VERSLAG EN VAN DE WERKZAAMHEDEN EERSTE KLASSE VAN Arad emacs, eb __ se linsd Ertan HET B rester Lanelver b KONINKLIJK/INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS, ete Ecte mmeto ete mee he re rte mee ne ee te Ee ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! ZEER GEACHTE MEDELEDEN! ! ) Nia den inhoud ‘van S 38 des Reglements voor’ het Koninklijk Inftituut mij verpligt ‘vindende om uwer aandacht een ‘kort Ver- flag voor: te drâgen’vân de werkzaamheden ‘der’ Klasfe, waarvan ik de eer heb het Sekretariaat waar te nemen, zal ik U niet lastig vallen met een wijdloopig verhaal van hetgeen “ter regeling onzer werkzaamheden ge= diend heeft. Het is U allen bekend, Mijne Heeren , hoe gebrekkig tot nu toe is voorzien geworden in onze behoeften; geene boekerij, gebrek aan eenige werkplaats , eene vergaderzaal , die’ flechts ‘twee derde van onze Le= den kan ‘bevatten, zijn zoo- vele beletfelen „ die de werkzaamheden eener Klasfe „ welke op proefóndervindelijke Wijsbegeerte haren roem moest’ ves= tigen, grootendeels verlammen en als buiten allén ‘regel ftellen. Wat de Klasfe’ vermogt„ is intusfchen door haar verrigt geworden ; zij bepaalde op ‘den’ 28ften van Hooimaand Il. een rooster van tourbeurten, wäarop elk der Leden zal verpligt: zijn, eene Verhandeling voor'te lezen, eene waarneming mede «te deelen „’ of: ceriige belangrijke bedenking in over. weging te brengen , gefchikt om de aandacht der Leden op te wekken en tot err van tet pen je aanleiding te geven. : eha) 2 en Li ì h: ne / Gey | Onze Klasft in vijf Sectien verdeeld zijnde, is hierbij deze fchikking- „getroffen, dat het eerfte Lid der Eerfte Sectie cen aanvang make, vervol gens het eerfte Lid der Tweede Sectie en zoo voorts, daarna de tweede in: rang van elke Sectie, in de orde der Sectiën, en zoo vervolgens; - Wij verwachten van deze regeling zeer veel goeds, en zijn langs- dien: weg beftendig zeker, van nimmer eenige-Vergadering te zuflen bijwonen, waar men niet, den tijd zulks toelatende, op de voordragt van eenig: belangrijk ftuk te hopen hebbe. En daarvoor alléen heeft men willen» zorgen. Het fpreekt toch van zelve, dat men niet in elke en der- Klasfe zoodanige voordragten zal’ kumnen” houden. De- aard der Eerfte Klasfe en het vertrouwen, dat zie Majesteit , de: Koning, wel in de kunde van hare Leden gelieft-te ftellen, brengen mede, dat: al dilkkwerf, weinig of geen- tijd overfchiet- van het woorlezen des opge- dragenen last, het benoemen der Kommisfiën, om aan dezelve te voldoen, of van de Rapporten, welke. men meent „dat voegzaam op. dezelve. zouden kunnen. dienen. ) Ik zal van deze lastgevingen een. opeenvolgend. orks doeii opdat U, Mijne. Heeren , het gewigt van de Werkzaamheden. der Eerfte Klasfe, zelfs. bij. hare gebrekkige organifatie, te beter. in’ het oog valle. … Zijne. Majesteit „ ten volle bekend met het nut, dat de oprigting ceres Ecôle Polytechnique aan. Frankrijk had aangebragt, verlangde ernftig;, dat de Eerfte. Klasfe tot een onderwerp vanhet nauwkeurigst, onderzock zoude maken , hoe. hier te Lande eene School in den finaak: van de reedss genoemde zou behooren. te. worden ingerigt, ten. einde kundige lieden te vormen in het vak. van. den, Waterftaat , in dat der. Zeevaart: en‚ in .dat-der Artillerie „en, welke, de, meest. gefchikte middelen. zouden zijn, die toe daarftelling ‚van dezele. behoorden bij de hand genomen, te worden, — De Eerfte Klasfe , dezen geëerbiedigden. last tot. een „onderwerp haree overweging makende , vond al aanftonds zwarigheid-in het. verfchil, van pitgebreidheid in. beide. Rijken, waardoor in ons Vaderland de jaarlkfche - bes- | 2D Befioefte van kundige lieden voor den Waterftaat, Zeevaart en Artillerie’ zich , in tegenoverftelling van Frankrijk „ tot een zeer klein getal bepaalt „en alzoo groote onkosten zouden moeten aangewend worden ; zonder een daar aan geëvenredigd nut; in de tweede plaats kwant in ‘aanmerking het onberadene; óm eëne’ blootelijk theoretifche School’ op te rigtén , waaruit de jongeliigen, ‚ rêéds te verre in jâren gevorderd, tot ‘het praktikale zouden ‘overgaan „ doch’ wel voornamelijk en-in- de derde plaats het reeds beftaan ván goede: Scholen” van Marine, Artillerie en Genie , zoo als ook voor den Watere flaat ; ‘die met eenige ‘wêinige * trieste tot een zeer hoogen trap van’ völimaaktheid zouden te brergen zijn. Het befloit- was dan;'vaan’ Zine Excellentie den Minister van Binnen landfche Zaken te kennen te geven, dat de Eerfte-Klasfe van het Inttie: tuut „ zich’ in de onmogelijkheid bevindende, om eenige inrigting voor te flàan ‘in -den fmaak van ‘die gene, welke in Frankrijk’ onder den naam van’ Eeóle Polytechnique bekend is, die aan de weldadige bedoelingen van Zijne Majesteit , tot welzijn van het Koningrijk genoegzaam zoude beant- woorden , van meening” is, dat Zijne Majesteit volkomen Hoogstderzelver heilzaam: oogmerk zou kunnen bereiken, door, met confervatie van de beïde- thans beftaande ‘Scholen’, zoo van Artillerie en Genie, als van’ Marine , zoodanige niet zeer groote of kostbare veranderingen en ampliatiën’ äan dezelve toe te brengen, als waardoor het effeet van eene Polytechni=' fiche School dadelijk: zoù worden * daargeftetd , en Waartoe het Zijner Mae’ jesteit, des begeerende „ aan de noödige Esra geenszins zou onte breken, DéEerfte' Klasfé hid Het gedöeden 3 dit Kart cónfideratiëin” dén Psst menften’ bijval ontmoeteden van hunne Excellentiën ,” den “Minister wán” Binnenlandfche Zaken en den Directeur- Generaal van Kunftén’ en Wetene* fclfappen. * Doch Zijne Mijesteit vond’ goedt, bij ‘decifië, genomer? te Werecht den” adén “van Grasmaand’ dézes jaars ; Foogstdeszelfs interitie over? den aard’ van de op te rigtene School nader te‘kennen te geven, en diènss' “be A 3 vol. K€ >} volgens een MR voor „deze School. van de. ens Klas te vere langen. „De Heeren, van SWINDEN ROSSYN ELORYN. di trmern, Govort» AAN: en VROLIK „ reeds te voren met dit onderzoek, belast geweest, gingen op. nieuw alle gronden na, -welke, hen, het oprigten eener, Polytechnifche. School. afradend, hadden doen voorftellen ; en. kwamen na herhaalde raadple« gingen te rug op hun eens gegeven advies, Zij voegden echter ‚ om, ten. volle aan. Zijner Majesteits begeerte te voldoen, er_ cen Ontwerp bij van eene Centrale, School van Kunflen en Wetenfchappen, ‚die. de plaats der Franfche Polytechnifche School zou kunnen, vervangen 3, ingevalle, Zijne Majesteit de aangeveerde gronden tegen Sergahrer Dang mek, wigtig genoeg, vinden mogte. a TR ‚De Klasfe zich met dit rapport en hike diein, hebbende ú pes beide deze ftukken aan den Minister van Binnenlandfche Zaken, in ant= woord op den last van, gips. Baat, gezonden geworden. … et Hr „De Hollandfehe natie, in al dike Berner 2 dat zij bij Vicanders op een zeer lagen, trap van wetenfchappelijke waarde, gefteld wordt. Zulk eene geringe verwachting „ als-zekere Heer L'Avocat , in het Departement des Appenins, van haar. had opgevat, zou. zij echter. met reden van nies maud gevreesd hebben. „Een voorftel van negentien ftuks grootendeels gen waande uitvindingen, waaronder, zelfs; een, middel tegen de eksteroogen , eene, vaas, uit wier. kraan men achtervolgens, zonder verandering van. het binnen bevatte vocht, onderfcheidene vloeïftoffen kan aftappen en andere Nukjes, kwam op last van: Zijne Majesteit in handen der Eerfte;Klasfe, ten einde, hare gedachten, mede te deelen, of een Wezel, binnen. dit Koningrijk. van, nut. zoude kunnen. zijn. ede: f „De Eerfte, Klasfe, hierop hare gedachten, ziretende, srsen dan. jers geene zwarigheid, op. bekomen berigt van de Heeren ROSSYN., VAN, MAs RUM; KRAYENHOFF, BLANKEN € VROLIK, aan, Zijne Majesteit te ade C2 > adwiferen 4” om de: anne van den Heer : E?AVOCAT. rts „aan: tè weeer voor. estmanden vljgigihaod, osb Rat: «Shas varoosiav j’ | ’ r 1 - È mang peer OTIB EL 2 814 fie 3 / ES) Par 0 ej Dea _ Het” Belien wia Majesteit, op: eene _ binentandfche réis ; “te- Zalte Bommel in het groote’ Gasthuis, getroffen door éen ongelukkig voorwerp, dát, van zijne verftandelijke vermogens“ beroofd“, geheel naakt en in den ellendigften toeftand aan Hoogstdenzelven was vbanmeoriën » door den Minister wan’ Binnenlandfche Zaken aâri de Eerfte Klasfe te doen gelasten , om het noódige onderzoek ria dezen’ krankzinnige tel doen „ teneinde ná dére- Kennis van deszelfs ziekte te’ bekomen, en „denzelven” zoo imogelijk aan de maatfchappij te rug te geven. f “Dé Klasfe niets vuriger verlangende ; dan aan dé menschlievendé pogins gen Zijner Majesteit te beantwoorden, droeg het verlangde onderzoek op aan de Heeten vaN’ GEÜNS ,’ BONN, DRIESSEN; BRUGMANs; & Rowlén REINWARDT ; die hetzelve met de meeste zorge ter harte namen „ doch, na tijp overleg, tot het ontmoedigend ‘befluït moesten komen , vake zijne wezenloosheid als de uiterfte graad van verftandsverbijsterig was aan te mèrken’, die reeds. twaalf jaren geduurd had; bij ‘welke in den beginne de pogingen van “een zeer bekwamen arts vrüchteloos geweest waren , en die federt door deskundigen voòr geheel” ongeneeslijk: ‘gehouden ” is $ dat aldus, in een zoo zeer hopeldozef ‘toeftand, wan eene óp nieuw te schjkenerd gee neeswijze niet vw wel geheele nérfteling zöùde’ te hopêr? err ine Veenlshacern “Zi foegen echter cenige ‘middelen voor, die’ tot leniging van deszelfs ongelukkigen toeftand veel zouden kunnen bijbrengen. Van, dit een en ander is aan Zijne Bscêllentie, den Minister van Bin menlandfche ri in tijds verlag gedaan. doin, shag: Het was op last Zijner Majesteit, dat js Eerfte Klasfe ige werd over een Werkje-van den Heere B. G. SAGE, /ur les Mortiers ou à Cie C8 > Gimens. De Heeren wROLIK; PÁETS VAN TROOSTWYK € BLANKEN, daartoe verzocht zijnde, maakten deze Verhandeling ‚tot: een - onderwerp van rijpe overweging; doch, gelijk meermalen het geval is, wanneer men de, uitvindingen en behoeften van het eene land, met het andere gaat ver- gelijken , zij moesten, den inhoud van dit, werkje;vaor Frankrijk van bes lang ‚ :de voorgedragene zaken nuttig achten, zonder te kunnen aanraden „ om de daarin voorgeftelde middelen in ons Vaderland te beproeven. Wij bezitten meer „ dan een. Cement , wiens deugdelijkheid onbetwistbaar is, Jets anders zou het wezen, zijne, voorgefielde, vereenigingen van flofs fen aan e, wenden, ‚tot het maken, van „huisgeraden „ die het kostbare marmer vervangen. Daar echter de Gekommitteerden vreesden, dat het gebrek yanderzelver duurzaamheid, als verliezende hunnen glans en harde heid, zoodra zij eenigen tijd in de opene lucht geplaatst zijn, een groot beletfel, zou, zijn. in derzelyer toepasfing op de, huishoudkunde, hebben zij ookhet beproeven, daarvan niet durven aanbevelen. EAR tert De „Klasfe vereenigde „zich „met hun,Verflag en gaf den Minister, overs eenkomftig ‘hetzelve „berigt. « Waarfchijnlijk , dat in het Verflag aan Zijne Majesteit, „betrekkelijk deze zaak, flechts de conclufie is medegedeeld , dat namelijk, de, Eerfle Klasfe in de Verhandeling van den Heere sace, geene _ genoegzame gronden vond, om als nuttig te „oordeelen , dat van de daarin voorgeftelde middelen in dit. Rijk proeven genomen worden. Het had ten minfte ten gevolge. ‚dat bij cené nadere aanfchrijving van den Minister van Binnenlandíche ‘Zaken, aan de Klasfe de last Zijner Majesteit werd overge bragt, om de redenen van dit Buit op te „geven, Zij nam. de, vrijheid, zulks aan, den Minister eerbiedig. pn het oog te ‘brengen , beroepende zich ten dezen, op. haar ‘bevorens vitgebragt Verflag. Waaruit zelfs een en gie grond van afraden als op nieuw werden Ri, One CC: 3 Onder de voornaamfte ‘bronnen van binnenlandfthe welvaart kan men ‘de fteenbakkerijen gevoegelijk rangfchikken. Wat. men-daar aan verbetert; s eene weldaad, der burgerlijke maatfchappij aangebragt. Het voorftel van “FRANCOIS JULES MENSART , tot het oprigten van fteenbakkerijen langs. het Li waardoor de fteenen, hoewel van gelijke deugdzaamheid, als die, welke mien“thans gebruikt, tot merkelijk mindere prijzen zouden kunnen “worden geleverd , ‘kon gevolgelijk Zijner Majesteit niet, dan bijzonder aan- “genaanr zin. Heogstdezelve begeerde diensvolgens , dat de Berfte. Klasfe dit voorftel in overweging zoude nemen , “ten einde aatop te kunnen die= ‘nen van berigt. De Klasfe bragt haren last over op de ‘Heeren “vAN “BARNEVELD „ PAETS VAN TROOSTWYK en KoPsS, welke door hun uitgewerkt rapport bewezen, “dat ook zij deze zaak voor zeer belangrijk gehouden hadden. Men kon - “echter, «na ‘het onpartijdigst onderzoek tot geen ander befluit komen , dan «dat de Klasfe tot haar leedwezen moest verklaren, dat zij de Memorie van “den Heer meNsÄrT niet vän' dien’ aard zbefchouwde , om eenige bezuinie “gingen of verbeteringen te ‘weeg “te brengen , en alzoo’ geene onderneming =op “de woorgedragene wijze kon aanraden 3 dat-zij wijders zich gedrongen vond, te adviferen, dat het maken van kleine veld-ovens, of het gebruik “van ‘{keenkolen “boven “turf, “bij onze ‘fleenbakkerten geene aanmoediging of tedje van het vendere zou verdienen te erlangen. an ( Wat de ‘Landbouw tocbrenge tot de echte bronnen van Nationale wee “vaärt, hebben ons voorál de laatfte jaren „waarin de overige middelen van ‘beftaan zoo jammerlijk. veel leden ,'ten duidelijkfte doen opmerken. Men “heeft zich dan ook met meerder ernst op dezen tak van nijverheid gaan ‘toeleggen, en zoo wel de inzigten van opgeklaarde lieden, die een aan- merkélijk gedeêlte van ‘hun vermogen daarvoor veil hadden , als “de befcher- ming van het ‘Gouvernemert hebben denzelven- nu reeds een graad van wolkomenheid doen’ “bereiken, waaraan men ‘vóór ettelijke jaren nog met B ‘ Ie Ct) reden. fcheen „te--moeten „wanhopen. Zijne. Majesteit, de beste gevoelens voor „Hoogstdeszelfs. Rijk. koesterende ; laat hierom ook „geene. gelegenheid voorbijgaan, die. Hoogstdenzelven, voorkomt „ van, nuttige toepasfing op. den Landbouw te kunnen, geacht worderie zkh en SER ijd ke Kid “Het nog: zeer “onlangs gegeven, blijk vinden, wij in de bag van weertien boeken „en -eenige modellen „ betrekkelijk:-de Landbouwkunde „-za= mengefteld en vervaardigd door den Heer” COINTERBAUX Profesfor in de Landbouwkunde te. Parijs, met het verzoek „dat-de -Berfte Klasfe „met te zug zending dier (tukken, hare gedachten „opgeve nopens de, gefichiktfte wijze, waarop aan Zijner Majesteits verlangen , om de daarin, te vinden algemeen nuttige» zaken. en-‚behandelingen in dit Rijk, voort te, planten , zoude kunnen voldaan, worden, De Eerfte,Klasfe in overweging entei » gi ie hade ouden dezer ftukken uit cen bouwkundig “oogpunt moest. befchouwd worden vond ‘goed, om',’ volgens-$ 26 -des-Reglements „voor, het, Koninklijk, Inftituut aan de Vierde Klasfe te verzoeken ,- twee Leden,te, benoemen, om-met de „Heeren KOPS,: VAN EYS ; SERRURIER JEN REINWARDT:, „den, voorgemelden Jast „des; pag tot een heater van. gageenlhagpel overleg te maken, «> \ * Waaraan itn zijnde; bleek het reerork genoegzaam , ade enden reeds werd aangemerkt „dat inrigtingen „hoewel nuttig in_zich zelve, niet altijd of onbepaaldeliijjk van het eene land op het andere kunnen worden cre Der Klasfe Amers „vond, zich es ” hoofdzakelijk te „voor dn „land. altoos van weinig nut seed zijne Immers gi wij, al „ware hetook op een fleenen grondflag „ eenen muur van, klei wilden op- -halen-„,zou het veelvuldig, water „waaraan wij, „bloot fran de moerasfige „grond, waarop wij bouwen „de. vochtige luchtsgefteldheid , ‚die het grootfte rgedeelte, „van het jaar, in „dit Rijk heerscht „ dit alles zou ons genoegzaam skeeren „dat, wij vergeefichen,arbeid hadden aangevangen. U pe an Czar XP ‚Van alle de overige zaken, if de ftukken van den Heere COINTEREAUX’ vervat, en tot onderfcheidene andere: gedeelten van Land «Architectuur betrekkelijk ; is aan de Gekommitteerden ook * niets voorgekomen , hetgeên niet, hier te lande reeds bekénd en-in gebraik is, of hetgeen zij; als -núts: tig «en der „navolging en vinvoering “waardig. oordeelden, Overeenkomftig : hetwelk aân Zijne Excellentie, “den Minister van Binnenlandfche Zaken is’ ese geworden. 1-0 7 Hilal d £ \ ero u Ondarede gevaren’, waaraan men er om vlisnign: ‘vindt blootgefield, is, geen. der minften het onbefuisd, rennen. van. tomelooze: paarden, In den; vergevorderden ftaat der werktuigkunde fchijnt „het, echter, aan ‚geene. mide, delen. té moeten ontbreken; om deze dieren in, bedwang te houden „op hêt oogenblik zelfs, dat men zulks begeert. In Engeland gaf men er eene voldoende: proef “wan. Immers- reeds in het;jaar 1802 verleende men pas tent “op zulk: een. middel „door zekeren: MEYER nigra en, gaf de, „befchrijving en afbeeldingen daärvan-in beticht: , ‚… » voir De Heer MEYER DU PRÉj Amifterdamsch. Rijtuigen mates bragt, met hetzelfde oogmerk, aan een züner rijtuigen zekeren toeftel aan , en, ondervond. van denzelven der, ‚gewenschte vitwerking. … Anderzins nietin bêdwang te boudene: of -hollende „paarden, werden; „eensklaps ‚tot fran. gebragt. » Zich - uitvinder wanendevan…dit zoo, „kostbaar. middel ;, vervoegt bij, zich „bij ‘rekeste ‚ aan Zijne, Majesteit, ‚den „Koning, ten einde op, deze uitvinding, voor. hem, en. zijne. erven of eagrusnkrljgenden, gedurende. een bepaald getal jaren „ octrooi te bekomen.” ; KIST ded adt „Dit rekest komt in, handen van den Heere, ACNEAR bh Advifeur voor Wise, en- Natuurkunde. bij. het: Ministerie. van. Binnenlandfche, Zaken: Bij wiens. Bee: de eerfte, witvinding van, dezen; toeftel, den, Heere MEYER DUvPRÉ betwistbaar „gemaakt „wordt, Zine, Excellentie, de, Minister van Binnen= landfche Zaken advifeert dien overeenkomftig aan. Zijne, Majesteit. Hoogsts, dezelve vindt goed het ftuk andermaal aan het Ministerie van Binnenland= Be fche Ce )\ fche- Zaken te zenden, ten einde door het Inftituut. te- doen verifieeren, of MEYER DU. PRÉ waarlijk, de uitvinder zij N ‚De Eerfte Klasfe , waaraan: de’ Minister- van Eeredienst en” Binnenlandiehe’ Zaken goedvond:;-dit onderzoek op te dragen’ bragt-hetzelve over op.'hare: Leden vAN- SWINDENs FLORYN' Ct PAETS VAN ‘TROOST WYK. « Uit: wier: Verflag bleek , dat , hoewel MEER. DU PRÉ geene aanfpraak maakte op de: eerfte uitvinding, bij echter ftellig verzekerde, van het Engelsch. werk: niets geweten te hebben, maar-alleen door veel nadenkens, veranderingen en verbeteringen van“ zijn eerfte denkbeeld; eindelijk vóór ruim andertialf jaar dezelve- uitvinding tot-dien-ftaat” van volmaaktheid gebragt. te hebben, als waarin zij zich thans bevindt. — GE, 137 ‘De Klasfe meende alzoo, aan dem Minister van Eeredienst en Binnens: ländfche- Zaken blootelijk: te moeten berigten,. dat: MeYer pu’ Pré: de eerfle óf oorfpronkelijke” uitvinder nietis, als kunnende , hoe velevovers eenkomst er “tusfchen den toeftel van beide mevers ook: zijn mage, door: haar niet beflist: worden , of MEYER DU PRÉ waarlijk uitvinder zij, zonder: wan het vroeger beftaan ‘van iets dergelijks kennis- gedragen te hebben. pe is ied 3ef f % 5 ’ 5 \ Nadat zijne Majesteit dé wet bepaald had over de Mater en Gewigten; el behaagde het den Minister van Binnenlandfche Zaken, de Eerfte Klasfe: van” het Koninklijk Inttituut bij eene- zeer derden sd Misfive uit te - noodie- gen, zich onledig te houden: met het- nafporen’ der middelen en maatrês' gelen’, welke , naar kaar inzien , zullen- moeten worden bij de hand geno=: men tot de, op de meest gefchikte wijze, invoeritig- binnen dit Rijk van” de: wet, betrekkelijk - het * algemeen flelfel van Maten en Gewigten, en om: aan Zijne Excellentie het’ refultaat daarvan en de daaruit gevloeïde voors: dragten ; fuccésfivelijk te “willen doen “toekomen, voegende’ bij gemelde Misfive cenige gedrukte ‘excmplaren van het deswegens verhandelde bij de: derde: Sectie van den Staatsraad, en cene geauthentifeerde kopij van het C 23 Y Dekreet van Zijne Majesteit van den 1 Februarij 1809’; N° 1 ‚ houdende de over de Maten en Gewigten uitgevaardigde wet. ‚De Klasfe, hoezeer genegen, om aan des Ministers eervolle wilnbodigke: te voldoen, zou zich echter door den omflag van dit werk zeer bezwaard: gevonden, en welligt de meeste vergaderingen daaraan hebben moeten be- fteden, zoo niet enkele van hare Leden. deze moetjelijke taak hadden willen overnemen. Men kwam dan: tot de: benoeming van een Kommis=' foriaal , beftaande uit de Heeren: vAN SWINDEN, AENEAE 3 VAN BEECK: - CALKOEN, FOKKER, KRAYENHOFF’, ‘VAN DEN ENDE, PAETS VAN TROOSTWYK En VROLIK. De eerfle- zorg dezer. Kommisfie beftond in het vragen van de noodige inlichting over den aard van de haar opgedragene werkzaamheden „in het bijzonder op eenige aan den Minister van Bine- nenlandfche Zaken voorgeftelde punten, Waarop de Minister, bij deszelfs: Misfive van den 6den. van Grasmaand U, flellig verzocht, dat alles, wat: tot de invoering van: het nieuwe Maten= en. Gewigten=fteifel behoort, eri, das ook met name: de ftof, gedaante en hoeveelheid van de benoodigde Maten. en Gewigten en derzelver ftandaarts bij de Kommisfie uit de Eerfte Klasfe tot dit werk benoemd, een onderwerp van derzelver overweging’ uitmake, en alzoo aan Zijne Excellentie een vöTiedig plan worde gefupe pediteerd, waarop die invoering moet worden bewerkftelligd, en hetwelk: mitsdien bevat eene aanwijzing, wat er al in deze moet worden verrigt. en in welke volgorde; des echter, dat derzelver werkzaamheden zich alleen bepalen tot het maken en geenszins tot het uitvoeren van zoodanig plan: alswelk laatfte eigenaardig als dan aan den Heer AENrAE, als Infpecteur, der Maten en Gewigten, ex oficio, zal moeten worden opgedragen. Deze nadere inlichtingen bekomen hebbende, is de Kommisfie dadelijk: aan het werk. gegaan, en: heeft alras een eerfte Rapport van hare vers: rigtingen aan de Klasfe aangeboden. De Klasfe vereenigde zich met hete: zelve, en bood het als zoodanig den Minister van Eeredienst en Binnene. landfche Zaken eerbiedig aan. B 3: De. Cn) ‘De aard van hetzelve gedoogt naauwelijks er eenig ‘kott- overzigt van’ t€. geven. Ik zal echter, door het aanvoeren van eenige hoofdpunten „ “trach= ten’ te. „doen zien, met hoe. veel Zorg dit Rene werk is behandeld geworden. Âigdr Palas O3 ve kt a Klasfe dan laat als zoo vele kit! vóornEgndiker rui £19V9% Dat zij het invoeren van eenparige Maten en Gewigten door eN ee Rijk als eene zaak befchouwt, ‚die-weel ‘beleid , voorzigtigheid en ftand= vastigheid «in ‚de--uitvoering vereifchen „zal, gepaard met veel bedaardheid ten. einde -zoodanige-onheilen voor: te komen, als. er wel eenshier te snaps bi zt ef gelegenheden-‘hebben plaats gehad, „Dat alle de. Materi-en ‘(Gewigten door het geliëede Rük te. dansinde ren, eene zaak is-van zoodanigen omvang, dat het, zoo al niet in zich zelve onmogelijk, ten minfte, ten -hoogfte onvoorzigtig zoude zijn, die geheele + verandering in eens, en-overal te gelijk te: willen” daarftellen „ eri dat derhalve: zoo wel woorzigtigheid, ‘als wezenlijke” zucht -om de zaak wel tes doen gelukken, dringend bevelen, zulks te doen achtervolgens “in de: verfchillende Departementen, en in de verfchillende gemeenten van een en hetzelfde Departement, altijd met de hoofdplaats van hetzelve te beginnen ; em zoo, allengskens naar de andere gemeenten zoo fpoedig mogelijk en “wel, om-alle verwarring voor “te derd in korte an ha te dalen. - 2 9 , 13°. Dat het noodzakelijk zijn mts dit werk der gidnuoe van a nieuwe Maten= “en Gewigten=ftelfel aan te vàngen met' de hoofdftad; niet alleen „ omdat: dezelve de aanzienlik{te koopftad is van het Rijk, vân wiens voorbeeld onbedenkelijk veel afhangt, maar ook omdat dezelve de zetel is van het Gouvernement , en dus de noodige geconftitueerde hooge en. hoogfte machten bij -de-+hand zijn; om, indien er al onverhooptelijk: iets’ mogte “voorvallen „ krachtdadige middelen” daar te flcllen,: om het eenmaal begonnen werk, met: goed gevolg en voorzigtigheid door te: zetten. ; . je, Dat C sd „4° Dat het allezins - geraden zijn zal, niet alle de dooreen van nieuwe ten en, Gewigten-te gelijk-in-te voeren. 1-59. Dat-, dit «getteld zijnde „ de aard. der zake vereischt, en „men ‚be= ginne «met «de “introductie van de Lengtematen, vals zijnde die „op. welke „de kennis »van het geheele ftelfel gevestigd. is, „om. dan,achtervolgens tot. „de Landen Inhouds-maten ‚tot. de Gewigten ende Maten. zoo. voor gaar als natte waren, over te gaan. 69. Dat men niet met de introductie van het nieuwe Maten- en Ge= swigten =ftelfcl- zal kunnen beginnen ;-Zonder alvorens: het. noodige bereid te zhebben , om de ingezetenen in” ftaat teflellen , dat ftelfel aan te nemen, en zich van de nieuwe maten te bedienen. … „z°.- Dat deze voorbereidingen, naar; oordeel der Klasfe in de volgende zes ftukken bettaan.> … hes a. In de noodige maatregelen, om de haitnhandn ‘behoorlijk omtrent het nieuwe -ftelfel voor te zoen en daarvan, aan dezelve asnoeszarns «Kennis te geven. vb. In het opruimen of lasnaden der erde „. die men voorzien ‘kan „ dat zich natuurlijk zullen opdoen. Ank SE) It {het naan vervaardigen. van de Eje Badanes der nieuwe Brei ER kr 7e HIE : dt In het Bolnes dat eri leens geruimen: tijd. vóór net dtp, ‚op … hetwelk zal bevolen worden , dat er een bepaalde foort van maten; b. vs, ide Lengtemaat ; zal ‘worden’ ingevoerd; “een genoegzaam aantal van, die _ma- “ten aanwezig zij, opdat de ingezetenen zich er van, zouden kuunen voorzien. srt Ù In het zorgen , dat die „maten behoorlijk z zijn pd en geïke Len” tot ‘veiligheid der ingezetenen » vervolgens. op. bepaalde. tijden herijkt Bv erhnd of. In het uitvaardigen van ‘de noodige ondonnidn die: tot de ao ductie zelve betrekking zullen hebben. ö Dee hid C6 ) ‘Deze laatfte zes flukken worden vervolgens elk afzonderlijk ontwikkclä en van zoodanige bijlagen voorzien, als ter opheldering en toelichting van “het geftelde meest noodzakelijk fchenen Doch „ gelijk ik zoo even reeds “aanmerkte, het is niet wel mogelijk, in veen kert verflag de kern te be- vatten van hetgeen articulatim in dezelve is voorgedragen. Ook zal het medegedeelde kunnen voldoen, om van de wijze der bearbeiding eenig denk- beeld te geven. Terwijl de Kommisfie tot het nieuwe -ftelfel van Maten en Gewigten bezig was met het ontwerpen van het zoo even genoemd Verflag „ ontving de Eerfte Klasfe eene Misfive wan. Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandfche Zaken , betrekkelijk de veelvuldige kwade «praktijken, welke door de ongelijkheid ‘in het wegen van de Boter in onderfcheidene plaatfen en vooral op vele dorpen van het Departement Maasland plaats hebben ; met opgave tevens van de maatregelen, welke.de Minister meende tegen deze benadeeling der koopers aan Zijne Majestêit, den Koning „ voor te ftellen. Waaromtrent Zijne Excellentie nogtans verklaarde „ vooraf zich te willen informeren , of de Kommisfie tot het werk;der Maten en Gewigten, in de “aan haar ten dezen -epgedragene -werkzaamheden , zoude oordeelen, eenige bepaling omtrent het gewigt der botervaten te zullen moeten voordragen, ‘en zoo fa, ‘hoedaníg . gewigt „door. dezelve hier voorals dan zou worden ‘bepaald? - À De Eerfte Klasfe “hare “Gekommitteerden hierop -gehoord sg: gaf “bij Misfive aan den Minister te kennen, dat dezelve in hunne werkzaam ‘heden nog op lange na zoo verre niet gevorderd waren, dat zij hunne “gedachten reeds op dergelijke onderwerpen, die meer de applicatie van de “nieuwe ‘Maten, dan de. invoering’ zelve daarvan betrêffen , hadden asana vestigen. É “Zij nam échter de vrijheid als eene dosfe bedenking aan Zijne. Excellentie voor te ftellen, of het ter beteugeling van fraudes niet voldoën zoude, sk said (7D N indien de IJkmeesters van de botervaten, die dezelve moeten meten en ijken, alvorens zij met boter gevuld worden , gelast werden, dezelve vaten insgelijks met Amfterdamsch waaggewigt te wegen, en “het gewigt daarvan op den bodem en op de duigen te branden , zoodat het kenmerk van den ijk twee duigen rake, f Ik bepale mij nu tot een ander zeer belangrijk ftuk voor den welvaart van ons Vaderland, met welks onderzoek en bearbeiding de Eerfte Klasfe zich insgelijks heeft vereerd gevonden. In de ommeftréken van Andernach wordt eene bepaalde foort van fteengroeven gevonden, oorfpronkelijk van uitgebrande bergen, en bekend onder den naam van Tuf= of Duiffteen. Tot poeder gemalen of fijn geftampt is ’t het gewone Zras of Cement; gene Îtof, die naar den aard des teens, waarvan zij verkregen wordt, zeer ongelijk van deugd is. Op de echtheid dezer ftoffe komt het intuse fchen zeer aan voor de veiligheid van waterdigte werken , welke daarvan gemetfeld worden. Het Gouvernement heeft”“daarom van alle tijden ge- zorgd, dat door werbiedende wetten gewaakt wierd, dat geen andere Tras, dan aan klompen, wierd ingevoerd en deze tot geen poeder gemalen, dan na vooraf behoorlijk gekeurd en goed bevefden te zijn. Daar ondertus= fchen de Keumvorst van de Paltz -hierbij geene genoegzame rekening fcheen te vinden, als rakende op deze wijze alleen de beste ftukken kwijt, waar= van de grootfte voorraad niet is, trachtede hij, door eene verhoogde be= dasting op den uitvoer Kan ongemálen Cement, de Staten der voormalige Provincên te verbinden tot het aannemen van het reeds gepoederde ftof. De Keizer van Frankrijk heeft naderhand voor het belang van zijn” Rijke noodig geoordeeld, die belasting nog aanmerkelijk te verhoogen , aanbie- dende echter , om dezelve even fpoedig te verminderen, als men den’ invoer van gemalen Tras binen dit Rijk zal vrijftellen. Hetzelfde bezwaar in= tusfchen tegen den “invoer van gemalen “Tras, de onzekerheid natnelijk wan de echtheid der ftoffe, nu even zeer, als in de voorgaande eeuw C be. (148 3 beftaande , heeft. fetzelve tot vele overwegingen bij het Gouvernement aan« leiding gegeven, en men is tot heden deswegens tot geen vast befluit ge= komen. … Zijne Excellentie, de Minister van Eeredienst en Binnenlandfche Zaken begeert, in dezen ftaat wan zaken, de gedachten der Eerfte Klasfe te vernemen, of en in hoe verre men aan het verlangen; des Franfchen Keie zers zoude mogen voldoen. ES Eene zaak van zoo veel gewigt, bij. wier. beflisfing op «zoo vele én zoo bijzondere betrekkingen dient te worden acht gegeven, heeft de. Klasfe gemeend niet te mogen afdoen, zonder het advies. van, hare Leden vroLrx, PAETS VAN TROOSTWYK €En BLANKEN gehoord te hebben. Die echter te raden zijn geworden, over dit ftuk hunne gedachten te fparen,- totdat zij over eene andere niet minder belangrijke ftof:- zouden hebben rapport ge= daan; of namelijk het federt 1789 in zwang zijnde binnenlandfche Cement aan het buitenlandfche Tras niet kan opwegen en hetzelve vervangen. Door ‘binnenlandfche Cement worden uitfluitend dat van Am/terdam en Utrecht aangeduid, terwijl het buitenland{che onder den naam van Dordfehe Tras algemeen. bekend is. i ‚Eene anbevooroordeelde vergelijking van alles, wat over dit nieuw Cee ment federt al die jaren is gefchreven , het naauwkeurigst onderzoek van de ‘waterdigte werken, daarmede in Amfterdam gemetfeld, eene zeer groote reeks van proeven met het taaifte geduld ondernomen en voortgezet, door middel van een eigen toeftel, om den graad van zamenhang; zoo der Cementdeeltjes onderling , als met de oppervlakteù- der fteenen te vergelij per hebben hen eindelijk de volgende befluiten-doen opmaken, e - Dat het Amfterdamsch Cement, gebrand uit de gezuiverde modder van per IJ, een zeer gefchikte ftof is tot het maken van waterdigte werken. 2 2°, Dat het even zeer voldoet in zoete als in brak water. 3. Dat er echter in de eerfte weken, nadat beide metfelfpeciën, die van Amfterdam en Dordrecht verwerkt en-onder water gezet zijn, verfchil plaats Ca) plaats heeft tusfchen den graad van verfteening „ zóödat de Amfterdamfche langzamer, de Dordfche fpoediger verhardt. 24° Dat dit verfchil op de dertiende “week geheel is weggenomen, en zoo het gerekend mag worden, als dan nog te beftaan,; zulks ten voors deele van het Amfterdamfche Cement verkeerd ís. 5e. Dat het gevoelen , als of eene metfelfpecie , uit Cement gevormd 5 zes weken behoort onder water te ftaan ,om eenen genoegzamen graad van verfteening te verkrijgen , geheel ongegrond is. 6°. Dat immers de onderlinge zamenhechting vân Cement en fteen veel _fterker is bij droog gehoudene proeven, dan bij zoodanige, als gedurende hetzelfde tijdsverloop onder water geftaan hebben. 7°. Dat het echter zijne nuttigheid heeft, bij het onderzoek naar de deugdelijkheid van eenige Cementftoffen „ ze onder water te zetten, ef na eenen bepaalden tijd, bij voorbeeld, van zes weken , den graad van zamen= hang en verharding te beproeven. 89, Dat de gewoonlijk gebruikt wordende evenredigheid van vijf deelen Cement en zes deelen Steenkalk zeer goed aan het oogmerk voldoet. …_g°, Dat integendeel het bijvoegen van zand of het vermeerderen van, den Steenkalk hinderlijk is aan de kracht van zamenhechting. + 10° Dat evenwel, hoe fterk het Cement zich met de fteenen moge vereenigen, de zamenhang van zijne deeltjes onderling altijd grooter is, ae die, waardoor zij op de oppervlakte der fteenen gehecht wordt. 9, Dat het Utrechtfche graauwe Cement een sen grer ftof is, dt op de lijst der Cementen geene plaats verdient. 12°, Dat het Utrechtfche roode Cement eenen zekeren graad van verhara ding en zamenhang met de fteenen ondergaat. 13°. Dat het echter, bij het bezit van ftoffen , welke het verre weg in deugdelijkheid overtreffen , van luttele waarde is voor waterdigte werken, De Eerfte Klasfe vond goed, bij deze refultaten , die uit de genomene proeven onmiddellijk voortvloeiden, de volgende bedenkingen te voegen , en C 2 aan C 20 ) aan de overweging van. Zijne Excellentie den Minister van Eeredienst en Binnenlandfche Zaken eerbiedig te onderwerpen. 19. Dat het Amfterdamfche Cement de hooge befcherming van het Gouvernement overwaardig is, al 29, Dat zijne langzamere verharding niet wel een“ grond” van scheuten geven kan, Want de aard van waterdigte werken brengt mede, dat gedu= réndé. eenigen tijd, en wel, zoo lange men onder het waterpeil bezig is met metfelen, deze vloeiftof ‚van hunne wanden wordt afgekeerd. In,de eerfte dagen, fomtijds in de eerfte weken, zijn zij, dus van, alle aanperfing des waters vrij. : Ì 3°. Dat, al ware zulks het geval niet, dan nog-de verharding , hoewel in de eerfte weken minder, dan bij het Dordfche Tras, echter van genoeg- ‘zame kracht kan gerekend wanden om alle” vrees voor gevaar op te heffen. 5 : 4°. -Dat het voorbeeld van het Utrechtfche Cement overtuigend. leert, dat men de vrijheid tot het. maken van Cement niet algemeen zou behooren. open te flellen, neen maar, door verbiedende wetten. zorg te dragen ‚ dat: niemand dan na bekomen octrooi, zich met het fabriceren en afleveren. van deze ftof zoude vermogen af te geven. 5°, Dat hij, wien zulk een octrooi werd afgegeven, zich bij ede. Zou. moeten verbinden, van nimmer eenig Cement-te zullen afleveren „dan vocr Se Oner hij kon inflaan. „ Dat deze deugdelijkheid door zekere proef „nader te. bepalen „ zor moeten kunnen bevestigd worden, 7°. Dat dan ook geene publieke waterkeeringen , fleizen of welke andere: waterdigte werken zouden behooren-te worden aanbefleed , dan onder voors waarde, van hier toe Amfterdamsch Cement te gebruiken. Het geheel wordt befloten door het toevoegen van eenige afbeeldingen, die tot opkeldering der „proeven, waarvan in het Rapport, geueik wordt, dienflig zijn. Zoo Ca) «Zoo ‘verre „Mine Heeren „kwam de Eerfte-Klasfe-op het einde van dit jaar, met.-de vervulling van de verfchillende lastgevingen welke zij of -on- middellijk door „Zijne. Majesteit „den Koning „óf middellijk door Hoogstdes- zelfs Minister van Pinnen Zaken. deeer. ais ke van tesont= vangen. 305ted o ; 3 Eteelijke- “zijn nog niet ten einde gebragt, het zij- in om het gewist dat -dezelve- in{luiten ende langdurige” nafporingen „die hiertoe moeten ‘aangewend worden , het zij wegens de moeielijkheid, om de, Leden. der Kommisfiën:, die met zoo. vele andere zware posten: door “het „Gouverne» ment. vereerd» Zijn , “tot eene bijeenkomst te verzamelen, het zij eindelijk, omdât die ftukken eerst-zeer onlangs aan de Klasfe zijn toevertrouwd. Ik zal echter, opdat moge blijken, waarmede de Eerfte Klastë van Gouvernementswege nog belast is, eene lijst dier ftukken,doch ook flechts eene bloote. lijst „ aan uwe aandacht voorlezen. 1°. Last van Zijne Majesteit , om des mogelijk middelen te beramen ten einde de Hoofdftad van goed water te- voorzien, zoodat de minvermo= ‚gende klasfe- van ingezetenen hetzelve, om te drinken. en ter beseiding van Ne bekomen kunne. A „Het onderzoek eener Noodzaag-Machine van jAN VAN DAM, Kisten te Rotterdam. 3% Het geven van: confideratiën en advies” op. het model eens werke - tuigs ‚„--om lieden-uit den brand. te redden, alsmede op -het rekest; door den maker dezer Machine, den Heer ALBRECHT HELMUTH HIEMCKE ; aan Zijne Majesteit, ter verkrijging van ecne redelijke belooning voor derzelver mededeeling, A -4°. Last van Zijne Mijesteit den Koning, om den blaasfteen van. zer kere „lijderesfe. te. onderzoeken en na te gaan „ of de behandeling der zieke , hare: voorgaande. en-tegenwoordige gefteldheid, niet tot nieuwe parraigent, wegens de. behandeling dezer ziekte, zouden, kunnen leiden. C 3 5°. On- - Cin 'S HOR 9 Onderzoëk naär ‘den: aard van zekere. fteenen „die onder den am. van Pfeudo - Diamanten op den Lochemfchen Berg te vinden zijn. =- 6% Mededeeling der gedachten over. zekere brente in jr istpiie voorwerpen , van den Heer ABRAHAM YPELAAR: 7%. Een voorftel van het Fransch Gouvelveikladt ze} tot vermindering van de beftaande belâsting op den invoer binnen -dit-Rijk wan gemälen Tras vof Duiffteen, begeleid van een daartoe betrekkelijk Rapport van den Directeur - Generaal over den Waterftaat, met de daarbij behoorende oftuke ken „/ftrekkeride «heteen en ander, tenseinde de Eerfte Klasfe den inhoud dier ftukken tot cen onderwerp. harer rafporingen zoude „maken; en, Zijner Excellentie ‚den Minister van Eeredienst en Binnenlandíche Zaken, dienen van Rapporte De bearbeiding van alle ded ftukken zullen voor een rijd Verflaz rijke bouwftof opleveren, uwer aandacht niet geheel onwaardige - } Eene ander foort van werkzaamheid, waarmede de Klasfe zich insgelijks heeft” moeten bezig houden, vloeit ormiddellijk voort uit de bepalingen’, welke in het Reglement voor het Koninklijk Inftituut vervat zijn. Raad- plegende met hare behoeften, toefde zij niet, om reeds in eene harer-eerfte Vergaderingen eene Kommisfie te benoemen, beftaande uit de Heeren vAN BEECK’ CALKOEN ; GLAVIMANS, VAN MARUM, BENNET EN BRUGMANS , ten einde na te: gaan, wat de Klasfe, reeds bij den aanvang harer. werke zaamheden” zou kunnen noodig hebben; zich tevens voorbehoudende, om daarna, volgens het bepaalde bij $ 46 ten vijfden, eene beredeneerde Memorie aan Zijne Majesteit aan te bieden, waarin bij ruimeren omvang alles-zou worden opgegeven „ wat: ter, zake dienftig is. Hier âan is door: hare Gekommitteerden volijverig beantwoord, goodet de Eerfte Klasfe zicht reeds op den egften van Oogstmaand des voorleden jaars in de mogelijkheid: bevond, in eene beredeneerde voordragt aan. Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandfche Zaken opgave te doen van : de C 2 J de noodzakelijke behoeften: voor hare Werkzaamheden. … Tot heden echten is-der Klasfe onbekend acker » welk. befluit Zijne Majesteit op dit voors ftel genomen hebbe, ‘S'28 des-Reglements voor het Koninklijk Taftituot aan - iedere Klasfe ae vrijheid latende „ om, jaarlijks een of meerdere prijzen uit te loven , werden de Heeren KRAYENHOFF, “GOUDRIAAN, PAETS VAN TROOSTWYK ; KOPS, ei vROLIK vefzocht, daarop hunne gedachten te bepalen, , met last om bijzonder te letten op den- rang en de fchikking , welke men zal in acht, houden ten“ opzigte der takken. van - wetenfchap, waaruit de vraagftoffen gehomen worden 5 zijnde alle Leden der Klasfe gelijktijdig opgewekt, om de, vragen; die hun te binnen mogten fchieten, ende bijzondere, gedachten die zij over dit werk hebben ,„ wel te willen mededcelen. „Het Rapport: dezer Kommisfie, is U „ Mijne Heeren , allen bekend. Door: de: Klasfe niet“ongunftig opgenomen, is het bijzonder vereerd geworden, door de hooge goedkeuring Zijner Majesteit, flechts deze kleine verande=: ring of, zoo men ‘wil, beperking, ondergaan hebbende, dat alle. prijsvra- gen „welke door het Inftituut zullen worden voorgefteld „ aan Zijne Majesteit ter goedkeuring moeten worden aangeboden, terwijl Zijne Majesteit der Eerfte Klasfe tevens herinnert, dat hare prijsvragen vooral tot den Waters _ fraat betrekkelijk „behooren te zijn, en deszelfs. belang fterk moeten aane dringen. ) en valey; oon ded _De Klasfe aan de hierbij goedgekeurde volgorde verbonden zijnde, heeft: voor het eerfte jaar de tweede en vierde Afdeeling uitgenoodigd tot het ontwerpen van prijsvragen, haar nogtans in het bijzonder aan Zijrler Majesteits welbehagen herinnerende. Het geen twee zeer belangrijke vraag: ftukken , een betrekkelijk den Waterflaat, een ander rakende den Staat van onzen Vaderlandfchen Landbouw, ten gevolge gehad heeft. Welke beide aan Zijne Majesteit ter goedkeuring zijn aangeboden, «en Bie Id de Klasfe Hoogstdeszelfs beflisfing’ te ‘gemoet ziet, t $ Niet wel kunnende vooronderfteld worden , dat de inhoud van © 27 des Ca) Reglements voor het Koninklijk Inftituut , waarbij ällo ‘de perforien „ die de Wetenfehappen „de Letterkunde, of de Schoone Kunsten beoefenen , expres= felijk worden uitgenoodigd, om de vruchten van hunne werkzaamheden en nâfporingen. aan het Inftituut mede te deelen, algemeen genoeg bekend is, vónd de Eerfte Klasfe’ goed , de overige Klasfen uitste noodigen „ om door de Sekretarisfen" respectivelijk- eene aankondiging in de Koninklijke, Courant te doen plaatfen , waarbij de inhoud van gemelde $ meer. bepaal delijk ter kennisfe van -het publiek gebragt: zoude worden. Aan welke witnoodiging door allen gereedeliijjk is voldaan. Het zal in den. voortgang van dit Verflag ‘blijken, dat de aankondiging door de. Berfte Klasfe niet vergeefs is verrigt geworden, Het kouden van eene Openbare Vergadering , aan rd Klasfe eenmaal ’sjaars aanbevolen , is een‘ zoo vereerende last ,ftrekt zoo ‘zeer tot luister van hare -Inftelling ; is zoo,“bijzonder gefchikt , om-de geestdrift en den na- ijver voór al wat edel en-fchoon is op te wekken , dat de Eerfte. Klasfé, met diepen jammer erkennen moet, door het gemis van eene gefchikte plaats voor zulk‘ eche achtbare: bijeenkomst; “in. de- vervulling van haren pligt te zijn belet geworden. -Zij wenscht wuriglijk , dat, het Zijner Ma- jesteit den Koning die zoo vele uitftekende bewijzen geeft, dat Kunsten en Wetenfchappen daher van ‘Hoogstdeszelfs eerfte zorgen uitmaken; „ behagen zal, voor deze en zoo vele andere behoeften de noodige woor=; ziening. té seri nin „Dat alle. Wetenfhappen ‚door een. zeer naauwen band onderling zijn zaamgefnoêrd ‘en als in een geftrengeld, beweerde men reeds van de vroegfte tiden,, De waarheid van: dit „gezegde heeft zich echter misfchien nooit in een klaarder- licht voorgedaan ‚dan in de laatstverloopene jaren „waar „de wetenfchappelijke sider it in-het valgemeen, -doch allerbijzonderst die “tot de Natuurkunde betrekking ‘hebben ‚zulk een invloed verwierven op de overige takken van geleerde oefenmg,. dat men zonder behulp van deze in het ‘duister zou ronddwalen bij gene. Zijne Majesteit, de Koning, met | E C 25 mmet--deze „Onderlinge -behoefte-ten volle. bekend, heeft daarom wijsfclijk. bij $ 26 des Reglements voor het Inftituut bevolen, „dat, wanneer eene Klasfe eenig werk zal hebben-ondernomen of met eenig rapport belast zijns voor het welk de kundigheden der, overige Klasfen. of van fommigen der- zelve nuttig;of. noodig zijn “kunnen, zij daarvan dadelijk,aan die Klasfen zal. kennis geven, welke Kommisfarisfen. zullen benoemen, om aan het werk van de Klasfe „ die aanvrage gedaan heeft, deel te nemen.” „In zoodanig. geval. verkeerde. de Eerfte,Klasfe reeds. eenmaal in het: pri loopen. jaar , -en_ twee „Kommisfarisfen van de Vierde Klasfe. kwamen, haar broederlijk „te hulp. „:Een ‚gelijk. geval ftelde zich de Tweede Klaste VOOTe Zij zelve -moge „beoordeelen ‚wat men ter ‘bevordering van haar oogmerk beter of fpoediger zou hebben kunnen verrigten, dan het geen door de Eerfte Klasfe gefchied is, Het ongeveinsde aanbod van de medewerking door alle derzelver Leden tot het belangrijk werk,des Hollandfchen . Woor= denboeks , „en een Kommisforiaal van twee „Leden, met name de Heeren BONN ED, BRUGMANS, om gemeenfchappelijk. metde Tweede Klasfe , het onderzoek vaan te vangen naar den invloed, welken niet flechts de luchts- gefteldheid, de plaatfelijke ligging der volken „ het klimaat in een woord, maar vooral ook de verfchillende bewerktuiging van hunne fpraakorganen op de taal, „zoo, in het algemeen „… als‚in ’t bijzonder en bijzonderst op de Hollandfche ‘fteeds gehad heeft, en als nog blijft oefenen, meenen, wij, dat genoegzaam „doen. zien, hoe „zeer de. Eerfte Klasfe tot het. houden van gemeenfchappelijken arbeid genegen ise ne teel Mijne Han $ heb ik gemeend wan de Werkzaamheden der Eerfte: Klasfe „als onmiddellijk uit het Reglement des Koninklijken Infti- tuuts voortvloeijende, aan uwe. vereerende aandacht te moeten voorftellen. Hier echter ‚is „hare „taak ‚niet mede afgedaan. Bij; het aanvaarden des. eer- wollen. titels ‚ verbonden zich hare Leden, tot de volmaking der Weten» zoa D fchap- , C 26 j fchappên’ werkzaam te zijn, zoo door hunne- bijzondere: nafporingen en eigene ontdekkingen, als door de-zorg; om devpafporingen: én ontdekkirde gen, “welke zoo” inidit Rijk „ als- in anderelanden jereeds- zijn gedaad ‘en. hog dadelijk gedaan worden, bij veer te zamelens/stort sb Avis sul voor 2 Aar deze verbindtenis is’ rijkelijk voldaan geworden yomiet! alleen” :door het licht, cat in verfehillende Kommisforialèn ‘is vérfprdid” overbelanirijke aâre vragen van het Gouvernement, maar “door ‘het inleverèn ‘van uitgewerkte Verhandelingen „ het mededeelen van „gedane ontdekkitigen,, > het doen” van nieuwe ofhet“ bevestigen vandoor ‘anderen ‘geraakte’ waarnemirigeits het deveren vàn ontwerpen 3 die “tot belangrijke” gevolgen ‘leiden kunnen, en wat - wan >dien “aard” mier is.” Bere : ‘eenvoudige “opgave” vend beflisfing. dienen. au asddsthtnes óf W apad , _ Naauwelijks hâd de ‘Eerfte Klasfe häre Wist sad 8E zij werd” verrast door éene Verhandeling van den’ Heere pe” rs "van ‘prter CALKOEN , “Hiöùdètide „Jets òvér “de “Theories van de terugkaatfing dés dichts „voornamelijk door“ Parabolifche of -SphäerifvhérSpiegdlsye vror "Het is bekend, daf, onder alle’ niogelikë gedianitë van hölle’ Spiegels alleen ‘de’ Parabolifche het voorregt' heeft, van“ alle 5 ‘evenwijdig aan- den As op de geheele oppervlakte des’ Spiegels vallende ftralen, naauwkeuriglijk in één" brandpunt te verzamelen , “zoodat -een’ voorwerp op &én Zeër verren. aftand in "de rigting van’ dien As geplaatst, door: cen “Teleskoop ; vak “zulk: een ‘Objectief Spiegel voorzien ; met‘ de“ meest mogelijke hetderkieid. gezien wordt. Doch dit geldt alleenlijk omerent voorwerpen’ sit “de rigting van dien As geplaatst, terwijl alle andere ftralen „ van de geheele opper- vlakte des Spiegels te rug gekaatst, zich nimmer in het zelfde brandpunt naauwkeuriglijk kunnen’ wercênigen ; waaruit’ dus in ‘het Overige ‘gezigtsveld altijd eenìge “owduïidelijkheid- geboren” wordt. sn mes „vvatondov ann -Offchóon sf “dit “órigdmale: aans lalle “holle Spiëgels ‚vin welke ‘gedaatite gok, gemeen zij; zou het echter” in bedenking kunnen komen „'òf’ ef ‘mat at ú eh eene: CC) eene gedaante “ware uit te-denken ; welke « het - geheele. gezigtsveld. eenige grootere - duidelijkheid zoude/kunnen . bijzetten. De. Hoogleeraar FiscnER had. onlangs--gemeend „der „Sphaerifche gedaante: boven «de . Parabolifche's ten bedoelden einde, de „voorkeur „te moêten-gevenz en hoewel hij-naders hand „dit. gevoelen „heeft ‘te‚-rug; genomen „fchijnt: dit ‘echter aan den Heet VAN BEECK CALKOEN aanleiding’ gegevenste hebben, om «het fluk -op nieuw naauwkeurig te onderzoeken, Hij lost ten dien einde. een der. alge» meenfte voorftellen van de Spiegelkunde op.eene zeersvernuftige. en Wise kundige. wijze-op:s;seú leide-daaruit>eene reeks. van, gevolgen. af, waarvan de eindelijke uitkomst: deze- lis - vrdat. eene- Parabolifche Spiegel: alle de opvallende. ftralen deter ; dan. de Sphiaerifche wereenigt.” relo) ankh De Klasfe voegde zich gaarne bij, het uitgebragt tte van hare: Gekome „mitteerden ‚ dat de wijze „waarop de Schrijver zijn {luk “behandeld ! heeft á eer -doet: aan: zijn wiskundig: vernuft „en dat deze. ggn verdient id hare uit te geven werken geplaatst te wordens r De eerbindeiuundige en hkenidkiaë grijsaard „wiens: hooge leeftijd hog „door het volle licht ‘eener-…wiskundige. genie beftraald wordt, deed meer dan“ eene Vergädering” bijzonder” belangrijk worden. ” Elke Verhandeling ‘toch; welke door! eenen HENNERT* “wordt vdangeboden , fchijnt vals. cene ‘zeer gewigtige'‘bijdrage’ voor het vak der wiskündige wetenfchappen gretig te “moeten Worden aangenomen. ‘En deze» abten zijn nu reeds tôt vier gêlddómmens* «sue eens re À Op eene echter tot nu toe flechts het berigt der Gelieiuihegeiden suk figekorme; is het * mij alleen geoorloofd, daarover het gevoelen der Klasfe hie openbären. — “Zij draâgt ten’ titel ner de wash : door pák Fe BERNERIGS GO 9D „ng ouw > Dè Heer HENNERT nagdatide ‚ dat tnefi3 bi de weiskordigë vereni si Optaalbtogsen zich alleen ‘had bezig’ gehouden met de’ beparig van - De het (8 j het evenwigt in” derzelver vêrfchillende “ftanden „ door "den ketting, “aan haar uiteinde vastgehecht, te doen loopen «over eene fchijf , boyen op den ftijl geplaatst, en aan het ander einde van: dien’ ketting een gewigt te doen werken , kwam op eene geheel andere gedachte,’ dat men namelijk dè beweging eener Ophaalbrug niet. behoort te befchouwen 5 als in” eenen ‘taat van evenwigt, maar eigenlijk als die van. eene vertragende en: verfnellende kracht, die zelfs, als men alle DEEP: daarbij in emg neemt „ niet eens beflendig. is » ta De Analytifche bewerkingen van dit: Glsterobsej tlineboradie reeden aan den roem, dien de geleerde Schrijver „tfedert. lang „ door “zijne menig= vuldige fchriften verworven” en- waardoor «hij »zich „vals veen der eerfte en woornaamfte Wiskunstenaren van. Europa’ verdienttelijk gemaakt heeft. ‚ De Klasft aarzelde daarom geen oogenblik, deze Verhandeling met dank baarheid. aan te nemen „en te bepalen , dat aan -dezelve in-hare: uit te ge vene werken eene eerfte vergr zou worden: asen doe 3 «Onder de ftukken-„- welke de Eerfte Klasfe bijzondere nafporiug waardig oordeelde, bevond zich een werkje „het; geen, de, Heer CADET DE VAUX aan het Inftituut ten. gefchenke gezonden had, onder den “titel3 Zraité Sur la matière Sucrde de la Pomme, Het was toch. om meer,dan ‚eene zeden belangrijk, pa te gaan, of men voor de zoo ‚hoog in-prijs geftegene Suiker geen beter Surrogaat zou. kunnen vinden in de fuikerftof der. zoete Appelen, dan in zoo vele andere aaa als men daartoe reeds had blj ha genomen. diger tt art gerda “Ons Medelid. den Heer DRIESSEN wilde ehs „met dit es ain ee Aal kiek en deed, ‚in „een. uitgebreid Verflag -en bijgevoegde proeven der Sijroop » genoegzaam zien ‚ dat geene Appelen, die op onzen. bodem was fen met “eenig nut of vuitzigt; op voordeel. ten „ gezegden oogmerk zouden kunnen gebezigd. worden „ dat. het echter, twijfelachtig is, of de Pomme ú de tw de St, Jean Huré, die zoo welig groeit in de valei van Montmorency en” door caver DE vaux beproefd is,vingevalle zij in dit Koningrijk wilde voortkomen, niet » wel” betere” uitkomtten zoude opleveren. Tot ‘opheffing van dezen twijfel is den Heer priesseN verzocht geworden , zelfs ten koste der Klasfe, geene moeite te willen fparen. Toen LAvoIsIER aan den ffaat der Scheikunde eene geheel nieuwe ge= ‘daante gaf, fcheen deze wetenfchap tot het toppunt van zekerheid geklom- men te zijn, en niemand gewisfelijk zou hebben kunnen vermoeden, dat ‘korte jaren, na de vestiging van dit leerftelfel, een toevallig verfchijnfel Zoo vele andere wenken “zoude opleveren tot de belangrijkfte ontdekkingen in Natuur- en Scheikunde. De Galvanifehe- vloeiftof werd in de handen ‘van ervarene mannen een nieuw middel, waardoor men ligchamen: vere “eehigde, die buiten zijn invloed, als van elkanderen geheel vreemd waren “voorgekomen , en wederkeerig ftoffen ontbond, die tegen alle andere krach- “ten zich beftendig verzet hadden. De grondftof der Potasch was het one verwinnelijk ftruikelblok geweest; pAvy ftelt dit loógzout aan de werking. “der “Gilwanifche vloëiftof bloot, en het potafium openbaart zich, eene „metaalftof, die met de zonderlingfte eigenfchappen voorzien is« ‘ — Als nu de mogelijkheid hebbende leeren kennen, van de Potasch in hare ‘beltanddeelen óp te losfen , tracht men ‘door eenen ‘hoogen’ graad van hitte, hetzelfde te bewerken , hetgeen de reeds gemelde vloeiftof zoo gefnakkelijk verrigt. «GUY LUSSAC EN THENARD, flagen in hunnen proefnemingen en ‘de Deer vAN MARUM bevestigt hunne uitkomften bij de mededeling van ‘het metaàl, dogr hem, in medewerking van den Heer KERONARD DS bij gloeihitte uit de oasrn verkregen. pn) Gelijk in het Dierenrijk zeer vele afwijkingen van de oorfpronkelijke gé- daanten worden aangetroffen, zoo ook in het Plantenrijk, KoELREUTER D 3 __ _ bragt C'se ) bragt het zelfs doot. kunstmatige. bewerkingen -zo0, verre, dat bij de eene foort. van Nicotiana inde vandere geheel. deed; overgaan, met, verdelging eindelijk van den oorfpronkelijken.; vorm van, die- plant, „waarop de proef ondernomen was. Uitermate zeldzaam echter, zijn foortgelijke voorbeelden in den vrijen Natuurftaat „waar geen menfchelijk bedwang zijnen invloed heeft doen gelden. Geen wonder derhalve, dat LINNAEUS, zekeren vorm van plantgewas ontdekkende „ die met geene der bekende gelijk ftond, en nog= tans‚in {taat was, voort te teelen, een eigen geflacht daarvan ging vore WE hetzelve met den naam, Peloria, beftempelende, „Men is echter. naderhand overtuigend onderrigt sets. dat die. ge waande geflacht flechts „eene. fpeling is van de Antirrhinum Linaria, zoodat men: zelfs de- langzame overgangen in de gedaantens der bloemen -__zigtbaar konde aantoonen. „De Heer korps, ons Medelid, alle de graden __van verbastering op eene enkele plant ontdekt hebbende, wond deze. waare neming. belangrijk ‚genoeg , om haar aan de Eerfte Klasfe mede te deelen „ en, helderde dezelve «door twee keurige gravures op. Welk, een en ander amet dankzegging is aangenomen. „Eene tweede waarneming ‚van dienzelfden » Heer- betreft. de Beta marie sima, welke ‚bij pr GoRTER-ÍN zijne Flora Septem Provinciarum wordt opgegeven.s-.als alleen, groeijende, aan den ‚zeekant. bij Helvoetfluis doch aan ‚den, kant, vanhet , d bij de armand dacht ven door hem ook ‚nu is camii, geworden, b bt) el d ep, tet gheen hen ensen: zijnde sonnet 2 dat bi de goedkotiige roverftroomingen. in. Gelderland „en: wel bepaaldelijk „ bij het „doorbreken van den dijk te Loenen in de Over-Betuwe in het begin van, 1809 „ uit den grond eenige groote beenderen waren opgefimeten, waarvan fommigen aan éen Elefant, fchenen :te--behooren ‚maakte zulks de, nieuwsgierigheid „gaande van Eken ‘Aardrijkskundigen. Inden omtrek van ’s Hertogenbosch daer 8 } wa. "G CRD _ waren) in deworige eeuw reeds verfcheidene. beerien van Elefanten. ontdekt , waarvan. eenige nog’ voorbanden zijn in het uitmuntend: Kabinet van: wijlen den-;grooten. CAMPERs, Ja shetzelve „bevindt zich, ook, het dijbeen en de rugwervel van,eenisjongen, Elefant „uit den. watervloed van „den Alblase, ferwaard , die in het jaar 1759 voorviel, De vergelijking dezer laatfte ftukken met die van obreh zou ‘bovenal bijzonder belangrijk zijn. En er ís alle hoop , dat ‘hier toe de gelegenheid aan’ de “Eerfte Klasfe niet “zalvonthouden- worden. » Het toeftaan) van. der= zelver teekeningen door‘den. Minister van Binneplandfche Zaken „ „met vers lof, om “hierna “kópijën te laten: trekken; gaf de eerfte „gelegenheid, tot befpiegeling, die echter geen gunftig vermoeden van de zuiverheid. dezer. afbeeldfels „deed vormen. … Waarvan dan. ook onverwijld aan welgemelden Minister door den Voorzitter dezer Klasfe is ‘kennis gegeven, Buiten de ‘werkzaamheden, waarvan ik tot. heden meer of min uîtge- breid Vering ‘heb kunnen “dóen, zijn er nog“ velé, zóo door Leden der Eerfte Klasfe , als hare Korrespondenten en andere Geleerden „geene Tueden of Worteipoliasiseis des Inftituuts zijnde, -gunftig «aangeboden. Ik zal mij hier met eene optelling van derzelver titels moeten vergenoegen,. Zoo lange immers de. Klasfe, zich, over derzelver waarde niet verklaard heeft, voegt. het mij, niet; „in „eene, basiosrie, ‘befchouwing - van haren inhoud, te-treden. rolled. zand ey bal { mi 19. dek. looks bi 4 “Door Leden: der Eerfte Klasfe zijn dan ter r breordedig sborgefiald 8 volgende A biegricie nr de als: el Dee, moles nw Ca? Verhandeling ‘van den “Heer HENNERT, fur lescorbites des Ge mêtes. go) Vertoog wan o.m. Moka nopens den oppen med dér Rivieren met zes Bijlagen, gukunibiuoos Tat, MaCdaf ei dolsnaad De lie CEI 3%. “Hennerr , Mémoire fur le mouvement ‚que fuivent. les; Corps entourés d'une Corde, pendant le developpement de la. Cordes 4. VAN ‘BEECK CALKOEN; ovér de Theorie der“gemiddelde waardij _ uit een zeker aantal grootheden of afzonderlijke waarnemingen. 5°. HeNNeERT , fur les écoulemens des eaux par Îles Orifices. Door Korrespondenten, der Eerfte Klasfe: -1°. HurcHELBOS VAN LIENDER „Memorie, waarbij de aandacht der, Eerfte Klasfe bepaald wordt op het voordeel,-dat- in, het aanleggen, van- ijzeren Apen in Nan van «het-graven van Kanalen zoude, gele; gen zijn. En ï ao, ErickmaA, over een nieuw , eenvoudig en omkostbaar werktuig tot het opbrengen van Water. ib, sale - „Door Geleerden, geene Leden of Korrespondenten des Inftituuts zijnde, ‚Ge TROOST » Befchrijving, ‚van eenen nog niet bekenden Kristalvorm, van sin Fer Arfenical. …— EP 89, OBBE SICCO:BANGMAs Nertandeling over de Methode van DOU- wes, om de Buitenmiddags- breedte te bepalen. 3°. Een Adres van den Heer r; T‚ ECKHARDT, met de: bodies: Bijlagen, ten einde de Eerfte Klasfe zich moge verledigen tot het-onders- zoek van het voordeel, dat er in hunne uitvinding van het hellend.Schep= rad tòt het droogmaken van waterplasfen zoude gelegen zijn ,-en na bevind peet zaken een declaratoir af te geven. RENT ‚ -G.- “TROOST z::Natuurs „en Scheikundige Befchrijving van den Ben ijs … Van vier ‘Verhandelingen, “insgelijks ‚door. lieden, ‚dietot het an geene betrekking hebben » ter beoordeeling aangeboden , zal-het voegzamer, zijn a C 133 2 zijn te zwijgene-… Eene derzelve, als reeds elders.door den druk gemeen „gemaakt zijnde, kon geen onderwerp van overweging uitmaken, terwijl de drie overige onwaardig gekeurd werden, om door de Eerfte Klasft te worden aangenomen. Mij fchiet dus allten nog over, met een woord te melden, dat de Eerfte Klasft zoo van hare Leden, als van particulieren, geene Leden des Inftituuts zijnde, door de mededeeling hunner uitgegevene- werken, meer dan een blijk ontvangen heeft van de achting, welke zij dezer Koninklijke Inftelling toedragen. De Minister van Binnenlandfche Zaken zelfs gaf hier een blik van door het toezenden van een exemplaar van den Staat des Landbouws in het Koningrijk Holland, over elk der Jaren 1806 en 1807, afzonderlijk bij welgemelde Ministerie opgemaakt. De overige werken zijn: 1. Proeven over de ontvonking en branding van Metaal- Oxydes, door PAETS VAN TROOSTWYK, LAAUWERENBURGH € VROLIKe 2°. LA PLACE, fur le Mouvement de la lumière dans les milieux : diaphanes. 3°, WALTER ; ú. e.) Remarques fur l'art des Accouchemens, 4°. Expofition et Défence de ma Theorie de 1’ Organifation Végétale, par Mr. BRISSEAU-MIRBEL , publié par le Dr. BILDERDYK. 5%, THOMASSEN Àà THUESSINCK, Waarnemingen omtrent de Ziekten, in de jaren 1797 en 1798, in het Nofocomium van de Hooge School te Groningen en foortgelijke Waarnemingen over de jaren 1798 en 1799. 6°. MuLpeR, Oratio de Meritis pPerrI CAMPERI in Anatomiem comparatam. 7°. J. B. VAN MONS, zes Deelen van zijn Journal de Chemie et de Phyfique. ' E g 8°, Ta- C 34 D oge, “Tables” Barometriques , par “BERNARD ‘DE “LINDENAU, 9°. A. C. BONN» over de Mastodonte of de Mammouth van den Ohio. o®. .CADET DR VAUX ‚fur la matière Sucrée de Ja Pomme. ‚ ‘Compte ‘rendu par lJpftitut „de France, A. S. M. HEm- gien et “Roi, bij een verzameld ven : uitgegeven door „den „Heere «je Le “KESTELOOT, \ 12°. Dr. STRATING, over eenige verbindingenvan den: Phosphorus. 13°. JonN CHRISTOPHER Low, Distertatio de iis, quae Veteres Philofophi de Magnitudine Telluris memoriae prodiderunt. 14°. F.J. TER BORGH, Helkandig: Waarnemingen, met eene Voor= rede van Profesfor DRIESSEN. „15%. JAN JACOB MODDERMAN , de miroir conicis in ipfo cono confideratis. led 16%, C. ALEWYN, de líneis Spiralibus. 170. Dr.-D. CRAANEN, Scheis cn Huishoudkundig Magazijn. JOANNES JACOBUS CANNEGIETER » Disfertatio Chemico= medica inauguralis de Farina et Panc, ni d 19°. Programma van,de. Societé „Médicale & Emulation te Parijs. „20% F. vÓN.KRETSCHMAN , Berigt zijns Journaals ten titel voerende „Hof vwad Shat. „Eindelijk moet ;ik nog. gewagen „van, het ‚gefchenk eens Werktuigs , van „den, Heere, DUYSTER , ziünde eene Pomp van, dubbeld efect, „welke de drie bekende eigenfchap pen van Zuig- Hef - en p Perspomp ede be= zitten. ge | | | ‚Dus- C 35 Dusdanig, Mijne Heeren, was in het afgeloopen jaar de gang van de Werkzaamheden der Eerfte Klasfe van het Koninklijk Inftituut. Ik hope mijn Verflag, harer niet geheel onwaardig, te hebben ingerigt, en alzoo met uwe goedkeuring over dezen mijnen arbeid te mogen vereerd worden. Aldus gerapporteerd in de Algemeene Vergadering van, het Koninklijk Infticuut van Wetenfchap= pén , Letterkunde, en Schoone Kunsten, den 28ften Augustus des jaars 1809. G, VROLIK, sekretaris. NENS LAG VAN DE WERKZAAMHEDEN Ees EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1Ö10. paaamenisaaar Ee Aad | hk CAeeAIN-ATEAIE. AN in rUUriTenr au La Ho ï k rs nn taputaartaa waasnsenarw Kav ERLE DA AnOOHDS ni ONIAELADAAT HEIIMIOIA HA UI TOAAGKOTIG Ort ataAt eza Ä ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! VAREN OKC E MEDELEDENI — brocant eenig. geval de goedkeuring. der méest befchaafden en ‘bestén, gevoegd bij de hooge -bêfchernting’ vân ’s Tuands Beftaurg op ónze ‘har „delingen en daden een ‘ontwijfelbaren invloed hebben: kan , welk «eenen fpoorflag “heeft dan niet de Eerfté Klasfe, na het houden. der laatst voorgaande Algemeene Vergadering , moeten ondervinden? De zigte ‘baarfte blijken van deêlneming in de reeds vólbragte ‘taak „de krachtigfte opwekking tot het bearbeiden van tiéuw''bégonmern werk , waren” voot- zeker: genoegzame drijfveren; om haar volijverig tedoen voortgaan’ in het opfporen” wan! alles „wat der wetenfchappen in het algemeen; en onzen vaderlanidfchen grond in het bijzonder voordeelig zijn moge. -… De eerfte zorg ‘der Klasfe beftond dan ook in het beramen van de ‘hoogstnoodige tmiddelen „die haar in ftaat- konden-ftellen ; om voort- durend bekend’te: blijven met de’ nieuwfte ontdekkingen, welke in de verfchillende takken van wetenfchap , aan hare bewerking toevertrouwd, \elders gemaakt’ werden. De benoeming van een groot aantal Kortes- pondenten voldeed 5 welris waar, eenigzins aat deze behoefte, doch pi: As was C 4) Was op verre na niet voldoende. Men kan toch niet verlangen, veel min verwachten, dat elke nieuwe ontdekking, elke belangrijke waarne- ming, iedere wenk, die tot nuttige gevolgen zou kunnen leiden, langs dezen weg ter kennis van onze Klasfe komen zoude, Geleerde tijdfchriften ftaan hier voor open. Uit deze verzamele een iegelijk zijnen voorraad; fchifte het kaf van het koorn en legge ten zijs nen voordeele op, wat hij met dubbele rente aan anderen zal kunnen wedergéven, + --*- Pehhenhsdan Tot het wel inrigten harer mep enecan heeft dus de Khasfe ge= ben én tot häré huishoudelijke ‘onkósten’ te mògen eier. Op geene andere wijze toch kon zij de nafporingen en ontdekkingen, welke door anderen reeds gedaan zijn of nog dadelijk gedaan worden, bij een verzamelen. Op geene andere wijze was zij in ftaat, zich voor de zao dikwerf begane’ misflag te hoeden „wan. als geheel ‘nieuw te doën voors komen hetgeen; reeds elders vwas-bekend „geraakt, > «> 4 Wat ‘zij verder tot hare organifatie-zou hebben noodig hitje is ge heel buiten: haar bereik gebleven. Ten dezen aanzien dérhalve zou ik ‚denzelfden klaagtoon moeten aanheffen , waarmede ik in ‘het- vorig jaar mijn. Verflag „opende. ‘Maar waartoe nieuwe:klagten uitgeboezemd! Dat wij ons veeleer, verheffen „van „ zoo gebrekkig onze toeftand zij, niet alleen de wetenfchappelijke loopbaan met,vollen ijver. bewandeld, maar aan de meêste aanvragenen dastgevingen, des Beftuurs naar eisch voldaan te hebben! vr robeos ie brrertee rode Hatssfing: noxto “Gij verlangt , “Mijne Heeren! die sahvingit en lastgevingen-te ken- nens” omdat zij een aanzienlijk deel--ván „onzen letterkundigen” arbeid Hebben uitgemaakt? Er, is; niets: billijken; dan ‘\dat- ik uwen wensch voldoe: 37301 Buit ti gedlferow arv madder sheela Dat de geest van marks dasdoëk en. ‘bedaard: bmi vooral vereischt wordt tot het doen’ vans nieuwe uîtvindingen3-is eene zeer be- € 2} bekende: waarheid. Het fcheelt echter veel, dat zj altijd in het oog Zou gehouden worden. Zij, die iets nieuws meenen ontdekt te hebben, zijn, of blindelings: ingenomen met hunne vinding „en fluiten, zich den weg af;tot' verder onderzoek „of misfen het: vermogen van - naauwkeu- rige vergelijking , of” zijn alde seas) met heir door anderen reeds vóór hen: gedaan iss. 105 von “Zijne Excellentie } de. bk en Binnenlandfche Zaken, van dit alles genoegzaam overtuigd, vond daarom niet goed, aan het voorftel van den ‘Heer yvan DAM y tot. het aannemen van eene zoogenaamde Noodzaag -= Machine, toe ‘te: geven, zonder het, advies van de; Eerfte gean hieróp te ‘hebben: ingewonnen us ooren veh eon De Heeren GLAVIMANS, GOUDRIAAN en baannarenën met dit onders zoek ‘belast ; hoezeer het voorftel. des Heeren van DAM prijzende, als uit zuivere beginfels- voortgekomen konden echter aan de waarde zijner ontdekking geenen bijval fchenken, en hadden ‘het zonderling genoe= gen, den Gkeyindes zelven van de nietigheid: zijns erkend wolkhmen te E bedie rs ap 9 bomer. (718 1eat “In de meeste pnt van ons Rijk vindt men aka ebariakiezed wan verfchillende dikte.” Niet verre achter Naarden ziet:-men reeds op den weg ‘deze kiezelhoudende zandlaag oppervlakkig. «Zij vertoont zich Bok -op verfcheidene plaatfeh van den- Amersfoorder-berg.… Aldaar: heeft zmên“bijzomderlijk onder deze kiezel, federt. lang > vele heldere Quarts- fteentjes gevonden, welke men’ den: ‚naam van zaten Diamanten gegeven heeft. { Doch in het bijzonder hetsbef reeds ván ‘vroegêre jaren af, de helder doorfchijhende en glinfterende. fteentjes van: den. Lochem/chen bergs bekend onder den naam van Pfeudo-Diamanten , de aandacht van Natuur* en” Staatkundigen!tot zich” getrokken.” Geen wonder; dari „dat -mén „ bij de binpenlandfche, tis vam Zijne „Majesteit, den. Koning van Holland , A 3 ld £ DN Ei ineen vorig jaars Honaenseieen op dit rijen hin „Natuur epe „maakte. na 1 Het gevolg hiervan was, ia hijg ek van. eene: Liman: es, alt „welke de Berfte Klasfe óntvings met, verzoek »om;,de, noodige, in» lichting over! derzelver-aard) td geven „en wel bizonder „over; die, genen, welke eenige gelijkenis met den Diamant fchijnen:te hebben +75 “De Heeren VAN MARUM s CAMPER” CO RRINWARDT 7: wanraansdeze-last werd opgedragen, maakten; zoo-uït het geen,/hen, reeds- van „elders bekend was, als uit het-op nieuw-aangevangen. onderzoek , :zeer,gereer delijk het befluit op:, dav ‘deze delf{toffen niet anders dan,Quartsefteenen waren, die met den waren Diamantrnietss gemeen „hebbene;,Zij „zijn namelijk niets anders 4 “dan “zuivere of min of „meer gekleurde Quarts. De Diamant daarentegen beftaat uit. koolftof , welke in. dezen haan „eene eis vormt, de Quarts zeer verre overtreffende, r ; „De Klasfë deed Verflag aan den Minister van Bianenlandfche. Zaken, wenden hèt geadvifeerde van hare. Kommisfarisfen ‚Doch: waars fchijnlijk, dat Zijne Majesteit bijzonder vermoeden heeft opgevat » dat : uit deze fteenfooften veenig algemeen nut zou te ‚trekken zijns „De Klasfe- “tem minsten"vontving op denvo6ften van Grasmaand ll, van den Minister van Binhenlandfche Zaken berigt, dat, Zijne, Majesteit: met terug. zending” van ‘het -Rappott des Ministers sbevolenhad , daf mèt het onderzoek van: voormelde fleenen - „moest vide oade: en, ied dat einde tene kleine -fom afgezonderd worden, Hout weberevan aainten De Minister verlangde, dat de Klasfe dénzelven hare perla zou mededeelen „ welk onderzoek het ten: dezen van „belang, zou kunnen zijn; verder te. doen, en „welke zer daartoe zou dienen, te. nds ‚Befteed. ast zäpeheas Sh , aarneerailleobudld nw -trnen embeasbao heeds v…De Klasfe zich-bij: haarwvorig Vonne reeds duidelijk: wssn st bende “over den taard dezer . keifteeritjes; waaruit tevens derzelver; ges zinge waarde had kunnen blijken g meende den Minister. van Binnenland- fche <2 _ Fee Zilken te “Möctei aaviferen zwart’ door ‘werktictten in fleetifoorten ; die tot verfiering dienen, te doen beoordeelen , velk „gebruik „van: de elderfleMetntjes dezer toort Zou! kuhnen-gemaaldt', en owelke, fomcitot tenig” Onderzóëk ‘óf ‘beproeving desaarigaande ‘wereischteworden> bass Zij voegde er‘‘echtér bij'z- dat’ het welligt bijzondere -nafporing:verdiee ten zou, ‘in hoe verrd deze Qyarts-kiezel tot sven dd van hee gls, bijzonderlijk voor verfekijkèrs, dientlig ware, —- > Nadat Zijne Majesteit, de Koning, op den eerften van Sptokkel mind des’ jrs 186 „Ae invoering van Chet ‘wijsgerig ftelfel van, Maten en’ Gewigten” voor dit Rijk bepaald had; werd-dan de ‘Eerfte Klaste- dé ast opgedragen , zi onledig te ”hóuden met’ het “beramen var alles, Wat daar aan Zoû kunner “bevorderlijk zijn.” Bij het gerfte Rapports waarvan zij den korten inhoud in dé’ jomgstverloopéne Algemeene Ver- gnd döor: tij deed! fchetfù , hat“ zij dè Minister * eerbicdig “ofdef ét dof Setha! “dar 'er“denige ipedisderma gen: în dehämen , radn fom» mige ‘Matén én Gewigten bij die wer gegeven, vage behooren: tige te drent vg mid 5e brigssohst food r:3 an pen be Ministér deze bedenking” det Kldste- miesins eedt del ver. zocht haar bij Misive wan dén' roden van Herfstmaând 1809, hare’ gee dach n ‚te vestigen op de aan fommige Maten en Gewigten te geven nieuwe “beni bn \“en dat“ dêtzelwer Rapport ‘aat Zijne Excclleritie zou worden” vlge zende? rotan: zavod, qiavroban nva 103 4 vald “De Heeren “vÁN “sWINDEN AENEAE; VAN BEEOK CALKOEN , FORKER; KRAYENHOFF, “VAN DEN ENDE, PAETS “ VAN - TROOSTWYK „ Cl VROLIK 5 feeds bij vroegere keuze tot het ‘werk’ der Maten ‘en Gewigten be» noemd, “bevijdgach Be or da deze” hoogsemoeijelijke staak te vold oën.’ ik é bl, toen) de d NEN bragtén’ een zéer welabe Verflag uit aan de Eerfte’ Klastes in overeenkomst van Hétwelk den niee bifige werd.” Dit Verflags she in Ce PD in een Concept- wet vandan is erven door. gaweloen.s aan. Zien Majesteit voorgefteld. …—… » is ak Doch de Koning difieakeeerdes bi Beflaie van. eind rad van an, maand deze$ jaars,“ om zich met. de voordragt, des Ministers „ tot. het veranderen “van ‘eenige nämen van. Maten en Gewigten, vervat inde wet van den eefften van Sprokkelmaand 1809, te vereenigen. Er werd alzoo door Hoogstgedachte Zijne sene bij gezegde wet wesen per ajeleeri jer ueventkoÂr* Onder de verbod wetten op den; invoer: van ‘buitenlandfche woort: brengfels’, heeft-men beftendig met de meeste nauwgezetheid die, genen in krachten volle werking trachten te, houden, welke „op. den invoer van gemalen Tras of Duiffteen, gefteld, was. „Reeds vroeger had de Keurvorst van de Paltz: die-wet willen doen intrekken of vernietigen „ in het „bijzonder - door: hooge belasting. terftellen „op „den, uitvoer van seamen agen > veene, metfelfpecie, ZO onder, „welke, hj, zeer, wel Het Hransch Goüverement eeft ondisknad deze dt nog vér. hoogd; doch zich tevens zeer; genegen getoond, dezelve op te heffen, bijaldien men den invoer van gemalen Tras, onder. zekere „bepalingen, wilde vrij latems- ns mate" SgePen ter nes sb. ao toeten ‚De Minister van, Binnenlandfche. Bobon beggerende , dat, de Eerfte Klasfe zulks tot een onderwerp harer nafporingen, zoude, maken, hebben zich de Heeren WROLIK „ PAETS. VAN TROOSTWYK , ED Je BLANKEN JANSZ. tot overweging van. dit belangrijk ftuk, bepaald én, na rijp overleg , der Klasfe geadvifeerd „den. Minister hoofdzakelijk. te, kennen te geven, dat, na de ‘proefnemingen, der Eerfte Klasfe op de, deugdelijkheid. van het Binnenlandsch, Ceïnent , alle zwarigheid is komen te vervalfen… die ariderzins in het te. rug ‘houden van het Andernachfche Tras zou, „hebben kunnen’ gelegen zijn: dat alzoo. de, verbod-wetten op den. invoer van zulk eene onzekere metfelfpecie, als de gemalen, Duiffteen is, in volle kracht Cea kracht verdienen, te blijven. gehandhaafd worden ‚te meer nog, daar er geene wijze van ‘keuren bekend. is, die voorhet bedrog, hd met deze ftoffe gepleegd wordt, kan doen waken. —= Bij openlijke uitnoodiging de- ernftige begeerte van Zijne SOR: em: de Nationale Industrie, zoo veel mogelijk, te, bevorderen , „zijnde bekend: geraakt, vloeiden van vele kanten voorftellen zamen, om tot dit heilzaam oogmerk mede te werken. « Onder anderen leverde de Heer vPELAARs bereider van Mikroskopifché voorwerpen, aan den Minister van Binnenlandfche Zaken een Verflag.in van zijne fabrijk, en gaf de middelen op tot herftel en uitbreiding van dezelve.. Zijne Excellentie ftelde deze ftukken aan de Eerfte Klasfe ter hand, ten einde hierop derzelver gedachten te vernemen. De Heeren vaN MARUM, VAN DEN ENDE € REINWARDT, aan wier. beraadflagingen zich de Klasfe wel had willen onderwerpen, lieten den Heer: YPELAAR 3 als- vervaardiger, en … verzamelaar van “voorwerpen. voor. het Mikroskoop , allen lof wedervaren, en vonden -goed te verzoeken, dat-aan. Zijne Majesteit het aankoopen van een vof meer verzamelingen van gemelde voorwerpen zou worden’ aanbevolen: : Zij meenden echter, dat de verdere. middelen ter witch. door den Heer vPELAAR opgegeven „niet wel ‘zouden zijn toe te ftaan „> om- dat. zoodanig. eene, ‘fabrijk nimmer van-algemeen. nut en aanbelang kan gerekend worden „ als ook „ omdat dergelijke verzamelingen van Mikros- kopifche voorwerpen. voor hen, die de Natuurlijke Historie. wetenfchap- pelijk, beoefenen „ van minder, waarde zijn. Het gebruik van het Mi- kroskoop toch, en het vervaardigen van voorwerpen voor het zelve, zijn aan verfchillende wijzigingen onderhevig, die niet anders ,-dan one der- het doen van waarnemingen , en naar. gelang van -het bijzonder oogmerk des waarnemers, bepaald kunnen worden. — Onder de menigte van gevaren, waaraan ’smenfchen leven beftendig is blootgefteld „ behoort het vuur voorzeker. als geen der minften te B \ wore Cm ) Worden aângézien. Dafik zijde tieging dezer landftreken ; de “menigte van waterêt; die Idar omgeven, de wijze van bouwen, «en veelvuldige Bulpmiddelen, ter redding uitgedacht, dát wij zoo fpaarzaam vän- het geweld des vuurs ónigelukkige flagtóffers_ ontmoeten.» > buso Niet allé middétéen echter zijn tot’ heden uitgeput. Want toch treft het eers Zoo, dat in de bovenftreken var éen brandend gebouw zich menfchei bevinden; wie zal door hét midden der vlammen heen ter tedding toefnellen? Buiten «de zoogendamide wr ecv) misfen” we alles, wat ter hulpe zóu mogen dienen, A. H‚ HIËMCKE, voorlieen in dienst van dên gric: aan pe iichoek van Afrika, meende hierin te kunnen voorzien, door een werktuig van Zijre vinding. Het is een zamenftel van bewegelijke Driehoeken; die door eene kruk raar boveh worden opgewonden, en aan hêt brandend gebouw dáár ter plaatfe moeten worden aangebragt, waár eenig voors werp of goederen te redden zijn. Die werktuig aan de Berfte Klasfs fen onderzoek zijnde aangeboden, bepaalde zij hare gedachten ook ójs de overige tedmachines, er hóudt zich als nog met dezelve bezig, Zij gaf echter, na ingenomen adviés van de Heeren vAN BEECK Cars KOEN 5 VAN BARNEVELD ef VAN DEN ENDE, den Minister van Binnen- Tándfché Zakén te könfiën, dat het Werktiig van den Heer tmmmck® Aúd het heilzaaïi óögmiërks waartót letzelwe wâs voorgeflagen; in aile Bevallen en omftäridigheden niet zal beántwoorden en Zij’ veerd des geenszins als nuttig ef brüïkbaar onbepaald konde aänbevelen. — Onder de ftukken, wêlke door Het Gouvernement. der Klasfe- zijn aanbevolen, teh éinde hetzelve aa häre erneer mêde te EN verdienen nog bijzondefe meldings : fb beet Ful 41°. Rekest Vâf HE Boys én AsscttiNBEReR en ‘de Wed, ' cazios en ZONEN, aam Zijne Majestéit gépreftnteerd, verzóekèride oëtfoot bm yoot den tijd van dertig jaten, iet uitfluiting van alte ändeten, binten dit Tijk te fäbfieeren ,„ malön én verkoopen Kunst « Cement „ alé f ook „ Cat ook; datde onderfcheidene Autoriteiten worden gelgst, om met hen fupplianten eene conventie te fluiten, ten einde dezelve zich tegen eenen wastgeltelden prijs, bij ‘het verwaardigen van metfelwerken , waar- toe waterdigte metfelfpecie noodig is, vander fupplianten geoctroijeerde KunstCement bedienen, Zijnde: toorts. bij „dit rekest nog, gevoegd een” Rapport op hêtzelve door den Burgemeester der Hoofdftad, als mede eenige aanmerkingen wanden Stads Anchitekt vaN DER HART. “e°, Bene Misfive van den Minister van Binnenlandfche Zaken, waarbij aan de Eerfte Klasfe verzocht wordt, hare gedachten te fuppe- dîteren; ‘hoedanig «door Zijne Pxeellentie zou kunnen worden voldaan aan ’slKonings last „waarbij bepdald wordt, z. dat het octrooi, aan PE BOYS En ASSCHENBERGH en de Wed. cazius en ZONEN, verleend op het fabriceren en verkoopen van Kunst-Cement, van beklonken zuivere molenklei uit het IJ vervaardigd, ‘geheel em al zal komen te vervallen „ zoodra «de fabrijk ophoudt te ‘werken of onvoldoende bevon- den wordt; om de. benoodigde hoeveelheid Kunst-Cement,. op. de ‘daartoe gedane aanvrage afte leveren: verder, dat de Geoctroijeerden, onder zekere poenaliteit, zullen gehouden en verpligt zijn, om na Bloeimaand 1813, aan alle zoodanige aanvragen, en de door ‘hen daar toe aangegane engagementen in eenen gepasten tijd te voldoen. 5. Dat het octrooi mede dadelijk zal ophouden, wanneer het afger teverd wordend Cement niet voldoende van kwaliteit bevonden wordt. ‘e. Dat op last en autorifatie van” welgemelden Minister. het (Cement op alle plaatfen, alwaar zulks door «de Geoctroïeerden gefabriceerd mogt worden, van tijd tot tijd zal kunnen worden ramanden en dese zelfs deugdzaamheid nagegaan. 39, Verzoek ‚des Ministers “van Binnendandfche Eske, tot nadere ontwikkeling «en opgaven: van: de „gronden, „welke ‚de Klasfe bewogen hadden, amite raden, Jet oflatueeren van veene algemeene wet, bij welke verboden zoude worden, geen flteenen, die van oude gebouwen Be af. Ie ) afkomftig zijn, ten zij bij keuring mogte blijken, deugdzame en be- hoorlijk gezuiverde Tuflteen te wezen, ook niet eenige anderen nieuwe gebakken, of afval van fteen, te mogen doen mûlen „' veel minder des zelve voor Cement te verkoopen, 4 y. „Deze ftukken verdienen vooral daarom bijzoisdert melding: dat zij, B zoo vele andere blijken van goedkeuring, «een fprekend, bewijs ople veren, hoe veel belang het Gouvernement voortdurend» heeft blijven ftellen , om de EEE der mt Klasfe op de gewigtigle onderwer= pen in te winnen. Dezelfde Kommisfie, aan wie â dashi van het gehecle uk, betrekkelijk het Kunst= Cement, reeds. vroeger -was. toevertrouwd, hield zich met de overweging dezer onderwerpen bezig, en had het: genoer gen op haren arbeid den -bijval der Klasfe te ondervinden, rade Ik zou echter te zeer mòeten: uitwijden, zoo ik in de ontwikkeling wilde treden van het Verflag , ‘hetwelk op ieder dezer ftukken aan Zijne Excellentie ; den Minister van’ Binnenlandfche Zaken, gediend, heeft. Alleen ‘zij mij ‘vergund bij deze: opgave te voegen, eene lijst van {luk- ken welke voor als nog onbeantwoord hebben moeten blijven „ het zij. dán uit hoofde van de. menigvuldige nafporingen, die dezelve ver- eifchen het zij uit hoofde van. de moeijelijkheid, die men allerwege bij hunne ontwikkeling aantreft , of“ de zwarigheden „die. zich opdoen tegen het bijeenroepen van Kommisfiën, waarvan de leden niet , dan met groote opofferingen „van tijden geld kunnen zamenkomen ,: het. zij eindelijk , uit hoofde, dat deze lastgevingen. eerst zeer onlangs der Klasfe geworden zijn. Zij zijn de volgende : -_1%, Last van Zijne Majesteit , om des mogelijk middelen te beramen, ten. einde: de. Hoofdftad van” goed „water te voorzien, zoo dat de min- vermogende Klasfe van ingezetenen. hetzelve, om te drinken en ter bereiding van fpijzen bekomen kupne. ar nad, / 2°, Last € ze D g°. Last van den Koning, om-den ‘blaasfteen van zekere, lijderesfe te onderzoeken en na te gaan,-of-de behandeling der zieke „hare voorgaande en’ tegenwoordige, gefteldheid niet tot nieuwe. ontdekkingen, wegens. der behandeling: dezer» ziëkte ‚-zouden kunnen, leiden,i)so50-s 75 3°. Eene Misfive van den Minister, van.-Binnenlandfche; Zaken; met ‘tene “bijgaande nota -en_ daartoe „belioorende «twee ftaaltjes,. betrekkelijk ‘het vervaardigen vân katoenaardige-ftoffen uit onderfcheidene moes- en wilde planten, door den. Heer AnceLo te Triest. Dezelfde Misfive bevat tevens des Ministers verlangen ‚dat de Eerfte Klasfe , zoo veel mogelijk „alle ‘vereischte informatiën. zal inwinnen, nopens hetgeen, ter dezer “zake in de -Oostenrijkfche Statem tot heden is „onderzocht, gewor= denz-en welke partij van de daaruit ont{tane ontdekkingen en proefne- mingen-voor dit-land zoute trekken-zijn; als mede, dat zij over het algemeen aan Zijne Excellentie. hare denkbeelden mededeele, of en welk nuttig gebruik wan onze, inlandfche, planten zoude Annen worden pre om daar van katoenftoffen-te vervaardigen. NN s-Last tot het onderzoek ven--het geven van;berigt op twee ver oki aan Zijne Majesteit, den Koning, beide ter, verkrijging van octrooi op” zekere. Filtreermachines om, het tot drinken gefchikte water zuiver en helder te maken,zijnde het een van den Heer cucner te “Parijs „het ander, van den, Heer ye B, L’HERMITE en de, Wed, MAIL» LET: ook aldaar, woonachtig. >. «715 or hanschidids } 5°s Eene Misfive van den Minister van. Binnenlandíche neg met eene bijgevoegde Nota: vanden Heer: Kros, -Opzigter, over de. uitwates ring te Katwijk aan Zee, en een doosje zout „ door uitwafeming van zeewater verkregen; zijnde des Ministers verlangen, dat: de, Eerfte Klasfer-dit zoutvergelijke,met, hetgeen, gewoonlijk ter. confumtie dient, en-zich wijders miet het onderzoek. bezig houde „ „of foortgelijke bewers — kìng met. voordeel zou” kunnen „ondernomen worden. … vn. 4 B 3 6o. Eene | € za) | 6% Eene Misfive van welgemelden Minister, ten géleide van eene fesch., gevuld met zeker middel en opgave van deszelfs gebruik tegen de _ _Kalander, uitgevonden door joseenus scnaakxy-ineden Ouden Bosch, en voorgefteld geweest óp de openlijke: te: ‚der. en un vólksvlijt in- Hetfstmaand: 1809. === #5 our Srfel don! Zoo wij andermaal het getûk genieten mogen , van ons “tot gen: lig- chaam te verzamelen, twijfel ik geenszins; of de bewerking „dezer Trokken zal de Klasfe in ftaat gefteld hebben, U, Mijne nne hare welvolbragte taak den uitflag-mede te deelen. — Ik ga’ dán Awr over tot eene andere foort’ win wiken; oumiddels Tijk: woortvloctende wit de bepalingen’, Welke: in Hèt “Reglement - voor tet Tnftitut werwat Zijn. «Want, Mind Heeren, hoe -zêer: ik ‚gaarne gewenscht had, hier van ‘te mogen ftilgwijgen „ woor. zooverre hare dadelijke uitvoering niet van de Klasfe zelve heeft dane gier mij het befef van pligt niets, vòòr Urte verhelens 00 Men wete dan „Bat wêgéns den jammerlijken toeftand , » waarin he Vaderland „kört ade woorgaânde- Algemeene Vergadering, werd ge- dompeld niets aan onzen flaat is verbeterd; -dat op ‘het beredenterd woorftel van den osften van Oogstmaand des jaars 1808, tot het aans Fchaflen der hoogstmoodige behoefte voor onze Klasfe , nimmer eenig antwoord iS ingekömen's dat: de gunftigfte: decifie »des Konings, waärbij het fehoonst gebouw voor de werkzaamheden ‘dese Inftituuws werd. afgee fran ; “biken valië-werking! gebleven is! dat ditzelfde gemis van ‘een gefchikt dókaal voris wooftdurend” heeft belenumerd in het houden -der _ Operitare Vergadering ;- vagen her agree in heeft mocs ten achter blijven. ' 4 prak or. ord gyre “Zou Ait alles” if Aaat- geweest eas om rat te doen eik vaken? Neet:s Mijne Weeren, Leden eener ‘Maatfchappij 77 die zich ten pligt gefteld wed töt hase Wetehfehapper oLeuerkunde gi en C® DP en” Schóonë: Kunsten werkzaam’ te’ zijn’, „konden ‚mogten onraarsiens beletfels daaraan geen hinder toebrengen, Des Eerfle” Kläste ging «dan rustig ovoortzin! heremsarbeid;; ak onder vond bijzonder voordeel van: harevreeds „vroeger > gemaakte fchikkingen. 4 waarbij elk “der Leden werpligt=is ! óp: zijne beurt vcene Verhandeling, voor te lezen , eene waarneming mede té. nne of somt Jhelagarike bedenking in overweging te brengen. ain Deze flukken’ zijn vân tweederlei-aard. divan: zij mrt enk nan die'-de voordragt” deed. gerargfchike onder de aangebodene flukken 4 waarvan «de beoordeeling, om ze -onder!de ruit te „geven: werken des, Inftituuts "al datt niet te “plaatfen „aan ‘de Klasfe werd overgelaten „of men befchouwde hen âls onderwerpen, alleen. dienftig „ ot eene vergadering fiet geheel belangeloos te doen afloopen , en tot wisfeling van gedachten esra te geven. mid erf 0 _Vän de laatstgenóériäen "zal ik inde eerfte plaats’ Green, en, mij daarta tot de dangebodere” Verhandelingen bepalen: «> ‚De Heer BONN deed cêne korte mondelinge wubetmij en. tätwvistngs Aangaande eenige” bijzonderhedër „ “waargenómén” bij echeù. Bever, in December 1799 nabij Deventer in dew IJsfel gevangen, -door kn overledenen Zoon nevens hem ontleed, en bij deszelfs. promotie, tot Doeeot in de Medicijnen im 1805! Ofitleéda en ‘Scheikundig befchreven. “Onder deze bijzonderheden vérdienén ‘aller oprnerking de volgende: De beftanddeelen van het versch uitgenomen en in vocht bewaard bevergeil, met die van hèt échte Siberifche ven het vervalschte Kanada: fche vergeleken, ‘ent van ‘beide verfkhiftende door gemis’ van het vlug= toögzoutig en ‘kleurmakerid beginfel “aan dei rook bij het dróogen toe te fhrijven ; afgeknaagde wilgentakken, gewezéne bouwftoffen tot de woning van dit dier: houtvezelige overblijffelen zijner” verteerde „voed- felen5 werktuigen ter bevordering van derzelver kaauwing: en fpijsvertee- figs het bijzondere maakfcl der kaakgeleding, daar toe dienende, en Cr6 > én- van deszelfs grootere vatten: Ec ter. “bevatting » der paer nsgaprdsot eubekdenusderiessmbselesaled De » vergelijking „dezer: Iitergenoerden met „die, van vonderfcheidene rangen van viervoetige dierenven bijzonder: aanmerkelijk iden Orang. en ‘Pongo ;-térwijlvzij bij den mensch. niet gevonden. of sten -minften voor als noe twijfelachtig gerekend worden, gaven den Hoogleeraar aanleiding tot nafporing en tot eene nieuwe gedachte, of „niet de tegennatuurlijke, flaât ‘der opperkaakbeenderens bij: den ‘dubbelen Hazenmond va an. eerstge- boren ‘kinderen; veenig ‘bewijs voorde, smogelijkeid. van, het aanwezen dier tusfchenkaakbeenderen opleverde. …… « ” “De Klasfe; het belang van (dit gewigtig ionderwere; zer neheg noo= digde “den” Heer” Bonn. op «het, dringendst, om zijne gedachten nader te ontwikkelen, en in eene. uitgewerkte. Verhandeling: aan haar mede te pere bar mai In deweómtrek: van safkiertogenlipseh waren in de. vorige eeuw, 1 garde verfcheidene beenen: van/sElefanten ontdekt ;; waarvan. eenigè nog voor handen zijm in het uitmuntend kabinet van wijlen den grooten, CAMPERs In hetzelve vindt -men’ ook- het dijbeen enden rugwervel van een jongen Elefant , uit „den maservlned van, den „Alblasferwaard, die, in het. sit sy5ge voorwiel, zllesesb: tet o9’) eb9bliero vrnait a ‚De Eerfte Klasfe gaf - voorledenrj jaas. wien miet te Prairie dat deze ftukken mogten vergeleken worden. met. die, reusachtige beenen, welke bij het doorbreken van den dijk te Loenen in de Over-Betuwe, in het begin van 1809, uit den grond waren opgefimeten. De Heer REINWARDT «voldeed in zoo verre aan den wensch der Klasfe, dat hij, met aanwijzing. van, eené keurige. afteekening des heup- beens, een historisch berigt van dit ftuk leverde, en-zoo over, dit, als ‘andere fosfile beenen, die aan Elefanten zouden, behoord hebben „ eeni» ge gedachten mededeelde. ê De C az D „De Klasfé ziet met verlangen eene volledig bewerkte Verhandeling , ovet de opgedolven beenderen in- deze weese van. haar ijverig Medelid te-gemoet, “Men heeft federt eenige jaren en genarlen van. pe en } flee reotypage; van polytypie en -polytypage.“-Door de, laatfte verftaat men in’ den meest Wlgefiachanst, zin, v van” apie ftuk „zoo ele wdeukken. ma ns als men wil. « Mk «In “dien zin is- dan: ook het btn ‘boekdrukken eene pig van Polytypie, vwermite men, de vorm eens gezet. zijnde „er zoo vele af» drukken van- maakt, ‘als men begeert. Maar 12°, ishet zetten van den vórm=eene afzonderlijke kunst, of „flag. »a°1-Zoodra. de, vorm „die uit tosfe-letters beftaat, gebroken is „en-de letters wederom. zijn; gedistri+ bueerd, is het-met die’ polyiypie gedaan. Indien men den vorm, vast zet „om te ‘blijven , vervalt. men in flereotypie, en. heeft men den-eers ften’ en laagften strap, van cie. fchoone kunst, \ B >Het graveren ' komt näder bij aan eene ware: grendel vermits da plaat «altijd blijft. Doch het graveren, al. ware „het‚„maar van letters, dl eene pannetje kunsts: zoodat; ‘als -men, gegraveerde afdrukfels, teekenaar of: den fchrijver, nog een graveur zenaidian is, van wiens kunst en vaardigheid alles afhangt. Het is derhalve ‚niet, „dan in een meér algemeenen zin; dat: men. hetrafdrukken van gegraneerde, (platen „onder de polytypie kan:brengens + } vens 14 EE obeoë „Ii een meer bepaalden zin noemt men onnibas van eenige tees kening of“ van eenig “gefchrift „daarvan, „zonder merkelijke, kosten, zonder eenige bijzondere kunst, fpoedig enten allen „tijde „ zoo. vele kopijën ‘te maken; als- men. wils welke kopijën: niet alleen naar de Oor», fpronkelijke teekéning „ naar ‘het: oorfpronkelijk fchrift gelijken, . maar; mét deze’ volkomen. identiek of eenzelvig zijn. Het moeten, gelijk men, zulks “inde kunst noemt; zoo vele Facfimile. voorftellen , , als „men, verkiest, C De £ 18 ) ‚=De Heer vAN SWINDEN ontwikkelde in eerie” gefchiedkundige Verhan- deling dit alles zeer naauwkeuúrig, en toonde vervolgens door de onloos chenbaarfte bewijzen ,dat deze kunst, waarmede-men in. de. laatfte: tijden zoo veel heeft opgéhäd';-reeds in den jare 1669 door den onfterfelijken CHRISTIAAN’ HUYGENS, ‘onzen. landgenoot „> is- geoefend, gewordene Twee facfimile van muveens eigene ‘hand ‚-door ons Medelid „aan de Klasfe gefchonken, kunnen tot een blijvend teeken dienen; dat ook deze kunst ; die men in latere dagen zoo gaarne zich elders zou wens tóegeëigend, van Hollandtchen oorfprong:ise «os eer eer “Hoezéer deze voorlezing “niet gefchikt was, om peren de- uit, pik gen vene Verhandelingen geplaâtst te worden; vondt ‘men:echter ‘haren ins. houd te belangrijk, ‘om van’ dezelve in de Historie der verrigtingen van de Eerfte Klasfe geene openlijke melding te maken, mmm 1 tover - Wanneer tmen- het “werk van’ jen. KNOOP over/de -Boonivruchten. ine ziet en zijne afbeeldingen met-onze gewoone’ ooft; vergelijkt „zou men näauwelijks gelooven; dat-de Natuur z00 vele Appels cr Peerfoorten;heeft vóortgebragt , “áls “bij hem te’ vinden zijn. … Het svas daarom der moeite dubbel waard ;° op de’ plaats “zelve, waarvan bij zijne teekeningen en ane ontleend had; de Natuur te gaan raadplegen. dir “De Heér: Kops’ die vergelijking op het Oranjewoud in, Vriesland , de plâats , waar xNoor” zijne befchrijvingen had opgemaakt, in, het werk frellende; vond in ‘de’ daad de meeste foorten nog aanwezig en‚van goede deugd. Hij dringt ten fterkfte aan op het verbeteren. van de, zeer verwáarloosde” kultuùr”der vooftvrugten, en doet geheel „nieuwe inzigten over dezen tak van vaderlandfchen landbouw. verwachten mn , “ Dat plantgewasfen van fappen voorzien zijn, en dezelye uit „het, aard» tijk en andere vochtige zelfftandigheden optrekken „ kan, niemand, onbe- kend zijn. „Hieromtrent Heerscht öoko bij. iemand. eenig, verfchil., Doch geheel! verdeeld zijn’ de gevoelens over de krachten, welke, deze, aan trekking en woortftuwing- der fappêm bepalen; Sommigen gaan, af van. „Ber, C 19 D gekieel : wefktuigelijke- wetten, waarop het. leven der plant. geen „den minster’ ánvloed -zou ‘hebben; anderen ‘laten, de- ijkwording dezer, vochten en derzelver uitdamping door de oppervlakte. van „het loof. als: werkende beginfels»voorkomen ,: die den aanvoer van achteren begunftigen;,weder- om anderen kéuren alle wijzen ván-verklaring su die niet op de wers king van het levensbeginfel gegrondvest zijt. bamderdt ab “oink “De Heer vaN MARUM zich reeds gaeerdiskt met de. overweging van de- werkingen des vaatgeftels, inplanten. äverig hebbende, bezig gehous der, bepaalde alsinu -de-aaridacle; derd laste. op, den. groei der planten en het opklimmen der fappen in ar lv dege als alleen, Ahangende van derzelver prikkelbaarheid, - - ff How eustAmc « Wij vertrouwen op: zijne» varend van au. die fuk. hind: pr wikkeling te geven, en hetzelve, door andere ‘proefnemingen , vers zijkt,: als» eene vereerden totde wat eri 5, olan, te doensdicnen.—=ij” «5 oo ritst soad att Nn Van den ‘ijver „ waarmede. x, ame. VAN” moed; (CALKOEN» de hels gen der Natuur-en Wiskunde voortdurend ter harte neemt, getuigde op mieuw- zijne voorgelezen «Schets var den trapswijzen voorigang, der. ersvonamegne en had rene waartoe Jensinn ên onzen tijd gebrdg tide obuoen) Aes vaien de ‘> Wat vook: eas overleveringen. redo is derive ennoù Aardijksn kurde’ van -NOACH „> JOSUA „, SALOMON of. anderen, bijbrengen, het. eigens lijk tijdmerk der wetenfchap; voor. ons althans „behoort daargefteld te worden „waar «wij de “Wiskunde op de -kennis-van de-ligging der landen en plaatfen, toegepast zien. De- Aardrijkskunde laat‚zich dan terftond in eene algemeene en: bijzondere verdeelen. „De. bijzondere bepaalt zich tot de kleine districten. « Zij, vereischt flechts- de ‚kennis, „van, die, eerfte beginfelen der, Wis» en- Sterrekunde s welke. welligt ouder, zijn, dan de gefchiëdenis , en is. daaronv buiten twijfel eene der oudfte wetenfchappen. Doch de algemeene is van wijder omvang. „De ‘bepaling toch eener; 33i C 2 plaats CO Plaats òp de aarde doór breedte en dengte, haar eenig beginfel , is, ee gemakkelijk het ons thans’ ouk es het-werk van “een enn Skadi genie geweest. — 5, gerddttnn Ne * Hreparcuus máakte zich honderden wan jaren: waan CHRISTUS geboorte als de “grondlegger der Aardrijkskunde beroemd ‘maar--zijne . manier der lengte -bepaling werd niet, dan eeuwen later gebruikt ;, terwijl der” Aardrijkskunde , wät ook ERATOSTHENES €n anderen, vóór STRABO; tot de kennis veler landen ‘hebber bijgedragen, miet eerder, dan honderd vijftig jare” na ro roinnorteije door -PTOLOMAEUS fijke ‘aanwinst bezorgd werd; ers vond mi nocont won gommen ml Na proLomarus werd eeuwen achtereen geen ftap voorwaarts ge daan: de Arabieren herhaalden echts. het eee zij in deze van de Griekén. geleerd hadden. geit Met het herftet der Letteren kreeg ook de (Aardrijkskunde een nieuw leven. Men begon met vlijtige beoefening van de Schriften. van” PToLOs zArUS @n arderèn” der “Oùdert, en” ffrtefde-!weldra” deze leermeesters wooruits Men woridt; door Wiskunde voorgelicht; betere hulpmiddelen uit tot het- vervaardigen van “Zee- en Tuandkaarten „waartoe de ftecds toenemênde handel op Oost en West, “vooral onder-onzes voorvaderen van den kant des belangs gewigtigen aandrang gaf. Inzonderhêid-deden, de vorderingen; welke’ men- in de Sterrekunde- maakte’, zeev veel tot vérbetering eni” uitbreiding” der - middelen’, “om ‘lengte. em ‘breedte, te bes palen , het eenige , ‘waarop ‘hier-alles aankómt, ov veh deemio Jl “De oftdekking van’ de wachters van Jupiter en de waameming. ratie Eclipfen , maar vooral de verbetering der Theorie vanden loop der Maan _ in de worige “eeuw, gedurig danwasfendestot op het tegenwoordig “tijd fip'; niet de juiste waarneming en berekening der Zon-Eclipfen , en Sterbedekkingen door en ‘afftand van de "Maan, Sgaven! Zoo vele.’ midde- len” tér naauwkeurige vinding der lengte, “Voor breedte vorid men iiisgelijks” meer entbékwamere: methodes; ” oer ci otsrmore eb Ie EL 2 Niet ed (a) ee 'Niet “minder “won’-de « Aardrijkskunde “bij-de-aanmerkelijke verbetering der “werktuigkunde. » Haprev’s > Sextant, …\dóor;/RAMSDEN EN „-DOL= LOND” zoo zeer” verbeterd „deed te land; enter: zee, de-grootfte dien- ften ; zoo bij! de bepaling der” breedten als, die der dengten..‚.De- fteeds tijdhoudende uurwerken (&#imekipers) door BERTHOULDz--ARNOLD 4 MUDGE en -anderen tot eenen bijna -ongeloofelijken trap van volmaaktheid, gebragt geven voorde lengte - bepaling inderdaad-al het- geen” men » in de “praktijk-zoude-mogen’ verlangen. ‚vc ‚voarm TE Wat de breedte aangaat s dezer wordt whonnniahkde van var anaond thans “naauwkeuriger - gevoriden „dan -men „zulks vóór eene eeuw „ met rme werktuigen «en veel omflags , doen: konde» veiiadase «Dan, Mijne Heeren, ik zou te zeer moeten uitwijden, zoo ik den geest” dezer “voorlezing , breeder ontwikkeld, aan uwe- aandacht wilde wertoonen.” Het »-zij genoeg, hiér bij te. voegen, dat wij in „dezelve overvloedige’"ftof gevonden: hebben „om-ons ; ‘over de. vorderingen ‚van den"menfchelijken geest'‘in dezen, te doen. verbaasd. ftaan. — De Heer DRIESSEN , door bezigheden verhinderd, ter vervulling zijner fpreekbeurt: eene- uitgewerkte Verhandeling, voor de: drukpers. gefchikt , der: Kläsfe- aam tebbiëdens vergoedde- zulks door, een vijftal Schei- en Huishoudkundigés"waarneniingen, die. allezins verdienden, de aandacht der Velgaderingbezigpte houden. vomomvr sbijs nos ao Ailofsend vr fmers „wat -aangdat hetdeerfte wk van: zijne: voorlezings- waarbij ae! Heer pruesstneënige proeven:-opgeeft, dië-hetsreeds vóór-eenige jitert “door-henie te 'kennen gegeven «vermoeden, omtrent de aanwezig- » heide van” eenig zóutzuurinsde dampkringslucht in plaatfen ; nabij de zetel gelegen ten’ bepaaldelijkoste“ Amfterdam „bij droog en. warm weder, fchijnen te bevestigen ‚-niemad-zal “ontkennen: -dat: „het „van, aanbelang isyvdat deze bzaak eindelijk: eéris! door. genoegzame:proevenr beflist worde, temeer „daar de Heer prrssen meent te: mogeùs vooronderftellen;, dat dat” gedeelte szóutzuuf “doot ‘het régenwater «opgenomen „toereikende A00 ; ‘ C 3 is, C ze ) Îs',-óm een oplosfend- vermogen “op: Het lood „tit-tevoefenen-en- aldus het regenwater te “vergiftigeneeen” dat „wijders oole:hetzelve,-tot het vernietigen “van” fchadelijke» uitvloeifels.&n. fimetftoffen- werkzaam, zijn kan „en duss’ in ‘het mgb raid, one tasanmentgrtenene ud kaale tebefchouwen:isg zooh. ( wractdaatt ds. nistisch: “Even zeer verdient onze ohlatsenheid: ‚de smnndanelkinge wench wij het: Verflag’ ontvangen ‘van: het 'fcheikundig’ oriderzoek; vans cen, mid» del tegen rotten en muizen, dat, hoezeerv als: vooroden-menselt „onfcháe delijk opgegeven „ Arfenicumven. gefampt ‘glas in, zich -bevartede. ze p -_De derde swaarneming” bevat «deze voor ‘den, Landbouw’ zeer belang» rijke opmerking, dat wetsech” aangeflibde'-klei „behalve eene „grootere Koeveelheid vergane overblijffels:-van dieren: en planten, ook: aanmerke= tijk meer koolzure kalk: bevat, dan oude kleiaardee:: Al verder heeft de Heer DRIESSEN waargenomen „dat -kleiaarde; de verrotting’ van „dierlijke én “plantaardige” zelfftandigheden bevordert 3 waaruit -hij - wijders de--oors zaak des tochemmennen afleidt” op inn > calwaar, vele: kleigronden zijn. Briluwisv at brobafdiov ‘atssd, ooh naren rasld : sti ‚…De- Schrijver betoogt ten ieide) ar dar gronden „- en bes vestigt door eigene’ ondervinding ‘des mogelijkheid ;1dat volkomen: uitges doofde «turfkolen fomtijds var. zelve-in brandkunnen;zakets:: 1:77 Laatftelijk en ten vijfde vernemen wij smet „genoegen ;:-dat-de Heer DRIESSEN zich cthans ontedigo hondt mèt» het londerzoek; paar de, ware oorzaak eener zeer verderfelijke ziekte onder het-Rundvee „ welke: ziekte omftreeks Groningen. eix-in de -naburiges oorden vrij; algemeen. is + het is Aes wee; òf de mictus eruentus, Hij vermoedt srdat de- Ranunculus Flammrula eene in de „weilanden zeer- gemeene plant, tot die. ziekte vans het Rundveê misfëhien” aanleiding: geeft mm, 795 aoe es noo «Zoo: verre! gingen: de rwoorgelezenes Stukken 4: waârvan- «de. Schrijvers niet begeerden, dat zij onder: de vaangebodene: Verhandelingen zouden begrepen: worden. Wat nu de: ke Verhandelingen: zelve betreft, ook 2) ‘gokehier van heeft de -Kläsfeveen. rijken „oogst „mogen. inzamelen, Vere mits echter niet van allen de beoordeeling reeds gefchied: is „zal ik haar int eem tweeledig -overzigt moeten nemen : of als beoordeelde. ffukken , of:Fals1:zoodanigens waarop: de.-Klasfe. het advis, hoge srkaik teérdene fnwachti 1020» Hoo assgiabno js > eter [ Onder de beoordeelde >ftukkén then de eerfte; alten. eene Verhandeling. over: de „wetten; „welke de Houkking des. dampkring? volgt, van ons waardig-Medelid van: SWINDENe, … cIn -het-nagaan döner wettomolaccft 1E „Schuijwer „ade. pand hier te lande gedaan, tot bafis genomen , enpwel; die. welke, op Zwas genburg ‘gedurende! eene slange reeks. van, jaren- verrigt „en, door. de Haáarlenifclie Maatfchappij:tót hiet jaar 1793 achter. hare, Verhandelingen zijn ‚geplaatst geworden: „Zij „beginnen, met het. jaar 1743, „Doch de Schrijver heeft er nog acht jaren „ van.1735 af,-bijgevoegd „ gebruikende de waarnemingen door deri;kundigen onIcOLAAS „DUIN te, Haarlem ‚gee daan were, de haridfchriften onder, hem berustendezijns, ‚De ‘Heer vAn: SWiNDenN’, heeft: alle „die- waarnemingen; van, 1735 tor 1779 ingefloten, en dus gedurende 45 jaren, behoorlijk geredigeerd „ maand” voor „maand, gemiddeld. genomen „en „alle die refultaten in eene groote» tabel: gebragt,.-welke hij „aan ‚de. Klasfe. sen 8eighenke hid heêfëd 21 tss oviossn bad f vatrtsd 1eviëndst ob 3 ke <-Uitvalie.de wâarnemingèn; sonder eheden-senmseken heeft. hij de volgende vijf wetten afgèleid) welke, door bijzondere. Tabellen, uit de bei ete volledig: bewezen worden. «‚-De-Barometer ffaat-des- zomers beftendig. hooger, dan da wins Ten dat is, de vat: ‚der lucht “is: des Armen inns: can des Nt” doviiuloe-. «ab oev baidias 3 29°. De hoogfte en- en hie: ‚van noden, paie vj gig perd wookden, ‘deszelfs tes rijzingen en dalingen vallen mimmer ed in Ce in den -Zötnet voor: verte de meeste in den winter, énkel inde lentes : minder in den’ herfst. > krgiilookrooed., ab, aelln: nb; soin. zotsla0 eci le 3 “„De-hoogte- des Kwiks in den” ads ‘met vandere. „woorden; de drukking der lucht-is dan grootere’ veranderingen in-den:winter, dán, in den zomer, onderhevig ; zij ondergaat ook gemeenlijksen:beftendig groötere” verandefingen’ in ‘den winter; darin def!zómer,d 95 15:09 “4°. De “oorzaken ; welke “vermindering “inde „gewone gemiddelde en beftendige drukking des “dampkrings te wêégoibrengens, sgaan «tot _ gfooterë uiterfterr an hare! werking, > dam die: welle wonweerderng lin dezelve doen geboren worden «aaunonog, eind 304. ttenbae shaal 23 asid 2556 Hoëwel ‘de * oOrzaken „die -de “werking sder, lucht: verminderen gölgens ‘de’ “vierde wet “tot: grooter. uiterften!-gaans--dan die „> welke: dezelve ‘vermeerderen „ brengen - achias: ideslaatantmelden op den gdust: eene gróotere uitwerking:te weeg. … noa, 7 ; “De Verhandeling” wordt betloven a mmibaasaigs? perd Wid d de verklaring dier “wêtten verover: dor periodifche dagelijkfche- variatie, die de kwik’ if den” Barometet, «en eel de -drukking”des wart ondergaat. ‚„Aiilzooriad lean EA SUITEDIG, GD, AI. «IO Dit felina ftuk ; waaraan de Modders VAN SWINDEN 200 veel tijd en vlijt befteed heeft „werd in handen eener Kommisfie: gefteld, ook ‘bijzonder , omdat de fchrijver betuigd had, dezelve aan te bieden als eene proevé, “om het gevoelen der:-Klasfe „over--die ondefwerp'te ‚polfen en in ftaat gefteld te worden, om door haar-ingtlicht 5 zijnen arbeid te volmaken en te mogen „weten ; „welke „dès beste middelen - zijn ; om uit reeds- gedane waarnemingen dat geen. afte leiden». peel: „ons tot kennis van ons luchtgeftel zal kurinen. ‚brengesb ab „ai deb De Kommisfie-fchijnt echter, uit eerbied voor des Schrijvers . las: keurige bewerking, het voor onvoegzaam gehouden ‘te hebben „ over deszelfs “Jaatfte “voorftel eenig oordeel te vellen, latende. aan den, Heer VAN « C 25 ) VAN SWINDEN. ten vollen over, of hij goedvinde;, dit, voortreffelijk: ftuk » zoodanig, als het ‘was aangeboden, in de werken van het Inftituut te geven, dan of hij daarin, zoodanige veranderingen of. bijvoegfelen zal gelieven te maken, als, ij zal, oordeelen ter ‚voltooijing van hetzelve , te kunnen, verftrekken.… BE MERENEEN 20 DAN 4 kien ti Het tweede fuk zijn wij aan den Sekretaris def Eerfte Klasfe vere, fchuldigd., ‚ Het gaat over een zonderling vertraagden groei en ge= deeltelijke weekwording des beengeflels bij een veertienjarig jongeling , gepaard „met uitrering der beide gezigtszenuwen als gevolg van blindheid. kt \ Kommaisrlsfn aan wier s recedeniing. lere Verhandeling was toe vertrouwd, gaven in hun berigt te kennen, dat zulk eene weekwording der beenderen zoo wel, als deze vermagering der gezigtszenuwen zelde. zaam voorkomen, en allezins verdienen in de jaarboeken der weten- fchappen te worden opgeteekend : ‚Dat derzelver belangrijkheid niet weinig windt vermeerderd doorde vergelijking , welke de fchrijver gemaakt heeft tusfchen. deze gevallen en die, welke elders geboekt zijn, terwijl de gevolgtrekkingen uit de, geheele opgave afgeleid, zoo door, hare juistheid, als de. uitzigten , welke zij opleveren , de ‚aandacht der Klasfe in. alle opzigten overwaar- - dig BÛN rn il „Eindelijk , dat. „deze, Verhandeling ondet de werken van he. Inftituut behoort te worden opgenomen. … «sun „0 Het derde fluk is. eene Verhandeling van Hen Heer wnd bevat- tende een voorbeeld van de nuttigheid der Algebraifche Multiplicatie. ‚„Ten-opzigte van. ‚deze Verhandeling moet ik, aanmerken, dat de Heer, ELORYN ‚na de, voorlezing, haar . wilde te rug. nemen „ en hij flechts tot derzelver, afftand. aan, de Klasfe bewogen is, uït hoofde des bijvals „, „welken, het voorftel van een, „der Leden gevonden heeft, te weten, of D isd het EN C 26 ) ht niet nûtäig zoude’ zijn!,“om*van' die zeer éenvoudige wijze, waarop — de Hoer pLoRsN “dadgekoond “heeft,” dat men ‘fothiige vragen kai ops _Idsfeng “waardt! anderzitis' dé “oplosfinig mn’“ omflagtiget ‘midden bee flaatsste dfihfler eenig” gewag te maken Ià de Historie’ Vah de ‘verige tingen der Klasfe, en alzoo de hoofdzaak door “det “aur” KEHbAAr te’ doer worldnehrsd 20b eisssondoë steh. nee Ho eis dt hsaws sell. “Het vierde” (jk bevat “een*Pirtodg 3 nopens" den opperblakkigen Pand dep” Rivièhön” Ur “Hee” algêmdén “mitsgaders” van” de Nierlamdjenië Ribterèn” tizoriler RAAS “vore 80 Perre HÈ Pand’, benevens ak U ten dien opzigte voorgevallene veranderin en, uit de deswege gedane d den “opp viiioBeri of noëttP heetten of bk ; Gin etigzils” te “kuiien ‘beft ven's'of Hit nadat” of gbvikesde Getip lef geheel” onvikkdiing De cC 237 3) De Klasfe.‚‚r die „alle,„hulde doet aan, de uitmuntende, en franje, wijze , „waarop; dit, fluks; bewerktrisgsheefg hetzelverdan,ook zonder eenige, be- denking opgenomen. onder hare Verhandelingen, en: waardig. gekeurd» „om. het imjhetreerstuit tevgeven Deel. harer, werken.…te.doen. plaaten. — Het jaanmert, mij „hier desepgave -van;den. inhoud, en ‚waardij,.der aangebodene ;Verhandelingen zeeds‚te,-moeten, eindigene„Het, getal, im- mers , hetwelk nogronbeoordeeld is-gebleven; of swaarvan, men „„fchogn ‚beoordeeld ;zijnde ysgene, nadererobawerksing,te gemoct „ziet s overtreft verre weg de-opgave zoo van dit, als van mijn,vorig Verflag. monowsg, zerk zalm opdat, Ur Geachte Madeledens, „hiervan „blijken, moge, mij „flechts, tot tene opnoeming,dergtitels bepalen. oysrn zeer „st bamovos 19. HENNERT ; Mémoire fur.les- „Orbites „des „Comdtessess 15 1ocroe zes mmo fur, derjsnouvement, „que;fnivent,les,corps cntourés a: ii rdes,pendantle„developpement,dela gordeseo opt saaoibrov 8 AN BERCK CALKOEN »,oVgr, de „Eibsarie; eenen iten zeker aantgl.grootheden, of, afzonderlijke, waarmemingen. „ An HENNER Tip, fur Jes, écoulemens,des saus, par les oriliegs nev Eino armor mnsMémoirers concernant. „la sitesfer moyenne) des „caux “courantes. vasgeele ns delditegeld tav maga nobeabao baoded 06° NAN,jBERGS 2 CALKOEN» „VOF, Hetj.vinden van,de „breedte eener plaats uit, vaarnemingen,; der, gelijktijdige, doogtevan, „twee „bekende Merrenss tore vee onolerog,rebtichergen At zv gwaaurwe waV oc 72e FLORIN» „Aanmerkingen oven, desbeweging van,vallende en, langs „hellende vlakken, afloopende, Jigehamen 2„Moor,,z00, „verre „zij, „door, hel tegenftand der lucht en andere beletfelen vertraagd worden os: dl aòit at 89e AENBAE vr Verhandeling „over. sang omeune wize, om Afanden te pike soo ad shithagtas nrg ns pHAKHIGO) …° ere Narsenis „betrekkelijk rde. genesis „Electricitgit. „o zafad” z 8 tushés lkesteroTFt aes … croald iis «sd D: 2 fo Bib CC588)) 16°. Baunines, over de onderlinge gemèerifchap der Rivieren de “Merwede en Lek, door middel van het kanaal, hetwélk » zadel? ei «bouchures vereenigt. eiabeaoW sid zehae, aamotntn n°, me ovér de werfpreiding van den” vloed uit’ zee op- “waarts, langs de’ onderfeheidene Rivieren” en” Riviertäkken. 12°. Camper, over de ftrüctuur van ‘het geraamte der worde) Hagedis foorten , uit de fleerigroeven van Maástrichts 13°. à Row, eétige Henne over de migen welke ‘door a „gewonen: pisweg óntlast worden. — > SUE B ZAT ‘14°. BRUNINGS5® ‘Nopens’ de zjin” en’ het dh vân het gevormd ijs, naar mate «vân de elipepanis ej wad den There mometer aangewezen wordt: ar ud ou AEL A6 Bes “SERRÜRIER ader. dat de Landbouw in der daad de cer verdient , van onder die * wetenfchappen geplaátst te ‘wórden, „wiër be. -peféiaárs het Inftituut in Zich. véreesigt,e "20 41n0. 1232 16° -VáN DER“ BoRCH VAN va ide Sonels” van’ dar esn van den Landbouw ir’ dorre en”afgelegene ftreken van’ het Koningrijk. 042%” CAMPERS Voorftel tener verbeterde kläslificatië in” Ge Reprlië ’ bekend onder den naam van Hagedisfen en Slangen. idd dd. 100189. “GEAviMANs, “dé Befchóuwing van één Schip als eén gelijke “flachtig en van hetzelfde ‘Schip als een ongelijkflachtig ligchaam. EAACH 19°. VAN SWINDEN, Over Anagrammifche getallen. tensft 20°. _ BRUGMANS, Aanmerkingen over de bewegingen der Visfchen Á ‘in het algemeen en over den invloed. van L de fadändj tot dat einde in het bijzonder.” Br 21905 0 4E 21°. Fokker, Waarnemingen over de Kómeet van het zap 22°, GOUDRIAAN ; Aanmerkingen, aangaande het doen van “wadre nemingen “omtrent ‘de hoógte “van hiet water “in “de ‘onderfchreidene Ririertakken, en ftroomen aan de iid bevattende tevens de ke be= &C 249 E)) “befthrijvi van eefì zéer eenvoudig werktuig; doör hetwelk de hoogte ‘van het water, de ftreek en kracht des per gedurende nacht en dag “zich zelve aanteekenen. Ri 839. PARTS VAN TROOSTWYK 5 Verhandeling, sBiväësinde! eenige proeven; welken invloed de zamengeperste tucht op den groef der plan- ten, ‘het leven der dieren ; de” rotting, gisting efi’ rige zoo 'oök op verfchilleide foorten van gaz ‘heeft. —* : Uit het geen ik tot nu toe heb bijgebragt, zal genoegzaam sbiakt kunnen worden, dat de Eerfte Klasfe in hare Leden ijverige werklieden vindt, die tot uitbreiding en volmaking der wetenfchappen gaarne hunne vermogens ten koste leggen. 5 Van Korrespondenten des Inftituuts zijn, bij de vleijendfte toezeg- gingen, om tot het treffelijk doel dezer Inrigting mede te werken, ook “reeds ettelijke {lukken ingekomen. « Doch flechts op een enkele’ het advies van Kommisfarisfen volledig zijnde uitgebragt, zal“ik mij, met eene bloote opgave van de ‘overigen moeten vergenoegen. \_De naauwgezette ijver, waarmede’ het ftuk van” het Amfterdamsch Kunst- Cement door de Eerfte Klasfe was ter harte genomen , en de ‘belangrijke gevolgen, die voor ’s lands welvaren” uit hetzelve kurinen voortvloeijen, gaven den Heer vAN \DER Wyk, Korrespondent der “Vierde” Klasfe , gefchikte aanleiding, om oüder de aandacht der Eerfte “Klàsfe te brengen het’ groot belang, dat er zoude gelegen zijn in een _“rigtig onderzoek naar de beftanddeelen der fchelpkalk, de inméngfels van vreemde ftoffen en hare evenredigheid tot de zuivere fchelpen , enz. | opdat men welligt hierdoor tot het middel geraken mogt ,om de fchelp- “kalk ‘even’ deugdzaam “en “goed; als de fteenkalk „ tòót ads maken van “waterdigte werken ‘te doen worden. … De Klasfe inftemmende met ‘het-belangrijke van zulk een onderzoek, “verzocht de Heeren vROLIK, PAETS VÁN TROOSTWYK en J. BLANKEN D 3 JANSZ. en” € 089 » ine. als belast meiden ‚zaak van het Gement „soos ‘wederom,.der Vergadering te‚dienen ‚van jberigt„confideratiën, en advies. Dan terwijl deze Kommisfie zich met de overweging.van,diensver= _ veerenden „ast bezig „hield.„ontdekte „men uithet, Programma van de „Koninklijke Maatfchappij-der Wetenfchappen ste Haarlem,-dat, het belang “des onderwerps. ook. de„aandacht … vans dat. Genootfehap. had „tot zich - getrokken, zoodat op eene. voldingende,beflisfing, van, de. reden „waarom +de fchelpkall „gelijk, zij nur„beftaat,, voor de ftecnkalk; moet onderdoen, „en. „hoe „zulks.te verbeteren eene, aanzienlijke.;belgoning, „wordt vitge- “loofd.» ierg noqard shots zhe tidemkóv 05 paibstardjin 303 alb; abaië __ Kommisfarisfen hierdoor in hun onderzoek „te rug gehouden, namen de vrijheid, aan de Eerfte-Klasfe, voor te. fellen,, denhen, opgedragen “last ‚te rug, te nemen,„immers„zoo (lange ‚tot, dit vraagpunt „bijde „Koninklijke „Maarfchappij. te Haarlem ,„zal,„beantwoord of „door, dezelve „onbeantwoord. opgeheven; zijbenijs zibolov usteiteimmoA asv avivba De niet afgedane, {lukken der, Kosrespondenten, zijtnen 750! 90159 wssk®à Memories van, „den, binne over, een spaan, masks uien tot shet ppbrengenrvan. WAbER. ovv iest: oivat, ob zoeb mromrDedzau il „221 SPEYERT VAN, DER, on verfehillende„onderwerpen.s de “Difieniaasven Integraalnrekening hebneffendensyyag « voïioterioon 253% 1e WOLTMAN +1 Nouvelles, „remarques af ur‚„Jes cours, naturel „des -rivières eh, Jur,las manière, d'en. règler les. courbes, convenables;, tant òrPégard « de, Pétats‚permaneni de, leurs; lits „que ‚pour le, bien de da navigation. fluviales, zat: Diargiheansve ozedas-ikod voteert nt 14? Memorie „van,-den-„Heer HUICHELBOS VAN, MENDER»waerlij He hij „de- aandacht» ders; Vergudering, bepaalt „op hets woondeel.y „dat, ân het aanleggen van ijzeren rigchelwegens inoplaats.,vaa het graven „Man: kanalensszoude gelegen; zijn irt Jur -shtermgpilt das alt „De witmoodigings: vervat in, $ vez van. het. Reglement; voor het, Infi- tet dd Ô £ ct tuut, € st) tuut), “waarbij: alle “perfotiën } „die ‘de Wetnfchiappei; Léttérkundes êf Schoone Kumstén beòeferien $’hoë zeór Zij niët toë het In(litut behoos! rêit'tot het mêdedeelër vande vtuchten húttmer nafporfigen én’ werke ziâmhièden wórden" ‘opgeróëpen, “is ict” zorider” ‘guitige uiter geblevén 0 nes Joossbttszoodad set void „trosdsii ob zromml „astiu “Dé Heer! one” 'sfoëb. BANGMa gaf “eene Verhandeling bver* de Methode van pouwEss ‘om "de “biiten= middügsbrecdte te bepalen” Waarvan Zeköknritiderdel tòt adrselver onderzoek” het volgend Hofeljk, getuigenis afleidden. geen 95, pta, B): DI € Wij hebber’ deze! Verhandelidë }_dië “eene” ‘têgtftreekfche” ‘oplòsfing van Hét woorftel béVEt,“'fmdt” er borBrtieighefts! "gelezen, 3 overwogen; “er Ë miet” vele afilëre ° Vergeleken, ‘en “moeten” Betuieen dae” ‘dezelvé “ons” voorkomt” if Körtheid "en fierlijkheid ‘die dilen” te° bvertreffer „ ‘zijnde daateibovenn vi “ée” Zoo’ attiderjk "voörrcneift of’ deel" ‘bèvae, bie Zj, zelfs door “U! gewote * “zêelieden;” zulks - verkieZenide’s! zóude gebezigd’ Hia Groten; nagpevini ef averne Öp EERE Zeêr Werflurtige ‘en: bevatt telijke) wijze „”bijgevoëgd zijn de “nóodige bepatidgein Swaärdöot” 'inéif den’ invloed ‘der ‘onvérmijdélijké feîlen’ in de waarhemingeh «op de uit Komst’ Kän’ bêdordeelen „ lén dûs dè “grenzen ' aangewezen ‘zijn, binnen’ welke dêze swahiiehitigeit g gedaan bêfioorén tb wike. zodat bonsbadhe optesing , debate” heldin! zoals geheel niuwe da weer Praat bewelke soie alait How zor of) ueadud mad Wij oorddëfén” geine, Tát deze” weelakehal” witaftie: door’ /de Klastéaangétrömen efi in’ Hare ie te geven’ werkt geplaatst # tvordén. Er zal, Hit “Zulke eëf ’toffelijk berigt, died wel bij rak biz’ ceriigeh twijfel feummen” Yoplöniëh, Vette Khan it’ fk ‘ónder ” hate * veeleer? gisue aangenomen! 2 EKiknolin ceenoersdgdhens db mv! ANW HIV zOvér Het vöorter” van! de" “Hêeren “EKua etos dt ie Eerftë’ laste zich” Kad “gelieven’ te” verledigen’ tòt net baiterzblk,- vän het voordeel set _ dat Pr add C 32 Jh dat er- in ‘hunne uitvinding van het hellend Scheprad tot het droogma=- ken van waterplasfen zoude gelegen zijn, en na bevind van zaken een. declaratoir af te geven, vond de Klasfe zich door deze. Heeren. zelve, in zekere opzigten buiten ftaat gebragt, om vrijelijk haar gevoelen te uiten. Immers de ftukken , hier toe behoorende , ook aan Zijne. Majes- teit, den Koning, zijnde aangeboden, eischte de ebdibhar teld van in deze Hoogstdeszelfs oordeel niet voor uit te loopen. „Waar van aan gemelde Heeren door den Sekretaris der Klasfe bij Misfive beteefdelijk is kennis gegeven. — „Onder. de zaken, die eene korte wijl, zoo in de Onerkondiees als arleerde wereld veel gewigts maakten, kan men met volle regt de gee waande ontdekking brengen , dat Schelvisfchen het. goud aan onze boorden met zich voeren. JAN STEENSMA, een Zilverfmit te Workum, was op dien zonderlingen inval gekomen, na het zien van eenige goude kleurige deeltjes in de maag dezer dieren, … Alle twijfel verdween vol. komen, toen hem,na het branden dezer ftoffe in eenen kroes, het goud- als toevloeide, Zijne vrouw werd het cerst deelgenoote van deze fchoo= ne vinding, door het, gefchenk van eenen vingerring , uit dat verkregen goud. Het Inftituut bleef mede niet onbedeeld. Doch het is bijzonder aan de Tweede Klasfe, dat wij de gelegenheid verfchuldigd zijn, van, een bedaard onderzoek naar dit zoogenaamd fchelvisfchen goud te heb ben kunnen in het werk ftellen. Uit hetzelve vloeide de volgende reeks van befluiten voort: j 1%, Dat de goudglanzige haartjes of lovertjes, welke men ‘bij ons te lande dikwerf in de magen van fchelvisfchen vindt, gelijk ook die draadjes, welke door sTEENsMA daarin ontdekt en ten onderzoek gege- ven waren, van den Zandkokerworm afkomftig zijn. Zij beftaan uit waaïertjes of kammen, welke deze worm-aan het hoofd draagt, of ook wel uit borfteltjes, als poten ter zijde van deszelfs ligchaam geplaatst. 2°, Dat C 3 ) | ae, Dat deze deeltjes in hunne zamentftelling en. beftanddeelen over hetvalgemeeif geenszins” van, andere dierlijke zelfftandigheden verfchillen , en” fcheikundig: onderzocht, zijnde „ in: vele opzigten met. de hoornachtige. deelen; van andere. dieren of ook; met-de,fchubben der visfchen eene groote overeenkomst aanduiden. góër Ho, Bo8i volt „dol 1 morat 13° 70 Dat dézerdeeltjes derhalve „buiten den ‚glans en derkleur, geene eigenfchappen met de ‚metalen. gemeen ved en H Been a zijn, noch, goud in zich: bevatten, '- <7 sor vor L Í 4? vj Dát vande, beide overige: fluks. ons’ sreensna. Sandi rndense het eene, zijnde het geflagene, wezenlijk metaal is, beftaande voorhet; groofst gedeelte uitr goud , waarfchijnlijk, met, eenig, zilver, verbonden. 5°. Dat ook het andere, zijnde het gefmoltene ftukje, eene, metale, zelfftandigheid vis’, » beftaande, voors het „meerendeel „uit koper, met, een gering- aandeel, goud,en nogseene andere ftoffe misfchien zilver) vers. bonden. En esisronter 26° Dât sechter- déze sbeide laatstgenoemde ,ftukjes,. metaal geenszins uit de ‘vooraf: geïmelde. draadjes: /in „de “magen . van „fchelvisfchen, Beuonss de, ‘hebben: kuren bereid sof verkregen wordens 155 17 „Mij fchiet «nogvover, ter, kennis van: deze, aanzienlijke. Dspnhatins: te brerigen ‚rdat:de „Eerfte „Klasfe, bij zulk „eenen, „voorraad: ‚van: ‘bouwftof ;: niet) geaarzelds;heeft ;- zich; tot -de ‚uitgave van, het. Eerfte. Deel „haret: Verhandelingen:gereed. te, maken. „Deszelfs, druke ds; veeds, vaanmerkelijks gevorderd}, emszal „evenfpoedig, voltooid kunnen „worden, als . overde waardij?vams fommige, frukken ‚het „advies „der pramen: zal, zijn, ingekomen. vin SME etOsterigens» mag! ik: niet,„pnaangeroerd: laten; dat de Bere Klasfe: dit jaar wederom menig blijk: heeft „ontvangen, van, de „achting 5, welke „hooger Sraatsbenmbten sen, Geleerden: dezer, „Inftelling toedragen» „Zoo hare archiven van die achting» niet‚-getuigden., gr tig van. Mero gevenowerken zulks,ten overvloede, bewijzen kunnen; . A E doa esin eâtarld rnbwbdn elÂ, oort Cd Zi ontving de WolgerdelWükketre: Snil at ecplooks osob 1e As «30. Van Zijne ‘Excellentie ; ddno Ministers van” Binnenlandfche Zaken ,' een exemplaar wart “hèt vérhandeldevinide Algemeene: Vergaderingen! van — afgevaardigden uit del respective: Kommisfiën wan Landbouwyvover! de» jaren 1806, 1807, 1808 en 1809. .nsbinbess temodagsrsvo: a3wore vee Vänl den Heêf "VAN ‘Swinden. Verllag. det)! Kónnmisfies tot. ‘het ontwerpen: vân- eén algeméen , volledig” en “volkomén ‘ overzigt over -de> Hooge Scholen, met betrekking tat het ftelfel van openbaâar vonderwijs,; en“ totvalle”intigtingen ; die’ tot tietzelve ‘middellijk! ofvonmiddellijk be- bóbreimov obasstsd ei lestoat Ailosssu „bessadog ost wbutis’ genes! asc ze. Var den “Heer” CAMPER „/ befchtijving- vans het Mufèum ‘Cams EE: 9 «stuff onsttondsg 10 'Sbatis „stnbag'rafl roo sd ou “Van den Heert” p’esptNe , Korrespondent dezer Klasfe ‘zijn: Ea fur la Topographie ‘Médicale ‘d'Aix-eû Savóie et fur desveaux: minerales. nd sastinod ages Een “exémplaar ‘van’ hee:Rapport des Ministers'van Eerediënst ef: Biänctlandfche Zaken, vaan Zijne Majesteit , dèr Koning van Hole; land, gedaan den “eztten wan Herfstmaand 1809; betreffendede in „dat jäar plaats gehad’ hebbende. Openbare Tentoonftelling vande voórtbreng- felen van volksvlijtven toewijzing der éereprijzen, mitsgaders: der, uitdees! Whige van de cereprijzen, toegewezen vóór eenige der ‘op de Tentoonftel: ingen wamsde jäferr 1308 “en 1805 Bebrägtsgeweckt zijnde voorwerpen,” 16. Hi VAN BWINDEN!,’ Verhandeling: 'bver ‘het bepalen” der:-Tengtes op zee s döot de äfffänden ‘van ‘dé’ eerie dee Ron! of: vàste Sterren. Vijfde uitgave, amostegat vere” eilissor; Pibcis' de basiss les Séances: de la Premiëre Cláste vaë d” Infitút”y’ pedant Parte 18og. 3 oven 1morobow aesi 89 Fin. eAMPION, Wfbeelding van het’ Model dens owerkeuigs’ ter’ ophing: Wän Gwatét'j*in ‘plaats van”Stöotimachifiess!)lon oib nev mevicors 9°. A. Tnaen, Kórtéspowdent”déroklasfe 3” Grumdfätze der ‘rationelles Landwirdfchaft. BEerfte Deel, 1 Ed to°, Al- C 35 roe. Almanak, ten dienfte voor de Zeelieden, voor de jaren 1810 en 1811, berekend door de Kommisfie tot de zaken, het bepalen van de lengte op zee betreffende, en uitgegeven wordende, federt den jare 1788, op last van het Gouvernement. 11°. Waarnemingen, omtrent de ziekten, welke in de jaren 1799 en 1800, in het Nofocomium Clinicum van de Hooge School te Groe ningen zijn behandeld, door. den Heer E‚ j. THOMASSEN Àà THUESSINCK; Korrespondent der Klasfe. 12°. Jaarboeken der Wetenfchappen en Kunften in het Koningrijk Holland, Eerfte en Tweede Deel, door den Heer Mr. j. MEERMAN , Lid der Tweede Klasfe, 13°. C. EKAMA, Oratio inauguralis de Frifia ingeniorum mathema- ticorum inprimis fertili. 14°. J. visscHERs Disfertatio’ Chemico- medica de Rancore. 15°. H. w. VAN ROSSEM, Disfertatio Chemico- medica de Aqua; eindelijk en ten 16°. F. s. ALEXANDER, Disfertatio Medico- Chirurgica de Tumorie bus nervorum. Mogt ik hiermede de mij opgelegde taak naar eisch bewerkt, én mijne reden naar de achtbaarheid van plaats en omftandigheden hebben ingerigt, dan eerst zou ik mij niet geheel- onwaardig keuren, onder de werkzame Leden der Eerfte Klasfe van het Inftituut gerangfchikt te worden, Aldus gerapporteerd in de Algemeene Vergadering „van het Koninklijk Inftituut van Wetenfchappen, Letterkunde, en Schoone Kunften, den 2zften Augustus des jaars 1810, G. VROLIK, sekretaris. 15 zb Ne S ES nod ju a VOE RAL AG VAN DE WERKZAAMHEDEN DER EERSTE KLEASSE VAN … HET KONINKLIJK INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN. UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1Örr. ? gr mo Re ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! ghs Stb egte är Steirikd di RoT Hi beo Hézs AVS) sE sl at bel ste bets 1 “ZEER GEACHTE MEDELEDEN!, rt Areorineiverngies op „wel volbragten -arbeid „dert geest verkwikt en het:-gemoed opbeurt,: wien zalvdan eenige twijfel overblijven „ of deze gunftige gefteldheid ons thans geheel toekome? Immers , onafhankelijk vanuiterlijke ‘omftändigheden „vindt de werkzame mensch fteeds in zich zelven reêne/. voldoening, die genoegzaam is -om:hem-in het’ volvoerén vaù zijnen» pligt ijverig bezig te. houden, - Niemand verwondere » zich dan, hoe het mogelijk zij,: dat de Eerfte-Klasfe van het Hollandsch Inftituut,, ontbloot vanalles: wat! harer werkzaamheden zoude kunnen bevorderlijk. zijn „:beraofd -van.:genoegzame :onderfteuning: in harênut- tige pogingen, ja zelfs vergaderende in een onzeker verblijf, niet te min volhard ‘heeftrin alles ‚ wat hare Inftelling gebood. «Zich ten pligt gefteld‘ hebbende „om ter volmaking kelde de noodige bouwftoffen bij te dragen, waren hare bijzondere nafporin- gen daartoe bijzonder ingerigt: het algemeen belang vooral in het oog houdende ; »beïjverde zij: zich bij voorkeur: op soepje er, ghaaose met hetzelve meer Onmiddellijk in-verband ftaan, er 1 A2 j Ge- senen lt tf eer BRITT EVT EES HTI iv ’41 7 ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! ft ï aid ad 4Steirntid -d Î ústwkirn Hees hiotssteald sh bárd q hab EBER GEACHTE MEDELEDEN!, Of GE BEREA DF, EBW td ij ARAS ER: (EEE Batist sbaarbti nés oet sal kod sr vain SHI brA Bieorineninerwgiiek op «wel: volbragten -arbeid „dert geest verkwikt en het;-gemoed opbeirt, wien zal,dan eenige twijfel overblijven „ of dezë gunftige gefteldheid ons thans geheel toekome? Immers , onafhankelijk van uiterlijke ‘omftändigheden „vindt de werkzame. mensch fteeds in zich zelven eêne/.voldoening, die-genoegzaam is„ «om: hemrin -hetvolvoerén van zijnen” pligt ijverig . bezig te, houden: ‘Niemand verwondere » zich “dan, hoe het mogelijk zij,: dat de Eerfte-Klasfe- van het Hollandsch Taftituut „> ontbloot vanalles, wat harer werkzaamheden zoude kunnen bevorderlijk zijn „beroofd van: genoegzame :onderfteuning: in harènut- tige pogingen, ja zelfs vergaderende in een onzeker verblijf, nd min volhard ‘heeft-in alles ‚ wat hare Inftelling gebood. «Zich ten. pligt gefteld‘ hebbende „om ter-volmaking dorwedkdhsbpen de noodige bouwftoffen bij te dragen, waren hare bijzondere nafporin- gen daartoe bijzonder ingerigt: het algemeen belang vooral in het oog houdende 3 »beïjwerde zij: zich bij voorkeur: op wenen zakel „ lane ‘met hetzelvé meer ver Aat insverband ftaan, ï A2 3 Gee 649 Getuige zij hiervan eene reeks der belangrijkfte vraagftukken , opge= lost in keurige Verhandelingen, welke eerstdaags het licht zullen zien: getuige wijders zoo vele uitgewerkte Rapporten aan ’s Lands Beftuur over gewigtige onderwerpen van algemeene welvaart. — Doch waarom in uitwijdingen getreden over zaken, welke ons zoo nabij zijn. Berle, wij ons tot Pe e hekhouwing, en, het oordeel zal als van zelve zijn opgemaakt. * dd 5 Zijne Excellentie, de voormalige Minister van Binneflandfche Zaken, vol van ijver voor ’s Lands welvaren, had. de Klasfe reeds menigmalen geraadpleegd over. het ffuk’des Kifterduairehen’iCeihdiits, Er deed zich eene nieuwe gelegenheid op van naauwkeurige vergelijking tusfchen dat van Andernach en Amfterdam. Er was ‚te Amfterdam,in den jare 1788, op het Varkens Eiland , over de Plantage, een oven gemetfeld met Dordfche of Andernachfche Tras, en later in het jaar 179o een tweede met Amfterdamsch Kunst sCement.” Deze ‘ovens “werden nu, wegens het verplaatfen der Cement -.Fabrijk , afgebroken; en gâvên. gelegenheid tot enmrevedennd Oriderzoek van derzelver grondvesten. ly etto.Bioubleftog ogiëter „Tot óp het waterpijk met den afbraak gevorderd geljnde Bonten de Heeren “PAETS ‘VAN ’TROOSTWIJK' € VROLIK , dat het rood Amfterdamsch Cement zich’ vaster met vdenfteen! vereenigd „ «en. naauwer tot Ren lige Ehaam werbondenehad ;-dan-het Duitfche, Träs: « \ono dat wijders het rood Amfterdamsch Cement tot ín het hart drog ht Duitfche Sragh daarêntêgen meer. on min met. vagen etn wassie __ Welk een en ander’een- nieuw bewijs opleverde. van de: deugdelijkheid eener {toffe , welke „door „zoo velen en zoo: dikwerf verkeerdelijk was verdacht geneakt; in gi Î kop „Onder de’ -meest -loffelijke, pogingen, „welke - het Gouvernement, ten welzijn van het Rijk voortdurend blijft aanwenden, behoort zonder twijs ) f / fel | € BJ fel’-die {taat van onaf hankelijkheid, welke, door voórtbrengfelen- van Vaderlandfchen bodem alleen « bevestigd :wordt,> Hoe weele, tocjuiching verdient dan niet het uitloven van eenen zoo: hoogenrprijss dat-vroegere Gedenkfchriften daarvan geene weêrgadeé opleveren „om ; zonder-Indigos uit Inlandfche voortbrengfelen, blaauw te verwenthammuvens vinion nas „Twee lieden’ uit dezen omtrék “waagden het naar din sprijs“te dingen» CorEHorsT en ‚MULDER betwistteden elkander-de eerder, uitvinding, Zijne Doorluchtige Hoogheid, de Prins Aarts -Thefaurier ; van wiens zonderlinge genegenheid: voor ‘het: Inftituut en -deszelfs, Treden -wij’ de doorflaandfte blijken: dragen ,;--vond goed, deze voorgewende, ontdekking in handen te ftellen der Eerfte: Klasfes De Heeren VROLIK 5 PAETS VAN “TROOSTWYRCIVREINWARDT:, tot>-Kommisfarisfen benoemd,’ onderzoch= ten deze zaak metde. meeste naauwgezetheid, doch: moesten tot-hun leedwezen berigten „dat geen enkel ftaal dezer lieden, aan de vereischten van echt” arne voldeed. VOR 18 | 33 TBS 139 MEVA] Jo 33 Weinig gelokkige arên de Heeren BRUGMANS : BENNET CN REIN- waARDT bij ‘het wen: eener dubbele vraag, voorgefteld door Zijne Excellentie, den voormaligen Minister van” Binnenlandfche Zaken:s:bij de toezending van zeker Zout, datde Heer Kros door enkele uitdam- ping van zeewater had verkregen, ‚en hetgeen hij meende. zeer ged „en tegen ‘billijke ‚prijzen het „gewoon Markthgert te “zullen-;kunhen „ver- vangen. | vokaal sa. Erg „aah KD cestnijn wit De eerfte vraag kwam ag op eene bepsling ‚van: ia betrekkelijke deugdzaamheid van dit‚Zout, in vergelijking met de tot heden in: den handel. bekend ‚geweest zijnde. foorten van. Confumtie --zout,” Hi „De tweede vraag, bepaalde. zich , in hoe verre, naar het oordeel der Klasfe „ zoodanige ausvageesd de Aon: vanhet Aanersanment zoude: verdienen. : £ De noohag proeven’ ter ONIN der. gaten vraag in shet wriik Po 3 ge- C 63 gefteld zijnde, bleek hets, dat dit Zout genoegzaam vrij was van;aard» achtige, kleurgevend en andere in- watêr niet oplosbare ligchamen: dat het, gelijk velerandere ruwe foorten van. Keùukenzout „ welke aan;de warmere »kusten ‘van. Europa uit «het zeewater verkregen ‘worden; met een weinig zwavelzure bitteraarde en eene grootere hoeveelheid zeer zoutzure bitteraarde vereenigd is-dat “het overigens gefchikt is tom doorhet gewoon -rafineren-in keten gezuivérd en tot EEn ge bruik gefchikt gemaakt-te worden. ! > … „ Wat de tweede vraag betreft, in ‘hoe verre ntmelijk het beter van. Zout door-uitdamping-op onze zeekusten de aanmoediging van het Gouvernement: verdient , waren: Kommisfarisfen van oordeel, dat het tot derzelver beflisfing vooraf zoude noodig zijns” dat: vooreerst de Heer xROS deed blijken, of inderdaad ‘het gemelde Zout met. voordeel kan werkregen” wórden; en dat men ten'tweede-zou moeten’ weten ; bij het be- palen van de gevraagde aanmoediging, wat °$ Rijks belang vordert bij het oprigten van een Trafijk, waarin men een produkt bewerkt, het. geen met “eenens zeer zwaren impost is A ad wâarbij ten minfte zeer grootê voorzorgen zullen -noûdig zijn 4 pranen van zeer vere ige aard te! voorkomen, 10 7 é3aail _ -o:Het bellie uit alle-deze overwegingen en proeven was dan, Zijner Exiellennies den: Minister van Binnenlandfche Zaken) voorste flaan : 7 7 ok, «Van den: heer gros zulke nadere informatiënte- vragen „ als welke noodig zijn, om den prijs te kennen, tot welken dit zout t waariijk zal kunnen’ verzamelden verkocht worden. 