Skip to main content

Full text of "Acta der provinciale en particuliere synoden : gehouden in de noordelijke Nederlanden gedurende de jaren 1572-1620"

See other formats


Google 


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  prcscrvod  for  gcncrations  on  library  shclvcs  bcforc  it  was  carcfully  scannod  by  Google  as  part  of  a  project 

to  make  the  world's  books  discoverablc  onlinc. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  cxpirc  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 

to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 

are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  maiginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 

publisher  to  a  library  and  fmally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  technical  restrictions  on  automatcd  querying. 
We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfivm  automated  querying  Do  nol  send  aulomated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  laige  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attributionTht  GoogX'S  "watermark" you  see  on  each  file  is essential  for  informingpeopleabout  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countries.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can'l  offer  guidance  on  whether  any  speciflc  use  of 
any  speciflc  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
anywhere  in  the  world.  Copyright  infringement  liabili^  can  be  quite  seveie. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.   Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  icxi  of  this  book  on  the  web 

at|http  :  //books  .  google  .  com/| 


Google 


Dii  is  ccn  digitale  kopie  van  een  boek  dat  al  generaties  lang  op  bibliotheek  pi  anken  heeft  gestaan,  maar  nu  zorgvuldig  is  gescand  door  Google.  Dat 

doen  we  omdat  we  alle  boeken  ter  wereld  online  beschikbaar  willen  maken. 

Dit  boek  is  na  oud  dat  het  auteursrecht  erop  is  verlopen,  zodat  het  boek  nu  deel  uitmaakt  van  het  publieke  domein.  Een  boek  dat  tot  het  publieke 

domein  behoort,  is  een  boek  dat  nooit  onder  het  auteursrecht  is  gevallen,  of  waarvan  de  wettelijke  auteursrecht  termijn  is  verlopen.  Het  kan  per  land 

verschillen  of  een  boek  tot  het  publieke  domein  behoort.  Boeken  in  het  publieke  domein  zijn  een  stem  uit  het  verleden.  Ze  vormen  een  bron  van 

geschiedenis,  cultuur  en  kennis  die  anders  moeilijk  te  verkrijgen  zou  zijn. 

Aantekeningen,  opmerkingen  en  andere  kanttekeningen  die  in  het  origineel  stonden,  worden  weergegeven  in  dit  bestand,  als  herinnering  aan  de 

lange  reis  die  het  boek  heeft  gemaakt  van  uitgever  naar  bibliotheek,  en  uiteindelijk  naar  u. 

Richtlijnen  voor  gebruik 

Google  werkt  samen  met  bibliotheken  om  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  digitaliseren,  zodat  het  voor  iedereen  beschikbaar  wordt.  Boeken 
uit  het  publieke  domein  behoren  toe  aan  het  publiek;  wij  bewaren  ze  alleen.  Dit  is  echter  een  kostbaar  proces.  Om  deze  dienst  te  kunnen  blijven 
leveren,  hebben  we  maatregelen  genomen  om  misbruik  door  commerciële  partijen  te  voorkomen,  zoals  het  plaatsen  van  technische  beperkingen  op 
automadsch  zoeken. 
Verder  vragen  we  u  het  volgende: 

+  Gebruik  de  bestanden  alleen  voor  niei-commerciële  doeleinden  We  hebben  Zoeken  naar  boeken  met  Google  ontworpen  voor  gebruik  door 
individuen.  We  vragen  u  deze  bestanden  alleen  te  gebruiken  voor  persoonlijke  en  niet-commercicle  doeleinden. 

+  Voer  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  uit  Stuur  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  naar  het  systeem  van  Google.  Als  u  onderzoek 
doet  naar  computervertalingen,  optische  tekenherkenning  of  andere  wetenschapsgebieden  waarbij  u  toegang  nodig  heeft  tot  grote  hoeveelhe- 
den tekst,  kunt  u  contact  met  ons  opnemen.  We  raden  u  aan  hiervoor  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  gebruiken,  en  kunnen  u  misschien 
hiermee  van  dienst  zijn. 

+  Laat  de  eigendomsverklaring  staan  Het  "watermerk"  van  Google  dat  u  onder  aan  elk  bestand  ziet,  dient  om  mensen  informatie  over  hci 
project  te  geven,  en  ze  te  helpen  extra  materiaal  te  vinden  met  Zoeken  naar  boeken  met  Google.  Verwijder  dit  watermerk  niet. 

+  Houd  u  aan  de  wet  Wat  u  ook  doet,  houd  er  rekening  mee  dat  u  er  zelf  verantwoordelijk  voor  bent  dat  alles  wat  u  doet  legaal  is.  U  kunt  er 
niet  van  uitgaan  dat  wanneer  een  werk  beschikbaar  lijkt  te  zijn  voor  het  publieke  domein  in  de  Verenigde  Staten,  het  ook  publiek  domein  is 
voor  gebniikers  in  andere  landen.  Of  er  nog  auteursrecht  op  een  boek  mst,  verschilt  per  land.  We  kunnen  u  niet  vertellen  wat  u  in  uw  geval 
met  een  bepaald  boek  mag  doen.  Neem  niet  zomaar  aan  dat  u  een  boek  overal  ter  wereld  op  allerlei  manieren  kunt  gebruiken,  wanneer  het 
eenmaal  in  Zoeken  naar  boeken  met  Google  staat.  De  wettelijke  aansprakelijkheid  voor  auteursrechten  is  behoorlijk  streng. 

Informatie  over  Zoeken  naar  boeken  met  Google 

Het  doel  van  Google  is  om  alle  informade  wereldwijd  toegankelijk  en  bruikbaar  te  maken.  Zoeken  naar  boeken  met  Google  helpt  lezers  boeken  uit 
allerlei  landen  te  ontdekken,  en  helpt  auteurs  en  uitgevers  om  een  nieuw  leespubliek  te  bereiken.  U  kunt  de  volledige  tekst  van  dit  boek  doorzoeken 

op  het  web  via|http:  //books  .google  .coml 


A  G  T  A 


I>ER 


PROVINCIALE  EN  PARTICULIERE  SYNODEN. 


ACTA 


DER 


lAlI  i  PARI 


i 


6EH0DDEN  IN  DE  NOORDELIJKE  NEDERLANDEN 


OEDDRENDE  DE  JAREN  1572-1620, 


VERZAMELD  EN   UITUEOEVEN   DOOR 


DM 


A  ïH  W\  S.  D.  VAN  VEEN. 


ZESDE  DERI.: 


nUKSLAND  1581-1(20.         mim  1586-1620. 


TE  GRONINGEN  BIJ  J.  B.  WOLTERS.  1897. 


8TOOMDRUKKERIJ  VAN  J.  B.  WOLTER8. 


Hub 


ANDOVER-HARVARD 

TheologicalLibrakv 

r        ö  D  /N  CAME:RlDCiE,  MASS 


VOORBERICHT. 


Sedert  de  uitgave  van  het  vijfde  deel  heeft  er  ten  opzichte  van  onzen 
arbeid  een  belangrijke  verandering  plaats  gehad  nl.  het  vertrek  van  den 
tweeden  ondei^teekende  uit  Groningen  wegens  zijn  beroeping  als  predikant 
te  Rotterdam,  heel  spoedig  gevolgd  door  zijn  benoeming  en  indiensttreding 
als  hoogleeraar  in  de  faculteit  der  godgeleerdheid  te  Utrecht.  Er  moesten 
derhalve  maatregelen  beraamd  worden  om  zooveel  mogelijk  een  minder 
gewenscht  oponthoud  in  onze  gemeenschappelijke  onderneming  te  voorkomen, 
't  Is  echter  gelukt  de  werkzaamheden  op  zoodanige  wijze  te  regelen,  dat 
dit  bezwaar  geacht  mag  worden  geheel  opgeheven  te  zijn.  Met  erkentelijk- 
heid moeten  wij  hierbij  melding  maken  van  de  goede  diensten,  die  dr.  H. 
Brugmans,  in  het  vorige  najaar  nog  conservator  aan  de  universiteitsbiblio 
theek  te  Groningen,  bewezen  heeft  door  zich  te  belasten  met  de  tweede 
correctie  der  dnikproeven  naar  den  grondtekst.  Doch  deze  taak  heeft  hij 
slechts  voor  ongeveer  de  helft  (de  Friesche  acta)  van  dit  deel  kimnen 
vervullen.  Toen  hij  in  April  naar  den  Haag  vertrok  om  daar  zijn  tegen- 
woordige l)etrekking  als  conserx'ator  van  de  liandschriften  bij  de  Koninklijke 
Bibliotheek  te  aanvaarrlen ,  is  mr.  C.  P.  L.  Rutgers ,  commies-chartermeester 
aan  het  rijksarchief  te  Groningen,  zoo  vriendelijk  geweest  zijn  plaats  in 
te  nemen. 

Niettemin  zou  de  geregelde  voortzetting  van  ons  werk  nog  om  vele 
redenen  zeer  bezwaarlyk  zijn  geweest,  wanneer  niet  een  lastig  ondeitleel 
van  de  taak,  die  wij  op  ons  genomen  hebben,  belangrijk  eenvoudiger  was 
geworden  of  liever  tot  een  minimum  herlei<i.  Immers  bij  de  eerste  deelen 
dezer  serie  van  synodalia  hadden  we  doorgaans  een  vrij  groot  aantal 
codices  te  raadplegen.  En  als  wij  dan  bij  gemis  aan  authentieke  acten  uit 
dien  voorraad  onze  keuze  hadden  gevestigd  op  een  grondtekst  voor  onze 
editie,  dan  wachtte  ons,  als  wij  meer  gelijktijdige  of  oude  afschriften  voor 
ons  hadden,  het  tijdroovende  en  vermoeiende  werk  van  nauwgezette  tekst- 
vei^lijking.   Dit  laatste  nu  is  ten  aanzien  van  de  handelingen  der  oudste 


VI 


synoden  van  de  vier  gewesten,  die  thans  aan  de  orde  van  uitgave  zijn, 
niet  meer  noodig.  Een  volgens  onzen  gewonen  regel  ingesteld  onderzoek 
heeft  tot  resultaat  gehad  de  bevinding,  dat  de  synodale  codices  van  die 
provincies  al  heel  zeldzaam  zijn.  Het  scliijnt,  dat  daar  reeds  oudtijds  niet 
vele  handschriften  bestonden,  en  wat  er  nu  nog  van  is  overgebleven,  is 
maar  een  klein  getal.  Het  mag  hierbij  evenwel  een  gelukkige  omstandiglieid 
genoemd  worden ,  dat  de  exemplaren ,  die  in  onze  handen  gekomen  zijn , 
inderdaad  voldoende  waren  voor  het  beoogde  doel  en  soms  in  vele  opzichten 
zelfs  de  beste,  die  wij  konden  wenschen.  Daanloor  zijn  wij  in  staat  om 
geregeld  op  denzelfden  voet  voort  te  gaan  en  onze  uitgave  ten  einde  te 
brengen. 

I.    FRIESLAND. 

Het  handschrift  van  de  acta  der  eerste  synoden,  die  in  dit  gewest 
gehouden  zijn,  is  al  sedert  lang  verloren  gegaan.  Door  de  synode  te 
Franeker  in  1609  (zie  bl.  184  sub  21)  werd  besloten ,  dat  men  zou  bijeen- 
zamelen,  wat  sedert  1579  op  de  (Friesche)  synoden  gepasseerd  is.  Hieruit 
zou  men  kunnen  opmaken,  dat  reeds  in  dat  jaar  de  Friesche  kerk,  en  dan 
misschien  te  Leeuwarden,  voor  het  eerst  synodaliter  vergaderd  is  geweest. 
Doch  hierover  bestaat  verder  geen  voldoende  zekerheid.  In  het  l>egin  van 
Mei  1580  is  er  te  Sneek  een  synode  gehouden,  en  de  lioofdzaak  van  het 
daar  verhandelde  is  zelfs  bekend  nl.  uit  de  NoordhoUandscho  acta  (zie 
daarover  deel  I,  bl.  73  vlg.).  De  daaroj)  volgende  synode  in  1581  vergaderde 
weer  te  Sneek,  en  in  het  begin  van  April  1582  te  Bolswaitl.  Yan  hetgeen 
op  die  kerkvergaderingen  beliandeld  werd,  is  slechts  een  enkel  sjx)or 
achtergelaten  in  het  oude  m.  s.  wetboek  der  Friesche  kerk.  Dat  is  getiteld : 
„Extract  der  synodale  resohitien  Fiisiae  of  uitgetrocken  wetten  uit  de 
acten  der  synoden,  gehouden  in  Frieslandt  sedert  de  herstellinge  des 
godtsdienst  in  geseide  provincie  en  volgens  de  orde  der  synoden  door  de 
deputaten  synodi  geextraheert  ende  in  een  netten  orde  gebragt  door  ds. 
Johannem  Wemerum,  p.  t.  deputatum  sjTiodi  en  dienaar  Jezu  Christi  tot 
Marrum  en  Nykerk.  Anno  1649."  Dit  afsclirift  met  keurig  nette  hand  is  uit 
het  begin  van  de  achttiende  eeuw  en  bijgehouden  tot  omstreeks  172H.  Dat  de 
canonicus  uit  het  verhandelde  in  de  synoden  van  1581  en  1582  met  opgave 
van  het  artikel  bepalingen  overnam,  is  een  afdoend  bewijs,  dat  de  ge- 
schrevene acta  van  die  eerste  synoden  in  liet  midden  der  zeventiende  eeuw 
nog  aanwezig  waren.  Nu  zijn  ze  spoorloos  venlwenen.  Doch  van  158B  af 
is  er  in  de  heele  reeks  van  de  met  groote  i'ogelmatigheid  gelioudene 
Friesche  synoden  geen  enkele  leemte ,  een  duidelijk  teeken  dat  de  kerkelijke 
aangelegen  hellen  in  dit  gewest  van  den  iKïginne  af  l)eter  en  vaster  geregeld 


vn 

werden  dan  ergens  elders.  Toen  zelfs  in  Noordholland  en  zoo  menige 
andere  provincie  de  Staten  geen  verlof  wilden  geven  tot  het  bijeenroepen 
\'an  synoden,  in  den  onnistigen  tyd  tusschen  1608  en  1618,  hield  de  kerk 
van  Friesland  heel  gewoon  haar  jaarlijksche  vergadering. 

Om  deze  reden  is  het  verwonderiijk ,  dat  in  de  kerkelijke  archieven, 
nocli  van  het  provinciaal  kerkbestmir  noch  van  de  Friesche  classes,  geen 
enkel  exemplaar  of  afschrift  van  de  oudste  acta  bewaard  is  gebleven.  In 
de  kist  der  classis  Leeuwarden  bevonden  zich  volgens  een  door  den 
canonicus  Wemerus  in  1668  opgemaakte  lijst  nog  de  losse  handelingen  van 
de  meeste  synoden  tusschen  1588  tot  1637.  Ook  de  classis  Sneek  heeft  een 
verzameling  gehad,  waarschijnlijk  eveneens  sedert  1583.  En  ds.  Wemerus 
zelf  moet  wel  een  volledige  reeks  gebruikt  hebben,  misschien  uit  het 
archief  van  zijn  classis  Dockum  of  het  exemplaar  in  berusting  onder  het 
collegie  der  deputaten.  Ook  deze  verzamelingen  zijn  allen  verloren  geraakt. 

De  teleurstelling  bij  het  door  ons  ingestelde  onderzoek  werd  echter 
geheel  vergoed  door  de  vondst  van  de  beide  exemplaren,  die  uit  dezen 
ondergang  gered  zijn,  en  waarvan  de  codex,  dien  wij  het  eerst  zidlen 
beschrijven,  alleen  reeds  volkomen  toereikend  is  voor  het  uitgeven  van  een 
goeden  en  betrouwbaren  tekst  der  oudste  Friesche  synodalia. 

TT.  Een  folioboek  in  hoornen  omslag,  eigendom  van  do  provinciale 
bibliotheek  en  thans  bewaaixl  in  het  rijksarchief  te  Leeuwanlen.  Het 
draagt  geen  opschrift:  alleen  aan  de  binnenzij  van  den  omslag  staat  aan- 
geteekend  „Nima.  2".  In  dezen  band  zijn  de  afzonderlijke  acta  heel  slordig 
bij  elkander  ingenaaid,  zóó  zelfs  dat  door  veelvuldig  gebniik  de  eerste 
documenten  tot  aan  het  jaar  1600  zijn  losgeraakt.  Deze  verzameling  is  geheel 
volledig  van  1583  af,  met  uitzondering  alleen  van  de  synode  van  1613, 
waarvan  het  buitenste  vel  en  daarmede  ook  de  eerste  bladzijde  verloren  is, 
zie  aanteekening  op  bl.  212.  Zij  begint  met  drie  vellen  in  folio,  blijkens 
opschrift  beschreven  met  „Extracta  quaedam  ex  variis  synodis",  nl.  eenige 
artikelen  van  het  verhandelde  en  beslotene  in  de  synoden  van  1583  tot 
1590,  zes  en  een  halve  bladzijde  ])eslaande.  Dan  volgen  in  gei-egelde  orde 
aUe  acta  synodalia  tot  en  met  liet  jaar  1627.  Bij  de  acta  van  1583  staat 
bovenaan  in  margine  aangeteekend :  ,,Num.  2".  De  handelingen  der  vier 
eerste  synoden  zijn  oude  afschriften,  zeer  waarschijnlijk  reeds  omstreeks 
dien  tijd  vervaardigd:  in  allen  gevalle  zijn  die  van  1586  blijkens  zijn 
bekende  hand  geschreven  door  den  scriba  zelf,  nl.  Sibmndus  Yomelius. 
Ook  later  komen  nog  enkele  niet  onderteekende  copien  voor ,  doch  i'eeds  van 
1588  af  zijn  de  meesten  of  authentieke  of  behcjorlijk  door  onderteekening 
officieel  gewaannerkte  acta,  zooals  wij  telkens  niet  een  aanteekening  ontlor 
den  tekst  hebben  medegedeeld. 

In  deze  belangrijke  verzanieliiig  bevinden  zicli  ook  nog  enkele  docuineiiten , 


vm 

die  ter  synode  gediend  hebben.  Zoo  volgde  op  de  acta  van  1603  afschrift 
van  een  aantal  stukken,  door  de  Hollandsche  synoden  met  de  Staten 
Greneraal  gewisseld  over  het  beleggen  van  een  nationale  synode.  Wij 
besloten  deze  als  van  meer  algemeenen  en  bekenden  inhoud  niet  uit  te 
geven.  Er  waren  echter  tnsscheu  de  acta  ook  nog  andere  stukken  opge- 
nomen, te  weten  een  heele  serie  door  den  rector  Daniel  Snecanus  zelf 
afgeschrevene  extracten  uit  het  notulenboek  der  dcputaten,  ingenaaid 
achter  de  acta  der  synode  van  1618.  Deze  vielen  onder  de  termen  van 
uitgave,  omdat  ze  zaken  behelsden,  die  op  de  agenda  der  synode  voor- 
kwamen. Er  volgden  in  datzelfde  scriptum  nog  eenige  korte  uittreksels 
ex  actis  deputatorum  op  de  jaren  1621  tot  1625,  doch  deze  lagen  buiten 
ons  bestek.  De  achteraan  gednikte  bijlage  op  bl.  290  is  de  volledige  tekst 
van  den  geloofsbrief  voor  de  afgevaardigden  uit  Friesland  naar  de  nationale 
synode  in  1586:  ze  is  genomen  naar  het  authentieke  stuk  in  het  oud- 
synodaal  archief,  in  den  catal.  Janssen  op  p.  10  aangeduid  sub  Ih. 

Al  deze  acta,  afzonderlijk  opgesteld,  zqn  eerst  later  in  óón  band  bij 
elkander  ingenaaid.  Voorop  of  achter  die  van  1588,  1590,  1598,  1604, 
1605,  1615,  1616  staat  lütdnikkelijk  aangeteekend ,  dat  het  stuk  geschi  even 
is  „voor  de  classe  van  Sneeck":  daardoor  wordt  het  vermoedden  gewekt, 
dat  dit  synodale  boek  uit  die  classis  afkomstig  is. 

Dit  alles  in  aanmerking  nemende  konden  wij  dadelijk  besluiten  om  dezen 
codex  uit  te  geven.  Ook  wanneer  er  meer  afschriften  geweest  waren,  zou 
deze  verzameling,  die  bijna  geheel  uit  authentieken  of  gelijktijdige  exem- 
plaren bestaat,  toch  do  voorkeur  hebben  gehad.  Alleen  in  het  archief  van 
het  provinciaal  kerkbestuur  van  Groningen  vonden  wij  nog  een  exemplaar, 
maar  van  veel  minder  beteekenis  en  ook  onvolledig. 

UU.  Een  folio  schrijfboek  in  gekleiml  papieren  omslag  met  den  later 
opgeplakten  rugtitel:  „[ajcta  syn.  f  van]  Vrieslant  van  de  jaren  fl5J83 — 
1636.  1."  Het  is  geheel  met  dezelfde  hand  geschreven  en  bevat  de  han- 
delingen van  1583,  1588—1591,  1593,  1595,  1597,  1599,  1601—1609 
en  van  de  synode  te  Leeuwarden  in  September  1618,  doch  daaraan  ont- 
breekt het  slot.  De  reeks  begint  dan  weer  met  1622 ,  maar  ook  dan  worden 
nog  verscheidene  jaren  gemist.  Wij  hebben  dit  boek  slechts  in  enkele 
gevallen  van  een  bedorven  tekst  behoeven  na  te  zien:  vergelijking  was 
overbodig. 

n.    UTRECHT. 

Toen  in  de  andere  gewesten  van  Noord-Nederland  de  Hervormde  kerk 
i*ee(ls  gevestigd  was  en  zich  kon  wyden  aan  de  inrichting  van  haar  ï)estuur 
en  de  vele  belangen,  die  zij  haar  roeping  achtte,  bleef  zij  in  de  stad  en 


IX 

de  landgemeenten  van  Utrecht  nog  lange  jaren  in  een  toestand  verkeeren, 
waaiin  van  een  voldoende  organisatie,  van  een  synodale  regeling  geen 
sprake  was.  De  verklaring  daarvan  is  te  zoeken  in  verschillende  omstan- 
digheden. Utrecht  heeft  gedurende  een  bijna  veertigjarig  tijdperk,  sedert 
de  Unie  tot  aan  de  ontwapening  der  waardgelders,  een  geschiedenis  door- 
leefd, die  ook  vooral  op  kerkelijk  gebied  geheel  afweek  van  het  beloop 
der  dingen  in  andere  gewesten.  Hoe  kon  dat  ook  anders  onder  een  bevol- 
king, waarin  zoo  verschillende  machten  en  belangen  werkten  en  woelden: 
de  zeer  talrijke  Roomschen,  de  Calvinisten,  de  geestvei-wanten  van  Dnyf- 
huis.  Omdat  behalve  in  de  dagen  van  Leycester  en  gedurende  de  gevaarlijke 
onlusten  van  1610  een  libertijnsche  oligarchie  de  overmacht  bezat,  wenl 
een  regeling  van  den  kerkelijken  toestand  naar  den  wensch  der  streng 
Gereformeerden  veeleer  tegengehouden  dan  bevorderd.  De  regenten  hielden 
het  heft  in  handen  en  volgden  den  regel,  dat  zij  de  ontevredenen  en 
weerbarstigen  de  kracht  van  him  gezag  deden  gevoelen  en  alleen  de 
vredigen  ongemoeid  lieten  of  ter  wille  van  de  billijkheid  en  nist  eonige 
concessies  deden.  Op  de  regeling  der  kerkelijke  zaken  hadden  de  kerkelijken 
zelf  dus  niet  den  minsten  invloed.  De  kerk,  geheel  aan  het  gezag  van 
de  politieken  onderworpen,  ontving  achtereenvolgens :  de  kerkwet  van  1590, 
de  eenigszins  gewijzigde  voorloopige  artikelen  van  1593,  de  provisionele 
kerkorde  van  1606.  Dit  alles  geschiedde  echter  niet  zonder  ontevredenlieid 
en  zelfs  onlusten  te  verwekken.  Eindelijk  behaalde  de  regeering  de  over- 
winning over  alle  tegenstrevende  geesten ,  en  legde  zelfs  de  sti-eng-kerkelijke 
minderheid  der  predikanten  zich  in  1612  neer  bij  een  kerkorde,  die  be- 
rustte op  het  beginsel  van  onderlinge  samenwerking  tusschen  de  overlieid 
en  de  kerk,  en  waardoor  ook  de  landgemeenten  nauwer  verbonden  weitlen 
met  die  van  de  hoofdstad.  Omdat  alle  predikanten  in  Utrecht  toen  na  hun 
gehouden  overleg  op  de  synode  moesten  beloven,  dat  zij  elkander  in  vi^le 
zouden  verdragen  en  elke  openbare  bespreking  van  de  praedestinatieleer 
vermijden,  beleefde  dit  gewest  een  periode  van  rust  en  schijnbare  eenheid. 
Doch  zeer  kortstondig.  In  1618  werd  het  blad  geheel  omgekeerd.  Aües 
wat  opgebouwd  was ,  werd  met  één  slag  afgebroken ,  en  de  kerk  van  Utrecht 
werd  van  haar  eigenaardig  karakter  ontdaan,  geschoeid  op  Dordtsche 
leest. 

In  het  geheele  tijdperk,  dat  daaraan  voorafging,  werd  er  uiterst  zelden 
een  synodale  vergadering  belegd ,  slechts  dan  wanneer  er  kans  bestond  om 
werkelijk  een  resultaat  te  krijgen  overeenkomstig  met  de  bedoelingen  van 
de  gematigde  partij  en  inzonderheid  met  de  beginselen  on  verordeningen  der 
regeering.  Naar  de  nationale  synode  te  Middelburg  wenlen  in  1581  uit 
Utrecht  twee  afgevaardigden  gezonden :  Hennannus  Mode<i  en  Petnis  Ober- 
kamp  ,  predikant  te  Amersfoort.  Of  zij  op  een  kerkelijke  vergadering  daartoe 


gekozen  waren,  is  mij  onbekend.  Ook  voor  den  Haag  werden  in  1586  twee 
leden  benoemd,  maar  de  predikanten  en  ouderlingen  „representerende  alle 
de  kercken  deser  provintie"  gaven  hun  samenkomst  slec^hts  den  titel  van 
classikale  vergadering.  Nu  was  wel  op  de  beide  voorgaande  nationale 
synoden  voor  Utrecht  als  synodale  provincie  een  verdeeling  in  classes 
ontworpen  (te  Dordrecht  in  vijf,  te  Middelburg  in  drie),  doch  deze  geloofs- 
brief is  het  bewijs ,  dat  toen  nog  aan  geen  synodale  regeling  gedacht  wenl. 
De  Utrechtsche  kerk  werd  behandeld  naar  den  maatstaf  van  een  classis. 
Een  toestand,  die  eigenlijk  tot  aan  1618  voortduurde,  zie  bijv.  bl.  372  in 
deze  acta.  Wel  hadden  de  Staten  in  1606  alle  predikanten  tot  een  synode 
opgeroepen,  doch  persoonlijk,  zonder  kerkelijke  afvaardiging,  zonder  ouder- 
lingen. Ook  in  de  kerkonle  van  1612  (zie  cap.  van  de  kerkelijke  vei-gade- 
ringen  sub  VI)  werd  uitdrukkelijk  gezegd,  dat  „vermidts  de  cleynhe^i:  der 
provincie  ende  andere  redenen"  geen  verdeeling  in  classes  noodig  geaclit 
werd.  Eerst  in  1619  kwam  aan  dezen  exceptionelen  toestand  een  einde,  en 
de  nieuwe  regeering  werkte  met  de  Dordtsche  commissie  onder  leiding 
van  Bogerman  samen  om  de  kerk  van  Utrecht  naar  de  gewone  onle  in  te 
richten,  nadat  de  Remonstrantsche  regenten  en  predikanten  met  hun  geest- 
verwanten op  zij  gezet  waren.  Van  dat  jaar  af  nam  het  kerkelijk  leven 
hier  het  gewone  beloop  en  werden  ook  geregeld  de  jaarlijksche  provinciale 
synoden  belegd. 

Zoo  is  het  gekomen,  dat  vrij  zeker  vóór  den  jare  1618  maar  twee 
synoden  zijn  gehouden  nl.  in  1606  en  1612.  Er  bestaat  geen  spoor,  dat 
de  regeering  haar  verordeningen  van  1590  en  1593  op  een  kerkelijke 
vergadering  heeft  laten  bespreken  en  erkennen.  Het  eenige  leven  steeken 
van  de  algemeene  vergadering  der  Utrechtsche  kerken  in  1586  is  de 
geloofsbrief,  die  daarom  in  zijn  geheel  door  ons  is  opgenomen  naar  het 
origineel  in  het  oud-synodaal  archief  (catal.  Janssen  t.  a.  p.) 

Wij  hebben  slechts  drie  codices  der  acta  synodalia  van  Utreclit  opgo- 
spoonl.  Doch  hoe  weinig  ook,  het  was  voldoende,  want  wij  konden  onze 
uitgave  bezorgen  naar  het  oude  liandschrift 

W.  Een  verzameling  van  synodalia  in  het  rijksai-chief  te  Utrecht.  Zij 
bestaat  uit: 

1.  Een  perkamenten  omslag,  gemerkt  65  B,  waarin  op  niet  bijeengebon- 
dene  foliobladen  afgeschreven  zijn  de  synodale  acta  van  1606.  Zij  behooren 
tot  een  aantal  ook  in  deze  portefeuüle  aanwezige  officiële  stukken,  door 
de  deputat^en  namens  de  synode  toen  bij  de  Staten  ingezonden  en  door 
ons  nu  als  bijlagen  in  het  licht  gegeven.  Het  facsimile  van  de  ondorteeke- 
ning  der  zeven  deputaten  is  door  dr.  Vermeulen  afgedrukt  in  zijn  Tijd- 
sclirift,  deel  I  tegenover  p.  90.  De  copie  dezer  acta,  een  imicum,  wenl 
als    bylago    gevoegd    bij    de    remonstrantie    en    verzoekschriften  der  kerk 


en    is    op    deze    wijze    in    het    archief    der    Staten    bewaard   gebleven. 

2.  Een  foliodeel  in  hoornen  band  met  overslag  en  koonl.  Rugtitel :  ,^cta 
sinodalia  tsedert  den  jare  1612  tot  den  jare  1630  incluis."  Het  is  oen  h^k 
van  groote  waarde,  want  daarin  zijn  verzameld  en  bij  elkander  ingeb(3ndon 
alle  handelingen  en  een  groot  aantal  bijlagen ,  dikwijls  authentieke  stukken , 
zooals  zij  door  de  synode  ter  griffie  werden  gedeponeerd.  De  acta  zijn 
soms  origineel,  soms  gelijktijdige  afscliriften ,  meestal  gewaarmerkt.  Dit 
boek  bevat:  de  authentieke  acta  van  1612  en  van  de  Contraremoustrantsche 
synode  van  1618,  gevolgd  door  de  groote  reeks  bijlagen,  die  wq  ook  in 
onze  editie  hebben  opgenomen;  het  gewaarmerkte  afschrift  van  de  Remon- 
strantsche  synode  in  1618  met  copie  van  den  geloofsbrief  van  him  afge- 
vaardigden naar  Dordrecht;  copie  der  acta  van  de  synode  der  Contra- 
remonstranten in  1618;  een  door  praeses  en  scriba  onderteekend  afschrift 
der  handelingen  van  1619,  1620,  1621,  1622  en  vervolgens. 

Het  bovenstaande  is  voldoende  ter  verklaring,  dat  wij  niet  behoefden  te 
aarzelen  om  deze  documenten  tot  tekst  van  onze  uitgave  te  kiezen. 

WW.  Een  lijvig  folioboek  in  hoornen  band  met  het  opschrift:  „Acta 
synodi  Trajectinae  pro  classe  Rheno-Vicana  1618 — 1660".  Wij  ontvingen 
het  uit  het  archief  der  classis  Wijk  bij  Duurstede.  Het  bevat  afschriften 
van  de  acta  der  synode  van  de  Contraremonstranten  in  1618,  gewaarmerkt 
door  den  scriba,  der  synode  van  1619,  1620,  1621  en  ver\'olgens.  Hierin 
worden  niet  slechts  de  acta  der  andere  synode  van  1618  gemist  maai*  ook 
aUe  bglagen :  aUeen  vonden  wij  hier  de  formulieren ,  die  op  de  synode  van 
1620  zijn  opgesteld  maar  in  den  codex  VV  ontbreken.  Het  zijn  die,  welke 
wij  a^edrukt  hebben  op  bl.  467.  Wij  behoefden  dit  handschrift  dus  slechts 
in  enkele  gevallen  te  raadplegen. 

Ook  hebben  wij  uit  het  archief  van  het  provinciaal  kerkliestuur  van  Utrecht 
nog  een  actenboek  ontvangen ,  in  den  catal.  Janssen  vermeld  j).  145  sub  9  A. 
Het  is  een  foliodeel  in  hoornen  band  met  den  rugtitel:  „Acta  synodi 
Trajectinae  a°  1619 — 1635".  Maar  dat  boek  verkeerde  inwendig  in  zulk 
een  geschonden  toestand ,  geheel  door  vochtiglieid  bedorven ,  het  papier  half 
verteerd,  het  schrift  soms  geheel  venl wenen,  dat  wij  het  zonder  bezwaar 
ongebruikt  hebben  gelaten. 

Alleen  de  acta  van  1620  wonlon  nu  voor  het  eerst  uitgegeven.  Het 
grootste  gedeelte  van  hetgeen  wij  thans  aanbieden,  bl.  294 — 442,  had 
echter  reeds  het  licht  aanschouwd.  Wijlen  dr.  P.  J.  Vermeulen,  areliivaris 
der  provincie  Utrecht,  heeft  vijftig  jaren  geleden  al  die  synodale  acta  en 
bijlagen  van  1606  tot  1619  uitgegeven  naar  codex  YV.  Hij  heeft,  dat 
gedaan  in  het  door  hem  geredigeerde  Tijdschrift  voor  de  geschiedenis  van 
het  bisdom,  de  provincie  en  de  stad  Utrecht,  deel  I,  p.  98—162,  165 — 193, 
deel  n,  p.  106—220,  deel  lY,  p.  211—272.  Zijn  op  zich  zelf  verdienstelijke 


SU 

arbeid  maakt  evenwel  onze  editie  niet  overbodig.  Natinu'lijk  mochten  deze 
acta  in  onze  reeks  niet  ontbreken,  omdat  ze  voortaan  door  den  historicus 
hierin  znllen  worden  gezocht  en  geraadpleegd.  Maar  bovendien  kunnen 
wij  ons  vleien  met  de  overtuiging ,  dat  wij  een  betere  en  veel  nauwkeuriger 
uitgave  aanbieden  niet  alleen  door  het  volgen  van  een  vasten  regel  ten 
aanzien  van  spelling ,  interpimctie  en  dergelijke ,  maar  ook  door  het  invoegen 
van  enkele  uitlatingen  en  het  geven  van  betere  lezingen.  Omdat  wij  den 
tekst  bezorgd  hebben  naar  den  codex  zelf,  konden  wij  ons  ontslagen 
rekenen  van  de  moeite  om  deze  afwijkingen  en  verbeteringen  telkens  te 
vermelden.  Inzonderheid  ten  opzichte  van  de  acta  der  synode  in  den  jare 
1619  was  onze  uitgave  zelfe  noodzakelijk.  Want  hier  heeft  dr.  Vermeiden 
den  zuiveren  tekst  van  het  origineel  geheel  overgebi-actht  in  de  spelling 
van  den  nieuweren  tijd,  een  groot  gebrek,  dat  in  onze  uitgave  nu  voor 
goed  is  hersteld. 

Van  één  der  bijlagen  hebben  we  een  dubbelen  tekst  moeten  geven ,  nl. 
den  latijnschen  en  nederlandschen.  Het  zijn  de  artikelen,  die  de  leden 
der  Remonstrantsche  synode  van  1618  hebben  opgesteld,  zie  bl.  367  vlg. 
Zij  gebniikten  de  nederlandsche  taal,  maar  de  latijnsche  overzetting  is 
ook  terstond  vervaardigd  met  het  oog  op  de  nationale  synode  van  Dord- 
recht, waarheen  het  stuk  opgezonden  werd,  zie  cataJ.  Janssen,  p.  13,  sub 
27.  Wij  hebben  ter  wille  van  de  vergelijking  de  beide  teksten  artikels- 
gewijze  onder  elkander  gednikt 

Zoo  zijn  wij  thans  met  onze  onderneming  genadenl  tot  het  zevende 
deel,  dat  vermoedelijk  in  den  volgenden  zomer  het  licht  zal  kunnen  zien 
en  de  acta  van  Groningen  on  Drente  zal  bevatten.  Moge  het  ons  gelukken 
ook  daarbij  de  ondersteuning  en  goedkeuring  te  ontvangen ,  die  ons  tot  dusver 
ten  tleel  gevallen  zijn. 

Groningen,   \    ^  ,.  ,^^„  J.  Reitsma. 

Utrecht,       )  S.  D.  van  Veen. 


[Extract  uit  de  handelingen  der  synode  te  Sneek  anno  1581.] 

Snee,  1581,  §  14.  —  Uit  yder  classis  zal  een  dienaar  en  een  ouderling 
gedeputeerd  worden  om  de  voorvallende  zaken  tusschen  de  synoden  door 
'tgeheele  jaar  te  beslegten  en  nomine  synodi  te  besorgen  na  nooddruft. 
Ende  dese  personen  zullen  in  eigener  persoon  verschynen,  of  andersints 
nootsakelyk  belet  zynde  ziülen  se  met  procuratie  een  ander  in  haar  plaats 
zenden,  i) 


[Extract    uit   de   handelingen   der   synode   te   Bolsward    6 
April  1582.] 

Bols.  1582,  §  32.  —  De  trouwe,  aan  jonge  dogters  gedaan  zonder 
consent  of  wille  van  de  ouders  of  mombers ,  is  vry  gekent  of  geen  trouwe 
strekkende  en  van  gener  weerden.  2) 


Copia. 
Acta  sifYiodi  particularis ,  welcke  begonnen  is  binnen 
Franicker  den  6  May  anno  1583. 

1.  Nae  aenroepinghe  des  naemen  Godes  syn  met  eendrachteghe  stemmen 
gecoren:  praeses  Joannes  Boohermannus  ende  scriba  Petrus  Sychemius 
Deynum. 

2.  Syn  daemae  gelesen  die  credentiebriewen  van  den  kercken  ofte 
classis,  by  haere  volmachten  geexhibeert,  ende  is  bevonden,  dat  deese 
onderschrewen  personen  gecompareert  syn: 

folmachtighe  van  Franecker  classis :  Sixttts  Rippertus  ,  dienaer  tot  Fra- 
nicker, ende  Corwelys,  dienaer  van  Harlinghen  met  haere  olderlinghen , 
als  tho  weeten:  Aedo  Eysinoha  ende  Epo  Jacobssz  van  Franicker; 


1)  Dit  extract  is  ontleend  aan  het  handschrift,  getiteld  „Extract  der  synodale 
rezolutien  Frisiae"  etc.,  p.  143,  gecopieerd  naar  het  door  ds.  J.  Wemenis  aangelegtlo 
boek  en  aangevuld  tot  ongeveer  1723. 

2)  Uit  hetzelfde  extract,  p.  2f)0. 

Acta  iyn.  provinc.  VI.  1 


folmachten  van  den  classis  van  Bolswerdt:  JellIur  HotsenIüs  ende 
JoANNES  BoGHERMAN  met  haere  olderlinghen  Gerleff  Ci.aessz  van  Bolswert 
ende  Douwe  Abbesz  van  Worckum; 

folmachtighen  van  het  classis  van  Dockum:  Andraeas  Stangerius, 
dienaer  aldaer  ende  HERMAjrJms  van  Auercamp  sonder  olderlinghen; 

folmachtighen  vant  classis  van  Sneeck:  Martiiojs  Lauremannüs  ende 
TüLLius  van  Oesterlietens ,  olderlingh  M.  Augustinus  Nauta; 

folmachtighen  van  het  classis  van  Leewarden:  Petrus  Sychemiüs,  die- 
naer thot  Deynum,  ende  Hermaxnus  van  Bellicum  sonder  olderlinghen. 

3.  Ten  eersten  dan,  soeals  die  dienaers  syn  gecoemen  tot  anfanck 
des  synodi,  is  geproponeert  van  die  dienars  van  Bolswart  van  die  trans* 
latie  der  dienaeren  om  voer  tho  comen  alle  onordentlycheyt  ende  ergher* 
nisse,  die  daeruth  rysen  ende  noch  rysen  moeghen. 

4.  Aenghaende  die  translatie  van  übelo  Epio  is  by  het  synodum  een- 
drachtelyck  besloeten,  dat  Ubelus  op  de  Ryp  by  syn  gemeente  sall 
blywen,  wyt  oersaecke  dat  übelus  selffs  bekent,  dat  syn  translatie  niet 
stichtelyck  kan  geschien  sonder  bewiUinghe  van  syn  gemeente  ende  oeck 
om  meer  andere  saecken,  die  het  synodum  daerthoe  moveeren  om  alsoe 
thoe  pronuncieeren. 

5.  Ende  aenghaende  die  translatie  der  dienaeren  om  alle  inconvenienten 
ende  desorderen  voer  thoe  koemen,  die  daer  vaeck  ende  mennichmael 
infallen  ofte  moeghen  infallen ,  soe  is  eens  voer  all  aenghaende  het  punct 
van  die  verkiesinghe  ende  translatie  der  dienaeren  in  synodo  aldus  be- 
sloeten, als  hiernae  volcht. 

6.  Van  de  translatien.  i)  —  In  den  eersten  en  sall  gheen  translatie 
van  eenighen  dienaer  moeghen  geschieden  sonder  wille  ende  consent  van 
het  classis,  onder  welcke  deselwighe  sorteert,  welverstaende  dat  in  sulcken 
gevalle  die  gansche  classis  bestaende  van  dienaers  ende  olderlinghen  sullen 
judiceeren  ende  pronuncieeren.  Ende  int  judiceeren  ende  pronuncieeren 
sall  die  classis  een  opsien  hebben  op  alle  omstandighe  gelegentheyt  nae 
Qodes  woert  ende  stichtinghe  der  kercken.  Ende  oft  die  classes  sich  be- 
swaert  vonden ,  soe  sall  het  synodus  daerower  ordelen ,  ten  eynde  die  dienst 
des  woerts  met  gheen  onwettelycke  middelen  beswaert  on  worde. 

7.  Hoelang  een  dienaer  sifn  beroepinge  sal  otiderhoiiden.  —  Hoe  een 
dienaet'  voort  lopen  endejrredicke7i  in  andere  plaetsen  sich  sal  wachkn.  —  Ende 
oft  nu  eenighe  steden  ofte  dorpen  het  ordel  van  het  classis  ende  van  Godes 


1)     Do  marginalia  zijn  niet  een  latere  hand  gesehreven. 


3 

woert  sich  niet  en  willen  onderwerpen ,  soe  moeghen  sy  doen ,  als  sy  het 
verstaen,  dan  sall  sulcke  geroepen  dienaer  in  sulcken  gevall  syn  private 
meyninghe  niet  openbaeren  neifens  enighe  aengebodene  beroepinghe.  Dan 
behoeret  sulcke  dienaer,  die  beroepen  wordt,  een  tytlanck  syn  deliberatie 
thoe  neemen,  ende  middelertyt  sal  die  dienaer,  die  daer  beroepen  wort, 
sich  in  die  conscientie  ende  gebeden  tot  den  Heere  beghewen  ende  saJl 
syn  beroepinghe  geholden  syn  den  classis,  daeronder  hy  sorteert,  met 
den  aldereersten  tho  kennen  thoe  gewen  ende  niet  bowen  den  tyt  van  een 
maendt  moeghen  onderholden,  ende  en  sall  niet  moeghen  sich  daeren* 
tusschen  anders  dan  met  Godt  ende  synen  classis  beraetslaeghen  ende 
derselwigher  classis  oft  synodi  ordell  sich  ganta  onderwerpen  ende  alsdan 
nae  het  vuijtspreecken  van  het  classis  ofte  synodi  die  beroepinghe,  op 
hem  gedaen ,  aff  tho  slaen  ofte  aen  to  nemen  sonder  enighe  loepen  sollici- 
teeren  ofte  voer  hen  praedicken  ende  andere  diergelycke  dinghen  om  die 
menschen  toe  bew^egen  vuqt  private  affectie,  de  ene  thot  affgnnste  synes 
diensts  ende  den  anderen  thot  aenlockinghe. 

8.  Oeen  dienaer  te  beswaren^  als  hi  reden  van  translatie  heeft.  — 
Ende  opdat  gheen  dienaer  sich  hebbe  tho  beclaeghen  van  enighe  on- 
billicheyt,  salt  den  dienaer,  die  beroepen  wort,  vry  syn  syn  conditie  toe 
stellen  int  aenneraen  synes  diensts  by  eenighe  gemeynten  ende  synes 
dienstes  (soe  hy  eenighe  heeft,  die  den  wille  Godes  ende  synen  woerde 
gelyckformich  syn).  Ende  in  sulcken  gevall  en  sal  men  eenen  vroemen 
dienaer,  die  sus  anders  vroem  is  in  leer  ende  leeven,  niet  beswaeren  in 
syn  conscientie,  als  hy  billyuke  reeden  ende  oersaecke  van  translatie  sall 
hebben. 

9.  Doch  sal  men  alle  vlytighe  neersticheyt  aen  wenden,  dat  alle  cor- 
ruptien  ende  menschelycke  affectien  ende  onordentlycheyt  der  dienaeren 
ende  oeck  der  gemeynte ,  die  den  beroepinghe  doet ,  ter  causa  vorss.  worde 
gebeetert,  opdat  den  naeme  Godes  ende  die  stichtinghe  synder  gemeenten 
niet  worde  gelastert  ende  verhindert. 

10.  Dus  anders  soeverre  enighe  dienaers  teghen  deese  synodalische 
besluyt  sich  mochten  verloepen  ofte  vergrypen,  sullen  diesel wighe  der 
disciplinen  der  kercken,  classis  ofte  synodi  nae  vermoeghen  van  Godes 
weert  alletyt  onderworpen  syn ,  die  ower  den  owertreders  van  deesen  sullen 
gebniyck  worden. 

11.  Aenghaende  die  translatie  van  Martln'o  Laurejaanno  is  besloten, 

dat  MARTiNtfe  sal  van  der  Jylst  getransporteert  worden  tot  die  van  Sneeck 

ende  dat  op  sulcke  conditie,   dat  die  van  der  Jylst  sullen  wederom  met 

eenen    trouwen   dienaer  metten  aldereersten   vorsien   woixlen.    Ende  sall 

1* 


nochtans  MARtiNus  den  tyt  van  een  maendt  die  van  der  Jylst  bedienen, 
opdat  sy  daerentuschen  wederom  met  een  ander  dienaer  moeghen  ver- 
sien  worden,  ende  dat  altosamen  om  oersaecken,  die  den  synodnm  daerthoe 
moveeren. 

12.  Is  oeck  by  den  synodum  besloeten,  dat  Anthonius  Claessz  ende 
Jelltüs  HoTZENics  sicli  sullen  transporteeren  nomine  synodi  aen  die  van 
der  Jylst  beyde  kercken  ende  magistraeten  om  haer  toe  versachten  haer 
gemoet  aenghaende  die  affsegginghe  haers  dienaers  Lauromaniti  ende 
haer  induceeren  om  stracx  wederom  thoe  procederen  thot  het  verkiesen 
van  een  ander  dienaer. 

13.  Aenghaende  die  saecke  van  Gellius  Hotsenius,  oft  men  hem  van 
den  dienst  nae  syn  eyghen  supplicatie,  in  het  synodo  owergegeven  met 
syn  rationes,  daeri)  hy  daerinne  verhaelt  heeft,  sal  ontslaen  oft  niet,  is 
eendrachtlyck  besloeten ,  dat  hy  sall  moeghen  nae  syn  eyghen  wille  ende 
wunschen  van  den  dienst  alTstaen  om  soeveel  thoe  beeter  moeghen  vacee- 
ren  syn  studiis  ten  besten  van  der  gantscher  gemeynten.  Ende  aenghaende 
syn  onderholdt,  soeals  hy  een  oldt,  swack  man  is  ende  niemant  op  syn 
eyghen  solde  en  dienet,  soe  syn  van  het  synodus  ordineert  enighe  vol- 
machtighen,  die  nomine  2)  sich  sullen  transpoi-teeren  aen  mynheeren  den 
Staeten  ende  suppliceeren ,  dat  hy  een  eerlyck  onderholt  mochte  hebben. 
Ende  syn  dit  die  persoenen  daertho  gecommitteert :  JoAins-ES  BooHERMAifNus, 
RuARDUs  ende  den  doctor  Swaelwa. 

14.  Is  oeck  in  synodo  geproponeert  van  Andrea  Stangero  Documano 
aenghaende  die  n^conciliatie  met  der  kercken  Christi  tho  Franicker  ende 
Menno  Mellema  met  exhibitie  van  eenighe  instrumenten  ende  brieven 
van  synentweeghen.  Ende  is  daer  wederom  op  geantwoert  van  die  van 
Franicker  weghen  doer  Sixtum  ende  Epo  Jacobssz  olderling  aldaer ,  alsdat 
ay  well  thovreden  syn,  dat  Menno  Melma  voer  liem  ende  die  van  Fra- 
nicker aen  haer  syde  elck  twe  godsalighe  mannen  ende  praedicanten  ofte 
olderlinghen  ofte  anders  eenighe  bniederen  sullen  moeghen  nomineeren, 
waer  dattet  haer  lusten  ende  geliewen  sall.  Diewelcke  vier  personen  sullen 
moeghen  voememen  een  maniere  van  reconciliatie,  ofte  die  die  van  Fra- 
nicker airede  geremonstreert  hebben ,  ofte  die  hy  Menno  vorss.  voergestelt 
heeft,  ofte  die  sy  selwighe  allerstichstiycxt  sullen  bevynden  thoe  syn  om 
alsoe  die  saecke  thoe  moeghen  sopieren  ende  wech  to  nemen.  Ende  segghen 
die  van   Franicker  well   thovreden   thoe   syn   met  allen  tghene,  wat  die 

M     „daer."    Zoo   moet   de   in   den   tekst   voorkomende  abbreviatie  wonlen  gelezen. 
l'U,  het  (iron.  h.  s. ,  heeft  tereeht  „die." 
2)     „nomine."   l'U  lieeft  „nomine  8yno<li." 


personen  sullen  ordelen  ende  lichten.  Ende  dese  presentatie  siet  het  synodus 
voer  billich  ende  recht  aen. 

15.  Van  de  copulatie  eens  broeders  met  een  person ,  die  repudiata  is.  — 
Is  mede  proponeert  van  Henrico  Wellinck,  dienaer  thot  Balck,  aen- 
ghaende  eenen  broeder  aldaer,  de  begeer  gecopuleert  tho  syn  kercklyck 
met  een  persoen,  die  repudiata  is  van  haeren  man  semel  aut  bis.  Ende 
dewylen  dat  niet  en  blycket,  oft  causa  repudii  haer  schuit  oft  des  mans 
schuit  is,  ende  het  judicium  magistratus  haer  niet  geabsolveert  en  hoeft, 
soe  achten  die  broeders  in  synodo,  dat  die  brueder  tho  Balck  groetelyck 
tho  bestraffen  is ,  omdat  hy  met  sulck  een  persoen  hem  will  laeten  copu- 
leeien.  Ende  is  het  ordell  des  synodi,  dat  hy  sall  hem  onthelden  van 
sulck  een  persoen ,  ter  tyt  toe  die  magistraet  haer  innocent  sall  verclaren. 
Ende  soeverre  hy  ongehoei^samich  is,  sal  men  met  den  discipline  voert- 
vaeren. 

16.  Hoe  een  snater  der  gemeente  sich  sal  houden,  tvtinneer  haer  man 
wort  aenye^proken  op  belofte  van  trouwe  met  een  ander,  —  Op  het  aen- 
gewen  van  den  dienaer  van  Sneock  belanghende  een  suster  der  gemeynte 
by  haer,  diewelcke  haer  man,  die  sy  nu  heeft,  wordt  van  beloftenisse 
van  trouwe  aengesproken  van  een  ander  persoen,  die  hy  voerhen  soude 
beloftenisse  gedaen  hebben,  soeals  sy  secht,  is  die  resolutie  des  synodi, 
dat  sy  sichi)  sall  abstineeren  van  densel wighen  man,  bis  ter  tyt  toe  dat 
den  magistraet  sall  daerinne  gepronuncieert  hebben,  ende  voer  haer  mis- 
daet,  dat  sy  die  waerschouwinghe ,  die  haer  voerhen  gedaen  was,  niet 
en  heeft  willen  aennemen  ofte  hoeren. 

17.  Aenghaende  eenen  Lauuentium,  die  versuecket  om  geexamineert 
thoe  worden,  refereert  sich  het  synodus  nae  die  conclusie,  die  gemaeckt 
is  int  synodo  thot  Bolswert  anno  82  don  6  Aprilis  op  syn  persoen  ende 
persisteeren  daer  noch  by. 

Aenghaende  eenighe  scripta,  die  Anthonil's  Ulaessz  ende  Gellius 
HoTZENiüs  soe  contra  Anabaptas^^)  soe  de  magistratu  ende  de  disciplina  ge- 
maeckt hebben,  is  van  het  synodo  besloeten,  dat  beyder  mannen  scripta 
sullen  met  den  aldereersten  int  licht  gebracht  werden  thot  Godes  eren 
ende  welvaert  van  veele  menschen. 

18.  Aenghaende  die  articulen,  die  eertyts  nomine  ministrorum  den 
geroeynen  Staeten  syn  geremonstreert  op  den  lantdach,  syn  dieselwighe 
nu  wederom  doersien  ende  is  besloten,  dat  men  dieselwighe  ailiculen  op 


1)  Voor  dezeu  regt*!  plaatnte  de  öolirijver  lu'l  W(»ortl  „Palea."   Iï«*t  j^eheeli'  artikrl 
is  in  \^V  weggelaten.  Zie  evenw«.'l  art.  24  hicra(rhU.T. 

2)  ,^\iiabapta8.''  UU  heeft  „Anabaptiatas." 


6 

een  ander  tyt,  die  beqiiaemer  sall  syn,  sall  wederom  remonstreeren. 
Ende  heeft  het  synodus  personen  daerthoe  genoraineert,  die  op  sulcke 
gelegentheyt  van  die  dienaren  thoe  Lewarden  sullen  vorschrewen  werden 
om  tsamen  met  melcanderer  tho  communiceeren  ende  tho  addeeren,  wat 
hare  sall  nodich  duncken,  ende  alsdan  den  h.  Staeten  tho  exhibeeren. 
Ende  syn  die  personen  daertho  genomineert  dese:  Ruardus  thoe  Lee- 
warden ,  Sixtus  tho  Franicker ,  Martinüs  Lauromannus  ,  Anthonius  Claessz 
tho  Bolswart  ende  uth  Doecumer  classis  Cornelitis  Ayenium. 

19.  Worden  seeck^re  personen  voir  een  jaer  tot  affhandelinghe  van 
kerkensaken  geordineert.  —  Sullen  oeck  die  bowengeschrewen  personen  met 
die  olderlinghen  hiernae  geschrewon  macht  hebben  om  in  alle  andere 
saecken,  die  die  kercke  Godes  in  onse  vaderslant  int  generael  dit  jaer 
souden  voorvallen,  met  melcanderen  souden  moeghen  resolveeren  ende 
besluyten  nae  hettgene,  dat  haer  der  kercke  Godes  sall  nut  duncken. 
Ende  sall  een  yder  classis  macht  hebben  in  alsulcken,  alst  haer  noedich 
sall  duncken ,  dese  selwighe  persoenen  tho  verschry wen  ther  plaetse ,  daert 
van  node  sall  weesen ,  welverstaende  dat  dit  sall  dueren  niet  langhor  dan 
ad  proximam  synodum.  Welcker  olderlinghen  naemen  deese  syn:  Hessel 
Aysma  uth  Lewarder  classis,  wuijt  Franicker  classis  Aedo  E ysingha,  vuijt 
Sneecker  classis  Sybrant  Jydssz  tho  Balck,  van  Doecumer  classis  Heere 
PiETERssz,  vuyt  Bolswerder  classis  Dyrck  Ockosz. 

20.  Van  assignatien.  —  Belanghende  die  assignatien  der  dienaren  op 
den  dorpen  van  die  magistraet  is  geresolveert ,  dat  die  dienaren  van 
Lee  warden ,  sullen  examineeren  die  testimonia  der  dienaeren ,  die  van  myn- 
heeren  Staeten  int  lant  geroepen  worden  ofte  andei'sins  van  mynh.  assig- 
natie begheeren.  Ende  by  alsoeverre  dat  enighe  dienaers  by  advijs  van 
den  dienaren  van  Leewarden  doer  mynheeren  Staeten  assignatie  in  eenighe 
dorpen  gesonden  worden ,  soe  sullen  die  gesonden  dienaers  van  den  classis , 
daer  het  dorp  onder  sorteert,  ontfanghen  worden,  welverstaende  dat  die 
classes  gehouden  sullen  syn  met  den  eersten  die  gelegentheyt  haerder 
dorpen  ower  tho  schrywen ,  ten  eynde  die  dienaren  van  Leewarden  soeveel 
moeghelyck  is  een  yder  dorpe  met  gequalificeerde  dienaers  nae  gelegentheyt 
der  plaetsen  vorsien  moeghen  worden ,  alles  sonder  wyder  examinatie  als 
vorschrewen. 

21.  Die  floers^  die  op  scheidtplaetxen  wonen,  —  Aenghaende  die  orde- 
ninghe  van  den  dienaren  in  die  byeencomste  des  classis,  die  gehouden 
behoort  tho  worden ,  is  besloten  dat  die ,  so  op  den  scheydsplaetzen  sitten 
ofte  woenen ,  gaen  moeghen  thot  wat  classis  haer  sall  beliewen ,  mits  dat 
sy  sullen  gehouden  syn  by  denselwighen  classis,  daer  sy  haer  ecnmael 
hen  hebben  gegewen ,  tho  bly  wen.  Maer  die  daer  binnen  den  medios  limites 


sitlen  ofte  woenen,  dieselwighe  sullen  gehouden  syn  tho  gaen  nae  den 
classis,  die  sy  naestgeleghen  syn,  doch  alsoe  dat  men  die  billicheyt 
aensie ,  waer  die  minste  ofte  die  meeste  getall  der  dienaren  mochten  syn , 
ende  dit  alles  ter  eerster  instantie  by  provisie. 

22.  Aenghaende  die  acta  sjTiodalia  om  anderen  classibus  tho  commu- 
niceeren  is  besloeten ,  dat  die  plaetze ,  daer  het  synodus  laestmael  gehouden 
is ,  sall  diesel  wighe  kercken  gehouden  weesen  den  anderen  dassen  diesel- 
wighe  acta  ower  tho  schioken,  ende  dat  op  haei*e  costen  haere  copie 
passeeren. 

23.  Is  besloeten,  dat  het  toecomende  synodus  sall  gehouden  worden 
thoe  Harlinghen  ende  dat  des  Maendaechs  nae  Mey  anno  84. 

24.  Op  het  aengewen  van  den  dienaeren  van  Sneeck  belanghende  een 
suster  der  gemeynte  by  haer,  diewelcke  haere  man,  die  sy  nu  heeft, 
wort  van  een  ander  j)ersoen ,  die  sy  voerhen  beloftenisse  soude  gedaen 
hebben  (soeals  sy  secht)  ende  diesel  wighe  gevicieert  heeft  ende  van  haer 
aangesproken  is  geweest  van  trouwe,  waeromme  hy  met  dieselwighe 
persoen  om  een  seecker  somma  van  peninghen  is  afFgecomen,  ende  in 
cas  van  weygheringhe  van  betalinghe  nu  in  recht  van  haer  vertrocken 
wort ,  is  die  resolutie  des  synodi ,  dat  die  suster  sall  haer  abstineeren  van 
denselwighen  man,  bis  ter  tyt  thoe  dat  die  maegistraet  daeivan  sall 
ghepronuncieert  hebben,  ende  voer  haer  misdaet,  dat  sy  die  waerschou- 
wünghe,  die  haer  voerhen  gedaen  was,  niet  en  heeft  willen  aennemen 
ofte  hoeren,  gestraft  sal  worden  nochtans  met  bescheydenheyt  ende  ge- 
schicktheyt  om  meerder  inconvenienten  ende  periculen  wille,  die  daer 
souden  moeghen  vuyt  onstaen.  Actum  thot  Franicker  den  9  Maj. 

25.  Is  oeck  besloten  nomine  synodi ,  dat  Regnerus  Falcko  van  Steens 
sall  getranslateert  worden  thoe  Cuebaert.  Actum  ut  supra.  Oroonde. 

Stondt  ondergeteeckent : 

JOANNES    BOOHERMAJS^,   praCSCS. 

Petrus  Sychemfüs  Deynum,  scriba  nomine  synodi. 


ArticuUn  des  syruHli^  f/eholdcn  hinnen  Uarlhi{)hen 
anno  1584  den  o  May, 

1.  Alsoe  die  vorss.  brueders,  dienars  ende  olderlinghen  op  dato  vorss. 
thot  Harlinghen  in  synodo  vergadert  zyn de ,  is  aldereerst  met  aonropinghe 
des  godlyoken  naems  tot  eenen  praesidem  eendracht ich  gecoren  Antows 
Claessz  van   Worckum  ende  tot  eenen   scribam   Sibrandus  Abelus  van 


Harlinghen.  Ende  syn  daernae  metterdaedt  die  credentiebriewen  gelesen 
van  den  dassen,  by  haer  volmachten  geexhibeert. 

2.  Ende  alsoe  den  synodo  een  beropinghe  is  voergedraeghen  van  die 
Arum  ende  Kimswart,  waerinne  sy  beyde  dorpen  beropen  tot  eenen 
dienaer  onsen  bnieder  Bernajwttm  Stoffelsz,  is  eendrachtlyek  van  den 
bniederen  in  synodo  besloten,  dat  deese  haer  beropinghe  wort  geremit- 
teert  tot  het  beslnyt  van  mynheren  Staeten,  daeraff  nu  laestmael  in  den 
allegemeenen  lantsdach  is  geresolveert  ende  besloten  nae  inhout  den  6 
artioell  daraff  gemaeckt  zynde,  welverstaende  dat  oeck  die  personen,  die 
men  noemen  sullen  in  synodo,  sall  worden  geordineert  aen  mynh.  den 
Staeten  om  haer  well  neerstich  aen  toe  wysen  die  sinistre  frauden,  die 
by  die  van  Arum  ende  Kimswart  gesocht  worden  doer  die  combinatie 
deser  beyder  dorpen,  ende  soe  (^laet  daervuijt  rysen  ende  onstaen  will. 

3.  Is  oeck  gehandelt  ende  gesproecken  van  den  saecke  Hero  Heynes 
onsen  bnieder,  van  denwelcken  dewyle  grote  lasteringhe  ende  ruggespraeck 
gehoert  wordt,  soe  is  van  synodo  voer  guedt  ende  raedtsaem  bevonden, 
dat  onse  broeder  EEeeko  noch  voer  een  vierendeel  jaers  sall  worden  ge- 
leden in  synen  dienste  a  dato  van  deesen  aff  tot  Jacobi  naestcomende 
anno  84,  ende  dat  oeck  het  classis  van  Franicker  sall  opsicht  hieren- 
tuschen  hebben  op  syn  persoen  om  toe  vernemen  enighe  merckelycke 
verbeteringhe  in  syn  desordere  ende  onordentlycke  leewen.  Ende  soe  hy 
also  in  syne  onordentlycheyt  voertvaert,  sall  het  classis  van  Franicker 
die  saecke  moeghen  refereeren  ad  deputatos  synodi  omme  daerinne  tho 
handelen,  als  sy  nae  Godes  woerdt  allerstichtlycxt  sullen  bevynden, 
gelyck  hy  oeck  in  aller  bruederen  tegen  woerdicheyt  met  handen  belowet 
ende  aengenomen  heeft. 

4.  Alsoe  daer  langhe  reden  syn  gevallen  belanghende  den  beroepinghe 
van  den  E.  grietman  Doycke  Aysma  ende  die  van  Hallum  opten  persoen 
JoANNEM  NicoLAi,  onscu  brocdcr  thot  Rauwert,  is  van  den  synodo  een- 
drachtich  besloten,  dat  het  synodus  in  deesen  beropinghe  gantslyck  niet 
kan  doen  ofte  yetwat  besluijten ,  alleer  sy  die  van  Rauwert  hierop  gehoert 
ende  verstaen  hebben.  Ende  reguleert  hem  oeck  het  synodus  nae  den  6 
articell  van  mijnheeren  Staeten ,  in  deesen  laesten  allegemeynen  lantsdach 
daeraff  besloten  zynde.  Ende  dewyle  die  vorss.  E.  grietman  hem  in  dat 
besluyt  heeft  beswaarlyck  gevonden ,  is  noch  het  synodus  toevredcn  ende 
stelt  desen  saecke  in  handen  van  mynh.  den  praesident  ende  Ruardo 
AcRONio  met  noch  een  ofte  twe  dienaren  haer  geassocieert  om  tho  ordelen , 
oft  het  synodus  met  enighe  onbillicheyt  tegens  hem  gehandelt  heeft. 
Ende  soe  die  deputati  a  synodo  hiernae  gonomineert  het  koenen  toeweghe 


o 

brenghen  by  mynheoren  die  Staeten  des  landts,  dat  Joannes  onsen 
brueder  vorss.  met  stichtinghe  die  van  Hallum  kan  toegewesen  worden, 
is  daerinne  het  synodus  ganslyck  wel  thovrecden.  Ende  also  die  griet- 
man hadde  eenighe  dachten  op  onsen  brueder  Joannem  Nic^lai,  isser 
aen  beyde  syden  een  bruederlycke  versueninghe  van  alle  dinghen  geschiet 
in  onser  aller  tegenwoerdicheyt. 

5.  Alsoe  die  bruederen  in  synodo  vergadert  synde  eenighe  beroepinghe 
van  die  van  Wirdum  is  voergedraghen  doer  den  erentvesten  Syboldt 
AvsMA  ende  H.  N.  als  volmachte  van  den  dorpe  Wirdum ,  ende  met  ernst 
versocht  hebben  onsen  1.  vader  ende  broeder  Antonvs  Claessz,  dienaer 
thot  Worckum ,  ende  den  volmachtighe  van  dien  op  beyde  syden  gehoeil 
hebbende  (ende  oeck  mede  onsen  broder  Antonium  Claessz)  ende  nae 
langhe  verboert  synde  hebben  haer  alle  gelyck  het  ordell  des  synodi 
onderworpen.  Is  voer  geraedsaem  ende  godlyck  bevonden  van  den  synodo , 
dat  onsen  bnieder  Antonics  Claessz  sall  blywen  by  die  van  Worckum 
mits  belowende  oeck  die  van  Wirdum  alle  assistentie  toe  willen  doen, 
dat  die  van  Wirdum  met  eenen  bequamen  dienaer  metten  eersten  versien 
mochten  worden.  Knde  is  besloten ,  dat  men  twe  dienaren  sall  ordineeren 
om  bg  den  Staeten  aen  tho  houden,  dat  het  onderhoudt  van  onsen 
brueder  Awtonius  Claessz  verbetert  mach  worden. 

6.  Is  oeck  in  synodo  besloten,  dat  Laurentius  van  Worckum  met 
onsen  bnieder  Joanite  Bogermanno  met  eenen  anderen  dienaer  hem  ge- 
asBOcieret  tot  den  grietman  sall  ghaen  om  verbeteringhe  syns  dienstloens 
tho  moeghen  becomen,  ten  minsten  die  thien  goldtgulden,  gelyck  hem 
van  den  naesten  dorpe  was  toegelaten. 

7.  Aenghaende  om  eenen  dienaer  tho  schicken  op  Geesterlant  is  be- 
sloten, dat  men  sall  schrywen  aen  die  van  Leewarden  ten  eynde  eenen 
bequaemen  dienaer  haer  toegeschickt  mach  worden. 

8.  Dienaer  die  gemeynien  hebben^  met  unen  s^y  zullen  communiceren^),  — 
Is  oeck  besloten  in  synodo  van  die  dienaren,  die  gheen  gemeynten  en 
hebben  noch  met  eenighe  communiceeren ,  dat  eenen  ydor  classis  opgeleyt 
wordt  haer  Xo  vermanen  om  tho  communiceeren  met  den  gemeynten  der 
naestlegghende  steden  ofte  dorpen  ende  oeck  haeren  vuijtersten  beste 
tho  doen  omme  selwest  gemeynten  toe  moeghen  collegeren  ende  versameien. 

9.  Is  oeck  besloten  van  den  broederen  in  synodo,  dat  het  classis  van 
Sneeck  is  opgeleyt  seeckere  personen  toe  verordineeren  om  guedo  infor- 


1)     De  niargiualia  zijn  nu*t  een  laterij  hand  bijgevoegd. 


10 

matie  toe  neemen  van  den  persoen  onses  brueders  Agühaei  van  Sloten, 
twelck  gedaen  synde  tselwighe  in  alles  wederomme  tho  relateeren  ad 
deputatos  synodi  omme  hierinne  tho  handelen,  als  nae  Godes  woerdt 
behoren  sall. 

10.  Is  oeck  besloten  in  synodo,  dat  het  classis  van  Sneeck  is  opgeleyt 
twe  dienaers  toe  verordineeren  om  guede  informatie  tho  neemen  van  den 
persoen  Thome  Stalman  tot  Oesterendt  ende  hetselwighe  oeck  wederomme 
tho  relateeren  ad  deputatos  synodi  omme  hierinne  tho  moeghen  handelen , 
dat  alderstichtlyckst  nae  Godes  woerdt  sall  bevonden  worden. 

11.  Alsoe  oeck  woerden  gevallen  syn  van  onsen  brueder  Aitdrea  thot 
Mantgum,  is  ordineert,  dat  syn  classis  mynheeren  Staeten  sall  aenwysen 
die  onwillicheyt  der  huijsliigden  van  Biantgum  om  hem  tho  moeghen 
behouden  ende  sullen  oeck  thogelycke  aen  haer  versueckeu,  dat  hy  in 
synen  dienst  gecontinueert  mach  worden. 

12.  Is  oeck  besloten,  dat  een  yder  classis  sall  gewen  een  carolus- 
gulden  tot  betalinghe  in  handen  van  onsen  broeder  Sixto  Ripperto, 
dienaer  thot  Franicker,  van  weeghen  seeckere  oncosten  van  onsen  1. 
bnieder  Ruardo  Acronio  by  hem  gedaen  in  deesen  allegemeynen  lantsdach 
doer  oersaecken,  hier  niet  nodich  verhaelt. 

13.  Belangende  het  scriptum  van  onsen  liewen  broeder  Ajstonio  Claessz 
de  magistratu  is  in  synodo  besloten,  dat  hetsulwighe  ten  handen  gestelt 
den  dienaeren  als  Sixto  Ripperto,  Sibrando  Vomelio  ende  Ubelo  Epio, 
ende  thot  haer  toe  neemen  onsen  bnieder  Ruardum  Acroioum  ende  Sibran- 
DUM  Lttberti  omme  tselwighe  doer  to  lesen  ende,  daer  het  eyschet,  to 
corrigeeren,  afF  ofte  thodoen  ende  in  alles  daerinne  tho  handelen,  als 
het  den  vorss.  dienaers  voer  het  alderbeste  bevynden  sullen. 

14.  Om  die  twee  weken  classis,  —  Is  oeck  in  synodo  eendrachtlyck 
besloten,  dat  men  om  die  twe  weecken  sal  houden  classicale  vergade- 
ringhen ,  den  eenen  om  van  kercklycke  saecken  tho  handelen  met  byweesen 
ende  stemmen  der  olderlinghen ,  den  anderen  om  tho  holden  collationem 
doctrinae,  het  waere  dan  alsoe  dat  eenighe  wychtighe  saecken  kercklyck 
synde  noedtwendich  gehandelt  mosten  worden.  Doch  die  het  alle  weecken 
bequaemlyck  koenen  doen  ende  houden ,  wort  een  yder  classis  syn  vryheyt 
hierinne  gegewen ,  ter  tyt  toe  die  naevolgende  forma  van  classis  tho  hol- 
den in  treyn  gebrocht  sall  syn. 

15.  Tiveemael  jaers  censura.  —  Is  oeck  in  synodo  voer  raedtsaem  ge- 
vonden ,  dat  die  classes  tweemael  des  jaers  sullen  holden  censuram  monim 
den   eersten  ora   Meije,  als  die  classes  haeren  bycomsten  beginnen,  den 


11 

anderen   om  Michaelis,    dewylen   dan  die  classicale  vergaderinghen  op- 
holden. 

16.  Het  synodiis  heeft  geautoriseert  des  6  articulen,  by  D.  Oeyrck 
DoijMA  geexhibeert  ende  hier  aengevoecht,  ende  heeft  gesloten,  dat  by 
een  yder  dienaer  in  deesen  provincie  deselwe  onderhouden  sullen  worden , 
alwaer  tselwe  noch  niet  geschiet. 

17.  Is  gesproken  van  die  twistighe  attestatien  van  weeghen  onsen 
brueder  Joest  Pieterssz,  in  die  Joedrype  ende  Hommerts  dienaer  synde. 
Ende  dewyle  hy  voer  Godt  ende  den  brueders  verclaert  heeft  syn  eerste 
attestatie  recht  to  syn,  soe  is  besloten  van  den  bruederen  in  synodo,  dat 
wy  nae  die  waerheyt  synder  attestatien  sullen  vereyschen.  Ende  soeverre 
als  bevonden  wordt  doer  loffweerdighe  personen,  dat  syn  reden  valsch 
ende  contrary  worden  bevonden,  hebben  die  bniederen  in  synodo  be- 
sloten, dat  hy  alsoe  metterdaet  van  syn  dienst  sall  weesen  versteecken, 
twelck  hy  oock  verwillighet  heeft  ende  met  syn  eyghen  handt  onder- 
teeckent. 

18.  Is  oeck  besloten  van  Alberto  Westermai^no  ,  dat  men  hem  ter 
plaetsen,  daer  hy  nu  staet,  sall  w^echneemen  ende  dat  het  classis  van 
Lieewarden  twe  ordineeren  sall,  die  by  den  Staeten  sullen  aenholden, 
dat  Albertus  met  een  eerlyck  onderhoudt  mach  versien  ofte  versorget 
worden  tot  dien  eynde,  ofte  dat  hy  een  tytlanck  die  van  den  Nyeuwen- 
syll  met  Godes  woerdt  mochte  bedienen,  soelanghe  het  hem  luste  ofte 
geleghen  waere ,  ofte  andersins  hem  toe  begewen  tot  enighe  schoeldienst , 
daer  het  hem  best  mochte  geleghen  syn. 

19.  Het  synodus  authoriseert  het  classem  van  Leewarden  om  twe 
dienars  tho  ordineeren  om  alle  swaricheden  aff  tho  handelen,  die  op  die 
dienaer  tho  Dockum  ende  andere  personen  intendeert  mochten  worden. 

20.  Is  oeck  besloten  in  synodo,  dat  het  classis  van  Leewarden  sall 
sorghe  draghen  in  der  saecke  onses  bnieders  Gerardi  Besten  ,  thot  Grouwe 
staende,  eensdeel  om  van  syn  onderhoudt  besorget  to  moeghen  worden, 
andermael  oeck  guede  sorghe  ende  opsicht  toe  draeghen,  dat  onsen  broe- 
der in  geen  pericell  der  vianden  gerake  tho  vervallen. 

21.  Naedemael  het  synodus  de  resolutien  der  heeren  Staeten  op  ver- 
scheyden  articulen  neerstich  heeft  ingesien  ende  geconfereert ,  soe  achten 
die  bnieders  des  vorss.  synodi,  dat  die  swaricheyt  in  het  10  articell, 
meldende  van  den  publice  persoen ,  syn  eensdeels  wechgenomen  als  neffens 
die  translatie  der  dienaren  ende  eensdeels  doer  bequaeme  middel  nae  den 
lofflycken  forma,   in   den   cheurforstlycken   Paltzs  gebniycklyck ,  welcke 


12 

men  tot  gelegener  tyt  sall  verthonen,  wech  toe  neemen,  soe  achtet  het 
synodus  onnodich  toe  syn  soedanighen  publicam  persoen  toe  stellen,  by- 
sonder  soe  nyemant  kan  gevonden  worden ,  die  sulcx  sonde  koenen  utrichten 
sonder  grote  naedeel  syner  bedieninghe.  Begheren  daeromme,  dat  ons 
heeren  den  Gedeputeerde  Staeten  beliewe  in  plaetse  des  eenen  persoen 
twee  ut  yder  classis  in  den  articell  gemeldet  te  autoriseeren  ende  de 
sorghe  derselwer  classis  swarieheyt  te  bevelen,  als  naemelyck  den  prae- 
sidem  met  eenen  adjimct  om  me  nae  inholdt  des  10  articell  de  swaricheden, 
den  onderholdinghe  der  dienaeren  aenghaende,  wech  to  nemen  ende  te 
accoi'deeren  vryentlycker  wyse  met  den  dorpen,  soe  het  kan  geschieden, 
des  neen ,  den  h.  Gedeputeerde  Staeten  te  raporteeren  omme  nae  behoeren 
daerinne  tho  doen,  salff  altyt  der  heeren  Staten  beter  ordell.  Heeft  alsoe 
het  synodus  gecommitteert  Sibrandum  Luberti,  Ubelüm  Epium,  Bar- 
THOLDUM  ScHXTRiNö,  D.  Gellium  Hotzenium  ommc  deses  articels  concept 
met  mynh.  Staeten  te  communiceeren  ende  der  heeren  Staeten  verwil- 
linghe  in  dien  te  versoecken ,  diewelcke  vier  mannen  oeck  tot  haer  sullen 
moeghen  neemen  alsulcks  personen,  als  hem  nodich  moeghen  syn  om 
sodanighen  forma  met  hem  te  concipiëren  ende  by  den  heeren  Staeten 
eyndtlyck  toe  eifectueeren. 

22.  Aenghaende  het  scriptum  D.  Orici  Doyma  ,  welcke  hy  den  synodo 
geexhibeert  heeft ,  verordineert  het  synodus  Gellium  Hotzenium  ,  Barthol- 
DUM  Schuring,  Joannem  Arcertum,  Sibrandum  Luberti  ende  D.  Ottonem 
SuALviuM  omme  met  melcanderen  ende,  soet  haer  gevallen  sall,  met  2 
bysondere  mannen,  daertoe  van  haerluyden  te  vorderen  ende  beroepen, 
tselwe  schrift  doer  toe  leesen  ende  met  der  h.  schrift  toe  confereeren  ende 
alsoe  thot  behoerlycke  authoriteyt  omme  vrucht  te  doen  moeghen  onder 
den  gemeente  Gods  te  behelpen. 

23.  Heeft  oeck  het  vorss.  synodus  gecommitteert  Gellium  Hotzenium, 
RuARDUM  AcRONiUM  eudo  D.  Othonem  Sualvium  omme  met  assistentie  van 
2  ledemaeten  der  kercke  van  Worckum  aen  to  holden  tot  noedniftighe 
verbeteringhe  des  onderholts  haers  dienars  Antonii  Claessz,  die  altoes 
tot  noch  toe  all  toe  weynich  es  geweest  owennits  den  armoedt  der  kercken 
aldaer,  daerinne  hy  Antonius  duslanghe  geduldich  geleeden  heeft. 

24.  Is  oeck  totten  naesten  synodo  tho  holden  gedeputeert  die  stadt 
Doccum  ende  den  eersten  Maendach  nae  Meye  in  anno  85.  Ende  sullen 
hierentusschen  alle  infallende  swaricheden  decideert  worden  doer  den 
seer  geliefden  broederen  Joannem  Rouckessz  ,  dienaer  tho  Sneeck ,  Joannem 
BoouERMAN  thot  Bolswcrt,  Joannem  Arcerium  thot  Lee  warden,  Sibrandum 
Vomelium  tot  Pietersbierum ,  Andream  Stangerum  Dockum,  welcke  het 


13 

synodus  daertoe  geautoriseert  heeft,  doch  dat  yder  dienaer  vuUjt  synen 
classe  sall  moeghen  mede  vorderen  eenen  olderling  tot  syn  adjunct  tot 
alle  swaricheden  toe  decideren,  in  kercklycke  saecken  voertvaUende. 

25.  Ende  is  ten  laesten  by  den  synodo  opgelecht  den  classis  van  Sneeck 
om  den  sorge  van  den  wediiw  van  s.  Joawwis  Dorpii,  beroepen  dienaer 
der  stede  Jylst,  aen  to  neemen  ende  sy  te  helpen  tot  refusie  van  kosten, 
by  hem  ter  cause  van  synen  reyse  tot  deeses  vorss.  stede  bedieninges 
besten  uth  Zeelant  van  der  Thole  gedaen  met  overlyden  syns  persoens, 
als  daer  synen  weduw  ten  hoechsten  bedrowen  geworden  moet  syn* 

Onder  stondt  geschreven: 

Antonius  Claessz,  praeses. 

StBRAiTDUS  Abelus,  scriba  nomine  synodi. 

Questien  ofte  artieulen,  owergegewen  doer  D.  Oricum  Doyma. 

1.  Oft  het  niet  gnedt  sy,  dat  men  eene  guede  ende  lydlycke  ower- 
settinghe  der  heyligher  schrift  den  volcke  van  den  praedickstoel  voerleese 
ende  deselwighe  sonder  hoechwichtighe  redenen  niet  en  berispe  om  me 
gheen  epicurersche  ende  libertynsche  verachtinghe  van  Godes  geschrewen 
woerdt  in  die  herten  der  toehoerders  te  genereeren. 

2.  Ende  dat  men  altyt  in  den  praedicatien  meer  acht  liadde  op  die 
stichtinghe  der  eenvoudighen  ende  ongeleerden  als  der  geleerden,  ower- 
mits  dat  het  getall  der  ongeleerden  veel  groter  is  als  der  geleerden, 
ende  dattet  een  ander  saecke  is  in  der  schoele  te  leeren  als  in  der 
kercken. 

3.  Ende  daeromme  aif  hielde  van  subtyle  argumentatien ,  tsy  dat  ze  in 
forma  syllogismi  ofte  enthymematis  gestelt  worden,  ende  van  divisien  ende 
siibdivisien ,  die  te  seer  miütimembres  syn,  omme  die  memorie  der  tho- 
hoerderen  niet  te  beswaren  bowon  vermoegen. 

4.  Jae  oeck  van  manieren  van  spreecken,  die  latynsch  syn  ofte  soe 
gebroecken  van  latynsche,  dat  se  van  niemant  anders  coenen  verstaen 
worden  dan  van  dengeenen ,  die  in  der  latynsche  spraecko  vervaeren  syn. 

5.  Oft  het  oeck  niet  geraden  sy,  dat  men  in  den  dagelycxsche  ge- 
beeden  gebruycke  die  forma,  dio  van  godsalighe  ende  hoechbegawede 
mannen  nae  langhe  bedenckinghe  ende  rype  communicatie  gestelt  syn, 
eensdeels  daerom  dat  het  well  lichtlyck  geschien  kan,  dat  eenvoudighe 
praedicanten  haer  hierinne  vergrypen  soe  int  bidden  teghen  den  vianden 
als  andersins ,  gelyck  wy  daerafF  exempel  hebben  in  epistolis  Beezae  ,  i) 


1)     Bij  dezen  regel  Mta»at  in  niarginc:  „EpiBtola  0.-' 


u 

anderdeels  daeromme  dat  die  thohoerders  doer  die  menichfoudighe  reci- 
tatien  der  forma  dieselwe  allenxkens  van  buyten  leeren  ende  hen  selffs 
inprenten  ende  gewoenlyck  maecken,  twelcke  Phtlippus  Melanthon  ende 
andere  godsalighe  mannen  altyt  seer  gepreesen  hebben,  ende  ick  naer 
myn  swackheyt  seer  dienstlyck  totten  oeffeninghe  der  godsalicheyt  be- 
vynde.  Ick  laete  staen,  datter  somtyts  well  gestamert  wordt  in  den  gebede 
inopia  renim  et  verbonim,  hetwelcke  ondrachlyek  is. 

6.  Dat  men  oeck  in  die  bedieninghe  der  sacramenten  ende  bevestinghe 
des  houwelycx  die  beschrewene  formen  gebruycte,  eensdeels  daeromme 
opdat  hem  niemant  en  vergrepe  in  deoser  tyt  voll  twist  ende  schneringhen , 
anderdeels  dat  dieselwe  forma  met  alsiücke  rype  bedenckinghe  gestelt 
syn ,  dat  se  seer  fijn  die  somma  der  ganscher  christlycker  religie  begrypen , 
diewelcke  allencxken  op  deese  wyse  sonder  arbeyt  in  die  memone  der 
toehoerders  geprent  kan  worden. 


Copia, 
Acta  sinodi  gheholden  tot  Doccum  op  den  3  May 
anno  1585. 

1.  Naedemaell  alle  cristelicke  handelinghe  in  den  naeme  des  Heeren 
versaemelt  zynde  beheert  zyn  anfanck  thebben  van  den  aenroepinghe  des 
naeme  Goedes ,  twelck  gheschiet  is ,  soe  hebben  die  volmachten  des  sinodi 
terstondt  gheprocedeert  nae  die  ordinghe  der  kercken  tot  die  kiesinghe 
van  een  preside  ende  een  scriba.  Die  dienaeren  hebben  communibus  suf- 
fragiis  tot  een  presidem  vercoeren  Johannem  Bernardi,  dienaer  tot  Doc- 
cum,  ende  Suffridum  Pauli  van  Heech  in  scribam. 

2.  Daemae  heeft  preses  gheeyschet  die  credensbrieven  uniuscujusque 
classis.  Dat  ghedaen  synde  zyn  die  namen  der  volmachten  ghess.,  die- 
welcke dese  zyn,  als  hiemae  volcht: 

Theodorus  Herconis  ende  Hermanihjs  Belcum ,  dienaren  van  Luwaerden 
classe ; 

van  Franecensi  classe  zyn  volmachten  gheweest :  Tzialle  Jouckesz  ,  die- 
naer van  Oesterlietens ,  Fredericus  Ilstanus,  dienaer  van  Britzum,  ende 
Heyn  Jaoobssz,  olderling; 

van  Snecana  classe  zyn  daer  volmachten  gheweest  als  Petrus  Ahbrosiüs 
ende  Suffridus  Hegitis; 

van  Doccumensi  classe  Johannes  Bernardi,  Joannes  Nicolai,  dienaer 
van  Hallum,  ende  Johannes  Wilhelmi,  senior; 

Anthonitts  Nicolai  Bolswerdianae  classis  ende  Laes  Doytzie,  senior. 


15 

3.  Den  3  is  daer  verhandelt,  wie  die  Woensdaechs  die  voennaeninghen 
solde  doen,  soe  hebben  die  broederen,  in  den  naeme  des  Heeren  ver- 
saemelt,  gheeligeert  ende  ghecoeren  Johannem  Nicolai  ,  dienaer  van  Hallum. 

Doccum  den  3  May  anno  1585. 

4.  Ten  4  is  in  den  sinodo  voerghegheven  van  zeeckere  articulen,  die 
well  ende  toerechte  by  mynheeren  Staten  geresol veert  zyn,  diewelcke  nae 
denselven  resolutie  noch  niet  ofTectueert  worden  in  veell  diversche  plaetsen, 
als  beroepinghe  der  dienaeren,  die  worden  op  het  nauts  bedonghen,  als- 
dat  z^  hoeren  familie  nae  behoeren  niet  connen  sustenteren,  soe  van 
duyvelsweeringhe,  demolitien  der  altaeren,  ontheillighen  der  sabbath- 
daeghen  ende  fasteldaeghen ,  daer  werden  well  guede  leges  van  gheinaect , 
maer  daer  valt  gheen  executie  daerop,  daermede  die  godtlosen  moeghen 
gheconstringeert  worden ,  van  paepen  ende  schoelmeysteren ,  van  dissipatie 
der  gheestelicker  guederen  ende  van  onderhoudinghe  der  trouwer  schoell- 
meysteren  nae  den  7  aitickele,  by  den  pi-edicanten  overghegeven  op  den 
lansdach  in  Aprili  anno  84,  van  het  averspill.  Hier  is  van  den  broederen 
ghesloten,  dat  men  sall  aen  onsen  h.  die  Staeten  aenholden,  dat  hetselve 
solde  mo^hen  gheefPectueert  worden. 

5.  Die  niet  ad  cUtaaetn  comcn^  voir  een  reijse  6  sitvyversA)  —  Ten  5 
is  in  sinodo  verhandelt  van  denghenen ,  die  soe  selden  in  classe  versche- 
nen. Soe  is  daer  gere.solveert  eendrachtich  van  den  broederen,  dat  dieselve 
sall  mulcteert  worden  van  een  yeghelijcke  sijnens  absentie  in  ses  stnyvers 
ende  dat  in  usum  paupenmi,  nisi  justam  habiient  causam  suae  abscntiae , 
daer  die  broederen  van  sullen  ordelen.  Ende  zoe  daer  eenighe  in  broecke 
mochte  bevonden  worden  ende  sijne  mulctam  recuseert  tbetaelen ,  sall  die 
classis  teghen  denselven  procederen  nae  behoeren. 

6.  Qui  niedicinam  exercenf.  —  Ten  6  dewyle  sommighe  van  die  die- 
naeren des  h.  evangeliums  in  onsen  vaederlant  boeven  die  dienst  des  h. 
evangeliums  hoer  onderwinden  anderen  exercitien  toe  ghebniycken,  als  medi- 
dnam,  daer  die  dienst  des  h.  evangelions  een  ghehele  mensche  eyschet, 
soe  ist  dat  die  broederen  in  sinodo,  in  den  vresc  des  Heeren  vergaedert, 
ordineren  dat  soedanighe  dienaers  van  allsulcke  sullen  supercederen  nae 
het  exempell  der  apostolen  Actorum  G,  Lueae  22,  1  Thimoth.  4  ende  2 
Timoth.  2,  met  die  bedieninghe  des  woerts  hoeren  alleen  sullen  becom- 
meren,  soeverre  zy  onghehoersaem  des  woerde  Goedes  sijnde,  wettelicken 
straffen  willen  onderworpen  wesen ,  hoedaenighe  die  broederen  sullen  be- 
vinden toe  the  behoeren. 


1)     De  marginalia  zijn  met  «^'ii  laten*  hand  l)ijgevoegii. 


16 

7.  Die  saecke  onses  broeders  Floris  ende  Arnoldi  sall  die  grietman 
deddieren. 

8.  Naedemaell  het  verledene  sinodo  Sibrando  Vomelio  onsen  broeder 
opghelecht  is,  dat  hy  etlicke  boecken  van  onsen  lieve  broeder  Gellh 
HoTZENH  vuyt  latijn  in  duysch  solde  oversetten,  etlicke  Ruardo  Acronio, 
ende  Ruardus  hetselve  qualicken  heeft  connen  becoemen  om  zyn  menich- 
fuldighe  oocupatien,  dien  hy  in  zyn  dienst  heeft,  soe  ghaeven  die  broe- 
deren van  het  Franecensi  classe  voer,  dat  men  Sybraitdus  onsen  broeder 
daerthoe  well  solden  verwillighen  omme  voei-ts  over  te  setten,  zoe  die 
ghemeynte  Ooedts  daer  veell  aen  gheleghen  is  om  die  Doepers  die  mondt 
t€f  stoppen,  zoe  hij  een  weynich  mochte  becoemen,  daerdoer  zyn  arbeyt 
mochtet  versoetet  werden.  Soe  issedt  by  den  broederen  eendrachtelick 
besloten,  dat  onsen  broeder  SYBRAin)us  Lüberti  met  den  volmachten  in 
den  sinodo  tho  Franiker  sullen  communiceren  met  Gellio  ,  waer  Sybraitous 
van  sall  contenteert  worden,  ende  hetselven  vuyt  bevell  des  sinodi. 

9.  Die  hynielyck  in  de  huysen  trauwen.  —  Daer  is  oeck  verhandelt 
BoGHERMANin  saockc,  die  int  heymelick  eenighe  van  Burmania  kinderen 
tho  Ferwert  in  den  huyse  heeft  ghetrouwet,  dat  hy  zyn  schuldt  solde 
bekennen,  dat  hy  teghen  die  ordinghe  der  kercken  ghehandelt  heeft, 
twelck  gheschiet  is,  ende  hetselve  factum  in  maJam  consequentiam  niet 
trecken,  ofte  het  synodus  sall  teghen  soedaenighen  procederen  nae  be- 
hoeren. 

10.  Van  de  cïeedinghe  der  dienaeren.  —  Diewyle  daer  questie  ghevallen 
is  van  die  cledinghe  der  dienaeren  ende  hoeren  familie,  soe  isser  com- 
munibus  suffragiis  besloten,  dat  alle  dienaeren  anderen  solden  vermanen 
tot  nederheyt,  zoe  behoeren  zy  van  hoeren  ende  haere  iamilie  eerst  be- 
ginnen ende  datselve  nae  ghebniick  onses  vacderlants,  dat  die  dienaeren 
ende  haeren  familie  sullen  afflegghen  alle  nije  cledinghe ,  daervan  hier  in 
Vrieslandt  gheen  ghebruyck  van  en  is,  daerdoer  het  evangeliura  mochte 
ghelastert  werden  ende  dat  by  suspensie  sines  dienst,  zoe  daer  eenighe 
mochte  wesen  hierteghens  te  rebelleren,  hiervan  vermaendt  zijnde. 

11.  Naedemaell  in  sinodo  voergegheven  is,  hoe  datter  veell  resolutien 
by  mynh.  die  Staeten  ghesloten  worden  dan  niet  effectueert,  als  thoe 
zien  is  vuyt  den  4  artikele  hujus  sinodi,  soe  heeft  het  sinodus  daertoe 
ghecommitteert  Sibrawdum  Lüberti  ,  Sixtum  Ruperti  ,  Tullium  ende 
Fredericum  om  te  versuecken  aen  zyn  G.  ende  mynheeren,  dat  sy  den- 
selven artikele,  hierboeven  ghementioneert,  ghelieven  te  effectueren. 

12.  Meeste  stemmen  x>olghen,  —  Vorder  isser  ghestelt,  oft  men  meer 


17 

flienaeren  ende  olderlinghen  ad  sinodum  sullen  verordeneren ,  overmits 
datter  veell  jonghe  dienaeren  zyn,  die  van  kerckücke  saecke  weynich 
eerfaringhe  hebben,  ende  veell  olderlinghe  in  desen  sinodo  weynich  ghe- 
compareert  zyn,  soe  isser  in  sinodo  geresol veert ,  dat  een  ijghelick  depu- 
tatiis  suae  classis  sall  aengheven  om  met  ghemeender  stemme  te  sluyten , 
wat  nut  ende  profyt  sall  wesen ,  ende  die  meeste  stemme  classis  sall  ghe- 
volghet  worden. 

13.  Alzoe  CoRNELis  Claessz  van  Amsterdam  aen  Cornelium  Vitheri 
ghess.  heeft  om  zeeckere  betaelinghe  van  Allert  Tzyercksz,  die  hem 
van  zeeckere  buecken  schuldich  is,  ende  hy  versueckt  betalinghe,  ende 
zoe  vuyt  denselven  Corneli  brieff  te  zyne  is,  datter  eenighen  dienaei-en 
mochte  wesen,  die  hoere  fidera  daervoer  ghesedt  hebben  ghehadt,  soe  is 
CoRNELio  belasticht,  dat  hy  aen  Hilbrandum  Cunerum  solde  scriven, 
wie  zyn  onderborghe  mochte  wesen. 

14.  Daer  noch  voerghegheven  in  sinodo,  hoe  dat  die  pastorie  van 
Genum  dorch  versueck  van  heer  Frajjs  is  vercoft ,  soe  isser  gheresol veert 
in  sinodo,  naedemaell  die  vercoepinghe  stridet  tegens  jus  civile  ende 
usantie  onses  vaederlants,  dat  Joannes  Nicolai  ende  Johannes  Bernardi 
sullen  desen  abiisen  het  Hoff  remonstreren. 

15.  Die  beroepinghe  Ubeli  van  die  ghemeynte  van  Bolswaert ,  op  zyn 
persoen  ghedaen ,  is  affgheslaeghen ,  overmits  die  ghemeynte  niet  en  heeft 
compareert  ende  het  sinodus  verstonde  vuyt  Ubelo,  dat  hetselve  niet 
stichtelick  solde  moeghen  gheschieden  sunder  bewillinghe  synder  ghe- 
meynte van  Rypp. 

16.  Die  bei-oepinghe  Suffridi  Pauli  ts  remitteert  ad  classem,  over- 
mits die  parthien  nyet  erschenen  zyn.  Het  classis  hetselve  verstanden  heb- 
bende sullen  sententieren  nae  ordeninghe  der  Reformeerder  kercken,  bij 
welcken  die  electie  staedt. 

17.  Het  classis  van  Doccum  heeft  macht  nomine  sinodi  om  Gornelio, 
dienaer  van  Aengum,  aen  zyn  versueck  thoe  verhelpen. 

18.  JoHAKKE»  Spriiïgerus  ex  Leowerdiana  classe,  Lauromannus  ex 
Snecana,  ex  Bolswerdiana  classe  Johaxnes  Elburqejn'sis  ,  Ubelus  ex 
Franecensi  ende  Joannes  Nicolai  ex  Doccumensi  classe  zyn  deputati 
sinodi  gheordineert  om  alle  swaricheden  in  desen  jaere  mochte  vervallen 
affhandelen. 

Het  sinodus  sall  Leowerdie  gheholden  werden  den  9  May  anno  158(1. 

Onder  stond  ghesz. 
JoHANNES  Bernardi,  praeses. 
SxTFFRiDUs  Pauli,  scriba. 


Acta  ayn.  provinc.  VL 


IS 

Acta    des    synodi    Leoverdiensis  ^    gehouden   thot 
Leewarden  anno  1586  den  9  May  ende  volgens, 

1.  Is  dan  ten  eersten  nae  die  aenropinghe  der  naeme  Gods  doer 
gemeene  stemmen  der  broederen  tot  eenen  praesidera  gecoeren  Ruardus 
AcRONiTJS  ende  tot  eenen  scribam  Sibrandus  Yomelius. 

Syn  daemae  gelesen  den  procuratien  der  delegaten,  ende  is  vth  den 
procuratien  bevonden,  dat  vth  het  classis  van  Leewarden  volmachtigho 
syn:  Ruardus  Acronius  ende  Petrus  Coudum,  dienars,  Jak  Thyssz  ende 
DouwA  Sytsma  olderlinghen ; 

uth  den  classe  van  Franicker:  übelus  Epius  ende  Sibhandus  Vomelius, 
dienaers,  Sdctus  Rippertus  in  den  plaetse  van  een  olderlingh,  ende  Epo 
Jacobssz,  olderlingh; 

uth  den  classe  van  Bolswert:  Joaiïnes  Boghermannus  ende  Joannes 
HuECHELEM,  dienaors,  D.  Johannes  Luugeri,  olderlingh; 

uth  den  classe  van  Sneeck:  Antonius  Claessz  ende  Joannes  Blyensteyn, 
dienaers,  Maerten  Öerrytszz  van  Sloeten  ende  Claes  Jelmerssz  van 
Sneeck,  olderlinghen; 

uth  den  classe  van  Doccum:  Balthasar  Arnemius  ende  Heriiannus 
AvERCAMP,  dienaers,  Heero  Pieterssz  ende  Jacob  Jacobssz,  olderlinghen. 

Syn  vorder  geordineert  om  te  Leewarden  te  predighen  Carolus  van 
Ghent  ende  Abraham  Bouters. 

2.  Is  vorder  gehandelt  van  den  beroepinghe,  gedaen  by  die  van  Franicker 
op  Hermannum,  dienaer  te  Belcom,  ende  is  eendrachtich  besloeten  om 
gewichtige  oersaecken,  dat  Hermannus  voer  deese  tyt  by  syn  gemeynte 
van  Belcom  sall  blij  wen. 

3.  Is  oeck  besloeten,  dat  den  classis  van  Doccum  met  den  alderbe- 
quaemste  middelen  sorghe  sall  draeghen  ower  den  evangelische  guet- 
gunners  te  CoUum  ende  daerontrent. 

4.  Aenghaende  den  articulen,  anno  84  by  den  dienaeren  op  den 
lantsdach  gepraesenteert  ende  van  den  heeren  Staeten  geresol veert ,  is 
besloten ,  dat  men  by  syne  Gtenaede  sal  versuecken ,  dat  die  vorss.  articulen 
tot  hot  getall  van  neghen  geeffectueert  mochten  worden  met  eenighe 
breder  verclaringhe  van  den  sesten  articell. 

5.  Soeveele  aenghaet  den  articulen,  anno  84  van  den  dienaeren  op 
den  lantsdach  gerepresenteert  ende  aldaer  geresolveert ,  is  besloeten,  dat 
Ruardus  Acronius,  Joannes  Bogermannus,  Sibrandus  Vomelius  ende 
Epo  Jacobssz  sullen  gaen  by  syn  Genaede  ende  aldaer  suppliceeren ,  dat 


19 

syn  G.  sal  geliewen  doer  syn  autoriteyt  den  vorss.  articulen  ende  rcsolu- 
tien  te  effectueren. 

6.  Van  Gerardi  Alberti  saecke  is  besloten,  dat  Gerardus,  hoewel 
hy  doer  syn  ouderdom  syn  dienst  niet  kan  utvooren,  dat  hy  nochtans 
syn  voergaende  onderholdt  uth  syn  pastorie  ende  van  die  van  Pasens 
sal  beholden,  doch  alsoe  dat  hy  in  syn  dienst  sal  doen,  soeveele  hy 
kan,  ende  dat  daerby  het  classis  van  Doccum  den  defect  van  syn  dienst 
sal  helpen  te  vervullen. 

7.  Van  Allert  te  Sexbienim  saecke  is  besloten,  dat  den  gemeynte 
ende  classis  van  Leewarden  tot  syn  onderholdt  sal  contribueren  tot  het 
jaer  een  pontgroet,  die  van  Sneeck  ende  Sloeten  met  haer  classis  vier 
keysersgulden ,  die  gemeynte  van  Bolswert  ende  haere  classis  vier  gulden, 
die  van  Doccum  met  haere  classis  2  keysersgulden,  die  van  Franicker, 
Harlinghen  ende  haeren  classis  den  rest,  ten  eynde  hy  sweeeks  twee 
broeden  sall  moeghen  ontfanghen. 

8.  Van  Cornelii  Everardi  saecke  is  voer  raedtsaem  geacht,  dat  hy 
syn  pastorie ,  hem  van  den  dorpe  gepresenteert ,  sal  aenneemen ,  doch  soe 
die  pastorie  tot  syn  onderholdt  niet  sufficiant  is,  dat  men  alsdan  sal 
arbeyden  om  den  vorss.  Cornelio  syn  supplement  met  bequaeme  middelen 
te  versorghen  uth  den  vicarie. 

9.  Aenghaende  den  druckinghe  van  den  buecken  Jellh  ,  op  den  duijt- 
schen  spraecke  owergeset  doer  Sibrandum  VoMELniM,  is  besloten,  dat 
seeckere  mannen  van  den  synodo  daertoe  geordineert  sullen  worden ,  die- 
welcke  sullen  handelen  met  Jellio,  ten  eynde  hy  op  syn  costen  sal 
vervorderen  den  druckinghe  der  vorss.  buecken  ende  oeck  den  owersetter 
contenteeren  van  den  25  exemphiren ,  die  hy  Jellius  vorss.  den  owersetter 
beleeft  heeft.  Ende  soe  Jellius  tot  den  stucken  vorss.  hem  niet  sal  laeten 
willen  bewillighen,  dat  alsdan  den  mannen  voergementioneert  sullen 
arbeyden  om  den  voergaende  stucken  met  andere  bequaeme  middelen  te 
eflectueren. 

10.  Van  HoTZE  Reynerssz,  schoelmeyster  tot  Jeslum,  is  geaccordeert, 
dat  het  classis  van  Leewarden  hem  een  attestatie  sal  gewen,  waermede 
hy  hem  sal  moeghen  transporteren  aen  den  gemeynten  van  Vrieslant, 
aen  haere  versueckende  dat  sy  hem  met  eenighe  hantreyckinghe  sullen 
willen  assisteeren,  ten  eynde  hy  syn  crediteren  eenichsins  sal  moeghen 
contenteren. 

11.  Aenghaende   den   beroepinghe,    by   die   van   Doccum  gedaen  op 

JoAKNEM  NicoLAi,  dieuaer  tot  Hallum,  is  besloten,  dat  Joannes  by  dio 

Hailum  voer  deese  tyt  sal  blijwen,  ende  dat  men  die  van  Doccum  sal 

2* 


20 

bidden,   ten  eynde  sy  opt  spoedichste  haer  met  een  ander  getrouwen 
dienaer  sullen  versorghen. 

12.  Syn  genomineert  übelus  Epius,  Joannes  BoGERMAjnriJS  ende  Epo 
Jacobssz  om  met  Jellio  Hotzenio  te  handelen  van  den  stucken,  te  voeren 
verhaelt. 

13.  Van  Antonh  saecke  is  besloeten,  dat  hy  in  syn  dienst  sal  proce- 
deren, doch  dat  men  eemstich  by  sjm  G.  sal  aenholden  ten  eynde  syn 
schoelmeyster  seer  godtloes  synde  ende  andere  gelycke  schoelmeij stèren 
van  haeren  dienst  geremoveert  sullen  worden. 

14.  Van  den  saecke  Andreae  Stangeri  ,  die  in  den  dienst  tot  Doccum 
staende  in  hoerderye  is  gevallen  ende  denselwighen  nochtans  met  ver- 
vloeckinghe  syns  selfFs  in  den  classe  heeft  verlochent,  is  besloten,  dat 
hy  in  onsen  vaderslant  niet  en  behoert  tot  den  dienst  des  evangelii  toe- 
gelaeten  te  werden  om  naevolgenden  oersaecken:  ten  eersten  omdat 
alsulcke  toelatinghe  soude  stryden  tegen  Gods  woerdt;  ten  anderen  dat 
alsulcke  toelatinghe  soude  stryden  teghen  het  gebruijck  der  eerster  ende 
oldster  kercken;  ten  derden  omdat  alsulcke  toelatinghe  in  onsen  vaders- 
lant soude  stryden  teghen  den  stichtinghe  der  gemeyiiten;  ten  vierden 
dat  alsulcke  toelatinghe  soude  strijden  tegen  den  gemeenen  eer  endo 
eerbaerheyt  des  evangelischen  dienste. 

15.  Dewijlen  syne  Excellentie  den  graewe  van  LYNCHESTan  heeft  ut- 
geschrewen  eenen  nationael  synodum  in  sGravenhaeghe ,  alwaer  hy  op 
den  20»*®"  Junij  stijlo  novo  eyschet  uth  yeder  provincie  drie  dienaeren, 
olderlinghen ,  diaconen  ofte  andere,  soe  is  besloeten  van  den  bniederen, 
dat  KuARDUS  AcRONius,  SiBRANDUS  VoMELius  cudo  Epo  Jacobssz  haere  op 
den  vorss.  tyt  ter  plaetse  vorss.  sullen  transporteren. 

10.  Van  Frederico  Menaldum  is  besloten,  dat  hy  soevele  moegelyck 
is  by  den  classem  sal  coemen  ende  voerts  den  oncosten  van  denselwighen 
voer  syn  quota  helpen  draeghen. 

17.  Van  Gerbrando  Mennersgae  is  besloten,  dat  hy  van  den  dienst 
der  kercken  sal  afstaen,  doch  dat  men  onderdes  sal  arbeyden,  dat  hy 
syn  onderholt  by  die  van  Mennersgae  ofte  ten  minsten  elders  vandaen 
mochte  hebben.  Ende  sal  ondertyts,  soelanghe  hy  van  onderholt  is 
vorsien,  van  die  van  Mennersgae  syn  onderholt  hebben. 

18.  Alsoe  MicmEL  Andriessz  in  Hollant,  blyckende  by  genoechsamighe 
attestatien  hier  tegenwoerdich ,  eerst  van  syn  dienst  om  groete  oersaecken 
is  afgeset,  daernae  oeck  uth  den  kercke  Gods  is  utgesloten,  nae  welcke 


21 

iitsluytinghe  hy  te  Amswert  ende  oeck  elders  noch  grote  commotie  ge- 
maeckt  heeft,  soe  ist  dat  het  synodus,  den  12®"  May  anno  86  van  syn 
saecke  handelende,  den  vorss.  Michiel  niet  heeft  koenen  toelaeten  hier 
in  onsen  vaederslant  tot  den  dienst  der  kercken,  tenwaere  saecke  dat  hy 
eerst  hem  genoechsaem  by  den  kercken  van  Hollant  gepiirgeert  heeft. 
Achtet  daeromme  het  synodus  raedtsaem,  dat  bj'  den  heeren  van  den 
Hoewe  versocht  sal  worden ,  dat  den  heeren  sal  geliewen  den  Michaelen 
te  ordineeren  om  hem  te  defenderen  ter  plaetse,  alwaer  hy  gedeponeert 
ende  geexcommuniceert  is.  Is  oeck  voer  raedtsaem  geacht,  dat  deesen 
selwighen  besluijt  des  synodi  te  Leewarden  van  den  praedickstoel  sal  aff- 
gelesen  werden ,  ten  eynde  den  gemeynte  aldaer  mach  verstaen ,  dat  niet 
alleene  den  dienaeren  van  Leewarden  maer  den  gantsche  synodus  den 
vorss.  MicHAELEM  tot  den  dienst  der  kercken  niet  kan  toelaeten. 

Den  saecke  Suffridi  ende  die  gantsche  differenten  des  classis  van  Sneeck 
syn  gestelt  in  den  handen  van  den  deputaten ,  die  van  den  synodo  geordi- 
neert  sullen  worden. 

19.  (Jonfirmatio  articuli  de  medicina,  i)  —  Den  bruederen  achten ,  dat 
den  articel  in  den  synodo  van  Doccum  gemaeckt,  van  dat  den  dienaren 
den  medicinen  ofte  andere  wertlycke  kunsten  niet  sullen  exerceren ,  in  syn 
effect  sal  bly wen ,  doch  dat  Cornelitjs  Vicheri  gehoert  sal  worden  van  den 
deputaten  in  tgene  hy  daerteghen  mochte  hebben. 

20.  Sullen  oeck  den  deputati  met  Cornelio  den  discipline  oeffenen  om 
synen  seer  ongeschickten  brieff  aen  desen  synodum  geschrewen. 

Is  geaccordeert ,  dat  het  classis  van  Leewarden  met  assignatie  ofte 
andersins  met  donatie  tot  den  dienst  der  kercken  sal  helpen  deese  nae- 
schrewene   persoenen   als:    Carolum   van    Ghent,   Joannem    Petri  ende 

JOAHmnSM  HlLBRAin)!. 

21.  Versoeck  aen  syn  Ohsnaede  voer  de  weduwen  der  dienaeren,  — 
Is  besloten ,  dat  den  deputati  classium  geassocieert  syn  de  met  een  dienaer 
van  Leewarden  aen  syn  Genade  sullen  versuecken,  dat  syn  Genaede  sal 
geliewen  doer  syn  autoriteyt  dat  in  den  lande  van  Vrieslant  te  effectu- 
eren, dat  den  anne  weduwen  der  vervStorwene  dienaeren  tot  eenen  jaere 
haeren  onderholdt  moeghen  behouden ,  doch  alsoe  dat  den  plaetsen  der 
verstorwene  dienaeren  onderdes  van  den  naesten  dienaeren  bedient  sullen 
worden. 

22.  Aenghaende  den  verkiesinghe  der  pracdicanten ,  olderlingen  endo 


1)     De  marginalia  zijn  niet  wn  latere  hand  bijgevoegd. 


22 

diaconen  is  besloten ,  dat  in  effect  sal  bly wen  den  articell ,  van  dat  stiick 
gemaeckt  in  den  synodo  van  Dordrecht. 

23.  Deputati  reysen  op  costeii  des  schuldighen,  —  Den  deputati  synodi 
sullen  tot  oncosten  van  den  schuldigen  partien  reysen,  daer  sy  versocht 
worden,  ende  syn  van  den  synodo  geautoriseert  om  teghen  den  onge- 
regelden  te  procederen  tot  suspensie,  tot  depositie  ofte  oeck  tot  excom- 
municatie, soeals  sy  dan  sullen  bevynden  stichtich  ende  noedich  te  sijn. 

24.  Syn  tot  deputati  ofte  volraachtighe  geordineert  van  den  synodo: 
in  Leewerder  classe  Petrus  Deynum ,  in  Franicker  classe  Sixtus  Ripperttjs  , 
in  Bolswerder  classe  Joaiwes  Bogermannüs,  in  Sneecker  classe  Joannes 
RocHus,  in  Doccuraer  classe  Jan  Beerntssz. 

25.  Is  oeck  geaccordeert ,  dat  den  eersten  Maendach  nae  Meye  in  anno 
87  naestcomende  het  synodus  te  Sneeck  sal  geholden  werden. 

26.  Die  deputati  synodi  sullen  oeck  handelen  met  Jellio,  ten  eynde 
hy  syn  owergesettede  buecken  sal  helpen  laeten  dnicken  ende  Sibrotdum 
contenteren  van  den  25  exemplaren ,  hem  voer  den  owersettinghe  belooft. 

27.  Is  besloten,  dat  D.  Joannes  Arcerius  gebeden  sal  worden  om  met 
Petro  Coudum  te  gaen  aen  den  heeren  Gedeputeerde  Staeten  ende  te 
suppliceren ,  dat  hem  soude  geliewen  te  verschieten  den  pennighen  nodich 
synde  tot  oncosten  van  dengeenen ,  die  doer  het  utschrq wen  van  syn  Ex- 
cellentie sullen  reysen  op  het  synodum  nationael  tot  sÖravenhaeghen.  Ende 
oft  Arcerius  sulcx  soude  willen  afFslaen,  sal  in  sulcken  gevall  Ubelus 
Epius  syn  plaetse  vervullen. 

28.  Is  oeck  besloten ,  dat  Petrus  Deynum ,  Bartholdus  Schuring  ende 
Hermannus  Belcom  sullen  handelen  met  den  E.  raedt  der  stede  Leewerden 
ende  den  kerckenraedt  aldaer ,  ten  eynde  met  haeren  bewillinghe  Ruardus 
op  den  synodum  nationael  sal  moeghen  reysen. 

Actum  Leewarden  anno  1586  den  13  Maij. 

Onder  den  principael  stondt  geteeckent: 

Ruardus  Acrontüs,  dienaer  des  woerts  binnen  Leewerden,  praeses. 
Sibraxuus  Vomelius,  scriba  nomine  synodi. 
Anthonvs  Claessz  ,  uth  naeme  ende  bevel  des  synodi. 
Petrus  SYniKMius,  minister  verbi  in  Deynum. 
Ipe  Jacobssz. 


23 

Copia. 
Acta   des    VriescJien   synodi^    binnen   Sfieek  ver- 
gadert deft  18  Aprilis  anno  etc,  1587. 

1.  Eerstlick  is  (nae  anropinge  des  godtliken  namens)  Hermannus  Luinga, 
diener  tot  Bellicum,  praeses  und  M^vrtuojs  Lauermannus  ,  diener  binnen 
Sneek,  scriba  eligeert  unde  verkoren,  unde  die  praeses  heeft  Fredericum 
Ilstaxüm,  diener  tot  Britzert,  tot  een  adjunct  genomen. 

2.  Ten  tweden  sint  die  credentzbrieven  der  volmachtigen  gelesen  und 
is  befonden,  dat  met  genochsame  procuracie  sinth  affgeferdiget : 

wth  den  classe  van  Bolsvart:  Joannes  Heukelum  und  Joannes  Meppel 
als  dieners  unde  Joannes  Petri  unde  One  Eedesz  als  olderlinge;    . 

item  van  Doccum:  Cornelitts  Everhardi  und  Joannes  Nicolai  als  dieners 
und  Balthasar  Arxhemius  und  Herm.vnnus  Averkamf  als  olderlinge; 

item  van  Liewarden :  Bartoldus  ScHunimGA  und  Albertüs  Sibrandi  als 
dieners  unde  Hermantots  Luixcja  und  M.  Adrian  up  het  Bill  als  oldor- 
lingen; 

item  van  Franiker :  Gellius  Acronius  und  Fredericüh  Ilstanus  als  dieners 
und  Henricüs  Schurman  met  Alhart  Jacobsz  als  olderlingen; 

lestlick  van  Sneek:  Martlmjs  Latterilvnxtjs  und  Joanxes  Hilbraxdi  als 
dieners  unde  Claess  Jelmerincksz  ,  Suirt  Juriansz,  Claess  Joansz  und 
M.  Rombertus  rector  als  olderlingen; 

per  vices  te  compareren  unde  haer  suffragia  verscheidentlick  te  geven. 

3.  Ten  derden  is  Ritardus  Acx:ronit;s,  ANTUoNirs  Nicolai,  Joannes 
Sprenger  unde  Petrus  Skuemius  belast  by  sin  Genade  und  heren  Staten 
door  een  request  (welcker  sall  Gellius  Actrontts  nomine  synodi  schriven) 
te  verbidden,  dat  die  articiüen,  so  int  jaer  1584  binnen  Franiker  up  den 
landtsdagh  approbiert,  insonderheit  angaende  die  Wederdopers  daetlick 
exequert  und  die  scholmeisters  eerlich  underholden  werden. 

4.  Die  de  besluytingen  des  synodi  et  classis  uytbrengen,  i)  —  Ten  vierden 
is  eindrachtlick  accordiert,  dat  dewelck  alle  hetgene  in  synodis  unde  classi- 
bus  angedienet  unde  gesloeten  is ,  wthbrengen  ende  stroien ,  sullen  van  dien 
die  dieners  met  suspensie  hares  dienstes  unde  salarii,  een  verdendeel 
jaers  durende,  die  olderlingen  met  die  kercklike  disciplin  scherplick  ge- 
strafft  unde  tot  openbaer  schultbekenningen  gedreven  werdenn. 

5.  Ten  vifFten  is  besloeten,  dat  Gellius  Acvronius,  in  het  vorgh.  request 
im   derden  articul  gedacht,   sall   mede  anwisenn  und  versoken,  dat  die 


1)     De  marginalia  zijn  later  bijgevoegd. 


24 

kerckfogden  allenthalven   gedrongen   werden   die   verfallene  kercken  iind 
pastorienhuiser  wederom  te  repareren  und  up  te  bauwen. 

fj.  Ten  sessten  sall  Albertus  Sibkandi  Sfffiudum  Pauli  verschriven 
om  tokomenden  Fridagh  den  morgen  to  acht  uhiren  binnen  Sneek  in 
synodo  to  verschinen  und  etlike  anclagten,  up  sin  persoen  gedaen,  te 
verandtworden. 

7.  Ten  sevenden  is  allen  classibus  upgelecht ,  dat  sie  nerstich  vernemen 
van  die  geistlike  goder ,  welcker  verkofFt  ofFt  andersins  misbruickt  werden , 
\mde  dat  sie  by  sin  Genade  unde  die  Staten  anholden,  dat  diesel vige  tot 
haeren  christliken  gebniick  angelegt  werdenn. 

8.  Minisiri  et  ludimagistri  sttbscribent  Confessioni  etc.  —  Ten  achten 
is  noetsacklick  befonden  unde  geconstituert,  dat  die  dieners  unde  schol- 
meisters  sollen  die  Bekentnisse  des  geloffs  van  der  Reformerder  Nederland- 
schen  kerckenn  sonder  eenige  wthfluchten  met  haer  handen  underteikenn.Unde 
die  scholmeisters  sollen  der  jungen  joegedt  den  Heidelbergesclien  Cato- 
chismum  getrauwelick  inbelden  und  inplanten  unde  andere  schadelike 
boecken  wth  haren  scholen  sluiten,  unde  de  rebellen  sullen  met  adviss 
ende  behulp  van  sin  Genade  unde  Staten  gestrafft  werdenn. 

9.  Ten  negden  is  resolvert  van  die  persoon  Gerbranui  in  Minnersga, 
dat  hy  sall  van  sinen  dienst  affstaen.  Hierentvisschen  sall  van  sin  onder- 
holt  nerstigh  gehandelt  werden  by  die  heren  Staten  door  Albertum 
Sibra:ni)i  ende  Joaiwem  Spre:^ger.  Unde  so  daer  geen  troest  is ,  sollen  die 
classes  und  gemienten  voor  hem  sorgen. 

10.  Ten  tienden  sall  dat  besluit  van  het  underholt  Allekt  Tiertsz, 
verleden  Mey  binnen  Liewerden  accordiert,  voor  dit  jaer  continuert  werden, 
unde  die  classes  alle,  die  noch  van  dien  schuldigh  sint,  unde  die  van 
Doccumb  insonderheit  werden  belast,  dat  sie  hare  verplichtede  resten 
met  den  eersten  upbrengen  unde  betalen.  Item  van  des  vorgh.  Allertz 
schuit  by  CoR^'ElJI^^r  Nicolai,  tot  Amsterdam  boeckverkoper  (die  sich 
Street  tot  15  guldens)  gemakt  is  gesloeten,  dat  die  van  Liewerden 
daertho  sullen  viff  gulden,  die  van  Franiker  unde  Bolsvart  een  ieglick 
drie,  die  van  Sneek  derdehalfF  und  Doccumb  een  daler  contribueren. 

11.  Ten  elfften  wort  het  classis  van  Franiker  belast,  dat  sie  up  het 
spodigste  verarbeiden,  dat  die  Wederdopersche  scholmeister  to  Kimsert 
van  den  scholedienst  affgesett  und  een  ander  frommer  in  sin  platz 
wederom  ingefort  werde. 

12.  Gravamina  by  tyt  overschryven.  —  Ten  twelfften  sall  een  jeglick 


25 


classis,  wanner  und  war  die  synodns  in  tokomenden  tiden  geholden  sall 
werden,  voer  genoch  tevoren  sine  swaricheit  overschriven.  Unde  het 
classis,  welcker  het  synodum  sjill  ontfangen,  is  belast  sodanige  swa- 
richeiden  anderen  classibus  te  communiceren,  updat  die  gedeputeerde 
met  genoc-hsame  instructie  ad  synodum  mogen  komen. 

13.  Ten  dertienden  sall  een  jeglick  diener  van  die  gaerlegginge  siner 
pastorien  und  sin  onderholt  met  sinen  classe  delibereren ,  unde  het  classis 
sall  alsdan  sine  saken  by  sin  Genade  unde  Staten  getrauwlick  verfordei-enn. 

ld.  Deputati  syiiodi,  —  Ten  viertienden  sall  wth  een  jeglick  classe  een 
diener  genominert  und  gedeputert  werden  alle  geresene  f[uaestien  tvisschen 
die  synodes  christlick  to  decideren.  Und  so  die  deputati  ergens  ver- 
schreven  werden,  sullen  sie  in  eigener  persoen  verschinen,  maor  so 
sy  notsacklick  verlettet,  mogen  sy  in  haere  platzen  een  ander  l>c<]uam 
j)ersoen  met  genochsame  pix>curatie  oversenden.  Unde  die  deputati  sullen 
oeck  authoritatem  hebben  wth  die  bestempte  platzen,  daer  die  saken 
getractiert  werden,  eenige  dieners  imd  olderlingen  offt  professoren  (na 
haer  believen)  by  sich  te  ropen  om  die  voorfallende  saken  beter  te  slichten. 

15.  Classis  sjfyiodalis  conrluswnes  IiahebiL  —  Ten  vifftienden  is  oon 
jegiiken  classe  upgelecht,  dat  sie  alle  Vriesche  synodalia  neftens  die 
wthlandische  in  twe  verscheiden  boken  gebonden  by  sick  getrauwlick 
bewarenn. 

16.  Ten  sesstienden  is  noetsacklick  befonden,  dat  by  sin  Genade  unde 
Staten  versocht  werde,  dat  die  'wedwen  und  wesen  van  die  verstorvene 
dieners  een  halff  jaer  pensie  van  sin  bediende  gemiente  ontfangen.  Dartho 
sint  gedeputert  Joanni-is  BotiEUMAN.vrs ,  Anthonix^s  Nicolai  und  Heiimannts 
LuLXGA,  voorbeholtlick  dat  die  negstgesetene  dieners  den  dienst  bewaren. 

17.  Ten  soeventienden  sall  die  oversettinge  Qkïaa  Sxe(;ani  boeck  door 
SiBiLVNOüM  VoMELiuM  gcdacu  (ua  die  resolutie  Dordracenju3  synodi)  van  het 
Franiker  classe  neffens  die  professoren  der  theologiae  visitert  wenlen, 
eerdat  sulx  in  druck  wthgegeven  worth. 

18.  Ten  achtienden  sullen  die  classes  van  Lewerden  und  Doccumb 
die  van  Collum  und  Visstliet  vermanen  om  een  dienor  dos  godtliken 
words  te  ropen.  Und  wanner  die  classes  haere  norstigheit  in  sodaniger 
beropinge  gemercket,  sollen  sie,  die  classes,  hierentxnsschen  haer  bedienen 
insonderheit  daertho  versocht  s^-nde  unde  sy  den  diener  willen  halen.  Is 
oeck  het  classis  van  Bolsvart  und  Sneek  belast ,  dat  daruith  alle  maentids 
eens  ten  minsten  een  diener  aflgeferdigt  werde  na  die  sui<lersi(lt  an  die 
Wolden.   Desgelicken   het  Franiker  classis,  dat  het  een  diener  sende  nae 


26 

Amelandt  unde  Schirmonickoge  om  te  predigen  und  sy  te  vermanen 
eenen  eigen  diener  te  ropen.  Ende  die  classes  sullen  diesen  gemienten 
schuldigh  sin  to  dienen,  wanner  die  diener  versocht  unde  gehalet 
worth. 

19.  N.B.  Om  die  gemeenten  doer  twe  dienaers  des  classis  te  visiteren.  —  Ten 
negentienden  sullen  die  classes  twe  dieners  ordineren  by  haerselven, 
dewelcke  die  gemienten  onder  hen  sortierende  visiteren  und  undersoken 
na  het  levent  und  leer  der  dieneren  unde  na  die  gelentheit  der  gemienten , 
und  haren  classe  daervan  report  doen. 

20.  Wederdopersdie  leere  te  keeren.  —  Ten  twintigsten  angaende  die 
Wederdopersche  falsche  leringe  te  kerenn  is  up  die  resolutie,  gefonden 
in  den  landsdage  binnen  Franiker  anno  etc.  84  remittert. 

21.  Die  form  van  de  hedieninge  des  doops  etc.  te  houden.  —  Ten  eenend- 
twintigsten  werden  alle  dieners  belast  die  form  van  die  bedieninge  der 
dope  und  die  gebeden  (in  synodo  van  sGravenhagen  gementionert)  soveel 
moglick  te  achterfolgen. 

22.  N.B.  Van  het  verschynen  der  diefuiers  in  synodis  provificialihus.  —  Ten 
tweendtwintigsten  is  besloten ,  dat  alle  dieners  haer  fryheit  sullen  hebben 
up  hare  kosten  in  die  synodis  provincialibus  to  verschinen  und  haere 
sufFragia  te  geven,  voorbeholtlick  dat  die  praeses  met  den  gedeputerden 
dieneren  und  olderlingen  hare  stemmen  pondereren  und  niet  numereren, 
u])dat  die  meesten  suffragia  die  besten  niet  overwinnen,  \mde  die  deputati 
(nae  het  besluit  der  nationalen  synoden)  haere  authoriteit  beholdenn. 

23.  Ten  driendtwintigsten  hebben  die  van  Doccumb  gefraget,  offte  sy 
in  dien  hebben  missdaen ,  dat  sy  hebben  die  classes  verschreven ,  ten  einde 
dat  sie  door  een  request  koninglike  Majesteit  van  Engelandt  wercken,  dat 
haere  Majesteit  die  elendigheit  der  Nederlandtschen  kercken  to  herten 
neme  unde  sie  genadich  bescherme.  Danip  geresolvert,  dat  sie  in  die 
substantie  gantz  niet  gesondigt  maer  recht  unde  christlick  gedaen  hebben , 
maer  dat  sie  in  den  worden  regieren  offereren  met  die  van  Ostergoe  (in 
liaer  wthschrivinge  verhaelt)  hebben  errert,  und  dat  sie  haer  erratum  by 
sin  Genade  sullen  schriftlick  bekennen. 

24.  Ten  vierendtwintigsten  sall  een  gemeen  apologia  van  den  synodo 
siner  Genaden  overgesonden  werden  op  sin  oni'echtferdige  beschuldinge , 
over  die  classes  gedaen.  Darin  sall  oeck  angeholden  werden,  dat  sin 
Genade  den  beschuldiger  openbare  und  met  die  Staten  consentiere  om  an 
hare    Majesteit    van   Engelandt  te   suppliceren,   dat  haere  Majesteit  der 


27 

angefochtener  Nederlandtscher  kercken  te  Imlpe  kome.  i)  Unde  die  apologia 
an  sin  Genade  sullen  Gfxuus  Acxntoxius  und  BoGERMAX^xs  concipiëren. 
Und  Sprexoerüs  sall  met  Hadiuano  tot  Huisum  suLx  siner  Genaden  over- 
geven, ünde  het  request  an  die  koninglike  Majesteit  van  Engelandt  sullen 
B.\i.THAZ.vR  AnxHEMius,  Ajxthoxtcs  Ni(X)lai  und  JoAXNES  Raugiiüs  schriven. 

25.  Ten  vifFendtwintigsten  sint  die  acta,  den  26  Octobris  anno  1586 
van  den  deputatis  a  synodo  in  Sneker  classisboeck  verteekent,  sprekende 
up  SrrFFRmuM  Pauli  und  Petrum  Ambjjosu  angaende  die  kosten,  so  up 
haere  personen  gedaen,  ratificert  also  dat  sy  sullen  die  kosten,  nae  haer 
obligatie  met  haeren  eigen  handen  bevestigt,  betalen. 

26.  Qui  abfuerunt  a  synodo,  candemnantur  in  mulctam  peainianam.  — 
Ten  sessundtwintigsten  sint  die  deputati  classium  Joannf>^  Nicolai,  Bau- 
THOLDUS  ScHuuuxGA  und  Alh.vrt  Jacobsz  doer  hare  absentie  contumaces 
synodi  condemnert  imd  sullen  haer  schuit  opentlick  und  raundtlick  in 
haeren  classibus  bekennen  imde  by  den  anderen  classibus  haere  schult- 
bekenninge  overschriven ,  und  van  eenen  jegliken  dagh  dieser  synodalischer 
vergaderingen  (darvan  sy  sick  verachtlik  absentieren)  pro  mulcta  geven 
eenen  schellinck  to  behoff  der  armen,  ofPt  sullen  sick  door  gewichtige 
oersaken  mogen  ontschuldigen.  Unde  is  darby  int  gemein  resolveil,  dat 
hiemamals  in  tokomenden  tiden  sodanige  contumaces  met  dergeliken  dub- 
belde mulcta  sollen  gestrafft  werden. 

27.  Oeen  dienaers  sidlen  vermogen  hare  pastwielatiden  te  beswaren.  — 
Ten  sövenendtwintigsten  sollen  geen  dieners  macht  hebben  die  landen  van 
haere  pastorien  te  beswaren  oiït  to  verfrombden,  door  verkopinge,  over- 
draginge  offt  andersins  verhuiringe  \mder  frembde  huiser  und  handen  te 
brengen,  dat  niet  haere  nakomlingen  eenichsins  mochten  verkortet  werden, 
ünde  die  sulx  eertids  gedaen ,  sollen  sodanige  landen  wederom  in  integrum 
und  frigdom  stellen,  gelick  als  sie  die  hebben  ontfangen.  Und  die  classes 
sullen  sie  daertho  constringeren  und  die  ungehorsamen  straffen. 

28.  Ten  achtendtwintigsten  hebben  die  lethmaten  des  synodi  beiovet 
te  verbidden  by  haeren  classibus  unde  gemienten,  dat  sy  onsen  lieven 
broder  Derkick  Joivxsz  van  Welsryp  in  sinen  unverdragliken  rantzuim  und 
s waren  schulden  christlick  te  hulpe  komen.  Unde  het  synodus  heeft  ange- 
nomen  tot  Cornelium  Wuiieri  to  schriven,  dat  hy  Gellium  Hotzknium, 
creditorem  des  vorgh.  Dfjirktv  Joansz,  getrau^velick  bidde  imde  vermane. 


1)     Hier   zijn   drie   regels   met   dikke   strepen   doorgehaald.    Kr  kan  nog  ontcijferd 

worden:  „und  is  den soe  »m  Genade  ....  aftwlaet,  dat  «lie  kereken  van  Vries»- 

landt  gelikewell  sullen  in  sulcken  noetsa^x-kliken  handel)  vortfaren." 


28 

(lat   hy   niet  den   armen   man   unde  broder  patientie  hebbe.    Unde  diese 
schriften  sall  Joajjnes  Meppel  componeren. 

29.  Ten  negenendtwintigsten  is  etlike  beschuldinge  up  Joanni':m  Vosz 
ingebracht,  und  sint  verordinert  Albertus  Sibrandi  unde  One  Eedesz  in 
der  Jlst  te  reisen  om  darvan  informatie  te  nemen  und  ad  synodum  te 
brengen.  Und  die  kercke  van  Sneek  sall  oeck  haer  getuigen  van  dien 
daetlick  inforenn. 

30.  Ten  dertigsten  sall  het  classis  van  Liewerden  vier  geschickte  die- 
ners  ordineren,  dewelcke  Ruakdi  .Hx'konii  acripta  van  die  disciplin  und 
meer  anderen  stucken  perlustreren,  updat  sie  goedt  befonden  int  licht 
wthgegeven  werdenn. 

31.  Ten  einenddertigsten  is  besloten  van  Thoma  up  Geisterlandt,  dat 
hy  na  die  acten,  tot  Bolsvart  ofFt  Franiker  in  synode  gemakt,  niet  magh 
voor  een  lethmate  in  der  gemienten  Godes  rechtlick  bekent  werden, 
dewilen  het  synodus  achtet  sinen  staet  continuationem  adulterii. 

32.  Ministri  se  inira  limites  vocationis  coniineant,  —  Ten  tweender- 
tigsten  werden  die  classes  belast  die  dieners  godükes  words  te  c^nstrin- 
geren ,  dat  sie  sick  intra  limites  suae  professionie  holden  und  in  frombden 
exercitiis  sick  niet  vermengenn. 

33.  Ten  drieendertigsten  sall  Laurentius,  scholmeister  to  Mackum, 
vertrecken  na  Grypskercken ,  daer  hy  versocht  wort ,  ten  einde  dat  hy  in 
sin  beropinge  blive  und  sick  tds  een  from  lethmate  Christi  eerlick  drage 
unde  in  Bolsvarder  classe  (voor  sin  afFscheit)  sick  dartho  met  sin  eigen 
handt  verplichte  und  verbinde. 

34.  Ten  vierendertigsten  angaende  die  quaestie  van  een  broder  up 
Nielandt  is  sie  ad  Bolsvardianam  classem  remittert. 

35.  Ten  vifFendertigsten  sall  door  het  synodum  dat  Hoff  van  Vriess- 
landt  scharplick  vermanet  werden,  dat  die  heeren  getrauwlik  und 
ernstlik  die  missdaders  straffen  und  den  procuror  general  gestrenglick 
befelen  imde  gebieden,  dat  hy  tegen  sodanige  umparticsch  und  rechtlik 
procedere.  Unde  so  clat  Hoff  darin  sumachtich  befonden  wort,  sullen  die 
deputati  a  synodo  na  die  kercklike  disciplin  met  die  lethmaten  van  dien 
handelen.  Und  diese  vermaninge  sall  Joaxnks  Hilhuakdi  schriven  unde 
door  Alhkrtum  Strrandi  und  Petrum  Sicuemium  overgebracht  werdenn. 

36.  Een  boerk  roir  den  deputatis  synodi.  —  Ten  seszendertigsten  sall 
het  synodus  een  boeck  laten  maken  und  den  deputatis  classium  ten  han- 
den stellen,  darin  die  acten  haeres  tids  van  sie  gedaen  sullen  getrauwlik 


2f) 

angeteikent  werden,  ünde  sie  sullen  met  het  vorgh.  boeck  in  synodis 
verschinen  om  hare  resolutien  te  verclaren.  Tho  dit  boeck  sall  een  jeglik 
classis  drie  stuver  contribueren,  dewelcke  Joanxes  Hilhrandi  heeft  ont- 
fangen  om  sulx  to  bestellenn. 

37.  AUerius  dioecesis  infantes  non  haptixandi  sine  consensu.  —  Ten 
seveneudertigsten  sall  geen  diener  kindere  dopen,  die  wth  anderen  ge- 
raienten  (daer  een  diener  staet)  angebracht  werden,  sonder  consent  des 
anderen  dieners.  Ende  diese  resolutie  sall  opentlick  in  die  kercken  affgo- 
kondigt  und  publicert  werden. 

38.  Ten  achtendertigsten  sall  nomine  synodi  geschreven  werden  an  die 
dieners  binnen  Embdcn,  hoe  onerlik  und  godlosigh  dat  sick  Petkcs 
Aemejus  die  olde  in  Friesslandt  gedragen  heeft,  ten  einde  dat  sie  op  sin 
person  acht  hebben  \mde  die  kercklike  disciplin  unde  politische  justicie 
door  die  wertlike  overicheit  tegen  hem  -gebruiken.  Unde  Hkrmanno  Avkk- 
KAMP  sint  sodanige  schrifPten  te  concipiëren  upgelecht. 

39.  Ten  negenendertigsten  sall  Joannes  Vo«s  sine  schuit  by  die  per- 
sonen, dewelcke  in  hem  geergert  sinth  binnen  Sneek  und  in  der  Jlst, 
bekennen  unde  haer  om  vergiffnisse  bidden  unde  sick  himamals  also 
dragen ,  als  een  from  godtsalich  diener  des  h.  evangelii  schuldigh  is  unde , 
80  het  contrarium  gloffwerdigh  befonden  wort,  sall  hy  daetlick  van  sinen 
dienst  affgeset  wesen ,  dat  hy  also  met  Gods  genaden  te  achterfolgen  lieeft 
angenomen  und  belovet,  vorder  in  het  Sneker  classisboeck  met  sin  eigen 
handt  bevestiget  heeft.  Dat  also  gedaen  is,  darup  sall  Albertus  Sibrandi 
hem  een  verdraglike  attestatie  geven ,  darmet  hy  op  een  ander  platz  magh 
vertrecken.  Daerentegen  heeft  Voss  (na  die  resolutie  des  synodi)  een  in- 
formatie (warmet  het  Franiker  synodus  und  Martlntjs  Laüerma>j:nits  falsch- 
lik  van  die  Jlsters  beschuldigt  werden)  voor  een  halfF  jaer  Joaxxi 
Hi-xciCELUM  overgegeven  unde  vertrauwet,  up  sodanige  conditie  dat  Heucke- 
LüM  het  autographum  niemandt  wederom  geve  dan  Voss  alleine  die  copie , 
so  sidx  die  noet  eischede  tot  defensie  van  sin  persoen  tegens  die  Jlsters. 
ünde  Heuckelum  sall  nae  verloep  des  halven  jaers  unde  niet  langer  dat 
originael  tot  het  classem  van  iSneek  wederom  brengen  \mde  lathen  ver- 
branden. 

40.  Ten  vertigsten  nadien  het  synodus  niet  twifFelt,  dat  sin  Genade 
het  chrisüik  unde  noetsaklick  versoek  in  den  24  vorgh.  ailikel  verbalet 
an  die  koninglike  Majesteit  van  Engelandt  wert  approbieren ,  is  Baltilvz.vr 
Arnhemtüs  belast  met  sodanigen  schrifftliken  request  und  geloffwerdige 
credentzbrieyen  nae  Utrecht  te  reisen  und  sall  sulx  harer  Majesteit  legaet, 
den  heeren  van  Bockhorst,  onderdanich  behandigen  om  harer  Majesteit 


30 

beqiiamlick  overandtwort  te  wordenn ,  onangesien  offt  sulx  jeraandt  onver- 
standtlick  und  moetwilligh  worde  verletten.  Unde  die  kosten  van  dien 
sollen  die  goetwillige  classes  unde  gemienten  voor  den  tokomenden  godens- 
dagh  binnen  Lie warden  in  Joannes  Spkengerj  handen  sonder  eenigh  ver- 
togh  daetlick  bestellenn. 

41 .  Ten  eenend vertigsten  sall  Petrus  Ambrositjs  nae  inholt  der  sententie , 
van  den  deputatis  a  synodo  anno  etc.  86  den  25  Octobris  over  sin  persoen 
wthgesproken  unde  hy  met  sin  eigen  handt  bevestiget,  up  tokomenden 
Mey  praeciseliek  met  een  assignatie  vertrecken  unde  geen  dienst  in  sinen 
dorperen  offte  gemienten  meer  doen  unde  een  attestatie  van  het  Sneeker 
classe  hebben,  wanner  hy  sin  belofften  van  die  kosten,  up  sin  persoen 
doemals  gedaen  door  sin  suspensie  unde  relevatie,  heeft  volgedaen  offt 
die  crediteren  tevreede  gestelt.  Unde  Fredeiucus  Ilstanüs  sall  nomine 
synodi  vor  hem  unde  Joanne  Voss  een  request  aen  die  heren  Staten 
schriven,  darmet  sie  een  assignatie  bekommenn. 

42.  Ten  tweendvertigsten  is  Suffridus  Paulus  up  sine  beschuldinge 
examinert  und  heeft  frywilligh  bekendt ,  dat  hy  geropen  was  in  Hege  int 
jaer  etc.  82  den  16  Septembris  ende  dat  hy  daer  gekomen  is  te  dienen 
offt  sinen  dienst  te  betreden  omtrendt  Jacobi  anno  etc.  83,  imde  dat  hy 
dan  noch  sine  volle  pensie  van  Hege  und  andere  sine  annexe  dorperen 
van  die  tidt  siner  beropinge  heeft  ontfangen ,  onangesien  dat  hem  die  van 
Jorwert  tot  sin  vertreck  (up  Jacobi  anno  etc.  83  geschiet)  vollenkomlick 
betalt  hebben.  Maer  damp  heeft  Suffridus  sin  glossen  gemakt  imd  gesecht, 
dat  hy  niet  heeft  gesien  up  die  vergangene  tidt  siner  godtliker  beropinge , 
dan  dat  hy  diese  overdadige  beloninge  heft  gerekent  up  dat  jaer  etc.  66 
voor  sinen  papistischen  affgodischen  dienst  unde  den  van  Hege  rechtlick 
affgeeschet.  Item  heeft  vorgh.  Suffridus  opentlick  protestiert,  dat  hy  injuste 
van  den  deputatis  a  synodo  verleden  jaer  (unangesien  sin  opentlike  schult- 
bekenninge)  sy  suspendert,  unde  dat  hy  vi  offt  geweldich  tot  underschri- 
vinge  siner  verplichteder  betalinge  van  kosten  sy  constringert ,  also  dat 
hy  niet  schuldich  sy  sinen  belofften  und  handschriften  darup  sprekende 
nae  te  komen,  und  dat  hy  oeck  sulx  tot  geener  tidt  te  doen  in  den  sinne 
gehadt  heeft  ende  noch  niet  doen  will.  Darwth  und  anderen  geloffwer- 
digen  getuignissen  het  synodiis  resolvert  unde  gesloeten  heeft,  als  volget. 

Het  synodus  gehoort  unde  angemercket  hebbende  die  verscheidene  be- 
schuldinge imde  anclagten ,  up  SuFFRroi  Pauli  persoen  gedaen ,  unde  oeck 
sin  andtwordt,  so  befindet  het  synodus:  1.  dat  Suffrtous  ten  eersten 
schandlick  unde  ungodtlick  gewin  van  papistische  unde  affgodische  diensten , 
anno  etc.  66  int  pauwstdom  gedaen,  der  gemiente  van  Heegh  door  unbe- 
horlike  contracten  darvan  synde  gedrongen  hebbende  gesocht  heeft  unde 


31 

darnae  oeck  (nae  sin  olde  gewoente)  van  die  tot  Jorwort,  daer  hy  stonde, 
unde  Hege  unde  die  andere  geassocierde  dorpen,  daer  hy  komen  K>lde 
tegelike  unde  van  beiden  sin  volle  salariss  ontfangen  heeft.  2.  Item  be- 
findet  het  synodus  wth  sin  eegen  belidenisse  (hier  in  synodo  voor  alle 
die  broders  gedaen)  dat  hy  dolo  malo  gehandelt  heeflft  hierin ,  dat  hy  een 
acta  met  sin  eegen  handt  heeft  underteekent  nae  te  komen,  welcker 
hy  verclarde  in  unser  aller  tegenwoordicheit  noit  in  den  sinne  gehadt 
hebben  te  voldoen  und  nae  te  komen  und  noch  niet  in  den  sinne 
hebbe  om  te  willen  doen  unde  derhalven  openbarlick  doet  tegen  sin 
eigen  handt.  3.  Ten  derden  heeft  Suffkidits  hier  int  synodo  etlike  mael 
gesecht,  verbalet  imde  protestiert  injuste  van  den  deputatis  classiiim  ge- 
suspendert  und  vi  constringert  te  sin  om  die  acta,  van  den  deputatis 
over  sin  person  gemackt,  te  moeten  underschriven,  unde  nochtans  hier 
to  Sneek  up  een  Soendagh  voor  die  gantze  gemeintc  sin  sonde  ende 
schuit,  warom  hy  gesuspendert  was,  bekendt  heeft,  wth  wel  eken  allen  het 
synodus  verstaet  unde  besluit,  dat  hy  Suffridus  een  openbar  bespotter 
der  kerckenordinantie  und  folgentz  dien  een  openbaer  unboetferdigh 
huiglaer  hem  vertoent  hebbe  unde  noch  vertone.  4.  Daerenboven  dewilen 
hy  Suffridus  van  die  tidt  an ,  dat  hy  weder  int  landt  gewest  is ,  alletidt 
grote  ergemisse  und  onstichtinge  up  alle  platzen,  daer  hy  gestandcn 
heeft,  gegeven  und  angericht  heeft,  so  is  dat  het  synodus  ten  eersten 
gestatuert  heeft,  dat  hy  Suffridus  geheliken  de  facto  van  den  dienst 
des  godtliken  words  sall  affstaen  unde  forder  met  alle  dorpen,  die  hy 
lest  bedienet  heeft,  sall  rekenen  unde,  wat  hy  te  veele  ontfangen  heeft, 
nae  behoeren  sall  restitueren,  welverstaende  dat  het  synodus  hem  alle 
tgene,  dat  hy  van  den  papistischen  und  affgodischen  dienst  int  pauwst- 
dom  anno  etc.  66  gedaen  ontfangen ,  affgeslagen  heeft.  Unde  diese  reken- 
schop  sall  hy  met  den  dorpen  in  bywesen  van  unse  lieve  unde  werde 
medebroderen  Joaxnls  Rau(^kesz  und  Joaxnis  HiiiBR^vNDi  doen  unde  daerna 
sin  schuit  hier  opentlick  und  mundtlick  in  die  kercke  tot  Sneek  up  een 
Soendagh  bekennen.  Unde  in  gefall  hy  unboetferdich  ungehorsam  in  diesen 
blifft,  dat  hy  nae  die  regul  Christi  tot  Sneek  unde  tot  Franikor  geex- 
communicert  sall  worden.  Unde  so  hy  hem  tegen  diesen  opponert,  so 
ordinert  ende  committert  het  synodus  Joaxxem  B<xfKR>LVNxuM  und  Joaxxem 
HiLBRANDi  tegen  hem  up  der  gemienten  unde  classium  kosten  te  proce- 
deren unde  also  darin  te  doen,  als  sy  voor  Godt  Almachtigh  und  alle 
frommen  sullen  verhopen  te  verandtworden.  Actum  in  Sneek  den  22 
Aprilis  anno  etc.  87. 

43.    Ten  drieenvertigsten  is  belast  Albertus  Sibkaxdi  unde  Hadriant^s 
tot  Huisum,  dat  sie  een  request,  door  Frederiojm  Ii^stanum  geschreven, 


32 

van  die  assignatie  Joaxnis  Voss  und  Petrt  Ambrosu  an  die  heren  Staten 
overgeven. 

44.  Ten  vierendvertigsten  sint  die  acten  Leovordianae  synodi,  anno 
etc.  86  in  Maio  gesloten,  van  die  kosten  der  deputatonim  bevestigt. 

45.  Ten  viffendvertigsten  sint  a  synodo  tegen  het  tokomende  jaer  gede- 
putért :  JoANNEs  Nicolai  to  Hallum ,  Albertüs  Sibrandi  to  Beers ,  Martes'us 
Lauermannts  tot  Sneek,  Joannes  Meppel  to  Bolsvardt  und  Frederictjh 
Itütants  to  Britzert  om  alle  noetsaklicke  vorfallende  swaricheiden ,  die  in 
dassibus  niet  mogen  gesliehtet  werden,  tnisschen  diesen  tegenwordigh 
geendigten  und  tokomendenn  synodum  aflf  te  handelen. 

46.  Eindtiick  is  die  synodus  gelegt  up  tokomende  jaer  1588  den 
eersten  Maandagh  na  Mey  binnen  der  stadt  Bolsvart,  soverren  geen 
noetwendige  orsaken  die  tydt  verkorten.  Amen. 

Diese  copia  accordiert  met  sin  originael  wthgenomen  allein,  dat  die  13 
articul  geset  is  vor  den  12. 

Daronder  stondt  geteikent: 
Hermannits  Luinga  ,  eccles.  Berl. ,  praeses  nomine  synodi. 
Martinus  Lauermannus,  diener  des  godliken  words  binnen 

Sneek,  synodi  nomine  scriba. 


[Acta  der  synode  te  Bolsward  25  Juni  1588.] 

Op  huedenn  denn  25  Junij  anno  88  synn  de  voorordineerde  dienem 
des  g.  woortz  in  Frieslandt  in  denn  synodo  binnen  Bolswerht  nha  christiicker 
ordinantie  imnd  gewoennlicker  reyse  in  denn  nhamen  des  Heeren  byeenn- 
gekomenn  unnd  nha  anrouping  des  godtlicker  nhaemes  denn  E.  Berxerum 
Vezechum,  diener  des  godtiicken  woortz  binnen  Harlingenn,  tot  eenen 
presidem  unnd  Carolum  a  Ga:s^davo  tot  eenen  scribam  erweleht.  Unnd  heeft 
Bernerfs  als  preses  D.  Joannem  Bogermaniojm  tot  eenen  assessorem 
(consensu  fratrum)  gecorenn. 

1.  In  denn  eerstenn  zynn  de  credentiebriefvenn  der  gecommitteerde 
dienem  gelesenn  unnd  voor  goet  gekendt  Doch  also  wt  denn  classe  vann 
Leowerdenn  niet  meehr  als  twee  denem  sonder  olderling  ofte  deners  in 
in  plaetz  der  olderling  erschenenn ,  hebben  daerover  de  dienem  des  synodi 
geslotenn,  dat  menn  densulvygen  classe  sall  schcryvenn,  neerstelick  voer- 
manen, dat  zy  volgens  up  andere  tydenn  nha  kerckenordening  unnd 
deeser  provintien  gebrouck  haer  sullenn  regulerenn.  Sullenn  daerbeneflfens 
geholdenn   synn    in   de  naestcommende  byeenkompst  rekenscop  haerder 


voerswyming  tho  ghevenn  unnd,  so  oehre  ontschelding  niet  gemiechsaem 
ys,  siillenn  nha  het  behoorenn  gestraifet  wordenn. 

2.  De  namenn,  zo  up  denn  synodo  voerschcenenn  synn,  synn  desse: 
in    denn    eerstenn    wht    Leowerder   classis:    Theodorus   Harcv)   unnd 

Carolüb  è  Gandavo  als  denern; 

wht  Franiker  classis:  Berxerfs  Vezeciiius  nnnd  Rjbertus  tho  Schcalsiim 
als  denern,  Hermakus  Horbaium  unnd  Sygerüs  Tii^xmaxnus  in  de  plaetz 
der  olderlingen; 

wht  Sneecker  classis:  Joannes  Rauctus,  Joajtnes  Blyensteix  alsdeners, 
unnd  Jnj^is  Cappei.leman  ,  dener,  met  Joaxnes  Moll  als  olderling; 

wht  Bolswerder  classis:  Joannes  Bogaerdman ,  Petrus  JARifaiius  als  deners, 
nnnd  D.  doctor  Joajoïes  Funoeri  unnd  Joannes  Roik)lphi,  dener  als  ol- 
derling. 

Unnd  zovoell  als  Dockummer  classe  angaet,  ys  noch  gyemant  erschce- 
nenn,  doch  so  sy  geenn  wettlicke  onschult  hebbenn,  sollen  gestrafFet 
wordenn. 

Daerbeneffens  ys  in  denn  synodo  erschcenenn  D.  doctor  Sybrandus  Lfb- 
berti  voertoonende  synne  commissie,  hem  vann  synne  G.  thogesundenn 
umb  in  synner  G.  nhame  tot  meerhder  authoriteyt  denn  synodo  by  tho 
wonenn ,  updaht  alle  questioese  saekenn  stichtelick  unnd  met  denn  meestenn 
vrede  mochten  affgehandelt  werdenn.  Welcke  commissie  van  de  voer- 
schceenenn  broederenn  miht  eerbieding  ys  geaccepteert  unnd  geapprobeert. 

3.  Ende  alzo  voele  voerschceydene  gemeene  swarichedenn  imnd  mis- 
bruucken,  de  hoochste  laster  vann  Godes  h.  nhame,  syn  woort  ende  voer- 
stoering  der  E.  ghemeinten  gevondenn  worden,  dewelcke  niet  dann  meht 
authoriteyt  ende  hulpe  der  hoeger  overicheyt  koenen  wechgenomen  wer- 
denn, ys  geresolveert ,  dat  dieselfde  in  eenenn  zeker  remonstrantie  voer- 
vatet  zy  umb  syne  G.  miht  denn  h.  Statenn  overgegevenn  tho  wordenn. 

/.  De  secten  te  weeren  ende  tyrtjgevende  dk  dienaers  dHngmwk  in  deselver 
vergaderinge^.  —  Eerstlick  umb  die  byeenncomste  der  voerschceydenn  secten 
voer  tho  commenn,  dat  de  heerenn  voerschcreven  oehr  authoriteyt  ende 
ampt,  van  God  in  desen  upgelecht,  meehrder  willenn  gebroucken  und 
nhacommen,  daerentwysschcenn  vry  blyvende  eenenn  yegelicke  kercke 
unnd  kerckendenem  denn  inganck  in  der  sectenn  vergader! ngenn  umb 
met  denn  leeraers  van  dienn  sunder  confusie  met  goede  ordeninge  wht 
Oodes  woort  vann  hoer  dwaling  tho  bestraffenn  und  avcrtuygenn  achter- 
volgende het  reces,  by  denn  h.  Statenn  affgegevenn  an  denn  dienern  der 


1)     De  marginalia  zijn  later  bijgevoegd. 
Acta  »yn.  provinc,   VI. 


34 

kerckenn  up  denn  landtdach,  aano  84  tho  Franiker  in  Aprili  geholdenn. 

2.  Licentie  der  boecdruckers.  —  Ende  umb  der  groote  licentie  vann 
allerley  boeckenn  tho  driickenn  (tot  nadeell  der  warer  religie  ende  ver- 
leyding  der  eenfoldygenn  als  oock  anders  ergerlyck  zynde)  te  restrin- 
gerenn,  dat  dieselfde  voergenomde  heeren  sullen  willenn  gelieven  oehre 
resolutie,  eens  gegevenn  up  denn  voergenomdenn  landtdach,  nhakommen 
raiht  instelling,  publicatie  unnd  executie  van  eenn  placcaet  daertho  van 
noedenn,  wel  expresselick  voerbiedende  alle  druckers  niet  te  druckenn 
dan  te  voorenn  by  zekere  gecommitteerde  ge  visiteert  unnd  thogelaten  te 
zynn,  waertho  (onder  correctie  van  myne  h.)  in  dese  voergadering  geno- 
mineert  zynn  denn  E.  Caempo  a  Doxia  und  D.  doctor  Doium  ende  wht  de 
professoren  D.  Lroius  ende  D.  doctor  SYBRAmms. 

3.  Volgens  oock  te  versouckenn,  dat  de  h.  de  oncostenn  sullen  willenn 
gelieven  te  verstreckenn  tot  het  druckenn  van  het  oldeste  Fondament- 
bouck  van  Mexno  Svmonss  ,  waervan  in  desen  synodo  noodich  ende  raetsaem 
bevonden  wordt  umb  zovoell  mogelick  denn  loop  end  wassdom  der  sec- 
tenn  der  Wederdooper  tho  weerenn,  dat  hetselfde  met  het  anderde  ende 
derde  Fundamontbouck  van  denselfdenn  autoer  oversien  worde  annoterende 
de  verandering  unnd  tegenstrydicheyt  in  dieselfde  wesende  miht  anwysing 
vann  die  dwalingen  daerin  synnde  ende  corte  notulis  vann  refutatienn  in 
den  protocoU  gedaen  ofte  andersins  noch  daerby  tho  doenn,  tho  diewelcke 
aversiening  a  present  te  doenn  verordineert  zynn  Henricüs  Ajs'tonuies,  Jel- 
Lros  Sneecanus,  Bernerus  VEZE<!unTs  unnd  Svbrandus  Vomelitts.  Dat  ge- 
daen hebbende  sullen  sy  oehre  annotatien  stellen  in  handen  A^tonidis 
umb  datselfdc  tho  vergelyckenn  unnd  annotatienn  daerop  tho  makenn  unnd 
na  ending  van  dienn  hetselfde  weerck  metten  anderen  weder  tho  confe- 
rerenn  umb  die  alzo  volgens  endtlick  int  licht  gegeven  tho  wordenn. 

4.  Profanatio  sabhathi  prohibenda.  —  Desgelycx  sal  men  oo(ik  an  denn 
h.  Staten  voersoecken ,  dat  het  voerschceyden  misbniyck  unnd  untheyligent 
des  sabbahtz  und  vastdagenn  (waervan  menn  oehre  E.  particulier  anwysing 
doen  sall)  mach  voorgecommen  unnd  geweerhet  wordenn  meht  genuech- 
saem  placcaet  und  executie  van  dien  achtervolgende  de  resolutie ,  van  de 
h.  anno  84  up  denn  landtdach  in  den  5  artickel  gegevenn. 

5.  Ende  alzo  de  denem  des  g.  woortz  met  grootenn  perikell  ten  platten 
lande  moeten  wonen  unnd  oehren  denst  waernehmen ,  sal  men  dieshalvenn 
zynne  G.  sampt  denn  h.  Gedei)uteerden  begructen  unnd  daervuer  anhol- 
denn,  dat  (sovoele  mogelick)  daerin  mochte  geremedieert  wordenn.  So 
niet,  dat  de  denem  oehre  woenplaetz  (tot  oehrder  voersekering)  in  de 
stedenn  mochten  nemenn  mitz  hebbende  oehr  behoorlick  onderhollt 

6'.  Indienn  de  denem  bysunderling  tenn  platten  lande  als  oeck  in 
sommige  stedenn,   welcke  stedenn  oehr  beklagenn  nyet  middel  genouch 


35 

te  hebbenn  tot  denn  onderholt  der  denem  kommerlick  leven  und  oehr 
housgesin  met  armoet  unnd  kommer  moeten  voerstaenn,  so  umb  der  kleyne 
onderholding  als  der  quade  betaling  halvenn,  sal  menn  daerover  synne 
G.  sampt  denn  h.  Gedeputeerden  begrueten  und  bidden,  daht  oehre  E. 
niet  alleene  believe  het  onderholt  der  denern  tho  suppli  men  teren  na  den 
artickell,  anno  84  tho  Franiker  up  den  landtdach  in  Aprili  gegevenn, 
maer  in  dese  sware,  duere,  costell  tydenn  de  denern  eensdeels  met 
groote,  sware  familie  unnd  ander  swariehedenn  beswaert,  oehr  E.  solde 
lielievenn  dieselfde  resolutie,  up  den  voerschcrevenn  landtdach  noj)ende 
die  pensie  der  denern  gegevenn,  te  verbeteren  sowell  in  denn  stedenn 
als  tenn  platten  lande  unnd  middell  (soals  oehr  E.  best  sall  dunekenn) 
van  goede  betaling  tho  schaffenn. 

7.  71?  tfersoeken  anntis  graliae,  —  Ende  vermidtz  denn  synodus  natio- 
nalis  van  den  Haech  achtervolgende  gemeene  billickheyt  umid  redelickheyt 
noodich  unnd  behoerlick  gevonden  hebbenn ,  dat  de  weduwen  unnd  weesen 
der  voerstorvenn  denem  eenichsins  umb  voorthan  eerhlick  tho  levenn 
versorcht  moeten  wordenn,  sullenn  derhal venn  die  voerschcrevenn  h.  tho 
versouckenn  zynn,  dat  se  een  volencommene  najaer  (gelyck  in  andere 
pro  vintien  geschiet)  mogenn  genietenn ,  in  welcke  tyt  de  classes  de  denst 
voerwaere. 

H,  Sumptus  in  f^ynodos  et  classes  a  D.  D,  cofnpetendi.  —  Noch  dat 
de  heeren  oftgemelt  wt  den  geestlickenn  goeden  sekere  penning  jaerlicx 
den  classenn  willen  lathenn  volgen  tot  stuer  van  de  onkostenn  tot  denn 
elassecalen  unnd  synodalen  vergaderinge  vann  noodenn  tho  onderholdenn , 
waervan  het  aerariiim  ecclesiasticum  in  eenn  zeker  stadt  mach  geleyt 
wordenn  umb  eenn  yeder  classe  oehr  anpart  daer  te  halen  ende  tho  be- 
komenn. 

9,  Dai  die  nmhruyck  ende  vervreemdinge  der  ge^stelycke  goederen  mach 
geweert  worden,  —  Wyders  belangende  de  administratie  der  geestelicke 
goedenn,  alzo  de  misbruijck  unnd  verfremding  noch  dagelycx  grooter 
werht,  sal  men  oock  anholdenn,  dat  de  resolutie  daervann  gegevenn  up 
denn  landtdach  anno  84  in  den  8  artickell  meerder  ter  execiitie  gestelt 
worde. 

10,  Desgelycx  sal  men  oock  voersoeckeiin ,  dat  denn  artickell  van  don 
schoelmeesters ,  up  dennselfdenn  landtdach  alTgegeven ,  daetlick  int  weerck 
ghestelt  worde. 

11,  Alle  desse  capita  sullenn  in  eenn  zeker  request  thosamengebracht 

wordenn,  umb  welcke  tho  stellenn  gecommitteeil  zynn  Tueodorus  HAEKro 

unnd  Carolüs  a  Gandavo.  Ende   nmh  zynne  G.  sampt  denn  h.  Stateim 

over  te  geven  synn  gecommitteert  D.   doctor  Subrandfs  ,  D.  Ihf.odorl's 

Yoemomt  unnd  de  denem  van  Leowerdenn  ofte  eenige  vann  dienn. 

3* 


4.  Wie  op  den  synodum  particulier  behoren  te  verschijnen.  —  Dienn- 
volgens  up  die  questie,  oft  niet  up  den  synodum  particulier  voorthann  alle 
denem  der  kerckenn  behoorenn  tho  erschcynnen  doch  up  oehre  kostenn, 
ys  geresol veert,  dat  menn  hem  reguleren  sall  nha  denn  artickell  des 
nationaels  synodi  van  twee  deners  ende  twee  olderling  met  credentz  up 
denn  synodum  tho  sendenn,  desniettemin  dat  een  yeder  diener,  die  des 
gelieft ,  fioUenn  mogen  erschcynnenn  up  denn  synodo  up  oehre  kostenn  umb 
te  sienn,  hooren  unnd  leerenn,  oock  advys  mogenn  gevenn,  dan  sullenn 
geene  koerstemmen  hebbenn. 

5.  Ongedoopte  niet  te  trouwen,  —  Op  de  vrage  of  ongedoopte  persoo- 
nenn  hetsy  beyde  oft  eene  van  dienn  met  een  gedoopte  in  denn  echtenn- 
staet  voer  die  gemeinte  met  anrouping  van  den  naem  des  Heeren  by  de 
denem  sullenn  moeten  unnd  behooren  bevesticht  te  wordenn,  ys  geresol- 
veert,  dat  alsodaue,  die  commenn  oehr  geboden  tho  voersoeckenn  unnd 
ongedoopt  tho  zynn  bevonden  worden ,  by  denn  denem  des  wooitz  emst- 
lick  angesprokenn  sullen  wordenn  van  die  verswyming  unnd  voerachting 
der  doope,  vermanende  oehr  tho  beflytigenn  umb  den  gront  der  warer 
christlicker  religie  te  leeren  unnd  daervan  bekentnisse  doende  gedoopt  ende 
alzo  volgens  behoorliek  geproclameert  en  getrauwt  te  wordenn,  waenip 
im  vall  sehe  wordenn  beloevenn  solckes  in  futumm  te  willen  nhacommen, 
sal  men  oehr  oock  beloftnisse  doenn,  wann  zehe  tselve  volbracht  sullenn 
hebben ,  te  willen  in  oehr  echtestaet  bestedygenn.  Dann  soveer  se  solckes 
noch  meer  voerachtende  afslaenn  unnd  daerby  weygerlick  blyvenn,  sal 
menn  sehe  tho  den  magistraet  umb  oehr  echtscop  by  dieselve  an  tho 
geven  henwijsenn. 

G.  Vrnge  van  te  trouwen  diegene  ^  die  in  ronculnnatu  langen  tyt  onge- 
trout  gelee  ft  hebben.  —  Op  die  ^[uestie  die  in  coneubinatu  ongetrauwt  ende 
langenn  tyt  meht  denn  anderenn  geleeft  hebbenn,  hetsy  soldatenn  oder 
ander,  behoorenn  thosamenngegeven  tho  worden,  ys  geantwooii;:  ja, 
motz  voortoonende  genouchsame  getuchnisse  van  vryieheyt. 

7.  Van  de  saecke  eefier^  die  onschuldich  verlaten  wort.  —  Op  de  vrage 
oft  van  den  getrauwden,  de  een  den  anderen  verliete,  de  onschuldyge 
verbondenn  blyft,  ys  geantwoort,  dat  de  gantze  saeke  bij  de  ontschiil- 
dyge  partye  gerechtelick  gededuceert  unnd  by  den  Hove  whtgevoeret 
behoort  te  worden. 

8.  Vragfie  van  de  overhcyt  over  de  houwelixsaken  te  roepen.  —  Op  die 
vrage  oft  niet  goet  waer,  daht  sekere  persoonenn  in  de  stedenn  by  der 
overicheyt  voerordineert  werden,  voer  dewelcke  erschcynenn,  die  in  den 
echtestaet  tredemi   willen   etc,  ys  geantwoordt,   dat  die  kerckenn,  die 


37 

sulcx  begeeren ,  sullenn  by  oehr  overichey t  versouckenn ,  dat  sy  wt  mid- 
denn  van  oehr  yemant  willen  committeeren  neifens  denn  denem  ofte  by 
denn  kerckenraet  gestelt,  voer  welcke  up  eene  zekere  tyt  unnd  plaetse 
erschynnenn  miht  denn  oehren  deselve,  die  tranwenn  willenn,  iimb  alzo 
met  nagenouchsaeme  informatie  angenomen  ende  upgeteekent  tho  wordenn. 

9.  Vn7i  hei  klieken  eenes  susters  der  gemeente  an  een  lomhert  ^  die  open- 
bare tafel  holt.  —  Op  die  vrage  of  het  een  suster  der  gemeinten  vrystaet 
an  eenen  lombert,  die  opentliek  taefFell  holdet,  tho  ylickenn  und  hoe 
met  oehr  tho  handelen  zij,  als  zy  angesprokenn  zynde  ende  afgeradenn 
van  de  kerckenraet  evenwell  voortvaert  und  tho  der  housholding  met  denn- 
selvygenn  (sonder  opentlyeke  thosamenvouginge)  begeeft,  ys  geantwoort,  dat 
sehe  van  beydenn  emstlyck  tho  bestraffenn  ys  ende  tho  voermanen,  dat 
sy  oehre  boetveerdicheyt  met  opentlieke  seheultbekenning  voer  die  gemeinte 
bewysenn  sall  imnd  die  gegeven  ergernisse  wechnemen,  welckes,  so  sy 
hertneckichlick  weygert,  sall  die  kerekenraeht  mit  die  trappenn  der  dis- 
ciplinne  tot  der  excommunicatie  over  haer  procederenn.  Maer  so  sy  ter 
contrarye  oehr  schcultbekenninge  doet,  sal  se  nochtans  tho  denn  avont- 
maell  des  Heerenn  niet  toegelathenn  woi'denn,  voerdat  sij  wettelick  ge- 
trauwt  ys  unnd  voortann,  sovocll  in  oehr  ys,  sehe  godsalich  wyll  dragenn. 
Ende  wat  angaet  die  thosamenvouging  met  dese  tegen woordyge  lomberht, 
dieseliTde  sall  niet  mogenn  geschiedenn,  voerdat  sy  genouchsaeme  vry- 
brievenn  so  van  synne  geboorte  als  oock,  dat  hy  met  niemant  andere 
voertruwet  ys,  sall  gebracht  hebbenn.  Welckes  so  hy  niet  bybringenn 
kann ,  sall  sy  oehre  saeke  alsdan  wyder  angeven  umb  daerin  nha  gelcgen- 
heyt  gedaenn  tho  wordenn. 

10.  Ende  alzo  de  kercke  van  Bolswerht  oehre  exeusatie  ingebracht 
hebbenn  van  het  vertreckenn  in  het  wtschcriven  des  synodi ,  diewel(;ke  by 
dese  voergadering  geconsidereert  zynde  lier  tho  kommen  van  die  voerledenn 
handeling  des  synodi  vann  Sneeck  imd  vann  Franiker,  dyht  voerledenn 
jaer  gheholdenn,  ys  miht  eendrachtyger  stemmen  geresolveert ,  dat  het 
geheele  voerschcyll  twysschen  denn  classenn,  kerckcnn  ende  denem  des 
woortz  int  gemeen  ende  bysundor  wt  den  geresenn  unnd  tot  noch  gefi^- 
veert,  daerroit  inbegrepen  die  appellatie  an  denn  synodum  national  des 
saekenn  halvenn  gedaenn,  midtz  desenn  met  het  vuer  der  liefdenn  be- 
graven unnd  vergetenn  sall  wesenn  ende  blyvenn  sunder  in  eenige  voer- 
gaderinge  ofte  daerboutenn  het  minste  vann  dienn  up  te  haelenn  ofte  tho 
beholdenn. 

11.  Inn  saekenn  vann  Heko  Fiusio,  dener  des  woortz  in  Dognium, 
umb   dieselfde  tot  goede   expeditie  by  denn  Hove  tho  bevorderenn  synn 


38 

gecommitteert    IsBRA^'Drs    BALcrcE,    Joanxes    Sprenger    ende    TuEoooRrs 
Haekio,  dener  tho  Coriüum. 

12.  Die  qiiestie  Iwysschenn  denn  classe  vann  Sneeck  unnd  Thomam 
Staelmaxnum  ys  iip  de  resolutie  des  synodi  met  schenltbekenning  van 
hem,  in  dese  voergadering  gedaenn,  eenn  voersoening  miht  denn  vol- 
machten vann  Sneecker  classe  geschciet,  welcke  deselfde  an  oehr  ander 
ledematen  des  classis  siillenn  verclarenn  wechgeleyt  tho  synn.  Ende  umb 
vorder  disputatie  te  mydenn  ys  hy  by  provisie  denn  classe  vann  Bolswert 
thogeleyt. 

13.  Vann  Petro  Ambrosio  ys  geresol veert ,  alzo  hem  tot  noch  geene 
andere  plaetz  by  assignatie  ofte  berouping  ys  thogestelt  achtervolgende  de 
resolutie,  daervann  in  den  vorigenn  synodo  genomenn,  ende  middelerwyle 
synne  dorpenn  nader  met  hem  gecontracteert  hebbenn,  sall  hy  in  denn 
denst  continuerenn,  ter  tyt  dat  hy  met  bequaemheyt  up  eenn  ander 
plaetz  kann  geholpenn  worden,  unnd  middelerwyle  in  de  classe  voer- 
schcynenn ,  in  deselve  als  oock  in  synne  gemeinte  vreedsaem  unnd  stych- 
telick  hem  dragende,  hetwelck  hy  oock  belooft  heeft  nha  tho  kommen. 

14.  Belangende  de  saeck  Jacobi  Au(ȟstl\i,  alzo  hy  niet  erschcenenn 
ys,  doch  des  volgendenn  daechs  gecommenn  zynne  testimonia  exhiberende, 

'  synn  deselfde  voer  dese  tyt  angenomenn ,  daervan  in  classibus  raport 
geschciedenn  sall.  Ende  im  vall  waeraftyger  beschculding  tegens  hem  be- 
vondenn  wordenn,  ys  deselfde  saeke  denn  deputatis  synodi  ende  denn 
beydenn  classenn  vann  Bolswerht  ende  Sneeck  in  handenn  gestelt  umb 
daervann  nha  gelegenheyt  te  handelenn. 

15.  Im  saeckenn  Romberti  Feuess  ys  geresol  veert ,  dat  hy  tot  synnenn 
denst  weder  gercstitueert  sall  synn,  genietende  synn  onderholt  vann 
Meye  aft',  beht  totdat  hy  wederumbrae  vann  eenn  plaetse  voersienn  ys, 
unnd  sall  het  classis  vann  Leowerdenn  sovoell  mogelick  hem  daertho 
helpenn. 

IG.  Het  classes  vann  Bolswerht  unnd  Dockum  suUenn  oehr  contingent 
met  de  eerstenn  oversendenn  tot  het  dnickenn  vann  Jelui  bouck,  by 
SvBRAJ^Dus  overgesettet ,  waervann  eenn  groot  deeU  begonnen  ys. 

17.  Sullenn  oock  dieselfde  classenn  imnd  oock  Sneeck,  hetgene  zy  be- 
looft hebbenn  tot  onderholt  vann  All^vej^t  tho  Sexbynim  van  voorleden 
jaer ,  met  denn  eerstenn  oversendenn ,  unnd  voor  de  reste  in  thocommendenn 
tyden  sall  de  kercke  unnd  het  classis,  daeronder  hy  sorteert,  de  last 
(Iragenn,  gelyck  oock  ander  classenn  unnd  kerckenn  denn  oehren  doenn 
sullenn. 


39 

18.  Ende  sovoell  angaet  het  reqnest  van  Jouxs  Jo<:hums  tegens  synn 
housvrauwe  unnd  oock  oehr  getuychnisse  over  hem  ingeleyt ,  deselve  enn 
synn  by  dese  voergadering  niet  angenomenn  als  oehr  nyet  competerenn, 
unnd  synt  weder  gewesenn  tho  den  Hove  umb  oehr  saeke  aldaer  thom  endt 
tho  bringenn,  waervan  hem  acte  belovet  nnnd  gegevenn  ys. 

19.  Het  thokamende  synodus  provineional  deser  kerckenn  sall  geholdenn 
worden  denn  eerstenn  Maendach  in  Mayo  des  thokamendenn  jaers ,  waer- 
vann  de  kercke  vann  Franiker  de  whtschcryving  doenn  sall. 

20.  Daerentwysschenn  synn  gecommitteert  tot  deputatis  deses  synodi : 
wht  denn  classe  vann  Leowerdenn  Theoik)rus  Haekcx)  ,  wht  denn  classe  van 
Dockum  JoAxxEs  BEitXARiu,  wht  het  classis  vann  Franiker  Bernerus 
VEZEcnius,  wht  het  classis  vann  Bolswert  Joannes  BmïERMAuX,  wht  het 
classis  vann  Sneeck  Joan>'es  Hili^ebram)i. 

Actum  Bolswerht  desenn  sesendetwintichstenn  Juny  anno  1588. 

Berxherüs  Vezekius,  verbi  divini  in  ecclesia  Harlingensi 
administer,  hujus  synodi  praeses  electus. 

Carolus  a  GA^^)Avo,  pastor  ecclesie  Cluniacensis,  scriba 
synodi.  i) 


Anno  1589  den  6^^'  Maij  e^ule  volf/ens  is  (fehouden 
het  prov^inciale  synodus  tot  Framcker. 

1.  Ende  is  aldereerst  nae  aenropinge  van  den  naeme  Gods  met  den 
meesten  kuerstemmen  gecoren  tot  eenen  praesidem  Sixtus  Rutertus  ende 
tot  eenen  scribam  Sibr^yxdüs  Vomeijuh. 

Dan  alledewylen  ons  aldereerst  vertoont  is  seeckere  commissie,  waer- 
met  syne  Genade  autoriseert  D.  Martl\u>i  L^duim  omme  uth  naeme  syner 
G.  den  synodum  te  dirigeren,  soe  ist  dat  het  synodus  achtet  sulcx  niet 
noedich  te  syn,  dewylen  dat  alsulckes  uth  naeme  aller  dassen  niet  vor- 
socht  is,  ende  oeck  naedem  die  bnieders  noch  niet  sien  alsiilcke  swaric- 
heden,  waeromme  het  nodich  soude  syn  den  vorss.  Martixoi  Lydittm  met 
den  gantschen  handel  des  synodi  te  bemoyen. 

Naemen  ofte  persoenen,  met  procuratie  van  haeren  dassen  tot  den 
synodum  gecomen,  syn  deese. 

Uth  den  classe  van  Franicker  syn  met  prociiratie  verschenen  in  den 
synodo:  Sixjus  Rippertus  ende  Sibraxdus  Yo^rELixTs  als  dienaers,  ende  doctor 
OoRCK  Doyma  ende  Epo  Jag)bssz  als  ouderlinghen. 


1)     Deze  beide  ondorteekeningen  zijn  eigenhandig. 


40 

Uth  den  classe  vslïx  Sneeck  syn  met  procuratie  verschenen:  Petküs 
Ambrosiüs  ende  Joan>'es  Hilbrajndi  als  dienaers,  ende  Joa^nes  Moll  ende 
Claes  Jelmeiusz  als  ouderlingen. 

üth  den  classe  van  Leewarden  syn  verschenen  met  procuratie:  Bar- 
THou)Us  StircRixG,  HERMA>'2aTS  LuuixGH  cudc  Albertüs  Hallum. 

üth  den  classe  van  Bolswert  syn  gecomen  met  procuratie:  Joanxes 
Meppel,  Joanxes  Hüchi.em  ende  Jariccs  Nicolai. 

Uth  den  classe  van  Doccum  is  gecomen  met  procuratie:  FRA^ascus 
Avercampius. 

2.  Wat  voet  die  dienaers  sullen  volgen  aengaende  de  gebeden^  de  hedie- 
ninge  des  doops  etc.  i)  —  Aengaende  den  gebeden ,  den  bedieninghen  des 
doops,  des  nachtmaels  ende  des  houwelycx  is  besloten,  dat  de  dienaren 
tegelycken  ende  eendrachtich  sullen  volgen  den  synodalen  acta  ende  for- 
mularen  daervan  gemaeckt,  gedruckt  ende  een  yeder  classi  toegesonden. 

3.  Soevele  aengaet  den  twist  geresen  tusschen  Isbrandüm  Balck  ende 
RuARDoi  AcRoxnjM  is  besloten,  dat  men  sall  int  gemeen  tot  den  kercken- 
raedt  van  Leewarden  schrywen  haere  vermaenende  tot  guede  vorsichticheyt, 
ten  eynde  gheen  gelycke  twist  aldaer  soude  wederomme  moéghen  onstaen. 

4.  Aengaende  den  dorpen,  die  ower  haere  behoerlycke  tyt  vaceren, 
sullen  die  dassen  arbeyden,  dat  alsulcke  dorpen  doer  assignatie  met 
guede  dienaers  vorsien  worden. 

5.  Is  oeck  besloeten,  dat  het  classis  van  Sneeck  den  heeren  Gedepu- 
teerden sal  remonstreeren ,  dat  sy  in  haeren  classe  hebben  eenen  studiosum , 
welcke  hebbende  hier  te  lande  ecclesiasticum  beneficium  nochtans  studeert 
in  der  Papisten  ofte  Jesuiten  scholen ,  ende  dat  het  vorss.  classis  sal  sup- 
pliceren  aen  den  heeren,  dat  haere  sal  geliewen  sulcx  te  verhinderen. 

6.  Is  besloten,  dat  het  een  christen  niet  is  geoerloeft  salwegaerde  te 
nemen  van  den  viant  in  casu  naegeschrewen ,  als  wanneer  de  wettelycke 
magistraet  sulckes  verbiedet,  ofte  dat  die  salwegaerden  becledet  worden 
met  sulcke  uonditien,  die  een  christen  met  gueder  conscientie  niet  kan 
naecoemen. 

7.  Van  Petro  Aemilio,  die  hem  selwers  seer  onordentlyck  in  den  dienst 
heeft  gedronghen,  is  besloten,  dat  aen  den  heeren  Staten  gesuppliceert 
sal  worden ,  dat  haere  geliewen  sall  den  vorss.  Fetho  sulcx  te  verbieden , 
hem  oeck  te  laeten  haelen  in  gueder  verseeckeringhe  van  wegen  syn 
delict  in  Hallum  ende  tegen  hem  te  procederen  nae  behoeren. 

8.  Van  het  schrijven  ende  dnicken  der  hoecken.  —  Aengaende  het  schry- 
wen  van  buecken   ende  denselwighen  te  laeten  dnicken  is  besloten,  dat 

Ij     Do  inarginalia  zijn  later  toegevüi'g<l. 


41 

die  dienaeren  ende  andere  haere  sullen  regulieren  nae  den  49  articel  in 
den  synodo  thot  sGravenhaech  besloten,  ende  dat  men  oeck  sal  suppli- 
ceeren  aen  den  heeren  Gedeputeerden,  dat  haere  sal  gelieven  den  voer- 
gemelten  articel  met  haeren  autoriteyt  te  bevestighen. 

9.  Is  oeck  besloten ,  dat  men  sal  [schrywen]  l)  aen  die  van  Leewarden 
ende  haere  daerinne  beschuldigen,  dat  sy  nae  luydt  der  synodale  acten 
ende  oeck  nae  den  wtschry  winghe  van  den  classe  van  Franicker,  nu  laestmael 
gedaen ,  geen  ouderlingen  op  het  synodum  tot  Franicker  hebben  gesonden. 

10.  Insgelycken  sal  men  oeck  schrijwen  aen  het  classem  van  Doccum 
ende  haere  daerinne  wel  ernstlyck  bestraffen,  dat  sy  noch  haere  dienaren 
noch  ouderlinghen  hebben  gesonden.  Men  soll  oeck  van  deese  saecke 
schrijwen  aen  het  classem  van  Bolswert. 

11.  Aengaende  den  schuldt  van  Allert  Tuiaerdtsz  tot  Sexbienim  is 
besloten,  dat  Cornelius  Claessz  syn  crediteer  sal  moegen  aenspreecken 
ofte  syn  schuldenaer  Allekt  vorss.  ofte  dengenen,  die  hy  meynt  synen 
borge  te  syn. 

12.  Vant  doapen  der  kifuieren.  —  Van  den  doepe  der  kynderen  is  be- 
sloten, dat  die  leedemaeten  haeren  kynderen  sullen  laeten  ter  plaetse 
doepen,  daer  sy  woenen  ende  dienaers  hebben.  Maer  soe  yemant  synen 
kynderen  om  gewichtige  oersaecken  in  andere  plaetsen  laet  doepen, 
daerinne  sal  men  hem  draegen. 

13.  Van  Heronis  Frisii  saecke  is  kercklyck  besloeten,  dat  hy  vorss. 
onwettelyck  van  syn  huysvrouwe  verlaten  synde,  naedem  sy  met  geen 
wettelycke  middelen  noch  doer  den  magistraet  noch  doer  andere  personen 
beweget  kan  worden  om  weder  haer  hy  haeren  man  te  voeghen,  soe  is 
besloten  van  den  dienaren  ende  ouderlingen,  oeck  van  den  h.  h.  profes- 
soren ,  daerthoe  specialiter  versocht  synde ,  dat  hem  Heko  vorss.  nae  luydt 
Oodes  woerdt  is  geoerloeft  wederomme  tot  eenen  anderen  echt  te  be- 
gewen.  Doch  updat  van  hem  alle  onvorsichticheyt  geweret  mach  worden , 
is  voer  raedtsaem  gevonden,  dat  hy  int  versuecken  des  houwelycx  aen- 
gaenden  den  persoen  hem  sal  beraeden  met  syn  classe. 

14.  Van  GeIjLu  Snior.vNi  saecke  is  besloeten,  dat  syn  saecke  will 
gehandelt  worden  van  den  classe  van  Bolswert  ende,  soe  hy  het  classi 
kan  genoechdoen  int  tgene  sij  op  hem  hebben  te  seggen,  sal  dan  het 
classis   tot  synder  tyt  hem  wederomme  tot  den  dienst  moegen  toelaeten. 

15.  Van  RoDOLPHO  toe  Itens  wonende  is  gesloten,  dat  het  classis  van 
Bolswert  ende  van  Sneeck  sal  handelen  met  hem  ende  hem  ceiisureeren , 


1)     „[schrywenj**  aangevuld  uit  W. 


42 

daer  hy  schuldich  in  is,  nae  behoeren  Öods  woerdt.  Ende  soe  sy  sulcx 
allene  niet  coenen  wtrichten,  dat  sy  alsdan  den  deputatos  synodi  sullen 
moegen  beroepen  ende  denselwigen  den  saecke  laeten  handelen. 

16.  Is  oeck  besloten,  dat  men  sal  begrueten  den  professoren,  specialiter 
tot  deesen  saecken  beroepen,  dat  sy  met  Sibrando  Vomelio  sullen  willen 
concipiëren  eenighe  reden  wth  Godes  woerdt,  waeromme  het  HERo^fi 
Frlsio  is  geoerloeft  hem  tot  den  echtlycken  staedt  te  begewen,  ende  dat 
men  denselwighen  reden  den  heeren  van  den  Hoewe  sal  ten  handen 
stellen,  ten  eynde  de  heeren  vorss.  moegen  sien,  dat  het  voergaende  be- 
sluijdt  des  synodi  Gods  woerdt  gelyckformich  is. 

17.  Van  den  dienaer  in  Otterdnm  is  besloeten,  dat  die  classis  van 
Leewarden  den  saecke  by  der  hant  sal  nemen  ende  guede  informatie  ge- 
nomen hebbende  tegen  hem  te  procederen  nae  vermogen  Godes  woerdt. 

18.  Is  oeck  besloten,  dat  vele  pnncten  in  den  gravaminibus  aenge- 
teeckent,  diewelcke  sonder  autoriteyt  van  den  hoegen  owerheyt  niet 
gebetert  coenen  worden,  dat  men  alsulcken  pnncten  den  heeren  Gedepu- 
teerden sal  remonstreren  ende  su'ppliceren ,  dat  haere  sal  geliewen  soevele 
moegelyck  is  alsulcke  puncten  te  remedieren. 

19.  Is  besloeten ,  dat  men  Isbrandttm  Baujk  sal  bidden ,  dat  hy  schry we 
een  brieff  aen  D.  doctorem  Jeremiam  Bastixoium  ende  hem  dancken  voer 
synen  trouwen  arbeydt  gedaen  tot  stichtinge  der  gemeynte  Christi  in  den 
verclaringe  des  Catechismi ,  ende  dat  alsulcken  danckbrieflf  by  den  dassen 
sall  worden  ondergeteeckent. 

20.  Syn  oeck  by  den  synode  geordineert  Isbrandüs  Bau'k  ,  Bartholdus 
ScHUHiMJH  ende  Albertus  Hallum,  dat  sy  den  puncten  in  den  gravaminibus 
aengeteeckent ,  diewelcke  sonder  autoriteyt  der  hoeger  owerheyt  niet 
remedieert  coenen  worden,  dat  sij  dienaers  vorss.  alsulcke  puncten  den 
heeren  Gedeputeerden  sullen  renionstreeren  ende  suppliceren,  dat  den 
heeren  geliewen  sal  soevele  moegelyck  is  alsulcke  puncten  te  reme- 
dieren. 

21.  Syn  tot  deputatos  genoemt,  die  dit  jaor  het  synodum  praesenteren 
sullen : 

uth  den  classe  van  Franicker  Sibraxi)t:s  Vomklu^s  als  dienaer  ende 
doctor  OoRCK  DoLjMA  als  ouderlingh; 

utli  den  classe  van  Leewarden  Jacobus  Jorwert  als  dienaer  ende 
SvBo  Schp:lte>lv  als  ouderlingh; 

uth  den  classe  van  Doccum  Joa^npx;  Bernardi  als  dienaer  ende  Beexko 
GiVBBi':ssz  als  ouderlingh; 


43 

uth  den  classe  van  Sneeck  Heiöiaxxits  Luuingha  als  dienaer  ende 
Gerryt  jAjfsz  als  ouderlingh; 

uth  den  classe  van  Bolpwert  Jcvnnes  BoGERM.\jfNus  als  dienaer  ende 
Thiaerdt  Claessz  secretarius  als  ouderlingh. 

Ende  soe  deese  bowenvoergeschrewene  persoenen  niet  conden  koemen, 
soe  sal  het  classis  eenen  anderen  dienaer  ende  die  gemeynte  eenen  anderen 
ouderlingh  moeghen  substitueren  ende  dat  tot  coaten  des  classis  ende  der 
gemeynte,  van  welcken  sy  worden  utgesonden. 

22.    Is  besloten ,  dat  het  tocomstighe  synodus  in  anno  90  sal  gehouden 

worden  des  Maendaechs  nae  besloten  Paeschen  ende  dat  tot  Harlinghen, 

tot  welcken  synodum  dan  wth  yeder  classe  sullen  coemen  twee  dienaren 

ende  twee  ouderlinghen. 

» 
Aldus  gedaen  in   onsen  synodo  tot  Franicker  anno  1589  den  6**"  May 

ende  volgens  ende  uth  naeme  des  synodi  ondergeteeckent  by  ons. 

Onder  stondt  geteeckent: 

SixTus  RipPERTüs,  synodi  praeses. 
SiBRANDüs  V^oMELius,  syuodi  scHba. 

De  post.  Is  noch  den  8^^"  Maij  anno  eodem  nae  noen  geresol veert , 
dat  men  dheeren  ende  bruederen  Allert  Jacorsz,  medegedeputeerde  der 
Staten  van  Vrieslant,  ende  Martinu^i  Lydium,  professorem  theologiae  in 
der  universiteyt  Franicker,  comende  ende  vertoenende  commissie,  by 
syne  Ghenade  ende  dheeren  Gedeputeerde  Staten  geteeckent  ende  met 
tsegell  derselwer  Staten  gesegelt ,  omme  die  tegen woerdighe  vergaderinghe 
des  synodi  by  t€  woenen,  sal  admitteren  ende  ontfangen.  Maer  owermits 
die  gravamina  voer  deese  tegenwoerdige  tyt  all  affgehandelt  syn,  soe- 
datter  vooralsnu  geen  communicatien  ofte  resolutien  meer  sullen  vallen, 
sal  men  gedachte  commissarisen  die  gemeene  resolutien  deeses  synodi 
voerlesen,  gelyck  oeck  voert  bevestighen  van  desen  is  geschiet,  ende 
daemae  oeck  copie  verlienen.  Is  mede  geresolveert  ende  besloeten ,  dat  i) 
men  in  den  toecomenden  synodo  andere  commissariis  ofte  commissarisen 
wesende,  uth  den  raedt  der  Gedeputeerde  Staten  van  Vrieslant  comende 
met  commissie ,  geteeckent  ende  gesegelt  als  vorss.  ende  wesende  j)ersonen , 
met  die  Gereformeerde  kercke  vereenicht  ende  lidtmaten  derselwer,  sal 
admitteren  ende  ontfemgen  omme  die  vergaderinge  te  moegen  verecren, 
by  woenen  ende  des  noedt  synde  mede  stywen  ende  stereken.  Aclnm  vt 
supra. 


1)     Hiernaast  is  in  marg.  bijgeschreven:  ,, Admissie  der  commisëariseu." 


44 

Aldus  gedaen  ende  wten  naeme  ende  van  wegen  des  synodi  onderge- 

teeckent. 

Onder  stondt  geteeckent: 

Baktholdus  Schüringh.  Oorgk  Doyma. 
Petrus  AMBRosn^s.  Joaxnes  Meppel. 

GecoUationeert  ende  gevonden  met  den  principale  te  accorderen  by  mij : 

SiBRANDus  VoMEiJiTs,  synodi  scriba,  i) 


Acfa  des  synodi,  gelumden   htnnen  Harlingen  in 
d^n  jare  1590  ende  den  16^^  Junij  begonnen. 

1.  Is  vooreerst  in  de  eerste  bijeencoomste  op  den  vorss.  dach  na 
aenroepinge  van  den  h.  naeme  Gods  tot  eenen  praesidem  gecoren  door 
ordentlicke  bestemminge  der  dienaeren  ende  ouderlingen,  opten  synodo 
vergadert,  Joa^nks  Boc^ermannus ,  dienaer  des  h.  evangelii  binnen  Bolswert, 
ende  tot  eenen  scribam  Joaxxes  Hilbrandus,  ouderling  van  wegen  de 
kercken  sorteerende  onder  het  classe  van  Sneeck  ende  dienaer  binnen 
Isbrechtum,  etc. 

