ïjabDcn afgetocefen / en te rug gcD^ccben. 3Doc* genDe Ijict bcrDcrg nocï) nu / Dat Dccfc Onderkoning , met fijn Soons, en (jarc Soonen , een getaï ban ober De twecdui- fend feonDcn uitmaken /fonDcr Dater De Dochters of De over- lecdenen onDcr gctxcRcnD miet'Den. <®0?DCCÏÖ nu CCllg / mijn Vriend > of öeefc menfehen niet öemiaem fouDen $ijn/ om / of cc eïDcrg ccn£ toccDcc een Nieuwe Weereld toierD ontDeRt/ Dcfcïbe binnen Roeten tjjD te bevolken. 25païDien {jet gefciDe waeragtig i$i genjR in peter fonDcr De minftc twijfteiing boo? ïjouDe (xmt$ 's Konings feggeu/ Doo? al De Dacr tcgcnmoo^Dig fjjnDc Grooten, toierD bebc* ftigD) en Dat fjet veel Kindermaken algemeen Dooj Ditgcöcclc Land «?/ fo bcïjocfD men fïg ban nu af ober De volkrijkheid Der f eiber niet meer te bcrtoonDercnj nocï) oor/ toaer Dat fo gjooten getal slaven , al£ ïjier jacrlijRg toerDcn ingehan- dcld, ban Daen Roomen. jreegenö 't Trouwen Der Fidafe fytb & mp aï reDeï^RÏang De ndafe opgcijoaönt Haet on£ mi ceng Defïcn / ïjoeDanig [un*x»*un trouw ï$ ontrent (jet bctoaren ban een ander mans goed. §ier J^JJjj ontrent DccD Den Koning , manneer in bou? De eerftcmaeï grolteDi* aen Fida quam / felfé uitfpjacR ; te mcetcn : Dat fijn On- vemmge- derdanen niet waren als die van Ardra, en andere Landen daer om maekt. her ; dewelke de Europianen om het alderminfte ongelijk , dat fy waenden van defelve ontfangen te hebben, door gift aen kant hiel- pen. Hiervoor, bOCC ï)p bQO^t/ hebt gy niet te vreefen ; doch ik rade u, neemt u Goederen doch wel in agt, vermits mijn volk met de konft van Steelen fchijnd gebocren te zijn ; en fy lullen u noit meer ontvreemden alsfe konnen krijgen. %\\ U)a£ Obet Decfe vryborftige verklaring ban DCH Koning feer tod boïöaen; DcnuenDc toeï fo goeDe voorforg te fuüeh gebjuihen ; Datfe mp Doo? fnm Diefachtigheid tochtig fcI^aDe fouöen toebrengen; Dotfj ik reekende ter Dier tijD t'ecncmael fonDcr De "Waerd ; toant xr bcbonD naDertjanD / Dat fjet De grootfte en met ecnen OOR Debehendigfte Dieven De0 tDCCrCÏD^ toaren. 128 BESCHRYVING Endatbyna 3&\U ( llitgcfonDcrD D?ie Of Dier tjait De voornacmfte) f^lt^ fonder uit- fe acit Dit etl\JCl flCR/ klein en groot, arm en rijk. %n 'tRO^t/ fondering. jonöet uitflmting ( alg Die ifc reeD? gefcgt &eö ) Dan pmanD in (jet ge&eclé Land ; nerrigtenDe fp 't felbe met foDanigc hendi^- behendigheid , Dat $Ct te mijnen tijDe CCn Franfch Koopman heid. ö fcftioncj te feggCll: Datfefigop't ftuk van Dievery beeter ver- itonden , als de Beurfefnijders van Parijs. belieft UE. te toeeten/ tpat fjem ïner toe ïietooog ; fyct mn£ om öat Ijp / fïaenDe op fijn vertrek , alle fijn goederen in fijn Pakhuis Èp Den anDer ()aD gepakt / nencn£ een gjoot getal Hoenders tot ververflmg j ban mecning fijnDc / om De? felue $ anderen Daeg£ na Boord te feuöen -, Docïj Deefc moei- te mierD jjcm afgenomen ; mant toen tjp Deg mojgeng in fijn Pakhuis Qliam / ÜOllD ï)p nOCÏ) Koopmanfchappen notï) Hoen- deren. <ü*n terroijï ÖP ê^t Pakhuis tjee! en gaef toonD / Dan '0 gehjhen oor £er Slot , fo en non ïjp niet öeDennen / öoe* Danig Dit Steden in fijn inerR, taa£ gegacn; Doel) ift ben Jet naöerlpanD tot mijn fefjaDe fcjclgemaer gciuoiDen. Steelenvan 5T e Negers op De Goud-Kuft f§n UICCDC Diefachtig genoeg/ «n ygdijk jj0C(j |p cn £cï)ücn öp Defelbe geen handwater. 3|r en ïjeu d«rkomt Sier noc& mct cen SchiP» ^an toat LancJacr(1 &et oongemeeft laandelen. i£/ gcfïcii / Dan toien niet een goeDe fommc geïD# aen goe- deren ontftooïcn 5j)n ; mant De weg tttffcïien 't Strand, en VKonings Dorp , getyR in reeD£ fjeö gcfegt / ontrent drie mijlen lang fijnDe/ en tDaer laiig£ Dccfe Schelmen onfe goede- ren moeten opD^agcn/ geeft Ijnn De fcfjoonfte geleegentïjeiD Dejef wcerelds , om ïjare Rol te fpeefen / en 't geen niet te öe* letten t$ i al ïjaD men / in pïaetg Dan Den honderdoogigen Argus , cen Wagter met duifend oogen ttOO^jien / fp fOUDert §ct enenmeï meeten te felaren ; cn fcfjoon men ïjet öpgebal Hunftout- aj ROmt tc flcn/ en«er gacc 0^tt neflcaft/ fo fijnfe (tont ge? ontrent * noeg/ Ollt te Dragen : Of wy ons inbeelden, datfe deefen fwaren arbeid voor 't geringe loon , dat fy van ons ontfangen , fbuden doen, fonder eenige vryheid tot fteelen temoogen hebben? Voorbeeld 25 P mijn aenweefen 10 (jet geÖCUCD / Dat De Engelfcheijmt met de En- Vaten met Boefies ('t melfe ï)et geld tan Dit Land t0) ttl Sak- seifche. kcn jjaööen gCnaeit ; DenftenDe DefeïDe Daer Dooj Doo? De Roof- VAN DE SLAVE-KUST. n9 Roofgierige handen De* Negers me! DcmaetD tt jjCÖÖetl ; DOCÏJ mi£. 4DnDermeegcn fnceDcnfe De Sakken ban De Vaten af/ en met een yfere Veer tufle&en De Duigen in geftoohen te ïjcöbcn / DeeDenfc De Boefies uit Defeïbe baïïen. ^onDerD* Derlci mijfe toectenfe te bcrfïnnen / om te fteelen : Defeïbe tfier oen te (jalen/ fou te lang ballen. mat b?per met Den Koning en fijn boomaemfle Groo- ten gemogen fijnDe/ geb ift gaer mcenigmalen / mecgeng gun pDcle tyceg boo? 't fterven , uitgeïagegen ; 't geenfe met' er tijD al fo gewoon toicrDcn/ Datfer felfó om öegonDen te lagegen; boo?namentïi)R Den Koning, (Die een fmakelijken Broeder i$) aïg m'cr pmanD ban fijn Kapiteins aï gcRfcgee* renDe mee nuam te Dreigen. 5^ocg een Neger fal'er eegter De monD noeg mei ban toegouDen- ip BESCHRYVING Maken &t Negers ïebCll ÏJÏCt fo tttaCt &p De gig tD0g/ fOlttier Op geen on- tc\\\Qt Dagen of rijöen agr te flaen. Feeftdagen Jebbenfe derfcheid met/ no<|j 00ft geen berDcehng ban ueren , dagen, weeken, indentn . maen(jen 0f jaren, niaet fp rCcftCIlClt CC!tIl)lt ÏJUtl zaeitijd naMa- nefchijningen ; en Dat ïjerallc Djie Dagen ontneDetfpjccRcïijR 0JOOIC Marktdag i£. sijn grootc 2» 't berecRcnen ban gun Koophandel fijnfe-fo turner* Rekenaers mcnD gaum/ Datfc fier fo D?a uir gun kop, aïg hip merpen in den tn jnk fuïlen Doen j fcïfii ten getale ban eeiüge DuifenDen* Koophan- Ujaerom fjet 00R fjeel gCtttaRRCÖlt X$ met gaec te Hande- len, en nier jjaïf fa bccïtoerR/ aïg meranDerc domme Var- kens ban Negers. Eacr u E. j>et niet tyeemb boo^ROomen / Mijn Heer , Dat IR f)Ct CCn bö3£ 't atlöer tïeï / fonöee een vereifte famenhande- ling re maften/ en aï£ ban Den Os op Den Efel fjmngv mant bermitg ih mp De r#D nier gegcebcn ïjeïi / om f)et ret Dee* gen re fcfjiltnen/ fo moet u e. fjetboo? lief neemen/ foal£ ïjer maer bafr. Wotfy begeert U E. een anDere order , fyujt en fcl^ilit ïjer fo ate u bc\l gebaït. Doelj b?aegr men ftact: ban toaer fjer fth be Romt/ 'r anrmoo^D ig mer Den eetflen gerceD: Ah dat fy het by overleeveringen van hun Voorouders hebben , fonder te weeten waer het nut voor is , of wat het beteekend. 3(r feiDe fo eben / Dat De Soons befneeden- bncr&en -, en U E. DenRt miffeïjien nier fonDer recDen / om Dar ïjer acn De Meisjes nier fou paffen* 3Jn maeröeiD / Mijn Heer , fjer fou dier aen eenige Meisjes immers fo mei boegen / alg acn De Knegtjes. U E. , aï£ ttïl Geneesheer , fce&ocfö nier re b?a* gen / VAN DE SLAVE-KUST. 133 gCH ( "Wat ? en fware onkoften* B 3 Nie- 1M, BESCHRYVING Niemand vermag den Koning fien eeten , of fijn Slaep- plaets weeten , ais fijn Wijven. Sijn Gefchenken aen de Europianen. Werd van fijn Onderdanen als een halve God geëerd. Sijn Kleederen. Kinderen j en der fclver inborft. Hoe deefe Koning op den Throon is gefteld. Quade be- drijven der Fidafe op het affterven hunner Koningen. Be- veèlen des Konings door fijn Wijven uitgevoerd ; en een aerdig Geval daer ontrent. Godsdienft en bygeloovigheid der Fidafe. Veelheid van Afgoden ; feer aerdig door een Neger verklaerd. Denkbeeld der Fidafe van den waren God. Wat hun voornaemfte Goden zijn. Eerftelijk de Slang; die, voornamentlijk van den Koning, groote Offerhanden krijgt, 't Huis van hun voornaemfte God ; waer geleegen. Hoe groot den felven is ; en op wat wijs fy hem hebben gevonden. Offerhanden in voorigc tijden door den Ko- ning na 't Slangenhuis gefonden ; doch afgefchaft ; en waerom. Wijdloopig berigt van de Inkom ften des Ko- nings weegens den Slangendienft. De Negers , (choon haer deele Bedriegery niet onbekend is,derven'er fig niet tegen Hellen 5 en reedenen waerom. Die den Slang eenig leed toevoegd, werd ten viere gedoemd. Droevig Geval def- weegens met eenige Engelfchen. Noch een ander met een Neger van de Goud-Ku(i. Veelheid van Slangen in de Woo- ningen der Europianen. Den Schrijver voor 't verdagt ee- ten van den Slang, door den Koning betaeld. Deefe Afgo- difche Slangen doen de menfehen geen quaed. De Negers konnen niet verdragen , dat'er quaed van den Slang werd fefprooken. Hoe fy fig gedragen, als'er by ongeval eenen omt te fneuvelen. Aerdig Geval tuflehen een Varken en een Slang, 't geen eenige honderden van de eerftgenoemde het leven koft. Boomen fijn de Goden der Fidafe inden twee- den Rang. De Zee hun derde God. In wat geieegent- heid deefe beide met Offerhanden vereerd, en aengebee- den werden. Papen en Papinnen in groote agting. De laetfte Gods Kinderen genaemd. Haer groot gefag. Ver- beelding der Fidafe van Duivels Geeften, en de Hel; waer in noch onlangs verfterkt. Rcdeneering tuflehen een Fi. daes VAN DE SLAVE-KUST. 13? daes Kapitein , en een Roomfche Pricfter van St. Augtijlimts Order. MYN HEER, Op Den ... mag mijnen ïactflen oen U E. 5jn Defeïbe maeïite ife ren drieleedige verdceling nan f)Ct Fidafe Land. 't<öerfte fceb ik in mijn voorigc afgcïjanDdD; en ïjet tmeeDe/ namentïijfe ÏJUn Regeering en Godsdienft , faï ift in decfen af* Doen; boef) ontrent fyct eerfle/ aï£ niet becle fcldfaemheeden m Oö befl uitende/ faïinmp niet lang opïjouöcn. ^eRegceringberuft in fanen/tocme 't Land of Ooi log fee* Regeering treffen/ Olttier Den Koning en fijn voornaemfte Grooten -3 DorÖ en Raeds- in Sefcaï ban mifdaden Doet Den Koning fijn Racd, lüt gcmcl- ^S3^" de perfoonen beflaenbe / bergaDeren / fleïö gaer ïjet begane 5"|aJen Feit te booten / en eifeftt Dat een pgeïijft fijn oordeel faï ut* ten/toatftraf Den Mifdadiger jjeeft berDienD. wanneer 't feïbe geDaen ï$ I en ï)üin me! getoaït / fo mcro ïjet ter uitvoering geflcïD ; boef) fo ïjp Jet anDcrg feeg?eepen geeft / boet ï)n fijn Raden bertrennen/ en ïaet Den Mifdadiger na eigen goefr Dunnen flraffen. Haisfaeken batten ïjier fcïDen boo? / en eenïijR maer ober Haisfaeken Doodflag , en 't pleegen ban Minnefpel met 's Konings en v?llen wei. anbere Grooten f)lin Wijven; DOCÏ) töijï ÖC Negers, fo aï^ jftnigvoor. rceD£ ïjeb gefegt / fonDcrïing boo? De dood b?eefcn / fo gaenfe / om Defeïbe te mpen / met De g?ootfle omfïgtig* 5ciD Deg meercïDjs? te tnern / en ecïjtcr öeeft men'cr fo nu ate Dan nocï) al eenige voorbeelden ban gepen / maer ban in er ïjier bier faï aenljaïcn / Demcïne binnen De tijD ban vijf a fes jaren ïjermaertg fijn boo?gebaïïen. «©etmee eerfle fijn bantmee Swarten, Demelne meegengsuafover begane Moord fijn geregt , bciDc op een en Defeïbe manier ; doodflag namentïijn Dat fu ïcbcnDig toicrDen opgefnceDen / 't inge- geoeffe"d- wand uit ïjun lijf geïjaeïD en berbjanD ; berboïgeng De doo- de Romp , met Sout gebuïD fijnDe / op een Staek miDDen op De Matkt geflcïD; maer bat in Defeïbe op mijn eerfle ftomft oor nocfjïjeb gepen. t&oo? bier jaren een Neger , Die met een ban 's Konings Swareftrat Wij- •ver t ï^ó BESCHRYVING be- wijven ïjaDDe te Doen gepaD / Betrapt fjjnDe / toierD met flapen van ^tt Vrouwmenfch na De Gerigtplaets , een open veld fijnDe / dïico geboerD / en aïDaer ten doel gefMD ban beeïe Grooten, nings. Die op ïjem ïjun gctoigïjciD / in 't roerpen met De Aflagai , iniïDen toonen; luacrDoo^ Dccfe ellendige afg2ijffcïijK toierD gemarteld, igizt na toierD ïjp / in tegentooo^DtgïjeiD ban ïjet Vrouwmenfch , ueroofD ban Dat Lid , toaer meeDe ïro boo?* namentlijn öaD gefondigd; en na 't felbe in 't viergetoojpen te (jennen / toicrDen fn öeiDe in een diepe kuil gefet / Docfi handen en voeten uebooreu£ toel genonDcn. S!Bzt ceneit (jaDDenfe een groote Pot met kookend water op f)et vier flraen/ 't geen fp'er met Calabaflen uitfejjepten/ en Daer meeDe beu De Decfe Gelieven negooten/tot Dat De Pot ontrent tengaïben uit toa£/ toanneerfe Defclbe met al &et water öobcn op bt-e* fe menfehen toierpen/ en berboïgeng De kuil met acrDe toe* Doïben. Noch eene e overige toerDcn meeft met een geldboete afgcmaeRtj 't geen Den Ko- mifdaden ning, fonDer Dat lm er fijn Kapiteins op roept / na ffg^Sekt neemt / uitgefonDcrD eene fijner Gunftclingen , met name a Kapitein Karter , Die men met goed Regt De Ziel des Konings mogt noemen / alfo l)p fonDer Den fclben niet Jet aïDer* minlte fcoil oerrigten. ©egfelncn bediening fcua^ te mijnen tp Kapitein tDcegeu^ De Europianen te $115 of/ fomenfuer fegt j Kapitein Blanke } om Dat fjcm De toeilgt ober Dcfrlbc/ en Den Handel mag toebertroubJD. 2HnDien pmanD f)icr te Land met Dcefe of geene mifdaed Eed van toerD befcJnilDigD / en t feïbe niet ftïaer genoeg fean bewee [uive5!"8 •> fen tocrDen/ fo moet fjp / al£ bp &<* Feit ontkent/ fïg felben ^°cerd a'L met Eeden flüücren/ DOO? jet nuttigen Dan Juramenten , Of legt. Fetiche, eben alg op De Goud Kuft ; of anDerg / en 't geen ïjier mei fo gemeen i# / fig na een Rivier , niet berre ban 's Konings Hof, laten tyengeii/ toellte Rivier Dcefe eigenfefjap mcrD toegefcfeceoen / aio' Dat fp De geene / tocïltc in liaer toerDen geworpen , en fchuldig 3ftn/aentlonD0 na De g?onD treftt/ enDoetoerfuipen;(geljeel fïrijDig met De proef, maermeeDe^^ fommige Dol genoeg getoeeftjijn/ om fuï&jg? ontrent gewaendevier. en * Tovereflèn te gebmifeen) DOtlj Den onfchuldigen Romt'er onge- hoefulks fchonden toeeDer uit ; mitg öeDing nocïjtaiiie? / Dat ïjp fijn toega«. leven Doo? (wemmen moet uenouöen / en fïg rcDDcn j en mi)! f: meelt alle Daer toonDer bacrDig in 51)11 / fo en tirl) ifc nocb noit geljoo?D / Dat Deefe Rivier pmanD boo? fchuldig ïjeeft berltlaerD; mant alle feoomenfer meeDer typ uit /met aen Den Koning een teeltere fom te betalen ; toaerom ift ook 000? Ba|f gefoobC / Dat Dit geheele werk een!i)R 10 I of tocrD aengelegt* II. Deel. & Op I3g BESCHRYVPNG i®p ebeit ïl^felUe \ü%0 gacn Ö« Onderkoningen , in ïfatt onderhoorige Plaetfen , itlCCöe te bJerfc / meeft aïtijD DC men- fchen m een geldboete , tot jjiin boo^Deeï / bertoijfenDe. ®an f)are Regeering \mzt ift nier beeï meer re feggen; fal berïjaïben Daer Dan affïcn/ en tyier een befchrijving ban Deg Konings Huis, en fijn Suct, ïaten boïgen. Befchrij- 3?eefen tegeninoo^bigen Koning ig een perfoon ban Diep ring van m öe fcjjfjjg jaren OUD j DOCÏ) nOClj fo levendig en vol van vier, fenKonink öat &p pmanD ban bijfenDertig jaren niet een ïjair fou be- fijn ouder-' ÏJOCben toe te geeben Ij^p i£ De beleefdfte en milddadigfte dom, be- Neger, Die in geDenïte onDer aïïe Swarten gepen te ïjebbeiu mtiden e" cn ^ "^ &*ctcc tc tyert>en/ ban manneer top jjcm om fjet 3ert; ent of anöer toten verfoeken. 2ttte£ toat men begeerDe fou men ban frem ftonnen Krijgen / bpaïbïen een beeï Schurken banPluimftrijkers en Pannelekkers ïjem nietgefïabig tot De fui- nigheid aenpo^DOen } Doel) niet tegem* ïjaer / maer om Dat fp 't gecne ï)p onttent anbere befpacrD / na fïg mogten peepen ; en ia fjeö èp erbartmïjeiD gepen/ Dat bp aen Dit volk joch werd j)0e ïangcr fjoe meer pet oir begint te ïeenen ; gemerftt 8p ae"eS nu m *an& f° fcÜcwtig ontrent on£ niet meer en i£ } en * geen hem Dactenboben mcrD lm fo wonderlijk nors en koppig in 't Han- koppigen delen, Dat men beftoaerftjft met ïjem te regt nan geraken; T/de °et ^ant öaer ÖP $$ w '* ttvft **" onj91 **et Sere§Sen > toiï {ro- wer eni Ijet nu in tegenDcd t'eencmacï na fijn fin fjebbenj nament* ïjjft bOO£ frjit Slaven De fljnfte , befte en welgewildfte Koopman- fchappen , 't gf CU tCï\ Koopman , of Die Daer Den Handel Doet/ foHDerïiug beragtcrb ; mant bcfjaïben Dat men aen fytmeen Dcröt / bierbe of bijfbc boo? een Slaef meer moetgeeben/ voorna- a\0 aen cm anDcr / fo fit men / aï£ ftet befte goed meg 10/ mentihk in met fret oberige en Rijnt / fonbet'cr/ aï£ met groot nadeel, t Hande. af tc bonnen noomen ; Daer men anber£ / inütin Den Ko- ning mat rekkelijk tMÏDC $ijn / (geïijft Op miin eerfte CU twee- de Reis ) %ct een met ïjet anber gemalifteïp fon fcennen flijten en vertieren. Geringe vz Staet Die Deefe Koning ftouD/ t0 fcct fïc 0t / en bpna Konindes m?t «rcïDen-tfmaerDig/ en Jp toerb ban ntemano buiten fijn s$' Wijven gcDienD. " en Dergaïben eenlijfe maer/ om 'sKonings koft niet tebcr* fmaöen. Eerfte be- % 'c Bedieningen öie öeefen Koning geeft/ fijn D^ieöerïjanD/ diening ü\g rcrjMijR fijn Onderkoningen, aïgier Phidalgos of Gouver- door den nadors genaemt/ öie De eerfte Staet ban get Rijk uitmaften ; en fergêefen Dc öccfc &««" / fo toanneerfe niet bu Den Koning , maer ë ' in De Piaetfen ban gun Gebied $jjn/ immers fo grooten Stact, ja meeröer alg öen Koning feïfief. Twecd«» ^e ttoeeDe fljlt De opperfte Kapiteinen, afgier Kapitein Gran- des gefegt / Docg De meefte ban Defeïbe&n oor met eenen Onder- VAN DE SLAVE-KUST. 141 Onder -Koningen , of Regeerders obet 't een Of Jet anDec Land. 3£e DcrDe fijn De gemeene Kapiteins, ^m banïjccft men Derde; 'er een g^oote mecnigte / en een pgclijn ban Defelbe ïjeeft ,waer van fijll byfondcre hoedanigheid ; ftf£ Kapiteinen ban De Markt , te " "" tocetcn/tJie&eopfigt op-of ober Defelbe öceft; ban De slaven; Menigte ban De Tronken of Gevangenhuifenj ban 't Strand. 3(n'tK0?t/ zij». men aan nietg beDennen / roaer ober Den Koning niet een Kapitein tot opfiender fteeft geftelD. ©aerenbobcn geeft men nocï) een meenigte Kapiteins, Die Jet maec eershalven, Ottl De naem> en fonDcr Bedieningen $ijn; en een pgeïijn moetboo? Deefe Kapitcins-plaets, aïna Defelbe aenfienlijk %0/ acn Den Koning een gocDe fom betalen / fcfjoon 't De naem fjeeft Dat lm Defelbe weg fchenkt , en De fijne Daer meeDe begunftigt. 3&t ïnkomften ban Decfen Koning $tjn / nact Deefe Landen Groote in- te teeltenen / typ gjoot* !£>an meer Dan DuifenD Tollenaers komften geloof in Dat lm tnerD beDienD / Die fig Ijct geljeele Land ^nsa^°; öoo? Ijebbcn berfn?eiD / om on alle Markten , Weegen en S,>fen Doortogten, 's Konings Jol in te boderen/ 't geen ongelooflijk van Toiie- becl beD?aegt; mant niet£ / Ijoc gering Ijct ooft mag 3ijn / ■*«»■ merD'er in ïjiet geïjeele Land bc rnogt / of De Koning trent'ec fijn Tol af j 't toeïft ïjem / inDien lm Ijct aïle£ oprcgtelijft feteeg / op uitneemcntï)eiD fou berri)&cn / Doel) De Heeren Tollenaers Reegenen ftg bebooren^Dacr ban fo mei/ Dat Den Koning pa£ een bierDe ban ïjet gegeeïe Krijgt 23p Den Slavenhandel met De Europianen IfCCft l)p D?ie voor- Hoe vee! mme Tollenaers, fcDCÏKC boo: pDer Slaef , Die'er tbetD verhan- Tol den deld , een Rijksdaelder aen Tol bOO? Den Koning niOCtCll OM* K°™nftY fangen; Doel) Deefe Meffieurs Doen geïrjft al De atiDere / mant verhandel. fp manen fjet met De gcenc / Die Slaven acn on# fjebbendesiaef bernogt/onDcr De JanD af/ foDat'er Den Koning niet eenenkri»st. bmi af Krijgt ; Doel) De Slaven Die in Boefies ('t geld ban Dit Land) betaelD merDen/ en maer ban lm boo? pDer Slaef D?te Rijksdaelders treltt / Daer in Ijjeft l)p beeter voorfiening geöaen / mit£ De betalingen ban Dien in fijn tegcnmoo^Dig* SeiD gefcljieD j en Derïjalbcn tnerD gp ïjier ontrent Ijet al* & i bet 1 en Dertjalben Derf in ooft mei een befluit doch ver. maften./ en aï£ boo?feggenDcr mijtf vaft ftellen , Datfe Den ST'én Handel toan s,aven» °t De Markt toan Dien / f«ta!8& (Wïen waerom. bederven , en te toeeig brengen / Dat men De slaven in 't toe* uoomenDc Deel DierDer fal moeten betalen; Docïjtmjl üt nip Jjicr ontrent aï in mijnen levenden Brief ( fjanDeïenDe ban De Goud-Kuft) ï)eb berhlaerD / fo faï ik er boo? tegcnmoo?Dig ban affcpeiöen ; ook om De Scheept verftandige (Diefigin* beeiDen immer? fo beel brmiarmliciD te bebben / om Den Slavenhandel te Derrigteil/ aÏ£ Oltfc Kooplieden ) niet tOt toorn te bermennen ; en mijl in fo bcehnaïen ban Den Slavenhan- del ijeb ge fpjoohen / fo fal in tjier aen laten bolgen / fjoe* Danig Defelbe öooj onfe Kooplieden Daer ter Piaets i# ge* D^eebcn. lefchrij- &cn Koopman ban ong aen Fida geïtoomen ffjnDe / ma£ vina van DetffdbCll eerfte werk, om Den Koning en Der ö ere Gooren , De deiTsiaven- koftumens (fomen ijicr fegt) te boÏDoen / Drmeffte in [jet F?dnadeaen 0C&CC* ontrent mtamente bcD?ageneen fomme ban DuifcnD giiïöen Guineefe waerde , en fo aï£ De goederen Daer mogten gelDen. tyitt na toierb ong b?p|jeiD tot Den Handel gegce* ben / en 't feïbe boo? een Omroeper (jet getjetk Land Doo^ bernonDigt. s«rftm« ^°c& eer ton mzt pmanb bermogten te Handelen, moe* (ten VAN DE SLAVE-KUST. i45- fïCIt top eetft al Deg Konings Slaven, bte ï)p in voorraed fjaD/ den K*. Den fclDcn afnoopen / en tegeng een Daer toe geltflöe prijs ning- (gemeenlijk een DcrDc of bicrDc meerder aï£ Dan anDere ) betalen i al£ toanncee top verlof gaDDcn / om met een pgc* ÏIJR/ jo tocl klein atè groot, te mogen Handelen. <^otf) bpaï* Dien Ijct gcbcurDc/ Dater aen Fida geen Slaven in DoojraeD maren / fo moeft een Koopman bcjluitcn / en ïjet magen/ om Doo^ een a ttoeeljonDccD slaven aen Koopmanschappen aen De Inwoondcrs uit te &0?gciti toCÏKC Goederen Dan DOO^ ïjacr Landwacrds in toicrDcn gcfonDcn / om Daer Doo? op aüe Markten Slaven tC gaen KOOpcil / en Dat fomtljDjS* tweehonderd mijlen Diep in 't Land : mant U E. moet toceten / Dat men ï)icr Dan De menfchen cDen foDanigc Markt ïjoud / aï£ np on£ Dan De bceften. $ict mcinige fïjn'cr onDer ong / Demeïuc wanen Datïjier waenvan De Ouders jjun Kinderen , De Mannen ï)aer Vrouwen, of Den eem'ge» . cenen Broeder Den anDcr Dernoopt. ©e gcenc / toclftc Dan ^Sn Dugoanigc gcDagtcn $ijn/ bcD^iegcn fnmfe!f£> mant Dit Van slaven, noit en gebcurD Dan uit noodfakeiijkheid , en om Deefe of wederfpro- geenc miidaed; Doet) De meefte slaven Die tot ong tocrDenge*ken* b?agt / fijn menfchen Die in Den Oorlog fijn geDangen / en Die dooj De Overwinnaers, aï£ Dun Buit ftjnDe / tocröen Der* ftogt. ïfêannccr Deefe Slaven aen Fidanoomen/ tocrDenfe aïïe bp De siaven Den anDer in een Tronk of Gevangenhuis gcfet i en aïg top nauwkcu- Defcïbc fulïen gaen feoopen/ tocrDenfe op een groot Plein bp |'jftbeefig; een gcfyagt 5 toacr Datfc Dan onfc Chirurgijns , toeïftcrje? "Ui.6" tocrh Dit ï$ 1 op ïjet alDcrnautoneurigftc tocrDcn befigtigt en betaft , tot bet alDermin|tc ïiD Dat fp aen gun lighaem Rebben ƒ en Dat Moeder-naekt , fo töeï Vrouwen aï£ Mannen, foiiDer CCnig onderfcheid , of fcjjijn Dan De minfte fchaemte. <©e gcenc nu/ Die boo^ goed gekeurd tocrDcn / ftclD men aen ten hant ; en De anDcrc / aen tocï&c men cenig mangel of gebrek bcfpcurD / tocrDcn uitgefcfjootcu / en onDer De Ge- brekkige, of.Makrons, fo aïg topje ïncr noemen/ gerec* RCUDs tC toeeten / Die boben DC vijfendertig jaren OUD Jijn/ Wat Ma. Of Die aen armen , beencn , handen of voeten fijn verminkt; krons, of II. Deel. C OOft i46 BESCHRYVING onkvcrba- ooft Die ttïl tand guijt $11; Die grijfe hairen, of vliefen Op De re Slaven oogen f)cï)Öen 5 alle De #tt\\Z Die met Vcnus-fiekte fijn be* z,jn- fmet/ en beelber&anDe qualen meer ; toer Doo?fe boo? Ma- krons merDen te öoeft gcjMD. Brandmer- 3£eefe Gebrekkige of Verminkte Dan / flf£ ift gcfegt fjCÖ/ ken der uitgefloten fönöe / mcrD Ijet obcrige getal opgeteld en slavcni acngeteekend , tuic öefcïbc geeft geïectictö. <©nDcrtuflcf)en legf er al een Brandmerk , fijnDe l)et wapen of naem ban De Maetfchappy, in 't vier , om al De geene / Die top booj goeD Öeböen uitgeftoofen/ Daer meeDe op De öo^ft te merken. en waerom ®Ü SeftijieD / Op Dat töp Defeïbe Uit De Slaven Det Engel- fuikswerd fchen,Franfchen, of tnie f|ct fijn mag / en Die meeDe int fel* gedaen. t>e Gevangenhuis fitten / fouDen fcaunen onbernennen -, mant fp ïjenben De pre meeDe met $un Teeken gemerkt. <©oft gcfcijicD Dit merken , Op Dat De Swarten onfe goede Slaven niet tegeng anDere flegte (Daerfe anDer£ eenfraet IjanDje ban ïjeuben ) fouDen hoornen te berruiïen. 3£eefe Handeling, geloof ift/ ftomt UE. mat wreed enïjaïf barbarifch te bOOrell j bOCÏj beMÜt£ l)et Uit noodfakelijkhcid gefcïneD/ fo moet ïjefer fo mee Doo?gaen; Doel) echter D^a* gen top fo beel mogelijke forg , Datfe niet te fjacD merDen gebrand , bOOmameWlijft De Vrouwlieden , Die Doeö altoo£ mat teerDer ballen. <®ber 't koop maken ban Deefe Slaven IjouDen top on# fel* Den lang op ; mant Defelbe Ijebber F)un gefette prijs , en De Vrouwen een bierDe of brjfDe Deel beeter ftoop aïg De Man- nen, ©e queftie , Dte top met De Meefters Der felber Slaven fouDen ftonnen Rebben / mogt ïiier in bejlaen / Dat top ïjaerfoDanige Koopmanfchappen , al£ fp quamen te cifcfyen/ niet en toilDen geeben / boomamentUjft Boefies , ( 't toe ïfc in meermalen gefegt ïjeb bet geld ban Dit Land te $tjn)toacr opfp feerfïjn gefetjDocljmp maften ï)ier ontrent eenverdec- üng , om {jet eene goed nebem* ïjet anDer af te fetten ; öe* pïben noc^ Dat De slaven , Die in Boefies merDen uetaelD/ onfe Maetfchappy De Ijeïft meerDcr afe? ban anDere goederen ftoihén te ftoften. £>e prijs ban een siaef of Slavin i£ gemeen* föft gulden. VAN DE SLAVE-KUST. 14; WütmtCZ top nu met De Eigenacrs ban De Slaven Ober een De Slaven frjn genoomen / fo toerDen Defcïbe toccörc in 't Gevangen- weidcn. . huis geö?agt / toaer Datfe boo^taen op onfe reekening en ko- S ^S™ g ftcn bhjben ,• Doeïj met twee ftuivers Daeg£ nan men een SlaefdeGevan- onDerbouDen / maer öan fittenfe / aï£ De Mifdadigers on genhuifen 0110 1 on water en brood ; Derïjalben top / en ooft om oe ko- °"dei'h«i- ftcn booj te noomen / Defeïbe on De ecrfïe gelecgemïjeiDaen en' boo?ö nan onfe Scheepen laten brengen -, Docï) bebooreng ne* men t)un Mcefters ïjaer alleg af/ toatfe om en aen Rebben* Werdeu Die£ fp fO naekt, aï0 bare Moeder jjun gebaerd jjeeft/ aeil geheel &00?D UerfCÏJljnen / Clt fO tod Vrouwen alg Mannen n002taen naekt na de joob fo bïpen i ten fp oe Schippers bermïjartig genoeg toa ScheePen ren f geïijn meejten tijD£ geoeurD)om ïjaer ietg te geeben/ gevoei'd*- toaer mecDe fp ïjaer Schamelheid mogten beDeRften. U E. fbUDe jïg verwonderen Otter 't leeben ban Öecfe Slaven Geregeld Binnen Schecpsboord ; toant fcjjoon Der feïber getal fomtijDg huishoudeu fes a fevenhonderd fluks UCÏOOöt / fo gaet / DOO£ De goeDe be* ondcr de fliering ban onfe Schippers , alïeg fo gereegeïo toe/ bat ïjet ^inee" ongelooflijk fcïujnt> en gier in obertreft ons volk alle anDe*scheepS. re Europiancnj toant Daer l)et Op een Franfch, Portugeefch en boord, Engelfch Slave-fchip altoos eben mo^ffig / nuiï en ftinnenb i£ / Daer frjn in tegenbeeï onfe Scheepen meeft aïtijD eben rein en fïnDeïijR. ^memaeï Daegg merben be Slaven gefpijft met recörïijRc goeDe koft , en beetcr al£ fp in fjaer eigen Land Rebben ge* ijaD. I^aeriieber flaepplaets i$ in ttoeen berbeelb / Mans en Vrouwen pber bpfonber. ï^ier leggenfefoDigtbpeen/ al$ De Hannekcns Die met De Veerman ban Haflelt tot 0!t£ Ober* Hoornen / en een pber Varkens -vragt , namentlijR een Schel- ling, betalen. déomtijDg fjebben top met een Deel Slaven , uit feefcer inbeelding Landfchap , toat ber ban Strand geleegcn/ niet toeinig tevaniorn- Docn-, toant becfe onnoofcie Duivels maften maïftanoer toij^/^J6 s^; Dat top ijaer om geen anbere reeDcn koopen en vervoeren, datwy hen aï£ om Jaer toel ter Decgcn te meften, en namaetë boo? een vervoeren lekker beetje op te Knappen. om °P te 3©anneer &t ongelim nu toil / Dat'cr toeeïc ban Dit flag" C 2, ban . eeten ,48 BESCHRYVING ban Slaven t'Schcep $ijn / fo ftcmmen DcfclDc te famen / en tweeen! Wafertt De ODerigC Slaven niCCDC Op / Oltl ï|Ct Schip af tC ÏOO* pen / De Europianen om t)uïj6f te u^engen / en ïjet Schip tcc* genö 't Strand tC fcttCïl / Ctt fïg Dact DOO? TC bevrijden , om ong niet / fo fn wjnen , ten fpijfc te DcrftreRRcn. Denschrij- ;£tt ongeluk i£ nip ttoccmacl te Denrt gcDaHcn ; De eerfïe wYtwema tei& feer ongelllkkig « fonocr cenige gcDagtcn j Docï) 't fcibe ien over. toicrD nocï) tijDclijR geftnt ; en na Dat iR / nrcbcn£ Den koomen. Schipper , Den Penvoerder fjICC bail ÜOO£ De Rop fjaD ïaten fcïïictcn / gcrachte alles? toccr in ruft. t och De tmceDcmacl ging Ijet met eenanDer Schip bjp ïjebigcr toe / en Dat mcc|f Dooj onboo?fïgtigfjciD Dan onfen Schipper, Die / CCll Anker Dait een DettrORRcn Engelfch Schip gebijt fjeDncllDC / ï)Ct fcïDC in 't Hok , Dacr DC Man-flaven piepen/ fjaDgcïcgtj Die/ fonDer pmanD£ Rennisv eenHa- mer ijaDDcn tDcctcn te Rrftgcn / toacr mceDe fn binnen een ïlOJtCn tljD aï ÖlinilC Boeijens Cp t}tt Anker in ïtiiRRcn ïjaD* Den gcflagcn/ en Dacr op fïg na uobcnen ficgccDcn / en ons volk actualiteit / toacr Danfcr eenigc feer ftuacc quanten te Grieven ; Cll fp fOllDen fyct Schip OOR fcCRCrïijR fjcDbcn Der* mccfierD / opaïöien'er ter Dier ttjD / tot ons? groot geluk, niet noeïj twee Scheepen nacfions? fjaDDcn gcïccgcn/ nament* ÏÏ)R CCll Engelfch Cll Franfchman ; Die / OCmcrRcnDC Doo: {jet affeïjicten Dan CCn Stuk Kanon , Dat'er onraed toas? / ons? aenjionDs? met Chaloupen en Bootsvolk te fjttïp quanten / en De Slaven tucDcrom na DcnccDcn Djccbcn ; Doetj eer (jet noch tot fiiïfianD nuam / gcrac&tcn'er een jiitR of ttointig Dan De ïjarc om fjala?. vTC Portugeefche Landaert ig ï)Ct fo tÓCÏ lÜCt gchlfet ,• toartt oinncn De tijd Dan Dier jaren fijnfc op Du^Danige manier Djie Scheepen quijt gcracht. sDit fa\ I mijncs? aejteng / genoeg Dan Den Slavenhandel gefegt $ini; Dcrïjalbcn fal iR mp toccDcr tot mijne voorige Stof fcegeeben / tiamcntujR om Dan Den Fidafen Koning te fpjecRen. DenFida. ©an DefcïDe jiact on£ onDer anDcren nc*b te feggen/ fenKoningDat f)p Dan fijne Onderdanen afa? een halve God ÜJcrD geëerd en VAN DE SLAVE-KUST. 149 etl gevreefd. |*Dcr / hoog en laeg , ban toot Stact j)p ooft a,s «n hal.' fijn mag / legt/ ate ü E. berecD£ Ocöt geï)oo?D/ infijn^podvan tegcntooo^DigiiciD geknield , of op Den buik ; m toanneetfe Cerd,nc ge* ïjcm '$ mo?geri£ gaen begroeten , fo fcocrpcnfe fïg ceeft booj DC Poort Uail 's Konings Huis tcmecDer; tillffcn DC aerde tyïe> mad na Den anDcr/ en onoee 't klappen in De handen mom* peïen fp tetj$ ïrinncm? monD£ / om öcn Koning aï£ acn te biDDen. Wit gcDacn fijiiDc / hrnipcnfc op handen en voeten na binnen / maec Darfe gefeide eerbiedigheid nocï) ceng ïjetfjaïcn. €egcntooo?Dig fijnDe i£ ïjn öaee fo omfaggelijk, Dat fmfe Hun onder. met een woord fean Doen 3iDDeren en öecbcii -, Docï) fo D?a danigheid fijnfe niet ban fjem ban Daen / of Ijet ip ïjaec bergeeten/ lVt sr°e- fïg met ^et geene fin nebooïen öeeft weinig kreunende, alfa]*™*" fp ïjem altoos met een leugen of twee mecten te paepen. ;&en Koning i£aïtoo£ met feer fraeije Kleederen ban sijde, .sKonfn„ met Goud CI1 Silver doorwerkte Stof, opgcfcÖiftt > DOCÏ) kleeding boomamentïijfe aï£ ï)p De Europianen gaet öcfoefcen/ 't geen °p hun. wjs j)P ftan Doen fonDer Doo? pmanD ban milten gefien te $ijn ; j]"1 n'kc- gemerïtt aï De Wooningen Der Europianen roilöom fijn Hof * (aï£ 't fogenaemt mag merDen) fïacn gebouwd. O^ltfe Logie alhier/ Die Dcit Koning bOO? mp DfeD bouwen, Logie der 10 b?p g^ooi ; fijnDc booten met b?ie Pakhuifen , en feben Hoflanden Kamers; een fraei Plein ban binnen/ en ronDom 't feïbe een aen Fida- overdekte Gaeldery. J^aet De Wooningen bet Oberïge Euro- pianen fijn feer flegt en ongerieflijK* ^eefejSf Konings Kinderen $ijll / buiten De RÏetnC Öimien£ sKonings |jui£ / maer bier in 't getaï / namentlijn tyie Soonen met Kinderen. een Dochter. 3UHe bier fijnfc feer welgcmaekte menfehen, boomamentïijft Den oud- De ouDjtc Soon , Die fo een fraeijen Swart ig / aï£ in ban aï ften soon mijn leben eencn jjeb gepen ; Doeïj 't i£ jammer/ Dat in fo is een j™1- een fchoon lighaem fo CClt fchelmfe ziel fjlli^bcff. $OÏgen£ n™. Geboorte en Erfregt , foU f)p fijn Vader in 't Rijk moetendoch boïgen* Doel) men mag ïjoopen / Datfe ïjemboojbp fuïïen fcheimag- gaen; mant fjp i£ fo bedrieglijk en fchelmachtig , Dat jjet'1^ gejjeele Land ban ïjem moet ïijben. 1$o BESCHRYVING „ <®p a\lC weegen ïjceft ï)p fijn volk , om De menfehen jjflte yeelijkbe- goederen tC ïatcn Roven , fo UJCl fcan Blanken a\0 Swarten j eit roven. XDflt ItlCCt 10 / ijp Ctl VJCrfc&OOlU DCll Koning fijn Vader fcïfë niet. jpp geeft regt Der Uilen aert , Die niet uitvliegen Dan Öp nagt ; ioant Ijp Komt ober Dag noit uit Den ïjuig / macr toe! Deg auonD^i algtoanneer in DerfcfjciDemael De eeroan fijn befoek t)ct> geïjaD. 3£at öp öp Dag noit uit Den t}iii0 gact / gcfejjieD cen£* DCCÏg Uit grootshertigheid , om Oan 't Gemeen niet Öejïen te toerDens enten anDeren ook/ om fomtijDg niet genooDfaeftt te jijn / noo? fijn Vader te Derfcljijnen. Inborftvan <&* tweede Soon Deg Konings aert fecr tOCÏ !ta Dell Vader, desKo. nermitg fro öen feïocn in lieftalligheid nan ommegang niet ningstwee- OC{jOcf0 joe xt gecocn ; Dcrïjaïben oor Dan nu af Öe meefïe de Soon. Grooten j)Un Hof Öp Jem maften / en Den felben acnkleeven ; ftacrom in ooft niet en ttoijffel / of f)et Land fa! na 's Ko- nings oocrlijDen in een volle vlam Dan Oorlog geftcïDtoerDen; toantDe meefïe fuïïenDen jongften Soon op Den Throon foenen te Dcfïigen j toacr tegeng De oudfte , met buiten- of binnen- v'detw 1 landfchc Magten Dcrfternt/ fig fa! aenfeantcnr en öiermceDe in^tRijk* fUÜeil De Europianen, fofe ter Dier tijD Oan eenige magt $rjn/ mogt op. fïg meeDe moeten moeijen / en mijflijft Doen/ fofe De jong- volgen 5 fte tOCDaÜeil / ge!i)R met Den tegenwoordigen Koning OOK ï& leli'^eSn- SefcïjieD j Die / een minder Soon fijnDe / ter toiüe Dan fijn vrooidi"en goedaerdigheid , DOO£ De Hollanders , Franflen en Portugeezen , Koning0 is met geweld in 't Rijk tg gefïeïD j toerDenDe fijn oudfte Broe- gebeurd. der , DOO? ÏJUn toedoen , Dacr tlit gel)OUDen / en ten Lande Uitgcjaegt. 