4 uee vel. Indien hierbij blijkt, dat deze onderneming voor at inwoners van dit Rijk in’het- algemeen nuttig zijn kan, voor zoo verre de prijs van hét te verkrijgen zoutvaangaat, als dan „omtrent de door het Gouver- mement verder te nemen. maâtregelen „de confideratiën en het advies van zulke perfonen te vragen, welke met de beheering - van-#®s Rijks - impofi- tën; bijzondersmet die’ op” het Zout j volkomen’ bekend zijn, dt >f On- ASAD Onder de uithéemfche voortbrengfelen , waarvaf in ‘de: laatfte jaren: de prijs” tot eene buitengewone hoogte is geftegen, brengt; men’ te regt het teer, Deze hoogstnoodige ftoffe voor den fcheepsbouw en-hiettouws werk, door een voortbrengfel van vaderlandfchen grond te-doen vervane gen, zou dus eene wezenlijke verdienste zijn, WILLEM DE GROOT PIETERSZOON “meende dit- geheim te hebben uitgevonden en bood-het- zelve „als ware-/het, om: de. eererder ontdekking valleen „ den Keizer aans!” Zijne’ Doorluchtige, Hoogheid „de Prins: Aarts-Thefaurier op nuttige ontdekkingen hoogen prijs ftellende , begeerde het adviës «der Eerfte Klasfe ,bevorens dit bals aan Zijne Miijcotsië zoude worden: voors gedragen. bereidt bibi deld ent _…_De’ Heeren VROLIK', REINWARDT En GLAVIMANS 3 zich op uitioodis ging der Klasfe tot dit onderzoek bepaald hebbende , vonden al aans ftonds , dat deze nieuw ontdekte ftoffe gedeeltelijk uit eene vette olië beftond, en alzoo weinig gefchikt was, om de Nn ftoffe van het gewone teer te vervangen. End Jar Om echter den Heere pr eroOT, dië, met zijne ulevinding” wonder zeer fcheen ingenomen, in geene opzigten te kort te doen, vergunde men hem zijne proeven op ’sRijks lijnbaan af te werken. Bij-dezelve bleek niet minder duidelijk , hetgeen men op de eerfte befchouwing réêds ontdekt had, Zijn vogt bruischte: bij het koken, even als vette oliëd gewoon zijns het kwam elk oogenblikvin gevaar, van zich in ‘het vuur uit te florten. Eene omftandigheid , die het wolftrekt ongefchikt ‘maakt, al ware er overigens niets op aan te merken, om tot et teeren. van touwwerk te doen dienen, ab 15 De goede man was echter niet te’ overtuigen van de ral zijner uitvinding: drong aan op meer beflisfende proeven, die hij zeide, voor te hebben. Men begon dus hout- en touwwerk met’ zijne {tof te -doore dringen; ftelde hetzelve. gedurende eenige weken aan lucht en water bloot , in vergelijking van andere ftukken, die-op de gewone wijze gee teerd Her KD teerd waren. Doch ook nu viel alles-zoo ongelukkig uit , dat de Klasfe zich genoodzaakt vond ,.rden Prins Aarts-Thefaurier , miet overlegging der ftukken, het gn msg dezer gewaande er VER te doen opmerken. — . HrDitsh > RA HI ef1AS 5 D] ë 1 Stas Bi ; ti: Het gemis van goed drinkbaar water vis rn een der RAA ba gebreken, welke’ men der ftad Amfterdam ten laste leggen mag. Dat gebrek is echter niet zoo voltrekt, als het’ wel algemeen: wordt uitge kreten; ook zóuden er welligt, zonder groote kosten, middelen zijn uit te denken, waârdoor de hoeveelheid van goed water ten algemeene beste werd vermeerderd, Hoe vele gebouwen zijn er niet, waarvan het nutteloos wegloopt; hoê vele andere, binnen welke het zonder nut blijft vopgêfloten? Het kon dan ook der vaderlijke zorg van Zijne Majesteit, voormaligen Koning van Holland, niet ontgaan , deze zaak in haâr- geheelen omvang te doen onderzoeken, «Het Kommitté Centraal van den Waterftaat, met de meer uitgebreide inzigten Zijner-Majesteit belast zijnde „ viel aati- de. Eerfte, Klasfe van het Inftituut te beurt het onderzoek naaf. de ters Bep beiinien welke bruikbaar water opleveren. rid ‚De Heeren. vAN BARNEVELD , VROLIK €1l GOUDRIAAN met deze Zaak belast ;- hebben met. de! vêreischte naanwkeurigheid eenige dier putten onderzocht, waarvan’ mende «beste. verwachting.had , zoo als bij den Heer Advocaat BonprT, bij dén bewooner van een huis op-den. Singel bijde. Raamfteeg, en bij een-ander-in de, Warmoestraat. oostaijde; tus. fchen de Servet- en Pijlfteeg. ct br „Dan ‘hoëzeer zij bij-.de twee Graine dit water zeer: debet en drinkbaar: vonden, iets hetgeen van „den. laat{ten niet wel te verklaren; is.„.was echter. de hoeveelheid, welke men zonder trocbelwording duare; uit konde oppompen zoo. gering, dat Kommisfarisfen “zonder weêrhous, ding meenden te moeten verklaren, dat, hoezeer; in, de ftad-Amfterdam; ver- KPJ werfcheidene huizen ‘mogen gevonden worden, welke het voordeel ge- wieten „im het’ bezit te zijn van welputten, welke de bewoners van goed drinkbaar water voorzien, deze: pütten echter geenszins voldoende zouden wezen , om daarvam eén zoodanig ‘uitgeftrekt gebruik te maken , dat dezer ftad de benoodigde hoeveelheid versch water zoude kunnen worden verfchaft. t Í k&J 4 Ì Gij herinnert U gewis, Mine Heeren, hèt middel tegen de Kalane der, die ontembare verwoesfter van hét graan, op de openlijke ten- toonftelling der voorwerpen van’ volksvlijt, door yosrpmus sCHrICKX sin den jare 18og aangeboden. Ook’dit middel moest een voorw-rp wor: den’ van onderzoek voor de Eerfte' Klasfe van het In(ituut: Het be- haagde den voormaligen Minister van Binnenländfche Zaken, haar daar« toe uit te noodigen bij misfive vak den’ oden” van Sghieeid dese: zelven jaars. De Klasfe droeg lesielie he over op de Heeren vaN BARNEVELD , PARTS VAN TROOSTWYK, KOPS EN REIÏNWARDT, die al fpoedig ontdek. „ dat het middel uit niets anders beftond, dan uit terpentijnolie en paid Het kwam er dus flechts op aan, nia te gaan, of dit mengfel de voorgewende eigenfchap zoude bezitten. Zich eenige Kalanders heb= bende aangefchaft, was er niets gemakkelijker, dan deze proefneming, die in eene afgefloten ruimte gefchiedde, doch te gelijker tijd ook- niets zekerder, dan dat men in dit hoog opgevijzeld vocht het ware gif voor de Kalander niet moet zoeken. Zij loopen wel in den beginne door de fterke lucht der terpentijnolie eenigzins uit een, doch gewentien zich paderhand aan dezelve zoo zeer, dat na eenig tijdsverloop uit de afge- gotene ruimte , waarin eene der proeven gefchied. was,een grooter aantal te voorfchijn trad’, dan tot de proefneming oorfpronkelijk ‘was gebezigd. Zij leven: dus niet alleen bij dit voorgewende: gif, maar telen Tus- tig voort. zatijf ALS Lis ole Alle C to) Alle bedenkingen, die men anderzins nog tegen het aanwenden var zulk eene doordringende en fterk riekende olie, op. graanfpijzen zou hebben kunnen aanvoeren, werden bij den: ongunftigen verp van Hen Schrickxen middel ten eenemale mhedide en Bi het rik van eenen put aan het Tolhuis op den Deventerfchen: flraatweg bij het Soerelfche bosch,-in het zand, ter diepte van honderd: zeventig voeten, zekere zelfftandigheden: gevonden zijnde, welke. de- aandacht van Zijne Excellentie, den -voormaligen- Minister van dem Waterftaat hadden gaande gemaakt, behaagde het. Denzelven, deze. ftuk- ken der Eerfte Klasfe toe te zenden; met verzoek , em, desaangaande- eenig berigt te mogen ontvangen, … De Heeren REINWARDT, VAN: MARUM € CAMPER, zich met dit onderzoek belast hebbende, bleek. uit derzelver nafporingen, dat van de drie, flukken,, aan de Klasfe- gezonden, het met N°. r en a gequoteerde, beide ijzer-ertfen zijns behootende tot die foort, welke door delfftofkundigen öjzernieren, of. ook wel ijzermoten, arendfleenen,, klapperflcenen. genoemd. worden:z dat voor het overige foortgelijke: ijzer-etfen., als: de beide- genoemde- flukken, geenszins. zeldzaam zijn hier te lande, Zij zijn „ gelijk deze, doorgaans rondachtig„ inwendig holy van buiten. met, grof ijijzerhoudend. zand: vast omkorst, oan de. binnengijde met klet overtrokken; voorts. van eene. vaste, vrij harde, brosfe, donkerbruine aelfftandigheid, die, op fommige plaatfen uit, twee, onderfcheidene lagen is zamengefteld, Het derde ftuk, aan de Klasfe gezonden, beftond. uit zeer, fijn, bijna geliecl. wit zand, door een weinig kleiaarde tot een fchotelvormig lige chaam verbonden, doch hetwelk flechts een zeer geringen zamenhang; heeft. Daar dit (tuk, ten opzigte- der. floffe,, waaruit. het -beftaat , naauw. overeenkomt met het zand, waarin het bedolvenlag, zal men: zich over het. voorkomen van hetzelve op;de opgegevene plaats niet behoeven te verwonderen, Immers zulk een fijner gedeelte. zand zak zich ta) zich; vooral door ‘der medewerking van water, bij wijze van: doorzijpe. ling; van-het grover gedeelte hebben kunnen : affcheiden , en, vervole gens wederom opdroogende, door’ middel van een wenen men tot. zulk eenen klomp vn van ten enke: bell „ „Onder de: moefielijkfte 5." maar tévens betangrijkfte hanvindehe waats mede de Ferfte:-Klasfe „door het. Gouvernement vereerd werd , behooft buiten twijfel éen drietal, verzoekfchriften ter verkrijging van octrooi op het „verbeteren van „den - dalen het: abe en EE mala: aan dien van Amerikà, cov ouulno « «De -Heeren vaN” ZWYNDREGT Ch WEILAND en vrare AUSSEL tè Rotterdam 3. SLEGERS VAN DE-WURDE ‚ wonende te Vinkenhoeven, nabij Amersfoort, en H‚ P. IMMINK, DE ROOY & C?, te Zutphen , maakten bijkans. gelijkeijdig. aandpraak- op: deze ùitvinding en beawaerden hier= door, niet weinig de aftocijelijkheid-dezer taak, + kr De “woormalige--Minister van « Bifinenlandfche Bekd… bet bewind der wraag. ten volle -doorgrondende , Nerleende' der Klasfe de meest uitgé- breide volmagt, en had zelfs de goedheid verftheidenie wenken aan de hand te geven, die haar-ten-rigt{noer in het onderzoek zouden kunnen dienen, De Klasfe oordeelde noodig, haren last over te legan op de Eleeren VROLIK, REINWARDT EN KOPS, Na met de meeste voorzorg hun onderzoek te hebben in het werl gefteld, bleek hen, dat de verbeterde Tabak van SIEGERS VAN. DÈ WURDE „boven de overigen den voorrang ‘zoude verdienén; dat hieraan haet naast komt die van vAN ZWYNDREGT; WEILAND «en de Gebroeders AUSSEL , terwijl die van IMMINK, DE Roov-& C° de laatfte plaats be- kleedt. Zij vonden echter, dat hoezeer de eigenlijke: gezegde ftank ‘van den Inlandfchen Tabak geweken: is, hij op. verre na niet ‘kan gezegd worden, de eigenfchappen des Amerikaanfchen te hebben aangenomen. „Kommisfarisfen húnne wafporingen kara san op hetgeen aan vele Bis Meteo & koop» x Cr D kooplieden. en „winkeliers in--Tabak «ten dezên: aanzien feeds mogt: bee- kend zijn, hebben wijders; bevonden, dat bijkans allen, de een meer, de ander minder, zich afgeven “met den ftank des Inlandfchen Tabaks te bedekken, en zoo voor den reuk als fimaak onmerkbaar te maken. Zij vonden echter genoegzamen grond, der Eerfte Klasfe te advifce ren, aan het Gowverneinent voor “te. ftellen:; “dat vaan elk der voorgemel- de rekwestranten het genoegen des Gouvernements werd te kennen ge: geven over hunnê reeds gemaakte verbeteringen ‘van den Inlandfthen Tabak, en zij tevens uitgenoodigd, om deze:hùnne pogingen ‘onafge: broken voort te zetten, vooral door de cultuur van deze plant te vera beteren, en alzoo in den groei zelven recds aan tte brengen, hetgeen. - men door kunstmiddelen daarna. met moeite. wier” zoude, In tijden van ne mangeit het tsiis. aam de older be van. plaatsvervangende middelen; doorgaans echter zijn de meesten onge fchikt, om de plaats van het oorfpronkelijke naar waarde te vervallen, Men kan daarom met derzelver goedkeuring niet -te-omzigtig zijn , voors al wanneer zij niet in hun, geheel en onveranderd worden voorgelegd: Zijne Excellentie, de voormalige Minister van Binnenlandfiche Zaken, zulks inziende, weigerde daarom met zeer veel grond zijne goedkeuring aan zekere Kunstkoffij van den Heer sIRGERS VAN DE WURDE ; zoolang de vEerfte „Klasfe „dezelve niet sou PE en nuttig «bevonden hebbeny nop: rme zi De Heeren” à ROY,’ VAN EYS, KOPS/ CI: REINWARDT } door: de Klasfe met dit onderzoek belast zijnde „… gaven. vervolgens alá den uitflag hun ner navorfchingen het volgend “berigt : dat zij in de reeds gebrande en gemalene zelfftandigheid « waarvan de oorfprong en de hoedanigheid door; den. voorfteller werd geheim ge= houden ; niets ‚gevonden hadden, waardoor dezelve zich zoude kunnen aanprijzen boven. vele andere ftoffen, die als koffij furrogaten o£als. bijmengfels van koffij in gebruik zijns nk 13) “dat zij zelfs van oordeel waren , dat verfcheidene van dezelven, hoe. wel geen van allen de echte koffij evenarende, echter , met water be» reid zijnde, eenen meer fimakelijken drank opleveren „en uit dien, hoof+ de boven dat van den Heer vAN pe Wurpe te kiezen zijns Waarom dan ook het voormelde koffijfurrogaat niet verdient, aan de bijzondere attentie en. begunftiging van het: Gouvernement voorgedragen te worden. Niet woordeeliger viel: het berigt uit op eèn plaatsvervangend middel wan den kostbaren koortsbast, door den Heer fr. He. VAN DER KOP voorgefteld. Deze Heer meende, het geheim ontdekt te hebben, om de fchors vanden wilden Kastanjeboom zoodanig van het fpint te. be= rooven , dat zij in koortswerend vermogen voor de hoog geroemde Kine 3 niet zoude behoeven onder te doen, Om het voordeel zijner bewerking te beter-te doen uitkomen, ‘hrengt hij het pond gewone kinafchors- op zestig, en ftelt. daartegen, zijn heer- lijk middel op den matigen prijs van flechts twaalf gulden. Het kostede den ‘Heeren BONN; VROLIK CN REÏNWARDT weinig moeite, om. den Intendant van Binnenlandfche Zaken, bij berigt van de Klasfe, kenbaar ste maken, dat de Heer van per kop zich in de prijzen hevig had misgrepens dat zijn middel ‘geenszins nieuw „ maar reeds federt den jare 1733 door ZANNICHELr, eenen Italiaanfchen Geneesheer, was voorgedrae gen en afwisfelend met meer of min goed gevolg gebruikt geworden; dat “eindelijk elke winkel van droogerijen de wilde :kinafchors. levert „ ont- daan van het {pint, gelijk zij door hem als nieuw wordt voorgedragen, Ten befluite waarvan genoegzdam blijkt, dat het middel van den Heer vaN DER kop niets bevat, dat niet reeds in de geneeskunde be- kend is, of dat, om zijne openbare nuttigheid „ de aandacht van ‘het Gouvernement » meer bijzonder zoude verdienen, B 3 Rise _ Welk C 1 3 "“Welligt Mijne „Weeren , verwondert gij u, Onder zoo vele {lukken , waarop de Klasfe aan de eerfte Ambtenaren, van, Staat. heeft mogen berigten , geen enkel tevinden, dat tot het invoeren des Nieuwen Stel- fels van Maten en Gewigten ; nadere betrekking heeft, dan hetgeen in vorige jaren U is medegedeeld, Dan men wijte dit niet aan achteloos- heid. Immers reeds op dèn roden van Oogstmaand des voorgaanden jaars, ontving de Eerfte Klasfe door den Minister van Binnenlandfche Zaken berigt, dat bij een Befluit van Zijne Doorluchtige Hoogheid, den Prins Algemeenen” Stedehouder,: de dato 1 van-Oogstmaand 1810, N°. ze, de werkzaamheden tef invoering van het Stelfel van Maten en Gewigten provifioneel werden opgefchort, De Kommisfie, door de FEerfte Klaste benoemd tot het volbrengen van deze moeijelijke taak , wan dit Befluït- Zijner Doorluchtige Hoogheid onderrigt zijnde, aarzelde niet, alles, wat van papieren, werktuigen en modellen onder hare berusting zijn mogte, ter vergadering van den agften van Oogstmaand 18to, over te leggen en alzoo hare werkzaamheden te Aluiten., «+ Onder de veelvuldige aanvragen door het Gouvernement gedaan, zijn er echter nog eenige onbeantwoord geblevenz de eene om de menig- wuldige nafporingen, die zij vereischt ; de andere wegens de zwarigheden, die Zich opdoen tegen het. bijeenroepen van Kommisfiën,. waarvan de . Leden, niet dan met groote opofferingen kunnen zamenkomen; ecne derde en vierde, om andere! gewigtige redenen „niet door mij, maar door Gekommitteerden zelve te verklaren, allen echter van’ dien aard, dat ik geenszins twijfele, of men zal voor dezelven genoegzame. ver- zoening vinden ín den ami welke de, Leden der Eerfte en zoo Nard bezielt. De ftukken waarop ik hét oog had, zijn de. volgende : 1°. Last van den Koning, om den blaasfteen van zekere lijderes Ji onderzoeken en na te Pas of de behandeling der zieke, hare voor* je gaan C 15 gaande en tegenwoordige. gefteldheid niet tot nieuwe opekkagsn wegens de behandeling dezer ziekte; zouden kunnen leiden. ien: 2°. Eene Misfive van den Minister van Binnenland{che Zaken, met eene bijgaande nota. en daartoe behoorende twee ftaaltjens betrekkelijk het vervaardigen. van katoenaardige ftoffen uit onderfcheidene moes- en wilde. planten, door den Heer AnceLo te Triest. Dezelfde Misfive bevat tevens des Ministers verlangen, dat de Eerfte Klasfe „ zoo; veel mogelijk, alle vereischte informatien zal inwinnen, nopens hctgeen ter dezer zake in de Oostenrijkfche Staten tot heden is onderzocht gewor- den, en welke partij van. de daaruit ontftane ontdekkingen en proefne= mingen voor’ dit land zoude te trekken zijn; alsmede, dat zij over het algemeen aan Zijne Excellentie hare denkbeelden mededeele, of, en welk nuttig gebruik van onze inlandfche planten zoude kunnen worden gewaakt, om daarvan katoenftoffen, te vervaardigen. 39, Last tot het onderzoek en het geven van berigt op twee ver- zoekfchriften aan Zijne Majesteit, den Koning, beide ter verkrijging van octrooi op zekere, Filtreermachines, om het tot drinken; gefchikte water zuiver en helder te maken, zijnde het een van den,-Heer cucuer ste Parijs, het ander van den Heer je ne LHERMITE. en. de, Wed. MAILLET ‚ ook aldaar, woonachtig, 4°. Eene Misfive van den Minister van -Binnenlandféhe Zaken, mét ttitmoodiging aan de Eerfte Klasfe, om proefondervindelijk té doen bépa- den, welk nuttig gebruik vande Quartz klompjes des: Lochemfchen „bergs, ter verbetering van kijkglazen, zoude kunneù gemaakt worden. ‚De optelling dezer aanvragen doet hare belangrijkheid genoegzaain blijken. Die belangrijkheid zelve is de beste prikkel woor: den ftecds betoonden ijver onzer werkzame’ Medeleder.. ‚ «Ek zou nu. moeten overgaan ‘tot éerie opgave var dat foort van werk- zaamheid, als onmiddellijk voortvloeit uit de bepalingen, welke in het C 16 5 Reglement voor het Inftituut vervat zijn. Maar, Geachte Medeleden, wat zal ik'hier van melden? Wien uwer is het onbekend, ‘dat wij nog beftendig uitzien naar eene gefchikte verblijfplaats , wel voorziene Boekerij, en de noodige verzameling van Schei- en Natuurkundige Werktuigen ; dat wij tot nu toe het uitloven van Prijsvragen hebben moeten achterlaten , en aan het houden van Openbare Zittingen niet te denken iss eindelijk, dat weldra een volftrekt gebrek aan geldmiddelen zelfs de bijeenkomften der Klasfen zal tegenhouden ? Vatten wij dan eene aangenaniere taak op, en verlustigen wij ons ín ‘de befchouwing van geleerde voortbrengfelen, welke de ongunftigtte omftandigheden zelfs niet belet hebben gevormd te worden. Deze ftukken zijn van tweederlei aard geweest. Zij werden door hem, die de voordragt deed, gerangfchikt onder de ‘aangebodene Verhande- lingen , waarvan de beoorleeling,om ze onder de uit te gevene werken “des Inftituuts al „dan niet te: plaatfen, aan de Klasfe werd overgelaten „ ef men befchouwde hen als onderwerpen, alleen dienftig, om eene Vergadering niet geheel belangeloos te doen afloopen en tot wisfeling van gedachten aanleiding te geven. «Van de laatstgenoemden” zal ik in de eerfte plaats fpreken , en hg daarna tot de aangebodene Verhandelingen bepalen, Er is misfchien geen artikel van huishoudkunde, waarop men zich in deze laatfte jaren meer heeft toegelegd, dan het befparen van brand- ftoffen , zoo in het aanbrengen van de noodige warmte in vertrekken, als tot verfchillend keukengebruik. De menigvuldige fpaarovens, tot het een en ander dienftig, zijn hiervan de meest fprekende bewijzen. Bij alle toeftellen echter, waar men eenig--vocht, het zij tot fabrijke matig, het zij tot keukengebruik wilde verwarmen, bleef het vuur be- - ftendig buiten het vat, waarin het vocht befloten is. „Het kon alzoe miet anders, of er moest, bij de beste voorzorg, nog altijd. eene aan- merkelijke hoeveelheid warmte verloren gaan. De | Em De Heer BENNET gaf in eene- keurige Verhandeling, de middelen op , welke men kan. aanwenden, om de warmte binnen het vocht zelve aan te brengen. Er is niets meer toe noodig, dan dat men de ftookpldats door de vloeiftoffen, die men verwarmen wil, laat omringen. De eenvoucigfte wijze, om zulks te verrigten , hebben wij allen. met theeketels, waarin het vuurbakje de. plaats van dekfel inneemt, meer malen - gezien. De meer zamengeftelde, doch ook buiten tegenfpraak ‚de beste, beftaat hierin, dat men den oven in het vocht geheel onder- dompele en door hetzelve late befpoelen, Met zulk een toeftel is men zelfs in ftaat, om water en andere vochten tot koking te brengen in houten vaten. Waarbij eene dubbele befparing gefchiedt, die van het vuur, en die van het kostbaar metaal, waaruit groot vaatwerk anderzins moet vervaardigd worden, _ „De Klasfe heeft den Heer nENNeT zêer uitgenoodigd, om aan dit fluk breedere ontwikkeling te geven en hetzelve onder hare Verhandes lingen aan te bieden, De Heer VAN SWINDEN , waaraan het geheele Inftituut zoo vele ver- pligting heeft, droeg der Eerfte Klasfe eene Verhandeling voor over de Uitvinders der Wetten, welke în de botfing der Ligchamen plaats hebben. Het oogmerk dezer Verhandeling is, eén behoorlijk, onderzoek van. den waren uitvinder of de ware uitvinders der wetten van beweging, dat is van die wetten, welke de ligchamen in, kunne botfing volgen. Hetgeen hiertoe betrekking heeft, wordt in dit ftuk opzettelijk nages gaan en uit echte bronnen afgeleid. Het algemeen gevoelen is, dat WRENN, WALLIS En HUIGENS pm wetten geliijktijdig in of omtrent het jaar 1669 hebben uitgevonden Zeker is het, dat de gefchriften dezer drie beroemde mannen over dat onderwerp; voor het eerst en te gelijk gedrukt zijn geworden in de Philof. Transtact, van Mei 1669. De Cr j De Schrijver bewijst niet te min uit de briefwisfeling van HUIGENS met VAN SCHOOTEN, die in de Boekerij der Leydfche Univerfiteit met een aantal hoogstbelangrijke brieven van HUIGENS aanwezig is, doch van welken fchat nimmer eenig openbaar gebruik is gemaakt geworden, dat nuicens reeds in 1652 en dus zeventien jaren vroeger, zich op het vinden dier regels had toegelegd; dezelve eenige jaren ‘daarna en wel reeds in 1654 had gevonden en bewezen. Van alle welke brieven , tusfchen HUIGENs en vAN sCHOOTEN over dat onderwerp gewisfeld , ons geacht Medelid naauwkeurige affchriften aan de Klasfe heeft ter hand’ gefteld. hehe, P eraf Hij toont verder aan, zoo uit gedrukte befcheiden, als uit gefchre= vene aanteekeningen van HuIGENs, hoe die groote man, toen wRENN en anderen in 1661 te Londen bezig waren, om op bevel des Genoot- fchaps, proeven over de botfing der Ligchamen te nemen, uit welke zij geen vast befluit wisten te trekken, daarbij tegenwoordig, uit zijne theorie, die hij voor zich zelven had, doch toen niet mededeelde alle de uitkomften der proeven ‘voorfpelde. Hoe hij eindelijk nevens WALLIS €En WRENN, in 1668 uitgenoodigd werd, om eene Theorie over dat onderwerp bekend te maken. Het befluit, dat Huieens verre de eerfte uitvinder is van die regelen, welke hij ruim vijftien jaren wroc- ger, dan WRENN €en WALLIS gevonden en bewezen had, is daaruit ligt af te leiden. De Schrijver laat dus aan onzen onvergelijkelijken land. genoot een regt wedervaren, dat hem tot nu toe betwist werd. De Schrijver laat het hier mede niet berusten, maar onderzoekt al verder, wat er in de behandeling van dat onderwerp aan WRENN, wat er aan waALrIs toekome, en tracht’, niet tegenftaande zijne bewonden fing voor onzen Landgenoot, aan’ ieder dezer het zijne te laten weder. varen. AREN De ontwikkeling van deze gefchiedenis levert ten flotte een duidelijk bewijs op, hoezeer het te bejammeren valt, dat gefchiedfchrijvers der Wee Cio ) wetenfchappen „ zich niet alle boeken, kunnen aanfchaffen , en da fotmer mige werken als in vergetelheid geraakt zijn. zr Een thans zeer weinig bekend, doch in zijn tijd zeer birdenid Boe heemsch Geneeskundige, met name MARCI, heeft reeds in 1639 te Praag een werk uitgegeven, onder den titel, de proportione motus seu vregula sphygmica ad celeritatem et tarditatem pulsuum absque errore metign= dam, waarin; hoewel het oogmerk des Schrijvers bepaaldelijk geweest zij, over een onderwerp der geneeskunde te handelen , naar de opgave van «den naauwkeurigen MONTUCLA, wetten over de botfing gevonden „worden; die dezelfde zijn, als eenigen der gene , die’ naderhand door HUIGENS , WRENN EN WALLIS zijn. uitgegeven. …… da Ons waardig Medelid dit boek hier te lande niet pede hie bekomen, heeft in de opgave van MONTUCLA moéten berusten, zonder te kunnen bepalen, of marct1 inderdaad aan nuIiGeNs in de uitvinding dezer wetten zoude zijn voor geweest, „Wij wenfchen „dat hij elders in het opfporen van dit werke zal flagen en. daardoor. in ftaat- gefteld worden, om het-twijfelachtige , dat voor de eer van HUIGENS zoude nen overblijven, im een helder daglicht te phaddan, / es de tet re pe tebg Kaert van. dit Land, welke de Generaal , aken vóór eenige jaren. op hoog: bevel heeft beginnen te vervaardigen en waarvan reeds drie bladen het licht zien, die door de overfchoone uitvoering de op» merkzaamheid van alle deskundigen tot zich trekken, is in alle opzigten merkwaardig „ en levert door hare „naauwkeurigheid-en: door het aantat waarnemingen een gedenkzuil op van ‘het geen ook een Hollander heeft kunnen. uitvoeren, om, imet hetgeen door de. grootite Wiskunftenaars in andere landen gedaan, is, te wedijveren; en even vases als zij, in zijne ondernemingen te (lagen. ‚De kaart is geheel gegrond op: T dansonmeertspe waarnemingen 4 ET C 2 welke welke op een zeer groot aantal plaatfen des lands zijn genomen ens waaruit een net van driehoeken geboren is, die het land als bedekt, en de ligging der plaatfen op het naauwkeurigst bepaalt. Dit werk kan en moet aangezien worden als een vervolg van de overs heerlijke bewerking van denzelfden aard, door de Heeren MECHAÏN en DE-LAMBRE in Frankrijk gedaan, en wel van Barcelona af tot Duinker= ken toe. Ook heeft de Heer KRAYENHOFF zich naar Duinkerken en- Mont-Casfel begeven, om te beginnen dáár, waar de Franfche bewers: king eindigt; en den afftand van’ Duinkerken tot Mont-Casfel, door pe: LaMBRE bepaald, tot grondlijn. nemende, zijne driehoeken over Vlaan-- deren en Braband tot Middelburg, Bergen op Zoom enz, in dit land te - vervolgen, en dus de Franfche driehoeken met de Zijne te verbinden.” Deze gewigtige onderneming van deg Generaal KrAveNuorr is met- dezelfde ‘naauwkeurigheid’, als die van DE LAMBRE verrigt: hij heeft, even als deze, van den repetitie-cirkek van Borpa gebruik gemaakt 2 in alle drichoeken de driehoeken bij herhaling gemeten, en waarne- mingen over het Azimuth en de breedte. op verfchillende. plaatfcrp gedaan. Alle de uitkomiten ne, zoo der geodeft fche als der. astronomifthe: waarnemingen, komen onderling overeen met eene juistheid , waarvan. men zich naauwelijks een denkbeeld zou kunnen vormen, ware men niet overtuigd, dat zij het gevolg is der middelen, die gebruikt wat geworden, en van de handigheid en kunde des waarnemers. De Heer KRAYENHOFF is thans bezig, om diezelfde bewerking vari Groningen af door Oostvriesland ‘voort te zetten: om dezelve te ver= binden met die, welke door anderen in die ftreken ; en zelfs tot aart den Rhijn toe, gedaan is. Er: zâl zoo. doende- het prachtigfte en fehoon- fte geographisch ‘monument worden opgerigt » dat men nimmer, federt de overoudfte tijden, heeft durven ondernemen en waaräan mên, no& flechts vóór dertig jaren, niee had’ durven. denken, Zoo groot zijn- de , vor Car } vorderingen, die men inde werktuigen en hatdelwijzên, in theorie en kunst van waarnemen federt dien tijd gemaakt heeft. , Maar hoe grootfcher dat monument is, hoe meetder zorg er gedrar gen” moet. worden, dat de authenticiteit van alle deelen, die het uit=, maken, bevestigd zij. Ons verdienftelijk Medelid heeft ook hier voor willen zorgen. Hij heeft begeerd, dat de journalen van alle zijne me- tingen en berekeningen onder de Archiven.van het Inftituut berusten en, voor de nakomelingfehap bewaard blijven. Hij heeft er reeds.zes deelen van overhandigd, en zal, bij het voleiden van zijn werk, het overige mededeelen. Dan zal-het tijd zijn, dat de Eerfte Klasfe „ hartelijk danke baar. voor dit gefchenk, in overweging neme, welk. uittrekfel zij daar- van in hare werken’ zal plaatfen, opdat niet alleen. de kaart zelve aan, de “geleerde wereld bekend zij, maar ook alle deelen van dien onvergge lijkelijken arbeid worden openbaar gemaakt. «Bij de plegtige overgave van die kostelijke handfehriften heeft de Heer KRAYENHOFF aan de Klasfe cen berigt voorgelezen, zoo “van de: wijze, waarop ‘het verrigten van zijnen arbeid door de hooge overs heid is bevolen geworden; van de hulpmiddelen, die hij daartoe gehad: heeft; van de veranderingen, die achtervolgens in het eerfte plan zijn gemaakt en waaruit dan eindelijk dit fchoone werk is geboren. Hij heeft het werktuig van BoRDA, door hem gebruikt, uitgelegd: zijne methode van waarnemen en wat dies meer zij verklaard. Welke Vers “handeling flechts voor deze korte aanwijzing, doch geenszins. voor eens gittrekfel vatbaar is, 8 Toen de Heer rröryN voor de: eerfte maak het werk van pappus ALEXANDRINUS, bekend onder den titel van Collectiones mathematicae , doorbladerde , viel deszelfs aandacht op het tweede problema, hetwelk hij in zijn derde boek opgeeft, en zeer uitvoerig behandelt, betreffende de bepaling, zoo Reken- als Meetkundig, van het geen. de Ouden ni C 3 Men C as ) Medietates thoemden. Hij wond daarin op eene zeer-duïdelijke en eèn- voudige wijze de betrekking opgegeven, welke er tusfchen de Arithmes tifche, Geometrifche en Harmonifche proportiën beftaat. Intusfchen geen der hedendaagfche Schrijveren van deze mêrkwaardigheid gewag gemaakt hebbende, oordeelde ons waardig Medelid, der Klasfe geenen ondienst te zullen doen, met dezelve te verklaren en naar onzen enso woordigen trant uit te’ leggen. Het is niet wel mogelijk ineen algemeen Verflag de waarde van die Vertoog genoegzaam te doen uitkomen. Ik zal mij dus moeten verge» hoegen, met eene opgave „ dat de-oude Wiskunstenaars onder Mepie'ras niets anders verftonden,.dan:hetgeen wij tegenwoordig eene gedurige evenredigheid van drie grootheden noemen, en dat zij deze van eene Anialogia, of, gewone -mieetkundige- proportie onderfcheidden, _ Parrus ‚nu zegt, dat er voornamelijk drie Medietates beflaan, te weten::eene * Atichmetifche, eene Geometrifche en cene Harmonifche ; waarbij: de Oùden nog drie „en de nieuweren nog vier anderen gevoegd. hebben. ? =De plaats zelve „die den Heer FLORYN zoo bijzonder gorofien , na luidt verkort aldus Arithmetica medietas wordt. genoemd , wanneer. van drie groothêden de leerfte is tot” zich “zelve als het verfchil der eerfte en tweede tot het verfchil der tweede en derder gelijk in. de „getàllen, g,;6 en 35 _ Want gelijk 9 is tot zich zelve, zoo is het; verfchik van-g en 6-tot het verfchil-van: 6 en” 3; zoo als parpus ditz-in navolging der- Ouden 4 - met woorden uitdrakt. Doch hetwelk wij nu kortet en gemakkelijker door teekens te kennen geven prat? aldus g : dm de: 6 me 3 ofgrg=gr | „Geometrica medietas heeft plaats, wanneer de eerfte term is tot pan: tweeden; als het eerfte verfchil tot het tweede ; als in «de getellan 1azi6sen 3e T il want C 23 ) want 1236 == io=-6: 6 3, of 12:6= 6: 3. En Harmonica medietas noemt men drie grootheden, waarvan de eerfte is tot de derde, als het eerfte verfchil tot het tweede : gelijk in de getallen 6, 3 en &. De want 6 so == Ó=-3t 3e 2e of 6: e= gie Nadat de Schrijver ons met deze plaats der Collectiones mathematicae ‘heeft bekend gemaakt, gaat hij over tot eene algemeene Stelkundige. - befchouwing van dit belangrijk ftuk, en ontwikkelt hetzelve, naar zijne wijze, zoo volledig, dat de Klasfe het gaarne onder de aangebodene Verhandelingen zou hebben opgenomen, Doch de Heer rroryn hete zelve hiertoe niet beftemd hebbende, heeft intusfchen wel willen toe- geven aan het verzoek , van een kort beftek deszelven onder de Archies ven dezer Klasfe te plaatfen. Hetwelk wij met verlangen te gemoet zien, om van hetzelve-in de gedenkfchriften des Inflituuts een nuttig gebruik te maken. 5 “Het is buiten eenige tegenfpraak , dat alle waarnemingen, die ftrek- __ Ken kunnen ter uitbreiding van de kennis omtrent den ftaat des afvoers van het water langs de rivieren, in de onderfcheidene gevalten, waarin dezelve zich, zoo bij lage , middelbare’, als hooge ftanden, het zij met gen vrijen loop, of belemmerd door het afkomend iijs, bevinden kune nen, voor dit land in het bijzonder altoos meer of min belangrijk zijn. Men hield daarom ook voor bijzonder welkom, het Zets van ons ; Medelid, den Heer BRUNINGS, over de werfchillende mate van digtheid der ijsfoppingen op de Rivieren, naar gelang van den onderfcheiden hoogteftand dier Rivieren, afgeleid uit de waarnemingen, ter gele- genheid van den ijsgang, in Louws en Sprokkelmaand van den jare 1êre. Men C 24 ) „Men befchouwde ste regt deze waarnemingen, als goede bouwftoffen voor. de kennis van onze rivieren „die door: meer „dergelijke waarnemin- gen. in het vervolg vermeerderd en voorts nader opgehelderd zouden kunnen worden. Het; eenparig, beflait was alzoo, dezelve inde Archies ven der Klasfe te bewaren, en intusfchen daarvan sin de: Befchiedenis van derzelver verrigtingen eene loffelijke melding. te maken. De Heer vAN DEN ENDr deelde aan de Klasfe snâde eené reeks en uitflag van proeven, door. hem te werk gefteld met het voor weinige jaren door J- MONTGOLFIER uitgevonden werktuig, bekend onder den naam van Botshevel, Waterram of Belier hydraulique. „Deze proeven hadden niet zoo zeer ten oogmerk de werking van, den botshevel en deszelfs kracht te onderzoeken, gelijk zulks door anderen , inzonderheid door EYTELWEIN op de meest voldoende wijze is ge- daan geworden, maar bijzonder, om den aard der werking van het werktuig op te fporen, en -derzelver theorie, hoedanig dus verre niet voldoende is gegeven, uit te vinden. THE Na de befchrijving gegeven te hebben wan het model van den bots- hevel, waarmede de proeven genomen swaren , alsmede. van „deze proe: ven zelve, deelde hij de gevolgtrekkingen mede, „waartoe de genomene proeven leiden, en wel: 1°, hoezeer de verfchillende verklaringen , door MONTGOLFIER delig EYTELWEIN, WREDE Cn GILBERT, ten aanzien der werking van den botshevel ter bane gebragt, van allen grond, ontbloot waren. . a°, hoe veel eenvoudiger het werktuig zelve is, dan men het zich dus verre had voorgefteld. De genomene proeven toch lieten ‚geenen twijfel over, om het daar voor te houden, dat hetgerie , waarin men het wezen van het werktuig gezocht en gefteld had, niets anders was 4 dan. eene gemaakte toepasfing van de daarbij werkzame kracht; en 3°. hoe het werktuig, tot zijnen waren flaat en eenvoudigheid ge- le bragt , & ä5 jd bragt, vân zelve de theórie zijner werking. aan de hat geeft. Deze theorie’ werd vervolgens aat de hand gegeven * en ‘diëfide’ voorts ;-om eene daarop gegrofide verklaring te bouwt van de werking vari”den geheelen botshevel befchou vd. als werktuig, om water tot tleenie- aan. merkelijke hoogte op te brengen. | Eenige twijfelingen, omtrent dè ‘verklaring van Pbivoidee indi felen , welke zich bij de werking des- wâtervangs, zoo in zijnen ‘eenvou digften, als zamengeftelden ftaat-, vertoonden, en waâromtrènt nog nadere Ónderzoekingen vérdiënden te worden ‘in het-werk gefteld;, be: hoorden onder de redenen’; waarom de ‘teller vérmeende zich te moeten vergenoegen, met het a hem verrigtte. veg aan de Klasfe té Rohe, medegedeeld. 1 mld tong € “oi de verbeteringen, waarop Men in den fcheepsbouw roemen ‚ behoort voorzeker het bekleeden van vaartuigen met eéne koperen dubai” Doch óók dit ‘voordeel heeft zijne fchadé. Het zeewater op Cit «metaal zijn vermogen uitoefenende, lost hetzelve gedeeltelijk op en verandert het in eene verzuurde ftoffe, ‘die men meent, den nadeeligften “invloed te hebben op al wat van ijzer met hêtzelve in aanraking komt. Misfchien zou men deze hier zoo nadeclige werking met eenigen grond ‘befchouwen mógen als ‘een ‘galvanisch proces , door- twee ongelijkfoortige ‘metalen: ‘enhêt -daär ‘tusfchen gevóegd zeewater opgewekt en aan den gang gehouden. Doch wat hiervan zijn moge “men kwâm daarom in de noodzakelijkheìd , van zich tot het verband der fchepen” overal , waar de koperen dubbeling Wordt aangelegd, gebruik te ‘maken*van koperen bouten en fpijkers. Waardoor eene’ vermkerderig van kosten veroorzaakt wordt voor ieder oorlogfchip van linie, niet minder, dan de aanzienlijke fom van’ 40,600 gulden. Hier bij komt nog, dat men zelfs bij deze grootere uitgave nooit die vastheid aan ecnig vaartuig kan vêrfchafféns welke door ijzeren bouten zoo gereedelijk verkregen wordt. di D _ Dank € e£ „vDank, zij, derhalve, ons üverig. Medelid., den,Heer, GLAVIMANS , die, in reene Voorlezing; leerde „ dat, de, „ontdekking, om het ijzer der fchepen tegen, het. invreten, van, kopergif. te bevciligen, „niet, alleen aan, ons Vaderland „maar aan hem zelven toekomt; beftaande zijne geheele bewerking in niets anders, dan in het aanwenden. van een seprondig sage), hj pokhoutzaagfel en teer of wel turfasch en teer. „Dit mengfel vervaardigd, zijnde „ bedekt men hier mede al de, koppen der. bouten en‚fpijkers van een fchip.,… feit „Om sechter:dit, mengfel wel toe te pasfen nr manie voorzorgen jones die de- veraden „zeer „aaainkenrig, opgeeft, en seomanelik hierop meêrkomen. > » a. Dat men alle de ijzeren pred en fpijkers zoodanig in ‘het fchip indrijve, dat de koppen een vierde duims binnen de oppervlakte der buitenplanken; komen. „Deze-diepte nu, van een, vierde duims wordt get gezegd fmeerfel, naauwkeurig aangevuld. ‚b‚--.Men befimere. vervolgens „de geheele, buitenhuid v van de tastlijn in lading tot ‚aan; de kiel met een mengfel van pek en teer, zogdanls dat iet eene ‚foort van, lenig fmeerfel bevatte. ‚ Men belegge de buitenhuid, over, dat fimeerfel met getand papier ú pda dat, papier. worde. het ‚koper aangevoegd. „met de noodige, om= zigtigheid, dat men „onder „elken zoom, van „het over elkander, liggend koper, eene ftrook. papier fchikke, ten sa, voor-te. bene dat, het zeewater niet achter, het. koper, Bere aided etieedandd patri: iden. van de koperen paren, gelijk Proefonderindlik door den Heer GLAVIMANs werd „aangetoond, met ijzeren, bouten „ die fints twaalf achtereenvolgende jaren, op ‚tien ‚voeten. diepte onder, water. achter het koper gezeten hadden op ama Melee fee, ‚van corlo, de Rot- serdagnmer. ú RD franw a \ VURZHE CH ZTOOTG 2 d Toen d N 3 : <1 | En C 27) eTr het Éwâalfde eri dertiende: Nonimer: vanden. Algemeenen Konst- en — Letterbode voor het jaar. “i8rr-een-ftukje zijnde, ingelascht,, onder den titel van- Jets over de eigenfchappen van het ivoor en, de kunst, om het. voor geel worden te bewaren, naar het oorfpronkelijke van den Heer re spenorek: te Koppeúhager, trof.een gedeelte van deszelfs, in« Jroud. dem Sektretaris: dezer Klasfe, Om „eene openftaande fpreekbeurt miet» geheel. ‘onvervuld te laten ; brâgt- as wee vena daarin voor. gti ftellingen>ter- toetfe « „Dat “der ijzeren kogels „ welke. men. nu «en a in. Blefants, rd ie; ih deze harde enhance gelijk zij dan zijn, werkelijk zouden en ingefchotens „Dat de fagranden we Elefiïten midimee: son wielen. Ho Ie dijn verzameling: wan ontleedkunidige voorwerpen verfcheidene ftuk- ken van Elefants tanden bezittende „waaritì de zeren en koperen kogels valsoin Cemerit bevestigd zijn, bleek hieruit alraanftonds, dat zij in deze bijkans volftrekt veerkrachtige ligchamen niet-konden zijn ingedreven op et tijdftip van hunnen, volkomen. Wasdoms: Dan immers zouden zij, of van de “oppervlakte. met. geweld zijn terug ‘gefprongen, ‘of bij overmaat wan kracht dén tand zelven-verbrijzeld hebben. -_Meén ftelle zich derhalve de inkasfing van dit vreemd. ligchaam á in den tand voor, als gefchied bij deszelfs eerfte wording, ‘terwijl, alle deelen, hôg metgevend en ‘gedwee, zulk. eene influiting mogelijk maken. ‚De Magtand: wefvolgens meerdere wästheid- verkrijgende, behoudt dien, kogel In zijne Fúimte, omringt hem.-dóor {tof van zijnen eigen aard en fchijut, mét dcrzelwen als in vriendfchappelijke verbinding te tredert, niet rechter Hin zulk- eene wolftrekte „of. -men-ontdéke door de geheele inwendige “gefteldheid van het ivoor de kenmerken van tante die zijne eerlte kern ‘heeft ‘aangedaan. et sax Daar nu in alle verzamelingen van eenig billen stier dan een 5 VOOr» re Waù igefchoten kogels han Blefants flagtanden gevonden wordt, ED NE _ meende ED, meende hij, behalve de andere bewijzen voor derzelver wisfeling:, hièrin- ‘een ‘nieuwen grond aan te treffen voor. dit, door den Heer SPENGLER. orka boreling ts vis tud ei arden Tea ‘Ook de Hoogtdërise BoNN ‘onthield der Klàsfe: zijne voordragt niets Hij deelde in een mondeling Verflag zijne vroegere ontleedkundige.nat+ fporingen ‘mede, aangaande den aard, de oorzaken en. verfchijnfelen- eener kwale aan de pooten der fchapen, den zoogenaamden haarworm of-het “krtpel. “Hij befchouwde deze ziekte als een gevolg der- verwaarloosde treifiiging en wasfching , zoo. deze ‘dieren opnatte en moerasfige gronden weiden, waardoor zwelling en verftopping moet geboren-worden- van de ontlastopeningen ’der- klierachtige- affcheidingsbeursjes , welke boven. de- verdeeling der” klaauwen onder de: huid geplaatst, ‘niet alleen «bij: de {chapen , maar ook bij de recën, en andere, op- droogere gronden, weis dende, gevonden worden. Derzelver nuttig fmeerfel dient ter, bevoch- tiging en lenighouding van de kroon dier hoeven. Die zelfde ziektes “het -kreupel, kan ook het gevolg zijn van pijnlijke zwelling der pooten “en van ontfteking , verzwering- en verfterving der verlengde huid „ welke- de uiterfte vingerleden binnen het nagelaartig hoorn der hoeven of. fchoenén overdekt, en welke verzwering niet zelden het-affcheiden dier fchoenen ten gevolge heeft. tiles - Hij fprak ‘wijders over de naar zijne gedachten en onntniuali ge fchiedende hereeniging der van een gefcheidene (tukken van gebrokene beenderen, elders breedvoeriger betoogd te gefchieden door zwelling der beenftompert en omliggende. zachte „deelen, uitftorting van voedende vochten , vaatrijken vleeschgroei , eeltachtige: vleezige verdikking, vorming. van beenvezelen en verharding tot eene vaste beenzelfftandigheid, door vaten van een verlengd beenvlies gevoed, niet alleen bij den mensch spaar ook bijde dieren. ’ paid een en ander door oniestkurtist bereidingen en daarnaar ver- vaars € 9 vaardigden “afbeeldingen geftaafd , en het laatstgemelde inzonderheid doer. de voorbeelden. van een gebroken en: weder geheeld been „uit de fchacht van eenen. walrus, het afgebroken en‚ weder vastgegroeid. ge- deelte van de kroon eens. hoorns. van eene ree, enz. … Alles zoo vele; diepe inzigten in de ziektekunde, bevattende „ dat het wenfchelijk ware, eene- volledigere bewerking te mogen verwachten van. ons hooggeacht. Medelid. Dat de fteenkolen van plantaartigen oorfpróng zijn, is meermalen aan= gemerkt , doch dat hare. moeders in vele opzigten verfchild hebben van de. thans “bekende -groeiftoffen , bleef een raadfel, dat flechts de latére: nafporingen konden oplosfen. De Heer vaN MARUM bepaalde zich. hiertoe inde Aanwijzing van, eenige voorbbrengfelen uit de Hesfifche koolmijnen, ter „verklaring van den oorfprongrdêr kool, en tevens van «zoodanige flukken; die aanduiden door hunne elliptifche gedaante, dat de groeifloflen van dien tijd wezenlijk ketenen van den tegeti= woordig bekenden. Reeds in het jaar 99 der vorige eeuw- onderzocht hij- hiertoe op- zettelijk meer dan eene koolmijn, - De. Meisner, zeven uren boven Kasfel. gelegen, diende hem bijzonder, om. de opvolgende veranderin= ge en overgangen van zuiver hout tot volmaakte kool. na te gaan; De onderfte lagen dezer koolgroeven leverden het hout, in eene horizontale ftrekking, nog volkomen en onveranderd , terwijl men opvolgend in. de hoogere ffreken langzamerhand die veranderingen ontdekte, welke het eindelijk geheel den aard van kool doen aannemen. Ook hier befpeurde ons fcherpzinnig Medelid reeds blijken van die elliptifche gedaante, welke hij naderhand in eene andere koolmijn zoo’ algemeen waarnam, dat hem geen twijfel overbleef, of de groeiftoffen van vroegeren tijd: hebben wezenlijk verfchild met die van latere jaren. Habichwald, achter Napoleonshöhe, leverde hem frâaije ftukken van 8 aan= CB) danmerkelijke grootte, welke dezen zeer langwêrpigen elliptifchen vorar aätiduiden, De Klasfe heeft’ deze ftukken gêzien, en verlânet” niets mêer, dan dät-de Her vAN MARUM zich de moeitë geve, väfvovér “dit belangrijk onderwerp ëené- uitgewerkte Verhandeling zamen te ftellen en order de werken van het Inftituut aan te bieden. ae BONES 3) Wanneer men Bits buitenlandfche fchriften over de Huîshóud- kunde en Statistiek in Holland raadpleegt, zou men bijkans in den waan geraken „als vof -deszelfs -bodenw tot het opleveren «van „eenig > nuttig voortbrengfel ter. -naauwer mood. gefchikt ware: De. Heers korps maakte zich dus „welterdiënd' Bij--de „Rerfte Ktasfe döòr. een Betoog over de krâcht. van Hollands Landbouw, » Dit -wêlvberedeneerd ftuk ftrekte- inzoûderheid, “‘omvaan. te. wijzen „dat. de. ingezetenen en het talrijke vee; dat op Hollands bodem -wordt- “gevonden , voornamelijk, doot zijne. eigene. voortbrengfelen wordt gevoed en daarenbòven jaarlijks van zijne produkten heeft uitgevoerd «eene waarde van ongeveer, zestien mil tioen guldens, blijkens eene daarbij gevoegde tafel van den in-en uits voer „van éen den. dertig. Hollandfche woortbrerigfelen van het jaâr 1803 tot 18094 zijnde: verder-in dêze- Verhandeling onderfcheidene ‘Statistieke berigten-uit echte bronneù opgezeven, welke de hooge vat eff bies Hollands herrees doen kennèn. Zoo verre gingen de ‘voorgelezene ftukken , waarvan de Schrijvers niet begeerd hebben, dat zij onder de aangebodene Verhandelingen zouden begrepen worden, Wat nu de „aangebodene Verhandelingen betreft, bok hier van heeft de Klasfe eenen rijken oogst mogen inzamelen, Vermits echter niet van allen de beoordeling reeds gefchied is, zal ik haar in eén tweeleedig overzigt moeten nemen, of als beoordeelde ftakken , of als zoodanigen, waarop de Klasfe het advies van hare gekommitteerden inwacht, On- € at d ‚ Onder de „beoordeelde, ftnkken noem ik in.de eerfte plaats eene Ver- handeling van ons Medelid, den Heer c. 1. BRUNINGS 4 over. de, 0nj- derlinge gemeenfchap „der - Rivieren de Merwede en Lek, door. middel van het Kanaal, hetwelk. dergelver, monden pezeonigk, en den. naam yan Noord „draagt. ; fcän „Het is bekend, dat de Menweit bij Dordrecht zich in geben armen verdeelt, „waarvan de eene Zuidwestelijk voorbij die, flad loopende „in de Oude Maas „valt, en „ook, door het zoogenoemde Mallegat in. de *s Gravendeelfche Kil; terwijl de andere arm eene Noordelijke ftrekking aannemende , zich hij Krimpen met de Lek vereenigt, en, alzoo; onder den naam van de nieuwe Maas, naar zee loopt, did ‚Deze belangrijke Riviertak , waaraan , „uit hoofde van, de preek ftreke king, de naam van Noord, fchijnt gegeven te zijn, was in vroegere tij= den van een genoegzaam Verna om de boyenwateren af ‚te „voeren te kunnen worden, Deze handelde toeftand echter is, all engs. gaan verminderen en federt meer, dan eene eeuw, zijn de ‚klagten, menige vuldig geworden over derzelver toenemende ondiepten en verdroogingen, terwijl tevens, de fnelheid der „daardoor ftroomende. wateren, zeer aan= merkelijk. is. verminderd en zelfs, ten tijde der ebben, een gedeelte van het uit de Lek, afkomend water „ in plaats van als. voortijds. met den ebftroom, van de Merwede. komende, benedenwaarts langs, de Nieuwe, Maas af te ftroomen, nu opwaarts gaat | dus in eene, Reen geftelde ftreek. naar; Dordrecht, loopt. „Om dit, verfchijnfel beter, te, leeren kennen „ ten. einde. over de ge- volgen daarvan met meer gronds te kunnen oordeelen „ heeft de Heer BRUNINGS „- in, de jaren 1804, 1807 en 1808, gedurende eenigen tijd dagelijks van, uur tot uur, „en „wel. meestal van ’s morgens. ten 6, tot ’savonds ten 6 uren, naauwkeurige, waarnemingen, gedaan. omtrent, de hoog= C 32 3 hoogten van het watêr, zoo aan den boven: ais aan den benedenmond vân dezen Riviertak, Deze waarnemingen ten grondflag leggende, leidt hij daaruit eenige gewigtige gevolgen af, die van een bijzonder belang zijn voor de ken- nis van deze Rivier, en waarop de middelen van herftel zouden behoo- ten gegrondvest te worden; terwijl hij tevens aantoont, dát de tegen- woordige ‘toeftand van dezelve, voor de goede gefteldheid van de ge= heele Nieuwe Maas, inderdaad als nadeelig moet worden aangemerkt. De ‘Klasfe dezen arbeid befchouwende als eene nuttige’ bijdrage tot de Vaderlandfche' Rivierkunde, aarzelde geen oogenblik , denzelven aan te nemen en onder hare uit te gevene Verhandelingen te plaatfen. Het tweede ftuk zijn wij aan denzelfden Schrijver verfchuldigd. Het ‘handelt over de werfpretding der Vloeden uit zee opwaarts, langs de onderfcheidene Rivieren en Riviertakken. De Rivieren, die in zee uitloopen , welke aan de werking der vloeden en ebben onderworpen is, moeten den invloed daarvan aan hare mon- den en verder opwaarts in hare benedenfte gedeelten, ondervinden, Zoo dezelve met geert aanmerkelijk verval in zee ftorten, en de rijzing “der zeewateren bij den vloed eenige voeten ‘bedraagt, wordt hare’ uit loozing zelfs geheel geftremd , en hare ftroom neemt eene tegengcftelde rigting aan, of 1óopt opwaarts in plaats van naar beneden. Deze alsemeene verfchijnfelen hebben ook plaats op onze beneden Rivieren , die zich in de Noordzee ontlasten, gelijk uit de dagelijk{che bevinding blijkbaar is, en worden zoo wel in de hoofdrivieren, als in de bijzondere takken, “die met haar benedenfte gedeclte gemeefifchap ‘hebben , waargenomen. Het kan, in velerlei opzigten, niet dan zeer belangrijk zijn, om deze “beurtwisfelende verhooging en verlaging in de stee onzer padeà ren’, op cene gegevene plaats te kennen. In- an, C 3 J Intusfchen zijn deswege. zoodanige waarnemingen niet overal ger daan , of kunnen niet ligtelijk overal gedaan worden. Hoewel het wen= fchelijk ware, dat men dezelve „zoo bes: mogelijk, vermenigvuldigde, dewijl het blijkbaar is, dat,’ daar de beweging des waters, vooral in het geval, hetwelk wij hier: befchouwen, door zoo velerlei omftandig= heden gewijzigd wordt, de ‚gemiddelde refultaten des te meer te vers trouwen zullen zijn, naarmate zij uit een grooter getal -van waarnemins gen, op hoe meerder plaaten hoe beter, zijn afgeleid geworden, Hoewel nu deze gemiddelde refultaten niet anders, dan cop zich zelve ftaande kunnen befchouwd worden, lijdt het echter-geene tegenfpraak 4 of er moet tusfchen dezelven eem zeker verband plaats: hebben ; dat is met andere woorden, «zij moeten een-zekeren regel: of wet volgen, die verfchillende zal zijn op de onderfcheidene- Rivieren en Riviertakken, naarmate van hare verfchillende hoedanigheden en betrekkingen, waârin zij tot de zee ftaan, of tot de:bron, daar zij de vloeden uit ontvangen. Daar de kennis van deze “wetten“ons nog ten eenenmaal ontbrak , heeft de Heer BRUNINGS eene poging gedaan, om, uit eenige hem be kende ‘of “hem eigene” waarnemingen „wegens het rijzen en dalen des waters, bij vloeden en ebben, op eenige plaatfen, in fommige van onze Rivieren en daarmede vereenigde Riviertakken, de wetten op te fporen, volgens welke dat verfchil- van. watershoogte vermindert; naar gelang van den afftand van de zee of van de bron, waaruit men rekenen kan, dat de vloed zijnen oorfprong neemt. , 6% Wij zouden den Schrijver verder in deze belangrijke oudsten moeten volgen, doch merken nu alleen aan, dat beoordeelaars dezelve befchouwen als eene verdienstvolle bijdrage tot onze Rivierkunde , een onderwerp bevattende, hetwelk geheel nieuw is, en op eene wijze be. handeld, die zijne fchranderheid en kunde alle eer aandoet. Het een- ‘parig gevoelen wereenigde zich alzoo, om dit ftuk zoo fpoedig- mage: ven de uit te gevene Verhandelingen te plaatfen. & E __ Het e … Ca „Het derde fluk voert ten titel Bedenkingen over de wormen, door den pPisweg ontlast, van ons Medelid den Heere c‚ n. à Roy, 5 « Onder de zonderlingfte verfchijnfelen behoort zeker de ontlasting van levende voorwerpen langs den pisweg. Men is zelfs dikwerf door val fche berigten ten dezen aanzien misleid geworden. Waarnemingen ech» ter gelijk deze, met de meeste omzigtigheid in het werk gefteld, en waarbij zelfs de geringfte omilandigheden zijn opgemerkt, laten geene vrijheid, om aan de waarheid te twijfelen. “Ons geacht Medelid zag de fpoelwormen, onder de, hevigfte ftuip: achtige bewegingen ontlasten, en fpringen in het vocht, waarmede zij uit het ligchaam geloosd waren. Raadfelachtig intusfchen blijft het voor als nog, langs welken -weg-deze wormen tot in de.pisblaas zijn. doors gedrongen. Want, hoezeer het jongetje ziekelijk van geftel was, deed zich echter geen enkel blijk ops dat zij door eene fistuleufe verzwering uit het gedarmte tot-in deze nieuwe ontvangplaats zouden zijn overge= gaan. Ook fcheen hun tierig leven aan te duiden, dat zij goripronkelijk gevormd waren op: de. plaats, waaruit zij ontlast werden. ‚Wat hier van zijn moge, het belang der waarneming. treft genoeg- zaam. De Eerfte Klasfe- befloot daarom gaarne , om dazalep onder hare uit te gevene werken op te nemen. Het wierde ftuk dankt de Klasfe aan haar Medelid den Heer AE GOUDRIAAN. Het behelst een ontwerp, om, door eenen eenvoudigen toeflel, aan de Schutfluizen de belangrijke cigenfchap te geven, dat, bij de doorfchutting, het fchutwater voor een groot gedeelte wederom op den bovenboezem terug gevoerd wordt. ‚De fchutf{luizen zijn van een onontbeerlijk gebruik overal, waar men wateren van onderfcheiden hoogteftand aantreft, om,door middel van dezelven een vaartuig uit een lager op. een hooger water, of omge keerd, van een hooger kanaal op een lager te voeren. » Bij elke dooze Schatting derhalve gaat eene hoeveelheid waters, die aan. de grootte van ss de C 3 d de fchutkolk en aan de hoogte van het verval,’ geëvenredigd is, uit den bovenboezem op het benedenwater over, Dit nu kan in vele ge- vallen zeer madeelig zijn; het zij, dat de bovenboezem, dit verlies van wâter; dat, naarmate van de menigvuldige. doörvaart,aanmerkelijker. wordt, niet,’ ten minfte-niét ten allen tijde, lijden kan; het zij dat daardoor de benedenboezem, op welke zich het fchutwater uitftort „te veel bezwaard worde: In de eene of andere dezer omftandigheden, is mên fomtijds genoodzaakt, om de doorfchutting der: fchepen woor eenen geruimen tijd te ftaken, althans met vele behoedzaamheid te vere rigten. Om dit noodwendig en uit den oi der fehuefiuizen zelve voorts: vloeijend gebrek te verhelpen, op plaatfen, alwaar hetzelve van zoo veel aanbelang is, heeft men wel verfcheidene middelen. voorgeflagen maar geene daarvan hebben hun doel getroffen. Men heeft altijd ge« tracht, om, door het aanwenden van vreemde of van elders aangebrag= te | krachten; het braan fchutwater wederom naar. boven. op te voeren. « : ‚De Heer GOUDRIAAN: is op het wehdkiie denkbeeld gevallen „ om dit fchutwater zelve, als eene beweegkracht , daartoe te doen, werken; hij heeft namelijk een eenvoudigen toeftel bedacht, ‘ten einde daarmede „ bij en gedurende. elke doorfchutting zelve, zoo niet met al de hoeveelheid, ten minften met een goed gedeelte van die des fchutwaters den bovens boezem wederom aan te vullen. Hij geeft van deze zijne uitvinding eere duidelijke en uitvoerige befchrijving, door zeer. kek en fraai pan teekende afbeeldingen opgehelderd, n ‚De Klasfe heeft goedgevonden, deze belangrijke Verhandeling onder hare uit te gevene werken te plaatfen. Het vijfde ftuk bevat eene Verhandeling van ons Medelid den Heere Je F. VAN BEECK CALKOEN ; over de Theorie der gemiddelde waardij wit een aantal grootheden, of afzonderlijke waarnemingen, Ez Men C 36 ) „Men kan dit onderwerp uit verfchillende oogpunten befchouwen. Van ‘hier de onderfcheidene handelwijzen, welke «de ‚Wiskundigen be- dacht hebben „om uit waarnemingen van eenig: veranderend. voorwerp ‚de gemiddelde waardij te bekomen. De Heer VAN BEECK CALKOEN ont- wikkelt kortelijk alleen. de handelwijzen, door LAMGERT en LA PLACE voorgeflagen; toont het gebrekkige van den eerften en bepaalt zich tot- den laatften, waarvan hij den grondflag op eene zeer eenvoudige wijze verklaart, zonder tot hoogere berekeningen zijne’ toevlugt te nemen, zoo als LA PLACE gedaan heeft, Wij kunnen ons, wegens het ingewikkelde des onderwerps, in, geen meer bijzonder Verflag van de zeer fraaijje en grondig in de. zaak door: dringende nafporingen van onzen Schrijver begeven. Wij vergenoegen ons met de hulde der Klasfe aan dezelve toe te brengen, en het mede- deelen van haar befluit, om dit doorwrocht ftuk onder de uit te gevene werken te plaatfen. : Het zesde fluk levert ons eene Verhandeling van. den Heer marta) betreffende eene nieuwe wijze, om affpanden te meten. De bekende en veelvuldige onnaauwkeurigheden, die plaats hebben in de gewone wijze van afftanden, door middel van meetkettingen, te be- palen, hebben den Heer AENrAB naar een middel doen omzien, „waar in die onnaauwkeurigheden geenen invloed kunnen hebben, omdat men in dezelve het gebruik van kettingen geheel vermijdt. Hij heeft dat middel in een Optisch grondbeginfel gevonden, hetwelk hij op eene féhrandere wijze uitwerkt, en waarvan hij de merkwaardige eigenfchap- pen bondig betoogt. : Ik zou deze.Vergadering te zeer vermoeien, zoo ik dit grondbegin- fel wilde ontvouwen, en de wijze nagaan „waarop hetzelve in praktijk wordt gebragt. Melden wij flechts nog, dat de Klasfe; na Heeren Kommisfarisfen gehoord te hebben, van oordeel is: t ZÀ fi 1°, dat C 37 J 1°. ‘dat deze Verhandeling, zoo als dezelve is liggende , niet wel in de werken van het Inftituut kan worden opgenomen , maar dat zij overwaardig is en behoort afzonderlijk te worden uitgegeven, ten einde tot een leidraad te ftrekken voor hen, die van deze handelwijze gebruik zouden willen maken ; “a°, dat als een aanhangfel op deze Verhandeling zoude behooren gevoegd te worden de ontwikkeling der formule, dienftig, om den af- ftand te berekenen. Het jammert mij, hier de opgave van den inhoud en waardij der aan- gebodene Verhandelingen reeds te moeten eindigen. Het getal immers, hetwelk nog’ onbeoordeeld is «gebleven, “of waarvan ‘men, fchoon beoordeeld «zijnde, eene nadere bewerking te gemoet ziet, overtreft verre weg het gehe men “redelijker wijze daarvan zoude mogen ver- … wachten. Ik zal mijij ter wegneming van allen twijfel, tot: derzelver optelling bepalen. ° 1°. HENNERT, Mémoire fur les orbites des Comêtes. 22°, HenneRTs fur le, moüvement ,‘ que“ fuivent les nt entourés e une corde, pendant le developpement de la corde. 39. HeNNeRT, fur les écoulemens des eaux par les orifices. ‚ 4% HeNNeRT , Mémoire ‘concernant «la vitesfe moyenne des. eaux’ passage “FLORyYN „ Aanmerkingen over de bowitirs van vallende en en lj vlakken afloopende ligchamen , voor: zoo verre: zij door: den tegenftand der lucht en andere -beletfelen vertraagd worden. =6°, «VAN BARNEVELD , Waarneining betrekkelijk” de can Electriciteit. dû 7°. CAMPERS over de Structuur van het geraamte der Leidt tegn uit de fteengroeven van Maastricht. f E 3 . 8e, SER= ( 88 ) 18°. ‘Serrure, Betoog dat de Landbouw inderdaad’ de eer “vere dient, van onder die wetenfchappen geplaatst te worden „ wier beoefes naars hêt Inftituut in zich vereenigt. ; 9° VAN DER BORCH VAN VERWOLDE , Schets van den toeftand- vant den Landbouw in dorre en afgelegene ftreken van het Koningrijk. 10°. GLAVIMANS, de befchouwing van een Schip als een gelijkflache tig en van hetzelfde Schip als een ongelijkflachtig ligchaam. 11°. VAN SWINDEN, over anagrammifche getallen. « ra°. BRUGMANS», Aanmerkingen over de bewegingen der visfchen in het algemeen en over den invloed van de uitademing tot dat cinde in het bijzonder. “13°. FoKKER, waarnemingen over de komeet van het jaar 1807. ‘ 14% GOUDRIAAN, Aanmerkingen, aangaande: het doen: van waarnes mingen omtrent de ‘hoogte van het water in de onderfcheidene- Riviers takken en Stroomen aan de zeeboezems, bevattende tevens de befchrijs Ying van een zeer eenvoudig werktuig, door hetwelk, de hoogte van het water, de ftreek en kracht des winds gedurende nacht en dag zich zelve aanteekenen, f ‘“15% BRUNINGS , nopens de moetn en het Enidocijknl van ket gevormde iijs, naarmatê. van de temperatuur, welke door den Thermos pre ri NEE wordt, „Daiessen . Natuur- en Scheikundige eest he à Roy, Waarneming van eene zonderlinge Zenuwziekte, — e Op alle deze flukken. ziet de Klasfe met verlangen het Verflag van Heeren Kommisfarisfen te gemoet, en wenscht hierdoor in taat gefteld _ te worden, om door de openlijke uitgave van haren arbeid te toonen; dat zij; bij al den dienst, aan het Gouvernement bewezen, ook ter ren en hinein rid herme rete niet streamen gee ze Th Van C 39 ) __ Van Korrespondenten des Inftituuts is dit jaar niets ingekomen , dan gene Misfive van den. Heer WTTEWAAL, aanwijzende de groote aans gelegenheid, dat op wiskundige gronden onderzocht en bepaald worde „ welke van de onderfcheidene ploegen, die in ‘het kabinet van Land bouwkundige werktuigen, ter dezen baas opgerigt, vaornadein zijn de voorkeur verdiene. De Eerfte Klasfe, het belang dezer aanwijzing doreenedenas B goed, dezelve te ftellen in handen van de Heeren REINWARDT „ VAN Eys en KoPS, ten einde hunne gedachten mede te deelen, of en in hoe verre zoodanig onderzoek zoude verdienen onderaomen te worden. Kommisfarisfen het” voorftel van den Heer WTTEWAAL ‘Overa wogen hebbende, vonden, dat men ook reeds in andere landen voorlang gewerscht had , dat men wiskundige regelen opgaf, waarnaar de ploeg tot het meeste gemak zoude behooren te worden zaämengefteld. Bekend is het, welk eene moeite door de Societeit van austin van het Departement van de Seine is aangewend, om den ploeg te volmaken, en het Rapport, door den Voorzitter dier Societeit, FrANe COIS DE NEUFCHATEAU deswege uitgebragt, en de ftukken, die hier omtrent verder zijn bekroond en uitgegeven, hebben zeer vele bijdra gen geleverd, om dit onderzoek voor te lichten, Doch de zaak is op verre na nog niet voldongen. Men konde dus niet aarzelen, om het voorgeflagen onderzoek aan te prijzen, en in het bizonder te doen nagaan, welke van de reeds bes kende ploegen op de beste wijze aan het oogmerk, waartoe zij moeten dienen , kunnen beantwoorden, of welke verbeteringen hieraan hog te dien einde zouden kunnen toegebragt worden. — De ftukken van vroegeren tijd, doch waarop. tot heden geen Verg van iGekontiidteerden is- ingekomen, zijn: ze. Me. C 40 ) ) C-19, Memorie van den Heer HUICHELBOS VAN LIENDER over hét voordeel, dat er in het aanleggen van ijzeren rigchelwegen, în plaats van het graven van kanalen, zoude gelegen zijn. — “e°, SpPEYERT VAN DER EVK» over werfchillende onderwerpen ge differentiaal- en integraal -rekening betreffende, 3°. WoLTMAN, Nouvelles remarques fur le cours ghb des Ri= wières et fur la manière d'en regler les courbes convenables, tant à Pégard de T'état permanent de leurs lits, que pour-le bien de la venlgatn fluviale, Hiermede zou ik het Letterkundig Verlag van de Werkzaamheden der Eerfte Klasfe kunnen eindigen, zoo ik mij niet verpligt rekende, ter kênnis van deze aanzienlijke Vergadering te brengen, dat de me- nigvuldige blijken- van achting, welke zij zoo van hooge Staatsbeamb- ten, als voorname Geleerden voortdurend ontvangen heeft, ook bij- zonder doorftralen in het aanbieden van Boekgefchenken. Yv, ng beftaan in de volgende ftukken : p „Doutes-et Conjectures fur la Deësfe Nehalennia, par Mr, CHAR» LEES POUGENS , Korrespondent der Tweede Klasfe. 2°. J. H. VAN SWINDEN; onderrigt over de Franíche en Hollandfche vj en derzelver vergelijking , met de noodige tafels. ‚ J- He’ VAN SWINDENs Vergelijkingstafel tusfchen het Fransch need of kilogramme en het Amfterdamsch gewigt. “-4° Staat van den Landbouw in het Koningrijk , Holland over het jaar 1808, opgemaakt bij het Ministerie van Binnenlandfche Zaken, uit-de daartoe „door de respective Kommisfiën ingezondene opgaven, van den ftaat der’ gewasfen, van het vee en deszelfs voortbrengfelen ; bij eene beleefde misfive van „den voormaligen Minister van Binnenlandfche Zaken aan de Klasfe toegezonden. 5°. Tien exemplaren van de Programmes des, Prix propos er. la val eu So- hd C ar D Société d'encouragement pour. industrie nationale, dans fa féance géné. “rale du 8 Août 18ro,pour être décernés en 1811, 18r2, 1813 en 18145; door Zijne Doorluchtige Hoogheid,-den Prins Aarts-Thefaurier. „6% Twee exemplaren van een Programma tot uitloving van eenen prijs, groot een millioen franks, aan de uitvinders van eene, Spin- machine voor het vlas; door Zijne Doorluchtige Hoogheid, den Prins „Aarts = Thefaurier. 77% « Tweede vof: laatfte {tuk des Tweeden Deels der an Aoba van Wetenfchappen en” Kunften: door den Heer Directeur - Generaal van hesp en en Kunften, À JOANNES GULIELMUS GROENEBOOM, Disfertatio Inauguralis, an hd fecundum ‘experimenta Celeberrimi Chemici Hispani,-L. PROUST , plumbum cum Stanno jungi posfit pro utenfilibus culinariis, J. H. VAN SWINDEN ; Vergelijkingstafels tusfchen de ellemaat en den mêtre, : ro? J. H. VAN SWINDEN, Onderrigt over het gewigt, de gehalte en den prijs van goud en zilver, naar de Franfche en Hollandfche wet» ten te gebruiken. z1°. H. PonsE, Leerboek over den Landbouw in zamenfpraken, door den Heer Kops. ' 12°. C. F. WIEBEKING, eenige bladen: in duplo van zijne Thcore« tisch- Praktifche Wasferbaukunst, bevattende de verbeteringen der Rivie- ren in Holland en van den Waterftaat, 13°, Une partie des oeuvres de Mr. wrirBeEkKinG, contenant les mémoires fur les ports de Venife, Triest, Nieuwendiep et Cronftadt. 14°. Disfertatio Chemico - medica inauguralis de Carne, auctore JACOBO BERNARDO EGBERTO SUIDMAN. 15°. Voorlezing over de Sneeuw , gehouden in het Natuur- en Scheie kundig Genootfchap te Groningen, door den Heer vaN sSWINDEREN. 16°, Ree Cas ) 168, Redevoering over de gerseraceijk van” pkg en verhevene in de Natuur. d KrnifioA 8m 17°. Redevoering over hét fehiâbne in de e Maadir iilrad 180. “Redevoêring over ‘het ‘verhevene in de’ Nans pn door in Heer VAN SWINDEREN , ‘te en, Alzoo, geachte Medeleden , mi taak zijnde afgewerkt blijft mij âlléefi” de wensch ‘overig, dat sik dezelve waardiglijk vervuld en over. éerikommftig‘aan elks verdienften zal>behandeld- za 5 Aldus gerapporteerd>in de riafa Vergadering „vanhet Koninklijk Inftituut van Wetenfchappen; „Letterkunde;, sn Schoone Kunften, den. nan Augustus. des- jaars 18r1e G. VR OLIK, Sekretaris, ETT Mn ML AG ‘VAN DE WERKZAAMHEDEN EERSTE KLASSE HET HOLLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE & EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1812. add soy ier î er niewe atd: variolew oet alg: isvkeseh gugsstdio } Î ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING !_ ere er pr ke ZEER, GEACHTE A MEDELEDEN.! „ot sti sn deélsd obs wijk tf aafì tealseie tefra he cds, ft Es GNS UJ Jet tld ee Aias eh mogimator go es sgt wtaëdeo Mierde hiet mij , in vorige jaren, den welverdienden lof toe te zwaai. jen aan den ijver en ‘Onafgebrokene werkzaamheid der Eerfte Klasfe’ van ‘het Hoflandfche Inflitúiut, ‘niet mindère zelfvoldoening vind ik, in U ‘op’ nieuw te mogen openleggen, hoe vruchtbaar hare pogingen in den nu” afgeloopen jaarkring geweest zijn. Ik zwaaije dezen lof te ruimet toe; en verklaar denzelven mét ‘te grootere vrijmoedigheid, daar wij aller; -en “elk voor zich ‘in het bijzonder door’ geenêrlet belooning aan« ae titel zonder eenige weerhouding gezegd kunneh worden, alleen it Tiefde' voor de kine tot t derzelver vitbreiding te zijn. Werkzaam gewest.” B base “De Eerfte Klasfe deet zich daarbij niet alleen bepaald tot nafporin- gen en ontdekkingen, die den lust voor hare bezigheden konden op- wakkeren’, ' maar te gelijkertijd op Aanvragen van onderfcheiden aard ’s Lands Beftuur ten dienfte’ geftaan. Rapporten van’ groot belang zijn dikwerf hier uit voortgevloeid, ge tijk vorige ‘jaren getuigen én ook dit niet onvermeld zal laten. Doch hetzij däzelve’ van meer of minderen’ otmflag, ‚ van grootere of min ; groo. te’ uitgebreidhéid” zijn mogen, zâl het niet vreemd fchijnen , wanneer ik aafineem, dat zij de overige werkzaamheden aanmerklijk vertragen en in A2 zoo A AP, zoo verre aam de- wetenfchappelijke uitbreiding dezer Inftelling hinderlijk zijn. Zoo derhalve de Eerfte Klasfe van het Inftituut immer tot verant- woording van den volbragten tijd mogt kunnen worden opgeroepen, zouden tot blijk van het wel volbrengen deszelven gls zoo vele gewigtige bijdragen pronken die menigvuldige en belangrijke: ftukken ‚‚ waardoor zij het Gouvernement heeft trachten voor te lichten, en waarvan het wen fchelijk ware, dat eenigen meer algemeen ‘bekend wierden, Ook in het afgelodpen jaar is zij wederom daarmede belast geworden. Eene korte opgave zal U, Mijne Heeren, doen zien, dat de Eerfte Klasfe dezeke ven niet onbeantwoord gelaten, en op fommigen de ftreelendfte blijken van voldoening ontvangen heeft, 6 ‚Zoodra „het, vooruitzigt,- dat zijne Majelteit„ de Keizer; der. Fran- fchen, de derde, Hoofdftad van het. Rijk. met, zijne tegenwoordigheid zou, vereeren , meer, en meer zekerheid. begon; ite (krijgen „- beiijverden zich ’s Lands ondergefchikte magten met. het ontwerpen van zoodanige plans, als elk voor hare Gemeenten ‚het meest noodig en _gunftig oor deelde. Onder deze kon het niet misfen , of het gebrek aan,zoet wa» ter binnen „deze flad, dat reeds. zoo, menigwerf . ’s Lands Beftuur ‚had bezig gehouden , moest opnieuw de aandacht tot zich, trekken. … „ De, Heer Prefect van het Departement. de, Zuiderzee. begeerde; ernftig, zich ’sKeizers verblijf in Amfterdam ten nutte te maken, om bij een beredeneerd verflag, de mogelijkheid „te, doen inzien, dat. deze plaats voortdurend en geregeld van, versch „ drinkbaar, water verzorgd wierd. Hetwelk aanleiding gaf tot het openen,van eene briëfwisfcling. tusfchen welgemelden Heer Prefect en den Voorzitter dezer, Klasfe., » Se In ‚bet, belangrijk, antwoord, dat tot grondlag voor. het ontwerp. van den Heer ‚Prefect. kon. dienen, is zeer „naauwkeurig uiteengezet , hoe men reeds vóór ‚twintig, jaren, door het „aanlegg, en van, verschwaterbake ken, in toevallige. nooddruft heeft trachten te voorzien; wat de Kom, mis Er \ misfie’ van’ Geneeskundig. Toevoorzigt” in volgende jarèn “tot hetzelfde einde heeft: voorgeflagen 3 ‘met welke:zorg: eindelijk” de “voormalige. Koe ning- van’Holland deze «zaak! heeft tér liarte genomen ; en hoe „men bij opvolging van het uitgebreider plan des: Heeren: GOUDRIAAN” inv éens en volkomen “van ‘alle klagten teir deze ‘opzigte»zou! ontheven zijn.e» …: Dat des: Keizers befluits naderhand ‘eenerandere ‘wijziging heeft genas men, is U ‚-Mijne Heeren; genoegzaam’ bekenden òokhier voor zul. den „ buiten: eenigen :twijfel „ gewigtige: gronden ‘beftaan hebben. Van dit Keizerlijk Decreet is het gevolg geweest eene nadere -aan- fchrijving- vanden) Heer--Prefekt; met verzoëk,vdat de Eerfté Klasfe hem ‘tweé': Scheikundigeù ten - drie »Geneesheeren: in -dubbeltal geliefde voor. tes-dragen }lcom daaruit, eenetvoordragt ‘aan Zijne Excellentie der Minister. van Binnenlandíches Zaken «te. kunnen. doen, ‚teneinde. uit te makende -Kommisfie , «belast met de beoordeeling der klaar- en deugd» zaamheid vanhet Vechtwater;, lln eene ‘eigene buis maar, Aamllens dam gevoerd zou worden. eff brgelalrsy Hedud- Alas „Die vóordragt: is” gefchied „ KômitnisCaristen. zijn” uit het opgegeven dubbeltal benoemd, ende: -Berfte- Klasfë heeft het genoegen’, ‘om tot dien- vereerenden last een „viertal, „Leden met den meesten wens veen zaam te zien. 6e! ef: vrijs noov 1v nibh ‘de dringende ‘behoeften, “waarin vei door den ofderanpdeijken tóop der omftandigheden verkeeren’, mig men met regt betrekken dien Aangenamên én verkwikkenden ‘drànk , welke uit Koffij bereid worde: Dock gelijk. het in tijden van gebrek “zeldzaam mangelt aan het voorftel’ van plaatsvervahigende middelen’,- zoo’ vloeit het thans ook over van Koffijs furrogaten. “Men ftoot zich: bijkans: allerwege aan Koffijfabrijken , “als of _ men în flat ware , éenig leverd voortbrerigfel’ der Natuur in“ Zijn ftóöké huis“te vervängen; — getuigfchriften van‘ "deugdelijkheid , “afgegêven vari eiser Kommisfiën ;, g ‘êfzonderlijke” wivverkorene” perfonén” of u: br nanigegttav mak ab opgiboon AN wie €€) : | wié-anders-zich tot het beardeelen dezef mengelingen. bevoegd: reke» nen „> atogem oons bhet!-gebruikoonfchadelijk: doen» vifiden-;- maar. dat oware vlug beginfel, dievreigenlijke: ‘koffijfmâak:' laatszich door: getüigenisfen ven openlijkeràankondiging aan: niemand opdringenadonsiu so nov ouintonvon Dit wassöekrhet voordeelsder. Berfte-Klasfe: vans het Jûftituut stoer! zij aan »derì „Heer: Ihtëndant “vane Binrenländfchesizákeh haari-gêvoelen-open lag: over, zekeren Kunstkoflij waarop” -de-“Heer-roores! fan Rotterdam. verzocht „had: veen, cuítflnitend:oregt:van uitvoer) voor sdenì: stijd van vijftien jarenosoben ars Hasowere glove dagdeel: tosoaltle dijlrosiedt Hb: AiV De: Eerfte: Klasfe, wierd-zelfs later door-eéne: fijn) ontworpene aankon: digiûg »vám! dienzelfden Heer > waarbij: het: fcheeid „als: of” zijvaan czijk kunstgewtocht: deiYeigenfchappeno-der:- Koloniale :Koffijtoekende „ten fterkfte opgewekt „rondhaarcmitgebragterapport’ in openlijke bladen: sbekend tesmakens, ensalzo, szondérczieh metsdeweHleer RoOKES onmiddellijk-in teslateh „aan chet publiekotesdoenszien, Jroeszijdhaté meening òverrdes- zelfs kunstkoffij verklaard had. stiabrow; nos, bisovsg mah se Demw:Heer-Intendant:van-Bindentandfëhe. Zákéins hièrtoemdeoKlasfe! ge- magtigd hebbende, ts! onverwijld: ZóosinstietePolitiek ‘dagblad, àls! Alge. _ meenen „Konst-_en Lettérbode voórzegd- Rapport geplaatst, en der belgi vibe voor zijne ftoutheid geftraft. api ut magis „-Welgemelde, Heer „Intendant; bezig zijnde met t cen, „belangrijk ‚w ek vervaardigen, over de. flaristiek van, dit, Land „waarin, hij, ook, voornemens is, vele, „inlichtingen te „geven over deszelfs, voortbrengfelen „gronden Inchtsgefteldheid „ „heelt, der Klasfe, verzocht , hem uit météorologifche waarnemingen, hier, te ‚Lande gedaan „„zoodanige ; iterek els ‘te, willen geven, en,in Tafels te, brengen, als nuttig zouden kunnen,zijn-om _hem de luchtsgefteldheid, dezer, Departementen nader. tedoen, kennen; „De, Klasfe heeft niet „geaarzeld „deze zaak, ter harte te nemen, daar zij onder, hare, Medeleden „gen, der geoefendfte „weerkundige. „waarnemers, tel» de. Zij hoede: den Heer vAN,SWINDEN, om aan het verladgen van den Cr) den-Intendants-zoo;veél mogelijks te voldoen, sDezelve am deze” moeie jelijke > eny‚haog st, werkzame: staal: bereidwwilligsop ozich, rens boodrder Klasfen binnen ;-weinigssijds:;gencuitvoerig vrapport aar, vän een:tiental ‘Tabellen voorzien srsbevattende de. noodige reductien en „algemeene: be- fluiten. vanrveleosvaarnemingeni # lijesia1 zaollieginey novlosteh aar 1-bot „eet was natuurlijk derwaarhemingen ;-gedurendeteene teeks’van jaren op: Zwanenburg: gedaan, tot grondfläg té nemen 5 daarbij! echter! behoor» lijk aanmerkender de” redenen3-svaarom: de»sbèfluiten „1atit: die cwaarnemin= gemnsaf geleid: tet: kunner ftrekkenóin diet klimaat -van alle de; Hol- — landfche Departementen te doen kennen. „De’Schrijversheeft dan bij-die befluitenizoodanigeyaaïnnmerkingen gevoegdyrals shaarhemingeh;op ‘an dere -plaatfen „desrdrands:; moesten, doen -geborên Wordens\-o205 nope ‚ „Voor, de,waarnemingens vas den: sThermometer heeft de: Schrijver. veel gebruik, „gemaakt:svan de vfraaije: Verhandeling „»deswegensrdoor wijlen den: Heer; „moimgrskeeds vóór! stim odertig>-jaren (in: hetisde. Deelder Natuurkundige Verhandelingen sgeplaatsteois ovlsrson stoot út vlurh vo‚Mens leert vuït de TTafelsspsbij de-Verhandeling gevoegd. niet alleen:de groot{te:,> kleirifte seri „gemiddelde: warmte,» die, jaar pp jaar: federt 1736 beeft plaats: gehad, mâar oóksde-gemiddelde warnite ‘en. de limieten ‘der grootfte, en: kleinfte ‘hoogtes des» Thermometers vóor iedere maands: 1797 De vergelijking der waarnemingenssang den, Baronieterris geheelchet werk van;ons-gêacht; Medelid getrokken «uit den arbeid, dien: hij vóór dries jaren. ‘aán; het» Inftituut:heeft aangeboden ven: wadroverseene! Vers handeling in-het Eerfte Deel, vande: werken: der, Klasfe- gedrukt is’ Hij heeft bij deze gelegenheid dien -arbeid- nog ‘verder: voortgezet en miet andere waarnemingen: vergelekeins > vo, nobvow serdar aus al ris heeft Een Tabel, welke de hoeveelheid „gevallen regen , jaar- voor jaar ên ‘bij „maandén, voors-oogenodtelt:„ is gedeeltelijk vuit‘den arbeid wanden Heer. mous getwókkensinacs ei ill, asdach-ahuor pelge aise ach- -…De Tafels. voor de: fireken des winds zijn ontleend uiteene , onder sheils8 t zo den: . C8) den Schrijver berustende, reductie, welke-de Heer van’ per werpe “gemaakt heeft uit‘ de waarneimigen , van’1743 tót-1778 op’ Zwanenburg genomen,’ «De Heet VAN !SWINDEN ' vergelijkt deze ‘reductie met die’ van “VAN /MUSSCHENBROEK' "LE ‘FRANK VAN BERKHEY en anderen; ‘hij geeft reden van derzelver verfchillen 3 terwijl hijstevens aantoont inde bellui- ten, welke hij uiv-die. waarnemingen afleidt;’hoe de’ winden „die meer gewoonlijk ine Lente; Zomer; Herfst en: Winter “waaien, gefchikt zijn; aan: sdie: jaargetijden. ‘wijzigingen toe-te brengen „die » mén: anderzins uit hetgeen «de Theorien'!in:de ‘Thermoinetrifches waârnemingenste” kennen geven „niet zoude» verwachtêh, nocnol noch 3 germaan id aci}beal _ -erHoewel menv inde waarnemingen op Zwanenburg ook de krâcht der winden opgeeft; heeft -de-fchrijver- geen” gebruik van. dezelve- kunnen maken , ‘vêrmits, dat gedeelte der waarnemingen zonder eenige optelling, hetzij ‘bij vmaand +7 hétzij vbijv jaar is uitgegeven» Waarbij komt, dat de “kracht der. windênraldaarflechts- op “willekèurige‘onderdeelingen vis uitgde drukt. Hij heeft derhalve zijne? toevlugt “moeten “nemèên tot»waarnemir= geny doors hem -zelven gedurende vele jare! te ‘Franeker: gedaan! met den windmeter van BOUGUER, die de kracht derswinden’'in-oncen op een vierkanten voet uitdrukts-hij heeft dezelve in tafels gebragt, en in dé verhandeling, “welke «dits geheel-cwerk! vergezeld „de! ed: -die-de permet opleverén „stêr neder sgefteld,rienw vb oeitilogvov 21 ‚Hij heeft; om-dergelijke redeneù; enkel van: zijne eigene »waarnemin, gev kunnen vgebruik maken tot sde bepaling vanhet -getal betrokkene ; heldere’, regenachtige” dagen, ven vanderen „die men hier te: Lande jaar= lijks gewaar” wordt ; tot vaanwijzing -van=welke insgelijks twee tafels ‘bee ftemd zijn. In den tekst worden verfcheidene waarnemingen „op audere plaatfen „genomen „ med-dezê\wergelekeijs sl o> odllowr „ladet caf «Der verbicid!ys tot! ditialléstevergischt:; is: grooter geweest „dán men bij den eerften opflag zoude denken. Hij is aanmerkelijk ‘verzwaard jom- dat de Thermometer. van FABRENBEIT: tot‚dien’ van REAUMUR; de En» gelfche Le C 9) gelfche Barometerfchaal tot-de Franfche de Rijnlandfche maat ‚ waarin het gevallen water is aangeteekend geweest, tot de Franfche herleid heeft „moeten worden, ten einde de verhandeling “aan den Intendant , voor wien zij-beftemd was, verftaanbaar te-maken. „De verzameling. van deze tafelen levert de volledigfte. reductie op » die nog immer van weerkundige “waarnemingen hier te’ Lande gedaan, is- gemaakt geworden. De Klasfe erkent hiervan de volle waarde, “en zal ze-als een kostbaar monument, voor hare archieven befchouwen, dat haar bij alle voorkomende gelegenheden ten vraagbaak kan verftrekken. ” „De -Heer-Intendant heeft ook de verdienften van. dit uitgebreid werk volkomen doorgrond, en der Klasfe, zoowel , als haar--Medelid, den Schrijver, in, de vleiend{te bewoordingen zijnen dank doen overbrengen, „Ik zou; na de werkzaamheden voor het Gouvernement te hebben aan= gevoerd; nu „moeten overgaan tot eene opgave van-dat foort onzêr bee moeijingen , als onmiddellijk - vóortvloeide „uit de. bepalingen, bij des Inflituuts Reglement voorgefchreven. Maar; Geëerden-, wat: zal ik hiers van melden? Verwijderd van den zetel des Keizerrijks lijdt alles, wat ten ‘onzen beste wordt voorgefteld, uit den aard -der zake , zeer aan« merkelijke vertraging. Het is U allen bekend, hoe wij, fchoon-op des Monarchs - uitdrukkelijken. last met eene -niet- onaanzienlijke … geldfomme begiftigd „ tot nu van dezelve verftoken bleven, -Gijl. weet” het ;- Mijne. Heeren ‚ “dat wij, «hoezeer gehuisvest ‘in “een lokaal ;- dezer Ipftelling waardig, aan alles gebrek hebben, wat onder. de eerfte bes hoeften eener geleerde Maatfchappij' kan gerekend worden te behooren. „Wij flaan dus, hoewel uitziende op gunttiger toekomst, nog denzelf= den klaagtoon, waarmede wij nu reeds vier jaren. welligt. uwe kieschheid zullen gekwetst hebben. | „ Dat wi ‚dan tot verhevener en aangenamer rue overgaan. B vue ‚dor TFrache Cie ) Trachten wij U een beknopt denkbeeld te geven vari hetgeen de Klasfe tot uitbreiding. en-volmaking der-wetenfchappen ‘heeft toegebragt, ‚ Deze voortbrengfelen. zijn. van tweeërlei aard geweest. Zij wierden door hem, die de voordragt deed, gerangfchikt onder de aangebodene verhandelingen „ waarvan de “beoordeeling, om’ ze onder de uittegeven werken «des Inftituuts, al, dan niet te plaatfen, aan de Klasfè wierd overgelaten „ of men befchouwde hen als onderwerpen; alleen dienftig „ om’ eene vergadering niet geheel belangeloos te doen han re en” tot wisfeling van vgedachten’ aanleiding te geven. ; aak „De laatstgenoemden: zalsik het eerst voordragen , ‘en daarna uweê aan- dacht hea ian tot de epen ftükken, ° De orka. welke federt de haarfte jaren iede zijn in de na. fporing;en befchrijving: van dieren , het ontwikkelen van derzelver za- mehftel sen shet juïst-bepalen hunner huishouding , zijn zoo: verbazend groot j’dat metals in verworidering ftâat ‘opgetogen’ over. de” vlugt, die: ?smenfchen: geest te ‘dezen opzigte ‘heeft genomen. Men ontdekt niet alleen in verfchillende’ deelen des aardbodems nieuwe foôrten , waar aan men te voren” geene kennis. droeg , maar geheele “geflachten doen zich vopzvaan! wier beftaanveen: redelijk geloof ons-zou doem twijfelen „ zoo:-derzelver ‘befechouwing>ons niet allen ‘twijfel ontrukte,!/ Wie-onzèr zou. hef vaânwezen ‘van een “viervoctig: zogend= dier hebben wil toege’ ven, dat àan'Zijncbek volkomene gelijkheid toont met ene “zwaan, zóó! niet geloofwaardige Schrijvers’ -deszelfs’ beftaan” bert en Kast Jog’ zich vain de:waatheid bvertuigd “hadde, "ten stvsolan vans am dod Onder de: pläntdieren vinde men geene mindere irene fing.loAllé boezemen” ons dén 'diepften” eerbied “ivoor de hooge! wijse heid, die allerwege in derzelver zamenftelling dootftraalt. “-Höe “meerder: voorwerpen men” leert kenpen , höe® vaster: deze leefbiedige bewonderihg denemiënsch gekluistert houdt. _ & se 0 « Bije Gar ) se'Bijzonder welkom was: daarom. der Eerfte Klasfe de befchrijving van een nieuw ontdekt. foort-van het; Enerinus «geflacht,, waarop: de! Heer BENNET haat in Herfstmaand van, het. vorig jaar onthaalde, Jammer ‘dat zulk eene befchrijving voor geen ruittrekfel vatbaar iss‘! Ik moet mij’ ver- genoegen: met: eene bloote opgave der: befluiten „: welke” uit die voor. dragt waren af‚te leiden, -Zij zijn de volgende z Eerftelijk, dat het door ons geacht Medelid befchreven Plantdier, zoo in de zämênttelling van deszelfs vasten’, ‘ondoorb oorden fteng, als inden’ vorm’ én de bewerktuiging der’ kroone', de verdeeling der ftralen of takken 5- ‘den aard en de werking van derzelver geledingen en voorts in deerd gänfché werktuigelijke zamenftelling en houding geheel verfchilt van de tot heden toe eerfte en eenig bekende foort van hêt Enerinus. geflacht ‚ door den Heere currrakD ontdekt en befchreven ; en diens» volgens als eene ware nieuwe of tweede foort van het geflacht van den. Zncrinus of Zee- Lelie moet worden âangemerkt en aangenomen. Ten tweede, dat de nieuw” gevonde Enerinus- foort van alle tot hee den. toe bekende Eneriniten of verfteeningen van voormaals beftaan hebbende Encrinus- foorten geheel verfchilt, en gevolgelijk voor geen zoogenaamd wedergevonden origineel van eenig thans gekend Encrinte ten: foort mag gehouden worden, “Ten derde, dat deze nieuwe Enerinus=foort, bij alle andere gewig- gi bijzonderheden in derzelver maakfel, ook een geheel nieuwen vorm van geleding oplevert; welken wij niet weten, dat tot heden in eenig dierlijk voorwerp is waargenomen ; en eindelijk: — “Ten ‘vierde, dat de voorgeftelde nieuwe Enerinus-foort een fchier voorbeeldeloos bewijs oplevert van eene hooge mate van algemeen vere fpreid bewegingsvermogen en geledingsrijkheid ; als zijnde door het bloote’: oog, en dat wel alleen hog in deszelfs, kroon, daar toch de ge- ledigen noch van den fteng, noch. ook der zijtakken hier telbaar zijn, zeer gemakkelijk ruim rd geledingen zigtbaar 5, een getal voors MAG en Waar s a Cue Dd waar, hetwelk dat der Medufa van Rumert meer dan viermaal, em dat van den Encrinus.des-Heeren cuerrarp meerdan driemaal overtreft.» De Heer BENNET verzocht zijnde dit belangrijk ftuk onder de aange+ ‚„bodene. verhandelingen-te doen: opnemen ; heeft beloofd „ het met eene tweede nieuwe. foort te zullen” verrijken , en alsdan der. Klasfe aan te bieden. Hetgeen met verlangen wordt te gemoet gezien. ik Dat niet alle planten onverfchillig in alle foort van grond voortkomên is den ‘minst geoefenden Landman overbekend; doch iets. anders is het, met een wijsgeerig oogmerk na te gaan de verfchillende gronden.en de onderfcheidene hoogtens van hetzelfde gewest, die van nature tot onts wikkeling van de zoo uiteenloopende voortbrengfels in het Plantenrijk gefchikt zijn, Wij kennen allen de voortreffelijke proeven. van ALEXAN® DER VON HUMBOLDT. € AIMÉ, BONPLAND ener geographie der gee wasfen, DECANDOLLE , RAMOND en‚de klasfieke werken van wiLLpe- Now leverden hiertoe gewigtige bijdragen. Mijn pligt vordert, dat ik de proeve des Heeren REINwARDT , die hij der Klasfe in twee Vergade- ringen heeft gegeven, van eene geographifche befchrijving der Hollande fche Flora, eenigzins meer ontwikkeld voordrage. Dit ons gewest, dat is met andere. woorden , de voormalig Zeven Vereenigde Provincien , van een lateren oorfprong, en aangellibd land zijnde , heeft ons waardig Medelid in de eerfte „plaats. nagegaan, van welke der, „oudere, oosfpronkelijke Florae van, Europa. onze, meeste inland, fche planten afftammen. Dit onderzoek heeft hem tot het befluie ger bragt, dat voor het meerendeel die planten, welke, vanouds „opde Zwitferfche Alpen gevestigd. zijn, alsmede gedeeltelijk ‚die van de meer noordelijk oorfpronkelijke bergen, als de Noorweegfche en Zweedfche, door eene natuurlijke voortplanting zich over dit Land verfpreid heb» ben. Door de nadere befchouwing, der Natuurlijke gelteldheid van, dit ‘Land, alsmede door te letten op. de bijzondere wijze van voortplanting - en, vermenigvuldiging , aan vele gewasfen eigen, heeft hij de redenen kune CD _skunntn. bepalen,” waarom ijvele gewäsfenral ‚én ariderein wederom niet herwaarts-overgekomen en bij ons inlandsch-geworden zijn. „Uit het: een en Jander blijkt „dat die naburige landen , «die even eh haat onzes. nabij «aan Zee zijn, het langst-en- op den’ verften affland de „overeenkomst hunner „Flora: mét de-onze behoudens dat het aantal on- zer inlandíche- plantfoorten. rùîm» dertienhonderd:"bedraagt, van welke __nog meer, dan. negenhonderd foorten overblijven „na aftrek der zooge- naamde, Cryptogamifche,-gewasfen „ als varens ,-mosfen , wieren, padde- ftoelen en:anderens:dat ‘wij van de. meesté natuurlijke familien van plan- ten, aande „gematigde lucht{treken eigen , dok: hier te lande vele foor= ten vinden 3’ ja, dat „ons-Land -daätenboven ‚nog verfcheidene. inlandfche gewasfen voplevert die. in- aangrenzende gewesten in-hét- vern niet» of hoogst zeldzaam aanwezig zijn. … … > f EN N „„Deze, befchouwing van, den: groei der wilde: itis „op onzen bt dean „wordt ‘bovenal,-merkwaárdig=‘en voor de natuurlijke gefchiedenis van ons; Lands belangrijk door de- overweging der betrekking; ‘ welke klaarblijkelijk - tusfchen.:de ‘iilandfche «planten «enden grond, die haar voedt; plaats heeft, De ‘Heer REINwWARDT-‘heeft zulks vooral mét opzigt tot zand en veengronden nagegaan ; “en ‘voorzeker, geen land kan „meer, dan; hèt onze gefchikt geacht earn om bi een vaas onderzoek. beflisfende: uitkomften te leveren vor 4 ‚Het „groot{te aantal foorten” orizer- priksendd plee is’ aan nere wid gronden ‘eigen,: De -heivelden: bezittemser alrverder meer dan: de duin= gronden, en tusfchen-derplanten: zelwe-dersheis en- duingronden ‘heerscht een. „aanmerkelijk onderfcheid, zonder hierbij de ‚gewasfen, aan het zee- ftrand,,eigen „in aanmerking te nemen, Onder de heiplanten zijn: doors gaans meer ‚kleine „ fchrale éénjarige:-gewasfen „alsmede zulke foorten;, die,„gezellig leven ;-dat isvan swelke vele sindividus: tegelijk en -bij-el- kander gevonden worden,; Voorts: kebbenalle ‘ware. zandgewasfen een eigenaardig karakter, hetwelk zich .vooraktdoor seen: Scheikundig ondere El B 3 zoek Ld Cm Dd Hi zoek 5; getakkelijks!doet"kenhens Zij zijn van eene svaster; harde, “drooge | zelfftandigheid: ‘hebben eenen langzamen: groëi ‚bevatten. veel vaste kool. ftof,-en dis ook zúlke beftanddeelen , . waárin"dat sbeginfels meest 'heer- fchènde is: alsv harst 4 looiïjer= "en! extractftof „en eene zeer harde hóûte vezels terwijl daârentegen ‘andere: beftanddeelen , “als- gom! of-flijm’;- meel, ijt vin «dezelve ‘hoogstzeldzaam “zijn; gelijk: erook’ naauwelijks vergiftige planten-ondérrde zandgewasfen gevonden worden „sen: althans’ geene vit deklasfe-derswerdovende vergiften, > Met een- woord het: gemis dek til. ftof: iss voortiamelijke! kenfchetfend- voor devzândgewasferns Dit eigenaar. dige der zândgronden! ig-het voortbrengén ‘van eene-vaste ; harde ,-nïet ligt ‘vergänkelijke:! kool, zheefto-den: Heer ‚ReinwarDD op. het denkbéeld gebragt, \dat «de shärdé oersvof> okerbanken ;-uit ijzer: ent zand: beftaande:, en die den heigrond vrij algemeen, zoothier, vals elders sin het Noore den vergezellengveeù; voörtbreigfeboder « heivelden” zelve zijn: dat, nae melijk’; de> harde koolachtiger zelf(tandigheid’; het -overblijfel der zände gewasfen eh tevens: met» zândvenvwatér. die vijzerertfen heeft. i\doën ont ftaan zen „datoer dusveene verandering’ van!koolvin: ijzèr heeft plaâts geh had. ‘Vele bijzondêrhedencdoorsiden ‘Heer oReinwarDt't opgegeven, brengen »dit:-gevoelen «tot : een hoogen »graad »van « waarfchijnlijkheid- en maken. het -daarentegen-ongeloofelijk:, - dat” heteijzer diervoerbänken van elders zoude zijn aangevoerdse"Hij. fteltsÒverigens> niet ‘zonder-grond; dat het. zand: ook’ medewerkt 3 “omde verändering der planténkool tot ijzer te bevorderen ;-omdat; “naar? mate “de: beerekkelijke errtaited van ‘zand vermindert 5 ‘ook: de tijzervormig minder wórdt, +'ent oo oo „Door eenen ongeftoorden , larigdurigen „en fterken groei der gewasfen wan lage: of. veengronden, « wordvser- jaarlijks - eene verbazende menigte koolftof onder «den grond: bedolven 3: maàt deze koolftof worde nu iiet tot zer, omdat’ het vele “water en! het gemis“ van zandaân de ijzerwork ding: hinderlijk vis.>*Zij “blijft: kool! ia’ een’ ge df st van verhár« pries beter het goedéuveen. Wis Mwa & s'iastrogie a Men Cas 3 …Men : heeft” deze veenwording ‘ten „onregte aan flechts enkele foorten van planten ‘willen toekennen. > Aller gewasfen dragen”daartoe bij „maar vooral dezulke, die weelderig groeijen en tevens de-hardfte!, dikfte en meest” vaste» wortelen -enoftengeir. voortbrengen.’ Natuurlijk moet der» halve de veenwording: veel ofterker “geweest. zijn in vroëgere eeuwen; toen die landen met zware bosfchen- overdekt. waren, én” toen de: glen ongeftoord bleef en-aan zich zelven. overgelaten. > ‘- De Klasfer-ziet-met” verlangen -hêt- oogenblik te iemoens waarop lie den Heer ReiNwARDT behagen zal, dit uitgewerkt ftuk onder de àan- gebodene verhandelingen eene plaats ‘té steg aen ob, m0 Btikeotgo “oh n9vo var goanr Taak ob abf sd «esbuorrsbae ai, 0 vti „Bij valle de voordeëlen waarop =de fad aaah als. hinde. adh, oleed-zijvechter ‘aanmerkelijk: bezwaar door” de" beide on= diepten „diet hèt» Panipus en Wieringer Vlaak-aan ‘hunne dieptredende vaaruúigen „aanboden. «’ Deze „bélemineringen voorde “zeevaart , op zich zelve:;> niet zijnde-swegoter nemên sbamoest: semen op thiddelen bedagt ras ken „ omm aan het vaartuig voor éene. wijl zijn‘ diepen gang te ontnemen ef-het .ovér deze bankén ‘als heen” te“ ligten. Men” bezigde daartoe reeds -federt den jare 1665 ledige -watervatens en ' trachtede » langs” dien weg zijn oogmerk te, bereiken, >- Bik middel werd echter:al ras beid. Aemjvûiet-gehoegzaams tesvoldoens seine A nut emoeusd 7 mobs „De «genie: vanveenén MEEUWIS BAKKER Was mioodig tot de valevindiig der .zodgenaamde, kameelen. >Reeds- ín ‘den "jare 1696 kon “men: döôr des zesfchipligterss’ de 'toefmmaals gebouwd wordende fchepén: van" negentig __ftukken Kanonj-twee “voeten doën rijzen; en “zulks twas indat tlr “gewe graagdotnsdsosar zowissobals. ,atitaurev na igeil.zson el pafìzo! ‚toMaar daar men vam tijd tot itijd de fehepen van “oorlog” gróoter tegn tevmaken:owds het: ookk/allernoodzâkelijkst „date niet ‘alleen dé” kämèetén grooter gemaakt wierden, maar dat, zoo omtrek en: inhoud _ hebben; zooals: uit ‘de verend der erk zeer Sarvre stres kan bewezen maer eh sieidd ere né od ad bet ePdh Fo „04 dela dr oro 4 denise is siket aat sigwotens men vóór eenige jaren dei ftandaard van gene algemeene. maat. uit de’ hoegrootheid’ des aardbols, dien wij bewos nen „ontleend heeft „ sde wiskunftenarén-dê lengte van den enkelen flins ger. daartoe “hadden woorgeflagen ; «dar “die woorflag door onzen beroems den, Landgenoot ‘muveenss' in zijne werke: de „Horologió: ofcillatario in het jaar 1673 is gefchied ; terwijl anderên. het voorftel „om eene alges meene, „maat, uit den’ flinger- af “te” leiden, “toëfchrijven vaan Lord BROUNCKNER ‚anderen. aän. GABRIEL bei wiens werk bee dat van muveENsshet licht gezien heefts vev sovins „Uit echte en meest „onuitgegevene. eremeade âit zeaenbdn vande gee fchiedenis: der: Natuurkunde:- te „beflisfén ; was het oogmerk! vari, onzen waardigen „Voorzitter, die, der Vergadering: deelachtig:-maakte aan zijne Navorfchingen, over de gefchiedenis des flingers, als flandaard van algemeene maat befchouwds; en bij die gelegenheid over den juisten tijd van, genige der, belangrijkfle: ontdekkingen van: HUYGENS. „Om den: flinger, tot. grondflag «eener algemeene’ maat te doen dienen ; moest „men eerst ‚de. „voornaam(te „eigenfchappen der’ flingers- kennens Deze, zijn, door GALILEUS, ontdekt; geworden.r + Men” moest: vervolgens de fingers op de uurwerken, toepasfen , den’ gâng-van dezen door eersts ‘gean C gee CM gemelden op het:-naauwkenrigst kunnen. a ddr en alzoo dé geringfte deelen van „dent tijd naauwkeùrig afkten.…v «B gobo anos zes go Dit tweede geldeelte'vis- men: aánvotizen” vinden Landgenoot vera fchuldigd. In 1656 voorzag hij voor het eerst de vurwerken ‘van Alina gers ;-deelde in 1657 deze “zijne, uitvinding aan” velen ; Binnen= ‘en Bui ten ’sdands mede ; verwierf in 1657 privilegie der-Staten van Holland; en gaf in 1658 de befchrijving zijner uitvinding in het licht, « Weinige uitvindingen werden” met zoo’ algemeene. gretigheid ontvangen; (én ras werd „ereen „aantal wûrwerken ‚ zoovvoor »particulieten”;"als voor opèn — bare gebouwen van flingers voorzien. srobnou, nasvwad, dad: diloel Eene verbetering door nuyeens aan deze werktuigen, na de eerfte be- fchrijving „ toegebragt; gaf aanleiding tot eenige vongêftadigheid in 'de flingeringen., te weten „dat dêzelwe niet altijd even groot waren, - Hovà _GENS voorzag daarin, doot den:flinger tusfchen twee koperen’ gebogen plaatjes, «doch toeh mogowillekeurig - gebogen; te datérn ‘bewegen, ven deszelfs Mlingeringen alzoo te! beperken. { Dan zijne vindingrijke ; en” in uitvinding. rustelooze, „geest ‚kon …ziëhvmet: geen” hulpmiddel, dat niet tot volmaaktheid gebragt. wäs, vergênoegen, … Op het einde van-1658 vond hij deze zoo fraaije, als „moeijelijke en belangrijke’ theorie “uit „ dat namelijk 1°. de flingeringen van eeen! fliiger „die ‘eenen “roltrek “of eycloïderbefelitijft.s gelijktijdig “blijven y of deflinger groöte ;"dan kleine bogen doorldope:zen p% datrde draad» vanvecrien flinger; zal deze eenen roltrek: “befetirijven ; zich» tusfchen--twee bogen’ van” denzelfden roltrek moet ‘bewegen, én zich-beurtelings op “dezelwe buigen en ontwikkelen: Waaruit volgde „ datde twee ‘koperen plaatjes”, waarvan zoo even. is gefproken „ bogen van scycloïde moesten” zijns HOveEns vond middelen; om aan dezelve ‚die: kromteste geven. Hij deelde! vóór het “einde van 1679 die’ uitvinding, «welke vals;!de fchoonfter vak allen”) dië*hij ii hét licht „gegeven vhadij door. hem «befchöuwd> wierd, tädn Var sCttoPPEN mede 3 «dadrna’ aan »verfcheidene . “geleerden in Frankrijk’ en Engelands , > waar C 29 ) waar zije met “toejuiching. ontvangen ‚werd,. De Luondenfche ‘Socicteit onderzocht ze door proeven en vond dezelve volkomen. bevestigd „zó0» dat die uitvinding, -recds algemeen bekenden in gebfuik gebragt werd veertien: jaren vóór: dat HUYGENS ze, in zijn werk:de Morologio ofcidlas torio nader‘befchreef en met Netten hoorden: aan het: er mêdes Î deelde, » moovsteor 20007. SAW {ò »/Fot-zoo verre bispakiaishenidk moest’ ink te weten. volmaakte sijde di fecondenv en>halve-feconden aanwezen: De proeven, welke de Londenfeche Societeit” met de: Miura naar HUYGENS"! wijzer toegerust jorliet» nemen ,/ bragten «in «1662 Lord BROUNCKNER =op” de “gedachten; dat men eene „algemeene maat iù den flinger zoude kunhen- vinden, …Hij telde: vaar; om tot maat aante nes men eenen flinger , beftaande uit een metalen bol, aan-eenen zijden draad van bepaâlde- lengte opgehangem: proeven werden er. genomen en. aan “muveeENs. medegedeeld. De proeven: zelve léverden eenige ongewisheid op ‚ waartegen HUYGENS de’ Engelfche: geleerden gewaarfchuwd had, De proeven werden voortgezet „en ‘daarna een paar jaren ùit het oog vere loren: en „ooks-hiet ‘wel gelukken! vam die ”zaale hing van eene andere uitvinding af , waarmede muveens zich reeds in 1650 bezig gehouden, en die. hij toen reeds volledig. bewezen had. Hij deelde dezelve in 1661 aan de--Koninklijke, Maatfchappij en verfcheidene geleerden mede ; te weteri „ het vinden van hét” flingeringsmiddelpunt „ en daardoor het bepalen. der lengte van. den enkelen flinger, die „met: een gegeven Za mengeftelden; gelijktijdige flingeringen doen zal. … Die vinding en de gevolgen, welke nuyeens daaruit afgeleid had , om eene algemeene maat te erlangen , verwierven de grootfte goedkeu= ring vari de Londenfche Maatfchappij en die van Lord BROUNEKNER int het bijzonder, zoodat die gewigtige leer der zamengeftelde flingers, eerst in 1673 door nuYGENs uitgegeven, reeds ‘twaalf jaren te voren door „ad Cz hem == C so } hem was uitgedacht, aan oen, rmtedegedeeld en daardoor pekel bekend: gewordèns>uioriow, ovlasab, bov wo mawaory woon ) „Het ‘is dan -huiten; twijfel „ raes honen Lord waarme: „- ‚na: dé uitvinding - der « cycloïdate fingers’ van ‘HUYGENS ên ter-hunner „gelegen= heid „-hêt eerst-de gedachten geopperd heeft, om eene ‘algemeene maat in den flinger te vinden, zulks op de wijze , door hem voorgellagen » niet naauwkeurig zoude “hebben: kunnen -gefchieden, gelijk ook door proeven bleek , ep--dat men „de „ware ijden vaan te kunnen vers rigten „aan. HUYGENS: verfchuldigd ise: > afour row ag „De proeven van MOUTON , omde algemeene bid „door: de ade van den, flingers-te. bepalen, «zijn vam het jaar 1665 3”zij komen “met:die van Lord :‘BROUNCKNER overeeny hoêwel: mouroNvan-deze géene: kennis. droeg of hebben-kon; … ) ‚Dit - alles wordt. door “den eonindslnilkn Schrijver met de meeste paauwkeurigheid 3: uit»lonuitgegevenes brieven van HUYGENS ; NEWTON s WALLIS, MORRAY s "PETIT; MOUTON ‘en, ánderen , mitsgaders uit: eenige nagelatene Schriften van HUYGENS volledig. betoogd. « Ook sheeft hij bij die ' gelegenheid, aan :de’-Klasfe, een; bundel vereerd „bevattende, negen’ en dertig zoo onuitgegevene brieven in, hun geheel, als uittrekfels van: , dezelve aan en van reeds genoemde geleerden, alle betrekkelijk tot het behandeld onderwerp en de bewijzen. vanhet geftelde dragende: Bij eene andere „gelegenheid. hadde Schrijver reeds aan de Klasfe veen: bundel van-onuitgegevene brieven van HUYGENS; MORRAY eù anderen? over de botfing der ligchamen ‘medegedeeld; -gelijk! wij in een’ vorig verflag gemeld hebbens en hij heeft niet oriduister te kennen gegeven, dat men nog meer gefchenken van gelijken aard ,-muycens betreffende, te verwachten. heeft. Waartoe wij wenfchen, dat hem de. oei we en leven mogen verleend. worden, … > … Het eloie der Klasfe is gemert, van dit belangrijk: fluks. gelijk van — ‘ het á Car ) shet voorgaande, bij de- heien harer oeil nst „ het nemers gebruik te maken. di ï ì OTO WE NGAEBEEG fn Weinig, vids nadat: hal adams zijne, betarwahdinn had, begonnen, ontving de Eerfte Klasfe eene. zeer beleefde uitnodigende Misfive, van den „Heer. Sekretaris der: Tweede Klasfe,: inhoudende, in het-algemeen gepast. aanzoek. tot «het ondernemen van gemeenfchappelijke werkzaams heden. ingerigt naar den geest dezer Inftelling zelve, en meer bijzon der tot de medewerking der Eerfte Klasfetot-het vervaardigen. van een Hollandsch. woordenboek , voor zooverre betreft de, kunsttermen „ “uit verfchillende, vakken pn wanne ‚deze ese belast is, moetende si ken worden. stir! pta Per! De Heer rops is hierin: pri overige eden: der Eerfte1 Klasfe. Ioffelik voorgegaan door zijne verklaring van eenige woorden, tot den Lands bouw behoorende, en niet te vinden în de voorhanden zijnde woorden- boeken. In-twee zittingen der Klasfe voorgelezen, heeft. zij van, de= zelve geen betersgebruik en meer overeenftemmende, met des Schrijvers werk, kunnen maken, ‚dan door de Tweede Klasfe aan deze ‚belangrijke bijdrage. tot het Hollandsch woordenboek, deelachtig te doen worden, Welke dan ook door dezelve zeer dankbaar is opgrnO Me, on t : t te rk vilj e . ay tóurrestsl Is leef adh) meer. moeielijkheid ptss dan wanneer zij hare, aile: tige werking. misfende „de -zonderlingfte „afwijkingen. van; haren gewonen vorm. doet geboren worden, „Die afwijkingen echter zijn niet oneindig, even min alsde gewone vormen zulks zijn kunnen. Men wordt dus als van zelve tot de algemeene uitkomften gebragt, die de verkaring ten minften van, fommige afwijkingen mogelijk; maken. ; … …… ern Onze, waardige ambtgenoot , de Hoogleeraar, BONN 3 voornemens, eene verhandeling in ‚te leveren: over de maaste, en. voorname. oorzaken van f C 3 aans Cosa ) dangeborene uitwendige ligchaamsgebreken en wangeftaltern , droeg “daar. van tot eene proeve voor het waterhoofd, als veroorzaakt door eenê buitengewone affcheiding en ophooping van den natuurlijken , befproei- jenden”"daauw ‘der holligheden van hoofd én’ herfenem.” De’ orttplooïfing en. uitbreiding van de” uitwendige kronkelingen des herfengeftels ; door den beroemden arr voor’ zijne: fchedelleer kunftig: nagebootst, wierd hierbij als een zeer gewoon verfchijnfel aangemerkt,’ terwijl tevéns de vliezige en beenige wanden , die’ de herfenen erase gf door het … was fer uitgezeten verbreid worden, © > > swaebstm sb 303 195 “Zeer keurig bereide voorbeelden” en kunttig ertaelnde teekeningen deden de wensch der Klasfe “ontftaan„ dat dé Heer BONN’ mogt kunnen befluiten over dit onderwerp eene uitgewerkte verhandeling aan te biel den, om onder de uit té gevene gedenkf{chriften te: wórden opgenomen. Eene nadere voordragt van datzelfde: medelid, verhoogde dezen wenscht Hij onthaalde de vergadering” ditmaal op. eene ‘befchouwing van de zoo- genaamde herfenbreuken en herfenlooze wanfchepfels, als gevolgen van het waterhoofd ; waarbij de herfenzelfftandigheid geheel door het water wordt opgelost én’ verloren gaat, of vooraf door tegennatuurlijke «opes ningen tusfchen de van een gewekene, en daarna door hèt gezwel plat gedrukte opperhoofdsbeenderen , met zakswijze verlenging der” vliezige bekleedfelen wordt doorgeperst, en dus die herfenbreuken gevormd worden. * Ook “dit: bêtoög ‘wierd * geftaafd ‚niet “een” vervolg van’ afbéel. dingen en teekeningen en met’ bereidingen, voornamelijk’ door” dat van zoodanig eer herferttoos geboren er met platgedrukte bekkencels beent deren merkwaardig dubbel kalfshoofd, van hetwelk’ verfcheïdene gedeek ten der ere van die twee tr gen in rr eenn ee 1 Sedert lang is het bi Nikloreundiei a gerei; ‘of de lichtende én chamen, volgéns EwTon, ftralen afgeven, die ééne voortgaande be- weging “hebben, dan ‘of ‘het licht beftaat in gekere trillende beweging 64 es eon C23 ) eener Aetherifche middenftof, eene beweging daarin, volgens ruveRs door de dichtende ‘ligchamen’ veroorzaakt. ‘Verfcheiden Natuurkundigen , bijzonderlijk HOMBERG' en MEIRAN , hebben in het begin der voorgaan- de eeuw” vruchteloos’ getracht “de voortgaande beweging: van het Jicht door proeven” dan té toonen.” De Heer RossyN' opperde, in eene ver- gadering der: Klasfe:, bedenkingen over. dit onderwerp , welke aan den Heer VAN MARUM aanleiding gaven zich eene’proefneming te herinnee ren: vân den“ Engelfchen Natuürkundigen mreaes , door priesTLEY in zijne gefchiedenis "der ontdekkingen, betrèffende” het licht „ befchreven, die, wanneer derzelver uitflag bevestigd wierd, den fchijn” heeft van de voortgaande beweging van het licht , volgens NEWTON, te bewijzen. „Ons ‘geacht Medelid, is bedacht geweest , hoe deze proefneming met een meer: maauwkeurigen toeftel, dan door mricueL gebruikt is, op zoodanige wijze zoude kunnen worden herhaald, dat hierbij al dargeen vermijd „worde „hetwelk den’ uitflag zou kunen twijfélachtig-makens en’ deelde - zijne” gedachten , hoe «deze proefneming in-het werk ste (tele lenjvaan de Klasfe ter overweging. mede, ‘Waarop hij , na éenige bee _denkingen der Leden, door de Klasfe verzocht is, dezelve in het werk ze-flellen „ener aan haar den uitllag van mede te deelen, Aan dit vere langen der: Klasfe is door den Heer vaN MARUM voldaan. weHij liet ; volgens“ micueL „ het brandpunt van een grooten brande: gel. vallen vopveenbperpendiculair vlak, hetgeen gelrecht was aan het eind svan eene naald van twaalf duimen „ die gelijk eene compasnaald op een punt in eem” glazen ‘kastje zeer bewegelijk draaïde , en zag inder= daad, ‚dat dit vlak , naar de’ opgave ván MICHEL, voortgeltooten wordt op het oogenblik, dat” het’ brandpunt daarop valle. ‘Dan hij ontdekte swelhaast:; dat” deze” voórtftoöting “of beweging van ‘het vlak ’ geenszins: Wolgens MICHEL';“aan de'daarop ‘vallende’ lichtftralen is toe -te''fchrij- wen, maar alleen ‘aande’ plotfelijke flerké wiezetring der lucht $ die zich eros ausw blaTarrar .valltav niotovi toor. fran asdein of qO Asildisgee Came DD 5 _voor dat viak bevindt, Zulks is hem, door de proefneming’ op-ver« fchillende wijzen inhet werk te: ftellen „ zeer duidelijk gebleken, +» Men leert, hieruit, dat de „gevolgtrekking ‚ door „Micuei vuit -zijne proefneming afgeleid, dat namelijk de naald of het. vlak aan--dezelve ge- hecht, door de: voortgaande. beweging vanhet licht bewogen «wordt, geheel ongegrond is, Misfchien „geeft deze proef eenige aanleiding tot verdere nafporingen omtrent dit belangrijk onderwerp. Het-inzien eener dwaling of eener verkeerde verklaring van proefnemingen „-waarin men berustte, is immers meegmalen. der eerfte: flap. geweest tot elengrijke en BD brei ki reinste oors eiealt 1e sb lens zou ik: het vern van. die voorgedragené flukhens. ectie niet doder de aangebodene. verhandelingen ‘behooren, kunnen fluitens zoo mijn pligt niet worderdesg--nog gewag: te. maken ‚van twee onderwere pen, waartoe-de aandacht:der. Klasfe is; verzocht „geworden , “en ‘dieals het waré;-den overgang; maken; tot ‘die, verhandelingen ,- waarover het oordeel, der.Klasfe „ om ze mates haat, sata werken te wetsgrnd verlangd wordte „Het eerfte onderwerp hoek ka tijdbeloop in vrouwelijke edes î wit nafporing van de. uitfpraken. der oudheid «en. der Apetterns vergelen ken met den,gang der natuur; beoordeeld „met seene- waarneming Wan overtijdige. geboorte, … Waarvan ‚wij ons vleijen ‚dat, ons vwaardig Me» delid, de- Heer vaN GEUNS, na:de:,eerfte bladzijden „aan, de Klasferte hebben ingezonden , welk het overige: zal ‚willen. mededeelen. fu8d Het tweede is vervat in eene „Misfive. van ons ijverig Medelid „den Heer KRAYENHOFF „ berigtende „dat, hij -alle,-zijne geodefifche „en: vastro= nomifche waarnemingen, tot; ‚het ontwerpen. „der, hoofd » triangulatie van „Holland, „benevens ,de daaruit „ voortvloeijende berekeningen: voltooid heeft, en zeer, genegen is, om,van dezelve, in de Franfche Taal, voor het. publiek op te maken een zeer eenvoudig verflag, vergezeld van eene kaart eù, C 83) kaart der hoofd - driehoekén"en andere figuren,” daartoe betrekking hebe bende, en” dit fluk aande’ Berfte'Klasfe' aan te ‘bieden; zoo“deze mogt goedvinder, hetzelve ‘onder hare ‘werken’ uit te geven en ven den druk algemeen te maken. " iis De ‘vergadering in Overweging nemende het grôot belang, dat ia de algemeenmaking van dezen voortreffelijken “arbeid is-gelegen , heeft. geen oogenblik geaarzeld, haren wetisch te kennen te geven; om aan dit _ billijk “verlangen vai haar „geacht prise te kunnen voldoen,” a . u POR nat Ook verflag moetende doen van de an done verhangen : zal ik haar in een tweeledig’ overzigt ‘moeten nemen, òf: als “beoordeelde. ftukken „ of: als zoodanigen , waarop de Klasfe het advies van ga gee kommitteerden inwacht: Onder de beoordeelde ftukkén komt mij in de*eerfte: plaáts- voor eene verhandeling van ons Medelid', den Heer à’ Roy; pretig tot al Schrift: waarneming van eene zonderlinge zenuwziekte, bd Naar ‘het oordeel van Kommisfarisfen ‘levert dit ftuk een; der geheus genis zeer waardig, naauwkeurig , hiftorisch verflag van zeer treffende verfchijnfelen van eene zonderlinge en geweldige kramp- en ftuipziekte, die, in den ouderdom van” zevéntien jaren der lijderesfe reeds begón- ten, eene reeks van meer dan eene halve eeuw heeft doorgeduurd’ er thans nog in de bijna zeventigjarige vrouw fchijnt te blijven woeden; hebbende, zoo het fchijnt, fteeds zich meer doen kenner als een voors! werp van ongemeene nieuwheid en verbazing, dan van gewenschte perenfchap en hulpe der kunst. 6 “Zj gaven wijders den geleerden fteller în overweging, of hij niet „ bij zijne reeds. genomene moeite, nog ‘dat gewigt daaraan’ zoude: ges lieven te geven, van dit naauwkeurig verhaal van verfchijnfelen door hem waargenomem en bijjeengebragt, zoo veel mogelijk te verhefs „DD fen € 26 ) fen” tot: eene wetenfchappelijke “uitvorfching en bepaling van, den aard, eigenfchappen; oorzaken ‚ ‘onderkenning en. meest aangewezene behane deling dezer, ronder „hare, foortverwanten „zoo felle en weepbaeltigf ziekte. „De Klasfe zich” met dit advies vereenigende , heeft ledi verhandeling onder” hare uit te -gevene werken opgenomen „en de. Heer à Roy. vere zocht; als nadrage te leveren zoodanige verdere wetenfchappelijke aan- merkingen , als hij ter meerdere uitbreiding en volmaking van. zijne waare pms zou tid oordeelen. 5 iS cutters deet ms Het tweede fak zijn wij verfehuldigd aan. ons wanne ‘Medelid, nn Heer BRUGMANS: «Het bevat Aanmerkingen over de middelen, door welke de visfchen zich bewegen in het algemeen, en over het vermogen der uitademing; tot dat einde in het bijzonder. „Nareene naauwkeurige uiteenzetting van alles, wat over de beweging der visfchen door. :BORELLUS; DU HAMEL s- BONNET» BLUMENBACH » GouAN en in de laatfte jaren door BARTEZ. gehandeld is, ftelt de Schrijs ver vier oorzaken van de beweging der visfchen. „De eerfte beftaat in eene beurtelingfche fpanning en ontfpanning. van bijzendert ligchaamsdeelen der visfchen, zoodat het evenwigt van het drukkend water, op-die deelen geftoord wordt, en derhalve het tigchaam voortgaat „ volgens de ftrekking, van die betrekkelijk verminderde druke king. Dit ftuk- wordt uitvoerig behandeld. De: Heer BRUGMANS let behoorlijk op-de verfchillende gedaante der visfchen; welke hij te dien einde in drie hoofdfoorten verdeeld: in die, welke het lijf aan de beide zijden meer of min- hebben zamengedrukt en dus meer dik, dan breed zijn :- in, die ‚welker : ligchaam „integendeel plat is neergedrukt , en die dus meer breed,-dan dik zijn: en eindelijk in die, wier ligchaam lang uitgeftrekt. en rolvormig “is. Hier, wordt eindelijk aangetoond, wat de bewegingen van den ftaart in de visfchen van de eesfte foort, wat -de uite Ce Witgefpannen zijden in die van de twêede foort, en de-buigingen van het gehecle saas in die van de derde foort. ‚„Nermogen en dadelijk, uitwerken. … i ORDE: slaan gedi eiv « De tweede dram van- vange oge in de vinnen gtvandens: Hier: wordt de werking der: vinnen uitederzelver-pláatfing, aârd en beweging, volledig aangétoond, èn tévens: het gebrekkige, dat insde verklaring, dér genen gelegen. is, welke vóór hem-de vinnen als men vam beweging befchouwd- hebben -volkomen aarigewezen.……… vuvor uw «De derde oorzaak ontftaat- uit: het vermogen „ dat de visch heeft, sane vooral door de zijfpieren, welke tevenstot! bekleedfel ondet de huid: verftrekken zijne gedaante en «de foortelijké zwaarte ,' het, zij wan, het geheelé “ligchidam, het zij van» eerig” deel te veranderen; en geralgelikt _vooräl om regtftandig op te rijzen „ of te dalen, Deze drie oorzaken waren reeds meer of min, doch onvbtiedigs sdngë vórige Natuurkehners, die. zi gu behandeld maddeli in oaeen. vens £ aj Jar € “Met de vierde dara! is tier’ dg mäërs. geleginao Deéze: belioget vitfluiterid aan den Schrijver en ishet eerst door denzelven voortgee bragt. Zij beftaat in de drukking van het water, dat bij de DN doof de kieuwsopeningen geperst wordts „De drukking van het water, welke men hier Benda is die defile king , welke door. de. waterweeg- en ‘loopkundigen de reactie van het water genoemd wordt: eene-eigenfchap en. oorzaak van. beweging eerst door DANIEL BERNOULLI behoorlijk ontvouwd, naderhand-door -velé: proeven opgehelderd, en waarvan secuEr order anderen eene. zeer gee lukkige toepäsfing gemaakt heeft op werktuigen , die door ‘het water bewogen worden, N Hoewel het aanwenden dezer vierde bewedgkrsclit en dens wai der zaken volkomen aangetoond, en haar vermogen, om datgeen te verrig- verie wat de Sehrijver aan dezelve toekent, allezins bewezen wordt, Da heeft C A8 heeft: hij echter nog „verder willen gaan: en “deze 1zijne theorie” door - proeven ‘bevestigen. v Hij heeft-te dien:einde. eene foort van - artificiële visfchen gemaakt , dat is, ligchamen, die, open zijnde , water in huns ne’ ruimtê toelaten : zoodat: zij met -deze-wloeiftof gevuld, worden. - De opening» wordt=beftuurd- door “eene veer; waarvan-men-de werking te- genhoudt „door ‘een. tusfchengevegd « mik je „dat „ bij zijne loslating, den open «mond, van het werktuig met geweld doet fluiten, terwijl het bin nen bevatte water wordt uitgeperst.” Daar heeft dan eene reactie van water „plaats ;'ven door die. reactie “alleen! wordt-aan-deze ligchamen eene Kwee en beweging ‘medegedeeld, > ‘De: Schrijver heeft-den: uitflag zijner. proeven in tafels kred ware. in. men-met een opflag-van het-oog-de hoegrootheid- van de kracht „ de. hoeveelheid van het werkend. water, en de fnelheid daardoor aan het ligchaam ‘medegedeeld; kan nagaan en overwegen. „Wij eindigen. deze korte fchets met de betuiging-der Rapporteurs.» van niet te weten, wat in. deze fraaije verhandeling het meest te bes, wonderén” zij; of de juistheid ván oordeel in: hêt-onderfcheiden der vers fchillende “oorzaken „ die tot veen en hetzelfde doel medewerken „en in het „bepalen. van hetgeen juist aan ieder dier oorzaken toekomt, of de genie, die er doorftraalt in het navorfchen, van -éene » voorname. oors, zaak van beweging der: visfchen 4 diestot- nu toe, door-allen, welke die ftoffe behandeld hebben, over het hoofd--was:gezien „-en‘in- hetuitvine den van“ eenvoudige „werktuigen; om al: hes uhewedene, proefondervindes lijk te “bevestigen. tao. Ji 13 „Het befluit det Klasfe kon „derhalve niet stwijfelachtig zijn; om deze verhandeling den, druk overwaardig te keùren,- en. in het Eerfte. Deel “ van hare uit te gevene werken op te nemen. Waarin zij, gelijk „die, van, den Heere à ROY, dan ook. werkelijk het-licht, ziet, » sp ei ‚Van de volgende Verhandelingen: zal ik mij. met-eene, bloote opgave, der Gag) s der- Titels: moeten: vergenoegen „ omdat zij, of nog -onbeoordeeld zijn , of ter nadere bewerking zijn afgegeven , ten einde meer volmaakt. „onder de zasai der Eerfte Klasfe te wegecn verfchijnen, - er Sa Per z zijn de volgende: i°. A MEer af Miéaioire far és. Orbites des Gömtte, 2e fur le movement ,- que „fuivent ‘les corps entourés, d'une corde „ pendant le developpement de la corde. ze me fur les écoulemens des-eaux-par-les orifices,, % Pa enentenmdemsen rsrnpsele concernant la vitesfe nne des éaux _ {« Courantes. o= be olla 693 5%. FLORYN,” indaikanped: over de beweging van vallende en } langs. hellende vlakken: afloopende ligchamen „ voor zoo verre zij door. den tegenftand der lucht en andere beletfelen vertraagd worden, … 6%. VAN “BARNEVELD ; waarneming betrekkelijk de » geneeskundige, Electriciteit, 27°. SERRURIERs; Betoog dat de Landbouw in de daad de eer. verdient 4 “_ vän“ onder die wetenfchappen. geplaatst te worden, wier. beoefe- naars het Inftituut in zich vereenigt. $°. VAN DER BORCH VAN VERWOLDE, Schets vân dek toeftand van ‚ „den Landbouw in dorre envafgelegene ftreken van het-Koningrijke 9°- GLAVIMANSs- de befchouwing van. eén” Schip alseen gelijkflagtig. en van hetzelfde fchip «als een ongelijkflagtig. ligchaam 109, VAN SWINDEN 4 over anagrammifche «getallen, 11°, FOKKER , waarnemingen over. de komeet van shet jaar. 1807. ‚ N F2®, GOUDRIAAN, Aanmerkingen „ aangaande: het doen, van; waarnemin« ben gen omtrent. de.hoogte: van. het water in de onderfcheidene riviers “takken. en: ffroomen- aan » de. zeeboezems, bevattende. tevens de benk van een zeer eenvoudig hinde door hetwelk, de Hi nme Ja RAD ee Î ; hooge ‘ \ - C se J hóogte van het watêr, de ftreek en kracht des winds , et de nacht en dag zich zelve aanteekenen, Hes ; 33°. C. Le BRUNINGSs Nopens de ijswording en het biased van het gevormde iijs, naarmate van de ita de welke ape en Thermometer aangewezen wordt, k and Bijvoegfels op zijne Verhandeling over de iswor ding. wet f 15° DRIESSEN,’ Natuur èn ‘Scheikundige bedenking; „Ain 169. FLORYN; over de uitzetting van hét ijzer door de warmte, « 17°. DRIESSEN ; Wenkén over” Natuur= én Scheikundige onderwerpert. Op alle deze ftukken ziet de Klasfe het verflag van kommisfarisfen te gemoet, en wenscht niets. vurigerg-dan in (taat gefteld te wordens óm doot de openlijke uitgave van dei afbeid härer- leden te- toonen, dat zij in haar midden .ijvetige. werklieden” heeft, die ‘tot. uitbreiding en volfakliig der. wetenfchappen gäarne hunne vermogens ten: koste leggen. « Van Korrespondenten des Inftitituts ís- dit jaar niets ingekomens: „De ftukken van vroegeren tijd, doch waarop pansodae: tot hee den geen rjg wid beenmet: npe att ortseres Ee wl Meinorië van . nde piek minêitendasi tan bnn over het voordeel, dat er-în het-aanleggen- van ijzeren tighietmagenw: in plaats van het graven van kanalen, zoude gelegen zijn. … …— 2°, SPEYERT VAN DER EYRó over verfchillende. onderverpen, de differentiaal én integraal: rekening: betreffende, | 3°. WoLTMAN , Nouvelles remargues fur le couts naturel des riviènss € Jur la manière d'en regler les courbes- convenables tan à Pégard de P&at permanent de-leurs lits ‚que me le „bien: de-la-naviga= Hori puvraleo en „zj otdurd girevaao cap 24° UwTTEwAALs over de anngslegenkelë, reg op wiskundige : grone _ £ 31) gronden onderzocht-en. bepaald worde, welke van de onderfcheidens fearten van; Placgen; de, voorkeur, verdienen Van lieden, geene Tan of Korreepdedelidde des Inffituuts zijnde, is der. Eerfta -Klasfe dit. jaar flechts één (luk ter beoordeeling aangebo- den. Het beftaat in cen vervoerbaren Telegraaf . door den Heer n. W‚ KOOL s’ ops ‘den, gden Ju Il aan „de, nk oongeleld en in zijne gamenftelling verklaard, Het Oogmerk. van den. Heer. KOOL iss een acknde daar te ftellen,, dat gemakkelijk vervoerd-kan- worden „ en, ftrekken moet, om een tele. graaf , baken, feinpost,;-of hoe men het noemen-wil „op. die plaatfen op te rigten, alwaar geene natuurlijke. hoogtens of gebouwen „ daartoe gefchikt. aanwezig zijn; zelfs in het midden van zeer ver uitgeftrekte vlaktens. Hij beftemt het tevens tot een reddingswerktuig en het aane brengen van hulp in brandende gebouwen. Kommisfarisfen ‘dit. werktuig met alle naauwkeurigheid . onderzocht , en met den Heer koor de noodige bijeenkomften deswege gehad hebe bende „ meenden-der Klasfe,de- volgende, befluiten te moeten voorftellen : 1°, ‘dat dit werktuig eene plaats verdient onder de meest vernuftige en nuttige werktuigen, èn dat, de noodige lof. deswege aan den uit- rod behoort te worden toegekend» „dat dit werktuig: de goedkeuring der Klasfe waardig is voor zoo verre jus de inrigting, de toerusting en alle de hulpmiddelen, door den uitvinder aangewend, … 39° dat niettemin de Klasfe. wenfchen zou, dat er, alvorens een wolledig en difinitief oordeel, te. vellen „ over de hoegrootheid der krach- ten, die noodig zullen zijn, om, een zoodanig werktuig, in het, groot vervaardigd, op te rigten, eenige proeven daaromtrent genomen wiere den. 4°. dat dien ten gerilee er eene Misfive van wege de Klasfe aan C 32 “aan den Heer Prefekt var de Marine zal worden afgevaardigd, teneinde zijn Hoog Ed, Geftrenge uitte “noodigen , om’ die“proeven ‘op de kei- zerlijke werf, in bijzijn van kommisfarisfen fer Klasfe en van den uit= winder te ‘laten némen.- / ed 5 95° ‘dat ons Medelid, ‘de Heer Conftructeure generaal“ GLAVIMANS van wege de Klasfe zal verzocht worden, gemelde Misfive aan den Heer Prefekt ter hand te ftellen 3 denzelven de noodige inlichtingen over den aard van het werktuig en de bedoeling der Klasfe mede-te deelen , en“alle dêvoit aante wenden, opdat zijn aaien weg kate het ‘verlangên der Klasfe gelieve te voldoen. — get Eindelijk dat’ een affchrift dezer befluitên aan an Heer KOOL “zal worden gezonden’, om te ftrekken tot zijn Ed. informatie. De Klasfe heeft: zich met het voorftel- van hare- kommisfarisfen ver- ‘eenigd, en dien overeenkomttig befloten, “Mij fchiet nog over, ter kénnis van déze aanzienlijke vergadering te. brengen, dat de Eerfte Klasfe voortdurend ‘heeft blijven deelen in de al gemeene achting, waarvan zij in vorige jaren zoo vele Roomse: blije st mogt genieten, ; ‘De uitnoodiging tot: alle openlijke feestvieringen van voorzitters en fekretarisfen , als vertegenwoordigers van het geheele ligchaam , -fom- tijds zelfs met bijvoeging van partikuliere Leden, gaven hièrvan de beste kenmerken. De toezending van vele boekgefchenken drdeg tot bevestiging: dier ‘achting het zijne bij, en laat geen twijfel over wegens den invloed, welke deze geleerde Inftelling op de bevordering en op den waren. Just tot uitbreiding der bicig danhôudend hebben -moet. Kete De boekgefchenken zelve zijn de volgende ; 119, € 35 À Leërboek ovér den Landbouw in zamenfpraken ; door He PONSE ; tweede en derde ftukje. C. He à. Roy, Verhandeling van de voornaamtte oiwastijs ge- neesmiddelen tegen inwendige ziekten. : Disfertatio obftetricio’=- medica de foetu maturo cum altero im= maturo, prioris placentae adhaerente, uno tam edito, van MICHAEL © WILHELMUS LUBER, 5 Het Programma des Zeeuwfchen Genootfchaps van temagdd pen over den jare 1811. “Tabulae Martis novae et correctae ex Theoria gravitatis Chris vfimi dela Place'et ex obfervationibus recentisfimis erutae. Tabulae Veneris novae et correctae ex Theoria gravitatis Clariss fimi de la Place, beiden van den Heer BARON DE LINDENAU, Korrespondent der Klasfe. JH. VAN “SWINDEN ‚ Vergelijkingstafels tusfchen de Hollandfche ‚vvochtmaten-en de Franfchen „’genoeind Litre en Heetolitre , met av Hee ford onderrigt over dezelve , in het Hollandsch en Fransch. Vergelijkingstafels -tusfchen: het Fransch ge= wi! en kilogramme en het Amfterdamsch gewigt, in het Hol landsch én Fransch, tweede druk, fe FLOREYN ," Verhandeling over de felheid van het licht. Gr Je VAN DER BOON MEsCH, Disfert, phyfiologica inauguralis de cireulatione et refpiratione vree de pulmonibus _inftruc- torum. - Je He VAN SWINDEN „ Vergelijkingstafels tusfchen de Hollandfche Koornmaten en de Hectolitre, met het noodig onderrigt over dee zelve maten, J- FLORYN, tweede Verhandeling over de felheid van het licht, Verflag wegens de genezing eener kniewade- flagaderbreuk, vol gens de wijze van HUNTER, door H, BENRAAD, E - 14°. Staat u. 15°. 16°. CD) Staat van den Landbouw «in Holland; gedurende:de jaren 1809 en 1810, laren door den Koppmigfasis; van Landbouw, j. KOPSe: ; oe "ok Je foberschta/ Pe WON U 05 Te Description des moyens et naal semployés. à Paris „par le Sts’ BONMATIN » pour extraire Je fucre- an la” wat ereen door den Heer Maire aan de Klasfe- gezonden. eerd Peer Je He VAN SWINDEN » Vergelijkingstafele tusfchen de Hollandfche lengtematen ‚en den. mêtre, met het noodig,„onderrigt. over de- 17° 18°, zelve maten; in het Hollandsch en‚Fransch. ……… +ovs Levensfchets, van 'WyYNOLDUS MUNNIKS ; -doOr je MUNNIKS. Je Hi VAN SWINDEN » -Vergelijkingstafels tusfehen de Hollandíche ‚Landmaten en de Hectare „met het noodig onderrigt. over de» zelve maten, in ‚het Hollandsch en Bannscho! [egt af „De Eerfte Klasfe rekent’ hiermede twoiddari : te babi aan de ‚pligt, haar bij $ 38 des Reglements voor het Inftituut opgelegd. ‚Mogt zij even zeer voldaan. hebben. aan de verwachting. dezer aanzienlijke Vers gadering , zij zou zich geregtigd houden, „met een rustig gemoed en vergenoegden blik op den afgeloopen jaarkring. terug. té zien. — Aldus gerapporteerd in de Algemeene, Vergadering „van -het Hollandfche- Inftituut van kMgtenehape, dmfiin gute Augustus des jaars 1810. 