2.  Sijn  daema  die  commissien  ofte  procuratiebrieven  der  dassen  ende 
kercken  gelesen  ende  voor  goet  gekent.  Sijn  daeromme  die  gecommitteerde 
dienaeren  ende  ouderlingen  opten  voorbenoeraden  synodo  verschenen  om 
stemmen  te  hebben  dcse  navolgende  personen: 

wt  den  classe  van  Franecker:  Tullics  Jouckoxts,  dienaer  tot  Ooster- 
lietens,  ende  Hermanxus  Eilcoxls,  dienaer  binnen  Harlingen ,  ende  Dirctc 
0rKP:8z,  burgemeester  ende  ouderling  der  kercke  van  Harlingen,  ende 
GEFutijT  Gerrlttsz  BvciioLT ,  mede  ouderling  derselver  kercken; 

wt  den  classe  van  Leiiwarden:  Caroi.fs  Gandavus,  dienaer  opt  Bilt 
aen  S.  Jacobskercke ,  ende  Joannes  Petreius,  dienaer  in  Beetgum,  als 
dienaeren,  Smo  van  Scheltema,  welcke  nyet  gecompareert  is  noch  iemant 
van  sijnenwegen,  ende  mr.  Adhlvkn'  Akianz,  ouderling,  d*eene  van 
Leuwarden,  d'ander  van  S.  Jacobskercke  voor  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Doccum:  Joannes  Ni(ï)l.vi,  dienaer  binnen  Doccum, 
ende  Balthazar  Akniiemii's,  dienaer  in  Aengum,  als  dienaers  ende  Joannes 
Bernardi,  dienaer  binnen  Doccum ,  ende  Hekmaxnus  Aveucampius ,  dienaer 
in  Tennaert  etc.  voor  oiiderlingen ; 

wt  den  classe  van  Sneeck:   Joan.nks  Rouciirs,  dienaer  binnen  Sneeck, 


')     Deze  noaiiitcekeDing  ia  eigenhandig. 


45 

ende  Hermanxus  Luinga,  ooc  dienaer  binnen  Sneeck,  ende  Giklis  Cappklle- 
MA>',  dienaer  in  Folsgara,  ende  Joannes  Hilbrandfs,  dienaer  in  Isbreehtuni 
etc.  voor  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Bolswart:  Joannes  B<k»f:rmanntjs  ,  dienaer  binnen 
Bolswart,  ende  Joaxxt5^  Petri,  dienaer  in  Witmaersum,  als  dienaers  ende 
AsxA  Sjoertszoon,  burgemeester  en  ouderling  in  Bolswert,  ende  Sijthie 
Su'KEssooN,  ouderling  der  kercke  van  Worckum,  als  ouderlingen. 

Ende  is  voorts  gehandelt  ende  beslooten,  als  volget. 

3.  Na  die  goetkenninge  der  commissien  vorss.  is  voer  den  synodo  een 
jonckman  wt  Oostvrieslant  verschenen,  hem  wtgevende  voor  een  dienaer 
des  woorts  ende  versochte  totten  dienst  in  desen  onsen  vaderlande  toege- 
laten te  werden.  Dan  het  synodus  heeft  raetsaem  bevonden  ende  beslooten , 
dat  hg  hem  wederomme  verfoegen  soude  aen  het  classe  van  Leuwarden 
om  me  aldaer  van  dien  met  hem  gehandelt  te  werden  in  de  toelaotinge 
des  diensts,  als  sulcx  die  ordinantie  der  kercken  is  eijschende. 

4.  Op  het  misbniick  van  de  beroej)ingen  ende  onderhout  der  dienaeren , 
welcke  van  de  dorpen  hier  te  lande  geschiet,  is  geresolveert ,  dat  men 
eemstlick  aen  de  h.  Gedeputeerde  Staten  sal  versoeken,  dattet  hen  wil 
believen  daerinne  ten  besten  remedie  te  vinden  endo  datselve  opt  spoe- 
dichste  aen  te  leggen  ende  in  effect  doen  stellen. 

5.  De  iis,  qui  de^serunt  ministenum.X)  —  Also  wel  gobuert,  dat  eenige 
dienaeren  haeren  dienst  verlaeten  ende  eenen  anderen  staet  des  levens 
annemen,  omme  daerinne  .te  remedieren  is  beslooten,  dat  men  hem  sal 
regideren  na  den  10^»  articel  des  nationaelschen  synodi,  in  sGravenhago 
gehouden. 

6.  Die  sonder  credenshrieff  oft  jrroctiratie  op  den  synodum  catnen.  — 
Op  tgeene  voorgestelt  is  van  de  dienaren,  welcke  sonder  procuratie  op 
het  synodo  verschenen ,  oft  d'selve  mede  stemmen  sullen  ende  beliooren  te 
hebben  ofte  nyet,  is  voor  goet  ingesien  ende  beslooten,  dat  men  hem  sal 
reguleeren  na  den  22®"  articel  des  synodi,  laetsmael  binnen  Sneock 
gehouden,  welcker  inhout  is,  dat  sij  alle  stemmen  sullen  hebben,  dat 
d'selve  van  de  volmachten  sullen  gepondeerert  ende  wel  overgewogen 
werden ,  mitsdien  dat  die  dienaeren ,  welcke  sonder  commissie  willen  cjomen , 
op  haer  eigen  costen  tselve  sullen  mogen  doen. 

7.  Den  volmachten  van  Mackum  cum  adjunctis  als  Laurentii-s,  school- 
meester aldaer,  cum   reliquis,   welcke   vorsochten,   dat  SirpFRiins  Pauli 


*)     De  luargiDalia  ziju  later  bijgeschreven. 


40 

van  het  synodo  soude  geconstringeert  werden  om  die  beroepinge,  van 
den  vorss.  dorpe  cum  annexis  op  hem  gedaen,  te  resigneeren,  is  voor 
antwoort  gegeven ,  dat  het  synodus  die  saeke  relegeert  tot  het  classem  van 
Franeker  ende  dien  in  handen  geeft,  dat  sy  daerinne  opt  spoedichste 
versien  mogen  ende  met  partijen  te  handelen,  gelijc  als  sij  befinden 
sullen  totter  eeren  Gods  ende  opbouwinge  der  kercken  stiehtelicxt  te 
mogen  wesen. 

8.  Is  den  dienaren  ende  ouderlingen,  nyet  alleene  die  volmachten 
waeren  mer  ooc  alle  die  andere  dienaeren,  welcke  sonder  procuratie  wt 
allen  dassen  alhier  sijn  vergadert  geweest,  gevraecht  wat  him  gevoelen 
was  van  het  versoeck  van  de  gedeputeerde  classium,  opten  S^^  Aprilis 
anno  1590  aen  de  heeren  stadthouder,  Staten  ende  raet  der  stadt  ende 
kercken  van  Leuwarden  gedaen.  Hebben  voor  antwoort  gegeven,  dat  sij 
datselve  voor  goet  achten  ende  nyets  daertegen  en  liadden.  i) 

9.  Sijn  verschenen  eenige  van  de  gemeente  van  Leuwarden  als  wt 
eigener  persoon  voor  henselven,  nochtans  ledematen  der  kerckenraet  aldaer 
zijnde,  ende  hebben  den  synodo  voorgestelt  den  droevigen  staet  der  ge- 
meinte  voorseit,  daerbij  oock  versocht  ende  gebeden,  dat  het  synodus 
den  armen ,  desolaeten  keix^ke  vorss.  wilde  te  helpe  comen  ende  middelen 
raemen,  waerdoor  die  gemeinte  voornoemt  in  stillicheyt,  ruste,  vrede 
ende  eenicheyt  mochte  gestelt  ende  wederom  me  met  goede  getrouwe 
dienaers  ende  herders  versien  werden.  Op  welcken  versoeck  vooreerst 
voor  raetsaem  bevonden  is,  dat  men  het  request,  in  den  naestgenomenen 
articel  geapprobeert,  wederomme  aen  de  h.  Staten  sal  overgeven,  mits- 
gaders oock  dat  men  vermaninge  aen  Ruardum  ende  Antonium,  dienaren 
aldaer  geweest  zijnde,  sal  senden,  dat  sy  hen  wt  Leuwarden  willen 
begeven  metterwoon ,  overmits  het  synodus  geen  ander  mittel  can  vinden 
als  dat,  waerdoor  die  gemeente  tot  ruste  ende  stillicheyt  geraecken  ende 
met  goede  dienaeren  versien  can  werden.  Ende  dese  vermaninge  sullen 
aen  hen  bestellen  ende  hen  behandigen  twee  wt  dese  synodaelsche 
vergaderinge ,  als  te  weeten  Joannes  Bernardi  ende  Albektus  Sibrandi, 
ende  sullen  den  synodo  bescheit  van  haer  wederomme  brengen  omme  dat 
gesien  te  hebbende  voorts  te  doen  naer  behooren.  2) 

Des  anderen  daechs  voormiddach,  sijnde  den  17®"  Junij, 
na  aenroepinge  van  den  naeme  des  Heeren  is  gehandelt  ende 
besloten,  als  volget 

10.  Die.  bt/slapen^  eer  getrouweU  —  Nadien  het  strijdet  tegen  die  h. 


1)     Art.  8  is  met  twee  dunne  schuinsche  pennestreken  doorgehaald. 
'^)     Ook  dit  artikel  is  doorgehaald  als  art.  8. 


47 

schriftuere  ende  die  ordeninge  der  christelicker  Gerefonneerder  kercken, 
dat  die  ondergetroude  personen,  die  hen  totten  echtenstaet  willen  be- 
geven, den  anderen  byslapen,  voor  ende  alleer  sij  kercklick  tesamen- 
gegeven  sijn,  is  voor  best  bevonden,  dat  men  aen  de  h.  Staten  sal  ver- 
soecken,  dat  sij  in  desen  punet  ende  in  aUen  anderen  den  houwelicken 
staet  belangende  na  vermogen  het  placcaet  daeraff  zijnde  wil  believen  te 
remedieren  ende  het  placcaet  ter  executie  doen  stellen. 

11.  Profanatio  sabbcUhorum.  —  Belangende  die  ontheiliginge  van  den 
sabbath  ofte  des  Heercn  dach  ende  andere  biddagen,  welcke  in  desen 
onsen  vaderlande  (Godt  betert)  seer  veel  ende  vaec ,  ja  stedich  begaen  ende 
bedreven  wert  met  monsteren  besonderlinge  in  de  kercken,  met  arbeiden 
van  backen,  brouwen,  graven,  reisen,  coophandel  drijven,  suep  ende 
botter  te  merct  te  brengen,  boelgoederen  vercopen,  droncken  drincken, 
dobbelen,  speelen,  wandelen  gaen  onder  tijt  van  den  dienst  van  Gods 
woort  ende  diergelijcke  dingen  meer,  sal  men  den  h.  Staten  oock  mede 
alle  die  abusen  in  desen  begrepen  remonstreren  ende  aenwijsen,  bidden 
ende  vermaenen  ende  met  grooten  vlijt  aenhouden ,  dat  sij  met  eernst  alle 
die  excessen  ende  misbruicken,  welcke  op  die  vorss.  dagen  geschieden, 
willen  verbieden,  weeren  ende  wechnemen  door  alsulcke  middelen,  als 
sij  wel  sullen  weeten  na  haere  wijsheit  te  bedencken  ende  tewogo  te 
brengen. 

12.  De  sectis,  —  Om  die  secten,  welcke  bij  dese  onse  bedroefl'de  ende 
Rwaere  tijden  hoe  langer  hoe  meer  inrijten  te  weeren,  is  voor  goet  ende 
raetsaem  bevonden,  dat  vooreerst  die  dienaeren  na  vermogen  die  synodalia 
haer  ampt  doen  ende  daerbeneven,  dat  men  bij  den  hoogen  overicheyt 
sal  aenhouden  met  vermaenen  ende  bidden,  dat  sij  in  desen  na  het 
exempel  van  alle  godsalige  coningen  onde  princen  beide  des  ouden  ende 
nieuwen  testaments  insonderheit  deser  reformationstijt  in  Duitsdilant, 
Engelant,  Vrancrijck  ende  Switzerlant  haeren  plicht  ende  ambt  willen  be- 
wijsen  ende  aenwenden,  dat  se  dese  navolgende  middelen,  welcke  het 
synodus  voor  dese  tijt  achtet  die  bequaemste  twesen  om  die  secten  to 
weeren  int  werck  stellen :  Dat  die  overicheyt  een  seecker  tijt  ende  plaetse 
bestemme  ende  laet  publiceren,  dat  een  iegelick  secte  op  dien  tijt  hem 
sal  bereiden  tegen  die  dienaren  der  Gerefonneerder  christelicker  kercken 
haer  leere  te  verdedigen ,  ende  wiens  leere  bevonden  wert  falaeh  te  weseii 
ende  tegen  Gods  woort  te  strijden ,  dat  sij  dienselven  op  seeckere  stercke 
pene  ende  straffe  opleggen  om  van  dien  tijt  voortaen  te  s wijgen  ende 
geen  bijeencomsten  te  houden.  Hiertoe  ooc  dat  het  drucken  ende  vercopen 
van  de  valsche  boecken  scherpelick  verhoeden  werde  bij  allen  druckeren 
ende  boecvei'coperen ,  ende   dat  die  magistraten  den  Jicnhangei-en  van  de 


48 

sectarisen  1) ,  die  hartneckich  blijven ,  het  recht  weigeren  ende  afFslaen ,  ter 
tijt  toe  sy   hen  met  die  G^erefornieerde  kercke  vereenicht  sullen  hebben. 

Is  na  den  middach  desselven  daechs  ende  des  daechs 
daema,  sijnde  den  18®"  Jiinij,  als  die  naeme  des  Heeren 
aengeroepen  was,  verhandelt  ende  besloten  als  volget. 
13.  In  de  questie  ende  verschil  tiisschen  Henric  Pieterss  ,  dienaer  opt 
Oosteijnde  van  Ylielant ,  ende  Jan  Gossensz  ,  ouderling  opt  Westeijnde  van 
Vlielant,  representeerende  die  gemeenten  aldaer  ter  eenre  ende  Jacob 
AucKEss,  dienaer  nu  ter  tijt  in  Jlst  wesende,  ter  anderen  sijden,  welcke 
lange  voor  het  classe  van  Sneeck  gehangen  heeft  ende  van  tselve  op  dit 
tegenwoordige  synodura  gewesen  is ,  int  lange  het  synodus  beide  partijen 
gehoort  ende  verstaen  ende  mede  gelet  hebbende  op  hetgeene,  des  men 
in  desen  conde  ende  behoorde  te  letten ,  hebben  voor  het  aldemutste  ende 
stichtlicxte  bevonden,  dat  Jacobus  Au(tcess  in  eigener  persoon  opt  lant 
van  Vlielant  sal  opt  spoedichste  reisen  ende  tegen  den  magistraet  aldaer 
sijn  schuit  bekennen  in  tgeene,  dat  hij  tegen  haer  misdacn  heeft  int 
schrijven  van  seec^ere  brieven  ende  andersins,  ende  hen  bidden,  dat  sij 
hem  sulcx  om  Gods  wille  vergeven  willen.  Sal  ooc  voorts  Jacobus  vorss. 
den  gemeente  aldaer  openbaer  in  de  kercke  bidden,  dat  sij  hem  willen 
vergeven  tgene  van  de  magistraet  vorss.  is  ende  voorts  alle  hetgene, 
waermede  hij  hem  tegen  haer  vergrepen  heeft  tot  eenigen  tijden  met 
gaen  ofte  staen,  met  woorden  ofte  wercken  ende  dat  om  Christi  Jesu 
wille.  Ende  dese  schultbekenninge  sal  die  gemeente  aldaer  in  forma,  al- 
hier gemaect ,  van  onsen  lieven  seer  weerden  ende  getrouwen  mededienaer 
Hermanno  Enx^Nis,  dienaer  in  Harlingen,  van  den  synodo  daertoe  ver- 
ordineert,  na  gedaene  predicatie  voorgestelt  ende  van  Jacobo  montlic 
bekent  werden,  waeraff  die  voorgenoemde  dienaer  den  classi  van  Sneeck 
wederomme  bescheit  sal  laeten  weten.  Daerbeneven  sal  hij  den  broederen 
alhier  oock  desgelqcken  bidden,  ofter  iemant  in  sijn  persoon  verergert 
mochte  wesen,  dat  sij  hem  tselve  om  Gods  wille  vergeven  willen.  Tweloke 
gedaen  zijnde  sal  hij  bij  die  van  Jlst  in  synen  dienst  gecontinueert  ende 
geconfirmeert  blijven.  Sullen  onderdes  die  getuigenissen ,  van  beide  sijden 
ingebracht,  soe  lange  bij  het  classe  van  Harlingen  ofte  Franecker  gelaeten 
werden,  ter  tijt  toe  tgeene  bovenss.  is  volbracht  sal  sijn,  ende  na  dien 
sullen  dselve  verbrant  werden.  Ende  sullen  oock  mede  partijen  alles, 
watter  voorheenen  geschiet  is,  int  vier  der  lieffden  verbranden,  waeraff 
Hermanntjs  vorss.  van  beide  partijen  attestatie  sal  nemen  ende  mede- 
brengen tot  verseeckeringe  van  een  vast  ende  bondich  versoeninge.  Dit 
besluit  hebben   partijen   vorss.  present  aengenomen  na  te  comen  ende  in 


1)     Hiernaast  is  in  luarg.  bijgeschreven :  j^sectarisen  recht  weigeren  N.B." 


49 

praesentie  van  dese  vergaderinge  malcanderen  daerop  den  hant  gegeven 
ende  om  vergevinge  gebeden. 

14.  Hebben  die  volmachten  van  Jlst,  als  te  weeten  Baucke  Pltbfz 
ende  Foitce  Hlhatoiss  haer  schultbekenninge  gedaen  in  tgeene,  waermede 
sij  tclasse  van  Sneeck  beschuldicht  hadden  in  haren  brieff,  aen  het  syno- 
dum  geschreven ,  gedaen  in  dier  voegen ,  dat  sij  bekenden  wt  menschelicke 
affecten  ende  swacheden  sonder  reden  qualic  geschreven  te  hebben,  ver- 
claerden  hen  tselve  leet  te  wesen  ende  baden,  dat  liet  classe  hen  suh^x 
wilde  ten  besten  honden  ende  vergeven.  Hetwelcke  geschiet  is. 

15.  Sijn  van  selifs  verschenen  Ruardus  Acrontus  ende  Antonius  Ct.aks- 
sooN,  eertij ts  dienaren  binnen  Leuwarden,  met  Sdcto  Ripperto,  dienaer 
binnen  Franecker,  ende  Sibrando  Vomelio,  dienaer  in  Pietersbienira.  Ende 
heeft  Ruardus  den  synodo  eenige  vragen  wt  den  missive ,  van  den  synodo 
aen  hem  geschreven,  voorgestelt  als  te  weeten:  ten  1»^"  wattet  synodus 
verstont  met  dat  woort  deputati;  ten  2<^®"  wat  sij  verstonden  met  dat 
woort  aldaer;  ende  ten  3<*«"  oft  die  missive  geschreven  sij  met  gemeener 
stemmen  ofte  sommiger.  Ende  is  daema  wt  last  des  synodi  met  Aurroxio 
wtgegaen.  Dan  Sdctus  ende  Sibrandus  vorss.  sijn  tegen  last  ende  danc 
des  synodi  gebleven ,  ende  heeft  Sibrandus  geene  cleine  ontstichtinge  aen- 
gericht  door  syne  hartneckige  ongehoorsaemheit  ende  onbeleef theit ,  die 
hij  den  synodo  vertoonde,  seggende  met  veele  harde  ende  onbeleeffde 
woorden ,  hier  te  lange  te  verliaelen ,  dat  dese  vergaderinge  geen  wetlicke 
synodus  en  was,  omdat  men  begeerde,  dat  hij  wtgaen  sonde,  overmits 
hij  ende  Sextus  voor  partije  gehouden  werden,  doordien  dat  sij  Ruardo 
met  vrientschap  bestonden,  i) 

Na  den  middach  desselven  daechs,  wesende  den  18®"  Junij. 

16.  Sijn  verschenen  wederomme  Ruardus  ende  Antonius  Claessoon 
voornoemt  ende  is  op  sijn  vragen  geantwoordet ,  dat  het  synodus  hem 
geen  bescheit  conde  geven,  voor  ende  alleer  sij  verclaerden:  ten  1®"  oft 
sg  dese  vergaderinge  der  broederen  2)  voor  een  wetlicke  synodum  hielden ; 
ten  2®*»  oft  sijj  hen  het  besluit  van  dese  vergaderinge  wilden  onderwerpen. 
Waerop  Ruardus  geantwoort  heeft,  dat  hij  niet  en  wilde  op  die  vragen 
antwoorden,  ten  waer  saecke  men  hem  verwillichde ,  dat  hy  sijn  defensie 
mochte  institueren  ende  op  sulcken  ordeninge  ende  wij  se  procederen ,  als 
hijt  verstonde  hem  oirbaerHcxt  te  wesen.  Waerop  het  synodus  wederomme 
geantwoort  heeft,  dat  sy  sulcx  niet  en  conden  doen,  dan  begeerden  na 
kerckelicke  ordinantie  met  hem  te  handelen,  hetwelcke  het  synodus  ver- 


1)  Art.  15  18  doorgehaald  als  art.  8. 

2)  „broederen";  doorgeschrapt  is  „dienaren." 
Acia  syn.  provtnc,  VI. 


50 

stonde  niet  anders  te  mogen  geschieden,  alleer  hij  geantwoordet  hadde. 
Waerop  hij  met  groote  onbeleeftheit  ende  bitterhei t  geseit  heeft,  dat  het 
synodus  eerloos  ende  perfide  met  hem  handelde,  wonde  het  synodo  niet 
gehoorsaem  sijn,  dan  dede  sijn  protestatie,  hierop  begeerende  acte  van 
tgeene  men  met  hem  gehandelt  hadde.  Dan  also  het  synodus  sulcx  om 
groote  reden  niet  stichtelic  en  bevonde,  hebben  sïjt  hem  geweigert.  Waer- 
mede  hij  met  grooter  onstiiimicheit,  die  hij  tegen  het  synodum  bewesen 
heeft,  wt  die  vergaderinge  gescheiden  ende  verreist  is  niettegenstaende 
het  synodus  hem  christlic  vermaende,  dat  hy  d'saecke  in  de  vrese  des 
Heeren  wilde  overleggen  ende  nadencken.  i) 

17.  Na  syn  vertreck  is  Sibrandus  Vomelius  wederomme  met  groot  ende 
bitter  geroep  tegen  het  synodum  wtgevaeren  ende  heeft  hem  van  het 
synodo  niet  willen  laeten  seggen  als  vooren  met  eenige  reden.  Dan  is 
oock  sonder  versoeninge  vertrocken  tegen  bede ,  versoeck  ende  vermaeninge 
des  synodi,  dat  hij  sijn  schuit  in  desen  bekennen  soude.  i) 

18.  Daerna  is  Antoniüs  Claessoon  wederomme  verschenen,  welcke  op 
onse  vermaeninge,  aen  hem  mede  in  onsen  missive  gedaen,  voorgegeven 
heeft,  dat  hij  denselven  wel  woude  nacomen,  indien  het  synodus  hem 
goede  attestatie  woude  geven,  opdat  hij  (als  hij  het  achtede)  niet  en 
sonde  schijnen  als  een  misdader  te  vertrecken.  Denwelcken  hem  het 
synodus  om  wichtige  reden  niet  heeft  connen  passeren,  dan  hebben  hem 
geraden  ende  vermaent,  dat  hij  wilde  nacomen  den  raet  des  briefTs,  aen 
hem  ende  Ruardum  gess.  Waerop  hy  geantwoort  heeft,  dat  hij  bij  sijn 
meninge  bleve,  het  synodus  mochte  bij  het  sijne  blijven,  i) 

Den  19^^  Junij,  nadat  Gods  h.  naeme  aengeroepen  was. 

19.  Over  de  saecke  Antonh  Gerrutsz  van  S(thindel,  ledemate  van  die 
gemeinte  van  Sneeck,  is  beslooten,  dat  die  kerckenraet  van  Sneeck  met 
behulp  ende  assistentie  van  de  magistraet  aldaer  denselven  sal  affhandelen. 

20.  Het  synodus  den  saecke  Rodolphi  üterwuck  ,  dienaer  des  godlicken 
woorts  nu  ter  tijt  in  suspensie  staende  tot  Borgwert,  int  lange  gehandelt 
ende  overgewogen  hebbende  heeft  beslooten,  dat  Rodolphus  vorss.  niet 
alleen  hier  in  synodo  maer  oock  openbaer  in  de  kercken,  daer  hij  nu 
staet ,  als  oock  binnen  Bolswert ,  daer  hij  die  argeniissen  aengericht  heeft , 
sijn  schuit  bekennen  sal  in  alle  die  puncten  daerinne  hij  alhier  ende  bij 
anderen  beschuldicht  is ,  als  te  weeten :  dat  hij  onwettelic  tegen  ordeninge 
der  kercken  bij  die  van  Itens  cum  annexis  door  behulp  van  de  h.  Staten 
geobtineert  ende  genoten  heeft  4(K)  daelders  ende  haer  na  dien  verlaeten 


1)     Dit  art.  i»  evenals  art.  8  doorgestreept. 


51 

ende  tegen  het  besluit  ende  wille  vant  olasse  van  Bolswert  tot  Borgwert 
in  den  dienst  gecomen  is,  dat  hij  hem  met  lichtveerdich  loopen  in  de 
herbergen  om  te  copen  ende  vercoopen,  met  droncken  drincken  ende 
andersins  vergrepen  ende  verloopen  heeft.  Ende  dat  gedaen  zijnde  sal  hij 
wederomme  in  den  dienst  opgenomen  werden  in  de  plaetsen,  daer  hij 
nu  beroepen  is  namelick  te  Itens  cum  annexis,  soelange  ende  ter  t^t 
toe  het  olasse ,  daer  hij  onder  staet ,  siet  dat  hij  hem  beter  ende  bequamer 
in  sijnen  dienst  draget.  Maer  indien  hij  hem  niet  en  verbetert,  sullen 
beide  die  dassen  van  Sneeck  ende  Bolswert  wt  last  des  synodi  die  macht 
hebben,  dat  sij  hem  datelick  van  den  dienst  afifstellen.  Dan  indien  sij 
tselve  niet  connen  wtrichten ,  sullen  den  deputatos  synodi  daerover  mogen 
beroepen.  Hetwelcke  Rodolphus  vorss.  aengenomen ,  bekent  ende  verclaert 
heeft,  dat  hem  alle  die  puncten  vorss.  leet  waeren  ende  gebeden,  dat 
hem  tsynodus  sulcx  vergeven  wilde.  Dese  schultbekenninge  sal  het  classe 
van  Bolswert  aldaer  ende  in  Borgwert  ende  Itens  voorstellen. 

21.  Dewijle  Ruardüs  ende  Antonius  vorss.  voorgegeven  hebben,  dat 
sg  door  den  missive  vant  synodo  aen  haer  gess.  ongehoort  veroordeelt 
waeren ,  hebben  die  broederen ,  op  den  synodo  vergadert ,  hierop  gevraecht 
zynde  eendrachtelic  geantwoordet ,  dat  sy  denselven  missive  tot  geenen 
anderen  ftue  aen  haer  gesonden  hadden,  dan  dattet  hen  soude  dienen 
voor  een  getrouwen  raet  ende  eemstige  vermaeninge,  dat  sij  door  hen 
vertreck  den  gemeente  Jesu  Christi  binnen  Leuwarden  in  rust  ende  vrede 
wilden  stellen,  dewqle  tselffde  niet  anders  en  conde  geschieden  na  hun 
eigen  doen  ende  seggen.  Dan  also  sij  onwillich  gebleven  sijn  om  tselve 
na  te  comen,  heeft  het  synodus  verordineert  ende  wtgemaect  onse  seer 
lieve  ende  weerde  mededienaren  Joannem  Petrejum  ende  Cakolum  Q-an- 
DAVENBEM,  dat  sij  RuARDUM  oudo  Antonium  voomocmt  andermael  sullen 
aendienen  ende  vermaenen,  dat  s^  alsnoch  den  voornoemden  missive 
willen  nacomen,  hetwelcke  sy  sullen  doen  in  bijwesen  van  twee  ofte  drie 
verstandige  broederen  ende,  soeverre  sij  niet  en  willen  acquiesceren , 
tselve  den  deputatis  synodi  te  kennen  geven ,  welcken  het  synodus  voorts 
daertoe  verordineert  ende  authoriseert  omme  des  synodi  raet  ende  ver- 
maninge  tegen  Ruardum  ende  Antonium  te  vervorderen  na  kerckenordeninge. 
Ende  soeverre  sq  sulcx  alleene  niet  en  connen  becomen ,  sullen  sij  mogen 
bg  hen  roepen  alsulcke  dienaren  wt  een  ieder  classe,  als  sij  tot  haeren 
behelp  sullen  achten  nutst  ende  bequaemst  te  wesen.  i) 

22.    Over    die   ergemisse,    welcke   SiBRA:a)iis    Vomelius   ende   Sixtus 
RippERTüs  den  synodo  gegeven  hebben ,  is  beslooten ,  dat  men  hen  beiden 


I)    Dit  art.  is  doorgehaald  als  art  8. 


52 

wederom  ten  tweeden  sal  vermanen  door  twee  volmachten  van  den  synodo , 
als  te  weeten  door  onse  seer  weerde  ende  beminde  mededienaren  Her- 
MAjfNUM  EiLcx)Nis  ondo  TuLLiuM  JoucKoxis  in  praesentie  van  twee  andere 
discrete  broederen,  dat  sij  alsnoch  haeren  schuit  bekennen  willen  in 
tgeene,  daermede  sij  hen  tegen  het  synodnm  met  ongehoorsaemheit ,  onbe- 
leeftheit  ende  onstichtelicke  woorden  vergrepen  hebben.  Hetwelcke  gedaen 
zijnde  sullen  sij  hen  wederf aeren  den  deputatis  synodi  wederomme  aen- 
dienen  omme  sulcx  verstaen  hebbende  voorts  te  doen  na  behooren  van 
kercklicke  ordinantie.  l) 

23.  Van  den  doop  der  Wederdooperen  ende  andere  secien.^)  —  Die 
questie  van  den  doop  der  secten  insonderheit  der  Wederdoperen ,  waer- 
voor  men  denselven  behoort  te  houden ,  is  geresolveert ,  dat  men  denselven 
sal  opschorten  tot  op  een  grooter  ende  meerder  vergaderinge  ofte  tot  een 
nationael  synodum.  Onderdes  sal  men  aen  wtlandsche  geleerde  mannen 
schrijven  ende  haer  gevoelen  van  dien  vorderen. 

24.  Van  den  doop  der  kinden'en,  van  goddelose  olders  geboren,  — 
Wanneer  die  kinderen  van  luiden ,  die  selve  godloos  ende  vreemt  van  de 
Gereformeerde  religie  sijn  ende  dieselve  niet  willen  te  doope  brengen, 
dan  laeten  tselve  doen  door  niet  minder  godloose  luiden,  als  sij  selve 
zijn ,  sal  men  hem  reguleeren  na  den  27®"  artickel  des  synodi  van  Dordrecht. 

25.  Dis  op  andere  plaetxen  hopen  te  prediken,  —  Als  dienaren  in 
andere  classen  loopen  predicken,  alleer  sij  die  beroepinge  hebben  aenge- 
nomen  ofte  aifgeslagen  sonder  den  classen  ietswat  daervan  te  kennen  te 
geven ,  sal  men  hem  weten  te  richten  na  het  besluit  van  het  eerste  synodo 
van  Franecker. 

26.  Sal  aen  den  hoogen  overicheit  versocht  worden,  dat  sy  die  be- 
sluitingen der  synoden  willen  aennemen,  authoriseeren  ende  hanthouden. 

27.  Die  versuymetiisse  van  classicale  byeencomsten  te  censureren.  — 
Die  versuimenissen  van  de  classicale  bijeencoomsten  sullen  van  den 
toecomstigen  synodo  gecensureert  worden  na  den  4®"  artickel  van  den 
synodo  van  Dordrecht. 

28.  Gheen  plaetxen  tot  de  ztfne  te  trecken  sonder  dassis  consent,  — 
Die  dienaers,  welcke  beneffens  hare  ordinarise  plaetsen  noch  andere  tot 
dien  sijn  treckende,  sullen  van  den  classe  gecensureert  worden  ende  die 
plaetsen    resigneeren    ende,    wat    haer    ontbreect    van    onderhout,    aeut 


1)  Dit  art.  is  doorgehaald  als  art.  8. 

2)  „Van  —  secten"  is  met  twee  pennestreken  doorgehaald. 


53 

classe  versoecken,  sonder  wiens  consent  sij  niet  sullen  mogen  doen  noch 
attenteren. 

29.  Tselve  sal  men  oock  doen  met  diegeene,  welcke  verscheidene 
plaetsen  met  malcanderen  parten  ende  deelen. 

30.  Overtreders  der  synoden.  —  Die  overtreders  van  de  synodaelsche 
acten   sal  men  eemstlick  censureren  ende  na  kerckenordeninge  straffen. 

31.  Dienaer^  die  haer  plaetzen  niet  bedienen.  —  Dienaers,  welcke 
haeren  dienst  niet  en  betreden  sonder  wichtige  reden ,  wanneer  sij  connen 
ende  mogen ,  sullen  vant  classe ,  daer  sij  onder  sorteren  na  ordinantie  der 
kercken  gestraft  worden. 

32.  Van  wedenaers^  die  voir  behoirlycken  tyt  houwelycken.  —  Een 
wedenaer,  die  hem  wederom  begeert  te  begeven  totten  houwlicken  staet, 
sal  hem  weeten  te  reguleeren  na  keiserlicke  rechten .  lants  statuten  ende 
synodaelsche  acten.  Nochtans  sullen  se  mogen  relaxatie  versoecken  na 
gelegentheit  van  haere  huisgesinnen  ende  personen.  Ende  die  hiertegen 
doen,  sullen  van  de  kercke  ofte  classe  na  die  lancheit  ofte  cortheit  des 
tgts  gestraft  worden  tot  stichtinge  der  kercken  ende  gelegentheit  der 
plaetsen. 

33.  Dienaer,  die  buyten  die  ghemeynte  houwelyckt.  —  Geen  dienaeren 
mach  een  vrouwe  trouwen,  die  geen  lidtmaet  der  gemeente  Jesu  Christi 
en  is  noch  geen  professie  der  religie  gedaen  heeft.  Ende  die  hiertegens 
doet,  sal  van  den  classe,  onder  welcken  hij  sorteert,  gestraft  worden  na 
behooren. 

34.  D<ier  suspicie  op  valt^  sullen  uyt  den  synodo  gaen,  wanneer  men 
sluyten  zaü.  —  Sullen  personen,  daer  eenige  suspicie  van  partijschap  op 
valt  tsij  dan  door  bloetvrientschap  ofte  andersins,  in  de  synodaelsche, 
classicaelsche  ende  kercklicke  vergaderingen  ofte  handelingen,  insonder- 
heit  wanneer  men  stemmen  vergaderen  ofte  sluiten  sal,  niet  geleden 
worden,  dan  sullen  door  authoriteit  ende  aenseggen  van  den  praeside 
moeten  wtgaen.  Ende  indien  iemant  niet  en  wil  obedieren ,  sal  na  behoren 
kercklick  van  den  synodo,  classe  ende  kercke  gestraft  werden. 

35.  Het  classe  van  Leuwarden  sal  in  de  saecke  Gerlact,  welcke 
onlanx  den  dienst  van  Gods  wooi-t  tot  Berlckum  betreden  heeft ,  handelen 
tgeene  stichtelic  befonden  sal  worden  na  behooren  van  sijn  leere  ende  leven. 

36.  In  het  verschrijven  ende  versoecken  van  de  heeren  commissarisen 
opt  synodum  te  verschijnen  sal  een  ieder  classe  ende  kercke,  daer^het 
synodus  gehouden  sal  worden,  hem  reguleeren  na  den  laetsten  acte  van 
het  laetste  synodo  van  Franecker. 


54 

37.  Verschryvinghe  der  heeren,  1)  —  Dat  het  classis  van  Leu warden 
den  deputatos  classium  niet  verschreven  heeft  om  den  twist,  in  de  kercke 
binnen  Leuwarden  opgeresen,  te  remedieren,  hebben  die  broederen  des 
classis  vorss.  hiervan  haer  schuit  bekent 

88.  Men  sal  versoecken,  dat  die  resolutie  van  de  schoolmeisteren , 
genomen  in  den  jaere  80 ,  ende  het  placcaet  anno  84  wtgegaen ,  in  effect 
gestelt  mach  worden. 

39.  Het  classe  van  Doccum  sal  Romberto  Feiez  na  haer  vermogen  hg 
de  h.  Staten  behelpelic  wesen,  dat  hy  wt  sijn  schulden,  contraheert  van 
wegen  sijne  gevanckenisse ,  mochte  geraecken. 

40.  Een  ieder  classe  ende  kercke  sal  gedencken,  dat  se  onsen  lieven 
ende  weerden   broeder  Abelo  SxELuyowERFF  een  schooldienst  opstuiren. 

41.  Wt  een  ieder  classe  sullen  beneffens  twee  dienaren  des  godlicken 
woorts  oock  twee  ouderlingen  op  het  synodum  gesonden  werden  na  het 
besluit,  in  den  nationalen  synoden  daeraff  gemaect. 

42.  Van  de  visitatie  ende  approbatie  der  boecken,  —  Die  visitatie  ende 
approbatie  der  boecken  sal  bestaen  bij  het  besluit  van  den  13^  artickel 
des  synodi  van  Middelborg. 

43.  Classes  sullen  tuytschryven  der  aeten  betaelen.  —  Een  ieder  classe 
sal  gehouden  sijn  te  betaelen  het  wtschrijven  van  de  synodale  acten ,  ofte 
die  sulcx  niet  en  willen  doen,  sullen  haere  volmachten  last  geven  om 
dieselve  wt  te  schrijven. 

44.  Soe  iemant  een  boeck  wil  laeten  drucken ,  mach  bij  den  h.  Staten 
versoecken,  dat  sij  also  metten  drucker  willen  handelen,  dat  oock  die 
kercken  daermede  bedient  mogen  werden,  wanneer  het  boeck  na  besluit 
der  synodaelsche  acten  gevisiteert  ende  geapprobeert  sal  wesen. 

45.  Gel^ckht^t  in  den  diëtist.  —  Verordineert  oock  het  synodus,  datter 
gelijcheit  in  den  dienst  gehouden  sal  worden  van  den  dienaeren  na  het 
besluit  des  9*"  artickels  van  het  synodo  van  Middelborg,  ten  waer  saecke 
men  wichtige  reden  hadde ,  waeromme  hotselve  niet  en  conde  geschieden , 
hetwelcke  niet  en  sal  toegelaeten  worden  sonder  advijs  van  den  kercken- 
raet  ende  andere  dienaers  des  classis. 

46.  Lyckpredicatien  na  te  laten  ap  die  dorpen,  —  Die  lijcpredicatien 
op  die  dorpen,  overmits  sij  strijden  tegen  het  besluit  der  synodaelsche 
acten  des  48«"  artickels  vant  Middel burgsche  synodo  ende  des  58®"  artickels 
van  den  Haegschen  s.,  sullen  nagelaeten  werden. 


ï)     Dit  bijschrift  is  doorgestreept. 


55 

47.  Comedien  te  weren.  —  Den  studenten  ofte  iemant  anders  en  sal 
niet  geoorlooft  weesen  omme  comedien  te  ageren  naer  ordinantie  van 
den  9300  artickel  des  synodi  van  Middelburg  ende  van  den  26®"  artickel 

des  synodi  van  Dordrecht 

» 

48.  Wanneer  een  dienaer,  die  genoech  heeft'  om  van  te  leven  ende 
geenen  dienst  en  doet,  sal  bij  het  classe,  daer  hij  onder  hoort,  verstaen 
worden  ende  daerna  gedaen  werden,  als  sij  befinden  sullen  stichtelicxt 
te  mogen  wesen  na  gelegentheit  der  personen  ende  plaetsen. 

49.  Het  verschil  tusschen  den  dienaren  van  Slooten  ende  Balck  is 
het  classi  van  Sneeck  ende  Bolswert  in  handen  gestelt.  Ende  soeverre 
sij  het  niet  connen  nederliggen,  sullen  sij  den  deputatos  synodi  tot  hen 
mogen  roepen  tot  haeren  behulp  ende  assistentie. 

50.  Belangende  het  boeck,  daer  die  synodalia  in  beschreven  sijn,  is 
beslooten,  dat  een  ieder  classe  voor  het  schrijven  sal  contribueren  aen 
JoANNEM  HiLBRANDüM  cou  carlsguldcn. 

51.  Sijn  die  deputati  synodi  daertoe  gecommitteert  omme  die  swa- 
richeden  van  saecken  in  desen  synodo  voorgevallen,  welcke  sonder 
der  heeren  Staten  hulp  ende  assistentie  niet  connen  wtgericht  werden, 
den  heeren  voornoemt  te  remonstreren  ende  bij  haer  te  versoecken, 
dat  hen  gelieven  wil  daerinne  te  remedieren  ende  deselve  in  trein 
tbrengen. 

52.  Omme  voorts  alle  swaricheden,  die  hiernaemaels  in  de  dassen 
ende  kercken  sullen  mogen  voorfallen,  stichtelick  affgehandelt  te  mogen 
werden  heeft  het  synodus  wt  een  ieder  classe  ende  kercke  seeckere 
mannen  gedeputeert  ende  wtgestelt,  welcke  dselve  sullen  mogen  slijten 
ende  nederleggen,  indien  sij  connen,  so  niet  tot  hen  beroepen  andere 
dienaeren  wt  een  iegelick  classe,  die  sij  bequaemst  sullen  achten  te  wesen. 
Maer  die  deputati  synodi  sijn  dese  navolgende  personen:  wt  het  classe 
van  Franecker  Tullius  Jouckonls,  dienaer  ende  Dmcii  Ockess,  ouderling; 
wt  den  dassen  van  Leuwarden  Caiiolus  Gandavus,  dienaer  ende  Albert 
PiETERSs,  ouderling;  wt  den  classe  van  Doccum  Joannes  Nicx)lai,  dienaer 
ende  Focke  Tiercxz,  ouderling;  wt  het  classe  van  Sneeck  Joannes  Rouc- 
cTüs ,  dienaer  ende  Claes  Jelmersz  ,  ouderling ;  wt  den  classe  van  Bolswert 

JOANNES   HUECKULUM   CUdc   AjTNA   SlOERTSZ,    OUdcrliug. 

53.  Het  comstige  synodus  sal  (indient  den  Heero  believen  sal)  ge- 
houden werden  binnen  Doccum  ende  dat  opten  anderden  Maendach  na 
Me^e,  welcke  sal  wesen  die  10®"  Ma^  na  den  ouden  st^l  1591. 


56 

Aldus  gedaen  ende  beslooten  in  den  synode ,  binnen  Har- 
lingen  gehouden  den  16«o  Junij  ende  volgens,  ende  wten 
naeme  des  synodi  ondertekent  opten  20®"^  Junij  anno  1590. 

Onder  stont:  gess.  bq  ons  ondergess.  Joannes  Bogermaj^ïus  ,  praeses 
synodi,  J.  Hilbranüu8>  scriba  synodi  met  seeckere  streken  ende  togen. 
Ende  gecoUationeert  jegens  den  principale,  is  bevonden  daermede  te 
accorderen  bij  mijj  ondergess. 

J.  HiLBRAM)U8,  scriba  synodi  1590.1) 


Acta  dess  Vriesschen  provincionaelschen  synodi^ 
den  Ui  May  anno  etc.  91  binnen  Doccum  begonnen 
ende  om  zekere  orsaken  wtgestelt^  dan  den  13  July 
anni  ejnsdem  aldaer  wederom  angefangen. 

1.  Is  na  anroepinghe  dess  names  dess  Heren  mith  gemeine  ad  vis  der 
gedeputeerde  broderen  den  12  Maij  tot  een  praeses  vercoren  Paschasius 
Baers,  denar  tot  Lewarden,  ende  tot  een  scriba  Hermakitüs  Luingha, 
denar  tot  Sneeck.  Dan  dewijle  Paschasiüs  den  13  Julij  om  zekere  orsaken 
niet  hebbe  praesent  moegen  wesen,  ijs  door  gemeine  ad  vis  als  boven  ijn 
sijn  plaetze  vercoren  Sibrandus  Abeu,  denar  tot  Harlingen,  ende  Her- 
MAimus  Luingha  als  boven  gecontinueert. 

2.  Sijnt  daema  de  procuratien  ende  credenciebreven  van  den  praeside 
geeisscht.  Ende  gelesen  wesende  ijs  bevonden  den  13  Julij,  dat  als 
deputati  verordineert  gewest  sinnen: 

wt  den  classe  van  Lewarden :  Gerhakdus  Raphanus  ,  denar  tot  Marsum 
als  denar,  Antonius  Nicolai,  denar  tot  Steens,  ende  de  erb.  Sijbe  Urkesz 
als  ouderlingen;  in  Paschasu  plaetz  ijs  neraant  erschienen; 

wt  den  classe  van  Sneeck:  Joa^-xes  Bi jjenstein ,  denar  tot  Bosum,  ende 
Hermantstjs  Luingha  ,  denar  tot  Sneeck  als  denaren ,  Rodolphus  Fabiutius  , 
denar  tot  Sloten,  ende  Gerrijdt  Jansz,  hoedemaker  als  ouderlingen; 

wt  den  classe  Bolswart:  Joannes  Heugkelu>i,  denar  opt  Nijlant  ende 
Fredericts  Regneri,  denar  tot  Coudum  als  denaren,  ende  Jarichius 
Nicolai,  denar  tot  Tzercquert,  ende  Regnerus  Falco,  denar  tot  Kubaert, 
als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Franiker:  Sibraxdüs  Abeu,  denar  tot  Harlingen, 
ende    Henricus    Schuirman,    denar    tot    Sexbierum    als   dienaren,    ende 


ï)     Deze  onderteekening  is  eigenhandig. 


57 

d'borgemeester  Epo  Jacobsz  ende  Durck  Wellemsz  ids  ouderlingen;   dan 
DuRCK  ijs  niet  erschienen; 

wt  den  classe  van  Doccuin:  Coiinelius  Evehardi,  denar  tot  Hol  wort 
ende  Balthazar  Aknhemits,  denar  tot  Aangum  als  denaren,  ende  Buwo 
Jeltunga,  secretarius  ende  Foc^ko  Tuaucksz,   secretarius  als  ouderlingen. 

3.  Is  daerna  verordineert  Rodolphtts  FABurnns  om  dess  Wonsdages 
toekumpstich  praedicatie  tot  Doccum  te  doen. 

4.  Wanneer  proclamcUien  zullen  ghedaen  tvordenA)  —  Angaende  de 
proclamatien  van  hnweliexpersonen  ijs  besloten,  dat  de  proclamatien 
niet  anders  dan  op  dre  verscheiden  Sondagen  na  het  oude  gebruiek  der 
kercken  ende  der  heren  placaten  gheschieden  sullen.  Ende  de  van 
Lewarden  sullen  ook  vermaent  worden  haer  hierijnne  ander  kercken  gelijck- 
formich  toe  holden. 

5.  Van  die^  die  voir  den  iyt  tesamenloapen.  —  Is  eendrachtelijck 
besloten  angaende  de  huwelickxpersonen ,  die  voor  de  behoorlicke  procla- 
matien tsamenlopen,  dat  men  S.  G.  ende  den  heeren  Gedeputeerde 
Staten  bidden  ende  vermanen  zal ,  dat  haer  gelieven  wil  de  leghe  overicheit 
ijn  steden  ende  landen  desser  provinciën  t vermanen,  dat  sie  de  overtreders 
der  heeren  placaten  willen  na  luit  der  placaten  straffen  ende  de  broecke 
affnemen,  den  anderen  tot  een  exempel,  ende  den  denaren  tgebieden, 
dat  ze  geene  proclamatien  geven  noch  ock  tsamen  ijn  de  echte  bevestigen , 
dan  de  toe  voeren  van  de  magistraet  bescheit  van  consent  gebracht  hebben , 
soe  se  voor  de  bevestinghe  dess  huwelicks  tsamen  huisshouden. 

6.  Ende  de  alzoe  tsamengelopen  sinnen ,  sullen  niet  dan  mith  openbare 
straffinghe  der  denaren  ijn  de  tsamengevinghe  ijn  hun  echte  bevesticht 
worden. 

7.  Dijt  request  an  S.  ö.  ende  heeren  Staten  sal  schrijven  Bttwo  Jel- 
TiXGHA,  secretarius  ende  tselve  sullen  overgeven  Axtonius  Ni(X)lai  ende 

SUBO   ÜRC'KEZ. 

8.  Is  eendrachtelick  van  alle  den  broderen  besloten ,  dat  men  de  saecke 
RuARDi  AcRONH  cum  cousortibus  ende  der  gedeputeerden  dess  synodi 
Uarlingensis  vant  verleden  jaer  zal  bij  de  hant  nemen  ende  afhandelen. 
Ende  om  tselve  na  tcomen  ijs  besloten,  dat  Ruaüdus,  Sextus  Rii'KJtTus, 
SiBRANDüs  VoMEiiius  cndo  Carolus  van  Gexdt  sullen  verschreven  worden , 
dat  se  mit  den  ersten  ijn  sijnodum  mit  hun  acta  compareren  om  alsoe 
alles  liefflick  aff  toe  handelen  ende  mith  elckander  toe  versoenen.  Ende 
dijt  schrijven  sal  doen  ende  heft  gedaen  Gerhardus  Rapu.vnls. 


1)     De  marginalia  zijn  later  bijgeschreven. 


58 

9.  Angaende  Theodoki  Herc-onu  vorstel  ende  versoeck  mit  sijne anclachten , 
over  den  classe  van  Le warden  ende  ijnsonderheit  over  sommighe  van  dien 
gedaen,  ijs  besloten,  dat  de  deputati  sijnodi  of  classium,  de  nu  noch 
sullen  gestelt  worden,  dselve  saecke  mit  Theodorioo  ende  den  classe  van 
Le  warden  mit  den  ersten  sullen  afhandelen. 

10.  Dat  Theodoricus  vorsch.  versocht  hebbe,  dat  he  vrijheit  hebben 
soude  om  voor  hem  enighe  denaren  of  professoren  bij  den  deputatis  vorsch. 
te  nemen  om  dess  tho  beter  tot  een  ende  tcoroen,  ijs  besloten,  dat  de 
deputati  vorsch.  na  het  besluit  der  voorgaender  sijnoden  zullen  enighe  tot 
hen  nomineren  ende  nemen  moegen,  soe  sie  het  nodich  bevinden. 

11.  Vant  nachtluyden.  —  Sovele  belanget  het  nachtluiden ,  avontspielen 
etc.  ende  ock  dat  zeer  vromorgen  luiden,  door  de  torenwachters  nu  alto- 
met  gepleget,  ijs  besloten,  dat  men  de  hoghe  overicheit  bidden  ende 
vermanen  zal ,  dat  haer  gelieven  wil  bij  de  overicheit  ijn  den  steden  ende 
grietsluiden  ende  dess  nodich  bij  den  volmachten  op  den  lantsdach  han- 
delen ende  door  haer  verschafFen  willen,  dat  door  mandaten  an  den 
rechteren  ende  andere  hare  denaren  het  vorsch.  nachtluiden ,  avontspelen , 
dantzcn ,  croenen  te  hangen  ende  dergelijcke  onordentlickheit  mach  ernst- 
lick  aflFgeschafFet  ende  geweret  worden  ende  ock,  so  het  morgenluiden 
zal  geduldet  worden,  dat  het  ten  minsten  niet  so  zeer  vroo  dan  op  be- 
horlicke  tijt  geschieden  mach. 

12.  Van  Frederico  tot  Menaldum  ijs  besloten,  dat  he  hem  reguleren 
zal  na  het  besluit  dess  sijnodi,  lestmael  tot  Lewarden  geholden,  solange 
he  ijn  den  denste  blij  vet. 

13.  Van  Gerbranik)  tot  Minnertsgae  ende  Frederico  tot  Menaldum  ijs 
besloten,  dat  men  bij  de  hoghe  overicheit  anholden  zal,  dat  dewijle  se 
beijde  van  ouderdoom  etc.  tot  den  denste  onbequaem  sinnen  ende  nochtans 
ijn  heerlicke  ende  populose  dorpen  wonen,  mijn  E.  heeren  gelieven  wil 
haer  na  het  besluit  der  nationalen  sijnoden  na  de  grootheit  haerder  familie 
wt  de  geestlicke  goederen  dess  lantschaps  pensie  te  verordineren,  opdat 
also  sulcke  grote  dorpen  mit  bequame  denaren  na  behoor  moegen  versien 
worden,  mits  dat  men  bij  den  volmachten  der  dorpen  vorsch.  anholden, 
haer  gelieven  wil  enige  summa  gelts  eens  vor  al  tot  harer  onderholt  op  te 
brengen.  Ende  tot  dien  ende  sullen  bij  den  E.  heeren  verhandelen  Bajitholdus 
ScHüiRixGHA  ende  Sube  Urckesz  hen  gelieven  wil  eenen  zekeren  commis- 
sarium  tstellen  om  mit  den  volmachten  van  de  dorpen  vorsch.  te  handelen. 
Dijt  requeste  zal  Joannes  HEurKELUM  schrijven. 

14.  Angaende  Antonu  Nicx)lai  versoeck,  dat  he  ock  om  sqn  ouderdom 


59 

etc.  van  den  denst  solde  moegen  ontslagen  worden  ende  bij  den  heren 
een  sober  onderholt  vercrigen,  ijs  besloten,  dat  he  noch  een  tijtlanck  ijn 
sqn  denst  ende  plaetze  zal  gecontinueert  worden,  omdat  het  bevonden 
wort,  dat  he  aldaer  noch  mit  stichtinge  ende  ock  niet  tot  onlust  van  den 
volcke  staet. 

15.  Soevele  belanget  Theodorici  Hkrconh  nodighe  onderholt,  hem  van 
den  classe  van  Lewarden  eensdeels  belooft,  ijs  besloten,  dat  het  classis 
van  Lewarden  ten  ersten  sal  opbrengen  sodanige  pennigen,  gelijck  vele 
andere  denaren  van  ander  dassen  vortyts  hebben  gegeven  tot  het  rantzoon 
van  Gerhardo  Wilhelmi,  nu  denar  tot  Grouwe,  ende  haer  van  velen 
denaren  dess  classis  vorgeschreven  wass.  Ende  tselve  zullen  alsdan  de 
deputati  classium  mit  den  classe  van  Leuuarden  overleggen ,  waert  tselve 
geit  nodigst  zal  jjmploiert  worden,  hetsij  tot  Theodorici  onderholt  of 
andersins. 

16.  Hoe  de  deputaten  synodi  zullen  vercoren  worden,  —  Belangende 
de  questie,  of  men  voortan  deputatos  classium  in  sijnodo  verkiesen  sullen, 
^8  geresol veert ,  dat  voortan  nae  het  gebruick  ende  besluit  der  vorgaender 
synoden  deputati  sullen  verkoren  worden,  ende  dat  se  altijt  haer  reisen 
ende  doont  mit  advis  ende  vorwieten  des*  classis  doen  sullen  ende  ock 
haer  wederfaren  den  classi  weder  relateren,  ock  mitsdien  dat  de kerckenraet 
van  die  plaetze,  daer  se  vergaderen  sullen,  van  haer  kompste  ende  de 
saecke,  die  toe  verhandelen  staet,  zal  verwittighet  worden. 

17.  De  hoghe  overicheit  sal  ock  gebeden  ende  vermaent  worden,  dat 
de  verkopinge  van  boolgoederen ,  gaerlegginge  van  den  volmachten,  mun- 
steringhe  der  knechten  etc.  op  den  sabbath  ende  bedendaghen  mit  missiven 
an  den  grietsluiden  etc.  mit  ernst  moeghe  geweert  ende  afgeschaffet 
werden. 

18.  De  erste  twe  gravamina  dess  classis  van  Bolswert,  als  om  den 
hogen  overicheit  te  versoecken  om  te  effectueren  zekere  articule,  vortijts 
angedient,  ende  om  schoelmeisters  ijn  den  dorpen  te  kiesen  niet  zonder 
weten  ende  consent  der  denaren,  ijs  verhandelt,  dat  dselve  wederom  den 
E.  heeren  sullen  mede  verthoont  worden ,  gelijck  se  ijnt  placaet  "mede 
vervatet  sint  gewest. 

19.  Angaende  het  voorstel  van  de  negligentie  der  straffinge  van  hoer- 
eerders ende  ebrekers  na  de  ordonantie  des  placaets  ijs  bestemmet,  dat 
men  de  heeren  van  de  hoghe  overicheit  bidden  ende  vermanen  zal,  dat 
hen  gelieve  an  den  grietsluiden  ende  overicheit  ijn  de  steden  schrijven 
ende  anholden,  dat  se  emstlieke  informatie  nemen,  of  ende  waer  bij  haer 


60 

soedanige  feiten  geschieden,  ende  tselve  an  haer  overschreven  om  door 
den  procuroor  general  of  andersins  tegens  denselven  te  procederen  tot  be- 
hoorlicke  ende  nodighe  straffinghe. 

2(J.  Die  boeeken  loeien  drucken  sonder  derselver  visitatie.  —  Soevele 
belanget  de  denaren  of  andere  personen,  lidtmathen  van  de  gemeente 
wesende,  de  haer  boocken  lathen  drucken  sonder  dselvige  te  voren  na 
het  besluiten  der  nationalische  sijnoden  thebben  laten  visiteren,  ijs  be- 
sloten, dat  dselve,  de  sulckx  gedaen  hebben  of  noch  namaels  doen 
worden,  van  den  deputatis  sijnodi  mit  den  classe,  daronder  dselve  sor- 
teren ,  sullen  angesproken  ende  vermaent  tworden  haer  schuit  kerckelicker 
wij  se  darvan  te  bekennen  ende  voort  van  sulck  doon  af  te  staen.  Ende 
ijndien  sij  halstarrich  of  ongehorsaem  oder  onwillich  bevonden  worden, 
dat  kerckelick  tegen  haer  zal  geprocedeert  worden  tot  afholdinghe  vant 
naclitmael,  ja  tot  de  excommunicatie. 

21.  Soevele  belanget  den  denaren  de  vrije,  sufficiante  pastorien  toe 
bchandigen  ende  de  gaerlegginge  der  dorperen  na  het  appetijt  der  huiss- 
luiden  te  weren ,  ijs  besloten ,  dat  de  denaren  haer  na  der  heeren  placaet 
reguleren  sullen.  Ende  ijndien  sij  evenwel  daertegen  doon,  dat  dselve 
alsdan  van  haer  denst  tot  den  tijt  van  een  halfijaer  sullen  gesuspendeert 
worden  ende  ock  van  hare  renthen  berovet.  Ende  soevele  de  huissluiden 
belanget,  dat  men  den  heeren  Staten  bidden  sal,  dat  hen  gelieven  vnl 
een  commissarium  generalem  tst ellen  om  den  denaren  de  vrien  pastorien  te 
bestellen  of  door  ander  middelen,  de  se  bequaemst  bevinden,  darijn  te 
versien.  Ende  so  het  gebuerde,  dat  enige  gesuspendeert  worden,  sullen  de 
pennigen  van  den  denaren  dess  classis  of  haer  geconstituerde  an  de  arme 
lidmathen  ende  andere  dess  dorpes  ende  gretenies  gedistribueert  worden. 

22.  Angaende  de  schoolmeesters,  die  onwillich  ende  ongehorsaem 
blijven  ijn  de  onderschrijvinghe  der  articulen  van  de  Belidenisse  dess 
gelooffs,  ijs  besloten,  dat  dselve  den  heeren  Staten  sullen  remonstreert 
worden  ende  door  een  commissarium  daerthoe  versocht  tot  gehorsaemheit 
geconstringeert  oft  removeert  worden. 

23.  Wat  belanget  de  denaren ,  de  goede  pastorien  ende  dorpen  hebbende 
noch  andere  plaetzen  tot  hem  trecken  ende  alzoe  de  verbodene  combinatie 
der  dorperen  helpen  stareken  ende  ander  denaren  darmede  wtkeeren,  ijs 
besloten ,  dat  dselve  van  den  deputatis  synodi  sullen  vermaent  ende  gestrafft 
worden.  Ende  so  sie  evenwel  voortfaren,  sullen  sie  mit  suspensie  van  hun 
densten  ende  piofijtenbeneminge  voor  een  halfijaer  gestraft  worden.  Ende 
soe  se  enige  pennighen  ontfangen  hebben ,  dselve  sullen  se  restitueren  ijn 


01 

handen  van  den  deputatie  sijnodi  om  geijmploijert  tworden,  als  bovon  ijn 
den  21  articel  verhaelt  ijs. 

24.  Angaende  de  vervallende  kercken  ende  kerckenhiiisen  ijs  veror- 
doneert,  dat  de  denaren  selven  als  niedekerckvoechden  rait  haer  griets- 
Iniden  ende  kerckvoechden  ende ,  soe  sulckes  niet  wesen  wil ,  mit  behulp 
dess  classis  an  de  hooge  overicheit  versoecken  ende  arbeiden  sullen  om 
reparatie  van  dien  te  verengen.  Ende  daer  geen  denaren  sinnen,  dat  de 
heeren  Staten  vermaent  sullen  worden  mit  ernst  te  verschaffen ,  dat  deselve 
moegen  weder  repareert  ende  niet  wijder  vervallen  lathen  worden. 

25.  Ofte  een  classis  diefiaren  tot  een  ander  classis  senden  mach.  — 
Belangende  de  questie,  of  een  classis  denaren  ijn  ander  dassen  senden 
mach  buiten  weten  van  dien,  ijs  besloten:  neen,  want  geen  kercke,  denar 
of  classis  over  anderen  etc.  heei'schen  mach. 

26.  Angaende  de  denaren  tot  Blije ,  Benthum ,  Ferwert  ende  Wantswart 
ijs  resolveert,  dat  dselve  tot  het  classem  van  Doccum  haer  voegen  ende 
gaen  sullen.  Ende  soevele  belanget  haer  sendinge  van  de  classe  van 
Lewarden  op  de  plaatzen  vorsch.  gedaen,  dewijle  tselve  niet  wt  quade 
intentie  gedaen  ijs ,  dan  omdat  dselve  classis  geschenen  heft  recht  daertho 
thebben  om  de  voerighe  denaren,  de  wel  eertijts  daer  gestaen  ende  tot 
Ijcwarder  classe  gegaen  hebben  etc. ,  zal  tselve  niet  wijder  ende  meerder 
ten  argesten  getraduceert  worden,  beholdelijck  dat  de  vorsch.  ijegenwoor- 
dighe  denaren  den  classi  van  Doccum  haere  testimonia  verthoenen. 

27.  Kinderen  nwghen  gheen  ander  ter  doop  praesenteeren.  —  Wat  be- 
langet de  questie,  of  kinderen  ander  kinderen  tot  de  h.  doope  sullen 
moegen  brengen,  ijs  resolveert,  dat  hetselve  niet  behoort  te  geschieden, 
ende  soe  het  geschiede,  dat  de  denaren  de  kinderen  van  der  kinderen 
handen  niet  doopen  sullen  om  den  stichtinghe  willen.  Sullen  ock  de 
olderen  mit  ernst  vermaent  worden  haere  kinderen  selve  te  brengen  ende 
godtzalige,  vrome  ende  verstandighe  getuigen  mede  bij  de  doope,  so  het 
haer  belieft,  comen  laten. 

28.  Op  de  questie,  of  kinderen  van  12,  13,  14  of  15  jaren  of  daer- 
onder  eerst  gedoopt  voort  daemae  behoeren  tot  het  nachtmael  dess  Heren 
toegelaten  twerden,  tselve  wort  gestelt  tot  discretie  der  denaren  ende 
kerckenraets ,  daer  se  sinnen  ende ,  soe  se  haer  na  de  lerhe  Pauli  1  Cor.  1 1 
selven  beproeven  ende  bekentenisse  dess  gelooffs  doen  koenen ,  dat  se  mede 
moegen  geadmitteert  worden. 

29.  Angaende  Makten  Evertsz  Cuiper,  nu  wonende  ijn  de  Noortwolde, 
qs  gestatiieert,  dat  de   hooghe  overicheit  zal   versocht  worden  om  hem 


62 

van  wegen  sijne  grote  moetwillicheit  ende  lasteringhe  der  denaren  ende 
hares  denstes  mit  ernst  gestraft  worde,  hetzij  mit  wechdrijvijnghe  wt 
den  lande  of  hem  tot  een  piqueer,  nu  ter  tijt  zeer  nodich,  traaken  of 
andersijns,  als  het  den  heeren  selffve  best  believen  zal,  want  he  niet 
alleen  daer  ijn  de  plaetzen  maer  ook  hier  te  lande  anders  nergent  ora 
sijne  onrusticheit  sonder  grote  ergemisse  ende  qiiaet  niet  zal  koenen 
geduldet  worden. 

30.  Angaende  de  saecke  Hexrici  Bernhardi,  denar  tot  Goutura,  het 
sijnodus  gehoort  ende  gesien  hebbende  diverse  ende  sware  anclachten 
ende  genoechsame  praesente  getuichnissen  over  ende  tegen  sijn  persene 
gedaen,  belangende  zekere  feiten  van  ebrekerie  ende  dootslach,  door 
hera  ock  na  verlatinghe  dess  pausdooms  eertijts  ijn  Groningerlant  begaen 
etc.,  heft  tsijnodus  eendrachtelick  besloten,  dat  dselve  Hejoucus  datelick 
van  sijn  denst  sal  gesuspendeert  ende  van  sijn  renten  gepri veert  worden , 
ter  tijt  dat  he  hem  na  behoor  zal  verdedighet  ende  ontschuldighet  hebben. 
Ende  ingeval  he  meer,  dan  dijt  lopende  vemdeljaers  bedragen  muchte, 
van  sijn  pensie  muchte  ontfangen  hebben ,  zal  hij  restitueren.  Ende  ijndien 
hij  niet  ter  contrarie  tot  sijne  defensie  ende  ontschuldinghe  genoechsaera 
zal  koenen  ijnbrengen  binnen  den  tijt  van  twe  maenden  na  de  insinuatie 
van  diesen,  zal  mit  hem  mit  de  kerckelicke  discipline  na  behoor  voort- 
gefaren  ende  de  vorsch.  HE^^ucü8  ijn  alles  van  sijn  dienst  geremoveert 
ende  gedestitueert  worden  ende  bliven.  Desse  insinuatie  an  Henkicum  vorsch. 
sullen  doen  Gerhardus  Raphanus  ,  denar  tot  Marsum ,  ende  Sljbe  ürckez  , 
ouderlinck. 

31.  Sidlen  ock  de  lestgenoempte  broderen  den  E.  E.  heeren  Staten 
deur  requeste  remonstreren ,  dat  dewijle  de  sijnodus  zekere  ende  wich- 
tijghe  actie  tegen  Henricum  vorsch.  hebbe,  waerdoor  he  van  sijn  denst 
ende  renten  gesusspendeert  ende  priveert  worde,  den  heren  gelieven  wil 
door  een  bode  of  deurwaerder  der  heren  den  ingesetenen  van  den  dorpe 
Goutum  ende  Swichum  insinuatie  tdoen  ende  tbelasten  hem  Henrico  geen 
pensie  te  laten  volgen,  aleer  de  saecke  vorsch.  na  behoor  is  afTgedaen, 
dan  dess  verlojienden  verndeljaers  pensie  belopt. 

32.  Het  classis  van  Lewarden  zal  middelertijt  Henrici  dienst  tot  Gou- 
tura  ende  Swichum  altoemet  verwaren. 

33.  Van  Agoaeo  Hillaeo,  denar  dess  woorts  tot  Warregae  cum  annexis, 
ijs  besloten,  dat  men  om  diverse  ende  mennichfoldighe  orsaecken  an  den 
E.  E.  heeren  Staten  sijnodi  nomine  versoecken  zal ,  den  E.  heeren  gelieven 
wil  Agoaeo  om  orsaken  veelvoudich  mit  een  eerlicke  ende  sijnen  persone 
bequame  ende  gevoe<;hlicke  hanteringhe  te  versien,  off  mede  als  vast 
mede  een  olt  ende  niet  vele  langer  bequaem  ende  genoechsaem  tot  den 


63 

denste  wt  de  geistlicke  goederen  pensie  assigneren.  Focko  Tliarcksz 
secretarins  zal  tselve  requeste  an  den  heren  schrijven,  ende  tclassis  van 
Le warden  zal  de  saecke  vervorderen  ende  dess  noot  zijnde  daerijnne  mede 
gebniicken  de  hulpe  der  deputatonim  sijnodi,  ende  dijt  alles  tusschen 
dijt  ende  Allerhillighen  naestcompstich. 

34.  Alsoe  ock  de  denaren  van  Doccum  den  sijnodo  verthoont  hebben 
zekere  brieff  van  de  denars  ende  kercke  van  Embden  angaende  eijnen 
Amelinck  Jajnsz  nopende  sijn  hnwelick,  ende  dselve  Amelinctc  op  dselve 
saecke  naderhant  selvest  verstaen  ende  gehoort  ijs  ende  ock  zekere  brieven 
dselve  saecke  concemerende  vertoont  hebbe,  mede  versoeckende  mijt  sijn 
ijegenwoordighe  huissvrouwe  na  behoor  ijn  de  echte  bevesticht  tworden, 
80  ijst,  wiewol  het  sijnodus  sonst  weinich  swaricheit  dienangaende  be- 
vindet,  nochtans  raetzaem  ende  nodich  holden,  dewijle  de  saecke  mixti 
fori  ijs,  dat  de  denars  dess  woorts  niet  foortfaren,  tensij  de  saecke  mit 
de  magistraet  dess  stedes,  daer  Amelinck  ijs  woonachtich  ende  de  solem- 
nelicke  bevestinghe  geschieden  zal,  gecommuniceert  ende  haer  consent 
verkregen  sij.  Ende  bij  faute  van  dien  ende  dess  noot  sijnde  zal  der  hoghe 
overicheit  of  der  heeren  van  den  Hove  afscheit  versocht  worden. 

35.  Nadien  Ruardus  Acronius,  SiBRAm)us  Vomelius  ende  Sdctus  Ruf- 
PERTus  van  den  sijnodo  verschreven  gewest  hebben  om  ijn  eijgener  per- 
sonen alhier  tot  Doccum  te  verschijnen  om  mit  den  denaren  ende 
volmachten  dess  sijnodi,  tot  Harlingen  verleden  jaer  geholden,  ende  den 
deputatis  dessselvigen  sijnodi  ende  haere  adjuncten  liefflick  ende  christelick 
te  versoenen  angaende  alle  de  questien  ende  geschillen,  soe  de  denaren 
hinc  inde  mit  malcanderen  gehadt  hebben ,  ende  Ruardus  ende  Sibrandus 
vorsch.  gecompareert  sinnen,  so  ijst  dat  het  sijnodus  alhier  partien  hinc 
inde  ijngelaten,  verstaen  ende  na  vele  ende  menichfoldighe  vorstellinge , 
actiën  ende  disputen  vermaent  hebbende  de  saecke  door  dess  Heiuelschen 
Vaders  gnade  soeverre  gebrocht  hebben,  dat  partien  hinc  inde  lieflflick 
verdragen  sinnen  ende  elckanderen  an  wedersijden  alles,  wat  vor  dato 
deses  tusschen  haer  personen  allen  wt  allerhande  orsaken  gerescn  gewest 
hebbe ,  van  harten  om  dess  Heren  wille  vergeven  ende  ten  besten  geholden 
hebben,  mits  dat  de  acte  of  forma  van  vorstellinge  etlicke  raael  den 
broderen  tsamen  vorgelesen  van  der  predigstoel  ghepubliceert  worde. 

36.  Vant  hebhen  der  synodaelsclie  aeten.  —  Op  het  vorstel  ende  vraghe , 
of  de  denaren  niet  behoren  de  acta  van  de  nationale  ende  pro\inciale 
sijnoden  elck  bij  haer  thebben  ende  dselve  altomet  tlesen  etc.  is  resolveert , 
dat  se  die  nationale  alle  hebben  sullen.  De  provinciale  zullen  ijn  alle 
classibus  geholden  ende  alle  twe  maenten  gelesen  werden. 


G4 

37.  Noch  sullen  Gerhardus  RAPHAjfus,  denar  tot  Marsum  ,  ende  Carolus 
Gandavüs,  denar  an  S.  Jacobsprochie ,  nomine  classis  Leovvardiensis 
het  besluit  dessselven  classis,  mit  consent  van  den  heren  Staten  gemaect 
angaende  Theodorici  Hergonis  saecke,  bij  de  hant  nemen  ende  wtfoeren 
om  van  dien  van  Comium  na  hun  accoert  op  behorlicke  tijt  ijn  te  forderen 
dat  belooffde  jaer  vuile  onderholt  ende  tselve  tot  betalinghe  Theodorkt 
vorsch.  credi toren  ende  sijner  onderholdinge  te  imploieren. 

38.  Angaende  de  wijdere  informatie  op  HENRia  tot  G-outum  saecke  ijn 
Groningerlant  tot  Beem  te  nemen,  tselve  zal  de  classis  van  Doccum  opt 
spodichste  op  costen  van  de  kercken  ende  dassen  deser  provinciën  doen. 

39.  Vant  verschijnen  der  olderlinghen  in  den  dassibus.  —  Sovele  be- 
langet  om  de  ouderlingen  ijn  de  classicale  ende  sijnodaele  vergaederinghe 
altijt  mede  praesent  twesen  ijs  besloten,  dat  het  altijt  den  kerckenraet 
zal  angedient  worden  om  altijt  twe  wt  hun  getal  ijn  de  classicale  ver- 
gaderinge  mede  tsenden.  Dan  ijn  de  sijnodale  vergaderinghe  zullen  altijt 
nootwendich  wt  alle  classen  twe  ouderlingen  verschijnen.  Ende  zullen  nu 
vortan  de  classicale  vergaderinghe  geholden  worden  na  de  ordonantie  van 
de  nationale  sijnoden,  tho  weten  twe  maenden,  tensij  dat  de  noot  so 
langen  wtstal  niet  verbeiden  kunde ,  dan  sullen  zie  eerder  ende  cortelickor 
geholden  worden. 

40.  Alle  denaren  sullen  de  classicale  vergaderinge  ijn  eeren  holden, 
haer  daer  niet  afhoudende  ende  de  lasten  ende  costen  gelijckerhant  dragen 
bij  poena  van  suspensie  van  hun  densten  ende  profijten  tot  een  tijt,  ijn 
discretie  dess  classis  gestelt. 

41.  De  hoghe  overicheit  zal  lieflflick  vermaent  ende  versocht  worden 
om  mit  ernst  te  verschaffen,  dat  quade,  superstitiose  ende  dergelijcke 
ergerlijcke  boocken  niet  gedrucket,  verkoft  ende  ijn  de  schoeien  geleeii; 
worden. 

42.  Soevele  de  monsteringhe  ijn  de  kercken  ende  ock  op  bedendagen 
te  holden  ijs  besloten,  dat  de  denaren  ijn  plaetzen,  daer  het  geschiede, 
mit  enige  wt  den  kerckenraet  bij  hare  magistraten  anholden,  dat  dselve 
vortan  mach  geweret  worden. 

43.  Sovele  belanget  de  denaren,  de  altohans  noch  ijn  de  steden 
wonende  ijnt  lant  haer  denst  hebben,  ijs  resolveert,  dat  dselve  na  haer 
wterste  beste  haer  bevlitigen  der  heeren  mandaet ,  verleden  winter  hiervan 
gemaect,  mit  reverentie  na  tcomen  ende  hen  bij  haer  gemeente  ende 
plaetzen  voegen,  soevele  ijmmer  mogelick  ijs  ende  de  tijt  lijden  kan. 
Insonderhet   sint   voor   desse   tijt  hirmede  belast  Gerhardus  Rai»hanits, 

BaRTHOLDUS   ScHïTRLJfOA,    VlNCENT    DE    PlECKERE  ,    CtC. 


44.  Is  dama  Theodoricüs  Herco  wederom  in  sijnodum  gecomen  ende 
heft  sijn  delicta,  sowel  den  27  Februarii  lestleden  begaen  alsock  sonst 
alle  andere,  daermede  he  enigen  der  broderen  muchte  bedrovet  of  ver- 
ergert hebben,  opentlick  yn  sijnodo  bekent  ende  hem  mit  den  broderen 
alle  versoont,  den  classem  Leovvardiensem  sijne  saecke  belangende  ge- 
justificeert ,  belooft  hem  mit  den  classe  van  Doccum  na  het  besluit  dess 
classis  van  Leu varden  te  dragen  na  behoor.  Daermede  ijs  hij  mit  den 
sijnodo  ende  den  broderen  alle  wederom  versoen t.  Zal  ook  het  classis  van 
Doccum  arbeiden  hem  elders  wederom  ad  ministerium  tpromoveren,  so 
he  sick  vortan  schicke  ende  holde  na  behoor,  i) 

45.  De  deputati  sijnodi  voor  dit  lopende  jaer  sinnen:  wt  den  classe 
van  Doccum  Corxelitts  Everardi  denar,  Btrwo  Jeltinga  ouderlinck;  wt 
den  classe  van  Lewarden  Bartholi»us  Schüringa  denar,  Reiner  Jelmertsz, 
ouderling;  wt  den  classe  van  Sneeck  Joannem  Blienstein  denar,  Gerridt 
Jansz  ouderling;  wt  den  classe  Bolswert  Joannes  Bogerman  denar,  Rom- 
BERTüs  Bergumantjs  roctor,  ouderling;  wt  den  classe  Franiker  Egbertuh 
Aerarius  denar,  Wibrandt  Hindricksz  ouderling. 

46.  Het  thokumpstighe  sijnodus  zal  anno  etc.  92  tot  Lewarden  geholden 
worden  den  tweden  Maendach  na  Meije,  wesende  den  9  Mag. 

47.  Aldus  gedaen  ende  volendiget  ijn  de  sijnodaelsche  vergaderinghe 
binnen  Doccum  anno  91  den  17  Julij  stijlo  veteri.  Orconde  praesidis  ende 
seribae  handen  ende  gewoontlicke  onderschrijvinghe. 

SiRRANDTTs  Abbeli,  ecclcsiae  Harlingensis ,  praeses  sijnodi. 
HERiCAimus  LumoHA,  scriba  sijnodi,  eccles.  Sne. 2) 

Soevele  belanget  den  44  artickel  der  acten  synodi  Doccum  manae  be- 
clage  ick  ondergesch.  mij  boven  mijne  bekentenisse  ende  redenen ,  in  den 
vorsc.  synodo  van  mq  gedaen,  beswaret  tsijn.  Dewijle  overst  een  ijder 
een  wthlegger  sijner  woerden  beheert  twesen,  verclare  ick  Theodoruh  mij 
gener  delictonmi  bewust  noch  ock  in  classe  Leoverd.  ofPt  synodo  Docc. 
overwonnen  ts^n.  Dan  als  ick  vorstaen,  dat  synodus  sick  gestoten  an  mijne 
exceptie,  gedaen  van  mq  wp  die  anneminge  mynes  appels,  van  den  vorsc. 
synodo  mij  gegunnet ,  heb  ick  begeert ,  dat  synodus  my  solckes  wolde  ten 
besten  holden ,  wo  ock  mijn  casum ,  den  27  Februarii  geschiet ,  so  iemandt 
doer  tgenicht  desselvigens  oft  sonst  an  my  sick  geergert  ofFt  tsij  tre<^ht 


1)  Hier  is  een   regel  doorgeflchrapt.   Er  8ton<1 :   „luite  dat  hf^  sick  ock  mot  don 
daase  van  Leuvarden  in  genere  versone.'' 

2)  Deze  beide  onderteekeningen   zijn   eigenhandig.    Tn   de  krul   ondor  don  nnnni 
ran  Luingha  staan  nog  de  letters  D.  P.  E. 

AcUt  nyn,  prooinc.  VI.  5 


m 

ofPt  onrecht  ergernisse  mochte  genoemen  hebben.  Wijder  heb  ick  darbij 
gefoeget,  dat  soefeerne  ick  juxta  leges  et  canones  my  niet  solde  mogen 
defendieren  tegen  tgene,  daerin  ick  mij  beclage  in  classe  Leoverd.  boven 
recht  ende  redenen  beswaert  tsijn,  ja  solckx  een  pleit  oflFt  pladoei  ende 
daerom  onstichtlich  solde  geachtet  worden ,  mochte  ick  lijden ,  dat  wijder 
proceduenmg  wpholde ,  alle  acten  ende  actitaten  gecassijrt  worden ,  waerom 
ock  ick  bereit  ware  mijne  scrifften  over  tgeven  ende  verbranden  tlaten, 
WO.  ick  versoecke,  dat  classis  Leoverd.  ock  dhoe,  raidts  dat  mij  geholden 
worde,  tgene  classis  versz.  belovet  heeft  etc.  Hyrop  ben  ick  doer  raedt 
JoAjjNTS  BoGERMANNi  cndo  NicoLAi  wcdcrom  in  synodum  gecoemen.  Dith 
is  aengenoemen  ende  geaccordijrt.  Alsoe  is  ock  van  die  justificatie  classis 
Leoverd.  niet  een  titel  gemeldet  by  mij,  kan  ock  geensins  mit  gneder 
geweten  offte  conscientie  ende  mit  waerheit  van  mij  gedaen  worden ,  dan 
is  mit  die  cassatie  der  scrifften  vergeven  ende  onder  foeten  getreden,  gelick 
ick  alsnoch  van  herten  vergeve  ende  idt  vortan  Godt  den  Heeren  befeele 
etc.  Toedem  solde  ock  diesel vige  justificatie  striden  contra  scopum  prae- 
sentis  actionis  niminim  reconciliationem ,  desgelichen  tegen  die  cassatie 
der  scrifften  am  beiden  sijden ,  swecket  ock  niet  weinich  die  belofften  des 
classis  Leeverd.  ende  synodi  van  mijne  promotie ,  die  bij  den  classe  Docc. 
vornemlich  geschien  sal.  Ne  ergo  me  circumveniant  in  negotio  vener. 
patres  et  fratres  sijnodi  Docc.  id,  quod  Paulus  vetat,  neve  afflicto 
afflictionem  addant ,  versoecke  ende  bidde  ick ,  dat  in  den  44  articel  dese 
woerden  (delictia  sowel,  item  als  sonst  alle  andere,  item  dem  classem 
Leoverdiensem  syne  saecke  belangende  gejustificijrt,  item  na  het  besluit 
des  classis  van  Lee  verden)  wtgestreken  worden  ende  in  die  plaetze  (delicta 
sowel)  seriven  casum.  Dith  doende  sullen  ghi  recht  handelen:  sonst  heb 
ick  mij  vor  Godt  tbeclagen. 

TuEODORus  Hercontüs  protcstor  manu  propria.  i) 


Ada  synodi  Frisiae  Occid.^  Leowardiae  caeUbratne 
anno  1592^  begonnen  den  6  Juny. 

1.  Nae  ordentlijcke  versaemi  nge  der  gecommittierden  dienaeren  ende 
ouderlingen  deser  provinciae  van  Westfrieslandt  binnen  Lieuwarden  anno 
1592  desen  6  Junii  is  nae  den  anroepinge  van  den  naeme  des  Heeren 
tot  praeses  hujus  sijnodi  gecoeren  D.  Pascuasius  Baers,  dienar  der  stadt 
Lieuwarden,  ende  tot  scriba  Joaj^nes  Petri  Dtjirewoudt,  dienar  te  Beetgum. 


1)     Dozo  j<eho(*lo  viTklaring  is  (ioor  Herconius  zolf  g«?»ohrevon  en  onderteekend. 


2.  Naemen  der  volmachten  classium  op  desen  sijnodum  verschenen 
zijn  dese: 

van  Lieuwarden :  Paschasitts  Baers  ,  dienar  aldaer ,  Joannes  Pet.  Duire- 
woüDT ,  dienar  te  Beetgiira ,  als  dienaers ,  Willem  Stevens  ,  ouderiinck  opt 
tBill,  ende  JEUiER  Feitzema,  rentemeester,  ouderiinck  te  Lieuwarden,  als 
ouderlingen ; 

van  Dockum:  Joannes  Nicolai,  dienar  aldaer,  Theodoricüs  Harcx),  dienar 
te  Hantumhuisum  als  dienaers ,  Arnoldur  Anxius  ,  dienar  te  Reisum , 
Halj(«  Schroer,  ouderiinck,  als  ouderlingen; 

wt  Sneker  classe:  Harmannus  Luininoa,  dienar  te  Sneeck,  Lambartus 
Levinck,  dienar  te  Balck,  als  dienars,  Joaxnes  Averneus,  dienar  te  Goijnga, 
Claes  Jelmersz,  ouderiinck  te  Sneeck,  als  ouderlingen; 

ex  Bolsvardiana :  Petrus  Harritius,  dienar  te  Bolswerdt,  Anthontus 
DiRcicsz,  dienar  te  Waarkum,  als  dienars,  item  Fredericüs  Coin)XJM,  n. 
aldaer  dienar,  ende  Ocko  Jacx)B8z  als  ouderlingen; 

ex  Franekerana  classe:  Sibrandus  Vomelius,  dienar  te  Oosterbierura , 
ende  Harmannus  ELcoNnrs ,  dienar  te  Harlingen ,  als  dienaeren ,  ende  Dirck 
Wn.LEMsz,  ouderiinck  te  Harlingen,  ende  Saecke  Janssz,  ouderlinc  te  Win- 
zum,  als  ouderlingen. 

3.  Naedat  die  credentie  ende  instructiebrieven  zijn  doorgelesen  ende 
approbiert,  zijn  herlesen  de  acta  sijnodalia  te  Dockum ,  verleden  jaer  1591 
gesloeten,  ende  die  men  verbeteren  ende  effectuieren  sal,  angeteikent  in 
desen  navolgens. 

4.  Attestatie  van  de  proclamatien,  l)  —  Is  vorder  in  desen  jegenwoor- 
digen  s^nodo  raetzaem  geacht  ende  eendrachtich  besloeten,  dat  die 
dienaeren  gelijcheyt  int  trouwen  ende  bevestigen  des  huiwelijx  suUen 
houden  ende,  soe  deene  persoen  des  huiwelijx  wt  een  ander  dorp  is, 
sullen  dan  hen  boeden  niet  allien  op  beide  plaetzen  neemen,  maer  ooc 
getuichenisse  des  dienaers  brengen  an  den  dienar,  die  se  befestigen  sal, 
dat  int  verkondigen  haerder  boeden  ende  echt  geen  verhinderinge  sij 
gecoemen. 

5.  Comediespelen,  —  Belangende  comedie  ende  tragediespelen  sal  men 
blijven  bij  tbesluit  des  nationalischen  sijnodi  Dordrac.  daerop  gemaekt  in 
den  26  vraege,  ter  tij  t  generael  sulx  weder  werde  verandert. 

6.  Vant  tgebruick  ende  invoeren  der  psalmen  D.  Aldegondae  is  raet- 
zaem acht  noch  te  blijven  bij  tbesluit  des  generaelen  sijnodi  Hagens. 
daervan  gemaeckt,  totdatter  oock  anders  in  kan  gemiddelt  worden. 


1)     De  marginalia  zijn  later  bijgeBchreven. 


5* 


7.  Van  syn  waerefh  bij  ledemaeten  te  coopen.  —  Op  het  voorstel,  oft 
men  niet  verbonden  zij  met  den  ledemaeten  der  kercken  zyn  neringe  ende 
coophandel  alleen  te  doen  ende  zijne  waeren  te  haelen,  is  geslooten,  dat 
hoewel  sulx  wel  behoorde,  nochtans  jider  moet  vrjjstaen  tot  zijn  eigen 
discretie,  want  niemant  hiertoe  gedrongen  ofte  geduongen  behoert  te  worden, 
dewyle  die  giest  Goedis  ende  waere  liefde  hierin  de  leitsman  is. 

8.  Is  besloeten,  dat  men  bij  den  Ë.  H.  sal  anhouden  om  executie  des 
plaeaets  van  den  ontheiüginge  des  sabbaths,  oock  dat  sulx  nae  den  mid- 
dach  worde  geweert. 

9.  Achtervolgende  de  E.  heeren  placaet  ende  der  dienaeren  begeerte 
sal  men  blyven  bij  tgebruick  ende  anneemen  der  pastorijen  hier  te  lande. 

10.  Waer  men  classes  holden  xall,  —  Is  geresolvierdt ,  dat  men  gien 
classem  per  vices  op  de  dorpen  sal  houden ,  maer  dat  men  sal  blijven  bijt 
oude  gebruick  deser  provinciae. 

11.  Het  jegenwoordich  sijnodus  acht  wel  nodich  te  vorderen  het  natio- 
nale sijnod.,  soe  dese  kercke  wat  goets  (gelijck  noch  gehoopt  wordt)  daer- 
doer  konde  beschien,  ende  soe  sulx  oock  met  bewillinge  ende  authoriteit 
des  gebuerlijchen  overicheits  konde  te  wege  gebracht  worden,  waervan 
men  met  wtlandische  dienaren  sal  communicieren ,  opdat  elck  in  zijn  pro- 
vincie hiertoe  de  bequaempste  middelen  bruicke. 

Dan  dewijle  de  kercke  te  Ampsterdam  van  den  laesten  nationali  sijnodo 
verordent  ende  belast  is  ter  bestembder  tijt  het  generael  sijnod.  te  vor- 
deren, is  raetzaem  geacht  oock  van  desis  sijnodi  wegen  an  die  van 
Amsterdam  metten  eersten  te  schrijven,  vermids  haer  tijt  van  sulx  te 
doen  lange  overstreken  is.  Ende  om  soe  te  schrijven  is  gecommitteert. 
D.  Paschasius  Baers,  dienar  binnen  Liu verden. 

12.  Van  tot  anderen  dassen  ie  gaen,  —  Op  den  generaelen  questie, 
oft  dienars  in  andre  dassen  gaen  moegen,  alst  hen  belieft,  ten  twieden 
oft  men  die  sonder  attestatie  sal  anneemen,  ende  ten  darden  oft  men 
chissem  niet  censurieren  sal ,  die  hiertziegens  doen ,  is  gesloeten  opt  eerste 
punct:  neen,  nisi  causa,  maer  op  die  tuiede  ende  darde  vraege  sal  men 
de  generale  acten  naefolgen. 

13.  Tziegens  de  onachtsaemheit  ende  naelaetinge  des  kijnderdoops  is 
voorhans  die  beste  raedt,  dat  men  volge  den  25  vraege  ende  beantwor- 
dinge  in  generali  sijnodo  Dordrac.,  noemelijc  dat  die  dienars  Jesu  C. 
soe  publice  als  privatim  wt  G-oedis  h.  woord t  leeren  den  gront  van  der 
sacramenten  gebruick  ende  straffen  ende  wijsen  aen  die  duaelingen  met 
him  perijckels  ende  voorts ,  dat  dan  die  dienaers  een  goede  wandel  leiden- 
de alsoe  dat  volek  moegen  trecken. 


61) 

14.  Men  acht  nodich,  dat  men  bij  den  E.  heeren  anliolde,  dat  die 
vroeme  schoelineisters  deser  provincie  moegen  versien  worden  met  eer- 
lijck  onderhoudt.  Welcke  request  Joannes  P.  Duirewoudt  schrijven  sal 
ende  met  D.  Paschasio  Baeks  sijnodi  nomine  niet  allien  onderteikenen  maer 
tzaemen  an  den  E.  heeren  alsoe  overleveren. 

15.  Lffckpredigen,  —  In  die  lijckpredikinge  sal  men  sic  regulieren  nae 
het  nationael  besluit  van  Dordrecht,  staende  aldaer  in  de  6  artijckel  van 
de  vraegen  der  sacramenten. 

16.  Van  den  doop  der  13^  14  jaeriger  kinderen,  —  Op  de  vraege,  oft 
men  kinderen  van  12,  13  ofte  14  jaeren  mach  doopen  sonder  eenige 
bemdenisse  des  geloeifs,  is  gesloeten,  dat  het  stichtelijck  sal  zijn,  dat  ze 
voer  den  doop  aldaer  recitieren  Sijmbolum  apostolorum  ende  dat  Onse 
Vaeder  etc. 

17.  Van  ilen  doop  der  ongedoojüer  oiideren  kinderen,  —  Belangende 
die  viuege ,  soe  bij  ons  ongedoopte  ouderen  den  doop  met  ons  voor  recht 
bekenden  ende  die  nochtans  an  haerselver  dorch  schaempte  ofte  ander 
suacheit  niet  ontfingen  ende  daerentusschen  hen  kijnderen  ter  doope 
presentierden ,  oft  men  soedaenige  kijnderen  den  doop  beheerde  te  weigeren 
om  der  ouderen  wille,  ter  tijdt  de  ouders  sic  eerst  lieten  doepen,  is  des 
sgnodi  antwoordt:  dewijle  die  kijnderen  der  ouderen  misdaet  niet  sullen 
draegen,  item  dewijle  de  doop  opt  tverbont  Goedis  gegrondetis,  dat  men 
geensins  soedaenige  kijnderen  den  doop  behoeii;  te  weigeren,  maer  dat 
men  se  sal  doopen  om  dese  ende  andere  reden  meer. 

18.  Is  gesloeten,  dat  niemandt  opt  sijnodum  kuerstemme  hebben  sal, 
dan  die  a  classibus  gecommittiert  coemen  met  credentie  ende  instnictie- 
brieven  nae  oude  gebruick  deser  provincie  na  de  nationale  acten. 

Den  7  Junij  nae  gedaene  gebeth. 

19.  Is  nietzaem  ende  stichtelijck  geacht ,  dat  Petrus  Bekck  ,  nu  present 
in  sijnodo,  hem  om  der  vreden  wille  onthouden  sal  wt  dese  sijnodale  ver- 
gaederinge,  soelange  die  saecke  van  Bolswerdt  hier  sal  gehandelt  zijn. 
Welcker  sijnodi  besluit  Petkus  voi*ss.  naefolgende  is  wtgeweken  met  pro- 
testatie,  dat  l^j  niet  als  parthye  maer  om  der  liefden  wille  sulx  dede, 
dat  h^  wtginc. 

20.  Op  den  vraege  des  borgemeisters  Anne  Sutrdssz,  an  Bogermanno 
gedaen,  ende  de  ouderlingen  daerbij,  oft  Bogerm^v^tnus  den  borgemeister 
AiOTE  Siuw)8sz  acht  ofte  geacht  heeft  voor  een  lidtmaet  ofte  hoeft  der 
conspiranten  ofte  seditiuesen,  hebben  geantwoordt:  neen ,  ende  dat  sij  noit 


70 

sulcke  suspicie  van  den  borgemeister  hebben  gehadt  belangende  den  per- 
soenen in  den  brieff ,  van  Hermanno  LummoA  an  D.  Bogermajs^no  vorss.  gess. 

21.  Naerdien  de  qiiestie  tusschen  Anne  Siurdssz,  borgemeister  van 
Bolswerdt,  ende  D.  Rombertüs  Bpiganus,  rector  scholae  Harlingen.,  ter 
eenre  op  ende  tziegens  D.  Joannem  BooERMANNmi,  dienar  des  h.  evange- 
liums  binnen  Bolswerdt,  met  eenige  andere  ut  den  kerekenraedt  vandaer 
ter  andere  sijden  den  sijnodo  an  beider  syden  is  voorgestelt  met  hen 
defensijen  ende  discursen  daertoe  dienende,  soe  ist  dat  het  sqnodiis  ge- 
resolvierdt  ende  raetzaem  geacht  heeft  om  verscheiden  reden  (naerdien  de 
vorss.  persoenen  hen  saeck  absoluitelijc  des  sijnodi  ordel  hebben  onder- 
worpen) dat  alle  voorgaende  questien ,  geresen  soe  wt  den  brieflF  van  Hak- 
MANNO  LuiNiNGA,  an  BoGERMANNO  goss.  in  anno  1591  van  seker  seditie 
houdende,  als  wt  eenige  ander  oorsaeken  geresen,  sullen  alhier  versoent 
ende  begraeven  werden,  ende  waerin  an  beider  sijden  vergrepen  is,  dat 
ze  malcander  sullen  bidden  sulx  om  Goedis  wille  te  vergeven  ende  ten 
besten  te  houden  ende  int  vier  der  liefden  alles  te  verteeren  ende  daerop 
alle  acten,  schriften  ende  monumenten  henne  questien  angaende  sijnodo 
sullen  overleveren  om  hier  datelijck  verbrant  te  worden ,  daerbeneven  dat 
oock  gecassiert  sullen  wesen  nae  dato  deses  alle  absente  instrumenten, 
brieven  ende  schriften,  die  daer  moegen  overich  zijn  eenige  van  henne 
questien  belangende,  ende  sullen  nae  desen  maleanders  eere  an  beide 
sijden  vorderen  nae  hen  vermoegen ,  daer  het  moegelijck  sal  zijn ,  dewijle 
meer  wt  onverstant  als  wt  quaetheyt  in  desen  verloepen  is,  van  welcke 
versoeninge  een  formulaer  den  gemeinte  van  Bolswerdt  publijck  sal  worden 
voorgestelt  op  de  stichtelijckste  manier,  die  men  kan  vijnden. 

22.  Alsoe  parthijen  vorss.  nae  voorlesinge  deser  voorgaende  acte  ende 
des  geaccordierden  formulaers  lestelijc  (dorch  neerstige  vlijt  ende  des 
sijnodi  anhouden  ende  beleidinge)  an  beide  sijden  hebben  bewiUicht,  soe 
is  datelijck  de  vorss.  versoeninge  geschiedt  ende  naegecoemen  van  beider 
sijden  met  openbaere  hantgevinge  ende  chrijstelijcke  woorden  nae  luidt 
der  vorss.  acte  sonder  eenige  simulatie  ofte  exceptie,  onder  welcke 
versoeninge  Petrus  Berck  ooc  begrepen  worde. 

Den  8  Junij  nae  anroepinge  van  den  naeme  des  Heeren. 

23.  Is  geresolwierdt ,  dat  parthijen  vorss.  sullen  in  weerden  houden 
ende  achtervolgen  hun  angenoemen  vereeniginge  ende  vredehandel,  hier 
voor  den  sijnodo  van  beide  sijden  accordiert ,  sonder  nije  invijndinge  ofte 
eenige  exceptie  ende  bij  faute  van  dien,  dat  de  overtreder  behoort 
kerckelijck  gestraft  te  worden.  Belast  volgens  dien  het  vorss.  sijnodus 
beide   parthijen    in    den    naeme  Jesu   C.   haer  nae  den  vorss.   vrede  te 


71 

regulieren  ende  niet  meer  te  attentieren.  Welcke  jegenwoordige  acte  ge- 
sloeten is,  vermids  die  questie  van  nieus  is  in  sijnodo  desen  8  Junij 
geroert  dorch  den  borgemeister  Anne  Sittrdssz  ,  daerom  oock  Anne  Siitrdssz 
vorss.  insonderheit  belast  wordt  sic  nae  desen  besluit  nae  desen  tigt  te 
regulieren. 

24.  Is  geresolwierdt,  dat  onse  1.  weerde  metbroeder  Harmanxxjs  Elconitjs  , 
nu  jegenwoordich  dienar  binnen  Harlingen,  op  den  18  Junij  eerstcoemende , 
nae  h^  binnen  Bolswerdt  gepredict  sal  hebben ,  dat  formulaer  bij  parthijen , 
hier  an  beider  sijden  ingewillicht  belangende  hen  versoeninge  in  sijnodo 
geschiedt,  den  gemeinte  binnen  Bolswerdt  van  den  predicstoel  sal  voor- 
stellen met  stichtelijcke  reden,  ende  dat  Petrus  HARWTirs  voor  geen 
parth^e  desen  belangende  van  sijnodo  wordt  geacht,  maer  daerbuiten  is. 

25.  Belangende  het  vertrecken  Bogermanni  van  Bolswerdt  tot  Campen 
nae  luidt  der  beroepinge,  van  die  van  Campen  op  Booermanni  persoen 
gedaen,  is  geresolwierdt  niet  sonder  droefPenisse ,  dat  D.  Joannes  Boger- 
MANNüs  volgende  zijn  conscientie  vrijgestelt  wordt  te  vertrecken  van  Bols 
werdt  nae  Campen,  doch  soe  het  mogelijck  is,  nijet  voor  Jacobi  eerst- 
coemende om  verscheiden  reden. 

26.  Belangende  het  voorstel  D.  Sibkandi  Vomeld  ende  Ruakdi  Acronii 
is  van  sijnodo  geaccordiert ,  dat  die  schriften  ende  monumenten  soe  in 
die  classicale  ende  sijnodale  bijeencompsten ,  die  daer  overich  zqn ,  volgende 
het  montlijck  besluit  des  lesten  sijnodi  van  Dockum  angaende  die  questien , 
tusschen  D.  Rüardum  ende  SubranduM  Vomelium  gehadt  tziegens  den 
deputatos  des  sijnodi  te  Harlingen  anno  1590,  voorts  sullen  overgesonden 
worden  an  Subrandxjm,  dienaer  te  Harlingen,  om  voorts  verbrand  te 
worden  ende  alsoe  die  memorije  van  dien  wtgewischt  te  worden ,  twelck 
den  deputatis  classium  belast  wordt  datelijck  te  beschicken. 

27.  In  den  saeck  van  Marten  Evertssz  is  besloeten  (nae  hij  den 
sijnodo  onder  ander  reden  ende  wederreden  geantwoordt  hadde,  dat  hij 
op  giene  dienars  leere  ofte  leevent  deser  provintie  w^at  hadde  te  seggen) 
dat  die  classes  sullen  vergaederen  die  dachten  tegens  zijn  persoen  ende 
die  den  deputatis  sijnodi  overschicken  om  daemae  daerin  te  handelen 
naer  behoeren.  Middelertijt  sal  Marten  vorss.  eernstich  vermaent  worden 
hem  stil  ende  tuchtich  voortaen  te  dmegen  ende  dat  hij  Goedis  woordt 
hoere,  dat  hij  hem  oock  vant  predicampt  onthoude,  ter  tijt  dat  hij  een 
Udmaet  der  gemeinte  Chrijsti  geworden ,  daernae  wettelijc  tot  den  dienst 
verordent  sij,  daerbenevens  dat  hy  Joannem  Bujenstein  nae  desen  niet 
meer  lasteren  sal,  dewijle  het  sijnodus  een  goet  gefoelen  van  Joanne 
vorss.  heeft 


72 

28.  Angaende  het  39  artijckel  des  lesten  sqnodi  van  Dockum  is  alsoe 
te  verstaen ,  dat  niet  allien  die  dienaeren  in  die  steden  sullen  in  die  clas- 
sicale  vergaederinge  present  zijn  ende  stemmen  hebben,  maer  oock  tuie 
ouderlingen  wt  der  stadt  sullen  desgelijcken  moegen  coemen  ende  als 
leden  des  classis  stemmen  hebben. 

29.  Naerdien  dese  drie  dienars  niet  langer  bequaem  zijn  tot  den  dienst 
des  h.  evangeliums,  als  naemelijck  Gerbrandus,  dienar  tot  Minnerschae 
vermids  zijn  ouderdom  ende  volgens  zijne  feilen  des  verstants,  item 
Gerardtjs  Raphanub,  dienar  toe  Marsum,  ende  Sdctüs  Wibiüs,  dienar  te 
Marnim ,  beide  met  suaere  passien  van  Godt  den  Heere  besocht ,  alsoe  dat 
sij  vermids  crancheijt  thom  deele  suacsinnich  zijn  ende  dorchdien  haere 
kercken  niet  koenen  bedienen  etc. ,  is  raetzaem  ende  hoechnodich  geacht , 
dat  men  sulx  den  E.  heeren  bij  requeste  sal  verthoonen  ende  voorts  daerin 
van  den  E.  H.  versoeken  een  redelijck  jaerlijx  pensie  ofte  alimentatie  voor 
deze  miserabile  persoenen  tsij  dan  wt  slants  kiste  ofte  benefitiegoederen 
oft  dorch  andere  middelen ,  die  den  E.  heeren  nae  haere  mildicheijt  ende 
wijsheijt  believen  sal,  ten  einde  de  heerlijcke  gemeinten  met  ander  goede 
dienaers  versien  mochten  werden  etc. 

30.  Is  noch  geresolvierdt ,  dat  bij  requeste  den  E.  heeren  sampt  zyn 
G.  sullen  remonstriert  worden  thinhouden  van  den  5,  11,  17,  19,  22 
ende  41  artqckel  des  lestgehouden  sijnodi  van  Dockum  metten  8  ai-tyckel 
desis  jegenwoerdigen  sijnodi  ende  daerop  te  versoeken  executie  ende  effect 
volgens  der  E.  H.  placaeten  etc. 

31.  Welcke  request  met  dat  ander  request  des  voorgaenden  29  artijckels 
schreven  sal  Joannes  P.  Duirewoudt,  als  scriba  sijnodi  ende  onderteikenon 
met  D.  Paschasio  Baers,  praeside  ende  voorts  alsoe  ooc  s^nodi  nomine 
onderteikent  an  den  E.  H.  vorss.  tsaemen  presentieron  ende  overgeven  etc. 

32.  Belangende  de  26  artijckel  des  lesten  Dockumer  sijnodi  is  om 
reden  gestelt  in  handen  der  gedeputierden  hujus  sijnodi. 

33.  Op  SiBRANDi  VoMELn  voorstcl  is  besloeten,  dat  het  classis  van 
Franeker  tuie  wt  hen  classe  sullen  kiesen  ende  committieren ,  die  sijnodi 
nomine  dat  boeck  van  Sibrandö  voras.  overgeseth  sullen  visitieren. 

34.  Wordt  den  classi  te  Franeker  belast,  dat  sij  onsen  1.  b.  Jasperum, 
nu  dienar  toe  Winzum,  in  alle  moegelijcheijt  bij  den  gemeinte  aldaer  een 
eerlijck  onderhoudt  sullen  becoemen  ende,  soet  daer  nijet  kan  tewege 
gebracht  worden,  dat  het  classis  bij  den  E.  heeren  Staeten  anhoude  om 
sulx  te  verkrijgen. 

35.  Is  raetzaem  geacht,   dat  Paschasius  ende  Joajïnes  P.  Duirewoudt 


73 

nomine  sijnodi  schreven  an  Baktholomeum  N.,  dienar  nu  in  Slijckenburg,  hem 
vermaenende  zijn  eredituers  te  voldoen ,  zijn  dronckendrincken  ende  andei*e 
lichtveerdicheijt  nae  te  laeten  ende  ergernissen  voortaen  te  schuwen  etc. 

36.  JoANXEs  NiooLAu ,  dienar  te  Dockum ,  sal  sijnodi  nomine  een  request 
schrijven  an  den  E.  heeren,  twelck  Joannes  P.  D.  als  scriba  ende  D. 
Paschasius  Baeks  praeses  nomine  sijnodi  sullen  onderss. ,  daerin  voor 
Olfardo  N.  ,  nu  dienar  te  Ferwert,  versocht  sal  worden  dat  den  E.  H. 
believe  Olfardo  vorss.  sjaers  wt  te  keereii  seker  pensije,  bij  apoinctemente 
te  Franeker  anno  1589  van  den  E.  H.  den  gemeinte  te  Ferwert  gegimt 
tot  onderhoudinge  eens  dienaers,  om  reden  in  den  requeste  verhaelt  etc. 

37.  Op  de  gravamina  classis  resolutie  rtiede  te  brengen.  —  Is  voorts 
geresolwierdt ,  dat  die  volmachten  classium  deser  provinciae ,  die  nae  desen 
opt  s^nodum  verschijnen,  met  sullen  brengen  hun  classis  resolutie,  ge- 
noemen  op  die  ovei'gess.  classium  gravamina  ende  ooc  sulx  van  zyn  classe 
onderteikent. 

Den  O  Junij  nae  gedaene  gebeth. 

38.  Is  voorts  gesloeten ,  dat  Hendricus  Baknajidi  ,  nu  dienar  te  Goutum , 
metten  eersten  buiten  dese  provincie  sal  transferierdt  worden  om  redenen, 
ende  sal  datel^ck  nisten  van  zijn  dienst  aldaer  te  Goutum,  mids  dat  hij 
nae  dato  desis  sal  noch  een  half^aer  pensije  van  den  kercke  te  Goutum 
ontfangen,  welcker  dienst  het  classis  van  Liuverden  middelertyt  sal  be- 
dienen. Ende  hij  Hendricus  sal  middelertij  t  nae  een  bec^uaeme  plaêts 
omsien,  ende  sal  het  classis  van  Liuwerden  Hendrico  metgeven  behoerlijcke 
attestatie  ende  recommandatie.  Ende  hiermede  sal  te  niete  zijn  die  30 
artijckel,  gesloeten  in  sijnodo  te  Dockum  anno  1591. 

39.  In  RoMBARTi  Feues  versoeck  is  besloetcn ,  dat  hij  in(jet  een  weinic-h 
[«tientie  ende  noch  gedult  hebben ,  vertrouwende  dat  hij  sal  plaets  krijgen 
ofte  opt  eijlandt,  hem  airede  halff  toegesecht,  ofte  elders.  Middelertij t  sal 
men  in  classibus  anhouden,  dat  men  hem  wat  onderhoudts  beschicke. 

40.  Jider  sal  zijn  classi  mede  voorstellen  den  noodt  ende  armoed  van 
een  arm  berooft  ledemaet  Jan  Glaesmaeker  van  Ackrum,  ten  einde  hem 
wat  mocht  gegeven  worden  te  help. 

41.  Is  geresolwiert ,  naerdien  Andreas  BUrct)  alles  ontkent  ende  die 
van  Roedehuisum  moeten  bewijsen,  ende  hiemae  nu  het  sijnodus  niet 
wachten  kan,  dat  die  deputati  sijnodi  met  tuie  van  wegen  tclassis  sullen 
gedeputiert  van  sijnodi  wegen  dese  saecke  met  die  E.  H.  communicicren , 
ofte  die  E.  heeren  believe  dese  saeck  eerstdaex  aff  te  handelen.  Indien 
niet  dat  dan  die  deputati  ende  Liuwerder  classis  met  consent  der  E.  H. 


74 

den  saeke  befoelen  worde  noniine  sijnodi  opt  stichtelijxt  aif  te  handelen. 
Middelertijt  wordt  die  van  Roedehuisum  belast  hen  getuichenissen  ende 
probatien  reed  te  maeken.  Die  tijt  sal  hiervan  bestempt  ende  haer  ange- 
secht  worden. 

42.  Het  sijnodus  heeft  bestempt  zijne  gedeputierden  wt  jider  classe 
deser  provinciae  om  dese  ende  andere  kercken  suaricheiden ,  die  tusschen 
dit  ende  compstige  sijnodum  voor  koenen  vallen ,  authoritate  sijnodi  aff  te 
handelen  naet  tbehoeren.  Wt  Liuwerder  classe  zijn  hiertoe  vercoeren  ende 
verordent:  Hakmaxnits  Coude,  dienar  binnen  Liuwarden,  ende  Hessel 
Alisaia,  ouderlinck  aldaer;  ex  Franekerana:  SiBRiVNDUs  Vomelius,  dienar 
te  Oosterbierura ,  ende  Hüibkut  Janssz,  ouderlinck;  ex  Snecana:  Lambartus 
Levius,  dienar  te  Balck,  ende  Joannes  Moll,  ouderlinck  te  Sneeck;  ex 
classe  Doccumana:  Joajjnes  Nicx>r.Ai,  dienar  te  Dockum,  ende  Haijtze 
AucKEsz,  ouderlinck;  ex  Bolswardiana :  Anthonius  Dibckssz,  dienar  te 
Waarkum,  die  met  hem  sal  brengen  hen  ouderlinck,  die  se  bewilligen 
sullen  coenen. 

43.  Anno  1593  den  tuieden  Maandach  nae  Meije  stilo  antiquo  sal  het 
compstige  sijnodus  (soe  Godt  wil)  gehouden  worden  binnen  Sneeck  etc. 

Nae  gewoene  dancksegginge  is  alsoe  dit  sijnodus  provinciael  Godloff 
voleindicht  binnen  Liuwarden  in  Westfrieslandt  den  9  Junij  anno  1592. 
Oixx)nde  der  waerheijt  van  tgene  vorss.  is ,  hebben  praeses  ende  scriba  dit 
met  haer  naemen  ondergess.  nae  gebruick  ende  dat  wt  sijnodi  naem  ende 
bef  el,  etc. 

Onder  stonden  de  naemen  van  preses  et  scriba  sijnodi  etc. 
Gecollationiert  jegens  zijn  originael  ende  coempt  daermet 
overeen.  Oorconde  mijn  gewoontlijcke  hant. 

JoANNEs  Petri P. Duirewoüdt,  1)  ecclcsiastes  in  Beetgum  etc. 


Acta  sijnodi  Snecanae  anno  159?^. 

Op  huyden  den  XV  Maij  anno  1593  naest  aenroepinghe  des  Heeren 
naems  synnen  in  de  synodale  vergaderinghe ,  binnen  Sneeck  gecelebreert , 
tot  preses  communi  suffragio  geeligeert  Ruardus  Acx^roniits,  ende  Gellfds 
AoGRONTcs  scriba. 

Gecollecteert  dye  procuratien  van  de  gedeputeerden  der  classium  synen 
bevonden  voor  guedt  ende  aggreabel. 


l)     Deze  onderteekeniug  is  eigenhandig. 


75 

1.  Ten  eersten  is  besloeten,  dat  in  de  naeste  s^jnodo  sullen  pei-sonen 
verordineert  worden ,  die  op  de  naeste  lansdach  sullen  versoeken ,  dat  die 
kqnderen  der  dienaeren  pensie  moegen  krijgen  om  te  studeren,  mits  dat 
sij  predicanten  sullen  worden ,  opdat  onse  faderlant  in  toecoemende  tijden 
met  dienaers  mach  vers^jen  worden. 

2.  Oplegginge  der  handen,  i)  —  Noepende  de  oplegginge  der  handen 
sullen  de  classes  haer  reguleren  nae  het  articul  des  nationalis  sijnodi 
daervan  gemaeckt. 

3.  Is  besloeten,  dat  noepende  het  articul  om  aen  de  heren  Staten  te 
versoecken,  dat  de  sijnodi  ende  classes  ijaerlix  wat  mochten  hebben  ut 
de  cloestersopcomsten  toe  hulp  van  haere  oncosten,  dat  hetselvde  sal 
naeblijven  tot  gelegener  tijt. 

4.  Classes  te  hooiden  op  de  dorpen.  —  Noepende  de  classes  te  houden 
in  de  dorpen  is  besloeten,  dat  het  sal  naeblijven. 

5.  Naelatinghe  der  constituiien  synodcden  sal  gestraffï  worden.  — 
Noepende  degene,  de  constitutiones  sijnodales  beletten,  is  besloeten,  dat 
die  sullen  gecensureert  worden  nae  kerckenordennantie ,  nisi  habeant  leg^- 
timam  causam  excusationis. 

6.  Aengaende  de  feestdaegen  is  besloeten ,  dat  de  dienaers  haer  sullen 
reguleren  nae  het  besluit  van  de  nationale  sijnodis. 

7.  Oft  oeck  een  dienaer,  die  hem  23  ijaer  boetfeerdich  gedraegen 
heeft,  beheert  gecensureert  te  worden,  is  besloeten,  dat  hij  niet  sal 
gestraft  ofte  gecensureert  worden,  tensij  saeck  dat  het  delictum  alsoe- 
danich  is,  dat  het  van  de  wertlicke  overichheijt  behoort  gestraft  te  worden. 

8.  Het  classis  van  Leeuvarden  wort  belast  om  dsententie ,  over  Gekardi 
persoon  ghesproocken ,  eensdaechs  te  voldoen  ende  sullen  dye  van  Grou 
volghende  des  lants  ghebniijck  nae  Gerardi  vertreck  daetelick  procedeeren 
tot  electie  van  een  ander  dyenaer.  2) 

9.  Alle  14  daghen  classis  houden.  —  Aengaende  oft  men  alle  14  daegen 
sal  classem  houden,  is  besloeten,  dat  men  sal  blijven  bij  het  besluit  van 
Documer  sijnodi.  Nochtans  soe  wort  een  ij  der  classi  vrqgelaten  faecker 
classem  te  houden,  soe  het  noedich  is. 

10.  Is   besloeten ,   dat  de   acta  3)  Harlingensis  sijnodi  4)  sullen  overge- 


1)  De  marginalia  zijn  later  bijgea^hreven. 

2)  Art.  8  ia  door  een  andere  hand  dan  die  van  den  scriba  gesehreven. 

•*)     „acta",  ter  vervanging  van  de  doorgehaalde  woorden :  „queatioene  articulen  in." 
*)     „sijnodi",    daarop    volgden   de  d(K)rgehaalde   woorden :    „goniae<*kt  van  Kuardi 
persoon  cum  suis." 


70 

souden  worden  aen  Sibrandi^i  Abbeli  om  die  te  verschrijven  endei)  de 
(^uestioese  articulen  daerut  te  laeten. 

11.  Aengaende  de  schamele  lidtmaet  in  den  dorpe  Noortwolde  is 
besloeten,  dat  het  classis  van  Sneeck  hem  met  commendatie  sal  senden 
tot  de  kercken  om  een  aelmoese  te  krijgen  tot  sijn  onderhout. 

12.  Oft  een  dienaer  met  gotloese  kerckfoechden  bona  conscientia  de 
administratie  wel  mach  hebben,  is  besloeten,  dat  hij  dat  wel  mach  doen, 
dewijle  hij  sulx  niet  kan  beletten. 

13.  Oft  men  geen  froeme  kerckfoechden  beheert  te  kesen,  al  ist  dat 
sij  arm  sijn,  is  besloeten,  dat  men  hem  hijerin  moeten  reguleren  na  des 
lants  ordenantie  ende  gebniick.  Ende  waer  te  wenschen,  dat  froeme 
kerckfoechden  alderweegs  mochten  gestel t  ende  gécoeren  worden. 

14.  Soeveel  belanget  de  abusen  van  de  ontheilenge  des  sabbathts,  de 
soleninisatie  des  echtes,  zo  is  besloeten,  dat  de  classes,  die  hijerijn 
fauten  weten,  sullen  arbeiden  bij  de  hoege  ende  lege  oevrichheijt,  dat 
sy  afgeschaffet  ende  de  oevertreders  moegen  gestraft  worden. 

15.  Item  de  dingen,  die  in  de  sijnodis  besloeten  worden,  dat  de 
effect  moegen  sortieren,  is  besloeten,  dat  men  de  oevrichheijt  van  haere 
ampt  sal  vermanen. 

16.  Die  vant  sytiodo  gecotnfniiteert  hen  belast  xjpide  niet  doen,  — 
De  vant  sijnodo  gecommitteeil;  worden  om  enige  saecke  in  effect  te  brengen 
ende  daer^n  suimachtich  sint,  sullen  nae  kerkenordenge  gecensureert 
worden. 

17.  Oever  de  persoon  Henrici  Bernardi.  —  Het  s^jnodus  binnen  Sneeck 
vergadert  kan  niet  retracteren  sententiam  semel  latam  in  superiori  sijnodo. 
Dan  soe  Henricus  hem  beclaecht  ende  revisie  van  onpartidige  dienaren 
bij  de  hoege  oevrichheijt  kan  ververven,  mach  het  sijnodus  sulx  lijden, 
ingefal  hij  sulx  binnen  de  tijt  van  14  daegen  doet.  Soe  niet  dat  dan  de 
sententie  sal  effect  sorteren. 

1 8.  Het  sijnodus  van  Sneeck  verstaet ,  dat  het  trouwen  van  de  i^>ever- 
ledene  suster  strijdet  tegenst  Gods  woort,  keiserlicke  rechten,  oude 
canones  ende  tplacaet,  onlanx  daervan  gepubliceert 

19.  Dewyle  Marten  Ctjiper  tegen  de  oordenge  der  kercken  voortfaert 
in  de  dienst  des  woorts,  sal  het  classis  van  Doccum  bij  de  heren  Staten 


^)     „die  —   unde",  ter  vervanging  van  de  doorgehaalde  woorden:  „verschreven  te 
worden." 


77 

versoecken,  dat  hjj  in  sijn  doon  daetelick  verhindert  ende  in  ordinem 
redigeert  mach  worden. 

20.  Het  classis  van  Doccum  sal  den  tue  jonge  dochters,  die  ut 
Groeningerlant  aldaer  bij  haer  sint,  recommendatie  geven  aen  andere 
gemeenten  om  wat  te  versaemeien  tot  haer  nootdruft. 

Daer  sint  van  de  volmachten  in  sijnodo  vergadert  tot  deputati,  die  de 
voerfallende  saecken  in  de  tijt,  totdat  tsijnodus  weer  geholden  wort, 
sullen  affhandelen,  geordineert:  ut  Lieverder  classe  Harmannus  Colde 
ende  Sube  Sc^heltema;  ut  Boelsverde  classe  Joanxes  Elborch  ende  Jacx)b 
SiMONssz;  ut  Sneecker  classe  HAiaLv^fNTs  Luuvga  ende  Joaknes  Mol;  ut 
Docummer  classe  Theodorh-us  ILvkcomus  ende  Stefantjs  Ubeli,  rector 
scholae;  ut  Franecker  classe  Sibrandus  Wommelius  ende  Hero  Janssz. 

Het  toecoemende  sijnodus  sal  gehouden  worden  binnen  Boelsvaert  den 
tueden  Maendach  in  Junio  anno  1594. 

Aldus  gedaen  in  onze  synodale  vergaderinge  binnen  Sneeck  den  XV®" 
Maij  anno  1593. 

RuARDus  A(2i0Niu8,  sjnodi  praeses. 
ÖELUus  Bebtedicti  Aocrum,  scriba  1). 


Acta  des  synodi  gehouden  binnen  BoUwert  in  den 
jaere  1594  begonnen  opten  11^  Juny. 

Na  aenroepinge  van  den  h.  naeme  Gods  zijn  bij  ordentlicke  stemminge 
tot  praeses  gecoren  Hermaxnus  Luinoa,  dienaer  der  geraeinte  binnen 
Sneeck,  ende  tot  scriba  Joannes  Bülbrajtdi,  bedienaer  des  h.  evangelii 
binnen  Tennaerdt. 

Na  desen  zijn  die  procuratien  gelesen.  voer  goet  gekent  ende  dio  vol- 
machten van  eenen  iegelicken  classe  aengenomen: 

ten  eersten  des  classis  van  Bolswert,  als  namelick:  Thomas  Roctiiiis, 
dienaer  des  woerts  in  Bolswert ,  Fredericus  Regneri  ,  bedienaer  des  woorts 
tot  Coudum ,  ende  noch  twee  ouderlingen ,  als  Lieuwe  Anxess  ende  Timex 
Reinebsz; 

des  classis  van  Franecker:  Hermakjots  Eil(X)ni8,  bedienaer  des  wooits 
in  Uarlingen,  ende  Idzardus  Nk^lai,  bedienaer  des  godlicken  woorts  in 
Franecker,  ende  twee  ouderlingen,  als  Rombertus  Süffru)i  ende  Wibrant 
Hendricxz; 


^)    Beide  onderteekeningeo  uJD  eigenhaodig. 


7« 

des  classis  van  Leuwarden  met  namen :  Hekmantojs  Kolde  ,  dienaer  des 
godlicken  woorts  in  Leuwarden,  ende  Mfajchioh  Klant,  dienaer  in  Brit- 
zert,  ouderlingen  doctor  Aede  van  Eisingha  ende  Henricüs  Büsmannus, 
met  voorbehouden  nochtans  dat  die  volmachten  des  classis  van  Leuwarden 
sullen  aennemen  den  protestatie,  in  haeren  procuratie  gementioneert , 
gecasseert  te  houden  voor  haer  ende  haeren  classis,  gelijck  sij  oock 
doen  bij  desen  bij  onderteeckeninge  van  haere  handen  hieronder  gestelt, 
mits  dat  die  deputati  der  anderen  dassen  aennemen,  dat  in  volgenden 
tijden  geen  dienaeren  tweemael  na  den  anderen  opt  synodum  sullen 
gesonden  worden,  dan  die  volmachten  veranderen  tot  discretie  van  een 
iegelick  classe,  ende  dat  zuUen  zijn  personen,  die  onbesproocken  zijn 
ende  van  goeden  naeme  ende  fame.  Hierna  stonden  dese  namen:  Her- 
manntjs  Kolde,  Melchior  Klant,  Ade  Eusingha. 

Na  devsen  stont:  ende  volgens  die  volmachten  des  classis  van  Sneeek: 
Hermannus  Luingha  ende  Gielis  Capelleman,  dienaer  in  Osthem  ciun 
annexis   ende   twee   ouderlingen   Sibrant   Htodess   ende  mr.  Stephanus 

JOANNIS ; 

des  classis  van  Dockom  :  Theodoricus  Herconius,  dienaer  in  Hantume- 
huisen  cum  annexis,  ende  Joannes  Hilbrands  ende  voor  ouderlingen 
CoRNELius  EvERARDi,  bcdienacr  des  woorts  in  Holwert,  ende  Franciiscus 
AvERCAMP,  bedienaer  des  woorts  in  Ehe. 

Dit  gedaen  zijnde  is  beslooten,  als  volget. 

1.  Belangende  het  misbruick  van  de  beroepingen  der  dienaeren  ten 
platten  lande  sullen  die  dassen,  by  denwelcken  sulcx  geschiet  daer 
regaert  op  nemen,  den  E.  H.  Staten  tselve  remonstreren  ende  remedie 
versoecken. 

2.  Sullen  zeeckere  personen  verordineert  worden,  welcke  aen  de  E. 
H.  die  Gedeputeerde  Staten  sullen  aenhouden,  dat  hen  wil  believen  het 
placcaet  vant  houwlick  insonderheyt  van  de  be vestingen  na  die  procla- 
matien  in  effect  te  stellen  ende  voorts  te  impedieren  die  profanatien  des 
sabbaths,  als  te  weeten  het  avontspeelen ,  gansetrecken ,  tonnesteecken , 
papegaij schieten ,  meiboomhalen ,  dronckendrincken ,  boelgoetcopen ,  cope- 
ren,  bakenbranden  int  trouwen.  Ende  sullen  oock  mede  deselve  mannen 
versoecken  aen  de  H.  Staten  vorsz.,  dat  hen  wil  believen  te  verhinderen 
den  loop  der  Papisten,  die  nu  wederomme  beginnen  in  te  sluipen  ende 
in  swang  te  gaen. 

B.  Een  dienaer^  die  doir  dronckenschap  in  onachtsaemhe^i  gecomen  is^ 
mach  niet  op  synodum  comen^.  —  Een  dienaer  in  verachtinge  gecomen 


1)     De  marginalia  zijn  hier  later  bijgeachreven. 


79 

zijnde  om  sijn  voorgaande  dronckenschap  ende  andere  excessen,  welcke 
verachtinge  door  waere  boetveerdicheyt  nyet  genoechsaem  wechgenomen 
is,  mach  op  geene  synodaelsche  bijeenooomsten  toegelaeten  worden. 

4.  Een  dienaer  de  heroepinghe  onderhoudende,  —  Een  dienaer,  welcke 
een  beroepinge  aen  hem  gedaen  langer  ophout,  alst  in  synodo  tot  Fra- 
necker,  gehouden  anno  1583,  beslooten  is,  sal  zyn  schuit  daarover  l)e- 
kennen  ten  plaetsen,  daer  hij  in  desen  ergernisse  gegeven  heeft. 

5.  Een  dienaer  eenrmteU  aver  een  saeck  niaeh  niet  andermoeU,  —  Wan- 
neer een  dienaer  als  lidmaet  eens  classis  over  een  saecke  gestaen  heeft, 
mach  naderhant  als  lidmaet  van  de  gedeputeerde  synodi  over  dieselve 
f;e&ïï  sententie  spreecken. 

6.  Een  dienaer^  die  niet  geleeden  is,  —  Als  een  dienaer  ganse hlick 
nyet  geleden  is,  indien  hij  daer  oorsaecke  toe  gegeven  heeft,  sal  hij 
getransfereert  worden,  maer  indien  hij  daer  ^Q&n,  oorsaecke  toe  gegeven 
en  heeft  ende  nochtans  van  niemant  gehoort  wordt,  sal  hij  vandaer 
genomen  worden  met  believen  van  den  hoogen  magistraet  ende  des  classis. 

7.  Die  provinciaelsche  synoden  sullen  gehouden  worden  by  alsulcko 
personen,  als  vooren  in  nationale  synoden  beslooten  is. 

8.  Die  tonrecht  bescfitUdicht  wort.  —  Soe  iemant  eenen  anderen  to 
onrechte  beschuldicht  ende  daerbij  hartneckelicken  blij  vet,  sal  die  be- 
schuldichde  persoon  zijn  recht  tegen  den  beschuldiger  mogen  wt voeren. 

9.  Die  hopen  predigen,  —  Dienaeren,  welcke  onwetlick  lopen  pre- 
dicken,  onordentlic  beroepingen  soeckende,  sullen  van  de  dassen,  daer 
zij  onder  sorteeren,  gestraft  worden. 

10.  Sonder  attestatie  tot  een  classem  comen.  —  Indien  een  dienaer 
wttet  eene  classe  in  eene  ander  vertrect  sonder  genoechsaeme  attestatie 
te  vertoonen,  sal  naer  behooren  van  den  classe,  daer  hij  onder  gesorteert 
heeft,  gestraft  worden,  maer  soeverre  sulcx  denselven  van  den  classe 
onwetlic  geweigert  wert,  sal  het  classis  van  den  deputatis  synodi  ge- 
censureert  worden. 

11.  Sonder  attestatie  annemen,  —  Wanneer  een  classis  also  een  dienaer 
sonder  wetlicke  attestatie  aenneemt,  sal  tselve  van  den  synodo  gecensu- 
reert  werden. 

12.  Die  affgesettet  even  blij/p.  —  Een  dienaer  van  drie  synoden  wet- 
telicken  gedestitueert  zynde  ende  des  nochtans  nyettegenstaende  in  den 
dienst  bl^vet,  sal  tegen  denselven  als  tegen  een  contumacem  voortgevaren 
worden  met  discipl^n  ende  kerckelicke  straffe. 


«o 

13.  Eocamen  patris  ovéf*  den  xoon,  —  Het  examen  eöns  öoohs  van 
zijnen  vader  gedaen  wert  voor  ditmael  voor  goet  aengesien,  maer  sal 
hiennaels  in  geen  consequentie  getogen  worden. 

14.  Die  4®  questie  des  classis  Leoverd.  refereert  hem  totten  28®" 
ende  29®"  artickel  des  synodis  Hagecomitis. 

15.  Het  versoeck  Kodolphi  üterwick,  dat  beide  dassen  van  Bols  wert 
ende  Sneeck  als  partijen  souden  opstaen  ende  nyet  over  zyn  saecke 
sluiten,  is  bij  meeste  stemmen  affgeslagen,  ende  dat  om  redenen. 

16.  Die  saecke  Rodolphi  Uterwyck  is  gewesen  aen  de  twe  dassen 
van  Bolswert  ende  Sneeck  omme  van  deselve  breeder  verstaen  ende 
nadien  gedecideert  te  worden  volgende  den  acte  daervan  wesende  in  den 
synodo  van  Harlingen,  gehouden  anno  1590.  Bij  soe verre  nochtans  dat 
zijt  niet  ep  connen  aifhandelen,  dat  zij  alsdan  die  deputatos  synodi  tot 
hen  mogen  beroepen. 

17.  Omme  den  E.  H.  Gedeputeerde  Staten  te  begroeten  van  wegen 
eenige  swaricheden  vooren  gespecifieert  z^n  verordineert  D.  Hermannüs 
Kolde  en  D.  Aede  yan  Eusingha. 

18.  Tot  deputatos  synodi  zijn  wtgeset:  wt  den  classe  van  Bolswei*t 
Frans  Luituenz,  dienaer  in  Gaest,  ende  Lieüwe  Anness,  ouderling; 
wt  den  classe  van  Franeker:  Sixtus  Rippertus,  dienaer  in  Franecker, 
ende  Wibraitt  Heitoricxz,  ouderling;  wt  den  classe  van  Leuwarden: 
Paschasius  Baers,  dienaer  in  Leuwarden,  ende  Rombertüs  Ulenborg, 
ouderling ;  wt  Doccummer  dasse :  Joanwes  Bernardi  ,  dienaer  in  Dockom , 
endei);  wt  Sneecker  classe:  Öelltos  Acbonitjs,  dienaer  in  Bosum,  ende 
Aucke  JoANinsz,  ouderling. 

Aldus  gedaen  ende  beslooten  in  onse  synodale  vergaderinge  binnen 
Bolswert  ende  bij  praesidem  ende  scribam  van  wegen  des  synodi  onder- 
teockent  ende  bevestiget  opten  13®"  Junij  anno  1594. 

19.  Van  dssigneerden  in  te  hitldigen.  —  Voor  het  onderteeckenen  is 
noch  beslooten,  dat  wanneer  een  dienaer  gesonden  ofte  geassigneert  sal 
worden,  tselve  geschien  sal  door  den  grietman  ende  een  dienaer,  welcke 
ter  plaetsen  daer  d'gesondene  ofte  geassigneerde  dienaer  met  een  predicatie 
sal  inleiden  ende  den 2)  gemeente  ende  dienaer  haers  ampts  vermanen, 
twelcke  een  iegelic  classe,  die  sulcx  van  doen  sal  hebben,  aen  do  E.  h. 
iStaten  voornoemt  versoecken  sal. 


1)  Hier  is  eenige  ruimte  opengelaten. 

2)  „met  een   —  ende  den",  Extr.  syn.  resol.  p.  57  heeft  de  betere  lezing:   „zal 
ingeleit  worden  met  een  predikatie,  den". 


81 

Hieronder  stont:  van  wegen  het  synodus  Herman.xtjs  Lfi^'gha,  eeclcs. 
Snee.  praeses  sj^nodi,  J.  Hilbkaxds,  scriba  synodi,  met  eenige  streecken 
ende  togen.  Onder  desen  stondt: 

20.  Na  het  onderteeckenen  is  beslooten,  dat  indient  den  Heere  be* 
lieven  sal ,  het  synodus  int  aencoraende  jaer  gehouden  sal  worden  in  Maio 
ende  beginnen  opten  anderden  Maendach  na  Meije  ende  dat  tot  Franecker, 
ende  sullen  die  volmachten  opten  voorbenoemden  dach  in  haere  herbergen 
ofte  ter  plaetsen  voorgenoemt  verschijnen.  Actum  ut  supra.  Onder  stont  i 
Hn.BRAi«)s  nomine  synodi  met  eenige  togen. 

Gecollationeert  tegens  den  principale,  is  bevonden  daermede 
te  accorderen  bij  mij  ondergeschreven. 

J.   HlLBRAXDS,   1594.1) 


A-cta  des  syfiodi  te  Franecker ,  gehowlen  ende  he- 
(fonnen  anno  16f)f)  den  17  Junij. 

Nae  aenroepinghe  des  naeme  Godts  is  met  gemeene  stemmen  verordi- 
neert    tot   eenen   praesidem   Ajs'tonius   Nicolai   ende   tot   eenen   scribam 

SlBRANDUS    VoMKLirS. 

Daemaer  syn  de  procuratien  gelesen  ende  is  bevonden,  dat  met  be- 
hoorlycke  procuratien .  als  volmachtighen  om  op  het  synodum  te  coemen 
gedepu teert  zijn: 

vuyth  den  classe  van  Leewarden: 
A^TONius  Ni(X)L.u  ende  Berxardus  FüLLExms  als  dienaers,  BtnvE  Jel- 
TixGHA  ende  Willem  Stewens  als  ouderlinghen; 

vuijth  den  classe  van  Sneeck: 
Jellits  Acroniüs  ende  Jacobüs  Aügüstini  als  dienaers,  Gerijvcüs  Hab- 
Boxis  ende  Gerryt  J.vnssz  als  ouderlinghen; 

vuijth  den  classe  van  Bolswert: 
Johanxeh  Hochelum  van  Nyeuwelant  ende  Tvdo  Daxielis  van  Witmai'sum 
als  dienaers,  Jociinc  Stewens  ende  Ocko  Jaoorssz  als  ouderlinghen; 

vuijth  den  classe  van  Doccum: 
ScHELTO  AuTZiLv  cudc  Olpherdus  BELmA  als  dienaers,  item  Arxoldus 
Aniots  ende  Johaxnes  Berx^uuu  als  ouderlinghen; 


ï)     Eigenhandige  ondertoekening. 

Acta  syn.  provinc.  VI.  6 


S2 

viüjth  den  classe  van  FraneckeM 

SixTts  Hii'PEUTüs  cnde  Siuraxüus  Vomfxius  als  dienaers.  Item.  Heiu) 
♦Taxssz  ende  doctor  Nicolaus  Molleuics  als  ouderlinghen. 

Nae  het  leesen  der  procuratien  is  met  genieene  stemmen  verordineert 
Bebxardits  Fullonius  om  des  Woonsdaechs  te  doen  den  praedicatie. 

L  Van  metten,^)  —  Daernaer  is  beslooten,  dat  de  dienaeren  in  oen 
ijeder  classe  haeren  besten  devoor  ende  neersticheyt  sullen  doen,  ten 
cynde  dat  in  den  bedieninghe  des  heylighen  doops  voljaerighe,  godt- 
vruchtighe  ende  in  den  waere  religie  vervaerene  meetvaeders  ende  meet- 
moeders  sullen  verschvnen. 

2.  Voir  approbatie  van  beroepinghe  pi'edigen,  —  Aenghaende  den  die- 
naeren, die  met  het  predighen  hier  ofte  daer,  voordat  de  beix)epinghc 
van  den  classe  geapprobeert  is,  onordentlyck  handelen,  is  beslooten,  dat 
de  dienaeren  haere  sullen  draeghen  nae  den  articulen ,  op  dat  stuck  in  don 
voorighen  synoden  gemaeckt ,  ende  dat  de  dassen  teghen  den  owertreedors 
alsulcker  articulen  gebniijcken  sullen  behoorlycke  discipline. 

3.  Alsoe  de  daeghelycksche  bevyndinghe  leert,  dat  hèt  placaet  van  den 
houwelycke  ende  heyliginghe  des  sabbaths  gemaeckt  niet  onderhouden  en 
wert,  is  daeromme  beslooten,  dat  vuijth  den  naeme  des  synodi  aen  don 
heeren  Gedeputeerden  versocht  sal  worden  dat  haere  geliewe  ofte  door 
den  grietslieden  ofte  door  andere  personen  den  voorgemelten  placaet  te 
laeten  effectueren  ende  ter  executie  te  stellen. 

4.  Aenghaende  2)  den  echtscheydinghen ,  welcke  by  den  Wederdoperon 
tot  verstooringhe  soe  der  oeconomien  als  oock  der  politien  gebniijckt  wor- 
den, is  raedtsaem  van  den  synodo  gevonden,  dat  men  oock  aen  den  heeren 
Gedeputeerden  sal  versuecken ,  dat  haere  geliewe  door  guede  middelen  endo 
wetten  daerop  gemaeckt  alsulcke  matrimoniorum  desertiones  ende  onschrift- 
matighe  echtscheydinghen  te  loeren  verhinderen. 

5.  Gheen  diefiaeren  uytet  landt  te  laten  sonder  tadvys  der  heei'en.  — 
Soevoole  aenghaet  het  missive  der  heeren  Gedeputeerden,  gesonden  aen 
den  dassen,  gebiedende  dat  de  dassen  gheenen  dienaeren  vuijth  dof^on 
lantschappe  sullen  laeten  vertrecken  sonder  advijso  der  heeren  Gedepu- 
teerde vorss. ,  heeft  het  synodus  geoordelt,  dat  de  dassen  alsulcken  voor- 
gemelten missive  der  heeren  Gedeputeerden  sullen  naevolghon  met  deson 
bescheyde,  dat  het  classis,  consenterende  in  den  vertrecke  eenighor  dio- 


1)  ly^^  marginalia  zijn  later  bijgOBchreven. 

2)  In  niarg.  voor  dit  artikel  staan  de  niet  drie  |H^nne8treken  doorgehaalde  woortien: 
fxïhtHcheyden  der  \V(Mlerdooj>eren." 


83 

tidefeh,    öorsaecken   haeres   consenta   den   heeréti    Öedeputeerden    sullen 
moeghen  remonstreren. 

6.  Is  beslooten ,  dat  Sibrandus  Yomëlius  sal  aennemen  den  arbeyde  om 
yetswat,  soeveele  hy  dan  noodich  achtet,  te  schrywen  teghen  den  Liber- 
tinen,  doch  met  alsiilcken  beseheyde  ende  beloftenisse)  dat  het  synodus 
beloowet  soe  door  den  kercken  soe  oock  door  den  heeren  Staten  te  effec- 
tueren, dat  voor  den  arbeyde  hem,  Sibrando,  een  eerlycke  yergeldinghe 
mach  ten  handen  gestelt  werden,  ende  dat  oock  het  geschrifte  oftegedaeno 
werck  buyten  synen  schaede  ende  oncosten  gedruckt  sal  worden. 

7.  Is  oock  voor  raedtzaem  gevonden,  dat  by  den  dienaeren  op  com- 
binatien  dienende  per  vices  ofte  gebuerten  in  een  yederen  dorpe  het 
awontmael  gehouden  sal  worden. 

8.  Ongedoopte  niet  trouwen.  —  Belanghende  den  quaestie  ofte  vraeghe 
opt  stucke  van  in  den  houwelycke  te  bevestighen  alsulcke  personen,  die 
noch  ongedoopt  zijn,  is  van  den  synodo  geresol veert ,  dat  de  saecke  ge- 
laeten  sal  worden  by  den  articel  op  dit  stucke  gemaeckt  in  den  synodo, 
te  Bolswert  anno  88  gehouden. 

9.  Soeveele  aenghaet  den  psalmbuecken ,  van  den  heere  Aldf/joxdio 
sanckswijse  owergesettet,  is  van  den  synodo  om  gewichtighe  oorsaecken 
beslooten,  dat  den  kercken  haeren  vrijheyt  gelaeten  sal  worden  om  den 
voorgemelten  psalmbuecken  in  den  kercken  in  te  voeren,  alwaer  sulckes 
sonder  erghemisse  can  geschieden. 

10.  Is  geresol  veert,  dat  de  deputati,  welcke  nu  van  den  synodo  sullen 
verordineert  worden,  dat  deselwighe  sullen  by  requeste  den  saecke  ver- 
suecken  aen  den  heeren  Gedeputeerden ,  dat  haere  geliewe  te  verhinderen 
den  misbruijcken ,  die  op  den  platte  landen  met  schieten  van  meren  ende 
andersins  in  het  trouwen  der  echtgenoten  geschieden ,  item  dat  den  voor- 
gemelten heeren  oock  geliewe  met  noodtruftighe  onderhoudt  ex  public^ 
aerario  te  versorghen  den  weduwen  der  verstor wene  dienaeren. 

11.  Is  oock  verordineert,  dat  de  praeses  ende  scriba  des  synodi  sullen 
schrijwen  aen  den  heeren  Staten  van  Groenigherlant ,  ten  eynde  sy  andere 
dienaeren ,  aldaer  coemende  ende  van  haeren  voorighen  classe  ofte  kercke 
in  leere  ofte  leewen  genoteert  zijnde,  niet  en  sullen  accepteren  ende  in 
haeren  gebiede  laeten  leeren  sonder  genoechsamighe  attestatien  van  haeren 
kercken  ende  dassen  vertoont  te  hebben. 

12.  Is  opgeleydt  Bkkxakdo  Fülloxio  ende  Ruakdo  Ackonio  omme  door 

te  lecsen  ende  daer  het  noodich  zij  te  corrigeren  het  geschrifte  Antoxii 

Nia)LAi  van   den  owerheyt  ende   oock   oen  geschrifte  Timanm  N.  teghon 

(1* 


*<4 

den  Wederrlooperen ,  ten  eynde  de  voorgemelte  geschriften  in  den  dnicke 
moeghen  coemen. 

13.  Is  ooek  geresol veert ,  dat  rugth  yedere  cksse  gesonden  sollen  worden 
twee  dienaeren  in  den  Seewenwouden .  ten  eynde  sg  aldaer  den  lieden 
in  den  evangelischen  leere  sollen  moegiien  onderrichten.  Knde  het  classis 
van  Franecker  sal  haeren  dienaeren  senden  in  Sehoterlant,  het  classis  van 
I^eewarden  sal  haere  dienaeren  senden  in  Opsterlant  ende  Smelgeriant, 
het  classis  van  Doccnm  in  Dantumerdeel ,  Achtcarspel  ende  Tzietjercke, 
het  classis  van  Sneeck  in  OoststaUingwerff ,  ende  het  classis  van  Bolswert 
in  Aenwerterdeel  ende  in  Utingerdeel. 

Volmachtighen ,  die  vuyth  den  naeme  des  synodi  ende  als  den  synodum 
repraesenterende  om  alle  gemeene  swaricheden  in  den  kercken  deses  lant- 
schappes  voorvallende  af  te  handelen,  alsulcke  volmachtighen  sijn  vu^th 
den  classe  te  Leewarden  verordineert :  Hermax>xs  Colde  als  dienaer  ende 
LuuTZEx  Hexdrickssz  als  ouderlingh; 

viiijth  den  classe  te  Doccum: 
JoHAjrjTES  NicoLAi  als  dienaer  ende  doctor  Severinus  Hania  als  ouder- 
lingh ; 

vuijth  den  classe  te  Sneeck: 
Hermakxuh  LüxmoHA  als  dienaer  ende  Jarich  Willemssz  burghemeyster 
als  ouderlingh; 

vuqth  den  classe  te  Bolswert: 
Thomas   Roothtsiüs  als  dienaer  ende  N.,  zijnde  een  burghemeyster  to 
Worcum,  als  ouderlingh; 

vuijth  den  classe  te  Franecker: 
Sibrandüs  Abeli  als  dienaer  ende  Heero  Janssz  als  ouderlingh. 

Is  besloten ,  dat  het  toecomstighe  synodus  anno  96  gehouden  sal  worden 
te  Harlinghen  ende  dat  beginnende  op  den  tweeden  Maendach  in  Maio. 

Aldus  met  raelcanderen  geslooten  te  Franecker  anno  1594  den  17^"  en 
den  18«"  Junii  ende  vuijth  naeme  des  synodi  onderteeckent. 

Onder  den  originaelt  stondt  geteeckent: 

Antoxius  Claessz,  praeses  ende 
SiBRANDUs  Vomelius,  scriba. 

Gecollationeert  ende  bevonden  met  den  originael  te  accorderen  anno 
159.")  den  19  Junij  bij  mij 

SiBRANDüs  Vomelius.  i) 


J)     Dozo  on(l«»rt<*<*ki»nin^  i»  tn^onhandij;. 


8i1 


Copia. 
Acta  des  synodi  te  Harlitu/en ,  fjeliouden  anno  X  Vc 
ses  ende  tnegentich  ende  begonnen  deti  X/«^'*  May. 

Na  aenroepinge  van  de  name  Gods  sijn  met  gemene  stemmen  geeligeert 
Oelliüs  Accronius  tot  praesidera  ende  Idzardüs  Nicolai  tot  scribam. 

Daenia  syn  de  procuratien  gelesen  ende  is  bevonden,  dat  mot  behoir- 
licke  procuratien  als  volmachten  op  het  synodum  te  comen  gedeputeert 
syn  ende  erschenen: 

iiijt  den  classe  van  Leuwaerden: 
Heiimannus   Colde   ende   Hermannus  Colenius  als  dienaers  des  godi. 
woordts,  ende  Jacob  öosses  ende  N.  N.  als  olderlingen; 

uijt  den  classe  van  Franeker: 
1  üLLiüs  JoucoNLS  ende  Idzardüs  Nicolai  als  dienaers ,  ende  Epe  Jacobssz 
JucKEMA  ende  Dirck  Willemssz  tot  Harlinghen  als  olderlinghen ; 

uijt  den  classe  van  Dockum: 
CoRNELiüs  EvERARDi  cndc  JoANNEs  HiLBRANDi  als  dienacFS ,  ende  Joann e.s 
Blijensteün  ende  D.  Süffridus  Hanja  als  olderlingen; 

uijt  den  classe  van  Bolswert: 
GüALTERUs  MoRLiKG  cudc  Bernardus  Chiustophori  uls  dicnacrs,  ende 
Hexne  Jaiuchs  van   Staweren  ende  Fünoer  Meijnerts  van  Bolswert  als 
olderlingen; 

uijt  den  classe  van  Sneeck: 
Jacobüs  AucJUSTiNi  ende   Gellius  Accronius  als  dienaers,  ende  Claes 
Jelmers  ende  Dirck  Tussen  als  olderlingen. 

1.  Van  den  ouden  dienaers.  1)  —  Na  tlesen  van  de  procuratien  is  ge- 
handelt  van  de  dienaers  des  godl.  woordts ,  die  van  wegen  haer  olderdom 
oft  andersins  tot  den  dienst  onbequaem  sijn,  ende  besloten,  dat  de  classes, 
daer  sodanige  onder  sorteren,  datelick  haer  sullen  uijt  den  naem  des 
synodi  opleggen  van  haren  dienst  atf  te  staen  ende  arbeijden  by  den 
dorpen,  grietsluyden  oft  h.  Staten,  dat  se  uijt  haer  dorpsgoederen  oft 
aerario  des  vaderlandts  eerlick  onderholt  haer  leetfdage  mogen  hebben. 

2.  Is  vorder  geordineert,  dat  Joannes  Hilbrandi  nomine  synodi  datelick 
sal  schiTJven  aen  DDn.  professores  theologiae  Martinum  Lydiüm  ende  D. 
Sibrandum  Lubberti  ,  althans  beroepen  synde  van  den  heren  van  Groninger- 
landt  tot  verbeteringe  van  kerckelicke  abusen,  ende  haer  vermanen  en 
bidden,  dat  hun  geliewe  neerstich  te  arbeijden,  dat  gantsch  onbef[uame 


1)     De  marginalia  zijn  later  bijgevoegd. 


86 

personen  in  Gi-oningerlant  niet  voor  dienaers  bekent  ende  geholden  werden 
als:  Petrus  Aemilius  de  vader  ende  de  sone,  Marten  Cuijper,  Antonis 
Claessz  Gallus,  ende  dat  niet  nqt  dit  oft  andere  landen  sonder  attestatie 
van  syn  classe  ende  gemeijnte  yemant  aengenomen  werde. 

3.  Aengaende  de  beloften  int  voorgaende  synode,  binnen  Franeker  ge- 
holden  ,  ora  SiBRAïO)!  VoMELu  boexken  tegen  de  Libertinen  (door  last  des 
synodi  te  schrywen  ende  nu  volmaeckt  synde)  te  laten  dnicken  ende  hem 
een  vereringe  te  doen  is  besloten,  dat  na  wettelicke  visitatie  des  boecx 
hot  classis  van  Franeker  sal  handelen  met  Vomelio  aengaende  de  vereringe 
van  sijn  arbeyt,  ende  met  Radaeo  soveel  de  oosten  vant  dnicken  aengaet, 
ende  dat  sidcx  beslecht  ende  bekent  synde  het  classis  van  Leuwaenlen 
den  h.  Staten  de  saeck  sal  aendienen  ende  versoecken  om  uijt  de  lands- 
kiste  de  voirgemelde  saeck  te  redden.  Ende  so  van  den  h.  Staten  minder 
becomen  wert,  als  beyde  het  geschenck  ende  drucken  eyschen,  sal  het 
classis  van  Franeker  den  saeck  aen  d'andere  dassen  owerschrywen  ende 
yder  classi  haer  aendeel  en  quota  te  kennen  gewen  ende  topbrengen  van 
dien  vorderen. 

4.  De  saeck  tusschen  Sijuck  Bürmanja  cura  sociis  ende  Melchiorem 
Klantium  ,  van  den  h.  Staten  gewesen  op  desen  synode ,  heeft  niet  connen 
aflgehandelt  werden ,  verraidts  de  twe  professores  theologiae  Dn.  Martinüs 
Lyüius  ende  D.  Sibrandus  Lubberti  (van  den  h.  Staten  beneffens  den  h. 
Allekt  Jacobssz,  commissaris  der  h.  Staten  verordineert  synde  om  mot 
het  synodo  te  verliandelen  denselwigen  saecke)  niet  hebben  connen  praesent 
sijn,  omdat  sij  gereijst  syn  na  Groningen. 

5.  Doopen  der  vroetvrouwen  en  papen.  —  Dat  een  yegelick  dienaer  in 
syn  plaetse  by  sijn  gebeurlicke  owericheyt  aen  holden  sal,  dat  het  dopen 
der  kynderen  van  do  vroevrouwen  ende  papen  van  hen  mochte  geweert 
werden.  Ende  so  verre  hij  verstaet,  dat  sulcx  van  den  classe  beter  gedaen 
wil  wesen,  sal  hij  daertoe  versoecken  ende  gebniijcken  een  ofte  twe 
dienaers  uyt  den  classe  om  sijn  owericheyt  daerower  te  begroeten. 

0.  Men  sal  bij  den  h.  Staten  aonhouden,  dat  sij  het  placciiot  van  de 
kerckvoochden  willen  effectueren ,  opdat  de  kerckegoederen  beter  mochten 
geimployeert  werden. 

7.  De  deputati,  weleke  van  het  tegenwoordig  synodo  sullen  voor  dit 
jaer  geordonneert  werden  om  in  plaetse  des  synodi  voorvallende  saecken 
te  verhandelen ,  sullen  aen  den  volmachten  des  eerstcompstigen  landsdaechs 
versoecken,  dat  de  nagelatene  weduwen  der  dienaren  des  godl.  woordts 
een  eerliok  onderholdt  sullen  mogen  hebben. 


87 

8.  Sal  bij  den  h.  Staten  aengeholden  werden  om  te  consenteei'en  een 
jjublijc  bespreek  tusschen  Ruardum  Acckonium  ende  Pieter  van  Colen 
na  luijt  haer  beyder  praesentatie,  ende  sal  daerby  versoclit  weixlen,  dat 
den  hei-en  geliewe  dien  het  praediken  te  verbieden  in  dit  landscliap,  van 
welcken  de  h.  Staten  bevonden  sullen  hebben,  dat  hij  syn  leere  niet 
heeft  connen  verdedigen. 

9.  Sal  oock  mede  den  h.  Staten  aengedient  werden ,  dat  op  verscheyden 
l)laetsen  geattenteert  wert  ten  platten  landen  vrye  landen  met  affeoop  oft 
iKïclemmen  onder  huysinge  te  beswaren  oft  van  den  pastorijen  en  vicaiijen 
aff  te  treeken ,  ende  sall  versocht  werden  aen  den  heren ,  dat  hun  geliewe 
met  ernst  sulcx  te  verhinderen. 

10.  Bevestinghe  der  dirnaercn.  —  Men  sal  van  nu  voortaen  neerstich 
acht  hebben  om  na  te  comen  tgene  in  synodo  Hagensi  besloten  is  van  de 
bevestinge  der  dienaren,  opdat  eerlieke  ceremoniën  ende  nodich  tot  het 
deconim  des  dienstes  synde  niet  nagelaten  werden  ende  in  ongewoonheyt 
en  comen. 

11.  Kinderen  sullen  geen  kinderen  ter  dooj)  jn-esenteeren.  —  Sal  van 
geen  dienaer  toegelaten  werden  dat  cleijne  kijnders,  die  gedoopt  sullen 
werden,  van  kijnderen  ter  dope  gepraesenteert  worden  tot  bespottinge  van 
den  h.  doop. 

12.  Examinandum  jyrcaentibus  multis,  —  Het  examen  van  personen, 
die  tot  den  dienst  des  godl.  woordts  solden  toegelaten  werden,  sul  niet 
van  oen  alleen  geschieden,  maer  sal  allen  broederen  des  classis  tegen- 
woordich  sijnde  vrij  wesen  om  mede  den  examinandum  te  vragen  ende 
hem  objectien  voor  te  stellen. 

13.  Hoeveell  uyt  een  kercke  in  den  classe  sullen  verschynen,  —  Aen- 
gaende  oft  uijt  een  kercke  alleen  een  dienaer  ende  een  olderling  sullen 
verschijnen  in  de  classicale  vergaderingen  om  stemmen  te  hebben,  dan 
oft  het  getal  meerder  sal  syn  mogen,  sal  daerin  gevolcht  werden  de  be- 
sluijtinge  der  nationalen  synoden  Middelburgensis  ende  Hagensis. 

14.  De  personen,  welcke  uijt  dese  synodaelsche  vergaderinghe  na 
ordonnantie  van  den  h.  Staten  haer  sullen  vervoegen  bij  elckandor  met 
den  h.  Allert  Jacobssz  ende  met  den  professoren  theologiae  Martino 
Lydio  ende  D.  Sibrando  Lcbberti  om  te  handelen  van  de  saecke  ende 
tverschil  tusschen  Sijuck  Bürmanja  ende  Melchiorem  Klantiüm,  sijn  ge- 
ordonneert:  als  dienaers  des  godl.  woordts  Gellius  Bexedicti  ende  Joannes 
EliLBRANDi,  als  olderlingen  Epe  Jacobssz,  burgemeester  tot  Franeker ,  ende 
DiRCK  WiLLEMSsz  tot  Harliugcn. 


88 

15.  Also  het  meeste  deel  der  volmachten  des  laestgeholden  syiiodi 
Franekeranae  voor  desen  synode  erschenen  sijn  ende  met  groter  enist 
aengeholden ,  dat  sij  haer  mochten  purgeren  van  tgene  Klantiijs  schrifte- 
lick  tegen  der  vorss.  volmachten  sententie  tot  groten  laesie  (als  sij  voor- 
gawen)  van  haer  personen  heeft  owergegewen  voor  den  h.  volmachten 
deses  lantschaps  ende,  soveel  sulcke  beschuldiginge  aengaet,  dat  vant 
synodo  tusschen  haer  ende  Klantitjm  sententie  mochte  uijtgesproken 
werden,  so  is  besloten  van  desen  synodo,  dat  sulck  versoeck  niet  conde 
nagecomen  werden,  vermidts  de  h.  Staten  den  gehelen  saeck  in  ander 
richteren  handen  gewesen  hebben,  ende  also  tnacomen  van  haer  petitie 
niet  conde  gescliieden  sonder  in  handen  te  nemen,  tgene  van  den  h 
Staten  op  anderen  gewesen  waer,  welcke  bowen  genoempt  staen. 

lü.  Het  nieu  opgerichte  Schoter  classe  is  bij  desen  synode  geappro- 
beert. 

17.  De  volmachten,  die  iiijt  name  des  synodi  ende  als  synodum  te 
repraesenteren  om  alle  gemene  swaricheden  in  den  kercken  deses  lant- 
schaps voorvallende  aff  te  handelen  geordineert  sijn,  sijn  dese:  uijt  den 
classe  te  Leuwaerden  Eegnerüs  Hachting  als  dienaer  ende  mijnheer  m. 
Frans  Eusinoa  als  olderling;  uijt  den  classe  te  Dockum  Schelto  Aytzma 
tot  Nykerck  in  Üongerdeel  als  dienaer  ende  Gerrijt  Harmensz  te  Dockum 
ala  olderlinck;  uijt  den  classe  te  Sneeck  Joannes  Avernaeus  te  Goutum 
als  dienaer  ende  Melle  Bartelssz  tot  Sneeck  als  olderlinck;  uijt  den 
classe  te  Bolswert  Joannes  Heükelijm  te  Nieulandt  als  dienaer  ende  Lijckle 
Saeukesz,  apoteker  olderlinck;  uijt  den  classe  te  Franeker  Joannes  Petri 
te  Dronrijp  als  dienaer  ende  Wijbe  Jacobssz  te  Franeker  als  olderling. 

18.  Is  den  praesidi  ende  scribae  opgeleyt  om  bij  requeste  den  h. 
Staten  aen  te  dienen  de  saecken  bowen  aengeroert  om  den  heren  voor- 
gedraghen te  worden,  ende  daerbenefFens  de  olde  gravamina  van  den 
schoolmeesteren,  sabbathsheijliging  ende  huwelicxsaecken  te  vernieuwen, 
eyntlick  oock  te  versoecken  bevestiging  vant  besluijt,  dat  ongedoopte  van 
den  dienaren  des  woordts  niet  getrout  en  sullen  werden,  gemaeckt  in 
synodo  Bolsverdiana  anno  1588  ende  vemieut  int  laeste  Franekerana. 

19.  Het  toecompstige  synodus  sal  door  des  Heren  genade  geholden 
werden  binnen  Dockum  anno  XV^  sewen  ende  tnegentich  den  t weden 
Maendach  na  Meije. 

Aldus  met  elckanderen  gesloten  tot  Harlingen  anno  XV^  ses  ende 
tnegentich  den  XI«n,  XII^"  ende  XIII®"  May  ende  uijt  name  des  synodi 
onderteickent. 


R9 

Onder   was   geschrewen:    Gelliü»   Benedicti,   praeses   eiule   Idzajidus 
NicoLAi  f.,  scriba  synodi. 

Oecollationeert  metten  principale  ende  daerniede  bevonden 

te  accorderen. 

Idzarüus  Nicolai  f. ,  scriba,  l) 


Ada  sijfiodi  (fehouden  Innncn  Dockurn^  den  :24  Maij 
anno  1597  begofinen  ende  den  27  geeindicht 

1.  In  den  eersten  bijeencorapste  ontrent  smorgens  te  7  wren  den  vorss. 
24  Maij  nae  aenroepinge  des  Heren  heiligen  naeras  is  tot  praesidem  desis 
jegenwoordigen  synodi  vercoeren  D.  Regnerüs  HACHTHfo,  dienar  des  h. 
evangeliums  der  stadt  Lieuwarden ,  ende  tot  eenen  scribam  D.  Hendricüs 
HiNCKENA,  dienar  des  h.  evangeliums  te  Berlcum. 

2.  Zijn  hiemae  geexhibiert  ende  gelesen  de  commissien  ofte  procuratien 
der  legaten,  op  desen  sijnodum  gesonden  van  allen  dassen  deser  provincie 
om  te  raemen  ende  sluiten,  tgene  daer  sal  voor  moegen  coemen. 

3.  Die  naemen  der  gecommittierden  classium  tot  desen  sijnodum  van 
dienaeren  ende  ouderlingen  zijn  naebess. : 

ut  Dockumer  classe:  Enoelbertus  Stullenhts,  dienar  des  wooi-ts  Goedis 
te  Hantum ,  ende  Joannes  Joannis  ,  dienar  te  Bom  wart ,  als  dienaeren  ge- 
committiert,  ende  als  ouderling  Sipko  Sijtzissz,  binnen  üoekum  ouderlinck, 
ende  d'ander  was  absent; 

wt  Liuwarder  classe:  Regnerus  Hachting,  dienar  des  woorts  te  Liu- 
warden,  Wuixent  de  Pleckere,  dienar  des  woorts  te  Wirdum,  als  dienaren 
ende  Marten  Gerrutssz,  burger  ende  lakencoper  binnen  Lieuwarden , 
ouderlinc  ende  mester  Arien  Adriaenssz,  ouderlinc  opt  tBil,  doch  absent, 
als  ouderlinc; 

wt  Franeker  classe:  Hendricüs  Hinckena,  dienar  des  woorts  to  Berlcum, 
Jo^vj^NEs  Petri  Duijrewoudt  ,  dienar  des  woorts  op  Dronrijp  als  dienai-s, 
Beere  Janssz,  ouderlinck  te  Franeker,  Claes  Dirxsz,  ouderlinc  op  Dronrijp 
als  ouderlingen; 

item  ut  Sneker  classe:  Joanxes  Rouciiüs,  dienar  te  Sneeck,  Fredricüs 
Regneri,  dienar  te  Britzart  als  dienars,  ende  Gene  Edissz,  als  ouderlinc 
te  Sloeten,  ende  Tzierck  Janssz  als  ouderlingen; 

wt  Bolswerder  classe  waeren  gecommittiert:  Joannes  Hüeclum,  dienar 


l)     Eigenhandige  onderteekening. 


des  woorts  op  Bolswarder  Nijlaiult,  Goedefridus  Sopingius,  dienar  des 
wüorts  te  Tzierckwerdt  als  dienars,  oude  Swbrawdus  Mensonis,  rectoer 
der  stadt  Bolswerdt  als  ouderling,  anders  niemant  vandaer  meer  present; 
wt  den  classe  der  Soevenwouden  waeren  Joannes  Lindenius  ende 
JosiAS  Eteringiüs  als  dienars,  ende  Coeioiadus  Alütaris  ende  Lambebtüs 
Levinck,  beide  dienars  in  plaets  van  ouderlingen. 

4.  Nae  approbatie  der  procuratien  ende  der  gecommittierde  persoenen 
is  verordent,  dat  die  dienaeren  der  stadt  Dockum  selver  sullen  nu  comp- 
stige  Wonsdach  hen  gemeinte  prediken  ora  reden  etc. 

5.  Alsoe  ener  Pieter  Janssz  van  Heech  verscheen  versoekende ,  dat  hij 
appel  van  Sneker  classe  toet  jegenwoordich  synodura  mochte  in  zyn  saeke 
verwerven,  heeft  het  s^jnodus  voor  dese  reis  sulx  toegelaeten  om  enige 
redenen ,  mids  dat  sulx  nae  desen  niet  meer  in  consequentie  lichtelijc  sal 
getrocken  worden  van  sodaenige  afgedane  ofte  excoramunicierde  lidmaeten 
ende  personen. 

6.  Is  op  Pieter  Janssz  versoeck  citatie  gepassiert  op  den  dienar  in 
Heech,  alsmede  Pieters  vorss.  parthije  sijnde,  om  den  26  desor  opt 
jegenwoordich  sijnodura  te  verschijnen  ende  beide  parthen  alsoe  verboert 
dan  bij  den  sqnodum  in  hun  swaricheyt  gedisponieit  te  worden  nae 
behoeren,  doch  indien  tsynodus  haestiger  wordt  geëindiget,  sullen  die 
deputati  sijnodi  sulx  affdoen  moegen. 

7.  Is  vorder  besloeten  angaende  D.  Sibrandi  Vomelii  boexken,  gess. 
wt  last  des  sijnodi  Harling.  nae  luidt  het  darde  artigckel  tegens  den 
Libertinen,  dat  die  dassen  haere  quota  tot  de  GO  Ü  bedragende  jider 
classi  tuaeleft'  carolusgulden ,  den  drucker  mede  daervoor  beleeft,  elck 
huer  aenpart  voorts  metten  aldereersten ,  die  noch  restieren,  sullen  op- 
brengen ende  an  handen  beschicken ,  welverstaende  dat  de  vorss.  autliuer 
jider  classi  nae  syn  belofte  die  exemplaria  gednict  te  lianden  stelle. 

8.  Wanneer  syjwdiis  sall  gehomlcn  ivcrdcn  i).  —  Is  geresol viert ,  dat  nae 
desen  het  provinciael  sijnodus  in  ons  vaderlant  sal  gehouden  worden 
voor  ofte  in  het  begin  van  den  lansdach  voertaen  sjaers. 

9.  Wat  ghcdacn  sall  worden^  dat  draden  der  synoden  mogJicn  gcëf/'ec' 
tucert  icorden.  —  Ende  alsoe  liet  jegenwoordig  synodus  acht  genoemeu 
heeft,  dat  veele  noodwendige  goede  acten  der  verscheiden  sijnodale  ver- 
garingen nae  het  opbreken  ende  verscheiden  ofte  verreisen  des  sijnodi 
alle  jaren   vast  liggen  blijven  sonder  effect  ende  executie  tot  groter  dis- 


ij     De  luargimiUa  zijn  later  bijgevoegil. 


91 

ordre,  soe  is  raetzaem  befonden  ende  midsdesen  beslooten,  dat  men  alle 
acten,  die  voldaen  sullen  worden,  nae  desen  sekere  gecom mi tt ierden 
eigentlyck  in  last  sal  geven  om  binnen  sekeren  tijt  te  elfeotuiercn  nao 
gelegentheyt.  Ende  sijn  alsoe  ter  cause  vorss.  voor  desen  jegenwoordigen 
jaere  hiertoe  verordiniert  ende  gecommittiert  D.  Pascasius  Baers  ende 
D.  Bernardus  Fullenius,  dienars  des  h.  evangeliums  binnen  Lienwarden, 
om  als  comroissarien  s^jnodi  nomine  volgende  articulen  soe  bij  den  E. 
heren  Gedeputierde  Staeten  als  an  anderen  montlijc  ende  schriftlyck  te 
urgieren,  dry  ven  ende  soeveel  hiier  mogelyc  is  te  effectuieren ,  dat  se 
voldaen  mochten  worden  nae  inhout  van  dien.  Welcke  acten  met  cijffers 
naebess.  zyn  voorgetekent  als  den  navolgenden  met  10  ende  alle  annexe 
poincten  daerin  gespecificiert  met  ooc  den  17. 

1(1.  Voorerst  dat  den  E.  heren  believe  hun  goede  placaten  duor  hen 
onderoverheyt  in  den  dorpen  te  executieren ,  besonder  daer  sulx  nyet 
geschiet,  als  onder  andere  dese  naebeschreven  poincten: 

van  der  Jesuiten  ende  misspapeiTJe  tzamenrottingen  soe  te  landewart 
als  in  vaste  steden ,  heimelijc  ofte  openbaer ,  dat  se  niet  allien  verhindert 
maer  ooc  gestraft  mochten  worden  om  verscheiden  inconvenienten  ende 
l>ericulen  etc; 

daemae  van  den  Wederdopei'S  onwettelycken  ban  ende  nootwendige  eedt ; 

voorts  van  den  ontheiliginge  des  sabbats  insonderheyt  ten  platten 
landen,  eensdeel  duer  ergerlijck  arbeit  van  ploegen,  saijen,  dorschen, 
ambachten  te  plegen  van  vrouwen  en  mannen,  anderdeels  duer  schan- 
delyck  missbruic  ende  lichtveerdicheyt  van  dronckendrincken ,  dantzen, 
avontreyen,  luiden  der  clocken,  idele  spoelen  ende  rumoeren  insonderheyt 
voor  ende  nae  den  middach  onder  predicatien  op  den  kerckhoeven ,  gans- 
ti'ecken,  tonnesteken,  etc; 

item  tegens  die  onwettelijcke  tzamenlopingen  der  hijlxpersoenon  voor 
ofte  sonder  wetlijcke  publique  befestinge  in  hen  h.  echtestaet,  ongetrout 
bl^vende ; 

van  den  scoeldienaeren ,  datter  doch  overal  in  plaotze  van  allcrleijc 
dronckarts.  Weerdopers,  Papisten  ofte  andergesinden  in  den  dorpen 
sonder  enige  oochluikinge  Keforraierde,  stichtelijcko ,  naerstige  schoel- 
meisters  geplantet  worden; 

dat  oock  die  kerckegoederen  niet  meer  soe  schandelyck  verquistet  worden , 
maer  dat  men  arme  Reformierde  schoei meisteren  ende  diergelycke  daer- 
mede  helpe; 

item  dat  ooc  dat  bewijnt  ende  de  administratie  der  benefitiegoederen 
ten  platten  lande,  daer  Gereformicrde  ledemaeten  sijn,  denselvigen  befoelen 
worde  ende  niet  den  Wederdopers,   Libertinen  ofte  andere  vqanden  der 


92 

Gereformierder  religie  onder  den  naem   van  gode  patrioten,  gelijc  nieu 
vast  overal  dat  woort  daertoe  misbniickt. 

Ten  anderden  dat  men  bij  den  E.  H.  mede  verwerven  mochte  nabess. 
stucken : 

Indien  de  brede  gemeente  Jouers  over  behoerlijcke  tijt  vcrsuimich 
waere  in  het  verkiezen  ende  beroepen  van  predieanten  ofte  bequame 
Gereformierde  schoelmeisters ,  daer  gien  sijn,  unde  de  plaetze  soelange 
heeft  vaciert,  dat  de  E.  H.  believe  den  ledematen  der  Gereformierder 
religie  van  dier  plaetze  te  ordonieren  ende  authorisieren  ende  belaston 
om  met  huer  classis  advijs  soedaenige  predieanten  unde  schoolmeisteren 
daer  wettel^c  te  verkiesen,  beroepen  ende  verforderen; 

dat  1)  ooc  mijn  E.  H.  beliefde  geensins  den  dorpen  te  vergunnen  liun 
pastoiTJen  sonder  dienst  ofte  predicant  een  jaer  ofte  langer  te  vacieren  tsij 
om  schulden  ofte  andere  listige  pretexten,  die  de  supplicierders  coenen 
voorgeven ; 

dat  mijn  E.  H.  beliefde  te  interdicieren  die  rotterijen,  vergaderingen 
der  verleidende  secten  deser  lantschap,  die  seer  toenemen  tot  verderlT 
ende  destructie  van  kerckelijcke  ende  polijtsche  regieringe  ende  veler 
verderif,  gelijc  onder  ander  de  duaelgiest  op  den  Jouwer  opstaen,  waer- 
tegens  D.  Joannes  Lindenius  dispuit  heeft  gehadt ,  die  wel  grove  dualingen 
hervoorgaf ; 

doch  insonderheyt  dat  Pieter  van  Coelen  met  sijn  consoorten  het 
praediken  in  dese  provintie  verhoeden  mochte  worden  achtervolgens  het 
requeste  ende  der  E.  H.  apoinctement  ende  resolutie  op  D.  Ruardi 
AccRONii  ende  zijn  publique  dispuit,  binnen  Lieuwarden  verleden  jacre 
geschiet ; 

dat  myn  E.  H.  beliefde  te  versorgen,  dat  nae  desen  de  sijnodale 
tsamencompste  buiten  last  ende  oosten  der  kercken  van  die  respective 
plaetzen  unde  die  ingesetenen  van  dien  alsooc  mede  buiten  der  gecom- 
mittierden  dienaeren  ende  ouderlingen  eigen  oncosten  mochten  verrichtet 
wolfden,  gelijc  in  allen  anderen  Geunieerden  Provinciën  onsis  religions 
geschiet ; 

dat  mede  den  E.  II.  beliefde  den  studiosen  alumnis  theologiae  hun 
pensioen  te  augiei-en,  ten  einde  sij  niet  meer  voor  den  bequaemen  tijt 
ende  geleertheyt  oft  ouderdom  ut  noet  unde  annoed  hen  studium  ver- 
latende haer  tot  het  predicampt ,  schoeldienst  ofte  andere  ampten  begeven ; 

item  dat  mijn  E.  H.  believe  den  Theodorico  Falck  (die  sonder  weten 
ende  wille  eniger  dassen  onses  vaderlants  tot  noch  toe  tot  het  predicampt 
in   den   Boertange  ende  Bellingwolstersijl  sic  heft  ingeworstelt)  dat  pre- 


ij     Hiernaast  staal  in  marg.  het  woord:  „Nota." 


93 

dlcampt  in  desen  provintie  te  interdiciereii  ende  sijn  gagie,  die  hij  doer 
myn  E.  H.  apostille  trect  nu  ut  den  faendels  aldaer,  afF  te  snijden,  opcbit 
soe  schantlijc  den  dienst  des  woorts  om  sijn  ongotljjek,  rebel  leven  bij 
den  vrembdelingen  daer  passierende  als  andere  inwooners  met  bedroefenisse 
van  alle  godfnichtige  niet  langer  gelastert  maer  wechgenomen  worde; 

lestelijck  dat  die  E.  H.  believe  middelen  te  raemen  nae  heuren  hoech- 
wijsen  raedt,  dat  de  h.  justitia  in  desen  provintie  beter  gehanthavet  worde 
ende  den  onderoverheit  tot  hen  plicht  genodiget  woorden  ende  de  abusen 
geeorrigeert  worden,  ten  einde  de  vroeme  onderdaenen  den  religiën 
toestendich  van  alle  moetwillicheyt  der  boesen  te  landewart  bescharmet 
genist  mochten  leeven. 

11.  Wat  int  begin  der  synoden  sall  ghedaen  worden^).  —  Is  noch  in 
sijnodo  geresolvierdt ,  dat  men  nae  desen  int  begin  van  alle  sijnodale 
bijeencompsten  sal  doerlesen  de  acten  des  voorgaenden  ofte  lesten  sijnodi 
ende  daernt  vernemen,  wat  acten  daerin  niet  sijn  voldaen,  om  die  voor- 
taen  te  voldoen  ende,  diet  naegelaten  ofte  versnimpt  heeft,  datelijc  te 
censiirieren  nae  gelegentheyt  der  saeken  etc. 

12.  Een  dienaer  vertrcckende  sall  register  laten  van  de  gedoojüe  ende 
getrauwede,  —  Is  noch  besloeten,  dat  jegelijc  dienar  zijn  plaetz  verlae- 
tende  zal  naelaeten  sijn  successoer  ofte  den  gemeente  etc.  aldaer  perti- 
nente register  van  die  dopelingen  ende  van  zijn  ledematen  ende  van  die 
hij  lx  veren  igingen ,  by  hem  daer  bedient,  opgenomen  ende  befonden. 

13.  Op  een  plaetxe  anberoepen  niet  te  predigen.  —  Geen  dienar  sal 
achtervolgende  het  besluit  des  nationalen  synodi  sic  verfoegen  op  een 
frembde  plaetz  te  prediken  onV>eroepen. 

14.  Van  dienaeren  ^  die  staen  sonder  nachtmaell  te  Iwuden.  —  Is  noch 
bestempt,  soe  waer  dienaeren  seker  jaeren  staen  sonder  bedieninge  des 
h.  avontmaels,  dat  men  se  naei-stich  daertoe  vermaenen  sal.  Ende  indien 
daemar  sulx  niet  wordt  utgeiicht  doer  hem  met  sijn  toehoerders  ofte 
zijner  naestgelegen  dorpen  ledematen  om  den  sijnen  duer  sulck  exempel  ende 
oeffeninge  mettertyt  daertoe  te  trecken,  ende  nyet  allien  de  faute,  on- 
achtsaemheyt  ofte  slapheyt  bij  den  dienar  gespoert  wordt,  maer  mede 
tlat  gien  hoepe  van  beterschap  voorhanden  is  ende  de  gemeente  onschul- 
dicli,  dat  men  alsdan  denselvigen  dienar  op  een  ander  plaetz  vooreerst 
sal  transferieren.  Ende  het  classis  sal  datelijck  een  ander  in  sijn  stede 
schicken  met  der  E.  H.  ad  vijs,  opdat  de  kercken  beter  gestichtet  worden 
ende  die  dienars  naerstichevt  doen. 


')     De  marginalia  zijn  lator  bijjxeschn'vcn. 


04 

15.  Wat  nien  doen  mt  om  de  traegJieyt  van  den  dienaeren  te  beteren.  — 
Gemerckt  men  daegelyx  vreest  ende  mede  bespoert,  hoe  traech  sommige 
dienaeren  heur  ampt  plegen  ende  insonderheyt  niet  vlgtich  lesen  onde 
studieren ,  soedat  haer  predicatien  niet  grondich  nae  den  regel  des  geloofs 
ende  nae  Gods  woort  gesneden  ende  gedisponiert  worden  ende  dartoe 
weinich  stichten  nae  der  godfnichtigen  ende  verstandigen  begeerte,  soe 
heeft  dit  s^nodus  raetzaem,  nut  ende  nodich  geacht,  dat  nae  desenjider 
classis  deser  provincie  neerstiger  respect  liierop  zal  nemen  op  de  alder- 
stichtelyxte  manier  ende  forma,  die  se  hiertoe  coenen  vynden,  hetsij 
duer  enigen  gecommittierden  onversiens  tot  hen  predicatien  te  seinden 
om  die  te  hoeren  ende  te  relatieren  den  saeke  om  daerin  te  disponieren 
ofte  durch  oeffeninge  der  propositien  in  coetu  ordine  ofte  doer  enige  an- 
dere dergelycke  wegen,  ten  einde  de  slappicheyt  met  sodanige  middelen 
ttiach  geremedieert  wonlen. 

16.  Het  synodus  heeft  geconsenteert  van  haere  resolutie  over  Joannes 
Petri  Duurewoudt  denselvigen  op  sijn  versoeck  acte  daeraf  te  passieren , 
gelijc  deselvige  acta  breder  meldet. 

17.  Is  besloeten,  dat  die  sententie,  den  9  Junij  1592  in  synodo 
Leowardiana  beschreven  op  D.  Hendricum  Bernardum  ,  dienar  te  Gontum , 
in  alle  zyne  puncten  voldaen  ende  executiert  zal  worden. 

18.  Is  vorder  besloeten,  dat  Corneuus,  te  Hol  werd  t  dienar  des  woordts, 
ende  Schelto  N.,  dienar  des  woordts  te  Nijkerck  in  Dongerdeel,  ende 
den  borgemeister  van  Dockum  Bienke  Gabissz  ende  Sipko  Sutzissz  ,  ouder- 
linck  binnen  Dockum,  sullen  beroepen  moegen  worden  van  Freerck  Sip- 
Kissz,  ledemaet  der  kei-cken  Chrijsti  te  Nes,  ende  Theodorico  Herconis, 
dienar  des  woorts  te  Hantumhuisum,  om  beider  parthijen  dachten  endo 
defentien  tegens  malcander  te  verstaen  ende  sijnodi  nomine  te  versoenen 
ofte  kerckelyck  te  verrichten  ende  neder  te  leggen,  soet  mogelijc  is.  Indien 
niet  sullen  parthijen  haer  recht  moegen  versoeken  elders  nae  hun  believen. 

19.  De  questie  van  Collum  is  met  vrunschap  nedergelecht  op  conditien, 
in  den  acte  van  dien  (tussehen  den  E.  E.  Ero  van  Bootzma  cum  secretarie 
Bronger  Brongersma  ter  eenre  ende  Theodoricum  Petri  ,  dienar  des  woorts 
te  Collum,  cum  consortibus  ter  andere  syden)  verfaetet  ende  met  Theodouici 
hant  vorss.  onder  befesticht. 

20.  Het  sijnodus  belastet  den  kercke  van  Haech  op  haere  costen  (gelijcko 
RO  ooc  liadden  aengenoemen)  om  binnen  een  maent  ontrent  ofte  tegens 
den  28  Juny  eerstcomende  den  ghedeputierden  hujus  sijnodi  te  verss.  op 
hohoorlijcke  gelegene  plaetze,  ton  einde  de  gedeputierde  vorss.  Peter 
Janssz  met  don  sijnen  ter  eenre  ende  Sneker  classis  met  den  dienar  ofte 


Of) 

kerkebesorgors  van  Hacch  ofto  hun  consorten  ter  andere  sijden  als 
parthijen  in  hun  quaestie  angaende  de  excominunieatie  moegen  verhoeron, 
naeforschen  ende  verstaen  endo  dien  nederleggen,  ist  mogelijc,  ofte  kerckeüjc 
procedierende  sententiam  nomine  sijnodi  des  noct  sijnde  sluiten  ende 
wtfipreken  nae  Oods  woort  tot  de  meeste  stichtinge  der  keroken  Chrijsti 
ende  tot  vorderinge  van  hun  salicheyt,  die  hieraen  gelegen  is. 

21.  Het  s^jnodus  zal  men  soe  Godt  wil  houden  anno  1598  binnen  Lieu- 
warden  voor  ofte  int  begin  van  den  lansdach  als  vorss.,  daerop  die  van  Lieu- 
werder  classe  sullen  letten  om  in  tijts  hen  utschrijvinge  hiemae  te  richten. 

22.  Desis  jegenwoordigen  sijnodi  depu tierden  voor  desen  jaere  sijn 
vercoeren  navolgende  persoenen:  ut  Dockumer  classe  Joannes  Nicolai, 
dienar  des  woorts  aldaer,  ende  ener  Jan  Wever,  ouderlinck  der  kercken 
aldaer;  wt  Franeker  Hendricus  Oesterlanus,  dienar  te  Achlum,  ende 
Willem  Stevens,  ouderlinck  te  Harlingen  ofte  iemant  in  zijn  stede,  soe 
hij  tampt  niet  bedient;  wt  Lieuwarder  classe  .Tacobus  Schotanus,  dienar 
te  Roedehuisura  ende  Epo  Meinertssz,  ouderling;  wt  Bolswart  Walterus 
MuERLiNGius ,  dienar  met  te  Hichtum  ende  Sibrandus  Mensonis  ,  rector  te 
Bolswerdt  als  ouderlinc;  ut  Sneker  classe  Jeluus  Acxronius,  dienar  te 
Boösum,  ende  Oene  Edissz,  ouderling  te  Sloeten;  ut  de  Seven wouden 
Joannes  Lindenius,  dienar  ende  Michiel  Michielssz,  ouderling  etc. 

Nae  gedaene  acten  ende  gebeden  is  het  synodus  voloindet  desen  27 
Mag  1507  binnen  Dockum.  In  orconde  der  waerheyt  van  tgene  vorss.  is 
hebben  preses  ende  scriba  nomine  sijnodi  dit  ondergeschreven  etc. 

2.^.  Vraeghe  aver  een  dienaer^  die  lange  in  dienst  gestaen  he/'ffl  sonder 
gef'xamineert  efide  toegelaten  te  wesen,  —  Belangende  de  naefraege,  oft 
een  dienar  20  jaeren  in  dienst  had  gestaen  sonder  voorgaende  examen 
ende  admissie  is*  gesecht,  dat  men  distinctelijck  sal  respectieren ,  wat 
gebniic  ende  ordeninge  men  doen  in  tselvige  hielt,  oock  wat  form  ende 
manier  de  kercke  van  den  lantschap  folchde,  daer  sulx  is  gebuert,  ooc 
de  gelegenheyt  van  kercke  ende  plaets,  ofte  men  die  hierin  ontrusten 
ofte  stichten  can.  Ooc  staet  te  anmarcken  leere  ende  leven  des  persoens 
sedert  lange  jaeren  herwarts.  Anders  slecht  ende  recht  de  vrage  gestelt, 
is  slecht  ende  eenfoudich  het  antwoort,  dat  alle  verstandige  konlijc  is, 
dat  men  in  soedanige  saeken  volgen  sal  den  regel  van  Gods  woort  endo 

m 

verl>oteren,  wat  versuimpt  mach  sijn  etc.  i) 

Regnerus  Hachtingius,  praeses  sijnodi. 
Hendrichus  Hynkana,  nomino  ot  jussu  synofli  sst.  2) 


^)     in«'mmU»r  Htoml  ter  zijde:  „Ant  classi'iii  van  SiUM«<*k." 
'•^)     BciiU*  i»n(lt'rt<H»k<'iiiiiKon  zijn  oigf^nhnndi^j:. 


Copie. 
Ada   synodi^    binnen  Leuivarden  geJtoudcn   anno 
1598  ende  begonnen  den  21^^^  Martij  voordenmiddach. 

Naer  aanroepinge  van  den  naeme  des  Heeren  sijn  tot  praesidem  gecoren 
D.  Paschasius  Baers  ende  tot  scribara  Joannes  Hilbrandi. 

Dat  geschiet  zijnde  sijn  die  credentzbrieven  van  de  volmachten  gelosen , 
welcke  wt  een  iegelic  classe  verschenen  zijn,  ende  syn  deze: 

wt  het  classe  van  Leuwerden:  Paschasius  Baers,  dienaer  der  kercke 
van  Leuwerden,  ende  Joannes  Hilbrandi,  bedienaer  in  Elaerdt,  Aernt 
Herdenberch,  ouderling  van  de  kercke  tot  Leuwerden  ende  Michiel 
Taeckess,  ouderling  tot  Beetgum; 

wten  classe  van  de  7-Wouden :  Joannes  Sulvius  ,  dienaer  tot  Sondel ;  die 
ouderlingen  zijn  niet  verschenen; 

wt  het  classe  van  Sneeck:  Gosumus  Geldorpius,  dienaer  tot  Sneeck, 
ende  Oerlacus  HABBONros,  dienaer  Deersum,  Aucke  JoAimis  zoon,  ouder- 
ling tot  Sneeck; 

wten  classe  van  Bolswert:  Gualtherus  Moerlingius  te  Woorckum 
ende  Tido  Danielis  te  Witmaei*sura ,  Henricus  Papma  ende  Eembertus 
Phocas,  ouderlingen; 

wten  classe  van  Franecker:  Sibrandus  Abeli  tot  Harlingen  ende  Hen- 
ricus OosTELANUs  tot  Achlutti ,  dieuacrs ,  Wube  Jacobsz  tot  Franecker  ende 
Adriaen  Bartouts  tot  Harlingen,  ouderlingen; 

wten  classe  van  Doccum:  Hilartus  Sibrandi  tot  Aengium  ende  Bar- 
THOLOMAEUs  BiLDERBEECK  tot  Buitcnpost ,  dicnacrs ;  ouderlingen  zijn  niet 
verschenen. 

Na  den  middach  is  besloeten,  als  folget: 

1.  Een  persoon  inack  geen  tweetnael  op  den  synodum  geeomif teert 
worden  i).  —  Sal  geen  persoon  tot  meermalen  na  den  anderen  opt  synodum 
mogen  verschijnen,  dan  diegeene  die  nu  verschenen  sqn,  sullen  mogen 
blijven  om  het  synode  te  helpen  raden  sonder  stemmen  te  mogen  hebben. 

2.  Geen  dienaers  in  deplaetse  van  onderlingen.  —  Sullen  geen  dienaers, 
in  de  plaetse  van  ouderlingen  gesubstitueert  zijnde,  opt  den  synode  ver- 
schijnen volgende  den  43®«  artickel  vant  nationael  synode  van  sGra- 
venhage. 

8.  Op  een  plaetxe  onheroepen  niet  te  p-edigen,  —  Geen  dienaer  sal 
achterfolgende  het  besluit  des   nationalen  synode   sich  verfoegen  op  con 


1)     De  luar^nalia  lator  bijg(*8chrovon. 


i)1 

vreerade  plaetse  te  predicken  onberoepen  ofte  niet  wettelic  daertoe  ver- 
socht  z^nde. 

4.  Gesien  hebbende  de  beroepinge  van  de  gemeente  van  Minnertsgae, 
gedaen  op  JoAiofEM  Cornelu  Sylvitjm,  dienaer  in  Harich,  ende  daer- 
beneven  den  sententie  des  classis  Sylvanae,  waarvan  Joannes  vorss.  ge- 
provooeert  heeft,  ende  geconsidereert  hebbende,  tgeene  des  men  in  desen 
behoort  te  considereren ,  verstaen  ende  besluiten,  dat  Joannes  vorss.  den 
gemeente  van  Harich  mach  verlaeten  ende  den  gemeente  van  Minnertsgae 
gaen  bedienen,  oversulcx  den  beroepinge  van  dien  approbeerende. 

5.  Sal  den  h.  h.  volmachten  geremonstreert  ende  aengehouden  worden, 
dat  de  studenten,  die  op  lenen  die  juris  patronatus  sijn  studeren,  ge- 
houden mogen  werden,  dat  sij  theologiae  studeren  ende  by  faulte  van 
dien  borge  stellen  van  refusie  naer  verloop  van  jaeren;  item  dat  men 
die  jura  patronatus,  daer  nu  in  eenige  jaren  niemant  op  gestudeert  heeft 
ende  nu  na  luit  seeckere  placcaten  aen  de  h.  ver&dlen  zijn,  mogen  ex 
gratia  ad  pios  usus  aengewendet  werden  in  de  gemeenten,  daer  se 
gelegen  sqn. 

Opten  22«n  Martij  voormiddach  is  beslooten: 

6.  Dat  oock  by  de  h.  h.  volmachten  aengehouden  sal  worden,  dat 
den  Wederdoperen  het  predicken  verboden  mach  worden. 

7.  Item  men  sal  den  E.  h.  h.  Staten  vermanen,  dat  se  alle  mis- 
bruicken  ende  ergernissen,  waerdoor  die  religie  merckelick  verhindert 
wert,  met  alle  neersticheyt  wolden  affschaffen. 

8.  Sal  Hebmanihts  Puppius  in  synen  dienst  tot  Hemlum  wt  seeckere 
moverende  redenen  ende  behoort  gecontinueert  te  werden  ende  voortaen 
in  ruste  ende  vrede  s^jnen  dienst  besitten. 

Na  den  middach  desselven  daechs  is  beslooten: 

9.  Beroepingen  niet  conform  den  resolutien  des  landtschaps,  —  Die 
beroepingen,  welcke  niet  conform  sqn  metten  mandate,  van  de  E.  h.  h. 
Staten  ende  resolutie  des  lantschaps  op  desen  stucke  genomen,  sullen 
niet  geapprobeert  worden. 

10.  Niet  te  mogen  examineren,  die  onder  een  ander  dasse  behoiren,  — 
Sullen  geen  classen  authoriteit  ofte  macht  hebben  eenige  personen  te 
examineeren,  welcke  onder  een  ander  classe  staen  ofte  van  een  ander 
classe  beroepen  sijn,  sonder  genoechsaeme  attestatie  te  vertonen  van  den 
classe,  daer  hjj  onder  sorteert  ofte  beroepen  is. 