5Dit 10 OOR toe! De voornaemfte reeden , Dat typ noeïj ïjuiDcn ten Dage fo nee! jjert D002 De genoemöe £uro- pianen fyceft Quade ge. 3I& mag met eenen ïner niet tooojup gaen/ fonöer De qua- vroontens de gewoontens Dcefer Landaert Op ï)et af jterDen \>üt\ ^tttt Koning der Fidafe t0 toonen j toant fijn dood i0 niet fo ïjacjl rugtfiaet / of een fterven^nPSCÏiJR Üa!t aïg Uitgelaten Op fijng naeftens goed aeit ; Ace- hun ko- len en roven fo Deeï/ aï£fe immers Ronneit magtig tocrDen/ ring. cn dm ju 'j openbaer , fcOOJ De geheele weereld , fonDer Daer ooer VAN DE SLAVE-KUST. ïsi otoet te moogen toctnen geffraft; eben of met fjet affïerben ban Den Koning , ooft te gelijk alle regt en billijkheid toa$ ber|ïo?bcn. 5Dit Roven DlietD fo lang / tot Dat'er een nieuwen Koning i£ ÖCbeflifft/ DtC Ijet gcfeide Dn een openbare afkondiging Doet bertüeDcn / en 't geen oor aenfïonDg met De uiterfte gehoor* {aemheid roerD nageftoomen. 3fnöien De Opperhoofden fjet ober 't beveftigen ban een nieuwen Koning niet eeng ftonncn toctDen / fo fullenfe Doe{j/ om Deefe wanorder te Doen oppouDcn / ijet bolft mij# ma- ften/ Dat'er al een nieuwen Koning t£ / en al£ uit Degfeïben naem laten fp De voorfeide afkondiging gefcjjieDen. dêelDeit DuerD fjet beveftigen Dan een nieuwen Koning lang/DeSoon taant fo Ijaefï benieemt Den oudften Soon fjjntf Vaders dood die Jjs niet/ of Ijp maeftt fïg aenjïonDg met fijn vrienden op / om^Sof Dan get Hof en Wijven Deg Konings meefïer te toetDen; enen fijns toanneerfjem ö|t geïuftt/ fo Ijeeft l)p roeinig meer te Dugten; v*fc« mijl fiet Gemeen niet ligt fal toefben/ DatfoDanig een toe*^vc" Der roerD verdreeven j geïijftenDe Dit roei een rocinig naer ken , blijft Den Trek, Die Abfolon acn fijn Vader David fpeelDDe. gemeenlijk <©m Dit boo? te ftoomen/ fullcn De geene / Die De jongfte Koning. Soon tot Koning öegeeren/ mei fo^g Dragen/ Dat jm altoos öpöerOanD i£/ om jjem boo^ Den anDer in 't befit Dan 't Hof te (tellen. 't £al U E. nocö tocï te booren fïaen / Dat tft U E. ftcnntg Ijcubc gegecben ban 't g?oot getal Wijven De£ Konings; De/jc ïbc rocrDcn fomtpg ban jjem geb^uint / om Doo? Ijaer fijrf bevel en ftraflen ontrent De geene Die ittg fjeeft mi.öDaen/ te Doen uitboerem en Dat eenftjft maer met een IjonDcrD of biet na foDanig een fijn Wooning te fenDen / om'er alle£ mater in ig uit/ en Ijet Huis onDer De boet te galen; taant tcrroijl nicmanö 's Konings Wijven, on berbeurte ban 't lee- ven , mag aenraften / fo nonnen befeïbe 't bevel ban Den Ko- ning fonDer eenigc verhindering uitboeten. ëben boo? mijn acnnomft tot Fida biel fjier ontrent tct# acrohjg te booren / Dat in niet nalaten ftan U E. meefrt te Deeïcn. <£en Neger ban mijn ftemtfó / en ^iz ntp 0p ber* boïg !^2 BESCHRYVING VïOÏff balt tijb gtoote dienden geeft geDaen / tüierD OllDet De ganD getoae cfcïjoiifcoD / Dat men tjem up Den Koning gaD öefcfmïDigD / ban fec&ete müdaed bcgaen te öeuncn- en Dat 'ei* Derfjatocn ooit al bevel gegeeben mag / om fijn Huis te pïonDetcn / en onDcr De boet te ïjaïen -, gem Dan geen tijD obetgelaten fijnDe / om fïg np Den Koning te gaen beront* fctmïöigen / neemt een befluit (om Dat lm een regtvaerdige iaek boo*: ïjaD) om in nlact£ / al£ na gemoonte / te gaen blugtcn en fijn huis en goed ten beften te geeben / in fyzt felbe te blijben/ en 'sKonings Wijven af te magtcn; Die ooft niet ïang actjter bleetten / en l|em Dacr teegeng bermoeDcn btnDenDe / geoooDcn Dat lm aenfïonD£ fou Ijebben te ver- trekken , en öacc niet hinderlijk $f)n • Doclj in nïaet£ Dat l)p fotlDC gehoorfamen,fo l)aD l)P Oltttcnt tUJCeDllifCllD ttOnD Bos- polver ncben£ ï)cm ftacn ; 't geen ï)p ïjaer toonDe / en met fware vervloekingen DjeigDe/ bpalDien fp naDer miamen / (jet felbe te fit len aenlïcenen / om a!fo gefamentlijR met een warmen aers ten hemd te toaren. ©it ftonD ïjun gantfcfjelijlt tliet aen ; en tyeefetlDe / Dat l|p fijn dreigementen werkftellig megt mahen / namen in aller pï De bïngt na Den Koning, om Den feïben verhael ban {jun wedervaren te Doen • Doelj öicc in mierDcnfe Doo? Deefc Neger boo?genomen/ om Dat Die ecrDec fep Den Koning ma£ afë fp; en &P mift fig up Den feïben fa tOel te verontfchuldigen , fit fo beel recDeilClt Dan fijn onnoo- felheid Dp te fejengen/ Dat DCll Koning f)Cttl vry verklaerdc, eil bu£ mierD lm met een Abelheid nit Dit blijkelijk gevaer nocï> berïoft* 2UI genoeg ban Deefe ftoflfo bk in mei ligteïijft öaDoftr* geflagen ; fal DicnbolgenDe tot mr)n belofte noomen / te toer ten / om ban Den Godsdienft tiet Fidafe te fp?eeften. ïJHer booten ïjeb in U E. getoonD / Dat De meeflre mifda- den, Die aen Fida toetDen feegacn/ Doo? geld aen Den Koning of fijn voornaemften te geben/ toetDen gocD gemaeftt. $et vervolg fal U E. Doen ficn / Dat fyun Godsdienft Daeeom ooft maec eenlijft fcfnjnt ingcfïeïD te $ijn., Godsdienft ontrent Ijaer Godsdienft fimfc fo afg?ïjfli)& bygelovig , Dat der Fidafe ,jft noch ban geen Landaerc on Den gantfetjeu Aerdbodem ge* VAN DE SLAVE-KUST. xs$ t)00?b Ï)C&/ tlIC men in deefe faek &p gaCCfüU mODflen vcrge- efl wonder- lijken, «De oude Heidenen moogen met DCCtigDllifenD Afgo. lijke byee. den pralen en pionnen; boeïj ilt bcrfeclter u E., Dat Ine Dan iüvgheiJ. Fida fobanigen getaï toeï bier of meermalen fouben uiticeve- ren. $Ih tyoeg eeng am een Fidafe Neger , bie mp mei 't befte t Getal d« Dan aïïen boojquam / en met Mm i« ooft b?p mogt fpjee Afgoden hen : f fnnbc eben ben feïtoen / ban toien m UE. tjet Geval acnF'da is met 'sKonings Wijven j)eB berbaefo) Hoedanig fy hun Gods- TnlTlg dienft daer te Land verrigtcn, en hoe groot het getal harer Goden dooreen* wel was ? jj)ter op nreeg in aï lageïjenbe ban ïjem tot ant*uitdehare töOO:D: Dat hy fulks felfs niet en wift ; en verfcekerde, dat nie- verklaerd :- mand in het geheele Land my daer een net berigt van fou konnen geeven $ want, mijn felvcn aengaende, boet f)p b00£t/ ik heb 'er een groot getal , en fo vermeen ik dat het met andere ook is gefteld? em ïjefiöenDe berneerb / öemernte in/ Dat Landsge. ï)P niet De Goden ban fön Land in t fjeimelijn De fpot Djcef ; «ooten , jjiant ïjeuncnDe in fijn jonnfjeiD on De Franfchen getooonD / toelfterg Tael gp ook g^onDig berftonb en fpjaït/ fo ïjaDïjp ban Defeïbr De beginfelen ban Den Chriftelijken Godsdienft ge? ïeerb / en een goeD of rccDeïijfe neg?ip ban Den waren God, en joe men Den f doen moefi dienen , genreegen ; toten Dat jjp oon / en niet fijn Lands-Goden , De beftiering ban aï Dat gefchapen toag / toefcfeeef 5 en Daerom öchrcuttDc Ijp fig doch het met 00 Goden ban frjn Land OOR niet / aïg Uit welftaenshal- heéftnievan ven ' tn tot toïSenoeging ban fijn Vrienden , aen toien ï)n figeope»t- fijn gedagten niet DecfSc openbaren ; tyeefenbe (geïijhooft hjictever- feelterïijft toaer fou getoeefr jijn ) Daer Dooj in eenig onge- kiaren j en ma^ tt moogen gcr aften ,• toant jjoe goeD fijn Geloof ooit "«Mm" mo^ StJn / f" en toa^ Jet felbe DocJ niet magtig genoeg/ ïjem te betoeegen/ om ter toiïïe ban Dat goede Geloof cent ge fcljaDe aen jrjn Goederen te ïijDen. ®teg men met regt toet mag feggen en uitroepen: O wat een fwak eeloove ? Be Fidafe 't 91$ ^t* &*& / Dat fijn Landsgenooten OOR eenige ver- hebben een beelding ban Den waren en lee venden God Rebben / en (jent ■goed denk. 00(1 &eefe hoedanigheid toefcïfêfjben / aïg Dat Ijp almagtig, God doch overal-tegenwoordig , en een Schepper ban Dit groote Gevaert, bidden hun en aï Jet Gewrogte ig / en Dergalben ooft feer berre Doben «iet aen; gunne Afgoden berïjeeben ; Docjj echter biDDenfe Jjem niet enwaerom.acn / nocj 0Ocn God oit Centge Offerhanden ; en fjier balt geebenfebeboïgenDereeDen: God, feggenfe / is te verhec- ven en te groot , als dat hy fig met fo een geringe faek , als de weereld of den menfeh, fou ophouden en bemoeijen > wacrom hy ook de Regeering van dien aen haerlieder Afgoden heeft overgc- geevcn, VAN DE SLAVE.KUST. iss gceven , tot wien wy ons als de tweede , derde en vierde Perfoonen van God, en wettelijke Regeerders moeten wenden. Cn tyïtt Op leben fp |Wletje0 en gerufïdijft Reenen. i^UUIIC voorname Goden, ctl OciDClfcc hp tftt Qtfyttlt Land Drie voor- Daer boo? beftenD ftaen/fijn maer D?ieberlei/ aï£ eerfrelijft nameGo- feeftee flaff ban Slangen , Die m baer Godendom De eerfre en dTliwft eedijftfie plactje? beftleeDen. SMoemerfjarten / mogt Den den siang, Heere Bekker nu noclj een£ opfien / boe fou bp flg nittelen/ toannece jjp getoaer brierD Jet tegenftrijdig gevoelen ban Adams nakomelingen ; tDaitt Daer Ü3ti Den Slang boO£ onfett eetfïen en g?OOtften vyand , aï£ een verleider des menfchelijken Geilagts , aenfïen / Daer ïjouDen Die Dan Fida in tegcnöed Öem bOO^ ïjaer grootfte goed en gelukfaligheid. *Docï) Dit in 't boo^bp gaen/ of aï£ tn een Paremhefis. ©aer Goden in Den tweeden Rang fijn cenigc uitfteeftenDe ten twee- ftoogc Boomen , töact flen Vrouw Natura jjaet Meefterftuk den eenige frijnt getoonD te ftebben. Boomen' Cen DetDen fiebbenfe tn 't getal bar er Goden /Doe?) afó en te» der. De minjïe ban De Gebroeders fijnDe) meeDe gepïactft De Zee. den de zee. 5Dcefe D?te genoemDe fijn ï)Un openbare en algemeene Goden, en tocrDcn Jet gejede Land doo? ooft Daer Dooj geïjouDcn en aengebeeDen. <£en pDer ban Defetoe geeft/ bolgenggun dwafe meening , fijn bpfonDere opjtgt en berrigting / eben aïg De Amptenaren OUDer een Koning, Vorft, of Prins; eben* tod nod) met Dit cmDcrfcfjeiD / Dat De Zee en Boomen fïg met bet geene Den Slang toebertroutob ig / niet moogen be* moei jen / maet Den felben in tegenbed boel ober fret gare; om/ inDien fp fomtps itjat te lui toicrDen bebonDen/ Daer ontrent een anDere en beetere boo?{ïening te Doen. ©en Slang roepen fp aen in tijDcn ban reegen en droogte, Densiang in een onvrugtbaren tijd , befïicrino; ban 't Land , betoaring «de voor. ban fjun Vee , en met een fcjoo^D gefegt (buiten De balbenacmfte* enmeutogebannenGoodjes) in alle Jjare nooden en fwarig* heeden. &eet gjoote offerhanden foerDen Ijem ooft altoos DaeromKni Doclj (jet (impeftjfi ten fcefien ban een anDec te geebcn / Daer fïonD fjenr De mutjef niet na; en Derïjalben ma# Den verfoeker genooDfacnt onberrigter fanen tocDcrom te neeren / 't geen tfem/cn ook De Papen, Dieec al fïaet op gcmaefetl;aDDen/ fciojiDer fobet gcbiel •t Huis van j^ct Slangeohuis, fcacr bah in fo ebcn (jeö getoaegt/ ijaf «aemfte0' 0nttmt ttocc mÜlcn **n 's-Konings Dorp QckCQCtt/ eil ge* €od. boufcoD onDer een fc&oonen ïjoogenBoom. ^ier in/ feg> genfe/ VAN DE SLAVE-KUST. iSf gcnfe/ ontïjouD flg De oppcrfïe cng?oot|tc ban aïïc De Slan- gen, f n cben aï£ De Grootvader ban aïïe anDcrc ftjnDc. $P ' foit ontrent fo DiR ban ïijf fijn aïg een menfeh , en lang na ebcnmatigOeiD. $p mOCt OOK aï een goeden ouderdom ï)CM)Cn 'J tüant 0; is uk een uecben boo> / Darfc ïjem booj een mecnigtc ban jaren ïjcb* andcr Land ben gcbonöen/ mannecr fm- om De godlooshcid ban De men- tct lue[ khen nit een anDtr Land tot ïjacr toa$ obrrgcRoomcn/macr ^e"s " ober fp oor feer berbïfjD maren gemcefr / en Decfen nietig wen en grootcn God met beeï teehenen ban eer en grootagtmg bcrmeÏRomocn / en met / of op een Kieed ban sijde , ban iraer na ïjet siangcnhuis , toaer Dat ïjp tegenmoo^Dig nocï) ijEf/ fyagten. deefen fchelmfen slang moet Dcfeïbc fratfen in fijn gat gejjaD Rebben / aï£ De Goden Der oude Heidenen , Die fomv tp£ meeDe roei om een fttgje / en tot anDere volkeren fton* Den obcrloopcn/ en Daerom fomtijD£ benooDigD maren om Defeïbe/ enïmn geïjeele Godheid , bafï te binDen; en ïjicr op Rebben Die arme Duivels, ban DermaerDg Decfe slang toa£ Hoornen ïoopen / bermoeDeïijfemetgcDagt/ anDer£ foti&cn fp 't feïbe na aïïe gcDagten mei boo?gefeoomen $ijn. jBaer mat f)cb ia mp op te ïjonDen met gedagten te maften / Dacr ÜÉ mei wcefentlijker faken f)eb af te tjanDclcn. ©oo^ Deefen ïjaDDen De Koningen ban Fida cengetooonte/ invoonge Om een jaerlijkfe Bedevaerd na Dit Slangenhuis te Doen/ 't geen "i^11 d?e- met een groote Pragt en Prael , en IIOCÏ) grooter Gefchenken, j*" £Fl" mictD boïbjagt ; mant niet aïïecn Dat Den Koning feer rij- Jngen°Be. RdijRc gaven opofferde , maer nocï) Daerenboben aen aïïe fijn devaerden Grooten , Die ï)ettl begeïeiDen / groote Vereeringen OIIIÖCCÏÖCU; nahetSlan- maerom foDanigen Bedevaerd jjem oor op eenigc DuifenDen §enhuis' quam te fiacm ïï ocï) Deefen tegenmoo2Digen Koning geeft ïjet feïbe af gefeïjaft/ en tger oor in esnige jaren niet gemeelt- <£ijn laetfïe Togt oie ï)p DcrmaerDg ïjeeft gcDaen / ma£ ï)p (fo mpberïjacïDi^,) berfdD met een Franfch Kapitein , met na- me Monfr. Ducas , bie fot genoeg foit gemeeft $ijn/ om ten fpOtbatl aïïe Europianen , flg feïben met Tijgersvellen , en ® 3 anDere s I58 BESC H R Y V I N G anDere bruijery te WeeDcn / en Dug Den Koning na rjet Slan- cenhuis te gcïciDen/ en Den fclUcn alg te onDerfteunen in fijn Afgodcndienft; 'ttoem (fo rjettoaer i£) immers? foarg ïh gefcueeft / aï£ Dan Naaman Den AfTyriër , Die fijn Koning in Den Tempel kan Rimmon onDerfteunDe j mant DenDeefcn/ fcfjOOlt tnaer nieuwelings bekeerd , een Heidenfch Meefter reit Koning rjcüDenDe / en Die miDDen in Jet Heidendom fïan*/ ecjter / om fulftg te Doen / nocfj Derlof Dan Den Propheet en Man Gods, rjaD Derfogt. vEoerj Dit ig meeDer een afwij- king , Die miffcljien fo mei fluit / aï£ een Tang op een Varken. Waerom ^cn Konin§ ^att/ fo al£ IK gefegt Öefi/ Doet Deefc Bede- door den vaerd niet meer in perfoon , maer ïaet ïjet feïDe Dooj eenige tegen*oor-Dan fijn Wijven Derrigten; 't toem Bern on Derrena foDecl digen ko. mct cn j|0mt tc Rojtcn / en Dit / geloof ife / ig oofc De ce* St§e lu0^c reeDcn/ toaerom &n rjet acrjtermccgcn ïaet. inkomen ifêaer ïjceft Den Koning met Den siangendienft fmare on* des ko- fcofren; 't geen Ijn uit/ of Dan Dien felDen dienft trent/ ig ningsvan mceDc niet gering. 3Iacrïijll£/ mauneer De Mais, ofklei- «endienï. ne Milhio *$ ö^aciD / totDat DefcïDe De rjoogte Dan eenMan ficefe / gaet 'sKonings en Der Papen ploeg Dapper aen/ Der* mirg De menfehen (altoos Die niet langer fïen alg rjun neu£ ïangig?) aï^Dan wanen, en fïg inbeelden, Dat in Diegeljeele tuffdjentijD De Slang of shngen Deg aDonog cnDen gefteeïen nagt ïntn toern manen/ om alle jonge Dochters, Die rjemof ïjaer behagen / op te Dangen/ en Dol Doen merDen ; maer DOO? DC Ouders of Vrienden DeitOODfaeftt $ijn/om Deefe Doch- ters na een Huis, DoojDagtclijn ïuer toe geDoumo/ ttlaten fc:cngen / maer Datfe eenige tnaenDen moeten olïjben/om/ fo get Doo&eebcn ig/ Dan hun DolrjeiD geneefen re toer- Den; onDermijl moeten De Vrienden fjaer Dan alle noodfake- lijk onderhoud Derfo&en/ en Dat mei fo rijfteïijfc/ Dater De Papen meeDe Dan ftonnen nefïacn. waer het &t DefïemDe rijD Dan rjun Gevangenis ober fijnDe / en fcive in Datfe Dan 't geene fp noit onDerïjeeDig fijn gemecfr / ge* b€ftaet. neefen jijn / fo nrijgenfe Dcrlof om meeDer uit tc moogen gaen / maer moeten ueDooreng De fcofren Dan &arc genee- img VAN DE SLAVE-KUST. 159 {ing en bewaring betalen / 't tocïft gerigt i$ / aï na Der fcï* bcc Vrienden bet honnc ii öocn / en beïoopt Doo? maïlunDec ontrent De vijftig gulden boo? pDer Dochter -, en 't getal Der Dochters , Die '£ jaerlijR^ toerden opgebangen / bcDjagen eenige duifenden, bermit£ pDer boonmem Dorp een afgejon- DerD Huis tot fjet feïbe geeft/ en De fommige Die toat g?oot 3ijn/ toeï ttoee en Djie. 2M bet geld Dat Jier ban ftomt / ïjeefe De nacm Dat fjet tjoo^ De Papen i# / om in Den Dienft ïjarer Goden gefyuiRt te toerDen ; en aïïjoetoeï in niet en ttorjffeï / of De Papen bebben Daer ban meeDe ftacr Deel / fo ben in Doef) hanen* boben berfecfcerD / Dat'er Den Koning meeDe niet qualijftbp bacrD } maer Dat jjp'cr ban 'tfgelijRen goede geidfommen ban treltt. ©e cerjïemael Dat ir om te Handelen aen Fida quant /Hoedanig toierD mp boo? bafï berfeeuerD / Dat fo öaefi een Dochter <|e jonge Doo? Den slang mierD aengeraefet/ Dat fp onbermijDehjR Dol j000cr Je* tnoeft toerDen ; Doef) eeljter toag bet feïbe maer een Heilige sianoen of Godsdienftige DottjciD <£ben foDanig afê boo? Deefen ban werden ge- De Bachamen jg berbaelD/ of oor ban De geene/ uit toienjsf [anseno; en monD De Heilige God-fpraken moefïen bOO?tROOttlen ; aï* bcëideSdo*N goetoel ift ban fuïue heilige Dolligheid een toeinig Den ty\i$ ïigheid. fou bobben; toant toaerDit goed fip of ontrent ftomt/ bc* * Derbenfe of bnüjcn Jet aen jtitRRcn/ enbeb^ijbeninpïaetg ban Godsdienftige werken, niet Dan alDcrganDe Duivels quaedj en rullen niet/ boo? en aï eer men fyatz terplaetfe voorfchre- ven beeft getyagt. 3Éen toilDe mp in 't eerft oor met ïtragt Doen geïooben/ Dat een slang De magt JaD om een Dochter uit Den ljui£ te ïiaïen / en met ïjacr boojt te gaen/ feïjoon fp in bet feïbe Huis toag opgeflootcn getoeeft £it fïonö ih bacr ligteïtjR toe / inDien men De Dochter beboo$en£ met noodig gereed- fchap , om De Slooten te openen / boo?fag, %k gaf mp feïben geen ruft / boo? en aï eer ift onder- verklaring Togt tjao/ boeDanig Deefe bedriegery in fijn toerft ging/ Docb ^ be°r" tu fou' er noit achter genoomen ^ijn/ en aï mijn mocirc ïjaD driegery, berlooren getocc|r / inDien mp Den booren gcmcïDen Neger Daer Ioo BESCHRYVING Daer ontrent niet te regt IjaD geholpen, ^en fetoen gaf mp Dic£ aengaenDe ïjet fcoIgenDc fcerigt; te meeten: Dat de Papen de jonge Dochters , of ook wel Vrouwen , (die noch nok van de Slang waren gemoeid geweeft ) waarnamen > diefe dan door belofte , of indien dat niet mogt helpen , door Icherpe dreigemen- ten , fo ver wiften te brengen , datfe beloofden , om by de eerfte gclcegcntheid hun wil te lullen volbrengen ; "'t welk daer in beftaet, om, alsic alleen op ftract is, en de kans klaer fiet, aen 't fchrceu- wén en tieren te gaen, even of haer de Slang valt heeft, en beveeld naer het Slangenhuis te gaen ? <Êer fjaer pmanD te fjuïp feomt / i$ Sonoor den Slang aï DOOJ Den Satan, Clt 't Vrouwmcnich i£ acil De Raferny OBCrgc* geefcen / 't geen De Vrienden nooïsfaeïu / om jjet öetocl tidii tien slang op te tooïgen. voorfioti^- Wanneer gefeiDe Vrouwlieden ineDerom uit ïjet Dol -of heid der3 Gcvangenhuis fullett gaen/ fo merD ïjaer Dan De Papcnfcïjcr^ Papen , oP pcïijfe ncruooDcn / om niet te melDcn ïjoeDanig ïjet gevan- fchJimftuk §cn ncennen toan Öaer in fijn mern i$ gegaen ; maer eenïijfc niet mogt Daer öp bïi)Uen/ oat fjet Doo? De Slang gcfcïncD. ij^iermcrD uitkomen. Dan nocï) tot een Slotreeden npgenoegD / Dat De geene/ Die De geheimen nan De Mis ftomt te openuaren/ acnfionög faï itJCrDcn verbrand. (£n itt tDaerpeiD / fp fïjn fo wreed , tn OORmagtig genoeg/ Om fmn dreigen ( fo tDannecr een Vrou- menfeh fcljulDig toicrD oeDonDcn) terfïonD met De daed te ïicbclligen. AerdigGe. <©eefcn Neger nerïjacïDe mp meegentf 'tgefeiDe gevangen val hier neemen een aerDig geval , 't geen tuffcljen ïjem en een fijnen omrent ge- wijven toag noodgevallen ; Die ffg / Doo? aenpo?ring Der Papen , op een fee&eren anonD ucinfbe nan ïjaer finnen ne* roofD te $ijn ; fmijtenDe / aï^ef na ouDcr gemoonte / allc$ toaerfe op of ontrent non noomen / aen ftuR&en. £>oc() ftp Dan De moord roeetenDe / en Dan maer fyact Deefe lollig- heid fcra£ aengeïlonicn / nam fjaer foetje£ DpDerfjanD / enen of ïmfc naer 't Slangenhuis miïDe ö^engen ; boet) Doo? De Woonplaets Der Brandenburgers gcROOmen fïjnDc / ( Die ter Dier t#D aen Fida maren Om Slaven te Handelen) fhiiptïm Daer met fjaer in i en neilD fijn Wtf aen gemcïDe Branden- burgers VAN DE SLAVE-KUST. i6t burgers te ftoop. ©ocïj mannecrfe fag Dat Jet ernfï roa£ / foffoilÖ fpljaeft ban ïjate gcvvacnde dolligheid af} biel op jjare hnien / en bab ïjem om vergiffenis ; met belofte / tan fig nacr Dcefcn noit meer fobanig te fiiïïcn acnftellen j op melftc bclofrc l)P öaer ooft mebcrom b?p liet/ en fo ma£ en bleef fp ban jjarc Dolligheid en ben Slang bcrloft/ en öp om f)aer meberom met geïö lo£ te ftoopen. ©it ma£ een ftout beftaen banbemj mant inbien'er be papen oester maren geftoomen / fo mag ïjp genoegfaera fijbcloog gemceft. 22>p mijn aenfcrjcefcn tOt Fida gab ^C Koning fijn Dochter 'sKomngs tneebe ban ben slang laten bangen ; (in mag /om ïjet gebolg/ Dochter lücï feggen / bat l)p ï)ct Ijab laten boen) liet ïjacr na jet ™ce^van Slangcnhuis brengen / en oor ecnigen tijb fïtten ; bocj) niet aenge.ans fo lang aï£ na oubcr gemoonte ; maer om öarentmiï gin-daen. gencr al be anbere Dochters boo? be gemoone tijb meebe uit. £o ïjaeft ben bag ban gare verloffing genoomen ma£ I Hare ver; toierbfc met groote Pragt en Prael boo? ben bag gejaelD / en loffins- boo? bet Hof ban ben Koning gelagen / en baer necbeng be anDcrc Dochters, tik fjaer boïgbcn/ teenceber gefet. <&p toag niet bekleed , maer naekt , mrgenoomen een fijde Charp bic Ijacr tnffeïjen ttz beencn mag boo^geïjaelb / en baeren* boben ooft behangen met een genocgfameïaft Conté de Ter- ra en Agrie. S^it fijn tmee Couralen, ban tDclKCrg waerde ift meermalen ïjcb gefp^ooftcn. €ertöijl fp l)ier mag/ bcb?eeffe alderhande fottigheeden , Ott* pleegt vee. ber fjet fpeeien op bcclberïjanbe speeltuigen, 'tmcïftöacr/iefocter- boïgeng Ijct fcggen ber Negers , nocï) ban Jare dolligheid n>en« mag obergeblecben ; en nocï) be£ te meer / om bat men jjaer boo? be gewoone tijd ïjab uitgelaten» ^ermijl fp op voorfeide piaets fat / bergaberbe bpna Jet Krijgt geheele Land (mei te berftacit Hit ban eenig vermoogen. tDa^8rootJ Ge" ren) bp ben anber / en een pgeïijft b?agt fijn Gefchenken fchenken' meebe i bie Ijaer mierben obergeïeeberb / 't geen te famen een aenfienlijke fom bcb^oeg / bermitg beefe Offerhande me! een bag of bier na ben anber buerbe / om bat i^t mecjle op IL Deel. £ DCIt i6i BESCHRYVING toen eerfïen öag niet Jaööen nonnen hoornen ; fo bat ïjet met öeefe Dochter op een geïjeel anöcre manier in fijn merfc ging i mant öaer toe anöere geld boo? ïjare veriofïïng moeften geebcn/ öaec kreeg öeefe een fraeije fom toe. schoonde £eïjoon öat'er eenigc Negers jijn / öie mei meeten / öat Seefebe 8et voorfeide maer loutere bedriegery ig / fo gouöenfe fïg driegery" öocï) / ter mille ban öen Koning , öe Papen , en ftaer eigen wei wee- veiligheid > gier ontrent feenemacï onnunöig / en geïaten ten fo der- gan: j a\g 0ffe aïle£ ^00j opregte en fuivere wacrheid aenttee* Svreés' ltien> cnj)eti£f>aerooRtcraöen; mantöegeene/ öiefïg voor de fyict tcgen£ milöen aennanten/ fouöen gun felben in doods dood , niet gevaer Ö^engen. •peubaren. ^ct toan fteu tft een leevendig voorbeeld boo? mijn eigen voorbeeld aogen gefïen. ^e laetfte rcig öat ift aen Fida Den gemeeft/ daer van, mag'er ren Neger ban öe Goud-Kuft , öocji aen Fida moom van den atgttg / met name Kapitein Tam ; Öie Ö002 fijn goed gedrag, fciflüae- m beleefclen aert > öoo? Den Koning mag ïiebo?öerö tot Kapi- woondf tein en Tolk öer Engeifche. 3£eefe Neger , tyecmö fijnöe ban öen Godsdienft öer Fidafe, ïjaö een "Wijf ban öicn Land- aert, öie fïg on feenere tijö meeöe geïiet Dol , en ban öen Slang gevangen te $ijn > öocï) ïro / in plaetg ban ïjaer na fjet Slangenhuis tt ï^engen / öeeöfe meï fraeitjeg in öe Boeijen (luiten / 't geen öeefe Hex , gantfejj in tegcnöccï ban §et vooren verhaelde Geval, foöaitig bertiittrröe/ öatfe ïjaer Man ïjeirneïijft ön öe Papen öeeö aennïagen ; öie ï)cm ( ate een Neger ban öe Goud-Kuft fijnöe / en öie un gcboïg in jjer ftuft ban Godsdienft niet met ïjaer ober een quam) inïjet openbaer niet miïöen aenöoen / maer öie Schurken öeeöeit Öem onöer öe ïjanö vergeeven ; maer ban fin mei niet met Den eerfïen fïierf/ maer 't geen gent pïotgfdijK öe fpraek, en 't geömin ban aï fijne leeden , benam -, en öerjaïben een fwaerder ftraf , Öan met öe dood. 9[n ÖUgöanigen ellendigen ftaet gefc iR gem Op mijtt ver- trek geïaten / fonöer te meeten/ ofïm naöerïjanö i$ her- fteld, of niet. &ie0 UE. mogt afmeeten/ en fjier uit fïen/ öat men flg Ut toe gehede wecreld, niet fonöer groot gevaer, tegeng De Geeftelijkheid fcan aenuantcn. 3Mt VAN DE SLAVE-KUST. i63 %$it ij6f bOO? fO bceï De argliftighefd Der Papen OüttCltt voor- Agting dec gemelde Dienft belangD. 3lcngacnDe De agting cit eerbiedig- NeSe" heid DCC Negers bOO? DCIt Slang, Die i£ fo g?oot/ Dat bpaloicn gJJL "„ een Neger Den Slang mact fïmpclyn met een Stok aenraente/ Grafie of op een anDere toij£ ecuig IceD tocfyagt/ fo fcuagDcn fel* <*en kw™ ben geroiflijK om öal£ / en fou booj fceher ten biere toer ^gleed Den geDocmD» t^oo? een geruime tijD ban jaren / toanneer De Engelfche voorbeeld ÏJïer Cerfï ÖegOltDeil IC Handelen , bid er een aenmerkenswacr- bier van dig, en te gcïijfc ook droevig Geval , noo?. Wam Den Kapi- mc}r j*e Eq- tein Der Engelfche, nebeng ceitigc ban fijn volk , en een Deel ge iCie' Koopmanfchappen aen Land fijnbe geuoomen / boiiDen De£ nagtg" een slang in fyazt Huis , Die fp / fonDer beel omwee- gen te geb^uihen / DooDDen j en / mecnenDe een goed werk te Rebben gcoaen / fo fmeeten fp De Slang , fonDer eenig acïjterDenKen / buiten De Deur tocg / toaer Dat ïjp beg mo?< gen£ ban De Negers toicrö gcbonöen ; Die / ftabo?fcf)enDe mie Dit boo£ ftuft ffo fp fjet noemDen) mogt Rebben be* gacn/ fabonDenfe De Engelfche (Die/ fonDer getyaegD te tooien / ïjacr felben ïner De eer ban gaben ) Daer acn fctjiüDig $ 't geen fjet Gemeen foDanig berbitterDe / Datfe met een groote woede op De Engelfche aeubieïen / en fjaer aïïc Dood floegen/ en al De Koopmanfchappen met fjet gel>ce* ïe Huis berbjanDDen. ^it bcroo?facftte foDanigen fttyik in Dien Landaerd, Datfe een ge ruimen tijD Daer ban Daen bleeben / en elDerg ïjun Handel gingen Doen j Doef) einDeïijft toeDerom geftoomen fijnoe / fo ÜiaDOen De Negers boo? een gebjum/ om aen alle Europiancn Die Daer quamen / ecnige slangen te bertoonen; met berfoeh / bermttg (jet fjare Goden maren / Dat men Defeïbe Docï) geen ÏceD miïDe Doen> enfo ïjeeft men $eeDcrD Die tijD ban fodanigen ongeluk noit meer geljoo^D / en tegen* tooo^Dig Roomen tjier toeinig Europianen , Die ban Deefe siangendienft bebooreng niet al fijn bermittigb, 2!h fou nocï) feer tmijfelen / bpaïDien eenEuropiaen te* gcntooojDig een slang quam te DooDcn / of ïjp al beeter lot aïg gcmelDe Engelfche fou jjebben ; ten toare &p geïunuig $ z ge* 164 BESCHRYVING genoeg toa£ / om met Den ecrjïen fip oen Koning te fton; nen bïngten / en oen fdbeit te toonen / Dat ïjet up ongeluk toag toegehoomen. 3fn foDanigen geval fou &ct beelligt nocï) met een geldboete acn De Papen te gecben/ om Den ge- bleevenen God tt berfbciicn/ af tC tnabeil $ijn ; aïï)OCftïcl jR fytt'tt ttfyttt nietgaerne op fou ïatcn aenhoomen; töant Den gemeenen man , DOOJ De Papen acngefct / in fo een geval tot een verwonderlijke woede uituaeff: ; en Derïjaïben t£ ||ct berce 't fiefï / ïucr ontrent met De mcc|ïe omfigtigheid des weerelds tt tOttk tC gaeiU Ander 2^P mijn tip ïjaD een Aqnamboefe Neger een Slang op fön voorbeeld Stok genoomen / en om Dat ï)p gein met De ïjanDen niet met een accföe aentafteu / aïfo buitene öui£ gcDv2agcn / fonDer ïjem feNeaer°e anDet£ eenig leed te Doen» €tuee a Djie Negers jjet fclbe doch werd ficnDe/ maebten acnftonDg een Moordgefchrei, 't geen fp in gered. tijDen ban brand , of anöCl'C ongeleegentheeden , gelüOOn fijn te Doen/ inact Doosje binnen bojten tijD fyct geheele Land Op Den anDcc bonnen bergaDercn ; en tegentooosDig 0?agt l)tt met'etïjacft ook een grpote meenigte fin een/ aïïe met Knod- fen , Swaerden , Aflagaijen , en aitDCt Geweer geitiapcnD ; CI1 Die ïjet ook ïiacfï met Deefe Neger fouDen ïjenfien uü$c* tnaeïtt/ ten toarc Den Koning, ban fijn onnoofele mifdaed oer* tianDigD / ijem niet tijDelijh Dooj cenige fijnee Grooten uit fijn gevaer ïjaDDc DOCH betïcffcn : en fo tnietD Dit onweer , fonDer ecnige fe&aDe te beroojfaben / nocï) boo^fin ge» D^eebcm veelheid ©oo? Deefe Voorbeelden toetbcn top toeeDcrfjoiiDcn / om vanSlan- öcefe vervloekte Goden, of Duivelfche Serpenten , aenteDoen/ woonin6 n*et tcgenflaenDe on£ Defclbe fomtoijïen Dapper te plagen genderEu-neemcn ; tjermitg fp on^ef dagelijks , booniamcntlijK Op fter- ropianen. ke Sonnefchijn , ( ebett of fp / aï£ Schepfelen der duifternis , Dat heldere ligt niet bonDen bcrD?agcn) met bijf of fe£ te gebjb ftOOmen fiefoeKen; KCUipcnDe Op Stoelen , Banken, Tafels, ja fe!f£ op onfc Bedden , en IjouDen ontf in Den flaep gefd* feftap ; en inDicnfe onDee De Bedden op een gocDc pïact£ bonnen boomen / en onfe Bediendens tnat te lui $(jn / (jet Beddegoed om tt jjaïen / fo bonnen fp'er toeï een Dag of agt VAN DE SLAVE-KUST. itf* agt jjuiö ïjouDen / ja fcïfó / gelijk gcbcurD ï&/ Daer ter pïacttf jjarc Jongen roerpen wanneer menfe öujef Doo? Fjct ljui£ geroacr toerD / rnHoen?enre men Ijacr niet langer begcerD te DulDen/ fo (jeeftmen macr Sen? pmanD ban Dat Land te roepen/ De roclhc fijn God foetjeg opbcurD / en buiten^ Emi$ brengt. .rtëaer fofc in De Balken ban De Huifen , ( nemritg DefelbC maer nail eene verdieping 3ijn)ofelDer£ anDcr£ op een verheevenc plaets jïtten / fo moet men al (jeel bcc! op fjet gemoed Der Negers bermoogen / eer fpfe Daer ban Daen fitïlen Jjalen -, en Derfjaïben i£ men ge* nooDfacftt fjaer Daer te ïatcn futen / tot'er tijD fp ban fclfë ftoomen te bcrtreRRcn. 't 3f£ mP tm$ gebeurD / Dat een Slang fïg bobcn mij» Tafel , roacr aen ift Dagelijks moell fpijfïgen / qnam te fetten / ener ontrent bcertien Dagen Stal jieïD ; en feïjoon ife/ opftacnDe/ fcemgemaRRclijR kon bereiken/ foroagcr Docï) niet ecnen Duivel , Die Ijera ban Daer toüDe neemens Doel) Dit roierD nip naDcrïjanD rijkelijk beloonD. iuanncer in opfeeftcre tijD eenigc Grooten ban Fida aenDenSchr« miin Tafel ontijacïDc/ qnamen rop ban De Slangen te fp^ce* VC1 krijgt Ren ; en mdn oog ballenDe op Den Quant Die boben on£ van den ÏJOOfD fat / feiDe ife : Dat ik van gedachten was , vermits den Konin§ fel ven in veertien dagen tijds niets ter weereld had gepeufeld , dat v°°jao"ee. hy eindelijk van honger foude moeten vergaen , indien hy~by tijds ten vanden fijn fpillen niet quam te pakken? SDüfi) CCI1C ban gefeiDe Groo- slang goe- ten , en ï)ct gcene oor Doo? De oberige roierD bebejïigü / boer* de beta!ins- DC mp te gemOCD: Dathy verfeekerd was, dat den Slang, fchoon ik fulks niet gewaer wierd , fijn deel wel uit de Schotelen wilt te krijgen? s>it feggen IneïD ik in goeder geheugnis j mant al£ ik Daeg£ Daer aen bp Den Koning mtam/ bcrtjaeïDc ikïjem in 't bpfljn ban Die fcïbe Grooten : Dat een van fijn Goden fo vrypoftig was geweeft , en ongenoodigd de tijd van veertien dagen aen mijn Tafel had koomenfpijfigen. Dat het derhalven ook niet meer dan billik was , dat men my daer voor betaelde ; of anders fou ik genoodfaekt zijn , decfen ftouten Gaft te doen verhuifen > £ en Koning, Die in Dicrgelijke geuren g?oot beïjagenfeïjep* tel feiDe l)icr Op : Ik fou den Slang maer laten fitten, want hy % 3 fou t66 BESCHRYVING fou forg dragen , om fo wel den Slang als my van genoeg faem voorraed te verforgen ? <£lt inmaerljClD/ lh töag met ïailg in mijn Wooning geroceft / of nip roierD ban toccgcn Den Koning een tyatoen betten Os gefyagt / tot boïDoemug ban Jet gecne Den Slang bp nip &aö berteerb. 