6 VR 9) LI K, Sckretaris. esen VOEUNES LAG VAN DE WERKZAAMHEDEN _ DER EERSTE KLASSE VAN HET HOLLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1813. ‚ ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! ZEER GEACHTE MEDELEDEN! Zio menigmalen ik ter verantwoording ben opgeroepen van hetgene de Eerfte Klasfe in den afgeloopen jaarkring tot uitbreiding der weten- fchappen verrigt had, gevoelde ik mij ten fterkfte door vrees bevangen, niet dat van hare werkzaamheden met geen genoegzamen lof konde ge. waagd worden, maar dat de vermelding van dien lof: op eene wijze gee fehieden zoude, weinig. gefchikt, om hem in zijnen-vollen glans te __doen fchitteren. Diezelfde huivering bevangt mij ook nu,en zou gen wis mijne ftem geheel gebonden. houden „ zoo ik niet werd opgewekt door de” vaste overtuiging, dat een AN verhaal “der waarheid. bij U gereeden: ingang vinden zal, Sí _Mogten mijne ‘Medeleden, wier werkzaamheden: ik moet aanvoeren ; dich in dit verhaal, als in eenen fpiegel, wiens terug gekaatst licht ons het ‘oorfpronkelijke fchijnt wedertegeven, met onvermengde kleuren vinden voorgefteld, mogt vooral deze aanzienlijke Vergadering daaruit het ware beeld kunnen opvatten, ík zou verekend aan mijnen pligt voi daan te hebben. Doch waarom langer gedraald met eene proeve, in hoe verre ik in mijne voordragt zal kunnen flagen? Waarom niet getracht, U een denkbeeld te geven van hetgeen de Eerfte Klasfe in het afgeloopen jaar ie Ag, meer C 4) meer bepaaldelijk 1 heeft balie gehouden # Volgt « mj dag geht Me- deleden, in de ontwikkeling van haren letterkùndigen arbeid, en her- innert u daarbij, dat dezelve van tweederlei aard is, Hij toch, die eene voordragt doet, rangfchikt dezelve of onder de aangebodene ftukken , waarvan de beoordéeling, om ze onder de werken des Inftituuts op te nemen, aan de Klasfe wordt overgelaten „ of hij wil haar flechts be- fchouwd hebben als een onderwerp , dienftig, om eene vergadering niet geheel belangeloos te doen gein en tot wisfeling van gedachten aan- leiding te geven. Van deze laatfle zal ik het eerst fprekén, en vervolgens Uwe aan- dacht trachten te bepa'en tot de aangebodene verhandelingen, Onder de moeijelijk(te vraagftukken , welke de meest verlichte Nae tuurkundigen ‚van allestijden hebben bezig gehouden, is met volle regt te ftellen! de ‘ verk'aring van de. wording eehs nieuwen fchepfels. Dat het ietsuit nietsis voortgebragt, al-worde-zulks niet letterlijk opgenoe men ,-'zal- ons: altijd een onoplosbaar duister blijven, — Want in «de daad er beflaan in de natuur zoo vele onverklaarbare verfchijnfelen van nieuwe lings- voortgebragte fchepfels , datsal hadde men den fleutel van de meest gewone ‚wijze gevonden, dézelve ons nog beftendig: in. groote verlegen» heid zouden laten, De Natuurkundige gefchiedenis is vol van voorbeel den, dat- fchepfelen gevormd. zijn cp. plaatfen , waar gelijkfoortige te voren niet,-aanwezig.-waren „ noch hun -beftaan hebben konden: Ons werkzaam Medelid, de Heer korps, heeft deze rei met een zeer merke waardig „voorbeeld, vermeerderd , door ‘hem ontdekt in de veelbloemige vitfen, de Vicia Cracca van LINNAEUS: BEE, De monfterachtige vorm van deze bloem trok zijne Gaudicht , sah daar: het veranderen „der - gedaante bij vlinderbloemen eene,hooge zeld« zaamheid is, Doch deze aandacht wierd dubbel opgewekt, toen hij, bij -derzelver ontleding een wormpje' vonds-dat in den bodem lag op» ä ge CB.) gefloten, Dit wormpje als oorzaak te houden van -de gêdaantewisfeling - der bloem, was eene zeer natuurlijke leiding der gedachten. Want het opkomen. van;veranderden… vorm in plantgewasfen na het ontvangen van kwetfing door «infekten „/ die „hunne eijeren in de gemaakte wond verbergen, leert-ons -de dagelijkfche ondervinding. ‘Maar dat niet alleen in de reeds ontwikkelde bloemen, maaf in de. eerfte kern van elke bloem en alzoo van alle te zamen „ die de geheele plant oplevert , een wormpje huisvest, hetwelk van een daarin vooraf gelegd eitje zijn aanzijn zou de hebben, laat zich niet alleen met mo@ite gelooven, maar zou voor „bijkans onmogelijk te, hoûúden, zijn. Das vanwaar dan deze wormpjes ? Zie daar het moeïjelijke der vraag, met. wier ontwikkeling de Heer Kops zich bezig houdt en waarvan wij een nader verflag te- gemoet zien. £53 ( Met hoelddel kenorde wij in eén vroeger jaar den- Heer, BENNET hadden -aangelioord «bij zijne befchrijving- van een nieuw ontdekt foort van het geflachteder zee=lelie;-zult gij U, uit mijn vorig verflag here inneren; Dit waardig Medelid opende ons toen het vooruitzigt, van. dit belangrijk ftuk verder te: zullen bewerken; het met eene tweede nieuwe foort te verrijken, en alsdan der Klasfe aan te bieden. Bij de vervul- ling van twee fpreekbeurren in dit jaar heeft hij niet alleen aan deze belofte voldaan , maar drie geheel nieuwe en tot heden nog onbekende ongeftengelde, Znorinus-foorten voorgedragen., Eene naauwkeurige bes fchrijving, opgehelderd : door zeer, juist. vervaardigde teekeningen, ftelde de Klasfe in ftaat, om over het zonderling maakfel dezer natuurgewroche ter naar waarheid te oordeelen. ‚Hun verbazend. teeder en kunstrijk inwendig maakfel doet eene zoa zonderlinge bewerktuiging zien, als tot heden in geen ander dier - foort is- waargenomen.” De, werktuigen zelve zijn zoo geheel vreemd in ge- daante ftand, houding en. maakfel, als teeder van zamenftel en door ruim 6o,ooo -zigtbare geledingen ten uiterfte beweegbaar , zoodat men A3 het Ce) hét “zelfs naauwelijks durft wagen, eenige gisfing:-te-maketi, tot: welk deel der dierlijke of wel plantaardige werkvermogens dezelve verordend wierden. Immers ook in deze nieuw ontdekte woorwerpen vindt meù ‚een zachten, doeh fprékenden ‘overgang van het “meer ‘tot ‘het minder zamengeftelde , “jä ‘de verbazende ° zamenmengeling «der: dierlijke” natuur met de plantaardige is hier op’ nieuw zoo overtuigend zigtbaar, dat men iets dergelijks te ‘vergeefsch in eenig ander tot heden bekend wapen zou zoeken aan te wijzen. “Uit de naauwkeurig opgemaakte befchrijvingen dezer wees driedelig” plantdieren , trok de Heer BENNET de navolgende’, voor de edge prin natuurkennis, belangrijke flotreden;” “>> 9 “1°. dat zijne voorgeflagerie afdeeling van’ het'- roeden! der zee wleliën” in geftengelde en resakndjie oak door pe nieuwe tenen ten volle wije wordt 5 detald 2°, dât de geledingen „zoo pel der hd rd (gero wenken van de geftengelde Enerini geheel verfchillen: van de ongeftengelde 3» ‚ S/s 3°. datde ftralen ook van alle destot heden bekende ongeftengeldé Enerini „ van de fchijf’ tot aan” hun einde, in derzelver puede ved een haarfijne buis doorboord is; ‚dat de geledingen der {tralen van alle tot daens; ontdekte oost enne verfchillen van die der - zoogenaamde Bafalt-zuilvormige tentacu» ta, op de ‘binnenzijde’ van de fchijf geplaatst , «als welke volftrekt een fig, en van alle andere ín eenig gractigperg fran tot heden. bee kend: geheël werfchillende-zijn; — oon shagise 5°, dat de fchüf dezer nieuw ontdekte Mist: foorten de hetis of liever de vwerwantfchap -derzelven tot de geflachten der Asterias en van den Echinus ten klaarblijkelijkfte-fchijnt aan te-duidens — …:-7: 6°. eindelijk , dat gelijk de veerfte ontdekking der-geftengelde: Encrinus door den Heer everrARD gelegenheid heeft gegeven tot eene. naderê bekendwording met den oorfprong der ZEnerinieten , de ontdekking des +  vt zer Cz) zer laat{te ‘ongeftengelde Encrinus-foorten onsals het ware eenige flap- _ pen nader brengt tot de betere kennis van fommige dier tot heden geheel duiftere: verfteeningen , welke in zoo vele. verfchillende ftreken van Eur ropa en “binnen onderfcheidene beddingen-en' vermengingen van fchist» of leifteen niet PURE zijn en- nog! heden nu en dan worden aange. troffen, In dit GAAT velds meen ik , Geachte Medeleden „U ge» noegzaam te hebben doen zien, voor’ hoevele „uitbreiding de eerfte voordragt van «ons waardig Medelid'nog vatbaar: was; en dit zelfs fchijnt _ hem tot ‘heden weerhouden te ‘hebben van het befluit; om zijne verhans delingen. onder de aangebodene ftukken te doen opnenien. ‘Wij verkee= ren echter niet buiten’'de ‘hoop ,-dar de Eerfte Klasfe in het Tweede Deel harer werken den Natuuronderzoekeren door deze belangrijke bij drage zal kunnen ten dienfte faan, Sedert men den landbouw wietenfthappelik heeft gaan Hdoorsndt, heeft men - zich bijzonder bevlijtigd , de huishouding’der planten te: be- fpieden, ‘hare “verrigtingen- met die in het dierenrijk te vergelijken, uit overeenkomftige verfchijnfels overeenkomftige gevolgen af te leiden, met een woord, een Natuurleer ‘te vormen, geheel vti reerde op de werfchijnfelen des levens in het ‘plantenrijk. _ Zoodra de gronden tot zulk een leerftelfel gelegd waren, kon het niet misfen; of men moest op dezelfde wijze gebragt worden tot de overweging der ziektekundige- verfchijnfelen en tegen dezelve middelen uitdenken, geëvenredigd aan. den aard der kwale, De Heer vAN-BAR= NEvELD flelde zich het laatfte ten doel, toen hij op zeker buitengoed, in de nabijheid dezer flad gelegen, roestkleurige, onregelmatige vleke ken ontdekte, die het blad der peerenboomen, met eene verhevenheid gan ‘beide zijden , bij “wijze van -uitwas, befimetteden. Hij befchouwde het als eene mededeelende ziekte , welke , vóór drie jaren flechts-op ee= Kn Ä nen Cs "à nen boom begonnen zijnde, „vêrvolgens jaarlijks’ had toegenómer -en in den zomer van het jaar 1812 reeds alle peerenboomen , dach geene anderen, aangedaan, zoodat zich: het. groene „blad vrij algemeen “rocste kleurig voordeed, Opmerkenswaardig sis het, dat, hoezeer dezes boos . men geen hinder leden inde [bloem zij echter: geene: vruchten ople» verden. Doch daar deze kwaal, waarfchijnlijk afkomftig van eene foort - van paddeftoel, de Lycoperdon epiphyllum van LINNAEUS , het reeds ge= vormde blad aandoet, en de voorbereiding der fappen in het blad tot voeding der vrucht noodzakelijk. is, laat zich het-opmerkenswaardige in dit verfchijnfel, volgens’ natuurkundige beginfels „ zeer, wel uitleggen; Van. welken aard intusfchen «dé. kwaal zijn moge, zij eischt middelen _ tot verdelging. Deze middelen worden «als proeve, in-de «reeds ges noemde voorlezing opgegeven, en zullen bij den afloop van dit jaarge= tijde ons waardig Medelid in ftaat ftellen, om van hunne nuttigheid te doen oordeelen, en aan dit oordeel der Klasfe deelachtig te maken, In het verflag van de werkzaamheden -der-Eerfte:Klasfe , uitgebragt in de Algemeene Vergadering van hêt jaar: 1811 „deelde ik eene reeks: en den uitflag van proeven mede, door den Heer vAN DEN ENDE in het werk gefteld met het werktuig van MONTGOLFIER, onder den naam van. botshevel of belier hydrauligue algemeen bekend; „Dit ons waardig Medelid nam als nu tot vervulling, zijner fpreekbeurt „de befchrijving voor van de Aydraulifche perspomp, als zijnde eene “bijzondere toen pasfing van den botshevel in deszelfs eenvoudigen {taat , en gefchikt, om door middel van dezelfde kracht, die in den waterram werkt; eene ‚ hooggaande drukking op allerlei foort van ligchamen te weeg te bren» gen. or \ Het was in het jaar 1774, dat de beroemde priesTLey de gedephlor gistifeerde lucht, dat is, het zuurftofgas ontdekte, Kort daarna vond ; É hij; \ ’ Cr DP hij; dat deze zelfde fúcht-doòr de groene deelen eener plant wordt uit- gelaten ‚ Zoolang dezelve aän>het licht zijn -blootgefteld, Later heeft zich INGENmousz met ‘vele sproevem, tot bevestiging: dezer « waarheid bezig gehouden „ en het is aan hem, dat men doorgaans, hoewel ver= keerdelijk:, devseer dezer vontdekking toekent. Tegelijk met'iNGENnOUSz trad SENNEBIER VOOr; die met heiligen eerbied zich de natuurbefchöu® wingen” tene doel “flelde, en in alles de wijze” inrigtingen” der Voorzie , nigheïd tot inftandhouding van het gefchapene bewonderde.» Zijne proes ven;moesten vooral dienen ten bewijze „ datde lucht, die- door werbran. dingen ademhaling’ bedorven was, door ‘het, plantenrijk? verbeterd en tot onderhouding van het dierlijk leven gefchikt, wierd’ terug gegeven ; dat er alzoo een beftendige wisfel plaats had, tot behoud van al wat levertvheeft , ten -hoogften dienftig en-noodzakelijk. EN ‚Latere Natuurkundigen «echter. begonnen» in’ twijfel te trekken , ouk migem zelfs ontkenden voluit, dat:sde hoeveelheid zuurftofgas „ welke de planten ‘uitlaten genoegzaam ‘ware s om het evenwigt tuefchen het verlorene doorsademhaling, : verbranden! enz. te’ her{lellens » Dit-gaf aans leiding, dat de Haarlemfche Maatfchappij voor. ettelijke jaren de vraag ophing: „langs welke andere wegen, dan door de planten, het evén- » wigt tusfchen de beftanddeelen van den dampkring verkregen wordt?” „JDe Heer MUNCKE ‚Infpekteur aan het Georgianum te Hanover, fcheen het- antwoord niet te. kunnen afwachten, maar vêrledigde zich, na het doen. van « eenige ‘proeven, tot het: fchrijven eener verhandeling weber die W sedererzaugung des ‘Sauerfloffgas- der atmosphaerifchen” Zuft,-en deelde dezelve mede-in het’1ade ftuk van den nêgenden jaargang en in het derde ftuk van den tienden Jaargang EN: Annalen brt Beta von LUDWIG» WILHELM GILBERT. … risi Hs EES De Heer REINWARDT svond dienftig, woad eet wired van - MUNCKE eenige zeer gewigtige aanmerkingen en bedenkingen, mede te vin en der. Klasfe- te overtuigen, dat ‘vooral de proeven van den B Duits U wd Duitfchen Schrijver, met eenige » vliegen in’ gezelfthäp van afgeflotene groeiende planten’-genomen, weinig gefchikt waren; om een zoo bes langrijk; en: geeen ap te losfen rt voldingend: te. beflisfen, r jeh £ zi jad bet} ‚De Heer KOPS heeft in zijne Wookie baerekkig van, Kommistaris van. Landbouw,,van het jaar 2806 tot, 1810 ingefloten,. jaarlijks den ftaat des Landbouws- over geheel Holland opgemaakt en inhet Magas zijn „van Landbouw met de noodige weerkundige waarnemingen in het licht gegeven. Het was van belang, / deze ‚flatén met „elkanderen: te vergelijken „en „daarbij, te ‘onderzoeken, welken loop ‘en uitkomst one derfcheidene ‚gewasfen eenige jaren. na. den anderen, gehad, hebben, en welke- gevolgen en onderrigtiugen hieruit zijn af te leiden. Bij het overzigt, door/-den- Schrijver «hiervan gegeven , “voegden mi den ftaat en waarnemingen over 1811 en 1819, zoo verre ;het Departe. ment,der Zuiderzee betreftz--zijne aanmerkingen gingen dus over de. zes ven daatfte jaren,;-„Doch "zijne nafporingen-bepaalden zich alleen tot de voornaam (te ge wasferi ; afs in‚getal, te weten: de. wintergewasfen, abad Rogge, Wintergarsts Koolzaad en; Klaver. — ‚De zomervruchten, Jdaver gemerenrst; Paardenboonen, Erwten 3 Boekweit en Aardappelen no ‚Na een, kort :vo, «>= a „De gewasfen , ark in onderfcheidene ‘ftreken? mdr ter zeer pred n uit. Car witvielen „ zijn: Winters en Zomergart ‚Haver en Koolzaad. Om te ‘ontdekken, welke gewasfen het: best, welke het minst gelukkig flagen , en in hoe verre zij jaarlijks in, den uitllag overeenkomen of verfchillen, ‘had de Schrijver eené tafel, van- vier kolommen opgemäákt en bij elk ‚gewas aangewezen de jaren; waarin;de oogst! kedorkpebdigp:s zeer ongune flig , middelmatig of ongelijk. was uitgevallen, baar: b Hieruit bleek , dat van de elf -gewasfen „acht flechts eenmaal zeer ongun(tig waren geweest. Een. bewijs, dat onze gronderi en luchtsgee fel onder de vruchtbaarfte van Europa en onze Landbouwers onder sf beste var dit werelddeel zijn te rekenen. : Het best waren algemeen geflaagd Tarwe, Rogge, Klaverven Boeke weit De Aardappelen flechts. eenmaal zeer. ongunftig, De uitkomst daarvan echter” was over het geheele land meermalen ongelijk; maar dit gewas in alle foorten van bertje geteeld vogende, is zulks onvere mijdelijke => rpsld BTTREN ,,0)) “ Van allen waren Paardenboonen en Erwten: het minst else: Doch ‘in geene van de zeven jaren „ waren alle de: gewasfen op gelijke wijze witgevallen. Imzonderheid was ‚het verfchil aanmerkelijk tusfchen de owintete- en” zomergewasfens- die dikwijls eene geheel tegenovergeftelde “uitkomst opleverden. Hierin bewonderen wij: de weldadigfte befchike ‘king, die ons tegen eene volftrekte hongersnood behoedt, Ten ande« rem geeft zulks den landmam genoegzame aanwijzing, om zoo veel mos gelijk zijne gronden naar eene gelijke» evenredigheid met. zomers en wins tervruchten te betelen. « Van de wintergewasfen tniden Tarwe; Roede en Klaver doorgaans eert gelijken gang, maar Koolzaad levert meestal eene uitkomst op, ftrijdig met de overige. winterzaden. Onder de zomergewasfen viade __men nooit zulk een aanmerkelijk’ verfchil, “> | Zoodanige uitkomften konden alleen worden opgemaakt uit se. wi in onderfcheidene gedeelten van een geheel land waren opgenomen. B 2 De Ra C ae ) Der dânteëkeningeh varneenige, weinige landbouwers Zoudens hiertoe. on- voldoende wezen. … Hoe zeer “ware -hét-dus:teswenfchen- dat; bij een befluit van de Hoogfte Magty die vereeniging hérfteld.-wierds welke te voren tusfchen de Landbouwkundige Kotmimisfien der . onderfcheidene Departementen: plaats had ‚ eene.‘ vereeniging 4 swaarvan. de „kultuur, in ons Vaderland reeds zoo vele vruchten -geplukt;heeft ‚ en, waarvan- de ‘toekomst ‘het heerlijkst vooruitzigt opende! : «Uit de nu reeds verzamelde bouwftof, heeft de Schuwer ten. akan werdersna te fporen: den invloed: van: het weder opde gewasfen „en welke gevolgen de flaat van zaken.in het ééne -jaar op,het, volgend te weeg brengteHijsftelt ‘zich voor,’ bij;eene: nadere: fpreekbeurt zijne op= merkingen ‘hieromitrent: mede “te deelen „ en- alles ir nia aan te vane iilagde 4 raamt jenkelogtten dert zh ij TIES 130 a et 4 bids rabo 3 5: Wij Eilën hen ons de vaardigheid en de fchijnbare gemakkelijke heid, waarmede: zekere NienerG aan zijnskünstrijtúig op jaarmarkten en publieke wegen «beftuur; en, beweging gafe»: Zoo als. foortgelijke „kuntte- maars “zich: doorgâans: van. grootfpraak bedienen,„-om. het ligt geloovig wolkje-te verbazen en‚in hoog gefpanne verwachting tehouden, zoo „ook ‘ontbrak ‘het onzen man niet. aan die groot{praake Hij verzekerde ftout weg, dat hij met zijn rijtuig in den tijd van veertien minuten van Delft naat -deno Haag en‚-terug gereden. was, „Deze grootfpraak heeft „ons waardig „Medelid „‚‚de. Heer. co, BRUNINGS: jrs geheel ontzenuwd in eene voordragt, die hij der Klasfe, ter vervulling zijner fpreekbeurt heeft ingezonden, en door. naauwkeurige berekening doen „ziens dat „met de meeste infpanning van kracht, en dan-nog flechts voor eene korte poos ,-het-derde: flechts:;te vervullen-is , van hetgeen NIEBERG, naar zijn voorgeven , behoorde te-kunnen:-doen, : : Ê: Ï 5 Ook vérflag, moetende geven van de „aangebodene verhandelingen, zal , ik Css ik hagr-in een -tweeledig overzigt moeten memens vof: alg beoordeelde ftukken, of als zoodanigen:,- waarop de Klaafe het, advies van hare gee kommitteerden inwacht. zr - ret t Molglarr ad: 04 dow ati Sqkan « ey „L. Onder de beoordeelde ftukken komt mij, naar den tijd, waarop het advies is uitgebragt, in de-eerfte plaats ter vermelding voor eene verhandeling van den Heer GOUDRIAAN ‚bevattende de befchrijving van een door. hem- uitgedacht werktuig ‚dat de hoogte van het water, bes nevens den flreek en de kracht des winds aantoont, ‚Het werktuig, door. den Heer ‘GONnDRIAAN voorgeflagen „ hoezeer hete zelve. uit ;menigvuldige deelen is-zamengefteld „hetgeen uit den aard der zaak.en, het. velerlei gebruik , waartoe het moet verfltrekken , niet an« ders zijn kan, verdient echter, naar het oordeel van Kommisfarisfen. met volle regt-den naam van eenvoudig, en draagt overtuigende blijken van het vernuft en-de- fchrandere. werktuigkunde des uitvinders. De bes fchrijving „is „duidelijk „‚ naauwkeurig en met ‚fraaije. teekeningen naar den veisch opgehelderd, doch ook die duidelijke voordragt en teekes ningen. heeft men noodig, om zich. van hetzelve eenig denkbeeld. te vormen. Waartoe men in het Tweede Deel der -gedenkfchriften van onze Klasfe write gesaanped zal winden IL De waarnemingen van djs malta van dan jare 1807, door ons Ng Medelid, den Heer j. Pp, FOKKER, der Eerfte Klasfe aangeboden «en vers volgens ter beoordeeling overgeleverd aan gekommitteerden, zijn bevons den met alle juistheid en omzigtigheid verrigt te wezens terwijl de om= ftandigheden, die dezelve fomtijds min naauwkeurig hebben gemaakt, daarbij kortelijk worden opgegeven. -Dan- daar deze waarnemingen in eene. bloote opgave ‚van:-getallen beftaan, zijn zij niet vatbaar, om in een kort begrip, te. Wanden voorgedragen. sien za8 B 3 “De Eur “De Eerfte Klasfe verdenigde zich met het advies, om dezelve aan te nemen, en in der tijd, ter gefchikter plaatfe , in hare werken te doen drukken, met aflating echter“van de inleiding &n-het flot, als tot de - verhandeling zelve niet wel te betrekken zijnde, II. Het derde ftuk , dat aan de Klasfe wierd aangeboden, draagt ten titel: Cc. L. BRUNINGS, nopens de ijswording en het ontdooijen van het gevormde ijs, naar mate van de temperatuur, welke door: dek Thermometer wordt aangewezen , benevens een bijvoegfel tot dit vertoog: De Heer BRUNINGs heeft deze taak’ op zich genomen , met, gedu- fende de zeer ftrenge koude in de maanden Januarij en Februarij van het jaar 18ro, te Vianen dagelijks des ranges ld ‘te draa ure de dikte een ftroomend, maar bovendien in een ginfaand water , goën” dat voof het overige in gelijke omftandigheden gefteld was. Hij heeft den dagelijk. fehen aangroei van ijs, gedurende de toenemende koude ,’of de vermin. dering in dikte van het iijs bij dooiweder; gepaard doen gaan van There mometrifche waarnemingen, die te Haarlem - arti en in den mee terbode worden opgegeven. . Hij heeft de uitkomst dier waarnemingen, naar ecne- Haadelw ze’, meermalen door wiskundigen gebruikt, in een tafereel gebragt,“ tot ba* fis eene bepaalde horizontale lijn aannemende’, en daaronder door de lengte van verfchillende ordinaten , de dagelijks waargenómene dikte van het ijs, zoo wel in ftilftaand als in ftroomend ‘water, aanteekenende, en ter onderfcheiding met lijnen van verfchillende kleur aanduidende; gee lijk mede door andere ordinaten , het dagelijksch maximum der koude boven of benêden het vriespunt, Men kon hierdoor met een opflag wan het oog den gang van de iijjswording in ftilffaand en. ftroomend was ter onderling, en daarenboven denzelven, in’ beide de omftandigheder , Tet met C ag 9 afet den gang des Thermometers vergelijken, «De Heer BRUNINGS heeft dan ook daaruit met zijne gewone fchranderheid verfcheidene een gevolgen afgeleid, î Zoodra-gekommitteerden’dit fchoon vertoog hadden ingezien, waren _ ‘zij al aanftonds eenparig van ‘oordeel „ dat zoodanige wijze, om de iijs- wording na te gaan en de waarnemingen voor oogen te houden, alle- … zins verdient geprezen, verder aangemoedigd en voortgezet te worden. „Zij meenden echter, behoudens de volle waarde van het ftuk, de volgende aanmerkingen te mogen. maken: „8, dats vermits de. waarnemingen=van den Heer BRUNINGS overtuie gend doen zien, dat de overeenkomst tusfchen den gang der iijjswording in ‘de° rivieren in ftilftaand water grooter is, dan men” van voren zoude hebben durven denken, èn alzoo «de invloed van den ftroom on der het''iijs jop. de ijswording «en den dooi niet zeer aanmerkelijk is ; het vérmenigveldigen der waarnemingen van dezen aard, zelfs in file faande wateren, van eteenner zijn vre voor de zak ae ftroomende © rividren FRAIEL 40007 A ys à Ì # 1 a 20 «dat ‘het te” wenen hates ait er, bij rgénaen “waarnemingen over dit belangrijk onderwerp, Thermometrifche waarnemingen gefchiede den op de plaatfen zelve, daar.de iijswording wordt nagegaan. Eug% dât ‘het te wenfchen- Zou zijn; dat bij herhaling van dergelijke zoo ‘nuttige proeven over de” ijswording , ‘hoeveel zulks ook het werk zoude vermeerderen; T hermometrifehe. waarnemingen eenige keeren’ dèês nachts ‘zoo “wel, als des daags ‘genomen wierden, en dat de waarne- _ mingen aangaande de iijswording afzonderlijk voor éen dag en afzonder. lijk voor den nacht wierden aangeteekend, ten einde langs dezen weg eerie meer naauwkeurige kennis te verkrijgen van de betrekking wad fche de temperatuur van de lucht en iijswording. | De Klasfe vond goed op het ingekomen advies van gekommitteerden te ‘befluiten: : 1°, het €) 1°. het vertoog van den Heer ruNIiNGs en het bijvoegfel, beiden , in de werken der Klasfe op te nemen, als zijnde zulks overwaardig ; 2%. den Heer BRUNINGS te verzoeken, zich de moeite te geven, om bij de eerfte gelegenheid, die zich zal opdoen, zijnsonderzoek met dergelijke, waarnemingen te rages en gezelve: ter kennisfe, vân de „Klasfe te hnagens 8 vpt IV Het vierde (tuk, waarop. de beonderling van vnennidbindn is ingekomen, heet: befchouwing van: een fchip als een gelijkflachtig en van hetzelfde fchip alseen rdnr eiken dops: Pe. GLA®, VIMANS: reti ide ad tt ennn bea int Wi < Deze werbandelisig; is haren oorfprong verfeluldigd, gelijk: ‚de. Heer GLAVIMANS zelf, opgeeft; aan een. vriendfchappelijk- gefprek ‚hetwelk vóór eenige jaren,-ten huize van den Heer AENEAE „ met den: Schrijs ver en eenige andere geleerden-is;voorgevalten, -Bij die « gelegenheid “den Heer GLAVIMANS eenige, praktifche bedenkingen, rakende, den fcheepsbouw , in het midden gebragt hebbende, kwam men in cenesree dewisfeling over hetgeen gebeuren moest wanneer, een fchip; door-den wind, of eenige andere oorzaak, genoodzaakt wierd, om „eenen, hellen» den ftand aan te nemen. wach: oeles carel Het befluit, door de Heeren LÄENEAE „, CALKOEN - €: ELORYN:s uit de erkende waarheid: der. Hydroftatifche: grondbeginfelen Theoretisch op- gemaakt, kwam hier op reder, dat, zoo lang een {chip zijn zelfde ge- wigt behoudt, wel de gedaante , maar niet:de inhoud van zijn ingedom- peld gedeelte kan veranderen, en dat alzoo ook het volumen van wa- ter, door dit iggedompeld gedeelte beflagen wordende, altijd volkomen hetzelfde moet blijven. „Waarmede den Heer -GrLAVIMANS alstoen „niet volkomen inftemde , meenen, ad de dadelijke, bevinding zulks zoude tegenfpreken. nrd no cbs (eld Om Caz) —_ Om hierin nu alle zekerheid te erlangen, heefthij zich de moeite gegeven, ‘om de waterverplaatfing te berekenen. van een door-hem ‘ont« worpen en naar dit ontwerp,ook,dadelijk gebouwd oorlogfchip; niet als, Jeen in eenen regt-liggenden {tand , maar;ook bijde verfchillende overe hellingen van negen en- vijftien graden. „Het-zijn alleen-deze verfchil lende ftanden van hetzelfde fchip, waaraan orfs Medèlid- de benamingen van gelijkflachtig en ongelijkflachtig gegeven heeft. Hierdoor heeft hij dan ook bevonden, dat deze wetmssteragsenr nas genoeg altijd, dezelfde is. Door deze uitvoerige berekeningen rang die: met de. daarbij gee tikade nette teekeningen, een fraai werk uitmaken, nader bevestigd zijnde, hetgeen zich van voren naar vaste grondbeginfelen liet verwach» ten „heeft de Klasfe aan -hetzelve hare goedkeuring niet. willen, onthou- den, en. den Sekretaris verzocht, daarvan op eene loffelijke wijze mele ding te maken in. de gefchiedenis van hare verrigtingen, u V. De vijfde verhandeling bevat een Précis, hihorique des obfervan tions, glodéfigues et astronomiques faites en Hollande „ pour fervir de bafe à la Topographie de cet Ërat, actuellement réunie à la. manat tar Mr. KRAYENHOFF. _Om een gepast denkbeeld te enn geven van „den aard rt werks en van de naauwkeurigheid „ waarmede het verrigt is, zal het voegzaam zijn, afzonderlijk te fpreken van de geodeéfifehe , afzonderlijk van de astronomifche waarnemingen. De „geodéfifche waarnemingen hebben, hierin beftaan , dat de aanziens lijkfte plaatfen des Lands onderling door driehoeken zijn, verbonden ge= worden. Men heeft echter ‚fomtijds , wanneer, de. afftand der plaatfen te groot was, om waarnemingen naar behooren te doen, tijdelijke figna= len opgerigt, die, in de meting begrepen, gediend hebben , om tot C : de ed Cte) de--bewuste ‚ te veraf gelegene; plaatfen mét genbegzäme amide à heid te kunnen voortgaan. „De Heer: KRAYENHOFF heeft ‘tot ‘het ‘meten dèr hoeken , en‘'ook ín zijne astronomifche waarnemingen , gebruik gemaakt van een ‘keurigen repetitie = cirkel ‘var BORDA ; ‘met de noodige kijkers voorzien. Hij ‘heeft woor iederen hoek zoo vele reekfen van’ waarnemingen gebruikt, als er noodig waren , om zeker te“ kunnen zijn, dat er’ in'den genie hoek geene ‘feil van ééne fekonde overig bleef. Hij heeft alle mogelijke voorzorgen gebruikt, Zoo. wel! ten opzigte der omftandigheden,’die-op iedere waarneming en ‘are naauwkeurig- heid “invloed ‘hebben „als omtrênt de zorge, om «aan ieder‘ gemeten hoek «die verbetering toe te brengen , welke, aar men zich toch maar zelden in het-middelpunt van een’ toren ‘kan plaatfen, noodig zijn, om denzelven te herleiden tot hetgeen hij zoude geweest zijn, indien hij onmiddellijk uit het middelpunt waargenomen geweest ware. “Tot wel. ke herleiding ons verdienftelijk Medelid de eenvoudigfte en tevens ge- gemakkelijkfte formules ‘heeft gebezigd. “Hij heeft verder ‘alle \die ver- beteringen aan: iederen hoek aangebragt, welke noodig zijn, om uit den waargenomen: fchijnbaren hoek, welke twee voorwerpen. met een derde maken , waaruit men op denzelven mikt, den waren hoek af te leiden. * De Heer KRAYENHOFF befchrijft in deze verhandeling zijne geheele manier van waarnemen: hijj heldert dezelve met voorbeelden en figuren opsen verklaart de reductiën , die hj Bebraike, id de wijze, waarop hij dezelve berekênd heeft, Ten einde deze zijne géodéfifche waarnemingen of Wat met die te verbinden; ‘welke laatftelijk in Frankrijk door de Heeren MECHAIN en DELAMBRE verfigt Zijn geworden, heeft hij Zijne meting op dezelfde plàats;: als de” Heer DELAMDRE begónnen. “Dé driehoek, welke doör Duinkerken, Watten en Mont “Caspel gevormd wordt; en dien de Heer KRÄYENHOFF vän den “Heer DÈ LAMERE heéft ede is aan Cap D dan beide de metingen gemeen. De afltând tusfchen Duinkerken en Mont -Casfel, door den Heer prrAMBRE bepaald, is de bafis “waatop de ‘Heer. KRAYENHOFF: de berekening ‘van’ de honderd: drie-en zestig door ‘hem gemeten weisse die zijn geheel zet wenend: gevestigd Treeft; 0 uirogie: « De verhandeling, waarin de ‘Schrijver de: gefehiedenis 5de: wijse: en den uitflag dezer verrigtingen opgeeft, wordt door drie tafels gevolgd, ‚De eerfte ‘bevat 'de” namen van: iedere plaats „ waar géodéfifche waar. nemingen zijn gedaan, mitsgaders de hoeken, aldaar gemeten en der. zelver herleiding’, zoo “verre * namelijk ‘de. gemeten hoeken betreft, die het net, dat in kaart gebragtis, uitmaken; benevens nog andére- driex hoeken, welke men als fubfidiaire kan en, Deze oe zijn ‘ honderd: en drie in getal, ‚De tweede tafel legt voor oogen de aanwijzing van kee nomiderd drie en zestig aitohsoonde: welke het bovenfte net uitmaken; te weten de hoeken , zoo als zij uit de waarnemingen volgen; de herleidingen daaraan’ ieidnde, de lengte-der zijden, “in mètres uitgedrukt en met die maduwkeurigheid berekend, ‘welke deze eerfte-provifionele calculatie ‘toeliet. p Het is door menigvuldige- onderzoekingen’, verificatiën en’ verbêterin« gen ‚dat de Heer KRAYENHOFF in ftaat is gefteld geworden, om dé bij zijne verhandeling gevoegde derde tafel op te maken, waarop mett de verbeterde driehoeken aantreft, de eindelijke bepaling van alle de hoe= ken “derzelve in. graden , mimuten, fekonden en gedeelten! van fekore den bevattende, gelijk mede de hoegrootheid der rene in aenks uite gedrukt, Het astronomisch gedane bevat twee noofddeelen; de waarnemingen en de calculatien: beiden hebben een dubbel doel; Vooreerst de bes paling van alle de in het net va driehoeken liggende plaatfen ' door lengte en breedte; en ten tweede den’ fland der plaatfen ten ópzigte C 2 van „ CoD) van de middaglijn:’ dat’ is gerda men met ‘het rater Azimuth beftempelt, An 1 De. Heer KRAYENHOFF heeft: hier tot: Kaal s andes de lengte en breedte wan Dwinkerken,-zoo-als,die “door den Heer DELAMBRE , uit eene menigte van waarnemingen, bepaald zijn; vervolgens ook het Azimuth van - Duinkerken, door den Heer DELAMBRE „te Watten waargenomens … «ten at ree 3 r sat Op deze grondbeginfelen heeft hijs de formules „daartoe door den Heer DELAMBRE- opgegeven; zich ten nutte, makende, de. breedte en lengte van alle de plaatfen , die in het net zijner driehoeken’ voorko- men, berekend en dezelve ‘in eene vierde -Tafel, welke op zijne. ver- handeling. volgt; in eene alphabetifché orde geplaatst. » __De Heer KRAYENHOFF heeft, insgelijks het Azimuth van Duinkerken aannemende, het „Azimuth van alle de plaatfen, die ‘in het bewuste net „voorkomen „‚ berekend en op de laat{te Tafel in eene” alphabetifche paostehikking gefteld. ; „Maar hij heeft zich met deze Pee niet eibanesads Hi heeft door dadelijke waarnemingen van breedte en. van. Azimuth de be- fluiten „ uit de berekeningen afgeleid, willen bevestigen. … Hij heeft te dien einde astronomifche waarnemingen gedaan te Amfterdam„ op den toren van, de. westerkerk ‚en te Jever op het kafteel. ‚Ik zou vreezen-de beperking van mijn verflag.te buiten te gaan,-zoo ik den Schrijver in deze waarnemingen wilde. volgen. Het moge ge« noeg zijn, dat men altijd op hetzelfde befluit nederkomt „te weten, dat men overal de meest overtuigende innerlijke bewijzen aantreft van de pvergroote naauwkeurigheid dezer geheele meting in alle, hare deelen. „Geen wonder -dan, datde Klasfe,dit werk. ten volle. heeft goedge» keurd, en befloten, om het met alle daartoe behoorende. Tafelen en bij» gevoegde Kaart te doen: drukken en uitgeven in, hetzelfde formaat, als het „é Cm) het Eerfte Deel harer verhandelingem, -omstot een bijvóegfél daarvan té firekken, en wel in de: Franfche: Taal, «ten veinde- dat werk „ zoo-als-het ‚waarlijk verdient, meer algemeen sbekendte-maken en van ruimer nut voor de „bevordering: der--wetenfchappen. te doen! zijn, -waardoor „het tevens als een vervolg zou-kunnen ‘worden aangemerkt op andere wer- ken, hetzelfde onderwerp betreffende „ inzonderheid vur en = fur: le: mouvement, que” fuivent, les lcorps entoürés nina corde, pendant de développement -désla: corde. ati {ur les écoulemens des eaux”par ves sorifices ; en eindelijk mien CONCErnant la, vitesfe moyennedes eaux couraftess. : Het zou zeker” te‘ wenfchen: geweest (zijn; dat nòg ftaande’ deszelfs leven, verflag had kunnen gefchieden op: deze voortbrengfelen van zijn vernuft. Doch van: dien’ aard zijnde , - dat: daarover met den Schrijver noodzakelijk « eene briefwisfeling moest geopend ‘worden „heeft deszelfs toenemende verzwakking,dén voortgang van. dit wetenfchâppelijk onders houd niet: willen” gedoogen ; en. rn dees eld dood gem dere inlichtingen onmogelijk gemaakt, >> 2 >7/ raast Door een der Kommisfarisfen zulks ter: gobpegetiad der Eerfte Klasfe “gerapporteerd. zijnde, is befloten-, Gekommitteerden voor -als--hu « van verder verflag over-die ftukken té ontheffenvrenrde zaak) te ‘houden voór afgedaan ‚doch -niettemine ‘hun vte: verzoëkên ;' omm -vän’ hetgeeri in die verhandelingen voorkomt» bij de! Klasfe zoodanigsgebraik: te: maken, àls N tot de meeste eer des overledenen en ten meeste nutte vam:hèt Inftituut en der weétenfchappen zal kunnen gefchieden. De overige verhandelingen, bij de de Eerfte Klasfe ingekomen, doch wäarop het-oordeel. van Kommisfarisfen wordt wdn zijn deze a gende: ’ ï Et ki 5 19 FLORYNy all amdaink en: over de beindgine: van alias ‚en ppt hellende vlakken afloopende ligchamen, voor zoo verre/zijdoorf den tegenftand der lucht en andere beletfelen vertraagd worden.’ 2° VAN BARNEVELD, Waarnemingen ease de: genreakuiidige „Electriciteit, EE mobil on: 39. “SERRURIER’s /Bêtoog: di de | Landbouw. in der daad ‚de eer vers dient ;- van” onder” die wetenfchappen.- geplaatst ti ‚wórden, wier beoefenaars het Inftituut in? sche petenpigns per ze VAN sro, C 23 ) “PVÁN DER! BORCHSVAN VERWOLDEs Schets „van’ den toeftand.Van den Landbouwin: dorre envafgelegenesftreken van het Koningrijk, VAN SWINDEN, over anagrammifche getallen: DRIESSEN ‚ Natuur- en Scheikundige bedenkingen. „SFLORYN 9 oversde uitzetting-van -het ijzer door, de warmte. … DRIESSEN ; Wenken: over ‘Natuur-en, Sclieikundige, onderwerpen. Ce BRUNINGS ; JUNIOR „ Vertoog nopens, een, nieuwen ftelregel „ ter vergelijkende - beoordeeling van werktuigen „ bij welke dezelfde „eo beweegkracht: op verfchillende, wijzen. gebruikt, wordt. 10°: VROLIK 5’ over „het voorliggen, van den achterwand der gieblaass „gepaard. mêt-eenen aangeboren darmfistel, whas over en baagdlfpieeels ri keda v Jk heb deme tadtfte verhandeling getengfchikt onder de aangeboden ftukkeri door Leden der Klasfe „ hoe. zeer reeds vroeger ingekomen , dan de dag- teekening van het Lidmaatfchap diens verdienftelijken wiskundigen „ wel ken de Eerfte Klasfe en zoo ook het geheel Inftituut zich tot eere ree kent, onder hare Leden te-mogen begroeten. 12°, ï 3%. ig, \ Ce L‚ BRUNINGS, Aanteekeningen en waarnemingen ten aanzien van de iijsftopping, welke men onderfteld heeft plaats te hebben in Ben Steurgat, in Louwmaand des jaars 1813. — Berigt aangaande de wijzigingen , welke de fland. _ hoogte der Nederwaal, mitsgaders van de Nedermaas, ondergaan heeft in derzelver benedenmonden, ten gevolge van de ftoppin- ge, welke in gemelde benedenmonden, door het van boven af: 8 …. . „waarts, komend ijs, ontftaan is, FLORYNs_ over het. fommeren en interpoleren van Arithmetifche feriën, uit de eenvoudigfte beginfelen afgelcid.en met toepasfe. lijke voorbeelden opgehelderd, 15%, EKAMAs C 24 ) 15% EKAMA, Verhandeling „over de parabolifche fpiegels, en astrono= ‚ mifche- waarnemingen;,-zoo van. hem ‚zelven als. van den Heer ARIEN ROELOFS. j res davo ng Meret vs Op vâlle deze (taten: ziet de Eerfte ‘laste 1 het werp van Komriis- farisfen met verlangen” ‘te gemoet; “zij ‘heeft zelfs, ten einde van nu voortaan fpoedig aan dit verlangen , hetgeen voorzeker ook dat van elk waar voorftander van wetenfchappen zijn moet zou kunnen voldaan worden, in hare vergadering van den agften’Julij laatstleden befloten , dat, bij. het benoemen van advifeurs over dângebodene ftukken,- tevens de tijd zal bepaald worden, waarop het advies wordt: ingewacht. De eenigfte grond tot dit befluit is hare vurige wensch; om “door eene_one verwijlde uitgave van den arbeid der Leden te kunnen toonen, dat zij in haar midden ijverige werklieden heeft, wien tot uitbreiding en vol- making der wetenfchappen geen wien te- zwaar. were: opoffering -van tijd te kostbaar is, mai hilfe ernt i | Door korrekt des Inftituuts is dit jdar aan de Eerfte Klaste niets ingezonden, HL Het behaagde aan Gekommitteerden tot het onderzoek eener reeds vroeger. ingeleverde verhandeling van den Heer SPEYERT VAN DER EYK } over verfchillende onderwerpen, bijzonder de Difrerentiaal en Inte- graal=rekening betreffende, hunne bevindingen der Klasfe mede te deelen, Zij betuigen deze Verhandeling niet een veel genoegen gelezen, en daarin doorflaande blijken. gevonden te hebben van des Schrijvers diep doorzigt in de echte gronden der hoogere wiskunde „ zoodat zij van C 25 ) : van den eenên kant van oordeel zijn, dat dezelwe ,' indien zij door ‘den ‚druk wierd ‘gemeen gemaakt, niet nalaten zoude veel nuts. te ftichten ‘bij zulken, wien het nog aan opgeklaarde denkbeelden over-den „waren aard der. hooge wiskundige berekeningen’ hapert , als’ bevattende eene geenszins verwerpelijke bijdrage tot hetgeen de Franfchen Za Métaphys fque du Caleul zouden noemen. Maar aan den anderen kant de om flagtigheid van het ftuk in aanmerking nemende ; en daarbij bedenken: de „ hetgeen men in eene verhandeling, voor ‘een ’Inftituut van Weten= fchappen gefchikt „ hoofdzakélijk vereischt, vermeenden zij der ‚Klasfe niet te: moeten advifereng om dit {tuk onder hare werken te doen op» nemen. … 1 t De Klasfe heeft zich met dit advies velden ; doch te gelijken tijd : befloten, haren Korrespondent, den Heer sPEYERT VAN DER EYKs derzelver genoêgen te kennen te geven Over: zijne wel uitgewerkte: vers _ handeling, en uit te rend om denis door den druk algemeen ied ernten te maken. De fchriften’ van Korrespondenten , waarop Kommisfarisfen tot heden geen verflag hebben ingezonden, zijn: EL Memorie van den Heer: HUICHELBOS VAN LIENDER s over het voordeel, dat er in, het aanleggen van ijzeren rigchehwegen’, in plaats van het graven van kanalen, zoude gelegen zijn. „29. WOLTMAN, Nouvelles remarques fur-le cours naturel des ri- vières et Jur la manière den regler les courbes convenables, tant à Pégárd de Pétat permanent de leurs een gue pour le bien de la nae vigation fluviale, 3°e-WTTEWAAL , over de aangelegenheid, dat op wiskundige: gron den onderzocht en bepaald worde, welke van de ondeofohftdbue Soorten van ploegen, de voorkeur verdiene. — D Van C 26 ) î Van àlles, wat bij. de. Eerfte Klasfe wetenfchappelijks is voorgeval len „aan: deze. aanzienlijke vergadering rekenfchap werfchuldigd zijnde, kan ik niet af-te mêlden ;-dat'bij haar op den ogften April 171, “door den” Sékretaris ‘der. Algemeene Vergadering is bezorgd geworden het af. fchrift. eenér -Misfive ván den Heer: Prefekt, ten geleide eener Circu- laire des Ministers van - Binnenlandfcher“Zaken , over het gevaar , dat in het onbepaald gebruik van zink tot vochtmaten-gelegen iss” > 7’ =Waarop beflotens!werd „>de Leden: der Eerfte Klasferwoor’ vitgenode digd te houden, omsopr dit’ gewigtig onderwerp meet: bijzonder ‘hunne aandacht te vestigen sven doorshúnnen raad en medewerking tot liet heil zaam doel des Gouvernements } ten Pie der ingezetenen , aeg} de hand te leenen, „ooien kinda nd nijnen de isen diel “der: Indigo, en de siodiids u de. _ gelves 'flaände de. belemmerde fcheepvaart, in genoegzame höeveelheid te bekomen, heeft het Fransch Gouvernement het aankweeken dér Paftel. plant fteeds bemoedigd en het. vormen van Paftel-Indigo door zware premiën getracht te bevorderen, Die zucht tot bevordering van natio- nale induftrie, de fterkfte waarborg voor de onaf hankelijkheid eens volks, heeft zich ook uitgeftrekt tot de Hollandífche Departementen. De Sekzetaris der Algemeene Vergadering eenige ftakken‘en ‘boeken, daartoe betrekkelijk; door ‘Mijn “Heer den Intendant van Bintnentandfche Zaken, en Mijn Heer den Prefekt van het Depattemént der Zuiderzee ontvangen hebbende, zond dezelve aan de ite ige if wäartoe” hij meende „ dat-zij "tret naast behoorden,” — > > ok Aars 3 ess Waarop “befloten werd,» deze ftukken te ftellen ‘in. banden eener kom* misfie, ten einde der vergadering in hare volgende bijeenkomst tt ‘ädvie ferén „hoe in dezen aan de’ intentie van hèt On, Gh hie wijze‘ zoude kunaen voldaan worden, … = oor An Bij dit verlag bleek, dat de Konimisfie vaù Landbouw srêeds in het 5N vere C 87 3 verleden jaar van het Gouvernement in last bekomen ‘had ori te “ori. derzoeken en te beproeven, in hoe verre de kultuur der Paftelplant ‚en de vervaardiging der: verwftoffen uit dezelve, in dit Departement met voordeel zoude kunnen gefchieden en behooren aangemoedigd te wor. den; dat, dien ten gevolge; reeds ín het verleden jaar, heteen en ane der eeù onderwerp van onderzoek der voornoemde: Komimisfie’ van’Land- bouw heeft uitgemaakt, en dat in het bijzonder twee’ der als nu Ges kommitteerden:, -de- eene de kùltuur-der Paftel- plant, de andere de bes reiding van Indigo uit dezelve, met eenen niet geheel ongunttigen uits flag beproefd hebben. “ ‘Gekommitteerden hadden de vriendelijkheid, ten einde de Klasfe met het toert verrigte bekend te maken, het affchrift eener Misfive over te leggen’, welke de Heer REiNwARDT bij den Prefident der Kommisfie van Landbouw in der tijd had ingeleverd. Deze Misfive het verlag inhoudende van de proeven, welke reeds. genomen zijn tot vervaardie ging “van Indigo uit de Paftel-plant, die ‘inhet Departément van de Zuiderzee gekweekt was, vond de vergadering’goed’, haré Kommisfie te bedanken voorde genomêne moeite, en-te verzoeker’, fan hare vere dere werkzaamheden en nafporingen der Klasfe van tijd tot tijd Wizz te geven. Hetgeen oger brisdeide heteheijk is aangenomen, Onder de- zorg voor de bevordering en- vitbreiding van wetenfchap. pen behoort zeer zeker het gemakkelijk: verkrijgbaar’ maken der midde. én; welke men tot hêt: bereiken zijns doels mag noodig hebben. De Eerfte Klasfe had hierom nimmer uit het oog verloren de fchoone ver. zameling van werktuigen en modellen, welke de Heeren AENEAE , VAN BEECK CALKOEN € FOKKER, als Kommisfarisfen van het Gouvernement tot het in trein brengen der nieuwe maten en gewigten, gediend heb. ben, en zich als nog in den Haag bevonden onder het toezigt van ‘den Heer Prefekt der Monden vari de Maas. Het kwam er flechts op aan, Da daar € 8 ) daar toch deze werktuigen en’ modellen niet uitfluitenderwijze aan «eenig „ Departement behooren, het Gouvernement te overreden „om dezelve te brengen;onder de onmiddellijke beheering van het In(tituut „waartoe zij als. eene: wetenfchappelijke Inftelling ; voor alle de’ Hollandfche ‚De- partementen, gewis het naast betrekking -hadden. Wat hierin door de Eerfte Klasfe verrigt is en met welken uitflag, heeft. ons. de verdienftelijke Voorzitter dezer Vergadering zoo duidelijk ontwikkeld, dat het overbodig, ja „welligt vermetel zijn zoude, daar aan iets te-.willen toevoegen, …… Onder de zaken van wetenfchappelijk belang „, waarin de Eerfte Klasfe door of van: wege het Gouvernement meer of min is betrokken gewors den „ behoor ik nog. te noemen eene. Misfive van. den Maire dezer ftad, ten geleide van het Programme des prix propofds par la Socilil. d'ene couragement. pour Vindufirie nationale, pour Etre decernds en 18135 2814 €#,1815, hetwelk de Klasfe befloten heeft, bij de ftedelijke - Les den tér, lecture rond te zenden , en vervolgens onder de Archieven te plaatfen , ten einde, het. voor een ieder der-overige Leden toegankelijk te maken, - Om hare wetenfchappelijke betrekkingen zoo ver mogelijk uit te brei- den, dacht het der. Eerfte, Klasfe. nuttig, van. hare „reeds uitgegeven of nog uitte geven. werken een. prefent. exemplaar. te- zenden aan de Haar- lemfche _Maatfchappij van „Wetenfchappen „ het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam, en de geleerde Genootfchappen van Utrecht en Middels burg. Hare pogingen waren niet ijdel, Het aanbod is door allen op eene zeer heufche wijze beantwoord. Het, Utrechtsch Genootfchap. ; verëerde ons wederkeerig met eene volledige uitgave van alle zijne werken, zoo in het Latijn als Hollandsche Vande. Haarlem{che „Maatfchappij ontvin- gen Cs j : gen” wij” hét “laatst: uitgegeven: ftukje , zijnde“het Zesde Deels, Tweêde „Stuk der Natuurkundige: Verhandelingen.” Het” Bataafsch “Genootfchap te Rotterdam wereerde “ons het Zesde Deels -Eerfle Stuk der nieuwe Verhandelingen, terwijl het Zeeuwsch Genootfchap te. Middelburg de: - Eerfte Klasfe niet in twijfel wilde, laten over de gevoelens, welke zij derzelve toedraagt. Ook eene buitenlandfche geleerde Maatfchappij deed. ons, zelfs zone der zulk eene voorafgaande aanleiding, blijken zien van hare achting, De Berlijnfche Akademie van Wetenfchappen zond aan het Inflituut twee exemplaren van het Programme de la Clasfe d’Hiftoire et de Phis lologie, pour Te prix à diftribuer lan 18145. waarvan het den Voorzit- ter behaagde, êen exemplaar aan onze Klasfe te doen toekomen. De overige boekgefchenken , welke de BEerfte Klasfe ontving, bee ftonden in: rte Mémoire pour fervir de paralelle entre le ‘chapelet ordinaire ct la chaine aspirante par josern CASTELLANO. 2°. Henrrer Bosscua Disfertatio inauguralis , dens obfervationem ‚de veficulae feminialis finiftrae- defect: integris testibus „-vafe vero: de- ferente finiftro -claufo. 39. GERARDI VROLIK Catalogus planeartant medicinalium, in Phare macopoea Batava memorataram:,- editio’ tertië, Hes d „Bij zoo vele: blijken van «achting moet ik nog den wensch vermelden van ons medelid, den heer KRAYENHOFF, om aan de Eerfte Klasfe van het Inftituut op te dragen een werk over de waterpasfingen der rivie= ren in de Hollandfche. Departementen. Deze wensch is werkelijk vere vervuld in de uitgave zijner verzameling van Hydrographifche en Topo- graphifche Waarnemingen ‘in Holland , óók onder den Franfche titel van Recueil des obfervatiors Hydrographiques et Topographiques faites en _ Hollande, - RR ' D 3 Van Cse } ° ‚Van beide heeft, de verdienftelijke fchrijver- een zeer. net gebonden * exemplaar der Eerfte Klasfe: aangeboden „ die, hierover haren welgemeen- den dank betuigende, tevens befloten heeft dezelven in de boekutrzar meling van het Inftituut te doen plaatfen,: 7-7 De giften, waarmede de Eerfte Kiäsis is 5 verderd geworden , “hebben zich niet enkel tot boekgefchenken bepaald. Zij werd in hare laatstges houdene Vergadering op het aangenaamst verrast door het aanbod van den waardigen hoogleeraar BoNN, om eene verzameling van grasplan- ten, door wijlen den Heer RAINVILLE te Rotterdam verzameld, en_ een nige Oost- Indifche gewasfen op_ liquor, van wijlen den Heer HOUTs TUYN , bij de Eerfte Klasfe over te brengen ,, en alzoo, als het ware den grond te leggen tot het vormen van een, Kabinet. van. natuurlijke voortbrengfelen. De uitzigten op zulk eene verzameling had zich ger wis het Inftituut. nimmer kunnen vormen; des te graoter, zal zijne erkentelijkheid, des te warmer zijn gevoel van dankbaarheid „zijn, aan den verdienftelijken fchenker, Hier, Geachte-Medeleder ;- vind ik- pn zäkadpeil “vant arten Weib. Mogt ik hem zoo bewandeld en ten einde toe «hebben afgelegd, als overeenkomftig is met het oogmerk, waartoe ik-denzelven” ondernam , mijne bede zou verhoord «ei mij tevens de vrees ontnomen zijn, van niet volkomen te hebben beantwoord aan de hooge verwachting, die men zich van de” werkmaamliden: der Eerfte prs aast zal ters hebben. Ic fau c Aldus an A) in de pita A, rd ‚_van het Hollandfche Inftituut van Wetenfchap» pen, Letterkunde, en Schoone Kunften, den- zften September des jaars 1813. G. VROLIK, sekretaris. IK VE RR AA WERKZAAMHEDEN DER EERSTE KLASSE VAN HET HOLLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1Ôr4. WAVE WE ve wa rn rn ra we me en ZEER: AANZIENLIJKE VERGADERING! ZEER GEACHTE MEDELEDEN ! epa de wetenfchappen in het algemeen federt de laatfte jaren tot eene aanmerkelijke hoogte geklommen en met onafgebroken ijver bes oefend zijn, geldt zulks vooral van de Natuurkunde ven alle die verk fchillende ‘takken’ van menfchelijke befchaving, welke tot dezelve bee trekking hebben of met haar meer of min onmiddellijk in verband ftaan, De Eerfte Klasfe van het Hollandfche Inftituut belast met alles, wat tot hare uitbreiding noodig is, vindt zich derhalve eene taak opgelegd , die” alleen door de zorgvuldige behartiging en naauwgezette medewer» king van alle hare Leden te vervullen is, Gij herinnert U , Geachte Medeleden, dat het overzigt van vorige jaren geene reden gaf van beklag; ja, dat zelfs bij het achterblijven van fommige werklieden, on- ze akker keurige vruchten opleverde in grooteren overvloed, dan men naar billijkheid zou hebben mogen verwachten, Het verflag van dé werkzaamheden des nu verloopen jaars zal U overtuigen, dat deze iijver niet verflaauwd en geen enkel fluks gronds , wiens verzorging der Eerfte Klasfe wierd toevertrouwd, onbearbeid is gebleven. Onder hare werkzaamheden is geene der minften, het deläoud aan de lastgevingen van het Gouvernement en het dienen van berigt, confide. ratiën en advies op zoodanige ftukken, als het den Souverein of zijne Aa den, Staats. e mn per C 4 ie ry PEPELS ALLENE TAN Staatsdienaren behaagt, in hare handen te ftellen, Het eerfte, dat, na de gewenschte ommekeer van zaken in.ons Vaderland, daartoe geftrekt heeft, was het veel beloovend voorftel van den Heer HOEDT VERBEECK » om het ijs in de rivieren op ‘eene weinig kostbare wijze. te: ontdooijen hierdoor het geweld der overftroomingen te keeren en naar Bod leit den overtogt van vijandelijke troepen af te wenden. De Klasfe deze voorgegevene uitvinding van- den Heer Kommisfaris= „Generaal van Binnenlandfche Zaken ontvangen hebbende, om daarop te dienen, aarzelde niet, na bekomene informatiën van den woorftellef zel pt: aan het Gouvernement te berigten : «dat de gewaande uitvinding in niets ‘anders béftond, dan in de ast: der bekende “eigenfchap van. het zwavelzuur, om in water gemengd; even âls andere. zuren , „deszelfs bevriezing te-vermwagen ; be- lemmeren of beletten; naar mate der hoeveelheid van her gebruikte zuur met betrekking tot de hoeveelheid water, waarmede het-gemengd- wordt 2°‚-doch dat „ zoo die vertraging of belemmering van bevriezen op deze wijze in eene niet groote ‘hoeveelheid ftilftaand water kon verkre gen worden, hezelve geen plaats zal hebben voor. loopend’ water, vers mits alsdan het. daarop gegoten zwavelvuur telkens met hes water „ dat hetzelve ‘ontvangt ;-wegvliet, 3? dat, al ware zulks in het groot uitvoerbaar, de Gebvealhdid zwa velzuur, die noodig zoude zijn, om de bevriezing te belemmeren of te beletten het water geheel ongefchikt zou maken, om het leven van wisfchen, te onderhouden of zelfs tot de arn gebruiken dienftig te doen. blijven 4°. dat de Klasfe al,wederom gaarne met den Heer HorDT VERBEECK aanneemt „dat het zwavelzuur, door deszelfs bijzonderen: aard, op ijs gegoten of geftort , dat- gedeelte van, het ijs, waarmede. het in aanraking ftaat „ zal ontbinden „ finelten doorboren. e “59 dat, gefteld al eens, dat, wanneer een (tilftaand water ‘beorzén., en (@) én met ijs zoodanig overdekt is, dat de overgang op hetzelve veilig wordt 5 “mert vin: ‘hetzelve “ijs; naar het voorfchrift van den uitvinder „ mêt- een: daartoe opzettèlijk vervaardigd ploegijzer „eene „gehoegzame _ geul of groeve feed; dezelve van. het daarin liggend gruis of gefmolten. water zuiverde,” en” daarne met’ zoo veel zwâvelzuur vulde „als noodig zoude zijn, om het ijs geheel te doorboren „ er echter in dat ijs geene fleuf , fnijding, of opening zoude gemaakt worden, merkelijk grooter , dan de te voren gemaakte geul,’ maar dat de beide kanten, buiten de plaats der van eenfcheiding, geheel ‘zouden blijven, en dat. gevolgelijk de doortogt op die gedeelten van het:ijs niet belet, noch: de overtogt, over de geul val ware die al cenige’ weige voeten schei onmogelijk gemaakt zoude worden. É £ 06°, dat de kosten tot eene zoödanige beserdinië zeer groot zouden zijn. Want dat ‘indien men. de proeven zelve van den Heer HoEDT VERBEECK ‚ ‘tot grondflag aanneemt; te weten: dat, op. eene iijsfchots. van veen voet lengte en/negen’ duimen dikte,” eene gemaakte ‚geul. van twee duimen breed: twaalf oncen zwavelzuur vereischt ‘heeft; om-in- een half uur tijds doorgefneden te worden; een ijsvak flechts één uur gaans of ‘r8ooo-voeten lang: en niet meer dan negen duimen dik, waar« in men insgeliijk eene“proef van maar twee duimen breed, en dus eene, geheel onbeduidende en volftrekt tot niets dienende fnede, kwam te maken „er daartoe’ achttien duizend malen twaalf oncen „ of 13500 en den zwavelzuur zouden: benoodigd zijn, Het zal U, Geachte Medeleden, na dit alles niet verwonderen ; de _ Eerfte Klasfe te hooren oordeelen, dat, hetgeen-de Heer HOEDT VERs BEECK zijne uitvinding noemt, van geene toepasfing ter wereld is of kan zijn ‘op- wateren van eenige uitgeftrektheid en op loopende rivieren „en dat alzoo; -welke-ook de “prijswaardige “oogmerken ‚van den voorfteller zijn mogen, zijne uitvinding geen amedee kan uitmaken van de dee liberatien-des Gouvernements. d die ; A3 Dit (6) Dit eerfte ftuk wierd fpoedig gevolgd door een rekest van Dr Booys en ASSCHENBERG en de weduwe CAZIUS: EN ZONEN „ inden jare 1810 begunftigd met een uitfluitend octrooi, om uit: beklonken … molenklei uit het Y kunst- cement te vervaardigen, -tén- &inde:te worden toege= läten tot den eed; ‘hen bij het verleende octrooi als eene-der voorwaar- _ den opgelegd en voorts „-dat bij vernieuwing alle. hoogere en lagere au= toriteiten mogten „worden aangefchreven,- om. tot -hêt. repareren, ver= vaardigen of verandêren van. alle ’s Lands en andere publieke werken en gebouweri geerte andere, dan: het kunst- degel: te verchanene waar- voor aan hen: octrooi verleend is‚- ' an eibe d Het behaagde, namelijk „den regi Kofnmikferise Gönerial van. Bin: nenlandfche Zaken, dit rekest, begeleid van eene inlichtende Miísfive des Heeren Direkteurs van den Waterftaat, te zenden aan de Eerfte Klasfe , ten ‘einde “onderrigt “te “worden „of. der’ tent fabrijk als nog ‘dezelfde fuperioriteit hadde, … snee vo05o tek nt Ko De Eerfte Klasfe bragt dezen last overs: op diek Riese: wore, PAETS VAN TROOSTWYK- EN REINWARDTS dies: na;hef inwinren-der goodige informatien, en na het in overweging brengen vän fommige bee denkingen, meenden te mogen adviferen-, om het verzoek--der mams tranten gunftig op te nemen en Ee EN te beflaitein, Later Serra döbe den Heer Kominisfäris Generaal wam Biondoland: fche Zaken aan de Eerfte Klasfe gezonden :-een. aan, Zijne Koninklijke Hoogheid den Souverein der ‘Nederlanden geprefenteerd rekest, van den Heer HENDRIK VAN” NIEVERVAART te Dordrecht „ ter bekoming van een brevet van “inventie en octrooi. voor. vijftien jaren „ :tot het fabriceren van walfen voor oliemolens; tot - breking: van het zaad en voor dubbelde ketels, om het “meel op kokend water te. warmen; als» mede het daarop ingewonnen advies van den: Heer Kommisfaris - Genee raal van-de Monden van de aande verzoekende de Heer Kommisfaris- Ge= Cr» Generaal van Binnenlandíche- Zaken der Klasfe „om, na-ten dezen aan derì-Zaankant , en waar «zij verder zoude! mogen noodig achten, te hebben geinformeerd „ derzelver- “bevinding 5 ° confidera tiene en angen aan Zijn Hoog Edel Geftrenge mede ‘te deelén;: … «77 } ‚De "Klasfe ftelde deze ftukken in handen van de Bede, KOPS ; BEN= NET 3 VAN MARUM € BANGMA',-om” dezelver te onderzoeken en hunne gedachten hierop mede te deelen: L _s,Uit -de ‘herinneringen, welke--den Heer kors van zijne vroegere be- twekking, als Kommisfaris van den Landbouw bij den-Raad van Bins nenlandfche “Zaken 3>-watèn- overgebleven: en uit de ftukken, welke: de Kommisfaris= Generaal: van: Binnenlandfche ‘Zaken! de: goedheid had uit deszelfs: Archievên- te doen Jigten,’ bleek al aanftonds, dat in het jaar . r8e2 een gelijk verzoek door” de Compagniefchap van den Heer van NIEVERVAART “gedaan,” doch door het Staatsbewind in der pers was ge wezên van de hand, «Dat: devredenen van -die- afwijzing alsnog beftonden; immers, dat men in Engeland reeds lang de doordèen:Rekwestrant voorgedragene verbeteringen ‘aan «de oliemolens heeft toegebragt, en dat hiervoor Pa» tent is gegeven aan zekerd. BROOKE en PEAZE. «Dat “het den fabrijkeùrs) VAN NIEVERVAART & coMP., gelukt was; de befchreven «ketels ven walfen vuit Engeland te bekomen ; doordien: de gezegde BROOKE en. PEAZE ín ademden: grner est smar tot de Re: kwtserantens hae slaadog, nav. ehjjnamit, …t 108 Uit welk AN dus llen zijnde, dat de edtnsmoliie Rekwes- trant niet kan gerekend worden; deze werktuigen” te ‘hebben uitgevon= den, oordeelde de- Klasfe, met hare -gekommitteerden, dat er geene termen zijns om het’ oetrooî tot fabricering derzelve te verleenen; en aävifeerde “dien overeenkómftig-Zijner :Excellentie:s den Sekretaris - Ge- neraal van Binnenlandíche Zaken, Ni ì5 i De C-& Ì z-De.-zaâk van: het „Amfterdamíche “kunst - cement „ “welke «de - Eerfte’ \ Klasfe reeds zoo dikwerf had-bezig gehouden , werd op. nieuw verlee, vendigd.-doorseen Rekest. van” den Heer: LEDNARD. VAN LOENEN : Med,’ Doct. te Utrecht, aan Zijne Koninklijke Hoogheid den ‘Souverein der. Nederlanden, ten éinde interpretatie te mogen’ erlangeù op het octrooi, wegenis, het. vervaardigen’ van -kunst= cement ‚uit beklonken: Amfterdam- fche molenklei uit het IJ, aan de Booys en AsSCHENBERG ende, Wed. CAZIUS EN ZONEN verleend. „De Eerfte Klasfe-zich.-door Zijne Excellentie den: Sekretaris + vân Staat voor de” Binnenlandfche Zaken vereerd: vindende met het verzoek, om derzelver gevoelen overde. interpretatie-vanr dit-octrooi te vernemen, heeft gemeend „het, best aan: dezenvlast té zullen kunnen voldoen ‚na vooraf de gedachten té hebben ingewonnen „van de Heeren vROLIK PAETS VAN. TROOSTWYK €N REINWARDT „ als te voren reeds menigma- len met het fluk des Amfterdamfchen kuust=cements zijnde bemoeid geweest. Deze heeren: der Klasfe vervolgens dienende van hun gevoelen, de- den in de eerfle-plaats opmerken : Dat het geenszins met het cement gelegen is, pen met andere voor- werpen van algemeene nijverheid, waarvan de fchade, die men van de mindere deugdzaamheid ondervindt, ligtelijk. kan verholpen worden; maar dat het cement eene ftof is ; welke: doorgaans voor kostbare en hoogstbelangrijke metfelwerken wordt. gebruikt enz. waarmeê de. veilig« heid van bijzondere perfonen, fomtijds van geheele landftreken is vers bonden. Dat het daarom van veel belang is, te zorge dat de ingezetenen daarmede niet misleid-of bedrogen, worden. „Dat daarop gegrond zijn de keuren tegen het invoeren van “gemalen en het beproeven van ongemalen „Andernachfche of zoogenaamde. Dord: Sche Tras. ï — Dat Cap, 2D «Dat om „die zelfde reden de fabrijk van pr BOoYs &n ASSCHENBERG ende „Wed. CAZIUS EN ZONEN onder. beftendig »toezigt isvan het Gouvernement, ende laatstgenoemden, bij: de. verkrijging vân het octrooi hunne reeds vroeger beftaan „hebbende, -fabrijk van Uttechts kunst-cement hebben moeten vernietigen „aangezien door oen deë- ‚zelfs ondeugdzaamheid was gebleken. Dat als nu eene ‘deugdzame ftof in dit Land bekend en woorbandës zijnde, „het allezins. gewaagd zoude wezen, het vervaardigen van kunste cement ruimer te {tellen , „dan bijhet octrooi bepaald is, t Dat alzoo de beperkte uitdrukking, mits. het cement veranedigd sik van -beklonke „Amflerdamfche molenklei uit. het -T, hier niet alleen eene aanduiding is van het foort der {tof , waarop het octrooi verleend werd, maar tevens aan alle anderen het maken van kunst cement vers biedts het was alleen, om te zorgen „ dat ook. niet nog ander kunst cement van eene mindere waarde, of, van. wiens deugdzaamheid men onkundig was, te dier tijd of in-het, vervolg vervaardigd: zoude -wor« den. le fie ci “oat , 671 | Dat wijders ut het meer algemeen toeltaan van -kunst=cement « fabrij= ken , voor het. Gouvernement eene, groote-ongelegenheid ont{taan zou= de, wegens de verpligting, van elk dezer. fabrijken:-onder behoorlijk. toezigt te brengen en-telkens„ bij -het ontftaan. van-eene nieuwe „ dee zelfde ‚reeks van proeven. tedoen „ondernemen, welke aan de. Eerfte Klasfe die fchoone uitkomften geleverd hebben „ waarop het, octrooi aan de: BOOYS EN ASSCHENBERG en de Wed, CAZIUS EN ZONEN verleend iss we bir ‚De Klasfe, de gronden der Heeren Rapporteurs overwogen hebben= de, maakte geene zwarigheid Zijner. Excellentie, den Sekretaris van Staat van Binnenlandfche Zaken te adviferen, om aan de waarde var dit octrooi niet het minfte te laten onttrekken. B One k Cte) ï > Onder de menigvuldige: avarijen 3 welke ‘aan goederen , die men over zee vervoert ;skunnert aangebragt worden; is- het: beloopen met zoutwater eerie rder gedugtften ;o'hij derhâlwe > die” ce middel’ konde bijbrengen om deze fchade ‘te heelen, zou ‘zekerlijk: wel werdiënd ebben aan hèt Vaderland. door “zijfie “aanwending “of algemeentmaäking. J. BRANS te Leyden, liet zich voorftaan, hetzelvêe te hebben gevonden: Hij vers zocht in veen rekest aan Zijne Koninklijke Hoogheid, den Souverein der Nederlanden’, vom van ’sLands wege in ftaat gefteld te worden ; tot het uitoefenen “zijner kunst,” alzoo hem tot een lers Euablisfe- dient dè-noodige ‘gelden ontbrakens > 10» me conianJsf nVóórsaansdit werzoók: te: voldoen, 5 wethigge sn Den “Zijner Exedlendië den “'Sekretaris » van Staat voor de Binnenlaridfche ‘Zaken,’ de Eerfté Kiasfe nuit te- noodigen’, “óm 'de vereischte “informiatien in te Wwinhên's nopens voornoemde kunstbewerking en vervolgens Zijner Excellenitië te dienen van: confideratien ” efr advies, De UK läsfé bragt dezen last” óver. op”tare Lieden vAN: MÁRUM, VROLIK en REÏNWARDT: 97 own Bij het onderzoek, door hen in het werk gefteld, Reek al moedt; datde bewerking soi ‘doof “zeewater ‘befchadigde * ak goederen, als koffijboonen, tarwe ‘enz. „weder bruikbaar te- maken, geene andere is, dán -dat- hij -dezelve-met eerie genoegzame hoeveelheid zuiver water «af« wascht vof doortrekken” laät „ch aldus tracht ‘te bevrijden van het zee= water ‘er “vat “de” zoüten 5 welke uit hietzelve wen terug gebleven’; waar na hij ten owederom » zäbtete Brsopgen,dr7 213 nolmotiu snroorit sib lesk _Gekommitteerden — in’ timer nemende, dát de opgegevene' bè- handeling verre af is van eene nieuwe uitvinding en overwegende, dat de Rekwestrant „geen middel ‘heeft ‘kunnen opgeven, “waardoor de met zeewater: -belóopen góèederen, indien “zij, “zoo als° veelvuldig “plaats heeft; niet flechts met -Zeewater“of deszelfs beftanddeeten doortrokken of vermengd zijn, maar-“ddardoor in “hunner (aard ên“ii- hunne hóed2- nigheden eene aanmerkelijke verandering ondergaan hebben, wederom O Pe 4 kune Cas ) kûtinen verbeterd en tot gebruik: gefchikt- gemaakt worden ;-waren van oordeel, dat den. Rekwestrant, «op “grond van eene gedane uitvinding’ eener te voren, onbekende” handelwijs ; het verzoek: in -deszelfs rekest: vervat , geenszins kon worden toegeftaan. «De Klasfer dit: gevoelen „hebbende aangenomen;,; is dien -óvereenko ín fig aan Zijne Excellentie, ‘den: verant van ‘Staat voor. de masseren felië “Zaken geadvifeerd, ==: 7 zei. tor abe ain GUL OE. 119 brhidgoor al; Lia ti Kids Ort | ! en hik De Heéren KOPS BENNET EN -REINWARDT Op rdent 1óden van diduine maand: des jaars 18ro'belast-zijnde- met hetsonderzoek eener: nota en daartoe behoorende: ftaaltjens , ‘betrekkelijk. het vervaardigen van. katoen= aardige ftoffen uit onderfcheidenee moes en wilde: planten „ door: zekere Heer ANGELO g te ‘Trieste, aan het Oostenrijksch Gouvernement gepro- ponéêrd en op ‘last des Konings van Holland door Zijne Excellentie den” toenmaligen' Minister van Binrenlandfche Zaken: in’ dato g Louwe maand aan”de HEerfte Klasfe ingezonden; vonden-zich'wegens hét: ache: terblijven. der “gevraagde informatien,-cerst op den o1ften Julij des- jaars 1814 in: ftaat geftéld oder Vergadering: te ‘berigten „ dat-de onderneming: van den Heer ANcetLo destijds, toen de informatien- gevraagd wierden „! in eenen bedenkelijken ftaat: was en niet veel goeds: beloofde; dat de Heer ANGELO ;'!bij den “voortgang “van ‘dezelve 5 zich „zeer onverftandig> gedragen heeft en dat hij ten laatfte; na -deraan hem, tot het voorts zetten van zijne onderneming, door “het Oastenrijksch :Gouve rnement toevertrouwde fommen verfpild tehebben, in:ftilte- ontweken is. + Dat overigens de door hem vervaardigde katoenaardige - ftoffen- wel: goed en bruikbaar geweest waren, doch dat;dè hoeveelheid van dezelver te gering was, om de kosten van inzameling der planten, en van: het? bereiden der ftoffen uit dezelve, te kunnen goed: maken, «De Klasfe alzoo in deze uitvinding van den Heer AncrerO niets vins dende, dat ter aanbeveling aan onze Regering zou kunnen dienen , Ba heeft IN C za }) heeft goedgevonden, deze zaak , waarover reeds: meêr’ dan een: Beftuur: verloopen. was, verder onaangeroerd te laten ;-onder dankzegging nog tans aan Heeren Rapporteurs: voor het medegedeelde in dezen. 7 he „Van weinig: meer. waarde «mag: men de uitvinding Nt waarop zich CAROLUS LEONARDUS- ZUIDERHOUDT” liet voorftaan,, Deze man zich afgevende met het prepareeren en verkoopen van zoogenaamde Varkenswol , vervoegde zich bij zijne Koninklijke Hoogheid den Souve. rein “der Nederlanden. met. verzoek; om. een- uitfluitend octrooi voor vijftien jaren op deze: zijne voorgegevene- uitvinding en -de leverantie zijner ftoffe tot vulling van matrasfen- bij alle -’s Lands inrigtingen „waar dezelve anderzins met paardenhaar gevuld worden. -_Burgemeesteren. van Amfterdam, in swier “handen het Belbin: van ZUYDERHOUDT door den Heer Kommisfaris- Generaal van Binnenland- ‘fche- Zaken gefteldewas, «de gedachten der, Eerfte Klasfe, hierop: ver langende , werd deze zaak Kommisforiaal „gemaakt aan de Heeren paeTs VAN TROOSTWYK ; KOPS € VAN REYS: Die weldra bevonden, dat verre. af, dat de Rekwestrant de uitvinder van die bewerking met het var- kenshaar zijn zoude, te Leyden en elders hiervan fabrijken beftonden & en onder. anderén zelfs te Amfterdam PIETER BERKMAN 4 wogênde op de ‘Noordermarkt, zich -hiervangeneerde dat «alzoo ‘het. veizoek, om. uitfluitend octrooi-als van “zelve verviel. ko zal pr “ „En wat de ‘ftof- betreft „dat zij bij lange niet gelijk: tmet het paardenhaar „en -zonder vermenging niet wel te gebruiken zis ; dat zij om den hoogen prijs vang het laatstgemelde veelvuldig gebezigd wordt tot vervalfching, doch geenszins omdat zij in deugd het paardenhaar evenaart, sd Er viel dus weinig: moeite, om de Eerfte - Klasfe aan Heelén Burge-. meesteren ‘als hare gedachten te doen opgeven, „dat, het verzoek van ZUYDERHOUDT zon behooren te worden. gewezen, van de-hand. 7 Ô Een „ Kn 2 “Een «der moeijelijkfte. em voor het Vaderland belangrijkfte voorftellen ontving de Eerfte Klasfe van den Heer Direkteur der Indirecte Belass tingen in het Departement der Zuiderzee op-den gden van Lentemaand dezes jaars. De vorige belasting op de binnen- en buitenlandfche gedeftilleerde wochten ; bij publicatie van den agften December des jaars 1813 gear= resteerd en op nieuw in werking gebragt zijnde, was daartoe noodig; de juiste overeenkomst tusfchen de hoeveelheden van onderfcheidene fterkte van zoodanige vochten te kennen. Gemelde Direkteur zond dan aan de Eerfte Klasfe eenige ftukken , daartoe betrekkelijk, benevens ee nen arëometer of vochtweger, door KLEMAN vervaardigd , met dringend verzoek om de overeenkomst tusfchen de hoeveelheden der wijngeeste houdende vochten na te gaan en van hare bevinding proces ambal uit te leveren. ‚De Eerfte Klasfe vond goed, deze ftukken aan te nemen en de Hee Ten VAN SWINDEN $ VROLIK € REINWARDT uit te noodigen , om haar te dienen van berigt. De eerfte werkzaamheid dezer kommisfie beftond in het beproeven des vochtwegers en deszelfs vergelijking met eenen tweeden , welke zij. zich langs eenen eigen weg had aangefchaft, Dit werktuig door de openbare beambten gebruikt wordende tot het bepa« len” van «fterkte- graad; was «zulks vóór alles ván belang. Zij vonden beiden goed, en volkomen aan elkanderen zoo als ook aan dien van de Bataaffche Apotheek te beantwoorden, Dire Achter diezelfde Bataaffche Apotheek eene tafel geplaatst zijnde, op welke wordt opgegeven de, hydroftatisch bepaalde, eigendommelijke zwaarte der vochten voor elken graad, tot welken de vochtweger in eerie gegevene vloeiftof zinkt, zoo vonden Gekommitteerden daarin eén gereed middel, om de juiste hoeveelheid van water en abfoluten alcohol te bepalen, die in de. onderfcheidene rerped van verfchillende fpecie fieke zwaarte bevat is, B 3 Dat Cm ) Dani de bedoelde overeenkomst tusfchen: de fpecifiëke zwaarte en“de betrekkelijke hoeveelheid van water en alcohol laat zich niet- naar eene tegelmatige progresfie berekenens alzoo er niet flechts over het alges meen, bij de vermenging van alcohol en water, eene inkrimping of vermindering vaú- volimen-der vermengd wordende vochten plaats heeft , maar deze inkrimping ook voor: elke verfchillende evenredigheid van als cohol en „water, envin elken verfchillenden graad van: warmte eigenaars dig: verfchillende. is „ zoodatvin dit opzigt elk inde evenredigheid der beftanddeelen ónderfchêiden »mengfel van alcoholen: water, als een bijs zonder of eigenaardig ligchaam -moet befchouwd- worden „-aan hetwelle in eene bepaalde: temperatuur. een: en enn van digtheid of boeit cifieke zwaarte toekomt, - De Natuurkundigen hebbên dit reeds vóór lang: ingezien en uit dier hoofde noodig geoordeeld, proefondervindelijk, dat is, waterweegkuns dig ‘de eigendommelijke zwadrte” der “verfchillende: gemist ietwat wâter en alcohol;te bepalen.” Lowirz te skew en MEISNER te Wee den, verdienen: hierom bijzonderen lof, «->; teirod st zeit 1054 Gekommitteerden hebben echter van- Hunnen arbeid geen gebuik kunnen maken „omdat daarbij „ althans- in die van rowirz, de mate der inkrimping, of de vergelijking van het volumen der-vochten vóór en na-de vermenging niet is ‘ôpgegeven; ‘en omdat die mengfels ver= vaardigd-en daarna, ten opzigte van derzelver digtheid, bepaald zijn - in eene temperatuur, aanmerkelijk hooger, -dan ennen welke bij ’s Lands “wetten als- de gemiddelde is aangenomen. De kommisfie is daarom genoodzaakt geweest naar andere middelen om te zien en meent dezelve gevonden te hebben in de uitvoerige tas: fels , welke. op. last. van het Engelsch Gouvernement, door de Heeren» BLAGDEN. CH GILPIN 4 te-Liondén, ‘vervaardigd, en in het tweede tek dér Philofoph. Transactions voor 1794 geplaatst. zijn, eit Het is met behulp van deze tafels en van die, „welke achter ae: c& Phar- C 35) Pharmacopota, Batava te vinden is, dat Gekommitteerden’ gellaagd zijn „ om aan den wensch.wvan,den,Heer Direkteur der, Indirekte „Belastingen te beantwoorden en eene eigene tafel te ontwerpen , waarop zoo voor het binner-'als buitenlandsch ‘gedeftilleerd, maauwkeurig zijn: opgegeven de ‘hoeveelheden alcohol of zuivere wijngeest„- welke in onderfcheidene mengfels van water en alcohol bevat zijn, en alzoo een vasten maat{taf aan de hand te doen, waarna de belasting kan bepaald worden. — De ‘kommisfie eindigt haar rapport met de aanmerking 4 dat „ voffchoon de opgegevene wijze van bepaling «der overeenkomst. bij gedeftilleerde vochten van onderfcheidene fterkte- voor tiet bepaalde oogmerk „ waartoe. haar onderzoek’ was ftrekkende , mag voldoende, geacht worden , door, dezelve echter “niet «altijd ‚de ‘hoogfte naauwkeurigheid zal kunnen bes reikt worden en wel voornamelijk uit hoofde der moeijelijkheid , om al» tijd zoodanige. vochtwegers’ te verkrijgen, welker buizen of halzen in hunne geheele lengte van «eene zelfde dikte of middellijn zijn, terwijl toch de--graden:op de fchaal van denzelven-naar eenen gelijken aflland zijn verdeeld. Maar dat ter bereiking van een hoogeren graad van juiste heid boven anderen de voorkeur zouden werdienen-zoodanige vochtwes gers, welker graden, voor elk werktuig in het bijzonder , telkens proefs ondervinderlijk bepaald zijn en tevens. dadelijk de procenten van waren alcohol in de verfchillende mengfels van alcoholen water doen kennen; hoedanige -vochtwegers: het eerst door j..B. RICHTER zijn voorgeflagen en thans in Duitschland op vele plaatfen ingevoerd, [ De Eerfte Klasfe zond dit „uitvoerig bewerkt verflag , waarvan ik-ge- tracht heb U „ Geachte Medeleden, in deze,fchets eenig denkbeeld te geven’, aan den Heer Direkteur der Indirekte „Belastingen, ‚die hetzelve fchijnt te hebben overgebragt bij het Departement van Financiën, ten minfte’ wierd door eene verëerende Misfive: vanden „Heer „coPus vaN CATTENBURG, Raad bij het Departement van Financiën voorde Indie tekte Belastingen , der Klasfë kennelijk , dat „haar rapport het‚onderwerp _ kan van C-16 ) van ernftige deliberatie uitmaakt bij het Gouvernement,-en dat. haar van derzelver geene deit zal- worden hens. KA, 3: EIO Buiten deze flukken, waarop de Eerfte Klasfe ten dienfle van het Gouvernement is werkzaam geweest, vindt zij zich nog -vereerd met de volgende pingen, ' _1°. Autorifatie van Zijne Koninklijke Hoogheid, onzen geëerbiedig- _ digden Souverein, om te examineren zekere tafelen van vergelijking en andere ftukken, betrekkelijk de maten -en gewigten en _uitnoodiging, om in een uitgewerkt rapport , uiterlijk binnen den tijd van zes maan den ‘aan Hoogstdenzelven te doen kennen alle de voor- en nadeelen , gelijk ook de moeïelijkheden , zoo voor den handel in het algemeen „ als voor het burgerlijk leven in het bijzonder, welke er‚ zouden kunnen ontftaan uit de invoering van een gelijkvormig -ftelfel van maten en_ge= wigten, in plaats van het groot getal maten en gewigten hier te Lande in gebruik, met opgave tevens van de bepalingen, welke de Eerfte Klasfe tot het invoeren van zoodanig een ftelfel noodig zoude oor deelen, s ro HOM eta ao, Rekest van jAcon FLUIT, Timmerman te Utrecht, houdende verzoek, door eene fubfidie te worden in ftaat gefteld, om zeker door hem uitgevonden werktuig, gefchikt voor molens en andere werken. te kunnen vervaardigen. 3°, Rekest van LOUIS ROSSET ; Koopman « te „Lyon, ter bekoming wan een fpeciaal en uitfluitend privilegie tot het oprigten en uitoefenen binnen dezen Staat, eener fabrijk van netten tot de haringvisfcherij „, te vervaardigen door middel van een door hem, zoo hij zegt, uitgevonden werktuig, waarmede vijftig mazen op eenuiaal en te gelijk zouden wore den geflagen. — bo „Een brief des Heeren sTIPRIAAN Luiscius te Delft, aan Zijne N Ko- Kd Koninklijke Hoogheid den-Souverein der Nederlanden ; ten “einde door Hoogstdenzelven -de noodige orders worden'gegeven, om door Bathov meters of Zeepeilers , naar ’‘het-door hem bij gemelden brief aangebo den -model vervaardigd, en gemeenfchappelijk met de perfonen , welke Zine Koninklijke Hoogheid daartoe ‘ zoude. mogen benoemen, op het een of ander Lands-fchip de-nóodige proeven te doen nemen. De” EerfteKlasfe heeft voor elk dezer. ftukken reeds Kommisfarisfen benoemd ‘en ziet binnen weinig tijds derzelver verflag te gemoet, dat mij vooreen volgend” jaar niewe” ftof-.zal opleveren ter mededeeling van aline pmen pen edn pworkswettioden , nan tsv bi EH EALSL / zp ä u De wrerdeadntreden deet Klasfe an dibenn verre af van zich enkel te bepalen. bij “het volbrengen van opgedragene lastgevingen door. het Gouvernement. Hoe’ zeer dezelve vele. navorfchingen en bemoeijingen &ifchén ,° rekenen. echter “hare Leden zich niet ont{lagen van de ver- pligting,; om door eigene bijdragen mede te werken tot vermeerdering en uitbreiding dier verteren pes welker beoefening hen is. aanbee vant tel jd , In het oiv jaar wierden de- meesten han hijdmigen: aangenoe mer’ ‘otider de aangebodene ftukken 5 weinigen dienden ggechtn tot een wetenfchappelijk onderhoud in de vergaderingen der Klasfe of zij wierden terug” genomen”door de Schrijvers, om. bij; nadere ‘bewerking en voltoois jing op nieuw te worden ingeleverd. = f “Onder deze foort van Verhandelingen wilde ons geacht Medelid, de Hoogleeraar BONN, betrekken zijne voorloopige fchets van.eene. bee fchrijving der bijzonderheden, door hem bij het ontleden van-eenen Orang-Outang van Borneo, in den jare 1794 van dat dier waargenoe men $ vergeleken met de afbeeldingen van een Chimpanzé, Pongo, Focko „ Homo Sylveflris ; man of wood en Orang, door TULP, TYSON, EDWARDS) DE BUFFON, SCHRÊIBER; LE-CAT's BLUMENBACH, AUDE- C BERT Cu) BERT CN VOSMAER gêmèen’ gemaakt, inzonderheid met ‘die van: den woortreffelijken … Natuuronderzoeker „ wijlen. ‚den. Hoogleeraar. CAMPER 3 die, ingevolge ‘zijner ontleedkundige nafporingen , „ten--befluite, als, one derfcheidende kenmerken »vân den Orang van. Borneo, vast{telde, ‚dat dit dier van den mensch. onderfcheiden-was:;-door ‘het, onvermogen tot den opgeregten:gang en door -deszelfs. bijzonder. fpraaktuig ; en van alle andere aapfoorten- door ‘het: gemis van-nagels op de groote teenen der achterpooten en -derzelver onderfteunende tweede „daimkootjes ; „terwijl intusfchen aan’ den Orang. Ouùtang „het onderwerp dezer. „voordragts bij deszelfs leven door den Heer van. MARUM s'en, door wijlen den Heer oskaMP, die duimnagels zijn waargenomen, naar luid. van een berigt door «den eerstgenoemden geplaatst in-den-Letterbode van den 15den November 1793 en door-den laatften in zijne Verhandeling over dit dier, met eene afbeelding, gevolgd naar. de fchilderij van den Heer Ape verie. Diezelfde Orang + Outdng:svan» Borne, doorden Heer BONN na den dood ontleed -zijnde'„; wierden ver nagels vaan de groote teenen der achterfte pooten en onderfteunende duimkootjes gevone den, gelijk zij nog zigtbaar zijn aan het geraamte van dat dier „ hete welk in ‘het kabinet van den Heer BRUGMANS is ‘overgegaan, en ook de nagels bewaard gebleven aan het vel van het opgezette dier, in de verzameling van den Heer BoNN- berustende, EIS „Ter bevestiging van” het -gezegde , wertoonde «de- iiveumeln het, ‚ge. raamte vam eenen dergelijke Orang=Outang van Borneoj- vóór. vele jaren „door Dr, -oNyYmos , vin ?s Gravenhage vervaardigd, aan, hetwelke mede ‘bewijzen van kleine nagelkootjes aanwezig zijn „maar, vooral de pleister -afgietfels van kop en pooten , onder deszelfs ind: na den waant van het dier, daarop gevormd. hs ry wt „De vergelijking dezer bewijzen «mét. die: wanden: Meis: CAMPER » de= den -den- Heer BONN- vermoeden ; „dat “er „een stweederlei, foort dezer besig of Orang -Outangs op Borneo. beltaat; ofwel dat, naar degen dachten C mo) dachten: van’ Dr. oskaMms; welligt deze: Horst pe vane me nagels die der: groote teerien af bijten. | ‚Dezevfehets. doet ons met verlangen te wetens zidà vd walkie befchrijving: van «dit ‘onderwerp: en: ons «de hoop’ koesteren, dat; deze waardige grijsaard «ons niet zal verlaten ; zónder: eenigeszijner lêtters weuchten aan het Inftitaut van: derekt te. dehben gemene ‚De, Heer GLAVIMANS Bardo tot er zijner polsen eene vergelijking van. fcheepspompen; klom van- de -eenvoudigfte tot «de: meer zaimengeftelde op „en begreep, dezelve iin, eene oordeelkundige vergelijs king. -Hij wierd. vooral. hiertoe gebragt-door reeds vroeger genomene proeven met eene nieuw uitgevondene fcheepspomp , waarvan hoog wás opgegeven in zeker. Engelsch -werkje en die als model ook in de daad veel goeds beloofde; doch in het groot vervaardigd en in werking gebragt. zijnde ‚> zoo „geheel vontviel aan de verwachting, dat men zich genoodzaakt: vand -derzelver gebruik als-volftrekt-onmogelijk te. befchous wen. De Heer GLAVIMANS herhaalt hier juist ter pas de meermalen gemaakte. aanmerking „ „dat. men -dikwerf-geheel verkeerdelijk „ uit proes ven in het klein, tot de bruikbaarheid en het nut eens werktuigs in het groot befluit, Eene herinnering, waaraan men in hèt beoordeelen van werktuigen naar modellen niet te. vast-houden kan. t „Die lust, mogt. hebben met deze hoog opgevijzelde fcheepspomp na= der bekend te worden, vindt-dezelve-in het kabinet des Inftituuts:, waaraan de Heer GLAVIMANS-haar. benevens eenige andere zeer net bee werkte modellen „ en‚ keurige teekeningen. wel heeft gelieven te fchen= ken. [yad j ic _ Het oxygenium. of de zoogenaamde zuurftof als het beginfel van aile zuurheid, aanmerkende, „zoo „had, men, bij analogie ook deszelfs aanwe- zigheid bij het. zeezoutzuur vooronderftelt, fchoon het nog niet gelukt Ca Was ; | C 80 9) was , de bafis van het zeezoutzuur te kennen of de -zuurftof daarvan af te fcheiden. Wat meer is: daar men gevonden had, dat bij eene ge= lijktijdige ontwikkeling van “zuurftof «gas en :zeezoutzuur-gas eene bij zonder en „onderfcheïdene foort van luchtvormige vloeiftof ontftond, die wel in vele gevallen fommige eigenfchappen met de zuurftof en met het zeezóutzuur gemeen-had , maar in-anderen van: deze beiden geheel vere fchilde, had men aangenomen, dat het zeezoutzuur boven en behalve de zuurftof, die men in deszelfs zamenftelling vooronderftelde, zich nog met een meerder deel zuurftof konde vereenigen en hier van daan die eigenfchappen verkreeg „ welke het van het gewone zeezoutzuur on- derfcheidt. - Reden ‚ waarom men het in dien ftaat den naam van gas muriatique oxygené of oxy=muriatique gegeven heeft. ‚In dezen ftaat van twijfel over de eigenlijke beftanddeelen van het zeezoutzuur «trad [de beroemde Engelfche Scheikundige pavy voor met het- gevoelen, dat het muriatique oxygené, het zoogenaamd overzuurd zeezoutzuur, hetwelk men tot hiertoe voor eene zamentftelling van zee- zoutzuuf en. zuurftof gehouden had, als een beginfel op zich zelve te befchouwen is, dat door de vereeniging met waterftof ‘het gewone zeee zoutzuur daarftelt. i0 nd Dit gevoelen: van pavy gaf ons fcherpzinnig Medelid, den Heer PAETS VAN TROOSTWYK, aânleiding tot het ontwerpen eener reeks wan proeven; die hij ín gemeenfchap met den Heer LAUWERENBURGH heeft genomen, en der Klasfe medegedeeld, - ‚ bal -_Ik zou noodig hebben deze geheele reeks vân proeven te ontwikke- den, om U, Geachte Medeleden, door “uiteenzetting het verfchilpunt duidelijk te maken. Om U echter niet geheel onkundig te laten- van de voornaamfte fchijven , waarover het loopt, zal ik mij bepalen bij een ‘énkel voorbeeld , door: hetwelk de Scheikundigen tot tu“toe ‘de aanwe- «zigheid van “het oxygène in-het gâs oxy= muriatique ‘hadden’ willen be= ‘wijzen. Ik bedoel de verandering, die er bij de verbranding van de Zwa f Cm) tgwavél en “phosphorus ín dit ‘gas plaats’ heeft „ waardoor de eèrfte in zwavelzuur, de andere in phosphorzuur verkeert. Eene verandering ; die ‘niet anders, dan door de verbinding van zwavel en phosphotrus met zuurftof kan gefchieden, en welke -züurftof, volgens de gewone, theo» ‘rie, niet dan van het gas oxy = muriatique kart-afkomftig «zijn. Bj de theorie van pavy, moet menin dit geval de toevlugt nemen tot het klein gedeelte waterig vocht, dat zich in hèt gas onthoudt; als ook tot eene dubbele verwantfchap; waardoor hetzelve wordt ont= deed „namelijk , door de neiging; die de zwavel of de phosphorus ‘hebben, om tot zuur te veranderen , ‘waardoor zij de zuurftof van dit klein gedeelte vochts. affcheiden , en die, welke het, oxy- muriatique ‘heeft, om het ander beftanddeel van dit vocht ‚de waterftof; te „bekoe „men en met hetzelve tot zeezoutzuur over te gaan. f …_ Men ziet dus, dat de theorie van pavy haren voornamen fteun vindt in het water of vocht, dat men nimmer geheel van eenig voorwerp kan afzonderen of uitfluiten, en alzoo, dat in alle gevallen, waar men ‘de mogelijkheid van het aanzijn ecrier watêrige vloeiftof moet toeftaan , zij de mogelijkheid behoudt, om alle de verfchijnfelen , die tot dezé zaak betrekking hebben, uit de decompofitie van dit vocht te verklaren. “Het kwam er dus op aan, proeven uit te denken, die het overwigt “aan een van beide theorien konden geven, en het punt van verfchil tot gelijkheid brengen.” Bij alle proeven , uit welke men’de aanwezig- heid’ van de zuurftof bij het gas oxy=muriatique gemeend heeft te be= wijzen, is zulks gefchied bij gevolgtrekking. Doch wij zagen zoo even; ‘dat pavy met even gemakkelijke gevolgtrekking zulks afleidt uit de verbinding van het oxy=muriatique met de waterftof en het vrij wor- „den der zuurftof, Men verlangt alzoo eene proef, waar de:zuurftof , “welke men vrijmaakt, uitfluitend moet hebben toebehoortvaan ‘het ‚gas “oxy-muriatique. „De Heeren vAN TROOSTWYK €N-LAUWERENBURGH „kwamen: tot dezelve, door muriate oxygené «de mercure of bijtende 7 . C 3 kwik C ae 9 kirik in water! opte losfên en vervolgers door middel “van-luchtzúre potas neder te ploffen. De oxyde of metaalkalk vervolgens afgewasfen En gedroogd” zijnde ,- beproefde men door middel van hette gas uit :te drijvers: En indedaad het gelukte hen, zonder dat eenige opheffing plaats had, daarvan zuurftof-gas te bekomen, terwijl de kwik ,-in Evenredigheid. var het uitgêdreven-gasy zijn metallieken feat hernemen« de , te gelijk vloeibaár ‘wierd, : ï „Nu eenmaal op den weg zijnde, om tot het. bedoelde iets te geraken, miste het/hen niet, en op eêne fynthetifche, en- op eene analytifche wijze , nieuwe kracht bij te zetten aan het gevoelen , dat de zuurftof een werkelijk beftanddeel uitmaakt van het gas, oxy-muriatique. «Het belang der wetenfchappen vordert, dat. deze Heeren hunne gee voelens meer algemeen kenbaar maken en aan den wensch der Klasfe gehoor. geven; om dezelve onder ie haar nantes werken te mn rangfchikken. tent Sedert eenige jaren, wordt. het te veldftaande Rogge-koorn, tegen het tijdftip van riijpwording sin fommige-ftreken van: ons Vaderland, doch wel bijzonder in den omtrek. van Groenlo, Reurlo en Hengelo aangetast door eene eigenaartige ziekte, welke in de laatfte zoodanige verwoestingen heeft aangerigt „ dat. men,noodig oordeelde , ons waardig medelid, den” Heer BENNET uit te noodigen, om zich met het bepalen dezer. ziekte en der middelen tot afwering en genezing wel te willen bezig houdens Dit. belangrijk onderzoek gaf gelegenheid tot eene voordragt aan de Eerfte Klasfe van deszelfs bevindingen: Vernomen hebbende, dat de rogge „ der rijpheid naderende „bij geheele ftreken;, fomwijlen in eenen enkelen -nacht ; bevangen wordt door eene tèn uiterst fijne roodachtige zelfftandigheid „ aldaar honingdauw genaamd, en door dezelve zoodanig dangetast; dat ook de meest beloovende akkers niet alleen zeer weinig , maar C 23: D maar daarbij mog uitermate flecht zaad opleveren , was zijne eerfle. 201 5 op de halmen zelve den aard der ziekte-op «te fporen. - Na vooraf van den aard, de eigenfchappen, oorzaken en onderkenning dezer zonderlinge ziekte. In dit onderzoek handelt de Schrijver eerst over de kenen en de aard der ziekte; ten tweede over hare eigenfchappen en verfchijntels; ten derde. over de oorzaken; ten vierde over-de onderkenning. Het laatfte deel is verre weg het uitvoerigfte. In het geheele {luk en- vooral in dit laatfte deel ‘heerscht een zeer ruimen voorraad van bijeengezochte D 3 waar. C «30 1) waarhemingen. van anderen ter vergelijking met het hoofdvoorwerp ; vooral dienende; om. het zonderlinge en zeldzame. van, angela ten fterk{te te doen uitkomen en bewonderd worden. p 5 Gekommitteerden befehouwen dit zoo rijk nofographisch- ruk als eene nadere opheldering en vervolg op het vorige, en zijn: van- advies, dat het even zeer eene plaats verdient onder de werken vanhet Inftituut, om verder te dienen: ten nutte van het pinten, en deszelfs oet beoordeeling. Al fpoedig na de vestiging van het Hollandíche Inftituut van Weten= fchappen enz. , boodt de Heer sERRURIER ; der EerfteKlasfe eene Verhan- deling aan over den. Landbouw, als wetenfchap- befchouwd. Verfchei- dene omftandigheden liepen zamen, om het uitbrengen van advies over dit ftuk te vertragen. «Wij verheugen ons daarom ‘te meer, in flaat te zijn, het gevoelen van Heeren Gekommitteerden , hetgeen de Klasfe hier, gelijk doorgaans voor het hare aanneemt, te kunnen vermelden. Zij oordeelen ; dat in. deze. Verhandeling ‘oogpunten zijn aangewezên , waaruit de Nederlandfche. landbouw: nimmer” is befchouwd „geworden, en die verdienen algemeen. te worden bekend: gemaakt. De landbouw wordt hier als wetenfchap in een nieuw en. zeer voordeelig licht ge- plaatst, en deze Verhandeling bezit alzoo een vereischte, hetwelk in-de ftukken” dezer» Klasfe gevorderd wordt, Daarenboven heeft dezelve nog dit aanprijzenswaardige, dat, daar nog-geen ftuk betrekkelijk. den, lande bouw door de Klasfe is in. het licht gegeven, dezê, Verhandeling: tot eene zeer bekwame voorbereiding „ en als het ware, tot-eene algemeene Inleiding kan. dienen. voor alle verdere ftukken wegens dit. onderwerp , die door. haar den druk waardig» gekeurd zullen worden. Het- oogmerk „om de wetenfchap van” den landbouw hierdoor alges meen” te» bevorderen; inzonderheid zullende- bereikt worden , wanneer deze Verhandeling op zoodanige ‘wijze wierd’ uitgegeven, dat dezelve $ ' voor dl C sr) voor allé ffanden en klasfen gemákkelijk verkrijgbaar wordt gefteld, is befloten, haar ‘op zoódänige wijze en formaat ter drukpers te leggen, als omtrent het werkje van den Heer AENEár hêeft plaats gehad „ on» verminderd derzelver verma in de gefchiedenis van: de haartopgnen der Eerfte Klasfe, — ilng A19 _Wij komén tot eené Verhandéling van den Heer: vAN SWINDEN ; ten titel voerende: Hüveens, witvinder der Slingeruurwerken,. Na korten lijk de nuttigheid eener naauwkeurige tijdsbepaling en de gebrekkelijk« heid der middelen, in vroegere tijden hiertoe dangewend, te hebben opgegeven, vérhaalt ons de Schrijver de ontdekking vân:den beroemden GALILEUS , omftreeks den jare 1630; wegens de Theorie des (lingers èn hoe deze daarvan terftond-een nuttig gebruik wist te-maken ;-om den tijd met meer naauwkeurigheid af te meten. Dit waren enkele of tosfe flingers ‚met gêëné uurwerken verbonden,, en -hierom «aan het dubbel gebrek onderworpen, dat de flingeringen ‚moesten. geteld en; om hunne vertraging, oväf tijd tot tijd door een wenje tot hunne, voris ge flingering terug gébragt worden. Een vernuft, als dat van muvcenNs wierdt vereischt, om deze gebren ken te verhelpen. Hij viel in 1656 op de gedachten , om de. uurwer= ken, waarvan de raderen door een gewigt in beweging gebragt -wor- den, met flingers te voorzien ,-en liet zulks aan verfcheidene derzelven bewerkftelligen ; waardoor de wears dezer uitvinding terftond en bij ‘gen ieder blijkbaar wierd. he Huvycens maakte nimmer een geheim van zijne uitvindingen e en dus ook niet van deze zijne zoo voortreffelijke verbetering der uurwerken: Hij gaf niet alleen terftond eene korte befchrijving ddarvan in ;het.licht, maar deelde ook deze zijne ontdekking, medé aan de voornaamfte ge- “leerden, waarmte’ hij in briefwisfeling was „en ontving deswegens de grootfte ertdberdennsektil 5 enden de brieven: aan hem- toegezonden, waar- 6 F E Waarvan de Heér:vAN SWINDEN de echte -affchriften.- en. uittrekfeis overlegt, terwijl de Sterrekundigen niet nalieten ,.om,van deze verbe» terde uurwerken „ bij het doen: van waarnemingen „gebruik, te maken. … ‘Het kon niet misfen, of eene’ zoodanige nuttige „uitvinding, moest zich fpoedg wijd en zijd verfpreiden en aanleiding geven, dat verfcheis den Horologiemakers , zoo hier te lande als elders, haar namaakten , hoewel “niet overal met denzelfden goeden uitflag, waardoor fommigen zelfs de eer dezer. vinding aan HUYGENS trachteden te ontnémen of te betwisten. In Italie . vooral. wierd openlijk ad wed dat HuyGeENs niets anders verrigt had, dan-hetgene GALILEUS-, of wel zijn zoon viNCENZIO on- der deszelfs geleide , zou voorgefteld. hebben. Waartegen zich Huy- GENs ; in het jaar 1673, op eene wtb maar zedige wijze verdedigd heeft. i Dan ruim negen jaren hater à te weten, in haadeond gef de vermaarde Scheikundige jy. j. BECKER , een traktaatje in-het-licht, waarin hij ftel- lig verzekert en de perfonen noemt „die hem.daarvan getuigenis heb- ben gegeven, dat het eerfte flingeruurwerk in den geest van GALILEUS te Florence zou vervaardigd en dat er een exemplaar van naar Holland zou gezonden zijn. Dit verhaal wierd federt door velen geloofd en dóus onderfcheidene Schrijvers overgenomen, vooral in eene opzettelijke lofrede op cALI- LEUS, in 1772 uitgekomen. Door al dit fchrijven is er tot hiertoe een groote twijfel overgeble- ven över het wezenlijke van deze uitvinding, en over de juiste bepa= _ Ing van hetgeen men dienaangaande aan. GALILEUS Een aan HUYGENS in het'bijzonder hebbe toerefchrijven.. Om dit nu eens vooral uit te maken, en in’ het helderst. daglicht te ftellen , heeft de Heer van= SWINDEN zich de moeite gegeven, om uit den overgebleven fchat vän handfchriften, beftaande uit eigene aanteekeningen van HUYGENS en C 33 j é eehe groote menigte van brieven’, aan hem gefchreven “en toegezons” den ; die-in"de-Bibliotheeké der Leydfche Akademie ‚ter. onfterfelijke’ ge däclitenis dézes grooten Mans, zorgvuldig bewaard worden „al datgene te verzamelen en ons bekend’ te maken’, hetwelk”dienftig kán geacht worden, om in dezen het ware van het voorgewende te onderfcheiden, en onzen HUYGENS op eene nu ontegenfprekelijk gewordene wijze „ bij ‚ âlle* onpartiijdigen, in de eer der uitvinding van dé flingeruutwerken: ter bevestigen. De Klasfe, belang ftellende in de tide der eer van een der grootlte Vernuften , welke ons Vaderland heeft opgeleverd, heeft! deze Verhandeling; die bovendien zoo vele tot hiertoe onbekende zaken ‘bes vat, tot de gefchiedenis der wetenfchappen betrekkelijk , met dankzêg= ging aangenomen -en befloten, dezelve, vergezeld van de bijlagen en afbeeldingen; onder hare werken in het licht te gevene wd “Sedert de wiskunftenaars de goniomêtrifche en ‘trigonometrifche lijnen dat is, die lijnen , welke onder de namen van Sinus; Cofinus ; Tangent y Cotangent enz. , tot het meten ván hoeken of cirkelbogen’ gebruikt wore dên ; door”algebraïfche formules hebben beginnen uit te drukken ‚en vers volgens deze, naar de regelen der ftelkunde „ verfchillende gedaanten te doen “aannemen , om - ze gemakkelijker in: de praktijk te’kunnen gebrui- kens waarin mer onbédenkelijk veel aan den grooten EULER verfchuldigd isz'is ‘men er minder-op bedacht geweest; de eigenfchappen-dier lij nen op eene fynthetifche wijze’ uit den aard zelve des cirkels af. te ‘'leie den, gelijk te voren ‘door: provomevs in zijn Almagestumr gedaan iss Wiens voetfpoor des te meer verdient gevolgd te ‘worden „dat deze wijze in zich zelve zeer vilein is en hen st leide tot hets geen men begeert.” “Hoe meer ‘nu*door velen“der: velden aurie isdat de dfditieen, fche trant der Ouden uit het oog verloren wordt, hoe meer prijs men E moet stEinzt Ni af ’ E ed te C 34 ) moet ftellen op alles, wat de waarde derzelve kan doen kennen en tes vens aantoonen „hoe hetgeen door analytifche, het zij eenvoudige, het zij zamengeftelde formules wordt uitgedrukt, ook door de eenvoudige fynthefis der Ouden kan gefchieden. Men behoort zulke overbrengine gen als eene ware aanwinst voor de meetkunde te befchouwen. Eene dergelijke aanwinst voor de meetkunde, en wel eene zeer aan- zienlijke, biedt de Heer rroRYN aan in zijne befchouwing van cent merkwaardige algemeene eigenfchap des cirkels. De eigenfchap zelve wordt door dit algemeen’ voorftel uitgedrukt. . : » Indien men den omtrek eens cirkels in een willekeurig getal gelijke s; deelen fnijdt, en uit alle deze deelpunten, op eenige naar welgevals „ len getrokken middellijn, perpendiculairen trekt, zoo zal de fom van salle deze perpendiculairen in beide halve cirkels even groot zijn,” De Heer rroryN bewijst zulks eerst op eene zeer eenvoudige wijze voor de verdeeling des omtreks in 2, 3» 4» 5» 6 gelijke deelen, en daarna gaat hij over tot een algemeen bewijs. Dit wordt. ontleend uit de leer der middelbare afftanden „eerst door CARNOT opgegeven, daarna door r’HurLLIER uigebreid. Weshalve de Schrijver als een lemma het algemeene. van «die. middelbare afftanden doet kennen; en vervolgens daarvan eene toepasfing op zijn algemeen bewijs maakt, - ‚De bewijzen van den Heer rroryN bezitten alle mogelijke woldsbaksn heid. Want zij zijn zeer eenvoudig, regt fynthetisch. en uit de een« voudigfte gronden „der meetkunde -ontleend. Overal ftraalt er een regt mathematisch genie op het treffelijkst door. De Eerfte Klasfe kwam. hierom „gaarne „tot het befluit, om deze Verhandeling eene plaats te doen bekleeden onder hare werken. Ô Het voorftel, betreffende eene voorname elen: ri zegthoekigen. ergg „onder den naam van Zheorema vun Kushageras beroemd, 44 is C 35 ) is alle wiskundigen zoo bekend, dat men in den eerften opflag: verwons derd zou kunnen taan, in eene geleerde Maatfchappij, als deze’, daars over te hooren handelen , en zich ligt zou diets maken , dar er over hete zelve niets nieuws meer te zeggen valt. Maar geheel anders zal-men daarover oórdeelen, als men de zaken uit het ware oogpunt befchouwt. Men werkt tot de volmaking en de wezenlijke uitbreiding der mathema= ‚tifche wetenfchappen niet alleen, wanneer men-dezelve met verhevene. en moeijjelijke, nieuwe -voorftellen verrijkt, maar ook, wanneer men het verband van verfchillende, in den eerften opflag- van elkander vers, wijderde «en fomtijds geïfoleerde voorftellen nagaat; aantoont hoe zij minder het een van het ander, dan wel alle van een algemeener. grond- beginfel afhangen, dat in zich waarlijk alle die verfchillende gevallen bevat wanneer men. daardoor de bewijzen vereenvoudigt en dikwijls gemakkelijker en treffender maakt, Diezelfde zorg geeft meestal aan leiding tot het ontdekken van nieuwe eigenfchappen, die men nog niet ontwaart ; of niet ontwikkeld had, „Het îs uit dit oogpunt , dat men ecne Vérhandeling moet Shhaolstnden. van den Heer BANGMA, ten titel voerende: Eenvoudig betoog van het voors fiel van Pythagoras , op eene algemeene wijze voorgefleld , mitsgaders een nige andere eigenfchappen des regtlijnigendrichoeks ‚ daartoe betrekkelijk, Om de regte waarde: van dit betoog te doen kennen ; zou: het van belang. zijn te laten voorafgaan hetgeen door PAPPUS;, GOMMANDINUS 4 doch vooral door casTILLON verrigt is tot het ontwerpen van een al= gemeener voorftel.… Wij vertrouwen echter , dat ten. dezen de verzekes ting zal.kunnen volftaan, dat de Heer BANGMA zijn doel bereikt heeft, om het voorftel van PYTHAGORAS op- eene algemeene wijze voor te ftellén langs eene geheel eigene manier, door namelijk uit de hoeken der. grondlijn. van eenigen driehoek, hoe ook genaamd, loodlijnen op de tegenoverftaande zijden te trekken, en de Parallelogrammen te befchous wen, welke alsdan op die zijden gevormd worden uit dezelve en der- É E a zele € 36 ) zelver deel, dat: tusfchen; den derden hoeken die-loodlijnern -begreperf is. Uit: die eenvoudige befchouwing klimt ‘hij trapswijze-op, totdat hij aan het algemeene voorftel, komt, waarvan de drie, bewuste- voorftels, len ‚van. EUCLIDES ‚dat is, het -47{te- van het I(te-Boek sen- het rade en_ 13de van het Ide Boek , flechts- gevolgen zijns» Hij doet zulks zone der eenige andere propofitie ter hulpe,te nemen in zijne. bewijzen, dan die „ welke de gelijkheid betreft van- Parallelogrammen „ op gelijke gaande lijnen «en‚ tusfchen dezelfde paralellen befchreven. ' „Deze bewijstrant is des te opmerkelijker, dat uit dezskee. een” belang“ tijk Theorema volgt ‚hetwelk. anderzins- niet „dan uit: de leer der ge= lijkvormige driehoeken en.der- proportien- bewezen „wordt; te weten, dat de loodlijnen uit ieder der hoeken van-een-driehoek-op-de- overs flaande zijde getrokken, zich in, één ftip (nijden, en. wat meer is, dat dit „de, reden - bepaalt , waarin die loodlijnen elkander verdeelen,: voor. ftellen „-die. op zich:zelve merkwaardig zijne, … sat De Heer BANGMA befluit zijne Verhandeling” met: nog een” ander „voorftel,-dén regthoekigen: “driehoek, betreffende. , meer algemeen «te ma- ken; namelijk, dat de. vierkanten „> op „de zijden vanveen- regthoekigen driehoek. befchreven ‚onderling tot elkander, ftaan , als de aangrenzende ftukken der fchuinfche zijde, op dezelve.afgefneden door de loodlijn, uit,den. regten hoek nedergelaten,- Hij toont aan, dat ‘hetzelfde tweeder- lei wijze. voorvalle fcheef hoekige driehoeken: plaats; heeft ; en zoo wors den uit eene wel bewezene “waarheid: altijd meer-anderen. afgeleid: „,Gekommitteerden. waren van oordeel, dat-even) als de Akademie. van Berlijn seene-foortgelijke ‚ Verhandeling van- den -beroemden cAsTILLON waardig gekeurd. heeft , om door. den druk gemeen ‘gemaakt te worden; de Eerfte, Klasfe. van. het Inftituut deze Verhandeling van den Heet BANGMA eerie voe in hare „uit te geven werken on behooren-te vers gunnen. - tub „Met, welk. ookdett zich: do Klasfe. neef veces 2% eläs ad In C 5 D =0t Air tier.E ‚Eerfte-Deel der. Verhändelingen onzér Klasfe vindt ziëtr een on# werp van den- Heer GOUDRIAAN» om door een eenvoudigen toeflelvaan.de fehutfluizen’ de'belangrijke ‘éigerifchap te geven, dat bij het doorfchute gen; het fchutwater voor veen groot gedeelte. weden op, den-boven-boes zem terug gevoerd worde, In het Verlag, hetgeen ik-de-eer had op de Algemeene Vergadering: van het jaar:181r voor te lezen, gaf ‚de Eerfte Klasfe haren wensch te kennen „dat de Heer GOUDRIAAN -fpocs dig in de gelegenheid mogt gebragt worden, om, door „eene dadelijke uitvoering „ dit -zijnontwerp. te. kunnen - beproeven, en -alsdan_ van zijne bevindingen een.nader, Verflag- aan « de - Klasfe „mede. te deelen, Offchoón nudeze gelegenheid: zich -nog niet. heeft „opgedaan, heeft de Schrijver echter getracht aan hetzelfde oogmerk te voldoen, door de noodige proefnemingen in het werk te ftellen met een: naauwkeurig, onder zijn opzigt vervaardigd ,, model , hetwelk, hij met opzet zoodanig heeft doen” zamenftellen, dat hij de bijzondere „werking der onderfchei- dene deelen met juistheid heeft. kunnen bepalen , en daardoor zich den te meer van het geheele uitwerkfel verzekeren. ‚ «> Van deze zijne vêrrigtingen, te geliijk- metde verbeteringen, waartoe deze hem aanleiding gegeven hebben „heeft. hij in eene Tweede Verhan* deling der Klasfe kennis gegeven onder den titel: Aanmerkingen oven het nemen van proeven met modellen van werktuigen in het algemeen en verflag van de: zoodanigen; als in het bijzonder genomen zijn met een model van den toeftel;- door: hetwelk de fchutfluizen de belangrijke eigenfchap kunnen verkrijgen, dat bij de doorfchutting het fchutwas ter. voor een groot tete wen me den rn boezem terug gevoerd wordt. „Wij kunnen niet wel inde bijzonderheden dezer Verhandeling tre den, maar moeten ons’ vergeboegen met het berigt, dat de berekenin» gen én gevolgen,’ door den, Heer. GOUDRIAAN: daaruit afgeleid „ allezins - ‘ve zijn ,-en dat deze’ proefnemingen ons Jeeren, dat; met behulp van E 3 dien | Ce) Hed dien toeftél, ómtreft dé helft van hiet fchutwater wederóm óp: den bo- ven- boezem zal worden terug gebragt , en dat alzoo de’ verwachting van het nut dezer uitvinding, gelijk hetzelve in de Berfte Verhandeling al» teen op theotetifche gronden is opgegeven ; TR? ee dermee moet befchouwd. worden. k “Ook voegt zich de Eerfte Klasfe plátis bi dé inkten welke de Schrijver heeft woörgedragen, om, bij de uitvoering van dit“onte werp in ket groot; de-meest tmoieijke uitwerking te verkrijgen. - De Heer GouDRIAAN- heeft dan’ zijne zich. voorgeftelde. taak , op eêne allezins voldoende wijze; volbragt en daarmede reen ‘nieuw’ bewijs gegeven van zijnen fchranderen geest „, wäardoor hij zich van de bekende werktuigkundige “beginfèlen tot zijn oogmerk weet te bedienen. Zijne Verhandeling kan bovendien tot eene proeve en tot-een voorbeeld, vers frekken van de wijze, waarop mén in het algemeen de uitwerkfelen van eenig werktuig, uit proefnemingen met eer’ model in het klein; behoort te berekenen; en matt ue begr van dien kant pe hare nuttigheid. ‘ “Het befluit, om dit ftuk onder de werken van de Eerfte Klasfe des Inftituuts op te nemen , zal daarom gereedelijk door een ieder worden toegejuicht. Ons tegenwoordig Medelid, de Heer BANGMA, welke-zijne achting voór het Inftituut reeds kort na deszelfs aanwezen aan den dag heeft gêlegd, met aan de Eerfte Klasfe eene doorwrochte Verkandeling aân të bieden over het vinden der breedte door buitenmiddags waarnemin» gen, bewees andermaal in het voorjaar van 1813 eene dergelijke ‘hulde aan de Klasfe, door aân dezêlve die “fraaïje ‘Verhandeling over „den Brandfpiegel aan te bieden, waarvan ik nu verflag zal doen, « Ik zal mij echter ‘in dit verflag bij het’algemèene moeten’ houden , omdat-de Verhandeling geheel gevestigd is op mathematifché formules, uit de vere - C 39 ) verhevene “wiskunde ondeend en deze de kern en kracht derzelve uite maken. „Om echter den inhoud van dit ftuk, eenigzins te.leeren msn zak ik doen opmerken, dat alles uit twee eenvoudige grondbeginfels , het een. phiyfisch, het ander: mathematisch ;-wordt afgeleid. „Het phylsch grondbeginfel is „dar licht en warmte evenredig zij aan de digtheid -der ftralen , en derhalve, dat de warmte op ongelijke afftanden in eene omgekeerde. verdubbelde reden is dier afftanden of der oppervlakten ‚ welke de ftralen beflaan. ‚Het mathematisch grondbeginfel is, dat ieder flip van den brandfpies gel de top uitmaakt van een kegel ftralen „welke de oppervlakte der zon «tot bafis ‘heeft, en waarvan gevolgelijk de tophoek zoo vele minu» ten en fekonden bevat, als de fchijnbare middellijn der zon bedraagt ; — dat. verder alle die kegels, volgens de bekende. wetten worden terug gekaatst ; dat deze terug gekaatste kegels elkanderen doorboren; en bij gevolg ‚ dat. een. deel der ruimte, waarin zij zich bevinden, aan velen gemeen isz dat derhalve dat gedeelte, hetwelk men de brandruimte zou kunnen noemen, die plaats zijn moet, waar de grootfte hitte of branding gefchiedt; en dat eindelijk, indien deze ruimte, door de af. metingen des fpiegels tot een enkel ftip kan gebragt worden, dat flip, hetwelk alleen „het groghat: aantal mone ones; het brandpunt des teisgek zijn zal. < « „Uit. die gean sole Fi leidt de Heer nafs oma eene _algebraïfche gequatie af, welke de omftandigheden. en rigting der terug gekaatste firalen van elken ‘kegel bepaalt, Hij doet opmerken, hoe die ftralen door hunne onderlinge fnijding die kromme lijnen voortbrengen , welke AscHIaNmÁus.,- de eerfte die, ze in 1682 -gadefloeg, caufliques par vréflewion of brandlijnen. genoemd heeft, welke naderhand het onderwerp 4 der diepfte én verhevenfte: befpiegelingen van LEISNITS» van D Jak BER- mouLLI en anderen. zijn, geworden. ; vit | C 40 ) ‘Uit deze befchouwing dier brandlijnen leidt dé Schrijver doof ketúrige formules af: 1°, hoe dè beide takken van iedere brandlijn zich verees nigen en een keerpunt maken> op het midden vari deni" radias des fpie- gels; 2°. hoe alle de keerpunten vanvalle ‘die’brandlijnen “gelegen ‘zijn in een cirkelboog; die uit het middenpunt des’ kloots met deszelfs « hals ven radius getrokken’ wordt; 39%. welke ‘op den as des'fpiegels de af« ftand is van ‘zeker flip „hetwelk naderhand’ blijkt ‘het ware brandpunt: des -fpiegels’ te zijn; “afftand, welke van den “fpiegel af te rekenen; kleiner is, dan de helft van den radius „en «dies afneemt „’ naar mate «de fehijnbare middellijn: der -zon * grootèr ‘wordt 4° dâartia befchouwt ‘de Heer BANGMA’ de brandruimte: zelve-sen”-hare «limiteng:* hij bepaalt ide opening , welke de. fpiegel hebben“ moet, om ‘aan. het ‘brandpunt «de grootfte hoeveelheid ftralen mede te deelen ‘en’ gevolgelijk dáár ‘de groots fte digtheid en -de” grootfte ‘hitte ste doen. geboren „worden. Hij bere. kent “insgelijks uit” dezelfde grondbeginfels ‚> welken sgráad “van: digthéid de “ftraten - in “dat flip»; hetwelke voorheen voor !brandpunt gehouden ‘wierd „ bezitten, Es, sc de abai zet eeu teken agkne ‘grootfte SEP UAN, oP zeew daarm mijn asnelg aib „nemen maune S „Bij die-gelegenheid’ toont hij, waaruit de: dwaling dee welké het brandpunt op de helft des radius ftelde; hij berekent ten overvloes de, - hoe “groot-“de -digtheide der Atralen’ incdat gewaande ‘brandpûnt:iss, en vindt dezelve flechts „3 of iets minder, dan de 8 te. zijnsvan hetgeen in ‘het “ware ‘brandpunt vplaats-sheefts > Welke: befeoutvings her als“ van zelve brengt-tot ‘het oplosfen der vwraäg, waarom de hitte ; die’ in het brandpunt «zoo verbazend est ds, opsveenen zeer : geringen afftand dann zoo weinig “beduidt. ee vor «… : | úfisbero auaad 1eoh „De » Heer -BANGMA'stoont: aan ‚ “hoe en vin! welkestredevderhitte vaf. meemt in de verfchillende :ftippen--van ‘den-as ‚ven komt’ door-fchoone ‘formules. tot” dezen -algemeenen regel: dat» de -digtheid „der ftralen- op ” elk: punt van den as, hetzij dit punt-tusfchen {het prat ge den id » fpie- Car) »Ípiegel, of wel aan den anderen kant van het brandpunt gelegen is „ „gevonden wordt, als men, het vierkant van den radius deelt door „het, vierkant op den dubbelden afltand van dit punt tot het middels » punt van den radius, mits deze afltand niet-kleineft zij, dan een „ tiende deel des radius,” Welke regel door den Achejven in tafel gebragt is, Dit afgehandeld hebbende, gaat ons verdienftelijk Medelid verder; hij berekent eene tafel van digtheden, die men verkrijgt door fpiegels van verfchillendé openingen, met oogmerk, om daardoor de kracht van „verfchillende fpiegels te beoordeelen. Uit. zijne theorie volgt, dat, welke de opening des fpiegels zij, al tijd de grootfte digtheid in het ware brandpunt plaats heeft; vervols gens, en dit zal wonderfpreukig voorkomen, dat er in de brandruimte een zeker vlak is, waarvan de afftand en de diameter bepaald worden; waarop de digtheden in het midden en op de uiteinden bijna dezelfde zijn. «Waarom de, Schrijver van gevoelen is, dat de grootfte branding in dat vlak van eenparige digtheid zal plaats hebben, hoewel de digte heid. daar iets geringer is,dan in het brandpunt zelve. Daar nu dat vlak wat verder van de oppervlakte des fpiegels afligt, dan de tippen ; tusfchen welke alle de terug gekaatste ftralen de geringfte ruimte bes flaan „ volgt, dat men de grootfte werking des fpiegels moet gewaar „worden, zoodra het beeld van de zon door het uit elkander loopen der ftralen. begonnen is groot te worden. ' Na de klootfche. fpiegels onderzocht en eene geheel nieuwe theorie van dezelve voortgebragt te hebben, behandelt de Schrijver de parabo- Jifche brandfpiegels, welke als brandfpiegels volmaakter gehouden wore den, dan de klootfche. Hij bewerkt deze ftof op dezelfde wijze , als de voorgaande en volgens dezelfde grondbeginfels. Hier is bijna alles nieuw, Gij bemerkt, Geachte Medeleden , uit dit, hoewel onvolledig verflag ‚ F ge. C 42 genoegzaam, dat deze Verhandeling eene geheel nieuwe en vèrhevene- theorie bevat, en overbelangrijk ís, om in de werken des Inftituuts te worden opgenomen; tot wélk “befluit de Klasfe din ook op de verëen rendfte gains is gekomen, Ei Vi ze lin dee Rijnlandfche Roede, welke zich op het Obfervatorium der Leiijdfche Akademie bevindt, wierd in ‘het jaar 1807, door eene daartoe benoemde Kommisfie, waarvan wijlen de Heer Arneamr' Lid was „plegtig in mêtre= maat bepaald: en door den Koning van Holland als maatftaf aangenomen. Hoewel nu hiéruit volgt, dat het twaalfde gedeelte daarvan voor den Rijnlandfchen voet moet-gehouden worden , rees. bij. den Heer vAN SWINDEN eenige twijfel, of wel dat twaalfde gedeelte volkomen overeenkomt met de lengte van dien voet, welken de Heer LuLors uit zijne proeven over de lengte van den enkelen {line ger, als zijnde den waren; Rijnlandfchen voet, afgeleid hadt. Hij gaf daarover eene kleine Verhandeling in het’licht ,“en nam alle gelegenhe- den waar, die zich-opdeden, om de zaak te beflisfen, Zoodanigen meende ‚hij. gevonden ‘te hebben, toen hij met’den ‘Heer-EKAMA twee maatftaven op het gemelde Obfervatorium ontdekte, die hem voorkwa- men door LuLorFs in, zijne proeven gebruikt geweest te zijn, en uit wier. onderzoek hij ‘zich voorftelde , dat ‘de’ zaak beflist. zou kunnen worden. … Ons „Geacht, Medelid vertoonde die twee ftaven in eene der Vergaderingen van de Klasfe, ontwikkelde zijne bedoelingen, en deed een fchriftelijk woorftel; dat het der ree gren art mogt, eene Kom- misfie te benoemen: „22. om te beoordeelen, vof de gemelde ftaven die ipserhd welke Lurors widchecken en gebruikt heeft; ee? omde lengte derzelve ftaven , met de meest mogelijke naauw- keurigheid en plegtigbeid, op den Comparateur van den Heer AENEAE te willen mêten, ten einde alzoo derzelver lengte in mêtre - maat uit te C 48 ) te “drûkken en om van ‘hare: bevindingen aan de Klasfe fapport té doen. «De Heeren FLORYN 3 KRAYENHOFF CN BANGMA, welke zich met de» ze Kommisfie belast hadden, -verflag doende van hunne bevindingen ; meenden te mogen verklafen: 1°%-dat er geen redelijke twijfel beftaaf kan, of dezé zijn dezelfde ftaven, welke de Heer Lurors befchreven en- gebruikt heeft; en wat 2°, derzelver lengte betreft, dat bij dè naauwkeurigfte meting hen is gebleken, dat de lengte van de grootfte ftaaf is 1072 millimêtres en %%$5 read en van de err milli- mêtres-en $83y deelen. — Kommisfarisfen wijders in- overweging hebbende gegeven, dat aan den Heer vAN SWINDEN een autentiek extract van hun rapport zou worden uitgereikt , ten einde zijn Hooggeleerde daarvan, ten allen tìje de, zoodanig een gebruik zou kunnen maken, als kij zal vermeenen te behooren , is dien dorsen si der In het Verlag des wore jaars het odhdei der Klasfe opgevende sover het. Preeis hifforique des obfervations géodéfigues et _astronomiques faites ven- Hollande pour fervir de bafë à la topographie de cet état, actuellement téuni-à-lasFrance, par. Mr, KRAYENnorr, berigtte ik tegelijk, datde Klasfe in haar, befluit,, om,.dit fraaie werk met alle daartoe. behoorende ‚tafelen en bijgevoegde kaart tedoen drukken, was voorgekomen door eene Minifteriëele autorifatie „ verleend op het depôte generaal van oorlog, om dit Précis. onverwijld ter perle te leggen, en den Schrijver de befchikking te laten over het-aanmerkelijk getal van driehonderd exemplaren; dat. de Heer kRAYENHOFF, dank zeggende voor de verëerende wijze, waarop zijne Verhandeling bijhet Hollandfche Inftituut-was opgenomen, aan elk der Leden van hetzelve, beleefdelijk een exemplaar aanbood „ zoodra het werk zoude zijn afgedrukt. „De gewenschte verandering van zaken, in ons Vaderland voorgeval= Fig len , C 44 ) len, deed het, zoó niet zeker, ten minften zeer waarfchijnlijk wor= den, dat die Minifteriëele autorifatie haar beflag nimmer zou krijgen, Hierom ftelde de Sekretaris voor, het befluit onzer Klasù als nog ten uitvoer te brengen, en zoo fpoedig mogelijk dit allerbelangrijkst ftuk in het licht te geven, al ware zulks met eenige geldelijke opofferingen. Waarop is goedgevonden: 1°. het voorftel van den Sekretaris aan te nemen en mitsdien den Heer KRAYENHOFF te verzoeken , de inleiding zijner Verhandeling zoodanige kleine veranderingen te doen ondergaan, als hij zal noodig oordeelen , om het als een volftrekt Hollandsch voort- brengfel te laten verfchijnen, en hiermede allen fpoed te maken; a°. den Sekretaris te autoriferen , tot den druk van dezelve de noo-' dige fchikkingen te treffen met eenen boekverkooper, al ware zulks met eenige opoffering van geld. Ik kan hier bijvoegen, dat deze autorifatie niet te vergeefsch vers leend is, en wij binnen kort in het bezit zullen geraken van een werk, waarop ons Vaderland roem mag dragen. Dat bij ons allen een gelijke wensch beftaan moet naar het in het licht verfchijnen der overige Verhandelingen, die met de goedkeuring der Klasfe bekrachtigd wierden, laat zich genoegzaam afleiden uit der- zelver belangrijken inhoud, welken ik U in eene flaauwe fchets heb trachten voor te dragen. De Eerfte Klasfe was op deze uitgave reeds lang bedacht, doch eenige. noodwendig vooraf te bepalen fchikkingen waren hinderlijk aan hare begeerte, totdat het gunftig befluit , hete geen de verdienftelijke Voorzitter dezer Algemeene Vergadering ons heeft medegedeeld, op eens een einde maakte aan alle zwarigheden , en-ons het gebruik der Gouvernements -Irukkerij ter vrije befchikking ftelde. Gelijk de dankbaarheid: van het geheel Inftituut daardoor wordt opgewekt; zoo gevoelt zich de Eerfte Klasfe bovenal verbonden aan den C 45 sden Algemeenen -Sekretaris van Staat voor deze gunftige beftemming harer werken. ‘Terwijl deze Verhandelingen voor den druk worden gereed gehoue den, wacht de Klasfe het : oordeel van Gekoummitteerden in op de vole gende : y , 4% | 3°. or Ge, 6°, FLORYN , Aanmerkingen over de beweging van vallende en langs hellende vlakken afloopende ligchamen, voor zoo verre zij door den tegenftand der lucht en andere beletfelen vertraagd worden. VAN BARNEVELD } Waarnemingen betrekkelijk de geneeskundige Electriciteit, VAN SWINDEN, over anagrammifche getallen. DRIESSEN , Natuur- en Scheikundige bedenkingen, FLORYN, over de uitzetting van het ijzer door de warmte. DRIESSEN, Wenken over Natuur- en Scheikundige onderwerpen. 2% Cs BRUNINGS; JUNIOR , Vertoog nopens een nieuwen ftelregel , ter vergelijkende beoordeeling van „werktuigen , bij welke dezelfde v.‚- beweegkracht op verfchillende wijzen gebruikt wordt. 89, = ge. 10°, 5 ARIEN ROELOFS, 52 C‚ L‚ BRUNINGS, Aanteekeningen. en waarnemingen ten aanzien van de iijsftopping, welke-men onderfteld heeft plaats te hebben in het Steurgat, in TLyouwmaand des jaars 1813. Berigt aangaande de wijzigingen , welke de ftand- hoogte der, Nederwaal , mitsgaders van de Nedermaas, ondergaan heeft in derzelver benedenmonden, ten gevolge van de ftoppin- ge, welke in gemelde benedenmonden, door het van boven af. komend ijs, ontftaan is, / EKAMA, Verhandeling over de parabolifche fpiegels, en astrono- mifche waarnemingen.,”zoo van hem zelven als van den ‘Heer Bm ooai 11°. VAN RN C 46 D Ei® VAN BYSTEn MEÏNWARDTY' Verhandeling: óvèr dé” Camadaiche “bf Virginifche Popel, in ad “339,7 BKAMA; Drietal belangrijke woorftellen in de Gebiet” be. lov oh wattende’ "1°2! oplosfing’ van’ het voorftel „ om’'uit! drie vachtereeïte volgende hoogten van eene en dezelfde fter, benevens dei” vet-_ foopen tusfchentijd, te bepalen de hoogte van de Pool of de Bacon de plaats dês’ waarnemersg ooo vrnoar 24 / het” vinden «van -de poolstoogte en den tijd” uit de waar. d venige ‘van -twee bekende“ fterren deflange Ce 40 39, oplosfing- van een nieuw vre, aide de beteking Kie voorbeelden , om door waarneming van tweê fterten in een en dezelfde vermaal,’ den’ middelbâren of: ook warén tijd “te vinden. 13% C. Le ‘BRUNINGS, ‘Verhandeling’ -bevatténde “ onderfcheidene Ade omtrent pd Boten waterleidingen, getoetst. aan de ondervinding. - tuil 19vO 9d „Midesina °Ò “14°. VAN GEÜNS, iéts’ over: beodred van arterie Rscitlonifen Ì laúgs den menfchelijken pisweg ‘door: de krachten äer natuur. 15°, VROLIK; ‘Óntleedkundige “ befchrijvig van: de” zonderlinge” misvore ming eener vrucht ,”ter Einde - acht: maanden” dragts. woloraijne — gêliijk met een welgevormd kind,» „snioco « 16°, Kops, over ‘den invloed van” shet wisi: op”: „den ac” ‘der ge. Hed r4stertf « DeBgnge ID haspreb Ijs mnri Aene msemane g 77e, VÄN MARUM 3 over den u diddl ‘ooffprong: der aderen, ‘189. BRUCMANS, ÖvEr het lichten der zee op de Nederlandfchë kusten, 16°. “KRATENHoOFF, Over’ het watereafvoerend vermogen of “de capa« citeit van het Pannerdeníche Kanaal bi alle waterltaniden,* Hlod 3vo “gattobdsrts ,AMAHX or Van kr hikidads: des Inftieauts sheet: „der Eerfte Klasferdit jaar niets ontvangen. Zij ziet het advies van hare Gekommittëerden te ge- moet op ‘de reeds vroeger ingezordehe ftukken : - z°. Van C 4z ) ! ze, Van de Heer HUICHELBOS “VAN LIENDER ‚over het voordeel , dat er in het aanleggen van ijzeren rigchelwegen, in rai van het graven van ‘kanalen, soúde gelegen zijn. 2° WOLTMAN, Nouvelles remarques fur “lê cours „oaturel des rie gières et fur la manière den regler les courbes convenables , tant & Pegard de Pétat permanent de leurs lits, que pour le bien de la nas wigation fuviale. 3% WTTEWAAL 5’ over de aangelegenheid, dat op wiskundige gron= den onderzochten “bepaald worde welkervan:de rr stg foorten van n bloegtn, id Ki aard verdiène. Kd cIEengv bile dee A fe ) ' eh Toen op ‘den eoften Kugubie gs: jaars str de Eerfte Klasfe hare goedkeuring “fchonk aan het model van zekeren vervoérbaren telegraaf, door den Heer u. w.”kooL ‘haar ster--beoordeeling ‘aargeboden , uitte zij niet te min den wensch, dat er, alvorens een volledig en. definitief oordeel te vellen over de hoegrootheid der krachten, die noodig zullen zijn, om zoodanig een “werktuig in het groot jeep tien el op te rig« ten, eenige proeven genomen wierden. Ons Medelid de Conftructeur- generaal GLAVIMANS wierd verzocht, eene daartoe ftrekkende Misfive aan den Heer Prefekt der Marine ter hand te ftellen, en denzelven de noodige inlichtingen over den aard van het werktuig en de bedoeling der Klasfe mede te deelen, ten einde het nemen dezer proeven te bevorderen. ‚Dan daarer na het verloopen van een vol jaar , deswegens niets had’ kunnen verwofven worden ; heeft de Heer KOOL zich op nieuw aan de Klasfe vervoegd, te kens nen gevende , dat hij in de gelegenheid zijnde , om die proeven op eene partikuliere werf te nemen, daartoe gaarne zoude overgaan, indien de Klasfe hem eenigzins in dé kosten wilde te gemoet komen, De Klasfe daarop gunftig beflúitende ‘en eene {omme van uiterlijk zestig ‘guldens daartoe ‘bepalende; heeft deze proef in ‘het groot plaats ge. C 48 ) géhad op den rrden OE des voorleden jaars fin het bijzijn van de Heeren vAN SWINDEN , FLORYN , _ GLAVIMANS €n KRAYENHOFF, Deze Gekommitteerden in aanmerking genomen hebbende, dat. deze proef onder veel mindér gunftige, omftandigheden-wierd genomen, dan’ bij een volledig daartoe vervaardigden toeftel. zou gefchied zijn, bragten, na alle deze omftandigheden- der Klasfe fchriftelijk te hebben meds ges deeld, het volgend advies uits, Dat de goedkeuring, in het befluit van de Klasfe op den 2often AnÉ gustus 1812 vervat, te „weten: ‚,dat-dit werktuig :de goedkeuring der „ Klasfe waardig is voor zoo verre de-inrigting.„de. toerusting en alle „de hulpmiddelen, door den uitvinder aangewend, betreft,” na deze proeven volledig en definitief zou- behooren te worden bevestigd. De Klasfe-zich-hiermede vereenigd hebbende, is den Heer koor een affchrift van diet befluit ter hand gefteld, en‚de gemaks kosten, ten ber ad van ‘zestig, gulden „te. goed gedaan, Onder de hiken; die door partikulieren, geene gen of Korrespone denten des Inftituuts zijnde, der Eerfte Klasfe wierden aangeboden, moet ik met bijzonderen lof melding maken van eene Verhandeling van den Heer JACOB DE- GELDER» betiteld: Proeve over den waren aard van den pofitiven en negativen toefband der grootheden în de Stelkunde en in de toepasfing van dezelven op de Meetkunde: _ 5 Door eene fchets van deze Verhandeling te geven, vrees ik, Geachte : Medeleden, dat uwe aandacht, die welligt reeds te lang. is gaande ge- houden, al te zeer vermoeid zou worden Ik zal rekenen voldaan te hebben, door U te verzekeren, dat de onderhoudende en voortreffe- lijke wijze, waarop de Schrijver deze zijne taak behandeld heeft, een nieuw bewijs oplevert van zijne uitftekende talenten, reeds, door des= zelfs menigvuldige wiskundige gefchriften , achtervolgens aan het pu- bliek. bekend geworden, Doch ondanks de overtuiging hiervan, is het / der C 49 ) „der Klasfe voorgekomen, dat de aard van dit werk , deszelfs uitgebreid- heid. en vooral het grootvaantal der daartoe betrekkelijke en onmisbare - figuren, niet gefchikt zijn, om hetzelve onder-de werken van het In- flituut te- kunnen bevatten. Zij was alzoo. genoodzaakt, het haar toegezonden handfchrift aan den Heer pr GELDER terug te geven, te gelijk met een affchrift van het daarop uitgebragt rapport, ten einde daarvan naar zijn welgevallen. gebruik te maken. E Zij bedankte te geliijk den Schrijver voor het aanbod van zijn werk aan de Klasfe en noodigde hem dringend, om aan zijne belofte te vol- doen wegens de inzending van het vervolg op dezen arbeid. Zij fpoor- de hem overigens ten fterkfte aan tot het doen drukken en uitgeven van deze zijne uitmuntende Verhandeling, waarvan men zich het groot- fte nut voorftelt, vooral, wanneer die in eene meer algemeene taal zou kunnen te voorfchijn treden. Ik moet na dit alles nog ter kennis brengen van deze aanzienlijke Vergadering , dat buiten den letterkundigen arbeid, die haar ter beoor« deeling wierd. aangeboden, aan de Eerfte Klasfe, nog eenige gefchen- ‘ken, tot vermeerdering der boekerij, zijn geworden , als: 1°. Magazijn, toegewijd aan den geheelen omvang van de genees- kunde, „uitgegeven onder den titel van mippocrATES, door de Rottere damfche Geneesheeren SANDER , WALOP ; Een WACHTER. _ 2°, HENRICI ADOLFI SCHRADER , Commentatio de Halophytis Pal. lafij, refpectu inprimis ad Salfolam et Svaedam habito, 39. He- A, SCHRADER, genera nonnulla plantarum emendata et ob= fervationibus. illuftrata, 4? Ge VROLIK , Elenchus planters Horti Medici Amftelodamenfis, anni zijds G, rnrert: 5%. Ges £ 5o ) 53° Gedenkfchriften betrekkelijk tot het Kweekfchool voor de Zee vaart ‚ te Amfterdam 1791. 