Acta  syn,  provinc,  VI,  7 


98 

11.  Van  volwassenen  te  doopen,  —  Sullen  geen  oude  volwassene  per- 
sonen gedoopt  worden,  welcke  geheel  onbequaem  sijn  totten  avontmael 
des  Heeren  te  gaen  ende  datselve  te  genieten. 

12.  Sonder  proclamaiien  niemandt  gar  te  gheven,  —  Sullen  geen  personen 
in  den  houlicken  staet  bevesticht  mogen  worden  sonder  voorgaende 
solennele  proclamatien. 

13.  Sullen  geen  dienars  mogen  wesen^  die  hier  affgeslagen  hier  ende 
elders  van  een  kerckeraet  toegelaten  worden,  —  Sullen  voor  geen  wettelicke 
dienaers  gehouden  worden,  die  hier  int  lant  ofte  in  Groningerlant  van 
eenigen  classe  affgeslagen  zijnde  buitenslants  sonder  attestatie  totten 
kerckendienst  van  eenen  kerckenraet  gepromo veert  sijn. 

14.  Baucke  Baückess,  nu  dienende  opte  Joure,  sal  wederomme  ver- 
trecken  ende  sick  begeven  naer  Zutphen  ende  aldaer  den  dienst  betreden , 
daer  hq  toegelaeten  is. 

15.  Sullen  die  acta  synodalia  in  een  boeck  geredigeert  worden  ende 
overgesien  sijndè,  so  daer  strijdende  dingen  mochten  befonden  werden, 
sullen  wtgelaeten  worden,  waerinne  een  iegelick  classe  sijn  deboir  sal  doen 
ende  sulcx  aen  dengenen,  die  daertoe  gecommitteert  syn,  overschreven 
tegen  het  toecomende  synodum. 

16.  Sal  oock  een  boeck  gehouden  worden  van  de  deputatis  synodi, 
waerinne  sy  hun  acta  sullen  schrijven  ende  die  overleveren  in  handen 
van  hun  suocessoren. 

17.  Wort  JoANNi  Petm  Dtjirewout  belast,  dat  hij  het  boeck,  daer  die 
synodalia  in  geschreven  zyn,  wederomme  sal  stellen  in  handen  Joannis 
HiLBRANDi,  welcke  de  synodalia  daerinne  voortaen  sal  schrijven  ende 
datselve  stellen  in  handen  van  het  classe  van  Leuwerden,  alwaer  het 
synodus  nu  gehouden  wert  ende  sal  tselve  van  nu  voorts  omgebracht 
worden  op  alle  synoden. 

Opten  23®n  Martij  voor  den  middaoh  is  geresol veert : 

18.  1  ofi   2  het  nachtmael  jaers  te  houden,  —  Dat  een  dienaer  van 

Gods  h.  woort  sal  gehouden  wesen  ten  minsten  een  ofte  tweemael  des 

jaers   het  avontmael  des  Heeren  te  houden,  waermede  het  synodus  wil 

wtgeleit    hebben   den    14®"   artickel  des  synodi   Doccumanae,  gehouden 
anno  1597. 

19.  Die  classes  sullen  neersticheyt  doen  om  die  articulen  FnANCisa 
JuNU  ofte  die  Belijdenisse  der  Nederlantsche  kercken  te  becomen  ende 


99 

alsdan  van  alle  dienaren  onderteeckent  worden  na  luit  van  het  47®  artickel 
des  Hagensis  synodi. 

20.  Sal  aen  de  h.  volmachten  des  lantschaps  versocht  worden,  dat 
die  weduwen  van  verstorvene  dienaers  een  eerlick  onderhout  mogen 
hebben  naert  exempel  van  de  nabuirsche  provinciën. 

21.  N,B,  —  Die  dienaers  ten  platten  lande  sullen  haer  wterste  neer- 
sticheit  aen  wenden ,  dat  die  schooldienaren  met  een  eerlick  «nde  suflBcient 
onderhout  mogen  voorsien  werden. 

22.  Sal  aen  de  h.  h.  Staten  versocht  worden,  dat  die  placcaten  van 
den  echten  staet  ende  kerckegoeden  mogen  gerenoveert  ende  geeflfectu- 
eert  werden. 

23.  Sal  oock  mede  versocht  worden  aen  de  h.  Staten,  dat  die  pasto- 
rren, die  noch  beswaert  ofte  vermindert  syn,  van  hun  commissaris 
mogen  vrijgemaect  worden  ten  besten  van  de  dienaers  van  Gods  h. 
woort,  ende  dat  die  E.  heeren  van  henselven  bennen,  daer  die  pastorie- 
goederen  beswaert  ofte  vermindert  z\jn  ofte  werden,  door  hun  clooster- 
goederen  ofte  andersins. 

24.  Van  Duytsche  personen  toe  te  loeten  tot  den  dienst,  —  Die  dassen 
sullen  groote  discretie  ende  sorge  dragen  in  het  toelaeten  totten  kercken- 
dienst  van  de  Duitsche  personen. 

25.  Sullen  die  classen  gehouden  syn  opt  spoedichste  te  procureren ,  dat 
die  partijdige  ongeregelde  schooldienaren  ende  die  niet  Gereformeert  en 
syn,  noch  die  Nederlantsche  Belijdinge  willen  onderteeckenen ,  van  den 
dienst  geremoveert  mogen  worden. 

26.  Sal  aen  de  h.  h.  Staten  geremonstreert  ende  versocht  worden, 
also  menióhmael  die  vaceerende  dorpen  die  classes  voorbqgaen  ende 
door  quade  aengeven  vercrqgen  van  de  E.  heeren,  dat  tegen  die  placcaten 
ende  goede  ordeninge  strqdet ,  dat  hun  in  sodanige  saecken  niet  en  believe 
te  doen  sonder  die  classes  daervan  te  verad verteeren. 

27.  Sal  aen  de  h.  h.  volmachten  des  lantschaps  versocht  worden,  dat 
der  vrome  schooldienaren  pensie  ende  loon  ten  platten  lande  by  gemeene 
resolutie  geaugmenteert  mochte  werden. 

28.  Die  classen,  welcke  ten  achteren  z\jn  aen  D.  Sibrandi  Vomeui 
boecdruckinge ,  sullen  voortaen  opbrengen  hun  quota  tot  beforderinge  van 
den  druck  vorss.  Ende  het  classis  van  de  7  Wouden  sal  het  classi  van 

Sneeck  te  helpe  comen  metten  helfte  totte  contributie  vorss. 

7* 


100 

29.  Die  Jien  ahsenieren  van  den  dasse.  —  Die  hun  absenteeren  van  de 
classieale  bijeencoomsten ,  sullen  gecensureert  worden  na  vermogen  van 
het  besluit  des  synodi,  gehouden  te  Doccum  anno  1591  artickel  40«. 

30.  Van  een  ander  classis  te  beschtildighen.  —  Gheen  classis  sal  een 
ander  classem  mogen  beschuldigen  bij  andere  classes  sonder  te  vooren 
verraaent  te  hebben. 

31.  Sal  bij  de  E.  h.  h.  Staten  aengehouden  worden,  dat  het  besluit 
opten  verleden  lansdach  gemaect  ende  het  placcaet  van  de  Wederdoperen 
alomme  mochte  gepublioeert  ende  geexecuteert  werden. 

Na  den  middach  desselven  daechs  is  beslooten: 

32.  Die  saecke  van  den  dienaer  van  Wijckel  HENRia  Meinardi  is  ge- 
wesen  aen  den  classem,  daer  hij  onder  sorteert,  doch  bij  soverre  hem 
iemant  hadde  te  beclagen  over  den  sententie  des  classis,  sal  mogen  appel- 
leren tot  die  deputatos  synodi. 

33.  Paschasius  Baers  sal  schrijven  aen  anderer  provinciën  dienaren, 
dat  se  ons  willen  verstendigen ,  op  wiens  costen  die  synodale  ende  classieale 
vergaderingen  gehouden  werden,  ende  sulcx  hebbende  met  Joanne  Hilbrandi 
aen  de  h.  h.  Staten  versoecken ,  dat  in  desen  onsen  vaderlande  op  gelijcker 
wijse  der  dienaren  bijeencoomsten  mogen  gehouden  werden. 

34.  Die  acte  van  versoeninge  tusschen  den  kercke  van  Heeg  ende 
PiETER  Jansz  sal  voorgeslelt  worden,  als  eerst  het  avontmael  des  Heeren 
aldaer  gehouden  sal  worden  ende  dat  van  den  dienaer  Gpdefwdo  Sopingio  , 
tensij  saecke  datter  eenige  wichtige  oorsaecken  sedert  den  dage  van  ver- 
soeninge verlopen  waren,  die  sulcx  souden  mogen  verhinderen. 

35.  Die  saecke  van  den  bibel,  van  de  E.  h.  h.  Staten  aent  synodum 
gesonden,  is  gestelt  in  handen  van  den  classe  van  Leuwerden,  dattet 
selve  daerinne  doe,  als  die  meninge  van  de  E.  h.  h.  vorss.  sal  wesen. 
Ende  sullen  die  E.  h.  h.  van  tselve  begroetet  werden,  dat  se  niet  toe- 
laeten,  datter  buiten  consent  van  de  magistraten  eenige  boecken  gedruct 
noch  ingefoert  noch  vercoft  sullen  worden,  ende  dattet  placcaet  van  dien 
wederomme  mach  gepubliceert  ende  ter  executie  gestelt  worden. 

36.  Hermannus  Colde  ende  Joannes  Petri  Duirewout  sijn  verordineert, 
dat  se  aen  de  h.  h.  volmachten  versoecken  alsodanige  saecken,  als  bij 
den  synode  beslooten  zijn. 

37.  RuARDus  AcROxius  ende  Regnerüs  Hachtingius  worden  verordineert 
omme  alsodanige  dingen  aen  de  h.  h.  Staten  te  remonstreren ,  als  bij  den 
synode  beslooten  sijn. 


101 

38.  Die  deputati  synodi  sijn  gecoren:  voor  het  classe  van  Leuwerden 
Bernardus  FuLLEious ,  dienaer  ende  TiEiuac  Tussoon  ,  ouderlingh ;  voor  het 
classe  van  de  7  Wouden  Josias  Etteringius  ,  dienaer  ende  Makten  Wioersz  , 
ouderling;  voor  het  classe  van  Sneeck  Joaxxes  Overxejtjs ,  dienaer  ende 
Jarich  WiLLEAis  zoon,  ouderling;  voor  Bolswerder  classe  Aegidius  Ebbe- 
recht,  dienaer  ende  EIpe  van  Ajlva,  ouderling;  voor  het  classe  van  Fra- 
neker  Idzardus  Niwlai,  dienaer  ende  Jancke  Aness,  ouderling;  voor 
Doccumer  classe  Cornelius  Everardi,  dienaer  ende  Haijcke  Auckess, 
ouderling. 

39.  Int  classe  van  de  7  Wouden  sal  het  toecorastige  synodus  gehouden 
worden  opten  1®»  Maendach  in  Martio  anno  1599,  indient  den  Heere  be- 
lieven ende  geven  sal. 

Aldus  gedaen,  beslooten  ende  geeindiget  ten  tijde  ende  plaetse  vorss. 
bij  den  dienaren  van  Gods  h.  woort  ende  ouderlingen ,  opten  vorss.  synode 
vergadert,  ende  onderteeckent  wten  naeme  ende  van  wegen  des  vorss. 
synode  opten  23®»  Martij  anno  1598.  Onder  stont  geschreven:  Paschasitjs 
Baers,  synodi  praeses,  J.  Hilbrands,  scriba  synodi  met  eenige  streecken 
ende  togen. 

Gheaccordeert  tegens  sijnen  principael  bij  mij  ondergess. , 
doen  ter  tqt  synodi  scriba 

J.  Hn^BRANDs,  1598.1) 


Copie. 
Acta  synodi  Jmirae  anno  1599,  begonst  den  3^ 
Odóbris  voor  den  middach  te  soeven  uren. 

Is  nae  aenroepinghe  des  godtl.  naeras  gekoren  tot  praesidem  GhELLius 
Benedicti  ,  dienaer  des  godtl.  woorts  tot  Bosum ,  ende  tot  scribara  Suffkidus 
SuFFRü)!,  dienaer  tot  Mackum. 

Sijn  daemae  verthoont  ende  gelesen  geworden  de  procuratien  der  die- 
naren, welcke  als  volmachten  nu  verschenen  zijn  op  dit  synodo  voorss. 
Ende  sijn  gecommitteerde  gecompareert : 

wt  Franeker  classe:  Joannes  Petri,  dienaer  des  godtl.  woorts  te  Dronrijp, 
ende  Joannes  Cornelii,  dienaer  tot  Minnertsgae,  item  tot  ouderlingen  den 
weigeleerden  mr.  Rombertüs  Suffru)!,  rectoor  te  Harlingen ,  ende  den  E.  heer- 
schap HoBBO  VAN  Waltha,  wclckc  Waltua,  nadien  het  hem  ongelegen  waer  te 


Ij     Eigenhandige  onderteekening. 


1U2 

comen ,  is  op  sijn  plaets  gecommitteert  en  de  gecomen  den  eersamen  Oedts 
WuBES,  ouderlinck  te  Franeker; 

wt  den  classe  van  Bolswert  sijn  gecommitteert:  Rodolphus  Fabritixjs, 
dienaer  des  godtlijcken  woorts  tot  Coudum,  ende  Stjffiudüs  Suffridi, 
dienaer  tot  Mackum ,  desgelijcx  den  E.  heerschap  Epo  van  Aii.va  ,  die  nijet 
en  is  verschenen,  ende  Joachim  Stevens  als  ouderlingen  praesent; 

wt  den  classe  van  Sneeck  zijn  gecompareert :  Qellius  Benedicti  ,  dienaer 
des  godtl.  woorts  tot  Bosum ,  ende  MELcmoR  Clant  ,  dienaer  tot  Wolsende , 
item  Jarich  Willems  ende  Öerrut  Jaxssz,  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Leu warden  sijn  verschenen :  Jaoobus  Schotanus,  dienaer 
tot  Roordahuqsen ,  ende  Hermannus  Collenius,  dienaer  tot  Beetgura ,  item 
tot  olderlingen  den  E.  Popko  van  Roorda  ende  Wabbe  Wisses,  welcke 
absent  is  gebleven; 

wt  het  classe  van  den  Jouwer  sijn  gecommitteert  ende  gecompareert: 
als  dienaren  Josias  Euteringius  ende  Gerardüs  Cleobeckeiius  ,  item  Sipko 
Attes  ende  SiikioN  Gossis  als  olderlingen. 

Belangende  het  classis  van  Dockum  sijn  nijemant  gecompareert  van  hare 
volmachten. 

1.  Is  geresolveert  van  den  synodo,  dat  Theatrum  vitae  humanae 
Zwingeri  onnodich  sij  te  redigeren  ad  locos  communes. 

2.  Het  wert  afgeslagen  voor  dese  tijt,  dat  daer  soude  zijn  een  supremus 
senatus  ecclesiasticus. 

3.  Aengaende  de  arme  weduwe  om  assistentie  te  doen  daerin  sal  een 
qgelijck  dienaer  behoren  te  doen,  na  dat  hq  wilde,  dat  hem  ofte  de  zijne 
geschiede. 

4.  Van  partidige  hesluytingen.  i)  —  Dat  bewijslijck  is  ende  befonden  sal 
werden  partij dichüjck  gesloten  ofte  gemaeckt  te  zijn,  sal  onpart^dichlijck 
wederom  wechgenomen  worden. 

5.  Is  besloten,  dat  Joannes  Cornelu,  dienaer  tot  Minnertsgae,  nu  in 
sijnodü  tegenwoordich  een  predicatie  doen  sal. 

6.  Een  dienaer  mach  geen  almanacken  maken,  —  Het  synodus  achtet, 
dat  het  een  dienaer  der  gemeynte  Christi  nijet  vrijstaet  almanacken  te 
maecken  ende,  so  sulckes  hijemamaels  wederom  mach  gedaen  werden, 
sal  deselvige  dienaer  gecensureert  worden  van  den  classe,  daeronder  hij 
sorteert,  nae  behooren. 


^)     De  marginalia  ziJD  later  bijgeschreven. 


1(»3 

7.  Aengaende  de  oneenicheijt  tusschen  de  professoren  te  Franeker  wert 
besloten  van  synodo,  dat  de  kerekenraedt  aldaer  haer  wtterste  vlijt  sal 
doen  om  tselfde  wech  te  nemen  ende,  so  sulcx  door  hen  nijet  mach  ge- 
schijen ,  sal  het  classis  daerin  arbeijden  om  hen  onder  malcanderen  metten 
geringsteni)  te  vereenighen. 

8.  Een  dienaer  geexamineert  sijnde  van  eenen  classe ,  dewelcke  daeniae 
onbequaem  geachtet  wert  tot  sijnen  dienst,  sal  wederom  n^et  van  den- 
selfden classe  moghen  geexamineert  worden,  daer  hij  eerstmael  van 
geexamineert  is ,  maer  van  andere  dassen  of  synoden  ofte  deputatis  synodi. 

9.  N,B,  Supra  ei  hoc,  —  De  classes  sullen  gene  beroepingen  der  die- 
naren approberen ,  diewelcke  nijet  en  accorderen  roet  des  lants  resolutien. 

10.  N,B,  —  Is  voor  goet  aengesijen,  dat  de  olderlingen  sullen  mede 
ad  classem  gaen  mits  draegende  haere  oncosten  gelijck  de  dienaeren. 

11.  N.B.  —  De  schoolmeesteren,  olderlingen  ende  diaconen  wert  ver- 
boden de  dominicalia  ofte  andere  plaetsen  der  li.  schrift  den  gemeqnten 
predickswijze  voor  te  stellen,  maer  meer  geboden,  dat  se  hare  dienaren 
volgende  sullen  hooren. 

12.  Henricüs  Lttdolphi  geroepen  zijnde  door  citatie  des  synodi  om 
sijne  attestatien  van  sijn  examen  ende  toelatinghe  tot  den  kerckendienst 
80  in  Hollant'  so  in  Vrieslant  te  verthonen,  is  daermede  verschenen, 
welcke  attestatien  gesien  ende  gelesen  hebbende  heeft  het  synodus  geresol- 
veert,  dat  hij  wederom  na  huijs  mach  trecken  sijnen  dienst  betredende, 
gelijck  duslange  van  hem  gedaen  is. 

13.  SiBLE  Harinx,  dienaer  tot  Oldemerdum,  beschuldicht  sijnde  van 
do  ongesontheqt  des  artijkels  van  de  h.  Drievnldicheyt  heeft  sijn  bekente- 
nisse  daerop  gedaen  ende  is  van  synodo  snijver  daerinne  bevonden  ende 
gesondt  verclaert  te  wesen. 

14.  In  de  saecke  Geraiidi  N.  ,  dienaer  tot  Noortwolde  is  besloten ,  dat 
hij  Gerardus  sal  tot  naestcomende  Meije  anno  ICOO  van  aldaer  vertrecken 
ende  sullen  sijne  gemeijnte  ende  hq  midlertqt  chrijstelijck  ende  vredelijck 
onder  malcanderen  leven, 

15.  Is  geresol veert  aengaende  de  saecke  Cornelii  JoAj^fNLs,  dienaer  tot 
Oldelemmer,  dat  hij  nijet  en  sal  te  Schoot  vertrecken,  maer  bij  sijn  ge- 
meijnte sal  blijven. 

16.  Wat  belanget  de  saecke  van  Baucke  Bauckes  is  besloten,  dat  hij 
van  nieus   sal   werden  geexaniinoeii ,  ende  dat  voortaen  neerstich  gade- 


1)     „metten  geringsten"  ontbreekt  in  UU. 


104 

geslagen  sal  werden ,  dat  sulckes  nijet  meer  in  consequentie  sal  getrocken 
worden. 

17.  Is  besloten  in  synodo  van  Henricx)  Bernaadi,  dienaer  tot  Wanis 
cum  annexis,  gehoort  hebbende  sijn  eijgen  bekentenisse  mits  oock  de 
verclaringhe  vant  classis  van  Bolswert ,  onder  welcken  hij  sorteert ,  dat  hij 
om  sijn  groote  excessen  de  facto  sal  destitueert  zijn  van  den  dienst  des 
h.  evangeliums,  ende  dat  de  plaetsen  metten  eersten  met  eenen  goede 
ende  getrouwen  dienaer  des  evangeliums  sullen  voorsijen  ende  versorghet 
werden. 

18.  Het  synodus  besluijt  ende  ordonneert  aengaende  de  saecke  Jellii 
SrxTiNi,  dienaer  in  Ferwolde  ende  Gaest,  dat  Jellius  na  insinuatie  deses 
datel^ck  sal  van  sijnen  dienst  afstaen  ende  in  voorgenoemde  plaetsen  nijet 
meer  prediken,  alhoewel  hij  aldaer  mach  blijven  woonen  hen  tot  naest- 
comende  Meqe  anno  1600  ende  nijet  langer.  Maer  hij  sal  gehouden  wesen 
sijnen  saecke  opt  spoedichste  voor  den  Hove  van  Vrieslant  te  verdedighen, 
twelcke  so  hy  nijet  en  doet  ofte  vermach  te  doen,  dat  hijj  geen  meer 
pensie  sal  ontfangen  als  dit  gerechte  halfljaer,  twelck  nu  airede  is  ver- 
schenen. Doch  indien  hij  wert  gejustificeert  ende  hij  in  sijn  saecke  compt 
te  triumpheren,  sal  de  gemeijnte  voorss.  hem  het  andere  toecomende  halff- 
jaer  pensie  nijet  moghen  weijgeren,  maer  Jeluo  voorss.  te  Mege  moeten 
behandigen,  doch  sq  behoeven  de  pensie  hem  nijet  te  geven,  voor  ende 
aleer  sijnen  saecke  gewonnen  is.  Nochtans  of  hij  schoon  triumpheert,  sal 
hij  evenwel  moeten  Meije  naestcomende  vertrecken  ende  so  nijet,  sal  hij 
van  nu  voortaen  (als  gesecht  is)  gesuspendeert  ende  nae  Meij  voorgenoemdt 
geheel  van  sijnen  dienst  afgesett  zijn ,  als  die  van  synodo  het  predicampt 
onweerdich  geachtet  wert.  Midlertijt  sal  het  classis  van  Bolswert  de  plaetsen 
hen  tot  naestcomende  Meij  nae  hun  vermoghen  bedienen. 

19.  Is  besloten  ende  voor  goet  aengesien,  dat  de  gemeijnte  der  stede 
Sloten  sal  geweijgert  werden  het  appel  van  henluijden,  bij  het  classe  van 
Sneeck  versocht,  doch  dattet  synodus  op  aller  vlijt  sal  arbeijden  om  de 
langduijrighe  twist  ende  oneenicheijt  wech  te  nemen  ende  ter  contrarie 
de  vrede  te  treffen,  üerhalven  syn  tot  desen  eqnde  geciteert  ende  gecom- 
pareert  de  dienaer  met  sijne  partije. 

20.  Het  synodus  verstaen  hebbende  de  questie  te  Sloten  tusschen 
eenighe  ledematen  ende  haeren  dienaer  ordineert ,  dat  sij  beijde  hijer  voor- 
eerst in  onse  synodale  vergaderinghe  met  malcanderen  sullen  versoenen. 
Twelck  gedaen  sijnde  sullen  de  deputati  synodi  haer  wtterste  vlijt  ende 
neersticheijt  doen ,  dat  hare  tegenwoordige  dienaer  in  corte  ter  bequaemer 
gelegentheijt  mach  getransfereert  worden  op  een  ander  bequame  plaetse 


105 

ende  dat  om  de  hardicheijt  van  sijne  parti|je,  mits  nochtans  dat  sij  van 
nu  voortaen,  solange  sij  bij  malcanderen  sijn,  vredelijck  sullen  leven. 

21.  üese  sententie  des  synodi  gehoort  hebbende  de  beijde  parthijen 
sijn  daerin  bewillicht  ende  is  derhalven  de  versoeninghe  tusschen  hen 
beijden  geschyet  in  forma  ende  manieren ,  als  volcht ,  ende  met  onderlinghe 
hantgevinge  bevesticht. 

22.  De  dienaer  ende  de  ledematen  der  kercke  tot  Sloten  bekennen 
voor  Godt  ende  den  synodo ,  dat  hen  alle  verleden  actiën  van  controversie 
in  hun  twistighe  saecken ,  nu  eenighe  jaeren  herwaerts  verlopen ,  van  herten 
leedt  zqn,  biddende  van  Godt,  den  synodum  ende  alle  diegene,  die  haer 
hgeraen  eenichsins  mogen  geergert  hebben,  dat  sij  ons  tselve  willen  ver- 
gheven,  beloven  oock  van  nu  voortaen  vreetsaem  ende  eerbaer  met 
malcanderen  te  converseren  ende  vorder  de  wtcomste  van  des  synodi 
sententie  ter  eeren  Godts  ende  onser  beijder  welstant  ende  vrede  met 
gedult  te  verwachten. 

23.  Is  besloten,  dat  Johannes  Johannis,  dienaer  op  Harich,  dese  ver- 
soeninghe gemaeckt  tuschen  den  dienaer  ende  sijn  gemeijnte  sal  vercon- 
dighen  binnen  Sloten  opten  predickstoel  nae  gedaene  predicatie ,  ende  dat 
opten  14«"  Octobris  in  forma  als  volget: 

24.  Het  synodus  heeft  nae  lange  communicatie  der  twistiger  saecken 
partqen  gehoort  ende  verdragen,  oock  haere  boete  aengenomen,  twelcke 
sq  de  gemeijnte  van  Sloten  bij  desen  laten  vercondighen ,  begerende  van 
een  ygelijck,  die  hem  mochte  geergert  hebben,  dat  se  sulcx  malcanderen 
willen  vergheven ,  ende  tsynodus  ordineert ,  dat  sij  nu  voortaen  onse  sententie 
sullen  naegaen,  totter  tijt  daerinne  nae  onse  resolutie  sal  wesen  voorsijen. 

25.  Bernardus  Fuij^ekius,  dienaer  te  Leuwarden,  ende  den  E.  Popko 
VAN  RooRDA,  olderlingh  te  Grouw,  worden  mitsdesen  van  synodo  ver- 
ordineert,  committeert  ende  geauthorizeert  om  aen  de  E.  heeren  Gedepu- 
teerde Staten  als  an  den  van  den  Hove  te  remonstreron  ende  effectueren 
alle  tgene  hijemae  volgende  van  synodo  haer  in  laste  is  gegeven ,  als  zqn 
dese  naebeschrevene  poincten: 

26.  Vooreersten  het  synodo  voorgecomen  zijnde  seeckere  schandelycke , 
ergerlycke,  oproerische  dinghen,  dewelcke  geschijet  zijn  te  Dronrijp  in 
de  kercke  voor  ende  na  den  middach  in  de  beijde  predicatien  ofte  be- 
dieninghe  des  h.  avontmaels,-  dat  daerinne  de  E.  heeren  believe  justitie 
ende  recht  te  administreren  anderen  ten  exempel. 

27.  Item  dat  het  placaet  tegen  der  Wederdooperen  ende  Papisten 
bijeencomsten  ter  executie  mochte  gestel t  worden. 


lOG 

28.  N,B,  —  Dat  nijet  toegelaten  worde  de  vijanden  der  chrijstelycke 
religie  te  bedienen  eenighe  politische  ampten  ofte  administratie  der  kereke- 
goederen. 

29.  Dat  alle  hoereerders,  dootslagers,  lasteraers,  ontheijligers  des 
sabbaths ,  violateurs  des  echtenstaets  emstelyck  moghen  gepunieert  worden 
nae  hiijt  der  E.  heeren  placaten,  ende  dat  mijn  E.  heeren  believe  te 
renoveren  ende  effectueren  placaten  van  poincten  voornoemt 

30.  N.B.  —  Dat  de  beroepinghen  landcwaert  moghen  gedaen  worden 
van  do  ledematen  der  gemeijnte  Christi  bij  versuijmenisse  der  schot- 
scliijetende  huijshiijden. 

31.  N.B.  —  Dat  de  prouffijten  ende  opkomsten  van  kercken,  die  een 
jaer  ofte  twee  vaceren,  moghen  strecken  tot  i)rouffijt  der  armen  dier 
plaetse  ende  naestlegen  classes. 

32.  Dat  de  geassigneerde  ofte  gesondene  dienaers  soowel  als  de  beroepene 
moghen  genieten  de  volle  pastoryen. 

33.  Dat  dat  punct  van  Gereformeerde  schoolmeesters  te  sullen  zijn  in 
allen  kercken  geefFectueert  mochten  worden  ende  die  gehanthavet  tegen 
den  moetwillighen ,  ende  ter  contrarie  te  panieren  den  herlneckighen  ende 
verachters  der  religie. 

34.  Sijn  verschenen  opten  vierden  Octobris  anno  presenti  in  synodo 
Bernakdüs  Fullenius,  dienaer  tot  Leuwarden,  ende  doctor  Severtstts  N. , 
olderlingh  aldaer,  als  delegati  deputatorum  synodi  laestleden,  blijckende 
wt  hen  procuratie  synodo  verthoont,  dagende  over  classem  Sylvanam  ofte 
haeren  gedeputeerden  belangende  seecker  lasterbrijefF  den  synodo  geexhi- 
beert,  eertijts  overgesonden  aen  den  gemeijnte  in  Wijckel  ende  door  hen 
voorts  gcdivulgeert ,  sampt  seeckere  restauratie  eener  HENRia  Meinardi, 
gewesene  dienaer  in  Wijckel,  in  sijn  voorige  predickampt  tegen  sententiam 
deputatorum  synodi,  laestleden  te  Franeker  pronuncieert ,  met  andere 
verscheijdene  redenen  versoeckende  sententiam  synodi  ter  saeckc  voor- 
schreven. 

35.  Sijn  hijertegen  doen  oock  verschenen  dei)utati  classis  Sylvanae 
voornoemdt  ende  mede  onder  dese  D.  Liivdeniitj  ende  Cojoielius  Johannis  , 
verclarende  dat  sie  de  woorden,  begrepen  in  die  famose  brieff,  nijet  aen- 
nemen  om  te  verdedigen ,  soverre  desolvige  calumnien  zijn ,  maer  aengaende 
het  appel,  so  sij  het  noemen,  bekennen  sij  te  willen  na  haer  vermoghen 
staonde  houden ,  voorstellende  vorder  onder  andere  reden  ende  wederreden , 
oft  men  hare  saecke  ende  questie  met  den  deputatis  des  verleden  synodi 
linderlijck  ende  liefflijck  wilden  afhandelen  ende  dien  t\jt  int  vijer  der 


107 

liefden  begraven ,  dan  oft  men  dien  wilde  verhandelen  ende  wtspreken  opt 
rigoreust  nae  eijsch  der  saecken. 

36.  Heeft  het  synodus  hqerop  gegeven  voor  antwoort,  dat  sij  na  be- 
horen tot  stichtinge  der  kercken  daerin  wilden  handelen,  haer  bovendien 
belastende,  vooreerst  hare  procuratie  dese  saecke  belangende  van  haren 
classe  hebbende  te  verthoonen^  ten  tweden  dat  sij  haer  souden  purgeren 
nu  alhijer  op  de  dachten  van  die  deputaten  synodi  verschr.  op  haer 
gedaen,  ofte  bij  faulte  van  dien  dat  het  synodus  haer  hijelt  voor  contu- 
maces  ende  gedachten  met  haer  te  handelen  nae  Ghodes  h.  woort  ende 
kerckenordeninghen. 

37.  Is  onder  desen  in  absentie  der  deputaten  classis  Sylvanae  den  synodo 
behandicht  seecker  missive  van  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten ,  welcker 
inhout  was ,  dat  het  synodus  neerstich  sick  soude  informeren  op  de  disorde 
ende  dachten  van  classe  Sylvana  belangende  de  ongeregelde  toelatinghe 
tot  den  dienst  des  woorts  ende  andere  puncten  meer,  alwaeromme  oock 
het  sijnodus  raetsaem  heeft  geacht  sulckes  voor  dese  tijt  den  deputatis 
classis  Sylvanae  nijet  te  commimiceren ,  vermits  sij  doch  casu  int  ontfangen 
ende  lesen  des  voorss.  missives  oock  nijet  praesent  waren  geweest. 

38.  Sijn  daemae  wederom  verschenen  deputati  classis  Sylvanae  met 
ettlycke  der  vomoemde,  voorstellende  hoe  sij  appelleerden  ad  synodum 
nationalem  ende  protesteerden  de  nullitate  van  alle  tgene  hijjer  over  haer 
besloten  soude  worden,  dagende  bovendien  haer  injurie  te  geschijen, 
vermits  dat  de  brieff ,  den  synodo  gesonden  van  de  E.  heeren  Staten ,  was 
geopent  ende  gelesen  in  haer  absentie  ende  dat  hen  geen  tijt  gegeven 
wort  om  ruggesprake  te  houden  met  haren  classe. 

39.  tSijnodus  gehoort  hebbende  reden  ende  wederreden  van  partijen 
voorschreven,  aenmerckende  wat  swaricheijt  hijerin  gelegen  waer,  ende 
wat  onruste  den  kercken  Christi  hijerwt  mochte  bejegenen ,  so  dese  saecke 
bij  haer  nu  nqet  werde  afgedaen,  heeft  na  lange  debath  ende  goede 
deliberatie  de  saecke  in  de  vrese  des  Heeren  bij  de  hant  moeten  nemen 
om  eijntlyck  te  definiëren  tot  Godes  eere  ende  tot  stichtinge  der  kercken , 
welcke  sententie  ende  resolutie  eendrachtelijck  is  genomen,  als  hijerna 
volget,  ende  openbaer  partijen  verordineert,  die  voorhanden  waren,  voor 
te  lesen: 

40.  Het  synodus,  op  den  Jouwer  wettelyck  vergadert,  gehoort  ende 
gesien  hebbende  seeckere  dachten  van  Bernhardo  Füllenio  ,  dienaer  binnen 
Leuwarden,  ende  doctore  Severino  N.,  olderlingh  aldaer,  als  delegati 
deputatonim   synodi  laestleden  na  blijck  hun  procuratie  van  dien  synodo 


108 

verthoont  ende  dat  op  ende  tegens  classem  Sylvanam  ofte  haren  deputaten , 
geschreven  aen  den  gemeente  van  Wijckel  ende  naderhant  den  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  verthoont,  sampt  sekere  abusen  in  desen  begaen  als- 
mede in  hot  restaureren  des  persoons  Henrici  Meinakdi  ,  gewesene  dienaer 
in  Wijckel,  in  sijn  vorighe  predickampt  tegens  den  sententie  deputatorum 
synodi ,  laestleden  te  Franeker  gepronuncieert ,  daerbenevens  oock  gehoort 
liebbende  tegenreden  van  classe  Sylvana  ofte  haren  deputaten  praesent, 
dewelcke  hoewel  emstich  ter  purge  van  synodo  nae  behoren  vermaent, 
tot  dien  nochtans  nijet  conden  gebracht  ofte  beweecht  worden,  maer 
bleven  ter  contrarie  conturaaces  ende  hartneckich  trainierende  met  vele 
wtvluchten  desen  nootwendighen  handel,  als  van  te  moeten  hebben  nu 
nieuwe  procuratie,  nijeuwe  ruggespraeck  met  hen  classe,  impertinente 
vraeghen  ende  andere  onordentlijckheden ,  nijet  dienstich  ter  saecken,  so 
ist  dat  het  vermelte  synodus  geconsidereert  hebbende,  wat  men  in  desen 
behoort  te  considereren ,  in  den  name  Jesu  Christi  besluijt  ende  senten- 
tieert  mitsdesen  ter  eeren  Ghodes,  tot  stichtinghe  ende  vrede  der  kercken, 
te  weten  dat  sij  approberen  ende  justificeren  den  sententie  der  deputeerden 
synodi,  laestleden  te  Franeker  wtgesproken  in  de  depositie  Henrici 
Meinardi  voornoemdt  sampt  den  deputeerden  aldaer  ende  haren  delegeerden 
voonioemdt  praesent,  als  wettelijck  ende  stichtichlijck  gedaen.  üaerentegcn 
condemneert  het  synodus  present  den  classem  Sylvanam ,  haren  deputaten 
in  voorss.  handel ,  het  schantlijck  lasterschrift  voornoemdt  met  sijn  authoren 
sampt  alle ,  die  nae  desen  voortaen  noch  sulcx  mochten  approberen.  Daer- 
beneven  ordineert  ende  statueert  het  tegenwoordich  synodus,  dat  de 
deputaten  classis  Sylvanae  ofte  die  authoren  des  lasterschrifts  voor  Godt 
ende  den  menschen  sullen  boeten  ende  schultbekenninghe  doen,  ende  dat 
eerst  nu  alhijer  voor  dese  vergaderinghe  ende  hare  voornoemde  aenclagers 
mede  praesent,  daema  met  handen  ende  schriften  anderen  geledeerden 
deputeerden  synodi  laestleden ,  als  oock  mede  voor  ende  an  den  E.  lieeren 
Gedeputeerde  Staten ,  van  desen  delinquenten  int  lasterschrijven  geledeert, 
die  men  nochtans  alle  eere  schuldich  is.  Ende  sal  dit  besluijt  sampt  oock 
hare  schultbekenninglie  bij  geschrifte  den  gemeijnte  in  Wijckel  openbaer 
voorgestelt  worden  door  den  deputaten  deses  jegenwoordigen  sijnodi. 
Midleiüjt  sullen  de  geconderaneerde  authoren  gesuspendeert  blijven  van 
den  dienst,  ter  tijt  dese  sententie  synodi  van  hen  sal  wesen  voldaen, 
twelck  haer  alhijer  nu  datelyck  sal  werden  geinsinueert ,  gelijck  gescliijet 
mitsdesen,  ende  bij  faulte  desen  van  lien  nijet  wort  voldaen  binnen  den 
tyt  van  ses  weecken  nae  insinuatie  van  desen,  sullen  voornoemde  authoren 
(onboet veerdich  blijvende)  van  haren  dienst  gehelyck  wesen  gedeponeert 
in  onsen  vaderlande.  Doch  indien  een  eenich  authoor  bevonden  wort  van 
desen  lasterbrieff  voorss.  ende  dandere  disordre  voornoemdt,  sal  dieselvige 


109 

in  perpetuum  gedeponeert  ende  gedestitueert  blijven  van  sijnen  dienst. 
Hgerentegen  die  wt  den  classe  Sylvana  van  tgene  voores.  is  geheel 
innocent  zijn ,  sullen  hare  namen  binnen  ses  weken  nae  datum  deses  den 
geledeerden  gedeputeerden  des  voorleden  synodi  overleveren  bij  geschrifte. 
Aldus  gedaen  in  onse  synodale  vergaderinghe  op  den  Jouwer  den  5®" 
Octobris  anno  1599. 

41.  Het  synodus  op  den  Jouwer  aengemerckt  hebbende  verscheijden 
twist,  moeijte  ende  oneenicheijt  te  verscheijden  tijden  wt  het  classe  Syl- 
vana gesproten  ende  noch  te  spruijten ,  indien  daerinne  nijet  in  tijts  wort 
voorsten,  ende  bovendien  grote  onordeninghe  bevgnt  wt  verscheijden 
blijcken,  heeft  om  reden  voomoemdt  ende  andere  reden  meer  raetsaera 
geacht  hqerinne  te  voorsijen.  Alwaerom  het  synodus  jegenwoordich  ordi- 
neert ende  statueert  mitsdesen  met  goede  deliberatie  ende  ad  vijs  der  E.  h. 
Gedeputeerde  Staten,  dat  het  classis  van  Sevenwouden  voor  dese  tijt  sal 
wesen  geroeyeert  ende  te  nijete,  cassierende  datselvige  mitsdesen,  dattet 
geen  classis  meer  sal  zijn,  maer  de  dienaren,  duslange  daeronder  sor- 
tierende ,  sullen  sick  weder  vervoegen  elck  onder  de  naste  steden ,  daer 
sij  eertijts  onder  hebben  geweest,  om  goede  ordre  te  houden. 

42.  Van  HENRia  Meinardi  persoon  is  oock  besloten,  dat  hij  datelijck 
van  sijnen  dienst  sal  ophouden  ende  hem  voortaen  stichtichlijck  draege, 
vlijtich  studerende  ende,  so  hij  alsdan  moedt  heeft  om  in  examine  te 
mogen  bestaen ,  so  sal  hij  hem  vervoegen  tot  het  classem  van  Sneeck  om 
aldaer  geexamineert  te  worden ,  ist  dat  hy  goede  testimonia  can  verthonen 
van  sijn  boete  ende  stichtichlijck  leven.  Ende  sovele  belanget  dat  hij  te 
reste  is  van  sijn  onderhout  te  Wijckel ,  mach  het  synodus  lijden ,  dat  hem 
dat  gepasseert  worde. 

43.  Is  bovendesen  geresolveert ,  dat  de  deputati  hujus  synodi  ofte  de 
beijde  gecommitteerde  sullen  metten  eersten  ineijschen  het  classisboeck 
der  Soevenwouden. 

44.  Nae  voorlesinge  der  sententien  voorss.  hebben  naebeschrevene 
persoenen  opentlijck  voor  den  synodo  verclaert,  dat  sij  geen  aiitores  waren 
des  voorschreven  lasterschrifts ,  sooveele  de  lastonngen  belangt,  noch  den- 
selvigen  nijet  approbeerden ,  als  te  weten  Josias  EYTERmoms  ende  Coiixelius 
JoHAXNis.  Bovendien  mede  gelijck  Andreas  Pellio  ter  praesentie  van 
Melchior  Clant  ende  praeses  synodi  int  bedde  leggende  cranck ,  also  oock 
Gerardus  Cleobeckerus  voor  den  synodo  verclaerden  dat  lasterschrift  per 
imprudentiam  onderschreven  te  hebben  sonder  datselvighe  eenichsins  gelesen 
te  hebben,  waeraff  sij  hare  schuit  hijermede  bekenden.  Jae  dat  meer  is, 
verclaerde  Sible  Harinx,  dienaer  tot  Oldemerdum,  sampt  de  gecommit- 


110 

teerde  olderlingen  van  classis  Sylvanae,  dat  sq  noijt  geweten  hadden  van 
desen  lasterbrieff.  Ende  dewijle  de  E.  heren  Gedeputeerde  Staten  door 
dat  famose  briefF  geofFendeert  waren ,  biddet  Andreas  vooras,  den  E.  hoeren 
hertgrontlijck  mitsdesen  hem  siilcx  te  willen  vergeven  ende  te  goede  houden. 

45.  Desen  allen  afgedaen  sijnde  heelt  het  sijnodus  geprocedeert  tot 
electie  van  hen  gedeputeerden  om  desen  jare  voortaen  synodi  nomine  af 
te  handelen  alle  wichtige  voorvallende  kerckelijcke  saecken  daertoe  ver- 
socht  sijnde.  Sijn  also  wt  het  classe  van  Sneeck  hijertoe  geeligeert  ende 
gecommitteert:  Fredericus  Regneri  als  dienaer  ende  Gerrut  Jansz  te  Sneeck 
als  ouderling;  wt  Franeker  classe  Johannes  Corneui  te  Minnertsgae  als 
dienaer  ende  Allert  Jacobs  te  Harlingen  als  olderlingh;  wt  het  classe 
van  Bolswert  Joannes  Clinckebijl  te  Witmaeraum  als  dienaer  ende  Öerben 
Harmens  tot  Bolswert  als  olderlingh;  wt  Leu warden  Hermannus  Colde, 
dienaer  aldaer  ende  Tualing  Jaspers  als  olderlingh;  wt  Dockumer  classe 
Festus  Hommeri  ,  dienaer  aldaer  ende  D.  Meinhardus  Aijtsma  als  olderling 
aldaer. 

46.  Sullen  oock  gecensureert  werden  in  ij  der  classe  alle  diegene,  die 
absent  sijn  gebleven  wt  desen  praesenten  synode,  die  daertoe  gecommit- 
teert waren,  om  in  comstige  tijden  alle  disordre  voor  te  comen. 

47.  Eijntlijck  is  besloten ,  dat  het  synodus  toecomstighe  jaer  sal  gehouden 
worden  binnen  Sneeck  des  Maendachs  nae  besloten  Paesche  anno  1600. 

48.  Is  nae  gedane  gebeth  het  synodus  alhijer  op  de  Jouwer  geeijndicht 
op  huijden  desen  5®°  Octobris  anno  1599. 

Orconde  hijeronder  de  hant  praesidis  ende  scribae  onses  j egen woordigen 
synodi,  wt  last  des  synodi  aldus  gedaen  ende  ondertekent  op  tqt  ende 
plaetse  voorss.  öeluus  Benedicti,  praeses  synodi,  Suffridus  Sm-FRiDi, 
scriba  synodi. 

De  principale  deses  was  getekent  als  voren  ende,  gecoUa- 
tioneert  zijnde  met  desen ,  is  bevonden  te  accorderen  bij  mq 

Sttffridus  SuFFRiDi ,  sciïba  synodi.  i) 


Copia. 
Acta  synodi  Snecartde,  den  20  May  hegonst  anno 
1600. 

Nae  aenropinge  van  den  naeme  Ghodts  ys  tot  praesidem  gekoren  Her- 
MANNus  5oi^E  ende  tot  scribam  HEinucus  Buschmanktts  ,  dienaer  te  Beera. 


1)    Deze  onderteekening  is  eigenhandig. 


111 

Syn  oeck  folgendes  van  myn  E.  heren  Staten  gecomraitteert  als  mynheer 
Hepke  Fockens  ende  Joannes  Acuucola  den  jegenwordigen  synodo  by  te 
wonen  om  me  des  to  bequamelicker  die  constitutiones  synodales  tot  eenen 
goeden  ende  gewonscheden  ende  te  brengen,  waervan  mjTi  vorgedaehte 
heer  allene  is  erschenen,  Agrick)la  vorss.  uth  swackheit  sines  lichaems 
absent  gebleven.  Mynheer  bovengemelt  syn  relatie  gedaen  hebbende  siner 
commissie ,  vermaninge  tot  eenicheit  ende  dat  men  op  christlicke  resolutien 
acht  nemen  soude,  is  met  dancksegginge  ende  schuldige  reverentie  van 
den  synodo  ontfangen. 

Dyt  efFectuert  synde  sin  vertoont  ende  gelesen  die  procuratien  der  vol- 
machten, welcke  op  dit  synodo  verschenen. 

üth  Sneker  classe  sin  gecomparert:  Joannes  Rouchtjs,  dienaer  der  ge- 
meente Christi  binnen  Sneck,  ende  Fuedericüs  Regneri,  dienaer  to  Brits wert, 
tot  ouderlingen  Dyrck  Janckes  ende  Sybe  Sybesz. 

Van  Bolwerder  classe  die  procuratie  was  houdende  op  Petrum  JARicun , 
dienaer  te  Wommels,  ende  Joannem  Hokeltbi  op  het  Nyelandt,  welcke 
vorss.  JoANNES  mct  die  twe  ouderlingen  niet  gecomparert. 

Uth  den  classe  van  Franeker  sin  verschenen:  Jajuchius  Wilhelmi  ende 
JoANNEs  Avernaeus  vor  dienaren,  tot  ouderlingen  die  E.  greitman  Hübbo 
van  Waltinga  ende  Sybrandt  Augtjstini. 

üth  den  classe  van  Dockum:  Joannes  Nicolai  ende  Arnoldus  Annius, 
tot  ouderling  STEPHAmis  übeliub,  rector  binnen  Dockum,  ende  Albert 
Claess,  welcke  Albert  Claesen  is  uthgebleven. 

üth  den  classe  van  Leuwarden  sin  gecomparert :  als  vor  dienaren  Her- 
MANNus  Kolde  ende  Hexricus  Buschmanxus,  dienaer  te  Beers,  tot  ouderling 
D.  Severdtos  Eugalentjs,  dan  M.  Arian  Ajoans  van  het  Byll  niet  ver- 
schreven. 

1.  Het  jegenwordige  synodus  achtet  raedtsaem,  dat  die  sake  van 
HERMAJfxi  Pijppn,  dienaer  tot  Hemlum,  omme  grote  difficulteten  ende 
swarichheiden ,  so  darin  sin  stekende,  op  een  ander  gelegene  tidt  moge 
opgeschortet  worden. 

2.  Op  het  versoeck  van  den  E.  grytman  Asse  Ubbens  resolvert  het 
synodus,  dat  Mychael  Joannis,  scholdienaer  tot  Oldenschot,  sin  belofte 
dehr  gemeente  op  die  Jouwer  gedaen ,  sal  dately ken  sonder  langer  vertoch 
naecoemen ,  op  de  Jouwer  vertrecken  ende  sinen  dienst  aennemen.  Ander- 
si  ns  sal  met  hem  kercklicken  gehandelt  worden. 

3.  Paschasiüs  Baers  ende  Wabbe  Wyssens  sin  geconstituert  omme  alle 
dingen,   so  in  die  articulen  vervatet  staen  ende  aen  die  E.  heren  sollen 


112 

versocht  werden,  op  het  spodichste  nomine  totius  synodi  te  verrichten 
ende  by  requeste  aen  myn  E.  heren  te  remonstreren. 

4.  Het  classis  van  Sneck  wert  van  jegenwordigen  synodo  geauthorizeert 
op  het  spodichste  die  accusatien  op  Jodocüm  Hermanni  ,  dienaer  te  Wolfegae, 
gefallen  darbenefFens  sin  andtwordt  aen  to  horen  ende  die  gehele  saecke, 
nae  dat  se  bevinden  godüicken  te  wesen ,  af  te  handelen ,  den  partijen  aen 
wedersyden  voort  ordinerende  aen  toecoemende  Dinxsdach  voor  den  classe 
te  Sneck  te  compareren. 

5.  N.B,  —  Voorts  wert  singulis  classibus  mit  alle  ernst  bevolen ,  dat  se  vlij- 
tige opsicht  nemen  in  die  aenneminge  der  dienaeren,  ongeregelheiden  ende 
onstichtinge  leven  derselven.  So  sulcks  niet  en  geschiet,  sollen  sie,  die 
hirinne  sumachtich  sin,  in  postenim  van  den  synodo  gt^strafPet  werden. 

6.  N.B,  —  In  geliken  gefaUe  sollen  die  dassen  vlytige  rigaert  nemen  op  alle 
onbequame  scholdienaers ,  sovele  beide  leere  ende  levendt  aengaet,  ende 
sal  een  iegelick  classis ,  daronder  sodanige  sorteren ,  den  E.  heren  remon- 
streren omme  van  ehren  dienst  na  luyt  het  placaet  darvan  gemaket  te 
removeren. 

7.  NB,  —  Wert  oock  raedtsaem  bevonden,  dat  men  aenhoude  bij  min  E. 
heren  Staten  omme  jaerlicks  uth  den  collegio  ofte  andersins  twe  personen  te 
deputeren  den  synodo  by  te  wonen  met  hare  authoriteit.  Ende  sal  solcks 
alle  jaer  van  den  classe  versocht  werden,  welcke  uthschrivinge  doet  den 
synodum  te  houden. 

8.  Dat  men  de  E.  heren  remonstrere  de  gelegenheit  van  de  grytenye 
Oostende  Stellinckwerf  den  deinst  des  h.  evangelii  aengaende  ende  bidde, 
dat  hirin  remediert  worde,  overmits  dar  mer  een  dienaer  is. 

9.  N,B,  —  Is  oeck  besloten,  dat  een  jegelick  classis  alle  goede  resolutien 
ende  constitutiones  synodorum  onderhoude  ende  arbeide ,  dat  se  effect  sorteren. 

10.  Aengaende  het  gravamen  des  classis  van  Bolswert  van  die  afsettinge 
des  classis  Sylvanae  met  het  aencleff  van  de  gehele  sake  in  de  sententie 
is  ditselve  geconimittert  den  deputatis,  die  uth  dessen  jegenwordigen  synodo 
sin  geordinert,  omme  haer  te  reguleren  nae  dehr  E.  heren  Staten  apostyl, 
in  dato  den  7  Maij  anno  1600  gepasseert. 

Apostyl  van  den  synodo  op  die  presentatie  Joannis  Lyndeioi 
cum  sociis  gestelt 

11.  Alsoe  die  jegenwordige  tidt  niet  lidet,  dat  de  broederen  des  ver- 
leden synodi,  op  die  Jouwer  geholden,  nae  der  E.  heeren  apostyl  nu 
tegenwordich  verschreven  worden  ende  het  synodus  sonder  derselver  tegen- 


113 

wordicheit  dese  presentatie  niet  kan  afhandelen,  sollen  de  deputati  synodi 
hirin  op  het  spodichste  ende  christlickste  arbeiden  nae  de  acte ,  in  dessen 
synodo  darvan  gemaket. 

12.  Het  synodus  siet  vor  goet,  dat  men  de  E.  heren  oeck  remonstrere 
het  gebruyek  van  Hollandt,  daer  die  E.  heren  Staten  contribueren  tot  de 
oncosten  dehr  synodale  vergaderingen  300  gl.,  ende  oetmodichlicken  sup- 
plicere ,  dat  myn  E.  heren  oeck  beleve  to  doen ,  nae  dat  se  verstaen  billick 
te  wesen. 

13.  Is  nodich  bevonden,  dat  men  de  E.  heren  demodich  bidde,  dat 
het  placaet  van  de  onthilginge  des  sabivats,  Paschen,  Pinxteren  ende 
dergelicke  fest  ende  bedeldagen  met  drunckendrincken ,  arbeiden,  avent^ 
spelen,  dansscholen  te  houden  ende  dergelicke  sonden,  darbenefPens  het 
placaet  van  den  echtenstaet  renovert  werde. 

14.  Aengaende  het  onderhout  van  die  scholmesters  is  vor  goet  ingesien , 
dat  een  jegelick  particuleer  classis ,  onder  welcken  die  schol  mesters  ghene 
goede  alimentatie  hebben ,  soUicitere  bij  myn  E.  heren  Staten ,  grytzluiden 
ofte  gemeenten,  als  bevonden  weert  behorlicken  te  wesen. 

15.  Den  classi  van  Leuwarden  wert  belastet  in  de  saecke  GEUiii  vSyxtini 
informatie  te  nemen  ende  voorts  darin  te  disponeren  van  des  synodi  wegen 
nae  behoren. 

16.  Alsoe  oeck  een  seker  missive,  van  den  synodo  uth  Zuythollandt 
gesonden,  den  jegenwordigen  synodo  vertoont  is,  darin  versocht  wert,  dat 
men  goede  correspondentie  jaerlicks  in  die  synodale  byencompsten  sonde 
houden  ende  het  aengevangen  werck  van  de  aversettinge  der  biblen  sollen 
helpen  beforderen  nae  luyt  der  missive ,  so  ist  dat  hirin  wert  geresolvert , 
dat  een  jegelick  sal  met  sinen  classe  niggesprake  houden  ende,  nae  dat 
bevonden  is,  den  deputati s  last  gegeven  wert  met  consent  dehr  E.  heren 
Staten  desse  dingen  te  effectueren. 

17.  N,B,  —  Het  synodus  heft  besloten,  dat  die  dienaren  ende  ouderlin- 
gen, welcker  sonder  genoechsarae  reden  sick  absenteren  van  de  synodale 
vergaderingen ,  van  haren  classe  ernstiicken  sollen  vermanet  worden  ende 
vor  hare  ongehorsamheit  een  pundtgroet  tot  nodtruft  dehr  armen  ^evew^ 
hetwelckes  nu  voort  tegens  die  niet  gecomparert  sin  int  werck  geatelt  sal 
worden. 

18.  Dyt  in  alles  gedaen  zynde,  heft  men  geprocedert  tot  de  electie 
van  volmachten,  dewelcko  dit  aenstaende  jaer  alle  kercklicke  saecken  (so 
vorfallen  mochten)  sollen,  als  nodich  bevonden  wert.,  afhandelen.    Dartho 

Acta  nyn,  provitic.  VI.  8 


114 

versocht  zijnde  sin  geconstituert :  wth  Sneker  classe  Joanxes  Bot.ermaxntts 
junior  als  dienaer  ende  Wybreen  Geeeucens  van  Bosum ;  ut  Franeker  classe 
RoDOLPHüs  Artopaeus  als  dienaer  ende  Jukc^en  Messemakek  te  Franeker 
als  ouderling;  uth  Dockumer  classe  S('helto  Aytsema  als  dienaer  ende  M. 
Jax  Bajiberer  tot  Holwert;  uth  Bolswerder  classe  Godefridus  Sopinoius 
vor  dienaer  ende  Henricüs  Leonardi  vor  ouderling;  ut  Leuwarder  classe 
Regnerus  Hachtinü  als  dienaer  ende  Matthias  Tiajjberfj^  vor  ouderling. 

19.  Is  geaccordert  eendrachtich  by  den  synodo,  dat  men  synodum 
houden  sal  in  toecoempstigen  jare  to  Bolswert  acht  dage  nae  Pinxter- 
maendach  in  anno  1601. 

Aldus  gedaen  ende  geendiget  binnen  Sneck  in  de  synodale  vergaderinge 
den  23  Maij  anno  1600.  Ende  hebben  nomine  synodi  ondertekenet  praeses 
et  scriba  synodi.  Onderstondt: 

Hermannus  Kolde,  praeses. 
Henricus  Btjschmakntts  ,  scriba  synodi. 

Dit  is  gecoUationert  ende  is  bevonden  te  accorderen.  Orkunde  min  handt. 

Henricüs  Buschmaxxus  ,  scriba,  i) 


Copie. 
Acta  synodi  Bolswardianae  ^  aenffevangen  den  14^^ 
Julij  anno  1601. 

Nae  aenroepinge  van  den  naeme  Gods  is  tot  praesidem  gecoron  Dn.  Rir- 
noLPHus  Artopoeus  ende  tot  scribam  Idzardüs  Nk^olai  f. 

Sijn  oock  verschenen  van  den  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  van  Frieslant 
gecommitteert  synde  de  E.  heeren  Bennaert  Sappema  ende  D.  Stbrandtts 
Sicx^AMA,  thonende  haere  procuratie.  Welcke  gelesen  synde  sijn  de  voor- 
genoemde heeren  gewillichlick  ende  met  danck  ontfangen,  opdat  sij  met 
haren  autoriteijt  mochten  helpen  de  handelingen  des  synodi  bevorderen, 
ende  opdat  oock  naderhant  de  besluitingen  desselwigen  te  beter  int  werck 
gestelt  werden. 

Daemae  sijn  gelesen  de  procuratien  der  dienaren  en  ouderlingen  uit  een 
yder  classe  op  den  synodum  gecommitteert  synde.  Ten  eersten  syn  uit  den 
classe  van  Bolswert  gecommitteert :  als  dienaren  JoannEv^  Clcnckebiji.  ende 
GuALTERus  MoRLDfoius,  als  oudcrlingen  uit  Bolswerder  gemeijnte  Suffiudüs 
JoANNLs  ende  van  Nieulant  M.  Rombartus  PuocAi^; 


^)     Eigenhandige  naamteekening. 


115 

ten  2®n  uit  den  elasse  van  Franeker:  als  dienaren  Rudolphtts  Artopoeus 
ende  Regnerus  Falco,  als  ouderlingen  Wubrant  ELenricxz  uit  Franeker 
gemeinte  ende  D.  Onias  Geldorpius  van  Harlingen,  welcke  niet  ver- 
schenen is; 

ten  3«"  uit  den  elasse  van  Dockum :  als  dienaers  Engelbertus  Stülenius 
(welcke  niet  gecomen  is)  ende  Ernhestüs  Hiddingius,  als  ouderlingen  uit 
den  stat  Jaoob  Jacobsz  ende  Subrant  Peters  uit  het  lant; 

ten  4«"  uit  den  elasse  van  Leuwaerden :  Joannes  Hilbrandi  ende  Idzardus 
Ni(Y)LAi  als  dienaers,  ende  Eco  EwER'rea  uit  Leuwaerder  kerck  ende  I). 
Aedo  van  EisiNGA  uit  het  lant  als  ouderlingen; 

ten  5«n  uit  Sneecker  elasse :  als  dienaers  Gellius  Aocronius  ende  Goswoa's 
Geldorpius,  als  ouderlingen  Claes  Jelmersz  van  Sneeck  (welcke  niet  ver- 
schenen is)  ende  Brettutc  Feyckesz  uit  den  Hommerts. 

Nae  het  lesen  der  procuratien  ende  goetkenninge  der  personen,  die 
verschenen  waren,  sijn  de  acta  des  verledenen  synodi  Snecanae  alle  ge- 
lesen,  is  op  een  ijder  gelettet  ende  bevonden,  dat  van  enigen  int  ver- 
handelen der  gravaminum  achtemae  soude  gesproken  werden.  Int  besonder 
is  gelettet  op  seeckere  puncten  ende  besloten,  als  volcht: 

1.  Op  het  12®  gemerct  synde  is  besloten,  dat  den  heeren  G^conimit- 
teorde  Staten  memorie  sal  gegeven  werden  om  uit  den  naem  des  synodi 
den  collegio  der  E.  heeren  Staten  voor  te  houden ,  oft  haer  niet  raedsaem 
duncke,  dat  tot  het  dragen  der  oncosten  van  synodale  en  classicale  ver- 
gaderingen nae  de  wijse  van  den  Hollandischen  gemeinten  seeckere  siimme 
van  penningen  vergunnet  werden  uit  den  cloosteropcorasten  oft  immers 
uit  sulcke  middelen,  als  den  E.  heeren  raedsaem  duncke,  ende  dat  alsdan 
den  E.  heeren  geliewe  sulcx  te  effectueren. 

2.  Op  het  13®  gelet  synde  is  raedsaem  bevonden,  dat  men  alsnoch 
sal  by  den  E.  heeren  Gedeputeerde  aenhouden ,  dat  haer  gelieve  de  voor- 
gaeude  placaten  te  vemieiiwen  ende  den  grietslieden  emstelick  de  executie 
derselffder  te  belasten ,  naemlick  aengaende  de  outheiliginge  der  sabbathen , 
christlicker  feesten  ende  beeddagen ,  welcke  geschiet  door  dronckendrineken , 
arbeyden ,  awontspelen ,  dansscholen  te  houden  etce. ,  ende  dat  oock  daer- 
beneffens  sonderling  gedacht  werde  des  spelens  op  de  kerckhowen  insonder- 
heijt  voor,  onder  oft  nae  de  praedicatien ,  item  des  beijerens  met  den 
clocken,  des  luidens  tot  de  awontspelen  ende  voor  en  op  de  Papistische 
feestdagen,  in  sommige  dorpen  geschiedende  met  een  groter  clock  als  op 
andere  dagen,  item  des  dronckendrinckens  van  dien,  welcke  de  dooden 
beluiden,  ende  dat  in  de  kercken  oft  kerckentooms. 

3.  Aengaende  het   17®  is  besloten,  dat  de  breucke  des  pontgroots  te 

8* 


gewen  op  dese  tijt  sal  aenfangen  aengaende  de  dienaers  des  woorts,  weleke 
gedeputeert  synde  opten  synode  niet  verschijnen,  tensy  dat  sy  in  haren 
classen  genoechsame  reden  van  onschult  doen  blycken,  maer  belangende 
de  ouderlingen,  dat  men  sulcx  eerst  opten  naesten  synode  nae  desen  te 
houden  aenfange,  mits  dat  het  haer  intgts  te  kennen  gegewen  werde. 

4.  N,B,  —  Door  dien  occasie  is  mede  besloten,  dat  de  ouderlingen 
sullen  vermaent  werden  in  den  classicale  vergaderingen  mede  te  ver- 
schijnen ten  minsten  op  sidcke  tyden,  als  daer  censiu^  monim  wert 
gehouden ,  als  van  den  gravaminibus  des  classis  oft  aller  classen  wert  ge- 
handelt  ,  als  men  deputatos  ad  synodum  kieset  ende  de  acta  des  gehoudenen 
synodi  voorleset. 

5.  N,B,  —  Is  oock  door  occasie  vant  lesen  des  18°»  puncts  geresol weert , 
dat  de  deputati  synodi  niet  sullen  op  een  seeckeren  ordonnans  tijt  tesamen 
comen,  maer  indien  enige  saecken  niet  connende  vermits  cortheijt  des  tijts 
in  den  synodo  affgehandelt  werden  den  deputatis  in  handen  gegewen 
werden,  dat  alsdan  opt  spoedelixt  of  op  den  tijt  van  den  synodo  bestemt 
hare  tsamencompste  werde  gehouden  ende,  so  binnen  dat  jaer  andere  nieuwe 
swaricheden  resen,  dat  alsdan  het  classis,  daer  tsynodus  gehouden  is,  de 
deputatos  op  seeckeren  tijti  tesamenroepe  op  den  plaetse  des  laestge- 
houdenen  synodi. 

6.  Daernae  gesproken  synde  de  consensu  doctrinae  is  int  besonder  be- 
sloten van  den  Wederdoperen  rotterije ,  dat  men  alsnoch  aenhoude  by  den 
E.  heeren  Gedeputeerde  Staten,  dat  de  exercitie  van  haer  religie  belet 
werde,  soveel  immers  mogelick  is. 

7.  Ende  dat  oock  tot  dien  eijnde  de  dienaers  des  woorts  ende  school- 
meesters in  een  ij  der  classe  de  Belijdenis  der  Nederlantscher  kercken 
onderschrijwen,  alwaer  enige  mochten  bevonden  werden ,  die  het  niet  gedaen 
hebben. 

8.  Het  hebben  enige  schoolmeesteren  den  synodo  haer  request  doen 
behandigen,  versoeckende  dat  van  wegen  den  schooldienaren  int  gemein 
van  den  E.  heeren  Staten  becomen  mochte  werden  verbeteringe  des 
onderhouts  voor  allen  dien,  die  te  soberen  onderhout  hebben,  ende  oock 
het  naejaer  voor  den  wediiwen  ende  wesen  derselffden.  Welcker  versoeck 
aengaende  het  synodus  gOQn  ander  middel  van  verbeteringe  heeft  connen 
vinden  om  vooreerst  voor  te  nemen  dan  sulcke  schoolmeesteren  mitsdesen 
te  recommenderen  aen  den  dienaren  des  woorts  harer  plaetsen  om  by  den 
huislieden  des  dorps  hulp  tegen  hare  beswaemissen  te  versoecken  uit  de 
gevoechlixste  middelen. 


117 

9.  Door  seeckere  occiisio  vaut  placuct  des  huwelicx  meutic  geinacct 
synde  is  besloten,  dat  men  aenhouden  sal  by  den  E.  heeren  Staten  deses 
lants,  dat  het  oweral  gepubliceert  werd  e. 

10.  Als  Baucke  Pltbesz  tot  Witniaersum  seeckere  sijne  dachten  tegen 
het  classis  van  Bolswert  ende  int  besonder  tegen  enige  dienaers  desselwigen 
classis  voorgestelt  hadde ,  is  den  classi  voorgenoempt  belastet  de  dachten 
tegen  seeckere  drie  personen  gedaen  (welcke  den  deputatis  classis  geno- 
mineeii  sijn)  te  verstaen  ende  daervan  wetlicken  te  richten,  ende  dat 
binnen  de  tijt  van  ses  weken. 

Na  desen  allen   sijn  de  gravamina  classium  voorgenomen 
ende  voorts  besloten  dese  volgende  puncten: 

11.  Aengaendo  het  derde  gravaraen  classis  Bolsvardianae  is  besloten, 
dat  het  sal  blij  wen  by  de  voorgaende  resolutie  des  lantschaps,  naemlick 
dat  men  de  dienaers  des  woorts  op  de  vrye  pastorijen  sal  beroepen,  ende 
dat  men  niet  anders  ende  nieus  sal  versoecken. 

12.  Belangende  de  beyde  geschriften,  van  den  synoden  uit  Suitliollant 
aen  den  synoden  in  Frieslant  gesonden ,  is  eerstlick  gelet  op  de  translatie 
des  Nederlantschen  bijbels  ende  wert  het  owersetten  voor  een  nut  w^erck 
gehouden.  De  personen ,  tot  hetselifde  werck  van  den  voorgenoemden  synode 
genomineert,  sijn  desen  synode  genoechsaem,  ende  sal  voorts  oook  in  onsen 
vaderlant  tot  syner  tijt  een  reviseur  des  wercx  van  een  ander  synodale 
oft  deputatorum  vergaderinge  genomineert  werden. 

1.3.  Daemac  is  van  het  senden  der  dienaren  en  ouderlingen  jaerlicx 
na  den  synoden  der  anderen  lantschappen  gesproken,  ende  de  saeck  selft* 
OU)  correspondentie  te  houden  wel  voor  seer  goet  geachtet ,  maer  de  broe- 
deren sien  noch  ^een  middelen  om  die  te  connen  int  werck  stellen,  tenwaer 
saeck  dat  by  beiirten  jaerlicx  alleenlick  tot  een  synodum  een  oft  twe 
werden  gesonden.  Ende  van  desen  beiden  is  den  scribae  belastet  antwooi-t 
naer  Hollant  te  schrijwen. 

14.  Van  den  schoolmeesteren  is  nodich  geacht,  dat  de  ongeregelde 
voor  den  dasse  ontboden  ende  na  belioren  vermaent  werden  ende,  indien 
sulcx  te  vergeefTs  sij ,  dat  men  alsdan  hulp  aen  den  grietslieden  oft  oock 
den  heeren  Gedeputeerde  Staten,  des  nodich  synde,  soecke. 

15.  Aengaende  de  dorpen  Hempens  ende  Teerns ,  indien  het  niet  gelucket 
met  den  sendinge  des  dienaers,  welcke  het  dassis  van  Leuwaerden  onder 
handen  heeft,  dat  alsdan  van  denselffden  classe  de  saeck  sal  den  heren 
Gedeputeerden  Staten  opt  spoedelicxt  aengedient  werden  ende  versocht, 
dat  den  E.  heeren  geliewe  tewege  te  brengen,  dat  de  heer  van  Aemlant 


118 

int  beroepen  consentere,  ofte  dat  immers  sonder  vercortinge  syns  rechts 
in  toecomende  tijt  een  dienaer  aldaer  gesonden  werde  door  autoriteijt  der 
E.  heeren. 

16.  Voorts  belangende  seeckere  andere  dorpen  in  denselfFden  olasse 
als  Friens,  Wartena  etc.  wert  den  classi  belast  te  bestieren ,  dat  Ago.veus, 
dienaer  tot  Werregae ,  datselwige  dorp  alleen  sal  bedienen  ende  syn  onder- 
hout daervan  alleen  hebben,  doch  so  het  dorp  Werregae  alleen  hem  niet 
soude  connen  onderhouden,  dat  alsdan  het  naestgelegene  dorp  alleenlick 
met  Werregae  gecombineert  blij  we,  ende  dat  de  andere  dorpen  gecombineert 
synde,  soveele  een  dienaer  connen  onderhouden,  opt  spoedelixt  beroepen 
oft  haer  een  dienaer  oft  dienaren  gesonden  werden. 

17.  KB,  —  Den  deputatis  synodi  wert  beneffens  haer  gewoonlicke  last 
opgelecht ,  dat  sy  by  paren  ende  bij  beurten  nae  de  ordeninge  der  beurten , 
die  int  houden  der  synoden  waergenomen  werden,  nu  uit  het  eene  dan 
uit  het  ander  classe  (elck  paer  voor  de  tijt  van  twe  maenden)  aennemen 
de  sorge  en  achtinge  op  die  dingen,  die  in  synodo  besloten  syn,  oft  se 
int  werck  gestelt  en  naegecomen  werden  oft  niet,  ende  door  vermanen 
des  nodich  synde  haer  beste  daertoe  doen.  Ende  sullen  telckens  de  volgende 
twe  van  den  voorgaenden  vernemen,  wat  geeffectueert  sij  oft  niet. 

18.  Opdat  eenmael  in  den  Wouden  en  Stellinckwerff  het  h.  evangelium 
plaets  hebbe  tot  hoop  van  meerder  stichtinge ,  sal  by  den  E.  heeren  Gede- 
puteerde Staten  aengehouden  werden,  dat  hun  geliewe  den  grietslieden 
aldaer  te  belasten,  dat  sij  haer  hooöhste  vlijt  aenwenden,  dat  de  plaetsen 
aldaer  met  bequame  dienaers  versien  werden. 

19.  Van  den  saeck  Hermanni  Pupph  is  besloten,  dat  men  sal  arbeyden, 
dat  deselwige  Puppius  ter  eerster  gelegen theijt  ad  rectoratum  oft  andere 
beroepinge  gepromoveert  worde  oft  ten  minsten  in  een  ander  lantschap 
de  dienst  des  evangeliums  betrede,  tensij  dat  uit  den  judiciis  facultatum 
theologicanim  academiae  Leidensis  en  Franekeranae  ende  coetus  Embdani 
(tot  welcken  nomine  synodi  sal  geschrewen  werden  om  haer  judicium  met 
redenen  bevesticht  ower  te  senden)  anders  raedsaem  en  stichtelick  bevonden 
werde. 

20.  Gesproken  synde  vant  aennemen  Henrioi  Bernardi,  gewesenen 
dienaers  tot  Goutum,  welcke  geschiet  is  in  den  classe  van  Bolswei-t, 
hebben  de  deputati  desselwigen  verclaert,  dat  sij  hem  op  de  attestatie 
classis  Leovardianae  hebben  aengenomen,  niet  wetende  van  den  clausule 
in  den  synodo  Leovardiana  anni  1592  articulo  38  begrepen,  dat  hy  uit 
den  provincie  van  Frieslant  soude  datelick  getransfereert  werden,  ja  dat 


110 

s\j  kennisse  van  dien  clausule  gehat  hebbende  liem  niet  en  souden  hebben 
aengenomen. 

21.  Voorts  heeft  het  synodus  de  saeck  vant  aennemen  Henrici  Bernardi 
voorgenoempt  in  suspens  gelaten,  totdat  het  classis  van  Leuwaerden  ver- 
clare,  met  welcken  conditie  oft  in  welcken  maniere  Henriüo  voorgenoemt 
de  bowengemelde  attestatie  van  denselffden  is  gege wen ,  naemlick  oft  oock 
het  classis  gemeent  heeft,  dat  de  bowengeschrewene  clausule  van  uit 
desen  provincie  getransfereert  te  werden  soude  van  hem  Henkkx)  nagecomen 
werden,  also  dat  hij  in  Frieslant  geen  beroepinge  soude  aennemen,  ende 
oft  Hexriccs  sulcx  nae  te  comen  den  classi  niet  belooft  heeft,  met  dien 
conditie  de  attestatie  ontfangen  hebbende. 

22.  KB.  —  Also  bevonden  wert,  dat  soratijts  de  beroepingen  van  den 
dienaren  nae  lange  dilaij  werden  geresigneert ,  is  besloten,  dat  yemant 
een  beroepinge  hebbende,  welcke  hij  niet  dencket  aen  te  nemen,  binnen 
de  tijt  van  14  dagen  sal  resigneren,  ende  sal  volgens  ter  contrarie  doende 
van  den  classe  gecensureert  werden,  tensy  blycke,  dat  rijpe  deliberatie 
langer  tijt  nootlick  vereijsschet  hebbe. 

23.  Van  den  assignatie  der  dienaren  is  besloten ,  dat  men ,  indien  enige 
occasie  mochte  voorvallen,  die  sulcx  vereijsschede,  aen  den  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  versoecke,  dat  geen  geassigneerde  dienaren  binnen 
een  jaer  oft  twe  (nae  dat  mijn  E.  heeren  raedsaem  sal  duncken)  door  be- 
roepinge van  een  ander  dienaer  verdrewen  mogen  werden. 

24.  Is  oock  besloten .  dat  men  aen  den  h.  volmachten  deses  lantschaps 
versoecken  sal ,  dat  de  pensien  van  den  verstorwenen  monicken  en  baginen 
weder  aen  den  lantschappe  vervallende  oock  tot  onderhout  der  weduwen 
en  wesen  der  dienaren  des  woorts  ende  der  oude  schoolmeesteren  geim- 
ploijeert  werden. 

25.  N.B.  —  Nademael  bevonden  wert ,  dat  ledematen  der  Gereformeerde 
gemeinten  alsnoch  somwijlen  met  bedelbriewen  ende  oock  met  slechte 
attestatien  omlopen  en  verscheyden  personen  oft  gemeinten  lastich  sijn, 
wert  besloten,  dat  niet  alleenlick  de  bedelbriewen  na  voorgaende  besluitingen 
siillen  niemant  gegewen  werden,  maer  dat  oock  ^een  slechte  attestatien 
gegewen  werden  sulcke  ledematen ,  die  niet  metterwoon  vertrecken ,  opdat 
sodanige  niet  misbruict  werden. 

26.  Het  synodus  vemieuwet  wederom ,  tgeen  in  andoro  synoden  gelyck 
oock  van  het  lantschap  besloten  is,  dat  dorpen,  die  alleen  oen  dienatT 
connen  onderhoiiden ,  alleene  een  sullen  houden ,  ende  volgens  dat  sodanige 


120 

noch  gecoinbineert  syiule  oft  combinatie  soeckende  niet  langer  gecooibi- 
neert  syn. 

27.  N.B,  —  Is  besloten  van  den  studiosis  theologiae  in  den  academie 
tot  Franeker  haer  studie  goabsolveert  hebbende,  dat  sij  alleenlick  in  den 
elasse  tot  Franeker  sullen  geexamineert  ende  tot  het  ministerium  toegelaten 
werden ,  tenwaer  enige  van  haer  uit  een  anderen  elasse  voor  het  examen 
beroepen  werden. 

28.  Den  classi  van  Dockum  wert  belast,  indien  sy  bevinden,  dat  de 
sententie  der  heeren  van  den  Howe  sulcx  vermach,  haer  best  te  doen, 
dat  TnEODOiticüs  Petri,  tot  Collum  tot  noch  toe  gestaen  hebbende,  beroe- 
pinge  mach  hebben  in  den  Wolden,  ende  daerom  versoecken  aen  den 
grietslieden  aldaer,  dat  s^  haer  vlijt  tot  dien  einde  aenwenden  ende, 
indien  sulcx  niet  gclucket,  dat  sij  arbeyden,  dat  hij  aldaer  een  assignatie 
hebbe. 

29.  Item  dat  het  classis  goede  achtinge  neme  op  sulcke  dienaers,  die 
alsnoch  haer  gagie  genieten ,  van  wegen  dat  sij  int  pausdom  priesteren  oft 
andere  religieusen  geweest  sijn,  hebbende  anders  genoechsaem  onderhout 
hares  dienstes. 

30.  Van  Rudolpho  ürrERwucK,  onwettelick  wederom  als  dienaer  in 
Frieslant  ende  tclasse  van  Bolsweil;  gecomen  ende  enigermaten  van  den 
elasse  toegelaten  synde,  is  besloten,  dat  hij  in  desen  provintie  sijn  dienst 
niet  sal  doen  ende  nochtans  de  gagie  syner  tegenwordiger  plaetse  ten 
alderlangsten  tot  toecomende  Meije  genieten,  indien  liij  niet  so  gering 
anders  sal  connen  versorget  werden.  Ende  sal  het  classis  raiddelcrtijt  de 
dienst  bewaren. 

31.  Aengaende  het  gra vamen  van  het  classis  der  Wouden  weder  in 
integrum  te  restitueren  wert  sulcx  voor  dese  tijt  noch  om  redenen  opge- 
schortet,  insonderhe^t  dewijl  doch  niemant  van  den  dienaren  uit  dien 
plaetsen  voor  den  synodum  gecompareert  is,  die  sulcx  vei*socht  heeft. 

32.  Van  den  acten  der  nationale  synoden  is  btisloton,  dat  alle  (klassen 
cx)pien  van  allen  dien  sullen  hebben  en  bewaren  ende  oock  alle  jaren  eens 
in  haren  vergaderingen  voorlesen. 

33.  Het  toecompstige  synodus  tot  Franeker  te  houden  sal  acht  dagen 
nae  Pinxsten  aenvangen  ende  intijts  uitgeschrewen  werden. 

34.  De  deputati  synodi ,  die  voor  dit  jaer  tot  den  tijt  des  toecompstigen 
synodi  toe  hare  belastingen  bowen  uitgedruct  sullen  hebben  tot  opbouwinge 
der  gemeente ,  syn  dese  volgende  personen :  uit  Bolswerder  elasse  JCgedius 


121 

EBEitf:ciiT  als  dienaer  ende  Timex  Reunersz  tot  Worckura  als  ouderlinck; 
uit  Franeker  classe  Joannes  Petri  tot  Dronryp  als  dienaer  ende  D.  Onias 
Geldorpius  tot  Harlingen  als  ouderlinck ;  uit  den  classe  tot  Dockiiin  Joaj^nes 
NicoL.u  als  dienaer  ende  D.  Meinardus  Scheltontüs  als  ouderlinck;  uit 
Leuwaerder  classe  Hermannus  Kolde  als  dienaer  ende  Jttrian  Henric!x  tot 
Leuwaerden  als  ouderlinck;  uit  Sneecker  classe  Joannes  Bogerman  als 
dienaer  ende  Wubrant  Heerckes  tot  Bosum  als  ouderlinck. 

Ende  is  also  eintlick  na  gehoudene  censure  en  dancksegginge  het  synodus 
geoindicht,  ende  sijn  de  bowengeschrewen  acta  den  synode  voorgelesen, 
tot  bevestinge  uit  den  naeme  desselwigen  van  praoside  en  scriba  onder- 
geteickent  op  huiden  den  lö«"  Julij  anno  1601  binnen  Bolswert. 

Onder  stont  gess. :  Rudolphts  Artopoeus  ,  synodi  praeses ,  ende  Idzaiujus 
NiwLAi  f.,  scriba  synodi. 

Accordeert  met  den  principale,  oirconde  mijn  naem. 

Idzardxts  NiüOLAi  f. ,  scriba  synodi.  l) 


Copie. 
Acta  syfwdi  Franequeranae  anno  160:3. 

op  huyden  den  l*""  Junij  anno  1602  is  byiengecoraen  het  sijiiodus 
binnen  Franeker ,  ende  is  nae  die  anroepinge  des  naems  Godts  met  miesten 
stemmen  gecoren  tot  praesidem  D.  Petkus  Hartenbergius  ,  dienaer  des 
g.  woerts  binnen  Franeker ,  ende  Johaxnes  Booerman  ,  dienaer  des  g.  woorts 
binnen  Snieck ,  tot  scribam.  Daemae  is  D.  Hartenbeiuuo  op  zijn  versoeck 
geaccordiert  te  mogen  hebben  D.  Bernhardum  Füllenium,  dienaer  binnen 
Lieuwaerden,  tot  assessorem. 

Nae  die  anderde  anroepinge  des  naems  Godts  zijn  verthoont  die  ci*e- 
dentzbrieven  der  volmachten  aller  dassen  ende  zijn  met  die  personen  voer 
goet  gekent.  Die  personen,  die  verschenen  zijn  oj)  desen  synodo,  zijn  deso: 

wt  classe  Franekeranae :  D.  Petrus  Hartenberuius  ende  D.  Sibrandus 
VoMELius  als  dienaren  ende  Wljbe  Jacobs  ende  Jurian  Harmensz  als  oudei- 
lingen; 

wt  den  classe  van  Doccum :  D.  Johannes  Ni(X)lai  ende  Berxardus  Gornelii 
als  dienaren,  Remmert  Reytses  als  ouderlinck;  Joost  van  Hierma  is  nijet 
verschenen ; 

wt  den  classe  van  Lieuwaerden :  D.  Bernardus  FuLLENrus  ende  Aijnoldus 


1)     Deze  naamteekening  is  eigenhandig. 


122 

Tkbbixcuus  als  dienaren,  Popcke  van  Roorda  ende  Juriaen  Hendrixz  als 
ouderlingen ; 

wt  Sniecker  classe:  Johaxnes  Bogerman  ende  Hfgo  Petreius  als  dienaren, 
WvHREN  Herckesz  ende  Hans  Tyemmes  als  ouderlingen; 

wt  Bolswaerder  classe :  JCijIdius  Eberecht  ende  Johannes  Heucklum  als 
dienaren,  Ipe  van  Aylva  ende  Sibrandus  Papma  als  ouderlingen. 

1.  Is  daemae  van  D.  Rodolpho  Artopaeo,  d'gecoramittiert  was  van  de 
volmachten  der  dassen  om  het  leger  desen  somer  te  bedienen,  begiert 
dat  zijn  substitutie  van  D.  ^Egidio  Eberecht  in  zijn  plaetze,  alsoe  hem 
siücx  doer  missive  van  den  E.  heren  Gedeputierde  toegelaten  is,  mochte 
van  den  synodo  werden  approbiert.  Daerop  gesloten  is,  dat  vermits  die 
cortheyt  des  tijts  niet  can  lyden,  dat  die  saeeke  gehandert  werde,  als 
het  recht  der  kercken  wel  soude  eyschen  D.  ^Egiditjs  sal  gesubsti tuiert 
zijn,  ende  dat  die  magistraet  van  Bolswert  als  oeck  die  kerckenraet  sal 
versocht  werden  van  synodo  (als  datelyck  geschiet  is)  om  niet  te  willen 
in  desen  swaricheyt  maecken ,  dat  oeck  nyemant  die  vemietinge  ofte  beter 
die  veranderinge  van  de  kiesinge  der  volmachten  classium  sal  moegen 
strecken  tot  ienege  navolginge  om  die  gewichtige  reden ,  welcke  die  magi- 
straet van  Franeker  gehadt  heeft  om  Rodolphum  Artopajeum  te  willen  be- 
houden, als  daer  zijn  kenlycke  swackheyt  zijns  collegae,  tijt  van  pest 
ende  andere. 

2.  Is  van  den  kerckenraedt  van  Franeker  begiert,  dat  ien  wt  het 
midden  des  synodi  gecoren  mochte  werden  om  predicatie  te  doen.  Is 
besloten,  dat  minister  loei  om  oersaecken  diesel vige  sal  doen. 

3.  Alsoe  tclassis  van  Franeker  nijet  versocht  hieft  twie  gecommittierde 
wt  de  E.  heren  Gedeputierde  om  desen  synodo  bij  te  wonen  tegen  tbosluijt 
des  synodi  in  voorlijden  ende  laest  in  den  sijnodo,  binnen  Sneeck  anno 
1600  gehouden,  genomen,  so  ist  dat  het  besluijt  des  vorigen  synodi  is 
bevesticht  ende  die  van  de  classe  van  Franeker  als  roocklooslyck  gedaen 
hebbende  daerover  sullen  gecensuriert  worden  ende  vermaent  om  in  sulcx 
hem  hierna  te  beteren. 

4.  Diewyle  vant  gewesene  classis  van  den  Wouden  zieckere  dienaren 
vei^schenen  sijn  om  ijets  te  versoecken  belangende  haer  classe,  is  haer 
voer  antwoort  gegeven,  dat  van  dese  saicke  hiemae  gehandelt  sal  worden. 

Sijn   daemae  gelesen  die  acta  synodi  Bolswardianae  des 
vorigen  jaers. 

5.  Is  ierst  gesproken  van  ien  middel  om  oncosten  te  becomen  tot 
houdinge  der  synodale  ende  classicale  byiencomsten  ende  is  besloten,  dat 


128 

men  sick  sal  reguleren  nae  de  apostille  der  E.  heren  Q^deputierde  gegeven 
op  ien  artyckel,  van  de  dienaren  hun  gepresentiert ,  dwelcke  inhout,  dat 
men  sal  arbeyden,  dat  die  gecommittierde  dienaren  ende  ouderlingen 
mogen  sulcx  genieten  wt  die  benefieiegoederen  der  respective  plaetzen 
tweten  derselver,  wt  welcker  part  samptlyck  zij  gecommittiert  worden, 
ende  dat  sulcx  doer  induceren  zal  geschieden  nae  discretie  iens  jegelicken 
dienaers. 

6.  Belangende  het  4  artyckel  synodi  Bolsvardianae  is  tot  verclaringe 
desselvigen  besloten,  dat  het  sal  effect  sorteeren,  mits  nochtans  dat  het 
classis  niet  zij  ofte  gehouden  werde  in  minder  achtinge  oft  cracht,  soe 
de  ouderlingen  versocht  ende  vermaent  zynde  nijet  verschijnen. 

7.  Opt  seste  artyckel  is  voorgebracht  ien  apostille  der  E.  heren  Gede- 
piitierde,  gegeven  op  ien  artyckel  in  synodo  Doccumana  anno  97  over- 
gelevert,  alsdat  Pieter  van  Geulen  zijn  leren  binnen  desen  lantschappe 
soude  verboden  werden.  Daerop  besloten,  men  sal  aenhouden,  dat  heren 
Staten  haer  apostille  willen  cracht  gewen. 

8.  Bovendesen  diewyle  op  sommige  plaetzen  als  Lieuwaerden ,  Snieck , 
Schraert,  die  vremde  ende  van  andere  plaetzen  als  incoraende  Weder- 
doopsche  leeraers  gewiert  worden  deur  bevelen  des  overheijts ,  is  besloten , 
dat  men  aen  d'Gedeputierde  sal  versoecken,  dat  sij  alle  overheden  in 
steden  ende  plattelanden  willen  bevielen  dieselve  te  weren  huijten  haren 
bedrijve. 

9.  Op  het  versoeck  der  gecommittierde  van  Oesterlietens  begerende, 
dat  het  synodiis  wilde  des  classis  Leovardianae  oordel,  wtgesproken  over 
den  beroepinge  op  Johanxem  Hilbkandi  ,  van  den  voorgenoemde  ingesetene 
van  Oesterlietens  gedaen,  casseren  ende  annullei'en  ende  Joannem  voersz. 
hun  toewijsen ,  is  besloten ,  dat  des  classis  sententie  op  redenen  gefondiert 
zynde  zal  achtervolcht  werden,  verwerpt  also  synodus  in  desen  haer  appel. 

10.  Nopende  het  10  artyckel  hebben  dVolmachten  des  classis  van 
Bolswert  ingebracht,  tgene  van  den  classe  binnen  den  voergostelden  tyt 
gedaen  was. 

11.  Belangende  den  15  ende  16  artickelen  hebben  die  volmachten  des 
classis  van  Lieuwaerden  relaes  gedaen,  vuijt  welcke  verstanden  is,  dat 
zij  haer  vuijtterste  neersticheyt  aengewendet  hebben  ende,  vermits  noch 
weynich  wtgericht,  sullen  deselven  nae  vermogen  alsnoch  die  hant  aen 
die  saicke  houden. 

12.  Op  het  17  gemerckt  grote  ende  gehele  versuymnisse  bevonden  wert 


124 

iii  tselve  by  allen  deputaten  des  voergangenden  synodi ,  wort  die  resolutie 
alsiioch  bevosticht  ende  sal  hiemae  beter  int  werck  gestelt  worden. 

13.  Belangende  het  20  ende  21  artickelen  van  zaicke  Henrici  Beknakdi 
zoe  ist,  dat  het  synodus  gesien  hebbende  het  rappoirt  der  volmachten 
van  Ijieuwaerden ,  om  welcx  te  horen  die  handel  in  den  voergaenden  synodo 
opgescortet  is,  oeck  rijplijck  overgeleyt  hebbende  die  besluijtingen  aller 
synoden  hierover  genomen ,  oeck  in  deser  tegenwoerdige  vergaderinge  der 
volmachten  gehoort  hebbende  getuigen,  die  beken tenisse  sijner  misdaden 
vuijt  eygene  mont  gehoort  hebben,  ten  diel  noemende  mede  ocularem 
testem,  besluijt  eyntlijck  ende  eendrachtlijck ,  dat  Henricub  vernoemt  sal 
<latelyck  van  zijnen  dienst  in  dese  provincie  sick  onthouden,  ende  wort 
den  classi  van  Bolswert  iemstlijck  belast  hem  van  zijn  plaetze  te  doen 
verti*ecken  binnen  die  tijt  van  twie  maenden,  wil  oeck  dat  bij  faute  van 
haer  neersticheyt  in  desen  den  Gedeputierden  van  den  gecommittierdcn 
des  synodi  sulcx  geremonstriert  worde  om  daerin  te  versien  naer  behoren , 
dat  oeck  die  grietman  des  plaetses  sal  doer  twie  mannen  van  dese  saicke 
verstant  hebbende  vermaent  ende  geinduciert  werden  om  die  sententie  des 
synodi  teffectueren.  Die  mannen  daertoe  gecommittiert  zijn  D.  Goss.  Gel- 
DORpius  ende  d'edele  Ipe  van  Aylva. 

14.  Op  den  80  artyckel  woi-t  Bolsvardianae  classi  iernstlyck  l)elast, 
(lat  zy  bestueren ,  dat  K.  Uterwijck  opt  s[)oedichst  nae  zijn  gedane  beloften 
ende  besluijt  des  synodi  vertrecke. 

15.  Soeviel  het  31  artyckel  belangt  ende  oeck  tversoeck  der  gecom- 
mittierde  dienaren  wt  den  Wouden  bovengemelt,  besluqt  het  synodus, 
dat  nae  die  sententie  des  synodi  Jouranae  alle,  die  tot  noch  toe  in  haero 
ongehoersaemheyt  voertgevaren  zijn,  sullen  gehouden  zijn  binnen  die  tijt 
van  ses  wiecken  in  die  naestgelegene  dassen  volcomene  schidtbekenninge 
te  doen  nae  wtdruckinge  des  synodi  Jouranae  ende,  zoe  zy  sulcx  tot 
contentement  der  dassen  ziillen  naecomen,  dat  alsdan  hen  gegunt  wort 
weder  nae  gewoonte  dassein  thouden,  maer  alsoe  dat  van  classe  Leovar- 
diana  ende  Snecana  op  haer  doen  nierstige  achtinge  genomen  werdo 
om  op  den  naestvolgenden  synodum  in  te  brengen  him  wedervaren,  maer 
soe  sy  haer  ongehoersaem  dese  milde  sententie  des  synodi  sullen  stellen, 
dat  zij  alsdan  nae  desen  tijt  sullen  gesuspendiert  zijn  van  haren  dienst 
ende  daervoor  gehouden  worden  bij  allen  dassen  ende  gemeynten  deser 
provincie. 

16.  Is  opt  vijf  te  artyckel  ienege  distinctie  van  den  synodo  bijgevoecht, 
dat  naemplyck  de  deputati  synodi  zullen  nae  eysch  der  swaricheden  ter 
plaetzen  tzamencomen ,  daer  die  gelegentheyt  der  saicke  vordert ,  dat  men 


125 

elders  niet  gevoechlijck  dezelve  sal  coenen  vuijt voeren  oft  met  meerder 
swaricheyt. 

17.  Belangende  die  verseryvinge  der  Gedeputierde  is  besloten,  dat 
men  sal  versoecken,  dat  de  E.  heeren  oft  wt  het  midden  van  haer  ofte 
andere  nae  haer  believen  willen  committeren  ledematen  der  kercken  zynde 
om  de  synodale  vergaderinge  bij  te  wonen. 

18.  Om  tesamen  te  stellen  de  resolutien  der  partieulere  synoden  deser 
provincie,  in  welcke  versuymnisse  oft  contrarieteijt  by  de  kercklycke 
personen  bevonden  wert,  oft  de  authoriteijt  ende  tbehulp  der  E.  heren 
Gedeputierde  tot  wtvoeringe  derselven  van  nooden  is,  zyn  gedeputiert  D. 
RoDOLPHus  Artopaeus  ende  D.  Joannes  Hilbraxdi  tegenwoordich  zynde 
om  sulcx  datelyck  tbeginnen,  opdat  zij  van  den  synodo  overgesien  mogen 
werden. 

Hiemae  zijn  die  overgesondene  gravamina  gelesen. 

19.  Overt  ierste  gravamen  om  tot  ien  goeden  effect  te  brengen  de 
resolutien  der  synoden  by  de  overicheyt  is  van  den  synodo  dit  voer  het 
beste  middel  bevonden  ende  bevesticht,  dat  twie  der  volmachten,  die  in 
desen  tegenwoerdigen  synodo  verschenen  zyn,  anvancklyck  ende  daernae 
die  deputati  synodi  op  ien  yder  maent  per  vices  nae  ordening  der  classen 
zullen  reysen  nae  Lieuwaerden  om  by  den  E.  heren  Gredeputierde  aen  te 
houden ,  dat  alle  moge  iemstlyck  bevordert  worden ,  ende  dat  die  classen 
mannen  wtstellen ,  die  allen  grietslieden  onder  haer  sorterende  oeck  hier- 
over stiets  nae  aensien  der  saecken  begroeten  ten  gelycken  eynde.  Deser 
mannen  ampt  sal  oeck  zyn  die  overheden  der  steden  neffens  die  gedurige 
arbeyt  der  dienaren  van  de  steden  over  tzelve  ansoecken.  Dat  oeck  om  nae 
het  vertreck  der  volmachten  de  heren  Gedeputierde  tbegroeten  ende  de 
zaicke  in  stedigen  swanck  te  houden,  sullen  van  den  classe  Leovardiana 
wt  haer  twie  gecommittiert  werden  om  sulcx  te  doen ,  ende  den  volgenden 
volmachten  oft  deputaten  comende  opening  van  de  stant  der  zaicken  te 
doen. 

20.  Op  het  twiede  gravamen  van  de  assignatien  wil  het  synodus,  dat 
men  sal  aenhoiiden  by  den  E.  heren  Gedeputierde ,  dat  zij  die  ingesetene 
der  plaetzen,  die  deur  versuijmnisse  der  kiesinge  binnen  ses  wiecken  rede 
vervallen  zyn ,  willen  belasten  om  binnen  die  tijt  van  ses  wiecken  haer  te 
versien  van  ien  dienaer ,  ofte  dat  bij  faute  van  sulcx  alsdan  sendinge  plaets 
hebbe,  oft  van  de  classe  met  approbatie  der  E.  heren  int  werck  gestelt 
werde  nae  older  gewoente,  dat  is  in  perpetuum  geldende,  tenwaer 
dat  by  den  classe  om  gewichtige  redenen  anders  raedtsaem  bevonden 
worde. 


126 

21.  Die  van  den  Wouden  ontfangen  hebbende  copie  der  bovengestelde 
sententie  ende  vermaent  zynde  om  ienich  antwoert  in  te  brengen  hebben 
gepresentiert  schultbekenninge  te  doen,  als  haer  die  schuit  aengewesen 
worde ,  opdat  zij  niet  meer  mochten  bekennen ,  als  misdaen  is.  Daerop  hen 
sulcx  wt  ongehoersaemheyt  nefFens  die  sententie  synodi  Jouranae  aenge- 
wesen is  ende,  als  z\j  versochten,  dat  zieckere  volmachten  van  haer 
wtgemaeckt  mochten  werden  om  van  harenwegen  die  schidtbekenninge  in 
den  dassen  (als  in  de  sententie)  te  doen ,  is  besloten ,  dat  zij  alle  in  eygener 
persoen  sullen   verschynen  om  haer  schultbekenninge  te  doen  als  boven. 

22.  Belangende  het  3  gravamen  van  de  rekeninge  der  kercke  van  de 
benefidjguederen  is  besloten,  dat  sulcx  sal  geschieden  ende  dat  doer 
missive  der  E.  heren  die  huijsslieden  sullen  gehouden  werden  om  die  twie 
dienaers  des  classis  tontfangen ,  daertoe  d'E.  heren  versocht  zullen  werden. 

23.  Op  het  4  gravamen  van  den  studiosis  theologiae,  die  haer  studia 
in  de  academie  van  Franeker  geabsolveert  hebben,  is  besloten,  dat  die 
vorige  besluytinge  des  synodi  Bolsv.  aiüc.  27  sal  effect  sorteren  ende, 
soe  nae  die  conditien ,  in  den  artyckel  gementioniert ,  zij  tot  anderen  dassen 
mochten  comen ,  dat  men  se  niet  sal  examineren  sonder  gesiene  genoeoh- 
same  getuychenisse  classis  Franequeranae  van  haer  leven ,  dat  zij  betjuaeni 
zijn  om  ten  examen  toegelaten  te  worden. 

24.  Alsoe  ien  Joannes  Hattümensis  versocht  heeft  om  gerecommandiert 
te  werden  aen  die  van  Oesterlietens ,  ende  verstaen  is,  dat  hij  ien  alumnus 
Geldriae  is,  soe  besluijt  het  synodus,  dat  het  classis  van  Franeker  wt  name 
des  synodi  sulcx  sal  doen ,  mits  dat  hy  ierst  verthone  schriftlicke  apostille 
der  lieren  van  Q^lderlant,  dat  hem  toegestanden  zij  elders  burjten  haer 
provincie  plaetze  te  soecken,  ende  soe  het  classis  tusschendien  ghien  lie- 
quamer  vynt  om  daertoe  te  recommanderen. 

25.  Also  van  den  overtredinge  des  6  artijckels  anno  85  ende  O  anni 
1600  op  sommige  plaetzen  exemplen  werden  bevonden,  wort  allen  dassen 
iernstlyck  l)elast  van  desen  haer  nae  behoren  te  quiteren. 

20.  Dewijl  oeck  in  de  comedij spoelen  overtredinge  wert  bevonden ,  wort 
gelyck  van  het  vorige  belast  allen  dassen  ende  kercken  daerin  te  versien 
nae  behoren. 

27.  tSynodus  gesien  hebbende  het  extract  der  twie  gecommittierde , 
getrocken  wt  die  synodale  besluytingen  als  boven,  bevesticht  dieselvo 
artieulen  ende  belast  den  volmachten  ende  deputatis  synodi  volgende  die 
bovengemelde  commissie,  dat  zij  sullen  arbeyden  om  neffens  die  decreta 
deses  ende  des  vorigen  synodi  d'selve  int  effect  te  brengen ,  soe  in  dassen 


127 

ende  gemeynten  doer  kercklycke  personen,  als  by  den  overheden  deser 
provincie  nae  eysch  der  artyckelen. 

Het  extract  wort  in  het  eynde  gestelt. 

28.  D'wyle  voergeworpen  is,  dat  die  vuijtschrijvinge  van  de  laeste 
landtsdach  als  ongewoenlyck  zynde  behoert  verandert  te  worden  van  de 
Gtedepiitierde  in  futurum,  belangende  dat  die  dienaren  met  coeters,  knechten 
etc.  gewiert  zijn  buijten  die  vergaderinge  der  huijsluijden  binnen  haren 
dorpen  om  gien  stemminge  aldaer  te  hebben  tot  kiesinge  der  volmachten , 
is  besloten,  dat  by  de  G^edeputierde  aengehouden  sal  worden,  dat  hen 
believe  zulcke  vuijtschrijvinge  als  tot  nadiel  der  dienaren  ende  cleyn- 
achtinge  des  dienstes  streckende  daerin  te  veranderen 

29.  Gemerckt  zieckere  dachten  vallen  van  de  bedroefFde  staet  der  ge- 
meynte  van  Harlingen  doer  grote  fauten  Harmanni  EvLooNn  ten  princi- 
paelsten ,  soe  belast  het  synodus  den  deputatis  synodi ,  dat  zij  gelycklijck 
praecise  den  vyffden  Julij  naestcomende  hen  zullen  vervoegen  binnen 
Harlingen  om  informatie  te  nemen  bij  desen  tegen woerdigen  ende  den 
ouden  kerckenraet  van  sulcke  gebriecken  alle  om ,  soe  het  alsoe  bevonden 
wort,  hem  met  alle  stichtlycke  middelen  vandaer  te  transfereren. 

30.  Alzoe  menigerleye  beschuldingen  van  classe  Franequerana  ingebracht 
zijn  tegen  Hieronymtjm  Hoenderbrinöer,  dienaer  te  Sexbierum,  ende  daer- 
tegens  HiEROwiitfus  velerleij  verontschuldinge  ende  tegenclachten  voergestelt , 
het  sijnodus  op  Godes  eere,  lieffde  ende  stichtinge  der  gemeynte  rijpelijck 
gelet  hebbende  besluijt,  dat  tgene  gesproken  ende  gehandelt  is  tnsschen 
hen  voer  het  verdrach ,  van  den  deputatis  classis  met  Hieronymo  voernoenit 
ende  zijn  kerckenraet  (alsoe  het  sjnodus  die  conditien  desselvigen  wt 
(lenselven  verstanden  hieft)  gesloten ,  sal  nae  die  christelicke  liefde  vergeten 
ende  onder  die  voet  getreden  zijn ,  ende  dat  Hieronvmus  van  tgene  daernae 
van  hem  in  cleynachtinge  des  classis  misdaen  is,  schultbekenninge  in 
tegen woerdicheyt  des  synodi  sampt  bywesen  des  classis  sal  doen,  ende 
voemeemlijck  van  zyn  stouticheyt  ende  cleyne  eerbiedinge  netTens  die 
classicale  vergaderinge  vermaent  werden  om  hierin  hem  voerder  te  beteren, 
dat  insgelix  tclassis  sal  gehouden  zijn  hiernae  in  vrede  ende  ienicheyt 
sonder  affecten  met  Hteronymo  te  leven  ende  hem  voer  ien  ledemaet  des 
classis  aen  te  nemen  ende  te  houden,  bevelende  ien  yeder  partye  sulcx 
nae  te  comen. 

31.  De  partijen  gevraecht  zijnde,  oft  zij  hen  des  synodi  oordel  vol- 
comelyck  onderworpen  ende  tbesluyt  wilden  naecomen,  hebben  die  van 
de  classe  van  Franeker  tegenwoerdich  zynde  sulcx  voer  liaer  aengenomen. 
Hieroxymus  hieft  sulcx  geweygert  ende  hieft ,  het  besluy t  hem  voergelesen 


128 

zynde,  tot  die  Gedeputierde  heren  geappelliert.  Daerop  het  synodus  hem 
vermaent  hieft  tegens  die  naestcomende  sessie  ien  beter  antwoert  in  te 
brengen  oft  andereins  te  sullen  disponeren  tot  zijn  nadeel. 

32.  Belangende  die  swaricheyt  wt  classe  Doccumana  van  de  dienaers, 
die  noch  als  voer  gagie  trecken  wt  cloosteropcomsten ,  vanwegen  dat  zq 
in  het  pausdom  gestaen  hebben,  is  den  classi  van  Doceum  belast  om 
daerin  te  handelen  nae  haer  discretie. 

33.  Is  besloten,  dat  gien  commissien  van  de  volmachten  mogen  op 
den  synodus  verthoent  oft  aengenomen  werden,  oft  zij  sullen  generael 
zijn  nyet  allien  macht  gevende  van  de  overgesondene  gravaminibus,  maer 
eyntlyck  ende  crachtlijck  te  besluyten  van  alle  voervallende  saecken,  wel 
verstaende  dat  die  resolutien  nijet  stryden  met  Godes  h.  woert  ende  het 
heijlsaem  gebruyck  der  Nederlantsche  kercken. 

34.  D'ouderen  nijet  nae  haer  wterste  vermogen  houdende  hare  kinderen 
in  matige  cledinge,  cristlycke  tucht,  noch  onthoudende  van  allen  dants- 
scholen,  sangereijen  ende  andere  onbehoerlycke  vergaderingen  sullen 
angesproken  werden  ende  bestraft  ende,  soe  zij  wegerlijck  ende  hertneckic^h- 
l^^ck  hierin  haer  betonen,  alsdan  van  het  nachtmael  geweijgert  werden 
ter  tijt  der  beteringe.  Dit  sal  oeck  geschieden  over  huysheren  in  tsolfdc 
bevonden  neffens  haer  dienstknechten  oft  dienstmaechden. 

35.  Classi  Doccumanae  wort  belast  aen  d'G^deputierde  tversoecken, 
dat  Tammo  Leranus  moge  vercrijjgen  ien  redelijcke  pensie,  ter  tijt  hij  van 
haer  oft  classibus  met  ien  schooldienst  ofte  kosterie  geholpen  worde  om 
te  mogen  leven  ende ,  soe  sulcx  van  de  heren  affgeslagen  wort ,  dat  alsdan 
het  classis  voer  hem  sorge  drage  ende  in  desen  hulp  aen  anderen  dassen 
begere. 

3G.  Het  24  artyckel  des  laesten  synodi  sal  versocht  werden,  als  daer 
gemeldet  is  aen  den  E.  heren  volmachten,  ende  dat  in  conformiteyt  met 
die  naestgelegene  provinciën. 

37.  Het  classis  van  Lieuwaerden  sal  versoecken  aen  d'heren  Gedepu- 
tierde ,  dat  d'soon  van  de  weduwe  Lollh  ,  gewesene  dienaer  opt  Bil ,  moge 
ien  provisionale  pensie  gegunt  worden,  ter  tijt  dat  d Volmachten  op  den 
landtsdach  sulcx  volcomelyck  accorderen ,  oeck  iernstlyck  haer  soon  binnen 
Lieuwaerden  wonende  vermane  nomine  synodi  om  christlyck  behulp  zijn 
moeder  te  bewijsen.  Desen  faillerende,  dat  oft  tclassis  van  Lieuwaerden 
met  behoerlicke  middelen  nae  discretie  de  behulplijck  hant  daeraen  houde , 
oft  dat  men  bestuere,  dat  d'overheyt  van  Lieuwaerden  van  de  E.  raedt 


129 

der  stadt  Franeker  doer  missive  begroetet  worde  van  desen,  opdat  door 
iene  van  alle  dese  middelen  de  weduwe  geholpen  werde. 

38.  Het  classis  van  Doccum  wort  belast,  dat  zij  doer  inductie  zullen 
d'ingesetene  van  Blij  soecken  te  bewegen  om  haer  schoolmeijster  Feycke 
te  continueren,  welcke  sonder  reden  wort  verstanden  vandaer  gedreven 
te  worden,  dat  oeck  Bernardus  FuLLEiaus  onse  broeder  van  desen  den 
grietman  des  plaets  scriftlyck  oft  andersins  sal  begroeten. 

39.  Soe  dienaren  zijn,  die  gien  gemeynte  landwaerts  versanielen,  sal 
ien  yedere  classis  neerstige  acht  hierop  nemen  om,  soe  het  bij  schuit  der 
dienaren  toecompt,  hen  daerover  nae  eysch  der  saicken  te  censureren 
ende  tot  meerder  neersticheyt  constringeren ,  oft  anders  daerin  te  versien. 

40.  Alsoe  oeck  menigerleye  ergemisse  gegeven  wort  van  den  predi- 
canten ,  die  pastenen  verhuerende  grote  ende  onmatige  geschencken  daervan 
nemen,  is  besloten,  dat  regaerd  daerop  genomen  sal  werden  van  de 
classen,  dat  met  neersticheyt  alle  abusen,  gelijck  menige  gepliecht  tzijn 
bevonden  wert,  gewïert  mogen  werden,  ende  daer  ijemant  onwetlycke 
oft  onbehoerlicke  gescencken  hieft  ontfangen,  dat  het  classis  alsodaenen 
constringere  tot  restitutie  van  tgene  onwetlijck  ontfanghen  is,  ende  dat 
nieraant  meer  mach  neemen,  als  ten  aensien  des  tyts  hy  ter  plaetzen 
gedient  lieeft,  hem  competiert.  Bij  desen  wort  classi  Bolsvardianae  belast 
die  handel  van  Baucke  Stoffels  te  examineren. 

41.  Sijn  hiemae  vercoren  die  deputati  synodi:  wt  Franeker  classe  D. 
RoDOLPHüs  Artopaeüs  als  dienaer  ende  Inte  Heresz  van  de  Rijp  als  ouder- 
linck;  wt  Doccumer  classe  Scuelto  Aysma,  dienaer  te  Nieukerck,  ende 
Joost  van  Hieiima  als  ouderlinck;  wt  Lieuwaerder  classe  Nicolaus  Joannts, 
dienaer  tot  Belckum ,  ende  Epe  Meuijertsz  als  ouderlinck  van  Lieuwaerden ; 
wt  Sniecker  classe  Öelltüs  Benedicti  als  dienaer  ende  Martfjï  Henrickz 
als  ouderlinck;  wt  Bolswarder  classe  öodefridus  Sopinoius,  dienaer  tot 
Longerhou,  ende  Oene  Takez,  biu^emester  ende  ouderlinck  tot  Bolswert 

42.  Om  het  reysen  der  volmachten  ende  deputatonim  ordentlijck  te 
doen  sal  het  classis  Franequerana  ierst  aenfangen  ende  nae  besongie  van 
twie  maenten  deur  twie  volmachten  hares  classis,  in  desen  synodo  ver- 
schenen, die  ierste  maent  ende  deur  hare  deputatos  synodi  d'anderde 
overscrijven  aen  den  naestvolgende  classem  haer  doen,  opdat  d 'zelve  moge 
dies  te  bequaemlycker  voertvaren  in  gelycken  voegen. 

43.  Vermits  d'ouderdom  D.  Vomelh  wort  gegunt,  dat  in  zijn  plaetze 

Joannes  Petri  ,  te  voren  gedeputiert ,  den  last  vuy tvoere.  Item  soe  Henrk^i 

Bernardi  zaicke   zoude  comen  verhandelt  te  worden  van  den  volmachten 
Acta  syn,  provinc.  VI.  9 


I3ft 

des  classis  Bolsv.,  hier  op  desen  synodum  verschenen,  dat  dan  classi  vorss. 
geordiniert  wort  in  Johannis  Heücklums  plaetze  ien  ander  te  substitueren , 
ende  dat  vermits  swagerschap  ende  gedane  verontschuldinge  voer  Henricx). 
Daerom  oeck  hem  bevolen,  doe  die  zaicke  gehandelt  wierde,  op  te  staen. 

44.  Joost  van  Hierma  nijet  verschenen  zynde  zal  z^n  classi  oersaecken 
geyen  zyns  affwesens  ende,  soe  die  van  den  classe  nijet  wichtich  genoech 
bevonden,  dat  hy  gehouden  werde  het  pontgroot  te  betalen. 

45.  Alzoe  HiERONYMus  HoENDERBRiNGER  cyntlyck  aengenomen  hieft  die 
sententie  des  synodi  tachtervolgen ,  zoe  zijn  daerop  bij  raalcanderen  inge- 
roepen die  van  den  classe  van  Franeker  ende  daemefFens  Hieroxymtjs  ,  ende 
is  die  schultbekenninge  gedaen  van  Hieronymo  als  boven.  Is  oeck  diezelvige 
aengenomen  van  den  classe  ende  is  oeck  sulcx  met  aller  hanttastinge  aen 
HiERONYMUs  bevesticht.  Heeft  oock  tclassis  Hieronumum  in  lieffde  belooft 
thouden  als  ien  ledemaet  des  classis ,  mits  desen  dat  oeck  gien  acten  ofte 
actitaten  hiemae  van  dese  zaicke  aen  beyde  syden  sullen  gerept  oft  tot 
ieniges  nadiel  voertgetrocken  mogen  werden. 

46.  Is  besloten ,  dat  het  synodus  die  naestcomende  reyse  sal  gehouden 
werden  in  d'ierste  wiecke  des  ierstvolgenden  landsdachs. 

Is  daernae  censura  morum  gehouden  ende  nae  gedane  dancksegginge 
het  synodus  geeyndicht  ende  gesloten  desen  3  Juni]  1602. 

Onderstont :  croonde  der  waerheyt  hebben  praeses  ende  scriba  met  hare 
handen  onderteyckent 

Petrus  Hartenbergius  ,  praeses  synodi. 
JoANNEs  BooERMAN  j. ,  elcctus  synodi  scriba. 

öecollationiert  met  den  prindpael  ende  daerraede  l)evonden 
taccorderen  bij  mij 

JoHAXNEs  BoGERMAN  j.,  ecdesiastcs  Snecanus  et 

synodi  scriba.!) 


Copie. 
Acta  synodi  Harlinganae  anno  1603  den  23  Febru. 

Op  huiden  den  23  Feb.  anno  1603  is  bijeengecomen  het  synodus  binnen 
Harlinghen,  ende  is  nae  de  aenroepinge  des  naems  Öodts  met  meesten 
stemmen  gecoren  tot  praesidem  D.  öualtherus  Moerlingius,  dienaer  des 
godlijcken  woorts  binnen  Worckum,  ende  öuilhelmüs  Folc^keri,  dienaer 
des  godlijcken  woorts  in  den  dorpen  Schalsum  ende  Buer,  tot  scribam. 


1)     Deze  ODderteekening  is  eigenhandig. 


i\jn  verthoont  die  credentenbrieven  der  volmachten  aller  dassen  ende 
sijn  met  die  persoenen  voor  goet  gekent.  Die  persoonen,  die  verscheenen 
zijn  op  deesen  synodo,  sijn  deese: 

wt  classe  Franekerana :  D.  Petrus  Sibrandi  Vomelius  ende  D.  Guilhelmus 
FoLKERi  als  dienaren  ende  h.  Hobbo  van  Waltinga  ende  Jantie  Aexxes 
als  ouderlinghen; 

wt  den  classe  Doccumana:  Poppiub  Corxelh  als  dienaer,  Schelto  Autsma 
is  niet  verscheenen,  ende  Sivert  Tiepkes  als  ouderlinck,  Sibren  Pieters 
is  niet  verscheenen; 

wt  den  classe  Sylvana:  D.  Corneuus  Joannis  ende  Joannes  Melbomeus 
als  dienaren  ende  Marten  Wuchers  als  ouderlinck ,  Aucke  Beeckes  is  niet 
verscheenen ; 

wt  den  classe  van  Sneeck:  D.  Melchior  Clantius  als  dienaer,  Joannes 
Cornelu  is  niet  verscheenen,  ende  Sltbolt  ELauks  als  ouderlinck,  Rodmer 
Franszen  is  niet  verscheenen ; 

wt  den  classe  van  Bolswaert:  D.  Qualtherus  Moerungius  ende  Ber- 
NARDUs  Christophori  als  dienaren ,  ende  Jan  Jansen  ende  Aeltgen  Reinerts 
als  ouderlinghen; 

wt  den  classe  Leowerdiana:  D.  Henrious  Osterlanus,  doch  alleen  ende 
sonder  procuratie. 

Is  daemae  seeckere  requeste  van  den  studiosis  theologiae  academiae 
Franek.  verthoont  worden,  waerin  zij  versochten  haer  mochte  veroorloft 
worden  te  predicken  op  de  naestgelegene  dorpen  der  steeden,  maer  is 
sulcx  door  eendrachtige  stemmen  haer  van  den  synodo  geweijgert  geworden , 
ende  dat  om  seeckere  reedenen. 

Hiemae  sijn  de  overgesondene  gravamina  gelesen. 

1.  Over  teerste  gra vamen  is  besloten,  dat  de  censura  van  den  voorleeden 
synodo,  te  Franeker  gehouden,  over  den  classem  Franekeranam  gedaen 
niet  naer  behooren  geschiet  is,  overmits  sij  nae  aert  der  lieifden  eerst 
den  classem  broederlijcken  hadden  behooren  vermaent  te  hebben. 

2.  N.B.  —  Op  het  tweede  gravamen  is  geresol veert ,  dat  geen  synodus 
eenigen  acten  sal  mogen  stellen,  daer  allen  dassen  aen  gelegen  is,  tenzij 
gravamina  dienaengaende  aen  allen  dassen  overgesonden  sijn  geweest 
ende  eintlijck  daervan  nae  behooren  sij  geresolveeret. 

3.  Is  meede  besloten ,  dat  geen  classis  om  tnaelaeten  van  een  onordent- 
lijcke  artijoel,  welcke  zonder  voorgaende  gravamen  gemaeckt  is,  madi 
gecensureert  worden. 

4.  Wert  het  verschrijven  van  de  E.  heeren  voortaen  als  voor  een  middel- 

matich  dinck  gehouden  ende  den  classem  vrijgelaten  oft  de  E.  heeren  te 

9* 


132 

verschijnen  ofte  te  keten,   dewijle  op  beijde  sijden  gewichtige  reeden 
bevonden  worden. 

5.  Also  men  in  de  saecke  Hermanni  Eloonh  niet  heeft  connen  handelen , 
vermits  d'absentie  J.  Bogermanni  ,  welcke  de  beschuldiger  is ,  is  besloten , 
dat  BoGERMANiojs  zal  voor  den  deputatis  synodi  geciteeret  worden  om  hem 
binnen  Harlinghen  twee  weecken  over  Mey  te  vervoeghen  ende  zijn  be- 
schuldigen te  bevestighen. 

6.  Is  meede  geresolveert  geworden,  dat  naderhandt  soo  groeten  getal 
van  mannen  om  informatie  van  een  dienaer  ofte  lidtmaet  te  neemen,  gelijck 
in  synodo  te  Franeker  anno  1602  gehouden  geschiet  is,  niet  zal  wtgesonden 
moghen  worden. 

7.  Sal  oock  geen  dienaer  van  den  synodo  sonder  consent  des  classis, 
onder  welcken  hij  is  resorteerende ,  getransfereert  moghen  worden,  tensij 
het  classis  negligent  bevonden  worde  om  de  ongeregeltheden  desselvighen 
dienaers  te  bestrafifen. 

8.  Is  door  eendrachtige  stemmen  gedecreteert  ende  besloten,  dat  alle 
die  dienaren  ende  ouderlinghen,  sij  zijn  hoedanich  sij  moghen  wesen, 
welcke  voortaen  nae  deese  tijt  propositien  in  den  synodo  zullen  doen  om 
visitatoren,  een  supremum  senatum,  hoogen  hoff  oft  diergelijcken  in  den 
gemeinten  Qodes  in  te  voeren ,  wel  eemstelijck  zullen  gecensureert  worden. 

9.  Is  geordonneert,  dat  de  principael  der  articulen  altijt  in  de  plaetse, 
daer  het  synodus  gehouden  is  geworden,  sal  blijven. 

10.  Sullen  voortaen  geen  dienaren,  welcke  geoorloft  is  den  gantschen 
handelinghe  des  synodi  aen  te  hooren,  wtgeslooten  mogen  worden,  wan- 
neer men  de  acta  synodi  zal  doen  voorleesen. 

11.  Werden  meede  de  stadtsdienaren  van  den  39  articel  synodi  Frane- 
keranae,  anno  1602  gehouden,  niet  wtgenomen,  omdat  sij  stadtsdienaers 
zijn ,  maer  sullen  met  de  lantsdienaers  onder  denselvighen  articel  begrepen 

werden  ende  in  gelijcken  qualiteijt  dienaengaende  staen. 

« 

12.  Sal  geen  dienaer  ofte  eenige  ander  litmaet  voortaen  audiëntie  in 
eenigen  synodo,  insonderheijt  wanneer  hij  beschuldiget  wort,  geweigert 
moghen  worden. 

13.  SuUen  die  dienaren  der  stadt  Leuwaerden  vermaent  worden ,  sij 
willen  haer  in  de  houwelijcksche  persoenen  te  trouwen  reguleeren  nae  de 
articulen  der  synoden,  ende  zullen  hiervan  op  toecomstighen  synodo 
rappoort  doen,  oft  zulcx  van  haer  zij  naegecomen. 


133 

14.  Sal  meede  de  deputaten  synodi  belastiget  werden  oin  bij  de  E. 
heeren  Gedeputeerden  aen  te  houden,  dat  het  onderhout  der  dienaren 
moghe  verbeetert  werden,  welcke  geen  suffisante  onderhout  hebben. 

15.  Sullen  alle  acta  synodalia,  welcke  wettelijcken  met  voorgaende 
gravamina  gemaeckt  sijn,  van  allen  classen  onderhouden  werden,  daer  het 
met  stichtinge  zal  moeghen  geschieden. 

16.  Aengaende  de  saecke  Henrici  Bernardi,  dienaer  tot  Tierckwert, 
het  synodus  op  alle  voorgaende  articulen,  in  verscheijdene  synoden  van 
zijn  persoon  genomen ,  wel  gelettet  ende  geconsidereert  hebbende ,  insonder- 
heijt  op  den  30  articel  synodi  Doccumanae  anno  91  gehouden,  in  welcken 
synodo  hij  eerstelijck  in  absentie  aengeclaget  is  van  seeckere  ongenoemde 
persoenen ,  dat  hij  in  dootslach  ende  eebreckerije  nae  het  verlaten  van  het 
pausdom  hem  soude  hebben  verloopen ,  welcke  aenclachten  door  genoech- 
same  getuijchenissen  in  jegenwoordighen  synodo  niet  waer  te  wesen  bevonden 
sijn,  sooveel  de  dootslach  int  geheel,  sooveel  de  eebrecke  aengaet  niet 
nae  verlatinge  des  pausdoms  maer  in  den  pausdom  staende  met  eenen 
vrije  persoon  zij  begaen.  Maer  gemerckt  door  seeckere  loffweerdighe  per- 
soenen getuijchenissen  verclaert  wort,  dat  de  aenclachten  int  begin  eerste- 
lijck wt  aifecten  souden  geschiet  zijn,  daemae  tegens  öodes  woort,  item 
tegens  den  3  articel  nationalis  synodi  van  de  kerckeversamelinghe  tot 
Dordrecht ,  anno  78  gehouden ,  alsoomeede  tegen  den  28  articel  nationalis 
synodi  tot  sGravenhaeg  anno  86,  soo  ist  dat  het  synodus  om  de  boven verhaelde 
ende  meer  andere  menichfuldighe  reedenen  hem  Henrictjm  vorss.  in  zijn 
dienst  tot  Tierckwert  continueeret ,  ter  t|jt  toe  dat  soodanighe  sijne  aen- 
clagers  wettelijcken  selifs  in  persoon,  hij  meede  geroepen  ende  present 
zijnde ,  soodanige  aenclachten  in  toecomende  synodo  met  meerder  waerheijt 
ende  blijcken,  als  tot  noch  toe  geschiet  is,  sullen  bewesen  hebben,  ende 
in  cas  van  dien  wert  haer  een  gedurigen  silentium  die  saecke  aengaende 
geimponeeret. 

17.  Dat  d'alumni  consensu  D.  Ordinum  souden  geexamineeret  werden , 
is  door  meeste  stemmen  affgeslaghen  ende  voor  onnoodich  geachtet  worden. 

18.  Wort  een  ijegelijck  classis  eemstelijck  belastiget  ende  bevolen  goede 
opsicht  te  neemen,  dat  de  plaetsen  ende  pastorijen  onder  haeren  classe 
resorteerende  met  wtgearbeijdede  dienaeren  niet  beswaert  werden,  doch 
haer  niet  te  verstoeten,  voor  ende  aleer  sij  met  andere  goede  middelen 
des  onderhouts  versien  sijn. 

19.  Op  het  derde  gravamen  classis  Leowerdianae  is  geresolveert ,  dat 
men  de  E.  heeren  Gedeputeerden  Staten  haeres  ampts  zal  vermaenen. 


r 


134 

haer  gelieve  op  de  leenen,  welcke  ten  godsdienst  verordineert  sijn,  acht 
te  neemen,  dat  deselvighe  niet  misbruijckt  ofte  vervreemdet  werden. 

20.  Opt  eerste  gravamen  classis  Sylvanae  wert  besloten,  dat  een  ijegelijck 
dienaer  hem  sal  reguleeren  nae  de  constitutien ,  hiervan  in  den  synodo 
te  Franeker  anno  83  te  vooren  genomen ,  als  naementlijcken  dat  een  ijege- 
lijck dienaer  hem  sal  vervoeghen  tot  sijn  competente  classem,  mits  dat 
het  dengeenen ,  die  op  de  scheijdplaetsen  sitten  ofte  woonen ,  gaen  moeghen 
tot  wat  classis  haer  zal  gelieven,  mits  dat  sij  gehouden  zijn  bij  densel- 
vighen  classis,  daer  sij  haer  eenmael  hebben  heen  gegeven,  toe  blijven. 

21.  Is  meede  besloten,  dat  de  deputati  synodi  bij  de  E.  heeren  aen- 
hoiiden,  dat  de  oude  placaten  aengaende  de  houwel^cken  staet,  ontheili- 
ginghe  der  bededaghen  ende  alle  andere  oude  placaten  ende  ordonnantien 
aengaende  de  Dooperen  ende  Papisten  de  novo  itereert  ende  beeter  geeffec- 
tueert  moghen  worden. 

22.  Sal  men  meede  bij  de  E.  heeren  aenhouden,  haer  gelieve  die 
goederen ,  die  tot  onderhoudinge  eenes  dienaers  verordineert  sijn  ende  tot 
soodanighen  fine  niet  gebruijckt  werden,  in  hare  handen  te  neemen  ende 
te  gebnüjcken  tot  onderhoudinghe  van  weduwen  ende  weesen  van  ver- 
leedene  dienaers,  ter  tijt  toe  dat  die  plaetse  met  een  godsalich  dienaer 
versien  werde,  aengemerckt  datter  veele  plaetsen  in  deese  lantBchappe 
vaceren,  die  geenen  dienaer,  maer  die  opoomsten  der  goederen  soecken. 

23.  Sal  meede  neersticheijt  gedaen  werden,  dat  de  voorighe  resolutien 
aller  synoden  ende  insonderheyt  deeses  laesten  synodi  een  weinich  beeter 
geeffectueret  werden  door  den  deputaten  synodi  luijt  den  42  articel  synodi 
Franek.  anno  1602. 

24.  Dat  men  bij  de  E.  heeren  aenhoude,  dat  alle  besweerders,  haiit- 
kijckers,  duij velban ders  ende  diergelijcke ,  als  Eenooge  Jan,  woonende 
onder  de  clockslach  van  Harlinghen ,  doctor  Gale  ,  item  mr.  Aernt  Eenoooe 
wt  dese  provincie  geweeret  ende  gejaget  moghen  worden. 

25.  Alsoo  Baucke  Stoffels,  dienaer  des  h.  evangelii  in  den  dorpe 
Lollum,  hem  beclaget  heeft,  alsdat  hij  in  den  synodo,  te  Franeker  anno 
1602  gehouden,  beschuldiget  is  geworden  van  excessive  geschencken  ge- 
nooten  te  hebben,  soo  ist  dat  hij  hem  over  deselvige  beschuldinghe 
grooteüjcx  beclaget  als  te  oni-echt  geaccuseeret  te  sijn.  Heeft  derhalven 
het  synodus  verordonneeret ,  dat  het  classis  van  Leuwaerden  den  beschul- 
diger JuRiAN  Hendmcx  sal  aendienen,  hem  gelieve  sijne  beschuldigen, 
tegen.  Baucko  Stoffels  gedaen,  in  den  classe  waer  te  maecken,  ende  zal 
het  classis  hiervan  wederom  op  naestcomende  synodo  rapport  doen. 


135 

26.  Op  het  vierde  gravamen  classis  Bolswerdianae  is  besloten ,  dat  een 
beschuldiger  eene  waeiuchtige  beschuldinghe  voorwendende  dieselve  eerst 
den  compententi  classi  behoort  voor  te  draghen,  eer  hij  totten  synodo 
come,  nae  den  3  aiücel  nationalis  synodi  van  Dordrecht  anno  78. 

27.  N.B,  —  Moghen  geen  idioten  geexamineert  worden  sonder  alleene 
de,  in  welcke  men  wtneemende  gaven  van  wetenschap  ende  leere  bevindet. 
Wert  daerom  een  yegelijck  classe  belast  op  dit  poinct  goede  regaerd  te 
neemen. 

28.  Op  het  G  gravamen  classis  Bolswerdianae,  oft  het  doopsel  der- 
geenen,  die  van  de  bisschoppen  der  Wederdooperen  aen  persoenen,  die 
te  vooren  niet  gedoopt  zijn,  geschiet  is,  van  ons  als  goet  behoort  aenge- 
noomen  te  worden,  is  besloten,  dat  men  het  judicium  der  professoren 
theologiae  beijde  der  academie  van  Ledden  ende  Franeker  zal  versoecken 
boven  de  goede  reedenen ,  welcke  in  den  synodo  voorgewendet  sijn.  Welcke 
sijn  deese:  eerstelijck  omdat  de  Wederdooperen  die  h.  Drievuldicheijt 
gantsch  vorcreupelen  ende  als  voor  drie  bloote  naemen  houden ,  ten  tweeden 
omdat  sij  niet  wettelqcken  beroepen  sijn  ende  daeromme  haere  doope 
voor  ijdel  behoort  geachtet  te  worden. 

29.  Op  het  7  gravamen  classis  Bolswerdianae,  oft  die  kinderen,  van 
welcke  beijde  ouders  niet  gedoopt  sijn,  gedoopt  moghen  werden,  is  ge- 
antwoort,  dat  men  hem  nae  den  17  artioel  synodi  Leowerdianae ,  anno 
1592  gehouden,  sal  regiüeeren. 

30.  Op  het  8  gravamen  is  besloten,  dattet  niet  tot  praejudicie  van 
andere  dassen  is  streckende,  dat  onder  een  classe  twee  synoden  werden 
gehouden.  Wert  derhalven  tselvige  nae  ouder  gewoonte  gelaten  in  sijne 
stant  als  vooren. 

Sijn  nae  eijndinghe  der  gravamen  dese  particuliere  dingen 
ende  besondere  vragen  voorgecomen. 

1.  Vrage:  oft  niet  alle  de  overblijfselen  der  aifgoderi^je  wt  de  kercken 
in  deese  provincie  behooren  wechgenomen  te  werden.  Antwoort:  sullen 
de  deputati  synodi  neerstelqck  bij  de  E.  heeren  volmachten  op  den 
jegenwoordighen  lansdach  vergadert  aenhouden,  haer  gelieve  de  griets- 
lu^den  eernstich  bevel  te  doen ,  dat  wt  haeren  bedrive  alle  altaren ,  beel- 
den ,  crucifixen  ende  andere  overblijfselen  etc.  op  het  spoedichste  moegen 
wechgenomen  werden,  ende  insonderheijt  de  nieuwe  opgeschilderde  beelden 
in  den  dorpe  Pietersbierum. 

2.  Sal  men  meede  aen  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  versoecken, 
haer  gelieve  soodanige  individua,  jonge  ende  onbequaerae  persoenen  te 


136 

noemen  ende  aen  te  dienen ,  welcke  onbequaera  tot  den  dienst  des  heiligen 
woordes  toegelaten  sijn ,  daervan  dVtschrijvinge  der  heeren  meldinge  doet. 

3.  Wert  meede  de  deputatis  synodi  te  laste  gelecht,  dat  sij  al  tij  t  op 
den  toecorastighen  synodo  goede  rapport  haerder  besoigne  zullen  doen 
ofte  schriftelijek  door  haeren  gecommitteerden,  ofte  zullen  selffs  persoon- 
lijck  in  den  synodo  verschijnen  ende  aendienen,  tgeene  bij  haer  geeffec- 
tueert  sal  z^n,  opdat  men  mach  weeten,  wat  daer  afpgehandelt  ende 
wtgerichtet  sij.  Ende  bij  faulte  van  dien  sullen  soodanige  wel  eernstelijck 
gecensureert  werden. 

4.  Het  synodus  gevraecht  synde,  oft  men  een  predicatie  over  de 
dooden,  noch  in  de  kercke  staende  ende  niet  int  grafiF  gestellet,  mach 
doen,  is  geantwoort,  dat  een  jjegelijck  hem  nae  den  18  articel  des  synodi 
te  Middelburg,  anno  81  gehouden,  zal  reguleeren. 

5.  Gevraget,  oft  dieselvighe  persoenen,  die  in  synodo  beschuldiget 
zullen  worden,  te  voeren  de  behoorlijcke  trappen  achtervolget  sijnde  niet 
behooren  van  den  appellant  ofte  beclager  te  voeren  de  weete  gedaen  ende 
beroepen  te  worden.  Antwoort:  dat  sulcx  behoorlijck,  wettelijck  ende 
recht  is. 


lijn  hiemae  vercooren  die  deputaten  sijnodi:  wt  Franeker  classe  D. 
Jarichus  Wilhelmi  tot  Achlum  als  dienaer,  ende  Hobbo  van  Waltingha 
tot  Harbaijum  als  ouderlinck;  wt  classe  Doccumana  D.  Schelto  Aijtsma, 
dienaer  tot  Nieukerck ,  ende  Sibren  Pieterszen  tot  ^Isum  als  ouderlinck ; 
wt  den  classe  van  Leuwaerden  Regnerus  Hachtinoius,  dienaer  tot  Leu- 
waerden,  ende  Epo  Meinerts,  als  ouderlinck  tot  Leuwaerden;  wt  den  classe 
van  de  Wouden  Gerrardus  Elibbokerus,  dienaer  tot  Tierckgeest,  ende 
AucKE  Beeckes  op  de  Jouer  als  ouderlinck;  wt  den  classe  Snecana  D. 
Joannes  Cornelii,  dienaer  tot  Sloten,  ende  Rodmer  Franszen,  als  ouder- 
linck tot  Sneeck:  wt  den  classe  van  Bolswaert  Joannes  Heuckltjm,  als 
dienaer  op  Nieulandt,  ende  Jacob  Rommerts,  als  ouderlinck  tot  Mackum. 

Schelto  Aijtsma  ende  Sibren  Pieters,  item  Regnerus  Hachtingius  ende 
Hein  Claeszen  met  de  andere  ouderling  wt  Leuwaerder  classe,  item  Aucke 
Beeckes,  Joannes  Cornelii  ende  Rodmer  Franszen,  deese  alle  niet  ver- 
scheenen  sijnde  sullen  hare  dassen  oorsaecken  geven  haeres  affwesens 
ende,  soo  die  van  den  classe  niet  wichtiger  genoech  bevonden  worden, 
dat  sii  gehouden  werden  tpontgroot  een  ij  der  te  betalen. 

Is  beslooten,  dat  het  synodus  die  naestcomende  reijse  zal  gehouden 
werden  in  den  jaere  1604  acht  dagen  nae  Pinxterdach  ende  dat  tot 
Dockum. 


137 

Is  daemae  censura  morum  gehouden  ende  nae  gedane  dancksegginghe  het 
synoduB  geeijndiget  ende  gesloten  den  24  Febniarij  anno  1603. 

Onderstont:  orconde  der  waerheyt  hebben  praeses  ende  scriba  synodi 
met  hare  handen  onderteickent. 

Gecollationeert  met  den  principale  ende  is  bevonden  daer- 
meede  te  accordeeren  bij  mij 

GuiLHELinjs  FoLKERi ,  scriba  synodi.  l) 


Copia. 
Acta  synodi  Doccunianae^  begonnen  den  5^  Juny 
anno  1604. 

Het  synodus ,  vergadei-t  zijnde  binnen  Dockum  op  huijden  den  5®"  Junij 
anno  1604,  heeft  nae  aenroepinge  van  den  name  des  Heeren  met  meeste 
stemmen  gekoren  Joaicnem  Hilbrandi,  dienaer  des  godtlijcken  woorts  in 
Dronrijp ,  tot  praesidem  ende  Suffridum  Suffridi  ,  dienaer  des  godtlycken 
woorts  in  Deijnum,  tot  scribam. 

1.  Hiema  zijn  verthoont  ende  gelesen  de  procuratien  ende  credents- 
brieven  der  volmachten,  diewelcke  op  synodum  tegenwoordich  van  hare 
dassen  gecommitteert  ende  verschenen  zijn.  Ende  is  vooreerst  gelesen  den 
commissie  van  mijn  E.  heer  Ipe  Jacobs  Juckama,  tegenwoordich  zijnde 
wtten  name  ende  van  wegen  der  E.  heeren  Staten. 

Wt  den  classe  van  Dockum  sijn  gecompareert :  Bernardus  Cornelii  ende 
UiLARiüs  Sibhandi  als  dienaren,  item  D.  Simon  Lemmiüs  ende  Freerck 
SiPKES  als  ouderlinghen; 

wt  den  classe  van  Leuwarden:  Bernardus  Fullenius  ende  Suffridus 
Suffridi  als  dienaren,  item  Dirck  Willems  als  ouderlingh;  mr.  Eco  Is- 
BRANDi  is  nijet  verschenen; 

wt  den  classe  van  de  Wouden  syn  gecompareert:  Henricus  Flammius 
ende  Tammo  Gekardi  als  dienaren,  item  Lieuwe  Feyckes  ende  Alhert 
Jansz  als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Sneeck:  Gellius  Benedicti  ende  Johannf-s  Cornelii 
als  dienaren  ende  Aede  Benedicx  als  ouderlingh ;  Aucke  Johannis  is  nijet 
verschenen ; 

wt  den  classe  van  Bolswert :  Joiiannes  Heucklum  ende  Johannes  Biltius 
als   dienaren,  Ii'e  van  Ailva  als  ouderlingh  is  nijet  verschenen;   Tijmen 


^)     Onderteekening  is  eigenhandig. 


138 

Reijners  als  ouderlingh  is  ooc  nijet  verschenen,  maer  heeft  een  brieff  van 
ontschuldinge  gesonden,  dewelcke  gelesen  zijnde  heeftet  synodus  Biltio 
sijnen  dienaer  belastet,  dat  hij  dijen  inhout  belangende  met  hem  soude 
verspreken ; 

wt  den  classe  van  Franeker  sijn  verschenen :  Johannes  Hilbrandi  ende 
Meinardus  Sebrandi  als  dienaren,  item  Wilhelmus  Scharrenius  ende 
Willem  Pieters  als  ouderlinghen. 

Dese  personen  alle  sijn  (nadat  de  gelesene  procuratien  voor  goet  bekent 
zijn)  voor  ledematen  des  synodi  aengenomen. 

2.  Na  desen  sijn  gelesen  de  acten  synodi  Harlinganae  ende  van  dien 
geresolveert  in  volgende  manieren. 

3.  Het  eerste  artijckel  des  synodi ,  tot  Harlingen  laestleden  geliouden , 
sal  men  verstaen  van  een  vermaninghe  aen  het  classem  Franekeranam 
gedaen. 

4.  Het  anderde  wort  verstaen  na  de  resolutien  in  de  voorgaende  nationale 
synoden  genomen,  namentlijck  dat  van  alle  swaricheden  nae  eijsch  der 
saecken  sal  mogen  gehandelt  worden. 

5.  N,B,  —  Nopende  het  vierde  artqckel  achtet  het  synodus  tegenwoor- 
dich  nodich,  dat  de  dassen  eenige  wt  het  midden  der  E.  heeren  Staten 
sullen  versoecken  tot  de  synoden  te  comen  na  vermogen  der  voorgaende 
resolutien. 

6.  Wat  het  15®  artijckel  belanget,  naemlyck  of  de  acta  synodalia  van 
alle  dassen  onderhouden  sullen  wesen,  wort  verstanden,  dat  het  ordel 
sal  bestaen  bij  de  meeste  vergaderinge  der  gedeputeerden  synodi  ofte  des 
sijnodi  selve. 

7.  Op  het  16®  artyckel  van  Henricx)  Bernardi  is  besloten,  dat  hij  van 
sijnen  dienst  alhijer  in  Frieslant  gedestitueert  sal  worden  na  lu^t  de  voor- 
gaende synodale  acten,  genomen  voor  het  laeste  synodus  te  Harlingen, 
ende  dat  vorder  bij  de  E.  heren  Staten  van  het  classe  van  Leu  warden 
sal  versocht  worden,  dat  de  sententie  over  hem  gedaen  ten  effecte  mach 
gebracht  worden. 

8.  KB.  —  Op  het  17®  artijckel  wort  geresolveert,  dat  d'alumni  consensu 
D.  Ordinum  behoren  geexamineert  te  worden,  aleer  sij  haer  ad  ministeriuni 
willen  begeven.  Ende  bijaldijen  sij  hare  studia  voor  behoorlijcken  tijt  om 
des  gcbrecx  wille  mosten  afbreken,  so  sal  bij  de  E.  heeren  hijervan  remon- 
strantie gedaen  worden  om  daerinne  te  voorsijen. 

9.  Aengaende   het    28®  artijckel    wort  gecommitteert  het  classis  van 


139 

Franeker  om  de  professoren  van  Leqden  ende  Franeker  desen  aengaende 
opt  spoedichste  te  begroeten.  Twelck  gedaen  hebbende  sal  van  het  classe 
voornoemt  het  adwijs  der  professoren  wederom  opt  naestcomende  synodum 
gebracht  worden. 

10.  D'absenten  van  den  laestleden  synodo,  tot  Harlingen  gehouden, 
hebben  hun  in  hare  classen  geexcuseert. 

11.  Het  sijnodus  heeft  raetsaem  bevonden,  dat  Henrigus  Alphonsius 
sal  geroepen  worden  opt  sqnodum  tegen  morgen  te  een  ure  te  ver- 
schijnen. 1) 

12.  Hijernae  sijn  gelesen  de  gravamina  classium,  ende  is  over  dien 
geresolveert  in  manieren  als  volget. 

13.  Op  het  eerste  gravamen  is  besloten,  dat  het  classis  van  Dockum 
wt  den  name  des  synodi  bij  de  E.  heeren  volmachten  sal  versoecken ,  dat 
de  opcomsten  van  de  vacerende  plaetsen  mogen  gebracht  worden  aen  den 
generael  ontfanger  der  beneficiegoederen  Jan  Hendricx  om  wederom  van 
hem  wtgekeert  te  worden  ad  pios  usus,  als  naemlyck  tot  onderhoudinghe 
van  weduwen  ende  wezen  der  dienaren  ende  om  te  dragen  de  lasten  van 
de  classicale  ende  synodale  vergaderingen. 

14.  Is  ooc  geresolveert,  dat  alle  personen,  die  tot  der  gemeijnte  Christi 
worden  opgenomen,  sullen  hebben  nijet  alleenlqck  eenige  kennisse  van 
den  somma  des  wets  maer  ooc  de  artijckelen  des  geloofs  selve  ende  het 
gebeth  des  heeren  Christi,  ende  byaldijen  airede  eenige  personen  in  den 
gemeijnte  mogen  opgenomen  wesen,  sal  neerstich  gearbeijt  worden,  dat 
de  onwetende  mogen  geleert  worden  in  de  voorschrevene  stucken. 

15.  Vorder  is  besloten,  dat  het  classis  van  Dockum  bij  de  E.  heeren 
Staten  sal  aenhouden,  dat  de  onordentl^ckheyt  ende  de  misbruijcken ,  so 
daer  gepleget  worden  nijet  alleene  int  luijden  der  clocken,  twelck  over- 
matich  ende  buijten  tijts  geschijet,  ende  int  dronckendrincken  over  de 
begraeifenisse  der  dooden,  maer  ooc  alle  andere  gelijcke  abusen,  als  het 
onheyligen  der  Bondagen  ende  gebededagen  met  onbehoorlijcke  werck  te 
plegen  int  ploegen,  saeijen,  metselen,  timmeren  ende  andere  hantwercken 
te  exerceren,  item  onder  de  predicatie  dronckenschap ,  dansen,  spelen, 
caetsen,  coopmanschap  te  drijven,  waren  wt  te  roepen  bij  ende  op  de 
kerckhoven,  desgelijcx  avontspelen  ende  het  lichtveerdich  singen  in  dien, 
item  clockluijden  om   de  jonge  jeucht  bijeen  te  roepen,  item  meijbomen 


1)     Dit   geheele  artikel  staat  in  margine,  doch  is  er  met  de  hand  van  den  scriba 
bijgeschreven. 


140 

op  te  richten,  cransen  op  te  hangen  om  daeronder  de  vleyslijcke  lieden 
aen  de  reijen  te  singen ,  ende  ooc  mede  het  schyeten ,  branden  ende  blaken 
onder  het  bevestigen  vant  houwelijck ,  ende  wat  diergelijcke  wercken  der 
duijstemisse  meer  bevonden  mogen  worden,  dat  deselve  alle  mogen  ge- 
weret  ende  afgedaen  worden. 

16.  Op  de  vrage  van  het  1®  gravamen  des  classis  van  Leu warden,  als 
naemlijck  wat  men  doen  sal  met  siilcken  dienaer,  diewelcke  wettelijck 
afgesett  zijnde  ongehoorsaem  blijft  etc,  is  geresol veert ,  dat  het  classis 
van  Leu  warden  haren  toevlucht  sal  nemen  tot  de  E.  heeren  Staten  om 
den  sententie  des  classis  te  moghen  sijn  eifect  sorteren,  ten  eqnde  de 
kercklijcke  discipline  mach  gehanthavet  worden. 

17.  In  het  bevestigen  van  den  houwelijckstaet  sullen  de  dienaren  haer 
reguleeren  na  het  9«  artijckel  vant  houwelijck  des  synodi  Dordracenae 
anno  1578  genomen ,  ende  dat  beneffens  dien  de  getroude  personen  attestatie 
van  den  dienaer,  daer  sij  gecopuleert  zijn,  binnen  den  tijt  van  een  maent 
liaren  dienaer,  bij  denwelcken  de  boden  geproclameert  zqn,  sullen  ver- 
thonen.  Ende  bij  faulte  van  dien  sal  de  dienaer  sulcx  den  behoorlijcken 
overicheijt  aendienen. 

18.  N,B,  —  Sal  geen  dienaer  eenige  plaetse  mogen  accepteren,  veel- 
min  gaen  bewonen,  voor  ende  alleer  hij  sijn  beroepinge  met  behoorlijcke 
attestatie  in  beijde  classen  hebbe  verthoont  ende  also  bij  consent  van 
beijde  vertrecke.  Ende  soverre  qemant  dit  nijet  na  en  compt,  sal  hij  voor 
geen  membnim  classis  gehouden  worden,  maer  als  een  ongehoorsaem 
dienaer  na  kerckenordeninghe  gestraft  worden. 

19.  Aengaende  de  vrage  van  de  ongedoopte  personen,  hetsij  dat  se 
beijde  ofte  een  van  beijden  ongedoopt  zijn ,  naemlijck  of  sy  in  den  houwe- 
lijcken  staet  van  de  dienaren  des  woorts  sullen  mogen  bevesticht  worden , 
is  geresol  veert ,  dat  het  classis  van  Franeker  de  professoren  van  Leijden 
ende  Franeker  hyervan  mede  onder  andere  vraegstucken  sal  begroeten. 
Midlertijt  sullen  de  dienaers  hun  reguleren  na  de  synodale  acten,  hijervan 
te  voren  gemaeckt  binnen  Harlingen  anno  88  art.  17. 

20.  Sullen  de  deputati  synodi  bij  de  E.  heeren  Staten  versoecken ,  dat 
de  apostillen ,  op  de  remonstrantie  des  synodi  te  Harlingen  laest  gehouden 
^Q^G\Q\\^  in  treijn  mogen  gestellet  worden. 

21.  Aengaende  de  saecke  van  Djorre  Hoytes  het  synodus  gelet t  heb- 
bende op  alles,  daer  men  op  behoorde  te  letten,  heeft  besloten,  dat  hy 
ÜJORRE   den  dienst  des  evangeliums  alhijer  in  Frieslant  nijet  can   met 


141 

stichtinge  betreden,  ende  sal  derhalven  gehouden  zijn  alhijer  sijnen  plaetse 
te  verlaten. 

22.  Op  het  versoeck  van  Djorre  Holites  hijertegen  gedaen  wert  hem 
geaccordeert  vant  synode,  dat  hy  tiisschen  dit  ende  den  naestvolgenden 
synodum  met  een  ander  plaetse  hem  sal  voorsijen  buijten  desen  vaderlande , 
daer  hy  met  stichtinge  sijnen  dienst  sal  connen  betreden,  consenterende 
ende  toelatende  hem  raidlertijt  ter  plaetse,  daer  hij  nii  tegen woordich  is, 
te  mogen  wonen  ende  bedienen ,  ende  dat  hij  als  een  membrum  des  classis 
sal  gehouden  worden.  Ende  sal  het  classis  van  Bolswert  hem  een  voor- 
schrijvinge  doen  na  vermoghen  d'acta  in  synodo  Dockumana  over  sijn 
persoon  genomen. 

23.  Het  synodus  christelijck  ende  neerstelijck  gelett  hebbende  op  de 
quaestie  hangende  tusschen  Henmcüm  Alphonsium,  dienaer  tot  Collum, 
ende  tclassem  van  Dockum  ende  daerin  considererende ,  tgene  dat  men 
behoorde  te  oonsidereren ,  verclaret  ende  besluijtet,  dat  Alphonsius  hem 
vergrepen  heeft  met  smaetwoorden  tegen  het  classem  int  generael  ende 
andere  dienaren  int  gemeijn  also  ooc  int  particulier  tegen  Joannem  Nicolai  , 
daerover  sij  verordineren ,  dat  hij  voor  desen  sijnodo  ende  den  classe 
voornoemt  schultbekenninge  sal  doen  ende  haer  allen  om  vergiffenisse 
bidden,  ende  dat  hij  hem  hijernaemaels  vredelijck,  geseggelijck  ende 
sachtmoedichlijck  sal  draegen  tegen  alle  ende  een  ijder  dienaer,  ende 
belasten  daerbeneven  het  classi  voorss.  goede  regaert  te  nemen  op  sijn 
persoon  aengaende  leere  ende  leven ,  mitsgaders  dat  sij  goede  sorge  sullen 
draegen  voor  de  gemeijnte  van  Collum.  Ende  soverre  sij  bevijnden,  dat 
ALPHONsros  voornoemt  hem  also  nijet  en  draecht ,  als  eenen  goeden  dienaer 
betaemt,  sal  het  classis  neerstelijck  arbeijden,  dat  hij  op  een  ander  plaetse 
mach  getransfereert  worden. 

24.  Op  het  versoeck  van  de  gemeijnte  van  Merrum  heeft  het  sijnodus 
verordineert  het  classi  van  Dockum ,  dat  sij  door  een  dienaer  ofte  twe  bij 
de  E.  heeren  Staten  sullen  bearbeijden,  dat  de  dienaer  Mathias  Crusiüs, 
in  haren  requeste  geroert,  een  eerlijck  onderhout  van  den  lantsehappe 
become,  ende  sal  onderdes  de  dienaer  voornoemt  ter  plaetse  blijven  ende 
de  opcomsten  genieten,  ter  tijt  hij  met  een  bequaem  onderhout  versijen 
sal  wesen,  mits  dat  het  classis  aldaer  den  dienst  na  haer  vermogen  beware. 

25.  Is  besloten,  dat  de  deputati  synodi  sullen  versoecken  bij  de  E. 
heren  Gedeputeerde  dat  de  acten  in  voorgaende  synoden  genomen  ende 
resolutien  van  de  volmachten  des  lants  daerop  gegeven  nopende  het 
verboth  der  Wederdooperen  bisschoppen  ende  leeraren  mogen  vemieuwet 
ende  ter  exec^utie  gestelt   worden,  ofte   ten   minsten  dat  nijet  allene  de 


142 

wtlandische  Wederdoperen ,  sq  sijn  bisschoppen  ofte  andere  leeraren,  int 
gemeijn  wt  dese  provincie  mogen  geweret  worden,  maer  ooc  alle  leraren 
ofte  vermaenders  geen  dienst  mogen  doen,  daer  sq  nijet  wonachtich  zqn, 
ende  dat  beneifen  desen  geen  nieuwe  ofte  jonge  leraren  bjj  den  Weder- 
dooperen aengeplantet  worden,  item  dat  hare  echtscheijdinge  nijet  en 
moge  geschijen  dan  bij  consent  van  den  magistraet. 

26.  Sal  mede  door  den  deputatos  synodi  bij  de  E.  heeren  Staten  ver- 
socht  worden,  dat  haer  believe  te  ordonneren  een  commissaris  om  te 
vernieuwen  de  oude  registers  aengaende  de  pastorije  ende  geestlijcke 
landen ,  gelijck  eertqts  is  geschijet.  Ende  so  een  classis  ofte  dienaer  nijet 
mochte  wachten  tot  den  toecomste  des  commissaris,  sal  hij  tselvighe 
mogen  soecken  bij  sqn  behoorlijcke  magistraet. 

27.  Alle  die  eenige  geschriften  wtgeven  hetsij  professoren,  dienaren 
ofte  andere,  sullen  gehouden  sijn  haer  te  reguleren  na  de  acte  synodi 
nationalis  in  sGravenhage  gehouden  anno  86  art.  49,  gelijck  tselvige  het 
classi  van  Franeker  belast  wert  den  professoren  te  insinueren. 

28.  Is  besloten  int  exerceren  van  de  medicijnen,  die  van  een  dienaer 
geschijet,  dat  men  sick  sal  reguleren  na  de  artijckelen  des  synodi  in 
sQravenhage  gehouden  anno  86  quaestione  ultima,  met  welcke  conform 
wert  verstaen  te  zijn  de  6  questie  int  Doccumana  synodo ,  anno  85  gehouden. 

29.  Het  classi  van  Bolswert  wort  belastet  pertinente  informatie  te 
nemen  over  het  werck  Tinoins  Danielis,  tot  Wons  bedreven.  Twelck 
gedaen  zijnde  sullen  sij  tselvige  overschrijven  den  classi  van  Groningerlant , 
daeronder  hij  sorteert,  ende  dat  sij  hem  daerover  straifen,  ende  sal  het 
classis  wtten  name  des  synodi  schreven  aen  die  E.  heeren  Staten  van 
Groningerlant ,  dat  hen  gelieve  haeren  classi  daerinne  den  hant  te  bieden. 

.30.  Wort  mede  den  classi  van  Franeker  belastet,  dat  sij  de  professoren 
van  Franeker  ernstelijck  sullen  vermanen,  gelijck  ooc  een  ijder  classes 
de  rectores  scholarum  doen  sal,  den  alumnos  neerstelijck  daertoe  te 
houden,  dat  se  hare  studia  ad  faciütatem  theologiae  dirigeren,  ende  dat 
se  geen  alumnus  attestatie  geven,  tensij  dat  sie  versekert  zijn,  dat  se 
theologiae  studeren. 

31.  Sullen  de  dassen  eendrachtelijck  gehouden  worden  aengaende  de 
Papistische  ende  Mennonitische  schoolmeesters  haer  te  reguleren  na  de 
voorgaende  resolutien  ende,  so  daer  ijemant  van  de  dienaren  beswaert 
ware  met  sodanigen  schoolmeester,  dat  hij  bij  den  classem,  daer  hij 
onder  sorteert,  hulp  sal  soecken,  die  daerinne  na  haer  vennogen  sullen 
remedieren. 


143 

32.  Over  den  vrage ,  wat  men  hnijdensdaechs  van  den  doop  der  papen 
in  de  Gereformeerde  landen  behoort  te  houden,  wert  het  classi  van 
Franeker  belastet,  dat  sij  hyeromme  de  professoren  van  Leijden  ende 
Franeker  sal  begroeten.  Midlert^t  sal  men  hem  houden  na  den  74  vrage, 
int  Middelburgensi  synodo  besloten  amio  81. 

33.  N.B.  —  Oft  men  ooc  die  personen ,  diewelcke  nijet  en  weten ,  oft 
se  gedoopt  zijn  ofte  nijet,  eerst  mach  tot  den  avontmale  des  Heeren  toe- 
laten als  tot  den  doop ,  sal  hijervan  het  classis  van  Franeker  de  professoren 
van  Franeker  ende  Leijden  begroeten.  Midlertijt  is  het  advijs  des  sijnodi 
bq  de  meeste  stemmen  gevallen ,  dat  de  doop  voor  het  avontmael  behoort 
te  gaen. 

34.  HiERONTMUs  HoNERBRmoHA  voor  dou  synodo  verschenen  zijnde  heeft 
aldaer  den  synodo  te  kennen  gegeven ,  dat  hij  geappelleert  hadde  van  den 
sententie  des  classis  over  hem  gegaen  op  het  synodum  nopende  de  saecke 
tusschen  hem  ende  Johan  Hottingha,  ende  protesteert  daeraif,  dat  hij 
ende  nijet  sijn  tegenpartge  verschenen  is.  Ende  heeft  daerbeneven  ooc 
versocht,  dat  hij  in  een  ander  classem  mochte  vertrecken,  hetwelck  ver- 
soeck  sijn  classi  sal  werden  te  kennen  gegeven  ende  sal  daerna  gedaen 
worden  van  den  gedeputeerden  synodi,  na  dat  sq  stichtelijck  bevijnden 
sullen. 

35.  HiERONiMüs  ooc  verclaert  hebbende,  dat  hij  wilde  doen  tgene  het 
sijnodus  goet  achtede  nopende  sijn  appell,  oft  hij  tselve  soude  achter- 
volgen ofte  nijet,  heeft  daerop  het  synodus  hem  geantwoort,  dat  sij 
raetsaem  hebben  bevonden ,  dat  bijaldijen  Hieronimus  des  classis  sententie 
nijet  en  wil  nacomen,  hij  sal  zijn  appell  achtervolgen. 

36.  Het  classi  van  Dockum  wort  bevolen  van  den  synodo,  dat  sij  wt 
den  name  des  synodi  versoecke ,  dat  de  E.  heeren  Staten  gelieve  het  arme 
huijsgesin  Tammoihs  Lyraih  een  jaerlijcke  onderhout  te  gunnen.  Ende 
sullen  mede  versoecken,  dewijle  Tammoihs  leven  gantseh  onstichtelijck 
is,  dat  hij  int  tuchthuijs  moge  gebracht  worden,  tensij  dat  hij  merckelijck 
verbeteringhe  bethonet  volgens  sijn  beloften.  Onderdes  sal  het  synodus 
tegenwoordich  wt  haer  eijgen  buijdel  wat  contribueren,  na  dat  een  yder 
goetdunckt,  in  handen  van  Johanne  Nicolai  tot  onderhoudingo  van  het 
arme  huijsgesin.  Ende  sullen  de  deputati  synodi  hare  dassen  ondo  con- 
sistorien  aendienen ,  dat  het  synodus  verordineert  heeft  ooc  wat  te  contri- 
bueren tot  onderholt  voorss. ,  ende  ingevalle  hij  Tammo  mochte  bevonden 
worden  in  andere  provinciën  te  loopen,  dat  het  classis  hem  alsdan  sal 
naeschrijven.  Ende  is  datelijck  versamelt  ses  carolusguldens  ende  sesthijen 


^ 


144 

stuivers,  twelck  is  gestelt  in  handen  van  Johaiïne  Nicolai  om  haer  des 
noot  zijnde  mede  te  delen. 

37.  De  classieale  bijeenoomsten  sullen  na  voorgaende  acten  der  synoden 
bestaen  wt  een  ijgelijck  gemeijnte  een  ijder  dienaer  ende  een  ouderlingh , 
mits  dat  den  ouderlingen  sulcx  sal  aengedient  worden.  Ende  ten  minsten 
suUen  de  ouderlingen  mede  verschijnen  op  dese  tijden,  als  wanneer 
censura  morum  sal  gehouden  worden ,  als  de  acta  synodalia  gelesen  sullen 
worden ,  als  de  gravamina  sullen  geexamineert  worden ,  als  de  volmachten 
sullen  ad  synodum  gesonden  worden,  ende  als  men  sal  handelen  van  de 
translatie  der  dienaren ,  met  sulcken  bescheyde  nochtans  dat  de  ouderlingen 
haer  eijgen  costen  sullen  draegen,  soverre  als  sij  mede  in  de  maeltijden 
begeren  te  blijven.  Ende  soverre  sij  weijgerich  sullen  bevonden  worden 
sonder  reden,  sullen  alsulcke  van  den  classe  gecensureert  worden  na 
behoren. 

38.  Den  classi  van  Bolswert  wort  belaatet  van  den  synodo,  dat  sij 
goede  informatie  sullen  nemen  over  het  vertreck  öerardi  Fockingh  ,  twelck 
gedaen  hebbende  sullen  sij  daerinno  doen  na  behoren. 

39.  N,B.  —  Diegene  die  haer  verclaren  tot  genen  ander  eijndo  tot 
den  doop  te  comen ,  dan  dat  sij  in  den  houwelijcken  staet  mogen  bevestiget 
worden ,  wert  geresolveert  in  jegenwoordigen  synodo ,  dat  sij  nijet  behoren 
gedoopt  te  worden. 

40.  Sovele  als  aengaet  de  vrage,  oft  de  ouderlingen,  welcker  vrouwen 
geen  litmaten  der  gemeijnte  zqn,  het  ouderlingschap  mogen  bedienen, 
wert  geresolveert,  dat  men  hem  sal  reguleren  nae  het  lO*^®  particulier 
vraegstuck  synodi  Dordracenae  anng  78. 

41.  Oft  men  het  avontmael  des  Heeren  sal  houden ,  nadat  het  sij nodus 
geeijrulicht  sal  wesen,  sullen  de  deputati  met  haren  classe  overleggen 
ende  sal  het  advgs  van  een  ijder  classe  op  den  naestcomendeo  synodum 
ingebracht  worden. 

42.  Sijn  hijema  vercoren  de  deputati  synodi:  wt  Doccumer  classe 
JoANNEs  Nicolai  als  dienaer  ende  Subrant  Pieters  als  ouderlingh;  wt 
den  classe  van  Leuwarden  Johannes  Boqerman  als  dienaer  ende  mr.  ïk;o 
Isbrandi  als  ouderlingh;  wt  het  classe  van  de  Wouden  Johannes  Knip- 
HU8ANTJS  als  dienaer,  Liehwe  Feuckes  als  ouderlingh;  wt  den  classe  van 
Sneeck  öellius  Accronius  als  dienaer  ende  Aesge  Aesges  als  ouderlingh; 
wtten  classe  van  Bolswert  Godefridus  Sopingii  als  dienaer  ende  Ipo  van 
AiLVA  als  ouderlingh;  wt  den  classe  van  Franeker  Wilhelmus  Folkeri 
als  dienaer  ende  Gerrut  Reljners  als  ouderlingh. 


145 

43.  E^ndeljjck  censura  morum  gehouden  hebbende  is  besloten,  dat  het 
synodus  sal  gehouden  worden  onder  den  naestcomende  lansdaghe  deerste 
Maendach  in  Martio  binnen  den  stadt  Leuwarden. 

Aldus  gedaen,  verhandelt  ende  besloten  in  onse  synodale  vergaderinge 
gehouden  binnen  Dockum,  in  chrijstel^cke  eenicheijt  op  dach  ende  date  als 
boven  begonnen  ende  geeijndicht  den  7®°  des  maents  Junjj  anno  1604. 
Ende  was  de  principale  deses  wtten  name  ende  last  des  synodi  voornoemt 
verteqckent.  Ende  onderstont:  bij  ons  praesidem  ende  scribam  synodi 
voorss.  J.  HiLBRANDS,  praosos  synodi,  S.  Suffridi  F.,  scriba  synodi. 

GecoUationeert  met  den  principaele  deses  is  bevonden  te 
accorderen  b^  mij: 

S.  Suffridi  Frisiüm,  scribam  synodi.  i) 


Acta  synodi  Leovardianae  1605  den  5^  Martij.^) 

Het  synodus,  binnen  Leeu varden  op  huqden  den  5®"  Martij  anno  1605 
vergadert ,  heeft  na  anroepinghe  van  den  naem  des  Heeren  tot  praesidem 
gecoren  D.  Johanitem  Booerbcannum  ,  dienaer  te  Leeu  varden,  ende  tot 
scribam  Florenttom  Jouannis,  dienaer  tot  Sneeck. 

De  procuratien  der  volmachten  van  de  classen  op  desen  synodum  ge- 
committeert  gheeyscht  ende  gelesen  sijnde  sqn  deselve  voor  goet  gekent, 
als  oick  mede  de  commissie  van  de  E.  heeren  Eempo  Wuarda  ende  Ipo 
Jacobs  Juckama,  dewelcke  van  de  E.  heeren  Staten  waren  gedeputeert 
om  desen  synodo  by  te  wesen.  Ende  belangende  de  namen  der  gecom- 
mitteerde volmachten  op  desen  synodum  s^n  dese: 

wt  den  classe  van  Leeuvarden:  D.  Johaknes  Booermaknüs  ende  Henrigus 
HmcKENA  als  dienaren,  mijnheer  Zwartzenboroh  ende  mijnheer  Joh annes 
Saekama  als  ouderHnghen ; 

wttet  classe  Sylvana :  öerardus  Clebooerüs  ende  Yarmoldüs  Harmanni 
als  dienaeren,  Sifke  Attes  ende  Simen  Gosses  als  ouderlinghen; 

wt  Snecana:  Florentius  Johannis  ende  Huoo  Petri  als  dienaren, 
HEin)RicK  Wljgers  ende  Wlibrant  Harckes  van  Bosum  als  ouderlinghen ; 

wt  Bolsvardiana :  Adamüs  Vestermanntjs  ende  Cornelius  Florits  als 
dienaeren,  Ti.jmen  Reltners  ende  Eecee  Jelles  als  ouderlinghen; 

wt  Franequerana :  Idzardus  Nicolai  ende  Vilhelmus  Folceri  als  die- 
naren, den  E.  Jacobus  GHEiDnwGH,  secretarius  ende  Jawtke  Aires  als 
ouderlingen ; 


1)  Eigenhandige  onderteekening.    2)  in  niarg.  staat:  voopie  voor  tclasa.  van  Sneeck." 
Acta  syn,  provinc.  VI.  1ü 


146 

wt  Doccumana :  Bartholoheijs  Billerbeke  ende-  Franciscus  Avercampiüs 
als  dienaeren,  Popcke  Watmans  ende  Jacob  Jacobs  als  ouderlinghen. 

Na  desen  sijn  gelesen  acta  synodi  Doccumanae  ende  daervan  gesloten  in 
voegen,  als  volght: 

1.  De  gecommitteerde  van  den  classe  van  Franeker  sijn  vermaent  om 
haer  classi  oft  eenige  dienaren  int  bysonder,  in  haer  classe  daertoe  ge- 
deputeert  ,  an  te  dienen ,  dat  se  den  last  haer  gegheven  om  de  professoren 
van  Leyden  ende  Franeker  over  eenighe  vraegstucken  te  begroeten  ende 
haer  meyninghe  aff  te  vraghen  wiUen  vervorderen. 

2.  In  de  saecke  van  Duorre  Holttes  is  besloten,  dat  hem  sal  nomine 
deses  synodi  schriftlqck  angedient  ende  belast  worden  sich  te  richten  ende 
na  te  comen  tbesluyt  des  Doccumanae  synodi  over  sijn  persoon  gedaan 
ende ,  ingevalle  hy  tselfde  vertreckt  na  te  comen ,  is  classi  van  Bolswardt 
belast  tselfde  te  effectueren  aen  hem  ende  dat  wt  naem  des  synodi. 

3.  tSynodus  gehoirt  hebbende  het  rapport  van  de  gecommitteerde  des 
classis  Bolsvardianae  van  tgene  tclassis  voorgenoemt  gedaen  heeft  in  de 
sake  Tydonis  Dawielis  ,  heeft  geoordeelt  de  sake  sodanich  te  sijn ,  dat  voir 
dese  reqse  tot  gheen  volle  wtvoeringhe  oft  naerder  verhandelinghe  ende 
besluyt  van  dien  can  voortgetreden  worden.  Wil  nochtans  het  synodus, 
soo  tclassis  van  Bolsvardt  meerder  ende  vaster  kennisse  van  tselfde  crijght, 
dat  sy  dan  Tydonem  ende  tclassem,  daer  hq  in  Groningherlandt  onder 
sorteert ,  van  ende  op  deselve  sake  schriftel^ck  anspreken  ende  vermanen. 

4.  Belanghende  den  persoon  Tammonis  Ltrani  is  besloten,  dat  men 
sal  an  den  E.  heeren  Staten  aenhouden,  dat  haer  gelqeve  hem  voir  sijn 
arm  ende  nootdruftich  huysgesin  eenich  middel  van  onderhout  toe  te 
staen  ende  te  gonnen.  Ende  dit  becomen  sijnde  sal  by  den  heeren  van 
Dockum  gesolliciteert  worden,  dat  haer  bel^eve  den  Tammonem  voorsz. 
met  sgn  huysgesin  in  haer  stadt  te  ontfanghen  ende  alle  moghel^cke  vlqt 
ende  neersticheyt  aenwenden  om  hem  tot  een  tuchtich  leven  ende  eer- 
l^cken  arbeydt  te  dringhen. 

5.  Aengaende  de  resolutie  gedaen  op  de  vraghe ,  oft  men  na  eyndinge 
des  synodi  het  h.  nachtmael  oick  behoort  te  houden ,  alsoo  van  den  dassen 
daerop  niet  en  is  gelet  ende  volghens  d'adv^sen  der  dassen  van  den 
teghenwoordigen  gecommitteerden  niet  hebbe  connen  ingebracht  worden, 
is  wederom  besloten  ende  den  deputatis  classium  gelast  dit  met  haere 
classe  te  verspreken,  opdat  d'advysen  der  dassen  op  den  naestvolgenden 
synodum  raoghen  ingebracht  worden. 


ui 

Beslu^tinghen  over  de  gravamina  deses  teghenwoordighen 
synodi. 

6.  Opt  P  gravamen  class,  LeovardA)  —  Een  yeghelqck  classis  ende 
dienaer  desselven  sal  toesien  ende  bevorderen,  dat  sonder  onderscheydt 
soowel  over  groote  als  cleyne  personen  oft  ledematen  haer  verloopende  de 
kerckelijcke  discipline  geoefFent  werdde. 

7.  Opi  2^  gravamen,  —  Is  besloten,  dattet  placaet  van  de  hooghe  over- 
beyt  gegheven  angaende  de  sendinghe  van  de  jonghe  juecht  op  Jesuijtische 
scholen  sal  versocht  worden  ter  executie  moge  gestelt  te  worden. 

8.  Op  hei  .?''''  ende  4^  gi'avamen.  —  Het  synodus  heeft  raadtsaem  ge- 
vonden te  verkiesen  wt  die  tegenwordighe  volmachten  van  elcken  classe 
een  dienaer,  dewelcke  tesamen  na  doorlesinghe  der  acten  der  nationalen 
synoden  ende  consideratie  van  den  tegen woordighen  stant  der  kercken  in 
desen  lande  sullen  concipiëren  een  sekere  forme  van  verbeteringhe  ende 
herstellinghe  der  vervallenen  goeder  ordeninghen ,  twelck  sy  geconcipieert 
hebbende  daema  den  synodo  tegenwoordich  sullen  voorstellen  om  over 
tselfde  te  statueren  na  haer  goetduncken ,  ende  na  dat  sy  sullen  raatsaem 
vinden. 

9.  Den  6*^»  Martij,  —  Is  gelesen  den  brieff  Sibrakdi  VoifELn  aen  den 
synoden  gedateert  ende  overgelevert. 

10.  Is  insgelijcx  gelesen  tconcept  van  de  hooftpuncten  der  verbeteringhe, 
van  den  ses  gedeputeerde  dienaeren  ontworpen. 

11.  Twelck  gedaen  s^nde  heeft  synodus  raetsaem  gheacht  oock  ses 
ouderlinghen,  wt  tegenwoordige  volmachten  van  yeder  classe  een,  by  de 
boven  genomineerde  ses  dienaren  te  voeghen  om  over  het  geconcipieerde 
ende  voirgestelde  concept  noch  eens  te  besoigneren,  daer  by  oft  af  te 
doen  oft  te  veranderen,  na  haer  raatsaem  ende  noodich  sal  duncken  te 
wesen .  twelck  dan  by  geschrift  gestelt  sijnde  wederom  den  synodo  soude 
punctuelqck  voirgelesen  worden. 

12.  Op  het  5^  gravam,  —  Hierentusschen  is  tsynodus  voortgegaen 
int  verhandelen  der  anderen  gravaminum ,  waerover  besloten  is  als  volght. 

Men  sal  versoucken  an  de  E.  heeren  vemieuwinghe  ende  executie  der 
placaten  gegheven  tegen  de  ongeregeltheden ,  die  in  den  echtenstaet 
beghaen  worden. 

13.  Opt  1^  gravamen  das,  Franequeranae.  —  Angaende  tgene  strijdich 
in  d*acten   der  synoden  deser  provincie  schijnt  te  wesen,  is  de  saecke 


1)     Deze  marginalia  zijn  door  den  scriba  bijgeschreven. 

iO* 


14S 

opgeschort,   totdat   een   nationalis   synodws  gehouden   sal   sjjn,   waervan 
tegenwoordich  groote  ende  goede  hope  is. 

14.  Nopende  het  2^^  gravara.  Franekeranae  ende  het  12®  Bolsvard. 
classis,  die  het  synodus  verstaet  een  intentie  te  hebben,  te  weten  ofte 
de  gecommitteerde  der  E.  heeren  Staten  in  synodis  behooren  te  hebben 
vota  definitiva,  hebben  de  teghenwoordighe  gecommitteerde  der  E.  heren 
verklaert ,  dat  se  tot  noch  selve  dese  meyninghe  van  hare  tegenwoordicheyt 
niet  hebben  gehadt  dan  sulckeen  gevoelen ,  als  hare  commissie  medebrenght , 
onderdes  latende  dese  vraghe  ongeventileert.  Laet  daerom  synodus  de  saecke 
by  oude  gewoonte. 

15.  In  de  conformiteyt  vant  afwijsen  oft  ontfangen  der  ouderlinghen 
in  de  classicale  byeencomsten  sal  men  sick  reguleren  na  de  voirgaande 
resolutien  der  synoden  hiervan  genomen. 

16.  Het  6^  gravamen  Franeq,  classis.  —  Alsoo  tsynodus  de  ontbiedinghe 
des  magistraets,  die  ledematen  der  gemeente  sijn,  tweemael  jaers  in  de 
classen  om  daer  van  haer  ampt  ende  officie  vermaent  te  worden  niet  siet 
seer  stichteyjck  ofte  profijteyjck  te  sullen  sijn,  soo  heeft  het  besloten, 
dat  men  den  magistraet  soowel  andere  als  ledematen  op  alle  andere  ende 
voegmcke  middelen  van  iiaer  ampt  sal  vermanen  ende  anspreken. 

17.  Opt  P  Bolsvard,  —  Het  synodus  bekent  wel,  dat  de  Weder- 
doopers  ten  ansien  van  haer  ongodlijck  gevoelen  ende  leere  vant  ampt 
des  overheyts  hadden  verdient  met  weygeringhe  van  int  recht  ontfanghen 
te  worden  gestraft  te  sijn,  dan  siet  niet,  dat  voir  dese  tijt  ditselve  soude 
connen  gheeffectueert  worden. 

18.  2.  —  De  onderovericheden  sullen  demoedichlijcken  versocht  worden , 
dat  haer  believe  ter  executie  te  stellen  de  mandaten,  ghegheven  tegen 
d'onwettelycke  huwel^cken  der  Wederdooperen,  ende  soo  dese  in  faulte 
bevonden  worden,  sal  dit  an  de  hooghe  overheyt  geremonstreert  worden. 

19.  #.  —  Is  geen  middel  voir  dese  tijt  gesien,  daerdoor  de  besitters 
der  beneficiegoederen  oft  landen  by  versteek  haerder  zaten  ende  landen 
tot  gehoir  des  godlijcken  woorts,  gebruyck  der  h.  sacramenten  etc.  ge- 
drongen souden  connen  worden. 

20.  Opt  5^  ende  7^  gravam,  —  D'executie  der  placaten  tegen  de 
Papistische  schoolmeesters  sal  by  den  classen  emstich  versocht  ende 
ghevordert  worden,  als  oock  insgelijcx  van  de  kerckvoechden ,  dat  die 
ledematen  der  gemeente  oft  liefhebbers  der  religie  behooren  te  wesen. 


149 

21.  8.  —  Den  E.  heei'en  Staten  sal  emstich  geremonstreert  worden 
de  timmeringhe  der  Mennonitische  kercken  oft  plaetsen,  daer  sy  opent- 
lij  cke  exercitien  haerder  religie  houden,  ende  versocht  den  E.  heeren 
geljjeve  doch  sulcx  tegen  te  staen  ende  beletten. 

23.1)  Aengesien  de  meeninge  oft  intentie  van  die  vraghe  des  10®" 
gra vamen  classis  Bolsvard.,  oft  men  het  synodum  van  Harlingen  1603 
gehouden  sal  houden  voor  een  wettel^cke  vergaderinghe  oft  niet ,  niet  en 
is  ghebleken  nochte  van  den  gecommitteerden  des  Bolswarder  classis 
angewesen,  soo  is  de  vraghe  ongeroert  ghebleven. 

24.  Insgelijcken  ist  inhoudt  des  11®  gravam.  vant  voornoemde  classis  (daer 
gevraeght  wordt,  oft  een  sententie,  tegens  een  dienaer  absent  ende  onver- 
hoiii;  sqnde  ge  velt  in  een  synodo  opt  angeven  van  partijen,  daer  het 
meestendeel  der  dienaeren  ende  ouderlinghen  verclaert  hebben  geen  kennisse 
der  saecken  of  des  persoons  te  hebben,  formelijck  ende  onpartijdich  be- 
hoort gheacht  te  worden  oft  niet)  van  synodo  geacht  sodanich  te  sijn,  dat 
het  onnodich  was  daerop  te  antwoorden  oft  besluyten,  tensy  het  int 
particulier  verclaert  worde. 

25.  2^  gravamen  classis  van  de  7  Wonden,  —  Het  dassi  van  de  7 
Wouden  is  belast,  dat  sy  eerst  int  particulier  haer  uyterste  devoir  doen 
met  soodanighen  eenen  dienaer,  wiens  huysvrouwe  de  ghemeynte  Christi 
versmadet  ende  daertoe  niet  wil  geleydet  worden. 

26.  .9^.  —  De  resolutien  ghegeven  tegen  de  misbruycken,  begaan  int 
papegaey schieten  oft  dierghelijcke  dinghen,  sullen  versocht  worden  geexe- 
cuteert  te  mogen  worden. 

Den  7®  Martq. 

27.  Na  dese  voorgaende  gedane  besluytinghen  soo  is  wederom  voir- 
gelesen  het  project,  van  de  bovengestelde  personen  geraemt  ende  verandert, 
soo  sy  goetgevonden  hadden,  ende  is  een  yegelijck  stuck  desselven 
pimctuelijcken  wederom  in  den  synodo  voirgestelt  ende  gelesen. 

28.  Twelck  gedaen  sijnde  is  gevraecht,  oft  oick  de  gecommitteerde 
deses  synodi  na  vermogen  harer  commissien  souden  macht  hebben  om  hier 
linalijck  over  te  besluyten ,  Jan  oft  sy  hiervan  eerst  rapport  souden  moeten 
doen  an  hare  dassen  respectivelijck.  Op  welck  geantwoort  ende  besloten 
is  van  synodo: 

29.  Dat  sulcx  van  haer  can  ende  behoirt  ghedaen  te  worden  sonder 
rugspraeck   der  dassen  ende  dat  om  goede,  hooge  ende  warachtige  oor- 


1)     Dit  moest  22  zijn.  Daardoor  zijn  al  de  volgende  nos.  ook  opgeschoven. 


150 

saecken,  onder  welcke  dese  mede  sijn:  1.  de  hooge  nootwendicheyt  ende 
necessiteyt  deser  sake;  2.  omdat  de  gecommitteerde  hierover  besluytende 
niet  treden  buyten  de  palen  haerder  procuratien,  angesien  sy  besluyten 
sullen  over  puncten,  die  eensdeels  wtdruckelijck  in  gravaminibus  sijn 
vervatet  (als  int  3  ende  4  Leovard.  classis,  Doccumanae  ende  andere  te 
si  en  is),  anderdeels  overeencomen  met  Gods  woort,  gebrnick  der  Neder- 
lantsche  kercken  ende  acten  der  nationalen  synoden,  ende  eyndelijck 
gerichtet  sijn  na  de  tegenwoordige  staet  der  kercken  onder  ons. 

30.  Hierna  is  geresolveert  op  de  puncten  des  concepts  ende  besloten, 
als  hierna  volght. 

Concept  inhoudende  de  maniere  van  reformatie  ende  her- 

stellinge   van   de   vervallene   kerckenordeninghen    in  onsen 

vaderlande,  den   synode  voorgestelt,  ende  de  besluytingen 

daerover  gedaen. 

32. 1)    Tot  herstellinge  van  de  vervallige  staet  der  kercken  in  desen 

lantschappe  is  bevonden  noodich  te  letten  op  de  verbeteringe  deser  volgende 

abuysen : 

33.  ten  1®°  dat  vele  plaetsen  niet  voorsien  werden  met  de  bedieninge 
des  godl.  woorts,  daerdoor  de  menschen  vervallen  in  godloosheyt,  kette- 
rijen ende  allerleye  vervremdinghe  van  den  waeren  godsdienst; 

34.  ten  2^^^  dat  onbequame  dienaers  tot  den  dienst  der  kercken  toege- 
laten worden; 

35.  ten  3<*en  dat  onbequame  dienaers  in  den  dienst  der  kercken  doir 
seer  schadelqcke  slappicheyt  worden  geduldet  ende  niet  nae  nootwendicheyt 
gestraft; 

36.  ten  4*'®"  dat  seer  ergerl^cke  onordeningen ,  diffidentien  ende 
partqdicheden  tusschen  dienaers  ende  classes  genomen,  gevoedet  ende 
verspreydet  worden. 

37.  Om  nu  d'inconvenienten ,  die  uyt  dese  geseijde  oorsprongen  voort- 
comen,  te  verhinderen  sullen  ghebniyckt  worden  dese  volghende  middelen. 

Opt  eerste. 

38.  Dat  de  E.  heeren  Gedeputeerde  deser  provincie  versocht  worden 
om  een  ernstige  ende  gestrenghe  anschrijvinge  te  doen  aen  alle  vacerende 
plaetsen ,  alwaer  geen  apparentie  gemaeckt  wort  van  vry willighe  beroupinge 
tot  beroep  van  dienaers,  ende  in  cas  van  versuymenisse  te  dreygen  met 
formele  assignatien,  ende  waer,  alschoon  die  combinatie  ware  gedaen, 
bevonden  wort  geen  middelen  van  onderhout  te  syn,  dat  de  E.  heeren 
Gedeputeerde   gelijeve  wt  slants  middelen  kerckendienaers  te  gagijeren 


1)     M.  z.  31.  Zie  noot  1  op  vorige  blz. 


151 

ende,  daer  gheen  genoegsame  middelen  mochten  sijn,  sooveel  daerop  te 
legghen,  als  tot  redelijck  onderhout  der  dienaren  mochte  noodich  sijn. 
Dit  is  van  den  gantzen  synode  geapprobeert  ende  bevestight. 

39.  Dat  opt  stuck  der  alumnen  alsulcke  ordre  werde  gestelt,  dat  se 
vennoedelijck  tot  geen  ander  fine  gehouden  worden  als  tot  bestellinghe 
des  kerckendiensts ,  ende  dat  daeromme  aen  den  E.  heeren  volmachten 
versocht  worde  continuatie  van  het  ampt  der  curatoren  academiae,  ende 
spedalqck  dat  denselven  uytgedructe  last  ende  instructie  gegheven  werde 
om  de  onbequame  alumnos  af  te  stellen  ende  andersins  in  desen  tot  dienst 
van  Gods  kercke  alsoo  te  disponeren ,  als  sy  doir  examen  ende  informatie 
sullen  bevinden  te  behooren. 

Hierover  heeft  synodus  besloten  als  vooren. 

40.  Alsoo  door  groot  ende  droevich  gebreck  van  goede  dienaers  de 
voornoem  te  middelen  niet  genoechsaem  sullen  connen  sijn  om  so  spoedelyck 
de  vacerende  plaetse  te  versien ,  alst  wel  te  wenschen  ware ,  dat  nochtans 
tusschendien  de  naestgelegene  dienaers  des  classis  met  beurtel^cke  dienst 
de  ingesetene  van  de  ledighe  plaetsen  sullen  na  vermogen  geryeven  met 
de  verkondinge  van  Gods  woort,  medenemende  procuratie  des  classis. 
Ende  opdat  doirdien  geen  versuymenisse  int  beroepen  gevoedet  werde, 
sullen  d'ingesetene  voorss.  van  eenen  yeghelijcken  dienaer,  daer  ter  plaetsen 
als  voren  comende,  emstelijck  werden  vermaent  tot  beroepinge  ende  by 
faulte  van  dien  gewaerschuwet  van  de  nootwendicheyt  der  assignatie, 
ende  sullen  bysonderlijck  de  liefhebbers  van  Gods  woort  ter  plaetsen 
sijnde  neerstelijck  tot  vorderinge  van  desen  werden  geinduceert. 

Dit  is  insgelijcx  vant  synodo  geapprobeert. 

Op  het  2<^e  abuys  is  geraemt  dit  remedium. 

41.  Dat  neerstelijck  gelet  werde  op  het  inhout  des  1«"  art.  des  synodi 
Dordracensis ,  waerinne  de  bequaemheydt  examinandi  claerlijck  na  gront 
van  Gods  woort  wort  uytgednict  met  dese  woorden:  Men  sal  overal  toe- 
sien,  dat  bequame  personen  tot  den  dienst  des  godlij  eken  woordts  beroepen 
worden,  ende  daeromme  en  sal  men  niemanden  benoemen  dan  deghene, 
die  men  genoegsaem  beproeft  heeft,  dat  sy  reijn  sijn  in  de  leere  ende 
oprecht  van  leven,  met  ghaven  om  andere  te  leeren  verciert  ende  een 
goet  ghetuygenisse  binnen  ende  buyten  der  gemeente  hebben.  Ende  om 
dit  te  effectueren  sal  bysonderlijck  gedaen  worden  een  consciëntieus, 
sorchvuldich  ende  getrouv  examen  sijner  kennisse  ende  ghaven. 

42.  Daerora  ten  1*^"  ghene  alsodanige  instructie  den  examinandos  sal 
werden  gedaen ,  die  tot  bedeckinge  haerder  onbequaemheyt  mochte  strecken. 

43.  Ten  2^«"  alle  coramiseratie  met  de  tijtel^cke  behoeflickheyt,  sinistre 


152 

affecten  ende  gonsten  van  bloetverwanschappen  ende  anders  vermijdet  ende 
verboden  sullen  sijn,  doir  dewelcke  onbequaine  dienaers  mochten  den 
kercken  opgedronghen  worden.  Oick  sullen  in  den  examine  van  leere,  doch 
principalijck  van  leven  d'ouderlingen  present  sijn.  Sal  insgelijcken  geen 
classis  mogen  examineren  oft  tot  examen  toelaten ,  die  om  goede  redenen 
van  anderen  dassen  sijn  afgeslaghen. 

Dese  dinghen  sgn  als  boven  vant  synodo  gheapprobeert. 

Op  het  in«  abuys. 

44.  1^  Remedie,  dslt  na  luyt  des  38  art.  synodi  national.  Hagensis 
ende  13  Dordr.  ende  30  Middelburg,  de  praeses  der  classicale  vergade- 
ringhen een  yeghelijck  dienaer  afvrage:  1.  oft  kerckenraet  neerstelijck 
werde  onderhouden;  2.  oft  de  kerckelijcke  discipline  werde  geoefFent; 
3.  oft  tnachtmael  werde  gehouden;  4.  oft  armen  ende  scholen  werden 
onderhouden;  5.  oft  nootwendige  visitatien  gedaen  werden;  6®"  oft  doir 
onmatich  wtreijsen  des  dienaers  de  kercke  eenige  schade  lijde;  somma, 
van  alles  dat  tot  welstandt  sijjner  kercken  dienen. 

45.  2.  Dat  sulcx  in  presentie  van  eens  ijeghelijcx  dienaers  ouderlingen 
geschiede. 

46.  3.  Dat  ten  minsten  sjaers  tweemael  solemnelijck  in  presentie  meest 
aller  ouderlinghen  oensura  officii  et  morum  gehouden  worde,  ende  alsdan 
dienaers  ende  ouderlingen,  daerinne  het  noodich  wort  bevonden,  werden 
gecensureert. 

47.  4.  Dat  d'absentie  der  ouderlinghen  soo  in  alle  als  besonderlij ck 
de  gemelte  versamelinghen  (nisi  causa)  werden  gecensureert  soowel  als 
d'absentie  der  dienaeren ,  op  dewelcke  bysonderlijck  in  alle  vergaderingen 
moet  gelettet  worden,  dewelcke  dienaeren,  sooveel  genoegsaem  sijn  sal, 
haren  ouderlingen  den  tyt  der  classicale  byeencomsten  sullen  aendienen 
ende  in  cas  van  versuymenisse  werden  gecensureert. 

48.  5.  Dat  nae  besluytingen  der  nationalen  synoden,  38  Hagens.,  31 
Middelburg.,  14  Dordrac.  in  stuck  van  vergaderinge  in  alle  dassen  by 
gebeurte  van  een  yeghelijck  een  corte  propositie  geschiede,  dewelcke  van 
allen  broederen  eensamently ck  werde  gewogen  ende  na  noot  gecensureert , 
welverstaende  dat  indien  sommige  van  sonderlinge  onbequaeraheyt  suspect 
sijn,  dat  den  classi  belast  sy  oick  met  inbreuck  der  gebeurten  sodanigen 
propositien  te  imponeren  na  speciale  goetdunckingh.  Ende  alsoo  de  ver- 
handelinge  van  een  voorgestelde  stuck  der  leeve  dienstich  is  tot  onder- 
soekinghe  ende  oefninghe  der  dienaeren,  sal  goet  sijn,  dat  somtij ts  de 
propositien  werden  achtergelaten  ende  van  praeside  per  vices  een  yeghelijck 
dienaer  een  thema  werde  gegheven  cortel^ck  uyt  Gods  woort  te  bevestighen 
ende  op  der  broederen  tegenworpinghen  alles  in  oprechticheyt  ende  vrede 


158 

te  antwoorden.  Connen  oick  wel  de  propositien  ende  dese  tsamensprekingen 
over  een  stuck  der  leere  by  gebuerten  geschieden.  Ende  sal  de  praeses 
van  beyden  niet  vry  sijn,  denwelcken  van  scriba  insgelijck  eenich  stiick 
der  leere  can  werden  geordineert.  De  oplegginge  van  propositie  oft  ver- 
antwoordinge  eenichs  leerstucx  sal  int  eynde  der  gehoudene  dassen 
geschieden  om  bereyt  te  sijn  tegen  de  naest»volghende  vergaderinge. 

49.  Hierop  tsynodus  gelet  hebbende  heeft  besloten,  dattet  exercitium 
der  propositien  een  yeder  classi  vry  sal  gelaten  worden  om  tselfde  te 
onderhouden  ofte,  soo  sy  haer  daerin  beswaert  vinden,  eenich  ander 
middel  te  vinden,  twelck  tselfde  eynde  ansiet  ende  intendeert. 