9(fe fouDe on fo een manier alle De Goden ban Dat Land toeï De ïio|l fiebben mülen geebcn ; en ik Denfee / Dat ik er ooit niet beel bp fou ingefchooten ïjebben» Deefe Af- %tt beft ban allen ïg / Dat Deefe Afgodifche Slangen De godifche menfehen geelt lecD eil Doen ; töant fcfjOOU men bp ongeluk kon?ee"de in Den Donfcer op per treeD/ en banbefeïbe geftooken roerb/ m°enfchen f° **** Ö0CÖ Sccn Q«öeD ter meereïö mecDe bermcngD / ja niet be- feïfg niet mecrDcr aïg De fteck ban een Duifendbecn. ©aer* rchadigen. cnboben fouDcn on£ De Negers nocg gaerne roiïlen Doen ge- looven , Dat f)Ct goeD i£ ban Deefe Slangen gebecten of geftoo- ken te roerDen/ aïfo men naDcrïjanD Dacr Dooj tcegciu* ïjet fteeken ban een giftige slang bcrfeeïierD en beroaerD fou$ijn; Doeï) bier ontrent ben in aï mat ongeioovig , en fou fyct on jjaer feggen niet gaerne ïaten acnnoomen/ en roei temeer/ aï£ ift in bet vervolg fjcb bemerkt / Dat Deefe Goden tegeng De Duivels, tetoectcn De giftige slangen , niet bcftanDig en 3#n; beel min fouoen fp on£ boo? Der fclber beet nonnen beroaren. Kampen a©p Rebben &ier fomti)b£ bermafteïijne Kampen tufTcïjcn der fenijni- $t Afgodifche en giftige Slangen ; (Die tn Dit Land meeDC lliet AMifche cn ontboenen ) en Dit Pluishairen komt / fo in geloof/ bp / slangen, om Dat De giftige slangen, fïcnbe Dat men De anDcre fo beeï eer aenDoet / Daer Doo? nijdig op Defclbc motten > mant fp mecnen Dat ïjaer Die Eer fo roei toekomt aïg De anDere/ en Dic£ te cerDer / om Datfc noefj ietgïjebben/ te roceten ver- gift , roaer mceDe fp fïg in trjD ban nooD nonnen befchcr- men , en roaer ban De anDere onboo^ficn $#n. <©CCfe reedenkaveling en overdenking bp fïg feïbClt / moet U E. roecten / Dat in boorige tgDcn / roannecr De Beeften meeDe nocf> ictjef te feggen jjaDDen/ t^gefcïjicD,- en 0ier ban Rebben Deefe giftige Slangen nu niet anöer£ oberbeïuw? Den / Dan een onverfoenbare vyandfehap ttQCXl^ De anDere/ toacrom VAN DE SLAVE-KUST. 167 toacromfpooft/ toanncerfe Defelbe ontmoeten/ aenfïonDg f uilen acnpaliRcn ; Dorg gier in Itoomcnfc altoos te fto?tf en met rccDen / om Dat get immerg al te (legt fou luiDen / Dat een God boo? fo een veragt Schepfcl get Seil fou moeten ftrijRen. E)ocg in ïian U E. mei berfee&eren / Dat {jet gacr Daer De Afgodi- niet ban oaen Romt/ mant De fenijnige slangen, Dtcg?ootetf^e.foudel. afa De anDcre 3ijn / en oor met kragtiger Geweer booten iVoltkoo- fouDen Defelbe/ fonDcr op gun Godheid becï agt te geeben/men , in. gaeft moffelen / inDicn fp niet met Den eerfren Doo? «nLe-dienfevan gioen of tmee ban gare Aenbidders bjicrDcn onDerfreunD ; ^^f"8 Die Den anDecen fijn fïoutgcib / ban Dat gp fïg tcegeng een dender. God DerfD aetmanteu/ mei gaeft met De D00D Doen öe*fteund. ftoopen. £ e CtgcittliJRe gedaente Der Slangen , Die gier OÜO$ Goden Desfelveü töcrDen gegoubcn / fijn gcblamD / aïg wit , geel en bruin gedaente. Do o: maïftanDer gefcljaRccrD. want meer Dan gonDerDmael geb iR Deg abonDg gefien / Dat De Rotten DugDanigen Slang boo?bp liepen / en aï£ De gcR met gun fcgooren / 't geen Defelbe ban ongeduld DceD feecumen / en fig met alle ge* mclD ï6S BES'CHRYVING toclD ïo£ machten ; Docïj Dan toierD men Daer ontrent niet eenen Rot meer getoaee. De TiMe 3Fuöicii men t befocR Der Fidafe moeDe i& / en Dat men moogen paer hieg tuil fjcböcn,/ fo (jeeft men niet anöcrg te Doen/ geen quaed ajg veragtelijk of quaüjk tjan Den Slang te fp^ceften j acnfronD^ sfanaVoo- fuïïenfe ïjaer ooren tocfïoppen / en ttn ïjuife uit loopcn; ren Fpree- Doei) Dit teilban ttn Europiaen , Die toe! met gaer fïact / tod Mn» geDaen $ijm «JlBacr een Neger ban een anDerc Kuft fou/ met Du^Danig te ïjanDelen / fig fdben in geen klein gevaer fteïlcn. Hoe fy fig wanneer get nomt te gcöcuren / Dat'er ergeng brand gedragen 0iuj|aet/ en een Slang in t Hier quam te fnettbdcn / fo faï ™ komter een ngdijR Die Dit Ijoo^D fijn ooren floppen / en eenig geld te fneuve- gecben; toilïcnDc Iner mceDe te hennen geebcn/ Dat Meteen k»? te bcrfctoiRRdijRen facit ïg om acn te gooren ; en Dit geld DicnD / om fig met Den verbranden God te berfocnen / Dan öatfc fjem met öeetcc Rebben opgepaft <£n ïjicr bp geloo- Venfe nocïj / Dat De Slang , feïjoon berb^anD / tod Ijaclt toe* Dcrom fal Roomcn/ om Óg acn De gecne / Die oo^facn ban fijn DooD getoecjt $rjn / te Ureenen. Een Slang %ti 't jaer 1^97- ï)aÖ mijn Confrater De Heer Nicolaes Poll dooreen (Die ter 6tCt tijD Den Slavenhandel bOO£ Ollfe Maetfchappy aeil varken in. picja bjaernam) öct bcrmacR om een aerdig Schouwfpei te fien waerdoor acnccgtcn. <£cil Varken ban CC!l Slang gefiooken , eit Der* eengroote ïjaïbeil Op &C11 feïbCIt gebqeten fijllDC/ Of OOR tDCÏ Dat ()p Op iiagt.ng fa Godenvlccfch, toag beluft ; ïjoc ïjet iucr mcéDe gdcegen vSS ^ / Ö^ft mm * *°at mocitc öa?c 00& toc aengetocnb mogt wierdaen- teerDen / ban ïjet gefciDc Varken niet honnen bctnecmen; gefteid. maer teeï / Dat ï)p Signoor den God bp De ïucben batteDe/ en met een ïjap of bier na fijn Maeg YonD / fonDer Dat De Negers, Die 0ct ban berre aenfagen/ tpig genoeg «onDen Hoornen om ïjun God te berfofjen -, teant ïjet Varken fjaD ïjem (bceHigtïjongcr&cbbcnDc)aï b$p toat geïjaeft. ï?icr ïjaD men nu Jet fyuijen in De gïafen. ®c Papen quamen 'er acïjtcr / en bieïen acn Den Koning ftïagtig; Docij 't Var- ken uon fig niet bcranttooojDcn/cn öet Feit lag Dacr -, Dic£ De Papen cnrccDdöR genoeg ban Den Koning öegccrDen/ Dat VAN DE SLAVE-KUST. 169 bat 9p een Gebod ban Perfen en Meeden , Dat i£ te fcggen / Doo? fjet gcheele Land , fou laten uitgacn / om ïjet gantfeïje Varkclijke Geflagt itit tC roeijeil / Cn tC ÜCCÖCÏgen J foilDCt ccn£ te obcrïeggcn / of fjet tod rccDdijh toa£ / Dat men tui0 De ónfdiuldigc met De fchuldigc fou ftraffen. 's Konings Bevel toicrD obcral henbacr gemaeht / bod) toen ïjaD men Ijet ïceben eerft gacnDe. &an öe eene feant fhg men buifcnöcn ban Swarten met Swacrden cn Stokken Qt- rccD / om 's Konings Gebod ter uitboeting te (tellen ; macr ban be anöcrc nant guam cc mccDe geen ftïeinc meemgte met gelijk Geweer bCO^fïcn / en Dte eentge Varkens in eigen- dom |aDDen / gcrecb / om De onnoofdfjciD ban De ïjarc te bepleiten ; Doel} aïle£ te bergecfë. *De siagting ging aen / en men becbOÏgDe De Varkens tOt ill (jet duilènfte gelid, j^et geroep toag niet anDerg/ al£: Sla dood, (la dood? 't töcen meenig ïjonDcrD eerlijk Varken , todne te booren een onberis- pelijk lecven ïjaDDcn geïeiD / fjet ïecben KofteDc. <£n boo? leefeer/ men fon Dien Dag een einDe ban ï)un geheele Geflagt ftcubcn gemaent ; ten mare Den Koning , Die ban natuere niet bloedgierig ijs?/ (cn Doo? anDece/Die fmaefe in 't Varkens - vleefch ïjaDDcn/ aciigcfctJ fig niet met ontferming ober Dec- fc arme Beeften ïjaD Êctooogen gebonDcn; en Derljaïbcn DeeD jjp aenftcnD^ een Tcegenbevel uitgaen / Dat men met ïjet Varkc-dooden foit OpïJOUiïen ; tUCt ÖpbOeging : Daer was be- reeds al genoeg 'onfchuldig bloed vergooten. Men fou lorg dra- gen, dat hun God met een eerlijke OfTerhande wierd verfoend. UE. han oojDccïcn / of Dit niet een blijde tijding boo? ï)et oberfdjot Der Varkens toa£/ toannccr fp fig ban fo een fwa- re vervolging fagcn bedo|t; cnbcrfjaïbcn ijebben fptocïfo?g gcD?agcn / om fig in 't tocnoomenDc fo een lajtniet op Den Ijafë te Ijaïen. 3jn non/ toannccr m De nacfïc rci£ aen Fida quant /Doo^ De Dierte ban Dit Geflagt , tod befpeuren / Dater in Deefe ontmoeting een groote siagting onDer gaer moeft fijn aengc* r'egt getoceft ÓDUgDamge ongeregtigheid ï$ men OnDer CCn eenhoofdige Regeering , cn toaer Dat De Papen boben Dien noeïj meeltcr II. Deel. f 3J}n/ i7o BESCHR Y V I N G 3Ïjn/ OnöCrU)0;pC«. Doch hou ! Toetjes wat, niet verder: dwingt " pen , en 1'chrijft niet herder j Want ift fbll fa tlOCntie UKÏ Datt DC Beeften tOt DC Menfchcn ftooilicn / ril Derïjalbeil ijniitfeljciDen 'toeft. tfirot Du£ bate liet» ift mn ccnïijft met DeFidafe ïjacr boo^ nacmjïcGod, of laet ift (aengemerftt Der feïDcr gjoot getal) ïicDcr Goden fcggen / opgeöonDen ; met De oDeeigc / a& niet Deel Bewind ijcüuenDc/ fal ih ïjet niet lang uejjoeben te maften. De Bomen tyc Boomcn , tuclfte DC Goden Dait Dit Land hl Den twee- werden fcn Ran„ ^j„ y |-Q ajg j^ (jCrcco^ öl |)C& gefegt / iuerDen offerht™6 flHccnïijU macr acngebccdcn en met Ofiêrhandcn DerecrD in tiiö denver- tam fokte , CU DOO^tamcntïijft DC Koorts , om Den Lijder terd . en ujeDerom te ncrfteïleiu srit meenenre fijn De Boomcn lucl nengebcc. ^0 t^m ajö ocnsiang, aïnocltiel Den felDcn meeDc niet vcr- gecten toeiD ; lnant fn bcnfteit/ \'a al£ Ijctooft regt ©/ bied het niet , 't en fal ten minftcn niet fchaden; Cll fo fcilDeilfc geïjeeï ïigteïóft re Delueegen $ijn/ om/ aïjtf öic Dan Athec- ncn, Dell onbekenden God te DlClieit/ ttltltCtlfcr fïg lliacr iets goeds Dan mogten uelooDen. 2&erjalDen Dit licbfeenfc noen andere middelen un Der ftanD/ om/ l9oïgcmj inbeelding , Dan De licktens Dcrloft tcrncrDcn; i\\$ 't Offeren aen DerfeljCtDe jonge of mindere Goodjcs ; OOlt liet ilagtcn en ceten Dan een memel* , gclïjfc oDer een jaer of D;ie Doo? De ftetoè Dc£ Konings i£ gefcrjieD / en Deeï andere fymijernen meer/ Die mn Ijiee te lang fonDcn Dallen alle aen te fjaïen. ala mwde ©c Zee ftrijgt meeDc rjaer Deel / wanneer fn omftcld i$/ de zee. cn ong üf jct i om cn|-c Goederen aen Land tC ftrijgeil / of ooft tueï al^'er in langen tijD geen Scheepen fijn gelueefr/ en Dar fn naer DcfeïDe Derïangcn. ^In Du^Danigcn gelee; rjentïKtb Docnfc DefelDc g^oote Otfcrhanden , met aïDer- IjanDe flag Dan Koopmanfchappcn Dacr in te tuerpen ; Doel) Dan Dit flag Dan Otfêrcn IjouDcn De Papen niet Deeï / om Dat'cr niet een umtf Doo; (jaer oDer ferjict. «ZDcn Doorigen Koning Wn Groot ArdraïjaDeenö eeng;oo* te nfeenigtc Uan fo genaemDe Offerhanden aen De Zee laten Doen; VAN DE SLAVE-KUST. 171 Doen j en toanneer (jp ban fijn volk berfïonD (toant feïfie? mogt ïm/ bolgeng 6un Wee, De Zcc niet fïen) Dat fuïftg niet en Ijiclp / fo tuicrD lm gantfeïj toornig / en berbicï in Defcïbe rafernp ban Xerxcs , Die De Zee met Kleden Deca gcefTelen / om Dat ïjp op Defcïbe fo ongelukkig toa# ge- meelt. SünDerg ïjcb ift ban Deefc bcibe Godhecden niet meer te (eggen ; Daerom fnlïcn ton / eer Dcefen Brief tocrD gecin Digt/ ccn£ gaen beften / boo? toicn Den Godsdienft (jtce te Land toerD berrigt* 'tdècïbC gefCijicD tJail Mannen en Vrouwen te geïljfc/ CnDeFidafe fieiDe fijnfe bp De Negers in een toonDcrc grootagting, ja fo*Papenfijn Danig / Datfe om geenige mifdaed met De D00D moogen toer* in ?root- DengcfUaft; atyoctod Den tegcntooo^Digcn Koning Dcefe moófcJ„ c" Wet, met tccffemming fijner Grootcn , ïjeeft obcrtrccDen. met Ter ïDocï) fuïfes? gefcïjicDDc niet fonDer grootc oorfack , en nit een Dic£ ïjp Den feïben DeeD ombrengen / en gaf ïjem fijn Broeder , Dien ï)p mecDe in banDen ftreeg/ ten gefeïfeïjap meeDe* ©e Wijven Die tot Priefterinnen toetDen berfteebeit / aÏDePricfte- toag Jet maec een Slavin getoeefï / toecDcn immerg fo fect rinnen . ontfïen aï£ De Papen ; enjjun agting gaet nocb fo beeïber*^^™; Der/ om Datfe met De Eernaem Ma\X Gods Kinderen gaen ontfien,en p?onïten; enDaec aïïe Wijven ban Dit Land ïjun Mans geïjeeÏGods Kin- siaefachtig moeten Dienen / Daer boeten Dcefe in tegenDecïderen8c- obcr Defcïbe / en alle ïjacr goederen , een boï&oomcn Gebied ; naemt* leebenDe Daer mceDe na ïjun eigen welgevallen en iinlijkheid ; en Daerenboben fijn De Mans gej)ouDcn / om ïjace foDanige eerbewijs te toonen / aï£ fp te booren ban Defcïbe Rebben ontfangen -, te toeeten / om ftaer op De ftnien aen te fpjee- feen/ en te Dienen* 3?teg ÏJCt ÏUCe regtfetjapen gaet/ yder Duivel regeerd fijn Gebieden maend , DOCÏ) Dcefe Karognes ïjcbbcn De lange fes weeken ; enoverhaei' om Dcefe rccDen fuïïen De verftandigfte ban tjace fo een Papin ^oede niet ten Wijf necmen/ nocï) ïigteïp toeflaen / DatpmanDren. f 1 uit i72 BESCHRYVING uit Dc £arc tot Die Waerdigheid metD becljccbcn. 3fëaec tg 't / Dat fjet ccïjter Ramt booj te ballen / fo mogen fp'et fï0 Htet tCQCW jIcHcit/ Of foUDeil pg jClDCU emfware verant- woording op Den Ijaïg ïjalen / en aengemerfit metDcn / aïg menfchen*öie Den geraecnen ïoop Deg Godsdienfts milDcn premmen. Die van ^ot fcepuit ban fcaer Godsdicnft , moet ifc gier notï) ftp Fida heb. boegen / Dat fp ooR een bcrbcclDing Rebben ban De Hei , ben hunne Den Duivel , en De verfchijningen ban Geeften. <ïBbCl1 fo een ■J"J^'d denkbeeld mauenfer ban/ aïg cenige eenvoudige menfehen on Èef,Dui-e öer onief. 3&cn De Hel gecbenfe een weefemlijke plaets , cr> vel ,'en ver. geiliB? OïlDcr Dc aerde , tüaCC Dat De Godloofe en Verdoemde fchijningen 00O^ §tt vjer toCCöcn gepraft. ftenGee" 3n bit gevoelen fijn fp boo? een jaer of biee noeïj fyaef geflcrfif; mant een oude Tovcrhoer, ban cïDerg uit een hoek hoomcnDe / U)ip tjacr gjoote Dingen ban De Hel te berfja* ïen / Datfc bare b jrfeïjeioen ban Kennis S)aD gepen / en on Der anöeren Den ïactpen Kapitein ban De Blanken , DejJ te- genmoo?Dtgcn Kapitein Karter pm Voorfaet , Die Daec jam* merïijft tüicrD gcpïaegD. fto^t om / fp ïjaD fo bed in De Hel gepeil / Datfc itJCÏ fjacp met Pon Francifco de Quevcdo in 't»Strijdperk foitDc moogcn Rebben getrceDen / mie ban ïjacr beiDe dc meepe nieumigéeiD ÏjaD gepen,- boeïj ïjier in ïjaDfe De Prijs ctfytet bcïjouDcn; tnant fp jjaD'er/ fofe fciDe/ weefentlijk, en Don Quevedo mact droomende, in gcmccp* 25p mijn tijD mag ïjieXten Roomfch Priefter ban Sainct Tomé , uit De Broederfchap bail St. Auguftinus, geROOniClI/ Om/ tbare ï)£t mSOgeïtJR/ De Swarten Op Dell weg ter Taligheid te brengen / Dod) alïcg mag te bergeefg -, 't point ban veelwijvigheid piet ïjaer feer tegeng Dc bo$p/ mant fjicr ban KonDenfc niet afpappen j maer 't oberige öaD men boot Dc - tijta noc0 moogcn mecper tucrDen/ Docji Dit mag ten groo- cen brok om te berftoeïgen. 2ct> ^Deefcn Priefter nocDigDc Den Koning eeng om fjet Doen p^f ban Dc Mis te uoomen bpmoonen/ 't torïft ooft gefcfiicDDe; Meteen en manneer in ïjem/ mcDcrom geftoamen fijnöe / b^ocg/ Misvow t)oe get öcm JaDDe ueljaegD/ fo feiDc £p : Heel wel, en dat het VAN DE SLAVE-KUST. 173 het fraei was j doch dat hy het echter liever met fijn Fetiche f jlCtden Ka- Dit lD00:D t)ifr UoorCtl) wilde honden. nin§* ODoo^ïiDc Pricfter in mijn tegentooosDigïjeiD eeng in ge- Gef k fprek gCMC&t fïJllDC niCt tCll lian Dc£ Konings Grooten , Dat van gefeide CC11 fijnen quand ilia£ i fciöC tlï D^eigcllDf : Indien de Fidafe Prielter dus na hun oude gewoonte voortvoeren te lecven , Tonder fig tcbe- ™c* cen, kceren , datfe onvermijdelijk by den Duivel , in de Hel om te JJe^ovet branden , Toudcn moeten koomen ? ©Cffc fijne Man gaf [jem hare bc DaCC Op toaCl'öig tOt aiUltlOOJÖ : Onfe Vaders, Grootvaders, keering. tot in 't oneindig getal toe , hebben geleeft even als wy nu doen , en ook defelvc Goden als wy nu dienen, geëerd. Moetenfe, feiDe ïjp / nu daerom branden , geduld , wy fijn niet bceter als onfe Voorfaten , en wy Tullen ons met haerliedcr lot getrooftcn. Ï$\ZZ raeeDe öaD Den Priefter uit / en fïcnDe acn Fida met geen tyugt te fulïen arueiDen / fo toerfogt ïjp / Dat ife tm Den Koning te meeg roiïDe brengen / Dat ï)p fijn affejjeiD mogt Krijgen/ geltjK kou Daer aen ook gefcïjicDDe. SJnDien De Negers ïtonDen leefen / en onfe Boeken fcer« ttonDcn / ir fouoe mp fcehetlrjfe ijeöfien ingcfieeïD / Dat Deefen Kapitein roti eet De Friefe Kronijk fjaDgelccfcn; macr Dat on£ OnttCllt diergelijk Geval met een Bifichop, en een Fries Koning, fcperD berïjaeïD. 1 't 3|g/ Dunht mp / tegenmoo?Dig jjoog ti)D om te fluiten* £i}t Dcr&amen feer geDienjtig gegroet, en Gode öetoooïen/ fijnDe Mijn Heer, &c. Einde des negentienden Briefs. g 3 TWIN- I74 BESCHRYVING TWINTIGSTE BRIEF. Handeld eerft van het viervoetig Gedierte des Fidafen Lands; als Ojfen , Koeijen , Paerden , Schapen , Geiten en Varkens. Ten tweeden van het Pluimgedierte ; beftaende eenlijk in Kalkoenen , Eenden en Hoenders. Mitsgaders de prijs van al het voornoemde Vee. Vervolgens komt den Schrijver toe het Koorn van d riederlei aert ; en veelheid van het felve. Doch des niet tegenflaende heeft Fida fomwijlen fware hon- gersnooden moeten uitftaen. De overige Aerdvrugten fijn Pattattes, Jammes, Boontjes ,enz. Overvloed van 't eeifte. Boomvrugten. Vrugtbaerheid van Fida ; en desfelfs be- quaemheid ora Plantagies te maken ; en ook om Katoen t Suiker en Indigo te queeken. Oorlogshandel en Magt der Ftdafe. Hun Geweer ; en waer uit het felve beftaet. Groot' Ardra veel magciger als Fida. Oorlogen van Groot- Ardra tegens een ander Koning uk het Land. Hoe bygekoomen. Vernield het halve Ardrafe Land ; en vreefelijke Slagting onder de Bewoonders van dien aengeregt. 'sjakjn onder het Gebied van Groot- Ardra. 0,ra9 ofte Klein- Ardra; alwaer onfe Maetfchappy voormacis een Logie heeft gehad. Vertrek des Schrijvers van Fidt. Aenkomlt in Rto de Ga- bon. TufTchen beide werd van de Guineefe Bogt ; mitsga- ders de Eilanden en Rivieren in defelve geleegen, gefproo- ken ; als Rio Formofa , ( fchoone Rivier ) anders gefegt Rio de Benin , Rio Elrei , Camarones , Ottd-en Nieuw- Calba- rj. De Eilanden fijn Fernando Po , El Principe , (Princen- Eiland) en Corifco. In tween verdeeld ; als groot en klein. Rio de Gabon is een fchoone wijde , en feer vermaerde Ri- vier. Twee Eilanden in defelve. Werd van veele Euro» pianen befogt; en waerom. Den Handel aldaer. Weinig Inwoonders. Sijn echter noch in drien verdeeld. Hun armoede , en grootsheid. Sijn groote Brandewijnfuipers. Ook ongemakkelijk in 't Handelen. Waer mecde den Ko- ning fijn koft wind. 't Sijn alle welgemaekte menfehen van lijf en leeden. Erneering der Inwoonders. Onvrugt- baer- VAN DE SLAVE-KUST. 17? baerheid van het Land daer om heen. De Rivier is gantfch Vifchrijk. Befchrijving van de Noord-Kapers } waer van men'er een groote meenigte heefc. Als meede te Land feer veel Buffels , Oliphanten en Wilde Swijnen. J2gt op de- felve; en op een Olipham. Een Olipham in'tgeraemte ge- vonden. Befchrijving van de Buffels. Een uit ons door defelve om 't leeven geraekt. Op hoedanig een wijs de Buffels door de Negers werden gefchooten. Vertrek des Schrijvers uit deGabony en aenkomft aen Cabo Lopez.diGon- falvez.; waer dat men een goede Rheede, Waterplaets, en Brandhout heeft. Handel. Veelheid van Vifch. Vertrek van Cabo Loop. Vervallen aen, of beneeden 't Eiland St. To- mé. Dat Eiland befchreeven. Als meede Ilba Annaboa\ waer dat den Schrijver na twee dagen feilens meede quam. Seilen langs de Linie EquinoÜiael ; en koude aldaer. Koo- men wceder aen de BovenKufl , en aen Aflitié. Woon- plaets van de door den Franfen Koning Louis fo genaemde en gedoopte Louis Hannibal^ Koning van j4ffyrien-, doch is niet meer dan een onnoofele Slaef. Seilen naer de Goud-Kuf}\ waer da: den Makker des Schrijvers, of het Schip dat ne- vens hem was koomen feilen, een Lorrendraeijer geweldi- ger hand vermeefterd. Kom tl aen Elmina; waer meede de Reis, deelen Brief, en de geheele Befchrijving van Gitmeay eindigd. MYN HEER, Zceöerb mijnen ïactfïen fijn gier tcc Kuft geen Scheepen uit Europa acngeïanö/ öp gcboïge tyebbe ia oor noctj geen fchrijvcn ban u E. ontfangenj Dic£ boo^ tegenmoojöig ban macr boo?t faï gacu / cm af te fjanüelen 't gerne in mijn boorigc ban bet Fidafe Land nocï) fytb obergeïaten \ öjacr bp Dan nocfj fal gebocgb toccöcn een omlands Reisje , doo? mp in öcn jare 1698. ban Fida gcöacn / na Rio de Ga- bon, Cabolopez , Annoba en Elmina , fejaCC Dat Die Reis rite bigbe. ©00? ectft ftaeton£ noeft te fp:ceften ban pet Vee beg Fi- Ge&rtem, ilafcnLands; toaec Dat Ong/OnDCC i)et tamme viervoetige, cetft als OfTen, boo?'- I76 BESCHRYVING Koeijen, büOjftOOmCll Oflen , Koeijcn , Geiten , Schapen en Varkens, schapen , üan DjC 0p öc Goud Kuit in pafiuei; «iet onDerfcf)ciöen i macc £5»»" tDdtjiccm/ Dat üecfe beciten ongelijk bcttcr/ ncctcc bc> n '■ blceft / en beel aengenamet ban fniaeh jijn I om reeDencn Öatfe i)ÏCt fytcl gOCD Weiland Rebben/ Cll fo |CÏ)00ncn Gras, ÖÏ£ m Europa. en ooed ©c p?i)£ ij^ mccDc niet te beel / aï£ een Os of Koe boo? koop. tien Üi)R£Dadöcr£ ; boo? een gocD Schaep ttoce / een Geit een/ en een Varken tinee gelijke üïijftgDaeïDcr£* iWen. Paerden ontö?ecften tner mccDc niet ; Doel) fijn niet beel fracijer aïg ifcfe U E. in öc befchrijving ban De Goud Kuft £e& afgcöcclD. 3J& ijaüet / mannen: ik De Wederom Reis ober Land na Elmina inccnDc te necmen / fcijf of fcg ftnfoeV nDee tegen£ beertig gulDcn / gehogt j Docïj üt ïjcöfe Dace fonöer b^ugt moeten laten üïijben. Kuimae- 33ait IjCt tamme Pluimgedierte fjceft men l)ÏCt mecDC/ CbCll dierce^ aisalg op De Goud Kuft , mcintg bcrfcïjciDcnïjeiD ; öejlacnOc Kalkoe- niact aïïecitïijli Ï\X Kalkoenen , Eenden Cll Hoendes , ban De de'n'en6"" ttofC cct$e mct üccï ' öoc& yan * ^ttftt flag een ongeloof; Hoenders, fcïijfec mccnigte / en Dactrenuobcn feer bet en gocD / Dod) felcin; en De p^ijjs boo? pDer Hoen i# ontrent fe£ fhiibcr^/ na De fcuacrDe DatonfcKoopmanfchappen ïjicr moogen geïDcii; toant na Hollandfche waêrde gcrecltenD/ fou öet nict ïjaïf fo beel öeD^agen. voor twee 3£ocf) inDicii nmanD gocD feoop ververfïing ucgeecD in te Pijpen kan Handelen , fo t)CCft fip maCC ttüec a DjtC Kiften of Kaflen met HoenTn" Ian§e PiJPen nieeDc te fyengen ; taant nDcr Pijp nan ï)p in ruilen. " Mangeling boo? De toaerDc nan ttocc ftwbcr£ nitgecben ; ;a fomtijD£ gelDcnfc mcl bier ftuiberg / en fo Ijecft men tioot D?ic Pijpen t\ct befte Hoen Dat'ce te ïtrijgen ijs?- Grootwild Groot Wild (jecft men ontrent Fida nict beel / macr toe! werd hier Landwaerds hl/ &\0 Oliphanten , Bufrels, Tijgers, ttlltlCCnU «iet veel geJ.jcj Hartebeeften oberbïocDig. I^an De laetfïc fTag fteeft gevonden ; mm>tt am Fija 00fc . ^^ OÏ3Crmjt^ f)Ct f0 volkrijk en Dïgt öemoonD ijef / macc in Meincn getale / en fa mccDc fcchcc fïag ban Steenhaesjes. Doch wild ©OCÖ ban wild Gevogelte fcMilD ^t Land Ül$ ObCCÖCRt tt 3ijni VAN DE SLAVE-KUST. 177 $ijtt ; tt toectttt Ganfcn, Eenden , Snippen , en töeï tt&intig* Gevogelte Derlei anDcre eetbare Vogels , Öïe fcCC goeD 3ljn / meer ; Cll £el,efe"" alfc£ Cbcn gOCÖ KOOp. veel, en 3Eanneer men 'gabonbgecn Neger ïaft geeft om uit fchie- goed koop. ten te gaen/ fa geeft men 'ganDcren Dacg£ 09 De miDDag/ f^nöcc te feiïen / een Schotel of ttoce bol Wild , Die men met een doafyn Pijpen ftait betalen ; en Dit gaet fo baft/ Dat men/ fonDee De minde ttoijffelhtg / malftanber op Wild- braed ftan te gaft nooDigen / 't geen nocï) eerft moet gevan- gen, of gefchooten töCCDeit. ©e Tortelduiven pet men Jet geheele Land DOO£ tn fo Cen Groote g?outofame meenigte / Dat mijn Affiftcnt , Die een goeden meeaigw Wildfchutter hia£ / toilDe aenncemen / omer op een Dag?nTortel- jjonDerD ftuft£ te frieten / al£ toanneer lm nocf) maer Deg u,vcn- mo?gen£ ban fe£ tot neegen/ en '£ namiDDagg ban D^ietot fe£ ucren beeflg fou 3ijn/ en aïfo in 't geïjeel niet meer Dan fe£ ueren tijDg. S&cïjalben ïjet eetbare Gevogelte ontb?eeften Ijier ooftRoofvo. geen / fo toef Roofvogels aï£ anDcrc / Die men boo$ eie*sdji raeD fou moogen IjouDen -, Doel) ecïjter niet fo bcclDerfjanD aï£ op De Goud-Kuft. ©e Kroonvogel , Die ift U E. in p?ent ïjeb obergefonDen/ endaeron. fcomt Ijier ban Dacn ; al£ mccDe nocl) een anDere Vogel ban pr efej\e De boïgcnDe gefralte : 't Eijf fjeeft fjn ontrent fo g?oot alg^f " een Hoen , fto?te pooten en ïjate / oogen en ooglecDen met ïjair eben aï£ een menfeh ; De tien ï$ fto^t en Dift / De cou* leur ban fijn lijf fmarttn blauto doo? een. £>ttz ff erft i£ l)}} in fijn pooten en beft / en Derïjalben gantfef) benuaem ten Roof. 't £al beft fijn Jet Gevogelte gun affe^eiD te geeben / Driederici toant anDere fou ift genooDfaeftt $ijn / om een Ijcrljaïing Koo™. ban get reeDg bcfclfêeebene te Doen / 't geen ift geloobe Dat u e» fo min aïiaf mp fou bejagen. 3£ie0 ftoom ift tot &et Veidgewas , en onDer 't feïbe eerjt tot Jet Koom ; Dat men ftiec ban D^icDerlei fïag geeft ; al£ ccrftelijft De groote Mil- bio , De toeïfte niet fo g^oot ban Graen ig alg Die ban De Goud-Kuft" , Doel) tocl fo aengenaem / en ecötcc maften'er II. Deel. %' De t78 BESCHRYVING De Negers geen Brood ban / maer berueeftgen get om Bier ban te ï^outoen s en beegalben toerD'er ooft maer toeinig balt gezaeid. Groote Kleine Milhio of Maiz, efcett aï£ Die ban De Goud- Kuft , ij0S meenigte 't gCcn n,fle|. 0g &eefc Landaert flg get meefte fet. €toce= SSbo mael nt * Jaec toerö Dcfeïbe geplant, Docg De eenc tgD on- gelijk meerDer Dan De anDere. Sfa &* rcgte Bouwtijd i$ get Land fa boï en Digt bezaeid , Dat men / geïgu i& in Den be- ginne ban Fida gefegt geb / nautodgug een Voetpad , om get Land te betoanDeïen / ober begouD / 't geen tod af te meeten tg Dat een g^outofamc mecnigte moet uitïccbcrcn; Docg ecgter feomt'er ten einDe ban 't jaer eerDee te fto?t afë Dat'ee tctg fou oberfegieten. lüerbenDe eciuiDeelg betoog faent toecgeng gun eigen volkrijkheid ; en ten anDeiren ook/ om Datfe fa een gjoote meenigtc aen anDere Landen bernoo* pen y te toeeten / na beiDe De Popoos , en anDere Landen Die nabp geïeegen $ijn. Evenwei 3£it beroojfaeftt / toanneetfc maer cenmaeï een onvrugt- Jieefr men baer jaer gebfcen / aïgicr fo een fcgjiUKCÏïjHCn hongersnood , hier fom- &at jjCt ongcïoopijfe t$; toant men geeft gier tijDcn bdeefö/ fwaSreehon. öat V17e menfehen fïg fdben bernogten / eenïgft maer om gersnood. De ftoft te gebbcn > anDere tocDerom gaben gun Slaven een boïnoomen typDom / en Dcfdbe ban gare siavemy ontfïacn» De / om Datfe gaer ban geen onbergouD ftonDen berfo^gen. «Êen Engelfeh Schip , ter bier tijD algiee fgnDe / hrecg fijn gegede Schip bOÏ Slaven , fonDer eentge Koopmanfchappen uit te geeben / aïïcenïijfe maer booj eetbare Waren , toacr ban gp flg op De Goud-Kuft , tot fijn g^oot gelu& / oberbïoe* Dig gaD boojjlen. Wanneer gp nu fijn Schip boï Slaven gaD/ fo toen&öe gp get na De Portugeefche Eilanden , toaer Dat gp b00£ fijn Koop- manfehappen toeeDerom anDcr eeten ftonDe be&oomen. Derde flag $otg een DerDe fïag ban Milhio binD men gier /Die/ van Milhio. ggjjjfi $t anDere/ niet aen Struiken toatf/ marr eben alg De Haver in Holland. ©Cgfdbeil Graen ig rOODafgtig / eitUIOCt/ eer gp fijn boïftoomen rijpgeib geeft / tod een maenD of acgt in De g?onD flacn. ^cefe Milhio tocrD niet gegecten / maer VAN DE SLAVE-KUST. 179 mace onDer De groote MUhio , om'cr Bier ban te fyoutorn/ geDaen; om Dat De Negers toafï (tellen/ Dat Dccfc Milhio f>et Bier toettee en ftragtiger maefet. 5De Negerinnen tocetClt JjïCt UitjïeeRenD gOeD Bier te bL20U* Goed Bier toen / en Daer onDcr cenc fïag fo flerft / Dat 't boo? fjet aen Eda {ware Bier in Holland niet CU beïJOCfO tt toijften. VAN DE SLAVE-KUST. 181 tooonb; toant menfou'er He fcgoonfle Moes tuinen dc£Ujcc>- rcïösf nonnen ouregtcn. <È>m Plantagics ban Suiker-Riet ctt Indigo , altattë ban l)Ct Is Teerbe: ïaetfte/ te maften/ i^ïjet/ geloof in/ fo ocnuaem afe? ec*J|;?ke™ïï nig Land in De geïjeeïe toecrelö. ©e indigo i£ pier ocrecD£ obcrbïocDtg / en Daerenbobcn indigo is fO gOCD / Dat/ inöieilfc DtC Dan Afia en America niet te 00* Werover. toen g^ct/ fp altoog boo? Dcfdbe niet beï)oefo te mijnen* vloed's* 3fil öc Kleederen Det Inwoonders tDCtben'CC meeDe geverruwd ; Docij toijl ïiacr De regte ftenntó / ter oeïjanDeïing bereiff toerDcnDe / ontboent / fo bctflinDenfe tot ïjet verwen ban een Kleed bicrmaèï fo beeï indigo aï$? top fouDen Doen ; en De indigo Die fp gjteg toe gefyiüften / fou on ong meerbei; gcïDen moeten aï£ jjet gefjecle Kleed toaerbig ig. €ot Du£ brrte banFida ïjebbenDe gcïjanDeïD/ fotoegenjS De^fe!bCIt aengenamc geftcldheid , Vee, Vrugten, en Zeeden Der feïber Inwoonders, fo fal uYer boo? een toegift/ en tot flot/ nocï) OpDOClt tjlin Oorlogshandel en Geweer. 3ienbelangcnDe fjctccrfle/ Defelbe fou aï typ aenfïennjK De Rdafe itomien $ijn/ en boo? g^oot en magtig nonnen merDcnacn oorio°s- gemerkt j toant om ttocemael ïjonDerDDtüfenD Man in ï\ct E Jf j£^ Veld te brengen / fottDenfc geen langen arbeiD ban nooDcn doch is * ïjebben j Dotfj Deg niet tegenfïaenDe $ijn fn boo? gantfc^ -echter f\oan en mac()teloo£ te feïjatten ; en toel foDanig/ Datfe öet kIen > cn ficrt niet fouDen fjeoben / om bijfDnifenD toeïgetoaoenDe cn waerom* ban eenige moeD fijnDe Mansperfoonen , al toaren jjet macr SwartenbanDcGoud-Kuft, acn te taflen / oftegcn^Dcfeïbc met (jun geheelc Magt beftanD $ijn. i^iec ban fouDc men berfcfjciDc recDenen nonnen gccbenjEerdeiijk. tiü$ ecrjteliJR / Datfe cenïiJR 00 Den Koophandel en Landbouw foDanig fijn gefet/ Datfe noit öcDagt $ijn om fig in eenige fahen/ Den Oorlog betreffenbe/ teoeffencn. €en ttoecben / Dat ïjaer altoos bequame Veldoverftens of Ten twee? Voorgangers ontboenen, want inDien fp gcDtoongen toer;dsn- Den om te belD te moeten trefcnen / fo gcebenfe 0et Gefag ban 't geljeeie Leger ober acn een nietwaerdig menfeh, fonDer • De alDcvminflc oeffening of bepjocfoc Dappcrïjrio. f8x BESCHRYVING Ten der- Ccn Derben / en mei boomamcntlrjR / toegcng Jun alge- den. meene vrees |)0C£ DC DOOD } tóacrom fp OOR met fo CClt onge- hoorde bloodigheid firn aengcDacn / Dat De mee|te Ijct al op een ïoopen (tellen / eerfe Den vyand ceng ter Dcegen Rebben gepen. £>o alg ik ebcn ïjeb gefegt / 't Bevel ober tie gcheeie Oor- logsmagt taerb een gemeen perfoon tocbcrtroutoD / tertonjï Dat alle De Kapiteinen en berbere Opperhoofden uit vreesachtigheid t'ïjuté blijben > ten mare Dat'cc noeïj eenige onber njier^ Den gcbonDen / acn tuien men een manlijk hert ftonDe bc (peuren/ en (ïg berljalben meeDe ten Oorlog tocrujtcDcn/ al£ mannecr Jet nocj) ecnig(ïnt£ mei gaet ; macr met De anDere / ban toten De mindere niet fee* bullen gebooben $ijn/ gaet get fecr (legt toe j mant fo ïjaefr (ïen Dccfe Hei- den niet Dat ïjet'er on acn ftomt / of fp foeften (jun ïjcil in gare voeten } mant om Datfe Ijet leeven f o liefhebben aï£ De anDere / fo ftet men gemeenlijk Dat Den Overften al cerDcr ffjuig? \0 / aïg fijn Soldaten , inDien öp anDcrg maer eeltig* fim# boel ter been i$i fonDer fis in fijn geheeie vlugten met ftet Leger , of jjoe ïjet'ec mecDe bergaen mag/ eeng te bc* Kommeren. <£cne bcrfceRering fjeefe jmcbenmel; namentlijR/ Dat fijn volk ïjet meeDe niet lang fitllcn manen ; macr / om fig feluen oor in feeRcrljeiD te (tellen/ Dit fijn voorbeeld gacfï nabolgen. $icr uit nu mogt U E. afmecten / mat Helden Davids Dat {jet sfjn / om anDere Landen acn te taften ; Doel) om ïjun eigen Land te befeïjermen / moet ife ccfjtee feggen / Datfe noeïj al cenige DapperïjciD laten Mijnen ; en fp fulïen fig in (jet fclbe/ fo lang DoenlijR igi bermeeren. raacr meeDe fp Ijet ban ouDg bencnDe spreekwoord bemaerjiecDen ; te tUCCtcn : Dat yder Hont ftout is op fijn eigen neft. f Ijp fuïhjgf naDectjanD noeï) ïjeeft Doen «itboeren / i£ mp onbeRcnü / om Dat iher nok meer ban Ijcb getjoo^D i Doe*? in geloof boo? t)et naejle / Dat lm fïg fal Ijebben laten bcb:ccDigen. èit Volk bacrDDe in De fjier om ïcggenDe Negers foDant? gen fchrik en verflagentheid,Dat fp Der fêteer nacm bpna niet/ fonDer ban angft te jiDDeren / ftonDcn Ijooren noemen / en DecD Ijacc oor DaifcnD ongefjoo^De fahen ban befelüe ber* ïjaïcn. ©anneer men ban Fida nocï) bier mijlen meerDer omDejakin Ooit gact / fo Romtmcn aen (jet Landfchap Jakin, 't geen/ fo alg iR reeD£ gefegt Ijeb/ onDcr Groot Ardra fract ; Doo? toiens Phidaigo ïjet oor noeï) ten ftuiDigen Dagen tocrD ge- regeerd. $oclj een toeinig meer na beneeDen legt/ Doel) kt$ meer off. a, of Landwaerds in/ tjet Landfchap Ofrra , maer D002 De Europianen Klein-Ar- genaemt Klein- Ardra. ï^icr ïjeeft onfe Maetfchappy een mee- dia- nigte ban jaren een Logie en Koopman geïjaD / en fterRen Handel geD?eebcn 5 Doclj jeDerD Dat onfe Koopman om Ijate gebjagt/ en ïjet Land Doo? Die ban Popo bermoeftitf/ Reb- ben top Dacr niet meer getoeeft / en liet Land fjeeft in Die tuflcïjentijD oor boo^ ïjet meerenDeel woeft en onbebouwd geleegen / 't geen na alle toaerfcïjijnlijuljeiD colt noefj tücï ecnige jaren fal Dueren / toant De Koningen ban Groot-Ar- ia™ en Fida |tacn tegen£ een gchant / toillenDc een pDcr Meeftcr tjier ban 5tjn / om'er fijn Onderkoningen te ftellen/ en onDcrtufTcljen DcrfD niemanD De eeritc $tjn. ocfïaenDe alleenlijk De ingehandelde Koopmanfc Kappen, Die top balt Daer ïjaïcil / m Oliphants- tan- den, toacr ban'er Die Landftreek een gocDe mcenigte ttttlee* becD» Handel- t©c Handclplaetfen fijn Rio Formofa , (fchoone Rivier) of P^etfen anDer^Bf Rio de Benin genaemt / naet Jet Groot Koningrijk ban Dien naem. ©crboïgeng Rio d'Elrei, ('sKonings Ri- vier) Camarones, mtt£gaDer£ Ouden Nieuw Calbary. 3Dait De ecrltc Rivier {joon tft eerlang een Befchrijving te fuUcn meefïer $tjn/ 't geen UE. Dan/ bolgeng belofte , {jent te toagten. Eilanden 3ftt De Guineefe Bogt leggen OOR bier Eilanden , met na- in dcfelve men El Principe, ('c Princen- Eiland ) Ilha Fernando Po, en Co- gelcegcn. x^co jn tfatm tterDceÏD/ te toeCtClt Groot en Klein. *0p Groot- Corifco fjceft onfe Maetfchappy boo^ eenige ja? ren een vaftc Handelplaets geljab f Docfi aïfo fjet on£ te ber ban De JanD ïag/ en Dat fier voordeel niet feer g?oot toa£/ fo jjeoben top jjet bedaten / ener seDerD niet toeeDer ge toeeft confeo, Corifco fijn ttoee fraeije en bermafteïijfte Eilanden , en fo tvT PI' ïaeff *an Land> öat Ört mp ban berre toefeïjeen/ of DeBoo- EiiVndcn men > ^ictt *n meenigte ooftonDcn / in ïjet water toaren ge* pïant / en Die flg niet onaengenaem aen 't gefigt bertoonDen. VAN DE SLAVE-KUST. 187 <&$ 't Eiland Fernando Po WoonD tttl WOeff en W?eeD (lag Fernando tian Volk , Die men / om meeDe te Handelen , niet te feer J^evfta "ce," moet betrouwen» JiBeer faï noeïj nan in ban jjaer niet bewoond. fcggem tyti Princen Eiland ïjeeft een boomaem Koopman ban Am- 'tPrincen- ilerdam in 't laetft ban öe bijfttenbe t£cuto onDer fijn gewelB £|hnJ geïjaDi Doet) Wcgem* De onecnigïjeiö ban on$ eigen Voik,£cc£ÖM aïg De berraDerp Dec Portugeezen , Die'er eerft Meefters bani100rd ; èn Waren geWeefï / Ijcbben top Ijet WeDer moeten berlaten. opwat'wijs |5a (jeefter De Maetfchappy Der Portugeezen een ïjegt en fteru wefrom Forc geboutoö / en (jet Eiland rcDeïijn mei bebolfet. vefUwe* 't 30 in fïg feïben reDeïijn Wel geleegen en bmgtbaer / u een alranö De Portugeezen bearbeiden het foDanig / Dat fp'er (eet vmgtbaer bed ïeeftogt ban trenften/ en ï)et feïbebooj goeD gelDaenEiland- aïDcrïjanDe Scheepen bernoopen> bcfjalben noeïj Datfp fyaet eigen Scheepen Dacr meeDe ten oberbïoeDe ban ftonnen booten. SIllDcrijanDe Scheepen Die om Slaven fijn getoeefr / nomen Aiie schee- fïg fjier/ of aen anDere Pomigeefche Eilanden , berbarfcfjen/P6"' *J?- uitgefonDerD alfecn De Scheepen ban onfe Maetfchappy; en Dat vaanVonfe,c geloof in cenlijft maer uit een fïmpele gcDacïjten / aï£ Dat Maetfchap- 'er WerD gemeenD / fo wanneer onfe Schippers aen öeefeEi- py, komen landen nuamen / fp fïg fouDen befonDigen aen veibooden fifKj£w' Handel te Doen/ en De Maetfchappy benaDeclen* en onDertuf= fcfjen nan men'er aftoo^ aen Annaboa , 't geen wel ïjetboo^ naemftc ban alïen tjf 1 niet anDer£ al0 ververflmg Krijgen / fo Wel boo? 