8 69. Verflag der werrigtingen van Kommisfarisfen gedurende het jaar 18ro in Louw- en Sprokkelmaand 1811, met alle de ftukken tot de _ vernietiging van ‘het Kweekfchoot betrekkelijk. — ik -7°. … Aanfpraak , gehouden in ‘het Kweekfchool voor de Zeevaart té Amfterdam, op den o8ften Februari ter gelegenhêid van het weder oprigten van ‘hetzelve gefticht ; door J. H. VAN SWINDEN: "_8°, VOSMAER €N OSKAMP5 Verhandelingen over den Orang: Outang ; aan de Klasfe gefchonken door den Heer Bonn, bij gelegenheid An voordragt over dit dier in eene Vergadering dezer Klasfe, í … Buiten dit alles heeft de Eerfte Klasfe van het Taituut voortdurend blijven genieten de ongeveinsde achting en welwillendheid’in de onders fcheidene betrekkingen , waarin zij tot geleerde Genootfchappen , ligcha- men van Staat of bijzondere Staatsperfonen geplaatst was{ De úitnoo- digingen tot openbare plegtigheden; de vleijend{te dankbetuigingen voor de rapporten en advifen aan ’s Lands Beftuur ngetgnevde kel hiers van ten bewijzê. art vate seal Doch wel bijzonder verdient hier genoemd te worden het blijk van hooge belangftelling , hetwelk zij bij onzen Geëerbiedigden Souveréin heeft mogen ‘ondervinden in het bijwonen van eene harer Zittingen. Het behaagde, ‘hamelijk , Zijner Koninklijke Hoogheid, bij Hoogstdes« zelfs tweede bezoek der Hoofdftad ,‘ te bepalen, dat eene gecombineer= de Vergadering der vier Klasfen van het Inftituut, op Donderdag den. z1ften Maart, des ochtends te elf ure, met Hoogstdeszelfs tegen- woordigheid zoude verëerd worden, Wat tot dit verëerend befluit aan-- leiding heeft gegeven en hoe dan hetzelve op de plegtftatig{te ‘wijze is beantwoord, wierd in het Verflag van den Voorzitter der Algemeene Vergadering U reeds voorgehouden. al Ik Car) LAME „Ak zal hier alleen bijvoegen „ dat de Vóorzitter der Eerfté -Klasfe bij deze: gelegenheid den. Vorst stes/kennen gaf „dat: zijgemeend had ‚de plegtigheid van. dezen “dag vop-»geene: gefchiktere:-wijze te kunnen: vic. ren, dan door Hoogstdenzelven een beknopt verflag „voor ste: dragen van. het mierkwaardigfte „dat inden’ loop: harer” werkzaamheden was voorgevallen ; dat de Souvereine Vorst hiertoe Hoogstdeszelfs goedkeu» ring verleend ‘hebbende; de ‘Sekrertaris-dit. Vetllag voórlas , en hevens hetzelve eene lijst aanbood: der Verhandelingen”, “ingeleverd of voorgeles zen bij ide: Rerfte Ktasfe van) shevrdnfoituutes Welk veencen ‘ânder door Zijne Koninklijke dte met pp srad van ggn Wierd opgehormen-en ontvängen;;/ + Steirm dps Jif: RAU Kilik HALT RD LEATIOVE BALUTTS IVN Î Ik mag eindelijk niet verzwijgen het fraai gefchenk , hetwelk de Eere fte Klasfe verfchüldigd is dân den Heer Kommisfaris- Generaal in het departement der Zuiderzee ; den BARON vAn” DER CAPELLEN, te wWe= ten , gedurênde de Panfhe- adminiftratie hier te Lande, waren van Parijs aan den-gewêzen' Prefekt“ vari®'dit “Departement gezondeng- om daarvan gebruik te maken, ‚de modellen van het algemeen ftelfel der maten en ‘ge igten, Zoddariïg als die door het Fransch Gouvernement zijn erkend geworden; „Deze fraai bewerkte en fchoone modellen als nu zonder beftemming zijnde, behaagde het welgemelden Kommisfariss Generaal, vóór hij dezen zijnen post verliet, om hem tegen eene an- dere hoogere bediening te verwisfelen, dezelve der Eerfte Klasfe aan te bieden en er zijne welwillende betuiging bij te voegen, van in alle: gevallen, waar de Klasfe zijne tusfchenkomst zou vermeenen te mocten inroepen, haar bewijs te geven van zijne bijzondere dienstvaardigheid, De Klasfe dit nieuw blijk van belangftelling met het uiterfte genoe- gen mogende opmerken in eenen Staatsman, die in deszelfs vroegere betrekkingen als Minister van Binnenlandfche Zaken geheel het Infti tuut zoo vele dienften bewees, heeft den Sekretaris etende aange. Ge zien C se ) gien de afwezigheid van welgemelden Kommisfarìs= Generaal, die eene perfoonlijke opwachting niet „wel “mogelijk “maakte, aan Denzelven bij Misfive den dank der-Klasfe over-te brengen én ‘hare en voorts durend aan te bevelen, ' Meer belangrijke zaken zijn. bij onze Klasfe niet voorgekomen, of dézelve zijn gemeen aan ons allen, en U , Geachte Medeleden , ‘reeds bekend uit het Verflag des Algemeenen Voorzitters van hetgeen in den loop des jaars is voorgevallen, Ik ‘houde dan- mijne taak voor ‘afge= werkt. Schoon niet zoo voltooid en befchaafd , als de rijkheid en het belang der zaken wel zouden vereischt hebben, hoop ik echter „dat mijn Verflag niet zal misfen in deszelfs ware doel, en als zoodanig» met uwe goedkeuring worden bekrachtigd. Aldus gerapporteerd in de Algemeene Vergadering van het Hollandfche Inftituut van Wetenfchap« pen, Letterkunde, en“Schoone Kunften, den agten Augustus. des jaars 1814. aid G. VROLIK, Sekretaris. VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN EERSTE KLASSE HET KONINKLIJKENEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, - EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT IN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1815. wanrvarsevrzawe wavranmrrrvvrvanravemwanwvwrmwvamw Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS, A EE Et TD Ee ED (mn ZEER AANZIENLIJKE VERGADERING! „ ZEER GEACHTE MEDELEDEN! > Te Zoo immer eene reeks van woelingen en fteeds afwisfelende ftaatsgebeurtenisfen beftemd was, om den geest des vreedzamen , tillen burgers te ftoren, ja zelfs tot de afgezonderde werkplaatfen van kunstenaars en geleerden door te dringen, zal men niet lang in twijfel flaân, of die van het nu afgeloopen jaar daartoe te brengen zij. „De nood was algemeen, hoe zou de pligt tot redding uitluitend hebben hunnen wezen! Doch deze zelfde verpligting en daaruit voortvloeijende onafgebrokene bemoeijingen konden niet wel anders, dan madeeligen invloed hebben op hêtgeen mén van de Leéden des Inftituuts in deze hunne betrekkin- gen atderzitis te wachten hadde. Dat zij echter aan de werkzdamheden der Eerfte Klasfe verre weg minder. nadeel heeft toegebragt , dan men zelfs uit de ftaatsbetrekkingen en daaraan verknochte bezighèden van velen harer Leden zou hebben mogen afleiden, zal het Vereg » dat ik de eerheb U voor te leggen, genoegzaam bewijzen. \ Het is U,-geachte Medeledén ! overbekend , dat de werkzaamheden der Eerfte Klasfe grootendeels gewijzigd worden door lastgevingen van ‘het Gouvernement ; het. zij door onmiddellijke aanvrage van den Vorst, het zij- door deszelfs Ministers , op onderwerpen van algemeen belang, - of ter inlieliting van bijzondere punten , _ wadrop. bij verzoekfchriften’ de befeherming of onderfteuning des Motigrelis wordt ingeroepen. Met-deze flukken zijn wij dit jaar in ruime mate vereerd. Eene korte opgave wan de wijze, waatop'aan deze: vleiende witnoodigingen is vole daan geworden, zal U tevens derzelwer waarde doen kennêti.…! …— A2 ; Een 4) Een Utrechtsch Timmerman, met name jacoB FLUIT , had -zich bij rekeste vers voegd tot Zijne Koninklijke Hoogheid, Souverein der Nederlanden, ten einde door eene fubfidie te worden in ftaat gefteld, om zeker door hem uitgevonden werktuig, gefehikt voor molens en andere werken, te vervaardigen, Zijne Ex- cellentie , den Secretaris van Staat voor de Binnenland{che Zaken, dit ftuk in handen gefteld hebbende der Eerfte Klasfe, en door deze op hare Leden, de Heeren c. BRUNINGS JR. En, GOUDRIAAN zijnde overgebragt „ met uitnoodiging , om, na gedaan onderzoek, daarop wel te willen ‘dienen van berigt „ confidera= tien en advies, bleek uit de bekomene inlichtingen, dat de uitwerking van den bedoelden toeftel, naar des uïtvinders verwachting, daarin beftaan zoude , dat een hef balk, na door een eerfte impulfie van elders, tot den laagften ftand aan de eene zijde „gebragt te zijn, door. de zwaarte van twee op zekere wijze aan- gevoegde {leenen genoodzaakt wierd naar de andere zijde over te gaan, alwaar hij eenen gelijken fand, moest bereiken 3 5, dat, vervolgens de, imuiddels voorgevale dene verplaatfing dier zelfde fteenen gezegden hefbalk wederom, naar de eerfte zijde terug moest, brengen en dat hij in dezer voege zou moeten voortgaan, . zich beurtelings op en neder.te bewegen. Men ziet dus, dat het hier zake ‚was van niets minder, dan van een perpetuum mobile, «Dit zoude op zich zel ‚ve reeds genoeg zijn geweest, om,deze uitvinding te wraken. „De onmogelijkheid toch eener fteeds voortdurende beweging, is van voren blijkbaar . uit twee ome ‚ ftandigheden. » onaffcheidelijk aan alle bewegingen verknocht, te weten: weêre ftand der middenftoffen en, wrijving. Doch het werktuig. van JACOB FLUIT droeg daarbij nog. zoo vele eigene kenmerken van onvermogen , om zich in beweging te houden, dat het om meer dan eene reden fcheen te moeten worden afge- keurd. Daar echter deszelfs uitvinder bi de Klasfe bekend ftond als een man van: diepe navorfching „. viel „het befluit, om den ‘Heere Seeretaris van! Staat vóor de Binnenlandfche Zaken te keunen:te geven, dat , hoezeer jacon FLUIT niet ges flaagd was in het, werktuig, zoo „algemeen. nuttig, te „maken, als zijne inzigten fchijnen te hebben aangeduid, hij echter, om deszelfs genie, zoo hierin, als bij eene vroegere uitvinding „aanbeveling. verdient bij het Gouvernement dezer Landen: Het:behaagde Zijner Excellentie, den Secretaris van Staat voor-de- Binnenlands fche Zaken, de Eerfte Klasfe uit te noodigen „ tot het mededelen ‚van hare cone k fn a 8-2 „fideratien en advies, aangaande. eene voordragt van. den Heer Gouverneur van Groningen; ftrekkende’ tot het doen-uitgaan van veen verbod. op. het verkoopen “van ‘zout ‘in „het klein bijsde-maat;; inplaats, van ‘bij: het gewigt 3 als mede , dat van wege het Gouvernement. een::belioorlijk: toezigt “wierd gefteld. op, de zoutke- stens teneinde het Engelfche: klipzout door bereiding. met zeewater-tot zoodanis ge: zwaarte te doen brengen , „dat hetzelve werkelijk en‚ten allen tijde gefchikt worde ;'om-boters vleesch „svet, eùz, voor bederf te bewaren. ls ber Beide „dezes punten ster „verdere. mafporing zijnde overgebragt. op- de Heeren VAN SWINDEN, FLORYN , VROLIK €En REINWARDT » bleek uit „derzelver. verflag „ dat er inderdaad onderfcheiden foorten van zout beftaan, die, zoowel in zamen- ftelling „door: bijmenging + van. vreemder; zelfftandigheden „als ook in zwaarte , aanmerkelijk onderfcheiden zijn, en‚dat-dit verfchil zich niet flechts bepaald tot sde- onderfcheidene- foorten van. ruw, zout ‚ die van velders, aangevoerd en: hier te Juande: geraflineerd „worder „‚ maar, dat, shetzelve ook „door, de, verfchillende wijze „van „raffineeren „kan worden-voortgebragts, Dat: derhalve, de, ongelijke, verkoop sder onderfcheidene- foorten van zout , „namelijk; in. het groot bij het gewigt en in het klein bijde maat, niet alleeneene groote onevenredigheid in de ware hoeveel ‘heid van het zout ten gevolge heeft, maar ook aanleiding kon geven „ dat er in de zoutziederijen bij voorkeur ligt zout vervaardigd worde: welk ligt zout tot fomimig gebruik vooral „tot, „het. igzouten. van boter vleesch, „fpek , enz. minder deugdzaam bevonden is, : Het befluit der Klasfe was” dus fpoedig ill, om , wat het eerfte punt ‘betreft: overeenkomttig het voorftel. van den Heer Gouverneur te advifzeren, Doch het tweede punt, rakende het toezigt van Gouvernementswege op de zoute ziederijen „ ontmoette eenige -zwarigheid, „Na -alles toch „ „wat hierover „ zelfs in ‘de laatíte jaren ;-door-de , beroemdfte‚ fcheikundigen is ondernomen „ heeft het onderzoek omtrent het keukenzout…op verre na nog niet tot dien. graad van vol komenheid kunnen gebragt. worden, als noodig zoude Zijn, om met zekerheid „te bepalen, of, en in, hoeverre het zout, hetwelk tot het bereiden van fpijzen en als tafelzout gebezigd. wordt , behoort te. verfchillen. van dat geen, hetwelk tot’ inzouten- van vleesch, boter fpek, ‘Enz. verftrekken: zal „als mede welke voorlichtingen daaromtrent ten nutte der maatfchappij algemeen bekend zouden moeten gemaakt worden „en ‚welke, eindelijk de bijzonderheden en omf{tandighe= ‘den zijn, waarop men bij het toezigt over de zoutziederijen zou HENS te letten, Hi __ Ag Na C26 7 Na alle deze gronden. rijpelijk ‘te ‘hebben. overwogen ; »was- de Klasfe van. oor- — ‘deel, dat deze zaâk ‘eene meerdere klaarheid: zou vereifchen „vóór men tot het tweede voorftel van den Heer ‘Gouverneur van-Groningen konde toetreden sen advifeerde dien overeenkomftig zijner’ Excelleùtie ‚… den Secretaris’ van Staat voor de Binnenlandfche Zaken. Zij verklaarde zich echter bereid, om tot een naauw- keurig onderzoek dezer gewigtige ftoffe , hoezeèr ook, hetdelve ten uiterfte-moei- jelijk zijn en waarfchijnlijk een - geruimen tijd en vele proefnemingen vereifchen - zal „wolijverig mede te werken :. owaubee, zij dan ok heeg eene, zeer vereerende nen zac GHAWALIM HO HLIOHN ve BERG AT ie MAARN ER VAA WS e A10 JOOR MEL ITG 1 Te Kt3: A Uit eene Misfive van zijne Excellentie, den behin van Brhat voor de Bift- nenlandfche Zaken „gebleken zijnde het verlangen van Zijne Koninklijke Hoog- heid, ‘den Souvereinen-Vorst der Nederlanden’, dat het adwies-der Eerfte Klasfe gevraagd wierde omtrent het “voorftel des’ Heeren: a, vAn eriprraÂN fiscus), ter beproeving vanden’ door heh’ uitgedachten. zeepeiler, ‘zoo wierd. befloten:, tot ‘het onderzoek dezer zaak te etmek de: Ear VAN zaand VAN MA RUM Ên FLORYNe ‚ Commisfarisfen zich hiermede hebbende enig gehouden, deelden als hae overwegingen’ mede® “> (« 3 twodioow „ijd Dat de zeepeiler, door dert Heêr A. vAN STIPRIAAN “LuïsCrus- lijk en befchreven , hun is voorgekomen tot meerdere volmaaktheid,te zijn ‘gebragt; dan eenig täinder ‘tmiaaer” of ‘werktuig, tot nu toe tot peiling van diepe zeeën gebruikt of voorgefteld ; dat dit werktuig deswegens kan dienen ‚om dieptens van zeeën te leeren kennen, die tot nu toe onpeilbaar geweest zijn ; dat ‘hierdoor de kennis van de gefteldheid der oppervlakte van onzen aardbol zeer aanmerkelijk kan wore den uitgebreid dat daarenboven dé kennis’ van de dieptens!vau zeeën die’ tot nu tóe onpeilbaar geweest zijn „niet flechts zal zijn aan’ te merken als eene be- _ langrijke bijdrage tot de geologifehe kennis van den aardbol, “maar dat het ook in fommige gevallen voor de zeevaart. dienftig zal kunnen worden , dat bepaald zij, op welken afftand der kusten de grootere dieptens der zeeën gelegen zijn, opdat ook daaruit, ‘bij mangel van andere ann ehe een verkenningsteeken zou kunnen worden afgeleid. ° LT De Klasfe oordeelde, om gemelde redenen, ‘dat “de kak van den Heer VAN STIPRIAAN Luïscrus wel verdienen zoude ,-om op een war ’s Lands fches id $ 1. pen 8 «AJ pen door’bekwame lieden, die hierover met den uitvinder in briefwisfeling: zou= __den moeten treden; beproefd te worden, en advifeerde dien: overeenkomftig zij- - ner Bscellentie ard Secretaris van Staat voor de im mere Zaken, “Onder de bungee rand padre heeft. in in óns gene ten sider tijde de’ visfcherijen gerekend, Alles „ wat. dezelve kan bevorderên: of befparing; ih hare witgaven te weeg brengen, verdiene aanmoediging, zoo: fléchts deze’ bes’ fparing ‘ niët: van” zulke moeijelijkhedem vergezeld. gaat, die: hare toepasfing on= râadzaar’ maken. De ware huishoudkunde neemt alle: bedenkingen: aan „die zicht tegen: een ‘fchijnbaar' voordeel! laten inbrengen. Mijn: ‘Heer side Secretaris van Staat. “woor de Bintienlänidfehe Zakken , wilde hierom ook geen vast befluit nemen op het rekest van rouis’Rosser jkoöpuan ter Lyon; om een: uitfluitend’ verlof tot het oprigten’ én’ uitoefenen’ binnen: dezen: Staat eerter Pabrijk van wetten tor de Ha ringvisfliertf j ve vervaardigen ‘door nriddelr van” eert door hém, zoo ‘hij zeide „ uitgevonden werktuig ‚waarmede vijftig mazen op eenmâal en tegelijk zouden: gêflägen worderts! zonder voorâf-in “heb algemeen te wordenringelicht:, of: zoöda- nig werktuig, zoo’ veel! hretzèlve werkelijk. van: dien aard: zoude mogen zij „al: nieuw en onbekend moet worden aangemerkt „ett:of daaromtrent als miieuwe uits vinding eenig‘ octrooi: zou-'kuimen: té: pas: komen. { De Berfte-Klasfe daartoe: verzocht! zijnde. bragt haren-lastvover: opde: Heeren. PARTS VAN TROOSTWIK', VAN "EYS en" wopss. Het bleek deze Geconimittêerden „ bij!kunme mavórfekingen , dat’ reedsin.den jare 1809 foortgelijk’ werktuig: te Parys, door zekeren: BARREY”,- was’ vertoond ‘en: te “koop aaängeboden',; en dus. hoe zeer in ‘ons-Vaderland: nieuw, eldérs niet als: zoodanig te befchouwen was … Doch, al ware het te houdem voor- eene” geheel nieuwe uitvinding, kwamen: nogr als zoo vele bedenkingen-tegen hiet: verleenen vâu octrooi-op>hetzelvë „dat ie het’ netten breïjen: voor” de visfcherij: in” het algemeeri „ em-büzonder. voorde hatingvisfcherij, ‘een groot deel van beftaan voor’ geringe lieden en arte” vis=> feliers gelegen” is , welke „terwijl de- vìsfcherij. en ‘haringvaugst {til ftaat „- zich” daarvan” gerieerern , en buiten” dezen tak: vanrbeftaanz zich geen ander zouden: weten aan te’ incanben omdat’ gak vaal” het: beroep” van visfcher zoor naauw: vwein knocht is; 3 “Van welken” vaat ie dêrliatve dé: gewaande oren van: LOUIS“ ROSSET? verdot mogte, van geenen deed zij- zich. gunstig: voor se en: het is- Zoodae’ nig Ce) g,°dät de Berfte Rlasfe zich verbonden hield; den Heer Secretaris van, zerane: vis, de Binst Zaken te advifeerensow > riette dat ‘hét diëper treden “dezer fchtiten 5” die} behalve de géwöne” vragt, ‘hog met eerd froommachite. beladen zijns di fnelheid ; van derzelver beweging, . waaruit Zoo vele aanleiding’ tot ongelukken te vreezen ftaat 5 het hier ‘mede in verband zijnde fterk äffpoelen 'aér ‘kadert 3 3 het onmogelijke , » Oom, wegens “de ‘hoogte en breedte der watertrèdende raderen , ‘door gewone” brigg gen er fluizen heet te komen’, Ks het meerder “kostbare wan de “vräigdöonen ‘zoo vele gronden opleveren om Hét invogren vari deze vaartuigen voor binnenwateren af té taden. “Dat alzoó het verleenén van octrooi niet té pa8 komt, en ook uiet te pas zou komen, al vielén er geene ‘bedenkingen op” het ih tréin brengen van ftoomvaar- tuigen op onze binnenwateren, vermits den Heere _FULTON in Amerika alleen de éen” toekomt vân ‘(Hoontthachine et” raderen” zaan ‘verbondén te tiebben, met óogmerk om vaartuigen tegen” fterk vliëtende” fErootmién. met faellieid op te drijs ven. Doch het is van dien, känt, dat dan oòk! d&zê' uitvinding voor onze riviee / ren C 2 sa ; ren en golvende wateren bijzondere opmerking verdient. i Gecommitteerden waag: den het daarom, hoewel niet opzettelijk hiertoe: geroepen het, uitloven vaneene - premie. voor te ftellen „om dengenen, zonder onderfcheid „wie hij-zijn moge, welke het eerst twee zoodanige ftoomvaartuigen voorhet gebruik van, onze groo= te rivieren zou hebben ingevoerd, en dezelven daarmede bevaren; welke premie verdubbeld en dus nog eenmaal aan dezelfde perfoon uitgereikt-zou worden, ° wanneer het gebleken was, dat deze vaartuigen. met vanchi ‚en Ronndast op deze rivieren zouden kunnen gebruikt „worden. rn « £ Eene dergelijke premie aan den eerften , die het genere van twee rooduain ftoomvaartuigen op onze golvende wateren, als een op de Zuiderzee en een an- der op de Zeeuwfche ftroomen beneden Dordrecht , buiten de waterkeerende k fluizen zal hebben beproefd ; ‘welke premie insgelijks nog eens zal worden afge. geven, zoodra hef gebleken, is, dat vau, deze ftoomvaartuigen met een goed ge- volg op deze wateren kan worden gebruik gemaakt. 4 De Klasfe zich, met dit verlag, in zijn geheelen omvang vereenigd. hebbende, aarzelde niet, hetzelve als zoodanig, onder. ‚het oog te brengen, van Zijne Excele dentie, den Secretaris van, Staat voor de. Binnenlandfche Zaken, en aan deszelfs oordeel te onderwerpen, ò HSM f A het in het algemeen zeer, moefjelijk en niet zelden valftrekt ondondlijke om ftellig te bepalen, welk het beste zij van de onderfcheïden. middelen „ door het menfchelijk vernuft uitgedacht tot bereiking van een en hetzelfde doel, men ont- moet vooral de, grootfte zwarigheden, wanneer het er op aankomt , de verfchil- lende werktuigen, gefchikt tot het opheffen en lozen van water, onderling te ver- gelijken en _derzelver betrekkelijke waarde te bepalen, Zijne Excellentie, de . Secretaris van Staat voor de “Binnenlandfche Zaken „ fchijnt daarom, zijne beflisfing op het rekest van den heer r. EF. ECKHARDT , ter vernieuwing van het oktrooi, aan des rekwestrants broeder, A. Ge ECKHARDT „ verleend, zoo op het hellend fcheprad , als op den diepmolen, niet te hebben willen geven , dan na vooraf beproefd te hebben, in hoeverre de Eerfte Klasfe in dezen ter voorlichting zou- de kunnen dienen, ER: Deze in aanmerking hebbende genomen alles , wat in het voor- en nadeel dier werktuigen zou kunnen worden aangevoerd „beeft zich gaarne vereenigd met het gevo@len van hare Gecommitteerden , de [leeren Cc. BRUNINGS JRey GOUDRIs - AAN» AC ®5 1) RAN’ € FLORYNs) door. beiden „ het-hellend- fcheprad en deni diepmoten, te hou- den. „voor.-zeer „nuttige, „watertuigen: welke, de rsr ere van het. Gouverne- ment, volkomen „waardig-zijns vr 5 0, oe ntt „Eu: aangezien, des rekwestrants, broeder, eas agent der hellende fchepraden _ en diepmolens, en ‚zij.te zamen niet hebben opgehouden aan de eerfte uitvinding fleeds verbeteringen, toe te brengen, den Heere Secretaris van Staat te advifees ren, bij vernieuwing octrooi op beide werktuigen te verleenen en zulks voor ecn „bepaalden, tijd, anet„dien. werftande-, dat zij , die zoodanige. “werktuigen wils den, vervaardigen alvorens: ‚des, rekwestrants toeftemmiug daartoe zouden moeten erlangen „door ‚het, witbeeran;s ‚van. zekere , daar: voor als nu bij het Gouverne- ment te bepnien premie. dineti ereen a breede reste we Onder de etna dtnenons aan sien wiehreiding van binnenlandfche fabrijken inden, weg; ftaan-,, mag»met regt geteld. worden’ de. hooge: belasting op den invoer van vele ftoffen „welke, daartoe volftrekt no noodig zijn. De fabrijkeurs in. fpeelkaarten , te „Amflerdam, meenden zich; ook hierdoor -gedrukt te vinden, en - vervoegden . zich totssontheffing van dien last bij het Gouvernement de- _ zer landen. Hun. rekest eindelijk gekomen zijnde bij - Heeren Burgemeesteren dezer. ftad, „wierd vaan de. Edited Blaker „van hek ennen ae onderzoek op- Oei resort detetstos: r ie iS s dE, be waar, is ar er hier te. lande geen: ged ed witnie kai asitsodveor absah och p ne, 2% Of er bijzondere ben irene waarom men hietdelve in ons Vadeslkad niet zou kunnen maken van dezelfde deugdelijkheid , als het buitenlands gefabrij- ceerd wordt? en of er plaatfelijke omftandigheden zijn, die zulks verhinderen? . Á Dezen last, op vêrzoek der Klasfe, door de Heeren PARTS vAN TROOSTWYK ; KOPS CD BENNET, ‚Zijnde overgenomen, bleek uit, derzelver navorfchingen ; dat cr, eenige ‚jaren geleden „ zoo te Zaandijk „als, op meer andere plaatfen in, Noords Holland, zeer. goed, kaartenpapter „ onder den naam van dubbeld lelij vervaars digd wierd; dat echter zulks , waarfchijnlijk om de grootere kostbaarheid , federt , heeft opgehouden; dat er.alzoo, geene bijzondere. redenen „beftaan „, waarom „men hee hier. te, lande, niet ‚zou, kunnen maken s, dat zelfs in Gelderland, zulks vers moedelijk met vaordepbkanisgelchinden als; ei aldaar de, dagloouen veel minder hoog, kat Alen - ke HAN B dn te Be Doch fi Ges 5 “> Doch terwijl. zulks’thäns geene’ plaats heeft „… ener intusfchen”binneislämds “kaarten «gefabrijeeerd worden meende de Klasfé’ met hare Gecommitteerder’ té moeten inftemmen tot de voordragt,* om de van büîten"ingevöerde fpeelkaâfter en ‘het buiténlands vervaardigd» kaartenblad zoo» veel mêt inkomende regtên‘te bezwaren , dat de alhier gemaakte fpeelkdarten EN we buiterilandfche meer of min ür prijs api geh hae ot At garsgrdteh: ori ged trRsngphin oe ld enk 36 negritssw tiid Go toonss ‘gatrusieee 4025 De: ere Klasfe drei van miekes Burgemeesteren ‘hog’ een * rékest, “werd | wee: de" Weds oee: mers,’ zich “bij Zijne: Koninklijke’ Hoogheid, den ‘Souvé- rein der: Nederlànden „ vervoegd häd 5 ten einde Veehigeonderfleuning te: “bekomen tot het in ftand houden van hare fabrijk van gekleurd |leder. ” “Heeren” Burge. meesteren eenig berigt verzoekende, of er bijzondere redenen beftaan , waarom aân deze ofabrijk door iof, van „wege het Gouvernement onderftand - zou” vêrdienen _ verleend ‘te’ worden ; > hebben ’zichs-de “Heeren: kopsr en wRkOLIR” niet! dé’ ofitwikkee ding ‘dezêr- Zaak “bezig! gehouden, “Waarbij: ras‘kenbáaf “wierd, dat dê Tek wers traúte verkeerdelijk “hadtvopgegevéns dab hare fabrijks"echig was in” liét geheele dand,-aangezien in Amfterdam: en” beyden meer dânveen van denzelfaën aard en dnrigting” “kon worden ' aängewezen, “Het ‘eenig’ beftaaù” “derzelve intusfchen den grond zijnde tot het: werzóeke van vonderfteuning’;! kön de-Klasfe “van “dien' kant geene aanbeveling ontleenen. Zij onthield zich echter van verdere aantierkinge én wilde gaarne aan ânderem wrbeoordeeling ‘overdkten $lin'‘hoe verre) de oiige= lukken, dezer vrouw overgekomen, inzonderheid door de noodlottige omttanë. digheden der tijden, haar bevoegd mee om diesen onderftand ván hiet : Gou bere te minre &d td dap vAa Ketsalt dhr ril ib Nos der ror aâl, DE ‘Bûiten deze ' krens waaraan. de ‘Eerfte Klasfe in den afgeloopen jaar= kring voldaan ‘heeft, vindt zij van” “wege het Gouvernemeùt zich nóg vereerd met de volgende ftukken, brij? haar otd contideraciën en. vies hk pt í ' J ‘Eene misfive van Zijne Excellentie’, den Secrêtaris van grit voor de Mirel: Zaken „'te kennen gevende’, “dat hem het vastttellen van vdrordd- ningen van Politië’, op’ hét fabrijceeren var ‘keukenzout’ vari’ zülk ‘cen’ ‘hoog belaig is rene dat hij niet kan halten, de Eerfte Klasfe ten fterkfte uit té nog TE Se Caz) toodigen ze zieh metshet-onderzoek dezer: zaak, -de: Concert met: haar, verdienfte- lijkesmedelid ; oden. „Heere DRIBSSEN 4 die -federt verfcheiden jaren zich deze. zaak bijzonder heeftter harte “genomen „zeer opzettelijk bezig te houden en. hem vans denvuitflag te berigtens; met (bijvoeging eener, voordragt van zoodanige maat- tegelen; als-haar “ter bereiking:: van: het voorgêftelde doel, de verzekering der dêugdzaamheid van. het: ín deni, vaneen komende :zóut 5 het meest gelicht. zullen toefchijnens 771717 ein ie sbrio Ten Ä vete? vEene,-misfive: zekers bna Héer esi hrs van hs illedinaans ‘grúdrböfderd aan het Inftituut. van Kunften-ew Weêtenfchappeul, ;doch,door de Eertte Klasfe , als “het maast tot hare werkzaámheden! betrekking hebbende „- overgenomen. Dezelve misfive betreft de uitvinding van eer „waterwêrktuig „ ingerigt op de wijze van. eene ftoommachine „ doeh hetwelk» niet “door «den -ftoom- van water, maar door” eéne--andere beweegoorzaakt in werking wordt gebragt, … Deszelfs ont» werper, -de Heer p. KONING „ Predikant te,dfkerfloot „heeftsaan Gecommitteer- den ‘alle'-die-inlichtingen ‘medegedeeld j'cwelke ‘hen: in /fraat-ftellen „ binnen. wei- nig: tijds. een „volledig verflag. in: de. Klasfe uitte neenden en hierdoor ‘het Goü» vernement tevens van dienstrtersijn 172 vt pui ipo dta eN MANG meg „Eene misfive van Zijne Excellentie, den rata van Bena vóor hed Binnenlandfche» Zaken: ten! geleide wan veen tekest:van -Ls'ar, RYCKASEYS te Dismudey, houdende opgave van -een- door hem vuitgevonden middel. ter ;bewá» ring van biergest, gedurende den zomer.gemet: verzoek „om’ss indien’ zijne „uit Vinding met eénen binn sten wordt bekroond; daarvoor eenige belooning t te einen genieten. j rest saws gait 14% Eene nikûte van Zijte Esdeilehtie „den: Boole van „Staat voor de Biunetland hes hZaken , tehgeleideovan: een rekest- van: J- B. CELLIER :BLUMEN* THAL) „waarbij dezelve. verzoekt „om een; vitfluitend octrooi voor den. tijd van “twaalf jaren tot het vervaardiger wan werktuigen ter destilleering „ welke door bem ‘zijn witgevonden; en” waarvoor! hij: inv: de maand November: van ‘het jaar 8r2- door het Fransch; Gouvernement is. gebreveteerd. bibi TE 175% Eene: misfive van’ Zijne Excellentie , den Secretaris’ van: Eeha voor: de Binnenlandfche Zaken ;-geleidendehet. rekest: van j. FRANC VANS DEN CORPUT EN ZOON, te Amfterdam , houdende verzoek , dat er gedurende de eerstvolgende vijftiën: jare geene ‘grosfierderij lint»goude, ens zilwerdraad g-dân die op de fidma Van Je FRANC: VANDEN "CORPUT (EN ZOON ; binnen deze landen. möge bettaan, : wi Da 6°, Eene €58 ) eo; Eene misfive van Zijne Excellentie 3 ‘den “Secretaris van Staat voór de Binnenlandfche Zaken, ten geleide van eenrekest van: P, VAN GRIETHUIZEN') te‘ Jutphaasy betrekkelijk zekervin Duitschland beftaand werktuig, waarvan 5 zins inziens, hier’ te lande” met vrucht zou kunnen worden gebruik gemaakt 5 om op de: werktuigen bij fabrijken welkevinvandere “landen door “ftoom vof dämp, paarden of watervallen worden in’ werking gebragt, te worden: geappli= ceerd, en waaromtrent hij gaarne, goed provifionele geheimhoudingy nadere opheldering en- opening geven zoude ten seinde vervolgens: ten: koste’ vari den dande „tot proefnemingeriszou „kunnen wordên overgegaan: vor avoikah vod mes 7? Eene» misfive: va Zijne” Excellentie j-den;Secretatis van Staat voor de „Binnenlandfche Zaken, betrekkelijk een voorftel vanden Heer B, KONING; Pre- dikant te Akerflaot, om op eene verbeterde. en min kostbare «wijze, dan in _ Engeland „het koolftoffig: waterftofgas. te doen. dienên:tot gapen? van: pun bliekërwegerf 3 gfootê:gebouwènsiBtes: snaar ‚outre va wask sini, weten „> Tot- de! rigtige! beantwoording wan valle! deze, eik zijn onderfcheidene _Commisfien werkzaam, «» Derzelver verlag «zal mij in het volgend» jaar- ruime’ ftof tot onderhoud opleveren. Hetgeen nu reeds. door haar verrigt-is, en door mij zeer, ineengedrongen wierd medegedeeld; zou op zich:zelve kunnen doorgaan voorseene wel volbragte staak,’ Dit vechter maakt;dens eigenlijke: geleerden arbeid der” Klasfe: niets Het vis ‘van dezen, ette Medeleden! „dat mij’ overfchict ;, Ueen beknopt’ taferecl op tes hangens vin vo itt Haerbrelee ridv gh ‚Volgens. de, inrigting ‘onzer: im aeg yfetieldan: zich dezelve, hoewel ftrekkende tot één doel”. ‚ in twee foorten, Tot de eerfte betrekt: men alle-zoos “_danige bijdragen, welke, flechtsraan de Klasfe: worden medegedeeld, om. daaruit aanleiding te „vinden tot: wetenfchappelijk-„onderhoud.: Tot: “de: Tweede alle ftukken , waarop: mem het: oordeel der. Klasfe verlangt ,-omshen vervolgens ons der: haré>uit. te geven. werken te, doensopnemens, vrome eed gar werst Hiegwt De menigte van werkzaamheden, die bij-de Bree odhaiknante der Berit Klasfe in uitgebreide rapporten voorkwamen „ lieten flechts fpaarzaam tijd aan derzels ver leden , om zich aan het eerfte foort van bezigheden over te geven, Waar de tijd zulks gedoogde „ is hij echter ook hiertoe nuttig befteed geworden” j Î ; ' % | Ke 91 mon ft De Heèr DRIESSEN, die de aandacht der: Klasfe, in een vorig jaar had: bes paald op zekere ontaarding der bladen: van pereaboomen;;: „waarvan: in der tijd a C 29 ) _» Ô £ ï stijd vaan dezes aanzienlijke Vergadering verflag gedaan is, gaf eenig nader be- ‘rigt „van hetgeen door hem enden Heer sTRATINGH , opzigtelijk deze ziekte, -federt “den -jare 1813’ is waargenomen „en voegt ser de opbeurende verzekering bij, dat deze ‘kwaal van zelve, even, goed, als, door. het aanwenden van mide delen ‘en voorkergeni in hats bren bent van ziten „darters geweken, In “dezelfde Wetgederiag der Klasfes ontvingen Nr van. dit ons hen $ _Medeliden web pia AW Te 3 doin voten ” ï 1°Waarfchuwende HDinehkdnge over. het ien soriëhahbönduf van ‘JEAN NICOLET, Dit poeder, de eigenfcliap. moetende bezitten, om den brand in, het koorn. en ‘andere „ziekten der granen krachtdadig. voor te. komen , wierd, naar «luid van’ hét bulletin de Pharmacie van. November 1813, bevonden te “beftaan -uit rottenkruid; koperrood „-blaauwe vitriool en zwavel 3 zijnde dus in handen: vanden landman: een, allergevaarlijkst. middel, * ju y 29, Eenige aanmerkingen over het Engelsch klipzout, lietgeen, bij erk zeer verminderden impost, thans algemeen in de zoutketen hier te lande gebruikt „wordt, in, de plaats van’ baaizout. De Heer priesseN, waarfchuwt tegen het „minder bederf- en ranschheidwerend vermogen van het daaruit vervaardigd, keue kenzout , ten zij bij het, raffineeren bijzondere voorzorgen worden in het oog ge ie waarover hij beloofde eene uitgebreide verhandeling aan de Eerfte Klasfe, te zullen inleveren ; die zij met groot verlangen té gemoet ziet, 3°. Een verflag van de Societé dencouragement pour, Pindustrie nationale, uitgebragt den euften Julij des jaars 1813), over de | Ceruis van, CLICHY, te Parijs, in vergelijking met die van Holland , door den voormaligen Prefekt van het Departement der Wester - Eems aan den Heer DRIESSEN gezonden, bene vens het aötwoord van hem zelven op dit ftuk,, Uit dit antwoord en uit de bj, ons beftaande kennis aan de Hollandfche Ceruis blijkt, dar de Franfchen die van de eerfte kwaliteit niet gebruikt hebben tot vergelijking, en welligt de eer en het belang der inlandfche fabrijkanten zal vorderen, „hiertegen, openlijk. in het licht te treden. Waartoe de Heer DRIESSEN ons hoop geeft, nadat eenige proeven door den fabrijkeur KUYPER te Groningen, onder zijn opzigt, zullcu genomen zijn. 4° Voorloopige proeven over dé ‘kleeltoffe of het glutinum , ‚en bijzonder over de vereeniging van dat plantenbeginfel met het koolftofzuur. Daar de N D 3 thee Cg) Lien | theörie der gisting eene “der ‘bezwaarlijkfte onderwerpen “is ens-daarin:, niet dtegénftaande de'-veelvuldige pogingen der voornaamfte! fcheikundigen, nog veel ‘duisters’ en onzekers. overblijft „zijn alle proefnemingeng welke zelfs- van” verte “hierover eenig licht künnen verfpréiden, van veel belang; en wel bijzonder zijn zulks bepaalde proefnemingen “over::den “aard en bijzondere betrekkingen van de kleeftoffe tot andere beginfelen. Het glutinum toch is de voorname {tof der gisting , vem een gedeelte van hetzelvé treédt gedurende de gisting in eene verbinding, die wij tot nog toe niet genoeg kennen. Wij zijn dus ons geacht ‘Medelid: veel … verfchuldigd „dat hij:-de behandeling ‘dezer ftoffe „ waaraan hij reeds vroeger arbeïdde, blijkens de Akademifchie Schriften van de Geneesheeren DE VRIES, de acido phosphorico en van CANNEGIETER ; de farina ét pâne , we- derom heeft opgevat, Wij verwachten daarvan het nog ontbrekend licht, en wleijen ons,:dat hij de Klasfe tegens het volgend jaar zal in: (taat -gefteld hebben , NS, over bet ae cp tard ‘in. vollen ‘glans «te doeût uitgaan, id: Gen Gh roemt s “arti bg SEUTUSR beat 91 7 (SON E waernsyhe ener HOGE ap tab dieta Dé Heer SPRRURIEK verfchafte der Eerfte Klasfe in twee Vergaderingen een — “aangenaam ‘onderhoud door zijn Vertoog,: Over de hoeveelheid woeste of fecht “bebouwde gronden in Nederland » en hoe ws grooter dezelve 24 55, ’ “dán zulks opperdlakkig Schijne. his ‚De bevolking ‘en de bloët van “dat ‘gedeelte, onzes Veder” Wadi langs méêren, väártén en riviëren gelegen is, levert een zonderling contrast op met die: dorre en geheel woeste of althans flecht bebouwde: gronden , en de armoe- ‘de, die mên bijna overal aantrêft, zoodra men in de binnentte deelen komt, “die niet ommiiddelfij ik aan het water gelegen Zijn. De aardrijkskundigen geven de Zevén Woormaals” ‘veréenigde Provinciën op als een der allermeest bevolkte Stáe ten, “dié mee? dan ‘drieduizend merifchen op elken. quadraat mijl lin kan. Dan 'atze) berËkening is verre, van juist te zijn, daar een derde. van onze gronden geheel woest. en onbewoond, is, terwijl een ander derde flechts zeer middelmatig is bevolkt. Er blijft ‚dus, flechts ééu derde over, hetwelk fterk bezet is; en op elke qúadraat mijl,’ 10, “20 ja 30,000 inwoners bevat. Hieruit ontftaan geheel andere ftatistieke gevolgen, ‚dan „wanneer onze vollgsmenigte_ ge Tijkmatig Over hiet gehdgië land verdeeld waië. bite erat en 6 4000 dal VAER ES MOS BUL SI ib 1 ver Pand î Rn) We „Overal. iw ons. dandy zoodra men de boorden der rivieren en-vaarten: verlaat, komt men uit, het drokke gewoel van gewesten, door koophandel en Vriinmidenrd bloeijende ite barre ‘duinen, en „dorre, landen bt 8 „Niet „dan voor weinige,sjaren is men. begonnen om res En te ats ter communicatie. van de, allervoornaamfte fteden , en door ftreken heen, waar jaarlijks. duizende vrachtwagens, onze. handelsbetrekkingen met. den buitenlander onderhoudeirgort; tb: 201 waodbael qt zE ) sik Uren intistsnne trekt men in dit land door Bendsrodedinss en heiden’; inie „men niets dan fchapen aantreft, en‚vindt men eindelijk een dorpje, men ont«- moet: er.stevenslieden., ‚die. geene middelen hebben; om hun land behoorlijk: te bebouwen, En „dit is intusfchen,de (taat vaù den landbouw in het. grootst gee deelte van „ons. Vaderland: ten’ allen tijde, geweest, en nu- nog. De oorzaken van ‚dit ongeloofelijk verfchijnfel-zijn niet, welijk elders » in de natuur van den grond of in de luchtsgefteldheid te vinden, maar zìj zijn hierin gelegen; dat-het, ontginnen van. woeste „gronden ‚te veel-kosten “veroorzaakt, welke men: geene ‚kans, gezien heeft, ‘immer, met iepesntikes winst: nae te then ‚„Haddên> intusfchen. de Hollanders „toen men pese van geld had, aan dat _ werloseen:gedeelte- dier’ fobatten „willen: befteden „ „welke-men op plantagien ‘in de West:Indien , op’ Yvica en zelfs -op-woeste grondeu in Noord-Amerika. gefchoten heeft, de- landbouw zóu gewis een grouten. vaart, genomen hebben, en de geld» fchieters hadden erin ak cinch: dnanen bijgeftaan „ dan bij zoo vele beltglendfoh geldleeningen, “… Se vei! : ‚Dan, tegen foortgelijke tania werzertddd zich ook nog. de Conftitutie dezer Landen „of liever shet chaos. van conftitutien, der verfchillende gewesten. en plaatfen , bijveen volftrekt gemis „van eenheid-in het’ binnenlandsch ‚beftuurs Dit "duurde “tot ver één. algemeen beftuur kwam, hetwelk:, niet vooringenomên doot perfoneele inzigten „ een einde» maakte vaan deze zaken, Nu begon mén met“het aanleggen van nieuwe wegen, iet het graven’ van nieuwé kanalen, die den vera voer der producten: gemakkelijker maken moesten, Er wierden nu-ook nopens de ontginning van woeste gronden” zoodanige bepalingen ‘gemaakt „dat Heeren er Gemeenten belet wierdên „ ontmnuttige ondernemingen te loor te: tellen: Le «Doch: het is bekend, hoe het beftaan: van ons dierbaâr Vaderland vernietigd en bijkans alle bronnen van welvaart op eens geftopt wierdên, waardoor nu wes ei î N 5 dr, der k £ B ee LN, derom -de mogelijkheid. tet Edin onderdendenenij als van” ‘zelve: wierd” uitge- floten. Î $ jl Lip its 2 E49) “7 Kr Eed pe: Hier ms JG ! Thans hebben wij, bij de hensing van ‘ots va de beftaan, nieuwen grond van hoop, dat de wetten op de ontginning van woeste gronden krachtdadig zul» len gehandhaafd worden; ‘dat. met hèt aanleggen van wegen en kanalen zal wore den voortgevaren, en, doot: hét openen van nieuwe bronnen van beftaan, het aan de middelen niet ontbreken zal ,om deg landbouw tot den hoggles trap van volmaaktheid te EEK: klimmen, t RAGE) Klis, eit N p a ï abt KEN echtt ik Eodj ‚If eene inn) ovêr. Aet projicieeren van zon=-en smaan-eclipfen en-flerre- bedekkingen ‘naar tene bijzondert wijze, deed de Heer KAMA ‘opmerken ; dat deze ftoffe door verfcheiden geleefden op verfchillende: wijze ‘zeer uitvoerig is behandeld: dat echter de gegevene methoden in ‘het algemeen de panama ge breken ‘hebben sns „nsu. at, biortol eh 5 „72°, Dat de theorie van het vervaardigen der projectie eener eha hein geheel _ afgezonderd ‘en zeer verfehillend verklaard wordt wan die eener-maanseclips , en deze wederom van eene fterrebedekking. “29, Dat bij het begin van het vervaardigen eener projectie senti diie fchaal van eene willekeurige grootte wordt aangenomen, «tot welké aangenomen eenheid vervolgens de onderfcheidene grootheden, in ‘de berekening der'eclips voorkomende „herleid moeten worden; hetgeen altijd oorzaaksis, dat: eene-menigte lijnen en cirkels de teekening zeer onduidelijk maken. st! rada g°. Dat anderen wederom wêl bijzondere pleinfchalen of parallactifche fcha= ten en uitvoerige hulptafelen hebben vervaardigd, om «de projectie der eclipfen en daarin voorkomende berekeningen gemakkelijker te maken 3. doch indien men die fchalen en «tafelen blindelings gebruikt, „kan daaruit ‘dikwijls. wel eenige; bee fpoediging in de bewerking worden” te” weeg gebragt; maar wenscht men ook tevens de inrigting van deze fchalen en:tafelen te verftaan „ tot duidelijker ‘bee grip van den aard der bewerking van de projectie zelvey dan, wordt.die. leer al te breedvoerig voor hun „ welke in: de. berekening der -eclipfen niets anders. wen. . fchen „ dan eene. afteekening van dezelve te’ vervaardigen. + „160 Eindelijk:is, zooverre den Heer rrAMA ‘bekend wierd „bij énd ceed ven’ eene duidelijke verklaring der, fchijnbare wegen van de maan voorbij de zon of fter , of door derfchaduw der aarde. <> 15e 143 uratiakiid qe Ons ‘ Css) A ai geacht, Medelid ontweek desopgenoemde: gebreken’, door de onderfetieide- ‚ne ‚theorien te-brengen-ondereen;-gezigtspunt „door te’ doen zien, dat het ‚pro- jicieeren. van-zon-, maan, en, fterseclipfen: eene ven dezelfde bewerking ‘vordert, ‚en, gemakkelijk „volgens seene en_ dezelfde fchaab kan „worden verrigt, zoo als met wiskundige. bewijzen aangetoond en opgeheldérd;wierd «door de noedige bij- gevoegde praktifehe voorbeelden, ; vanetwaargenomêne „eelipfen 3 alle, voorgefteld met de fchijnbare eeen van de maan: voorbij-de zon. rd {ter E of door de fchas _ duw der,aarde.… Hirtter Rb dssh [4 zate Ja : il ads saf zee 3C ggvo watkobrrhd15 witste thehass ker goet abiid Sb e isinTooy 3 wsProfesfor; SBONN’ droeg - soeiikt mees: voor bekt de) Sandi: seals: der fchilderkunst „ betrekkelijk de kleuren, naar een onvoltooid ontwerp van: wijlen den beroemden kunsto@fenaar CORNELIS PLOOS VAN AMSTEL, met deszelfs daare toe vervaardigde , kunstmatig gekleurde afbeeldingen , ten betoge, dat er in de natuur niet meer „dan. drië hoofdkleurcir van NewrToN’s’ prisma dien naam verdie- nen; de vier -andere dien-van gemengde „en alle-óvérige wijzigingen derzelve , daare uit zamengefteld , in -lichtkleuren ei “zelfftandige verfkleuren behooren onder- _ fcheiden te dassen 5 do NO and Weerd ‘door Miel geboren warden sb sbr der de eht? wabdideed / btoidiebrio’ 115 „Ons geacht ‘Medelid wiirbiae deze. vdbsrandd: af met dië der! gevoelens vant latere » gezigtkundigen en -derzelver op” waarneming gegronde” voörftellingên en “afbeeldingen „inzonderheid die, van den igeleerden CASTEL „-WONSCH En GOETZE, door welke hij oordeelde, dat niet alleen “het” beffaan der “drie” ‘hoöfdkleurén 5 rood geelven-blaauw , bewezen: wierd, maar tevens ook; hoe dezelve niet in _bet-licht waren, maar alleen aan: de omtrekken’ of randen ‘van door het prisma ‘befchouwde woorwerpen, en even ecns aan den onder- en bovenkant, of var den door den kantzuil doorgaande heldere’ breede zonneftraal , door ftraalbrcking geboren: en „daarna, elkander ‘overkfuisfändezohierdoor “äe -vicr gemengde kleüren ‚ gevormd wierden ; ‚en. in ‘eene rei, van het ne van NEWTON met’ de drie hoofdkleuren voorkwamen. hen el 081 3 …_ Doch: de fchilderkunst heeft: daäreiib oven hart aidnfdelen van het licht en bruin, de witte en ‚zwarte verwen „de. natuurkundig bewezen geklourde fchadu- wen en mezzo. tintos noodig, «om aan hare voorftellingen’ hoogte en diepte te doen uitkomen, en, „det matuur na: te bootfen. Ì Jit ‚De Heer BONN meende. ‚dit: een“ envânder-te- kunnen -ftaven door proefkundige „ 5 3 À À E Á be- « C' 34 ) ‘bewijzen met den kantzuil, verdubbeling van geleen blaauwe doorfchijnende glasplaten ;, met)-den: vdriekleurigen “Amaranthus ; “hét “verloopen ‘Qér kleúren ‘van tulpen,”den: Overgang “van: ‘kleuren »bij ‘het ‘tijpen’vän vrüchtens'°de'kleurfpèling der paarlen ien- paarlfchulipen der wogelvedereh „* inZonderhiëid die Vanden’ zeld. zamen zevenkleurigen * papegaai ; de Colubrieten en’ kleurfpeling der Labradord fteenen „en met eenige kunftig» gekleurde: teekeningen 5 “door” beroerde „miesters naâr: het lewén ‘der, voorwerpen vêrvaardigduteit o> vo, Soos oe it bh tant De wuardige grijsaard liet het niet bij deze mondelinge voordragt , ““maar ‘gaf ens het vooruitzigt en de blijde hoop van eene uitgewerkte Verhandeling over hetzelia capdenWerp pm opb ‚ikv- thans’ der neste meem: Bbefcheidenlijk Bert rad: olietdk dringen: ernie Nile 5 ne datt hi 55 A een sel kl EL dt aats Mede HEEN A BN Sd and rotensemde oh ae | CG …J & d a Ì e 95 5d states} Dbms ijenë deal: HESKIAW- 203 Het winsten ge bi onze: Klasfe- iede Tdatt ik: shades: blads feúks kens hoezeer voorgedragen „in, hare. Vergaderingen: voor als riog geene brecde seks ding, make, Alles toch ; wat desiLeden,werkiezem:-oùder-de aangebodene Verhans _ delingen gerangfchikt tehebben , wordt! dan veerst in’ het Jaarliksch Verflag der werkzaamheden ontwikkeld , wanreer het” oordeel van Gecommitteerden dngeless men en het befluit, der Klasfes is-bekendy geraakt! Zoolang aan (die vereischten niet, voldaan, is wordt (lechts::het onderwerp opgegeven; waarover in deze ftules’ ken gehandeld, wordt,, en. de. naam „des: eerden sidie op: hetzelve « hae ‘obrdeel zijner Medeleden, verlangt insite} winnemssl's soit ssh „ohtosbroo (id vaken mob Over enkele dezer aangeboden: ftukken he oordeel var Geddriuitenerdels en het befluit der Klasfe reeds, zee npe zal rik berendsen de eheriad plaats. moeten Sbrekena cdh zjn Gabe 5e ed bet SED EAS TOON: IDE role Toôtt 3 är kt Der of sn eee ot Wrstiool ash stoohe nak Ons ati Medelid, des okee ‘Kops; if /zijne » Beritlekiis vaar Comimisfaris tot de zaken van- den „Landbouw ;.-federt” den järe 18561'jaarlijks” ebbende” vopges- maakt en in druk uitgegeven den ftaat der in Nederland geteëlde ‘gewasfen, en hetgeen’ deswegens in elk jaar ‘belangrijks was voorgevallen , deelde aan de Klas- fe mede een Overzigt van dezes laten vover geheel Nederland, van 1806 tot 181o ingefloten, en voor:X8inven 1813 over het voormalig’ Depärtément der Zuiderzee, als mede van de gefteldheidvan het weder “in deze jafens met hân: wijzing van de gevolgen, die hieruit zijn af te leiden” Hij bepaâlde zich tot En bis C 35 D, de wintergewasfen;,; als, tarwers: rogge;s-wintergarst;; „koolzaad en ‘klavers en tot de zomergewasfen, als zomergarstis wens „ Paardenboonen; „ Erwten, boekweit en aardappelen. „57 iii scersmari rosa ôt a8b 1ioetvi go „eeljnpu erik HD ii Î Inde, eerfte- plaats wordtde ;ftaat, van elk gewasvover ieder: jaars brein de gefleldheid van het weder -kortelijksopgegeven, en dit „Overzigt: door eene bijges- voegde tafel nog „duidelijker gemaakt, «+ zeIn de, tweede, plaats vergelijkt;,de. fchrijver, sânafisatut en, de uitkomst. paas ge- wasfen in de genoemde zeven jaren met elkanderen „ envonderzoekt welke ges volgen en raadgevingen hieruit. zijnvafste,leidens zijnde daartoe op eene tweêde tafel ‚gebragt „welke jaren. gedurende, dit tijdvak een min. of: meer voordeeligen oogstvan. de bovengenoemde gewasfen hebben opgeleverd, «: … „„Blijkende hieruit, „onder anderen; dat in deze zeven; jaren, tarwe ‚ rogge , klaver en. boekweit het meest „voorfpoedig;, paardenboonen en „erwten. „het minst -ges laagd waren; voorts,dat de. uitkomst van, zomers en wintervruchten dikwijls zeer ongelijk was, zoo. dat de eene gelukkig uitvallende,s; de,-andere doorgaans mins der voorfpoedig,zijn; en, dat;„onder ‚de, wintergewasfen! het koölzaad ‘imeestal' in uitkomst vande, andere verfchilt, Dit, orde oan beoordeeld : en apen tot leering van,de landbouwers. „Hierna onderzoekt “bij de oorzaken , walk geze wikomten heben opgleverd, CMIGAAE ai Pirard eer ve Deine wd otbwsliah dap «Ten. derde na-de gefteldheid van het. weder , gedurende het ijdvale zijner”waar< nemingen sim de-onvruchtbare en-vruchtbare, jaren en jaren van middelmatige op- brengst. „Om dit te duidelijker onder: het oog te brengen, is op eene derde tafel in kolommen. opgegeven ‚de gemiddelde hoogte des Barometers en Thermometers , en van de hoeveelheid: gevallen waters. en-uitwafeming, als. ook van de heerfchende winden en weêrsgefteldheid in elk vierendeel van deze jaren, benevens de doors gaande faat der, winter= en zoniergewasfen insiederjaar. ‚Bij dit onderzoek: treedt ons; geacht Medelid in-zoo- vele hi anederheden omtrent de verfchijnfelen; van het weder „ waaraan deze verfchillende uitkomften moeten toegekend worden „‚dat,dezelve voor geene algemeene opgaaf vatbaar zijn. ‚Ten vierde deelt hij-de gevolgen-en ‚onderrigtingen mede „ welke de befchouwde > webrsgefteldheid. oplevert. en, toont „dat de. “planten in den ‘beginne van haren wasdom veel, kunnen verduren 3;-dat , ten aanzien; der wintergewasfen , een ftrenge buiat esther Re beriogaard “ar Boel. os ir vorst €36) vorst een voorfpoedig; en -eerì open witter niet. mer, aak veen. ge ssimen, tag doet verwachten „met. uitzondering van het koolzaad. Usg Haast ones Dat uit dit alles verder „voortvloeit ‚ dat men na een Be winter zeer omzige tig moet zijn im het ‘beffuits oui de gewasfen ‘omtébouwen” en eéne” nieuwe zâaij. ing te doen 3: verders, dat heete zomers zelden vruchtbàar zijn , fchoon al met geene zware droogte vergezeld, en laacftelijk „ dat de’ landman. vroegtijdig miet zijne grondbereiding” behoort vgerced. té’ Zijn „ ont een air voor ‘het zaaijen’ te kunnen kiezen{> „a9rammns dom do gerrs ohoreouag sb, Hijden evInsde vijfde en laattte plaats ier. PE in ‘hoe verte de weêrsgefteld- heid en ftaat der gewasfen ín het eetie jaar sinvloed-heeft op die van: het! andere £ waarbij de belangrijke aanmerking voorkomt. » dat, ten’ aanzien van het beter of minder « zaaïkoorn woor-*het volgend j jaar, geen’ beter “of mirider oogst te ge- moet is te zien „wordende “het gevoelen van’ Josep a“ BANKS), dat de’ kleinfte’ ‘ zaaikorrels even: zware gewasfenij“uls de’ meest \gezwollene peage verl gens ter:verder onderzoek aanbeden», zidinlDg, oa ab, dab 008 „At hij „Deze uitgewerkte Verlrandeling: Tevert dûs refultaten op’, hoedanige nimmer ip ons- Land, noch, in eenig anders, shebbenkuntén opgemaakt” worden, omdat „ volgens. verzekering van den fchrijver, nergens zoodanige naauwkeurige jaarlijke fche-ftaten „der gewasfen ‘over een geheel Rijk voor handen: zijn welk “men al Jeeu aan de opgaven der Nederlandfche orgie van Landbouw in de tês fpective gewesten werfchüldigd is « De Nes sh. nst atb, t „De :Klasfe ‘vereenigde „zich. dan” ook gaarne: met het oordeel van hâre Gecom® mitteerden, dat het landbouwkundig publiek geen vondienst gefchieden. zoude, indien deze Verhandeling in octavo gedrukt en aldus gereedelijk arden gee maakt wierd voor allen, perte in den mame ‘belang: fiellenut{sev zod.ab 25% 10 | Ji}ë 1 Ì wis rndiitnsti er | Ì / Hoezeer de ossa Canadafche of virginifche Popel' in ons Latid federt de laatfte jare zeer geïméenzaam «geteeld: wierd „ „bleef er @chiter nog altijd veel enzekers omtrent de kruidkundige “bepaling van: dit gewas, Bijzonder welkom’ was daarom eene Verhandeling van de Heeren väN eys en REINWARDT , waarir de geheele natuurkundige gefchiedenis’ van deze. boom naauwkeurig: witeengezet en. met, belangrijke. huishoudkundige aanmerkingen: doorweven wordt, … Het eerfte gedeelte van deze Verhandeling „dient: voornamelijk ten onderzoek , tot. welke foort van Populieren deze boom te PEES Ten dien einde worden: de: N C 87-) | de kenmerken wan alle bekende foorten van Popelen” naauwkeurig opgegeven, en uit vergelijking van dezelven ten ‘duïdelijkften aangetoond, dat deze foort is de ‘ware Populus monilifera ‚door ArroN in den Hortus Kewenfis het eerst bee fchreven. HK | ij Dat deze. popel hier-te Lande zoo algemeen is geworden, is men bijzonder vin de Provincie van Holland aan den welmeenenden ijver van ons geacht Mede- lid, ‘den Heere van Eys, verfchuldigd , aan wiens langdurige: ondervindingen- men de belangrijkfte waarnemingen „die omtrent dezen popel in het twêede gedeelte der «Verhandeling voorkomen, te danken heeft. Het blijkt-hier uit, dat dezelve zich aanprijst, 19. door zijne welige groei af. vermits hij zelfs opgaat in fchrale- zandgronden , op welke geene andere boo men, dan de Schotfche fpar, wel willen groeijen 3 3° vermits hij des winters , zelfs van hevigen vorst ,-zeer weinig tevlijden ‘heeft; 4° tegens de bij ons zoo „dikwijls heerfchenden fterke winden zeer goed beftand is. Het blijkt daarenbover, dat déscultuur-van dezen Populier bijzonder vooral is door zijn overvloedig: bruikbaar produkt „hetgeen. niet alleen voor brandhout; maar voor fommig paalwerk en“ander huishoudelijk gebruik gefchikt is, daar dit hout, hoewel vaneen zachteren aard „ echter geenszins, tot de minst duùrzame houtfoorten behoort, Het is daarenboven uitermate” gefchikt” voor kfompenma- kers ; die het boven den gewonen popel verkiezen, Niet minder ‘dienstig is het voor. brüggenvoeringen, Tot welke beide gebruiken deszelfs cultuur verdient te worden aangemoedigd; waaromtrent men met nut zal kunnen volgen „ hetgeen door. den. Heer vAN Eys, naar zijne eigene stansen als het mpeg wordt aanbevolen, 1 3 Commisfarisfen waren , om alle deze redenen, van oordeel; dat gezegde Ver- Handeling , metsde-bijgevoegde fraaïje naauwkeurige afbeeldingen „tot een fieraad inde werken. der. Eertte Klasfe van het Inftituut- zal kunnen verffrekken. Waar- om de Klasfe dan ook befloten ap En eat haren uit te A werken te doen EARN gitooy den: vortiaineen fi ed Ba AD VREE is Bt or Medelid, de Generaal KRAYENHOFF „had in het begin dezes jaars eene Verhandeling. aangeboden: Over “het ‘waterafvoerend vermogen vari hej Pannerdenfcho kanaal ; waarvan ik eenig;-nader ‘betigt , in: verbând met het oordeel der Klasfe, aan uwe aandacht zal moeten voordragen. he E 3 / Naar- C 38 ) vs Naardien het klaarblijkelijk is ‚dat de hoeveelheid. waters, „welke lin, een bè= paalden tijd, door:eenig. profil eener rivier -afftroomt 4! en, vande grootheid van „dat profil; en ‚van de fnelheid- des ftroomende: waters afhangt, zo” volgt, van - zelve, dat deze beide ten naauwkeurigfte moeten bepaald worden; waartoe, de weg: van dadelijke metingenen: proefnemingen open flaat. De Heer KRAYENHOFF heeft daartoe een zeer gefchikt.gedeelte van het Pannerdenfche kanaal uitgeko- zen „alwaar namelijk” de wederzijdfche dijken ín eene, gouosgmeme! reguljnige fteekking de devers,-van. de rivier „uitmaken. ‘ “Door alle zijne metingen en ‚peilingen is -hij in” ftaat: gaen om den bodems- omtrek en den wierkantsrinhoud, „der. gemiddelde doorfnede te berekenen; «gelijk hij zulks dan. ook voor eene bepaalde: peilshoogte gedaan, heeft , en Beagle voor. alle. andere watershoogten ‚ter dezer plaätfe gefchieden kan, » Hiermede de juistesbepaling des ‚profils- afgeloopen zijnde „ moest. nu ook. ide faelheid van het daardoor afgevoerd. wordend »swâter- gevonden worden. + Men weet dat deze Melheid zeer verfchillend kan-zijn „ zoo wel in onderfcheidene punten der -breedte „’als. der diepte, - „Waaruit: dan. eene gemiddelde: fnellfeid ontflaat, die menin de berekening der hoeveelheid van ftroomend-water-noodig heeft. te kennen. ‚Men heeft wel getracht, om die: felheid, uit de diepten en het verhang dervoppervlakte,- theoretisch af te-leiden, maar vele bijkomende . omftandigheden ; als de. wrijving der „waterfdeelen- langs: den bodem en de zijs wanden „de, -onderlinge meer of mindere ‘aaneenkleving dezer waterdeelen „en wat „dies meer.-zij, maken „dat. deze theoretifche bepalingen dikwijis verre ‚van de waarheid afwijken , en „althans. eenige verbeteringen noodig hebben „die alleen door proefnemingen kunnen verkregen worden. Het is hierom veel werkiefelijker deze gemiddelde. fnelheid: vendredi „waar te nemen ; _ waartoe. verfcheiden hulpmiddelen;zijn aande hand ‚gegeven: ende toeftel , door den Heer KRAYENHOFF gebezigd, en. waar aan hij ien naam ad wan flroommeter , uitmuntend -gefchikt-îs. - > d. hab maire Hij befchrijft dezen ftroommeter zeer uitvoerig en toont ten. duidelkfte aans hoe men zieh, naar de verfchillende diepten, van. denzelven bedienen moet. Waarna. kij de, proeven zelve, opgeeft,’ die daarmede in. het Pannerdenfche kanaal door hem, genomen zijn„.‚-Uit welk alles dan met zeer vele omzigtigheid „de-bes geerde middelbare. fnelheid vordt opgemaakt „ terwijlhij er tevens wije de iarbidur, daaddet Aptml aak ge Ne wil UAR waal 14 Bee , Ô Co) _ gemiddelde fnelheid in, de oppervlakte Belkes: door het laten drijven van boutè. fchijveri verkregen. > 5 1D MOOV 112 Dan alle deze bepalingen alleen dea voor” eene abe B ontrld dienen de “zouden bijv elke: andere: moeten. hefliaâld worden „ om ook het vermogen der - rivier bij ‘hare: overige ftanden te leeren. kennen, «Dit niet mogelijk zijnde „is menrbedacht geweestvopeene .empyrifche formule volgens- welke: wanneer-de _doorfnede. en het verval van. eenigen riviertak gegeven zijn, de middelbare fnel- heid kan gevonden worden. Zoodanig eene formule heeft de beroemde PRONY _opgeever?,”- Doch:de ‚Heer KRAYENHOFF -dezelve aan proefnemingen top onze! rie vieren ‘getoetst hebbende ‚bevond „rdat „zij „daarop - niet {volkomen toepasfelijk was „uit hoofde :dat;de. daarin; voorkomende ftandvastige „coëficient flechts uit proefnemingtn;op kleine: watergangen in-kanalen was-afgeleids; Hij begreep: daar om te regt, dat men dezen coëfficient “door proefnemingen în. het groot. nader behoorde “tes bepalen, … Ten» welken-einde-hij zich van een groot aàrital- waarnee mingen „.ópvlalle onze” groote riviertakken gedaan „ bediend-heeft. Gecommitteere den geven hunne: fpijt-te, kenhen, „dat ‘hij deze waarnemingen, zelve: niet heeft medegedeeld „maar alleen de uitkomsten ‚daar van in ‘het-Pannerdenfche ‘kanaal; op deni IJsfel ‚den Boven-Rhijn „ „de “Waal enden Neder-Rhijn.' Volgens alle welke, “deze coëfficient maar weinig. verfchillend bevonden is,en ‚die gemids deld ‘met «de meester an essen: de! ware woktin: dezes coëffients bekend ges maakt hêbb&n.sb- tar sont 1oov indie a bh Hiredoor-wás het-nu emmae’ „om: es wis ehitende fnelheid, en endla a de hoeveelheid van ftroomend (water, door het Pannerdenfche. kanaal ; bij alle ons derfcheiden peilshoogten, te berekenen; zoo als de Heer KRAYENHOFF van voet ‘tot voet, van 1} voet vân de “peilfchaal af tot eof voeten toe „ heeft ‚gedaan 4 en der vitkomsten: daarvansin eene” ijlt if’ ele deze elende befloten: wordt, 10 pi nar Ù eN £ 40} …__Commisfarisfen betuigen al jen deerd van ons bile Medelid met het grootst genoegen: nagegaan te ‘hebben,en doen hulde , zoo wel aan de fchran=- derheid en naauwkeurigheid , waarmede hij gewoon is allé zijne waarnemingen’ te werrigten, áls aat de duidelijkheid van sde woordragte:- Zij aarfclen daarom geen oogenblik, te: advifeeren , dat de Eerfte, Klasfe „dit -ftuk. met ‘welgevallen ‘behoort gan te nemenen eene plaats in te-ruimen in hare vuitste geven werkens ‚ “Zij-verzoeken verder, dat het der Klasfe behage , den. Heer KRAYENHOFF uit ri te keer Pe 40 D) te noodigen, om ter meerdere voltooijing van deze zijne Verhandeling, bij wijze van Bijvoegfel, in een tafelaardigen vorm op te geven alle de wensneninges) waarüit hij ‚den bovengemelden Coëfficient- heeft berekend; ‚+5 > De Klasfe heeft zich gaarne ‚gevoegd. bij het oordeel sen. uitgebragt. advies. van hare’ Gecommitteerden „ en twijfelt niet, of- ‘de Heer KRAYENHOFF „zal ‚de. ver. zochte bijdrage wel.willen - leveren „vóór gee Verhandeling ter -perfes sclegd wordts , Pig ' í 03 iv Apel Ig' Jredit bie ej, obd HE) Os eha gaktonsg nn bi „ Behaîve hetgeen aan de Klasfe’ dóot Zijne Beeeitentie:s dhéert Secretaris van saat voor de Binnenlanfche, Zaken „omtrent. maten en gewigten is opgedragen s en waarvan ik U, geachte Medeleden! zoo ftraks reeds verflag deed, heeft nog de bijzondere arbeid van eenige Leden de aandacht der Klasfe en hetzelfde on= derwerp doen vestigen. : ot Ik heb U in het. Verflag des’ voorgaanden jelrs msdid, His de Eland VAN SWINDEN “zekêre. ftaven „ welke. de ‘Hoogleeraar LuLors gebruikt had, bij het _ doen zijner: proeven over de lengte van den enkelen flinger, te zamen met den Heer ERAMA ; toevallig: op ‘het obfervatorium te Leyden wedergevonden hebben dé; geoordeeld heeft „dat die ftaven een middel. zouden kunnen aan ‘de hand ges ver, omde ware lengte van den Rhijnlandfchen woet te: leeren kennên „‚-zoo ver “dezelve door» rurors is bepaald geworden, Ik-ameldder toen te „gee lijk, dat ons geacht Medelid daarover eene voordragt aan- de, Eerfte Klass fe hadgedaan „hoofdzakelijk ftrekkende „dat ‘er eene Commisfie- benoemd mogt worden, om die ftaven op den comparateur.; aan het Inftituut toebehoorende, te meten: dat de Klasfe, «aan dát verzoek: voldóende , hare Medeleden FLORYN' KRAYENHOFF ên.BANGMA: daartoe “benoemd. heeft: ‚ welke sozich van dien” last kwijtende , in een naauwkeurig verflag-de lengte, van dierftaver; in metermaat heb= ben opgegeven , en dat de Klasfe een authentiek affchrift van dät rapport, aan- haar Medelid vaN sWINDEN heeft-ter hand gefteld, so ‘eon ved over ain De Heer van SwiNDeN heeft die ftaven; zoovals derzelver lengte door de gee melde Commisfie bepaald’ was „ opnieuw nagegaan, met elkanderen en met de metingen van LULOFS vergeleken ‚- en daaruit, eene; tweede Verhandeling;ontwors pen,’ welke ‘als;enkel ún overbrengingen van. maten, in. correctien,; daataam- uit hoofde der-temperatuur- aan: te “brengen „ enz. ; beftaande „voor -geen -uittrekfel vatbaar is, - Hij doet in-dezelve- zien, dat, zoo de kortfte ftaaf, volkomen met Ö de Ca | Ie de metingen. van LULOFS overeenkomt de langfte met de metingen van dien Hoog- leeraar verfchilt 5 hoewel er aan den anderen kant ook redenen zijn , die voor de mnaauwkeurigheid ‚der grootte van de tweede ftaaf, door LuLoFs opgege- ven agPleiten, „Waaruit volgt, dat er ergens eene feil aanwezig is. N Vermoedende , dat die feil misfchien in den comparateur mogt fchuilen, en begeerende , dat, hetgeen de lengte des Rhijnlandfchen voets betreft, met zeker heid mogt beflist worden, heeft ons geacht Medelid aan de Klasfe voorgefteld , eene Commisfie te willen benoemen 19, tot het onderzoek van hetgeen hij had voorgedragen over de befluiten , welke uitde metingen der bewuste ftaven „zoo- wel door LULOFS, als op den comparateur verrigt , afgeleid kunnen wofden. 2°, Den comparateur ten minfte op het ftuk, waarop het in dezen aankomt , te verificeeren. ; 3°. Of het niet nuttig zijn zoude de proeven over de lengte van den enkelen flinger op het obfervatorium te Leyden te herhalen, ten einde alle onzekerheid over een zoo gewigtig punt uit den weg te ruimen. De Klasfe dit voorftel aannemende; heeft hetzelve overgebragt op dezelfde Commisfie, als te voren, welke dan ook, zich van de haar opgelegde taak kwijtende , heeft gerapporteerd: - ) 1°. Alle de herleidingen en berekeningen van den Schrijver te hebben nage gaan en ten naabwkeurigfte bewaarheid „gevonden, zoodat zij zich met deszelfs befluiten vereenigen. | _2®.-Met alle fchroomvalligheid op dan comparateur niet alleen den geheelen me- ter , maar ook den decimeter en centimeter te, hebben nagegaan , gelijk mede den — millimeter , en zich overtuigd te hebben, dat de verdeelingen op den compara= teur zoo juist zijn, dat er geene merkbare afwijkingen gevonden worden, 3°. Dat het derhalve onverklaarbaar blijft, ‚waaruit het vérfchil ontftaat voor de lengte van den Rhijnlandfchen voet, nadat ‚dezelve- uit de kortfte a : langfté ftaaf wordt opgemaakt. , 4°. Dat dit verfchil niet anders; kan beflist hak: dan, door proeven voor de Wbs: van den enkelen flinger te Leyden te herhalen; waarom dan ook:de Klasfe bepaald heeft zoodanige proeven te zullen doen nemen. De Klasfe heeft uit dien arbeid, reeds dit voordeel getrokken, dat zij-nu met zekerheid weet, dat de verdeelingen van den comparateur volkomen naauwkeu= F rig C ae jd zig zijn, zoodat zij roemen mag een werktuig te pagan gr weinige wee dergaden te vinden zullen zijn. Li twijfelt niet , vof de Commisfie, die “zij ‘omtrent zi bi van iere over de lengte des flingers benoemd heeft, beftaande uit de Heeren VAN bw IN- DEN ; FLORYN ; KRAYENHOFF , EKAMA EN BANGMA ; zal zich met alle nauwkeu righeid van dien Îast kwijten. ‚ De Klasfe kan der Vergadering dankondigen , dat deze Commisfie reeds werk. zaam is geweest, en dat men bezig is met het vervaardigen van fommige werke tuigen; die tot het doen der proeven vereischt worden. Zij hoopt ï in eene vol gende Algemeene Vergadering van den afloop dier gewigtge “proeven verflag té zuilen kunnen geven , en door dezelven een duurzaam monument ten nutte der wetenfchappen te ftichten. : Hier eindigt, mijne Heeren! hetgeen ik van de werkzaamheden der Leden aan uwe aandacht meer of min ontwikkeld mogt voorhouden, Ik heb gegrou- de hoop van in een volgend jaar mijn Verflag ten dezen aanzien veel breer der te zullen kunnen uiteenzetten. De voorraad’ immers wan aangeboden ftuk- ken , waarop het oordeel van Gecommitteerden reeds woor lang wierd" inge- wacht „ geeft daartoe het vleijendst wooruitzigt : want toch het terughouden van dit oordeel zal wel aan niets anders zijn toe te Schrijven , dan aan ‚de ver- drietige’ traagheid , waarmede op ’s Lands drukkerij wordt te werk gegaan ; éene vertraging „ waardoor fteeds een groote voorraad van belangrijke flukken der ge- leerde wereld onthouden , en alzoo der eere van het Inftituut en die van geheel het Rijk grootelijks wordt te kort gedaan. De bekrachtiging van het voor= fiel, hetgeen ter goedkeuring aän deze Vergadering moet worden voórgelegd,, fchijnt mij genoegzaam in ftaat te zullen tid) alle deze belemmeringen op eens uit den weg te ruimen, & „De ftukken zelve, zoo wan vroegeren tijd, als die, welke in het nu afgeloopen ar wierden aangeboden, doch onbeoordeeld ‘bleven , zijn de volgende: “FroryN, over de uitzetting van het Ijzer door de warmte, ; C. BRUNINGS JR. , Vertoog nopens een nieuwen ftelregel ter vergelijken. de beoordeeling van werktuigen , bij welke dezelfde beweegkracht op verfchillen= de wijzen gebruikt wordt, 3. C. C 43 ) 3e, Ce Ter ERUNINGS Aanteekeningen en. Waarnemingen ten-aainzien van de ijsftopping welke men onderfteld heeft ahw te hebben in het eens in Louwmaand. des jaars 1813. 4°. Ce Ius BRUNINGS ;_ Berigt aise wijzigingen ; welke de ftandhoogte der Nederwaal ; mitsgaders van de Nedermaas. ondergaan heeft in derzelver. bee nedenmonden, ten gevolge van de ftopping, welke. in gemelde bonedepamaaden A door het’ van boven afwWäärtskomend iijs ontítaan is, 105%, ErAMA, Verhandeling, over de Parabolifche Spiegels en Aetsnomiéahe Waarnemingen; zoo van: hem zelven, als van den Heer ARYEN ROELOFS: … „6° EkrAMAs drietal belangrijke Voorftellen in” de Sterrekunde rendldang a. Oplosfingen van het Voorftel , om uit. drie achtereenvolgende. hoogten van een en dezelfde fter, benevens den verloopen tusfchentijd , te bee palen de hoogte van den pool of de breedte van Re plaats des waar- nemers. Ne ' B. Het vinden van de Bebrstidoges en den tijd uit de Waarnemingen van twee bekende Sterren. €. Oplosfing van een nieuw Voorftel; benevens de Berekening var Voor beelden, om, door waarneming van twee fterren in een en dezelf- de vertikaal den middelbaren of ook waren tijd te vinden. * 99, C.L. BRUNINGs, Verhandeling, bévattende onderfcheidene Theorien Omtrent het vermogen der Waterleidingen , getoetst aan de ondervinding. 8°. VAN MARUM, over den Vegetalen Oorfprong der Steenkolen, 9°. VROLIK; over de zonderlinge Misvorming eener Vrucht, ten einde acht maanden dragts geboren, te gelijk met een welgevorind kind, 10°. VAN DER BORCH VAN VERWOLDE, over de Aardappelen, als een hoogstbelangrijk gewas, en zekeren waarborg tegen yolftrekte hongersnood, 11° DRIESSEN, Vergelijkende. Proeven met het Ceruis van CLICHY ‚te Parijs, en dat van den fabrijkant. GC. KUYPER te Groningen. 12°. à Roy, Verhandeling over de werking der. Azijn in.de r abus. 13°. BANGMA, Verhandeling over de Breedte buiten den Middag door twee „gelijke hoogten. EN 14°. Parrs VAN EROOSTWEK) over. den. hoogen. aad, van, Gevoeligheid, welke voorwerpen. uit het. Plantenrijk hebben, voor. elektrieke „ontladingsp,, en het vernielend vermogen van flechts kleine fchokken op het levensbeginfel in dezen. F 2 15 KG. e 644 D 15°. C, L. BRUNINGS, Iets over het foortelijk geleidend vermogen der lig: chamen van het geluid, den klank, enz. 16% ReiNwARDT, over de Maag- en Darmfteenen van het Hiekeonitg Gee dierte, meer bepaaldelijk over die van het Paard en den Hippopotamus, 179%. KRAYENHOFF, wat er ten aanzien van den IJsfel zal behooren te ge- fchieden, om “deszelfs vermogen gelijk te maken aan -dat van wet Pannerdenfche Kanaal. “18%, FLORYNs Verhandeling ter beflisfing van de vraag: Wanneer het Wiet eens Rütuigs,/ op een effen grond , met eene gelijkmatige beweging voortgaat , zullen dan de onderfcheiden punten in den omtrek alle met eriba, ‘of wel met eene verfchillende {nelheid bewegen ? De algemeene gisting, welke geheel. Europa op nieuw te wapen dreef , heeft onze buitenlandfche coreespondenten waarfchijnlijk te zeer bezig gehouden, dam dat zij aan het Nederlandfche Inftituut door het inzenden van belangrûke bijdra= gen zouden hebben kunnen denken.. Ook van binnenlandfchen is niets ingeko= men.- Twee vroegere ftukken zijn nog onbeoordeeld; het oordeel op een derde: is van dien aard, dat ik mij ligtelijk kan onthouden van deszelfs „mededeeling. Het eerfte , dat nog aanhangig is, gaat over het Voordeel, dat er ân het aan= leggen van ijzere Rigchehwegen in plaats van het. graven. van Kanalen zouda gelegen zijn, door den Heer HUICHELBOS VAN LIENDER. Het tweede is van den Heer UwrTEWAAL, over de aangelegenheid, dat op wiskundige gronden onderzocht en bepaald worde , welke van de onderfcheidena foorten van Ploegen de voorkeur verdiene. Onder de boekgefchenken, welke der Klasfe in het afgeloopen jaar wierden aangeboden, moet ik in de eerfte plaats tellen eene zeer keurig bewerkte Vere handeling, welke bij gelegenheid van het ®weehonderdjarig Jubilé der Groninger Akademie more majorum, of, gelijk men gewoonlijk zegt, met de kap verde digd wierd door den Heer JANUS CONSTANTINUS DRIESSEN. Zij draagt denn tijs tel: bss et vas Chemico-phy fi ica inaugurali: s de atiro fulminante. ‘Het ‘zevende Deels Eerfte en Tweede Stuk der ol teint van de Maatchapph der vue te te Haarlem. 3°. Kors, À in de hooge achting van het algemeen en van geleerde Maatfchappijen , waaraan À C 45 D 1ge.Kors as'Staat van den Landbouw in Nederland, ‘gedarende den. jare 313. “be Catalogus der landbouwkundige weetn: ua verveend van het Nederlandsch Kabinet van Landbouw,” — ) sblnsb tehavod dao u mf „ib PA DRIESSEN ‘over: de* Voordeelen Van” eenen längzamen plot ja Jusso OL'TMÁNNS; die Trigongmetrifche Topographifche Vermesfung des pad atd Ostfriesland *durch-den Artillerie-Capitain Camp „nach. desfen Be- ebachtungen’ därgeftellt „* mit Bemerkungen und er ar wnd die Oldenbur- sien und neue Holländifche Veérmesfung: begleitet: » il Bosled 3 TENEN de inca ns arosa) de wrewntappen te efldar- ed voor lhiet” jaar baSrgarner de nebemnsriouw 61 MA-oad 29% Exposition publique erte de a Société Royale \e Aijtilaleaoe et de. Bo- tanique de la ville de Gand. 1815; en Discours prononcé-par Mr.“ ye ks’ VAN DE WOESTYNE » Président de la Société Royale d’Agriculture et de Botanique, lors de la, distribution. des: prix à la,Salle, ordinaire,des. Seances de la Société, à Pé- - poque du Salon d'exposition de, Fleurs le jeudi,-29 Juin 1815. ú Door, genoemde Societeit aan de Eerfte Klasfe van het Inftituut ten gefchenike gezonden. é 80, CGC. GC. REINWARDT ; Oratio de Chemie et Historiae naturalis Studiis, recte inftituendisg 9 7 ka 0% GGG REINWABDT , T'ijdfchrift voor Natuurkundige Wetenfchappen en brent Eerfte en Tweede Stuk. ke „ JacoB vosmaer , Disputatio Chemica de adftringentium Natura. £ a R. O. H. vaN MANEN, Disfertatio Chemico-Medica , fistens alimento» rum cum faecibus comparationem,. 12°, Leerboek der Artfenijmengkundige proefondervindelijke Scheikunde, door Je B. TROMMSDORFF , vertaald door N. C, MEPPEN; met de noodige Aan- merkingen en eene Voorrede verrijkt door c. 6, c‚ ReiNwarpt. Eerfte Deel.) 13°*. C.G, C. REINWARDT , Oratio de Ardore, quo Historiae Naturalis et inprimis’.Botanices cultores in fua ftudia feruntufr. Zoodanig , geachte Medeleden! was de loop der geleerde bemoeijingen en werk. zaamheden van de Eerfte Klasfe des Inftituuts. Zij bleef hierbij beftendig deelen zij C 46 ) zij zusterlijk is verbonden. De uitnoodigingen tot. alle foort van openbare feest- vieringen en-het mededeelen: van uitgekomen werken dragen er. overvloedig blijken van. Doch bovenal deelde onze Klasfe in het vertrduwen en-de hooge gunst van % Lands. Beftuur, De aard. van:velen harer, werkzaamheden geeft. bijzondere aan- leiding, om telkens nieuwe punten van aanraking met het. Gouvernement te vormen, De, Klasfe heeft. beftendig van hareu pligt gerekend, dezelven niet te verwaarlozen , maar integendeel alle pogingen aangewend „om ook: van dien kant het belang dezer geleerde Inftelling boven: âllen-twijfel te verheffen, (at _- Mogt zij-hierin geflaagd, zijn, mogt’ voorál.de ‘flaauwe {Schets „‚ welke ik U, geachte Medeleden! van hare werkzaamheden heb voorgehoudens voldaan, hebben aan uwesverwachting en haren wensch, be, zou rekenen, eek aan mijnen pligt niet te a te;kort. Selchogen,: iiaoë sla Dhve rawinsdankeere?, in de sr Algdhelhd Parihaarri A0 … Hes Nederlandfchen Inftituuts van Wetenfchâppen, mot: oe GEetterkunde' en Schoone Kunflen ‚den ite re des beter 18 815. t: G. VROL IK; PAN PEPE CH oes en af a ER PE 7 c BEOS II VV GERONA INE GJ OT: 4 ko OET À ï: Ù Seerctaris, / VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN DER EERSTE KLASSE VAN _HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, UITGEBRAGT AN DE ALGEMEENE VERGADERING DES JAARS 1816. Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS, „ZEER AANZIENLIJKE: VERGADERING? cbr er ZEER GEACHTE MEDELEDEN ! Bnr op | oaf kk 360 fn B; het Verlag der dek. # hetwelk. ik op de voorgaande” Algemeené Vergadering, in naam der Eerfte Klasfe van het Nederlandfche Inftituut, heb voorgedragen, opende zich! hèt vooruitzigt , dat. het daarop, volgend niet mindet vruchtbaar ’ aan letterkundi en ‘arbeid ‚zijn zoude. Gij: verwacht derhalve nu s zeer “aanzienlijke Vergadering! eene niet minder ‘uitgebreide melding van het __door haar verrigte , dan U toen is. voorgehouden. Hetgeen hieraan zal mogen ontbreken, vindt uw doordringend oordeel vergoed in de belangrijkheid der ftoffe en het moeijelijke, van hare bewerking, _Ondér de ftukken „ welke de geheele aandacht. der Klasíe hebben gaande ge= höuden , ‘en waaraan met onafgebroken. ver wordt doorgewerkt , zijn er. daaren= boven, meer dan een zeer nabij aan de voltooijing , hoewel zij’ op dit oogenblik niet wel als een deel ‚van reeds volbragte werkzaamheid kunnen worden op» gegeven, Bepalen wij ons dan nu tot het werkelijk volbragte, en wel in de eerfte plaats tot die foort van árbeid, welke ‘op last des Gouvernements is ondernomen, “De Heer Directeur-Generaal van den’ Waterftaat goedgevonden hebbende „, aan de Eerfte Klasfe kennis te geven van het befluit, den g1ften October 1814 bij Zijne Majesteit , toen Souvereinen Vorst der Nederlanden , genomen, om den Heer B. KONING, Predikant te Akerfloot , aan dezelve Klasfe te renvoijeren „ teit einde deze deszelfs uitvinding, van zeker werktuig. zoude onderzoeken 5 en opdat Je vervolgens op deze zaak’ door hoogstgedachten Vorst „na, overweging van het rapport der Klasfe en- naar. bevind’ van zaken ‚zou worden befloten „ ‘heeft de Klasfe, om ‘aan dien vereerenden last te voldoen, eene Kommisfie van vier Le: 5 Ag À den A rem EET eere negen Jeemer AR nenneemanndnapi den benoemd, beftgande uit de Heeren vAN SWINDEN, FLORYN , GOUDRIAAN En C. BRUNINGS JR., ten einde deze uitvinding te onderzoeken , de noodige. bee fcheiden in te winnen, en haar te dienen van rapport , confideratien en advies. Heeren gecommitteerden zich in ftaat gefteld hebbende, aan den opgedragen last te voldoen, bevond men: Î Dat de uitvinding van den Heer „koning: hoofdzakelijk hierin: beftaat, dat men door het doen ontbranden eens mengfels van ontvlambaar gas en damp= kringslucht , in de vereischte evenrédigheid (met / elkander vereenigd, eën bewe- - gingsvermogen daarftelt , grooter dan dat van den {toom in de vuurmachines , of ten minfte daaraan gelijk ftaande. Dat de Heer. KONING werkelijk in het daarftellen van zoodanig edn maat en mogen is, geflaagd „en zulks door een aantal proeven heeft bewezen. … „Dat echter het aanwezen, van dat vermogen en „deszelfs voortbrenging niet gee noeg is; 5 „maar „dar er daarenboven vereischt » wordt, 1°, dat dit vermogen met mindere kosten „ € even „gemakkelijk , » éven fpoedig 3 of veel gemakkelijker en fpoe- diger, voortgebragt ‘worde, dan de, ftoom. in de vuuiwacliines, 2°, dat hetzelve naar willekeur. Kunne oid geregeld en beftuurd ; 3 ‘dat zulks gefchiede, door middelen, niet, nieer zamengefteld , » ‚of wel eenvoudiger, dan die, welke in de Reen: gebruikt worden. Dat de Heer x NING het eerfte dezer vêreischten volkomen bereikt heeft , en er geene redelijke. twijfel kan, beftaan , of, hij zal ook de overigen ten volle meese. eer worden. Í g Dat echter hiertoe nog meer proeven A À worden , en ‘wel meer in het groot, en dus ook meer kostbaar, dan die, w welke hj tot dien tijd had kuns nen doen, _ jd Dat het daarom der Klasfe “erkieslijk’ zoude | sSrkomen, rr de uitvinder van dit werktuig, hetgeen, hij met den naam van Hydrophore beftempeld heeft, ín, ftaat gefteld wierde , in flilte eenen toeftel te vervaardigen van genoegzame grootte „om op de refultaten te kunnen ftaat maken, en zoo doende aan hem „gelegenheid verfchaft, om alle de deelen des werktuigs naar zijne bevinding in “te rigten, en‚ bij onverhoopte ontmoêting van zwarigheid in, de conftructie „ of van belemmering in de juistheid ‘van beweging, o of in de regeling der magt, de noodige veranderingen en verbeteringen , zonder opfpraak , te. maken. a Ten einde dit oogmerk te bereiken, telde de Klasfe als haar advies: DSE 1°. Dat ij Ks) - ®. Dat het Zijner Majesteit mogt behagen, den Heer KONING. te magtigen , om Ld inventie van zijn werktuig , genaamd Hydrophore ; verder voort te zetten , en tot de meest mogelijke volmaaktheid te brengen. 2°. Dat het Zijner Majesteit behagen mogt, den’Heer KONING eene gratifica= tie van duizend guldens ter hand te doen’ ftellen „om hem daardoor te gemoet te komén in de kosten, welke vereischt worden tot de conftructie eens werktuigs „van genoegzame grootte, om behoorlijk te kunnen. oordeelen over de geheele iprigting, zoo van de voortbrenging van het gas, van deszelfs vermenging in de juiste rede met de dampkringslucht , en van de ontvlamming der geheele masfa op het vereischte tijdftip, als van de geregelde beweging des zuigers: onder voorwaarde echter, dat hij-van zine verrigtingen in der tijd het noodig verflag aan den Heer Directeur , nu- Minister , van den’ Waterftaat zal laten toekomen. 3°. Dat het Zijner Majesteit behagen mogt, den Heer KONING te verzekeren , dat, indien het door hem geprojecteerd werktuig allezins goedgekeurd -en-vere volgens tot ftand gebragt wordt, door” Hoogstdenzelven zoodanige dispofitien zullen genomen worden, als meest gefchikt zullen zijn, om aan hem de vruche ten van zijn’ genie en van zijn onafgebroken arbeid te doen genieten, Zijne Excellentie, de Secretaris van Staat voor de Binnenlandfche Zäkéns vond goed, bij misfive van 26 April 1815 ‚aan de Eerfte Klasfe, ter bekoming „van voorlichting, te zeiden een rekest van J- FRANC VAN DEN CORPUT & ZOONs houdende verzoek, dat er, gedurende „de eerstvolgende vijftien jaren, geene grosfierderij in goud- en zilverdraad, dan die op hunne me sarte binnen geze landen zoude mogen beftaan of in werking zijn, Dit: rekest in handen gefteld zijnde van de Heeren BENNET ; REINWARDT €n aaf ten einde der Klasfe te dienen van berigt, confideratiën en advies 4 bleek uit derzelver navorfchingen, dat zij „bij het opnemen van de Frabrijk en Trafijk der Heeren van DEN corPUT, mek de meeste voldoening en bewondes ring het dadelijk in werking zijn van alle de verfchillende , in het rekest vermel=. de, kunstbewerkingen, ter verfijning en vermenigvuldiging van allerlei gavetten= foorten, hadden opgemerkt en daärdoor tevens waren overtuigd geworden van het «door de rekwestranten zoo” ftellig aangekondigde, ,, dat ‘het eigenaardige: »>dezer Fabrijk bepaaldelijk daarin gelegen is, dat de grondftoffen uit haren ss oorfponkelijken ftaat van ruwte en grofheid tot den hoogften trap van fijnheid sen zuiverheid gebragt en verwerkt worden.” A 3 Dat € 6 ) Dar wijders het 1 overtuigend i is gebleken, dat, en ‚de. waarde zelve. der eerfie gronditoffen,, en de. uitgebreidheid en kostbaarheid. der werktuigen, bee hoeften en inrigtingen, met welke aan meer dan honderd perfonen arbeid en bee ftaart, voor, „geheele. huisgezinnen verfchaft wordt, dit etablisfement tot een- zeer aanzienlijk kapitaal hebben doen flijgen. Dat het derhalve allezins te bejammes zen z0u,zijn, bijaldien door het nevens oprigten van eene dergelijke grosfierderij, waarmede zij door eenen ondankbaren, vreemdeling , welke bij hen in gunst was opgekweekt, fchenen. bedreigd te wordén, deze fchoone Fabrijk en Traijk in gevaar van kwijning of geheele vernietiging, gebragt wierden, … De Klasfe ‚de. bijgebragte gronden van hare gecomritteerden in overweging genomen hebbende , nam als haar gevoelen aan, dat, hoewel. anderzins niet ge» neigd het verleenen van oktrooi aan te raden, echter in dit geval door Zijne Majesteit aan J. FRANC. VAN DEN CORRUT & ZOON zou kymùen vergund wore den,.dat er van nu af, en gedurende de eerstvolgende vijftien jaren geen wicuwe argue of grosfier derij ùn goud= en zilverdraad binnen het. noordelijk rid deelte van het Rijk walg opgerigt of in werking etsen worden, ; ü …* Het ohne van Heeren gecommitteerden op den uitgevonden Badreillika vanden. Predikant konine „was der Klasfe nog niet kennelijk geworden, toen zij, bij eene misfiye „van; Zijne. Excellentie. den, Secretaris van Staat voorde Binnenlandfche Zaken, vereerd. wierd, met. een. nieuw voorftel van. denzelfden Heer, betreffende. eene. verbeterde en minder. kostbare wijze dan-in ZEugeland; - om bet koolftoffig, waterftofgaf te, doen dienen tot verlichting, van publieke, wes gen, groote 8 gewe enz. ‚Dit, zelfde —voorftel vergezeld gaande, vaneen, verzoek, om tot. het nemen eener proeve inhet groot met een aanzienlijk voorfchot van Gouvernements. wege te worden, begun(ligd,, vond, de, Eerfte Klasfe. goed. de Heeren van marum, VROLIK CD, VAN, DEN, ENDE te „committeeren, zoo. tot ‚het, nafporen. van,de „zaak zelve, als tot het beramen, der. kosten, welke de Heer. Koning zou mees nen, tot, het. doen des voorgeftelde proeve noodig te hebben, Het laatfle, gedeelte van dezen Jast bepaald. en, den. voordragt-deswegens, gen daan zijnde aan Zijne Excellentie,-den, Kommisfaris-Generaal voor, het Onderwijs, — de Kunften, en, Wetenfchappen,, als federt ‚den, Minister van, Binnenlandfche Za» ken ten deze, benen hebhende 2 kortere het, Zijner iere de -aanziens dt dijn A kes fijke fom: van duizend guldens” tot het in vert eej dezer pref toe te flan. % Er verliep intusfchen een wiriiien tijd , obs zich de Heet KONING gereed verklaarde tot het werk der gasverlichting ; doch: sarai? abra zich im de uickomften rijkelijk vergoed voor dit uitftel, Immers na alles, wat ten dezen ftrekken konde, met’ het taaist geaua en vele ‘opoffering van tijd ’ ‘nagegaan ‘én tot in de mintte kleinigheden onderzocht té hebben ; vonden zij zich in ffaat een allezins gunftig verflag te doen’ hunner bevindingen. Waaruit dan ook als van zelve ket befluit der Klasfe wierd opge maakt, en medegedeeld aan Zijne Excellentie, den Kommisfaris-Generaal voor _ Ket Onderwijs, de Kunften en Wetenfchappen , die eene dezer gasverlichtingen met zijne hooge tegenwoordigheid wel had willen vereeren: «1% Dat de toeftel, welke door det Heer’ KONING tot voortbrengitig van hét gäs, hetgeen thans in Londen em eldérs tot verlichting dient, is uitgedacht ert alhier: onder zijn opzigt werwaardigd; wele jaren vóór‘dat men in Engeland of waar ‘anders begontien is'dat gas ter ftédelijke’ verlichting te gebruiken’, door zijn: veel: eenvoudiger zamenftel en. veel mindere omflagtigheid boven’ de toeftelá ten,’ die ter. warnedonend van hen gas elders gebruikt berde zich grootelijks- manprijst, * “e% Dat'in dezen toeftel het en ter verlichting ‘niet alléen: door” de” hitte uit. fteenkolen- wordt voortgebragt, zoo als in de Londenfche toeftellen , maar dat hierbij ook de damp: van kokend water aangewend wordt, en dat aan deze tot dat oogmerk: nieuwe en fchrandere uitvinding van’ den Heer ONING het is- toe te Telirijven-, vooreerst, dat bij het gebruik van gelijke hoeveelheden fteens- kolen, meêr dan tweemaal zoo veel gas: ter. verlichting gelijktijdig. wordt: voort- gebragt; ten anderen, dat, door de: vermenging: wan den-waterdamp methet: voortgebragte gas, hetzelve: gereedelijk. bevrijd: wordt van dië onzuiverheden, welke voor. de verlichting” fchadelijk: Zijn , zonder hiertoe noodig- te: hebben” vaten. met: kalkwater, door hetwelk: “het gas ter marne, in en tst toeftelten: moet: worden heengedreven, “> “39 Dat-de’toëftel: van: den- Heer: KONING” daärbije nog aieweerdald? veven de …_ Kondenfche heeft, dat’, gedureide. ‘het gloeijen “der buizen; deze metde” uitges gloeide- fteenkólen kunnen weggenórren:en’ inr weïnige oogeriblikken andere’ met. mieuwe: fteenkolen- daarvoor- worden “in: de ni geftelds: ‘Dat: dus: met: dezen: - toes- C&D toeftel\ het gas ter verlichting. aanhoudend ‚kan -worden voortgebragt, terwijl de Londenfche toeftellen daarentegen , wanneer de kolen zijn uitgegloeid, moeten verkoelen „ eer er nieuwe fteenkolen, kunnen worden „ingebragt. Waaruit volgt , dat men bij dezen nieuwen toeftel veel kleinere iijzere buizen en veel Kleinere gasopvangers noodig heeft, en. dat alzoo hierbij, zeer groote onkosten worden uitgewonnen. 49. Dat zij,rom alle deze redenen , „de uitvinding. van dekt Heer KONING van groote waarde befchouwt en zeer gefchikt , ‘om daarvan. hier te lande, ter opene ii aenatinen van echie groote jgshouwen Enz, , eni te vn Na de beflisfende_ proefnemingen , welke de Eerfte Klasfe in het jaar 1809 aan Zijne Excellentie:, den toenmaligen Minister van Eeredienst en Binnenland= fche Zaken, betrekkelijk het kunst-ceinent van beklonken molenklei uit het- IJj - in,een uitvoerig verflag heeft medegedeeld , moet men met reden verbaasd ftaan dat men nu nog met zoo vele halftarrigheid het algemeen gebruik dezer metfel= fpecie tracht af te wenden ven, te. keer te, gaan. En ondertusfchen hetis zoo. De:laatfte. helft. van het voorgaand jaar. wierd zelfs „zoo vruchtbaar aan bezwa- ren, dat twee Ministerien van dit Rijk bijkans gelijktijdig het noodig achtten has re -bijzondere aandacht aan deze hoogstbelangrijke zaak toe te wijden, en op nieuw dat zelfde Inftituut te moeten raadplegen, hetgeen te voren reede ait vraagftuk zoo voldingend fcheen te hebben beantwoord. De Eerfte Klasfe zag zich immers in hare „Vergadering vau 25 micron des afgeloopen jaars. vereerd. met drie misfiven van Zijne Excellentie, den Minister van Binnenlandfche Zaken, alle begeleid van ftukken betrekkelijk het Amfter- damsch geoktrooijeerd kunst-cement , thans gefabriceerd wordende te Utrecht: door de weduwe CAZIUS:EN ZONEN, als: * - Eds dep Eene de-dato 6 November 1815, ;N°. 54%. ten- geleide 19°, van. een rekest Van DE BOOYS, ASSCHENBERG en de weduwe CAZIUS EN ZONEN; eigenaars der geoktrooijeerde- fabrijk: van Amfterdamsch. kunst-cement te Utrecht, aan zijne Majefteit, den Koning der Nederlanden, ten einde door -een nieuw „onderzoek dezer. metfelfpecie teworden: vrijgewaard tegen de nadeelige ‘indrukfelen ;: welke zeker gefchrijf in den Algemeenen Konst- en: Letterbode van- den 1rden Augustus des jaars,1815; N° 32, op het publiek ‚niet alleen gemaakt had; maar zelfs. den Minister van-den Waterftaat- bewogen den: onbekenden fchrijver-uit te nooe _ ' die » EN Ca) digen tor he het Seven, van, nadere „inlichtingen ;- ae V van, ven: rekest aan Zijne. Ex eliënde, der Minister. van Binnenlandfche, Zaken, sten einde; zich deze, zaalsg met wier, toevoorzigt, „hoogdezelve. belast is „wel te. willen, aantrekken 3 3 San bene Memorie, houdende aanmerkingen , op het; reeds, „genoemd, hin in den EE, Konse- „en Letterbode., AE ever iene tweede, de dato 9. ‘November. 1815, Ne. 5ps » “ten (galdide ‘eener ‘kop van. eene, aân leeren 4 Gedepureerde, Staten ‚van „Zuid, Holland, ingezondene. „Mis- Live ve van het Stedelijk Beftu (tuur, van „’s, Gravenhage, indato. 1 November, 2815 houdende bedenkingen! aangaande de. deugdzaamheid, van, het, kunst-cement, vert en verzoek, ‚om, van deszelfs. gebruiks, gedispenfeerd - te, „worden, daar, zulks v ‘anders voor, de, ftedelijke adminiftratie, hie in de revolte zeer, ge zoude Kunnen zijn, , ut bi ade Eels guts U “Eene derde „’de dato 14 November: ires: N°. 16, ten geleide eer Misti van lo. „Noyember, „18 15 EN „aes, Bijlagen, van, Heeren. ‘Gedeputeerde, Staten van Zuid- Holland; ftrekkende, ter. communicatie, van bij hun, Edel. Groot, Achtbaren iigekomen be: varen. van. het. Gemeente-Beftuur, te Delft, omtrent de deugdzaam: heid van, het „kunstcement en verzoek, van npe tè zijn tot het doen STE gebruiken. dezes „cements, voor, ftads werken. Lb ap er, „zelfder, tijd ontving, de, Rerfte, Klasfe eene. Misûve, van n Zijde Pxcellentes ‘den Minister van den, Waterftaat de. dato, zo. November 1815 ‚2de, Afdeeling, N°. 7079, „ten ‚geleide ‚eener Memorie, van den Heer 1. vAN LOENEN te Utrecht, Schrijver van atie artijkel i in den algemeenen Konst- ‚en Letterbode van, Ir Augus- tus. 1815’, Ne, ge, en nu, op uitnoodiging van welgemelden Minister zich, als Zoeenis bekend epos bebhendest Ook, hevonden. zich bij deze Misfive: elf wid vee Oord, aan Bed, Diep ‘voorhanden, en nog, vier, woaliees eis die) wels Á als toen gel ruikt wierd. „aan , de ‚defenfieye inundatie. luizen; fu, de, diek, dt Linge, de Maas) den, Bakkerskit, en. „den Biesbosch benevens, « eenen Staat, waais op de monfters zelve, ende Waren, Î diss hid eeD “sites novads Nog, Jater eene Mis HE, a Wins ‚Z ijnde. gedagtekend. 10 Ja nu El Y C 2) nuárij 1816, olie Afdeling, s NS of ‘rakende de tavórtchig, Werke à ref Jen tien mogt’ gehad hebben het 2Amterdlacehe Kunsticément woor één” derde ; te mengen miet Dordfthe ‘tras „ et hiet waterdigt makén” van kelders in de een vleugel van het koninklijk Palkis ; ‘genaamd het Oude Hof, An def. Haag; hi bij deze Misfive gevoegd eene Memorie van. den Architekt der koninklijke Pa- teizen „en cen Declaratdir van de Metfdiaärs-Bazen P. Di KOK én D. PINO, Ja heze wierd „gevölgd ddobr” ‘berië’ “Mislivé van Zine Exedllentie, den Minister van ‘Birnenfandfche Zäkén de’ “dato” ia" Februari) 1816, Ne. Ii, ‘ten geleide der detêmiäften vat oflé älrrëhèiden” rapporten ‘over het Amiftérdamsch kunst-cement dh de Íngefifdis”" ci” Chef. uêr” Diseriktén Amfterdam, % Bosch 3 Zwolle en Groningen “In” der “tijd ingeleverd’ bij net’ Ministerie van den Waterftaat en de Publieke Werken „, en door. hetzelve apert me aan Ker Minister van Binnêfairdfthe Zaken?” a DL Mo met ban Sidmavod Al ar Ten” Hotre wierd” otitvargen eene Misfive: war ‘Zijne Ekeelfentdes den nis wan Binnenländfchë helde ‘däto“tr Jut tsio. rde Eet zn ed he je : frchrift ‘eens ‘proces- gerief,” wegens opzeteêlijke zr en, opneming der “metfel- en ‘'hardfteenwerken* van de vijf groote defenfieve inundatie-[luizen tus fchen de Lek en Biesbosch; welke in de twee laattte Zomer- en herfst tmaa er vân tief Jaar ° 4815 “Zn "opgchieird geworden’ met “het geokerboijeerd zr dämfene. A it-ceiheht door” er Ministerie vant den Waterftaat aan dat van Biänenlandfche Zäkem medegedeeld , “ch “als nu aán de ‘Eerfte Klasfe' ingediend, om daarvan bip de bekende werkzaamheden over Het Kunstscement, voor r zoveel “_Roodig is, gebruik te maken. ter. Bij de ontvangst der eerfte fakken” reeds gibleken zijnde, indice: Hà de. bes Beerté wan ‘het Gouvernement ‘ware ‘dât “de ‘zaak van het Amfterdamsch. kunst= - cement „waarvan dé veiligheid der waterkeerhige en en ‘hét belang van duizende ingezeterien’ zoö bijzonder afhangt, Hodr” de gele Klasfe_ op ‘nieuw ten naauwe keurigfte « onderzocht zou wórden en zij ‘zich op de meest gefirenge wijze ver. zekere van-de- degdznatiheit ; “of” het valfche dêr daâr tégen | ingebragte gron: den’, eri den’ úitflag van’ deze navorfchingen aah hetzelve meddeclen, onder Bijvoëgihg vak hate “eorfilferatien. én advies, ‘had’ zij van dat oogenblik reeds de behartiging dezer Hobisrgewigtige taak ‘Zich’ ernftig aangetrokken, » en daar. enboven eerie Comimisfie benoemd ,’ die“ Zich méér “bepáaldelijk met deze zaäk zoude bezig ‘houden , “hare geheele nd op dezelve vestigen, en zoodanige -ùä lie Ce) Aafpormigen en waant in het” sioatiadee als’ zijd: oer het gereedelijk: green wart: Betigt j eofifideratien en- dvies: “tho noodig” oordeelen ”- id MEV viStmad-tertt % «Dé Fleërert WRGERS PAPTS VAN! phkoos wek ER BLANREN!IP tee oven. peld geweest met het. vergelijkend onderzoek van het buitenlandfche en het federt 1D Úirgevónden? birmenlandtehe tras”, wierden opnieuw vérzoeht-zich miet. deze zwale te: belasten z-döch aaen worid,- op-derzelver! woort) ; tegelijkertijd goed di Vierde Klasfe te verzoeken, een Lid uit "haar midden bij de „reeds: benoemde Eommisfie tel voeders ánraa odezelve doörzde leuze: van den Heer, WisLaN: Boot gereedelijke voldeed. ab, MAgSt. 119315 wl leifl cRvortsletid 4d 05 Di (ss U, geachte: Medeleder! zin: zeenl erlas als „die bekendzte: anale mes pen gâng der werkzaamheden van deze Commisfie, houde ik voor- een: bijkans. ons uitvoerbare taak, Het moge „genoeg zijn ter uwer kennis te brengen, dat noch nfotite, noch tijd; noch: naauwgezerreid heler ‘vigtig: volbrengènv:der opgetio- mefië werkzaamheden zijn. gefpaardy of:uit het oog; verloren ; sdat een aantal var honderd-vier-en-twintig metfelproeven, gewijzigd!vaardhet: ‘dek der bewerkingen en heeropzertelijk: vervdardiger-van- een swatérdigtén sregenbak, de grönden’ gelegd hebben tot het uitbrengen vaar eem volledig. verflag- op” alle: „punten „ die in dt uitgebreide “ministeriële aanvragen -dér Klasfe warén! voorgelegd’ of medegedeeld geworden} dât aate:Gecommîtteerdenshiet geluk: is: wedervarenrbij erikelde proeven! verderd? tevworden” met de tegenwoordigheid’. var Zine Excellentie , den, Come misfatis-Genefaal: voor rijd de Kanftenzen: Wetenfchappen. ‚ én arfdere: aanzienlijke Sraatsbeambten dat ook dee proevenrovertuigend de deugdelijkheid. van het: geoktroöijeerd Amfterdamfiche- kunst:cement bewezen, zoodat welgemelde, _ Cowmisfkris-Generaal, deszelfs tevfddênheid niet willende verbergen, tevens. de vrijheid’ gunftiglijk. wetleende , om van -die- belangrijke zamenkomst melding te maken , waar zulks door de Eertte Klasfe mogt noodig geacht worden, „oni1s „Zij aarzelde danook niet; na «alles. wat ter’ materie-dieneu koûder, in .éene buitengewone: Vergadering rijpelijk te hebben overwogen , zijner Excellentie , den Minister van. Binnenlandfche Zaken: te: adviferen:: 1% De weduwe cazius & ZOONEN,: fabricerende en handel drijvende in ge= ‚ oktrooijgerd kumstscenrent, van beklonken’. motenklei- uit het 2; onder de firma van DE BOOYS, ASSCHENBERG & de JPed, cazius & zoonen, vrij te: Spreker van alle vermoeden, hetgeen. welligt bijvdezen: óf ‘genen ‘ontftaan mogt zin,’ als of: zij in dezehunae. ‘bewerkingen ‘en: handel afweken van: die naauwgezetheid en: Abeele, welke eerlijke lieden betamen. B 2 2°,Te Cad gn „2 Te rds ‚dat, het bij. hen sehen door ‚hen, verkocht wordend kunst-cement van beklonken molenklei, uithet „{ niet, afwijkt. vandie hoedanige hederi „welkesmen verlangt bij gene este voor waterdigte. werken ‚gee fehikt, >/ „1 aalbasnatiud. tal Her adoestsbaor teit BY 308 daar: 139au 1338.: Züner: Majesteit , den; Koning der Nidedsoad, voor te „dagen de nute diheid: van hets ftellen cener verhoogde. belasting op‚den invoer van ‚buitenlands, fche tras-fteenen. id mskhoten _vagde. sint we « vadsenism:d sld ub 242, Hoogstderzele, Zijner „Majesteit, tevens. „voor dte; dragen de volfrelge nood= zakelijkheid tot het bepalen van ftrafwetten tegen; “den „invoer. van ‘buitenlandsch, gemalen: trasen tegen. de verzending kia betw ins 00? de, Kolonien. „van, wok der EN ai „Sh aL oitei: ssh usw, nabettarsges dre sat bais Ee Ee ech bn at nf eeban har: skit: wt leest tadn Omnic dine Aklkëa aat wier hanne de Eerfte. Klasfe , na ingewone nen berigt. var have ; Gecommitteerden 4: nù pijn eeft. kunnen. voldoen „, vindt: dj zich nog! ‚vereerd, met:lde; volgegidderap …… sovaargliltent grant) 1aiv orbal va? Eene Misfise „van „Zijne „Excellentie 4 > tl „Secretaris, van, Staat. voors!de, Binnenlandfche: Zaken ; „te kennen, gevende, dat hem het vast tellen van verore: deningen van Politie ophet fabriceren- van -keukenzout- van zulk. een hoog bes, lang is voorgekomen dat. hij, nietkan nalaten,de Eerfte, Klasfe,ten, fterkfte, uit, te noodigen , zich met het onderzoek, dezer-zaak de concert met,-haar werdienftee, lijk ‘Medelid „den--Heer- DRIESSEN „> die Federt, „verfcheiden. jaren, deze “zaak, bijs; zonder ‘heeft ter. harte „genomen, zeer. opzettelijk bezig, te houdens;en „Hem, van, den uitfläg te berigten, met bijvoeging eener voordragt-van ‘zoodanige maatrege len „ als baar ter bereiking van. het voorgeftelde doel, de. verzekering der deugde zaamheid vanhet in deu hande); eert zout shet meest. gefchikt zullen, toe fchijnen. ‚cv ot steelalsilio.k abroh.: ds Helene „29, Eene Miéfive van dien ‘Baccllentie, den „Secretaris van, Staat: „voors de Binnenlandfche- Zaken, ten geleide,van. een fekest; vaar Le He RYCKASEYS teí Dixmude, inhoudende opgave vaneen door hem_ uitgevonden. middel ter. bepva=s ring van biergest gedurende den. zonier, met verzoek, om, indien” zijne uitvin- ding met eenen. goeden uitflag. wierd, bekroond, daarvoor. eenige RARE te. mogen: genieten. 3°. Eene Misfive van Zijne Ezcéllentie, > den Saspetarie van Staat ‚voor ‘de, _ Binneplandfche Zaken „ten geleide van een sckest van JePe ÉELLIER TLUMEN-) EHAL.g C 13 ) „'EHAL „ waârbij “dezelve verzoekt, om een uitfluitend ‘oktrooi woor, den tijd van twaalf jaren. tot het vervaardigen van werktuigen ter distillering „welke door hem zijn uitgevonden , en waarvoor hij in de maand November van, het jeat 1S12 ‚ door het Fransch. Gouvernement is gebrevetteerd. Kier —4° Eene Misfive van Zijne Excellentie „ den Secretaris-va Staat voor de Binnene. landfche Zaken, “ten geleide van een rekest van P‚ VAN GRIETHUIZEN ‚t@. Jutphaas , betrekkelijk zeker in Duitschland beftaand werktuig, waarvan ,-zijns inziens , hier te TLuande met vrucht zou kunnen worden gebruik gemaakt, om op werktuigen’ bij fabrijken ‚ welke tin: ändere landen door {toom of damp, paarden; of watervallen worden in werking gebragt, te worden geappliceerd, en waar=- omtrent hìj gaarne, onder provifioriele. geheimhouding , nadere opheldering en opening geven ‘zoude, ten ‘einde: vervolgens, ten koste van den Lande, tot proefnemingen zou kunnen worden overgegaar, 35° Eene: Misfive van Zijne Excellentie „ :den Commisfaris-Generaal voor shet Onderwijs en voor de Kuuften en Wetenfchappen „ opdragende aan de Eerfie Klasfe het onderzoek van twee: mfonfters, touw, getrokken uit de fchors- der, Althea-plant, in vergelijking met het gewone touw, en alzoo zijner Excellentie te willen voorlichten: op’ zeker rekest van CORNELIS BUIS ZWART s ter dezer mas terie aan Zijne Majesteit geprefenteerd „ en door Hoogstdezelve gerenvoijeerd aan het Departemêént ‘van « Onderwijs „ Kunften. em EDE en aan dat van Marine, om confideratien en advies. is ‘ v 6? Eene: Misfive- van Zijne Excellentie, den: Minister van Wionenlamdiche Za ken, ten geleide van het affchrift van twee brieven des. Heere Gouverneurs. van Groningen, den eenen de dato 11 Januari 1815, ade Divifie , N° 78 , met; „eene Bijlage, denvanderen van a1- April-a815, P.:N°.:237, met zes- Bijlagen „ alle betreffende de materie van shet: zout, waarover: sde. Klasfe bij „Misfive. van, 8 November “1814 N° 11 „door: Zijne Excêllentie reeds was onderhouden. De belangftelling in deze zaak door Zijne »Extellentie. met het verloop wan tijd niet verminderd, maar alleen door de opeenvolgende ftaatsgebeurtenisfen van het jaar 1815 geftoord zijnde geworden „zoo wordt de Ktlasfe als nu verzocht, om alle deze flukken temaken ‚tot een onderwerp harer overweging, en, na tem, dezen in allen deele- met haar-Medelid , den. Heer priesseN, ‚de concert te zijn, te.werk gegaan, Zijne: Excellentie met hare kennis en ‚raad in dezen te willen, voorlichten. } ‘ Hod à B 3 ze, Eene -Ò eh Cm DP 229, | Bene MisQvé- van’ Zijne Excellentie » den Directeur; van! den” Waterftaat-s- _ témsgeleide’vanshet dffchrift eens ‘Koninklijke, Befluits;,de dato zo April bevon rens; N°, 76! en een-door den Infpekteur-Generaal; bij den Waterftaat ; je BLANS KEN JANSZ. » geformeerde Memorie: en Bijlagen over dezijdelingfche afleiding maar, zee van de bij ijsgang zoo gewaurlijke opperwateren van den. Neder-Rhijn, Leken Waal 5 benevens de daartoe opgemaakte kaarten ven-planss daarbij de. Klasfe nice noodigende „ zich, met het onderzoek dezer, zaak, zoo fpoedig zulks, zal. mogelijk zijn „te willen bezig houden sven ‘het. dienaangdande ruit te bréngen advies aans Hem: Direkteur ‚ met terugzending van de Memórie en. ganes vermeer kaar ten, te willen: doen geworden Pt nerd to go, Eene Misfive- van Zijne Excellentie (den Minister. van Bienenlatiäfche Zas ken, ten. geleide van het ‘rekest van Je Lv FRANQUINET , Artzenijmenger te Maastricht , te kenhen gevende , dat hij het geheim ontdekt heeft, om wolle floffen met’ Berlijnsch: blàsuw te verven, zoodat men daardoor eene zuivere gloeïjende ‘en gelijke kleur: verkrijgt, die, Hoch aoor”wrijvingg> noch „door ‘hee wasfchen met water, aan eenige verandering of: ergens zoude. wgespnen nn ftaan óf onderworpen zijn. Zijne Excellentie verlangt, ter meer” volledige wibeikin vâri Hoogisal oogmerk, dat door de Klasfe onderzocht en, berigt worde 20° < Td. OP de overgelegde flalen laken” waarlijk en, inderdaad) met Berlijnsch. blauw (bleu de Prusse) geverfd zijn? BESS ted vi b, Tú-welke verhouding dezelve falen „ Wie de edn van: ‘“fehieikundige reagentia onderworpen, flaan tot laken, met indigo geverfd, op gelijke: wijze: bekrandeld Wordende, en’ mitsdien welke bewerking -de béste kleur houdende is 2 sc. OF de-gedachte falen,» zoowel: aan wrijving 3 als aan” wasfching met was ter wetrftaan, ; zoodanig=dat: zij niet verkleuren: of verfchieten ? vltsared. glfs drWelke ftoffes hetzij” Berlijnsch blaaùw:;vtof. indigd, tot het: ‘wérven. vat uit ‘wolle bereide goederen „met betrekking tot derzelver vei ik en duurzaam, ‚® heid „ in het gebruik het werkiesfelijkst is ? @ Of, daar, federt de herftelling der vrije vaart, de hire der tadigs wee der tot de gewone prijzen- gedaald is; het nw nog van hetzelfde overwegende aanbelang , als ten jare 1810, toen de vaart gefloten was , kan geacht worden te zijn, ont het gebruik van Berlijnsch blaauw bover dat van indigo aan te en en aan te moedigen ? ri Ter hd ke Sn tan ne de _ . GAGE Mp, LTertwvijk de Klasfe tevens verzocht wordt hare gedachten te laten ‘gaan , welke aanmoediging: ci” belooning eigenaardig zouden toekomen aan deze sisters Bere dezelve aan ‘het daarvan opgegevene voldoet, ‘zo? Eene Misfive van Zijne Excellentie, den Minister van Biatbtind tee Zaken g”de “dato 13 Junij: 1816; N°. 63, houdende ‘het verzoek; - “dat de’ Eerfte -Klasfe _Hoogdenzelven wilde … voorlichten “omtrent ‘de . namen van alle de onderdeelen ensmeervouden der eenheden, welke tot het ieuw ftelfer “van maten ‘en „gewigten zullen vereischt worden, Omtrênt de invoering wan welk ftelfel juist toen eene concept-wet aan. de Staten-Generaal door din atf kiesen was NN: tent Fa “Vele van deze onderwerpen maken eene onafgebrokene bezigheid der Couimis- fien, welke zich met detzelver nafporing “en bearbeiding” belast vinden , en zou den” reeds gehêel zijn ‘afgewerkt, én aan” de "beoordeeling der Klasfe zijn onders worpen geworden’, zoas. men nièt tenr-dezcu met alle die: onderfcheiding en met dat bedaard antie wilde EN Ane eeen: tot zekere uitkomften leiden ‘kunnen. ke -_ Hoezeer nu fortgelijke: herihids en beraad, ook als geleerde werkzaame heden ‘befchouwd , hare rûttigheid hebben kunnen, en in menig geval hebben „moeten, is. het echter wooräl door -dien arbeid, welke onmiddellijk onder het oog van eenen. iegelijk gebragt wordt „- dat de roem des Inftituuts kan iest gende en ftaande’ gehouden, “Dat de Eerfte Klasfe getracht heeft « sek van dien kde” niet in gebreke te bli ven , zal nader blijken door eêie-: ‘gerivoudige opgave van hetgeen: door haar is vérrigt gewordene Sommige Verhandelingeu ; ‘wel is waar „ wierden niet voorgee Aragen met bepaald doel, oi’ haâr algemeen verkrijgbaar te Stellen, Doóch daar Zijvin zich He kern 'bêvatteden wan meer uigewerkte ftukken , „die men verwach-- ten kan, dat daarvan het gevolg zijn zullen, ‘kunnen zij nu reeds befchouwd avörden als ecn voorbereidend deel van geleverde werkzaamheid , die eenmaal tot roem der fchrijvers en ten nutte van het algemeen verftrekken zal; „Hiertoe moet-de'Klasfe in de eerfte Plaats brengen het ontwerp van den Heer SERRURIER > om de woeste gronden in dit Land , binnen den kôrtst mogelijken tijd en met de: adden kosten , van de het Gduvorpemein bot on: te rr vr gniqge WD aan À — Ön Ee A s Ons geacht Medelid , in het vorige jaar“ bij-twee,woorlezingen „een staferèel hebbende opgehangen vanhet zonderlinge “verfchijnfel:, dat er. in zulk, eenen Staat , als de onze te voren, was ‚ nog zoo. een „groot aantal woeste. grouden, ge- E vonden wierd, en de verfchillende : Oorzaken hiervan hebbende „opgefpoord , en meer invhet algemeen de middelen aan de’ hand-gegeven „« waardoor, ‚het cultive- ren dezer gronden zou kunnen bevorderd worden, hield in dit jaar eene, voorle- zing over hetzelfde onderwerp, : 0 Malle ar aries „Thans meende hij het tijd{tip „geboren te zijn» waarop een algemeene. vrede, ete Befiiur'i in ftaat ftelde „om zich met kracht van deze, gewigtige taak. te kwijten, Dat het boven het bereik was van geringere lieden „ hoe nijver en werkzaam ook, om door het ontginnen van woeste gronden tot welvaart te geraken , dit Beken de ellendige: hutjes ;- ginds en: elders in de heiden verfpreid, de vergeeffche ne gingen, federt ‘eeuwen dienaangaande inhet werk gefteld. ; ER „Er wordt een ruim voorfchot van. penningen voor een aantal; jaren. dte Van bijzondere ingezetenen, laat zich hetaelve niet, verwachten „amdat het gee» ne genoegzame winsten voorfpelt. Dan: hetgeen bijzondere ingezetenen voor geen genoegzame winst houden „kan voor den Staat een aanmerkelijk,en-ont wijs felbaar voordeel zijn, „De duizende lasten. granen-en_ de talrijke kudden vee, daar door te verkrijgen; zouden voor de Maatfchappij een wezenlijke, wiast-zijn.. Mile digenen. zouden daardoor jaarlijks in, het Land gehouden worden „zonder. dat men stat-de hagchelijke middelen, om den. uits, en- invoer van zekere vopssbrenafelg te verbieden of zwaar te belasten, zijne toevlugt. behoefde te nemen. ‚Met de nieuw bebouwde gronden , zou de-bevolking als van, zelve vermeerde-” ren, en ook vooral de foort van, bevolking. verbeteren. : „Ook de legers zouden. door die vergrootte benlbinnnamekd stiks. voltallig kie „nen gemaakt, en, in-tijden van gevaar, van-meer welgefpierde armen, kunnen „voorzien worden3 en eindelijk zoude met, den. tijd ’s Lands. kas doof dien meer- deren welvaart aanmerkelijk gefchraagd -wordena—… + Cars Maar nu ook de middelen , om tot dit oogmerk te geraken „ de opofengen, die zulks aan den Staat kosten zoude, u nst rest d: edt “Zekerlijk. zou daartoe.een voorfchot van eenige Millioenen wens worden. ‚Maar zijn er ‚niet federt eeuwen door den Staat Millioenen befteed, om midden in heiden ‚en moerasfen.de kostbaarfte vestingen aan.te leggen „en wordt niet daar- mede nog onophoudelijk voortgegaan? Is dan de opening van zulke rijke. bronnen ) van - , dr Cm) van beftaan van, minder ganbelang „ dan.de. verdedigiug tegen, cen” buitenlandfchen vijand? Mag mên in het;een. geval „bezuinigen „ daar men in bet ander fteeds met ruimte, voorzien, heeft ; en mag ‚een, goed huisvader ‚in één. gedeelte van zijn huis veele, pracht vertoonen , terwijl een auder. gedeelte. van.dat- huis dreigt,in te {korten -en eenige zijner kinderen. in, hetzelve hongeren gebrek, lijden ? Daarenboven de onkosten, vereischt, om van de geheele oppervlakte van het. Land partij te trekken „ zijn „ hoe groot ook flechts kleinigheden , wanneer, men. ze vergelijkt met de uitgaven, die jaar voor jaar tot zoo: vele de einden be fteed worden; en, hetgeen vooral opmerking verdient „ terwijl,de-andere uitgaven ‘jaarlijks wederkeeren, is dit flechts een voorfchot, hetwelk nagenoeg scheel WC der ins Lands fchatkist terug keert. Zelfs het cerfte uitfchot , hetwelk een particulier als verloren dralen kan door. den Staat niet geheel als zoodanig aangemerkt worden , vermits „deze foms men, onder de arbeidzame Klasfe zijner ingezetenen verfpreid wordende, hulp en verlichting aanbrengen, waar dezelve het. noodigst zijn, em zeker eene oncindig, - heilzamer trekking hebben „ dan aalmoesfen.en bedeeling. eN Dan eens gefteld zijnde „dat het Beftuur , hier van overtuigd, de zaak; wilde er het „geld daar voor over had, zijn dane wel de middelen, tot zulk eene- onderne ming in, het ‚groot vereischt wordende; voorhanden? Is er mogelijkheid, «om „die ‘duizende menfchen » „handen, paarden en ander vee, bouwftoffen en gereed« Nd zoo maar fpocdig te vereenigen ter plaatfe waar men zulks, ver= Kiest, fchoon dikwijls verwijderd van rivieren en kanalen, die den aanvoer gemakkelijk maken ? Hierop is het antwoord : stir. re Dat, wanneer men’ flechts de helft of. twéé vijfde van het;geheel cultis veert , zoodanig dat elke nieuwe boerderij een gedeelte ongeeultiveerd. in: hare nabijheid bft ‘behouden, de overige drie vijfde deelen in korten tijd als vaa zelye ter cultuur zullen. gebragt worden. : 2%, Dat ons Gouvernement het wolledigfte mied in 1 zijne magt heeft, om de noodige menfchenhanden met al het verder, vereischte in ruime mate, ster bes Hoorlijke. plaatfe, p hoe ‚afgelegen ook, te bezorgen, zoodanig zelfs, dat de: on- kosten, “door hetzelve daartoe te inpenderen, „ omde helft. minder zijn: zullen; dan zij aan bijzondere perfonen te (laan komen, ‚Door namelijk in tijd. van vrede be ” Ee Sen C nq eert / ee 3 Ee eêni leger van roooo of 12ooo man,met de meest mogelijke muiterij te doen came peren ter plaatfe, waar men die ontginning verrigten wil. Deze veelvuldige, juist voor zulk werk gefchikte, handen’ zouden, onder eene oordeelkundige leiding , zulk eene groote onderneming op ‘de. meest gemakkelijke wijze tot ftand.brengen. Door gepaste fchadeloostfteltingen , uitfpanningen en belooningen zou hen het werk veraangenaamd worden , en de kosten, daartoe te befteden ‚op vrij wat minder te ftaan komen , dan weven anderzins aan gehuurde daglooners te betalen. L … ‘Door het benoodigde flagt- en melkvee , eenige branderijen en brouwerijen, ten behoeve van het leger, en- zoo vele andere voorwerpen, als door deszelfs verblijf í in de heide dadelijk in groote hoeveelheid derwaarts ftroomen zouden, mag men hier, in een zeer kort tijdbeftek , uitwerkfelen verwachten, welke an derzins eeuwen vereifchen. Terwijl eindelijk werkzaamheden van dien aard nog het dubbel voordeel zou den opleveren, dat de jonge manfchap „ van lediggang afgehouden „en dus meer’ gefchikt zou blijven om eenmaal, ma volbragten diensttijd, vrij'van bederf, tot dien ftand in de maatfchappij vip te der nav voor welken zij oorfpronkelijk, was aangelegd. — “Onder de reeds genoemde foort van ‘arbeid kan men ook rangfchikken eene Voorlezing van den Heer ops, bevattende eene Beoordecling van de verkayen == ling van drooggemaakte plasfen op de Zuid- en EE wijze; waarvan, ik een kort overzigt zal trachten voor te dragen. Het is voor den Landbouw geenszins „onverfchillig , op wek eene wijze de uitgemalene en drooggemaakte plasfen verkaveld en in perceelen worden afge. deeld, ‘De Heer korps wilde de Klasfe hierbij bepalen ‚ en trad inzonderheid in eene beoordeeling van: de Zuid- en Noordhollandfche wijze „ op welke zodanige. drooggemaakte landen doorgaans zijn verkaveld geworden. In Zuidholland na= melijk zijn de woningen onmiddellijk aan den dijk geplaatst, waardoor de pere ceelen zeer langwerpig moeten vallen’, en zich naar het midden der polder uite frekken „ terwijl in Noordholland de woningen zich in het midden bevinden „ langs goede wegen, die door de polders heen loopen , en waardoor de kavels, meer regelmatig en vierkant’ zijn geworden. „Ons geacht Medelid gaf aan de laatfte wijze van kaveling verre den voorrang, dewijl de kavels alsdan minder groot behoeven te zijn,en dus met te beter zorg € * & 1.) en vlijt dóot den’ bruiker kunnen bearbeid worden „ overigens-de tanden. zelve “ader bij de woning liggen ; hetgeen. voor. derzelver goede-behandeling van cen -Ônberekenbaar voordeel is. De Verhandelaar treedt in veelvuldige bijzonderhe- den, welke îriertoe betrekking hebben, vooral om vele bedenkingen, die hier tegen door fommigen zijn ingebragt, als het bezwaarlijke som een vasten. grond voór dè woningen in het midden der polders te vinden, het minder droog lig- gen der woriingen en het geïfoleerde van dezelve ; te wederleggen 3 en past alles ‘bijzonder toe'op de Nieuwkoopfche „droogmaking, erkennende mogtans, dat in - dezen geene'algemeene vaste bepalingen kunnen gemaakt’ worden, maar dat de wijze van verkaveling voornamelijk van de plaatfelijke gefteldheid moet afhangen. — „Het aangenomen gebruik bij onze Klasfe wil, dat ik van eenige andere ftuk- _ken, hoezeer voorgedragen in hare Vergaderingen , voor als nog geene bree- de melding make, Alles toch, “wat de Leden verkiezen onder de aangebodene Verhandelingen gerangfchikt te hebben, wordt dan.eerst in het jaatlijksch Ver- flag def Werkzaamheden ontwikkeld ; wanneer het oordeel van Gecommitteerden ingekomen en het befluit der. Klasfe is bekend geraakt. …… Zoofang aan die ver- ischten niet voldaan is, wordt flechts het onderwerp opgegeven, aarovet in deze ftukken gehandeld wordt, en de naam des fchrijvers, die het oordeel zijn ner Medeleden op dezelve verlangt inte winnen, / Doch over enkele dezer aan- geboden ftukken het oordeel van Gecommitteerden en: het befluit der Klasfe zeeds zijnde opgemaäkt, zal ík daarvan als nu moeten fpreken. Het is bekend, dat het paard zeer onderhevig is gan kalkaardige fteenen in de ingewanden. Tot dus verre waren er fleehts twee fcheikundige ontledingen van deze ingewandfteenen. uit paarden in het licht gegeven, de eene van den vwermaarden FOURCROY, de andere vân BARTHOLDI, Hoogleeraar te Colmar, ‚De uitflag dezer ontledingen was, wegens derzelver groote overeenkomst , zeer merkwaardig, Dit trof den Heer RriNwArDpT, en hierdoor wierd hij vere langend te weten, in hoe verre de vanalyfe van een fleen uit den endeldarm van een paard in het jaar 1809: aan -het Koninklijk Kabinet uit Nijmegen ten ger fchenke aangeboden, hiermede zoude overeenftemmen. Hij voegde. er ecne fcheikundige ontleding ’bij van een ingewandfteen van den Hippopotamus , en bood dezelve “der eerfte Klasfe aan onder den tijtel: Verhandeling over de maag- of darmfleenen van het viervoetig gedierte, meer riepen over. die van het mij, en van den 1lippopotamtss 8 geks Na & 20 D, Na eene welberedeneerde en zeer naauwkeurige ontleding van den paardenfteens, „bevond hij, dat de uitflag. dezervanalyfe met die-der Heeren FOURCROY en BART= HoLp1 volkomen: overeenftemde en door. deze overeenftemming nu nader :be- vestigd wordt „dat het ‘hoofdbeftanddeel dier fteenen-is een phosphorzuur zout, hetgeen bitteraarde en ammoniak tot bafis heeft. vent ortkd Toen Fourcroy en BARTHOLDI-dE ingewandfteenen van paarden pe was de oorfprong der bitteraarde in dezelve. nog. duister. De Heer REINWARDT merkt in- deze, Verhandeling met regt aan, dat men, thans daaromtrent. niet wel „meer twijfelen: kan „ federt ‘het;,door vde latere waarnemingen. van, FOURCROY «en VAUQUELIN , en bijzonderlijk-door die-van den Heer scnunapen te Berlyn, geble= ken is; dat de bitteraarde een medebeftanddeel isvan de,graan- en grange waal „ door welke de paarden gevoed worden. ë Bij-de Verhandeling, is-ook eene fraaije'afteekening- gevoegd van een. zoodanigen” doorgezaagden paardenfteen „die duidelijkswoorftelt , hoe deze fteenen- eerst. door: omkorsting van‘ andere ftòffen ontftaan en vervolgens met inmenging. van verfchil lende kleurende “ftoffen „Jaagswijze: aangegroeid zijn. Hierna. volgt de “analyfe van een »ingewandfteen uit den spades die, ook met vele naauwkeurigheid ontleed.,-des te, meer waarde heeft, daar deszelfs- beftanddeelen’ voorheen „ zoo verre-men weet, nimmer onderzocht zijn De Klasfe maakte: dan, ook geene zwarigheid „> zich te,vereenigen: met. het ade 7 wies van Heeren Gecommitteerden, en hield-deze Verhandeling. overwaardig om, nevens de teekening, onder hare-werken te worden uitgegeven: — Het leerftuk der wanfchepfels is vanalle tijden befchouwd. geworden alseen der belangrijkfte deelen , welke men, in de behandeling’ van hetgeen „ons de les vende Nätüur. aanbiedt’, ten- nader onderzoek, mag aanbevelen, „De Klasfe hield daarom voor bijzonder „welkom de. Ontleedkundige Befchrijving-van, de zonder. Jinge misvorming eener vrucht, teneinde. acht maanden dragts: geboren ‚to, ge= lijk met een. welgevormd kind. benevens-die van.nog een ander-wanfchepfel, en * daarbij behoorende tien Afbeeldingen, aangeboden „door,„den, Hear. Ga NROLIKG en vereenigde „zich. met, Heeren „Advifeurs , „verklarende. deze Verhandeling, met veel! genoegen ter hebben, gelezen „metde Teekeningen. vergeleken, -en- beide, de daarin ibefehnevens, en afgebeelde, voorwerpen der, gemiepumakiog: overwaardig: te- keuren: ) TNdeS vree dte wrdertaût. w 3ondreen st Van de gewone wijze van ehandeliag is men enigzins afgeweken i in de bee __Qor- Cmr oordeeling eener Memorie wanden Heer c: 1. BRUNINGS > iten, tijtel voerende: Onderfcheidene Theorien omtrent het vermógen der waterleidingen» getoetst aan de ondervinding. Het advies is wel) (trekkende ,,) om) dezelves, onder,‚de „uit te geven werken’ der Eerfte: Kiasfe te” doen. ‘opnemen ;,/doch, men: doet hetzeive tevêns vergezeld gaan van „eene: bijlage , welke: Heeren Gecommitteerden ‘van Oordeel zijn, dat voorhet juist gepast. Aon der Andaman in de me ‘op: de praktijk. bevorderlijk! zou’ kunnen zijn. eätlaalgsbgoa Jort nss Zoo gemist ware aan het woorfchriftd van €, 49. Rs Redlements. van, Orde, en Heeten Rapporteurs met den: féhrijver oniet! getreden waren: > inhet noodig.onder= - - “höud, bevoréns zij der’ Klasfe dienden vanvadvies „zou het eerfte werk „der Ver= gadering ongetwijfeld geweest zijn , daaraan te: herinneren 3. ‚doch.uit het, Verflag à genoegzaam, ‘blijkende 3 dat hief aan voldaan was , fcheen-er. geen, andere weg ópen; ‘dan inde eerfte plaats zich te: vereenigen! met; het, advies ter-gemeenmaking der Vlraderns ‘einde twecde-plaats de Verhandeling met. Rapport, en Bij» lage, te flellen in handen eener perfonele Commisfie, ten einde te beoordeelen ‘of. het vat belang woor de weteúfchappen ven ‚ van, nut’ inde toepasfing op:de praktijk zijn zoude’ 5 reëds. genoemde Bijlage: te voegen achter de, oorfpronkelijke Memórie van óns geächt’ Medelid „den Heer cu. -BRUNINGs, ‚Hierop, ziet;de _ Klasfe ‘hét’ berigt; de ‘confideratien' ven - het advies. vande: \Heerên -PANGMA: en VAN" SWINDEN ‘te’ gemoêt”, “en’hoopt,, bij „een eeeh nch: ie Maat, te zijn eeh oet in ‚meer tea te treden. rav oadoholachsg orndieo ws tds ES at it Pr UO deettsd maiodsr ond] De zolaippden ij een hooksndelangrijk. gewas en. akan: | dbi zegen wolfirekte hongersnood, voorgedragen: door- den Heer vAN:DER-BORCH VAN. VER» _ WórDE, wièrden tet welgevälligheid: opgenomen door ede: Klasfe,)7 nn 2055 15 pe Gerten haalt in” deze Verhandeling” eén” rdantál owerkehiadn 5 ten; betoge, Gat de faardppel thans inde’ möeste! bekendev{trelen der aarde vin menigte wordt aangebouwd. Hoe algemeen degzelfs bouwe en » gebruik’ bij» ons te Lande zij » is overbekend. Dé euttúurtvan dit/igewas is bijkanss nooit:aan volflagene mis- tukking oïiderhevig gelijk: die’ def granen» uTerwijl-de: graanbouw ; roekeloos gedreven, de landé’ úitpub, sûs bdaaréntegen se: bóuwssderssaardappelenallerdien- fligst om dé Tanden ee Verbeteren rbe graanoogften: gefchik ter té: maken. go nlastgaswsd akild! odtaw (de nogienvheve nev gailaofsoom en. aardappel verzekert hd Hoed gite. eener ganfche bevolking beter: dan C 3 gra= Ed ®, L C ae ) granen, doordien dezelwe ; uit hoofde zijner grootte en-zelf{tandigheid ‚ niet zoo gefchike: is tot dem uitvoer naar andere Landen; en ‚ bijgevolg ook; niet tor _ en voorwerp van’ ohândelfpeeulatien 5 des ‘dat de voorraad ‚daarvan gelijkmatiger: over de geheele’ oppervlakte van het Land’, waarin ‘hij geteeld is, verfpreid blijft. Ors geacht Medelid werklaârt, op grond van eigene ondervinding in de laatfte jaren, dat men, zonder de’ aardappelen, in een-gedeelte van dit Land, flellig gebrek aan het noodzakelijkst voedfel ‚zoude. gehad. hebben: en men heeft alle , reden, ont deze verklaring: voor. waarachtig te houden. …… Hetgeen de fchrijver over de! werfchillende foorten van, aardappelen, over hee rooîjen van dezelven , de bergplaatfen 3: als mede over de Berns: Biotac ae zegt, is met oordeel ter néder gefteld, . _ Heeren ‘Rappotteurs- waren. alzoo « van oordeel, dater er van, deze Vaalmadeling in het: Jaärlijksch Verlag wan de werkzaamheden „der Klasfe cervolle melding diende gemaakt , en dezelve rr de veran e » tot ns det iere d bewaatd te dvordenits 107 , orteitnrsd stont “Het is lmet dé vervülling van dien wenst. ae ik en Kals» van rin ikt ftukken, als reeds met het oordeel der Klasfe zijn bekroond geworden, Er beftaat nog”'eêne-groote reeks van Verhandelingen , wier beoordeeling flechts fchijnt “gewacht té ‘hebben maar ‚de volle zekerheid, dat men met genoegzamen. fpoed’ ett onafgebroken újver- zou kunnen voortgaan met het ter vk leggen, de- zer kostbare gedenkftukken van geleerde werkzaamheid, Deze zekerheid beftaat nu. Er is bij. minnelijke fchikking tusfchen de Klasfen respectivelijk een verdrag. gefloten waardoor in de kosten zal kunnen voorzien worden, „die ‚tot ‘eene geregelde uitgave onzer werken nogdzakelijk is. De vruch- ten dezer nieuw “beraamde -{chikkingen- zijn: U , ‘geachte. Medeleden ! reeds ge= _ deeltelijk toegevloeid. in de ‘Verhandelingen ‘vans onze, waarde FLORYN, KOPS, En SERRURIER , ‘terwijl werder «alle ijver wordt befteed ; aan het Konione van den druk des Tweede en Derde Deels onzer werken. …_ Zekerlijk. ook: zal er geen meerder „prikkel of. fterkere- aabeiniak noodig zijn, om het oordeel te bevorderén op-de volgende aangeboden ftukken: 12°. Froryn over de uitzetting van het.ijzer.door de warmte, Ai 2°. C. BRUNINGS JR. -Vertoog nopens een nieuwen ftelregel ter vergelijkende beoordeeling van werktuigen, bij welke „dezelfde beweegkracht op verfchillende wijzen gebruikt wordt, f 3e. €. C23 3°. C, Ls BRUNINGS; Aanteekeningen „en Waarnemingen “ten-aanzien van. de ijsftopping , welke. men onderfteld heeft „plaats te sewer in bie pilula Eouwmaarid ‘des jaars 1813, 9 4% ob roue en Erni A tn 4° C., L. BRUNINGS, Berigt: aangaande kiekens wike de adh nea are Neder-Waal „ mitsgaders van de Neder-Maas ondergaan heeft in derzelver benee denmonden , ten gevolge van-de-ftopping, welke in gemelde teatime door het van boven afwaarts komend iijs toneftaâns iss: #7, f rd 15° EKAMA,' Verhandeling over “de” parabolifdhe - ûioitls. en Astronomifche kij LE “zoo van hem” zelve „ als ‘van den: Heer ARYEN ROELOFS. ‚ EkamAs drietal belangrijke :Voorftellen- in «de “fterrekunde bevattende. ‚5 eas van het Voorftel , om uit drie achtereenvolgende ido van een en dezelfde fter, benevens den verloopen tusfchentijd „te ‘bepalen de hoogte van den pool of de breedte wan ‘des plaats des waarnemers; d.) het winden vande, poolshoogte en den-tijd wit de waarnemingen van ‘twee bekende flerrens c.) Op- losfing van et nieuw. Voarftel - benevens “de Berekening van. Voorbeelden , om. _ door waarneming vàn twee fterren ee een en: crate verticaal den middelbaren: of ook waren tijd te vinden. — - Klkik see kdablear- te ze, Van’ MARUM, Over den npegetans Ooffprong ders canoe. 8°, à Roy, Verhandeling over de werking der Azijn in den: Typhusuz > 18% BANeMÁ,;, e Dgracpessiiftel de’ mende, ‘buiten. den) ane door twee gee lijke hroogtente 5 dev galew , abrow b doos 10%, PAETS VAN TROOSTWYK , Over den beogen graad van astra helt : wel= ke voorwerpen uit het plantenrijk hebben voor elektrieke ontladingen, en het vernielerid’ vermogen van flechts kleine fchokken ophet lewensbeginfel in dezên. hi hrtd ere Es BRUNINGS , Tets over het foortelijk: ten era der aca k men «van het’ geluid, “den klank scenzesn 7e x 0 (ie B 12% FLoRyN’, Verhandeling. ter beflisfing ‘van de ae doner het veiel eensrijtuigs, op éen effen grond, met eene gelijkmatige beweging voortgaat „ zullen dan’ de” ofderfcheiden punten” in” dèn ‘omtrek valle met dezelfde „of wel _ mèt eene verfchilteride ‘fnelheid” bewegen ? re Bed 13°. BANGma; Vérhändeling’ over de klootfche driehoeken „ waarin ddersochs en aangetoond wordt, in: höeverre mien, door drie’ bekende termen eens: kloote fchen drichoeks, over het’ flonip of fcherp- u der onbekende: rmen EL Kale u. Dei: ter | 28 ‚ha? evDraessen je Kenmerkeurdet Deugd: van gewoon/Keukenzoute ;T >en * _ brzeereRóry Verhandeling over: de’ vasthenifehiesOntftekingen. /- ‚ sniegen: Ì 16°. VAN DEN ENDE , Verhandeling over den Belier Hydraulique ‚of Watefram. Dé, Heer vaN DEN hit voegde. bij, den voordragt dezer „Verhandeling, eene proef , betrekkelijk’ de uitwerkingodie eene -aân wloeiftoffen medegedeelde. rond gaande beweging heeft op den uitloop, ‚van eet: ftralen uit ‚openingen. in den Hs bodem of in den zijwand vanseenig!rond wattnomol erneuts uovod ner tort voot 2E NVAN MARUM, Verhandeling,’ ten: gen ofer, eenige gegronder reden is, om de elektrifche, Verfchijnfels miet zaan, eene enkele, elektrifche Loft „ maar aan twee) rider oftoffén berienernggine aard toe 5 Rijven? k xc defgooid dinegtovdaretse” db Hb: uid. 19 0d. dad dend ij ame: vrees, welke: vijtbuirerländfelie ki fsennead dean fcheen te elke: ie Ak vörntetigingsdes Inftituuts:yiswaarfchijdlijk oorzaak geweest, „dat. sinshet nu afs, geloopen jaar :qóor! hen -rfietssis bijgedragen „-wat.tot, den -bloci. of lüister van de. werkzamhheden ders Berfte aKdasfé! zou - kunnen verftrekken., „Twee ftukken, van; binnenlahäfche:‘Korrespondentêt; reeds vroeger ingeleverd, zijn nog onbeoordeelds, Het eerfte gaat over het voordeel, dat er in het aanleggen, van ijzere rigchelwes, gen in plaats van'het „graven -van kanalen, zoude gelegen zijn, door „den Heer HUICHEL B&S! AAT TRENDERsi is A. 155 gehiow sb zovo gittohmafrsY vo gi «-Hev tweede” is „vans den. Heer jUWTTRWAAL 9>vover, de. aangelegenheid „ aat op wiskundige gronden: onderzocht en bepaald worde , welke van de onderfcheidene enen CH weed de- ema has enten ho ND nl Ee indeed ade ome: oekek REE DE LEEUW online mik He eee van,de veiiheid » aan partieulie- reri toegeftaan 3: ours werken! van! geleerdheid. of,vernuft, aan. het Inftituut ter on= derzoek aan te bieden , vervoegde zieh meersdan eens bij de Eerfte Klasfe , om aar over een-werktuig: vaii zijne, vinding tevonderhouden, en door, beredenering voor “hetzelve ín te nemen,” Dan, niet kunnende flagen, ten zij het werktuig _indeszelfs zamenftelling: en -nut-wierde aangetoond „-verftond hij zich eindelijk „ in een naauwelijks verftaanbaar gefchrijf „ deszelfs, gedachten, nader voor te dra- gen en tekennen.te geven „dat hij zich zeer, vereerd zoude achten „ zoo, eenige Le- den der-Klasfe zijne Stoommachine ;‚die zonder. vuuronkosten. of van eenige. an- dere materialen;kon worden. aan den gang, gehouden, naast zekeren tuin buiten de Leydfchê poort wilden komen bezigtigen. à : dn De 45) De Heeren. VAN. SWINDEN , FLORYN » BANGMA, KOPS; SERRURIER en VROLIK 4 hoezeer geen gunftig denkbeeld „ na zulk eene aankondiging , van dit werktuig kunnende opvatten , verledigden zich echter tot deze bezigtiging „ doch vonden op, p de aangewezene plaats niets ; dan een groot waterrad, van eene eigene zamen- Stelling, {taande in een kolfbaan, en zoo geheel afwijkende van de wijdfche opgave des uitvinders , dat het-hen is voorgekomen, eerder te moeten befchouwd worden als het ‘uitwerkfel eener ongeregelde verbeelding, dan wel als het voorin brengfel van_cen,| bedaard wiskundig overleg. { | „Tot: de werkzaamlieden , der Eerfte Klasfe aile takken. der oatnanenes. we- tenfchappen. betrekkelijk gemaakt zijnde, was van den eerften aanvang af der- zelver oogmerk, het bijeenbrengen van zoodanige bouwftoffen, als haar in het en dier verfchillende takken, dienftig zijn konden, Het fehoon gefchenk van den Hoogleeraar BONN, in, ‚ voorwerpen der Natuur beftaande, maken de kem eener ‚eigenfoortige verzaineling. De keurig bewerkte modellen van maten en „gewigten, volgens het metriek ftelfel, die eener andere; doch de Eerfte Klasfe had het gemis van natuurkundige werktuigen reeds meer dan eens onders vonden , ° en was daardoor tot het rigtig beantwoorden van. enkele vraagpunten ‘des Gouvernements te zeer in verlegenheid gebragt „ dan dat zij niet, gretig de eerfte, gelegenheid zou „hebben aangegrepen, om, in, deze heho te voor zien, die, , ‚ Hoogstwelkom was daarom het me van een harer Leden, om eene aanÉ gekondiëde verkooping van natuurkundige werktuigen en modellen zich ten nutte te maken , en het befluit zeer fpoedig genomen : aakt Á A „Om uit e ‚kas der Klasfe ‘twaalfhonderd guldens, ‚disponibel te flellen aaa den Heer FLORYN, die zich daarmede wel geliefde te belasten, tot den aankoop van, zoodanige werktuigen en modellen van Schepen, bateaux porte en molens , als hem voor. het Inftituut belangrijk zouden toefchijnen, Edoch den wensch der Klasfe zich aanmerkelijk verder uitftrekkende, dan, voor het bedrag, van deze fom. waarfchijnlijk zou te verkrijgen zijn, eu den ftaat ha: Ter kas geene ruimer uitgaaf gedoogende „bl eef cr. niets , over, dan, 2 Á Eene, Posing, bij, het ‚Gouvernement, te doen. tot „het, bekomen, „z00 1 nioge- \ Ük, „van nog wweeduizend guldens „met dien, ‚verftande evenwel dat, de Klaste alleen zoude verlangen, over deze fom, te mogen befchikken ’ zonder daerom Basa D voor CBN voor. te hebben, dezelve geheel te betreden waarvan Zij aëtharde ‘óók aïleen dat gedeelte. zoude wenfchen op te vragen, hetgeën 2 na eee aafikoop, wet kelk zoude bevinden noodig gehad te hebben. Om nu aan deze zaak den meest mogelijken aandrang bij te zetten , wierd eer der Leden gecommitteerd , zoo fpoedig mògelijk , zich te vervoegen bij den Heet Commisfaris-Generaal voor het Onderwijs, de Kunften en Wetenfchäppen , eft deszelfs goede dienften te verzoeken, om van Zijne Majesteit „den Koning, deze hoogstwaardeerbare gunst voor het Inftituut en meer bepaaldelijk voóf deszelfs Eerfte Klasfe te verwerven. Die onderneming had de meest gewenschte gevolgén. De Klasfé wiefd bij een allerbeleefdst fchrijven van welgemelden Heer Comimisfaris-Generaal vòlko- men geauthorifeerd, om , boven en behalve de f 1aoo-:-: uit hare eigene mid- delen , nog voor f 2ooo-:-: aan modellen te koopen. ae Met hoevele fpaarzaamheid daaraan voldaan is, blijkt hier uit, dat lak Bte Klasfe in alles flechts f 1494-a-: te koste legde aân deze verzameling, waar. aan zij, met minder Onderfcheiding zijnde te werk gegaan, ligtelijk, meer dan het dubbeld zou hebben kunen befteden, / De Klasfe had gewenscht, U geachte Medeleden! op dezen keurtigen aâiwiast, behoorlijk uiteengezet, bij dit feest te kunnen onthalen, Dan zij heft tot ‚nù 7 toe verftoken moeten blijven van eene- gefchikte plaats “ter berging. Zoo ziet Dep dat, bij het genot van de hoogfte gunst „nog jammer valt uit te boezêmen over belémmeringen „ ‚die dan derzelver vrije kn worden in den weg gelegd. Onder de boekgefchenken , welke aan de Eerfte Klasfe, ín het nu afgeloopen jaar wierden aangeboden, zal men theer dan één belangrijk werk daitrbffen. Men beoordeele fléchts de volgeride opgave: °° 1°. LaDisLAr CHERNAC , Cribrum arithmeticum , five tabula côntineris numeros primos a compofitis fegrëgatos , occurrentes in ferie nutmerorum , ab uritate pfd gredientium , usque ad decies centena millia, et ultra haec ad viginti millia nu= meris compofitis per 2. 