50.  6«".  Dat  het  13  artijckel  Hagens.  ende  65  Middelburg,  van  die 
sonden,  die  opschortinge  oft  afsettinge  eens  dienaers  verdient  hebben, 
neerstelijck  onderhouden  werden,  aldus  luydende:  Voorts  onder  de  gewone 
sonden ,  die  weerdicli  sijn  roet  opschortinghe  oft  afsettinghe  van  den  dienst 
gestraft  te  worden ,  sijn  dese  die  voornaemste :  valsche  leere  oft  ketterije , 
openbare  scheurmaMnghen ,  opentl^jcke  blasphemie,  simonie,  trouloose 
verlatinghe  syns  diensts  oft  indringinge  in  eens  anderen  dienst,  meene- 
dicheyt,  eebreuck,  horerije,  dieverye,  gewelt,  gewoonlijcke  dronckenschap, 
vechter^e,  vuyl  gewin,  eortelijck  alle  de  sonden,  die  den  autheur  voor 
de  werelt  eerloos  maecken  ende  in  een  ander  ghemeen  lidmaet  der  kercken 
der  afsnijdinghe  weerdich  souden  gherekent  werden. 

51.  Ten  7®"  alsoo  nietmin  liier  als  in  de  anneminghe  der  dienaren 
onbehoirlijcke  commiseratie  ten  regart  van  tijtlijck  behoef  ende  bloet- 
verwantschappen  seer  schadelijck  valt,  dat  deselve  vermij det,  verhindert, 
verboden  ende  gestraft  sullen  sijn. 

Dit  heeft  het  synodus  verklaert  haer  te  behagen  als  noodich  ende  recht. 

Opt  vierde  abuys. 

52.  1.  Dat  praeses  ende  scriba  annui  in  classibus  sullen  verkoren  worden 
ora  van  alles  beter  kennisse  te  draghen,  in  welcker  absentie  een  vice- 
praeses  oft  scriba  met  gemeyne  stemmen  verkoren  werde  ende  dit  ter  tijt 
sulcx  onraatsaem  oft  onnodich  bevonden  werde. 

53.  Het  besluijt  des  synodi  over  desen  is  geweest,  dat  sooverre  de 
tqt  van  een  jaer  sommighe  dassen  mochte  schijnen  te  lanck  te  sijn  om 
redenen ,  dat  haer  gheoirloft  sal  syn  deselve  te  verkorten  doch  niet  onder 
de  tijt  van  dry  e  maenden. 

54.  2.  Dat  alle  acta  van  een  qeghelijck  classicale  vergaderinghe  te 
boeck  geteeckent  voor  het  scheiden  gelesen  worden,  opdat  eenen  yeghe- 
lijcken  vrijheyt  hebbe  daerover  sijn  goetduncken  op  omvragen  te  verklaren. 

55.  3.  Dat  praeses  classium  na  de  besluij tingen  der  nationale  synoden 
32  art.  Hag.,  26   Middelburg,  de  kibbelingen  ende  twistingen  in  classe 


154 

beduinge  ende  ingevalle  van  ongehoirsaemheyt  haer  heete  uytgaan  ende 
terstond  die  censureren. 

56.  4.  Dat  die  depntati  classium,  die  op  desen  synodo  sijjn  verschenen, 
ernstich  rapport  sullen  doen  in  haere  dassen  ende  nomine  synodi  ver- 
manen tot  vrede,  eenicheyt,  liefde,  aflegginghe  alles  waentrouwens  ende 
vermijdinghe  aller  onordeninghen  in  classicale  byeencomsten  ende  bemid- 
delen, dat  hierentegen  doende  neerstich  mogen  gestraft  worden. 

57.  5.  Alsoo  goede  ende  neerstighe  opsicht  noodich  is  om  dese  christe- 
l^cke  beslu^tingen  soot  behoort  in  train  te  brenghen ,  is  van  de  broederen 
op  desen  synodiim  versamelt  hoochnoodich  bevonden,  dat  vier  personen, 
twee  dienaers  ende  twee  ouderlingen,  gelast  sullen  worden: 

58.  1.  Om  ten  1^^  cloecke  omsieninghe  te  doen  op  d'onderhoudingen 
van  dese  voorgemelde  verbeteringe  van  den  staet  der  christelijcker  kerc^en ; 
2.  waer  sy  hierin  oft  in  andere  rqsende  onordeninghen  ende  swaricheden 
sulcx  sullen  noodich  achten ,  hen  ter  plaetsen  te  vervoegen  ende  doir  middel 
van  goeden  raadt,  advijs,  vermaningen  oft  inductien  tot  wechneminge 
aller  kerckelijcke  onordeningen  ende  rijsende  verschillen  te  arbeyden  met 
alle  mogelijcke  neersticheyt.  Sullen  oick  een  yeghelqck  kercke  in  steden 
ende  ten  platten  landen  ende  alle  dassen  vrijheyt  hebben  om  de  voorss. 
vier  personen  te  ontbieden,  haren  advijs  ende  goeden  raedt  gebruycken, 
daerin  sij  des  sullen  noodich  hebben.  Ten  3^^^  sullen  dese  4  personen 
sonder  versuymenisse  by  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  der  lantschappe 
versoucken ,  tgene  haer  van  synodo  opgeleght  is  te  versoecken.  4®"  Sullen 
dese  mannen  anvanckelijck  op  desen  synodo  verkoren  werden,  twee  wt 
den  classe  van  Doccum,  al  waer  tsynodus  verleden  jaer  is  gehouden,  een 
dienaer  ende  een  ouderlingh,  ende  twee  wt  dasse  van  Leeu  varden,  al  waer 
nu  tegen woordelijck  tsynodus  gehouden  wort ,  insgelijcx  een  dienaer  ende 
een  ouderlingh. 

59.  5.  Sullen  jaerlijcx  2  van  dese  vyer  mannen  afgaan  in  sulcker 
ordre,  dat  die  twee,  die  uyt  den  dasse  van  Dockum  sullen  ghecoren 
worden,  na  verloop  deses  jaers  sullen  afgaen  ende  in  haer  plaetse  twee, 
een  dienaer  ende  een  ouderlingh,  gestelt  werden  op  den  toecomenden 
synodum  1606  wt  den  classe  van  de  7  Wouden.  In  den  navolghenden 
jare  1607  sullen  de  dienaer  ende  ouderlingli,  die  wt  den  dasse  van 
Leeuwarden  op  desen  tegenwoordigen  synodo  sijn  gecoren ,  moeten  afgaen 
ende  in  haer  plaetse  van  synodo  Snecana  een  dienaer  ende  een  ouderlingh 
worden  gekoren,  ende  alsoo  volghens  naer  de  ordre  der  dassen. 

60.  6.  Sullen  dese  vijer  mannen  gecoren  worden  in  verminderinghe 
des  getals  der  gewoonlijcker  deputaten  synodi  met  desen  onderscheyt,  dat 
d'andere  acht  deputati  na  ouder  usantie  gekoren  sullen  worden  van  de 


155 

volmachten  der  classen  respectivelijck,  maer  dese  4  mannen  sullen  wt  de 
classen  als  boven  van  de  geheele  synodale  byeencoraste  verkoren  werden. 

61.  7.  Welverstaende  dat  de  volmachten  der  classen,  die  op  den  synodo 
verschijnen ,  wt  welcken  de  4  deputati  gekoren  sqn ,  geene  andere  depiitatos 
synodi  benefTens  dese  sullen  hebben  te  kiesen. 

8.  De  2  blqvende  sullen  gehouden  syn  op  den  synodum  persoonlijck 
te  verschijnen  ende  rapport  inbrenghen  van  tgene  by  hen  gedaen  sijnde 
aldaer  dienstich  is  verklaert  te  sijn,  oft  andersins  den  broederen  des  synodi 
remonstreren ,  sulcx  als  sy  van  de  toestandt  der  kercken  aldaer  noodich 
bevinden  om  van  hen  verhaelt  te  worden.  Ende  oft  den  synodo  wel  vrj' 
sal  staen  haer  ad  vijs  ende  raadt  in  voorvallende  swaricheden  te  eysschen , 
sullen  sy  nochüins  geen  suffragia  hebben  meer  als  eenich  ander  dienaer, 
die  op  den  synodo  van  den  classen  niet  gecommitteert  sijnde  als  toe- 
iioirder  verschijnt.  Sullen  oick  de  vergaderinghe  bijblijven  tot  aen  het 
eynde  om  in  haer  lasten  na  den  wille  des  synodi  hen  bequamelqck  te 
connen  richten. 

62.  9.  Dewijle  dese  4  personen  niet  verders  in  haren  ampt  sqn  gelastet 
als  tot  goeden  raet,  inductie  ende  vermaninghen,  wert  haer  opgeleght, 
so  wanneer  sy  door  sulcx  niet  connen  uytrichten  ende  het  de  sake  van 
haer  wort  verstaen  te  verheyschen,  dandere  8  deputatos  synodi  tot  hen 
te  roepen  ter  plaetsen,  daer  het  hen  noodich  ende  raatsaem  sal  duncken, 
om  also  met  denselven  maeckende  het  volle  collegium  der  deputaten  synodi 
na  older  gebruyck  te  disponeren. 

63.  10.  Maer  ten  eynde  niemant  wt  vermijdinghe  der  oncosten  sich 
desen  nootwendige  last  ontrecke  ende  also  tgantsche  werck  daerdoor  ver- 
valle ,  is  raatsaem  gheacht  uyt  naem  van  dese  vergaderinghe  de  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  seer  beleefdelijck  ende  onderdanichlijck  te  versoucken , 
dat  hen  wilde  gelijeven  niet  swaer  in  conformiteyt  van  de  provincie  van 
Suyt  ende  Noorthollant  oft  in  forme  van  vacatien ,  maer  een  alsoo  soberen 
onderstant  uyt  liefde  van  den  welstandt  der  kercken  onses  Heeren  Jesu 
Christi  tot  dese  sake  te  vergunnen,  als  hun  E.  milde  discretie  souden 
moghen  selve  goetvinden.  Ende  sullen  die  2  blijvende  deputati  int  sluyten 
des  synodi  de  gantsche  vergaderinghe  pertinente  rekenschap  doen  van  ont- 
fanghene  ende  uytgeghevene  penningen ,  by  de  2  afgaande  mede  geteyckent. 

64.  11®".  Eensdeels  om  de  vredelijcke  staet  aller  classen  te  bevorderen, 
anderdeels  te  crachtiger  verrichtinghe  van  tgunt  hierboven  tot  redres  van 
de  staet  der  kercken  in  dit  lantschap  is  goetgevonden ,  dat  de  E.  heeren 
Ghedeputeorde  Staten  nomine  synodi  tegenwoordich  versocht  sullen  worden 
om  tgene  wt  anmerckinghe  van  de  hoochdringende  nootwenclicheyt  (als 
boven)  is  geraemt,  ter  opbou  van  Gods  kercke  tapproberen  ende  een 
ernstige  anschrijvinge  te  doen  aen  allen  classen,  daerinne  op  die  appro- 


156 

batie  deser  voorgenomene  verbeteringe  emstelijck  vermaen  gedaen  worde 
tot  vrede,  liefde  ende  eenicheijt,  verhoedinge  aller  onordeningen,  twisten, 
wantrouwen  ende  specialijck  tot  achtervolginge  van  tgunt  hier  is  besloten 
in  desen  synode,  met  communicatie  van  de  ongunst  ende  straffe  over  de 
ongehoirsame  oft  verachters  deser  goeder  ordeningen.  Ende  also  uyt 
wichtige  ende  veelvoudige  redenen  dit  synodus  dese  kerckelijcke  forme 
van  verbeteringe  der  ingecropene  abusen  in  oprechter  ende  onpartijdige 
conscientie  als  voor  den  aenschijn  des  Heeren  sittende  heeft  met  sonder- 
linge  eenhellicheyt  besloten,  sal  deselve  niet  verandert  oft  ingebroken 
worden  sonder  sware  ende  wichtige  oirsaken. 

65.  12.  Ende  byaldien  dese  voorgemelte  middelen  van  verbeteringe  op 
den  toecomstigen  synodo  (des  men  contrarij  verhoopt)  bevonden  werden 
geene  oft  geringe  vnicht  geschaft  te  hebben,  gelijck  sulcx  doir  remon- 
strantie der  meergemelte  twee  blijvende  deputaten  oft  andersins  sal 
comen  te  blijcken,  dat  de  volmachten  deses  synodi  haere  dassen  respec- 
tivelijck  sullen  aendienen,  dat  sy  haer  volmachten,  die  sy  op  den  toe- 
comstighen  synodum  Sylvanam  sullen  senden,  volcomene  last  ende 
instructie  sullen  gheven  om  alsdan  instructie  daertoe  hebbende  van  hare 
classen  tot  dese  4  personen  te  versoucken  twee  publijcke  personen  sijnde 
leden  der  kercken,  een  wt  het  collegie  der  heeren  Gedeputeerde,  een  wt 
den  Hove  van  Vrieslandt,  welcker  nominatie  gedaen  worde  in  synodo  als 
d'andere  deputaten  gecoren  worden,  die  met  haer  ernst  ende  authoriteijt 
bemiddelen,  dat  dese  voet  der  verbeteringe  te  crachtiger  effect  sortere. 
Daerop  de  E.  heeren  Gedeputeerden  van  den  synodo  alsdan  sullen  begroetet 
worden  om  sulcke  nominatie,  by  de  kercke  gedaen,  ten  aensien  van  den 
noot  der  saecke  te  approberen. 

66.  Dit  alles  heeft  het  synodus  oick  gelijck  het  voorgaande  eeudrachtich 
geapprobeert  ende  voor  goet  ende  nootwendich  angenomen. 

67.  Opt  laeste  gravam,  dass,  Doccum.  —  Aengaende  tlaeste  gravamen 
des  classis  van  Doccum ,  dat  synodus  wil  letten  op  de  bedroefde  staet  der 
gemeente  van  Collum,  heeft  synodus  besloten,  dat  die  4  gecommitteei-de 
mannen,  soo  haest  als  mogelijck  sal  sijn,  haer  tot  Collum  sullen  trans- 
fereren om  informatie  te  nemen  van  de  saecke  ende  vant  leven  ende 
wandel  Henrici  Alphonsii,  item  om  versoeninge  met  den  sijnen  te  raemen. 
Ende  soo  sulcx  oramogelijck  sijn  sal,  sullen  sy  arbeyden,  dat  Alphonsius 
aldaer  wechgenomen  ende  die  van  Collum  met  eenen  anderen  dienaer 
versorcht  worden. 

Over  de  andere  gravamina  van  de  Wederdoopersche  secten  is  niet  be- 
sloten om  het  anstaende  nationael  synodus. 

68.  Alsoo  voor  den   synodo  gecomen  is  sekere  discoort  ende  verschil 


157 

hangende  tusschen  Henricüm  Alphonsitjh,  dienaer  te  Collum,  ende  den 
classem  van  Dockum  belangende  sekere  sententien  van  suspensie  ende 
continuatie  van  dien  suspensien ,  van  den  classe  over  Henricüm  voornoemt 
gevelt,  ende  synodus  gehoirt  ende  gesien  heeft,  tgene  van  wederzyden 
hierover  schriftiijck  ende  montlijck  ingebracht  is,  ende  oick  rijpelijck  gelet 
ende  gemerckt  op  tgene  hier  angemerct  behoort  te  worden ,  heeft  eyndelijck 
verklaert  ende  verclaert  mitsdesen:  1.  dat  de  suspensie  ende  continuatie 
van  suspensie  van  dato  den  17  Decembris  over  Henricüm  by  den  classem 
gedaen  crachteloos  sy ;  2.  dat  desniettegenstaende  Henricüs  voorsz.  hier  in 
synodo  gecensureert  ende  tot  schultbekenninge  sal  gehouden  worden  van  sqn 
roockeloos  ende  onordentiijck  doen ,  begaen  in  een  sekere  hu welicxproclamatie 
ende  copulatie,  in  deselve  sententie  van  continuatie  gementioneert;  3.  dat 
insgeUjcx  Alphonsius  voornoemt  hier  in  synodo  sal  schultbekenninge  doen 
ende  vergevinghe  begheeren  van  tgunt  hy  tegen  Sixtum  Q^ellh  mishandelt 
heeft  ende  bekennen,  dat  hy  van  Sixto  niet  en  weet  als  eere  ende  deucht. 

69.  De  gecommitteerde  van  den  classe  van  Doccum  ende  Alphonsius 
gehoort  hebbende  haer  voirlesen  dit  besluqt  des  synodi  hebben  tselve 
anghenomen  ende  genoeghgedaen. 

70.  tSynodus  gehoort  hebbende  de  clachte  Bernardi  Fttllenu  ,  gedaeu 
over  sekere  injurie  ende  leelijcke  lasteringe  (alsdat  hy  crimen  falsi  soude 
bedreven  hebben)  aen  ende  tegen  sijn  persoon  begaan,  ende  ter  contrarie 
geleöen  ende  gehoort  hebbende  soo  schriftelijcke  getuygenissen  van  sekere 
geloofweerdighe  dienaren  Süttrido  Suffridi  ende  Joanne  Corneui  als 
mondelijcke  verklaringe  van  mijn  B.  heere  Epo  Jacobs  Jückama  tegen- 
woordich,  heeft  bevonden  ende  mitsdien  verclaert  Bernajwitm  voorgeseyt 
teenemael  onschuldich  te  sijn  aen  de  voirgenoemde  misdaet  ende  lasteringe, 
besluytende  volgens ,  dat  d'acte  hiervan ,  in  classicael  boeck  van  Franeker 
geteeckent ,  wtgedaen  ende  wechgenomen  ende  tclassis  hierover  gecensureert 
ende  vermaent  sal  worden  van  sodanich  doen  hierna  sick  te  wachten  ende 
op  te  houden. 

71.  Voorder  sullen  die  4  mannen,  van  desen  synodo  hierna  verkoren, 
Johannem  Hillebrandi  ende  Sibrandum  Vomeltüm  voor  sick  roepen  in 
classe  Franekerana  ende  hierop  verstaen,  ende  na  dat  sy  sullen  bevinden 
deselve  schuldich  oft  ontschuldich  te  sijn,  met  haer  te  handelen  ende 
procederen. 

72.  Sibrando  Vomelio  is  nomine  synodi  angedient,  dat  van  sijne  sake 
gehandelt  soude  worden  ende  daerom  aen  hem  begheert,  dat  hy  present 
wilde  blijven.  Waerop  hij  geantwoort  heeft,  dat  hem  niet  moghelijck  was 


158 

te  blijven,  ende  dattet  synodus  wel  gesien  hadde,  dat  hy  tegen woordich 
geweest  was.  Ende  is  alsoo  vertrocken. 

Den  9<*en  Martij. 

73.  tSynodus ,  gelet  hebbende  op  den  inhoiit  van  den  brief  van  Sibraitoo 
VoMELio  aen  synodum  overgelevert  ende  voort  opt  gantze  doen  ende  voor- 
nemen VoMELH  voornoemt ,  heeft  hierover  besloten  ende  is  geadvijseert  als 
volght 

74.  1.  Dat  de  4  gecommitteerde  mannen  sullen  Sibrawdum  Vomelium 
nomine  synodi  censureren  ende  tot  schidtbekenninge  houden  ende  doen 
aennemen  ende  beloven ,  dat  hy  voortaen  van  sulck  doen  ende  diergelijcke 
partije  te  drijven  met  schreven,  spreecken  oft  andersins  sal  ende  wil 
ophouden. 

75.  Ten  2^^^  sullen  dese  mannen  versien  sijn  met  missive  van  de  E. 
heeren  Staten,  tot  den  voorgaenden  fine  dienstich. 

76.  3.  Sullen  sy  hem  voorstellen,  oft  hem  niet  soude  gelieven  van  sijnen 
dienst  af  te  houden,  ende  dat  hv  met  een  onderhout  versorcht  raochte 
worden.  Ende  ingevalle  hy  sulcx  weygert  te  doen,  sullen  de  mannen 
voimoemt  kennisse  nemen  wt  gehoor  sqner  predicatien,  oft  Sibrandus 
voornoemt  vermits  sijnen  ouderdom  ende  andere  swackheden  noch  voortaen 
stichtelrjck  de  gemeente  soude  connen.  dienen,  ende  daerin  dan  disponeren, 
na  dat  sy  noodich  ende  goet  sullen  bevinden  te  sijn. 

77.  4.  Is  besloten,  dat  deselfde  4  mannen  mede  sullen  nemen  een 
missive  van  de  E.  heeren  Q-edepu teerde  Staten  aen  den  classem  van 
Franeker  om  dat  te  vermanen  om  voortaen  alle  partqsschap  ende  onorde- 
ninge  te  beteren  ende  neerstelijjck  te  vermijden. 

Particuliere  besluytingen  synodi. 

78.  1.  De  E.  heeren  Ipo  Jacobsz  Juckama  ende  Johannes  Sakama  sullen 
haer  best  doen  om  de  hangende  geschillen  tusschen  den  E.  grietman 
HoTTmoA  ende  EbERONYMUM  Honerbringa  te  beslechten,  twelck  soo  doir 
haer  niet  sal  connen  geschieden,  sullen  sy  versterckt  met  de  vier  ge- 
committeerde mannen  deses  synodi  de  saecke  te  Franeker  in  de  classicael 
plaetse  soecken  af  te  doen. 

79.  2.  Het  classis  van  de  7  Wouden  sal  die  van  de  Jouwere  helpen 
solici teren  om  eenich  onderhout  voor  eenen  dienaer  te  becomen. 

80.  3.  De  gecommitteerde  deses  synodi  sullen  haren  classem  andienen, 
dat  se  voorsien,  datter  sodanige  donckere  gravamina  tot  synodum  niet 
gesonden  worden,  welcke  generalqck  vraegswyse  gestelt  sijnde  nochtans 
sonder   verklaringe    van   eenighe   int   particulier   verstaen    worden    ende 


159 

volghens  de  generale  beshiytingen  daerover  geclaen  tot  yemants  profijt  int 
particulier  getrocken  ende  geduydet  worden. 

81.  4.  De  E.  heeren  Gedeputeerde  sal  van  de  4  mannen  wel  emsteiyck 
geremonstreert  worden  om  groote  ende  wichtige  redenen ,  dat  de  persoon 
van  Harmannus  Elconiüs,  gewesene  dienaer  te  Harlingen,  s^nde  een 
leeraer  der  Wederdooperen.  sqn  dienst  verboden  worde. 

82.  5.  Alphonsio,  dienaer  te  Collum,  sal  nomine  synodi  belast  ende 
geschreven  worden ,  dat  hy  in  saecke  der  kerckenordeninge  ende  regeeringe 
oft  andersins  betreffende  der  kercke  niet  tentere  ofte  by  de  hant  neme, 
voor  de  vier  gecommitteerde  aldaer  geweest  ende  van  sqne  saecke  ende 
de  ghemeynte  van  Collum  sullen  gehandelt  hebben. 

88.  6.  Alsoo  dominus  Jouannes  Bogermannijs  f. ,  praeses  tegenwoordigen 
synodi,  hem  mede  beclaechde,  dat  in  het  classicael  boeck  van  Franeker 
voir  eenen  tijjt  in  sijn  absentie  sekere  articulen  te  sijnen  laste  gestelt 
ende  angeteeckent  waren,  ende  nochtans  uyt  de  missive,  geschreven  an 
den  deputaten  synodi  te  Harlingen,  ende  derselver  verklaringe,  gedaen 
den  18®°  Martij  1603,  verthoonde  van  sqn  onschult  ende  onwaerheyt  der 
voorgementioneerden  articulen,  is  geresol veert ,  dat  insgelijcken  deselve 
articulen  wt  den  voergenoemden  boecke  van  den  classe  te  Franeker 
geroijeert  sullen  worden. 

7.  Alsoo  gebleken  is  uyt  seeckere  remonstrantie  in  sjnodo  verthoont 
de  seer  groote  liberteit  in  de  exercitien  van  de  Papistische  religie,  is 
besloten,  dat  dit  van  de  4  gecommitteerde  emstich  den  E.  heeren  ge- 
remonstreert werde  om  daerin  te  remedieren. 

Hierna  is  synodus  getreden  tot  verkiesinge  der  4  mannen,  nu  etlgcke- 
malen  gementioneert ,  ende  sqn  uyt  Doccumer  classe  verkoren :  D.  Bartho- 
LOMAEUs  BiLLERBEKE,  dicuaor  to  Buytcupost,  Sltbren  Peeters,  woinende 
te  Sijbrandehuijs  als  ouderlingh;  wt  classe  van  Leeuvarden:  D.  Regnerus 
Hachtingius,  dienaer  te  Leeuvarden,  ende  den  E.  heere  Johannes  Sakama 
als  ouderlingh.  EJnde  ofte  gebeuren  mochte,  dat  eenige  ofte  een  deser 
mannen  voir  d'expiratie  sijns  tijts  in  dese  beroupinge  quamen  te  sterven 
oft  te  vertrecken,  heeft  synodus  besloten,  dat  alsdan  van  den  classe,  wt 
welck  sy  geweest  sqn,  haere  plaetse  met  andere  van  denselven  classe 
daertoe  gekoren  vervullet  worden. 

De  namen  der  8  andere  deputaten  des  synodi,  die  tegen woordich  van 
de  gecommitteerde  der  dassen  sqn  gecoren  voir  desen  jaere,  sijn:  uyt 
classe  van  de  7  Wouden  Johannes  Heppigius,  dienaer  tot  Langweer, 
ende  Joannes  Agricola  ,  grietman  in  Enweerden  als  ouderlingh ;  wt  classe 


160 

Snecana  OossnmTs  0mj)ORPiU8,  dienaer  te  Sneeck,  ende  Aesge  Aesoes 
tot  Bosum  als  ouderling;  wt  classe  Bolsvardiana  Vibrandus  Homeri, 
dienaer  tot  Schraerdt,  ende  Baücke  Pubez  tot  Witmaerssum  als  ouderlingh; 
wt  Franekerana  Sibrandüb  Abeli,  dienaer  tot  Harlingen  ende  Jeronymijs 
WiLLEMS  tot  Franiker  als  ouderUngh. 

Hierna  is  gehouden  eensura  morum. 

Ende  de  plaetse  des  toecomstigen  synodi  is  verordoneert  in  classe  Syl- 
vana ,  ende  dat  op  den  Maendach  na  besloten  Pinxteren  in  den  volghenden 
jare  1606. 

Om  te  versoucken  by  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  approbatie 
ende  hanthavinge  van  tgene  hier  in  synode  is  besloten  sijn  van  synode 
genomineert :  D.  Johannes  Bogermanus  ,  D.  HEiraicus  HtorcKENA ,  D.  Fran- 
ciscus  AvERCAMPTOS  oudo  den  E.  Jacobus  Qhenningh. 

Is  oick  noch  besloten,  dat  van  den  h.  vas  Zwartzenborgh  van  classe 
van  Leeuwarden  redenen  sullen  vervordert  worden  van  sijn  uytblijven 
van  desen  synode,  ende  soo  hy  sodanige  niet  sal  connen  genoech  aen- 
wqsen ,  dat  hy  van  classe  voornoemt  sal  gecensureert  worden  ende  afgenomen 
de  breucke  vant  pontgroot 

Ende  is  alsoo  dit  tegenwoordige  synodus  na  gedane  dancksegginge  met 
een  sonderlijcke  eendrachticheijt  ende  bethoeninge  van  liefde  geeyndicht 
ende  van  praeside  ende  scriba  onderteeckent.  Onder  stont: 

JoHANNES  BoGERMAir  j.,  olcctus  synodi  praeses. 
Florentius  Joannis,  electus  synodi  scriba. 

Actum  den  Q®»  Martii  1603. 

GeooUationeeii;  met  den  principale,  is  bevonden  daermede  tace/)r(leren. 
Oercondt. 

Florentius  Johannis,  ut  supra.  1) 


Acta  synodi   Sylvanae  gehouden  anno  1606  ende 
begonnen  den  17^  Junij, 

Het  synodus  op  huiden  den  17®"  Junij  deses  jaers  1606  vergadert  zynde 
heeft  nae  aenropinge  des  naems  Ooedes  door  ghemeene  ende  meeste 
stemmen  in  praesidem  vercooren  Dn.   Gualterttm   MoRLiNoimi,   dienam 


1)     „Onder  stont    —   ut   aupra."   Deze   woorden  zijn  met  andere  inkt  j^eachreven. 
De  naamteekening  van  den  »criba  is  eigenhandig. 


un 

des   g.    woorts   in   öroiiw,   ende  Joannem  MELBOMiEiTM,   dienarn  des  h. 
evangelii  in  Oldeholtpada ,  in  scribam. 

Nae  desen  sinnen  die  procuratien  der  volmachten  wt  den  dassen 
ghesonden  ingheeischt  ende  ghelesen  ende  met  den  perzoenen  voor  goet 
bekent.  Worden  ghemerkt  nochtans,  dat  in  die  procuratie  classis  Bols- 
vardianae  is  swaricheyt  ghemaekt,  maer  naedien  dn.  Sopincjits  ende  dn. 
Petrus  Bant  darvan  verclaringe  ghedaen  hebben,  soe  is  zy  op  alsnlko 
verclaringe  aenghenoomen. 

Die  naemen  der  personen,  die  op  desen  synodo  met  volmacht  ver- 
schenen sinnen,  sin  dese: 

wt  den  classe  van  den  Wouden:  Joannes  Melbojoots ,  dienaer  des  h. 
evangelii  in  Oldeholtpada  als  dienaer;  Tammo  öerardi,  dienaer  des  g. 
woorts  in  Aenwerden,  is  wt  wichtige  reden  niet  verschenen;  Hendrik 
Brüchters  van  Oldeholtwolde  ende  Q-errit  Coenes  van  die  Jouwer  als 
ouderlingen ; 

wt  Sneeker  classe:  dn.  Gosuinus  Geldorpius,  dienaer  des  g.  woorts 
binnen  Sneeck ,  ende  Gelltos  Aücronius  ,  dienaer  des  g.  woorts  tot  Bosem 
als  dienars,  Cempe  Andriesz  ende  Leffert  Gerrhsz  van  Balk  als  ouder- 
lingen, doch  Cempe  Andriesz  is  niet  verschenen; 

wt  Bolsvart:  Godefridus  Sopinöifs,  dienaer  in  Bols  wart,  ende  Petrus 
Bant  als  dienaers,  Epo  Alua  ende  Gisbert  Jans  ouderlingen,  doch  Epo 
Alüa  is  niet  verschenen; 

wt  Franeker:  dn.  Rodolphüs  Artop^eus  ende  Hesselus  Alberti  als  die- 
naers, ende  Wybe  Jacobs  van  Franeker  met  Louw  Jans  van  Winaldum 
als  ouderlingen; 

wt  Doccum:  Hilariits  Sibrandi  tot  Ainium  ende  Nicolaus  Joannis  tot 
Rinsmergeest  als  dienaers,  ende  Gert  Rinses  ende  Rinnekt  Reitses  als 
ouderlingen ; 

wt  Lowarden:  dn.  Her3élannü8  Colde  binnen  Lewarden,  dn.  Güalterüs 
MoRLiNGius  tot  Grouw  als  dienaers;  Abraam  van  Roerda  ouderlinck  is 
niet  verschenen;  ende  Cornelits  Cornelysz,  ouderlinck  binnen  Lewarden. 

Voorts  sinnen  wt  den  middel  van  den  E.  heeren  Staaten  met  ghenooch- 
same  commissie  verschenen  die  E.  heeren  Cempe  Wyarda  ende  mr.  Jo.vnnf-s 
Blomendal  ende  in  dese  synodale  byeencoempste  ontfangen  omme  derselver 
by  te  woenen. 

Voortaen  sinnen  ghelesen  acta  synodi  Leovardianae  in  voorgaenden  jaer 
ghehouden,  ende  is  darop  besloten,  als  volcht: 

1.  Op  dat  twede  articul  in  saeken  van  Djorre  Hoeties  is  besloten,  dat 
hy  sal  ghefraecht  worden,  warom  dat  hy  der  sententie  synodi  Leovar- 
dianae niet  ghenoechghedaen  hebbe. 

Acla  syn.  provinc.   VI.  \\ 


102 

2.  Hy  zyne  reden  darop  ghegeven  hebbende  ende  hem  heropen  op 
zyne  stichtinge  by  zyner  ghemeente  te  bewysen  heeft  begeert,  dat  zyne 
ghetuigen  muchten  verhoort  worden.  Is  darop  besloten ,  dat  d'selve  present 
zynde  ghehoort  sullen  worden. 

3.  Is  in  dese  sake  nae  vele  communicatie  door  ghemeene  stemmen 
besloten,  dat  an  hem  sullen  ter  executie  ghestelt  worden  die  besluitingen, 
die  in  voorgaenden  synodis  Doccumana  ende  Leovardiana  over  zyne  perzone 
ghegaen  sinnen. 

4.  Hyrvan  heeft  Djorre  Hoeties  appelliert  ad  proximam  synodura 
nationalem.  Dit  heeft  hem  synodus  gheaccordeert. 

Naedien  Sibrajtouh  VoBfEUüs  in  een  gheschrift,  den  synode  over- 
ghelevert,  die  ghecommitteerde  des  classis  van  Franeker  onwettelick 
ghesondene  ghenoemt  ende  dat  onder  sekere  redenen  ende  protestatie ,  die 
darom  niet  als  membra  synodi  ghehoiiden  solden  worden,  so  heeft  het 
synodus  ghehoort  hebbende  die  tegenreden  der  ghecommitteerden  voor- 
benoemt  ende  derselver  procuratie  tevooren  als  classical  ende  wettelik 
befonden  door  ghemeene  stemmen  besloten,  dat  die  voorbenoemde  ghe- 
committeerde als  membra  synodi  sullen  moegen  sitten  ende  vota  definitiva 
hebben. 

Desen  nae  is  voorghestelt  een  brieff  van  Joanihi:  Hillebrandi,  darin 
versocht  wort ,  dat  die  acte ,  in  synode  Leovardiana  ghestelt  in  der  saecke , 
tuschen  hem  ende  Bernardum  Fullenium  hangende  aengaende  die  acte 
in  den  classicael  boek  van  Franeker  tegen  Bernardum  voorss.  ende  die 
wtroyinge  derselver,  muchte  wechghenoomen  ende  cassiert  worden.  Maer 
dit  is  van  synode  wt  reden  afpgheslagen  ende  by  die  besluitinge  in  synode 
voorss.  hyrover  ghedaen  ghelaten. 

In  der  sake  Sibrandi  Vomelu  aengaende  sekere  verscheidene  schriften 
aen  verscheidene  perzoenen  als  d'heeren  Ghedeputierde  Staten  van  Vries- 
landt ,  soo  ooc  in  synode  ende  nae  hetselve  soe  ooc  aen  die  ghecomraittierde 
synodi  Leovardianae ,  als  ooc  in  die  remonstrantie  aen  die  E.  heeren  vol- 
machten ghedaen ,  ende  dan  ooc  in  zin  wtghegeven  boek ,  Superintendens 
ghenoemt ,  heeft  synodus  tegen wordich  befonden ,  dat  hy  darin  ghehandelt 
heeft  tegen  Goedes  woort,  tegen  die  regul  der  liefde  ende  tegen  die 
ordeninge  der  synoden,  ende  heeft  dienfolgende  darop  besloten,  dat  Si- 
BRAjfDus  voorss.  vau  desen  allen  sal  behoorlike  schultbekenninge  doen  ende 
beloven  voortaen  van  alsulke  ende  diergelike  schriften  ende  andere  lasterHke 
worden,  die  hy  aen  verscheiden  plaetzen  wtghestroit  heeft,  op  te  houden, 
ende  indien  hy  hem  hyrin  weigerlik  stellen  sal,  sal  vortaen  kerckelik  met 
hém  van  den  classe  van  Franeker  voortgefaren  worden  nae  behoren.  Maer 


163 

indien  hy  deser  sententie  synodi  sal  ghehorsaem  wesen ,  so  heeft  synodiis 
beleeft  by  den  E.  heeren  aen  te  houden  ende  sovelo  meugelik  te  beschicken, 
dat  zyne  saeke  wt  den  handen  des  procureurs  general  tegen  hem  staende 
moege  wechgenomen  worden. 

Naedat  Sibra:»jdo  Vomelio  het  inhout  van  deser  sententie  doer  zynen 
zoen  Petrum  Vomelium  (die  dselve  aenghehoort  heeft  ende  ooc  copiam 
daruwt  gheeischett)  gheopent  is,  heeft  d'selve  door  zynen  zoen  Petri^ 
den  synodo  wederom  aenghedienet ,  dat  hy  ghene  copiam  wt  deser  sen- 
tentie begeerde,  wante  hy  dit  synodiim  niet  en  bekende  voor  zynen 
judicem. 

Int  voorlesen  decretorum  synodi  Leovardianae  int  stuck  vant  project 
der  verbeteringe  is  ghelettet  op  die  resolutie,  ghestelt  opt  vierde  abuis 
aengaende  annuura  praesidem  et  scribam,  dat  d'selve  wesen  sullen,  ter 
tydt  dat  sulx  onraetsam  of  onnodich  sal  gheacht  worden,  ende  is  goet- 
gefonden,  dat  hyrin  die  classes  sullen  handlen  nae  hore  beste  nootdruft 
ende  stichtinge,  welverstaende  nochtans  dat  hyrdoor  tbesluit  van  die 
voorgaende  exercitien  niet  sal  ghecrenckt  worden. 

Opt  stuck  van  die  verkiesinge  der  vier  deputaten,  in  synodo  Leovar- 
diana  committiert ,  is  in  synodo  omghefraget,  of  hetselve  van  eeraan- 
den  ghesyen  of  verstaen  worde  strydich  te  wesen  tegen  Goedes  h.  wooi-t 
ende  eenige  majoriteit  of  hoocheit  te  smaken.  Ende  is  darop  doorgaens 
bekent  niet  te  stryden  tegen  Goedes  h.  woort,  ooc  gheene  hoocheit  te 
smaken,  dat  ghesyen  of  verstaen  conde  worden. 

Voorts  is  op  alle  andere  poincten  deses  projects  onderscheidentlik 
omghefraget,  of  eemandt  in  dienselven  wat  conde  aenwysen,  dat  strydich 
was  tegen  Goedes  h.  woort  of  eenige  hoocheit  smaekte.  Is  op  alle  ende 
eiken  van  dien  gheantwoort,  dat  sulx  niet  ghesyen  of  verstaen  worde. 

Aengaende  dat  laeste  poinct,  dat  men,  soe  die  vier  ghedeputierde 
weinich  vnichts  souden  gheschaffet  hebben,  twee  andere  publique  per- 
zonen  wt  den  middel  der  E.  heeren  deses  lants  soude  versoeken  ende 
desen  vier  mannen  toefoegen,  darop  heeft  het  synodus  door  ghemeene 
stemmen  befonden  dat  onnodich  te  wesen,  maer  laet  dit  in  tegen woor- 
digen  stande  benisten. 

Opt  1  gravamen  classis  Sylvanae. 

Is    gheresol viert,    dat    hoor    die    dienaers   sullen    regulieren    nae   die 

besluitingen  der  voorgaenden  synoden.  Ende  diewyle  tegenwoordich  mi 

sommige  dienaers  in  dit  classem  behorende  in  andere  gaen ,  so  sullen  die 

in  denselven  classen  ghehoort  worden,  wt  wat  reden  zy  sulx  doen,  ende 

1|* 


164 

indien  die  niet  ghenoechsam   sinnen,  tot  hoer  rechte  classem  ghewesen 
worden. 

Opt  1  gravamen  classis  Bolsvardianae  et  Franequeranae. 
Q-elik  die  broederen  des  synodi  tevoren  verclaert  hebben,  dat  die 
ordeninge  der  vier  ghedeputeerden  noch  hunne  commissie  ende  last  met 
Godes  h.  woorde  niet  is  strydende  ende  nae  geen  superintendentschap, 
majoriteit  of  hoocheit  smaekende,  ende  darom  ooc  dselve  in  zin  weerden 
ghelaten,  alsoe  verclaren  zy  ooc  opt  gravamen  classis  Bolsvardianae  al 
tezamen  eendrachtellk ,  dat  se  der  superintendentschap,  majoriteit  ende 
hoocheit  in  dese  kerken  vyant  sinnen  ende  darom  ooc  bereit  dselve  met 
alle  middelen  te  beletten  verhinderen  ende  tegen  te  staen. 

Op  die  andere  gravamina  classis  Bolsvardianae. 

Is   besloten,    dat   die    resolutien  der  synoden  noch   niet  ter  executie 

ghestelt   zynde  sullen  specificiert  ende  executie  darop  versocht  worden. 

Darbituschen  sal  een  jegelik  dienaer  by  zyner  overicheit  hyrin  zin  beste 

doen. 

Opt  2  gr.  classis  Franeq. 

Is  besloten,  dat  die  appellen  ende  onghedecidierde  questien  suo  tempore 
sullen  colligiert  worden. 

Opt  3. 

Is  besloten,  dat  die  kerkelike  discipline  over  dieghene,  die  in  den 
kerken  Christi  als  ledematen  derselver  verkerende  een  ongeregelt  ende 
ongebonden  leven  voren ,  nae  Goedes  woorde  sal  te  werke  ghestelt  worden , 
eer  ende  tevoren  dat  die  politische  overicheit  diesaengaende  sal  bemoyet 
ende  versocht  worden. 

y  Opt  4. 

Is  besloten,  dat  wt  die  synodale  beslutingen,  soevele  die  generale 
ordeninge  der  kerken  aengaet,  nootwendige  extract  wtghetoegen  sal  worden 
ende  eene  copia  darvan  in  een  jegelik  classem  ghesonden.  Ende  hyrtoe 
sal  wt  jegeliken  classe  een  man  ghestelt  worden. 

Opt  5. 
Dat  by   den   E.   heeren  Staten  door  die  coramittierde  synodi  sal  ver- 
socht worden,  dat  door  hoer  E.  authoriteit  ende  handt  alle  overblyfselen 
der    pauseliker    superstitien ,    daer    die    sinnen,    vollend    wechghenomen 
worden  meugen. 

Opt  1  Leovardianae  classis. 
Is  besloten,  dat  in  saeken  van  appell  diegeene,  die  hoer  door  eene 
sententie  eener  minderen  vergaderinge  beswaert  vindende  aen  eene  meer- 
dere vergaderinge  tzy  van  kerken  aen  classes,  van  dassen  aen  deputatos 
synodi,   van  dien  aen   synodum  appellieren   willen,   tselve  datelik  doen 


1G5 

sullen,  maer  den  tydt  alsulk  appel  te  verfolgen  sal  hen  van  den  dassen 
nae  ghelegentheit  der  tydt  bestemt  werden.  Ende  indien  zy  darin  ver- 
siiimich  sullen  wesen,  so  sullen  zy  vant  recht  des  appels  versteken  zyn. 

Oog  is  besloten,  dat  van  den  E.  heeren  sal  versocht  worden,  dat  die 
plaex5aten,  voormaels  wtghegaen  van  der  verontheiliginge  des  sabbaths, 
onbequamen  scholmesters  ende  andere  diergelike,  dienende  tot  welstandt 
der  kerken  Christi,  moegen  wederom  vernieut  worden,  ende  dat  dselve 
dan  ooc  moegen  ter  eemstiger  executie  ghestelt  worden. 

Opt  3. 
Heeft  het  synodus  besloten,  dat  die  schoelmesters ,  die  omrae  lioi-es 
ergerliken  levens  willen  excommuniceert  ende  ooc  omme  desselven  willen 
van  horen  dienst  affgheset  sinnen,  niet  wederom  in  den  schoelendienst 
sullen  toegelaeten  worden,  eer  ende  tevoor  dat  se  behoorlike  schultbe- 
kenninge  ghedaen  ende  die  ghemeente  sullen  versoent  hebben. 

Nae  desen  heeft  den  E.  doctor  Joannes  Sakema  voor  hem  ende  wt 
den  naeme  dn.  Regneri  Hachtingii  (die  van  wegen  zyns  affwesens  ont- 
schuldicht  ghehouden  wort)  rapport  ghedaen  van  die  besoignie  der 
ghedeputeerden  synodi,  in  desen  affghelopen  jaer  ghedaen.  Heeft  darbe- 
neffens  ooc  pertinente  specificatie  voorghelecht  van  die  costen ,  die  in  den 
verleden  jaer  in  horer  besoignie  ghedaen  sinnen,  soedat  het  synodus  hem 
darvan  bedanket. 

Particuliere  stucken,  in  synodo  besloten. 

1.  Is  ghefraegt,  of  het  niet  raet  soude  wesen,  dat  het  oude  Funda- 
raentboek  van  Menno  Simens  wederom  visitiert,  conferiert  ende  her- 
druckt  muchte  worden,  tselve  nae  die  resolutie,  in  synodo  Bolsvardiana 
anno  1588  ghehouden  art.  3  hyrvan  ghenoemen.  Darop  heeft  het  synodus 
befonden  ende  door  ghemeene  stemmen  besloten,  dat  het  i'aetsam  zy  ende 
behore  te  gheschieden  ende  dat  dr.  Henricüs  Antonides  ende  dn.  Rodolphus  ^ 
Artopj^s  tselve  sidlen  voor  die  hant  neemen  ende  met  nootdniftigen 
notulis  vertekenen,  ende  dat  damae  sulx  ghedaen  zynde  wt  jegeliken 
classe  een  sal  verordineert  worden  omme  tselve  te  collationeren  omme 
alsoe  voorts  behorliker  w^yse  in  dnick  wtghegeven  te  worden. 

2.  Die  sake  Meinardi  Vomeld  aengaende  zin  onordentlik  vertreck 
ende  veranderinge  der  plaeze  zyner  bedieninge  is  befoelen  den  classi 
van  Franeker.  Ende  wort  tselve  belast  hem  Meuvardum  te  verschryven 
ende  oorsaeke  suiker  zyner  onordeninge  van  hem  te  vragen  ende  hem 
voortaen  nae  behoren  darom  te  censureren. 

3.  Het  synodus  belast  den  ghedeputeerden  synodi ,  dat  se  allen  moege- 


166 

liken  vlyt  doen  sullen,  dat  die  affghewekene  van  den  classo  van  Franekcr 
wederom  ad  classera  moegen  reduceert  worden. 

4.  Der  ghemeente  van  Langheweer  sal  wt  den  naeme  des  synoili 
van  den  classe  Sylvana  belast  worden ,  dat  se  metten  eersten  sullen  voort- 
faren  met  beropinge  eenes  dienaers ,  ende  ooc  dat  se  hoore  beropinge  sullen 
instellen  in  behoorliker  form  nae  die  resolutie  deses  lants,  of  dat  se 
nootwendige  assignatie  sullen  te  verwachten  hebben. 

Desen  volgende  sinnen  tot  die  twee  ghecommittierde  wt  den  classe  van 
Lewarden,  als  sinnen  dn.  Regnerus  HACHTiNoms,  dienaer  binnen  Le- 
warden ,  ende  doctor  Joaiïnes  Sakema  als  ouderlink  der  ghemeente  Christi 
ooc  in  Le warden,  wt  den  classe  van  die  Wouden  ghecommittiert  van  den 
sy nodo  ende  den  voorghenoemden  bygefoecht :  Joannes  Melbom.i-xs  ,  dienaer 
in  Oldeholtpada ,  ende  Hepco  Fockens,  grietman  van  Opsterlandt  als  ouder- 
link. Maer  indien  Hepco  Fockens  muchte  gheraken  wt  Vrieslandt  te  ver- 
trecken ,  sal  van  classe  Sylvana  een  ander  in  zyne  plaeze  ghestelt  worden. 

Deputati  wt  den  anderen  dassen  benoemt  sinnen  dese:  wt  Snecana 
classe  WiBRANT)us  Petraeus  in  den  Heech  als  dienaer  ende  Hexdrick 
WicHEKs,  ouderlinck  binnen  Sneeck;  wt  Bolsvardiana  Corneuus  Florus, 
dienaer  tot  Woens,  ende  Epo  van  Alua,  ouderlinck  tot  Schraert;  wt 
Franequerana  Idzardus  Nicoiju,  dienaer  tot  Mindersgae,  ende  Dirck  Willems, 
ouderlinck  in  Harlingen;  wt  Doccumana  Joannes  Nicoi^u,  dienaer  binnen 
Doccum,  ende  dr.  Meinardus  Aitzma,  ouderlinck  binnen  Doccum. 

Na  desen  is  l>esloten,  dat  die  classen  jegelik  van  hooren  volmachten, 
die  in  desen  synodo  niet  verscheenen  sinnen,  sullen  eischen  reden  van 
horer  absentie.  Ende  indien  zy  d'selve  niet  sufficiënt  beünden ,  sullen  zy  se 
nae  die  resolutien  der  voorgaenden  synoden  darom  censureren  ende  strafen. 

üie  tydt  ende  plaetze,  daer  het  synodus  opt  naefolgende  jaer  sal  door 
die  ghenaede  des  Heeren  ghehouden  worden,  naemptlik  anno  1607  is  die 
Maendach  nae  besloten  Pinxteren  of  Trinitatis,  tselve  binnen  Sneeck. 

Hymae  is  censura  morum  ghehouden ,  ende  alsoe  dit  tegen wordige  synodus 

met  danksegginge  in  eene  sonderlinge  eendrachticheit  ende  betoeninge  der 

liefde  gheeindicht,  ende  van   praeside  ende  scriba  ondertekent  den  XIX 

Junij  deses  jaers  1606.  Onderstont 

GuALTERus  MoRLiNGius,  clcctus  syuodi  praeses. 

Joannes  MelbomuEüs,  electus  synodi  scriba. 

Collationeert  met  zynen  originale,  is  befonden  darmet  te  accorderen. 
Ooroonde 

Joannes  Mei.bomjojs  ,  dienaer  des  g.  woorts  in  Oldeholtpada.  i) 


M     Deze  underteekening  is  eigenhandig. 


167 

Acta  oft  handelingen  van  den  provincialen  symxJOy 
gehouden  binnen  der  stede  Sneedc^  begotmen  den  ^«« 
Junij  anno  1607  ende  geeyndight  deti  4^^^  desseloi{fen 
maents. 

De  I  scissic  gehouden  den  2*^^  Junij  voor  noen,  i)  —  De  broederen ,  van 
alle  den  classibus  op  het  synodum  afgeveerdight ,  hebben  met  aenroepinge 
van  des  Heeren  name  ende  gemeyne  advysen  gestemmet  tot  praesidem 
den  weigeleerden  ende  godtsaligen  Floiientium  Johannis  ,  tot  scribam  Daj^tiel 
JoHANNis,  dienaer  tot  Bergum.  - 

De  namen  derghenen,  die  op  desen  synodum  met  volcoinen  last  ver- 
schenen zijn: 

van  den  classe  van  Sneeck  zijn  gecommitteert :  Florentius  Johannis 
binnen  Sneeck  ende  Hugo  Petreius  tot  Oosterwinini  als  dienai-en,  ende 
Thomas  Fekcksz  met  Jacob  Feytesz  als  ouderlingen; 

uyt  den  name  des  classis  van  Boolswerdt :  Godschalcüs  Aeltius  binnen 
Boolswerdt  met  Henricüs  Flammius  van  Parraga  als  dienaren,  ende  Taco 
Aysma  met  Jocchtjm  Stevensz  als  ouderlingen; 

van  den  classe  van  Franicker:  Johannes  Hilbrandi  met  Jarrichius 
ViLHELMi  als  dienaren ,  ende  Jan  Woütersz  met  Jancke  Aenesz  als  ouderlingen ; 

van  wegen  den  classe  van  Doccum  zyn  gecompareert:  Joannes  Metelum 
met  SixTo  Gelld  als  dienaren ,  ende  D.  Meynardus  Aytzbia  als  ouderlingh ; 
Subren  Pytersz  is  niet  verschenen; 

van  den  classe  van  Leeuwerden :  Jacobus  Schotanus  van  Roordahuysum 
met  Daniel  Johajjnes  van  Bergum  ende  Jan  Arentsz  als  ouderlingh;  de 
ander  is  niet  gecompareert; 

uyt  den  classe  Sylvana:  Gerardus  Clebocker  met  Cornelius  Johannes 
als  dienaren ,  ende  His  Jasfersz  met  Gooytien  Laurentsz  als  ouderlingen.  2) 

Waerop  gevolght  is  het  lesen  van  de  procuratien  derghener,  die  van 
den  classibus  tot  dese  tegenwoordige  synodaelsche  byeencomste  gesonden 
zyn  geweest,  welcke  alle  van  den  broederen  voor  goet  aengenomen  zyn, 
voorbehouden  nochtans  dat  het  synodus  gemerct  hebbende ,  dat  de  procu- 
ratie der  broederen  van  Franicker  met  de  gewoonlicke  maniere  niet  in 
alles  overeenstemmende  was,  denselvigen  hare  sidtplaetse  geaccordeert 
heeft  midts  horende  de  verclaringe,  die  bij  haerluyden  desen  aengaende 
gedaen  is ,  namelick  dat  de  meyninge  van  haren  classe  niet  anders  geweest 


^)     De  inurjipualia  zijn  van  de  hand  van  den  Hcriba  Daniël  JohannlH. 
2)     Hierop  volgt  in  UU:    »De  geconunitteenle  van  de  hec»ren  Staten  8ijn  gewee«t 
mijnheer  Kisinga  ende  Timen  Fransen." 


108 

was  alw  sich  in  desen  decle  met  anderen  classibus  conform  te  maecken, 
also  dat  de  faute  van  dien  niet  den  geheelen  classi  maer  allen  den  scribae 
te  wijten  was.  Om  dan  sulcks  hiemaemaels  te  verhoeden  ende  voor  te 
comen  is  eendrachtlick  raedtsaem  bevonden,  dat  de  brieven  van  commissie 
nergens  dan  alleen  in  ijegelicke  respective  classe  sullen  gescreven  ende 
voor  het  scheyden  den  broederen  voorgelesen  worden. 

j.  De  2^^  sessie  gehouden  den  2*^^  Junij  nae  noen.  —  Het  synodus 
gelet  hebbende  op  de  clachte  van  den  broederen  uyt  den  Seven wolden 
heeft  besloten,  dat  van  desen  tydt  af  alle  dienaren  niet  wonende  in 
middelplaetsen  verplicht  sullen  wesen  te  gaen  tot  dien  classem,  dien  zij 
naestgeseten  zqn,  ten  ware  met  verwilliginge  van  beyde  classes. 

2.  Nopende  de  derde  resolutie  des  synodi  Sylvanae  laet  het  synodus 
sulckes  blijven  bij  tgene,  als  doenmaels  besloten  is. 

3.  Om  te  wege  te  brengen,  datter  bequamelick  een  extract  uyt  allo 
besluy tingen  der  synodale  vergaderingen  mach  getrocken  woorden,  is 
raedtsaem  gevonden ,  dat  het  register ,  bij  dn.  Geldorpio  van  alle  sijnodalc 
resolutien  gemaect,  van  classe  tot  classe  sal  gesonden  worden  om  daer  toe 
oft  af  te  doen,  soals  sij  sal  bevinden  te  behooren. 

4.  Op  het  eerste  gravanien  van  Leeuwerden,  —  Is  eenhellighlick  bij 
den  synode  geadviseert,  dat  alle  dienaren,  die  van  wegen  het  geringe 
aental  der  ledematen  niet  connen  een  besonderen  kerckenraedt  hebben, 
sullen  alle  moegelicke  vlyt  aenwenden  om  oft  deur  middel  van  bijvoeginge 
bij  een  groter  kercke  oft  deur  tsamenlegginge  van  2  oft  3  cleyne  dorpen 
hare  gemeinte  onder  eenen  kerckenraedt  te  besluyten. 

5.  Op  het  tweede  gravanien  van  Leeuwerder  elorssis,  —  Is  mede  be- 
sloten, dat  de  heer  van  Aemlandt  duer  de  dienaren  van  Boolswerdt, 
geassisteert  met  Gellio  Accronio,  vrundelick  sal  begroet  ende  vermaent 
werden,  dat  hem  believe  in  zyn  goede  voornemen  van  de  reparatie  der 
kercken  ter  plaetse  voorss.  voort  te  varen  ende  mede  gebeden,  dat  met 
zyn  toelatinge  somtyts  aldaer  een  dienaer  predicatie  mach  doen. 

6.  Op  het  3^^  gravamen  cla.ssvi  Leovei'diayiae  ende  het  1  Bolsver.  —  Is 
besloten,  dat  de  deputati  synodi  bij  den  E.  E.  heeren  Gedeputeerden 
vlijtelick  sullen  versoecken,  dat  de  christelicke  placcaten,  gemaect  tot 
wechoeminge  van  verscheyden  misbruycken  als  avontspelen,  reyen,  ont- 
heyliginge  des  houlicks  des  Sondachs  ende  diergelycke  ongeregeltheden 
ter  executie  gestelt  muegen  worden,  ende  oock  daerbenevens  dat  alle 
dienaren  haer  devoir  sullen  doen  in  het  aenporren  van  hare  respective 
overheyden  ten  fine  voors. 


169 

7.  Op  liet  eerste  gravnnien  van  Doceum,  —  Is  goetgevonden  bij  den 
synodum,  dat  de  E.  E.  heeren  Gedeputeerden,  het  collegium  van  den 
provincialen  Raedt  deur  den  deputatos  deses  synodi  ende  oock  andere  over- 
heiden  deur  hare  respective  dienaren  eemstelick  sullen  vermaent  wonlen , 
dat  haer  believe  te  bemiddelen,  datter  ghene  in  desen  provincie  tsij  tot 
hoge  oft  leege  ampten  toegelaten  worden,  dan  alleen  die  belydenisse  doen 
van  de  ware  religie. 

8.  Op  hei  2^  gravamen  des  classis  van  Doooum,  —  Het  synodus  heeft 
geoordeelt,  dat  voortaen  gheen  schoolmey stèren  sullen  muegen  sich  op 
enige  plaetsen  transporteren,  voor  ende  aleer  de  verkiesinge,  op  haer 
persoon  by  den  huysluyden  gedaen,  van  den  classe  besteedight  z\j. 

9.  Op  de  derde  besuaringe  van  Doccum  is  besloten,  dat  niet  alleen 
bij  de  hoge  overheyden  deur  deghene,  die  van  desen  synodo  sullen  ge- 
committeert  worden,  maer  oock  bij  die  van  nederigen  staet  zyn,  deur 
hare  respective  dienaren  eernstelick  sal  aengehouden  worden  tot  uyti-oyinge, 
versteuringe  ende  verstroyinge  van  alle  heymelicke  Papistische  versame- 
lingen  als  streckende  tot  ondercruypinge  van  den  gemeynen  welstandt 
der  policie  ende  kercke. 

10.  De  3^^  sessie  op  den  3^^^  Junij  voormiddach,  —  Is  na  rype 
deliberatie  eendrachtelick  goetgevonden,  dat  een  yeder  dienaer  in  den 
synodo  tegenwoordigh  zynde  zyn  respective  classem  ende  kerckenraedt 
vermanen  sal  haer  devoyr  te  doen  in  de  oefFeninge  van  de  kercklicke 
disciplijn  sonder  onderscheyt  van  personen. 

11.  Op  het  1  gravamen  classis  Franequeranae,  —  Is  besloten,  dat  de 
deputati  synodi  haer  uyterste  best  sullen  doen  int  aenhouden  by  den 
E.  E.  heeren  Gedeputeerden,  dat  haer  believe  den  dienaren  int  ghenieyn 
op  te  leggen  het  inforderen  der  pachten  ende  renthen  tot  hare  respective 
pastorien  behorende  ende  oock  haer  behulpigh  te  zyn  om  desehige  te 
becomen  volgens  de  voorgaende  resolutie,  daer  by  de  volmachten  op  gemaect. 

12.  De  4^^  sessie  den  3^^^  Junij  namtddach.  Op  liet  tweede  gravamen 
van  Franicker,  —  Het  synodus  verstaet,  dat  de  deputati  synodi  naer  ouder 
gewo<jnte  na  vermuegen  harer  commissie  sullen  muegen  handelen,  tenwaer 
dan  saeck  datter  enige  nieuwe  generale  ende  allen  classes  aengaende  siiecken 
waren  te  verrichten,  in  welcken  gevalle  zij  verplicht  sullen  wesen  haren 
elassi  de  weet  daervan  te  doen,  ende  oock  hare  besoignie  aen  haren 
respectiven  classes  te  rapporteren. 

13.  Op  het  3^  gravamen  van  Franicker.  —  Den  scribae  wordt  belast 
uyt  den  name  des  synodi  te  schrijven  an  den  dienaers  van  Hollandt,  dat 


170 

zij   (Ie  translatie  des  Nederduytschen  bijbols,  langen  tydt  onder  handen 
geweest  hebbende,  opt  spoedighste  bevorderen. 

14.  Op  het  laeste  gratHimen  classis  Prancqueranae,  —  Aengaende  Harmen 
HAKM.vNin,  leeraer  der  Minnisten  tot  Harlingen,  wordt  gestelt  in  handen 
van  den  deputatis  synodi  ora  de  sentencie  des  synodi  Leovardianae  over 
hcni  gevelt  ter  executie  gestelt  te  muegen  worden. 

Particuliere  handelingen. 

1.  Het  geschil  hangende  tusschen  der  kerckenraedt  van  Harlingen  ter 
eener  ende  Patjltjm  Joiiannis  sampt  Hesselum  Alberti  ter  andere  zyde, 
aengesien  parthien  aen  beyde  zyden  niet  verschenen  en  waren,  ende  volgens 
dien  niet  wel  bij  den  synodo  daerinne  op  desen  tydt  conde  gehandelt 
worden ,  wordt  gerevoyeert  van  den  synodo  aen  den  deputatos  desselvigen 
om  datelick  op  het  allerspoedighste  tselve  af  te  handelen,  midts  ver- 
soeckende  aen  de  parthijen ,  dat  het  haer  gelieve  ora  de  eere  Godes  ende 
do  stichtinge  der  kercken  mitsgaders  oock  die  broederlicke  liefde  na  de 
sentencie  der  deputaten ,  die  hierover  genomen  worden  sal,  haer  te  reguleren. 

2.  Oevraeght  zynde  oft  een  dienaer,  die  enige  schriften  tegen  de 
Papisten  ofte  Mennisten  gescreven  heeft,  sal  mogen  deselve  geschriften 
zynen  adversario  ter  handen  stellen  sonder  deselve  eerst  van  tevoren  z^nen 
competenten  classi  verthoont  te  hebben,  is  geantwoordt:  neen. 

3.  Gevraeght  zynde  oft,  sowanneer  een  dienaer  protest  gedaen  heeft 
tegen  tbesluyt  van  een  vergaderinge ,  tselve  protest  datelicken  behoort 
opgeteeckent  te  worden,  is  na  rype  deliberatie  geresol veert ,  dat  alle 
onnodige  protesten  van  nu  voortaen  sullen  geweert ,  de  nodige  opgeteeckent 
worden,  waeraf  de  judicature  sal  staen  b\j  den  classem. 

4.  Dewijle  bevonden  is,  dat  de  deputati,  gecoren  in  den  synodo  kest- 
gehouden  tot  Leeuwerden,  haeren  last  niet  hebben  uytgefoert  nopende 
hetghene  in  den  opgenielden  synodo  haer  was  belast  aengaende  het  classem 
van  Franicker  int  generael  sampt  Sibrandibi  Vommeliüm  ende  Johanwem 
HiLBRANDi  int  besonder,  wordt  den  vyer  mannen,  die  desen  presenten 
jare  sullen  dienen,  eemstelick  opgeleyt,  dat  zij  sidcks  opt  spoedighste 
sullen  bij  der  handt  nemen. 

5.  De  vijf  te  sessie  den  4^*^  Junij  voomiiddach,  —  Het  synodus,  gelesen 
ende  behartight  hebbende  seker  schrijven  van  J.  Petri  Duyreavoudt  ,  heeft 
over  sommige  poincten  belangende  de  beneficiegoederen,  de  opcomsten 
van  vacerende  leenen  ende  de  lioedanicheyt  der  kerckvoochden  besloten, 
dat  de  deputati  synodi  hierover  executie  sullen  versoecken  volgens  de 
besluijten,  in  voorgaende  tyden  daeraf  gestatueert. 


171 

6.  Belangende  het  stuck  van  gelyckformicheyt  van  de  ceremoniën ,  die 
in  den  doop,  het  nachtmael,  in  de  gebeden  ende  trouwen  staen  te  onder- 
houden, is  raedtsaem  gevonden,  dat  ieder  classis  daerop  letten  ende  do 
dienaren  houden  sal  tot  sodanige  gewoonte,  als  in  de  Gei-eformeerdc 
keroken  tot  noch  toe  gebruycklick  zyn  geweest. 

7.  Daema  is  besloten,  dat  in  cas  van  appel  den  appellant  sal  gehouden 
zijn  den  parth^je  advers  deur  authoriteyt  des  richters,  b^  denwelcken  h\j 
me\jnt  geinteresseert  te  zqn,  zyn  appel  in  tydts  te  laeten  weten,  voor 
ende  aleer  de  vergaderinge  tsamengeleyt  wordt,  op  dewelcke  hq  sicli 
beroepen  heeft. 

Is  mede  op  den  synodo  verschenen  Joannes  Melbomeus,  doende  uyt  den 
name  ende  van  wegen  den  gantschen  collegii  der  gedeputeerden  Sylvaime 
synodi  verhael  van  alle  handelingen,  die  zij  den  afgelopenen  jare  hebben 
geeifectueert,thonende  daerbenevens  bq  pertinente  specificatie  ende  quitancie 
i'eeckenschap  van  sodanige  penningen,  als  haer  b^  den  E.  E.  heeren  ge- 
passeert  waren  om  te  dragen  de  oncosten ,  die  z\j  ten  eynde  voorsz.  hebben 
moeten  doen.  Waeraf  als  oock  vant  voorgaende  het  synodus  hem  ende 
oock  den  deputatis  synodi  bedanckt  heeft ,  welverstaende  dat  dn.  Regnerus 
de  summa  van  26  carolusgl.  II/2  st.,  die  b\j  hem  van  de  bovengemelde 
penningen  noch  z^n  berustende,  sal  aen  den  deputatos  deses  tegenwoor- 
digen  synodi  overleveren. 

Also  de  broederen  van  Franicker  sich  besuaert  vonden  voor  haer  privee 
ende  niet  van  wegen  den  classe  om  met  den  anderen  in  synodo  versamelt 
te  treden  tot  verkiesinge  van  de  twee  maimen ,  die  in  de  plaetse  van  den 
afgaenden  uyt  den  classe  van  Sneeck  moesten  benoemt  worden ,  so  ist  dat 
zy  deur  eendrachtige  advijsen  des  synodi  verclaert  zynde  gehouden  te 
wesen  sulcks  te  doen  tselvige  gedaen  hebben.  Sijn  derhalven  met  een- 
drachtige stemmingen  in  de  plaetse  van  de  afgaende  vercoren  dn.  (ïossvintjs 
Geldorptos  als  dienaer  ende  Wubrandt  Heerckesz  als  ouderlingh. 

Waerop  gevolght  is  de  nominatie  der  andere  deputaten  synodi  als:  uyt 
den  classe  van  Boolswerdt  GoDEFRrous  Sopingius  ende  Tymen  Reyxeksz; 
uyt  den  classe  van  Franicker  Petrus  Vommelius  ende  Hobbe  Walti^üa; 
uyt  den  classe  van  Doccum  Haio  Lamberti  ende  Gerdt  Reyntiesz  van  Ee; 
uyt  den  classe  van  Leeuwerden  Franhscts  Avercampius  ende  mijnheer 
SuFFRiDtrs  Hania. 

Hierna  is  gehouden  censura  monim.  Ende  den  tydt  des  synodi,  wanneer 
hetselvige  den  naestcomenden  jare  sal  gehouden  worden  binnen  Boolswerdt, 
is  beraemt  op  den  eersten  Maendach  na  besloten  Pinxteren.  Also  dat  het 
synodus  met  dancksegginge,  sonderlinge  eendrachticheyt  ende  bethoninge 


172 

der  liefde  geeyndight  zij,  alwaeromme  wij  praeses  eiide  scriba  tot  ver- 
sterckiiigc  der  waerheit  uyt  last  dos  synodi  onse  gewoonlicke  handen 
hieronder  gestelt  hebben. 

Florentius  Johannis,  electus  synodi  praeses. 
Daotel  Johannis,  scriba. 

Gecollationeert  met  zyne  principale ,  is  bevonden  met  dien  te  accorderen 

in  kcnnisse  van  mij 

Daniël  Johannes,  ecclesiastes  in  Bergum.i) 


Acta  synodi  BolswanUanae ,  begonnen  den  24  Maij 
anno  1608, 

Up  huijden  den  24  Maij  anno  1608  heeft  het  synodus  deeses  lantschaps 
binnen  Bolswait  vergadert  zynde  na  aenix)opinghe  des  naems  Godes  duer 
lien  meesten  stemmen  tot  een  praesidem  vercoren  D.  Hieronymum  Hoen- 
DERBREXüA,  dicnacr  des  godlicken  woorts  tot  Oosterlitens ,  ende  tot  een 
scribam  Wibrandum  Petraeum  BiLLAinDmuM ,  dienaer  in  Heegh. 

Die  procuratien,  den  dienaren  afgeeysclxet  ende  in  den  synodo  voorge- 
leesen,  sijn  alle  tesamen  geapprobeert.  En  volgens  sijn  op  deesen  synodo 
als  gecommitteerde  verschenen: 

wt  den  classe  van  Bolswart :  D.  Joaxnes  Pettu  Diurrewoudt  opt  Nieulant 
ende  Aeltien  Reijners  te  Hijndelopen,  dienaers,  Toenis  Rutgers  van 
Stavoren  en  Siericüs  Suferh)!  van  Bolswart,  ouderlingen; 

wt  den  classe  Franekerana :  Henkicus  Beilanus  tot  Franeker,  Hieronmuus 
HoENDERBRENGA  tot  Oosterlietcns ,  dienaers,  Wltbe  Jacobs  van  Franeker 
ende  dr.  Onias  GELDORprcrs  van  Harlingen,  ouderlingen; 

wt  den  classe  Doccumana:  Titus  Conradi,  toe  Nes  dienaer;  Joannes 
Hepwoiüs  tot  Burum  is  niet  verschenen;  ouderlingen  Gert  RumERTs  tot 
Engwinim  en  Sibrant  Piters  toe  Sibrandehuijs ;  deese  is  niet  verschenen; 

wt  den  classe  van  Lee  warden:  Bernhardus  FuLLENnis  en  Henricus 
HiNCANA ,  dienaers ,  als  ouderlingen  Simon  J ansz  van  Leewarden ;  Steven 
WiLLEMs  wt  S.  Annakerck  heeft  zijn  excuse  laten  doen,  welck  bij  den 
classe  geapprobeert  is; 

wt  den  classe  Sylvana :  Jo.v^'nes  Melbo>l*:us  toe  Langweer  en  Herbortus 
Ridder  toe  Bextersuaegh ,  dienaers,  ouderlingen  Si.tbe  Jansz  tot  Bexter- 
swaegh  en  Albert  Jans  toe  Scherpenzeel ,  maer  deese  is  niet  verschenen ; 


1)     Eigenhandige  onderteekening. 


17H 

wt  den  classe  van  Sneeck :  Gki.ijts  Benedkti  tot  Bosum  en  WiBiiAxorK 
Petraeus  BiLLA:a)iNus  wt  Heegh,  dienaers;  beyde  ouderlingen  Wubk 
DiRCKx  van  Slooten  ende  Aes^jk  AEs<iEs  van  Bosum  zijn  niet  compareert, 
doch  Aesoe  is  verexcuseert. 

Sijn  oock  op  deesen  synodum  met  genoegsame  credenzbrieven  wt  het 
collegio  der  E.  heeren  Gedeputeerde  verscheenen  den  E.  heer  Binnert 
Sappema  ende  den  E.  heer  Dirck  Thlisz. 

Over  den  absenten  is  besloten,  dat  ijder  classis  van  syne  absenten  reden 
harer  absentie  sal  eeijschen  en,  so  die  niet  sufficiënt  bevonden  worden, 
hun  den  breuken  afnemen. 

1.  Hierna  z\jn  geleesen  die  acta  des  naestvoorgaenden  synodi  Snecanae, 
alwaer  opt  punct  van  de  afwijsinge  van  eenige  dienaren  tot  den  classem 
Sylvanam  geadvijseert  is,  dat  Joaxnes  Overneius  tot  Hascherdijcken  van 
den  classe  Snecana  sal  demitteert  worden.  Ende  Domixicum  Regneri  sal 
het  classis  oock  induceren,  indien  het  hem  doenlijck  is,  tot  den  classem 
Sylvanam  te  vervoegen. 

2.  Op  het  8  besluijt  des  synodi  Snecanae  is  geresolveert ,  dat  het  den 
classibus  sal  vrijstaen  het  extract  der  synodale  resolutien  oft  van  D. 
GEij)ORpro  te  eijschen  ofte  selve  te  extraheeren  ende  dat  bij  Lamberti 
eerstcomende  precijs  te  voltrecken.  Welcke  tijt  verstreken  zijnde  sullen  die 
deputati  bijeencomen  om  die  collatie  te  doen,  tot  welcke  vergaderinghe 
een  ijder  classi  sal  vrij  sijn  een  ofte  2  neffens  haer  deputatos  tot  last 
ende  costen  des  classis  oft  dergeener,  die  gecooren  worden,  te  senden. 

3.  Op  het  4  besluijt  heeft  het  sijnodus  gead viseert,  dat  die  gaerlegginge 
der  dorpen  onder  een  kerekenraet  sal  geschien  bij  advijs  van  haer  classis. 
Ende  daer  die  dorpen  onder  verscheyden  classes  behooren,  sal  sulckx 
geschien  met  advijs  beyder  classen.  Ende  daer  een  nieuwe  kerekenraet 
opgericht  wordt,  sullen  die  dienaers  haer  reguleeren  na  den  35  artic.  synodi 
nationalis  Hagensis 

4.  Het  synodus,  wel  rijpelijck  in  consyderatie  genomen  hebbende  het 
versoeck  Ai>.vmi  Westermanni  cum  sociis  om  een  nieu  classem  op  te  rechten, 
oock  gelet  op  die  wederreden  des  classis  van  Bolswart  ende  Sneeck, 
hebben  beslooten,  dat  die  sollicitanten  hun  aen  hare  respective  classen 
sullen  houden,  so  omdat  hiervan  geen  gravamen  den  classibus  was  too- 
gesonden,  so  oock  om  andere  merckelijcke  reden.  Doch  evenverre  het 
classis  van  Bolswart  gelieve  den  sollicitanten  te  gemoet  te  eomen  om 
alternatim  het  classem  te  Bolswart,  Worcum  ofte  elders  te  houden,  ver- 
staet  het  tegen woordighe   sijnodus   haer  geen  last  daeiloe  te  hebben  om 


174 

den  classi   sulckx  voor  te  schrijven,  maer  sagen  wel  geeme,  indien  het 
met  vrientsehap  des  classis  conde  geschieden. 

Op  die  gravamina  des  classis  Bolswardianae. 

1.  Op  die  quaestie,  oft  niet  goet  was  die  gravamina  te  stellen  bij  het 
besluijt  daerop  vallende,  is  beslooten,  dat  sulckx  geschien  sal  snmmarie 
in  den  generale  acten  ende  niet  in  dit  particuliere  oft  personele. 

2.  Is  mede  geresolveert  nopende  die  verkiesinghe  van  predicanten  ende 
schoolmeesters  bij  den  kerckenraet  oft  ledematen  te  geschien,  dat  men 
hem  sal  reguleeren  na  die  voorgaende  besluiten,  daervan  genomen  anno 
99  artic.  30  en  insonderheijt  anno  97  artic.  10,  op  welcke  den  apostil 
der  E.  heeren  aldus  luidende  is:  dat  ingeval  die  brede  gemeente  suim- 
hachtigh  is  om  een  predicant  te  beroepen,  sullen  sulckx  die  van  de 
Reformeerde  religie  aen  het  coUegie  van  die  E.  heeren  Gedeputeerde 
mogen  remonstreren  ende  sullen  alsdan  die  Reformeerde  ledematen  van 
de  E.  heeren  geassisteert  worden  om  een  predicant  te  kiesen.  Belangende 
die  schoolmeesters  sal  een  ijder  dienaer  syne  ingesetene  sien  met  goede 
reden  daertoe  te  induceren  ende  die  onbequame  met  hulp  des  classis 
ende  der  E.  heeren  te  weeren. 

3.  Is  oock  beslooten,  dat  men  aen  de  E.  heeren  Gedeputeerde  sal 
aenholden  om  tot  weeringhe  van  alle  Mennistische  bijeencomste  die  wt- 
schrivinghe,  anno  98  daervan  gedaen,  te  vemieuen  ende  overal  doen 
publiceren  ende  den  ondermagistraten  beveelen  te  verhinderen. 

4.  Is  oock  opt  versoeck  van  de  gemeente  van  Molckquerum  den  deputatis 
synodi  belastet,  dat  se  bq  de  E.  heeren  sullen  aenhouden  om  een  onder- 
houdt voor  een  dienaer  so  wt  des  dorps  middelen  als  anders  van  het 
lantschap  te  becomen. 

5.  Het  synodus  achtet  hoochnodich  int  dopen  der  volwassene  te  volgen 
die  resolutie  des  synodi  Leovardianae  anno  98  artic.  1 1 ,  te  weeten  dat 
geene  volwassene  sullen  gedoopt  worden,  als  die  tot  het  avontmael  be- 
quaem  sijn.  En  so  iemant  ter  contrarie  doet,  sal  daerover  kerckelijck 
gestraft  worden. 

6.  Ende  so  den  synodo  voorgestelt  is  sekere  formulier  belangende 
die  doop  der  volwassene,  in  den  synodo  van  NoorthoUant  besloten, 
daervan  die  copie  aen  het  e\jnde  deeser  acten  bijgevoegt  is,  is  hetselve 
geapprobeert  by  alle  broedoren  desés  synodi ,  doch  dat  sij  niemant  willen 
constringeren ,  dat  hij  na  sijne  discretie  daer  niet  iets  sonde  mogen  af 
oft  toedoen. 


175 

Oravamina  Franekerana. 

7.  Den  copulationes  matriinonii ,  inter  privatos  parietes  geschiet,  acht 
het  sijnodus  na  luijt  slants  ordonantie  gantsch  onwettel^jck. 

8.  Sullen  alle  classes  neerstich  opsicht  hebben  op  alle  dienaers,  dat 
den  doop  niet  anders  als  public^ ,  gelyck  in  voorgaende  synoden  besonder 
quaest.  Middelb.  78  besloten  is,  bedient  worde. 

9.  Opt  gravamen  van  de  bloetschande ,  die  (Godt  betert)  allerweegen 
geschien,  is  des  synodi  eemstighe  besluijt,  dat  ijder  classis,  onder  welcke 
siücke  gronuelen  geschien,  sonder  eenighe  conniventie  hun  respective 
overicheijt  tselve  sal  te  kennen  geven,  ende  indien  die  haer  ampt  niet 
en  doen,  tselve  voorts  den  Hove  van  Vrieslant  remonstreren. 

10.  Opt  gravamen  van  het  onderhoudt  der  predicanten weduwen  ad 
vitam  is  geresolveert .  dat  die  predicanten  hun  aen  de  tegenwordighe 
mildadigheijt  der  E.  heeren  sullen  houden  en  laten  genoegen. 

11.  Opt  poinct  van  de  verhuieringhe  der  pastorielanden  b\j  commis- 
sarius  ter  presentie  van  een  ofte  tue  dienaren  des  classis  ordelt  het  synodus, 
dat  ijder  classis ,  daer  sulckx  nodich  is ,  haer  sal  mogen  tot  het  collegium 
der  E.  heeren  addressei^en. 

12.  tStuck  van  de  lombarden  acht  het  synodus  gantsch  politicq,  dat 
in  deese  vergaderinghe  niet  behoort  gehandelt  te  worden. 

13.  Aengaende  het  gravamen  om  nieue  autentique  copie  van  beneficie- 
goederen,  die  int  beneficiaelboeck  versu^mt  ofte  verswegen  zijn,  is 
geresolveert,  dat  den  dienaer  ofte  classis,  daer  sulckx  nodich  is,  tselve 
sal  mogen  bij  de  E.  heeren  versoecken. 

Oravamina  classis  Doccumanae. 

14.  Van  de  huissoeckingen  ordelt  het  tegenwordighe  synodus,  dat  in 
deesen  die  resolutien  der  nationale  synoden  van  de  classibus  neerstigh 
onderhouden  behooren  te  worden. 

15.  Opt  stuck  van  do  tapperion  hot  synodus  ordelt  hotselve  een  politique 
sake  te  weesen ,  daervan  goede  ordonantien  bij  de  E.  heeren  gemaeckt  zijn. 

16.  Van  het  dobbelen  en  spoelen  der  soldaten:  ijder  dienaer  mach  in 
zijne  plaetse  met  leeren,  vermanen  en  straffen  sijn  beste  doen. 

Oravamina  classis  Leowardianae. 

17.  Het  sijnodus  achtet  hooghnodich,  dat  alle  goede  voorgenomene 
resolutien  onderhouden  ende  geeffectueert  worden ,  insonder  die  confirmatie 
der  nieue  dienaren  beslooten  anno  93  artic.  2. 


17G 

18.  Over  het  gravamen,  oft  het  niet  goet  was,  dat  alle  classeu  een- 
paerlijck  den  kerckendienst  op  Amelant  onderhouden,  het  synodus  heeft 
eendrachtelijck  resolveert,  dat  se  sulckx  te  doen  willich  ende  bereijt  zijn. 
Van  de  oncosten  sal  ijder  classis  mogen  disponeeren,  mits  dat  men  van 
die  van  het  eijlant  geen  gave  noch  geschenck  en  neme,  ende  in  de 
ordeninghe  volge  die  gewoonlijcke  ordeninghe  der  dassen,  doch  dat  het 
classis  Sylvana  eens  haer  buert  geholden  hebbende  telckens  den  andere 
mael  vrij  sijn  sal.  Ende  de  dienaers  daer  comende  sullen  voormiddaghs 
die  evangelia  dominicalia,  die  het  belieft,  die  niet  eenen  anderen  text 
nemen ,  haer  na  de  middagh  holdende  aen  den  Catechismum ,  also  dat  men 
niet  de  quaestiones  catecheticas  maer  een  text  daertoe  dienstigh  van  de 
predickstoel  voorleese. 

19.  Opt  gra vamen  van  de  stipendiaten  om  haer  verbeteringhe  ende 
voorts  om  goede  opsicht  op  hun  te  nemen ,  dat  se  alle  theologie  studeren 
ende  haer  studia  tot  een  goet  endt  brengen,  ist  ad  vijs  des  synodi,  dat 
men  die  geheele  saeck  sal  stellen  in  handen  der  scholarchen ,  haer  diesel ve 
in  de  beste  forma  recommanderende. 

20.  Opt  pimct  van  de  eenigheijt  int  trouwen  der  ongedoopte  persene 
is  resolveert,  dat  men  hen  sal  houden  aen  de  besluijten  der  voorgaende 
synoden,  waerna  hun  die  dienaren  voortaen  sullen  reguleeren. 

21.  Over  die  saecke  van  de  nieue  catechismus  ter  Goude  wtgegeven 
heeft  het  synodus  besloten,  dat  men  die  E.  heeren  de  Gedeputeerde  sal 
begroeten  om  aen  die  E.  M.  heeren  Staten  Generael,  van  wegen  on  se 
provincie  in  sGravenhaghe  residerende,  te  schrijven,  dat  zij  duer  haer 
authoriteijt  die  dienaren  van  Suydt  ende  Noorthollant  assisteren ,  ten  eijnde 
sodanigen  catechismus  suppri meert  ende  die  authores  met  den  aldereersten 
eompesceert  worden. 

Gravamen  classis  Sylvanae. 

22.  Op  het  stuck  van  de  examinatie  der  studenten  oft  jonge  dienaren 
heeft  het  synodus  besloten,  dat  die  professoren  sullen  vermaent  worden 
duer  den  classem  van  Franeker,  dat  het  hun  gelieve  int  examineren  der 
jonge  dienaren  te  volgen  die  resolutien  der  nationale  synoden,  artic.  4 
üordra.  quaest.  3  Middel,  et  quaest.  47. 

Particulire  dingen,  daervan  geen  gravamina  gestelt  geweest  zyn. 
1.     Is  mede  besloten,  dat  ijder  classis  syne  grietsluijden  sal  aensprekon 
om   die  oortiens,  den   arme  van  de  verpachtinghe  toecomende,  aen   do 
arme  w^t  te  keeren,   ofte   so  sij  hierin  onwillich  sijn,  tselve  den  heeren 
Gedeputeerde  te  remonstreren. 


111 

2.  Den  scriba  is  opgeleijt  om  aen  den  grietman  van  Geesterlant  te  schri ven , 
dat  hy  het  pappegaqschieten  te  Oldemerdum  duer  8qne  authoriteijt  belette. 

3.  Van  den  Hemelvaertsdaoh  is  beslooten,  dat  die  dienaren  van  nu 
yoortaen  daerin  eenigheijt  sullen  houden  en  op  denselven  Godes  woort  in 
hare  kercken  predicken.  i) 

4.  Het  synodus  heeft  mede  beslooten,  dat  geene  predicanten  ofte 
kerckelijcke  personen,  van  den  synodis,  dassibus  ofte  E.  heeren  in  com- 
missie gesonden,  boven  hare  wtgeleyde  oncosten  eenige  vacatien  wijder 
sullen  eyschen,  doch  wat  die  E.  heeren  wt  beleeftheyt  doen,  sal  dengeene 
die  sulckx  geoflfereert  wort,  vrystaen  te  ontfangen  ofte  weigeren. 

5.  Is  mede  renoveert,  dat  die  acten  der  nationale  synoden  te  minste 
jaerlix  eenmael  in  ^der  classe  suUen  worden  voorgelesen,  ten  eynde  dat 
niemant  wt  ignorantie  tegen  kerckenordeninghe  peccere.  2) 


jn  mede  op  deesen  synodo  verschenen  D.  Gossumus  Geldorpius  ende 
WüBRANT  Heebckesz,  gccommittecrde  des  synodi  Snecanae,  doende  voor 
hen  en  het  gantsche  collegium  der  deputatorum  synodi  niet  alleen  rapport 
van  hare  besoingie  maer  mede  pertinente  rekenschap,  bewys  en  reliqua 
van  den  ontfangh  ende  wtgave,  bij  hun  verleden  jaer  gehadt  ende  ge- 
daen,  stygende  den  ontfangh  tot  eenhondert  ses  en  tiüntich  carolusgul. 
1  st.  8  penningen,  in  welcke  somma  mede  ingetrocken  is,  dat  tverleden 
jaer  by  Regnekus  Hachtingius  te  goede  bleefif.  Daertegen  die  wtgave  ter 
somma  van  eenhondert  negen  carolusgul.  9  st.  4  penningen,  blijkende 
bq  pertinente  specificatie  en  quitantie,  den  synodo  overgelevert.  Also  dat 
bevonden  is  meer  ontfangen  als  wtgegeven  en  volgens  bij  Geldorpium  te 
resteren  16  carolusgul.  10  st.  12  penningen.  Welcke  rekenschap  bij 
den  synodo  ende  E.  heeren  geapprobeert  zijnde,  heeft  het  synodus  den 
vorss.  Geldorpium  sampt  het  gehele  collegium  deputatorum  haren  goeder 
vlqt  ende  getrouheijt  hartelijck  bedanckt. 

Hierna  syn  in  plaetse  van  de  2  committeerde  des  classis  Sylvanae  nu 
afgaende  wederomme  bij  den  geheelen  synodum  wt  den  classe  Bolswar- 
diana  tot  gecommitterde  genomineert  ende  vercoren:  Aeltien  REimER*?, 
dienaer  tot  Hindelopen,  ende  Taco  van  Aysma,  tot  Hichtum  ouderlingh. 

En  sijn  voorts  van  hun  respective  classe  als  deputati  gecoren:  van  den 
classe  van  Franeker  Conradus  Alutarius,  dienaer  toe  Tzum,  Jan  Nanntnos, 


1)  Op   art.    2   volgt  in  den  tekst  terstond  art.  4.    Dit  art.  3  is  met  f)  onder  aan 
den  voet  van  het  blad  door  den  scriba  bijgeschreven. 

2)  Op   art.    4   volgt   in   den   tekst   terstond:    «Sijn   mede   op   deesen  synodo"  etc. 
Zie  verder  vorige  aant. 

Acta  ayn.  pruvinc.   VI.  1^2 


178 

tot  Barlingen  ouderlingh;  van  den  classe  Doocumana  Joannes  Ni(X)LAt, 
toe  Doccum  dienaer,  Subrant  Ptpeks,  toe  Sibrandehuis  ouderlingh;  van 
den  classe  van  Leewarden  Joannes  Bogermannub  ,  dienaer ,  Steven  Willems  , 
toe  S.  Annakerck  ouderlingh;  wt  die  Wouden  Corneliijs  Joannls,  in  Oude- 
lemmer  dienaer ,  ende  Hendrick  Brughters  ,  tot  Oldeholtwoude  ouderlingh. 

Volgens  deese  syn  die  heeren  Gedeputeerde  van  den  praeside  nomine 
totius  synodi  hooghlijck  bedaiickt  van  hun  tegenwoordicheyt. 

Is  mede  beslooten,  dat  het  toecomstige  synodus  sal  gehouden  worden 
binnen  Franeker  anno  1609  acht  dagen  na  Pingster. 

Ë^jndemck  is  censura  morum  gehouden  en  is  also  deesen  tegen woordigen 
synodus  met  dancksegginghe  tot  Godt  Almachtigh  en  met  betoninghe  van 
hartelqcke  liefde  ende  onderlinghe  vrientschap  der  dienaren  ende  ouder- 
lingen geeyndiget  op  den  25  Maij  anno  1608  en  van  ons  preside  en  scriba 
ondertekent  ende  bevestigt 

Onder  den  principale  stondt:  Eieronymüs  ab  Hoenderbrenga  ,  evangelii 
J.  C.  minister  in  Oosterlitens ,  preses  synodi;  Wibrandus  Petraeub  Btl- 
LANDiNus,  dienar  Jhesu  Christi  in  Heegh,  scriba  synodi. 

Gopia. 
Wanneer  diegeene,  die  tot  hare  verstandighe  jaren  gecomen  versekert 
sqn  ende  conen  doen  blijcken,  dat  sy  duer  versuimenis  ofte  duer  ander 
gesinthe^t  harer  ouderen  noch  ongedoopt  zyn,  den  h.  doop  begeeren  te 
ontfangen ,  so  sullen  sij  eerst  b^  den  dienaer  des  woorts  Gods  onderweesen 
worden  in  de  voomaemste  hooftstucken  der  christelijcker  religie ,  die  alle 
christenen  te  weeten  van  noden  s^jn  tot  hare  saliche^t,  also  dat  sij  daervan 
rekeninghe  weten  te  geven  en  te  beantwoorden ,  tghene  hun  dienaengaende 
gevraegt  wort,  als  namelick  van  den  eenen  waren  Godt  Vader,  Soon 
ende  H.  Geest,  van  de  scheppinghe  der  werelt  ende  des  menschelijcken 
geslachtes ,  van  die  val  des  menschen  ende  die  ellende ,  die  daerwt  volget , 
van  de  verlossinge  duer  J.  C.,  van  sijne  menschwerdinghe ,  Iqden  ende 
sterven  etc. ,  van  den  geloove ,  van  de  h.  sacramenten ,  endesovoorts.  Aldus 
onderwesen  sijnde  sullen  s\j  alsdan  met  kentenisse  van  den  kerckenraet 
tot  den  h.  doop  toegelaten  worden.  Ende  om  dieselve  doop  stichtel^ck 
voor  die  christemcke  gemeinte  over  hem  te  bedienen  so  sal  oock  voor- 
eersten den  gemeente  te  kennen  gegeven  worden ,  dat  sodanighe  personen 
in  de  christelijcke  religie  onderweesen  sijnde  hem  begeeren  te  laten  doopen, 
daerop  dan  voorgeleesen  sal  worden  het  formulier,  gelijck  het  achter  in 
den  Catechismo  gestelt  is,  daer  die  hooftsumma  der  leere  des  h.  doops 
kortelijck  in  begrepen  is,   mits  achterlatende  hetgeene  int  formulier  wort 


179 

gestelt  van  de  kinderen.  Maer  wanneer  daer  neifens  den  bejaerden  oock 
kinderen  te  doop  gepresenteert  worden,  so  sal  men  dit  bequameljjck  den 
gemeente  aenseggen,  maer  so  daer  geen  kinderen  maer  alleen  bejaerde 
personen  te  doopen  zijn ,  in  welcke  geval  in  beqde  die  gebeden  voor  ende 
na  den  doop,  in  plaetse  van  dit  uwe  kindt  ofte  kinderen  te 
seggen,  sal  s^n:  deese  christgelovige  personen  oft  persene, 
als  oock  int  tueede  gebet  soude  moeten  achterlaten  worden  die  woorden : 
dat  het  christelick  opgevoedt  worde  etc.  Na  het  eerste  gebet 
sal  men  den  bejaerden  dopelinghen  deese  navolgende  vraegstiicken  voor- 
houden. 

Ende  gh^  N.,  naedien  ghij  mede  den  h.  doop  begeert  te  ontfangen  tot 
een  zegel  uwer  inlijvinghe  in  Gods  gemeente,  opdat  het  blqcke  voor  die 
christelijeke  gemeente,  dat  ghij  die  ware  christelicke  religie  hebt  aenge- 
nomen ,  daervan  gl^j  particulierlijcken  onderweesen  z^nde  uwe  bekentenisse 
voor  ons  gedaen  hebt,  so  vraghe  ick  u  eerstel^ck: 

Oft  ghij  gelooft  in  Godt  Vader,  Soon  ende  H.  Gheest,  die  hemel  ende 
aerde  met  alles,  wat  daerin  is,  wt  niet  geschapen  heeft  ende  dieselve 
noch  dagelickx  onderhoudt  ende  regiert,  also  dat  niet  en  geschiet  noch 
in  den  hemel  noch  opter  aerden  sonder  s|jne  godtl^cke  wille?    ^ 

Antwoort:  ja. 
Ten  2®"  oft  ghij   gelooft,  dat  gh\j   in  sonden  ontfangen  ende  geboren 
s^jt  ende  daerdoor  een  kint  des  tooms ,  van  naturen  onbequaem  tot  eenigen 
goede  ende  gene^gt  tot  allen  quaden? 

Antwoort:  ja. 
Ten  3«"  oft  ghq  gelooft,  dat  u  alle  uwe  sonden  vergeven  sijn  om  des 
bloetstortens  Christi  wille,  ende  dat  gh|j  duer  waren  geloove  in  Jhesum 
Christum  ende  door  die  cracht  des  H.  Geests  geworden  z^t  een  lidtmaet 
Jesu  Christi  ende  sijner  gemeente? 

Antwoort:  ja. 
Ten  4«"  oft  ghij  voorts  alle  puncten  der  christelicker  religie,  also 
dieselve  hier  in  de  christelicke  gemeente  wt  den  woorde  Gods  geleeii; 
worden,  voor  goet  kent,  ende  oft  ghij  bij  diesel vighe  leere  volstandich 
begeert  te  bleven  tot  den  eynde  uwes  levens,  versakende  aUe  ketterien 
ende  dwalingen,  die  daertegen  strijden  ende  voor  u  genomen  hebt  door 
Gods  genade  tot  die  gemeenschap  der  christelicker  kercke  niet  alleen  int 
gehoor  van  Gods  woort  maer  ooc  int  gebruijck  des  avontmaels  te  begeven  ? 

Antwoort:  ja. 

Ten   laesten   oft  ghij  oock  nu  van  harten  niet  voorgenomen  hebt  u  na 

die  wet  des  Heeren  ohristelijck  ende  danckbaerlijck  voor  den  Heere  uwen 

Goilt  een  godtsalich  leven  te  voeren  ende  dragen? 

Antwoort:  ja. 

i2* 


180 

Daertoe  verleene  u  Öodt  sjjne  genade  door  Jesum  Christum,  amen. 
Daerop  sal  dan  den  dienaer  den  doop  bedienen,  als  vooren  verhaelt  is. 

GecoUationert  beyde  die  acta  synodi  ende  die  copia  des  forrauliers 
tegens  die  originaele  acta  synodi  Bolswardianae ,  gedateert  ende  vertekent 
als  vooren ,  ende  die  copia  des  formuliers  daerbij  gaende ,  accordeert  daer- 
mede.  In  kennisse  van  mij 

WiBRANDus  Petraeus  BiLLANDunTs  j. ,  dicnaor  Jhesu  Christi 

in  Heegh,  scriba  synodi.  i) 


Acta    synodi    Franeqiierana ,    begonnen   den    13 
Junij  1609. 

Op  desen  tegenwoordigen  synodo  zyn  nae  older  gewoonte  als  dienaren 
ende  olderlingen  verschenen : 

wt  den  classe  van  Franeker :  Rodolphus  Artop^küs  ende  Conradub  Alu- 
TARiüft  als  dienars,  Durck  Willemsz  tot  Harlingen  ende  Jan  Woutersz 
tot  Franeker  als  olderlingen; 

wt  den  classe  van  Doccum:  Haio  Lamberti  ende  Nioolaus  Johannis  op 
Binsmageest  als  dienars,  Bbongek  Brongersma  tot  Collum  ende  Hendrick 
Jansz  tot  Doccum  als  olderlingh; 

wt  den  classe  van  Leeuwarden :  Regnerus  Hachtingius  ende  Franciscüs 
AvERCAMPiüs  als  dienars,  mr.  Eco  Isbrandi  tot  Stijens  ende  He>t)rick 
Vrudach  tot  Leeuwarden  als  olderlingen; 

wt  den  classe  van  de  Wolden:  Johannes  Avern^eus  ende  Johannes 
KiJNCiaLABiERüs  als  dienars,  Simon  Gossesz  op  de  Jouwer  ende  Hendrick 
Brüc»t£R8  tot  Oldeholtwolde  als  olderlingen; 

wt  den  classe  van  Sneeck:  Tammerus  Gerardi  in  d'Ilst  ende  Hugo 
Petreiüb  Sn.  als  dienars ,  Hendrick  Wugers  tot  Sneeck  ende  Aesge  Aesgesz 
tot  Bosum  als  olderlingen; 

wt  den  classe  van  Bolswart:  Albertus  Nyenhuys  tot  Borgwert  ende 
Petrus  Hardenbergius  tot  Macciun  als  dienars,  ende  als  olderlingen 
SuFFRiDus  Johannis  tot  Bolswart  ende  Sioert  Timensz  tot  Worcum,  dewelcke 
niet  verschenen  en  is,  maer  heeft  redenen  sijnder  absentie  laten  inbrengen, 
dewelcke  van  den  synodo  aengenoomen  sijn. 

Ende  nadien  nae  aenroepinge  van  die  name  Qt)des  met  die  meeste 
stemmen  gecooren   waren  tot  praesidem  dominus  Rodolphus  Artop.^eus, 


1)     Onderteekeniug  is  eigenhandig. 


181 

dienar  ter  plaetse  aldaer,  ende  tot  scribam  Huoo  Petreius  Snecanus, 
dienar  in  Oosterw^rum,  zijn  mede  die  procuratien  van  allen  gecommit- 
teerden den  synodo  voorgelesen  ende  van  denselven  geapprobeert  niet- 
tegenstaende  die  protestatie,  die  van  eenige  dienaren  des  classis  van 
Franeker  tegen  die  deputaten  desselvigen  classis  gedaen  was ,  verclarende 
tprotest  voorss.  voor  null  ende  van  geender  weerden,  imponerende  mits 
desen  den  protestanten  voortaen  silentiiim  dienaengaende  ende  haer  ver- 
manende om  voortaen  vrede  ende  goede  eenicheijt  in  den  classe  met  haren 
medebroederen  te  holden. 


►ijn  mede  op  desen  synodo  verschenen  wt  den  coUegio  der  E.  E.  heeren 
Gredeputeerde  Staten  deses  lantschaps  met  genoechsame  procuratie  ende 
credensbriewen  den  E.  heer  Abraham  Roorda  ende  Symon  Jaitsz  Ruynia, 
welcker  heeren  procuratie  den  synodo  voorgelesen  zynde  mede  van  den- 
selwe  geapprobeert  ende  aengenomen  is. 

Hiemae  zijn  geleson  die  acten  des  voorledenen  synodi  Bolsverdianae , 
ende  op  het  besluijt  desselwigen  synodi  owert  vierde  gravamen  classis 
Bolsverdianae  van  die  saecke  van  Molqueme  wort  den  deputatis  synodi 
op  nieus  wederomme  tselwige  in  last  gegeven. 

Daemae  is  geprocedeert  tot  ondersoeckinge  van  de  gravamina  van  die 
respective  dassen,  ende  ten  eersten  aengaende  die  gravamina  classis 
Franequeranae. 

1.  Is  op  het  eerste  gravamen  desselwigen  classis  sooveel  die  lombarden 
aengaet  van  den  synodo  beslooten,  dat  het  blij  wen  zal  by  die  voorige 
resolutie,  in  synodo  Bolsverdiana  hierower  genoomen. 

2.  Opt  vierde  gravamen  is  beslooten ,  dat  het  noodich  is ,  dat  int  boeck- 
holden  van  de  getrowden  ende  gedoopten  goede  neersticheijt  aengewendet 
worde,  ende  dat  die  classes  hare  dienars  eemstelicken  hiertoe  vermanen. 

3.  Aengaende  het  onderholt  Tammonis  Lyrani  is  besloten ,  dat  men  voor- 
eerst versoecken  zal  bij  die  E.  E.  heeren  Staten  enige  vereeringe  (ende 
dat  door  den  classem  van  Doccum),  twelck  tot  betalinge  van  syne  opge- 
leyde  schulden  zal  strecken.  Daernae  tot  gelegene  tijt ,  wanneer  die  coUect 
wederomme  geschieden  zal,  dat  men  alsdan  bequame  ordeninge  daerinne 
zal  stellen  door  die  dassen ,  ende  daemae  oock  mede  op  den  lantsdach  te 
versoecken,  oft  men  enige  onderholt  voor  hem  can  crygen. 

5.  Opt  laetste  gravamen,  oft  tot  een  stadt  meer  als  een  dienar  ende 
olderÜng  om  stemmen  te  hebben  zullen  mogen  verschenen,  is  beslooten, 
dat  het  blij  wen  zal  bij  tghene  duslanck  in  desen  onsen  provintie  gewoon  tlick 
is  geweest. 


182 

Gravamina  classis  Leoverdianae. 

6.  Op  het  eerste  gravamen  heeft  het  synodus  goetgevonden ,  dat  liet 
wel  nodich  was,  dat  soodanigen  collegium  studiosorum  theologiae  gestiftet 
worde  sonder  quetsinge  ende  becrenckinge  van  den  burse,  ende  dat  den 
deputatis  synodi  in  last  gegewen  zal  worden  bij  den  scholarchis  aen  te 
holden,  dat  sulcks  in  effect  mocht  gestelt  worden. 

7.  Aengaende  het  tweede  gravamen  van  het  schandelicke  misbru^ck 
des  Sondachs  als  te  weten  het  awontspeelen ,  papegaijschieten ,  caetsen 
onder  predicatie  etc.  ende  mede  des  howlicks  is  het  adwijs  des  synodi, 
dat  men  b^  die  E.  E.  heeren  Staten  aenholde ,  dat  die  placaten  voormaels 
hiervan  gemaeckt  gereno veert  worden,  dat  oock  tot  dien  eynde  van  die 
heeren  aen  die  owericheden  in  die  steden  alsmede  principalicken  op  die 
platte  landen  eemstige  aenschr^jwinge  gedaen  werde  om  dieselwige  pla- 
caten int  werck  te  stellen,  ende  dat  die  dienaren  hare  respective  magistraten 
op  het  nalaten  yan  dien  zullen  aenspreecken  ende,  ingeval  sij  ewenwel 
suijmachtich  in  desen  bevonden  werden,  dat  men  s^jn  regres  tot  den  heeren 
wederomme  zal  nemen  ende  ower  siücks  bij  haer  clagen. 

8.  Op  het  derde  gravamen  aengaende  het  schadelick  missedoen  ende 
die  exercitien  der  priesters,  dat  meer  als  te  veel  dagelicks  geschiet,  is 
beslooten,  dat  men  tselwige  zal  laten  benisten  bij  die  resolutie  op  desen 
lantsdach  voorleden  hierower  genoomen ,  waervan  die  placaten  eerstdaechs 
gepubliceert  zullen  worden. 

Ende  aengaende  den  persoon  van  heer  Buwe  in  Ipcolsgae  wort  den 
deputatis  synodi  opgele^t  om  den  heeren  Staten  te  remonstreren  ende  te 
kennen  te  gewen  zijn  schadelick  omloopen  ende  missedoen,  twelck  van 
hem  seer  plichtelijck  doort  geheele  lant  geschiet,  dat  oock  die  deputati 
aenholden  bij  die  heeren,  dat  die  papen  geen  onderholt  genieten  wt  die 
pastoryen,  insonderheijt  dieghene  die  wt  het  lant  geweecken  zijn  ende 
aldaer  bij  den  vqant  pensie  genieten,  als  heer  Frans  tot  Huijns  ende 
andere  dergemcke. 

9.  Aengaende  het  vierde  ende  laetste  gmvamen  van  die  wtlandisclie 
leerare  der  Wederdopers,  mitsgaders  oock  het  vierde  gravamen  classis 
Bolsverdianae  wort  den  deputatis  synodi  opgeleijt  bq  den  heeren  aen  te  holden 
om  die  inhibitie  van  alle  valsche  leeraren  ende  insonderheijt  het  leeren 
van  die  wtlandische  leerars,  die  in  onse  lantpalen  menichmael  coomen. 

Gravamina  classis  Sylvanae. 

10.  Opt  eerste  gravamen  is  beslooten,  dat  tselwige  nu-h  i-efereert  tot 
het  seewende  besluit  deses  tegenwoordigen  synodi ,  ower  tweede  gravamen 
classis  Leoverdianae  gemaeckt. 


183 

11.  Aengaende  het  loopen  van  versche^jden  persoonen  wt  Yrieslant  in 
Drente  ende  tSticht,  die  hier  afgeslagen  z^nde  haer  aldaer  examineren 
laten,  bevigndet  het  synodus  raetsaem  te  schrijwen  aent  classem  van 
Drent,  dat  sij  haer  voortaen  wachten  om  sodanige  persoenen  te  exami- 
neren, die  bij  ons  afgeslagen  zijn,  geleek  aen  Jacx)büs  JAincuu  geschiet  is. 

Qravamina  classis  Bolsverdianae. 

12.  Opt  eerste  gravamen  aengaende  die  fauten ,  die  neffens  die  geeste- 
licke  goederen  oweral  ingecropen  z^n,  is  beslooten,  dat  daert  nodich  is 
d'geestelicke  landen  met  hiüpe  der  dassen  ende  owerstaen  der  heeren 
Staten  verhuijrt  zullen  worden. 

13.  Tweede  gravamen  wort  op  dese  tqt  den  heeren  bevoelen,  dew\jle 
op  die  lantsdach  voorleden  daervan  een  resolutie  gemaeckt  is. 

14.  Opt  derde  gravamen  vant  beroepen  der  schoolmeesters  op  die 
costergen  is  geresol veert,  dat  een  jeder  classis  hierinne  haer  beste  doen  zal. 

15.  Opt  seste  gravamen  aengaende  het  bevestigen  in  den  howlicken 
staet,  twelck  van  de  Papisten  ende  Mennisten  geschiet,  is  geresolveert,  dat 
het  in  de  gemeijne  sollicitatie  der  deputaten  synodi  ingeslooten  werde, 
dat  hare  geheele  exercitien  haer  mogen  verboden  worden. 

16.  Aengaende  het  sewende  gravamen  nopende  die  bedieninge  der 
dassen  per  vices  in  die  Seewenwolden  is  geresolveert ,  dat  het  wel  noodich 
is,  dat  die  vacerende  plaetzen  bedient  worden  door  die  naestleggende 
dassen  van  Sneeck  ende  die  Sewen wolden ,  mits  dat  se  ontslagen  worden 
van  die  bedieninge  van  Amelandt 

17.  Is  mede  hierbij  beslooten,  dat  men  den  heer  van  Aemlant  op  niews 
wederom  me  begroeten  zal  om  dienars  aldaer  opt  lant  te  beroepen,  twelck 
van  de  eerste  gecommitteerden  op  Aemlant  geschieden  zal. 

18.  Opt  achtste  gravamen  aengaende  die  eenicheijt  int  doopen  ende 
trowen  te  onderholden  is  beslooten,  dat  men  opt  spoedichste  het  advjjjs 
der  professoren  van  Leijden  ende  Franeker  daerop  zal  versoecken  (twelck 
van  den  dasse  van  Franeker  geschieden  zal)  ende  daerinne  daemae  versien 
nae  behooren. 

19.  Het  negende  gravamen  aengaende  een  seecker  ende  claer  concept 
der  kerckentucht  te  beraemen  wort  onnodich  geacht  hier  sulcks  te  ge- 
schieden. 

20.  Opt  thiende  gravamen  lielangende  die  drie  vragen,  die  bij  die 
bedieninge  des  doops  gelesen  ende  voorgeholden  worden,  oft  die  juijst 
alle  drie   van  nooden   zijn,  is  besloten,  dat  het  niet  nodich  geacht  wort 


184 

deselwe  juijst  alletijt  vraegswijse  voor  te  stellen,  rnaer  dat  nochtans  het 
fondament  derselwen  beholden  worde,  leerenswijse  deselwe  voorstellende, 
nae  dat  die  stichtinge  van  een  jegelick  kercke  ende  gomiente  tselwe  best 
zal  vereqschen. 

21.  Opt  ellefste  gra vamen  om  een  gemeen werck  te  maecken,  in  den- 
welcken  alle  apostillen  ende  missiven,  b\j  den  E.  heeren  Staten  van  den  jare 
1579  den  synodis  gepasseert,  geteeckent  worden  etc.,  is  geresol veert ,  dat 
een  jeder  classis  den  deputatis  synodi  zal  behandigen  sodanige  apostillen 
dor  heeren,  die  d'gemiene  ordeninge  der  kercken  aengaende  bij  Iiaer  be- 
rusten, om  daemae  daerinne  te  disponeren  nae  behooren. 

Particuliere  dingen,  daervan  gheen  gravamina  geweest  zijn. 

1.  Op  die  vrage,  oft  dieghene  die  van  die  Mennisten  gedoopt  zijn, 
wanneer  sij  haer  tot  die  Gereformeerde  gemiente  willen  begewen ,  wederom 
gedoopt  zullen  worden ,  is  geresol  veert ,  dat  hieromme  aen  den  professoren 
theologiae  der  academiën  van  Leijden  ende  Franeker  mitsgadei*s  aen  die 
kercke  van  Emden  geschrewen  zal  worden  om  haer  advijs  daervan  te 
hebben,  twelck  van  den  dasse  van  Franeker  mede  geschieden  zal. 

2.  Is  mede  beslooten,  dat  die  respective  dassen  bij  die  owericheden 
soo  in  die  steden  als  in  die  landen  op  nieus  aenholdcn  zullen  om  nae 
slants  resolutie  die  onnodige  tapperijen  af  te  schaifen. 

3.  Ter  plaetsen  daer  die  dienaren  van  die  dispositie,  administratie  ende 
reeckenioge  van  de  geestelicke  goederen  wtgesloten  worden ,  is  beslooten , 
dat  een  jegelick  dienar,  dien  sulcks  bejegent,  bij  zijn  grietman  versoecken 
zal  om  in  sqn  recht  diesaengaende  gemainteneert  te  worden  ende  bo wen- 
dien  bij  faute  van  sulcks  aen  die  heeren  Staten  zijn  regres  te  nemen. 

4.  In  die  saecke  D.  Olphardi  Belidae  heeft  het  synodus  oordelende, 
dat  die  sententie  des  classis  van  Leeuwarden  ower  hem  wtgesproocken  als 
wettelick  ende  wel  gedaen  was ,  D.  Olphardo  voorss.  opgeleijt  om  d'selwe 
sententie  mede  van  gel^cke  weerden  te  holden,  ende  dat  deselwe  wette- 
lick ende  wel  ower  hem  wtgesproocken  zij ,  voor  (Jen  presenten  synodo  te 
bekennen,  daemae  dat  hij  van  zijne  bedrevene  fauten  ende  misdaden 
openbare  schultbekenninge  voor  den  gantschen  synodo  \en  eersten  ende 
daernae  mede  bij  sijne  respective  gemiente,  alwaer  dese  zijne  bedrevene 
feijten  notoor  ende  ergerlick  zijn,  doen  zal  ende  hem  voortaen  christelick 
ende  beyde  synen  hoogen  olderdom  ende  den  eerweerdigen  dienst  des 
godtl.  woorts  betaemlicken  dragen.  Twelck  geschiedende  neemt  het  synodus 
hem  Olphakdum  voorss.  wederom  in  den  dienst  op,  hem  vergimnende  ende 
toestaende  om  elders  hetzij  binnen  die  provintie  ofte  buijten  dieselwe  nae 


185 

eenen  wettelicken  beroepinge  om  te  sien  ende  hem  daermede  met  ad  vijs 
des  classis  te  versorgen,  mits  dat  hem  daerbenewens  die  tijt  van  drie 
maenden  zijn  onderholt  wt  die  dorpen,  daer  hy  tegenwoordich  sijn  residentie 
heeft,  vergunt  wort,  ende  dat  het  classis  middelertyt  die  plaetsen  met 
behoorlicke  dienst  zal  versorgen,  item  dat  tclassis,  daeronder  hij  zal  ge- 
raecken  te  coomen ,  mede  vermaent  zal  worden  om  neerstighe  achtinge  op 
z^n  lewen  ende  wandel  te  hebben,  ende  dat  hi|j  op  die  plaetse,  daer  hij 
nw  staet ,  gheen  dienst  jol  moeten  doen.  Dese  approbatie  der  sententie  des 
classis  van  Leeuwarden  mitsgaders  die  schultbekenninge  is  voor  den 
synode  present  opentlick  van  hem  geschiet. 

fö.J  Het  extract,  wt  den  acten  synodalibus  gemaect,  sal  bij  gebeurten  nac 
die  ordeninge  der  dassen  een  jegelick  classi  van  maent  tot  maent  toege- 
sonden  wonlen,  opdat  het  tegens  die  herft  in  handen  van  den  deputaten 
synodi  weden>mme  owergelewect  mach  worden. 

6.  Adolpho  Besten  wort  het  van  den  synodo  viijgestelt  te  gaen,  tot 
welcken  classem  het  hem  best  gelegen  zal  weesen. 

7.  Het  synodus  verstaet,  dat  die  censura  morum  niet  is  te  vei'staen 
van  tgene  in  die  presente  classicale  vergaderinge  geschiet  is,  maer  dat 
het  is  een  geneiuel  opsicht  ower  melcanderen  in  liefde  ende  stichtinge 
ower  leere  ende  lewen  in  die  gantsche  tyt,  dat  die  censura  laest  ge- 
holden  is. 

8.  Sijn  mede  in  desen  synodo  verschenen  Aeltuen  Reinarsz,  dienar 
tot  Hindelopen,  ende  Taco  van  Autsma,  olderlingh  van  de  gemiente  tot 
Borgwart  cum  annexis,  gecommitteerde  des  synodi  van  Bolswart  doende 
voor  hen  ende  voor  het  gantsche  collegium  deputatomm  synodi  Bolsver- 
dianae  niet  alleen  rappoort  van  haren  besoingie  maer  mede  reeckenschap , 
l>ewijs  ende  reliqua  van  den  ontfang  ende  wtgaeff  bij  hen  voorleden 
jaer  gedaen  ende  gehadt,  stijgende  den  ontfang  tot  eenhondert  sestien 
guldens  thien  sts.  12  p.,  mits  dat  daerinne  begrepen  is,  tghene  voorleden 
jaer  owergeblewen  was  ter  somme  van  16  gl.  10  sts.  12  penn.  Daertegens 
d  Vtgawe  ter  somme  van  acht  ende  tnegentich  (»rlsgls.  vier  sts.  Blijckende 
alsoo  bij  goede  ende  clare  reeckenschap ,  den  synodo  gedaen ,  dat  bevonden 
is  meer  ontfangen  als  wtgegewen  d 'som  me  van  achthien  gis.  ses  sts.  8 
penn.,  d'welcke  bij  Aeltuen  Reinaks  resteren.  Welcke  reeckenschap  ende 
rappoort  bij  den  synodo  ende  den  heeren  geapprobeert  zijnde,  hebben  sij 
den  voorss.  Aeltuen  Reinars  ende  Tact»  Autsma  sampt  het  geheele  colle- 
gium der  deputaten  van  haren  goede  vlijt  ende  getrouwicheijt  hedanckt. 

9.  Op  het  vijfste  gra vamen  classis  Bolsverdianae  aengaondo  <iio  mode- 
ratie  in  die  veranderinge  der  12  deputaten  synodi,  in  synodo  Leoverdiana 


186 

beraemt ,  is  beslooten ,  dat  het  blowen  zal  b^  tghene  nu  airede  sedert  den 
synodum  voorss.  in  swanck  geweest  is. 

10.  tSynodus  heeft  raetsaem  bevonden,  dat  die  classen  vermaent  zullen 
worden,  dat  se  die  tegenwoordige  ordeninge  der  kercken  in  rust  zullen 
laten  blowen  ende  goede  vrede  ende  eniche^t  onder  meieanderen  holden 
ter  tijt  toe,  datter  een  nationalis  synodus  geholden  sal  worden. 

11.  Hiemae  z^n  in  plaets  van  die  twie  gecommitteerde  des  classis 
Snecanae  nw  afgaende  wederomme  van  den  geheelen  synodo  wt  den 
classe  van  Franeker  tot  committeerden  genomineert  ende  gecooren:  Jero- 
NYMus  HoNERBRiwGA,  dicuar  tot  Oosterl^tens ,  ende  Durck  Willemsz, 
olderlingh  in  die  gemiente  tot  Harlingen. 

Ende  zijn  voorts  van  him  respective  classen  als  deputati  gecooren:  wt 
den  classe  van  Doccum  Hilarius  ,  dienar  tot  Anijum ,  ende  Gatze  Jei.ting a  , 
olderlingh  tot  CoUum ;  wt  den  classe  van  Leeuwarden  Henricus  Hinckena  , 
dienar  tot  Britzum ,  ende  mijnheer  l)  Sandius,  olderlingh  binnen  Leeuwarden ; 
wt  den  classe  van  die  Wolden  Baücke  Bauckesz,  dienar  tot  Oldeboorn, 
ende  Michiel  Michielsz,  olderlingh  op  die  Jouwer;  wt  den  classe  van 
Sneeck  Oerardüs  Clebekerüs,  dienar  in  Abbegae  cum  annexis,  en<le 
Henürick  Wltgers,  olderlingh  binnen  Sneeck. 

12.  E^ntlick  is  geholden  oensura  monim  ende  besloten ,  dat  het  toecoom- 
sllge  sijnodus  zal  geholden  worden  binnen  Harlingen  acht  dagen  nae  Pincxter. 

Is  daemae  noch  een  vrage  voorgestelt  van  Petro  Sibrandi,  dienar  in 
Herbaijum,  oft  niet  tsynodus  tegen woordich  verstaet,  dat  sij  gelyck  oock 
tsynodus,  anno  1605  tot  Leeuwarden  geholden,  aengaende  het  concept 
hebben  gehandelt  tegen  die  suvereijniteijt  van  desen  provincie  soo  politgck 
als  oock  ecclesiastijck ,  doordien  sij  tvoorss.  concept  hebben  doen  appro- 
beren  bij  denghenen,  dien  sulcks  niet  toecoomt 

Op  welcke  vrage  Petrus  voorss.  zijne  verdaringe  gedaen  heeft,  dat  hij 
sulcks  alsoo  verstaet  ende  van  die  mieninge  is. 

Ende  wgders  gevraecht  zijnde,  wal  hijj  verstonde  bij  die  ecclesiasticke 
suijvereijniteijt,  heeft  geantwoort,  dat  hij  daerbij  verstonde  die  acta 
nationalium  synodorura. 

Hierop  is  geresolveert ,  dat  aengaende  dien,  dat  die  suqvereijniteijt 
politijcker  wijse  solde  vercortet  zijn  door  zijn  Genade  ende  die  Gedepu- 
teerde Staten,  renvoijeert  tsynodus  tselwige  aent  collegium  der  Gedepu- 
teerden om  daerinne  te  handelen  nae  behooren.  Ende  wqders  onderstaen 
hebbende  Petrum  te  onderwij  sen,  dat  die  acta  synodi  aengaende  tconcept 
wettelicken   waren,   soo  heeft  Petrus  daerinne  niet  willen  acquiesceren , 

1)     •mijnheer'*  UU  heeft  »den  raadsheer." 


187 

maer  is  b\j  sqn  mieninge  geblewen.  Besluit  derhalwen  tsynodus  hem 
hiervan  te  vermanen,  dat  soo  h^  in  8\jn  conscientie  daerower  sooseer 
beswaert  was  ende  meynde  sulcks  beter  wt  Godes  woort  ende  kercken- 
ordeningen  der  nationalen  synoden  te  oonnen  bewigsen,  dat  hij  tselwe 
binnen  die  t^t  van  drie  maenden  met  alle  maticheqt  in  handen  der 
deputaten  synodi  ower  zal  leweren  ende  middelert^t  hem  stil  ende  genist 
holden. 

Dit  gedaen  zijnde  is  dese  tegenwoordige  synodus  geeijndiget  met  danck- 
segginge  tot  Godt  Almachtich  ten  voortsen  i)  ende  daemae  mede  aen  den 
heeren  Gedeputeerden  van  wegen  hare  tegenwoordicheijt,  als  oock  mede 
e^jntlicken  met  betooninge  van  liefde  ende  onderlinge  vrientschap  aller 
dienaren,  den  15  Junq  1609. 

Was  onderteeckent  het  principael 

RoDOLPHus  Aktop.«:us,  synodi  praesos. 
Huöo  Petreiub  Sn.,  synodi  scriba.^) 

Opt  versoeck  van  d'gemiente^)  van  Heemlum  aengaende  die  rojmmtie 
van  haren  vervallenen  kercke  wort  den  deputatis  synodi  belast  om  siücks 
bij  den  E.  heeren  Staten  te  versoecken. 


Acta  synodi  Harlinganae. 

Aimo  1610  den  5^"  Junij  het  synodus  nae  die  ordeninge  binnen  Har- 
üngen  in  den  naeme  des  Heeren  vergadert  ende  beginnende,  sinnen  nae 
aenropinge  des  naems  Goedes  door  ghemeene  stemmen  in  praesidem 
oligeert  dn.  Joannes  Bogermannuh,  dionaer  der  ghemeente  tot  Lewarden, 
ende  in  scribam  Joannes  Melbojleüs,  dienaar  tot  Langeweer. 

Nae  desen  sinnen  die  proouratien  der  dassen  exhibeert  ende  ghelesen 
ende  sinnen  darmet  wt  den  classen  verscheenen  naefolgende  perzonen: 

wt  den  classe  van  Franeker:  domini  Phiuppüs  Danielis  tot  Harlingen 
ende  Watze  Watzes  tot  Winsum  als  dienaers,  h.  Epc)  Jawbs  Juickema  tot 
Franeker  ende  Jan  Broeks  tot  Harlingen  als  ouderlingen; 

wt  Doccumer  classe:  domini  Hilartüs  Sibrandi  in  Aingium  ende  Sixtus 
Gellu  tot  Marrha  als  dienaers;  h.  Frans  Fransz  ende  Sibrant  Pieters 
als  ouderlingen  sinnen  in  hare  procuratie  ghenoemt  maer  niet  verscheenen ; 

wt  den  classe  van  Lewarden:  domini  Joannes  Bogermannus  tot  Lewarden 


1)  > voortsen"  UU  heeft   > voorsten." 

2)  Vrij  zeker  is  de  naamteekening  van  den  scriba  eigenhandig. 
S)     «d'gemiente"  daarvoor  staat  doorgehaald  »d'inge0etenen." 


188 

eiide  GuALTERüs  Moerlixgius  tot  Gromv  als  dienaers,  Corneliüs  Pietebs 
KuKK  eiide  Diiu;k  Willems,  beide  opt  Bildt  als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  die  Wouden:  Joannes  Melbomjjiüs  ende  Gerakdtts 
Foc'KiNGiüs  tot  Oosterzee  als  dienaers,  ende  His  Jaspers  tot  Tzerckgaest 
ende  Anne  Pyrs  tot  Cortezwaech  als  ouderlingen,  doch  dese  is  niet  ver- 
scheenen ; 

wt  den  classe  van  Sneeck :  domini  Wybrandus  Petraei  tot  Heech  ende 
Gabriel  de  Haes  tot  Heuilum  als  dienaers ,  Keimpe  Andries  tot  Tyrns  ende 
WvpKE  Hans  in  Heech  als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Bolswart:  domini  Godefridus  Sopinoius  tot  Bolswart 
ende  Wibrandus  Hommitjs  tot  Schraert  als  dienaers,  Gusbert  Jans  tot 
Bolswart  ende  Allert  Eppk  tot  Maccum  als  ouderlingen,  doch  dese  en 
is  niet  verscheenen  dan  int  besluyt  der  vergaderinge. 

Ende  dese  alle  met  hai-e  procuratien  sinnen  van  den  synodo  approbeert 
ende  goetghekent 

8oe  sinnen  mede  in  synodo  verscheenen  wt  den  collegio  der  E.  M. 
lieeren  Staaten  die  E.  heeren  Reinicüs  Atzma  ende  Rein  Wybes  ende  hare 
commissie  verthoont  hebbende  van  den  synodo  met  eerbiedinge  ontfangen. 

Desen  nae  sinnen  die  acta  des  verleden  synodi  Franequeranae  heerlesen. 

1 .  Ende  is  ten  eersten  darin  voorghecomen  die  saeke  der  kercken  van 
Molquaem.  Ende  diewyle  darin  befonden  is,  dat  dselve  noch  gheen 
gheluckich  einde  erreicket  heeft,  so  wort  hyrmet  den  deputatis  synodi 
belast,  dat  die  sullen  voortfaren  darom  te  solliciteeren  ende  aen  den 
cominissarium,  die  dartoe  van  die  E.  M.  heeren  Staaten  ghestelt  is,  ver- 
soeken dat  dien  wille  believen  zyne  commissie  int  werck  te  stellen. 

2.  Darnae  is  oveii:  besluyt  opt  vierde  gravamen  classis  Franequeranae 
wederom  ondersocht  die  nootwendicheyt  des  boekhoudens  van  die  ghetroude 
ende  ghedoopte  perzonen  ende  is  darop  wederom  besloten ,  dat  die  classes 
hyrmet  sullen  vermaent  ende  belastet  zin  van  eenen  jegelicken  dienaer 
sodanich  register  te  eischen  ende,  daert  duslangc  niet  ghehouden  is,  te 
besorgen,  dattet  daer  voortaen  gheschiede  ende  dat  dselve  jaerlix  in  den 
dassen  sullen  doorsyen  worden. 

3.  Aengaende  die  armode  Ta^imonis  Leirani  ende  die  swaricheit,  die 
het  classis  van  Doccum  darmede  heeft ,  die  wort  den  classibus  opt  vlitigste 
recommandeert,  dat  in  eenen  jegelicken  classe  moege  goede  ordeninge 
ghemaekt  worden  tot  stuer  zyner  armoede  ende  hulpe  der  swaricheit  des 
classis  van  Doccum. 

4.  (^pt  besluit  over  het  eerste  gravamen  classis  Leovardianae  aen- 
gaende die  oprichtinge  coUegii  theologici  is  resolveert,  dat  die  deputati 


.\ 


189 

synodi  sullen  voortfaren  by  den  heeren  scholarchis  ende  Ghedeputeerde 
Staaten  te  versoeken  ende  aen  te  houden,  dat  tselve  moege  vercregen 
worden,  ende  opdat  de  saeke  te  meer  beforderinge  hebben  moege,  tot  hare 
hulpe  versoeken  die  magistraet  van  Franeker  omme  met  hen  hyrom  te 
arbeiden,  den  E.  heeren  darbeneffens  discretelick  praesenteerende  die  hulpe 
der  kerke  nae  haer  E.  believen  int  beramen  der  ordeninge,  die  dartoe 
muehte  van  noden  sin. 

5.  Aengaende  dat  velefoudige  misbruik  des  Sondaegs  in  papegayschieten , 
caetzen  onder  die  predicatien,  avontspelen  ende  anderen  ende  mede  ooc 
des  houlix  is  wederom  besloten,  dat  die  classes  een  jegelik  in  zynen 
bedryve  die  magistraten  ende  grietsluiden  sullen  eernstelik  vermaenen, 
dat  die  haer  ampt  doen  moegen  int  afschaffen  ende  weeren  van  desen 
allen ,  ende  sovere  zy  tselve  niet  en  doen ,  dat  dan  die  classen  den  heeren 
Staaten  sulx  remonstreren  ende  by  denselven  verbeteringe  deser  dingen 
soeken  sullen. 

6.  Opt  besluit  overt  derde  gravamen  Leovardianum  aengaende  die 
lopende  mispriesters  ende  insonderheit  onder  dieselvige  die  perzonen  van 
h.  BouwE  tot  Ipcolsgae  ende  noch  van  h.  Marten  ende  andere,  die  zy 
meer  moegen  weeten  ende  vemeemen ,  wort  deputatis  synodi  ooc  wederom 
belast  by  den  heeren  Staaten  dselve  aen  te  geven  ende  mede  te  versoeken , 
dat  dit  schadelik  quaet  moege  verhindert  ende  gheweert  worden,  ende 
dat  hare  E.  M.  moege  believen  eernsteliken  te  betrachten  die  voortcruipinge 
suiker  misbruicken  ende  darom  die  voorige  placcaten  hyrover  wtgegeven 
met  aller  eemst  ter  executie  te  stellen  ende  darbeneffens  diengenen,  die 
wt  het  landt  ghetrocken  zynde  pensie  van  den  viant  hebben  ende  noch 
onderhout  wt  desen  lantschappe  trecken  als  h.  Frans  van  Huins  ende 
andere,  dselve  aff  te  snyden. 

7.  Aengaende  het  doen  der  Wederdoperen  int  general  ende  specialick 
het  lopen  harer  biscoppen  ende  vermaneren  wt  die  eene  plaeze  in  die 
andere  sowel  wtlandische  als  inlandische  darin  worden  die  classen  ver- 
maent  ende  belast,  dat  se  by  hare  respective  magistraten  sullen  aenhouden, 
dat  die  placcaten  hyrvan  wtgegaen  van  hen  moegen  onderhouden  ende 
int  werck  ghestelt  worden. 

8.  Hyrby  is  ooc  besloten ,  dat  wt  den  naeme  des  synodi  aen  den  heere 
van  Amelant  van  den  deputatis  synodi  sal  gheschreven  ende  versocht 
worden ,  dat  hem  moege  believen  voort  te  taren  in  beropinge  eenes  goeden 
dienaers  op  zin  landt ,  ende  dat  zy  deputati  synodi  darbeneffens  ooc  sullen 
versoeken  by  die  E.  M.  heeren  Staaten,  dat  dien  wille  believen  ooc  hare 
neersticheit   ende    vermoegen    hirin   te  doene  ende  aen   den  benoemden 


190 

heere  \ran  Amelandt  mede  te  schryven  ende  van  dese  nodige  saeke  te 
vermanen,  ende  dat  insonderheit  die  paep,  die  gheseit  wort  daer  opt 
landt  te  woonen,  van  hem  moege  affghedreven  worden.  Ende  is  darby 
raetsam  ghefonden ,  dat  het  classis  van  Doccum  twee  dienars  sal  believen 
te  committeeren  omme  daer  te  gaen  ende  die  liefhebbers  aldaer  in  Ooedes 
h.  worde  te  bedienen  ende  tegelik  mede  die  missiven  met  haer  te  dragen 
ende  aen  den  heere  van  Amelandt  over  te  leveren,  versoekende  dartoe 
die  perzone  dn.  Joannis  Nioolai  ende  Chiustophi  Zuagemd. 

Nae  noen  die  andere  sessie. 
Is  voortghefaren  int  heerlesen  ter  besluitingen  des  voorgaenden  synodi 
Franeqneranae  ende  is  op  naefolgende  wyse  darby  ghedaen. 

9.  Opt  besluit  over  het  achte  gravamen  classis  Bolsvardianae ,  dat  men 
opt  poinct  van  onghedoopte  te  trouwen  sal  versoeken  het  advys  der  pro- 
fessoren van  Leiden  ende  Franeker  ende  coetu  Embdano,  is  in  synodo 
overghelevert  het  advys  coetus  Emdani,  maer  van  den  academiën  is  niet 
inghecomen.  Ende  in  deliberatie  ghenoomen  zynde ,  of  men  op  dat  eenige 
advys  coetus  Emdani  hyrin  absolutelik  soude  resolveren  sonder  te  ver- 
wachten die  advysen  der  academiën ,  is  besloten ,  dat  dese  saeke  in  statu 
blyven  sal  nae  die  resolutien,  in  voorgaende  synoden  hyrover  ghenomen, 
totdat  die  advysen  van  die  academiën  overghecomen  sullen  zin ,  die  alsdan 
metten  advys  coetus  Embdani  tegelik  in  allen  dassen  sullen  overghelevert 
worden  omme  vorts  einteliken  darin  te  besluiten.  Ende  diewyle  dat  be- 
melte  advys  coetus  Emdani  in  latinsche  tale  inghesonden  was,  so  is  van 
synodo  dn.  Hiebontmo  Hoenderbrenga  belast  tselve  in  duitsch  over  te 
setten  ende  den  synodo  over  te  leveren. 

10.  Opt  beshdt  overt  19  gravamen  desselven  classis,  dat  een  jeder 
classis  den  deputatis  synodi  alle  apostiUen  der  E.  M.  heeren  Staaten  by 
hen  bcnistende  sullen  ten  handen  stellen,  sovere  dselve  die  ghemeene 
saeken  der  kercken  aengaen,  is  gheresolveert ,  diewyle  subc  noch  niet 
gheschiet  en  is,  dat  het  die  classen  noch  doen  sullen,  ende  diewyle  men 
vele  van  dselve  by  Joaknem  Petri  dienaer  op  Bolswarder  Nieulandt  ver- 
wachtende is,  dat  die  deputati  denselven  sullen  begroten  omme  hen 
diegheene,  die  by  hem  zin,  te  communiceeren  tot  dienste  der  kercken. 

Op  particuliere  voorstellingen  synodi  Franequeranae. 

1 1 .  Opt  besluit  over  die  anderde  particuliere  vrage ,  dat  die  classes  by 
hare  respective  overicheden  in  die  steden  ende  platte  landen  sidlen  ver- 
manen die  onnodige  tapperyen  af  te  schaffen  ende  te  weeren ,  is  besloten , 
dat  die  classes  respectivelik  hyrtoe  wederom  sullen  vermaent  ende  ghe- 
lastet  zin. 


191 

12.  Opt  besluit  over  het  vierde  particuliere  poinct,  dat  die  deputati 
syiiodi  sullen  by  die  E.  M.  heeren  Staaten  versoeken  reparatie  van  die 
verfallene  kerke  des  dorps  Hemluin,  is  besloten,  dat  deputati  synodi  hujus 
wederom  sullen  ghelastet  zin  den  E.  M.  heeren  Staaten  te  remonstreeren , 
hoe  dselve  nu  wt  eener  verfallendén  tot  eene  gheheel  nederghefallene 
ende  onder  voth  liggende  gheworden  is  ende  darby  te  versoeken ,  dat  hare 
E.  M.  wille  believen  sekere  commissarium  wt  horen  middel  t^ordoneren, 
die  darvan  moege  oculare  inspectie  neemen,  ende  dat  voorts  moegen 
middelen  ghefonden  worden,  dat  dselve  tot  beforderinge  des  goedes- 
dienstes  sonder  versumenis  moege  weder  opghemaekt  worden. 

13.  Opt  rappoort  der  committeerden  synodi  aengaende  het  voorstel  van 
eene  moderatie  op  het  concept  der  verbeteringe ,  in  synodo  Leovardiana 
besloten  ende  in  verscheidenen  synodis  befesticht  ende  duslange  voor  eene 
oorsaeke  van  twist  van  sommigen  ghehouden  is ,  heeft  het  synodus  omme 
vrede  willen  consenteert  (doch  op  behaech  van  die  E.  M.  heeren  Staaten 
ende  sonder  becrenckinge  van  tgeene,  dat  dieselve  sekeren  persoenen  in 
last  ghegeven  hebben  in  dese  saeke  te  doene)  dat  die  vier  perzonen,  die 
duslange  door  ghemeene  stemmen  des  gantschen  synodi  ghecooren  zin 
voortaen  ghelick  den  anderen  achten  van  den  delegaten  hars  classis 
ghecoren  worden,  welverstaende  dat  in  die  continuatie  der  twye  van 
dselve  niet  verandert  wort.  Ende  wort  darby  ooc  verclaert,  dat  die  macht 
dier  viere ,  die  tot  besoignie  der  ghemeene  saeken  ghecooren  worden ,  niet 
en  is  jets  te  doen  streckende  tot  praejuditie  der  dassen  ende  kerkenraeden. 

Desen  nae  is  het  synodus  voortghetreden  tot  ondersoekinge  der  swa- 
richeden ,  die  wt  jegeliken  classe  in  desen  synodo  voorghecomen  sinnen , 
ende  ten  eersten  wt  den  classe  van  Franeker. 

Opt  eerste  aengaende  die  jaermarckten ,  die  op  die  dorpen  nieus  opghe- 
comen  sinnen  ende  noch  opcomen  ende  op  die  Sondagen  ghehouden 
worden ,  is  besloten ,  dat  deputati  synodi  aen  die  E.  heeren  Staaten  sullen 
versoeken ,  dat  hen  wille  believen  of  door  die  grietsluiden  of  door  andere 
crachtige  middelen  sidke  ongheregeltheden  affte  schaffen  ende  te  verhinderen. 

Opt  tweede  aengaende  die  vacierende  plaezen ,  dat  die  nae  verloop  van 
ses  weken  met  hare  proufyten  in  die  hande  der  heeren  moegen  ghefallen 
zin  omme  ad  pios  usus  aenghewent  te  worden,  is  besloten,  dattet  den 
classen  sal  vrystaen  in  haer  plaezen  darin  te  doen,  naedattet  die  saeke 
ende  die  noot  eischen  sal ,  ende  dat  deputati  synodi  suDen  ghelasticht  zin 
met  die  heeren  Ghedeputeerde  Staaten  of  eenige  committeerde  van  dieselve 
te  overleggen,  of  die  conden  middelen  beraemen,  die  tot  dese  saeke  opt 
beste  dienen  ende  die  inghesetene  der  vacierende  plaeze  onwillich  zynde 
opt  meeste  tot  beropinge  dringen  muchte. 


192 

Wt  den  classe  van  die  Wouden. 
Aengaende  die  onghesonde  schoelmesters  in  der  leere,  dat  die  moegen 
removeert  worden',  is  besloten,  dat  die  classes  hyrin  suDen  hulpe  ende 
deurwarder  van  die  E.  heeren  Staaten  versoeken. 

Wt  den  classe  van  Sneeck. 
Aengaende  het  compendium ,  van  deputatis  synodi  wt  die  generale  acten 
aller  synoden  ghetrocken,  dat  die  in  die  dassen  moegen  overghesonden 
worden,    darin   refereert   sich    het   synodus   op   dier   vorigen   resolutien 
executie,  hyrover  ghenomen  in  die  acten  des  vorganden  synodi. 

Wt  den  classe  van  Bolswart. 

1.  Aengaende  die  verschillen  in  Hollandt  is  door  die  meeste  steramen 
ghesloten ,  dat  men  die  versochte  hulpe  niet  sal  weigeren  aen  die  kercken 
van  Gelderlandt,  als  die  sullen  achten  goet  ende  nodich  te  wesen  die 
vorige  aenschryvinge  te  vernieuwen.  Maer  aengaende  die  nominatie  der 
perzonen,  die  daer  sullen  gaen,  sal  in  classibus  ter  eerster  ghelegentheit 
gheschieden  ende  den  deputatis  synodi  in  hare  eerste  vergaderinge  toe- 
ghesonden  worden.  Ende  so  die  stemmen  muchten  coemen  te  steken  of 
andersins  te  zeere  te  variëren,  worden  zy  ghelastet  darin  te  middelen 
ende  met  approbatie  van  die  E.  heefen  Staaten  die  ghecommitteerde  te 
seinden. 

Maer  dat  ander  lit  deses  gravaminis  aengaende  die  verhinderinge  suiker 
verschillen  in  deser  provintie  darin  is  besloten .  dat  in  jegeliken  classe  alle 
dienaers  ende  alsoo  ooc  rectores  scholarum  ende  andere  meesters  der 
scholen  die  Confessie  der  kerken  deser  provintie  opt  nieuwe  wederom 
sullen  ondertekenen,  ende  dat  die  deputati  synodi  aen  die  E.  heeren 
Staaten  sullen  versoeken,  dat  hare  E.  wille  believen  ditselve  ooc  te 
practizeeren  in  die  academiën  by  den  professoren,  ende  ooc  voorts  door 
hare  vermaningen  ende  mandaten  aen  alle  classen  ende  darin  allen  dienaren 
te  befeelen,  dat  sulx  van  eenen  jegeliken,  die  dartoe  ghehouden  is,  sonder 
weigeren  moege  ghedaen  worden. 

2.  Aengaende  die  verhuiringe  van  die  pastoryelanden ,  of  die  sullen 
gheschieden  by  den  E.  heeren  Staaten ,  ende  eenen  jegeliken  dienaer  een 
seker  onderhout  toeghelecht  worden  nae  die  wyse  van  HoUandt,  ende  soe 
niet  of  die  beropingen  niet  sullen  gheschieden  opt  ghebruick  ende  over- 
drachte  der  volle  pastoryelanden,  darvan  heeft  het  synodus  het  eerste 
poinct  achterghestelt  ende  afgheslagen  ende  het  ander  als  zynde  in  die 
resolutien  des  lantschaps  ghestatueert  aenghenoomen. 

5.  Dat  gheene  onghedoopte  perzonen  in  het  ampt  der  overicheit  moegen 
toeghelaten  worden  beide  in  die  steeden  ende  platte  landen,  is  besloten. 


193 

dat  deputati  synodi  by  den  E.  heeren  Staaten  ende  ooc  van  den  Hove 
van  Vrieslant  sullen  versoeken  ende  neersteliken  aenhouden,  dat  hare  E. 
believen  wille  tzamenderhandt  alle  sorge  te  dragen,  dat  soedanige,  daer 
zy  sinnen,  moegen  wtghestelt  ende  voortaen  niet  tot  schande,  schimp 
ende  spot  niet  alleene  der  waren  christeliken  religiën  maer  ooc  des  gant- 
schen  christendoms  moegen  toegelaeten  worden. 

6.  Opt  seste  sprekende  van  die  botterbelesers ,  segenaers ,  besweerders , 
dnveljagers  ende  dierghelike  heeft  het  synodus  besloten,  dat  die  classes, 
daer  se  sinnen,  den  heeren  Staaten  dieselve  sullen  aengeven  orarae  door 
behoorlike  middelen  ghehindert  te  worden. 

Het  synodus  aenghehoort  hebbende  die  voorlesinge  des  overghesettedon 
advys  coetus  Embdani  heeft  ten  eersten  D.  Hiekonymo  Hoenderbreng a 
ghedankt  voor  zyne  moite  ende  arbeit  int  oversetten  desselven  ghedaen 
ende  darnae  ooc  den  classi  van  Franeker  int  versoeken  ende  wtrichten  van 
dese  saeke  ende  tselve  ooc  tegelik  mede  wederom  belast  die  andere 
advysen  van  die  academiën  opt  spoedichste  te  versoeken  ende  voorts 
coetui  Embdano  vlyteliken  te  dancken  voor  hare  moite,  dienste,  liefde 
ende  vrientschap,  die  zy  den  synode  ende  desen  onsen  kerken  int  mede- 
deelen  hares  goeden  raets  bewesen  hebben.  Ende  verstaet  hyrwt  ooc  het 
synodus,  dat  die  kerken  alhyr  in  hare  resolutie  over  het  trouwen  der 
onghedoopter  perzonen  ghenoomen  zeer  ghesterckt  zin. 

Ooc  is  in  synode  overghelevert  een  seker  brief  wt  den  naerae  Joannis 
Petri  Duirewoüt  ,  dienaer  des  g.  worts  op  Bolswarder  Nie wlandt ,  die  wel 
van  den  synode  niet  ghelesen ,  maer  nochtans  daerwt  verstaen  is ,  dat  hy 
eenige  clachten  inhadde  over  ende  tegens  Tammerxjm  Gerardi,  dienaer  ter 
Hst.  Maer  diewyle  die  perzonen  niet  tegenwordich  ghewest  zin  ende  die 
tydt  ooc  niet  toegelaeten  heeft  dselve  voor  te  ropen,  so  is  besloten,  dat 
deputati  synodi  die  saeke  van  den  perzonen  sidlen  verstaen  ende  dselve 
sovele  moegelik  soeken  te  vereenigen. 

Particuliere  stucken. 

1.    Voorghestelt   zynde   dat   sommige   plaezen   ghecombineert   worden 

sonder  weten  ende   consent  der  E.  heeren  Staaten,  darop  vermaent  het 

synodus   die    classes,    dat  die  sulx  verhinderen  of  den  heeren  Staaten 

remonstreren  sullen.  Dat  se  darbenefPens  ooc  sullen  vlytige  sorge  dragen, 

dat  het  onwettelik  lopen  der  dienaren  op  vacierende  plazen  te  predigen, 

gheene  beropinge  van  dieselve  hebbende  ende  sonder  consent  des  classis, 

daronder  sulke  plaezen  ghelegen  zin,  niet  langer  moge  voortgaen,  maer 

darin  onderhouden  die  resolutien  der  synoden  ende  die  overtreders  nae 

dieselve  eernstelik  straefen.  Eiule  darby  ooc  ten  derden  die  dienaers,die 
Acta  syn.  provinc,  VI.  13 


194 

op  die  landen  hare  beropingo  hebbende  in  steeden  wonen,  belasten  ende 
constringeren ,  dat  se  op  hare  plaeze  by  hore  ghemeente  te  wonen  wt  die 
steden  vertrecken  moeten. 

2.  Ooc  is  den  deputatis  synodi  in  last  ghegeven  te  versoeken,  of  die 
resolutie  der  E.  heeren  wederom  muehte  opghericht  worden ,  die  spreekt, 
dat  niemant  op  lantsdagen  als  volmacht  of  in  eenige  hooge  of  lege  ampten 
toegelaten  worde  niet  zynde  litmaten  of  bekennere  der  Reformeerder  religie. 

3.  Aenghesyen  voorgaende  in  den  synode  van  die  Wonden  besloten  is, 
dat  het  oude  Fundamentboek  van  Menno  Simens  sal  heerdmckt  ende  die 
veranderinge  desselven  met  notulis  aenghewesen  worden ,  hetwelke  doentyts 
toeghelecht  is  wt  te  foren  Dn.  D.  Anthonidi  ende  D.  Rubolpho  Arthop^eo,  so 
versoekt  het  synodus  tegenwordich  wederom  aen  die  voorseide  personen, 
dat  hen  wille  believen  met  deser  arbeit  voort  te  faren,  ende  is  besloten, 
dat  hen  sulx  van  den  deputatis  synodi  sal  aenghedient  worden. 

4.  Nae  desen  sinnen  in  synode  verscheenen  dn.  Hieroxymus  Hoender- 
BREXdA,  dienaer  tot  Oesterlietens ,  ende  DmcK  Willemsz,  ouderlinck  ende 
burgermeester  binnen  Harlingen,  ende  rappoort  ghedaen  hebbende  van 
hare  ende  des  gantschen  collegii  deputatonim  synodi  besoignie  deses 
affghelopen  jaers,  hebben  pertinente  rekenschap  ghedaen  van  den  ontfank 
ende  wtgave  dier  penningen,  die  in  desen  afghelopen  jaer  in  synodale 
saeken  te  costen  ghedaen  sinnen.  Ende  is  in  slot  van  rekeninge  befonden 
het  ontfank  lopende  ter  somme  van  twyehondert  ach  tien  carolsgulden  ses 
stuvers  ende  acht  penningen,  die  wtgave  lopende  ter  somme  van  twie- 
hondert  ende  vyf  carolsgulden  ses  stuvers  acht  penninge  dartegen  ghestelt, 
ende  dit  tegen  malcander  aflFgetrocken  zynde  te  overtreflFen  ter  somme  van 
dertyen  carolsgulden,  die  by  desen  committeerden  synodi  in  vorraet  blyft. 
Ende  heeft  het  synodus  hen  bedankt  van  hare  moitc  ende  neersticheit, 
die  se  in  hare  besoignie  ghedaen  hebben. 

5.  Het  synodus  heeft  ooc  tot  verlichtingo  deser  costen  ende  behulp 
derselven  raetsaem  ghefonden  ende  besloten,  dat  voortaen  die  committeerde 
synodi,  die  rappoort  van  die  besoignie  ende  rekenschap  in  synode  doen 
moeten,  ghelik  den  anderen  delegaten  der  dassen  in  synode  als  membra 
comparerende  in  die  plaezen,  daert  synodus  ghehouden  wort,  sullen 
logiert  worden. 

6.  Desen  nae  sinnen  in  die  plaeze  van  die  twye  afgaende  committeerde 
synodi  des  classis  Bolsvardianae  wt  den  classe  van  Doccum  van  den 
delegatis  desselven  wederom  ghenomineert  ende  inghestelt  dn.  Joani^s 
Nkolai,  dienaer  tot  Doccum,  ende  h.  Frans  Fr.\jnsz,  ouderlinck. 


195 

Ende  damae  voorts  wt  die  respective  dassen  als  deputati  ghccoren: 
wt  den  classe  van  Lewarden  dn.  Bernardus  Ftjllenius,  dienaer  der  ghe- 
meente  in  Lewarden ,  ende  mr.  Eco  Isbrandi  als  ouderlinck ;  wt  den  classe 
van  die  Wouden  Joaknes  Klingkhamerüs,  dienaer  op  die  Jouwer,  ende 
Auco  Beekes,  ouderlinck  darselvest;  wt  den  classe  van  Sneek  Joannes 
Hattemius,  dienaer  tot  Slooten,  ende  Joannes  Mol  tot  Sneek  als  ouder- 
linck; wt  den  classe  van  Bolswart  Petrus  Hartenbergius  ,  dienaer  tot 
Maccum,  ende  Jochtjm  Steevens  tot  Bolswart  als  ouderlinck. 

Ende  naedat  het  synodus  die  E.  heeren  ghecommitteerde  wt  den  collegio 
der  heeren  Staaten  van  hare  tegen wordicheit  bedanckt  heeft ,  is  einteliken 
censura  morura  ghehouden,  ende  besloten  zynde,  dat  het  toecoemstige 
synodus  binnen  Doccum  acht  dage  nae  Pinxteren  wederom  ghehouden 
worden  sal,  alsoe  dese  synodale  vergaderinge  gheeindicht  ende  met  danck- 
segginge  tot  öodt  ende  bethoninge  van  onderlinge  liefde  ende  vrientschap 
aller  dienaren  ende  ouderlingen  besloten  den  6  Junij  anno  1610  ende  wt 
last  des  ghehelen  synodi  van  praeside  ende  scriba  ondertekent.  Onderstont: 

JoHANNEs  BooERMANNus,  synodi  praeses. 
JoANXES  Melboma'us,  clcctus  syuodi  scriba. 

Collationeert  met  zynen  original  ende  darmede  befonden  te  accorderen. 

JoANNEs  Melbomj::us,  ecclosiastes  Langoveranus.  i) 


Acta  synodi  Boccumanaey  aengefangen  des  morgens 
toe  9  uuren  op  den  21  Majo  des  jaers  1611. 

Is  de  aenfang  deser  christelijcker  vergaderinge  gescijet,  gelijck  behoort, 
van  de  aenroepinge  des  dierbaeren  name  Godes  door  den  dienaer  dier 
plaetze,  ten  eijnde  Hij  een  directuer  van  dese  vergaderinge  soude  mogen 
sijn  ende  alle  actiën  wenden  tot  prijs  sijns  heerlijcken  naems,  stichtinge 
zijner  kercke,  vereeninge  ende  bevredinge  der  gemoeden  der  wachthouders 
desselve. 

Daemae  zijn  vercooren  tot  directie  der  vergaderinge  praeses  ende  scriba , 
ende  is  eendrachtelijck  geeligeert  tot  praeses  de  E.  ende  weigeleerde 
OossüiNTs  Geldorpius  ,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Sneeck ,  ende  D.  Joannes 
JoANNis  Bn.Tiüs,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Worckum,  tot  scriba. 


1)     » Onderstont  —  Langoveranus"  met  andere  inkt  doch  gelijktijdig  bijgeschreven. 
De  laatste  onderteekening  van  den  scriba  is  eigenhandig. 

13» 


196 

Hijema   sqn  de  credensbrieven  ingeeijschet,    ontfangen  ende  gelesen. 

Ende  hebben  vooraen  haeren  commissie  voorgestelt  ende  ingegeven  de 
eedele,  eerentvheste  ende  godtzalige  Georo  van  Swart^enbfrch  ende  de 
welgeachte  ende  seer  discrete  heer  Frans  Franssz,  h.  Gedeputeerde  van 
Frieslandt  ende  gecommitteerde  op  desen  tegenwoordige  vergaderinge , 
ende  sijn  van  alle  broderen  in  waerde  gekendt  ende  aengenomen. 

Hijema  sqn  ingeeijsschet  ende  gelesen  de  credensbrieven  der  gecom- 
mitteerde deses  synodi  elck  na  oordere  zijns  sittinge  ende  classis.  Ende 
zijn  met  behoorl^cke  credensbrieven  verscenen: 

vut  den  classe  van  Doccum:  D.  Christophorüs  Hiddius,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Nieukerck,  ende  D.  Anthonius  Wilhelmi,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Tinnaert,  ende  de  eerwaerdige  DmcK  Claesz,  burgemeester 
der  stede  Doccum,  ende  Sijbren  Pijtersz,  woonende  tot  Aelsum  als 
ouderlingen ; 

vuttet  classis  van  Lieuwarden:  D.  Hermanus  Kolde,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Lieuwarden ,  ende  D.  Syricüs  Melijvei  ,  dienaer  des  h.  evangelii 
aen  Sinte  Annekercke,  ende  de  E.  Keympo  Viarda,  ouderling  tot  Lieu- 
warden ,  die  niet  verscenen  en  is ,  ende  Jacob  Jansz  ,  ouderling  der  kercke 
van  Jelsum; 

vuttet  classis  van  de  Seevenwoude:  D.  FnANsascus  Avercampius,  dienaer 
des  h.  evangelii  tot  Oldeholtpaede ,  ende  D.  Herbertus  Ridder,  dienaer 
des  h.  evangelii  op  Bechterswaech ,  ende  Jan  Jei-mers,  ouderling  opt 
Heerenfeen,  ende  Baert  Tiaertsz,  ouderling  van  Oudeboorn,  die  niet 
verschenen  en  is; 

vut  den  classe  van  Sneeck:  D.  öossuinus  Oeldorpius,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Sneeck,  ende  D.  Gellius  Acroniüs,  dienaer  des  h.  evangelii 
tot  Boesum,  ende  de  E.  Wljbren  Heerckesz,  ouderling  van  Boesum  ende 
SiPKE  FüicKEsz,  ouderling  van  Sneeck; 

vut  den  classe  van  Boelswaert:  D.  Joannes  Joannis  Bilt,  dienaer  des 
h.  evangelii  tot  Worckum,  ende  D.  Paulus  Joannis,  dienaer  des  h.  evan- 
gelii tot  Gaest,  ende  de  E.  Tltmen  Reijnartsz,  ouderling  van  Worckum, 
die  scriftelijck  sijn  absentie  heeft  verontscliuldicht ,  welck  bij  allen  bi*oderen 
aengenomen  is,  ende  Jelle  Meijsz,  ouderling  der  kercke  van  Staveren; 

vut  den  classe  van  Franequer:  D.  Rodolphus  Artop.eüs,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Franiquer,  ende  Bernajidus  Gaspari,  dienaer  des  h.  evangelii  tot 
Harlingen,  ende  de  E.  Jeronimus  Wille^is  ende  Jan  Dircxz  als  ouderlingen. 

Hijema  is  door  noodige  gelegentheijt  getreden  tot  affhandelinge  van 
eenige  particuliere  handelingen  ende  saecken. 

Ende  1  in  de  quaestie,  hangende  tusschen  Philippüm,  dienaer  des  h. 
evangelii   tot  Harlingen,  (in  welcke  mede  sijnen  kercke  betrocken)  ende 


197 

tusschen  Engbert  Laurensz,  eenen  oudt  liddemaet  derselwe  kercke,  is 
aller  broderen  eendrachtich  ad  wijs  ende  beslnijt,  dat  vijer  mannen  vut 
het  midden  van  de  gedeputeerde  des  synodi  gecooren  van  hunselve  ter 
eerster  gelegentheyt  hen  sullen  verfoogen  in  den  stede  van  Franequer 
ende  aldaer  Phiupfüm  ende  den  kerckenraadt  van  Harlingen  ter  eenere 
ende  Engbert  Laurensz  ter  anderen  zijden  beroepen  ende  met  de  hoochste 
diligentie  bearbeijden  om  partien  metten  anderen  door  eenich  voogelijck 
middel  te  versoenon  so  mogelijck,  so  niet  van  haeren  aencoompste  bijtijde 
tclassi  Franequeranae  te  verwittigen,  opdattet  tclassis,  door  so  een  wech 
tzaemengeroepen  ende  met  die  voorgeseijde  4  mannen  gestercket,  den 
quaestie  finalijck  ende  absolutel^ck  sonder  eenich  provocatie  der  partien 
mach  affdoen ,  dat  dit  synodus  wel  expresselijck  ende  erentslyck  henlijeden 
belastet. 

Ende  ten  2  in  de  aergerlijcke  daedt,  aengegaen  in  de  kercke  van 
Collum  na  eijndinge  des  godtsdienst  voor  de  sceijdinge  der  gemeente,  is 
van  desen  synodo  geresolveert,  dat  vut  het  midden  deses  synodi  van 
Doccum  aen  den  E.  grietman  Bocke  Feutsalv  sullen  gaen  D.  Chmjstophorus 
ende  Awtiionius  Wilhelmi  om  aen  hem  te  versuicken,  dat  hij  tot  wech- 
neminge  des  quaden  exempels  ex  officie  daerin  versie.  Ende  wert  voerders 
den  gemelde  dienaers  last  gegeven  om  aen  den  classi  van  Doccum  rap- 
poort  te  doen  van  haeren  wedervaeren  om  bij  oorsaecke  van  oogluickinge 
daerin  voort  te  gaen  na  behoeif  der  saken  met  clachte  aen  den  E.  lieeren 
h.  Gedeputeerde. 

Hijema  sijn  de  resolutien  des  voorleeden  synodi  heerlesen,  ten  eijnde 
gesien  mochte  worden,  off  ooc  de  geresolveerde  dingen  in  effect  gestelt 

waeren. 

Ende  is  de  1  resolutie  (belangende  den  dienst  ende  tbecoemen  des 
dienaers   van  Molckwem)  bevonden  van  den  deputaten  in  effect  gestelt 

toe  zijn. 

De  2  resolutie  inhoudende  de  nootwendicheijt  des  boockhoudens  van 
getroude  ende  gedoopte  etc.  daerop  is  van  desen  synodo  geresolveert,  dat 
alle  dassen  off  kercken,  die  hierin  suymachtich  sijn  geweest,  haere 
versuijmenisse  sullen  verbeteren  volgende  den  voorige  resolutie,  ende  wort 
hierenboeven  den  deputeerde  der  dassen,  gecom pareert  in  desen  synodo, 
opgeleijt  om  ijder  haere  dassen  respectievelijck  aendieninge  (en  dit  in  de 
eerste  vergaederinge  na  leesinge  deser  resolutien)  te  doen. 

De  3  resolutie  siende  op  d'aermoede  van  Tammo  Litlvno  etc.  daerop  is 
van  desen  synodo  geresolveert,  dat  de  classes,  die  in  gebreecke  sijn  van 
weldadicheijt,  ende  de  dienaeren  daeronder  sorteerende  haerselven  vermaent 
sullen  houden  om  haerselve  andere  classibus  ende  dienaeren  in  desen 
gelijckformich  toe  maecken. 


198 

De  '1  resolutie  belangende  (roprichtinge  collegii  theologici  etc.  is  van 
desen  synodo  geresol veert ,  dat  de  deputaten  deses  synodi  den  gemelde 
saecke  den  E.  h.  Gedeputeerde  remonstreren  sullen,  ten  eijnde  dat  sij 
favorabelijcken  desen  saecke  voordraegen  aen  de  E.  Staten  des  lantscaps 
om  onder  de  additionaele  articulen  daerop  toe  letten. 

De  5  resolutie  siende  op  de  ontheijllinge  des  sabbaths  etc.  is  geresolveert 
van  desen  synodo,  dat  de  plaetzen,  daer  de  ontheijlingen  gescieden,  om 
daertcgens  te  vorsien  den  h.  heeren  committeerde  ende  Gedeputeerde 
hiervan  schedula  memoriael  gegeven  sal  worden,  ende  van  den  deputaten 
deses  synodi  remonstrantie  god  aen  om  na  haere  wijsheijt  daertegens  goede 
oordeninge  toe  gebruieken  ende  in  desen  te  versien. 

De  6  resolutie  belangende  den  loopende  mispriesters  etc.  daerop  is  van 
desen  synodo  geresolveert  geen  maniere,  om  oorsaecke  dat  de  h.  heeren 
Gedeputeerde  ende  gecommitteerde  deses  synodi  verclaerden  bij  haer 
onder  handelinge  toe  staen  om  eenen  fiscael  toe  ordineeren ,  die  hierop  sal 
sien  ende  alles  wat  desen  aencleeft,  waeran  dan  diegene,  de  claegelyck 
zijn,  hen  suUen  mogen  addresseren. 

De  7  resolutie  belangende  het  ommeloopen  der  Wederdoopsche  leeraéren 
etc.  hierop  is  van  desen  synodo  gesloten,  dat  ijder  classis  ende  kercke 
bij  haerc  respectieve  oeverheyt  voort  sullen  vaeren  om  haeren  devoor 
te  doen. 

Op  de  8  resolutie  belangende  de  bcsorginge  des  li.  godtsdienstea  bij 
den  heere  van  Amelandt  etc.  en  is  geen  resolutie  van  doen  geweest, 
oevermitz  tsynodus  vut  bericht  van  D.  Joaxxk  NicoLuU  is  bericht,  dat  in 
de  saecke  was  versien. 

Resolutien  des  2  sessie  naer  noon. 

Op  de  9  resolutie  belangende  tpunct  om  tadwijs  der  professoren  van 
Leijden  ende  van  Franiquer  te  versuicken  van  ongedoopte  toe  trouwen 
etc.  is  van  desen  synodo  geresolveert,  alzo  in  effectu  noch  niet  gedaen 
en  is,  dat  het  classis  van  Fi*ani»pier  blieft  houdende  denselve  last  om 
daerin  thaeres  te  doen. 

Op  de  10  resolutie  noopende  den  dassen  om  alle  a^^ostillen  dienende 
den  gemeene  welstandt  der  kercken,  die  onder  haer  berusten ,  den  deputatis 
synodi  ter  handt  toe  stellen  is  van  desen  synodo  geresolveert,  soveel  van 
sulcx  noch  van  eenige  ofï  alle  dassen  ongedaen  mach  zijn,  gedaen 
sal  worden. 

Hier  volgen  resolutien  nu  gevallen  op  de  particuliere  resolutien,  in 
voorigen  synodo  beraemet  op  seeckere  voorstellingen  des  classis  Fmne- 
queranae. 

Op   de   11  resolutie  belangende  de  onnoodige  tapperien  in  steden  ende 


199 

platten  lande  is  van  desen  synodo  geresol veert ,  dat  dese  saecke  bij  den 
E.  heeren  aengedient  sal  worden  vant  collegio  der  Gedeputeerde  van  den 
deputaten  deses  synodi. 

Op  de  12  resolutie  belangende  de  verfallene  kercke  van  Himmelum  etc. 
verclaert  dit  synodus  oordere  gestelt  toe  zijn  ende  verstaet  daertoe  ge- 
committeert  toe  zijn  als  commissaris  m^nh.  Abraham  Rhookda,  belast 
niettoemin  den  4  mannen  der  gedeputeerde  deses  synodi  een  insien  too 
dragen  op  dese  sake  om ,  so  daer  niet  in  gedaen  en  werde ,  den  gemelde 
saecke  aent  collegio  der  E.  h.  Gedeputeerde  te  vemieuven. 

Op  de  13  resolutie  belangende  tvoorstel  der  deputaten  des  voorigen 
synodi  noopende  eenich  raoderatie  opt  concept  van  verbeteringe ,  in  synodo 
Leovardiana  beraemt  etc,  is  van  desen  synodo  geresol veert,  dat  se  den 
laeste  resolutie  hierop  genomen  mogen  lijden  te  staen  in  sijn  essentia  ende 
laest  geresolveerde  foet  daerop  gemaeckt. 

Hijema  sqn  resolutien  gevallen  oever  de  resolutien  van  de  swaericheden , 
de  vut  een  jegelijck  classe  in  den  voorigen  synodo  voorgecomen  waeren. 

Op  de  14  resolutie  belangende  de  jaermerckten ,  de  op  dorpen  hinc 
inde  opgecomen  sijn  ende  noch  opcomen  ende  op  Soendaegen  gehouden 
worden,  resolveert  dit  synodus,  voor  soveele  als  de  acte  niet  en  is  ge- 
eflfectueert,  dat  de  deputaten  des  synodi  alsnoch  den  last  daerin  opgeleijt 
sullen  vutvooren  ende  bij  den  E.  h.  Gedeputeerde  versuicken,  dat  hun 
gelieve  off  door  hare  grietsluijden  oif  andere  crachtige  middelen  sulcke 
ongeregeltheijt  aflf  toe  scaifen  ende  te  verhinderen. 

Op  de  15  resolutie  belangende  de  middelen  van  vaceerende  plaetzen, 
dat  deselve  van  de  E.  heeren  Staten  mochten  aangetastet  worden  ende  ad 
pios  usus  aengewendet  etc,  en  is  geen  wech  gesien  van  desen  synodo 
om  naerder  ofF  anders,  als  geresolveert  is,  toe  besluiten. 

Op  de  16  resolutie  noopende  den  school  meijsters,  die  in  de  leere  onge- 
sont  zqn  etc,  is  van  desen  synodo  de  genomene  resolutie  aengenomen 
belangende  om  door  versuick  van  den  E.  h.  Gedeputeerde  duenvaerder 
tot  haerlijeder  remotie  te  gebruicken,  doch  is  hierbq  nu  goetgevonden , 
dat  belangende  de  betaelinge  dusdaniger  duerwaerderen  in  het  oplichten 
van  gemelde  schoolmeesters  die  E.  h.  Gedeputeerde  versocht  sullen  worden 
om  dienaengaende  goede  oordere  toe  stellen. 

Actiën  aengefangen  voor  noon  op  den  22  Mai  des  jaers  1611. 
Op  de  17  resolutie  belangende  het  compendium,  van  den  deputatis  des 
synodi  vut  de  generaele  acten  aller  synoden  getrocken  etc. ,  resolveert  dit 
tegenwoordige  synodus,  dat  de  extracten  vut  alle  provincionale  synoden 
getrocken  van  den  deputaten  des  synodi  aen  alle  6  dassen  oevergesonden 
sullen  worden  bq  scriftelijcke  copien  tegen  sint  Jacob,  ende  dat  se  in  den 


200 

classcn  voorgelescn  sullen  worden ,  opdat  ijder  classis  ende  kereke  respec- 
tievelijck  na  dese  kerckelijcke  statuten  sich  in  eenicheijt  mogen  gedragen. 

Op  de  18  resolutie  noopende  de  versochte  hulpe  van  de  kereke  van 
Gelderlandt  etc.  en  is  geen  wijder  dispositie  van  nooden  geweest,  omdat  de 
inhoudt  des  articuls  aireede  soverre,  als  haer  versuick  streckte ,  voldaen  is. 

Op  de  19  resolutie  noopende  de  verhinderinge  alsulcker  verscillen,  als 
in  Hollandt  opgeresen  zijn  etc,  in  dese  provincie ,  verstercket  dit  synodus 
den  voorige  resolutie,  wel  ernstelijck  opleggende  den  deputaten  bij  den 
h.  Gedeputeerde  aen  toe  houden,  dat  sij  dit  in  den  academia  onder  de 
professoren  theologiae  etc.  practiseeren ,  ende  den  dassen,  dat  sy  respec- 
tievelijck  liaere  dienaeren  ende  schoolmeijsters  tot  onderteeckeninge  des 
Cathagismi  ende  Neederlantsche  Confessie  geleijden  ende  houden. 

Op  de  20  resolutie  aengaende,  off  de  heeren  de  landen  aen  haer 
nemende  den  dienaeren  eenen  jegelijcken  een  seecker  onderhoudt  sulleR 
toeleggen  na  den  maniere  in  Hollant,  dan  off  op  de  beroepingen  hen 
oeverdrachte  sal  gescieden  van  de  volle  pastenen  etc. ,  resolveert  dit 
synodus  gelijck  het  voorige  ende  verklaert,  dat  het  1.  niet  gancklijck  is , 
raaer  het  ander  landts  resolutie  gelijckformich. 

Op  de  21  resolutie  noopende  ongedoopte  personen  om  eenige  ampten 
in  off  buijten  steden  toe  becleden  hierin  versterckt  dit  sijnodus  de  voorige 
beraerainge ,  oever  dese  swaericheijt  genomen ,  ende  belasten  den  deputaten 
deses  synodi  op  het  nieuwe,  dat  se  haeren  opgeleijden  laste  met  naer- 
sticheijt  aen  den  E.  h.  Gedeputeerde  ende  E.  heeren  van  den  Hoeve 
vemieuven. 

Op  den  22  resolutie  belangende  den  duvelbanders ,  besweerders,  botter- 
lesers  etc.  blieft  dit  synodus  bij  den  voorige  beraemingen  ende  belast  den 
classibus,  daer  sij  zijn,  denselve  den  h.  Gedeputeerde  aen  toe  geven  etc. 

Na  desen  is  gelet  op  eenige  resolutien  belangende  particuliere  stucken , 
in  voorigen  synode  voorgestelt  ende  beraemet. 

Ende  1.  op  de  saecke  van  combinatie  sommiger  dorpen  sonder  voorweten 
ende  verwillinge  van  den  E.  h.  Gedeputeerde  ende  dat  onordentlgck  prae- 
dicken  op  vaceerende  plaetzen  sonder  roopinge  off  last  van  den  classe 
ende  het  niet  bijwoonen  van  sommige  dienaeren  bij  haere  geroepene  ge- 
meente etc.  maeckt  dit  synodus  sich  den  voorige  resolutien  gelickformich 
ende  wil  noch,  dat  de  classes  sulcx  sullen  verhinderen  off  den  E.  h. 
Gedeputeerde  den  saecke  belangende  het  1  lidt  remonstreren.  Ende  soveel 
het  ander  lidt  aengaet,  dat  se  desulcke  ernstelijck  sullen  straffen  volgende 
der  synoden  resolutie.  Ende  soveel  belangt  het  3  lidt ,  is  daerop  van  desen 
synodo  geresol veert ,  dat  de  resolutie,  dat  se  in  haere  geroepene  plaetzen 
ende  niet  in   steden  sullen  woonen,  ernstelijck  nagevolcht  werde.  Ende 


201 

dat  ijder  classis  haere  respectieve  dienaers  dacrthoe  sullen  houden,  wort 
haer  wel  expresselqck  opgeleqt,  bqsonder  het  classi  van  Boelswaert. 

Ten  2  op  de  saecke,  dat  nijraant  soude  mogen  op  lansdagen  verscijnen 
als  volmacht  oif  eenich  hooch  off  leech  ampt  becleden  niet  zqnde  ledemaet 
ofF  bekenner  der  Gereformeerde  religie  etc,  hoewel  dit  synodus  den  last 
den  deputaten  daervan  gegeven  van  den  voorigen  synode  hoochnoodich 
achtet,  en  siet  doch  dit  sinodus  alsnoch  geen  hoepegelijcke  voortganck. 

Ten  3  op  de  saecke  van  het  oude  Fundamentboock  van  Menno  Slfmens 
weeder  toe  dniicken  hierin  heeft  dit  synodus  geen  nutte  gesien,  maer 
acht  dese  resolutie  sonder  scade  der  kercke  te  mogen  achterblieven. 

Na  affhandelinge  voorse^der  dingen  is  getreden  tot  ondersuickinge  ende 
affhandelinge  der  gravaminen,  voortgebracht  van  den  classibus  op  desen 
tegenwoordigen  synodo  ende  hier  aengeteickent  na  sittinge  ende  oordere 
der  dassen  op  desen  synodo. 

Op  het  eene  ende  gemeene  gravamen  des  classis  Doccuraanae  be- 
langende alle  goede  resolutien,  dat  de  in  effect  gestelt  mogen  worden, 
daer  en  heeft  dit  synodus  niet  tegen  gehadt  ende  is  haeres  achtens 
hierthoe  wech  bereijt  door  de  gemeene  extracten  vut  alle  provincionale 
synoden,  de  aen  alle  dassen  aengescreven  sullen  worden. 

Het  classis  van  Lieuwarden  en  heeft  geen  nieuw  swaericheijt  inge- 
brocht. 

Ende  het  1  gravamen,  vant  classis  van  Seevenwouden  voorgestelt, 
is  met  het  gravamen  des  classis  Docummanae  ende  met  het  laeste 
gravamen  des  classis  Bolsvardianae  seer  afiBn,  ende  hierom  is  hierop 
hijerna  geresolveert. 

Maer  op  het  2  gravamen  tclassis  Jourianae  belangende  d'augmentatie 
des  onderhouts  der  school meijsters  ten  platten  lande  om  daer  middel  in 
toe  raemen  is  dit  gevonden,  dat  in  dorpen,  waer  middelen  zijn,  die 
dassen  tot  verbeteringe  haerer  schoolmeijsters  aen  haere  grietsluijden 
sullen  arbeyden,  ende  so  de  grietsluyden  daerthoe  niet  en  doen,  sullen 
de  classen  sulcx  aen  den  h.  Gedeputeerde  verfolgen. 

Op  het  3  gravamen  belangende  toortjensgelt,  de  resolutie  van  dien  wort 
vutgestelt  tot  het  navolgende  gravamen  tclassis  Bolswardianae  sijnde 
eenes  inhouts. 

Van  het  classis  van  Sneeck  en  zijn  geen  gravamina  ontfangen. 

Beraemingen,  aengefangen  voor  noon  oever  de  gravamina  tclassis  Bols- 
vardianae. 


202 

Op  het  1  gravaraen  siende  op  den  vagebunden  ende  heijdenen  etc, 
alzo  daertegens  een  resolutie  des  lantseaps  is,  is  den  deputaten  deses 
synodi  belast  aen  den  h.  Gedeputeerde  te  versuicken,  dat  dese  resolutie 
craclit  sorteere. 

Op  het  2  gravaraen  siende  op  eenige  dienaers  van  suyderquartier , 
de  versuicken  consent  om  oenen  nieuven  classem  op  toe  richten,  resol- 
veert dit  synodus,  dat  het  classis  van  Bolsvaert  sal  nagaen  den  acte,  in 
haeren  classicaelen  boecke  verteeckent ,  ende  haeren  derden  bijeencoompste 
in  suyderquartier  nemen  tot  gerieve  dier  dienaeren  ende  kercken,  ende 
wil  dat  de  dienaers  van  suyderquartier  voor  dit  jaer  hen  daerin  gecon- 
tenteert  sullen  houden,  ende  dat  sij  oock,  so  die  andere  dienaeren  in 
gemelde  resolutie  na  te  gaen  onwillich  waeren,  bijtyde  op  navolgende 
tijdt  haeren  gravamen  oeversenden ,  opdat  oock  bq  het  classis  van  Sneeck , 
waerin  oock  sommige  dienaeren  sonderling  mede  gerieft  conen  worden, 
so  daer  een  classis  in  suijdcrquartier  werde  opgericht,  bij  rqpe  adwijs 
ende  beneerstinge  op  desen  gelet  mach  worden. 

Op  het  3  gravamen  belangende  d'opweckinge  van  traege  dienaeren 
in  haeren  dienste  hierop  besluyt  het  synodus,  dat  de  dassen  tot  op- 
weckinge  van  alsulcke  haeren  respectieven  devoor  sullen  doen  volgende 
de  paden  ende  resolutien,  in  voorige  synoden  daervan  beraempt. 

Op  het  4  gravamen  noopende  d'ophoudinge  van  beededagen  oock  by 
dose  tijden  van  vrede  etc.  is  noodich  gevonden,  dat  de  deputaten  des 
synodi  aen  de  E.  heeren  Gedeputeerde  versuicken,  hen  gelieve  haere 
gecommitteerde  van  de  Generaliteyt  hiervan  aenscrievinge  ende  vennaen 
te  doen,  ten  eijnde  door  haere  last  dese  h.  oofFeninge  oeveral  in  onder- 
houdinge  blieve. 

Op  het  5  gravamen  belangende  de  vergaderinge  der  Papisten  ende 
haere  exercitie  resolveert  dit  synodus,  dat  de  voorstellingen  ende  afflos- 
singen  deser  dingen  by  placaten  nu  sommige  maelen  gedaen  zijn,  ende 
dat  die  commissarissen  hoepe  hebben  gegeven  van  oordere  hierop  toe  stellen. 

Op  het  G  articul  off  gravamen  belangende  tjus  patronatus,  aen  wien 
dat  do  vutgekeert  sullen  worden  etc,  heeft  dit  synodus  verstaen,  dat 
de  collatie  den  fundateurs  toebehoort  te  geven,  aen  wien  sij  willen, 
ter  studie,  doch  dattet  personen  moeten  sijn,  die  opgetrocken  worden  tot 
de  opbouwinge  der  waerer  kercke.  Ende  daerom  ordineert  se  alle  dassen 
deses  lantseaps,  hiervan  misbruicken  wetende,  tzelve  te  remonstreren 
aen  den  E.  heeren  Gedeputeerde. 

Op  liet  7  gravamen  belangende  het  oortjensgelt  competerende  den 
armen  hierop  is  geresol veert ,  dat  men  versuick  door  de  dassen  sal  doen 
aen  den  E.  heeren  Gedeputeerde,  dat  hen  gelieve  hierop  oordere  toe 
stellen  dienende  tot  verbeteringe. 


203 

Op  liet  8  gravamen  belangende  een  ouderling,  die  geordineert  is 
eenen  deputaet  des  synodi  toe  zyn  endo  onderdes  na  de  oordere  des 
tijts  afgaende  van  den  singulaeren  dienst  ende  ouderlinckscap  zijner  kercke, 
off  hij  wel  een  deputatus  synodi  mach  blyven  ofte  niet,  resolveert  dit 
synodus,  diewijl  hij  oock  hiertoe  ordinationem  heeft,  dat  hij  blieven  mach 
endo  sijnen  tijdt  van  deputaetscap  viitdienen. 

Op  het  9  gravamen,  off  een  schoolmeester  gediierende  sijnen  dienst 
wel  toegelijck  mach  pachter  ende  school meij ster  zijn,  resolveert  dit  synodus 
niet  te  mogen  z^n. 

Op  het  X  gravamen  siendc  op  een  persoon,  die  haeren  swaeger 
getrout  heeft  gehadt  ende  daerby  solange  geleeft,  als  hij  gestnrven  is, 
ende  na  sijnen  doodt  eenen  ander  man  trouwende,  off  sy  wel  mach  kercke- 
lijck  gacrgegeven  ende  voor  een  ledemaet  der  kercke  aengenomen  werden , 
insonderheyt  toonende  haer  bootfaerdich ,  is  geresolveert,  dattet  beyde  mach 
gescien,  het  laeste  soverre  de  kercke  siet,  dattet  by  haer  stichtelijck  can 
gescieden. 

Op  het  11  gravamen  belangende  d'ondervraginge  van  personen,  die 
haere  proclamatien  versuicken,  oft  sy  oock  gedoopt  zijn  ofte  niet,  resolveert 
dit  synodus,  datter  ondervraginge  sal  gescien,  ende  dat  men  hem  hierin 
behoort  te  scicken  na  voorige  synodalische  besluijten. 
•  Op  het  12  gravamen  belangende  de  onderteeckeninge  des  Cathagismi 
ende  Neederlantsche  Confessie,  tsynodus  refereert  sich  hier  tot  de  berae- 
minge  des  voorigen  synodi,  hiervooren  geconfirmeert  van  desen  synode 
in  de  revisie  oever  gelijcke  resolutie. 

Hier  volgen  resolutien  oever  de  gravamina  tclassis  Franequeranae. 

Op  het  1  gi-avamen  noopende  dat  boeven  het  najaer  aen  den  E.  h. 
Staten  des  lantscaps  soude  worden  noch  een  eerlijck  jaerlijck  tractament 
voor  de  weduwen  der  dienaeren  etc.  oordelt  dit  synodus,  dat  de  weduwen 
haer  sullen  moeten  vernooget  houden  met  de  gegunde  benificentie  vant 
tlantscap,  doch  so  onder  eenige  dassen  arme  weduwen  syn,  dat  deselve 
classes  voor  deselve  versuick  sullen  doen  aen  des  landts  Staeten  om 
onderstandt  ende  hulpe. 

Op  het  2  gravamen  inhoudende  het  versuick  U.  Joanxis  Hillebrandi 
etc.  is  van  desen  synodo  beslooten ,  dat  hij  ende  Bernardus  Füllenius  na 
luijdt  der  acten,  in  synodo  Leovardiensi  anno  1605  ende  synodo  Sneeën  si 
anno  1G07  geteeckent,  voor  den  deputaten  deses  synodi  gehoort  ende 
verstaen  sullen  worden  met  sorge  van  vrcdosuickinge  ende  dat  ter  eerster 
gelegent heijt,  als  de  handelinge  van  Harlingen  sal  worden  toe  handt 
genoemen. 

Onder    het    3   gravamen    tclassis   Franequeranae    betrocken    zijnde  de 


204 

vragc  van  boeckdniickinge  ende  oft  se  van  ij  mant  sonder  kerckelijjcke 
visiture  int  licht  behooren  te  gaen  etc,  is  geantwoort,  dat  hierin  een 
jegelick  sich  sal  dragen  na  de  resolutien  des  nationalen  synodi.  De  sulex 
niet  en  verdragen,  raitz  stellende  daerop  oordere,  ende  de  dienaeren  off 
professoren  theologiae ,  die  anders  doen ,  sullen  voor  den  synode  censiirabel 
vallen. 

Beraemingen  oever  sommige  perticuliere  missieven  ende 
vragen,  desen  synode  voorgebracht. 

Op  den  brieff  van  Tijmen  Reijnaertsz  vereijschende  tcomen  der  ouder- 
lingen in  den  classe  resolveert  dit  synodus,  dat  s^  na  slu^dnge  des 
nationalen  synodi  behooren  te  comen,  ende  so  daer  dienaeren  ivaeren, 
die  hen  den  inganck  weigerden  in  haere  dassen,  dese  sullen  van  den 
synode  haeren  straffe  dragen. 

Op  den  missieff  D.  Sopiati  is  geresol veert ,  waneer  hy  naerder  be- 
sceijt  van  de  handelinge  verloopende  in  Hollandt  vercriecht,  dat  hij 
wel  ende  fruntscap  sal  doen,  dat  hy  tzelvige  den  deputatis  synodi  aen- 
scrieve  ende  mededeele. 

Op  de  vrage  van  doodtslagers  ende  luyden  levende  in  bloetscande 
etc.  is  genomen  dese  resolutie,  dat  de  classes,  waeronder  dusdanige 
scuijlen,  tegens  desulcke  haere  respectieve  oeverheeden  haeres  amptes 
sullen  vermaenen,  ende  so  sij  daertoe  niet  en  willen  doen,  so  sullen  sy 
sulcx  den  depntaten  aenscrieven,  opdat  van  dese  hiervan  remonstrancie 
gedaen  werde  aen  den  E.  h.  van  den  Hoeve. 

Op  de  voorstel  van  personen,  die  niet  en  weten,  dat  sq  gedoopt 
ende  oock  gansch  op  geen  wijse  kennisse  daervan  conen  crijegen,  offt  men 
se  doopen  off  niet  sal,  is  geantwoort:  de  gelegentheijt  so  zijnde,  dat  men 
se  behoort  te  doopen,  als  zijt  versuicken. 

Op  de  saecke  D.  doctoris  Jellu,  die  hem  delgeset  heeft  tot  Wons 
etc,  is  van  desen  synode  geresolveeii; ,  diewijl  hij  van  zqnen  kerckendienst 
selve  is  affgestaen  denselvige  verlaten  hebbende ,  dat  hq  hem  voortaen  van 
denselve  sal  onthouden  ende  vut  d'ingenomene  plaetze ,  daer  hy  hem  heeft 
nedcrgeset,  veitrecken  ende  ontruijmen.  Ende  is  voorts  besloten,  dattet 
synodus  hem  dese  resolutie  scriftelijck  sal  insinueeren  ende  met  brieve 
den  E.  ende  eerentvhesten  grietman  Subrandt  Oosinga  begroeten.  Ende 
sijn  van  den  depntaten  deses  synodi  verordineert  om  dese  brieven  oever 
toe  behandigen  D.  Henricüs  Hinckena  ende  D.  Florentius  Joaitnis,  die 
meteen  belast  worden  ooc  bij  monde  den  voorgenoemde  grietman  daerthoe 
te  induceeren  ende  ooc  Jellio  op  toe  leggen,  dat  hq  binnen  tijdt  van  14 
dagen  den  voorgenoemde  dienaeren  hem  verclare,  wat  hij  van  meeninge 
is  te  doen  off  niet.  Ende  bij  oorsaecke  van  onwillicheqt  werden  de  depn- 
taten  des  synodi   belast  van   desen  sjjnodo,  dat  sij  kerckelqck  met  hem 


205 

sullen  procedeeren  ende  toegelijck  aenhouden  by  den  heeren  Gedeputeerde , 
dat  dese  resolutie,  oever  sijn  persoon  ende  werck  gedaen,  gemaincteneert 
ende  tot  gemeene  stiehtinge  van  den  dienst  in  efFect  gestelt  werde. 

Na  dese  actiën  hebben  door  noodige  gelegentheijt  de  h.  heeren  gecom- 
mitteerde van  den  Gedeputeerden  des  lantscaps  haeren  affsceijt  versocht 
en  is  hen  desen  gegeven  gedemitteert  zijnde  met  reverentie,  die  desulcke 
toebehoorde,  ende  met  behoorlijcke  dancksegginge. 

Na  desen  is  van  den  deputaten  der  classen  gedaen  die  verkiesinge  der 
deputaten  des  synodi ,  ende  sqn  na  oordere  van  de  gedeputeerde  der  classen 
gecontinueert  in  verfiiUinge  van  den  2  afïgaende:  vut  den  classe  van 
Doccum  D.  JoANNES  Nioorjii,  dienaer  tot  Doccum,  ende  mynh.  Fraxs 
Franssex,  ouderling  derselve  stede;  ende  vut  den  classe  van  Lieuwarden 
D.  Hexmcus  Hinckena,  dienaer  tot  Britzum,  ende  D.  Keymik)  Viauda, 
ouderling  der  kercke  van  Lieuwarden;  ende  vut  den  classe  van  Seeven- 
woude  D.  JoANNEs  AvERNEus ,  diouaer  des  h.  evangelii  tot  Hasscherdickcn , 
ende  Jan  Jelmers,  ouderling  opt  Heerenfeen;  ende  vut  den  classe  van 
Sneeck  D.  FLOREimus  Joannis,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Sneeck,  ende 
RüERDT  DiRcx,  ouderling  in  deselve  kercke;  vut  den  classe  van  Boelswacrt 
D.  Adamts  Westerman,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Staveren,  ende  Hemme 
Jetesz,  ouderling  tot  Oaest;  ende  vut  den  classe  van  Franiquer  D.  Conradus 
Alutartos,  dienaer  tot  Tzoom,  ende  Epo  Jueckema,  ouderling  tot  Franiquer. 

Na  desen  nadat  seekere  dingen,  van  den  voorigen  synodo  aflfgedaen  ende 
affgehandelt  zijnde,  van  D.  Joanne  Nicolai,  dienaer  des  h.  evangelii  tot 
Doccum ,  voorgedragen  waeren ,  is  van  hem  ooc  voor  den  synodo  reeckenscap 
gedaen  van  ontfang  ende  vutgaeve.  Ende  de  ontfang  is  bevonden  toe  loopen 
tot  de  summa  van  tweehondert  ende  13  karolusg.  Hierentegen  de  vut- 
gaeve tot  den  summa  170—8 — 8  penningen.  Ende  dit  aflfgetogen  zijnde 
van  den  ontfang,  is  in  gereeden  gelde  gebleven  bij  hem  benistende  de 
summa  van  42 — 11—8  penningen.  Ende  belangende  de  gansche  besoingie 
ende  reeckenscap  is  den  gecommitteerde  deses  synodi  sufficiantelijcken 
genoochdaen,  sodat  ze  bij  desen  den  voorseijde  deputaten  van  trouwe 
ontfanck ,  vutgaeve  ende  reeckenscap  bedancken  ende  haeres  lasts  quiteeren. 

Eijndelyck  de  tijdt  beraempt  zijnde  ende  plactze  tot  het  toecoompstige 
synodum,  dat  tot  Lieuwarden  gehouden  sal  worden  acht  dagen  na  Pinxter 
in  den  jaere  1612,  so  is  censura  morum  gehouden.  Ende  de  broders  een 
den  anderen  in  broderlijcke  liefde  gehoort  ende  verstanden  hebbende,  so 
is  dese  synodale  vergaderinge  met  liefde  ende  bewijs  van  eenicheijt  ende 
vrede  geeijndicht  ende  met  bede  ende  dancksegginge  aen  den  Heere  aller 
heeren  vastelijck  besloten ,  ende  vyt  name  ende  van  weegen  deses  ganschen 


20G 

synodi  a  praeside  et  scriba  hujus  sijnodi  verteeckent  op  den  24  Mai  in 
den  jaere  1611  smorgens.  Onderetont 

QossinNus  Geldorpius,  ecclesiastes  Snecaniis,  praeses 

synodi,  ende 
JoANNEs  JoANNis  BiLT,  verbi  Dei  minister  Vorcoraii. 

Oecollationeert  met  den  principael  is  bevonden  in  re  ipsa  daermede  toe 
accordeeren.  Quod  atteetor 

JoANNES  JoANNis  BiLTius ,  ministor  verbi  Dei  Voreomii.  i) 


Copie. 
Acta  synodi  Leoverdianae ,  begonnen  des  morgens 
tot  9  vuiren  op  den  9  Junij  1612. 

Is  vooreerst  de  naeme  Godes  aengeroepen ,  geleek  in  alsulcke  vergade- 
ringen behoort  te  geschieden^  ende  voorts  tot  een  praeses  deses  synodi 
door  eendrachtige  stemmen  vercooren  de  eerwerdige,  welgelerde  ende 
godsalige  Bernhardus  Fuu^enius,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Leuwaerden, 
ende  D.  Guilhelmus  Folkem,  dienaer  des  godlijcken  woordes  aen  St  Jacobi 
parochie  op  der  Bildt,  tot  scriba. 

Daemaer  sqn  de  procnratien  ingeeijschet,  overgeleevert  ende  geleesen, 
alle  meede  voor  goet  gekennet  ende  aengenomen. 

Vooreerst  hebben  de  E.  E.  M.  wel  wij  se  ende  versienige  Abraham  Roorda 
ende  Rmicus  Atsma,  heeren  Gedeputeerde  Staten  van  Frieslandt  ende 
gecommitteerde  op  dese  tegenwoordige  vergaderinge ,  haere  commissie 
voorgestelt  ende  gelèsen,  welcke  van  den  broederen  met  aller  vrientschap 
aengenomen  sijn. 

Ende  syn  wt  Lenwaerder  classe  met  genoechsame  procuratie  op  den 
synodo  verscheenen:  als  dienaren  Bernhardus  FuLLENros,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Leuwaerden,  ende  Daniel  Johannis,  dienaer  tot  Bergum, 
ende  als  ouderlingen  de  E.  E.  heeren  Johannes  van  de  Sande  wt  Leu- 
waeixien  ende  Popko  van  Roorda  wt  Grouw; 

wt  den  classe  van  Seven wouden:  D.  Johannes  Melbomjojs,  dienaer  tot 
I^angweer,  ende  ABRAHiVMus  Dominict,  dienaer  tot  Tzerckgaest,  ende  Hexdrick 
BRuaiTERS,  tot  Oldeholwold  als  ouderlingh;  Siuert  Kejipes  Wiaerda  is  niet 
verscheenen,  doch  sijnes  affwesens  genoechsaem  ontschuldicht ; 


1)     EigenhaniUgc  omlerUHïkening. 