't Volk aï£ De Slaven ; ,en wat gerief/ ja feïfó tooo?beel/ Ditboo? De Maetfchappy fou $ijn / wil in oberla* ten aen 't oojDeel ban De geene / Die ijet felbe Rebben on Der/ogt. a&itig/ menfeï>clijfter Wij£ g*fn?ooRen/aïtangeen fenere faefe / Dat men fo beeï ftenen noeïj oooDen onDer De slaven niet fou jjebben/ Wanneer men Defeïbe fomtijb£ eenigever- Verffing ftonDc bpfetten ; Doef) men Jjeeft mijne Heercn ban De Maetfchappy Degtoegen?* een anDcr Dennbeeïö gegeeben/ \ Doei) om Wat reeDen / yj mp onbenenD. <©of* fouDe ïjet meeDe wel nonnen 3fjn/ Dat ijet uit een gejjeele anoereoo?* %a z facn i88 BESCHRYVING faeït fijn oo^fp^ong gaD / Die ir niet en meet / enmiflegien oor niet neemag te bjecten. <&ie$ gier ban affcgeiDenDe / neer in mn meDer tot Rk> de Gabon. Rio de Ga- ^ccfe Rivier t$ geieegen bgftien mijïen ban Cabo Lopez bon een di Gonfalvez, of De UitCrfïe goeR fcail De Guineefe Bogt. *©e* wijdver. |-ejüc i^ fij tjcrmacrD / Dat fp aen geenig Landaert , Die oit r?v1« öit 8cöee,te ^an Africa ocnaren geeft / onbckenD nan $gn. j^et ig een feer fcgoone Rivier , en boo? aen ober De ttuee mijïen togD Twee Ei. 3üïg men Dccfe Rivier Djie of nier mijlen opgebaren ig / landen in ftomt men aen ttoee Eilanden , tnaer ban 't eene De nacm defeive. ^aegD nacr pen Koning , en 't anDer na De Prins ban Deefe Rivier, tmee googgenieDenDe Heeren. 25eiDe leggenfe nu tooefï en ïeeDig ; mant uit ennde tyeeg boo? maïnanDer / _ fo geeft Den Koning get een / en Den Prins get anDer berïa* ten / en een pDer ban gaer moonD nu op een fipfonDcre Spruit of Arm ban De Rivier , Die men gier feer beel en ber* fcgeiDen fict. benige mijïen Rail men De Rivier met kleine Scheepen op> bacen/ Docg poe tmjD echter/ fou iR niet roeeten tefeggen/ nocg oor niet goc berre fp gaer ïoop in 't Land geeft. werd van ©ecle Scheepen Roomcn / fo als? ifc eben gefegt gen / Drefe feer veeie Riv]er nefoeRen / fo roegcn£ Den Handel Die gier nicrD ge* bevarïnln ^"tteii/ aï£ oor om Dat fp feer roeï geïeegen & / om'er waerom'. De Scheepen in fegoon te maften en te Ralfateren ^c gcene Die fum£ gefinD fijn te Doen/ Dingen gun froaerjte Goede- ren , aï# Kanon , Ankers , "Watervaten, enz. 00 get Princen- Eiland , en fetten get Dan met De vloed tcgen^ get felbe on 't D^oogc/ fo na immers mogeïgn i$ l al£ toanneerfe met get afloopen ban 't water , Dat giet feer fterft baït / meed b^oog futen/ en Dacr Doo? geïcegentgeiD neggen / om fftm Scheepen tOtlDOm te bergelpcn j DOCg bOO£ g^OOtC Scheepen i$ get niet feer raeDfaem/ om Dat Defelbe ügteïgft/ met op 't D?ooge te fetten/ een ramp fouDen nonnen neggen ; Dic£ get eene ban onfe Kruife , te geïgft met mp Daee fgnDe / get oor niet toiïDe magen * maer bonD raeDfamcr/ tegen£ on£ Sehip aen te Rrengen / 't gten fo toe! gehinte / Dat gp frffi* VAN DE SLAVE-KUST. 189 feïfë tot acn fijn Kiel toe fton fcfioon mallen / en bpgeboïg oon beeter/ Dan Dat ftn fier IjaDDe gefet. 5Fen Handel Decfct Rivier beftact Utt Oliphants- tanden, Wat Han- Wafch en Honing, en Dat fbmtijDtf aï rcödijft boo?fpoeDig/ maer men moet toagten/ tot Dat De Vloed ftomt. 3lft ïjeb fyiet fcïfë een pjoef ban genoomen j boel) top bleben miDDen in De Mond al£ pal fitten/ en ijaDDen genoeg te Doen / om met volle Seilen tegeng De Eb aen te IjouDen/ en Dcin£Den meet achter uit / al£ Dat top toonnen / en ouamen'er boo? De vloed ooft niet in. sr.e Bewoonders ban Deefe Rivier , feïjoon maer toeinig in weinig in- 't getal/ fijn echter nocf) in D?icn becDeclD/ Deecne Ijetmet woonders Den Koning , De anDere met Den Prins , en De DerDe l)ct met alhier- geen ban beiDen IjouDenDe/ maet leben maer gerutfelijft op ïjaer ft\f^. ^>e ttoee eerfte oorlogen eeutoig tegen£ malftanDer ; Docï) oorden noit in 't openbare veld , toant Daer toe geloof ift niet Dat fp eeuwig**; Volk genoeg Rebben/ maer fp ftoomen malftanDer bp nagt §ens nial- en ontftDen oberbaHcn en bcroben / en fyutfen fo met De kandcr- Buit of slagen , toatfe Dan gcïjaelD ïjebben / toeDer na ïjaer Grens. 2üa 3 25it I9o BESCHRYVING Armoede vit Volk t# \yzt armfte en elenDigfte/ Dat in gcDcnït nan en groots- aï mijn fct)cn gcfïeii te jennen j en Daerenboncn / tot op* heid van fj0j,jng ^an mcty nieerDer ongeïuït / fo jjouarrDig/ Dat &et " Y° • 1*8 Utocn fcjjaemD / en toe! te eerDer / ate men een£ gaet ijejïcn uwer op / en toaer meeDe fa gun g^ootgtjeiD tuitten toon en. jjliemanD nan Ijacr fou eenigfmtj? mee moogeu/ fcnalDien t)P niet met een Dukfche Naem ging pronken. &o ïjaeft fioomenfc niet aen l)co,2D / of f» mallen on# Defeltoe foeftenD; meencnDe Dat ton ïjaer Daeróm Deg te meer fullen agtcm ©ieg fn oofe feer gaerne moogen ficn / oattopfjaer met Dien Nacm noemen. Sijn groote J^et OUerDaDig Brandewijn fuipeil ftïjïjnD atte Negers aï£ Brandewijn aengeuooren te 31311 / Docé De Deefe fijner voikerd en Mee- uipers# fters in -, gaenoe alle De geene te nonen / toaer Dar ift oit of oit eenige ommegang meeDe lieö geïjaD. <ép nerfuipen in Dcfeïue aïïe£ toat lojar en Viafl i£. €en reDf ïrjfce g?oote OH- phants-tand fconnenfe 0003 Brandewijn toerftoopen/ en eerfe'er uitfc&eiDen/ opfuipen/ja feïfé fomtijDg fcieleerfe eentfoan boo2ö af gaen. vegte» SJiiDicn ïjet nu gcueurD / Dat Den eenen eeu monDje nol dapper on. meer «rijgt alg Den anDeren/ en Datfe ïjet goi jjaïf t'jjuijst kander1" Öe&&Cn I f° 8aet 9Ct öaP?CC °P Cen vc8ten OB&tt *n Ö0O2 fondeT bunmaïfeatiDer/ fonDer Den Prins > Priefter of Koning te ontfien; overheid taant Die in fo een genaï meeDe Dapper De ïjaiïöen roeren/ feifs teont.0|ii namaefó niet öefcïniïDigD te taerDen/ Datfe raaer ledige "cn* ' aenfehouwers taaren getaeejï. ©eefe Kampioenen fitten Den anDer fo Dapper in fjet &air/ Dat jnm Hoeden, Pamiken, Rokken, en afleg taatfe aen gefenen/ ban 't gat ooernoo?D raefct. UE. Denïtt miffc&ien Joe/ Dragen Deefe arme Duivels mee> De Hoeden, Pamiken, enz. ? tael te taeeten/ DOC0 Op ecilDui- velfche , Dat i$ tt feggen / felDfame ïeeïijfce infre?. €>uDe Paruiken taa£ alhier 000^ Deefetl ecil grooten Handel , tael te berftaen ban Jan Maet. $ier fconDenfe aïïe£ taatfe negeer* ben bOO^ inruilen / otëWafch, Honing, Papegaeijen, Apen, en alDerftanDr ververflïng. ï&otfy $eDerD een jaer of nier 0eöfcen fig fo nee! Koop- lieden VAN DE SLAVE-KUST. 191 lieden itt Dccfcn Handel opgeDaeit / Dat Matroosje Ü)d ftpiM jon flieeren / Dat'er tegcntooo?Dig geen winft meer op en &/ fefioonfc l)cm niet een pen ning homt te hollen/ maerfe ban Decfe of geene boo? niet Krijgen. 't 23eft ban Dit volkje ijaf / Dat/ goe g?ooie Ïicffjcööer0 sijn/choon fp 00b Dan De Brandewijn moogen $ijn / fp Docïj op DefelDe§r°otc Iief- met bie£ / nocï) heurïijh Daïlen ; toant ih &eö [jet öps^ d™ tooonD/ DatpmanDban on£ ïjaer Brandewijn DecD gcDen/ mande Die meer al£ De ïjclft met water toa# DcrlengD > en om er wijn , ech- een p?oef op te Doen hoornen / feiDe men mp/ Dar'er eentef °p f*e- toeinig Spaenfche Scep op geDaen toa£/ en fo fagen Deefe J^h™" Negers 't fefmim Dan De Seep D003 De p^oef acn. ^p p^ee* fen Deefe Brandewijn fjemefê ijoog / aï^gf DeugDelijh en goeD/ en fouDener fig gaerne tegen£ een mtaDen trjD Dan D003* fïen ftcbüen . 3Ih toa£ gcflnD / toanneer ih f|tcr in De Rivier quant / om sijn heel D002 De Maetfchappy Cemge Tanden CI1 Wafch in tC tKUlDeleil/ ongemak- aïfo ih tot Dien einDe berfcïjciDc Goederen fjaD meeDe 0e%3e°™ fi^agt; maer ih ÖCDonD ïjet fUÏfec moeijelijke Draken te Jftn / Handelen. Dat ih ï)ct mijn geDuïo niet non Dergen/ eenige hoop met jjact te maften ; en bermit£er noeï) een Schip Dan onfe Maet- fchappy toa£ / en Die te geïijft ooh ïafï fjaD om te Handelen., fo gaf itt. hem §tt feiDe geïjeemjft oDer ; tod bïijDc fijnöe / Dat ih'er mp fo goeD hoop Dan hon ontflaen. <én te meer q namen mp Deefe menfe^en b?eemD boo? / om Dat ift ge* meno toa£/ aen Fida met fuïftc DelcefDe Negers omtegaen/ en maer Dat Den Handel ïjonDcrDmaeï meer aïgïncr&eDjocgj mant om maer eene Tand in te hoopen / honnenfe pmanD fomtijDtf een geïjeeïen Dag opI)onDen. ^5aen bijf of fe£ malen toeg/ en ftceren t'dftcng toeDcrom; ïoben en oieDen eben aïg op De Vifchmarkt, en hoornen tot geennefUüt. fyoe gjootc ïieff)cböer£ Datfe ooh Dan De Brandewijn moo- Su|lcn gen $n / fo fuïlcnfe Docï) / aï£ men ïjier eerfl homt / en fchoon fïaer DcfelDe aenbieD / niet D^inhcn / boo? Datfe fteboorenie? gr°ote Kef- ten Vereering Rebben ge&aO s en DpaïDien men met ï)et feïDe ^Zs mat te ïangroagt/ fo DerDenfe tod op een trotfc toi}0b;a«BrLfe. gen: €)fwy ons inbeelden, datfe voor niemendal fouden drinken? wijn, niet i9x BESCHRYVING eer drm- £ijnDC ÏJCt Hit verbruide Kanaelje niet QtïlQtQ I Datfe Oltfett ken , voor ö,anft nirfuipen / macr brillen boben Dien Dacr booj nocl) haerTcrft bdoouD toeefen/ ct»cii of on£ g?oote eer Doe?- ïjet fdbc ge* een veree. fcïjtcöDc; cu De geen/ Die aïijicr bcgcecD te Handelen , moet ring geeft. yacr aaer in opboïgen / of ï)n hrecg niet ceueu Tand acn bosfi ; Dieg i£ 8« ttn Ijoogfïen noobfaftdijfe / Dat een Koopman , ijier fiülcnbe Handelen , fig bebocren^ tod ter Decgen toapcnD/ te toecten met De toapenen Dan geduld, of jobs ïijdldemheid , anDcr£ fïe ih er boo: ï)em geen DOO^ltOO* men acn» 5in hrecg / toanncer in Den Handel £aD obergegccbcit/ een b^ccmDe Troup Negers acn boo?D / Die ifc eerft toiïDc be- ichenken , en Dan met tyatt Goed na ong anöcr Schip Jatcn ï^engen; Doel) neen/ Dccfe Signoors bcgcerDen 't niet/ boo? en al eer ife ïjacr een Gcfchenk fjaD gcDacn / toaer toe ife tnccDe geen ïufc baD/ en Dcrbaïbcn gingenfe (rappen; Doel) buiten De Kajuit genoomen fjjnDe / berfitonDcnfc Dat in niet en Handelde , bloemcrljarten boe quamenfc te bietboct toe* Derom / om mijn gcDane aenbicDing met meerDer getoiïlig* jjeiD te acnbacrDcn. 5lber / iel) anttoortfje / eg humt mir jct3 aucf) nicïjt gdcegeu / en fn moeden onbcrrigrrr fancn tocDcr bertr enken. Doen ons <&P fö" *Kd bacrbig om on£ / a\$ ton Daer ectft nomen/ oP onfe een Vereering te Doen ; Doel) nocf) bacrDigcr een anDcr in aenkomft nergdDing te ontfangen* <£n toanncer men t fdbc niet Vereenn- jp0cöjg geMJCg QZtftl fo b2ageilfe : Waer blijft ons Tegen- waerom" gefchenk , of wy Tullen het onfe weder na ons neemen ? 't 4&ectl 'fn ooft / fonDer bed omtoecgen te gebruiken / licf)td(jft Doen/ jafdfieftod, fo toanncer onfe Vereering niet mecrorr ban toaerDn té al£ bet bare. ïiojt om / ï)ct fijn menfehen, Die ban De beeften niet anDer£ / al£ in De gcDaente / bcr* fcfiedcn. Hare Klee- ^acdtcDer Kleeding 1$ aïg Die Der anöere Negers , DOtfj dins- miferabd fïegt en fobcr ; bc^alben nocl) / Dat De Segnores, Cavalieros balt Oltg Volk alberïjanDc OllDC Kleedercn ilitllüett/ aï£ Rokken, Hembden , Broeken, enz.; en Ijicr mCCDe mee? nenfe tod Dapper bercierD te 31)11» IDat VAN DE SLAVE-KUST. 193 JFat ÏJUn verdere Zeedens aengaet / Dacr toan fal ik niet toeel na tontellen / alfo in hrt niet en toeet ; boeïj alt* men ïjet toootfeiDe tot een Staekje neemt / fo jal mener ligtelijfe een Denkbeeld toan moogen manen» #arc Godsdienft , geloof in / Dat niet toeel i$. %k fjeü iscl nonnen öefpeuren / Datfc bygeloovig genoeg $hn/ en Dat Ijct ïjacr / fo min ate anDere/ acn Afgoden onthecht; Doel) mie Dcfeïtoe $iyn/ of tooatfe Daer toan gelooven, ïjeö ift in Die hopen t$D niet nonnen ertoaren. ©at Ijet met tjare Regeering al to?p flegt moet gacn/ meen tfe te betonen nonnen fxen uit fjet weinig ontfag Dat fn malnanDec toeDjoegen ; en Daerom fou in / fonDer te to^ec- fen toan Kettery te fullen öegacn / tneï een nefïmt Dertoen manen/ Dat een pDcr vry perioon Ijicr tooo? fijn fdfis leeft/ fonDer fïg toeel met Ijun Koning of Prins te fieRommeren ; en Dat Die Meeren Iper ooft niet anöer£ Man ïjetoöen Dan De bioote naem, fonDer De alöcrminfïe fcfjaDume toan De daed te öcfïtten. ©cefen tcgeiUtoOO^Digen Koning ttagt/ alg een Man met Den Ko- eeren, >fim Huishouden toOOJ te fïaen/ en met f)et Smeeden, nhig wind Dat fijn Handwerk i£/ aenDe nofl tenoomenj Docfr De bui- fi'"tgofte tekans jes tuerDen toan &em niet toerfuimD ; Detoeïne Daer in ^ mee" öeftacn / om fijn Wijven tooo? een reeDelijne p$£ aen De Europianen, fo lang fp Daer jijn / otocrtcDocn; Doeljtooo? Öet otoerige 10 f)p / gelijn al De anDercn / maer een armen Hondsfot. 't£ijnmeercnDeclg?otoe/ fïerfcc/ en toan lijf en leeDen sijn weige- tDcIgcmacluc menfehen. £p befmeeren Ijun ïi)f met ijetmaekte Vet toan Oliphanten en Buffels, en oor metfeener flag toan menfthen« roode Verruw , ttoacr Doo;fc aï0 Bunfemen frinKCn 5 toOO?* namentïijh De Vrouwlieden , tnacr ontrent men / fonDec qualijk te inerDen, nautnlijKg nan Dueren. <£n nocï) Der? toenfe met Dit goeD openbaren Handel D:ijtoeu; mant al met Den eerflen toeiïenfe Defeltoe on tooo? ccri feer geringe p$& en toerraitgfc flg tocruceïDcn / toan'er geen fcfjaDe Dooj te nonnen UjDen/ fo fullenfc fjet gerief Dacr toan gaewetooo? een Mes, ofDetoacrDe toan Dien/ otoerooen ; DocfiDegee* II. Deel. $5 u ne i94 BESCHRYVING nc Die fï.0 met Decfc Lievers fauöc beemengen / nioclï aï typ 030CH / *n §td ocniciibJD na vwfch vleeich 51)11 i toant bob^ pmanD Dicmacr een weinig vies baït/ i£ fjix genoeg om Dcfcïbc ban bccre te pen / fonDcr Dat fjp'cr 1 obcrmit£ De vileine dank, ontrent faï Dcrbcn hoornen* sDocf) Den Gemeenen-man neemt ïjet fo naufcn niet/ en fn Vlooijen maec toe met ïjaec Stompje , al^ jjet macr De nacm en DaeD ban een Vrouw tyeeft. Waermee- ©e Bewoonders ban Deefe Rivier , geïoof ÏR / Dat booj de de in- get meerenDeel nejïaen ban De Jagt, en Vifchvangft -, mant woonders met öe Landbouw, Denft in nieti Datfe fïg beeï nemoeijen/ ig genee. cn Koorn ^ ^ilhio gen ift ötec / gcDuerenbe mijn bcrbïpf / niet gepen ; maec in pïactg ban Dat fag ift ïjaer Dagelijks onrijpe Bananas, op ï)tt bier geu?aDcn / ceten. Jammes, Pattattes en Boontjes ïjaDDenfe oor/ Docï) niet bed Onvrugt. ©Ct Land Doet fïg gantfeï) niet vrugtbaer op tot Koorn baerhefd of anDerc Aerdvrugten ; allang niet l)ct gecne Dat in gepen Vanv ulndÖC0/ fijnöe ban De Mond af tot acn ïjet Princen-Eiland tot. gewis. S^att aen Boom v rugten fulïcnfc fceKerlijR geen genden (jen- nen; en Dccjfjalbcn geloof ift Dat De Bananas jjun voornaem- ftekoft, Öititcn DC toefpijs, tg. vifchnjk. ^cefe Rivier i$ on mtnecmentfjciD rijft ban aïDerïjanDe heidvandefïag ban goede Vüch. 5Jk meen Dat mp'cc oor Dapper Rivier, mer. oe Zeegen acïjter fjer faten / en geen nïcinc mecirigtc bongen 5 ja foDanig / Dat ton ons? boo? De gehcele Reis Daer ban bcrfo^gDcn. Hoe van de ^e Negers ftonDen De vifTchen op een acrDige manier Negers ge-bangen; mant/ barenDe ineen Canoa, of langg De Rivier- vangen. ^nt gacnöÊ / cn j,^ etn vifch gemaec micrDcn / fo fjaDDcnfe Dcfclbe aenfïonDg met een Aflagaei gefefjootcn; en Dit Ijcnöenfe fo feener / Dat Ijet Ijacc noit / of ten min* fïen fecr feïDen/ fal nuffen, Befchrij- 2£oO£ De Mond oan Rio de Gabon pet men bagcïlJR£ Cü\ yng van gi00t£ mee nigte ban fmare cn onguere Vitf chen , ban ong Kapers0 ' Volk Noord-Kapers genaemt } aïfjocrocï menfe ïiebcc boo? Affetfels ban Walvifichen mogt aenpen / en fofc fjet a! niet v en 3ön / fo fijnfer ten alDerminpen fecr na acn Vermaeg- fchapt j VAN DE SLAVE-KUST. 195 fchapt; en in fou tricT getooDen / Dat {jet Doo^ 1 mtnft Cou- fïjns Germains toarrn. Q^eefe Vifchjes fijn na giffing ontrent De veertig voeten ïnng/ alfjoetocï in'er meenc gcfïen te {jennen/ DieD?p g?oc ter lengte ïjaDDcn. £0 Digt en na noomenfe aenonfc Schee- pen , Dat menfe ïmteïijR met een lange Stok fou nonnen bereiken / roei te nerfïacn aï£fc friï toilDen ulijnen. 2ft geloof/ toannecr men een Spanner je ban Dit goed booj een Schip ïjaD / en öat menfc aï£ De Paerden non ftueren / Dat jjct'er b?acf Doo? fou gacn. ©OCl) tDn tD.ïïen Dat vermaek ÜeDer aen God Neptunus oberïaten/ entoeDeracnonfcn arbeiefgaen. g>p ftocmmen De meefïcn ti)D boven water , en Rebben een Jong of ttorc ïip ïjaer / Detoeïfcc / De Moer in 't opfefneten na nonen toiï ïenDe nanoïgen / DeeltïjDg geïjeri tut fjet mater fpnngcn. $&tt een vervaerlijke kragt blafen fp 't mater na boocn; 't geen jïg nan Derrc DertoonD enen al£ een Schip Dat on- der Seil i£ ; en met Dit fpuiten fouDenfe De befte Fontein Dan Fontaine Bleau Öefcfjamen. 't %$ niet min geneuglijk aïg feldfaem , een geoeeïte Dan Decfe VifTchen op maïnanDec te fïem ^et Land ontrent Deefe Rivier i$ fo Doï Wild , Dat (jetGroote ongelooflijk 10 -> boomamentlijn Dan oliphanten, Buffels, meenigte en wilde Swijnen. van OJi- jê>o fjaefï top onfe fanen ontrent tyt Princen- Eiland Der^^X^ rigt/ en ong Schip fcfjoongemaent ïjaDDen / feilDen top DeWiide swi,. Rivier tneDerom af/ om enen binnen Den Mond De^feïoen/ nen ontrent De Sandpunt , of anDcr£ Zuidhoek genaemt / l)et Anker tede Rivier- ïatcn ballen / en ong Dan water , 't toeïu Daer beeter al£Een olf. aen Cabo Loop i$ / te Doo^jïen. $ocïj ontrent een ï)albePhantgaet uer Dan Deefe Plaets fijnDe/ ftrecgen top een Oiiphant' in 'theeitóès geftgt/ Die langg Den Oever Dan De Rivier fjccï fagtjetf fijn jj?| $J*di toeg met ong DerDoïgDe/ tot aen voorfchreevene Plaets toe; jébsSrij. toanneer ifc met Den Kapitein , en cenigc mijner Dienaersvermetce- DerfeïD / in een Vaertuig flantc / en gcfamcntïijR na Land «jgé van de Doeren/ en fetteDcn ïjet aenftonDg op Den Oiiphant toe jDocïr^; jJJ na gem een uer garD genoeg vervolgd te Rebben 1 fonDer gaet. 23b 2 gem 196 BESCHRYVING ïjem te nonnen aa)tetïjaïeiij niet tcgenfroenDe ïjp maermet een ïjarDe treö ooo?tging / fa bcrlooecn top tjem in een Bofch uit fjet geftgt. *Dit febrijvende moet ift nocf) fc^ihfeen/ alg ift obcrDcnft in toat gevaer top on£ tec Dier tijD oegabem toant / maec met on£ tien of ttoaelbe fijnDe / toaer ban De ïjeïft noeïj geen goed Schietgeweer IjaDDcn/ fouDen tDp DcefeOliphant, inDtcn top'er öp ijaDDen Kannen ftoomen / acngcDaen ïkb* ben; mcenenDc Ijem met een fcfjoot of D^ie te fuïïen ïjekben geveld, Dacr ift naDerïjanD {jen nebonDcn/ Dat top (jet met ttoee of D^iejjonDerD Menfchen nautolijft£ Rebben nonnen Doen; Dte£ De Hemel geDanftt moet $ijn/ Dat top Monteur Oüphant niet onDerfjaeïDcn / foant top'er / fo niet aiïc/ ten minften eenige ban De onfe fouDcn fjeböen laten fitten. ontmoe. %n't toeDerfteeren oitfmoetteDcn on£ vijfOüphantentc ten in het gelijk; Detoelfte / on£ acnftenDe/ Dagtenfp/ geïoof ift/ «n vHfoïi- Dat ^P &un gramfchaP niet toaerDig toaren; en Dcr&alben phamen; ïictcïifc on£ ongcmociD Reenen gaen; en top / Die ïjaee dochiieten boo? ong meerder erftenDen/ toaren Daer meeDe fecr toel te moeidSe ^eeöcn; öie^ topöeeï beleef D onfe Hoeden afnamen/ en ™0er'by in tcekm ban erftenteni^ / Bonjourden top fjun gefameiife Saen. lijft/ en gingen onfeg toeegtf •, toe! te b?eeDen fönDe / Dat top fyact/ en belle humeur, ïjaDDcn aengetroffen. wide- q^ic Dagen lagen top boo? Dccfc Plaets fïil 5 en ift / bk Swijnen- met u öoe|, jjaD / gjng aJ|c m0^gfn na Land CU1 eCIlïg jagt. -v^jij 0p tc ögcn . öocjj gCen Oliphanten , Dat fjaD ift/ na De ïaetjte heufche ontmoeting, genoegfaem aï£ verfwooi en, maec De wilde Swijnen toavcn ïjet Die ong tot tijdverdrijf foiiDen fïreftftcn / en toaer op top onfe moeD meenden re Boelen; Derfiaïbcn Den ttoecDenDagaen Land gacnDe/ tua> ren top gcluftftig genoeg om een Troup ban ober De Dnc- üjonDeiD tluftg aen te treffen. 3UcnjïonD£ toicrö met De uiterfrc g?immigljeiD jagt on Jaer gemaeftr; Doeft Die Hoe- reki nders ftonDen met vier beenen beeter toeg fpoeDcn aïg top met twee ; Dieg top f)aer ooft fjaefï guijt r*eftten ; uit* gcfonDerD eene Die top ban De Troep fjaDDcn afgefnceDen/ en foDanig befet / Dat get feöeèn of Deefe Bet Gelag fouDe ÖeD. VAN DE SLAVE-KUST. 197 ïjcbben moeten betalen/ bcrmit£'er boo? ïjcm geen anDcre üitnomlt Xüa0 1 a\$ in een klein Bofchje te bïugten ; Docfj tnacr in ton Ijem fo Dapper nafctteDen / Dat f)P mtitcit ttoijffd binnen nokten tijD in on£ geweld fou ïjcböen ge* hoornen. 3£ocb fiet bier fijne verloffing. ,j]BiDDen in §ct Bo.fch Een doo. genoomen fijnöe / bonDen top afjrf in een weigebouwd Pri- den oh- eel, of Tuinhuis, ecïl Oliphant in 't Geraemte leggen. ^e^min'c fcïüfacmïjeiD ban Decfc ontmoeting DeeD onjsf De vervolging 0"slnTcn. regeng? t Varken opbouDcn/ en (tanen/ om Dcefen dooden & Oliphant uautoncurig te befigtigen. Jfêp ttOllDen ïjem nocï) heel volkoomen, en De tanden in De hop; Die ih Dacruit DeeD neemeh en meegcn/enDctocme in De $ebcntig ponD mogtcn fjaïen. %h DeeD De Schenkels mectcn ; toaer ban De bobenffe drie , en De onDcrftc ruim vier voeten in De ïengte gaDDen. \$tt Hoofd ïjaD mecDC vier voeten tot fijn lengte ; en 't overige Gebeente na ebenma* tigbeiD. 3: ieg U E. biet uit mogt afmeeten / f100 g^oot &n levendig, en bevleeit fijnDe / moet gctDccjt 3ijn. IBanneerDcttocc eerde Dagen boo^bn gegacn maren met jastoP De üliphanten-cn Vai kenjagr,fonDcr ÏCt$ op te ÖOCU, UlCCnDeil Bu&h. top bet Den Deröcn Dag op De laetfte toeDer f e berbatten; tsod* toanneer top Dè£ mo?gen£ met Den Dag aen Land q namen/ bebonDen top / Dat bacrïicDe r pïaet£ Doo^ ontrent (jonDerD Buffels ingenoomen toag ; to lieten Daerom De moeD niet ballen / macr gingen op Dcfcltoc ïc£ ; en h^ een Troup ban tufTcbcn De tien en ttointig ftun£ genoomen fijnDe / biet* ben top niet gebrekkig , om Dcfeïbc een half doufijn Ko- gels te febenfcen ; Doch na i« geloof/ nocb niet ter Deegen onder fchoot , of Dat'cr niet tocï toicrD gerooid , altang tn non niet bemerken Dat toper eenfjaDDcn getroffen, ,£p bleeben alïc te gelijn ft aen / en fagen on^ toornig genoeg aen ; oberlcggenDc miflebien met maïftanDcr / of fp ow£ oberDecfe ftoutigheid fouDcn ftraffen of niet; Docb tDijïcc niemanD uit bacr toag gequetft , fo fjaeïDcn De Negativen Jet ober / en top toierDen b?p gelaten. ®z Buffels, Die tup ïjier ontmoetteDen/ïjaDDcn De ïjoogte Buffels be- 25b 3 ban i98 BESCHRYVING fchreven. Dan een gemeenen Os ; ïmn kouleur mag ™s. <©p De BOp ïjaDDenfe regte Hoorens , Die aejterUjaerDg ober ftonDen. 3(it ïjaer loopen fcfjijnen fp Dan achteren hm te 3f}n ; Dotfj Dat DerïjinDerD ïjaet ecïjtcr niet / om Dapper te bonnen reuken. <©e Negers tuifïc n oii0 te feggen / Dat fo manneer men op Deefe Beeften feïnct/ en Ijaer niet DooDeliju treft/ Datfe feer grimmig op De Menfchen tocfeïneten* DefelDc onDetDe Doetfmijten/ en t\poD trappen. Een Euro. 3£it feggen DcrDtenDc geloof &p omjf; mant Doo? ontrent piaendoor tjcn jarcn tg >t geöeurD/ Dat on£ Volk ter Deefer Plaets op dood. §e"De BufTeljagc toaren ïo£ gegacn ; Docï) cene Dan ïjaer / mat te voorbarig fijnDe / ïofïte fijn Geweer op een Buffel ; maer iDierD ïjaejt Dan DcfcïDe gcDat j en fouDc jjem / na aïïe ge Dagten / om ïjaïg tjeDöen gcfijagt -, Docïj een Dan fijn Ka- meraden , toefcïjietenDc om ïjcm te verloflen , ïegt op Den Buffel aen -, maer in plaetg Dan tjem te treffen / feïjoet Öp fijn eigene Makker onDer De Doet j en 't meinig leeDen Dat'er in Den feïDen na De fcïjóot nor 1} mogt oDergebleeben 3ijn / DceD'er Den Buffel met ftooten en trappen (jaeft uit gaen. 32tt ongelukkig Geval , met fjet verhael Dan De Negers reegens maïhanber Dcrgeïeeuen / DeeD ons Dpna Dan D?CUgDe Opfp^ingcn / Dat lDp fltïhe goedertierene Buffels ïjaDDen ontmoet; en fo roicrD Dan Dat oogenöïiu af befloo; ten/ De Oliphanten-en Buffelsjagt Dooj Ijet toeuoomenDe te laten ruften; en Deefe Reiolutie mierD ter eeuwiger Memo- rie geregijtrecrD ter pïaetfe Daer 't Deljoo^De» Hoc de in. sre Negers , om Diergelijue ongelukken niet onDertuo? woonders pen te $ijn/ gcuntmen fjicr ontrent meerDer Doo?figng(jeiD; Jehfelve te mectcn / Dat fp DeDooreng De pïaetg maer De Buffels Drg jenden. ajj0nDg ^ malftanDer hoornen / gaen verijpieden, 2Hcn Dee* f e pïaefg gaenfe op een hoogen Boom fitten; en fo Jaelt'er een Buffel ftomt / fe&ieten fp DcfelDe Dan DoDen uit gemel- den Boom. gj# 't nu Datfe (rem DooDen / en Dat er gem onraed Dan anDeren ig/ fo uoomenfe Dan fioDen necDcr/ en Peepen ïmn Proi met eenige Dan Jare Makkers meg; Docï) fo VAN DE SLAVE-KUST. 199 f o fp ben Buffel niet Vucï en treffen / fa bfrjbenfc ftil!ctje£ fitten / en ïjonDcn fig felben buiten alïc gevaer. <©n Dcefc manier ujöjD'er mcenig een Doo^ tyact gefcfjooten. Qct Buftèlsvleefch aïfjier i£ bjp goeD en lebber; en o\)er^ 't Buffels- mü$ De Graüge Weide, ontrent De Santpunt , oor reeoe- v,eeCch is ©it/ M»jn Heer, i£ 't alles/ Dat ïi\ in De tijD banfcflien Dagen/ Die ib Ijier fril gemeefr ben / Jjcu bonnen erbaren. vertrek des <£)n«ef Kruis- fchip, l)Ct tOCÏRe fjter cenig* Houtwaren tuoefl „ft de Ga! laDen/ nuam/ na 'tfelbeberrigt te ïjcnöen/ tip on#. 3&p bon s en feiïDen Doen gcfamentlijb De Rivier uit/ en ïieten naD?iekomftaen Dagen Jet Anker nieDerom bOO£ Cabo Lopez di Gonfalvez £abo (Doeïj ban De onfe om De ïigtigjjeiD Cabo Loop genaemt) oop' ballen. Cabo Loop i£ / aï£ in ü E. bcbooreng gefegt ïjcb / De lüterftc ÖoeR ban De Guineefe Rogt. ï^p legt op ecnige minuten Zuiderbreedte , en de Gabon regt onDer De Linie jEquino&iael. <öen tüeinig bezuiden Cabo Loop neemt ÏJCt Angoolfe Land fijn acnbang/ ftrebbcnDe fïg eenige Graden s Zuidwaerds aen. ccefc Heek ofre Cabo , mcrD ban hnmerg fb beel / en Meenigte meerDcr Scheepen , aengeDaen/ aï£ de Gabon; jameee Op- perhoofden aïJjiec Doen fig met De volgende namen onDerfcljci* Den/ al£ Koning, Prins en Admirad; DOCÏ) fp fijn f)Ct alle D^ie / aïg Die ban de Gabon , met De naem. 4ffeet fcüeÏRC Be- woonders fp ooft fo gocDe obcreennomft ïjeobcn/ Dat in 'niet geloof/ men l)et alDcrminjte onDerfcljeiD in ïmn leevens- wandel fou ftonnen binDeii; tentoare eenlijR/ Dat Deefe toe! fo öeleefD en rcRReltjR firn aï£ De anDere. hierom meen ih Dat ïjet niet nooDig fal $$n / om ban Deefe Plaets eenige bcrDcrc melding te Doen ; al£ eenlijR te feggen / Dat De Scheepen tyier een goeDe Rheede ftonnen binDcn/ inDicnfe maer fo boo^figtig 31)11/ ban eenige Sand- banken , Die Daer om ïjer leggen/ te mijDen; Docï) toeÏRe ceïj* ter met goed Weer niet gebaerïijft 3ijn / bermit£ mcn'cr met hoog water fonDer ongemaft toceDeraf ftan Roomen; geïi)R ons? bat fclfë i$ geueurD. gift t)cb u E. (jicr booren ban Rio de Gabon ^efcQt/ Dat Defclbc fo Vifchnjk ig 5 niaer / Mijn Heer, fjierïjeeft men 'erfbecng^ootenoberbloebban/ Dat on& Kruis-fchip op een nuogen / toanncer l)p De Zeegen liet trcRftcn / fo een goeDe meenigte nuam te' bangen / aïg boo$ tien Scheepen genoeg toatf getoeejt. $a VAN DE SLAVE-KUST. 101 $a Djie Dagen aen ticcfe Cabo Doo^gebjagt te Jennen /ve»r<*- DceDen top Jet Anker ïigtcn / en gingen onDec fril / metj[en van IDtl Om 't Eiland Annaboa 00 't ftCCben te ÏOOpen i DOCÏ) De vervallen" harde Stroom , Die ï)Ut om Deefc tijö ban 't jacr aïg ecnSer- benccden pent om De Noord fcjict / bcrlciDDc ong foDanig / Dat top llct Eiland gcjecl ÖenCfDcn St. Tomé , een Eiland De Portugeezen toe*St' Tomc* DcJoorenDe/ bccbielctt; 'ttoeïa mp nocj gdcegentJeiD fal gecben/ om U E. terg ban t fdbc ïnccDe te Decïen ; na al booreng gefegt te Jennen/ Dat fc Joon oufc Scheepen fc Joon gemaent en toeï bt(ci\b toaren / top ecjtcr mcec Dan een halve Graed om De Noord toicrDcn gcD^eébcn; DocJ een an? DCC Schip ban onfe Maetfchappy , Dien IR aen Rida fijn Sla- ven JaD ingegeeben / en al D^ie toeehen boo^ mp ban bacr toa£ bertroRHen / miam bocu De DerDemaeï met ons 'ooo; Cabo Loop ten Anker; met Ucrigt/ Dat Jp ill Op anderhalve Graed Zuiderbreedte \na$ getoeeft ; DocJ Dat De vehemente Stroom Jcm on ccncii nagt / 't geen ongeloofljnfcJijnD/ tocDcc Doo£ De Linie regt boo: de Gabon JaD berboerb. 't Eiland St. Tomé, niet/ gclijn cenige meenen / Sc. To- sr. Tomé mas; toant Dit laetjIgenoemDe (egt in America , toaee banj^ ,°ene« De Deenen Befitters $ijn ; DocJ St. Tomé ig bOO£ Deefen in roebel onggetoclD getoeeft/ en top Jenbcn Jet feïbe / eengDeclg hoord. tocgeng De geDuerigeVerradery Der Portugeezen, toaerDoo? ong Volk gantfej toierD afgemat; aïg anDerDcelg toegeng De groote Sterfte onDer De onfe / toeDer moeten bcrlaten. *êo becï bolfe qnam Dier ban ong te frerben / Dar Jet Ei- land in Europa De nacm ban Jet Hollandfch Kerkhof bee* kreeg. ooft Dat toeinige ban Jact een Joogcn ouDerDom bereiften ^erecDcn Die men/ mijng ac Jtcng / natueeïijfter toijgEnwatde i)ier banfou nonnen gecben/ fijn/ ecrjïcljK De overgrote °crfaek . hitte Die men Jier mcc(l Jet gejeelc jaer Dooj Jeefr; toant van,s* bermit^ Jet met De eene Joch tregt onDer De Linie legt / fo II. Deel. Cc tg io* BESCHRYV I\N G i& 't ligteïijft af te meetcn / bar/ fo niet altoo^/ Jet eejter Den mecflcn tijD Jier brandend heet moet 3i)n. n aifoos ?aegt U E. De reeDcn toaerom * 't %$ cm Dat op Sr.To- öc Koomfche Geeftelijkheid Jier ttttee Conventen , of fjOC £fiaSp!enfaï *& feffffen / Kloofïers fjeöïien. $a m^n öcfle meeten* fcfjap fijn Jet ÏJciDe De Broederfchappen of Navolgers , fofc feggcll/ ban Den A portel Petrus , en Den Heiligen Auguiïi- nus. v0oh Jeeft men Jicr een Biflchoppelijke Stoel, is wei te «JlBeerDer beïjoeftmen / mijnc^ Dunfteng / niet te feggen/ bewoonen; om te öcbjaerïjceDen / Dat Dit Eiland goeD en mei te fcetooo en waer- ncn j£ . jjjant ^ct ^ ccn ftchttt foact JeiD / Dat Deefe Gee- 0,n* fteli jke Vaders pg noit naer cenige pïaet£ fuüen negecben / macr Datfe / nebeng Zielen, OOh geen tijdelijke Goederen föiiDcn ïionnen bunnen» &it ïjeeft lang boo? ong feeRcr Poëet toel gemcetenj raamteer Jn in fyn Gedigt Deefe D?ie Versjes aertig lact inblocijen: " Q,. VAN DE SLAVE-KUST. 203 China-Reifers om Negotie j Meer om 't Goud, dan om Devotie; Meer om 't Goed , dan om 't Geloof: Eenige "Waerom moelrgy uit Fnando, Versjes, Uit Japon, Achin, en Bando? hierop paf. Was 't niet om u grooten Roof. feekc-Ge- digt aenge. Gy befoekt Chineefe Landen, haeld. En d'Americaenfche Stranden: "Waerom niet in't Noordquartier, By de Ruflen., Mufcoviten, De Tartaren , Samogiten ? Of is daer het Goud te dier. Neen , gy foekt al beeter Haven By de Potofifche Slaven, Of by 't Albofonfche Goud, In Angola, ookFufola, Mani-Cungo, Puerto-Bella. 't Is in't Noorden veel te koud. ©!t fcettoijt ïjeeft gemefDen Dichter De Eerwacrdige Pa- ters Jefuïten geDaen \ Doc& De cruatentïjciD geeft on£ $ec Dcrö gdcetö / Dat Den gefjeeïen tjooo Dct Geeftelijkheid met Deefe heb-lult tg ingenoomen. Mact mat vacht on£ De gcenc Die buiten ons ;rjn ; en me! te meer/ om Dat Dit dutten on$ oeflcn i£* 3Ju miree Dan ïiener ban affect* Den / en met jet laetfle Vers toan mcergemeïDen Dichter feggen: Staet mijn Mufa, loopt niet verder, Dwingd u Pen, en fchrijft niet harder., Eer gy haer krijgt aen den hals j Beeter was 't den Duivel tegen, Als met haerlui dwers geleeeen, Want de Boggers fijn te vals. 204 BESCHRYVING l^ier meebe toiïïen top St. Tomé , met al frjn goeDe Gee- flelijke Vaders , een goeden dag tocnfc&en i met 110CÏ) maee eenïijft te feggen / Dat aïïe vreemde Scheepen , Die / otter* mü& Öe tegenwind , ilha del Principe niet ÏJCÖüen nonnen fcefeiïen/ alhier jjunne ververfïïng nonnen tjaïcm a^ermitg mp / fo alg in booren gefcgt f)eö / in plaetg ban Annaboa aen te Doen / beneeDen St. Tomé bcrbieïen/ fo fjabben top De moeD al berïooren gegeeben / tan Dat Eiland te fuïlen op fïceben ïoopen ; gemerkt éet ban Sr, Tomé öeftoaerïi)Kcr i$ te oefenen / aïg ban Cabo Loop; Docï) De Wind omloopenDe/ en Dat top tegeng bertoagting öe Stroom mee nreegen / fo ïjaDDen top (jet geut» / na Dat top ooben 't laetftgenoemDe Eiland gefteebenD toaren / na ttoee Dagen fciïensf ïjet Anker boo? ïjet Dooj De toeerelDber* maerDe Eiland Annaboa te ïaten baiïen* Komiiaen 3£it Eiland toctD ban een meenigte Scheepen aengeDaen / ï EiIaK d f° ^ **an öc öcene Die Guinea ïjebucn ncïjanDcïD / aï£ Die Aunaboa. na Oort-Indiën en Angola gaen / en De eerfte a\$ fp te ïaeg in De Bogt van Guinea berbaïïen; toant U E. moet toeeten/ Dat De Ooft-Indiënvaerders De Bogt van Guinea op een HltDC re manier aïg top uitreencnen/ en bpna De gefteeïc Kuft De Bogt van Guinea noemen» • Wolle , nan nrijgen. $to?t om / bier ije? De opregte a- malthea, of Hoorn van Overvloed, (töaer ban De Ouden fo beeï ïjebben ïeggen te (happen) te binnen. ©e Bcwoonders ban Dit Eiland fijn S\vart, en halve Chri- Bexyoon. ftenen, alfjoeïneï fp De naem ban heele Dragen; mantfofeders van maer een Pater Nofter en een Ave Maria nonnen leefen/ bphetfeive. De Paep te Biegten gaen/ en eenigc Offerhanden meeDe bren- gen/ fo gaenfe bOO? goede Chriftenen D00£. t£an De Blanke Portugeezen inecDenfe bOO? Slaven QefydlU Werden Den/ om reeDenen Datfc uit De slaven , Doo? fjun op Dit Ei- voor sla- land gcfet/ fijn boojtgenoomen. 't «jêijn atte/ fonDer eenig J" § e°u" onDerfeljeiD / Schelmen en Dieven, Die geen menfeh boben fijn a!k bermoogen fulïcii benaDeeïen / of te homooen, ©e Vrouw- Hoerenen lieden fpeeïen aïïe / fonDer eenig onDerfeïjciD / openbaer De Boeven- Hoer ; bcetcnoe l}ct gemeene volk be!eefDe!ijn genoeg aen te Ijaïen/ en te mifleiDen. $un Tael t$ eeutoig en aïtoo£/ aï£fc een Europiaen fïen / Signoor, biaki, raicafe, Trikke. 