3. 5. non dividuis: gdfenpe funt diviforés fimplices, non minimi taitum, fed omnino omnes. 2%, Disfertatio academica inauguralis; exhibens obfërvationes quasdam de vi feptica atquê antifeptica mütlatis fodae , feu falis cibarii ejusque, ufu diaetêtico et therapeutico. ‘Aûtòre m. E. CLEVERINGA. vil 3°. Gee € wd B) 2789, GEORCIUS JOHANNES HOPFMAN 3 de victus ratione, in aegvotis curândis 4 ut medicamentorom a medicis accommodanda , aliisque huc.pertinentibus. vod s Almanak ten. dienfte der zeelieden „ voor het jaar 1816; en eeu. dito voor hei jaar 1817; gefchonken door den Heer PLoRYN. 5°. Programme de prix propofée par-la Société Royale de Rotaniatis: et d'Agri- culture-de Gand, pourl'année 1815. , "69 Viersexemplaren van het. Programma van het Zeeuwsch Genooifchap der Wetenfchappen , over-den jare 1815. 7% Eerfte Deel der Letters en Oudheidkundige Verhandelingen van,de Hol. landfche Maatfchappij der. Wetenfchappen te Haarlem, 8% B, KONING, Nóodig. Berigt voor den Nederlander wegens. eene „nieuwe — verbeterde wijze van kunsterlichting in ed van Viaonatbgee gas uit ideen Xug% Almanak ten dienfte der zeelieden, voor het jaar: 28185 4 ris door deû Heer FLORYN. 10%, Honderd veertig BBE in het Nederlandsch en even: zoo’ wilk in Tiet Fransch van het Rapport,’ door de- Berfte- Klasfe- op den 17den December des jaars 1814 uitgebragt, op den last, aan haar opgedragen door den Souverein „der Nederlanden, om Hoogstdenzelven in een uitgebreid Verflag-te -doen kennen alle de voor- en nadeelen,-zoo als ook alle de moeijelijkheden „ die er voor: den ‘koopr handel in-het’ algemeen en voor. de burgerlijke „maatfchappij in het bijzonder zou- den kunner ‘voortvloeijen , zoo’ men een gelijkvormig ftelfel van maten en, gewige ten invoerde, in plaats van het groot aantal maten-en gewigten „ thâns- gebrui kelijk in deze Landens en Hoogstdenzelwen : tevens. „voor ‘terdragen, de; maatrege- len, welke de Klasfe zoude mogen noodig oordeelen tijdens: de invoering, van een dergelijk Aelfel 3 aan de Berfte Klasfe gezonden "door. Zijne, Excellentie den Minister van Binnenländfehe Zaken „en nu reeds in: -handenrvau valle de Tueden des’ Inftituuts. — Dit Rapport in de Nederlandfche stale “aam het. Gouvernement ingèdiend , is-"dôor ons’ geacht Medelid „den ‘Heer’ vAN) SWINDEN „in-het Fransch overgebragt op verzoek van Zijne Majesteit.:« Bij deze:wertalings is gezorgd „dat geene der zinftorende fouten, die in de oorfpronkelijke uitgave ter ’s Lands ketistegnd zijd ingeflopen’;! hiërswordem wedergevondenie!sss o7r vis on 2 ari®, Je koess Inwijdings-Redevoeting, over het aaúbelang: vans „hets Aasters Onderwijs in he Nederlandfche Land Aertondkande, : Da 12°. Le ed | C- 28 ) 12. ij KERCKHOEFS 5 Disfertation” de” l'air CMACNGRSTMRIES st: def fon influence ‘fur P"économië animale, ©” it 8 165 rn HN 13°. Van denzelfden , Obfervations médieales, faites pendant les. campagnes de Rusfie en 1812 ct d’Allemagne en 1813. ij! AE ROT Shot RAl 14°, Wan denzelfden ‚ Hygiène Militaîres- + qd Clint”. 15°. C. VAN BIESEN Scholae medicae Geidentis PEEN responfio ûna folas que ad quamdarm orationem , coram nemine habitam , had necesfitate” réstituendae univerfitatis Lovanienfis unius foliusque. re dad inns V4 16% F.E. VERBEEK „ Rapport fait à la Société Royale d'ktticutmaté £ et t-de Botanique de Gand, dans la féanee folennelle- et publique dû 29 Juin. 18165 en quinzième expofition publique de la Société Royale d’Agriculture-et de Bata. nique de la ville de Gand, les ag et zo Juin, 1 ete Juillet-1816. on boer 17°. Mémoire fur la question: Quels font les végétaux indigènes que-lon poürroit fubftituer dans Jes Paijs-Bas aux végétaux exotiques relativement aux "_différens ufages de la vie? Qui a remporté en 1783 le prix de-l'Academie Im périale et Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles; par Fr. x./ BURTIN. „18° TFräité des cónsoisfancès’ néeesfaires aux amateurs de: tableaux; 3 pat, ‚M‚ DE BURTIN. Deux Tomes. eraf 19°, L’inatitieé des jachères ; Besar: à par enbsiëhes et mebsin par PI en. ture -de paijs de. Waes et:de Termonde; par Mm DE BURTIN. jv bh eo°, Proeve over'den waren aard vanden pofitieven. en negatieven toeftand der grootheden ín de ftelkunst, door JACOB ‚DE GELDER ; ten welchake gezonden door de uitgevers VAN’ CLEEF. î 2i°, Disfertatio medica-inauguralis , tcontinens siónnulle: de infante uterinos - autore A.W, FP. HEREKENRATHe ls) : 22°, Hydrographifehe Kaart van den Texlftroom , door: Je on RYK 5 „schon ken door de Commisfie tot het vervaardigen, der, zeekaarten, oor if 1e 1, 239. Catalogue des Plantes cultivées dans le Jardin de Mr. zoserr PARMENTIER: 24°, Florula Bruxellenfis , ‚feu Catalogus Plantarum circa Bruxellas dode mascentium 5. Bicone) DEKIN €t PASSYa / ‚sui oe 5 Tndidfdersyo Bj. ait blijk van pres ‚hulde „ door verfchillende geleerden. der Eerfte Klasfe toegebragt , heeft zich nog gevoegd de openbare achting ; haar bij alle ri ‘ ! „tor ÉOORE foort var feestvieringen bewezen. De plegtige uitnoodigingen van Voorzitter en Secretaris, menigmalen vermeerderd met die van eenige Leden der Klasfe, __ftelden den toegang open tot alle belangrijke of ftatige bijeenkomften, waar za- ken van geleerdheid, kunst of {maak behandeld wierden. Het grootfte bewijs van voldoening evenwel vindt onze Klasfe, met het ge- ‘heele Inftituut, in de tevredenheid „ welke het Zijner Majesteit behaagd heeft over dien arbeid te kennen te geven , waarvan aan Hoogstdenzelven in het vorig „jaar verlag gedaan-wierd. Mogt het Verflag van den nu afgeloopen jaarkring Hoogstdenzelven niet minder gevallig zijn, en, voor-zoo verre de Eerfte Klasfe betreft , ook door U, geachte Medeleden! in goeden gunst worden opgenomen , hoezeer zoude zij alsdan verfterkt worden in het denkbeeld , van tot het hooge doel dezer Inftelling naar vermogen te hebben, medegewerkt. 5 Aldus gerapporteerd in de Algemeene Vergadering des Koninklijk-Nederlandfchen Inftituuts van Wetenfchappen , Letterkunde en Schoone Kun flen, den 2Bflen Augustus des jaars 1816. „G. VROLIK, Secretaris. N dé Soie de Soutdetie- det het Baresi ig ui kk Kain denheid: is k E bend: stal dek vn. ie Alis finds iteblend EÀ VERSLAG VAN DE EERSTE OPENBARE VERGADERING DER Á brl Proce beige EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN: WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, GEHOUDEN DEN 2ÓSTEN AUGUSTUS DES JAARS 1817, Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS; si st er 4 Tann ard enn pr DANE dege Da, Ei EERSTE OPENBARE VERGADEEIN G DER EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, Gehouden den 26ften Augustus 18178 Voorzitter, J. H. VAN SWINDEN, „__\ Secretaris ‚ G. VROLIK. De perfie Ras van het Koninklijk-Nederlandiche Inftituut van Weten- fchappen, Letterkunde en Schoone Kunften, volgens S$ 34 van het Reglement harer Inftelling verpligt zijnde, om de twee jaren eene Openbare Vergadering te houden, zag met verlangen uit naar het tijdftip, waarop zij zoude in ftaat’ geraken, aan deze hare verpligting te voldoen. Dit tijdftip werd haar Á dan ” \ Á T we did 4} ST en 'e 4 dan bij minnelijke fchikking met A overige Khstia Bersiind tegens den 26ften Augustus des jaars 1817. De groote Zaal van het Hôtel des Inftituuts, ook tot het Koninklijk Mufeum van Schülderftukken dienende , was de plaats dezer eerfte plegtige bijeenkomst. ri: be ie rai opende pear et de volgende aanfpraak ; en ar di DE| bd Hi r : Den js T ï kt À 4 Ë ï Pe ahah ai 4 „gr * r ’ Ad : rs T+ TUUTILe ATD k Lef keZE Lt Ls i | f Atl vier NS \ * ee en a 00 voodemjaeorbhelt Jr Ges oooh mmo AT end eenn nennen Dis sn deerlogs” tiger ef Me oiineboos Stio Tt IES ebttnisd oant, ° ter Gd jaiatovea8 pn Senb v me € led / e MK vo g 8, « Sóftdf frstiy tbe: nomaden: EDELE erster; $ eee EDELE KCHTBARE , WELZEDELE HEEREN md hi HOOGE STAATSAMDTEN Hebi lep LANDS WELZIJN ig Bel ‚1 PEZER, PROVINCIE BEXORDERT HET ,REGT EISCHT OF UITSPREEKT , Renn se; DEZE STAD: BESIUURT, OF „VOOR, DENBLVER BELANGEN: wAaxt! WÈL-EDELE BEEREN, AFGEVAARDIGDEN VAN ___ VERSCHEIDEN AANZIENLIKE | VERGADERINGEN ; nat „GELEERDE, _GENOOTSCHAPPEN. EN,, NUFTIGE STICHTINGEN, OF DOOR IVER EN ZUCHT VOOR WETEN» SCHAP EN GELEERDHEID HIER TE ZAMEN GEKOMEN ! ZEER GEËERDE. TOEHOORDERS VAN ALLEN. RANG vins STAAT ! dad 1:00 zi Ee 8 AMATI ey tr HOUNTETS Mi 30 brei pak AAA des ertol tabs setinel ertmrobrlid tras ns taóh De rerfte Klasfe ‘des Koninklijken Inftituuts fmaakt- dan heden het genoegen, om’, voor-de éerfte-maal ,-eene,-Openbare- Vergadering te ‘houden : een;; genoegen „ naar. het- welk zij, federt hare inftelling , verlangd „heeft „ hoewel. zij zeer „wel befeffe, dat. het haar veel moeijelijker ‚vallen ‚moet, dan „aan eene éénige „harer, oasa, op talrijke en kiefche fchare van. toehoorders te, voldoen; PA ” p î #1 4 Î Eerie Maatfchappij , door den Souverein opgerigt ‚ten einde hare Lieden. zich op alle vakken van menfchelijke kennis zouden toeleggen, dezelve bearbeiden „ volmaken „ en, zooveel mogelijk, ten algemeene nutte, meer -bijzonderlijk „ tot den: voorfpoêd en glorie van het Rijk, zouden doen ftrekken, was in de Vereenigde Nederlanden tot het jaar 1808 zonder voorbeeld, en nea, eerst anni en hét ires vän dit a, haar ech ES! ede Oh pd H 4 nit ii Al zal en vaer Ri vp in roe ve rede id do é 4 p hikidant Vere otras Des NP ei rde “Zäl nu eene zoodanige Maatfchappij geheel en al aan het oogmerk harer inftelling voldoen , dan wordt er vereischt 1°, dat haar arbeid de goedkeuring van den Sou- verein erlange;s 2°.’dat zij zich eenen wel gevestigden roem bij binnenlandfche en buitenlandfche- Geleerden ‚ mitsgaders: bij Kenners en Beoefenaars van Wetenfchappen , En, en” Befsgene: Kunfen, varvenyen ren ms 3’. dat zij eene volkomene ach- < Wat raars eerffe betreft, EN zi agen Thftietit dat is alle de. Klasfen te za- men, ‘en iëder Inhet bijzonder; (doch de plaats, wêlké ik thans bekleed, veroor- looft mij niet, van andere dan van de Eerfte Klasfe te fpreken,) wat het eerfle, zeg ik, betreft, daarop durft deze Kast éven als hare Zusters, gerust zijn: jaarlijks immers wordt er een “Algemeen Verflag van de verrigtingen des Inftituuts aan den Shtetein £ gedaan, ‚€ def hek driver iig amen te kennen ge- seven, 1 Ut a © Li 5 Tuamo D VAT AP Amt dure Er is meer: de Rerfte Klasfe heeft in het voorleden jaar een bijzendere blijk ont- vangen van ’s Konings welwillendhêid, “om ‘haar met al datgene te voorzien, wat zij voor haren arbeid oordeelde noodig te hebben. Er werd namenlijk eene aanzien- lijke verzameling modellen van werktuigen te-koop aangeboden: de Klasfe befloot , tot het verkrijgen van verfcheiden derzelve, zoodanige gelden te befteden, als zij, door eene fpaarzame beheering harer middelen, federt eenige jaren had bezuinigd; doch deze waren niet toereikende om alles te bekomen, wat de Klasfe oordeelde te mogen begeerén. Zij verzocht dan van Zijne Majesteit eene onderfteuning, ten be= drage van twêe duizend guldens, en riep daartoe de voorfpraak en medewerking in van Zijne Excelleutie’; den’ Heer “Comrmisfaris-Generaal tot het Onderwijs, Wetenfchappen en Kunften,die dezelve gunftiglijk werlee nde,’ Pet gevráagde werd met den meesten fpoed ingewilligd. De Klasfe. meet hare dankbaarheid af naar de grootte der toege- ftane fom, en niet naar het gering gedeelte, dat zij daarvan. inderdaad befteed heeft, om in het bezit te geraken van eene fchoone verzameling, die flechts naar eene ge- fchikte rev wacht om in orde gebragt te te hoorns Drie deelen van Wertafidelingens bee dos jin Eerfie Klasfe zelve, weiter verfcheiden grootere of kleinere werken van bijzondere Leden „door deze aan ‚de Klas-. fe ingeleverd en op haren last afzonderlijk uitgegeven, kunnen van een gedeelte des mens mhre Ks 3 wetenfchappelijken. arbeids ‚der Klasfe getuigen, en’ de Geleerden „zoo. wel als de Beoefenaars en Liefhebbers dier Wetenfchappen, welke tot den geheelen omvang der Wis- of Natuur- en Sterrekunde behooren, in ftaat ftellei, om uit daden te be- oordeelen , of de Klasfe iets ter uitbreiding van eraan ir gedaan, en zoo ja, wat en hoeveel. zij daartoe bijgebragt heeft, Vergeeft, zeer: geëerde Toehoorders.! indien ik enkel verhaal wât gedaan is „en mij zoo wel van allen lof, als ook van alle beoordeeling der. menigvuldige Verhande- lingen; in de gemelde drie deelen bevat ; of afzonderlijk uitgegeven, onthoude want, behalve dat de Klasf: het wijs voorbeeld der Voorvaderen tracht te volgen, die veel deden, maar nimmer over het verrigtte roemden , doet de navorfching van de ver- fchijnfels en van de werken der Natuur aan derzelver beoefenaren te dikwaerf en te veel van nabij opmerken, dat, hoeveel men ook verrigt hebbe, er nog oneindig meerder ter verrigting over blijft; dat nadere ontdekkingen meer dan eens het voortreffelijke , dat men dacht in de vorige gelegen -te zijn, merkelijk doen verminderen, en fomtijds zelfs verijdelen, dan dat niet die beoefenaars, (zelfs alleen daardoor) zouden geleerd hebben zedig te zijn, en nimmer over de waarde van hunne eigene verrigtin= gen uit te weiden. __ Welke ook de geleerde arbeid der Klasfe zij, deze komt ter kennis flechts van eenige Geleerden of Liefhebbers der wetenfchap , niet, of niet dan zeldzaam, tot die van het algemeen; een zeer groot gedeelte van hare verrigtingen, (en misfchien wel het gewigtigfte) komt alleen ter kennisfe van het Gouvernement, en blijft verborgen voor allen, welke in geene betrekking ftaan met het Beftuür des Lands. Ik bedoel de uitgewerkte Berigten, onderwerpen betreffende, waarover het Gouvernément- goed= vind de Klasfe te raadplegen; ‘deze Berigten nu hebben van de oprigting der Klasfe af „ ‚tot nu toe reeds een getal van vier- en zeventig bedragen. Maar zal de Klasfe, gelijk behoort, zich ook achting bij het Publiek verwerven, te weten eene welberedeneerde en op haren geheelen arbeid, op alle hare verrigtingen gevestigde achting, zoo wordt EEn voor haar noodzakelijk, dat die arbeid „aan het “Publiek bekend worde, zoo al niet in deszelfs wezenlijken omvang, in alle deszelfs bijzonderheden, ín deze volle waarde, (welke deze dan ook zij zy ten minfte over het gn Er ligt de Klasfe veel aan en dat het Publiek wete, dat zij ar- A 3 _ beidt, nt dk, beïdt „dat zij weel arbeïdt, en dar zij. pad pee algeme nutte Rpke, òf ten minfte, berei te mn We ' " si u «zijn, ede ge Hen Mtd sheni aich de ponies van na arbeid der Klasfe kan door geen beter, veelligt „door. geen ander middel „dan door deze Vergaderingen tot het algemeen gebragt worden. De overtuiging daarvan is de reden ; waarom de Ferfte-Klasfe, (welke cenén hoogen prijs op-de algemeere achting ftelt, en ‘deze’ achting. voór haar onmisbaar rekent,) zoo, fterk ophet houden. van Openbare gens aangedrongen, en zoo veel naar. het tegenwoordig oogenblik bera heeft. De Klasfe Gaat dan. gereed , zeer geerde Tochoorders | Ulieden verflag te doen van,hare verrigtingen, in hope van daardoor uwe achting te mogen verwerven: Zoo dan „al-niet door. de, uitkomften zelve van haren arbeid, ten minfte uit hoofde van. deszelfs) uitgebreidheid en verfcheidenheid, ï Om dien arbeid. beftendig. te annen. > verrigten… is het noodzakelijk, dat dezelfde geest van arbeidzaamheid, dezelfde ijver, welke natuurlijk bij de eerstbenoemde Leden, in de eerfte oogenblikken van het daarzijn des Inftituuts „ in eene ruime mate ‘plaats ‘had, bij deze, zonder vermindering ; blijve voortduren ; „op » de nieuw verkorene Leden, als een erfdeel, overga.;. en_dat deze. hunne vonsspogeesn in nnn kunde overtreffen, of ten minfte evenaren. Hier nu zoude de herinnering, dat de Klasfe , ‘federt hare oprigting, eenen HEN- NERT } CEN AENEAE, CCOCD, VAN BEECK, CALKOEN eenen CHR. LUDWICH, BRU- NINGS verloren heeft, den, eerften, wel is waar, in hoogen - ouderdom , en den tweeden in gevorderde jaren ;.doch_de beide anderen , helaas! in de volle kracht huns levens, en toen, hetgeen zij reeds verrigt hadden, een bewijs opleverde van hetgeen zij voor het Vaderland en „voor de Wetenfchappen voorzeker zouden. verrigt hebben , indien de Voorzienigheid hun eenen, langeren leeftijd had toegefchikt; de herinnering , zeg ik, dezer mannen, aan wier verdienften hulde bewezen is door de Voorzitters der Algemeene. Vergaderingen, kort na-hun „overlijden ‚gehouden, zoude fchier mijnen geest op dit. oogenblik tot droefheid doen overhellen „ indien, ik niet wierd opgebeurd door de overdenking, dat hunne „opvolgers, de Heeren EKAMA, BANGMA,,, CHRIS- NN TI- A AE TIAAN. BRUNINGS JR. Cl ARW BLANKEN de wonden, aan de Klasfe toegebragt „ zoo veel mogelijk, heelen. ed Andere omftandigheden hebben ons wel niet van drie uitftekende Leden beroofd maar, dezelw@ echter uit den,rang: der werkende: Leden tot dien van: de: rustende doen avergaai. Wie onzer zoude: den. Zeeheld , uitenant-Admiraal: vAN- KINSBERGEN:, eene rust ef: benijden of: ontzeggen, door- zoos vele: daden en: verrigtingen: verdiend ?; - Maar: be- lets een: hooge: ouderdom: zekere: fort van. ligchamelijken. arbeid, wordert: dezelve daarom: ligehamelijke rust. de ziel van cen groot: of! van: een ijverig man-rust-niet z00; lang ‘zij. het: genot: harer- vermogens behoudt. —- Hoeveel: de Ridder: van KINSBERGEN nog dagelijks: doet, om welvaart te verfpreiden, om de: jeugd’ behoor= ijl: op. te» voeden, of: aan; te moedigen. om liefde: tot Vâderland: en: Koning „om: ijver voor de. Wetenfchappen ops te: wekken, is allen. bekend. Het: Inftituut: heeft: van het laatfte vele, ennu zeer”onlangs;een, aanzienlijken- blijk. ontvangen. « Zijne: Excels lentie namelijk, heeft: befloten:, tot: verfiering; van de Boekerij des: Inftituuts „door: hiet waardig. Medelid, der: Vierde Klasfe, den Heere: GABRIËr , marmere borstbeelden tes doen: vervaardigen. van. beroemde, Nederlandfche Geleerden, één. ter- keuze: van iedere: Klasfe. … De eorfte- verkoos: CHRISTIAAN, HUYGENS, cen: ders fieraden: van: ons Vaderland vens van, zijne: Eeuw, Zij kon-echter, toen zij. kennis: gaf van-deze hare keuze: zich. niet: onthouden’ er; bij: te voegen, dat: zij: zeer lang: in” beraad’ geftaam had „ wie zij Kiezen zoude, nuycens: of? porrHAaAVE? En: wie toch „ bid: ik , zous de: hare, verlegenheid niet billijken ?, De-Heer- VAN» KINSBERGEN. ten minfte heeft-des zelve zoodanig gebillijkt, dat hij een vijfde borstbeeld, dat van BorrHAAVe’, zal voes gen bij de vier, waartoe hij zich in den aanvang bepaald had. De Klasfe laat zich voorftaans,. dat „HUYGENS en BOERHAAVE. niet» ongepast zullen voorkomen naast” s- BEENS: PAE/PER) CORNELISZe, HOORT: Clic HUIG: DE: GROOT; door des overige:/Klasfén Dat. de, oudfte, der, Geneeskundigen-insonss land „ de. hooggeleerde-en wijdberoemde Heer vaN ceuNs, even als de Luitenant-Admiraal vaN KINSBERGEN „ tot die jaren gekomen, welke-te bereiken -het-der menfchen. kinderen” zeldentes beurt valt ook rust verzochten bekomen: heeft, zab-miemand: bevreemden: Dat: zij beide -nog--verfcheiden te CBD jrren tot fieraad van het Vaderland ftrekken , en van deze aarde niet dan ; overladen met de zegeningen hunner tijdgenooten, fcheiden mogen, is mijn hartelijke wensch ! Hunne welgevestigde roem waarborgt hun de dankbaarheid en de hulde van het nageflacht. Het verlangen naar rust, bij lieden van zulke hooge jaren, is in de natuur zelve gelegen, en wordt geen onderwerp van droefheid, neen maar integendeel, van dankbaarheid, dat het der Voorzienigheid behaagd heeft uitftekende mannen zoo lang voor het Vaderland te behouden. Maar dat een man, als de Heer PAETS VAN TROOSTWYK, met zoo vele talenten , met eerie zoo groote genie begaafd, door geene. ambstbezigheden belemmerd, die, naar den uiterlijken fchijn, noch met ligchaamsge- breken gekweld is, noch een ziekelijk woorkomen heeft; welke dien ouderdom nog niet bereikt, waarop men kan. beginnen eenigzins onder bejaarden gefteld te wor- den, zich in zoodanigen ftaat van inwendige zwakheid gevoelt, dat hij heeft moeten verlangen onder de rustende Leden opgenomen te worden , en dat hij, niettegenftaande herhaalde en de meest. hartelijke verzoeken van de Klasfe, bij dit verlangen, op de “bevordering. zijner gezondheid gevestigd, zoo fterk is blijven ftaan, dat de Klasfe, wilde zij de palen der welvoegelijkheid niet te buitengaan , daarin heeft moeten berusten, heeft de Klasfe bedroefd en gegriefd. Hare eenige hoop is, _ dat het volle genot van een volftrekt buitenleven de inwendige krachten van ons- waardig Medelid zoodanig zal herftellen, dat hij, hoewel geheel en al afgezonderd van het gewoel der wereld, en eene volkomene rust genietende, ons echter met . den tijd zal kunnen zeggen, even als de beroemde Romeinfche Redenaar CICERO gezegd heeft: „in het midden mijner. ledigheid was ik onledig,” en door de vruchten van die ledigheid aan de Klasfe de fchade zal vergoeden , haar door zijne “rust toegebragt. Met tot opvolger van den Nestor der Geneesheeren , en van eenen uitmuntenden Natuurkenner , eenen der beroemdfte der meest ervarene Geneesheeren „ en eenen der ge- leerdfte Scheikundigen te verkiezen , kon de Klasfe zich van de goedkeuring Zijner Majesteit verzekerd houden. Hoogstdezelve heeft de benoemingen der Hoogleeraren THOMASSEN À THUESSINK; te Groningen, en DE FREMERY, te Utrecht fpoedig bekrachtigd. Met overgroot genoegen „Mijnheer pe PREMERY ! ziet de Klasfe U voor de eerfte maal m haar midden verfchijnen. Uwe roem en uwe werken ftrekken haar tot waarborg van uwe Ey Ca Uwe kunde er geleerdheid; zij wenscht, en heeft daarvan bij zich zelve de volie bewustheid, dat Gij, gelijk ook de Heer à TruESSINK , dic, helaas ! door-ongefteldheid verhinderd is - geworden op heden deze Vergadering bij te wonen, voortaan Uwe talenten, Uwen tijd ook tot het welzijn der Klasfe en het bevorderen van haren roem zult befteden , en dat hare Werken eerlang met de vruchten Uwer genie en Uwer geleerdheid zullen verrijkt wor- den; terwijl zij zich in alle gevallen op Uwe arbeidzaamheid en. Uwen ijver: verlaat. Zijt van onze. achting, onze vriendfchap verzekerd, en wij vleijen ons de Uwé te zullen verwerven ! | Verleent ‘thans, zeer geëerde. Tochoorders ! Uwe gunftige aandacht aan den Heer Secretaris „ welke gereed ftaat ‘Ulieden: een verflag te doen van den arbeid der Klasfe gedurende de twee voorgaande jaren, = « ZEER GEACHTE TOEHOORDERS VAN ALLERLEI RANG SEN STAAT IL ) barf Toen op den 4den Mei van het jaar 1808 het Koninklijk Inftituut wan We- tenfchappen , Letterkunde en Schoone Kunften zijn aanwezen kreeg, en op hoog gezag werd vastgefteld, zag het de verpligting op zich overgebragt, om ijverig werk- zaam te zijn tot den opbouw en volmaking van alle takken der menfchelijke befcha- ving, gefchikt- om den letter- en kunstroem onzer Voorvaderen te bevestigen, en alzoo dien eerbied voor ons -Nationaal beftaan gaande te houden, zonder welken het ongetwijfeld vroeg of laat ftond ondermijnd te worden. Zuiver en hoogst edel waren deze bedoelingen; zwaar en gewigtig de last, welken zij inhielden. Dat beïde on- vermogend zijn geweest den overmoed eens heerschzuchtigen nabuurs in toom te houden, zal wel niet aan de zaak zelve ten laste-gelegd of aan. het onzinnige des doels geweten kunnen worden. Men brengt echter geen geheel Volk, hetwelk. nict alle, gevoel, van eigene waarde heeft afgelegd, tegen deszelfs wil onder éene vreemde B heer. C to) er heerfchappij; de “bndervidio’ van” ehs pend heeft het rserrgeapd en. nu Jaatttglijk op eene duchtige wijze bevestigd. Wat de aangeborene neiging en oféeds heerfchende drift voor: peu en plaa en edel is, de-rustelooze pogingen” tot het bevorderen van ‘Wetenfchap- eri. Kunst heb- ben toegebragt „ om’, deze: liefde voor het Vaderland onverdoofbaar. levendig te: hou- den, zal ik voor eene Vergadering als deze, niet behoeven te ontwikkelen. Het fchijnt zieh’ intusfchen met deze opmerking -moeijelijk te verenigen; dat de Keizer der Franfchen, bij het in beflag nemen dezer Landen, het Inftituut wan We- tenfchappen, Letterkunde en Schoone Kunften niet alleen bevestigde , maar door eene jaarlijkfche „gift van ‚20,000 franken’ waarborgde ‚voor. deszelfs. ondergang; dat des- zelfs Tweede Klasft, werkzaam aan: de handhaving en ‚ befchaving der, Nederlandfche taal, onverminkt gelaten en aldus eene vereeniging van. Geleerden behouden werd, weinig ftrookende met het vermoedelijk oogmerk des Overheerfchers. Welke gevol- gen zulks welligt in de toekomst zoude gehad hebben, kan uit de ondervinding van flechts drie jaren met moeite-worden-opgemaakts-— Het Inftituut ging intusfchen, dat alle andere inrigtingen van Nederlandfchen oor- „‚ fprong meer of min gefchokt of wel geheel vernietigd werden, rustig voort in zijne werkzaamheden ; elke Klasfe beijverde zich om te voldoen aan hare verpligtingen , en; zoo de Eerfie Klasfe daarvan de meeste “openlijke blijken heeft gegeven, eigent zij zich daarom geene hoogere verdienften toe, maar acht zulks alleen te moeten afleiden uit de grootere verfcheidenheid van geleerde oefeningen, waarvoor de takken van Weten- fchap vatbaar zijn, die aan hare zorg werden toevertrouwd. 5 “Het is van deze oefeningen en werkzaamheden, dat ik U „' geachte’ Vergadering ! thans rekenfchap moet afleggen. En zie daar mij op eens gebragt in eenen {taat van groote verlegenheid: niet, dat ik vermeen te zullen te kort fchieten in mijne verant- “woording, zoo ik alle posten vermelden konde maar de menigte váân ftof wekt in mij eene billijke wrees-voor ‘verwarring ; of wel voor eene langwijligheid , die wei- nig ‘gefchikt zoude zijn om belang te wekken, of de aandacht gaande te houden. — Waarom dan niet het voetfpoor gevolgd van uwe voorgangers in de Tweede en Vier- de’ Klasft, welke in een fraai uitgewerkt werflag „bij gelegenheden als deze, een be- knopt verhaal leverden van hetgeen fdert negen jaren door haar aangevangen of ver- rigt is 2°/» Ware mij zulks ‘mogelijk’, hoe” gaarne zoude ik: aan kenne mijnen rr wensch voldoen. hb jens uel tabrow gaan Doch zoo menin atnmerking neemt, hetgeen ik zoo even reeds heb dikwils, Î ö dat Cat ) dat de, werfcheidenheid van ftof aan de Eerfte Klasfe een ruim veld open laat voor werkzaamheden, en er bijvoegt „dat „dit. veld niet onbearbeid is gebleven, zal men _mij-ligtelijk. vergunnen, dat ik in, dezen ftipt gebonden, blijve «aanhet voorfchrift der Wet, om alleen te fchetfen. sage de twee laatfte jaren. weentelapneijs bij ons ‚ Ís-voorgevallen. … Ik mag echter tot het cadndn van ee febien miet pee zonder U, aante zienlijke Hoorders ‚te hebben herinnerd „dat reeds. drie. deelen. van de, Verhandelin- gen der, Berfte, Klasfe het licht ziens „dat de;inhoud van. het Derde Deel wordt voors afgegaan door een, berigt. van”. werkzaamheden ‚in de vier eerfte jaren ‘van haar bé- ftaan; dat het Vierde Deel ter perfe is, en de opgave zal bevatten van de vier of vijf naastvolgende. jaren 3 dat, behalve, deze werken, de Eerfte Klasfe, nog. vele . Verhan- delingen, en Rapporten afzonderlijk , ‘heeft uitgegeven, welke, reeds in. den boekhandel zijnde, zij als algemeen, bekend, voöronderftellen „en, hier met ftilzwijgen mag voorbij gaan;,‚dat, een „groot aantal, van, Berigten:,. over onderwerpen. „van verfchillenden aard, waarvan. {ommige eene onafgebrokene: werkzaamheid van:vele, weken, ja van “ maanden vereischt hebben, aan, het „Gouvernement, is ingeleverd; dat men derhalve , uit hetgeen nu, vermeld zal, worden, hoe ‘hetzelve, dan ook, zijn. moge, geen befluit kan, trekken tot. den geheelen arbeid, der Eerfte Klasfe, maar, flechts tot datgeen, het» welk, een onderwerp van. behandeling in de twee. laatfte jaren heeft; uitgemaakt. De raanvragen, vanhet (Gouvernement. menigwerf, zeer „naauw. verbonden met het algemeen belang, en gaande, niet zeldzaam over zaken; van, het hoogfte gewigt, oor- deel ik: noodig, hiervan, in. de eerfte „plaats. te fpreken „en derzelver vid in eene, korte fchets voor te dragen. ‚vn vans vos: Met hoe “veel vrucht menin de wate. helft der. afgeloopene,« ceuw den „damp van Water ‚gebezigd heeft, om werktuigen in, beweging te brengen „ „waartoe. de vereenig- de kracht van vele. paarden naauwelijks, voldoende WAS ‚of. waardoor, men, de wisfel- vallige en ongelijke kracht des winds konde nutteloos, maken „ is tealgemeen bekend, dan, dat ik zoude, ‚noodig hebben U. aan. de. toepasfing,, te, herinneren „… welke het menfchelijk vernuft van die, middel gemaakt, heeft in ‚de onderfcheiden, bedrijven. des gemeenen levens. „Het was, echter bij niemand ankem tot dezelfde, ede gebruik te maken van | Î eene, andere niet minder ‚vermogende, kracht, welke ons, de ontbranding, oplevert van een mengfël ontvlambaar gas en dampkringslcht, in de vereischte errmndieheid met et Ba el- (me) €lkander vereenigd, een ‘bewegingsvermogen giarfietiehtë’, grooter dan ae van den … ftoom in vuurmachîines, of ten minfte daaraan gelijk ftaande, De Heer KONING, Predikant te Akerfloot kwam’ op dien inval; dacht een: werke tuig uit; waarop dit bewégingsvermogen kon tofden toegepast, en bragt zijne proc-. ven onder de aandacht van het Gouvernement, hetwelk de Eerfte Klasfe met den last vereerde tot het verder onderzoek van deze uitvinding. De Heeren vaN swin- DEN, FLORYN,' GOUDRIAAN eri €: BRUNINGS' jr. alles ‘hebbende nagegaan, wat ter dezer zake in aanmêrking konde komen, en hetzelve in een uitgebreid verflag dan de Khasfe mededeelende , ward vnd as de” flotfons van end iijn voor te dragen s 19, _Dat ‘het Zijner wilen mogt behagen den Heer KONING te magtigen om de uitvinding van zijn werktuig, genaamd “Hydrophore, verder voort te zet. teh , en tot de’ mèéest mogelijke volmaaktheid” te brengen. de “a°, Dat'den Heer KONING cené gratificatie” van’ duizend gulderis mogt worden tér hand gefteld’, om hem daärdoor te gemoet te komen in de kosten, welké “vereischt worden tot de zamentftelling eens ‘werktúigs van genoegzame grootte, „om behoorlijk te kunnen oordeelen over de geheele inrigting, zoo van de voortbrenging van het ontvlambaar gas, van deszelfs vermenging ín de juiste rede met de dampkringslucht, en van de ontvlamming der geheele masfa op het veréischte tiijdftip „ als van de geregelde beweging des zuigers: onder de- “ze voorwaârde „ dat hij van zijne verrigtingen' in der tijd ‘het noodig verflag aan Zijne Excellentie den Minister van a Waterftaat, zal laten toekomên. _3°. Dat het Zijner. Majesteit behagen mogt den Heer KoNrNe te verzekeren; “dat, indien het door hem ontworpen werktuig allezins goedgekeurd, en_ vervol- ; gens tot fand gebragt wordt, doör ‘Hoogstdenzelven zoodanige dispofiti tien zullen genomen worden, als meest gefchikt zullen zijn, om aan hem de vruchten van zijne genie en van zijnen arbeid te doen genieten. 0 « Gemelde uitvinder, dien ten gevolge’ vereerd met de gunst Zijner Majesteit , houdt zich onafgebroken bezig met het vervaardigen eens toeftels van gênoegzame grootte, Om op de uitkomften- te kunnen fraat- maken , „en verkeert in het vast vertrouwen , dat hij eenmaal zal flagen in het te voorfchijn brengen. van cen werktuig, dat de zoo kostbare en gevaarlijke ftoommachines zal kunnen vervangen, en aldus worden ‚ âangewend in alle werkplaatfén , waar men cen groot bewegingsvermogen Zonder levendige kracht wenscht aán den gang te houder. Ter ine jd e f 6 48) Terwijt-de Eerfte Klasfe zich: bezighield met, het opmaken „van hare bevindingen betrekkelijk „dezen, Aydrophore „werd zij.-door. Zijne Excellentie, ‚den „Minister van Binnenlandfche- Zaken ; „geraadpleegd; over - een „nieuw voorfiel,, „van: „denzelfden Heer. KONING ‚betreffende: eene verbeterde en> min dkostbare „wijze, ‚dan in Engeland, om het kóolftoffig waterftofgas te: ‚doen dienen tot verlichting,-van brol: wegen , groo- te: gebouwen, werkplaatfen en: wat van, dien,aard; meer, is,” … De meesten, Uwer geachte Toehoorders t--waren getuigen. van de proeven, welke met deze gasverlichting hier ter ftede zijn genomen; ik zow,dusmet: de, vermelding vandezen last: kunnen,volftdang;zooide “aard des toeftels „err, het, voortbrengen. dor verlichtingsftoffe bij.„den.; Heer koNiNe, niet iets eigens-hadden; waardoor, zij zich van „de: elders, gebruikelijke onderfcheiden,, en, boven, ‚flea verre, von de eeb verdienen. ' „Uit: het” werllag immers van “de Heeren „vaN. MARUM, VROLIK, 6 en, VAN, DEN. ENDE , nde miet -het „taaist „geduld, dem gang dezer. „werkzaamheden. gevolgd. hadden, bleek „Dat de toeftel , -welke.-door „den ‘Heer KONING tot voortbrenging. „van: het, gas vis vuitgedacht „en alhier „onder. zijn opzigt, vervaardigd, „vele jaren vóór, dat men in Engeland ‚ of’ waar-anders „begonnen ‚is „dat gas ter ftedelijke verlich- ting te- gebruiken, door, zijn eenvoudiger. zamenfiel en veel, mindere omflag- tigheid zich grootelijks aanprijst boven die ersten welke ter voortbren- „vele ging van hetzelveseldersrdienens; „oid « f 3 od 2%, Dat-in dezen toeftel het-gas. ter verlichting n niet alleen door de hitte vit aan „kolen wordt voortgebragt zooals in ‘de „Londenfche toeftellen „ maar dat hierbij ook de damp van kokend watêr aangewend wordt; en dat het aan deze totdat oogmerk nieuwe en fchrandere- uitvinding vari den Heer koning ‚is toe te. fchrijven „vooreerst, -dat ‘bij het: gebruikvan gelijke hoeveelheden fteenkolen ‚meer „dan ‘tweemaal. zoo veel gas ter verlichting. gelijktijdig „wordt woortgebragt 3 ten anderen , „dat ‚door de vermenging van den waterdamp met het voortgebragte gas, ‘hetzelve. gereedelijk! bevrijd: wordt van „die „onzuir ‚ vverheden„ welke voor de verlichting: fchadelijk zijn „ zonder. hiertoe noodig te hebben vaten: met kalkwater„ door hetwelk het gas ter zuivering in de Engelfche toeftellen moet worden heengedreven. 5 3%! Dat de !toeftek van- den Heer KONING daarbij nog dit voordeel boven. de Lon- | denfche heeft „dat; „gedurende het: gloeijen der ‘buìzen: deze, met de uitger „gloeide. fteenkolen kunnen» weggenomen:-en „in -weinige: oogenblikken andere B 3 met Cm 2 agibn: met nieuwe fteenkolen’ daarvoor worden! in” de'splaats- gefel” | Dat dus met Sr: PIE dezen toeftel het gas ter verlichting aärilkoudend’ kan- worden. it mint: 0e gerwijl daarentêgen ‘de Teonidenfthe “toeftellen wanneer “de kolein zijn uitge: «gloed „“ geheel afiöëten afkoelen jeréér er nieuwe feeenkolen kunen worden Old e Smgebragt. De 'ijzer“buizen «tot gloeijing der fteenkolen zijn-dan ook: bij dee zen nieuwen toeftel! w&sr” kleiner; 'en:-de ‘gâsöpwvangers behoeven flechts het ol tiëndë ván ded nerds pee zeer tees onkosten swor- gai Dl arden“luitgewontiefin® Hing toroneg. mis obees! aar isle gaisdoinerengs skal ‘See vpe, “Dat omm alle’ ade ledi de rüievinding: ord jtkeed: vadis! van groote Dos JS waarde”té beldhewwen is, vern zeer gefëhikt, om ‘daarvan hier te Lánde ter Teofroe TogilbE” verliekti grat ester openbare raten enz. e bruik te maken. sanat “Dóör ‘dit gühftig verflag- rópgewekts beliaagde -hee!Zijner : Majesteit en Koninklijke Haines vergezeld wan ‘hooge “Staatsteambten ;veene” proeve dezer” gasverlichting. bij te“wonen;” er ‘Het idool? goedkeuring te -vereeren 3’ zijde tengevolge dezer goedkeuring deh Hebr KONING” ‘gemägtigd döworden »tót eene reis naar Londen op %TLarids kösten; en tot het inwinnen: “van “âlle* bijzonderheden , “welke bijhet daar- ellen “van” éne openlijke arseneragpe zouden in acht tenemen zijn. trdtroov, Tot Salens varllodteos, sib, amo, zeiitenan Alilarborg. doin: ibidis Hoezeer het padhietaesst den bloei en welwaártedér » ovchesoehgfken: van inland- fché nijverheid ter- harte néêmts bleeke swijderss:bijs eene: Misfiwe „van Zijne “Excéllen- tie def” Minüsteleowan: ‘Birnnenlandfcher: Zaken > geleidende “het » rekest; van pi FRANC VAN DEN CORPUT & ZOON ten einde gedurendede eerstvolgende vijftien jaren geene grosfierderij in-”goud-" of - zilverdraàd , dan,/dië-op hunne firma, binnen dezen Lande zoude mogen ‘beftaän: of vin? werking! zijner was" immers „s bij “de: overwe- ging van dit verzoek ,>'âan het Gouvernement vals: van “zelve: »voorrdens-geëst geko- men ; “dat, bij hee’ rgimfchoots bevordeten, van . dem'eenen 3 welligt “het belang van vele andéreft ‘kot in” de’ waagfchâalskomen.!» Het uitfluitend ‘verleenen: van voorregten in zaken van’ algemeene. industrie is menigwerf bevonden’ den ‘ondergang van eenen redelijken naijver” wine en den lust tot-nuttige sram ondermijnd te hebben. snovsrbagnesdmetsretts: rader rol oiteor ade Kerr * voDeEerfte ‘Klasfe ook ‘hierin met de meest „mogelijke magerheid willende te werk gaans” verzocht de: Heeren BENNET, “kEINWARDT. en, VRÓLIKziëh onder- rist te verfchaffens van al ‘hetgeên «tot”-de fabrijk rentrafijk ván de- Heeren ‘VAN DEN … ed ' COR= C as ) " corPUT betrekking had, in verband. met andere fabrijken en trafijken, van gelijken aard, en hieruit hun advies aan het, Gouvernement ‚op*te-maken, Uit ‘derzelver ‘ navorfchingen; nu, bleek 4, dat” het» eigenaardige «dezer :fabrijk. ter lijk, daarin gelegen. is, „datde grondftoffen uit haren oorfpronkelijken „ftaat van ruwte — en grofheid tot den bonbons sind „van „fijnheid en „zuiverheid. en: en verwerkt _ worden. „Dat. wijders. en de rennide zelve ht pta ronden en de vitgebreidheid en kostbaarheid ‚der werktuigen „ “behoeften „en_ inrigtirigen ,; met welke. aan. „meer dan honderd perfonen- arbeid en beftaan voor geheele huisgezinnen: verfchaft „wordt „ dit etablisfement, tot, een zeer; aanzienlijk, kapitaal hebben „doen ftijgen 3 dat het derhal- ve allezins te bejammeren zou. zijn: „bijaldien door phet nevens oprigten van eene dergelijke. grosfierderij „waarmede zij, door „eenen ‚ ondankbaren - vreemdeling, - welke bij hen in gunst, was „opgekweekt „ {chenen, bedreigd teworden; deze fchoone fabrijk en trafijk. in „gevaar. van „kwijning „of „geheele „vernietiging „gebragt: wierden. Het kwam „om ‚deze, redenen „ook-aan. de. Eerfte Klasfe, wenfchelijk- voors dat er van nu af, ,en‚ten minfte gedurende ‚de (eerstvolgende vijftien „jaren';;-geene nieuwe arque of grosfierderij, in goud. en zilverdraad: binnen het noordelijk «gedeelte. van het Rijk ‚wierd. opgerigt of in, werking, gebragt. Of echter.deze, wensch, der. „Klasfe bij het; Gouvernement in een dadelijk befluit verkeerd werd „ is. haar onbekend gebleven. Meer, zekerheid. swedervoer den uitflag-harer werkzaamheden ten tweede male met _ het „Amfterdamsch„kunst-cement ‚ondernomen, Doch alles „wat ten‚dien opzigte is voorgevallen „ reeds-door den druk -algemeen verkrijgbaar -gefteld. zijnde „ zoude het overtollig kunnen en worden met de vens dezer. zaak. op-nieuw op te treden. É Hac hot 5 „Ik mag chen. niet met filawijgen. vaorbiientn . dat zl dit ph, itnetneld Eloi ‚van proeven „met. een: kunstgewrocht vam inlandfche nijverheid „ dat voor het van buiten ingevoerde tras niet behoeft ‘onder, tes, doen; „geenszins „de „pogingen konde, weêrhouden. van: een groot,aantal. ‚kooplieden ín. buitenlandfche, tras „om de kracht. van,’s Konings befluit…totbevordering-„van het. algemeen „gebruik,.dezer „in, landfche merfelfpecie,, ‚geheel te, verlammen en, buiten, werking, teftellen,, Zij begeerden. namelijk: inr-een rekest. aan „Zijne „Majesteits, … —. jk di er) Dat er nadere ae ne proefnemingen op het Dordfíche tras en Amfter- proeven. doet hande Gecommierden. doen bijwonen en EEn ‘perfoonlijk Î 3 aan ler afm” te wijzen “eene ”Belijke deugdelijkheid: in shet Dordiche ban 18 pd in red Amfterdamseh -geoctroijeerd kuiist-ceimment, 39 ves Eo vhs uut 5 “2° Dat indien -de -proefweming: ten hunnen RE mogt vive ik dar E velfekt van» heei oetrooï, laan DE BOOYS, ASSCHENBERGIT en de wed. CA- “ZIUS Eh ZONEN verleend; zoodanig “mogt worden. gewijzigd, dat wel de uitvinders des kunst-cements, bij uitfluiting van anderen, hunne. fabrijk zouden kunnen exerceeren; doch het verbod aan de adminiftratien „ om het buitenlardfche tras te gebruiken, ‘worden gtotep en aan een Saaai hen Ib, Ibwêgensvrijkeid-gelatens! azo toor middel „Zijne ‘Majesteit „vond. echter goed, na het advies der Earte Klas op deze lie tetiebben ingewonnen’, bij Beflaie van den 9den' Junij 1. „te bepalen: <> Y 1°. Dat er geene termen zijn , om-het verbod aan’ de adminiftratien, galei; om “>! zich vanbuitenlandfche tras te ‘bedienen „in “te trekken „ en 1.892 Dat „Aangezien de Eerfte Klästê reeds tweemdlen éene groote’ reeks van -proe- vb ven óp hiet: Amfterdamsch kunst-cemenits en: het Dordfche tras heeft genomen , voie desvuieflag “waarvan v uitvoerig” befthrevent en ‘in het licht gegeven is, van de- ) zölve klasfë ‘riet nieer te vérgen zoude zijn; om al wederóm op deze zelfde des hetfêlfpecien proeven te nemen, -doch dat zij daartoe aangezocht zijnde, zich wel zoude willen verledigen,-om met alle de rekwestranten gezamenlijk, of eenigen hunner, op- nieuw infpectie te nemen van de waterdigte werken , die binen deeftad Amfterdatn in het laatst ‘der voorgaande eeuw, of federt aldaar ‘en êldérs- met geoctroijeerd kumist-cement zijn gemetfeld. Tot welke infpeetien echter de ge Klasfe tot knn vr geenen der aber is dangezöcht “ geworden. gek TE gd ber ded Ei Mogt toch eenmaal het diep ingeworteld vooroordeel tegen deze nuttige metfel- fpecie, wijken voor cene ‘Tedelijke overtuiging, dat zelfs het nationaal belang aan Wever behoùd: zeer naauw gehecht is,en de winstderving vân fommigen niet kan opwêgen tegen’ die honderden van menfchen , welke’ nu reeds ‘bij ‘het opma- len , vervoeren , zamenhoopen , bewerken enz. van het Amfterdamsch geoctroïjeerd kunst-cement htn ‘brood ‘winnen 4’ ‘welk: getal tot duizenden zal “moeten aangroei- jen, zoodra hét befef der waarheid met genoegzame kracht elk Nederlander aan het genruik, dezer „weinig bi) Bee el, Virnden hebben, Eene zääke wannier’ minder algemeen’ belang , BR de in wee zeer fieri ver- fchillende van hetgeën zoö-évén door mij werd: hacbibverd is het nieuwe ftelfel van KD wan „maten en gewigten „ gevormd naar eene vaste, onveranderlijke eenheid in lengte. en zwaarte. Reeds bij’den aanvang des Inftituuts heeft dan, ook de overweging van dit ftelfel en der middelen, om hetzelve. op de voegzaamfte wijze in te voeren , eene «der voornaamfte zorgen van de Eerfte Klasfe uitgemaakt, Het zou niet onbelangrijk zijn, «de woornaamfte werkzaamheden, welke zij daarop heeft ondernomen en …de. uitgebreide rapporten, aan het Gouvernement deswegens inge- - diend, door den druk gemeen te maken, of in uittrekfel aan uwe aandacht voor te houden. Dóch. aan de verrigtingen ‘vande. twee laatfte jaren in dit verflag gebonden, zal ik alleen gewagen van hetgeen deswegens in dien tijd is voorges vallen en als bekend „aannemen, deb ingevolge het verflag der Eerfte Klasfe aan Zijne Excellentie den Secretaris van ‘Staat voor de: Binnenlandfche Zaken, ingele- verd op den 17den van Wintermaand 1814, en twee jaren. later op hoog gezag in het licht verfchenen, de nieuwe maten en gewigten bij eene wet zijn vastge- fteld, zoo echter, dat de technifche namen, waaronder zij in Frankrijk waren ingevoerd’, door Nederlandfche zouden vervangen worden; waarvan als voorbeeld in de Wet zelve, het woord e/ in plaats van meter voor de eenheid. der lengtemaat , en dat van pond in plaats van kilograns voor „de. eenheid van gewigt is aange- nomen. ’ De namen der edere en eine boehioddken hierbij nog geheel onbe- paald zijnde, ontving de Eerfte Klasfe het verzoek, om eene opgave te maken vän alle de onderdeelen en veelvouwden der in de Wet voorkomende eenheden , welke in het nieuwe ftelfel vereischt worden, met bijvoeging van zoodanige- namen, als daar: voor in den opgegeven zin het meest: gefchikt zouden fchijnen. Zij heeft, aan dezen haar opgedragen last voldoende ; voor iedere foort van maten en gewigten, namen voorgefteld, en de redenen. ontvouwd, waarom zij deze en niet andere gekozen had. De groote onvolmaaktheid van ‘haren arbeid kennende , bood zij denzelven met fchroom aan, en vond, bij het openbaar maken van de keuze dier namen, bevestigd, dat hare fchroom niet ongegrond geweest was:‚Nict alle namen toch, zoo als zij door het Gouvernement zijn aangenomen, werden door haar woorgefteld. r Het benoemen der nieuwe maten en gewigten is niet de ak moeijelijke taak geweest, waarmede de Eerfte Klasfe heeft te doen gehad. Reeds in den jare 1809, zeer kort derhalve, nadat dit nieuwe ftelfel door het toenmalig Gouvernement’ was aangenomen en vastgefteld , trad de Commisfaris Generaal tot de Zaken dèr Geneces- C kun- C B kunde op tegen het invoeren van dat ftelfel in de Artfenijwinkels; zoo zelfs, dat hij, indien er eenige verandering in de medicinale gewigten te - voeren herr daare tegen demarches bij Zijne Majesteit: noodig oordeelde, - De Klasfe-had, bij de: wisfelvalligheden „der tijden „ dit: ftuk- bie uit ie oog verloren , toeh zij onder het: tegenwoordig. Beftuur daaraan werd herinnerd en. uitge- noodigd, om daarop, bij het behandelen der maten en wigan, acht ‚te flaan en te Seen van berigt. « “De redenen, die den Commisfaris van Geneeskunde: tot dit gevoelen gebragt heb ben, zijn 13 «1° Dat het: fenadeljk en vid voor. de: gezondheid-en ‘het leven der „inge- zetenen zijn zoude, indien men de medicinale gewigten, thans in gebruik, kwam te veranderen. bit …_a®. Dat die verandering volftrekt onnoodig is; vermits alle vlken oil een en hetzelfde medicinaal gewigt gebruiken. 3°, Dat, indien zij plaats had, de Bataaffche apen ter naauwer nood: buik baar ‘zijn zoude. De. Klasfe heeft elk dezer punten in ‘haar vetlag afzonderlijk behandeld, en zoo geheel ontdaan van alle kracht, dat men naauwelijks kan vermoeden, dat bij iemand nog eenige zwarigheid tegen het invoeren van ‘het. metriek ftelfel ook: voor de art{e. nijmengkundigen mogelijk zij. Vreesde ik niet, Geëerde Toehoorders, uwe aan. te vermoeijen, of misbruik te maken van uwe toegevendheid, ik zou de gronden , waarop het gewigt der bes zwaren ontzenuwd is, gaarne uiteen zetten. Vergunt mij nu fecha; het befluit te melden , hetwelk uit deze gronden. werd afgeleid. z°, Dat er uit het invoeren van nieuwe, medicinale gewigten pa gevaar, geene verwarring te wachten ftaatz dat het ‘herleiden van de oude gewigten in de nieuwe, ‘bij het voorfchrijven van geneesmiddelen , gemakkelijk kan gemaakt “worden; dat de Bataafche en alle andere Apotheken , mitsgaders alle genees kundige werken, niet tegenftaande de invoering. van nieuwe maten en ge- wigten, even bruikbaar blijven” als te voren, en dat er alzoo: geene reden beftaan, die het invoeren van nieuwe medicinale gewigten zouden ver 2°. Dat, daar het bewezen is, dat de medicinale gewigten , “niet alleen in ver fchillende landen van Europa, maar: zelfs op verfchillende plaatfen. des. Rijks in nnn gen C 19 ) in gebruik, merkelijk uiteen loopen, er gewigtige reden zijn „ die gebieden, ‚dat één algemeen medicinaal gewigt worde ingevoerd, in plaats van het uit- ve seenloopend , nu gebruikelijk, 3°. Dat het voordeelig is, dat het medicinaal gewigt hetzelfde zij, als het ‚reeds voor alle handelingen bevolen metriek gewigt. 4° «Dat om alle deze redenen het wenfchelijk zijn zoude, dat, bij een afzonder lijk: befluit, het invoeren van de metrieke maten en gewigten in de genees- en artfenijmengkunde bevolen wierde. ; Van welken invloed deze overwegingen zijn zullen, bij het invoeren eener PAar- macopoea Belgica , met wier vervaardiging zich eene afzonderlijke Commisfie bezig houdt, is buiten het bereik der Klasfe, zelfs gisfend op te geven. Zij meent voldaan te hebben, met het opruimen der voorgewende bezwaren en het betogen: van de deelmatigheid en het nut, om de eenheid van het metriek ftelfêl ook tot de genees- en artfenijmengkunde uit te ftrekken. Dat: de zuidelijke Provincien rijk zijn-aan. voortbrengfelen, die of geheel , of groo- tendeels in de noordelijke gemist worden, is uit beider geografifche ligging en plaat- felijke fgefteldheid. genoegzaam op te-maken,. Van -mijnftoffen leveren onze Provin- cien buiten het ijzeroer. of den oker niets noemenswaardig op. De zuidelijke Pro- vincien daarentegen hebben. overvloed aan meer dan eene foort. In Henegouwen trok zelfs zeer onlangs een zilverglanfig metaal de aandacht des. Gouverneurs, en werd het onderwerp van voortgezette navorfchingen. De ontdekking eener -zilvermijn zou in het rijk der Nederlanden zekerlijk eene niet verwerpelijke zaak wezen. Het fcheen ten minfte der moeite waard. te zijn, deze ftof fcheikundig te onderzoeken, waartoe de Klasfe werd uitgenoodigd door Zijne Excellentie, den Minister van Binnenlandfche Zaken. Doch uit de proeven van de nn BRUGMANSs VAN MARUM E€n VROLIK bleek ten volle, dat deze mijnftof door haren glans verleid had, als dragende alle. kenteekc- nen van ijzerpijriet of van gezwaveld ijzer, terwijl geen zweem van zilver daarin werd waargenomen. «Zij is echter daarom niet geheel vruchteloos, als kunnende dienen “tot bereiding van zwavel en van zwavelzuur iijzer, of zoogenaamd ijzervitriool, pe “Een tweede onderwerp van overweging voor het belang der zuidelijke Provincien „ en in zoo verre ook „vóor de ‚geheele. uitgebreidheid van het Rijk, vond de Eerfte e |: Ge Klas- Al de 5 Klasfe vervat In eene tweeledige vraag, haar door: het Ministerie van Binnenland- fche Zaken voorgehouden, naar aanleiding van het rekest des Heeren p.'j. LE CHERF „ verzoekende, om met het uittrekken van falpeter op ‘gelijke wijze te mogen voort.” gaan , als- hem onder het Fransch Beftuur was vergund. geworden. \ Op de eerfte vraag des Ministers, „in hoe verre het voor het belang: van het, „Rijk , en tér bevordering “van industrie “nuttig en noodig zoude kunnen geacht „worden, het trekken van falpeter aan te moedigen en te begunftigen,” maakte de Klasfe, op het ingewonnen advies van hare Leden, VROLIK, FLORYN CN SER— RURIER ; geene zwarigheid te antwoorden, dat het inderdaad van belang fchijnt eenen tak van nijverheid aan te moedigen, die werkzaam is omtrent grondftoffen, welke binnen ’slands gevonden worden en geene waarde hoegenaamd hebben, wije dieri zij nîet tot een dergelijk oogmerk kannen worden aangewend. Het groot bezwaar intusfchen voor vele inlandfche fabrijken beftaat doorgaans in de moeijelijkheid, om hare waren tegen den laagften marktprijs van buitenland- fche produkten te kunnen leveren; een bezwaar, hetgeen ook eenigzins fchijnt te drukken op de falpeterfabrijken’, die men’ hier te lande zou willen begunftigen. De gewone prijs toch van 1oo fB Oost-Indifche falpeter, met a5 pct. rafactie, bedraagt in’ gewone tijden niet meer dan 34 of 36 guldens, en het is niet zonder voorbeëld , dat men die zelfde hoeveelheid voor 16 guldens heeft ingekocht, eene prijs, -waar= omtrent het te bezien zal fran, of men in vredes tijd en bij vrijen händel wel zijne vekEhing zoude vinden in het bewerken en afleveren van inlandfche- falpeter. Er doet zich echter nog een nieuw bezwaar op in de tweede vraag: des Minis- ters, „of namelijk het trekkeh van falpeter zoude kunnen en behooren te worden »toegeftaáh op grond der wetten en reglementen, welke’ daaromtrent in de zuide- „lijke Provincien zijn ingevoerd, of geregeld door oren andere, als daarait, „trent nog verder zouden kunnen geftatueerd worden.” Want, om op deze vraag maar eisch te kunnen antwoorden, zoude men met dat gedeelte der Franfche wetgeving en adminiftratie, hetwelk daarop betrekking heeft, ten volle moeten bekend zijn, en voorts onderzoeken, in’ hoeverre hetzelve met de Grondwet van het Rijk der Nederlanden, met de burgerlijke vrijheid en het regt van eigendom ‘al dan niet overeenkomt. + Waaromtrent: de Klasfe de vrijheid nam zich te verfchoonen, op grond. vooral, dat de oplosfing van dit tweede vraag punt niet wel kon te pas komen vóór dat de mogelijkheid zal bewezen zijn, om met voordeel zulk eene fabrijk , door alle tijden heen, aan den gang te houden. 5 Gee. ed EEN € a à Geene mindere bezwaren deden zich. reeds in de befpiegeling op, tegen het rekest van den Heer AUGUST BERGHEMER, Ridder der vierde klasfe van de militaire Wil lems Orde, en van zijnen helper FREDRIK WIRTZ » verzoekende Zijner Majesteit, om comfent en. privilegie op het, trekken van Wonderzout ‚ Potasch,. Salpeter en, Sal= peterzout uit gemeene haardasfches, welke ‘groote ontdekking zij meenden gemaakt te hebben 5. benevens vrijftelling van alle belastingen, tot dat deze zaak, haren behoorlij- ken loop hebben zoude. Immers noch de Ridder BERGHEMER 5 noch FREDRIK WIRTZ bezaten de minfte Scheikundige kennis. … Afgaande op „eene, loutere toevalligheid , hadden zij begrepen geheel iets zonderlings te hebben vitgevonden, „Zij, hadden. daarenboven geene bereke- - ning van hoeveelheid der verkregene ftoffen, noch van.kosten, die zij aan derzelver voortbrenging verfpillen meesten. _ Van de. vier. opgegevene zouten, waarvan twee zeker een en hetzelfde zijn, konden zij flechts één seren „ doch wisten ook daarvan de-fcheikundige beftanddeelen „niet. KEES 5 Gecommitteerden der Klaste ; VROLIK » SERRURIER en VAN CAPPELLE, op zulke tosfe gronden zich met het nemen van, proeven niet kunnende afgeven, is dit voor= ftel tot nu toe gebleven zonder gevolg, en zal. het vermoedelijk altijd blijven, daar men zich ne zulk eene onderneming weinig goeds beloven kan. kj ‚ Van tastbaarder nut ís de ontdekking van, dent landman CORNELIS BUIS ZWART » te Aartswoude , om uit den bast van. de fteng der Althaea-plant draden te berei- den, welke als die van Hennip tot touwwerk zouden kunnen gebruikt worden. De Heeren GLAVIMANS en Kops, belast met het onderzoek dezer zaak, waarover het Gouvernement de gedachten der Klasfe verlangd had, vonden zich in de aangename gelegenheid, van gunftig deswegens te kunnen berigten, ‚Uit alle nafporingen van fchrijvers, die over, het nuttig” gebruik van deze, ook bij ons gemeenzame, plant handelen, , bleek „het immers, dat flechts een eenige, met … name. de beroemde Spaanfche kruidkundige CAVANILLES „ derzelver gebruik tot draden pgeeft. Doch, daar CAvANILLES zijne Verhandeling in het Latijn. heeft gefchreven , en alle waarfchijnlijkheid, dat Buis zZwARrT van daar zijne ontdekking zoude ontleend. en zijne ‚proeven op het gezegde van dien kruidkundigen ondernomen hebben. « „De zaak alzoo zich. ten randen van BUIS ZWART latende aanzien „ kwam het er d C 3 flechts. C de ) fiechts op aan, zijne Brossel te herhalen, en over het dl wui niet bfükbare van wet vezels der Althca-fchors tot touwwerk te beflisftn. ‚ Ward’ er id genoegzime’ hoeveelheid aan de “Eerfte- Klasfè door’ hét ‘Gouvêrnemient aangeboden, zoù de bêllisfing ligt : zijn gevallen en de vergelijking mèt touwwerk van hennipdraden zekere uitkomften ‘hebben opgeleverd. — Maar het inzamelen van zulk eene hoeveelheid gedoogde het ongunftig weder des Beranger jaars’ miet. “Alle proeven werden echter daardoor niet uitgefloten. De fterkte ‘onderzocht ‘zijnde, zoowel van enkele vezels dezer intandfthe plant, _ als, van draadjes, daaruit zamengefnoerd , vervolgens van dikkere draden uit dunnere ineengevlochten „’ ‘en eindelijk van touw úit werftheiden ftrengen bereid, kreeg men uitkomften, dië de verwachting verre overtroffen, zoodat eén vouwtje van één half duim omtreks tuïmi goo pónden heeft’ gedragen. 00 ' De Klasfe kwam daarm gereedelijk tot het advies aan Zijne ellie den asin misfaris-Generaal voor het Onderwijs en voor ‘de Kuristen en Wetenfchappen Á 1e. Dát an gemeldén’ CORNELIS’ BUIS” ZWÂRT; 200 ‘ter ‘beloonirig van ‘zijne 07. reeds voorgedragene Ontdekking , als om hem tot ‘het aankweeken der Alchaea- k plant in groote ‘hoeveelheid aan ‘te móedigen, zoude kunnen gegeven wor. den eene gift in ‘eêtis van tweehonderd en vijftig guldens. 2 Dat hij zou behooren te worden opgewekt, om het aankweeken dezer plant “__{ “zoodanig voort te zetten, dat hij cene hoeveelheid daaruit bereide vezelen van 6oo ponden zoude kutkich lèverens met belofte, dat het Gouverne- __ ment «alsdan die hoeveelheid zoude overnemen tegen eenen, met onderling overleg, te bepalen prijs. 39. Dat Zijne Majesteit mogt goedvinden te bevelen, dat uit ai höeveerherd op Hoogstdeszelfs lijnbaan te Amflerdam, de noodige ftukken touwwerk zouden worden vervaardigd, om daarmede, volgens een wel beredenéerd plan, de noodige proeven in het groot te doen nemen, beginnende met het onderzoek der vezelen, en vervolgens van draadjes, draden, ftrengen , tot het dikfte touwwerk toe; ten einde, uit vergelijking van dat touwwerk „met gelijkfoortig touw uit hennip, over de wezenlijke en betrekkelijke hoe- danigheden en fterkte met zekerheid ‘te kunnen oordeelen ; verfchillende ge- bruiken, waartoe het gefchikt zoude zijn, te bepalen, en alzoo het nutti- ge, iet bruikbare, of zelfs hét hoogstbelangrijke der ontdekking van cor- NELIS BUIS ZWART in het helderst daglicht te ftellen. Zoo me ne -C 23 ) Zoo de Eerfte Klasfe dit advies met een ‚zeker gevoel. van zelfvoldoening mag hebben ingediend’, als-bijzonder deelnemende,aan alles,.wat tot-de: nationale nijver- heid. betrekking heeft „ moêstdit: gevoel voorzeker, in den. warmften, gloed, verkeeren , zoodra zij inv alle bijzonderheden; het verbazend ren {tout, ontwerp had. leeren kennen van twee Vriefche- landbouwers, ‘met name’ ARJEN -ROELOFS en ZYDS- RIENKS ; om niet alleen cenen Teleskoop van veertig ‚voeten, gelijk: aan dien. van HERSCHELL 3 te vervaardigen , maar: aan dit werktuig zelve belangrijke verbeteringen toe: te brengen. „Nadat: de Heeren VAN SWINDENs ‘FLORYN 5: EKAMA, CI, MOLL -dit voorftel, in alle -deszelfs: deelen * ontlêed:,. en naauwkeurig uiteengezet der. Klasfe hadden voorgehouden „ bleek ‘niet alleen de mogelijkheid der, uitvoering. hier, te lande, maar er ontftond de vurigfte wensch; dat hetzelve mogt worden ten- uitvoer gelegd. De roem’ van Nederland , zoo menigwerf door: uitlanders betwist „‚fcheen het drin- gend te vorderen ; de „taat ‘van afhankelijkheid „waarin mrrscuer, alle, fterrekundi- gen van geheel Europa gebragt had, deed uitzien naar een krachtdadig en zeker middel ter ontheffing, hetgeen des te welkomer zijn moest, daar het tevens zoude kunnen dienen's‘om een -fchuldig+offer te “brengen-aan twee bêroemde mannen „ die onder de zorg en afmattende bezigheden van den-landbouw, zich tot eene hoogte hebben opgevoérd, waarvan zelfs: onder de gunftigfte. bert ach geen tweede voorbeeld in de gefchiedenisfen “wordt aangetroffen. “Wie betwijfelt dan, dat het hooglijk tot nut der nbs tot aanmoedi» ging van hen, die dezelve: beoefenen, of zich op het. werkdadige, der. kunften toe- leggen, tot luister des rijks, tot roem Zijner Majesteit zoude {trekken „indien „het Hoogstdezelve behagen mogt , -a°. De reeds meergemelde ARJEN ROELOFS en ZYDS RIENKS in zoodanige om- ftandigheden te ftellen, dat ‘zij, den arbeid. van landman, waarin zij. tot nu toe: hun beftaan- hebben: moeten. zoeken, verlatende,, zich- geheel „enal: op het beoefenen. der Sterre- en Natuurkundige. Wetenfehappen., mitsgaders. op het vervaardigen vvair Sterrekundige Werktuigen; en vooral van Spiegel» ‘Teleskoopen zouden kunnen toeleggen. Zij zouden alsdan tevens kunnen: zorgen „voor het vormen van: kweekelingen; indien zich daartoe gefchikte: … Heden opdeden of - van, hooger hand-/hen werden toegevoegd; en voor het in gefchrifte brengen van al hetgeen betreft’ de. theorie hunner ‘Teleskoopen ,. en de handgrepen, die zij ee TRE „om de, ‘Spiegels tot de grootfte vol __ maaktheid te brengen. ii 2% In | C 4 ) 28°, Indien het Ziner Majesteit behagen mogt; doör gemêlde kutistenäars op Ioni 9% Rijks kosten’ te ‘laten vervaardigen cen’ Teleskoop ‘van ‘twintig woeten brandpuntslèngte ; voor ‘ieder van ’s rijks” univerfiteiten „alwaar „een {terres swachtlen waarnemer ‘is, ‘en daartoe voor’ de ‘materialen zoodanig voorfchot aan dè makers ter. goeder rekening te doen Bohn: als nuttig bevonden zóude worden, En éindelijk ten ha rolt 38°. Indien Zijne Majesteit als “een alleruitftekendst blije van Hoogstdeszelfs. ‘zucht woor de” Wetenfchappen:, konde goedvinden en -befluiten, door ge« melde -künftenaars eenen Merfcheliaanfchen Teleskoop van veertig oeren “té” doen maken en” deze ‘vervolgens: op eene: shin plaats; ten gee bruike: eens kundigen waarnemers; te ftellen. “Alle geleerden. en _voorftanders van núttige kunften en heen vareeniged zeker hunnen wensch; dat deze grootfche ontwerpen fpoedig tot ftand komen moe gen. Dad Ê TE Ott | Ì fagrie Î > Vindingrijk was het -destilleertuig, ter bekoming van.octrooi, aangeboden door den Heer CELLIER BLUMENTHAL. De Eerfte Klasfe belast met derzelfs onder zoek „ bevond ‘het karaktermatige van dezen toêftel hierin te beftaan, dat de fcheiding des geestrijken van het waterige plaatsheeft, gedurende het hoogst vere deeld afvloeijen der vochten „ die ‘men wil gefcheiden hebben, terwijl bij gewone destilleering- de vlugge «geesten ni ong verkregen worden , met t achterlating van “het phlegmatieke. De zamenftelling van dit werktuig liet in de befpiegeling alles goeds verwachten. Ook was daarop ten jare 1812 in Frankrijk brevet verleend. De eerfte proeven op verzoek der Klasfe door de Heeren: vAN» MARUM €n ‘VROLIK met fuikerwater ge- nomen , voldeden vrij wel. _ Maar hoe geheel anders verhield. het zich met gewoon beflag van rogge in de moutwijn- «en geneverftokerijen! Vooreerst was er in het voortbrengen des geestrijken vochts geene gelijkheid van. graden, die er. echter, naar het geftelde van den Heer BLUMENTHAL zou hebben moeten Zijn ; ten tweede werd er niet al het geestrijke op deze wijze uitgehaald; ten: derde had de moutwijn eenen wanfinaak „geenszins daaraan ‘voegende; «ten vierde was hij troebel; ten vijfde verliep er veel meer tijds, om de destillatie van eene bepaalde hoeveelheid, ten Ane te brengen ,-dan in de branderijen met. ketél en helm. De Klasfe vermogt derhalve niet anders, dan aan Zijne Excellentie, den Minister van / Te KE Cras van Binnenlandíche Zaken in confideratie te geven, om Zijne Majesteit te advifee- zen, dat, onverminderd het vindingrijke „des, toeftels „ dezelve hier te lande voor de ‚moutwijn-. en - geneverftokerijen geenszins, de voorkeur verdient boven de thans gebruikelijke, en alzoo het- verzoek tot bekoming van „octrooi op het vervaardigen van. deze destilleertuigen niet kan worden toegeftaan. Onder de vraagftukken, welke in het jaar 18ro door het Fransch Keizerlijk Be- {tuur smet uitloving. van” aanzienlijke premien ter beantwoording waren uitgefchre- ven ‚-behoort ook het. verwen van wolle ftoffen met Berlijnsch blaauw , even goed en deugdzaam. als. met indigo. … De. Heer j, 1. FRANQUINET, artfenijmenger te Maastricht „had zich tot de oplosfing van dit- vraagftuk veel moeite gegeven, en kostbare, proeven in het-werk gefteld, die hem eindelijk dit geheim ontdekten. Doch inmiddels „dat hij. zich. gereed maakte, om zijne blaauwgeverwde ftalen aan het Fransch Gouvernement in, te, dienen, verandert de ftaat van zaken zoo geheel, dat Maas- tricht wederom vereenigd wordt met die. zelfde landen, waarvan het vroeger was afgefcheurd. geworden. — Niets derhalve was iam dan dat pg ontdekking nu werd aangeboden aan den,„Koning der, Nederlanden. ‚Door „ Hoogstgedachte Zijne Majesteit vervolgens verzonden zijnde aan het Departement van Binnenlandfche Zaken, gaf Zijne Excel- lentie,aan. de. Eerfte Klasfe. deszelfs „verlangen te kennen , dat door haar onderzocht en-nage{poord, wierde ; 1e, £OF'de ett Galen laken. waarlijk en inderdaad met Berijnsch blaauw geverwd zijn ? _2°. In welke verhouding dezelfde ftalen, aan de werking van fcheikundige reagen- tia „onderworpen , ftaan tot laken met indigo geverwd, op gelijke wijze behan- we deld wordende; en mitsdien , welke bewerking de, beste kleur houdende is? „83°. Of gedachte ftalen. zoo wel aan wrijving, als aan wasfching met water wedr. ftaan , zoodanig dat zij niet verkleuren of verfchieten 2? 4°. Welke ftoffe, het zij Berlijnsch blaauw, of indigo, tot het verwen van uit _wol gemaakte goederen, met betrekking tot derzelver deugd- en duurzaam- „…… heid, in het gebruik, het verkieslijkst is? r ús OF, daar federt de herftelling der vrije vaart de aarde der indigo weder ‘etot-de gewone prijzen gedaald is, het nu nog van, hetzelfde overwegend if -stambelang als ten jare 1810, toen de vaart gefloten, was, kan geacht {; k D wor, Eus worden t@ zijn, ònt het gebruik var Berlijasen blaatw ein dt van gie | dan te prijzch En aart t soctliger? Or ot te n “De Hetten DRIESSEN Gi VAN BARKEVELD, dam welke de amen dat hoogstbelinigrijke Wraagbanten' was Opgedragen; “draaldén ‘miet mét alles „na tegaan; wat eenig licht daarover konde Wéffprétden; Fn "het bijzonder mam de rerstgenoems de, zeer vele proeven op de geverwde ftalen, en trad met den Heet FRANQUINET in geregelde briefwisfeling. oeh exd1 m ‚là veh, de ‘Alles te tetdéh „ wat an’ ggd aneh os lie bana Zoù' salle voegen voot En fchets vd wh iiet” Men wête” “echter “dat ii het algemeen de proeven p de ingezondéne ftälen 'zeef ‘wel voldeden, zóo dat; “wafiheër het Berfijisch blaauw E fommige opzigten moest adhterfiaan Vóoë dé indigo, In ‘andere de ‘indigo hét verre wig verlóór aaf het Berlijnschr Blattw.’ Dat echtêr deze vérwitof, în vredes: tijd; met geën voordeel in ‘plaats van “ihdigo fchrijnit ' té kúnnen. gebriikt * worden. Dat derhalve, hoezeer deze’ maäriér van verwen de dandâcht Wait “Hit” Gouvernement Verdient, ‘hét er Venwêl' verte wan dran is, dat“adn" di werkzaaïliëid eere bloos … ning zou kunnen worden ‚gehecht, meer of min geëvenredigd aan de groote were wachting „ welke Zich de fibrikéur daarvan fchijnt voor te feellén , afgaande van het denkbeeld etriër premie, gróöt 25500 frankén, hae el Fransch Beftuur dare op Oorfpronkelijk VOE hd Es: MA Hap ohrijs, gabor Dat evenwel die Heers welke in “dit Rijk Bkr Glee: kde tot vere vulling van het gebrek van de indigo gefabrijceerd heeft , voör “deze “zijne” ane wende vlijt en beroofde fidustrie verdient të wordén wangemoediga.” — ) Dat het zelfs te wenfchen zijn zoude, dat het Zijner Majesteit behagen mogt, deze ontdekking van den ter y. L. PRANGUMEF voor “het” Rijk te behouden, hét zij door eene geldelijke belvotitig, het zij door Hem ‘tóë “tè féattn zulk’ ténén post bij 's Rijks militair hospital te Maastricht, “als Waarfriede hij; overdenkointig des- zelfs beroep, Wenscht begunftigd te worden, -of wel op zoodanige vari nen de, als zijne Majesteit het meést päsfend ‘zal oordeelen. BE dit opénlijk: verflag alleen thelding kunnêtide maken van veeds orden ar- beid laat ik onaangeroerd die reeks van aanvragen en Tastgevitigen des “Gouverne- mients, wêlke één onderwerp vân onafgebroken arbeid én näauwgezêtte. Óverweging bij de Kläsfe blijven wiehakét. Zij pralcn wel rrièt óp-dit oogenblik vals een helder Bent, dat zie trdten vrijelijk raar bien werpt; len door” deni ‘heerlijkften glans fchit= be ee ms HT or Ni DEE € ez} fchietert „maar niet te minder vegan, da. de hodiacnadhe zorgen eha, en EEEN lifster abe, aonerg tesenl ohtrosith- 2/1 “Er befaat. bi deze fel nog, gen ander foort van aid, die, zijne wijziging zijnen vrijen Hdb. te haten, en tot volmaking er en ‘uicbreiding der. werenfchappen r naar eigen wensch werkzaam te,zijn.. „De vruchten van dezen arbeid zijn grootendeels reeds uit openlijke gefchriften kenbaar ;. doch niet allen zi ijn in druk verfchenen, Van Sommigen, wordt zelfs niets anders, niets meerder aan het licht gebragt, dan de beknopte inhoud van „her behandelde onderwerp, _ Die het Derde Deel, van de Ver haudelingen der, Eerfte. Klas(e heeft ingezien, zal, met het onderfcheid. van uitgewerk- te ftukken en fchetswijze kant id zijn bekend geraakt, (Een Ô ep if es hat druk. ot niet zijn uirgegeven, vordert mijn pligt, dat ik van dezelve Spreken In de eerfte, plaats dan van, die Verhandelingen, welke. flechts werden voors gelezen „om; aan eran ai Klas, eenig are onderwerp ter nadere overweging aan te bieden. ME eej ju airs, Dis dekte toeorderh ak: verarrl _at De Heer SERRURIER diende van een ontwerp, om de woeste li in dit Land, binnen den „Kortst” gelijken tijd en met de Krise koster, van wege het Gouvernement , tot Gleugsr, te, brengen. 2 „Ons. geacht. Medelid, in_ecn, vorig jaar bij twee voorlezingeri ‘een tafereel nebbendé bpsstangen van, „het „zonderlinge, verfchijnfel, dat er in zulk eenen ftaat, als de onze, Ae „voren Was, ROG ZOO. cen, grOOt aantal woeste gronden gevonden werd, en de verfehillende oorzaken hiervan hebbende opgefpoord, meende thans het ‘tijdfti geboren, te zijn waarop, gen a algemeene vrede het. Beftyur, in fat fielde,, om, Ee met kracht van deze gewigtige taak te kwijten. Dat het boven ‚het bereik was van geringere lieden „ ‚hoe, nijver, en, werkzaam, ook „ om door her. ontginnen. van „woest gronden. tot welvaart, te gevaken, dit bewezen de ellendige hutjes , ginds en elders in de heiden verfpreid , “de vergeeffche pogingen, federt eeuwen dienaangaande in” ‚het werk, selield, anos (okc bitonovo: rev Er, wordt ‚een ruim, soorte van penningen, voor cen Pe jaren vereischt, Van bijzondere. ‘ingezetenen, laat, zich hetzelve, niet verwachten 2, omdat, het, geene genoeg! zane, winfien voorfpelta, dans. his bijen ingszereaen voor geene genoegdame winst : EBR dj winst houden, kan voor den ftaat een aanmerkelijk en “ontwijfelbaar voordeel zijn. De duizende lasten granen ,en de talrijke kudden vee , daardoor te verkrijgen , zou den voor de maatfchappij eene wezenlijke. winst zijn. Millioenen zouden daardoor ‚ jaarlijks in het land gehoudeh worden, zonder dat men tot de hagchelijke middelen , om den uit- en invoer van zekere voortbrengielen te verldededd of zwaar te geer zijne toevlugt behoefde te nemen. B Met de nieuwe bebouwde gronden zou de bevolking- red van pr vermeerderen, en ook vooral de foort van bevolking ‘verbeteren. ” De legers zouden door die vergrootte bevolking gemakkelijker oli” enn “ge- maakt , en, in tijden van gevaar, van meer ‘welgefpierde armên kunnen voorzien worden; en eindelijk zoude met den et s dje kas door dien meerderen welvaart aanmerkelijk gefchraagd wordens— Maar nu ook de middelen , om tot dit oogmerk te geraken de opofisinge ai die zulks aan den ftaat kosten zoude. Zekerlijk zou daartoe een voorfchot van eenige millioenen véréischt worden 5 maar zijn er niet federt ‘eeuwen: doot” den ftaat milli- oenen befteed , om “midden ‘in heiden en moerasfen” de kostbare’ vestirigen- aan’ te leggen, en wordt niet daarmede nog onophoudelijk voortgegaan ? Is dan de ‘opé- ning van zulke rijke bronnen van beftaan van inde ae pek dan de verdediging tegen een? buitenlandfthen vijand ? Daarenboven de onkosten, vereischt , om van de geheele oppervlakte van het Tand partij te trekken , z ijn, hoe groot ook , flechts kleinigheden, wanneer men ze ver- gelijkt met de uitgaven, die jaar voor jaar tot zoovele andere einden befteed worden , en; hetgeen vooral opmerking verdient, terwijl ‘de anderé uitgaven jaarlijks weder= keeren „ is dit flechts een voorfchot , hetwelk ma sgoe weder in ’slands ie kist terug komt, Zelfs het eerfte uitfchot , hetwelk cen garikuliëe als verloren’ aanmerkt, kan door den fraat niet geheel als zoodanig aangémerkt worden, vermits deze {ommen onder de arbeidzame Klaste zijner ingezeten verfpreid” wordende, Hulp en verligting aan- brengen, waar dezelve het noodigst zijn, en mage een Bor heilzamer ftrekking hebben, dan aalmoesfen en bedeelinig. Dan eens. gefteld zijnde, ee het Beftuur hiervan overtuigd, de zaak wilde en ‘het geld daarvoor over had, zijn dan wel de middelen tot zulk eene onderneming in het groot vereischt. wordende, voorhanden ? Is er “mogelijkhéid ,” om die” duizende menfchen , “paarden ‘en’ ander vee, bouwfkoffen en gereedfchappen ‘Zoo maar wired te hie de ‘za C 29 ) te verenigen ter plaatfe , waar men zulks verkiest, fchoon: eked verwijderd van aar en kanalen „die den aanvoer asgat Anale % nebe a obli df ec Hierop is het antwoordsore.» „enen ov öä UK eb drverh- “Er°- Dat” wanneer men. flechts- de nelfteof wee vide: van hek geheel cultiveert , der goodaiig ;- dat «elke: nieuwe “boërderij- een „gedeelte vongeeultiveerd ‚in ‚hare na- …bijheid blijft behouden „de. overige drie ein delen in, korten, tijd als van {_: zelve ter cultuur gebragt Zullen worden. Eb 49 at : cn Dat ons “Göuvernement- ‘het ‘“volledigfte midde in zijne. magt heeft, om de EHoodige menfchenhanden:met al ‘het verder «vereischte in ruime mate, ter. be- “hooflijke” plaatfe „hoe räfgelegen “ook 4 te, bezorgen zoodanig dat „de; onkos= vol "Sten, “door hetzelve daartoe aante. wenden „om de helft-minder zijn zullen, nn dan ‘zij “aam bijzondere perfonen-té-ftaan komen, Door, namelijk, in. tijd, van “vrede een leger van-roooorof 12000 man, met de meestmogelijke ruiterij, te ‘Cecdóen camperen ter” plaatfe „waar men die ontginning verrigtenwil, _ ‚7 á ei veelvuldige’, juist voor zulk werk gefchikte handen, zouden „onder eene‚oors deelkundige “leiding, zulk” eene groote „onderneming. op. de; meest, gemakkelijke. wijze tor frand “brengen.” Dóor> gepaste” fchadeloosftellingen ‚ uitfpanningen en_ béloonin- gei “zou” ‘hen “het werk veraangehaamdworden:, en de. kosten „daartoe te, befteden ; op vrij wat minder te ftaan komen; dan werkloonen anderzinn, aan. sunnde. ‚dag- looners te betalen. TE Jeöm Biedblailbe as Door het benoodigde flagt- en melkvee, eenige misselijk: en prodiwerjnad: ten behoeve “van “het” leger“, ‘en 2óövele ‘andere voorwerpen, vals’ door: deszelfs verblijf in de heide dadelijk’ in gröote' hoeveelheid derwaarts ftroomen“zouden, mag: aen” hier in een zeer kort tijdsbeftek ultwerkfehens maas welke anderzins eeuwen” vers Eifchen. FOG HEN BD MODULE, Terwijl ‘eindelijk werkzatihieden vari diek ‘aard mog “het dubbel vhondsek ene opleveren ; ‘dat de jonge “maffchâp ; van lediggang afgehouden , meer gefchikt,-zou blijvers “mt Eentaal, nà volbfagten diensttijd, vrij van bederf, tot dien fând. in de maatfchappij terug te Keren voor welke zij opne was ntv fork Onder de reeds genoemde * Goöre: van rarbikd: kan men ook vangt hikken eene Voor” Yézing van den Heer Köps „ bevattende eene beoordeeling van de: verkaveling, van droogt #bmaükte plasfen op) de Zuid="enNoordhollandfche wijzes „He is voor den landbouw ‘geenszins; onverfchillig „: op welk. visco D3 ge Tat | C go D gem alerse ch drooggenhaalste oplasten- verkaveld vensún, pereecleu worden afgedeeld, De Heer Kops wilde de aandaclitsdéwakK läsfes hierbij bepalen zeiens“behandelde het, ondere fcheid van de Zuiden Noordhollandfche. wijze waatopbapedanigendrepggemgakte hafidéni “dóorktis zij werkavelt gewordens!1or! In’, Zuidholland. zijn „de, woningen” on- nfiddelhijk @antden dijtesgeplaatst'zoawaardöorvde percelen: zeer, langwerpig (moeten väl- kn’, en zich nûár het middensder polders uinftrekkens terwijl in; Noordholland de woningen zich in het midden bevinden s-langs’ goede „wegen ‚die, door ‚de polders heer” Poopett;! éne waardisorride skävels meêr-wegelmatigven vierkant ‚zijn. 1-1 ve “Oisy getiche Medelid gaf “aanssde “ldatfie -wije rvan kaveling sverre den, voorrang , dewijl” de “kavels “átsdar minder grot behaevenste- Zijn en, dus ‚mette beter zorg erf vlijt doòr den bruiket “kunnen ‘béarbeid+ worden; overigens de landen zelve nader - bi’ de. wöning liggen 3 lietgeen-voor „derzelwer vgoede, behandeling van een „onbereken- Baar: voordeel is. “Hij treedt'ám veelvuldige bijzonderheden „/ welke hiertoe: betrekking hebben, vööralseri” wele- bedenkingen’, die: hiertegersdóor : fourmigen,‚zì'n-ingebragt ais hét bezwwaarlijke “om cen vasten!grond voor dé, waningen sin hermidden, der pol- Bers’ 'te Vindeit, “het minder. droog: liggen der swoningen> en :bet „geïfoleerde ‚van, ‚des zelve ed wedensgaig eti* past alles’ bijzondêr toerop : de -Nieuwkoopfche droogmas king: ‘efkeninende nogthans ;! dat ip dezen” gednevaigemeene: vaste bepalingen kunnen gemaakt Worden , maar dat -de wijze van verkaveling ‘voornamelijk van de, bit df ke gefteldheid moet afhangen», balts on rdtsdof [at noiowvord ro oiirsbawd. epines ve orrdlitk ns Horti sbjtsönse Fer “root mi De laardäppelen; vals:ven hoegstbelangrijk gewas. en zekeren waarborg tes gen volfrekten hongersnood; wòorgedragen door--den, Heer, van: DER BORCH ta VER WOLDE,, werden „met! „welgevalligheid- opgenomen. „door de Klastfe, » fn: De fchrijver haalt in deze Verhandeling een aantal werken aan, ten betoge, dat de aardappel tharisc in demeest bekende ftreken „derraarde; ‚in, menigte. werdt aan- gebouwd. Hoe algemeen deszelfs „bouw ven. gebruik;;bij ons, te. lande, zij, is. over- bekend.) De’ cultuur: van: dit „gewas is; bijkans mnooit,saan volflagene mislukking on- derhevigs° gelijk die’ der granen: Terwijl, „de,-graanbouw:, roekeloos gedreven, de landen uitput, is daarentegen de bouw der aardappelen allerdienftigst, om de lan- dn ‘te verbeteren. érp:-voor ovolgendesgdede - graanoogften -gefchikter „temaken, „De aardappel verzekert het noodig! voedfel„eener -ganfche . bevolking beers. ‘dan granen , doordien: dezelve , „uit „hoofde” zijner „grootte. en, zelfftandigheid niet. 200 gefchikt is» eotuden uitvoer, naar! amdere;-landen:,--en „bij.sgevolg.„ook „niet ; tot „een î ed ae rd ended Cet d voorwerp” vari handelfpecutatien „zoos datde: voorraad „daarwatt « gelijkmatiger over de gêheele oppervlakte van het tand waarin’ hijs geteeld is’, verfpreid. blijkt. 5, “Ons geacht! Medelid- verklaard, op. grond-‘vanzeigene ondervinding in dertaatfie jaren df men? zonder de aärdappclen, neen „gedeelte wat! dit, land fteilig-gebrek aan het”fioodzakelijkst voetfel zoider inenen en ee a Gs, ant deze verklaring vóór wäarkhtig=tte “houden. : bij ol r. Shieosrav Hetgeen de fchrijver ovér: de” esin eten» van jaa over: aijn jer “vats „dezelwe „ de bergplaatfen als” atiedeoverhde gefchikefte „pootaardappelen zegt 3 is’ mét oordeel be raise nn « Mij meschs: tijdruimte wel verdiepen dreder weird de: Worddne ot ni atioorod, zentkradeue ob. 101 iew tolle. fid ns 431 A sih í De Hir ea bhaU tri’ zende rde vindende in het fever van alles, dat in de ‘vroegte ‘tijden: ‘over’ Natuurkunde en aanverwante »wetenfchappen is verhandeld geworden „ “onderhield «de Klasft! bij” bus dien voorlezing ver de Automaten der Ouden. “2 279 Ei eTin ehântloll 4 died zo oosile araesgoou "in die ftuk “wórdés vooreerst nhodtigen kes tips pl ‘hoii: Oudhéid overwo- zén, die, far’ de berigten te beoordeelen ; Onder de vroegfte ‘Automatèn! zouden moeten wofden ‘gerangfchikt doch blijkbaar daartoe viiet behoorenz zooals de Hritvoeteny Aoör " voLCANUS”-wervaardigd „ waarvan itoMERUS” gewaagt in: het 8de boek Van zijne” Dias, é”de beroemde beelden van Daedalus. „ woo rindnred an de tweede ‘plaats wordt gehandeld over zoodanige’ inrigtingen der „Ouden; «tl ate k (Facit vil 2Ls 8 Jie KONTUDG waaromtrent "het wijfelachtig is’ of. zij? tot de-rgenoemde kunstwerken betrekking hebben. Met name worden hier aangehaald: de duif. van: arcuyrTag 3de Jpheer wan ARCHIMRDES ; ‘een koperen adelaar , waarvan gefproken wordt ‚bij PAUSANIAS 4 ih Zijne “befëhrijving van Griekenland; eene kruipende flak,:waarvan «porvsius- gewaagt in_ zijne gefchiederiisfen ; ARISTOTELES s ARCHIMEDES ‚ CTESIBIUS en ‘HERO’ aantreft. Ten gevolge waarvan ‘blijkt, dat de vuden zeer hoogen prijs ftelden op deze: kunstmatige inrigtingen „ven „dat er twee foörtén van dezelve 'beftonden’, die ‘der taam ‘droegen wan beweegbarë! en Paande Automaten.’ De aard var beide deze forten wordt:ópgegeven “en uitgelegd, terwijl de befechouwing der inwendige sefteldheid van ner: zot onderwerp; tener volgende Verhandeling zal dienen. Ter Cùss: 1) Fer vervulling” zijner. (preekbeurt onthaalde ons de „Heer, proryn.sop „eene, korte devensfchêts van den Vaderlandfchen Wiskuustchaar DIRK KLINKENBERG ste Gran venháge, op ‘het eind der-voorgaande' eeuw „ in ‚den, hoogen „ouderdom van. bijna go jaren overleden. ‚ Deze „beroemde--man fchijnt zich. al vroeg » opde beoefening. der wiskundige. wetenfchappen toegelegd, en daarin „meestal „door eigen: genie en on- vermoeide vlijt zeer groote vorderingen gemaakt -te- hebben, -In ‘het: „eerst … heeft hij zich! met het landmeten «en; het „geven van: onderwijs inde wiskunde. te Haarlem bezig gehouden3 vervolgens „ vaan den, kundigen - MELCHIOR--BOLSTRA. toegevoegd „ wêrkté hij» onder den „Hoogleeraar „ur ors „met „dezen „mede „bij. de © rivierwerken,, en bij alles, wat tot den waterftaat behoort; in welk vak hij-vele jaren. lang. den lande groote dienften bewezen heeft, zoo als uit de menigvuldige rapporten, me- morien en” Adviefen ; diemen, in; de faatsftukken. van Holland aantreft, en -gedeel- telijk ân de „Nederlandfche jaarboeken ‚te,,vinden, zijn „blijken kan. Hij werd, in 1755 als ordinaris-klerk. ter ‚Secretarij.; van Holland. aangefteld , en had, „als zoodanig, ge- noegzaam alleen het beheer over Hollands water-, rivier- en dijkwerken. st „Dany offchoón hij, ambtshalve „ ‘-zijnen:- tijd „grootelijks,, aan;"„deze ‘onderwerpen moest: befteden „bleef hij niet te min „de „wiskundige Wetenfchappen vlijtig be- oeferien 3” vooral. zijne geliefkoosde Sterrekunde , waarin, hij zich zoo. door. zijne wdamemingen-;en »ontdekkingen,-van nieuwe--Kometen „als „door zijne menigvuldige berekeningen „ „al’-wroegtijdig een'grooten naam -verworven «had…en,‚ zoo. binnen- als. buitenlands “bekend: geworden - was. Hij geraakte „ook, hierdoor in -briefwisfcling met vele’ van onze „kundigfte… mannen ; en. liefhebbers „van de Sterrekunde, als miet de Hoogleeraren-LULOFS €. HENNERT „en, de Heeren NICOLAAS STRUYK; DE’ MUNCK, SCHIM en meer anderen „en niet minder met vele der beroemfte bui- tenlandfche Sterrekundigen, als in. Frankrijk met de; Heeren Dr L'ISLE,;CASSINL, DE LA “CAILLE , LE MONNIER:5-DE LA LANDE - en) vooral MESSIER; ook, in Engeland met’ den: vermaarden- JAMES BRADLEY, envin Duitschland met Cc. cärTe= NER, die de eerfte geweest'is,- welke;de langverwachtte komeet van HALLEY in 1759 gezien. heeft. Deze zijne Sterrekundige waarnemingen, ontdekkingen en bere- keningen “maakten onzen. KLINKENBERG. zoo’ beroemd, dat hij in 1758. tot Cor- respondent „bij de Koninklijke. Akademie van Wetenfchappen te ‚Parijs werd, „aange, fteld 3 eene. eer, welke miet „dan aan de, kundigfte mannen te beurt viel. Ook „was hij -Astronomus. van «den, Stadhouder wiLLeMm DEN V, en had, den, wijn, toegang hSY_ sbs tet elit (OE: < tot matriaal Sterrewacht- “ine ‘stGrmenhaee, „ en het „gebruik der gaakgen daar voorhanden. „ eeb „nsvogst Zj Hij heeft „veel en over ve iterhide: aika 6, aided, oars. ace geene. afzonderlijke werken. uitgegeven. … De, meeste ‚zijner verhandelingen vindt men in de eerfte deelen. van: de Hollandfche Maatfchappij der Wetenfchappen, te, Haarlem „en, in de verzameling van uitgezochte verhandelingen van D&. HOUTTUYN3 ook. eenige, in de Nederlandfche jaarboeken „en andere tijdfchriften, als „mede in de verhandelin- gen van het Bataafsch. Genootfchap, in welke men „ onder anderen, vindt zijne be- rekeningen over de toen eerst nienw ontdekte ‚planeet. Uranus, waarvan hij een der eerfte geweest is, die bewezen heeft, dat dit hemellicht een ware planeet en geen ko- meet; is ‚waaromtrent bij. de Sterrekundigen , zelfs nog eenigen tijd naderhand, vele onzekerheid plaats had. _ Ons geacht Medelid deed eene optelling van alle Bet Eiiminuene: ihn Bidet en zeide. toevallig in. het bezit geraakt te zijn van ’smans magelatene fchriften en. brie- ven ‚ waaruit hij de bijzonderheden dezer levensfchets heeft opgemaakt. Hij eindigde zijne voorlezing met de aanmerking, dat. de verzameling dezer brieven altijd voor de ges fchiedenis, der wetenfchappen van aanbelang, zoude blijven, en dat hij daarom , vre« zende, dat zij anders verloren zoude gaan, meende geen veiliger bewaring aan de- zelve te kunnen geven; dan in het Archief van ons „Koninklijk-Nederlandfche In{ti- tuut; ten. welken. einde. hij dan ook dfe geheele bricfwisftling aan de Eerfte Klasfe aanbood. Bij welke zij met. een, dankbaar gevoel voor den edelmoedigen fchenker, en eenen gepästen eerbied voor den verdienftelijken, geleerden, wier nagedachtenis daarin - ligt opgefloten, voortdurend. bewaard Zal blijven. Has De Heer vAN SWINDEN had in het jaar 1812 cene Verhandeling. voorgelezen ov’ cr. de uitvinders der wetten „welke in de botfing. der ligchamen” plaats hebben , en daarin-bewezen , dat, hoewel HUYGENS , WALLIS cn WRENN algemeen gezegl wor- den die wetten op denzelfden tijd uitgevonden en in 1666. aan de Tondenfche Socie- teit aangeboden te hebben, nuyceNs echter dezelve voorde veerkrachtige ligchamen reeds -14 jaren vroeger te weten in 1652, ontdekt en daarvan kennis aan den Hoog- leeraar VAN SCHOTEN, vervolgens aan anderen, en bepaaldelijk aan verfcheiden Le- den der Londenfche Societeit gegeven: had , hetwelk door de onuitgegeven, brieven van HUYGENS EN Van VAN SCHOTEN, duidelijk werd aangetoond. De, wijze echter , Waar op de beroemde -MONTUCLA in de tweede druk zijner fiigjolre des Mathematiques E fpreekt 0 NN _fprtekt “van Tiefgeër over die’ foffe t° vinden is ineen werk; & Praag in 1639’ door den Hoogleeraar MARCI uitgeneven. deed den Heer vAN SWINDEN in twijfel’ flan; óf niet MARC Feeds : vóör” Hues eenige wân die wetten” gekend en belwe- zn Zoude ' hebbén. “DE “zaak” pe ‘niet beflist” ronde , zonder hét’ boek te’ zien.” Ale: pogingen} gedutende “atie jaren adigevend ín de’ beroemdfte) in="en witland(che Bodkerijen’, óók in die'te Parijs’, waren ‘vruchteloos. Doch ‘intusfchien deden ver= dere miäWorféhitigen det Heer VAN! SINDEN uit’ de ’briefwisftling van’ ttUvGENs mét der Ridder re" zic, “die nÚYGENS in 1652 het boek ván marter niet gekend HA „en dit ij ‘hetzelves” door toeddén van’ KENNER, in “1654 bekoïnen Armrnrt: alie feilen hifi hvezd, en ongunfüig over Hêtzelve’ geoordeeld héefts” 1-44 270 “Eindelijk hadde HD VA swiNDen “hit “geldescat- zijn, nêef de Heer Reus VENS, thans Hoogleeraar te Harderwijk, en Correspondent : ‘wan ‘de- Derde 'Klasfe eee reis naar “Göttingen” doende, “het boek ‘vârMAREr “ty de rijke“ boëkerij aldaar heeft gevonden , en vêrlof bekwam om’ het “voor-den Heer vaN! swiNDEN mede naaf _ flölland-té Indi” riemen. Deze het “boekt” nar behoote onderzocht hebbende ; heeft m”eche ‘derde: Wiörfenins’ aan de Klasfe “getgond :“° «cv tomnen ob tou Brfsoroor Tie: Dat de öfgise \än- HosFucts, Bereid het werk vm ortie FU keurig is. pe é HOR HICP sTahR N ‘Dat de treeste regels, dóór’ MäkcT oden walsch of’ vnmakiig zijn: zhe) . Dat, wel verre , dat er door. MARCI iets bewezen‘ zoude zijn geworden , er in den “trant, waarop: MARCT de ‘zaken behandeld heeft, „niets gevonden “wórdt, dat naar eenig mathematisch. bewijs gelijkt: botte modetqsn natab. Ws En derhalve, dat, vermits er tusfchen- Maier èn fruvoens geen” fchrijver is, die dit onderwerp naanwkeurig ‘behandeld „heeft, -en zulks door HUYGENS gedaan is, men ook dezen’ onzen beroemden Lanägenoot ‘voor den cerften’ ‘bitvinder der Wets ten „ wêlke in de botfing dér ‘veerkrachtige ligchâten ‘plaats hebben ;-hoùden moet. Ons-geicht Medela î is voorretmens ‘zijne «drie, óver dit onderwerp ‘voorgeletene „ Verhandelingen in éen” tenige* té verfimelfen, én de gefchiedenis- dent arg daardoor in «het Helderse daglicht te Melens 299 SMON CHE 5 LEO ae JÀ AO est 4 LENA “Dat de fcherkundige hed van bewerktuigde blaren in de zaatfte jaren: zeer groote vorderingen “gemaakt heeft; cn “men « hierdoor „met beftanddeelen van- het’ dier= lijk zamenfrel is” bekend geráakt „° die men te voren” daarin naauwelijks zoude: he moed hebben, deere ons de meeste” elko, handboeken van lateren’ tijd. ze en wetende ee C 235 ») ze tak, hanteerden „werd „echter reeds in vroegere dagen, bij ons, ‚piet yerwaart- loosd. Eene menigte van uitgegevene. Schriften bewijst. zulks 5. gn niet. alle zijn aan het)Jicht, gebragt. …De, Heer ‚vaN BARNEVELD. reeds, voor vele, jaren eenige waarnemingen „en, onderzoekingen, opjde-urin en het „zweet, van „dent mensch ên,den. zieken. en gezonden toeftand, gedaan, hebbende „met wijlen den beroemden Amfterdamfchen. Gencesheer, MICHELL.‚ hield in eene Vergadering der. Eerfte. Klaste daarover. eene, voorlezing. - „Hij, beloofde, „hiervan cen. affchwift, te zullen bezorgen. 1» ten einde zulks in der tijd welligt zou kunnen dienen, om dit zelfde onderwerp tot nader onderzoek te „brengen ; „welk, aanbod. door de. Vergadering beleefde ijk is aangenomen „ enden, rn (hae. vens ii lecture dezer proeven fchuldige dank. gezegd. 5 Á PRA zout: ettoordt. attaisiv sisi} Het leerfeuk der ee ae hoe, tomniguf behandeld, laat, voor, den. avorfchenden geest nog; altijd ruime ftof ter, verdere, ontwikkeling … In--de „beoefening vooral „doen zich nu en‚dan. verfchijn&len. op »,; waaraan men, naauwelijks te, voren „gedacht id hebben 5 „doch. tevens) van. dien aard, dat zij, zelfs „den meest bekwamen, heelmeester in de: grootfte verlegenheid zouden «brengen. - Zoo ftond ‚het „met het geval, eener zeldzame darmbeklemming ‚door, het buikvlies in eené doorgaande buikwons - de, veroorzaakt, aan,de Eerfte Klasfe medegedeeld, door den. Ì Heer. VERBEECK. Zeker landman, bij eene hevig „ontftane ‘broedertwist een „doorgaande £ Geek in hè linker gedeelte van, den onderbuik, ontvangen, hebbende, „met een fte tomp,, fnijdend werke tuig, was, aan „den ongelukkigen lijder „een, groot, deel der „dunne. darmen door deze wonde voorgedrongen enmet geweld door. eenen, Dorps-heclmgester naar, binnen ee ruggevoerd, met dit ongelukkig; gevolg „dat „ onder de hevigfte benaauwdheden, hik, aanhoudende hoest en eed zich alle, tekens, „eener beklemde bieuk, opdelen, waaraan de gekwetfte dan ook binnen kort is overleden. ‚De. lijkfchouwing bij den, regter gevorderd , en. door, ons, geacht „Medelid in, het werk gefteld , zijnde, bleek „ dat het geweld des Heelmeesters “wel den. tegenltand van het gedarmte had, „overwonnen „, maar, dat deze ingewanden „ door de naauwe wond van het. buikvlies geenen. doorgang vindende, ‚Zich eenen weg, gebaand hade den, tus{chen, die „vlieg, en, de, buikfpieren Pi waardoor, zich uiterlijk de. Schijn opdeed, als of alles in zijne, plaats herfteld Was en de handarts,_ hierdoor, misleid, ‘dè beste hoop op. cene vooorfpoedige genezing gegeven had, De lijder (tierf incuse od daler, stk) B anna Ea, {hen 4 van rtin Pr: SO MILT Fhen, is Un droeig” “offer deer fisvatding „en nm Aerckte“ tot Bedir en” leêr ‘zame waaifchuwing' vor andererí. Dh overoplin asy dein» tis, „binet De Klas vernam’ met getioegen, dât ‘deze voorlezing flectt andel ‘was als het deel eehier ‘uitgebreide ‘verhàndeling , welke” de geachte * £chrijver' voor: nemens was geweest over de breuken zamen te frellen. De Secretaris werd ver- ‘zocht, ons Medelid dringend uit te noodigen tot het bewerken van “zijne voorge. momenê taak „ ‘én dezelve onder „de / aangebodene’ vaten te doen eg e HIT KORE Ä st el bi Toen BuLTON in Afnerikt op de foute eline was gekomen’, oïm ftootnmaz thiné en ‘raderen zämên te verbinden met miet „óogmerk’, om vaartuigen * zelfs tegen fterk vlietende ftroomen met fnelheid op te drijven, ontftond bij elken voorftander van nuttige uitvindigen de. wensch , om van deze belangrijke ontdekking ook bij Zich ’ eene proeve te mogen zien. Wat deswedens reeds inden jare 1815 door de Eerfie Kldsfë aan “het Gouvernement is voorgedragen, Tige buiten mijn beftek, thans mede te’ “dceten. ‘Dat ftoomvaartuigen ookin onze meeren’ ch“ groote ‘water- Plast bruikbadr zijn, lijdt thans geenen twijfel meer.” De’ eerfté ftoomboot onder- tusfchen , die op ‘den to Junij van ‘het jaar 18 16 in het Texelfche - zeegat binnen kwam, rf ons geacht Medetid JAN BLANKEN JANSZ. te zeer, dan dat hij zich zoude hebben Kunnen onthouden , een kort, doch: nauwkeurig Merge van deze geheele |toedragt ‘aan de Klasfe mede te deelen. * Zij vond dit zoo belangrijk , dat er befloten werd, den Heef BLANKEN uit’ te noodigen , tot deszelfs algemeenmaking , en het dien onverminderd te brengen onder de aandacht” van het Gouvernement, zijnde de Koning juist toen bezig’ met het onderzoek , op welke wijze, ook in onze Nederlandfche ‚wateren , van ande vie gen “gebruik zou kunnen gemaakt worden. 4 ) S zo’ dit ‘kunstgewrocht in fraat was de ‘aandacht’ gefpannen te houden; heerlij ker en met eigene majesteit deed zich het natuurverfchijnfel van den 19 Novem- ber il. voor aan een ieders opmerking. De Heer FLORYN had de Leden der Eerfte Klasfe hiertoe opgewekt door het vertoonen eener. keurige teekening van die groote zonëclips ; en het naauwkeurig verklaren des verwacht wotdende ‚veifchijn- fels hetwelk, hem eene vernieuwde ‘antprak op onze dankbaarheid deed verwerven, 1e Es 8 Zoo verre gingen de voorgelezen frïkken, waarvan de fchrijvers niet Wibserdi dat VE | K82 Dd dat zij onder dè aangeboden verhandelingen zouderi worden opgenomen; wat nu de aangeboden verhandelingen zelve betreft, ook hiervan (haalt de ‘Klasfe een rijken oogst mogen inzamelen. Sate: …_ Het aangenomen gebruik inttisfchen- gedehidat ‚mij voor dn nog: van alle deze ftukken tot uwe aandacht te fpreken. Ik mag die gene alleen vermelden , welke reeds aan het oordeel van gecommitteerden zijn onderworpen geweest,en op der- ‘zelver ingekomen berigt, onder de werken der Klasfe, of wel*als afzonderlijke vere eta fraan uitgegeven te worden. “Op dit voorregt van gemeenfchappelijke - werkzaamheid heeft elk Kid gepaste aan- Tpraak „en hij, die daarvan de proeve nam, zal zich met mij verheugen „dat zijn arbeid niet, zonder de toets van gefchikte beoordeelaars te „heop doorgeftaan , ld ‘aan het licht gebragt worden. Wijle ons geacht Medelid”c.- 4 tr vanme ;' wiens verdienften door den. achtbas ren Voorzitter dezer- vergadering zoo waardiglijk vermeld zijn, onttrok zich daaraan niet, en heeft van zijnen werkzamen geest vele blijken bij deze geleerde Inftelling nagelaten. Eene der laatst beoordeelde en nog onuitgegevene ftukken bevat onder- fcheîdene theorien omtrent het vermogen der waterleidingen , getoetst aan de ondervinding. De Heeren: GOUDRIAAN, J. BLANKEN JANSZ. EN FLORYNs welke met het onderzoek dezer verhandeling belast waren, bragten den « welverdiens den lof toe aan den fchrijver, en oordeelden het ftuk der gemeenmaking overwaardig. Zij meenden echter, dat hetzelve in de toepasfing voor de dadelijke beoefening wel eenigzins anders zou hebben kunnen worden uiteengezet, en daardoor meer algemeen nuttig gemaakt, Met den toen nog levenden fchrijver deswegens in onderhandeling getreden zijnde, gelukte het hun niet, dit ons geacht Medelid daarvan: te overtui gen, en tot het maken van eenige veranderingen of bijvoegfels over te halen. Waar- ‘van het gevolg was, dat de Heer GOUDRIAAN, bij het gunftig berigt op den ar- beid des Heere BRUNINGS , eéne verhandeling voegde van zijne eigene. zamenftelling. Die op hare beurt nu, benevens de reeds genoemde theorien omtrent het vermogen der. waterleidingen ; in handen kwam van eene’daartoe benoemde Commisfie en aan derzelver oordeel werd onderworpen. “Deze Gecommitteerden „zich. woegende bij het vroeger advies op de theorien. des Heeren BRUNINGS, gaven in hun berigt te kennen, dat de verhandeling van den hs GOUDRIAAN eene en andere gepaste-aanmerking behelst over plaatfelijke of. toe- E 3 val= C 38 d wialiige omftandigheden „ welke „naar het inzien van dezen. Schrijver, tot. de wijziging gan den:coëfficieit voor de uitftrooming, zouden kunnen. hebben medegewerkt ; dat wijs ders de verfchillende uitkomften der proeven bij verfchillende foorten. van. uitwateringen, welligt voor een groot gedeelte „aan de opgenoemde-omftandigheden zouden zijn toe te Schrijven, en dat eindelijk de Heer GOUDRIAAN nd aangemerkt te hebben, dat de doorftrooming bij de Katwijkfche uitwatering ; ten aanzien van het plaatflijke , wel eenige ‘Overeenkomst heeft met overlaten, de bekende formule voor de. uitftrooming. gaat toe- pasfen op vijf overloopen van den Slaperdijk „in de jaren 1775, 17763 12915: 1792 en 1801’, en’ daardoor voor den Zmpijrifchén coëfficiant bijna dezelfde, uitkomften vindt, welke wijlen de Heer BRUNINGS door proeveù op. de, Katwijkf{che. tid ring verkregen heeft. Dit ftukje van den Heer GouDRIAAN met geen minder genoegen zullende onte vangen en gelezen worden, dan de verhandeling van den Heer BRUNINGS ; werd het befluit geromen, om, evans, ip. de. pige Bitten chach te laten wolgen. … > ni Het is bekend, dat het paard. zeer onderhevig is aan kalkaardige fteenen in de ingewanden. Tot, dus verre waren er flechts twéé fcheikundige ontledingen van deze ingewandfteenen «uit, paarden in het licht. gegeven, de, eene van den vermaars den rourcroy, de andere van, BARTHOLDI „ Hoogleeraar te Colmar. _ de De uitflag «dezer ‘ontledingen was „ wegens derzelver groote overeenkomst „ zeer merkwaardig.’ Dit trof den Heer REINWARDT „ en. hierdoor werd, hij verlangend te weten, In hoeverre de analijfe van een’ ingewandfieen uit een paard , in her jaar 1809, aan het Koninklijk-Kabinet uit Nijmegen. ten, gefchenke aangeboden, hiermede zoude overeenftemmen. Hij -voegde er eene fcheikundige ontleding, bij wan’ een? ingewandfteen van „den Hippopotamus, en_bood dezelve der; Eerfte Klasíe aans onder dên titel: Verhandeling over de maag= of darmfteenen van het wiervoetig Gedierte , meer bepaaldelijk over die, van het. Paard en van den Hippopotamus. 5 ‚Na eene. welberedeneerde en zeer. naauwkeurige ontleding. van den paardenfteen 5 bevond hij, dat de uitflag dezer analijfe met „die der. Heeren FouRcROY en BAR-= PHOLDI volkomen - overeenftemde „en „door, deze overeenftemming. nu nader beves- “tigd wordt dat het hoofdbeftanddeel dier, fteenen‚is een, ‘phosphorzuur zout, hete „geen! bitteraârde en. ammoniak tot. bafis heeft. … - ed rene C 39 J Toen Fourcroy en BARTHOLDI de ingewandfteenen vant paarden. analijfeerden „ was -de oorfprong der bitteraarde ín dezelve nog duisters! ‘De ‘Heer ReiNwARDT merkt in’ deze verhandeling met regt aan ; dat men. thans daaromtrent” niet. wel fneer twijfelen kan, federt het door de latere waarnemingen van Fourcroy en VAUQUELIN „ en “bijzonderlijk “door die van den Heer ‘scnraDeR te Berlijn ge bleken is, dat de bitteraarde een medebeftanddeel is van, de graan- en heee wasfen , door welke «de paarden gevoed worden. d » Hierna volgt de analijfe van een ingewándfteen” uit di Eion diet “bok vmet vele naauwkeurigheid ontleed, „des te „meer “waarde ‘heeft; daar deszelfs beftanddeelen voorheen, zoo verre men weet, nimmer onderzocht zijn. ) ‚ De Klasfe maakte dan’ ook geene zwarigheid „zich te vereenigen- met ‘het advies van Heeren Gecommitteerden , en hield deze verhandeling overwaardig, «om, onder hare „werken te-worden “uitgegeven. Ti4 low. «apsteon EL ON f v ont 4 ADE „De Heek PARTS VAN TROOST WYK bonthed der laste ‘eene sviestenndelk dan vover — den hoogen” graad van gevoelighoid;” welken voorwerpen uit het Plantenrijk hebben voor Elektrieke ontladingen, en het vernielend. mre van flechts kleine fchokken op hêt levensbeginfel in dezen. é Grad De uitwerkfels, welke de fchrijver voornemens was in zijne” proeven en te flaan:s-zijn voornamelijk. de invloed der Electriciteit op “het leven “der: planten, en de invloed derzelve op den reuk, dien de Planten afgeven. & ‚bh Dat: fterke’ ontladingen planten: benadeelen , was bekend, en wordt Loe den fehrijv ser bevestigds doch hij heeft ook en middelmatige en zeer ligte ontladingen gebruikt, die alle twee uitwerkingen op de planten te weeg bragten 51°,-Dat deze, eenigen tijd pa de ontlading aan het kwijnen geraaktensen geftorven zijn, 29, Dat onmiddellijk na de ontladingen. de- cigenaardige reuk der: planten” veel fterker is geworden, dan dezelve te voren was, maar ook doorgaans vere daarna geheel. verloren raakt, d ear ob trstflaar ot Dit verfchijnfel , dat-de reuk der planten doorde dede der elves opge wekt wordt en vermeerdert, alvorens geheel verloren te gaan, moet de aandacht bijzonder treffen, vermits daarin valt op te merken, dat de electriciteit in háre werking de algemeene wet der hevig aangebragte prikkels volgt, welke eerst de levensverrigtingen vermeerderen , en daarna, ds den ftaat- van wogen overs dy 406 daar «te fielen, dezelve uitdoven. Eine C 40 ) „Eindelijk heeft de Heer PAETS vAN TROOSTWYK nog: eenige proeven. genomen op takken, die aan den boom vast zijn, ten einde na te gaan, of er bij dezelve foortgelijke gevoeligheid voor electrieke ontladingen zoude plaats hebben als in ge- „heele planten , doch wel. bijzonder, of de uitwerking daarvan zich alleen bepalen zoude bij dat gedeelte, hetwelk in de- ftreeklijn. der electrieke ontlading gelegen is. De uitkomst leerde, dat, hoewel men kort na de ontlading van 36 duimen be- kleed glas, ja zelfs in eenen geheelen dag, geene verandering aan het takje , waar door de ontlading gegdan was, konde befpeuren, de bladeren. echter daarna bee gonnen te fronfelen; dat die ongefteldheid allengskens aanwies, en binnen veertien, dagen de bladen geheel. waren afgevallen. _s Uit deze reeks van sproeven; waarvan ik flechts_ eene kleine. fchets-g gegeven heb, gaat „ons. geacht. Medelid ‘over tot het afleiden van gevolgen, die, of. onmiddellijk uit de proeven zelve voortvloeijen, of betrekking hebben tot verfchijnftlen, die zich in de natuur voordoen. Zoo als daar is de meerdere reuk, welken men bij planten kort na eene donderbui ontwaart; én de vraag , of dit verfchijnfel misfchien niet afhangt van de-electrieke ftof , met welke niet leen de- dampkring „maar ook de. regen bij deze gelegenheid overladen is. Een ander verfchijnfel is, dat men niet zelden in het midden van den zomer eene verdorring van «een of meer takken aan de weligfte boomen, zonder eenige fchijnbare. oorzaak „ziet “plaats grijpen; waaruit natuurlijk , na het bekend worden van den uitflag der opgenoemde proeven, de vraag ontftaat, of niet welligt dic, verfchijnfel -een „gevolg of uitwerkfel zoude kunnen zijn van de electrieke. froffe, waarvan de dampkring in het gemelde jaargetijde meer „ dan in eenig’ ander, over- vloed «heeft ? De zeldzame gefchiktheid. van den Heer PAETS VAN TROOSTWYK , OM proeven q úit te denken” en “daar te ftellen, die de moeijelijkfte vraagftukken oplosfen, doet verwachten, dat hij ook in dezen een helder licht verfpreiden zal. De Klasfe acht intusfchen de reeds bewerkte ftoffe te belangrijk, om haar niet in het vierde deel der verhandelingen te doen opnemen, Het voorftel, betreffende eene voorname eigenfchap des tegthoekigen driehoeks „ onder den naam van Theorema van Pijthagoras ‘beroemd , is alle wiskundigen zop. bekend , dat men in den eerften opflag verwonderd zou kunnen ftaan „ in cene-geleerde Maatfchappij als deze, daarover te hooren fpreken, en zich ligt verbeelden zoude „ dat êr over hetzelve niets nieuws meer te zeggen valt. : Maar C 41 K … Maar geheel anders zal men daarover oordeelen, zoodra men de zaken uit het ware oogpunt befchouwt. Men werkt tot de volmaking en wezenlijke uitbreiding der Mathematifche Wetenfchappen niet alleen, wanneer men dezelve met verhevene en moeïelijke woorftellen verrijkt, maar ook, wanneer men het verband van vers fchillende, in den eerften opflag van elkander verwijderde en fomtijds geïfoleerde voörftellen nagaat, aantoont, -hoe zij, minder het een van het"ander, dan wel alle van een algemeener grondbeginfel af hangen, dat in zich waarlijk alle die verfchillende gevallen bevat, wanneer men. daardoor de bewijzen vereenvoudigt en dikwijls ge- makkelijker en treffender maakt. Het is uit dit oogpunt, dat men eene Verhndetng moet beoordeelen van den Heer BANGMA, ten titel voerende: Benvoudig betoog van het voorftel van Pijse thagoras, op eene algemeene wijze voorgefleld, mitsgaders eenige andere eigenfchappen des regtlijnigen Priähdeht:, daartoe betrekkelijk. Om de reste waarde van dit betoog te doen kennen, ‘zou ik noodig hebben, te laten voorafgaan hetgeen door PAPPUS, COMMANDINUS, doch vooral door cas- TILLON verrigt is tot het ontwerpen van cen algemeener- voorftel, hetgeen echter te minder noodzakelijk wordt, dat het Vierde Deel der Verhandelingen aan een ieder Uwer, geëerde Toehoorders ! binnen kort de gelegenheid zal aanbieden, omt met den inhoud van dit fraai bewerkt ftuk nader bekend te worden, Buiten de werkzaamheden , waarvan ik tot heden meer of min uitgebreid verflag heb kunnen doen, zijn er nog vele, zoo door de Leden der Eerfte Klasfe, als door hare Correspondenten gunftig bijgedragen. Zoo lang echter de Klasfe zich over derzelver waarde niet verklaard heeft ; voegt het mij niet, in eene afzonderlijke befchouwing van dezen arbeid te treden. Alleen zij mij vergund over twee ftukken van lieden, niet aan het Inftituut ver« bonden, het gevoelen der Klasfe mede te deelen. SIMON DE LEEUW EMANUEL vervoegde zich meer dan cens voor hare vergade- ringen, om de Klasfe over een werktuig van zijne vinding te onderhouden, en- door beredenering voor’ hetzelve in te nemen. -Dan niet kunnende flagen, ten zij het werktuig in deszelfs zamenftelling en nut wierde aangetoond, verftond hij zich eindelijk , in een naauweliijks verftaanbaar gefchrijf , deszelfs gedachten nader voor te dragen,.te kennen. gevende, dat hij zich zeer vereerd zoude rekenen, bij aldien F ee. EB Nr ; eenige Leden der Klasfe zijne ftoommachine, die zonder vuur-onkosten of “van eenige andere materialen kon worden ‘aan den gang gehouden, wilden komen bezig- tigen. cis . Hoezeer geen gunftig denkbeeld, na zulk eene aankondiging , van dit werktuig kunnènde opvatten, verledigde de Klasfe zich. echter tot deze bezigtiging „ doch vond op de aangewezene plaats niets, dan een groot waterrad van eene eigene za- __menftelling, en zoo geheel afwijkende van de weidfche opgave des uitvinders, dat het haar” voorkwam eerder te moeten befchouwd worden als het uitwerkfel eener „ongeregelde verbeelding, dan wel als het voortbrengfel. van een bedaard wiskundig overleg. … Van den Heer VAN BODDIENs te Aurich, werd ontvangen de Befchrijving van een’ hakfelfnijder, bevattende 12°, De gefchiedenis van dit landbouwkundig Werk- tuig, uitgevonden in 1803 door WILLIAM LESTER, te. Londen, en vervolgens in 1804 verbeterd door den Smit HAAK, te Rostock. 2°, Eene Kritiek, benevens meer volledige opgave van het Werktuig. en eere. vergelijking met het Burrel/che. 3°. Verfcheiden aanhalingen uit gedrukte en bekende werken , over het nut van het hakfelvoederen. -4°. Een negental aanmerkingen van door den Heer vAN BODDIEN „opgemerkte onvolmaaktheden in dit Engelsch-Duitsch Werktuig, door hem reeds in 1805 aan het Mecklenburgsch Genootfchap van landbouw opgegeven en door, het- zelve goedgekeurd. 5°, Een aanbod van den Heer van: BODDIEN » om de bezor- ging van zoodanigen hakfelfnijder woor de fom van f 130. — op zich te nemen, Het befluit der Klasfe hield in, het handfchrift des Heere vAN BODDIEN, met de daarbij gevoegde Teekening bij de Archieven te plaatfen, en welgemelden Heer vriendelijk dank te zeggen voor zijne aangewende zorg en mocite, Om niets onvermeld te laten van hetgeen de geleerde werkzaamheden konde rege. len, dient nog herinnerd, dat de Heer j. WILKENIUS REMUS, die ons de Dag- bladen uit de zuidelijke Provincien hadden opgegeven, als. eenen. man, waarvan men het betoog der Kwadratuur des Cirkels op vier onderfcheidene wijzen te wachten ftond, aan de Eerfte Klasfe twee Exemplaren aanbood wan het Prospectus zijns werks, doch tevens ernftig verzocht onderrigt te worden, of het wel waar is dat het Hollandsch Gouvernement eene premie gefteld heeft woor den genen, die deze ontdekking zal gedaan hebben en-hoe groot deze premie is. it rn EN C 43 ) ‘_Dat zij nog ontving eenen brief van den Heer KAREL VON DRAIS, te Freiburg, begeleidende eenige bijlagen, alle gaande over gemaakte uitvindingen en voorftellingen tot derzelver algemeenmaking. In beide ftukken echter werd niets gevonden , dat een “onderwerp van bepaalde overweging voor de Eerfte Klasfe zou hebben behooren uit te maken. Doch het antwoord aan den Heer wirkenNrus RreMus ligt vallende, dat het Gouvernement dezer landen nimmer eene premie op het uitvinden van de Kwadratuur des Cir- kels gefteld had, is den Secretaris daartoe verzocht geworden. Bij hetgeen ik U, veel geëerde Toehoorders! van de werkzaamheden der Eerfte Klasfe des Koninklijk-Nederlandfchen Inftituuts in deze plegtige bijeenkomst heb voorgedragen, rust nog een pligt op mij, te weten: de openbaarmaking van het Programma der prijsvragen. Verleent mij daartoe nog eene korte wijl Uwe zeer werterende aandacht. EERSTE PRIJSVRAAG. Offchoon het eene zekere, op den aard der zake gegronde, en. ten overvloede door menigvuldige proefnemingen bevestigde waarheid is, dat in ieder afloopende rivier of riviertak , in eenen beftendigen ftaat, dat is zonder aanwas of verminde- ring van hoogte, de menigte waters, welke ten zelfden tijde door iedere regt- frandige doorfnede of profil doorloopt, even groot is, en dat deze menigte. wa- ters in eene zamengeftelde reden is van de breedte, de gemiddelde diepte, en de gemiddelde fnelheid bij iedere doorfnede, en dat dus ook de geheele hoeveelheid van water, welke de riviertak in een gegeven tijd naar beneden afvoert, of het vermogen wan dien riviertak dezelfde zamengeftelde reden volgen moet; zoo „dat het verhang of de afdaling van de Oppervlakte niet regtftreeks een ingredient van de betekening van dat Vermogen uitmaakt: is het niet te min zeker, dat de fnel= heid in een onaffcheidelijk verband {taat met de mate van afdaling, waardoor derhalve het vermogen van zulk eenen riviertak wel degelijk gewijzigd wordt, Van ‘hier dat de fnelheid van eenigen riviertak, en dus ook deszelfs vermogen kan vermeerderd worden door middel van doorfnïjdingen , wanneer het nieuwe bedde «dezelfde breedte en diepte onderfteld wordt te hebben ; viend nog komt, dat met F sa de C 44 ) de vermeerdering van fnelheid doorgaans uitfchuring van het bedde getand gaat, “waardoor insgelijks de gemiddelde diepte toe moet nemen. Men vraagt derhalve : „Eene theorie, hetzij van voren uit den. aard der Pela hetzij uit proefondervin- „dingen afgeleid, van de betrekking tusfchen de mate van afdaling, de felheid en „de diepte van eenen riviertak, ten einde met grond tot de juiste mate van het “vermeerderd vermogen, uit het in het werk ftellen van doorfnijdingen , onder-ge- s geven omftandigheden, te kunnen befluiten; vooral ook, wanneer men beoogt „zekere door cene hoofdrivier aangebragt wordende hoeveelheid waters , welke voorts. „langs twee onderfcheidene takken, A en B, wordt afgevoerd tot eene dier tak- „ken A, met affluiting van den’ anderen tak B te bepalen; in welk belangrijk ge- „val men ook eensdcels bijzonderlijk den aard en phijfieke gefteldheid van den ri- „viertak A dient in aanmerking te nemen, opdat men daaruit kunne beoordeelen, „in hoeverre het na de voorgeftelde affluiting van den.tak B al dan niet mogelijk „zal zijn, om al het water van de hoofdrivier langs den nu verbeterden tak, A „af te voerens en anderdeels de verlangde theorie zoodanig behoort in te rigten, „dat dezelve. niet alleen op eene gemiddelde hoogte van de hoofdrivier, maar ook „op eene ee en boven al op eene fterk, vermeerderde hoogte van dezelve toe » pasfelijk zij.” Ì TWEEDE PRIJSVRAAG. Ù „Welk is de tegenwoordige {taat van- den Landbouw in de onderfcheidene gedeelte: „van dit Koningrijk? — en welke Verbeteringen in den Landbouw, die bij andere » volkeren reeds ingevoerd zijn, zouden ook in dit Rijk kunnen en behooren ge- „volgd te worden?” * ____Voor de beantwoording van elk dezer vragen looft de Eerfte Klasfe van het Koninklijk-Nederlandfche Inftituut- van Wetenfchappen, Letterkunde en Schoone ‘Kunften een gefchenk of erkentenis uit, ter waarde van driehonderd Guldens. De ftukken, welke naar dezen prijs dingen, zullen im de Nederlandfche „ Fran- … fehe, Latijnfche, Engelfche of Hoogduitfche taal, maar met de algemeene Italiaanr fche letter gefchreven moeten zijn, en aan den Vasten Secretaris der Eerfte Klasfe „ vragtvrij , bezorgd worden vóór het einde van den jare 1818, vel 3 Tot 4 e \ ee} C 45 D Tot beide deze uitgeloofde prijzen worden alle geleerden, zonder onderfcheid , uitgenoodigd „met uitzondering. alleen. van de Leden der Klasfe, als welke van alle mededinging worden uitgefloten : onder welke benaming echter noch de buitenland fche Geasfocieerden, noch de Correspondenten begrepen worden. De in te zenden ftukken moeten met eene andere hand, dan die van den auteur, gefchreven zijn zonder naam; maar de kwaliteit en woonplaats dês anteurs zullen gefteld moetén zijn in een afzónderlijk gezegeld papier, tot opfchrift dragende dezelfde fpreuk of hetzelfde kennelijk teeken , waardoor de Verhandeling, waartoe het behoort, ‘onderfcheiden is. __ De uitwijzing der prijzen zal plegtig aangekondigd. worden in de Openbare Vers gadering, die gehouden zal worden in den loop van het jaar 1819. Zij zal voorts ‘algemeen gemaakt worden in de binnen- en buitenlandfche Tijdfehriften , waarin deze Uitfchrijving geplaatst of vermeld wordt. De bekroonde Verhandelingen blijven het eigendom der Eerfte Klasfe van het Ko- ninklijk-Nederlandfche Inftútuut van Wetenfchappen , Letterkunde en Schoone Kun- ften. Het zal den fchrijver of fchrijvers niet vrijftaan, hiervan op cenigerhande wijze ‘door den druk gebruik te maken, ten zij de Klasfe daartoe hare toeftemming geve. De niet bekroonde ftukken zullen, op begeerte der inzenderen , tevens met de befloten naambriefjens aan zoodanig perfoon of adres teruggezonden wordëh „ als _ zij zullen verkiezen, mits dit, zonder eenige kosten der Klasfe, binnen een jaar na de uitwijzing verlangd en dit adres opgegeven worde; doch zal het verzoek om te- ruggave moeten verzeld gaan van behoorlijk bewijs van rest op het ftuk. Ingevalle geene terruggave van een niet bekroond fruk verlangd mogt worden, of de evengemelde vereischten daar niet bij waren in acht genomen, zal men de befloten naambriefjens ongeopend verbranden, en. de foiken zelve bewaren , om te dienen. als bevonden zal worden te behooren. _ e. VROLIK, Secretaris. Het Verflag van de werkzaamheden in de twee voorgaande jaren geëindigd en den Heer vAN CAPPELLE vervolgens door den. Voorzitter verzocht zijnde, het Spreekgeftoelte te beklimmen, ten einde eene Verhandellng voor te lezen, en wel, volgens $ 52 van het Reglement, eene Verhandeling over een onderwerp. van alge meen belang, vangt dezelve aldus zijne rede aan. ’ F 3 4 ZEER € 46 ) EN ZEER AANZIENLIJKE, ZEER GEACHTE TOEHOORDERS! Geen vak van menfchelijke Wetenfchap is aan zoo vele moeijelijkheden onderwor- pen als dat, hetwelk eene duidelijke en volledi ge ontwikkeling bevat van de werk- zaamheden en krachten der natuur. De verfchijnfelen, welke deze moeder van het gefchapene aanbiedt, zijn zoo zonderling, zoo verfcheiden, en, naar het uiterlijk voorkomen, zoo verward en beide vg dat het oog van den kortzigtigen fier- veling fchemert, ín ftede van, bij den eerften opflag, de orde, waarmede. alles is aaneengefchakeld, op te merken. Ik roepe de oudheid tot getuige. Hoe vele eeu- wen zijn er verloopen, voor dat haar het eerfte inzigt in dezen fchijnbaren chaos werd vergund! Hoe weinig werd door haar ontdekt! Immers niet meer dan hetgeen door de zintuigen grovelijk werd gadegeflagen? Des niët te min eerbiedig ik eenige van hare ‘vorderingen, en ftel dezelve verre boven de kennis der zulken in latere dagen, wier vernuft zich bij voorkeur bezig hield, om de ontoegankelijke plaatfen , waar de eerfte oorzaken der dingen verborgen liggen, op te fporen. Van waar mag het komen, mijne Toehoorders! dat, na de herftelling der weten- fchappen , het licht, waarin de natuurkunde zich thans verheugt, zoo laat is aange- broken? waren er dan geene mannen, met voortreffelijke bekwaamheden toegerust, die al-vroeg met geestdrift de hand floegen aan hare verheffing? Het ontbrak zeker- lijk niet aan de zulken, maar er werd een genie vereischt, grooter dan tot nog toe den dag had aanfchouwd, die de gepaste middelen daartoe aanbood. Toen NEWTON verfcheen, vlugtte de dwaling, die eeuwen lang, onder eenen valfchen fchijn, van het pad der waarheid afleidde. Hij leerde met wat oog men de natuur moest be- fpieden, welken -weg men moest inflaan, om te genaken tot dat heiligdom , waar hare geheimen, zoo verre deze het begrip van den aardbewoner niet te boven gaan, openlijk zijn ten toon gefpreid. Van toen af heeft de een na den ander zijne fchre- ‘den derwaarts gerigt3 het fpoor telkens beter aangewezen 3 de toegangen gemakkelijker “gemaakt; in dier woege dat men in ‘fraat gefteld. zij geworden, deze gewijde plaats “zoo nabij te komen, dat alrede de belangrijkfte en moeïjelijkfte' raadfels ‚die weleer “het merischdom in verbazing hielden opgetogen, zijn uitgelegd. Onder de genen, die de leer van.Newron miet flechts omhêlsd.„ maar uitgebreid, HED, d C 47 ) en openlijk in Europa hebben verkondigd, mogen er inzonderheid twee genoemd. wore „den , wier namen tot den huidigen dag zweven op de lippen. vaneen ieder, die op grondige natuurkennis prijs ftelt3 BOERHAAVE €en S°GRAVESANDE, …' Wat ook, anidee ren, het zij in ons. vaderland , hetzij in ‘de overige ftreken van ons werelddeel hebben verrigt, hun, voornamelijk, komt -de-lof:toe, de fakkel te- hebben: voore gedragen , die alom de ware verlichting heeft doen geboren’ worden. Met regt roemen wij op de eer, hen onder onze landgenooten te tellen ;- maar zoo veel te zwaarder rust op ons. de. verpligting „ om, de beginfelen ; waarvan zij in hunne befpiegelingen zijn ‘ uitgegaan „ geduriglijk met bedaarden ernst testoetfen, en, zoo verre wij de eenvoudige. voortreffelijkheid daarvan. inzien, geene fchrede, noch, ter regter, noch ter flinkerzijde van dezelve af te. wijken. Eene gelegenheid als deze, waarbij ik de eer heb het woord te voeren ds: Lid eener Vergadering, aan welke bij uitmemendheid de volmaking «der Natuurkundige Wetenfchappen is aanbevolen, fcheen mij als wan zelve uit te noodigen, om de gadelooze verdienften dier. doorluchtige mannen in dit opzigt plegtig. te gedenken; en de gulde lesfen, die in hunne openbare «reden en “chriften verfpreid liggen; als zoo vele fpreuken der wijsheid te verzamelen. Veroorlooft, mij. derhalve, „geëerde Toehoorders! dat ik U eenige oogenblikken onderhoude over het gene door BOER= HAAVE €/ S'GRAVESANDE. ter vestiging en pii van zuivere AE, ginfelen in de beoefening der Natuurkunde is verrig Deerlijk was de toeftand Di Natuurkunde in de dagen van carTESIUS. Te regt baart „zulks bevreemding , daar deze groote man alles in zich vereenigde , wat vereischt werd, om de genoemde wetenfchap tot eene aanzienlijke hoogte op te trekken, Hij bouwde op wankelbare' gronden, en” van daar dat het meeste, hete welk hij ftichtte, naderhand moest afgebroken worden.In zijn vernuft zocht ed de oorzaken van het geen de Natuur vertoonde. « Schranderlijk bedacht ‘hij vele où derftellingen „ niet. uit waarnemingen afgeleid , maar eeniglijk in zijn brein ontftaans naar welke de verfchijnfelen , die „zich in de ftoffelijke wereld opdeden, moesten uitgelegd worden, Hierdoor verkreeg de Natuurkunde de gedaante eener afgetrokke- ne Wetenfchap, waarin alles naar de regelen der. mogelijkheid en waarfchijnlijkheid werd behandeld, maar waarbij men dat onbedriegelijk ‘kenmerk „van. wiskundige zekerheid miste, die. alleen, hare. uitkomften « wezenlijke en duurzame waarde doet erlangen. „Zóo groot intusfchen was het gezag van dezen wijsgeer, zoo beneveld het Ca) het oo8 zijner tijdgenooten, dat geen fterveling het ondoelmiatige dier handelwijze inzag, maar deze leer der dwaling alom met geestdrift werd omhelsd, en in alle befchouwingen het opperbewind voerde,” Herrinnert U, mijne Heeren! de ijdele woorden , welke er over de ondoordringbaartieid van het oneindige, de wetten „der beweging, de veerkracht, de zwaartekracht, de aantrekkingskracht „ zijn verfpild ; en beklaagt met mij, dat zooveel fcherpziennigheid is befteed aan Ra. che welke de tijd voor nietige herfenfchimmen heeft verklaard, Onfterfelijk ‘is de roem, dien cARTESIUS zich, als wiskundige’, heeft verworven. Hij toch heeft de grenzen der flelkunde aanzienlijk uitgebreid , en ; hetgeen tot nog toe niet gefchied was, deze, met eene ongemeene mate van vernuft „op de meetkunde toegepast. Eene-gave echter fchijnt aan dezen fchranderen geleerden „ wiens oog elders zoo diep doordrong, te hebben ontbroken, te weten, om juist in te zien, en naar eisch te ontwikkelen dat gene, hetwelk in de kennis en ‘ver= fchijnfelen der natuur voor wiskundige befpiegeling „vatbaar ware. « Een iegelijk weet, welke fchoone bijdragen carrer hiertoe heeft geleverd, en evenwel werd de waarde daarvan ganfchelijk door cARTESIUS miskend; zoodat hij, wel verre ‚ van aan dezelve den verdienden lof toe te wijzen , integendeel alom in zijne brieven met minachting van den genoemden Italiaanfchen Natuuronderzoeker gewaagt. - - Deze kostelijke gave paarde zich met een fcheppend vermogen in den grooten CHRISTIAAN HUYGENS. Zoon van eenen vader,. die de gemeenzame vriend was van CARTESIUS „ werd hij van dezen zelven, in zijne eerfte jeugd, tot de weten- fchappen aangefpoord. ‘Van daar de fchroomvallige eerbiëd, dien hij voor zijne be- ginfelen, begrippen en ftellingen koefterde., Het is waar, hij heeft eenige daar- van, door de kracht der waarheid gedwongen ,- naderhand verworpen} doch de geest der Cartefiaanfche leerwijze bleef hem gedurende zijn geheele leven bij, en verhinderde hem het ware, fchoone en cenvoudige, ‘dat in de beginfelen van” NEWTON luistérrijk uitblonk, naar waarde te “befeffen; Toen caRTESIUS ftierf „ trad HUYGENS „'in weerwil van zijne jeugdige jaren, in deszelfs plaats op het tooneel der Wetenfchappen., en nu ftond de wereld. opgetogen over zijne ontdek- kingen, die hem tot de onfterfelijkheid hebben opgevoerd. Zijne ontwikkeling van de wetten der beweging; die van den flinger, en de uitvinding der flingeruurwer- - ken5 zijne nafporingen over het licht, en vooral, over de dubbele ftraalbreking in het iijslandsch kristal; zijne ‘ontdekking van den ring van Saturnus, en van een der wachters dezer dwaalfterre; eindelijk de volmaking, welke hij aan de verrekijkers heeft \ C 49 ) heeft “toëgebragt 3 om nu niet te-fpréken van den onmetelijken omvang zijnér keri- nis , -allerwege vruchtbare zaden van genie vertoonendes’ verhieven hem- tot: een - uits” ftekenden rang , hooger nog dan dien wan zijnen voórgängers > WU sb uv Hin «Twintig jaren na den dood van caRrrstus , kwatt NewfONemet zijne óntdek-> kingen te voorfchijn.’ Voorgelicht “door GAEILEL,' EARTESIUS! en HUYGENS) Nn, trof hij weldra ieder van dezen, en allen:te zämen, « …& Con mvon Gamed Het laat zich met geene woorden befchrijven , welk eene verbazing de opgave zijner proefnemingen, over de ontbinding des lichts: in “zeven enkelvoudige ftralen bij ‘de geleerde wereld verwekte. '“Hier> werd “niet ,/zoo als“ men::töt “nóg ’toë” ge- » woon ‘was, eene onderftelling “tot grondflag gelégd:, alleen. de ‘wetfchijnfelen” werden opgegeven, én daaruit zulke befluiten “äfgelèid’s- die op” den aardv-der zake ward’ gevestigd, en geen zweem van twijfeling overlieten. Wat wonder, «dat zulkeene “ nieuwigheid “bij welen- eenen tegenftand'« vònd's “dies op diep gewortelde “vooroor” deelen ftennende , zich’ moeijelijk liet overwinnen „doch eindelijk voor de ‘kractit der Waärlieid moest /wijken. Dé regte gang „dien Ne wrON vin zijde) onderzoekingen’ wolgde 5‘ de “onbetwisbare “ zekerheid,’ wäarmëde 'de- Avitkomften” van “deze “warem’-bed ftempeld; zijne bondige wederlegging van al wat daartegen van êlders werd aftige= voerd, ‘hielden ten laatfte ‘den morid’ zijner tégenftrevêren ganfchelijk “gefloten. Waagde hij ergens, indien de patüur miet” duidelijk genoeg fprak „ eene onderftel- firig Zoo werd deze ‘niet van ‘voren - opzêttelijk «tot ‘dat einge uitgedacht , maar met befcheidene behoedzaamheid „uit Waarnemingen óf proeven, áls eené-mogelijke vor> zaak, die opmerking verdiende, en en verder aan de verfchijnfelen moest „getoêtst woes den, voorgedragen. Nu, tastte! ‘men’ niet meer-in het duistere toridi De ‘Natuur- kunde was niet-langer een doolhof van verwarring ,-maar de draad was gefpannen,: welke langs het ware pad tot’ de diepfte werborgenheden leidde, “Hijs die “dit groote werk had ondernomen, ftreefde moedig vooruit’ de “ontdekkingen vermenig= vuldigden bij elke fchrede het was of ‘men eeneandere natuur befchouwde , welker verrigtingen, waar men’ de’ óögen’ weridde „alont met ‘cen’ glansrijk dicht “werden beftraald. «Het is echter“twijfelachtig , of NewronN meer nut »hebbe-geftigt door zijne verhevene uitvindingen ,’dän wel door degrondftellingen, “welke hij-“hieeft- ge=s vestigd, waarop de tijd het zegel ‘der’ beproevinge “heett gedrukt 3 -en-die „ als, uits fpraken “eener hoogere magt, prijken-aan het hoofd dier fchrifterripswelke “zijne” leer hebben verkondigd en uitgebreid. Newton fchitterde, gelijk eene En in Zwropa, „Als zoodanig, sr ij se ) hijewonken die eenen helderen.-gloed verwekten, onder. de vernuften van den, eerften rang » „aaxmede, zijne, eeuw, was.‚verfierd, „Dan „er was,tijd oodig, eer, de zuiver, heid van dat licht den,algemeenen ‚nevel van dwaling; ‚en, vooroordeel kon doordring geste Velenrsbleven gehecht. aan,het. oudes, miet mis moed en, ftijfhoofdigheid , maavo omdat „zij, de, noodzakelijkheid eener, andere ‚„wijze,,van zien miet, befeften „ of hunne oogen zich daaraan niet terftond, konden, „gewennen. Fr. :werd. dus, nadruk, kelijk, wereischts: dat mannen-rvan naam,em gezag opzettelijk en nc pogingen ip dhet,werk; frelden ;- om deze- hindemisfen uit den, weg te, FRimeR., na ven 4e „Een; der,cerften;/ die, deze,staak moedig, ca‚;met goed, gevolg op, zich. ams, was BORRHAAVR« ; Hij-vhad. zich; onder, dem; Hoogleeraar. pr, VOLDERs vlijtig inde wiskunde’ geoefend; zoo’. dat hij, daarin „met vrucht eenigen; tjd, onderrigt „heeft gegeven..… Ook „van de proefondervindelijke. „Natuurkunde. had. hij zich eene ‚vol doende. kennis. verworven. „Hem. ontbrak, alzoo, niets van, hetgene vereischt, werd, ont, -met het, helder :og ‚ waarmede …de,matnur hem; in het onderzoeken. der waars heid had „ begiftigd; naderhand, toen.hij reeds tot cen luisterrijker fand was. vers bevende : enen eee: „Vafe,,NEWTONS, hl en beginfelen; te „door, gronden zor erbls asv mopstineb ter te mov, vaivoslt, göihnad vantis : blogman tented; wet, mie. Heren dat Kin ur. teugen teng, roepe die doorwrochte deva behin: sag pel ij en is, waar ‘binnen, de, wanden eener „gehoorzaal ‚voor, weinigen uitgefproken „maar: tot, de. geheele. geleerde wereld gerigt „em „alom, waar „men, wetenfchappen,. huldigt „met „bewondering toegejuicht, Hierin-/toont hijhetsijdele van alle-onderzoek,-omtrent de, „eerfte oorzaken, der dins gene Wat toch, zijn deze? ‚Immers. niets „minder,.dan die krachten, waarvan ak - wat in de'fchepping gefchiedt, zijnen «oorfprong ontleent, „Wanneer kan men, ges _ zegd, worden dezelverote, kermen?, Dan, „wanneer, men, cen, duidelijk begrip hebbe vande „ wijze, waarop. alle de weranderingert in, ‚de natuur, ontftaang in „dier voege, dat:„men ‚ieeniglijk uit befkhouwing met, gewisbeid,kan verklaren hetgene ooit, in de, froffelijke” wereld: ‚fs » woorgevallen:; of, „verder, zal, voorvallen; even, gelijk een „werks — waigkumdige 4! diende „geheime raderen. en… drijfveeren;‚van. eem „kunstgewrocht, kent, alle, des uiewenkftlem hoe “vreemd ook. „in, fchijn ; „berekent, en voorziet, Wie nu durft zich »vermeren aanfpraak, te. maken, op. zalk, hal ica Ric va wie Planes ok PRS Î ri 8 Vida inoft- Oi he Armsalod motel «lapt ) miet bij de gedachte, maar zulk, een doel roekeloos te ftreven ?, Js: men „ gedurenfie Raadpleeg dergedenkfchtiften „der »worige geflachten!