207 

wt  het  classis  van  Sneeck :  D.  Wibrandus  Petri  ,  dienaer  des  h.  erangelii 
in  Heeg,  ende  D.  Johannes  Hichtumanntts  ,  dienaer  des  godlicken  woordes 
in  Isbrechtum ;  d'ouderling  van  Sneeck  is  door  de  gecommitteerde  dienaren 
sqnes  wtblqvens  met  goede  reeden  geexcuseert;  Dirck  Dircksen  van 
Slooten  wert  alsnoch  verwachtet; 

wt  den  classe  van  Bols  wert :  Cornelius  Florus  ende  Güaltherus  Reoxeri 
als  dienaren,  de  E.  weigeleerde  Tacko  van  Aysma  als  ouderlingh;  de  E. 
Timen  Fransen  is  syner  swackheqts  halven  niet  verscheenen; 

wt  den  classe  van  Franeker:  D.  Petrus  Vomelius,  dienaer  tot  Harbaqum, 
ende  D.  Guilhelmus  Folkeri,  dienaer  des  h.  e.  aen  St.  Jacobi-parochie 
op  der  Bilt,  ende  de  E.  Wube  Jacobs,  ouderling  van  Franeker,  ende 
SiERCK  Haues,  als  ouderlingh  van  Osterbienim; 

wt  den  classe  van  Dockum :  D.  Uilarius  SraRANoi ,  dienaer  des  h.  e.  tot 
Aengium,  ende  D.  Bartholdus  Husmannus,  dienaer  tot  Ee,  ende  Boodes 
Claessen,  als  ouderling  van  Hol  wert,  ende  Caerl  Jans,  als  ouderlingh 
van  Dockum. 

Desselvigen  daechs  naer  noen  tot  2  vuiren  int  heerlesen  der  resolutien 
des  voorleedenen  jaers  sqn  dese  navolgende  dingen  voorgevallen. 

1.  Werden  alle  dassen  deser  provincie  gebeden  haere  weldadicheijt 
noch  eens  aen  het  arme  huisgesin  Tammonis  L^hani  te  bewijsen  tot  afF- 
doeninge  der  gemaeckter  schulden,  twelck  gedaen  zqnde  sullen  de  deputati 
synodi  bq  de  E.  heeren  Gedeputeerde  jaers  twee  off  drie  maelen  naer 
egsch  der  saecken  versoecken  om  eenich  bijstant  voor  hem  te  becomen, 
opdat  alsoo  de  dassen  voortaen  van  de  swaericheijt  mogen  ontslaglien 
werden. 

2.  De  deputati  synodi  werden  mitsdesen  gdasticht  om  by  de  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  te  bevorderen,  dat  aen  alle  onderofficieren  eernstige 
aenschrijvinge  gedaen  werde ,  ten  eijnde  alle  jaermerckten  ende  insonderhey t 
liet  boelgoed  vercoopen  ende  andere  meer  ongeregeltheden ,  op  Sondagen 
tot  nadeel  des  h.  godsdienst  gebruicklijck,  mogen  verhindert  ende  naer 
behooren  belettet  worden. 

3.  De  19  resolutie  des  22  Maij  1611  genomen  aengaende  d'onderteicke- 
ninge  des  Catechismi  ende  Nederlantsche  Confessie  wert  verstaeft,  dat  se 
niet  alleene  van  den  professoren  theologiae,  maer  van  allen  anderen  professoren 
mede,  niemant  wtgesondert,  behoort  gedaen  te  werden,  ende  sullen 
daeromme  deputati  synodi  nae  wtwijsen  der  vooriger  resolutie  bij  de  E. 
heeren  Gedeputeerde  tselvige  bevorderen. 

4.  De  resolutie  van  de  oprichtinge  des  niewen  classis  int  suqder- 
quartier  van  Bolswaert,  verleeden  jaer  tot  Dockum  genomen,  wert  voor 


208 

dit  jaer  alsnoch  in  zijn  geheel  gelaten,  ter  tijdt  tegen  toekompstigen 
synode  een  gravamen  dienaengaende  aen  allen  classen  intqdts  werde 
overgesonden.  Ende  stillen  de  broederen  des  classis  Bolsverdianae  ge- 
dnierende  die  tijdt  in  alle  vreede  naer  desen  haer  reguleeren  ende  sal  de 
derde  bijeencoinpste  tot  Worekum  alleene  voor  wettelijck  gehouden  werden. 

5,  Alsoo  tusschen  Johannem  Hillebrandi  ,  dienaer  des  godlijcken  woorts 
te  Dronrijp,  ter  eenre  ende  Berniiardüm  Fullenium,  dienaer  te  Leu waarden, 
ter  andere  sijden  seecker  misverstant  ontresen  is  geweest,  ende  tot  weg- 
neeminge  desselven  ende  i^econciliatie  van  de  persoenen  voorss.  wq  Johawnes 
Melboma-::us  ende  WraRANDUS  Petil*:u8  dienaren  ende  Johan  van  den  Sande 
ende  Taco  van  Aysma  als  ouderlingen  bij  den  synode  tegenwoordich  binnen 
Leuwaerden  vergadert  gecommitteert  zqn,  so  ist  dat,  partijen  voorss.  voor 
ons  gecompareert  zijnde,  Johannes  Hillebkandi  heeft  verclaert  tot  inter- 
pretatie van  sijn  verclaringe,  daervan  acte  gemaeckt  is  in  het  classicale 
boeck  van  Franeker,  dat  Füllenitts  van  hem  Hillebkandi  in  den  synode 
Doccuraana  niet  versocht  om  seecker  clausul  ofte  acte  heimelickerwijse 
sonder  voorweten  der  broederen  des  synodi  te  roijeren,  dan  begeert  heeft, 
dat  hij  hem  Hiixebrandi  als  doeraaels  praeside  den  broederen  bq  het 
revideren  der  synodale  voorgestelt  werden  raochte,  off  het  niet  goet  was, 
dat  gemelte  clausul  ofte  acte  worde  wtgelaten,  ende  dat  hij  voor  zijne 
persoone  noijt  gedacht  heeft  Fullenium  van  soodanige  voomeemen  te  be- 
schuldigen, veele  weiniger  crimine  falsi  te  beswaren,  raaer  hem  ter 
contrarie  geliefït  ende  gehouden  als  eenen,  die  met  allen  ernst  ijverde 
voor  die  goede  resolutien  ende  ordonnantien  der  kercken  Gods.  Welcke 
verclaringe  Fut.lentcs  aengehoort  hebbende  heeft  hem  daermede  geholden 
voor  gecontenteert  ende  ontslaét  voortaen  dominum  Jo^vnnem  Hillebkandi 
van  alsulcke  suspicien ,  daermet  hij  duslange  aengaende  dese  beschuldinge 
mochte  beswaert  geweest  zijn.  Ende  sijn  partijen  daermede  christelijck 
reconcilieert  met  verclaringe  van  alle  misnoegen,  soo  d'eene  tegens  den 
anderen  geschept  mochte  hebben,  wt  hun  herten  te  setten  ende  voortaen 
broederlqck  met  malckanderen  te  willen  leven,  versoeckende  dat  hiervan 
drie  gelijckeluidende  acten  gemaeckt  ende  hun  elckes  eene  ter  handen 
gestelt  ende  eene  onder  de  acten  des  tegenwoordigen  synodi  geregistreert 
werden  mochten.  Actum  den  10  Junij  1612  in  kennisse  van  ons.  Onderstont 

Jo.vNNES  Melboma:ü8,  ecclesiastes        Wibkandus  Petr^tüs,  dienaer 

Loehoveranus.  Jesu  Christi  in  Heeg. 

J.  VAN  DEN  Sande.  T.  Aysma. 

Gecollationeert  met  sijnen  principale  is  daermede  bevonden 
te  accordcercn  in  kennisse  van  mij  Guiliielmus  FoLKi:ia, 
scriba  synodi. 


20Ö 

6.  D.  Gellius  Schotanus  in  persoone  voor  den  synodo  gecompareeret 
ende  ingebracht  hebbende,  wat  tot  defensie  ende  justificatie  sijner  saecke 
mochte  dienen  aengaende  de  sententie,  over  hem  in  den  synodo  Doccu- 
mana  genomen,  tsynodus  op  alles  in  de  vreese  Godes  rijpelicken  gelettet 
ende  geconsidereert  hebbende  naer  behooren  approbeert  de  resolutie  des 
synodi  Doccuraanae ,  over  hem  genooraen  ende  wtgesproocken ,  mits  daerbij 
doende,  dat  de  deputaten  synodi  door  haerselven  off  anderen,  van  haer 
daertoe  gecommitteert ,  bij  de  E.  heeren  volmachten  off  Gedeputeerde 
Staten  sidlen  neereticheijt  doen  om  voor  hem  een  jaerlixe  onderhoudt  te 
becomen.  Ende  zall  hij  onderdes  de  profijten  tot  aen  Lichtmis  toecomende 
genieten  ende  tclassis  van  Bolswaert  de  dienst  bewaeren. 

Het  besluijt  deses  synodi  over  D.  Gellium  Schotanum  genomen  hem 
voorgelesen  sijnde,  heeft  ad  nationalem  sijnodum  off  daer  hij  meende  recht 
te  hebben  geappelleert,  vermits  hij  claechde  door  tselvige  grootelijcxs 
beswaert  te  zijn. 

Hiemae  sijn  d'overgesondene  gravamina  gelesen  ende  daerop 
geresolveert ,  als  volget,  den  11  Junij  voor  noen. 

1.  Op  het  1  gravamen  Leoverdianae  ende  1  Snecanae  om  een  nationalem 
synodum  te  becomen  is  besloten,  dat  de  deputati  synodi  omnium  provin- 
ciarum  door  aendrijven  der  deputaten  deser  landtschappe  op  het  spoedichste 
een  plaets  met  malckanderen  mogen  beramen,  op  dewelcke  sij  respectivelijck 
vergadert  synde  middelen  mogen  vinden  om  op  het  gevoechückste  een 
nationalem  synodum  te  versoecken  aen  de  Generaliteijt ,  tot  welcken  fine 
bij  desen  synodo  raetsaem  gevonden  is  de  heeren  Gedeputeerde  der  Staten 
te  begroeten,  dat  haer  believe  aen  de  gecommitteerde  deser  provincie 
sittende  in  de  Generaliteijt  een  missive  aff  te  veerdigen ,  waerdoor  sulckes 
van  wegen  onse  provincie  versocht  worde.  Daerbij  oock  dit  synodus  hun 
deputeerde  in  last  geeft,  dat  sij  door  de  bequaemste  wegen  in  hun  dis- 
cretie gelaten  sijnde  meede  bemiddelen  bij  de  volmachten  der  kercken  in 
andere  provinciën ,  dat  gelijcke  missiven  wtte  naeme  van  ander  provinciën 
respectivelijck  off  in  cas  van  onwillicheijt  eeniger  provinciën  ten  minsten 
wt  de  naeme  der  goetwilliger  aen  de  Generaliteijt  gaen  ten  fine  voor- 
schreven. 

2.  Op  het  1  gravamen  Sylvanae  ende  2  classis  Franequeranae  van 
eenicheijt  te  houden  in  doopen  ende  trouwen  blijvet  het  synodus  bij  de 
voorige  resolutien ,  daervan  genomen  in  verscheijden  synoden  als  Harlingen 
1610  ende  andere. 

3.  Op  het  2  Snecanae  ende  de  2  laeste  poincten  des  4  Bolswerdianae 
van    diegeene,    die  door  sinistre  middelen  eenige  beroepingen  becomen 

Acta  syn.  provinc.  VI.  14 


210 

hebben  ende  noch  becomen  sullen,  wert  alle  dassen  wel  neerstige  be- 
lastingen gedaen,  dat  waer  de  saeeke  notoir  is,  sij  naer  behooren  met 
denselvigen  procederen,  ende  daer  noch  geen  genoechsame  kennisse  is, 
desulcke  van  dien  op  haer  conscientie  te  ondervragen ,  ende  die  haer  sonder 
eenich  examen  in  een  plaetse  nedersetten,  sidlen  de  facto  gedestitueeret 
werden.  Ende  so  emant  eenige  kennisse  van  desen  van  anderen  onder 
andere  dassen  sorterende  mochte  hebben ,  sal  de  persoon  daervan  in  t^de 
moeten  verwittigen. 

4.  Op  het  3  gravamen  classis  Snecanae  van  het  collegium  der  alumnen 
wert  de  deputaten  synodi  mitsdesen  belastet  de  memorie  van  dien  de 
heeren  Gedeputeerde  te  vernieuwen. 

5.  Op  het  1  dassis  Bolswerdianae  om  alle  goede  resolutien  te  effec- 
tueren wert  den  deputatis  synodi  belasticht  te  bevorderen,  dat  het  extract 
tegen  St.  Jacob  aen  allen  dassen  werde  overgesonden  nae  voorgaende 
besluij  tingen. 

6.  Op  het  3  gravamen  Bolswerdianae  classis  werden  de  dienaren  so  in 
de  steeden  als  ten  platten  lande  vermaent  boeck  te  houden  van  de  houwe- 
licksche  proclamatien  ende  naer  verloop  van  een  halff  off  geheele  jaer  de 
naemen  dergeener,  die  ongetrouwt  sijn  gebleeven  haere  respective  ove- 
richeden  over  te  geven  ende  bij  haer  aen  te  houden ,  dat  de  delinquanten 
de  breucken  naer  landtsordonnantie  mogen  afFgenomen  werden,  van  gelqcken 
haer  meede  vermanen  om  tegens  d'anderen,  wiens  naemen  niet  over  de 
kercke  geproclameeret  zijn ,  van  gelijcken  te  procederen ,  des  dat  de  deputati 
synodi  gelastet  sullen  zijn  de  heeren  Gedeputeerde  te  begroeten  om  aen- 
schrijvinge  te  doen  aen  alle  officieren  om  het  boek ,  daer  de  getroude  ende 
ongetroude  in  staen ,  alle  jaeren  de  dienaers  aff  te  e^schen  om  naer  landts- 
ordonnantie met  haer  te  procederen. 

7.  Het  4  gravamen  classis  Bolswerdianae  van  de  vrije  pastorijen  over 
te  dragen  aen  alle  dienaren  wert  gelaten  bij  de  voorige  resolutien ,  daervan 
genomen ,  ende  de  dassen  mitsdesen  wel  emstich  belastet  geen  beroepingen 
te  approberen,  dan  die  slandts  resolutie  conform  z\jn. 

8.  Op  het  6  des  voorigen  classis  van  de  verbeeteringe  des  schoolmeesters 
onderhoudt  ten  platten  lande  blij  vet  het  synodus  by  de  resolutie,  daervan 
in  synodo  Doccumana  voorleeden  jaer  genomen. 

9.  Op  het  6  des  voorgemelden  classis  van  de  dnüjckerien  is  van  den 
synodo  geresol veert ,  dat  de  deputaten  synodi  tselvige  den  E.  heeren 
Gedeputeerde  eens  wederomme  vernieuwen  ende  dienaengaende  vermaen 
daervan  doen. 


211 

10.  Het  7  des  voorgaenden  classis  het  1  poinct  van  dien ,  spreeckende 
van  de  kerckvoochden  ende  andere  officieren  ten  platten  lande ,  dat  se  ten 
minsten  behooren  goetgunners  der  Gereformeerde  religie  te  z\jn,  blijvet 
het  synodus  bij  de  voorige  resolutien  deses  landtschappes  ende  der  synoden 
voormaels  h^jervan  genomen. 

11.  Op  het  9  des  classis  Bolswerdianae ,  dat  de  groote  plaetsen  als 
Mackum  ende  andere  met  een  eijgentlicken  dienaer  mogen  versien  werden , 
wert  den  deputatis  synodi  bij  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  te  be- 
arbeiden gelastet,  dat  tselvige  onder  de  additionale  articiden  mede  mach 
werden  gestellet,  ten  eijnde  op  toecompstighen  lansdach  daervan  ge- 
handelt  ende  gesproken  mach  werden. 

Den  11  Junij  1612  naer  noen  te  2  vuiren  is  men  getreden 
tot  de  particuliere  vraegstucken. 

1.  Is  van  de  synodo  geresolveert ,  dat  d'acte  van  versoeninge,  tusschen 
EIpo  van  Ai.üe  ende  den  classem  Bolswerdianam  geteckent ,  in  de  copien , 
welcke  aen  alle  dassen  sullen  werden  overgesonden ,  wtgelaten  zal  werden. 

2.  Is  meede  van  den  synodo  beslooten  door  eendrachtige  stemmen ,  dat 
wt  de  naeme  van  dese  vergaderinge  de  E.  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten 
hoochlijcken  sullen  bedancket  werden  voor  haeren  ijver  ende  groeten  vlijt, 
in  de  bevorderinge  ende  welstant  der  kercke  Godes  ende  suijvere  leere 
desselvigen  aengewendet  ende  gedaen ,  waertoe  seeckere  persoenen  wt  het 
midden  der  vergaderinge  deses  synodi  gecommitteert  zqn  om  sulckes  te 
doen. 

3.  Hiemae  is  censura  morum  gehouden,  ende  de  broeders  een  den 
anderen  in  broederlqcke  liefde  gehoort  ende  verstanden  hebbende  sijn  zij 
getreden  tot  verkiesinge  der  deputaten  synodi ,  ende  sijn  nae  oordere  van 
de  gedeputeerde  der  dassen  gecontinueert  in  haeren  dienste: 

wt  Leuwaerder  classis  D.  Henricüs  Hinckena,  dienaer  tot  Britzum, 
ende  D.  Kempo  Wiaerda,  ouderlingh  der  kercke  van  Leuwaerden; 

wt  den  classe  van  Sevenwolden  in  verfullingen  van  de  twee  afTgaende 
D.  Gerardüs  VocKiNGius,  dienaer  tot  Oosterzee,  ende  Su*ke  zijn  ouderlingh; 

wt  den  classe  van  Sneeck  D.  Huoo  Petri,  dienaer  tot  Oosterwierum , 
ende  Jochem  Riencxs  als  ouderlingh  van  Sneeck; 

wt  den  classe  van  Bolswaert  D.  Godescualcus  ,  dienaer  tot  Bolswaert, 
ende  Liettwe  Ajnnes,  ouderlingh  binnen  Bolswert; 

wt  den  classe  van  Franeker  D.  Johannes  Hillebrandi,  dienaer  op  Dronrijp, 
ende  Gerbrant  Teunis  als  ouderlingh  aen  St.  Jacobi-parochie  op  der  Bildt; 

wt  den  classe  van  Dockum  D.  Nicolaus  Johannis  ,  als  dienaer  op  Rinse- 

mergeest,  ende  Dirck  Claesz,  burgemeester  tot  Dockum  als  ouderlingh. 

14* 


212 

Xae  desen  zqn  verse  heenen  D.  Johaxxis;  Nioolai,  dienaer  tot  Doekum, 
ende  Hcnofxa  Hdtckexa,  dienaer  tot  Britzum,  ende  heeft  de  vooi^genoemde 
JffHAXSEü  Tan  sgn  42  gul.  1 1  st&  8  penn. .  welcke  verieeden  jaer  bg  hem 
berustende  waeren  gebleven,  goede  reeckeninge  gedaen,  ende  is  deselve 
voor  goet  van  den  synodo  gekennet  ende  sgnes  lastes  quiteeret 

Ende  heeft  meede  HExmcrs  Hdickena  sgnes  ontfangs  ende  wtgaves 
goede  reeckeninge  gedaen,  ende  is  s^n  ontfangh  bevonden  tot  de  somma 
van  217  karolosgol.  8  stuivers.  Hierentegen  d'wtgave  tot  d&i  summa  van  146 
karolusguL  8  penn.,  ende  dit  affgetogen  sgnde  van  den  ontfangh,  is  in 
gereeden  gelde  bg  hem  benistende  gebleven  de  somma  van  71  karolu^uL 
7  sts.  8  penn.  Ende  is  meede  sgn  reeckeninge  van  den  gantschen  synodo 
voor  goet  bekennet  ende  dienaengaende  bedancket 

ïSndel^ck  is  tijdt  beramet  ende  plaetse  tot  het  toeoompstige  synodum, 
dat  op  de  Jouwer  gehouden  sal  werden  acht  dagen  naer  Pinxster  in  den 
jaere  1613,  ende  sgn  de  gecommitteerde  van  de  GMeputeerde  deses 
landtschaps  haeres  affschegdts  gedancket  ende  sgn  deselve  met  behoorlijcke 
reverentie  ende  erbiedinge  jae  dancks^;ginge ,  geleek  sulckes  behoort, 
haeres  geduierigen  bgwesens  bedancket 

Eindel^cken  is  de  synodale  vergaderinge  met  dancksegginge  aen  den 
Heere  aller  heeren  geslooten,  gelijck  se  roet  aenroepinge  desselvigen  be- 
gonnen Js,  ende  sijn  de  broederen  in  vrientschap  gescheijden  malckanderen 
in  schut  des  Alderhoochsten  bevelende.  Ende  s^n  dese  besluijtingen  van 
wegen  des  gantschen  synodi  a  praeside  et  scriba  hujus  synodi  verteijckent 
des  avonts  op  den  11  Juny  1612. 

Onder  den  principalen  stont  ende  was  geteqckent 

Bernhabdüs  Füllenius,  pro  tempore  praeses  synodi, 
QxriLHELMüs  FoLKERi,  scriba  synodi. 

GecoUationeeret  met  sgnen  principale,  is  bevonden  daer- 
meede  te  accorderen  in  kennisse  van  mij 

Qtjilhelmus  Folkem,  scriba  synodi.  i) 


[Acta  der  synode  te  Joure  1  Juni  1613.2)] 

geraeckten  te  vergrijpen ,  dat  deselve  daerom  met  de  kerckelicke  discipline 
gestraft  worden. 


1)  Deze  onderteekening  is  eigenhaDdig. 

2)  De  datum  is  naar  de  alinea  volgende  op  art.  8  opgegeven.  In  dit  jaar  viel 
Pinksteren  op  23  Mei.  Uit  den  inhoud  en  den  vorm  yan  dit  gedeelte  blijkt,  dat 
twee  bladzijden  folio  verloren  z\jn  geraakt. 


213 

3.  Opt  tweede  gravamen  van  Sneeck  is  geresol veert,  dat  de  deputaten 
des  synodi  aen  mijnheeren  Gedeputeerde  Staten  sullen  versoeck  doen,  dat 
den  E.  heeren  wiDe  gelieven  met  uthschrqvinge  van  alle  dassen  te  ejjschen 
specificatie  ende  benoeminge  van  de  gecombineerde  dorpen  onder  eenen 
ijjegelicken  classe  gelegen  zijnde. 

4.  tS^nodus  beveelt  ende  belast  den  deputaten,  dat  sij  voortaen  de 
saecken,  die  sij  in  hun  last  sullen  vinden,  met  meerder  vl\jt  ende  spoe- 
digheit  besorgen  ende  uthrechten,  als  tot  noch  toe  geschiet  is,  sonder 
aDes  op  den  winter  te  differeren ,  item  dat  sq  aen  haere  dassen  relateren 
ende  rappoort  doen  van  tgene  bq  hen  gehandelt  ende  uthgerecht  sal  zqn, 
gelijck  oock  den  twee  afgaenden  wordt  belast  in  den  naestcomende  sqnodo 
te  compareren  ende  aldaer  relaes  te  doen  van  al  tgene ,  dat  sij  in  hun  last 
hebben  ontfangen. 

5.  Opt  vijfste  gravamen  classis  Bolswardianae  is  bij  den  sijnodo  besloten 
ende  raetsaem  gevonden,  dat  eenen  ijegelick  dienaer  eenige  faute  oft 
mangel  vindende  aen  de  kerckelicke  goederen  sulx  sijnen  classi  sal  te  kennen 
geven,  ende  tclassis  sal  voorts  tselve  remonstreren  aen  de  heeren  Gede- 
puteerde Staten  om  daerin  geremedieert  te  worden. 

6.  tSijnodus  heeft  aengaende  het  extractboeck  besloten  ende  goetge- 
vonden ,  dat  tselve  boeck  wederomme  van  alle  dassen  sal  overgesien  ende 
herlesen  worden  ende  tot  dien  fine  alle  ses  weecken  van  classe  tot  classem 
gaen  ende  overgesonden  worden,  ende  de  classes  suDen,  tgene  sij  daerin 
mochten  desidereren  oft  requireren ,  op  een  besonder  pampier  opteqckenen , 
opdattet  op  den  naestcomende  sqnodo  moge  gearresteert  worden. 

7.  Opt  tweede  poinct  vant  achste  gravamen  classis  Bolswardianae  vindt 
het  synodus  raedtzaem ,  dat  men  verwachtte  uthschrqvinge  van  de  heeren 
Staten  Generael  der  Geünieerde  Provinciën,  waervan  tvermoeden  is,  dat 
se  onlanx  sal  gedaen  worden. 

8.  Opt  negende  gravamen  van  Bolswert  is  geresol  veert ,  dat  voortaen 
geene  laici  oft  van  die,  die  haer  studium  theologicum  niet  genoechsaem 
hebben  vervolght  oft  geabsol veert,  totten  examen  sullen  toegelaten  worden, 
tensij  ende  aleer  sij  int  proponeren  ende  andersins  bevonden  worden  ge- 
noechsaem gepraepareert  ende  geoeffent  te  zijn. 

Des  volgenden  daeghs  namelick  den  2®"  Junii  voor  den  middagh  is  nae 
gedaene  gebet  voortgevaeren  int  lesen  ende  expenderen  der  gravaminum. 
Ende  is  ten  eersten  voorgecomen  het  eerste  gravamen  classis  Franekeranae , 

9.  waerop  het  sijnodus  heeft  geresol  veert  ende  besloten ,  dat  van  swaere 
kerckelicke  saecken  voornaemelick  int  stuck  der  leere  niet  en  sal  gehandelt 


214 

worden  insonderheit  tot  vernieuwinge  oft  veranderinge  soiider  voorgaende 
consultatie  ende  volgende  relaes  aen  alle  dassen. 

10.  Opt  tweede  gravamen  classis  Franequeranae  vant  boeckdrucken 
besluit  tsgnodus,  dat  een  ijegelick  hem  sal  reguleren  nae  de  resolutien 
ende  acten,  dienaengaende  voormaels  in  sjjnodis  gemaeckt,  ende  dat  de 
E.  heeren  Staten  hierop  door  de  deputaten  des  sqnodi  tot  voorcpminge 
van  alle  disordre  begroetet  ende  geimploreert  worden. 

11.  Is  oock  mede  den  deputatis  in  last  gegeven  de  E.  heeren  Staten 
te  begroeten  ende  aen  te  soecken  om  wechnerainge  ende  verbeteringe  van 
verscheidene  mishandelingen,  als  sijn  avontspelen,  ontheiliginghe  des 
sabbaths  etc. 

12.  Eijndelick  wordt  oock  den  deputatis  van  nieuws  belast  bij  de  E. 
heeren  Gedeputeerde  aen  te  holden,  dattet  collegium  der  alumnen  moge 
voortgaen  ende  gevordert  worden. 

Nae  desen  is  D.  Gerajrdus  Fogkingits  in  sijnodo  verschenen  ende  heeft 
den  broederen  reeckenschap  gedaen  uth  den  name  ende  van  wegen  D. 
HENRia  HiNCKEMA  van  de  penningen,  die  in  verleden  sijnodo  aen  hem 
zijn  verbleven,  belopende  ter  somma  van  een  ende  tseventich  carols- 
guldens,  seven  stuivers,  acht  penningen,  waervan  bij  hem  zijn  uthgegeven 
ende  alsnu  verreeckent  negen  ende  veertich  gelijcke  guldens,  sestien 
stuivers,  te  rest  ende  schuldigh  blijvende  een  ende  twintigh  carolsguldens , 
ellef  stuivers,  8  penningen,  waervan  Gerardus  voorgenoom t  datelick  heeft 
ontfangen  de  somma  van  negenthien  carolsgulden  twaelf  stuivers.  Heeft 
oock  boven  desen  Gerajiduh  Fockinoiüs,  ende  boven  tgene  vooren  ver- 
haelt  is  hem  ten  handen  gestelt  te  zijn,  in  zijn  bewaeringe  als  ontfanck 
de  somma  van  tweehondert  carolsgulden,  waertegens  in  zjjn  reeckenschap 
gebleecken  is  bij  hem  geexpendeert  te  sijn  de  somma  van  ses  ende 
tseventich  gelijcke  gulden.  Blijft  dan  alsoo  by  den  voorgenoemden  Gerardo 
berustende  de  somma  van  eenhondert  vier  ende  twintigh  carolsgulden  boven 
de  voorengenoemde  somma  van  een  ende  twintigh  carolsgulden,  ellef 
stuivers,  acht  penningen  van  D.  Henrico  Hinckema.  Ende  is  dcvse  reecken- 
schap van  den  sijnodo  aldus  ontfangen  ende  geapprobeert.  Bedancken 
daerom  ende  ontslaen  de  broederen  D.  Henricum  Hinckema  van  z|jne 
administratie. 

Hiemae  is  in  synode  geprocedeert  tot  benoeminge  ende  kiesinge  van 
den  deputaten  desselven  sijnodi,  ende  wordt  nae  voorigen  gebruick  D. 
Gkrardus  FocKUNorcs  met  sijnen  ouderlingck  aengaende  den  classe  Sijlvana 
gecontinueert. 


215 

Ende  z\jn  voorts  iii  plaetze  van  de  afgaende  uth  den  classe  van  Sneeck 
bestemt  ende  verordineert :  D.  Tammo  Gerardi  van  Jlst  ende  Henrick 
WuoERsz,  oiiderlingck  van  Sneeck;  insgelijcx  uth  den  cJasse  van  Bolswert 
D.  Paulüs  Johannis,  dienaer  des  woordts  in  Ferwolde  ende  S.njEKDT 
Sjuerdtz,  ouderlingck  tot  Worcum;  uth  den  classe  van  Franeker  D. 
Meunardtjs  Vomeuus,  dienaer  van  Schalsum,  ende  Jeroen  Willemsz, 
ouderlingk  van  Franeker. 

Ende  aengesien  uth  den  classe  van  Doccum  geene  volmachten  alhier 
tegenwoordigh  zyn ,  soo  hebben  de  broederen  des  sijnodi  om  alle  confusie 
ende  inconvenient  in  desen  te  vermijden  verordineert  ende  genomineert 
uth  haeren  getal  of t  classe  D.  Hermaiwum  Coleioum  ,  dienaer  tot  Collum , 
ende  Sipke  Foppema  ,  ouderlingk  van  Hooghebenthum ,  doch  op  approbatie 
des  classis.  Ende  wort  tselve  classis  vermaent  omme  voortaen  soodanighe 
te  committeren,  diet  beter  gelegen  zy  te  compareren. 

Uth  den  classe  van  Leeuwarden  syn  bestemt:  D.  Henricüs  Oo8telanus, 
dienaer  tot  Cornium,  ende  Steven  Hotzes,  ouderlingck  van  Leeuwarden. 

Ende  is  volgens  besloten,  dat  de  naestcomende  sijnodus  sal  gehouden 
worden  binnen  Sneeck  sMaendaghs  na  de  Pinxterweecke  anno  1614. 

Is  oock  by  den  broederen  censura  niorum  gehouden ,  waerin  de  broederen 
malcanderen  vriendelick  ende  christelick  vermaent,  bedancktende  verdragen 
hebben. 

Eijndelick  hebben  oock  de  broederen  deses  sijnodi  de  E.  heeren  com- 
missarien  voorenbenoemt  eerbiedelick  bedanckt  voor  haere  goede  ende 
getrouwe  bqwooninge  ende  assistentie  den  sgnodo  bethoont. 

Ende  is  dan  dese  vergaderinge  met  dancksegginge  aen  Gode  geegndiget 
ende  besloten,  ende  zijn  de  broederen  met  liefde  ende  vrientschap  ge- 
scheiden. 

Oorconde  de  handt  ende  subscriptie  des  praesidis  ende  scribae  uth  den 
name  des  geheelen  sijnodi  hieronder  gestelt.  Onderstont. 

Onder  den  principale  stont 

KuDOLPiirs  ARTor^:us,  praeses  synodi. 
Johannes  Overneu,  scriba  synodi. 

Noch  leger  stont:  gecollationeert  met  de  principale,  is  daermede  be- 
vonden taccorderen  bjj  mq 

m 

JoHANNEM  OvERNELj,  ccclesiasten  in  Haskerdgcken. 


216 


Ada  synodi  gelwuden  binnen  Sneeck  amw  1614. 

Eerste  sessie  21  Jun.  voer  noen. 
Nae   aenroepinge   van   Gods  naeme  is  in  praesidem  verkoren  bij   de 
meeste  stemmen  D.  Bernardus  Füllenius,  dienaer  tot  Leuwerden,  ende 
in  scribam  Godefridus  Sopmaros,  dienaer  tot  Bolswaert. 

Sijn  overgelevert ,  gelesen  ende  geapprobert  de  credentsbrieven  van  de 
gecommitteerden  wt  alle  classen: 

wt  Sneker  classe  sijn  verschenen:  D.  Gelltos  AatONius,  dienaer  tot 
Bosum ,  D.  Cyricüs  Melljojs  ,  dienaer  tot  Sneeck ,  ende  Andries  Sweerts  , 
ouderlink  te  Sneeck,  Pieter  de  Vos,  ouderlinck  in  der  Jlst; 

wt  Bolswerder  classe  syn  verschenen:  Godefrid.  Sopmoius,  dienaer  tot 
Bols.,  D.  Albertus  Nyenhuus,  dienaer  tot  Borchwert,  ende  Tako  van 
AiJSMA,  ouderlinck  tot  Hichtum,  ende  Reljner  Harincks,  burgemeester 
ende  ouderlinck  tot  Bols.; 

wt  Franeker  classe:  D.  PuiLn'PUs  D^vnieus,  dienaer  tot  Harlingen,  ende 
D.  Hieronymts  Honerbrincja,  dienaer  tot  Oosterlittens ,  ende  Gerben  Toenis, 
ouderling  aen  S.  Jacobskerck  opt  Bildt,  ende  Simon  Rommerts,  ouderlinck 
tot  Hitsum; 

wt  Doccumcr  classe:  Hilarius  Sibrandi,  dienaer  tot  Angum,  ende  D. 
Bartholdus  Htjusmannus,  dienaer  tot  Ee,  ende  Jancke  Freericks,  ouder- 
linck tot  Holwert;  Biengke  Gabbes,  borgemeester,  is  niet  verschenen, 
doerdien  hg  aen  sijn  been  beseert  was. 

Wt  Leuwerder  classe  syn  verschenen :  D.  Bernardus  Fullenius  ,  dienaer 
tot  Leuwerden,  ende  D.  Nicolaus  Johannis,  dienaer  tot  Belkum,  ende 
Hk^<?el  van  Bootsma,  ouderlink  tot  Lewerden,  ende  Sioucke  Siouckes, 
ouderlinck  tot  Marum ; 

wt  den  classe  van  de  Sevenwolden :  D.  Johannes  MEtn.Bo>Lj=:üs ,  dienaer 
op  Langwier,  ende  D.  Joh.  Sartoritjs,  dienaer  te  Bexterswage.  Die  twe 
ouderlingen  Jan  Jelmers  opt  Heerenveen  ende  Gerrit  Koenes  op  de  Jouwer 
syn  niet  verschenen. 

Syn  mede  gecomparert  de  ed.  ende  erentveste  heeren  commissarien 
mijnheer  Boox)  van  Burmania  ende  mijnheer  Stapert  ,  wt  midden  van  den 
Ed.  Mog.  heeren  Gedeputeerde  Staten  van  Yrieslant  gecommitteert  mit 
behoorlijke  commissie,  diewelcke  gelesen  ende  geapprobert  is,  daerop  sij 
bij  den  broederen  des  synodi  mit  schuldige  eerbiedinge  syn  ontfangen. 

Daemaer  syn  de  acta  van  den  naestvoergaenden  synodo  herlesen. 
Ende  is  in  den  saecke  van  den  classe  tot  Bolswert  nopende  tstuck  van 
de   scheydinge  des  classis  goetgevonden ,   dat  men  de  saeck  soude  laten 


217 

big  ven  b|j  hetjunckste  accort,  dwelck  bg  den  voersz.  broederen  des  classis 
nu  onlancks  beraemt  is,  naeder  bljjckende  bij  den  acte  des  classis  daervau 
synde. 

Aengaende  de  scheydinge  van  de  gecombinerde  dorpen  worden  die 
respective  dassen  vermaent ,  dat  sg  daerinne  naer  gelegentheyt  ter  meesten 
oorboir  ende  stichtinge  der  kercke  sullen  handelen. 

Desselvigen  daechs  naer  den  noen. 
De  deputati   synodi  worden  alsvoren  gelastet  omme  de  saeck  van  het 
coUegie  der  ahunnen,  over  twe  jaeren  bij  den  lantschappe  ingewillicht, 
bij  den  E.  E.  heeren  Gedeputerde  Staten  vlijtelyck  te  vervolgen  ende  ten 
goeden  effect  te  brengen. 

Daemaer  is  men  getreden  tott  lesen  ende  ondersoecken  van  de  over- 
gesonden  swancheden  der  respective  dassen. 

Ende  opt  eerste  gravamen  classis  Snecanae  lugdende  aldus:  Ofte  die 
personen ,  die  haer  houwelycksche  geboden  over  de  kercke  ende  niet  over 
het  gerichte  gehadt  hebben,  mogen  ende  behoeren  van  de  overheyt  in 
haeren  houwelyck  bevesticht  worden,  is  geresolvert,  dat  de  houwelijckse 
geboden  daer  behoeren  geeyndigt  te  worden,  daer  se  aengevangen  syn. 
Doch  indien  datter  wettelyke  verhinderinge  mochte  voerkomen,  doerdat 
die  personen,  die  in  der  kerken  hare  geboden  aengegeven  hebben,  niet 
souden  mogen  stichtelyk  in  der  kercke  gecopulert  worden ,  verstaet  syno- 
dus,  dat  in  sulcken  gevalle  soedanige  personen  geremittert  sullen  mogen 
worden  tot  den  overheyt,  die  daerinne  sullen  mogen  doen,  soe  sy  nae 
recht  sullen  bevijnden  te  behoeren. 

Opt  twede  gravamen  aengaende  de  onderschrgvinge  van  de  Neder- 
lantsche  Confessie-  worden  alle  dassen  vermaent,  dat  sij  niet  alleen  de 
schoolmeesters  tot  onderteykinge  van  de  Confessie  voersz.  sullen  houden, 
maer  dat  sij  oock  volgents  het  besluijt  vant  synodo  te  Doccum  beijde  den 
Confessie  ende  Catechismum  sullen  doen  ende  laten  tot  naehder  verbijnte- 
nisse  van  de  eenicheyt  ende  suijverheyt  in  der  leere  onderschrijven  bij  die 
dienaren  ende  ouderlingen,  die  het  tot  noch  toe  niet  gedaon  hebben, 
sonder  nochtans  datter  eenige  captiose  clausulen  ofte  restrictien  daerbij 
gevoecht  werden. 

Opt  derde  gravamen  nopende  het  exces  van  de  kledinge  in  eenige 
dienaren  is  besloten,  dat  aDe  dassen  haeren  arapte  vlijtdyk  sulle  doen 
int  vermanen  ende  straffen  van  soedanige  dienaren,  die  in  desen  den 
christelijken  eerbaerheyt,  maticheyt  ende  zedicheyt  tot  inorikelyke  erger- 
nisse  ende  aenstoot  van  den  swacken  te  buijten  gaen.  Ende  is  tot  dien  eynde 


218 

goetgevonden ,  dat  die  jonge  studenten,  die  tot  het  predickdienst  worden 
opgcvwdct,  vermaant  sullen  worden,  voer  ende  aleer  sq  in  der  gemeynte 
opgenomen  sullen  worden ,  omrae  liaer  daernae  christelyk  ende  behoerlyck 
in  tijts  te  bereyden  ende  schicken. 

Opt  vierde  aengaende  den  ongeregeltheyden  ende  abusen ,  die  int  trouwen 
op  de  dorpen  int  schieten,  branden,  blaken  etc.  gepleegt  worden,  is  be- 
sloten ,  dat  die  E.  E.  Gedeputerde  Staten  sullen  by  den  deputaten  synodi 
vorsocht  worden ,  dat  die  oude  placcaten  hierop  weleer  wtgegeven  mogen 
vernieut  ende  alomme  weder  wtgeschreven  worden ,  ende  dat  in  deselvige 
missiven  die  grietsluijden  emstelyck  belast  werden ,  dat  s|j  naerder  ordre 
hierop  in  aUe  dorpen  van  haer  jurisdictie  sullen  stellen,  soe  sg  achten 
sullen  tot  weeringe  van  dusdanige  fauten  dienstich  te  sijn. 

r)pt  eerste  gravamen  classis  Bolswerdianae  nopende  het  stemmen  ende 
kiesen  van  de  ledematen  der  Gereformeerde  kercke  int  beroepen  van  haere 
predikanten  op  de  dorpen,  synde  geen  schotschietende  huijsen,  verclaert 
synodus  eendrachtelyk ,  dat  sulcks  niet  alleen  nae  Gods  woort  ende  prac- 
tyck  van  de  apostolische  kercke  maer  nae  alle  redelyckheyt  ende  biDickheyt 
behoort  te  geschieden.  Ende  is  derhalven  besloten ,  dat  die  deputati  synodi 
op  den  aenstaenden  lantsdach  hierop  bij  alle  middelen  neerstelyk  sullen 
aenhouden  ende  te  doen  twe  voerslagen  omme  een  van  beydcn  gestatuert 
te  worden,  ofte  dat  die  ledematen  der  kercke  ende  alle  liefhebbers  van  de 
religie  mochten  drie  ofte  vier  nomineren  ende  wtsetten,  wt  denwelcken 
die  ander  brede  gemeenten  een  souden  mogen  kiesen ,  ofte  immers  dat  die 
ledematen  der  kercke  nefFens  den  schotschietende  hupsen  tot  de  stemmen 
voersz.  toegelaten  souden  werden.  Wort  mede  raetsaem  geacht,  dat  tot 
boter  bevordenge  van  soe  goeden  ende  christelicken  saecke  die  E.  E. 
heeren  Gedeputerde  Staten  eerst  hierop  specialyk  versocht  sullen  worden , 
dat  het  haer  E.  Mog.  gelieve  daeraen  haer  goeden  hant  te  houden  ende 
deselve  saecke  onder  de  additionale  artykelen  te  steDen  ofte  in  haer 
remonstrantie  favorabelyck  den  E.  heeren  volmachten  over  te  geven  ende 
recommanderen. 

Opt  twede  gravamen  betreffende  de  pauselyke  reliquien  int  begraven 
van  doeden  is  besloten,  dat  die  deputati  synodi  sidlen  aen  die  E.  E. 
heeren  Gedeputerde  aenhouden ,  dat  haerer  gelieve  bij  nieuwe  wtschrijvinge 
volgents  het  placcat  vant  jaer  1584  sulcks  te  verbieden  ende  soeveel 
doenlyck  te  weren.  Ondertusschen  worden  d'dienaren  vermaent  omme  daer- 
inne  oock  in  haer  respective  plaetsen  haeren  devoir  te  doen. 

Opt  derde  aengaende  tpoinct  van  het  boeckdrucken  is  goetgevonden , 
dat  deputati  synodi  hierover  met  de  professoren  haer  sullen  beraeden  ende 


219 

een  seker  concept  tot  weeringe  van  alle  alsulcke  abusen,  als  daer  tot  nii 
toe  daerinne  gepleecht  syn,  te  beraemen  ende  het  voersz.  concept  eerst 
aen  alle  classen  over  te  senden,  voer  ende  aleer  dat  het  op  den  naest- 
volgenden  synodum  gebracht  aal  worden. 

22  Junij  voer  den  noen. 
Opt  vierde  gra vamen  belangende  het  oversenden  van  de  kinderen  biiijten 
de  provintie  tot  Papistische  scholen  ende  academiën  is  besloten,  dat  bq 

•  

den  deputaten  synodi  sullen  versocht  worden  die  E.  E.  heeren  Gedeputerde 
Staten  omme  de  goede  resolutie  des  lantschaps,  opt  voergemolte  poinct 
weleer  genomen ,  bij  nieuwe  wtschrijvinge  te  wederhalen  ende  scherpelyck 
te  doen  executeren. 

Opt  vijfde  nopende  het  lesen  van  de  nationale  acten  ende  onsen  synodalen 
extract  in  den  respective  classen  worden  alle  classen  bij  desen  wel  ex- 
presselyck  geordonnert,  dat  sij  ten  minsten  eenmael  sjaers  in  haer  volle 
bijeenkoemst  de  voerss.  nationale  acten  sullen  lesen  ende  daertoe  oeck 
onsen  synodalen  extract,  soewanneer  tselfe  sal  geauthorisert  syn. 

Opt  eerste  gravamen  van  den  classe  tot  Franeker,  in  denwelcken  voer- 
gestelt  wort,  dat  dewqle  de  ongebonden  licentie  der  Mennoniten  dagelijcks 
toeneemt  ende  grooter  wort  int  bouwen  van  de  synagogen  ende  oeffenen 
van  haer  leer  ende  ceremoniën,  waerdoer  dat  die  Papisten  in  haere  private 
ende  publijque  tsamenkorast  gestijft  ende  versteekt  worden,  oft  niet  bij 
den  synodum  doer  goede  middelen  dese  schadelyke  conventicula  verhindert 
kunnen  worden,  is  besloten  soeveel  de  Mennoniten  aengaet,  dat  men  sal 
bq  den  E.  E.  heeren  Gedeputerde  Staten  aenhouden,  dat  hun  E.  E.  Mog. 
gelieve  aen  alle  steden  ende  grietenqen  aenschryvinge  te  doen  ende  haer 
belasten,  dat  sij  alle  de  nieuwe  publique  kercken,  die  binnen  twe  jaren 
herwaerts  daertoe  syn  getimmert  ende  misbniyckt,  sullen  doen  af  breken 
ofte  tot  andere  borgerlyken  gebruycke  te  emploijeren,  ende  dat  sij  niet 
toelaten,  dat  in  toekomende  tijden  diergelyke  nieuwe  hupsen  ende  kercken 
gebout  werden.  Soeveel  die  Papisten  belangt,  dat  die  voerss.  heeren  Gede- 
puterden  versocht  sullen  worden,  dat  alle  haere  conventiculen  volgents  de 
ordinantie  dos  lants  stricktelyck  op  een  nieuwe  verboden  mochten  worden , 
ende  dat  haer  Ed.  Mog.  gelieve  insonderheyt  op  do  openbare  groete  insolentie 
ende  stouticheyt  derselvige  in  den  stadt  Harlingen  te  letten. 

Dessiüven  daechs  nae  den  noen. 

Opt  twede  aengaende  de  ongelyckhey t ,  die  in  trouwen  ende  doopen 

gespeurt  wort ,  is  geresolvert ,  dat  soeveel  het  trouwen  van  do  ongedoopte 

belangt,  dat  men  blijven  sal  bij  de  voergaende  resolutien  der  synoden, 

meermalen  te  Bolswart  anno   1588,  25  Jun.  5  vrag.,  te  Franeker  1595, 


220 

17  Jun.  ai-t.  8,  te  Doccum  1604,  art.  19,  te  Harlingen  1610,  art.  9  hier- 
over genomen,  ende  worden  alle  dienaren  belast^  dat  8|j  in  desen  nae 
deselve  resolutie  liaer  sullen  hebben  te  reguleren.  Wort  niettemin  een  iegelyk 
classis  oft  dienaer  vrijgelaten  omme  hierop  syn  bedencken  ende  reden  ter 
contrarie  op  den  aenstaenden  synodum  in  te  brengen  ende  te  verklaren. 
Is  oock  goet  ende  stichtelyk  gevonden,  dat  om  de  gemeyne  ordre  van 
dese  provintie  te  onderhouden  het  trouwen  niet  voer  maer  nae  de  predikatie 
voer  deni)  geschieden  sal.  Ende  soeveele  het  doopen  aengaet,  dewijle 
vernomen  wort,  dat  eenige  volwassen  gedoopt  worden  in  plaetsen,  daer 
sy  niet  woonachtich  sijn ,  sonder  mit  haer  te  brengen  kerkelyke  attestatien , 
is  geordonnert,  dat  van  nu  voertan  niemant  in  een  vremde  kercke  sonder 
alsoedaenge  kerckelicke  getuygenisse  syns  levens  sal  gedoopt  worden. 

Opt  gra vamen  classis  Doccumanae  aengaende  het  synodale  extract,  van 
welcken  te  voeren  gementionert  is,  wort  classis  van  Franeker,  onder 
denwelcken  het  voersz.  extract  noch  berust,  emstelyk  vermaent,  dat  sij 
het  opt  spoedichste  aen  andere  dassen,  die  tselfde  noch  niet  gehadt  en 
hebben ,  oversenden  ten  eynde  tselfde  bij  alle  dassen  gelesen  ende  gevisitert 
mochte  worden ,  ende  dat  also  volgents  elcke  classis  in  den  naestvolgende 
synodo  hierover  haer  meyninge  ende  oordeel  opene  ende  verklare  omme 
e^Titelyck  by  den  synodum  daerinne  geresolvert  te  worden,  nae  dat  tot 
meesten  oorboir  van  de  kerke  sal  bevonden  worden. 

Opt  eerste  gravamen  classis  Leowardianae  nopende  de  ontheilinge  des 
siibbaths,  twelck  lancks  hoe  meer  tot  verweckinge  van  den  toerne  Gods 
in  den  provintie  toeneemt,  is  nodich  geacht,  dat  hierop  bij  den  E.  E. 
heeren  Gedeputerde  Staten  wederom  nieuwe  ende  ernstige  wtschrijvinge 
gedaen  werde,  ende  dat  alsdan  alle  dienaren  in  steden  ende  ten  platte 
landen  haer  respective  overheyt  tot  geduijrige  executie  van  dien  vlytelyk 
vermanen. 

Opt  twede  gravamen  aengaende  het  verkoopen  ende  verstroijen  van 
Papistische  boecken  is  nodich  gevonden,  dat  mijn  E.  E  heeren  Gedepu- 
terden  daerop  bij  den  deputaten  synodi  versocht  sullen  worden  omme 
tselve  doer  haer  missive  overal  te  doen  verbieden ,  welverstaende  dat  hier 
gemeynt  worden  soedanige  Papistische  boeckskens,  die  in  Dujjtslant  ge- 
hadt nu  wt  Brabant  ende  elders  vandaen  gebracht  int  lant  bij  kramers 
ende  andersins  omgevoert  worden  omme  den  swacken  ende  eenvoudigen 
te  verleyden. 


1)     Hierop  volgt  een  onleeBbnar  woord,    iiiisschien  >ent"  of  zoo  iets.    In  den  zeer 
onduidelijk  geschreven  tekst  zijn  de  woorden  >in  der  kercke"  doorgehaald. 


221 

Opt  derde  synde  van  een  inhout  met  het  twede  gravamen  van  classe 
Sylvana  betreffende  tstuck  van  het  examineren  dergenen,  die  tot  het 
predickampt  toegelaten  sullen  worden,  is  geordonnert,  dat  elcke  classis 
in  desen  saecke  haer  in  goeder  conscientie  ordentlyck,  stichtelyck  ende 
sorchviildelyk  sal  houden  ende  dragen  ende  soedanige  voersieninge  te 
doen,  dat  alle  de  abusen,  die  hierinne  ergents  ingeslopen  mochten  sijn, 
verbetert  ende  wechgenomen  worden. 

Opt  eerste  gravamen  classis  Sylvanae  vervatende  verscheydene  gemeene 
scandalen ,  ongeregeltheden  ende  abusen ,  die  allesins  in  desen  lantschappe 
tot  ergemisse  ende  verhinderinge  van  den  goeden  loop  des  evangeliums 
begaen  worden,  wort  sulcks  alles  in  handen  van  den  deputaten  synodi 
gestelt,  als  boven  verhaelt  is.  Ende  dewgle  in  tselfde  gravamen  van  de 
oneenicheyt  int  doopen  gesproken  wort,  gemerckt  men  speuren,  dat  in  de 
toelatinge  van  de  oude  volwassene  tot  den  doop  bq  sommige  niet  richte- 
lyk  noch  ordentlyk  gehandelt  wort,  soe  worden  by  desen  alle  dienaren 
ende  kerckenraeden  emstelyk  vermaent,  dat  sq  int  doopen  van  soedanege 
personen  praecijselyk  haer  sullen  reguleren  nae  de  resolutien  van  synodo 
Lewerd.  anno  1598  gehouden  art.  11,  ende  tot  Doccum  anno  1604  art.  39, 
ende  van  sjniodo  Bols.  anno  1608  art.  5,  in  denwelcken  besloten  is,  dat 
die  voljarige  personen ,  die  onbequaem  sijn  omme  tot  den  avontmaele  toe- 
gelaten te  worden  ende  die  liaer  om  geen  ander  reden  willen  laeten  doopen 
dan  om  in  haer  houwelyk  bevesticht  te  worden,  niet  behoren  gedoopt  te 
worden. 

Opt  derde  nopende  die  onnutte  verteeringen ,  die  op  verscheyden  plaetsen 
bij  de  reckenschappen  van  de  kerckegoeden  geschieden,  sal  elcke  classis 
neerstelyk  hierop  letten,  ende  voerts  hetselfde  doer  authoriteyt  ende 
behidp  van  myn  E.  E.  heeren  Oedeputerden  volgents  slants  ordinantie 
soecken  te  beletten. 

Opt  vierde  aengaende  tstuck  van  het  onderhout  der  schoolmeesters  is 
besloten ,  dat  daer  geen  middel  van  onderhout  is ,  dat  die  respective  dassen 
doer  authoriteyt  van  de  grietsluijden  met  overweginge  van  den  kerck- 
voegden  derselver  plaetse  een  goeden  voet  ende  middel  sullen  beraemen , 
ende  daer  geen  genoechsaem  middel  en  is ,  dat  tselfde  gesupplert  mochte 
worden  wt  die  geestelyke  goeden  volgents  lantsordinantie ,  daervan  anno 
1580  gemaeckt. 

Opt  vyfde  gravamen  aengaende  het  poinct  van  den  nationale  synode 
wort  verstaen,  dat  bq  desen  gelegentheyt  niet  anders  kan  gedaen  worden, 
dan  dat  die  deputeerden  van  onsen  synode  met  den  eersten  sullen  schrijven 
aen  de  synodale  kercke  van  Amsteldamme  haer  vrientelyken  te  versoecken 


222 

omme  het  aengevaiigen  werck  soeveel  mogelyk  bg  den  E.  E.  Hooch  Mog. 
heeren  Staten  General  te  vorderen ,  ende  van  tgene  hierinne  gedaen  mochte 
worden,  in  tqts  ons  te  adverteren.  Is  verder  besloten,  dat  het  antwoort, 
dwelck  hierop  bij  den  kercke  van  Amsteledamme  soude  mogen  aen  deputatis 
geschreven  worden ,  sal  mit  aDe  classen  in  desen  provintie  gecommunicert 
worden. 

Den  23  Jun.  voer  ende  nae  den  noen. 
Naedat  die  gravamina  classura  syn  afgedaen,  is  men  getreden  tot  de 
handelinge  van  de  particuliere  saecken.  Ende  is  eerst  voergekomen  de 
saecke  van  Lambert  Jans  ,  staende  als  dienaer  in  Schingen  ende  Slappeterp , 
ende  Rudolpuus  Artopaius  ,  dienaer  tot  Franeker ,  appeDante  ter  eener  ende 
die  deputaten  synodi  ende  classe  tot  Franeker  appellerde  ter  ander  zijden. 
Is  goetgevonden ,  opdat  men  ordentlyk  ende  richtelyk  in  desen  soude 
gaen,  dat  men  de  saecke  van  Lambert  ende  van  Artopaeo  sal  separeren, 
ende  dat  men  eerst  den  saecke  van  Lambert  bij  der  hant  sal  nemen. 

Volgen ts  dien  is  die  sententie  des  classis  tegens  hem  gevelt  van  dato 
18  Octobris  anno  13  gelesen.  Daerop  Lambert  voerss.  ingeeyseht  heeft 
oorsaken  ende  reden  van  syn  beswaringe  over  den  voergenoemden  sententie 
gegeven,  op  denwelcken  die  gecommitterden  van  den  classe  voerss.  syn 
gehoert,  diewelcke  voerts  reden  van  haer  sententie  hebben  geopent  ende 
daertoe  ingelegt  verscheyden  documenten  ende  getuygenissen,  op  denwelcken 
Lambert  sqn  contredebat  gedaen  heeft. 

24  Jun.  voer  ende  nae  den  noen. 
Hiemae  is  die  saecke  Artop^ei  aengevangen.  Die  sententien  der  deputaten 
synodi  ende  des  classis,  tegens  Artop^eum  gevelt,  syn  gelesen.  Sijn  oock 
de  schriftelyke  deductien  met  de  stucken  tot  verificatie  in  saecken,  bij 
Artopa:ijm  tegens  den  deputaten  ende  classe  ingegeven ,  ende  aen  de  ander 
zijde  der  deputaten  ende  des  classis  tegens  Artopaium  ingelegt  oock  ge- 
lesen ende  ondersocht.  Sijn  eyntelyck  daerop  wederzijdes  die  partijen  tegens 
elkander  ten  volsten  verstaen  ende  gehoert. 

Op  welcken  ende  wat  meer  in  desen  saecke  geconsidei'ert  beheert  te 
worden  tsynodus  in  de  vrese  des  Heeren  gelett  hebbende  verklaert  in 
oprechticheyt  des  herten  voer  God,  soeveel  aengaet  den  persene  ende 
saecke  van  Lambert  Jansen  ,  dat  sij  niet  anders  verstaen  kunnen ,  ofte  hij 
heeft  crimen  simoniae  begaen,  ende  dat  dardoer  het  appel,  by  hem  van 
den  sententie  des  classis  gedaen  op  den  tegenwoordigen  synodum,  null 
ende  van  geener  weerden  is,  ende  dat  volgents  dien  die  sententie  des 
classis  tegens  hem  in  alle  puncten  sal  geexecutert  worden,  luijdende  als 
volgt 


223 

Wat  aengaet  den  persoon  ende  saecke  RuuoiiPHi  Abtop^m,  verklaert 
synodus  voerss.,  dewyle  bq  den  broederen  tsamtelyck  verstaen  wort,  dat 
hq  Artopa-üs  in  de  saecke  van  den  beker  hem  qualyck  ende  onvoersichtelyck 
gehouden  ende  gedragen  heeft  (ontslaende  hem  niettemin  van  simonia)  dat 
dardoer  om  verscheyden  consideratien  geacht  wort  genoech  te  wesen,  soe 
wanneer  hij  hierover  voer  desen  tegenwoordigen  vergaderinge  bestraft  ende 
vermaent  sal  syn,  dat  hij  hem  van  nu  voertaen  in  desen  handel  van  Lambert 
Jaws  ontslaen  ende  onthouden  sal,  ende  dat  hij  voerts  met  de  broederen 
des  classis  tot  Franeker  in  vrede,  liefde  ende  eenicheyt  sal  ommegaen 
ende  leven ,  daermede  dat  alle  die  quaestien  ende  querelen  ende  wat  meer 
in  desen  saecke  wederzijdes  voergevallen  ende  gepasseert  is,  sal  wegge- 
nomen ende  begraven  blijven. 

Twelck  als  het  Artop^eo  voergestelt  is  geworden  in  praesentie  van  den 
deputaten  ende  gecommitterden  van  classe ,  heeft  hij  hetselfde  aengenomen 
ende  is  daerop  datelyk  voer  den  broederen  mit  hunluijden  versoen t. 

Maer  Lambert  Jans  heeft  van  den  sententie  op  den  nationalem  synodum 
geappellert.  Ende  Jouannes  Hn.LEBRAjmi,  die  hier  verschonen  was  omme  wt 
den  name  van  de  gemeynte  tot  Schingen  ende  Slappeterp  bij  den  synodum 
te  vorderen,  dat  Lambert  bij  haer  in  den  dienste  mochte  gecontinuert 
worden,  heeft  van  wegen  die  voerss.  gemeynten  tegens  den  sententie  ge- 
protestert. 

Den  25  Jun.  voer  ende  nae  den  noen.  i) 
Is  opt  versoeck  van  Gerrft  Jansen  ende  de  gemeente  van  Oppenhuijsen 
ende  Twellingerga  van  te  hebben  schriftelyk  reden  des  classis,  van  dat 
hij  niet  was  nae  ondersoecken  van  de  classe  tot  den  dienst  toegelaten  ende 
niewen  examen  van  den  synodo  ofte  admissie  totte  bedieninge  van  de 
kercken  in  voerss.  dorpen,  is  bq  den  broederen  des  classis  ter  contrarie 
verklaert  de  reden  hem  genoechsaem  geopenbaert  te  syn,  synde  syn 
onbequaemheyt ,  begerende  voerts  dat  de  gemeente  wilde  gelieven  een 
dienaer  te  beroepen,  verbiedende  mede  Gerrit  Jansen  de  predikinge  in  sijn 
huijs,  schele  ofte  elders.  Is  geresolvert  eendrachtelyk ,  dat  Gerrit  Jansen 
hem  sal  gerust  houden  ende  met  des  classis  sententie  tevreden,  item  dat 
hij  hem  sal  onthouden  vant  prediken.  Ende  is  voerts  de  gemeente  aldaer 
vermaent  geworden  tot  kiesinge  van  een  ander  dienaer. 

In  de  saecke  hangende  in  quaestie  tusschen  Fltke  Anskes,  dienaer  ter 
Soelen  ende  Sibrandabuijren,  ter  eenre  ende  den  classe  van  Sneeck  ter  ander 
zyde  is  besloten ,  dat  d'deputati  synodi  in  den  eersten  hem  Flike  in  liaer 


1)     Hierbij  gtaat  in  marg.  vA.  Addont  A.  A.  A." 


224 

vergaderinge  sullen  laeten  doen  een  ofte  twe  propositien  wt  soedanege 
texten ,  als  sy  hem  sullen  insteUen  ende  opleggen ,  ende  dat  se  wt  deselve 
propositien  op  den  staende  voet  nae  gelegentheyt  hem  sullen  ondersoecken 
ende  daemae  voerts  in  den  saecke  eyndelyk  te  disponeren  ende  te  doen 
nae  behoeren,  hetsy  tot  deportementen  ofte  bevestinge  in  syn  dienst. 
Ondertusschen  sal  hij  mogen  in  syn  dienst  voertgaen ,  des  dat  hij  syn  be- 
roepinge  sal  laten  by  den  classem  visiteren  ende  approberen ,  ende  dat  hij 
voerts  daerop  sal  voer  een  membrum  classis  gehouden  worden ,  ter  ty t  in 
deselvige  datter  in  den  saecke  bij  den  deputaten  synodi  sal  gedaen  worden 
als  boven. 

A.  1)  —  Deputati  synodi  worden  oock  gecommittert  omme  bij  den  E.  E. 
hoeren  Gedeputerde  Staten  emstelyk  aen  te  houden  op  den  exercitie  van 
den  sententie  tegens  Lambert  Jansen  ,  in  desen  synodo  wtgesproken  volgents 
den  clausule  van  de  dispositie  van  syn  Gen.  ende  de  Gedeputerde  Staten 
van  dato  den  eersten  April  1614,  gestelt  in  margine  van  den  remonstrantie 
des  classis  te  Franeker. 

A,  —  De  tegenwoordege  gecommitterde  broederen  van  den  classe  tot 
Franeker  worden  gelastet ,  dat  sij  den  kerckenraet  te  Franeker  wt  den  name 
van  den  synodo  sullen  aendienen,  dat  sij  mit  Liewe  Liewes  over  sijn 
begangen  fauten  sullen  handelen ,  nae  dat  sy  bevijnden  sullen  stichtelyckst 
te  svn. 

A,  —  Wort  mede  bij  den  synodum  gestatuert,  dat  die  in  toekomende 
tijden  bevonden  sullen  worden  aen  het  criraen  simoniae  schuldich  te  syn, 
dat  die  nae  vermogen  van  de  oude  canones  ende  nationale  besluijtingen 
met  den  excommunicatie  ende  perpetuele  depositie  sullen  gestraft  worden. 

Die  classes,  die  tot  noch  toe  naelatich  syn  geweest  omme  haeren  quote 
nae  wtwysen  van  den  laesten  synodo  ten  besten  van  Tammoni  Lyrano  over 
te  senden,  worden  by  desen  vermaent,  dat  sy  voer  den  laesten  male 
tselfde  willen  aen  den  dienaers  tot  Doccum  mit  den  eersten  over  te  senden. 
Ende  wort  Petrus  Hermanni  ,  dienaer  tot  Doccum ,  gelastet  dat  hy  wt  den 
name  des  synodi  by  mijn  E.  E.  heeren  Gedeputerde  aenhouden  sal  op  een 
ordinarisen  jaerlycks  tractament  voer  hem. 

Is  mede  besloten ,  dat  d'deputaten  synodi  op  den  lantsdach  aenkomende 
sullen  versoecken  ende  aenhouden,  dat  den  E.  E.  heeren  volmachten  ge- 
lieve de  pastorijelanden  onder  huijsen  beklemt  in  gelyken  qualiteyt  van 
huijr  ende  geschenck  mogen  gestelt  worden  als  de  cloosterlanden. 


1)     A.  uiet  een  audere  haud  vooraan  geplaatst. 


225 

Hiemaer  sqn  d'deputaten  synocli  van  elcken  classis  gekoren  ende  inge- 
bracht. Wt  Sneker  classe  worden  alsnoch  voer  dit  jaer  gecontinuert 
Tammo,  dienaer  in  der  Jijlst,  ende  Henrick  Wiggeus,  ouderlinck  tot  Sneeck; 
wt  Bolswerder  classe  Godefridub  Sopisgius,  dienaer  tot  Bolswert,  ende 
Tako  van  Ausma  ,  ouderlinck  tot  Hichtum ;  wt  Franeker  classe  Bernardus 
Gaspari,  dienaer  tot  Harlingen,  ende  Johan  Arentss,  ouderlinck  tot  Riedt; 
wt  Doccuiner  classe  Christoforus  Hiddius  ende  Sibrant  Pieters,  ouderlinck; 
wt  Lewerder  classe  Regnerus  Hachtingius  ende  Steven  Jansen  Reyenga, 
ouderlink  tot  Lewerden:  wt  classe  Sylvana  Theodorus  Kunckhaemerus  , 
dienaer  tot  Hasckerhoorn ,  ende  Johan  Schot,  ouderlink  op  den  Jouwer. 

Eyntelyck  is  censura  morum  geholden  ende  syn  die  E.  E.  heeren  com- 
missarien  hoogelyk  bedanckt.  Ende  daerop  die  acte  synodale  gelesen  synde 
hebben  de  broederen  in  vrede  ende  vrientschap  haer  afscheyt  genomen. 

Aldus  gedaen  in  onsen  vergaderinge  tot  Sneeck  den  25  Jung  1614, 
ende  wt  name  van  den  geheele  vei'gaderinge  tot  meerder  bevestinge  by 
den  i)raesidem  ende  scribam  ondergeteykent. 

Bernhardus  Fullenitts,  praeses  synodi. 
GoDEFRiDus  SopiNGius,  scriba  synodi.  i) 


Acta   synodalia,   geconcipieert    binnen   Boelsiiaert 
op  den  6  Jimij  anno  1615.  ^) 

Na  aenroepinge  van  den  name  Godes  is  bij  de  meeste  steramen  in 
praesidem  gecoren  de  eerwaerdige  ende  welgeleerde  Joannes  Bogerman, 
dienaer  des  h.  evangelii  van  Lieuvarden,  ende  Joannes  Joannis  Bilt, 
dienaer  des  h.  evangelii  tot  Worckum,  in  scribam. 

Na  desen  sqn  oevergelevert  ende  gelesen  ende  daema  geapprobeert  die 
credensbrieven  van  den  committeerde  van  den  E.  h.  Gedeputeerde  ende 
van  alle  classen. 

Ende  sijn  als  committeerde  verordent  van  den  h.  Gedeputeerde  die  E. 
ende  erentvheste  Boctce  van  Burmanta  ende  de  vrome  ende  godtzalige 
DmcK  Tussen,  van  welcke  Bocke  van  Burmania  niet  versoenen  en  is  onit 
overlijden  van  sgnen  wijfs  vader. 


1)  Deze  onderteekeningen  zijn  eigenhandig. 

2)  In   niarg.    staat   met  dezelfde  hand  bovenaan  de  bladzij  ^voor  den  da8S(»  van 
Sneeck." 

Acta  syn,  proüttic,  VL  15 


226 

Ende  viit  den  classe  van  Boelsuaert  verscenen  die  weigeleerde  Godtscalch 
Aeltiüs,  dienaer  van  Boelsuaert,  ende  Joannes  Joannis  Bilt,  dienaer  des 
h.  evangelii  tot  Worckum,  ende  de  vrome  Gysbert  Jaijsz,  onderling  van 
Boelsuaert,  ende  Lucke  Jedesz,  ouderling  van  Worckum; 

vut  den  classe  van  Franiquer  die  welbedaechde  ende  geleerde  Jarichus 
WiLiiELMi,  dienaer  tot  Achlum,  ende  Meijnardus  Vommeiji,  dienaer  tot 
Schalsum ,  ende  de  erentvheste  Taco  van  Hemstra  ,  ouderling  tot  Ky msuart 
ende  Wube  Jacobs,  ouderling  tot  Franiquer; 

vut  den  classe  van  Doccura  die  welgeleerde  Petrus  HERMAjfia,  dienaer 
des  h.  evangelii  tot  Doccum ,  ende  Poppius  Cornelh,  dienaer  des  h.  evangelii 
tot  Aelsum,  mitsgaders  D.  D.  Meunardüs  Aetsema,  secretaris  der  amara- 
liteqt  tot  Doccum,  ende  Heun  Clabsz  tot  Morra;  welcke  Met-tnardus 
Aetsema  met  ontschuldinge  van  tzgnent  wegen  gedaen  niet  verscenen  en 
is  nochte  Poppius  voorss. ; 

vut  den  classe  van  Lieuvarden  de  welgeleerde  Joaxnes  Booerman  ,  die- 
naer des  h.  evangelii  tot  Lieuvarden ,  ende  Vincentius  Jaoobi  ,  dienaer  des 
evangelii  tot  Leckum,  ende  die  vrome  ende  erentvheste  Rennicus  Atzma, 
ouderling  tot  Lieuvarden,  ende  Popke  Rhoorda,  ouderling  tot  Orouv; 

vut  den  classe  van  Sevenwoude  de  welgeleerde  Abrahamus  Dominici, 
dienaer  des  h.  evangelii  opt  Herenfeen ,  ende  Gerardus  Fockingius  ,  dienaer 
des  evangelii  tot  Oosterzee,  ende  de  vrome  Hus  Jaspersz,  ouderling  van 
Tiarckgaest,  ende  Stuntie  Tussbsz,  ouderling  van  Oosterzee; 

vut  den  classe  van  Sneeck  de  welgeleerde  Florentius  Joannis,  dienaer 
des  h.  evangelii  tot  Sneeck,  ende  Gerardus  Klebuckerus  in  Oosthem  als 
dienaer,  ende  de  vrome  Jurien  Michiei^,  ouderling  van  Sneeck,  ende 
WuBREN  Heerckes,  oudcrling  tot  Boesum. 

Na  desen  is  een  oeversien  gedaen  oever  de  acten  van  den  laestgehoudene 
synodi  om  toe  sien,  watter  in  gedaen  ofte  ongedaen  gelaten  was. 

Ende  op  het  2  gravamen  classis  Snecanicae  van  den  jare  voorleden 
nopende  de  onderscrievinge  van  de  Nederlantsche  Confessie  ende  Catha- 
gismus  etc.  is  de  vorige  resolutie  verstercket  ende  den  dassen  specialijck 
belast,  sovele  in  dien  noch  niet  gedaen,  datselve  in  alle  sorchvuldicheijt 
toe  besluijten,  dattet  mach  gescieden  tot  bewaringe  ende  bevorderinge 
van  eenicheijt. 

Op  het  1  gravamen  classis  Bolsuardianae  nopende  het  stemmen  der 
ledematen  tot  eenen  dienaer  etc.  is  van  noden  gevonden ,  dat  sonder  ver- 
suymenisse  om  de  grote  nootwendicheijt  der  sake  van  den  deputaten 
synodi  aengehouden  werde  op  den  inhout  des  gravaminis  eerst  bij  den 
heren  Gedeputeerde  ende  bij  geval  van  weggeringe  bq  den  heren  vol- 
machten onses  lantscaps. 


22*? 

Op  het  3  grayamen  belangende  het  boockdniicken  etc.  is  voor  goet 
aengesien,  dat  het  concept  aen  alle  dassen  eerst  sal  worden  oevergesonden , 
ende  in  alle  vlijt  daerop  gelet  zijnde  salt  gestelt  worden  in  handen  van 
den  deputaten  ende  van  haer  op  het  navolgende  synodum  gebracht  ende 
geexhibeert  worden. 

Op  het  4  gravamen  nopende  de  versendinge  der  kinderen  buyten  dese 
provinciën  in  Papistische  scholen  etc.  daerop  heeft  die  heer  Diiktk  Tyssen 
verclaringe  gedaen  bq  den  heren  wat  gedaen  toe  sqn  om  viitgefoert  te 
worden. 

Ontfangen  niettemin  hierenbenefFens  de  deputaten  synodi  expressen  last 
om  op  de  bevorderinge  deses  articiils  ende  anderen  aengefangen  ende 
onafgedaen  bij  den  heren  aen  te  houden  ende  memorie  te  doen  wesen. 

Oock  sal  ij  der  classis  exempelen  inbringen  van  hare  plaetzen ,  ende  dat 
daerin  versien  werde,  eerst  bij  hare  ejjgen  oeverheden  aenhouden,  ende 
so  deselve  in  gebreke  blijven ,  haren  wederfaren  aen  den  deputaten  remon- 
streren,  die  sulcx  ende  bijsonder  oock  van  de  Jesuitische  scholen  aen 
den  heren  Gedeputeerde  mogen  versuicken,  dat  gene  kinderen  der  inge- 
setenen  daertoe  gesonden  ofte  daerbij  geleden  mogen  worden. 

Op  het  2  gravamen  classis  Franequeranae  aengaende  d'ongelijckheijt, 
die  in  trouven  ende  doopen  gespuert  wort  etc.,  blijft  dit  synodus  op  de 
voorige  resolutien  staen,  anno  1588  genomen  tot  Bolsuaert,  anno  1595 
genomen  tot  Franiquer,  anno  1604  genomen  tot  Doccum  ende  anno  1610 
genomen  tot  Harlingen,  ende  besluijt  (om  eenmael  een  vutcoompste  in  desen 
toe  crijgen)  ende  dat  voor  den  laesten  mael,  dat  een  iegelijck  beswaerde 
dienacr  ofte  kercke  sijnen  swaricheijt  ende  sijn  redenen  waerom  sal  in- 
bringen bij  gescrifte  cortelijck ,  gelijck  oock  ter  anderen  zijde  cortelijck  sal 
gescieden  van  den  anderen.  Ende  sullen  de  swaricheden  der  kercke  bjj  een 
iegelyck  classem  met  hare  redenen  versamelt  worden  ende  van  haer  (duer 
hare  committeerde)  in  handen  der  deputaten  worden  gestelt,  die  se  (nadat 
se  gebracht  sullen  zqn  in  oordere  van  haer)  met  de  gravaminibus  aen  den 
dassen  sullen  oeversenden,  opdat  beijde  in  den  aencomenden  synodo 
gesien  ende  oevergewogen  een  eenparige  foet  geraempt  mach  worden 
streckende  tot  de  meeste  vrede  ende  stichtinge  der  kercke.  Ende  opdat 
in  desen  nijmant  onwetenheijt  praetendere  ofte  namaels  oorsake  neme  van 
beswaringe,  wort  den  dassen  belast,  dat  se  om  memorie  van  desen  toe 
houden  de  acta  synodalia  in  de  laeste  ofte  naest  aen  de  laeste  versamelinge 
van  het  toecomende  synodi  sullen  voorlesen  ende  allen  dienaeren  ende 
kercken  van  gaercoompste  specialijck  verwittigen. 

Op  het  gravamen  classis  Doccumanae  nopende  het  extract  etc.  is  goet- 

15* 


228 

gefonden  tot  meerder  bevorderinge,  dattet  eerstelijck  aen  den  dassen  sal 
gesonden  worden,  die  het  niet  oversien  en  hebben,  diewelcke  bij  sint 
Jacob  datselve  sullen  doen  sijn  in  handen  van  den  deputaten  synodi  met 
haren  adwijs,  dewelcke  hetselve  (oordere  bij  haer  daerin  gestelt  sijnde) 
sullen  in  syn  behoorlijcke  ordere  stellen  ende  volcomelijck  absolveren  ende 
het  toecomende  synodo  doen  in  handen  crijgen,  die  het  oevergesien  ende 
gelesen  hebben  sullen  haren  adwijs  tegen woordelyck  daerin  doen  ende 
daervan  geven  om  in  desen  sake  bij  trappen  toe  gaen  tot  sijnen  eijnde. 
Ende  alzo  by  omvraginge  bekent  geworden  is,  dat  alle  classes  hetselve 
hebben  ontfangen  exempt  het  classis  van  Doccum,  is  het  classi  van 
Lieuvarden  last  gegeven  om  tzelve  hun  toe  te  scicken. 

Beramingen,  gevallen  naer  noen  den  6  Junij. 
In  de  sake  van  Lambert  Jansz,  die  om  befonden  simoniam  van  den 
vorigen  synodo  twee  jaren  van  sijnen  ampt  gesuspendeert  is  ende  daeren- 
boven  na  expiratie  deser  jaren  verboden  is  sijnen  dienst  in  dcsen  provincie 
toe  betreden  etc.,  is  besloten,  diewijl  hij  den  inhout  van  den  sententie 
niet  en  is  nagegaen ,  ende  noch  in  sijnen  deportament  van  den  dei)utaten 
des  voorleden  synodi  niet  is  gevordert  bij  den  E.  h.  Gedeputeerde,  dat 
dese  sake  in  last  sal  blijven  van  den  deputaten  om  bij  den  E.  h.  Gede- 
puteerde aenhoudelijck  oever  de  verfuUinge  voorgemelder  sententie  aen 
toe  staen. 

Yoorts  alzo  seker  request  van  wegen  Lambert  Jansz  den  broderen  deses 
tegenwoordigen  synodi  is  ingekeert,  van  inhout  dat  den  broderen  wilde 
behagen  den  sententie  des  voorleden  synodi  te  refunderen  ende  hem  in 
sijnen  dienst  toe  verdragen  etc.  ende  daerbij  verstaen  werde  bij  den 
broderen,  dat  hy  (Lambert  Jai^sz)  selve  tegen woordich  was  ende  van 
begeren  om  bij  den  broderen  in  toe  staen  ende  gehoort  te  worden,  is  hem 
inganck  ende  gehoor  van  den  broderen  gegunnet. 

Ende  na  onderlinge  communicatie  van  redenen  tusschen  hem  ende  den 
synodum  gevallen,  ende  nadat  vut  hem  verstaen  was  in  de  sake  selve 
hem  genen  schuit  te  conen  kennen,  voor  ende  alleer  hem  sulcx  bewesen 
werde,  dat  hij  seijde  alsnoch  niet  toe  sijn  gesciet,  is  eijndelijck  (alzo  sijn 
andere  redenen  ende  requeste  in  substantia  waren  van  een  inhout)  sijn 
redenen  ende  request  beantwoort  met  navolgende  resolutie. 

Op  den  requeste  van  Lambert  Jansz  van  inhout  zynde,  dat  men  sijnen 
sake  soude  refimderen  ende  hem  in  plaetze,  daer  hij  staet  in  dienste,  ver- 
dragen etc,  hebben  wij  synodus,  nadat  wij  Lambert  Jansz  bij  instaen 
ende  monde  hadden  verstaen  ende  vut  hem  vernomen,  dat  hy  in  forma 
den  voorige  resolutie  des  synodi  niet  wilde  nagaen  noch  oock  sich  judicio 


229 

deses  tegenwoordigen  synodi  sisteren  noch  te  haren  oordel  absoluytelijck 
verwachten,  maer  in  aensien  van  sulcx  blijven  bij  sijnen  gedanen  appel 
opt  synodum  nationalem ,  hebben  wij  synodus  (seggen  wij)  eendrachtelijck 
besloten  ons  den  resolutie  des  vorigen  synodi  geheel  te  conformeren  ende 
geleek  te  houden,  ende  hebben  dienvolgens  sijnen  versuick  niet  alleen  ge- 
weijgert  toe  refunderen  ende  hem  in  sijnen  plaetze  te  verdragen,  maer 
hierenbenefFens  vermaent  in  oeverweginge  sijns  vals  te  gedencken  aen 
den  ontfangen  gratie  ende  in  consideratie  van  dien  ter  eoren  Godes  ende 
welstandt  zijner  kercke  sijnen  dienst  toe  verlaten  ende  na  gevallen  sententie 
oever  hem  patientelijck  hem  aen  toe  stellen,  aennemende  so  he^lsamen 
ende  broderlijcken  correctie  tot  zijner  verbeteringe. 

Op  den  saecke  van  Lieuwe  Lieuwes  ,  in  welcke  de  gecommitteerde  van 
den  classe  Franequerana  gelastet  waren  van  den  synodo  om  den  kercken- 
raadt  van  Franiquer  toe  vermanen,  dat  sij  hem  oever  sijnen  begangen 
fauten  souden  aenspreken  ende  met  hem  handelen ,  na  dat  sij  souden  be- 
fijnden  stichtelijck ,  is  besloten ,  dat  voor  soveel  die  gemelde  committeerde 
haren  last  in  desen  van  den  synodo  ontfangen  niet  en  hebben  toe  wercke 
gestelt,  sij  oever  den  versuymenisse  van  dien  van  haren  respectieven 
classe  sullen  worden  vermaent  ende  gehouden  om  haren  last  in  desen  aen 
den  kerckenraadt  van  Franiquer  toe  voldoen. 

In  de  sake  van  Pliecke  Anschesz  ,  den  welcke  (volgens  voorgaende  resolutie 
van  den  deputaten  synodi  daertoe  belast)  opgeleijt  is  een  ofte  twee  propo- 
sitien  te  doen  vut  texten,  bij  haer  hem  gestelt,  ende  daerop  oock  ondersocht 
te  worden,  nadat  de  deputaten  hem  gehoort  ende  ondersocht  hebbende 
bij  den  synodum  haren  verclaringe  hadden  gedaen  van  sijn  onervarentheijt 
in  saken  den  gesonde  lere  Jesu  Christi  aengaende  ende  van  de  onbequaera- 
heyt  zyner  gaven  ende  vele  meer  andere  bijgaende  dingen  van  quaden 
geruchte  tot  beswaringe  van  sijnen  sake  ende  persoon  voorgevallen  sijnde, 
isset  tegenwoordige  synodus  vemootsaeckt  geweest  om  toe  vallen  tot 
deportament  ende  ontlastinge  van  sijnen  dienst,  daertoe  niet  van  Gode 
geroepen  toe  sijn,  de  sobere  kennisse,  dien  hij  ontfangen  heeft,  sijne 
onbequame  gaven,  eijgen  mondt  ende  leven  ende  de  bijsondere  acte,  by 
hem  oevergegeven  ende  bij  eijgen  handt  verteeckent  ende  aengenomen  in 
het  boock  der  deputaten ,  genoochsaem  [tegen]  hem  getuijgen,  bieren benefifens 
in  last  gevende  het  classi  van  Sneeck  om  hem  desen  besluyt  aen  toe 
dienen,  ende  soverre  indien  als  hij  ongehoorsaem  blijft  (des  wij  hoepen 
neen)  wert  hen  metteen  belast  om  met  sijn  persoon  voort  te  faren  tot  den 
excommunicatie. 

Worden  toegelijck  oock  die  deputati  synodi  belastiget,  dat  sij  in  allen 
emste  bij  den  E.  h.  Gedeputeerde  sullen  aenhouden  op  sijn  deportament 


230 

vut  sijnen  dienst  ende  incompsten,  opdat  het  leerampt  tzijnenthalven  niet 
meer  gelastert  mach  worden  ende  van  een  onduchtich  persoon  in  lere  ende 
leven  met  scade  dier  ingesetenen  werden  becleedt 

Na  revisie  ende  afFhandelinge  van  voorgaende  resolutien 
ende  saken  is  getreden  tot  ondersuick  der  tegenwoordige 
swaricheden  deses  synodi. 
Ende  eerstelijck  opt  gravamen  classis  Bolsuardianae ,  ofte  het  niet  raedt- 
saem  ende  stichtelijck  sij,  dat  sodanige  dienaren,  die  ofte  met  moijte  in 
hare  plaetzen  staen  ofte  goede  gaven  hebbende  weijnich  toehoorders  hebben, 
gevordert  ende  gepromoveert  worden  tot  alsulcke  plaetzen,  daer  se  met 
meerder  stichtinge  staen  mogen  etc.,  ordineert  ende  vijnt  goet  dit  tegen- 
woordige synodus,  dat  ijder  classis  bij  alle  goede  ende  muegelijcke 
middelen  bearbeijden  ende  tot  stichtinge  van  het  rijcke  Christi  besorgen 
sal,  dat  sodanige  dienaers  van  alsulcke  plaetzen,  daer  se  onstichtelijck 
ofte  met  moijte  staen,  ofte  daer  se  om  des  clenen  gehoors  wille  geen 
vruchten  ontfangen  conen ,  na  mate  van  haer  gaven  tot  alsulcke  plaetzen , 
daer  sij  in  vrede  haren  dienst  sullen  mogen  betreden  ofte  meerder  stoffe 
hebben  om  hare  gaven  op  woecker  toe  leggen ,  gepromoveert  mogen  worden 
ende  bij  inductie  ofte  vermaninge  daertoe  mogen  worden  gehouden.  Ende 
bysonder  wil  dit  synodus,  dat  bij  ijder  classis  op  desen  gelet  sal  worden 
bij  gelegentheijt ,  waneer  sodanige  dienaers  mogen  toegebracht  worden 
eenige  beroepingen. 

Op  het  2  gravamen  van  inhout,  oftet  niet  nodich  sij,  dat  de  kercken- 
dienaren  volgen  de  resolutien  van  den  nationalen  synodi  aengaende  het 
kiesen  van  ouderlingen  ende  diaconen  mochten  geconformeert  worden  met 
de  kercken,  die  hierinne  den  nationale  acten  volgen,  opdat  in  dit  stuck 
oock  eenparicheijt  in  dese  provincie  oeveral  gehouden  werde,  refereert 
sich  dit  synodus  tegenwoordich  na  den  nationalen  acten  namelijck  synodi 
nationalis,  gehouden  tot  Middelburg  anno  1581  artic.  15,  ende  resolveert, 
dat  als  substantieel  dit  bij  alle  kercken  gehouden  sal  worden,  dat  ijder 
kerckenraadt  in  sijnen  kercke  trecht  sal  hebben  ende  houden  om  de 
vutstellinge  ende  voorstellinge  van  dien  te  doen,  die  tot  ouderlingen  ofte 
diaconen  sullen  worden  gevordert,  latende  voorts  ijder  kercke  sijnen 
vryheijt  ende  gewoonte  in  andere  ommestandicheden. 

Op  het  3  gravamen  van  inhout,  dat  pastorie  ende  costerielanden  ende 
hijemen  met  hu|jsingen  worden  beswaert,  ende  datter  oock  gescieden  ver- 
wisselingen ende  vermangelingen  van  landen,  ende  dat  van  huysluyden 
op  haren  e^gen  handt  met  oogluickinge  ofte  stilsw^gen  somwijlen  van  de 
praedicanten ,  die  in  sodanige  plaetzen  staen,  hoe  men  opt  gevogelicxt 


231 

dit  inrqtende  misbniick  souden  mogen  remedieren,  resolveert  dit  tegen- 
woordige  synodus  ende  wijst  desen  wech,  dat  die  respectieve  classes, 
denwelcken  dusdanige  abuysen  ende  verfremdingen  der  geestelijcke  goederen 
tot  kennisse  sal  comen  ofte  gebracht  worden,  daertegens  met  alle  naer- 
sticheqt  sullen  besoingieren  ende  na  ondersuick  van  saken  den  gelegentheijt 
den  E.  h.  Gedeputeerden  remonstreren  ende  aen  haer  versuicken,  hun 
gelieve  in  sulcx  toe  remedieren  volgens  d'ordinantien  onses  lantscaps 
daervan  vutgegeven. 

Aengaende  het  versuick  van  het  classis  van  Lieuvarden ,  van  inhout  dat 
gelet  mochte  worden  op  de  ontheijlinge  des  sabbaths  ende  echtenstandts, 
is  van  den  synodo  geen  naerder  middel  gesien,  (diew^l  van  desen  sake 
diverse  ordinantien  bij  den  lantscappe  gemaeckt  ende  duer  placaten  op 
diverse  tijden  verbeteringe  gesocht  is,  die  alomme  sijn  publiceert)  dan 
dat  ^der  kercke  ende  dienaer  sijnen  eijgen  oeverheijt  aenspreke,  bidde 
ende  vermane ,  hun  gelieve  tot  aff weringe  van  Godes  toome ,  bevorderinge 
oock  der  heijliger  ruste  ende  tot  eerbaerheijt  van  den  echte  ende  voor- 
cominge  van  vele  swaericheden  in  voldoeninge  van  lantsresolutien ,  gehoor- 
samen  van  openbare  placaten  ende  quitinge  van  hare  ampten  de  groete 
misbruicken ,  scanden  ende  sonden  in  desen ,  (so  se  die  niet  gansch  conen 
wechnemen)  toe  minsten  in  haren  loop  tegengaen  ende  ophouden  ende  den 
oevertreders  na  eijsch  van  saken  corrigeren. 

Op  het  1  gra vamen  classis  Snecanicae  van  inhout ,  oftet  niet  raedtsaem , 
dat  de  magistraten  vermaent  ende  aengesproken  worden,  dat  se  tzij  ge- 
doopte ofte  ongedoopte,  die  tot  haer  comen  om  gecopuleert  te  worden, 
met  alle  bequamelicke  middelen  daertoe  induceren ,  dat  degene  die  gedoopt 
sijn  hun  in  de  kercke  mogen  laten  gaergeven ,  daer  het  eqgentlijck  behoort 
toe  gescieden,  ende  dat  de  ongedoopte  van  hun  vermaent  worden  hun  in 
de  christelijckc  religie  toe  laten  onderwijsen  ende  in  de  kercke,  als  sij 
d'onderwijsinge  ontfangen  hebben ,  hun  toe  laten  doopen  ende  daema  oock 
van  den  dienaeren  in  hare  houvelijcken  toe  laten  copulieren ,  verclaert  dit 
tegenwoordige  synodus  wel  goet  te  achten ,  dat  de  christelijcke  magistraten 
hieroever  worden  van  hare  kercken  ende  dienaers  vermaent  ende  dat  van 
deselve  dese  vaderlijcke  sorge  aen  hare  onderdaenen  werde  besteedt  tot 
ophoudinge  van  de  goede  reputatie  des  diensts  ende  der  dienaeren,  doch 
dat  geen  kercke  in  desen  sijnen  magisti-aet  toe  gebieden  heeft,  ende  te 
besorgen  staet  na  gelegentheqt  van  tegenwoordige  tijden ,  dat  met  sulcx  aen 
voorgemelde  houvelicxspersonen  weijnich  profijt  sal  conen  gedaen  worden. 

Opt  2  gra  vamen  van  inhout,  dat  de  personen,  die  voor  de  copulatie 
tzamenlopen  ende  malcander  beslapen,  met  bruecken  ende  geltstraffe  toe 
straffen,  ten  eijnde  sodanich  onordere  ende  abu^s  teenenmael  afgescafft 


23è 

raochte  worden,  verstaet  dit  synodus  behoorleek  toe  syn  endo  eerlijck, 
dat  sulcke  onordere  van  den  magistraten  door  civile  boete  gestraft  worde 
sowel  in  dien,  die  hare  houvelicxsconsummatien  bq  haer  verfolgen,  als 
die  die  sulcx  verfolgen  bij  den  dienaren  der  kercke,  ende  sal  het  de  sorge 
sijn  van  ij  der  kercke  ende  dienaer  tot  desen  ooek  hare  respectieve  over- 
heden toe  bidden  ende  toe  vermanen. 

Op  het  laeste  van  inhout ,  dat  de  classes  vennaent  worden  goeden  acht 
toe  nemen  op  de  resoliitien,  in  versceijden  synoden  genomen  aengaende 
de  exercitien  der  medecijnen,  die  bij  den  dienaren  gepleecht  worden, 
belast  dit  tegenwoordige  synodus  ijder  classi  respectievelijck  wel  toe  letten , 
wat  in  desen  so  in  nationalen  als  andere  provinciale  synoden  besloten  is 
om  deselve  te  doen  onderhouden  bij  allen  dienaren  onder  haer  sorterende 
ende  om  sonder  aensien,  wie  tegens  desen  doet,  te  vermanen  om  alleen 
met  die  diensten  sijns  ampts  hem  toe  bemoijen  ende  van  genen  anderen 
dienst  sijnen  winninge  ende  werck  toe  maken.  Werden  niettegenstaende 
desen  evenwel  de  classes  oock  gehouden  op  de  gelegentheijt  van  alsulcke 
dienaers  toe  letten  om,  bij  soverre  sq  weten,  dat  se  met  last  van  huijs- 
houdinge  so  sijn  beswaert,  dat  se  van  haren  dienst  niet  eerlijck  leven  en 
mogen,  dat  se  voor  sodanige  broderlijcke  sorge  dragen,  dat  haren  onder- 
hout ofte  bij  hare  gemeenten  (so  het  aldaer  toe  becomen  is)  ofte  bq  andere 
wegen  mach  verbetert  worden,  gemerckt  eenen  trouwen  arbeijder  sijnen 
loon'waerdich  is,  ende  die  met  den  woorde  onderwesen  worden,  gehouden 
sijn  allerleije  goet  mede  toe  deijlen  dengenen,  die  hun  onderwij sen. 

Hqeraa  is  gesproken  van  de  stellinge  der  deputaten,  ende 
sijn  van  de  respectieve  volmachten  een  jegelicx  classis  hare 
deputaten  verordineert. 

Ende  eerstelyck  navolgende  de  ontfangen  ordere  der  kercke  so  sijn 
volgens  d'oordere  voor  desen  jare  in  continuatie  hares  dienstes  gehouden 
ende  gebleven  D.  Sopintus,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Boelsuaert,  ende 
de  erentvheste  Taco  van  Ajjsma,  ouderling  tot  Hichtum. 

Yut  den  classe  Franequerana  WiLHEUfus  Folckeri  ,  dienaer  der  gemeente 
Christi  aen  S.  Jacobskerck,  ende  Dirck  Willemsz,  ouderling  van  Harüngen. 

Yut  den  classe  van  Doccum  Hajo  Lamberti,  dienaer  des  h.  evangelii 
tot  Doccum,  ende  Gatze  Jeltinga,  ouderling  tot  Collum. 

Yut  den  classe  van  Lieu varden  Bernardtjs  Ftjlleniüs,  dienaer  des  h. 
evangelii  tot  Lieuvarden,  ende  Rexnicüs  AizaiA,  ouderling  derselve  kercke. 

Yut  den  classe  van  Sevenwoude  Fransiscüs  HA^^:RCAMPIUS ,  dienaer  des 
evangelii  ter  Idzardt ,  ende  Henurick  Bruchters  ,  ouderling  derselve  plaetze. 

Yut  den  classe  van  Sneeck  Hugo  Petri,  dienaer  des  evangelii  tot  Oester- 
wijerum,  ende  Jurien  Micuieks,  ouderling  tot  Sneeck. 


233 

Na  desen  is  onder  endo  oever  den  broderen  desos  synodi  censura  morum 
gehouden  praesentium  ende  een  den  anderen  in  alle  liefde  ende  frientscap  be- 
jegent hebbende  ende  bedanckt  wederzijden  van  onderlingen  raadt  ende  hulpe. 

Sqn  oock  van  den  broderen  die  E.  h.  Gedeputeerde  bedanckt  van  de 
toesendinge  harer  committeerden. 

Ende  alzo  de  doodt  van  sijns  huysfrouven  vader  rechtfaerdichl^ck  ont- 
sculdicht  d'absentie  van  den  E.  ende  erentvhesten  grietman  ende  heer  Gede- 
puteerde BocKE  VAN  BüRMANiA ,  is  hierenbeneffens  de  eerwaerdige  heer  Dirck 
Tussen  voor  s^nen  tegen woordiche^t,  raadt  ende  hulpe  hoogelijck  bedanckt. 

Daema  met  een  bequame  dancksegginge  voor  de  vreedtzame  versame- 
linge  aen  den  Here,  gedaen  zijnde  van  den  praeside,  sijn  de  broders  met 
onderlinge  begroetinge  in  alle  frientscap  gesceiden.  Actum  desen  7  Junij 
voor  noon  anno  1615. 

Ende  vut  den  name  van  dese  synodale  vergaderinge  tot  meerder  be- 

vestinge  bij  den  praesidem  ende  scribam  ondergeteeckent. 

Dit  waren  hare  namen: 

J.  BooERHANNus,  syuodi  praeses. 

JoANNES  JoANNis  BiLT ,  scriba  syuodi. 
GecoUacioneert  met  den  principale  is  bevonden  toe  accorderen  bij  mij 

JoANNES  JoANNIS  BiLT.  1) 


Acta  synodalia  van  den  jare  1616  den  28  May. 

Nae  2)  aenroepinghe  van  den  name  Godes  syn  gecooren  tot  praeses  synodi 
Cvmcüs  Mell^hjs  ende  tot  scriba  Thomas  Thomae. 

Daeniae  syn  gesien  en  gelesen  de  credentsbrieven  soo  van  de  gecom- 
mitteerde der  E.  E.  heeren  Staten  alsmede  van  de  gecommitteerde  der 
respectieve  dassen.  Ende  dewyle  daerop  gheene  suaericheit  is  voorge- 
worpen, syn  se  gelyckelijck  geapprobeert  ende  voor  goedt  gekent. 

De  gecommitteerde  van  de  E.  E.  heeren  Staten  syn  geweest:  de  E.  E. 
heeren  Abraham  van  Roorda  ende  Reimer  Hakevqhs. 

De  gecommitteerde  wt  don  classe  van  Franeker  syn  geweest:  de  wei- 
geleerde  Petrus  Vomelius,  dienaer  tot  Herbaium,  ende  Timannüs  Obüonis, 
dienaer  tot  Kimsuaert,  ende  de  eersame  Epo  Jacobs  Juckema  ende  Jan 
Broers  als  ouderlinghen. 


1)  Deze  onderteekening  is  eigenhandig. 

2)  In  marg.  staat  met  dezelfde  hand  »yoor  den  classe  van  Sneeck.'' 


234 

Ut  den  classe  van  Dockum  syn  gecominitteert  geweest:  de  weigeleerde 
IIiLAKius  SiBRANDi,  dienaer  tot  Aenium,  ende  Niüolaus  Jouannis,  dienaer 
tot  Rinsmagheest,  ende  de  E.  Binnert  Sappema  ende  Oaetse  Jeltingha 
als  ouderlinghen. 

Ut  den  classe  van  Leu warden  syn  gecommitteert  geweest:  Thomas  Thomae, 
dienaer  tot  Jelsum ,  ende  Jacobus  Borritius  ,  dienaer  tot  Jorwert ,  ende  de 
eersanie  Hendrick  Vbydach  ende  Fkeerck  Dircks  als  ouderlinghen. 

Ut  den  classe  van  de  Seven wouden  syn  gecommitteert  geweest:  als 
dienaren  de  welgeleerde  Johannes  Melbomjeus  tot  Langhw^eer  ende  Obbertus 
Foppu  tot  Tzarckgaest,  ende  de  eersame  Aucke  Baeckes  ende  Syeurdt 
Kempf»  als  ouderlinghen,  maer  d 'ouderlinghen  syn  niet  verschenen.    . 

Ut  den  classe  van  Sneeck  syn  gecommitteert  geweest:  de  welgeleerde 
D.  Cyricüs  Mei.l^eus,  dienaer  tot  Sneeck,  ende  Bernahdus  Mande wltl, 
dienaer  tot  Goijngha ,  ende  de  eersame  Aucke  JouANias  midtsgaders  de  E. 
HoMME  VAN  Hettingua  als  ouderlinghen. 

Ut  den  classe  van  Bolsuaert  syn  gecommitteert  geweest :  de  welgeleenle 
D.  Adamts  Westeioianxüs  ,  dienaer  tot  Stavoren  ende  Aeltljen  Reiners 
tot  Ilijndeloopen ,  ende  de  eersame  Juicke  Jelles  ende  Wyoher  Anxes  als 
ouderlinghen,  maer  Juicke  Jelles  is  niet  verschenen. 

Daemae  syn  herlesen  de  acten  van  den  verledenen  synodo.  Ende  is 
onder  anderen  voorgecomen  de  saecke  van  Luuwe  Luuwes  aengaende  syn 
verloop  ende  quaden  raedt  aen  Lambert  Jansen  ende  is  daerin  besloten, 
dat  Philippüs  Danielis  te  vooren  gecommitteert  ende  Petrus  Vomelius 
midtsgaders  Timannus  Obbonis  alsnoch  sullen  aenspreken  den  kercken raedt 
tot  Franeker  ende  emstich  aenhouden,  dat  se  haer  devoor  aen  voor- 
genoemden LiJuwE  Luuwes  willen  doen.  Ende  is  D.  Cyrico  in  last 
gegheven  den  committeerden  vant  classe  van  Franeker  metten  eersten  toe 
te  schicken  soodanyghe  instrumenten  en  documenten ,  die  hen  daertoe  van 
nooden  sullen  syn. 

Wat  aengaet  de  saeck  van  Lambert  Jansen,  het  synodus  persisteert  by 
de  resolutien,  teghens  hem  in  den  verledenen  synoden  tot  Bolsuaert  en 
Sneeck  genomen.  Ende  den  deputatis  synodi  wort  belastet  te  versoecken 
d'executie  van  de  sententie  over  hem  gevelt 

Belangende  de  saecke  van  de  macht  en  vrij  heit  der  ledematen  der 
Reformeerde  kercke  int  verkiesen  eenes  dienaers  blijft  het  teghenwoordyghe 
synodus  by  de  resolutie ,  dienaengaende  by  het  synodus  verleden  jaer  tot 
Bolsuaert  genomen ,  ende  wort  den  deputatis  synodi  alsnoch  belastet  daerop 
by  den  E.  E.  heeren  aen  te  houden. 

Van  het  concept  nopende  het  boeckdrucken  ende  oock  boeckvercoopen 


2H5 

is  nochmaels  goed tge vonden ,  dat  de  deputati  synodi  verncDien,  wat  in 
desen  by  D.  doet.  Sibkaxdüh,  D.  Sofinoium  sal.  gedacht,  ofte  yemandt 
anders  sy  gedaen ,  ende  dat  soodanich  concept  aen  den  dassen  overgesonden 
worde  om  tselve  te  examineren  ende  meteenen  den  E.  E.  heeren  geexhi- 
beert  werde  om  tselve  (indient  haer  oorbaer  dnnckt)  te  ratificeren. 

Daer  is  mede  den  synodo  voorgecoraen  eenyghen  twist  over  seeckero 
beroepinghen  van  den  dorpen  Optwysel  ende  Koten,  gepasseert  op  den 
personen  van  Johannes  Wutsontüs  ende  Fooco  TEwoins.  Ende  alsoo  tsynodiis 
in  ervaringhe  gecomen  is,  dat  de  saecke  van  Wutboioüs  niet  en  is  ge- 
han(}elt  in  den  classe  van  Doccum,  waertoe  sy  eyghentl^ck  gehoort,  is 
goedtgevonden ,  dat  hy  syn  saecke  eerst  aenhangich  maecke  aen  den  classem 
van  Doccum,  ende  indien  hy  sich  besuaert  vindt  by  haer  oordeel,  dat  hy 
dan  wettemck  appellere  ad  deputatos  synodi. 

Hiemae  is  voortgegaen  tot  het  examineren  van  de  gravamina.  Ende 
acngaende  het  eerste  gravamen  classis  Franeqneranae  nopende  een  goedt 
middel  om  te  weeren  de  ongeregelde  schoolmeisters  is  goedtgevonden, 
dat  in  desen  onderhouden  worde  de  resolutie,  hiervan  genomen  in  den 
jare  1607  ende  insonderheit ,  dat  van  den  E.  E.  heeren  versocht  worde, 
dat  hiervan  utschrijvinghe  geschiede  aen  den  grietsluyden  ende  van  haer 
insinuatie  aen  den  dorpen  om  te  verkiesen  eenen  vromen  en  welgeschickten 
schoolmeister ,  wiens  beroepinghe  van  den  classe  sal  geexamineert  worden, 
aleer  hy  sich  ter  plaetsen  stelle. 

Over  het  twede  gravamen  classis  Franequeranae  aengaende  het  avondt- 
luyden  is  goedtgevonden,  dat  tselve  mach  afgeschaft  worden  nae  d'oude 
resolutien  en  placaten  hiervan  synde,  ende  dat  van  den  E.  E.  heeren 
versocht  worde,  dat  de  placaten  moghen  vemieut  worden. 

Aengaende  het  eerste  gravamen  classis  Leouardianae  nopende  het  annum 
gratiae  ende  tversoeck  van  een  jaerlqcksche  pensie  in  plaetse  van  dien 
achtet  het  synodus  raedtsaem,  dat  men  het  late  blijven  by  den  ouden 
voet,  ende  dat  de  dassen  vermaent  worden  neersticheit  aen  te  wenden 
int  bedienen  van  vacerende  plaetsen,  ende  dat  do  dienaren,  die  in  gebreke 
bevonden  worden,  nae  behooren  gecensureert  worden. 

Yan  het  twede  hiemae. 

Van  het  derde  gravamen  classis  Leouardianae  over  de  vraghe,  oft  yemandt 
ongetroudt  synde  ende  niet  connende  comen  tot  het  trouwen  by  schuldt 
van  synen  eegade ,  soude  moghen  toegelaten  worden  tot  het  gebruyck  des 
h.  avondtmaels ,  is  besloten ,  dat  alle  moghel^cke  middden  moghen  aen- 


236 

gewendet  worden  om  den  onwillyghen  te  induceren  tot  het  trouwen  tsy 
by  de  kercke  ofte  by  de  overicheit ,  ende  dat  gedaen  synde  soot  niet  can 
bemiddelt  worden,  dat  dan  d'onschuldyghe  by  schuldt  van  synen  eegade 
niet  verhindert  noch  opgehouden  en  worde,  maer  dat  in  desen  gehandelt 
worde  in  sulcken  voeghen,  nae  dat  een  yeghelijck  gemeinte  stichtelijckst 
sal  achten. 

Aengaende  het  eerste  gravamen  classis  Sylvanae  op  de  vraghe ,  oft  oock 
ut  den  gecommitteerden  der  respective  dassen  op  den  synodum  souden 
raoghen  gecooren  worden  deputati  synodi ,  is  beslooten ,  dat  tselve  niet  en 
behoort  te  geschieden  om  voor  te  comen  alle  suspicien  van  eergiericheit. 

Van  het  twede  gravamen  classis  Sylvanae,  dat  alle  oude  resolutien 
teghen  verscheiden  misbruicken  moghen  te  werck  gestelt  worden ,  wenscht 
en  begheert  tsynodus,  dat  tselve  geschiede. 

Aengaende  het  eerste  gravamen  classis  Bolsuardianae  van  het  examineren 
des  extracts  ende  het  trouwen  der  ongedoopten  is  beslooten ,  sooveel  aen- 
gaet  het  eerste  (waerheenen  oock  siet  het  2  gravamen  classis  Leouardianae) 
dat  een  yeghelijck  classis  (insonderheit  die  duslaughe  in  gebreke  syn 
geweest)  hierin  haer  neersticheit  wil  doen  ende  metten  eersten  het  extract 
besichtyghen ,  ende  tgheene  in  desen  behoort  verbetert  te  worden  aen- 
teickenen.  Twelck  gedaen  synde  sullen  de  dassen  gehouden  syn  haer 
aenteickeninghen  ende  correctien  over  te  senden  aen  den  deputatos  synodi, 
ende  dat  deselve  ofte  eenyghe  ut  haer  daertoe  gecommitteerde  alsiilcke 
aenteickeninghen  sullen  overweghen  ende  het  extract  daemae  verbeteren 
ende  in  goede  ordre  brenghen  ende  alsoo  den  classe  wederom  toesenden , 
opdattet  van  haer  geapprobeert  worde.  Ende  isser  noch  bygedaen,  dat 
de  dassen  meteenen  adviseren  sullen ,  oftet  tselve  extract  als  een  gemeine 
kerckenordeninghe  deses  landts  sal  geachtet  en  gehouden  worden. 

Wat  aengaet  het  twede  van  het  trouwen  der  ongedoopten  verstaet  het 
synodus,  dat  in  desen  op  ditmael  noch  teene  noch  tandere  can  besloten 
worden,  maer  dat  de  voorgaende  acten  desen  aengaende  vooralsnoch  in 
hai'en  weerde  gelaten  worden,  overmidts  dat  den  resolutie,  int  synodo 
van  Bolsuaert  genomen,  noch  niet  en  is  genoechgedaen,  welckers  inhoudt 
is ,  dat  de  redenen  aen  wedersyden  met  den  gravaminibus  mochten  worden 
den  dassen  toegesonden  ende  aldaer  geexamineert.  Doch  het  synodus 
ordineert  en  belastet  den  dassen  en  dienaren,  die  haer  int  trouwen  ofte 
liever  niet  trouwen  van  ongedoopte  besuaert  vinden,  dat  se  niet  aennemen 
noch  copuleren  soodanyghe  personen,  welcke  van  anderen  dassen  en 
dienaren  syn  afgewesen,  ten  einde  d'eene  den  anderen  gheen  ongunst 
verwecke. 


237 

Over  het  twede  gravamen  classis  Bolsuardianae  met  tgheene  den  synodo 
schriftelijck  is  voorgestelt  van  den  gecommitteerden  des  classis  van  Doccum 
aengaende  het  occurreren  en  stutten  van  den  loop  der  Jesuiten  in  desen 
lande  is  goedtgevonden ,  dat  doer  den  deputatos  synodi  van  den  E.  E. 
heeren  Staten  versocht  worde,  dattet  hen  gelieve  de  placcaten  dienaen- 
gaende  te  vernieuwen ,  ende  insonderheit  dat  de  resolutie ,  hierover  in  den 
laesten  landtsdach  (tot  weeringhe  ende  utsluytinghe  der  Papisten  in  poly- 
tischen  en  kerckelijcken  saecken)  genomen,  mochte  worden  gepubliceei-t 
en  te  werck  gestelt,  dat  oock  de  dienaren  haer  beste  doen  met  bidden, 
waecken ,  neerstich  studeren ,  goede  onderwysinghen  en  vermaninghen  ende 
anderen  arbeidt  om  deselve  (sooveel  in  hen  is)  teghen  te  staen. 

Over  het  derde  en  vierde  gravamen  classis  Bolsuardianae  nopende  eenen 
gemeinen  dancksegginghe  en  biddach  voor  d'ontdeckinghe  der  practijcken 
en  aenslaghen  onser  vyanden  ende  andersins,  dewyle  men  hoopt,  dattor 
eerlangh  een  gemeine  biddach  sal  utgeschreven  worden,  soo  acht  het 
synodus  raedtsaem  en  gheeft  in  last  den  deputatis  synodi  te  versoecken 
aen  de  E.  E.  heeren  Staten,  dat  hen  gelieve  by  de  utschrqvinghe  des 
biddachs  mede  te  melden  van  de  ontdeckinghe  soodanygher  practijcken. 

Over  het  vijfte  gravamen  classis  Bolsuardianae  nopende  het  afschafFen 
van  lombarden  verstaet  het  synodus ,  dat  se  wel  in  Reformeerde  gemeine- 
besten  niet  behoorden  geduldet  te  worden ,  maer  siet  teghen woordich  gheen 
middel,  hoe  tsoude  connen  geschieden. 

Over  het  seste  gravamen  classis  Bolsuardianae  nopende  de  vraghe ,  oftet 
geoorloft  soude  syn  den  diaconen  der  kercke  aelmosen  te  ontvanghen  van 
de  redemptie  ofte  contributie  der  lombarden,  is  by  het  synodum  geadvi- 
seert,  dattet  selve  niet  geoorloft  en  sy. 

Hiemae  is  oock  by  den  sjiiodum  raedtsaem  gevonden,  dat  ut  het  midden 
van  haer  vier  mannen  gecommitteert  werden  om  haer  te  vervoeghen  aent 
collegium  van  de  E.  E.  heeren  Staten  om  den  E.  E.  heeren  te  bedancken 
voor  de  waerschuwinghe  teghen  de  practijcken  onser  vyauden,  doer  het 
utgheven  van  de  Jesuytsche  Brieven  gedaen.  Ende  syn  daertoe  genomi- 
neert  Petrus  Vomelius  ende  Adamus  Westermajïnus  als  dienaren  ende  de 
E.  HoMME  VAN  Hettingha  cudc  BmNEKT  Sappema  als  ouderlinghen. 

Naet  oversien  van  de  gravamina  syn  noch  voorgecomen  eenyghe  parti- 
culiere quaestien  ofte  vraghen.  Ende  is  ten  eersten  gevraecht ,  dewyle  het 
teghenwoordyghe  synodus  persisteert,  by  de  sententie,  teghens  Lambert 
J.vNSEN  utgesproken,  oft  niet  den  gemeinten  van  de  Schinghen  ende  oock 
Dronrijp,  die  met  hem  alsnoch  communiceren,  aenschrijvinghe  l)ehoort  te 


238 

geschieden ,  dat  se  haer  van  syne  voordere  communicatie  en  dienst  sullen 
onthouden.  Ende  is  hierop  geandtwoort,  dattet  behoort  te  geschieden  ende 
dat  by  manier  van  appoinctement  op  het  request  by  haer  ingegheven, 
welcke  appoinctement  aldus  luydt:  Het  synodus  gheeft  voor  andtwoordt, 
dat  de  gemeinten  van  Schinghen  ende  oock  Dronrijp  haer  sullen  reguleren 
nae  de  resolutien  van  voorgaenden  ende  oock  deses  synodi  aengaende  het 
deportament  van  Lambert  Jansen,  ende  dat  se  sich  voortaen  van  synen 
dienst  en  commimicatie  sidlen  onthouden. 

Voor  het  twede  is  gevraeght,  dewyle  men  speurt,  dat  tusschen  dienaren 
en  dienaren  altemets  onlust  rijst,  ende  dat  deselve  sonder  behoorlijcke 
versoeninghe  elck  aen  hare  plaetsen  commiuiiceren  en  ten  avondtmael 
gaen,  oft  niet  de  dassen  behooren  vermaent  te  worden,  dat  se  hierop  goede 
achtinghe  willen  nemen,  insonderheit  wanneer  censura  morum  gehouden 
wort  Ende  heeft  het  synodo  goedtgedocht,  dat  tselve  geschiede,  ende 
wil  oock  den  classen  doer  cracht  van  dese  acte  daertoe  vermaent  hebben, 
ten  eynde  de  kerckelqcke  disciplijne  voomaemlijck  onder  den  dienaren  nae 
behooren  moghe  onderhouden  worden. 

Voor  het  derde  is  gevraecht,  dewyle  doet.  Johannes  Macoovius,  pmfessor 
in  de  h.  theologia  tot  Franeker,  geklaecht  heeft,  dat  hy  alsnoch  gheen 
afscheidt  hadde  ontvanghen  van  het  examineren  der  candidaten  theologiae 
ende  het  toelaten  derselver  tot  den  dienst  der  kercke,  ende  gepraesenteerdt, 
indien  syn  promotie  ad  doctoratum  daertoe  niet  genoech  can  gelden,  dat 
hy  bereidt  sy  te  doen,  tgheene  het  teghenwoordyghe  synodus  ofte  de 
deputati  synodi  souden  achten  van  hem  meer  gerequireert  te  worden,  wat 
in  desen  behoort  gedaen  te  worden,  etc.  Ende  acht  het  synodus,  dat  de  classen 
in  de  eerste  sessie  hierover  sullen  adviseren  ende  haer  advysen  den  deputatis 
synodi  overgheven ,  opdat  deselve  sulckes  den  E.  E.  heeren  Staten  midts- 
gaders  den  heeren  scholarchen  moghen  remonstreren  ende  hierin  yetwats 
gedefinieert  worde. 

Eiernae  is  geprocedeert  tot  het  verkiesen  der  deputaten  synodi.  Ende 
ut  den  classe  van  Franeker  sullen  nae  d'ordre  continueren  de  deputati 
des  verledenen  jaers ,  syn(Je  Wilhelmus  Folkeri  als  dienaer  ende  de  burghe- 
meister  Dirck  Willems  als  ouderlingh. 

üt  den  classe  van  Doccum  syn  genomineert  D.  Hermannus  Collentus 
als  dienaer  ende  doet.  Nicotj^us  Waljjngh  als  ouderlingh. 

üt  den  classe  van  Leuwarden  syn  genomineert  D.  Regnerüs  Bocjher- 
MANNTT8  als  dicuacr  ende  doet.  Johannes  de  Veno  als  ouderlingh. 

üt  den  classe  van  de  Sevenwouden  syn  genomineert  D.  ülpianus  Ep^eus 
als  dienaer  ende  Uis  Jaspers  als  ouderlingh. 


239 

Ut  den  classe  van  Sneeck  syn  genomineert  D.  Wibrajst)us  Petri  als 
dienaer  ende  Wybrandt  Heerckes  als  ouderlingh. 

Ut  den  classe  van  Bolsuaert  syn  genomineert  D.  Cornelitjs  Johannis 
als  dienaer  ende  de  biirghemeister  Rombert  Thomes  als  ouderlingh. 

Ten  laesten  is  mede  eensura  morum  gehouden.  Ende  dewyle  alle  dinghen 
in  goeden  vrede  ende  eendracht  waren  afgehandelt,  hebben  de  broederen 
den  E.  E.  heeren  t«n  voorsten  met  behoorlijcke  eerbiedinghe  voor  haer 
teghenwoordicheit  en  directie  ende  oock  melcanderen  onderlinghe  daemae 
voor  goeden  raedt  en  hulpe  bedanckt,  ende  syn  also  nae  gedane  danck- 
segginghe  van  D.  praeside  ende  onderlinghe  begroetinghe  van  melcanderen 
gescheiden. 

Ende  syn  dese  synodale  acten  ut  den  name  van  den  gantschen  synodo 
naet  herlesen  derselven  van  praeside  en  scriba  onderteickent  en  bevesticht. 

Onder  stondt:  Aldus  gedaen  tot  Franeker  den  30  Maij  1616. 

Cyricus  Melljeus,  praeses  synodi. 
Thomas  Thomae,  scriba  synodi. 

öecollationeert  met  den  principalen  is  bevonden  daermede  te  accorderen 
in  kennisse  van  my  onderges. 

Thomas  Thomae,  synodi  scriba.!) 


Harlingen.  Acta  synodi  Frisicae,  aengevangen  den 
17  Jiinij  efide  gesloten  den  13  Augiisti  1617. 

Na  aenroepinge  van  Godes  h.  naem  syn  wt  die  gecommitteerde  dienaren 
der  respective  dassen  bij  die  meeste  stemmen  gecoren  'tot  praesidem  D. 
Florentius  Johaxnls,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Sneeck,  ende  tot  scribam 
ü.  GoDscALCüs  Aeltius,  prcdicant  tot  Bolswaert 

Daema  syn  overgelevert ,  gelesen  ende  geapprobeert  die  credentsbrieven 
van  de  gecommitteerde  dienaeren  ende  ouderlingen  der  respective  dassen. 

Dienvolgens  is  bevonden,  dat  wt  den  classe  van  Franiker  verschenen 
syn:  als  dienaers  D.  Philippus  Danietjs,  predicant  tot  Harlingen,  ende 
D.  NiooLAUS  Regneri,  predicant  tot  Rheen,  ende  als  ouderlingen  Oetze 
WuBEs  van  Harlingen  ende  Jeroen  Willemb  van  Franeker; 

wt  den  classe  van  Doccum :  D.  Antonius  Wilheuö  ,  dienaer  des  godde- 
lycken  woorts  tot  Tinnaert ,  ende  B.\rtoldu8  Huismanwub  tot  Ee ,  als  ouder- 
lingen Gert  Runties  ende  Rommert  Reutes; 


^)     Deze  ondert^'kening  is  eigenhaudig. 


240 

wt  den  classe  van  Leuwarden:  als  dienaers  D.  Beknahdus  Fülleniüs, 
predicant  tot  Leuwarden,  ende  Sixtus  Hommius,  predicant  tot  Wirdum,  als 
ouderlingen  Jaoob  Borrits,  ende  daema  in  8\jn  plaets  gesubstitueert  Jan 
GossEs,  ouderling  tot  Leuwarden,  item  Wubrant  Johannis,  ouderlinck  tot 
Marrum ; 

wt  den  classe  van  de  Sevenwolden:  als  dienaers  JoHANNEs'CLmcKHAMERus 
op  die  Jouwer  ende  Laurentius  Taoonis  tot  Accrum,  als  ouderlingen 
RiNTiE  L1JC1.AMA  van  Schoot  ende  SmoN  Gosses  van  de  Jouwer,  die  noijt 
verschenen  is  ende  door  sijn  dienaer  verexcuseert ; 

wt  den  classe  van  Sneeck :  als  dienaers  D.  Florentius  Johannis  ,  predicant 
tot  Sneeck ,  ende  Tahmerüs  Gerarhdi  in  der  Jlst ,  als  ouderlingen  Hendrice 
WiJGERS  tot  Sneeck  ende  Sybolt  Haijes  tot  Wolsendt; 

wt  den  classe  van  Bolswaert:  als  dienaers  D.  Godscalcüs  Aeltttts, 
predicant  tot  Bolswaert,  ende  Adolphus  Sopingius  tot  Longerhou,  als 
ouderlingen  theerscap  Ero  van  Aulüa  tot  Schraert  ende  Rombert  Thomas, 
burgmeester  tot  Bolswaert. 

Is  mede  gelesen  de  commissie  van  de  E.  heeren  Staten  deser  provincie 
ende  syn  wt  haer  E.  M.  collegio  gecommitteert  die  E.  achtbaere  ende 
discreten  heeren  Albert  Ausma  ende  na  hem  M  Iozarda,  item  Simon 
RuNiA,  welcke  alle  met  schuldige  eerbiedinge  van  den  E.  synodo  syn 
ontfangen. 

Daema  syn  die  acta  des  voorledenen  sijnodi,  gehouden  tot  Franeker, 
herlesen  ende  syn  dese  navolgende  saecken  in  naerder  consideratie  van 
den  tegenwoordigen  synodo  genomen. 

1.  Nopende  het  concept  vant  boeckdrucken ,  dewqle  de  voorgaende 
resolutie  dienaengaende  noch  niet  en  is  voldaen,  wort  deselve  alsnoch 
gecontinueert  ende  die  deputaten  sijnodi  werden  gelastet,  tgene  daeraen 
resteert,  tot  een  goet  eijnde  te  brengen. 

2.  Wort  oock  gecontinueert  die  resolutie  om  ordre  te  stellen,  dat  die 
onbequaerae  ende  ongeregelde  schoolmeesters  werden  ge  weert  ende  bequaeme 
overal  ingestelt,  waerinne  die  classes  vermaent  ende  gebeden  worden  in 
haeren  bedrij  ve  het  beste  te  doen. 

3.  Alsoo  oock  verstaen  wort,  dat  die  onverdraegelycke  woecker  der 
lombaerden  strijdende  tegens  Godts  h.  woort  ende  synde  als  een  kancker 
ende  pest  om  die  arme  ingesetenen  wt  te  putten  niet  langer  in  welgestelde 
republ\jcqen ,  veel  weijniger  alhier  in  Gereformeerde  plaetsen  behoort  ge- 
leden te  worden,  syn  derhalven  die  E.  heeren  gecommitteerde  Staten 
ootmoediclilyck    van   den   synodo   versocht  ende  gebeden  om  hiervan  een 


241 

gravamen  te  maecken  ende  onder  die  additionele  articiüen  te  stellen  om 
den  E.  heeren  volmachten  in  de  naestcomende  landtsdach  siüx  te  remon- 
streren.  Is  daema  goetgevonden  die  E.  heeren  de  Gedeputeerde  Staten 
door  den  deputatos  s^nodi  te  versoecken  om  b\i  provisie  metten  eersten 
wtschr^jvinge  te  doen  aen  de  magistraten  der  steden,  daer  die  voorsz. 
lombaerden  haere  bancken  houden  om  geen  nieuwe  contracten  met  dieselve 
aen  te  gaen;  eyndelyck  dat  die  deputati  sijnodi  aen  de  E.  heeren  vol- 
machten op  den  toecomenden  lantsdach  sullen  versoecken,  dat  dieselve 
overal  in  dese  provincie  mochten  afgeschaft  worden ,  waertoe  die  magistraten 
der  steden  door  die  respective  dienaren  vermaent  ende  gebeden  sullen 
worden. 

4.  Ende  alsoo  door  dese  occasie  den  sijnodo  aengedient  worde,  dat  die 
magistraet  van  Harlingen  tot  een  nieuw  contract  ofte  prolongatie  van  jaren 
tegenwoordich  van  haeren  lombaert  werde  versocht,  is  goetgevonden  wt 
het  midden  van  haere  vergaderinge  eenige  personen  te  committeren  om 
volgents  de  voorgaende  resolutie  haer  E.  vriendelyck  te  versoecken  dese 
contracten  wt  tè  stellen  tot  naerder  resolutie  van  de  lantsdach.  Ende  syn 
daertoe  gecommitteert  D.  Antoniüs  Wilhelmi,  D.  Tammerus  Gerarhdi 
neifens  Oetze  Wlibes,  ouderlinck  van  Harlingen. 

Die  magistraet  van  Harlingen  van  de  voorsz.  gecommitteerde  aengesproken 
synde  heeft  belooft  de  saecke  ten  minsten  ses  maenden  in  suspens  te 
houden  om  te  sien,  waerhenen  die  saecken  middelertyt  inclineren,  achtende 
het  versoeck  billyck  te  sijn  ende  belovende  de  saecke  te  willen  vorderen 
ende  die  hant  daeraen  te  houden. 

5.  Op  die  quaestie ,  oft  D.  Maccovius  geen  predicant  synde  mach  jonge 
predicanten  examineren  ende  tot  den  predickdienst  ordineren  ofte  toelaeten, 
is  goetgevonden ,  dat  sulx  na  die  oude  resolutien  ter  eerster  gelegentheijt 
in  allen  dassen,  daer  sulx  niet  geschiet  is,  sal  gepondereert  worden, 
ende  dat  die  advijsen  der  classen  door  den  deputaten  sijnodi  sullen  ver- 
gadert worden  om  tgene,  wat  bij  die  meeste  stemmen  besloten  wort,  die 
E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  ende  die  E.  heeren  scholarchen  te  remon- 
streren  om  hierin  te  doen  ofte  laeten  gescieden  na  behooren. 

6.  Daema  syn   de  nieuwe  gravamina  classium  aengevangen  te  lesen. 

Ende  op  het  eerste  van  Leuwarden  ende  Bolswaert  om  eenicheijt  te  houden 

in  het  trouwen  ofte  niet  trouwen  der  ongedoopte  op  kerckelycke  wij  se  is 

bij  de  meeste  stemmen  der  broederen  besloten,  dat  men  in  desen  sich  sal 

reguleren  na  die  oude  resolutien,  meermaels  hierover  genomen,  om  sodanige 

personen  (indien  se  door  goede  verraaeningen  daertoe  niet  cunnen  gebrocht 

worden  om  haer  eerst  te  laeten  dopen  ende  met  de  kercke  vereeningen)  af 
Acta  syn.  provinc.  VI.  16 


242 

te  wqsen  tot  haere  overicheqt,  opdat  sulx  aldaer  burgelqcker  wqse  nae 
slandts  gebniqck  mach  gescieden,  doch  dat  de  broederen  ofte  kercken, 
die  haer  hierinne  beswaert  vinden,  haere  redenen  den  naestcomenden 
sqnodo  sullen  mogen  remonstreren ,  in  welcken  men  verhoopt  dieselve  ge- 
rust te  stellen ,  alles  bij  provisie  totdat  in  den  nationalen  sijnodo  (die  men 
verhoopt)  anders  mochte  geordineert  werden. 

7.  Om  verscheydene  abusen,  meermaels  aengewesen  int  ontheijligen 
van  den  sabbath  des  Heeren,  profanatien  van  kercken  ende  kerckhoven 
ende  andere  ongeregeltheden ,  die  int  trouwen  ende  baeckenbranden  begaen 
worden  etc.  waren,  te  remedieren  is  goetgevonden,  dat  een  ijder  dienaer 
bij  syn  respective  overicheijt  sal  aenhoüden  om  sodanige  ongeregeltheden 
volgens  slants  placcaeten  wech  te  nemen,  ende  dat  ten  overvloet  die  E. 
heeren  die  Gedeputeerde  Staten  sullen  versocht  worden  haere  placcaeten 
hiervan  noch  eens  te  vernieuwen. 

8.  Op  de  scheydinge  van  twe,  drie  oft  meer  gecombineerde  dorpen, 
voorleden  jaer  by  die  E.  heeren  voorgenomen ,  is  van  den  synodo  geadvi- 
seert,  dat  een  \jder  classis  haer  op  den  staet  van  de  gecombineerde 
plaetsen ,  onderholt  van  de  respective  dienaers  ende  stichtinge  der  gemeijnten 
sullen  informeren  ende  alsdan  die  E.  heeren  remonstreren,  welcke  dorpen 
na  haer  oordeel  eenige  scheijdinge  kunnen  ende  behoren  te  lijden. 

9.  Waer  mede  bijgevoecht  is,  dat  het  goet  soude  sijn  die  E.  heeren 
te  versoecken,  dat  waer  die  pastorijen  niet  genoechsaem  mogen  sijn  om 
haere  dienaren  te  onderhouden,  die  vicarijen  ofte  een  deel  derselver  na 
vereijsch  der  plaetsen  tot  die  pastorijen  gelecht  mogen  worden,  dewijle 
de  vicarii  in  ouden  tijden  oock  curam  animarum  hebben  gehadt  ende  haere 
beneficien  tot  die  kerckendienst  gegeven  sijn. 

10.  Op  die  saecke  classis  Franequeranae ,  oft  men  in  kerckelycke  saecken 
ende  vergaderingen  wel  politique  advocaeten  ofte  notarisen  mach  gebruijcken, 
is  geantwoort:  ecclesiastica  ecclesiastice,  dat  is  dat  men  kerckelycke  saecken 
op  kerckelijcke  wijse  in  aller  eenvoudicheyt  sal  verhandelen.  Wort  niette- 
min toegelaeten  dengenen,  die  haer  woort  selfs  niet  cunnen  doen,  een 
dienaer  oft  ander  lidtmaet  daertoe  te  bewilligen. 

11.  Die  candidati  theologiae,  welcke  tot  den  kerckendienst  toegelaten 
sijn  ende  van  een  gemeijnte  wettelyck  beroepen  worden,  sullen  op  haer 
eijgen  hant  sonder  advijs  van  de  broederen  des  classis ,  die  haer  redenen 
sullen  overwegen,  die  gepraesenteerde  beroepingen  niet  mogen  afslaen. 
Indien  nochtans  sulx  mochte  gescieden,  suUen  daerover  classicaliter  ge- 
censureert  worden.  Ende  de  gemeenten  sal  vrijstaen  haere  beroepingen 


243 

selfs  aen  den  classem  te  brengen  ende,  alst  haer  goetdunckt,  met  reden 
op  die  Yoorgaende  beroepinge  te  insisteren. 

12.  Doch  aengaende  die  nieuwe  beroepingen  der  dienaeren,  die  mi 
airede  in  vasten  dienste  staen,  of  die  oock  gehouden  sijn  alle  dieselvige 
haeren  classibus  te  praesenteren,  is  wel  met  de  meeste  stemmen  besloten, 
dat  sulx  ten  minsten  met  de  kerckenraden ,  daer  sij  sijn,  ofte  den  respec- 
tiven  classibus ,  waer  dat  geen  kerckenraden  s^n ,  behoort  gecommuniceert 
te  worden,  doch  dat  om  eenige  swaericheden ,  die  men  bevreest  daerwt 
te  sullen  ontstaen,  dese  quaestie  in  suspens  gehouden  wort  tot  den  toe- 
comenden  sijnodum,  tegens  welcken  alle  classes  (waervan  eenige  die 
gravamina  niet  tijdelyck  hadden  ontfangen)  haer  gevoelen  hierover  met 
redenen  becleet  sullen  inbrengen. 

13.  Nopende  het  tractament  ofte  reoompens  der  ouderlingen  voor  haer 
diensten ,  vacatien ,  kosten ,  expensen  te  geven  wt  eenige  kerckelycke  mid- 
delen laeten  die  broederen  ende  besonder  de  ouderlingen,  in  desen  synodo 
versamei t,  tselve  blijven  gelijck  het  tot  noch  toe  is  geweest,  onverkort 
nochtans  die  vrijheijt  van  een  ijder  kercke  om  hierinne  te  doen  na  vereqsch 
der  saecken  ende  personen. 

14.  Op  die  vrage,  oft  men  diegene,  die  wqn  ofte  biertappen,  wel  tot 
die  tafel  des  Heeren  mach  toelaeten,  is  geantwoort,  dat  een  ^der  kercke 
hierinne  met  discretie  sal  handelen  ter  stichtinge. 

15.  Opt  versoeck  van  eenen  bededach  tot  wechneminge  van  de  tegen- 
woordige swaricheden  wt  die  Nederlantsche  kerckensyn  die  E.  tegenwoordige 
heeren  gebeden  om  in  de  wtschrijvinge  van  dien,  die  men  is  verwachtende 
onder  anderen  dese  oorsaecke  wt  te  drucken.  Ende  D.  Bernardus  Fulleious 
heeft  aengenomen  met  syn  coUegen  sulx  de  E.  heeren  te  vernieuwen. 

16.  Nopende  het  extract  van  de  generaele  synodale  resolutien  deser 
provincie  is  geadviseert  om  eens  een  eijnde  hiervan  te  hebben,  dat  vier 
kerckendienaeren ,  waervan  eenige  airede  in  de  saecke  gebesoigneert  hebben , 
hiervan  haer  werck  sullen  maecken  om  tselfde  in  de  beste  forme  nae  haer 
beduncken  te  stellen  ende  alsoo  alle  den  classibus  toe  te  senden,  ver- 
wachtende op  den  toecomenden  sijnodum  haere  advqsen,  wat  sq  hierin 
mochten  desidereren ,  opdat  alsdan  tselve  voor  de  laeste  mael  van  den  sijnodo 
overlesen  synde  eijndelijck  mochte  geapprobeert  worden.  Wort  oock  vrien- 
delyck  begeert,  dat  die  classes,  die  haere  annotatien  hierover  noch  niet 
hebben  gemaeckt  ofte  ijmmers  noch  niet  overgelevert ,  tgene  sij  hierinne 
geobser\'eert  hebben,  ter  eerster  gelegentheqt  aen  een  van  de  vier  ver- 
korene mannen  willen   oversenden,   wiens  namen  sijn  dese  navolgende: 

16* 


244 

D.  Bernardus  Fullenius,  predicant  tot  Leuwarden,  Hieronumus  Hoender- 
BRENGA  tot  Husum,  Florentius  Johannis  tot  Sneeck  ende  öodscalcus 
Aelttos  tot  Bolswaert 

17.  Alsoo  verscheydene  onordeningen  waeren  gespeurt  bij  die  beroe- 
pingen der  predicanten,  daer  geen  ander  dienaer  oft  dienaren  sijn,  is 
volgens  de  goede  practqcq  vant  classis  van  Bolswaert  hoochnodich  ende 
stichtelyck  bevonden,  dat  bq  alle  sodanige  beroepingen  twe  dienaers  wt 
die  respective  classibus  sullen  gesonden  worden  om  door  predicatie, 
vermaningen  ofte  gebeden  die  menichte  tot  een  ordentelijck  beroepen  te 
bereijden ,  op  die  wettelycheyt  der  stemmen  te  letten  ende  voor  alle  dingen 
toe  te  sien,  dat  volgens  der  E.  heeren  resolutie  ende  placcaet  nijmandt 
tot  die  stemminge  der  predicanten  mochte  toegelaten  worden  als  alleene, 
die  ledematen  der  (Gereformeerde  kercken  ende  toehoorders  van  Godts 
woort,  tsij  oft  dieselve  rijck  oft  arm  sijn,  gelyck  die  tegenwoordige  gecom- 
mitteerde heeren  verclaert  hebben  siüx  haere  meijninge  te  wesen  over  die 
voorgemelte  resolutie.  Doch  sal  hierover  approbatie  van  de  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  versocht  worden  door  den  deputaten  sijnodi  ende 
wtschrijvinge  aen  de  E.  heeren  grietsluijden  om  haer  onderdaenen  hiervan 
te  verwittigen  ende  oock  die  hant  daeraen  te  houden. 

18.  Ende  dienvolgens  en  sullen  geen  beroepingen  der  predicanten  in 
den  classibus  hierna  geapprobeert  worden,  als  die  in  voorsz.  forma  na 
slandts  resolutie  ende  dese  kerckenordeninge  sijn  geschiet. 

Dusverre  syn  afgehandelt  die  generale  saecken.  Nu  volgen 
die  particuliere  aengaende  seeckere  personen  ende  plaetsen. 

1.  Daer  sijn  verscheyden  appellen  den  synodo  voorgecomen,  vooreerst 
over  die  beroepinge  van  Morrhe  ende  Metselawier ,  gedaen  op  den  persoon 
van  Cornelius  Hieronumi,  candidatus  theologiae  tot  Franeker,  waerover 
de  partijen  ten  beijden  sqden  verstaen  sijnde  haere  stucken  ende  docu- 
menten doorsien,  ende  voorts  van  de  E.  vergaderinge  gelet  op  allen, 
waerop  in  desen  heeft  cunnen  gelet  worden,  verclaert  het  tegenwoordige 
synodus  geen  genoechsaeme  redenen  gesien  ofte  gehoort  te  hebben,  waer- 
omme  die  voorsz.  beroepinge  haeren  voortganck  niet  en  soude  hebben, 
daeromme  deselve  geapprobeert  heeft  ende  die  klagende  partij  e  vennaent 
ende  gebeden  Cornelium  voorsz.  voor  haeren  wettelijcken  dienaer  te  ont- 
fangen  ende  alle  vrientschap  te  bewijsen. 

2.  Syn  oock  den  sijnodo  gepraesen teert  twe  beroepingen  van  die  gemeynte 
ofte  ingcsetenen  van  Minnaem ,  d'eene  gedaen  op  D.  Ulpiantjm  Ep^^ei  ,  pre- 
dicant tot  Oldeboom,  d'andcre  op  Meijnardum  Scotanum,  theologiae 
candidatum,  welcke  bij  den  classem  van  Franeker  geapprobeert  was.  Het 


245 

synodus  verstaen  hebbende ,  dat  verscheyden  abuseii  ende  onwettelycheden 
tQgens  het  gebniijjck  der  kerckelycke  proceduren  in  desen  begaen  waeren, 
besonder  doordien  aen  beyde  Bijden  die  arme  ledematen  ter  behoorlycker 
tyt  ende  plaetse  niet  en  waeren  geroepen,  gelyck  sulx  na  lantsresolutie 
ende  kerckelycke  ordinantie  betaemde,  heeft  beijde  die  beroepingen  ge- 
casseert,  ende  die  gemeente  van  Minnaem  belastet  tot  een  nieuwe  electie 
op  een  van  de  twe  voorsz.  dienaren  oft  ^jmants  anders  te  treden  met 
overroepinge  van  twc  gecommitteerde  dienaeren  wt  den  classe  van  Franeker 
ende  sulx  ter  allereerster  gelegentheyt 

3.  Door  dese  occasie  is  voorgevallen  een  quaestie  in  den  synodo,  oft 
die  edelluijden  oft  eijgenerfden ,  die  in  loco  niet  en  woonen  noch  tot 
sodanige  vacerende  kercken  niet  behoren ,  wel  mogen  stemmen  voor  haere 
landen  oft  landtsaeten.  Is  van  den  sijnodo  gead viseert,  dat  onvercort  haere 
E.  priviligie  van  stemmen  in  wereltsche  saecken  die  stemmingen  tot 
kerckelycke  bedieningen  personeel  sijn,  alleen  die  ingesetene  toebehorende 
als  schapen  van  haren  herder ,  die  daer  onder  sodanige  parochie  behoren , 
wanneer  sij  na  lantsresolutie  ende  kerckelijcke  ordinantie,  hierboven  gemelt 
artic.  17,  daertoe  gequalificeert  sijn. 

4.  Die  straffe  van  Lambert  Jans,  op  eenige  voorgaende  synoden  ge- 
concludeert,  waervan  de  executie  meermaels  aen  de  E.  heeren  Gedepu- 
teerden is  versocht,  wort  alsnoch  van  de  tegenwoordige  synodo  gecontinueert, 
ende  wort  den  deputaten  sijnodi  in  last  gegeven  sulx  van  nieus  wederom 
te  versoecken  ende  des  nodich  synde  die  E.  heeren  rekenschap  te  geven 
van  de  proceduren,  tegens  Lambert  voorsz.  gehouden,  ende  van  de  redenen, 
waerom  het  classis  van  Franeker  ende  versceyden  sijnoden  sodanige 
sententie  tegen  hem  gevelt  oft  gecontinueert  hebben. 

5.  Die  saecke  van  Liett^'e  Lieuwes  van  Franeker  heeft  oock  gedient, 
welcke  verstaen  synde  is  van  den  synodo  bestraft  geworden  over  synen 
quaden  raet ,  aen  Lambert  Jansen  gegeven  om  Rodolpho  Artopjj»  sodanigen 
silveren  beeeker  te  vereeren,  opdat  hij  in  syn  examen  mochto  voortge- 
holpen  worden ,  alsoock  omdat  hij  naemaels  heeft  getuqcht  contrarie  sqnen 
raet,  dat  van  hem  noch  van  Lambert  Janssen  eenige  quaede  middelen 
gebruijckt  waeren  om  Ix.\mbert  voorsz.  tot  den  predickdienst  te  vorderen , 
waervan  Lieuwe  Lieuwes  van  don  sijnodo  openbaere  schultbekenninge  is 
opgeleijt  ende  belofte  om  voortaen  voorsichtiger  te  wandelen  in  soo  ge- 
wichtige saecken.  Twelck  Lieitwe  voorsz.  heeft  aengenomen,  biddende  de 
eerwaerde  broederen  hem  sulx  om  Christi  wille  te  willen  vergeven,  als 
die  wt  onwetenheijt  sulx  gedaen  hadde. 

6.  D.  Daniel  Johannis,  rector  tot  Sneeck,  geappelleert  hebbende  van 


246 

seeckere  sententie,  in  den  classe  van  Sneeck  tegen  synen  persoon  gevelt 
over  seeckere  drie  puncten ,  waerover  onder  anderen  in  Hollant  die  tegen- 
woordige swaricheden  in  de  Gereformeerde  kercken  geresen  sijn,  als 
namentlyck  van  de  praedestinatie ,  van  de  genade  Godts  ende  volstandicheijt 
der  gelovigen ,  wolcke  Daniel  eertijts  schriftelyck  den  classe  hadde  over- 
gegeven ende  nu  wederom  in  sijnodo  gedicteert,  verclarende  vooralsnoch 
daerbij  te  persisteren,  de  E.  sijnodus  dieselvige  na  gelegentheyt  des  tijts 
overwegende  heeft  geoordeelt  dieselve  onschriftmatich  te  wesen  ende  met 
het  rechte  gevoelen  der  Nederlantscher  kercken  niet  te  accordeeren ,  daer- 
omme  de  sententie  des  classis  van  Sneeck  tegens  Daioelem  voorsz.  gevelt 
geapprobeert. 

7.  Doch  alsoo  Daniel  onder  anderen  verclaerde  hem  in  de  drie  voorsz. 
puncten  beswaert  te  sijn  ende  daerom  geeme  met  eenige  broederen  wilde 
confereren ,  hem  leersaem  stellende ,  sooverre  dieselve  hem  anders  conden 
onderrichten,  belovende  hem  middelertijt  gerust  te  sullen  houden,  het 
synodus  hierop  met  aendacht  lettende  ende  wenschende,  dat  hij  tot  die 
eenicheijt  deser  gemeijnte  weder  mochte  gebrocht  worden,  heeft  drie 
godtsalige  ende  welgeleerde  mannen  gecommitteert  om  broederl^ck  ende 
vriendelyck  D.  Danielem  wt  öodes  woort  ende  goede  redenen  te  onder- 
richten ende  syne  swaericheyt,  ist  mogelyck,  wech  te  nemen.  Twelck  die 
gecommitteerde  van  Sneeck  ende  D.  Danieu  voorgestelt  synde  hebben  die 
van  Sneeck  sulx  geaccepteert ,  maer  Daniel  heeft  ses  weecken  sijn  beraet 
genomen,  die  hem  oock  van  den  synode  gegunt  sijn,  op  hope  dat  hij  hem 
middelertijt  naerder  sal  bedencken.  Tot  dese  broederlycke  ende  private 
onderwijsinge  (soo  Daniel  sulx  begeert)  syn  van  den  synode  genomineert: 
D.  Johannes  Maccovixts,  professor  theologiae  tot  Franeker  (met  welcken  D. 
Daniel  privatelyck  hadde  beginnen  te  spreecken  over  dese  articulen)  ende 
D.  Johannes  Bogermannus  ,  predicant  tot  Leuwarden,  item  D.  Florenttus 
JoHANNis ,  predicant  tot  Sneeck.  tis  goetgevonden ,  dat  die  plaetse  tot  Sneeck 
sal  wesen,  opdat  het  quaet  mochte  begraven  worden,  daert  geboren  is. 
Die  andere  omstandicheden ,  hiertoe  gerequireert ,  sullen  staen  in  discretie 
van  de  gecommitteerde. 

8.  In  de  saecke  D.  Aktop^ei  is  goetgevonden  vooreei*8t  vier  mannen 
wt  het  midden  van  de  sijnodale  vergaderinge  te  committeren,  als  met 
naemen  D.  Florentium  Johannis  ,  praesidem ,  Godscalcüm  Aelttom  ,  scribam 
sijnodi,  D.  Tammerum  Gerardi  ende  den  burgmeester  Rombertum  Thomae 
om  ter  eerster  gelegentheijt  haer  tot  Franeker  te  transporteren  ende  alle 
goede  middelen,  sooveele  mogelyck  sal  sijn,  bij  der  hant  te  nemen  om 
die  quaestien  ende  querelen  tusschen  D.  Artopj^um  ter  eener  ende  de 
kerckenraet  der  gemeynte  aldaer  mitsgaders  de  broederen  des  classis  ter 


*>47 

ander  syde  neder  te  leggen  (indien  het  mogelyck  is).  Indien  niet,  dat 
deselvige  gecommitteerde  den  broederen  ende  ledemaeten  deses  geheelen 
agnodi  alsdan  wederom  tot  Franeker  over  drie  weecken  ofte  daerontrent 
sullen  versehr^ven  om  dese  saecke  te  resumeren  ende  eyndelyck  tot  de 
meeste  ruste  ende  stichtinge  der  gemeynte  voorsz.  af  te  doen,  alles  naerder 
blijckende  bij  die  procuratie,  in  den  synodo  den  voorsz.  gecommitteerden 
daervan  gepasseert  Twelck  geschiet  synde  opten  4®"  Augusti ,  ende  alsoo 
doenmaels  die  saecken  niet  conden  geaccommodeert  worden,  is  daervan 
rappoort  in  synodo  met  goeden  contentement  gedaen,  welcke  volgens  in 
de  geheele  saecke  heeft  geresol veert,  als  hierna  sal  blijcken. 

9.  Tamho  LdjRANUs  hocft  een  request  over  sijn  miserie  ende  armoede 
den  sijnodo  gepraesenteert  om  te  becomen  een  jaerl^x  tractement.  Het 
s^nodus  medelyden  hebbende  met  sijnen  ellendigen  staet  heeft  in  last 
gegeven  haeren  deputatis  om  sulx  voor  hem  als  eenen  emerito  off  impo- 
tenten  dienaer  aen  de  E.  heeren  Staten  van  Frieslant  te  versoecken ,  ende 
bq  weijgeringe  van  dien  aen  de  E.  heeren  volmachten  deser  provincie. 

10.  Tot  deputatos  synodi  syn  voor  dit  jaer  gecoren  wt  den  respectiven 
classibus  dese  navolgende,  van  welcken  n^mant  praesent  is  geweest  als 
een  membrum  sijnodi. 

Die  vant  classis  van  Doccum  continueren  noch  voor  dit  jaer  na  de  ordre 
der  IV  mannen,  die  nu  tot  haer  gecomen  is. 

Wt  den  classe  van  Leuwarden  haer  succederende  syn  gecoren  D.  Hiero- 
NUMUB  HoEXDERBRiNQA ,  prodicaut  tot  Husum,  ende  Sioucke  Sioückes, 
ouderling  tot  Marrum. 

Wt  den  classe  Sylvana  Johanner  MELBOM^fius,  predicant  op  Langweer, 
ende  Siourdt  Wltarda,  ouderling  tot  Accrum. 

Wt  den  classe  van  Sneeck  Gerardtts  Cleubeuckerus,  predicant  tot  Oosthem 
cum  annexis,   ende  die  E.  Homme  van  Hettinga,  ouderlinck  in  der  Jlst. 

Wt  den  classe  van  Bolswaert  Johanxes  Biltius  ,  predicant  tot  Worcum , 
ende  Wijger  Annes,  ouderling  tot  Pingum. 

Wt  den  classe  van  Franeker  Adamus  Westermannus  ,  predicant  tot  Ooster- 
littens,  ende  Ei»o  Jacobs,  burgermeester  ende  ouderling  tot  Franeker. 

11.  De  rekeninge  van  de  deputaten  des  sijnodi  is  van  seeckere  gecom- 
mitteerde wt  den  synodo  ontfangen  ende  door  den  praesidem  ende  scribam 
in  haer  recesboeck  geparagrapheert. 

12.  Die  E.  heeren  gecommitteerde  Staten  tevoren  gemelt  syn  van  den 
synodo  bedanckt  geworden  voor  haere  praesentie  ende  goede  diensten  den 
synwlo  bewesen  ende  haere  E.  syn  de  resolutien  desselvigen  gerecomman- 
deert  om  favorabelyck  haeren  coUegio  te  rapporteren  ende  syn  ootmoedich 


i 


248 

gebeden  liaer  beste  hierinne  te  wülen  doen,  dat  se  een  goeden  effect 
mogen  sorteren. 

13.  Censura  morum  is  gehouden,  ende  het  synodus  is  met  dancksegginge 
van  Gk>des  h.  naem  ende  broederl^cke  groetenissen  op  Yr^jdach  i)  tsavonts 
in  vrientschap  gescheijden. 

Die  resterende  stucken  ende  requesten  van  andere  saecken  als  oock  het 
appel  van  D.  Yibraitoo  van  Luttiewqmm  sqn  wtgestelt  tot  de  naeste  ver- 
gaderinge  des  s^nodi ,  welcke  men  acht ,  dat  tot  Franeker  korts  gehouden 
sal  worden  ofte  bij  gebreck  van  dien  overgedragen  aen  den  deputaten  des 
sijnodi  om  daerin  te  disponeren  na  behooren. 

Dusverre  de  acten  van  de  eerste  synodale  vergaderinge. 

Volgen  die  twede. 

Continuatie  des  synodi,  geschiet  tot  Harlingen  anno 
1617  van  den  8^  tot  den  13^  Augusti. 

1.  De  broederen  aldaer  verschenen  synde  is  van  nieuws  wederom  voor- 
genomen een  nieuwe  protestatie  ende  appellatie  van  de  kereke  Wqnaem 
over  die  beroepinge  op  Vibrandüm  Hectoms,  predicant  in  Ad  wort  in  den 
classe  van  Doccum,  op  dewelcke  twe  contrarierende  apostillen  van  den 
classe  van  Franeker  gegeven  waeren.  Het  synodus  partijen  verstaen  heb- 
bende ende  oock  die  reden  des  classis,  waerom  sy  die  laeste  apostille 
hadden  gegeven  tegen  de  eerste  ende  alles  geconsidereert  hebbende ,  wat 
in  desen  behoort  geconsidereert  te  worden,  heeft  geoordeelt,  dat  D. 
ViBRANDus  voorsz.  b^  syn  gemeijnte  voor  desen  tijjt  sal  stichtelycker  kimnen 
blyven  als  tegens  wille  van  een  groot  deel  der  ledemaeten  tot  Wijnaam 
hem  te  begeven.  Dienvolgens  is  de  gemeijnte  van  Wijnaam  geordineert 
ter  eerster  gelogentheyt  na  deses  synodi  resolutie  ten  overstaen  van  twe 
dienaren  wt  den  classe  tot  eene  nieuwe  electie  te  treden. 

2.  Oock  isser  voorgecomen  een  nieuwe  protestatie,  gedaen  van  eenige 
ledemaeten  ende  ingesetenen  tot  Minnaam,  tegens  de  beroepinge  gedaen 
op  die  persoon  ViBRAin)!  Everardi,  candidati  theologiae,  die  oock  in  den 
classe  van  Franeker  geapprobeert  was.  Het  synodus  partijen  verstaen 
hebbende  ende  op  alles  gelet  na  behoren  heeft  bij  die  meeste  stemmen 
besloten,  dat  die  voorsz.  beroepinge  sijnen  voortganck  sal  hebben,  mits 
dat  de  ledemaeten,  die  niet  gestemt  hebben,  sullen  geinduceert  worden 
om  consent  in  de  beroepinge  te  dragen  ende  door  onderschrijvinge  haer 
met  de  anderen  conformeren ,  waerin  het  synodus  syn  beste  heeft  gedaen 


1)     »Vrijdach"  dat  is  19  Juni. 


249 

ende  voort  Meunardüm  Vomeuum  wt  den  classe  geordineert  om  b^  sqne 
bevestinge  die  reste  daertoe  te  induceren. 

3.  Daniel  Johannis,  rector  tot  Sneeck,  heeft  oock  eenen  langen  brief 
aen  den  synodum  geschreven,  dienende  tot  antwoort  op  die  voorgaende 
resolutie ,  accepterende  de  handelinge  ofte  vriendelijcke  onderrichtinge  van 
de  broederen,  daertoe  gecommitteert,  ende  meteenen  versoeckende  daema 
in  integrum  gestelt  te  worden  ofte  in  stillicheijt  geduldet.  Na  desen  is 
Daniel  ingeroepen  opten  9  Augusti  selfs  op  den  synodum  verschenen 
vraegende,  oft  daer  eenige  dispositie  op  synen  brief  was  gevallen  ende 
hoedanige,  meteenen  ter  begeerte  des  synodi  synen  brief  onderteeckenende, 
twelck  hij  verclaerde  door  haesticheyt  vergeten  te  hebben.  Op  allen  desen 
is  hem  de  resolutie  des  synodi  voorgelesen  aldus  luidende:  Het  synodus 
gelesen  hebbende  die  missive  van  Daniel  voorsz.  ende  syne  mondelycke 
versoeck  aengehoort  heeft  besloten,  dat  sijne  missive  in  handen  van  de 
drie  gecommitteerde  sal  gestelt  worden  ende  dat  dieselve  haer  ter  eerster 
gelegentheijt  tot  Sneeck  sullen  praesenteren  om  haere  commissie  desen 
aengaende  texerceren  verwachtende ,  hoe  hem  Daniel  in  desen  na  de  eerste 
resolutie  sal  houden  ende  dragen  om  daema  rappoort  gedaen  hebbende 
aen  den  deputaten  synodi,  van  de  kercke  tot  Sneeck  ende  haeren  classe 
na  haeren  (scil.  deputaten  synodi)  advys  te  doen  ofte  te  laeten  gescieden , 
wat  tot  meeste  stichtinge  syner  gemeijnte  ende  genisticheijt  onses  vader- 
lants  sal  bevonden  worden  te  behoren.  Het  synodus  niet  goetvindendo,  dat 
dese  onderhandelinge  schriftelyc  sal  gescieden,  mogende  niettemin  lyden, 
dat  eenige  swaere  argumenten  van  degene,  die  sulx  sal  versoecken,  pro 
meraoria  aengeteeckent  werden  om  sich  wat  naerder  daerop  te  bedencken , 
welcke  resolutie  D.  Danieu  voorgelesen  synde  heeft  dieselve  aengenomen , 
verwachtende  die  voorsz.  gecommitteerde  binnen  een  maent  na  desen, 
praesenterende  oock  aen  sijn  sijde  die  dingen,  die  daer  int  secreet  pas- 
seren, niet  te  willen  elimineren  ofte  verbreyden. 

4.  Den  synodo  is  oock  overgeschreven  een  schriftelyck  appel  van 
Vibrando  Johannis  ,  predicant  tot  Lutiewirum ,  die  selfs  in  persone  niet  is 
verschenen ,  beclagende  sich  door  brieven  over  die  censura  des  classis  van 
Sneeck,  tegen  hem  wtgesproocken  aengaende  eenige  schultbekenninge , 
hem  opgeleyt.  Hot  synodus  syne  brieven  gelesen  hebbende  ende  gehoort 
het  rappoort  van  de  gecommitteerde  des  classis  van  Sneeck  ende  gesien 
de  acten  desselvigen  classis  aengaende  dese  saecke,  heeft  vooreerst  goet- 
gevonden  D.  Vibilvküum  schriftelyck  tot  Harlingen  te  citeren  om  syn  appel 
te  vervolgen.  Maer  alsoo  hij  die  citatie  wel  ontfangen  hebbende  in  plaets 
van  comparitie  een  missive  voor  de  twede  mael  sonde  van  eenen  inhout, 
is  van  den  sijnodo  die  sententie  des  classis  geapprobeert ,  daerby  doende 


250 

dat  hij   om  reden  na  insinuatie  deses  soolange  van  synen  dienst  sal  ge- 
suspendeert  bleven ,  totdat  hij  die  sententie  des  classis  sal  voldaen  hebben. 

5.  Ende  alsoo  eenige  swaere  geruchten,  die  seer  odieus  waeren  in 
saecken  van  religie  in  dese  verschillen,  den  sijnodo  van  Vibraxdo  voor- 
quamen,  is  het  classis  van  Sneeck  gelastet  haer  daerop  naerder  te  informeren 
volgens  de  instructie,  haeren  gecommitteerden  van  den  synodo  gegeven, 
ende  daema  oock  in  desen  te  doen  na  behoren. 

6.  Als  in  de  saecke  D.  Artop^si  eenige  dagen  lanck  met  groote  moeyte 
was  gebesoigneert ,  ende  Artop^eus  verscheydene  swaere  clachten  inbrachte 
tegen  verscheyden  persoenen,  die  hij  voor  partje  hielt,  begerende  dat  het 
sijnodus  meteenen  in  reconventie  tegens  deselfde  wilde  laeten  procederen, 
is  daerop  met  eendrachtige  stemmen  gead viseert ,  dat  men  die  eerste  saecke 
aengaende  Ahtop^i  beschuldinge  voor  desen  ty t  alleene  soude  afhandelen , 
latende  om  redenen  die  saecke  van  reconventie  in  arbitrio  D.  Artop^ei  om 
syne  actie  daervan  te  institueren  voor  sulcken  collegien,  als  diesel ve  na 
kerckenordeninge  behoren ,  blyvende  hy  in  allen  desen  salvo  jure  door  die 
volgende  sententie  des  synodi  aengaende  syn  persoon. 

7.  Sententia  synodi  in  de  saecke  Artop^ei.  —  Alsoo  den  synodo,  ten 
eersteraael  in  Junio  tot  Harlingen  vergadert ,  was  voorgecomen  een  seeckere 
sententie  des  classis  van  Franeker  tegen  die  persoon  Rodolphi  Artop^^ 
ende  oock  een  protestatie  van  eenige  broederen  des  classis  tegen  deselfde 
sententie ,  ende  het  synodus  verstonde  den  bedroefden  staet  der  gemeente 
Christi  tot  Franeker  sulx  te  vereyschen ,  dat  sy  haer  ex  officie  de  geheele 
saecke  behoorden  aen  te  nemen  om  sooveel  mogelijck  tot  een  goet  eijnde 
te  brengen ,  soo  is  dat  in  de  twede  vergaderinge  van  den  6®"  tot  den  13®" 
Augusti  met  groote  moeijte,  arbeijt  ende  verdriet  over  dese  saecke  is 
gehandelt ,  partijen  aen  wedersyde  verstaen ,  getuijgen  gehoort ,  documenten 
gesien  ende  gelesen,  verscheijden  informatien  genomen  ende  niet  en  is 
nagelaten  van  tgene  men  tot  openinge  der  saecke  nodich  achte.  Eyndelyck 
met  rijpe  deliberatie  op  alles  gelet  synde,  waerop  in  desen  heeft  cunnen 
ende  behoren  gelet  te  worden,  heeft  het  E.  synodus  in  den  naeme  des 
Heeren  ende  goeder  conscientie  gesentieert  ende  geoordeelt  mitsdesen  in 
forma  ende  maniere  als  volget :  Dat  oft  wel  die  broederen  des  classis ,  die 
de  voorsz.  sententie  hebben  gevelt,  geacht  worden  in  sulcken  staet  van 
contumaciae ,  als  die  saecken  doenmaels  geoordeelt  werden ,  int  vellen  van 
de  sententie  ten  principaele  niet  sonder  reden  sulx  gedaen  te  hebben, 
ende  oft  oock  wel  aen  d'andere  sijde  van  den  synodo  verstaen  wort,  dat 
die  protesterende  broederen  siende  op  eenige  omstandicheden  in  de  proce- 
dure gehouden  ende  d'insufficientie  der  getuijgenissen  na  haeren  oordeel 


251 

in  soo  een  gewichtige  saecke ,  haer  wel  hebben  mogen  met  reden  beswaren , 
nochtans  dit  alles  niett^enstaende  heeft  het  synodus  op  die  geheele  saecke 
metten  aencleve  van  dien  rqpelqck  lettende  wyders  geadviseert  ende 
gesententieert ,  doende  noch  sulx  mitsdesen  in  forma  nabeschreven ,  dat 
sy  wt  die  getiiijgenissen  ende  documenten,  die  voor  haer  gecomen  sijn, 
niet  cunnen  verstaen,  dat  D.  Artop jeöh  voorsz.  aen  het  crimen  intentati 
stupri  ofte  des  adulterii  nochte  des  viiqlgewinsoeckens  schuldich  sij ,  alles 
nochtans  sonder  praejudide  van  den  Hove  van  Frieslant,  alwaer  dese 
saecke  tegenw^oordich  is  hangende ,  maer  niettemin  genoechsaem  overtu^cht 
te  syn:  10  van  hem  in  eenige  woorden,  gebeerden  ende  wercken  niet  so 
stichtelyck  ende  christelyck  gedragen  te  hebben ,  als  wel  synen  ouderdom 
ende  heqlige  beroepinge  betaemde ;  20  voorts  sich  eenige  jaeren  herrewaerts 
door  verscheijden  kuiperijen  in  saecken  van  politie  al  te  seer  ende  teene- 
mael  buyten  sijne  beroepinge  ingesteecken  ende  vermengt  te  hebben; 
30  als  oock  door  eenige  andere  manieren  van  doen  smaeckende  na  factie 
onvoorsichtich  te  hebben  gedragen,  alles  streckende  tot  ergernisse  ende 
ontrustinge  van  veelen.  Alwaeromme  het  synodus  heeft  nodich  geacht 
RoDOLPHTjM  voorsz.  vau  alle  kerckelycke  bedieningen  ende  vergaderingen 
de  facto  te  suspenderen,  doende  sulx  mitsdesen  ter  tijt  ende  soolange, 
totdat  hy  hem  voor  den  Hove  van  Frieslant  de  crimine  intentati  stupri 
ten  vollen  sal  gepiu^eert  hebben,  de  wijle  hjj  selfs  met  hoge  woorden  ver- 
claerde  syn  proces  in  sulcken  poincten  ende  staet  airede  voor  den  E.  Hove 
te  hangen,  alles  onder  conditie  dat,  bqsooverre  hq  aldaer  schuldich  be- 
vonden ende  verclaert  werde,  hij  de  facto  van  synen  dienst  ende  plaetse 
sal  geremoveert  worden.  Indien  niet,  hq  in  synen  gewoonlijcken  dienst 
sal  worden  gecontiniieert :  10  mits  dat  hy  van  de  voorgemelte  puncten 
alhier  voor  den  synodo  syn  schultbekenninge  sal  doen ,  welcke  oock  tsijner 
tigt  voor  syn  gemeynte  sal  gepubliceert  ende  den  classi  aengedient  worden ; 
20  dat  hij  hem  ten  overstaen  van  eenige  broederen  des  sijnodi  oft  haeren 
gedeputeerden  met  synen  kerckenraet  ende  magistraet,  in  sooveele  sq  in 
desen  geoffendeert  sqn,  alsdan  broederlyck  sal  versoenen  (waeronder  wy 
die  andere  geoffendeerde  ledemaeten  ende  burgeren  willen  begrepen  hebben) 
achtende  dat ,  of  wel  hem  A.rtop.«o  syn  recht  van  reconventie  in  de  voor- 
gaende  acte  vrijgelaten  was ,  nochtans  tot  meerder  vrede  ende  gerustiehey t 
van  syn  persoon  ende  gemeqnte  te  sullen  strecken,  indien  hij  sulx  per- 
donnere  ende  nalate,  welverstaende  hieronder  niet  begrepen  te  syn  het 
proces  tegen woordich  voor  den  Hove  hangende ,  houdende  oock  het  synodus 
in  suspens  sodanigo  straffen  dergener,  die  openbaere  ergernissen  in  dese 
verschillen  sullen  bevonden  worden  aengerecht  thebben,  waerop  de  ge- 
deputeerde des  synodi  siillen  letten.  30  Eyndelyck  is  geconditioneert ,  dat 
D.  ArtopuEus  hem  van  de  drie  voorgemelte  mishandelin^p  in  toecomenden 


252 

tijt  met  aller  sorchvuldicheijt  sal  wachten  ende  waeren,  ende  hem  specia- 
lyckcn  voor  dese  vergaderinge  met  onderteeckenlnge  s^nes  hants  sal 
verbinden  hem  van  nu  voortaen  voor  sodanige  ergerlycke  dingen  besonder 
de  kiiijper^e  af  te  houden  onder  expresse  cautie,  soo  hij  wettelycke  over- 
tuijcht  wort  hem  daerin  wederom  te  vermengen  ofte  verlopen,  sonder 
eenige  dispositie  van  synen  dienst  tot  Franeker  sal  afgeset  wesen  ende 
blyven.  Aldus  gedaen  tot  Harlingen  in  de  sqnodale  vergaderinge  opten 
136"  Augusti  1617  ter  praesentie  ende  overstaen  van  de  E.  M.  heeren  de 
gecommitteerde   Staten   deser  provincie  Meunardo  Idzarda  ende  Sumen 

Welcke  sententie  voorgelesen  synde,  heeft  D.  Artop^eus  daerin  ge- 
acquiesceert ,  schultbekenninge  voor  den  synodo  gedaen  ende  die  acte  na 
inhout  van  desen  ondergeteeckent ,  welcke  den  praesidi  in  bewaeringe  is 
gedaen. 

Heeft  oock  geacquiesceert  die  kerckenraet  van  Franeker,  item  de  pro- 
testanten. Ende  hoewel  van  de  broederen,  die  de  eerste  sententie  in  den 
cliisse  gegeyen  hadden ,  vooreerst  daertegen  werde  gemurmureert ,  hebben 
sij  oock  eijntl^ck  dieselve  haer  gesubmitteert ,  versoeckende  partijen  copie 
van  do  sententie  te  mogen  hebben,  die  haer  gegunt  is. 

8.  De  clachte  Coneadi  AmrARn  tegens  eenige  in  synen  classe  is  ad 
deputatos  sijnodi  gerenvoqeert 

Welcken  oock  belast  is  ofte  eenigen  van  haer  gecomraitteert  den 
classem ,  kercke  van  Franeker  ende  Artop^eum  met  ende  onder  malcanderen 
suo  tempore  te  versoenen,  oock  die  ergernissen  tot  Franeker  heen  ende 
weder  notoirlyck  gegeven  op  die  beste  manieren  wech  te  nemen,  ende 
van  D.  Artopjso  versocht  synde  opt  stuck  van  reconventie  tegens  eenige 
personen  voorgenomen,  waerinne  hem  syne  vrijheyt  gelaten  wort,  na  inhout 
van  de  voorgaende  acten  te  doen  ende  laeten  geschieden ,  wat  recht  ende 
billijck  is,  wanneer  sy  vooreerst  van  D.  Florentio  Johannis,  praeside  synodi 
(dien  de  deputaten  alsdan  tot  haer  sullen  roepen)  van  eenige  nootwendige 
saecken  voor  den  synodo  gepasseert  naerder  sullen  geinformeert  syn. 

Twelck  alles  gepasseert  ende  besloten  synde  syn  die  E.  heeren  voor 
liaere  lancdurige  residentie,  goeden  raet  ende  daet  voor  den  twedemael 
bedanckt  geworden.  Ende  de  broederen  des  synodi  malcanderen  in  alle 
vrientscap  bejegenende  ende  bedanckende  sijn  na  dancksegginge  van  den 
naeme  Godts  ende  geluckwensinge  over  dese  haere  handelinge  in  liefde 
ende  vrede  oock  gescheyden. 

Aldus  gedaen  den  13®"  Aug.  tot  Harlingen  in  de  synodale  vergaderinge 


253 

ter  praesentie  ende  overstaen  van  de  twe  gecommitteerde  heeren  voorsz. 
ende  by  ons  nomine  synodi  onderteeckent.  Onderstont 

Florentiüs  Johannis,  electus  synodi  praeses,  ende 
OoDSGALccs  Aeltius,  electus  synodi  scriba. 


Acta  synodi  Doccumanae  den  2  Junij  deses  jaers 
1618. 1) 

Nae  aenroepinge  van  Oodes  h.  naem  z^n  wt  die  gecommitteerde  dienaren 
der  respect,  dassen  bi  de  meeste  stemmen  tot  praesidem  gecoren  D. 
YmcENTTüs  Jacobi,  dienaer  des  h.  evangelii  tot  Leckum,  ende  tot  scribam 
HuGO  Petri  Snecanus,  predicant  tot  Oosterwierum. 

Daemae  zqn  oovergelewert ,  gelesen  ende  geapprobeert  die  credensbrieven 
van  den  gecommitteerde  dienaren  ende  ouderlingen  der  respect,  dassen. 

Dienvolgende  is  bevonden,  dat  wt  den  classe  van  Doccum  verschenen 
zyn:  als  dienaers  D.  Hero  ÜLDraci,  predicant  tot  Oldkercke,  ende  Focoo 
JoAOTos  tot  Holwert ,  ende  als  ouderlingen  Fooco  van  Aysma  ,  secretaris  van 
Ferwerderdeel,  ende  Popke  Wartmans,  ouderling  tot  CoUum; 

wt  den  classe  van  Leeuwarden :  als  dienaren  Nicolaus  Joannk  ,  predicant 
tot  Berlkum ,  ende  Vincentius  Jaoobi  tot  Leckum ,  ende  als  oiiderl.  Tierck 
Abbes,  schepen  binnen  Leeuwarden,  ende  Dirck  Willems  aen  S.  Anna- 
parochie ; 

wt  den  classe  Silvana:  als  dienaren  D.  Joaiïnes  OvERNiEus,  dienaer  J.  Ch. 
tot  Hascherdijcken,  doch  niet  verschenen  om  zijn  cranckheit  (ende  volgens 
dien  geexcuseert)  ende  Ulpianus  Epjei  tot  Oldeboom,  ende  als  ouderling 
SiüRDT  Wiarda  tot  Ackrum  ende  Aesoa  Poppes  tot  öoingerijp; 

wt  den  classe  van  Sneeck:  als  dienaeren  Hugo  Petri,  dienaer  Je.  Ch. 
tot  Oosterwierum ,  ende  D.  Bernardus  Mandevul  ,  dienaer  tot  Goinge  cum 
annexis ,  ende  als  ouderlingen  Andrtes  Sueerds  binnen  Sneeck  ende  Wibrant 
Heerckes  tot  Bosum ,  ooc  niet  verschenen  om  zqn  cranckheit  ende  volgens 
mede  geexcuseert; 

wt  den  classe  van  Bolswaert:  als  dienaeren  Aeltien  Reiners,  dienaer 
tot  Worcum,  ende  Albertus  Nienhuis,  predicant  tot  Borgert  cum  annexis, 
ende  als  ouderlingen  Taco  van  Aysma  ende  Epke  Bienties  tot  Mackum; 

wt  den  classe  van  Franiker:  als  dienaren  D.  Meinardus  Vomelitjs,  dienaer 


1)     Deze   acta   moeten   hier   volgen,   doch   zijn   in   onzen  codex  opgenomen  na  de 
acta  der  op  30  September  te  Leeuwarden  gehoudene  synode. 


254 

tot  Schalsum  ende  Boer,  ende  Watze  Watsis  tot  Vinssum,  ende  Sibran 
BoNGA  tot  Kimsert  ende  mr.  Jan  Hendrix  tot  Harlingen  al8  ouderlingen. 

Is  mede  gelesen  die  commissie  van  de  E.  heeren  Staten  deser  provincie , 
ende  zijn  wt  haer  E.  Mogende  collegie  gecommitteert  ende  geoompareert 
die  edele  achtbare  ende  discrete  heeren  Ernst  van  Aelua  ende  Reinier 
Harings  ,  diewelcke  met  schuldige  eerbiedinge  van  de  synodale  vergaderinge 
zijn  ont^gen. 

Is  daemae  overgelewert  den  broederen  des  synodi  seeckere  missive  der 
E.  heeren  Staten  aengaende  die  saecke  Rodolphi  Artop^ei  met  eenige 
bigevoegde  stucken,  tot  openinge  van  de  saecke  dienende,  in  de  vergade- 
ringe voorgelesen. 

Is  ooc  den  synodo  overgelevert  ende  mede  voorgelesen  een  brieff  van 
D.  Artop^eo,  waerin  van  hem  versocht  werde  om  eenige  personen  z^nen 
party  sijnde  te  citeren,  twelck  van  den  synodo  als  onnodich  is  affgeslagen, 
ende  ter  contrarie  besloten  met  een  brieff  door  een  seecker  bode  hem  te 
belasten  om  selffs  op  het  spoedichste  te  sien  te  compareren  ende  reden 
zijns  appels  gevendt  hetselve  te  vervolgen,  ofte  dat  by  fante  van  dien 
eevenwel  daerin  gehandelt  sal  worden  nae  behooren. 

Daemae  zyn  gelesen  die  acta  des  verleden  synodi ,  gehouden  binnen  Har- 
lingen, ende  zijn  dese  naevolgende  saecken  in  naeder  consideratie  genomen 
van  den  tegen woordigen  synodo: 

1.  Nopende  het  concept  van  boeckdruicken  is  bq  desen  synodo  besloten , 
dat  die  deputati  synodi  met  die  curatoren  accademiae  van  haer  daertoe 
versocht  zijnde  by  den  E.  heeren  Staten  sullen  versoecken  personen  tot 
opsichters  op  die  druickerqen. 

2.  Aengaende  die  resolutie  van  de  schoolmeesters  om  ombequaeme  te 
weeren  ende  bequaeme  in  plaetse  van  dien  weder  in  te  stellen  wordt 
gecontinueert  doude  resolutie  hierover  genomen. 

3.  Op  die  questie,  oft  dr.  Maocovius,  theologiae  doctor  maer  geen 
predicant  z^nde,  mach  examineren  ende  tot  den  kerckendienst  ordoneren, 
is  bi  den  meeste  stemmen  der  classen  goetgevonden ,  dat  liij  sulx  colle- 
gialiter  met  andere  professoren  theologiae  wel  mach  doen. 

4.  Op  die  suaricheit  van  het  trouuen  der  gedoopten  met  den  ongedoopten 
wert  hetselvige  noch  gelaten  bi  den  voorige  resolutien,  mids  den  saecke 
ten  principale  laetende  berusten  tot  den  sinodum  nationalem ,  waertoe  men 
goede  hoope  heeft.  Is  mede  geresol veert ,  dat  diegene,  die  hier  in  dese 
provincie  ofte  in  Gronigerlant  affgeslagen  worden,  op  een  ander  plaetse 
niet  in  het  houuelijck  bevesticht  worden  sullen  mogen. 


255 

5.  Aengaende  die  combinatien  worden  die  dassen  wederom  vermaent 
haer  best  hierin  te  doen  neerstel^ck  omsiende ,  waer  beqnaeme  separatien 
van  dorpen  geschien  can,  ende  diesel ve  te  bevorderen. 

6.  Belangende  die  beroepinge  der  dienaren ,  die  airede  in  denste  staen 
oft  die  geholden  souden  zyn  haere  beroepinge ,  die  op  haer  worden  gedaen , 
den  classi  te  presenteren ,  is  bij  desen  synodum  besloten  een  iegelijck  zijn 
vrqheit  daerin  te  laten,  ten  waer  hg  onstichtelyck  stonde. 

7.  Opt  stuek  der  beroepinge  der  dienaren  om  bij  deselve  te  hebben 
tue  dienaers  wt  den  dasse,  waeronder  die  plaetsen  sorteren,  is  bi  den 
deputaten  synodi  vercregen  volgens  haeren  last  seeckere  apostille  der  E. 
heeren  Staten.  Ende  wordt  den  deputatis  vorder  belast  te  versoecken  bi 
den  E.  heeren  voorgenoemt,  dat  d'uitsehrivinge  vant  hetselvige  placaet 
gedaen  ende  voorts  ter  executie  gestelt  mach  worden. 

Perticularia  des  voorleden  synodi. 

8.  In  de  saecke  van  Lambert  Janssen  aengaende  die  strafTe,  in  ver- 
scheiden synoden  hem  opgeleit ,  is  besloten ,  dat  men  hem  alsnoch  kercklijck 
sal  vermanen  door  den  deputaten  synodi  om  die  sententie  van  verscheidene 
synoden  over  hem  gevelt  nae  te  comen,  ofte  bij  faute  van  dien  dat  men 
met  die  kercklijcke  disdplin  sal  procederen. 

9.  In  den  saecke  Danielis  Joannis  is  besloten,  dat  die  kerckenraedt 
van  Sneeck  geassisteert  met  tue  dienaers  desselven  classis  ende  met  tue 
deputaten  synodi  hem  alsnoch  eens  eemstelijcken  sullen  vermanen  om  hem 
wederomme  tot  eenicheit  der  kercken  deser  provinde  mitsgaders  bjj  die 
oprechte  suiverheit  der  leere,  die  in  deselve  geleert  wordt,  wederom  te 
vervoegen,  ende  bij  faute  van  sulx  dat  men  voorts  met  die  kercklijcke 
discipline  sal  tegen  hem  procederen.  Doch  alsoo  Daniel  vorsz.  in  den 
synodo  is  verschenen  ende  aen  den  broederen  versocht  heeft,  ten  eersten 
dat  seeckere  concept  van  zgn  gevoelen  in  scriptis  overgegeven  desen  actis 
sinodi  geinsereert,  ten  tueden  dat  hij  voor  een  lidtmaet  der  gemeinte 
binnen  Sneeck  getollereert  mochte  worden  tot  den  nationalem  synodum 
toe,  is  besloten:  op  het  eerste  punt  sulx  onnodich  te  zijn,  maer  dat  het 
concept  voorsz.  int  boeck  der  deputaten  synodi  bij  zijn  voorgaende  ver- 
claringe,  aldaer  gedaen,  gestelt  sal  worden;  belangende  het  2  refereert 
het  synodua  hem  tot  die  voorgaende  resolutie,  i) 

Gravamina  synodi  praesentis. 
Hiemae  is  geprocedeert  totte  gravamina,  die  van  den  classibus  op  dit 
tegenwoordige  synodus  overgesonden  zijn. 


1)     Van  hier  af  tot  aan  d<.'  onderteekening  zijn  de  acta  met  een  andere  hand  getjchreven. 


256 

1.  Opt  eerste  gravamen  classis  Leowerdianae ,  hoelange  tevoren  lidt- 
maten  der  gemeynte  Jesu  Christi  behoren  geweest  te  zgn  diegene,  die 
nieuwel^cx  totten  dienst  der  kercken  sullen  toegelaten  worden,  is  besloten, 
dat  sulcx  tenrainsten  twee  oft  drie  jaren  tevoren  behoort  te  geschieden, 
eer  sy  of  van  den  classibus  of  van  den  professoren  toegelaten  worden. 

2.  Op  het  tweede  gravamen,  of  oock  niet  alle  appellation,  die  van  den 
classe  totten  deputaten  synodi  geschieden  endesovoorts ,  behoren  te  ge- 
schieden durante  judicio  aut  eoetu,  is  besloten,  dat  se  geschieden  siülen 
diirante  coetu  ofte,  indien  de  vergaderinge  is  gesloten,  dat  se  op  den- 
selvigen  dach  by  den  praesidem  ofte  scribam  ofte  den  dienaer  lod  aenge- 
geven  sullen  worden. 

3.  Opt  derde  gravamen  alsoock  op  het  eerste  classis  Snecanae  van 
gelyoken  inhoudt,  of  d'appellanten  niet  behoren  eenigermaten  d'oncosten 
te  dragen,  die  daer  vallen,  als  van  hun  appel  gehandelt  wort,  is  besloten, 
dat  sy  by  provisie  de  oncosten  sullen  staen,  mits  dat  se  haer  regres  sullen 
hebben  op  de  appelleerde  tot  decisie  der  deputaten  synodi. 

4.  Op  het  vierde  gravamen ,  of  oock  eenige  saken ,  daervan  geappelleert 
wort  van  den  deputatis  synodi  totten  synodum,  niet  behoren  by  provisie 
executabel  te  wesen,  ende  welcke  die  zyn,  alsoock  mede  op  het  twede 
gravamen  classis  Sylvanae  yan  gel^cken  inhoudt  is  besloten,  dat  in  saken 
van  beroepinge  geen  appellen  verder  mogen  vallen  dan  totten  deputates 
synodi,  maer  in  andere  saken  wort  hetselve  gelaten  in  arbitrio  ende  het 
oordel  der  deputatorum  synodi,  mits  dat  hiervan  eerst  metten  respective 
dassen  commimicatie  werde  geholden,  welcken  die  dingen  zyn,  die  execu- 
tabel sullen  wesen. 

5.  Opt  vijffde  ende  laeste  gravamen,  of  oock  niet  de  proefpredicatien 
voor  het  h.  avontmael  behoren  anders  als  op  de  naestvoorgaende  Sondagen 
te  geschieden,  is  besloten,  dat  se  behoren  te  geschieden  op  de  naeste 
Yrydach  of  Saterdach  voor  de  actie  des  h.  avontmaels. 

6.  Opt  eerste  gravamen  classis  Sylvanae ,  alsoo  voor  een  jacr  ofte  twee 
seker  ledemaet  der  kercke  Christi  in  overspel  hem  verlopen  hebbende  nae 
tversterven  van  sijn  huysvrouwe  deselve  persoon  wederomme  tot  syn 
huysvrou  heeft  genomen,  welcke  ledemaet  nae  verscher  daet  van  den 
predickstoel  opentlyck  voorgestelt  zijnde  sedert  die  tijdt  hem  redelijck 
gedragen  heeft,  versoeckende  middelertijt  met  dit  tegenwoordige  wyffint 
honwelijck  bevesticht  ende  totte  gemeenschap  des  h.  avontmaels  toegelaten 
te  worden ,  de  vrage  is ,  hoe  een  dienaer  hem  in  alsulcken  gevall  houden 
ende  dragen  sal.  Is  geresolveert  ende  besloten ,  dewijle  dattet  is  continuatie 
adulterii,   voormaels   by   haer  bedreven,  dat   se  niet  en  mogen  in  haer 


25? 

houweljjck  bevesticht  worden  noch  oock,  solange  sy  in  sodanigen  staet 
met  malcanderen  leven,  totte  gemeenschap  des  h.  avontmaels  opgenomen 
ende  toegelaten. 

7.  Op  het  tweede  gravamen,  nadien  die  Jesuiten  veelvoudich  dese 
landen  doorlopen ,  waerdoor  de  Paepsgesinde  seer  stout  worden .  ende  oock 
also  de  tegenwoordige  middelen  op  dat  stuck  genomen  de  swaricheyt  niet 
wechnemen,  oft  niet  raedtsaem  waere,  dat  de  broeders  op  het  synodum 
verschonende  andere  bequame  middelen  hiertoe  dienstich  mochten  ramen , 
is  besloten,  dat  een  yegelijck  dienaer  by  syn  overicheöt  sal  aenhouden  om 
de  placaten  hierover  int  werck  te  stellen. 

8.  Op  het  derde  gravamen  alsoock  mede  op  het  tweede  classis  Sne- 
canae  van  gelycken  inhoudt,  oftet  niet  goedt  waer,  dat  een  dienaer  uyt 
elcken  classe  van  diegene,  die  op  het  synodum  comen,  gestemdt  werde, 
die  terstont  nae  het  besluyt  int  eynde  des  synodi  d'acta  excipiere  ende 
uytschrijve  ende  late  deselve  van  den  praeside  ende  scriba  collationeren 
ende  onderteyckenen ,  die  oock  solange  sullen  moeten  blijven  om  also 
deselvige  sonder  vertoeven  een  yegelyck  respective  classe  over  te  leveren 
in  de  eerste  naestvolgende  vergaderingen ,  is  besloten ,  dat  sulcx  nu  ende 
nae  desen  voortaen  sal  geschieden. 

9.  Opt  eerste  classis  Bolswerdianae ,  dat  doch  eens  alle  goede  oude 
resolutien  int  werck  mochten  gestelt  worden,  ende  dat  tot  dien  eynde 
het  synodale  extract,  by  den  vier  gecommitteerden  des  voorleden  synodi 
van  nieuws  oversien ,  nu  eyntlicken  in  desen  synodo  gelesen  ende  afgedaen 
werde,  is  geresolveert  ende  besloten,  dewjjle  het  in  eenige  classibus  noch 
niet  gelesen  en  waer ,  dattet  alsnoch  by  allen  dassen  wederomme  gelesen 
sal  worden,  ende  indien  eenige  swaricheyt  noch  daerinne  bevonden  wort, 
dat  deselve  geannoteerdt  ende  daervan  gravamina  gemaeckt  worden  om  in 
den  toecomenden  synodo  overgelevert  ende  gedecideert  te  worden. 

10.  Op  het  vierde  gravamen,  of  wel  in  eenen  kerckenraedt  twee  ofte 
meer  bloetverwandten  mogen  sitten,  ende  of  sy  in  specie  haer  andere 
bloedtverwandten  door  haer  stemmen  tot  eenige  kerckelicke  diensten  mogen 
vorderen,  ende  of  sulcx  mach  geschieden  in  sodanige  gemeenten,  daer 
alle  ledematen  hooft  voor  hooft  haere  stemmen  hebben ,  is  besloten ,  dattet 
geschieden  mach ,  wanneer  daer  maer  vleeschelicke  afFecten  buytengesloten 
worden. 

11.  Opt  vijfde  gravamen,  of  het  niet  oorbaerlqck  en  zy,  dat  elcke 
kercke  ten  platten  lande  diaconen,  daer  sy  noch  niet  en  zyn,  verordinere 
om  collecten   te  versameien   voor  haer  ofte  haere  nabuyrige  nootdruftige 

Acta  syn,  provinc,  VI,  17 


258 

gemeenten,  tzy  dat  se  selfs  ingeseteue  armen  hebben  ofte  niet,  is  besloten, 
dat  waer  het  met  stichtinge  geschieden  can ,  dattet  aldaer  wel  geschieden 
mach. 

12.  Op  het  sevende  ende  laeste  gravamen,  hoedat  de  heydensche  comoe- 
dien  ofte  schouspelen,  die  tot  Leeuwarden  ende  Boolswerdt  tegens  ver- 
scheydene  synodale  resolutien  wederorame  doorbreken,  op  het  gevoechlijckste 
voortaen  sidlen  mogen  verhindert  worden,  is  geresol veert ,  aengesien 
tsynodus  hope  gecregen  hadde,  dat  siücx  welhaest  ophouden  soude,  dat 
de  respeetive  classes  haere  beste  suilen  doen  om  sulcx  mette  beste  mid- 
delen af  te  cr^gen. 

Naedat  de  gravamina  afgedaen  waeren,  so  is  voordér  ge- 
procedeert  totte  particiilaria. 

1.  Ende  ten  eersten  is  voorgecomen  de  sake  van  de  onderteyckeninge 
des  Catechismi  ende  Nederlandtsche  Confessie,  in  dewelcke  swaricheyt 
gemaeckt  werde  in  den  classe  van  Dockum  by  eenige  dienaeren,  waerop 
by  den  broederen  des  synodi  eendrachtelicken  is  besloten,  dat  diegene,  die 
sulcx  noch  niet  hebben  gedaen,  gehouden  sullen  zyn  tselvige  te  doen  in 
de  eerste  classicale  vergaderinge ,  uyt  oorsake  van  twelcke  benevens  den 
classe  van  Dockum  oock  allen  anderen  classibus  opgeleydt  ende  bevolen 
wort,  indien  yemant  onder  haer  alsnoch  is,  die  tselvige  niet  hebben  gedaen, 
daertoe  niet  alleen  vermaent  maer  oock  geconstringeert  worde. 

2.  In  de  sake  van  de  beroepinge  van  Steens,  gedaen  op  den  persoon 
Arnoldi  Matthls,  also  Arnoldus  voor  den  synodo  tegen woordich  van  den 
E.  grietman  Donia  ende  doctore  Eocio  cum  sociis  is  beschuldicht  van  ver- 
scheydene  mishandelingen,  naedat  de  voorsz.  beschuldingen  mette  docu- 
menten ende  bewqsredenen  daertoe  dienende  van  den  synodo  zyn  geexa- 
mineert,  is  bevonden,  dat  Aknoldüs  van  alle  alsulcke  beschuldingen  vry 
is,  waerop  de  voorsz.  beroepinge  op  hem  gedaen  geexamineert  ende  alles, 
wat  daertoe  dienstich  was,  ondersocht  ende  wettelyck  bevonden  z^nde 
wort  volgens  dien  Arnoldus  voorsz.  van  den  synodo  gewesen  uyt  cracht 
van  deselvige  by  de  gemeente  van  Steens  hem  te  vervoegen.  Doch  also 
de  grietman  voorsz.,  geassisteert  met  doctore  Eoao,  wederomme  is  ver- 
schenen, clagende  dat  sy  wat  meer  totte  sake  dienende  hadden  in  te 
brengen,  so  wort  de  sake  gewesen  totte  deputatos  synodi,  geassisteert 
met  twee  van  den  h.  Gedeputeerden  tot  believen  van  denselven,  om  tgene 
voerders  tegens  hem  Arxoldum  van  haer  ingebracht  sal  worden  breder  te 
examineren ,  mits  dat  Abnoldüs  hem  solange  van  die  plaetse  sal  onthouden. 
Ende  ingevall  hy  mochte  door  sulcx  van  sodanige  beschuldingen  over- 
tuycht  worden,  sal  de  beroepinge  voor  niet  ende  van  geender  weerden 
gehouden  worden. 


269 

3.  Aengaende  de  sake  van  de  gemeente  van  Blije  endc  Hogebentluiui 
tegens  haeren  dienaer  Roücke  Johannis,  naedat  de  broederen  des  synodi 
haer  op  deselvige  geinformeert  hadden ,  hebbent  ge wesen  aen  den  deputatos 
synodi  om  met  de  eerste  gelegentheyt  de  sake  af  te  handelen. 

4.  Nopende  het  appell  der  ledematen  der  geraeynte  Christi  binnen  Grou 
van  den  deputaten  synodi  op  desen  tegen woordigen  synoduni ,  nae  genoech- 
same  ondersoeckinge  der  documenten  ende  bewijsredenen ,  van  beyde  sijden 
by  den  synodo  ingebracht,  is  de  beroepinge  op  den  persoon  Laurfuttii 
Taconis  afgeslagen ,  ende  den  ingesetenen  is  geordineert  metten  eersten  te 
procederen  tot  een  nieuwe  electie  in  conformiteyt  van  de  kerckenordeninge 
ende  landtsresolutie. 

5.  In  de  sake  hangende  tusschen  RoDOiiPHUM  Aktop.^xm,  appellant  ad 
synodura  Doccumanam  ter  eenre,  ende  de  kerckenraedt  van  Franiker,  in 
haer  qualiteyt  geappelleerde  ter  anderer  sijden,  nopende  sekere  sententie, 
by  den  deputaten  synodi  den  29®"  Januarij  laestleden  binnen  Leeuwarden 
gepronuncieerdt,  tsynodus  tegenwoordich  binnen  Dockum  vergadert,  in  de 
vrese  des  Heeren  rijpelijck  gelettet  hebbende  op  alles,  wat  in  desen  diende 
geconsidereert  te  worden,  verclaert  hem  appellant  by  de  voorgeroerde 
sententie  niet  boven  recht  beswaert,  maer  de  sententie  der  deputaten 
synodi  wel  gewesen  ende  volgens  by  hem  Rodolphum  tonrechte  geappelleert 
te  zijn,  ordonnerende  tsynodus  voorss.  hem  nae  de  voornoemde  sententie 
te  reguleren.  Aldus  gepronuncieert  in  de  synodale  vergaderinge  binnen 
Doccum  opten  9«"  Junij  voor  noon. 