3^oefj titt fijn / ceitige roeinigc uitgefonDerD / alle feer leelijke Teeven, fcnacr aen/ geïiju De Heer Fokkenbrog fégt / een Hond fig niet fou roiïlen beromtoaerDigen te Ce 3 piffrn/ 206 BESCHRYVING giffen / fit boo? nicmanD afë foDanig Kanailje ban Naem- Chnftenen gocö. Wie 't ge- 't Gefag ober Dit Volkje 10 een Blanke Portugeefch tOC* fag over ijCrteoütoD / Die fn bcrccren met De treffelijke nacm Dan dit volk ^ j ** > heeft. Gouvernadoor* is een ar- ^m 0pcncn / Die Deefe Hoogheid te mijnen tijDe / of men Dui- Doen ia (jicr toa£ I nc&lccDDe / mag fo een Grooten Don, >ei. bat bpalDicn in macr tuilD genoeg mag gemeeft / om &em een Rijksdaeider of tmee tot een Aelmoes aen te bieDen/ ï)p niet nalatig fou gctocclt $ijn/ om ïjet felbe te Rebben aen* baerD ; fonDcr fxg bee! met fijn honorable Charge , of get Grandeur ban fijn Landaert te bcnrctmen. Hebben ^jjn onderhoorige tyecfDcn (ent ooft fobanig / bat bp weinig om- nïDtcn in Ijet ijao begecrb / fp Ijcm Den ïjalg fonben geb?oö hem!001 &cn I m Öet Eiland flen ong in eigenbom obergegecben (ebben ; mant beefen Don Pover , Doo? een Phidalgo uit Portugal , Die Dit Eiland toebcï)oo?bc / £ier geftelD fijnbc aïg fijn Rentmeefter , om uit fijn naem een DerDe in te boj= beren ban 't geheele Inkoomen Der Inwoonders, fobanlnm Vee , Vrugten alg anDerg / fo nam gp / om ooft iet* boo? fijn felfis' te bergabcren/ ïjaer een geregte helft af; 't geen ïjem bp Deefc Swarte Potentaten fo beminb DeeD $i)n / bat fp/ geïijft in gefegt fjeb / flg gaerne ban Ijem ontflagen/ en ïjet Eiland aen een anbere Landaert fouben obergegeeben Ijebbcn. v. aerom diendigis. en ban Daer fouDenfe Dcfcïbe fo bee! IccD nonnen toeboegen/ Dat men genooDfaeftt fou 3tm / ban fjet meeDer te moeten berlaten ; gelijn ong in boorige tijben/ wanneer mp Daer Befitters ban maren/ al i£ te beurt gebalfen; manncer mp om geen anbere reeben / al£ be fo aengeroerbe / meeDer ban Daer moeiten treftftcn. Twee dutten en DchalUcit Den Heer Gouvernador , bonD SR luer VAN DE SLAVE.KUST. 207 lyitt OOÏI llOCl) tlöCC Blanke Papen , Die geen OttDere hoeda- domme nigheeden befaten/ Dan Datfe inmierj* fooom en ongdecrb JjJE toaren aÏ0 ÏJUI1 Gemeente. neem;J $icr ontrent feïnet nip ictjaf acrtïgjsr / Docft ebentoel Pro- hier den phaen , in DCI1 (in > HamentlijR ban een Luiterfchen Pfar- Godsdieoft heer , (of fyct toaer iiBf of niet / Daer toil ift juifï mini bin* waer* ger# niet boo? opjtecRen ) Oen toelRen Deefe itigtelijke re- denen tegeng fijn Gemeente boerDc: Wat meend gy Heden, als het eens op het laetfte Gerigt aenkomt , en dat my werd gevraegd : Du Paftoor van hoe leverd gy de Gemeen- te , die ik u gegeeven en toevertrouwd heb , wederom ? Ik fal antwoorden, feiDe f)p : Heere , gy hebtfe my als Beeften gegeeven, en fo leevere ikfe u weder over? Jtëat OlttiKt UI Amice ? foUOen Deefe arme Gemeenten Dit Waren V)an f)Un blinde Leidslieden der Blinden OOR niet ttJCÏ mogen groofe feggen; beïjalben Dat Deefe fijne Priefters noeïj een fcenerc 'Sscwi,'a fjoeDanigfjeiD ober (ïg fjaDDen / 't geen aï cenigjïntg meer p aïg gemeen toag j te toeeten / Dat fp fo beel Brandewijn nonDen Dennen en berDjagen / atè ik Wijn ofre anberen D?nnft. L iDoo? 't oberige neflonD ï)tm wijsheid in fjaer Kapucijner Noemden Kap , toieng Navolgers fp itjiïDcn ltjccfcn. Sr toeet maer* % feiyen lijït nict/offc toeï teng RanDcn ïcefen of feïj^ben; bermitg ^puci'~ ift niet een Boek öp Iwt fag / nocf) mp / feïjoon in Daer nen' na tyoeg / toiïöen bertooncn ; of ten mare Dat ift Defelbe Doo? mijn Kettevfche handen mogt befmet bebben. J>p noobigDcn ortg / om bun Kerken, Die ttnee in'tgctaï Denschrij- toaren/.te hoornen bcflen. 't geen gcfcïneDDe; en top bom ver befig- Den Defeïüc proper en toeï ; oor g:oot genoeg / om bier- JÖ£C mael fo beel Menfchen , atë op ïjet Eiland toaren / te öcr* gen. €e t top in ïjarc Kerken guamen / toierDen top / tot berbeclen£ toe / met Wijwater uefpjengt ; fo Dat ift 002* DedDe / Dat bet feïbc bier niet Dner moeit sijn. SiR toicrD ban tjacr om een Flefch Wijn gebeeben / om en geeft Daer mccDc fnm Heilige Mis-Offerhande te berrigten / ïjet i^e'\een.. geen ift baer toefïonD ; en fner op bdoofbenfe mp/ fcfjoon ^2" 3t Jet niet bcgeerDe / een Mis te fuïïen Doen / boo^ mijn doen. geluk- Een kleine Zeerover, hier ge- ftrandfijn- tle, werd door een En- gelfchman bedroogen. Vertrek des Schrij- vers van Annaboa. 2o8 BESCHRYVING gelukkige en behoudene Reis ; en Daer meeDe nam in ban Decfe Vaders mijn affe&eiD. W$ fagen ïncr nocr) eenige feïeine.ftuKKen Kanon •, en ban on£ geb?aegD fijnDe / toaer fn Defcïbe tjaDDcn genree* gen / fo bcrjronDen ton / Dat rjet ban een nieine Braniche Zeerover toa# / Die aïDacr boo? tien Dagen toag gefïranD; fijnDe Den Kapitein met ttDee Man ban jjet feïöe Scheepje nOCt) Op 't Eiland. sDetrfc Vrybuiters gaDDen onDeGoud-Kuftaï eenig Goud, Slaven eil Oliphants- tanden gcroofD; DOCtJ ttoee Dagen b00£ onfe fcomft toa£ ban ïjier bertronnen feefter Engeiich Kapi- tein, met name Tomas Kent; boecenDe j)et Schip öe Slooter Galley genaemt; Detoeïne gefeiöe Zeerovers ïncr bonD/ en met &aer een Verdrag maeftte / om gun gefamcntïïjK met al ïjaer goeD/ mit£ een geDeeïtc ban Den Roof obcrgccbcn* De/ Obet te boeren na De Franfche Eilanden, ^c Zeerovers, Die fig op Dit Verdrag berlietcn/ fyagten aï rjun goeD acn üoq?d ban Den Engelichman , aï£ meeDe aï ïjet Volk , uit* gefonDcrD Den Kapitein en ttoee Man , Die Den ïactften Dag eerft aen boo?D mcenDen te gaen; Doc'ö Doenfe aennuamen/ toicrDenfe met eenige Snaphaens-fchootenbertocïnomt ; en geïaft / bnalDienfe Bun leven ïief ïjaDDen / Datfc toeeDcr na i^and fouDen neeren/ 't geenfe gcnooDfaent toarm tcDocn/ en aen te fien / Dat Den Engdfchman ftjn Anker ïigttc / en met aï ïjaer goeD Doodging. a&at Dunht U E. , ftrecgen Dcefe Schelmen niet ïjaee rr g> ten loon* Slït mecneban ja -, en bnaïDirtt fjet mn toa£ boa?* gehoomen/ ih ïjaDïjaer niet een ïjair beeter gejjanDeïö. Ifla on£ ï)icr eenige Dagen wel ververfcht te (jcööen ; toact tOC top ban Den Directeur Generael bcdof ïjaDDeiW fo toicrD ïjet Anker ongctoonDen / en ton bcrbo:DcrDcn onfe Reis nad'Elmina; en fciïDen gctfaDig ïang£ De Linie, fonDer oit een Graed be$uiDen of öcnoo?Dcn Defdbc te hoornen. 5(h ïjaD geDagt alhier een gjootc (jitte ti fatten ontmoeten; Doel) bonD ïjet in tegenDceï fo ftouD / Dar in / met toel gcKlecD te 3ijn/ fomtijDjj De nouDe nautoïijhtf nc: bcrDue* ren. ©e Matroofen, Die anDertfntf booj een klein gerugtje niet VAN DE SLAVE-KUST. 209 niet berbactD ;ijn / paften fïg mccöc tod fatfoenbeïiift m de Kleeren. 3Ï& / ÖW* Ober mijn verwondering tOOtienDe/ toierD Doo? onfen Kapitein bcrigt / Dat het ontrent Deefetijö tan 't jaer/ fnnDe De Maend ban September, mcefl altootf fo notiö i& l niet tegenftaenDe De Son in Die Maend De Li. nic Doo?gaet / en men Defdbe regt öobrn ïjet fjoofD beeft; Docf) Daerentcgen fteeft men meejl altoos een betrokkeLugt en ftijve koelte, toner Doo? De Son fijn ftragt niet nan Doen geboelen. $a Dat top bu^ef ecnige Dagen boo?tg efeiïD fjabDen / en na Komt on- onfc giffing fjoog genoeg genomen toaren/ om De Kuft aen trent de re Doen/ fo fïdDen ton onfe Cours regt na Land , en ftree^unqua". gen ïjet felbe ontrent De Quaqua-Kutt in ïjet gC|ïgt ; bocj) aenund!* obermittf top Iafl IjaDDen / om on£ ontrent geen eenige doch ver-' Plaets op te èouDen / fo fetteDen top / fjet Land ïangtf fci*£>,genhura ïcnDe/ onfe Reis bOOJt tot aen Afliné > 't geen De Franfchen *™mné SeDcrD ecnigen tiiD in 't nefit ïjebben gmoomen/ en Dat op een aerDige manier / toeïne ik niet Kan nalaten U E. rjier meeDc te Deden. 3Ê>en Schrijver nan DC Europifche Mercu- rius geeft om? in Jet eerfte Deel ban 't jaer 1701- > toegeng Jet manen en oberbjengen een£ Moorfchen Konings totïjet Chriften Geloof, ïierigt/ met De boïgenDe tooo?ben: Siet hier weder een Heidenfch Vorft tot het Chriften Ge- verhae! loof gebragt. 't Is Louis Hannibal , Koning van Syrien, van een AA (Affiné meenbfip) op de Goud-.Kuft van Africa. Deefen , Jjn^e slaef* 2ederd eerft een langen tijd te Parijs onderweefen en gedoopt ./ jranfche te zijn door den Biüchop van Meaux, fijndeden Koning fijn Hof voor Gevader, Communiceerde den 27. der Maend Fcbruary Koning 1701. uit handen des Kardinaels van Noailles; en prefenteer- Ya" A.fl^nc de ter felvcr tijd een ftuk Schildery aen de Heilige Maegt , Jeevën? onder wiens befcherming hy fijne Staten ftelde 5 hebbende gelofte gedaen , dat hy , op fijne wederkomft aldaer, uit al fijn vermoogen aen de Bekeering fijner Volkeren fou arbeiden. Deefe Moorfche Vorft vertrok den 24. der Maend ; en ftond fig te Port-Louis in te fcheepen , en begeleid te worden door twee of drie Oorlogsfcheepen, onder het gebied van den Rid- der Damon. II. Deel. 5DD Dappere tegcnjïanD / ooft beeoberDc / en boo?3irder" een goede Prijs aen d'Elmina fyagt <®it/ Heer en Vriend , ig t einDC ban mijn Omlandfch- Einde van Reisje > en $ct faï met cenen ooft De ïaetfte Briefen/ Die JeRe«» ef> ift U E. toegens* De flanD ban Guinea fa! fcfeijben. 't ®ten ^^nJe' U E. noeïj te bertoagtcn fal fjebfien / faï/ a\$ ift reeb£ ge* mitsgaders fegtfjeb / uit een anDcr£ Kooker ftoomen. ü E. geliebe fig de befchrif. met jjet feïbe te bergenoegen/ en mijn gcDane moeite in Danft ™s van aen te nemen; met bafic berfeeftering/Dat aïleg De fuibere ea' en opregte toacrïjciD i£ / en Doo? eigene onDerbinDing ïfrv men getfelD* 25paJDien ift nu ïjet geluft fteb/ Dat ift U E. met Dit mijn Werk fjeb ftonnen behagen / fo fal ift mijn acngetocnDDe moeite gecnflntg berïooren/ maer mp feïben bierDubbelD beloonD agten. ^it / Mijn Heer , fijn De Opregte Cll toare betuigingen, ban Die geen / toelfte nietg acjjtertoeegen fal laten / toaer mceDe 5p u E. eenigc aengename dienft fou moogen Doen j maer Die nu/ en tallen tijDen/ onopïiouDehjft fal pberen/ om toaerDig De Eemaem te moogen boeren ban MYN HEER Einde van de twintigfte of ïaetfte Brief des U E» bereidwilligften Dienaer Schrijvers. } \T. BOSMAN. CDD 2 BE- BESCHRYVING VAN RIO FORMOSA, Anders gefègt DE BENIN, Nevens het Groot- Kon in gr ijk van dien naem , de Zee. den en Godsdienft der Inwoonders , enz. , gelijk ook de Conftitutie van het Land en de Rivier -, mits- gaders een verhael van de Tand- , Rijft-, Grein- of Malaget-Kuften -3 en den Handel aldaer. Vervat in de een-en twee-en-iwintigfte , of twee hetfte Brieven. DERDE DEEL. 21$ BESCHRYVING VAN RIO FORMOSA, Anders geCegt DE BENIN. Een-en-ïfointigfte , of bygeVoegde 'Brief Behelft een Befchrijving van Rh Formofa , anders gefègt de Benin. Veelheid van Spruiten die in defelve uitkoomen. Handelplaets en Kerk der Portugecz.en. Groote inbeelding van den Beninfen Koning. Onfe gewoone Handelplaets. Uftfe Rovers. Moeraffig en drijvend Land om e& in de Ri* vier. Is vermakelijk, doch ongefond. Waer uit fulks ontftaet. Groote fterfte onder ons volk binnen Scheeps- boord. Roekeloosheid van vijf Matroofenj en aenmerke-» lijk Geval daer ontrent, 't Land is fraei vlak , en vol met Boomen. Wie Vafallen van den Koning zijn. Slaef des Konings te fijn is een Eernaem. De Benin is niet feer volk» rijk. Drie voorname Handelplaetfcn. Haer Namen , Con- ftitutie en Bevelhebbers. Noch een vierde Handelplaets; waer dat een onfer Opperhoofden om 't leven is gebragt. Dubbelde wraek deswegens genoomen. De Inwoondcrs van de Benin fijn in'tgcnerael goede en beleefde Mentenen* met welke feer wel is om te gaen. Willen met geen for- cc , maer fagtigheid behandeld werden. Staen wonder vaft op hare koftumens. Door wien den Handel van hun kant werd gedreeven. Sijn beleefd , doch valfch regens öocfj bot ïang De felbe eigcntïijfc ig / of ban toaer fp ftacr ootfp^onh fjeeft/ fycb in niet nonnen erbnren / aïfo geen Neger mp Dic£ acngaenac i)ct regtc befegeiö fjeeft nonnen gecben ; Docïj in GROOT-BENINSE KONINGRYK. %i7 jft geloof/ Dat men Doo? Degfeïben Spruiten in al De fiicr omlcggcnDc Landfchappen ftan ftoomen; mant ift l)kt Men- ïchen gefïen Ijeb ban Ardra , De Calbary , en meer anbere plaetfen, Die / onber bet D#benban ïjaer Handel op Hce\t Rivier, D002 De Ro,vcrs maren gcbangeit genoomen/ enïjicr berftogt. *®cc{c Rovers Ujooncn Digt bn De Mond Decfer Rivier, ufafe Re- en toerDen Ufafe genaemt. èijn een gantfeï) arm Volk, envers- ïeben maer fïmpeïijft alleen ban Den Roof, en baten t'aïïet plaetfen op Dcfclbe uit/ en nemen afleg toeg mat |)en maer tebOOreitROmt; algMenfchen, Beeften en Koopmanfchap- penj en Daer ig nietg Dat Ijaer gaDing niet tg; en Dit bcr- ftoopenfc Dan boo? Eetwaren (maer banfp onboo^ften 51J11) oen De eerjtc Die ty&ct maer te booren ftomt. 3£e Portugeezen toiftcn mp te öerigten/ Dat ban &ier een weg te Land na De Calbary tlreft te; en ooft eene te Water, Die becï facieider mag i en Dat men ooft met een Canoa in De fjicr omleggenDc Rivieren fton ftoomen , alg Rio Lagos, Elrei, Camaror.es , en meer anDere i ia fclfg in Rio Volta; 'rmeïft ift echter niet ftan gelooben/ obermitg Daer ban De alDerminfte toaerfcfjtjnnjftljciD niet ig ; maer ban De eerfe genoemDc ftan ïjet gemaftlijft $ijn/ om Dat Defelbe Digt bp Den anDer / en niet ItrijD ban l)ier geleegen $ijn- t^an De Mond Der Rivier , tot cenige mijlen optöaerDg / Moeraflig fjeeft mtn Oberal ïacg en Moeraflig Land , en DC Boorden endrijyeni fijn Doo?gaeng met een meenigte jjoogc en lage Boomen be* Land- fet/ en 't Land ig ronDom/ Dooj De beeïïjeiD ban Spruiten, alg in Eilanden berDeeïD ; beljalben noeïj Dat men op bcr* fcïjeiDe plaetfen DjijbcnD Rietland Ijceft / §tt meïfte Doo? De ftoarc Winden of Travados ban De een na D'anDcre pïaetg toerD geb?eeben. €n ibijl ong ï)ct felbe Dtftmaelg boo^ De Boeg ftomt/ en De Paflagie belet / fo ig men genooDfaeftt een anDere Doo^togt te foeften ; in melft gebaï ong De Loot- ten of Wegwij fers fonberïmg tepag ftoomen. 3£e Rivier jimpcïijft in ftg feïben aengemerftt / tg feetDeRlv;er plaifant en bermaftcujft/Docl) bp intneementïjeiD ongcfonD; Uvermake- tn 't melft De eigenfejjap Der meefte Rivieren op De Kuft ujk , doch III. Deel. <£e fcfjijnD 2i8 BESCHRYVING VAN HET f^cronge- fcïjfjnD tt $ijn; en toerD/ mijns? acï)ten£/ ucrootfaefet toe* fond 5 en gcng öc continueele Defmettclijhe Dampen Die me«i ontrent fiek deaer°r"öefcïne ïjeeft ; Doomamenttyfe Den Decfen / toacr om ijcc van is. Ijet Land feer Moeraffig en laeg i£. Groote ï^iec on feomt jïg een anDcrc plaeg, Die niet minDerig/ meenigte boegen ; tt toecten ÏJonDerDDUifenD Millioenen Muggen , van Mug- an&crg aïfjicr op fijn Portugecfch Mufquitos genaemt; toant gen' gemernt (jet Ijier / fo aï^sf in gefegt (jen I nol Boflchagien of Geboomte \$ / fo ïjeeft men Dan Dat Duivelfch goed fo een gjoutolijne meenigte / Dat men fjarDen nocï) Dueren nanj boo^iamentlijn De£ nagtg / toanneerfe on£ met geheele Legere noomen befïomien/ en fo b?eeflijït fteenen/ Dat ee* nige De£ mojgentf / Dooj al De Puiften , bpna onkenbare fijn getoojDen. sw«e ^t ongemak, 't toelft on£ belet onfe nooDige nagtrujt fterfteindctenccmcn/ gCüocgD bp De ongefondheid Dan Deefe Plaets, dernihe°n tocroo?faeïit gefïaDig een groote fïerfte onDer aï on£ Volk. scheeps- U E. i$ benenD/ Dat Dit mijn ttoeeDe Voyagie na Deefe Ri- voik. vier ig / en Dat top De eerfiemaeï De ïjelft Dan ong Volk in De Benin ijebben laten fïttcn / en tegentooo^Dig i£ 't getal Der DooDen in ong Schip niet minDer ; en De refteerende meeft alle fielt / 't geen een algemeene feïfêife onDer De Ma- troofen te meeg brengt ; fijnDe een pgelijn neDugt/ Dat Ijp 'er 't fjagje bp fal infeïjicten. Roeke- ^an Decfe Reis toaren'cr Dijf Matroofen , Die uit een roe* loosheid neïoofe öaïDaDigljeiD met De Dobbeifteenen om De Ijoogfïe van vijf oogen toierpen / mie Dat in De Benin fou jterben of er toe* wwatlaer Dcc uit Scra&en- p imïlcn / cn oor met recDcn / junne beleefdheid met ceenfors- genjne Courtoifi bctaeïD ïjebben/ fonDer fïg m& of fpïjtig S^echran" tcgeng fjaer te toonen; toantom met dwang of geweid iet£ ^en. ban ïjaer te ïfalcn / fou fo beeï $ijn / of men na De Maen toiïDe g?ijpcn. £p fullen pg Daer ontrent in ge enen Dceïe c ïaien binnen. opharlkc 3" >l ^uft ban Ne.g°tie fönfc fo prompt, en fuïïen niet ftumens. lüvm/ Dat De aïDerminfte Jota ban De oude koftumens mcr* De GROOT-BENINSE KONINGRYK. 223 De br rmctirjD j Dotö ate men ftacr Dacr in te toil i£ / fa frjnfc feer gemafthclijh om mecDe te Handelen , met aïleg ban fjarc kant toe te tyengen / toat tot een volmaekte Har- monie tocrD bcreift. 't <£rgtfe ban alïcn i£/ Dat fp fcer ïangfacm / en gantficff s.jn lang. talniacOtig in tjarc Handelen $fyv &reltïjD£ (jerjucnfc een foem in Deel Tanden in boo^racD j toacr ontrent / eer top met ïjacr [jafr Han* d'accord nonnen rahen / men fomtijD^ ocfjt of tien Dagen e ' toerk Ijeeft ; Docï) Jet gcfeljicD ban (jare Kant met fo beeï beleefdheid en pligibetuigingen , Dat men jjet onmoogeïij» guaïijk han of mag neemen. <£cne faefe ijef Ijier / toaer ober men fïg moet öeftlagen; namcntïijli/ Dat men op fijn acnhomft aen ïjaer een partje Koopmanichappen bOO^ Panen of Kleedcn moet llttüo?gcii> en met De betaling ban Dien toagtenfe Dihtoifë fo lang/ oat top DOO? 't berloopen ban 't Saifoen , 't confumeeren ban onfc Viétualie , en tocegentf De fïehte en flerfte onDer ong Volk, genooDfaeht toerDcn / fonDer betaling te moeten ber* trehhen. ©ocjj Ijicr ban 10 toeDerom ï)ct beft 1 Dat f? net De naelte reije? / aï£ top toeDer gier hoornen / tot een Duit toe fuïïen bolDoen. oren Handel ban gare kant toerD toaergenoomen Doo? Door wieo Menfchen Daer toe expreflelijk ban De Regeering geftCÏD } den Handai en toerDen / fo al^ in fjier booren gefegt fjeu/ Marcadoors van hare en Fiadoors genacmt > en Deefe neemen &et boo? anDcre / ^«mn. De regte Kooplui fijnDc/ toacr. Zbit gcfcïjieD/ omDatmen met De boomoemDe in De Portugeefche Tael , Doel) toonder- lijft gerabfyaeht/ han fpjeehen; en Dit ije? ooh Der felberee» nigtte hoedanigheid ; toant boben Dien moet men jjaer aen* merhen aïg ïjet fclmim ban 't geheele Volk, Die na Dun Landsgenooten niet beel aerDen / noeï) öe ttt berDienen/ ban nebeng Defeïbc geftelD te toerDen* ^Heii Deefe MtiTïcurs , en fo meeDe aen De Opperhoofden Dier Plaets , moet men op fijn acnhomft eenige koftumens betalen ; Doei) ecïjtcr ban |o geringen importance , oat get nautoïtiftg nocmcnstoacrDig i£. <@M)er en tegené Den anDer fclnjncn De Inwoonders feer Dinwoon- bdecfD 224- BESCHRYVINGVANHET ders fiin Mccfü te 5^it j en fullen niet gefaeftmg mecfen/ om mal* feer ge- KanDcr 131 alle voorvallende gelegenthcden ïjun Dienft te pre- veinft te- fenteeren ; Docï) a!ïe£ i£ maer ciiïtcï fdjijn. <£>p bertrou? f nd«al" ^lcn niaïhanDcr niet j macr gaen met De mceftc omfigtig* an ' ' fjeiD Dc£ weerelds tC tüerfe / Dat niemanD ïjacr Secreeten Itomt te fcueeten 5 boo?namcntli)R in'i flufe ban Negotie, Datfe gaernc fo geïjeim Doen/ a!£ immers mogelijk ï$-> uit »2ee£/ban Up De Regeerders aï£ groote Handelaers aeitgCD^agt temerDcn;Dic/toanneerfefum£ gemacritnerDcn/niet man- queeren fouDen/ üan Deefe of gcenc Mifdaed bao^ Den Dag te hengen; eenhjR maer/ om Deefc rijnc Negotianten ban De ïjuig te moogen ïigten/ aï fcljoonfe Daer toe fjet alderminite regc niet en ïjaDDcn. 3?oeïj fjet gaet fjicr mceDe aï£ eïDer£/ en gelijlt ï)et Spreekwoord fegt: Die een Hond flaen wil kan ligtelijk een Stok vinden. ÖBn Dit ï$ De reeDcn OOR / Dat De gecne/DicUUitcn De Regeering en Ijet Bewind van faken Jijn/ fïg aïtoo£ armer / atefc in Der DaeD 3i)n / fuïïen beinfen ; om Doo? Dat middel De roofgierige ïianDen ban ïjarc Re- geerders te ontgaen. &it Doet gen alle / fo aï£ iU gcfegt fjeu/ poiiticq tegeng Den anDer $ijn/ een goed gelaet tctoo* nen / en een pDerg Vriend feïjimen te sün / om Daer D002 foDantgC vyanden , Die ïjacr fouDcn tDiücn aenklagen , te mijDen; Die£ ïmn vriendfehap oor fcloen opregt,maermec* ften ti)D£ geveinft en valfch i$. Drie Staten ^'c Standen ïjefi ÏR ï)icr ÖlÜten CI1 UCÏjalbeit Den Koning buien den aengemernt. 3£c Koning fjcci'fcïjt met een abiolute en Sou- Koning. veraineMagt; fijnDe De£fcïf& wil een Wet eitRigtfnoer b0f2 alïc fijn Onderdanen j U3acr tegcn£ fïg geen menfcJj mag berroeren. Be naede ï^em boïgen aïg De eerjïe en fjcetïijhfrc Staet onöer De aen den fijne/ b?ic perfooncn / aïïjier getituleerd met De nacm ban fi nT?e Horames Grandes , t fcüeÏR/ in Ollfc Tael Oberge&2agf / Groot- voorname vermoogende Heeren of Mannen foil ÏICteenenen. ~ eefe Heeren. b^ie fijn tallen tijDcn fep Den Koning , en een pgeïijR / Die ïct$ op Den felben te berrigten öeeft / moet fïg eerft aen ïjacr addrefleeren; meÏRC De laft, ban^CtDen Koning aen te Dienen/ op fïgneemen/ entocDerom befcïjciD te rugfyen* gen. GROOT-BENINSE KONINGRYK. 2%j gen. <®nDertuffcï)en feggcnfe Dem niet meer afef fp toiï* ïen ïjebben Dat ïjp fal roceten ; en fo ordonneerenfe ooft aen een pgelijft / uit nacm ban Den Koning , 't geen ïjcnïieDen toel gcbalD ; Dic£ De geïjeeïe Rcgcering ban Dit Land een* lijn onDer ïjaer bczuft i en tocï te eerDer / om Dat ï)et nie* manD toecD toegelaten Den Koning te pen / bec! min te fp?eefcen/ nitgcfonDerDcemgcmeiingc/ toemc Daer meeDe merDen öegunftigD. 3£e ttoceDe Standsperfoouen fijn De geene / Die men alïjier Tweede Are de Roe, of Straet-Koningen noemD. £?aetfieDer werk AvédeRc*: \$ i Dat Den een opfïgt ober 't gemeene Volk, en Den an* Der obec De Slaven jjeeft; meDerom anDere ober faïten ban Oorlog, ober 't Vee, Veldgewaflen , enz. |j*iet0 ftan men ÖeDenKcn / Of ï)et geeft frjll eigen Verforger. Hit Dcefe Aré de Roes merDcn De Onder- Koningen en Op- perhoofden ban De Landen , Die onDer De geïjoo^faeimjeiD ban Den Koning fïaen / ge&ooren- %lh Defclbe fïaen onDer 't bevel ban De bOO?feibe D^ie Hommes Grandes s aen \nïtn fp verantwoording fcatt alle Junite verrigtingen fubjecl: fijn te Doen. ï^ate Bediening of Eerenftaet Krijgen fp/ Op recomman- Hun Ken." tie Dan Deefe D^ie Heeren, ban Den Koning 5 Die / ten ken- te/Rke"en' teeken ban Deefe Waerdigheid , aen een pgelijït een Snoer order Couralen Doet geeben/ ftjnDe fobeel aï£ |)Un Ridder- Order. ^ccfe Snoer moeten fp altoog aen Den ïjaïg Dragen /fonDer Öet oit te Derben afleggen. Slnbien fp &et bp ongeluk fcoomen te berïiefen / of Doo?.t Veri.eren onagtfaemheid fig laten ontfïeelen / fo fijnfe getoi£ en fefeer van t feive om Den Ijalg / en moeten Jet / fonDer eenige genade , met is de do°d. De DooD bcttDopnu $ier ban fal in U E. , ter öebefïiging / tmee Exempelen voorbeeld fcpfyengen/ toaer ban ih $tt eene feïfie? ï|ebbpgemoonDihiervan. te meeten ban een Neger , Die fïg Deefe Ketting gaD laten tmtjïeeïen ; en Dacr ober / fonDer lang moeren / aen De Dood toierD opgeofferD ; en De geene / Die Dit Diefftuk jjaD begaen / ftjnDe benenD gemogen / ging De feïfDe gang ; nebeng nocï) Diie anDere / Die öier nennig ban fiaDDen/ en UI. Deel. ff jjet ti6 BESCHRYVING VAN HET jjet felbe met tijbig genoeg ïjaböen geopenbaerd of aenge* geeven ; Dieper vijf Menfchen ter boob mierDen getyagt ter mille ban een Ketting Courael , Die anDetfint^ geen twee ftuivers maerDig mag. Noch een ^en tmeeoen geöeitcöc ï)ier ontrent in 't jaer 1700. noeft voorbeeld. een fei^Amer Geval. Ceener tijD lagen'er / nebcm* mp/ bOO£ ^Ct Dorp Boededoe ttoee Portugeefche Scheepen of Bar- ken, fcaacr ban ben eenen boo? ong bertrolt; boef) ben an* beren moefl / om fijn Schulden in te boderen / noeft mei een Maend of ttoee na mp blrjben leggen; en mijl be Schul- den mat fober in quanten/ fo refolveerde Den Kapitein, om een Fiadoor, Die toeï get meefte fchuldig toag/ in fijn Schip te ïaten arrefteeren ; DOCf) toanneee Jp fulfl^ werkftellig machte / fo fielbe ben anber fïg ter meer / en meenbe Jet t'ontfnamjen; Derïjalben bp met bePortugeezen aen 't wor- ftelén geraeftte/ en ban ben Portugeefchen Stierman öp fijn Snoer Couralen mierb gebat / maer Doo^ Defeïbe aen fïufi^ ïten en buiten boo?b geraeftte. (Her ober mierb Deefe Fia- door fo mifmocbig/ Dat bP ban 't krabbelvuiften afliet/ en fïg aïg gemiïïig gevangen fïeïbe. ©oef) na cenigen tijD bonb f)P ben Stierman te jlapeu > en na een Donder bus ge* ftreegen te Rebben / fr (mot §p ben felben boo? De nop 1 en Deeb ï)cm alDug / ban een natuerlijke flaep , tot De eeuwige obergaen ; boel) mag bacr meebe niet bergenoegb / maer bcr* monbbe fiet doode ligchaem nocl) op berfegeibe plaetfen. ©aer na mierp (jp fjet Mes ban fïg / en feibe : Dat hy fig nu naer wenfeh had gewrooken , en dat het hem ver- der niet kon fcheelen , hoedanig men met hem wilde leven; want , boegbe fjp'er bp / doen mijn Couralen buiten boord geworpen wierden , was ik een Man des doods ; en tegen- woordig lal het niet een hair beeter zijn. ^e Portugeezen DerfDen fjet fïg eebter niet ortberminben/ om ïjemljicrobcr te firaffen / maer lebcrben ï)em aen bet Opperhoofd ban Die Plaets ober / Die b«n na Den Koning DeeD boeren 5 en ber* mitg miDïcrmijl De Bark bertrohften toag / fo ïi« ben Ko- ning fjem in een nauwe Gevangenis fielten/ om hen feïben/ toanncer'er meeDer een Portugeefch Schip mogt aenge* komen GROOT-BENINSE KONINGRYK. 217 ftoomen $ijn/ in gare tegenmoojDigïjeiD op t felfte te Doen fïraffen. 3|n Dit ïoopenDe jaer ïicö in De Neger felfja? gepen j en op mijn bertreft ouamen'er roecDer ttoee Portugeefche Schee- pen, met o^Djc/ om ban Den Koning, megcn£ 'tbermoo^ Den ban f)itn Piloot , Regt te rifeïjen. ïpoe fjet Dacr mccDe i£ Dergaen/ ftanift niet fcggen/ aïfo fto?t Daer aen uit De Rivier Den bertroftften. ©oei) Dat jet tjem fijn beften hals faï geftoft fjeDöen/ flaet onmcDcrfp^efcettjK bajh 3&e gefeiDc Couralen geeft Den Koning alïeen in fijne fie* voorfeide toarmg / fonDer Dat / op poene De£ DooD£ / Defelbe Doo? Eerteeke. anDere moogen nagemaent of Defeeten tocrDen. vEefeïbe"611^"!' fijn ban Steen gebannen / en Dan een bleeke roode couleur j ?„£e Kleeding Der Negers aftjier i$ feer finDcnj&/cierujR/ T??r,iiIce en ongelijk rijfeer alg Die Der Negers op öc Goud-Kutt. j^ff <©C Rijke Dragen bOO? cerft een fijn tDit Katoene Kleed tCC Manlieden. ïengte ban een vadem , en ontrent ïjalf fou^ccD; cnDitDtcnD fjaer in pïact£ ban cen Onderbroek , toacr ober fn iiocf) een fijnDer Kleed , mccDc ban wit Katoen , Dragen / fjet todfee fomtijD* tod ttomtig of Dectig Ellen ïang i# / 't geen fti jjeeï cicrlüH mét Fronfels of Plooijen om oe middel mectch te toinDen; en Dacr ober fjebuen fp nocï) een Charp banSij- de of ecnig anDcr Stof ban een vadem ïang en ttoee fpannen fyecD gcbonDen. 't €inDe ban ïjet fdbc i& met Franje of Kant befet / en Der&alben bpna eben ccn£ aïg De Negerin- nen op De Goud Kuft. Qzt bovenlijf ïg meelt altoog naeftt. <©it fijn ^nnne Kleedingen aïgfe uitgaen; Docïjin ïmi£ D?a- genfc macr een g?obe ?aen tot een Onderbroek , en ober (Jet fdbe cen g?00t gefchilderd Kleed, attjier ban Gras gewe- ven , en Manelsgewijs fjeen gcflagcn. 3£en gemeenen man gaet eben DU^Dailig gehïeeD / DOcfj Van c?en met bed gL:ober cnfïegtcr goed; een pgchjfe na Dat fijnstaet gemeenen Cll Vermoogen mceDe brengt nian' 3TC Vrouwen Det Grooten Dragen Panen, Dtefjtcr teLand Der Vrou. ban Katoen ftjn geweeven , en De todfee oofe geheel fraei wen- met bcrfcfyriDe couleuren DOö£ Den anDet fijn gefchakeerd , Die fp bpfonDer wit en helder toceten te toaffeïjen. n/derbaren/ en Dat Jet een Soon ï$ / fo toerD Jet Kind Den Koning op- geD?agcn / alg Jem in eigenöom toebcJoorcnDe; en uit Dien JOOfDe mcrDen al De Manlieden ban Dit Land Slaven Deg Ko- nings genaemt ; DocJ een Dochter beJoo^D De Vader toe / onVcmaiöcIgcbaïlenmeeDctcïcben,- enDefelbe/ totjaet jaren geuoomen fónDe / uit te troutorn / Wanneer en aen toicn Jet Jem maer gelieft. «jjfêet De acjt of beertien Dagen/ fomtijD£ oor mei later/ Bernljdenil tocrDetl De Kinderen befneeden, fo toel Meisjes aï£ Jongens; fowel aen De laetfie Jun voorhuid , en De eerfle / met een toeinig te Meisjes ais fntjöcn ban 't gcene De Geneeskundige*, of Dte tlt De Anato- JonSens- mie erbaren jijn/ Clitoris noemen, ^ierettboben fnijDenfc III. Deel. 430 &f 23+ BESCH-RYVING- VAN HET Öe Kinderen fjet gelede lijf bül met fmalle ft reepjes, fomeï Jongens al£ Meisjes ; DOCf) De laetfïe met beeï meer Sneeden of Figueren ; en een ngelöft Doet Ijier ontrent fo fjem beff gebat*. U E. fean It0telijH bcbjoeDcn / Dat Dit een groote fmert aen Decfe kleine Schepfels moet berootfancn ; boef) mijl Üct Ijier te Land boo? een groot Cieraed paffccrD / en Dat ftet öe Moode ï0i fo toil niemanD tjet fclbe laten* Kinder- Ifêanncer £ct Kind febcn Dagen ouö i0 / fo regten De mael- Ouders een blijde Maeltijd aen / mecncnDe Dat Ijet om Die tfjD aï DOO£ frjn meefte quaed 10 ; en om Dat De boofe Gee- ften Jet fclbe geen leeD of ijinöcr moogen toebrengen i fo fïrooijenfe/ om Die Quanten te netycebigen / boo$ jjaer 05 alle Weegen een meenigte gefooden Spijs. £0 een Vrouw t'ecnöcr Dragt ttoee Kinderen te gelijk Krijgt/ fcjerD booj een goed teeken geï)ottDen/enaenftonD£ aen Den Koning gebooDfcïjant; Die Daer ober groote vreug- de met alDcrjjanDe Speel-initrumemen Doet beD?ijben* 3&e Vader , Die onDcrtufFcïjcn (ïg bcrbeeïD / Dat l)ct booj fijn Vrouw te fmaer fou ballen /beiDe Decfe Kinderen tefoogen/ fïet een anDere foogende Vrouw, tpicti0 Kind oberleeDen 10/ OOO? geld en goede woorden tt Brijgen/ lUCÏRC eenbait fijn Kinderen boo? Minne mag berfïreB&en. B*»banfche 3(n geljCCÏ de Benin 10 ï)et baren ban Tweelingen een goed gewoonte teeken, bcïjalben aen Arebo , Daer tiet t'eenemaeï fjet con- m h« Dorp trarje OCDjco, £p feben Daer ter pïaetg gebeeï Barbarifch trim een w** tm Vrouw , Die tmee Kinderen tt gelijk ter roeerelD vrouw die b?engt ; mt0 fp boo; een gewoonte ïjebben / om De Moe- twee Kin. der met beiDe ïjaer Kinderen om fya\0 te b?cngen/ en op re ne^Dra"" öffcwn aen öcn Duivel » betoeme fïg / boïgenja? (jun Dtoafe baetd. ° meening / in een Bofch , Dat ontrent fjet Dorp legt / onfjoub. SInDien Den Man mcï begoeD i0 / fo noopt lm fijn Vrouw, met een slavin in ïjare platte ter Slagting ober te geeben/ b;ro ; Doel) De Kinderen fconnen niet geloft tocrDcn / maer moeten Decfe to^ecDe Wet boïöoen. Exempel g[n 't jaer 1^9. i0 't geöeurD/ Dat eenMarcadoors wijf, ni« yan. Eliaroc, of in De manDeling Mof genaemt/ ban tmee Kin- deren GROOT-BENINSE KONINGRYK. 13? deren in De Kraem Debiel. vDe Man , Die fjaerDoo? een Sla* vin bcdoft IjaD/ Offci'Dc Decfc ncbcn£ De Kinderen op. %k ïjeb De Moeder naDcrljanD DerfcfjciDcmalen gefïcn cngefpjo* ben / Die / fo mcenigmalen afé fp een Kind fan; / en ober* Dagt &et droevige lot ban De ïjare / pg niet bon ontfjouDen ban nittcdijb te toeencn. 't SKaer Daer aen fag men ftier B« fcïfoc Geval met een Noch ka Priefters Vrouw > (Die üecfe Offerhanden moetcnberrigten) dierSeli>ks- Defeïbe bcrïoftte meeDe ban ttoce Kinderen , Die ï)p met ei^ gener ïjanDcn / nebeng een Slavin in fijn Vrouws pïact£ / Den ïjate b?ab / en opoffcrDe. fluim een jaer Daer na/ eben of f)et een ftraf ban Den Hemel matf / bcrïoftte Deefe Vrouw anDermael Dan tUice Kinderen. J^oeDanig Den Priefter pg ïjicr ontrent ïjeeft geD?agen / i£ niet tot mijn benni£ gebo* men ; Docïj ib geloof/ Dat Deefe Vrouw fjare vrugtbaerheid met De DoóD fyceft moeten ucfucnrn. g^eefe droevige voorvallen jennen echter einDeïijb fo bed op 't gemoed Der Mannen gebjonnen / Dat Defdbe Ijunne Vrouwen, tegeng Dat De tijD Dan 't Baren aen bomt / naer een anDere Plaets fenDen : tuacrom ik Dan geDagten Den / Dat fp Deefe ongelukken boo?taen tocï fuilen te booren boomem j^et Bofch, toaer Dan ik ïjicr booren §eu gefp?ooben/Een Hcïiig en Daer in fïg De Duivel fon ontfjouDen / mcrD Dn ïjaer Pofc,h ; ren boo? fo Heilig gefdjat / Datfe niet fnïïen todaten/ Dat ee^JXeSt nige Neger ban een anDer Land fj}n boeten in ïjet fetbe fet/ omrem hit noej 00b cenige ban ïjaer Wijven. £0 Dpgebaï pmanD ban feIvc ïjaer op eenpaD bomt/ Dat naet 't Bofch loopt/ fo moetfro {jet fdbe ten einDe gaen / fonDet ïjaïbcr meegen te moogen ombcerenj en fp laten fïg bafteïijbboo?ftaen/ DpaïDienDit toierD obertreeDen / of Jet offeren ban De Kinderen met De Moeder, of een Slavin in bc$ ïaetffeng pïaetg/ IjetLand Daer Daoj een fwaer ongeluk foutoeDcrbaren; Doclj De£nict tegenfïaenDe Den ib berfeïjeiDe reifen in Ijet Bofch uit fcöie- ten getoeefï/ en boo?Dagtdijb ten ïjalben gcbeerD/ eenhjb maer om Jaer ligtgeloovigheid te befpottem roaerboo?oob aï bede in twijffeling toierDen gcfyagt / om Datfe fagen/ 45 g 1 Dat'er i$G BESCHRYVING VAN HET Dat'er niet qnaeD£ op DoïgDej Docï) De fcheimfe Papen ïjate Den aenftonOg een Exceptie -, te toeeren / Dat in een Blanke toa£/ raaer meeDc fïg jjun Afgod , of liefeer Duivel , niet ucmoeiDc; maer. indien een Neger fïg Dit roilDe onöertoin* oen / fo fou ijet gefeiDe gevaer aenftonDg Doo^ Den Dag hoornen. Vrugtbaer- $et Procreeren Dan Kinderen gaet ïjier Dapper aenj en heid der mti reeDen / toant De Wijven fijn gantfeï) niet onvrugt- vrouwen. baefj tn ^£ Mannen uan ^ goeDe toeïgcjteltfieiD -,- en Die De Iujt tot Liefkoofingen, DOO? De DCCÏfjetD Dan Wijven, noeïj meet toerD aengefet ; en De geënt/ Die Kinderen npimn Man Btijrjen / fijn in een fonDerïinge grootagting , oaer De onvrugtbare in tegenDecï verfchooven toerDen. i Maenfton- 3£e Vrouwen met De Stonde btfctl ÜJCröCn gier DOÖJ fa digevrou- onrein geïjouDen/ Dat fjaer niet toegelaten toerD in De Hui- wenonrijn.fen jjncci. Mannen te noomen / of ïtt£ (jet germgfte acn te tanen j t fp om De hoft te prepareeren , fjgt |)nig te reini- gen, of mat fyct oor fouDe moogen jijn ; ia felfé mogen fp in ecnige Huifen niet in fïcn/becï min gaen* maer moeten/ fo lang jjaer onreinigheid DuerD / in een nïein afgefonDerD Huisje a part tooonem Doefj aï£ De vloed opfjouD / fo maf* feïjen en reinigen fp fïg/ en fteeren toeDer np Den Man in; om ïjun werk , al£ Dooren / te Dertigtem wanneer men fjaet tyaegt / ban toaer / of mie ïjacr ge? ïeerD fyeeft De Befnijdenis te moeten onDerfjottDcn ; mit£ga* ötrjef jet onrein agten Det Maenftondige Vrouwen , fa ant* moo^Dett fp : Het felve niet te weeten ; maer dat het haer door hunne Voorouders is overgeleeverd ? <ïEn Dit 10 gemeen? ïijfe oor ïjet anttooo^D / Dat men Dan al De Negers ktijgt/ afe men DefelDe ergens na tyaegt» sijn ntet ©oo^De DooD fcfjijnen De Negers ïjier fo ïieRommerDnict keangji tt ^n/ a|g m anDcre Landen, £p mogen'er tod en gaett ^°°rcnet ne Dan fjooren fpjeehen / en fefeijoen een fcojt of lang ïc* Den f)et öefticr Der Goden toe. (ü*e(jter geu?uiRrn fp met Dceï pber De middelen om ïjet leven nit te reRRen; mant fa pmanD onDer ïjaer fielt toerD / fo ig öaer eerjre toeviugc tot Den Priefter/ Die fp ÏMCr afó Op De Goud-Kuft DOO^ Do- „ <3or GROOT-BENINSE KONINGRYK. 