- Waar windt gìj„eenftemmig- heid van gevoelens? Nergens beftaat klare -ontwijfelbare, waarheid. Zoo . vele. ‚matuur- dkundigen , zoo vele verfchillende. meeningen,- Hetgeen de een'ftigtte, wierp de ander omver. Dit deeten THALES; ANAXIMANDER:s/ ANAXIMENES ; ANAKAGORAS , ARCHE- WAUS; PLATO „en ARIsTOTEURS zvwiens) leer „Jangenotijd over - de „begtippen: heeft geheerscht, dort \dat zijn: Bemas «eindelijk woor dat wan cAarresigs heefo-moeten wijken. »» fish: 404 Bioaesseiene donc neh. u gatje edoaleeheas, shaog min: fiedes Arpa See de aerden „dezen barn tid hoore: men de duidelijke ftem: der -natuury die „ons…gebiedt; hate wonderen. gade: te. flaan, smet „die “werktuigen ‚welke zij-zelve daartoe heeft ‘verleend, Waarneming -alleen;kag „den sgrondflag “leggen wan matiurkundig onderzoek; War „deze onmiddellijkdeert , ‚ftrekt der vwiskuride ; tot froffe „som doon óntwikkeling „en rzamenfielling ;‚mieuwei mit „komftensvoort-te ebrengen, «Al „wat, op „deze „wijze „inde Natuurkunde ds uitgevon- «den ; ftaat vast én onwaïkelbâar. Zoo heeft men door eenvoudige redenering ‚ep vérfchijnfelen; die’ onder de ‘zinnen „van „cen 'iegelijk. vallen 4-berustende’y-in- korten tijd „meer. gewigtige ontdekkingen «gedaan „ dan eertijds alle, de eeuwen te zamen „ver- smogtens „(Ontdekkingen „die „ons -niet „zelden. door «hare verhevenheid.-verbázen , maar „tevens gerust o ftellên door: hare vonbedriegelijke, zekerheid. Neem „de, wiskunde weg; ven “;dit alles: is -verlorén. « Zij ishet; die met „de: ondervinding gepaardg de Natuurkunde wormit tot een: onwrikbaar : oee aid rand ‘voor nnen: maar gambar vóor-inftótting vatbaar. iss! » ; A ok ogsw tnv „zeer sl Zoo dicht; “zoo fpràk:-porrrAAvE; zijne ponies ein „aller. „ooten ;: gef den vides: “toon ém ‘Jokte velen 'tots! de: wgarheidv, Dan hijsheeft:meer gedaan ,:Omt- iringd met ecne fchare van leerlingen, die uit alle oorden zamen vloeiden, om we- tenfchap van ‚Zijne lippen op te vangen, beftraalde hij deze regtftreeks met dat licht, waariù hij deelde. Ben “drongen 2 zijne esfen in hunne ‘gemogen; 5 ware Ge ‘het Cad) eeN zet: SE beeiAtetert, wadrvam ijvuidsirig renidens ‘zoovsvas, het voor- „deel >vati zijn Sonderrigt) woor! ‘henmverdwenen, emmers hetvwas: „voor deze inzon- -Bêrheid dat! hij ‘dér” geneesheer -aflëherfte: als “een dienaar) dere namur wiens ‘hoog- “fie roem beftaat cin ode wenken” zijner» mébsteresfe te! volgen (*)o: Het waren “deze, „welke hij, met „de: femme des gezags; van het opperfte: leergeftoelte” hartelijk ver- “ffaande „ hunne voefeningen’vaan te ‘vangen met ' ‚de ‘mavorfching. van de wetten der “hatuur „de algemene cigenfchäppen en krachten der digchamen ;- zoo als „zulks: in de Scholendder „Wisa en Natûurkundigen, dóor waarnemingen, proeven “en « gron- „dige redenering» werd “tonderwezen(#). “Voor -deze:y! éindèlijk',-was het: oe hij zichzelve , in“die ‘opzigt toteen luisterrijk voorbeeld ftelde. “on toner nen id 29 Hoe groot” de” verdienften zijn mogen „welke BOERHAAVE zich. koi elek voege omtrent - de “Natuurkunde » heeft verworven y zijne. betrekkingen gedoogden niet, dat “hij” zich daardan ceniglijkk toewijdde. »o Fem: waren ‘hoogere pligtem, dierder tijdelijke uwglvtart van cet -menschdom meer-nabij betroffen „ aanbevolen» -Hij-kon- alzoo: het goede zaad flechts ftrooijen, en den grond eenigermate tot den ontvangst „hiervan ‘bereiden „} máarode verdere bewerking: "van :dezen moest hij vaan. de!:zorge van andéren “overlaten. >> Het > was--toclhv niet. genoeg”-degemoederen voor sde nieuwe-dëér ‚te »win- „pien 5” zij moesten ingelicht en onderfteund worden „omtrent -al wat «de betragtirig _sderzelve bevördelijk konder-zijni” “De Natuurkunde';-zoo-als-zij:in de” leerboëkenven fcholen werd voorgedragen „was: nóg” gefchoeid» opde oude! leest 3 “zij: moest vän „gene ° bekwame: hand -dén “vorm - ontvangen 7» welke ‘haar „volgers «de “verbeterde be- cgrippen 5 -waardiglijk “paste. + Hoe-meer mende noodzäkelijkheid -befefte omde nà- ctuur! proefondervindelijk” te vonderzoeken, “hoe ‘levendiger men” de behoefte gevoelde „van nieuwe werktuigen „ waardoor de eigenfchappen der ftof „hetzij: regtftreeks:, “het „zij bij gevólgtrekkings ontdektven duidelijk werden voor» oogen geteld. ‘De wiskunde smoest vooral op de reeds “gewonderie- natuurwetten ftrengelijk „worden: toegepast. 4 25 Ditewerk rwas in: alszijnen “omvang bewaard vòor -s°GRAVESANDE: Hij “verkeerde ste Londen als geheimfchrijver- bij liet-Nederlandsch Gezantfchap „hetwelk, tin “den” jafe 1715, van wege’ de Algemeene Staten was beftemd 3. om ‘Koning ‘Geòrge den eerftenn:, efet “Zijne komst. op der-troon!-geluloite :wenfehen en “ bevondszich. dus «in © het “brandpunt! der: wigs me wonder dat’, hijv-daof de: wegende -ÂIL AMO gent ipolyspenmshrod olevafnvaiksne aogeilsed jest ot safi oat gein Lerdbij seb sam esoorflt ‚sab lol ye nsmuav or rr qerlshnsg ‚ © In orariane Be BORGE A MEDICL, SERVITUTE , “gaon habuit van. Pir, aam tan, Li hif CISBVE MIA ‚„® Han het Jor der even Bnr sidelde Redevoering.” d 2x) fi € 53 ) hij was"-ömringd ;' ‘ten “fterkfie werde getroffen: Na zijne terugkomst viel hem het geluk ten deele „geroepen te worden tot- het hoogfte onderwijs der Wiskundige Wer tenfchappen: aan Leydens Hooge Schole:-- Toen “was “het „dat hij de Newtoniaanr fche- Natuurkunde in” alle hare bijzonderheden: ontvouwde, niet flechts bij. monde voor zijne leerlingen, maar openlijk bij gefchrifte „in dat onwaardeerbaar en, alom geprezen boek; (*) waardoor! eene onvergankelijke eerzuil voor zijnen roem is op- gerigt.» Hem’-komt»-de, lof“ toê „de cerfte sgeweest te zijn , die;der verbeterde Nar “tuürkunde ván NEwroN in hare geheele uitgebreidheid buiten-de grenzen van haar Vaderland ‘heeft gebragt: * Hij plaatfte haar op-onzen bodem ;-arbeidde ‚zonder. op- “houden “aan hare: voltooijing ;-en voerde haar aldus tot eene treffende. volkomenheid ops Nu” zags-men alle de deelen. der Natuurkunde tot een geregeld zamenfiel ver- eenigd;' wáarin zuivere beginfelen den gang “der onderzoekingen. beftuurden „ en‚ door rgrondige ‘redenering “tot klaarblijkelijke: uitkomften: geleiden. Hetgeen. New ron door «de fchiëppende kracht van” zijnen geest had voorgebragt, was-niet in alle. opzigten . “oor “het, algemeen gefchikt ; ‘s°cRAVESANDE gaf daaraan met eene meesterlijke hand ‘zulk eene“ gedaante „dat »het ‘bij veen ‘iegelijk goedkeuring konde vinden. Hij, na- tamelijke, “heeft “de “grondftellingen” ‘van den Engelfchen- wijsgeer» ontwikkeld „in. een duidelijk licht gefteld, getoetst, met juistheid beoordeeld, en „eindelijk „geftaafd met“ oorfpronkelijke » bewijzen „die tot veen sofverwelkelijk fieraad ‚van zijnen ‘arbeid werftrekken.” Beftuurd: door hartelijke liefde tot de waarheid; fchroomde hij niet daar, «waar het “pas gaf , van het algemeen -gevoelen af te wijken. „Dit getuigen, om een „énkel maar “treffend woorbeëld op te noemen, de proefnemingen over de botfing. der stigchamen, waarmede hij de nieuwe leer: van LEIBNITZ verie de aangenomene sdenkbeelden onwederfprekelijk: ‘bevestigde, rU8 => Hij aanvaardde den: gewigtigen post; hem eben met eene redevoering, „die vvoornaimelijk: ten doele + had ‘het- nut der wiskunde in alle wetenfchappen ;- bij „zonderlijk „de = Natuurkunde , “te betogen (+) … Hierin ‘gaf hij ‘zijn gevoelen, openlijk ste kennen over „de wijze ante” de laatstgenoemde rad van … befchaving „moest jo tgn. Ee ji vor ostheonmt 5 et WOX- eN | 1 kb } K dike k e ú () Phyfrées elementa' mathematica s-eaperimentiseonfirmata, five introdactio ad Philofophiam „Newtonianam. GH) De Mathefvos in omnibus feientiis, praccipne in Phyficis fu: nee gon de Astronowiae perfectione ex Phyfica haurienda babita A ‚de X‚kal, Jalii » Anno, 1717, G3 ug ash, CPJ L C 54 ) worden behandeld. Geene verandering, zoo -waren” zijne gedachten „kan in de froffelijke wereld voorvallen, ten minfte niet door ons worden opgemerkt „ dan die of van ‘beweging haren, oorfprong vontleene „of beweging voortbrenges het zij dat ‘zulks: plaats hebbe ten aanzien der ligchamén in hun geheel, genomen „of zich be- pale tot de deelen, waaruit deze zijn zamengefteld. Beweging: nu “behoort tot dat gene, hetwelk gewoonlijk grootheid wordt genoemd, of voor ‘vermeerdering en vermindering » vatbaar is. … Zijvis--dus ‚en met haar de geheele Natuurkunde cen onderwerp -der wiskunde. De wetten, naar welke de fchepper gewild „heeft dat zich deze bewegingen zouden rigten, moeten den grond leggen-der „wiskundige redene- rings maar de kennis daarvan ligt niet overal even zeer bloot; een groot gedeelte ús diep- verborgen. Hoe zal men -dit aan den dag brengen? „Onmiddellijk, doar de natuur met een aandachtig oog gade «te flaan; niets, hoe gering ‚ook, in” dezen voorbij ‘te’ ziens en de verfchijnfelen, die onder verfehillende omftandigheden „zijn waargenomen, onderling ter opheldering - met elkander te vergelijken, Kunstratig, Hoor “de natuur in, zulk eenen toeftand’ te brengen , waärin «zij zichzelve - niet . vertoont, en zorgvuldig te letten , hoe zij-zichdäarbij gedrage. Op deze wijze is men 'getaakt tot” de “kennis van end „welke al reagerend saeta ganfchelijk fchenen. te ontvlugten. EL “Wile-gij weten , mîjne Heeren! of s’ERAVESANDE aan daze begines getrouw is gebleven, vraagt het zijnen beroemden en: ijverigen! leerling „vriend „ opvolger, fevensbefchrijver «en lofredenaar (*), “die hem -als- het--beeld van veen :volmaakten wijsgeer heeft gefchetst (f), den geest, waarmede hij ‘ftandvastig werd bezield, tet krachtige trekken aangewezen, en án “bijzonderheden afgemaald; _ Vraagt et zoo velen, als door hem in de binnenkameren der natuur zijn ingeleid; inboorlingen en: vreemden ;'-tijdgenooten en nakomelingen’, zij: zullen eenparig: daarvan: eeti ° on- “wiaakbaar getuigenis afleggen, en gulhartig belijden „ hoeveel zij: aan zijne -voorlich= “ing hebben te danken. Doch ‘vraagt het inzonderheid-u zelve, zooverre gij gee ‘meenzaam bekend zijt met den inhoud van dat gadeloos werk, waarop ik ‘reeds “doelde, en dat, bij al zijne inwendige voortreffelijkheid , het nederig opfchrift draagt van Znleiding tot Newtons wijsbegeerte. «Vreemd “moge shet misfchien £chijnen „dat .s°'GRAVESANDE -zich. hierin ganfchelijk hen rif. ee) Á ON. 's. “AriAmakD:’ isde 7 h CH) Zu eratione Dz vERO nateelt ad. XXX, Maii 1749. ahaaa isa nd Gn en fd ad - N Css afkeerig toont-van alle, onderftellingen „ten minfte, dat men, niets bij. hem; aan= treft, „dan. hetgeen op. ondervinding en, wiskundige redenering, berust. «Wij, weten van elders. (*); dat hij de gepaste nafporing van, waarfchijnlijke oorzaken‚in geenen; deele- afkeurde maar hij zelve gevoelde geene roeping zich, daarmede „onledig te houden. … Hij pam niets aan waarvoor. geene duchtige bewijzen. beftonden,. Ronde - lijke, beleed, hij zijne onkunde wegens dat gene, hetwelk onzeker was. De eer, van dit op„mogelijke gronden te verklaren ‚ liet hij-aan-het vindingrijk. vernuft. van, ans _ deren ‘overs „Een se paie hoe: vers bej hierin hefchrideon manolo: vers diene .ernrn Shea y N d edm weerwil: van: dent ar zang s wiedttoe! s "GRAVESANDE, we riepikeends was opgeftegen, gold. bij hem vin «de kennis der natuur geene -uitfpraak welke niet door proeven: …„wierd:;-voor, ‘oogen gefield, of door naauwkeurige waarnemingen, bevestigd. Hiertoe: was: noodig «date hij- zich eenen eigen. weg. baande door de- uitvinding van eene-„Ontelbare „menigte, werktuigen, alle‚door -henx. zoo voorgefteld en befchreveng, als vereischt werd om den kunftenaar wegens derzelver zamenftelling ‚volledig; te onderrigten. Onberekenbaar is het nut, op deze wijze allerwege door hem geftigt. Dan, ik behoeve hierover, miet: suit te weiden.;- Gij weet. het „,Foehoorders! hoe hij aldus, door zijne fchranderheid, de leerftellingen der werktuigkunde, de middelpunts- krachten , de wetten der veerkracht, de hoedanigheden der bewogene ligchamen, de waterweegkunde, de eigenfchappen der lucht en van het licht, zelfs voor de groffte zintuigen wänfchouwelijk’ heeft” gemaakt.” ” Dit heeft “hij gedaan: eené “ccw! geleden. Sedert isde fecherpzinnigheid’ în: ‘het uitvinden en volmaken’ van” werktuigen aänzicris lijk toegenomen, … En evenwel”worden diegene, welke s’GRAVESANDE” heeft ges Bruikt, mog“ in ele opzigtên, tôt de: geringtte kleinigheden “toe, magevolgd, Zoe heerscht hij tot det huîdigen: dag sik zegge niet binnen’de grenzen van ons Vas derland; maar atom; in dé werkpläatfen’, waar: de natuur naarftiglijk wordt onders zecht 3 zóo leeft hij in de gehoorzalen’, waär hare wondêren worden "uitgelegd ; zoó zal‘ zijn’ naam nog lafg met onderfcheiding genoemd worden , wanneer’ vele” andere beroemde Natetrkundigen ; ‘die. hem ‘óp’ ‘zijde ftrcefden , of in andere ‘opzigten over- &öffen'; reeds “het ciridelijk:- Jot “van ‘álle gege dat der vergezelheid, zulleft hebben ondergaan. { : ródvei ze8do based md Hoe zouden hij, zijn groote voorganger, en andere berisdediinerdije grondleggers. der - €*) Zie de aangehaalde redevoering van den Hoogleeraar ALLAMAND, ble. C 86 ) il der “hooggeroemde wetenfchap van verbazing zijn opgetogen, ìndien zij, in den kring der levenden teruggekeerd, bij zeer velen. eêrie blijkbare neiging zágen -uits blinken , om hunne voetftappen té verlaten, en de’ kronkelpaden, “die tot ‘het one doordringbaré leiden , op nieuw te betreden? Konde ik het, ndar “waarheid, flechts eene neiging noemen! “Ziet men, of liever , verbeeldt men zich niet werkelijk reeds omtingd met eene zee van vloeiftoffen, waarin geene vaste en ‘bekende baken den koers rigten? Zweven niet fommigen, even als weleer, bij voorkeur, in den kring van loutere onderftellingen rond? Moge doer de ‘krachtdadige pogingen van alle weldenkenden, die met een beter licht zijn beftraald, deze verkeerde gang-met nadruk: worden” geftuit t moge: dit ‘het doel en uitwerkfel zijn der bemoeijingen van. àlle geleerden midden onder ons, en, bij uitnemendheid , van de Leden dezer. Koe ninklijke--Inftelling!- op datde Natuurkunde, diepgeworteld „ eenen regten {rand houde, hare takken” uitbreide, en van alle kanten’ zegerijke vruchten aanbiede woor debefchaving, het geluk; de welvaart, van eener en: grogperal ee: van: wer ent apert ret Ia 5 lau ’ DI gert er vanbtrdendee Ah ntae mf co eis SLOTREDE VAN DEN VOORZITTER: {00 wee daken kje a Mijne eenen | s „De arbeid. der Klasfe is ang nu-tot uwe harses pen eea en rra tented zij zich, „Bewust van dat gene gedaan te hebben, “hetwelk in haar vermogen was, pligt vereischte „ wacht zij met, gelatenheid het. oordeel. af , dat over. haren arbeid geveld zal: worden „mitsgaders , over het-nut; dat eene. ftigting als deze al of niet aan het Vaderland en aande Wetenfchappen kan „toebrengen „: of. reeds veelligt. heeft toegebragt. „Vergunt- mij flechts „ dat ik, alvorens, deze Vergadering te fluiten „U, voor uwe vereerende ‘tegenwoordigheid en voor de verleende „aandacht bedanke , en opregte: wenfchen. uite, voor. het Vaderland, - voor. Zijne „Majesteit den. Koning, “_Befchermheer van het Inftituut, en voor het geheele Koninklijk Huis. ‚ Het Opper- wezen ftorte de keure Züner zegeningen uit over deze Hooge Perfonen- en over het Land onzer inwooning! Het zij zoo ! Z VERSLAG VAN DE TWEEDE OPENBARE VERGADERING ‚ DER EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, pe GEHOUDEN DEN êf@ OCTOBER 181g. nnen * eemnes Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS, 1E GRAEF BR eis jd PREP SUE eht te ek VAN DE TWEEDE OPENBARE VERGADERING DER EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, f Gehouden den 8e October 1819. | Voorzitter, J, F, SERRURIER» Sekretaris, Ge VROLIK. em ee Enne De Eerfte Klasfe van het Koninklijk - Nederlandfche Inftituut van Weten- fchappen, Letterkunde, en Schoone Kunften, naar voorfchrift des Regle- ments, wederom in dit jaar eene Openbare Vergadering hebbende moeten houden, bepaalde daartoe, in hare Klasfikale Zitting van den r7den Junij U. den dag van heden. Na dat Zijn Hoog Edele Geftr, de Heer Staats-Raad Gou- / î A2 ver. grt Ak ek er U R/ ale KETEN 8 ut ï verneur van Noord-Holland, de Edele Achtbare Heeren. Burgemeésteren dezer Stad, en de verdere, bij deze plegtigheid uitgenoódigde, Autoriteiten en Letterkundige Maatfchappijen, benevens de aanwezige Leden des Infti- tuuts. en Korrespondenten der Klasfe , zich ter, Vergaderzale hadden begeven, _ lek ten geplaatst waren, ópende de Voorzitter deze Tweede. wpnlnkd, Zitting, « if met Á volgende aanfpraak : rd 4 T, \ À rr r y é ' R Pi t / 4 AA - A JA bek ee y ry - ' E- , : ef B se ad 1 PES 7 d f RA ed Ì d id j Ä en eme TEE GE NEE mere en k _ De Grondwet van het Inftituut legt aan de Eerfte Klasfe , even als aan de drie anderen, de verpligting op, om op hare beurt eene Open- bare Vergadering te houden. Het is dus, minder uit eigene keuze, dan ten gevolge eener ftellige verpligting, dat-ik U, geachte Medeleden! thans hier in het openbaar vergaderd zie, in het bijzijn der Leden van de overige Klasfen, in het bijzijn van andere, door hunnen fland, rang, of* geleerdheid, achtbare en verdienftelijke „ Mannen! _ “En dat ik bij dezen verklare, de Tweede Openbare Vergadering der Eerfte Klasfe. van het Koninklijk-Nederlandfche Inftituut van Wetenfchap- pen, Letterkunde, en Schoone Kunften te openen. Het Waar na, door den Sekretaris de Naamlijst der. Leden opgelezen zijnde, bleek, dat vuit deze Klasfe aanwezig waren, de Leden: J- F. SERRURIER » 5 “Oe Se BANGMAs 6. VROLIK » G. MOLL , J- H. VAN SWINDEN , J: Ps 'Le SCHRÖDER „ Je KOPS; Je P. VAN CAPPELLE; ER C. EKAMAs 4 Js P+ KEYSER. „(Als mede de Heerên zi HEEE B G. WTTEWAAL, P.G. VAN LYNDEN VAN EN TOT HEMMEN , en La VAN MEERTEN: Rd | Zijn. (6) Zijnde mitsdien afwezig, de Leden: W. VAN BARNEVELD ‚rustend Lid , M. VAN MARUM ; P. DRIESSEN , C. H. à ROY, A. PAETS VAN, TROOSTWYK , FUS- tend Lid, TP. GLAVIMANS, _J: BLANKEN JANSZ. th Re TKRALENHOFF As G. CAMPER, rustend Lid, A. P. É, C‚ VAN DER BORCH, A. F. GOUDRIAAN ; Lein ‚Je A+ BENNET, > A VAN DEN ENDE BAT JP. FOKKERS, | tat C. G. C. REINWARDT » PCs BRUNINGS JR. 500 +0 ter ee EF. DE NIEUPORT 9 P. E. WAUTERS» J- Be VAN MONSs = Hierop vervolgt-de Voorzitter: ‚ F, ROUCEL, rustend Lid, Je PARMENTIER , * a VAN DELEN, E Je F. KLUYSKENS 3 Je P. MINCKELERSs J. F. SENTELET » F. E. VERBEECK; ì PA kas ae mr 6 | Ae DEKIN s Je Me: VAN UrENHOVE, A. BLANKEN: JÄNSZ. , P. Me BOUÜSNEL Ee. J. THOMASSEN à THUESSINCK, Ne Ce DE FREMEEY soy fa “HERTOG VAN URSEL, A. VAN STIPRIAAN Prince ijk €. SANDIFORT; « di , J- C. B. BERNARD» Je Ae UILKENS en C. HOOREBEEKE. Wien onzer, Mijne Heeren, moet het niet treffen, onder de namen der Leden, waaruit thans deze Klasfe beftaat, niet te hooren vermel- den, zoo vele mannen , waarop: wij in onze Eerfte Openbare Vergadering mogten roem dragen ! Drie onzer Medeleden „de Heeren ROUCEL ‚VAN BARNEVELD En CAMPER » hebben onlangs begeerd, als rustende Leden te worden aangemerkt „ en de Klasfe heeft zich gedrongen gevoeld aan hunnen wensch te vol- doen ; EN doen; in hoperechter, dat;-zoo lagg niet -hooggevorderde-ouderdom hen daartoe buiten ftaat zal ftellen „zij zich ook nog voor het vervolg, op deze of gene wijze verdienftelijk zullen. maken , bij eene Klasfe , die hen „niet, da dere uit den jrs harer. werkende Leden best zien fcheiden. pe ‚Een achttal Leden zegbent wij oc di dood verloren; de meesten Hebt bejaard, maar daarom niet minder betreurd. ‚ ‘Reeds »was. aan den Hoogleeraar “VAN GEUNS en aan dan Admiraal VAN ‘KINSBERGEN! de rúst toegekend, waarop zij, uit hoofde hunnet jaren, Zoo wele aanfpraak ‘hadden. Thans rusten’ zij. van al hunnen ar- beid; ‘maar’ hunne apel blijft ons, engeheel het Vaderland, dierbaar ! / “Zoo ’ verlòren wij twee beedigd ROSSYN € DE BURTIN 3 de één “in het » Noordelijk „7de “ander in ‘het » Zuidelijk, gedeclte van dit-Rijk, bekend, als fieraden der Hooge Scholen en. Geleerde Maatfchappijen ,” waaraan” zij verbonden waren $ mannen, van welken ook het Inftituut zich eenmaal zoo: veel voordeel ‘had: mogen beloven, =»Ook den” Hoogleeraar BoNN tukte.de dood uit ons midden, Hoe ver gevorderd in leeftijd, begeerde hij niet onder de. rustende Leden te worden gefteld. En bij zijne menigvuldige verdienften „om deze Stad, én defzelver Doorluchtige Schdol; voegde: kij die „van, tot aan zijnen dood, een wolijverig en callerbelangrijkst Lid dezer Klasfe tezijn gee bleven. Ad …_ Smartelijk gèvoelen wij, nog bijna dagelijijks:;- het gemis: van den achtbaren JACOB FLORYN , bekend als een Wiskundige van den echten Stempel; en wiens ijver, om: aan de. Klasfe van nut en dienst ‘te maid geene palen kende,» «lo vor ue, Wanneer ik voorts , onder -de lardewädvene: Leden „ook ai naam van JAN NICOLAAS VAN Eys moet vermelden, dan woel ék bepaaldelijk mij bevoegd en geroepen, om een oogenblik: flil te fiaan bij de verdienfte een van ERS 3 van dezen mam, viart dezelve, van’ eenen * eigenen „aard: wp ms eN zoude kunnen miskend worden, no! e5 jus seul usund « b 1 Waschij! geen Geleerde.j-geen’ man-die de! “Wetenfchap dednijkin, ont- gelingen gedaan 3 of nieuwe: denkbeelden in; omloop: gebragt „heeft «« hij was een man, die belang ftelde, in al, wat, zijns inziens „een âl+ gemeen nùttige ftrekking- had, en die het hand erna ag om dat te helpen fchragen en bevorderen: É net „Den landbouw” uit: liefhebberij: beoefenende eea ijs niet echts, jaarlijks „ een’ gedeelte zijner: aanzienlijke -inkomften danyde ontginning en bearbeiding wan weleer woeste Duinen” verfchafte;: daardoor „arbeiden onderhoud aan’ den aantal huisgezinnên 5 ven !oritwrong;-aan „het voors “maals dorre zand, eenen voorraad van vruchten, die hier en elders-meer dan gewoom gezocht waren :- maar daarenboven „was ‚zijn „huis, en, hof- flede de verzamelplaats: anr diefhebbers vanden, landbouw, uit; alle, onze gewesten. (15 (aloroa 43001 19b:-nsharsd - als brrod Hi aib mer Die’ den landbouw Jolinde konde, rijs op: BOEKENRODE, zijnen, in= trek heinen, en vond daarrtelkens-het gulfte- onthaal: bij den eigenaar „ die zich gelukkig gevoelde „wanneer hij overslandbouw: konde, {pre- ken, wooroordeelên->bijs de landlieden wrd gend en: verbeteringen algemeensinaken,. trllsthiss daibiuvstiioar atis HisBse nalmeen Zoo “werd hijs in. der Midi: de tintas eatoni: nuttige inftellingen, ten dienfte van deù, Vaderlandfchen landbouw „--zijn, tot ftand gekom®. ion de maän:-die „voor zijne uitfpanning zulk eene ‘taak koos, en tot in zijn hoogen ouderdom vervolgde; de. rijke „ die zijnen overvloed zoo aangenaam’; en tevens zoo nuttig „ „wist. te, befteden ; moge, waarlijk. tot voorbeeld aan velen verftrekken, en verdiende, uit dien hoofde, de plaats, welke hij-onder- ons bekleed ‘heeft. …, OA ‚ Dat de reeks van verliezen, door deze Klasfe, in ie beide laatfte jaren , ondergaan „ hier mogteindigen! Dat ik zwijgen mogt van den flag,» raties Ca) flats haar zoo onlangs. toegebragt — waar over deze Gewesten nog treu- fen 3 Hollands Hooge School in rouwe gedoinpeld is ;ten- aan: de Wee ténfchap>een …harerfieraden en ptengfie bevorderaars: is ontrukt ge= wdrded trav, tiDis,, aa ui \ Maar ik moet van en plaatse de treurmare angen, waarvan nog “geheel. Nederland ‘weêrgalmt „ dat roem op hem droeg: Gij hebt BRUGMANS verloren!;…1er1ols soor gvios (ur En hierbij bepaalt zich ook deze mijne taak. Wie en: sara BRUG- MANS wâs 3 verwacht gij uit-mijsen’ mond» niette “hooren; - Maar. ze- ker „verwaclit „gij, met mijl, dat wanneer ‘eenmaal. de, droefheid, die thans nog zijne leerlingen en gemeenzame vrienden -prangt; zal plaats gemaakt hebben; voor eener bedaardere overweging en bewondering zijner wetenfchappelijke grootheid, «dat dan één uit hen allen, dezé ee betreden en ons zijnen Meester’ naar. waarde fchetfen zal. „Dit verlies „ MH. nog zoo onlangs geleden; is dan ook datgene; tot welks ‘hetftel onze Klasfe nog geene. poging: gedaan heeft. “De overige plaatfen,-door het affterven, van fommige, door de be- geerte naar rust van andere; Leden , opengevallen , zijn allengs, op voor- dragt der Klasfe , door den Koning, wederom vervuld geworden, door de benoeming der Heeren KEYSER , SCHRÖDER „ VAN STIPRIAAN /LUÏSCIUS 3 UILKENS , HERTOG VAN URSEL4 SANDIFORT ‚ BERNARD € HOORBBEEKE, van welken ík hen, die thans hier tegenwoordig zijn, van harte wels koom heete, en van welke allen wij met grond verwachten mogen , dat zij den roem en luister zullen. vermeerderen. van het Nederlandfche Inftituut. > eflenkfss er : Het is voorts zeer opzéttêlijks Mijne deren! dat de bij his aan- wang gewaagd heb,-van de. ftellige. verpligting dezer laste tot «het houden van: Openbare Vergaderingen. … Want “hoe zouden wij uit -eigenekeuze dra toe- kunnen befluiten , gaar de Wetenfchappen, die het voorwerp:onzer werkzaamheden. uit. ond B ma- Co) makén, zoa talrijk en verfchillend zijn „dat er geen belangrijk vraage ftuk, tot ééne derzelven betrekkelijk , in ‘onze gewone Vergaderingen kan worden te berde gebragt „ zonder dat zelfs. een aantal harer Leeden als bloote toehoorders daarbij heien inns zijn, en zich van alls ‚ber oordeeling moeten onthouden. « Î Hoe dan onderwerpen vinden; die „ en voor-alle. de gedjerdeeg ke zer Klasfe zelve, en daseabenen. voor. Geletterden in het algemeen. haden gyn. GEE ordt atie qx8 0 Bed Hoe die voordragen, sop: ches wijze, die” voor aak befehaafd. Publiek onderhoudend en tevens der Klasfe waardig: zij,’ uit welker. gia zij, bij zulk eene plegtige gelegenheid voortkomen Hoe telkens Sprekers; vinden, in “eene Klasfe wier meeste er za niet alleen elders woonachtig, en in »Staats- en andere gewigtige bee trekkingen werkzaam “zijnde „' flechts: nu en dam onzergewone bijeene komften kunnen bijwonen 3- maar waaronder „zich ; voorts, „ook, mannen bevinden „wier naam” reeds eene loffpraak- is; wier oordeel en ‚kunde ons té dienfte ftaan, waar wij die behoeven, maar ‘wier lust of oplei= ding het niet medebrengt, om als Openbare Sprekers-op te treden; of die het geheel buiten ‘hunnen werkkring. gelegen achten, om van, de- hoogte „waarop zij ftaan , afdalende „ eene taal te gebruiken „ook. voor toehoorders van zeer: en niente worse en nelediag varanen, en onderhoudend!” «…* _ pj gort ld gr aas „En in der daad; Mijne Heeren! hoe eha het. voor éen waar- lijk befchaafd Publiek zij, om in een tijd „ zoo rijk aan weinig betecke- nende Redevoeringen, Verhandelingen, Aanfpraken, en wat-niet al mieer; ook! nog nu en dan een‘waar Geleerde tezien optreden ,sen hem te hooren, uit den fchat zijner’ geleerdheid, in gemeenzame en bevallige taal, opmerkingen mede deelen, die, “hoe zeer.de „vrucht zijnde van tangdurige en diepe nafporing „echter door de bekwaamheid der voordragt , ook den minder geoefenden toehoorder treffen; 4 hoe - EMP, hot aangenaam het-voor ons Publiek zij, dat er onder onze Geleer- den in de bedoelde vakken, gevónden worden, die ook. dezen roem niet verfmaden, en daar door in der daad-dubbele. verdienfte verwerven 5 erkennen wij, aan den anderen kant, dat verfchillende omftandigher den moeten. medewerken, om dit-mogelijk te mäken: wachten wij ons van allen te eifchen, wat fommigen ons geven:sen veroorloven wij ons althans geen ongunftig oordeel, over Geleerden ;met wier vak of open» bare betrekking de Welfprekendheid in geen onmiddellijk verband ftaat wanrieer zij „weigeren, om „ zonder aus rel idem in het ihvensd te fpreken. Deze waarfchuwing , Medeleden ! zoude overtollig „en ongepast zijn, zoo niet, onder onze thans aanwezige, toehoorders „ welligt deze of gene ware „gewoon om ‚zoo te oordeelen, en het denkbeeld van bondige geleerdheid niet wetende af te aas van dat van openbare monde» linge mededeeling, … ib, dak ik __Maar ook juist daarom zult gij het niet ondoelmatig vinden „ dat ik, in,eené Openbare. Vergadering, bij-dit. onderwerp cen, weinig ftil fla, en als het ware de zaak van Vosmiens, onzer, hoe: zeer daar toe on geroepen „ bepleite. … ……… … Niemand „ Mijne Heeren! kei inteelt hulde bewijzen aan ware Welfprekendheid „dan, ik „die alleen door Uwen fielligen wil thans eene plaats bekleede „ van waar vóór: mij: zulke uitmuntende Mannen tot U gefproken hebben, dat ik, het mij nimmer vergeven zoude, zoo ik des zelve anders dan fchoorvoetende, had beklommen. _ Niemand, herzeg ik, kan opregter hulde, bewijzen aan ware Wel- Sprekendheid dan ik, maar niemand is tevens meer in. de gelegenheid, dan een, Lid dezer Klasfe , om zich te overtuigen van het onderfcheid , dat er is, tusfchen weten em,‚fpreken. , Hier toch, meer dan, bij-eenige onzer Zusterklasfen, is de vorm, de voordragt, de taal, niets meer dan fchil, en Schors, en bekleedfel „Bae eener Ct j têner vrijcht, waaraan zuigelingen flechts zich wergapen, en naar de fraaije lijsterbesfen ‘hunne handjes uitfteken , terwijl een volwasfene de druiven in het oog houdt, fchoon derzelver kleur en van die der verlepte bladen verfchille. î hadde Ja! gij, Welfprekendheid, Dichtkunde , en gij dlveodmade Kunften! die oog en oor van den mensch ftreelt, en zijne verbeelding vervoert! hier wordt het voedfel vergaard, dat ook U onderhoudt en laaft, de ftoffe gedolven en bereid, die tot grondflag ftrekt der hooge vlugt, welke gij den menfchelijken geest doet nemen, en waar door ak ref ons wederkeerig bekoort. ë Wetenfchap toch en kennis, diepe kennis der RN en harer wer- king, is de fpil waarom alles draait. Om op den mensch in velérleï _ opzigt te kunnen werken , moet men hem, en al wat tot hem in ver- band ftaat, grondig kennen, En hij, die daartoe de wogen leent, daar aan, pi éven lang, zijne krachten” befteedts ASA die dier en mensch, van hunnen boris af tot ‘aan hun uiteinde , gadeflaat ; waar de werking der natuur geftoord wordt, dezelve tracht te herftellen , en zoo doende, zich, gras risk kunst, herr leven en dood plaatst ; Hij, die in de diepte der aarde weorderngt' en uit datijene wat hij opdelft, tot veranderingen befluit, die “dezé ‘bol moet ‘ondergaan heb= “ben, duizende van jaren, vóór dat dezelvé aan een levendig wezen tot verblijfplaats konde verftrekken3 en die deze flellingen weet te ftaven , door, de natuur nabootfende, gelijke gewrochten en bbr voort te brengen; _ / ' Hij, die de boomen, ftruiken, en planten , over eene oppervlakte van duizende ‚ mijlen verfpreid, en onder de’ verfchillendfte luchtftreken groeöende, in een klein beftek dwingt, dezelven ontleedt en vergelijkt „ en, nu, overeenkomst en verfcheidenheid bepaalt „alles ordent en rang- é fchikt, aalkd den mensch weleer ects voor de oogen Gehiettiktakan 4 Hij, die ons ;.van vruchten , gewasfen , en dieren, de;meest mogelijke hoeveelheid, werfcheidenheid en‚skeur,;tot,voedfel, en; andere einden, weet te. verfchaffen „„en zoo doende „de, weleer,„aan (laven, en lifeiges nen overgelatene , land-huishoudkunde „tot eene wetenfchap verheft , die de ‚wetten, der, natuur aan „hare, oogmerken „dienstbaar maakt, het te- vensgenot, vermenigvuldigt, en de Maatfchappij voor, rampen behoedt, die de vroegere onwetendheid als. aa eener ‚vertoornde. Godheid aanmerkte 5, Kit iS teledt „Hij, „die, de able dk natuur, en den aard en kika sage be- flanddeelen, zoolang befpied heeft, dat hij ze nudoet dienen, om als t ware de natuur zelve te veranderen; die aan een land voorregten weet. te, verfchaffen welke. door. de, Natuur aan „hetzelve, voor, altijd geweigerd. fchenen; die meren opdroogt. „overftroomingen weêrhoudt , den, loop van rivieren verandert en, zoo als, het, jeugdige menschdom zulks met verbazing zoude genoemd hebben , aan zalle, Elementen fchijnt te gebieden; „Hij, die de, aarde meet, kaka ftand tot andere wereldbollen bepaalt, de loopbaan, der Kometen berekent ;, de. Sterren telt, en de Planeten als. tot zich doet naderen; om ze tot een onderwerp zijner brlionras te maken; ujo ISO Ì Ì Hij, ‘die een, edel van die iwensenanrhieid on zich: neemt, en ag Ad dus het zijne toebrengt om ware kennis te vermeerderen , en de won- deren der Oudheid te doen, vervangen door nieuwe wonderen, die nog oneindig grooter zijn, om. dat zij eenheid en regelmaat vertoonen , waar men, te voren, flechts door menigte en venfiehidenheid al als bedwelmd werd; _ is Hij, die in wen werkkring zich plaatst, en dit is de”werkkring dezer Klasfe , niet een hoogst verdienftelijk Lid eener zamenleving, tot B 3 î wieg € sa } wiër -Wêlzijn hij hu reëlS” zóó’ veel” toebrêtigt, “er datt hog Vruchten zaait, die door volgende’ eeuwen én geflachten zullen “geoogst wórden! Voldoët hij hiët, -mêtr dif düizenden ; aan zijtie befteitiiming „ wán- neêr ‘hij, door Hét belang der Madefdhabp geraadpleegd, de fotfon zijner ’ verkregene kefnmis” mede» vaeelt en tan dat eran: dienstbaar maakt? ADM 929, AOP t 3 7 AAR “En mag mên het fil indien hi hét âan zie web hêt_ ee dat hij gedolven en gelouterd heeft, tot fieraden en pronkftuks en te’ verwerken, dië- het oög wat allen’ bekoren? Sonor 0 SD Neen, Mijne Heeren! op dit ftandpunt geplaatst, zal hêé siemdnd kunnén “bevreetiiden’ 3 wanneer ‘hij- hoógstverdienftelijke * Leden “dezer Klasfe, in dezê pe agen boeier nimmer als iemand op: úeden. zn, ARDEN à “Van velen hunner intusfchen_ mogen wij Petrol dat’ zij zich, 6ok aan deze tàak,' in ‘Het wervolg, ‘geenszins onttrekken minkar Dan heden wilde indethaflë ‘deze plaats | betreden; eri Wat Wonder? BROCMANS had 'oris ‘höpe « Begêvén, “Tréden eene Spreekbeurt te ge vervullen! _ “.„Moògt dus iemarid deze Verkaderptaies verlaten, mìn Vorakiaf over dat gene Wat èr gezegd is, “tiemand; ;wértróuw” ik, zal onvóldaan ‘zijn ep hét hooren vn’ dâtgené , “wat ''ér “doöf” dé Rlasfe gedadir ís 5 waat voor ik allen, die dire mede gewerkt hebben, onzen opregten dank toebrenge, en tót- het’ datlroöten. waarvin ik U is uithoodige! Kl ‚Door den Sekretaris ts âls toen voorgelezen hèt navolgend L ARE fh ORTIS E20 \ „ pi C 15 ) zi BRE edn (pair Bd” Hiei ot ETD de elke TYEERN 7 d er tn DER WERKZAAMHEDEN VAN DE EERSTE ‚KLASSE GEDURENDE DE TWEE LAATST VER- „ LOOPENE, JAREN: kn} rie k . 7 Ld $ : td dre dertigste en beden rökrlboubes vin acne RANG RES STAAT! dei Pi ef rj HK iS De Eerfte Klasfe van het Koninklijk « Nederlandfche. Inftieuue van Wetenfchappen, Letterkunde , en ‘Schoone: Kunftep ,; geroepen, tot eene openlijke, verantwoording van haren arbeid in de twee laatst verloopene jaren, flaat gereed, om te voldoen aan dezen vereerenden last. Zij zal trachten „, een zamengedrongen Verflag te geven van het geen in dien tijdkring,bij haar, betrekkelijk, wetenfchap en kunst, is voorgevallen, van. de,„uitkomften „ welke. hare. „handelingen hebben, opgeleverd en van hetgeen, billijker wijze, deswegens. mag ' worden. te gemoet gezien, Vereerd met zeer vele aanvragen, van het, Gouvernement heeft, dere zelver, overweging en beantwoording, een, aanmerkelijk deel ingenomen van, hare, werkzaamheden. Dat echter niet alle, tijd daaraan is ten koste gelegd, zal ftraks kunnen blijken, wanneer ik, tot, de vermelding der eigene werkzaamheden van. de, Klasfe. zal gekomen zijn, ‚Inde eerfte ‚plaats dan van, die genes welke ‚op last, Zijne, Msi of van ondergefchikte, Befturen, zijn ondernomen, stie „Het behaagde, Zijner Excellentie den, Kommisfaris- Generaal voor. het uier de, Kunften. en Wetenfchappen, in handen der Eerfte Klasfe te ‚fielen, het, Model: ‚van ‚een „onder, water. te gebruiken, Mijnkoffer en de. daarbij „gevoegde, Memorie, ten, einde dezelve, volgens, welbehagen van Zijne, Majesteit door, haar , onderzocht. en beoordeeld. zoude. worden: hi Klasfe vond goed dien vereerenden last over tè brengen op haar _Medelid ‚den Heer KRAYENHOFF; uit. wiens berigt. zij zich im ftaac -1l55 vond , 6) vond, Zijner Excellentie first dienen _hoofdzakglijk van het volgend dvies. ve “Zij ‘erkende namelijk, gg Brevis” -Eefelonwd ; doatais een UAR TOO Mijnkoffer, onder water fpringende , geweldige uitwerkingen zoude moeten.” te „WEER, prengen., Zi, dab NL HAES werktuig zoo als ‘het nu was zamengeftel. vat aar, zoude Voor eene vol- doende proefneming in ‘het klein en FAS Zo ige ‘om andigheden „ als men in de Le: heeft, om tot den goêden uitflag te doen zamen fpannen. ke aAhashoheVie dildnigoA sar anv steel dns 90 ‘Maar zij hiëld zich levers’ zeër Svereiigd; dt ae) ‘proeftiefting- in het groot’, om ‘namelijk’ Rivielen ‘Hävens en Zeegaten’ té ‘beveiligen, dat is3 vianderijkë” fchepen, binnen dezelve indfingende ; te ‘doen’ fpringen of te vernielen, met onoverkomelijke “zwarigheden zóudé verbonderi wezen: Dit ‘alles op volddende grondet ontwikkéld ' zijnde’, “maäkte de Kläste aan ook gdêne Zwatigtleid , ° Zijder Bxcêllentie te adviferen, bi deze ‘uitvinding té Tangchikken. onder het” getal van nutteloze “ber moeijênisfen: en ondoördachte voorftelten.” "°° 9 von en mod Eene onmiddellijk nuttiger fttekking fcheen ‘het voorr: om ‘op eené eigene wijze gelei uit beenderen te trekken. en tot velen matigen prijs algemeen “verkrijgbaar te doer. ‘worden. Zijne „Excellentie, den ‘Minister van tbe osn nlet het” advies’ “der Eerfté ’Klasfe’ verlangd hebberide’,- dienden ‘de. Heéren VAN MARUM, BRUGMANS Cf DE FREMERY van ‘Concept- Verlag. sv 10 “> Uit hétzelve bleek, 1°. dat de voorgeftelde wijze, “om “door” middel van verdund Zee*Zoutzuur bouillon- tabletten en dierenlijm ‘uit been- deren te bereiden, nèt ‘vérfehinde ’* ‘van “die wan @&? Arcèt“ ‘te “Parijs} waarvan , federt’ dén “jare 1814, aldáar eene Fabrijk * Beltaat , “ao.” “dat het dus alleen” zoude aänkofnen ‘op de“ vraag 5" of het! ‘wenfchelijk zoúde zijn, dat er aan de verzoekers een wieflaitende ‘vrijdom verleend wierd tot het verkoopen van’ bouillon’ koekjes’ üit béenderen- gelei ; '3°. “daf ech- Car 3 schitertegen Mét” verleenen” van! zülk een octrooï gewigtige bedenkin: gen” beftaan „en wel: vooreerstsnaardien men geïnformeerd is, dat ook dergelijke bouillon+ tabletten; met goeden uitflagsin ’s Gravenhage bereid worden door een beroemd Scheikùumdigen ;--die voor -dé bewerking zelve verbeteringen) uitgevondenesren’ het daarmede ;tot eene „aanmerkelijke hoogte gebragt heeft; iets waarop de voorftellers zich niet beroemen kunnen, “De “tweede bedenking is ontftaân uitde befluiten Zijner Majesteit van 8 October en 6 Decembeêr sdes jaars--1817, ‚waarbij: Zijne Excellentie:-de “Minister van! Binnenlandfchè Zaken. is „gemagtigd , om het gebruik van den, te Haarlem:-verbeterden „én aldaar’ in: gebruik zijnde ; Papiniaanfchen “pot „ter verkrijging. van: gelei, uit beenderen ; ten nutte-van behoeftigen, im meer algemeen gebruik te brengen, en dat, overeenkomftig die befluiten- reeds zoodanige potten. voor valle Departe- tiekten van het” Rijk; ster Haarlem zijn ‘in--gereedheïd > gebragt, Met welk een en ander het verleenen; van. uitfluitend » octrooi niet wel te wereenigen «zijn “zoude. ‚vs ar on on ovove € kaai :> Dan er beftaat nog eene derde bedenking: zij is- deze, Indien, men van’ de Gelei, op de manier-van"p’ARCET-doorszuren bereid, bouillon- koekjes wil maken „loopt men: groot:gevaar ,dat-dezelve vergiftigd wore det ; vermits de Gelei- van: het ‘zuur ; tot bereiding. aangewend „bezwaar- lijk geheel gezuiverd”wordt.Daâr nude Gelei van p’arcem- ter bereie ding-van/bouillon-koekjes voordf in-metalen’ ketels die miet wel anders, dan van koper: kunnen zijn „moet worden opgelost, zoo zal het, in de Gelet overgebleven” zuur; zeer ligt: het-koper= vergif doen ontftaan. - Om welke reden, al waren er geene andere „ dan; ook de Klasfe het van haren” pligt meende te zijn , heteverleenen „vani,oetrooi: op. de Fabrijk van bouillon-tabletten, naar deewijze ván D'ARCETIte moeten ahraden. ME AM % Het bin Zijner Ee “den Kommisfaris- Generaal voor ‚het Onderwijs, en voor de Kunften, en Wetenfchappen, bij Misfive - van 4 October 1817, aan de Eerfte Klasfe te berigten, dat ingevolge C be= € 2 3 zi befluit van Zijne Majesteit van 5'Julij 1817; aan dezelve zond WOTs den toegezonden eenige Machines «voorde Vlasfpinnerij, en het dub- belen van het gaten sten’) einde. deze Werktuigen, aan ‘het examen en oordeel der” Klasfe te onderwerpen’; of namelijk: 1°« dezelve- beter van eonftruetie ren verkieslijk zijn-boven :de thans in dit-Rijk Caen ver. men, weet) reeds aanwezige. machines van dienraard? - …— 2° Of zij gefchikt zijn tot eene, meer volmaakte en zals vostaae fpinwijze , dan de gewone metde hand? > oo voc over ie: {05% Of deze machines die waarde. hebben; om erster invoering in dit Rijk: krachtdadig woortelftaane er 07 ef ab mwn Td Bij dezelfde’ Misfive- werd de. Klasfe tevens bekend: met het, bed van den Uitvinder, dat door haarvook: mogt. geëxamineerd „worden. een Graanmolen. (op welke Zijne Majesteit hem reeds Oetrooi. had toeges zegd) ten einde door de goedkeuring der: mn: aan desaelfs,verdienften nog meerder waarde ‘te doen toekomen: > vate olfttea. tear atogs: olliur De Spreker benevens de Heeren BANGMA , MOEE-EN VAN (CAPELLE 6 werden verzocht tot ‚de: beoordeeling: dezer, zangebodene werktuigen. „Het is uit derzelver bijgebragte inlichtingen „dat de Klasfe-zich in ftaat bevond, Zijner Excellentie „den Minister voor het Openbaar Onderwijs „de Nationale Nijverheid, en Koloniën, te dienen. van het, volgend. Verflag, =iEen werktuig namelijk voor ‚de - Vlasfpinnezij „was, in zijne geheele zämenftelling „zoo van voorbereiding ;: als draadtrekking ‘en verdubbe, ting van eene: uitftekende fraaiheid, en fcheen voor het maken van gro» vere 5 linnens , ter waarde van achttien à twintig-fluivers.de el, niets te wenfchen over te laten. Eerfte. Linnenkoopers en Fabrikeurs, die deswegens zijn’ geraadpleegd „ waren: volkomen cenftemmig: met het gee woelen var gekommitteerden.. De Bertte- Klasfe maakte „daarom geene zwarigheid, de drie vraagpunten van meermemede, Misfive bevestigend te beantwoorden. Si el N er ÊE arr 6 r\ r ' - De | sit £ . r f Enk , dikes De tot ps OE } 5 Pi Cw ) Dé werktuigen waaróp ‘dit’ afitwoord flaat zijne oo +! etsen! 57 ocrPur Twee ckleineflalë: cilinders „ 'gehecht-bpsreen splankje-als vaals fak, waaraan voorfteektveen korte) wijdltaartige ‘koperen «trechter z=ter doorlating van het vlas, dat, behoudens de Jéngte ‘van-de vezel tob enen langen=plok:s of: bänd moet getrokken worden. ‘Deze banderside groudflag van ket geheele werk „sen: maäkt ide reerfte. verdienfte “uit vän zine vinding: Bij vroegere pogingen; om vlas te fpinnen-op- werks tuigen, käpte wien het vlas, ftampté hets, vermengde hét ook’ wel met _ katoen; om het als eene wollige {tof ter draadtrekking: gefchikt te mas ken, doch verzwakte het daardoor tevens aanmerkelijk. Waârom mef er in fabrijken niëts »mede-op had. Het behouden van: het. vlas; in zijne oorfpronkelijke lengte en kracht was alZóo'het groote et dat door den Uitvinder dezer werktuigen is beantwoord. se Eenvwerktuig, waarop het- Vlas :gekaard wordt. „De eerie vormde plok of ‘band: wordt hier op. eene fraaïje “wijze voorbereid, ont tot reen’ draad) te kunnen gefponnen ‘worden, »Zijne-lengte wordt ges bragt van een tot twintig, zoo dat een band: van vijf. meters, behoue dens de goede item mand vezelen , nu wens ma werg van hon derd meters" bekome, rat) lood vsinsteeror 80, Is-ten werktiië, a men wortd: bk, als, pan voortzete ng var: Nera De band wordt: nóg eens "gekâard “en ter gelijk ge=' trokken tot eene lengte, vijftien maal grooter „dan zijvrru reeds bezit maar te gêlijk also een” draad opgewonden op eene bobijn of klos: wel. ke zieh zóodanig „ door "eene eerrwvoùdigd- wter in banen ftelt; dat de draad dezelve gelijkelijk wult. gtr Deze klosfen » worden: gefteld op» de eigenlijk gezegde Spinma- eliine ‚hier tefi- getale värt twaalf -Doclirhet getal is «tot zekere maté willekeurig,” ot dat het -âfhafgt vafi de’ uitgebreidheid; die men aan’ hiet Ai wil gevèn. » pd hédft vp de grootte van eer, Ca k Je Aan é A20 3 ‚Aan de Ik is op eerie zeer. eenvoudige,’ ‘doch. tevens Zeer. vinding rijke wijze’ aarigebragt ‘het “middel, om hét vlâs”te- likken 3 met andere — woorden, om „den draad ents te waters het vete vg sane dat hij gefponnen wordt. > vreden er Pps os Een jongen ‘óf meisje, van, twaalf ek veertiën jaren bind. ftaat zijn, dit werktuig „even -alss;de «twee voorgaande, aan: den gang te houden, en van een enkel pond vlas een’ draad te trekken van vijfen twintig “duizend meters in het zelfde tijdsverloop,’ dat. acht handige: werklieden tér; naauwer ‚nood hetzelfde op, een vera gend doen zóudeiid Hito oprnesensmuss 1oobrsab : ua zo, „Een twijnmolen,' waarop des beant rdesider gen eene zeer: gemakkelijke wijze »gedubbeld ven “tot haaigaren «bereid „worden. » Ooke over dezen was.men bijzonder tevreden. soaco von vont nes voobesen Bij deze ‘werktuigen was „nog „gevoegd een; Wegter: waar de fchietfpoel „-door--eene veigenfoortige, bewerktuiging. bij selken'-flag „der, lade ‘tegen den kam; genoodzaakt wordt, den-weg door de: kêtting» met: eene groote fnelheid afteleggen. « Dit:-mechanisuus zou. van „veel dienst! kunnen zijn opeen breed. weefgetouw ‚- waarop vanderzins twee of drie. werklieden vereischt worden. Doch het eenvoudig--doortrekken var, den fchietfpoel, gelijk het thans bij deken-‘en laken-fabrikeurs te Ley- den pleats- heeft , fpaart „even zeer „den, tweeden, -werkanan 4 is. minder, kostbaar en-eenvoudiger. edet Niv gtt sits z08t diss Hoezeer het: vernuft, van- den; uitwinder seer. vaan: doende; fchijnt die: weefgetouw derhalve niet wel te kommen srt wanen: onder de; klasfe der vijf eerstgenoemde. rr Met het fpinnen van vlas. ftaat, dat van alkaline edn in bree Men’ zal-zich dus niet verwonderen , datde, uitvinder van het een „ ge= bragt is. tot de -zamenftelling van. het ander. « Zijne, fpinmachine, voor, de hennip verfchilt echter in zoo verre van die voor het vlas, 1°, dat, het twintigmaal verlengen van den band in één werktuig js verbonden. At met Cat) miet het nog êéns vijftien maal verlengen van dien zelfden band en het daarvan trekken eens draads, die te gelijker tijd op eenen klos wordt opgewonden. e2°. Dat deze getrokken draad nur reeds gebragt is tot zulk eene kloekheid , als vereischt wordt, om hem, het zij ‘tot {ches ring, het zij tot inflag te doen dienen. De aanmerkingen, daarop ge- maakt, fchijnen ten genoegen te kunnen worden opgelost, zoo zelfs, dat nadêre proeven het wooruitzigt openen, dat het arbeidsloon, zoo niet op twee derden, ten minften, op de helft. minder zoude komen met ditvwerktuig, dan met de gewone fpinwijze. „Onder de werktuigen, ter draadvorming, moest de Klasfe nog ge- wag maken van’twee zamenftelfels, waarvan heteen dient om de grove hennip voor touwwerk en voor grof doek te fpinnen, het an= der, om het touw zelve te flaan: Het eigenaardige des eerften zamentftels beftaat hierin, dat een baan der ; welke’ den draad vormt, niet genoodzaakt is, trekkende, achter uitste gaan; en, na afgelegden weg tot“het doen opwinden van den draad, terug te keeren. Integendeel, hij blijft ftil ftaan bij het werk- tuig, terwijl de draad, dien hij affpint, wordt opgewonden. Het mo- dels het geen der Klasfe werd aangeboden, is gemaakt voor drie baanders. Men zou het kunnen maken voor vijf of zeven, en daarbij uitfparen de lengte des baans, en het verlies van tijd voor gaan en komen langs dezen baan, benevens het onaangename van, zelfs bij guur, ongezond weder, in de opene lucht te moeten werken, ‚Het tweede. zamenftel , dienende. tot. het flaan:van touw, is zeer gefchikt.- voor ‘het maken van alle foort van lijnen, zelfs van matige dikte.” Het vereischt flechts een? baan van veertig tot vijftig voeten, om touw te flaan zonder las van aanmerkelijke lengte, en wel geëven-: redigd aan de geheele lengte , waartoe men de eerfte draden heeft ge- fponnen. “Want zoo lang de oorfpronkelijke draden meêgeven, laat mie: het” daarvan” door agd koord aan het andere eind des toeftels op- C 3 win- C 22 ) winden. * Dit éerfte koord nu-kan men op denzelfden toeftel tot dikker: - touwwerk flaan, doch woor zwaar touwwerk en kabels dient het niet, Daar het echter voor kabels. den grond{lag legt, kan. dit werktuig als een nuttig voorbereider tot het flaan voor zwaarder touw dienen, … „Het kwam aan Gekommitteerden belangrijk voor, om «op beide deze toeftellen, door bekwame werklieden, een beflisfende proef te doen nemen. Waartoe hen de Equipagiemeester van ’s Rijks Werf s-de- Rene ROEPEL „ het noodige: perfoneel wel heeft willen: verleenen. vi 00 Deze proeven waren allezins voldoende, em laten alleen ter beftise fing over, of de kosten der toeftellen , die echter niet zeer hoog ko- men kunnen, zullen „gedogen; dat „van ‘dezelve met vaondent rare gemaakt worde. Buiten den Graanmolen, waarover kie beten ‘der Klasfe vichis werd, heeft de uitvinder nog gezonden eenen -Karottenfnolen. - ú „Kundige bakkers , den-eerstgemelden in werking en’ vervolgens zijne inwendige zamentftelling ziende, oordeelden, dat ja , wel zulk een molen voor fchepen of voor belegerde plaatfen bijzondere aanbeveling verdienen konde, doch dat dezelve ín de Noordelijke Provinciën , tot „het malen van Tarwe meel of Rogge voor Wond a aan ingezetenen , Vole flrekt ongefchikt ware. Een der voornaamfte fEaliahadsboris te Amfterdam, na rd. \ - molen in zijne zamenftelling en werking nagaande „-keùrde hémegoed! tot het maken van ‘Snuif voor klein debiet, maar deed den Uitvinder overtuigend. opmerken.‚‚dat in. plaatfen van: „handel, waar--dagelijks: op een enkelen windmolen vijfhonderd ponden ,Snuif. gemaakt » worden „ een werktuig van zesmaal minder” bevangen) er aanbeveling teer “nen kan. ï zi uaell zjn ten) ah Dedeiart stk tien Bite Er i is zoo memgwerf en, zoo veel over. ib: kimcht der. „vooroordeelen: gefchrevens dat reen van beiden „ of «de Maatfclrappij. nietrvatbaar” is, voor, geheele verbetering op dit uk, of de middelen tot verbetering niet C 23 J niet ter regter tijden plaatfe zij aangewend. “ Jammer dat inmiddels * de goede zaak zoo duchtig komt te lijden en dikwerf de grootfte na- deelen berokkend worden. ‘Dubbel jammer, zoo deze wooroordeelen voedfel vinden bij anderzins verlichte Mannen, op wie men, als voors ftanders van nuttige veranderingen zou gewenscht hebben te kunnen bouwen. * Men zal zich dan ook niet verwonderen, dat de Eerfte Klasfe ge= woelig getroffen werd door het adres van den Raad der Stad Delfts aan Zijne Majesteit, om gedispenfeerd te worden van de door Hoogste dezelve aan de onderfcheidene Adminiftratiën opgelegde verpligting tot het gebruik van Geöctroijeerd Amfterdamsch Kunst-Cement, voor de daarbij vermelde Stedelijke. Metfelwerken. Welk adres. zij ontving: van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandfche Zaken, met verlan= gen, dat de Klasfe ten aanzien der bij dat adres aangevoerde feitert zoodanig onderzoek in het werk wilde ftellen , als ne zoude vermeenen te behooren. Hoezeer moede van de voortdurende wien: en tegenwerkingen, welke de Klasfe bijkans onafgebroken verpligt is op te heffen, “wil zij de deugdelijkheid van het Amfterdamsch. Geöctroijeerd Kunst- Cement doen gelden, heeft zij echter wederom gehoor gegeven aan bend vers langen des Ministers. “Zoo de Eerfte Klasfe nu voor deze aanzienlijke Vergadering de ftukken wilde open leggen, die hierover tusfchen den Raad der Stad Delft en haren elektris zijn gewisfeld, zou zulks niet zeer gefchìikt wezen, om den ongunttigen’ indruk te verminderen, die het eerst vere nemen van deszelfs tegenftand welligt reeds op een ieder Uwer zal gemaakt hebben. Ik zal dus alleen zeggen, dat, na. alles rijpelijk te hebben overwogen, de Eerfte Klasfe noodig vond, den Heer Minister te fchriijven, dat zij geenszins de Regeering van Delft konde op zijde marie maar ntsc wenfchen. zoude, het vooroordeel, dat zich zeeds ‚Ke D “rêeds vroeg “bij dezelve tegen het Amftefdamisch Kunst -Cement :gês openbaard heeft, door gepaste middelen: uit den weg: gerüimd tes zien; dat zij daartoe geenen beteren weg kent; dan een ruimgebruik dezer metfelfpecie „ zonder. opzettelijke bedoeling van tegenftand , "en “onder de noodige. zorg, dat hét Cement goed bereid en: bewerkt worde, — Zij had het genoegen kort na dit haar uitgebragt advies te vernemen, dat het Zijner Majesteit behaagd had, om, in het bij bovengenoemd adres gedaan aanzoek te difficulteeren „uit: aanmerking, dat er geene redenen beftaan, om in het-geval voorhanden van „de door Hoogstde- zelve ‘ten dezen zoo duidelijk aan den dag gelegde intentie af- te wijken. 58 d „ Er-is geene zaak, die, federt men de: landen heeft begonnen in te dijken, zoo zeer een onderwerp van diepe navorfching geweest is „ dan het vinden der beste. middelen, «om zich van” het overtollig. binnen ftaand water te ontdoen. De Eerfte. Klasfe ‘had “bijkans telken jare verflag te leveren van nieuwe voorftellen, daartoe ftrekkende , doch meestal ongefchikt, om de reeds beftaande, werktuigen te verbeteren, of te „uitgebreid „te omflagtig en-te kostbaar, dan dat zij in voordeelige aanmerking zouden hebben kunnen komen, Zij weigert echter nimmer op nieuw haar onderzoek , wanneer een nader middel ter overweging ge= bragt wordt, Zij ontving daarom met gewone bereidwilligheid het verzoek van Zijne Excellentie, den Kommisfaris- Generaal voor het Onderwijs, om dezelve te dienen van advies op een werktuig, voors gefteld tot watermalen. Uit het onderzoek van dit werktuig, door de Heeren GOUDRIAAN &n- BRUNINGS ; leerde men, dat de hoofdzaak van deze uitvinding hier- op neder. kwam, datde ontwerper aan, den oever; in eenige ftroomen- de rivier, wilde plaatfen een Waterrad , van het welk. de as horizontaal en in de rigting van den ftroomdraad zoude gelegen worden , terwijl over de oge van de as een aal waterborden, in fchuine rigting , even A TE Cas Even als de wieken van een windmolen, worden. gefteld, op het welk de ftroom, gelijk de wind op de molenwieken, werkende , eene. om- drijvende beweegkracht daarftelt, die de ontwerper door middel van drie dubbelde kettingen op een fcheprad- van gewoon zamenftel over- brengt, om hetzelve daardoor te doen bewegen. = Eenige proeven, genomen met een nieuw model op een tiende der grootte van het werktuig, voldeden zoo zeer, dat men toegaf aan den wensch des ontwerpers, om bij het Gouvernement een voorfchot van hondert en vijftig Guldens te verzoeken, ten cinde een model op de dubbele grootte van het eerfte te vervaardigen, en daarmede voor eene Kommisfie van het Inftituut de proeven te herhalen. Het voorftel der.Klasfe had bij het Gouvernement een gunftig ge- volg. Bij eene Misfive van Zijne Excellentie, den Minister voor het Openbaar Onderwijs „ de Nationale: Nijverheid en de Koloniën, werd het berigt ontvangen, dat het Zijner Majesteit behaagd had, eene fom van honderd vijftig Guldens te verleenen, ter vervaardiging van een model in het groot van dezen nieuw uitgedachten Watêrmolen. De ontwerper heeft van deze gunst een gepast gebruik gemaakt en een vergroot model vervaardigd, met wiens onderzoek de Heeren cou- DRIAAN- € A. BLANKEN JANSZ. zich bezig houden, en waar van de Klasfe het nader berigt is wachtende. Zijne Excellentie, de Minister voor het Openbaar Onderwijs, de Nationale Nijverheid „en de Koloniën, de waarnemingen en ontdekkingen , welke elders ten algemeene nutte gedaan worden, ook gaarne ten voor- deele van ons Vaderland willende aanwenden, vereerde de Klasfe met den inhoud van zeker werk, door den Heer WILLIAM LAMBERT, Offi- cier der Genie in dienst der Vereenigde Staten van Amerika „ bevat- ‘tende eenige berekeningen ter bepaling van de lengte van het Kapitool in de Stad Washington tot de Sterrenwacht te Greenwich in Engeland. Het oogmerk Zijner Excellentie zijnde, dat de Klasfe hiervan het noo- D dis Css) dige gebruik zoude maken, werd hetzelve gefteld in handen vande “Heeren BANCMA en KEYSER, met verzoek om aan de Klasfe eenig Schriftelijk berigt te willen mededeelen, over den inhoud en verdienften van dit werkje: Onze geachte Medeleden aan” dit verzoek voldoende, bleek uit derzelver berigt, dat de Verhandeling des Heeren LAMBERT geene bijzondere verdienften bezit, waardoor het zich bij onze Zeelic= den zoude aanbeveelen. Gekommitteerden lieten het echter niet bee rusten bij dit bloot berigt, maar voegden bij hetzelve zoo vele belang» rijke opgaven wan breedte en lengte voor onderfcheidene plaatfen var Noord- Amerika, dat de Klasfe vermeende, dit berigt niet voor enkele kennisgeving te mogen aannemen, maar bij Zijne Excellentie, den Mie nister voor het Openbaar Onderwijs „te moeten in overweging brengén, of het niet zijne nuttigheid voor onze Zeelieden hebben zoude, bijal dien ten hunnen dienfte gezegde bepalingen van breedte en lengte daat den druk verkrijgbaar gefteld wierden. Het behaagde Zijner Excellentie, bij Misfive van 6 Juli 1819 „ dess zelfs dank te betuigen voor het medegedeelde Verflag op het Werkje van, ‘den Heer LAMBERT, en te kennen te geven, dat hij een affchrift van hetzelve had doen toekomen aan Zijne Excellentie, den Minister woor de Marine, als hebbende deze door middel van den Zee-Almanak de beste gelegenheid, om de medegedeelde lengte bepalingen door den druk, op eene gefchikte wijze, aan ter Zeevarenden bekend te maken, De Kommisfie tot het regelen der nieuwe Maten en-Gewigten ig onafgebroken werkzaam. in het bearbeiden van zeer uitgebreide ftuke ken, waarvan fommige reeds, ín den loop van het nu verftreken- jaar , “zijn ingediend bij het ‘Gouvernement, "en door -hetzelve als regelmaat in het vastftellen van deszelfs befluiten gevolgd. Doch daar het werk dier Kommisfie een doorgaande arbeid is, zow ik hiervan niet wel an- ders, dan eene gebrekkige Opgave doen kunnen, zoo lang dezelve niet geheel is afgeloopen. Het OR MJ _ Het lijdt intusfchen geen” twijfel, of Gekommitteerden. zullen, ná fiet eindigen. van deze moeijelijke werkzaamheden, verflag geven van alie hunne verrigtingen , en de Klasfe alzoo in ftaät ftelten „, omrv meet entwikkeld voor: te dragen, wat in dezen is verrigt geworden. … & À KS hi ri Toen ik bij mijn vorig. Openbaar Verflag met een warm gevoel. ge- dacht aan het heerlijk ontwerp der Vriefche Kunstenaars ARJEN ROELOFS € ZYDS RIENKSy om niet alleen eene Teleskoop van veertig voeten , gelijk aan die van merscueL, te vervaardigen; maàr aan dit werktuig zelve belangrijke verbeteringen toe te brengen, maakte ik tevens bekend het voorftel der Klasfe aan Zijne Majesteit, om deze verdienftelijke. Mannen door Penningen uit ’s Lands kas te onderfteunen in hunne nuttige werkzaamheden. Dit voorftel is niet onbeantwoord gebleven. „ Reeds kort na die “Openbare Vergadering ontving de Klasfe het hoogstaangenaam. berigt, dat Zijne Majesteit had goedgevonden, den Heer Kommisfaris-Generaal voor de Kunften en Wetenfchappen te magtigen,om over eene fom van f 1o,ooo te befchikken , ten einde, met overleg van de Eerfte Klasfe des Inftituuts, en onder opzigt eener Kommisfie uit dezelve , te wor« den gebezigd, om de reeds genoemde Kunstenaren aan het werk te ftellen, tot het vervaardigen van een of meer Teleskoopen, ten: dienfte van het Sterrekundig Onderwijs in het Rijk, Zijne Excellentie bij deze kennisgeving tevens verzoekende , om aan hem te willen inzenden een gemotiveerd advies en ontwerp, ten einde op de gefchiktfte en nuttigfte wijze, volgens de bepalingen van dat befluit, aan deszelfs bedoeling te. voldoen, is goedgevonden, deze zaak op te dragen aan eene bepaalde Kommisfie, van welke het Verflag binnen: kort wordt te gemoet gezien. _ Onder de gewigtige bemoeijingen „ waarmede zich de Eerfte Klasfe, öp vk van het Gouvernement, in het nu afgeloopen tweetal jare Dae heeft C 8 ) heeft trächten bezig te houden, zijn er fommigen van dien ‘aärd „dat zij met de meeste infpanning niet hebben kunnen voleind worden; bij anderen ontbreekt het aan de noodige toelichting en hulpmiddelen tot: het behoorlijk uitbrengen van Verflag, waardoor zelfs de Eerfte Klasfe, is genoodzaakt geweest, enkele Stukken onvoldongen te rug te zenden âan het Gouvernement, met bijvoeging der redenen, die zulks ten ge- volge moesten hebben. Tot deze laatstgenoemde betrekt zij vooreerst het onderzoek naar zeker in Duitschland beftaand Werktuig, welks in’ trein brenging binnen ons Vaderland p. vAN GRIETHUIZEN te Jutphaas, bijzonder nuttig oordeelde, en waarover hij gerekwestreerd had, met’ aanbod, om, onder provifionele geheimhouding, nadere opheldering en’ Opening te geven, ten einde vervolgens, ten koste “van den Lande, tot proefnemingen zoude kunnen worden overgegaan, Doch. waarom trent de Klasfe nooit eenige nadere inlichting van den voorfteller heeft kunnen bekomen. Ten tweede het onderzoek van zekere’ Compofitie-teer , uitgevonden door den Geneesheer w. J. DE KONING, en volgens deszelfs opgave zamengefteld uit Inlandfche ftoffen, met welke teer reeds eenige vol doende proeven op ’s Rijks Werf genomen waren, en omtrent wier be- ftanddeelen Zijne Majesteit nadere toelichting van de Eerfte Klasfe verlangde. Bij alle middelen van overreeding immers mogt het, noch den Heer Roeper, noch den Sekretaris der Eerfte Klasfe gelukken, dien Geneesheer over te halen, om eene genoegzame hoeveelheid van zijn Compofitie-teer tot fcheikundige beproeving af te faam, Ten derde het niet voldingen der proeven op de bruikbaarheid err deugden van het Inlandfche IJzer, hetgeen de Zuidelijke Provinciën van het Rijk opleveren. Waarmede de Eerfte Klasfe reeds in de maand Junij van liet jaar 1816 had aangevangen, op last van Zijne Majes- teit, doch in wier voleindiging zij zoo vele teleurftellingen ontmoe- tede, dat zij nu rs ai gemeend heeft, zich bij het Ministerie van nere OND, Openbaar Onderwijs ; Nationale Nijverheid en: kin, van hg behouden dezer lâstgeving te moeten verfchoonen. 3 ‚„Onder de (lukken, waarop-het der Klasfe te Rn viel aan het Gou vernemernit te dienen van berigt, zal Uwe aandacht ; Geëerde „Toehoor- ders, zaken van het grootst belang hebben opgemerkt, Niet minder» gewigtië. zijn fommigen, waarop het antwoord van Gekommitteerden noSwwordt ingewacht. Het is dat hoog belang erde moeijelijkheid„aan derzelver rigtige bearbeiding onaffcheidelijk verknocht, die men als:de eenige reden. befchouwen mag, dat op velen nog geen voldoend: berigt heeft kunnen worden opgemaakt,-en de Klasfe in ha- ren. wensch is-te: kort gefchoten, om aan de vereerende lastgevingen van het Gouvernement nu reeds in allen deelen te gemoet te konon. ‚ De werkzaamheden , waarvan ik tot nu toe heb gefproken, en geene bepaalde {trekking , dan voor zoo verre zij den ijver der Leden gaande hielden, om het Gouvérnement ten dienst te ftaan, en, waar het te pasfe komt, door hunne navorfchingen voor te lichten. Want, hoe belangrijk in zich zelve, kunnen foortgelijke onderwerpen: nimmer in zich bevatten het ware doel der werkzaamheden, Uitbreiding van wetenfchap , vermeerdering van kennis, diepe navorfching der Natuur en het verfpreiden. van, algemeene verlichting ziet daar de voornaamfte punten, waarom zich de kringen dezer. Geleerde Maatfchappij behooren te bewegen. De Eerfte Klasfe aan hare hooge beftemming trachtende te beantwoorden, heeft, federt haar vorig, Openbaar Verflag , door. de uitgave van het Vierde Deel der werkzaamheden en_het daar voor plaatfen van een uitgebreid berigt getoond, met welken ernst zij: zich, aan hare verpligtingen blijft herinneren, De verzameling van ftukken , betrekkelijk, de Uitftrooming der Opper-Rijn- en Maaswateren door de, Nederlandfche Rivieren tot in Zee, op een enkel na, geheel toebehoo- rende, aan diep doordachte overwegingen van hare Medeleden, mogen ook hiervan ten bewijze ftrekken. D3 Zij C 3e) “Zij maakte’ zich zelfs ten bijzondere genoegen „ hare medearbeiders in eene der overige Klasfen ten dienst te ftaan. Door die van de tweede aangezocht, om zekere ftukken hout van eene Brug, die in de Drentfche Veenén onlangs gevonden zijn," te beproeven; voldéed zij -giarne “dan dit verlângen, en verklaarde ; « na bedaard “onders zoek, dat het haar heogstonwaarfchijalijk “voorkwam , dat” deze Brug van den tijd der Romeiken , zoo rd men shan 3 zöude- pike sinas 7 25 «De overige geleerde vaortbreiigfelens, waarvan mij nog. vna: te doen flaat,' bepalen zieh of tot zoodanige', als gefchikt zijn, om dew tijd der bijeenkomften met een wetenfchappelijk orderhoud te vervul Ten, of tot zoodanigen, als dienen moeten, om, na- doorgeftane proef der- Klasfe , als meer doorwrochte arbeid aan het licht gebragt te worden. _ Dat de derfte;, Hoewét aangenaam, nuttig en leerzaam, nièt altijd gaan kunnen ovêr zâken , vatbaar, om in een Openbaar Verflag te worderì opgenomen, bevroedt een degelijk Uwer genoegzaam. Wan heer ik derhalve van flechts weinig voorgedragene ftukken melding maak, wensch ik daarna niet te hebben beoordeeld en afgemeten de fom van alle onderwerpen , ni nu en dan tot Belen onderhoud aans teiding SIVEN. ® Ll “De Heer VAN CAPPELIE, onverinoeid in de nafporing van âlles, tat bij vroegere fchrijvers, betrekkelijk Natùur- eri Wiskunde, is op- geteekend, werd als van zelve gebragt ‘tot eenen man, die, in het begin der zeventiende Eeuw té Alkmaar levende, de zonderlingtte ge= ruchten van zich deed uitgaan, en als een wonder van zijnen tijd toen, en ín latere dagen, is befchouwd geworden. De faam ‘toch heeft CORNELIS DREBEEL tot de wolken opgevoerd , er zijne “gedachtenis, als die van eenen wonderdoender, verre boven zijne tijdgenooten , tot de nakomelingfchap overgebrägt. “Weinig echter is ons met zekerheid beste + Sechakand Muret * ‚ haas É, 3 ‚ , ke ‘ over Mer Cs) over zijne uitvindingen bekend, maar meest alles, wat dienaèngaande vermeld. wordt, isin een: geheimzinnigen adi etat “dien het moeijelijk valt te: doorzien: fi ils Er zijn echter werken van dezen. man inagsdin waaruit, mer éenig ijk fcheppen org biagens: uit deze werken wordt geen bho “Men kent er dries 1°. De natura elementorum. 2°. De quintà esfensia: 3°. Epistola ad Regem Angliae de perperui mobilis inventiore. “ Het eerfté en laatfte fluk , beide in de Nederduitfche Taal opgefteld, zijn door PETRUS LAURENBERGTUS in het Latijd overgebragt. Doch het zij men dezelve in het Nederduitsch, ‘het zi in het Latijn raade . plege „ mergens vindt men eenigen vasten grond, waarop zich zijnen roem kan ftaande houden. Ons geacht Medelid vond zelfs: “1°. Dat het tractaat over de natuur der elementen geene weten- fchappelijke waarde heeft, en nooit în eenig opzigt tot den opbouw der Natuurkunde kan hebben medegewerkt. “_e®, Dat de uitvinding van de eeuwig durende beweging zoo duis- ter is befchreven, dat het onmogelijk is, zich daarvan een duidelijk _ denkbeeld té vormen, doch dat zij in eene foort van planetarium fchijnt beftaan te hebben; waarbij nog eenige werktuigen, om de weers lucht en andere verfchijnfelen ná te ‘bootfen, waren gevoegd. “ge. Dat DREBBEL geen” wiskundigen denktrant ín zijne “fchriften heeft aan den dag gelegd; dat er’ ook geene geleerdheid in doors ftraalt; zoodat er niets overblijft, dan dat hij zijnen roem, zoo die hem wefkelijk toekome , ontleend ‘hebbe van zijn vernuft in het uite vinden, van Werktuigen , en zijne verdienften als Kunftenaar. / „De Heer BENNET leerde’ ons de “Agrostis” flolonifera, het zoogee naamd fiorin gras, als een voortreffelijk veevoeder kennen ,-ook- voor den Nederlandfchen Landbouwer en’ Veehouder, Nadien het van zeef veel belang is, de voederfoorten zoo veel mogelijk te vermenigvule Î CBE) digen, is ten hem »dank’ fchuldig voorde mededeeling wan: het géen tot de kultuur dezer grasplant. betrekking heeft, Daar ditalles’ echter. nu reeds in openbare druk verfchenen is, kan pi het niet wel “als vat baar voor dit hea belchouw en. al ried _ De levsienserinkagdin ter rintlaadhoudies vanhet foort, hoezeer be- dekt metseenen digten luier, waarvan het de Natuurkundigen tot heden naauwelijks gelukt is, de minst donkere zijde op, te ligten, levert nog» tans in de gevolgen eene menigte verfchijnfelen , ‘die, voorde. ziekte- kunde zelfs van het hoogfte belang zijn. Vooral moet hiertoe, betrok- ken worden de dragt der eens ontvangene vrucht buiten de baarmoe- der. De teekens hiervan te kennen, en van elke foort in het- bijzon- der te kunnen opgeven, zou, dus een zeer verdienftelijke arbeid zijn. Daar zulks nu alleen verkrijgbaar is door eene reeks van waarnemingen, door oordeelkundige Genees- of, Verloskundigen opgemaakt , en in alle hare wijzigingen uiteengezet „ kon het „geval, medegedeeld door den Heer THOMASSEN. À THUESSINCK, van, eene dragt in de linker „trompet van rALLoPPIus niet anders , dan welkom, zijn. Ons geacht Medelid heeft der. Klasfe eene. uitgewerkte Verhandeling toegezegd over het zelfde voorwerp, waarin. hij zich, bijzonder ten oogmerk zal ftellen, de overweging van het voorftel des Heeren HEIM » om-in-een dergelijk geval, bij tijds den- buik te openen en de Trom- pet van FALLoPPIUS weg te nemen. Van den Heer BouêsNEeL ontving de Klasfe drie Stukjes, in het Fransch , gefchreven. 1°. Notice fur une manière d’ employer wtilement la fumbe, qui. séchappe de la houille en ignition. Men vindt daarin eene. korte vop- gave, hoe het den Schrijver -gelukt is, een fournuis onder den Stoom- ketel van eene Vuurmachine te Vedrin opgerigt; te verbeteren, door: eenige. togtgaten in de zijwanden vanhet fournuis te maken, „vam welke hij de openingen naar vereischte, door middel van een register, ú kan C 83 2 ‚kan vermeerderen. of verminderen. Door. deze togtgaten vermeerdert hij niet flechts de trekking van het fournuis, maar hij geeft. teveris 4 door de -zijdelingfche inlating van daimpkrings -lucht in de’ werfchillende kanalen van het fournuis, ‘gelegenheid, dat vele ontvlambare deelen die anderzins, wegens het gemis- van genoegzame zuurftoflucht, in den vorm van rook oprijzen, nu vlam vatten en dat de vlam in de kanalen; aanmerkelijk verlengd wordt. r \ 2% Notice fur le genre d'Epuifement, que Pon a pratiqué en en- foncant le nouveau puits à Vedrin, bevattende eene korte befchrijving van het pompwerk „het geen door paarden wordt bewogen som de nieuw aangelegde. mijn te Vedrin van water te ontledigen. j 7 3°. Mémoire fur-les- principauxr -terreins de la Province de Na= mur confiderés fous le rapport géologique. Deze Verhandeling bevat voornamelijk eene opgave van de verfchillende ‘fteenfoorten en mineras len, die in de Provincie Namen gevonden, worden. Het zoude voor “de Aardrijkskunde van zeer veel belang -zijn zoos ons” geacht Medelid konde goedvinden, dit ftuk op. nieuw te bewerken, met in achtnes ming. vooral van de betrekkelijke ligging dezer mijnftoffen. Waartoe wij wenfchen , dat hem tijd en lust verftrekken mogen. | „ Daadzaken bijeen te,‚zamelen, is tot bevordering der Natuurkunde belangrijk, en noodzakelijk: geene gelegenheid, welke zich daartoe mo+ ge opdoen, te verwaarloozen, is derhalve als. een pligt te befchouw wen, die’ op den Natuurkenner en Natuuronderzoeker rust, „Deze bedenking heeft ons Medelid , den Heer van SWINDEN aanges zet, om, bij een verblijf te Maastricht, de gelegenheid niet te verzuis men, den Sint Pietersberg, te bezoeken, en, behalve andere waarne= mingen, ook het noodig, onderzoek te doen, omde. temperatuur van dien berg te bepalen. Dat ons Medelid daartoe zeer gevoelige en zeer ” naauwkeurige Thermometers gebruikt heeft, welke voor en za de E waar. Cd blloihagen door hem zijn getoetst agent: zal wel ap bew behoeven. In zijn eerfte verblijf” te se dias Beroe de at VAN SWINDEN den St. Pietersberg, den /gden Julij des jaars 1782, op een tijdftip, dat de Thermometer in de opene lucht op 56° flond.- Na so minu- ten in den berg geweest te zijns toonde de zeer gevoelige Thermome- ter, aan het einde eens langen rottings van «alle andere voorwerpen verwijderd „'482° aan ; op “eene ‘plaats door den Gids genoemd de dell: En ro minuten later, „gedompeld: in” het- wáter wan den zoogenaamde Put; zijnde eene holte doorden drup van shet water in cen {teen gee vormd, en het druppend wâter bevattende, 480. Welk water te eerder de temperatuur “des bergs=aanduidt,dat= hetzetve «minder -vatbaar is, dan de lucht,-om zeer geringe werfchillen: van) warmte aan te nemen. Die 48° komen «overeen met 74 graad ‘wan den kwik - thermometer beer: DE LUC ; of met 89 van den ‘honderddeeligen. ‘Tien’ jaren “laters op “den esften Junij des jaars esdek bidet de Heer vAN SWINDEN andermaal den St. Pietersberg, en met gelijke voorzorgen (den Thermométer in de opene lucht 56% gr: aanwijzende) vond hij die temperatuur op dezelfde ‘plaats, inhet zelfde water op - iets minder dan 480, en op 7° van een ällergevoeligften kwik - thermo- Meter, door paur te Gendve” vervaardigd, ef’ met de Schaal van REAUMUR voorzien; het: geén derhalve an verfelil maakt met de waarneming van het jaar 1782. Eindelijk bezocht de Heer vaN SWINDEN nog eens den St. Pieters: berg, op den goften Juli des jaars 1804 ftaande de Thermometer in de opene lucht op 65% gr, en- dus omtrent 9 'gr. hooger, dak 1e en aa jarén te voren. De Thetmometer van päur'ftond'in het wâter van den Pat op 63°, het geen met 460’ ven FANRENEEIT | overs eenkomt. : Dad C 88) <> Bent zaak had den Heer vAN SWINDEN. reeds in zijne twee eer(te waarnemingen getroffen, te weten: datde Thermometer van „REAUMUR in de ‘St. Pietersberg maar ftond-op p-gt. : Daar, bij den tegenwoordigen flaat der verfchillende vakken van Huishoudkunde, ook de ontdekking van een enkele plantenfoort, die; tot nuttig gebruik in het gemeene leven uit andere “Werelddeelén maar elders overgevoerd, en aldaar aangekweekt, doch vooral ook hier if ons Vaderland kan voortgeteeld worden, eene wezenlijke aanwinst is, kan het niet beneden de waardigheid van het Inftituut wezen; zich „ook daaraan te laten gelegen zijn. Aangenaam was derhalve de korte - opgave van. het Paspalum, floloniferum of het rankdragende Raspe of Trilgras, door den Heer BENNET medegedeêld aan de Klasfe. Deze voortdurende plant, éen inboorling van Peru, is van daar het eerst naar Spanje overgevoerd, en door den Heêr soureLoN, opzie- mier van den Koninklijken Tuin te Aranguez, medegedeeld aan deszelfs Zonen te Parijs, die dezelve daaromftreeks, reeds bij de eerfte- proef« neming, met een zeer gelukkigen vuitflag hebben aangekweekt. Men heeft daardoor gelegenheid bekomen, derzelver teelt vook hier te lande te ondernemen, alwaar de aanvankelijke, proeven allem grônd opleve= ren, om onze Veevoedergewasfen met deze nieuwe aanwinst te kune nen vermeerderen; eene aanwinst, niet alleen-belangrijk: wegens dé duurzaamheid van den groei, groote mate van levenskracht , gemakke- lijke wijze van aankweeking of voortzetting in het groot, maar inzon- heid gewigtig; om den fpoedigen, vroegen, taltijkén, en hoogen groei en opwas der ranken, dé afle onze’ inlandfche grastoorten verre in breedte “ overtreffénde oppérvlakte harer bladérén, de faprijkheid en Voedzaamheid” van alle “derzelvér deelén;, ja eindelijk eene „Aanwinst. alle onderzoek en beproeving overwaárdig » wegens de gunftige uitzig- ten, om de meening van kortelings uit Zuid: Amerika te rug gekeerde Natuurkundigen eens bewaarheid te ‘vinden, van namelijk, het Paspa- tum Roloniferum ook hier te Lande, in de flechts cenigermate vrucht- bare valletjen. onzer Zeeduúinen, ‘even áls in die binnen den omtrek van Lima, en over het Algemeen, even als in“de“aan zee gelegene £ Eed p: « zand- C 3 D zandftreeken van dat waar van ‘Peru, tot driemaal rte te mad _ zien: inoogften. Eenige jaren geleden banned de Eldee DRIESSEN de aan. dacht der Klasfe bij eene ziekte „die het-Rundvee te meermalen in de weiden overvalt. « Het bloedwateren, met eene ontftekingskoorts uit de nieren en buiks-ingewanden aanvangende, en fomwijlen. zeer fpoedig in de voornaamfte deeten van borst en buik koud vuur te weeg brens= gende, verdient zekerlijk. een naauwgezet en voortdurend onderzoek. Men is daarom den Heer DRIESSEN dank fchuldig, van dit onderwerp niet uit-het oog verloren te hebben, maar reeds aanvankelijk door den raad, van, bij opkomende ziekte, ruime aderlatingen in het werk te ftellen , veel nut te hebben gefticht; hetwelk nog aanmerkelijk zal ver= meerderen, zoodra hij de- middelen zal ontdekt hebben, waardoor men deze zoo zeer geduchte kwaal zal weten voor te komen. Eenige belangrijke proeven, met verdachte planten in „het werk. ge= fteld, hebben nog tot geene vaste uitkomften geleid. Ook zouden even zeer de „uitwerkfelen op de nieren door infekten, als door. voorwerpen uit het plantenrijk kunnen veroorzaakt worden. Er fchiet dus nog een ruim vêld'ter nafporing over, hetwelk de Heer DRIESSEN ons hoop geeft van vervuld te zien. „Een tweede onderwerp. van deszelfs hero heeft êene foort van vergiftige aardappelen uitgemaakt, welke in den herfst van het jaar 1817 te Groningen verkocht zijn. Deze aardappelen vertoonden zich op het oog-als de beste foort, enz gelijk de fchipper naderhand ver= klaard heeft, waren zij. getceld op het land te Eenrum, een der beste ftreken-der Groninger Provincie. Gefchild en ‚gekookt waren zij los; broos, zeer goed. van. kleur, en deden: zieh ‚zoo wel voor, dat het gezigt daarvan, alleen. de eetlust opwekte. Doch op de proef: befpeurde men fpoedig eene onaangename prikkeling in de keel; zoo men, hiere door dt C 40 ) door niet: afgefchrikt ; wan „dezelve “bleef door eten, kreeg-men kort. daarna benaauwdheden met koortfige hitte en raakte aan het braken.: Het vee, zelfs de ghs weigende dit bne zoo wel akai als gekookt. , De gefchilde bardippenie behielden zoo wel de Ahièdpe, als de on=: gefchilde, zoodat dezelve" geenszins alleen aan de fchil is toetes Schrijven, fchoon evenwel het binnenfte gedeelte minder fcherp was dan het buitenfte. Bij ‘de naauwkeurigfte befchouwing ontdekte men nogtans niets aan het uiterlijke, waardoor men deze aardappelen vam volkomen goede‘ zoude hebben kunnen onderfcheiden, zoo niet door. eene gladdere en meer regelmatige gedaante en eene dunnere fchil dan doorgaans de gewone hebben; doch dit is» nergens als een ken= merk van flechte aardappelen opgegeven. - De Scheikundige ontbinding gaf niet veel meerder lieht: De ger was iets minder, dan bij de beste gewone” aardappelen „de vezelftof, meer. Doch men weet, hoe vast de ftijffel aan het vezelachtig ge= deelte aanhangt, met de eiwitftof verbonden ; vooral, wanneer de aards appelen in het voorjaar, gelijk in dit geval plaatshad, onderzocht worden; zoodat hier uit geen nadeelig befluit: kan worden opgemaakte < De ftijffel was, gelijk in andere fcherpe wortelen „ finakeloos „maar de fcherpte was volkomen in het vocht aanwezig, na de affcheiding van de ftijffel. Dit vocht, tot de dikte van een gewoon extract’ uitge- dampt, behield die fcherpte, zoodat dezelve niet berstin van een md gen aard konde geweest zijn. ” Men heeft veel moeite aangewend om te ontwaren, waar van daan men pootaardappelen bekomen had ter voortkweeking van dit vergiftigd foort. Doch te vergeefs. Ook kon men niet te weten komen, of, welligt eene toevallige oorzaak deze ontaarding hadde te weeg gebragt. “ Het was evenwel van veel belang, zich te verzekeren, in hóe verre deze fcherpte eigenaardig ware. Men gebruikte dan eene zekere hoee veel« died ete rene Bereden mies ” a Jd weelfteid van’ déze Vergiftigt foort tot pootaardappelen en onderzochts aa volmaakten:wasdom en rijpheid, de,daarvan voortgekomene. … Men had opzettelijk de proef ingefteld op: verfchillende , gronden. Die uit den Kruidtuin „te Groningen hadden eene roodachtige kleur gekregen. Doch van welken. grond zij-verzameld waren allen- hadden denzelvens - fchoon-minder fcherpen „ {maak behouden. De Hoogleeraar heeft deze aardappelen voor de tweede reis in den Kruidtuin doen poten. De hiervan verkregene ‘waren, gelijk de. vorige, doch: hadden naauwelijks eenige roode vlekken. De fcherpte ‚vooral in de fchil, was- nog zeer merkbaar fchagact bijna -niet in den gekookten, aardappel te proeven, Thans groeien zij wederom welig in den Kruidtuin, en de Heer DRIESSEN „ is, na het fcherpst. onderzoek, nu. niet meer in ftaat, eenig. onderfcheid met den gewonen aardappel te ontdekken. De ge= heele ontaarding fchijnt dus door eene-goede kweeking eindelijk geheel te verdwijnen „en dit nuttige. voedfel. alzoo te rug te keeren tot den ecerwsenens . van onfchadelijkheid, Van de knie Nästieidelingen zijn vele nog in handen van Gekommitteerdens om te dienen, van- berigt, confideratiën en advies, terwijl op fomimigen het zegel van goedkeuring reeds gedrukt is en zij teruitgave „worden, gereed „gehouden; of „Gekommitteerden met de Schrijvers dier Verhandelingen. in -briefwisfeling verkeeren,. om, des mogelijk, verfchil. van gevoelens tot eenheid te brengen, en aan de Stukken zelve: dien graad van volkomenheid te verfchaffen , waarvoor zij vatbaar fchijnen. Volgens aangenomen gebruik kan ik flechts van beide, laatften meer ontwikkelden: voordragt doen. ' ‚De Verhandeling dan van ons geacht Medelid., den Heer KLUYSKENS, over. dens Hospitaalbrand ‚werd. befchouwd als-eene zeer nuttige bij- drage tot de geheele gefchiedenis van deze vreesfelijke ziekte. Zeer veel van het meest gewigtige, over deze moorddadige kwaal door anderen medegedeeld, wordt hier zoodanig bij elkanderen getrokken, en door _ F eige- C 42 ) je eigene waarnemingen van den Schrijver of bevestigd of uit een gezet; dat- zij allen, diein «de ‘kennis van deze ziekte belang: cas dit gefchrift niet nut en gehoegen’ zullen lezen. eh diltennp Dail Vooral verdienen de ‘proeven van: den Heer krLUYSKENS omtrent het voordeel vam het vloeibaar Zoutzuûr, ‘ter genezing: van niét te vér gevorderde hospitaalbrand;, zeer vele opmerking. Daar overigens deze geheele Verhandeling zeer aangenaam ís gefchreven, en ovéral blijken draagt van den praktifchen geest des opftèllers leed het geenen twijfel, of dezelve verdiende onder de wérken- der Eerfte Klasfe te teerd genomen , gelijk dan: paas ‘dien tegen rag is gp zet etardindne Wijlen ons. jg Medelid, dent vante mourn, wend, ak, a jaren eenige ontleedkundige waarnemingen ovwer den Maarworm of het Rotkreupel der Schapen hebbende zamengebragt, met oogmerk „ ‘ont dezelve onder de “Verhandelingen. der: Maatfchappij ‘van. ‘Landbouw te doen opnemen, hetwelk echter als; toen geen voortgang /had., „bóod dezelve- nu der Kante dara om boraan prin baiver te biker en uits gegevei: hE k aib, Ì é iloontje in wier handen dit ftuk gefteld was, om de Klasfè daarop te dienen van advies, waren eenparig van oordeel, dat hetzelve miet alleen inhield het-ontleedkundig onderzoek en de naauwkeurige befchrijving van-die deelen , waaruit het:kreupel voortkomt, maar daar= enboven in zich bevattede zeer ‘belangrijke bijdragen tot de- gefchiedenis wan de kennis dezes ongemaks „zoo wel im dit Land, als in andere Ge- westen „ en tevéns wetenswaardige toevoegfels tot de leer vari -de wijze, - waarop dit voeteuvel ter genezing ’moet- belandeld worden’; terwijt eindelijk op drie platen, twintig zeer duidelijkeven bij uitftek- wel uit- gevoerde afbeeldingen worden ‘gegeven; door” welke men het lijdend deel bijhet rotkreupel, in de verfchiltende tijdperken leert kennen en tevens opmerkt de on van tiepen pend in het vei en de nad Ree, u Ö « biasha rent {ad vene ùitvoerige “uitlegging dezer afbeeldingen dient: bijzonder tot derzelwer gemakkelijk verftand, + Het geheele ftuk--draagt - overal. blijken vân den werkzamen ijvèr en waaremingsgeest van wijlen «ons uitmune teid “en: hoogst geacht Medelids” De wetenfchap. wint alzoo: bij het Aldaar voorgedragene „ waardoor. het bijzonder gefchikt zoude zijn, om onder de werken der Rerfte Klasfe' te, worden opgenomen.” Zij rekent het zich dan ook -tot eer waar genoegen, deze fraaie waarnemingen over het Rotkreupel der elen) ja rid werken tc aile Dea ópnemên. aib „+nItrmodaseld 12 wetuituigtod. atau: HE doe Aodareers tert beid vondt, ents ) silene: Verhandeling wan. den. ns DE FREMERY gaat: over. nad ontaarding van hét regter Eijerhest, met vorming van vetflof, haar; been ‚ven tanden. Zij bêtreft alzoo «een vtij zeldzaam gebrek ; hetgeen wel meêr gezien: en: amtleed is geworden, echter in haren: aard veel duisters heeft; Niet:alleen zijn hier deo toevallen; -gédurende het leven van’ de lijderesfey door ‘hetzelver vetoorzaakt ; zeer duidelijk eh bondig voorgedragen , maar het vontleedkundig onderzoek van dien is daarna met juistheid ondernomen’ en-zeer doëlmatig- voortgezet. Van hetzelve vindt men” tevens eene veen: nmored gts rine door wabe bwelleningeis wordt vopgehelderd. » nie, abs „Daarenbovery heeft: de: houden Cere hapt van gelijkfoortige” waara feningen opgegeven enmet’ dit - geval vergeleken; terwijl mt met zeer belangrijke aanmerkingen doorweven en” befloten is Bt 3 „Vooral is „deszelfs gevoelen omtrent de oorzaak van de getormde vetftoffe. en gok van de-meer bewerktnigde beenftuúkken en tanden, in dit Eijernest. aangetroffen , der aândacht overwaardig , eni verfpreidt over dezen ziekelijken toeftand nieuw lieht, “Wadrómm dam ook’ dezé Verhan deling” bijzonder “gefcinkt: is » gekeurd; no onder dé werken der Berfte agens te viezer Ee, DV Vk nd iá al Fz Des C aa ) Des Hoogleeraars saNpIrORT Verhandeling bèvat eéne befchrijving van twee alleraanmerkelijkfte hoofdelooze Misgeboorteny, welke niet alleen uitwendig naauwkeurig worden voorgefteld „maar „vooral, ook naar hunne inwendige ,deelen met de meeste juistheid. nagegaan ;- waarbij de Schrijver zich bijzonder op het volledig nafporen, van den loop,der bloedvaten met den gelukkigften. uitflag heeft toegelegd, ‘terwijl einde- lijk alle de befchrijvingen, door zeer naauwkeurige en zeer wel „vervaars digde afbeeldingen worden opgehelderd. … Op de ontleedkundige befchrijving dezer odeboonten dié {elks Voor zich gelijktijdig met eéne welgefchapene vrucht ter wereld gekomen waren en in zeer vele opzigten naäùwe ‘overeenkomst hebben ;- met eene gelijke wanfchapenheid, in het derde deel: der Verhandelingen van de Eerfte Klasfe te vinden, laat de geleerde “Schrijver nù eenige aans merkingen volgen, die voornamelijk. betrekking. hebben op ‘de wijze van den: omloop des bloeds, in: deze. hoofdelooze ‘misgeboorten,! De Hoogleeraaf TIEDEMAN: had namelijk in een belangrijk’ gefcheife ever hetzelfde, onderwerp het „gevoelen. voorgedragen , „dat „het in ‚den moederkoek verzuurde ‘bloed, bij deze hartelooze misvormfels door de flagaderen der navelftreng naar de vrucht gevoerd. werd, en door de aderen der ftreng wederkeerde naar den.koek, op eene wijze, geheet tegenftrijdig aan die „gene, welke in welgevormde vruchten plaats heeft; in welke de aderen der ftreng ter overbrenging van het bloed naar de vrucht „de flagaderen derzelve tot te rug voering van het bloed naar den koek dienen. Volgens deze wijze van befchouwing moesten dan ook de takken der flagaderen, en vaderen inden koek, op het bloed eene werking doen, juist tegenovergefteld aan aats welke door deze vaten gewoonlijk verrigt wordt. ; - De Schrijver der. Verhandeling, in het derde Deel der ebs van de Eerfte Klasfe te vinden, had zich reeds tegen-dit gevoelen van-den Hoogleeraar TIEDEMAN verklaard en deszelfs verkeerdheid doen opmer- Dik ken. Vn En EEE TED EEN Ks kên. « Docht deze zich beroepen. hebbende op de klapvliezen der ade« ren in de onderfte ledematen, welke de gewone wijze van omloop in zulke hartelooze misgeboorten niet zouden toelaten, heeft de Hoog- leeraar SANDIFORT zijn onderzoek ook uitgeftrekt tot deze kläpvliezen en bevonden; dat dezelve in beide gevallen niet aanwezig waren. — Ook dit bewijs des Heeren TIEDEMAN vervalt derhalve geheel. Hetgeen uit de Verhandeling van ons geacht Medelid is woorgedra= gen, zal gewis voldoende zijn ter opmerking, dat daarin niet alleen twee voorbeelden van menfchelijke vruchten, welker zamenftel van het gewone zeer afwijkt, doelmatig worden befchreven, maar dat ook de aanmerkingen, bij die befchrijving gevoegd, dienen, om een betwist= punt in de natuurkunde dezer misgeboorten op te helderen, zoo niet geheel te voldingen. De Klasfe vereenigde zich daarom zeer gaarne met het gevoelen van Heeren Gekommitteerden „om deze Verhandeling op te nemen onder hare uit te gevene werken. De Heeren GOUDRIAAN en BRUNINGS, gekommitteerd geweest -tot ‘het uitbrengen van Verflag, Confideratiën en Advies op een beredeneerd vertoog over de gewone Schepradmolens, door den Heer A. BLANKEN JANSZ., gaven een beredeneerd Verflag, voorzien van eenige belang- rijke bedenkingen , welke de Vergadering gemeend heeft niet onder zich te mogen behouden, maar ter kennisfe van den Schrijver des Vertoogs te moeten brengen en deszelfs meening te verzoeken, of hij, met of zonder gebruikmaking van deze aanmerkingen, zal verkiezen, dat zijn Vertoog in het licht verfchijne. De Heer BLANKEN diende kort daarna van antwoord op deze aan- merkingen, en voegde bij hetzelve eene Verhandeling over de Schep- radmolens , zijnde dit ftuk als een gevolg en proefondervindelijk bewijs op voorgemeld Vertoog. _ Deze Verhandeling nu zoo naauw in verband ftaande met het reeds F 3 Vroe. € a6 J vroeger ingeleverd ftuk op de Schépradmolens, void de Klasfe: goeds de uitgave van hetzelve nog eene wijl te verfchüiven, immers tot dat het oordeel van Gekommitteerden op de nader ingeleverde, Verhandeling zoude zijn ingekomen, en inmiddels ‘het onderzoek -der- Verhandeling op te dragen aan de Heeren’ GOUDRIAAN ;' BRUNINGS (en VAN UTEN= HOVE , voegende bij deze Verhandeling; als ware, het tér herinnering; het meergemeld beredeneerd vertoog, het verflag op dit beredeneerd vertoog en de tegen aanmerkingen van den Heer Á. BLANKEN jANSZe: … De Klásfe wacht het nader bérigt van deze hare geachte Medeleden ; en zak de uitkomst harer verwachting in: een volgend: Verflag bloot leggen voor uwe aandacht, gelijk zij alsdan ook hoopt in. ftaat te-zijn, het oordeel mede te deelen over eene menigte Verhandelingen, die zij mag vertrouwen, dat arte rv ten geer van hare uit te deed werken ftrekken zullen. se; botyiag 4 Mot hiertoe ging het Verflag der Rlaste óver geleerde bijdragen, welke zij te danken heeft aan den werkzamen ' geest ‘harér Medeledèn. Het voegt mij nog, met lof te gewagen van hétgeen 5 van hâre Kor- respondenten mogt ontvangen. De Heer HUGUENIN te Luik deelde de ontwikkeling mede « van WA ge trigonométrilche reékfen, betreffende de eirkeldeeling ing, waarbij het oogmerk des Schrijvers voornamelijk fchijnt te zijn, eenen eenvoudiger, klaarder en meer algemeen bekenden betoogtrant ín de plaats te tellen aan de meer ingewikkelde en hoögere bewerkingen, volgens welke de Heer causs verkregen heeft de herleiding der equatiën van verfchei- dene citkelverdeelingen tot een veel lager graad dan men. algemeen gedacht heeft, dat zij voor vatbaar wâren. De Heer HUGUENIN is in deze ontwikkeling ten volle geflaagd zoó- dat zijne bewerking zeer veel lof waardig 8 is, en vooral verdient onder de C ár) de werken der Berfte Klasfe te worden uitgegeven , waartoe zij reeds: ter perfe is sat 4 $ iele ongeval, op den roden December van het vorige: jaar „ te en: hem aan eene, bedaagde vrouw overgekomen, welke, maar luid van het, berigt, dienaangaande in de Staats-Courant van 24 December daaraan= volgende geplaatst, in- hare kamer alleen zijnde, door brand het leven had verloren, moest op eenen afftand, uit hoofde van hetgeen in het gedrukt Verflag werd medegedeeld , het vermoeden doen ontftaan, of niet zelfontbranding, zonder desk aanleiding, in. dezen men zaam mogte. geweest zijn. „Den Hoogleeraar BAKKER , gamma der Eerfte Klaste, kwam het gelezene in dé Staats-Courant genoegzaam voor, om aan het denke beeld „van zelfontbranding, ingang te geven. De Heer STARING VAN _ DEN WILDENBORCH, insgelijks Korrespondent dezer Klasfe, deelde eerst in het zelfde vermoeden; doch wond bij rijper nadenken eenige zwarig= heid in het vasthouden van deze meening en werd te e made » cenig nader berigt op de plaats zelve in te winnen. … De Geneesheer everts, een zeer bevoegd waarnemer, ftond hem hier in te wille en deelde het volgende mede. „-De kamer, door de vrouw bewoond, welke zoo ongelukkig aan haar eind is gekomen, was klein en digt, Vuur werd in dezelve niet ge- ftookt; maar op den noodlottigen avond zat de overledene bij eene brandende kaars en had eene ftoof tot verwarming. ‘ »* Men vond haar digt aan het bed op eene ftoel zittende, het hoofd voorover geleend op een nachtftoel, weinig hooger, dan de ftoel3 de witgebluschte kaars nog flaande op een tafeltje , aan de tegenovergeftelde zijde van het vertrekje. « Het aangezigt van het.lijk was zoo zeer ver= brand en verkoold, dat daaraan geen menfcheliijke gedaante meer te ontdekken was. Na het aangezigt waren borst en buik het meest ver- EN : brand, C 48 ) brand. Dé haren vond men’ ook geheel: weggezengdy alleen een ges deelte in den nek uitgezonderd. De rug was daor’ -het-vuur -als. ge- marmerd , maar niet, gelijk borst en buik, zwart gebrand. Het over- blijffel der kleederen beftond enkel uit kleine ftukjes van wolle , ‘chit- fen en linnengoed, en in een groot gedeelte van het ‘hembd, dat van’ al de kleeding het minst door het vuur verteerd is gevonden. — Zoo ver ging het berigt van den Geneesheer everts, waarbij de Heer sTARING gevoegd heeft, dat, wanneer men naar de oorzaak” van het gebeurde ongeluk wil gisfen , wij dadelijk eene brandende kaars en warme ftoof ontmoeten , waarop. zich onze gedachten kunnen vestigen. Zoo nu alles met een van deze twee middelen- van aanfteking is uit te leggen, meent hij, dat men naar geen zeldzaam natuurverfchijnfel bes hoort te zoeken, maar zich gereedeliijk bij het alledaagfche houden mag, te meer, daar toch aan het lijk niets gevonden is, dat uitwendig vuur niet zoude hebben kunnen te weeg brengen. De Heer sTARING- nreent ged den weg van verklaring in het volgende te vinden. e Men neme aan, dat de vrouw door flaperigheid of lanes eenie germate verbijfterd, aan de ftoof met hare rokken vuur gevat hebben- de, is opgeftaan, om zich naar bed te begeven. -Zij is dan bij het bed in den dommel, gelijk men wel zegt, met het hoofd voorover op den nachtftoel gaan leggen en zoo ten vollen ingeflapen. Het allengs toenemende vuur aan hare kleederen heeft haar, door den opklimmen- den damp , meer en meer bedwelmd, en zij is weldra, zonder merk- bare beweging te maken of geluid te geven, geflikt. Ondertusfchen heeft de gloed van de fmeulende kleederen zich uitgebreid; dezelve is eene vlam geworden, en deze heeft ten gevolge van de houding , waar- in het lijk is gevonden, den buik en het aangezigt geheel verkoold, terwijl de rug in veel geringer mate leed,en het haar in den nek zelfs gefpaard bleef, ' ‚De weed € 49 ) “De dikke walm en ftinkende reuk, waarvan de kamer voi -was,en het uitgâän van kaarsen lamp ; zijn voldoende te verklaren door de vertee- fing der zuurftoflucht bij het verbranden van-bijna alle kleeding:, die - „de overledene aan had, en door de verzenging en vaten: oi het lig- Edam’ pládts’ gevöndeni hebbende, Hie “ Het’ gebeurde! te Arnhem kan: alzoo 4 tinted die eters niet wel ‘als cen voorbeeld van zelfontbranding hier te lande, worden aanges woerd sen toont” te “gelijk „ hoe Ola ptraan ‚men; in-het afleiden van gevolgen enor te Gein ite gaans k „3ú 9J : kt Van Lieden, niet tot “hét Inftitùut Basordnde, heeft de Eerfte Klasfe ontvangen de belangrijke waarneming van een aanmerkelijk been- uitwâs “aan dé orderkaak, door: den Heer p. KONING , Heelmeester” en Prolector aan het Theatrum Anatomicum te Utrecht. he Dit fok in ‘handen eener pêrfonele Kommisfie gelield kins wordt Brdelver arie èn: advis: te gemoed: gezien, eh ais de eist hidrigen welke haar zijn serenkk. bekleedt ook nog eéne aanzienlijke plaats de verzameling van Handfchriften, na- gelaten dor „wijlen ‘ons’ verdienftelijk. Medelid, den. Heer rroryn. Des- zelfs seenigst nagelaten, Zoon vond goed, dezelve in eenen zeer aange- namen’ brief der Klasfe „heufchelijk aan te bieden. Zij beftaan: snr®. In twee deelen, Miscellanea. g°, Een met Latijnfcht aanmerkingen donsehreven. Exemplar van het Gedicht van MANILIUS. ‚eg? Diverfe, rapporten ‘over rivieren en nieuwe inventiën, volger Diverfe ftukken „ betrekkelijk den kunstklip. Teng? Korrespondentie met de Heeren VAN DEN HEUVEL te Baltimore, eeeh vee over de ‘miswijzing der magneetnaald, en in miswijzings- kaart van CHURCHMAN. G 6e. Eeni C sa ) Pd ° „Eetiigein-de EeiftesKlasfe voorgelezené Verhandelingen: +7 “ Eerige Minuten van Rapporten „voorde Klasfe „vervaardigd. …, got pr met’ Medeleden:, » betrekkelijk „beoordelingen gik vaal Ed vak aangeboden; ffukkensv 55 2005 na „bert re onòbalsavo De ih vond dit lettergefchenk zoo belangrijk „dat -zij- “bij „Misfive aan’ den ‘eenig overgebleven: Zóon wan: ons’ betreurd „Medelid: „hare: er- kentelijkheid deswegens betuïgde „en“, ten “blijke van- den hoogen? prijs welken zij op hetzelwe “wilde: gefteld. hebben; eene Kommisfie, „benoemd heeft, om na te gaan, welke vruchten sdaaruit/ten nutte, vans het,:alger meen kunnen verzameld eig en Mid je aan de Klasfe te bee ten. © 9 hinten Nomura: tak” s01 gro, oaren Ld d hes satratrits ie we óöindted op uonarstio Heit N Alvorens! van dit Verflag. af, te: haaks moet „nog vermeld. worden , pe bij haar een aantal -Boëkgefchenken voorde, Bibliotheek, des Inti tuuts’ dankbaar zijn ontvangen,’ Zij werd: boverdien vin „hare, Vergadering van den eeften Maart, desvJaars 18185 opsliet vaangemaamst. verrast — door eene Misfive van ps Excellentie , den Minister voor het Open- baar Ondérwijs , de Nätiörfale” Nijverliëid’ en ‘Aer Kolöniër) Berigtende , dat; de Heer Mr. p. j. Dr Bir, aat Zijne Majesteit aangeboden heb» bende een zeer fraai gewerkt módel der Brärdladder” van “rentes gemaakt op een vierde der wezenlijke” gróotte , “Hét ‘Hoogstdenzelven behaagd ‘had, dit ftuk welgevallig dan te’ ‘menten ;” én, op’ voorfteb des Ministers, hetzelve aan de Eerfte Klasfe te’doen“toekomem, tén .&inde het zoude kunnen geplaatst worden in “derzelver “Kabinet van Werk- tuigkunde; zönde zijne Excellentie tevens” gemagtigd; ouraan Heeren Burgemeesteren van Amfterdai var deze” plaatfing ‘kermisvt@ geven, met uitnoodiging , of van die” geldeenhéia ‘gebrüik’ te fake! tof shet doen vervaardigen van eend ladder” im hée %rdôts, Hóedanige ;: bij de. meer mentevildige “ongêlukien ' in’ ette “grodte” ‘Stad iieggeeg van dienst fchijnt te kunnen zijn. VANMORGEN EEE IAEK 0 Al Ga cAlteen. werd: het--aangênaam: gevoel van: dit Vorstelijk. gunstbewijs eenigzins geltoórd door dè bewustheid: dat dit fraai bewerkt, model , even gelijk de ‚overige verzameling van keurige werktuigen en modellen der ' Bertte Kuastes, nefgens echie’ „gefchikte plaats konde vinden, ‘om op eene voegzame wijze bewaird t te worden. Zij ontwierp in dien geest “hâre Misfive van dankzegging , doch is tot heden niet, gelaagd in harer wensch, om voorziening te krijgen. in deze dringendfte behoefte, waardoor ‘zij dan ook ‘genoodzaakt is ges weest , ‚niet alleen dit Koninklijk gefchenk beneden deszelfs waarde te felle maar. bij een nader ontvangen last ‘ter jysteering van provin- ciale, ftandaarts voor Maten en _Gewi igten, Heeren Burgemeesteren de- zer Stad den nood der Klasfe te kennén te geven én dringend te \ver= zoeken, om, door aanwijzing van eene vrije werkplaats, aan dénzelven te. gemoet te „komen, „Zoo Jang, het werk „der, Jugtsek, ‚zulks zoude Bie mien: estiefioci atis Aan. welke behoefte, ie Ee minzaamfte wize voldaan zinde, voegt já mij „Hun, Edele. Achtbaren voor, dit nieuw blijk van. deelneming ih de, bevordering van-het belang der NeR uit naam, der Eerflë acht welmeenend dank te. JB. _ Vergunt mij, veel Geachte Toehbörders, dât ik U ten flotte bekend „make met het Programma der Prijsvragen, ‘welke in deze Openbâre Vergadering door de Ln Klasfe worden voorgehangen. «_ en arfvatteertsgn à nn rte n „ sie n rt rare de Herfte Klasfe van herkennen dede Infticuut van Wetenfchappen “Letterkunde „en Schoone Kunften.,, geene, antwoor« ‘den’ ingëkomeh zijnde op de door: haar vinden, jare 1817 ‚ aangekon- digde Prijsvragen , heeft zij pee eene: winged en. wel de volgen- zi, tesherhalens> => (c° 5 s, Weélke: isde läeniwaohtige: (laat: van : peelt ag in de onder- idee gedeelten van dit Koningrijk? - En welke verbeteringen in G 2 „den C 82) k „den verdes die bij andere Volkeren reeds ingevoerd zijn „ zouden „ook in eri Rijk kunnen en behooren gevolgd te worden 2”? et s Terwijl, zij tevens als nieuwe: Prijsvragen aankondigt ‘de volgende: „Is het verfchil,. hetgeen plaats vindt tusfchen den Brandewijn in „Frankrijk en den Moutwijn hier te Lande bereid, zoo in fmaak als in „werking op het menfchelijk ligchaam, alleen of voornamelijk toe te „fchrijven aan een verfchil of verfchillende evenredigheid van beftand- „deelen van derzelver alcohol? kan men uit de kennis, ‚die, men daar- _ van verkregen heeft, of door nieuwe. riafporingen verkrijgen kan’, aflei- „den, welke de beste wijze zij, om den Moutwijn zoodanig, te berei „den, dat dezelve den Franfchen Brandewijn in fimaak en werking gen »liijk fla of zeer nabij kome?” » Zijn ér proeven, die de ftelling , thans door velén dangenonien, dat „de verfchijnfels der Electriciteit dok twee Vlociftoffen zouden ver- „ oorzáakt worden regtftreeks bewijzen? ‘zoo “ja, welke zijn deze „pfoeven? of zijn er daarentegen voldingende “proeven,” voor. de fte „ling van FRANKLIN, door Electriciteitkundigen-van- den. eerften rang „tot aan het begin van deze Eeuw «algemeen verdedigd, ‘dat namelijk „de Electrifche Verfchijnfelen door, eene, enkele vloeiftof. veroorzaakt sisal — Onder de proeven, voor deze ftelling bijg gebragt, vere s„langt men, dat bijzonderlijk acht gegeven worde op hetgeen men bij TEYLERS groote Electrifeermachine te Haarlem gezien heeft, dat nâ- „melijk de Electrifche Straal, tot zekeren graad van.fterkte gebragt, ‘„door zijne ramificatien (takswijze. verdecling): de duidelijkfte” blijken „fchijnt te toonen van over zijne geheele lengte. eene, enkele’ rigting „te hebben, hetzij de conductor. poftüf of negatif worde geëlectrifeerd „(zie M. VAN MARUM, Proefnemingen met TEYLERS groote Electrifeer- „machine in het werk gefteld. Haarlem 1785) en dat men maga, of » hierin een homes bewijs gelegen a dat de Electrifche Wityer- K 53 MD zfchijnfelen „door «den ‘óvergang vanveene’ enkele» vlòeiftof- veroorzaakt „wórden „rdan of dezer rigting «van, dens ftraal ‘ook-duidelijk kan ver- » klaafd-worden „volgens de” theorie; datde Electrifcheverfchijnfelen s niet: door „eêne- enkele: - vlociftof; worden „veroorzaakt ‚maar. door de szamenkomst, vâni “twee „Electrifche -vloëiftoffen. yvan: verfchillenden aard, inv tegenovergeftelde -rigting werkende: ->En„ indien ‘er geene voldin “_ygende proeven. zijn, die de eerstgemelde ftelling- van twee vloeiftoffen „regtftreeks bewijzen, zóo wordt gevraagd, waarom dan. de. befluiten „afgeleid -uit-formulen „óp de onderftelling: van. twee. vloeiftoffen „ges » grond; „met. de ‚proeven zate osegeen: te emmen „ en, wai. dus „de „dwaling, gelegen is 2? uitlsfkekro si qoissur c ah „Op welke: drie vragen gan band verwacht woei vóór des Eer- pret Maart des jaars Baren waant mogen óch vre Zij ftelt wijders, om beantwoord te worden ‘vóór den Eerften Maart des, jaars, dn „de vraag, waOrt „or „anr Balk; OERS 8 “ai Be „ve rintis geo niettegenaande ra ‘uitmuntende He van Nie EULER Mem. ‘de PAcademie_ de Berlin, Tom. XU erì XXII) van pror, 5 ‚Gou ral de Phyfique , Tom 59), en anderen, de theorie der miswijzin- rip “en “hélringen der magneetnaalde en vooral de algemeene perio- »dieke veranderingen der eerstgemelde „niet is tot. volkomenheid ge- „bragt. wordt . „gevraagd: de gene. algemeene, ‚en op goede en duidelijk » uitgelegde gronden gevestigde formule, om de rigting en helling té „bepalen , welke Magneetnaalden , „over de oppervlakte eener fpheer » verfpreid , zullen moeten aannemen, indien, er binnen die fpheer een » magneet geplaatst, is. „wiens ass, (of asfen indien. het. noodig geoor- „deeld wordt, er, ‚meer dan eenen „aan. dien ‚magneet toe. te kennen) „eene bepaalde rigting heeft ten opzigte van den as derzelve fpheer yen “wiéns ‘poler „wat-:derzelver krachten betreft, in eene bepaalde rede) tot elkander’ flaan, ” 2° Dies formrule ‘toe te: pasfem op de rigtin= EA G 3 b „gen Cm D wgen (of miswijzingen) én hellingen; welkerde mògneetnaalden: opde 3 oppervlakte “des vaardkloots-‘ops bepaalde ‘tijdein wezênlijk gehad -hêbben; 5 aan té- toonen, hoe. dezelvò uit rdier formatevingetens volgen? schoe » dev algemeene, ‘veranderingen inv dêo fiiswijzinigens oneftaan?otentszoo „mogelijk welke de periodellidetzebwelis?s!én eindelijk: uit”de “theorie ‚fte ‘bepalen „ welke de! (laat (der oimiswijzing: zijn! moets in her gaar 91 3alss gen waar” als » a ope de intra ma sdarde. dà dns: polen gwullen! zijn. rb mornew ,Egzastva 0 06$ Cteiiwad,. along « „De: Klasfe: raid” ddie iden’ ús vii moge óordeelèr ‘eenen magneet; “mèt meer dan) twee? polen „voórzien zv te: moêtett “Aanriemén ; de gronden, waarop die onderftelling gevestigd ás jrwörders ontvouwds en tevens“ aätigersond worde datde rigtingen ven vde° hellingen , “zoo als zij zijn, niet door eenen magneet, met REET voórzien, ir EL ARP TOR 23 Braowtaasd mo Aron HO AS Eindelijk ter beantwoording vóór den RS é jadrs’i825i > ‚Nadien de kennis der, vlekken, „van de Zon nog niet volledi, „genoeg is à om den tijd, der omwenteling van de Zon om háren âs, Eer dek van … haren Aequator met de Ecliptica, en de’ „ligging ; der, es met eene genoegzame naaûwkeurigheid te bepalen eh, ‚wordt 8 gevraagd tee 5} Ennn oart 31 io B ee „Een getoegZaanl dantal zeer taatwkeùrige vient hetzij reeds bekende ‘waärhdtmingen , Hetzij „en vooral; niëirwe ‘en opzettelijk; „om aan het oogmerk det Klasfe “té voldóen ; in hêt werk “geftelde „waarnêmingen , om uit derzelver vergelijking en’ juiste berekening „den tijd van de’ ofnweriteling der Zon om Haren as, de telling van ” „den Aequätór der Zoú op"dë Pelie’, én de giadeteg! der knoopar, pi » naduwkeúriget dân tot” nu°tòe Berclited Is, ‘te bepalen.” wo bes ile sh eg nb av GBisqo aat nad Burtgirebiegöd arrsd, ‚Voor! de: beantwoording vantelki dezer. vragen dooftde- „Eerfte, Klaste wan het Koninldijk« Nederlandfeher Inflituut- vans Wetenfchappen „ Lêtter- 9 kun- 18 % Cs dae hanteerde Kuniften een: gefchenk of verkentenîs ùît „otèr vaarde Haip driehonderd: Guldenslaos: sv sor lex dsob zabrow asvagsggo esrbe De ftukken „wêlke'naar -dezenevprijss dingengorzullenvinsde "Neder fanafche , FrânfchiepLatijnfche ‚n Bngelfche: vof Hoogduiefchetaabgabaar met" dealgemeene” Walikmnfcheo letter. Igefchreven sinobten -zijngvervaan _den Vasten Sekretaris"der Eerfte Klasfe} vrachtvelj bezorgd: worden» ieFot deze uitgeloófde prijzen worden’ atidvsgeteertieh „zonder vón- derfcheid, uitgenoodigd, met uitzondering alleennoanode) Bederv:der Klasfe, alss Is,welke vang alle mededinging worden uitgefloten: onder wel- ke benaming echter noch de Buitenlandfche Geastocieerden, noch de Correspondenten ‘begrepen worden. De in- te zenden ftukken moeten. met eene andere hand, dan die van den vens gefchreven zijn, zonder naam; maar de kwaliteit en woon- plaats def ahd Zdikh gende” nlodecht Vid inZelnl Padnderlijk ver= zegeld papier, tot opfchrift dragende dezelfde fpreuk of hetzelfde ken- Aklijle geëreri „nwaardoôr;!de Nestadeiee ,: drf iis von derfcheiden is. alat gastsd xs guibmoowstiksd end ns De „uitwijzing, der prijzen ‚zal lesti aangekondi 4 stein in de oe Ss Le adr zà Bird ng SdEn' top van dat jaar, waarin de antwoorden verwacht worden. Zij zal voorts alge= meen gemaakt worden in,de. Binnen- en Buitenlandfche Tijdfchriften , waarin deze Uitfchrijving geplaatst of vermeld wordt. De bekroonde Verhandelingen blijven hét eigendom der Eerfte Klasfe van het Koninklijk-Nederlandfche Inftituut van Wetenfchappen, Letterkunde „-en- Schoone, Kunften. Het zal den fchrijver of fchrij- vérs niet vrijftaan, hiervan op eenigerhande wijze door den druk ge- bruik te maken, ten Zij de Klasfe daartoe hare toeftemming geve. De niet bekroonde ftukken zullen, op begeerte der inzenderen, tee vens met de befloten naambriefjens aan zoodanig perfoon of adres te rug gezonden worden, als zij zullen verkiezen, mits dit, zonder eenige ' kos- C 56 kosten «der Klasfe, binef eén jaâr na de: itwijzinge verlangd. enrdit adres opgegeven worde; doch zal het verzoek;om’:te) rug. gave, moeten werzeld gaan van’ behoorlijk bewijs van-regt opchet!fluk. aston 00 ‚…-dngevalle … geerie: vteruggavel van „éen. mietssbekroondftuk verlangd mogt „worden „roof, de „evengemelde. vereischten;; daar niet, bij, waren in acht ‘genomen, zal. men de, befloten náambriefjens ongeopend. verbrans den, ende (lukken zelve bewaren, -om-te dienen, als bevonden-zal worden, te behooren. in atièrobriostie, tort e beihoonogsiu - «bisrghsb -l5úr Aitor tod ier Wido iaefisrib Er cle VERO gr gs Ù sleadf stidsot RDD LE) Lstelifooi «eh belg: ante serge riosl 3 „Sekrataris. Ke Gak} gabsreretgtoqerend gs nshaagesndD ste -af5 a vorm aant „Sns ISitderieksari molded: aabardeuotet sE ef af bale òd kb er atie baj (SLOTREDE VAN nek, VOORZITTERS 7 =19 iasssii do 2 kak ol: eb obnogb Hkdatgo 10% rsiegse: hiogss {Ziet daar; Mijne Heeren! „wat: osn Klasie tenere en on gren, in Kia beantwoording zi belkag. ftelt. - ri tbhikrr4b ai En hier, mede, ‘fuit ik deze gp Tweede, Goe, verge” ed STEG zag efioov Íks HE stoer: rdt urtiv “natie tan sb KEE Aen: 1eh «nod bT odsibrelgormk tea ertonmid 3 , on iethatsg. eoent row blonimor 10 detenlyen- anivffidsHi ss zb ui EEN fkse Dr 1 gf idd evberitotingdt4 7 chttóotiad sd roggstoteraroNT ner suandel sr bäskesbal. Hilti set mer StestA “ ee be % T Ge ed U Ee K, zits} swij’ ash 188 | aaf snoofloë tb, sbâgirissod zon aib. nob 1ooh,aniiw obrtidrogtaas qo amwistd dashi: tai etsy „9v3g BaÏriastieos Siad actigsb. Stel 9D jik tst nsdaat 93 Hurd „at tobndsai 1 ye faq oils ceaadestt “Shedbrtad- toi oC at embeo goekadg BiEhoowodteRs anspketidsgsa Aaadtal sb. Aon ader 5e + ek don Sá 4 2d VERSLAG VAN DE DERDE OPENBARE VERGADERING EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK - NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, GEHOUDEN DEN Ig? OCTOBER 1821. Gedrukt voor DE LEDEN DES INSTITUUTS. VERSLAG OMAE VAN DE e AEENUARNE «1 54 e & DERDE Sedan VERGADERIN G DER € 840H EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN, “SCHOONE KUNSTEN, e 2M EUA «1 “Gehouden den 1gden October 1821. ec TLLATMSE „Fel ‚& 4 We Tm Aad: PS Poorzinër 5, F. SERRURIER. Sdkretaris , GG, VROLIK : Bidden € KAN Naast”3 de Voorzitter de Vergadering geopend had, werd door den Sekretaris de Naamlijst der Leden opgelezen, waaruit bleek, dat uit "det Klasfe aanwezig waren: A De € 4d Adf d v Je £. SERRURIER UT K 6%. BANGMA, Ge VROLIK G. MOLL 3 VATAUELCENEA CT Aad Olne oh igsrviN shoe VH Th denk rde, 10 LAA M. VAN MARUM, JP. VAN CAPPELLEs J- KOPS, Ad CL en ae F. GOUDRIAAN ; dj he Fe, KEYSER » ® E at | ' Ì Ld he 7 € 5 ï Zijnde dus bels del tf Zi Ad. Kl 4 Ä IG MG) De Leden We VAN BARNEVE NIN hes er he Dl A8 amie ad ae ded C+ BRUNINGS JUNIORS on ra ‘Ú. DRIESSEN, €, He à ROY, \ A. PAETS VAN TROOSTWYKs J- BLANKEN JANSZ, > €. Re T+ KRAYENHOEF 3 … … A.P. R.C. VAN DER BORCH VERWOLDE , J- A+ BENNET 5 A. VAN DEN ENDE» Je P. FOKKER3 €, G. C‚ REINWARDT 5 Ge EKAMAs HU ast ‚4 Kef € Ei RDE NIEÜPORT , Fe B. A DEERS.s. oer búv de B SANJEONS » Je F. KLUYSKENS ; sry de,E: MINGRELERS VAN JeF. SENTELET 9 ‚F.E VERBEECK) 7 JF. ROUCEL ) A. DEKIN ; _J- PARMENTIER 9 ‚JM. C+ VAN „UTENHOVE,, A BLÄNKEN Jansz > pr Ld p5 Vv IN ’ £ HARS T A 8 5 PF. M BOUËSNEL ; haf G, SANDIPORT 4 : E. Je THOMASSEN à THUESSINCK, J.C. Be BERNARD 3 “Jef. Le SCHRÖDER ; q en DE HERTOG VAN URSEL, ‘Je Ar UILKENS 4 A. VAN STIPRIAAN LUÏSCIUS, Hierop. deed de Voorzitter de volgende Aanfpraak z Voor de derde maal, geachte Medeleden! in het openbaar vergaderd, en vereerd met het bijzijn van een aantal mannen, achtbaar door hunne betrekkingen tot Land en Stad, door hunne liefde tóf Kurifteh en We. tenfchappen , en door diezelfde belangftelling in derzelver uitbreiding en volmaking, die ook” ons tot één ligchaam vereenigd heeft, ftaan wij ge- ted, aan hen, > én ons zelven, Verflag te doen van datgene, wat er, in de beide afgeloopen jären, door de Eerfte Klasfe van hét Infitfue à is verrigt geworden. ess eea ert EN ver varrtr. Te HERE te „Vooraf ;. echter, moet ik kortelijk gewag ik je van de Ee: gen in ons midden - voorgevallen, dat. is, van bet, verlies onzer Me- deleden, CAMPER, VAN DELEN. 5: GLAVIMANS ‚EN VAN HOOREBEKE , Van den Geasfocieerden’ BANKS „ enden Korrespondent,YoUNGe. ADRIAAN GILLEs CAMPER , die, van ‘zijnen uitmuntenden, vader, de zucht tot uitbreiding dez Natuurkunde fcheen geërfd te hebber; wiens rijke Verzamelingen fteéds voor zijne Vrienden geopend warten , en aan wiens Tchranderheid en“ geleerdheid vele Birinen-'en Buïtefilandfëne’ ge- eerde Maatíchappijen ‘hilde bewezen hebber, ftierf in eenen ‘leeftijd ; waarin, hij & nog groot nut had Kunnen toëbrehgen aar de Wetenfchap- se) olde Bessie pen, dre BE E35} €05) IJ pen, door hem beoefends wooral, indien niet een aantal ffaatkundige en andere betrekkingen hem „daarin, hinderlijk» geweest vareng ten gevolge waarvan hij ooky-op zijn aanhoudend verzoek, » doorsdeze, Klasfe , reeds federt cenige-jaren,,onder de ese Leden, ws, geplaatst, ge- worden. Breiz. end wi LRONARD ALBRECHT KAREL VAN DELEN was de ndseende van den grooten EULER , wiens onmiddellijk onderwijs hij ook genoten had. Wan- neer ik beweer, dat hét gevoeleh vain -deskündigen” In Herh: ‘der waärdig Leerling van zulk eenen Meester erkende, acht ik, met weinige woor- den „ niet. weinig, ‚van „hem gezegd ‚te hebben. _ Beurtelings „Krijgsman, Hoogleeraar in de Wiskunde, en . Hoofdambte: naar bij den, Waterftaat „heeft hij, in deze, verfchillende berreiddogen, de ondubbelzinnigfte blijken, zijner groote kunde. aan C den dag gelegd ; en, zoo de, Gedenkfchriften, onzer Klasfe hiervan geene, blijken opleveren, is ‘zulks daaraan. toe te, fchrijven,, dat zijne gezondheid reeds ongemeen verzwakt. was ; toen. ‚bij. „aan de Klasfe, toegevoegd, worden konde; die hem dan ook, uit hoofde zijner zeer verwijderde’ woonplaats , ‘flechts éénmaal in haar midden mogt zien, en thans reeds zijn verlies betteurte „Nóg kortef firogtén wij onder ónze Medeleden: tellen raRku”jöser VAN “ MOOREBEKE „Wiens meer én .meêr toenemende’ toemgvals: Kruid» kundige, het; bij de laatfte- benoeming „ eene-plaats in ons-midden vete fchaft had, mâar” wict de dood ons” féeds ontrukt- heeft; vóór dat deet ons gebeuren mogt, vruchten te plukken van dat Lidmesstthap. De aankondiging, dat zijne Flora van Oosvlaanderen, door de Gentfche Maatfchappij, van, Landtouw, cu, Kruidkunde bekroond, het licht, ftond te zien , had, ons „naauwelijks, verheugd, „ toen ons het berigt van „zijn vroegtijdig. aflterven,, overviel, hetwelk, bepaaldelijk , voor, ‚de Kruidkunde, als een wezenlijk, verlies, mag, aangemerkt, worden, ‚Dieper moeten wij ‘echter het, gemis voelen van ons ‘Medelid, PIETER GLAVIMANS , wiens groote vaardigheid in den Scheepsbouw, en in edn en MP, in al, wat Werktuigkunde betrof, aan- deze Klasfe ; van de, oprigting van het Inftituut af, te dienfte ftond, zoo meg zijne Jigchaamskrachten zulks gedoogden. ‚‚n sv , nooniv we sd Mens; 0) „Hens die. hem niet genoeg kennen mogten, (behoeven wij flechts te wijzen op de Schip-fluis, voor het Dok te Medemblik , door welker. vervaardiging hij het, fchrander. ontwerp. van een ander Lid dezer Klasfe C*) zoo meesterlijk „heeft uitgewoerd. „En van. welk pronkftuk van vere nuft enseenvoudigheid., het mij te, aangenamer is, hier in het openbaar te kunnen gewag „maken, omdat hetzelve naauwelijks bekend: fchijnt té zijn bij den, Landgenoot, en, toch, mijnsinziens, meer lof verdient 3 dan menige andere vinding en onderneming , wier lof-men dikwijls uits bazuint ‚ nog vóór. dat- hare - waarde vajsraene of haar neen en Joser BANKS wien wij auk onze Geusfocieerden tellen mogten, ig een tachtigjarigen ouderdom „overleden, is, als; Natuur=onderzoeker, ‘als Medgezel, van ‚cook „op,deszelfs togt om de: Aardè, als veeljarig Voors zitter der Londonfche Maatfchappij van’. Wetenfchappen, ven ‘als Lid van alle Britfehe en een groot. Aantal’ Buitenlandfche geleerde Genoot- chappen, te bekend, dan dat „wij hem ‘hier meer, ns eel name, kast hoeven te noemen; uz je es Deszelfs Landgenoot, ARTHUR. voUNG, vatrhadnddeee vdsbe wiste bertikte bijkans gelijken ouderdom. Ook zijn “naam ‘behoort tot dië- genen, welke. sheet de befchaafde wereld met achting: noemt. Brittanje’s- wisensden heeft aan hei de ave verpligdig, èn zijne EED. TAA Gals Tv d „ ve HH gite tf | Tes dt (*) De Heer A. Fe GOUDRIAAN, toen Tielen Generaal voor den Water= fraat van het Departement onhe en thans één der Infpecteurs Generaal over den „Werle vande, Rij stern: 4 Wan 8 b5rrse man bahamkl, ertt GC & y gefëhriften” hebben , 66k pen gs veler din met pens lere op ‘den Eandbouw gevestigde is grel oos „Haóh sDusib ot „Fstswusidak sal ns Gij zult het dan ook niet oncigen de vikker! Haer d de Ländbouw rin het Inftituut” geplaatst “heeft, vän’ het verineldén van ARTHUR YÓUNG “âanleiding neme „' cenîge xvoörden over” denì Landbouw te fpreken „veh .bepaaldelijke zeker: denkbeekt „dat bij velen onzer Land: anr rief ‘dienaangaande , ‘huisvest „ter oerfe te > “breigên. NRJ „-Het-is, ‘nâmelijk;, niet ongewoon s oh 5 waïineer’ outen over dat bedrijf gefchteven , of in: Het openbaar gefpreken wordt „"mênigéen té zien glimlagchen; „omdat ‘hij: van oordeel “isdat men: den Landbouw aan de „eigenlijke Landlieden behoorde ‘over te laters dat ‘die toch de meeste: „kennis:edâatvan. “bezitten ven dat” het “blijkt dat” ménfchen uit andere ftanden er doorgaans flecht bij varen, wanneer zi keram vere mieten , den Laändbouw té willen’ beoefenen;” ' Wij flemmen toe, dat. niet al, wat daarovêr gezegd én kesindien 5 is, proef -houdts en dat -menigeen zich te dezen aan iets “gewaagd heeft, waarvoor «hij niet berekend was, Dan, geldt dit niet ín alle Kunftèn eù Wetenfchappen! Voorts deert dé ondervinding’, dat de voordeelen „die de Nederlandfche Landbouwer, uit zijn bedrijf , in gewone” gevallen , kan behalen, niet groot genoeg zin, om menfchen uit andere ftanden te kannen woldoen-3'en dat -daarom- zij” die’ deze dwaling koesteren , veelal tot hun fchade-van. het tegendeel overtuigd worden. ” Nu redeneert. men ‘aldus: ‘De-Landlieden, of zegevâmde Boeren, gaan «bij -den “Landbouw, vooruits! meer “befetaiden , die’ zich daarop zoeleggen , gaan daarbij veclal achter=it» 0ij gevolg, verflaan er de eerften meer van , dan de laarfien, Dit befluit sagtit zeer juist te zijn3 en echter houden wij het voor Animietes 150% ikoon Tusf ri Want „de boeren: gaan, miet. beomit ; omdat zij groo amiden van hunne landerijen weten te verkrijgen, maar — omdat zij minder be- hoef. KJ „hoeften hebben, minder ‚vertering maken, en dus: in hun, onderhoud voorzien kunnen, bij een inkomen , dat, voor lieden in een befchaafde- ren kring, ten. eenen male ontoereikend is, 6 ‚Wij {temmen dus. gereedelijk toe, dat, in den tegenwoordigen ftaat van. zaken, in ons Land een befchaafd man den landbouw niet moet „beoefenen „met oogmerk ‚om van zijn vermogen -hooge rente te verkrij- gen. Maar — elders is dit, onder gelijke omflandigheden, even wei- nig -het ‚geval; en‚de Engelfche Lord, die voor een fraaïjen hengst, of ftier , of Spaanfchen Ram, fomtijds zoo weel geld befteedt, als menigen boer zijn geheele flal met vee kost; op wiens bezittingen de landbouw in het groot met weelde beoefend wordt; die er zijn roem ín telt, uit te munten in fraaïje kudden, en, om uitgeftrekte velden, door middel van kunstige werktuigen, even zuiver te bearbeiden, als zulks ander- zins flechts door handenarbeid en noesten vlijt in het klein te verkrijgen is;-die Lord befchouwt. zulks even. weinig als eene voordeelige geldbe= — legging „ en werpt dus eveneens, en nog meer, zijn geld. weg, als men dit hier te land aan dezen en genen heeft te last gelegd. / „ Maar gelukkig, het Land, waar de overvloed op die wijze befteed Heijn Waar men geen wegwerpen noemt, al wat niet naar percenten berekend isen tot opftapelen van nog meerder fchatten leidtf Of „ waar men zijn roem, niet flechts ftelt, in fraaïje huizen en inboedels , prachtige rijtuigen en leverijen, en keurige maaltijden of in broeibakken en trek- kasfen, en in de verplaatfing der ftedelijke vermaken — en veelal ook der ftedelijke verveling — in de landkasteelen ! Gelukkig het Land, waar de rijke grondeigenaar nuttigheid boven zeld- zaamheid verkiest; zijn vermaak zoekt in het landbedrijf zelve; alles onderzoekt en beproeft, en aan zijne minder rijke naburen voorbeelden geeft, waardoor ook zij in ftaat gefteld worden , hun. hedrijf meer en meer te volmaken! Gelooft niet, Toehoorders! dat ik hier Vreemden wid verheffen, B ten | € ten koste van Landgenooten; en dat ik wanen zoude, ‘elders volmaakt- heid, hier flechts gebreken , te: ontwaren, hara: ; Neen ! verre, verre van mij, het verheffen van het ééne’ volk boven het andere3 het verheffen van‘ het buitenlandfche ,- dat men veelal minder volledig kent , boven datgene’, wat men dagelijks voor oogen leeft. Maar ook even verré van mij die ophef, waarfnede formmîiten ; hik elke“ gele genheid, van hun eigen landaard gewagen dehzdlver ten ‘ koste“ van Anderen opvijzelen ; En, brommende en fnorketide ; de leer verkondigeti’, dat zij flechts op. klasfi eken’ grond ftaan, en de Natië, waartoe zij en huúne vrienden” behooren, Boven allen uitmunt! Een denkbeeld, dat, vooral bij bekrompene toelioorders „zoo ligt ingang vindt; die hùn gretig nabaauwent «5 „Neen; wij behióevén ‘liet elders’ niët te zoeken , wait „ wij bezitten ‘het reëds 1 en zich meer en meer in hunne eigene bé- krompenheid ‘verlustigen. KGA EERE “Bven ‘of fehoónhêid, en wairkeid; én zedelijkheid door’ de grênzen van een’ land bepaald wierden, en doôr de klanken ‘eener taal! Of niet de menfchelijke geest, onder gelijke om(tandighéden zich, overal gelijk vertoonde ! En of het niet juist tot de voorregten van onzen leeftijd behoor- de, meer dan ooit, uit alle tijden en oorden, te kmmnen inzamélen , wat weléer werfpreid lag, en ons juist daardoor allengs tot die hoogte te kunnen verheffen , waarvoor de mensch in allen opzigte vatbaar is. “En wanveer men zelfs, nu en dan, then „die de Kunst en Wetenfchap van vorige jaarduizenden, en van Volken, die reeds lang verdwenen zijn’, op hoogen prijs fteilen, hunne eigene tijdgenooten, flechts door gerin- gen afftand verwijderd , hoort Wreemden noemen, bijkans in dienzelfden zin, waarin door de Romeinen weleer het woord Barbaren gebruikt werd; wien moet het dan niet treffen, dat de niensch Zoo ongelijk kan zijn aan zich selven ! Vent Oout, Er Tochoorders ! eene uitwijding „die zoo zij al niets nieuws , EIT eng vtt Nad ee VE a st EK am ) nieuws zvecliter iets: aars bevat! - Want , ook verkende waarheid, daar zulks pas geeft, elkander tes herinneren, is immers niet: overtollig.) ‘En: thans ‘terugkeerende- tot datgene , wat mij hiertoe aanleiding: gaf, herhaal ik „ niet eene verheffing van vden Engelfchen landbouw ; in %'al= gemeen ;-boven den; onzen ; want daarvoor heb ik , zelfs. in de gefchriften der-Engelfchen.z nimmer eenigen grond. kunnen vinden; maar ik herhaals dat de weelde , waarmede in Engeland fommige rijke grondeigenaars den landbouw beoefenen, aan denzelven groote voordeelen heeft toegebragt. En het ware te wenfchen „dat ook: in Nederland „ en bepaaldelijk in het rijke Holland, de neïging van menige rijken hare rigting derwaarts ne- mien ‘mogt; even gelijk men die op verzamelingen van: Kunstwerken ziet: vallen 3 : welke niet altijd aan hare bezitters zoo veel aanhoudend en afwisfelend genoegen geven ,als de Landbouw in flaat is ‘te verfchaffen aan hei:die met een geoefend oog en verftand in denzelven werkzaam is 5 en die er vermaak sin vindt, omde natuur zelve „ door’ menfchelijke kracht , als’ te dwingen, en aan geente aoe” dienstbaar te maâkent! > RE C EED biHoe menige zoekt inde verte; wat voor zijne voeten ligt 5 zoekt heéft” hij rijkdom, in veer eh aanzien de ;genoegens- van ‘het leven; en fehijnt-te’ vergeten , dat die fchimmen , die men eer en aanziet’ noemt , hém. tot éen flaaf maken’ van het oordeel van anderen ; dat ‘hij’ dus daars door aan anderen gezag boven zich toekent, en een: dikwijls lastigen itt vloed op zijne bedrijven 3 terwijl hij , onaf hankelijker dan-een Koning, op zijne landgoederen zoude kunnen heerfchesz zonder iemand te otidërdruk= ken ‘ofte verdringen; gezegend van hen, wier krachten hij in het werk ftelde en beloonde; en, het zij de wereld ‘aan zijne 'verdienften hulde’ deed, hetzij ‘zij; rem miet ‘kende, vergenóegd-in zieh zelven’, door âfwisfelende bezigheid , „onverwachte uitkomften’, nieuwe ‘ofitdekkingen’, en vooral ook =- ‘door de werwijdering dier herfenfchimmîge zorgen, die men zich zelf bereidt, wanneer men zich, “zonder ftellige roeping, if ut ; B 2 ine / Cr) ingewikkelde betrekkingen begeeft, en die middelen tot levensgenot verwaarloost „ die men onder zijn bereik heeft. ' Mogten dan de leerftoelen , aan onze Hooge Scholen nu ook voor: de Land-huishoudkunde opgerigt, vooral-ook dat ten gevolge hebben, dat jonge Nederlanders , met ‚rijkdom begaafd, oplettend gemaakt -wier- den op de genoegens, die hun de Landbouw-in-ftaat zal zijnste vers fchaffen, wanneer zij dien, niet als Woekeraars ‚maar als ware Vrij- heeren, beoefenen ; hoe verdienftelijk zij daardoor. bij hun Vaderland kunnen worden, en hoe gelukkig voor zich, zelven en-de hunnen! Bezigheid toch, vooral „is behoefte voor-den menfchelijken geest. Maar welk een verfchil in de bezigheid der leden van de burgermaatfchappij! Het ééne gedeelte is bezig, en werkt, en werkt, maar komt, nimmer vooruit, Dat zijn de dagloners die’ in het werk zelf weinig meer ‚bes lang ftellen ‚ dan voor zoo verre zij den kost daar mede verdienen. En hoe groot is niet het getal dier dagloners; niet flechts in de pij en den linnen kiel, maar ook in het deftig en prachtig gewaad! Want: of iemand graaft, of moddert, of metfelt, dan of hij, in een leuning- ftoel gezeten , even wergtuigelijken arbeid verrigt zonder een- bepaald oogmerk zijner arbeid waardig ‚ het onderfcheid beftaat flechts in fchijn. Zulk werk, moge ia een-zeker verband. noodzakelijk, vof, voor hem middel. van: beftaan, zijn, het, is en blijft werk van een dagloner , dat aan de behoefte van ’s-menfchen geest. niet. genoegzaam voldoet ;,en dat den mensch, daarom, veelal-uitfpanning doet zoeken in vermaken, die ook: wel ras ophouden vermaken te zijn, omdat het vermaak zich op den duur zoo niet laat affcheiden van de bezigheid , noch ait aan tijd en plaats laat binden. Gezegend zijn dan de Kunften en Wetenúhappen die bezigheid en vermaak tevens opleveren; gezegend zij die ware befchaving, die het gemis van fchatten zoo rijkelijk vergoedt, en ‚zonder welke, men zoo velen , midden onder hunne fchatten, ziet gebrek lijden ! En En wanneer ik dan het oog fla op die klasfe van menfchen, hier zoo veel talrijker dan elders, die niet op vermeerdering van bezittingen behoeft te denken, maar flechts op behoud, gebruik, en genot van datgene, wat zij of hunne vaderen verworven hebben; dan deert het mij,dat bij dezulken. de Landbouw, zoo zeldzaam als bedrijf „als Wee tenfchap , en als vermaak tevens,beoefend wordt; waarvoor dezelve zoo bij uitnemendheid vatbaar is, Dat dan de Landbouw, als zoodanig, meer onder ons a worde ! dat, onder de vermogenden, vooral van het opkomiend geflacht, een licht ontftoken worde , waardoor zoo vele nevelachtige denkbeelden, thans nog aanwezig, verdwijnen; en aan hen kennelijk worde, dat zij op het Land, mits met de noodige kundigheden toegerust, en met den regten geest bezield, vinden zullen, wat zoo velen elders te vergeefs zoeken; en zij de waarheid gevoelen van die dichterlijke uitboezeming : God maakte het Land, en de mensch de Stad! (*) Thans, Geëerde Toehoorders! noodig ik U uit, tot het aanhooren van het Verflag onzer Werkzaamheden , en‘ onmiddellijk daarna „ van eene Verhandeling, door ons Geacht Medelid kops voor te dragen! Waarna door den Sekretaris werd voorgelezen het navolgend Verflag:. ZEER C°) God made “zhe Country, and man made the town. COWPER B 3 CC 16: 5) ZEER GEËERDE rOëHOORDERS VAN ALLERLEI RANG EN STAAT! lins: rime O8 Flitmdik HOON El) op LAOS de A Php EDU Wanneer men den geheelen onitind der Natuurkundige Wetenfchap- pen’ gadeflaat, en met naäuwkeurigheid overweegt, welk Licht de latere jaren daarover verfpreid welk eéne uitbreiding zij “daaraan verfchaft hebben, wordt men in de hoogfte bewondering Beten over de kracht van ’s ménfchen geest, die zoo vele en zoo \ onderfcheidene zaken ° bevätten ° ‘ens áls ware” Hét „ in’ zich kan opfluiten, om haar ter gelegener tijd met vollen glans’ te doen fchitteren. Dat echter diezelfde “omvang “naauwelijks gedogen zoude , dat een enkel mensch, hoe uitftekend van genie en hoe diep. geleerd. hij ook zijn moge ‚ uitmunte iù alle takken van Wetenfchap , kan gewisfelijk geenen twijfel baren. De zamenwerking van velen tot hetzelfde doel , is daar- om een: volftrekt noodzakelijk vereischte; de Inftelling van « Geledrde Maatfchappijën , eene lofwaardige onderneming. Ons Vaderland:had daarvan reeds fêdert vele jaren eene voordeelige ondervinding, en kan zich bij voortduring de fchoonfte vruchten belo= ven” uit den gemeenfchappelijken arbeid, waartoe zich de voornaamfte Geleerden , in Maatfchappijën vereenigt, verbonden achten. Dat-de Leden des Koninklijk -Nederlandfchen Inftituuts de waarde van zulk een verbond hooggefchat en met belang hebben voorgeftaan , wordt algemeen erkend en is uit hunnen vroegeren arbeid genoegzaam gebleken. Dat die der Eerfte Klasfe dit belang ftandvastig blijven aankleven, zal git=-het-Verflag “harer Werkzaamheden; in het jongst verloopen tweetal jaren, niet twijfelachtig zijn op te maken. Men verlieze echter bij die Schatting „niet uit het oog, dat de Eerfte Klasfe , in vele zaken de vraag- ed he baak Kn en % - B 0D haak des: Gouvernéments zijnde , hare Leden in eene, dubbele betrekking “werkzaam gehouden ‘worden: als Geleerden namelijk, die «uit eigene neiging, en naar vrijen wil de Wetenfchappen voorftaan en beoefenen, of als lieden , wier verkregene kundigheden de hoogfte Magt des Lands op woeker ftelt „ en waarvan wel eens opzettelijke nafporingen verlangd worden, over zäken, dik niet onmiddellijk verbönden zijn aan „hunne geliefkoosde wetenfchappelijke ‘bemoeijingen. : RK zal in de eerfte plaats fpréken van die werkzaamheden, waarmede zij zich, op verlarigên des Gouvernements hebben befig gehouden. 