ARTOP.EÜS  dese  sententie  gehoort  hebbende  heeft  viva  voce  hiervan  ge- 
appelleerdt  ad  synodum  nationalem  ter  praesentie  van  de  burgemeester 
WuBE  Jacobs  ende  Jeroen  Willemsz  als  gecommitteerde  van  den  kercke 
van  Franeker ,  waertegens  de  gecommitteerde  voorsz.  protesteren  de  nullitate 
appellationis,  refererende  haer  totte  apostille  der  E.  heeren  Staten,  staende 
in  margine  van  de  remonstrantie  des  kerckenraedtfi ,  der  rescriptie  des 
magistraets  ende  des  antwoordts  Artop^ei,  luydende  aldus:  Syn  Genade 
mitsgaders  de  Gedeputeerde  Staten  van  Vrieslant  alles  gesien  consenteren 
RoDOLPHO  Artop-^eo  om  sijn  appell ,  tegens  de  senten  tien  der  deputaten  synodi 
ingebracht,  opten  aenstaenden  synodam  te  vervolgen,  mits  dat  hy  geholden 
sal  zyn  nae  te  gaen,  tgene  alsdan  by  denselven  synodo  sal  worden  uyt- 
gesproken,  ende  middelertqdt  hem  te  onthouden  van  den  kerckendienst. 
Actum  den  20®"  Martij  1618  voor  noon.  Onderstondt:  Ter  ordonnantie  der 
Gedeputeerde  Staten  van  Vrieslandt.  Ende  was  onderteyckent:  A.  Aysma. 

6.  Opt  versoeck  van  Piecke  Ansches  om  gepromoveert  te  mogen  worden 

totten   scholasticam  functionem  binnen  Staveren  by  den  magistraet  aldaer 

17* 


26Ó 

wort  het  classis  van  Boolswert  belasticht  om  sulcx  den  magistraet  te 
remonstreren  ende  hem  daerinne  te  helpen  bevorderen.  Ende  ingevalle 
tselvige  aldaer  niet  wil  gelucken,  wort  den  deputatis  synodi  belast  tselvige 
voorts  den  heeren  Ghedeputeerden  te  remonstreren. 

7.  tYersoeck  Tammowis  Lyrani,  aen  den  synodum  gedaen,  wort  alsnoch 
den  deputaten  synodi  belastet  om  tselve  so  by  den  E.  heeren  Gedepu- 
teerden alsoock  by  weygeringe  van  dien  by  den  heeren  volmachten  deser 
provinciën  te  bevorderen,  ten  eynde  hy  als  emeritus  een  jaerlicx  stipen- 
dium mach  vercrijgen. 

8.  Nae  desen  zyn  tot  deputaten  synodi  voor  desen  jaere  gecoren  dese 
navolgende  personen: 

uyt  den  classe  van  Dockum  Chrystophorus  Swaqemiüs,  dienaer  tot  Nijkerck , 
ende  Bodus  Claesz,  olderling  tot  Holwert 

Die  van  Leeuwarden  continueren  nae  de  ordre  der  vier  mannen,  die  tot 
haer  is  gecomen,  ende  zqn:  Hieronymus  Honerbringa,  dienaer  tot  Huysum, 
ende  Sioucke  Siouckesz,  olderling  tot  Marrum. 

Uyt  den  classe  Sylvana  zyn  voor  twee  aenstaende  jaren  gecommitteert : 
JoHANNES  Klinckhamerus,  dionacr  op  de  Jouwer,  ende  TmcKo  van  Andringa, 
grietman  tot  Oldeboorn  als  olderling. 

Uyt  het  classis  van  Sneeck :  Gaius  Aqqjei  ,  dienaer  tot  Isbrechtum ,  ende 
Hanne  SmoNsz,  olderling  te  Sneeck. 

Uyt  den  classe  van  Boolswert:  Godschalckus  Aeltius,  dienaer  binnen 
Boolswert,  ende  Timen  Fransz,  olderling  mede  aldaer. 

Uyt  den  classe  van  Franeker:  Philippüs  Danielis  Eylshemiüs,  dienaer 
binnen  Harlingen,  ende  Jeroen  Willemsz,  olderling  tot  Franeker. 

9.  De  rekeninge  van  den  deputaten  synodi  is  van  den  synodo  ontfangen 
ende  door  den  praesidem  ende  scribam  in  haer  recesboeck  geparagra- 
pheerdt. 

10.  De  E.  h.  gecommitteerde  Staten  vorengemeldet  zyn  van  den  synodo 
bedanckt  geworden  voor  haere  presentie  ende  goede  diensten  in  den  synodo 
bewesen ,  ende  haere  E.  E.  zyn  de  resolutien  desselvigen  gerecommendeert 
om  favorabelqcken  haeren  collegio  te  rapporteren ,  sijn  daerbeneffens  mede 
gebeden  haer  beste  hierin  te  willen  doen ,  dat  se  een  goeden  effect  mogen 
sorteren. 

11.  Eyntlijck  ende  ten  laesten  is  censura  morum  gehouden,  ende  het 
synodus  is  met  dancksegginge  ende  aenroepinge  des  naems  Godts  mits- 
gaders broederlicke  groetenisse  in  vrientschap  gescheyden  op  huyden  den 
9^"  Junij  1618. 


261 

Aldus  gesloten  in  de  synodale  vergaderinge,  gehouden  binnen  Dockum 
op  dato  als  boven  ende  uyt  name  ende  last  van  den  synodo  voorsz.  by 
den  praesidem  ende  scribam  onderteyckent. 

ViNCENTnjs  Jacx)bi  Hemfenius,  praeses  synodi  Doccumanae. 
HuGO  Petreius  Snecanus,  ejusdem  synodi  scriba,  i) 


Acta  synodalia  den  laesten  Septemb.  1618.^) 

tSynodus  van  Frieslandt,  op  de  aengeschrjjwinghe  der  E.  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  van  derselver  provincie  binnen  Leeuwarden  vergadert 
omme  achtervolgende  daenschr^vinghe  der  H.  H.  M.  M.  Staten  Generael 
deser  Geünieerde  Provinciën  te  nominei*en  ofte  deputeeren  4  ofte  tenminsten 
3  dienaeren  ende  2  ofte  3  andere  gequalificeerde  personen ,  wesende  lede- 
maten der  ware  ende  Gereformeerde  gemeqnte,  tot  den  sinode  nationael, 
bij  de  hoochgemelte  Staten  Generael  binnen  Dordrecht  geconvoceert  tegens 
den  1  November  stilo  novo  deses  jaers  1618,  heeft  na  aenroepinghe  van 
Godes  h.  naeme  geeligeert  tot  presidem  den  weigeleerden  ende  godtsaligen 
D.  Florenttüm  Johannis,  dienaer  des  godtlijcken  woorts  tot  Sneeck,  ende 
tot  scribam  D.  REONi-muM  Booermanum  ,  dienaer  des  godtlijcken  woorts  tot 
Harlingen. 

Vorts  is  gelesen  de  missive  der  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  deser 
provincie  aen  die  respective  dassen,  waerinne  nae  een  verhael  van  het 
sijnode  nationael,  bij  de  H.  H.  M.  M.  Staten  Generael  geconvoceert,  den 
classibus  was  geordineerdt  omme  haere  committeerde  op  desen  tegen- 
woordigen  sinodi  preparatoir  toe  senden,  waema  de  credentsbrieven  van  de 
gecommitteerde  dienaeren  ende  ouderlinghen  der  respective  dassen  sqn 
overgelevert ,  gelesen  ende  geapprobeert. 

Volgens  welckx  bevonden  is,  dat  vuijt  den  classe  van  Leu warden  ver- 
schenen sijn:  als  dienaers  D.  Yincenteus  Jacobi  tot  Leckum  ende  D. 
Adolpheus  Besten  tot  Marnim,  ende  als  ouderlinghen  de  ed.  achtbaren 
erentveste  heer  Kempo  van  Donia,  raet  ordinaris  in  den  Hove  van  Vries- 
landt,  beneffens  welcke  mede  als  ouderlinck  gecommitteert  zynde  de  ed. 
erentveste  manhafte  Julljus  van  Eusingha  ,  overste  lutenant  vant  Friessche 
regiment,  is  vermidts  seeckere  verschrqvinge  van  sijn  princelijcke Exelentié 
absent  gebleven  ende  gexcuseert  gehouden; 


1)  Beide  onderteekeningen   zijn   eigenhaDclig.    De   acta  zelf  van  deze  gynode  zijn 
met  drie  verschillende  handen  geschreven. 

2)  Zie  noot  1  op  blz.  253. 


262 

wt  den  classe  Silvana:  als  dienaers  D.  Johanxes  Melbomeus  tot  Lang- 
weer  endc  D.  Gerardüs  Fockingius  tot  Oostersee,  ende  als  olderlinghen 
Hi-^fDiujcK  Bruciites  ondo  Hlsse  Jasfebs; 

wt  den  classe  Snocana :  D.  Flokentius  Joiianijis  tot  Sneeck  ende  dlenaer 
JoiiANXEs  JonANNis  tot  Balck,  ende  als  olderlinghen  de  burgemeester  Hen- 
i)ric:k  WwGEits  tot  Sneeck  ende  Wubrant  Heekkes  tot  Bosum; 

wt  den  classe  van  Bolswart:  als  dienaers  D.  HEKMAJfNus  Ribbius  tot 
Bolswert  ende  D.  Johannes  Heuoderus  tot  Mackum,  als  ouderlinghen  de 
ed.  ende  erentveste  Taco  van  Ausma  tot  Hichtum  ende  Wuger  Ankes  tot 
Pingum ; 

wt  den  classe  van  Franeker:  D.  Meijnardtjs  Womelutjs  tot  Sc^halsuni 
ende  D.  Kegnerus  Bogerman  tot  Harlinghen  als  dienaers,  ende  als  older- 
linghen de  ed.  erentveste  Sijbrant  van  Bongha  tot  Kimserdt  ende  de  E. 
heer  Epo  Jacobs  Juckema  tot  Franeker; 

wt  den  classe  van  Dockum:  als  dienaers  D.  Hilariur  Sibrandi  tot 
Aengum  ende  D.  Poppiub  Corneui  tot  Aelsum,  als  olderlinghen  Subrant 
ende  Carel  Jans. 

Is  mede  gelesen  de  commissie  van  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten 
deser  provincie,  ende  syn  vuyt  haere  E.  M.  collegie  gecommitteert  ende 
verschenen:  de  ed.  achtbare  ende  discrete  heer  Ernst  van  Aylva  ende 
de  E.  ende  discrete  heer  Kymert  Harings,  dewelke  met  behoerlycke  eer- 
biedenisse  van  die  vergaderinge  sijn  ontfangen. 

Daemae  syn  gelesen  de  articulen ,  ower  het  houden  van  den  nationalen 
synode  bij  de  H.  H.  M.  M.  Staten  Generael  gestelt,  ende  is  tgene  in 
deselve  eygentlyck  tot  dese  vergaderinghe  behoorde  wel  aengemerckt 

tSijnodus  den  1  Octob.  voormiddagh  wederom  vergadert  is  verschenen 
D.  doctor  MAcrjviTJs  versoeckende  audiëntie  bij  de  vergaderinghe.  Welcx 
hem  gegunt,  heeft  syn  propositie  gedaen,  waerop  die  vergaderinghe  heeft 
versocht,  dat  ü.  Macovtos,  tgene  hjj  mondelingh  hadde  voorgedraghen, 
by  geschrifte  wilde  stellen  ende  de  vergaderinge  overgeven,  welcx  D. 
Macovius  alsoo  te  doen  heeft  aengenomen. 

Daemae  is  voorgedraghen  de  mcninge  der  E.  heeren  Gedeputeerde 
Staten  door  haere  E.  M.  committeerde  in  onse  vergaderinghe  aengaende 
de  deputatie  der  personen,  die  gesonden  sidlen  worden  tot  den  sijnode 
nationale,  wesende  sodanigh:  eerstelyck  dat  de  E.  heeren  Gedeputeerde 
Staten  goedt  hadden  gevonden ,  dat  3  dienaers  ende  3  olderlinghen 
souden  werden  gecoren ;  daerbeneffens  dat  de  tegenwoordige  vergaderinghe 
sall  hebben  te  nomineeren  ses  dienaers,  vuyt  dewelcke  de  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  3  sullen  kiesen  omme  te  gaen  tot  den  synode  natio- 


263 

nael,  ende  wederomme  dat  de  E.  M.  heeren  sullen  nomineeren  6  ge- 
qiialificeerde  olderlinghen  ofte  tenminsten  ledemaeten  der  Gereformeerde 
gemeijnte ,  viiyt  welck  getal  de  vergaderinge  3  sall  moghen  eligeren  oinme 
te  gaen  tot  den  sijnode  voorsz. 

Dese  meninghe  ofte  goetvindinge  der  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  de 
tegenwoordighe  vergaderinge  verstaen  ende  in  deliberatie  genomen,  vindt 
sich  in  dselve  besuaerdt  om  verscheidene  reden.  Heeft  daerom  vuyt  het 
midden  van  haer  gecommitteert  den  presidem  ende  schribam  als  dienaers 
ende  nefTens  deselve  als  ouderlinghen  de  ed.  Tac»  van  Ausma  ende  de  E. 
heer  Epo  Jacx)bs  Juckema  omme  die  besuarenisse,  die  bq  de  vergaderinge 
desen  aengaende  wert  gemaeckt,  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  voor 
te  draghen  ende  haere  E.  M.  eerbiedelyck  te  versoecken  omme  die  ge- 
nomene  resolutie  vallen  te  laten,  ten  eynde  de  kercke  deser  provincie 
mochte  bljjven  in  syn  geheel,  ende  de  gedeputeerde  broeders  tot  dese 
vergaderinge  mochten  hebben  te  verdedighen,  tgene  van  haer  gedaen  wert, 
bg  haere  respective  dassen. 

Dese  commissie  van  die  committeerde  personen  voornoemt  geexeroeert, 
hebben  voor  rappoort  gebracht ,  dat  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  bq 
haere  genomene  resolutie  verbleven,!)  ende  die  vergaderinge  vermaenden 
haer  dselve  wel  te  willen  laten  bevallen. 

Naemiddach  tsynodus  wederom  vergadert  heeft  over  dese  voorgevallene 
suarigheyt  voortaen  gedelibereerdt  ende  goedtge vonden  de  E.  heeren  Gede- 
puteerde Staten  door  die  voorgaende  haere  committeerde  (deselve  versterckt 
z^nde  bij  gemene  adwijsen  met  de  ed.  ende  achtbare  heer  Kempo  van 
Donia)  nochmaels  eerbiedelqck  te  versoecken  in  haere  E.  M.  resolutie  te 
willen  veranderen  ende  de  tegenwoordighe  synodale  vergaderinghe  nae 
recht  ende  ouder  gewoonte  in  dese  provincie  alsoock  die  vuijtschrijvinge 
der  H.  H.  M.  M.  Staten  Generael  te  laten  voortgaen  met  de  stemminge 
ende  electie  der  personen  soo  dinaeren  als  ouderlingen ,  die  op  de  synode 
nationael  van  weghen  die  kercke  deser  provincie  moghen  compareren. 

Ende  indien  de  E.  M.  heeren  Gedeputeerde  Staten  by  haere  E.  M. 
resolutie  mochten  persisteren,  dat  in  sulcken  gevalle  de  committeerde 
vuijt  de  name  sijnodi  bereyt  waeren  seeckere  personen  soo  dienaers  als 
olderlinghen  te  nomineeren  ende  eligeren  ende  de  E.  M.  heeren  te  exhi- 
beren ,  ende  soverre  dselve  niet  alsoo  mochten  wesen  gequalificeerdt ,  gelijck 
de  vuijtschrivinge  der  H.  H.  M.  M.  Staten  Generael  is  vereqsschende, 
dat  alsdan  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  haer  bedencken  daerop  hadden 


1)     > verbleven"  verbetenl  naar  UU;  onze  cod.  heeft  ^welbieven." 


264 

te  seggen  ende  niet  toe  twijffelen,  ofte  tsqnodns  tegenwoordigh  sonde 
sich  in  aller  manieren  nae  de  goede  voorsorge  der  E.  M.  heeren  soecken 
te  accommoderen,  ofte  dat  andersins  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten 
mochten  proponeren  sekere  personen  soo  dienaers  als  ouderlingen,  ten 
eijnde  het  synodus  daerop  mochte  letten  doch  niet  gebonden  zyn. 

Dese  commissie  in  beyden  deelen  van  de  committeerden  bq  de  E.  M. 
heeren  geexerceert,  hebben  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  voor  ant- 
woort  gegeven,  dat  hare  E.  M.  bij  hare  voorgemelte  resolutie  dochten  te 
verblijven. 

Hiervan  hebben  de  committeerde  rappoort  gedaen,  waerop  vorders  de 
vergadoringe  heeft  gedelebereeixit ,  wat  in  desen  gevalle  soude  staen  te 
doen.  Ende  tot  adwijsen  gecomen  zynde  is  bq  de  meeste  goetgevonden , 
dat  die  committeerde  tot  dese  vergaderinge  sullen  nodigh  hebben  te  ver- 
trecken  ende  van  dese  suarigheyt  hare  respective  dassen  adverteren  omme 
op  bestemder  tyt  met  behoorlijcke  last  ende  procuratie  der  dassen  weder 
te  compjireren  ende  alsdan  te  resolveren,  gelqck  tot  best  der  kercken  sal 
nodigh  bevonden  worden. 

Ondertnsschen  is  voorslach  gedaen  ende  goetgevonden,  dat  men  bij 
provisie  soude  voortgaen  ende  procederen  tot  nominatie  ende  electie  van 
personen  soo  dienaeren  als  olderlinghen  omme  op  den  synode  national  toe 
senden,  deselve  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  te  vertonen  ende 
daero])  hare  E.  M.  goetbedimcken  te  verstaen.  Indien  hare  E.  M.  enich 
bedencken  op  die  nomineerde  ende  eligeerde  personen  hadden,  dat  hare 
E.  M.  sulcx  den  sijnodo  gelieven  wilde  te  openbaeren  ende  hare  goede 
raedt  toe  verlenen  omme  sulcx  gescliiet  bij  den  sqnodo  voorts  gedaen  te 
moghen  worden  nae  behooren. 

Volgens  welcke  voorslach  ende  goedtvinige  bq  den  synodo  geprocedeert 
is  tot  kiesinge  van  dienaeren  ende  olderlingen  tot  besendinge  als  vooren, 
zynde  bij  meeste  stemmen  als  dienaers  gecoren:  de  E.  ende  weigeleerde 
D.  JoiiANNEs  BoGERMAN  tot  Lceuwardeu ,  D.  Philippus  Danieus  tot  Har- 
linghen,  D.  Florentius  Jouannis  tot  Sneeck,  ende  als  olderlingen  de  ed. 
achtbare  ende  erentveste  heeren  Mwjnardt  van  Idsarda  ,  mede  Gedeputeerde 
der  Staten  van  Vrieslandt,  heeren  Kempo  wan  Donia  ende  Johan  van  den 
Sande  ,  beijde  raden  ordinaris  in  den  Hoove  der  lantschappe  voorschreven. 

Welcke  electie  soo  van  dienaren  als  olderlinghen  door  de  committeerde 
synodi  de  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  gepresenteert  ende  geexhibeert, 
liebben  dselve  verclaert  een  goet  benoegen  daeraen  te  hebben  ende  de 
saecke  voorts  in  allen  den  synodo  commendeert  ende  bevolen. 


265 

Waerop  na  gedane  rappoort  bij  den  synode  de  voorgeroerde  provisionele 
kiesinge  alsnoch  ende  eyntlijck  is  goedtgevonden  ende  gearresteert. 

Daema  is  bq  de  vergaderinge  gemoweert,  soo  yemandt  der  gedeputeerde 
dienaren  ofte  ouderlinghen  mochte  comen  te  overlyden  (twelck  Godt  Al- 
machtigh  verhoede)  ofte  andersins  nootwendichl^jck  sich  te  absent^eren, 
wat  in  sulcke  gevalle  nodich  syn  soude  tot  vervullinghe  van  de  vacerende 
plaetse.  Waervan  het  synodus  heeft  geresolveert,  dat  sooverre  die  gecom- 
mitteerde broeders  tot  den  synode  nationael  aldaer  blyvende  mochten 
nodigh  vinden  de  vervullinghe  van  die  vacerende  plaetsen,  dat  alsdan  sall 
succederen  diegene,  dewelcke  de  naeste  is  in  stemminge,  als  onder  den 
dienaren  de  E.  ende  weigeleerde  D.  Hermannus  Kolde  tot  Leeuwarden, 
ende  onder  de  ouderlingen  de  ed.  erentveste  Taco  van  Ausma  tot  Hichtum. 

Van  de  gravaminibus  der  respective  dassen  is  geresolveert ,  dat  deselve 
alle,  so  sij  ingebracht  sijn,  sullen  de  committeerde  tot  den  synode  nationael 
werden  overhandight ,  ende  dat  dselve  committeerde  de  gravaraina,  die 
andersins  in  synodo  nationali  niet  moghen  voorvallen  te  verhandelen ,  sullen 
hebben  te  moveren  diegene ,  die  se  nodich  sullen  vinden  aldaer  verhandelt 
te  worden. 

De  saecke  D.  doctoris  Macovii  is  gerenvoyeert  aen  de  E.  heeren  Gede- 
puteerde Staten  om  met  overroepinghe  van  de  heeren  cumtoren  ende  enige 
theologanten  aff  te  handelen,  ende  syn  gecommitteert  D.  Melbomeus  end 
de  ed.  Taco  van  Ausma  omme  de  E.  heeren  daerop  te  begroeten.  Tuelck 
door  die  genoemde  committeerde  gedaen  zynde  hebben  de  E.  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  dese  resolutie  van  den  synode  mede  goetgevonden 
ende  geaprobeert,  aennemende  opt  spoedigste  daerin  te  doen. 

Voorts  is  besloten,  dat  scriba  synodi  vuyt  bevel  ende  name  der  ver- 
gaderinghe  sall  schrijven  an  die  kercken,  waervuyt  de  committeerde 
dienaers  genomen  syn ,  dat  se  betrachtende  het  gemene  beste  der  kercken 
haer  willen  in  dese  deputatie  tevreden  stellen.  Ende  sullen  de  presente 
delegati  der  dassen,  vuijt  dewelcke  de  committeerde  tot  den  sijnode 
nationael  sullen  gaen,  hare  respective  dassen  nomine  sijnodi  versoecken 
omme  dies  noodt  synde  de  plaetsen,  die  bij  dese  commissie  van  haren 
dienaer  werden  ontblotet,  te  willen  helpen  bedienen. 

Noch  is  die  scribae  sijnodi  in  last  gegeven  omme  nomine  synodij  de 
committeerde  tot  den  sijnode  nationael  met  behoorlijcke  procuratie  te  ver- 
sorgen,  deselve  ten  principalen  f  onderende  op  die  inhoudt  van  de  vuijt- 
schrijvinghe  der  Hoog.  Mog.  Staten  Generael  aen  de  E.  E.  heeren 
Gedeputeerde  Staten  deser  provincie  omme  te  handelen  van  de  bekende  5 
questieuse  poincten  ende  aencleve  van  dien  alsmede  andere  voorvallende 


266 

saacken ,  sooals  sij  na  Oodes  h.  woprdt  ende  meeste  stichtinghe  der  kercken 
sullen  bevinden  nodich  te  sijn.  Is  oock  goetgevonden ,  dewqle  dese  pro- 
curatie mede  op  den  presidem  gaen  sall ,  dat  deselve  van  een  dienaer  ende 
ouderlinck  vu^t  den  classe  Bolswardiana  ende  een  dienaer  ende  ouderlinck 
vuyt  den  classe  Franeiiuei-ana  in  synode  present  sall  ondertekent  worden. 

Eijntlijck  ende  ten  laesten,  nadat  de  E.  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten 
tevoren  gomelt  sijn  van  den  synode  bedanckt  voor  hare  presentie  ende 
directie,  den  synode  bewesen,  is  censura  moriim  gehouden,  waemae  met 
dancksegginge  ende  aenroepinghe  van  Godes  hel|jge  name  mitsgaders 
broederlijcke  groetenisse  het  sqnodus  in  vriendtschap  is  gescheijden  op 
huqden  den  2<ien  October  1018. 

Aldus  gesloten  in  de  sijnodale  vergaderinghe  tot  Leeuwarden  op  dato 
als  boven,  wt  name  ende  last  des  s|jnod|j  voorschreven  bij  den  presidem 
ende  scribam  ondertekent. 

Florentius  J.,  synodi  praeses. 

Regnerus  Bogekhan,  hujus  sijnodi  scriba,  i) 


Acta  deputatonim  synodi,  vergadert  binnen  Leeuwarden 
den  27  Januarij  anno  1618,praesideHiEKONYMoHoENDERBmNGA, 
scriba  Gerakdo  Kleibokero. 

Ten  eereten  heeft  D.  Bogermannus  rapport  gedaen  van  die  onderhande- 
linge,  die  van  D.  Macxx)vio,  Bogermawno  ende  Florentio  met  Dajniele 
gevallen  was.  So  heeft  D.  Bogermaxnus  datgenige  se  met  Daniele  gehandelt 
schriftelick  aen  de  deputaten  overgelevert  ende  is  de  copie  liiervan,  als  volght: 

Also  wij  ondergescreven  doctor  J.  Maocovius  ,  J.  Bogermannus  ,  Florentiijs 
JoHANNis  gecommitteert  waren  van  den  synodo  provincionael ,  in  Junio 
deses  jaors  1617  tot  Harlingen  gehouden,  om  met  Daniele  Johannis,  rector 
der  schele  tot  Sneeck ,  te  spreken ,  hem  te  onderrichten  ende  onder  wij  sen 
in  seeckere  poincten  der  \eere ,  verfatet  in  dree  articulen ,  bij  ÜANiEiiE  den 
classe  van  Sneec  voormaels  overgelevert  ende  aengenomen  te  verdedigen, 
ende  van  synodo  geordeelt  onschriftmatigh  te  zijn  ende  met  de  leere  der 
Gereformeerde  kercke  niet  te  accorderen,  so  hebben  wij  achterfolgende 
onse  last  ende  commissie  den  sesten  Octob.  ons  tot  Sneec  verfoeget  ende 
den  sevenden  desselven  maents  ter  presentie  ende  bijwesen  van  sommige 
gecommitteerde  so  van  den  achtbaren  magistraet  alsmede  kerckenraet  aldaer 
met  Daxiele  voornoemt  begonnen  te  spreken. 

In  welcko  beginsel  ende  eenigh  voortganck ,  hoewel  wij  ende  d'andere  ge- 

ij     Beide  «nderteekoiüngen  zijn  eigenhandig. 


267 

committeerde  als  toehoorderen  genoechsaem  gevoelden  ende  op  alle  manieren 
raerckten ,  dat  Daniel  vut  Godes  woort  genoechsaem  onderwesen  ende  over- 
tuijght  was,  nochtans  hebben  ghene  hope  connen  scheppen  van  eenigen 
vrucht  oft  goet  succes  van  onsen  arbeit  om  Daniel  van  syne  meyninge 
af  te  brenghen.  Is  niettemin  den  achtsten  deses  maents  na  de  middach  door 
Godes  genade  geschiet ,  dat  Danieu  meermael  voorgestelt  zynde  vut  Godes 
h.  woordt  de  leei-e  ende  gevoelen  der  Reformeerde  kercken  onder  den 
eersten  artijckel  l^j  deselve  is  bijgevallen  ende  verclaert  heeft  sulckes  ooc 
zyne  meeninge  ende  gevoelen  te  zijn.  Derhalven  van  ons  gevraeght  zynde, 
oft  hee  dan  niet  in  plaetse  van  den  sesten  artjjcul,  voormaels  van  hem 
classi  overgelevert  ende  van  synodo  veroordelt,  soude  willen  eenen  anderen 
laeten  stellen  ende  onderteeckenen ,  heeft  verclaert  sich  daertoe  bereijdt 
te  sijn.  Ditselve  van  ons  gedaen  synde,  heeft  nochtans  Daniel  besuaert 
sich  befonden  om  den  artijckel,  van  ons  schriftlick  gestelt,  te  onderteecken 
voorgevende  anders  geschiet  te  zijn,  als  tevoren  mondelinge  voorgestelt 
was.  Heeft  derhalven  selfs  een  ander  geconcipieert  ende  gepresenteert 
denselven  te  onderteeckenen,  in  twelcke  wq  ons  besuaert  vindende  hebben 
denselven  gecorrigeert ,  so  wij  meinen  na  waerheyt  te  behooren ,  denwelcken 
na  eenige  geringe  veranderinge ,  op  Danieus  begeeren  daerover  gedaen, 
hij  Daniel  onderteeckont  heeft.  Insgelyck  hi  Daniel  op  denselfden  negenden 
voorn,  maents  in  platse  van  den  tweeden  articul,  van  hem  voormaels  classi 
vorgestelt,  onderteeckont  een  anderen  tweeden  artijckel,  bij  ons  geconci- 
pieert ende  hem  vorgestelt,  nadat  wij  op  sijn  instantie  weinige  woorden 
daer  hadde  bijgedaen.  Doch  also  hij  voor  dien  tijdt  besuaert  vonde  den 
derden  ai-tijckel  van  ons  gestelt  onderteeckenen,  is  hem  gegunt  hem  daerop 
te  delibereren  tot  die  namiddagische  vergaderinge ,  op  welcken  tydt  Daniel 
verschenen  zynde  heeft  insgel|jcks,  doch  na  lange  communicatie  ende  ge- 
valle suarichey t  over  eenige  veranderinge  in  denselven  articel ,  van  Daniel 
versoclit,  denselven  onderteeckent.  Van  welcke  articiüeu  aUe  hieronder 
gestelt,  gelijck  wij  gecommitteerden  verclaerden,  dat  wij  geeme  gesien 
ende  liever  gehadt  hadden,  dat  he  Daniel  deselfde  onderteeckent  hadde, 
soals  die  van  ons  in  forma  waren  gestelt  geweest ,  also  hebbe  wij  insonder- 
hey t  verclaert ,  dat  de  derden  artijckel  defectueus  was ,  niet  volcomen  noch 
genoechsara  de  leere  van  Godes  woort  ende  der  Gereformeerder  kercke 
vutdruckende.  Doch  also  Daniel  sich  voor  die  t|jdt  besuaert  vonde  ende 
geheel  ge  weigert  hadde  van  dien  artijckel  iet  anders  te  onderteeckenen, 
is  he  van  ons  eernstlick  om  Christi  wille  gebeden  ende  vermaent,  dat  he 
Godt  wilde  vierich  bidden  ende  sich  bereijden  om  hierin  sich  naerder  te 
bedencken  ende  volcomen  contentement  doen  der  kercke  J.  Christi  tot 
zyner  tydt  te  gheven,  als  wesende  een  artgckel  van  groten  gewichte  ende 
vut  don  voorgaenden  twee  reijn  genomen  ende  verstaen  zynde  nootwendich 


268 

volgende ,  twelck  Daniël  aengenomen  heeft  te  sullen  doen.  Dit  alles  aldus 
gedaen  sjjnde  heeft  Daniel  ons  hertelick  gedancket  voor  den  arbeit,  dien 
wij  aen  hem  hadden  gedaen,  danckende  ooc  Goode  voor  synen  segen, 
die  he  daertoe  gegeven  hadde,  belovende  ende  voornemende  Gk)dt  van 
hei-ten  te  bidden ,  dat  he  hem  meer  ende  meer  door  zynen  h.  geest  soude 
willen  te  kennen  geven  ende  openbaren,  tghene  hem  noch  ontbrack,  bereit 
synde  siücke  genade  ontfangen  hebbende  den  broederen  in  allen  toe  te 
vallen  ende  volcomen  contentement  te  geven.  Yerclarende  voorts  he  Daniel 
voor  Godt  ende  ons,  dat  alles  van  hem  in  oprechter  conscientie  gedaen 
was  in  desen ,  begerende  de  broederen  willen  na  aert  der  liefde  niet  anders 
van  hem  ende  zijn  gantsche  doen  ordeelen.  Verclarende  voorts  ende  pro- 
testerende, also  de  Remonstranten  in  HoUant  van  seer  quade  meininge 
ende  attentaten  beschuldiget  ende  suspecteert  worden,  dat  he  van  sulckes 
alles,  ende  wat  sich  daervan  tot  eeniger  tijde  mochte  eomen  te  openbaren, 
niet  alleen  onschuldigh ,  onnosel  maer  ooc  van  harten  viand  was  ende  sulckes 
alletijdt  te  sullen  metterdaet  bewijsen  ende  bethoonen,  begerende  van 
ons  ooc  van  hem  te  willen  ordelen  ende  gedencken.  Na  twelcke  alles 
Daniel  vut  onser  vergaderinge  gescheiden  zynde ,  hebben  wij  onderscreven 
alle  van  herten  ons  verheught  ende  verbly t  over  den  segen ,  die  Godt  over 
desen  onsen  arbeydt  aen  onsen  broeder  Daniel  hadde  gegeven,  ende 
tegelijcke  Godt  van  herten  gebeden,  dat  hem  gelieve  denselven  noch  te 
vermeerderen  ende  Danielem  voornoemt  ten  volsten  van  alle  misverstandt 
ende  dolingen  verlossen  ende  in  zyne  godlicke  waerheit  verstercken  ende 
also  tot  de  waere  eenigheijt  ende  gemeinschap  der  gemeinte  J.  Christi 
wederommebringen.  Dit  alles  voorsz.  also  waerachtigh  te  zijn  getuigen 
ende  bevestigen  wij  ondersch.  met  onse  eegen  ende  gemeenlicke  handen 
hieronder  gestelt.  Actum  Sneeck  den  9  Octob.  anno  1617. 

Onderstont:  J.  Maccoviüs,  sanctae  theologiae  profess.  in  acad.  Franec. 

J.  BoGERMANNus,  ccclesiastes  Leovardiae. 

Florenwus  Joilvnnis,  ecclesiastes  Snecanus. 

JoccuEM  Eeins.   Jan  Claessz.   Hinderick  Wigers. 

Copie  der  articulen,  van  Dantele  Johannis  onderteeckent 
tot  Sneeck  in  vergaderinge  der  gecommitteerden  synodi, 
datum  alsvoren  gestelt. 

lek  gelove  ende  bekenne,  dat  Godt  van  eewicheyt  sommige  menschen 
sonder  op  ijet  goets  in  haer  te  sien,  ja  haer  aenmerckende  als  in  Adam 
verloren ,  naect  ende  leddigh  van  alle  goede  qualiteiten ,  ende  ter  contrarie 
becleedt  met  alsulcken,  die  de  eewige  verdoemenisse  verdienen,  heeft 
vut  verkoren  tot  die  eewige  salicheijt,  daerom  meteenen  haer  verkiesende 
om  haer,  welverstaende  de  volwassene  vutverkorenen  vut  louter  barm- 


269 

hertigheit,  te  geven  het  waere  gelove  in  Christum  om  door  tselvige  al8 

een  middel,  van  hem  daertoe  verordineert ,  haer  tot  de  eewige  salicheit 

te  brengen,  bekennende  oversulcks  dat  het  gelove  is  een  vrucht  deser 

genadige  verkiesinge  ende  dat  het  sonder  aenmerckinge  van  eenige  bequaem- 

heit,  cM)nditie,   qualiteit   ofte   dispositie  in  den   mensche  van  Ghodt  vut 

genade  wert  geschoncken. 

Onderstont  Daioel  Johannes. 

2.  Dat  Godt  het  gelove  ende  de  bekeeringe  in  dien  vutvercorenen  niet 
alleen  door  de  predicatie  des  godtlicken  woordts  maer  ooc  door  de  inwendige 
craehtige  werckinge  des  h.  geestes  also  werekt,  dat  se  sekerlick  comen 
te  geloven  ende  haer  te  bekeeren  ten  tijde,  als  het  den  Heere  belevet 

Onderstont  Daitiel  Johannes. 

3.  Dat  de  waere  vutvercorene  kinderen  Godes  het  salichmakende  gelove 

niet  geheelick  noch  eyndelick  verliesen. 

Onderstont  Daniel  Johannes. 

Aldus  gedaen  ende  onderteeckent  bij  Daihel  Johanios  ter  vergaderinge 

van  ons  onderscreven ,  van   synodo  Harlingana  tot  onderhandelinge  met 

Daniele  voorscreven  gecommttteert ,  mede  present  zynde  de  gecommitteerde 

van  E.  magistraet  ende  kerckenraedt  van  Sneeck  hieronder  gestelt,  diet 

neffens   ons   met   haer   handen   hebben  onderscreven  tot  bevestinge  der 

waerheyt.  Actum  Sneeck  ten  tijde  als  boven. 

Onderstont:  J.  Maocovius,  s.  theologiae  professor. 

J.  BooEBMANNus,  ecclcsiastes  Leoverdiensis. 

Florentiüs  Johannis,  ecclesiastes  Snecanus. 

JocHüM  Riengkssz.   D.  Thijs.   Jan  Claessz. 

Hendrick  Wioebs. 

In  saecken  van  Daniele  Johannis  is  besloten,  dat  Hieronimüs  Honer- 
biunga  ende  Johannes  Melboil£us  hun  transporteren  sullen  bij  den  kerckenraet 
om  te  onderstaen ,  oft  Daniel  Johannes  sijn  beloftenis ,  in  die  onderhande- 
linge met  hem  te  Sneec  gedaen ,  sij  nagecomen  in  alle  poincten ,  ende  oft 
he  de  articulen  oft  belijdenisse  bij  hem  onderteeckent  zij  ofgeweken  oft 
gebleven  oft  noch  verder  s|j  door  Godes  genade  gecomen,  ende  so  se 
bevinden  werden,  dat  he  sij  gebleven  ende  noch  blijve  oft  noch  meer 
voortgegaen  zij,  dat  se  alsdan  op  de  bequaemste  wijse  de  ergemisse,  so  is 
gegeven,  sullen  met  den  kerckenraedt  wechnemen 


Acta  deputatorum  binnen  Leeuwarden  den  3  Martij  1618, 
Johanne  Biltio  praeside,  Adamo  Westermanno  scriba. 

Nadien  b|j  den  deputaten  synodi  den  27®"  Januarij  1618  Daniel  Johannis 
door  hare  gecommitteerde  was  onderstanden  over  de  reductie ,  door  D.  dr. 


270 

Mjvcovtüm,  D.  Bogermanküm  ende  D.  Fj^orentium  Johanxis  den  9  October 
1617  binnen  Sneeck  gehouden  ende  befonden,  dat  h|j  hem  op  sijn  ge- 
articuleerde bekentenisse  niet  wilde  verclaren,  waerdoor  de  kercke  van 
Sneeck  ende  classis  derselven  onnistigh  bleefT,  z|jn  Daniel  Johanots  met 
de  gecommitteerde  der  kercke  van  Sneeck,  als  Florentitts  Johaunis  ende 
Andries  Sueerts,  ouderlingh  ende  D.  Vibrandus  Petri,  dienaer  tot  Heech, 
vut  den  name  des  classis  den  4®"  Martij  voor  den  deputaten  synodi  ver- 
schenen. Alwaerom  zij  ooc  aen  beqde  sijden  int  lange  gehoort  ende  ver- 
standen synde,  heeft  Daniel  Joiiannis  verclaert  de  drie  articulen,  in  de 
vorige  reductie  beraemt  ende  bij  hem  verteeckent,  niet  anders  te  connen 
verstaen,  dan  soverre  die  met  s|jn  verstant  overeenquamen.  Welcke  ver- 
claringe ,  also  die  den  gecommitteerden  des  kercke  ende  classis  van  Sneec 
voorgehouden  was  alsooc  D.  J.  Booekb£anno,  die  in  vorige  reductie  met 
hem  gehandelt  hadde  ende  van  den  deputaten  ontboden ,  heeft  haer  gelijck 
ooc  den  deputaten  hoochnodich  geschenen  Danielem  door  naerder  verclaringe 
z|jn  gevoelen  over  de  drie  voorige  articulen  te  versoecken,  alwaerom  bij 
den  deputaten  synodi  de  drie  voorige  articulen  sijn  gerosumeeil  ende  also 
gestelt,  dat  het  gevoelen  der  waerer  Öereformeerder  kercke  naectelicker 
ende  claerlicker  conde  werden  verstaen.  Dewelcke  Danieli  Johannis  voor- 
gelesen  zynde,  heeft  geseyt  sich  in  een  so  hooghe  ende  suare  saecke  so 
haestlick  niet  te  connen  verclaren  maer  te  begeeren ,  dat  een  maendt  tijdt 
hem  vutstel  verleent  mochte  werden,  nae  welcken  l^j  beloofde  zyne  ver- 
claringe te  doen.  De  deputati  niet  connende  verstaen,  dat  D.  Danieu 
alsulcken  langhen  tgt  gegimt  behoorde  te  werden,  als  dien  de  leere  van 
de  Öereformeerde  kercke  wel  bekent  waer,  ende  selve  in  dispuyt  ende 
questie  over  dese  leere  geweest  was,  ooc  tallen  tijden  reeckenschap  be- 
hoorde te  gheven  van  die  hope,  die  in  hem  waer,  daerom  hem  opgeleyt 
namiddach  toe  twee  vuren  zyne  verclaringe  te  doen.  Ende  is  dese  Danielis 
meininge  den  gecommitteerden  der  kercke  van  Sneec  mede  voorgedragen. 

Naer  noen. 
Nae  de  middach  ingetreden  synde  D.  Florentiüs  ende  Andries  Sweerts 
met  Vibra>*du8  PErm  hebben  haer  opt  hooghste  beclaeght  over  het  doen 
ende  werck  Danielis  voornoemt,  als  die  niet  anders  en  wisten,  ofte  de 
voorige  reductie  waer  gedaen  in  de  vrese  Godes,  in  oprechtigheit  der 
conscientie  ende  tot  gerustigheyt  der  onruste  in  de  kercke  Godes ,  dat  ooc 
Daniel  van  zyne  meininge  conform  het  gevoelen  der  Remonstranten  af- 
gebracht waer,  van  misverstant  in  rechte  verstant  met  de  Gereformeerde 
kercke  onses  vaderlants  ende  suqvere  kercken  Godes,  ooc  tot  dien  einde 
de  onderteijckeninge  der  articulen  gedaen  ende  Godt  voor  zyne  segen 
ende  de  mannen  broederen  voor  haren  arbeit  gedanckt,  maer  nu  geheel 
anders  bevonden  hem  te  openbaren,  opt  hooghste  waeren  bedroeft  ende 


271 

niet  anders  conden  verstaen,  ofte  bij  hem  D.vnikl  was  ontrouwelick  ende 
onrechtelick  gehandelt,  versoeckende  de  deputaten  wouden  dese  saecke 
in  de  vrese  GFodes  overwegen  ende  advijseren,  so  s|j  bevinden  souden  tot 
de  meeste  niste  ende  vrede  der  kereke  te  behooren. 

Is  daemae  D.  Daniël  wederom  ingeeqscht  ende  afgefraeght,  ofte  hij 
zyne  verelaringe  over  de  drie  articulen,  b|j  den  deputaten  gemaect,  op- 
rechtlick  woude  doen  ende  met  onderteijckeninge  zynes  hants  te  bevestigen, 
in  welcke  also  h^  niet  bewilligen  conde ,  tonwaer  hem  een  maendt  vutstel 
ende  deliberaet  werde  geconsenteert,  ooc  vragende  waerom  de  broederen 
afweecken  van  de  vorige  articulen,  b|j  hem  na  de  onderwjjsinge  gete|jckent, 
die  l^j  seide  also  alsnoch  te  verstaen,  gelijck  h|j  se  nae  z|jn  verstant  ende 
soverre  die  met  Godts  woordt  conform  waeren,  onderteickent  hadde. 
Hebben  daerom  de  deput.  om  dese  bedroefde  saecke  te  beslechten  van 
Danieij:  begeert,  dat  hij  oprechtelick  ende  sinceerlick  als  voor  den  aen- 
gesichte  Godes  woude  verclaren,  ofte  hij  de  drie  voorige  articulen,  bij 
hem  onderteickent,  niet  en  verstonde  orthodox  te  sijn  ende  b|j  hem  ver- 
claert  te  wesen  ende  noch  te  worden  in  alsulcken  sin  ende  verstant,  als 
de  reducenten  met  hem  die  conform  de  Belijdenisse  deser  onser  vader- 
lantsche  kercken  verstonden  ende  hier  oprechtelick  beleeden.  Op  welcken 
Daniel  dese  verelaringe  heeft  gedaen:  niet  anders  te  connen  sien,  dan  dat 
alsulcke  ondersoeckinge  i)  ende  afvraginge  was  een  inquisitie  ende  perssinge 
der  conscientie,  die  vrq  ende  ongeperst  behoorde  te  blijven,  ende  ooc 
gheen  andere  verelaringe  te  connen  doen,  als  b|j  hem  over  die  gedaen 
ende  geschiet  was  ende  hierboven  gestelt  is ,  vriendelick  versoeckende ,  dat 
hij  in  dese  zyne  meininge  ende  opinie  tot  den  aenstaenden  nationael 
synodus,  van  welcke  goede  hoope  was,  gedult  mochte  werden,  met  belofte 
hem  modest  ende  tranquü  te  houden  sonder  iemant  met  zyne  opinie  te 
besnaren,  ende  door  occasie  met  een  dienaer  Orodes  in  dispuijt  vallende 
also  te  willen  disputeren  ende  raeden,  dat  dese  questien  gemodereert 
mochten  worden.  Waerop  eydelick  is  geresolveert  als  volght: 

Also  den  deputaten  vut  het  relaes  van  de  gecommitteerde  des  synodi  is 
gebleecken  Danielem  Johannis  gereduceert  te  hebben  tot  gelijckstemrnicheyt 
der  Gereformeerde  kercken  in  twee  poincten,  in  welcke  hij  afgeweecken 
waer  tot  het  gevoelen  der  Remonstranten,  soo  ist  nochtans,  dat  de  deputati 
synodi  naerder  ondersoeck  gedaen  hebbende  bevonden  hebben  hem  Danielem 
van  zijn  voorige  opinien,  bij  articulen  in  den  classe  van  Sneeck  overgegeven, 
int  minste  niet  verandert  te  zijn  ende  met  Ijdele  hoope  den  ondersoeckers 
gef rustreert  te  hebben ,  alwaeromme  sij  alle  dese  dingen  in  de  vrese  Godes 
overwoogen  hebbende  verstaen,  dat  de  sentencie  des  kerckenraets  ende 


M     In  iiiarg.  staat  hi«*mt'ven8  N.B. 


272 

classis  van  Sneec  ende  van  den  synodo  laestleden  goetgekent  vooralsnoch 
in  zijn  geheel  sal  verbleven,  ter  tqdt  D.  Daniel  sich  anders  sal  verclaren, 
vindende  daerom  goet,  dat  de  kerckenraedt  ende  classis  in  dese  saecke 
sullen  doen,  als  sij  na  desen  bevinden  sullen  te  behooren  tot  vrede  haerder 
kercken  ende  hares  vaderlants. 

Aldus  vutgesproken  binnen  Leeuwarden  den  5  Martij  1618 

in  de  classicale  camer. 

Dese  sententie  beijde  parthijen  voorgelesen  synde,  heeft  Daniël  Johannis 

verclaert  zijn  gevoelen  over  dese  sententie  niet  connen  verclaren,  maer  bij 

hem  te  behouden.  Florentius  Johannis  met  de  syne  hebben  in  dien  geac- 

quiesceert,  versoeckende  aen  wederzijden  copien,  die  haer  gegunt  zijn. 


Acta  deputatorum  synodi,  vergadert  binnen  Leeuwarden 
den  1  Octob.  anno  1619,  praeside  D.  Bernhardo  Fullenio  et 
scriba  Alberto  Nyenhuuse. 

Is  bij  den  deputatos  synodi  goetgevonden,  dat  Lambert  Janssz  tegen  de 
naeste  vergaederingen  sal  geci teert  worden  om  alsdan  sijn  saeken  eyndt- 
lick  af  te  handelen. 

Bent  volgens  gecommitteert  D.  Bernhardus  Fxtllenius  ende  D.  Petrus 
YoMELius  om  te  voirsoucken  het  advqss  der  E.  E.  heeren,  oft  haer  sal 
gelieven  met  hare  presentien  te  beforderen  de  onderteeckeningen  van  den 
Canonib.  synodi  nationalis  die  leer  aengaende  volgens  het  concept,  daervan 
in  actis  synodalib.  geteeckent. 

Sijn  gecommitteert  nomine  deputatorum  synodi  omme  te  beforderen  ende 
bij  te  woonen  de  classicale  bijeencomsten  in  onderteeckenen  der  voorss. 
Canonen:  te  Dockum  D.  B.  Fullentos,  D.  Franoscüs  GuALTHEmals  dienaers, 
Gerrfi  Baebts  als  ouderlingh. 

In  classe  van  Leeuwarden  sullen  hen  verfoegen  D.  Bartholdus  Huys- 
MANNiTs  ende  D.  Petrus  Yomelius  als  dienaers,  Sltbrant  Pieters  als  ouder- 
linck; 

in  den  classe  van  die  Jouwer  D.  Franciscüs  Öualterus  ,  Albertüs  Nyen- 
HuiSEN  als  dienaers,  Wumer  Lijuwes  als  ouderlinck; 

in  den  classe  van  Sneec  D.  Johannes  Clinckhamerus  ende  Albertüs 
Nyenhuusen  als  dienaers,  ende  Broer  Cornelisz  als  ouderlinck; 

Boolsuert  D.  P.  Yomelius  ende  D.  J.  Clinckhamerus  als  dienaers,  Sioerd 
Eempes  Wiarda  als  ouderlingh; 

in  den  classe  van  Franiker  D.  B.  Fullenius  ende  D.  Bartholdus  Huys- 
MANNus  als  dienaers,  Dierck  Willems  als  ouderlinck. 

D.  B.  Fullenius  ende  D.  P.  Yomelius  hebben  rapport  gedaen  van  haer 
commissie  ende  hebben  verclaert,  dat  de  E.  E.  Mogende  heeren  verstaen, 


273 

dat  de  deputati  synodi  met  hare  presentien  sullen  helpen  in  eenen  ijege- 
licken  classe  de  onderteeckeningen  hiervoor  gementioneert  bij  te  woonen , 
belovende  mede,  so  daer  eenigen  suaricheden  in  dien  onderteickeningen 
mochten  voorfallen,  de  behulplick  handt  te  bew|jsen. 

Den  2  Novemb.  anno  eodem. 

D.  B.  FuLLENius  ende  D.  P.  Vomelius  bent  gecommitteert  om  te  bemid- 
delen ,  dat  de  doctores  theologiae  mede  mogen  onderteeckenen  die  articulen , 
in  synode  nationali  geconcipieert  nopens  de  leer  des  geloofs. 

Naedien  de  gecommitteerden  deputatonim  synodi,  geordineert  om  de 
onderscrivingen  des  formuliers  nopens  de  onderhoudinge  der  eenigheyt  in 
de  leer  des  geloofs,  in  synodo  Dordracena  geconcipieert  ende  approbiert, 
in  allen  dassen  deser  provinciën  van  eenen  ijegelicken  dienaer  te  befor- 
deren,  in  den  collegio  deputatorum  synodi  rapport  gedaen,  is  befonden 
bijnaest  in  alle  classen  goede  eenigheyt  in  de  vrijwillige  onderteeckeningen 
van  den  voorsz.  formulier,  waervoor  Öodt  ten  hooghsten  moet  gedancket 
z|jn,  exempt  nochtans  drie  dienaren  in  den  classe  van  Dockum,  als  D. 
Haio  Lamberti  ende  D.  Petro  Hermanni  ,  beide  dienaren  der  gemeinte 
Christi  tot  Dockum,  alsmede  D.  Joh.  Sartomo,  dienaer  der  gemeinte 
Christi  tot  Buijtenpost,  ende  een  dienaer  vut  den  classe  van  Leeuwarden 
D.  TuoaiAS  Thomae,  dienaer  in  de  gemeente  Christi  tot  Jelsiun. 

So  hebben  dan  de  deputati  synodi  goetgevonden  de  voorgenoemde 
dienaren  met  brieven  van  citatien  voor  haer  te  roepen.  Ende  is  vooreerst 
verschenen  D.  Thomas  Thomae  ende  dat  op  3  Novemb.  anno  praesenti  ende 
heeft ,  als  die  D.  praeses  nomine  totius  coUegii  zeer  christelick  D.  Thomam 
vermaent  ende  gesocht  met  verscheidene  beweeghredenen  te  inducieren, 
dat  hij  voorsz.  D.  Thomas  om  de  eere  Godes,  welstant  ende  rust  van  sijn 
ghemeinten  ende  welfaren  van  sijn  eqgen  persoon  hem  doch  wilde  willigh 
stellen  in  het  onderteeckenen,  daerbq  doende  dat,  bijaldien  D.  Thomas 
eenige  suarieheijt  ofte  bedencken  in  eenige  articulen  van  de  geconcipieerde 
Canonen  hadde,  vrij  willigh  met  goede  conscientie  wilde  openbaren,  met  belof- 
tenisse  dat  men  met  den  gheest  der  sachtmoedicheyt  in  alle  vrundtschap 
ende  broederlicken  liefden  hem  soude  onderwqsen.  Ende  alsoo  hij  daertegen 
verclaerde  met  niemant  te  begeeren  in  mondtlicke  conferentien  ende  dispuyt 
te  treden ,  so  is  het  dat  de  broeders  hem  hebben  vermaent  zyne  argumenta 
van  suaricheyt  bij  geschrifte  wilde  stellen,  presenterende  deselvigeni) 

Anno  1620  den  7®"  Martq. 

Is  wijders  ooc  van  den  deputaten  des  synodi  besloten,  dat  men  ver- 
soecken  sal  aen  den  E.  M.  heeren  Gedeputeerden ,  dat  die  personen  Daniel 
Johannis  ende  Haio  Lamberti  mochten  voor  den  E.  M.  heeren  geroepen 

1)     Hier  breekt  de  zin  af  en  volgen  twee  blanco  bladzijden. 

Acta  8ijn.  protunc.   VI.  18 


è74 

worden  ende  haer  beigden  te  constringeren  den  polijtijeke  state  te  snbscri- 
beren  nae  den  conformiteyt  der  sententie,  van  den  E.  M.  heeren  Generale 
Staeten  op  dit  stiick  genomen,  i) 


Acta  synodi  binnen  Liewarden  opten  14^  Septembris 
anno  1619  voor  den  middach  verhandelt  ende  voor- 
gefallen. 

Ten  eersten  is  nae  aenroepinge  van  Gk)des  h.  naeme  dominus  Reonerus 
HxcaiTiNQnTS  gecooren  als  praeses  ende  Hilarius  Sibrandi  als  scriba  synodi. 

Daemae  syn  d'procuratien  ofte  credentsbrieven  vertoont,  geleessen,  ge- 
examinirt  ende  geapprobirt.  Ende  zyn  ten  eersten  mit  genoechsaemeinstnictie 
uyt  het  collegie  van  den  E.  M.  heeren  Gedeputirde  Staten  als  directeurs 
synodi  verscheenen  die  eehrenpheste  achtbaere  wqse  ende  zeer  discrete 
heeren  mynheer  Abraham  van  Roorda  ende  Hypolttüs  Crack  ende  van  den 
broederen  mit  eerbiedinge  ontfangen. 

Daemae  uijtten  classe  van  Liewarden:  dominus  Regnerüs  HACHTmoius 
ende  dominus  Juliüs  Atzoxiüs  van  Oenkerck  als  dienaeren,  ende  dominus 
doctor  Hen.  Brahe,  medicus  tot  Liewarden,  ende  Freerck  Dercks  tot 
Wirdum  als  ouderlingen; 

ugtten  classe  van  de  Soeven wouden :  dominus  Franciscüs  Havercampius, 
dienaer  des  h.  e  vang.  tot  Oldeholdtpaede ,  ende  dominus  Abrahamtjs  DoMiNia, 
dienaer  des  h.  evang.  opt  Heerenveen  als  dienaeren ,  ende  Eincke  Lycklema 
tot  Oudeschoot  ende  Frans  Timens  tot  Oudeboom  als  ouderlingen,  doch 
Rlvcke  Ltgklema  is  niet  eerscheenen  ende  om  rheeden  geexcusirt; 

uytte  classe  van  Sneeck:  dominus  Gerlacüs  Habbonis,  dienaer  tot  Deer- 
som, ende  dominus  Tammerus  G-erhardi,  dienaer  in  der  Jilst  als  dienaeren, 
ende  Juruen  Michiels,  borgemeester  tot  Sneeck,  ende  Dirck  Dircks,  borge- 
meester tot  Schlooten  als  ouderlingen; 

uytten  classe  van  Bolschwirt:  dominus  Johannes  Biltiits,  dienaer  binnen 
Worcom,  ende  dominus  Johannes  Hichtommannus  opt  Ngelandt  als  die- 
naeren, ende  mijnheer  Reumer  Haerincks,  borgemeester  tot  Bolschwirt, 
ende  Jaoob  Eehes,  secretaris  van  Heemelerolphaert  als  ouderlingen; 

uytten  classe  van  Franecker:  dominus  Jarrighiüs  Wilhelmi  ende  dominus 
Tdcannüs  Obbonis  als  dienaren,  ende  den  eersaemen  Suercic  Hauesz  van 
Oosterbierom  ende  Sybe  Jippesz  als  ouderlingen; 

uytten  classe  van  Doccom:  dominus  Hilarius  Sibrandi  ende  dominus 


1)     Hierop  voljiccn   nog  eziracteD  uit  de  acta  der  depntaten  vaD  17  Juli  IG21  en 
enkele  van  de  jaren  1024  en  1025. 


271^ 

Nicx)LAtJs  JoHANNis  als  dieiuieren ,  ende  jonkheer  Jaoob  van  Ruffelaer  ende 
Carel  Jans  als  ouderlingen. 
Ende  is  daemae  deese  sessie  mit  dancksegginge  geeijndigt 

Daemae  syn  nae  den  middach  heerleessen  dacta  synodalia,  voorleeden 
jaere  1618  binnen  Doccom  afTgehandelt ,  ende  opt  7  articul  spreeckende 
vant  loopen  der  Jesuiten  deur  deesse  landen  laet  het  synodus  hetselve  by 
tbeschluit  aldaer  gemaeckt. 

Opt  9®  articul  zynde  het  eerste  gravamen  classis  Bolswerd.  geweest 
spreeckende,  dat  alle  oude  goede  resolutien  mochten  int  werck  gestelt 
worden  ende  het  synodale  extract  van  de  4  gecommittirden  des  voorleeden 
synodi  oovergesien,  deurdien  het  in  alle  classen  noch  niet  geleessen  is, 
acht  het  synodus  alsnoch  noodich,  dattet  in  alle  classibus  geleessen  ende 
alsoo  voorts  eenmael  geefFectuirt  worde. 

Volgen  nu  voort  die  beschluiten  van  beschwaeringen ,  die  tot  deessen 
teegenwoordigen  synodum  gebrocht  zyn. 

Opt  eerste  gravamen  des  classis  van  Liewarden,  oft  d'resolutien  by  den 
synodo  nationael  genoomen  van  den  gecommittirden  totten  selven  synoden 
niet  behooren  eerst  mit  haere  principalen  gecommunicirt  te  worden,  alleer 
sy  totte  polityquen  worden  gebracht  ende  derselver  approbatie  ende  con- 
firmatie daeirop  versocht,  het  synodus  teegen woordich  laet  hetselve  staen 
tot  verdaeringe  van  de  gecommittirde  des  synodi  nationael,  doch  hyrvan 
deur  d'Ë.  heeren  commissarien  naerder  bericht  zynde  hout  sick  voor  deessen 
daerinne  gecontentirt. 

Opt  2®  gravamen,  oft  dienaeren  niet  zynde  gecommittirt  mit  haere 
teegenwoordicheijt  d'synodale  vergaederingen  in  allen  ende  allerleye  actie 
moogen  bywoonen,  is  geresolvirt,  dat  sy  by  d'generalia  ende  doctrinalia 
moogen  praesent  zyn,  maer  by  d'personalia  naer  discretie  der  synoden. 

Opt  3®  gravamen,  off  tniet  geraeden  sy,  dat  nae  verloop  van  seeckere 
jaercn  alsoock  by  geleegentheyt  van  affcoop ,  verwisselinge  ofte  aengaende 
andere  veranderinge  van  meijerluiden  die  landtsaete  van  de  pastoryen  ten 
platten  lande  saeten  gebruickende  telckes  eenige  penningen  tot  praesenten 
geeven  in  conformite  van  de  cloosterraeyers  ofte  anderssins,  ten  eynde 
daerin  eenpaericheyt  by  alle  dienaeren  worde  onderhouden ,  is  beschlooten , 
dat  een  yder  dienaer  sal  handelen  in  syn  plaetze  nae  de  billickheyt, 
discretie  ende  meeste  stichtinge. 

Opt  4®  gravamen ,  off  tniet  goedt  waere ,  dat  voor  d'gemeene  beeddaegen 

in  tyts  een  jeeglyck  dienaer  ende  daertoe  alle  dorprechters  ende  in  allen 

dorpen,  daer  gien  dienaers  woonen,  missyven  worden  behandiget,  aen- 

18* 


276 

gemerckt  dat  deur  versiümenisse  van  deesen  groote  onordeninge  op  ver- 
scheyden  plaetsen  wordt  gepleecht,  is  beschlooten,  datte  deput  syn.  by 
d'E.  Moog.  h.  sullen  versuecken,  dat  haer  wil  believen  ordere  te  stellen, 
dat  yder  dienaer  copye  mach  hebben  van  de  uytschrijvinge  der  beed- 
daegen,  die  gehouden  sullen  worden,  ende  dat  van  gelycken  oock  aen  den 
dorpen,  daer  gien  dienaers  woonen,  copije  bestelt  worde,  eer  d'beedach 
gehouden  wordt,  om  d'gemeente  voor  te  leessen. 

Waermeede  die  4^  sessie  mit  dancksegginge  is  beschlooten. 

Opten  15®"  Septembris  voor  den  middach  zyn  volgens  deese  gravamina 
affgehandelt. 

Opt  eerste  gravamen  classis  Bolswerd.  spreeckende,  off  tniet  goet  waere, 
datte  jaermerckten  ten  platten  lande,  insonderheyt  die  op  Sondaegen  ge- 
houden worden,  mochten  worden  gecassirt,  gemerckt  opte  selve  niet  dan 
alle  onheyl  ende  godtloossheyt  wort  gespeurt ,  waerby  oock  gedaen  is  van 
vercoopinge  der  boelgoeden,  welcke  in  eenige  plaetsen  op  Sondaegen  ge- 
schiet, is  beschlooten,  datte  deputaten  synodi  by  d'E.  M.  h.  Gedep.  Staten 
sullen  aenhouden,  datte  oude  resolutien,  by  tlandtschap  genoomen  vant 
cassiren  eeniger  jaermercktten  ten  platten  lande,  moogen  geefTectuirt  worden 
ende,  soo  daer  eenige  jaermerckten  in  eenige  dorpen  zyn,  die  niet  connen 
aifgeschaft  worden ,  fallende  op  Sondaegen ,  dat  d'selve  totten  naestfolgenden 
dach  mochten  opgeschort  worden ,  ende  dat  van  gelycken  d'officieeren  ver- 
socht  sullen  worden  om  te  weeren  dVerooopinge  der  boelgoeden,  die  in 
haeren  bedr^ve  op  Sondaegen  mochten  voorfallen ,  opdat  alle  ontstichtinge 
ende  ontheylginge  des  Sondachs  gemijjdet  mach  worden. 

Opt  2®  gravamen ,  dat  gien  Papisten  (waeronder  het  synodus  meede  wil 
begreepen  hebben  Mennonisten)  tot  kerckfoochden  mochten  gecooren  ende 
gestelt  worden ,  blijft  het  synodus  bij  d'resolutie  der  h.  Staten  oover  deessen 
genoomen  om  meede  by  den  deputaten  versocht  te  worden ,  dat  sy  moogen 
geweert  worden. 

Opt  3«  gravamen,  datte  conventicula  der  Remonstranten  alsoock  der 
Papisten  ende  ander  schaedelycke  sectarisen  mochten  worden  geweert,  is 
beschlooten,  datte  deputaten  synodi  by  d'E.  heeren  Gedeputirde  Staten 
sullen  aenhouden,  dat  het  placcaet  hijroover,  by  d'Hooch  M.  h.  Generaele 
Staten  uytgegeeven,  mach  geeffectuirt  worden. 

Opt  4®  gravamen,  datter  een  eenpaerigen  voedt  int  beroepen  der  kercken- 
dienaeren  mochte  worden  gehouden,  is  geresolvirt,  dat  elcks  hyrin  sal 
moogen  handelen ,  soo  sy  in  haere  plaetzen  stichtelyckst  sullen  befinden  te 
weessen. 

Ende  is  hyrmeede  deese  sessie  weederom  mit  dancksegginge  geschlooten. 


277 

Naedat  deesse  gravamina  zyn  afgedaen,  is  nae  den  middach  op  daege 
voornoemt  opt  gra vamen  vant  classis  Franeq.  houdende,  off  een  classis 
het  synodus  mach  uytstellen,  dattet  niet  opte  behoorlycke  tydt  gehouden 
worde,  geadviseert  dattet  niet  mach  noch  behoort  te  geschieden,  maer 
syn  nochtans  d^broederen  des  classis  van  Liewarden  voor  ditmael  geexcusirt, 
deurdien  het  nationael  synodus  worde  gehouden  ende  d'uytcompste  van 
dien  worde  verwacht. 

Is  van  den  broederen  der  7  Wouden  voorgestelt ,  datten  deput  synodi  in 
last  mochtc  gegeeven  worden  om  by  d'E.  M.  heeren  Ged.  Staten  aen  te 
houden,  datt€  resolutie  om  praedicanten ,  volmachten  etc.  te  stemmen  int 
werck  gestelt  ende  onderhouden  mochte  worden,  twelck  het  synodus  voor 
dienstich  te  zyn  aenneemt ,  ende  geeft  den  deput.  by  deesen  last  om  sulcks 
te  doen. 

Is  voorts  by  d 'broederen  classis  Sylvanae  een  fraege  voorgestelt,  off 
eener,  die  soozeer  aen  syn  lichaem  ende  leeden  gecrenckt  is,  dat  hy  op 
2  krucken  moet  gaen  ende  naeuwelicks  opten  pi-edigstoel  soude  connen 
coomen,  tottet  examen  ende  volgents  voorts  totten  kerckendienst  mach 
toegelaeten  worden?  Is  by  den  broederen  des  synodi  geadvisirt,  dattet  om 
reeden  niet  behoort  te  geschieden ,  maer  moogen  lyden ,  dat  by  den  depu- 
taten  aen  de  E.  M.  heeren  öedep.  Staten  versocht  worde  om  een  onderhout, 
ter  tydt  hy  mit  een  schooldienst  voorsien  werde. 

Noopende  tgheene  dat  by  den  deputaten  synodi  is  onverricht  gebleeven 
ende  haer  in  den  voorgaenden  synodoDoccumanawaere belast,  isgeordineert, 
dattet  selve  van  den  deputaten  deeses  synodi  geeffectuirt  sal  worden ,  waer- 
onder  meede  begreepen  wordt  d'saecke  van  Lambert  Janssen  opte  Schingen. 

Daernae  syn  d'gecommittirde  des  nationalen  synodi  in  deesen  synodo 
verscheenen  ende  hebben  rappoort  gedaen  van  haeren  weederfahren  ende 
den  praesidi  eenige  stucken  behandiget  ende  zyn  daernae  mit  groetenisse 
ende  geluckwenschinge  gescheyden. 

Is  alsoo  d 'sessie  wederom  mit  dancksegginge  geeyndigt. 

Opten  10®"  Septembris  1619  voor  den  middach  syn  die  Canones  nationalis 
synodi  noopende  die  leere  voorgenomen  ende  in  den  synodo  geleessen 
ende  volgonts  geapprobirt  ende  voor  goedt  gekent  als  in  G.  h.  woort  wel 
gefundirt. 

Daernae  is  seecker  formidier  van  onderteeckeninge  geexhibirt  ende  van 
den  broederen  des  synodi  soo  dienaeren  als  ouderlingen  doch  elcks  voor 
haeren  persoenen  eendrachtelyck  onderteijckent  in  voegen  naebeschreeven : 

Wij  ondergeschreeven  dienaeren  ende  ouderlingen,  repraesentirende  het 


278 

synodiim ,  teegen woordich  gehouden  binnen  Liewarden ,  sonder  respect  van 
onssen  clausen  maer  voor  onssen  persoenen,  verdaeren  oprechtelyck  in  goeder 
conscientie  voor  den  Heere  mit  deese  onse  onderteyckeninge,  dat  wy  van 
hertten  gefoelen  ende  gelooven,  dat  alle  die  art  ende  stucken  der  leehre, 
in  d'Confessie  ende  Catechismo  der  Neederlantsche  ende  Oerefonnirde 
kercken  begreepen,  mitsgaeders  die  verclaeringe  oover  eenige  poincten 
der  voornoemde  leehre  in  den  nationali  synode  anno  1619  tot  Dordrecht 
gestelt,  in  alles  mit  Godes  woort  oo vereen  te  coomen,  belooven  derhalven, 
dat  wij  dVoomoemde  leehre  neerstelyck  zullen  leehren  ende  getrouwelyck 
voorstaen  sonder  jeets  teegens  d'selve  tsy  oopentlyck  ofte  int  besonder, 
directelick  ofte  indirectelick  te  leehren  ofte  te  schrijven,  gelyck  oock  dat 
wy  niet  alleene  alle  dwaelingen  daerteegens  strqdende,  ende  naementlyck 
die  in  den  voornoemden  synodo  gecondemnirt  zijn,  verwerpen  maer  oock 
sullen  teegenstaen,  weederleggen  ende  helpen  weeliren.  Ende  indien  het 
soude  moogen  gebeuren ,  dat  w\j  nae  deesen  eenich  bedencken  ofte  gefoelen 
teegens  die  voornoemde  leehre  ofte  eenich  pimct  derselver  souden  moogen 
crijgen,  belooven  w|j,  dat  wq  tselffde  noch  oopentlick  noch  heymelick 
sullen  voorstellen,  drijven,  praedyken  ofte  schryven,  maer  dat  wy  tselve 
al  voeren  den  kerckenrhaet,  classi  ofte  synodo  sullen  oopenbaehren  om  van 
d'selvige  geexaminirt  te  woixien ,  bereqt  zynde  het  oordel  derselver  altydts 
gewilliclüyck  ons  te  onderwerpen,  op  poena  dat  wy  hyrteegens  doende 
ipso  facto  van  onssen  dienst  sullen  zyn  gesuspendirt.  £nde  indien  tot  eenigen 
tyde  d'kerckenrhaet,  classis  ofte  synodus  om  gewichtige  oohi-saeckon  van 
naedencken  souden  moogen  goedtfinden  tot  behoudinge  van  eenicheyt  der 
suiverheyt  in  de  leehre  van  ons  te  vereqschen  ons  naerder  gefoelen  ende 
verclaeringe  oover  eenich  articul  van  de  voornoemde  Confessie,  Catechis- 
mus ende  synodale  verclaeringe,  soo  belooven  wij  oock  mitsdeesen,  dat 
wy  daertoe  tot  allen  tyden  sullen  bereyt  ende  gewillich  weessen  op  poena 
als  boeven,  behoudens  het  recht  van  appel  in  cas  van  boschwaernisse , 
geduirende  d'wolcke  tydt  van  appel  wy  ons  nae  d'uijtspraecke  ende  ordre 
des  synodi  provintialis  sullen  reguliren.  Aldus  gedaen  in  onssen  synodale 
vergaederinge  opten  16«°  Septembris  1619. 

Was  voortaen  onderteeckent  van  de  tsaementlycke  broederen  des  synodi , 
wiens  naemen  tevooren  uijtte  respective  procuratien  geregistrirt  staen. 

Waermeede  deese  sessie  is  geeyndigt. 

Op  dach  boevengeschreeven  naer  noen  is  ten  eersten  beschlooten,  datter 
drie  uyt  het  midden  vant  synodo  sullen  geschickt  worden  aen  den  E.  h. 
volmachten  vant  landtschap  om  te  versoecken  copye  van  de  resolutie, 
genoomen  opt  stuck  van  de  kerckenordniiige ,  ende  syn  hyrtoe  gecommittirt 
dominus  Franciscus  Averkamfiüs  ,  dominus  Johanites  Biltiüs  ende  mqnheer 


279 

KreMER  HAERmcxs.  Van  gelycken  is  d'selve  mannen  last  gegeeven  om  mgn 
E.  heer  Eernst  van  Aeylva,  mynheer  Haerinxma  ende  Taeüo  van  Aysma 
te  begroeten,  oft  thaer  wilde  believen  den  synodo  eenige  oopeninge  te 
doen  van  tgheenige  sy  kennisse  hadden  noopende  der  kerckenordninge , 
in  synodo  nationali  tot  Dordrecht  beschlooten. 

Ondertnschen  is  voorgonoomen  seeckere  missive ,  sonder  naem  in  synodo 
vertoont,  waerinne  die  persoon  des  dienaers  tot  Buittenpost  mit  eenige 
raissdaeden  beschwaert  wierde,  waerommo  het  synodus  den  classi  van 
Doccom  belast  om  daerop  naer  behooren  sick  tinformiren ,  ende  in  tgheene 
d'waerheyt  befonden  wordt,  hem  daeroover  te  straffen  naer  behooren. 
Wordt  miteen  den  deput.  synodi  belast  om  daerop  acht  te  neehmen,  off 
by  tclassis  voornoemt  daerin  naer  behooren  gehandelt  wordt,  soo  niet 
snllen  tclassis  daertoe  honden  om  tselve  te  doen.  Van  gelycken  sal  het 
classis  informatie  neehmen  opte  leehre  van  de  dienaeren  van  Doccom,  die 
deurt  voornoemde  brieff  ende  geruchten  beschuldigt  zijn. 

Voorts  zyn  d'ed.  eemt.  heeren  Eernst  van  Aeijlva,  Eernstus  van 
Uaerinxma  ende  jonker  Taeco  van  Aysma  opt  vorsoeck  des  synodi  in 
de  vergaederinge  .eerscheenen  ende  hebben  eenige  oopeninge  gedaen  van 
de  kerckenordninge ,  in  de  synodo  tot  Dordrecht  beschlooten,  waermeede 
oock  deesse  sessie  is  geeyndigt. 

Opten  17^"  Septemb.  voor  noen  sy  d'acten  van  de  kerckenordninge  ge- 
leessen doch  niet  alle,  maer  alleenich  die,  waerinne  int  nat.  synodo  nu 
laest  tot  Dordrecht  gehouden  veranderinge  is  geschiet,  ende  is  op  deessen 
geresolvirt  als  folcht: 

Alsoo  het  stuck  van  de  kerckenordninge,  gearrestirt  in  den  synodo  tot 
Dordrecht  deesses  teegen woordigen  jaers  1G19,  den  provintialen  synodo 
van  Friesslandt  vergaedert  binnen  Liewarden  den  15«"  Septembris  1619 
is  voorgecoomen ,  ende  nae  gedaene  relaes  van  de  gecommittirde  des  nat. 
synodi,  onsso  waerde  ende  1.  broederen  approbatie  is  versocht,  soo  ist 
dattet  synodus  teegen woordich  in  de  vreesse  des  Heeren  naer  rijpe  bedencken 
ende  betrachtinge  van  alles,  dat  deesenaengaende  soude  dienen  aenge- 
merckt ,  mit  eenstemmige  resolutie  hebben  beschlooten  sulcks  doende  als- 
noch  mitsdeessen ,  dat  sy  blyven  by  tgheene  in  deessen  mooge  overeencoomen 
mit  die  van  oudts  aengenoomen  kerckenordninge,  die  nu  alvooren  mit 
genoechsaeme  stichtinge  is  onderhouden,  approbirt  ende  aengenoomen, 
sonder  nochtans  in  te  willigen,  approbiren  ende  toe  te  stemmen  eenige 
soodaeninge  dingen,  die  tevooren  niet  gebniickt  ende  nu  van  nijes  mochten 
ingestelt  zyn,  daerdeur  eenige  scheuringe  in  de  kercke  ende  gemeenten 
ende  onheijll  in  deesse  onsse  provintie  soude  moogen  ontstaen,  ende  meede 


280 

oin  voor  te  coomen  alle  diffidentie,  die  deessen  aengaende  tuschen  d'E.  M. 
L  Staten  deeser  provintie  ende  d'kercke  alhyr  soude  moogen  ontstaen, 
vermits  nu  alvooren  op  deessen  by  haer  E.  M.  resolutie  waere  genoomen, 
hoewel  nochtans  dVergaederinge  deessen  onssen  waerden  broederen  den 
gecommittirden  voornoemt  hoochlyck  bedanckt  haerer  arbeyt  ende  goede 
intentie,  die  sy  moogen  in  deessen  gebniickt  hebben.  Ende  om  voor  te 
coomen  eenige  naelaeticheyt  ofte  schlapheijt,  die  van  den  dassen  teegens 
die  dienaeren,  kerckenrhaeden  ofte  schooldienaeren  onder  haer  sortirende 
soude  worden  gespeurt  ofte  befonden,  wordt  mitsdeessen  allen  respectiven 
dassen  bevoolen  naerder  inspectie  ende  kennisse  te  neehmen  van  alle 
onordentheeden ,  die  in  de  plaetzen  onder  haer  sortirende  souden  worden 
bevonden,  alles  ter  eehren  Godes  ende  stichtinge  syner  gemeente. 

Daernae  is  meede  beschlooten ,  datte  deput.  synodi  sullen  beforderen  by 
den  dassen  die  onderteeckeninge  vant  formulaer,  by  den  synodum  onder- 
teyckent,  hetsy  dat  sy  dit  gelyckelyck  ofte  deur  verwisselinge  doen  ende 
dat  ten  spoedigsten.  Ende  soo  syt  noodich  bevinden ,  sullen  sy  den  E.  M. 
heeren  Gedeputirde  Staten  moogen  begroeten,  dattet  haer  wil  believen 
eenige  uyt  het  midden  van  haer  daer  meede  by  te  foege  in  conformite 
van  andere  provintien. 

Voorts  alsoo  het  synodus  kennisse  gecreegen  heeft,  dat  in  de  provintie 
van  Ooverjyssel  aen  de  Ronde  Blesse  ende  op  anderen  plaetsen ,  int  drost- 
ambt  van  Vollenhoove  geleegen ,  die  Papisten  gewoontlyck  byeencompsten 
houden,  belast  het  synodus  den  deputaten  synodi  aen  de  E.  M.  heeren 
Gedep.  Staten  te  versuecken ,  dat  haer  wil  believen  aen  de  heeren  drosten 
van  Vollenhoove  oft  by  ontbeeren  van  densdven  aen  de  h.  Staten  van 
Ooverjissel  aenschrjjvinge  te  doen,  dat  sulcks  mochte  geweert  worden. 

Opte  particulire  vraege  van  domino  Biltio  voorgestelt,  oft  het  den 
diaconen  der  gemeente  Christi  vrijstaet  die  contributiepenningen  van  de 
lombaerden  afPcoomende  te  ontfangen  ende  aen  de  leedemaeten  der  gemeente 
Christi  uyt  te  deden ,  is  geresolvirt  sulcks  gehedyck  mit  G.  h.  woordt  te 
strijden  ende  alsoo  ongeoorlooft  te  zijn  volgents  voorige  synodale  resohitien. 

Hyrnae  syn  tot  deputaten  synodi  voor  dit  jaer  gecooren:  uytten  classe 
van  Liewarden  dominus  Bernhardus  Fullentüs,  dienaer  tot  Liewarden, 
ende  Duick  Willems,  ouderlingh  aen  S.  Annekercke.  Die  van  de  7 
Wouden  continuiren  ende  syn:  dominus  Johaj^nes  Klinckhamerüs ,  dienaer 
opte  Jouwer,  ende  Schiuert  Keymtes  Wiaerda,  ouderlingh  van  Accrom. 
Uijtten  classe  van  Sneeck  syn  voor  twee  aenstaende  jaeren  vercooren: 
dominus  Franciscus  Woltheri,  dienaer  tot  Oostereynde,  ende  Wijemer 
LiEüWEs,  borgemeester  tot  Schlooten  als  ouderlingh.  Uytten  dasse  van 


281 

Bolschwirt:  dominus  Albertus  Nuenhuus,  dienaer  tot  Borchwert,  ende 
Broer  Corneus,  borgemeester  tot  Worcom  als  ouderlingh.  Uytten  classe 
van  Franecker:  dominus  Petrus  Womelius,  dienaer  tot  Herbaeyom,  ende 
Qerrut  Baerts,  ouderlingh  van  S.  Jacobskercke.  üyt  het  classis  van  Doccom : 
dominus  Bartoldxts  Hxtsmannus,  dienaer  tot  Eehe,  ende  Sybrandt  Pieters, 
ouderlingh  tot  Aelssom. 

Eyndelyck  is  censura  monim  gehouden  ende  d'E.  heeren  commissarien 
uijtten  Staten  boovenghenoemt  syn  van  den  synodo  bedanckt  geworden 
voor  haere  praesentie ,  goede  diensten  ende  directie  den  synodo  beweessen 
ende  haer  E.  E.  zyn  d'resolutie  des  synodi  gerecommendirt  om  favorabelyck 
haeren  collegio  te  rapportiren.  Zyn  daerbeneffens  gebeeden  haer  best  hyrin 
te  willen  doen,  dat  sy  een  goedt  effect  mochten  sortiren.  Ende  is  d'ver- 
gaederinge  mit  dancksegginge  ende  aenroepinge  van  G-odes  h.  naeme  mits- 
gaeders  broederlycke  groetenisse  in  vrundtschap  gescheyden  op  huiden  den 
17««»  Septembris  1619. 

Aldus  gedaen  in  de  synodale  vergaederinge ,  gehouden  binnen  Ldewarden , 
ende  uytten  naeme  ende  last  des  synodi  voornoemt  by  praesidem  ende 
scribam  verteeckent  ende  bevesticht. 

Regnerus  HACHTiNonTS,  praeses  s^jnodi. 
HiLARiuB  Sibraot)!,  scriba  synodi.  1) 


Acta  synodi  provincialiSj  anno  1630  geholden  op 
die  Jouuer  in  nomine  Pat  et  Fil.  et  S.  S.  Amen. 

Eerstelijck  heeft  D.  Joannes  Clinckhamerus  tot  Gode ,  van  dewelcken  alle 
goede  ende  volmaeckte  giften  nederdalen ,  eemstelijck  naer  behoren  gedaen 
ende  gestortet  een  vierich  gebet 

Nae  gedane  gebet  zijn  tot  praesidem  vercooren  den  eerweerdigen  godt- 
vruchtigen  ende  weigeleerden  D.  dr.  Joannes  Petri  Duierwoüt,  dienaer 
des  g.  woordts  tot  Minnersgae,  ende  tot  scribam  D.  Sixtüs  Acronius, 
dienaer  der  godl.  woorts  tot  Hallum. 

Daernae  ende  nae  gedaen  gebet,  door  pi-aesidem  voornoemt  tot  Gode 
gedaen,  zijn  verthoont,  gelesen  ende  communibus  suffragiis  geapprobeert 
de  procui-atien  ofte  credensbrieven  van  den  E.  heeren  gecommitteerden 
wt  het  midden  vant  collegie  Deputatorum  Ord.  provincial.  ende  van  den 
respective  dassen. 


ï)     Beide  ondorteekeningeii  zijn  eigenhandig. 


282 

Daerut  is  bevonden  ende  verstaen ,  dat  vooreerst  met  genoechsame  pro- 
curatie wt  het  midden  van  myn  E.  h.  Gedeputeerde  Staten  als  directeurs 
synodi  in  die  vergaderinge  verschenen  zyn :  de  E.  eerentfe^te  hoeren  myn 
E.  h.  Albert  Aysma  ende  Piecke  Wuckel; 

wt  het  classe  van  de  Wouden:  Ulpianub  Ep^eus,  dienaer  des  godtiicken 
woord ts  tot  Oudeboom,  ende  Baltasar  Joannis,  d.  des  woordts  tot  Scher- 
penseel ,  als  dienaren  des  woords  met  Ioe  Broers  van  S.  Niclaesgae  ende 
AucKE  Beecxes  van  de  Jouure  als  ouderlingen; 

wt  het  classe  van  Sneeck:  D.  Wibrandüs  Petri,  dienaer  des  woords 
tot  Heeg,  ende  D.  Bernaiu)U8  Mandevyl,  dienaer  des  godtlycken  woords 
tot  Goinga,  als  dienaren  des  woordts  met  den  E.  Jocuem  Bienicx,  burge- 
meester ende  ouderling  tot  Sneeck,  ende  Lettert  Gerrtts  tot  Balck  als 
ouderlingen ; 

wt  het  classe  van  Bols wert :  D.  Joannes  Serapius  ,  dienaer  des  g.  woonlts 
tot  Tierckwcrt ,  ende  Wiuielmus  Schotanus  dienaer  des  wooits  tot  Wons , 
als  dienaren  des  woords  met  Willem  Heinens  van  Bolswert  ende  Pibe 
Douües  vant  Nielant  als  oiiderlingen ; 

wt  het  classe  van  Franicker;  D.  doctor  Joannes  Petiu  Üuirwout,  dienaer 
tot  Minnersgae,  ende  D.  Wilhelmus  Folckeri,  dienaer  des  woords  aen  S. 
Jacobs-parochie ,  als  dienaren  des  woords  met  Pieter  Pieters  de  JoNCiE 
ende  Thomas  Jochims  als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Doccum:  D.  Titxjs  Conradi,  dienaer  des  godtlijcken 
woords  tot  Hantum,  ende  D.  Livius  Hilarh,  dienaer  des  godtl.  woords 
tot  Tenaert,  als  dienaren  des  woords  met  Jan  Pieters  ende  Sitie  Abbes 
als  ouderlingen; 

wt  den  classe  van  Leeuwarden:  D.  Martinus  Lauuermannus ,  dienaer 
des  woorts  tot  Bergum ,  ende  Sixtus  Acronii  ,  dienaer  des  godtiicken  woord 
tot  Hallum,  als  dienaren  des  woords  met  D.  doctore  Jochimo  Lamberti, 
secmtario  ende  ouderling  tot  Leeuwarden,  ende  Pieter  Goverts  tot  Hallum 
als  o\iderlingen. 

1.  Daemae  ende  naedat  mijn  E.  heeren  gecommitteerden  wt  het  midden 
vant  collegie  Deputat.  Ord.  provinc.  met  behoorljjjcke  reverentie  nomine 
synodi  ontfangen  waren,  zijn  gelese  die  acta  synodi  Leouerdianae ,  anno 
1619  in  Sept  besloten. 

2.  Het  eerate  artickel ,  spreeckende  vant  loopen  der  Jesuiten  door  onsen 
provincie  allenthalven  in  steden  ende  dorpen,  approbeert  wel  het  tegen- 
woordich  synodus,  doch  daerbij  adderende,  dat  die  deputaten  synodi  het 
loopen  der  Jes\iwiten  met  seeckere  enorme  particiilariteiten  desen  saecke 
concerneerende  mijn  E.  h.  Staten  deser  provincie,  nadat  sij  sullen  hebben 
mogen  verstaen,   wat  die  grietsluiden  ende  magistraten  der  steden  tot 


283 

wechneminge  ende  weiïnge  van  sulcke  abusen  gedaen  hebben,  crnstelijck 
sullen  remonstreren  onder  ootmoedich  versoeok,  dat  m^jn  E.  h.  believen 
sal  de  grietsluiden  ende  magistraten  der  steden  te  belasten,  dat  s\j  ende 
hunne  onderofficiers,  als  bisitters,  ontfangers,  dorprechters,  executeurs, 
wachtmeisters,  lopers  en  dragers,  daerop  voortaen  goet  regaert  s\illen 
nemen  ende  den  ampten  van  hunne  onderofficiers  bestellen  met  sulcke 
personen,  die  de  pausl^cke  religie  viant  74jn  ende  die  saecke  van  de  ware 
christel^cke  religie  nae  behoren  mogen  behartigen,  ten  ende  alsoo  die 
vooi'plantinge  van  de  affgoderie  geweret  ende  de  ware  christlycke  religie 
te  beter  voortaen  gepromoveert  sal  mogen  werden. 

3.  Het  derde  artickel,  meldende  vant  besluit  genomen  over  het  eerste 
gravamen  classis  Leoverdianae ,  tuelck  aldus  was  luidende:  oft  die  resoluüen 
genomen  bi  den  synoden  nationael  niet  eerst  henne  principalen  behooren 
gecommuniceert  te  worden,  alleer  sq  tot  den  politicken  mogen  gebrocht 
worden  ende  derselviger  approbatie  daerop  versocht,  heeft  het  tegenwoor- 
dige synodus  wel  mede  geapprobeert ,  doch  daerby  tegen  het  futurum 
adderende,  dat  men  sich  voortaen  desen  aengaende  sal  reguleeren  na  de 
resolutie  over  dat  stuck  gemaeckt,  welck  luidet  aldus,  dat  den  gecom- 
mitteerden eerst  hunne  principalen ,  van  dewelcke  s\i  sullen  gesonden  z\jn , 
alles  dat  besloten  is,  sullen  moeten  communiceren. 

Hiermede  is  dese  sessie  met  dancksegginge  ende  gebet  besloten. 

4.  In  de  tuede  sessie,  a  meridie  den  13  Jun^  gehouden,  zijn  voixlers 
gelesen  volgens  synodale  i*esolutien  ende  oude  gewoonte  dander  acta  des 
naestgehoudenen  synodi  Leouerdianae. 

5.  Ende  alsoo  bevonden  werde,  dat  noch  seeckere  saecken  den  deputaten 
synodi  te  last  geleidt  zijnde  naer  behooren  niet  en  hebben  conen  geeifec- 
tueert  werden,  soo  ist  dat  het  tegen woordich  synodus  de  novo  den  depu- 
taten synodi  belastet,  dat  s^  het  besluit  over  het  eerste  gravamen  classis 
Bolswerdianae  genomen,  tuelcke  is  luidende  als  volgt,  dat  de  deputaten 
synodi  bij  m^n  E.  h.  Staten  sullen  aenhouden,  dat  doude  resolutien  b\j 
het  lantschap  genomen  vant  casseren  eeniger  jaermercken  ten  platten  lande 
mogen  geefFectueert  werden,  ende  soo  daer  eenige  jaermerckten  zijn,  die 
niet  conen  atfgeschaft  worden,  vallende  op  Sondagen,  dat  die  tot  den 
naestvolgenden  dach  behoren  opgeschort  te  worden,  nae  behoren  sullen 
effectueren ,  ende  mede  bij  mynheeren  versoecken ,  dattet  hen  believen  wil 
den  grietsluiden  ende  magistraten  der  steden  te  belasten ,  dat  s^  die  ont- 
heiliginge  des  Sondachs,  welcke  geschiet  door  vercopinge  der  boelgoederen, 
brandewijn  drincken,  danssen,  springen,  singen ,  caetsen  ende  diergelijcke 
andere  middelen  ende  abusen  volgens  slants  resolutie  over  dat  stuck  ge- 
nomen willen  wechnemen,  weeren  en  keeren. 


284 

6.  Het  tegenwoordige  synodus  heeft  meede  de  novo  den  deputaten 
synodi  belast,  dat  sij  bq  rayn  K  heeren  sullen  aenhouden ,  dat  het  besluit 
synodi  Leouerdianae,  luidende  dat  geen  Papisten  noch  Mennoniten  volgens 
slants  resolutie  kerckvoogden  mogen  zijn,  ooc  nae  behooren  sal  mogen 
werden  geeffectueert. 

7.  Ende  dewqle  het  tegenwoordige  synodus  verstaen  heeft,  dat  Nicolaus 
van  Oudeboom  zijn  stipendium  in  een  geheel  jaer  vant  lantschap  niet  en 
getrocken  heeft,  wt  oorsaecke  dat  h|j  int  examen  curatonim  accademiae 
niet  present  is  geweest,  soo  ist  dat  synod\is  den  deputaten  belastet,  dat 
sij  voor  NiooLAO  voorss.  sullen  aenhouden  bij  mijn  E.  h.  Staten,  dat  hij 
niet  alleen  bij  ordinantie  sal  mogen  ontfangen  zijn  veerieden  jaers  pensie, 
maer  dat  hij  ooc  hetselvige  voortaen  sal  mogen  genieten,  soolang  h^  in 
studiis  sal  continueren. 

8.  Naderaael  het  synodus  wt  relaes  deputatonim  synodi  verleden  jaers 
hadden  verstaen,  dat  die  saecke  van  Lambert  Jans  op  die  Schingen  noch 
eintclijck  niet  en  waere  gesleten,  soo  is  de\ir  den  praesidem  omgevraegt , 
oft  men  de  saecke  voorsz.  in  den  tegenwoordigen  synodo  soude  bi  de 
hant  nemen  ende  daervan  handelen,  waerop  communibus  suffragiis  ge- 
adviseert  is  met  een  ronde  affirmative  antwoordt:  jae. 

9.  Waerop  doen  gevolgt  is  het  volgende  besluit  luidende  aldus :  Nade- 
mael  het  tegenwoordich  synodus  verstaen  heeft,  dat  d'executie  van  de 
sententie ,  die  tegens  Lambert  Janssen  op  Schingen  voormaels  in  den  synodo 
gestreecken  is,  niet  en  can  geeffectueert  worden,  dat  se  ooc  niet  alleen 
in  den  kercke  ende  dorpe  van  de  Schingen  maer  ooc  in  alle  andere  om- 
leggende kercken  ende  dorpen  grote  onstichtinge  soude  causeren,  ende 
dat  h\j  een  seer  stichtelyck  persoon  is,  gesont  in  deleere,  wel  gefondeert 
tegen  Papisten  ende  Mennoniten  ende  goet  van  leeven,  soodat  hij  roet 
goede  stichtinge  ende  een  seer  goet  benoegen  niet  alleen  van  de  inwoonders 
van  de  Schingen  maer  ooc  der  nabueriger  dorpen  tot  desen  van  eersten 
aff  het  ministerium  ecclesiasticiim  tot  Schingen  geexerceert  heeft,  soo  ist 
dat  het  tegenwoordige  synodus,  welckers  ogenmerck  de  eere  Godes  ende 
stichtinge  zijner  gemeinte  is,  in  den  name  des  Heeren  daertoe  condes- 
cendeert,  dat  hij  coram  deputatis  synodi  in  classe  Franekerana  ende  die 
gemeinte  tot  Schingen  schultbekenninge  zijner  fouten  ende  mishandelingen, 
die  hij  met  wercken ,  woorden ,  gesten  ofte  gebaer  coram  synodo ,  deputaten 
synodi  ende  classe  Franequerana  sal  mogen  hebben  begaen ,  sal  doen  ende 
die  plaetse  Schingen  terstont  verlaten  ende  een  ander  beroepinge  aen  een 
ander  plaetse  van  Gode  verwachten. 

10.  Volgens  dit  besluit  wert  den  deputaten  synodi  belastet,  dat  se  opt 
spoedigst  hetselve  ter  executien  siülen  stellen  in  maten  ende  voegen,  als 


285 

verhaelt  is.  Ende  soo  hij  mochte  pertinax  bevonden  worden,  dat  se  hem 
dan  sullen  denuncieren,  dat  het  synodus  blijft  bij  die  voorige  sententie 
synodi. 

11.  Het  tegenwoordige  synodus  veretaen  hebbende,  dat  de  saecke 
SARTORn  voor  de  classe  van  Doccum  was  hangende,  belast  het  den  classi, 
dat  se  haer  wttersten  devoir  sullen  doen.  En  soo  sq  die  saecke  niet  sullen 
conen  slechten,  werdt  den  dep\itaten  belast,  dat  se  tegen  Sartorium  nae 
behoren  sullen  procederen. 

12.  Het  tegenwoordige  synodus  gesien  hebbende  die  resolutien,  genomen 
in  die  naestgehouden  synodo  Leouerdiana,  nopende  het  stuck  van  de 
kerckenordeninge  bl|jft  bij  deselvige  ende  approbeert  hem  mitsdesen. 

Hiermede  is  dese  tuede  sessie  met  dancksegginge  geeindicht. 

13.  In  de  eerste  sessie  gehouden  voor  noen  den  14  Junq  zijn  voorge- 
nomen nae  gedaene  gebet  die  gravamina  classium. 

14.  Op  het  eerste  gravamen  class.  Syl.,  Snee.,  Leoverd.  ende  Frane- 
queran.,  spreeckende  dat  alle  voorige  goede  ende  nootwendige  resolutien 
eenmael  in  trein  gebracht  ende  wetlijck  onderhouden  mochten  wonlen, 
resolveert  het  synodus,  dat  ider  classis  provinciae  het  extract  van  de 
synodale  besluitingen  op  het  cortste  voor  Alderheiligen  aencoraende  contra- 
heren sal  ende  dan  den  deputaten  synodi  overleweren,  welcke  deputaten 
hetselvige  sidlen  revideren  ende  vernemen,  oft  het  noch  corter  sal  conen 
gecontraheert  werden,  ende  bevindende  dat  sulx  geschieden  can,  dat  se 
hetselvige  voor  S.  Geert  sullen  moeten  doen  ende  dan  den  respectiven 
dassen  overhandigen,  ten  einde  s\)  hetselvige  sampt  alle  die  goede  reso- 
lutien, sedert  die  reformatie  den  classibus  door  mijn  E.  hoeren  Staten 
door  missiven  toegesonden ,  ende  hier  ende  daer  onder  particuliere  dassen 
ende  dienaren  benistende  z\jn,  op  den  naestcomende  synodo  den  gecom- 
mitteerden synodi  sullen  mogen  owerhandigt  werden,  ende  mon  alsdan 
sal  mogen  vernemen,  wat  goede  oude  resolutien  niet  nae  beho(^ron  tot 
dosen  toe  geefFectueert  zijn  ende  nodich  omme  voortaen  te  beter  mogen 
onderholden  ende  volbracht  worden. 

15.  Op  het  eerste  gravamen  classis  Bolsuerdianae  meldende  ende  in- 
houdende, oft  die  candidaten  s.  theologiae  tot  den  dienst  toegelaten  zijnde 
ooc  mogen  gaen  predicken,  daertoe  van  den  kercke  ofte  kerckenraedt 
versocht  zijnde,  op  plaetsen  die  vaceren,  is  geresolveert ,  dat  het  niet  sal 
mogen  geschieden  ooc  op  sulcke  plaetsen ,  waervan  de  residerende  dienaer 
elders  vandaen  een  beroepinge  sal  mogen  hebben ,  sonder  expresse  consent 
des  classis,  waeronder  die  plaetse  sorteert,  ten  einde  alsoo  het  lopen  om 
beroepingen  te  vercriegen  te  meer  verhindert  sal  mogen  werden. 


286 

16.  Op  het  tuede  gravamen  classis  Bolsuerdianae,  inhoudende  als  volgt: 
oft  het  niet  raedtsam  s^ ,  dat  die  broederen  gecommitteerden  synodi  nati- 
onalis  begroetet  werden  van  den  synodo  ofte  deputaten  synodi  om  te 
willen  openinge  doen  van  hetgene  daer  mochte  geresolveert  zyn  nopende 
die  gravamina  classium,  in  synodo  extraordinaria  binnen  Leeuwarden  ge- 
colligeert,  resolveert  het  tegenwoordige  synodus,  dat  men  sal  moeten 
wachten ,  totdat  aen  onse  kercke  die  particuliere  copie  dat  stuck  betreifende 
sal  overgesonden  zijn,  tuelcke,  gelijck  D.  Bogermannus  meldet  in  seeckere 
brieif,  den  classi  Leoverdianae  nopende  dit  gravamen  toegesonden  ende  van 
den  gecommitteerden  classis  Leoverdianae  den  synodo  geexhibeert  ende 
voorgelesen,  ontrent  Pinxteren,  soo  hy  wt  D.  Festo  verstaen  hadde,  soude 
geschieden. 

17.  Op  het  tuede  gravamen  classis  Franequeranae,  inholdende  als  volgt: 
ofte  om  nader  eenicheit  in  de  religie  niet  goetgevonde  ware,  dat  douder- 
lingen  ende  diaconen  als  mede  den  kercSendienst  behoorig  werden  gehouden 
tot  onderteickeninge  vant  formulier,  by  den  tsamenl^jcke  dienaren  onder- 
schreven, ende  insonderheit  dat  die  professoren  alle  van  de  accademije 
tot  Franicker  hiertoe  door  behoorlijcke  middelen  mochten  gebrocht  worden, 
is  geresolveert:  voor  eerst  fiat,  ubi  het  stichtelijck  ofte  met  stichtinge  can 
geschieden,  ende  ten  anderen  dat  die  professoren  hetselvige  juxta  resolu- 
tiones  synod.  et  leges  aocademicas  behoren  te  doen. 

18.  Tot  effect  van  tselvige  hebben  m^nheeren  Aysiia  ende  Wuckel  in 
den  tegenwoordigen  synodo  van  selffs  vrqwillich  belooft,  dat  se  in  den 
collegio  sullen  bevorderen,  datselvige  door  de  bequaemste  middelen  aen 
de  professoren  te  wercke  geleit  ende  volbracht  sal  mogen  werden. 

• 

19.  Op  het  derde  gravamen  classis  Franequeranae,  meldende  als  volgt: 
oft  het  niet  goet  waere,  dat  men  aen  mijn  E.  heeren  versochte,  dat  voor- 
taen  die  synodale  bieencomsten  soowel  provinciael  als  nationael  op  slant- 
schaps  costen  werden  gehouden,  omdat  eenige  plaetsen,  in  dewelcke 
vergaderinge  gehouden  werden,  eenigermaten  inhabil  z^n  om  die  costen 
ende  lasten  derselvige  te  dragen ,  is  geresolveert  om  redenen  den  synodum 
daertoe  moverende,  dat  het  niet  practicabel  is,  ende  men  bi  die  voorige 
gewoonte  ende  gebruick  sal  moeten  bliven. 

20.  Op  het  voorstel  classis  Leowerdianae,  luidende  als  volgt:  dat  het 
tegenwoordige  synodus  believe  te  bevorderen,  datter  een  eenparige  voet 
in  het  beroepen  der  dienaren  in  onsen  provincie  volgens  de  resolutie  sinod. 
Harlinganae  1617  gehouden  ende  approbatie  desselvigen  synod.  Doccumanae 
1618  gehouden  ende  apostille,  van  mijn  E.  heeren  op  dat  stuck  g^^ven, 
voortaen  sal  mogen  gevolgt  worden ,  is  geresolveert  met  goetkenninge  van 


287 

den  tegenwoordige  heeren  mqn  E.  heeren  Aysma  ende  Wuckel,  dat  het 
behoort  te  geschieden,  ende  dat  daeromme  alle  respective  dassen,  wanneer 
in  haren  bedrive  plaetsen  vacant  zijn,  tue  dienaren  wt  het  midden  van 
haer  sullen  committeren,  welcke  vooreerst  aen  den  grietman  van  den 
plaetse  sullen  versoecken,  dattet  hem  believe  met  haer  een  tij  t  te  deter- 
mineren, op  welcke  die  beroepinge  sal  gedaen  worden,  dat  se  tegen  den 
geprefigeerden  tijt  die  vacante  plaetse  door  missive  het  procederen  tot 
verkiesinge  van  een  dienaer  sullen  denuntieren  ende  alsdan  ooc  compareren 
omme  met  voorgaende  predicatie  ende  gebet  die  saecke  te  beginnen  ende 
te  eindigen. 

21.  Op  het  tuede  voorstel  desselvigen  classis,  inhoudende  als  volgt: 
dat  bi  de  bedieninge  des  doops  allenthalven  in  desen  provincie  de  drie 
vragen  achteraen  staende  s\illen  moeten  voorgestellet  ende  met  jae  beant- 
wordt  werden,  resolveert  het  synodus,  dat  hetselvige  volgens  het  formulier 
daervan  gemaeckt  zijnde  sal  moeten  geschieden,  welverstaende  dat  die 
tuede  vrage  aldus  sal  voorgestelt  werden:  oft  g^  niet  bekent,  dat  die 
leer,  die  int  Oude  ende  Nieuwe  T.  ende  articulen  des  christeljjcken  ge- 
loofTs  begrepen  is  ende  diensvolgens  in  de  christelijcke  kercke  geleert 
wordt,  etc. 

22.  Het  synodus  verclaert  sich,  dat  s^  tgene  vant  formulier  in  de 
voorgaende  artickel  gemeldet  is,  verstaen  niet  alleen  vant  formulier  der 
vragen  maer  der  hooftsomme  der  leere  desselvigen  doops. 

Hiermede  is  dese  sessie  met  dancksegginge  ende  gebet  besloten. 

23.  In  de  tuede  sessie,  a  meridie  den  14  Junij  gehouden,  is  nac  gedane 
gebet  Haioni  Lamberti,  gewesene  dienaer  tot  Doccum,  in  den  synodo  op 
zyn  versoeck  audiëntie  gegunt. 

24.  Waemae  door  hem  voorgestelt  zijn  seeckere  clachten  tegen  den 
deputaten  synodi  nopende  seeckere  sententie,  tegens  hem  gefellet. 

25.  Waerop  die  deputati  haere  apologiam  tot  justificatie  van  haere 
sententie  in  aller  cortheit  ende  oprechticheit  gedaen  hebben.  Tuelckc  gedaen 
zijnde  bi  den  synodo  geresolveert  is,  als  volgt: 

26.  Alsoo  D.  Haio  Lamberti,  gewesene  dienaer  des  godtlijcken  woords 
in  den  stadt  Doccum,  voor  den  tegenwoordigen  synodo  nopende  seeckere 
clachten,  van  hem  tegen  den  deputaten  synodi  verledens  jaers  voortge- 
bracht, int  lange  gehoort  is  geworden  ende  daert^en  die  corte  apologia 
deputatorum  synodi  tot  justificatie  van  hunne  sententie  tegen  hem  gevellet, 
soo  ist  dat  het  synodus  in  die  vrese  des  Heeren  op  alles  rijpelijck  gelet 
hebbende,  so  men  nae  Godes  h.  woordt  ende  kerckenordeninge  in  desen 
behoort  te  letten,  in  den  name  des  heeren  communib.  suffragiis  van  den 
gecommitteerde  classium  met  toestemminge  van  den  E.  heeren  m^jnheei^en 


288 

Aysma  ende  Wuckel  de  sententie  depiitatorum ,  tegen  Haionêm  gevellet 
ende  van  mijn  E.  heeren  Gedeputeerde  Staten  geapprobeert,  ooc  mede 
voor  goet  kent  ende  approbeert,  belast  daeromme  den  meergemelten 
Haionem  om  hem  hiernae  te  reguleren. 

27.  Daemae  is  Petro  Harmanni,  gewesene  dienaer  tot  üoccum,  ooc 
van  den  synodo  op  zqn  versoeck  audiëntie  gegimt. 

28.  Waemae  het  synodus  gehoort  hebbende  Petri  voorstel  ende  der 
deputaten  apologie  tot  justificatie  van  hare  sententie,  tegen  Petrüm  gevellet, 
geresolveert  heeft  in  maeten  ende  voegen,  als  volgt: 

29.  Alsoo  D.  Petrus  Harmanni,  gewesene  dienaer  in  de  stadt  Doccum , 
op  den  tegen woordigen  synodo  aengaende  seeckere  dachten,  van  hem  tegen 
den  deputaten  synodi  voortgebracht,  int  lange  gehoort  is  geworden  ende 
daertegen  corte  die  appologie  deput.  synodi  tot  justificatie  van  hunne 
sententie  tegens  Petrum  ge  velt,  soo  ist  dat  het  synodus  in  die  vrese  des 
Heeren  op  alles  rijpelyck  gelet  hebbende,  so  men  nae  Godes  woordt  ende 
kerckenordeninge  in  desen  behoort  te  letten,  in  den  naeme  des  Heeren 
communib.  suffragiis  deput  classium  ende  met  toestemminge  van  mijn  E. 
heeren  mqnheeren  Atsma  ende  Wijckel  die  sententie  deputatonim,  tegen 
Petrüm  Harmaih  gevellet  ende  van  mijn  E.  heeren  geapprobeert ,  ooc  mede 
voor  goet  kent  ende  approbeert,  belast  daeromme  den  gemelten  Petro 
om  hem  hiernae  te  reguleren. 

30.  Op  die  clachte  van  de  broederen  wt  den  classe  van  Bols  wart, 
spreeckende  dat  die  jura  patronatus  qualicken  ten  meestendeel  geimploieert 
werden ,  is  besloten ,  dat  een  ider  classis  goede  toeversicht  in  zijn  bedrive 
nopende  het  gebruick  der  leenen  sal  houden,  ende  wanneer  bevonden 
mochte  worden ,  dat  se  qualick  werden  geimploieert  ende  gebruickt  tegen 
inhout  ende  wtwisinge  van  mijn  E.  heeren  ordinantie  ende  synodale  shii- 
tingen,  over  dat  stuck  gemaeckt,  sal  het  classis,  daer  het  misbniick  ge- 
speuret  wordt,  den  bequaemsten  wech  ingaen  om  daerinne  te  remedieren, 
ten  einde  sij  voortaen  sullen  mogen  worden  geimploieert  ende  gebruickt, 
soq  ende  als  dordinantie  van  mijn  E.  heeren  ende  sinodale  sluitingen  over 
dat  stuck  vereischen. 

31.  Hiernae  zijn  tot  deputaten  synodi  voor  desen  tegen  woordigen  jaere 
genomineert  ende  vercoren :  wt  den  classe  van  den  Wouden  den  eerweer- 
digen  ende  weigeleerden  Laurentius  Taconk^  dienaer  des  woords  tot 
Accrum,  als  dienaer  met  Simon  Gosses,  ouderling  op  die  Jouwer,  als 
ouderling.  Die  van  classe  Snecana  continueren  volgens  sinodale  sluitinge 
ende  oude  gewoonte  ende  zqn  dese :  den  eerweerdigen  ende  weigeleerden 
Franciscüs  Gualtheri,  dienaer  des  godtiicken  woords  tot  Oosterende,  als 


289 

dienaer  des  woords,  met  Wimer  Likuues,  biirghmeister  ende  ouderling 
tot  Sloten,  als  ouderling;  wt  den  classe  van  Bolswert  volgens  synodale 
sluitingen  ende  ouder  gewoonte  voor  tue  aenstaende  jaeren:  Corneliijs 
Florus,  dienaer  des  godtlijcken  woords  tot  Pingum,  met  Reimer  Harings, 
burgemeester  ende  ouderling  tot  Bolswert;  wt  den  classe  van  Franicker 
D.  Rdttsius  Festi,  dienaer  des  g.  w.  tot  Oosterbierum ,  als  dienaer  des 
woords  met  Schelte  Scheltes,  ouderling  tot  Minnersga;  wt  den  classe 
van  Doccum  D.  Nioolaus  Joannis,  dienaer  des  g.  w.  op  Rintzemageest 
cum  annex.,  met  Hillebrant  Pieters,  ouderling  tot  Nikerck  in  Donger- 
deel;  wt  den  classe  van  Leeuwarden  D.  Srxrus  Hohmius,  dienaer  des  g. 
w.  tot  Wirdum ,  met  Wibrant  Johaens  ,  ouderling  tot  Mamim  ende  Nikerck. 

32.  Ten  laesten  is  censura  morum  gehouden  over  den  tsamentlijcke 
broederen  ende  gecommitteerden  classium  representerende  den  tegen- 
woordigen  synodum,  ende  alsoo  niemant  bevonden  werde,  die  hem  straff- 
weerdich  in  de  vergaderinge  gethoont  hadde,  soo  zqn  die  gecommitteerde 
classium  in  speciael  soo  ooc  int  algemein  bedancket  geworden  voor  haere 
presentie ,  goede  raden ,  advisen  ende  sluitingen ,  waermede  sij  getroul|jck 
in  aller  beleeftheit  ende  vrede  den  synodo  hadden  gedient.  Ende  alsoo 
myn  E.  heeren  Aysiia  ende  Wuckel  als  directeurs  synodi  de  saecken  synodi 
tot  een  seer  goet  contentement  van  alle  gecommitteerden  classium  hebben 
gedirigeert,  soo  sijn  s\i  in  aller  name  hoogl^ck  bedanckt  geworden  ende 
gebeden ,  dat  het  mijn  E.  heeren  wilde  believen  die  resolutien  synodi  het 
collie  van  mijn  E.  heeren  favorabelijck  te  raporteren  ende  haer  beste  te 
doen,  dat  se  tot  grootmakinge  van  Godes  naems,  eere  ende  stichtinge 
zijner  gemeinte  effect  sullen  mogen  sorteren.  Ende  is  die  vergaderinge  met 
dancksegginge  ende  aenroepinge  van  Oodes  h.  naeme  sampt  broederlijcke 
groetenisse  in  vrientschap  gescheiden  op  huiden  den  14  Jun^  1620. 

Ald\i8  gedaen  in  die  synodale  vergaderinge  op  die  Jouuer  op  dagen, 
maent  ende  jaer,  als  vooren  verhaelt  is.  tOorconde  donderteeckeninge 
praesidis  et  scribae  wt  last  ende  bevel  des  synodi  vorsz. 

JoANNES  Petri  Dtjurewoudt,  dicuar  Jesu  C.  et  mod. 

praeses  sijnodi. 
S.  AcRONius,  ecclesiastes  in  Hallum  et  electus  synodi 

scriba,  i) 


1)     Beide  onderteekeningen  zijn  ei^nhaiuli^j;. 
Actn  syn.  provinc.   VI.  19 


290 

[Gheloofsbrief  voor  de  afgevaardigden  uit  Friesland  naar  de 
nationale  synode  te  's  Qravenliage  in  1586.] 

Alsoe  zyn  Excellentie  de  graeve  van  Lycester  etcetera,  gouvenioer  der 
Geünieerde  Provinciën  van  de  Mai®.  van  Engelant,  nw  op  den  twintichste 
Jiinij  naestconiinende  stylo  novo  in  des  Graevenhaege  heft  uthgescreven 
den  nationalem  synodum,  op  welken  zyn  Excellentie  uth  jeder  provincie 
eischet  drie  dienars,  olderlingen,  diaconen  ofte  anders,  om  aldaer  niet 
gelicker  deliberatie  te  maeken  goede  ordeningen  dienende  tot  stichtinge 
der  kercken  in  desen  Nederlanden,  soe  ist  dat  het  synodus,  den  XII®" 
Maij  stylo  veteri  vergaedert  tot  Leeuwarden,  achtervolgende  de  uthscry- 
vinge  van  zyn  Excellentie  uth  haeren  provincie  van  Vrieslant  geordineert 
heft  ende  noch  ordineert  by  desen  Ruardum  Acroniüm,  dienaer  te  Leeu- 
warden, SiBRAKDUM  VoMELiuM,  dicnacr  te  Petersbierum,  ende  DipeuI) 
JACOBszoen,  olderling  toe  Franeker,  om  hem  te  transporteeren  in  sGraven- 
haege  op  tijt  voers.  ende  aldaer  met  den  anderen  volmachtigen  der  pro- 
vinciën met  malcanderen  te  verhandelen  ende  maeken  alsulke  ordenunge , 
de  met  Gaedes  woert  ende  gebruick  der  ierster  ende  olster  kercken  oevereen- 
ooemen,  ende  alsoe  vorder  dienen  tot  stichtinge  der  kercken  Gaedes  in 
desen  Nederlanden.  Beloeven  daerom  by  desen  de  dienaeren ,  in  den  vurs. 
synodo  te  Leeuwarden  vergaedert,  dat  zq  in  haeren  kercken  van  Vryslant 
sullen  onderholden  alle  alsulke  ordenunge ,  de  in  dat  nationali  synodo  tot 
sGravenhaegen  van  onsen  ende  anderen  volmachtigen  deser  provinciën 
gemaect  sullen  worden ,  met  Gaedes  wort  ende  gebruick  der  eerster  kercken 
oevereencoemende  ende  alsoe  tot  stichtinge  der  kercken  dienende.  Hebben 
daeromme  tot  oerkonde  van  dien  ende  voers.  is  uth  naeme  onses  synodi 
voers.  ende  der  kercken  in  de  provincie  van  Vrieslant  dese  credenciebrieve 
onderteykent  ende  bevesticht  als  ondergescreven.  Actum  tot  Leeuwarden 
in  onsen  synodo  den  12®"  Maij  stijlo  veteri  ende  ondergetekent  uth  naeme 
als  vurs.  by  ons. 

Anthoenys  Ctjübssz  ut  naeme  ende  bevel  sqnodi. 

SixTüs  RippERTüs,  'dienaer  des  godtlijoken  woorts  tot 
Franecker,  nomine  sijnodi. 

JoANNES  RocHus,  dicuar  des  woorts  te  Sneeck. 

JoHANNEs  vAJ(HuEKULUM,  dicuacr  des  godlicken  woerdes 
des  dorpes  Nilant,  nomine  sijnodi. 

Petrus  Suchemixts,  dienaer  tho  Deijnum. 


1)  >T)iper",  zoo  staat  or  duidelijk,  on  Kut^^rs  Acta,  p.  527  heeft  ook  deze  lezing 
van  den  naam.  Dat  het  Ipc  of  Ëpo  moet  zijn,  blijkt  genoegzaam  uit  de  acta  zelf 
der  provinciale  synode  van   1586,  zie  bl.  2(). 


TI  T  R  E  C  H  T. 


[Geloofsbrief,  den  afgevaardigden  naar  de  nationale  synode 
te  's  Gravenhage  medegegeven  van  wege  de  vergadering  der 
Utrechtsche  kerken,  gehouden  te  Utrecht  2  Juni  1586  o.  s.] 

Alsoe  het  zijne  Exellencie  als  gouverneur  generaell  dezer  Geunieerder 
Pro\incien  gelieft  heeft  seeckere  tijdt  geleden  te  doen  beschrijven  eenen 
generalen  synodum,  den  20®°  Junij  nae  den  nqeuwen  styll  in  sGravenhage 
te  houden,  wesende  derzelver  zqner  Exellencie  goede  wille,  gelqck  wq 
daervan  door  expresse  brieven  van  onsen  Gen.  heere  den  stadthouder, 
mitsgaders  der  heeren  Staten  verwetticht  zijn,  dat  oeck  wij  onderschreven 
onse  gedeputeerden  wten  midden  van  ons  op  den  voors.  sijnodum  souden 
senden,  soe  ist  dat  wq,  dienaren  des  woordts  ende  ouderlingen,  tegen- 
woordelick  binnen  Utrecht  versamelt,  representerende  alle  de  kercken 
deser  provintie ,  wten  naeme  derzelver  kerckèn  om  onse  behoorlicke  onder- 
danicheijt  tegen  de  overheijt  in  een  zoe  christelicken  werck  te  bethonen 
ende  naer  wtwijsen  onses  ampts  eene  soe  goede  ende  notelicke  zaecke 
naer  ons  vermogen  te  helpen  vorderen ,  wten  midden  van  ons  gedeputeert 
hebben  ende  deputeren  by  desen  de  godtsalige  ende  weigeleerde  mannen 
Hermannxtm  Modetum  ende  Wernerum  Helmichium,  dienaren  des  woordts 
binnen  Utrecht,  onsen  w.  ende  lieven  broederen,  om  wt  onser  aller  naeme 
op  den  voors.  synodum  te  compareren,  stemmen  te  geven,  in  alle  voor- 
gestelde saecken  te  helpen  advizeren  ende  resolveren ,  tgeene  tot  stichtinge 
der  gemeijnten  nae  den  woordo  Godes  oorbaerlick  zoude  mogen  gevonden 
werden,  oeck  aldaer  te  proponeren  zeeckere  articulen,  volgends  zeeckere 
instructie  ende  memorien  by  ons  geraempt  ende  hunlieden  medegegeven, 
daerop  te  doen  advizeren ,  antwoordt  ende  resolutie  te  vorderen  ende  mede 
te  brengen,  ende  voorts  alles  te  doen,  dat  tot  stichtinge  der  kercken  in 
den  voorschreven  synodo  te  doen  zall  zqn ,  belovende  mitsdesen  van  weerde 
te  houden  tgeene  bij  hunlieden  met  geraeenen  advize  des  synodi  nae  den 
eijsch  van  Godts  woordt  gesloten  ende  goetge vonden  zall  werden,  biddende 
mede  den  praesidem  ende  voorts  de  gantsche  synodale  vergaderinge  te 
willen  aUe  de  instructien  ende  memorien,  bij  onsen  gedeputeerden  voors. 
mede  te  nemen  ende  te  verthonen ,  volcomen  gelove  geven ,  alsoff  wij  alle 
zelff  tegenwoordich  waren,  nqettegenstaende  die  ofte  eenige  van  dien  bq 
hunlieden  zelve  onderteijckent  zyn ,  aengesien  tzelve  hunlieden  als  praesidi 
ende  scribae  respective  volgende  die  classicale  ordeninge  opgeleyt  ende 
bevolen  is,  twelck  oeck  de  oorsaecke  is,  dat  wij  dese  onse  brieven  van 


294 

commissie  ende  credentie  nijet  bij  denzelven ,  maer  by  andere ,  die  daertoe 
wt  ende  van  onsen  classe  expresse  last  gegeven  is,  hebben  doen  onder- 
teijckenen,  opdat  ze  des  te  volcomener  gelove  gegeven  werde.  Gegeven 
in  onse  classicale  vergaderinge  binnen  der  stadt  Utrecht  desen  tweeden 
Jun^  1586,  oude  stijll. 

NicjoLAUs  SopiNoiüs,  minister  verbi  divini  ecclesiae  ültrajectinae. 
RuTGERUs  VAN  SiBURG,  minister  verbi  d.  in  ecclesia  Amorsfortiana. 
Wilhelmus  Wirtzfeltius  ,  minister  verbi  Dei  in  Reenen. 
JoANNES  BAnonnsius,  minister  ecclesiae  Iselsteinensis. 
Petrus  A.  Berck,  mr.  vr.  up  de  Vaert,  Vreeswyck. 
LrvDfus  Cabeljau,  minister  verbi  Dei  tot  Cudelstaert. 

Bij   laste  ende   wten   naeme  van  de  gantsche  classicale  vergaderinge. 

Jouankes  Wtenbooaert,  dienaer  des  godtlicken  wooixlts 
binnen  Utrecht 


Acfa  of'  handelingen  van  den  synodo  der  kercken 
des  stiffts  Utrecht,  gehouden  Mnneti  Utrecht  int  Catha- 
rinenconvent  op  den  8^*,  .9^  ende  10  Julij  int  jacr 
ons  Heeren  1606^  ten  overstaen  van  eenige  geconi- 
mitteerde  derselver  provincie, 

Naedat  de  kerckendienaeren  der  stadt  Utrecht  tot  verscheijden  reqsen 
ende  menichmael  den  Mo.  heeren  Staten  slands  van  Utrecht  hadden  ver- 
thoont,  hoe  noetwendich  het  was  eene  bqeencompste  te  hebben  van  alle 
die  bedienaers  des  godliken  woorts  in  dese  provincie  om  te  advisieren 
op  de  remedien,  dienlick  tot  weeringe  van  verscheiden  ongeregeltheden , 
door  langheijt  van  tijd  ingecropen,  ende  tselve  nu  wederom  by  Johannes 
Wtenbooaert  (die  opt  verschrijven  ende  begeeren  des  kerckenraets  der 
stadt  Utrecht  om  deselve  in  dese  ende  andere  saecken,  totteti  welstandt 
der  kercken  deser  provincie  noodich,  te  assisteren  alhier  gecomen  was) 
den  heeren  Staten  voomoempt  aengedient  was,  hebben  haer  E.  E.  e^ntlick 
goetgevonden  dese  vergaderinge  te  beschrijven  tegen  den  8«"  J\ilij  sjaers 
1606  bq  haer  E.  E.  brieven  van  vutschrijvinge,  waervan  den  teneur  ende 
inhout  was,  als  volcht: 

Edelen  Erentfesten  hoochgeleerden  fromen  wgsen  seer  voorsienigen 
Heeren! 

Alsoe  de  dienaers  des  godliken  wooils  binnen  Utrecht  ons  geromon- 
striert  hebben,  dat  noodich  zij   een  convocatie  van  de  ministers  deser 


295 

provincie  te  geschieden  ende  eene  vergaderinge  gehouden  te  worden,  om  me 
in  deselve  vergaderinge  openinge  gedaen  te  worden  so  van  de  ongeregelt- 
heden ,  die  in  de  kercken  deser  provincie  ingecropen  mogen  zijn ,  als  van 
de  bequaemste  remedien  om  daerin  te  remedieren,  mitsgaders  om  te 
hooren  lesen  seekere  missive,  bij  den  kerekenraet  van  utrecht  ontfangen, 
aengaende  den  nationalem  sijnodum  ende  daerop  te  helpen  adviseren, 
80  ist  dat  wij  de  saecke  in  deliberatie  geleijt  hebbende ,  genegen  wesende 
omme  te  vorderen ,  tgene  tot  weeringe  van  alle  ongeregeltheden  ende  dat 
tot  goede  stichtinge  van  de  kercke  Christi  ende  dienvolgende  tot  groot- 
makinge  van  den  name  Gods  is  dienende,  goetgevonden  hebben  d'voorss. 
convocatie  te  doen  end  geordoneert,  dat  de  vorss.  vergaderinge  gehouden 
sal  werden  binnen  Utrecht  in  den  grooten  capittelhugse  ten  Dom  op  Dinss- 
dach  den  8®"  Julij  toecomende  des  voomoens  ten  negen  uijren.  Versoucken 
UE.  daeromme  desen  tegenwordigen  briefF  met  die  ministers  ende  die  van 
den  kerekenraet  aldaer  te  communicieren  ende  ordre  te  stellen,  dat  die 
ministers  aldaer  ofte  eenige  van  deselve  mogen  worden  gecommitteert  ende 
gesonden  omme  ten  fijne,  plaetse  ende  tijde  voorss.  te  compareeren,  openinge 
te  doen  van  de  ongeregeltheden  aldaer  ter  plaetse  van  haere  residentie 
ofte  daerontrent,  indien  daer  eenige  zijn,  ende  voorts  te  aenhooren  tgene 
wij  hemluijden  desen  aengaende  door  onse  gecommitteerden  sullen  doen 
voordragen  ende  daerop  te  helpen  advijseeren.  Hijrmede  Edelen  Emfesten 
hoochgeleerden  fromen  wijsen  seer  voorsienigen  heeren,  bevelen  wq  ÜE. 
in  de  beschennenisse  van  Godt  Almachtich.  Geschreven  tütreoht  den  26®" 
Junij  1606. 

Onderstond:  UE.  goede  vrunden  de  Staten  van  den  lande  van  Utrecht. 

Ende  was  onderteekent:  ter  ordonantie  derselver,  G.  de  Ledenberch. 

Het  opschrifft  was:  Edelen  Ehrentfesten  hoochgeleerden  fromen  wqsen 
seer  voorsienigen  heeren  schout ,  burgemeisteren  ende  regierders  der  stadt 
van  Utrecht. 

Diergelijck  waren  oock  de  brieven,  die  aen  dandere  steden  (als  Amers- 
fort,  Rhenen,  Wijck  ende  Montfort)  ende  dorpen  geschickt  waren,  wtge- 
nomen  dat  die  van  de  dorpen  aen  de  predicanten  selflFs  in  persoon  waeren 
gedirigeert. 

Volgens  dese  beschrijvinge  zijn  op  don  8«"  Julij  smorgens  te  9«"  uijren 
in  den  convente  van  St.  Catherijne  in  den  grooten  refectoer  (alwaer  de 
plaetse  bij  de  heeren  Staten  was  geleijt  mits  de  onbequaemheijt  vant 
groote  capittelhuqs  ten  Dom)  verschenen  dese  naebeschreven  personen: 

Vooreerst 

de  heeren  mr.  ^Ay  Schade,  joncker  Aiioli-t  va^  Wael,  heer  tot  Moerss- 
bergen,   Elleiit  van  Helsdingen,  borgemeester  der  stad  Utrecht  in  der 


296 


t|jd,  ende  Gillis  de  Ledenbercu,  secretaris  der  heeren  Staten  van  Utrecht, 
alle  gedeputeert  van  wegen  der  heeren  Staten  voornoemt,  bg  dewelcke 
dese  vergaderinge  beschreven  was. 

Daemae 

HeNRICUS  C-4SARIU8,  EvERHARDUS  BoOTIUS,  JOHANNES  SpEENHOVIUS,  JacX)BUS 

Taurinüs,  kerckendienaeren  tUtrecht. 

Henricus  Joannis,  ) 

A  n  )  kerckendienaeren  tot  Amersfoort. 

ArNOLDUS   OORTCAMPrUS,     1 

JoHANNEs  WiRTZFELD,  kerckcnd.  tot  Rhenen. 
Gerbrandus  Johannis,  kerckend.  tot  Wyck  bq  Duerstad. 
Andries  van  Oosterbeke,  kerckend.  tot  Montfoort. 

Wqders 


Isa.\ck  Willsing, 
Amsen  Daniels, 
AuoLi'Hus  Spizerüs, 

JOHAN   SWEERSZ, 
ClUUSTlAEN   VAN   OUEN, 

Gerhard  Cornelisz, 
Werner  Conraedsz, 
Floris  Gerritsz, 

CORNELIS   VAN   BrAEKEL  , 

Jacob  Huigensz, 
Theodorus  Siligineus, 
Wkjbaldus  Belida, 
Erasmus  Backer, 

EVERT    VOESKÜILL, 
ROMBEIRT   JaNSZ, 
Pibo  OviTlUS, 

Baltiiasar  van  Doorne, 

JoHANNES   AnTHONU, 
HaLEWYNUS    GODCT'RIDI, 

Christiaen  Jansz, 

'     JoHANNES   LiNDENIUS, 

Hendrick  ten  Brinck, 
Absolon  Helüont, 
LoDEwicus  DU  Bous, 
Cornelius  Egbertsz, 

S^VMUEL   GeROBULUS, 

Jacx)b  Jagobsz  Mou, 
/  JoHANNEs  Bergerus, 
Gerrit  Hendricksz  Bree, 


kerckendienaeren 
tot 


Anierongen. 

Doorn. 

Seijst. 

Cothen. 

Neerlangbroeck. 

Bunnick. 

Werckhoven. 

Houten. 

Vaert. 

Hagestejjn. 

Veenendael. 

Maerssen. 

Breukelen. 

Vrelandt 

Cortehoeff. 

Nichtevecht. 

Apcoude. 

Westbroeck. 

Oostveen. 

Vinckeveen. 

Mqdrecht. 

Wilnes. 

Cudesteert. 

Segvelt. 

Jutphaes. 

Lopick. 

Bunschoten. 

Leusden. 

Woudenberch. 


297 

Samüel  Pitiub,  ]  [  Soest 

„  --  kerckendienaeren      _  buiiten )  ...  , 

Hendricx  Mertensz  ,         >  {  Emmenes  , .         >  aricks. 

I  tot  I  binnen  j 

>  CoRNELius  VAN  DuNöEN,  I  I  Baeren  ende  ter  Eem. 

JoHANNEs  Tautjs  ,  kerckend.  tot  Overmeer ,  Jacobus  Hardenberch  ,  kerckend.  v  ^  ) 
tot  Hermeien,  ende  Corneijus  Pollets,  kerckend.  ter  Aa,  mede  beschreven 
zijnde  zijn  absent  geweest  ende  in  heur  absentie  té  goede  gehouden :  Taji  , 
omdat  hij  voort  ontfangen  der  brieven  verreijst  was  naer  Zeelandt  end 
noch  niet  wedergecomen ;  Hardenberchs,  omdat  hij  naer  luijt  sijner  brieven 
aen  dese  vergaderinge  cranck  was;  Pollets,  omdat  de  brieven  van  vuijt- 
schrijvinge  te  laete  tot  sijner  handen  gecomen  waeren,  dewelcke  sanderen 
daechs  gecompariert  is. 

Is  oock  verschenen  Johannes  Wtenbogaert,  kerckendienaer  in  söraven- 
hage,  als  bq  de  heeren  Staten  van  Utrecht  (so  de  voornoemde  heeren 
gedeputeerden  verclaerden)  om  sich  in  desen  sqnodo  mede  te  laeten  vinden 
specialick  versocht,  ende  daerbenefFens  bij  den  kerckenraet  van  Utrecht 
(als  bleeck  vuijt  desselven  brieven  van  credentie)  mede  specialick  versocht 
ende  gedeputeert  om  van  derselver  kercke  wegen  ende  neffens  derselver 
kerckendienaeren  mede  te  verschijnen. 

De  vergaderinge  geseten  sijnde ,  is  vooreerst  oui  der  saecke  in  den  naem 
des  Heeren  eenen  aenvanck  te  geven  bij  een  van  de  kerckendienaeren  van 
Utrecht,  namentlick  Henricüm  C-«sarium,  een  gebedt  gedaen  tot  God,  die-  -  - 
nende  tot  verkiesinge  van  bequaeme  persoenen,  d'een  om  als  president 
de  geheele  actie  te  beleijden ,  d'ander  als  scriba  om  alles  bequaemelick  in 
geschriffte  te  vervaten. 

Dit  gedaen  sijnde,  zijn  bij  de  meeste  stemmen  vercooren  ende  begeert 
tot  praeses  Joannes  Wtenbogaert  ende  tot  scriba  Everhardus  Bootiüs. 

Hierop  affgevordert  ende  gelesen  zijnde  de  credentien  dergener,  die 
van  eenige  vergaderinge  van  kerckenraet  waeren  affgesonden ,  als  die  van 
Utrecht,  Amersfoort,  Rhenen,  Wijck  ende  Westbroeck,  end  weder  een 
gebett  tot  God  gedaen  zijnde  bij  den  praesidem  om  de  bijstand  sijns  H. 
Geests  tot  het  geheele  beleijt  deser  vergaderinge,  heeift  de  heer  Leden- 
berch,  secretaris  der  heeren  Staten,  in  den  naeme  van  deselve  ende  van 
wegen  sijne  medegedeputeerde  de  vergaderinge  cortelick  aengedient  d'oor- 
saecken  ende  eijnden,  waertoe  het  haere  Mo.  E.  E.  geliefft  hadde  dese 
vergaderinge  bijeen  te  roepen,  zulcks  deselve  in  de  brieven  van  vuth- 
schi-yvinge,  hiervooren  geinsereert,  zijn  vuijtgedruckt  met  begeerte  ende 
aenmaninge,  dat  een  jegelick  vrijelick  soude  spreken  ende  sonder  eenich 
omsien  vrijjmoedichlick  aendienen  ende  wten,  tgene  hij  in  sqn  conscientie 


298 

voor  God  soude  achten  noodich  t(^t  welstandt  der  kercken  deser  pro- 
vincie. 

Waerover  de  heeren  Staten  bedanckt  zijnde  bij  den  praesidem  van  dit 
haer  chrijstelick  werck  ende  voornemen,  heefft  deselve  praeses  de  vooras, 
propositie  hervat  ende  der  vergaderinge  int  particulier  voorgedragen  d'ordre, 
die  hy  bequaemst  achte  om  alles  te  verhandelen ,  te  weten  dat  men  eerst 
elcke  kercke  ende  dienaer  hoofFt  voor  hoofft  soude  aff vragen ,  wat  den  stand 
ware  van  sijne  kercke  ende  van  die  kercken  ontrent  sijne  residentie ,  soe- 
veel  hun  deselve  bekent  was,  in  de  bedieninge  der  leere,  der  h.  sacra- 
menten, kerckelijke  regieringe,  der  gebeden  ende  gesangen.  Item  aengaende 
den  standt  der  schooien,  schoelmeestere ,  costera  ende  diergelijke,  mits- 
gaders wat  beletselen  hun  mochten  gedaen  worden  in  haeren  dienst,  etc, 
om  daemaer  alsoe  voort  te  gaen  tot  het  overleggen  van  de  remedien. 

Welcken  voet  also  bij  de  vergaderinge  goetgevonden  sijnde ,  is  de  praeses 
tot  de  voergeroerde  affvraginge  getreden,  beginnende  van  de  steden  ende 
soe  voorts ,  daerop  dan  elck  soedanige  verclaringe  gedaen  heefft ,  als  volcht. 

Utrecht. 
Hebben  de  dienaeren  van  Wtrecht  verclaert ,  in  wat  manieren  de  droevige 
differenten  ende  missverstanden ,  daermede  de  kercke  nu  vele  jaeren  was 
beroert  geweest,  temeder  waren  geleijt  ende  geassopieert  met  voiccjmen 
bevi-ediginge  derselver  gemeente  ende  met  een  sonderlingen  aenwas  ende 
segeninge  Gods  over  deselve ,  doende  blijcken  van  de  tegenwordige  forme 
der  bedieninge  dereelver  kercke  wt  seekere  acte,  bg  de  heeren  magistraet 
derselver  stadt  desen  aengaende  gepasseert,  in  date  den  25  Martij  1605. 

Amersfoort. 

Verclaerden  die  dienaers  aldaer  den  staet  der  kercke  te  z^n  tamelike 
g(^t,  dan  door  eenige  beletselen  den  aenwas  derselver  verhindert  te 
worden,  als  eerst  vant  spinhuiss,  doerdien  d'huijsmeesters  desselven  ge- 
heel Paepsch  zijnde  die  kinderen  daerdoor  van  die  kercke  affgetogen  ende 
misleijd  wierden ;  dat  oock  d'oude  lieden  int  gastlniijs  verhindert  wierden 
die  predicatien  int  gasthu\js  te  hoeren,  hetwelcke  nochtans  nu  eenichsins 
taliter  qualiter  geduld  wierd;  dat  mede  door  b^  schoei  der  paepsgesinde 
eenich  beletsel  geschied. 

Rhenen. 

Heefft  den  kerckendienaer  aldaer  verhaelt  den  redelijken  stand  sijner 
kercken ,  dan  claechde  verhindert  te  worden  die  predicatien  des  Sondaechs 
door  die  merckten  van  coopen  ende  vercoopen,  die  alsdan  gehouden  worden; 
dat  vele  kinderen  niet  gedoopt  en  worden  in  de  kercke  aldaer,  ende  dat 
men  naederliaiul  geen  kennisse  van  derselver  doop  hebl>ende,  daerwt 
groote  confusie  soude  mogen  ontstaen.  Claechde  mede ,  dat  in  het  clooster 


299 

seekere  forme  van  bij  schoei  gehouden  wierd  tot  naedeel  van  de  christelike 
religie.  Welcke  claechten  hij  verclaerde  daerom  voergestelt  te  hebben,  niet 
om  timplorieren  de  hiüpe  van  de  E.  heeren  Staten  int  remedieren  van 
dien,  maer  alleen  om  aen  te  wysen  den  jegenwordigen  staet  der  kercke 
aldaer,  alsoe  hij  van  meeninge  was  sulcks  aen  sijne  respective  magistraet 
te  versoeken ,  bij  dewelcke  hem  oock  toesegginge  van  verbeteringe  gedaen 
was  (hetwelcke  oock  bij  d'ander  steden  plaetse  heefPt.) 

Wijck. 
Verclaerde  den  dienaer  der  kercken  aldaer  den  staet  der  kercke  te  sijn 
goet,  ende  verthoonde  tot  dien  eijnde  seeker  geschrifft,  daerin  verhaelt 
stond  die  regieringe  der  kercken  door  ses  ouderlingen  neffens  den  predi- 
cant,  de  bedieninge  ende  versorginge  van  de  diaconie  door  twee  diaconen, 
alsoock  dat  het  h.  avontmael  driemael  int  jaer  gehouden  wort,  ende 
telckemael  de  visitatie  of  hu^ssoekinge  ende  een  proefpredicatie  gedaen 
wort;  dat  de  nieuwelingen  ter  praesentie  van  twee  ouderlingen  in  de 
hoofftstucken  des  gelooffs  onderricht  ende  alsoe  ten  avondmael  toegelaten 
worden ;  dat  drie  predicatien  ter  weke  gedaen  worden ,  twee  Sonnendaechs 
end  een  Donnerdaechs ,  predickende  Sonnendaechs  voormiddaechs  d'evan- 
gelia  dominicalia ,  naemiddachs  den  Catechismum  Hegdelbergensem  (daerin 
alsoock  in  de  psalmen  de  schoolkinderen  bij  den  rector  worden  onderwesen), 
des  Donderdaechs  den  1*^»  brieff  totten  Corinthen.  Verthoonde  noch  een 
ander  schrifFt,  daerin  de  kerckenraet  van  Wijck  de  E.  heeren  Staten  be- 
danckende,  dattet  haer  E.  geliefft  hadde  den  sijnodum  te  convoceeren, 
versochten  dat  de  sijnodale  ende  classicale  vergaderinge  in  het  Sticht 
mochten  gecontinueert  werden.  Claechde  oock  in  hetselve  de  kerckenraet 
voorss. ,  dat  in  de  stad  van  Wijck  verscheg  den  Paepsche  conventiculen  ge- 
houden worden  (tegen  der  E.  heeren  Staten  placaten),  daerin  missen  gedaen , 
kinderen  gedoopt  ende  houweliken  geconfirmeert  worden,  ende  dat  so 
doer  heer  Steven  te  Overlambroeck  als  andere.  Versochte  oock  dat  de 
gagie  des  rectors  (zijnde  maer  145  gl.)  wt  de  goederen  vant  clooster 
(dacrvan  de  E.  heeren  Staten  administrateurs  zgn)  mochte  geaugmenteert 
worden. 

Montfoort. 
Verclaerde  den  dienaer  den  droevigen  stand  der  kercken  aldaer,  tor 
oorsake  van  de  veelvoudige  exercitien  der  Roomscher  kercken,  die  daer 
gepleecht  worden,  datter  geen  stand  van  kercken  noch  is;  dat  hij  tavond- 
mael  tweemael  int  jaer  houdt,  wegnich  communicanten  heefft,  te  weten 
maer  30  in  getale;  dat  daerder  te  vooren  300  (somtijts  op  feesten  wel 
500  of  600)  toehoorders  waeren,  nu  maer  100  zijn,  doordien  zeekerpaep, 
heer  Hixderick  genoempt,  van  Wtrecht  aldaer  comende  den  loop  des  evan- 


300 

geliums  verhindert  door  missen  te  doen,  prediken,  doopen,  etc.;  dat  de 
diaconie  versorcht  wort  bij  den  magistraet,  de  schoole  tamelick  is,  de 
schoolemeester  van  de  Gereformeerde  religie  z^nde,  doch  loerende  allerhande 
boeken. 

Amerongen. 
Yerclaerde  den  dienaer,  dat  den  staet  sgner  kerken  desolaet  was, 
omdatter  (niettegenstaende  het  gehoor  tamelick  is ,  veelty ds  van  100  ende 
150)  weijnige,  jae  geene  communicanten  zijn;  dat  de  kercke  oock ,  soeveel 
het  wterlike  aengaet,  seer  verwoest  lerjt  door  de  destnictie  der  soldaeten, 
haeren  doortocht  daerdoor  hebbende;  claechde  dat  de  gemeente  oock  ter 
kercken  wtgaet,  als  men  den  doop  voor  het  gemeen  gebed  end  den  ge- 
meenen  segen  bedient;  dat  oock  de  superstitien  van  St.  Cunerendach  de 
religie  groeten  aff breuck  doen ;  dat  den  coster  niet  dan  altemets  ende  een 
weynich  ter  kercken  komt;  dat  h^  niet  voorsingen  en  can,  ende  daertoe 
oock  niet  en  wil  verbonden  z^n ;  meent  mede  dat  den  schoolmeester  leert 
allerhande  boeken,  so  se  hem  voorcomen. 

Doom. 
Verclaerde  den  dienaer  den  goeden  stand  der  kercke  aldaer,  dat  d'huijs- 
luiden  wel  tot  het  gehoor  comen,  haere  kinderen  alle  ten  doop  brengen, 
het  avondmael  bij   hem  maer  eenmael  sjaers  te  Paeschen  bedient  wort, 
dat  hij  15  of  16  communicanten  heefft,  datter  geen  schoole  en  is. 

Zeijst. 
Verclaerde  den  dienaer  den  stand  zijner  kercken  tamelick  te  z^n,  dan 
claechde  over  twee  beletselen:  eerst  datter  geen  clock  en  is,  ende  daer- 
door vele  droncken  drincken  tusschen  de  predicatie,  de  herbergiers 
seggende,  dat  sij  d'uijre  niet  en  weten,  soedat  d'herbergen  tusschen  die 
predicatien  openstaen.  Claechde  mede  ten  anderen  over  seeckeren  paep 
van  W^ck,  groote  ondienst  in  sqn  plaetse  doende.  Verhaelde  vorders,  dat 
hij  te  Eersmiss  3  communicanten  ende  te  Paeschen  40  had  gehadt  ende 
hoopte  ouderlingen  te  verkiesen ;  dat  hij  selfifs  de  schoele  aldaer  houdt  ten 
versoeke  van  d'huijsluijden ;  dat  oock  seeker  vicarije,  totter  schoole  ge- 
horende, bij  een  ridder  ingehouden  wort,  ende  soude  tot  dien  eijnde  aen 
haer  Genaden  van  Beverwtjck  konnen  geschreven  worden  om  door  dat 
middel  eenen  eijgen  schoolmeester  te  becomen. 

Goten. 

Verclaerde  den  dienaer  den  redel^ken  stand  van  zijn  kercke  ende  seijde 

tgehoor  te  zyn  tamelick ;  dat  hij  den  doop  bedient  nae  d'ordre  ende  forme 

der  Gereformierder  kercken ;  dat  het  avondmael  bij  hem  noch  niet  bedient 

was,  doordien  hij  d'huysluijden  daertoe  noch  niet  hadde  connen  bewegen; 


301 

verhaelde  dat  z^n  schoolmeester  paepsgesind  was,  doch  comende  ter 
kercken  ende  de  psalmen  voorsingende ;  claechde  dat  vele  haere  geboden 
laten  doen  in  de  kercke  end  daemae  b\j  een  paep  getrout  worden;  dat 
oock  seeker  affgestelt  pastoor  (genoemt  heer  Jan  van  Blockhoven)  die  van 
de  E.  heeren  Staten  gealimenteert  wert,  soe  daer  als  oock  te  Wijck, 
groote  affbreuck  doet  door  doopen,  trouwen,  etc. 

Neerlangbroeck. 
Yerclaerde  den  dienaer,  dat  het  gehoor  tamelick  is  ende  aenwast;  dat 
seekeren  paep,  heer  Steven  genaemt,  hem  groot  belett  doet;  dat  hy  er 
tot  7  oft  8  heefFt  onderricht,  die  voor  haer  genomen  hebben  te  communi- 
cieren,  doch  tot  noch  toe  geen  communie  by  hem  gehouden;  dat  hij  noch 
geen  schoole  en  heefft,  dat  veele  haer  houwelicksche  geboden  hebben  laeten 
doen  sonder  bevestinge  daerop  versocht  ende  gevolcht 

Bunnick. 
Verdaerde  den  dienaer  tgehoor  te  zijn  tamelick ,  van  25  of  30  meer  of 
min,  dan  claechde  verhindert  te  worden  door  eenen  mr.  Jan,  te  vooren 
daer  gewesene  paep,  die  daer  predict  op  een  hu^s,  Groenewou  genaemt, 
die  de  kinders  meest  doopt  ende  de  huijsluiden  onder  sich  heefFt;  dat  hy 
geen  communicanten  heefft,  doordien  de  paep  de  huijsluijden  wijssmaect, 
datter  geen  onderscheijt  en  is  tusschen  de  Gereformeerde  kercke  ende 
Roomsche  dan  alleen  in  den  doop  ende  int  avondmael.  Verhaelde  mede, 
dat  hy  een  schoolemeester  heefft,  die  oock  voorsingt;  dat  de  huijaluijd 
alle  tot  tgehoor  comen  wtgenomen  een  huijsgesind. 

Werckhoven. 
Verclaerde  den  dienaer  den  stand  van  sijne  kercke  verwert  te  zijn; 
claechde  daerom  over  den  oflBcier  ende  schoolemeester  of  coster,  ende 
voorn,  over  den  coster,  dat  l^j  doet,  wat  hem  geliefft  in  Roomsche 
superstitien ;  dat  die  gemeijnte  wel  ijeverich  is,  dan  claechde,  dat  door 
den  afval  van  een,  die  hem  in  hoerdom  verloopen  had,  die  darom  bij 
hem  vant  avondmael  gehouden  wierd,  alle  de  andere  vant  avondmael  aflf- 
gebleven  waeren,  doordien  hij  wat  aensiens  had;  hoopte  so  dien  man, 
die  affgehouden  was  vant  avondmael ,  mochte  tot  betennge  van  zijn  leven 
gebrocht  worden,  den  of&der  ende  schoolemeester  tot  haer  ampt  gehouden 
worden,  dat  hy  goede  vrucht  soude  konnen  doen.  Claechde  over  den 
of&cier  (die  andersins  de  religie  toegedaen  is)  dat  hij,  comende  met  sijn 
schuldboeck  onder  de  predicatie,  die  huijsluiden  vant  gehoor  des  god- 
lijckes  woorts  verhindert,  roepende  de  principaelsten  tot  hem,  ende  heb- 
bende hij  predicant  aen  den  officier  versocht  sulcks  te  willen  naelaten, 
en  heefFt  daermede  niet  wtgericht.   Claechde  mede,  dat  aengaende  den 


302 

kinderdoop  hem  groeten  affbreuck  deden  den  paep  te  Honswqck  ende 
Schalkwijck. 

Houten. 
Verclaerde  den  dienaer  den  ellendigen  staet  van  zijn  kercke;  datter 
weijnich  gehoors  is  ter  oorsake  van  eenen  ouden  paep ,  genoemt  heer  Jan 
VAN  Houten,  die  aen  de  Tollstechsporte  staende  die  huijslu^den  waer- 
neemt  end  haer  dreqcht  mette  verdoeinenisse ,  soe  sij  ter  kercken  willen 
gaen  om  de  predicatien  te  hooren,  bewegende  mede  eenige  huijsluijden 
om  te  staen  bg  der  kercken  ende  te  beschimpen  diegene ,  die  ter  kercken 
ingaen.  Verthoonde  mede  seeker  wassen  schapen,  etc.,  die  aldaer  selffs 
onder  de  predicatie  van  d'huijsluijden  in  de  kercke  geoifert  worden.  Ver- 
haelt  dat  de  maerschalck  alleen  compt  Pinxtermaendach ;  claechde  dat  den 
schout  binnen  Utrecht  woont  ende  niet  in  de  kercke  verschqnt ,  w^aerdoor 
vele  moetwillecheijts  bij  de  hurjsl.  bedreven  wort. 

De  Vaert. 

Verclaerde  den  dienaer  den  tamelgken  staet  van  zijn  kercke,  so  int 
gehoor  als  int  gebrugck  der  h.  sacramenten;  dat  hy  over  de  20  of  HO 
communicanten  hadde.  Dan  claechde,  dat  vele  bij  den  anderen  gaen  wonnen, 
eer  sij  getrowt  zijn;  dat  die  van  tWael  ende  Oapel  van  heer  Dirk^k  van 
EcK  te  Honswijck  opgehouden  ende  missle^dt  worden  door  doopen ,  smeeren, 
etc. ;  seqde  dat  h^  een  goet  schoolemeester  ende  een  goede  schoele  heefft. 

Hagesteijn. 
Verclaerde  den  dienaer  aldaer,  dat  hij  den  staet  van  zqn  kercke  seer 
claechlick  gevonden  liad,  eensdeels  doordien  de  plaetse  ge  vaceert  had, 
anderdeels  dewrjU  sij  verhindert  werden  door  de  papen;  dat  nu  tgehoor 
gebetert  was,  ende  eenige  met  hem  ten  avondmael  geweest  waeren  te 
Viaenen,  dat  h^  eenige  andere  ten  avondmael  noch  niet  toegelaeten  had, 
doordien  sij  niet  genoech  onderwesen  waeren ;  den  doop  aengaende  dattet 
nu  lijdelick  daermede  toeginge,  doordien  nu  vele  tot  hem  quaemen  ende 
liaer  kinderen  ten  doop  brengen,  daer  sy  te  voeren  door  heer  Dyrick  te 
Honswijck  missle^d  wierden,  over  denwelcken  hy  claechde,  dat  hem  noch 
hinder  ende  schade  geschiedde  in  sij n  gemeente,  als  oock  een  paep,  die 
van  Viaenen  coempt,  mede  een  van  Utrecht,  heer  Victor  genaemt,  ende 
andere  Jesuiten,  die  hu^sluijden  dreijgende  met  de  verdoemenisse  ende 
ban ,  soo  se  comen  tot  tgehoor  van  de  predicatien  tot  Hagesteijn.  Claechde 
dat  zijn  hu^sluijden  vele  nae  de  Paepsche  misse  ende  predicatie  te  Culen- 
borch  ende  Viaenen  loopen.  Verhalde  van  den  coster,  dat  daer  h^  te 
voeren  de  pauselijke  superstitie  gedient  hadde,  nu  wel  bekende  door 
redenen  overwonnen  te  zijn,  maer  noch  niet  konde  gebracht  worden  tot 
voorlesen  oft  voorsingen.   Verhaelde  van  den  schoolemeester,  dat  hij  hem 


303 

begeefft  tot  het  gehoor  ende  gesind  is  om  te  gaen  ten  avondmael,  soude 
oock  wel  geeme  niet  dan  Gereformeerde  boeken  leeren,  waert  dat  hij 
konde  siilckes  doen  sonder  te  verliesen  zqne  kinders ,  doordien  d'huijsluijden 
hem  daermede  dreqgen.  Wenschte  een  diaken  te  hebben  neffens  den  kerck- 
meester  om  d'almosen  te  collecteeren,  omdat  sij  niet  een  stnver  en  hebben 
om  jemandt  te  geven,  doordien  het  de  kerckmeester  onder  hem  houdt. 

Veenendaell. 

Verclaerde  den  dienaer,  dat  l^j  de  saeken  der  kercken  aldaer  (waert 
te  vooren  vrij  row  was)  tot  redelike  ordeninge  gebrocht  heefft ;  dat  hij  des 
Sondaechs  voormiddach  d'evangelia  dominicalia  predict,  ende  snaemiddachs 
den  Catechismnm  plach  te  prediken ,  maer  nu  in  plaetse  van  dien  d'Open- 
baringe  Johannis ,  bedienende  den  doop  ende  het  avondmael  nae  gewoonte 
der  Gereformeerder  kercken,  houdende  het  avontmael  viermael  int  jaer. 
Seijde  dat  het  gehoor  tamelick  was  ende  wel  konde  gebetert  worden, 
waert  dat  de  merckten  ende  herbergen  des  Sonnendaechs  tusschen  de  pre- 
dicatien  konden  gebetert  ende  geweert  worden.  Segde  dat  hij  43  commu- 
nicanten heefft,  ende  so  de  voorss.  abusen  geremedieert  wierden,  hoopte 
wel  80  of  100  toehoorders  te  hebben.  Verhaelde  mede,  dat  hy  een  Gerofor- 
meert  schoolemeester  heefft;  dan  claechde  over  de  frequentie  van  dootslagen, 
alsdatter  ten  tijden  van  sijne  bedieninge  wel  30  omgebracht  waeren  al- 
daer ter  plaetsen.  Claechde  oock,  dat  hem  in  pesttijden  niet  toegelaten 
was  de  testamenten  te  maeken,  streckende  tselve  tot  naedeel  van  den 
armen ,  die  aldaer  wegnich  incomens  hebben ,  ende  bij  testament  ofte  donatie 
voor  den  predicant  deselve  wat  toegeleijt  zijnde,  daeraen  niet  geraeken 
konden  wt  oorsake  voorss. 

Hiermede  is  de  vergaderinge  met  dancksegginge  tot  Godt  gescheijden. 

Naemiddach. 
Alle  de  voorgaende  persoenen  wederom  te  3   uijren  verschenen  ende 
tgebed  gedaen   zijnde,  is  de  praeses  voortgegaen  in  d'ondervi-aginge  van 
de  andere  kerckendienaren  nae  de  gelegentheijt  van  haere  kercken,  die 
daerop  verclaert  hebben  als  volcht. 

Maersen. 
Verclaerde  den  dienaer  aengaende  den  staet  van  sijn  kercke,  dat  hij 
noijt  voor  Paeschen  lestleden  tavondmael  gehouden  heefft,  ende  hetselvo 
tweemael  sjaers  voor  hem  heefft  genomen  te  houden,  gelrjck  h^j  dat 
d'oerstenmael  te  Paeschen  heefft  gehouden  ende  daema  noch  eens  te  Ping- 
steren  door  assistentie  van  den  predicant  van  Westbroeck.  Verhaelde  dat 
hij  een  tamelick  getal  van  toehoorders  heefft.  Claechde ,  dat  hij  geen  school- 
meester heefft  ende   we]   een  coster,  maer  de  vijandt  is  van  de  religie; 


304 

dat  oock  de  goederen  van  de  costerije  ende  schoole  bq  eenige  onderge- 
houden worden. 

Breukelen. 
Verclaert  den  predicant  den  goeden  stand  van  sqn  kercke  als  een  goet 
gehoor  hebbende,  volgende  in  de  bedieninge  des  woorts  ende  der  h. 
sacramenten  soe  des  doops  als  des  h.  avondmaels  tgebruijck  der  Gerefor- 
meerder  kercke.  Van  de  schoole  verhaelde  hij ,  dewijle  de  collatie  van  de 
goederen  der  costerge  staet  by  de  heer  van  Nyenrode,  den  coster  daerom 
door  last  van  den  heer  voorss.  zqn  ampt  wel  doet  ende  sich  onderwerpet 
den  predicant.  Communicanten  verhaelde  hrj  te  hebben  eenige,  die  vant 
huijs  van  den  heer  van  Rijwiel  ende  sommige  andere  hugsluijden.  Predickt 
maer  eens  ter  weke  als  oock  de  andere. 

Vredeland. 
Verdaerde  den  dienaer  den  redeliken  stand  van  zijn  kercke,  hebbende 
goet  gehoor  (van  100  persoenen),  communicanten  30;  van  den  schoolemeester 
verhalende ,  dat  l^j  Gereformeerd  is ,  mede  communiceert  ende  alleen 
Gereformeerde  boeken  leert,  dat  l^j  oock  resideert  op  de  plaetse  sijner 
bedieninge. 

Cortehoeff. 
Verclaerde  den  predicant,  dat  hy  tamelick  gehoor  heeft,  14  communi- 
canten, dan  claechde  seer  verhindert  te  worden  in  den  loop  des  h.  evan- 
gelii  om  eenige  vruchten  te  doen  door  den  schout  ende  secretaris  of  coster, 
beijde  als  groot©  aergemisse  gegeven  hebbende.  Doch  voechde  daerbrj ,  dat 
den  schout  weder  ter  kercken  begint  te  comen,  maer  den  koster  even 
hardneckich  blijfft,  sodat  hij  predicant  geen  dienst  van  hem  heefft,  ja  hij 
door  sijn  aensien  velen  argemisse  geefft  Yerhaeldt  seeker  quaestie  tusschen 
hem  van  in  den  aenvang  sijnes  diensts  ende  den  secretaris  of  coster 
nopende  de  schoole,  dewijle  den  secretaris  qualick  nam,  dat  de  schoole 
bij  hem  (predicant)  bedient  wierd ,  dewijle  den  secretaris  liever  sijn  eijgen 
8oon  daerin  wilde  dringen,  daer  nochtans  hij  (predicant)  daertoe  aenge- 
nomen  was.  Claechde  oock,  dat  men  driemael  het  Ave  Maria  clept,  smor- 
gens,  smiddachs  ende  savonts. 

Nichtevecht. 
Verclaerde  den  dienaer  den  staet  sijner  kercke  te  sijn  redelrjck  ende 
verthoonde  seeker  geschrifft  van  sgn  kerckenraet,  inhoudende  een  goede 
getuijgenisse  van  zijn  persoon.  Communicanten  seijde  hij  te  hebben  31 , 
eenige  verreijst  ende  verstorven  sijnde,  hebbende  ouderlingen  ende  diakens. 
Claechde  over  den  schoolmeester  (die  oock  coster  is),  dat  hij  paepsgesind 
zij,  ende  niettegenstaende  hij  eerst  eenige  tijd  ter  kercken  wasgecomen, 
nu  soeckt  zyn  quaet  saet  te  sayen  ende  de  luiden  tot  superstitien  te  mis- 


305 

legden.  Predict  maer  eens  ter  weke  ende  swinters  altemet  tweemael. 
Claechde  over  een  ongedoopt  Mennisten  soon,  die  met  een  vrouwe  huy&- 
houdt  buijten  echt,  versoekende  proclamatien  om  getrout  te  worden  ende 
weijgerende  gedoopt  te  worden ,  om  welcke  oorsake  willen  hij  hem  deselve 
proclamatien  weijgert.  Claechde  mede,  dat  op  biddagen  ende  Sondagen 
niemandt  gebreuckt  en  wort  om  het  ontheijligen  derselver  door  wercken, 
etc.  Claechde  mede  van  wegen  den  dienaer  van  Overmeer  (die  absent 
was)  over  den  coster  aldaer,  dat  hij  mede  onstichtelick  is,  geenen  dienst 
den  predicant  doende,  seijde  mede  door  het  deppen  aldaer  de  lieden  van 
den  siiijveren  godsdienst  affgetogen  te  worden. 

Apcoude. 
Verclaerde  den  dienaer  den  redeliken  stand  zijner  kercke,  hebbende 
redelick  gehoor,  mede  houdende  tavontmael  met  28  communicanten  ende 
alles  conform  de  Gereformeerde  kercken;  verhalende,  dat  hij  een  bequaem 
coster  ende  schoolemeester  heefFt,  loerende  Gereformeerde  boecken,  dan 
voechde  daerbij,  dat  hij  d'herbergen  al  wat  te  seer  versoeckt,  wilde  wel 
dat  hij  door  bequaeme  middelen  conde  vermaent  worden.  Claechde  over 
eenige  vergaderinge  der  Herdoopers.  Claechde  oock,  dat  de  van  Apcoude  vele 
in  HoUandt  gingen  om  de  paepsche  exercitie  te  oeffenen  in  seekere  huijsen 
onder  Holland,  daer  de  Jesuiten  ende  andere  jonge  paepsche  studenten, 
b^  de  cooplieden  van  Amsterdam  onderhouden,  comen  om  den  dienst  te 
doen.  Seijde  dat  hij  ordinaris  maer  eens  predickt,  ende  om  de  pausge- 
sinde  te  trecken  oock  Woonsdaechs  in  de  vasten,  dan  kan  daer  weqnich 
mede  utrechten,  omdat  sij  haer  verbonden  hebben  niet  ter  predicatie  te 
gaen ,  dreijgende  anders  d'een  d'ander  de  neeringe  te  ontrecken.  Claechde 
oock,  dat  terstond t  nae  de  predicatie  de  paepsgesinde  huijjsluijden  in  de 
kercke  met  een  groot  getier,  gedniijsch  ende  onordninge  comen  invallen. 

Westbroeck. 
Verclaerde  den  dienaer  den  goeden  standt  der  kercken  aldaer.  Se^de 
goet  gehoor  te  hebben  ende  50  communicanten  gehadt  te  hebben,  waervan 
wel  25  door  de  pest  gestorven  zijnde,  hij  nu  weder  hebbe  tusschen  de 
40  ende  50.  Verhaelde  mede ,  dat  hij  een  goet  coster  ende  schoolemeester 
heefft,  dan  claechde,  dat  de  middelen  tot  den  schooledienst  gehoorich  bij 
particulieren  ingehouden  worden,  ende  dat  den  schoolmeester  wt  oorsake 
van  zijne  cleijne  middelen  genootsaeckt  is  het  secretarisampt  te  bedienen. 
Verhaelde  oock,  dat  hij  4  ouderlingen  ende  2  diaconen  hadde. 

Oostveen. 

Verclaerde  den  dienaer  den  goeden  staet  der  kercken  aldaer,  sodat  hq 

wel  40  communicanten  heefft  ende  verhoopt  welhaest  70  of  80  te  sullen 
Acta  syn,  provinc  VL  20 


306 

becomen,  hebbende  eenen  goeden  schout,  ooster  ende  schoolemeester, 
bedienende  mede  Blauwcapel,  alwaer  de  kercke,  ongerepareert  zgnde, 
heefft  de  heer  van  Gent  aengenomen  die  te  repareren.  Verhaelt,  dat  hij 
daer  in  loco  niet  en  resideert,  doordien  hijt  meende  niet  van  doen  te 
zgn,  ende  het  huys  niet  beqiiaem  was.  Se^de  2  diaconen  te  hebben  tot 
versorginge  der  armen,  ende  dat  hij  den  kerckmeester  ende  schout  in 
plaetse  van  ouderlingen  gebruyckt,  doch  eijgentigck  formeelijck  geen  ouder- 
lingen vercoren  te  hebben. 

Vinckeveen. 
Verdaert  den  dienaer  de  kercke  aldaer  noch  niet  sonderlings  te  wesen , 
alsnoch  een  cleen  gehoor  hebbende,  datter  bij  hem  noch  geen  kinderen 
ten  doop  gebracht  z^n,  deselve  al  bij  de  paepen  gebrocht  worden.  Claechde 
over  den  schoolemeester,  dat  hij  de  kindei'en  niet  en  wil  leeren  de  boecken, 
die  hen  d'ouders  medegeven. 

Mijdrecht. 
Yerclaerde  den  dienaer  den  goeden  stand  van  zijn  kercke,  sodat  h^, 
niettegenstaende  vele  door  de  peste  verstorven  zijn,  evenwel  noch  heefft 
120  communicanten.  Seijde  tavontmael  te  houden  alle  10  weken,  niet  juist 
op  de  hoochtijden.  Verhaelde  oock,  dat  hq  Sonnendachs  namiddach  den 
Catechismum  mede  predickt,  alst  niet  in  den  bow  en  is,  dat  hij  oock  des 
winters  predickt,  in  de  weke  des  Wonssdaechs.  Segde  mede,  dat  hy  som- 
tijts  Sondaechs  drqe  predicatien  doet,  smorgens  vroch  te  Mijdrecht,  te 
9  uijren  te  Tamen  ende  snamiddachs  tusschenbeijden  in  de  schoei  den 
Catechismum.  Yan  de  diaconije  verhaelde  hij,  dat  des  Sondaechs  d'ael- 
mosen  bij  eenige  diaconen  gecoll^cteert  worden  ende  die  bij  haer  aen 
den  armen  vuijtgedeelt ,  doch  daervan  noijt  te  sijnen  tqd  rekeninge  gedaen 
te  zijn.  Claechde  over  seker  paepgen ,  die  dickwils  van  de  boeren  versocht 
wert  om  te  doopen,  etc.  Claechde  oock  over  eenige  paepsche  vergade- 
ringe  te  Waweren,  waertoe  vele  van  de  zijne  getogen  worden.  Claechde 
oock,  dat  de  pausgesinde  laestleden  biddach  een  kindermael  hielden  ende 
alsdoen  droncken  zijnde  met  den  biddach  spotteden.  Claechde  mede ,  dat  de 
schoole  niet  groot  van  middelen  is,  ende  dat  daer  seeker  gilde  is  van 
drinckbroers,  van  welcke  incomon  de  gagie  den  schoolemeester  wel  wat 
soude  konnen  geaugmenteert  worden;  dat  oock  een  crucifix  in  sijn  dorp 
staet,  daer  vele  superstitien  mede  gepleecht  worden  met  binden  van  kouse- 
banden.  Seqde  mede,  dat  de  swangere  vrouwen  de  doode  craemvrouwen 
enckelick  willen  dragen,  door  superstitie  meenende  dat  si)  alsdan  te  beter 
verlossen  souden,  of  het  niet  goet  en  waere,  dat  de  vrouwen  generalijcken 
van  de  doodenbegravinge  geweert  worden.  Vermaende  mede,  dat  men  aldaer 
hadde  gesocht  te  attentieren  die  nedergele^de  ende  omgebrachte  men- 


307 

schen  te  sleepen  op  het  kerckhoif  als  op  een  vrije  plaetse,  om  alsoe  den 
officier  van  syn  actie  te  beroeven. 

Wilnis. 
Yerclaerde  den  dienaer  den  soeberen  staet  zqner  kercken,  als  hebbende 
weijnich  (raaer  4)  communicanten ,  tavondmael  driemael  int  jaer  bedienende. 
Verhaelde,  dat  hij  combinatie  maeckte  met  de  ander  naebuerkercken  int 
houden  des  avondmaels  per  vices.  Van  den  coster  ende  schoolemeester 
claechde  hij,  dat  hij  allerhande  boecken  leert.  Verhaelde,  dat  hij  30  of  40 
toehoorders  heefft.  Verthoonde  seeker  schrifft ,  daerin  eenige  clachten  vervaet 
waren,  alsdatter  in  Wilnis  seeker  blindt  paepe  woont,  die  allerwegens 
gehaelt  wort  om  te  doopen  end  oock  de  kinders  tot  srjnen  huijse  doopt, 
die  oock  over  de  vrouwen,  die  in  den  craem  sullen  komen,  eerst  misse 
doet  ende  haer  tsacrament  geefft,  bij  denwelcken  oock  het  volckl)  tegen 
Paeschen  te  biechte  ende  ten  sacramente  gaet,  daer  hg  daerenboven  noch 
is  een  dronckaert,  beschuldigende  de  E.  heeren  Staten  van  ge  welt,  hem 
geschiet,  als  hem  vuijt  het  zijne  gestooten  hebbende,  ende  sich  oock  roe- 
mende over  zijne  schandelicke  oncuqsheqt.  Claechde  in  tselve  schrifft,  dat 
men  buijten  den  behoorliken  dienst  de  vrouwen,  die  uth  den  craem  komen, 
de  kercke  opent,  die  omgangen  doen  buijten  ende  binnen  de  kercke  met 
superstitien  van  paternosters.  Ave  Maria,  etc;  dat  men  int  begraeven 
der  dooden  verscheijden  superstitien  pleecht,  de  dooden  settende  voor  het 
graff,  dan  daerover  biddende  op  de  kngen,  dan  in  d'aerde  stekende  met 
cruijcen,  etc.;  dat  men  op  Sacramentsdach  opentlick  bedevaert  doet  om 
de  kercke  met  groote  menichte  in  wollen  ende  baervoets;  dat  degene, 
de  ter  kercken  gaen,  bespott  worden;  dat  in  de  schoole  allerhande  boecken 
geleort  worden;  datter  vele  bij  den  anderen  loopen  ongetrowt,  etc. 

Cudelstert 
Verclaerdo  den  dienaer,  dat  hg  in  zijn  predicatien  tamelick  gehoor 
heefft ,  houdende  tavondmael  met  een  getal  van  tusschen  de  50  of  GO  com- 
municanten. Claechde  over  de  vergaderinge  der  Papisten  tot  drgo  ofte 
vier  toe ,  ende  dat  tusschen  de  predicatien ,  daervan  de  twee  in  den  Nien- 
thoorn  ende  d'ander  in  Rhijnland  geschieden  ende  in  seeker  huijsen  gehouden 
werden,  daerdoor  groeten  affbreuck  geschied,  de  paepen  comende  van 
Auwerkerck,  Haerlem,  etc  Verhaelde  mede  den  goeden  stand  van  de 
schoole,  hebbende  een  goet  schoolmeester  ende  coster,  alsoock  van  de 
diaconie,  de  diakens  doende  haer  rekeninge  voor  de  kerckmeesters ,  schout 
ende  den  dienaer,  houdende  de  bedieninge  des  avontmaels  4  mael  sjaers, 
predikende  mede  sWoensdaechs  door  de  vasten. 


1)     Achter  »volck"  is  doorgehaald  »openbacrllck." 

20» 


308 


Segvelt. 
Verclaerde  den  dienaer  van  den  staet  zijner  kercke,  dat  hij  tamelick 
gehoor  heeift,  te  weten  van  100  menschen,  houdende  tavondmael  met  23 
commiinicanten ,  een  ouderling  hebbende,  oock  wel  een  diaken,  doch  en 
kan  deselve  die  bedieninge  niet  doen,  doordien  h^  verhindert  wordt  door 
de  paepsche  Herjlige  Geijstmeesters,  die  tselve  doen.  Van  den  schoolmeester 
ende  coster  verhaelde  hij ,  dat  hij  van  d'huijsluijden  met  affsettinge  zijnes 
dienstes  gedreijcht  word ,  so  hij  niet  wil  deppen  het  Ave  Maria  ende  haer 
dienen  in  de  superstitien.  Verhaelt ,  dat  l^j  den  doop  ende  het  avontmael 
bedient  conform  de  Gereformeerde  kercke.  Claechde,  dat  men  over  de 
dooden  luijd  tusschen  de  predicatie ,  ende  de  dooden  voor  den  predickstoel 
brengt,  dewijle  men  predict;  dat  oock  de  kercke  seer  ongereijnicht  ende 
vuil  leijdt;  dat  hem  mede  dien  van  Camerijck  groot  affbreuck  doet,  omdat 
hij  voor  de  dooden  bid,  als  broeder  daemae.  Verthoonde  noch  seeker  request 
ende  geschrifft  van  s^n  kercke  wegen ,  inhoudende  eenige  claechten ,  alsdat 
de  huijsluijden,  de  paepsgesind  sijn,  het  h.  avondmael  seer  bespotten, 
ende  die  ten  avondmael  gegaen  hebben ,  naeroepen  ende  seggen :  S^  hebben 
om  een  broek  geweest;  dat  die  kerckmeesters  d'ordonantie  der  E.  heeren 
Staten  bespott  hebben  ende  niet  hebben  willen  naecomen ,  inhoudende  dat 
B^  den  schoolmeester  28  gl.  jaerlicks  souden  toeleggen  ende  de  cleppinge 
etc.  naelaten;  dat  de  predicant  ontrent  Vastenavond  1605,  sullende  een 
siecke  gaen  besoecken,  van  de  huijslu^den  met  modder,  steen  ende  ander 
vuijlicheijt  beworpen  is;  dat  tusschen  die  predicatie,  als  seeker  huijsman 
soude  trouwen,  de  andere  buijten  de  kercke  met  schieten  end  andersins 
groot  gedruijsch  maecten,  twelck  de  schout  vermaent  niet  heefFt  willen 
verbieden  noch  verhinderen;  dat  diergelijke  ongeregeltheden  oock  bij  de 
huijsluijden  onder  de  predicatie  gepleecht  zijn  met  roepen,  crijten,  caetsen, 
soedat  den  predicant  zijn  predicatie  niet  en  conde  voltrecken  op  den  Palm- 
sondach;  dat  diergelijken  oock  op  den  Pingsterdach  lestleden  geschied 
is,  doe  de  huijsluijden  oock  met  steenen  ende  ander  dingen  op  de  deure 
wierpen,  ende  den  schout  vermaent  sijnde  sijn  devoir  tegen  sodaenige 
rebellen  niet  heefft  willen  doen,  sodat  hij  een  vorstander  van  haer  schijnt 
te  zijn ;  dat  op  Sondagen  tusschen  de  predicatien  d'herbergen  ende  droncken- 
gelagen  gehouden  ende  gefrequentiert  worden,  ende  dat  men  degene,  die 
ter  kercken  willen  gaen,  seer  schandelick  bespott  etc. 

Jutphaes. 
Verclaerde  den  dienaer  den  goeden  staet  van  zijn  kercke,  sich  gedra- 
gende in  de  bedieninge  des  woords  ende  der  sacramenten  conform  de 
Gereformeerde  kercken,  houdende  tavondmael  met  15  of  16  communicanten, 
hebbende  geen  ouderlingen,  maer  gebruikende  in  plaetse  van  dien  de 


309 

kerckmeesters,  alsoock  door  deselve  de  diaconije  bedienende;  hebbende 
oock  een  goet  scholemeester,  den  oester  (die  oock  secretaris  is)  mede 
goet  ende  een  communicant  zijnde.  Dan  claechde,  dat  vele  de  proclamatien 
in  de  kercke  gehadt  hebbende  daemaer  bijj  de  paepen  getrouwt  worden, 
ende  aengaende  den  doep,  dat  eenige  van  de  kinders  bij  seeker  paep 
van  Wtrecht,  dien  sij  somt^ds  met  de  wagen  haelen  of  tot  denwelcken 
sg  oock  wel  selifs  reijsen,  gedoopt  worden;  dat  vele  hu^jsluyden  door  de 
leelijke  gewoonte  van  het  schutten  genootsaeckt  z^n  haer  elders  te  laten 
trouwen. 

Lopick. 
Verclaerde  den  dienaer  den  redeliken  stand  van  zqn  kercke,  hebbende 
hondert  toehoorders,  het  avondmael  houdende  met  9  of  10  communicanten, 
hebbende  een  goeden  schoolmeester,  noch  geen  ouderlingen,  noch  niet 
residerende  in  loco;  claechde  over  seeker  leser  te  Capelle,  die  hem  het 
prediken  onderneemt 

Bunschoten. 
Verclaerde  den  dienaer  van  den  staet  zyner  kercke ,  dat  hij  in  de  bedie- 
ninge  des  woorts  ende  der  h.  sacramenten  volcht  d'order  der  Gereformierde 
kercken,  houdende  tavondmael  met  28  communicanten,  hebbende  geen 
ouderlingen,  diaconen  jaerlicks  haer  rekeninge  doende ,  houdende  kercken- 
raet  met  de  diaconen  ende  geheele  gemeente,  hebbende  geen  coster  noch 
schoolmeester  ende  volgens  geen  schoole,  tavondmael  tweemael  sjaers 
bedienende.  Claechde  over  de  Mennisten,  dat  s^  die  luijjden  ter  kercken 
gaende  beroepen,  seggende  de  kercke  te  z^n  een  moordtcuijl,  hebbende 
een  ordinarisse  plaetse ,  daer  sij  vergaderen  on  verhindert ;  dat  oock  sommige 
van  de  principaelste  der  Mennisten,  die  mede  int  gerecht  z^n,  soecken 
door  wandelinge  ende  aensprake  tusschen  de  predicatie  bq  de  kercke  de 
lieden  wt  de  predicatie  te  houden;  dat  oock  vele,  de  geboden  in  de  kercke 
gehadt  hebbende,  ongetrowt  blijven  sitten;  dat  oock  dronckengelagen  tus- 
schen de  predicatie  gehouden  worden. 

Leusden. 
Verclaerde  den  dienaer  van  sijn  kercke,  dat  hq  tamelick  gehoor  heefift, 
geen  psalmen  en  heefft  connen  invoeren,  doordien  den  coster  niet  can 
voorsingen,  ende  hij  selfFs  een  valsche  stem  heefft  Claechde  over  de  be- 
gravinge  der  doeden,  dat  men  luijd  tusschen  de  predicatien.  Claechde 
oock  over  het  gesnap  tusschen  de  predicatien,  ende  dat  oock  door  den 
schout  de  luijden  van  de  predicatien  affgehouden  worden;  dat  mede  seeker 
paep  door  het  land  gaet,  het  sacrament  gevende  ende  ander  paepsche 
dienste  doende;  dat  oock  vele  kinders  bij  de  paep  gedoopt  worden;  dat 
mede  vele ,  de  geboden  in  de  kercke  gehad  hebbende ,  daemae  ongetrouwt 


310 

blqven  sitten  of  bg  een  paep  getrouwt  worden;  dat  den  coster  herberch 
houdende  wt  de  predicatie  loopt  om  den  luijden  te  tappen ;  dat  h|j  (predicant) 
binnen  Amersfoort  zijn  woonplaetse  houdt.  Doet  oock  l^ckpredicatien. 

Woudenberch. 
Yerclaerde  den  predicant  den  staet  van  zijne  kercke  te  zijn  ellendich 
door  d'ongeregeltheijt  van  den  voorgaenden  dienaer,  hebbende  bij  de  150 
toehoorders,  communicanten  gantsch  geene.  Claechde  over  de  superstitien 
met  de  dooden,  dat  men  de  om  de  kercken  draecht;  dat  oock  de  huijs- 
luiden  willen  over  de  dooden  gepredickt  hebben ,  twelck  den  voorgaenden 
predicant  ingevoert  heefft;  datter  groot  geraes  bij  d'huijsluijden  gepleecht 
wort  tusschen  de  predicatien;  dat  den  schoolmeester  een  paep  is,  ende 
dat  hij  voor  de  dooden  op  de  kerckhoven  in  de  begravinge  der  dooden 
bid;  dat  vele  met  diegene,  die  ter  kercken  gaen,  spotten;  dat  de  kinders 
meestal  bij  de  paep  gedoopt  worden,  wt  d'opinie  dat  sij  seggen,  dat  de 
kinders,  bij  de  Gereformeerde  gedoopt,  sterven;  datter  seeker  crucifix  bij 
de  dooden  omgedragen  word.  Yerhaelde,  datter  wel  eenige  zijn,  die  ten 
avondmael  souden  gaen,  maer  so  we^jnich,  dat  h|j  noch  het  avondmael 
niet  en  heefft  aengestelt;  dat  hjj  selve  oock  eenige  jaeren  lang  niet  en 
heefft  ten  avondmael  gegaen. 

Soest 
Verclaerde  den  dienaer  van  zijn  kercke,  dat  hij  redelick  gehoor  heefft. 
Claechde  so  over  de  hooffden  als  d'ander  ter  oorsaeck  van  de  superstitien : 
datter  noch  geen  psalmen  zijn  ingevoert;  dat  de  overheden  den  school- 
meester op  sulcke  conditie  aengenomen  hebben,  dat  hij  geen  psalmen 
singen  sal  op  poene  van  gecasseert  te  worden ;  dat  andersins  (sonder  sulck 
belet)  den  schoolmeester  wel  daertoe  gesind  soude  sijn,  end  de  gemeente 
daerin  geen  moijte  en  soude  maeken.  Verhaelde  oock,  dat  sij  te  vooren 
hadden  v^socht,  dat  men  de  doop  bedienen  ende  den  houwelick  bevestigen 
soude  in  de  huijsen,  doch  dat  nu  meestal  affgebracht  zij.  Claechde  mede, 
dat  d'huijsluijden  bij  haer  selffs  singen:  Christus  is  opgestanden ,  ende  de 
psalmen  niet  en  willen  toelaeten;  dat  oock  eenige,  de  huwelicksche  procla- 
matien  gedaen  zijnde,  haer  in  de  kercke  in  den  echten  staet  niet  en  laten 
bevestigen.  Verhaelde,  dat  hij  noch  geen  avondmael  en  had  bedient  ter 
oorsaecke  van  de  superstitien,  daer  d'huijsluijden  noch  mede  ingenomen 
zijn.  Meende,  datter  wel  eenige  onder  de  gemeente  zijn,  die  geneijclit  z|jn 
om  ten  avondmael  te  gaen,  maer  geene  onder  de  wett  Seijde  mede,  datter 
onder  de  wet  eenige  sijn  gene^jcht  tot  de  psalmen,  maer  doordien  datter 
eenige  rijke  huijsluijden  zijn,  die  de  psalmen  niet  en  willen  toelaten, 
deselve  noch  niet  en  konnen  ingevoert  werden.  Seqde  mede,  dat  h^  noch 


311 

geen  diaconije  en  heefFt,  doordien  d'arme  b^  d^huqslagden  selve  onder- 
houden worden. 

Emmenes  binnen-  en  buijtendijcks. 
Verclaerde  den  dienaer  aengaende  den  staet  der  kercke  aldaer  gevonden 
te  hebben  een  woeste  plaetse ,  doch  nii  tamelijck  gehoor  hebbende  van  200 
menschen  meer  of  min ;  dat  hijj  tavondmael  noch  niet  had  konnen  houden 
ende  de  psalmen  noch  niet  invoeren.  Seijjde  noch  niet  binnendijcks  ge- 
predickt  te  hebben,  doordien  dhujjsluijden  hem  voorwierpen,  dat  hij  eerst 
zijn  commissie  daertoe  moste  hebben  van  de  E.  heeren  Staten.  Claechde, 
dat  de  secretarijs,  eert^ds  (so  hij  meende)  daer  gewesene  paep,  de  kinders 
doopt.  Claechde  noch  over  eenige  andere  paepen,  te  Blaricum  Qnde  te 
Hilfersum  comende  ende  de  lieden  daertoe  roepende  ende  noodigende. 
Verhaelde,  dat  de  schoole  een  wqle  tqds  bij  hem  bewaerd  is.  Claechde 
over  de  nauwicheijt  van  huigsinge,  omdat  hij  gantz  geen  gemaeck  heeift  om 
tnrff  te  leggen  ende  geen  vr^iche^jt  om  zjjjn  studia  waer  te  nemen,  ende 
dat  hem  sulcks  bij  tgerechte  gewei^jgert  is,  doch  is  tselve  gerenvoijeert 
aen  de  E.  Staten,  om  dat  b^  requeste  aldaer  te  versoeken. 

Baeren  end  ter  Eem. 
Verclaerde  den  dienaer  van  den  staet  van  sijn  kercke,  alsdat  ter  Eem 
zij  cleyn  gehoor,  te  Baeren  wat  meer,  van  40  of  50;  dat  l^j  noch  geen 
psalmen  heeft  ingevoert  of  hebbe  konnen  invoeren,  doordien  de  school- 
meester van  dhuijsluijden  gedreijcht  wort  met  cassatie,  so  hij  de  psalmen 
wilde  helpen  singen;  dat  hij  tavondmael  noch  niet  en  hebbe  bedient, 
doordien  hij  maer  een  communicant  en  heefft,  ende  wel  noch  eenige  andere 
sijn,  doch  deselve  haer  tappen  end  dronckengelaegen  te  houden  ende 
frequentieren  niet  en  willen  laten;  dat  hij  selve  ten  tijde  signes  diensts 
ten  avondmael  noch  niet  en  hebbe  gegaen.  Verhaelde  van  den  doop,  dat 
het  redelyck  toegaet  ende  eenige  kinders  hem  ten  doope  gebrocht  worden 
in  de  kercke,  doch  claechde,  dat  heer  Jaoob  te  Emmenes  mede  vele  daer 
doopt;  dat  oock  heer  Elbert  Pkoot,  te  Baeren  woonende,  hem  affbreuck 
doet  ende  de  lieden  soeckt  van  de  kercke  aff  te  trecken;  dat  mede  heer 
Jan  tAmersfoort  menichmael  in  dootsnoodt  bij  de  huigslu|jden  gehaelt 
word  ende  dan  noch  weijgert  tot  deselve  in  te  gaen ,  anders  als  op  voor- 
gaende  beloffte  van  dat  s^  nemmermeer  in  de  (Gereformeerde  kercke  sullen 
gaen.  Claechde  oock ,  dat  den  schoolmeester  hem  niet  en  derft  voegen  met 
den  predicant  om  te  doen  hetgene,  dat  hijj  geme  tot  stichtinge  sien  sonde, 
doordien  hij  vant  gerechte  onderhouden  word  ende  de  vreest  te  vertoornen. 

Aldus  alle  de  dienaeren  omgevraecht  zijnde  ende  verdaringe  van  den 
stand  eenes  ijeders  kercke  gedaen ,  is  weder  een  nieuwe  omvrage  gedaen 
ende  versocht,  dat  een  jeder  soude  den  stand  der  kercken  ofte  dorpen, 


312 

ontrent  sijne  residentie  gelegen,  verelaeren  sovele  hem  daervan  moehte 
bekent  s^n,  bijsonder  van  die  dorpen,  waeiran  de  dienacren  olpastooren 
hier  niet  tegen woordich,  of  die  met  geen  dienaeren  voorsien  en  waeren. 

Hierop  hebben  die  van  Utrecht  verclaert,  dat  Vleuten  vaceert  ende  daer 
goet  gehoor  sonde  zgn,  waert  datter  een  goet  predicant  waer. 

De  dienaer  van  Wijck  verclaerde ,  dat  tOverlambroeck  heer  Stevex  noch 
opentelijck  panselijcke  diensten  ende  snperstitien  oefent. 

Wierd  int  gemeen  verhaelt,  dattet  evengel^ck  toegaet  te  Cockengen, 
Schalckw^ck,  Honswgck. 

Verthoonde  noch  den  dienaer  van  Segvelt  seeker  geschrifft  van  eenige 
vrome  huijslugden  te  Camerijck,  inhoudende  een  deel  dachten  over  den 
pastoor  aldaer ,  genaemt  Claes  Claesz  Dael,  alsdat  hij  in  de  kercken  comende 
om  sijn  predicatie  te  doen  eerst  voor  seeker  autaer  nedervalt,  daema  hem- 
selven  met  cruijcen  teekent  ende  dat  so  dickwils  als  h|j  de  clock  hoort 
slaen,  ende  daertoe  oock  de  huisluiden  vermaent,  daemae  het  evangelium 
ende  d'epistel  be^de  te  saemen  predickt  sonder  de  psalmen  te  laeten 
singen.  Daemae  de  predicatie  gedaen  zijnde,  haelt  hij  voort  het  memorQ- 
sielboeck,  biddende  voor  de  overleden  persoenen,  ende  dat  om  zijn  gewin; 
dat  h|j  22  jaeren  te  Cameryck  gestaen  hebbende,  het  he^lich  avondmael 
noijt  gebniyckt  en  heelft,  ende  vermaent  synde  hetselve  niet  en  heefft  willen 
doen,  jae  opentelijck  seijt,  dat  het  onnoodich  zij  ten  h.  avondmael  te 
gaen,  als  men  maer  geloofft,  dat  dat  genoech  is,  sodat  l^jrdoor  bij  velen 
het  heijlige  avondmael  in  cle^jnachtinge  komt,  ende  andere  genootsaeckt 
z|jn  in  de  naebuerige  stad  ende  dorpen  haer  ten  h.  avondmael  te  begeven ; 
dat  hij  vele  snperstitien  in  den  kinderdoop  pleecht;  dat  als  er  ijemand  in 
het  dorp  gestorven  is,  hij  alsdan  over  den  dooden  gaet  bidden,  ende  als 
men  het  lichaem  ter  aerden  brengt,  heefft  hij  een  schiip  of  spaeij,  schrijvende 
drie  cruycen  op  de  kist  met  vele  mommelinge  der  woorden,  die  hq  ge- 
bruqckt;  dat  hij  d'huijslnijden  het  wyewater  vercoopt;  dat  hij  op  Vrow 
Lichtmis  ende  Palmdach  de  pauselijcke  superstitien  met  hetselve  pleecht; 
dat  hij  geit  neemt  van  het  bidden  voor  de  dooden,  van  het  trouwen, 
ende  de  lieden  oock  bij  nacht  trouwt,  etc. 

Wierd  oock  int  gemeen  verhaelt,  dat  Anckeveen,  Tuijl  end  tWael,  Lin- 
schoten,  Odyck  vaceeren. 

Verclaerde  oock  den  dienaer  van  Houten,  datter  int  Goij  is  eenen,  de 
leest  sonder  last  ende  authoriteijt,  die  oock  spottische  fabulen  de  hu^s- 
lubden  voorleest. 

Verclaerde  insgelijcks  den  dienaer  van  Lopick,  datter  te  Capelle  een 
is,  de  loest  ende  zijn  last  int  lesen  te  buijten  gaet,  als  genoechsaem  het 
predicken  aennemende. 


313 

Wierd  oock  van  eenige  van  de  vergaderinge  vermaent,  datter  een  open- 
baren leser  is  te  Thienhoven. 

Hirmede  is  de  vergaderinge  voor  desen  dach  met  dancksegginge  tot 
Godt  gescheiden. 

Den  90*»  Julij  voormiddaoh. 
Nae  gedaenen  gebede  heefft  de  praeses  der  vergaderinge  voorgedragen 
ende  affgevraecht ,  of  het  niet  goet  en  ware  om  volcomen  kennisse  van  den 
stand  der  kercken  te  becomen,  dat  men  alle  die  dienaeren  van  eene  kercke 
(daer  meer  als  een  dienaer  is)  liet  wtgaen  ende  voort  alle  d'ander  kercken- 
dienaeren,  d'een  voor  d'ander  naer,  om  in  hunliujder  absentie  te  vrijlicker 
van  den  stand  haerer  kercken  te  spreken,  ende  bqsonder  om  te  vernemen, 
of  den  stand,  die  een  jeder  geopent  hadde  van  zijn  kercke,  oock  nae  waer- 
heqt  geopent  was,  ende  voort  of  daer  qet  waere  te  seggen  op  de  persoone 
van  jeder  kerckendienaer  in  leere  of  leven  (oock  op  zijn  incomen  in  den 
dienst  ende  andersins) ,  daervan  hij  in  dese  vergaderinge  diende  vermaent 
te  wesen,  te  weten  sodanige  dingen,  die  publijck  waeren  ende  d'opbou- 
winge  der  kercken  merckelijck  beletten,  verswqgende  particuliere  ende 
heijmelicke  gebreken,  die  met  secrete  ende  bijsondere  vermaningen  in  de 
lieflFde  behoorden  bejegent  te  worden. 

Twelck  bij   de  vergaderinge  verstaen  zijnde  dat  also  te  behooren,  zqn 

eerst  wtgegaen: 

de  kerckendienaeren  van  Utrecht. 