237 cT:or agecrd. ©en feïDen Mcdicincerd ccrft met De groene Kruiden ; rn fa Dat niet en ïjeïpt / Dan met De Offerhanden. %&'t mi Dat Den Patiënt genceft/ fa nernrijgt Den fchelm- fchen Priefter eer; Docïj fo niet/ (ijnPafpoort i£ gcfcl)?cbcn/ en men Doet een anDer / Dan toienfe oectcr tjertoagting fjeunen/ ontoieDen. ©e Do&ors of Priefters , al£ fp Ijim Dingen tDc! Dertig* i>e Papen ten/ fijn Dn De Sicke in cenige agting; Doel) fo Ijaeft en fijn fi'n Do: , DefelDe niet geneefen / of fp laten Dat Volkje , fonDer na ySSuS fjaer meer om te fïen / loopen ; Dic£ De Papen ï)icr / fo fp ° ö ' geen anDere fonds banïmn frlDen fjenben/ maer boo? arme Drommels fijn te fc&atten ; en mei te meer / om Dat een pgelijft fijn eigen OrTerhande Doet/ en De Afgoden ueDicnt/ fonDer Dat De Papen Daer ontrent hoornen. raamteer pmanD oberleeDen i£ / fo toerD Jet ligchaem Hoefe met toe! ter Dccgen gctouaffeljen en gcreinigD; en inDien |ct eendedoodeH Inboorling Dan De Stad Benin i£ / en Der Dan Daer ftomt te om§aen' fterben / fo UjerD Ijet ligchaem ober een klein vuer gantfel) uitgcD?oogt / en in een Kift geïegt ; Die fn tori ter Deegcn toelijmen, en fiem bp De eer (te occafie na De boojnocmDe Stad , om Daer bc &aben te toerDen / Djengen. ■ pmanD Dan Staet &omt te fterben / fo treeD De ouDfte Soon ^efclve an Dit ïactftc flag geeft mener gier te Land een g^oote /haron°°r mecm?te / en ö*e fÖn giet fo beel / aïg in anDere Landen ^ De gcrieffelijke Vrouwen. Wanneer ^JfnDien Den Overleedenen geen Kinderen naïact / fo ROmt deErffenis fjjn Broeder tot De befltting ban 't Goed ; en fo Die meeDe Koning ontleent / De geen Die gera get naefle befïaet. 3£oegfo'ee vait. £een wettige Erfgenamen tocrDen gcbonDen / fo Romt get aen Den Koning. Regeering. 3©at De Regeering ban get Land aengaet / Defelbe oecttfl ten principalen onDer Den Koning , en De D?ie meergemelDe Hommes Grandes ; De cerfte/ geloof in / in naem / en De ïaetfte met De DacD. ÜDer Landfchap geeft fijn DpfonDer Hoofd, Die alle ban De gcfeiDe D?ic afgangen; en beraioo* gen fonDer Der feïber toefiemraing niet get alDcrminfïe ber* rigten- straf over <®e Mifdaden Die gier ftoomen boo? te ballen / mcrDen Dievery. 0p De bolgenDe mij£ getfraft ; aï£ eerfïelgft Dievery , get geen geel toeinig Romt boo? te ballen / alfo De Negers gier fo Diefachtig niet fijn afê op anDere Plaetfcn ; Docg niDien get over GROOT-BENINSE KONINGRYK. 239 ïjet center ftomt te gebeuren /en bat Den Dief toerD betrapt/ fa moet [jp (jet gettoolene goed toceDer / en een Boere Daer* ruboben gceben ; Doclj fo ïjet een armen Hondsfot ig / fa geeft ïm Ijet geftoolene goed toceDerom / oïg ïjp ftan/ en toerD/ inpïaet£ ban een Boete te betalen/ ccn£ lufiig af* gcroft «JïBacc fo {jet Diefftuk ontrent pmanD uit De Regee- ring toerD bcgacn/ fa toerD Den Dief tocï met De D00D ge* fïraft; Docfj/ fo atè in gefegt ïjcb/ ïjet baït fo feïDen boo?/ Dat mcn'er nautoïij&£ een Exempel ban fou toeeten acn te Ijaïen. $oo?t men fjicr te Landtoeinig banDievery, ban Moord Straf en Doodflagen nocï) beeï minDcr. 5* e geen Die pmanö om Doodflag 't ïeben brengt/ moet/ fo f)ct met feïjarp i£ gefcljieD/ mee* De ban ftant / tttl fti De Doodflager een Soon Deg Konings, of eenig anDer voornaem perfoon i$. tDeefetocrDen ïjet Land uit gebannen / en Dooj een goed Geleide tot on De uiterfte Grenfen geb?agt j Docïj toijl nott pmanD ban Deefc uitgeban- nene perfoonen toeeber te boojfeïjijn fijn geuoomen/ of Dat men ott ban Defeïbe meer ïjoo?t / fo ftelïen De Negers bafl/ Datfe Doo? ïjare Geleiders na De Elifeefche Velden geleiDtoer; Den. 2ül£ pmanD een anDer met De buifï / of iet£ anDer£ / DOO? ongeluk D00D fïact / en Dat De Verflagene geen bloeD laet/ en Derfjaïben na geen geweldige dood gdijJtt/ foftan Den Doodflager fijn leben b?p noopen / met cerfteïijn Den DooDen fatfoendelijk op fijn hoften te laten beg^aben / en Daer na een SJaef om geDooD te toerDen / in fijn plaetg ge* ben. SEeefe siaef , ten Soenoffer geDoemD / moet ïjp / a& Defeïbe geflagt toerD / aï ftnieïenDe met fijn voorhoofd aen* tanen. $ier na geeft ïjp een fraeüe geldfom acn De Hom- mes Grandes, en Dan fjerft ïjp fijn vrydom berftreegen ; en De Vrienden De£ Verflagenen moeten Daer mceDe tebjccDcn 5^e ftraf tocegeng Overfpel ïjcb in ïjier booren aï aengc* tjacïD; anDcreMifdaden, ïjoe Defeïbe ook moogen genaemt toeröew nan men met geld afmaken; en De Boete iggerigt na De grootte ban 't beD?ebene guaeD. «dc geen toeïnc geen geld ïjeeft / moet De opgeïegDe Boete met fijn fjuiD beta- len; 24o BESCHRYVING VAN HET ïcn; bie£ jaet lijf, baet jet goed mannueetb/ moet ïioeten. vüfdcriei 2Uïg pmanb jict te Land met fcenete Mifdaed toerb be- manier van tjgt / cn jje bcfcjulbiging niet al te uïact ig / fo moet ben Ecden. Befchuldigdcn fig met Eeden fuiberen / 't toelït op b jfbet* Iet manier gefcjicb / biet in geringe en burgerlijke Saken; boe j jet bijfoe in faken ban groot gewigt en aengeleegent- heid, alg Verraderye, toeleggen op jet ïeben ban öen Ko- ning, of toat boo£ boofe Feiten men ban Die natuet meer fou nonnen bebenBcn. ^ecfen Eed toerbooft niemanb toe= gelaten te Doen/ al£ voorname perfoonen , en ban nocj op ojtye ban ben Koning. Ecrfte. 50e ectfïe totj£ om fig te fuibeten gefejieb bugbanig. ^enBefchuldigden fcjetb naetben Priefter gelcib/ betoeïhe een Hoenderveer neemt; en na befelbe befmeetb te jebben/ (leent jpfe ben Aengeklaegden boo? be tong ; toanneet jet feïbe nu glab/ en fonbet te japeten / boo? gaet / fo tg jet een teelten ban onfchuld , en ban fou jet gat / boo?beVeer gemaeht/in 't hotte fonbet eenige pijn toeberom toeloopen en geneefen. JlBaet indien jp fchuldig i# / fo blijft be Veei* mibben in fijn tong tfecBen / en jp toetb alg een fchuldige betoo^oeeïb. Tweede $et ttöecDe kenteeken ig / bat ben Priefter een ïangtoet- pige aerde Rol of Bol neemt / toaet in feben of neegen veederen ban een Hoen toetben gefïoonen / todfcc ben Be- fchuldigden be eenc na be anbete baet uit moet tcettften? t\\ inbien befelbe ligtclijn bolgen / fo i& 't een teefcen ban fijn onfchuld } boel) inbien niet/ fo ftaet jp bloot / om ate? een Mifdadigen betoo^beelb te toetben* Derde. a*)Oo? jet üttUt boet men ben Aengeklaegden feeftst fap ban groene Kruiden in be oogen ; en inbien jp baet geen letfel ban fetijgt / fo i£ jp b?p en onfcjulbig -, maet toet* ben fijn oojjen toob en ontftechen / fo moet jp be Boete, biefe jem fullen opleggen/ betalen. Vierde. {%c\\ toetben toetb bOO£ ben Priefter een gloeijende Arm- ring ban feopet geuoomen / en ben Patiënt oaet bjiemalen meebe obet be tong geflteeften j en fp oo^beeïen ban na* bet* GROOT-BENINSE KONINGRYK. 241 DerïjanD meeDe of'er letfcl ban feomt of niet/ toaer na &p Dan iBCl'D veroordeeld of vry gefprooken. «Te bier bOOjfeiDe Eeden ï)eö JR in mijn pretentie fïenoit; Dcrgaen; boefi alïe toierDenfc boo^ fchuldig berftïaerD > en met reeDen / mant (jet moefi aï monDeriïjR toegaen / aï£ pmanD een gloeijend Yier op öe tong ftreeg / Dat ïjet fclbe èem niet fou u?anDen. 3&c bijfbe of ïactfle Proef, toeïfte in tmintig jaren qualijft cen£ Romt boo? te ballen /fjebiR niet gcfïen ; en Dcrl?alben maer ban fjooren fcggen. SInDien pmanD ban eenfware MifdaedmcrD aengc&ïaegD/ vijfde, e« en bat jro begecrig i£ / om fïflr met Eeden te fuiberen / fo feetfte. berfoeftt men Dacr toe Permiflïe ban Den Koning ; en wan- neer men ïjet felbe ïjceft bctRreegcn/ fo roerb Den Befchul- digden na een fechett Rivier gefyagt / DemeÏRe Deefe hoe- danigheid üicrD toegefcfeeeben/ Datfe/ fo men een onfchuldi- gen in Defelbe toerpt/ fjcm/ fcfjoon |m ïjet aïDcrminfte niet f memmen nan / fjccï fagt en fonDer gebaer öoo? tjet matei; aen !anD fa( b:cmjcH ; Doel) een fchuldigen in tegenbeeï naet De gjonö tr c Uiten/ al RonDe Ï)P noclj fo baerDig ftoemmens en fo ï)p fig Dacr mceöe moubeljeïpen/ fijn D00D fou maer beg te pijnelijfter ballen/ fonDer Dat lm fig echter foufton* nen rcDDen. i^et iuater revclen fp/ Dat bcbooreng geheel fïiïté; Doen fo Oaeft roerD'er pmanD niet in gemogen/ Die aen 't gecne ï)em te lajt toerD gclegt / fc&uïDig i£ / of ïjet ontroerD en b^ingt fig eben atè een Draeikolk in een / tot Dat Den Patiënt na De gjonD en uit Ijet gefïgt Der menfehen ï0i manneer Ijct'ftg toeeDer aï£ booren Ijcrftclö / eben al£ of tjet'er gaerne meerDer tnou hebben. JEat DtinRt U / Mijn Heer , fou U E. Deefe fwakke Proef tneï Derben bertroutoen ? 3 n oenne ban neen ; en ift in maerljeiö meeDe niet; toant in fou met reDen b?eefen/ tjoe onfchuldig ir oor mogt $ijn / Dat üt (alg fin öc met De feonft ban 't fmemmen niet oegaefD) met mijn onnoofel- heid en al te g?onDe fou gaen / en berfuipm ; en ban Dit gevoelen geloof iR Dar'er toe! meer fuïlcn 3ftn. ©e Boetens , Die ftier meegeng Mildaed fijn berBeurb / Hoe de toerDen berbeelD aï£ boïgt : €ttft toerb be geene Die roe* Boetens III. Deel. $& gen$ 242 BESCHRYVING VAN HET werden geng Dievery aïjef anDerg bdccDigD ig / te bjceDen getfeïDj ▼erdeeü. uecnoïgeng neemt fyzt prefente Opperhoofd. fijn Deel j enïjet Oberige tg b00£ ÖC fa becmtüïcn genoemde Hommes Gran- des ; mant De Koning , tot mieng &cnnig öct noit nomt/ trent er niet een fyug af 3(nDien boo^feiDe b^ic met {jet geene men fjaer fenD/ te tyeeDen $ijn / fo tg 't mcïj Docï) 't geocurD beeïmaïen Dat fp ï)et felbe meeDcr te rug fetjin ften ; en aen De Gouverneurs of Onderkoningen , uit ltacm ban Den Koning Doen öooDfcïjappcn / Dat De Boetens te ge? ring $jjn / en Dat fp De facït niet mcï gebben befjanDclD. <*5ccben gaer met eenen te hennen / fjoeDanig Dat fp fjet lief ft fagem ©e geene / aen toten Dit Bevel ïtomt / feïjoon fp bc! toetten Dat Den Koning fïg Daer meeDe niet moetD/ maer Dat get ecnïiJK Der Hommes Grandes beftel tg / moe* ten center geïjoo^famen / en fo beef meer fenDcn alg Defelbe bcgecren ; bermirg Die fjaer anDerg De eene of anDere tijD een fracije poctg fouDen fpeeïen- speeitui- (öcr ik mp tot ïjaer Godsdienil uegeebe/ faï in noeïjmet gen« mcinig reguien gemag manen ban JacrlteDer speeltuigen, Die boomamentïtjn öefïaen in g?ootc en nïeine Trommels, met toetnig onDcrfcïjeiD alg Die Der Negers op De Goud- Kuft. dêijn eben fo gemaent / en met Leeder of Vellen obertoogen / en toerben oofe op De fclfDe manier gefïagen. I^ebeng De Trommels ï)cübcn fp oor eentge yfere Klokjes, maer Datfe op fpeeïen: ban 'g gclijnen KalabaiTen met Boe- lies befet/ Die ïjacr Dienen in pïaetg ban Caftignetten. 3£it aïïeg geeft een bermarD en berbeelenD gefuiD onDer mal* Kantoer- ïïéiT* ^otocn * üoojfcfeecbene fyébhen fp noeïj een Inftrument, gers heet '* £<*« De naem ban een Harp mü Dragen / en Jet tg met Ëonftig febcn of negen Rieten Snaren befpannen. ïj^icr toe/ten fp weeten te al fjceï mei op te fpcden j en ónöer fjet feïbe fo fraei te fin? danflen. ffm/ cn ^ ^ mm u ^mffm f öat jjct mft onvcrmakelijk tg öet feïbe bp te moancn. 't J>ijn De gefcïjiRfte Danflers en Danflerinnen , Dte ik oit OnDer De Negers jjeb gcfïcn. 3Bte ban Axim Rebben op Jacr jaerlijkfche Feeft , tuanneec fp Den Duivel uitbannen/ ontrent toügtoanigen Dans , doc& in . GROOT-BENINSE KONINGRYK. 243 in lang fo fraci nocï) aengenaem niet aï£ giet / te tucc ten in De Benin. <ö>m te dobbelen en fpeelen , en mal&anDer fict gcïD af tesijn «een winnen / Daer toe ïjebuenfe geen ïjert. Mtn fict ïjaer noit p°b^e- anDer# Dan een Booneberd gebruiken/ Doclj noit om geld , 5* tn alleenlijk maer tioo? plaifier, en om Den tijD te ber- oepen. i^aerueDer Godsdienft i# fo ongerijmd en bertoarb D003 verwarde Den anDer / Dat ift naumlijn^ meet IjocDanig Defelbc te ful* Godsdienft. ïen &efcï)$bcn / noeg toaer te beginnen. £p tDillcn De nacm jjeO&en Datfc De Goden en Duivelen D'enen te gelijfe Dienen OltDer menfehe-cn beeftelijke gedaentensjp^j1^" al$ Oliphants-tanden , Klauwen , Doodshoofden , Geraem- ' ' tens,enz.j ooft foDanige {aften tücÏRe De Natuer maer op een Extraordinaire wijs fcïnjnt gemjogt te ïjcböen / nccmcii fp boo? een God aen/ en bereeren fjet met Offerhanden ; en een pgelijft i$ fijn eigen Priefter , om De Goden na ïmn meïgebalïen te Dienen. 't 31$ fo beeï te meer beklagcns waerd, Dat De Negers fïg Denkbeeld aen foDanige nierige dingen obergeeben/ om Dat beeïe on* van God, Der ïjaer geen miaeD Denkbeeld ban God manen ; mant fp ln^rQ A*; gebenaenGod DeefebOÏgenDe hoedanigheden; aïg? De overal- s°dea* tegenwoordigheid, al magtigheid, voorfienigheid, alwetendheid en onfienlijkheid; om toelne laetfïe reDen fp ooft feggen : Dat het ongerijmd fou zijn , om God op eenigerhande wijs af te beelden; want het onmogelijk is iets af te beelden 't geen men niet gefien heeft ? dBn fjicrom fytbhmfz oor fo becloer&anDe Beelden booj ï)tm Afgoden, Die fp afë Ondergoden ban Den opperften God aenmerfcen / fonDcr center te toeeten mat boo? Quanten Jet $ijn / en eenlijn macr gelooben / Dat'ec eenige Middelaers fijn tujfcïjen God en De Menfchen 5 en Dit fijn ïjaer Afgoden. ©an Den Duivel toectenfe fo beeï / Dat fp aï &et geen* D™veie "e» quaeb ï$ l een Duivel noemen. <&p moeten èem / bolgeng offeren' Öun gebagten / eeren en Dienen/ on Dat Ijaer geen quaeD God enden toebetbaren mag. ^e Duivel merD oor met geen bpfon^uiveI on" Dere faefe afgebceïD / of ban jmnne Afgoden berfejeib^n / b«iwnis J^j) 2 fimDe 244 BESCHRYVING VAN HET fijnDe Jet onDetfcJeiD maer aïïeen in De wil geleegen >toant booj een en De felfDe Afbeelding , maer ban ik Jter booren ÏK& gefp?oohen/ fuïïen fp De eene tijD boojGod , en öe an* Dere ti)D boo? Den Duivel offeren / fo Dat een Ding Jacr in ttoee gcïcegentijccDen DienD s namcntlrjh booj God en Den Duivel. yerfchij- &Mt beeï meetenfe te fp^eehen ban verfchijningen Der n.ngen van Geeften ban Jun afge{ÏO?bene Ouders of Vrienden ; DocJ ec en' fuïh£ gebeurD noit Dan in Jaer flaep / manncer Defeïbe Jaer hoornen biermanen/ om Decfe of geene Offerhande te Doen; 't torih fji / fo ïjacjt Den Dag aenhomt/oohaenfïonbg fuïïen te merh freïïen/ aï fouDcnfp Daer toe / inDienfc on- vermoogend toarcn / Jet geld of goed fop anöct c gaen hop gen; mant fp beeïöen fïg tn/ Dat/ manneerfe Dit nalieten / Jun eenig groot ongeluk op Den Jaï0 fou hoornen. ïfêiï mm fjaer Jier ober railleeren , en feggen / Dat Jet niet anDer£ Dan Phantafien enDroomen $ijn/ fp fuïïen Jet toeffemmen/ DocJ Daer Öp OOh feggen: 't Is een gewoonte van onfe Voor- vaders , die wy daer in moeten navolgen? <0p een aitDcrc manier meeten fp fïg niet te berantmoo^Den. Èagelijkfe ©e dagelijkfche OfFerhanden Der Negers aïjicr fijn ban offerhande geen öcïang i öcfïacnöc maer aïïeen in eenige gehooJue gering ; jammes met Olie DermengD / Jet toelh fp Op De Afbeelden , boo^Junne Goden gcmaeht/ ter neeDer ïeggen. ^omtijD^ ooh meï een Hoen , boej Jier Dan hrijgt Den Afgod niet anDerg Dan Jet bloed, mit£ fp Jet vleefch feïfa? aï te g?aeg lufïen. doch de &e Grooten Jennen een jaerlijkfche Offerhande , Die met jaerüjkfe is groöte pragt merD geJouDen / en feer beel homt te hoften» heeipiag- foant niet alleen Datfe Dan Koebeeften , Schapen en afócr> t,s' JanDe Vee in een g?oote meenigtc Aagten , maer regten een formeel Feeft aen / op meïhe fp eenige Dagen na Den anDcr met Jare Vrienden Dapper tyOOÏijfc $Jn / en Vereeringen ombeeïen. wat fy van 3£e pïaetg in 't andere leeven manen fp eïöntf in jee te 't ander ie- ^n faz fchaduw Dan een menfch noemenfe PafTadoor , of }eenn.sevo*GeJeiderren'tfelbe faï tegentf Den menfch getuigen/ of GROOT-BENINSE KONINGRYK. 24? jro tod of nuaïijR fiecft gdeeff . ginDicn tod / fo toerei &p . ter geleider Plaets met groote Eerampten bOOjfïcn / en legt ten vermakelijk leeven j Doel) quaïijK / fo moet f)P tlt hon- ger en armoede bet gaen ; Dte£ fp De plaet£ Der Verdoemde en Gelukzalige aen een en Den fclben Oord (tellen. ^are Afgoden, of De vodderyen Die l)et fcïUc ttüïïcn bee* Veelheid bectoen/ fijn &et gefjeclc Ijui-ef Doo? berfp?eiD ; toant men7nAfs°- ftomt op geen plaets / of men flet Defdbe oberal. <£n n' Daerenboben fim'er buiten^ ïjuiö boo: eenigc noch een par* tp Hurjes opgeflagen/ Die meeDe ban ïjaer fijn berbuïD/en Daer fp fomtijDje? gaen offeren. <€ot flot ban f)Un onnoofele Godsdienft moet iftljier 110CÖ Feeftdaoen ïet$ ban fjare Feeftdagen mdoen ; toaer ban fper fo beden feer veel. berfcfjeiben ïjebbcn / Datfe Die ban Romen Daer in geenfïnt£ bejoeben te mijnen* ï^aer g^ootfrc Feeft , jet Couraelfeeft genaemt / balt in De Maend ban Mai boo?/ op toelfte Den Koning felfie? in perfoon berfcïiönD. 3(r f)eb %zt ban Dit jaer in De Stad Benin feïfg fien bieren j alg meeDe De groo- te pragt Daer ontrent gefcuinlijR. £ oef) tfïct ban b?ccDer in De befcfeping ban De fo gcnoemDc Stad. j^un Sondag fcomt om Den bijfberi Dag / en Die ban Ijacr sondag. feer Feeftelijk toerD gebierD > De Grooten met liet flagten ban Koebeeften,- Schapen en Cabrieten, en Den Gemeenen- man met Honden , Katten en Hoenders , of toaer toefjacr bcur£ ïjun geïeegentjjeiD geeft, ©an ïjet geene Du£ toerb geflagt Deelenfe aen De behoeftige rijïieliju meeDe / op Dat jjet Feeft ban een pgehjR mag gebierD toerden. <$enmael '& jaerg bieren fp oor met groote koften Den Dag ban 't ObedijDen ftarcr Ouders of Vrienden , om De* felbe Daer bp te gcDcnhcn / en fmn naem in geïjengenig te ftoubcu. $aer tijDen fijn betDeeïD in jaren / maenDen / toeeften verdeling en Dagen / pDer affonDerïijft met fijn naem / en reenenen van den beerticn maenDen boo? een jaer. tJ)d- ^it faï/ mijn# Dunnen^/ genoeg ban Jtm Afgoden- dienft gefegt toccfen/ Dcrljaïben toiliït mp tot mat anoer£ feeeren, ©9 l #an *46 BESCHRYVING VAN HET Hun Oor- ©an fyütt Oorlogen fcjcet lït niet beeï tt f&eeBCn ; mant logen. niet tegenftacnDe fp continueel doo? tie Rovers, en De gcene todRe niet onDer Oen Koning ftacn / oberbatten tocrDen/ fo fjeuDen fp Docïj geen feennig om een W>orlog te boeren; mant aïgffe Doo? De nooö geperjï merDen / om te belD te treffen/ fo gact fum£ fo onordentlijk in fijn merk/ Dat fjet fig felben fcljaemt* Officiers of Bevelhebbers in Den Krijg Öeöto fn niet / en een pgdijR Doet Dat fjem &eft gebalt/ fonoet na een anber om te fien. sijn groote ^p fijn fo afg$flijR bloohartig , Dat niemanD ïjacr aen Biodaerds. 't vegren fal krijgen / boo? De ftoogftc nooD fuÏRg Romt te bcreifdjen ; en fuïlcn beeï fieber alïe£ in De loop ïatcn / aï£ fïg in fïact ban defenfie te fldïcn. saanneer êet vlug- ten jjaer öeïet ig / fo tfeïïcn fp fïg roei te toeer j Docfj met fo roeinig couragie en jïegt beleid , Datfc in 't Ro?te ïjaer Geweer ter neeDer fmijten / en gaen loopen / of get op* geeben. HaerGe. $aer Geweer ig Houwers of Kapmeflen, lileine Pooken, weer. Affagaeijen, mitggaDcrs Pijl en Boog; en De Pijlen fijn toer* giftigD. Schilden ïjetmen fp oor > Doeïj fo ligt / • en ban Dunne Bamboefen gemaeftt / Datfe niet gcroigtigS met De* felbe nonnen affteeren,* en Derfjaïben tyebben fp DefelbeooB meet tot cieraed, Dan om'er |ïg meeDe te befchermen. Overvloed $U Den iR geavanceerd om De Gediertens DeefeS Lands van tam te ftefc&pem %tn f)et tam Gedierte Rebben fp gantfeïj* Gedierte. lijft geen gcï>2 CR; ÖefiaenDe in Paerden, Koeijen, Schapen, Honden, Katten, Hoenders, enz. , alïeg eben goeD/ en OOK goeD noop* ^et Vee baït roei gamfcf) klein , Docg i$ aen- genaem en lekker, altan£ Dat gecne/ 't roeïft on£ ter fpijfc bcrjtreKt. t£an 't oberige/ aïg Honden en Katten, getien De Swarten Die fcïfDe getuigenis ; mant fp eeten ban ocefe feeiDe fo ïicf aï£ ban ecnig anoer Beeft. So ook van Wild Gedierte , fo me! verflindend aï£ anDere / fijn ïjicr wild. meeDe in een g^OOÏe abundantie. <0nDer fjet verflindend Vee merDen De Olipnantcn geteïD; en berbOÏgenS Leeuwen en Tijgers. ®an &et eerfre (ïag ï$ f>et pet afg?ijfli)R bol; Docï) aen Leeuwen en Tijgers fou iR {jet g^ootjïe geloof niet GROOT-BENINSE KONINGRYK. 247 fïaen; toant niet alleen jeb ift gier noit een ban Deefe Bee- ften gcfien / macr feïfë ooft niet cm ban Der felbcr Vellen. 3Doc() ïjicr ban fou men nocï) Dccfc rccDcn ftonnen gecben/ al£ Dat De Negers te bcangft $ijn / om op Die Beeftcjagt te gaen ,• toaer Doo$ ïjet ftomt Dat fp gr ene ban Der fdbec Huiden ftonnen bertooncn, Bofchhonden of Jakhalfen foUÖCII ï)kt / boïgeng f)Un fcg* Bavianen. gen/ mecDc genoeg sijn; fo ooft feer g^oote en ongncre Ba- vianen, mcïfte De menfehen, aï£fc niet fterft ban Volk 31511/ aenDoen / en leelijft mtèïjanDeïen. 2GnDere Apen ban aïDerlei flag Ijeeft men Ijicr cben aï£ op De Goud-Kuft; en wild Gedierte, 't geen gocD terfpijg ig/ i$ ïjier fo abundant , Dat een goeb Wildfchutter aïlccn* ïijft fou ftonnen öcfïacn/ met Defcïbe te gaen fc&ietcn ï^et viervoetig Öeftact in mcenigcrï)anDe Hartebeeften , Wilde Yarkens , en atlDcrc Gediertens meer. OnDee ïjet Pluimgedierte mag men / afë De principaelfte, PIuf De bOÏgenDc noemen ; te meeten Phasfanten, Patrijfen , groe-^Yte° ne en blauwe; ooft Tortel- en Ringduiven, Eenden, Krom- bekken, Snippen, Duikers, Waterhaentjes, enfeeftcrfïag ban Kroon vogels; Docfj om Dat De Negers niet bcel ban ïjet Schietgeweer fjouDcn / en maer mcinigc met ï)ct fcïbe mee* ten om te gaen/ fo ftrijgt men feïDen cenig Wild, ten ma* re Dat fp Defelbe &p geluk in een Strik {toornen te bangen. Harten en "Wilde Swijnen fcljietenfe fomtïjDg ooft tocï met De AfTagaei , Doel) ïjeel feïoen ; en men mag pet / fo man* nccr&et eeng ftomt te geneuren/ meïboo? ictgfeldfaems aenmerften. ^e Rivier ï$ opmaerD£ genoegfaem onboo?fïen ban De Rivier Vifch. 311 De geene Die fp Ijier eetcn / ftomen ban cen Plaets, leverd w«- genaemt Boca Lamare, of anDer^ gefegt De Mond der Zee,ni§v,fch' aïmacr Defeïbc gerookt of gedroogt brerD ; boef) mijl De tneefle ongefouten i£ / fo iiBffe onlieflijft ban fmaeft/ en ban een bunfe reuft. 't Veldgewas bc|taet eerftclijft uit Koorn , namentüjftAerdvrug- groote Miihioj tnam ban kleine fijn fp onboo?fïen. 'r-e£n\al$ groote Milhio i$ jjicr rceDclijft goeD ftoop ; Docfj fp agten 00in' Defelbe 248 BESCHRYVING VAN HET befeïbe niet beel/ toaerom fp oor maer tpeinig$aeijenj bocfj Dat tocinige ïeeberD overvloedig Graen uit / en g?oeiD ïiyfonöcr tocclD^ig. ©an Deefe Milhio ïatcn fp DOü| De Ardrafe Vrouwlieden fomttjDg Bier b^outoen / toant felfa bebben fp tiet berjtanD niet ■■> Doclj Dit Bier ï$ onaengcnacm en b^anDig. Pattattesen Pattattes J)eeft mctt jjicr lÜCt beel; DOCf) Jammes in fo eelt jammes; overvloed , Dat jjet te bertoonDeren ig ; en Dit i£ ooft guit vioedvan Ö^reeDIle ftofï, £p eeten (jet feïbc tot aïberljanDe Toe- •tiaetftc. fpijs in pïact£ ban Brood i en Daerom befo?gen fp ooft toe! ter Deegen / Dat Deefe Vrugt op fijn behoorlijke tijD toerö geplant en ingeoogft. Boontjes. ' ^foeeDerljanDe Boontjes binDmen fykti toelfte beiDefeet toel na Paerdeboonen gelijken. £p fijn niet goeD ban fmacR/ maerfyanDig en ongefonD. Rijft ï)tb in ï)ier noit gefien/ en ift geïoof ook niet/ Dat Defelbe in De Benin toaft ; aïfjoetoeï ïjet moeraffig Land ori trent De Rivier Daer toe niet cmbeguaem fctjijnD te $ijn. Boom- &e Boomvrugten ban De Benin fijn De bolgenDc/ te toce* vrugten. ten Cocosnooten , Cormantijnfe Appelen , Bakovens en Ba- nanas , Wilde Vijgen , en nocï) anDere eenlijft fjier te Land bcRrnö; Doel) Die eeïjter toeinig bpfonDerg jijn. vrugten 't Aerdrijk Dat een toeinig ban De Rivier af geïecgen t£/ onvrugt- tiBf bp uitneementljeiD b?ugtbaer / en 't geen men Daer plant baerdeiB °f zaeid ^omt tctt toee^ff boo^t / en ÏeeberD genoegfacm ■In. ° e ren riiken °°gft uit. «Jlèaer Digt acn De Rivier neemt fret niet op; toant fcfioon tjet al op nomt/ fo toerD ïjet Doo? De fware en befmettelijke dampen, Die De Rivier continueel MÏU toaeficmD/ berftiftt. y«fftofFe. q&c inwoonders toeeten liter berfefjeibe VerfftofTen te ma ftcn/ aï£ groen, blauw, fwart, rood en geel; en De blauwe bereiDenfe ban Den indigo, Die ïjiee in abundantie gebonDcn toerD; Docfj De oberige Verf toerD nitfeefter flag ban Boo- men met to?ijbcn en roorch getro&Ren* se«p SeeP maften De Negers ïuee meeDe/ en oor becter ban ergeng in gamfc&Guinea;enbermit£ Deefe Seep Ijreïfcïjuon toafefct/ fo fijn De Negers gier oor fonDerling rein in ïjun Klee-» GROOT-BENINSE KONINGRYK. 249 Kleed ing. U E. meet ftoe Dcfclbc Op De Goud-Kuft merb DiTCtÖ; te tDeeten ban Olie de Palm , Bananas- bladeren , en De afch ban Hout. 5fiïï|icr tuerDfc mecDe fo/ of ten minften met mehürj oitDcr fci)ciö/ gemarkt. &at tikt een gjoote raeenigte Katocnboomen moeten Katoen, maflen/ Iran ü E. ïner uit afmeeten / Dat niet aïïcen De men- fchen ban Dit Land Daer meeöc roerDen geftleeD/ maer oofc Dat (p jaedt)K£ nocï) Dntfenöcn ban geweevene Kleeden na anbere Plaetfen fcnöen. €ot Dug betre t)cb in De poin&en, Die U E. mp ban dc Benin hebt opgegecben-/ fieanünoojD ; Dieper niet anDer£ refteerd, Dan om UE. op tmee blagen te boïDocn; te tnee^ ten tueegeiije? ïjet innoomen ban Den Koning , en of ïner oor ecnige Tollen mcrDen geïjeebcn. Wat Ijct eccfte aengaet / in moet feggen / Dar Den Ko-Gróoiei«. ning een fwaer inkoomen ïjeeft ; mant Dit Land 10 fonDet* komften üng gjoot/ en boï Opperhoofden -, en een pgcïijR meet $)oed5s Ko- beel Sakken met Boesjes (fijnDe ïjet geld ban Dit Land) fmnin§s* jacrlijRg aen Den Koning moet opbrengen / en 't geen een i ware Tom bcDjaegD ; Docï) &et i£ boo? mp onmoogeïijR uit te ceefecnen/ of ecnige Calculatie te manen» SÜnbere toee* Der / Die minDcr in Rang fijn aïg De boo;fciDc / leeberen aen Den Koning, inpïaet£ ban geld, Koebeeften, Schapen, Hoenders , Jammes , Kleederen ; in 't RO£t / alïe£ mat ïjp tot fijn Hofhouding ban nooDen ïjeeft/ fonDcr Dat On totïjet feïbe een Duit beïjoefD uit te geeben ; maer ï)P legt aï fijn inRoomen ban geld alle jaren ongefeïjonDen op / en meg. Tollen ban in en uitgaenDe Waren toerDenïjier eigentlijRToiien , ot niet betaelD/macr een pgelijft fietaeïD/ boo? De typïjeiD ban !>« geene te moogen Handelen , een feeftere fom alle jaren aen De Op- ™*% £rets perhoofden ban fjaer Woonplaetfen , Die'er Dan mccDer een tadd. geDeeïte ban aen Den Koning fenDen ; en Daer uit ftan Den feïben mcetcn / mat boo? inhoomen ï>p jaerïijng te bertoag* ten ïjeeft / fijnDe get feïbc ba{t en fonDer metRclijRe ber* anDering. ©eEuropianen mcrDeit ï)ter ÖpfonDcr gratieusgcïjanDeïD/jCoftumens toant De koftumen Die mp gier moeten betalen ban poerde de Eu- III. Deel. g[i Schip, i5o BESCHRYVING VAN HET ropianen Schip , fö DöOJ viïi Koning > tiZ Konimes Grandes , Opper* moeten bc- hoofden Dan Dat Quartier Dacr men Handeld , de Marca- ftwacring! doors , Fjadoors, c» toie'er Dan Dat Volkje meer mag $ijn/ ncD^agen in 't gcïjcci niet ooDen De jefiïg guïDen ; toaer Doo? on£ D^nïjciD om te Handelen merD gegeeDen. ü E. fyebt mn meeDc geïieDen te beDeelen / fo tonnncer fïg De occafie prefenteerde om in De Stad Benin te feoomcit / Dat IR Dan DefcïDe een particuliere Befchrijving fou formeeren. Sin ïjeö nu tmeemalen na Den anDer (jet gemn gcïjaD om Die Stad te ucflgtigen / faï fjet Derïjalöen in frjn tegenmoo^ Digen jïact ftier acn laten Doïgen* en U E. fuït Dan nonnen oo^Deeïen / |oe Deere ïjet gcene De Heer Dapper Dace Dan gereïö fjeeft/ met De maerïjciD oDee een nomt. Befchrij- j^ct Dorp Benin ( mant De nacm Dan Stad DerDienD ïjet Jin|vafndetegcntDOO^Dig nailtoeïijK^ > Refidentieplaets De£ Grooten Dorp°Be- Konings Dan Dien naem / en tnaer na oor ïjet geïjeeïe Land nin. en De Riv 'ier i£ genaemt / legt Landwaerds ontrent tien mi> ïen Dan ^ct Dorp Agattoh, ipn Land Dacr om ïjer i^MaR/ en fo oor fyct gefjeeïe Dorp , 't geen fo g^oot i£ / Dat (jet ten mmftm Dier mijlen Lands oeftaet 3fn't feïDc ïjeeftmen monDcrïijRe ïangc en DjceDc ftraten / maer in men geDne* Groote tl$c MarJp De felfDc manier toerD alïe£ / Dat tot Den Koning faï genjagt merDen / oDerDent / en met Matten Derfo?gt -, en Dsoj en achter Deefe Prefenten gaeil eenige Negers met witte Stok- jes Doojfien. 5ÜI De gcene Die ïjacr in DusDanigen gelee* gentfjeiD ontmoeten / loopen meter ïjnefï uit De weg / en manen ruim öaen/of fouDcn anDertf t^acf gecaftigeerd toer* Den. ©eefe Doo?fo?g gefyuincn fp om aen een pgelijn pe occafie te bcnecmen / Dan De Goederen öeg Konings tz Der* giftigen/ en Den feïDen om fjafë te u?engen. Befchrij. i^et Couraelfeeft nuam juilt Doo? te Daïlcn / manncer in ving van mp aen 't Hof Dan Decfcn Grootvorft opfjielD -, en niet tegen* h„e!iS" flaenDc Dat'er niet Deel feïDfacmï)eiD£* ontrent aen te merften ï$l fo faï in fjet Doel) ï?ier fcpDoegen/om Dat Dit De eenigfte Dag Dan 't jacr tg/ Dat Den Koning fïg in 't openoaer Der* toonD. ©en felDen nuam / on ïjet aïDerfcoftelijHtfe uitgc* (treeften / tot op ïjet ttoeeDe Plein , maer Dat / onDer een fraei Pavillioen , een Zeetel of Ruftbank dooj Ijem mag ge* plaetfi / en toaer Dat fijn Wijven , en een g:oot geDeeltc of- ficiers, alïe Dan Den eerften Rang , en meeDe op naer Son- dags geMeeD / fïg ronDom §em rangeerden , en ern toeinig Dacr aen een Ommegang of Proceffie aenDingcn ; toarr na Den Koning fïg meeDe Dan fijn pïactjsf negaf / om onDcrDen blooten Hemel aeit De Goden tC Ojfcren/ en j)Ct Couraelfeeft ate in te roijen/ 't geen onDer een algemeen en DcrDaerïijft gejuig Dan 't Volk gefcfjieDDe* Wanneer W &icr mcröC ontrent een nuartieruerg ïjaD Doo?gcD?agt/ ging ijptocDer op fijn pïaetg fitten / en toagtte nocf) ontrent tmer ucren / op Dat De oDerige ïjunnc Devotie meeDe mogtcn Derrigten; man/ raelfeeft. GRÖOT-BENINSE KON1NGRYK. 255 fcjar.r.eer ïjn tuccoer ut ln\i$ bctfeau, ï^cr oberige ban Den Dag lüici'D met groote Gafteryen en Vreugde-maeltijden tett ciiiOc gcfyagt j en ben Koning liet aen een ngclijn aïDcr* banDe boft en Wijn Pardon uitDeeïen ; en ban '0 gclijncn DceDcn ook aï De oberige Grooten ; fo bat men Dien Dag niet anDer£ Dan Vreugdcpleegingen Degefjeeïc Scad of Dorp Doo; gefcner non tnerDcn. jtat Dit CouraeUeeft nu eigentïtjn in beeft / of toat bet feggen toiï / fycb in niet nonnen erbaren / aïfo mn De Ne- gers Dieg aengaenDe geen verklaring miloen gceben > mit£ Ifacc allee anttUOO^D toa£ : Wy weeten het niet ? 3fn beb in Den beginne ban bet Dorp Benin getoaegb/ aïgoorfaken meDcbanDesfelfëflegte gefteldheid, en Dat bet boo? 't meeren? v<™ liet Deeï 10 verwoeftjDicigintDaerjieiD te beaïagen/om Dat bct^Tent6" Land bier ontrent fo vermakelijk 10 a\0 men foa nonnen ntn™ Dorp"! geeren/ enmacr Dat Berg nocfj Bofch De menfehen bet ge- figt ban DuifcnDen fraeije Boomen te fien beletten/ Die Doo$ baet aengename lommering De menfehen frjfjtjnen Itit te HO* Den / om fig onDcc bun te noomen bermanen. ©e defolaet- heid ban Dit Dorp , a\0 meeDe ban fjet omleggende Land, Ï0 ter iniUc ban twee Straet-Koningen bpgenoomen / Die oen Koning om l)a\0 ïjaD laten brengen/ en Doen uitjtroi* jen/ Datfe na fijn leben baDDengcfêacn/ aïboetocï een nDer ban jjet contrarie toa£ berfeenerD / en Dat eenïijn b«n °vcr- groote Rijkdom oojfacn ban bacc D00D mag geme efr 1 op Dat Den Koning fig met Der feïber Goederen mogt berrij- fecn; gelijn oon gcfcbieDDe; Daer fcua£ te Dier tijD nocbeen Derbe man Die De Koning in Den meg b)ag > Doel) Den fel* ben toierD ( om Dat f)P ban een pgeïtjn toa Docb fp toierben ban Deefe Straet- Koning en De fijne fo toeï ontfan* gen / Dat ïjn ïjaer nooofaehte / om met bebloebe hoppen Den 256 BESCHRYVING VAN HET Den Koning ï)Ulï Meefter tijDtng Dan fyatt mifïURtC Aenflag te brengen j Die jjet. Daer eenter nocï) niet bp ïiet bïftben/ macr DceD (jet de novo ïjerbarten; Doclj met eben foDanigen fucces afë De cerfïcmael: en Daerenboben ïjaD ijp Ijier mee* De Dcefcn Vlugtclmg foDanig gaenDe gemaemv Dat Den fel* Den regt op Ijci Dorp miam aentreïmen / en ïjet t cencmae! uirpïonDcrDe en bermoeftte / fonDer mg anDerg / aï£ ^et Hof Dan Den Konmg, te berfeïjoonen •, inaer mecDe ï)p fig toecöer ban Daer reen eerde :Doeï) fuelD uiet op De geïjeeïe ti)D fcan tien jaren / om De inwoonden Dan Groot-Benm gefta* Dig te berobenj tot Dat einDeïijR/ Doo? toeDoenban De Por- tugeezen , een Vreede tUffcïjen ÏJCttl en Den Koning itiierD getroffen j tDaer bp Öp vergiffenis Dan aï ïjet gepalTeerde Kreeg j en Dan Den Koning inüantelijk toierD Derfcgt / om fijn ouDe Woonplaets toecDcr te noomen necmen ; DocJ fo Der jjeeft fm fig nocfj niet DerDen bertroutoen / maer ont* ïjonD ïjem al£ nocfj tmee of D^ie Dagreifen£ Dan De Benin* toaer Dat gnj immers fo grooten Staet en Hof ijouD alg Den ' Koning. ©e Burgers Die toeDerom quamen/ toierDen Dan Den Ko- ning ininlijR en Deïceft ontfangen/ en met Eeramptenboo?- fien/ om Doog Dat miDDeï De oDcrige meeDe tot fcg te tren* ïten -, Daer boo? eerft / om Dat fp ïjet Daer töeï ïjebben / nocï) toeinig apparentie toe i£ ; en Derfjalbcn fïaet f)et te tyeefen/ Dat fjet Dorp nocf) boo? cenigen ti)D boojïjetmec rengeDeeïte onbemoonD fal blijben. mt I Mijn Heer , i£ ïjet aïle£ Dat ift U E. ban DC Benin iöeet te feggen. 