4 ie F. ijt , Molenmaker te Heukelom, aan Zijne Majesteit den Koning, de rad tót watetmalen van eene eigene Zamenftellihg hebbende aange- boden , waren ‘tecds’ vóór de laatstgehoudene Openbare Vergadeting eenì- ge proeven met ‘een Klein model van hetzelve genomen , die den! gd. fig verflag ten gevolge hadden. De Eerfte Klasfe had hieruit aanleiding gekregen , ‘om’ aan den wensch’ des ontwerpers toe te geven, en ter bé- komîing van een voorfchot, ten bedrage van hónderd vijftig Guldens, de bêliulpzänie had te bieden, teneinde’ hij een model op de dubbele grootte van het eerfte zoude kunnen vervaardigen , en daarmede voor eene kommisfie van ‘het Inflituut dè pròevén- herhaleu, | Aan dit alles "is voldaan geworden, zoo dat de Heeren GOUDRIAAN en A. BLANKEN JANSZ, dâartoe “aóor de Eerfte Klasfe verzocht zijnde, in de maand Augustus des vorigen jaars, dit model in de Rivier de Waal, een weinig boven Zalt- Bommel, ir wolle werking gezien hebben. „De gunftige gedachten, die men reeds. uit het kleiner model: had’ op= gevat, zijn door deze nadere proeven in geenen -deele. verminderd 4 zoö- dat de Heeren Gekommitteerden, behoudens eenige belangrijke aanmers kingen, niet vreemd, waren ‚van aante raden; de, rrdgasranex van hete zelve waterrad in, het groot ‚te, beproeven, vyesestgde NDT sein „De Klasfe ftelde, haar advies aan Zijne Esecellentie den Minister voor het Geenhen Onderwijs, „de Nationale Nijverheid ende; Koloniën; in dien C 16 ) dien geest, en durft zich vleijen, dat deze uitvinding van den’ oef maker ByL niet geheel zonder toepasfing zal blijven. Van minder belang en van. gemakkelijker beoordeeling was de Oeco- mifche Haard vau GEBHARDT KNAIPP, Tabaksverkooper te Schwechat in Oostenrijk , waaromtrent Zijne Excellentie „ de Minister van Binnen= fandfche Zaken, verlangd had te mogen weten, of dit Stooktuig, als eene nieuwe uitvinding voorgefteld , eene wezenlijke. voorkeur verdient, en, ten tweede, of hetzelve, als dan, hier te Lande. bijzonder kan en behoort meer bekend gemaakt en aangeprezen te worden. De Heeren BENNET, VAN MARUM CM DE FREMERY, tot het ondere zoek en de beoordeeling van dezen Oeconomifchen Haard verzocht zijnde, vonden niet alleen, in geenerlei opzigte aan denzelven eenig blijk van meerdere volkomenheid- boven de reeds. bekende en in gebruik zijn- de brandftof -fparende Stooktuigen; maar befchouwden. hem integendeel verre beneden die Kook- cn Stooktuigen ‚ welke thans, en reeds federt lang , in Duitschland, ten bedoelden oogmerk, in vrij algemeen gebruik zijn, en ‚onder welke dat van weisz, als zoodanig, bevonden is, in de eerfte ‚plaats te behooren. Dat dit Kook- en Stooktuig, zoo om deze, «als andere dann wel» ke men tegen hetzelve vooral in onze Noordelijke Provincien, zoude kunnen aanvoeren, geene algemeene bekendmaking, veel minder, eenige aanprijzing der, Klasfe. werd waardig gekeurd, zal door uw welwikkend oordeel geachte Toehoorders! reeds ten volle bepaald zijn. De Pruisfifche Generaal Majoor röpricw, aan Zijne Majefteit den Koning, eene gedrukte Verhandeling hebbende aangeboden over eenige werktuigen, ten dienfte- der Steen- en Tigchelbakkerijen, verlangde’ Hoogstdezelve te worden voorgelicht over de waarde dezer r werke tuigen, en derzelver nut voorde” “infandfche” trafijken. Welk ver= langen door Zijne Excellentie, den Minister voor het Openbaar Onder- wijs, de Nationale Nijverheid en de- Koloniën, aan de Eerfte Klasfe werd. Gr) wêfd medegedeeld, onder uitnoodiging, om’ met den meest mpbeike ' fpoed hieraan te voldoen. - ©» q Uit het beredeneerd Vertoog des Heeren vAN BARNEVELD , die zich met de overweging: vän dit- Stuk wel had: willen belasten „ bleek genöeg- zaam, dat de voorgeftelde werktuigen ten volle getuigden van de fchran- derheid en het vernuft des uitvinders, en zij alzoo , bijaldien er geene redenen tegen de invoering voor onze trafijken Ne). allezins aan=. beveling zouden waardig zijn. Doch naardien er voor geene ‘buitenlandfche mededinging, en het daardoor verlagen van den prijs der Steenen te vreezen valt, kan er niet wel” een redelijken grond beftaan ; waarom men door het invoeren van. kunsttuigen , den nijveren werkman, die nu nog met vreugde in dezen arbeid zijn a ve atas eee enn bete broods zal ontrooven. 7 De Eerfte Klasfe vérmogt alzoo ; hoewêl het vernuft des Uitvinders prijzende, zijne wijze van werken niet als raadzaam voor onze trafijken aan het Gouvernement voot te dragen. De Heer erAsMUS LENNIG, te Maintz, aan Zijne Majefteit het voor- ‘ftel gedaan hebbende, om vleesch, door middel van berooking met zwa- veldamp, gelijk ook door, bij het verbranden van wijngeest , voortge- ‘gebragte ligtere fucht en dat wel in hermetisch geflotene vaten, gedu- rende een langen tijd, zonder zout, voor bederf te bewaren ontving de Eerfte Klasfe, op last van Zijne Majefteit, eene uitnoodiging, om de waarde van dit voorftel in overweging te nemen, en, des noodig, door proeven na te gäan, in hoe verre hiervan, ten nutte van ’s Lands Zeevaart, in het groot, zoude verdienen gebruik gemaakt te worden. — De ‘Heeren BENNET en BRUGMANs zich met deze zaak belast hebben de, ontving, de Klasfe, reeds in de maand Julij des jaars, 1819, een voor= doopig berigt, waaruit kwam té "biiken dat de Schrijver. geheel onbe ers fcheen, zelfs met de eerfte breide van Natuur- on Scheikunde 5 C da CJ dat mên daaruit alleen. verklaren konde, de, weinige doelmatigheid der proeven, welke hij, ten aandrang en bevestiging van het westoferd rijke zijns Voorftels, gedaan had, De Eerfte Klasfe intusfchen- kennis gekregen hebbende aan een; En druk verfehenen „ werkje, van dienzelfden Schrijver, betiteld: Nede Arts das Fleisch-zuùm Genusf auf lange Seereifen undin gefchlosfene Fes= tungen, ohne folches zu' falzen , frisch -zuverhalten „ ach folohesalfo. zu dürren, oordeelde van haren pligt te zijn, dit Stukje-aan Heeren. Gekommitteerden … mede ste! deelen , in hope ;--dat- welligt ier miet meerdere doelmatigheid-zoude zijn te werk gegdans / aoorvor zorkerh „Dan zij ontving, op: het einde des voorgaanden jaärs „varden Heer: BENNET „ ons: verdienftelijk Medelid BRUGMANS toen reeds zijnde overs lêden, een) nader fchrijven, dat 'deszelfs informatien „ bij een: “kortelings: verleden oponthoud in Maintz, volkomen ftrookten met zijne vroegere overtuiging ván ‘de ‘ onuitvoerbaarhtid „der herfenfchimimigé- projecten, door den Heer -LeNNies vroeger in. gefchrifte aan Zijne -Majefteig;- (em daarna, in druk aan het denker dunes saveisdrsvd0 IA Ba gerst 1 ie nouvean ‘continént Coulomb. trouva la terre, dijk Herfchell et Montgolfier traversèrent len alien pnbiistuanbina, Ts Sous ton Règne, Guillaume , on penètre les mers, y explore fous, leurs. eaux, j’y porte Ja lumière. Onder: deze toefpeling bood de Ridder DONCKIEZ DE DOUCEEL Zijner Majefteit het ontwerp. aan van eene ‘duikersklok , waaraan hij merkelijke. verbeteringen verméehde te hebben toegebragt. ie Het oordeel der Klasfe, door Zijne. Excellentie, den Minster voor het Openbaar Onderwijs, de Nationale. Nijverheid, en de: Koloniën , hier« op: gevraagd zijnde, vond zij goed, na. bekomene. inlichting. van, ‚haar geacht Medelid, den Heer SENTÈLET , te rapporteren: dat Cg vocdat zehoezeer de Heer: DoNCKIEz- DE“DOUCBEL ‚7 door. de, menigte “ont- wêrpen ‚ waarmede hiijjzich bezighoudt ,-blijken geeft van deszelfs ijver voorshet;algemeen belang; hij: echter „in, dit-voorftel,,zoo weinig naar waste, grondbeginfelen, te werk. „gaat „ven. het. vermeend: woortreffelijke „van zijne -duikersklok, zoo. zonderling verheft „ dat men’ met moeite ‚de Jezing van zijne, voordragt ‚zonder: weerzin. „kan teneinde brengen ;-dat men, eenimaal. daarover heen zijnde! ens met bedaarden:: geest- overleggénde , hetgeen, als daaraan” voortreffelijk, wordt. ;voorgedragen:;; zelfs „ook, dan niets ontmoet, waarom meên dit werktuig, als den bijval des, Gouver- nements waardig ‚-zonde-mogen aanbevelen; ses ‚voto loos si “Hoezeer, in vroegere jaren’, zeer vele 3 en, naûr het oordeel van kundige mannen , ‘afdoende proeven genomen waren , ter bevestiging van het voordeel hetgeen het hellend Scheprad vande Heeren ECRHARD boven de ftaande’ Schep- vaderén” bezit „ meende de Heer Ingeniëur Vérificateur P. VAN DEN BOSCH , dât dit hellend Scheprád, óp zijne beid, vatbaar was voor verbeteringen; die hij“aan ceren ;- door hem” ‘witgevonden’, Watermolén “had aatigebragt. Hij verzocht aan Zijne Mayjefteit ‚ dat op deze verbeteringen mogt wor= den. réguard’ geflagens > noo, „Het behaagde) diën- ten gevolge, Zijner peen den Minister woor hét Openbaar “Otiderwijs 3 de’ Natiotiale Nijverheid, én-de Koloniën , aan de Eerfte Klasfe te zenden. x9. Het rekest vam dem Heer! p ‚VANDEN “BOSCH „’ betrekkelijk elen, dre hem uitgevónden „ Water =fchepradmoòlens DIJCT ve Een Rapport op hetzelve aan” Zijne -Majefteit „ -door:-Zijne : Excel dentie., den Minister van Bìnnenlandfche Zaken: 'en: Waterftaat. «> 700) 1589 Een. Rapport ‘op hetzelve, van den: ars C«‘ BRUNINGS: terne vaatrwelgemelden Minister, met Wérzoek,’ om doòr:de : oRlasfe zoó fpoedig bloadn te. ads ingeliëht „zoas omtrent de waarde en nuttigheid; als omtrent «de nieuwe “Heid dezer uitvinding. C 2 Dé £ “30 ). De Heerèn j. BLANKEN JANSZ: BANGMA 5 II KEYSER „ miet’ den“ Heer VAN DEN BOSCH, in Noord-Holland ,-op de plaats zelve , waar zich “het model bevond, geconfereerd en het werktuig in werking gezien hebbende, bevonden, dat het Verflag van den Heer BRUNINGS , aan de Klasfe fab n°. 3 toegezonden „ allezins voldeed aan hetgeen zij daarvan zouden meenen te kunnen berigten, Waarom dan ook het advies van Gekommitteerden ” inhield, “ dat de” Klasfe , in antwoord aan denHeer Minister voor het Publiek Onderwijs „: zich daarvan zoude behooren te “bèédienen. Dit geheel Verflag , geachte Toehoorders! aan uwe-aandacht voor tê leggen, zou niet wel mogelijk zijn „ aangezien het beroep op teekeningen ‘en modellen, die: bij hetzelve niet zijn overgelegd. Het bleek , echter, _uit hetzelve genoegzaam , dat. het model, hetwelk tot de proeven was “aangewezen en gediend had, niet. zoodanig was ingerigt, dat men,-bij veen zeker getal omwendingen van het hellend Scheprad , de opgemalene „masfa meten, en uit dezelve de bij eene gremeuding opgebragte hoeveel- „heid bepalen. konde. De Eerfte Klasfe bleef dus onzeker, omtrent de lekpaaen. en, heeft dien overeenftemmend, gerapporteerd aan. zijne Excellentie , den Minister voor het Openbaar Onderwijs „ de Nationale Nijverheid „en de Koloniën. ‚De Klasfe heeft, bij gelegenheden als deze, reeds meer dan eens, melding gemaakt van voorgeftelde werktuigen , om „ bij-ontftanen brand, ‘menfchen “en „goederèn in "veiligheid te brengen van” plaatfen , „waarheen door het woeden: der. vlam alle toegang ‘is afgefloten, Van geen minder aanbelang zoude: het zijn , ten allen tijde „ en‚op alle plaatfen „de. blusch= middelen zoo aan te brengen, dat zij de brandende punten onmiddellijk okonden- treffen, Van hoe velen dienst hetzij, de vochtftraal-op de brandende oppervlakte te befturen, is reeds in den jare 1796 te Haarlem, „en. . Cat ) &ri-invhetjaar 1798; te- Gotha; door-den-Hcer ‘vAN, MARUM shockondke- heat bewezen. ->5’Zijne Excellentie, de Minister voorhet Oneilbaen Onderwijs, vers «langde daarom met: regt, ingevolge de begeerte van Zijne Majefteit „den «Koning, dat’ de, Eerfte Klasfe zich zoude bezig houden met het onders “zoek ‘van eene uitvinding des Heeren -j. KÖRNER , Brandmeester te Vele lingen, in het Groothertogdom Baden „om „door middel van verlengbare ftaken , de zoogenaamde {langen der Brandfpuiten nader aan den heen te tied en naar de rigting van den brand te befturen. ain „De Klasfe werd tevens verzocht, hare gedachten omtrent dedoelma. ögheid van deze uitvinding, die in model was overgelegd , en begeleid ‚van eene gedrukte befchrijving en afbeelding, te doen kennen, en wel be« „paaldelijk „ of” deze” toeftel gefchikt zoude’ zijn, om bij’ de Brandfpuits- inrigtingen „hier te Lande, in praktijk gebragt te worden, - De Heeren vAN MARUM € VAN DEN ENDE de Klasfe red gd ten Bize ‘hebbende ingelicht „ werd befloten te antwoorden: : sto 1%, dat het aan de Eerfte Klasfe zeer bedenkelijk voorkomt, of” mêt he inrigting het bedoelde oogmerk zal te bereiken zijn , daar het op- “heffen en-ophouden van een met water gevulden Brandfpuïtflang door %erlengde ftaken , wegens deszelfs onvermijdelijke zwaarte ; eene moeje. lijke verrigting fchijnt te zullen zijn, vooral, wannèerver brand in het “bovengedeelte van een gebouw van aanmerkelijke hoogte is; en dus een met water gevulde flang van dertig, veertig-of meerder voeten lengte, ‘door dezen toeftel zal moeten opgehouden en beftuurd wórden. 2®. dat ook de directie van de brandfpuitpijp ,- waarop het ; bij het ‘blusfchen van brand, voornamelijk aan komt, door middel van een ‘touw ; waaraan beneden getrokken wordt, nict behoorlijk zal kunnen ge» fchieden, daar de man, die aan dit touw zou moeten trekken , van bene= den af, niet zien kan, welken fland de Spuitpijp moet hebben, om het „C3 / vra ( ae 5) _ water ter brengen juist: tér “plaatfe's waarhet Re: ter hd fching van brand vereischt wordt. AES AS „Dat om bovengemelde’ redenen. de Klasfe bidens dat de’ geprojec- teerde inrigting vanden brandfpuitmeester KöRNERS bij” beproeving * hoogwaarfchijnlijk zal “bevonden: worden ,'-niet vaan’ >het” vereischte te kunnen voldoen, - Waardoor: hèt van- zelve! onraadzaam get haar ie onze eon! ter: briek in ige 0 brenpem? of mopei: ê òtatt 2 negtslt $haagoos sh onsde is Slecht Medeli je vlaams: (DRIESSEN 5, died doordrongen van De Heer waurers, în zijne weeljarige uitgebreide upseiseleainsese ln ning, het gebrek hebbende ondervonden aan gefchikte ziekenoppasfers, hield het van belang, eene Verhandeling zamen te ftellen over dit On- derwerp, en als voorlezing aan de Eerfte Klasfe ‘aan te bieden, onder’ den titel: de aptis asfistentibus , medico ad eurandos mor bos vrage hosque obtinendi via. koko kels Vele boeken zijn over deze ftof in het licht gekomen. ‚Doch hoezeer men uit alle deze werken de nuttigheid van dergelijke lieden , die zich met het oppasfen van zieken bezig houden, gereedelijk kan befeffen ; valt het echter moeijelijk, beflisfend op te maken, hoedanig ziekénop- pasfers zijn moeten. De meeste Schrijvers toch willen. aan dezen op- „pasfers zoo veel geneeskundige bekwaamheid geven, dat men ze bijna voor plaatsvervangers van Geneesheeren zoude kunner doen doorgaan. ’ Maar wie zal alle deze vereischtens in een, “ziekenoppásfer kunnen wenfchén óf noodzakelijk oordeelen? De ziekenwachters zijn immers Ed C 9} 7 eene - Geneesheeren óf Heelmeesters: hunne pligt bepaalt zich, om de zieken bij te ftaan in, derzelver behoefte; om geregeld verflag. te geven aan de kunstoefenaren van hetgeen zij in: hunne afwezigheid “hebben waargenomen; om ftiptelijk de middelen toe te dienen naar het voor- fchrift; ‘zij behooren ‘befchouwd. teworden ‘als bloote werktuigen, waare van men zich bedient, om aan de lijders “die hulp toe te brengen > welke men” noodzakelijk’ acht. Zij behoeven een hoogen graad van naauwgezetheid in het opvolgen der orders, en bijzondere naauwkeurig= heid in het geven van verflag aan Geneeskundigen. « Gezeggelijkheid be« hoort „bij hen de „plaats van:-eigene” wijsheid te bekleeden ; mensclilies vendheid is bovenal een hoofdvereischte, : “Het was’ daarom bijzonder aangenaam „bij deze voordraägt herinnerd te worden aan het hoog belang, dat er in het aankweeken’ en onderhous den van goede ziekênoppasfers gelegen is. & > Wijlen ons verdienftelijk Medelid „de: Heer váân DELEN; volgens aans genomen gebruik „zich tot het vervullen eener fpreekbeurt geroepen ziende, deelde der Klasfe- eenige Josfe gedachten mede over de aanvans kelijke gronden der differentiaal- en integraal rekening. ‚Men heeft in latere tijden’ zich niet kunnen vereenigen met de theorië van het oneindig kleine , welke vroeger tot grondflag der differentiaal rekes kening-was aangenomen; men kon het denkbeeld niet verdragen; dat iets, hetwelk toch geen volftrekt niets was „als zoodanig’ zoude kunnen befchouwd- worden.» Om ‘deze zwarigheid weg te nemen of te ontwije ken, heeft men de leerwijze der limieten ingevoerd.” Nu vermeent ‘men alle twijfelingen uit den weg geruimd te hebben, en men houdt de bes wijzen, die. op dezen leertrant gevestigd zijn , voor REE en in den ftrengften zin voldoende. Doch de Heer van DELEN ‘verklaarde volmondig, dat er voor hém in de leerwijze der limieten geene bijzondere ftrengheid van bewijzen te vinden was, dat-de bewijzen, die uit de befchouwing van 3 worden D af- C 26 ) afgeleid, ‘hém niet ten volle overtuigden ‚en hij Aiensvolgens over deze leerwijze nog veel minder voldaan! was; den over. de oude „ dat is, de theorie van het-oneindig kleine, - => » venngastsotenidsh Ì fd, Aaa) tto eran HIER De Maatfchappij van ‘Weldadigheid, ten, he: 1818. bite heeft niet minder, de, aandacht van bevoegde beoordeelaars. getrokken; dan de „ Kolonie. Fredriks „Oord nieuwsgierigen. uit ade Panden: tot zich gelokt. EET tridatt „Deze wacht er goude bergen van, gene wife 2 aam an goeden: vuitllag en voorfpelt. de ongunftigfte wigkomften ‚aan. meles Zoo hoog. veer verwachting. Lorber Onder de laatften behoort een dé ei van. de ‘Eerfte” Klasfes Hú __befchouwt deze onderneming» niet «als. daargefteld „door ‘bijzondere pers fonen , of als eene onpartijdige proefneming ‚bij welker-wel, of kwalijk gelukken. de waarheid in alle; gevallen ‚zóude moeten winnen. Hij ‘ad- ftueert dit en fchetst verder het oogpunt, waaruit men trachtrafteleiden, dat „deze proeve, als eene weldadige -Rijks -Inrigting behoort . aange= merkt, en langs alle middelen en. wegen …gefchraagd- en «onderfteund. te worden „ terwijl men de proeven, die. nog eerst hadden: moeten worden genomen, en welke niet, dan na verloop ‘van jaren, zekere vrefaltaten kunnen opleveren , bijna op hetzelfde. aegnnnik, reeds als vate m lukt heeft doen voorkomen. Hij houdt het wederleggen der Staats - redes ie gedilenstinhied waarmede „men deze onderneming van den” hagen ne heeft arm vere gezeld gaan; voor tijdverfpilling.: Î „De ftelling, dat de toenemende ármoêde in Baby wter he worden » door dat er geene genoegzame levensmiddelen voorhanden zou» den zijn, komt hem voor , niet waardig te means dat men €r hier zij- ne aandacht op vestige. Hij behandelt. vervolgens de vraag: Levert de: ged Ko» N „lo ij C 27 ) 3 Tonifatid -det Melati van onsen eeede eénige: malse » refultaten op.” „Beantwoord dit praal om „dezê, zeer eenvoudige Gij dat zulks voor als dee mwa de manen, het kort mw vn derzelver beftaan, « - 21 ‚ Uit „het voifteekt gemis van zekere: uiekomften fchijnt bi heil is welke ontfproten’ste zijn „of ‘het doelmatig zij, dat het Beftuur zich sde zaak dier onderneming op:eene bijzondere wijze aantrekke?” „Waarop het “antwoord dan wederom ‚niet twijfelachtig is, even min, als op de. derde vraag “sof hét namelijk doelmatig zij, dat deze onder- j neming wan wege: den :ftaat begunttigd, en als het ware op deszelfs 5 gezag voortgezet en uitgebreid worde 2” Doch hoezeer óns Medelid moge ijveren tegen de uitfluitende begun» fliging van deze kostbare onderneming, met. des te mêer vuur pleit hij voor de befcherming des-Landbouws- in het algemeen; en befchouwt het meer dan tijd, dat de ftaatskunde van Europa voor dezen tak van volksvlijt gunftiger worde. dl el Grondlasten , perfoneele , plaatfelijke belande drukken dezelve te meer „naar. mate die naar een’ {taat van zaken; naar” prijzen bored zijn; welke reeds hebben opgehouden’ te beftaan, „De daaromtrent door” hem gegevene wenken zijn zoo belangrijk „als de vergelijking tusfchen het lot der nijvere menfclten , die nabij de Ko- lonie van Fredriks=Oord.in het zweet huns aanfchijns: zwoegen , en dat van, den: Kolonist.„ met de daaruit-afgeleide gevolgen ;menschkundigzzijne ‚Het lot; dat hij voor deze onderneming -vooruitziet , is treurig on= verminderd. de hulde;-die hij ten flotte toebrengt aan: den man, wa sean oenen: fchijnt, gevormd, en dus ‘verre in ftand gebragt te hebben. In de maand Augustus van het Jaar 1796, werd. door het ‘kommitté tot de zaken der Marine aan de Nationale Vergadering , reprefentees rende het volk van Nederland, eene Misfive gezonden, behelzende een D a bee C 2 ) berigt, dat zekere “zaMmIs SMIT een geheim, middel danbóod, om het meest bedorven water op de fchepen , op eene gemakkelijke;en onkost- ‘bare wijze ,-te zuiveren. Waarop eene'‘Kommisfie uit, gemelde. Verga- dering, met en benevens eenige deden: van: -voornoemd kommitté, ‘hier= toe verzocht, op den grften Julij des Jaars 1797 een ampeb Verflag-aan de Vergadering deed , hoofdzakelijk advifeerende., dat het- hun toefchëen , dat, hoezeer men reeds zeer verre in. de kunst van water-op deze wijze te zuiveren gevorderd. was, het echter nog: niét »zoó» wolmaákt Scheen, als men wel zoude kunnen verlangen, en aan ,den-anderen kant overtuigd van het groote nut eener volkomene zuivering „der Vers gadering in bedenking gaf, om eene prijsvraag uit te fchrijven over-dit onderwerp ‚ en de beoordeeling daarvan „aan eene onzer geleerde. Maat- fchappijen op te dragen. Waartoe dan ook de Vergadering befloot „bij decreet van 6 October 1797 ‚en het opftellen der vraag „benevens, het beoordeelen der antwoorden, opdroeg aan de Nationale Nederlandfche ‘huishoudelijke Maatíchappij. Na eenige werkzaamheden, hiertoe betr wetid befletens de vraag te bepalen „als volgt: „pls er een volkomen voldoend. en tot hiertoe niet bekend middel; „om rottend, bedorven en ftinkend- water van alle bederf ;onaangenamen „reuk, en fmaak te zuiveren, en zonder inmengingen van’ fchadelijke en s‚de gezondheid. benadeelende -ftoffen „ tot eenen helderen, verfrisfchen= „den en. gezonden drank te maken?” -Zoo ja, ‚welk isdit middel? ‚„Beloovende hiervoor eene premie van zesduizend: Guldens met dien werftande, dat een derde dezer nitgeloofde premie-zoude uitgereikt wor- den aan den Schrijver der meest voldoende - Verhandeling „terwijl de overige twee. derdens zouden. betaald - worden, nadat de: Maatfchappij gelegenheid zoude gehad hebben, om de proeven op een of meer fchce pen in verfchillende luchtftreken , naar hare verkiezing ‚te doen nemen, ‚en Cap ent “nadat uit de ingekomene’ berigten zoude geblekeri-zijn , dat-de opgé gevene middelen aan het oogmerk der vraag volkomen voldoen. „Het is U allen-bekend, Geëerde Toehoorders , dat de Genecsheer. van _STIPRIAAN Luïsctus dendauwer wegdroeg , en het gebrek aan proefnemingen op verre zeereizen , in de tijden van onfpoed , flechts is veroorzaakt geworden door de gedurige belemmering, aan onze fcheepvaart in den weg gelegd, Doch dat: men, na ‘het herftel des Vredes, ook daarin achterlijk is ge- bleven, heeft den „Heer vaN STIPRIAAN Luïscrus moeten bevreemden, en fchijnt hem aanleiding te hebben gegeven; tot het voordragen van eene Verhandeling over hetzelfde onderwerp aande Eerfte Klasfe ; waar- bij alle de reeds vroeger in-het werk geftelde en, door den druk gemeen gemaakte procvén ophet zuiveren van rottend, bedorven „, en flinkend water „ op nieuw voorkomen, en_ als een onderwerp van algemeen bee Jang onder hare hefsherming, gelekt worden. Daar de zomer van het PA. 1819 zich door rogge. warmte en hel-. dere dagen bijzonder heeft onderfcheiden , en den landman in ftaat ftelde , om, bij den voorfpoedigen, groeì van zijne te veld ftaande gewasfen „ den openen grond tevens zoodanig om té zetten en te bewerken, dat deze zich eene ‚groote vruchtbaarheid ook voor een volgend jaar daar-. van beloofde , was men niet weinig verwonderd, van op de beste gron- den, zoo als op de kalkig - zandige klei, bij de herfstzaaijing juist het tegendeel te ontwaren van hetgeen men verwacht had, „In, plaats van eene fpoedige ontkieming bleef het zaad lang onder den grond, en een flechte groei had ‚verder oen, — Aan bezi van genoegzame vochtig: ni: geel, De Heer uiLkens liet deze wrammenning dienen om zijne fpreckbeurt niet onvervuld te laten, voorbij gaan, en aan de Klasfe de. gronden. voor D 3 dit Cie D dit” verfchijnfel “enigzins “ontwikkeld voor te dragen, Hij vond ‘daartoe de volgende :! Veeljarige ondervinding en opzettelijk genomene pirén ebber ge- leerd, dat bij drooge jaargetijden de gewasfen den grond aanmerkelijk meer uitmergelen, dan bij vochtige, of wanneer afwisfelend het aardrijk en de planten door regen gedrenkt worden. …_ De’ gewasfen moesten dan bij de buitengewone droogte van 1819 deù grond van veel vruchtbaarheid’ berooven ; en de ‘weder op den omge- ploegden ftoppel gezaaid wordende keren epnserds eenen flechten ; minder wruchtbaren bodem. Doch niet alleen op: ftoppellanden, maar ook op _braakgronden ondervond: men dezelfde late ontkieming en tragen ‘groei Hier nu kan de zoo even bijgebragte' oorzaak ‘geene plaats gehad hebben; het ver- fchijnfel zelfs baarde te meer verwondering „ daar de zomer, gelijk men meende , voor het braken of zomervalken zoo uitmuntend gefchikt was geweest en de grond veelvuldige malen omgezet en wel fchoon gemaakt had kunnen worden. De dampkringsftoffen ‘brergen ongetwijfeld de meêste vrnchtbaarheid in den grond; maât €En drooge grond, welke ook deszelfs’ beftanddee- len mogen zijn, is ‘geheel onvatbaar voor derzelver invloed. Kalk, klei, en vooral humusgrond nemen in eenen vochtigen ftaat veel zuurftof op, gelijk von HUMBOLDT door opzettelijke proeven heeft bewezen ; maat de ‘grond doet zulks niet in een droogen ftaat. Voor ontkieming en aanvankelijken groei is de zuurftof een noodza- kelijk vereischte. Zij hebben te fpoediger en veelvuldiger plaats, naar mate dezelve meer Aanwezig is, hetzij als prikkel werkende, hetzij ter voortbrenging van koolftofzuur bijdragende; en door deze waarheid verklaart zich het verfchijnfel gemakkelijk. | “ Tmmers de grond ‘was gedurende den zomer van 1819 meestal in eenen zoo ‘droogen flaat , dát; bij Ploegen en Eggen, flofwolken oprezén. Men kb werk- : Gm) werkte dus wel den grond veelvuldige. nialeri om, er (flelde derzelven op de menigvuldigfte „wijze bloot aande aanraking der. lucht, - maar deze gaf niet af, kon niet afgeven; integendeel beroofde zij veel ‘meer den. grond’, -onder fterkere uitdrooging, van vruchtbare beginfels. — Waarvan het laat ontkiemen en echt opgroeien: in den Breems ae pritiae gevolg was. £ \ De Heer SCHRÖDER Ned Shet werbänd voor, ekalshsen de werking der uitwendige „voorwerpen op onze zintuigen „en‚tusfchen de voor- flelling dezer voorwerpen; en hoe wij, uit hoofde van, dit verband, uit de verfchillende ak dezer voorftellingen. mogen. befluiten kor verfchillende_ foorten van indrukken, door de uitwendige voorwerpen op onze zintuigen, veroorzaakt. In de inleiding, fprak hij « over de moetjeljkheid. zoo wel , als de boh tijkheid van een wijsgeerig natuurkundig onderzoek der zintuigen, en der zintuigelijke gewaarwordingen. In het bijzonder zoekt hij de zwa righeid daarin, dat de. werking der voorwerpen op, onze zintuigen, ge- heel ongelijkfoortig is met het denkbeeld, hetwelk daardoor in de ziel ontftaat;, dat de voorftelling van een voorwerp, hetgeen wij door. onze zintuigen waarnemen, geene gelijkheid heeft met het voorwerp zelve , en, de betrekking tusfchen beide naauwkeurig Er bepalen, boven, de krachten. des menfchen fchijnt te gaan. … Zijn, befluit is, de zintuigen, de indruk op dezelve , en de voortplan- üng van dezen indruk door beweging en door middel der zenuwen, dit alles behoort tot de ftoffelijke wereld en alzoo tot het gebied der Na- tuurkunde, Maar het denkbeeld, de voorftelling, welke op dezen indruk - volgt, en hetgene, waaraan wij deze voorftellingen toefchrijven en hete gene wij ons ik onze ziel, ‚noemen, is daar mede gee ‚ongelijk- foortig. ide dag TREAT DE Men heeft den geleiictijken. ‘overgang wit ‘het eene “gebied; h in het an- dere. niet gevonden, ja de poging, om van het ftoffelijke tot het niet ftof. C -32 ) ftoffelijke op te klimmen, heeft niet zelden de deur geopend tot het’ groffte materialismus. Intusfchen hoe ongelijkfoortig de indruk op een zintuig, en het denkbeeld of de woorftelling, welke op dien indruk volgt , ook zijn moge, en hoe gebrekkig elke vergelijking en hoe onvol- doende elke verklaring daaromtrent ‘voorkome , de woorftelling toet nog« tans den natuurkundigen geleiden in zijn onderzoek van den indruk, en” zijne taak hieromtrent bepalen, dat is, ed ed het doel zijner nafpoting. “_Dit geleidt den Heer ! SCHRÖDER tot eene nadere befchouwing van zijn Onderwerp. Na bepaald te hebben het verfchil tusfchen de voorftellin- gen, welke wij door de zintuigen onmiddellijk ontvangen , en. diegenen , welke een gewrocht zijn van ons geheugen en van onze verbeeldings- kracht, beweert hij ten aanzien van den eerften, ên ftelt zulks tot grondftag van zijne befchouwing. „Op elken indruk op de zintuigen volgt onder de vereischte omftane „digheden eene voorftelling of een denkbeeld.” Deze ftandvastige opvolging doet ons natuurlijk befluiten tot een oor zakelijk verband, te weten , dat de voorftelling door den indruk op de zintuigen veroorzaakt wordt. Vele wijsgeeren, zoo als CARTESIUS , MALEBRANCHE » LeiBNiTz en anderen , ontkennen dit oorzakelijk verband. Wij hebben intusfchen, zegt ons Medelid, niet noodig deze ftelfels. ter toetfe te brengen, en dat van den natuurkundigen invloed te verde- digen. Immers hoe het ook zijn moge, het verfchijnfel, hetwelk hier alleen befchouwd wordt, vertoont zich, uit hoofde van deze ftandvas- tige opvolging, zoodanig, alsof de indruk op het zintuig oorzaak zij van de voorftelling. Wij ftellen dus hier een oorzakelijk verband, zonder eenigzins nader te bepalen, of zelfs te willen gìsfen, hoedanig het denkbeeld of de voorftelling door den indruk voortgebragt worde. Uit dit oorzakelijk verband volgt onmiddellijk : 10. dat Cas à 1°. dat volmaakt gelijke indrukken ‘op de zintuigen, onder dezelfde omftandigheden, volmaakt gelijke voorftellingen veroorzaken; en hier- uit wederom; 2°. dat twee wezenlijk verfcheidene voorftellingen , onder dezelfde omftandigheden, door twee verfchillende indrukken op een zintuig moe ten of kunnen plaats hebben, als er wezenlijk verfcheidene denkbeelden zijn, welke wij door hetzelve «ontvangen kunnen, De Natuurkundige , die in de befchouwing der zintuigen niet verder kan-komen, dan tot den indruk, welke door dezelve ontvangen en door hunne zenuwen voortgeplant wordt, zal dus voor zijne laatfte taak, waarmede zijn werk in deze voltooid wordt, moeten houden: » dat hij aanwijze de ontvangbaarheid van een zintuig voor Zoo. vele » verfchillende indrukken, als er verfchillende voorftellingen zijn , welke „Wij door ‘hetzelve onmiddellijk ontvangen, en dat hij uit den aard „van het zintuig en uit de eigenfchappen der ftof, die daarop onmid» „ dellijk werkt, verklare, dat er zoo vele verfchillende indrukken kun- „nen plaats hebben” Intusfchen is het bij dit onderzoek vooral noodzakelijk te bepalen , ‘welke voorftellingen wij onmiddellijk, en welke voorftellingen wij niet onmiddellijk door de zintuigen ontvangen, en dus als afgeleide voor ‚ftellingen ‘te befchouwen zijn. De afgeleide voorftellingen zijn verre weg de grootfte in 1 getal en derzelver verklaring is minder de taak van den Natuurkundigen , dan van den Wijsgeer. De onmiddellijk verkregene voorftellingen komen hier alleen in aanmerking. : Deze en andere ftellingen tot een grondflag gelegd zijnde, wordt. hierna in het tweede Deel onderzocht, welke en hoe vele foorten van onmiddellijke gezigts-, gehoor- en gevoel-voorftellingen er zijn. Dit tweede is voor geen béknopt uittrekfel vatbaar. Wij zullen dus alleen aanmerken, dat de onmiddellijke voorftellingen van het gezigt E tof - C&J tot vier foorten; die van het gehoor insgelijks tot vier foortens die van het gevoel tot vijf foorten) te rug gebragt wordens — welke foorten wederom onderfcheiden worden in zoodanige „die van een zintuig alleen, en in zoodanige, die van meer: zintuigen afhangen. - Deze foort van onmiddellijke woorftellingen worden met elkander vergeleken, — Waar= bij tevens aangewezen wordt, waarop dezelve berusten en in welke betrekking zij fraan tot de drie hoofdvoorftellingen , tot de voorftelling van den tijd, van de ruimte en van de ftof; De Heer vAN CAPPELLE bij eene vorige gelegenheid de aandacht der Klasfe gevestigd hebbende op den inhoud van twee gefchriften, opge fteld en uitgegeven door den vermaarden CORNELIS DREBBEL, deed nu, zien, dat een ander ftuk van denzelfden Schrijver, getiteld de quinta esfentia, in aard en vorm aan de beide eerfte beantwoordde, en gaf bij die gelegenheid een algemeen overzigt van ’s mans leven en uitvindingen. Hij deelde de berigten mede door hem bij Vreemde en Inlandfche Schrijvers aangetroffen en verzameld, zoo wel over de eerfte levens- jaren van DREBBEL en zijne verrigtingen in zijne geboorteftad Alkmaar , als nopens zijn verblijf in Engeland en aan het hof van den Duit- fchen Keizer, en volgde hem, zoo veel mogelijk, tot deszelfs dood in den jare 1654. Tot de uitvindingen van DREBBEL overgaande handelde ons Mede- lid in de eerfte plaats over die, welke op naam van DREBBEL eertijds gingen, of ten deele nog gaan, fchoon er geen blijk, zoo verre bekend is, beftaat, dat preBser zich dezelve werkelijk heeft toegekend, Vers volgens over die, welke de kunftenaar zich inderdaad heeft toegeëigend, Nopens de eerfte toonde hij de gegrondheid, ongegrondheid, of wel het twijfelachtige aan, over de laatfte trachtte hij door de eigen woor- den van DRELBEL eenig licht te verfpreiden. ‚ weerwil van dit alles, betuigde ons Medelid!', nog veel meer inliche ting ER ting te behoeven , om een juist oordeel. te vellen over de wezenlijke verdienften van dezen zonderlingen man, en rekende zich niet bevoegd, uitfpraak te doen in het verfchil van gevoelens, volgens welke DREBBEL door fommigen, gelijk in de Biographie Univerfelle „en door ApELUNG zals een windmaker en charlatan wordt ten toon gefteld, door anderen „ ge» lijk door WILLEM BOREEL € CONSTANTIJN’ HUIJGENS, als een ‘man ; veler « natuurgeheimen kundig, ‚als een … Wijsgeer „wordt geprezen, en in denzelfden rang met PyTHAGORAS En ARCHIMEDES geplaatst. Eene: tweede voordragt van het zelfde Medelid had bijzonder ten „doel den grooten Staatsman, Prins MAURITS van eene zijde te leeren kennen, welke men, bij de herdenking van zijne uitftekende talenten, meestal achteloos voorbij ziet. Hij betoogde voornamelijk de drie volgende ftellingen ; ‚1? Dat, MAURITS zich met ingefpannen en buitengewonen ijver heeft toegelegd op de ‘Wiskundige Wetenfchappen, uit zucht, om zoo diep megelijk in te dringen tot de kennis van aan beroep; als Hoofd. der zgan Zees en Legermagt. «Dat hij in. verfchillende takken der Wiskunde zeer uitgebreide boen heeft gemaakt. » 3°. Dat hijj zich niet heeft bepaald bij den arbeid van andesen} maar: met. oorfpronkelijkheid ís te werk gegaan, ja zelfs a nu en-dan nieuwe uitvindingen heeft te voorfchijn gebragt. Ee De bewijzen voor deze drie. ftellingen zijn ontleend uit het werk van SIMON STEVIN } -getitelde- wiseonflighe gedachtenisfern; en bevatten niet enkel algemeene of bijzondere betuigenisfen, maar bepaalde aanwijzing en dadelijke blijken van maurits kennis en fcherpzigtigheids ‚De Heer de rRrEMERIJ deelde aan de Klasfe mede eenige vien tot & kennis van ons gewoon keukenzout. Deze beftonden in proefnemingen door hem en den, gewezen Utrechte fchen Apotheker vaN LIENDER genomen in het jaar 1807, toen cr, ges “ % Ea lijk, C 36 ) lijk, op meer plaatfen, ook te Utrecht bederf in den woorraad van ins gezouten fpek en vleesch, door het gebruik van TISEIjE zout en van zoutpekel , was waargenomen. | Het was hem uit deze proefnemingen gebleken, dat het flechte zout eene veel grootere hoeveelheid waterdeelen en veel meer zwavelzure foda bevattede, dan het goede. Aan welke beide ligchamen ; gelijk mede aan den minder vasten en wel gevormden korrel van deze zouten , ons Medelid derzelver onvoldoend bederfwerend vermogen meende te moeten toefchrijven; terwijl in alle deze zouten ook eenige zoutzure kalk werd aangetroffen; doch welker hoeveelheid te gering was ,om daar aan eenige nadeelige uitwerkfelen te- kunnen toefchrijven, Als middelen, gefchikt, om het verkoopen van flechte zouten voor te- komen, en den nadeeligen invloed derzelven op der ingezetenen ge- zondheid te verhinderen, werden door hem in dien tijd als doelmatig op- gegeven: het verbinden der Keetmeesters, om hunne zouten niet, dan uit deugdzaam grof zout en niet te fchielijk te zieden: om Keurmeesteren aan te ftellen, die het zout, eer dit aan de win- kels verkocht werd , naar deszelfs uitwendige kenteekenen zouden be- oordeelen , hoedanige maatregel te voren in Utrecht met vrucht gebruikt was. — som de rosae talks 9 ‚welker aantal bepaald zoude moeten ì worden; van tijd tot tijd door deze keurmeesters te doen infpecteren. j „en eindelijk vooral, om de aanleiding tot vervalfching der zouten te- gen te gaan, door. van Gouvernementswege te zorgen, dat dit artikel van eerfte noodwendigheid gemakkelijk verkrijgbaar en niet te veel door Impost bezwaard was. > Hoezeer de Koepok-inenting te befchouwen zij als eene zeer ligte bewerking, die ín haar beloop doorgaans van geene bezwarende toe, vallen vergezeld gaat, gebeurt het echter nu of dan, cat zich, ftaande de uitbotting en verzwering der pokjes » eenige verfchijnfelen vertoonen, die & EMR die meer of min onrust baren aan ligt bevreesde oüders. „De aard der ziekte intusfchen fchijnt naauwelijks te doen vermoeden, dat er zich zoo geduchte toevallen aan paren kunnen, die het leven des ingeënten in gevaar brengen, Geen wonder derhalve, dat ons-geacht Medelid, de Heer VERBEECK, grootelijks getroffen werd door-omftandigheden, die , taande de werking der koepok , het leven zijner lijders bedreigden. Hij vond niet onvoegzaam de aandacht der Klasfe hierop te bepalen in eene voorlezing over eenige zeldzame. we ate » bij de koepok- ken waargenomen. Op den gden November des wdetellen Jaars de koepel hebbende in- geënt aan: een: kindje van zes maanden, verliepen de eerfte dagen na de kunstbewerking- onder de gewone gunftige. teekens, zoodat de Heer NERBEECK op den negenden dag geene zwarigheid maakte, om van de ontlokene vaccine „de welgevormde ftof over. te brengen op een jongetje , oud ongeveer negen maanden. Het eerst ingeënt kind bleef intusfchen. gelukkig voortgaan met de verdere ontwikkeling der. koepok, tot den avond van den twaalfden dag ; er kwam nu eene hevige koorts op; de-arm en het aangezigt waren ontftoken; de huid droog en brandend, en het kind lag als verflagen. ‚Slechts het zog eener gezonde min genietende ,„ kon men als oorzaak dezer verfchijnfelen niet wel eenige fout in het gebruikte voedfel aan- nemen, Den volgenden dag vertoonden zich nieuwe verfchijnfelen.. De geheele huid was bezet met een groot aantal roode flippen. Het eerfte vermoe- den kwam op het ontflaan van mazelen „ terwijl het verder beloop der ziekte het ongegronde van deze meening deed inzien. Op den vijftien- den dag immers waren de flippen reeds overgegaan tot zeer uitgebreide , roode en meestal rondachtige vlekken, de kleinfte ter grootte van een dubbeltje , de uitgebreidfte ter grootte van eeu gulden, … De koorts had intusfchen afgenomen, de huiduicwafeming was alge- RER Ë 3 meen, C 58 ) meern en gunftig, het kind minder vervallen. Het nam de borst det minne, die het tot nu toe had geweigerd, wederom met graagte, en Îiep daarop gerust. Van dien tijd af ging het voort in beterfchap , de roode vlekken verdwenen geregeld, de opperhuid fchilferde af, en. het kind herftelde volkomen. Eerst toen vernam de Heer veRBEECK, dat het kindje , waarvan de koepokftof ‘ter inenting voor dit voorwerp was genomen, op den twaalfden dag der uitbotting door gelijke toevallen was bezocht geweest , en dat deze op dezelfde wijze, na eenige dagen van zorg, geweken waren. «Deze laat bekomene inlichting veroorzaakte hem veel bekommering voor het knaapje, hetgeen hij met koepokftof van het zoo even ver= meld lijdertje had ingeënt, te meer nog, daar hij, geen vermoeden op eenig kwaad hebbende, ook van dezen tweeden wederom if een teef jonge kinderen de koepokftof had overgebragt. …_Derloop der verfchijnfelen ging ondertusfchen geregeld bij hiet kaise’, dat met de ftof van ‘het eerstvermelde kind was ingeënt, totdat zich op den twaalfden’ dag eene hevige koorts opdeed, de ontfteking op den ingeënten arm zeer vurig werd, zich-van den fchouder uitftrek- kende tot aan den elleboog, terwijl het aangezigt en geheele ligchaam met uitgebreide en onregelmatige roode vlekken bedekt raakten. Het geheele geftel leed zeer weel onder deze toevallen; er kwamen verfchijnfelen- op, die voor het leven van het knaapje deden vreezen, een der uitgebotte koepokken geraakte in verzwering en ontlastte eene beduidende ‘hoeveelheid etterz er vormde zich op denzelfden arm nog eene verzwering, die men genoodzaakt was te openen. Eindelijk nog- tans was men gelukkig genoeg, om, onder gepaste behandeling, ook dit kind te behouden, / Nu fchoot dan ‘nog. het laatfte ingeënte paar kinderen ter nadere opmerking over, ‘Bij een dezer, zijnde een meisje, deed zich geen : en. Bezdeiene an C ' Ce enkel bijzonder verfehijnfel op, dan eene meer dan gewone plaatfelijke ontfteking op den arm, die onder eene pap van brood en Goulard - water fpoedig week. „Bij het ander kind, zijnde een- jongetje , bleef alles wel gedurende de eerfte dagen, doch op den negentienden dag der ‘inênting begon de arm op nieuw te zwellen en te ontfteken. Deze toevallen, die met koorts, onrust, en zeer groote ongeduldigheid van het kind gepaard gingen, hielden ruim twee dagen. aan, wannneer zij door breede roode vlekken op die deelen van het ligchaam , waar zich de huid bij „poezelige kinde ren gewoonlijk plooit, gevolgd werden. Alle verfchijnfelen weken hier echter fpoedig en zonder aanmerkelij. ken kommer voor het behoud des levens. „Door: bijzondere redenen en omftandigheden, die “de Heet VERBEECK onnoodig oordeelde, voor de Eerfte Klasfe open te leggen, was ook van dit kind de koepokftof op een wichtje van omtrent drie maanden inge- Ent. Hier liep alles ten gunftigfte af. Op den twaalfden dag openbaar den zich flechts hier en daar op dem voorarm eenige roode' plekken, die „ onder de aanwending van eene verzachtende: pap , gs var weinige dagen weken. | LJH u De Heer verBeeekK trekt als waarfchuwendé les uit del veifehtjnfelen het gevolg, dat de koepok =inënting, hoewel zich doorgaans tot eene ligte onpasfelijkheid bepalende, fomtijds ook’ wel met zware toevallen 5 die zelfs het leven in gevaar brengen, kan gepaard gaans dat het niet onverfchillig is, of het: voorwerp, waarvan de ftof gee nomen wordt, eene ware en goedaardige vaccine,' of tevens. eenige zeldzame toevallen hebbe opgeleverd: > “dat ‘in het laatfte geval de voórzigtigheid fchijnt te gebieden, dat men zich van het sarnhinste dier ftof onthoude ter voortplanting op anderen. { De Heet BERNARD, deelde, eene Waarneming mede „betreffende de uits werkingen van den Doornappel. Na C 40) ‚Na eenige algemeene aanmerkingen, betreffende het gebruik en- mise bruik van vergiften, ter beftrijding vooral van langdurige en moeijelijk gencesbare ziekten, bepaalt hij zich tot het voorwerp zijner waarneming. Het betreft ‘eene vrouw van een gezond, doch niet zeer: fterk geftel , vijf en dertig jaren oud, die op den zevenden dag na eene, voorfpoc- dige verlosfing. door eene zogverplaatfing werd aangetast. Na veel lidens te hebben; veroorzaakt, volgde hierop eene Mania lactea, waardoor’ zij foms: in de grootfte woede geraakte, en hare ziels- vermogens zoo wel, als hare ligchaamskrachten eindelijk dermate werden uitgeput, dat men het einde van haar leven verlangend te gemoet-zag. » e De goede Natuur ondertusfchen, aan weeke hulpmiddelen on. derfteund, was: hier tegen werkzaam, en de vrouw behield ‚na vele folteringen ‚ het leven, Hare ftaat echter bleef beklagenswaardig. Bijna geheel beroofd, van hare zinnelijke vermogens, ‘droeg: zij ge durende acht maanden een verzwakt ligchaam om „ terwijl min of meer hevige aanvallen van ‘woede haar onverwachts en bij afwisfellng over vielen. … Na eenigen tijd. verminderden ook deze, onder toenemende verfterking van het ligchaam. Zij verviel nogtans in eenen ftaat van droefgeestigheid „ die door ligte vlagen van,razernij nu en dan werd a“gebroken. Zij was overigens zeer lijdzaam en begon na eenigen tijd zich, met. hare. huishoudelijke zaken meer en meer bezig te houden, dragende echter, bij dit, alles genoegzame kenmerken van gekrenkte geestvermogens. Haar geheugen was zeer verzwakt, hare denkbeelden misten geregelden zamenhang, én hare begrippen waren meestal zeer verward; waarvan het volgend geval. ten overvloede blijken draagt. … Haar oudfte zoontje , met: zijne fpeelmakkers naar buiten gegaan zijn- de ‚vond, aldaar: eene plant, die later bleek de gewone Doornappel- geweest te zijn. Uit derzelver zaadkapfels verzamelde hij het ten hoogfte vergiftige zaad, ftak er een weinig van in den ief en flokte het daar EES C 4m D dear hem de fmaak gevicl, naar beneden. De onnoozele vrouw, hierbij tegenwoordig, volgt het voorbeeld van haar kind. Zij neemt vel Eens een geheelen fpijslepel vol. Het duurde niet lang, of zij ondervond eene aanhoudende neiging tot braken , klaagde over duizeling , hoofdpijn, benaauwdheden„ die een klam zweet te voorfchijn bragten , en door ilhoofdigheid gevolgd werden, vêre gezeld van eene belemmering in de fpraak en ftuiptrekkingen, … Het eerst vermoeden , waarop men viel, was natuurlijker wijze „ dat de vroegere ver= fchijnfelen van woedenden waanzin zich op nieuw: gingen ‘openbaren. De: fteeds klimmende woede, waarbij zij alles werfcheurde envaan ftukken floeg 5 wat onder haâr bereik viel, maakterechterhet inroepen: van geneeskundige hulp raadzaam. Ons Geacht Medelid werd tegen middernacht hiertoe vere zocht. “Inkomende vond hij de ongelakkige vrouw fprakeloos worftelende , om zich uit de handen ‘der omftanders los te wringen. Hare oogappels waren verwijd; zij had. een fnellen, ingetrokken pols, ftuipachtige bee weging der ledematen , een koud zweet over het ganfche ligchaam. Navorfchende, wat de oorzaak van deze nu onverwachte verfchijnfelen: zijn mogte, kreeg hij op de vraag, of de lijderesfe ook iets gebruikt had ten antwoord, dat zij het zaad van eene plant, door het kind mede gebragt, had opgegeten, Dit gewas toevallig nog voorhanden zijnde, werd: het: raadfel dezer -geweldige — verfchijnfelen fn opgelost uit de kennis van zijne vergiftige eigenfchappem De ‘Heer BERNARD trachtte door eene flerke gave braakwijnfteens , be= ftaande uit acht greinen, opgelosti!in-twee oncen water, om van kwartier’ tot kwartier uurs in drie keeren te, worden ingenomen, de vergiftige zaden te doen uitwerpen. Doch te vergeefs. ‚De vrouw geraakte echter korten tijd daarna in-flaap. hac } Het kind, mede van ‘het zaad geget ebs: doch ín geringe hoer veelheid, was onrustig , had” koorts ‘n braakte van tijd tot tijd een rei SV PE DN » HES ui ni Led 8 Ald mm, weis Toortst es EE MeT Gj. à Cams D weinig flijm , waarop; na het gebruik van weinige greinen braakwortel, eenige ftoelgangen volgden, zonder verdere toevallen. Den volgenden ochtend wond men de lijderesfe ontwaakt uit een ke flaap ‚ welke den, ganfchen. nacht onafgebroken had voortgedaurd. Hare woestheid «was gelijk «aan die van den vorigen dag. «Men beproefde nog eens cene gelijke gift. braakwijnfteen , doch wederpm zonder eenige uitwerking. De volgende nacht: werd zeer onrustig doorgebragt, de vrouw. ontlastte , onder hevige benaauwdheden , eene ftinkende ftof naar beneden, en geraakte daarna “in-een flerk zweet, hetgeen zes en dertig-uren aanhield, De eerst- volgende dagen liep zij-onder groote afgematheid bewusteloos door. : De zevende dag bragt: gunftige verandering, zoodat zij van nu af aan, bij afwisfelende geneesmiddelen „ begon te herftellen, ven‚bij dit herftel. in het vol bezit te geraken van hare veertiende gelijk aan die, vóór haar. kraambedde. „De geachte, Schrijver befluit deze aamnkinde waarneming met eenige be= denkingen „waardoor het. gebruik van zulk-eene groote hoeveelheid zaad , zonder doodelijke gevolgen, bevartelijk wordt3 bij voorbeeld, dat het on- gekaauwd, is, doorgeflikt dat het van, eene” plant, genomen: is ‚die waar: fchijnlijk door’ kweeking veel van deszelfs vermogen had verloren; dat de prikkelende „werking van; den braakwijnfteen der verdoovende kracht van het, vergif grootendeels. heeft opgewogen , en dat, deze beide krachten elkander als ’ ware vernielende, de ontlasting. der. vergiftig werkende ftof langs meer dan eenen ‚weg is mogelijk geworden, Gelijk zij. zich, dan ook door de huid en-denftoelgang uittogt verfchaft, defi; enn ecdikss law „Zoo het niet heeft ontbroken aan Verleden, ‚waarvan, de leden. niet verkozen , dat zij als aangebodene ftukken ter nadere beoordeeling bij, de BEerfte Klasfe zouden“worden aangemerkt … ook; aan, ‚zoodanige heeft het niet gemangeld, waarop het oordeel der Klasfe verlaagd werd. … Eenige daarvan zijn reeds opgenomen in het vijfde deel harer Verhandee lingen, op anderen wordt het berigt van Heeren Gekommitteerden inge- wachte C 48 D) wâcht, «Slechts «van die géhen; waarop het advies ; na «de-uitgávé des. wijk - den deêls; ontvangen: is, zal ik, U; den inhoud eh- de waarde kunnen doen opmerken. god earl Lits dend In de eerfte plaats zij dan genoemd eene ke: velhendedine van den Hoog- leerdär SANDIFORT , óver twee herfenlooze misgeboorten. « Omtrént deze was het oordeel van Gekommitteerden, datidezelve benevens:de daarbij ge” voegde naauwkeurige en uitvoerige teekeningen wederom eene nieuwe proef opleveren van den ijver ende” werkzaamheid +des- Schrijvers, om meer en meer” de” gêfchiedenis ‘der. misgebovrten hu het algemeen ; en der be in het bijzonder te volmaken. Dat vooral het cerfte geval, het eige befctueieh en zeer belgi voorbeeld oplevert: vän ‘herfeilooze', waarin alle” beenderen “van den” fchedel aanwezig waren. Dat bijzonder in dit geval het gebrek fchijrtt af ‘te: hari» gen van eene uitwendige belediging , waar. door he in aarnsiaesward heid is geabforbeerd, Dat eindelijk ook zeer zonderling en leerzaam is, dies offichoon: de her» fenen geheel ontbraken, het kind na deszelfs geboorte nog acht en twine tig uren geleëfd heeft, en dat alle verrigtingen van gevoels eaf de arl haling , doorflikking en ontlasting bij: hetzelve plaats” hadden. De Eerfte Klasfe vond in dit oordeel genoegzame reden , omde Verhaut deling des Heeren SANDIFORT - waardig te keuren,’ van- onder hare uit té gevene werken te worden opgenomen, gelijk de daat ook éen ch rgaenped ‘van het zesde deel zal uitmaken. Eene Verhandeling des Heeren THOMASSEN à THUESSINCK, over céné Cenceptio extrauterina, waargenomen inhet Nofocomium, clinicum van de Akademie te Groningen, met eenige aanmerkingen, vooral de on- derfcheiding in de behandeling der conteptio extrauterina betrêffende, bereikt “het nuttig doel, dat door „velen is’ verwaarloosd „ het onderzoek namelijk. der teekenen, om de verfchillende foorten van buitenbaarmoedere ‘ke zwangerfchap te onderfcheiden „en alzoo beter te leeren beoordeelen: F2 wel C 445 DS welken ‘uit{lag men van” het "geval teshopen ofte wreezen heèft „alsook, door welke behandeling: men het leven van- de moeder en‚van het kind het best zal kunnen behouden. Hote 100 4 u De herinnering aan reeds. bekende zakèn, of-aan derzelver. vermogen in _ ‘het „voortbrengen. van. zonderlinge verfchijnfelen „heeft meer, dan eens aan- leiding gegeven ‚tot het-opfporen van. nieuwe. voortbrengfelen „of tot het „daarftellen. van- geheel onverwachte ontbindingen en zamenvoegfels, De Verhandeling van den Heer-seNnteLET, bevattende een kort over= zigt vande voornaampfle eigenfchappen van het watér „ werd daarommet ge- noegen ontvangen. Men vond daarin ruime ftof tot een nuttig en Jeerzaam onderhoud, -Een-onderwerp van dat belang: kan» niet te dikwerf deaanr dachtige overweging van Natuurkundigen bezig houden. ‘Waartoe ‘het bij= zonder ‘bij den geleerden, Schrijver zelve dienen. moge „ten einde ‚daaruit welligt een nieuw bewerkt ftuk woortvloeije, gefchikt om onder. de Vers haridelingen der Eerfte Klasfe te; wordenopgenomen..… > 40 „De Heer KLUYSKENS gaf in-zijne waarneming over: eene ongemeene wanftalfligheid, aan;de- vingers van beide de handen, debefchrijving van een omngemak bij eenssjongeling van zestien ‘jaren „hetwelk met die gebre= ken; „der beenderen, dat gewoonlijk osteo- fleatoma heet, de meeste over- eenkomst fchijnt-te „hebben,en in een. korten tijd vandien aard is gewor- den, dat de lijder niet, dan door de afzetting. van den. regter, voorarm ; en de extirpatie van de beide laatfte vingers der linkerhand heeft kunnen behouden worden, Vervólgens “haalt de Schrijver die gevallen aan „ welke met dit-zoo door deszelfs zitplaats, als ontwikkeling gelijk ftaan. De Heer' krarzennoer in zijne hoedanigheid van Infpecteur Generaal der fortificatiën. van’ het Rijk, kennis gekregen hebbende aan eene onder- aardfche Topogräphie. van- eên gedeelte des ‘vermaarden St. Pieters’ Berg € naksetrioged vaa Gasls Ee 1i k bij t ane ng a RE C 45 ) bij Maaftricht; welk& gewonden is bij de retroacten en papieren wân de vijfde directie! van fortificatiën',- zonder “dat daarbij. is aangeteekend , -wan= meer ‘en-:door: wien de opneming cr vanvis, uitgevoerd, en zónder genoege game zekerheid , dat--men'' de, natuur, daarbij ‘getrouw en naauwkeurig heeft: opgevolgd, geeft aan de: Eerfte Klasfe deszelfs voornemen te kennen, dit ftuk niet alleen te doen verifiefen, maar door naauwkeurige metingen te Jaten- vervolgen. > Hij wil dezelve tevens in verband brengen. met de fituatie van de bovenvlakte des Bergs, ten einde, door middel van. -profilfneden op de meest, belangrijke, plaatfen, de ware geaardheid van denzelven, intuitive voor, te fielen, Hij biedt bij deze gelegenheid der, Klasfe eene, kopij aan van de boven. vermelde * ondsraardfche, Topograpbie en oppert, het: denkbeeld. of het. voorde. Natüurlijke Historie. nief van belang zoude wezen, om bij deze gelegenheid eenig nader daartoe betrekkelijk ven laten an 5 in Úit- welke overwegingshij der, Klasfe woorftelts……; … «> moo „1? Kan het: voorde “Wetenfchappen van belang zijn, om. eenige bepaal: P waarnemingen en. proeven. in, het sud van, den St, Pieters, Berg de! ln ont sider óttt oi rt «1 Zoo’ jas, waarin zullen die, fokte beflaan; oid middel van hielks ret en op» welke si zou:men kunnen verlangen , ‚dat ‚dit ondere “zoek: wierd uitgevoerd 2 enke 1 Too deb =De “Eerfte,; Klasfe,- bost gui; micans vragen van ‚te veel, ei om niet de gevoelens van drie, in de geologie meest,rervarene, leden daarop in te winnen, met verzoek, van hun antwoord te doen ver- „gezeld gaan-van, zoo vele andere. bedenkingen, als, fl, ten meeste. nutte ‚der „Wetenfchap, zouden noodig oordeelen. Uit derzelwer , overwegingen bleek echter , dat men. van nieuwe waarne- mingen en proeven , aldaar inhet, werk te ftellen, voor deze of gene Wee tenfchap niet wel eenig; wezenlijk nut fcheen te mogen verwachten. „Indien de. St. Pieters,Berg tot, die foort, van, bergen „behoorde „die, Jaags- wie, in „verfchillende. tijdperken gevormd ‚zijn , alsdan zoude een of meer F 3 proe C 46 J ptofilíneden, van dezen heuvel ‘of ‘zoögendamden Berg; eenè aángeriame; welligt éen nuttige bijdrage voor de ‘geologie kunnen’ worden, vooral , wanneer daarin maaúwkeurig « werd “aangewezen zo ip «welke vérfchillende lagen, in welke orde of ‘betrekking , en op welke verfchillende hoogten: of diepten de zeer onderfcheïdene overblijffelen en afdrakfels- van Zeedies ren; of andere fchepfelen gevonden wordên,” oon nostsen soer dee «Doch deze heuvel is in’ geen gedeelte laagswijze gevormd, maar: be- hoort tot die foort van ‘bergen, „welke mert aangefpoelde noemt,’ omis dat vde ftof ; waaruit: zij‘ beftaan,'en hetgene zij bevatten, van elders door geweldige waterbewegingen! fehijnt ‘aangebragt. Van daar liggen in dit gebergte de overblijffels- der” Zèe- of Waterdieren niet laagswijze ‘in Öniderfcheidene beddingen; maar EN, vérwärd eend êlkanider it ir eenvormige Steenfoort, > ÖTLE7 } Het is om deze reden; dat een’ Bir’ van kde vertikaal profil viart gebergte miets zoude leeren, dat niet overvloedig bekend'eù befchteven is, en“dus voor de geölogie van’ geen nut zoude: kunnen zijn. > > Wat andere waarnemingen betreft, die men welligt in het inwendige van “eenig gebergte met nut woor eenigen ‘tak van de’ Natuurkunde zoude kunnen-doen’, ten deze opzigte: levert de St. Pietersberg niets eigens. Waardoor dan ook van zelve het denkbeeld. vervalt, ‘om daartoe eigenfoortige werktuigen, en wat van dien dard meer is, te willen onte Een of voorftellen. bela A ob si EL ab maki AV e ASOSTIV IIe LOOT ST NE GOTS De Heer PÄRMENTIER bood der Klasfe een Werktuig’aan, nêvens deszelfs befchrijving, waarvan hij ‘Oordeelde, dat men’ met veel nut zoude kunnên gebruik maken „om den Penwortel van een: jong boompje , wanneer dezelve geheel bloot ligt, af ‘te fleken. » ° »/ Het beftaat in een ijzeren gaffel , fchérp aân: de binnenzijde , en alzoo, in het“afgetrokkene « befchouwd,- zeer dienstig tot het bedoelde, Doch het i is ‘niet verkieslijk, om den wortel zoodanig van alle kanten bloot te leg= Caz leggen; alsyvercischt wordt, zoo men dit werktuig appliceren: wil zon- der’ tevens! -daärmede inden „grond tesboren „waardoor het al. ras -{tomp zoude worden 5 want roe ijmeer: wortels en flam metde aarde kan-vers eenigd- blijven „ „hoe--beter.- „En: dit heeft” plaats ‘bij, de gewone -hande= wijze , „waar.“menflechts- aan ééhen kant op-eenen kleinen -afftand-van: de telgjes cen greppel graaft, en dan, met eene fcherpe graaf of-fpade. fehuins daarin ftekende:, “gelijktijdig de penwortels:van een” aantal telgjes wegneemt, zonder dezelven fterk te bewegen , aangezien zij “aan den overkant: geheel en al door de aardé gerugfteund zijn. “Daarenboven fteekt men: hier te gelijk “een aantal …penwortels. weg aangezien de Zaailingen doorgaans ‘vrij digt naast elkander ftäan, en met het nieuwe. werktuig kan telken ‘reize flechts één wortel afgeftoken worderi', en moet de arbeider toezien, “dat hij denzelven wel in het midden vat, “iets” dat vermoeijender is, dan men oppervlakkig denken zoude, wanneer men duizende malen dezelfde bewerking verrigten moet. « Men ‘mag dus ftellig- de voorkeur geven aan onze gewone handelwijze, omde! penwortels:af. te fteken. j De Heer PARMENTIEER »geeft. nog: mast rf oogmerken op „waartoe hiet ‘werktuig tevens kan dienen. Hi rod Za, * Als verdedigingsmiddel ; dat men géreedelijk toeftemt. ge, “Om boóomzaden met aarde te’ bedekken ; hiertoe komt ‘het minder gefchikt voor, dan een werktuig, dat ‘of van onderen vlak vis „ of flechts één punt in het midden heeft, À or Om fchadelijke täkken weg tenemen; en tot-dit laatste oogmerk wil men het gaarne dienstig erkennen boven den ‘gewonen boombeitel. Uit dat oogpunt befchouwd „hield men het woor zeer nuttig, dit werktuig aan het in deze ftad gevestigde Kabinet van Landbouw - werke tuigen ten ‘gefchenke te geven, ten einde tot cen goed mode) van ‘een doelmatigen ‘boombeitel te kunnen dienen, zi € 48 ) Van. Korrespondenten «der Eerste. Klasfe- werden fleclits twee ftukken ontvangen. « ‘De «Heer. je Es WILDEMAN, tweede Kolonel. van, den Gerreraal -Kwartiermeesterftaf „ zond haar , bij eene beleefde. Misfive ‘van 28 Augustus 1820, het Verflag. wegens eene ‚proeve omtrent: het vern vaardigen sen gebruik van zware ess » tok geklis, ger, gitte fingen van dijken, j Nasr 1oqqo De fchrijver van dat Verflag, uit aanmerking van de: fommen beki: die tot aanvoer van dijkfteenen van buitenlands,of ver afgelegene- provin, ciën worden befteed„ op het denkbeeld gekomen zijde ‚ om, dit materiaal, door; groote gebakken fteenen: te. doen …vervangen „heeft, ten, dien einde doen bakken fteenen van tigchelaarde „ter grootte. van 47 „Neders. landfche duimen in het vierkant, en nagenoeg ar duimen, dik. 5»; ses „Het gebruik hiervan is beproefd aan een dijkvak ter lengte van, bijna, 68 Jellen onder hee german ERN van rrd den Beni genaamd eo betw: 5 De wijze van „den : hie va fteenglooïjng, en at en: proeve ; wordt door den Heer. wiLpeMaAN naauwkeurig nld en met„eenc. verklaring. van ‘het: gemelde Heemraadfchap: geftaafd, ‚aac not os De vergelijkende berekening omtrent de kosten van eene zoodanige, fteenglooiïjing. op eene ‘van Doornikfchen «fteen „gemaakt, ‚zoude een voôrdeel of sbefparing aan de zijde van den gebakken, {teen leveren van ongeveer een: vierde deel der-kosten , voor de glooling s yvan Doornikfchen. fteen gevorderd. reet 158 “Het belang" der “zaak en de wijze, RER Kete wordt voorgedra- gen, fchijnen- allezins te verdienen nader gekend te worden. Gekom- mitteerden tot derzelver beoordeeling, weifelden dan ook niet, om der Klasfe, aan té raden, dit. Verflag op te nemen onder hare werken. Zij lieten daarbij gaarne aan de Klasfe over, of zij zoude goedvinden , door eene regtftreekfche voordragt bij het Gouvernement de aanleiding, tot voortzetting der proeven te verfterken. 5 De ae 49 ) De Klasfe zich gaarne voegende bij het voorftel, om dit Verflag in druk op te nemen, heeft gemeend. te moeten afwachten, welken invloed deszelfs algemeenmaking bij het Gouvernement hebben zoude, De Heer ArLEwijN bood der Klasfe aan eene Verhandeling over den. voordeeligftenn hoek, onder welken men de puntdeuren eener fluis kan plaatfen; die, naar luid, van het Reglement, gefteld is in handen eener, Kommisfie, van welke de Klasfe eerlang, Rapport verwacht. Van lieden, door geenen titel aan het Inftituut verbonden , ontving de: Klasfe twee Verhandelingen. De eerfte van den Heer F. N. vaN LOON Controleur der Dieécee Belastingen in de divifie van Raauwerdt, te Irnzum in Vriesland, aan= gaande een ontwerp van veiliger Lootsfchuit, (trekkende deze Welfen deling, om in. gevalle de Eerfte Klasfe het ontwerp des fchrijvers mogte goedkeuren, hare tusfchenkomst te verzoeken bij het Gouvernement s om aan hetzelve befcherming te verleenen. … 5 Het deed der Klasfe leed, den Heer vAN LOON niet te nen behulpzaam zijn in deszelfs verlangen, aangezien zijne Lootsfchuit niet alleen niets voorheeft voor de reeds bekende en in gebruik zijnde , maar zelfs tot vele nadeelige aanmerkingen zoude leiden, bijaldien men dee zelve. volgens juiste fheegshagwkundin gropdhsginlelen wilde bcoore deelen. _’s Mans ijver en. welmeenende pogingen wordt intusfchen door de Eerfte Klasfe gaarne de wel verdiende lof toegezwaaid, wenfchende, dat hetgeen hem in deze moge mislukt zijn, elders zal worden vergoed. De tweede Verhandeling ontving zij van’ den Heer u. ARNTZ, onder den titel: Pen woordje tot reddingsmiddelen, betrekkelijk ijsfcharin= gen en verwoeflingen der Opperwateren en hooge vloeden. KE G Uit C so ) „Uit de nadere inzàge van dit ftuk gebleken zijnde’, datde denkbect- den, in hetzelve vervat; niet “zijn ontwikkeld’ mét zulke duidelijkheid en’ uitvoerigheid , als tot eenie “juiste beoordeeling war dezelwe 4 voornamelijk in eene zaak van zulk éen gewigtig belang, noodwendig vereischt wordt; is goedgevonden, “def Heere ARNTz;” Onder bétuiging van het genoegen der Klasfe over zijne vaderlandsch en menschlievende poging hetzelve terug te zefiden , met bijgevoegden raad; om zijne adarbbarde) duidelijker en uitvoeriger te ontwikkelen; ten ‘éinde ‘deze dan, hetzij regiftreeks -door hem, hetzij door den Minister van den Waterflaat aan de beoordeeling zouten kunnen onderworpen worden vanden Infpec- teur of Hoofd - Ingenieur vam het diftrikt, waartoe de ontworpefië verbe- tering voornamelijk betrekking heeft, of wel aan die ‘der Heeren In- rde? Generaal van den 'Waterftaat. “Hoewel het gebruik niet medebrengt , afzonderlijke ‘melding te maken van boekgefchenken, welke aan éenige Klasfe van het Inftiutut gedaan zijn, mag ik echter niet onopgemerkt laten hét keurig Exemplaar dêf Verhandeling var den Baron vAN LIJNDEN VAN EN TOT HEMMEN over de droogmaking van: de Haarlemmer Meer, met’ vier kaartén ‘en cerië plaat.. Die werkzame Staatsman onder de Korrespondentén der Eertté Klasfe geteld wordênde, mag zij dit aanbod als een gevolg befchouwen van zijne betrekkingen tot het Inftituut, terwijl het werk zelve blijken draagt van zeer belangrijke navorfchingen en bemoeijingen , die met het welzijn van het land en het heil der Tmgêzetenen ten nauwste verbon» den iks Ik vermag even mín met ftilzwijgen voorbij te gaan, het fraaije werk van den Heer EINDT over de Waùerboisrkunde hetwelk Zijne Majesteit aan de Ferfte Klasfe wel wilde ten gefchenke geven, om daardoor de voornaamfte Geleerden in het vak der ‘Waterbouwkunde, die Leden dier , , Klasfe Gt) Klote. zijns tè, gethakkelfjker in. de gelegenhêid te letten, Vor met één inhoud des werks bekend te worden, en alzoo in de gevolgen te kun- nen medewerken tot cene fpoediger i invoering, hier te Lande, van het nuttige, dat daarin mogt gevonden wórderí, Ô 4 EG REC Zoo verre ftrekt ’s Konings gunst zich uit voor deze geleerde Tafel. ling, zoo verre Hoogstdeszelfs aid! vóof het welzijn van het geliefde Vaderland. 1 ARA RAL HIDE AU LALA ANA Al ALI LOA p ND WET Ad AU GLAH DN AT HV! Buiten Boekgecheriketi is der ‘Klasfe: in ‘dén lop van dit Jaar nog geworden cene venntelng van ongeveer honderd zestig houtfoorten, verzameld op. den. Blaaùwberg in de Prêanger Regentfchäppèn vàn hèt Eiland Java; welke VRO HDE zij aan haren Seketaris verfchuldigd is. Hiermede zou ik mijne Voordragt kunnen fluiten, ‚zoo ik ‚niet hog melding te maken hadde van hetgeen betrekking heeft tot het oordeel over ‘de Verhandelingen, welke bij de. Eerfte Klasfe zijn ingekomen, op ëene der Prijsvragen, waarop ‘hét antwoord vóór den eersten Maart des nù loopenden Jaars verwacht werd; Waardoor ik „als van zelve gebragt word: tot“ de" mededeëling” vaii de Prfjsuitfchrijving der Bertie Klasfe, welke in deze Openbare Vergadering behoort te worden tangekondigd, Ge PRIJS- PRIJSUITSCHRIJVING DER EERSTE KLASSE VAN HE TT, KONINKLIJK- NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN. Aangekondigd in hare Openbare Vergadering den 19den October 182.” D. Eerfte Klasfe van het Koninklijk. Nederlandfche Inftituut van Wetenfchappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, brengt ter kennisfe van het algemeen, dat zij heeft ontvangen twee antwoorden op eene der Prijsvragen, door haar in den jare 1819 uitgefchreven, het eene onder het motto Z. E. Experientia, en het andere met Ut potero, exa plicabo. De Prijsvraag luidde: „Zijn er proeven, die de ftelling, thans door velen aangenomen, dat „de verfchijnfels der electriciteit door twee vloeiftoffen zouden vere „oorzaakt worden, regtftreeks- bewijzen? zoo ja, welke zijù deze proe- „ven? of zijn er daarentegen voldingende proeven voor de ftelling „Van FKANKLIN, door Electriciteitkundigen van den eersten rang tot „aan het begin van deze eeuw algemeen verdedigd, dat namelijk de „electrifche verfchijnfelen door eene enkele vloeiftof veroorzaakt wore » den? Onder de proeven, voor deze ftelling bijgebragt, verlangt men, » dat C 3 D dat bijzonderlijk acht, gegeven worde op hetgeen men bij TEYLER’s „groote electrifeermachine te Haarlem gezien heeft, dat namelijk: de ss electrifche’ ‚ftraal, tót ‘zekeren graad. van fterkte, gebragt, door zijne » ramificatien (takswijze verdeeling) de -_duidelijkfte blijken fchijnt te „toonen van- over zijne geheele lengte eene enkele rigting te hebben, „hetzij de conductor pofitif of negatif worde geëlectrifeerd , (zie mr. vAN 5 MARUM, proefnemingen met TEYLER’s groote electrifeermachine in het „werk gefteld,- Haarlem 1785,) en dat men naga, of hierin een vol „ledig, bewijs gelegen is, dat de electrifche lichtverfchijnfelen door den “overgang van, eene enkele vloeiftof veroorzaakt worden, dan of. deze „rigting van den ftraal ook duidelijk kan verklaard. worden , volgens de „theorie, dat de electrifche verfchijnfelen niet door eene enkele vloei- „„ftof worden veroorzaakt, maar door de zamenkomst van twee electrie sfche vloeiftoffen van verfchillenden aard, in tegenovergeftelde rigting „werkende, En, indien er geene voldingende proeven zijn, die de »eerstgemelde’ ftelling van twee” vloeiftoffen vegtftreeks bewijzen, zoo » wordt gevraagd, waarom dan de befluiten, afgeleid uit formulen, op „ de onderftelling van twee vloeiftoffen gegrond, met de’ proeven fchijs sten overeen te ftemmen, en waarin dus de dwaling gelegen is” De 'Klasfe de beide verhandelingen met de vereischte naauwkeurigheid nagegaan hebbende, bleek het: ‘dat de fchrijver ,. wiens verhandeling het motto draagt /,.E. Experien- tia, het. oogmerk. van de Klasfe, bij het ‚opgeven dezer vraag, mise kend heeft, door aan te nemen, dat zij eene verdediging van het ftelfel vân ‘FRANKLIN. verwachtede 5 dat hij gepoogd heeft. zijne ftellingen te ftaven door proeven, die, door anderen herhaald zijnde, geene gelijke uitkomften hebben opgele- verd ; G 3 dat C 54 D cv-dat “hij ‘geen acht heeft geflagén op «de proeven. met! tevueR’s electri feermachine, hoewel zulks ‘bepaaldelijk -bedongen »wäte, Waarom de ‘Eerlte Klas’ hem, hoewel zijnen arbeid met street vermeldende , den B brrr prijs ‘hiet drs toekentien. redt) nbs Dat de Klas in gelijk gevil waken den opzigte, der verhandeling, onder het motto: Ut „potero » erplicabo. , urrdirl idd SU edad ar part Â2 omdat’ de’ Schrijver insgelijks geen wijzbrider”, acht nett gegeven nl d proeven, met ° TEYLER’ s electrifeermachire vroeger genomens “omdat” eené proef, welke door den - Schirijvr als zeef laftiöchde ef ‘opgegeven , ‘door anderéri ‘herhaald, ins diders erg dan ij door hem’ ís voorgedragen geworden; 3°. ‘omdat de beflufen des SR ijvers” weiter” hi, “en tot’ Been bepaald punt komen. bike eng PGE: « MIE disi Á af „De Klasfs neeft winti deli rag alek, op nieuw voor te daa. 5 ' zij felt, om beanwoord te worden vóór den Eerften Maart des Jaars 1823, de drie volgende vragen voor: ib af 1°. Daar de dagelijkfche ondervinding, een groot aantal kittens waarnemingen,’ En “vele. verzamelingen … van ziektekundige voorwerpen leeren, dat de ontaardingen , waarvoor : de! zelfftandigheid … der „beenen vatbaar” îs , “zeör werfchillènde “en « mefigvuldig--zijn , „ terwijb: de, kennis dezer -ontaardingen een zeer -gewigtig punt daarftelt, voorde Heelkunde, en met’ intusfchen. tot heden” geene “voldoende” befchrijving- heeft „van: „het bijzonder karakter van elk derzelven, zoo betrekkelijk de „onderfcheidene wijze, waarop de beenzelfftandigheid « door: verfchillende oorzaken,, kan beledigd worden s- als” betrekkelijk -de “teekenen, ‘welke. ieder : derzelven kenfchetfen, zoo wordt gevraagd: bidu or Mad „Welke C 35) sj Welke, zijn -de ziekelijke: ontaardingen.; „waarvoor het, beengeftel: vats »‚baar ‘is? «} Door, welke „oorzaken ‘kunnen, dezelve „worden, te veeg. ges: „bragt? Welk, is. het„karakter, van elke bijzondere : ontaarding ‚zoo. bes, „trekkelijk het uitwerkfel van de „ziekte; op, hets been; als betrekkelijk , „de, teekenen, die „ieder verfchillende, beenziekte, hie poekricheidige gee „durende. het aan des lijders , oplevert P—= ge 1e. … Daar, 5 eene al gemeene. “Natburwee is “dat alle Tigchamen, zoo västes als ‘vloeibare én luchtvormige , bij vermeerdering ‘van wafmte uit= zetten of ijler, en bij vermindering--van-dezelve, inkrimpen of digter worden , en intusfchen uit ontwijksluare proeven van GILPIN (1), LE FEVRE GINEAU Ce), TRALLES” (3) _ en” anderen bekend is, dat het water zijne grootfte digtheid heeft bij eene warmte van 39 à 40 graden, vol wend den Thermometer van. TD Zoo vraagt men ;. + é Naar. de astanlike oorzaak van dit verfehijnfel? d en eehm toepasfing „daarvan temaken zij;op andere. vloeiftoffen On 63 ®, OF; en” in’ hoeverre deze, of fomimige derzelve’, ‘En’ in dat „Bevi, welke, besirie bong ige a were adi L : IE ) “Ie, “Daer nde che een zeer vaanzienlijk: hbs a> is van eenige Nederlandfche Provincien, en daar de Graslanden, waarvan deszelfs hoeveelheid en hoedanigheid voor een groot gedeelte afhangt, zich al nd Oe FOBEET Ee A eneen He last Kie Phitofopb. Traun 1704 ‚Part. IL. "a Rapport fair”: à PInftitut Nia; le br pr, An Zo par pe He van SWINDEN ‚ Pag: 44. « (3) GirBERT, Annalen der Phyfik ; Jebrgang’ 1807, nori pj vra 259 en 2618 C186 D daar’ in zulk eenen vwerfchillenden toeftand bevinden, dat men dikwijls inde nabijheid. van het het voortreffelijkfte Weideland , zeer uitgeltrekte, vooral zoogenaamde Hooilanden ziet liggen, welke niet dan weinig en flecht gras opleveren, zoo wordt gevraagd : „Welke de oorzaak zij van dit zonderling verfchijnfl, maar vooral, „of, en op wat wijze zulke flechte Graslanden met voordeel zoodanig „zouden kunnen verbeterd worden, dat daarop meer Vee konde ge „houden, en dus ook meer en beter zuivel verkregen worden MD) EE Voorts herinnert de Klasfe aan de prijsvragen door haar in den Jare, 1819 uitgefchreven. f Vermits, niettegenftaande den viempatenden arbeid van Le. EULER ú „CMém, de l'Académie de Berlin, Tom, XI en XXII), van gIoT, „(Journal de Phyfique, Tom. 59) en anderen, de theorie der miswij- „zingen en- hellingen. der. magneetnaalde en vooralde algemeene, perio- pdieke veranderingen der eerstgemelde niet is tot wolkomenheid ge „bragt, wordt gevraagd: 1°, eene algemeene en op.goede en duidelijk uitgelegde gronden gevestigde formule, om de rigting en helling te sbepalen,” welke Magneetnaalden, over de oppervlakte eener Spheer 7) Vers - _{*) Uit den. inhoud dezer. vraag blijkt van zelve, dat de Klasfe geene bloote befpiegelingen, noch afgetrokkene redeneringen verlangt. Die genen, welke naar den prijs willen dingen, zullen hunne ftellingen op eene der bedoelde landftreken moeten. toepasfen, bij gevolg de plaatfelijke gefteldheid geheel en al in het oog houden, en daarbij naauwkeurige berekeningen voegen, welke blijken op ondervindiug gegrond te zijn. Cd #Verfpreid, zullen moeten’ aannemen , indien’ er ‘binnen die” fpheer ‘een „magneet geplaatst is, wiens as, (of asfen , indien het ‘noodig geoor- „deeld wordt er meer. dan eenen aan dien”magneet «toe te kennen) eene „bepaalde rigting heeft ten opzigte van den as -derzelve fpheer, ‘en „wiens polen, wat derzelver: krachten. betreft, in eene” bepaalde „rede „tot: elkander. ftaan. , 2°. Die ‘formule toe. te-pasfen op de rigtingen (of „miswijzingen) en hellingen, welke de magneetnaalden op de opper „vlakte des aardkloots op bepaalde tijden wezenlijk gehad hebben; aan „te toonen, hoe ‘dezelve uit die formule moeten volgen? hoé. de algee meerie veranderingen in ‚de „miswijzingen ont(taan? en zoo” mogelijk , „welke “de periode derzelve is? en eindelijk uit de theorie te bepalen, „welke de ftaat der miswijzing zijn moet in, het Jaar 1825, en waar „als dan op de et hbe der aarde de magnetifche, polen zullen » zijn.” ro fitness ed 1e ‚De -Klasfe verlangt, dat, indien de Schrijver mogt- verdeel eenen magneet, met meer dan rwee polen voorzien, te meten“ aannemen „- de gronden , waarop die, onderftelling gevestigd is, worden entvouwd, en tevens aangetoond worde, dat de rigtingen en de hellingen, zoo als zij zijn, niet door eenen magneet, met twee bier voorzien wanen an nen worden. © 7 Wier ‘beantwoording mmaptiiks vóór ene pinda Maart aes dn 1823 verlangd wordt; en ) Nadien de kennis der vlekken van de nang nog niet volledig genoeg is, om den tijd der omwenteling vande Zon om haren, Rr den hoek van haren Aequator met de Ecliptica, en de ligging der „knoopen met eene. genoegzame naauwkenrigheid, te bepalen, wordt gevraagd: „Een genoegzaam aantal zeer naauwkeurige waarnemingen, hetzij » reeds made berte inde hetZij , “en vooral nieuwe en opzettelijk , N go Kar it Ho ai : } ‘om C 58 ) som vaan het oogmetk--der Klasft, te „voldoen „vin Jhêt werk: -geftelde „waarnemingen „om uit derzelver vergelijking en, juiste. berekening „den „tijd van: de omwenteling der Zon om: harensas, de. helling van den »Aequator der Zon opde Eeliptica, en--de plaatfen der npe pnaauwkeuriger dan tot nu toe gefchied' is, te bepalen” — Om beantwoord te worden vóór den eerfken- Maart des Jaars pn 4 8 1 egen ine aifet „Noor de ‘beantwoording: van elk dezer vragen loof: de Eer(te Kh van het Koninklijk - Nederlandfche Inttituut van Wetenfchappen, Letters kunde, en Schoone Kunsten een gefchenk of weerde uit, ter waarde den, Jnagteed guldens. De ‚ (tukken, welke naar eenen prijs dingen, zullen in de Nederlande fche-, -Franfche-, Latijnfche-, Engelfche-, of Hoogduitfche ‘Taal, maar met. de algemeene Italiaanfche Lerter gefchreven moeten zijns en aan den Vasten Sekretaris . der Eerfte Klasfe wrachtvrij, bezorgd worden. , Tot deze uitgeloofde prijzen worden aile Geleerden, zonder onder= ácheid:,.- uitgenoodigd.,. met: uitzondering alleen van. de Leden der Klasfe , als welke van alle mededinging worden uitgefloten: onder „welke bena- ming echter. noch de Buitenlandfíche kadet noch ‘de karen pondenten begrepen worden. De in te zenden ftukken moeten met eene andere aar dan die van den aùteur, gefchreven zijn, zonder naam; maâr de kwaliteit en woon- plaats des auteurs zullen gefteld moeten zijn in een afzonderlijk ver- zegeld papier, tot opfchrift dragende dezelfde fpreuk of hetzelfde ken- nelijk teeken, waardoór de kind waartoe ‘het behoort, onder Scheiden is. De uitwijzing der aehken: zal plegtig pe Eg worden in de Openbare Vergadering, die gehouden zal worden in den loop van dat Jaar Co) Jaar, waarin de antwoorden verwacht worden. Zij zal voorts algemeen gemaakt worden in de Binnen- en Buitenlandfche WFijdfcheiftens waarin deze Uitfchrijving geplaatst of vermeld wordt. De bekroonde Verhandelingen blijven het eigendom der Eerfte Klasfe van het Koninklijk -Nederlandíché Inftituut van Wetenfchappen , Lettere kunde, en Schoone Kunften. Het zal den Schrijver of Schrijvers niet vrijftaan „hiervan op. eenigerbande wijze „door, den druk gebruik te ma- ken, ‚ten, zij de Klasfe daartoe hare toeftémming geve. De niet bekroonde _ftukken zullen, op begeerte der inzenderen , tevens met de befloten naambriefjens aan zoodanig perfoon of adres te rug gezonden worden, als zij zullen verkiezen , mits dit, zonder eenige ‘kosten, der Klasfes binnen cen Jaar na de uitwijzing verlangd én dit adres opgegeven ‚worde; doch zal het. verzoek om te rug gäve moeten verzeld. gaan van behoorlijk bewijs. van regt op het ftuke Ingevalle geene. te rug gave van, een: niet. bekroond ftuk verlangd mogt worden, „of: de evengemelde vereischten daar- niet bij waren in acht genomen, zal men de befloten. naambriefjens ongeopend. verbran= den, en de ftukken zelve wbs om. te-dienen als- bevonden. zal worden te behooren. dae: naam die Bere Klasfe voorn» en vRó ha dh | Scèrevarië: Vervolgens betrad de Heer J. KOPS het Spreckgeftoelte en droeg voor de payglaende, erik EREN hars hid k LE va JM di „… 5 Ati sli aA Aid v He RE- C ós } REDE VOERING J Ì ovER \ DEN NOORDsNEDERLANDSCHEN BODEM, ALS MEER GESCHIKT VOOR DEN LANDBOUW, DAN DIE VAN VELE ANDERE _ \LÄNDEN VAN EUROPA : Ì Hoezeer wij ook gehecht zijn aan den Bodem Waarop wij zijn ‘gebo= ren en opgevoed; met welk eene vooringenomenheid ‘wij alles wat _zich daarop aan ons oog vértoont, gadeflaan en beoordeelen; nogtans zal de waarheid ons de verklaring afperfen, dat onze Bodem, met name die van de Noordelijke Provinciën, naauwelijks «geene van die verrukkende natuurtooneelen oplevert, welke in andere Landen van Europa, zelfs reeds bij onze naburen, ’smenfchen geest in verbazing houden opgetogen, of op de ftreelendfte wijze bekoren. Aldaar geven hooge Bergen en aangenaam hellende Valleien, tusfchen welke fterk ftroomende rivieren of vlietende beken heen kronkelen, de meest verrasfchende verfcheidenheden op, welke gedurig nieuwe heuge- lijke gewaarwordingen verfchaffen: dan weder verbazen den reiziger hooge en fteile rotfen, of opgehoopte ruwe fteenbrokken, waarop fterk bruifchende watervallen telkens gebroken worden. Ginds laat de natuur zich in alle hare woestheid zien, maar de verbazing hier door in ons verwekt, houdt ras op, wanneer. wij fpoedig weder de oogen kunnen laten weiden over vruchtbare en welige landsdouwen, waar de aangenaamfte verfchieten, door bergen met kudden beweid en door bewoonde dalen telkens worden afgewisfeld, RES Dit C 61 ) „Dit alles-zoeken wij tevergeefs op-onzen. platten en, vlakken Bedem „ ten zij wij eenige: uitzondering “laten - gelden, omtrent „de, bergen van Nijmegen „den Veluwe Zoomen Rheenen , welke .ons van zulke tooneelen, zekere fchets aanbieden. Andere Landen zijn in-dit opzigt verre „bee hagelijker, en boven: het,onze,te’ verkiezen „ hetgeen ons menig vreem= deling op eene onheufche wijze voorhoudt. „Valt deze vergelijking ten; onzen nadele uit, wij hebben ‚echter ‚in andere opzigten niet te, fchromen, om onzen, Bodem met ‚dien van vreemde gewesten, te vergen, lijken. Althans behoeven, onze gronden „in vruchtbaarheid en rijkheid, van opbrengst voor geene in andere, Landen „ onder gelijke Hemelftreek ,. te wijken, „Het geen wij dus in, het ééne opzigt misfen , wordt ons van, eene sandere| zijde ruim vergoed „ „daar, onze Bodem.fchoon. dan, minder bekorende. door zijne: ligging. en gefteldheid, eene aar waarde bezit, welke men elders fchaars ontmoet. - kalen „Er beftaat «te dezen aanzien. zekere overeenkomst tusfchen onze allen en,„ons, nationaal karakter. Wij fchitteren minder „dan vele vreemden: wij zoeken ‘ons,minder aan te bevelen door het uitwendig: behagelijke „dan door inwendige waarde en degelijkheid van karakter. „Bij de tegenwoordige. gelegenheid wilde ik de gemelde hoedanigheid en waarde onzer, gronden, in eenige ‚bijzonderheden voor U aanwijzen , en fpreken over. den. Noord- Nederlandfchen Bodem, als, meer gefchikt voor den Landbouw „dan. die van, vele andere Landen van Europa. Ver- leent mij uwe goedguntige aandacht en hoort mij met toegevendheid. Ik zou met regt van gm rna befchuldigd anas indien ik wilde beweren, dat. onze geheele Bodem -voor den Landbouw, de houtteelt hier onder gerekend, even gefchikt ware, en dat elk gedeelte. van denzelven alle gewasfen van onze hemelftreek zou kunnen voortbren- gen. Wie. is onkundig. van het groot verfchil, hetgeen zich opdoet in de ligging en gefteldheid van onze gronden ; maar ‘dit is juist de oorzaak , es H 3 dat id {@j) dat die verfchillende aardfoorten , welke de onderfcheiderie- gewasfen Van onzé Hemelftreek vorderen , in onzen Bodem voorhanden: zijn sen levert eene dier gunstige redenen op, waarom alle de gemelde peet hier kunnén gekweekt worden, — iran “Wij moesten ftraks erkennén, dat es omberndae en vorm van onzen Bodem minder bekoorlijk ís, dan die van vele andere landen; maar wils lén wij van den grond de meeste voordeelen zien getrokken , zoo laat dhs hun die hóoge bergen, diepe valleijen en’ ftoute watervallen niet misgunrien. Hebben deze bergen eëne groote hoogte bereikt; ftijgern zij tot bij de wolkeri, ‘Zoo’ zijn derzelver toppen” voor allen akkers bouw , houtteëlt of atider gebruik , gelieel verloren, en de meer bêneden iggerde gedeelten zijn; 3“vooral-bij eene flerke helling, voor “bebouwing of onbekwaam of hoogst bezwaarlijk. ‘ Zoo al'eén vlijtig: landman” hier aan zijn arbeid, mest en zaad heeft te- koste gelegd, zal ééne hevige regénvlaag » Ík fpreek nog niet van dadelijke wolkbreuk , in zulke oorden miet’ zeldzaam ; niet alleen al Zijn gewas, maar ook de geheele vrucht» bare bovenaarde naaf de diepte ‘medevoeten: De diepten” en: valleijen moeten weder het nederftortétid” watér van” de bergen oritvangen en dé hierdoor gevormde ftroomen kunnen, zelfs’in gewone tijden, gedurende het grootst gedeelte des jaars, dit water binnen hunne oevers niet bee vatten , en overftroomen de valleijen, waar dus zoo zelden eenig Zomer- gewas, het eenige dat nog beproefd kan worden, met voordeel kan gewonnen worden. Í Maar al beftonden er dent oorzaken niet , vide men van eenen Bodem, zoodanig gefteld, flechts zeer geringe vruchten kan trekken: in vele van deze bergftreken is aan geene vervoering van eenig gewas te denken, terwijl weder elders “geheele daten tusfchen fteile bergen of zonen ingefloten, als ontoegankelijk moeten gerekend worden. 4 _ Zoodanige hinderpalen belemmeren onzen Landbouw niet: de gelijke fatige oppervlakte van den Noord-Nederlandfchen Bodem neemt dezelve se ed Een C 63 ) gelieellijk weg «enfmaakt ook-allèn aanss-en afvoer: mogelijk” em-meestat zeer „gemakkelijk „van wege «de! menigte “geregèlde “vaarten, «waarmede dezelve ris doorfnêdenz en welke door. geene hevige ftroomen: of ‘zware watervallen -onbruikbaat worden gemaakt: «gelijk weder ‘het ‘geval: isin fommige Bergftrekens „Maar ‘ftaan tegen deze voordeelen niet over alle de ‘nadeelen , “welke” voortvloeijen uit onze lage ligging uit onze nabije heid "wan ode: Noordzee, “welke met: vele wijde boezemsstusfchenr onzer Bodem indringt, en uit de witwatering van drie of vier „groote rivieren’ over sons: grondgebied?» Hoe ‘groot: ook de bezwaren vzijn ; welke hieraîv \voottvloeïjen „laat ons echter de voordeelen niet! gering achten, welke ‚wij aan deze ligging „verfchuldigd zijn, ‘Zijn niet “onze rijktte gronden «door de zee aangebragt, hetgeen: bovenal het aan den Occaan ontworstêélde’. Zeelatid” getuigen kan? « Hebben niet onze rivicren de vetfte: flibbe aangevoerd, en verre landwaarts- in verfpreid 2 is ‘hierdoor niet die vruchtbare kleibodem gevormd, welke van de Kieeffche grenzen af tot aan’ de Noordzee, in eene doorgaande breedte van wier tot zes wren “gaans gevonden wordt? «Zouden wij werder klagten- voeren’, dat het „grootst gedeelte „des Vaderlânds- uit lage landen beftond „- daar wij juist” hieraän hebben dank te ‘weten die voortreffelijke graslanden en natuurlijke “weiden „ waarop wij de fchoontte runderen kunnen kweeken tn onderhouden’, ‘en “waaraan -wij onzen rijkften tak van Landbouw, de jaarlijkfchev opbrengst van eenige millioeten ponden voortreffelijke boter en kaas verfchuldigd zijns eene opbrengst, welke men op ‘hoogere en droogere gronden niet in die hoeveelheid, noch van die waarde zow kunnen bim add daar de pe grasfen lage en Hoebe gronden beminnen. Gaarne erken ik, dat de ost raie gefteldheid van onzen Bodem, uit deszelfs lage ligging ontftaande„ aan fommige oorden der Landbouwer ten gering gewas doet inzamelen; maar de Waterbouwkunde heeft hier meer. dan -elders hare. hulp -met eenen gelukkigen uîtflag geboden‘, om hem tegen C6& ) tegen het geweld. van: -zeevloeden en ftroomen te. “beveiligen „En Zij maakt zich thans-gereed, om - deze: hulp «nog krachtdadiger te doen. werken , vooral tér afkeering van de noodlottige overftroomingen ; door ijsganig! „veroorzaakt ,- welke ook: vele. fraaïje bergftreken metvons gemeen hebben; zonder „de opgenoemde voordeelen ‘te,genieten.: Zijn er nog: vele- sen uitgeftrekte velden of liever moerasfige gronden , «waar het: water» geen doortogt en afloop heeft: “hier zou eene-goede-beheering,! hier ‘zouden bekwame Waterbouwkundigen aan het overtollige water’ geene minder goede loozing ‘kunnen. bezorgen, dan ‘men in andere. gedeelten van- het „Koningrijk zoo voordeelig ondervindt. De ‚kosten; waarmede deze’ Landen zouden bezwaard worden, zouden door de jaar= liijjkfche ruimere opbrengst van gewasfen, drie-, vier-, ja meervoudig vergoed ‘worden. Hier is het kwaad niet onherftelbaars de Bodem en ligging zelve verbieden zulks niet, maar het is alleen -den mensch te wijten, wanneer zulk eene grond hem geringe voordeelen aanbrengt. „Maar wat zou deze gunstige oppervlakte’ en vorm van den. Bodem onzen: Landbouw baten, indien deszelfs inwendige gefteldheid-aan den groei der gewasfen nadeelig ware: ook te dezen opzigte zal het ondere zoek ten onzen voordeele uitvallen, De grond, dien wij bewonen en moeten. „bearbeiden, levert nergens rotfen op, misfchien met de eenige gitzondering op het eiland Urk: en dezelve bevat geen ander erts dan het üijzer. Evenzeer worden er noch mijnen, noch fteengroeven , ‘noch harde lagen van fteenkolen, noch dorre leifteenen of fchisten in- of op denzelven. gevonden. In andere Rijken ftrekken zich. zulke gronden eenige mijlen ver uit, en leveren zeker groote voordeelen. op „maar voor den Landbouw, welken ik thans alleen in aanmerking neem, Zijn dezelve of geheel verloren, of brengen flechts een fchraal gewas voort, „Onze Bodem , uit geene harde en ondoordringbare ligchamen beftaande’, zal den ploeg niet weigeren, en biedt in- zijn, open‘ en mullen grond aan het zaad eene,gunftige plaats om te kiemen „ en kannen de planten bij-het opgroei- . jen ne eer C 65 ) jen ‘zich daarin ftevig vasthechten, én, vasthonden „eu „hare, wortelen met. alle. derzelver vezelen en: draden -zichdaarin rondom uitbreiden en naar beneden. fchieten, al moeten, zij gelijk ‚de opgaande: boomens “een El en meerder in de diepte indringen. Waar -men in, den. ondoor» grond op. eene’ vaste leem- of oerbank „moge. ftooten „zal. deze bank bij de voorafgaande, grondbereiding;» met de fpade sa fomwijlen met den, plóeg-kunnen.gebroken worden. ) / Wij ontmoeten ja ook in onzen, Bodem eenige gen Kicchamm ai er bevinden zich: in-enkele ftreken „vooral in; het kwartier van Zutphen, dadelijke ijzerklompen ; in Drenthe en, Groningen hier, en ginds zware, fteenen, en op de Amersfoordfche. Heide vele; groote ‚en kleinere keiïjen, inden grond, sen wij zien uit de onvruchtbaarheid, van zulke: plekken, inhet klein , wat menselders in het groot, moet ondervinden 3. maar alle, deze plekken zamengenomen, welke eene kleine uitgeftrektheid zullen,zij - uitmaken ? pits toten d E ‚Ik mag dan met deze weinige uitzonderingen werklaren:, dat nergens in onzen Bodem ploeg of fpade tegenftand, ontmoeten, en overal -den grond’ kunnen voorbereiden” om’ gewasfemvuit» zijner! fchoot,voort,te, bren. gen; maar welke aardfoorten vinden onze. ploeg, en’ fpade te bewerken ? Zijn er van dezen arbeid gewenschte. vruchten -te 1‚verwachten ?,, Men {preekt , en vergunt. mij,dat ik mij thans van deze, gewone benamingen bediene , men fpreekt van onze zandgronden „van onze leem-en kleigronden & men geeft aan de veenftof , welke-geheel uit gefloopte en‚niet volkomen ontbondene plantdeelen beftäat, den‚’naam van’ veendarde : „wij, kunnen, ook eenige mergelgronden aanwijzen. Maar alle deze aardfoorten „ wan, neer zij geheel zuiver en-onvermêngd voorkwamen „zouden volftrekt onvruchtbaar zijn, zoo alsde aard- en fcheikunde ‘ons: leeren. Zij behooren’ met andere aardfoorten of ‚vreemde. deelen. vermengd. te zijn, indien de planten. genoegzame :voedfelmiddelen, uit ‚dezelve kuns nen opnemen. … Wel verre nu, dat onze. dus ‚genoemde, zand. klei-, en, Ï veen C 66 ) veenftreken enkel uit zand, klei, of: veen zouden beftaan, zoo “hebben zij alleen dezen naam verkregen „naar gelang elk van deze dard-foorten daar in de overliand heeft,„en zijn voorts op zeer verfchillende wijzen en in verfchillende rigtingen met andere aardfoorten vermengd, welke’ telkens in onderfcheïdene ‘ vermengingen afwisfelen , dikwijls op ‘kleine afftanden , ja fomwijlen op denzelfden akker of op dezelfde weide. Sporen wij onzen Bodem in de diepte na, er doet zich geen minder, verfchil van gronden op; zoo ten aânzien van de lagen van verfchillende aarde, die op elkanderen liggen; als van de beddingen, welke naast Elkanderen gelegen zijn: ‘het is zelfs niet zeldzaam, dat men op eene ° diepte van ruim’-twee ellen of zeven oude voeten, reeds door zes on- derfcheidene aardfoorten heeft heen gedolven. In alle. deze onders fcheidene aardvermengingen en verfchillende beddingen zien. wij de uit. werkfelen van die’ hevige omwentelingen en beroeringen, welke in de ingewanden van onzen aardbol eens zijn voorgevallen. Maar moesten niet: deze. omwentelingen “eene” veel grootere ‘kracht oefenen op-en in _ Onze gronden, dan indie van andere landen, waar de Bodem door rotfen „metalen of‘ fteengroeven tot een hard’ ligchaam gevormd’ wass De weeke en losfe ftoffen, waaruit onze Bodem was zamengefteld, kon den aan het” geweld cen “de fchokken dier omwentelingen den minften tegenftand bieden, en moesten zoodanig gefehokt, gebrijzeld , en onder- een gefchud, geroerd, vermengd’ worden, als wij ze algemeen vin- den, en’ waardoor’ juist ónze gronden “zoo uitneménd gefchikt zijn geworden; om al” den arbeid aan dezelven beftéed met ruime winst te vergelden. Na dit alles wegens de e gelteldheid. van onzen Bodem te dikten s aan= gevoerd; zult gij, vertrouw ik, Uwe verwondering afleggen, dat cr in Noord - Nederland geene grond zal kunnen aangewezen worden, welke door de- gatuur zelve tot’ onvruchtbaarheid zou zijn gedoemd. Ik héb zelve U reeds eenige plekken opgenoemd ‚ waar’ van Baauttveljke) Penn! ‘gewas met voors v deel 65 deel kan, gewonnen, worden tik wil ook hiermede te: dezen-opzigte- gaarne gelijk ftellen vele barre, zandhoogten, welke de =Veluwfche heide; én vooral de Duinen van Holland opleveren ;- maar. laat hier!‘weder ‘lit oog op andere Rijken „ waar. uitgeftrekte--gedeelten ‘vam het Rijk, vaït hoofde van de opgegevene oorzaken „nimmer aanden ftaat derwoestheid kunnen onttrokken worden; waar de natuur: overal zulke’ ohoverkomtë: lijke hinderpalen heeft gefteld„ dat.het: mènfchelijke vermogen ‘onitoetei« kend is, om dezelve immer,te overwinnensi:! Zouden ‘wij- met. zulke ftreken in, vergelijking willen ‘brengen. de; honderd dùizende ‘búnders woeste heivelden, welke. alsnog voor’ önzen Landbouw: bijna nutteloos liggen! OF zou, derzelver ontginning ook-onmogelijk zijn „uit hoofde van den vorm van hunne oppervlakte 2_maar leveren zijs niet doorgaans eenen gelijkmatigen en effen, Bodem, op»! den gemakkelijkften voor’ alle’ grond» bewerking , en_ waar door-zij ookvan, alle zijden toegankelijk’ zijn; terwijl deze gronden niet, minder. los en open zijn; dan in de overige Noordelijke Gewesten. Het hangt dan venkel af van eene vereeniging van menfchelijke krachten „ dat „dezelve ‘iet’ kanalen zijn doorfineden* het krachtdadigst middel, om ze in vruclitbaré velden of wiristgevènde bosfchen te herfcheppen. Of zouden -de aardfoorten „ waaruît hunriê bodem beftaat , zoo ondankbaar weze ; dat zij den arbeid, daar aan ten koste gelegd, nimmer zouden. beloonen maar ontdekt mien“ òok hier niet die vermenging van, onderfcheidene aard-deelen , welke de gewasfen tot hunnen ‚groei behoeven? , Is: nict “reeds. eene seattle ° bovenkorst gevormd door de weldadige Heideplant, welke eeuwen lang door haré verrottende wortels, ftengen en'/bladen eene dadelijke bouwaarde , eéné were humus ‚heeft voortgebragt?. bleef’ deze bovenaarde flechts ecn loste, weeke veenftof„ zoo levert dezelve eerst dóorafgraving dé nute tige fabrijk-turf: op, waarna zulke bebouwbare dallandén te voorfchijd komen, als waarvan de - gelukkige: veen -kolonien in“dé meest 'Noorde- lijke Gewesten treffende voorbeelden opgeven. Deze. ontginningen, zoó Is wel „wd C 6 ) wel-als,die van-andere Heidevelden en Duinvalleijen, welke federt 3ó jaren hier en ginds ’zijn ondernomen, en welke thans ‘in de Kolonien - van „Fredriks- sen Willemsoord, met’ eétie voorbeeldelooze infpänning van krachten worden voortgezet; zijn zoo’ vele gelukkige bevestigende proeven van hetgeen ik- meende, reeds van vern sij de gelteldheid dezer velden te kunnen opmaken, «> “== tds ‚Laat ik in het algemeen U niet snif met het betoog van voren „ hetgeen iktot: hiertoe-alleen heb aangewezen, maar “nog ten laatfte in een. kort overzigt derondervinding raadplegen, wat dan deze zoo gelukkige en uitnemend gefchikte Bodem ‘dadelijk oplevert. „Van al wat ons.tot fpijze dient, heeft de vaderlandfche grond oudtijds uitzich zelve niets anders voortgebragt, dan eenige wortel- en knol gewasfen; enkele faladen en toekruiden, en het ooft, dat eenige hees- ters opleverden;; terwijl de groote ooftboomen naauwelijks bruikbare vruchten: gaven. Alle onze granen3 alle onze peulvruchten; de kool- gewasfen welke ons voeden, waren eens vreemd aan onzen Bodem, en zijn uit andere, meest Zuidelijke Landen, zelfs uit het Oosten bij ons ángevoerd: ‚geene, die ‚bij andere volkeren onder onze hemelftreek ge- vonden „worden „ ontbreken ons, maar vinden in een of ander gewest hun bekwamen grond, waarin zij als eigen landsgewasfen welig ‘tieren 3 Áchoon ook voor fommigen het klimaat ongunstig is, zoo als de teedere boekweit, die door ééne nachtvorst fomwijlen’ omkomt, en de turkfche tarwe, die bij „koude zomers: misdraagt 3 maar welke arnders beide in onzen, grond niet-minder opbrengen, dan “in ‘haar warmer vaderland. De fpelt-tarwes uit Egijpte. herkomftig, geeft’ bij. ons een rijk gewas en „zou; overvloediger. gebouwd ‚-worder; indien de harde bast van dé korrel dezelven „niet, „bezwaarlijk - tot: meel cdeed. malen.” De waarde en deugdelijkheid van. zoodenige granen en peulvruchten; die in vruchtbare ftreken- gewonnen: zijn ‚--wordt op-onzeér groote “graanmarkt erkend,’ al waar dezelve gretig, gezocht worden en: goede «prijzen - gelden. ‘En ‘hoe „veel € 69 ) veel voortreffelijker zouden. nog deze en andere gewasfen- aan” vele oor- den flagen, indien: daar de grond- minder „uitgeput, beter. bebouwd en gezuiverd werd, hetgeen weder den mensch, ‘niet den: Bader, is te dieen y { à =Hoe groot de verfcheïdenheid zij Mer & nuttigste „gewasfen , pe onze grond kan voortbrengen, wijzen onze moeslanden aan, die meer dan veertig onderfcheidene gewasfen tot onze voeding of. veraangenaming aan= bieden, en waarvan. flechts. negen van geene vreemde herkomst zijn. Hier in zijn alle andere natien bij de onze. ten-achteren (a). Wij onder= vinden. dit op veene onaangename - wijze, zoo ras wij een vreemden Bodem betreden: het. is flechts. eene geringe: verfcheilenheid van moes- gewasfen die. ons, daar, wordt „voorgezet, welke daarenboven nog den vaderlandfchen-{máak en: geur-geheel misfen. Ik roep. ook die. zelfde on- dervinding in ten aanzien van de oorfpronkelijk Peruviaanfche plant, den Aardappel. Hoe, vergasten wij ons terftond bij onze terugkeering in het vaderland aan'-deze,vrucht, welke, men-ons aan geene vreemde tafel van: gelijken fmaak had kunnen: opdisfen. Wij zijn in. deze teelt reeds lang andere ‘volkeren vooruitgeftreefd. Bij. eene-Fran{che Maatfchappij van Landbouw werden onlangs 93 verfchillende foorten van Aardappelen beproefd „waärvan: men flechts zes van een bijzonder goeden fmaak heeft bevonden: (4) wij behoeven niet meer gelijk andere volkeren naar de beste: foorten „van dezen wortel te, zoeken, ks iet a (a) De Hoogleeraar j. A+ scnuurrs erkende dit nog in een werk, A°,1817 uitgegeven: Anleitung zum grundl. ffudium der Botanik, vol. 1, S. 352. 3 De Bataven-zijn in. den tuinbouw alle overige volkeren van het vaste land eene hâlve eeuw vooruit,” (4). Zie een rapport deswege van Ja fociett agriculture de Seine et Oift, in de Bibliothèque univerfelle: Agriculture ‚Juin 1819, ps 129156. hi in RENE TRT is el (a) C:rò J “Niet mirider gunstig zijn: onze gronde: voor. olies; dráads, en, verwe flanten of andere fabrijk-- en ‘handel -gewasfen, «+ Hoe beroemd. is: ons, Koolzaad in ‘dén handel, en:-onze grond weigert evenmin den zaadbol van het vlas, hetgeen zoo veel voedfel vordert, tot volle rijpheid;te doen komtêén. « Wil men dit zaad opofferen om fijn ‘vlas te. kunnen -win= nen, zoó léere men zulks van de Overijsfelfchen „ bij wien dit. gelukkig flaagt. De Levantfclhie Meekrap gelukt zoo volkomen in „en ís zoo eigen aan onze ziltige Zeeuwfche gronden, dat Mr. euris, als Engelschman, met fpijt verklaart: „ Wij betalen voor de Meekrap aan de Nederlanders eerie fom „die naäuwelijks te gelooven is” De beroemde PHILIP MILLER {tak ván Londeri raar het eiland Schouwen over, om van onzen: JoB-BASTER: Ons derrigting te halen wegens deze teelt, welke hij vervolgens naauwkeurig befchreef en met cene even naauwkeurige af beelding ophelderde (ec); om een model te geven dan’ zijne natie ; hetwelk dezelve-echter tot nog toe: niet heeft kunnen volgen; om dat haar de-eigenaafdige grond ontbreekt. Een gelijk model toonde de Franfche roster van onzen tabaksbouw. aan zijne landgenooten (da): Dé teelt van cichorei om den „wortel „ in Vriese fánd “en--Groningef: hoogst. belangrijk rna KEE men ‘buiten ons Koningrijk zeer zelden ontmoëten. “Ik heb reéds gemeld; hoe de grasfen 5 het bsten van. alle maetnedemd onze lage gronden bij witnemendheid beminnen: de verdere veevoeders in andere landen gewonnen, flagen ook op onze akkers gelukkig, maar er zijn flechts enkele van deze, voor welke wij de plaats willen inruimen ‘van onze voortreffelijke roode en witte klaver, door geheel Europa als Hollandfche klaver beroemd, ie re (c) In de 8fte uitgave in fol.van zijne Gardeners Dictionary, op het woord Rübia; gelijk ook in de Franfche vertaling in 8vo, Cd) In zijn Cours complet d' Agriculture op het woord Tabac, Ege 9 „In onzen leeftijd zijn; op het fpoor van onze. voorouderen wele nieuw, ontdekte nuttige - gewasfen. ingevoerd, als de mangelwortel tot. veevoes: derz de zaamgeftelde tarwe de, Egyptifche …garst;. de „baardgarst; het, Chinees radijszaad; de Zweedfche raapkool, Zij allen tieren welig in, onzen’ grond : zelfs de vermaarde fuikerplant „de mangelwortel., die bij ons gewonnen, werd „leverde meerder-fuikerftof: op, dan bij onze. naburen. Ik zourniet fchroomen onze houtteelt, zoo als-die, in fommige, ftreken van het vaderland plaats, heeft en verder. plaats, kan hebben, met die van andere landen onder gelijk klimaat te vergelijken ;, en, daar: bij te voegen de voordeelen, welke wij van zoodanige boomen trekken, die op «een lagen 5 vochtigen, grond bijzonder -gelukkig-wasfen; maar ik, moet mij” onthouden” van: in verdere bijzonderheden’ te treden , en alleen nog ten »flotte ‘aanvoeren, hetgeen de Kracht van onze. gronden bovenal be= flisfend. betoogt „dat. namelijk de meeste volkeren van hun « uitgeftrooide zaad: bij „verre! na zulk eene ruime opbrengst niet ontvangen, als wij van onze akkers trekken. Men vindt in vreemde gefchriften (e) telkens een zeer gunstigen oogst genoemd, wanneer het zaaigraan 8 of ro malen vermenigvuldigd is, hef geen op onze akkers, eene middelmatige opbrengst-is, daar. de vruchtbare gronden doorgaans. het. tarwe = zaad. 12 tot 15” voudig terug. geven, «het geen van de’ overige” graten , vooral de haver,» zich-nog veel: aanmers erna ti verienigvult;’ oerhgtead bij een uitnêmend gewas. fomwijlen, onze tarwe (e) Als in de Nooten van le Théatre d’ Agriculture D'OLIVIER DE SERRES, ed. in gto 1804, vak 1, p. 1931955 En het Rapport van de Landgoederen Gufow en Platkow , behoorende aan den Grave vAN PODEWILS , vooral de laatfte tabel; in d: Zer handelingen van de Maatfchappij van Landbouw , D. XIV, Ste Je Zie, ook onze Noot (5). Cn tärwe 18 vöudig 5’ de gatst e4 voudig en hêt ‘ovérige “in” gelijke evefredië- heid te “rugèe geeft ): Franfche en Duitfche- Landbouwers {taan mèt rêdé verbaasd.” Over’ zülk eene “vermevigvuldiging, daar zij” zich” seerd gaans moetêén vergenóegen met eene 6 of » votidige opbrengst ; “e velen “niet meer dân 4 malen"hun zaad verdubbeld zien: : Zelfs labs Frafiktijk® ftrekén ‘op ,” waaf dé gronidlasten zijn berekend- naar” eene: dric= ja tweevoudige opbrengst (g), om dat van deze akkers niet meer kan wórden’ ingeoogst5 een gewas, het geen wij oa vend der nein werf Wiauieljke wang zouden keuren. Akzo vleije ik ge dan, mijne Geachte Hoorders !voor U genoegzaam te hebben aangewezen, de gefchiktheid van onzen Bodem voor de ons derfcheidene takken van Landbouw. Verheugen wij ons, dat wij een ook in dit‘opzigt zoo gelukkigen, een zoo vruchtbaren Bodem bewonen. Heffen. wij ook te dezên aanzien vrijmoedig zee hoofd op bij den vreem= begin TIE 5) Dit is aan geoefende Landbouwers bekend, en vindt men ook telkens bevestigd in de berigten wegens de opbrengsten in gunstige jaren, in de Jaar- lijkfche: Staten van den Landbouw in Nederland „ door mij op last van het Gou- vernement uitgegeven federt den jare 1806, tot aan het jaar 1813 ingefloten, ín, het Magazijn van Vaderlandfchen Landbouw, en met het jaar 1814 en vervolgens afzonderlijk, Men zie ook de doorgaande voordeelige opbrengst in Vriesland, in Re METELERKAMP: de toefland van Nederland, D. 1, blz. 84, en in Gronin= ge, in Je A. UILKENS handboek van Vaderlandfche Landhuishoudkunde, S so1. (2) In ressier, Annales de PAgriculture Frangaife , Aout 1810, p. 118, vindt men vijf klasfen van gronden ter berekening van grondlasten opgegeven, waarvan de Ifte Kl, het gezaaide 6-voudig terug geeft, de Ilde Kl. 5-voudig, de Illde Kl, 3k voudig, de IVde Kl. af voudig en de Vde Kl, a-voudig. Ks J den; maar dat wij bovênal die gunftige gefteldheid van onze gronden ons ten nutte maken, om door verdere nafporingen en proefnemingen alle hulp toe te brengen, dat deze vruchtbare fchoot zich voor ons nog milder kunne openen. Hiertoe zijt Gij! mijne geachte Medeleden van deze Klasfe, aan welke ook deze taak is opgedragen, met mij be reid. Hiertoe werken andere zoo voortreffelijke inrigtingen gunstig mede, ‘Hiertoe vinden wij bovenal hulp in de befcherming en aanmoediging van zijne Majesteit, onzen geëerbiedigden Koning. Ik heb gezegd. / tref Waarna de Voorzitter den Verhandelaar voor deszelfs voordragt , den Sekretaris voor het door hem uitgebragt Verflag, en de talrijke fchare van Toehoorders , voor hun bijzijn, bedankt hebbende, deze Vergadering floot. ro oee del Je Pala. ant An A Pha ze le zegel Ì 5 ee MOEN ze lens ag iel gd VERSLAG VAN DE VIERDE OPENBARE VERGADERING EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, GEHOUDEN DEN 26tNAUuGUSTUS 1823. Gedrukt voor DE LEDEN DES INTITUUTS. ane nt kb: VERSLAG bin VÁN DE VIERDE. OPENBARE VERGÄDEEIN G DER EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK - NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN, Gehouden den 26:ten „Augustus 1823. Voorzitter, J. F, SERRURIER 5 Sekretaris, Ge VROLIK,. Naast de Voorzitter de Vergadering geopend had, werd door den Sekretaris de Naamlijst der Leden opgelezen, waaruit bleek, dat uit deze Klasfe aanwezig waren: As De We VAN BARNEVELD 3 A. PAETS VAN TROOSTWYKg Je BLANKEN JANSZ:; C‚ R‚ T. KRAYENHOFF 3 As Pe Re Ce VAN DER BORCH VAN VERWOLDE , Je As BENNET 3 A. VAN DEN ENDE , J. P. FOKKERs C. BRUNINGS JUNIOR » F. DE NIEUPORTs P._E‚ WAUTERS J- B: VAN/MONS 3 Je Fe KLUYSKENS » C 4) De Leden Je F. SERRURIER , O,S. BANGMA » 5 G. VROLIK » J- Me. Ce VAN UTENHOVE ; M. VAN MARUM 4 G. MOLL 3 P. DRIESSEN 9 Ne C‚ DE FREMERY C. He à ROY . J. Fe Le SCHRÖDER 3 Je KOPS 3 en C‚ Ge Ce REÏNWARDT 3 Ge SANDIFORT. Ce EKAMA) > Zijnde dus afwezig: De Leden J: P+ MINCKELERS ; k JF. SENTELET 3 F.E. VERBEECKS F, ROUCEL ; J. PARMENTIER A. BLANKEN » JANSZe P. M. BOUËSNEL , 'E. J. THOMASSEN à THUESSINK, Je P. VAN CAPPELLE 3 DE HERTOG VAN URSEL 3 A. VAN STIPRIAAN LUÏSCIUS 4 Je C+ B. BERNARD 3 - en Je A, UILKENSe Hier- ed end \ & 3 J Hierop deed de-Voorzitter-de volgende Aanfpraak; > fs rt Het is U bekend, hooggeachte- Medeleden! dat de tijdelijke Voorzit- ter onzer Klasfe , ons geëerd Medelid van CAPPELLE ‚ tot herftel zij- ner gezondheid afwezig is. Gelijk ik dus, in onze gewone Vergaderin= gen, denzelven, reeds eenen tijd lang, heb vervangen, valt het mij thans ook wederom te beurt, in deze plegtige Vergadering , vereerd door het “bijzijn van zoo vele Geleerde , Aanzienlijke , en Verdienftelijke Mannen, deze plaats te bekleeden:; ‘Eene plaats, welker gezigt U en wij in-dit oogenblik met eene fmartelijke herinnering moet vervullen. Gij allen toch, Leden van geheel het Inftituut, die, van deszelfs eerfte inftelling af, onze jaarlijkfche Algemeene Vergaderingen hebt bijs gewoond, kunt Gij deze plaats aanfchouwen, zonder de herdenking aan Hem, die het eerst van hier tot U gefproken, die herhaaldelijk on=- ze Vergaderingen beftuurd, ent onze belangen behartigd heeft; die een- maal de roem en-{teun was van onze Klasfe; van den waarlijk Hoog geleerden vAN SWINDEN, wiens gemis wij thans diep betreuren ! Achtte ik mij ook onbevoegd , de verdienften van eenen vAN SWINDEN, als Geleerden, vooral als “Wiskundigen, te waarderen en naar eïsch te vermelden, niets zoude mij echter weêrhouden, U, in hem den hoogst- verdienflelijken Mensch en Burger te fchetfen , wiens uitgebreidde kune digheden „ niet flechts in Gedenkfchriften , in geleerde Genootfchappen „ en in de Gehoorzalen onzer doorluchtige Schole fchitterden, maar evenzeer in gemengde kringen vän allerlei aard uitblonken, en over alle betrekkingen en an der Burgermaatfchappij licht en leven ver- fpreidden. & Dan , dit moge elders voldoen , het Inftituut moet meer wired, en dat meerdere el U geworden, A 3 8 Een C&D Een Lid onzer Klasfes, eeh Leerling van VAN SWINDEN; de’ Hooge leeraar morrL, zal U ftraks het beeld van zijnen Meester fchetfen. Hi Gij zelven „Mine Heeren , moogt: dan „oordeelen, of ‘het Inftituut het . aan, waardiger handen toevertrouwen konde „de gedachtenis van den Man te vereeren „die „ meer dan genie kids anne heeft op” deszelfs « duurzame ekentenind ded ‘te ik) 4 [ p ) A) ) ek 3 3 kij Reeds eenen nd lang te voren „had «onze: Klasfe: in: BERTHOLLET én HAuy eenen Geasfocieerden-en een harer Korrespondenten verloren. De, naam dezer. Mannen: is alom bekend, en zie hier wat onze bee: voegdfte Geleerden, als uit éénen mond, van hen getuigen. „CLAUDE, LOUIS BERTHOLLET «was een der fchranderfte. Scheikun= digen, waarop Frankrijk roem mag dragen. Hij, nam niet: alleen eén _ groot aandeel aan de werkzaamheden en algemeen. bekende: ontdekkin« gen, waardoor destijds een. Gezelfchap van Natuurkundigen te Parijs , den onfterfelijken Lavoisier; aan het hoofd. hebbende, eenen geheelen omkeer ‚der. Scheikunde, bewerkte 3 maar hij heeft ook daarna niet op= gehouden, deze „Wetenfchap „door, fchrandere navorfchingen «en hoogst- belangrijke. ontdekkingen te verrijken. Zi verdankt kem, de grondige en volledige kennis, van vele. zelfltandigheden; en door zijn, onfterfelijk Werk: Zs/ai de Statigue. chimigue „ waarin hij, in-het bijzonder, de deer der Scheikundige verwant{chappen ‚ter. toetfe. brerigt, en. door het verflag van „ontelbare proefnemingen „opheldert „werd. dit befpiegelend gedeelte der, Scheikunde het eerst van zinnebeeldige woorftellingen” ge» zuiverd , en tot eene juiste, en met de natuur der-dingen overéenkome ftige , verklaring hervormd; een werk, hetwelk, even als de ‘fchriften Van LAVOISIER „ door rijkdom van zaken en door: bondigheid, van be= toog en voorftel, uitmunt, en als een altoosdurend “gedenkftuk: van «de groote vorderingen der Scheikunde in onzen leeftijd verdient aangemerkt te ES en ee ik ADD te worden. Benevens vele andere:doorwrochte Verhandelingen, waar- door BERTHOLLET tevens aan het beoefenend gedeelte der Scheikunde , en aan derzelver toepasfing op nuttige bedrijven , bevorderlijk was, verdient ook nog in het bijzonder het werk over de Verwerijen CEidmers de teinture) genoemd. te worden, René jusr mauy was voorzeker een der grootfte en meest verdien ftelijke Natuurkundigen van onzen leeftijd, Hij heeft het eerst de wetten van kristalvorming der delfftoffen,bepaald en door naauwkeurige berekeningen doen kennen, en de overeenkomst der delfftoffen. in. vorm en zamenftelling aangetoond. Hij moet tevens worden. aangemerkt als de eerfte Grondlegger van «een vast en op goede gronden gevestigd ftelfel der delfftoffen, in hetwelk-de meeste geflachten van dezelven onveran- derlijk en kennelijk bepaald zijn, en waardoor zijne meetkundige navore fchingen met de ontledingen der Scheikundigen, tot eenen hoogen trap van, volmaking der wetenfchap in overeenftemming. gebragt. zijn, …Naauwelijks kan ‘eene andere: wetenfchap zich beroemen, door den arbeid van één enkel man, zulk eene grondige hervorming ondergaan te hebben, als de Delfftofkunde door zauy.. Het onzekere en twijfel- achtige, dat overal in dezelve heerschte, en hare geregelde beoefening ‘moeijelijk maakte, werd door ‘hem „weggenomen en aan eenen verwar- den losfen klomp van bouwftoffen werd, door hem orde, wensen en vastheid „gegeven. ï ent Niet minder lof verdient HAUY’s kandige, kiefche vidnen fehrijferant en voordragt. Zijne lesfen waren ook in dit opzigt, zoouitgewerkt en voortreffelijk , dat dezelve, naar het getuigenis van eenieder, die dezelve heeft bijgewoond, -dadelijk hadden kunnen ter perfe' gezonden worden. Niet minder voortreffelijk en prijzenswaardig was. ’s-mans ze- delijk ‘karakter. Hooge befchaafdheid , heuschheidsen onbepaalde dienst» vaardigheid en mededeelzaamheid kenmerkten zijnen omgang ,en de wije zé) CD ze, waarop ‘hi een ace ontving, die zich tot hem vervoegde, en uit zijne wepe net en horens nut” te pareren Moest onze Klasfe eene eer daatietifbeltdn 3 de namen wii zulke Bui- tenlanders bij die harer Leden te voegen „ en betaamde het-haar,- thans aan derzelver nagedachtenis de welverdiende hulde toe te brengen; met onaangenamer gewaarwordingen, echter,” moeten: wij gewag ma: ken van het verlies van verdienftelijke Leden, die aan onze werkzaam. heden een dadelijk aandeel mamen ‚ en die wij ee een manner edeelie van ons zelven moeten aanmerken, >» En ok nog tot ra eene grapje vind- ile mij geroepen. r 7 ‚Noe in diepe rouwe asian over den ded van VAN SWINDEN:, “ontviel ons ook, in jAN FREDERIK KEYSER , een man... over wien in ‘het openbaar te fpreken; ik mij eenigzins wetn wenn moet; en dat om een aantal redenen, i í Eene voorname reden is deze, dat, hoezeer dezelve meer ilse beriatig jaren lang in deze Stad gewoond, en zich niet opzettelijk verborgen gehouden heeft, velen der hier aanwezigen hem denkelijk op zijn best hebben hooren noemen. Anderen zullen hem, ja, bij name kennen, als iemand, die nog al liefhebberij fcheen "tehebben voor” Sterrekunde; dan ook: deze zullen het welligt toch wat fterk gevonden hebben, dat cen zoo weinig ver maard man tot Lid van het Inffituut is benoemd geworden. 4 Maar dit-nu eens-zoo zijnde, zal men het zeer eigenaardig vinden, dat hem na-zijnen dood een aantal deugden en goede hoedanigheden bren worden , ‘waarin men bij zijn leven geen erg had. „Evenwel zal-ook dit, in zulk eene achtbare Vergadering, met mate velden te gefchieden, zoo de Spreker prijs daarop ftelt, dat men zije ne wearheidsliefde niet verdenke , En C 9D En daarop ftel ik dén hoogften prijs, Tochoorderst en evenwel, in fpijt van allen, die het niet mogten kunnen gelooven , omdat zij-er nooit van gehoord hebben, en met de bewustheid, op welke plaats en: voor wel- ke mannen ik hier fpreke, aarzel ik niet, onzen krysEr te noemen, eênen der uitmuntendfte Wis- ‘en Sterrekundigen , welke immer geleefd hebben, Á . Als zoodanig was hij reeds voor jaren bind bi Dewitte? bij En gelfchen ;, en bij Duitfchers; als zoodanig verfchijnt hij in de fchriften Val LA LANDE, VON ZACHs BODE, en andere mannen van dien"ttem- pel; als zoodanig kende hem ook meer dan één Lid onzer Klasfe, nog vóór dat hij zelf Lid daarvan was; hij, wiens Lidmaatfchap aan het genten Inftitaut tot eer verftrekte ‚ meer dan het hem vereerde. Doch ik behoef er niets meer bij te voegen, en ik behoef niets van dat-alles te bewijzen: Onder zijne Leerlingen zijn- er ‚en daar zijn er hier tegenwoordig, op welken wij roem drag, en die vóor hem ge- ect “Wat zeg ik! nog meer getuigen immers voor hem die Sterzekadidige Waarnemingen zelve, die Gij thans niet meer flechts in” Buitenlandfche Gefchriften behoeft op te fporen 3 daar op’ dezen dag wederom een Deel ‘der Gedenkfchriften van onze Klasfe is uitgekomen , waarin dezelwven , met die eenvoudigheid, daar neêr gerei zin, die den genen man ken- tene “Daaruit blijkt onder anderen , hoe ongeloofelijk zulks bok aan velen moge fchijnen , dat de juiste ligging van Amflerdam niet bekend is geweest, VÓór-dat Keyser dezelve op veranderende gronden ggn heeft, } En wie was Keyser voor het overige, en Hós: is hij zulk een man geworden ? Hij is zulks geworden door natuurlijke begaafdheid en zucht voor Wetenfchap , en werd geenszins begunftigd door uitwendige om- ftandigheden , noch in vroegeren , noch in lateren leeftijd, B ECT Een Cx “Een Nasfaucr van geboorte (*),- en een; Zoon- van. onbemiddelde Ouders , wist men-hem geene andere beftemming te geven , dan die van Sotdaat ; en-aldus (geraakte hj, „Onsier een der Nasfaufche wanted in dienst: van dezen Staat: í Daar zijne vaardigheid, vooral in. het rekenen, hem fpoedig tot Onder officier deed benoemen , en het in dien ftand aan geen ledigen tijd ont- breekt, “deed hem” zijfe natuurlijke neiging, overal ‚ waar hij in. bezet- ting lag, maar. wiskundige boeken „onderzoek doen, die hij met gretige heid Jas, “Stiet hij-opveene «zwarigheid, dan: vond hij ligt iemand, die dezelve -opruimde, om „dat ze zoolang. zocht, tot dat hij iemand ger vonden “had, Î „Dan ‘het duurde ‘niet. a ard KEYSER vond ijbeiet zwarigheden. meer; maar” wist ‘die van ‘anderen op te losfens »Hij-nam «toen zijn ontflag uit den ‘Krijgsdienst, «en ‘vond zijn ‘beftaan „ in ‘Amfterdam „ door ‘het geven van dlesfenvin de Wis-sen Sterrekuride , «op welke. Wetenfchap hij zich nu ook met kracht, en zonder medehulp van anderen, toelegde. Zijne waarnemingen zond +hijaan Baene elanden: had de= zelvén wisten te waárderen, Á In lateren tijd “kreeg vhij-een-Ambt bij de- Stedelijke ‘Middelen, waare toe iemand vereischt werd, die-de inhoudsmaten,-en de daarop gegron- de ‘belasting, »met svâardigheid- wist te. berekenen. lets-dat voor een man, als Keyser, eene kleinigheid was, maar hem belangrijk maakte voor: dat: gedeelte van het geldelijk beheer dezer. Stad : want hoe zeer het-nietvaan-liefhebbers-tot „Ambten -ontbreekt ; de liefhebberij tot wer= ken is, minder algemeen, en vooral tot datgene, wat men hoofdbre= kend werk noemt, Het (*) Geboren te Dietz, in 1766. df | 6 P “Het ‘matige. inkomen, dat hij hiervan: genoot; gelijk: ook van hèt’ huisonderwijs, dat hij bovendien nog bleef geven, voldeed allezins aan de behoefte van eenen man, die geen talrijk huisgezin had, en die te voren van zijn Sergeants traktament nog zooveel had weten te befpa- ren, ‘dat. hij allengs eene verzameling van nn en « voortreffelijke werktuigen had verkregen. Hij was daarenboven een zedelijk goed man, om zijne veittchaper. heid bemind bij allen, die tot zijnen post eenige betrekking hadden. Hij was een ongeveinsd man, die in alles waarheid zocht „en? niets dan waarheid. “ Inderdaad eene’ loffelijke eigenfchap , maar ven nen ook haren lastigen kant heeft, in het oog van velen! HI PH AEEA, Een man, ‘die’ er niet om denkt,’ om een vander te- warten die niemand vleits die geftadig werkzaamis „ em meent dat het zoo bes hoort; en die het aan atmderen overlaat, om met zijne: ontdekkingen voordeel te doen — het zou al wonderlijk moeten loopen, indien zoo iemand, gelijk men het noemt , fortuin mâakte. En In dien zin, zoo’ als geblëken is, heeft onze krvser dan ober geer fortuin gemaakt, en deswege beklagen Wij miet hem , maar veeleër diet genen, die onze Hooge Scholen van bekwame Leeraren , ook in de Wis- en Sterrekunde, voorzien moesten, én die niet fchijnen geweten te hebben, dat Keyser in de wereld en in hunne nabijheid was. ° Vrede zij met Uwe Asfche-, nederige vam de meesten Uwer Mede- burgeren zoo weinig gekende en gewaardeerde , hoogstverdienftelijke man, aan wien, wit naam van de Eerfte Klasfe van het Koninklijk Nederlancfche Inftituut, deze plégtige hulde te mogen toebrengen , ik mij tot eene groote eer rekene, gelijk ik het mij bij Uw leven eene eer rekende, met U, Lid eener Vergadering te zijn! En bedrieg ik mij niet, dan zie ik ook reeds voor mijne oogen den man, die, zelf Wis- en Sterrêkundige, U in Keyser den Geleerden fchetfen zal , met de kennis, die daartoe behoort, Daartoe zal hem zijn eigen SEEN - Ba in- Cam inborst dringen , zijne dankbaarheid, en zijn gevoel voorhet. waarlijk groote, 2 Dat ik onze, Klasfe-ook geluk mogt kunnen wenfchen ,„ met het, vers vullen van zoo vele ledige plaatfen in ons, midden ! Voor mijnen Op-, volger blijve deze taak bewaard | ; Eenen aangenamen pligt mag en moet ik echter nog vervullen. Wij zien U wederom in ons midden, Hooggeleerde REINWARDT , Hoogste __verdienftelijk Medelid dezer Klasfe, achtingwaardig Vriend! Door Uw, vertrek naar Indië verloor onze. Klasfe een dierbaar gedeelte. van haar eigendom; dan „ heerlijk vergroot en verrijkt, bebt Gij het haar terug, gebragt! _ Smaak nog lang de vrucht van Uwen arbeid, en help wederom. den roem en luister van het Inftituut vergrooten ! Thans belet mij de tijd verder te fpreken, Schenkt dan Uwe oplet» tendheid, aan, het Verflag onzer Werkzaamheden, en daarna, aan de. Voordragt. van ons Medelid morr! et ‚ ‘Waarna door den Sekretaris werd voorgelezen het navolgend Verflag: kl ZEER "CC 23) iet agr EE f ‘ M n «bak ek af 1 > ZEER GEËERDE TOEHOORDERS VAN ALLERLEI ‚ { Ì RANG EN iste Le) Ee | Mi f R ons p Kie } KO S Merl d é BRIE Re HOAKOENL AIM ARB Ard af saron IOU De ‘Eerfte Klasfe door haren pligt “geroepen „om ín deze plegtige bijeenkomst rekenfchap af te leggen, van hetgeen door haar in -bet‚nu läatst verloopen tweetal jaren’ is verrigt-geworden „zoude welligt kune nen-volftaan metreene verwijzing: naar ‘het Zesde ‘Deel en Zevende Deels Eerfte Stuk-der Verhandelingen ,welke-zij nu juist ;heeft „aan, het licht gebragt, en naar het Berigt van Werkzaamheden , dat vóór het Zesde _ Deel geplaatst is. En in de daad, wanneer zij daarmede voldaan ach- tede aan hare verpligting, zou zij niet wel kunnen worden verdacht gehouden, zich van ectie ‘maske te EE ter bedekking harer- te kort fchietingen. De Eerfte Klasfe heeft echter niet al han: rack in de Eads vermelde boekdeelen opgenomen , niet allen arbeid langs dezen weg kennelijk ges maakt, Sommige werkzaamheden gedoogden zulks uit den aard der za= ke niet, andere zijn nog niet tot die rijpheid gekomen, dat zij door de drukpers mogen worden ‘opgevat; andere, hoewel ‘geheel “voltooîd , werden te laat aangeboden, om nu reeds een fieraad onder de gedrukte ftukken uit te maken. Het zijn deze, welke de ftof zullen opleveren voor het nu volgend Verflag; waarin de Eerfte Klasfe dezelfde orde wenscht te houden, als bij vroegere gelegenheden, en’ alzoo in de eerfte plaats te fpreken van de lastgevingen ,' waarmede het Gouvernement haar vereerd heeft. Ca) Het behaagde Zijner Excellentie den Minister voor het Publiek On- derwijs, de Nationale Nijverheid, en de Koloniën, aan de Eerfte Klasfe te zenden eene gefchrevene Verhandeling van MICHEL MAROCHETTI , Över dë zekerd teekenén , om het aanwezen der Watervreesfimet te onte dekken, en de middelen, om de ontwikkeling daarvan te voorkomen, door vernietiging van de Smet; latende Zijne Excellentie aan dé Eerfte Klasfe geheel over te beoordeelen, of, en zoo ja, op welke wijze de inhoud dezer Verhandeling aan het Publiek zal worden medegedeeld, De’ Heeren BERNARD,” À ROY CA VROLIK „ verzocht hierop te dies fien van. berigt, confideratiën en advies, deden opmerken, dat de Schrijver eene ontdekking mededeelt ; welke. hij ‘meent te kurinen ftrek- Kêtr, om doör eene tijdige em gepaste hulp-het kwaad-te shag ; én gevolgelijk de rupees aan Een speren warwirspeehnandt a an ried js „Hij wijst aan: we hetgeen hij door. waarneming heeft. leeren kennen. 2. den ueipripe. pen ontdekking. vr rnen 18 Fi es Ì «je 30. de verféhillende ziktekuidige aad PS wii hij-in ftaat is geweer, bijeen te zamelen en zijne cigene wv ke me? fen Bij eene achtjarige waarneming. bevond dis. 1°. dat de ontwikkeling der ziekte , de hevigheid en het fpoediger ver ‚‚_koop, der verfchijnfelen bij meerdere achtervolgens gewondden, altijd ‚ is in de omgekeerde. reden, van, het getal, zoodat reeds de 18de of aofte gewondden kon befchouwd „worden, als ‚buiten, gevaar te zijn. zat p' 7 pn N Are Fa Há HTS U OL id EEL 455 HIG nt Ed a°. dat het et 2 zich niet beftendig fkes, in den bek van het dier, rt cu en EE tn ne Cas ) „en valdaar niet‘ opgehoopt „wordt, dan „na yerloop-van, zekeren ; tijd , ‘zoodat . dé” wegen in dan dufheid wark „ miet vesie kan zijn.» de 3°. dat het sik. naarmate zijner hoeveelheid, met meer of minder en lawekd wroedes vas vai dhg at ens ikt 16 ge. dat het gif gevoerd wordt’ naar een’ zeker” deel des ligchaams , zi __aldaar ophoopt; ontfteking maakt en de wegen: fluit, langs welke de “_patuur Zich vân hétzelse *trächt te ‘ontdoen. He 50, dat het eenigfte middel , om de „ontwikkeling der ziekte voor te kos ' mens, is ‚de Wagervredstinee, jn ‚zoodra, zij zich voordoet te ont lasten, 8 rt e BABOS | VT 6 o „dat, deze. Smet zh hakt in de fpeekfelklieren onder de tong, 2 waar- , ‚door een of. twee „kleine, gezwellen. ontftaan van gelijke grootte, in „welke men. bij, ARUEAKIDA > een „golvend. vocht, het Sif: zelve, ont- dekt, pn enegie demeisse grams iik derden tot den ke dag na de werwonding:zich;vertoonen „dat het gif:als dan, binnen‚24 „uren niet „ontlast «zijnde, „weder opgenomen „wordt , zonder eenig fpoor > van zijmaanwezen achter te-aten , dat aans de Wgcerysere hei die: den lijder beawijken; „doet, 8. “dat ten , na ‘de’ verworiding,'het (oraditte vindtde bide kodg es. vuldig’ moet gadeflaan , “en ‘dat onderzoek ; „gedarênde! zes» „weken _ tweemaal *s daags voortzetten; Na welken tijd-men die: kleine gezwel- len niet befpeurende zich overtuigd ‘kan houden, dat er. geene be= fmetting plaats heeft; maar dat men, zoodra, die gezwellen ontdekt worden, ze door een bijtmiddel of door het lancet moet openen; waaruit ‘eene “gróénachtige lympha zieh ontlast, die uitgeworpen moet. worden , ‘en de mond mét een fterk afkookfel van de toppen en bloemen der Genista luteo=tinctoria géreinigd, Van welk pd koo , : C 16 ) ekóóokfËL de lijder ,' gedurende de zes-weken vanhet onderzoek , als gewonen drank tot anderhalf pond daags gebruik maakt, of wel van dezelve plant ééne drachma viermaal agp > met inachtneming van „ jaren.en-geftel, » die aard Wat den oorfprong der ie ninn’ betreft, iets benen de Schrij- ver; in eene. waarneming, «rakende vijftien. door. den dollen hondsbeet in 1813 gewondde perfonen, van verfchillenden ouderdom en kunne, dat hij door de oudfte lieden van het. dorp Byarka. verzocht was ge- worden, om de behandeling dier lijders over te laten aan eenen boer uit den omtrek, welke zich daarmede, federt eene. reeks van jaren , met een gewenscht gevolg had bezig WAEL en honderde menfchen uit het gevaar gered, Hij flemde hierin toe, onder voorwaarde , dat hij, bij al hetgeen de boer verrigtie D “zóu tegenwoördig zijns en om zich te overtuigen , ‘datde hond, die” den” beèt” hd toegebragt, dol was’, een dier voorwerpen ouder zijne cigene ‘geneeskundige. anai nemen zons. : 9 «Hi koos daartoe een “meisje vari zes jaren, de’ overigen beiwaiie de öër: die hun éen ‘afkookfel van de Genista -luteo «tinctoria toediende. en meisje werd een flagtoffér van des Schrijvers proefneming. .