In  welcker  affwesen  de  praeses  weder  verhaelt  heefft  den  stand  haerer 

kercke  naer  wtwijsen  der  acte,  de  vergaderinge  te  vooren  voorgelesen, 

ende  gevraecht,  of  ijemand  daerop  ende  voorts  op  heurluqder  leere  of  leven 

qet  hadde.  Daerop  de  vergaderinge  verclaert  heefft  niet  te  hebben,  maer 

dat  men  groote  oorsake  hadde  God  te  dancken  voor  s^ne  genade,  die  kercke 

bethoont,   ende  dat  men  hoopte,  dat  alles  op  so  goeden  voet  gebracht 

zijnde  de  Heere  zijnen  segen  tot  wijder  verbeteringe  ende  opboiiwinge 

geven  soude.  Twelck  de   voorss.  kerckendienaeren  wederom  ingeroepen 

sijnde,  also  aengeseijt  is  geweest. 

De  dienaeren  van  Amersfoort  wtgestaen  sijnde,  is  verhaelt  een  poinct, 
twelck  sij  selve  niet  hadden  willen  dese  vergaderinge  voorstellen  om 
redenen,  daerinne  sij  nochtans  verclaert  hadden  seer  becommert  te  zijn, 
alsdat  bij  eenen  apteeker  commensalen  gehouden  worden,  die  hij  in  de 
pauselijke  religie  oeffent  met  missen,  paepsche  predicatien  ende  ander 
superstitien  in  zijn  huijs  te  laeten  oeffenen;  dat  oock  den  rector  paussgesind 
zijnde  vermoedet  wort  door  sijn  soone  int  stuk  van  religie  niet  goets  te 
doen.  Waerop  henluijden  ende  oock  andere  predicanten  van  de  steden  is 
verhaelt,  dat  se  in  dien  ende  andere  diergel^cke  missbruicken  eerst  om 


SU 

remedie  bij   haere  respective  magistraten  souden  aenhouden,  ende  indien 
die  faelgeerde,  mochten  dan  sulckes  de  E.  heeren  Staten  aendienen. 

Die  van  Rhenen  end  Wijck  wtgestaen  zignde,  is  niet  gehoort  dan  alle  goet 

Die  van  Montfoort  wtgestaen  zijnde,  is  weder  verhaelt  den  droevigen  staet 
van  de  kercke  aldaer,  ende  is  hij  weder  ingeroepen  zijnde  vermaent  tot  neer- 
sticheijt  om  zijn  pondt  int  werck  stellende  eenige  vmchten  aldaer  te  doen. 

Die  van  Amerongen  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt,  dat  hij  een  ander 
beroepinge  opt  behaegen  van  de  E.  heeren  Staten  soude  aengenomen  hebben. 
Ende  also  de  gedeputeerden  der  E.  heeren  voorss.  verclaerden  niet  gesint 
te  zijn  bequaeme  predicanten  wt  het  Sticht  te  laeten  vertrecken,  maer 
veelmeer  op  vaceerende  end  niet  wel  versorchde  plaetsen  goede  mannen 
begeerden  taennemen,  ende  oock  mede  de  vergaderinge  om  reden  vorss. 
daerin  niet  consenteerde,  so  is  hem  bij  den  praesidem,  wederom  ingecomen 
zijnde,  in  den  naem  van  de  E.  heeren  Staten  ende  de  gantsche  vergade- 
ringe aengesegt,  dat  hij  die  beroepinge  soude  laeten  vaeren  ende  bij  die 
van  Amerongen  blijven,  vertrouwende  dat  hem  de  Heer  dies  te  meer 
segenen  soude,  alsoe  hij  daer  welbemint  was. 

Die  van  Doom  ende  Zeyst  wtgestaen  zijnde,  is  niet  gehoort  dan  alle  goet. 

Die  van  Cothen  ende  Neerlanghbroeck  wtgestaen  zijnde,  is  vermaent, 
dat  sij  noch  het  avondmael  niet  en  hebben  gehouden,  waertoe  sy  ver- 
maent sijnde  tselve  aengenomen  hebben  ende  beloofft  met  eenige  communi- 
canten so  wt  haer  dorp  als  van  Wijck  (door  combinatie)  aen  te  vangen. 

Die  van  Bunnick  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt,  dat  hij  niet  en  resideert 
op  de  plaetse  zqner  bedieninge,  waertoe  hij,  weder  ingecomen  ende  ver- 
maent zijnde,  beloofft  heefFt,  zijn  husfrou  wt  de  craem  verlost  sijnde,  daer 
te  sullen  gaen  residieren. 

Die  van  Werckhoven  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt  van  den  staet  zijner 
kercke,  de  scheuringe,  dier  volgende  zijne  verdaringe  soude  zqn,  ende 
is  bij  de  vergaderinge  goetgevonden  eenige  derwaerts  te  committeren  om 
te  Werckhoven  nae  den  staet  der  kercke  te  vernemen  ter  oorsaecke  van 
de  tweespaelt,  dier  is,  ende  te  sien  oft  daer  eenich  accort  ende  ver- 
eeniginge  soude  mogen  getroffen  worden.  Ende  zijn  gecommitteert  Jacobus 
TATjRnnis,  kerckendienaer  tot  Utrecht,  ende  Johaiwes  Antooti  in  Westbroeck. 

Die  van  Houten,  de  Vaert  ende  Hageste^n  wtgestaen  zijnde,  is  niet 
gehoort  dan  alle  goet 

Die  van  Veenendael  wtgestaen  zignde,  is  ijetwes  verhaelt  donstichte- 
lijckhejjt  sijns  levens  aengaende,  waerover  hij  weder  ingecomen  zijnde 
vermaent  is,  ende  h^  aengenomen  ende  beloofft  heefft  de  vermaninge  te 


315 

sullen  naecomen,  alsoock  dat  hq  in  plaetse  van  de  Openbaringe  Johannis 
jetwes  anders  stichtelickers  sonde  de  gemeente  voordragen. 

Die  van  Maei*sen  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt,  dat  hij  mits  sgn  ouder- 
dom ende  andersins  seer  weijnich  stichtinge  aldaer  doet ,  doch  is  hetselve 
gehouden  voor  memorie  om  te  sien,  oft  men  h|jrin  te  sijner  tijdt  soude 
gevoechlick  konnen  remedieren. 

Hiermede  is  de  vergaderinge  met  dancksegginge  tot  God  goscheijden. 

Naemiddach  ten  3  uijren  nae  gedaenen  gebede  tot  God. 

Is  verschenen  in  de  vergaderinge  Fredrick  Herhanssz  van  Ysendorn, 
ouderlinck  der  kercke  tot  Wqck  bij  Duerstadt,  met  credentie  van  de 
magistraet  ende  kerckenraet  aldaer.  Dewelcke  gelesen  zijnde,  heefft  de 
vergaderinge  aengedient ,  also  daer  ter  plaetse  maer  een  predicant  is ,  die 
den  last  alleen  niet  en  can  dragen,  dat  die  van  de  magistraet  ende  kercken- 
raet van  Wqck  voorss.  noodich  achteden  ende  versochten ,  dat  sij  noch  een 
neffens  dien  mochten  becomen,  dew^jle  oock  die  van  Amersfort  meer  als 
een  dienaer  hebben.  Waerop  hij  wtgestaen  z^nde,  is  bq  de  vergaderinge 
verstaen  tselve  versoeck  alhier  impertinent  te  zijn.  Ende  de  gecommitteerde 
der  E.  heeren  Staten  daerop  haer  gevoelen  geseijt  hebbende,  is  de  voorss. 
FREDEracK  Herma>^ssz  weder  ingeroepen,  denwelcken  D.  praeses  van  wegen 
der  gecommitteerde  der  E.  heeren  voorss.  aengedient  heefft,  dat  haer  E.  K 
niet  en  wisten,  dat  die  van  Wijck  oijt  eenich  belett  waere  gedaen  om  te 
procedieren  tot  beroepinge  van  noch  eenen  dienaer,  ende  dat  sij  tallen 
tijden  favorabel  ende  behulpich  souden  zijn  in  alle  hetgene,  dat  tot  stichtinge 
der  kercken  van  Wijck  dienen  mochte. 

Daemae  is  D.  praeses  voortgegaen  int  aengevangen  ondersoeck. 
End   vooreerst  de   dienaer  van  Breukelen,  Vreeland  ende  CortehoefF 
wtgestaen  zijnde,  is  niet  gehoort  dan  alle  goet. 

De  dienaer  van  Nichtevecht  wtgestaen  zijnde,  is  wel  verhaelt,  dat  hij 
in  geen  goet  geruchte  en  was,  dan  also  hq  verthoonde  seeker  attestatie 
van  den  classe  van  Thiel,  bij  dewelcke  hij  dede  blijcken,  dat  de  swaric- 
heden,  wt  dewelcke  dese  geruchten  waeren  gesproten,  voor  vele  jaeren 
waeren  ter  nedergeleijt,  ende  in  de  vergaderinge  niet  blyckelijcks  en  is 
voortgebracht,  daerover  hij  in  deselve  hadde  behooren  bestrafft  te  worden, 
is  de  saecke  daerbij  gelaeten. 

Den  dienaer  van  Apcoude  ende  Westbroeck  wtgestaen  zqnde,  is  niet 
gehoort  dan  alle  goet. 

Den  dienaer  van  Oostveen  wtgestaen  zqnde,  is  verhaelt,  dat  hij  niet  en 
woont  in  de  plaetse  zijner  bedieninge,  waertoe  hq,  weder  ingecomen  zijnde, 
vermaent  is,  ende  beloofft  heefft  metten  eersten  hetselve  te  sullen  naecomen. 


316 
Den  dienaer  van  Vinckeveen  wtgestaen  sijnde ,  is  niet  gehoort  dan  alle  goei 

Den  dienaer  van  Mijdrecht  wtgestaen  zijnde,  is  bq  D.  praesidem  der 
vergaderinge  voorgestelt  seeker  missive  van  de  kerckenraet  van  Amsterdam, 
waerinne  sy  verhaelden,  dat  eener,  die  te  Mqdrecht  schoolmeester  geweest 
was ,  hem  beschuldichde  van  seeker  feijt  etc. ,  als  breeder  in  desel ve  mis- 
sive. Is  mede  vermaent  van  seeker  swaricheden  sijnenthalven  voortijden 
in  Yriessland  gevallen ,  midsgaders  van  seeker  missbniijck ,  bij  hem  gepleecht 
int  geven  van  de  huwelicksche  geboden.  Waerop  hg,  weder  ingecomen 
zijnde,  verclaert  heeift  van  het  eerste,  dat  hij  in  dat  stiick  met  zijn  partje 
in  rechten  geweest  zij,  ende  daerinne  sententie  interlocutoir  (als  hij  de 
vergaderinge  dede  blijcken)  gewesen  te  zijn,  nae  dewelcke  de  partije  de 
saecke  hadde  laten  berusten,  sonder  die  ten  principaele  te  vervolgen. 
Ende  wat  het  voorder  schry vens  van  Arasterdam  aenginck ,  heefft  hij  voor 
dese  tijd  dese  vergaderinge  satisfactie  gedaen,  mids  dat  hem  belast  is  den 
briefF  van  Amsterdam,  aen  die  van  Mijdrecht  diesaengaende  gesclireven, 
te  beantwoorden,  twelck  hij  beloofft  heefft  te  sullen  doen.  Aengaende  het 
tweede  heefft  sich  daervan  geexcuseert  ende  daerbij  verclaert  sich  te  willen 
defendeeren ,  voor  wat  rechter  dat  het  zij ,  tegen  diegene ,  die  diesaengaende 
actie  willen  tegen  hem  instellen.  Opt  derde  is  verstaen,  dat  de  saecke 
sulcks  niet  en  was,  als  was  aengedient.  Ende  sal  voorts  de  missive,  bij 
die  van  Amsterdam  geschreven,  wt  den  naeme  deses  sijnodi,  in  confor- 
miteqt  van  hetgene  verhaelt  is,  beantwoort  worden. 

Die  van  Wilnis  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt,  datter  een  verschillende 
oneenicheijt  tusschen  hem  ende  die  van  Mijdrecht  wesen  soude,  ende  is 
goetgevonden ,  dat  men  een  offte  twee  committieren  soude  om  haer  te 
vereenigen.  Ende  zijn  gecommitteert  Henricus  Cssarius  ende  Arnoldüs 
OoRTCAMPius,  respective  kerckendienaeren  tot  Utrecht  ende  Amersfoort. 

Die  van  Cudelstert,  Segvelt,  Jutphaes  wtgestaen  zignde,  is  niet  gehoort 
dan  alle  goet 

Die  van  Lopick  wtgestaen  zijjnde,  is  vermaent,  dat  hij  nieten  resideert 
in  de  plaetse  zyner  bedieninge,  waertoe  hij,  weder  ingecomen  zijnde, 
vermaent  is,  ende  beloofft  heefft  Victoris  toecomende  (den  tijd  hem  bij  de 
E.  heeren  Staten  vergunt)  tselve  te  sullen  naecomen. 

Die  van  der  Aa.  Alsoo  den  dienaer  sdaechs  te  vooren  was  absent  geweest 
om  oorsaken,  die  verhaelt  sijn,  so  ist  dat  hij  van  den  stand  sijner  kercken 
verclaert  heefft  denselven  te  zijn  tamelick  int  gehoor,  sich  houdende  in  de 
bedieninge  des  woorts  ende  der  h.  sacramenten  conform  de  Gereformeerde 
kercken.  Claechde,  datter  wt  Denmercken  alle  sqn  t^d  maer  een  kind 


317 

ten  doop  was  gebracht ,  end  die  van  Portengen  van  den  paep  oifte  pastor 
van  Cockengen  verleijd  worden,  aengesien  sij  tot  hem  gaen,  oft  hij  tot 
haer  coempt.  Claechde  oock ,  dat  d'herbergiers  tiisschen  de  predicatie  tappen , 
ende  den  sabbath  daerdoor  alsoock  doort  wercken  der  huijsluijden  ont- 
heijlicht  wort,  doordien  de  schouten  haer  ampt  soe  wel  niet  en  doen. 
Hout  het  avontmael  dr^emael  sjaers  met  12  communicanten,  ende  ver- 
haelde,  dat  hyt  tweemael  overgeslaegen  had  ter  begeerte  van  de  huqslnijden. 
Denselven  wtgestaen  zijnde,  is  niet  gehoort  dan  alle  goet. 

Die  van  Bunschoten  wtgestaen  zijnde,  is  niet  gehoort  dan  alle  goet. 

Die  van  Leusden  wtgestaen  zijnde,  is  verhaelt,  dat  h|j  hem  al  te  seer 
d'oeffeninge  van  de  medicijnen  onderneemt  ende  daerin  selffs  onbehoorlicke 
ende  superstitieuse  middelen  gebruljckt ,  alsmede  dat  hij  al  vrij  wat  onge- 
bonden van  tongen  is,  hetwelcke  hem,  weder  ingecomen  zijnde,  voorgehouden 
is,  end  hij  beloofft  heefft  sich  daerin  te  sullen  beteren. 

Die  van  Woudenberch ,  Soest ,  Emmenes  ende  Baeren  wtgestaen  zijnde , 
is  niet  gehoort  dan  alle  goet. 

Aldus  alles  ondersocht  ende  aengeteekent  zgnde,  is  de  vergaderinge 
voor  desen  dach  met  dancksegginge  tot  God  gescheijden. 

Den  10®°  Julij  voormiddach. 
Te  9®o  uijren  nae  gedaenen  gebede  tot  God  heefft  D.  C-asAiuus  ende 
OoRTCAMPiTJS  aen  de  vergaderinge  gerapporteert,  dat  sij  ter  praesentie  van 
noch  vier  ander  dienaers  als  getuijgen  ende  medehulpers  de  saecke  ende 
tverschill  tusschen  die  van  Mijdrecht  ende  Wilnis  voorss.  vriendelick  neer- 
gelecht  ende  tot  accoort  gebrocht  hebben,  waerop  D.  praeses  oock  hun 
beijden  van  wegen  de  vergaderinge  emstelijck  haers  ampts  ende  tot  lieffde 
vermaent  heefft. 

Hiemae  heefft  men  beginnen  te  spreeken  van  de  middelen,  daermede 
men  d'ongeregeltheijden ,  de  voorgaende  dagen  ontdeckt,  soude  konnen 
beteren ,  end  heefft  de  vergaderinge  ingesien ,  dat  sommige  van  de  voorss. 
ongeregeltheijden  niet  konden  geremedieert  worden  dan  door  d'authoriteqt 
van  de  heeren  Staten,  sommige  niet  dan  door  een  eenparige  kercken- 
ordninge  of  forme  van  kerckenbedieninge ,  nae  dewelcke  een  jegelick 
voortaen  gehouden  soude  wesen  sich  te  reguleeren.  Is  derhalven  geresol- 
veert,  dat  soveel  teerste  aengaet  men  alle  d'ongeregeltheijt  van  sodane 
natuere  sijnde,  dat  se  niet  dan  door  d'authoriteijt  als  voren  konnen  ge- 
betert  worden,  in  geschriffte  soude  vervaten  ende  deselve  de  heeren  Staten 
verthoonen  met  versoeck  ende  bede ,  dat  hunne  E.  E.  nae  haere  discretie , 
wijssheijt  ende  godsalicheigt  daerinne  willen  voorsien  oft  bjjj  sodanige  mid- 


318 

delen,  als  mede  in  deselve  remonstrantie  werden  aengewesen,  offte  met 
andere  beter,  die  hunne  E.  E.  souden  mogen  weten  te  bedeneken. 

Ende  wat  het  ander  aengaet,  also  men  verhoopt,  dat  daerinne  door 
den  sijnodum  nationalem  wat  goets  soude  mogen  werden  gedaen,  is  goet-' 
gevonden,  dat  men,  alvooren  opt  stuck  van  de  kerekenordeninge  eijjntelicken 
te  resol vieren,  soude  lesen  de  brieven  diesaengaende ,  big  den  kerckenraet 
van  Amsterdam  aen  de  kercke  van  Utrecht  om  voorts  dese  vergaderinge 
gecommuniceert  te  worden  geschreven. 

Dit  is  geschiet,  ende  is  opentlick  gelesen  niet  alleen  de  vorss.  missive 
maer  oock  alle  de  stucken  daemeffens  overgesonden ,  als:  1.  de  remon- 
strantie, bij  de  gedeputeerden  des  Suijthollandischen  sijnodi  aen  de  heeren 
Staten  gepraesentiert  om  te  verwerven  de  convocatie  des  sqnodi  generael ; 
2.  de  redenen  daemae  aen  haere  Mo.  E.  E.  op  hunne  begeeren  overgelevert, 
waeromme  men  den  sijnodum  nationael  nodich  hielt ;  3.  seeker  extract  van 
verbael  dit  point  aengaende  mette  vorss.  heeren  gehouden;  4.  d'acte  van 
consent  tot  het  houden  des  vorss.  sijnodi  bij  haer  Mo.  E.  E.  vergonst. 

Hierop  de  vergaderinge  gevraecht  zijnde,  off  sy  jetwes  hiertegens  hadde, 
heefft  deselve  eendrachtel|jck  God  gedanckt,  dat  de  saecke  van  het  sijnodus 
nationael  dusverre  was  gebrocht,  wenschende  dat  se  met  den  eersten  moge 
voortgaen.   . 

Ende  also  de  vorss.  missive  des  kerckenraeds  inhield  versoeck  van  op 
den  inhout  der  vorss.  acte  van  consent  wel  te  letten  om  te  sijjner  tijd  wel 
gepraepariert  te  comen  op  de  vergaderinge,  die  haer  Mo.  E.  E.  van  meeninge 
waeren  te  doen  dienende  tot  een  voorbereqdinge  des  vorss.  sijnodi,  is 
geresol veert ,  dat  men  van  dese  saecke  niet  en  soude  handelen ,  voor  ende 
aleer  de  vorss.  vergaderinge  praeparatoir  bij  haer  Mo.  E.  E.  waere  gecon- 
voceert,  om  alsdan  daerop  geresolveert  te  worden,  soe  men  soude  vinden 
te  behooren. 

End  also  men  verstond,  dat  voor  dit  jaer  vant  houden  des  vorss.  sijnodi 
nationael  apparentelijck  niet  en  soude  konnen  vallen,  ende  nochtans  wel 
eenige  provisioneele  forme  van  bedieninge  der  kercken  deses  Stiffts  diende 
beraemt,  ijmmers  in  eenige  pointen,  die  promptelijck  dienden  geremedieert 
nae  de  tegenwoordige  gelegenhegt  der  kercken,  ende  dat  (om  den  vorss. 
sijnodo  nationael  in  geenen  deele  te  praejudiceeren)  alleen  b^  provisie  end 
totten  vorss.  sgnodum  nationael  toe ,  oft  indien  (dat  God  verhoede)  deselve 
niet  voort  en  gingh,  tot  naerder  ordonantie,  is  geresolveert,  dat  dies- 
aengaende eenige  articulen  ende  pointen  souden  werden  ontworpen,  ende 
eerst  den  heeren  Staten  deser  provincie,  daernae  deser  vergaderinge 
(daertoe  metten  eersten  weder  te  convocieren)  gepraesenteert  om  met  beijder 
consent  ende  aggreatie  big  provisie  als  vooren  onderhouden  te  mogen  worden. 

Om  nu  de  voorss.  remonstrantie  aen  de  heeren  Staten,  mitsgaders  dit 


319 

ontwerp  van  provisioneele  forme  van  kerckenbedieninge  te  stellen  ende 
over  te  leveren  zqn  bij  de  tegenwoordige  vergaderinge  gecommitteert  alle 
de  kerckendienaeren  tUtrecht,  een  der  kerckendienaeren  van  Amersfoort, 
D.  Halewunus  Godefridi  ende  Johannes  Antoioi  ,  kerckendienaeren  respec- 
tive  in  Oostveen  ende  Westbroeck.  Ende  is  versocht  Joannes  Wtenbogaert 
om  hun  den  tijd,  hig  hijr  noch  wesen  sal,  daerinne  te  assisteeren,  welcke 
oock  last  hebben  sullen  met  goede  correspondentie  der  heeren  Staten  alle 
voorvallende  saecken  te  verrichten  in  qualiteijt  als  gedeputeerden  des 
s\jnodi  totte  naeste  sijnodale  vergaderinge  toe  om  alsdan  gecontinueert 
ofte  verandert  te  worden,  naer  alsdan  goetgevonden  sal  worden. 

Hiemae  is  noch  eendrachtelijjck,  oock  opt  begeeren  der  heeren  gecom- 
mitteerden, goetgevonden  ende  geresolveert,  dat  onverbrekelqck  gehouden 
sal  worden  de  residentie  der  dienaeren  op  de  plaetse  van  haeren  dienst 

Ten  laetsten  van  de  oncosten,  bij  de  predicanten  vant  platte  land  int 
verschijnen  ter  vergaderinge  vorss.  gedaen,  hebben  de  E.  heeren  gecom- 
mitteerde beloofft  daervan  de  vergaderinge  der  E.  heeren  Staten  sdaechs 
daeraen  te  sullen  aendienen,  ten  e^nde  daerin  bij  heur  E.  E.  voor  dese 
eerste  reijse  soude  worden  voorsien,  ende  dat  men  van  de  verdere,  die 
in  toecomende  vergaderinge  soude  mogen  vallen,  in  de  remonstrantie 
aen  haer  E.  E.  versoecken  soude  om  daer  mede  op  gelett  ende  ordre  daerin 
gestelt  te  worden. 

Dit  alles  aldus  gedaen  ende  naer  iterative  omvraginge  aen  de  vergade- 
ringe, oft  igemandt  noch  ijet  hadde  voor  te  dragen,  ende  naer  een  corte 
vermaninge,  bij  den  praesidem  aen  de  vergaderinge  gedaen,  belangende 
de  neerstiche  ende  sorchvuldige  betrachtinge  des  kerckendiensts ,  een  jeder 
in  sign  begrijp,  oock  naer  dancksegginge  ende  gebeden  tot  Oodt,  mits- 
gaders dancksegginge  aen  de  heeren  Staten  deser  provincie  ende  derselver 
gecommitteerden  hier  tegenwoordich ,  is  de  vergaderinge  vrientlick  ende 
minnelick  gescheijden  op  den  vernoemden  10®°  Julij  1606  voormiddach. 

Onderstondt :  In  kennisse  van  ons.  Ende  was  onderteekent :  Johannes 
Utenbogaert,  als  bq  dese  vergaderinge  vercorcn  ende  versocht  om  dese 
bijeencompste  als  praeses  te  modereeren.  Evebhabdus  Boonus  als  scriba. 


[Remonstrantie  aen  de  E.  E.  heeren  Staten.]  i) 

Aan  de  E.  E.  Mogende  heeren  Staten  slands  van  utrecht. 
Edele  Eerentfoste  hoochgeleerde  wyse  ende  seer  vermogende  heeren. 
Wy  onderss.  kerckendienaeren,  als  specialyck  hiertoe  gecommitteert  by  de 


^)    Dit  opschrift  Btaat  buitenop  het  stuk. 


320 

vergaderinge  aller  dienaeren  deses  Stifts,  nu  onlanghs  door  uwe  E.  E. 
authoriteyt  ende  bevel  gehouden  binnen  deser  stad  Utrecht  int  Catharinen- 
convent,  dancken  God  den  Vader  onses  Heeren  Jesu  Christi,  dat  hy  uwer 
E.  E.  herten  hoe  langs  hoe  meer  stiert  ende  beweecht  tot  de  rechtsinnige 
vorderinge  ende  voortplantinge  vant  geestelycke  koninghryck  syns  Soons, 
ende  dat  uwe  E.  E.  daerinne  sich  soo  yeverich  ende  neerstich  bethonen, 
als  wy  ende  de  geheele  vergaderinghe  voornoemt  met  sonderlinge  blyschap 
onses  herten  in  deselve  gespeurt  ende  bevonden  hebben,  met  ootmoedige 
bede,  dattet  sijne  Godlycke  Majesteyt  gelieve  uwe  E.  E.  in  denselven  yever 
lioe  langs  hoe  meer  te  verstercken,  ende  tselve  doende  derselver  ooren 
ende  herten  te  openen  om  aen  te  hooren  ende  ter  herten  te  vaten  tver- 
hael,  dat  wy  alhier  aen  uwe  E.  E.  met  aller  eerbiedinge  doen,  van  de 
ongeregeltheyden ,  die  op  de  voorss.  vergaderinge  zyn  voortsgebracht  als 
metter  tyd  in  de  kercken  deser  provincie  ingecropen  zynde  ende  noch 
tegen woordelyck  in  swangh  gaende,  gelyck  dan  uwe  E.  E.  gewilt  hebben, 
dat  dese  vergaderinge  tot  dien  eynde  gehouden  soude  worden ,  opdat  deselve 
ongeregeltheyden  door  d'authoriteyt  ende  macht,  uwe  E.  E.  daertoe  van 
God  Almachtich  verleent,  geremedieert  ende  gebetert  zynde,  Gods  heylige 
woord  met  meerder  vrucht  ende  aenwas  als  tot  noch  toe  gepredickt,  de 
gemeynten  gesticht,  de  godsalicheyt  vermeerdert,  Godes  eere  verbreyt, 
de  salicheyt  van  uwer  E.  E.  goede  onderdanen  gevordert  ende  selfs  uwer 
E.  E.  authoriteyt  ende  christelijcke  regeringe  hoe  langs  hoe  meer  in  god- 
salicheyt ende  gerechticheyt  gevesticht  moge  werden. 

In  den  eersten  worden  doort  geheele  land  groote  afgoderyen  gepleecht 
ende  superstitien  met  missen ,  bedevaerden ,  etc. ,  daerdoor  het  volck  vant 
gehoor  van  Gods  woord  vervreemt,  jae  daerentegens  so  verbittert  wordt, 
dat  op  sommige  plaetsen  heel  weynige,  op  sommige  plaetsen  gansch  geene 
kinderen  ten  doope  gebracht  worden. 

De  bedevaerden  te  Cockengen,  te  Amerongen  op  St  Cunerendach,  te 
Wilnis  op  Sacramentsdach. 

Noch  verscheyden  ander  superstitien ,  als  dat  men  over  de  dooden  luyd 
tusschen  de  predicatie,  ende  de  dooden  in  de  kerck  voor  den  predickstoel 
brenght  te  Segvelt,  Leusden,  Woudenberch ,  Wilnis,  daer  noch  ander 
superstitien  in  swangh  zyn; 

dat  men  de  craemvrouwen  gestorven  zynde  van  swangere  vrouwen  laet 
dragen,  voorgevende  dat  se  dan  teerder  souden  verlossen,  Mydrecht; 

dat  men  de  omgebrachte  sleept  op  de  kerckhoven  om  alsoo  den  heer 
van  syn  actie  tegen  den  dootslager  te  beroven; 

datter  op  sommige  plaetsen  crucifixen  staen  (als  te  Mydrecht)  ende 
omgedragen  worden  by  de  dooden  (als  te  Woudenberch) ,  daer  veel  super- 
stitien mede  gepleecht  worden; 


32l 

datter  noch  offerhanden  in  de  kercke  geoffert  worden,  als  bysonder  te  Houten ; 

dat  men  dryeraael  daechs  het  Ave  Maria  dept  te  Coilehoef ,  tO vermeer 
ende  op  meer  andere  plaetsen. 

In  dese  afgodische  blindheqt  wordt  het  arm  volck  onderhouden  door 
verscheyden  papen  of  mispriesteren ,  van  dewelcke  eenige  noch  den  opent- 
lycken  dienst  als  pastooren  betreeden,  eenige  van  buyten  innecomen  ende 
door  het  land  loopen,  eenige  in  de  steden  ende  dorpen  deser  provincie 
wonende  de  dorpen  doorcniypen. 

Die  noch  als  pastoren  resideren,  zijn:  Niclaes  te  Cameryck,  heer  Steven 
tOverlambroeck ,  dien  te  Cockeingen,  te  Schalckwyck,  te  Honswyck. 

Die  van  buyten  innecomen,  woixien  meest  gevonden  in  de  proostye,  als 
te  Mydrecht,  Wilnis,  Cudelsteert,  alsoock  te  Apcoude,  Houten,  Hagesteyn, 
Neerlambroeck  etc.  ende  comen  van  Waverveen,  Blaricum,  Hilfersum, 
Auwerkerck,  Amsterdam,  Culenborch,  Vianen. 

Die  noch  in  de  steden  ende  dorpen  woonen  ende  aDeen  het  volck  ver- 
leyden,  zijn:  Victor  Schorel,  heer  Jan  van  Houten  ende  meer  andere, 
wonende  tUtrecht;  heer  Hendrick,  wonende  te  Montfoort,  die  aldaer  sulcken 
afbreuck  gedaen  heeft,  dat  van  300,  somtyds  5  of  600  toehoorders  nu 
maer  100  ter  kercken  comen;  een  ander  te  Goten,  die  noch  alimentatie 
treckt  van  uwe  E.  E. ,  die  so  daer  alsoock  te  Wyck  syn  quaet  saet  saeyt ; 
heer  Jan  tAmersfoort,  die  menichmael  gehaelt  wordt  in  dootsnoot  te  Baeren 
ende  daerontrent ,  ende  dan  noch  weygert  tot  de  lieden  in  te  gaen  anders 
als  op  voorgaende  belofte,  van  dat  se  nemmerraeer  in  de  Gereformeerde 
kercke  sullen  gaen;  heer  Elbert  Proot,  noch  te  Baeren  wonende;  den 
secretaris  tEmmenes  (gewesene  paep),  aldaer  alsoock  ter  Eem  ende  te 
Baeren  doopende  etc.;  seecker  blind  paep  te  Wilnis  so  elders  als  in  syn 
huijs  doopende,  over  de  craem vrouwen  misse  doende,  het  volck  opentlyck 
tegen  Paesschen  biechtende  ende  tsacrament  gevende,  wesende  een  dronc- 
kaert,  lichtveerdich  in  woorden,  sich  roemende  van  syn  schandelycke 
oncuyscheyt,  de  E.  E.  heeren  Staten  beschuldigende  van  gewelt  hem  ge- 
daen, als  hem  wt  het  syne  gestoten  hebbende  etc. 

Men  verstaet,  dat  op  sommige  dorpen  lesers  zyn,  die  de  sacramenten 
niet  en  mogen  bedienen ,  streckende  sulcks  tot  verachtinge  van  het  heylige 
ministerium,  van  dewelcke  eenige  met  last  (als  dien  te  Thienhoven,  te 
Capelle ,  denwelcken  syn  last  te  buyten  gaet  ende  genoechsaem  het  prediken 
aenneemt)  ende  eenige  sonder  last  lesen,  als  dien  int  Goy  by  Houten, 
die  oock  d'huysluyden  spottische  fabulen  voorleest. 

Men  bevind  alomme ,  dat  de  sabbathen  ende  biddagen  schrickelyck  worden 
geprophaneert  met  tavernen  te  houden,  merckten  etc. 

De  sabbathen  ende  Sondagen  worden  ontheylicht  door  merckten  (te 
Venendael   ende   elders)   door   herbergen,  dronckengelagen  ende  andere 

Acta  syn.  pravinc.  VI.  21 


322 

woesticheyt  der  huysluyden  te  Veenendael,  Nichtevecht,  Wilnis,  Segvelt, 
Bunschoten,  Seyst  (daer  d'herbergiers  voorwenden,  dat  dewyle  sy  geen 
kloek  hebben,  d'uyre  niet  en  konen  weten),  waerwt  dickwyls  droevige 
ongelucken  ontstaen  van  kyven,  vechten,  dootslagen,  ende  beclaechl^ck 
is,  dat  den  predicant  van  Yeenendael  ten  tyden  syns  diensts  aldaer  wel  in 
de  30  dootslagen  geschied  te  zyn  verhaelde. 

De  biddagen  worden  in  gelycker  voegen  ontheylicht  te  Nichtevecht, 
Segvelt,  Mydrecht  (daer  den  laestleden  biddach  in  ende  door  seecker 
kindermael  bespot  ende  beschimpt  is)  ende  op  andere  plaetsen. 

Op  sommige  plaetsen  wordt  oock  den  godsdienst  moetwillichlyck  by  de 
partydige  huysluyden  belet  ende  verhindert. 

Sulcks  geschied  te  Houten  (daer  de  huysluyden  by  der  kercken  staen 
ende  diegene,  die  kercken  willen  ingaen,  beschimpen  ende  dat  onge- 
straft, doordien  den  schout  niet  en  woont  in  loco),  te  Wilnis,  te  Segvelt 
(daer  d'huysluyden  den  predicant  bespotten  tusschen  de  predicatie,  ende 
als  men  eenige  trouwt,  groot  getier  maecken  met  schieten  ende  andersins, 
sodat  den  predicant  niet  en  kan  voortvaeren  in  synen  dienst,  jae  den  schout, 
vermaent  zqnde,  en  heeft  het  niet  willen  verbieden),  te  Apcoude,  daer 
d'huysluyden  ter  kercken  comen  invallen,  als  de  predicatie  geeyndicht 
zynde  de  lieden  ter  kercken  wtcomen. 

Men  bevind,  dat  op  veele  plaetsen  de  oosters  ende  schoolmeesters  den 
predicanten  gansch  ongehoorsaem  zyn  om  in  de  gunst  van  d'huysluyden 
te  blyven,  die  haer  dreygen  met  cassatie,  soo  se  den  predicant  ende  de 
kercke  in  de  suyvere  religie  dienstich  zijn. 

Sulcks  geschied  tOvermeer,  Wilnis,  Segvelt,  (daer  andersins,  gelyck  oock 
dien  te  Soest,  dien  wel  geneycht  soude  syn  synen  dienst  te  doen)  ende 
elders  op  vele  plaetsen. 

Hierwt  komt  het,  dat  se  doen,  wat  se  willen,  allerhande  boecken  leeren  (te 
Montfoort,  Amerongen,  Vreelant,  Wilnis),  niet  willen  tot  het  voorsingen  ver- 
bonden zgn  (te  Amerongen,  Hagesteyn,  Wilnis) ,  dat  se  tusschentyds  de  kercke 
openen  tot  superstitien,  als  voor  de  craem vrouwen  (te  Wilnis),  datsedronc- 
kaerts  sijn  ende  op  geen  vermaninge  van  de  predicant  en  passen  (te  Apcoude). 

Hierwt  komt  het  oock ,  dattet  met  de  scholen  (die  d'eerste  queeck  ende 
plantsoen  der  christelycker  godsalicheyt  billycks  wesen  souden  om,  ter- 
wylen  veele  oude  niet  hooren  en  willen,  ymmers  de  jonge  tedere  jeucht 
allengskens  de  waere  religie  in  te  planten)  seer  jammerlyck  ten  platten 
lande  gestelt  is,  midsdien  op  veele  plaetsen  gansch  geene  scholen  en  zyn 
(te  Doom,  Maersen,  Bunschoten),  op  vele  plaetsen  papen  ende  paepsche 
schoolmeesters  de  kinders  van  der  jeucht  aen  de  superstitien  inplantende 
(als  te  Woudenberch,  Werckhoven,  Nichtevecht,  Goten.) 

Men  bevind  oock,  dat  d'huysluyden  seer  veele  nae  de  gedaene  houwe- 


323 

lycksche  geboden  ongetrouwt  blyven  sitten  of  by  de  papen  getrouwtt  worden. 
Sommige  kercken  zyn  mede  int  wterlyck  gebouw  seer  ontstelt  ende 
desolaet,  als  te  Amerongen  (onlanghs  door  den  doortocht  van  het  crychs- 
volck  seer  verdestrueert) ,  te  Segvelt  (daer  de  kercke  langen  tyd  seer 
onnut  ende  vuyl  gelegen  heeft  ende  gehouden  is.) 

Dit  zijn,  E.  E.  heeren,  de  voomeemste  abuysen  die  int  land  zyn, 
ende  sodaenich  onses  bedunckens,  dat  daeiin  notelyck  behoort  voorsien  te 
worden.  Daerom  oock  wy  als  dienaers  Christi  in  des  Heeren  naem  uwe 
E.  E.  ootmoedelyck  versocht  ende  eemstelyck  gebeden  willen  hebben,  dattet 
doch  deselve  (welckers  ampt  het  is,  van  Qt)d  opgeleyt  als  voesterheeren 
der  kercken  deses  Stifts,  hierin  te  remedieren)  gelieve  de  verbeteringe 
deser  dingen  by  der  hand  te  nemen  ende  de  saecken  des  Heeren  sich  ter 
herten  te  laeten  gaen,  gedenckende  dat  God -de  Heere  sodaenige  eeren  wil, 
die  hem  eeren,  de  heylicheyt  syns  naems  voorstaen  ende  de  superstitien, 
waerdoor  syn  eere  vercort  wordt,  weeren  ende  wederom  op  de  sodaenige 
vertoornt  ende  straffen  wil,  die  hierin  naelatich  zyn.  Ende  hoewel  uwe 
E.  E.  de  remedien  nae  haere  wysheyt  selve  beter  weten,  als  wy  die  souden 
konen  voorslaen,  evenwel  sullen  uwe  E.  E.  ons  te  goede  houden,  dat  wy 
onse  bedencken  hierover  mede  verthonen,  alsdat  wy  (onder  correctie  van 
uwe  E.  E.)  gevoelen,  dat: 

Wat  aengaet  de  openbaere  afgoderyen  ende  superstitien ,  dier  gepleecht 
worden,  ende  by  de  papen,  int  land  wonende  ende  daerin  comende,  ge- 
voed worden  door  missen,  doopen,  trouwen,  biechten,  sacrament  geven 
etc.,  wat  de  ontheyliginghe  der  sabbathen  ende  biddagen  belanght,  wat 
de  moetwillicheyt  der  huysluyden  tegen  den  predicant  of  andere  vrome 
aengaet,  ende  dat  vele  ongetrouwt  blyven  sitten  of  van  een  paep  getrouwt 
worden,  de  bequaemste  remedie  hiertegen  waer,  dat  de  placcaten  dien- 
aengaende  wierden  gerenoveert,  ende  de  officiers  belast  ende^houden  int 
executeren  derselve  haer  debvoir  te  doen. 

Wat  de  paepen  of  paepsgesinde,  noch  in  loco  als  pastoren  residerende, 
belanght,  de  bequaemste  remedie  daertegen  waer,  dat  de  voorss.  papen 
mochten  werden  afgestelt,  goede  predicanten  so  daer  als  op  andere  vacerende 
plaetsen  (naementlyck  Vleuten,  Odyck,  Linschoten,  Anckeveen,  Tuyl  ende 
tWael)  werden  gestelt. 

Wat  de  openbaere  lesers  aengaet,  dat  deselve  ter  examen  wierden  ge- 
stelt  ,  ende  soo  se  bequaem  waeren ,  tot  den  dienst  gevordert  ende  anders 
verlaeten  wierden. 

Wat  de  onwillichey  t  ende  wederspannicheyt  der  oosters  ende  schoolmeesters 

tegen  den  predicant  betreft,  ende  den  desolaeten  staet  veler  scholen,  dat 

d'ondeugende  schoolmeesters  van  haeren  dienst  wierden  geremoveert,  goede 

21* 


324 

80  in  die  als  in  andere  plaetsen,  daer  noch  geen  schoolmeesters  zyn, 
wierden  gestelt,  deselve  eerlycken  nae  gelegentheyt  loonende,  daertoe 
so  vicarien  als  andere  giften  (die  op  sommige  plaetsen,  als  te  Zeyst,  in 
de  Westbroeck,  te  Mydrecht,  van  andere  ingehouden  ende  onnuttelyck 
verteert  worden)  konden  gebruyckt  ende  aengeleyt  worden,  ende  dat  die 
geusurpeerde  authoriteyt  over  den  costers  ende  schoolmeesters  den  huys- 
luyden  wat  benomen  wierd,  ende  deselve  gehouden  tot  gehoorsaemheyt 
haeren  predicant  te  bewysen. 

Ende  alsoo  het  niet  genoech  en  is,  dat  de  voorss.  ongeregeltheyden ,  als 
van  buyten  incomende,  werden  geweert,  tenzy  oock  in  der  gemeente 
Gods  selve  goede  ordre  ende  dat  op  een  eenparigen  voet ,  tegen  des  Heeren 
woord  niet  strydich,  gestelt  ende  onderhouden  worde,  ende  de  vergaderinge 
daerinne  verscheyden  ongelyckheden ,  oock  confusien  bevonden  heeft, 
waer  wel  te  wenschen,  dat  dezelve  eens  in  den  grond  by  den  synodum 
nationael ,  die  wy  verhopen ,  dat  de  Mo.  heeren  Staten  Generael  haest 
sullen  convoceren,  mochten  verbetert  worden.  Edoch,  naedemael  den  tyd 
vant  houden  desselven  synodi  noch  onseecker  is,  ende  ymmers  eenige 
dingen  sonder  langer  wtstel  dienen  gebetert,  gelijck  se  dan  oock  wel 
konden  by  uwer  E.  E.  authoriteyt  by  provisie ,  ende  tot  op  den  synodum 
voorss.  anders  sal  wesen  geordonneert ,  gebetert  werden,  hebben  wy  vol- 
gende den  last  ons  gegeven  ende  ondert  behagen  van  uwe  E.  E. ,  geconci- 
pieert  eenige  articulen  daertoe  dienende  ende  hieraen  gehecht ,  die  wy  uwe 
E.  E.  midsdesen  met  aller  eerbiedinghe  presenteren,  versoeckende  dat  uwe 
E.  E.  gelieve  deselve  te  doorsien,  ende  ingevaDe  die  uwe  E.  E.  wel  ge- 
vallen (gelyck  wy  verhopen  jae),  so  haest  als  doenlyck  is,  de  voorss. 
vergaderinge  noch  eens  te  convoceren  om  de  voorss.  poincten  aldaer  voor- 
gelesen  ende  tadvys  derselver  vergaderinge  daerop  gehoort  hebbende,  met 
uwer  E.  E.  authoriteyt  aengenomen  ende  int  werck  gestelt  te  mogen  worden. 

Aldus  gedaen  in  onse  vergaderinghe  den  25en  Augusti  1606. 

Uwer  E.  E.  dienstwillighe  ende  ootinoedighe  dienaers  de  gedeputeerden 
des  synodi  van  Utrecht. 

HeNRICÜS  CiESARIUS. 
EVERARDUS  BOOTIUS. 
JOHANNES    SpEENHOVIÜS. 

Jaoobus  Taurinus. 

Henricüs  Johannis,  minister  ecclesie  Amorsfortiane. 

JOANNES    AnTHONII. 

Alewtntjs  Gothofredus.  1) 


1)     Al  deze  onderteekeningen  zijn  eigenhandig. 


325 

[Poincten   ende   articulen,    van   wegen   den   synodo  van 
Utrecht  anno  1606  geremonstreert  aen  de  h.  Staten.]  i) 

Poincten  ende  articulen ,  nae  dewelcke  wy  ondergeschreven  (als  tot 
beraminge  van  deselve  by  de  synodale  vergaderinghe  deses  Stichts, 
den  8,  9  ende  lO®""  July  binnen  Utrecht  gehouden,  gecommitteert) 
achten ,  dat  voortaen  nae  de  tegenwoordige  gelegenthey t  soude  mogen 
werden  geprocedeert  in  tgene  den  kerckendienst  ten  platten  lande 
des  sticht  Utrecht  aengaet,  ende  dat  by  provisie  tot  op  den  synodum 
nationael  ofte  naerder  ordonnantie. 

In  de  dorpen,  daer  een  gemeente  is,  doende  professie  van  de  Gerefor- 
meerde religie,  sullen  de  predicanten  werden  gestelt  op  voorgaende  ver- 
soeck  derselver  gemeynte  mitsgaders  de  magistraet  der  plaetse,  te  doen 
aen  de  heeren  Staten ,  die  daerop  met  advys  ende  communicatie  van  seeckere 
kerckendienaeren ,  daertoe  by  den  synodum  deser  provincie  te  commit- 
teren, disponeren  sullen.  Ende  daer  geen  gemeynte  en  is,  ende  de  magistraet 
oft  oock  de  gemeynte  selve  suymich,  sullen  de  voorss.  gecommitteerde 
kerckendienaeren  tselve  den  heeren  Staten  aendienen,  om  by  deselve  met 
advys  als  vooren  daerinne  voorsien  te  worden. 

De  persoon,  die  men  goetvindt  tot  den  kerckendienst  te  vorderen,  sal 
alvooren  ten  overstaen  van  eenige  gecommitteerde  der  heeren  Staten  in 
leere  ende  leven  geexamineert  ende  ondersocht  worden  by  de  voorss.  ge- 
committeerde deses  synodi,  ende  by  deselve  bequaem  geoordelt  zynde, 
sal  naer  voorgaende  voorstellinge  aen  de  gemeynte ,  daer  sulcks  bequaeme- 
lyck  geschieden  kan,  met  acte  der  heeren  Staten  by  een  kerckendienaer, 
daertoe  wt  het  getal  der  voorss.  gecommitteerde  te  lasten,  nae  de  forme 
in  de  Gereformeerde  kercke  gebruijckelyck ,  in  synen  dienst  ingestelt 
worden. 

Indien  (dat  God  verhoede)  eenich  predicant  sich  sooverre  in  leere  oft 
leven  quame  te  verloopen ,  dat  hy  mochte  geacht  worden  der  opschortinge 
des  dienstes  of  afstellinge  of  eenige  andere  publycke  censure  weerdich  te 
zyn ,  sal  de  voorss.  censure  werden  geexerc^ert  met  voorgaende  kennisse , 
oordel  ende  advys  der  voorss.  gecommitteerde  des  synodi. 

Een  yegelyck  predicant  sal  gehouden  zyn  metter  woninge  teenemael 
ende  vast  te  resideren  by  syne  gemeynte,  op  pene  dat  die  diesaengaende 
in  gebreke  bevonden  sal  worden ,  scherpelyck  daerover  sal  worden  gecen- 
sureert  naer  eysch  der  saecke. 

Geen  kerckendienaer  en  sal  geoorloft  zyn  wt  syne  plaetse  te  vertrecken 


1)     Dit  opschrift  staat  buitenop  het  stuk. 


326 

sonder  consent  der  heeren  Staten,  met  advys  der  voornoemde  gecommit- 
teerde. 

In  de  bedieninghe  der  heyliger  sacramenten  als  doop  ende  avontmael, 
mitsgaders  de  s^eninge  der  houwelycken  sal  gevolcht  worden  de  forme 
in  alle  Gereformeerde  kercken  deser  landen  gebruyckelyck.  tSacrament  des 
doopsels  en  sal  niet  worden  bedient  dan  in  de  ordinarise  christelycke 
byeencomste  ende  ter  plaetse  daertoe  gedestineert,  welverstaende  dat  men 
de  swacke  met  alle  discretie  te  gemoet  sal  gaen  int  doopen  van  krancke 
kinderkens ,  oock  buyten  de  voorss.  ordinarise  byeenoomsten ,  mids  dat  het 
geschiede  in  de  kercke  met  voorgaende  luyden  oft  deppen  der  kloeke, 
ende  in  tamelycke  vergaderinge,  ten  waere  den  wtersten  noot  vorderde, 
dattet,  om  meerder  inconvenienten  te  vermyden,  in  huys  geschiede,  daer- 
inne  de  dienaer  sich  discretelyck  ten  dienst  der  swacken  dragen  saL 

Die  him  verclaeren  de  reformatie  toe  te  staen  ende  hun  tot  deselve 
met  het  gebniyck  des  h.  avondmaels  begeeren  te  bekennen,  sullen  met 
voorgaende  particuliere  ende  vnmtlqcke  onderrechtinge  in  de  hoofdstucken 
des  geloofs ,  mitsgaders  vermaninge  tot  godsalicheyt  des  levens  tot  hetselve 
met  kennisse  der  ouderlingen,  daer  ouderlingen  zyn,  toegelaten  worden 
sonder  andere  ceremonie. 

Men  sal  ten  platten  lande  niemand  om  eenich  verloop  in  den  geloove 
oft  int  leven  by  forme  van  kerckelyck  oordel  van  den  heyligen  avontmael 
afhouden  sonder  voorgaende  kennisse  ende  advys  der  voorss.  gecommit- 
teerden des  synodi,  ten  waere  het  verloop  so  geheel  leelyck,  notoor  ende 
argerlyck  waer  ende  soo  versch  voor  het  houden  des  avondmaels  geschied, 
dat  de  kerckendienaer  of  kerckenraet,  geen  tyd  tusschenbeyden  hebbende 
omt  voorss.  advys  te  versoecken,  nodich  vond  tot  verhoedinge  van  open- 
baer  profanatie  vant  heylige  daerinne  promptelyck  niet  afhouden  te  voor- 
sien,  in  welcken  gevalle  evenwel  naederhand  de  saecke  tot  kennisse  der 
voorss.  gedeputeerden  gebracht  sal  worden  om  te  oordelen,  of  de  dienaer 
of  kerckenraet  wel  of  qualyck  gedaen  heeft.  Ende  indien  alsdan  bevonden 
wordt  qualyck  daerinne  geprocedeert  te  zyn,  sullen  daerover  behoorlycke 
gecensureert  worden. 

Sal  oock  niemand  in  cas  van  verloop  in  leer  of  leven  als  voeren  open- 
baerlyck  der  gemeynte  voorgestelt  worden  sonder  voorgaende  advys  der 
gedeputeerden  des  synodi  ende  kennisse  van  eenige  der  heeren  Staten 
gedeputeerden. 

De  pi-edicanten  sullen  hun  getrouwe  herders  bethonen  met  haer  schapen 
(daeronder  verstaen  worden  niet  alleen,  die  ten  avondmael  gaen,  maer 
oock  allo  andere  inwoonderen  van  een  yeders  parochie,  daer  het  eenichsins 


327 

mogelyck  is  yet  op  te  winnen)  dickwyls  ende  sorchvuldichlyck  te  besoecken  ' 
ende  deselve  tot  venneerderinge  ende  opbouwinghe  des  rycks  Christi  met 
alle  beleefdicheyt  ende  geschicktheyt  te  bejegenen. 

Elck  predicant  sal  gehouden  zyn  sich  te  versorgen  van  een  exemplaer 
van  de  ordonnantie,  by  de  heeren  Staten  gemaeckt  opt  stuck  van  de  houwe- 
lycken,  ende  deselve  in  alles  achtervolgen  tot  weeringe  van  verscheyden   " 
ongeregeltheden,  in  dit  stuck  so  nu  so  dan  gepleecht 

Alle  predicanten  ten  platten  lande  sullen  hun  gewillich  stellen  omme 
ter  aenmaeninge  van  de  voorss.  gecommitteerde  des  synodi  hun  te  laeten 
vinden  ter  plaetse,  daer  sy  dan  d'een  dan  d'ander  beschreven  sullen 
werden,  omme  aldaer  voor  de  gemeynte  ende  de  voorss.  gecommitteerde 
eenige  vermaninge  oft  predicatie  te  doen,  ende  dat  ten  overstaen  van  de 
heeren  Staten  ofte  haere  gedeputeerden,  indien  het  deselve  gelieft  daer 
tegenwoordich  te  wesen. 

Sullen  eenige  der  gedeputeerde  des  synodi,  daertoe  specialyck  by  haere 
medegecommitteerde  gelast ,  him  altemet  laeten  vinden  op  eenige  dorpen , 
daer  sy  tselve  oorbaerlyck  vinden  sullen,  omme  de  predicatien  te  hooren 
ende  te  vernemen,  hoe  sich  de  predicanten  in  haere  predicatien  ende 
anderssins  dragen. 

Geen  predicant  en  sal  sich  onderwinden  eenich  boeck,  tzy  by  hem- 
selven  of  andere  gemaeckt  of  getranslateert ,  in  druck  te  verveerdigen  of 
doen  verveerdigen  sonder  voorgaende  consent  der  heeren  Staten  ende 
advys  der  voorss.  gecommitteerde  des  synodi. 

In  de  synodale  vergaderinge  der  kerckendienaeren  deses  Stifts  sal  telcke- 
mael  eenich  aental  wt  deselve  werden  gecommitteert  om  de  voorss.  ende 
andere  voorvallende  kerckelycke  saecken  te  verrichten,  dewelcke  dienen 
sullen  van  d'eene  vergaderinge  tot  d'andere,  om  alsdan  by  deselve  of 
gecontinueert  of  verandert  te  worden. 

Aldus  gedaen  den  25»"  Augusti  1606. 
De  gedeputeerde  des  synodi: 

HeNRICUB   CvESARIUB. 

EJvERARDUS  Boonus. 

JOHANWES   SpEENHOVTUS. 

Jacobus  Taurinus. 

Henricus  Johannis,  minister  ecclesie  Amorsfortiane. 

JoANNES   AnTHONU. 

Alewutüs  Gothofredüs.  1) 


1)     Deze  onderteekeningen  zijn  alle  eigenhandig. 


328 

[Requeste  der  gedeputeerden  des  synodi  van  Utrecht.]  i) 

Aen  de  Edele  Eerentfeste  hoochgeleerde  wyse  ende  seer  vermogende 
heeren,  mynheeren  de  Gedeputeerde  Staten  slands  van  Utrecht. 

Mynheeren.  Alsoo  wy  op  de  synodale  vergaderinge  laestleden  gelast 
wacren  om  wt  den  naem  derselve  seecker  remonstrantie  ende  articulen  te 
stellen  ende  uwe  E.  E.  te  verthonen,  ten  eynde  als  in  deselve  is  wtge- 
druckt,  soo  ist  dat  wy  volgens  onsen  last  uwen  E.  E.  exhiberen  niet 
alleen  de  voorss.  remonstrantie  ende  articulen,  maer  oock  de  acta  ende 
tgansche  verhael  van  hetgene  in  die  vergaderingen  gepasseert  is,  opdat 
uwe  E.  E.  te  beter  daerwt  souden  verstaen,  op  wat  voet  ende  wyse  de 
voorss.  stucken  daerop  gefimdeert  zyn.  Ende  voerders ,  also  in  het  sluyten 
der  vergaderingen  voorss.  vermaent  wierd  van  de  onkosten,  by  de  predi- 
canten  gedaen  int  verschynen  op  deselve ,  ende  de  E.  heeren  gecommitteerde 
van  uwe  E.  E.  beloofden  daervan  met  deselve  te  sullen  spreken .  ten  eynde 
die  by  haer  E.  E.  souden  werden  afgedaen,  ende  dat  men  van  de  ver- 
dere, dier  in  toecomende  vergaderingen  souden  mogen  vallen,  aen  uwe 
E.  E.  mede  remonstreren  sonde  om  by  deselve  ordre  daerop  gestelt  te 
worden,  so  ist  dat,  gelyck  wy  uwe  E.  E.  van  wegen  de  predicanten  ten 
platten  lande  bedancken  van  hetgene  uwe  E.  E.  haer  voor  de  gedaene 
onkosten  hebben  mildelyck  gelieven  toe  te  leggen ,  also  oock  deselve  willen 
gebeden  hebben,  dattet  haer  E.  E.  gelieve  ordre  te  stellen,  dat  de  kosten,  by 
de  predicanten  in  de  verdere  vergaderingen  (dier  souden  mogen  vallen)  te 
doen ,  oock  beq  uamelyck  souden  mogen  gevonden  werden.  Dit  doende  etc. 

Uwer  E.  E.  dienstwillige  ende  onderdanige  dienaers  de  gedeputeerden 

des  synodi  van  Utrecht,  ende  in  aller  naem: 

JOHANNES  SpEEimovnjs. 

JOANNES   AnTHONH.  2) 

Acta ,  vervattende  tghene  verhandelt  is  in  ende  van 
den  synodo  ofte  kerckelycke  hijeenconiste ,  op  voorgaende 
convocatie  ende  heschrijvinge  van  de  Edele  Vernwgefide 
heeren  Staten  slafids  van  Utrecht  in  deselve  provincie 
gehouden  den  XX  VU  ende  XXVIII  Augusti  vant  jaar 
onses  Heeren  XVFXII  na  den  ouden  stijl,  etide  dat  bin- 
nen de  stadt  Utrecht  in  den  convente  van  St.  Catharina 
in  den  grooten  rèfectoor  aldaar. 

De  Edele  Mog.  heeren  Staten  slands  van  Utrecht  het  ampt,  hunne 
E.  M.  van  Gode  Almachtigh  opgeleydt,  int  versorgen  van  den  welstand  der 


')  Dit  opschrift  staat  biiitenop  het  stuk.     2j  Beide  ondcrtcekeningcn  zijn  eigenhandig. 


329 

christelijcke  kercken  hares  gebieds  betrachtende,  badden  goedgevonden 
alle  de  predicanten  ofte  pastoren  der  stadt ,  steden  ende  landen  van  Utrecht 
bqeen  te  roepen ,  ende  tot  dien  eynde  aen  elck  derselver  hooft  voor  hooft 
geschreven  ende  afifgesonden  sekere  missive ,  waarvan  den  inhoud  was  als 
volght : 

Eerwaerdige  godtvruchtige  wijse  seer  discrete. 

Alsoo  wy  tot  meerder  vorderinge  van  de  h.  christelijcke  Gereformeerde 
religie  ende  goede  ordre  in  kerckelqcke  saken  goedgevonden  hebben  te 
beschrijven  een  synodale  vergaderinge  der  kerckendienaren  ofte  pastoren 
deser  provincie,  die  haren  aanvangh  nemen  sal  op  Donderdagh  den  XXV II®» 
deses  des  morgens  tacht  uyren  in  den  convente  van  S.  Cathrinen  binnen 
Utrecht,  soo  hebben  wq  goedgevonden  u.  L  daarvan  bij  desen  expressen 
te  adverteren ,  deselve  versoeckende  ende  diesniettemin  ordonnerende  mede 
aldaar  ten  voorss.  tijde  precijselijck  te  erschqnen  omme  te  aanhooren,  tgene 
in  de  voorss.  vergaderinge  van  onsen  wegen  voorgedragen  sal  worden, 
ende  daarop  te  helpen  adviseren  na  behooren.  Hiermede  eerwaerdige 
godtvruchtige  wijse  seer  discrete,  u.  1.  middelretijd  in  de  bescherminge 
van  Godt  Almachtigh  bevelende.  Geschreven  tUtrecht  den  XX«"  Augusti  1612. 

Onderstondt:  uwer  1.  goede  vrunden  de  Staten  van  den  lande  van 
Uti-echt.  Ende  was  onderteyckent :  Ter  ordonnantie  van  deselve  G.  de 
Ledenberch. 

Het  opschrift  was :  Eerwaerdige  godtvruchtige  wqse  seer  discrete  N.  N. 
bedienaar  des  h.  evangelii  tot  N.  N. 

Volgens  dese  beschrijvinge  sqn  ter  plaatse  ende  tijde  voornoemt  (name- 
Igck  Donderdagh  den  27  voormiddagh  ten  acht  uyren)  verschenen  de 
eerwaerdige  welgeleerde  godtvruchtige  mannen,  kerckendienaren  ende 
pastoren  hierna  volgende: 

Henmcus  Cssarius, 


JOANNES   SpEENHOVTüS, 

Jacobus  Taurinus, 
Carolus  Rijcjkewart  , 

ISAACÜS   FREDERia, 

Henrktjs  Joannis,  I 


bedienaren  des  h.  evangelii  binnen  Utrecht. 


bedien,  des  h.  ev.  binnen  Amersfort. 


Arnoldus  Oortcampius,  f 

JoANNEs  WuRTSFEiiOms,  prcdicaut  tot  Rhenen. 

Laurentius  Modjf:üs,  predicant  tot  Wyck. 

AxDREAs  OosTERBEECK,  prcdicaut  tot  Montfort. 

GüiLHELMus  Hexrici  a  Nyi»oort  ,  |  f  Soyst. 

Anselmus  Daoteus,  >     predicant  tot     c  Doorn. 

HEXRia  A  Raasveld,  j  [  Amerongen. 


330 


Geraiu)TJ8  Bree, 

EVERAKDUS   BkINCKIUB, 

Reynerus  Oosterzee, 

AfiSUERUS  JOANNIS, 

Cornelius  Egberti, 
Jacob  Moy, 
Gerardus  Helmichiub, 
joannes  bornius, 
Christianus  ab  Oyen, 
joann.  assueri  bodecherus, 
Weiuj^erus  Conradi, 

JOAIfNES   AnTONH, 
ChRISTIANUS  JOANNIS, 

Gerari).  Cornel.  de  Vlieger, 
Adolphtjs  Spiserus, 
j0anne8  schotenus, 

C0RNELIU8   VAN   BrAKEL, 
JaWBUS   HüGONlS, 

Petrus  Valck, 

CORNELIUS  LeONINUS, 

J0ANNE8  Segermannus, 

RODOLPHÜÖ   ZyUÜS, 
JoANNES    GErSTERANUS , 

Henricüs  Oosterharn, 
Egbertus  Ottonis, 
R0MBERTU8  Joannis, 
Absalon  Helmond, 
Balthasar  van  Üoorn, 
Joannes  ab  Aukoop, 
Henricüs  de  Brinck, 
D0MINICTÜ8  Sapma, 
Floris  Gerridsen, 
Jacobüs  Hardenberch, 

L0WY8  DU  Bois, 

Petrus  Busch, 


predicant  tot 


Woudenbergh. 

Luesden. 

Soest 

Baren  en  ter  Eem. 

Emmenes. 

Bunschoten. 

Venendal. 

Overlanghbroeck. 

Neerlanghbroeck. 

Cothen. 

Werchoven. 

Oodijck. 

Schalckwijck. 

Bunnick. 

Houten. 

Thuyl  en  tWaal. 

Vreeswijck ,  alias  de  Vaart. 

Hagesteyn. 

Langerack. 

Maertensdjjck. 

Westbroeck. 

Maarssen. 

Vreland. 

Overmeer. 

Nichtevecht. 

Cortehoeff. 

Cudelstaert. 

Abcoude. 

Mijdrecht  en  Tarnen. 

Wilnes  en  Vinckeveen. 

Ter  Aa. 

VI  neten. 

Harmeien. 

Cameiijck. 

Seckveldt. 


Alle  dese  in  persone  verschenen  sijnde,  sijn  bevonden  absent  te  wesen 
d'eersainen  Erasmus  Backer,  pastoor  tot  Brueckelen,  sijnde  verhindert  door 
kranckheyd  des  lichaenis,  ende  Joiiannes  Lyndenius,  predicant  totCockengen, 
sijnde  cenigen  tijdt  van  liuys  geweest  in  een  noodige  sake,  daarvan  der 
vergaderinge  volcoinelijck  is  gebleken.  De  andere  plaatsen  en  waren  noch 
niet  voorsien,  daarom  oock  niemand  vandaar  heeft  connen  verschijnen. 


331 

>qn  oock  ten  tqde  ende  plaatse  voornoemt  van  wegen  de  Ed.  Mog. 
heeren  Staten  slands  van  Utrecht  verschenen  de  edele  erentfeste  hoogh- 
geleerde  w^se  ende  voorsienige  heeren: 

mesters  Johan  van  Schade  ende  Johan  de  Goyer; 

jonckheeren  Arnould  van  Nuveld,  heer  tot  Teckop,  ende  Fkederic 
Baxen,  heer  tot  Conincksvrijj ; 

joncker  Adolph  van  Waal,  heer  tot  Moersbergen,  ende  Willem  van 
Dreelenburch,  borgermeesteren  der  stadt  Utrecht,  midsgaders  Herman  van 
Bemmel,  borgermeester  tot  Wijck  bij  Duyrstede; 

mester  GERRm  Hamel  ende  Gielis  de  Ledenberch,  advocaat  ende  secre- 
taris respective  van  de  Mogende  heeren  Staten  voornoemt. 

De  heeren  ende  kerckendienaren  voornoemt  geseten  sqnde,  heeft  de 
eerw.  Joannes  Speenhovius,  kerckendienaar  der  stadt  Utrecht,  ten  ver- 
soecke  van  de  geheele  vergaderinge  den  aanvanck  gemaackt  van  een  christe- 
lijck  aandachtigh  gebedt  tot  Godt  Almachtigh,  om  vooreerst  de  tegenwoor- 
digheyd,  genade  ende  bijstand  des  H.  Geests  te  verwerven  overt  verkiesen 
van  eenige  personen,  noodigh  ende  bequaam  tot  bestieringe  ende  beleydt 
der  saken,  die  in  dese  vergaderinge  verhandelt  souden  werden. 

Dit  gebedt  gedaan  s^nde ,  hebben  de  voornoemde  heeren  door  den  mond 
van  den  heere  secretaris  Ledenberch  aangedient,  welck  de  principaalste 
oorsake  was  van  dese  synodale  bijeencomste ,  namel^ck  om  deselve  te 
openen  ende  voor  te  houden  seker  ontwerp  van  kerckenordeninge ,  bij  de 
gedeputeerden  doses  synodi  door  expresse  last  ende  bevel  van  hare  Ed. 
Mog.  gestelt  ende  deselve  hare  Ed.  Mog.  overgelevert ,  dewelcke  tselve  op 
voorgaande  beschrijvinge  standtwijso  hebbende  gevisiteert  ende  overwogen 
goedtgevonden  hadden  tselve  dese  synodale  vergaderinge  te  communiceren , 
om  me  na  rijpe  overlegginge  van  alles  daarop  te  hooren  derselver  ad  vijs 
ende  gevoelen ,  om  dan  voords  bij  hare  E.  M.  gearresteert  ende  int  werck 
gestelt  te  mogen  worden  ter  eeren  Godts  ende  stichtinge  van  zqne  ge- 
meynte.  Verstonden  daaromme,  dat  tselve  ontwerp  der  geheele  vergade- 
ringe van  artijckel  tot  artijckel  overluyd ,  lancksaam  ende  duydelijck  soude 
worden  voorgelesen  met  ernstige  vermaninge  ende  begeerte,  dat  een  yeder 
naerstigh  ende  scherpelijck  op  alles  ende  yeder  poinct  bijsonder  soude 
letten,  ende  soo  hij  yet  hoorde,  daarop  hij  soude  achten,  dat  nader  diende 
gelet,  tselve  vrijmoedel^ck  ende  sonder  schroom,  doch  met  behoorlijcke 
modestie  ende  goede  redenen  soude  openen,  opdat  daarop  belioorlijck  in- 
sicht  genomen  mochte  worden. 

Verclaarden  voords  hare  Ed.  Mog.  door  den  mond  alsvoren ,  dat  zij  den 
eerwaerdigen  godtzaligen  ende  weigeleerden  D.  Joannem  Wtenbogard,  nu 
kerckendienaar  in   sGravenliage ,  bij   expresse  missive  aan  hem  gesonden 


332 

mede  hadden  beschreven  ende  versocht  sich  tegen  den  tijdt  deser  ver- 
gaderinge  herwards  te  willen  vervougen,  twelck  zijn  E.  hadde  gedaan. 
Ende  alsoo  h^  niet  alleen  voor  vele  jaren  kerckendienaar  der  stadt  Utrecht 
was  geweest,  niaar  oock  zedert  in  verscheyden  leeningen  der  kercke  van 
Utrecht  veel  goede  diensten  hadde  gedaan ,  oock  in  de  leste  synodale  ver- 
gaderinge  van  de  kercken  deser  provincie,  anno  1606  gehouden,  hadde 
gepresideert ,  ende  tsedert  in  verscheyden  kerckelijcke  saken  alhier  was 
gebruyckt,  oock  soo  wt  last  des  lesten  synodi  als  ter  begeerte  van  hare 
Ed.  Mog.  ende  de  gedeputeerden  des  synodi  overt  voornoemde  concept 
van  kerckenordeninge  hadde  gebesoingeert,  midsgaders  de  kercke  van 
Utrecht  hem  noch  hielt  aan  deselve  kercke  verbonden  volgens  de  revocatie, 
op  zyn  persoon  gedaan  ende  bq  hem  geaccepteert ,  hoewel  deselve  tot 
noch  toe  door  verscheyden  beletselen  geen  effect  en  hadde  connen  sor- 
teren, gaven  hare  Ed.  Mog.  dese  vergaderinge  te  bedencken,  oft  niet  en 
soude  geraden  sijn  zijne  E.  mede  wt  den  naam  van  deselve  vergaderinge 
te  versoecken  in  deselve  te  willen  verschijnen  ende  volgens  d'experientie , 
die  hy  heeft  in  kerckelijcke  saken  (als  in  deselve  vele  gebruyckt  ende  in 
verscheyden  synoden  geweest  sijnde)  deselve  met  zijn  advgs  ende  goeden 
raadt  te  assisteren.  tWelck  bij  de  geheele  vergaderinge  goedt  ende  geheel 
oorbaar  gevonden  sijnde,  is  de  voemoemde  Wtenbogard  aldaar  onboden, 
ende  verschenen  sijnde  is  hem  de  meyninge  ende  begeerte  van  de  ge- 
samentlijcke  heeren  ende  broederen  voorgehouden,  sooveiTC  dat  hy  naar 
eenige  excusen  ten  lesten  daarinne  verwillight  ende  also  voords  dese  syno- 
dale vergaderinge  ten  eynde  toe  geassisteert  heeft. 

Hierop  is  de  vergaderinge  voordsgegaan  tot  verkiesinge  van  drie  personen, 
die  deselve  als  praeses ,  assessor  ende  scriba  souden  dienen  ende  alles  ten 
goeden  eynde  beleyden.  Waartoe  met  eendrachtige  stenunen  geroepen  ende 
versocht  sijn  de  eerw.  Johaiwes  Speenhoviüs,  Joannes  Wtenbogard  ende 
Jacobüs  Taurinus  :  d'eerste  om  als  praeses  tgebedt  voor  ende  naar  te  doen , 
twoord  doorgaans  te  voeren  ende  de  suffragia  te  colligeren,  de  tweede 
om  als  assessor  den  praesidi  int  voeren  vant  woord  te  assisteren,  zijne 
memorie  te  verstercken  ende  teerste  ad  vijs  te  formeren,  de  derde  om  als 
scriba  tgene  voorvallen  sal  aen  te  teyckenen  ende  in  acta  te  refereren. 
Die  oock  tselffde  na  eenige  excuse  hebben  aangenomen  wtgenomen  D. 
Wtenbogaüi)  ,  die  sich  liet  bedencken ,  dat  hij ,  als  geen  effectueel  kercken- 
dienaar in  dese  provincie  synde,  hiertoe  niet  en  behoorde  gebruyckt  te 
worden.  Maar  daartegens  de  redenen  der  vergaderinge  gehoort  hebbende, 
heeft  hij  eyndtlijck  in  derselver  begeerte  ingewillight 

Dese  dan  hare  lasten  aangenomen  ende  op  hare  behoorlijcke  plaatsen, 
daartoe  geordonneert ,  geseten  sijnde ,  heeft  den  praeses  voornoemt  wederom 


333 

een  gebedt  tot  Godt  Almachtigh  gedaan,  daarinne  hy  na  dancksegginge 
over  de  weldaden,  den  kercken  deser  provincie  menighvuldel^ck  bewesen, 
ende  bijsonder  van  dat  het  zijne  Godtl^cke  Majesteyt  hadde  belieft  de 
harten  der  hooger  overheydt  te  bewegen  de  saken  der  kercken  met  goeden 
ernst  bij  der  handt  te  nemen  ende  na  goede  ordre  te  trachten,  denselven 
vnyrichl^ck  gebeden  heeft  om  continuatie  ende  vermeerderinge  van  zqnen 
godtl^cken  zegen,  ende  voords  dat  Hem  gelieven  soude  int  midden  deser 
vergaderinge  te  praesideren  ende  met  zijnen  H.  Geest  bij  te  wonen,  ten 
eynde  alles  wat  voorvallen  soude  tot  zijns  naams  eere,  stichtinge  der 
gemeynte,  weringe  van  oneenicheyd,  ongeregeltheyd  ende  argemissen, 
bevestinge  ende  voordplantinge  der  waarheyd,  die  na  de  godtzalicheyd  is, 
in  ware  lieffde  ende  vrede  naar  zijn  h.  woord  mochte  werden  ingesien 
ende  goede  stichtel^cke  resolutie  daarop  genomen. 

Waarop  soo  door  den  praesidem  ende  assessorem  als  wt  den  name  van 
hare  E.  Mog.  door  den  mond  als  voren  de  aanwesende  broederen  iterative- 
Iqck  ende  wederom  vermaant  sijn  geweest  tot  naerstige  aandacht,  ende 
dat  een  yegelijck  op  tgeen  voorgedragen  soude  worden,  zijn  bedencken 
vrij  ende  onbeschruemt  soude  openen,  opdat  hem  daarinne  oft  op  staande 
voet  in  alle  bescheydenheyd  goede  onderrichtinge  mochte  werden  gedaan, 
ofte  soo  dat  soo  ten  eerste  niet  conde  geschieden ,  men  tselve  by  memorie 
door  den  scribam  mochte  doen  aanteyckenen ,  om  tselve  concept  ordentlijck 
aan  malcanderen  gelesen  sijnde  alsdan  de  gravamina,  daarop  aangemerckt 
ende  ingebracht,  te  resumeren,  overwegen  ende  alles  soo  te  verhandelen , 
dat  een  yeder,  tware  met  goede  redenen  off  met  nader  verclaringe  off  oock 
correctie  van  tgene  gestelt  was,  mochte  werden  genoechgedaan  ende  de 
saken  gebracht,  ware  het  mogelijck,  tot  een  eenparige  resolutie. 

Dit  alles  alsoo  voorgegaan  zijnde,  is  noch  eene  waarschouwinge  aan  de 
broederen  gedaan ,  dat  een  yeder  sich  soude  verplicht  weeten  geduyrende 
dese  geheele  synodale  vergaderinge  niet  te  elimineren  nochte  oock  buyten 
deselve  te  communiceren  aan  yemanden ,  geen  lidt  van  dese  vergaderinge 
sijnde ,  van  tgundt  in  deselve  verhandelt  soude  worden ,  ten  wteynde  toe. 
tWelck  oock  alsoo  bij  alle  de  aanwesende  broederen  aangenomen  ende  na 
te  comen  belooft  is. 

Hiermede  is  tvoomoemde  concept  van  kerckenordeninge  voorgenomen 
ende  door  den  scribam  overluqt,  lancksaam  ende  duydelijck  voorgelesen, 
met  pause  ende  stilstand  tusschen  elck  artijckel,  bijsonder  daar  eenige 
bqsondere  opmerckinge  ende  insicht  scheen  van  noode  te  wesen,  waarop 
voords  aangemerckt  ende  verhandelt  is,  sooals  volght 

Op  de  inleydinge  ende  tfundament  van  dese  kerckenordeninge  heeft  D. 


334 

"Wtjrtsfeldius  voorgestelt  ende  gevraacht,  off  met  het  maken  van  dese 
kerckenordeninge  de  synodus  nationaal,  daarna  men  lange  hadde  ver- 
wacht, niet  teenemale  en  soude  werden  terugge  gestelt  Waarop  zqne 
1.  gewesen  sijnde  op  de  verclaringe ,  die  daarop  wordt  gedaan  int  4  articiüe 
van  deselve  inleydinge,  heeft  daarinne  geacquiesceert 

Na  tlesen  vant  III  artgckel  der  inleydinge  is  b|j  den  praesidem  daarop 
verclaart,  dat  tgene  aldaar  van  den  Hymbolo  der  apostelen  ende  Neder- 
landsche  Confessie  gestatueert  is,  verstaan  wordt  van  de  artieulen,  die  in 
symbolo  staan  ende  breeder  in  de  Confessie  wtgeleydt  worden,  daarop 
voords  bij  niemand  eenige  swaricheyd  is  ingebracht. 

Opt  n®  artqckel  des  1®"  capittels,  alwaar  gesproken  wordt  van  de 
gecommitteerden  wt  de  magistraten ,  doende  professie  van  de  Gereformeerde 
religie,  heeft  D.  Wurtsfeldius  aangewesen,  dat  tot  onderhoudinge  van 
deselve  wet  bij  de  E.  M.  heeren  Staten  nootelijck  soude  moeten  worden 
gelet  opt  stellen  van  de  magistraten ,  opdat  in  elcke  magistraat  ten  minsten 
soovele  personen  van  deselve  professie  gevonden  mochten  worden,  als 
tartijckel  houdt.  Waarop  liare  Ed.  Mog.  hebben  verclaart,  dat  goed  regard 
genomen  soude  worden. 

Opt  IX,  vervatende  de  poincten,  daarop  texamen  voordaan  soude  ge- 
schieden, heeft  D.  Aukopius  gemoveert,  oft  niet  goed  en  soude  sqn  mede 
wt  te  drucken  het  poinct  van  de  drie  personen  int  Goddel^cke  Wesen. 
Ende  is  zijne  1.  geantwoordt ,  dat  de  gedeputeerden  des  synodi  int  ramen 
van  dese  ordeninge  hierop  mede  gelet  hadden,  maar  onnoodigh  geacht 
tselve  alhier  wt  te  drucken,  vermids  de  meyninge  alleen  was  te  stellen 
de  generale  capita,  daarop  men  wilde  vragen,  ende  dat  in  de  verhande- 
linge  vant  Goddelijcke  Wesen  tstuck  van  de  personen  eygentlyck  behoorde 
tot  de  antwoorde,  die  den  examinandus  moeste  geven,  ende  niet  tot  de 
vrage  zelve,  die  hem  soude  werden  voorgestelt  Daerinne  zijne  1.  is  te- 
vreden geweest. 

Opt  XVIIen  artijckel,  vervatende  den  eedt,  die  alle  kerckendienaren 
souden  moeten  doen,  heeft  D.  Isaacus  FREOERia  gelet  op  de  woorden  des 
II®"  lidts  van  denselven  eedt,  daar  gesproken  wordt  van  sulcks  tegen 
te  staan  ende  te  beletten  met  vermaninge  ende  bestraf- 
finge,  800  haast  daarvan  yet  tot  mijne  kennisse  gecomen 
sal  sijn  etc.,  ende  gevraacht  off  de  meyninge  was,  dat  een  predicant, 
verstaan  hebbende  dat  yemand  yet  tot  nadeel  van  de  regieringe  hadde 
wtgeworpen,  in  crachte  van  desen  eedt  gehouden  soude  sijn  terstond  bij 
die  luyden ,  die  sulcks  mochten  hebben  gedaan ,  al  hadde  ment  oock  schoon 
maar  door  den  derden  man  gehoort,  met  goede  occasie  om  sulcke  luyden 
aan  te  spreken  ofte  geen,  oock  alle  luyden,  hoedanigh  die  souden  mogen 
gesint  wesen.  Waarop   wt  den  name  van  hare  Ed.  Mog.  bij   de  heere 


3B5 

secretaris  is  geantwoordt ,  dat  dit  sane  moest  werden  verstaan,  ende  men 
dit  soude  doen  ofte  aan  dengenen,  wt  welckers  mond  men  tselve  imme- 
diatel\jck  mochte  comen  te  hoeren,  ofte  aan  dien,  van  denwelcken  men 
andersins  versekert  ware,  dat  hy  sich  hierinne  mocht  hebben  verloopen, 
ende  dit  alles  met  discretie  ende  na  gelegentheyd  van  saken  ende  per- 
sonen. 

Opt  rV  ende  V  art.  des  II®"  capittels,  daar  vant  ampt  der  dienaren 
over  de  tegenwoordige  differenten  gesproken  wordt,  is  eenige  swaricheyd 
gemoveert  bq  D.  D.  Arnoldiüm  Oortcampiijm,  Joannem  Wurtsfeldium  , 
Laurenttüm  MoDiEUM,  Gerardum  Helmichiüh,  Joannem  ab  Aukoop  ende 
CoRNEUuM  Leoninüm,  ondo  na  eenige  broederlycke  debatten  daarover  ge- 
vallen, hebben  hare  1.  1.  copie  versocht  van  de  gemelde  articulen,  om 
hun  daarop  naarder  te  mogen  bedencken  tot  de  naaste  sessie.  tWelck  h\m 
gaeme  ende  gewillichlijck  toegestaan  sqnde,  is  de  vergaderinge  daarmede 
voor  dese  sessie  met  dancksegginge  tot  Godt  gescheyden. 

Tenselven  dage,  naar  middach  ten  2  uyren. 
Na  gedaan  gebedt  ende  oplesinge  der  namen  alle  de  voorgaande  broe- 
deren tegen woordigh  bevonden  sgnde,  sqn  de  verhaalde  (t4®  ende  5®) 
articulen  weder  voorgenomen.  Ende  alsoo  de  voornoemde  broederen  de 
meyninge  van  deselve  articulen  niet  en  wel  en  schenen  gevat  te  hebben , 
is  hun  daarop  verclaart  de  meyninge  van  deselve  te  wesen,  dat  men  die 
predicanten,  die  niet  hooger  en  conden  gevoelen  noch  leeren  van  de  pre- 
destinatie metten  aancleven  van  dien,  dan  in  dit  vqffde  art.  wtgedruckt  staat, 
men  denselven  daaromme  int  minste  niet  en  sal  molesteren  noch  moeyelijck 
vallen  om  hooger  te  gaan,  sonder  dat  men  wederom  aan  d'andere  zijde 
yemand  in  zijn  gemoedt  soude  willen  beswaren,  wanneer  hij  een  ander 
ende  hooger  gevoelen  van  deselve  materie  verclaarde  te  hebben ,  mids  dat 
hij  hem  wachte  te  leeren  dingen,  daerwt  sulcke  ongerijmtheyden  mochten 
volgen,  als  tvierde  art.  medebrenght.  Waarop  noch  eenige  swaricheyd 
gemaackt  sijnde,  is  den  voornoemden  broederen  afifgevraacht ,  off  hare  1.  1. 
dan  meynden ,  dat  men  die  leeraars ,  die  niet  hooger  van  deze  materie  en 
conden  leeren  noch  en  leerden,  dan  tvijffde  art  medebrenght,  in  hare 
leeringe  ende  dienst  niet  en  soude  mogen  lijden,  met  begeerte  hare  1.  1. 
wilden  hun  daarop  rondelijck  verclaren.  Waarop  hare  1.  1.  alle  eendrach- 
telijck  geantwoordt  hebbende,  dat  sulcks  geensins  hare  meyninge  was, 
hebben  evenwel  begeert,  dat  dese  twee  articulen  noch  mochten  gehouden 
worden  in  advijs  tot  sanderen  daaghs,  ende  dat  hun  mochte  werden  ge- 
accordeert  naart  scheyden  van  de  vergaderinge  diesaangaande  in  nader 
conferentie  met  den  D.  praeside,  assessore  ende  scriba  te  comen,  twelck 
hunne  1.  1.  oock  gaeme  geaccordeert  ende  toegestaan  is. 


336 

Dit  dan  alles  in  ad  vijs  gehouden  sijnde,  is  de  scriba  met  gemeyne  be- 
willinge  voordsgegaan  int  lesen  van  de  voordere  articulen  der  voornoemde 
ontworpene  kerckenordeninge  tot  den  eynde  toe,  met  aenteyckeninge  van 
sommiger  aaninerckingen ,  daarop  ingebracht,  om  passerende  tgene  goed- 
gevonden ende  toegestaan  wierdt,  de  gemoveerde  swaricheyden  des  anderen 
daaghs  rijpelijck  te  examineren  ende  overwegen  ende  finale  resolutie 
daarop  te  nemen. 

Waarmede  dan  oock  dese  II®  sessie  met  dancksegginge  ende  gebedt  tot 
Godt  minnelycken  geeyndight  is. 

Vrijdagh  den  XXVIII  Augusti  ten  8  uyren. 
De  vergaderinge ,  in  manieren  als  voren  geseten,  de  namen  opgelesen 
ende  de  Heere  om  zijnen  H.  Geest  gebeden  ende  aangeroepen  s^nde, 
s^n  de  gemoveerde  ende  aangeteyckende  swaricheden  geresumeert.  Ende 
de  voornoemde  4®  ende  5®  articulen  te  dier  oorsake  in  debat  gecomen 
sgnde ,  heeft  den  praeses  daarwt  oorsake  genomen  tot  nader  onderrechtinge 
van  de  vergaderinge  te  verclaren ,  hoe  het  dese  poincten  aangaande  stondt 
in  de  kercke  van  Utrecht ,  ende  hoe  noodigh  het  was  geweest  daarop  soo- 
danigen  ordre  te  stellen,  als  in  de  voornoemde  articulen  was  wtgedruckt, 
die  oock  de  kerci^e  van  Utrecht  hieldt  Godts  woord  conform  te  sijn  ende 
tot  merckel^cke  ruste  derselver  kercke  te  dienen.  Waarop  d^assessor  int 
breede  heeft  ondeckt  ende  verhaalt  den  oorspronck  ende  standt  van  dit 
geschil,  van  de  tqden  Augustini  ende  Pelagii,  ende  hoe  de  christelycke 
kercke  haar  daarinne  hadde  gedragen  tot  op  de  reformatie  toe;  wat  ende 
hoedanige  disputen  hierover  waren  gevallen  van  den  aanvanck  van  de 
reformatie,  niet  alleen  tusschen  de  Gereformeerden  ende  genaamde  Luther- 
schen,  maar  oock  onder  de  Gereformeerden  selver,  oock  in  dese  Geüni- 
eerde Provinciën,  ende  merckel^ck  oock  in  dese  provincie  van  Utrecht; 
hoe  hardt  ende  rouw  sommigen  hadden  gesproken  ende  daarvan  geschreven , 
ende  wat  grooter  argenissen  daarvan  onder  vele  menschen  waren  onstaan; 
ende  wederom  wat  eene  christelijcke  eenicheyd  alletqdt  tusschen  eenige 
voortreffelijcke  leeraren  der  Gereformeerde  kercke  niettegenstaande  de 
verscheydenheydt  van  gevoelen  ende  leere,  die  onder  hun  was,  in  desen 
deele  was  gehouden ,  met  allegatie  van  vele  redenen ,  hiertoe  dienende  om 
met  onderlinge  duldinge  denselven  voet  in  te  gaan.  Waarop  hare  E.  Mog. 
door  monde  van  den  heere  secretaris  voornoemt  wijders  hebben  verclaart, 
dat  dit  poinct  alletijdt  in  de  kercke  van  Utrecht  vele  dispuyts  onder  den 
luyden  van  groote  ende  cleyne  qualiteyt  hadde  veroorsaackt,  daarom  oock 
hare  E.  M.  noyt  goedtgevonden  en  hadden,  dat  men  daarvan  anders 
voor  tvolck  soude  leeren  als  in  alle  eenvoudicheyd  na  den  woorde  Godts 
ende  met  mijdinge  van  de  gevaarlijjcke  glosen ,  die  eenigen  daarop  maken. 


387 

Twelck  alles  bij  de  vergaderinge  aangehoort  sijnde,  groot  genugen  heeft 
gegeven,  selffs  aan  eenige  broederen,  die  de  voornoemde  swaricheyden 
hadden  gemoveert. 

Doch  alsoo  eenigen  onder  deselven  noch  eenige  swaricheyd  maacktcn 
over  de  leste  woorden  vant  5  artqckel,  twelck  aldus  stond t:  Vinden 
oock  niet  stichtelqck,  dat  dese  materie  voor  den  gemeynen 
volcke  hooger  gedreven  werde,  houdende  soodaniger  be- 
kentenisse  Godes  woord  conform  etc.,  hun  latende  beduncken, 
1.  dat  men  met  de  woorden:  vinden  niet  stichtelijck,  eenighsins 
scheen  te  condemneren  degenen,  die  in  haar  leeren  dese  bekentenisse  niet 
en  volgen ,  alsoff  die ,  dat  doende ,  onstichtelijck  leerden ;  2.  dat  het  woord 
bekentenisse  luyde,  alsoff  dese  verclaringe  ware  een  nieuwe  belijde- 
nisse  ofte  artijckel  van  de  predestinatie,  versoeckende  dat  dit  tot  harer 
genistheyd  in  eenige  andere  termen  mochte  werden  gestelt,  wt  insichte 
dat  anderen  buyten  dese  provincie  sijnde  desen  synodum  mochten  calum- 
nieren ,  alsoff  die  hiermede  bij  haarselven  eenige  veranderinge  hadde  willen 
doen  in  de  gemeyne  bekentenisse.  Hoewel  de  geheele  vergaderinge,  seer 
weynige  wtgenomen,  claar  genoech  te  kennen  gaff,  dat  dit  niet  veel  omt 
lij  ff  en  hadde,  ende  men  bij  de  gestelde  woorden  wel  mochte  blijven, 
ende  hare  Ed.  Mog.  oock  niet  gaeme  en  hadden  gecomen  tot  eenige  ver- 
anderinge in  dit  poinct  sonder  eenige  andere  ende  bundiger  redenen,  dan 
alsnoch  waren  voordsgebracht,  te  meer  dat  hare  E.  M.  selver  daarop 
sonderlingen  hadden  gelet  ende  seer  dienstigh  gevonden  tgene  diesaangaande 
was  gestelt,  oock  tot  gerusticheyd  van  haar  eygen  conscientie,  als  die 
niet  wel  en  conden  verstaan ,  dat  men ,  anders  van  dese  materie  leerende 
dan  met  de  moderatie  in  de  voornoemde  articulen  wtgedruckt,  hare  onder- 
danen veel  soude  stichten ,  is  nochtans  opt  ad  vijs  ende  ter  intercessie  van 
D.  praeside,  assessore  ende  scriba,  ende  om  dese  sake  tot  meerder  ge- 
rusticheyd van  de  voornoemde  broederen  liever  met  volle  eendracht  van 
allen  als  met  pluraliteyt  van  stemmen  (die  notoorlijck  tot  bevestiginge 
van  de  voornoemde  articulen,  soo  se  lagen  ende  luyden,  gevallen  souden 
hebben,  geleek  de  broederen  wel  sagen  ende  hunne  1.  1.  oock  wierde 
aangeseydt)  vrundelijck  te  besluyten  goedtgevonden ,  dat  men  de  verhaalde 
woorden  soude  stellen  in  deser  forme:  Vinden  oock  stichtelijck, 
dat  dese  materie  voor  den  gemeynen  volcke  niet  hooger 
gedreven  werde,  houdende  soodanigh  leeren  Godes  woord 
conform  etc,  stellende  alsoo  mede  voor  twoordt  bekentenisse 
leeren. 

Waarmede  de  geheele  vergaderinge  contentement  genomen  hebbende, 
hebben  D.  D.   Oortcampius  ende  Aukofius  gevraacht,  off  twoord  beken- 
tenisse in  de  woorden   soodanigh  leeren  (soo  nu  was  gescliiedt) 
Acta  syn,  provinc.  VI.  22 


338 

verandert  sqnde,  men  daaronder  de  predestinatie  verstondt  met  tgeen 
daaraan  cleeft,  item  off  men  meynde,  dat  de  verclaringe,  int  5  artqckel 
diesaangaande  gedaan,  vervatte  eene  volle  ende  volcomene  definitie  van 
de  predestinatie ,  sonder  datter  eenige  andere  ende  hooger  wt  Godts  woordt 
gegeven  soude  connen  worden.  Waarop  geantwoordt  is,  namentlijck  opt 
eerste:  ja,  te  weten  dat  men  dat  verstondt  van  de  leere  der  predestinatie 
met  haren  aancleven.  Ende  opt  II®,  dat  men  hier  niet  en  wilde  in  dispute 
trecken,  off  dit  na  de  logicale  wetten  een  volle  definitie  was  off  niet,  dan 
dat  alleen  de  scopus  was  dengenen,  die  soo  leeren,  als  dese  articulen  mede- 
brengen ,  daarover  niet  te  molesteren ,  alsoo  soodanigh  leeren  Godts  woord 
conform  was  ende  genoechsaam  ter  zalicheyd.  Daerop  D.  Aukopius  ronde- 
lijck  ter  antwoord  gaff,  dat  hij  dit  bekende  waarachtigh  te  s^n,  sodat  D. 
OoRTCAMPius  ende  zqne  1.  hun  daarmede  hielden  gecontenteert 

Ten  lesten  vraachde  D.  Leoninüs  noch,  off  degenen,  die  in  dese  materie 
niet  boven  tvoornoemde  artyckel  en  gevoelden,  oock  vrij stondt  het  hooger 
gevoelen  te  wederleggen.  Waarop  geantwoordt  wierdt:  Ja,  gantschelqok , 
soo  vele  aanginck  d'absurditeyten  geroert  articulo  4,  dat  oock  noodigh  was 
die  absurditeyten  tegen  te  spreken,  dewijle  deselve  waren  strijdende  tegens 
Oodts  woordt,  onstichtelijck  ende  oorsaack  gaven  tot  groote  blame  over 
onse  kercken.  Daarop  alsoo  D.  Leonikus  repliceerde,  dat  niemand  soo  en 
soude  spreken,  daarwt  na  der  authueren  meyninge  die  absurda  souden 
volgen,  wierdt  geantwoordt,  dat  een  leeraar  moet  toesien  sulcke  glosen 
over  de  schrifture  in  dese  materie  niet  te  maken ,  dat  yemand  rechtvaerdige 
oorsaack  hebbe  te  dencken,  dat  sulcke  absurda  daarwt  moeten  volgen, 
die  men  niet  alleen  door  dare  consequentien ,  maar  oock  met  d'expresse 
woorden  van  sommigen  authueren  (welckers  gevoelen  bij  de  hooge  drijvers 
van  de  predestinatie  doorgaans  gevolght  wordt)  soude  connen  bewijsen. 

Hiermede  is  dit  debath  geeyndight,  ende  de  broederen  daarover  hooft 
voor  hooft  gevraacht  sqnde,  hebben  zij  alle,  niemand  wtgesondert,  ver- 
claart,  dat  zij  met  dese  articulen,  in  vougen  als  nu  geseydt  is  gestelt 
sijnde,  tevreden  ende  daarinne  wel  gerust  waren. 

Voordgaande,  is  bij  D.  D.  Helmichium  ende  Assuerum  wat  swaricheyds 
gemoveert  opt  1  art.  vant  capittel  van  den  h.  doop  nopende  het  doopen 
buytentigds.  Waarop  eenigh  debath  gevallen,  onderrechtinge  gedaan  ende 
omvrage  geschiedt  sjgnde,  is  eendrachtelqck  goedtgevonden ,  dat  hetselvo 
art.  soude  gelaten  worden  soo  het  stondt. 

Opt  1®  art.  vant  capittel  vant  h.  avondmaal,  inhoudende  dat  het  avond- 
maal des  Heeren  in  de  steden  ten  minsten  viermaal  sjaare  gehouden  soude 
worden,  namentl^ck  op  Christdagh,  Paaschdagh,  int  beginsel  Julij  ende 
Octobris  ofte  daarontrent  etc,  heeft  D.  WuRTSFELoros  aangedient,  dat  l^j 
gewoon  was  in  zijne  gemeynte  te  Rhenen  tavondmaal  wt  te  deylen  op 


33d 

• 

Christdagh,  Paschen,  Pincksteren  ende  eens  tiisschen  Pincksteren  ende 
festum  Nativitatis,  wt  oorsake  dat  de  luyden  alsdan  meer  gesint  ^'aren 
ende  beter  gelegenheyd  hadden  hun  daarna  te  schicken,  willende  de  ver- 
gaderinge  te  bedeneken  geven,  oft  niet  geraden  soude  sijn  bij  tselve  ge- 
bruyck  zijne  gemeynte  te  Rhenen  te  laten  bleven.  Daarop  de  sake  over- 
wogen sijnde,  eyndtlijck  goedtgevonden  ende  eenparichlijck  geresolveert 
is ,  dat  ment  h.  avondmaal  in  de  steden  houden  sal  op  de  drie  voornoemde 
feesten  ende  eens  in  Septembri. 

Opt  n®  art.  verclaarde  deselve  Wurtsfeldius  ,  dat  in  zijne  gemeynte 
tot  Rhenen  een  gebruyck  was  diegenen,  die  hun  nieuwelinghs  ten  avond- 
male  begaven,  te  doen  eomen  voor  den  kerckenraad  ende  hun  aldaar  aff 
te  nemen  beloften  van  onderwerpinge  onder  de  ehristelijcke  discipline, 
daarop  begerende  advijs.  Ende  is  geresolveert,  alsoo  op  andere  plaatsen 
ende  oock  misschien  binnen  Rhenen  vele  luyden  s^n ,  die  haar  om  sulcke 
ende  diergelijcke  handelingen  schromen  ten  h.  avondmale  te  begeven ,  ende 
hierwt  meer  andere  inconvenienten  costen  rijsen,  men  den  artijckel,  soo 
hij  is  gestelt,  volgen  sal. 

Ende  alsoo  voorder  tegen  tconoept  voorss.  van  kerckenordeninge  niet  en 
is  ingebracht,  is  deselve  na  expresse  omvraginge,  daarover  nochmaals 
gedaan  by  de  geheele  vergaderinge  synodaal ,  sonder  yemands  tegenspreken 
gearresteert ,  met  bede  aan  de  tegenwoordige  heeren  hiervan  aan  de  Ed. 
Mog.  heeren  Staten  te  willen  doen  soodanigh  rapport,  dat  deselve  door 
hare  Ed.  Mog.  authoriteyt  eerstsdaaghs  ingevoert  ende  int  werck  gestelt 
mocht  worden. 

Hierna  heeft  D.  praeses  wt  den  name  van  de  gedeputeerden  des  synodi 
aan  de  vergaderinge  rapport  gedaan:  ten  eersten  van  de  personen,  die 
tsedert  den  synodum  des  jaars  1G06  geexamineert  ende  tot  den  dienst  der 
kercke  in  dese  provincie  waren  gevordert ;  ten  tweeden  vant  versoeck ,  bij 
sommigen  gedeputeerden  des  Gelderschen  synodi ,  onlanghs  aan  hunne  1. 1. 
gedaan,  roerende  de  bevorderinge  van  den  synodo  nationaal,  midsgjiders 
van  d'antwoorde  door  hare  1.  1.  aan  deselve  gedeputeerden  soo  raondc- 
lingh  als  schriftelijck  gegeven,  welcke  antwoord  der  vergaderinge  voorge- 
lesen  sqnde,  heeft  in  alles  goedt  genugen  gehadt. 

Is  noch  der  vergaderinge  aangedient,  tgene  gehandclt  was  met  CoitxELis 

VAN  DuNOEX ,  gewesene  predicant  tot  Jutphaas.  Waarop  hare  Ed.  Mog.  door 

monde  van  den  E.  heere  secretarie  vervolgende  hebben  der  vergaderinge 

verclaart ,  dat  de  voorss.  Dtjnoen  van  zijnen  dienst  te  Jutphaas  niet  en  was 

ontslagen   wt  oorsake  van  zqn  gevoelen  in  eenigh  poinct  der  leere,  maar 

van   wegen  eenige  mishandelinge ,   by  hem  ettelijcke  reysen  geploecht, 

streckende  tot  schueringe,  tweedracht  ende  meuyterij. 

22» 


340 

Noch  heeft  den  praeses  van  wegen  den  gecommitteerden  des  synodi 
ende  opt  aanhouden  van  verscheyden  kerckendienaren  ten  platten  lande 
den  E.  heeren  Staten  de  verbeteringe  van  de  gagie  der  predicanten  ten 
platten  lande  gerecommendeert,  met  bede  insonderheyd  dat  hare  E.  M. 
souden  believen  regard  te  nemen  op  degenen,  die  met  een  sware  familie 
beladen  waren,  twelck  hare  E.  M.  aannamen  in  recommendatie  te  sullen 
houden. 

Daarna  heeft  D.  praeses  yedereen  van  de  vergaderinge  hooft  voor  hooft 
affgevraacht,  oft  yemand  int  particulier  yets  hadde  zgn  persoon  ofte  kercke 
voor  te  stellen,  daarover  hij  ofte  remedie  versoecken  wilde  aan  hare  E. 
Mog.,  ofte  advijs  begeren  aan  dese  vergaderinge. 

Daarop  de  predicanten  van  de  stadt  ende  steden  hebben  verclaart  voor 
hare  particuliere  kercken  aUeen  niet  te  hebben,  gelijck  oock  verscheyden 
dorpen,  maar  int  gemeyn  hebben  zij  aUe  geklaacht,  bijsonder  ten  platten 
lande ,  over  het  drincken  ende  andere  insolentien  onder  de  predicatie ,  oock 
over  de  insolentie,  die  gepleecht  wordt  int  schatten  van  de  luyden,  die 
haar  in  den  echtenstaat  wiUen  laten  bevestigen,  item  van  den  affbnieck, 
die  de  reformatie  lijdt  doort  loopen  van  de  papen  ende  Jesuiten,  ver- 
soeckende  dat  hierinne  ordre  mochte  werden  gestelt,  ende  den  respectiven 
schouthen  gelastet  tegens  alle  soodanige  insolentien  d'executie  te  doen. 

Particuliere  dachten. 

Den  kerckendienaar  van  Wilnis  heeft  te  kennen  gegeven,  dat  het  wel 
soude  gaan,  bgaldien  de  pauselij cke  exercitien  sooseer  niet  en  wierden 
toegelaten  bij  den  baillu  van  Amsterland ,  klagende  oock  over  den  schouth , 
dat  hy  nemmer  ter  kercke  en  quam. 

[De  kerciendienaar  vanj  l)  Hagesteyn  heeft  geclaacht,  dat  de  huysluyden 
ongetrouwt  blijven  sitten  na  de  publicatie  der  geboden. 

[De  kerckendienaar  van]  Ylueten  claachde,  dat  joncker  Wtenham  een 
paap  hieldt  op  zgn  huys,  onder  decksel  van  zgn  kinderen  te  laten  leeren, 
ende  ondertusschen  door  de  pausel^cke  exercitien  tvolck  seer  vant  gehoor 
des  goddelijcken  woords  vervremde;  2.  dat  van  gelgcken  deselve  exer- 
citien opt  huys  te  Ngveld  onderhouden  wierden  tot  groeten  affbnieck  van 
de  religie. 

Den  dienaar  van  Maarssen,  dat  de  luyden,  die  onder  de  parochie  van 
Maarssen  hooren ,  geboden  in  de  stadt  opt  stadthuys  laten  gaan  ende  binnen 
Utrecht  getrouwt  worden ,  sonder  dat  se  bescheydt  verthoonen ,  dat  de  ge- 
boden te  Maarssen  onverhindert  gegaan  sijn. 


1)     In   het  handschrift  staat    »de  kerckendienaar  van"  slechts  eenmaal  geschreven 
voor  de  geheele  kolom. 


341 

[Den  dienaar  van]l)  Abcoude  aangedient,  dat  de  Papisten  aldaar  oock 
particuliere  luyden,  sommigen  tot  faliebagijnen  ofte  doppen  (soo  men  die 
noemt)  houden ;  2.  dat  se  d'anne  luyden ,  van  elders  oomende ,  met  onder- 
houdinge  soecken  aan  him  te  treoken;  3.  dat  den  paap  te  Ouderkerck  de 
luyden  hertrouwt. 

[Den  dienaar  van]  Cockengen  heeft  te  kennen  gegeven,  dat  de  luyden 
op  sommige  plaatsen  op  Nieuwejaarsdagen  met  roers  ende  ander  getuych 
ontrent  de  kercke  oomen,  de  predicatie  ten  deele  surserende,  ook  eenige 
dingen  deden  geduyrende  de  predicatie,  tgene  na  tpausdom  smaackt; 
2.  dat  ten  platten  lande  sekere  broederschappen  sijn,  daerinne  alleen  de 
Papisten  plaats  hebben.  Gevende  hare  Ed.  Mog.  te  bedencken,  alsoo  deselve 
hare  vergaderinge  onder  dat  pretext  bequamel^ck  connen  houden,  oft 
tselve  niet  zijn  swaericheyd  en  hadde,  soo  wel  ten  aansien  van  den  staat 
des  lands  als  der  kercke. 

Den  kerekendienaar  van  Woudenbergh,  dat  daarontrent  een  paap  in 
eenige  huysen  quam  prediken. 

[Den  kerekendienaar  vanj  l)  Cudelstaert ,  dat  een  paap  (heer  Claas  ge- 
naamt)  met  noch  eenen  anderen  daarontrent  veel  quaads  doet. 

[Den  kerekendienaar  van]  Thuyl  en  tWaal ,  dat  eenigen  vant  gerecht  den 
coster,  omdat  hij  den  predicant  volgens  zijn  beroep  gedienstigh  was,  hem 
onthouden  tgene  tot  de  costerije  staat,  om  hem  alsoo  quijt  t^  worden. 

[Den  kerekendienaar  van]  Schalckwijck  versocht,  dat  de  altaren  ende 
andere  pauselijcke  reliquien,  noch  in  de  kerck  sijnde,  mochten  weghge- 
nomen  worden. 

[Den  kerekendienaar  van]  Overlanghbroeck  claachde,  dat  hij  een  coster 
hadde,  die  hem  niet  en  wilde  reguleren  na  de  ordonnantie,  opt  ampt  van 
de  oosters  gemaackt. 

Op  alle  dese  voorgaande  poincten  ende  dachten  is  eendrachtelijcken,  met 
ad  vijs  van  de  E.  E.  aanwesende  heeren  Gedeputeerde  Staten,  goedtge  vonden 
ende  geresolveert ,  dat  de  particuliere  ende  pertinente  gelegentheyd  van 
dien  verthoont  sal  werden  aan  de  gedeputeerden  des  synodi,  dewelcke  tgene 
zij  bij  hun  selven  met  aanspraack  ende  vermaninge  aan  dengenen,  dien 
het  aangaat ,  niet  en  connen  beteren ,  bij  schriftelijcke  remonstrantie  sullen 
verthoonen  aan  de  Ed.  Mog.  heeren  Staten  met  versoeck  van  daarinne  met 
de  gevouchelijckste  wegen,  die  hare  Ed.  Mog.  sullen  connen  bij  der  hand 
nemen,  te  willen  voorsien.  Ende  sal  bij  deselve  remonstrantie  in  specie 
mede  werden  versocht  augmentatie  van  gagie  voor  de  predicanten  ten 
platten  lande. 


1)     Zie  noot  1  vorige  blz. 


342 


Particuliere  vragen,  daarop  advïjs  is  begeert. 

Den  predicant  van  Cockengen  heeft  verthoont,  dat  somwijlen  eenige 
personen,  die  den  h.  doop  noch  niet  en  hebben  ontfangen,  bij  hem  comen 
wt  andere  plaatsen  (buyten  dese  provincie  gelegen)  om  van  hem  gedoopt 
te  werden,  welcke  personen  gevraacht  sijnde,  waarom  zij  hun  niet  en 
laten  doopen  ter  plaats  van  hare  residentie ,  ter  antwoord  geven ,  dat  men 
hun  aldaar  tot  den  h.  doop  niet  en  heeft  willen  toelaten  dan  onder  expresse 
belofte  van  hun  terstond  mede  te  begeven  ten  h.  avondmaal,  in  welcke 
belofte  te  doen  zij  hun  vooralsnoch  beswaart  vonden,  daarop  vragende 
advijs,  hoe  hij  sich  daarinne  sal  hebben  te  dragen.  Ende  is  eendrachtelijck 
geresol veert ,  dat  men  den  soodanigen,  soo  zij  anders  tamelijck  na  hare 
jaren  in  de  hooftstucken  van  de  christelijcke  religie  onderwesen,  op 
tselvc  algemeyne  christelijcke  geloove  niet  en  sal  laten  te  doopen,  mids 
deselve  vermanende  tot  een  godtvruchtigh  leven  ende  tgebruyck  des  h. 
avondmaals. 

[Den  predicant  van]  i)  Hagesteyn  heeft  gevraacht,  oft  men  de  luyden,  die 
tot  hare  jaren  gecomen  sijnde  haar  willen  laten  doopen,  doch  swaricheyd 
maken  tselve  opentlijck  te  laten  doen  voor  de  gemeynte,  niet  en  soude 
mogen,  om  hare  swackheyd  te  gemoet  te  gaan,  doopen  met  gesloten  duer 
in  de  kercke.  Ende  is  eenstemmelijck  geantwoordt:  Ja. 

De  predicant  van  Seckveld  vraachde,  off  yemand  seer  kranck  sqnde 
th.  avondmaal  in  zijn  huys  begeerde  wtgedeylt  te  hebben,  off  men  hem 
tselve  soude  accorderen,  ende  hoe  men  daarinne  soude  handelen.  Waarop 
met  gemeyne  stemmen  is  gead viseert,  dat  alsoo  sulcks  vele  opspraacke 
soude  onderworpen  sijn,  ende  vant  volck  lichtelijck  misbruyckt  connen 
worden,  dat  sulcks  best  met  goede  onderrichtinge  ende  affradinge  dient 
gevoucholijck  affgeslagen. 

[De  predicant  van]  i)  Yreland  heeft  gevraacht ,  off  men  sich  int  stuck  van 
de  huwelijcksche  geboden  ende  het  trouwen  simpelijck  soude  houden  aan 
de  ordonnantie,  daarop  by  de  Ed.  Mog.  hoeren  Staten  gemaackt.  Daarop 
geantwoordt  is:  ja,  ende  dat  in  cas  van  duysterheyd  de  predicanten  hun 
sullen  voegen  aan  de  gecommitteerden  des  synodi ,  die  des  noodt  ende  in 
cas  van  swaricheyd,  hun  sullen  addresseren  aant  collegie  van  de  E.  M. 
heeren  Staten  ofte  derselver  ordinaris  gedeputeerden. 

[De  predicant  van]  Soest,  sekeren  casum  matrimonialem  hebbende  voor- 
gestelt,  genoechsaam  in  de  politijcke  ordonnantie  der  E.  M.  heeren  Staten 
verhandelt  ende  nader  verclaart  int  appoinctement,  bij  hare  E.  Mog. 
gegeven  op  seker  request,  ter  occasie  van  den  voornoemden  casu  hare  E. 


1)     Zie  aant.  op  vorige  blz. 


343 


M.  overgelevert,  is  tot  de  voorss.  ordonnantie  ende  appoinctement  ge- 
wesen  om  hem  daarna  te  reguleren. 

Alsoo  nu,  alle  dese  dingen  gepasseert  s^nde,  niemand  meer  en  hadde 
voor  te  stellen,  is  gehandelt  van  de  continuatie  ofte  vernieuwinge  der 
synodale  gedeputeerden,  die  geweest  sijn  sedert  den  lesten  synodo  aO. 
1606:  D.  D.  HENracus  Casaritjs,  Joannes  Speenhovius,  Jacobus  Taurinus, 
Cakolus  Rlickeavart  (bedienaren  des  h.  evangelii  binnen  utrecht),  een 
der  predicanten  van  Amersfort ,  te  weten  Hjamicus  Joannis  ende  Aiinoldus 
OoRTCAMPiTJS ,  midsgaders  Johaxe^es  AxroNn  ende  HENmcus  A  Raasveld, 
predicanten  tot  Oodijck  ende  Amerongen  respectivelijck.  Is  eyntolijck  goedt- 
gevonden ,  dat  men  bij  ende  neffens  deselve  noch  acht  personen  nomineren 
soude,  wt  dewelcke,  gevoucht  bij  de  voorgaande,  bij  hare  Ed.  Mog.  acht 
personen  souden  werden  geeligeert,  die  de  navolgende  jaren  sullen 
dienen. 

Sijn  dien  volgende  bij  de  vergaderinge  neffens  de  voorgaande  genomineert: 


ISAACUS   FREDERia, 

Laurentius  Moi)Jj:[üs, 
joajtnes  wurtsfeldius , 

RODOLPHUS   ZyLIUS, 
GüIUIELMUS   k    NUPOORT, 

AiX)u»ircrs  Splserus, 

CoRNEI^irS   EOBERTI, 

DoMiNicus  Sapma, 


predicant  tot 


Utrecht. 

Wijck  by  Duyrstede. 

Rhenen. 

Maarssen. 

Seyst. 

Houten. 

Emmenes. 

Ter  Aa. 


Welcke   nominatie  hare  Ed.  M.  op  staande  voet  overgelevert  sijnde, 
hebben   deselve   hare   E.   M.   wt   hetselve   getal   tot   het   versorgen   der 
kerckelijcke  saken,  volgens  de  kerckelijcke  ordinantie  nu  gearresteert,  bq 
electie  gecommitteert  dese  vervolgende  acht  personen: 
Henricus  C^esarius, 


JoANTfES  Speenhovius, 
Jacorus  TAURimrs, 
Carolüs  Rljckewart, 


predicanten  binnen  Utrecht. 


„       _  _.  *         ..        f  Heïtricus  Joannls, 

Een  der  predicanten  van  Amersfort  {     ^  _ 

I    Arnoldus  Oortcami*ius. 

Laurextius  Mod;eur,         ]  [    Wijck. 

l        nrariïr»     fof       J      MaarSSCR. 

I    Seyst. 


predic.  tot 


RoDOLPHUS   ZyLIUS,  . 

GuiLHEL^rCS   1    NiJPOORT,     I 

Dit  den  voornoemden  personen  sijnde  by  hare  Ed.  Mog.  aangeseydt 
ende  de  voorss.  last  bij  deselve  sijnde  geaccepteert,  is  gehouden  geworden 
censure  over  tgene  in  dese  vergaderinge  bij  yemanden  moehte  tegen  ordre 
ende  behoorlijcke  zedicheyd  sijn  gecommitteert. 


344 

De  censure  gehouden  sqnde  heeft  D.  praeses  de  aanwesende  broederen 
een  broederlijcke  ernstige  vermaninge  gedaan:  I.  Dat  doch  een  yegelijck 
wilde  sorghvuldigh  sijn  om  zijn  ampt  vlijtelijck  te  betrachten  ende  waer- 
dichlijck  te  betreden  in  de  vreese  Godts,  met  naerstigh  lesen  van  des 
Heeren  woord,  opweckende  de  gave,  die  een  yegelijck  van  den  Heere  sijn 
verleent,  ende  alles  becleedende  met  een  godtvruchtigh  leven,  vermids 
tselve  sonderlingh  wordt  vereyscht  in  diegenen,  die  gestelt  sijn  om  voor- 
beelden der  cudde  te  wesen;  U.  dat  een  yeder  voordaan  soude  trachten 
om  dese  kerckenordeninge  elck  int  z^ne  na  te  comen  ende  te  onderhouden , 
bij  alle  occasie  den  luyden,  die  mogelijck  buyten  waarheyd  van  tgene  in 
dese  vergaderinge  soo  eendrachtelijck  is  gehandelt  mochten  comen  te 
spreken,  verclarende  tgene  de  waarheyd  is,  namentl^ck  dat  alles  een- 
drachtelijck is  besloten;  UI.  dat  alsoo  nu  een  yeder  hadde  gespuert  in 
dese  tegenwoordige  ende  verscheyden  andere  occurrentien  de  goede  affectie 
van  de  E.  M.  heeren  Staten  tot  de  Gereformeerde  religie,  den  welstand 
der  kercken  ende  de  personen  van  de  kerckendienaars ,  men  alle  debvoir 
soude  doen  om  (gelijck  billick)  den  onderdanen  een  goede  affectie  tot 
deselve  hare  overheyd  in  te  planten  ende  tot  gehoorsaamheyd  te  vermanen; 
IV.  oock  tbeste  doende  na  yeders  gelegentheyd  bij  sommigen,  die  hun 
van  de  kercke  binnen  Utrecht  ende  mogelijck  oock  elders  begonden  te 
vervremden  sonder  eenige  billijcke  redene  off  oorsake,  ten  eynde  zij  hun 
weder  tot  eenicheyd  met  deselve  mochten  vervougen. 

Op  alle  twelcke  een  formele  dancksegginge  ende  gebedt  tot  Godt  den 
Heere  gedaan  ende  hare  Edele  Mogentheyd  voords  van  haren  qver, 
affectie  ende  voorsorge  gedanckt  sijnde  (gelijck  oock  mede  D.  Wtenbogabdus 
bedanckt  is  geworden,  dat  zijne  E.  belieft  hadde  opt  schrijven  der  Ed. 
M.  heeren  Staten  over  te  comen  ende  op  derselver  begeerte  ende  ver- 
soeck  der  geheele  vergaderinge  deselve  bij  te  wesen  ende  met  zijnen 
goeden  raadt  ende  advijs  te  helpen),  is  de  vergaderinge  minlijck  ende 
vredelijck  gescheyden,  als  het  nu  was  ontrent  twee  uyren  na  noen.  Ende 
alsoo  dese  synodale  vergaderinge  in  den  name  des  Heeren  geeyndight, 
gelijck  se  in  desselven  name  was  aangevangen. 

J.  Speenhovius  ,  praeses  sijnodi. 
J.  Wtenbogaert,  assessor  synodi. 
Jacobüs  Tatjrinus,  synodi  scriba.  1) 


1)     Deze  onderteekeiiingen  zijn  eigeDhandig. 


B45 


Acta  sijnodi  provinciae  ÜUrajectinae  dergJiener^ 
die  bij  d'aude  Gereformeerde  kercke  gebleven  syn^ 
ghehouden  binnen  Utrecht  int  groot  capittelhuys  ten 
Bom  anno  1618  den  12  Octobris  ende  vervolgens. 

S^n  op  dese  sijjnode  verschenen  dese  navolgende: 


Arnoldus  Oortgampius, 
joannes  wmtzfeldius, 
Laurentius  MoD.£X7B, 
JOANNES  AlLASTIUS, 

Gerhakdüs  1  Bree, 
Adolphus  Spizerus, 

JOANNES  LlJia)ENIüS, 

Jaoobub  Hugenssen, 
Jeremias  Wilhelmi, 
q-erhardus  hetimtchttjs , 
Joankes  AxT(XX)P, 

Egbertüs  Ottonis, 
Wernerus  Henriq, 

JOANNES   SEGERMAm^S, 
CHRISTIAiaJS   AB   OuEN, 

Absalon  Helmondt, 
rumoldxjb  joaiïnis, 
Henricus  ten  Brincx, 
Henricüs  Raetzfeldiüs  , 


predicant  tot 


Amersfoordt. 

Rhenen. 

Wijck  bij  Duijrstadt. 

Montfoordt 

Ten  Berch. 

Houten. 

Cockengen. 

Hagesteijn. 

Seijst. 

YeenendaeL 

Mijdrecht 

Nichtevecht. 

Anckeveen. 

Westbroeck. 

Neerlangbroeck. 

Cudelsteert. 

Cortehoeff. 

Wihus. 

Amerongen. 


Uyt  name  van  die  Gereformeerde  kercke  van  Utrecht  (bij  gebreck  van 
ordinarijsche  predicanten)  sgn  op  het  versoeck  des  kerckenraets,  met  autho- 
risatie  van  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  ende  die  vroetscap  der  stadt  Utrecht 
gecompareert  dese  naevolgende: 

JOANNES   DiBBETIUS, 


ElLLARDUS   VAN   MeHEN, 

Sebastianüs  Damman, 

GODEFRIDUS  UdEMANS, 

Henricüs  Swalmius, 


predicant  tot 


Dordrecht. 

Harderwgck. 

Zutphen. 

Zirckzee. 

Delft. 


Van  weghen  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  deser  provincie  sijn  gecompa- 
reert die  Ed.  eerentfeste  joncker  Arnuoudt  van  JCssewijn,  heer  tot  Ruwiel, 
ende  Wilm  van  Herdevelt,  borgemeijster  tot  Amersfoordt. 

Nae  aenroepinghe  van  Gods  h.  naem  sijn  met  gemeijne  stemmen  ver- 
coren  tot  praesidem  Arnoldus  Oortgampiüs,  tot  assessorem  Sebastianits 
Damman,  tot  scribam  Laurentius  MoD.a:us. 


346 

I.  Also  dese  vergaderinghe  geleydt  is  om  te  praepareren,  tghene  op 
den  aenstaenden  sijnodum  nationalem  van  wegen  die  kercken  deser  pro- 
vincie sal  dienen  gebrocht,  ende  uyt  die  poincten  op  het  beleijden  ende 
houden  des  nationalen  synodi ,  gearresteert  bij  die  Hog.  Mog.  heeren  Staeten 
Generael  articnlo  9,  blgckt  dat  in  gemelte  nationali  synode  vooreerst  ver- 
handelt sullen  worden  die  vijff  controverse  poincten,  so  is  goetgevonden , 
dat  men  statum  quaestionis  aengaende  die  voorscreven  poincten  eerst  alhier 
sal  formeren,  soveel  raogelyck.  Ende  dewijl  men  verstaet,  dat  op  den 
lactsten  Gelderschen  synodo  met  beydersydts  bewillinghe  dese  status 
quaestionis  is  beraemt,  heeft  dese  vergadeiïnghe  om  tgtdt  te  gewinnen, 
die  brooderen ,  uijt  Gelderlandt  hier  verschenen ,  met  eenpaerighe  stemmen 
seer  instantelijck  versocht  openinghe  van  haer  gebesoigneerde  te  doen, 
hetwelcke  d'gemelte  Geldersche  broeders  (hoewel  grote  swarigheijdt  om 
verscheijdene  redenen,  by  haer  voorghestelt ,  daerover  makende)  eijntelijck 
siende  haer  overstemt,  aengenomen  hebben  te  doen  met  versoeck,  dat 
ghelijck  sij  hiertoe  door  dese  vergaderinghe  so  eemstelyck  sijn  gerequireert , 
sij  also  wel  door  dese  vergaderinghe  bij  yedereen ,  die  men  weten  mochte 
dit  haer  doen  sinistrelyck  te  interpreteren ,  mochten  gedefendeert  worden. 

Den  13  Octobris. 

II.  Sijnde  den  staet  des  verschils,  so  die  in  Gelderlandt  geformeert 
was,  bij  den  Gelderschen  broederen  hier  overgelevert ,  ghelesen  ende  her- 
lesen ,  oock  met  naerder  verclaringhe  op  ijeder  artijckel  ende  lidtmaet  van 
dien,  is  nae  ghenomene  bedenckinghe  op  die  derde  resumptie  bg  allen 
ende  ijeder  broeder  deser  vergaderinghe,  niemandt  uijtgesondert ,  den 
staet  des  verschils  bg  provisie,  ende  totdat  die  Remonstranten  deser 
provincie  haer  sullen  hebben  rondelijck  verclaert,  gestelt  in  voegen  als 
volcht : 

Staet  des  geschils  aengaende  die  vqff  articulen,  bij  provisie  ghe- 
stelt  tusschen  die  Remonstranten  ende  die  broederen,  die  gebleven 
sijn  bij  die  waere  Gereformeerde  relligie.  i) 
In  den  eersten  artijckel  van  die  praedestinatie  sijn  wij  onses  erachtens 
eens: 

1.  dat  Godt  van  ewicheijdt  een  onveranderlijck  besluijdt  gemaeckt 
heeft  aengaende  die  salicheydt  ende  onsalicheijdt  ofte  verwerpinghe  der 
menschen ; 


1)  Vorgol.  het  volgende  met  het  op  de  Geldersche  synode  gestelde  stuk,  Acta 
syn.  prov.  IV,  279 — 284,  dat  door  deze  vergadering  als  v«x)rbeeld  overgenomen  is. 
Wegens  vele  afwijkingen,  uitlatingen  en  bijvoegingen  moest  deze  andere  bowcrkiDg 
van  den  »8taet  des  geschils"  wel  in  haar  geheel  worden  opgenomen. 


347 

2.  dat  Godt  int  maecken  deses  besluijdts  den  mensche  aengesien  heeft 
als  gevallen  in  Adam  ende  leggende  int  verderf! ,  ende  dat  niet  indefinite 
alleen  maer  oock  definite  dese  ende  ghene  personen; 

3.  datter  weijnighe  ter  salicheijdt  vercooren  ende  veele  verworpen  sijn ; 

4.  dat  die  verkiesinghe  gheschiet  is  uijt  louter  genade,  sonder  aen- 
merekinghe  van  enighe  natuijrlijcke  ende  aengeborene  dispositie  ofte  ver- 
dienstelijcke  weerdicheydt  des  mensches; 

5.  dat  onder  die  salichmakende  middelen  insonderheydt  mode  gestelt 
moet  worden  twaer  gelove,  dadich  door  die  lieffde; 

6.  dat  niemandt  tot  het  gelove  geroepen  wordt  in  den  t^tdt  noch  het- 
selve  becomt,  dan  die  van  alle  ewicheydt  te  voren  ghescickt  is  om  daer- 
toe  geroepen  ende  gebracht  te  sullen  worden; 

7.  dat  Godt  niet  besloten  en  heeft  door  sijn  he^'ligen  geest  int  ver- 
standt  ende  wille  aller  menschen,  die  geroepen  worden  door  het  uijterlijcke 
gepredickte  woordt,  sooverre  te  wercken,  dat  het  datelijck  gelove  daerop 
volge ; 

8.  dat  alle,  die  ten  eijnde  toe  in  den  gelove  volharden,  uijtvercoren 
sijn  ende  salich  worden  sullen ;  dat  oock  alle ,  die  ten  eynde  toe  int  onge- 
love  volharden,  verworpen  sijn  ende  verdomt  sullen  worden,  ende  dat 
niet  alleen  indefinite  maer  oock  definite  dese  ende  ghene  personen; 

9.  dat  wij  in  Christo  vercoren  sijn,  ende  dat  Christus  tfundament  der 
salicheydt  is; 

10.  dat  alle  gelovighe  ouders  tot  haren  troost  sekerlijck  moghen  ver- 
trouwen, dat  alle  haere  kijnderen,  stervende  in  haere  kijndtsheiijdt ,  die 
verkiesinghe  deelachtich  sijn  ende  salich  worden; 

11.  dat  het  gelove  een  vrucht  is,  spruqtende  oock  .uijt  het  gehoor  des 
woordts  Godts; 

12.  dat  alle  verworpene  rechtveerdelijck  verworpen  sijjn; 

13.  dat  Godt  gheen  menschen  in  sijn  besluijdt  gheschickt  heeft  tot  ver- 
doemenisse  sonder  tusschenoomen  ende  aensien  haerder  souden; 

14.  dat  Godt  niemandt  totte  sonde  nootsaeckt,  oock  geensins  een  oor- 
saecke  ofte  aucteur  der  sonde  is. 

So  blijft  dan  noch  in  verschil: 

1 .  Off  daer  gheen  onderscheydt  is  tusschen  Gods  besluijdt  der  verkie- 
singhe ende  uytvoeringhe  desselven,  quoad  objectum?  Wij  seggen:  jae. 
Die  Remonstranten  als  wiij  meijnen. 

2.  Off  die  verkiesinghe  geschiet  is  met  aenmerckinghe  van  enigorleij 
voorgesiene,  genadighe  ende  evangelische  dispositie  ende  weerdicheijjdt 
des  menschen,  waerdoor  dese,  die  vercoren  wordt,  weerdiger  soudesijn, 
dan  die  niet  vercoren  en  wordt?  Wijj  seggen:  neen. 


348 

3.  Off  (lie  uitverkorene  in  die  verkiesinghe  aengemerckt  sijn  van  Godt 
als  Christo  doort  waere  gelooff  ingelijft,  oock  als  gheheijlicht  ende  den  loop 
der  godtsalieheijdt  voleyndicht  hebbende?  Wij  seggen:  neen. 

4.  Off  het  besliiijdt  van  die  salicheijdt  enighe  menschen  te  geven,  ende 
het  besluijdt  van  de  salichmakende  middelen  denselven  menschen  te  gQ^en 
een  ende  hetselve  besluijdt  der  verkiesinghe  sij?  Wij  seggen:  jae. 

5.  Off  Christus  also  het  fundament  ende  verdienende  oorsaeck  is  der 
verkiesinghe  van  desen  ende  ghenen,  gelijck  hij  het  fundament  ende  ver- 
dienende oorsaeck  is  der  salicheydt  van  dese  ende  ghenen?  Wij  seggen: 
neen. 

6.  Off  het  waere  salichmakende  gelove  een  vrucht  is  der  verkiesinghe? 
Wijj  seggen:  jae. 

7.  Off  enighe  menschen  alle  die  middelen,  ter  salicheyt  nodich,  deel- 
achtich  worden,  die  nochtans  niet  salich  en  worden?  Wij  seggen:  neen. 

8.  Off  die  oorsaecke,  waerom  Godt  niet  besloten  en  heeft  int  verstandt 
ende  wille  aller  menschen,  die  door  het  uijterlijcke  gepredickte  woordt 
geroepen  worden,  soverre  te  wercken,  dat  het  datelijck  gelove  daerop 
volge ,  niet  en  is  die  mensche ,  off  ijedts  dat  Godt  in  den  enen  ofte  anderen 
raensche  heeft  aengemerckt,  maer  alleen  die  volle  vrijjemacht  ende  gelieven 
Gods?  Wij  seggen:  jae. 

9.  Off  het  ongelove  ende  volhardinghe  in  die  sonde  een  consequens  is , 
volgende  na  die  verwerpinghe,  waermede  Godt  enighen  menschen  in  haeren 
val  ende  verderff  besloten  heeft  te  laeten  rechtveei*delijck  ende  haer  niet 
te  geven  d'genaede,  die  sij  van  noden  hadden  om  tot  gelove  ende  boet- 
vaerdicheydt  gebracht  te  worden?  Wq  seggen:  jae. 

10.  Off  Godt  die  mensche  op  eenderleij  wij  se  heeft  aengesien  int  ver- 
kiesen  ende  rechtveerdichmaecken ,  ende  off  daer  twederleij  verkiesinghe 
ende  rechtvaerdichraakinghe  is,  d'eene  vervult,  d'ander  onvervult?  Wij 
seggen:  neen. 

11.  Off  daer  is  enighe  indefinite  verkiesinghe?  Wij  seggen:  neen. 

In  den  II®"  artijckel  van  die  doodt  Christi  sijn  wij  ons  erachtens  eens: 

I.  dat  Christus  voor  allen  staten ,  gheslachten  ende  soorten  der  menschen 
gestorven  is; 

II.  dat  die  cracht  ende  weerdicheydt  des  lydens  Christi,  in  sich  selven 
aengemerckt,  genoechsaem  is  om  aUe  ende  een  yeders  menschen  sonden 
wech  te  nemen  ende  haer  met  Godt  te  versoenen; 

3.  dat  alle  ende  ijeder  mensche  door  Christi  doodt  niet  sij  daetelijck 
weder  opgerecht  ende  herstelt  in  den  standt  der  salichmakende  genade; 

4.  dat  Gods  gerechticheijdt  gheen  betalinghe  can  eijschen  van  den- 
ghenen,  voor  diewelcke  Christus  die  voorsz.  gerechticheijdt  voldaen  heeft; 


349 

5.  dat  niemandt  die  vergevinghe  der  sonden  ende  versoeninghe  met 
Godt  daetelijck  geniet  dan  alleen  die  waere  gelovighen,  begrijpende  mede 
hieronder  der  gelovigen  kijnderen  (d'kijnderen  der  ongelovighen  Godt 
bevelende) ,  ende  dat  gheen  ongelovighe  part  ende  deel  daeraen  en  hebben ; 

6.  dat  alle  boetvaerdighe  moeten  geloven,  dat  Christus  voor  haer  ge- 
storven is,  ende  sij  door  hem  vergevinghe  haerder  sonden  hebben  ende 
met  Godt  versoent  s^n,  ende  dat  gheen  onboetvaerdighe ,  ^olanghe  sij 
sodanich  sijn,  tselve  mogen  geloven; 

7.  dat  d'ongelovighe  ende  onboetvaerdighe  om  des  doodts  Christi  wille 
gheen  verlichtinghe  ofte  versachtinghe  beoomen  haerder  verdoemenisse. 

So  blijft  dan  noch  in  verschil: 

1.  Off  Christus  voor  die  sonde  aller  ende  ijeder  mensche  van  den  be- 
ginne der  werelt  tot  den  eijnde  toe,  tsij  dat  se  boetvaerdich  worden  ofte 
onboetvaerdich  blgven ,  Godts  gerechticheydt  genoechgedaen  ende  die  ver- 
gevinghe der  sonden  ende  versoeninghe  verworven  heeft?  Wijj  seggen: 
neen. 

2.  Off  des  Vaders  wille  ende  Christi  intentie  is  geweest  door  sijn  doodt 
aUe  ende  een  ijeder  mensche  te  behouden,  hoewel  die  saecke  in  velen 
anders  uijtvalt  door  haer  eijgen  schuit?  Wij  seggen:  neen. 

3.  Off  Christus  die  salichmaker  aller  menschen  is  ten  aensien  van  die 
verwervinghe ,  ende  alleen  ten  aensien  van  die  applicatie  van  sommighe 
menschen?  Wij  seggen:  neen,  verstaende  dat  die  verwervinghe  ende  appli- 
catie evenverre  sich  streckt. 

In  den  III  ende  HEI  articulen  sijn  wg  ons  erachtens  eens: 

1.  dat  niemandt  sonder  enighe  bijsondere  inwendighe  verlichtinghe 
verstaen  ende  begrijpen  can  den  gantschen  sin  der  h.  scriftuijr  om  te 
weten ,  te  geloven ,  te  hopen  ende  te  doen ,  soveele  als  ter  salicheijdt  van 
node  is; 

2.  dat  niemandt  sonder  te  hebben  enighe  beginselen  der  wedergeboorten 
ofte  gaven  des  H.  Geests  eau  boete  doen,  verlangen  nae  verlossinghe , 
voornemen  ende  pogen  sqn  leven  te  beteren,  ende  soverre  arbeyde,  dat 
hij  enighe  daden,  die  notoirlijck  quaet  sqn,  schouwe,  ende  dat  meer  uijt 
vreese  van  Godt  te  vertoornen  dan  van  straffe; 

3.  dat  niemandt  sonder  die  genade  des  H.  Geests,  kennisse  hebbende 
van  die  salichmakende  waerheijdt  ende  onsteken  synde  door  lieffde  totte 
selve,  gedreven  wordt  om  d'selvige  aen  te  nemen; 

4.  dat  het  werck,  van  twelck  d'wedergeboorte  haeren  aenvanck  neemt, 
niet  van  die  mensche  maer  van  die  genade  hercomt; 

5.  dat  noch  nedericheijdt  noch  enighe  diergelijcke  deucht,  die  heijlich 
ende  Godt  behaechel^ck  is,  in  den  mensche  en  sij  anders  als  hercomende 


350 

van  een  ovematiijjrlijcke  genade,  ende  dat  derhalven  gbeenderleij  sodanigbe 
deucht  in  den  mensche  van  Godt  te  voren  als  een  conditie  vereijscht 
wordt ,  daerom  hij  in  den  enen  liever  als  in  den  ander  het  gelove  werckt ; 

6.  dat  die  verdorventheijdt  soowel  ende  so  eijgentlijck  is  in  den  wille , 
als  in  den  verstandt  ende  affecten; 

7.  dat  die  mensche,  van  natn^ren  gheheel  geestelijck  doodt  synde,  die 
sonde  dan  noch  in  hem  leeft,  daerdoor  het  geschiet,  dat  hij  niet  alleen- 
lijjck  can  Gods  gepredickte  woordt  ende  die  aengebodene  genade  tegenstaen, 
maer  oock  dat  hg  se  wederstaet  metterdaedt; 

8.  dat  die  mensche  hem  niet  en  wil  bekeren  noch  geloven,  tensij  dat 
Godt  dese  wederspannicheijdt  des  menschen  door  die  wercMnghe  des  H. 
Geests  wechneemt; 

9.  dat  Godt  int  werck  der  bekeeringhe  eerst  het  duijjster  verstandt 
verlicht,  daemae  den  verkeerden  wille  ten  goeden  n^cht,  ende  eijntelijck 
die  ongeregelde  affecten  temmet  ende  ten  goeden  bereijjdt  ende  geneijcht 
maeckt,  sodat  die  mensche  tgoede  eer  wil  doen,  dan  hij  tselvige  can  int 
werck  stellen; 

10.  dat  Godt  eijgentlyck  te  spreken  noch  natuyrlijck  noch  moral^ck  der 
menschen  bekeeringhe  werckt ,  maer  bovennatuijrlijck  ende  godtlycker  wijse. 

So  blijft  dan  noch  in  verschil: 

1.  Off  Godt  door  d'op weckende  genade  almachtel^ck  werckt,  gelijck 
hy  werckt  in  die  opweckinghe  der  dooden?  Wy  seggen:  jae. 

2.  Off  die  genade  wederstandelyck  werckt  in  primo  actu  conversionis? 
Wy  seggen:  neen. 

3.  Off  Godt  allen  ende  een  ijegelijcken ,  die  hij  roept  ende  nodicht  door 
sijn  woordt,  genoechsaem  crachtighe  genade  geeft  om  die  nodinghe  te 
connen  gehoorsaemen?  [Wij  seggen:  neen.Ji) 

4.  Off  80 veel  die  cracht  der  genaede  aengaet,  Godt  in  die  levendich- 
makinghe  des  verstandts  ende  affecten  werckt  on  wederstandelij  ck,  ende  in 
den  wille  wederstandelyck?  Wij  seggen,  dat  hij  werckt  op  eenderleij  wijse. 

In  den  5  artjjckel  sijn  wij  onses  erachtens  eens: 

1.  dat  niet  alleen  tgelove  maer  oock  die  volbardinghe  in  den  ghelove 
nodich  is  ter  salicheijdt; 

2.  dat  die  gelovighen  om  te  mogen  volharden  schuldich  sijn  Godt  te 
vreesen ,  haer  van  sonden  te  wachten ,  d'selve  te  haeten  ende  haer  salichey dt 
in  vresen  ende  beven  te  wercken; 

3.  dat  sij  gelovich  blijvende,  in  die  genade  ende  gunste  Gods  altijtdt 
volharden,  oock  so  dat  sij  deur  gheen  listicheijdt  ofte  ge  welt  des  satans 
uijt  Christi  handen  en  connen  getrocken  worden ; 


1)     [  ]  aangevuld  uit  Z.  Deze  woorden  waren  met  den  bencdenrand  afgesneden. 


351 

4.  dat  sij  connen  in  8waei*e  grouwelijcke  sonden  vallen,  die  tegens 
tgelove,  liefFde  ende  conscientie  strqden; 

5.  dat  tgelove  ende  lieffde  in  die  gelovigen  seer  vermindert  ende  ge- 
swackt  can  worden; 

6.  dat  sij  deur  allerleq  sonden  ugt  het  gelove  niet  en  vervallen; 

7.  dat  wanneer  die  gelovigen  in  sonden  vallen,  Godt  die  Heere  haer 
terstondt  niet  en  laet  leggen,  maer  die  handt  biedt  tot  wederoprechtinghe, 
in  voegen  dattet  aen  den  Heer  niet  en  onbreeckt; 

8.  dat  die  gelovighe  voor  een  t^tdtlanck  het  gevoelen  des  gelooffs  ende 
der  genade  connen  comen  te  verliesen; 

9.  dat  die  gelovighen  in  die  genade  ende  gunste  Gods  niet  en  cunnen 
blijven,  sonder  dat  Godt  haer  daerinne  behoude,  ende  noch  en  connen 
noch  en  sullen  volharden  sonder  die  gestadighe,  bijblijvende,  medewerckende 
hulp  ende  genade  des  H.  Geestes; 

10.  dat  men  die  gelovighe  kynderen  Gods  troosten  mach  mette  getrouwe 
ende  gestadighe  bewaringhe  hares  opperharders  Jesu  Christi,  als  die  aen 
sijn  sij  de  volcomen  gewillich  ende  machtich  is  om  haer  te  bewaeren,  dat 
se  niet  uqt  en  vaJlen,  alletijtdt  daerbij  vermanende,  dat  se  haere  salicheydt 
wercken  moeten  in  vresen  ende  beven,  ende  dat  doende  hij,  die  staet, 
toesie  dat  hijj  niet  en  valle; 

11.  dat  die  volhardinghe  int  gelove  ende  heijlicheijdt  in  aller  manieren 
een  bijsondere  gave  Gods  is,  ende  dat  se  in  geenderleij  wijse  geseijdt  can 
worden  geen  gave  Gods  te  sqn. 

So  blijft  dan  noch  in  verschil: 

1.  Off  d'welcke  eens  waerlijck  gelooft,  soverre  can  comen  van  Godt  aff 
te  wijeken  ende  dese  werelt  aen  te  hanghen ,  dat  hij  het  gelove  gantsche- 
lijck  ende  eyntelyck  can  comen  te  verliesen  ende  van  syne  salicheijdt 
vervallen?  Wq  seggen:  neen. 

2.  Off  wel  enighe  sodanighe  gelovighen  also verre  van  Godt  oydt  affge- 
weken  sijn  ende  die  werelt  hebben  aengehanghen ,  dat  sij  het  gelove  gant- 
schelijck  ende  eqntelgck  hebben  verloren  ende  van  die  salicheydt  vervallen 
sijn?  Wij  seggen:  neen. 

3.  Off  die  volhardinghe  hangt  aen  die  wille  des  wedergeboren  men- 
sches ,  sodat  die  wille  die  naeste  ende  enighe  gesubordineerde  natuijrlijcke 
oorsaecke  sij  der  volhardinghe?  Wq  seggen:  neen. 

III.  Dit  hier  voorgescrevene,  sijnde  bij  allen  broederen  ende  een  ijeder 
van  dien  verclaert  in  oprechticheijdt  te  wesen  sijn  gevoelen ,  twelck  sij  oock 
mede  hielden  tgevoelen  der  waere  Gereformeerde  kercke  te  sijn,  is  goet- 
gevonden  copqe  van  dien  te  praesenteren  aen  die  E.  Mog.  heeren  Staeten 
deser  provincie  met  onderdanich  ende  gantsch  eemstich  versoeck ,  dat  haer 


352 

E.  Mog.  gelieve  den  Remonstranten,  St.  Catharqnen  vergadert,  geraelte 
copije  ter  handen  te  bestellen  ende  haer  te  belasten  op  het  alderspoedichste 
haere  verclaringhe  op  die  ghestelde  articulen  sonder  enighe  tergiversatie 
rondelijck  te  doen,  tsij  met  approbatie,  tsij  met  improbatie,  tsij  met  enighe 
andere  antwoordt ,  opdat  alsoo  dit  poinct  van  die  vijfF  articulen ,  twelck  nae 
last  van  die  Hog.  Mog.  heeren  Staeten  Generael  het  eerst  sal  moeten  sqn , 
daer  men  in  nationali  synodo  van  handele ,  in  dese  vergaderinghe  volgens 
het  gesinnen  van  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  deser  provincie  debite  mach 
werden  gepraepareert.  Ende  sijn  omt  verscrevene  bij  die  gecommitteerde 
van  die  E.  heeren  Staeten  te  verrichten  gedeputeert  D.  Godefridus  üdemans 
ende  D.  Joannes  Wirzfeldius. 

nn.  Sijn  die  broederen  voorder  vermaent  haer  tegens  morgen  ter  eerster 
sessie  te  bedencken ,  off  se  op  enighe  andere  poincten  der  leeringhe ,  in  dio 
Confessie  ende  Catechismo  begrepen,  swaricheijdt  ende  bedenckinghe 
hadden,  oock  off  se  ijemandt  in  dese  provincie  wisten,  die  boven  ende 
biiijten  die  vijff  bekende  articulen  ginck,  om  tselffde  alsdan  vrij moedelijck 
sonder  daerom  behaelt  ofte  versproken  te  worden  alhier  voor  te  stellen, 
ten  eynde  men  hetselffde,  so  het  hier  niet  gevoechelijck  conde  werden 
opgeheven,  met  die  andere  gravamina  ad  synodum  nationalem  mochten 
brenghen. 

Den  14  Octobris. 

V.  D.  GoDEFRTOus  ÜPEMANNus  ondc  JoANNFs  WiRTZFEij)iu8 ,  hebbende  ver- 
richt bij  die  E.  Mog.  heeren  Staeten ,  tgeen  haer  gisteren  was  gelastet,  hebben 
gerapporteert ,  dat  het  versoeck,  uijt  naem  deser  vergaderinghe  gedaen, 
was  geaccordeert. 

VI.  Sgn  voorts  die  broeders  gevraecht,  hoe  sij  sich  bedacht  hadden 
op  tgene  haer  gisteren  in  bedencken  was  gegeven ,  ende  is  bevonden ,  dat 
enighe  weijnighe  sekere  swaricheijdt  hadden  over  tgene  hier  ende  daer 
in  den  Catechismo  geleert  wordt,  also  nochtans  dat  d'selffde  nae  gehoorde 
verclaringhe  ende  gehoudene  verder  conferentie  haer  hebben  laeten  te- 
vreeden  stellen,  ende  getuijcht  nevens  die  andere  aenwesende  broeders, 
dat  sij  op  die  leere,  in  Confessie  ende  Catechismo  begrepen,  niets  en 
hadden  te  seggen,  maer  hielden  d'selvighe  in  allen  ende  ijeder  poinct 
Godes  h.  woordt  conform.  Ende  aengaende  andere  predicanten  deser  pro- 
vincie, sijnde  buijten  dese  vergaderinghe,  (begrijpende  mede  daeronder 
enighe,  die  binnen  weijjnich  tijtdts  gestorven  ofte  van  hier  vertrocken  sijn) 
is  verclaart,  sonder  dat  men  nochtans  ijemandt  achtemigghe  gesint  was 
te  beschuldighen ,  dat  men  nu  ende  dan  enighe  vreemde  propoosten  so 
int  openbaer  als  oock  int  privé  wel  hadden  gehoort  als  namentlijck: 


36.4 

1.  dat  Christus  den  bitteren  doodt  des  croqces  alleen  ghestorven  is 
om  ons  een  exempel  te  geven  tot  navolginghe; 

2.  dat  Christus  d'selffde  straffe  niet  geleden  hadt,  die  w^  verdient 
hebben ; . 

3.  dat  het  gelove  moet  bescreven  worden  te  sijn  gehoorsaemheijdt  Jesu 
Christi,  ende  dat  het  gelove,  twelck  in  den  Catechismo  bescreven  wort, 
sg  een  phantastgck  gelooff,  passende  op  alle  secten  ende  sectargsen,  die 
maer  uijterlijcke  professie  doen  van  Christo  Jesu; 

4.  dat  d'erffsonde  alleen  oneijgentiyck  een  sonde  genoemt  mach  werden ; 

5.  dat  d'erffsonde  alleen  een  sonde  Adams  sij,  sodat  Qt)dt,  ons  om  die 
erffsonde  straffende,  een  vreemde  sonde  straffen  soude; 

6.  dat  d'erffsonde  door  die  doodt  Christi  geheel  wechgenomen  is; 

7.  dat  die  genegentheijdt ,  die  de  cleijne  kijnderen  hebben  ten  quaede, 
haer  niet  van  natuijren  aencleeft,  maer  in  haer  verweckt  wordt  door  quaedt 
exempel  der  ouden; 

8.  dat  &odt  het  menschel^cke  gheslachte,  eer  h|j  sijn  verbondt  der 
genade  met  hen  gemaeckt  hadde,  om  die  sonde  Adams  niet  en  heeft 
mogen  straffen; 

9.  dat  die  wedergeborene  in  dit  leven  die  geboden  Gbds  volcomentlijck 
connen  onderhouden; 

10.  dat  enighe ,  die  de  Gereformeerde  kercke  hier  te  lande  met  valsche 
leere  beroert  hebben  ende  daerover  gecensureert  ofte  geexcommuniceert 
sijn,  evenwel  noch  leeraers  van  d'selve  kercke  te  achten  sijn,  so  oock 
dat  sij  met  haeren  aenhanck  d'selfde  Gereformeerde  kercke  hier  te  lande 
souden  representeren; 

11.  dat  Arrio  groot  ongelijck  geschiet  is,  dat  lujj  veroordeelt  is  om  sgn 
gevoelen ; 

12.  dat  Christus  die  sone  Gods  niet  wordt  genoemt  ten  aensien  sqnder 
ewige  generatie  uijt  het  wesen  des  Vaders,  maer  om  andere  voortreffe- 
lijckheden,  die  in  hem  geweest  sqn  meer  dan  in  andere  menschen; 

13.  dat  wg  met  ditselffde  vleijsch  niet  wederom  sullen  opstaen; 

14.  dat  die  godtlosen  niet  verrijsen  sullen; 

15.  dat  het  die  chnjjstelijcke  overicheydt  niet  geoorloft  is  oorloch  te 
voeren; 

16.  dat  Godt  niet  en  is  eenvoudich  in  wesen  ende  drievoudich  in  per- 
sonen; 

17.  dat  men  die  beelden  wel  wederom  in  die  kercken  mocht  hebben; 

18.  datter  gheen  helle  nu  en  is,  maer  dat  ten  jongsten  daghe  den  aert- 
bodem  die  helle  worden  sal; 

19.  dat  men  geenderle^  secten  van  valsche  leere  mach  beschuldighen, 
indien  sij  maer  die  12  articulen  des  gelooffs  aennemen,  so  die  leggen. 

Acta  syn.  provinc.   VI.  23 


354 

"VU.  Ënde  hoewel  men  achten  wil  enighe  der  voorgemelte  stucken 
meer  disputandi  als  asserendi  gratia  gesustineert  te  sijjn,  oock  dat  men 
vertrouwet,  dat  die  serio  hierbevorens  sodanighe  vreemde  dingen  mochten 
hebben  voorgegeven,  mettert^jtdt  sich  mochten  hebben  beter  bedacht,  is 
nochtans  goetgevonden  d'selffde  tesaemen  in  handen  van  die  E.  Mog.  heeren 
Staeten  ende  door  d'selffde  aen  die  Remonstranten  over  te  leveren  om 
daerop  rondelijck  haer  verdaringhe  te  hooren  ten  eijnde  alleen,  so  ijjemandt 
derselffder  hadden  enich  bedencken  daerover,  hetselffde  tot  haerder  ende 
der  kercken  voorder  gerusticheydt  mede  bequaemel^ck  mochte  gebrocht 
worden  ad  synodum  nationalem.  Men  sal  oock  versoecken,  dat  die  E.  Mog. 
heeren  Staeten  gelieve  die  Remonstranten  te  belasten,  dat  se  in  genere 
verdaeren,  off  sij  oock  op  noch  enighe  andere  poinct  der  leere  enich  be- 
dencken hebben,  alles  ten  fine  voorscreven  ende  om  also  nae  te  comen, 
tgene  in  die  kerckenordeninghe  cap.  I,  art  4,  alsmede  in  die  poincten 
aengaende  den  nationalem  synodimi  bij  die  Hog.  Mog.  heeren  Staeten  Gtenerael 
articulo  9,  geordineert  is. 

Den  15  Octobris. 
YIII.  Het  poinct  der  leere  dusverre  affgehandelt  sijnde,  is  met  een- 
paerighe  stemmen  goetgevonden,  dat  men  door  die  gedeputeerden  deses 
synodi  in  nationali  synode  sal  aenhouden  om  te  bekomen  eenderleij  kercke- 
l^cke  ordeninghe,  na  d'welcke  alle  die  Geünieerde  Provinciën  sich  sullen 
hebben  te  reguleren,  belovende  die  gesamentl^cke  broeders  sodanighe 
ordre,  als  daer  sal  beraemt  worden,  mede  te  sullen  accepteren  ende  daer- 
mede  sich  te  conformeren. 

IX.  Daemae  is  men  getreden  tot  die  acta  synodi  superioris  de  anno 
1612.  D'welcke  voorgelesen  synde,  is  bij  occasie  van  dien  goetgevonden 
op  den  synodum  nationalem  dese  vragen  voor  te  steUen: 

1.  Off  men  Qemandt  volwassen  sqnde  dopen  mach,  die  niet  beloven 
wil  hem  ter  eerster  gelegentheydt  ten  h.  avondtmael  te  begeven? 

2.  Off  men  den  doop  buqten  ende  sonder  predicatie  met  besloten  deure 
aen  ijemandt,  tsg  jonck  tsij  oudt,  bedienen  mach? 

3.  Hoe  men  met  die  kijnderen ,  in  onecht  gheboren ,  handelen  sal ,  wan- 
neer se  ten  doop  gepresenteert  werden? 

4.  Off  een  persoon,  die  niet  wetende,  dat  hij  ongedoopt  is,  ende  sich 
ten  avondtmael  begeven  hebbende,  twelck  hij  oock  langhe  tijtdt  gebruijckt 
heeft,  stichtelijck  ende  eerlijck  levende  ende  naderhandt  ghewaer  wor- 
dende ,  dat  hg  ongedoopt  sij ,  behoorde  gedoopt  te  worden ,  mitsgaders  hoe 
ende  waer  sulcx  gheschieden  sal? 

X.  Die  gecommitteerde,  die  van  wegen  desen  synode  sullen  gaen  ad 
synodum  nationalem,  sijn  gelastet  met  eenpaerighe  toestemminghe  aller 


35S 

broederen ,  [dat  sg]  l)  wanneer  van  die  vijff  articulen  gesproken  sal  worden ,  niet 
toelaeten  sullen ,  dat  nae  het  stellen  des  staets  des  verschils  enighe  quaestie 
werde  voorgenomen  diesaengaende,  voor  ende  aleer  geinquireert,  gedefi- 
nieert  ende  uitgesproken  sal  wesen,  welck  van  beijden,  te  weten  Remon- 
stranten off  Contraremonstranten,  het  gevoelen  hebben  van  die  (ïereformeerde 
kercke.  Ende  so  daemae  b^  die  onderleggende  parthqe  instantie  worde 
gedaen  om  accommodatie  ofte  tolerantie,  en  sullen  daervan  niet  moghen 
handelen,  tensij  dat  eerst  u^t  Gods  woordt  ondersocht,  gedecideert  ende 
verclaert  sal  sqn,  welck  van  beijden  voorscreven  gevoelen  nae  die  waer- 
heijdt  s^.  T welck  sijnde  gheschiet,  sullen  sg  van  tolerantie  moghen  spreken, 
doch  alleen  die  nae  waerhe^dt  is,  ende  mits  dat  die  su^verheydt  der 
leere  daerdoor  niet  en  worde  gequetset 

Den  16  Octobris. 
XI.    Is  ijeder  affgevraecht,  wat  particuliere  gravamina  h^  hadde,  die 
men  off  die  heeren  Staeten  deser  provincie  off  den  nationali  synode  soude 
voorstellen  om  daerin  te  moghen  werden  voorsien.  Ende  s^n  bijgebracht 
dese  naevolgende: 

1.  dat  verhindert  worden  die  vergaderinghe  der  Papisten  ende  affgo- 
dische  ende  superstitieuse  diensten  als  beevaerden,  die  tot  nadeel  van 
die  Gereformeerde  relligie  gepleecht  worden,  waeronder  sqn  die  publijque 
superstitien ,  hier  ende  daer  gepleecht  in  die  begraeffenisse  der  doeden; 

2.  dat  die  heijlichmakinghe  des  sabbathts  gevordert  werde,  d'welcke 
niet  alleen  op  alle  plaetsen  door  verscheyden  manieren  van  doen  gemeijn- 
lijck  werdt  gevioleert,  maer  oock  op  sommighe  plaetsen  door  openbaere 
marckten  onder  die  predicatien,  door  tochten  ende  openbare  excercitien 
der  schutterijen,  d'welcke  oock  onder  die  predicatien  werden  gedaen; 

3.  dat  men  die  plaetsen  versorghe  met  oosters  ende  schoolmeesters, 
die  van  die  Gereformeerde  relligie  s^n,  insgelycxs  offecieren,  schouten 
ende  secretarijsen; 

4.  dat  men  die  gilden  ende  broederscappen ,  welckers  goederen  onnutte- 
lijck  werden  verteert,  mocht  affschaffen  ende  d'selvighe  tot  andere  noot- 
saeckelijcke  diensten  emploijeren; 

5.  dat  geweert  werden  allerhande  insolentien  op  Nieujaersavondt  ofte 
nacht,  ende  int  schatten  van  die  bruijdegoms  off  andersins  gepleecht; 

0.  dat  die  dode  lichaemen  derghenen,  die  doodtghesteken  ofte  vermoordt 
sqn,  in  die  kercken  niet  werde  geleidt,  totdat  den  soen  daerover  gedaen  is. 

Xn.  Aengaende  die  kercken  deser  provincie,  vacerende  offte  noch 
comen  sullen  te  vaceren  durante  synodo  nationali,  daer  gheen  (Gerefor- 
meerde kerckenraedt  en  is ,  sullen  niet  worden  versien ,  maer  bij  leeninghe 


1)     [  J  aangevuld  uit  W  W. 

23^ 


356 

Worden  bedient  van  die  naestghesetene  predicanten,  sonder  onderscheidt 
van  wat  gevoelen  die  mochten  wesen,  welverstaende  so  die  naestgeseten 
is  vant  gevoelen  der  Remonstranten,  dat  alleen  die  Remonstranten  die 
plaetse  sullen  bedienen,  ende  so  die  naestghesetene  waere  vant  gevoelen 
der  Contraremonstranten,  dat  d'selvighe  alleen  die  plaetse  sullen  bedienen, 
tenwaere  dat  die  respective  vacerende  gemeijnten  hierdoor  sich  vonden  be- 
swaert,  in  welcken  gevalle  s^  haer  b^  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  becla- 
gende,  bij  dieselve  ordre  sal  moghen  ghestelt  worden  tot  haeren  contentement 
Ende  sullen  van  dese  vergaderinghe  vercoren  worden  vier  deputati  synodi , 
die  men  presenteren  sal  aen  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  om  geauthoriseert 
te  woi*den  om  op  alle  voorvallende  swaricheden  betreffende  die  kercken 
ten  platten  lande,  resorterende  onder  dese  vergaderinghe,  te  letten  ende 
te  doen  nae  behoiren ,  ende  dit  alles  bij  provisie ,  op  hope  dat  die  E.  Mog. 
heeren  Staeten  deser  provincie  gelijcke  ordre  sullen  doen  stellen  bij  die 
vergaderinghe  der  Remonstranten,  twelck  naederhandt  bevonden  is  gheschiet 
te  s^n. 

Den  20  Octobris. 
Xni.  Sijn  genomineert  deputati  synodi,  die  usque  ad  proximam  pro- 
vincialem  synodum  het  opsicht  over  die  kercken,  onder  dese  vergaderinghe 
sorterende,  hebben  sullen.  Ende  s^n  dese:  Joannes  Wirtzfeldiüs ,  Lau- 
RENTius  M0D.EU8,  Gerhardus  Helmichius  cndc  JoANNES  Aucopius,  d'welcke 
van  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  oock  sijn  geauthoriseert. 

XIIII.  Het  antwoordt  der  Remonstranten  op  den  1  artij.  der  con- 
troversie,  hierboven  articulo  2  ghestelt,  ingekomen  s^nde,  is  nae  over- 
lesinghe  ende  neerstich  ondersoeck  verstaen  niet  te  dienen  om  statum 
quaestionis  daeruijt  te  connen  formeren.  Ende  dew^l  men  uijt  die  tergi- 
versatie  der  Remonstranten,  bl^jckende  bij  haere  lancksaeme  handelinghe 
alsmede  uijt  haer  duij stère  ende  intricate  antwoorde,  qualijck  hopen  can, 
dat  men  een  goet  ende  spoedich  eynde  (gelijck  om  die  naehe^jdt  des  synodi 
nationalis  ten  ho(X3hsten  wel  vere^scht  soude  worden)  desesaengaende 
hebben  mochte,  is  goetgevonden  hierbij  die  saecke  laeten  berusten  us- 
que ad  ipsam  synodum  nationalem  ende  voort  te  vaeren  om  te  hebben 
haere  verdaringhe  over  die  andere  poincten ,  hierboven  ghestelt  articulo  6. 
Ende  s^n  genomineert  D.  Udemannüs  ende  D.  Allastius  om  als  morgen 
die  vergaderinghe  van  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  d*selfFde  poincten  over 
te  leveren,  alsmede  aen  te  houden  om  bescheydt,  off  die  Remonstranten 
gesint  sijn  ad  synodum  nationalem  te  deputeren  oiï  niet,  ten  eynde  men 
sulcx  verstaen  hebbende  dese  vergaderinghe  sich  daernae  mochte  reguleren , 
om  alsoo  eens  te  comen  tot  conclusie  deser  synodale  handelinghe,  houdende 
haer  voorsekert,  dat  se  genoechsaem  haer  gequeten  heeft  int  voorstellen, 


357 

vereorgen  ende  verrichten  van  alle  tgene,  twelck  volgens  den  last  der 
Ho.  Mog.  heeren  Staeten  Generael  alsmede  der  E.  Mog.  heeren  Staeten 
deser  provincie  in  dese  vergaderinghe  is  te  verhandelen  gheweest 

XV.  Sijnde  bij  die  E.  heer  borgeme^ster  Hardevelt  uijt  naeme  van 
die  E.  heeren  Staeten  voorgestelt,  off  niet  raedtsaem  waer,  dat  dese  ver- 
gaderinghe met  die  van  die  Remonstranten  werden  bijeengebracht  om  alsoo 
mondeling  te  bespoedigen  ende  aff  te  handelen ,  tgene  bleeck  dat  scrif telyck 
niet  wel  en  succedeerde.  Is  verstaen  om  gewichtighe  redenen  snlcx  tegen- 
woordich  niet  raedtsaem  noch  dienstich  te  s^n.  Indien  nochtans  die  Mog. 
heeren  Staeten  het  anders  mochten  verstaen,  sal  men  versoecken,  dat 
dan  uqt  ijeder  vergaderinghe  twee  off  drie  tot  sodanighe  mondelinghe  be- 
soignes  mogen  werden  gedeputeert,  daertoe  dese  vergaderinghe  haer  mede 
willich  presenteert 

Den  21  Octobris. 

XVI.  Sijnde  die  broeders  gevraecht  nae  die  gelegentheydt  haerder 
kercken  ende  scholen,  ende  is  uijtgenomen  die  vooigemelte  swaricheden, 
daer  remedie  tegens  versocht  sal  worden  in  synodo  nationali,  bevonden 
d'selvighe  sodanich  te  sijn,  dat  men  met  vreuchden  Godt  daerover  heeft 
gedanckt.  Ende  sijn  die  broeders  eemsteljjck  vermaent  voortaen  in  haere 
aenge wende  trouwiche^dt  ende  naerstiche^dt  te  continueren,  sorch  dragende 
dat  nevens  die  leere  der  waerhe^jdt  oock  die  godtsalicheijdt  onderhouden 
ende  voortgeplant  werde,  twelck  jjedereen  heeft  belooft  te  doen. 

Den  22  Octobris. 
XVn.  Sijnde  verstaen  het  gesinnen  der  E.  Mog.  heeren  Staeten  te 
wesen,  dat  men  per  depiitatos  handele  met  ghel^cke  gedeputeerde  der 
Remonstranten  over  h^t  stellen  des  staets  des  verschils  ende  verders  niet, 
sijn  tot  dien  eijnde  gedeputeert  uqt  dese  vergaderinghe  D.  Arnoldus 
OoRTCAMPius,  D.  Sebastiaiojs  Damannus  ende  D.  Godofridus  Udemans.  Is 
evenwel  dese  handelinghe  achtergebleven,  dewijl  die  Remonstranten  niet- 
tegensstaende  der  E.  heeren  Staeten  goetvijnden  ende  belastinghe  daerin 
hebben  gedifBculteert 

XVIII.  Ende  aengaende  die  vraechstucken  over  die  vreemde  leeringhe, 
hierboven  ghestelt,  syn  die  wel  door  die  E.  heeren  Staeten  den  Remon- 
stranten overgelevert  om  beantwoordt  te  worden ,  maer  is  gheen  antwoordt 
gecoraen,  doch  hebben  die  Remonstranten  sekere  remonstrantie  aen  d'ge- 
melte  heeren  tot  excuse  haerder  weijgeringhe  overgegeven  nevens  haere 
antv^'oordt  op  die  resterende  vier  poincten  van  die  vijff  welbekende  articulen. 
DVelcke  dese  vergaderinghe  gesien  ende  gelesen  hebbende,  is goetgevonden 
d'selffde  tsaemen  te  brengen  op  den  nationalem  synodum. 


358 

XIX.  Is  door  D.  Udemannum  ende  D.  Wirtzïtldium  uqt  last  ende 
naeme  deser  vergaderinghe  den  E.  Mog.  heeren  Staeten  voorgedragen, 
hoe  w^t  onse  handelinghe  gecomen  was,  welcke  w^  hoopten  dat  haer 
E.  Mog.  haer  souden  laeten  gevallen,  met  versoeck  so  \jedt  resteerde  buijten 
onsen  weten ,  dat  wij  bereydtwillich  waeren  te  verwachten  ende  te  doen , 
wat  haer  E.  Mog.  ons  soude  verder  believen  te  belasten;  sus  anders, 
dat  wij  tot  die  conclusie  treden  ende  met  haer  E.  Mog.  verloff  naer  huijs 
vertrecken  souden. 

Daerop  dese  vergaderinghe,  met  bl^scap  verstaen  hebbende  het  goede 
genoegen,  dat  haer  E.  Mog.  verclaarden  aen  onse  besoignes  te  hebben, 
ende  dat  haer  E.  Mog.  niet  verder  ons  hadden  te  bevelen,  maer  dat  w^ 
wel  mochten  tot  het  besluydt  treden  ende  dan  scheyden,  so  is  men  ge- 
komen tot  nominatie  derghenen,  die  ad  nationalem  synodum  sullen  gaen. 
Ende  sqn  gedeputeert:  D.  Joannes  Dibbetius,  predicant  tot  Dordrecht,  bq 
authorisatie  der  E.  Mog.  heeren  Staeten  deser  provincie,  representerende 
nefFens  andere  die  kercke  van  Utrecht,  D.  Arnou)us  Ooktcampius,  p.  tot 
Amersfoordt,  ende  joncker  Lambebtüs  Canterus,  ouderling  der  waere 
Gereformeerde  kercke  binnen  Utrecht. 

Ende  off  het  gebeurde,  dat  ijjemandt  der  voornoemde  cranck  wierde,  ofte  om 
andere  nootsaeckelijcke  redenen  van  den  synodo  mochte  comen  te  absen- 
teren ,  ofte  oock  dat  die  gecommitteerde  van  die  Remonstranten  voor  den 
tijtdt  sich  van  die  synodale  vergaderinghe  affsonderden,  s^jn  genomineert 
D.  Laurentiub  Modjjüs,  p.  tot  W^ck  b^  Duijrstadt,  ÖEmiARDus  HELmcHius, 
p.  tot  Venendael,  ende  Pieter  van  Dam,  ouderling  tot  Amersfoordt,  om 
in  sulcken  gevalle  nae  vere^sch  der  saken  op  gheljjcke  last  ende  instnictie 
als  die  voorgaende  in  den  synodo  te  succederen. 

Ende  so  die  voornoemde  ses  buijten  hope  tesaemcn  malcanderen  niet  conden 
ontsetten,  syn  gedeputeert  D.  Joannes  Wibtzfeldius  ,  p.  tot  Rhenen,  D. 
Jagobus  HuGi-afssEN,  p.  tot  Hageste^n ,  D.  Joannes  AuconuR,  p.  tot  Mijdrecht, 
ende  D.  Joaiwes  Allastius,  p.  tot  Montfoordt,  om  ordentelijck  den  voor- 
screven  last  op  haer  te  nemen,  opdat  immers  het  getal  van  sessen  tot 
behoirlijcke  directie  der  saecken  onser  kercken  altjjtdt  compleet  blijve. 
Ende  dewijl  het  sich  bevyndt,  dat  alle  vier  die  gedeputeerden  deses  synodi 
hierboven  bq  substitutie  genomineert  sijn  om  ad  nationalem  synodum  te 
trecken,  is  besloten,  dat  die  andere  twee  ofte  drie,  die  hier  mochten  blijven , 
gelijcke  last  ende  auctoriteijdt  sullen  hebben,  alsoff  se  alle  vier  bqeen 
waeren. 

XX.  Is  gesproken  van  die  commissie,  die  de  gedeputeerden  ad  synodum 
nationalem  soude  raedegegeven  werden,  ende  na  rijpe  deliberatie  heeft 
men  met  allegemeqn  advijs  dese  navolgende  ingestelt: 


359 

Instructie  voor  die  broederen,  d'welcke  van  wegen  die 
synodale  vergaderinghe  in  die  provincie  van  Utrecht,  ver- 
gadert int  capittelhnqs  ten  Dom,  syn  gedeputeert  ad  synodum 
nationalem. 
Wij   dienaeren  des  goddeljjcken  woordts,  representerende  die  synodale 
vergadeiinghe  van  die  provincie  van  Utrecht  voor  dat  deel,  dat  gebleven 
is  bij   die  oude  (ïereformeerde  leere,  in  onsen  kercken  in  conformiteijdt 
van  andere  provinciën  aengenomen ,  hebben  gecommitteert  ende  committeren 
mitsdesen  om  te  verschijnen  op  den  synodum  nationael  tot  Dordrecht  onse 
eerw.   ende   1.   medebroeders  D.  D.  Joannem  Dbbbetium  ende  Arnoldum 
OoRTCAMPiuM,  respective  predicanten  tot  Dordrecht  ende  Amersfoordt,  (maer 
die  eerste  als  representerende  bQ  voorgaende  authorisatie  van  die  E.  Mog. 
heeren  Staeten  deser  provincie  die  kercke  van  Utrecht)  ende  joncker  Lam- 
BERTus   Canterus,   als   ouderlinck  van  die  waere  Gereformeerde  kercke 
binnen  Utrecht,  om  ujjt  onser  aller  naem  met  die  eerw.  hoochgheleerde 
die  broederen  van  die  nationale  versamelinghe  te  helpen  delibereren  ende 
resolveren  over  allesulcke  gravamina,  vragen  ende  andere  poincten,  die 
daer  sullen  voorvallen,  dienende  tot  behoudinghe  der  waerhe^dt,  ruste 
ende  vrede  in  die  kercken  van  onse  provinciën,  midts  dat  se  haerselven 
sullen  reguleren  nae  dese  onse  volgende  instnictie: 

1.  Soo  sullen  onse  gedeputeerde  broederen  nopende  die  v^fF  articulen 
niet  treden  int  ondersoeck  van  die  waerheydt  ofte  onwaerheqdt  derselver, 
tensg  dat  te  voren  verclaringhe  s^  gedaen ,  welcke  parth^e ,  Remonstranten 
off  Contraremonstranten,  bij  die  eniehe^dt  van  die  rechte  Gereformeerde 
kercken  gebleven  sijn,  tenwaere  dat  b^  die  gemeijne  vergaderinghe  om 
gewichtighe  redenen  anders  verstaen  wierdt. 

2.  Indien  daemae  op  het  versoeck  van  die  geïnteresseerde  parth^e  off 
andersins  wordt  voorghenomen  het  ondersoeck  van  die  waerheijdt  in  die 
voorss.  articulen,  so  sullen  sijj  ghehouden  sgn  die  beljjdenisse,  die  b^  die 
gemeene  broederen  van  onse  vergaderinghe  gedaen  is,  met  bondighe  redenen 
uyt  Gods  woordt  nae  haer  beste  wetenscap  staende  te  houden,  ende  en 
sullen  ghene  veranderinghe  in  die  leere  moghen  toestaen  sonder  reces  te 
nemen  aen  haere  principalen. 

3.  Nopende  die  tolerantie  van  die  voorss.  vqff  articulen,  daervan  en 
sullen  sij  van  selif s  ghenen  voorslach  doen ,  maer  so  die  bij  andere  gedaen 
wordt,  sullen  haer  onderwerpen  die  meeste  stemmen  des  synodi  nationalis, 
behoudens  altytdt  die  suijverhe^dt  der  leere  voorss. 

4.  Aengaende  die  controversien  buijten  die  vijfF  articulen ,  van  sommighe 
op  die  bane  gebracht,  sullen  aenhouden,  dat  d'selffde  poincten  b^  die 
eerw.  vergaderinghe  oock  mochten  ondersocht  ende  nae  Gods  woordt  ge- 
decideert  worden,  ende  overmits  onse  respective  provinciën  niet  weqnich 


360 

daermede  s^n  besmet  gheweest,  dat  alle  respective  predicanten,  daer  synde 
ende  thiiqs  bl^vende,  belast  worde  haerselven  daerop  te  verclaeren. 

5.  Sullen  voorts  onse  gecommitteerde  aenhouden ,  datter  een  algemeijne 
kerckeljjcke  ordre  mach  gearresteert  worden  over  alle  die  respective  pro- 
vinciën, opdat  onse  kercken  oock  in  dit  stuck  enicheijdt  met  d'andere 
kercken  van  onse  unie  mochten  onderhouden,  hetwelcke  w^  hoochnodich 
achten. 

6.  Worden  oock  belast  alle  onse  gravamina  debite  voor  te  stellen,  aen 
te  drijven  ende  met  goede  redenen  voor  die  vergaderinghe  instantie  te 
doen  nae  behooren. 

7.  Ende  overmidts  daer  veele  wichtighe  ende  swaere  poincten  sullen 
voorvallen,  daer  goede  advijsen  sullen  nodich  sijjn,  so  is  verstaen,  dat  se 
met  alle  respective  broederen,  met  namen  die  ons  in  dese  vergaderinghe 
geassisteert  hebben,  alle  goede  ende  vriendelqcke  correspondentie  sullen 
houden. 

8.  Ingevalle  enighe  van  onse  gedeputeerde  door  sieckten  off  andere 
nodighe  redenen  mosten  na  huqs  trecken,  sullen  hetselvighe  met  den 
eersten  aen  die  deputatis  synodi  verwittigen  om  te  doen  volgens  d'ordre, 
b^  ons  daerop  gemaeckt  ende  hiervorens  bescreven. 

Censura  momm  ghehouden  sijjnde,  is  die  vergaderinghe  in  goeden  vrede 
met  dancksegginghe  tot  Gbdt  besloten,  ghel^ck  oock  die  E.  eerentfeste 
heeren  gecommitteerden  van  die  E.  Mog.  heeren  Staeten  deser  provincie 
hertelijck  bedanckt  sijn  van  wegen  hare  vlqtighe  hulpe  ende  addres,  aen 
dese  vergaderinghe  bewesen.  Sijn  oock  bedanckt  die  broeders  intgemeijn, 
met  namen  die  broeders,  die  van  buijten  gecomen  sijjn,  van  wegen  haere 
vrientlijcke  bywoninghe  ende  getrouwen  dienst  Actum  den  23  Octobris  1618. 

A.  OoRTCAMF,  praeses. 

Sebastiaitus  Damman,  sijnodi  assessor. 

Laubentius  MoDiEUS ,  scriba,  l) 


Acta  der  synodale  vergaderingen  vergadert  in  St 
Catharinen  tot  Utrecht  den  12  Octobr.  anno  1618. 

iijjn  verschenen  der  Ed.  Mog.  h.  h.  Staten  van  utrecht  gecommitteerde 
joncker  Dibck  van  Egk  ende  mr.  ANSEunis  Salmius,  pensionaris  der  stadt 
utrecht,  ende 


^)    Deze  drie  onderteekeningen  tSjn  eigenhandig.  Het  h.8.  bevat  ook  nog  een  af- 
schrift van  deze  acta. 


361 


HeNKICDS   CiESABIÜS, 
JOAIÏNES  SfEENHOVIUB, 

Cabolüs  Rijgkew.£rt, 

ISAACUS  FkEDERIGI, 
RODOLFHÜS  ZtUÜS, 
WHiHEUCUS  NiEÜPOOBT, 

Samüel  Njeelajsub^ 
Petrus  Bosch, 

JOANinSS    ASSÜEBI    BODEGHERÜS, 

Peter  Yalck, 

WlLHELinTS  BiTTEBSBAGH, 

^aiDius  Zetbtiüs, 

JOAIOTES  ArNOLDI  BoBNIDS, 

DiDERicus  Camfhutben, 
Bartholoilsidb  Prevoshüb, 
Chbistofhorüs  Langeraegk, 
Akthoniüs  HoRimoviuB, 
Fraitcibcub  Taurinub, 
Benjamin  Wanmaker,!) 

HeNRICUS  WELSINaiüB, 

Assüerub  Joannis, 
Paulüb  Lindeniüs, 

JOANNES  NeDERLAGIÜB  , 

Egbertüs  Stedijh, 
joannes  m0naghiub,2) 


predicant  tot 


utrecht 

Utrecht 

Utrecht 

Utrecht 

Utrecht 

Utrecht 

Amersfoort 

Wqck. 

EoteiL 

Langeraeck. 

Tuil  ende  tWael. 

Segvelt 

Overlangbroeck. 

Vleuten. 

op  de  Vaert. 

Hermelen. 

Werckhoven. 

Haerssen. 

Lopick. 

St  Martensdgck. 

Baren  ende  ter  Eem. 

Soest. 

Woudenberch. 

Apcoude. 

Bunschoten. 


Is  nae  tgebedt  gecoren  tot  praeses  deser  vergaderinghe  Isaacüs  FnEDERia , 
tot  assessor  Joannes  Speenhovius,  tot  scriba  Sahuel  N.£RANüs. 

D.  syndicus  heeft  geproponeert ,  dat  alsoo  de  Ed.  Hoogh  Mog.  h.  h. 
Staten  Generael  hadden  uytgeschreven  eenen  nationalem  synodum  tegen 
den  1  Novembr.  naestcomende  ende  belast,  dat  in  de  respectiye  provinciën 
souden  worden  gehouden  synoden  preparatoir  tot  het  nationale,  diensvolgens 
de  Ed.  Mog.  h.  h.  Staten  deser  provincie  dese  vergaderinge  hadden  ge- 
convoceert,  in  dewelcke  s^  begeerden,  dat  de  tegenwoordige  Remonstrants- 
gesinde  predicanten  souden  stellen:  1.  haer  gevoelen  over  de  5  huijden- 
daechsche  differentiale  poincten  ende  den  staet  des  verschils  over  deselve ; 
2.  hare  gravamina;  3.  dat  s^  souden  deputeren  3  persoenen  tot  het  synodus 
nationael. 


1)  Hier  is  tufischen  geechreven:  >Ib  mito  sijn  sieckte  weder  vertrocken." 

2)  »      »         9  »  »I8  geoomen  den  19  Octob." 


362 

Is  van  de  h.  h.  gecommitteerden  verclaert,  dat  dese  onse  tegenwoordige 
vergaderinge  soowel  voor  een  synodale  vergaderinge  gehouden  sal  worden 
als  de  vergaderinge  der  Contraremonstrantsgesinde  int  capittel  ten  Dom. 

Alsoo  sekere  Contraremonstrantsgesinde  predicanten  bij  requeste  versocht 
hadden  aen  de  h.  h.  Staten  deses  Stichts  om  te  mogen  apart  vergaderen, 
ende  daertoe  onder  anderen  hadden  geallegeert  sekere  redenen,  daerdoor 
de  Remonstrantsgesinde  predicanten  bnqten  haere  schuit  worden  geblameert 
ende  beswaert,  soo  is  goetgevonden ,  dat  uijt  den  name  der  vergaderinge 
den  h.  h.  Staten  deser  provincie  sal  schriftelyck  worden  geremonstreert 
de  onschult  der  tonrecht  beschuldichde,  mitsgaders  hare  beswaemissen 
over  dese  separate  vergaderinge.  Tot  het  stellen  ende  overleveren  van 
welcke  remonstrantie  sijn  gedeputeert  de  praeses,  Cabolxts  RucKEWiERT 
endo  de  scriba. 

De  broeders,  bij  de  missive  der  h.  h.  Staten  van  de  beschrqvinge  deser 
vergaderinge  niet  verwitticht  geweest  synde  van  tgene,  daerop  sijj  eygentlijck 
souden  vergaderen  ende  besoigneren,  ende  derhalven  haer  daertoe  niet 
hebbende  connen  bereyden,  soo  is  tot  het  nacomen  van  de  twee  eerste 
leden  der  bovengementioneerde  propositie  der  h.  h.  gecommitteerden  geeyscht 
ende  geconsenteert  uijtstel  tot  den  15®»  Octob.  naestvolgende  na  den  middach 
ten  2  uren.  Maer  is  middelertyt  den  14®"  Octobr.  ons  overgelevert  den 
staet  des  verschils,  gestelt  bij  den  Contraremonstranten. 

Die  Jovis  den  15  Octob.  voormiddach. 

Heeft  men  begonnen  te  examineren  den  voornoemden  staet  des  verschils 
ende  is  desselven  dachs  den  h.  h.  Staten  overgelevert  de  voorgemelde 
remonstrantie  ende  tschrift,  geintituleert  Noodich  ondersoeck  etc. 

Namiddach. 

Is  de  vergaderinge  rapport  gedaen  van  de  voorss.  gedeputeerde  aen  de 
h.  h.  Staten ,  die  ter  antwoort  hebben  gegeven ,  dat  alsoo  die  resolutie  van 
apart  te  vergaderen  op  de  beschryvinge  van  de  Ed.  Mog.  h.  h.  Staten  was 
genomen,  daerin  bij  hare  Ed.  Mog.  gecommitteerde  niet  en  conde  ver- 
andert worden. 

Men  is  voortgegaeu  in  examine  status  controversiae ,  ende  s^n  gedepu- 
teert tot  het  stellen  van  de  antwoort  oft  aenmerckingen  op  den  staet  des 
verschils  de  praeses,  Speenhovius,  Cakolus  Rugkewjert  ende  de  scriba. 

Die  Lunae  19  Octob. 
Is  men  voortgegaen  int  examen  des  voorgemelden  schrifts. 

Martis  20  Octob. 
Is  goetgevonden  den  Contraremonstranten  tot  naerder  openinge  van  haer 
gevoelen  over  te  leveren  sekere  17  articulen,  concemerende  de  5  difFe- 


363 

rentiale  poincten,  om  hare  verclaringe  daerop  te  hooren  noopende  tver- 
werpen  oft  aennemen  derselver.  Ende  s^n  deselve  desselven  dachs  den 
h.  h.  Staten  overgelevert  mitsgaders  onse  aenmerckingen  over  den  1 
artijckel  staende  in  verschil. 

Mercurii  21  Octob. 

Sijn  naegesien  de  authueren,  daeruyt  de  17  voorgemelde  artieulen  genomen 
sijn,  ende  sijn  die  bevonden  wel  ende  getrouwelyck  te  syn  geextraheert 

Is  by  den  h.  h.  gecommitteerden  geproponeert  van  te  deputeren  van 
beyde  sijden  3  persoenen  om  met  malcanderen  naerder  te  spreken  aen- 
gaende  den  standt  des  verschils  ende  mondeling  te  confereren.  Is  bij  de 
vergaderinge  geantwoort,  dat  sy  raetsaem  vont  om  vele  redenen  schrifte- 
lijck  te  handelen.  Heeft  dan  noch  deselve  gepresenteert  mondelinge  confe- 
rentie tusschen  3  ende  3  persoenen ,  mits  dat  deselve  mochten  confereren 
niet  als  gedeputeerde  maer  voor  haer  particulier,  alsoo  in  sulcke  saken 
d'een  d'ander  niet  gevouchlyck  en  conde  vervangen,  ende  om  andere 
redenen  meer,  breeder  gededuceert  in  sekere  remonstrantie,  diesaengaende 
den  h.  h.  Staten  overgelevert. 

Is  oock  van  wegen  den  Contrarem.  overgelevert  door  de  gecommitteerden 
seker  schrift,  vervatende  19  vraeehstucken,  gaende  buqten  de  5  controverse 
poincten,  in  twelcke  aen  te  nemen  swaricheyt  is  gemaeckt  ende  geresol- 
veert  daerop  onse  gravamina  den  h.  h.  Staten  te  reraonstreren ,  twelck 
dachs  daeraen  mondeling  ende  schriftel^ck  is  gedaen. 

Die  Jovis  den  22  Octobr. 

S^n  gedeputeert  op  het  synodus  nationael  de  praeses  ende  de  scriba 
ende  tot  ouderling  de  heer  raetsheer  Helsdingen. 

Sijn  gecoren  tot  deputati  deses  synodi  J.  Speenhovius,  Carolus  Rucke- 
WiERT,  P.  BosscHius,  B.  Prevobtius. 

Die  Yeneris  den  23  Octob. 

S^jn  geiesen  onse  gravamina,  te  leveren  op  den  synodum  nationael. 

Alsoo  de  h.  h.  gecommitteerde  sdaeghs  te  voren  na  den  middach  (na 
toverleveren  van  ons  schrift  aen  de  Ed.  Mog.  h.  h.  Staten,  daerin  wij 
onder  anderen  claeghden,  dat  de  Contraremonst.  ons  vragen  voorstelden 
buyten  de  5  controverse  poincten,  daer  sjj  ons  op  onse  vragen,  concer- 
nerende  deselve  poincten,  van  dewelcke  wij  eygentlyck  hebben  te  handelen, 
antwoort  schuldich  bleven)  onse  vergaderinge  voorgedragen  hadden ,  dat  de 
broeders  Contrarem.  op  de  voorgemelde  17  artijckeien,  daerover  wijj  hare 
verclaringe  hadden  geeyscht ,  verclaert  hadden ,  dat  sij  soodanige  poincten 
noyt  en  hadden  geleert,  versouckende  dat  wij  noopende  de  voorgemelde 
19   vraeehstucken  buijten  de   5  art^ckelen,  ons  van  den  Contraremonst 


364 

voorgestelt,  namentlqck  dese:  Interserantur  articuli  st.,i)  van  ge- 
lijcken  souden  verclaren,  soo  is  geresolveert,  dat  de  vergaderinge  gelijcke 
verclaringe  sal  doen  ende  volgens  dien  verclaren,  dat  sy  het  affirma- 
tivum  oft  jae  van  de  1,  3,  4,  5,  6,  7,  8,  9,  10,  11,  12,  13,  17,  18^ 
vragen,  noch  het  negativum  oft  neen  van  de  2,  14,  15,  16,  19®  noyt 
en  heeft  geleert.  Ende  is  tselve  alsoo  geschiet  ende  de  gemelde  verclaringe 
desselven  dachs  den  h.  h.  Staten  behandicht. 

Des  avonts  is  gelesen  de  credentie  ende  instructie,  mede  te  geven  den 
gedeputeerden  tot  het  synodus  nationael,  ende  is  deselve  bij  de  vergaderinge 
geapprobeert  ende  gecommitteert  om  deselve  te  teyckenen  Speenhovtub, 
Bosscmus,  Prkvostiüs,  deputati  synodi.  Ende  is  daerop  na  gehoudene 
gewoonlycke  censura  morum  ende  den  gebede  de  vergaderinge  gescheyden. 

Vuyt  den  name  van  de  broederen  Remonstranten,  vergadert 
int  convent  van  St.  Catherynen. 

IsAAGUB  Frederigi,  pracsos  synodi. 
Saicuel  NiERAims,  scriba.  2) 


Copie. 
Alsoe  de  Hooch  Mog.  heeren  Staten  Generaell  van  dese  Yereenichde 
Nederlanden  goetgevonden  hebben  te  convoceren  eenen  sijnodum  nationalem, 
tegen  den  eersten  Novembris  te  houden  tot  Dordrecht,  ende  dien  volgende 
de  E.  Mog.  heeren  Staten  van  Utrecht  hebbende  gelekt  separate  vergade- 
ringe van  Remonstrants  ende  Contraremonstrantsgesinde  predicanten,  be^jde 
houdende  voor  eenen  wettigen  sqnodum  provintiaell  van  Utrecht,  den 
Remonstranten  belast  hebben  twee  predicanten  met  een  ouderlingh  te  com- 
mitteren om  in  de  vergaderinge  des  synodi  nationalis  als  leden  desselven 
te  compareren ,  soe  ist  dat  dese  synodale  vergaderinge  gecommitteert  heeft 
ende  committeert  mitsdesen  de  eerwaerdige  welgeleerde  hoochwijse  ende 
godtvruchtige  onse  beminde  medebroeders  D.  Isaacüm  Fredemct  en  D. 
Samüelem  N.£ranum,  respective  kerckendienaren  tot  Utrecht  ende  Amers- 
foort, ende  mr.  Steven  van  Helsdingen,  raedt  ordinaris  van  den  Hove 
provintiaell  van  Utrecht  ende  oudtouderling  der  kercken  aldaer,  om  van 
harentwegen  op  den  voornoemden  s^nodum  nationaell  als  leden  desselven 
te  compareren  ende  de  poincten  van  praedestinatie  met  den  aencleven  van 
dien  te  helpen  ondersoecken ,  onse  sententie  ende  gravamina  op  dese  ende 
andere  dingen  voorstellen,  def enderen  off  accommoderen,  de  gravamina 


1)  Dil  zijn  de  >XIX  vraechstukken'',  zie  volg.  bladz. 

2)  Beide  onderteekeningen  zijn  eigenhandig. 


365 

van  andere  kercken  off  personen,  tsg  int  gemeqn  off  int  particulier,  aen 
te  horen  en  daerop  reces  te  nemen  om  ons  deselve  te  communiceren,  alle 
scheuringe  tegen  te  staen  en  helpen  weeren  ende  wechnemen,  ende  in 
alles  doen  ende  oordelen  achtervolgende  Oodes  h.  woordt,  als  sij  in  cons- 
dentie  sullen  vinden  te  behoren  volgens  de  instructie,  haer  E.  E.  tot 
desen  eijnde  medegedeqlt.  Versoucken  daerom  aen  de  E.  E.  Mog.  heeren 
ende  broeders,  aldaer  in  s^nodo  nationali  vergadert,  dat  se  de  voornoemde 
onse  weerde  medebroeders  voor  sodanich  willen  erkennen  ende  aennemen 
ende  haer  E.  E.  in  desen  vollen  gelove  geven,  alsoff  w^  alle  daer  tegen- 
woordich  waeren.  Actum  in  onse  synodale  vergaderinge,  gehouden  in  S^ 
Catharynen  binnen  Utrecht  den  TTKTTT®"  Octobris  1618.  Onderstondt:  vu^t 
namen  ende  last  des  provintialen  s^nodi  der  Remonstrantsgesinde  predi- 
canten  in  den  Stichte  van  Utrecht,  die  bij  de  ware  Gereformeerde  religie 
ende  christel|jcke  kerckenordeninge  van  Utrecht  gebleven  sqn,  als  specialijck 
daertoe  gedeputeert.  Ende  was  onderte^ckent:  Johannes  Speenhoviüb. 
Babtholomeus  Pbovoostiüb. 


[XIX   Yraechstucken ,   bij    den   Contraremonstranten  den 
Remonstranten  overgelevert]  l) 

Alsoe  op  huijden  den  22  Octobris  de  h.  h.  gecommitteerde  van  de  Ed. 
Mo.  h.  h.  Staten,  in  onse  synodale  vergaderinge  hebben  voorgestelt,  dat 
de  broeders  Contrarem.  op  de  17  articulen,  concemerende  de  5  controverse 
poincten,  daer  w^  haere  verclaringe  hadden  vere^scht,  verclaert  hebben, 
dat  sij  soodanige  poincten  noijt  en  hebben  geleert,  versouckende  dat  w^ 
noopende  seeckere  vraechstucken  buijten  de  vijjff  controverse  poincten,  ons 
van  de  Contrarem.  voorgestelt,  namentlijck  dese: 

1.  Off  Christus  den  bitteren  doot  des  cruijces  aUeen  gestorven  is  om 
ons  een  exempel  te  geven  tot  naevolginge? 

2.  Off  Christus  deselffde  straffe  niet  geleden  heeft,  die  wij  verdient 
hebben? 

3.  Off  het  geloove  moet  beschreven  worden  te  sijn  gehoorsaemhe^t  Jhesu 
Christi ,  ende  off  het  geloove ,  in  den  Catechismo  beschreven ,  sij  een  fan- 
tastijck  gelooff,  passende  op  aUe  secten  ende  sectarissen,  die  maer  wterlijcke 
professie  doen  van  Christo  Jhesu? 

4.  Off  d'erffsonde  alleen  oneijgentlijck  een  sonde  genoemt  mach  worden? 

5.  Off  d'erffsonde  alleen  een  sonde  Adams  s^,  soodat  Oodt,  ons  om  die 
sonde  Adams  straffende,  een  vreemde  sonde  straffen  soude? 

6.  Off  d'erffiBonde  door  de  doot  Christi  geheel  wechgenomen  is? 


^)     Dit  opschrift  ntaat  buiteDop  het  stuk. 


366 

?.  Off  die  genegentheijt ,  die  de  cleijne  kinderen  hebben  ten  qiiade, 
haer  niet  van  naturen  aendeeft,  maer  in  haer  verweckt  wordt  doort  quaet 
exempel  der  ouden? 