2£an Rio de Calbary , obermitg in Daer tnegen£ De jterfte onDer ong Volk , niet ben getöecft/ (al itt boo? aïjtf mi geen melding nonnen Doen ; öoctr ftoonc tot ïjet feïbe namaefë noeïj tod zm$ occafïe te fullen nrijgen. Rio de Gabon en Cabo Lopez di Gonfalvez ga iUl OinDat UE. Daer felfa fijt getoeeji / met ftilftnijgcn boojbp ; en fo meeDe onfe aennomfl en berrigtingen op De Goud- Kuft. $u refteert'er niet£ om ïjier bp te boegen / Dan te toen* fchen / Dat iti U E. met Deefe mijne Aenmcrkingen ecnig genoe- GROOT-BENINSE KONINGRYK. 257 genoegen mag geeben ; en üoo: 't otoerige De cet te cdan gen/ om gei-eettcnö te Jeroen onöer ïjet geta! ban MYN HEER, In'tjagtdejohan- na Maria den i. UE. onderdanigften Dienaer September 1701. DAVID van NYENDAEL. BESCHRYVING V A N D E TAND- en GRYN-KUST , enz. Ttoee-en-ttointig/fe , of laetjle Brief. 1 Vertrek des Schrijvers van Elmina, en komft tot Aera j van vraer weeder verfeilen , en aen Cabo Lopez. di Gonz.alvez. ar- riveeren. Vertrekken naer verrigten Handel weeder van Cabo Loop , en feilen langs de Linie tAZ-quinoftiael. Komen op de Boven-Kujt ontrent Cabo Monte te Land. Den Schrij- ver vaerd aen Land , en werd van de Inwoonders feer be- leeft ontfangen. Befchrijft den perfoon des Konings. Sijn Kinderen , en veelheid van Wijven. Arbeidfaemheid der Inwoonders. Haer Vrugten , vee en Viflchen. Trouwen fo veel "Wijven als hun wel gevald. Hare Kleeding. Gods- dienft. Oorlogen , en Geweer. Befchrijving van Caep Monty en vertrek van daer. Koomen aen Cabo MizMradoy en varen aen Land. Eenige Inwoonders van die Plaets door de Engelfche geroofd. Handel. De Plaets befchreeven. Als meede de Bewoonders van dien. De Wijven doen den ar- beid , en de Mannen gaen leedig. Eenige Engelfche van IH. Deel. m haer 2*8 BESCHRYVING VAN DE haer gevangen. Schoone Rivier. Vertrek, en komft voor Rio Junk,. Voor het Dorp Corra ; waer datfe aen Land va- ren, en hoe het daer vinden. Een Vrouw van vier Kinde- ren t'eener Dragt verloft. Vertrekken , en arriveeren aen Rio Seftre. Die befch reeven werd. Als meede het Dorp, hun J^oning , en Onderfaten. Meenigte van Rijs. Han- del. Manier van 't begraven harer Dooden. Vertrekken. Hoedanig het Land fig hier ontrent opdoet. Ankeren voor Sanguin, en handelen met dat volk; als ook meede met die van Bojoe en Bottewa : Welke geheel Diefachtig zijn. Den Kapitein van Bottewa komt aen boord. Sijn Naturel. Sei- lcn voorby Bottewa en Sino. Koomen aen Seftre Crou ; dat een fchoon Dorp is. Seilen voorby Wappo en Cabo das Pal- mas, en koomen aen Drwwijn ; waer datfe eenigen Handel drijven. De Inwoonders van Dru-wjjn hebben gefcharpte tanden. Sijn feer wild , en Liefhebbers van Menfchen- fchonken. Rio St. Andries is fo groot en diep , dat defelve met kleine Scheepen kan bevaren werden. Barbarifche Menfchen; doch fchoon en vrugtbaer Land. Vertrekken, en laten 't Anker voor Cabo Lahoe vallen. Groot Dorp en Rivier. Minfame Inwoonders, met wien wel te handelen is. Leeft ogt. Vertrekken , en pafleeren Jaque Lahoe; als ook de Kuil [onder Grond. Koomen aen Affiné , doch loo- pen het met klein Seil voorby. Berigt van de Franfche Be- ietting aldaer. Seilen voorby Cabo A pol 'oma. Komft tot Axim> en einde van de Voyagie. MYN HEER, [ngeoolge U E. geëerde ordres , fa! ocefe Hicttett oraUE. nerigt tegeeoen toecgen^ onfe Voya- gie , en öe Landen en Plaetfen Ö00£ oiijtf ÖcfMn* öelo ; öocï) tertoijï tn op eenige maer tocinig öagen oen fïtï getoeefï / fo faï in (o mijolopig Uan Der feïbee Conftitutie, nocï) öe Zeeden Oer Inwoonders, niet nonnen feeefeen/ a!£ in anöer£ toef foiioc tocnfcljen; öerftalnen oerfoefte U E. geitene geperfuadeerd te 51111/ oat/ om U E. nomoomen te nergenoegen / Jjct niet aen mijn gocDe TAND- en GRYN-KUST, enz. is9 goeDe toil / maer tocl De occafie om Jet te boen / ontfyee* hen faï. $a Dat top op oen .... 't gclult IjaöDcn / om onDer Be- Verfrek neficie ban een Glaesje ong affc&eiD ban U E. te neemen/ vanEMna. toierD Ijct Anker Deg nagt£ opgctoonDen / en onfc Reis aengenoomen* 0a ttoec Dagen ouamen top aen Acra te arriveeren , en berrigteDen alDaer 't geen onfe ordres mee Aagten; algtoanncer top Acra berïieten/ en Cours pelDen na Cabo Lopez di Gonfalvez, 't geen top/ fonöcc eenige ontmoeting onDertoeegen gejaD te Rebben i op Den öefciïDen. tBc gepeïDïjeiD Deefer Cabo faï ik Cató Doo? U E. feïfief Seilen bcfogt) met fliïftoijgen boo?bp gaen ; en Detljalben maer iangs jc eenlijR feggen / Dat top / na 't berrigten ban onfen Han- Linie. del, DefelbeDen .... berïieten/ en ïjet om De Weftmenbe* Den / fciïeilDe fó langs? De Linie iEquinoéfciael , tot Dat top &oog genoeg toaten om DeBoven-Kuft ter bepemöcr plaet£ te ftónnen acnDóen. <$p Den 28. November, DetfabonDg ontrent tien neren/ «reegen top öet Land in 't gefigt ; en Deg mo?gen£ frebon* Den top on& ontrent tien mijlen boben Cabo Monte. 't Land Iner ontrent Doefrpglaefc en blaft op / tot aen gefeiDe Ca- bo. Cufleïjen bciDen tg Jet boo?pcn met reeDeïijR beef Dorpen , Doel) «reegen etfyttt niet ecnen Neger atn boo^D; DcrïjalDen top refolveeren moepen / om fonoer te Ankeren na boomoemDe Caep af tefafeften, toaer Dat top De$ attOe* ren öacgg ook gcluRRig aenguamen. fjfe DeeD aenponD£ een partp Koopmanfchappen in De vare» m Boot ïaDen/ en Begaf mp met Defelbe na Land, om te pen Land- of tft eenige Oliphantstanden (Die Ijier foratijog recDelp bed 3ün fouDe nonnen inöanDeïen. £0 Ijaep ir aen Land quant/ bonD iftljet geïieele Strand bol Swarten , Die mp feer beleeft bertoelftomDen / en na Imn Wooningen &?agten /ftfnbe eben achter fjet Strand , en beponDen in D?ie Rleine / en ban Den anDer afgefonöcrbe Dorpjes, Die met ïmn D?ien geen Dertig Huifen fionDen uit leeberen. $r * &* 260 BESCHRYVING VAN DE Werd wel £o gaefï tïl in Ccn ban Die magtige Dorpen ge&OOineit van haei- ^ag j )jr>tcrD ift met eenige Potten Wijn geregaleerd , en © ,- berfogt om De nomit ban ïjun Koning af te toagten; 't geen per accordeerde , en na ontrent een ucr tijD£ bertoefD te Sjenben/ quam fijn Majefteit, met een partp Volk berfeïD/ te boo^fcïjijn* 3f& flonö op om öcm buiten ïjet Dorp te ont* moeten/ CII met een Diepe Reverentie te falueeren. ai$ookvan $p fyccttt mp mceDc ïjertcïijït welkom , en gingen met den ko- ÖCn anöer toccDer in 't gcfeiDe Dorp neeDec fitten. %k tm^- to^oeg / naer eenige reedenwifleling , acn Deefe grootmoo- gende Koning , of ïjicr ter pïaet£ een gelukkigen Handel fcoo2 mp te (joopen matf; Docï) ïtreeg ten antwoord , Dat fp tegentnoo^Dig geen oiiphants- tanden in boo^racD ïjaDDen/ toaerom in mp met tloce ftuR£/ mant meer toaren'er niet te binDen / moefï beïijDen. Perfoon <©eefcn Koning fcoa£ een Man Die a! eenige jaren op fijn des Ko- Kerfftok fjaD/ 't geen ra aen fijn g?i)fe hop en baerD ligte* r,"ss' lijft non nefpeuren. ,£ijn naem fcuag Jan de Cabo Monte, en aïfo na Deefe Hoek genaemt. $p ma£ beftleeD / of lie* ber behangen / met een bruine Mantel, en een wolle Mutsje op ïjet ïjoofD ; fo Dat fijn gcïjeele Equipagie , al£ tyct op De e Voddemarkt toierD geb^agt / geen ttointig gulDcn fouDe Ucbbcn moogen gelDen. sijnKinde. 3& oerftonD Dat öp met fejïicn Kinderen ma£ öegiftigD/ ren 5en hun aï^ tfcoaeïf So&nen en bier Dochters. 3Gen De eerjle ïjaölm beefigheid. p$tt een Gouvernement gegceoen/ te tocetcn een Dorp ban acfjt of tien Hutten , toant De naem ban Huifen moogenfc/ "toegeng Ijtm geringïjeiD/ niet Dragen. 3£e Dochters DeeDen / om ecrïijft Doo^ De toeereïD te ge* raftcit / mecDe ïjaer heft; beftacnDe boomamcntlijn om Drn raifenden Man te gerieben / en boo? een reDelijfte ïoon trn Dienft te $ijn. veelheid g>0 men De Negers geïooben mag/ fo OaD Den Koning vw 7es' inet t,obcn DC bi«ï)onDerD Wijven , Die aïïe op fjem moo Konings. nen in een Dorp , ontrent D?ie mijlen Landwaerds in aen De Rivierkant geboutDD. ^it %0 een feer fraeije Rivier , en neemt Jner acnbang cben TAND. en GRYN-KUST, enz. z6i eben acïjtec fjet Strand , fonbcr in Zee uit te boomen f alj$ eenmacl bc$ jaei#/mannecrfe boo? Den ftoaren Regen boo?* fyeeitt. <&p fUcftt ïjacc loop fecr betre Landwaerds,enfou/ na 't fCffgcn DCC Negers , fig in Rio Sierra Lione ontlaften/ 't tocïB aï een fcaci rebje ban fjicr ije?. ©e Bewoonders ban Cabo Monte frjn tUOnöcrïijfe arbeib* Arbeid. facm; 't tocÏK boo? ^ct mecrenbed bcfïact in 't planten ban faemhdd Rijs, en Roobcn ban Sout j tüdnc beide al He Negers boo? derNesers- ben Koning (uan mien fp alg Slaven geljonben mcrDen> genoobfacht fijn te berrigtem ©e Vrugten tan Dit Land fijn een iueintg groote Milhio, vrugtcn. Jammes , Pattatres , en feer beel Rijs. i^et Fruit enen alg Op be Goud-Kuft, namentliJK Bakovens , Bananas, Anna- nas, enz. t£an tam Vee fnnfe feer fobcr booten /mant Koebeeften Vee. noclj Varkens ïjebbcn fp niet/ en maer toeinigc Schapen en Hoenders j boef) goeb* Wild ig'er genoeg / aï£ Oliphanten, Tijgers, Buffels, WiIA Harten , en baat beg meer mag $tjn. 3Hen Vifch ïjebbenfc in fjet alDerminfïe geen gebeft ; be v.ïch. S Rivier i^'er bol ban; en om Defelbe te bangen / gebruiken fp Netten , Die cben aïjgf öe Schakels bp on£ / fijn ge* tycib. <£cn pgeïrjR troutob jncr fa beeï Wijven nï£ &p met fat- Trouwen foen nan onberïjottöcn / 't mclR ïjact / om Dat be Wijven fa ved meebc oappet poot acn fpeclen / niet beel ftomt te boften. ^konnC„s £p frijnen oor met befeïbe b^eebfaem en mei te leebcn / onderhou- fonber ftg beel te bekommeren / of (jare "Wijfjes mat piaifier den. met anbere Mansperfoonen ïjebben, <2*e Kleeding becfer Negers gdiJRen feer mei na Hemb- Kleeding, den met mijbe mourocn/ en ïjangen tot op bc Rnienj of anbere gcltibt fjet noeïj cigcntïrjRcr na een Choor-Kleed ; Dort) be Wijven blagen beefc Rokken niet/ maer in pïaettf ban befdbe een fmal Kleedje om bemibbel gefïagen/ en op be ftjoe/ om bafl te (ïtten/ ingeflooben/ fonber bat fp'er/ gelijfe be Vrouwlieden op be Goud-Kuil , een banb ober fjcen binben. £p bolgen befeïbe in f>ct blagen ban een IM Koufle- 26i BESCHRYVING VAN DE Koufleband meeDe niet na. £omtijD£ loopenfc 006 toel/ fonöcr ecnige fcgaemte / gegeel naent / enen offe op get geen fp art anDere maer gemeen tjebuen/ nocg gonaerDig üjatcn. Godsdienft. gjft tyoeg gaec BJegentf gun algemeene Godsdienft ; maer on in ten antmoo^D ftreeg/Defeïtoe ten principalen te befiaen in gaer Koning en De Ober gaer gejMöe Gouverneurs in al? leg te gegoo?famen/ fonDer fïg met get oberige eenigflntf te bekreunen* oorlog, en wanneer in beftonD te b?agen na gunne Oorlogen met Geweer, anDere Landen, berigteDen fp mp / Dat fp Daer meeDe niet feer gemtelD maren; en fo 't aï quant te gebeuren / Dat fp De gefchillen ïicber in Der minne roiïDenbereffenen/ aï£ Dacrom De Wapenen in De ganD neemen ; maerom get Ge- weer j bcjïaenDe in Pijl en Boog , gaer meer boo? cieraeD tfrente/ Dan'er fïg in Den Oorlog ban te ueDienen. Befchrti- ®it i0 't alïe£ tOat iR ban Caep Mont te noteeren geb / ving van hnTer bergaïben ban affcgeiDen/ met nocg maer alleen te CaboMontfeggcn/ Dat De Caep een feer googen Berg #/ Die/ algmen uit'er $cc nomt / feer mei gelijkt na ten goog Eiland, Dat aan De vafte Kuil afgefcïjeiDcn i£. ï^et Land gier om geen té feer plaifam , en/ na get fïg laet aenfïen/ niet onb?ugt* baer. 3£e Kuft Dan Cabo Mont ftreïtt Zuid-Ooft ten Oo- ften , en Noord- Wcft ten "Weden , en ig öberal Wall en eenparig Land. vertrek en j^p bedronken ban De boo?noembe Hoek of Cabo , enoua* obo Mi" imn 0en zï- ^°°? Gabo Mizurado » ffJnDe meeDe een tarae* zurado. lijnen googen Berg ; Docg niet foo goog aï£ Die Dan Caep Mont. «jên fijn ontrent tien mijlen toeeg£ Dan Den anfcrc berfegeiDen. DenSchrij- 5©P mierpen gier get Anker in De g?onD / Docg Rccegen ver vaerd niet cenen Neger aen boo^D ; Dccgalben i& in De Chaloup «Land. flapte/ en mp na lanD DeeD roeijen; en na eenigen ti)D op 't frranD gemagt te gebben/ quamen'er eenige Negers bp ong; en bermitg in begeerig ma£ te ineeten/ maer om fp niet aen boo?D maren geftoomen/ fo toierD mp bengt / Dat boo? ontrent ttoee maenDen boo^ïeeDen De Engeifchen Daer wet TAND. en GRYN-KUST, enz. 163 met tmee Moeite Scheepen gemceft / en geen kleine Rava- gie gcmaeUt baDDcn / al gun groote Canoas bcrniclö / De Huifen uitgepïoiiöccD / en cemge ban He gare in Slavemy berboerD s toaerom De obcrigc Landwaerds in fnn gcblugt / en fïg noclj boo^ tiet meercnDccï brbinDcn j ikc$ gier bso? on£ niet te Doen biel/ en top gcnooDfacnt tuaecn mcDcr te bertreftnen; öcbbcnDe/ na een bciblrjf ban tmec Dagen/ niet meer Dan D?ieljonDerD ponD Tand tarnen raagtig tnerDen. 't Land tujfcïjcn bciDe DelaetflgenoemDe Caboos ï$ meeDe De riaets oberal ïaeg en blaft / en De Kult (leent fïg alg bobcn. <€lnce eninwoon- mijlen bemeften Deefe Plaets leggen tmee Dorpen, pDerbanf-6" be~ ontrent tmintig Huifen; 't geen De fraetde maren Die m cn' geDuerenDe De Reis gaD gepen* föer ban Defelbe IjaDDeu D?ie Appartementen, typ netjes opgeboutoD* banbobenen met een hap / afó De Hoifchueren ban De Grasburgers bp onjsr geDeftt. 3fn Deefe Huifen fïapen fp met gaer b#ftig Offeflige Mans, Vrouwen en Kinderen , alle onöcr Den art Der: De Vrouwtjes maren reeDclijh fraet ban Leeft, en IjaDDen / fo mp De Mannen feïffc feiDen/ bjpgeiD om klein geld te moogen berDienen, &00? 't oberige bonD ift De inwoonders ban een goeDen ïubaift en beleefDen omgang. Cmee oude Knappers DceDcn fïg gier op / en fpeelDen De rol ban Kapiteins, 3fït moe|t ooft aen Defelbe boo? koftu- men betalen een fomma ban feben ponb kopere Bekkens. ïdoo? Den oberlafl Die fp ban De Engelfche IjaDDen geleeden maren fp fo bgccjsfacïjfig gemogen /Datfe geen eenig Schip, om'er aen boo?D te baren/ meer bcrtroumDcn. Haten 006 niemanD met Geweer aen Land feooraen / of blugten aen* ftonbg 't Land in. ©e Mannen fcijjjncn fïg Ijicr met Den arbeiD tochtig te Dc wijven feenreunen / en gceben Dc eer Dacr ban iicber aen fnmne doen hier "Wijven ober; en fp meencn fïg mcl Dapper uit tefïooben/ den arbeid met fomtftbg een meinig te Negotieeren , en boo? 't oberi- ge toujours in Dc Wijn de Palm, Die gier feer beel en gocD balt/ te fitten, 't Hact fïg aeivpcn offe fiier ober Den Godsdienft eben foGodsdienit. beel a64 BESCHRYVING VAN DE becIöctoeegingmaeKten aïg gun Gebuerenban CacpMont, en nat fn'er foetjeg obct geen flappen met / al£ fp get geb* ben / te cetcn/ Dennen/ en bjooïrjn te toeefen. j^acdieDer Kleeding, Vee en Vrugten %0 afe? booten; en met gaee Nabueren feggenfe in tyceDc te leeben/ fonDet ban eenige bpanD te toeeten af£ De Engclfche , toaec ban fpec D:ic ituh.s gaDDen opgebangen * en gaben booj / Dat fp'et fo beeï fouDen pen te Krijgen/ al£ De ttoee bootfegje* bene Scheepen ban gun Volk gaDDen meeDe genoomen;met Itjdnc ftct uaDerganD tocigcgc'eï flegt fouDe nonnen bergacn en ligtdijn gebeuren / Datfe Dcfelbe / ten Soenban gunne vervoerde Vrienden, acn De DOOD OpOffcrDcm Rivier. ^ier meeDe fou in Gabo Mizurado adieu fconnen feggen/ ten toare in mp bcrpïigt bonS/ om nocg ut$ ban De Ri- vier re getoagen. ï efeïbe ontlajl fïg in De Zee , en geeft bijf of fe£ boeten toater in De Mond , fo Dat men'cr bp ftiï toeer met Boot en Chaloup ftan iimoomen. €en Weften geeft fp gaer ïoop D?ie mijlen toeegs? gier ban Daen ; Docg Ooitwaerds geheel tot acn Rio Seftre; toclne Plaets fp Dage- Iijng met gun Canoas binnen Dooj bebaren / en gun Han- del D$ben / 't fp met De Vrugten ban Dit Land of met Oli- phantstanden , tbijï aen Rio Seftre Oltgelijtt meer Scheepen hoornen aï£ gier. vcmek. 't rca£ Den *8» ban Dat top De laetfïgcnocmbe Cabo betïieten; en 't Anker opgetoonDcn gebbenöc/ flcïDen top onfe Cours Ooft acn ïangg rjet Land. 5Dc Kurt (leent/ en get Land bertoonD (ig gier ebcn aïg bobcn / tot 5. mij* ïen ban Caep Mizurado , toaer Dat men op b?ie bpfonDere pïaetfen DubbelD ïanD geeft / 't ccefle niet feer goog; ftet acgterfle googer / Doeg get miDDeïfle nocg googcr Dan De anDeee met gun beiDe 45ecn Neger of eenige Dorpen fton ife gier getoaer toerDen / alg nocg D^ie mijlen meer om De Ooft, Daer top ter toilïe ban De fliïte mocjlen Ankeren, en tegen£ Den abonb op 't Strand fagen ftooken of vueren, toaer uit top prefumeerden Dafer een Dorp mocfl 3ijn / en fp De toiï gaDDen om te ftoomen Negotieeren , Dccnalbcn ton tot 'ganDeren Daeg# uleeben leggen j Docg toanneer'et DC£ TAND- en GRYN-KUST, enz. i6s Dcg mojgeng niemanD uit quant/ fo ïtgtten tup ï)ct Anker, en berbolgDcn onfe Reis tot nacr DemtDDag/ alg raamteer top l)ct boo? Rio junk anDermacl in De g:onD wierpen/ en magtcDen tot aen den abonD , Doet) bernamen ïuet meeDc geen Negers of eeltige Canoas. 't Land i$ jjicr ontrent laeg en blaft / beïjafben D^ie Ber- Koom« gen Landwaerds in ; Ühicr ban De ttoee eerfte /Beweften Rio voor R»° junk gelecgcn/ fig geïjeel ronD bertoonen; DeDerDe/ enJunki g?ootfte ban allen/ Ijceft in fijn miDöen een Kloof of Ope- njng. Rio Junk ontïaft fig in $ce; aen Dcgfelben Mond, en op ™ hoe het De Hoek fict men bier hooge Boomen, tmee met fraeticfis°idoct- Kruinen , en tmee l Die De ïjoogfte $ijn i centgfmtg Do?? acljrtg. I?ter om hertt ïjeeft men meefr eenparig DubnelD Land. <£en mijl Beooften Rio Junk Ijeeft men twee groote Kloven , uit welftc Dccfe Plaets ligtelijft te beftennen tg; Deljaïbcn noeïj/ Dat men \)ct fou moogen berftennen aen De meenigtc ban Klippen , toaer ban Ijet Strand bol ig / en Dacr De Zee continueel tyeeffeïtjft tegeng aen ftoot. jes , Doelj milerabel flegt opgemacht) in 't gcfi'gt Rreeg s en Ujeïnerg Bcwoonders , Die Dapper bezfig laarcn met Sout te ftoo&en / mp aïg Wilde Men- fchen boo*cwamen/ Die/ geloof in / öcïjalben mijn Gelei- der , noit Bianke Menfchen ïjaDDcn gefien. en hoe hy Sföct Qetn ban allen Ron m een moo?D f&ecncn ; en mijn het daer Geleider , Die quafi aïg Tolk ageeren foil / tOa£ IRCCDe fo gefchapen Taelkundig , Dat in genoeg te Doen fjaö om mn met woor- den en teekenen te Doen berfïaen. . ' i^OC wild en vreemd Deefc Menfchen OOR tttOgten^ijn/ fa qitamenfe mpDoefj ïjeeï vriendelijk en beleeft boo?; mant na Dat iR ïjaer Land Dco^toanoeïD IjaD / fo meenDe iR toeDcr te bertrcRRen / om Dat'cr geen Tanden te boo?fcïjijn quanten; Doel) een <0ltDen ban Dagen/ en apparent tjet Opperhoofd ban Die Plaets , toilDe fnïftssf niet tocfiracn / maer liet mijn Canootje ban 't Strand [jaïen / en in fijn Dorp tyengen; en negeerDc / in fouDc aïbooreng mijn bertreft met fjem eeten en Dennen ; t geen iR / bermirg mijn Maeg Daer in hcïmh ïigöc / genooDfaeRt tna£ toe te jtcmmen. 3JR ging Dan met Den Ouden ter Difclj / Die / om mp toe! te ontïjalcn / alïe£ DeeD Dat ï)cm moogclijR toag; maer na Jjp mp toe* flcnö te bertrcRRen / onDer belofte ban 'g anDeren Daegtf IneDcrom te fuUen Roemen, ©e Negers moeten gier in 't upfïapcn niet ongelukkig, Cil De Vrouwtjes aï b?p vrugtbaer $ijn / bermitg Ui ijïer ca- fueel een Vrouwmenfch met biet Kinderen belaDeil ontmOC* tcDe. 3(fe tyoeg a^n mijn Tolk : Of dat een fmakje was? ^et antwoord mag ja. 't ïfêelR mp betooog om mijn mil- de hand open tt Doeh / en De Moeder nebeng fjaet Kinderen een Vereering na ïjaet ftaet en geleegentheid te gCCbcn* maer on iR toeeDer in De Canoa (Tante / en mp aen onfe Cha- TAND- en GRYN-KUST, enz. 267 Chaloup liet brengen/ ïatenDe Den ouden Man Doo^ fijn be- leeft onthael ÖeDflllHCIl / en feggen I inDien fp iet& te ver- handelen ijaDDcn / Datfe aen Rio Seftre nonDen Koomen/ toacr Dat top f enige Dagen meeiiDen te bcrtocDen. dèo (jaejt guam in niet aen Doo?D / of ïjet Anker toicrD vertrek, opgctoonDcn / en feiïöen Doo^t tot aen Rio Seftre , tnaer en aen- Dat top op Den 3 . December ter Rheede nuamen. t£an Dooren ^omsft „e" ig fjet Land fjicr ontrent ïjecï ïacg / en acïjter Rio Seftre 0 Öacfï Besje De Geeft ge Gooden. gecben IjaD / toierD fp met cen Kleed oberDcnt / m j)et gcijeeïe Dorp , g2oot en nïein / ouD en jong / niemanD uitgcfbnberD / quanten in cen feer goeDe ojDjc ronDom liet Lijk, en een pgclijn toatf mer ecnigc Bananas- bla- den , om De oude Vrouw boo? ï)ct jleencn ban De Son te öeb2tjDcn/ booten. 5^c Mannen geïieten fïg aï£ uitgelaten en puere dol- le Menfchen , en fp liepen op een gebucrige Djaf ronD- om ïjet Huis ban De Overleedene, en fc&eeutoben aï£ magere Hengften; ja foöanig/ Dat npaïbien Deefe Vrouw nocij macr tjaïf D00D toag getoceft/ fp fouöen Ijaermet mm bcrbuibelD fcïfêceutoen tod geïjeel ban Bant geïjol* pen ïjcuuen. «De Wijven, Die ronbom fjet Lijk faten/ en niet ban De minjtc uegcerDcn te $ijn / begonDen mceDe ïjaer ftem te laten gooren / en alle£ toat goeD Doen non / öp te fetten ; fo bat ift met toaerfjeiD niet fou toeeten te feg* gen/ toic Dat ban §act öeiDe aengaenDe ïjöt fcï)?ccutocn De p}\)$ fceïjacïDc. ^)it getier DuerDc cen gcïjccl Ermael / fonber opïjou* Dciu Docft Den ttoceDen Dag toag l)tt paufeeren booj een feO^tcn tfjD ; toant cen ÏCCDigc Canoa bOO? ÏJCt Logement ban De Overleedene gefoagt fijnDc / fo toierD l)et Lijk Daec in geïegt / en neebeng t)tt fclbe een Pot bol Rijs en Wijn de Palm ; op Dat fp / ttiDtcnfc op De toeg lion get of Do?ft mogt Krijgen / toat fou binDen om Dcfelbe te fliiïen. w ^erboïgeng toierD De Canoa boï alDerïjanDc Groente getoo^pen. $ier na ging [je t fjuilcn en fcj)?ecittocn toceDer op cen nieuto aen/ en DuerDe norïj ontrent een ïjalbc uerj altf toannccr'er tien flunfc jonge Kareis boo? Den Dag qua men / Die Den Dooden met Sampt en Kraem opnamen/ en in De Rivier fetteDen / om na ïjaer Geboorteplaets geï^agt f en ter aerbe ocftelD te tocrDen. 3JÏI mcenDe cetft Dat Besje fuÏK£ expres op Teftamen- %\ 3 tairc 2;o BESCHRYVING VAN DE taire difpofitie IjaD ÖegeerD ; DOtï) mp mierD gcfegt/ Dat §tt felDe ecil algemeene koftuim mag / Dat een pgclijR in fijn Geboprtepiaets moeft neg^aben merDen / al quam ï)p nocï) fo bcr Dacr ban Daen te fïerben / en nietg naliet/ macr uit De onftoften fouDen bonnen gebonDcn toerden 5 in hieÏR gebal De Bueren De Roflcn met Den anDer fauDen moeten Diagen. 't Oude Wijt mierD Dan / aïg th gefegt ïjen / De Rivier op geboerD / en öeg?abcn / en na D?ie Dagen quamen De Vrienden tuceDer terug/ Demelfcc een feïjoon Schaep, met een goeDe meenigte Wijn de Palm , om (jet Doodmael te ïjouDen/ meenjagten» 3(r üct'ermp meeDc ontrent bin* Den / om te fïen mat emD Dcefc Unvaerd nocf) ftonD te neemen; maer iR mager fo D?a niet ontrent/ of mierD feer inflantelijk berfogt om meeDc Dan De partp te $rjn / en De Lijkftatie te fjclpen Dieren ; macr toe in nip oor niet lang liet nooDigcn ; mant bermitg ih Den gcfjeelen Dag fonDcr ceten in Den Rijshandel jjaD Decjïg gemecjt/ fo begon mijn Maeg aï te murmurceren; en termijl De Etoft fïg fmaRcïijR liet aenfïcn/ fo ging ife'cr mp fatfoenDchjRjeg &p boegen/ en Djonn fyaef Wijntje toe / fo ïang tot afleg on mag; mannccr in De Vrienden boo? Ijacr beleeft ontïjacï DeDanR* te / en mp na mijn Logement bcrboegDe / en meenDe Dat alleg hiel en ten regten mag* Docï) 'ganDerenDacgg mierD Jet mp tyeei anDer£ uitgeïegt ; mant in Den mo^genftonD quamen niet alleen De Vrienden , macr ook al De Gatten , en gabcn met woorden en teekenen fo becï te Rennen/ Dat iR/ Die pour rien donner meenDe gegceten te fyebbcn/ een quaDe recéening IjaD gcmacRt; en ir roh fyact Dan mijn ïjalg niet quijt merDen / booj een pDer in 't particulier te ïjetmen De* fe&onRen; maer na een Reekening courant opmaRcnDe/ fo ïicbonD ift/ Dat De gcïjeele Uitvaerd op / of ten Rollen Dan mijn beurg mag geDaen ; maerom iR oor aenfïonög in mijn Memorieboek ïjeb genoteerd , om noit geen Begrave- niflen Dan oude Wijven meer Dp te mooncn. ©it / Mijn Heer > tg &et alleg Dat iR u E. Dan Die Dan Rio Seftre meet te feggen. gift fou De Rivier mei DerDer opge» TAND- en GRYN-KUST, enz. 271 opgebaren / en get Land toat meerber Doojftruifi gcbBcn / ïjaööcn top gier alleen geïeegen/ en Dat'er pmanD toa£ gc< toeeft Die onDertiiffcïjen ncn Handel gaD toaergenoomem boeg De DagehjRfcïje acnRomft ban Engelfche Scheepen toa# fo gjoot/ Dat/ inDien i« ntccDc iet$ ban De Stokvifchvellen fcegceroe te fjebben / ïjet mijn poft toag cm Dapper op te paften. <£inDeïijR toierD Den Handel fa fïegt / Dat top moefren vertrek refolveeren om te bcrtreRRen/ gcliJR op Den 11. December van &"» oor gcfcïjieDDc / fo Dat top al&icr niet meer Dan aeijt Dagen Sdlre- ïjaöDen flü getoecfr. <©p boo^feiDe datum bertroRften top ban Rb Seftre, en Hoe het bonDen oberal eenparig DnbbcïD Land. betfaenDe in een meenigte ban Ijooge Bergen, xop IjanDelDen al feiïenDe / fonDer te Ankeren , eenig Grijn of Malaget ; Dcrbalben ife geen gelecgentfjeiD IjaD om na De geftcïDfteiD ban Deefe Plaets of Bewoonders te bernremem TAND- en GRYN-KUST, enz. 175 3!& Denk oor niet / oat'ct tuffejen Jacr en Die ban Boffoe gjoot onDerfcJeiD i£ getoecfï. 3ünDerJaine mijl bcneeDen Bottcwa fïet men Jet Dorp sino. Sino. 't .éelbe ijs? ïtenbaer aen een groote Klip , Die een tochtig in $ce op ccn groote Sandpunt flact / toacr acjter fïg een groote Rivier ucbinD / Die / boïgentf Jet Rn p port Der Negers , fecr berre Landwaerds in jaer loop Jjccfr / en niet geringer fouDc fijn aï£ De Rivier ban Seftre. «JlfêeerDer hon ik niet te toceten Roomcn j toant De Negers fp^aftcn fa een Barbarifche Tael, bat men toerft genoeg Jab om Jaer te berfïaen. 3£e Kuft frreitt fïg |)ict Zuid-Ooft ten Ooften, en Noord- Weft ten Weften, aüe eenparig ïanD. £>an Jier feiïDen top boo#/ en quamen Den 20. Decem. Komen ber üoo2 Seftre Crou. 't Land i£ Jier reebelijn ïaeg en blaft Jfn Seftre $et Dorp ijsr fcjoon en gjoot / en bejoeft boo> Jet Minafc 'ou' niet te mijnen \ toant Jet i$ eer g:ooter en tóijDcr uitgc* ftrent a\0 fjet Dorp aen Elmina. Sllcjtcr Jet Dorp i# jet ÏanD toat Jooger/ toner oat een goeD getal groote , docJ kale Boomen fraen. 2Gen 't Strand leggen ttoee groote Klip- pen , ontrent een ftalbe mijl ban Den anber / aen toeïft een en anDer Dcefe Plaets ügtelijft te toe rftennen i£ 3De Negers mtamen mp Jier reeDeïijR toe! boo? / en inwoon- fcjeenen eerïijlt en b?oom in fjaer handel en wandel te $ijn / ders* oor top geregu leerder al^De genie Die meer na noben tooo? ncn. £>c Tael i£ Jier meebe ganrfej onberftacnöaer > Der* Jalbcn Jet een bólfïagen onmoogclijRjeiD ï& l om'cr ictjaf ban Jimnr Gewoontens en Zeeden te noteeren. Jpun Vee en Vrugten fijn eben ate op anDcrc Plaetfen. g>p fijn ban beioe niet onboojfïen. 3£e Vifchvangft tocrD Jier eben atè op be Goud-Kuft uetjanDelD en men Jccft 006 ontrent üefelbe Vifch. wanneer top onfen Handel afgier berrigt JabDen / fo Wappo. feiïben top berber^ tot aen Jet Dorp Wappo, ontrent D?ie mijlen ban Seftre Crou geleegen. 't £cïbe i& te Rennen aen berfejeibe hooge, DocJ yle Boomen, Die fïg acjter Jet Strand op een reeDrJijR Joogen Berg bertoonen. ©e Kroo- nen ban gefeiDe Boomen laten fig ban berre puer rooD aen* Hl. Deel. Mm fien. 274 BESCHRYVING VAN DE fken. ©oo? Wappo fïet men acn Strand ecu fcer g^oote Klip, DieDanDe WalfeljijnDafgcfc&eiDcntcjtjn/ euenalg een Eiland. Wanneer top fjiec Doo?bp fctlom ontDuiftcröe ons fjet Land. 3&e Kuft (treilt fïg ïjier Ooft Zuid-Ooft , en Weft-Zuid-Weft, alle/ of ten mjnfïenfo net ton fïen ïton* Den/ eenparig lanD/ tot ontrent D?ie mijlen Beweften Cabo das Palmas ; altoaer een punt of ijoeft Dan fyet lanD in $cc (leent / 't geen Dan Derre De geDaente Dan een Dolphijn DertoonD. <£>p (jet felDe legt een geheel g?oot Dorp , en te miö Den in nier Boomen^ Die ton Dooj Cocosboomen aenfagen. seiien my öccöcit De gctooonlonc Sein , om De Negers aennoo^D voorbyca- te fangen ; Docf> toyl'rr niemano uit guam/ fo DeeDen top bo dasiai- onief f}e^/ om &ob0n tioo^noemtie Cabo te fcoomen/ 't geen fomtijDtf / aï-et men toat na aen De Wal i# / quaeD genoeg Daït. aap pafleerden DefeiDe ecïjtec De0 nagtg nan Den 25. December * en Dermitg top 'ganDeren Daeg£ geen Negers ofecnigDorp Dernamen/ (o tomen fjet uoo^tïoopen/ om aen Druwijn te ftoomen. *De Kuft Dan Caep Palm tot Dru- wijn fïrent fïg Ooft ten Noorden, mWeft ten Zuiden, ontrent *<*♦ mijlen/ alle goog en eenparig lanD, Komen aen <0p Den z aïjef ccnlijft / Dat fommige De Spraek Deefer Negers bergeiken bp liet qualten Der Eenden j f>et geen eebter ban mp niet fal betoaerf)eiD toerDen / toant ih jjeb tuffeïjen tjaerncDcc eigene Tael en Die ban anDere Swar- ten , fo een gjoot onDerfcfyeiD niet nonnen befpeuren/ alg Dat men Dit boo? quaken fon moogen uitfeljelDeti» &p felfief noemen ïjaer Land Adouw , en baer Volk Adouwfe ; Doei) ban onjsr toerDenfe Quaquafe (bolgeng De KaerO genaemt. 't &aer» * Deefe werd (b genaemt om haer diepte ; waerom fommige gewaend heb- ben, datfe Tonder grond was; doch is zederd contrarie gebleeken. TAND- en GRYN-KUST, tnz. 179 't JDactDlg fwemmen en duiken beefcr Negers faï U E.Vaerdige apparent mei befceno sijn. 3fii &eb iet berfeïjeibe teifen Duikers' met uccli)onDcrin0 aengefien. iDanneer fp fan mp in Ijct Schip maren/ en bat in een fnoertje Couralen, of iet£ an? ber0/ in $ee fmect/ fo dook pmanb ban fjaer fcer gefbjind baer na / enljaelbe ()et geene in meg gcfmcctcn tjab/ en dat reeD£ al feer ber na be g?onb mag / mcberom. crit mifr Jjaer feer felDen / en Uct geene fp Du£ meeber uouen ïjalcn/ ijgf tot uergeïötng ban tjaer acngctocnbbc moeite. a©p lieten ïjet ban boomoembe Kuil be ge&eele nagt boo? Koomen fraen/ en quanten met ben bag boo? Afliné; 't geen /- na voor aai. giflfing/ ontrent feben mijlen beneeben be Kuil Tonder Grond né» het !egt, tegenwoordig noch maer met acht Man bewaerd , en met genoegfame Provifie , die haer de Franfche Scheepen hadden gelaten, voorfien; doch dat fy fomtijds groot gebrek aen water hadden , 't welk haér door de Negers continueel wierd bedifputeerd ; fo dat deefe Negers van gedagten waren , dat de Franfchen , indienfe geen Secours uit Europa kreegen , aldaer niet lang meer fou- den konnen beftaen, maer datfe die Plaets by de eerfteoccafie weeder fouden moeten abondonneeren. 3Bat ban bit Relaes te gelooben tjg? / faï be tijb tüt$o$tn> Baren; boel) in geloof boo^ fjet naeft / bat {jet met be Fran- fchen fo flegt niet f*aet / ate beefe Negers on# ber jjaelben. 280 BESCHR. VAN DE TAND KUST, enz. ^C Kuft ban Atfiné tot Cabp Apolonia ftreRt fïgOoft- Zuid-Ooft ontrcnttien mijlen. GLufftfym beiDe Ijecft men oberal Dorpen , fo g^cot atè Rlein ; Doel) hm ftreegen niet eenc Cmoa acn noo^D ; maerom tfe oor niet in jtact oen / om ban Dcefc jtreefe Lands, mitggaöcr^ öeBewoondersban Dien/ ecnig bcrigt te gecben. ©e tooomoemDcCabo bertoonD fïg met ïacg en effen ïanö; acïjtcr ocfclbc fijn o?ic hooge Bergen , toaer aen men öeefe Cabo bekennen Ran/tüelRcanDcrfïntg Dien naemgantfehten onregten D^acgt ; bermitg fyct niet minDer aï£ een uitftee* nenDe Hoek of Cabo gelijkt ; en men fou Defelbe / mDien men op 't gcfeioe tecfeen ban De b?ie Bergen geen agt floeg/ altoog fonDer te berlscnnen boo?tro baren. ©an Cabo Apolonia tot Axim Dunkt mp ontrent feben mijlen te $fjn; aUjocmel anDere &et typ berDer fcjjatten. ï^ct Land tuflefjen beiDe ig fcer laeg / en befet met Duifen* Den ban Cocosboomen. ^et Strand tg bp uitneementljeiD b?ecD/ blak/ enfo gelijk alg een fteene vloer; en fou een fcfjoone meg $rjn/ om met Koets en Chaifen (alg mp f)iec te Land ban Defelbe booten maren) te berijDen. Komen aen ^cn einDe ban Dit Strand ïjeeft men Rio Cobre , een g^oot Axim , en Ijaïf uer boben Axim ; Docjj ban De gefteltïjeiD Deefer Plaers einde van en tyct tooo:fciÖC Strand fijt UE. neeter geïnformeerd al.oifr; deVo)asie- öerjalben ik/ met U E. beïicben/ mijne Voyagie fal einDi* gen; met berfoek/ Dat U E. fïg met (jet boo?fcïfêcebene ge* liebe te contenteeren , en te gelooben / Dat ir / geDuerenDe — mijne Voyagie , niet gemanqueerd f)cb te noteeren al £et geene cenige opmerking mogt berDienen. JBacr mecDe ir/ na mp m UE. goeDe gratie te ïjebben geinfinueerd , Deefen einDigeenonDerteekene/ alg MYN HEER, In 't Jagt de Johanna jacoba, op de hoogte \J E. Gehoorfame Dienacr van Axim, dena.ja- nuaryi7oa. JAN SNOEK. BLAD- BLADWYSER Der voornaamfte zaaken in die Werk verhaald» NB. *De Letter b. voordagtelijk hier en daar in defen Blad- wyzer voor de Nummers gevoegd, geeft te kennen» dat die plaats in het Tweede en Derde Deel. van dit Werk Zal moeten opgezogt worden. A. Boei , wat voor Vis. b 59 Land- het jicanny , fchap waar gelegen. 77. De Inwoonders befchreeven , ten opzigt van hun wreeden aart. 78. Waren eer- tijds groote Handelaars, en had- den goed Goud , dog zijn door de Dinkiraft verflagen en verarmd. ibid. Acra befchreeven , en te gelijk het Engelfche Fort daar gelegen. 6% Acra , het Koningrijk word door de Aquamboefe uytgeroeyt. 70. Goeden handel aldaar , 't geen egter nog meer zou konnen zijn , by aldien 't niet door de oneenig- heid ecniger Volkeren belet wierd. 7i Acron , het Koningrijk hoe beftierd word. 62. Waarom die van Acron met niemand , of zeer zelden, een Oorlog hebben, ibid. Het Land word verder befchree- ven ten opzigt van fijn vrucht- baarheid , en alderhande Wild Gedierte, ibid. Acron hoe ver- deeld word , en de Regeering van dien. ^ Adja , een Dorp , beroemd wegens de Fortreflen , welke de Engelfche van de Nederlanders op een wreede wijs afgenomen hebben. 58, 59 Ado, een Koning der Aquamboefe ziek wordende , laat zig in het Fort der Nederlanders geneezen,en een merkwaardigheid waar uit fijn ziek- te is ontftaan. $j Adom, het Landfchap waar gelegen, en de wonderlijke uitgeftiektheid van dien. 23. Is een Gemeene- beft, en word bewoond van boofe en quaadaartige menfchen. 