—… …* ‘De boer zag de” overige veertien perfonen tweemaal daags onder de tong, toonde de puisten aan, naar gelang” zij «te voorfchijn kwamen , opende, brandderdezelve met eene dikke: gloeijende naald „ en deed hen den -mond: fpoelen? met veen af.kookfel „der „Genista. „Slechts. bij twee hunner deden-izich „geenes- puisten op‚y‚en. deze ondergingen, de bewere king niet. Alle bleven gedurende zes weken het af kookfel, gebruiken , én’ verlieten toen in,goeden welftand het huis , waarin. zij ter verzorging waren bijeen, gebragt.» Drie jaren later waren zij allen nog gezond. „Bene tweede waarneming: betreffende, zes en twintig perfonen , in sden tijd van..drie dagen achtervolgens. van, een dollen hond gebeten „had „dezelfde gewenschte. gevolgen. N a EE 1) Na het belang dezer Ontdekking te hebben leeren kennen, zal het U, Geachte Toehoorders! zekerlijk geene verwondering baren, da: de Eerfte Klasfe zich gaarne voegde bij het advies van hare Gekommitteer- den, om aan Zijne Excellentie den MSinister voor het Publiek Onders wijs voor te flellen, de Verhandeling des Heeren MAROCHETTI t& doen drukken, en, van wege het Gouvernement, te doen geworden, aan de Kommisfiën van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt in elke - Provincie, met last, om den inhoud daarvan aan de Geneeskundigen van haar Distrikt bekend te maken, tevens met invitatie, om daarop naanwkeurig acht te geven, en van: hunne bevinding jaarlijks te berig- ten, ten einde de Provinciale Kommisfiën in ftaat te ftellen, om daar- van, bij het gewoon Verflag, aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandfche Zaken melding te kunnen- makens Ook werd den Minister voor het Publiek Onderwijs te gelijk voorge-- fteld de plaatfing der bovengenoemde Verhandeling in den Algemeenen Konst- en Letterbode , ten einde haar, ook langs dien weg, meer alge- meen bekend te maken. De Heer Kommisfaris Generaal voor het Onderwijs had reeds in den jare 1817 aan de Eerfte Klasfe, ten einde van berigt, confideratiën en advies, gefteld een adres van het Koninklijk Genootfchap van Kunften en Letteren te Gend, verzoekende, dat aan deszelfs Stadgenoot, den Heer massaup , verleend worde eene fchadeloosftelling , als belooning voor de kostbare proeven, door hem jaeren lang genomen, ter verbete= ring der bereiding van fommige Verwftoffen, welke hier te Lande of niet, of van mindere hoedanigheid, of tot hoogeren prijs vervaardigd worden, gaande het adres verzeld van monfters dier Verw{toffen. De ontijdige dood van eenen der Gekommitteerden, eene eerfte-ver-, traging aan de behartiging van deze zaak hebbende aangebragt, is dee, zelve later door nieuwe beletfelen gevolgd, tot de Heeren DE FREMERIJ Cc en Cm DP ji en BENNET zich in het nu afgeloopen. jaar in (laat bevonden „de aans gebodene” Veiwftoffen naauwkeurig fe, onderzoeken: met dezen, weinig gewenschte ‘ùitflag’ nogtaus, dat ‘de Klasfe zieh: niet in dogen geheel eri al aan” het verlangen: dés Gouvêrnements te. voldoen. et vsImmers, zoude zijin ftaat zijns ‘om-zoodanig, Verflag. esp: en daarop haar advies te gronden, dan ‘moest.zij „niet, alleen: bekend Zijn » met “äie: ftoffen j “maar ook“ met derzelwer verbeterde ven min:kost= bäre beréidingswijze j als ook met de prijzen, waarvoor dezelve bij den Heer MmaSsaup:'té bekomen zijn, ten einde die-onderfcheidène: punten «te kannen vergelijken’ met hetgeen ten dezen ‘opzigte: plâats heeft ‚ om= trênt geliijkfoortige „in den Handel voorkomende; Verwftoffens nos …v Maar de! Klasfe heeft: alleen «de * Verw{toffén- ontvangen zorider: eenig berigt van hare bereiding; én-metzeer ‘onvolledige-opgave der: prijzen „ waafvan men bij’ de wen niet” eed of: zen bijhet ps dan. viel bij het lood berekend zijn: “vo © sapuovod vab gikaenia sb Lolos Wat’ de deugdelijkheid der Verwftoffen= betreft, fehijnen. zij chet van andere, in den Handel voorkomende, niet te wininéng Hete zoude ‘dus alleen de mindere prijs zijn, welke haar boven deze konde verkieslijk maken; eene: omtlandigheid , waaromtrent sde-Klasfè., wegens gebrek:van behoorlijke! inlichting “buiten ftaat is:gebleven ,Zijner Excellentie den; Minister. voor ‘het»'Publiek Onderwijs, de Nationale Nijverheid, en de Koloniën ;-als. vervangende den voormalige deer an gure er ope ae van: megane ran shrow derofier His "331 TI OEE fj; | an zooh US MEE ITE p Î Reeds! in- det jare 1816. wis door Zijne Excellentie, den veneliein Minister” "van « BinuenlandfdheZäken „ ‘de aandacht der Eerfte Klasfe ins: geroepen “op- de: wervalfching der: Meekrapsmet „zekere-ókerachtige vaarde, of-kliet „-uitode leemputten ‘in-de-nabijheid--van Bergen-ôp-Zoom, wel- ker kleur. zoo” zeer. “met ‘de ‘Meekrap’ overeenkomftig vis „dat:-de meest: geoefende oogen de- vermenging met “dezelve. niet kunnen vontdekken. ko he J Het RR „Het onderzoek -naâr de middelen’, om deze; voor den Handel hoogst- Schadelijke „ inmenging op” eene gemakkelijke en voor iederligt vatbare wijze te ontdekker, werd opgedragen aan de Heeren BRUGMANS , VAN MARUM én VROLIK. «Het eerstbenoemd hoogstverdienftelijk Medelids beZig miet ‘het opdamelen van bouwftoffen “voor ‘dit: ‘belangrijk ondere werp ‚werd op het ónvwerwachtst: ontrukt vaan eene lôopbaän, wäaruit voor. de iere oge Zoo eej wvele vrächten te wachten ftondens- WD MBV ANGZIGIN A ak ssbortoreinn 34m vd PR ed, ‚ik De vovergeblevêne- (Gekortetikeearene gelieel ontmoedied en - diepr tet pes Befldgen , zouden welligt’ tot ditzelfde onderwerp nimmêr Zijn tee túg gekeerd „°-zoó® iet hün geacht Medelid- pe FrEstERI Ss’ hun dóor “dé Klasfe vaardiglijk toegevoegd, wâre’ voorgegaän” in-het weder opvatten vân deze moeijelijke: taak.” Na zich een plan:van proëfneming te heb= ben-ottworpen „ vonden Gekommitteerden vooral” nóodig te hebben mönfters van onberoofde Meckrap , ‘fijne Meekrap „ geïneene Meekraps Muti» én Bergfehe aarde of) klier; welke hen ten: dien einde’ doór’dé Heéröri. w‚_ en” pr CALKOEN: goedgunttig werden medegedeeld. “Om nù overs-de ‘vervalfching te beter té kunnen oordeelen , maakten zij negen trengfels wan fijme, “ onberoofde ven gemeene gesn met and dáärde “in verfchitlende evenredigheden. 7 Ce warn Jo, manie ie SHN9eer. beftaande uit 85 deelen” fijne (redire én “15 deelèn Bird: fette «aärde, ne. üit go deêlen” fijne Meekiäp' et 10 deelen -Bergfchê aarde s7n°, g. uit-g5 deelen’ fijne Meektáp en deelen Bergfche ‘aarde , n°. 4. uit 85 deelen onberoofde’ Meekrap en 15 "deelen Bergfchê aarde, n°. 5. uit go deelen onberoofde Meekrap en” 1ö deelen’ Bergfche ‘aarde , nes 6v uit 95 deelen onberoofde Meekrap en 5 déelen Bergfche” aarde’, ne. 7. uit 85 deelen gemeene’ Meekrap en 15 deelen: Bergiche aarde’, n°, “8. uit. go deelen gemeene“Meekrap en 16’ deelen Bergfche aarde’, neg. Degre uit ys d deelen dga edi erf” id rd Berrie aarde. ie . B oife zitki Ca ‚Met C eo } Met alle deze mengfels nu, hebben zij dezelfde proefnemingen gee daan, aan welke de zuivere Meekrappen werden blootgefteld, „ De eerfte dezer proeven is de zoogenaamde wurproef, waarvan reeds melding wordt gemaakt in de Publicatie van H. H. M. M, van 7 Maart 18:6, Art. 16, welke ook is in het werk. gefteld door Mr. F, ERMERINS, in zijne Aanmerkingen over de vervalfching der Meer krap, in het Magazijn van Vaderl. Landbouw, 3de deels, ade fluk, Haarl. 1816. Zij beftaat eenvoudig in het gloeien van eene zekere hoeveelheid Meekrap in eenen ijzeren lepel, totdat dezelve geheel tot asch is verbrand, waarbij ‘de onverbrandbare Bergfche aarde met de asch “der vervalschte Meekrap vermengd blijft , derzelver hoeveelheid vermeerdert en hare kleur verhoogt. A Proefnemingen met fijne, met oane si met gemeene Meekrap „ met Mull en met de ftraks genoemde vervalschte mengfels in het werk gefteld „hebben hun geleefd , dat, indien alle omftandigheden volmaakt ge- lijk ftaan, de Vuurproef vrij goed is ter onderfeheiding van zuivere en vervalschte Meekrap. «Terwijl namelijk de asch der zuivere Meekrap bijna zwart was met eenige witte punten, en meestal vrij fterk zamene hing, was die der Mull eenvormig grijs, die der vervalschte mengfels grijsbruin of zwart; en zoo veel minder zamenhangende, als de vere valfching grooter was, terwijl het gewigt der asch van het vervalschte mengfel, uit 85 deelen fijne Meekrap en 15 deelen Bergfche aarde, omr trent eens zoo groot was, als dat der asch van dezelfde hoeveelheid fijne Meekrap. Maar zij hebben in de proefnemingen tevens opgemerkt , dat bijaldien de trap van gloeiijing niet in alle gevallen dezelfde is, daardoor aanmer- kelijke verfchillen in de kleur en het gewigt der asch bij dezelfde Meer krap. ontftaan, zoodat men, bij voorbeeld, van een weinig fterker gee gloeide vervalschte Krap niet meer asch overhoudt, dan van echte, maar die aan eene wat geringere hitte was blootgefteld. Daar nu de graad Car FP graad der hitté hier van de ruimte van den ijzeren lepel, van deszelfs dikte, van het min of meer fterk branden der kolen enz. afhangt, alle - omftandigheden , welke zelfs een geoefend fcheikundig werkman moei- jelijk altijd volkomen gelijk zal kunnen maken, oordeelen zij deze Vuure proef voor de Praktijk in dit geval ongefchikt en onvoldoende. Eene tweede proefncming, welke hier in aanmerking komt, ís de zoogenaamde Waterproef, reeds in de Ministerieele aanfchrijving van 26 Julij 1816 vermeld, maâr daar te regt aangemerkt als niet voldoen. de, om de vervalfching der Meekrap met eene geringe hoeveelheid aar= de te ontdekken, en alleen bruikbaar, wanneer de Krap met meer aarde dan gewoonlijk, of door de Wet wordt toegelaten , vermengd is. Ook den Heer ERMERINS voldeed deze proefneming niet , ° zij hij vere met Aeet, het zij met koud water in het werk ftelde, Deze proefneming is insgelijks door Gekommitteerden in het Werk „gefteld; maar zij hebben door dezelve nimmer eenige vervalschte Mee« krap van onvervalschte kunnen onderfcheiden. ‚ Deze Waterproef moet derhalve geheel verworpen worden, of alleen „gebruikt, om lompe vervalfchingen der Krap met grove en zware okers fpoedig kenbaar te maken. / De derde proefneming , waarvan men zich heeft willen bedienen , om echte Meekrap van’ vervalschte te onderfcheiden, heeft haren grond in de verandering, welke de Meekrap, aan de lucht blootgefteld, onder= gaat. 7 / } De ondervinding heeft geleerd, dat droog poeder van Meekrap, ’t „welk doorgaans eene fraaije kaneelkleur heeft, wanneer men dat aan de lucht laat ftaan, binnen 24 uren roodbruin wordt, en deszelfs deel- tjes, door het aantrekken van water uit den dampkring, zoodanig op „Een: pakken, dat het geheele poeder als één klomp kan opgenomen worden. Men heeft gemeend, dat dit het geval niet zoude zijn met C 3 ë Mee. Ce) Meekrap door Berefehe aarde beraad en gehe des re ter ontdekking. dier vervalfching, voorgedragen; vo oe alu von mt ein ‚ Gekommitteerden, hebben deze randen met alle de bi ‘haär vóore peren zoo. echte „als vervalschte. Meekrappen; met” veel naauwkeue righeid in_het werk. gefteld,- maar tot huib lWedwezen’ gevonden ,-dât dezelve volftrekt néets-afdoet. Alle -de vonvervalschtë mengfels ondergingen in, denzelfden tijd niet alleen: dezelfde kleursveraudering, alsde zuivere Meekrappen, waartoe zij beheorden’, maar «derzelver deeltjes pakten ook even eens. te zamen zoodat het geheelë poeder, ma ey uren, als een zamenhangende koek- over het: päpier-kondë heen sider waa wet pese even gelijk. dit, mer echte” Meekrap- plâats ‘héeftsv--> „> <> Ook deze. proefnemirig; ‚moet „derhalve us middel ver onlkeidka’ ps vervalfchinig van Meekrap:„-geheel werworpemawborden, js tol oeh von Van. veel: meer: aanbelang; ‘ter; zêkere) ontdékking dezer wervalfthiing , befchouwden,, zij … die » proefnemingen vin welke ’de Meekrâp: in Zuren opgelost, en die oplosfingem!doór)zóogenaamde bläaawzure:Potascli bee ‚proefd worden, of -zijeene- grootere- hoeveblheidrijzer bevatten ,daù in dezen wortel, feeds voorhanden “is; en'v tor” deszelfs | aanwezénì” be- hoort, „Hodstr or teadust gis úl Zoodanige- proefnemingen: zijn ‘het „‚ welkerdoor wijle Dr. D7 ohaathen „eerst naauwkeuriger zijn in het* werk” gefteld ven waarvoor hij“ten jare „1808 de Zilveren: Medaille der Hol pacht Haishöudelijke bergen heeft ontvangen. Kommisfarisfen. hebben, ook deze , ‘eerstsdaûr- Dr: koiesabech ordre. vene, proefnemingen.„ maar verbeterd; als” de” zekerfter ett meest ‘vol doende ten onderzoek van -de“vervalfching der Meekfap. opgegeven: Dan hier doet zichseene', -ookv-reeds door Dri“CRAANEN te regt zie ‚gevoerde, zwarigheid op» inshet-!ijzer , ”t geen erge zelve fteëds bone en ’t geen „een: naetlzake ijd beftanddeel “van dezen wortel uite maâakt , KR maakt. Gelukkig: intusfehen,, is, deze. hoeveelheid. ijzer, zoo, gering, die. daarentegen:, welke: inde Bergfche aarde gevonden: wordt „ zoo groots _dat- hetzelfde proefmiddel, hetgeen het natuurlijk ijzer der Meekrap;niet „door- eenige, kleursverandering, en; een- gering, zich. langzaam, vors mend, bezinkfel ‚te kennen geeft;-het- overvloedige: ijzer’, door, de ‚vere valfchende ftof in.de Meekrap. gebragt” oogenblikkelijk-„en door. kleurss verandering en door-ceri-zeer- aanmerkelijk bezinkfel aantoont: Zal-nu: het ijzer „doors het, procfmiddél; in; de Meekrap ontdekt. ede zoo. moet „deze. eerst: ins een of andér Zuur: opgelosts-en dam-uit dies eerst, met, water» behoorlijke; verdunde „ -oplosfing> gepraecipiteerd. worden door: prusfias! ne „et. sferri rte eend in, water opgelost, btow duid Toa £ í ls anti Dr, CRAANEN: wil “dat. men de: Wieridepd. töt ait oogmerk. soin; 1ges woom-zuiver ‘Salpeter= zuûr '(zoogeriaamd «Sterk « water) zal. oplosfen , en gebruikt.-alleen, het: Zoutzuur, (den geest; van Zeezout) ,%-wanneer. de Meekrap niet met Bergfche aarde, maar met eenigen anderen, ijzerbous denden oker, vervalscht, fchijnt te, zijns, Gekommitteerden, „hebben; zijne proeven: met alle. mogelijke, naauwkeurigheid herhaald , maar, geene reden, kunnen ‘vinden voor deze. voorkeur, aan ‘het, Salpeter» zuur, gegevens indien de .Meekrap : met, Bergfche. aarde. vervalscht ‚is. „Het is, hunvin tegendeel gebleken, dat, eene. oplosfing; der, zuivere „en vervalsehte, Mees krap in Zoutzuur, hier alleen aan, het oogmerk: voldoet, en dit Jae zich zelfs„uit"theoretifche gronden; reeds verwachten, zool Men weet» immers, dat het: Zoutzuur het IJzer, ae „alleen ges makkelijker oplost, maar ook beter opgelost houdt, dan het Salpetere zuur, welks laatfte. het, metaal, tot den, „hoog{len graad ‚van oxydatie brengtigs-in.: welk, geval, het ijzer. niet. opgelost blijft, maar,of,als pers orydunms ferri, opt Moan dähnitr ana per engl „gepmech piegud wonden ;: wasid uee, nsqan 93 ‚ Zi u j %ú hebben de Meekrappen, zoo wel de zuivere fijne , als de onbe- . koofde, de gemeene, de Mullen en de vervalschte van n°. r tot 9 opgelost, zoo wel in Salpeter- als in Zoutzuur, en in het laatfte geval hebben zij gebruik gemaakt gedeeltelijk van gemeen geel ijzerhoudend Zoutzuur, gelijk dat in alle Drogistwinkels, onder den naai van Geest van Zeezout, verkocht’ wordt, en van zuiver Zoutzuur. Het Aalbes waas geeft met alle de Meekrappen , zoo vervalschte als onvervalschte , eene goudgele oplosfing, welke bijna volkomen in kleur gelijkt naar eene matig fterke oplosfing van goud in Konings« water. Het gemeene Zoutzuur geeft met alle deze, zoo onvervalschte als vervalschte , Meekrappen eene grasgroene , naar het olijfgroen treke kende, oplosfing , welke door den tijd meer bruin wordt. In geen van beide de gevallen kan men op het oog de oplosfing der zuivere van die der vervalschte Meekrap onderfcheiden, behalve alleen dat de groene ‘kleur der zoutzure oplosfingen bij de vervalschte Krappen een weinig meer naar het gele trekt, Gebruikt men daarentegen fcheikundig zuiver IZoätzour) hoedanig niet moejelijk te bekomen is, dan verkrijgt men dadelijk in het oog loopende uitkomften, hoedanige hier noodzakelijk worden vereischt. De oplosfing, welke men dan zoo wel met zuivere, als met ver- valschte Meekrap vervaardigt, is, nadat zij behoorlijk gefiltreerd is, olijfgroen in het eerfte helder, maar wordt al fpoedig ondoorfchijnende , door vlekken van eene meer donkere kleur, welke zich daaruit echter niet praecipiteren, behalve alleen uit de oplosfingen der vervalschte Krap. ! , Indien men nu bij deze onverdunde oplosfingen druppelsge wijze voegt eene oplosfing van blaauwzure IJzer-potasch, dan wordt de oplosfing der zuivere Krappen alleen onmiddellijk helder grasgroen, terwijl de oplosfingen der vervalschte Krappen eene blaauwe kleur aannemen , en er C 25 ) er zich in dezelve fpoedig een bezinkfel vormt van Berlijnsch Blaauw , welks hoeveelheid des te grooter is, hoe meer Bergíche aarde er ter vervalfching der Meekrap gebruikt was. Verdunt men de zoutzure oplosfingen eerst met regenwater tot zoo lang , dat de heldere vochten eene geelgroene kleur verkregen hebben en giet er dan de oplosfing der blaauwzure IJzer-potasch druppels- gewijze bij, dan hebben dezelfde uitwerkfelen onmiddellijk en nog meer duidelijk zigtbaar plaats. . De oplosfingen der zuivere Meekrappen wor- den alle grasgroen , die der vervalschte min of meer donker blaauw. In de “oplosfingen der zuivere Krappen ontftaan, na eenigen tijd, maar weinige blaauwe vlekken „terwijl zich in denzelfden tijd uit de oplos- losfingen. van alle--de vervalschte Krappen een duidelijk bezinkfel van Berlijnsch Blaauw affcheidt, in zoo veel grooter hoeveelheid, als de vervalfching grooter is. it zj | Schoon nu de vorige gebeten voldoende" zijn; om op eene niet dubbelzinnige wijze de tegenwoordigheid der Bergfche aarde in de Meekrappen en alzoo derzelver vervalfching aan te toonen, zijn Ges kommitteerden er echter op bedacht geweest, om bij deze proeven nog eene andere te voegen, gemakkelijk door iedereen in het werk te ftel- len, “welke ook de bedoelde vervalfching der Krap op eene duidelijke wijze te kennen geeft. Zij hebben dezelve gevonden in de verfchijnfe- len, welke Meekrap, met eene. genoegzame hoeveelheid Salpeter vere mengd, en in eenen gloeïjenden ijzeren lepel geworpen „ oplevert. In dit geval worden de plantaardige deelen der Krap, door het Sal- peterzuur , ’t geen hierbij ontleed wordt, verbrand, en de eonver- brandbare deelen der Meekrap blijven met de Potasch van het Salpeter in den lepel te rug. Zoo de Meekrappen met Bergfche aarde vervalscht waren; blijft ook deze, met de Potasch van het Salpeter vermengd, in den lepel te rug „ vermeerdert de hoeveelheid van het overblijffel, en maakt deszelfs kleur donkerder. Indien men nu den nog gloeijenden D lee t C 26 ) tepel onmiddellijk in. veel koud water bluscht, wordt „de. Potasch. en» met deze, alle , voor oplosfing ‚vatbare, deelen, ‚opgelost „alleensde on» oplosbare deelen en vooral het iijzersoxyde blijven onopgelost, en ‚vors men een bezivkfel, welks, hoeveelheid en kleur. duidelijke blijken, ople« veren. van. de. gebeurde; vervalfching. Zij „hebben deze proefnemingen in het werk: gefteld met een_deel zuivere of vervalschte Meekrap, eerst vermengd met drie deelen zuiver Salpeter, vervolgens in eenen gloeis jenden sijzeren lepel „gedetoneerd, enden lepel, na het eindigen der, des tonatie „ onmiddellijk, gedompeldin zoo deelen koud regenwater, „Reeds de; kleur der-Potasch, die,;na de detonatie „ vóór-de blusfching,over- blijft „ beflist lier veel: bij ‘zuivere fijne-krap is zij wit, bij onberoofde en gemeene Krap zeer ligt. geelachtig ‚ bij Mulle geel, groenachtig, bij vervalschte Krap geel of bruin, indien de vervalfching meer dan 5 pro= cent bedraagt; bij mindere vervalfching is het onderfcheid. in kleur tusr fchen ‚de -zuivere, en; vervalschte, Krappen:miader, duidelijks, »… „> +7 «Het overblijffel ‚der zuivere Krappen werd in, water bijna: geheel ops gelost ;-en er ontftonden maar ‚weinige witte of grijze vlokken, Bj vervalschte. Krap ‘lost er-zich- veel minder op, het ‘water wordt troebel en laat, fpoedig een okerbruin zetfel vallen, „welks kleur donkerder ‚en welks hoeveelheid. grooter is, naarmate, de hoeveelheid „aarde ,ter vers valfching der Krap. gebruikt ‚ook, grooter is „ zoodat bij de vervalfching tot.,5: procent de kleur. van dit nen maar faanwbruia, of geelachtig bevonden wordt. Zoo meenen zij dan- genoegzaam” voldoende proeven, of gevonden, of verbeterd;,, en; bruikbaar gemaakt tehebben door, welke ‚men in alle gevallen over de vervalfching.-der’ Meekrap -met. Bergfche. aarde of oker „zal kunnen oordeelen „ ook, dan ‚wanneer die vervalfching, noch op het gezigt -bliijkbaar is, noch door de,vin de Meeftoven min of _ meer gebruikelijke , Waterproef kan ontdekt worden. „Van,welke proe= _VeR . Car vén in een beredeneerd Verflag aan Zine Excellentie ‘den: Mintstep Va. Binnenlandfche rue en chen is kennis vang liek Ln Hoen \ BEU SENS an vr ODO "In enecens hinde met wete opne zijnde okra gemaakt van de zonderlingfte werfchijnfelen, welkete Koppenhägen bij zekef meisje waren opgemerkt, befchreef de Geneesheer nernorbpr dezelve inveen) afzonderlijk’ werkje, betiteld: » Obfervatio-deraffectibus motbofis virginis Havnienfis , cui plurimac acus @rvariis corporis! partibus ‘excifa® et: exrractae funt , en‚zond eenige ‚exemplaren - van ‚dit. werkjezaân: heb Gouvernemênt. der. Nederlanden, — Zijne: Excellentie--de Minister:-voor het” Openbaar Onderwijs, de Nationäle “Nijverheid, en de. Koloniën 4 fchonk een-dezer exemplaren. aan de. Eerfte-Klasfe „ tenveinde zij zoude kunnén -beoordeelen sr-of; de: zaak van genoegzame: waarde cis „-om “daat Vans op “de eene. òf:andere wijze, lierste en de, megen ” te doen gefchieden. … …- beb ale Wqiento0 dek ooh sltsur” erhalg De Heeren à roy en BERNARD3” reibhidnet derzelver ‘beoordeeling meer bepaaldelijk belast hebbendes-vondén zeer opmerkingswaardig de overgroote menigte van water, welke!de lijderesfe uit: twee: matuürlijke openingen ; gedurende 151 dagen } ontlastêde eene hoeveelheid „welke 729” ponden ‘meer bedragen “heeft -!dan «àl ‘hetgeen zij! indien” tijd aan fpijs en drank: gebruïktes Bijzonder valt, ook in het-oog „hoe door het kunstmatig beletten „der ademhaling :de: in» zwijm «liggende -lijderesfe we= derom als het ware,tot het leven. terug gebragt werd, terwijl ‘alle andere prikkelende middelen daartoe niets vermbgten. Doch bowénal verdieút cet ieders” bewonüering het overgroot vgetal van “e73 # naalden; welke vuit verfchillende deelen van het ligchaant „der lijderesfe:, “wan vrijd tot: tijd Zijn uitgefneden of. uitgehaald geworden, .wdârvan: echter niët blijkt , Op: wat “wijze ; vof ‘langs welken weg; =Zij in het ligêhaam as ZIJN, vit Owag deTesd oie aq Da ; nód: € 8D ‚Hoe: geer nu alle deze wonderbare verfchijnfelen in een en dezelfde perfoon in geneeskundige boeken verdienen aangeteekend. teworden, meenden echter Heeren Gekommitteerden daarbij geene genoegzame gronden te vinden, -om/hare. gemeenmaking een hooger gezag te doen evert Met welk gevoelen «zich ders „Klasfe heeft versanlad. N SVSH TU OE ks 210 A: F Ì Ei” het Verflag van: gien! jare Weur: wierd» ‚eenigzins breedvoerig dar deldyohetgéen- had plaats ‘gehad betrekkelijk: een Rad tot watermialen „ doórrsden”Molenmaker » r.'-Bijr 3 te „Heukelom z-aan- Zijne. Majefteit aan=, geboden. « De proeven, met een klein model: -van dit Rad genomen „ hadden: ten gevolge de toetreding van ‘het. Gouvernement „om: door gêldelijke bijdrage dezelve meer in” het. groot mogelijk te maken. «De Heeren GOUDRIAAN en As BLANKEN” JANSZ.> woonden , op verzoek. der Klasfe „deze “proeven bij noa de vijfde van den Heer A. vAN WOGNUM te tes eene Meinó- rie over het vóórkomen van het roesten der ijzeren bouten onder de Kópere dubbeling- van an aan voor de vaart : naar Ooste f de Indiën. t Als zesde-ftuk moet ik ko de vnl van een plek; nevens deszelfs verklaring, hetgeen zou “moeten dienên, om ‘door de breedte de lengte op zee wiskdaetigs te ets ari bonae door den Heer WILLEMSEN. : di “ Dit laatfte ftuk werd bevónden hed te weete » hetgeen niet reeds voor lang: algemeen “bekend” was, doch waarfchijnlijk aan den‘ Voorftel- ler, als geheel vreemd aan het beroep “der Zeevaart, nieuw is toegce fchenen. Zijne vermeénde vinding beftaat in niets anders, dan in de bepaling der lengte door middel van een horologie „ waaraan de Klasfé geene bijzondere verdienften heeft kunnen toekennen. … Volgens aangenomen gebruik, zou ik mij hehaoren te onthouden van de vermelding van Boekgefchenken , welke der Klasfe zoo onderfchei- denlijk werden aangeboden. « Onder deze echter mag ik niet verzwijgen die enkele, welke haar: door het Gouvernement zijn toegezonden, met het vermaedelijk doel, om’ hare” aandacht op de onderwerpen , welke daarin behandeld worden, meer bepaaldelijk te vestigen, Straks noemde si) ik C 47 ) WTI IiT 41° rr il zelfs berl- wêrk haat ait doel door her scalemdsenbe feliig was, uitgedrukt, Minder ftellig bleek zulks bij den ontvangst van een Vertoog des Heeren B. WANscrHarT. te Berlyn, over de Kwadratuur dês Cirkels, nevens een model, zullende aantoonen de mogelijkheid, hoe een cirkel in een kwadraat kan veranderd worden. Even weinig bij den ontvangst van een Werkje over de: ‘middelen pi om gebouwen ,'en bijzonder die van zoodanigen. bouwtrant „ als;in de Rusfifche Gewesten gebruikelijk’ is, voor brand te bewaren, zijnde den titel van dit boekske: Neues und bewährtes vorzüglich bey Strohda- chern. und hölzernen gebinden anwendbares “der Witterung widerftehen- des Schuzmittel vor Feuersgefahr für den -Landbewohner , von, Is:H. ZEGRAES28el rolaahbei « wit! 5 ‚Na aan Zijne Majefteit, op. wiens last de Klasfe met deze ‘werkjes was! begittiga;, haten eerbiedigen dank te hebben doen,overbrengen ,, werd. befloten „de Leden, uit. te -noodigen tot kennisneming dezer ftuke kens en zij zelve ster gemakkelijker inzage, sn het Bureau des Inftie tuuts geplaatst. ' f \ Hiermede zou de Klasfe meenen-te kunnen befliuiten zoo zi niet nog het oordeel moest kenbaar maken over de Verhandelingen, welke bij haar in antwoord ‘zijn ontvangen op fommige der Prijsvragen, ver- vat in het laatstvoorgaande Programma. Zij zal hetzelve opnemen in hare Prijs- -Uitfchrijving over den jare per en ernie aan Uwe aandacht voordragen. PRIJS PRIJS-UITS CHRIVING DER EERSTE KLASSE VAN HET KONINKLIJK-NEDERLANDSCHE INSTITUUT VAN. WETENSCHAPPEN, LETTERKUNDE, EN SCHOONE KUNSTEN, ‘Aangekondigd in hare Openbare Vergadering , den 26fen Augustus 1823 hetmanaat cha ins) oo, <19 10 0 omeen a, A D. Eerfte Klasfe van het Koninklijk- NederlandfcheInftituut van Wetenfchappen , Letterkunde, en Schoone Kunften, brengt ter kennisfe van het Algemeen, dat zij op de Prijsvraag, door laar voorgelteld in den jare 1819 en herhaald in het Programma van den 1gden October des jaars 1821, heeft ontvangen één antwoord, gefchreven in de Hoogduit- fche Taal, onder het motto: Jypothefis fibi ipfi et legibus naturae confentanea magnam habet excufationem et commendationeme De Vraag luidde: » Vermits, niettegenftaande den uitmuntênden arbeid van L. EULER, „CMem. de lAcadémie de Berlin, Tom. XII en XXID, van BIOT, „(Journal de Phyfique, Tom. LIX) en anderen, de theorie der mis» » wijzingen en hellingen der magneetnaalde , en vooral de algemeene pe- »tiodieke veranderingen der eerstgemelde, niet is tot volkomenheid ge- » bragt , wordt gevraagd: 12°. cene algemeene en op goede en duidelijk „uitgelegde gronden gevesugde formule, om de rigting en helling te be: „ C 49 ) » bepalen , welke Magneetnaalden, over de oppervlakte eener fpheer » verfpreid, znllen moeten aannemen, indien er binnen die fpheer een „magneet geplaatst is, wiens as, (of asfen , indien het noodig geoor« „deeld wordt,er meer dan eenen aan dien magneet toe te kennen)eene „bepaalde rigting heeft ten opzigte van den as derzelve fpheer, en “Wiens. polen, wat derzelver krachten betreft, in eene bepaalde rede »tot elkander (taan. 2°. Die formule toe te pasfen op de rigtingen (of » miswijzingen) en hellingen, welke de magueetnaalden op de opper- „vlakte des aardkloots op bepaalde tijden wezenlijk gehad hebben; aan „te toonen, hoe dezelve uit die formule moeten volgen? hoe de alge- „meene veranderingen in de miswijzingen ontftaan, en zoo mogelijk ; „welke de periode derzelve is? en eindelijk uit de theorie te bepalen ; „welke de ftaat der miswijzing zijn moet in het jaar 1825, en waar „als dan op de oppervlakte der aarde de magnetifche polen zullen zijn.” De Klasfe verlangt , dat, indien de Schrijver mogt oordeelen eenen magneet, met meer dan twee polen voorzien, te moeten aannemen, de gronden, waarop die onderftelling gevestigd is, worden ontvouwd, en tevens aangetoond worde, dat de rigtingen en de hellingen, zoo als zij zijn, niet door eenen magneet, met twee polen voorzien, verklaard kunnen worden. 8 De Eerfte Klasfe dit antwoord aan het doel der Vraag getoetst hcb= bende, bevond in hetzelve niets, dan eene befpiegeling, ontleend uit onbewijsbare ftellingen3 zij mistte in hetzelve vooral die algemeene en op goede, duidelijk uitgelegde gronden gevestigde formule, welke zij als voorwaarde gefteld had, Waarom dan ook de uitgeloofde prijs aan des- zelfs Schrijver niet kan worden toegekend, G ë Dat De en C so d „Dat de Klasfe . insgelijks onyangen heeft één antwoord, «Agger het motto: bard waits eere arai „Figat humo plantas et amicos érrigat, imbres. VIRG: Georg. IV. z14. wed râ Vraag: „Daar ‘het zuivel een - zeer aanzienlijk ‘voortbrengfel is van eenige 4 Nederlandfche' Provinciën, «en daar de Graslanden , « waarvan. ‘deszelfs hoeveelheid en hoedanigheid voor een groot gedeelte af hangt , zich aldaar in zulk eenen: verfchillenden toeftand bevinden , dat men dikwijls in de nabijheid -van het voortreffelijkfte. Weideland , zeer uitgeftrekte „ Vooral “zoogenaamde. Hoeilaadent ziet liggen, welke: niet: gan welnig: en flecht. gras opleveren; zoo wordt gevraagd : „welke de oorzaak zij van dit zonderling verfchijnfel , maar vooral, sof „en-op “wat wijze : zulke flechte Graslanden met voordeel zoodanig 5 zouden “kunnen verbeterd worden, dat daarop meer.Vee konde gehour den „en dus ook-meer en beter zuivel verkregen worden. (*)” Der Klasfe- bevond „dát , hoewel «deze „Verhandeling vele goede,en lee zenswaardige aanmerkingen bevat over Graslanden, dezelve. echter, ges noeg- | 1(*)' Uit ‘den “inhoud “dezer: Vraag blijkt „van „zelve ‚dat „de Klasfe, geene „„bloote: befpiegelingen, noch vafgetrokkene redeneringen, verlangt. „Diegenen „ ‘welker naar ;den prijs „willen. dirigen ‚zullen hunne ftellingen op. eene, der be- doelde landftreken moeten toepasfen „ bij, gevolgde plaatfelijke, gefteldheid ge- heel en al in het oog houden, en daarbij naauwkevrige berekeningen voegen , welke blijken op ondervinding gegrond te zijn; oare “Ce ate NE rd NEN Ne NEN CRJ noegzäme blijken: draagt van” gefclireven te zijn door eenen’ Landbouwer, onbekend tet dé Nederlanden , ‘vooral met hetgene tot -derzelver Noor- delijke Provinciën betrekking heeft, misfende daarenboven die naauw- keurige erinnern ile welke uit de es te ontleend behooren zijn. ud ian Waarom aan derzelver Schrijver het uitgeloofde eermetaal niet kan worden en verve krt: De Vraag. wordt op, nieuw voorgefteld, om, beantwoord te worden vóór den eerften Maart des Jaars 1825. Dat idee nóg ofitvängen is één zivwocie; iontièr-vet motto: ger on ben om Nätara duce errarì nullo modo potest. op de alde) E3 iis Daar de _dagelijk(che voslensiedigs een groot est befchrevene waarnemingen, en vele verzamelingen van ziektekundige voorwerpen leeren , dat de ontaardingen, waarvoor de zelfltandigheid der beënen vatbaar is, ‘zeer verfchillende en menigvuldig zijn, tefwijl de kennis dezer ontaardingen een zeer gewigtig punt daarftelt voor de Heelkun- de „en- men intusfchen tot heden geene voldoende befchrijving heeft van het bijzonder karakter van elk derzelve „ zoo betrekkelijk de on- derfcheidene wijze, waarop de beenzelfftandigheid door verfchillende oorzaken “kan beledigd worden, als betrekkelijk de taekatianrs welke ieder derzelve kenfchetfen, zoo wordt gevraagd: “ Welke zijn de ziekelijke ontaardingen „ waarvoor het beengeftel vats „baar is? Door welke oorzaken kunnen dezelve worden te weeg ge- spbragt? Welk is het karakter van elke bijzondere ontaarding, zoo bes NE » trekkelijk het’ uitwerkfel van de ziekte op het been, als betrekkelijk . „de teekenen, die ieder verfchillende beenziekte ter „onderfcheiding , „gedurende hét leven des- lijders „oplevert 2” & G 2 De C 52 ) De Klasfe in deze Verhandeling niets meer vindende, dan hetgene. in de meeste heelkundige werken, ja zelfs in fommige handboeken volle diger wordt aangetroffen, oordeelt , aan derzelver Schrijver de uitge- loofde gouden medaille niet te kunnen toewijzen. Zij hangt dezelfde Vraag voor, ter beantwoording vóór den eerften Maart des Jaars 1825 Geen antwoord ontvangen hebbende op de Vraag : Daar het eene algemeene Natuurwet is, dat alle ligchamen, zoo vaste, als vloeibare en luchtvormige, bij vermeerdering van warmte uitzetten of ler, en bij vermindering van dezelve inkrimpen of digter worden, en intusfchen uit ontwijfelbare proeven van GILPIN (1), LE FEVRE GINEAU (2), TRALLES (3), en anderen bekend is, dat het ware ter zijne grootfte digtheid heeft bij eene warmte van 39 à 40 graden, volgens den Thermometer van FAHRENHEIT; ZOO vraagt men: „12. Naar de natuurlijke oorzaak van dit verfchijnfel 2” „2% Welke toepasfing daarvan te maken zij op andere vloeiftoffen 2” „3°. Of, en in hoeverre deze, of fommige derzelve, en, in dat „geval, welke dezelfde merkwaardige eigenfchappen bezitten 2” heeft zij befloten, dezelve op nieuw voor te ftellen, om beantwoord te worden vóór den eerften Maart des Jaars 1825. : Voorts herinnert de Klasfe aan de Prijsvraag, door haar in den jare: 1819 uitgefchreven : Nae „(2) Philofoph, Transact. 1794 , Part. II, (2) Rapport fait à l’Inftitut National, le 29 Prairéal, An 7, par J. He VAN SWINDEN, pag. 44. (3) Gisenr, Annalen der Phyfik, Jahrgang 1807, n°. 11, pag. 259 en 26le hade KJ Nadien de kennis der vlekken van'de Zon nog niet volledig genoeg is, om den tijd der - omwenteling van de Zon om harem as ;-den hoek van haren Aequator met de Ecliptica, en de ligging der knoopen met eene ‘genoegzame. naauwkeurigheid te bepalen, wordt gevraagd : „Een genoegzaam aantal zeer naauwkeurige waarnemingen, hetzij „reeds bekende waarnemingen, hetzij, en vooral nieuwe en opzettee „lijk, om aan het oogmerk der Klasfe te, voldoen, in het werk gee »ftelde waarnemingen’,--om- uit derzelver. vergelijking en juiste bereke- „hing den tijd van de omwenteling der Zon-om haren as, de helling „van den Aequator der Zon op de Ecliptica, en de plaatfen der knoo= „pen naauwkeuriger, dan tot nu toe gefchied is, te bepalen,” Om insgelijks beantwoord te den vóór den eerften Maart des jaars 1825. ‚Voor de beantwoording van elke dezer Vrigen’ looft de Eerfte Klasfe van het Koninklijk- Nederlandfche Inftituut van Wetenfchappen, Lêtters kunde en Schoone Kunften, uit eene gouden medaille, gefchroefd op den ftempel des Inftituuts, ter innerlijke waarde van Vijfhonderd Guldens. De ftukken, welke naar eenen prijs dingen, zullen in de Nederlandse fche , Franfche, Latijnfche , Engelfche „ of. Hoogduitfche Taal, maar met de algemeene Italiaanfche Letter gefchreven moeten zijn, en aan den Vasten Sekretaris der Eerfte Klasfe vrachtvrij bezorgd worden. ‚Tot deze uitgeloofde prijzen worden alle Geleerden, zonder onder- fcheid, uitgenoodigd ‚; met uitzondering alleen van de Leden der Klasfe als welke van alle mededinging worden uitgefloten: onder welke bena ming echter noch de Buitenlandfche Geasfocieerden, noch de Korrese pondenten begrepen worden. De in te zenden ftukken moeten met eene andere hand, dan die van den Auteur gefchreven zijn, zonder naam; maar de kwaliteit en woon- plaats des Auteurs zullen gefteld moeten zijn in een afzonderlijk verze= MENE NN geld C 54 ) geld papier vot opfchrift dragende dezelfde fpreük , of lietzelfde kere. lijk teeken 5- waardoor de mesman ries waartoe shet behoort , ‘onders Sehseidendisrd sb: eniatti bus GRIAGEIK UD der rercuprA oavirt HV De uitwijzing” Pen “prijzen zal plegtig aangekondigd worden „in de Openbare Vergadering des jaars 1825. « Zij zal voorts algemeen gemaakt worde án de Binnens-en :Buitenlandfche Tijdfchriften , waarin deze Uitfehrijving: geplaatst of wermeld wórdt,» > tumor sot nea mer de „8 De bekroonde Verliandelingen” blijven “het eigendom der Berfte” Kldsfe van! hét Korinklijk< Nederladdfctie Inftituut van Wetenfcliappen sj Léttêr- kumde 3 en ‘Schoon Kunften:= Hèt zâl «den “Schrijver of Schrijvêrs niet vrijftaan „ hiervan opteenigerhânde wijze: door den druk gebruikte tas - ken, ten, zij de, Klasfe daartoe ‚hare, toeffemming,geves + ‚ini 10) De niet bekroonde ftukken zullen, op begeerte BePiaidkndden teens met desbeflöten faauibriefjeifs aans‘zoödanig: perfóon of adrés ste rug ‘ge- zonde worden j'alse Zj zullen verkiezen ;mits-äit , zonder eenige koós- ten def Klasfe 3: binfehveensjaarsna”-des uitwijzing verlangd èn-ditvadres opgegeven worde 3 ‘doch szals!het werZöek om teruggavé’ moeten ‘verzeld gaan van behoorlijk bewijs van regt op het ftuk, “bIngevalle geene teruggave vari! eeïwanictiubekroond flut verlangd môgt worden „ of de’ evertgetelde! vereischtér däar niet bij \waren”in acht “ge: nomens zal .mén de beflotemomaambriefjens ongeopend verbranden, én de ftukken zelve bewaren, » omte wann väls- bevonden’ zal worden te behooren. JOS: „1841 Oels. asbaotsije abtegtenken aalid sh fv Goollg Jen gites der: Berftë: Krasfe- voornd. Hak : uatoDagtie asmow Seer Og. Tegra kas). ots uiSekrerdris. venen Vin ld watt erjsites wege tot galder asdiult geben os ui od delegeren berdad pe Hee CG. MOLL ‚het Spretgeftete en droêg voor de. navolgende. » wiisestevabr bloDeg, akius, rasa 24 LT6ET Î RE- B RICH si vie 4 S MRB l MANG AIOY HIG REDEVOERING. „bit ale, Bog:erl Bab 105 n J.H. van SWINDEN. Fj even werden wij, door den Voorzitter dezer Klasfe , opterkzaai gemaakt op de fmartelijke verliezen , welke zij federt, hare mattie open- bare Vergadering heeft geleden. Doch ook: ‘zonder deze herinnering , i is welligt heden niemand onzer dit Gebouw „binnengetreden, zonder te bedenken, dat wij het achtbaar gelaat van Hem, an wien de Wetenfchappen hét Vaderland en dit Inftituut Zoo vele verpligting hebben , niet mêer in ons midden zullen aanfchouwen. Met regt verwacht ‘Gijlieden dâh ook, van hem, die heden geroepen is, om tot U het woord te voeren, dat hij fpreken zal van dat eerwaardig Medelid , wiens verfcheiden , fchoon in eenen gevorderden ouderdom , nog een zwaar verlies mag’ geacht worden; van Hem, wiens leven, geheel der Wetenfchap en het Vader: land. gewijd , den nationalen roem „bj vreemden en inlanders krachtdadig heeft gehandhaafd. ie ë Ik zal dan pogen, Geachte Tochoorders een ruw tafereel” op te hangen van de wetenfchappelijke verdienften van Uwen eerften Voor= zitter , JEAN HENRI VAN SWINDEN. De vermelding van zijn’ lof zoùu- de zeker. ‚eene waardige taak voor een” meer ervaren Spreker hebben opgeleverd. “Niefnand ” is gewis meer overtuigd van de ‘moeijelijkheid, om. IN C 56 ) om volkomen regt te doen aan zijne verdienften, doch aan den anderen kant kan. ook, niemand meer doordrongen zijn, dan ik, van het gevoel der eenvoudige grootheid van den Man, wiens gemis wij nog lang zul- len betreuren. Vergeeft het dan aan den leerling, indien de bewustheid zijner zwakke krachten hem. niet te rug heeft gehouden, om aan de nagedachtenis van zijnen beroemden Leermeester eene geringe, doch hartelijke hulde toe te brengen, én hoort met toegevêndheid zijne kunfteloozé voordragt. Het is eene merkwaardige bijzonderheid in de Letterkundige Gefchic- denis van dit Land, dat, federt NewToN’s hervorming der Natuurkunde, bijna altoos een groot en voortreffelijk man, in dit vak, gebloeid heeft in ons Vaderland, „zoodat wij, van dien, tijd af aan, op eene onafge- brokene reeks van uitmuntende Natuurkundigen ‘kunnen bogen, die on- zen roem hebben bevorderd en uitgebreid, Het was immers ’s GRAVESANDE , die het eerst, op het vaste land van Europa, de leer van NEwWToN in de ‘gehoorzalen deed doordringen (1. De „Leydfche Hoogefchoal was het middelpunt , waaruit zich die leer naar andere, befchaafde Landen verfpreidde , en alom de flelfels van carTESIUS deed verbannen. \ Naast ’s GRAVESANDE, ontmoeten wij MUSSCHENBROEK, die alle de deelen der Natuurkunde paauwkeurig doorzoekende , haar door eenen fchat van waarnemingen en proeven verrijkte, en door zijne lesfen voor elk toegankelijk maakte. Nog grooter nut ftichtte welligt Lurors , die de zeldzame gave bezat, om zijnen rijkdom van kennis toe te pasfen op zulke onderwerpen, waarbij de Maatfchappij een meer dadelijk en onmiddellijk belang heeft, en die misfchien nog grootere dienften, dan zijne treffelijke Voorgangers, aan dit Land heeft bewezen (2). De vierde in die edele rij is vAN SWINDEN. Hij heeft het loffe- à y , Ji lijk ned en Cm) liijk erfdeel zijner Voorgangers met fchatten verrijkt; én hetzelve ver meerderd aan de nakomelingfchap ‘ overgegeven. 3 Gelijk ’s GRAVESANDE , verfpreidde hij de wêtenfehap door nuttige leerboeken en grondige: lesfen. Misfchien met meer volharding, en ze- ker met fijner oordeel, dan MUSSCHENBROEK, bleef hij eene reeks van jaren, een uitmuntend waarnemer van de merkwaardigfte Natuur- verfchijnfels. En in. bewezen dienften aan de Regering en aan het Vaderland , behoeft hij voor LuLOFS» zijnen. voortreffelijken Leermeester ; niet onder te doen. Eindelijk het mogt hem gebeuren, aan vreemden op hunnen eigenen bodem, de treffelijkfte blijken te geven van zijn vere nuft, geleerdheid, en onder zoo vele beroemde mannen met luister te fehitteren. « Die uitmuntende geestvermogens , die wij in latere jaren, en tot aan zijn einde toe bewonderden, ontwikkelden zich reeds vroeg in vAN SWINDEN (3). Den ouderdom van 13 of 14 jaren bereikt hebbende, behaagden bes die boeken het meest, welke over Aardrijks- en Wiskunde handelen. Hij fchepte behagen in het “zämenftellen van” werktuigen , het ontleden en weder in elkander zetten van horologien, en gaf alle blijken van vluggen geest, fterk geheugen en vaardige leerzaamheid, Na eenigen tijd op eene fchool in den Haag te hebben doorgebragt ; ges noot hij het huisfelijk onderwijs van een kundig Vader , Mr. PniLIpPE vAN SWINDEN „ Advokaat voor den Hove van Holland- Onder diens geleide , en dat van zekeren cLASSIUS , oefende hij zich in de Latijnfche en Franfche Talen „ en andere kundigheden „die hem den weg tot hooger ftudiën zouden ope« nen (4). JEAN JACQUES BLASSIERE , met lof door wiskundige werken bekend, gaf hem drie jaren lang onderwijs in de beginfelen der Wise en Sterrekunde, Maar fpoedig ftrecfde de vlugge jongeling zijnen meese ter op zijde, en noodzaakte dezen, hoewel te vergeefs, alle krachten in te Spannen, om zijnen Leerling bij te houden (5). H In CB “vrdn 17634 bezocht hij-de Leijdfche -Hoogefchool „met oogmerk „om zich volgens de begeerte zijn’s vaders: in, de regten te. oefenen, Doch. van SWINDEN was-beftemd om, in een-ander vak uit, te-munten. Hij nam dan wel de lesfen, waar, die doorde Profesforen in de regten wierden gegeven, doch te gêlijk- maakte:-hij gebruik, van. het onderwijs van die Hoogleeraren’, welke wetenfchappen, die meer in zijnen fmaak vielen, behandelden. Gelukkig, vond hij te Leijden den beroemden wiskundi- gen HENNERT „ die -zich”-toen: aldaar als bijzonder onderwijzer ophield. Deze was juist de leermeester die in flaat was, Om VAN SWINDEN op den -koninklijken-weg te geleiden , waar langs men in de Natuurkunde alleen tot wezenlijk grondige kennis kan geraken, Spoedig werd nu de diffes rentiaal- en integraal - rekening bij de hand genomen, en vlijtig beoë- fend. „Het heugt mij den tachtigjarigen HENNERT ‚ met de hem eigen levendigheid , te hebben: hooren verhalen „ welke {nelle; vorderingen vAN SWINDEN gemaakt had, En vaN SWINDEN fprak nimmer dan, met dank- bare erkentenis ‚vân aandient dien, hij, gewoon- was, een man der. mannen, te-hoemen. «» „-Dit:-zoo’ nuttig - onderwijs aanne bern flechts vier each toen HENNERT naar Utrecht wierd beroepen. (6). De toeftand van zaken destijds aan de Leijdfche Hoogefchool. was zoodanig ‚ dat. er in het geheel geen ‘onderwijs’ in de: Wiskunde, door. Hoogleeraren „ „wierd. gege= vens (7). Van toen af aan was VAN SWINDEN. zijne verdere, vorderin- “gen, in dat. vak, aan ‘zich zelven alleen verpligt, en dat dezelve toen reeds aanmerkelijk waren, blikt uit zijn Disfertatie over de Aantrekr kingskracht, na het verdedigen van welke hij sin ke 1766; den graad. van Doctor, in de „Wijsbegeerte verwierf, na een verblijf vansflechts drie jaren aan de Akademie, «Hét aantal lesfen „welke hij in, dien pee, bijwoonde, getuigt van. zijne. overgroote) vlijt. aars: ‚Behalve zijne Juridifche Collegicên,-die hij echter, cens Candidaat ia de Wijsbegeerte zindb A in aci b ein liet varen „ hoorde, bij de lesfen van Ne VE ema C 59 ) wän LULOFS' @f1 van ALLAMAND , over dè Wijsbegeerte eri Natuurkun= de, van BERNARD ALBINUS, over de Anatomie van BERNARD 'SIEG* CFRIED 'ALBINUS , Over de Physiologie „ de Botanie bij vAN ROYEN, ‘maar “boven” allen ,- behaagdén ‘hem dè lesfen: in de Scheikunde van GAUBIUS ; “wiens uitmuntende” trant van onderwijzen -hij ten fterkften bewonderde. Hij “heeft naderhand. dikwijls” betuigd,’ dat indien. bij zelf in de kunst van onderwijzen was geflaagd, hij dit grootendeels aan het voorbeeld. ván caurrus'…was verfchuldigd.: „Doch «boven alle deze openbare lesfen genoot hij het vonfchatbaar voordeel van in zijnen moëêderlijken oom, Mr, PIERRE: TOLOSAN (8), een’ vriend-en leermeester aan te treffen. Deze uitmuntende’ man , die zich te Leijden; geheel aan de beoefening der Wijsgebeerte en Letteren wijdde, beminde VAN SWINDEN «als zijnen”zoon, en ‚fchepte behagen inde voortreffe- lijke vermogens van- zijnen Neef ‚door dàgelijkfche lesfen te oritwikken Ten, Hier was het, dat de fmaak “van «vaN, sWINDEN voor oude en nieuwe Letterkunde , befchaafd en geleid’ werd, Hier was het, dat zijn aanleg tot wijsgeerig onderzoek , vérftandig - werd beftuurd „en tot nutte voorwerpen geleid. Hier volmaakte hij zich ín: de kennis der -Franfche ‘Taal, waarin hij zich, reeds in! het “ouderlijk huis,’ had’ geoefend, en waarin “zijne buiterigewonce” ere hem naderhand ZOO. (menigmaal is te flade gekomen. mor “_In-latére dagen, beklaagde hij zich:menigmaal „toen ‘de hebo iet Teekenkunde verzuimd te ‘hebben. Menigmaâl had hij gelegenheid om het gemis te gevoelen van &ene kunst, zoo noodzakelijk voor allen , die ‘hunne denkbeelden aan anderen moeten mededeelen, Hij zorgde dan ook, dat zijn te vroeg ‘geftorven Zoon en kleinzoon in het teekenen ge. oefend werden, en niët zelden hadden deze de gelegenheid, om hunnen * Vader en Grootvader „in dit ‘opzigt van veel dienst te zijn. De roem zijner bekwaamheden, van zijne fchiranderheid en werkzaam- H 2 heid, C éo D) heid, deed hem reeds, toen in den jeugdigen leeftijd van, twintig jaren, waardig keuren, om een Akademifchen leerftoel te vervullen. De Raadpenfionaris vAN BLEISWYK, die zelf blijken had gegeven van aan- leg en bekwaamheid in"de Wiskunde, bewerkte , toen BRUGMANS de Vader, van Franeker naar Groningen vertrok „dat VAN SWINDEN in deszelfs plaats werd geroepen, om de senngdje en de Natuurkunde te onderwijzen (9). k Hier bevond zich nu vAN SWINDEN- geheel: op zijne stare Nu kon hij zich eenigliijk en alleen aan zijne geliefde oefeningen overge- ven, en” zijnen reeds rijken voorraad van kundigheden vermeerderen, tot dien fchat van geleerdheid en kennis, waardoor hij gewis boven de meesten zijner tijdgenooten heerlijk heeft uitgeblonken. Niet zelden ondervindt men, ‘dat. jongelingen „ na eerst de grootfte 3 werwachting van zich te hebben doen koesteren, plotfeling in hunne waart blijven flilftaan, geene verdere. vorderingen maken, vooral wan- neer zij eenmaal een’ ftand in de maatfchappij verkregen hebben, en €indelijk. van lieverlede in nietigheid wegzinken. Niet zoo de wakkere VAN SWINDEN. Hij wist dat Akademietijd, hoe wel befteed , flechts de voorbereiding is tot aanhoudende ftudien. Hij was overtuigd, dat niemand hopen moet, in de Natuurkunde wezenlijk uit te munten, zonder tevens een goed Wiskundige te zijn. « Wij hebben gezien dat de inrigtingen , te Leyden , toen ter tijd, niet van dien aard waren, dat Wiskundigen ’er een volledig onderrigt kon- den bekomen. Hi befloot dus, te Franeker, zich met de borst op de Wiskunde toe te leggen, en deed dit met een ijijver, die fchier on- matig mag genoemd worden, dewijl zijne gezondheid dreigde, door de- zelve ondermijnd te worden (zo). De fmaak’ voor de beoefening van de Schriften van EuLER, had hij waarfchijnlijk door de lesfen van HENNERT verkregen , hij voegde er de meest bergegrde Schrijvers van dien tijd bij, doch C-61 ) A doch. vooralsbefteedde “hij zijne uren aan de beoefening van een der fchoonfte werken „ die-immer zijn ‚gefchreven.” Ik meen. de Principia VAN NEWTON » die-hij fchier nimmer uit de hand lag. ‚Van deze. zijne „Wiskundige oefeningen vinden wij blijken in een zij per eerfte Schriften. … Hij leverde namelijk , bij de Haarlemfche Maat, fclrappij een nieuw bewijs in van het beroemd voorftel van NEWTONs onder. den, naam „van het binomfum bekend, hetwelk dan ook in de werken „dier, Maatfchappij is gedrukt. … „‚Doch niet enkel eigen roem, maar. vooral de vorderingen van zijne talrijke leerlingen bedoelende „begon hij, reeds in het eerfte jaar, na het aanvaarden. van, zijn ambt, ftellingen uit te geven over allerlei onders werpen van Wijsbegeerte en Natuurkunde, die hij vervolgens door zijne leerlingen openlijk. deed verdedigen. … Deze Cogitationes de variis Phi= dofophiae Capitibus , dragen blijken vande overgroote kennis; toen reeds doors hem verkregen, en wijzen. te geliijk aan, den gang, welken zijne ftudien ‘hielden. Wijsbegeerte, Wis- en Natuurkunde gaan hierbij hand aan hand, en bieden elkander hulp, en vooral blijkt er uit,’ hoe diep hij in den geest van NEWTONs dien hij boven alles vereerde, was ingedrongen. Terwijl hij dus zijne eigene kundigheden geftadig door aanhoudende oefening vermeerderde „en dezelven aan talrijke leerlingen mededeelde , vere wierf hij door eigene onderzoekingen, in vele deelen. der Natuurkuns de, door geheel Europa den roem van een der naauwkeurigfte en fchranderfte waarnemers van. zijnen tijd. te zijn, Vooral heeft hij zich bezig gehouden-met die waarnemingen , welke de afwijking der mag neetnaald „het noorderlicht, en de metereologie. betreffen. Het navors fchen. der geheimzinnige wetten van. electrifche ‘krachten hield, toen. de . aandacht bezig van vele Natuurkundigen , door FRANKLIN op dit fpoor. gebragt. ‚Is er tusfchen deze, en die krachten , welke de-rigting van de magneetnaald wijzigen, eenig verband, of beftaan beiden onafhankelijk, ’ H 3 é van C 6e ) Ván elkánder.? Aan het oplosfen dezer vraag befteedde WAN SWINDEN, op wien reeds toen het Vaderland roem “droeg, alle zijne krachten, en tallooze proefnemingeä .wiëfden- of uitgedacht óf -herhaâld. - Een “gedeelte vän het huis; hetwelk ‘hij “bewoonde; bleef tòt deze próeven afgezon- derd. In den tuin, buiten den invloed van het ijzer der gebouwen; wâs de magneetnaald geplaatst, wiens afwijkingen , gedurende tien ja« ren ‚elk uur, werden- waargenomen: Zes jaren lang; wérd ook de baros meter en thermometer, elk uur van den dag, opgeteekend, en vervolgens vijf malen daags. “Een bijzonder vertrek; in het bovenfte gedeelte van het huis, diende, òm het Noorderlicht waar té nemen.” Zijne vwriendeirs teerlingen (x1), huisgenooten , ja zelfs eene dienstbode vervingen hem; in zijre afwezigheid. En dus werd door een’ enkel -man tréeds' toen , dat geene -verrigt , waartoe zich „in ‘onze, dagen „in Frankrijk 3 in: Duitsch: land en in Engeland, vele “wadrnemers ereenigeti’, welke; door verdees Ying van het werk, tert uitvoer-brengen’, “hetgeen vi) oordeelen, dat gese een enkel perfoon op den duur onmogelijk âs. “ Van die waarnemingen; door hem met-zoo weel vlijtin het werk gee fteld „ deelde hij de uitkomften fomtijds’aan het publiek’ mede , door verhandelingen , geplaatst in de fchriften van de beroemdfte” Maatfchap= pijen van Europa. Men vindt dèzelvèn” in die’ van «de Akademie van Parijs, in de Philofophical Transactions; in die’ van de Akademien vafì Turin, van Berlijn, van Brusfel en van Petersburg. Sommigen plaatfte hij in ‘het Journal de Phyfidue, ‘of het Journal des Savans. “En eene uitgeftrekte briefwisfeling „die hij’ onderhield met Geleérden van bijna alle Natiën , verfpreidde wijd en zijd den roem zijner fchranderheid en geleerdheid, Zulk- eene briefwisfeling “onderhield hij onder anderen met CHARLES BONNET Ss SPALLANZANIs COTTE; BERTHOLON DE Ss: TA- ZARE , THOURET ; SENNEBIER, DE SAUSSURE, JAN ALBERT EULER, WILCKE, in lateren tijd met LALANDE, MEt DELAMBRE , LA eig BALBO en anderen. De a RT C:63 D Den ftrengen winter van 1476 -befchreef hij in éen afzonderlijk werks gelijk: hij” in veen vander «de metereologifche waarnemingenmededeelde 3, van 177rtot 1778, te Franeker gedaanerIn-deze, briefwisfeling, ens in bet opftellen der meeste werkeú, doorshem «te Franeker, uitgegevens kwam hem vooral zijne grondige kennis der /Franfche taal. te, pas. [Zijn ne Verhandeling over de» vérgêlijking oder» Thermometers» befchouwt men buiten ’slands: als een ‚klasfick:ftuk'VANsSWINDEN omtrent” het magnetismus heeft opgemerkt «en. aan den “dag „gebfagt. De» vêrzameling „zijner vwaarnemingen blijft nog altoos eene „rijke bron 47 waaruit elk „welke, deze’ (toffe behandelt, onophoudelijk „moet « putten, …_ Zoo’ ontleende «de fchranderer Geneesheer HALLÉ: uit vdezelve belangrijke daadzaken , „welke „hem tot nieuwe bee fehouwingen over. de declinatie vande naald: kondensleiden: (18). vlksgee „loof; niet: te ‚veel ste-zeggen „indien «ik in ‘hetalgemeen beweer dat-wij het „voornaamfte. ven „gewigtigfte , hetwelk wij van de:dagelijkfche „veran= dering „in «de, afwijking wan de>maald-weten, grootendeels verfelmldigd zijnsaan den vöver vensaan de fchranderheidevan vaN SWINDEN «en van WILCKE (19). sEn „wij kunnen-een’-beroemden Franschen Schrijver van:on= billijkbeid, niet vrij pleiten , wanneer ‘hij zegt, dat-wij’ deze kennis eenige lijk ven calleensaan cassrn1 IV .rte danken hebben: (go). * De: waarnemin= gen:tochvamveassiniloopen flechts over acht sjaren env werdens-eenige „weie nige, reizen ?s:daagsugedaan , sterwijlsdievvan vAn 'swiNDENveen: tijdperk van 13, jarenobevatten ssigedurende « tovwan: welken „de declinatie ieder vurs vanden ;dag> werde waargenomên.'” Daarenboven gaf cassrn1”zijn _ werkjeseerst sins 1791 sinvhetlichts-toer men reeds lang de-periode-der dagelijkfche ‚veranderingen „uit : de erase ar van «VAN “SWINDEN pende: „Omtrent den tijd „ewaarin»de> Verhandelingen! over vt ordscantindlke vanwelegtticiteie vensmagnetismus ishet licht” verfchenen „maakte de leer “ mak C 62) leer, welke MESMER onder den naam: van. Dierlijk -Magnetismus vérkon= digde, veel geruchts. VAN „SWINDEN- behandelde deze ftof in eon bijs zonder. ftuk-, onder dieg Verhandelingen uitgegeven, Hij befchouwde toen! reeds „ nog. vóór datde beroemde Franfche Kommisfie hun bekend rapport. hadden. uitgebragt „ het: dierlijk magnetismus. als eene hersfen» Schim, en „in latere! jareris, heeft hij niet geaarzeld, openlijk te betuigens dat zijne overtuiging daaromtrent onveranderd, was gebleven. . TA Wanneer mien de schriften. van. VAN SWINDEN: aandachtig leest „ vent wondert mem zich telkens over zijne voortreffelijke inzigten, aangaande vele nafporingen in de Natuurkunde, Deze: zijne inzigten „ door’ anderen later ter bane: gebragt, hebben. dikwijls uitmuntend aan het oogmerk beantwoord, Zoo was hij reeds vroeg van gedachten, dat, om het ge» wigt van cen gegeven: kubieken ‘inhoud waters te bepalen, men zich vaa eenen cilinder „en niet, gelijk tot hiertoe gedaan. was, van. een’ taarling moest bedienen, _SmuekBuRem en LEFEVRE GINEAU hebben beiden, op verfchillende tijden , zich met het beste gevolg van de aanwijzing. van VAN SWINDEN bediend (er). Nog onlängs opperde FLAUGERGUES de meening, dat de drukking der lucht op den bol van den thermometer het kwik in dezelve, hooger dan behoort , moet doen rijzen „ en dat deze rijzing mêrkbaar zoude worden, „wannêer de thermometer=buis geopend werd, Ik ben nog niet overtuigd dat dit gevoelen gegrond zij, doch zeker is het; dat vAN SWINDEN hete zelve reeds in het jaar 1770 heeft geuit. (as) Het tafereel van voorbeeldelooze werkzaamheid toeh vaN SWINDEN ; té Franeker woonde, is nog niet voltooid. Nog andere belangrijke zaken hiel- den zijne aandacht bezig. … Zoo fchepte hij een bijzonder behagen in de kansrekening, eh de toepasfing daarvan op de politieke rekenkunde , Opde wet der bevolking, der fterfte, op de waarde van lijfrenten enz. Men vindt van deze oefeningen, en van de lesfen, die hij er la over C 68 ) over “gaf, overvloedige blijken ” in zijne uitgegevene overdenkingen’ ovêr werfchillende wijsgeerige onderwerpen. - “Bi al-'dit menigvuldige werk, verzuimde hijj miet de vorming der Akademifche jeugd. — Het ontbreekt niet aan voorbeelden van Hoogleer- aren, die, beroemd door eigen arbeid, zich aan het hun opgedragen onderwijs minder laten gelegen zijn. / Niet aldus handelde de wakkere VAN SWINDEN. ‘Behalve-zijne gewone lesfen „gaf hij er,elk jaar, eenige in het openbaar over gewigtige onderwerpen (23). Zijn-huis ftond zije nen leerlingen dagelijks open, en toen, even als wij hem in later dagen gekend hebben , was hij immer gereed, om raad, hulp en onderrigt te gevens” Ook, in’ de Vakantiën, bleef hij aanhoudend deze oefeningen vervolgen. Het groot aantal van fchoone Akademifche verhandelingen, onder zijne voorzitting verdedigd, en het aantal uitmuntende leerlingen , uit zijne fchool, te Franeker, voortgekomen , getuigen ook in dit op= zigt, genoegzaam van den goeden uitflag zijner pogingen (25). Zijn’ roem, zoo wel binnen als buiten ’s Lands, vestigde hij dan, gedu- rende zijn verblijf te Franeker, fpoedig en op vaste grondflagen. Binnen en buiterilaridsche Akademiën en geleerde Maatfchappijen, rekenden het zich tot eene eer, hem onder hare leden te tellen, en in geene dezer vereeni gingen bleef hij een werkeloos lid"(25) Het fchijnt thans moeijelijk te bepalen, aan welke oorzaken het mioet toegefchreven worden „dat zijne beroe* ping naar Leyden , die elk meende, in 1775, als zeker te mogen ftellen, geen’ voortgang had ; doch tien jaren later,"en dus juist vóór de onlusten, waardoor de Franeker Hooge School zoo veel leeds overkwam; gelukte het aan Bezorgeren der Amfterdamfche Doorluchtige School, hem duure zaam aan dezelve te verbinden. „Hier. vond hij zich weder in geheel andere afbeet en in vele opzigten tot andere werkzaamheden geroepen. Hier gaf hij dan ook weder blijken. van eene verwonderenswaardige buigzaamheid van. geest, waardoor hij zich met cene hem eigene gemakkelijkheid op onderwerpen kon toeleggen, welke geheel uit elkander loopen, en waardoor hij zich fpoe- nd Ae 7 CE C 69 ) fpoedig ik «flaat fteldé, om uit te munten in hetgeen hem te voren vreemd was geweest, N Bij het aanvaarden van zijnen post, fprak hij eene redevoering uit , over de Hypothefen in de Natuurkunde , en hoe men dezelven, in den geest van NEWTON , moet gebruiken. Het fchijnt, dat hij zich in zijne redevoeringen, te Franeker, bij het aanvaarden van zijn ambt, nader- hand bij het nederleggen van het Rectoraat der Akademie (26), en hier te Amfterdam, ten doel had gefteld, om zijne wijze van de Natuurkun- dige Wetenfchappen uit een wijsgeerig oogpunt te befchouwen, open te leggen. Deze drie redevoeringen maken een voortreffelijk geheel uit, waarvan, mijns inziens, de herhaalde lezing en overdenking niet ‚ge= noeg aan allen , die eenigen tak der Natuurkunde beoefenen , kan wor- den aanbevolen. De geest, die in dezelven heerscht „is dezelfde, welke doorftraalt in de redevoeringen van BOERHAAVE en ’s GRAVESANDE. ‘Het is die geest, waarvan de ondervinding getuigt, dat dezelve , alleen den weg tot verdere ontdekkingen en vorderingen in deze wetenfchap kan banen. Hij had die leer zich eigen gemaakt door de herhaalde lee zing en overdenking van de fchriften van Baco en van NEWTON, €en hij hield zich vastelijk overtuigd „ dat, wanneer die leer in de Natuur- kunde miskend of vergeten zoude worden; die wetenfchap in hare vore deringen vertraagd en belemmerd moest worden, … Hoewel vAN SWINDEN ; te Franeker, zijne leerlingen tot de {tudie der „Wiskunde wel door aanwijzing en raad had opgeleid , waren nogtans de ei- genlijk wiskundige collegien aldaar geheel door den beroemden NICOLAAS YPEY gegeven. Onder de nieuwe verpligtingen, die VAN SWINDEN 3 te Amfterdam, werden opgelegd, behoorde ook het onderwijs in de Wis» kunde) Hij wilde daarom zijnen leerlingen een boek geven, zoo wel ge= fehikt tot eigene oefening, als tot gebruik in zijne lesfen , en zoo ont- ftonden. Zijne: Grondbeginfels der Meetkunde , eerst beknopt in het Lae dins naderhand vermeerderd en verbeterd, en, naar de behoefte van on: ' I 3 Zen C zo) zén tijd, in de moedertaal, in twee verfchillende: oplagén, in ’t licht- gegeven. avs els Dia „Om over, de hooge waarde van dit boek te oordeelen „ moet men zich den toeftand van het onderwijs in de- Wiskunde in dien tijd’, voor« al in ons. Vaderland, herinneren. De hervorming -in_ dat onderwijs, door eurÉR; voorbereid ‚ en door-de Franfche. Wiskundigen daargefteld, had: nog geene plaáts gehad. Men had bijna geen andêr leerboek ; daf BUCLIDES; hetwelk; hoe voortreffelijk anders ‚ voor den tegenwoórdie gen tijd niét meer gefchikt was, em éenige andere:kleinere werken „ in welken, veelal de ftrengheid van den bewijstrant der Ouden aan kortheid en, gemakkelijkheid was opgeofferd, Het boëk van vÁN SWINDEN ver- eenigt. grondigheid en volledigheid, Eene menigte zaken „ elders niet te “ vinden „ treft men er in aans De-hulpbronnen; waaruit vêrdere. kennis kan geput, worden; worden aangewezen: Het beftaat niet alleén uit wiskundige. voorftellen 5 men vindt @r tevêns de Gefchiedenis der Wee tenfchap en hare vorderingen in-geweven, … Vooral bij de laatfte uite gave ‚vari,1816,-fldat. men verftomd;j hoe: de- meer dan zeventigjarige grijsaard de nieuwfte werken; in alle landen” van Europa uitgekomen, had geraadpleegd, VAN SWINDEN. zegt; dat. hij dit werk gefchreven heeft; om nuttig te zijn, niet om roêm voor zich, zelv’ te verwerven. Dat dit oogmerk bereikt is,” zullen diegenen gaatne erkennen, die zich mêt dit boek in de Meetkunde geoefend hebben; _ Doch ook-de roem van een fchrander en geleerd Wiskundige zoude hem in eene nog rui- mere mates dan thans, zijn ten deel gevallen, indien hetzelve in eene meer verfpreide taâl, dan de onze, ware opgefteld geweest: ú Dien roem verwierf hij echter in eene ruime mite, door het zamen- ftellen , in het Latijn, van een werk ; gefchikt „om tot handleiding zijner Natuurkundige lesfen te dienen, doch waarvan flechts het kleinfte ge« deelte in het licht verfcheen. Jammef, dat de nieuwe bezigheden en be- trekkingen, die zieh in vervolg van tijd bij vaN SWINDEN al meer en : meer een 9 ern en EP A EN NE NN a AE CRE D „meer. vermeerderden en-als opftapelden , hem belet hebben, een werk te voltooijen , hetwelk in deszelfs’-onvolmaakten flaât-reeds zoo veel eers aan den “Schrijver heeft gegevén, „Hoe is ‘het «toch mogelijk geweest, heb ik mij zêlven dikwijls afgevraagd; dat iemand, die zoo vele waar- nemingen tesdoen „, zoo veleslêsfen te geven; zoo vele. bezigheden, van allerlei aard te verrigten had, tijd heeft kunnen vinden, om dien ‘ome vang van geleerdheid te verkrijgen, die vooral in de Pofitiones -Phyfièae worden opgemerkt! * Om-dien fchat van kennis: te verzamelen , diende hem vooral een ftaal geheugen „hetwelk niets verloor -van hêtgeenchij begeerde te bewarén, ‘Daartoe diende vooral de nette orde, waarin hij alles , wat ‘hij merkwaardigs las vof hoorde, opteekende , zoodat hij hete zelve , ten allen tijde, fpoedig ‚en zeker konde wedervinden. Tot dat einde. gebruikte “hij eene uitmuntende boekerij, die hij „te Franeker, be- gon-te verzamelen, en welke hij tot het einde zijns levens niet ophield metde nieuwfte werken:te vermeerderen. Welke fchoone bibliotheken in-dit-land ook-mogen beftaan , twijfel ik echtef, of er eene gevonden wordt, waarin” zulk een rijkdom: van de zeldzaamfte en beste werken over de Wis- en ‘Natuurkunde wordt aangetroffen (27). “SAI râs voegden zich werkzaamheden van eenen geheel anderen aard.biij die, met welken hij-reeds belast was De Admiraliteit , te Amfterdani 3 befloot,; op woordragt van den tegenwoordigen: Minister van -Marine vari dit Rijk , ‘eene Komimisfie aan te -ftellen „welke bijzonder: belast. zoude zóude zijn mêt- het zämênftellen var zulke werken, „die onze zeelieden met de nieuwe vorderingen in hunne kunst-moesten bekend maken „en voorts met het verbeteren «der- Hollandfehe hoogst gebrekkigevzeekaartens Doch wie’ kan van deze- Kommisfie fpreken , zonder zich-tevens-dien uitmüntenden leërling van VAN “swINDEN: tes herinneren, die, in zijnen kortftondigen leeftijd „het fieraad isygeweest vân zijn: Vaderland; en wiens verlies zijne vrienden tlians ‘nog ‚na ag. jaren 3 .betreuref”, als ware het gisteren geleden. “Wie is er, «die. niet-weet welk deel. vAN SWINDEN he had Gak) had aan de vorming van den onvergetelijken NIEUWLAND ? ‚Wie kent. niet de hartelijke vriendfchap, die tusfchen deze twee uitmuntende mannen heerschte? En wie is er toch, die prijs ftelt op Vaderlandfche: Letterkunde, die niet met verrukking de heerlijke Lijkrede heeft gele- zen, door vAN SWINDEN over zijnen Vriend en Leerling uitgefpro= ken? hi irt Gezamenlijk met NIEUWLAND, of alleen, ftelde nu vAN SWINDEN eene reeks van werken op, tot ondertigt vande Nederlandfche zeelies den. Gij gevoelt, Mijne Heeren ; dat hiertoe geheel andere kundighes den, eene geheel andere ftudie, het lezen van geheel andere werken werden vereischt, dan die, welke hem tot hiertoe. hadden kunnen bezig houden. Het voornaamtte dier werken, de Verhandeling over. het dee palen der lengte op zee door maansafflanden , is zeker het volledigtte , hete welk over deze ftoffe in eenige taal is uitgegeven. In hetzelve wordt eene belangrijke , ik zoude bijna zeggen, eene cenige bijzonderheid, aange- troffen. Die namelijk, dat zij, die flechts begeeren „ bloot, mechanisch te leeren , even: zoo wel onderrigt in dit boek kunnen vinden, als zij, die verlangen, tot de minfte bijzonderheden van de theorie dier bewere kingen op te klimmen. Die wijze van de lengte te bepalen was toen bij onze zee - officieren fchaars, en bij de koopvaardijlieden in °t gee heel niet bekend, -Het heugt mij nog, dat er Onderwijzers in de Zee- vaartkunde waren, die deze bewerking niet alleen niet verftonden, maar die er heftig tegen uitvoeren. VAN SWINDEN maakte dezen tak van kennis ook voor onze zeelieden genaakbaar, en bragt oneindig veel toe , om dezelve meer en meer in gebruik te doen geraken. De verandering van tijden en omftandigheden deden weldra vAn SWINDEN roepen tot werkzaamheden , weder geheel verfchillend van al, wat hij tot dus vérre had behandeld, Eene telling der ingezetenen van Amfterdam werd, na 1795, begeerd, en vAN SWINDEN beftuurde hoofde zakelijk, en met zijne gewone naauwkeurigheid, eene inrigting, welke in EU, me C 23 ) ‘in deze Stad toen voor de eerfte maal. plaats had, Wat later wilde de Regering dezer Stad ingelicht zijn omtrent de middelen , die door het Be- ftuur tot-handhaving van der ingezetenen leven en gezondheid zouden/kun- nen in het werk gefteld worden. » VAN SWINDEN „ aan het hoofd eener Kommisfie, tot dat einde geplaatst, begon en volbragt met zijne ambte genooten dit moeijelijk onderzoek „ niettegenftaande de tegenkantingen en oneindige. belemmeringen „ welke men gewoon: is, zulke ondernemingen in den weg te leggen, De verzameling van {lukken „in welke-de arbeid van deze, Kommisfie aan. het Publiek is voorgelegd, bevat. niet. minder, _ dan zeven hoogst belangrijke rapporten, door heus bij deze. gelegenhei opgefteld & Door, deze ftukken werd eene reeks van verjaarde misbruiken open gelegd, en een. aantal-oude dwalingen aan den dag gebragt (28), In- rigtingen „ die men, zonder genoegzaam onderzoek, voor voortreffelijk hield, bleken nu onder de gebrekkigften van Europa te behooren, Middelen „ met wijsheid gekozen ,„ werden er voorgeflagen , om het min volmaakte te verbeteren en het gebrekkige te herftellen. Doch bij dit alles ondervond vAN SWINDEN ‚ dat men nooit zekerder is, van zich den ondank en den haat op den hals te laden , dan wanneer men zich verles digt, om misbruiken aan den.dag te brengen , bij wier inftandhouding velen een waar of vermeend belang hebben, Maar ook aan bemoediging heeft het hem niet ontbroken. Het loon, hetwelk hij zich kon voor- ftellen te zullen ontvangen, heeft hij althans gedeeltelijk genoten. Want, eenige der door hem voorgeflägene verbeteringen zijn ingevoerd , eenige misbruiken heeft men afgefchaft , en. nog vóór zijn verfcheiden; heeft hij de waarfchijnlijkheid ingezien, dat in nog andere ftukken zije nen. wijzen raad eindelijk zal opgevolgd worden. De vordering in befchaafheid deed in het laatst der vorige eeuw de verwarring gevoelen, die in alle landen, in al wat maten en gewigten betreft, plaats. greep, De Franfche Akademie der Wetenfchappen be. Eelt de K ' gon N ae C 74 D gon, in 1780, aan het werk eener hervorming in dit (tuk te arbeiden, Andere landen. van’ Burbpâ hebben Sedert, ‘met meervof min gelukkigen witflag , dit voorbeeld gevolgd”, ende uitwerking van hetzelve ziet men overal langzaam , doch zéker voortgaan (29). In 1798, deed-de Fran- …_fehe Regering alle bevrieride “Staten. uitnoodigen , om wetenfchappelijke ‘Afgevaardigden te zenden; ten einde met. de Franfche daartoe benoemde Ge- leerden, tot deze gewigtige zaak mede te werken. Ons Vaderland kon . ‘zeker op ‘dit belangrijk Congres niet: beter vertegenwoordigd worden , dan door vAN sSWINDEN En AENEAE , die tot dat doêl naar Parijs wer: den afgevaardigd. Zie daar dan VAN SWINDEN verplaatstvop een nieuw en groot tooneel, omringd van allen, waarop Frankrijk in wetenfchap en kunst met regt roem mag dragen. Twaalf afgezondenen van vreemde Staten , en elf leden van het Franfche Inftituut’ vereenigden zich. tot: dit belangrijk werk, Geen naam onder die eenentwintig, die- niet bee - roemd is, door verdienften van den eerften rang.” ‘Doch ook in dien edelen kring was VAN SWINDEN beftemd, om met gadeloozen luister te _fchitteren, en dus op vreemden bodem de eer onzer Natie te handha- ven. De roem, welken’ hij, vooral door zijne Franfche fchriften, vers worven had, ging hem reeds vooruit; doch de aangenaamheid ‘van. zijs nen omgang ; de zeldzame gemakkelijkheid en fierlijkheid , waarmede hij zich in eene vreemde taal uitdrukte, zijne grondige kennis en aangebo: ren fchranderheid wonnen aller harten en verzekerden hem elks hoog- achting. Een zulken indruk maakten zijne uitmuntende hoedanigheden op hen, die hem ‘toen leerden kennen, dat zelfs nog heden, na meer dan twintig jaren, de aangename omgang eén de beminnelijke hoedanigheden Van VAN SWINDEN in Parijs niet zijn vergeten. , an Gelukkig dat de gemakkelijkheid , waarmede hij alles deed, hem in ftaat ftelde, om de uitgebreide werkzaamheden, die hij in Parijs te vers tigten had, te verbindén met de’ genoegens des gezelligen omgangs. Behalve de algemeene werkzaamheden der Kommisfie , was aan hem en drie C 25 ) drië andere Geleerden, de berekening van alle-de driehoeken opgedras geh, die tot bepaling: van den. boog: des meridiaans hadden gediend.’ VAN SWINDEN, TRALLES» DELAMBRE (€11) LEGENDRE- herhaalden:;: ies, der afzonderlijk „alle de rekeningen , daartoe betrekkelijk. Daarenbover was hij Lid van de Subkommisfie tot bepaling van den meter, en-belast met het Verflag aan de -Hoofdkommisfie, ‘Nog was hij met TRAULES ; zijnen ouden mededinger COULOMB $ VASALLI CIT MASSCHERONI werkkzgatm’ tot het werk. vande eenheid der gewigten, Eindelijk , toen alles was afgee loopen. „genoot -vÁN’ sWINDEN de eer, wan eerst aan het Inftituut; en vervolgens inde Openbare Vergadering van hetzelve ; aan het Publieks een Verflag van het-geheele werk te geven, dat met geestdrift” aans gehoord, “elk deed ‘verfteld ftaan overde klaarheid „… duidelijkheid en fierlijkheid , waarmede-een- vreemdeling de moeijelijkfte en afgetrokkendfte zaken wist>te- ontwikkelen en in fehoone taal voor te ftellen. «Van als wat er toen tér: tijd. voorviel, hield hij daarenboven naauwkeurige aarie teekeningen, die, ‘bij gebrek aan gelijke voorzorg bij anderen, de juiste viersrangmeeve van het gebeurde bewaard hebben (30). …— : ‚Nog «was zoo veel “werks niet -gehoeg’ voor zijnen veblcliierrdndde geest. Hij wergenoegde “zich zelfs daarbij niet, om met een wijsgeerig en” wetenfchappelijk “oog “al” het merkwaardige Van Parijs te bezigtigeni Hij, ‘die boven zoo velen uitftak in kennis, hij, die reeds zulke uitftea kende leerlingen gevormd had, werd, om zijne eigené uitdrukkingen té gebruiken, ftudent , en bezocht met dezelfde vlijt , waarmede” hij alles behandelde „de Gehootzalen der Parijfcht Hoogleêrarens Zoo ‘was hijs die zelf zulk eene uitmuntende gave van onderwijzen bezât, verrukt ‚door de voordragt van Fourcroy, en hij betuigde, voorheen geer denkbeeld gehad te’ hebben van zulk een woortteffelijk talent. In de Natuurlijke. Historie „volgens zijne eigent verkläring ‚minder dan in andere vakken bedreven, woonde hìj met genoegen de lesfen van suE bij. Zelfs in de Heelkunde hoorde hij met ijver naar de voordragt van _ Krt K a BOYER C 26 ) BOYER 3 Een de geleerdfte. Natuurkundige. van Europa verklaarde be- Scheiden, in de Jesfen- van cuarres overde proefondervindelijke, Natuurkunde „veel geleerd;te hebben. Vereerd: met de vriendfchap en het vertrouwen vän al, «wat in Frankrijk, door wertenfchap uitfte-, kend.was , hoog gefchat door allen, die hem. ontmoet, hadden, keerde, hij, overladen met eer en lof, in het Vaderland terug. Mannen, als LAPLACE; LALANDE , DELAMBRE, PORTAL €En THOURET hielden eene briefwisfeling met hem „ welke nimmer geheel heeft opgehouden. (31). „Uit Frankrijk, terug gekomen ,-ftelde hij het- bekende werk, over volmaakte maten en gewigten: Dit luk, volftrekt eenig in zijne foort „ zoude “hem, konde het bij vreemden bekend-worden, de grootfte eer, hebben aangedaan. De fchat van Gefchied- en- Nâtuurkundige kennis in hetzelve is verbazend, en toch blijft men-onzeker, of, men in hets zelve. meer de diepe geleerdheid, dan ‘wel, het-fchrander- oordeel van den Schrijver moet bewonderen. «Van dien tijd af aan tot aan zijn ein» de, hield hij niet op , metde invoering der nieuwe maten en gewigten in dit land te bevorderen. Geene moeite was hem tot dit oogmerk te groot. Hij ontzag den arbeid- niet, som eene reeks van naauwkeurige vergelijkingstafels te berekenen. > En wanneer «ook eens de omflandig- heden minder gunftig. fchenen, liet hij echter -den moed niet zakken. De uitgebreide Rapporten over-flukken, die op, maten en. gewigten betrekking hebben, de uitgewerkte memorien daarover ,-op verfchillende tijden , voor het Gouvernement. gefteld , hebben. dan ook het gevolg gehad „dat hij dit gewigtig werk zeer verre heeft mogen zien vorderen, indien hij al niet de geheele tot ftandkoming van hetzelve heeft mogen beleven: 6 Kort na zijne terugkomst vit Frankrijk, namen de lotgevallen van vAN SWINDEN eenen anderen keer, en voor eene;poos-zag hij zich groor tendeels van zijne letteroefeningen, waarin. hij altoos zijn geluk en zij- nen roem gevonden had, afgerukt, … Geroepen tot het bekleeden van een \ / (292: 3 een der hoogfte posten in den Staat (3e), haakte hij fleeds naar de ftilte, rust van het ftudeervertrek. Ik vind mij buiten ftaat, hem in dien hoogere kring te volgen , doch dit'is zeker, dat ook toen. zijne daden het kenmerk. bleven dragen van onkreukbarc eerlijkheid en zeldzame ftandvastigheid. Terug gegeven aan zijne gewone bezigheden, door een’ dier fchokken „ welke ons Vaderland zoo dikwerf ontrust hebben, oordeelde hij zelf, niet voor de Staatkunde,en de Staatkunde niet voor hem gefchikt te zijn. Wij mogen echter niet voorbijgaan, twee ftuk- ken op te merken, welke, in het wetenfchappelijke , door hem in dien tijd zijn verrigt. Hoezeer gewoon zich met nederigheid over zijne eigene fchriften uit te drukken , ftelde hij nogtans hoogen prijs op eenen brief , aan het Wetgevend Ligchaam gerigt, en door hem gefteld , waarin hij het nadeelige, voor dit land, aantoont, der verbodswetten op den uit= voer van granen (*). Ook was het vAN SWINDEN 3 die aanleiding gaf tot die groote geodefifche meting, door ons Medelid KRAGENHOFF met zoo vele naauwkeurigheid uitgevoerd , en welke even zeer dengenen „die er de eerfte aanleiding toe gegeven heeft, als hem, die dezelve zoo uitftekend verrigtte, moet vereeren (33). Toen LODEWIJK NAPOLEON den troon beklom, poogde deze vaN SWINDEN; door menig gunstbewijs, aan zieh te verbinden, Standvas- tig bleef hij ook toen aan zijne beginfelen getrouw, en weigerde dat- geen aan te nemen, wat met die beginfelen ftrijdig was (34). Voor altoos had hij affcheid van alle ftaatkundig bedrijf genomen, en weerde befcheiden, doch onveranderlijk , den aandrang af, waarmede men hem weder in die loopbaan. wilde. plaatfen. Maar zijne bekwaamheden, zijn ne talenten, zijn tijd was fteeds aan den dienst van het vaderland ges heiligd, en waar hij kon, liet hij zich gaarne ook tot de moeijelijkfte Á en C°) Deze brief ie van 23 November 1800, EO C 28 > en teederfte zaken gebruiken. Nimmer heeft deze Stad grootér gevaar geloopen , dan toen, van dezen uvitnemenden en -voortreffelijken burger te verliezen. Op verfchillende tijden , hadden Bezorgeren der Leydfche Hooge School gepoogd, hem aan die Akademie te verbinden, nu fcheen de tijd gekomen te zijn, waarop zij dit oogmerk zouden berei- ken (35) Dan ropewik begeerde zulk een’ ervaren Raadsman niet van zich te verwijderen, en het vertrek naar Leeyden werd eerst uitges fteld en verviel-naderhand geheel, Het Kommité Centraal van den Was terftaat, waarvan vAN SWINDEN Voorzitter was; dit Inflituut, hetwelk alstoen werd opgerigt, het plan tot-eene verbeterde inrigting der Hooge Scholen , waaraan hij met drie andere Leden van dit Inftituut (36) werke zaam was, deden het denkbeeld van eene verplaatfing meer en meer vervallen. Hi LD “_Dus fnelden de jaren van ‘het nuttig leven van vAN SWINDEN voors bij, en in eenen leeftijd, waarin velen de gebreken des ouderdoms ons dervinden „ en althans-naar ‘rust beginnen te haken, werd hij met werke zaamheden van den gewigtigften aard, overladen. (37). - Doch hij bleef fteeds vol jeugdige kracht. Ja zelfs-genoot hij-eene betere gezondheid; dan in. vroegere jarens Zijne pimmer eindigende ftudien; te Franeker, hadden hem dikwijls. in, zware. ziekten geftort, waartegen hij genooda zaakt was, bij de bronnen van Spa, Aken of Pyrmont hulp te zoeken, Nu bleef zijne gezondheid meéstal ongefchokt, en liet hem vrijheid, om zich met ijver van de tadk , die hem opgelegd werd, te kwijten. Velen uwer, Mine Heeren; weten, hoe rusteloos ‘bij zich bezig hield, om al datgeen voor te. bereiden, hetwelk de inftandbrenging van dit Inftituut vooraf. ging. » Gij. weet hoe treffelijk hij im de eerfte Algemeene Vergadering het oogmerk. en. de-bêdoeling: dezer inftelling met de mannelijke welfprekendbeid, die hem eigen was , ontwikkelde. In de tijden van tegenfpoed en druk, die wij beleefd hebben, was hij ijvee rig en bezorgd, om dit Inftituut te behouden tot betere dagen. Even ijijve- Eero 7d ijverig in zijnen hoogen ouderdom, als toen hij eerst- naar, Francker . geroepen was, fcheen zijne vlijt niet die van een’ grijsaard, welke aan den arbeid gewend , zich aan denzelven-niet geheel onttrekt, maar. echter het moeijelijkst gedeelte aan «anderen over laat. Het was veeleer de drift van een jong mensch, die eerst zìne loopbarn intreedt, en be- geerig is, om zich te doen onderfcheiden. Van die voorbeeldelooze werke ‘zaamheid getuigt diesftapel van Rapporten ‚door-hem aan de Klasfe , dikwijls over de moeijelijkfte onderwerpen ingeleverd, doch hiermede niet te vreden, verrijkte hij onze gedenkfchriften met twee verhande- lingen, die zekef vonder de voortreffelijkfte dier verzameling behooren, Het een dezer ftukken ontwikkelt, met de fijnfte oordeelkunde, uit de beroemde waarnemingen op Zwanenburg, de wetten , welke de druk- king des dampkrings ‘hier te lande volgt, het andere ftaaft het regt, hetwelk nuyeens op de uitvinding der flinger « uurwerken heeft , met onwriakbare- bewijzen, uit de echt{te , maartevens minst bekende brons- nen opgefpoord, Vooral in de laatfte jaren züns levens , fchepte hij behagen om de gefchiedenis der- wetenfchap te behandelen, en niemand bezat beter dan hij, de kunst, om de duisterfte onderwerpen te fchiften en op te helderen. ° Aan zijnen lust tot die foort van onderzòek hebben wij verfcheidene foortgelijke ftukken te danken, waarvan fommigen in deze Klasfe , anderen in deze of gene letterkundige vergadering zijn voorge= lezen, en welke wij ‘hopen, dat door de drukpers zullen bewaard blijs ven. (38). Nog herinneren zich velen met mij, hoe wij den fchranderen grijse aard de gefchiedenis van de uitvinding der verrekijkers en brillen hoorden ontwikkelen. Immers zagen wij hem, bijna zonder eene letter fchrifts voor zich, met die deftige welfprekendheid, die hem zoo natuurlijk was, uren achter elkander fpreken, met eene duidelijkheid , gemakke= lijkheid en fmaak , welke de genen die hem voor het eerst hoorden, deed verbaasd ftaan. Geene van buiten geleerde redevoeringen werden door C So ) door hem opgezegd , maar hij fprak met eene natuurlijke, door oefening befchaafde welfprekendheid, en zijn geheugen diende hem alleen, om hem aan de eenmaal bepaalde orde te verbinden, en om zich nooit te doen vergisfen in het groot aantal namen , getallen en dagteekeningen; zonder zich te overiüjlen, drukte hij zich uit, met vlugheid en vuur, terwijl zijn deftig gelaat en zijne achtbare houding de aandacht als fcheen af te dwingen. Om het even of hij de Latijnfche ;de Franfche of Nederduitfche Taal gebruikte, was zijne rede aïtoos juist, net en fierlijk. Nimmer begaf hij zich tot de behandeling van een onderwerp, of hij onderzocht hetzelve van alle kanten, hij las al, wat er over gefchre- ven was, en zette zich niet dan volkomen uitgêrust aan het werk, Van deze zorg dragen” alle zijne fchriften blijken. Bij voorbeeld, zijne befchrijving van het Planetarium van EisiNGA, gevoegd bij zijne lesfen over het tellurium van vAN LAUN, bevat eene volledige gefchiedenis van die foort van werktuigen, hoedanige ik niet weet dat ergens elders aangetroffen wordt. Zoo vindt men de gefchiedenis der vroegere waar- nemingen van het noorderlicht , eerst ontwikkeld in zijne overdenkingen _ over verfchillende wijsgeerige onderwerpen, en naderhand in zijne uite gegevene lesfen over het noorder« en zodiakaal-licht. In de behandc- ling dier onderwerpen volgde hij toen de denkbeelden van MAIRAN, van welke hij nogtans later is afgeweken. pi Men geeft den wiskundigen wel eens na, met welk regt is mij on= bekend, dat de beoefening dier wetenfchap eene zekere ftroef heid in - den geest overlaat, die in hunne houding en gefprekken zoude merkbaar wezen. Het fchijnt niet dat deze befchuldiging gegrond is. Immers bij eenigen der grootfte wiskundigen dezer eeuw kon men deze ftiijf heid niet befpeuren. Bij voorbeeld niet aan LAGRANGE, aan DELAMBRE, aan POISSON, aal HENNERT , Aal NIEUWLAND , aall BRUNINGS, aan HUT= TON, aan YOUNG. PrAYFAIR ging voor een der geestigste en aange- naamfte mannen door, van zijnen tijd. Denkelijk hebben zij, die het eerst Pm en ee ae j ( 81) eerst op deze gedachte zijn gekomen, rekenmeesters voor Wiskundigen aangezien. Ook bij VAN SWINDEN was van zulk eene ftroef heid geen fpoor te vinden. Doorgaans teekende opgeruimdheïd en vrolijkheid zich op zijn gelaat. Hij was de ziel der gezelfchappen; in welken hij zich begaf , en onuitputtelijk in het verhalen van aardige en zeldzame ge fchiedenisfen. Hij heeft de zeldzame eer gehad, eene redevoering te houden, enkel voor een gezelfchap vrouwen, ‘en het was voorzeker geen gemakkelijk pleidooi hetwelk voor die- vierfchaar moest voldongen worden. Hij moest namelijk voor die talrijke en aanzienlijke vrouwenfchaar , de rede- nen ontwikkelen, waarom de Leden van de Maatfchappij Felix Meritis alleen bij het Concert, en niet bij de werkzaamheden der overige dee partementen, vrouwen toelaten. Hij kweet zich van die moejelijke taak, met eene bevalligheid en goeden fmaak, die niets te wenfchen overig lieten. «Die fmaak had hij geoefend en befchaafd door de aanhoudende lezing van de beste Franfche en Latijnfche Schrijvers, geholpen door zijn juist oordeel en gelukkig geheugen. Dus kon hij geheele boeken van virer- LIUS geheele Oden van noraTIUS, Treurfpelen van RACINE en Blij” fpelen van MOLIÈRE opzeggen; en wandelende of rijdende , in flapeloo- ze nachten of ziekte , kortte hij zen den tijd met deze oefening van het geheugen. tint ‚De vermeerdering zijner kennis was hem tot eene behoefte geworden ; en in zijne laatfte jaren pleeg hij te zeggen; dat hij ftudeerde of hij “nog twintig jaren te leven had. Ook fcheen het dat elk jaar zijne-be- zigheden eer vermeerderden dan verminderden. „Tot Staatsraad in buitengewonen dienst benoemd, was hij onvermoeid werkzaam in den dienst van Koning en Vaderland. Altoos bezig „al= toos “tot werken gereed en gefchikt, behield hij tot-den laatften, de kracht zijns geheugens en de fcherpheid zijner zintuigen.» Zijne vrien- L den, € 82 ) den. of zij die eenigen gemeenfchappelijken arbeid met hem te verrig= ten hadden, konden geene vermindering zijner vermogens aan hem. be- fpeuren. Niet zondêr bezorgdheid zagen wij hem nog in den vorigen zomer langs fleile ladders klimmen, om alles wat het werktuigelijke der inrigting eener Stoomboot betreft, met naauwkcurigheid op te nemen: Zoo ijverig en ftandvastig, als hadde hij geene andere bezigheden, ftond hij de belangen voor der verfchillende ftichtingen, welke hij mede hielp befturen. Van het Walfche Kerkgenootfcuap , van het Inftituut tot Onderwijs der blinden, maar vooral van het kweekfchool tot de _ Zeevaart. Hoe groot moest dan niet zijne fmert zijn, toen hij die vae derlandfche ‘inrigting, dat gedenkteeken van onzen roem , onder valfche voorwendfels wederregtelijk zag vernietigen. . Zich met daden tegen de bevelen van NAPOLEON te verzetten, was onmogelijk. Maar- hetgeen zoo velen niet gedaan hebben, deden vAN SWINDEN Een zijne achtens= waardige Mede - kommisfarisfen. Zij bogen niet ftilzwijgend onder het juk, hetwelk hen werd opgelegd. En nimmer is VAN SWINDEN ; in mijne oogen, grooter geweest, dan toen hij den Zeeprefect en zijne Raden de taal deed hooren van eerlijke lieden, die alleen voor geweld … willen wijken (39). Indien het mij vergund ware , uit het verdienttelijk leven van VAN SWINDEN te kiezen, hetgeen ik zelf het liefst zoude wen- fchen gedaan te hebben, zouden het de voortreffelijke werken ‚niet zijn, die hij gefchreven heeft, welke ik zoude begeeren. Het zoude ook de lof niet zijn, die hij in Frankrijk inoogfte , toen hij boven allen werd verkozen, om dat beroemd Rapport bij het Infltitunt uit te fpreken. Ik zoude voor alles wenfchen „ de aanfpraak gedaan te hebben in die merkwaardige zitting, waarin Kommisfarisfen van het Kweekfchool het- zelve aan den Zeeprefekt overgaven. Doch vaN SWINDEN heeft het geluk gehad , weder betere dagen te beleven, en de Nederlandfche vlag , die ons, gelijk hij zeide, des te dierbaarder was geworden, omdat de» aclve drie jaren was verduisterd geweest, weder van het Kweekfchool te zien Mednee ren, oe an ea, PE 2 en et de, C 83 ) zien wapperen (40). De voorfpelling, door hem bij die gelegenheid gedaan , dat die vlag eerlang weder met eere zich op zee zoude vere toonen, heeft zich niet alleen bewaarheid, maar een der Kweekelingen “van de ‘school . welke hij zoo zeer beminde, heeft zoo veel als iemand bijgedragen , om de eer dier vlag roemruchtig te handhaven (41). Die gunst had vAN SWINDEN altoos van den Hemel afgebeden , dat hij toch mogt bewaard blijven voor de fmert van zich zelven te overe leven , en deze bede is niet onverhoord gebleven (42). In het midden zijs ner werkzaamheden, nog bezig met plans voor de toekomst te fimeden, is hij aan zijne diepbedrocfde Weduwe, aan zijne Kinderen, Naastbes ftaanden ‘en Vrienden, aan den Koning en het Vaderland onverwacht ontrukt (43). Even zoo als hij geleefd had, was ook zijn einde. Zijne laatfte pogingen waren tot bevordering wan het heil van anderen (44)s Zijne jongfte gedachten waren gewijd aan zijne Kinderen, Weduwe er Vrienden. Kalm en gelaten, doch bij het wol gebruik zijner vermogens, wachtte hij het ontzaggeliijk oogenblik der fcheiding, met dien zedelijs ken moed, dien hij in alle omftandigheden had vertoond, en met die bes daardheid, welke een Christen en een Wijsgeer voegt. Indien hij toen in die oogenblikken, waarin men zich zelven niet meer vleit, waarin men van de wereld niets. meer heeft te hopen „ op zijne afgelegde loope baan heeft terug gedacht, dan moet het Non omnis mortar van HORATIUS ook voor zijnen geest gezweefd hebben (45). Het is zoo! zoo lang de wetenfehappen in Europa bloeijen.,- zoo lang er voor dezelve in dit Land nog eenigen fmaak overblijft, zoo lang zal de nagedachtenis van vAN SWINDEN in eere blijven, en zijnen naaut met die van ’s GRAVESANDE, van MUSSCHENBROEK €en LULOFS fteeds ‚met eerbied genoemd worden, a | AAN-e AANTEEKENINGEN. € dia Coresanos in 1715, als Sekretaris van Ambasfade naar En- geland gezonden, had daaär kennis mêt de beroemdfte geleerden en vooral met NEWTON zelve gemaakt, Na zijne terugkomst, tot Hoogleeraar te Leye den beroepen, begon hij de Natuur- en Sterrekunde volgens de beginfelen Van NEWTON t@ onderwijzen , en uit zijne fchool verfpreidde zich deze leer over he vaste land, ( Zie het Leven van ’s GRAVESANDE , door ALLAMAND). ‘(e) Te weten als Infpecteur - Generaal der rivieren van Holland sen West. Vriesland, en als Ordinaris Advifeur van Gekommitteerde Raden, in alle zaken, de rocijjingen: en peilingen betreffende, Men kan eenige der Memorien door zrurors over de rivieren gefteld, vinden in de Refolutien van Holland 1754; Pp» 3223:1755» P-- 5365 1761, Pp. 569 en rors5. Zie ook over de verdienften. van LuLoFs, omtrent den Waterftaat, WIEBEKING 7heors w. Pract, Wasferbaukunst T, 1. Pe 350 (3) JEAN HENRI VAN SWINDEN is geboren in ’sGravenhage den 8ften Junij 1746. Zijne moeder was vrouwe MARIE ANNE TOLOZAN,. (4) Grasius was een bejaarde Duitfcher, die in den Haag zich met het. geven van lesfen bezig hield. Hij onderwees vAN SWINDEN ook “in de beginfelen van het Romeinsch reet, en de Romeinfche ‘oudheden. De Latijnfche Scholen heeft vAN SWINDEN nimmer bezocht, noch, ook op de Akademie litterarifche Colleges gehouden, Ook verftond hij weinig of geen VA d ki Grieksch C 85 Grieksch, +-Dach hij» las, gedurende: zijn geheele leven met ijver @n-geest. "drift, de beste voortbrengfels” der, Fran(che en- vri hiet vn tngn e aoral ‘in cicero’s Schriften was hij. doorkneeds an vaagheid en , é 11 t | ED PS H (5) JEAN JACQUES BLASSIERE, van niet t bemiddelde Hide bn: en ‘door zucht: tot “de wetenfchappen. gedreven, was’ gedwongen zich zelf te helpen. Hij genoot echter eenig onderrigt van den bekenden Wiskundigen SAMUEL KOENIG, dezelfde die naderhand in de twisten tusfchen voLTAIRE en MAUPERTUIS, zulk,'eenes- groote, rol heeft gefpeeld; VAN swinpenN pleeg dikwijls te verhalen, hoe de ouders van BrAssiere, eenvoudige lieden’ zijnde, zich geen-begrip: konden maken ‚ waarin” hun’ zoow toch eigenlijk fludéerde, Zij waren zelfs niet vrij van de vrees” dat ‘hij omgang hieid mee den bozen.-- Maar zij wierden hierin geheel bevestigd, toen zij eens-eenige Wiskundige ‘berekeningen’ op zijne fchrijftafel vonden,” waarboven zij De- mons, (de eerfte, letters van’ demonftratie) lazen, Een Fransch predikant iin *s Hage , ‘aan -wien-zij zich in hunne verlegenheid wendden’, had/veel moeite,” om hun aan het verftand te branden, dat zij hun zoon gerustelijk konden . laten voortwerken. VAN sWINDEN Hoogleeraar geworden zijnde, had het geiöegen in 1768, zij- ren voormaligen leermeester , hónoris causfd; remisfo exùinine et disfertatione: änaugirali, in de phitofophie te it aeg vaù BLASSIERE zijn «mij ri volgende werken bekend: ei. EER 5, Inleiding tot de Kezelfneden, uit het Fransch van hater, vertaald en mer, al aanteekeningen voorzien „ ”sHage 1763. —* Eerfte beginfelen der Rekenkunde , ”s Hage “1769. Een uitmuntend beige vooral in ers tijd, toen man behalve BART en VAN LINTZ bijna niets had, 8 Principés de géométrie gIérmentaite en Inftitutions du ealcul numérique et littéral, la Haye: 1770, a vol. Inleiding tot de befchouwende en werkdadige Meetkunde, 2 deelen, 3vo. 1777 Berekening van eenize formules ter bepaling van den afftand eener komeet van de aarde, in vier waarnemingen gegeven. Verhandelingen van de Haarlemiche Maattchappij , zode deel; ade (tuk, p. 88, L 3 Tere N É 5 L C 86 ) Verhandeling; waarin uit den aard, zelfs def teerlingfche wergelijkingen, getoond werd, welke” de. redenen zijn „ waarom ‘er voor de-drie wore tels dier vergelijkingen, geene algemeene formulen’kunnêu gegeven: wore: ves, ibid, Sfte deel, ifte ftuk, (6) “Te weten in het begin van 1764, toen werd. HENNERT naar Utrecht beroepen. @) Dit heeft mij vAN-sWiNDEN meermalen hgartere (8) Beide, de Pbahnten VAN „SWINDEN en) zijn nog levende ia: broeder ‘Mr. se P. ‘VAN SWINDEN,. Raadsheer in het. Hoog. Geregtshof: in ‘sHage, herinnerden zich, fieeds met, dankbaarheid, aan hetgeen. zij. aan hunnen oom Mr, P. TOLOZAN: verpligt warten. Deze uitmuntende man, Wiens leven alleen der’ ftudie. gewijd was, werd in 1736 tot, Doctor in de regten gepromoveerd, op eene fraaije disfertarie de mathematicis, male fis, et aliis fimilibuse i 5 (9) VAN sWINDEN. werd te Franeker beroepen. als. Philofophiae „ Logices et Metaphyfices Profesfor- Ordinarius. Hij aanvaardde dien, post den 17den Maart 1767 met eene redevoering, de. Caufis.errorum in rebus Philofophicis,. De gewone lesfen, die hij aan de Franeker Akademie hieid, liepen over de Metaphyfica en Logica, volgens. ’s GRAVESANDE „ ende Phyfica volgens het outwerp, waaruit naderhand de. Pofitiones Phyficae ontftaan zijn. De beroemde NicoLaas yPEY: hield de Wise en Sterrekundige lesfen. (io) VAN SWINDEN bragt te Franeker fomtijds weken door, zonder uit het huis te komen. Dit overmatig ftudeeren ‚frottte lrem dan, ook in. vere fcheidene zware ziekten, zoodat men voor zijne opkomst, vreesde, (11) Bij afwezigheid van den Heer vAN SWINDEN, wierden zijne waare nemingen voortgezet, door Mr. WILLEM DE LILLE En PIETER STINSTRA, Leeraar der Doopsgezinden te Franeker, of zijne leerlingen A. CHAUDOIR , naderhand Hoogleeraar te Franeker, JOANNES WIGEBI, naderhand Predikant in de Bevere wijk, verte eend C 8) wijk, w. B. JELGERSMAs HENRICUS” DE WAL , As P.- THOLEN , thans Hoogleêraar te Franeker, en JAN BROUWER, rustend, Leeraar. bij de Doopsgezinden te Leeuwarden, van welken laacften ik mij herinner hem meermalen met de grootte achting en vriendfchap- te hebben: hooren’ ‘fpreken , en dië mij-op de verpligtendfte wijze met vele belangrijke bijdragen heeft vereerd, (aa) Zie Beobachtungen des ausfer ordentlichen Hohen und tiefen Baros meter ftandes im LI, 1821, Nachrichten aus den Niederlánden, von G, MOLL, in GILBerTs Annalen der Phyfik, B, 13. 1823, p. 405. (13) Zie de Voorrede wan het 8fte deel des Mémoires de Mathématiques et de Phyfique présentés À |’ Académie Royale des Sciences. (14) Zoo betuigde onder anderen BURCKHARDT, În eene fraaije verhandeling over de afwijking van de naald, dat hij zekere merkwaardige waarnemingen Van NAUTONNIER nimmer zoude gekend hebben, indien hij dezelve niet in deze treffelijke Prijsverhandeling van VAN sSWINDEN aaagehaald had gevonden. Zie Monathliche Correspondentz, T. III. p. 163e en pe 549. (15) VAN sWINDEN in de Nouv, Mémoires de Berlin, 1783, p‚ 37 ‚ heeft den wensch geuit, dat de Franfche Akademisten de door hem voorgeflagene naald. mogten beproefd hebben, (16) Zie deze proeven in de Mémoires fur kanslagie de Petectricité et du magnetine, T. Lp, 429. (17) Ibid, Te II. pe 449 „en Fiscners Gefchichte der Phyfik, T, VIIe p. 913 (18) Zie navy Traité de Phyfique, ame, édit, T.I Pe 975 en HALLÉ dans PEncyclopédie méthodique, Dict. de Medécine. T‚ IL, p. 418, Cio) Zie hierover onder anderen cenver Phyûk. Wörterb. T. LIL Pe 16 en 533, Ook NEUMAN Lehrbuch d, Phyúk. T, Ile Pp, 5740 (20) C 88 ) (20) Te weten de, Heer sror Traité de Phyfique T.1tte p. 145, âfders en billijker oordeelt; HaurTraité de-Phyf. ame edit. T; u. p. hij zegt: „ Que » la ‘marche dela ‘variation diurneva éé suivie par vAN sSWINDEN , avec Paren. © tion et la ‘conftance; ‚qui oaeen cet” excellent obfervateur,” foar ü. ne ta : id sv rat esi ' GT Ke 4 GE ie de bie epe Phyr, vol. i Lal 62 S 137» in notis, (a2) Zie Cogicationes | de Variis Philofophiae Capitibus, p. 2683. Zie hier de woorden van vAN SWINDEN. Invenerat CL. CULLEN liquorem Thermometri, in recipiente, suspenfi, extracto aere, deprimi, duobus, aut tribus. gradibus : hire frigus generari deduxit., ‚Non, tamen omnis depresfio a frigore pendere videtur, cum verosimiliter adfuit Caufa externa, ‘in ipfum thermometri bul bum. agens, fuprema fcilicet. Thermometri pars aere est vacua: in bulbum vero premit aer exterior, sive, „pondere, sive elasticitate: unde presfione illa fublata dilatatur bulbus ; eo dilasato descendit Farmers War ac driihkeete frigoris prae Be Ee inn ori rn ver DN, bel ne Di A AT SISD DD, BAK (23) Bij Tb ibentd over de gasfoorten, de electriciteit, de latente warme tes-de maansetkeaches malle onderwerpen toen bea belangrijk warens. (e4) De disfertatien onder vAN SWINDEN te Franeker verdedigd, zijn de volgende : “_GADSÒ COOPMANS (haderhând Hoogleeraar te Franeker) de Henjis, 17, Oëtob, 17708 7 JOANNES WIGERI de fratio vacuo, in twee gedeelten, de eene in 1770, het andere in 1771. en de elasticitate aquae 1772. In dit gak worden. de proeven van CANTON getoetst “, waarûit dezelfde uitkomften nagenoeg worden afgeleid, welke door PERKINS ‘onlangs zijn bevestigd, door eene kracht van elf hon- derd twintig atmospheren te gebruiken, Zie Annales de Phyfique et de ‚Che- mie,T. 16. p. Zal. DANIEL BRAND, Med, Doct. Onfarvanabsi et exper imenta de commmuideatdant ealoris, 1774. / Be- € 5) „Behalve - eenige, zeër. nuttige, aanmerkingen , over. de thérmometers, bevat deze disfertatie de herhaling van die proeven van wiLCkE, welke met die van BLACK En WATT ,-den grond gelegd. hebben, van de theorie der latente warmte, Hieruit’ blijkt, hoezeer men zich in, de fchool Van VAN SWINDEN te Franeker bezig hield, met de nieuwfte vorderingen in de Natuurkunde, ‚W. Be JELGERSMA, Experimenta gnaedam, circa Phaenomena lagenae Leydene fis» Praecipue circa effectus caloris in eandem. 1725e HeNricus- De WAL (naderhand Predikant te Herbayum) de expanfione corpoe rum folidorum , flammae actione exhibitorum, 1775 „Eene zeer ‚fraaije, disfertatie , waarvan VAN SWINDEN veel werk maakte, uite muntende proeven met den pyrometer bevattende, „Bij deze allen, kan, nog gevoegd worden de ‚disfertatie, van gprs erlas: te Amfterdam , den te vroeg geftorvenen jz. c. Low, de fis, quae veteres philofophi de. magnitudine, telluris memoriae prodievunt, in, ‚1808 te Leijden verdedigd, „Onder, de oudfte „leerlingen VAN, VAN, SWINDEN , te Franeker, behoort. ook _ de verdienftelijke Hoogleeraar cuvorj, „voorts. maakte hij. eel. werk van de INDAAKD EN ea, Meeter te, Kampen grertedens, van, MIEKDE) MENSONIDES , MENALDA enZ„ Onder. zijne, beste, „leerlingen behoorde. ook zijn eenige zooi PHILIPPE „VAN. SWINDEN „welke, hij het ongeluk, „had in deszelfs 36fte. jaar te verliezen, Al de kracht ván vAn. SWINDEN’s geest was er noodig, om onder dezen flag niet. te bezwijken , dach bij voelde en verdroeg dien, gelijk. hee eenen man betaamt. ‚In dat gedeele der vakantien,,, hetwelk hij in, den. Haag: ‘doorbragt, bes- oefende hij doorgaans een of ander gedeelte der. Natuurkunde, met zijnen broeder den Raadsheer Mr. ‚Se: Per VAN SWINDEN „die „hoewel in andere betrek. kingen geplaatst, de Natuurkunde met geestdrift bemindt, en met zeldzamen ijver eene menigte van nuttige waarnemingen &n proeven heeft verrigt. (25) VAN SWINDEN was op verfchillende tijden aan de volgende Akade- mien en Genoottelase pn verbonden sars Zoo werd kij Lid van de Holland Maatfchappij van Sne te Haarlem, ar Mei 1769. Jk en M Lid C go «Lid van het Utrechtsch Provinciaal Apres veld vrage ee Wetenn. =O fchappen , 7 Nov. 1776. Î Ì _ Kortéspondent van de Akademie der Wteltebappen te Parijs, 23 mid ian: Lid vân de Akademie van Wetenfchappen te Beijeren, a7 Aug, 1778. SLEEN 5 Lid van de Konfnklijke Ákädemie’ der Wetenfchappen te Brusfel , 21 Oet. 1779. ““Géastocieerde vân” de Matietaopi” der ‘Geneeskunde te“ ’s Ghivelitge, 9 Nov, 1782, \ ““Cohfulerernd Lid van” het’ Bacaafsch” Getootfchap der vet ondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, rr Aug. 1783 * “Korrespondent Vat de Akademid ván Wetenfchappen te Turin, 28 Nov. 178 3e. _ Honorair Lid van de Maatfchappij Zelix Meritis te “Amfterdam’, 5 Sept. 1785. Lid van de Société des Obfervateurs’ de bridge a Paris, 3 Fructidor en VOL jat Lid van het Lyceum du Depärtement du Gard, ‘féant ke Niemês's “Jutij“ r8o2e: Buitengewoon honorair Lid van de Maatfchappij voor ent en ‘Letter. kunde, Diligentia, in ’s Gravenhage, zo Sept.” 855. bibo jr amtkrtar ‘Lid ‘van hef Koninklijk = Nederlandfetie” Inftituut “van eten” Beit ‘ terkunde én Schootie” Kunftén, te Amfterdam, , & Met Bog, ° 197 “Buitergewoon Lid van” Verdienfte, van het Ghoos!’ een” virnas as sa arbeid komt alles te boven, te Amfterdam, 1 Julij 1811. 84 “Lid vän Verdienften van het Geniootfchap tor Nat en fake te was dam, ro Dec, 1814, “SAsfocié étraùger van de Koninklijke” Akademie pre Werenhappen te Ne pels, so Oct. i8id 12? 4 “Membre étranger van de:Royal göctaty ned dinbuis pJans 18aa, “Lid der Koninklijke Akademie van Beeldende Kift te: drang Jan. 1822. non ry ‘ É d ‘ \ E Î :À , 26) In 1779. 5 Mrt Meten ' (27) Toen deze redevoering werd uitgefproken , was de Katalogus var de bibliotheek van VAN SWINDEN nog niet in het lichte Die Katalogus: en C 9 en be, daarop gevolgde. verkoop „dezer voortreffelijke verzameling heeft, doen blijken, dat inde vakken, welke VAN: swinpEN het meest beoefende, zij- ne bibliotheek niet alleen door geene andere in dit land, en, in het. bezit van een ‚bijzonder perfoon , maar hoogstwaarfchijnlijk ook door geene gpen: bare van het Rijk wierd geëvenaard. (28) Verzameling van finkken en rapporten betrekkelijk de aanftelling van eene Kommisfie van algemeen geneeskundig toevoorzigt. te „Amfterdam. Een der gevolgen van de werkzaamheden dezer, Kommisfie was „ dat er in Amftere dam, beter en geregeld onderwijs in vele vakken der geneeskunde. wierd -gegee Ven. VAN SWINDEN, altoos gereed daar waar hij meende nuttig te kunnen zijn, nam op zich, lesfen over de Natdurkunde op de geneeskunde toege= past, te geven. Het mogt mij gebeuren. deze voortreffelijke lesfen bij te wor nen, en VAN sWINDEN, aldaar eene menigte zaken, die in den gewonen loop der Natuurkundige lesfen bijna nooit voorkomen , te hooren verklaren. Het is inderdaad te betreuren , dat men te dier, tijd, deze eenige, gelegenheid, tot verfpreiding van zeldzame en nurige kundigheden, niet beter, op. prijs heeft „gefteld, doch bij eene verandering in de zamenftelling van de Kommisfie van „Geneeskundig Toevoorzigt , werd vAN sWINDEN niet weder als lid benoemd, en het uitmuntend onderwijs, hetwelk hij i in. die, „hoedanigheid, geheel belangee loos , had gegeven, nam een einde, (29) "Behalve hetgeen VAN SWINDEN Kle. aangaande de Kommisfie van maten en gewigten te Parijs , in zijne verhandelingen over dat onderwerp ; heeft te boek, gefleld, kan men deswegens vele bijzonderheden vinden in-het ‘werk van DELAMBRE, Bafe du fystème mêtrique décimtal, 3 deelen in 4toe (39) Zie, onder anderen eenigen dezer wanteekeningen van hetgeen in de Kommisfie van maten en gewigten te Parijs voorviel, gedrukt in het aange- haalde werk. T. HL, pe 434 Ce _ (31) De werkzaamheid van vAN sWINDEN blijkt onder anderen daaruit, dat bij, volgens. een. berigt van BURCKHARDT, zich met BOUVARDs M a CA$- / C 9 eassint IV, DUC' LA CHAPELLE, APNEAË, BUGGE en TRALLeS te Parijs bezig hield met waarnemingen omtret de ME vän de naâd,” Zie dig. de phifche Epkhemeriden T. II. p. 97" it ‘Het verblijf van VAN SWINDEN te Parijs düurde een) ‘jaar en’ dffe dagen. De- brief waarbij de- Minister van Buicenlandfche zaken van. Ftankrijk, buitenland fche geleerden tot bijwoning van het Congres van Parijs uitnoodigde, was ‘van- 22 Junij 1798 5 de werkzaamheden der Kommisfie tot de maten en gewigten: begornêh' te Parijs’ den- 23- Novembèr 1798, Deeerffe'Ktasfé van het Fransche. Tnftitaur, deed den 18 Junij 17995 “aan de algemeene vergadering van alle de: Klasfen, verflag van het verrigte’ aangaande de maten en gewigten, en den 4 julij daaraanvolgénde werd i in eene openbare zitting vän: ‘het ‘geheele Lafticuut > “een kort‘overzigt van deze zaak aan het Publiek medegedeeld: VAN SWINDEN. was de fteller dezer beide ftukken, welke in der tijd-gedrukt, en nu-te vinden. Zijn în de baft du fystlme miëtrique décimalt T: III Omtrent deze frukken. ‘drukt zich het Fransche Inftituut aldus uit, in eene redevoering uitBefproken. Vóof de balie van het Wetgevend Liechaam. Le compte ane man ewinnen en va rendù' (dés travaux de là Bonder des poids et mefur es) a paru à Plifik. ut ofrir tin modele de la perfection dans’ Part dexpliquer- leuts travaux, de des faire comprendre même aux perforines, gui n'ont point fPécialement culrivk. “ees Sciences. In October 1799 keerde’ vin SWiNDEN uit kt terug (32) VANsSWINDEN bekleedde den post van Lid van het Uitvoerend Bee ‘wind vi 26 Junij 18oo tot half” September 18ors”” ‘7 Cr Er SME ay zie het Précis des opérarions apres qui ont en lieu en AOR: par de Général KRAYENHOFF: (34) VAN SWINDEN' bleef ftandvastig weigeren, dé doof Kòníng LODEWwYK: ingeftelde Ridder-orde-aan te nemen, “De redenen , welke them hiertoe rt etn gen, ontwikkelde hij in eenen brief aan den Kanfeliër dier orde, & (35) Reeds in 1772, toen VAN SWINDEN nog te Franeker frond, fhéen- zijne werplaatfing naar Leijden, beflists; Naderhand'is deze verplaatfiûg hog. : vete - C 93 d verfcheidene reizen: nabij geweest, In 1795, na den: dood var: NieuwranD 5 werd hij werkelijk in: diens plaats. te Leyden beroepen , doch bedankte alstoen « Na zijne terugkomst uit den Haag, in 18or, deed men wederom vergeeffche, pogingen, om hem aan de Leydfche [looge School te verbinden, doch. in de maand October des jaars. 1808, was hij reeds in Leyden naar eene gefchikte: woning ; omziende , toen. hij, door Koning. Lopewyr ijijlings werd terug geroen pen. (36) Te weten de Heeren je Ae. BENNET , Je VALCKENAER € Je F„ VAN BEECK CALKOEN. Het Rapport dezer: Kommisfie door den Heer vaN swinpen. in het ‘Fransch: gefteld’, vis in het Nederduitsch vertaald door wijlen ons Medelid van KOOTEN , het is gedrukt, doch niet algemeen verkrijgbaar, (37) Zijne: algemeen erkende: bedrevenheid in alles wat op de Natuurkunde eenige betrekking had, was oorzaak dat velen zijne bulp bij allerlei gelegenhe- «den inriepen ‚en allen vonden hem altoos bereid , om, waar hij kon , van dienst te zijn. Zoo teverde hijs var flechte cen weerbseld wie,duisenden-te noemen g aan den. Geneesheer: NIEUWENHUIS belangrijke bijdragen tot zijne vitatuntende geneeskundige plaatsbefchrijving van Amfterdam, De: belangen der Hervormde Waalfche Kerke, tot. welke hij. behoorde4 vonden aan hem eenen iijverigen en verlichten voorftander, Hij hielp het “Ioftituut tot onderwijs:van Blinden te Amfterdam, gedurende vele jaren beftus ren. Met een woord weinigen zijn, belangeloos, zoa werkzaam geweest, als: hij: (38) In de Vergaderingen der Eerfte Klasfe „las hij de volgende Verhandelingen voor, welke nog niet in de werken wan het In(tituut zijn opgênomen, doch welke- wij hepen dat eenmaal: door de drukpers zullen. worden gemeen gee maakt, : ; Drie- Verhandelingen over de uitvinding: der. wetten van de botfing, waarin vooral het regt van CRRISTIAAN HUYGENS „op de eer van de uitvinding dezer wetten wordt gehandhaafd. Hij was voornemens deze drie Verhandeline gen in: eén te fmelten, en dezelveraan de drukpers.te. geven,- Zie. hierover, , Ms « in: CG 94 ) in het derde Deel der Verhand, van de Eerfte Klasfe van het Koninklijk „Nee derlandfche- Inftituut, het berigt van de werkzaamheden-der Klasfe, p. 164 en 5de deel van hetzelfde werk in het berigt, p. 1. » In eene andere Verhandeling, almede in de Eerfte Klasfe voorgelezen, toonde hij aan , dat de Polytypie of Stereotypie, reeds in 1669 door: denzelf- den muvcenNs was geoefend geworden. Zie berigt aangaande. de werkzaamhe- den der Eerfte Klasfe, p. 6, geplaatst vóór het gde deel harer werken, Nog eene. Verhandeling over de verdienften van HUYGENS, aan deze Klasfe voorgedragen, wenschten wij in het licht te. zien verfchijnen ; het zijn navors= fchingen over dé gefchiedenis des flingers als ftandaard “van algemeene maat befchouwd ; en bij die gelegenheid over de juisten tijd. van eenige der be- langrijkfte ontdekkingen van CHRISTIAAN HUYGENS, Uit deze onderzoekingen blijkt, hoezeer hij onzen grooten landgenoot HUYGENS vereerde, Hij had de hand{chriften van dien beroemden man, zoo wel-die op de bibliotheek der Leydfche Hoogefchool aanwezig zijn, als die welke hij van elders kon bekomen, met groote naauwkeurigheid doorzocht, en uit dezelve eene urenigte vijzondereden; zov vwrtrent de wetenfchappelij= ke verdienften , als aangaande het leven ende bijzondere REM van dezen onzen beroemden landgenoot, aangeteekend. Eindelijk deelde hij der Klasfe zijne waarnemingen mede, aangaande de “temperatuur der onderaardfche gaanderijen van den St, Pietersberg bij Maase tricht, op verfcheidene relzen derwaarts gedaan, “Zie: Werhe van de Eerfte Llasfe , 5de deel, in het berigt p‚ 13. (39) De merkwaardige aanfpraak door vaN SWINDEN , als Prefident - Korte misfaris van het Fonds tot aanmoediging van den Zeedienst, aan den;Zee- Prefekt en zijne Raden gedaan, bij gelegenheid dat dit Fonds en. het Kweeke fchool voor „de Zeevaart, op bevel van NAPOLEON, aan dien beambten moest worden overgegeven, is gedrukt, doch er zijn flechts zeer weinige exemplaren van voorhanden. Niemand heeft zeker in dien tijd, moediger,’en meer echt Hollandfche taal gevoerd dan vAN SWINDEN. „10W UU 15 k (40) Zie en aanfpraak iknded | in het Kondokikidel. op den a8 Februarij 1814, €05 1 Brig, bij gelegenheid van het weder oprigten van hetzelve gefticht, door Je He VAN SWINDEN, at Ik bedoel hier den Kapitein Luitenant ter Zee TIEMAN, wiaaapd rende ’s Konings Fregat de, Dageraad, bij de Overwinning van Palembang » i Juvij 182re \ (42) Toen hij zich des ochtends ongefteld” gevoelde, had hij één uur te voren nog zijne gewone lesfen gehoudene __€43) Hij was in 1768 gehuwd aan Vrouwe sARA RIBOULLEAU , die hem in den ouderdom van 82 jaren overleefde, C44) Den dag vóór zijne ongefteldlieid, de laatfte reize. dat hij zich op ftraat heeft „begeven, was, met oogmerk , om aan iemand eenen belangrijken dienst te bewijzen, hij kwam toen zoo vrolijk en opgeruimd te huis als immer: te voren, om — niet weder uit te gan: arie Hij overleed den 9 Maart 1823, in: den ouderdom van 76 jaren en g- ‘maanden. Hij had begeerd dat zijne begravenis zonder eenige praal zoude- plaats hebben , doch een groot aantal zijner vrienden en- voormalige leerlingen , de Hoogleeraren en Studenten van het Athenaeum, waarvan hij een fieraad wis, vele leden. van het Inftituue, fommigen zelfs ten dien einde van andere plaatfen gekomen „ hadden zich in flilte bij het graf verzameld, om aan hunnen verfcheiden vriend, leermeester en ambtgeuoot de laatfte hulde te bewijzen. Een der vrienden van VAN SWINDEN , de Heer TEISSÈDRE L'ANGE, Lid van de Derde. Klasfe van dit Inflituuct, was bij die treurige gelegenheid, de tolk der. gevoelens van allen, en deed eene korte doch treffende. aanfpsaak,-aan de om het graf vergaderde menigte, 4 BA G 1766e 5766. 4767. 1/71. ESC TR Tet UITGEGEVEN DOOR d. A. FAN SW INDEN. Disfertatio inauguralis de attractione, opgedragen aan wiLrLem V,, Lugd, Bat, Achter dezelve is een Vers van Mr, PHILIPPE VAN SWINDEN , den Vader, Verhandeling over de bbh eej ‘der Pacht, vervaald uit hét Fransch van ye HENNRRT. 8 Oratio de caufis errorum in rebus Philofophicis. HRE. 18 Maart, Gehouden bij het aanvaarden van het ambt van Hoogleeraar, En volgende jaren. Cogîtationes de variís Philofophiae Capitibus, Dit zijn eigenlijk ftellingen, die bij door Studenten liet verdedigen, De eerfte daarvan was GADSO COOPMANS, later zijn ambtgenoot te Franeker. Het is zelf een onvolkomen Stuk zonder titel. Er zijn twee honderd drie en veertig zulke ftellingen. Verhandeling, behelzende eene nieuwe betoging van de verheffing der grootheid a +5 tot de onbepaalde magt #… Verhand, der Haar= lemfche Maatfchappij. D. 12. pe 334 - De intenfo Frigore menfibus Januario 1767 ac 1768 et Novembri 1770 Franequerae obfervato, in de Philofophical Tranfactions, Vole 68. 1773. 5 177% C 97 ) 177% … Tentamina Theoriae mathematicae de-phenomenis magneticis ; aucto= (IE JoHo VAN SWINDEN, Specimen primum fistens principia generalia ac novam punctorum indiffèrentiae et puncti culminantis theoriam , Lugd. Bat. 4to. Er is niet meer van uitgekomen. Dit Stuk is opgedragen aan mATY, Sekretaris van de Kon, Maat- fchappij te Londen, met van VAN SWINDEN bijzonder bévriend Was. 8 1274. De vertaling van de Contemplations de la nature van CHARLES BoN- NET , door GADSO COOPMANS, is door vAN SWINDEN met vele aantec- Lekeningen. verrijkt, „die “BONNET. naderhand in eene nieuwe Franfche uitgave heeft overgenomen. „1225. Journal, de Phyfique, Expériënces fur, Pinfluence de la lumière fur „les, plantes , en partie. traduites ‚en partie extraites du manufeript de feu at. meren. ‚2276. „Inhet Journal de Beken Obfervations fur le froid de Novembre ct Decembre 1774, et Janvier 1775. 2017774, Recherches, fur les ‚aiguilles aimantées „ Ct fur leurs varíations régu= lières, qui ont partagé Je rix propofé ,_ pour l'année 1777, par Me. VAN SWINDEN, Mémoires préféntés à l'académie R, des Sciences ‚Te VIII, Het Stuk van couLomBsis in het ode deel, - : 1027. In de Mémoires de r'Académie des Sciences de Paris, van dat jaar, vindt men uittrekfels van Messier van de waarnemingen van VAN SWINDEN , over het Noorderlicht, Ô ont Je 1778e. ‘Obfrmvddonk, for le froid rigoureux du. mois de Janvier 1776, 1 vol. 8vo, chez Rey. 1728. „Disfertatton fur la Comparaifon des Thermomêtres, Ir vol, add met een’ „nieuwen titel, uitgegeven in 1792, eri 4 N 1773. 1728. 1778. 1778. 1778. 1280, 1780. C 98 D Réfuttats des Obfervations Météréologiques. à Franékêr, depuis 1771 jusqu’ à 1778, dans plufieurs weer du geen des favans, Réfultats des Obfervattons Météréologiques de. it, Dans les Mée moires de P'Académie de Bruxelles. „Tom. II. ‚Journal de Phyfique, Mémoire fur les Obfervitions Météréologte ques faites à Franeker en 1777. r Reflexions fur le Thermomêtre de MIGRELT DU CREST, Journal, de „Biylique, 1778. J-'H. VAN SWINDEN „ Oratio de Puiiafópsis Wen chdnnd habita die 7 Junit 1779, quum Magiftratu Academieo abirets … - Ì ‚Opgedragen aan, ed V., Vóór deze Oratie zijn twee Larijnfche’ Verzên |,” ‘een van 73. “BROUWER. Lie. hum. ‘et Phil ft, en het andêre vaii se GRATAMA, ata uni K3t L. H. S, thans Hoogleeraar te sroningen. En Plan dan traité de raurore bordale pour fervie de fuïte a’celui de Mairan , in het Journal: des favans van November 17jd. Mémoire fur les Obfefvatións’ Météréologiques faites ä Pa Franêker Mt pendant le courant, de 1779. ï vol. 8 er nd is Befchrijving” van een’ Konstftak p s wórbedidënde een ‘wolledig bewege=, … lijk Hemelsgeftel , uitgedacht en vervaardigd door Eise EISINGA, Fra ug neker, 1780 „8vo, Van dit fuk heeft med (eerlang een” „wierden dh “te wachten. ° Vv A at 3haiy peop Ada vos Aifar Ans Sur la Marche de P'Aiguille Magnétiquë obfervée, pendant Paurore bordale du 29 ‘Fevrier 1280, in ‘de ins) Perropolitana 1780, ifte ftuk. . ín ‘net ‘Genees én Nitwrktadig Kabinet N° Ze _ Aanmerkingen over het weder in December 108 en Janvarij 1779 °° 278t C 99 ) ……478t. Brief aan CASTILLON, over de Waarnemingen van Hygrométers, - “_Nouv, Mémoires de l'Acad, de Berlin 1781, ps 27e 1782. Correspondentie met j. BERNOUILLI, overde weerkundige waarnee mingen „van. 178r,-1782 en 278 Nouv. Mémoires de l'Acad, de ee gr ita P. 19 1783. Obfervations lés plus sliste du froid rigoureux de Decembre 1283 , Janvier et Fevrier 1784 Mémoires de l'Académie ‘de Berlin, “1783, hist. p. 35. od, 1783. Plan «tot het doen van. Weerkundige Waarnemingen, voor de Genees- en Natuurkundige correspondentie Societêit, opgerigt in ’s Graven- hage, in de Verhandelingen van de Natuur- en Geneeskundige cor- respondentie Societeit „ Ifte Deel, Joannes HENRICUS VAN SWINDEN, de Pâtadozo Magnetico , mag= Hett fortis farrium purum aam alium magnetem attrahere, Nene ‘Abhandl, der Bayerifchen Akademie, Phil, B. 1, £. 35te Disfertatio de Analogia Electricitatis et Magnétismi, Neue Abe handlungen der Baijerifchen Akademie, Philof, B, 2. S, te 1284 Recucil de Mémoires fur T'Analogie de Plectricité et du Magnétise ups, 3 vol” 8vo. th: Réy. “184. Obfervations fur queldtes’ Particularités ‘Métérdologiques de l'année ardin 178, R dans les Mémoires de Académie Royale de Turin, T.M 1785. Oratio den Hypothefibus „PhyG icis „ quomodo fint -e mente NEWTONI vo ántelligendae ,-habita vos Aprilis. 1785, cum im Ilkastri Atkenaeo Am» vor flelaedamenû ‚Phitofophiae:, Pbyfices, Mathefeos et Astronomiae Profesfionenr auspicâretur ,-4toe 3785. . Bêfchrijving „van ‘het Tellurum vän ADAMs, door AENEAE, in het « ‘Fransch vertaald door vAN sSWINDEN , in plano, N 2 : B 1786. 1786. 1786. 1786 3737. 1786. „tene Hollandfche vertaling, … C ze0 5) Redevoering over. het ,Noorderlicht ,, door, Je „He VAN SWINDEN : ix het Algemeen. Magazijn van Wetenfchap,. Kunst en Smaak, gde Deel, p. 49. Over het Zodiakaal lichtzvibids pe; 23te etvooronrrvor „eter Over de oorzakea-van;het Naorderlicht; ibid. pe 38e: Theoremata Geometrica, quae annuo jabore- explicat demódiket et Obfervationibus IHustrat j. H‚ VAN. SWINDEN » accedunt problematum Geométricorum libri quinque,, 8vo,, Ap. DEN HENGST. , Dit werk werd in” 1790 , vermeerderd en verbeterd, in, het Hollandsch uitge- geven, onder den titel van Grondbeginfels der Meetkunde , 8vo. 17905 bij DEN HENGST, bij wien in-1816 eèn tweede nog veel ver- beterde druk is uitgekomen, Pofitiones Phyficae, quas annuo. labore in Scholis. sites explicat , ‘Experimentis illustrat et Auditorum forum, Ki den proponit Je He VAN SWINDEN, het zfte en de helft van het 2de deel. Harder- wijk bij van KASTEEL, in êvo, ‚Van, het 1fte, deel beftaat er ook ‘Verhandeling over het bepalen ear ve pe Zee, häbbr afftanden van de Zon tot de Maan of. „Vaste Sterren , bij VAN KEULEN , 8v0. Van deze Verhandeling zijn zes drukken, in het. licht, de laatfte van 1819, Aan het opftellen van de drie laatfte werken had NIEUWLAND „eenig,.deel, doch ‚bij overleed vóór, de witgave van den 3den druk der Verhandeling over de Lengte, in 1796 uitgekomen, Zie hier- over de Voorrede van den 3den druk, VAN swINDEN had het voornemen ‘om. een diergelijk werk , ten dienftesder Nederlandfche- ‘Zeelieden’,: op :tesftellen , over het bepalen-der- Lengte op Zee, door, middel’! van Zee-Horologien, doch zijne verwijdering vit de Kommisfie tot de Lengte „heeft zulks belet, Verklaring van-den Almanak ten” dichtte der Zeelieden , uitgege- ven door Kommisfarisfen tot de, zaken, het bepalen ‘der Lengte op Zee, en de verbetering der Zeekaarten, betreffende, hà 1788, ob fes. De V'Apbplicâtion de r'Electricité A la-phyfiquever la’ médecine par pr M/M. PAEts VAN bloeide CE KRAAYENHOEF, (vertaald door den Heer VAN’ \SWÍNDENe’ IK SAW eb al asntogar IIb ne Het oorfpronkelijke is niet gearuk blefies od 140 5 zh VAR: vo N A | 1788. Verhandeling over ‚de doei erleg en het gebruik, der Octanten en Sex- tanten, van HADLEY, door Kommisfarisfen tot de zaken de Lengte op Zee, en de verbetering. der Zeekaarten betreffende , „8vo. . Hen” dehik bede den, Heer Je C. mone, in, de Letreroefeningen. ’ Kee) Zo t ile pe var en _aanfpraak aan de Vrouwen, ter inwijding van het gebouw der Maatfchappij Felix Meritis te Amfterdam, gehouden 31 Ogtober en 1 November 1788, 8vo. e BE Inftructie voor de Examínateurs der Wudrfeden, bij de 0. IL, Come EN E avs : AE id ende | Ce 5 OVO BRIODD B re fh SW OB teast mteartike 1795e Pikes op PIETER NIEUWLAND op den. re December 1794, „algetonghen, te Amfterdam in de Maatfchappi Felix Meritis, 8vo. 1795e Hipsatt over de telling van het volk. van, Amtterdam, folio.” ' RE, gak Brief aan, den, Schrijver. van,het Weekblad „de Democraten over ‚ het. wotisdesliagt gebruik der. Penningen, die tot ondersteuning van v voerde, Weduwen der gefneuvelden in den, Jaatften Zeeflag en van hunne ‚Kinderen, mitsgaders van de gekwetften zijn ingezameld , 5 November - 1797, 8vo. (door den Heer vAN swINDEN zonder maam uitgegeven, om Kommisfarisfen over het Kweekfchool te verdedigen en hen van de onverdiende Mar te rlnkhaldide hun door gemelden schsijver ““aangewreven). ©: 1E sb div) weiss beer in!ie ” 1798. In de Verzameling van Stukken en Rapporten, besrekkelijk de aan- EE telling “van eene -Kominisfie van ‘Algemeen Geneeskundig Toevoor- zigt, is het eêrfte deel , bevattende het «Vertoog s dienende ten ge. N 3 : leide € oa ) leide: van: een; plan, voor een- Komité, van Gezondheid , en de ‚daarbij » behoorende: Stukken geheel ‚van, de pen. van VAN SWINDEN. Van de. Rapporten, in de twee t volgende deelen „voorkomende, zijn door hem gefteld, „armbon soin ei ode ostioaaord: A8 N° 3. en te Over h het Seraatvuiinis: z8oo, 8802. t803. 4863. sus, 1803e „China verrigt, in den Letterbode N°, 3495- 5. Over de Onzuiverheid der Stads grachten,’ 7e Over het Regenwater, ’ « 1&n ' 8. en 9, Over het Schuitwater, ' 19, Over het Voorkomen van Ongelukken, 33. Het hoogst belangrijk Rapport over de 'beîde Gasthuizen. 34 Over al hetgeen dienftig is om te oordeelen, over den ftast der gezondheid, de “uitgêttrektheid der ziekten k en ‘het af df toenemen van volkrijkheid en welvaart. Lettres fur les conde hyvers de ce Print we le gk de e Piy- fique. nd C Verhandeling. over volmaakte maten en gewigten, EN + deelen, zaten bij DEN mENGsT. °° Lesfen over het Planetarium, baie en Lonarium Van HARTOG __ VAN LAUN ; 8vo, De Wet, betrekkelijk de neffinelting dt oûde munten ín Frankrijk , den 3 Germinal (a4 Maart 1803), en die van 7 Germinal <28 Maart 1803), aan het Gouvernement voorgedragen , uic het: Fransch ver- taald en met aanmerkingen opgehelderd door j. rr, vAN SWINDEN, in de Letterbodes rd ar én 22, 16 en 2o Mei 1803, p» 322 En pe 340, it 4 a: Berigt van de voortzetting van de Franfche Meridiaan-meting , in den Letterbode Ne, 8. Over de meting van een graad. des meridiaans „ door de Jezuiten in 1804. 1804 ik ‚N° 29 C 103 Over de bevolking ván Amfterdam,ven de fterfte welke aldaar plaats > heeft, en de voorgewende- ongezondlieid, uit deze, door fommigen opgemaakt „heeft men een uicmuntend ftuk van, VAN-SWINDEN in den Letterbode van 29: Mei r8o4; N° 234 p:-353» Hetzelve was uitge- lokt door eene plaats in de Gefchiedenis-der Hollandfche Staatsrege « ting van A, KLUIT , ute deel, ps 353 tot deze zaak behooren nog de ‚brief van den Hoogleeraar VROLIK aan den Hoogleeraar CRAS ‚ in _den Letterbode van 23 Decémber 1803 ‚N°, 53. Het antwoord van ‘den Heer LUIT, daarop, in hetzelfde Tijdchrife van 23 Maart 1804 , ‘en. ‚het antwoord, van KLUIT aan van SWINDEN, ibid 6 Julij 18049 10 1806, Algemeen en beredeneerd Register op alle de Publicatien en Ordon- 1808, « nantien van de Gemeene Middelen, 2 Wokeê8vos, bij” DEN HENGST, Dit ftuk zonder naam. uitgekomen is door VAN SWINDEN ten gevalle van zijnen. bijzonderen vriend, DEN HeNesT, opgeleid. ms Bedenkingen over de ware grootte van den Rijntandfchen voet, door Je Be VAN ‘SWINDEN. In dit uitmuntefid Stukje ; verdedigt’ de- Heer VAN SWINDEN de grootte van den Rijntandfchen voêt; zoó als die in her “werk” over volmaakte maten én ‘gewigten ‘is ‘opgegeven’, terwijl “de Heeren AENBAE LE FEVRE IDE MónrioNws VAN eREOGEL en DE Buig deden,” “daarvoor “eëtie andere grootte hadden” gevónden, welke echter federt op hoog’ gezag, en cok’ door gei Heer VAN Swinpen in zijne volgende fcheiften is tingenómeii” 3 dr JAE eb. maijpard overb de: indi ci het- Koningijk Holiand „aan Z. M. er nd OM „uitgebragt in 1809, door de Kommisfie beftaande uit de Heeren VAN | SWINDEN, SvÄLCKENAER „ BENNET , ‘en VAN BEECK cÂtkóens! (die Edfar!i8 door den Heer VAR Swinnen in ‘het Fransch gettelden door ‚den Heer vAN KOOTEN in het Nederduitsch vertaald. dd In ‘het 3de deel. van-de Bafe: du Systême Metrique- Décirial, ‘Paris 1810, vindt men de volgende Stukken van vAN!swinDENs a, Notes communiquées par M. VAN SWINDEN „ fur ce qui s’ est pasfé aux féances de la commisfion des poids et mefüres, Ga C ros dd Rapport “Taie à pinftitae Natiofialrte 99 prairéal „an 7, (18 Junij 11709)» au “nom de la“ Clasfe des, Sciences: PhyGques’ et Mae thématiques, fur la: mefure de Ja Méridienne de France, et les réfultat qutrens ont été: déduits -pour- déterminer les sbafes du nouveau fystême. spre c. Précis des „opérations quî ont fervi ù, déterminer les bafes du nouveau, Systême, métrique, lu, àl féance publique de ‘TInftitut des Sciences, et des Aris. le 15 Mesfidor, an 7 (4 Jutij 1799) par JerHe VAN, SWINDEN, „Deze, beide ht, Stukken zijn, in der tijd, op ‘last van het Wetgevend lìgchaam en van het Inftituut gedrukt, en federt het eerfte in het Journal de Phyfique here druke, In r8ors zijn.deze, Rapporen, „ook in onze taal in het sdiche verfehenens » vo theire ols ies wiidahiede Onderrigt. over de „Franfche. en Hoflandfche, mujiten en 4 deizetver ver- ‘ gelijking met ae uwvdige vafelo » ramo, wij Bant aeNbbte ot Ville dat verrigtingen van Kommisfarisfen. over het Vaderlandsch Fonds ter aanmoediging, van ’s Lands Zeedienst, gedurende 18ro en EL Januari, en „Februarij , 1êir. In dit fuk, grootendeels ‘door VAN SWINDEN. opgefteld, vindt meu de merk waardige Aanfpraak, door hem ie als Prefident van Kommisfarisfen , „over voornoemd Fonds, den 27 _Februarij 1811 gedaan aan den Zeeprefekt, en de Raden van Admíinis ftratie der Prefektuur, in de laatfte zitting, van voornoemde Kommis- farisfen , en waarbij het Kweekfchool voor de Zeevaart, aan het Beftuur der Branlche! ergen „moest. bei Pte 8r é vergelijkings - „tafels eusfchen. de, eliene © en de mètre, mitsgaders „„derzelver prijzen: in Guldens, en ‘Francs. Bij DEN, HENGST, in, Tamo. Vergelijkings- tafels tusfchen het Fransch gewigt of kilograinme, en ‚het Amfterdamsch gewigte. Hiervan. zijn.twee drukken ín „her licht, zamoe bij DEN HENGSTe 1jd eisen ov eb vom sah OfEt On- 18rre 18ra, 1012, 1812. 1812, C 105 ) Onderrigt: over ‘het gewigt, de gehalte en den prijs van goud. en zilver, naar de’ Franfche en Hollandfche wetten en gebruiken, met de noodige Vergelijkings-tafels, voor het trooisch- en karaatgewigt , met de kilogramme; voor de gehalte en voor de prijzen in Guldens en in Francs. remo, bij DEN HENGST. Vergelijkings- tafels tusfchen de Hollandfche tengtematen en de mâd tre, met het noodige onderrigt over dezelve maten, ramo, bij DEN HENGST. - Vergelijkings- tafels tusfchen de Hollandfche vochtmaten en de Franfche, genoemd litre en hectolitre, met het noodige onderrigt tot dezelve, ramo bij DEN HENGSTe Vergelijkings — tafels tusfchen de Hollandíche koornmaten en hectoe litre met het noodige onderrigt, Tamo, bij DEN HENGST, Vergeljkingse tafels tusfchen de Hollandfche Landmaten en de hectare, 12mo, bij DEN HENGSTe Alle deze Tafels, en onderrigtingen over maten en gewigten, bee halve die van de ‘munten, en het goud en zilver, zijn ‘voorzien van eene Fränfche vertaling. Voorts zijn er nog bij DEN HENGST eenige Tabellen uitgekomen, over de- vergelijking van de Stère met de Houtvadems, en eene gegraveerde Plaat, tot vergelijking der Lengtematen, het een en andere door den Heer vAN swiNDEN berekend en beftuurd, Sedert de herftelling van Nederland, heeft de Boekverkooper DEN HENGST, de wetten en befluiten, achtereenvolgens. op het ftuk ‚van maten en gewigten in dit Land gemaakt, beginnen uit te geven; hier bij zijn ophelderende aanteekeningen-van den Heer vAN sWINDEN. gevoegd, Men weet ook dat hij. federt jaren arbeidde aan eene Gefchiedenis der Nedere landfche munten, waarvan hij reeds vóór eenen gernimen tijd, eenie ge Stukken tot. zijne voorlezingen in de Maatfchappij Felix Meritis had gebruikt. OQ j: É 1812. CC 106. ) 281. Verhandeling over de wetten welkede-drukking:-des Dampkrings 3 volgt, In de werken, van de: brek tn van bea iran eerfte « dut Beds OOV … AEITDT = EARTH V -enibaon sh 1814. Aanfpraak gehouden in het Kweekfchool v voor de Zeevaart, t te Am. fterdam op den 28 Februarij 1814, ter gelegenheid van het weder. oprietn van hesdehie Gefticht, door Js He VAN SWINDENe 1816. Vervaltdg. in het Fransch van het Rapport der Berfte Klasfe. van dit Inftituut over de invoering van het algemeen ftelfel van Maten en oh u Gewigtens Amfterdam 1816, “1816, Tafels ter herleiding van Francs tot Nederlandfche Guldens en van Nederlandfche Guldens tot- Francs, 8vo. ___ De Franfche vertaling van dit ftuk mede door den Heer vaN \ SSwINDEN werd gelijktijdig , dock afzonderlijk, uitgegeven. * 1816, Tafels ter herleïding van Stuivers en Pennningen tot Cents en van en en GCents- tot, Stuivers en Penningen, 8vo, 1817, Verhandeling over gnuveens als Uitvinder der Slinger - Uurwerken sl eosim het gde deel van de werken der Eerfte Klasfe, Van dit uitmun- „stend. Stuk heeft de Hoogleeraar vourr eene vertaling gegeven in het renv ar ‘Engelsch Journaal van de Heeren, BREWSTER CU JAMESON, Edinburg zor 910: Philofophical, Journal, vole 6, et Ze Ree Alike. Zijne. waarnemingen van de Zon-Eclips van 7 September 1820, nt vinde men in het eerfte deel van de werken der ‚Astronomical So Society te Londen, 4to. « KOI ROKR Kad req havdselt if maf Hefcription * de" “la fête,’ dui zine, abe femie féculaire dela maifon hus! dee orphelins WALLONS"B2AfMmfterdampouised oonenwsr baat zieë ‘heeft: “VAN SwINDÉN-' aan “LALANDE (edne”menigte bijdragen” voor de Bibliographie ‘Astronomique ;’ Hollandfches Sterrekundige ‘boeken “betreffende, geleverd. In de Biogfaphie Univerfelle , zijn eenige-levensbefchrijvingen , on- der anderen die vän' MUSSCHENBROER ,* vair” zijne” hands: De'vaanfpraken door VAN SWINDEN ‚als Voorzitter gedaan in onderfcheidene algemeene Vérgâderingen wak Äktaftienut ‚ Zijn gedrukt in de Procesfen - Verbaal dier Vergaderingen. hi k A.