24. Haare Oorlogen met hunne Naa- bueren. ibid. d'Adomfe hebben goede gelegenheid om rijk te wor- den , bezitten Goud-Mijnen , en hebben een vrugtbaar Land. 16 Afgoden der Negers. 142. 'c Vra- gen des Afgods hoc in zijn werk gaat , en de flimmigheid der Pa- pen daar ontrent aangemerkt. 143 . Ieder Neger heeft een Afgod , en op wat voor een wijs en wanneer, en wat , fy aan hem offeren. 144. Nn Wat BLADWYSER. "Wat voor uitwerkingen de Afgo- den toegefchreeven worden. 146 Agonna , het Landlchap waar gele- gen. 64. Word door een Vrouws- perfoon gehandhaaft, die om re- denen van Staat niet begeert te trouwen, ibid. en neemd egter haar vermaak met een Byflaap. ibid. Agonna overtreft Acron in grootte en magt, dog niet in vermaake- lijkheid i van Landsdouwen. 6 het Landfchap befchree- ven ten opzigtc van fijn lengte en breette. 56. De Forten der Engelfchen en Nederlanders , in dit Land gelegen , van wat aange- legenheid zijn. ibid. De magt en rijkdom der Fantijnfe aange- merkt. 57. Haar Opperhoofd befchreeven, en waar in fijne Be- diening beftaat. ibid. en 58. De Fantijnfe zijn groote Handelaars, waar onder ook een groot getal van Viflers. 85. De Nederlanders, mitsgaders de Engelfchen worden qualijk gehandeld van de Fantijnfe, en wat fy voor ieder Schip , daar ter Kuft komende , trekken. 60. Krakeel dies aangaande. ibid. Feeflen der Negers , hoe veel , en wanneer gehouden worden. 150 Feefl der Negers over het vangen van een Tyger. b. 94 Fermtndo Po , een Eiland in de Bogt van Guinea gelegen, befchreeven» b. 187. Word van een woeft Volk bewoond. ibid. Feticheer, een Paap diep in 't Land woonende , van wien veele zeld- zaamheden verhaald worden , en die door fijne Landslieden voor een halve God gehouden word. 147, 148 Feticbesy een zeeker flag van Goud, en hoe het gemaakt word. 74. Op wat wijze hier door de Swarten andere bedriegen, ibid. Het woord Fetiche waar fijne benaaming van daan heeft. 138. "Word in den Godsdienft in byzondere voorval- len gebruikt. 1 3 9 Feta , het Landfchap befchreeven van wegens fijn grootte , lengte , en breette. 47 Fetu was voor defen vry roagtig, dog is nu geheel zwak , en de reden hier van. 48 , 4^. Zijn fraayigheid aangemerkt. 49. De Inwoonders waar mede fy zig emeeren. ibid. en S° Fida , het Landfchap waar fijn begin neemt. b. 116. De lengte en breette hier van aangetoond. 117. Word L A D W Y S E R. Word verder befchreeven ten op- zigte van iljn groote en Volk- rijke Dorpen, ibid. en vervolg. Schoon gezigt door de veelheid van Dor- pen en Boomen. 118. Heeft ichoone Valleyen. ibid. Het Land is wel bebouwd , en deflelfs vrugt- baarheid aangemerkt, ibid- De In- borft der Fidafe befchreeven. 119. Hunne eerbiedigheid tegens de Ëuropianen , en ook tegen mal- kanderen zelf. ibid. en vervolg. Hoedanig twee Perfoonen van ge- lijke ftaat malkanderen bejegenen. 120. Wat hunne Handwerken buiten den Landbouw zijn. 121. Wat voor een Hanteering de Fi- dafe Vrouwen hebben, ibid. De groote Handel in Slaven aan Fida aangemerkt. 122. Hun Gods- dienft waar in beftaat. 125. Trou- wen zonderling veel Wyven. ibid. Zijn op defelve foo min-yverig, datfc die op het minde vermoeden van oneerbaarheid aan de Ëuropia- nen verkoopen. ibid. En de fware ftraffen over 't beflapen van een voornaam Perfoons Wyf aange- merkt, ibid. 's Konings Wyven mogen felf niet aangeroerd worden. ibid. en vervolg. Hoedanig 's Ko- nings "Wyven zig buitens Huis #gedragen. 124. De Koning ver- koopt fomtijds een getal fijner Wyven. ibid. De Zoon is Erf- genaam van fijns Vaders Goederen en Vrouwen. 127. Veelheid van Kinderen der Fidafe aangemerkt. i*ö\ De Fidafe zijn grooteDie- ven. 127. en hunne ftoutheid daar ontrent door ecnige voorbeelden aangetoond. 128,120. VanDief» ftal heeft men nog regt nog ver- goeding te vcrwagten. 120. Hare Kleeding. 130. Gaan alle, Mans en Vrouwen, kaal gefchooren.i'W. Zijn fecr beangft voor de dood, en de reden hier van. 131. Maaken geen onderfcheid in den tijd , en zijn groote Reekenaars in den Koophandel. 132. Maanftondige Vrouwen zijn onrein. Hebben de Befnijdenis. ibid. Hunne Speel- tuigen. 133. Hare Regeering» Godsdienft, enz. 135. en ver- volg. Ftfctal op de Goud-kuft befchreeven wegens fijne Bediening , Tra&e- ment, en fijn profyten. 04, 9J. Des Onder-Fifcaals Amptwaar in beftaat , en hoe veel fijn foldy be- draagt. 9h 96 Frederiksburg , een Fort der Branden- burgers, befchreeven ten opzigt van fijn gelegenheid en fterkte. 7, 8. Des Oppcrhoofds Eernaam en Gefag aangemerkt, en hoeda- nig zeven Generaals, op den ande- ren gevolgt, ten tijde des Schrij- vers geregeert hebben. 8, 9, 10. Het verval der Brandenburgers bier aangemerkt. ïo, 11 G G. Eheim-Schryver op deKuft, wat voor een Bediening is, en fijn O o 2 Tra* B L A D W Y S E R. Trac"temcnr. 95 Geiten op de Kuft befchreeven ten opzigt van hare geftalttc, fmaak, en prijs. b. 10. Een aartig ver- haal der Negers van de Geiten, aangemerkt. ibid. en 20 Genecs-widdelen der Negers waar in beftaan. b. 7. Derfel ver gebruik, hoewel tegenftrijdig fchijnd te we- ien, word egter meenigmaal feer goed bevonden, ibid. en vervol- gens. St. George , de Hoofd - Fortres der Engeiichen, befchreeven van we- gens hare wclgelegenheid , fchoon- heid, en fterkte. 49, 50. Is met flegte Manfchap bezet. 50 St. George d'Elmina , een Kafteel , van wie gebouwd , en waar gele- gen. 45. Werd verder befchree- ven ten opzigt van fijn fterkte, en andere merkwaardigheden, ibid. en vervolg. Ziet ool^ blad 89, 90. Geweer der Negers waar in beftaat. 175. en vervolg. Godsdicnft der Negers , en de ver- fcheidenheid van gevoelen dit aan- gaande, befchreeven. 136, 137 Goud , op wat wijze , en waar het Goud gevonden word. 80. De Goud-Mijnen zijn niet in 't geweld der Europianen. ibid. Hoedanig het Goud geiuiverd word, en hoe veel deSwartinnen fomtijds opeen geheelen dag maar verdienen. 81. De gedaante van het Goud be- fchreevcn. 82. Vals Goud, hoe van de Swarten gemaakt word, en 't bedrog van dien aangemerkt.? 2, 83. Hoe men het valfche Goud kennen kan , ontdekt. 83. Een overdag van 't Goud gemaakt, hoe Vecl'er jaarlijks wel aan 't Strand word gebragt , en de verdeel ing van dien. 86, 87. En hoe de ge- fielde fom te verdaan is. 88 Granaat-Appelen op de Kuft befchree- ven. b. 71 Guinea befchreeven ten opzlgc van fijne wyduitgeftrektheid, en ontal- lige menigte van Koningrijken. 3, 4. By welke gelegenheid eenige Schrijvers dien aangaande , weder* fprooken word. 4. De lengte der Gainefe Goud-kujl aangemerkt. ibid. De naamen opgegeven aller Land- fchappen op dele Kuit. 4, f. Gfitncfe Goud- kuft befchreeven in 't gemeen. 1. In't byzonder,op wat hoogte defclve gelegen ir. 10 1. 't Is daar te Land foo heet niet als'er de roep van gaat. ibid, d'Ongefondhcid van dit Land waar van daan fijn oorfprong heeft. 101. en vervolg. Verandering van het Weer op de Goud-kuft , fwaare Regens , Winden , Donder en Bükfem , enz. 108. en vervo\g. Het groot onderfchcid aangemerkt tufïchen de hitte en koude van de tegenwoordige en voorgaande 99J III, IJ 2 H H. jiagdtjfen befchreeven, mitsga- ders hare vcrfcheidcnheid./'tó Haar BLADWYSEK. Haar Koft waar in beftaat. ibid. Hare «zefhltc. ibid. Handwerken der Negers waar in be- ftaan. 12; Harder, een Rivier-Vis op de Kufi bcichrcevcn. b. 60 Hartebeeften bckhreeven wegens hare veelheid, en vee!derle)hcid.£. 20. Hare fnclheid aangemerkt. 30 Hayen beichrecven ten opzigt van | haar grootte en geftaltte. b. 61. Zijn der Negers gemeenfte Kolt. ibid. De Hay ichiet lijn Kuit niet gelijk andefl^y iflen , maar werpt fijn Jongen. 62. Is het vinnigftc van alle verbindende Dieren, ibid. Hoedanig fy der Menfchcn Licha- men verflinden , en'cr malkander om aantallen en vechten. ibid„ en vervolg. Een aanmerkelijk verhaal eens Hays met een Schipper door hem gered. 62 Heel-A4 24 N. NAjfauw, het Fort wie gebouwt heeft, en waar gelegen . 5 5 .Word verder befchreeven ten opzicht van fijn (choonheid, welgeiegentheid , en llerkte. .. ibid. Negers zijn in 't gemeen twee cmalen onderworpen» als de Kinder- pok- ken en de Wurm , en hoefe Ge- neefen worden. 105. De Negers fchoon Gefond levende, waarom- fc echter tëldcn tot een hoogen Ouderdom geraaken. 107. Haar vroege kennis, aangaande het Vc- nus-(per, aangemerkt, en waarom lelden een Huuwbaar Vrouwsper- foon Maagd bevonden word. ibid. De Negers verder befchreeven wegens haar bedrieglijkheid , en guitachtighcid. 113. Zijn luy en lorgeloos. ibid. Grootshartigheid der jonge Manlchap in Kleding. 114. Zijnde die van de Oude heel fobcr en flegt. 115. DeHo- vaardy van deWyvcn in haar Kle- deren befchreeven. 11 6. Hoeda- nig de opvoeding van hare Kinde- ren is. 117. Wat voor onkoften fy hebben in 't Kindcrbaaren.118. Bygeloovigheid ontrent jonge Kin- deren gebruikelijk. 119. Waar in het voedfel der Negers beftaat. ibid. Zijn by uitnementheid gie- rig, izo. en groote liefhebbers van fterken drank. ibid. Hare plichtpleging en groeteniflen waar in beftaan. 125. Hare Scheep- vaart en Vaartuigen. 124. De verfcheidenheid van Spraak der Ne- gers aangetoond. iz?. Wat voor een onderfcheid onder de Negers is, ten opzicht van haar ftaat. 1 16. en vervolg. De verfcheidenheid van gevoelens onder de Negers wegens den Godsdienft. 136. en vervolg. Zijn met veele Afgoden voorden. 144. De Roomkhe fouden in 't bekeeren der Negers meer voordeel doen a^s andere, en de reden waarom. 145. Verfchei- de gevoelens der Negers, aangaan- de een ander leven naa dit tegen- woordige. 14^, 147. Gelóoven aa-> Toovenaars, en aan den Dui- P p vel, B L A D NV Y S E R. vel , den doen. dog Tonder hem aan te bid- nog eenige offerhanden te 148, 149. Het Trouwen der Negers hoe in fijn werk gaat. 187. De Negers Trouwen foo veel "Wyven alsie bcgeeren , en defelve moeten voor hen in 't land gaan arbeiden. 189. Hebhen met hare Wyven geen gemeenfehap van Goederen. 192. HunneKin- deren erven niet van den Vader, en de redenen waarom. 193, 194- Hun rijkdom waar in beftaat. 195. De Negers landwaarts in woonen- de zijn feer ftraf in 't beflraffen van Óverfpel. 196. Een Neger Overleden zijnde , doet de Prie- ftcronderfoek., of hy meineedig is gewceft, of heimelijk door fijn Vyanden vergiftigd, b. 8. Een aartig geval dit aangaande , waar door den Dienaar onfes Schrijvers, nevens een ander , in levens ge- vaar gefield wierden, b. 9 Noord -kapers befchreven , mitsga- ders de vreefe der andere Vifichen by de aankomft van defe. b* 60, 61 O* OEgwa een Dorp,word doord'En- gelfchen van fijn Inwoonders ontbloot., en de reden hier van. 51» 5' Oefters groeven op een wonderlijke wijfe voort in de Boutryfe Riyier. ip5 zo Offerhanden- der Negers aan hare Af- goden , wanneer en waarom ge- daan worden. 144, 14J Offerhanden 'm tijd van ziekten, waar in beitaan. b. 4 Ojffftt, het Landfchap befchreven ten opzicht van fijn gelegcmheid,vcr- woefting door de Popofe , en an- dere omftandigheden. b. 185 Oliphant befchreven ten opzicht van fijne veele en aanmerkelijke hoeda- nigheden, b. 23. De grootte der Oliphanten op de Kuft vanGui- nea aangemerkt. 24. Doen groo- te fchade aan de Oofc-boomen.25. De Oliphanten doen de.Vlenfchen, wanneerfc dcfeke ontmoeten, niet aan. ibid. Konnen wel fwem- men. ibid. Zijn niet wel dood te fehieten , als op twee plaatfen. ibid. De Landfchappen aange- merkt waar de Oliphanten gevon- den worden. 26. Veel Oliphan- ten aan Acra , waar onder eenen gefchooten , en hoe fwaar defTelfs tanden waren. 26. Redcncering onfes Schrijvers , of het wel be- denkelijk is dat een Oliphant fijn tanden fou verwifTelen. 27. E?n Oliphant (laat een Neger te plet- teren. f6. Krijgd veel fchooten, en bloed fterk. ^j. Een Neger wil defTelfs Staart affnijden , dog word door den Oliphant gedooJ. ibid. "Wat voor Kogels vereifcht worden om een Oliphant te fehie- ten. 98. Oliphanten fierven hefc liefft in een Bofch, of onder Eo- mcn.. BLADWYSER. men. ioo. Grootc mecnigte van I Oliphanten ontrent de Rivier Rio j di Gabon. b. 19$- Een Oliphmt gaat heel tagjens langs de Rivier, dies de Schrijver met eenige van de fijnen op hem los gaat. 195. I Ontmoeten in het wederkeeren j vyf Oliphanten. 196. Een doode 1 Oliphant, wiens tanden zeventig pond woegen , in 't geraamte ge- vonden. 197 Oorlogen ontdaan onder de Negers uit het invorderen van Schulden. K>9, 170. Ook uit begeerlijk- heid tot eens anders Goed. 17 1 Oorlogen vallen onder de Negers niet kollelijk, en hoe weinig de Solda- ten krijgen voor datfe ten Oorlog trekken. 171. en vervolg. Oppajfers der iVyven, vierde Bedien- dens by de Negerfche Koningen , en waar in haar werk en plicht be- ftaat. 185 Oranje- appelen waar meeft groeven, en dericlver deu$*d aangemerkt, b. *8 Overledene onder de Negers hoe van de Priefters onderfogt worden , ofle meineedig in haar leven ge- weeft, dan offe door Vergif om- gebracht zijn. b. 8, 9. Meerdere plechtigheden ontrent het onder- foeken, waarom de Neger overle- den is , aangemerkt, b. 1 o. Hoe met het doode Lichaam gehandeld word. 12. Hoe den Rouw be- klaagd word. ibid. Hoe de Over- ledene gekleed en opgefchikt word. 1 }. Hoedanig het Lijk ter aarde beftcld word. ibid. Wat voor pracht in dcrfclvcr uitvaart, byfonder als het een voornaam Perfoon geweeft is , gepleegd word. 1 4. Menfchen-ÖrYerhan- hande voor den Overledenen ge- daan, en met wat voor een wreed- heid dit gepleegd word. ibid. Meerdere plechtigheden hier on- trent waargenomen, als een Hutje re ftcllen boven het Graf, en de waflehing der Beelden op de Gra- ven gefet , naa een jaar tijds , en een tweede uitvaart , ziet. b. 1 j. De Negers zijn (eer gefet om in haar Vaderland te mogen begraven worden , en hoe fulks toegaat. ibid. Overfpel word by de .Negers voor geen zonde gehouden , endereden waarom. 146 Overfpel , hoe van de Negers Land- waartin woonende, geftraft word. 194 P. PAdden tuffchen Mouré en Cor- mantyn , foo groot als een groot Tafelbord. b. 53. Vegten met de Slangen. ibid. Vaarden op de Goud-kuft befchreven ten opzicht van haar kleine geftal- te en leelijke poftuer. b. 20 Pbefant befchreven , wegens fijn fchoonheid , grootte , en andere frayigheden. b. 4? P p 2 Palm- BLAD W' Y SER. Talm- boom. Zoekt Wyti de Palm- boom. Papayen befchreven ten opzigt van fijn regts en eigentlijke gefhltte,enhet . gevoelen van andere Schrijvers, dien aangaande , wederfproken. b. 69. en vervtlg. Papen der Negers, wat flag van Volk is. 143. Hoedanig fy den Afgod vra- gen, en hunne flimmigheid daar on- trent aangetoond. 142,143. Haar gefag in den Oorlog aangemerkt. 175. Hoedanig de Papen de Overle- dene Negers naa de oorfaak van hun dood vragen, b. 10, £11 wie, en wat'er geantwoord word. b. 1 o, 1 1 Papen zijn by deFidafe in grootachting, en mogen niet ter dood gebracht "worden, b. 171 Papegayen der Kuft befchreeven in 't gemeen, b. ^ 1 Pattattes een Aardvrucht, welke gebra- den of gekookt, voor Brood gege- ten word, hoe groeid.Z». 78. Haar gedaante, fmaak, en verdere om- ftandigheden befchreeven. 79 Patrjfen zijn door de heele Kuft in overvloed, b. 44 Perokietjes feer moye beesjes, komen echter heel ras te flerven,niet tegen- gaande eenig Schrijver gewaagd dat- fe 40 jaren lang fouden leven. £.51 Piement een foort van Peper,hoe groeid. b. 84. Is by uitnementheid heet en gefond. ibid. Pifang-boom , een Plant die nooit uit- gaat, b. 70. Is feer beroemd we- gens fijn bladerenen eeniger gevoe- len, dat Adam en Eva met deefe bla- deren lig bedekt fouden lubben. 71 Pifie Pampherswzt flag van Vis is, en fijn aangenaamheid van (maak aan- gemerkt.- b. 5& 'tPleyten der Negers hoc in fijn werk gaat. M4-'59 Pligt-p legingen en Groetenifïen der Negers hoe gefchieden. 121 Pokkoe t een groote Vogel , raar om fijn afgrijfTelijke leelijkheid. hr 47, 48 Pons, een Drank, waar door veeleEn- gclfchen door *c overmatig drinken van dien, het leven verliefen. 5 1 Popo{ Groot) het Koningrijk valt van Fida af, en de Oorlogen dicswegens befchreeven. 114. Het Popofe E17 land. 115. De Inwoonders hebben gebrek aan leeftogt.tW. HaarSla- ven-handel, en Vis-vangft aange- merkt, ibtd. Popo( Klein) befchreven ten opzicht van fijn lengte en breedte. 1 1 o. Is on- vruchtbaar./fe/. De Inwoonders zijn ftrydbaar,voornamentlijk hun laatlte Koning. 1 1 1. De Oorlogen tegens die van OfTra, welke fy ook toonder- gebracht hebben, aangemerkt./^. 's Konings aanflag op Fida, die hem mislukt, befchreeven. ibid. Hun Ko- ning word door de Cotofe verflagen. H2. De Inwoonders keven mede van den Roof en Slave handel , een voorbeeld van een grooten Roof, op eenmaal door haar behaald, ge- geven, ibid. en vervolg. Zijn fchelm- achtig van aart,en groote bedriegers, voorbeelden daar van aan de Portu- gee* BLADWYSER. geefen en Dccncn gepleegd. 113 . Groot e mcenigte van Rotten aan Popo. • 114 Portugecfe, een Vogel dus genaamt, beichreeven. b. 46 Predikant op de Goud-kuft , hoe veel Tradement heefr. y6 Priejlermnen worden van de Fidafe hoo£ geacht , en Gods Kinderen genoemt. b. 171. Zy gebieden over hare Mannen ,en Goederen. ibid. Tr ineen Eilanden de Bogt van Guinea, befchreeven. b. 187. Heeft de Ne- derlanders toebehoorden op wat wijs wederom verlooren. ibid. Is een vruchtbaar Eiland, ibid. Alle Schee- pen, behalven die van deNederland- iche Maatfchappy , komen haar daar vervarfchen. ibid. Pjpen , twee hebben de waardye van een Hoen. b. 176 QViihoey het Goudrijke Landfchap f befchreeven, ten opzicht van fijn gelegenheid en andere hoeda- nigheden, b. 105" Quaker , fekcr flag van WyndePalm, een Drank , welke licht iemand be- vangt. 58. De prys daar van aange- merkt, ibid. Hoe vergadert word. b. 66 Quaqttakjift waar gelegen, b. 200 R R. Aaden op dcGoud kuit,wat voor een Gefag hebben , enz,, ziet op het woord Regeering. Regeering of Direftie der Goud-kuft, onder wie beringen wat Bedienden» in den Raad komen. 5)7. Slcgtegc- fteldheid deflelvcn, en hoe ver de naam van Raad by eenige met de daad over-een komt. 58. Het groote Gefag des Directeurs in den Raad befchreeven 09. Uit wat ooifaaken de Raad belegt word. ibid. Regeering der Negers is feer flap, en de reden daar van. 1 54.Hetonderfchcid der Regeering aangemerkt tuflehen een Koningrijk en een Gemeene- beft. 155. Regeerders van Axim, wie defelve zijn. ibid. Regtsgeding op hoedanig een wijs by de Negers aangelegt word. 156. Wat kracht de Getuigen hebben , en in wat geval een Eed is geldende. 157 Reigels , blaauwe en witte op de Kuir, worden van veele menkhengegee- ten. b. 40" Rio St. Andries is zoo groot,en diep, datfe met kleine Scheepen kan beva- ren worden 6. 277. De Bewoonders zijn barbaarfche Menfchen. 278 RioFormofa befchreeven, heeft veele fpruiten die in defelve komen Ai 1 5. Moerafïïg en dryvend Land om en in de Rivier. 1 1 6 Rio di Gabonydlc feer vermaarde Rivier befchreeven ten opzicht van haat- twee Eilanden, b. 188. Word van veel Scheepen bevaaren,en waarom. ibid Wat Handel hier gedreven word. 180. Ongelijkheid van diep- Pp 3 tens L A D "W Y S E RJ ■XcnsV. 'het in zeilen van de Rivier. u-U. Sterke Eb# ibid. "Weinig In - ■woonders alhier , en die eeuwig te- gens malkander oorlogen, ibid. en vervolg. Armoede en grootsheid van die Volk. i oo. Zijn groote Bran- dewijn-zuipers, ibid. Vechten dap- per onder malkander, fonder hunne Ovcrighcid te ontken, ibid. Zijn, ichoon groote liefhebbers van de Brandewijn , echter op defelve niet keurig. 19 1. Zijn heel ongemakke- lijk om mede te handelen, ibid. Sul- len , fchoon groote liefhebbers van de'Brandcwijn,niet eer drinken voor dat menhuneerfteen vereering ge- daan heeft. 192,. Doen de aanko- mende Scheepen vereeringen,ende reden waarom. 192. Hare Kleeding. ibid. Hun Koning wind fijn Kolt met Smeeden. 193. Zijn welge- maakte Menfchen. ibid. Waar mede de Inwoondcrs fig geneeren. 194 De onvruchtbaarheid van 't Land tot het Veldgewas aangemerkt, ibid. Visrykheid der Rivier, ibid. Hoe de Vilten daar gevangen worden, ibid. Groote mecnigte van Oliphanten, Buffels, en wilde Swijnen ontrent de Rivier. 195 Rie de St. Joan> een Rivier, van de Ne- gers voor een God gehouden. 22. "Word verder befchree ven ten op- zicht van haar loop en diepte. 22. Is feer nut en dienftig. ibid. Rio funkji en Rio Seflrt befchreeven. b. 26*^, 267 Rio Volta de fchoone, wydc, en Inel af-loopende Rivier befchreeven. lotf.Swaare branding voor defelve. 107. Rivier veel zouter als de Zee, befchre- vcn,en de reden hier van. 47 Roofvogels der Goud-kuft befchreeven, b. 47. Rivier-vogels. ibid. en ver- volg. Rogg\ groot en klein op de Kult , be- lch reeven. b. 59 Rotten op de Goud-kuft befchreeven , en de groote fchadc door haar ver- oorlaakt. b. 22 Romvklagen over een dooden. Ziet op het woord Overledenen. Rykjdom der Negers waar in beftaat. Ryft, waar alwaft, en zijn prijs. b. 77 S. S^off/tfLandfchap befchreeven, ten opzicht van fijn lengte en breette. 54. Hoe machtig dit Land is. ibid. De Zccden der Inwoondcrs, mitsga- ders de fchelmachtigen aart derlel- ver vorders aangemerkt. 5 $. Is heel vruchtbaar, en wat voor Vruchten het felre voortbrengc. ibid. Saat-vogelt wat flag van Vogel is J». 49. en 50 Saffer,een vette Vis op de Kuft. b. 59 Salamander befchreeven , en wat van fijne beftandigheid tegens liet vuur te houden is. b. 3$, 39 Sarden , feeker Vis,goed om Peckelha- ring van te maken. b. 59 Schapen op de Goud-kuft befchreeven ten B L A D W Y S E R. ten opzicht van haar mecnigte, en prijs. b. 1.8. Hebben in plaats van wolk-, hayr op 't lijf ibid. De fmaak van haar Vfcefcn aangemerkt. jq. Een Schaap van de Mieren opge- knaagt,dat'cr niet als fijn geraamie over bleef. b. 53 Scheppw^ der Mcnfchen, hoe die van de Negers gelooft werd , en hare wonderlijke gevoelens daar ontrent. 137, 138 Scheepvaard der Negers , en haare Vaartuygen befchreeven. 124 Schipper over boord vallende , word van een Hay opgenomen, en weer aan bcord gebracht, b. 63 Seorpioenen zijn op de Kuft feer groot, en overhec gehcelelyf met hayr be- wafïen £. 5 $ . Doen groote ichade aan Beeften en Menlcherï. ibid. Schulden hoe onrechtveerdig van de Negers ingevorderd worden. 167. Hoedanig een Oorlog uit het in- vorderen van Schulden ontftaat. 168, 160 Siekten der Negers waar in gemeenlijk beftaan. 165. Hoedanig fy fig on- trent defelve gedragen. & 4. "Wat voor Gcnecs-middelen fy gebrui- ken , en de Offerhanden voor defelve aan hare Afgoden aangemerkt, ibid. en vervolg. Simpay het Fort der Engelfchen , be- fchreeven ten opzicht van fijn Ge- bouw, gelegenheid., enfterkte. 64. "Wat Handel hier ontrent is. 65 Slaven onder de Negers, endoor wat geval fy tot die ftaat geraken.- 127, Slave-handel aan Fida befchreeven. h\ 144, 145. Slaven y wan neer fc gekocht worden, worden naauwkeurig befigtigt en- bctafV. 145. Onleveibare Slaven, welke zijn. 146. Waarom, en op wat plaaits defelve gebrandmerkt worden. 146. Hoele in de Gevan- genhuifen gefpijflgt worden. 147. Werden heel naakt naa de Scheepen gevoerd,en het geregeld huishou- den onder deSlavcn binnenSchecps- boord,aangemerkt. ibid. Inbeelding van fommige Slaven , als datfe, om gegeeten te worden, vervoerd wier» den. ibid: en 148. Een opftand altcmets deswegens. b. 148 Slangen zijn feer veel en verfcheiden. b. 54. Eenige feer groot ibid. Welke de fenynigüe zijn. ibid. Onfe Schrij- ver koomt door een van defelve in gevaar van fijn leven, ibid. Twee- hoofdige Slangen, ibid. Een flag van' veertien voeten , en voorden met twee fpooren. 55. Slangen geen fchade doende, en hoe die gcfteld zijn. ibid. Een Slang van twec-en- twintig voet,en waar gevangen; 89,- Kamp tuffchen een Slang en een Yfervarkerr. ibid. Een'groote Slang met twee klauwen gevangen, hangt ter gedachtenis op de Saai des Generaals. 00 Slang isde voorn aamfte God der Fida- mt.b. 155. Krijgt groote Offerhan- den, ibid. en vtrvolg. }i Slangen- huis befch reev en . 1 5 C D e Slang in dit Huis befchreven,en waar BLADWYSER. fj van Jaan gekomen is. 157. Groo- te Bedevaarten naar het Stangenhuis. ibid. en 1 5 8 Inkom ften des Konings vandenSlangen-dienit, en waarin deielve beftaan. 158, 159. Hoeda- nig de jonge Dochters door de Slan- gen worden gevangenen hunne in- gebeelde dolligheid. 1 5^.Eenaartig geval . hier ontrent gebeurd. 160. 's Konings Dochter word mede van een Slang aangedaan , en derfelver verlolïing. 161. Groote achting der Negers voor de Slangen, en de itraffe die defel ve eenig leed doen j droev ige voorbeelden deswegens. 163. De veelheid der Slangen aangemerkt. 164. Defc Afgodikhe Slangen kon- ncn de menfehen niet befchadigen. 166. Kampen der fenynige Slan gen m -:t de Afgodikhe. ibid. De g^u-iantc dier Slangen. 167. Zijn fecr g.fct op de Kotten, ibid. Een Slang door een Varken opgeflokt, waar door een groote flachting on- der de Varkens wierd aangebeld. Snippen zijn op de Kuft niet veel be- ionders. b. .4$ Snoeken van verfcheiden flag op de Kult, zijn niet ioo hayrig als in Holland, b. 58 Soldaien wierden in voorige tijden op de Goud-kuft tot Afïïftenten ge- vordert, 01. De reden waarom dit niet meer gedaan word. ibid. Speeltuigen der Negers befchreevcn. Stccnbrazftems zijn op de Kuil: veten lekker, b. *<* Stieren op de Goud-kuft befchreeven ten aanfien van haar geftaltte, en verdere hoedanigheden, b. 17,18 Stiervogely voor delen van ecnigedus g'. noemt , en waarom, b. 52. Word verders befchreeven wegens fijn grootte en andere hoedanighe- den, ibid. en 5 J Stompneuzen een foort van Vis, in Imaak naa by de Schelvis komen- de b. f9 Swtardviffen befchreeven ten opzicht van haar geftakte , lengte, en dik- te, b. 61 T. TAbak is op de Kuft feer ftinkend en verveelend, b. 84. De Negers zijn geflage liefhebbers van de Tabak, f 00 wel Vrouwen als Mannen. 8? Tapoeiers wat flag van Volk is. Ziet op het woord Mulatten. Ttétié, derde Bediende eens Ncgcr- fchen Konings , en waar in (ijn werk en plicht beftaat. 1 8 5 Tocorary bclchreeven ten opzicht van fijne vermaakelijke Valleycn en an- dere .zeldzaamhcden. 20, ir. Het Fort by dit Dorp heeft verfcheide Meefters gehad , dog wierd deer ft Admiraal de Rujter d'Engellcn afgenomen. 21. En eindelijk door ó'Adomfe venvoeft. ibid. St. Tomé ', het Eiland hcefr voor c\cc- fen de Hollanders toegekomen, b. 201. B L A D W Y S E, R. 201. Is feer gefond, en de ooi - faak hier van. tbid. Is altijd met een dikken nevel bedekt. 202. Is vruchtbaar en rijk van Vee. ibid. Twee Kloofters op Sr. Tornéy en een BjfTchop. ibid. Is wel te be- woonen , en waarom, ibid. Het vertrek des Schrijvers van hier naa 't Eiland Amaboa, , ziet Annaboa. Tortelduiven worden in mecnigte en van verfcheiden aart , waar ook feer moye onder zijn, op de Kufl: ge- vonden, b. 45 Trommel^ een foort van Specltuygen der Negers , hoe gemaakt , en daar op gefbgen word. - 1 \ 2 'tTropiwen der Negers hoe in fijn werk gaat. 187. en vervolg. Wat voor onkoften op den Trouwdag loopen. ibid. Ziet op het woord Vrouw. Tyden hoe van de Negers verdeeld worden. 150 Tygers op de Goud-kuft befchreeven wegens hare meenigte en veelerley flag. b. 27. Haar verflindenden aart aangemerkt. 28. Makke Ty- gers, van jongs af by Mcnfchm opgevoed , zijn niet veel te ver- trouwen, ibid. Hare ftoutheid aangemerkt , door een voorbeeld van een Jongen , die door een Tyger om hals gebracht wierd. 90. Gevegt tuflehen een Neger en een Tyger, verliefènde het den Tyger ten iaatften. 91, Nog een aanmerkelijk voorbe^ ld van - de ftoiuigheid eens Tygers, taftende by dag eenige Schapen aan , valt een Conftabel op 't lyf, enhavend een Engelsman heel leclijk. ibid. en vervolgens. De wann, dat een Tyger met vuur te verjagen fou zijn, door voorbeelden wederlegt. V. V'Eldjlag der Negers, en hoedanig iy hg hier ontrent gedragen. 173. Hoe de Gevangenen ineen Veldflag gehandeld worden. 174,. Verkens- van de Kuft befchreeven , ten opzicht van hare grootte , en an- dere hoedanigheden, b. 21. Haar prijs. ibid. Wddey zijn foo boosaartig niet als in Europa. b, 3 o ——een Verken flokt in \ Fid'afe een God-Slang op, waar door een groote flachting onder alle de Ver- kens- ontftaat. b. 1 60-171 Vergift der Slangen is verfcheiden in werkingen, b. po Vijfen, waar van de Menfchen op de Kult moeten leven , befchreeven. b. 58-64 Vis - Tol aan Fida befchreeven. b. 142 Vogelen op de Goudkuft befchreeven. b. 43-49 Voorleez.er op de Goud-kuft, hoeveel Tra&ement heeft , en wat fijne verrichting is. po" Vreedenburg, een Fort in 't Cornma- Qja nvfc BLADWYSER- nvfcLand, wanneer, en door wie' gebouwd. 28. Hoc fterk het is. ibid. Word door de Smarten be- ftormd, dog moeten met verlies aftvyken. ibid. Hevig fchieten der Swarten. 29. Meerdere merkwaar- digheden daar ontrent voorgeval- len, tbid. en vervolg. Vrouwspersoon beitiert het Land van Agorma. 64. Die om redenen van ftaat niet begeert te trouwen, en neemt echter haar vermaak meteen By-flaap. 64 gouwen , hoe veel de Negers trou- wen mogen. 189. En de onkoften aangemerkt op den Trouwdag voorvallende, ibid. Waarom de Negers veel Vrouwen trouwen. 190. De liftigheid der Vrouwen aangemerkt , om de Mannen in 't net te krijgen, ibid. en vervolg. Welke Boeten betaald moeten worden wegen 't beflapen van een ander Mans Vrouw. 191. En hoe dit bepleyt word. 192. De V touwen hebben met hare Man- nen geen gemeer.fchap van Goe- deren. 193. Erven ook niet van malkanderen. ibid. Vrouwen ver- mogen hare Mannen niet beftraf- fen , fchoon die fig in hoercry te buiten gegaan liebben. 198. Hoe de beurt van 't by-flaapen onder de Vrouwen verdeeld is. 199. Een Vrouw bevrucht zijnde , hoe ge- diend, en wat voor plechtigheden gebruikt worden , ontrent die , de- welke Yoor de eerfte maal bevracht is. 199. en 200. Maanflondige Vrouwen zijn voor een tyd on- rein. 201. De redenen waarom de Vrouwen \ lanoft ongetrouwd b'yven. 202. De veelheid der Vrouwen aangemerkt, ibid. De Vrouwen fcheeren haar Hoofd over 't afftervcn van hare Mans, en bedrijven een wonderlijk mis- baar, b. ir W. \XT JÏpmdrager , tweede Bediende W eens Negerfchen Konings, en waar in fijn plicht en dienftbe- ftaat. 184 Water-Meloen , een feer aangename Vrucht , befchreeven ten opzicht van haar voortgroeying , en andere hoedanigheden, b. 83 Wurm , een . groote quaal , die de Negers onderhevig zijn , en hoefc die geneefen. 105. De lengte decfer Wurmen door een Veers verklaart. 106 Wyn de Palm - boom , brengt eerft Nooten voort , die , nog jong zijnde, aangenaam zijn, maar oud werdende, komt/er een zoete Oly uit. b. 6/\, De tweede Vrucht is de Wyn , en hoe die vergaderd word. 65. Is, vars gedronken, = aangenaam van fmaak. ibid. Tweede flag van Wyn de Palm, genaamt Quacker , en hoe getapt word. b. 66 -**-• Derde flag, Pardon genaamt, van bladwyser: van wat fmaak en kracht is. ibid. ji,— Vierde Crifia, van fmaak bynaa " als foete Melk. b. Cj. Hoe lang een "Wyn de Palm -boom moet groeyen , eer hy fijn volkomen wafdom heeft. b. 67. De prijs dier Wynen aangemerkt. 68 Wyngaard is niet te vinden op de Kult, als aan Mourc. b. 71. De Druiven hiervan, van wat hoeda- aigheid zijn. 72. Word aange- merkt, dat de Wyngaard nieuwers als aan Mouré wil watten, ibid. Van waar deefe eerft daar gebragtis. ibid. Y. yZere-Berg zeer beroemd wegens lijn hooge Boomen , en aan- genaame Wandelplaatfen. 56 Yzjer-Varkens befchreeven wegens ha- re geftaltte, en boosaartigheid. b. 3 1. Schieten {eer krachtig met ha- re pennen. 2 2. Twee Yzer- Var- kens vcgten met een groote Slang. Werden gefamentlijk gefchooten, en opgegecten. ibid. Z. ZAcondé befchreeven , mitsgaders twee Forten daar gelegen. 20* Slegte Handel aldaar, ibid. 'tEn- gelfche Fort afgeloopen door de Negers , en verbrand , nevens de dood van 't Opperhoofd. 20. Za- condé wanneer een fchoon Dorp geweeft , en wanneer , en door wie,verwoeft is. ibid. en vervol* gem. Zee word van de Fidafe met veele Offerhanden vereert, b. 170 Zout , hoe van de Negers gemaakt word. b. 80*. De groote winften, welke de Negers uit 't Zout trek- ken, aangemerkt. 87. De gedaan- te van het Zout befchreeven., 88 E Y N D E Am Aan den befcheiden LES ER. Overmits de Schrijver wegens noodige affaires in den begin- ne mt de Stad is geweeft , en dienvolgende by het nafien van de Proeven niet prefent heeft konnen zijn , als mede om dat dit Werk wat haaftig afgedrukt is, foo zijnder eenige Druk- feilen ingeflopen , die de goedgunftige Lefer gelieve te verbe- teren als volgt : Eerfie DecL Pag. j. Regel 19. ftaat, die van fijn Opperhoofd gemaakt is, hes: die van fijn Opperhoofd is. p. 3. r. 27. toeftemming mogen verrigten ; 1. toeftemming ver- rigien. p. 4. op de kant 9 waar van eenige Schrij vers 5 1. waan van eenige , &c. p. 4. r. 7. groeve j 1. grove. p.. 4. r. 23. Allinéj 1. Avoiné. p. 5.r. 24,2}. ter bngre van in de twintig mijlen j 1. ter lengte van een meenigte , &c. p. 7. r. 19. dus diend ; \.foo diend. p. S. en 4+« r. *9. en 6. Bedienders; 1. Bedienden s. p. il. r. 14. IÓ74- h 165)4. p. 12. r. 23. Aborcej 1. Abo- croe. p. 15. r. 23. by my in een nadere gelegentheid j 1.. by een nadere , ó^r.. p. \6. op de kant , voordeden hiervan; 1. voorbeelden, &c. p. 20. r. 13. alle ; 1. eenige. p. 2 20. te Veld konnen brengen ; 1. in 't Veld gebragt. p. 35. r. 12. dien Heer 5 1. den Heer. p. 4.T. r. 5. Feutfche; 1. Fetnfche. p. 72. r. I. dit verftaenj 1. dit niet verft aan. p. 103,. op de kant , waar van eenige , 1. waan van eenige , &c. p. io