8.  Oif  Godt  het  menschel^ck  geslacht,  eer  hq  sijn  verbondt  der  genade 
met  haer  gemaeckt  hadde,  om  die  sonde  Adams  met  de  verdoemenisse 
niet  en  heeft  mogen  straffen? 

9.  Off  de  wedergeborene  in  dit  leven  de  geboden  Godts  volcomentlijck 
connen  onderhouden? 

10.  Off  diegene,  die  de  Gereformeerde  kercke  hier  te  lande  met  valsche 
leere  beroert  hebben  ende  daerover  gecensureert  ofte  geexcoramuniceert 
sqn,  evenwel  voor  leeraers  van  deselffde  kercke  mogen  gehouden  werden, 
soo  oock  dat  sij  met  haeren  aenhanck  deselffde  kercke  hier  te  lande  souden 
representeren? 

11.  Off  Arrio  oock  groot  ongel^ck  geschiet  sijj,  dat  hij  veroordeelt  is 
om  sijn  gevoelen? 

12.  Off  Christus  de  soone  Godts  niet  en  wordt  genoemt  ten  aensien 
sqner  eeuwiger  generatie  wt  het  wesen  des  Vaders,  maer  om  andere 
voortreffelijckheden,  die  in  hem  meer  geweest  sijn  dan  in  andere  menschen? 

13.  Off  wij  met  ditselffde  vlejjsch  niet  wederom  sullen  opstaen? 

14.  Off  de  goddelosen  verrijsen  sullen? 

15.  Off  het  de  christelijcke  overicheqt  geoorloft  is  oorloch  te  voeren? 

16.  Off  Godt  niet  en  is  eenvoudich  int  wesen  ende  drjjvuldich  in  per- 
soenen? 

17.  Off  men  de  beelden  wel  wederom  in  de  kercke  mach  hebben? 

18.  Offer  nu  oock  een  helle  is,  off  dat  ten  jongsten  dage  den  aertbodem 
de  helle  worden  sal? 

19.  Off  men  oock  eenigerleij  secten  van  valsche  leere  mach  beschuldigen , 
indien  sij  maer  de  12  articulen  des  gelooffs  aennemen,  soo  die  leggen? 

van  gelijcken  souden  verclaren,  soo  ist  dat  wij  verclaren  mitsdesen, 
dat  wij  het  affirmativum  ofte  jae  van  den  1,  3,  4,  5,  6,  7,  8,  9,  10,  11, 
12,  13,  17,  18«  vragen  noijt  en  hebben  geleert  noch  oock  en  leeren, 
noch  het  negativum  oft  neen  van  de  2,  14,  15,  16,  19®  vragen. 

Actura  in  onse  vergaderinge  desen  22®»  Octobris  1618.  Onderstont:  wt 
den  name  van  de  synodale  vergaderinge,  vergadert  St®.  Caterijnen,  onder- 
teeckent:  Isaacüs  Frederiq,  praeses  synodi,  Samuel  Neranus,  scriba. 

Q^coUationeert  ijegens  d'originele  ende  daermede  accor- 
derende bevonden.  In  kennisse  van  mij 

Ant.  van  Hilten.  i) 


^)    Eigenhandige  naamteekening. 


367 


Articuli,  quoB  Remonstrantes,  in  synodo  Ultrajectina  anno 
1618  in  Octobri  congregati,  scripto  exhibuerunt  fratribus 
orthodoxis,  eodem  tempore  in  synodo  peculiari  coactis  UI- 
trajecti ,  e  belgicis  latine  :&tcti.  i) 

Copie. 

Articulen ,  die  wq  verwerpen  ende  waerover  w^  in  conscientie  de  meeste 

swaricheijt  maken,  als  die  w^  houden  Gode  oneerlick  ende  de  stichtinge 

tot  godtsalicheijt   ten   hoochsten   schadelick  te  zijn,   ende  daerover  w^ 

bidden,  dat  haer  de  broederen  rondelick  ende  oprechtelick  willen  verclaren, 

alzoe  sij  die  ofte  geheel  voorb^gegaen  zijn,  ofte  soe  donker,  tw^felachtich 

ende  dobbelsinnich  gestelt  hebben  int  formeren  van  den  staet  des  geschils, 

dat  ons  qual^ck  mogelick  is  haer  meninge  daervan  te  mereken. 

Titulus  articulomm  bic  erat: 
Articuli,  quos  nos  damnamus  et  ob  quos  maxime  in  conscientia 
gravamur,  quippe  quos  statuimus  Dei  inglorios  et  aedificationi  ad 
pietatem  summe  noxios  esse  rogamusque  fratres,  ut  sese  super  eis 
rotunde  et  sincere  velint  explicare,  quandoquidem  2)  eos  aut  omnino 
praetermisenmt  aut  tam  dubie  posuerint  in  formando  statu  contro- 
versiae ,  ut  vix  possibile  nobis  sit  sententiam  eorum  de  illis  perspicere. 

1. 
Dat  de  menschen  alleen  door  Qt)des  loutere  behagen  sonder  haere  ver- 
dienste ter  eewiger  doot  z^n  gepraedestineert  Item  dat  hy  de  ontschul- 
digen  in  zijn  praedestinatie  verdoemt. 

I.  Quod  homines  puro  tantum  Dei  beneplacito  sine  merito  suo  ad 
mortem  aetemam  sint  praedestinati.  Item  quod  innoxios  (Deus)  in  sua 
praedestinatione  condemnet. 

2. 

Dat  de  praedestinatie  oock  gaet  over  de  cleane  kignderkens,  die  Godt 
van  smoeders  borsten  ruckt  ende  smackt  in  den  ewigen  doot.  Item  dat 
het  selffs  niet  vast  en  gaet,  dat  de  kynderkens  der  christenen  in  haere 
kintsheijt  stervende  sullen  salich  werden,  maer  dat  men  sulcx  moet  oor- 
delen naer  den  regel  der  liefde ,  altijts  voorbehouden  Godts  vrije  verkiesinge , 
die  daer  dickwils  ondersche^jt  inne  maeckt.  Item  dat  het  met  den  kynder- 
kens, die  in  Christo  sterven,  verscheydentliek  toegaet,  want  dat  zij  zullen 
ofte  salich  werden  naert  inhouden  des  genaden verbondts ,  ofte  verdoemt 
werden  naer  de  nature  van  kijnderen  des  tooms. 


1)  Dit  opechiiit   komt   aUeen    voor  in   de   vertaling,   die  vrij   zeker  ten  behoeve 
van  de  nationale  synode  gemaakt  is. 

2)  Met  een   andere  hand  staat  hier  ongeveer  op  den  rand  het  woord  «obscure" 
en  daaronder  >»a«qmvoce." 


36g 

n.  Quod  praedestinatdo  etiam  versetiir  circa  infantes,  qtios  Deus 
a  maternis  uberibus  abreptos  in  aetemain  mortem  praecipites  dat. 
Item  quod  non  sit  certum  in&ntes  christianorum  in  infantia  morientes 
salvos  esse  futuros,  sed  ld  ex  charitatis  canone  esse  judicandum  salva 
semper  Dei  libera  electione ,  qui  saepe  discrimen  inter  eos  facit.  Item 
cum  infantibus  in  Christo  raorientibus  diversimode  agi :  aut  n.  secundum 
tenorem  foederis  gratiae  salvos  fore,  aut  secundum  naturam  tanquam 
filios  irae  damnandos. 

3. 

Dat  Godt,  dient  hem  belieft  heeft,  niet  alleen  gepraedestineert  heeft  tot 

de  verdoemenisse ,  maer  oock  tot  de  oorsaken  der  verdoemenisse. 

m.  Quod  Deus  eos,  quos  voluit,  non  modo  ad  damnationem  sed 
etiam  ad  caussas  damnationis  praedestinaverit 

4. 
Dat  hij  verre  het  meestendeel  der  menschen  tot  de  verdoemenisse  ende 
oorsaken  van  dien  heeft  geschapen  sonder  daertoe  bewogen  te  z^n  door 
eenige  oorsaeck,  die  in  de  mensche  was,  ofte  daerin  tevooren  aengesien 
soude  mogen  zijn. 

IV.  Quod  (Deus)  longe  maximam  hominum  partem  ad  damnationem 
et  caussas  illius  creaverit  nee  tamen  motus  fuerit  ad  id  facienduni 
ulla  in  homine  existente  caussa  aut  quae  in  eo  ante  considerari 
potuerit. 

5. 

Dat  de  hoochste  ende  voomaemste  oorsaecke  van  des  menschen  ver- 
doemenis ende  vant  ongelove  is  Godes  verwerpinge. 

V.  Quod  summa  praedpuaque  damnationis  et  incredulitatis  hominis 
caussa  sit  Dei  reprobatio. 

6. 

Dat  Godt  in  den  menschen  het  ongelove  werekt,  effidt,  ende  dat  hy 
haere  sonden  tewege  brengt,  procurat,  haer  daertoe  beweecht  ende  drijft 
door  een  hoghere  ende  onwederstaenlicke  macht. 

VI.  Quod  Deus  in  hominibus  infidelitatem  operatur,  efBcit  et  peccata 
eorundem  procurat ,  illos  ad  ea  movet  et  impeliit  altiori  et  irresistibili 
potentia. 

7. 

Dat  GK)dt  de  menschen  beweecht  om  alles  te  doen,  wat  zij  doen,  oock 

tot  de  sotte,  quaede  ende  wreede  wercken,  ende  dat  niet  alleen  door  een 

generale  maer  oock  particuliere  beweginge.  Dat  hy  oock  tewege  brengt, 

dat  hem   de  menschen  schandelicke  blasphemeren ,  ende  de  tongen  der 

menschen  beweecht  alles  te  seggen,  wat  sy  seggen,  tsij   dat  se  Godt 

blasphemeren  oft  prijsen. 

Vn.  Quod  Deus  homines  movet  ad  fadendum  quicquid  faciunt 
etiam  ad  stulta ,  mala  et  cnidelia  opera  non  modo  generali  sed  etiam 


369 

particulari  motione.  Quod  etiam  procurat,  ut  hoinines  ipsum  turpiter 
blasphement ,  lingiiasqiie  moveat  ad  dicendiim  quaecunque  dicunt  sive 
blasphement  Deum  sive  celebrent. 

8. 
Dat  Godt  praeciselick  ende  absolutelick  niet  en  wil,  dat  de  menschen 
meer  qiiaets  doen  dan  zij  doen,  noch  meer  qiiaets  laeten  dan  sij  laeten, 
jae  van  eewieheijt  onvermijdelick  heeft  gepraedestineert,  wanneer,  hoever 
ende  hoe  de  menschen  sullen  de  godtsaliche^t  betrachten  ofte  niet  be- 
trachten. 

YIIL  Quod  Deus  praecise  et  absolute  non  velit,  ut  homines  plus 
faciant  m^,  quam  faciunt,  nee  (velit  ut)  plus  mali  omittant,  quam 
omittunt,  imo  ab  aetemo  inevitabiliter  praedestinaverit ,  quando, 
quatenus  et  quomodo  homines  pietatem  curaturi  l)  sint  vel  non  curaturi. 

9. 
Dat  Godes  wille  de  oorsake  is  van  alles ,  wat  daer  in  de  werelt  geschiet , 
ende  dat  se  de  nootwendiche^t  aller  dingen  is. 

IX.  Quod  Dei  voluntas  caussa  sit  omnium,  quae  in  mundo  fiimt, 
quodque  omnium  rerum  sit  necessitas. 

10. 
Dat  de  verworpenen  door  öodes  besluijt  onmijdelick  tot  de  sonde  worden 
genootsaeckt ,  mede  geconstringeert  worden  tot  sondigen  sonder  berauw 
ende  tot  der  doot. 

X.  Quod  reprobi  decreto  Dei  inevitabiliter  ad  peccatum  necessi- 
tantur,  etiam  constringuntur  ad  peccandum  sine  poenitentia  et  ad 
mortem.  2) 

11. 
Dat  Godt  van  der  menschen  daden  anders  niet  en  weet,  dan  tgeen  hij 
daervan  in  ewiche^jt  heeft  besloten,  dat  geschieden  soude. 

XI.  Quod  Deus  de  hominum  operibus  aliud  nihil  novit,  quam  quod 
de  eis  in  aetemitate  decrevit  futurum  esse. 

12. 

Dat  de  wille  van  Judas  om  Christum  te  verraden  was  een  werck  Gtodts , 

twelck  h^  met  zijn  almacht  beweechde,  gelyck  hy  alle  dingen  beweecht. 

Xn.  Quod  voluntas  Judae  de  Christo  prodendo  fuerit  Dei  opus, 
quod  omnipotentia  sua  moverit,  sicut  omnia  movet. 

13. 
Dat  Godt  wel  seijt  tot  de   verworpene,  die  hij  het  evangelium  doet 


1)  boven  »curatiiri"  staat  het  woord  «betrachten." 

2)  «poenitentia  —  mortera."  Er  stond  eerst  «sine  dolore  et  ad  mortera  peccandum." 
De  woorden  »do1ore"  en  >peccandum"  zijn  geschrapt,  en  het  eerste  vervangen  door 
«poenitentia." 

Acta  syn,  provinc,  VI.  24 


370 

predicken,  dat  zjj  haer  bekeeren  ende  salich  worden,  maer  dat  hij  in  der 

waerheijt  niet  en  wil. 

Xin.  Quod  Deus  quidera  reprobis,  qiiibus  evangeliura  facit  prae- 
dicari,  dicit  ut  se  convertant  et  salvifiant,  revera  autem  (id)  uolit. 

14. 
Dat  hy  oock  niet  ge  wilt  heeft,  dat  Christus  voor  de  verworpene  soude 
sterven. 

XIV.  Quod  etiam  noluerit,  ut  Christus  pro  reprobis  moreretur. 

15. 
Dat  de  wedergeboorte  gewracht  werdt  door  een  cracht,  die  onweder- 
standelick  is,  gelijck  men  lichamelick  geboren  wert,  ende  geleek  Christus 
ten  jongsten  dage  de  dooden  sal  opwecken. 

XV.  Quod  regeneratie  vi,  quae  irresistibilis  est,  efficitur  quemad- 
modum  corporaliter  nascimur,  et  quemadmodum  Christus  die  novis- 
simo  mortuos  exdtatunis  est 

16. 
Dat  die  eens  warachtich  in  Christum  gelooft ,  zijn  gelooif  niet  en  can 
egntlick  verliesen,  noch  van  de  saliche^t  verstoeten  worden  door  eenige 
onachtsaemheyt,  oock  niet  door  de  alderswaertste  sonden,  die  sq  bedrijven 
souden  moghen,  als  overspel,  dootslach,  etc.  Dat  hij  in  grove  sonden 
gevallen  zijnde  nootsakelick  moet  bekeert  werden  u^t  cracht  van  de  voorss. 
absolute  praedestinatie ,  dewelcke  alle  de  sonden  van  de  werelt  niet  en 
connen  omstoten. 

XVI.  Quod  qui  semel  vere  in  Christum  credet,  suam  illam  fidem 
amittere  finaliter  nequeat,  nee  a  salute  reprobari  ulla  negligentia  nee 
gravissimis,  quae  perpetrare  posset,  peccatis,  puta  adulterio,  homicidio 
etc,  quod  ubi  in  gravia  peccata  est  prolapsus,  necessario  vi  prae- 
dictae  praedestinationis ,  quam  nequidem  omnia  mundi  peccata  evertere 
possunt,  converti  debeat 

17. 
Dat   alle   menschen  gehouden  zyn  te  geloven,  dat  zij   van  Godt  ter 
salicheijt  alsoe  absolutelick  z^n  gepredestineert,  ende  dat  nochthans  we^jnich 
uijtvercoren  zijn. 

XVII.  Quod  omnes  homines  credere  teneantur  se  a  Deo  ad  salutem 
ita  absolute  praedestinatos  esse  et  paucos  tarnen  esse  electos. 

Alle  dese  articulen  nemen  wij  aen  in  die  terminis  ofte  in  substantie 
claerlick  tbewijjsen  uiyt  de  autheuren,  die  de  Contraremonstranten  van 
Hollant  voor  de  haere  bekennen  in  haer  Tegen vertooch ,  ende  op  welcker 
authorite^jt  sij  gronden  de  outheijt  ofte  algemeene  overeensteniminge  met 
allo  de  Gereformeerde  kercken.  Onderstont:  uqt  den  naeme  van  de  synodale 


371 

vergaderinge,  vergadert  int  convent  van  S^.  Catherinen,  ende  was  onder- 
tekent: IsAACüs  FREDERia,  praesos  synodi,  Samuei.  Neranus,  scriba,  i) 

Gecollationeert  tegens  eene  autenticque  copie,  gemaeckt 
bij  den  notaris  J.  Wtenwael,  ende  bevonden  daermede  te 
accorderen  by  mij  als  geweeste  praeses  van  de  synodale 
vergaderinge.  vergadert  int  groote  capittelhuijs  ten  Dom. 

Arnoldus  Oortcampius.  2) 


Aen  de  edele  ende  vermogende  heeren,  mijnheeren  de  Staten  van 
Utrecht  oft  hare  E.  Mo.  Gedeputeerde. 

De  Remonstrantflgesinde  kerckendienaren  van  de  ware  Gereformeerde 
religie,  geexerceert  in  de  kercken  deser  provintie,  toegedaen  sijnde  de 
ware  christelicke  moderatie  ende  onderlinghe  verdraechsaemheyt,  verstaende 
uijt  de  brieven  van  convocatie  tot  den  synodum  provintiael ,  van  uwe  Ed. 
Mog.  aen  de  voorss.  kerckendienaren  gesonden,  (bij  welcken  haer  belast 
wort  op  Maendach  den  12«ö  deser  haer  te  laten  vinden  in  St.  Catharijnen- 
convent,  met  insertie  dat  tenselven  daghe  de  Contraremonstrantsgesinde 
predicanten  mede  compareren  souden,  maer  apart  op  een  ander  plaetse 
int  capittelhuijs  ten  Dom,  ende  noch  naerder  met  bijvoeginge  van  vrij- 
stellinghe  tot  absentie  voor  dengenen ,  die  haer  op  d'een  off  d'ander  zijde 
over  de  controverse  poincten  noch  niet  geresolveert  en  hadden,  midtsdat 
se  hare  bedenckinghen  souden  bij  haer  behouden)  dat  dit  sijnodus  pro- 
vintiael op  eenen  geheelen  anderen  ende  nieuwen  voet  aengeleijt  ende 
gehouden  soude  werden,  als  wel  voordesen  alletij t  in  dese  provintie  ge- 
bruijckelick  ende  onderhouden  was  geweest ,  ende  daerop  men  sonderlinghe 
deurgaens  in  de  nagebuqrde  provintien,  dat  men  den  synodum  op  den 
ouden  voet  houden  moeste,  gedronghen  heeft,  hadden  daeromme  de  voorss. 
kerckendienaren  billicke  oorsaecke  swaricheijt  te  maken  omme  in  sulcker 
voegen  op  desen  sijnodum  provintialera ,  alwaer  de  predicanten  van  de 
provintie  niet  tesamen  en  comen,  maer  off  ten  deel  affterblijven  off  aparte 
vergaderinghe  houden,  te  verschijnen,  ende  volgens  dien  van  uwe  Ed. 
Mog.  te  versoecken  daervan  ontslagen  geweest  te  mogen  syn. 

Te  meer  hadde  hijer  nu  voornamen tlick  de  sijnodus  op  den  ouden  voet 
behooren  (onder  correctie)  gehouden  te  werden,  gemerckt  de  constitutie 


1)  In  plaats  van  dit  slot  heeft  het  latijnsche  stuk  alleen  de  woorden :  «Subaignatum 
erat:  Isaaciis  Frederici)  praeses  svnodi,  Samuel  Naeranus,  scriba." 

2)  Eigenhandige  naamteekening. 

24* 


3?2 

ende  gelegentheijt  van  dese  provincie,  zijnde  deselve  om  haer  cleijnheyt 
tot  noch  toe  in  dassen  niet  verdeelt  geweest  gelijck  wel  elders,  alwaer 
se  ten  minsten,  soo  se  niet  alle  op  den  provintialem  sijnodum  en  connen 
compareren,  van  tevoren  tesamen  vergaderen,  ende  dan  nijt  aller  name 
haere  gedeputeerde  met  instructie  ende  credentie  tot  den  sijnodum  provin- 
tialem affseijnden,  gemerckt  mede  d'ordre,  bij  publijcque  authoriteijt  van 
de  Ed.  Mog.  heeren  Staten  deser  provintie  tot  noch  toe  onder  de  voorss. 
soo  wel  Remonstranten  als  Contraremonstranten  tot  mutuele  tolerantie, 
christelijcke  eenicheyt  ende  broederlijcke  gemeijnschap  geobserveert  ende 
onderhouden  ende  voordesen  noch  niet  affgedaen ,  beneffens  dat  sij  in  ver- 
scheijden  regarden  (den  sqnodus  provintiael  aldus  gehouden  wordende) 
niet  en  sien,  hoe  dat  sij  in  alle  delen  sullen  connen  voldoen  de  goede 
intentie  van  de  Hoogh  Mog.  heeren  Staten  Generael,  uqtgedruckt  in  ver- 
scheijden  artijckelen  opt  beleijden  ende  houden  des  sijnodi  nationalis,  in 
hare  Hoogh  Mog.  vergaderinghe  gearresteert.  Want  alsoo  den  2«°  artyckel 
hout,  dat  soodanighe  beswaemissen ,  die  bij  den  provintialem  sijnodum  niet 
en  hebben  connen  affgedaen  werden  off  gerichtet,  by  de  deputatos,  tot  den 
sijnodum  nationalem  gecommitteert ,  in  geschrift  claerl^ck  ende  dujjjdelick 
aent  synodum  nationael  te  brengen  waren ,  was  daertoe  teenemaele  nodich , 
dat  alle  de  predicanten  deser  provintie  bij  malcanderen  souden  comen 
ende  tesamen  in  sijnodo  provintiali  vergaderen  omme  te  sien ,  wat  gravamina 
affgedaen  off  gericht  souden  connen  sijn  geworden,  ten  eijnde  alleen  de 
overgeblevene  ende  onaffgedane  in  geschrifte  claerlijck  ende  duijdelijck  aent 
sijnodum  nationael  hadden  te  brenghen  geweest,  hetwelcke  nu  seer  be- 
swaerlijck  niet  alleen  om  de  corthe\)t  des  tijts,  maer  oock  omdat  eenighe 
(die  bijnae  het  derdepart  van  de  vergaderinghe  maken  soude,  ende  die 
daerdeur  soo  vele  geswackt  is)  achtergebleven  sqn,  ende  haere  bedenckinghen 
bij  haer  behouden,  sal  connen  geschijeden.  Daerbij  gevoeght,  dat  off  daer 
eenighe  gravamina  waren,  die  d'een  tegen  d'ander  mochte  hebben,  sullen 
deselve,  door  dese  separate  vergaderinghe  niet  connende  in  sijnodo  pro- 
vintiali affgedaen  off  gericht  worden  ter  eerster  instantie ,  tegen  alle  ordre , 
oock  tegens  de  meijninghe  van  de  Hoogh  Mog.  heeren  Staten  Generael  op 
den  sijnodum  nationalem  moeten  gebracht  worden.  En  weten  oock  niet  de 
voorss.  kerckendienaers,  hoe  haer  reguleren  in  respect  van  den  3  artyck., 
by  welcke  gestatueert  wort,  datter  by  de  respective  particuliere  sij  noden 
ses  gequalificeerde  persoenen  sullen  worden  gedeputeert,  onder  welcke 
vijer  off  ten  minsten  drye  predicanten  sullen  zyn ,  ende  d'andere  twee  off 
drije  moghen  zijn  gequalificeerde  persoenen ,  ouderlinghen  off  andere  lidt- 
maten  van  de  kercke ,  doende  professie  van  de  ware  Gereformeerde  religie. 
Want  die  hijer  compareren,  allen  predicanten  sijnde,  ende  in  die  qualiteijt 
op  dese  separate  vergaderinghe  verschijnende  sonder  ouderlingen  off  andere 


373 

ledematen  van  de  kercke,  doende  professie  van  de  ware  Gereformeerde 
religie,  als  aen  welcken  de  brieven  van  convocatie  tot  den  sijnodum  pro- 
vintiael  niet  gericht  en  zijn  geweest,  ende  daeromme  niet  tot  dese  ver- 
gaderinghe  gehorich ,  worden  genootsaeckt  drije  predicanten  van  hare  zijde 
te  sullen  moeten  deputeren. 

Hadden  daeromme  ende  om  andere  oorsaken  meer  de  voorss.  kercken- 
dienaren  van  herten  wel  gewenscht,  dat  de  vergaderinghe  der  predicanten 
van  dese  provintie  om  den  naeme  van  een  sijnodus  provintiael  te  mogen 
voeren  op  den  ouden  voet  ende  volgens  toude  gebruijck  aengeleyt  waere 
geweest,  ende  en  connen  deselve  uwe  Ed.  Mog.  niet  verbergen,  hoe  dat 
sij  ten  hoochsten  over  dese  separate  vergaderinghe  bedroeft  zijn,  soo 
nochtans  dat  s^  in  hare  conscientien  wel  weten  ende  versekert  z^n  daertoe 
van  hare  zijde  geen  rechtveerdighe  oorsaecke  gegeven  te  hebben ,  (des  sij 
oock  te  beter  haer  daerinne  troosten  ende  gerust  houden  connen)  te  meer 
also  uwe  Ed.  Mog.  gecommitteerde  den  Remonstrantsgesinden  kercken- 
dienaren  versekeringhe  hebben  gedaen,  dat  uwe  Ed.  Mog.  tselve  alsnu 
geschijet  ten  wederzijden  tordonneren  goetgevonden  hadden  uijt  eijgen 
motijff  om  sekere  politijcque  insichten  ende  consideratien  sonder  acht  te 
nemen  op  de  redenen,  dewelcke  aen  uwe  Ed.  Mog.  bij  degene,  dien  het 
alderminst  betaemt  hadde,  tot  versoeck  van  separatie  overgegeven  waren. 
Ende  en  souden  daerop  de  Remonstranten  niet  meer  te  segghen  hebben ,  tenware 
deselve  redenen  tot  versoeck  van  separatie,  bij  eenighe  Contraremonstranten 
geteeckent,  in  uwe  Ed.  Mog.  vergaderinghe  op  beschrijvinghe  laestleden 
overgelevert  waren  geweest ,  bij  welcke ,  alsoo  de  Remonsti-anten  bevinden , 
dat  sij  swaerlijck  voor  uwe  Ed.  Mog.  vergaderinghe  beschuldicht  ende 
gegra veert  zijn  geworden,  indien  het  uwe  Ed.  Mog.  goede  gelqeffte  ware 
geweest  die  voorss.  Contraremonstranten  rekenschap  van  haer  seggen  te 
doen  geven,  mitsgaders  de  Remonstrantsgesinde  daerop  ende  jegens  te 
hooren ,  hadden  deselve  wel  verhoopt  ende  betrout ,  dat  sy ,  soo  haer  sulcx 
van  uwe  Ed.  Mog.  wijsheijt  ende  equiteijt  hadde  mogen  wedervaren,  der- 
maten hare  onschult  ende  oprechtiche^t  in  desen  uwe  Ed.  Mog.  souden 
hebben  doen  blijcken,  mitsgaders  de  nieticheijt,  impertinentie  ende  onwaer- 
heijt  van  deselve  redenen  tot  sulcken  versoeck  verthoont,  dat  uwe  Ed. 
Mog.  oorsaken  souden  gehadt  hebben  om  contentement  daerinne  te  nemen. 
Souden  oock  de  gedeputeerde  des  synodi  (omme  soo  veel  mogelij  ck  ende 
in  haer  was  dese  scheuringhe ,  daer  de  Contraremonstranten  na  pooghden , 
te  voorcomen)  de  vrijmoedicheijt  gebruijckt  hebben  seker  nodich  onder- 
soeck ,  op  deselve  redenen  gestelt ,  uwe  Ed.  Mog.  te  behandigen ,  tenware 
dat  sij  daerin  door  het  scheijden  van  uwe  Ed.  Mog.  vergaderinghe  op  be- 
schrijvinghe, mitsgaders  uijtschrijvinghe  van  de  brieven  tot  convocatie 
van  dese  separate  vergaderinghen  voorcomen  ende  belet  waren  geweest. 


374 

Welck  nodich  ondersoeck  sij  evenwel  niet  hebben  connen  nalaten  met  alle 
behoirlijcke  eerbiedentheijt  ende  onderdanicheijt  (tselve  hyemeffens  gaende) 
uwe  Ed.  Mog.  noch  te  presenteren  ende  ter  hand  te  stellen,  ten  eynde 
uwe  Ed.  Mog.  daeruijt  volcomentl^ck  mogen  sien  niet  alleen  de  imperti- 
nentie ende  ongefundeertheijt  van  deselve  redenen  om  sulcken  versoeck 
ende  van  sodanigen  consequentie  daerop  by  uwe  Ed.  Mog.  te  mogen  doen , 
maer  oock  daerbij  met  wat  notoire  onwaerhe^t  de  voorss.  kerckendienaren 
Remonstranten  by  deselve  redenen  beswaert  worden,  dienende  ditselve 
ondersoeck  tot  hare  nodighe  verantwoordinghe  jegens  soodanighe  blamen , 
als  haer  bg  dit  schrift  nagehouden  worden,  ende  waerdeur  sij  by  uwe 
Ed.  Mog.  verdacht  souden  connen  gemaeckt  s\jn. 

Voerders,  hoewel  de  Remonstranten  eggentlgck  uyt  de  brieven  van 
convocatie ,  van  uwe  Ed.  Mog.  aen  haer  gedestineert ,  niet  en  hebben  connen 
weten,  waertoe  dese  separate  vergaderinghe  aengestelt  soude  worden, 
mitsgaders  wat  haer  daerin  te  doen  soude  staen,  vermidts  deselve  geene 
bijsondere  gravamina  o£f  poincten,  daerop  te  handelen  soude  vallen,  bij 
uwe  Ed.  Mog.  toegesonden  off  eenighe  openinghe  daervan  gedaen  was, 
ende  daeromme  als  anders  om  de  redenen  te  voren  gededuceert  billichlijck 
hadden  mogen  versoecken  ontslaginghe  van  uwe  Ed.  Mog.  omme  niet  al- 
800  maer  gesamentlick  ende  sijnodaJiter  te  compareren ,  en  hebben  nochtans 
deselve  uijt  het  respect,  dat  sij  uwe  Ed.  Mog.  authoriteijt  ende  bevelen 
(soovele  sij  ijmmermeer  in  conscientie  vermogen)  toedragen ,  niet  willen  in 
gebreke  bleven  omme  op  den  gesetten  tijt  terselver  plaetse  haer  geordon- 
neert  te  compareren ,  ende  aldaer  uit  uwe  Ed.  Mog.  gecommitteerde ,  wat 
uwe  Ed.  Mog.  verdere  goede  gelyefte  soude  wesen ,  naerder  te  vernemen. 
Uyt  welcke  alsoo  sy  verstaen  hebben  uwe  Ed.  Mog.  meijninghe  ende  intentie 
te  wesen,  dat  de  Remonstranten  dese  separate  vergaderinghe  als  een  pre- 
paratoir  provintiael  halffsijnodus  souden  gebruijcken  omme  met  stellinghe 
van  den  staet  des  geschils  over  de  questieuse  poincten,  item  van  eenige 
gravamina,  eijndelijck  deputatie  van  persoenen  op  den  synodum  nationalem 
daerdoor  denselven  sijnodum  nationalem  te  helpen  formeren ,  hebben  niet- 
tegenstaende  de  voorgaende  swaricheden  ende  difficulteijten ,  daerop  by  de 
vergaderinghe  gemoveert  ende  uwe  Ed.  Mog.  gecommitteerde  duijdelijck 
geremonstreert ,  nochtans  daertoe  verstaen  omme  in  handelinghe  ende  tot 
besoingne  van  de  voorgestelde  poincten  te  treden  ende  in  de  vrese  des 
Heeren  daerop  te  delibereren,  onder  verclaringhe  nochtans  ende  met 
protestatie ,  dat  dese  hare  comparitie  op  dese  separate  vergaderinghe  alleene 
geschiet  volgens  uwe  Ed.  Mog.  belastinghe  haer ,  evenoff  sy  autheurs  daervan 
waren,  niet  en  sal  nageduijdt  worden  off  tharen  prejudicie  in  eenigen 
deele  strecken,  danckelijck  ondeiiusschen  aennemende  do  verclaringhe, 
daerover  by  uwe  Ed.  Mog.  gecommitteerde  in  de  vergaderinghe  gedaen. 


375 

dat  dese  separate  vergaderinghe  der  Remonstranten  niet  min  voor  een 
sijnodale  vergaderinghe  van  de  ware  Gereformeerde  religie  in  dese  provintie 
by  uwe  Ed.  Mog.  gehouden  ende  erkent  sal  worden  als  d'andre  van  de 
Contraremonstranten  z^de,  makende  alsoo  tsamen,  indien  niet  twee  pro- 
vintiale  sijnoden,  ten  minsten  twee  deelen  van  den  synode  provintiael,  soo 
ment  soo  noemen  can  ofte  wil,  met  intentie  ende  voornemen,  twelck  de 
Remonstranten  hebben ,  om  hare  actiën  ende  handelingen  sulx  te  dirigeren , 
dat  se  niet  alleen  tot  behoudenisse  van  waerhe^t,  oprechte  vrijheijt  ende 
christelijcken  vrede,  maer  oock  tot  uwe  Ed.  Mog.  contentement  ende  ge- 
noegen mogen  strecken  ende  gedijen.  Edoch  alsoo  uwe  Ed.  Mog.  seker 
langh  schrift,  by  den  Contraremonstranten  geteeckent,  te  voren  langhe 
geprepareert  ende  mogelij ck  bij  andere  bearbeijdt,  den  Remonstranten  heeft 
gelijeft  ter  handen  te  stellen  omme  daerop  te  antwoorden,  ende  daertoe 
om  in  een  zaecke  van  sulcken  gewichte  niet  gepreci  pi  teert  noch  verhaest 
te  werden  nodigen  tqt  moet  wesen,  te  meer  alsoo  wy  noyt  met  de  Contra- 
remonstranten hyer  in  dispuijt  geweest  en  z\jn ,  tschrift  dobbelsinnich  hqer 
ende  daer  gestelt  vinden ,  oock  schriftelyck  sal  moeten  gehandelt  worden , 
vertrouwen  de  Remonstranten  vastelycken ,  dat  hetselve  van  uwe  Ed.  Mog. 
geerne  hen  vergunt  sal  worden. 

Yuyt  den  name  van  de  synodale  vergadering©,  vergadert 
int  convent  van  St.  Caterynen. 

IsAACüs  FREDERia,  pracscs  synodi. 
Samüel  NiE3CAin7S,  scriba.  1) 


[Redenen  der  Remonstrantsghesinde  predicanten  teghens 
der  Contraremonstranten.]  2) 

^odich  ondersoeck,  gestelt  op  de  redenen,  waeromme  wij  kercken- 
dienaren  van  de  ware  Gereformeerde  religie  in  dese  provintie  haer 
in  conscientie  beswaert  vinden  met  de  Remonstrantsgesinde  predicanten 
in  eene  provintiale  sijnodale  vergaderinghe  te  compareren ,  ende  dien- 
volgende  ootmoedelick  versoecken,  dat  U  Ed.  Mog.  heeren  Staten 
gelieve  ons  te  vergimnen  vergaderinghe  apart. 
Dijent  op  desen  tijtul  ondersocht,  dat  indien  de  subscribenten  van  dese 
redenen ,  haerselven  qualificerende  (kerckendienaren  van  de  ware  Gerefor- 


1)  >Vuyt  —  scriba."  Deze  woorden  zijn  met  andere  hand  en  inkt  bijgevoegd,  doch 
de  onderteekeningcn  zijn  eigenhandig.  Van  dit  stuk  komt  in  het  hs.  ook  nog  een 
copie  voor. 

-)     Dit  opschrift  staat  achterop  het  stuk.  Daarboven  nog  »Begi^.  XVJ©  Octobris  1618." 


376 

meerde  religie  in  dese  provintie)  sulx  doen  in  prejudicie  ende  tot  uijt- 
shiijtinghe  van  de  Remonstrantsgesinde  (soo  believet  haer  d'andere  te 
benamen)  predicanten ,  evenoff  oock  dezelve  niet  en  waren  mede  kercken- 
dienaren  van  de  ware  Gereformeerde  religie  in  dese  provintie,  souden 
daerin  de  voorseijde  subscribenten  al  te  voorbarich  ende  onrijpel^ck  oordelen , 
hopende  de  Remonstranten  tallen  t^den  voor  alle  wettel^cke  vergaderingen , 
ja  voor  al  de  werelt  met  Gods  hulpe  te  doen  blqcken,  dat  se  nietmin 
en  zijn  kerekendienaren  van  de  ware  Gereformeerde  religie  als  d'andere, 
haer  daeromme  voort  weynichste  zynde  van  een  menschelick  oordeel ,  soo 
ontijdelick  ende  sonder  voorgaende  verhooringhe  van  de  subscribenten 
veroordeelt  te  worden. 

Daeruyt,  dat  de  subscribenten  seggen  (haer  in  conscientie  beswaert  te 
vinden  met  de  Remonstrantsgesinde  predicanten  te  compareren  in  een  pro- 
vintiale  sijnodale  vergaderinghe)  vernemen  de  Remonstranten  seer  blijckelick, 
dat,  de  tijden  ende  gelegentheden  veranderende,  de  menschen  ende  hare 
conscientien  van  gelqcken  na  dezelve  veranderen.  Want  en  connen  de 
Remonstranten  gantsch  niet  bevroeden,  hoe  dese  subscribenten  soo  haestelick 
nu  sulcke  beswaerde  conscientien  in  desen  deele  vercregen  hebben,  daer 
se  nochtans  van  tevoren  sulcke  lichte  ende  onbeswaerde  conscientien  ge- 
hadt  hebben,  dat  se  niet  alleenl^ck  volle  ses  jaren  lanck  broederlijcke 
ende  christelijjcke  gemeijnschap  met  de  Remonstrantsgesinde  predicanten 
gehouden  hebben,  maer  hebben  oock  eenighe  van  dese  subscribenten  als 
deputati  sijnodi  andere  tot  gel^cke  gemeijnschap  vermaent  ende  meermalen 
met  hanttastinghe  verbonden,  ja  dat  meer  is  alle  maenden,  ende  soo 
dickwils  alst  van  noden  was,  met  deselve  Remonstranten  op  alle  ver- 
gaderingen tot  op  de  laeste  comparitie  over  een  raaent  herrewaerts  gecom- 
pareert,  ende  tesamen  sonder  eenighe  voorwendinghe  van  beswaringhe 
van  conscientie  gebesoigneert ,  gelijckelyck  over  de  examina  der  aencomender 
soowel  Remonstranten  als  Contraremonstranten  (wat  het  gevoelen  belanght) 
predicanten  geseten,  dezelve  aengehoort,  daerop  gead viseert  ende  tot  beves- 
tinghe  in  hare  dijensten  geconcludeert,  ende  voort  alle  andere  handelinghen 
haer  als  deputatos  sijnodi  concernerende  geassisteert,  sulx  dat  de  Remon- 
stranten anders  niet  vermoeden  en  connen,  off  daer  en  moeten  al  andere 
redenen  als  dese,  die  gepretendeert  werden,  geweest  zijn,  die  dese  groote 
beswaernisse  (van  niet  op  de  sijnodale  provintiale  vergaderinghe  met  de 
Remonst.  predicanten  te  willen  compareren)  in  de  conscientien  van  de 
subscribenten  tzedert  sulcken  corten  tijt  veroorsaeckt  hebben ,  gelijck  oock 
de  Remonstranten  het  daervoor  houden,  datter  vrij  wel  andere  redenen 
zijn,  niet  van  wegen  de  Remonstranten,  die  tzedert  een  maent  off  twie 
herrewaert  niet  verandert  maer  deselve  zijn,  die  se  van  tevoren  waren 
ende  door  Gods  ghenade  in  toecomende  raeijnen  te  blijven,  maer  van  wegen 


377 

andere  veranderinghen,  dieder  onlanx  voorgevallen  sijn.  Doch  wat  dat 
voor  conscientien  syn,  die  soo  haest,  als  de  wint  anders  wayt,  verandert 
worden,  na  dat  de  tijden  ende  zaken  lopen,  licht  ende  swaer  sijn,  ende 
wat  reeckeninghe  op  sulcke,  dien  het  met  hare  conscientien  soo  staet,  te 
maecken  ia,  willen  de  Remonstranten  liever,  dat  andere  daervan  oordeelen 
als  itjet  selve  daervan  seggen. 

Alsoo  tgene  in  synodo  provintiael  preparatoir  sal  gehandeU  worden^  niet 
sal  connen  beslecht  worden  als  wesende  zaecken ,  die  aUe  de  provintien  int 
gemeen  aengaen ,  soo  en  is  niet  nodich ,  dat  wy  met  de  Remonstrantsgesinden 
in  synodo  provintiali  tesamencomen,  l)  —  Op  dit  eerste  seggen  de  Remon- 
stranten, soo  dese  reden  (die  als  capitael  ende  hooftreden  vooraen  staet) 
gelden  soude ,  dat  dan  teenemael  onnodich  ware  geweest  eenich  provintiael 
sijnodus  ergens  te  houden,  vermidts  tgene  daer  gehandelt  moeste  worden , 
zaken  waren,  die  alle  de  provintien  int  gemeen  aengaen,  off  ten  minsten 
en  ware  niet  nodich  geweest  eenich  provintiael  synodus  te  houden,  daerin 
van  begderzijds  gevoelen.  Remonstranten  ende  Contraremonstranten 
tesamen  souden  eomen,  strijdende  tselve  nochtans  tegens  tgeene  op  den 
sgnodum  provintiael  preparatoir  in  Qelderlant  gepractiseert  is,  daer  men 
niet  alleen  de  Remonstranten  met  de  andere  Contraremonstranten  heeft 
doen  tesamencomen,  maer  anders  selffs  niet  en  me\jnde  eenen  formelen 
sijnodum  provintialem  praeparatoriam  2)  te  connen  hebben ,  daeromme  oock 
men  de  Remonstranten,  om  redenen  zwarichegt  makende,  te  blijven  sitten 
(na  de  berichtinghe  den  Remonstranten  daervan  gedaen)  beweeght  heeft. 
Strijdende  oock  tzelve  tegen  tgene  de  Ed.  ende  Mog.  heeren  Staten  van 
Hollant  ende  Westvrieslant  daervan  geoordeelt  hebben,  belastende  van 
gelijcken  den  predicanten  Remonstranten ,  (niettegenstaende  die  selfFs  zeer 
groote  zwaricheden  te  moveren  hadden  om  op  den  sijnodum  provintiael 
aldaer  niet  te  verschijnen)  nochtans  derrewaerts  te  gaen  ende  haer  op 
denselven  te  laten  vinden.  Maer  hijenigt  vernemen  de  Remonstranten  de 
practijcque,  daermede  de  Contraremonstranten  haer  weten  te  behelpen, 
dat  se  namelyck,  daer  sij  de  heeren  op  hare  zyde  hebben  ende  de  sterckste 
zijn,  geen  beswaerde  conscientien  en  hebben  om  alsdan  met  de  Remon- 
stranten op  den  provintialem  sijnodum  te  compareren ,  ja  selfFs  de  Remon- 
stranten, soo  die  haer  daerin  selfFs  met  goede  redenen  mochten  beswaert 
vinden,  daertoe  perssen,  ende  wederom  aen  d'ander  zijde,  als  se  vrese 
hebben  de  sterckste  niet  te  sullen  wesen,  alsdan  beswaert  te  zijn  in 
conscientie  met  de  Remonstranten  te  compareren. 


1)     De   geciirBiveerde   aanhalingen    uit   het   request  der  Contraremonstranten  staan 
in  inargine  van  dit  stuk.     2)  > praeparatoriam",  er  staat  praeparatorium. 


378 

Jdc  dat  meei'  is,  alsoo  de  xwaricheden,  die  xy  ende  totf  hebben  sullen j 
niet  beqtuimelick  noch  behoirlijck  sonde  connen  in  geschrift  gebrcLchi^ 
d^adv^sen  ge  formeert  ende  in  s^nodo  nationcUi  overgelevert  worden^  dewijle 
het  d^eene  sii^  etide  d^andere  soo  stUlen  tinllen  hebben^  ende  eyndeUjck  de 
zake  soude  werden  verwerret  ende  oneifntelifcke  ende  onnutte  dispuijten  ver- 
weckt ,  soo  ist  dat  daerdeur  de  tyt  onnuttelick  gesleten  ende  de  vergaderinghe 
onvruchibaer  gemaeckt  sol  worden,  —  Op  het  tweede  antwoorden  de 
Remonstranten,  dat  nochtans  de  Contraremonstranten  in  Gelderlant  tselve 
aldaer  niet  ondoenlijck  geweest  te  zgn  geacht  en  hebben.  Hebben  oock  de 
Ed.  Mog.  heeren  Staten  van  Hollant  ende  Westvrieslant  geacht,  dat  siüx 
in  de  provintialo  sijnoden  van  Zuydt  ende  Noorthollant  wel  conde  geschgeden. 
Maer  die  subscribenten  wetende  van  te  voren,  hoe  dat  se  dweersen,  de 
sake  verwerren,  oneijntelgcke  ende  onnutte  dispuijten  verwecken  willen, 
connen  daerop  lichtelijck  prognosticeren  ende  voorsegghen ,  watter  gebeuren 
sal.  Evenwel  wanneer  het  haer  gelieft  hadde  met  soodanighe  christelickc 
ende  vreedsame  gemoederen  op  desen  sijnodum  provintiaele  te  compareren, 
als  kerckendienaers  van  de  ware  Gereformeerde  religie  wel  soude  betamen 
ende  toestaen ,  ende  do  Remonstranten  van  haer  zijde  daer  te  verschgnen 
genegen  ende  van  herten  bereijt  waren,  gelijck  voor  desen  meermael  in 
de  voorgaende  vergaderinghen  tusschen  d'eene  ende  d'andere  geschyet 
was,  hadden  de  Remonstranten  wel  verhoopt,  dat  niettegenstaende  de 
swaricheijden ,  die  se  met  malcanderen  hebben,  deselve  seer  bequamelick 
ende  behoirlick  in  geschrifte  gebracht,  d'advysen  geformeert  ende  in  sijnodo 
nationali  souden  hebben  connen  overgelevert  worden,  sonder  dat  de  zake 
ofF  verwerret,  off  oneijntelicke  ende  onnutte  dispuijten  verweckt,  off  de  tijt 
onnuttelick  gesleten,  off  de  vergaderinghe  onvruchtbaer  soude  gemaeckt 
geworden  zijn. 

Ende  alsoo  airede  nici  pnblijcqne  autlwriteijt  de  ware  Oereformeerde  kercke 
in  de^se  stadt  (met  deivelcke  wtf  ons  conformeren)  van  de  Remonstranten 
gesepareert  is.  —  Op  dit  derde  staet  te  considereren ,  dat  indien  de  sub- 
scribenten de  publijc(iue  authoritegt  allegeren  tot  dien  eynde,  evenoff  de 
kercke ,  daerin  de  Remonstranten  dienen ,  niet  mede  soo  wel  en  ware  een 
ware  Gereformeerde  kercke  als  d'andere,  daervan  de  subscribenten  spreken, 
dat  daermede  dose  kercke  notoir  ongelijck  gedaen  wort,  oock  tegens  de 
mecninghe  ende  intentie  dcrgener  (soo  de  Remonstranten  achten),  die  dezelve 
publijcque  authoritegt  toecomt  ende  geexerceert  hebben,  misbruijckt  wort 
Ende  indien  publijcque  authoriteijt  daerin  wat  gelden  off  geven  conde,  is 
de  kercke,  daerin  de  Remonstranten  alsnoch  ende  soolanghe  het  haer 
toegelaten  wort  staen ,  voordesen  bij  publgcque  authoriteijt  voor  een  ware 
Gereformeerde  kercke  erkent  geweest,  gelgck  se  alsnoch  bij  publgcque 


379 

authoriteyt  daervoor  erkent  wort.  Soude  oock  een  publijcque  authoriteyt 
connen  doen  ende  maken,  dat  eenighe  kercke  soude  zjjn  de  ware  Gere- 
formeerde kercke,  soude  alsdan  teenemael  onnodich  wesen  niet  alleen 
ts^nodus  provintiael ,  maer  oock  nationael ,  de  zake  namentlyck  (hoewel  in 
desen  onverhoort  de  Remonstranten)  airede  tevoren  bij  publijcque  authori- 
teyt  gedecideert  zjjnde.  Yorders  dese  subscribenten  haer  conformerende 
met  dese  gesepareerde  (soo  sq  spreken)  kercke ,  ende  dat  op  de  publijcque 
authorite^t,  verwonderen  haer  de  Remonstranten,  dat  se  soolanghe  onbe- 
swaert  geweest  z^n  om  met  haer  sulcke  broederl^cke  gemeijnschap  te 
houden ,  ende  nu  eerst  de  zwaricheijt  u^t  de  publycque  authoritey t  vinden 
ende  nemen  om  van  haer  te  separeren  ende  affsonderinghe  te  versoecken. 
Niettemin  de  subscribenten,  haer  daerop  separerende  ende  scheurende  van 
de  Remonstranten,  wort  haer  daermede  stoffe  ende  bewijs  gegeven  om  al 
de  werelt  kennelick  te  maken,  dat  de  subscribenten,  tot  noch  toe  vóór 
dese  publyc<iue  authoriteijt  eenicheyt  met  de  Remonstranten  gehouden 
hebbende,  sij  nu  d'eerste  s^n,  die  van  de  andere  aiTscheijden  ende  alsoo 
de  scheuringhe  in  dese  provintie  approberen  ende  voorts  helpen  formeren , 
ontlastende  diensvolgens  met  dit  haer  doen  de  Remonstranten  van  die 
blamo  (daermede  men  haer  allenthalven  b^  het  volck  soeckt  hatelijck  te 
maken  ende  de  goede  gemeente  abuseert),  dat  quansuijs  de  Remonstranten 
de  scheurmakers  souden  wesen,  als  tcontrarie  daervan  uijt  dese  opene, 
ronde  ende  vrije  bel^denisse  der  subscribenten  al  te  claerl^ck  ende  notoirl^ck 
bl^ckende. 

Nemen  oock  de  Remonstranten  de  verclaringhe  der  subscribenten  in 
desen  tharen  voordeele  omme  deselve  subscribenten,  die  daermede  haer 
tot  formele  parthijen  van  de  Remonstranten  maken  ende  stellen ,  geensins 
voor  rechters  op  den  sijnodum  nationalem  te  erkennen,  steunende  tselve 
op  alle  goddelicke  ende  natuijrlicke  recht  ende  billicheijt,  ende  sullen  haer 
voortaen  op  dese  hare  gemaeckte  scheuringhe  van  dezelve  (twelck  haer 
nochtans  bedroeft)  op  dese  vergaderinghe  gesepareert  moeten  houden,  ter 
wylen  ende  tij  t  sij  daervan  souden  mogen  comen  aff  te  staen. 

Ja  dat  deselvighe  Eetnotisiranten  airede  hij  haerselven  luier  van  ons  hebben 
gesepareert  ende  met  uytheeinsclie  thcoloyen  ende  predicanten  b^sondere  ver- 
gaderinghe  gehouden,  —  Op  dit  vyerde  hebben  de  Remonstranten  te  repli- 
cei-en  dat,  indien  s eggen  waere  bewysen,  de  subscribenten  dan  hijer- 
niede  souden  mogen  volstaen.  Maer  (gelijck  men  seijt)  ten  is  met  seggen 
alleen  niet  te  doen:  tbewijs  vant  geseijde  moeste  daer  zijn,  dacraen  het 
desen  subscribenten  ontbreken  sal.  De  Remonstranten  ontkennen  wel  oxpres- 
selick  ende  met  goet  fundament,  dat  sij  haer  oijt  van  de  Contraremonsti-anten 
(als  integendeel  altijt  tot  deser  uijron  toe  d'onderlinghe  verdraechsaemheyt 


380 

volgens  de  kerekenordeninghe  deser  provintie,  bij  alle  de  predicanten  des 
Stichts  onderteeckent,  toegestaen  ende  selffs  bij  dese  subscribenten  ge- 
exerceert  zijnde)  bij  haerselven  gesepareert  hebben.  Ontkennen  daerbeneffens 
oyt  daertoe  om  bij  haerselven  haer  van  de  subscribenten  te  separeren 
eenighe  bijsondere  vergaderinghe  met  i^jtheemsche  theologen  off  predicanten 
gehouden  te  hebben.  Indien  dan  noch  de  subscribenten  drjjven  willen,  dat 
de  Remonstranten  ijmmers  b^sondere  vergaderinghe  met  uijtheemsche 
theologen  ende  predicanten  gehouden  hebben ,  antwoorden  de  Remonstranten 
(met  alle  dewelcke  men  zwaricheijt  maeckt  op  den  provintialem  sijnodum 
tesamen  te  comen)  sulcx  alle  niet  te  weten,  noch  oock  alle  geen  last 
daertoe  gegeven  te  hebben.  Ist  bij  eenighe  alleen  van  de  Remonstranten 
geschijet,  dat  se  niet  (gelyck  hijer  hatelijck  voorgestelt  wort)  bysondere 
vergaderinghe  (niet  anders  dan  off  men  alle  off  eenighe  van  de  formali- 
teijten  in  soodanighe  vergaderinghen,  als  waervan  hier  gesproken  wort, 
gebruijckelijck  gepleeght  hadde)  oock  niet  met  uytheemsche  theologen  off 
predicanten  (want  se  noijt  met  eenighe  uqtheemsche  theologen  off  predicanten 
niet  alleen  geen  bijsondere  vergaderinghe  gehadt,  maer  selffs  niet  tot  separatie 
gecommuniceert  te  hebben  bevonden  en  sal  worden,  daer  mogelijck  wel 
ter  conti-arien  soude  connen  blijcken  bij  eenighe  van  de  subscribenten  zijde 
sulx  geschiet  te  zijn)  maer  eenighe  gemeijnsame  familiare  communicatie 
off,  soo  ment  soo  noemen  wil,  vergaderinghe  niet  met  eenighe  uijtheemsche, 
maer  inheemsche  ende  nabu^righe  theologen  ende  predicanten  gehouden 
hebben,  wort  dat  (^ualick  ende  impertinentelick  int  gemeen  den  anderen 
Remonstranten ,  die  daer  geen  kennisse  van  gehadt  noch  last  toe  gegeven 
hebben ,  te  laste  geleijt.  Ende  indien  soodanighe  enighe  vergaderinghe  met 
inheemsche  theologen  ende  predicanten  gestreckt  soude  hebben  tot  separatie 
te  maken  van  den  Contrai^omonstranten,  omdat  de  subscribenten  daer  niet 
bij  geweest  en  zijn,  souden  om  deselve  redenen  d'andere  Remonstranten 
over  dese  hare  mederemonstranten  vergaderinghe  (als  mede  daerbij  niet 
geweest  zijnde)  niet  min  van  separatie  te  clagen  hebben  als  de  subscri- 
benten. Seggen  verders  de  Remonstranten,  die  eenighe  sodanighe  commu- 
nicatie oft  vergaderinghe,  tzij  door  occasie  tzij  andersins,  met  eenighe 
inheemsche  ende  nabuijrighe  theologen  off  predicanten  oijt  gehadt  oft  gehouden 
hebben,  dat  sulx  als  nergens,  noch  in  Gods  Woort  noch  bij  kerckelijcke 
ordonnantie  noch  bij  eenighe  politijcque  wet  deser  landen  verboden  sqnde , 
haer  vrijgestaen  heeft  ende  geoorloft  is  geweest.  Beneffens  dat  het  oock 
geschijet  is  met  voorweten  ende  wille  van  diegene ,  dien  doe  ter  tijt  tselve 
soudo,  geschenen  hebben  eenichsins  aen  te  gaen  oft  daerin  eenich  spreken 
te  hebben.  Behalven  dat  geene  vergaderinghe  noch  communicatie ,  groot  off 
cleijn,  (twelck  hijer  alleen  de  questie  is)  ogt  int  minste  gestreckt  heeft 
tot  scheuringhe,  maer  integendeel  altijt  tot  deliberatie  ende  overweginghe , 


381 

hoe  men  tbest  opt  gevoegelqxste  deselve  scheiiringhe,  tenderende  tot 
mine  ende  onderganck  van  de  Gereformeerde  kercke,  ende  soo  te  vresen 
is  oock  van  ons  vaderlant,  sonde  voorcomen  ende  de  eenicheqt  met  waer- 
heijt,  godsalichegt  ende  vrijheijt  daerinne  onderhouden,  sulcx  dat  sooverre 
vandaer  is,  dat  deselve  Remonstranten  over  soodanighe  eenighe  vergade- 
ringhe  te  causeren  off  te  beschuldigen  souden  zijn ,  dat  se  veeleer  meijnen 
voor  sodanighe  hare  sorghe  ende  neersticheijt  tot  de  conservatie  van  de 
niste,  vreden  ende  eenicheijt  der  kercke  ende  republycque  groeten  loff  ende 
danck  weert  te  zyn,  welcke  hoewel  sij  nu  ontbeeren  moesten,  sij  ver- 
trouwen, dat  namaels  nochtans  de  gemoederen,  die  nu  onstelt,  bezadicht 
ende  bedaert  zijnde,  haer  geworden  sal,  gelgck  oock  de  Remonstranten 
over  de  aparte  ende  bysondere  vergaderinghe,  by  de  Contraremonstranten 
corts  voor  desen  gehouden,  niet  te  clagen  en  souden  hebben,  tenware 
deselve  (gelijck  uyt  dese  redenen  ende  tversoeck  daerop  gedaen  bevonden 
wort)  tot  scheuringhe  hadden  aengericht  gewest ,  waertoe  der  Remonstranten 
vergaderinghe  oijt  gestreckt  te  hebben  niet  en  sal  bevonden  ofF  geinduceert 
connen  worden,  wt  alle  twelcke  schijnt  dit  alleen  van  de  subscribenten 
daerbij  gevought  te  zijn  om  met  eenighen  schijn  ende  glimp  (hoewel  te 
vergeeffs)  dese  hare  al  te  ontijdighe  ende  onbehoirlijcke  separatie  eenichsins 
te  verschoonen ,  ende  te  beter  van  de  Ed.  Mog.  heeren  Staten  haer  versouck 
te  verwerven. 

Daerhy  gevoeght^  dat  van  haerluyden  in  den  toetsten  provintiali  si/nodo 
sinisterlick  ende  hedriegelick  is  gehandelt^  doordien  $y  sekere  dinghen  in 
actvi  synodalUms  als  gearresteert  hebhen  geinsereert ,  daervan  nochtans  geen 
suffragium  van  yemant  is  gegeven ,  ja  niet  eens  gevraecht.  —  Hebben  op 
dit  vijffde  de  Remonstranten  tot  hare  onschult  over  dese  sware  beschul- 
dinghe  dit  te  seggen ,  dat  vele  van  haer  op  den  laesten  provincialen  sijnodum 
niet  geweest  en  zyn,  als  naderhant  eerst  gecomen  in  den  dienst  in  dese 
provintie,  ten  oversitten  van  eenighe  deser  subscribenten  geexamineert 
ende  met  hare  toestemminghe  bevesticht ,  derhalven  haer  ongelijck  geschiet , 
wanneer  sij  hijer  beschuldicht  worden  (sinisterlick  ende  hedriegelick  in 
den  laesten  sijnodo  provintiali  gehandelt  te  hebben).  Dat  andere,  die  op 
den  laesten  sijnodum  provintialem  geweest  zijn,  verclaren  in  oprechticheijt 
hares  herten  voor  den  Heere  niet  te  weten  van  tgene  haer  hier  soo  swaerlick 
te  laste  geleijt  wort,  (alsdat  sijluqden  daerin  sinisterlick  off  hedriegelick 
souden  gehandelt  hebben,  doordien  sij  sekere  dinghen  in  actis  s^jnodalibus 
als  gearresteert  souden  hebben  geinsereert,  daervan  nochtans  geen  suffra- 
gium by  ijemant  gegeven,  ja  niet  eens  gevraecht  en  soude  sijn).  Soo 
nochtans  daer  eenighe  sulcke  dinghen,  als  by  den  subscribenten  gestelt 
wort,  ende  den  Remonstranten  onbekent  is,  door  eenich  abuijs,  misverstant 


382 

off  andersins  douden  mogen  geinsereert  geweest  z^n,  hadden  de  Hemon- 
stranten  wel  gewilt  ende  gewenscht,  dat  de  subscribenten  tselve  soelanghe 
tot  nu  toe  niet  verswegen  en  hadden ,  uiaer  voordesen  overlanghe ,  ja  met 
den  aldereersten  tselve  hadden  te  kennen  gegeven  ende  geopenbaert  om 
de  memorie,  doe  noch  versch  zijnde,  tselve  geremedieert  te  hebben.  Connen 
oock  de  Remonstranten  niet  verstaen,  hoe  dat  nu  te  passé  comt  omme, 
geheele  ses  jaren  daervan  stil  geswegen  hebbende  sonder  eens  int  minste 
daervan  te  reppen,  daert  behoorde,  nu  daervan  te  spreken  ende  tselve 
800  onbroederl^ck  voor  de  Ed.  Mog.  heeren  Staten  deser  provintie  te 
brengen ,  ende  dat  noch  met  sulcke  sware  beschuldinghe ,  off  van  de  Remon- 
stranten daerinne  sinisterlick  ende  bedriegelick  gehandelt  ware,  tenz^ 
om  de  Remonstranten  door  sulcke  hatelijcke  blame  als  sinistere  ende 
bedriegelijcke  lu^jden  b^  hare  Ed.  Mog.  verdacht  gemaeckt  hebbende,  te 
meer  faveurs  by  deselve  tot  obtentie  van  haer  onbillick  ende  onchristelick 
versoeck  te  becomen ,  geleek  mede  tvoorgaende  daertoe  scheen  gedirigeert 
te  zijn,  waerinne,  alsoo  den  Remonstrantsgesinden  predicanten  b^  dese  sub- 
scribenten groot  ongelqck  ende  notoire  injurie  aengedaen  wort,  sullen 
nochtans  de  Remonstranten  dat  om  Christi  wille  geleek  oock  andere  over- 
lasten, die  haer  om  der  waerheijjt  ende  gerechtiche^jt  wille  aengedaen 
souden  moghen  worden,  met  alle  l^dsaemheyt  ende  christelijcke  gedul- 
dicheijt  verdraghen. 

AUe  welcke  ende  meer  andere  redenen  (die  toy  om  Umckheyt  te  vermifden 
niet  en  stelle  ons  vastelyck  doen  vertrouwen  ^  dat  uwe  Ed,  Mog,  ons  tot 
venvaringlie  efide  quyiinghe  van  onse  conscientie  niet  en  sullen  weigeren 
dit  ons  versoeck^  dat  wy  mogen  separatim  vergaderen,  (Tadvifsen  formeren 
ende  persoonen  committeren  om  op  den  sijnodum  nationalem  te  compareren 
ende  alles  te  doen  na  behooren,  —  Op  dit  laeste  en  twijfelen  de  Remon- 
strantsgesinde  predicanten  gantsch  niet,  off  bij  sooverre  de  subscribenten 
meer  off  valider  redenen  als  dese  hadden  gehadt,  souden  deselve  wel  voort- 
gebracht ende  daerbij  gestelt  hebben ,  want  om  die  daerby  te  stellen  tschrift 
geensins  te  lanck  en  is,  bijsonder  de  voorgaende  gepretendeerde  redenen 
soo  nietich,  impertinent  ende  onwarachtich  zijnde,  sulx  dat  soewel  dese 
ende  meer  andere  redenen  daerbij  souden  gedijent  ende  gepast  hebben 
omme  daerop  sulcken  versoeck  (van  tot  verwaringhe  ende  quijtinghe  liarer 
conscientie  separatim  te  mogen  vergaderen)  aen  de  Ed.  Mog.  heeren  Staten 
te  doen.  Maer  geene  waerschijnel^cke  redenen  meer  hebbende,  laten  haer 
de  Remonstranten  beduncken,  dat  de  subscribenten  met  dit  laeste  noch 
daerbij   te  voegen  tcorte  schrift  noch  wat  langher  hebben  willen  maken. 

Uu)e  Ed,  Mog.  onderdanighe  ende  van  lierte^h  getrouwe  de  bedienaren  van 
de  ware  Gereformeerde  religie  deser  provintie,  ende  uijt  aller  name:  Aknoij)US 


383 

OORTCAMPIUS.  JOHANNES  WURTZFELDIUS.  LaTTRENTTOS  MoD.$:US.  JoHATÏTfES  OüCOPIUS. 

Chuleraen  stont:  Joiiaiïnes  LDn)ENnjs.  —  Degene  uijjt  weicker  aller  naem 
dese  subscribenten  de  redenen  overgegeven  ende  versoeck  daerop  gedaen 
hebben,  schijnen  seer  vele  in  getale  geweest  te  zijn,  vermidts  vijer  per- 
soenen (daerbij  noch  een  onderaen  geteeckent  was)  totte  selve  gedeputeert 
zijn.  Off  alle  de  Contraremonstrantsgesinde  predicanten  deser  provintie  tot 
dese  onderschrijvinghe  ende  overgevinghe  den  subscribenten  gelast  hebben, 
hebben  de  Remonstranten  groote  oorsaeck  daeraen  te  twyfelen,  dewgle 
seker  Contraremonstrantsgesint  predicant  deser  provintie  daervan  niet  met 
allen  te  weten  noch  oommissie  daertoe  gegeven  te  hebben  verclaert  ende 
betuijght  heeft.  Sodanighe  mogen  daer  al  meer  wesen.  Het  soude  oock  de 
Remonstrantsgesinde  predicanten  wee  gedaen  ende  bedroeft  hebben,  dattér 
sooseer  vele  souden  geweest  zqn,  die  haer  hiertoe  souden  hebben  laten 
misbruycken  ende  persuaderen ,  dewyle  sij  van  tevoren  alle  tesamen  (niemant 
uitgenomen)  belooft,  ende  eenighe  van  die  oock  met  hanttastinghe,  tot  de 
onderlinghe  verdraechsaemheqt  ende  broederlijcke  gemeijnschap  verbonden 
ende  verplicht  hebben.  Niettemin  soo  daer  sooseer  vele  sulcke  Contra- 
remonstrantse  predicanten  souden  wesen,  sal  daeruijt  connen  blieken  de 
tastel^cke  onwaerhe^t,  waermede  men  de  Remonstrante  predicanten  van 
dese  provintie  menichmael  beswaert  ende  haer  nagegeven  heeft,  dat  sij 
niemant  van  de  Contraremonstranten  neffens  haer  in  den  dienst  en  wilden 
l^den,  maer  deselve,  alleen  omdat  se  in  een  ander  gevoelen  stonden, 
verstieten.  Want  oock  onder  dese  Contraremonstranten,  uijt  weicker  aller 
name  de  subscribenten  seggen  onderteeckent  te  hebben,  wellicht  wel 
eenighe  sullen  wesen,  die  selffs  van  de  Remonst.  predicanten  in  haere 
diensten  gevordert  ende  bevesticht  zyn.  Maer  voor  tlaeste  comt  den 
Remonstranten  seer  nieuw  ende  vreemt  voor ,  dat  D.  Arnoldus  Oortcampitjs 
ende  Laürentiüs  Modieus,  die  niet  alleen  geleek  oóck  d'andere  tot  noch 
toe  corts  voor  desen  met  haer  christelycke  ende  broederlijcke  gemeijnschap 
gehouden,  maer  daerenboven  als  deputati  sijnodi  andere  om  die  met  haer 
te  onderhouden  meermalen  vermaent  ende  verplicht  hebben,  oock  eenen, 
die  (hierby  geteeckent  staende)  over  een  jaer  (de  zaken  elders  haer  tot 
scheuringhe  disponerende)  scheen  eenighe  zwaricheyt  in  de  onderhoudinghe 
van  de  broederlijcke  gemeenschap  tusschen  d'eene  ende  d'andere  te  maken 
selve  daertoe  gesocht  te  persuaderen  met  censure  ende  improbatie  vant 
contrarie,  in  een  ander  gelegentheijt  rontuqt  verclarende,  dat  men  om 
dese  controverse  pointen  niemanden  behoorde  uijt  den  dijenst  te  weeren, 
behalve  dat  dese  twee  voornoemde  subscribenten  verscheiden  Remonst. 
predicanten  sonder  eenighe  beswaringhe  van  conscientie  (ymmers  die  oqt 
gebleken  heeft)  geexamineert ,  de  handen  opgeleijt  ende  in  den  dienst  be- 
vesticht hebben.  Het  comt ,  seggen  de  Remonstranten  noch  eens ,  haer  seer 


384 

onverwacht  voor,  dat  deselve  sonder  de  Eemonst.  predicanten  (met  dewelcke 
sy  ses  jaren  ]anck  achter  den  anderen  alle  maenden  ende  meer  vergadert 
geweest  zijn)  o\jt  eens  van  tevoren  aen  te  spreken  off  te  communiceren  off 
eenichsins  te  vernemen,  ofF  daer  middel  ware  om  bij  malcanderen  in  de  voor- 
gaende  eenicheyt  tot  mutuele  tolerantie  te  blijven,  nu  op  een  bot  teffens 
soo  schielick  ende  haestelijck  verandert  z\jn.  Ende  en  weten  de  Remonst. 
predicanten  niet  wat  daerop  seggen,  alleen  connende  vermoeden,  dat  se 
daertoe  van  andere  geimportuneert  ende  opgemaeckt  moeten  sijn ,  achtende 
voorts  de  Remonstranten ,  dat  het  verre  best  ware  geweest  voor  de  subscri- 
benten hare  conscientien  niet  te  beswaren  met  de  Remonstranten  soo  on- 
ordentel^cken ,  onbroederlqcken  ende  met  onwaerheijt  voor  hare  Ed.  Mog. 
té  beschuldigen,  alsdat  se  swaricheijt  maken  van  met  de  Remonstranten 
in  de  voorgaende  broederlqcke  ende  christelijckegemoynschap  te  continueren, 
niet  connende  voor  goet  vinden  noch  wel  gedaen,  dat  de  subscribenten 
met  dit  haer  versoeck  de  gemeijnschap  eerst  affbrekende ,  alsoo  de  formele 
scheuringhe,  in  dese  provintie  aengerecht,  overal  soecken  te  stijven  ende 
te  stereken,  waervan  de  Remonstrantsgesinde  (als  ten  hoochsten  over  de 
scheuringhe  bedroeft  zijnde ,  die  se  oock  geeme  aUetijt  met  alle  gevoege- 
l^cke  middelen,  sooveel  in  haer  was  ende  mogelijck  geweest  is,  hebben 
gesocht  te  voorcomen)  voor  Godt,  onsen  salichmaker  Jesu  Christo  ende 
zijne  kercke  onschuldich  willen  zqn,  haer  by  desen  tot  verwaringhe  ende 
quytinghe  van  hare  conscientien  voor  al  de  werelt  ontledigende  ende  ont- 
lastende. Biddende  ondertusschen  Godt  Almachtich  uijt  gront  harer  herten 
door  Jesum  Christum,  dat  de  waerheyt,  die  na  de  godsalicheyt  is,  bij 
alle  menschen  tot  een  ware,  oprechte ,  christelicke  vrede  hier  ende  hiemae- 
maels  tot  genietinghe  van  de  onsterffel^cheijt  ende  eeuwighe  zalicheijt 
in  hare  herten  mach  plaetse  grijpen  ende  daerinne  gevesticht  werden. 
Vuyt  name  van  de  synodale  vergaderinge,  vergadert  in  St.  Caterynen. 

TsAACüs  FREDERia,  pracscs  synodi. 
Samüel  NiERANUB,  scriba.  1) 


Aenmerckingen  der  predicanten  des  stichts  van  Utrecht, 
die  men  noemt  Remonstranten,  vergadert  in  St.  Eatrijnen, 
op  den  staet  des  verschils  over  den  1®°  artijckel  nopende  de 
praedestinatie ,  hun  overgelevert  bij  de  Contraremonstrantsche 
predicanten,  vergadert  int  capittelhuijs  ten  Dom.  1®  Deel. 2) 

Waerde  ende  lieve  medebroederen  in  Christo  (indien  het  u.  1.  ende  w. 


1)  »Vuyt  —  scriba."  Dit  onderschrift  is  met  andere  hand  en  inkt  bijgevoegd,  doch 
de  onderteekeningen  zijn  eigenhandig.  Ook  yan  dit  »Nodich  ondersoeck"  komt  in  het 
h.8.  nog  een  afschrift  voor. 

^     Deze  titel  staat  op  het  eerste  blad.  Het  stuk  zelf  (copie)  begint  op  de  derde  bladzijde 


anders  belieft  voor  sodanige  ons  te  kennen).  Wjj  hadden  van  herten  wel 
gewenscht  ende  niet  liever  gesien,  dan  dat  wij  voort  hadden  mogen  blijven 
in    sodanige    mutuele    tolerantie,   broederlijcke   vrede   ende   christelijcke 
eenicheijt,  als  waerin  wij  tot  noch  toe  voordesen  met  u.  1.  ende  w.  in  dese 
provintie  gestaen  hebben ,  sulcks  dat  wij  dien  geheelen  tijt  van  vijff  off  ses 
volle  jaren  betoont  hebben ,  hoe  practiquabel  ende  doenlijck  dat  het  sij , 
dat  predicanten  van  verscheijden  gevoelen  int  stuck  van  de  predestinatie 
cum  annexis  (midts  mijdende  ten  wederzijden  de  extremiteijten ,  die  daerinne 
sijn  ende  wij  volgens  de  kerckenordening  gemijdt  hebben)  met  malkanderen 
vredelijck,   gemstelijck  ende  christelijck  hare  diensten   tesamen  konnen 
betreden,  niet  alleen  in  een  lant  off  provintie,  maer  oock  in  eene  ende 
deselve  stadt  ende  kercke.  Doch  alsoo  het  eenigen  (alle  en  konnen  wij 
niet  seggen)  van  u.  1.  ende  w.  belieft  heeft  dese  separatie  van  ons  aen 
de  E.  M.  heeren  Staten  deser  provintie  te  versoecken  ende  tselve,  niet- 
tegenstaende  wij   tgaeme  anders  gesien  hadden,  dat  wij  alle  tesamen  bij 
malkanderen  sijnodaliter  hadden  mogen  vergaderen,  niet  en  heeft  konnen 
gedresseert  worden ,  moeten  wij  sulcks  met  droefFhegt  gedoogen ,  niet  ken- 
nende ondertuschen  naelaten  u.  1.  ende  w.  met  weemoet  onses  herten  te 
kennen  te  geven  ons  leet  te  zijn,  dat  wij  sonder  bill^cke  oorsake  soo 
indebite  van  u.  1.  ende  w.  verstoeten  sijn  geworden,  willende  van  dese 
separatie  niet  alleen  voor  Gk)dt  maer  oock  selffs  in  u.  1.  ende  w.  conscientien 
onschuldich  sijn.  Yoorders  dewqle  het  u.  1.  ende  w.  goet  heeft  gedacht 
ons  seker  lang  geschrifte,  vervatende  den  stant  des  geschils  over  de  vijfF 
questieuse  poincten  door  de  E.  M.  heeren  Staten  deser  provintie  te  be- 
handigen,  omme  daerop  diesaengaende  onse  antwoorde  te  bekomen,  was 
tselve  onses  bedunckens  teenemael  onnodich,   wanneer  w^  ons  tesamen 
hadden  willen  houden  aen  de  kerckenordeninge  ten  regarde  van  dit  poinct , 
waerbij  ons  seer  wel  bevonden  hebbende  wij  den  synode  nationali  hadden 
konnen  dienen  ende  aenwijsen  middel  om  dese  differentiale  pointen  tot  de 
ruste  ende  welstant  van  het  lant  ende  de  kercke  te  accommoderen.  Immers 
en  heeft  ons  gants  niet  gedocht  dit  het  middel  te  wesen  om  onnutte  ende 
onnoodige  disputen   (die  meer  verwerringe  hebben  als  godtsalicheijt)  te 
vermijden,  waeromme  nochtans  eenige  van  den  uwen  dese  separatie  ver- 
gaderinge  versocht  hadden.  Want  dat  men  met  sulck  eenen  hoop  articulen 
de  disputen  niet  en  heeft  konnen  vermijden,  hebben  sulcks  wel  onder- 
vonden de  fabricateurs  van  dese  articulen,  die  wij  houden  wt  Gelderlant 
(hoewel  een  weijnich  hier  ende  daer  verandert)  gebracht  ende  u.  1.  ende  w. 
in  handen  gelevert  te  sgn,  want  men  aldaer  eenen  ruijmen  tjjt  met  dispu- 
teren over  dese  gestelde  articulen  toegebracht  ende  onnuttelijck  versleten 
heeft.  Wij  laten  ons  bedencken,  dat  het  wel  gevoechelgcker  geweest  waere 

tot  mijdinge  van   disputen  ende  bespoedinge  van  dese  synodale  hande- 
Acta  syn,  provinc,  VI,  25 


386 

linge,  indien  u.  1.  ende  w.,  latende  de  Öeldersche  articulen,  die  se  waeten, 
selffs  den  statum  questionis,  gelijck  sij  die  in  eenvoudicheijt  verstonden, 
gefomieert  hadden,  ende  wij  mede  van  onse  zijde,  omme  alsoo  dien  tsamen 
in  s^nodo  nationali  overgelevert  aldaer  te  ondersoecken,  ende  sooveel  alst 
mogelijck  ware  geweest,  overeen  te  brengen,  off  anderen,  (twelck  wq  noch 
veel  liever  gewilt  hadden)  dat  de  predicanten  van  dese  provintie,  beiiiiaem 
genoech  sijnde  om  den  sijnodum  provintialem  te  houden,  tesamen  dien 
gestelt  hadden,  soo  nae  alst  doenlijck  waer  geweest.  Nu  en  moeten  u.  1. 
ende  w.  niet  vreemt  vinden,  ist  dat  wq  tegen  onse  intentie,  me^ninge 
ende  danok  met  malkanderen  zouden  mogen  in  onnoodige  disputen  inge- 
togen worden,  u.  1.  ende  w.  hebben  dat  niet  ons  maer  dien  te  wijten, 
die  u.  1.  ende  w.  dese  articulen  behandicht  hebben,  want  bevindende  dit 
schrift  sulcks  dat  het,  lange  bearbeijt  sijnde,  vol  steeckt  oock  (soo  wij 
achten)  buiten  weeten  van  u.  1.  ende  w.  van  dobbelsinnige  termen,  duijstere 
ende  bewimpelde  manieren  van  spreken  om  daeronder  te  mogen  schu|jlen, 
ende  de  saecke  in  den  gront  behoudende  nochtans  te  schijnen  wat  anderen 
te  willen  seggen,  worden  wq  genootsaeckt  tot  ondeckinge  van  sulcks  ende 
naerder  openinge  van  onse  meijninge  verscheijden  saecken,  niet  van  alles 
daerop  te  letten  stont,  maer  vant  principaelste  ende  dat  e^gentlijck  dienden 
tot  stellinge  van  den  staet  des  geschils  in  dese  materie,  u.  1.  ende  w. 
voor  te  houden  ende  te  oommimiceren.  Ist  dat  w^  somtijts  hier  off  daer 
int  een  off  tander  u.  1.  ende  w.  eenichsins  duijster  souden  schijnen  te  s^n , 
moet  dat  toegeschreven  de  spitsvindicheijt  dergeenre,  die  dese  sovele  ende 
ingewickelde  articulen  gestelt  hebben,  hebbende  ons  evenwel  daerin  der 
klaerheijt  ende  kortheijt  soovele  benaersticht ,  als  ons  mogelijck  geweest 
is.  Sullen  derhalven  voort  treden  tot  bemerkinge  van  het  schrift  selve, 
ende  eerst: 

Op  den  tijtel. 
De  broederen  schijnen  haerselven  toe  te  schrijven ,  dat  sij  gebleven  sgn 
bij  de  ware  Gereformeerde  religie  mit  uijtsluijtinge  van  de  Remonstrants- 
gesinde,  alsoo  s^  hier  schijnen  oppositie  te  maecken.  Wij  sustineren 
daertegens,  dat  ons  gevoelen  nopende  dese  poincten  al  veel  beter  van  de 
pauseljjcke  dolingen  is  gereformeert  dan  het  haere,  ende  vragen  haer,  off 
sij  oordeelen ,  dat  alle  degene ,  die  in  het  gevoelen  over  dese  poincten  met 
liaer  niet  en  accorderen,  van  de  Gereformeerde  religie  affgeweken  z^n? 
Ende  indien  jae,  hoe  s|j  dan  Calvinum,  Besam,  Zanchium  etc.  konnen 
houden  voor  leeraers  van  de  Gereformeerde  religie,  nadien  sij  notoirlijck 
verre  van  deselve  verschillen?  2.  Off  sij  meijnen,  dat  de  Gereformeerde 
religie  in  dese  poincten  bestaet?  tSchynt,  dat  de  broeders  ons  hier  be- 
decktelijck  de  broederschap  aff keuren,  die  s^  tot  noch  toe  met  ons  zonder 
quetsinge  haerder  consdentie  (soo  w^  hopen)  hebben  onderhouden ,  twelck 


387 

alsoo  den  s^nodo  nationali  soude  prejudiciëren,  soo  protesteren  wij  mitsdeseil 
daertegen. 

Den  1  ende  2  §  staen  wij  toe,  mits  dat  verstaen  worden  niet  simpelijck 
menschen  als  menschen,  ofte  gevallene  in  Adam  sonder  eenige  vordere 
qualite^t  te  bemercken,  maer  dat  het  besluijt  der  zalicheijt  gegaen  sij 
over  menschen,  gevallen  in  Adam  ende  door  Godts  genade  in  Jesum 
Christiim  geloovende,  tbeslngt  der  onsalicheijt  ofte  verwerpinge  over  deselve, 
bemerckt  als  ongelovige. 

Den  3  §  staen  wij  toe,  welverstaende  dat  het  niet  door  Godts  voorgaende  ab- 
soluut decreet  en  geschiet,  dat  vele  verworpen  sijn  ende  weijnige  uijtverkoren. 

§  4  staen  wij  teenemael  toe  ende  begeeren,  dat  wel  aengemerckt  werde, 
dat  hier  wort  geseijt,  dat  wq  het  hier  met  den  broederen  in  eens  sijn, 
dat  de  verkiesinge  geschiet  is  uijt  loutere  genade  zonder  aenmerckinge 
van  eenige  verdienstelijcke  waerdicheqt.  Soo  en  doen  w^  dan  de  genade 
Godts  niet  te  cort  ende  en  drijven  niet  eenige  verdiensten  der  menschen 
(gelijck  men  ons  naegeeft),  als  wij  seggen,  dat  de  verkiesinge  geschiet 
met  aenmerckinge  vant  levende  werckende  geloove.  Veelmin  drijven  wij 
verdiensten,  als  wij  drijven,  dat  men  zonder  tselve  werckende  geloove 
niet  zalich  en  wort. 

Alsoo  in  de  3  eerste  §  is  gesproken  van  de  verkiesinge  ende  ver- 
werpinge beijde,  soo  schijnt,  dat  hier  wel  soude  hebben  gevoecht,  dat 
de  broeders  hier  hadden  gestelt,  waerom  de  verworpene  verworpen  sijn. 
Die  en  schijnen  sij  nergens  duijdelijck  te  doen.  Wij  eqschen,  dat  sij  haer 
daerop  naerder  verklaren,  off  de  verworpene  verworpen  sijn  om  de  zonde 
Adams,  off  om  de  erft'zonde,  off  om  beijde,  off  om  haere  eijgene  zonden. 
Ende  indien  sij  seggen:  om  haere  eijgene  zonden,  soo  vragen  wij,  off  sij 
daerdoor  verstaen  hare  zonde,  die  sij  in  Adam  begaen  hebben,  gelyck 
wij  weten,  dat  sommige  dit  seggen  met  dit  verstant  om  de  eenvoudige 
te  paeijen.  Verstaen  sij  door  der  verworpenen  zonden,  daer  zg  om  ver- 
worpen sijn,  de  zonden,  die  zij  in  hare  eygene  personen  ende  buiten 
Adam  doen,  zoo  vragen  wij  wederom,  off  sij  die  zonden  hebben  konnen 
laten.  Laet  de  broeders  hierop  categorice  antwoorden.  Wij  meijnen,  dat 
blycken  zal,  dat  haer  gevoelen  is,  dat  degene  die  verworpen  zijn  om  in 
de  helle  eeuwich  te  branden,  verworpen  sijn  off  om  de  zonde  Adams,  off  om 
de  erffzonde,  off  om  eenige  hare  zonde,  die  s^  niet  hebben  konnen  m^den, 
off  om  dese  drie  tesamen.  Wq  gevoelen  ende  gelooven,  dat  niemant  van 
Godt  verworpen  is  ende  ter  hellen  geschickt  dan  om  sijn  eijgen  zonde ,  die 
hij  heeft  konnen  laten. 

§  5.  tis  waer,  maer  alsoo  dat  het  geloove  niet  alleen  en  is  een  ver- 
eijscht  middel  off  conditie  ter  zalicheijt,  maer  oock  ter  verkiesinge  in  den- 
genen, die  verkoren  ende  zalich  wort. 

25» 


388 

Op  den  6  §  seggen  w^,  dat  het  een  ander  gelegentheqt  heeft  met  de 
voorschickinge  Godts  tot  de  middelen  des  gelooffs  als  met  sijne  voorschic* 
kinge  tot  het  geloove.  Tot  het  gelooff  wort  niemant  absolutelijck  geschickt , 
maer  wel  tot  de  middelen  desselven,  derhalven  dat  degene,  die  de  mid- 
delen des  geloofs  ontfangen  hebbende  tgeloove  niet  mede  en  ontfangen, 
en  geschiet  niet  daerom,  omdat  Godt  preciselijck  besloten  heeft  hun  tge- 
loove niet  te  geven,  maer  omdat  s^  de  middelen  tot  het  geloofT  versu^jmen 
ende  veronachtsamen ,  op  conditie  van  welcker  waememinge  l^j  besloten 
hadde  hun  tselve  geloove  mede  te  geven. 

§  7.  Uyt  hetgene  nu  §  6  van  ons  geseijt  is,  blijckt  dat  wij  ter  con- 
trarien  houden,  dat  Godt  immers  besloten  heeft  in  den  verworpenen  soo- 
verre  te  wercken,  dat  het  dadelijck  geloove  daerop  volge,  namelgck  op 
conditie  dat  de  mensche,  die  geroepen  wort,  den  geest  Godts  niet  en 
wederstae,  dewelcke  dan  wederstaen  wort  van  den  mensche,  wanneer 
belet  wort,  hetgene  hij  voorheeft.  Nu  wat  kan  den  h.  geest  voorhebben, 
ten  aensien  van  twelcke  hem  wederstant  gedaen  wort,  als  te  wercken  be- 
keeringe  ende  geloove  in  den  mensche?  De  menschen  te  maecken  zonder 
onschult  en  is  sijne  intentie  niet,  waerin  hem  wederstaen  wort  van  den- 
genen, die  weijgert  te  gelooven,  want  dat  bekoomt  hq  door  siücken 
wederstant.  Resteert  dan,  dat  hij  hebbe  gehadt  intentie  om  den  mensche 
te  brengen  tot  het  geloove,  ten  welcken  aensien  Ac  tor.  7  wort  geseijt, 
dat  de  menschen  Godts  geest  wederstaen,  ende  oversulcks  dat  het  aen 
Godt  ende  zijnen  h.  geest  niet  en  schort,  off  aen  eenich  besluit  van  niet 
verre  genoech  te  wercken,  dat  de  mensche,  die  geroepen  wort,  in  onge- 
loove  blijft.  Indient  soo  niet  met  de  sake  gelegen  is,  waertoe  roept  dan 
Godt  de  menschen  tot  de  zalicheijt,  absolutelijck  besloten  hebbende  hen 
de  middelen  ter  zaliche^t  te  onthouden?  Hoe  sal  dan  dese  roepinge  een 
genadige  roepinge  sijn ,  naedien  sij  den  geroepenen  nergens  anders  toe  en 
kan  strecken,  dan  dat  sij  door  eene  nootsakelijcke  weijgeringe  derselver 
te  swaerder  oordeel  op  haer  laden,  in  voegen  dat  die  roepinge  sal  s^n 
een  ongenadige  genade? 

Den  8  §  ende  9  staen  wij  toe.  Siet  van  den  9  den  5  §  van  de  ver- 
schillende poincten  hiemae  volgende. 

§  10.  Wij  hebben  redenen  om  hier  te  twijffelen,  ofF  door  desen  artijkel 
te  kennen  gegeven  wort  een  gewisse  versekeringe  ende  zalicheijt  der 
kinderen  der  geloovigen,  die  in  hare  kintsheijt  sterven,  alsoo  het  woort 
vertrouwen  dubbelsinnich  is,  ende  in  de  schrifture  alsoock  daerbu^ten 
beteijkent  soodanige  een  stercke  hope,  waerin  men  missende  ende  bedrogen 
mach  worden,  welcke  dubbelsinnicheijt  niet  en  wort  wechgenomen  doort 
bijvoegen  van  het  woort  sekerlijck.  Want  dat  wort  immediate  gevoecht 
bij  het  woort  vertrouwen,  al  schijnt  het  ten  eersten  aensien,  dat  het 


389 

all  eens  sij,  off  men  segge,  dat  men  ïjets  sekerlqck  mach  vertrouwen,  off 
dat  men  segge,  dat  men  ijets  mach  sekerlijck  vertrouwen.  De  broeders, 
die  dit  schrift  hebben  gestelt,  weten  nochtans,  dat  tusschen  dose  beijde 
manieren  van  spreken  een  merckeligck  onderscheijt  is.  Ende  off  men  schoon 
twoort  sekerlqjck  immediate  met  het  woort  vertrouwen  voechde, 
800  geeft  diesniettegenstaende  twoort  mogen,  dat  hier  gebruijckt  wort, 
te  kennen,  dat  sidckeen  vertrouwen  wel  bedrogen  kan  uijtkomen.  Donteklock 
gebruijckt  woorden ,  die  noch  al  meerder  gevdshegt  van  dit  poinct  schqnen 
mede  te  brengen  dan  degene,  die  hier  worden  gestelt.  Want  in  sijn  ant- 
wooi-t  op  de  Vermaninge  tot  vrede,  letter  L,  seijt  hij,  dat  wij  van  de 
kinderen  der  geloovigen ,  wanneer  sjj  in  hare  jonckheijt  komen  te  sterven , 
niet  anders  en  konnen  noch  behooren  te  oordeelen,  dan  dat  henlieden  de 
zalicheijt  toekoomt,  ende  dat  se  tot  deselve  van  Godt  zijn  verkoren  ofte 
gepredestineert.  Wie  en  soude  niet  meijnen,  dat  met  dese  woorden  dit 
poinct  buyten  allo  twijffel  wierde  gestelt?  Maer  jeraant  lese  voorder  die 
page  ende  de  navolgende,  ende  l^j  sal  bevinden  soo  klaer  als  den  dach, 
dat  Donteklock  daemae  schrijft,  dat  niettegenstaende  (volgens  sijne  ge- 
allegeerde  woorden)  men  niet  anders  en  kan  noch  behoort  te  oordeelen, 
dan  dat  de  kinderen  der  geloovigen  in  haere  kintsheijt  stervende  de 
zalicheijt  toekoomt,  dat  het  nochtans  wel  anders  kan  sijn,  ende  dat  sodanige 
kinderkens  konnen  verlooren  gaen.  D.  Pabceus,  professoor  tot  Heydelberch, 
die  van  den  Contraremonstranten  in  sulcken  achtinge  wort  gehouden,  dat 
eenige  derselver  hem  noemen  den  groeten  Pakceüm,  betuijcht  zonder  eenige 
bewimpelinge,!)  dat  het  met  de  kinderkens,  die  in  Christo  sterven,  ver- 
scheijdentlijck  toegaet,  want  die  sullen  simpelijck  off  behouden  worden 
na  de  genade,  off  verdoemt  worden  nae  de  nature,  als  sijnde  kinderen  des 
tooms,  gelijck  de  reste.  Deselve  heeft  nog  onlancks  staende  gehouden,  dat 
noch  Zwinglius  noch  Calvinus  noch  jemant  van  den  onsen  alle  de  kinder- 
kens, in  hare  kintsheijt  stervende, 2)  oock  als  men  se  ten  doop  draecht, 
den  hemel  toeeijgenen ,  maer  seijt ,  dat  se  van  de  kinderen  der  bondtge- 
noten  siücks  oordeelen  canone  charitatis,  nae  den  regel  der  liefTde,  sal  va 
tamen  Dei  electione,  altijts  voorbehoudens  Godts  verkiesinge,  die  daer 
dickwils  onderscheijt  in  gemaeckt  heeft  ende  noch  maeckt.  Martyr,  Zanchius 
ende  andere  seggen  rontu^t  van  gelijcken,  dewelcke  alle  van  de  Contra- 
remonstranten in  Hollant  in  haer  Tegenvertooch  aen  de  M.  H.  Staten 
voortgebracht  ende  geallegeert  worden  om  te  betoonen  de  outheijt  ende 
algemeijnheijt  vant  gevoelen,  dat  zg  hebben  van  de  predestinatie  metten 


1)  In  marg.  staat:  »Coinment.  in  Epist.  ad  Rom.  cap.  2  Dob.  9." 

2)  In  marg.  staat:  »Parceu8  contra  Bellarminum  pag.  891." 


390 

aenkleven  van  dien,  seggende  dat  haer  gevoelen  van  deselve  is  geleert 
Nu  dewijle  dese  broeders  haer  selven  toeschrijven,  dat  se  gebleven  sijn 
bij  de  leere  der  Gereformeerde  religie  ende  Pabceus  betuqcht,  dat  dit  de 
gemeijne  ende  bestandige  leere  soowel  der  eerster  als  aller  anderer  leeraren 
der  Gereformeerde  religie  is,  hoe  konnen  sij  dan  in  eenstuck  van  sulcken 
gcwichte  een  geheel  contrar^  ende  nieu  gevoelen  volgen,  ende  evenwel 
sich  beroemen  van  gebleven  te  zijn  bij  de  ware  Gereformeerde  religie? 
Off  zal  men  seggen,  dat  Parceüb,  den  aldei'outsten  ende  beroemsten  pro- 
fessoor  ende  doctor  theologie,  die  de  Gereformeerde  kercken  hedensdaechs 
in  de  geheele  Christenheijt  hebben,  noch  selfTs  niet  en  weet,  wat  het  ge- 
meijn  ende  bestandich  gevoelen  der  Gereformeerder  kercken  is?  Hierop 
dan  versoecken  w^  van  de  broeders  naerder  verklaringe ,  alsoock  wat  haer 
gevoelen  sij  van  de  kinderen  der  geloovigen,  die  noch  zuijgen  ende  in 
hare  kintsheijt  sijn  ende  leven,  off  het  oock  vast  ende  seker  gaet,  dat  die 
in  den  stant  der  genade  off  zalicheijt  sijn,  ende  hoe  men  de  ouders,  die 
souden  mogen  vreesen,  dat  se  verworpen  s^n,  sal  mogen  vertroosten.  Soude 
wel  de  doot  een  seeckerder  getu^genisse  ende  versegelinge  der  zalicheijt 
der  kinderen  sijn  dan  haeren  doop,  die  een  zegel  des  verbonts  is?  Het 
oordeel  der  lieffde,  dat  eenige  hier  allegeren,  en  heeft  hier  geen  plaetse, 
nadien  hetselve  gefondeert  is  op  eenige  u^terlijcke  apparentie,  die  ons 
meer  het  eene  als  het  andere  doet  gelooven,  welck  fondament  hier  ces- 
seert.  Ende  in  allen  gevalle  soo  is  het  oordeel  der  lieffde  bedriechelijck. 
De  broeders  sullen  mischien  voorwerpen,  dat  sij  haer  naerder  verklaren 
§  5  over  den  2  articulo  non  controverse  met  dese  woorden,  dat  niemant 
de  vergevinge  der  zonden  ende  versoeninge  met  Godt  dadelqck  geniet  dan 
alleen  de  ware  geloovige  (begrqpende  mede  hieronder  de  gelooviger  kin- 
deren). Maer  hier  vragen  wij ,  off  sij  alle  aller  geloovigen  kinderen  in  haere 
kintsheijt  levende  off  steiTcnde  hieronder  begrijpen.  Laet  se  hierop  jae 
seggen.  Derven  sijt  oock  niet  seggen,  soo  is  te  verstaen,  dat  sij  alleenl^ck 
sommige  kinderen  der  geloovige  hieronder  begrijpen. 

Den  11  §  staen  wij  toe,  mits  dat  ondert  woordeken  oock  niet  en 
schuijle,  dat  het  geloove  s^  een  vrucht  der  absolute  verkiesinge  ter  zalicheijt 
Alsoock  den  12,  want  die  verworpen  worden,  worden  verworpen  om 
hare  eijgene  dadelijcke  zonden ,  die  sij  hebben  konnen  laten.  Die  boven  den 
val  gaen  seggen  oock ,  dat  de  verworpene  rechtvaerdelijck  verworpen  sijn , 
zonder  nochtans  te  stellen  de  zonde  als  een  verdienende  oorsake  der  ver- 
werpinge.  Wij  vertrouwen,  dat  de  broederen  sulcken  verwerpinge  geen 
rechtvaerdige  verwerpinge  souden  willen  heeten.  Derhalven  het  niet  ge- 
noech  en  is,  dat  men  eenderleij  woorden  heeft,  wanneer  men  daeronder 
niet  en  vervat  eenderleij  sin.  Dus  blijckt  hier  onder  anderen,  dat  wij  reden 
hebben  om  over  dubbelsinnicheijt  deser  articulen  te  klagen,  alsoo  een  soo 


391 

notoirlgck  onrechtvaerdich  beslugt  der  verwerpinge  onder  dese  woorden 
kan  schuijlen. 

Den  13  §  staen  wg  toe  in  sulcken  sin,  dat  de  voorgewetene  dadelgcke 
ongenootsaeckte  sonden  der  menschen,  van  haer  buiten  Adam  gedaen,  de 
verdienende  oorsake  sijn  niet  alleen  van  hare  dadelijcke  verdoemenisse,  maer 
oock  van  hare  reprobatie  ende  verwerpinge. 

§  14.  Desen  artijckel  nemen  w^  gaeme  aen,  maer  wilden  de  broeders 
wel  vragen,  off  degene,  die  jemant  tot  straffe  van  sqn  misdaet  kreupel 
slaet,  niet  en  is  de  werckende  oorsake  van  sijn  manckgaen,  hoewel  s^n 
misdaet  de  verdienende  oorsake  daervan  is. 

Volgen  de  verschilpoincten. 

Op  den  1  §  dient  aengemerckt,  dat  de  verkiesinge  niet  en  is  eenderleij. 
Daer  is  een  verkiesinge  tot  de  zalichmakende  genade  ende  de  middelen 
der  zalicheijt ,  ende  een  verkiesinge  tot  de  zalicheijt.  Aengaende  dese  tweede 
seggen  wg,  dat  het  objectum  derselver  is  even  tselve,  twelck  daer  is 
tobjectum  der  ugtvoeringe  derselver,  te  weten  de  geloovige  menschen. 
Sulcke  menschen,  als  Godt  besloten  heeft  te  verkiesen  ter  zalicheijt  ende 
verkiest  ter  zalicheijt,  sulcke  menschen  ende  evenzoo  geconsidereert  geeft 
hij  oock  indertijt  de  zalicheijt ,  andersins  soude  de  executie  ende  uijtvoeringe 
met  het  decreet  ende  besluijt  niet  overeenkomen.  Maer  aengaende  de  ver- 
kiesinge tot  de  middelen  der  zalicheijt  ende  dadelgcke  mededeglinge 
derselver,  wij  bekennen,  dat  daerin  onderscheijt  is  quoad  objectum ,  want 
in  de  verkiesinge  en  wort  de  mensche  niet  geconsidereert  als  geloovige, 
gelijck  in  de  dadelijcke  mededeijlinge  der  zalichegt,  maer  sonder  eenige 
aenmerckinge  van  ijets,  dat  in  den  mensche  soude  mogen  wesen,  de  men- 
schen blootelijck  als  menschen  ende  zondaers. 

§  2  vervat  hetselve,  dat  in  den  1  §  is  gestelt.  Wg  maken  derhalven 
hier  wederom  onderscheijt:  1.  Ten  aensien  vant  besluijt  der  indefinite 
verkiesinge,  waermede  Godt  beslooten  heeft  de  geloovige  zalich  te  maken, 
en  kander  in  de  mensche  niet  bemerckt  worden  eenige  dispositie,  sulcke 
als  hier  gemeldet  wort  in  Godts  voorwetenheijt  voorgaende.  2.  Tselve  moet 
oock  geseijt  worden  aengaende  de  definite  off  personele  verkiesinge  van 
genen  ende  desen  tot  de  genade  ende  middelen  der  zalichegt  noodich. 
3.  Maer  ten  aensien  van  de  definite  verkiesinge  ter  zalicheijt  van  Pieter 
ende  Jan  (welcke  eijgentlijck  niet  en  is  een  nieu  besluijt  der  verkiesinge, 
maer  alleenlijck  een  applicatie  van  de  voorgemelde  indefinite  verkiesinge 
der  geloovigen  ter  zalicheijt  (in  deselve  besloten  als  het  particiüare  singulare 
in  universali),  soo  leert  ons  de  schrifture,  dat  die  geschiet  is  met  aen- 
merckinge des  gelooffs  in  Pieter  ende  Jan,  twelck  nae  den  stijl  der  schrifture, 
Luc.  21,  Apoc.  3,  wel  een  waerdichegt  soude  mogen  worden  genoempt, 
maer  van  dewelcke  alle  verdienstelgckheijt  verre  is,  ende  een  waerdicheijt 


3f<> 

il\f^ifi\)^:ï.  u^t  0'4tf?  genadige  pewaerüoDge.  Vm  soimi^e  e«öe  v^efkksinge 
w</Ti  er  ^«prvxrkec  id  de  sp^reocke:  xele  gefoepen.  weinige  u^treriLoren, 
advaer  T]^tTerk'>rene  woHen  gezt^^int  deeece.  die  met  hef  eruiselidciie 
bnjij!rftiïk!«^  Urkleet  z^n.  tveldE  is  het  geloore  door  de  üeffde. 

f  ::;  \h  \en  jutestenhq  tu  gelycken  inhooL  Wg  sollen  hier  c-ndersdiegt 
rna^rkeri  ende  seggen,  dat  de  gekxjrige  €nde  heijlige  is  verkoren  definite 
ter  zalvrbegt .  onder  cr/nditie  van  v^Xiitganck  ende  voLherdinge  int  gdoove 
ende  heijllchegt.  maer  alMsoIutelöck  ter  zalichegt  s^n  verkoien  alken 
degeene.  die  tgeloove  behoaden,  den  k»p  der  godtzaliche^t  voUoopen 
ende  voL^tandich  gelovende  sgn  ten  einde  toe.  ende  als  soodanige  geoon- 
Kidereert  sgn  van  Godt  den  Heere. 

Op  g  4  neggen  wq:  neen.  De  versdieqdentheqt  der  bedotten  bleekt 
uijt  dien.  'lat  het  objectam  derselver.  als  aengewes^i  is.  is  versdieqden. 
Want  de  middelen  der  zalicheqt,  immers  vele  derselver  besloot  G*>dt  te 
geven  den  mensche  als  mensche,  Pieter  als  Pieter.  maer  de  zalicheijt 
be^luijt  hij  te  geven  den  mensche  ende  Pieter,  geeonsideert  als  geloovige, 
volgen»  sijn  besluit  der  indefinite  verkiesinge,  volgens  deweleke  hg  se 
niet  anders  als  soodanige  en  kan  oonsidereren  int  absoluut  besloot  van 
hun  de  zalichegt  te  geven.  Velen  geeft  hg  de  middelen  ter  zalichegt, 
weijnlgen  de  zaliehegt,  omdat  sg  die  middelen  versuijmen.  niet  wel  en 
gebruijcken  ende  vant  goede  gebmijck  derselver  a£Fwijcken  nae  de  spreueke : 
vele  geroepen,  weijnige  uijtYerkoren.  tBeslugt  van  te  geven  de  middelen 
ter  zalicheijt,  immers  de  eerste  (want  in  den  voortganek  geeft  Godt  genade 
vo^;r  gena^le ,  et  dat  habenti) ,  is  een  beslugt  zonder  conditie.  De  zalichegt 
aclïï»  en  iM^slugt  hij  niet  te  geven  aen  iemant  zonder  conditie  van  gelooff 
en  gehrKirsaemheijt.  Dien  hij  definite  alsoo  beslugt  deselve  te  geven, 
die  considereert  hij  als  nu  volbracht  hebbende  de  conditien,  ter  zalichegt 
n^KKÜch  ende  van  hem  vereijscht 

In  den  5  §  dienen  de  broeders  te  verklaren,  wat  sij  verstaen  door 
het  woordeken  alsoo,  off  sg  daermede  alleen  billen  negeren  modum 
rei,  te  weten  op  wat  wqse  Christus  het  fondament  is,  voorts  toestaende 
de  Bake  selfTs.  Wij  verstaen,  dat  onse  heere  Christus  is  niet  aUeen  de 
middelaer  Godts  bij  den  menschen  maer  oock  der  menschen  bg  Godt, 
endo  dat  hij  doort  soenoffer  sijner  gehoorsaemheijt  bg  Godt  heeft  tewege 
gebracht  thcRluijt  der  indefinite  ende  definite  verkiesinge  der  menschen 
tor  zalichegt  alsoock  der  middelen  derselve.  Soodat  Godt  niemant  besloten 
en  hoeft  te  verkiesen  tot  de  zalichegt  ofte  tot  de  middelen  derselver  dan 
om  do  verdiensten  Jesu  Christi  wille,  ende  dat  alsoo  Jesus  Christus  is 
ugt  Godts  genade  de  fontegne  onser  zalichegt,  tbegintsel,  middel  ende 
<njndc  derselver.  Ja,  indien  Christus  niet  en  is  de  verdienende  oorsake 
onser  verkiesinge  ter  zalichegt,  soo  en  sal  hg  oock  niet  sgn  de  verdiende 


393 

oorsake  onser  zalicheijt)  want  onse  zalicheïjt  bestaet  in  onse  versoeninge 
met  Godt.  Nu  degene,  die  Godt  ten  hoochsten lieff heeft, gelijck  ontwijffelijck 
lieffheeft  degene ,  die  h^  absolutelijck  ter  zalicheijt  verkoren  heeft  (nae  de 
broederen  gevoelen),  zoo  hebben  die  van  noode  verzoeninge  met  Godt. 

Op  den  6  §  antwoorden  wij  met  distinctie:  tgeloove  is  een  vrucht 
der  genadiger  verkiesinge  Godes  tot  de  middelen  der  zalicheijt,  als  de 
predicatie  des  evangeliuros,  maer  der  definite  verkiesinge  ter  zalicheijt 
van  Pieter  ende  Jan  en  is  tgeloove  geen  vrucht,  want  de  consideratie  van 
geloove  gaet  in  ordre  voor  soodanige  sijne  verkiesinge. 

Op  den  7  §  konnen  wij  seggen:  ja  ende  neen,  nae  dat  de  perseve- 
rantie  van  den  broederen  wordt  geconsidereert.  Considereren  sij  die  als 
een  appart  middel  ter  salicheijt  noodich ,  soo  seggen  wij  met  haer :  neen. 
Want  soo  onverstandich  en  sijn  wij  niet,  dat  wij  den  volhardenden  geloo- 
vigen  der  zalicheijt  souden  aif kerven,  maer  de  volherdinge,  geconsidereert 
wordende  gel|jck  zij  in  hare  nature  te  considereren  is,  niet  als  een  nieu 
ende  bgsonder  middel,  maer  als  een  continuatie  ende  duyringe  van 
de  middelen  ter  zaliche^t,  soo  seggen  w^,  dat  eenige  menschen  wel 
konnen  hebben  alle  de  middelen  ter  zalicheijt  nodich  sonder  nochtans  de 
zalicheijt  te  bekomen,  omdat  sij  se  bij  hare  schuit  (want  aen  Godt  en 
ontbreeckt  het  niet)  niet  geduqrichlyck  behouden,  maer  bg  hare  schuit 
verwaerloosen. 

Op  den  8  §  seggen  wij:  neen.  tEn  schort  aen  Godt  niet,  dat  hij  niet 
verder  en  werckt  De  broeders  soecken  hier  de  oorsaecke  van  een  absoluut 
besluyt,  welck  absoluut  beslujjt  Godt  niet  gemaeckt  en  heeft,  gelijck  te 
vooren  op  den  7  art.  van  de  vermeijnde  eendracht  is  aengewesen.  tBesluit 
daer  niet  sijnde ,  behoeft  men  de  oorsaecke  desselven  niet  te  soecken.  Door 
de  oorsake,  waervan  hier  gesproken  wort,  verstaen  wij  hier  een  verdienende 
oorsake:  de  nature  van  sodanige  oorsake  niet  en  lijdt  de  oppositie,  die 
daeniae  opt  eijnde  des  art.  wort  gemaeckt  met  het  woordeken  maer. 
Want  gesupponeert ,  dat  de  mensche  door  sijn  tegenstaen  tegen  tgepredickte 
woort  ende  den  h.  geest  verdient,  ende  Gode  oorsake  geeft  om  in  hem 
sooverde  niet  te  wercken ,  dat  het  dadelijck  geloove  daerop  volge ,  soo  staet 
het  evenwel  noch  in  de  volle  vrijemacht  Godts  het  dadelijck  geloove  in 
hem  te  wercken,  soo  hij  wil.  Ende  soo  hij  tniet  en  doet,  soo  is  de  mensche 
daervan  wel  de  verdienende  oorsake,  maer  soo  nochtans,  dat  de  naeste 
oorsake  van  dat  nietwercken  altijt  is  ende  blijft  de  wille  Godts.  Want  de 
mensche  en  kan  door  geene  sijne  daet  Godt  ergens  toe  nootsaecken ,  ende 
blijft  Godts  Avercken  off  niet  wercken  ad  extra  altijts  vrijwillich  ende 
ongenootsaeckt  niettegenstaende  alle  doen  off  laten  des  mensche,  tenware 
dan  dat  Godt  door  een  vrijwillich  besluyt  sich  selven  hier  ofte  daertoe 
hadde  verplicht.   tEerste  deel  deses  art.,  soot  hier  leijt,  soude  mogen 


394 

schijnen  hier  met  ons  overeen  te  komen,  maer  als  men  wel  insiet 
den  gront  der  broederen,  soo  blijckt,  dat  sij  dit  eerste  lit  hebben  willen 
loochenen  ende  alleenlijck  jae  seggen  op  het  laeste  lit  derselven.  Der- 
halven w|j  teerste  lit,  als  van  den  broederen  geloochent,  hier  hebben 
bemerckt. 

Op  den  9  §  hier  wort  gesupponeert ,  tgene  w^  ontkennen,  datter  is 
een  absoluijt  decreet  der  verwerpinge  over  de  menschen ,  geconsidereert 
als  alleenlijck  gevallen  in  Adam  sonder  eenige  verdere  qualiteijt.  Wy 
seggen  ter  contrarie,  dat  de  verwerpinge  is  veeleer  een  consequens  van 
het  ongeloove,  ende  dat  de  verwerpinge  volcht  op  het  voorgesien  onge- 
loove  als  op  een  verdienende  oorsake  van  deselve.  Jae,  de  sake  wel  ingesien 
sijnde,  sal  blijcken,  dat  positiva  infidelitas  ofte  tongelooff  der  geroepene  is 
eijgentlijck  een  consequens  vant  besluijt  der  roepinge  der  verworpenen, 
nae  den  sin  der  broederen.  Want  zij  en  souden  niet  konnen  sijn  positive 
infideles,  tenwaere  men  haer  riep  ad  fidem,  tevooren  absolutel|jck  be- 
slooton  hebbende  haer  tgeloove  niet  te  geven. 

Op  den  10  §  seggen  wij  met  onderscheijt,  dat  in  beijden  eenerle^ 
objectum  is,  te  weten  der  verkiesinge  ter  zalicheijt  ende  der  rechtvaer- 
diginge.  Want  de  geloovige  wort  off  is  verkoren  ter  zalichegt ,  de  geloovige 
wort  gerechtvaerdicht.  Spreeckt  men  van  de  verkiesinge  tot  de  middelen 
der  zalicheijt,  predicatie  des  evangeliums  etc,  wij  hebben  boven  geseijt, 
dat  die  gact  over  menschen,  leggende  in  de^)  zonder  eenige  consideratie 
van  eenige  verdere  qualitegt.  Aengaende  de  termen  van  electie  en  justi- 
ficatio  completa  et  incompleta,  die  laten  w^  in  haere  waerde:  wij  willen 
liever  gebru^cken  dese  wel  soo  bekende  van  een  conditionele  ende  absolute 
verkiesinge  ende  rechtvaerdiginge ,  ende  seggen  dat  de  geloovige  in  dit 
leven  verkoren  zijn  ter  zalicheijt  ende  gerechtvaerdicht  op  conditie  van 
voortganck  ende  volhardinge  in  den  geloove  ende  heijlicheijt ,  ende  dat 
degene  die  den  loop  des  gelooffs  ende  godzalicheijts  vollopen  hebben ,  abso- 
lutelijck  ten  eeuwigen  leven  verkoren  ende  gerechtvaerdicht  sijn. 

Op  den  11  §  (dewijle  de  broeders  onses  erachtens  bekennen,  dat  het 
beslujjt  der  indeünite  verkiesinge,  bij  ons  gestelt,  overeenkoomt  met  het 
besluijt  der  rechtvaerdiginge)  soo  vragen  wij,  alsoo  wg  meijnen,  dat  se 
niet  en  sullen  loochenen,  datter  zij  een  besluijt  van  een  indefinite  recht- 
vaerdiginge der  geloovigen ,  waerom  men  niet  van  geüjcken  mach  seggen , 
datter  is  een  besluijt  van  een  indefinite  verkiesinge  der  geloovigen?  2.  De 
broeders  schijnen  hier  tegen  te  spreken,  tgene  sij  hebben  tevoren  gesegt 
§  2  ende  8,  daer  wij  thares  erachtens  eens  in  sijn,  alwaer  sij  mede 
schijnen  te  spreken  van  een  indefinite  verkiesinge  ende  reprobatie. 


M     Hier  is  een  woord,  waarsdijjnl^jk  »zonde",  overgeslagen. 


395 

Nu  hoewel  u^jt  de  voorgaende  aenmerckingen  ten  naestenbij  vernomen 
kan  worden,  welck  daer  zij  den  staet  der  eenicheijt  ende  des  geschils 
over  desen  1  art  tusschen  u.  1.  ende  w.  ende  tusschen  ons  ter  andere 
zijde,  hebben  wq  nochtans  tot  overvloet  daerb^*  willen  voegen  ende  in 
sekere  korte,  deuchdelijcke  ende  klare  stellingen  grijjpen,  wat  wij  hierin 
gevoelen  ende  daerentegen  verwerpen,  opdat  daeru^t  moge  bl|jcken,  welcke 
onse  eijgentlijcke  ende  eijntelijcke  meijninge  in  desen  sij.  Waertoe  oock 
alle  het  voorgaende  gebracht  moet  worden,  omme  alsoo  oock  den  aller- 
een voudichsten  onder  u.  1.  ende  w.  (die  wellicht,  gelijck  wij  selve  mede 
dat  gaeme  bekennen,  alle  dese  termen,  in  dit  schrift  gebruijckt,  beswaerlijck 
verstaen)  eenichsins  sooveel  in  ons  is  te  dienen. 

Wg  gelooven: 

1.  dat  Godt  voor  de  grondlegginge  des  werelts  een  besluijt  gemaeckt 
heeft  om  salich  te  maecken  de  geloovige  ende  te  verdoemen  de  ongeloovige; 

2.  dat  dit  besluijt  is  gemaeckt  uijt  loutere  genade  over  de  geloovige, 
ende  uijt  volle  ende  vrije  macht  over  de  ongeloovige; 

3.  dat  het  besluijt  van  de  geloovige  zalich  te  maecken  is  de  verkiesinge, 
ende  tbesluijt  van  de  ongeloovige  te  verdoemen  de  verwerpinge; 

4.  dat  dit  besluijt  van  de  geloovige  zalich  te  maken  gegront  is  in 
Christo,  ende  van  de  ongeloovige  te  verdoemen  in  hare  ongeloovicheijt. 

Sulcks  dat  de  geloovige  uijt  genade  zalich  worden,  d'ongeloovige  om 
haer  ongeloove  verdoemt  worden. 

Item  dat  dese  verkiesinge  mede  sich  uijtstreckt  over  alle  kleijne  kin- 
derkens  der  gelovigen. 

Wij  verwerpen: 

1.  dat  Godt  voor  de  grondlegginge  der  werelt  een  besluijt  heeft  ge- 
maeckt om  eenige  mcnschen,  als  simpelijck  gevallen  in  Adam,  zalich  te 
maken  off  te  verdoemen; 

2.  dat  het  besluijt  van  den  mensche,  als  simpelijck  gevallen  in  Adam , 
te  verdoemen  is  alleen  Godts  believen  off  welbehaegen  zonder  aenmerckinge 
van  ongelooff  off  onboetvaerdicheijt : 

3.  dat  het  ongeloove  is  een  consequens  off  nootsakelijck  gevolch  van 
de  verwerpinge; 

4.  dat  Christus  niet  en  is  het  fondament  van  de  verkiesinge; 

5.  dat  Godt  jemant  sijn  woort  laet  verkondigen  met  besluijt  ende  intentie 
om  sooverre  niet  te  wercken,  dat  het  geloove  daerop  volge; 

6.  dat  eenige  kleqne  kinderen  der  geloovige  van  Godt  verworpen  zijn. 

Onderstont :  vuijt  de  name  van  de  synodale  vergaderinge ,  vergadert  int 
convent  van  St.  Caterijnen.  Ende  was  onderteeckent :  Isaacus  FREDERia, 
preses  sinodi.  Samijel  N^sraiojs,  scriba. 


396 


Aenmerckingen  der  Remonstranten  etc.  Il®  Deel.  i) 

Aenmerckingen  der  Remonstrantsgesinde  predicanten  des  stichts 
van  Utrecht,  vergadert  in  S^  Catharinen,  op  seeckere  schrift,  ver- 
vatende den  staet  des  verschils  aengaende  de  5  differentiale  poincten 
tiisschen  haer  ende  de  Contraremonstrantschegesinde  predicanten  dessel- 
ven Stichts,  vergadert  int  capittelhuijs  ten  Dom,  by  desen  overgelevert 

Op  den  2«n  artyckeL 

§  1.  Wy  staen  desen  §  toe,  maer  en  sien  niet,  hoe  de  Contraremon- 
stranten dien  connen  toestaen.  Want  nadien  sy  houden,  dat  alle  degeene, 
voor  dewelcke  Christus  gestorven  is,  onmijdelijck  salich  worden,  soe  sullen 
sy  moeten  supponeren,  datter  van  alle  geslachten  eenige  salich  worden, 
eer  sy  dien  souden  connen  toestaen.  Bij  exempel,  eenige  Peruanen  etc. 
souden  moeten  salich  worden ,  want  die  syn  oock  seeckere  geslachten ,  etc. 

§  2  staen  wij  toe,  die  woorden  in  sich  selven  wel  verstaen  synde. 
Maer  de  broeders  mogen  sien,  hoe  sy  accorderen  met  Beza  ende  Piscatore, 
dewelcke  voor  ydel  ende  frivool  houden  dese  distinctie  de  sufficientia 
et  eflBicientia  mortis  Christi;  2.  hoe  dit  accordeert,  dat  sy  seggen  genoech- 
saem  in  sich  selven,  met  tgeene  Calvinus  seijt,  Instit.  lib.  2,  cap.  17, 
§  1 :  Si  quis  simpliciter  et  per  se  Christum  opponere  vellet  judicio  Dei , 
non  fore  merito  locum.  Ende  in  syne  sendtbrieven,  epistola  359:  ex  sola 
Dei  misericordia  dependet  meritum  Christi. 

§  3.  Desen  artyckel,  so  hy  leyt,  toestaende  ende  de  nietgeroepene 
daerlatende,  houden  wy,  dat  alle  degeene,  die  door  tselve  geroepen  worden , 
door  Christi  doot  ende  verdiensten  in  sulcken  stant  worden  gestelt,  dat 
het  mogelijck  is,  dat  sy  door  Gods  genade  salich  worden. 

§  4.  Wij  seggen ,  dat  niettegenstaende  de  genoechdoeninge  Christi  Godt 
de  ongelovige  ende  ontboetveerdige  met  recht  mach  straffen  ende  straft, 
omdat  Godt  de  Heere  besloten  heeft  de  voldoeninge  Christi  niemanden  toe 
te  eygenen  dan  alleenlyck  den  gelovigen.  Gelyck  hy  Jesum  Christum  heeft 
gegeven  tot  een  versoeninge  voor  ons,  alsoe  staet  het  hem  oock  vrij  de 
versoeninge  van  hem  verworven  te  laten  genieten  sodanigen  hy  wil. 

Nota.  De  broeders,  onder  schyn  van  voor  te  stellen  dingen,  daerin  sy 
seggen,  dat  wy  tharen  erachteren  eens  syn,  en  doen  dickwils  niet  anders 
onses  erachtens  dan  argumenten  voortbrengen  tegens  ons  gevoelen. 

tEn  behoort  haer  dan  niet  vreemt  te  geven ,  dat  wij  haer  wederom  eenige 
vragen  voorstellen,  ende  insonderheyt  sodanige,  uijt  welcke  wij  niet  en 
sien,  hoe  sy  haer  sullen  connen  uijtwickelen ,  dan  doort  middel  van  de 
distinctie  der  verwervinge  ende  applicatie  der  versoeninge,  die  in  Christo 


1)     Deze  titel  8taat  afzonderlijk  op  een  verder  onbeschreven  blad. 


397 

is,  die  sy  hier  ons  soecken  te  benemen,  off  yemant  haer  vraechde,  wat 
peryckel  daer  is,  dat  yemant  schulden  maecke,  die  al  tevooren  betaelt 
syn,  eer  hy  se  maeckt?  Item  waerom  ijemant  bidt,  dat  men  hem  syne 
schulden  quijtschelde ,  die  vastelyck  gelooft,  dat  se  volcomelyck  betaelt 
ende  quijtgescholden  zyn?  Souden  de  broeders  wel  bequamelyck  connen 
hierop  antwoorden  sonder  onderscheyt  te  maecken  tusschen  de  betalinge 
Christi  ende  andere  pecuniele  betalingen,  item  tusschen  de  verwervinge 
der  versoeninge  ende  toeeygeninge  derselver? 

Wy  antwoorden  dan  op  haer  argument,  alhier  tegen  ons  voortgebracht, 
dat  tgeposeerde  alhier  §  4  waer  soude  sijn,  indien  Christus  alsoo  ten  volle 
betaelt  hadde,  dat  die  betalinge  van  Godt  absolutelijck  was  aengenomen 
tot  salichmaeckinge  van  allen ,  voor  dewelcke  dat  se  gedaen  is ,  alsoe  datter 
geene  applicatie  van  deselve  door  het  presteren  van  de  conditie  van  gelove 
moest  volgen,  eer  se  den  sondaer  tot  saJicheyt  gedije. 

§  5.  Wy  bekennen ,  dat  geene  ongelovige  part  ende  deel  hebben  aen  de 
datelycke  genietinge  der  vergevinge  haerer  sonden,  maer  alleen  de  gelovige 
etc.  Maer  dat  hier  staet,  begrijpende  hieronder  der  gelovigen 
kijnderen,  can  twesins  genomen  worden:  ofte  alsoe  dat  men  de  kyn- 
deren  der  gelovigen  medetelt  onder  de  gelovigen  in  sulcken  sin,  als 
eenige  seggen,  dat  de  kinderkens  mede  geloven,  twelk  wy  niet  en  connen 
toestaen ,  ofF  dat  die  kinderen  onder  de  gelovige  worden  begrepen .  omdat 
sy  soewel  de  vergevinge  der  sonden  ende  versoeninge  met  Godt  genieten 
als  hare  gelovige  ouders,  twelck  wy  geeme  toestaen.  Wilden  alleen,  gelijck 
voren  verhaelt  is,  dat  de  broeders  verclaerden,  ofF  sy  verstaen,  dat  alle 
aller  geloovigen  kinderkens  off  alleen  maer  sommige  de  vergevinge  der 
sonden  ende  versoeninge  met  Godt  dadelyck  genieten.  Begrypen  sy  se 
alle,  soo  syn  wyt  eens;  soo  niet,  soe  en  syn  wyt  hierin  niet  eens. 

§  6.  Dat  geen  onboetveerdige  etc.  tselvige  mogen  ge- 
loven. Indient  waer  is,  dat  Christus  voor  haer  gestorven  is,  waerora 
mogen  syt  dan  oock  niet  geloven?  Ist  niet  waer,  soo  en  mogen  syt  nim- 
mermeer geloven,  oock  selffs  niet  als  sy  boetveerdich  sijn.  Want  de  boet- 
veerdicheyt  en  is  niet  een  oorsake,  waerom  het  waer  wordt,  dat  Christus 
voor  ijemant  gestorven  is,  maer  een  vereyschte  conditie  in  dengheenen, 
dien  Christi  doot  sal  toegeeygent  worden. 

Wy  seggen  derhalven,  dat  de  onboetveerdige  wel  moeten  geloven,  dat 
Jesus  Christus  voor  haer  gestorven  is  ende  haer  verworven  heeft  de  ver- 
soeninge, (want  door  dat  gelooff  worden  sij  gebrocht  tot  boetveerdicheyt) 
maer  sy  en  mogen  niet  geloven ,  soelangh  sy  ontboetveerdich  syn ,  dat  sy 
datelyck  genieten  ende  hebben  de  verworvene  versoeninge  etc. 

§  7.  Degeene  die  nu  ongelovige  syn  etc. ,  hebben  nu  mede  ten  aensien  van 
de  verworvene  genade  soeverre  verlichtinge  van  de  verdoemenisse ,  dat  sy 


398 

daervan  door  de  genade  Öods  connen  worden  ontlast,  tnaér  sulcke  genade 

haer  gedaen  synde  ende  sy  ongelovich  blyvende,  verswaren  sy  hare  ver- 

doemenisse. 

Verschilpoincten. 

1  §.  De  verschillen  worden  hier  hatich  ingestelt 

1.  Want  alsoo  de  doot  Christi  in  ordre  voorgaet  voor  de  boetveerdicheyt 
ende  onboetveerdicheyt ,  soo  ist  absurd  ende  captieux  soe  te  spreecken, 
aloft  de  meyninge  ware,  dat  Christus  de  vergevinge  der  sonden  voor  de 
menschen  hadde  verworven  als  voor  onboetveerdige,  ofte  in  aenmerc- 
kinge  dat  sy  onboetveerdige  syn.  De  Remonstranten  seggen  siropelyck  met 
de  h.  schrift,  dat  Christus  voor  alle  menschen  gestorven  is,  doen  sy  noch 
sonders  waren,  Rom.  5,  sonder  aenmerckinge  van  onboetveerdicheyt  ofte 
boetveerdicheyt,  die  nu  beyde  eerst  na  synen  doot  volgen. 

Dat  Christus  voor  allen  de  gerechticheyt  Godts  hebbe  genoechgedaen, 
blyckt  vuyt  tgeene  geseyt  is  §  2.  Die  een  rantsoengelt  geeft,  dat  in  waerde 
genoechsaem  is  om  een  yeders  mensches  sonden  wech  te  nemen,  die  heeft 
ijmmers  Godes  gerechticheyt  voor  de  sonde  van  een  ijder  genouchgedaen. 

§  2.  De  Remonstranten  seggen  wel,  dat  het  den  wille  ende  intentie 
Qt)ds  is  geweest  etc.,  maer  niet  den  absoluten  wille  noch  intentie,  raaer 
onder  conditie  van  gelove. 

§  3.  Wy  verstaen  jae,  gelyck  nu  meermaels  is  geseijt 

Op  den  2  artyckel  van  de  doot  Christi  geloven  wy: 

1.  dat  Christus  voor  alle  menschen,  niemant  vuytgenomen,  door  syn 
doot  de  versoeninge  by  Godt  verworven  heeft; 

2.  dat  niemant  nochtans  deser  veraoeninge  deelachtich  wordt  dan  alleen 
de  gelovige. 

Verwerpende  dat  Christus  nae  de  intentie  syns  vaders  niet  voor  alle 
ende  een  yder  maer  alleen  voor  eenige  weynige  menschen  gestorven  is. 

Op  den  3«  ende  4®  artyckel. 

§  1.  Presupponerende  dat  de  broeders  hier  niet  en  spreecken  van  een 
bysondere  verlichtinge  buyten  ende  sondert  evangelium,  soe  staen  wy 
desen  §  toe. 

§  2.  Hier  dienden  de  broeders  te  seggen,  wat  sy  door  de  beginselen 
der  wedergeboorte  verstaen,  off  sy  daerdoor  verstaen  de  voorbereydingen 
voor  de  wedergeboorte,  gelyck  se  Calvinus  ende  Beza  noemen.  Eenige 
daden,  die  notoirlyck  quaet  syn,  konnen  oock  de  onherborene  schouwen. 
Will  men  al  dit  vorige  tsamenvougen  met  de  laetste  woorden :  m  e  e  r  u  ij  t 
vreese  van  Godt  te  vertoornen  dan  van  straffe,  ende  te  kennen 
geven,  dat  men  sonder  wedergeboorte  dese  vorige  dingen  niet  en  doet 
off  laet  uijt  vrese  van  Godt  te  vertoornen,  maer  alleen  uijt  vrese  van 
straffe,  soe  antwoorden  wy,  dat  wy  niet  en  sien,  hoedat  straffe  tegen 


899 

toom  wort  gestelt  Want  wat  is  anders  vrese  van  Godt  te  vertoornen  als 
vreese  van  straffe,  die  u^t  Oods  toom  ontstaet?  Dese  woorden  schynen  te 
kennen  te  geven,  dat  het  den  onwedergeborenen  eygen  is  het  quaet  te 
laten  nijt  vreese  van  straffe,  twelck  wij  houden  te  stryden  tegen  de  h. 
schrifture,  dewelcke  gelyck  sy  ons  aen  d'een  syde  voorstelt  de  beloften 
Gods  om  ons  op  te  wecken  tot  onsen  schuldigen  plicht,  alsoe  aen  d'andere 

I 

syde  voorstelt  Gods  dreygementen  ten  selven  eynde.  Waerom  dat,  indient 
den  wedergeborenen  onbetamel^ck  is  vuyt  vrese  van  Qt)ds  straffe  het  goede 
te  doen  ende  het  quade  te  laten?  Ghtet  dit  seggen  der  broederen  vast, 
soe  sal  degeene,  die  maer  een  eenich  dinck  van  degeene,  die  hier  ver- 
haelt  worden,  in  sich  bevindt,  by  exempel  die  maer  verlangt  na  de 
verlossinge,  sich  syner  wedergeboorte  ende  diensvolgens  syner  salicheyt 
ende  verkiesinge  mogen  verseeckeren ,  twelck  niet  weynich  ongerymt  schijnt 
ende  tot  vleesschelycke  sorgeloosheyt  den  wech  baent. 

§  3  staen  wg  toe,  nae  dat  wy  hem  hebben  connen  verstaen. 

§  4.  tWerck,  van  twelcke  de  wedergeboorte  aenvangt.  De 
broeders  dienden  ons  wel  te  seggen,  wat  sy  verstaen  door  dit  werck,  van 
twelcke  etc.  Verstaen  sy  daerdoor  de  verlichtinge  des  verstants  §  9,  wy 
staent  toe.  Andersints  weet  men  wel ,  dat  de  mensche  twoort  horen  moet 
om  wedergeboren  te  worden,  want  het  gelove  is  ugt  het  gehoor  des  woorts 
Godts,  welck  is  het  saet  der  wedergeboorte. 

§  5.  Bij  de  woorden  heylich  ende  Gode  behaechlyck  dient  ge- 
voucht:  te  weten  ter  salicheyt 

2.  Ende  dat  derhalven.  Dit  en  volcht  niet  uyt  het  voorgaende. 
Want  als  nu  Godt  den  mensche  tot  nedricheyt  gebracht  heeft  door  eene 
overaatuerlyck  genade,  waerom  en  sal  die  nedricheyt  niet  mogen  ayn 
een  conditie,  op  denwelcke  hy  tgelove  daemae  in  den  mensche  wercken 
wil?  Hebben  de  broeders  nyet  selffs  artic.  2,  §  6  de  boetvaerdicheyt  (die 
niet  sonder  nedricheyt  en  is)  voor  tgelove  gestelt?  Ende  en  wil  Godt  niet 
eerst  boetvaerdicheyt,  eer  hy  tgelove  wil  geven?  Onse  Cathechismus  stelt 
oock  kennisse  van  sonde  ende  ellende  in  den  mensche  voor  tgelove,  welcke 
met  nedricheyt  ende  verslagentheyt  des  gemoets  is  vergeselschapt.  In 
plaetse  van  het  woordeken  daeromme  stellen  wy  sonder  welcke, 
want  wy  en  houdent  niet  voor  een  eygentlycke  oorsaecke ,  veelmin  voor  een 
verdienstelycke ,  etc.  In  plaetse  van  liever  in  den  eenen  werckt 
etc.,  seggen  wij:  in  den  eenen  werckt,  in  den  anderen  niet. 

§  6.  Synt  de  Remonstranten  hierin  eens  met  den  Contrarem.  Waerom 
geeft  men  haor  dan  nae,  dat  sy  lochenen  de  verdorven theyt  in  den  wille? 

2.  De  broeders  dienen  te  verclaren,  wat  sy  verstaen  onder  de  ver- 
dorven theyt  in  den  wille,  onderscheyden  synde  van  de  affecten,  gelyck 
sy  hier  schynen  te  onderscheyden,  als  men  dese  §  voucht  met  den  9 


400 

navolgenden  artyckel  oft  §.  Aengaende  het  willen  selve,  dat  en  streckt 
sich  niet  tot  het  ware  geestelycke  goet  in  den  stant  der  aflfwyckinge.  Wy 
staen  desen  artijekel  toe,  mitsdat  men  de  verdorventheyt  des  willes  soe- 
verre  niet  vuyt  en  strecke,  dat  men  die  berove  van  hare  aengeborene 
vrijheyt  niet  van  te  connen  willen  het  geestelycke  goet,  daertoe  wy  van 
naturen  onbequaem  syn ,  maer  van  te  connen  ijetwes  willen  olf  niet  willen. 

§  7.  Syn  de  Remonstranten  eens  met  den  Contrarem.  hierin,  dat  de 
mensche  van  nature  geheel  geestelyck  doot  sy ,  soe  ley t  men  den  Remon- 
stranten dan  met  onrecht  te  last,  dat  sy  den  mensche  noch  eenich  leven, 
eenen  vryen  wille  tot  het  goede  uqt  syne  nature  toeschryven. 

Maer  oock  dat  hy  se  wederstaet  metterdaet.  Willen  de 
broeders  seggen,  dat  de  oorsaecke,  daerom  de  onherboren  mensche  Gods 
gepredickte  woort  wederstaet,  is  de  sonde,  die  in  hem  leeft,  wy  staent 
toe.  Schryven  syt  oock  toe  den  doot  der  sonde,  dat  verstaen  wy  oock 
soe ,  maer  wij  loochenen ,  dat  de  mensche ,  nu  verlicht  synde  int  verstant 
ende  beweecht  in  den  wille,  nootwendelyck  tegenstaat 

§  8.  Dit  can  wel  toegestaen  w^orden,  mits  de  broeders  eerst  verclaren, 
hoe  sy  meynen,  dat  Godt  door  den  h.  geest  die  wederspannicheyt  wech- 
neemt,  ende  hoedanich  dese  werckinge  des  h.  geestes  sy,  onweder- 
staenlyck  off  wederstaenlyck.  Wy  houden,  dat  sy  niet  en  is  onweder- 
standelyck,  ende  dat  sy  het  connen  wederstaen  niet  wech  en  neemt. 

§9.  Soedatde  mensche  tgoedeeerwildoe  n,  danhyts  el  ff  de 
can  int  werck  stellen.  tCan  wel  syn,  dat  de  mensche  de  wille  heb- 
bende oock  meteenen  de  macht  hebbe,  (Godt  werckt  het  willen  ende  het 
doen),  maer  het  willen  gaet  voor  het  datelyck  doen.  De  roste  staen  wy 
toe ,  voor  soeveele  de  saecke  selffs  aengaet.  Doch  off  Godt  dese  ordre  alty ts 
onderhout ,  laten  w^  syne  wysheyt  bevolen  syn  sonder  daervan  precise  te 
definiëren. 

§  10.  Moralyck  ende  overnatuyrlyck  worden  hier  ongerym- 
delyck  tegen  malcanderen  gestelt.  Als  de  h.  geest  door  innerlycke  inspiratie 
oft  aenspraecke  werckt ,  off  dat  Godt  vuyterlyck  door  syn  woordt  tot  den 
mensche  spreeckt,  is  dat  niet  ovematuerlyck?   Ende  nochtans  ist  morael. 

Yerschilpoincten. 

§  1.  Daer  moest  by  coemen:  off  de  genade  soe  werckt  in  den 
wille,  ende  dan  noch  ditte:  off  de  genade  alsoe  het  consent  in 
den  wille  werckt  Want  aengaende  de  werckinge  der  genade  int  ver- 
stant ende  verlichtinge  desselven  staen  wy  toe  een  onwederstaenlycke 
werckinge,  gelijck  oock  in  het  aenkloppen  aent  herte. 

§  2.  Hier  moet  hetselve  als  int  voorgaende  aengemerckt  worden  ten 
aensien  van  den  wille.  2.  De  broeders  dienden  ons  wel  te  seggen ,  welcke 
de  primus  actiis  conversionis  sy.  De  bekeeringe  wort  den  mensche  bevolen 


401 

ende  afPgeeyscht,  oock  de  primus  actus  conversionis.  Derhalven  werckt  de 
mensche  oock  daerin,  niet  vuijt  hemselven,  maer  tot  sodanige  mede- 
wercking  bequaem  gemaeckt  synde  door  de  genade,  dewelcke  de  voor- 
naeraste  oorsaecke  is  der  bekeeringe  et  omnium  actuum  derselve,  maer 
die  niet  en  werckt  sonder  medewercking  des  vrygemaeckten  willes  des 
menschen,  door  Gods  geest  geassisteert.  tEn  laet  niet  te  syn  ten  vollen 
vuyt  genade,  dat  de  mensche  de  beginselen  der  bekeringe  becomt,  alhoe- 
wel wij  stellen  de  wederstaenlickheyt  van  de  werckinge  der  genade,  ge- 
lyck  de  broeders  den  voortganck  in  de  bekeeringe  de  genade ioeschry ven, 
ende  nochtans  onses  erachtens  niet  en  sullen  sustineren,  dat  de  genade 
in  den  voortganck  onwederstaenlyck  is,  nadien  de  bevindinge  een  ijder 
van  haer  het  tegendeel  leert 

§  3.  Off  Godt  etc.  Hier  souden  wy  geeme  by  doen:  1.  geeft  oft 
ymmers  geven  wil;  2.  tensy  dat  sy  de  eerste  ende  voorgaendo  roepinge 
veracht  hebben,  ende  daerdoor  de  verblindinge  verdient. 

§  4.  Levendichmaeckinge  des  verstants  dunckt  ons  een 
vreemde  maniere  van  spreecken.  Wy  seggen,  dat  de  genade  niet  op 
eenerley  wqse  en  werckt:  tconsent  in  den  wille  werckt  sy  wederstaenlyck, 
int  verstant  ende  affecten  onwederstaenlyck. 

Op  den  3  ende  4  artyckel  geloven  wij: 

1.  dat  het  zalichmaeckende  gelove  oorspronckelyek  niet  en  comt  vuijt 
den  mensche  off  cracht  van  synen  vrijen  wille,  maer  vuyt  de  genadige 
gave  Godes; 

2.  dat  de  mensche  vuqt  hemselven  niet  dat  ware  geestelijcke  goet  is  kan 
dencken,  willen  ofte  doen; 

3.  dat  het  begintsel,  den  voortganck  ende  volbrenginge  van  de  herboorte 

des  menschen  ende  van  alle  het  geestelycke  goet  als  gelove,  bekeeringe, 

gehoorsaemheyt  etc.,  in  den  mensche  is  uijt  Godts  genade  in  Christo  door 

den  h.  geest. 

Verwerpende : 

1.  dat  de  genade,  daermede  Godt  voorheeft  tgelove  ende  bekeeringe 
in  den  menschen  te  wercken ,  onwederstaenlyck  is  off  nijet  en  soude  connen 
van  eenich  mensche  verhindert  worden; 

2.  dat  Godt  in  de  bekeeringe  des  menschen  allesins  alsoo  werckt, 
gelyck  in  sijne  opweckinge  uijt  den  lichamelycken  doot; 

3.  dat  se  de  genade  niet  en  connen  tegenstaen,  die  se  nyet  tegenstaen. 

Den  5  artyckel. 

De  G  eerste  §§  staen  wij  toe. 

Den  7  §  en  connen  wy  nijet  toestaen  in  sulcken  sin,  dat  Godt  den- 
gheenen  die,  als  §  4  geseyt  is,  een  sware  grouwelqcke  sonde  tegens  syn 
conscientie  begaet,  by  exempel  moort,  overspel  etc.  ontwyffelyckon  altyt 

Acta  syn.  provinc,  VL  20 


402 

de  handt  sal  bieden  tot  wederoprechtinge.  Sulcke  beloften  en  lesen  wy 
niet  in  de  h.  schrifture,  maer  ter  contrarie  vynden  wy  wel  daerin  sulcke 
dreygementen ,  die  ons  doen  voor  warachtich  houden ,  dat  gelyck  het  wel 
can  commen,  dat  Godt  na  syne  barmherticheyt  denglienen,  die  in  vougen 
als  geseyt  is  heeft  gesondicht,  de  handt  biede  tot  wederoprechtinge, 
gelijck  in  David  etc.  is  gebleecken,  alsoo  het  oock  wel  soude  connen  syn, 
dat  hy  in  de  sware  ende  grouwelijcke  sonde,  die  hy  tegen  syne  cons- 
cientie  willens  wetens  voordachtelyck  begaet,  soude  mogen  versmoren. 

§  8.  Nadien  hy  na  onse  meqninge  tgeloove  can  verliesen,  soe  can  hy 
oock  verliesen  tgevoelen  desselven. 

In  den  9  § ,  dien  wy  toestaen ,  staet  aen  te  mereken  het  woordt  m  e  d  e- 
werckende  hulpe.  Daer  medewerckinge  is,  daer  isser  meer  als 
een,  die  werckt:  de  mensche  werckt  dan  met  den  h.  geest.  Dit  dient 
aengemerckt  voor  den  11  volgende  §,  daer  de  broeders  seggen,  dat  de 
volherdinge  is  een  bysondere  gave  Godts.  Wy  seggen ,  dat  sy  alsoe  is  een 
gave  Godts,  dat  sy  daerentusschen  oock  volgens  der  broederen  bekente- 
nisse  is  een  werck  des  gelovigen  mensches,  tot  de  medewerckinge  derselver 
bequaem  gemaeckt  door  de  wederstaenlycke  werckinge  der  genade. 

Den  10  §  staen  wij  toe.  De  broeders  spreecken  hier  van  vrese  etc. 
Daerop  wy  haer  wel  wilden  vragen ,  off  de  mensche  met  reden  vresen  can 
een  quaet,  dat  hy  sekerlyck  weet  ende  vastelyck  gelooft,  dat  hem  niet 
overcomen  en  can? 

Aengaende  tlaetste  deel  van  dese  vermaningen ,  daer  dient  by  gevoucht , 
dat  Christus  sonder  dat  haer  niet  behouden  en  wil,  ende  sy  niet  en  sullen 
staende  blijjven. 

Op  het  11  §  is  tevoren  gelet  in  den  9  §,  waeruijt  blyckt,  hoe  wy 
denselven  toestaen. 

Verschilpoincten. 

Op  den  1  §  seggen  wij:  jae. 

Op  den  2  §  wy  meenen:  jae.  Al  en  wisten  wy  geen  exempelen,  sy 
soudender  evenwel  wel  connen  wesen,  ende  al  waerender  geen,  soe  en 
can  men  daeruijt  noch  evenwel  niet  beslujjten,  datter  geen  en  hebben 
connen  wesen. 

§  3.  Het  eerste  lidt  deses  §  alleen  gestelt  synde  can  in  eenigen  sin 
toegestaen  worden,  namelyck  in  desen:  dat  de  volhardinge  sonder  de 
vrywillige  medewerckinge  des  menschen  niet  gewrocht  en  wort.  Door  den 
wille  verstaen  wy  den  wedergeboren  wille,  ende  die  niet  haerselven  ge- 
laten maer  geassisteert  door  de  genade  des  h.  geestes. 

Het  2®  üdt  hierby  comende  wordt  de  saecke  duyster  ende  hatelyek 
voorgestelt  Wy  seggen,  dat  den  vrygemaeckten  wille  des  menschen  is 
een  gesubordineerde  medeoorsaecke  der  volherdinge.  Houdende  het  woort 


403 

natuerlijcke  hier  ongerijmt,  nadien  als  geseyt  is  wy  den  wille  des 
gelovigen  mensches  considereren  als  gevryt  ende  geassisteert  door  de 
ovematuerlycke  genade,  ende  nijet  als  werckende  door  een  natuyrlyeke 
aengeborene  cracht. 

Op  den  5  artyckel  geloven  wij: 

1.  dat  alle  gelovige  konnen  door  Godts  genade  in  den  gelove  volharden , 
ende  om  salich  te  worden  daerin  moeten  volharden; 

2.  dat  de  gelovige,  in  dat  gelove  blyvende,  in  Godts  gunst  ende  genade 
blijven,  ende  daer  niet  en  is  als  de  sonde,  dat  haer  daervan  scheyden  kan; 

3.  dat  de  gelovige  om  int  gelove  te  volharden  stadich  moeten  toesien, 
op  hare  hoede  syn,  Godt  vresen,  de  zonde  haten  ende  laten,  ende  met 
vresen  ende  beven  hare  salicheyt  wercken; 

4.  dat  de  gelovige  door  allerleij  sonden  vuyt  het  gelove  nijet  en  vallen; 

5.  dat  de  gelovige  connen  vervallen  in  swai*e  grouwelycke  sonden,  die 
tegens  het  gelove,  liefde  ende  conscientie  stryden,  ende  alsoe  het  ware 
gelove  verliesen  ende  derhalven  vreesen  moeten,  dat  se  door  sodanig 
sonden  konnen  verdoemt  worden. 

Verwerpende : 

1.  dat  degeene,  die  eens  vastelyck  gelooven,  niet  en  souden  konnen 
van  dat  gelove  affvallen,  noch  door  geene  sonden  off  schelmstucken  eyntelyck 
ende  geheelijck  vuqt  den  gelove  ende  volgens  dien  vuyt  de  genade  ende 
gunste  Gods  vallen  ende  verloi'en  gaen; 

2.  dat  de  gelovige,  al  waert  dat  se  quaemen  in  grouwelycke  sonden 
ende  schelmstucken  vervallen,  niet  en  moeten  vresen  met  de  verdoeme- 
nisse  gestraft  te  worden. 

Hier  hebben  u.  1.  ende  w.  de  aenmerckingen  op  het  schrift,  ons  toege- 
sonden.  Wy  behouden  aen  ons  de  naerder  interpretatie  ende  verclaringe 
op  het  gestelde ,  niet  willende  dat  ons  de  cortheyt  des  tijts  ende  dat  wy 
in  der  haest  over  dese  ingewickelde  materien  na  ondersouck  met  toe- 
stemminge  van  alle  de  ledematen  der  vergaderinge  gestelt  hebben,  tot 
onse  prejuditie  eenichsins  soude  strecken. 

Godt  de  Heere  geve,  dat  wy  eenmael  uijt  dese  disputen  ende  verwerde 
vragen,  die  meer  onstichtinge  dan  godtsalicheyt  baren  ende  voortbrengen, 
mogen  geraecken.  Daertoe  disponere  hy  genadelyck  onser  aller  herten  ende 
gemoederen  tot  sijns  naems  eere,  stichtinge  der  gemeynte  ende  quijtinge 
onses  ampts.  Amen. 

Onderstondt :  vuyt  den  name  van  de  synodale  vergaderinge  int  convent 
van  St®.  Caterynen  vergadert.  Onderteyckent :  Isaacüs  FREOEiua,  praeses 
synodi.  Samuel  N-eraitcs,  scriba. 


26* 


i 


404 

[Requeste  der  Remonstranten.]!) 

Copie. 
Aen  de  edele  en  vermogende  heeren,  mijne  heeren  de  Gedeputeerde 
der  heeren  Staten  van  Utrecht. 

Alsoe  het  uwe  E.  Mog.  gelieft  heeft  op  gisteren  door  uwe  E.  Mog.  gecom- 
mitteerde den  kerckendienaren  Remonstranten  (besich  s^nde  om  schriftelijck 
verders  in  te  stellen  hare  aenmerckingen  op  den  staet  des  geschils  etc. 
mitsgaders  haer  gevoelen  over  de  vqff  questieuse  poincten)  te  belasten  drie 
vuqt  den  haren  te  committeren  omme  over  dien  staet  des  geschils  in 
mondelinge  conferentie  ende  gespreek  te  treden  met  drie  andere  van  der 
Contraremonstranten  sqde,  van  gelijcken  daertoe  te  committeren,  hebben 
de  voorschreven  Remonstranten ,  eer  daertoe  te  comen ,  niet  connen  nalaeten 
de  vrijmoedicheijt  te  gebruqcken  omme  in  alle  onderdanicheijt  ende  be- 
hoorlqcke  reverentie  uwe  E.  Mog.  de  bedenckingen ,  die  sq  dnerop  hebben, 
te  openen. 

Ende  eerstelijck  en  connen  de  voorschreven  Remonstranten  niet  be- 
vinden ,  dat  tselve  eenichsints  dienen  soude  tot  mijdinge  van  de  disputen , 
waertoe  nochtans  onder  anderen  dese  separate  vergaderinge  versocht  ende 
bq  uwe  E.  Mog.  oock  schijnt  ingewillicht  te  sqn,  beneffens  dat  het  niet 
practicabell  en  is,  dat  die  drie,  van  wedersyden  daertoe  gecommitteert, 
souden  over  de  dubia,  die  voorvallen  mochten,  spreecken  ende  antwoorden 
vu|jt  den  name  van  alle  de  broederen  van  deene  ende  dander  vergaderinge, 
tenwaere  daerop  telckens  de  meijninge  van  de  volle  vergaderinge  ten 
wedersyden  volcomentlijck  verstaen  wierde ,  ende  een  qegelijck  hooft  voor 
hooft  daerop  geopineert  hadde,  opdat  alsoe  een  yegelick  sijn  vrye  ad  vijs 
ende  verclaringe  sonder  van  andere  daerin  vervangen  te  worden  hebben 
mochten,  daerbij  gevoecht  dat,  gants  niet  raedtsaem  synde  om  vele  oor- 
saecken  op  mondeling  rapport  de  saecken  te  laeten  aencomen,  deselve 
schriftelijck  ten  wedersijden  souden  moeten  gestelt  worden,  dat  wederomme 
veel  tydts  (om  welcke  nochtans  te  winnen  dit  mondeling  bespreek  strecken 
soude)  nemen  soude. 

Eyntelyck  sien  de  voorschreven  Remonstranten  niet,  wat  dat  ten  prin- 
cipale vele  geven  off  tot  de  saecke  doen  soude,  want  sij  niet  alleen  simpelijck 
op  het  schrift  der  broederen  Contraremonstranten  hare  aenmerckingen  hebben 
overgelevert  (de  reste  van  dien  hiemeffens  gaende)  maer  hebben  daeren- 
boven  soe  cort,  claer  ende  duijdelijck,  als  haer  mogelyck  geweest  is  (in 
voegen  dat  se  daer  niet  meer  by  te  doen  en  hebben  noch  tselve  claerder  off 
naerder  souden  weeten  in  te  stellen) ,  wat  over  de  vyff  questieuse  poincten 


^)    Dit  opschrift  staat  mot  oen  andere  hand  buitenop  het  stuk. 


405 

liaer  gevoelen  s^,  alsoock  hetgeene,  dat  se  daerin  verwerpen,  daerbij 
gestelt,  willende  dat  alles,  wat  in  de  aenmerckinge  staet,  daertoe  gebracht 
worde. 

Soe  de  broederen  Contraremonstranten  haer  daermede  genoegen,  is  der 
saecke  genoechgedaen.  Genoegen  sij  haer  daermede  niet  ende  en  vinden 
niet  raedtsaem  op  der  Remonstranten  aenmerckingen  te  repliceren, 
mogen  de  Remonstranten  well  lijden,  dat  dat  in  hare  vrijheqt  gelaten 
werde,  ende  laeten  haer  dan  de  Remonstranten  beduncken  den  cortsten 
ende  naesten  wech  te  s^n  om  de  saecke  hier  ten  eijnde  te  brengen,  dat 
den  staet  des  geschils  van  de  Contraremonstranten,  mitsgaders  de  een- 
voudige ende  naeckte  verclaringe  over  de  vyff  controverse  poincten  van  der 
Remonstranten  syde  den  sijnodo  nationali  overgelevert  mochten  worden. 
Indien  dan  nocli  uwe  E.  Mog.  van  wille  soude  weesen,  dat  ten  wedersijden 
drie  van  de  Stichtse  predicanten  (als  behorende  tot  desen  sijnodum  pro- 
vintiaell)  in  haer  particulier  ende.  niet  vuijt  den  naem  van  de  vergaderinge 
met  malcanderen  in  mondelinge  conferentie  comen  (sonder  dat  se  nochtans 
bemercken,  wat  vrucht  dat  geven  sall),  sullen  degene  die  uwe  E.  Mog. 
tselve  belasten  sullen,  gaeme  obedieren  ende  haer  daertoe  laten  gebruijcken. 

Verders  alsoe  oock  uwe  E.  Mog.  gecommitteerde  den  voorss.  Remon- 
stranten openinge  gedaen  hebben  van  seeckere  articulen  ende  vragen, 
ingestelt  bij  den  Contraremonstranten  omme  daerop  der  Remonstranten 
verclaringe  ende  antwoorde  te  bekomen,  hebben  de  voorschreven  Remon- 
stranten, eer  ende  alvorens  sij  daerin  treden,  mede  nodich  geacht  uwe 
E.  Mog.  met  gel^cke  onderdanicheijt  te  remonstreren ,  dat  sij,  in  plaetse 
van  dat  men  haer  vragen  will,  antwoorde  verwacht  hadden  op  het  voor- 
gaendo  overgeleverde  schrift  van  hare  sijde  op  het  poinct  van  de  predestinatie 
met  den  gevolge  van  dien.  Op  welck  van  de  Contraremonstranten  (die, 
omdat  de  Remonstranten  sulcke  saecken,  als  het  schrift  vervat,  tegen- 
spreecken ,  haer  van  deselve  gesepareert  liebben  ende  gevoecht  bij  degeene , 
die  scheuringe  hebben  aengericht)  eerst  geantwoordt  hebbende,  en  sullen 
de  Remonstranten  geen  swaerichey t  maecken  op  alles ,  wat  haer  in  deselve 
materie  sall  connen  gevraecht  worden,  mede  verclaringe  te  doen  ende 
antwoorde  daerop  te  geven.  Maer  soe  de  vooi*8chreven  vragen  souden  raecken 
eenige  andere  materie  buijten  de  vijff  questieuse  ende  verschillende  poincten, 
gelijck  de  voorschreven  Remonstranten  deselve  soedanige  te  weesen  vuijt  het 
rapport  van  uwe  E.  Mog.  gecommitteerde  verstaen  hebben,  fonderende 
de  Contraremonstranten  haren  eqsch  van  verclaringe  daerop ,  dat  sij  deselve 
articulen  souden  weten  over  eenige  te  bewysen  ende  daermede  te  beschul- 
digen sonder  nochtans  in  accusatorio  te  willen  treden ,  en  connen  de  Remon- 
stranten anders  niet  verstaen,  dan  dat  men  daermede  haer  voorgaende 
schrift  (waervan  sij  het  bewqs  rede  hebben)  will  declineren,  ende  dat  sq 


406 

oock  daerbij  airede  bedecktelijck  beschuldicht  worden,  hoewell  onder  sch^n 
off  men  deselve  niet  en  wilde  beschuldigen ,  mitsgaders  dat  de  vragen  alleen 
ingestelt  sijn  van  de  Contraremonstranten  om  daermede,  niet  hebbende 
tegen  de  Remonstranten  in  te  brengen,  wettelijck  deselve  ergens  in  te 
behalen. 

Souden  daeromme  de  Remonstranten  ootmoedelijcke  uwe  E.  Mog.  ver- 
soecken ,  dat  U  E.  Mog.  gelieven  wilde  den  Contraremonstranten  te  ordon- 
neren ende  te  belasten  haere  beschuldigingen,  die  s^  desaengaende  tegens 
ijemandt  souden  mogen  hebben,  te  specificeren  ende  met  bewijs  te  forma- 
liseren, van  herten  bereijt  sijnde  deselve  Remonstranten  alsdan,  in  tgeene 
sij  bljjckclijck  ende  wettelijck  connen  beschuldicht  worden,  haer  daerop 
te  verclaren  ende  te  verantwoorden,  welcke  verclaringhe  sq  daerenboven 
oock  niet  en  sullen  naelaeten  te  doen,  gelijck  s^  in  conscientie  bevinden 
sullen  te  behooren  (hoewell  hier  nu  ontijdich  ende  behorende  tot  de  ge- 
ordonneerde revisie  van  Confessie  ende  Catechismus,  volgens  dien  den 
s^nodo  nationali  prejudiciabell  ende  naedelich) ,  mitsdat  haer  alvorens  van 
de  Contraremonstranten,  die  haer  vragen  willen,  acte  in  behoorlijcke  forme 
gepasseert  werde,  dat  se  haer  diesaengaende  niet  en  weeten  te  beschul- 
digen ,  ende  oock  den  Remonstranten  toegelaten  werde  in  verscheijden  an- 
dere poincten  buqten  de  vijfifarticulen  den  Contraremonstranten  van  gelijcken 
vragen  voor  te  stellen,  (als  niet  hebbende  deen  over  dander  te  meesteren, 
maer  sqnde  dienaren  Jhesu  Christi  in  gelijcken  graet).  Twelck  teenemaell 
billijck  ende  redelqck  sijnde ,  vertrouwen  de  voorschreven  Remonstranten , 
dat  van  uwe  E.  Mog.  haer  niet  ontseijt  sall  worden,  maer  als  onpartijdich 
in  de  saecke  haer  niet  min  faveurs  in  desen  als  den  anderen  en  sult  laeten 
genieten. 

Actum  22  Octobris  1618.  Onderstondt:  vuqt  den  name  van  de  predicanten 
Remonstranten,  in  sijnodale  vergaderinge  vergadert  int  convent  van  St 
Cathrijnen.  Onderteeckent :  Isaacus  FiiEDERia,  praeses  sijnodi.  Samuell 
N.ERANT7S,  scriba. 


Acta  ofte  handelinge  sinodi  provincael  Ultrajectinae , 
gehouden  binnen  Utrecht  int  capittelhuys  ten  Bom  met 
authorisalie  der  E.  Mo.  heeren  Staten  van  den  lande 
van  Utrecht,  begonnen  den  thienden  Augtisti  anno  1619 
ende  geeyndicht  den  1^  Septembris, 

ten  overstaen  van  de  E.  erentfeste  heeren  Jaoob  van  Asch  van  Wyck, 
canoniek  ende  scholaster  van  S^®  Peter,  joncker  Godert  van  Rede,  heere  van 
Nederhorst  (ofte  in  zyn  plaetse  joncker  Abnout  van  Asewyn,  heere  tot 


407 

Ruiel)  CoRNELis  VAN  BüVERDEN,   schepen,  ende  mr.  Anselmius  Salmius, 
pensioaarius  der  stadt  Utrecht,  hiertoe  specialyck  gecommitteert 

Nao  aenroepinge  des  godlycken  naems,  gedaen  by  den  praesidem  des 
Yoorgaenden  sinodi,  syn  gelesen  de  namen  dergener,  die  nu  verschenen 
zyn  als  leden  des  sinodi,  in  maniere  naevolgende: 

JOHANUS   LaNQIUS,  1 

CoRNELros  DuNG.\Nus,        >  prodicanten  tot  Utrecht. 
Bernabdus  Buschoff,       ] 

Arnoldus  Oorcampius,      ) 

Ti  Ttr  f  predicanten  tot  Amersfoort. 

Petrus  W assenburgius  ,   j  *^ 

JOHANNES  WiTTZFELDIÜS, 


LATJREimüs  MoD.«nra, 

JOANWES   AlLASTIUS, 

Gerardus  X  Bred, 

JOANNES   LyND^ENIUS, 

Jacobus  Huygens, 
Jeremias  Wilhelmi, 
Gerardus  HELmcraus, 
joannes  aucopius, 
Egbertus  Ottonis, 
Wernerus  HENRia, 

JOANNES   ZeGERMANUS, 

Christianus  ab  Oyen,1) 
Absalom  Helmont, 
rumoidus  joannis, 
Henricus  ten  Brinck, 
Henricus  JRaetfelt,2) 


predicanten  tot 


Rhenen. 

Wyck  Duerstadt. 

Monfoort 

Ter  Horst  ende  O  vermeer. 

Cockenghen. 

Hagesteyn. 

Seyst. 

YeenendaelL 

Mydrecht 

Nichtevecht. 

Anckeveen. 

Westbroeck. 

Nederlambroeck. 

Cudelsteert. 

Cortehoeff. 

Wilnis. 

Amerongen. 


By  den  sinode  nationael  specialick  gecommitteert  ende  expresse  missive 
van  de  E.  J^Io.  heeren  Staten  deser  provincie  versocht  om  op  desen  synodum 
te  compareren  ende  in  alle  voorvallende  swaricheden  te  assisteren  zyn 
verschenen  dese  navolgende: 

D.   JOAN.   BOGERMANUS, 


D.   ElLLERDUS  A  MeHEN, 

D.  Sebastianus  Damman, 

D.   JOAN.    DiBBETIUS, 

D.   JaCOBUS   TraGLANDIUS, 

D.    GODEFRIDUS  UdEMANS, 


predicanten  tot 


Leuwaerden. 

Herderwyck. 

Zutphen. 

Dordrecht. 

Amstelrodam. 

Zirichzee. 


1)  »ab  Oyen"  verbeterd  naar  W  W.  Onze  codex  heeft  »ab  Lyen." 

2)  ^Ractfelt."  W  W  heeft  »Raetrfeldiu8." 


408 

Dewelcke  by  de  samentlycke  broederen  met  lieffde  ende  eerbiedinge 
ontfangen  zyn  om  beneffens  de  andere  als  ledematen  deser  vergaderinge 
tot  die  navolgende  ampten  te  moegen  vercoren  worden  ende  tot  vuytvoeringe 
van  alle  handelinge  hare  vrye  kuersteramen  te  hebben. 

Nae  aenroepinge  van  Godes  h.  naem  syn  met  de  meeste  stemmen  vercoren : 
JoAN.  Langius  tot  praeses ,  Joan.  Bogermannus  assessor ,  Laurentius  MoD.«njs 
scriba. 

Alsoo  dese  vergaderinge  geleyt  is  om  tot  de  meeste  stichtinghe  van 
Gods  kercke,  rust  en  welstant  van  dese  provincie  ende  ingesetenen  van 
dien  den  decreta  synodi  nationaelis,  gehouden  tot  Dordrecht  anno  1619, 
te  effectueren  ende  nae  behooren  int  werck  te  stellen ,  soo  is  goetgevonden , 
dat  men  voor  all  sall  opleesen  den  Canones  synodi  nationaell  over  de  vyff 
controverse  poincten  gestelt  om  te  verstaen,  off  alle  de  broederen  hier 
tegenwoordich  synde  in  deselve  verclarlnge  gerust  zyn  ende  bereyt  te 
onderteyckenen  seecker  formulier,  in  den  voorseyden  synode  gestelt,  die- 
nende tot  onderhoudinge  van  eenicheyt  int  stuck  van  de  leere,  ende  het- 
welcko  volgens  het  besluyt  des  synodi  van  alle  predicanten  soo  tegenwoordich 
als  toecommende  in  alle  de  kercke  van  de  Vereenichde  Nederlanden  sall 
moeten  onderteeckent  worden.  Welcke  lecture  soo  van  Canones  alst  gemelte 
formulier  gedaen  synde,  hebben  alle  die  broederen  eensamelyck  verclaert 
in  de  voorss.  verclaringe  gerust  ende  bereyt  te  syn  tselve  formulier  te 
onderteyckenen ,  gelyck  se  oock  gedaen  hebben.  Ende  sall  hetselve  tot  een 
euwige  memorie  ende  tot  het  voorscreve  gebruyck  achter  die  Confessie 
ende  Catechissimo  ende  die  Canones  des  sinodi  nationalis  gedruckt,  ende 
van  alle  die  praBdicanten  onderteijckent  worden. 

Caput  10. 
Examen  van  eenige  predicanten,  die  haer  in  den  ketsten 
synode  neutrael  gehouden  hadden. 

Alsoo  die  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese  provincie  in  die  vuytschryvinge 
des  voorgaende  synodi  hadden  goetgevonden  elcke  predicant  te  stellen  in 
zyne  vryheyt  om  nae  vuytwysen  van  syn  conscientie  te  vergaderen  by  die 
Remonstranten  off  die  rechtgevoelende,  off  hemselven  neutrael  te  houden 
tot  die  vuy tspraecke  des  synodi  nationalis ,  volgens  welcke  vuytschryvinge 
eenige  haerselven  neutrael  gehouden  hadden ,  met  namen  D.  Cornelius  ab 
Ematenbroer  ,  1)  de  Jo^vnne  Raveswaij  ,  de  Joannes  Brouwerus  ,  D.  Anselmtjs 
VAN  Blommerweert ,  Regnerüs  ab  Oosterzee,  Ludovicüs  du  Boys,  Joannes 
PoRCELnjs2)  ende  Joannes  Rommius,  respective  predicanten  tot  Schalckwyck, 


1)  »ab  Ematenbroer."  W  W  heeft  »Emolenbroec." 

2)  »PorceliuB"  verbeterd  naar  W  W.  Onze  cod.  heeft  »CorceUuB." 


409 

Jutphaes,  Emraenes,  Doorn,  Bunnick,  Camerick,  ter  Aa  endeOdych,  soo 
is  goetgevonden ,  dat  men  voorall  mit  dese  persoenen  sall  handelen  om  te 
sien,  hoedat  se  in  die  leere  gestelt  syn,  ende  off  se  met  stichtinge  in  den 
dienst  der  kercke  sonde  moegen  gelaeten  worden. 

Ende  is  bevonden,  dat  Cornelius  ab  Emolenbroere ,  i)  Joannes  Ravesway 
ende  Joannes  Bilvuwerus  ,  respective  predicanten  tot  Schalck wyck ,  Jutphaes 
ende  Emraenes ,  alhoewel  sy  tevooren  haerselven  hadden  [gehouden]  2)  aen 
die  syde  der  Remonstranten ,  evenwel  in  den  voorgaenden  synodo  haerselven 
neutrael  hadden  gedraegen,  ende  nu  nae  eenige  onderrechtinge  verclaert 
hebben  volcomentelyck  gerust  te  syn  in  die  leere  van  die  Gereformeerde 
kercke,  alsoo  in  die  synodo  nationali  is  verclaert,  hebbende  oock  goet  ge- 
tuychgenisse  van  een  godtsalich  ende  still  leven,  syn  nae  voorgaende 
onderteyckeninge  van  het  formulier,  in  synodo  nationaeli  geconcipieert,  als 
lidtmaten  van  dese  vorgaderinge  met  vreuchden  opgenoemen. 

Anselmus  van  Blommekweert  ,  predicant  tot  Doom ,  hebbende  die  kercke 
aldaer  soo  int  pausdom  als  in  den  tyt  van  die  reformatie  bedient  omtrent 
die  vyftich  jaren ,  is  van  wegen  synen  hoegen  ouderdom  (als  wesende  by 
die  tachtentich  jaren  oudt)  ende  van  wegen  die  swacheyt  synder  memorie 
ende  andere  consideratien  van  synen  dienst  gelicentieert.  Doch  heeft  die 
vergaderinge  aengenoemen  by  die  E.  Mo.  heeren  Staten  te  versoecken, 
gelyck  ooc  die  ed.  heeren  gecommitteerden  beleeft  hebben  die  goede  handt 
daeraen  te  houden ,  dat  die  voornoemde  Anselmus  om  redenen  voorss.  ende 
voomaementlyck  ten  aensien  van  synen  langdurigen  dienst  met  een  eerlyck 
ende  extraordinarys  tractament  mach  werden  voorsien,  naedat  hy  die 
Confessie,  Catechismum  ende  decreta  synodalia  onderteyckent  sall  hebben, 
daertoe  hem  gegunt  is  den  tyt  van  een  maent  om  deselvige  neerstelyck  te 
doorleesen. 

Regnerus  ab  Oosterzee,  predicant  tot  Bunnick,  alhoewel  hy  in  den 
voorgaende  synodo  hemselven  neutiTiel  heeft  gehouden  ende  nu  bereyt  was 
het  formulier  te  onderteyckenen,  nochtans  daer  hy  sich  in  alle  syne  be- 
dieninge,  gelyck  uyt  voorscheyden  beschiüdingen ,  depositien  ende  syn 
eygen  bekentenisse  blyckt,  in  die  leere  ongestadich  ende  spottachtich ,  in 
syn  leven  ongeregelt,  jae  selffs  in  dese  tegenwoordige  vergaderinge  seer 
lichtvaerdich  gedraegen  heeft,  soo  is  geresol veert,  dat  die  voornoemde 
Regnekus  ab  Oosterzee  van  nu  voortaen  zall  wesen  gedeporteert  van  alle^ 
kerckelycke  diensten  ende  bedieninge  volgens  die  sententie ,  die  hier  volcht 
ende  hem  in  die  voorgaderinge  is  voorgelesen. 


1)  >Emolenbroere."  W  W  heeft  »Emolenbroeck." 

2)  [  ]  aangevuld  uit  W  W. 


410 

Het  synodus,  gehoort  hebbende  verscheyden  beschuldingen  concemerende 
die  leere  ende  leven,  ingebracht  tegen  Kegnerum  ab  Oosterzee,  jegen- 
woordigen  predicant  tot  Bunnick,  ende  syne  verantwoordinge  ende  eyge 
beken tenisse ,  mitsgaders  in  die  vrese  des  Heeren  rypelyck  geleth  hebbende 
op  alles,  waerop  in  desen  te  letten  stondt,  heeft  eendrachtelyck  geoordelt 
ende  verclaert,  dat  die  voorss.  Regnerus  ab  Oosterzee  als  inhabyl  synde 
tot  den  kerckendienst  van  synen  dienst  sall  werden  gedeporteert,  gelyck 
het  synodus  hem  deporteert  mitsdesen,  belastende  ende  bevelende  hem 
noch  tot  Bunnick  noch  elders  met  eenige  kerckelycke  diensten  sich  te 
bemoyen,  maer  dat  die  kercke  tot  Bunnick  wederom  met  een  ander  be- 
quaem  dienaer  sall  worden  voorsien.  Aldus  gedaen  in  die  synodale  voor- 
gaderinge  den  12  Augusti  1619. 

Ende  alhoewel  die  voorss.  Oosterzee  nae  pronuntiatie  van  dese  sententie 
sich  in  die  vergaderinge  seer  onverduldich  heeft  getoent,  is  nochtans 
sanderen  daechs  nae  verscheyden  eernstige  verraaninge  in  die  vergaderinge 
verschenen,  heeft  syn  schuit  ende  verdiende  straffe  bekent,  versoeckende 
dat  die  broederen  met  ende  voor  hem  Godt  Almachtich  wilden  bidden, 
opdat  hy  wederom  terecht  gebracht  ende  behoorlycken  satisfactie  ende  be- 
keeringe  hebbende  tot  den  kerckendienst  ofte  andere  mindere  diensten  mocht 
werden  gepromoveert,  ende  dat  middelretyt  zyn  huysvrouw  ende  kynderen 
door  intercessie  van  dese  vergaderinge  ende  singuliere  gratie  van  die  E. 
Mo.  heelden  Staten  deser  provincie  tot  haer  onderhout  yedt  mocht  werden 
toegeleyt,  waerop  nae  eernstige  ende  iterative  vermaninge  tot  boetveer- 
dicheyt  die  vergaderinge  belooft  heeft  alle  favoer  te  bewysen. 

LüDovicüs  DU  Boys,  predicant  tot  Camerick,  alhoewel  hy  in  den  voor- 
gaenden  synode  hemselven  oock  neutrael  hadde  gehouden  ende  nu  bereyt 
was  het  formulier  te  onderteyckenen ,  evenwel  dewyll  hy  door  vaste  ge- 
tuychgenisse  overtuijcht  is  van  lasterlycke  redenen,  op  den  predickstoell 
vuytgeworpen  tegen  eenige  goede  broederen  van  Woerden,  alsoock  van 
ordinaro  dronckenschap  ende  andere  lichtveerdicheden ,  daervan  hy  oock 
een  preuve  in  tegenwoordicheyt  van  dese  eerw.  vergaderinge  gegeven 
heeft ,  soo  is  verataen  by  dese  vergaderinge ,  dat  hy  van  sijnen  dienst  sall 
worden  gedeporteert  volgens  de  sententie,  hierby  gevoecht  ende  die  hem 
in  de  vergaderinge  is  voorgeleesen. 

Het  synodus,  gehoort  hebbende  verscheyden  beschuldinge ,  concemerende 
de  leere  ende  leven,  ingebracht  tegen  Lodowicüm  Duboys,  jegenwoordich 
predicant  tot  Camerick,  ende  syne  verantwoordinge  ende  eyge  bekente- 
nisse,  mitsgaders  in  de  vrese  des  Heeren  rypelyck  geleth  hebbende  op 
alles,  waerop  in  desen  te  letten  stondt,  heeft  eendrachtelyck  geoordeelt 
ende  verclaert ,  dat  de  voorseyde  Lodowicus  Duboys  als  inhabiel  synde  tot 


411 

den  kerckendienst  van  synen  dienst  sall  worden  gedeporteert ,  gelyck  het 
synodus  hem  deporteert  mitsdesen,  belastende  ende  bevelende  hem  noch 
tot  Camerick  noch  elders  met  eenige  kerckelycke  diensten  sich  te  bemoyen, 
maer  dat  de  kercke  tot  Camerick  wederom  met  een  ander  beqiiaera  dienaer 
sall  worden  versien.  Aldus  gedaen  in  de  synodale  vergaderingh  den  XVP'^ 
Augusti  1619. 

JoANNES  ANTONn  RoMMius,  predicant  tot  Odyck,  alhoewel  hy  op  het 
scheyden  des  voorgaende  synodi  hemselve  aen  de  syde  van  de  rechtsinnige 
broeders  verclaert  hadde  ende  nu  oock  geteyckent  heeft  het  formulier  van 
de  eenicheyt  in  do  leere  (gelyck  hy  oock  dienvolgens  als  een  lidt  van  dese 
vergaderinge  was  aengenoemen  ende  eenige  dagen  geseten  hadde),  nochtans 
dewyle  verscheyden  groote  ende  sware  dachten  tegen  syn  leven  syn  in- 
gebracht, als  van  lichtveerdicheyt  ende  ongebondenheyt  in  schimpen  ende 
lasteren  oock  tot  nadeel  van  treffelycke  persoenen,  van  dronckenschap 
ende  andere  vuylicheden,  dewelcke  hy  ten  dele  selfFs  bekent  heeft,  ten 
deele  vuyt  scriftelycke  attestatien  ende  andere  gewisse  getuychgenissen 
gebleecken  syn,  is  verstaen,  dat  hy  insgelicx  van  synen  dienst  sall  ge- 
deporteert  zyn  volgens  de  sententie  hierby  gevoecht,  die  hem  oock  in  de 
vergaderinge  is  voorgelesen. 

Het  synodus  gehoort  hebbende  verscheyden  beschuldinge ,  ingebracht 
tegen  Joannem  Antonu  Rommius,  jegenwoordich  predicant  tot  Odyck,  ten 
aensien  van  syn  onstichtelyck  leven,  mede  gehoort  hebbende  syne  verant- 
woordinge  ende  eygen  bekentenisse ,  mitsgaders  in  de  vreese  des  Hoeren 
rypelyck  gelet  hebbende  op  alles,  waerop  in  desen  te  letten  stondt,  heeft 
geoordeelt  ende  verclaert ,  dat  de  voorseyde  Joannes  Rommius  nyet  stichte- 
lyck  in  de  kerckendienst  can  worden  geleeden ,  maer  dat  hy  daervan  sall 
worden  gedeporteert,  gelyck  se  hem  deporteert  mitsdesen,  belastende 
ende  bevelende  hem  noch  tot  Odyck  noch  elders  met  eenige  kerckelycke 
diensten  sich  te  bemoyen,  maer  dat  de  kercke  tot  Odyck  wederom  met 
een  ander  bequaem  dienaer  sal  worden  versien.  Aldus  gedaen  in  de  synodale 
vergaderinge  den  XYIII®"  Augusti  1619. 

JoAJNT^ES  PoRCELius,  prcdicant  Ter  Aa,  mede  willich  synde  om  het  for- 
mulier te  onderteyckenen ,  is  voor  den.tyt  van  drie  maenden  om  sekere 
consideratien  ende  merckelycke  redenen  gesuspendeert  van  synen  dienst,  om 
daerentusschen  beproeft  ende  daemae  tot  syn  voorgaende  bedieninge  wederom 
toegelaeten  te  worden ,  naedat  hq  de  kercke  satisfactie  sall  hebben  gedaen. 

Cap.  2. 
Sententien  over  die  predicanten ,  die  te  vooren  aen  de  syde 
der  Remonstranten  sich  gehouden  hebben. 
JoANifEs  AssuERi  BoDECiiERus,  prodicaut  tot  Goten,  naedat  hy  door  eenige 


412 

gecommitteerde  vuyt  die  vergaderinge  was  onderweesen  ende  het  formulier 
hadde  onderteyckent ,  is  als  een  lidtjnaet  van  de  synodo  opgenoemen, 
mits  dat  hy  om  reedenen  op  een  ander  plaets  sall  getransporteert 
worden. 

AssTTERus  JoANNis,  prodicant  ter  Eem  ende  Baem,  alumnus  van  de  E.  Mo. 
heeren  Staten,  tot  Franiker  gestudeert  hebbende,  is  tot  den  kerckendienst 
beroepen  ter  Eem  ende  Baem  ende  aldaer  in  den  dienst  geweest  den  tyt 
van  elff  jaren.  In  den  synodo  gecorapareert  ende  gevraecht  synde  nae  syn 
gevoelen  in  desen  controverse  poincten,  heeft  verclaert  voordesen  geen 
vaste  resolutie  gehadt  ende  geen  naerder  verclaringe  gedaen  te  hebben, 
dan  qui  credit  salvabitur,  de  kercke  nyet  geturbeert  te  hebben.  Ende  nae 
eenige  objectien,  by  hem  tegen  de  praecise  ende  absolute  praedestinatie 
(soo  hy  die  noemde)  ende  andere  poincten  voorgeworpen,  ende  de  ant- 
woorden van  de  broederen  daerop  gegeven ,  is  gedimitteert  om  sich  naerder 
te  bedencken.  Ende  heeft  daemae  verclaert ,  dat  hy  vooralsnoch  de  decreta 
synodi  nationalis  met  goeder  conscientie  nyet  en  conde  onderteyckenen. 
Doch  overmits  [hij  goede  getuijchenisse  heeft  van  leven,  soo  heeftji)  de 
synodus,  alhoewel  sy  hem  onslaet  van  synen  dienst,  aengenoemen  by  de 
E.  Mo.  heeren  Staten  voor  hem  te  intercéderen,  dat  hy  voor  den  tyt  van 
ses  maenden  syn  tractament  mach  genieten.  De  sententie  is  hem  in  de 
vergaderinge  mede  voorgelesen  als  volcht. 

Het  synodus  van  het  sticht  van  Utrecht,  jegenwoordich  vergadert  binnen 
Utrecht  om  de  goede  resolutie  des  nationalen  synodi  ende  de  bevelen  der 
hooge  overicheyt  te  voldoen,  heeft  voor  haer  geciteert  Assuerum  Joantos, 
jegenwoordige  predicant  ter  Eem  ende  Baem,  dewelcke  op  verscheyden 
reysen  affgevraecht  synde,  off  hy  sich  de  decreta  des  synodi  nationalis 
soude  connen  ofte  willen  onderwerpen,  heeft,  naedat  hem  eenige  tyt  van 
beraet  was  gegeven,  in  desen  synodo  rondelyck  verclaert,  dat  hy  de 
vorss.  synodale  decreten  met  goeder  conscientie  voor  desen  tyt  nyet  en 
soude  connen  onderteyckenen.  Waerom  de  voorseyde  synodus  volgende  de 
ordre  ende  last,  in  synodo  nationali  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van 
de  E.  Mo.  heeren  Staten  Generael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  by 
desen,  dat  de  voorseyde  Assuertjs  Joannis  hem  van  nu  aff  sall  houden 
verlaeten  ende  ontslagen  van  alle  kerckelycke  diensten  ende  bedieninge, 
gelyck  hy  oock  mitsdesen  tegenwoordichlyck  wordt  verlaeten  ende  ont- 
slagen, ter  tyt  toe  dat  hy  door  beter  onderrichtinge  ende  bedenckinge 
hemselvcn  met  de  Gereformeerde  kercken  soo  in  desen  als  in  allo  andere 
leerpoincten  sall  conformeren  ende  den  kercke  behoorlycke  satisfactie  sall 


1)    Het  hier  en  verder  in  deze  acta  tusschen  [  ]  geplaatste  is  aangevuld  nit  W  W. 


413 

hebben  gedaen ,  ende  dat  wyders  syn  kercke  datelycken  sall  worden  versien 
met  een  bequaem  dienaer,  wenschende  nochtans  dat  de  voornoemde 
AssFERus  in  regardt  van  syn  stichtelyck  leven  ende  sedieheyt  int  voor- 
stellen van  syn  opinie  den  tyt  van  ses  maenden  syn  volle  tractaraent 
mochte  genieten,  gelyck  tot  dien  eynde  de  synodus  aengenomen  heeft  by 
de  E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  voor  hem  te  intercéderen.  Aldus 
gedaen  in  de  synodale  vergaderinge  den  XIX®"  Augusti  1619. 

Petrus  Bosschius,  predicant  tot  Wyck  by  Duyrstadt,  heeft  voor  de  ver- 
gaderinge verclaert ,  naedat  hem  eenich  beraet  was  gegeven ,  dat  hy  voor- 
alsnoch  de  decreta  des  synodi  nyet  en  conde  onderteyckenen ,  onder 
presentatie  nochtans  dat  hy  hemselven  still  ende  leersaem  wilde  stellen, 
soo  ist  dat  de  vergaderinge ,  geleth  hebbende  op  de  een  syde  op  de  resolutie 
des  synodi  nationaüs  ende  stichtinge  van  Godes  kercke,  aen  de  ander 
syde  op  de  intercessie  van  de  gecommitteerden  des  magistraets  ende 
kerckenraets  van  Wyck,  specialick  gecommitteert  om  voor  hem  te  inter- 
céderen, hem  ontslagen  heeft  van  synen  dienst  voor  den  tyt  van  ses 
maenden  om  sich  middelretyt  naerder  te  bedencken  ende  met  de  Gerefor- 
meerde kercke  te  conformeren,  twelck  ingevalle  hq  binnen  dien  tyt  nyet 
en  doet,  van  syne  bedieninge  geheelyck  sall  ontslagen  blyven  volgens  de 
sententie,  hem  voorgelesen,  als  volcht 

Het  synodus  vant  sticht  van  Utrecht,  jegenwoordich  vergadert  binnen 
Utrecht  om  de  resolutie  des  nationalen  synodi  ende  der  bevelen  der  hooge 
overicheyt  te  voldoen,  heeft  voor  haer  geciteert  Petrum  Bosschium,  jegen- 
woordich predicant  tot  Wyck  by  Duyrstadt,  dewelcke  op  verscheyden 
reysen  afFgevraecht  synde,  off  hy  sich  de  decreten  des  sinodi  nationalis 
sonde  connen  ofte  willen  onderwerpen,  heeft  naerdat  hem  eenigen  tyt  van 
beraet  was  gegeven,  in  desen  synodo  rondelycken  verclaert,  dat  hy  de 
voorss.  synodale  decreten  met  goeder  conscientie  voor  desen  tyt  nyet  en 
soude  connen  onderteyckenen.  Waerom  de  voorseyde  synodus  volgende  de 
ordre  ende  last,  in  synodo  nationali  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van 
de  E.  Ma.  heeren  Staten  Generael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  by 
desen,  dat  de  voorseyde  Bosschitjs  hem  van  nu  aif  sall  houden  ontslagen 
van  alle  kerckelycke  diensten  ende  bedieninge,  gelyck  hy  oock  mitsdesen 
tegen woordichlyck  werdt  ontslagen  voor  den  tyt  van  een  halff  jaer,  ge- 
durende welcken  tyt  de  plaetse  van  Wyck  voor  hem  sall  open  blyven,  om 
hemselven  middelretyt  in  de  vrese  des  Heeren  te  bedencken  ende  met  de 
Gereformeerde  kercke  soo  in  desen  als  alle  anderen  leerpoincten  sall  con- 
formeren ,  twelck  by  sooverre  by  hem  binnen  den  tyt  nyet  gedaen  wordt , 
sall  geheelyck  ontslagen  syn,  gelyck  [hij]  ontslagen  wordt  mitsdesen  van 
synen  dienst ,  verhoepende  daerentusschen ,  dat  de  Hccre  de  genaedo  syns 


414 

h.  geestes  hem  goedertierlyck  sall  verleenen.  Aldus  gedaen  in  de  synodale 
vergaderinge  den  XIX«o  Augiisti  1619. 

Antonius  Hcx)rnuovius,  predicant  tot  Werckhoven,  gestudeert  hebbende 
tot  Leyden ,  heeft  verclaert  het  gevolen  der  Remonstranten  voor  desen  tyt 
toegedaen  geweest  ende  noch  te  zyn,  ende  daerom  voor  desen  tyt  de 
decreten  des  synodi  nyet  te  connen  onderteyckenen ,  is  derhalven  van  synen 
dienst  ontslagen,  doch  dat  de  synodus,  mede  gehoort  hebbende  de  goede 
getiiygenisse  van  syn  persoen,  voor  hem  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten  sall 
intercéderen ,  dat  hem  een  vierendeel  jaers  tractaments  boven  het  vieren- 
deel jaers,  daer  hy  ingetreden  is,  mach  vergunt  worden. 

Het  synodus  vant  sticht  van  Utrecht,  jegenwoordich  vergadert  binnen 
Utrecht  om  de  goede  resolutie  des  nationalen  synodi  ende  de  beveelen  der 
hoogo  overicheyt  te  voldoen,  heeft  voor  haer  geciteert  Antonium  Hoorn- 
iioviuM,  jegenwoordige  predicant  tot  Werckhoven,  dewelcke  affgevracht 
sijnde,  off  hij  sich  de  decreten  des  synodi  nationalis  soude  connen  ofte 
willen  onderwerpen,  heeft  in  desen  synodo  verclaert,  dat  hy  de  voorss. 
synodale  decreten  met  goeder  conscientie  voor  desen  tyt  nyet  en  soude 
connen  onderteyckenen.  Waerom  de  voorseyde  synodus  volgende  de  ordere 
ende  last,  in  synodo  nationali  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van  de 
IIo.  Mo.  heeren  Staten  Generael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  by 
desen ,  dat  de  voorseyde  Auroiünus  Hoornhovius  hem  van  nu  aff  sall  houden 
verlaten  ende  ontslagen  van  alle  kerckelycke  diensten  ende  bedieninge, 
gelyck  hy  oock  mitsdesen  tegenwoordichlyck  wordt  verlaeten  ende  ont- 
slagen, ter  tyt  toe  dat  hy  door  beter  onderrichtinge  ende  bedenckinge 
hemselven  met  de  Gereformeerde  kercke  soo  in  desen  als  alle  andere  leer- 
poincten  sall  conformeren  ende  de  kercke  behoorlycke  satisfactie  sall  hebben 
gedaen,  ende  dat  wyders  syn  kercke  datelycken  sall  worden  voorsien  met 
een  bequaem  dienaer,  mits  dat  de  synodus,  ten  eynde  hy  hem  volgens 
syn  eygen  versoeck  soude  moegen  bedencken ,  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten 
deser  provinciën  voor  hem  sall  intercéderen ,  dat  hem  een  vierendeel  jaers 
tractaments  mach  worden  toegeleyt.  Aldus  gedaen  in  de  synodale  ver- 
gaderingh  den  XlXen  Augusti  1619. 

WiLUELMTJs  RiDDERSBACH,  prcdicant  Tuil  ende  tWael,  mede  weygerich 
zynde  om  de  decreten  des  synodi  te  onderteyckenen  ende  nochtans  bereyt 
om  sich  te  bedencken  ende  goede  onderrichtinge  plaets  te  geven,  is  oock 
ontslagen  van  synen  dienst  op  gelycke  conditie  als  de  voorgaende,  doch 
dat  hy  tot  den  dienst  nyet  en  sall  toegelaten  worden ,  voor  ende  aleer  h^ 
op  nieuws  volcomelyck  sall  wesen  geexamineert  ende  ondersocht,  overmits 
hy  bevonden  wordt  in  de  leere  nyet  vast  te  gaen. 

Het  synodus  vant  sticht  van  Utrecht,  jegenwoordich  vergadert  binnen 


415 

Utrecht  om  de  resolutie  des  nationalen  synodi  ende  de  bevoelen  der  hooger 
overicheyt  te  voldoen,  heeft  voor  haer  geciteert  Wilhelmtjm  Riddersbach, 
jegenwoordichge  predicant  tot  Tul  ende  tWael,  dewelcke  op  verscheyden 
reysen  affgevracht  synde,  off  hy  sich  de  decreten  des  synodi  nationaüs 
soude  connen  ofte  willen  onderwerpen,  heeft  naedat  hem  eenige  tyt  van 
beraet  was  gegeven ,  in  desen  synodo  rondelyck  verclaert ,  dat  hy  de  voorss. 
synodale  decreten  met  goeder  conscientie  voor  desen  tyt  nyet  en  soude 
connen  onderteyckenen.  Waerom  de  voorseyde  synodus  volgende  de  ordere 
ende  last,  in  synodo  nationali  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van  de 
Ho.  Mo.  heeren  Staten  Generael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  by 
desen,  dat  de  voorseyde  Wilhelmus  Riddersbach  hem  van  nu  aff  sall 
houden  verlaten  ende  ontslagen  van  alle  kerckelycke  diensten  ende  be- 
dieninge,  gelyck  [hij]  oock  mitsdesen  tegen woordichlyck  wordt  verlaeten 
ende  ontslagen,  ter  tyt  toe  dat  hy  door  beter  onderrichtinge  ende  be- 
denckinge  hemselven  met  de  Gereformeerde  kercke  soo  in  desen  als  alle 
andere  leerpoincten  sall  conformeren,  ende  de  kercke  behoorlycke  satisfactie 
sall  hebben  gedaen,  ende  dat  wyders  syn  kercke  datelyck  sall  worden 
voorsien  met  een  ander  bequaem  leeraer,  ende  dat  hy  voor  syn  admissie 
de  novo  volcomentelyck  sal  werden  gexsamineert ,  mits  dat  de  synodus 
by  de  E.  Mo.  heeren  Staten  voor  hem  sal  intercéderen,  dat  hem  een 
vierendeel  jaers  tractaments  mach  werden  toegeleyt  om  middelretyt  volgens 
syn  eijgen  versoeck  sich  naeder  te  bedencken.  Aldus  gedaen  in  de  synodale 
vergaderinge  den  XX®*»  Augusti  1619. 

JoANNEs  BoRNius,  alumuus  van  de  E.  Mo.  heeren  Staten,  eerst  tot  Fra- 
nicker  ende  daemaer  tot  Leyden  gestudeert  hebbende,  is  in  den  dienst 
gecomen  tot  Overlangbrouck ,  alwaer  hy  den  dienst  betreden  heeft  elff 
jaren.  Voor  dese  vergaderinge  verschenen  ende  ondersocht  synde,  wat 
gevoelen  hy  voor  [desen]  gehadt  ende  noch  tegenwoordich  mocht  hebben 
in  de  controverse  poincten,  heeft  verclaert  noyt  voordesen  alsoock  noch 
nyet  te  connen  verstaen  die  praecise  praedestinatie  (soo  hy  die  noemde). 
Daerop  nae  eenige  gedaene  onderwysinge ,  naedat  hem  eenige  dagen  syn 
beraet  was  gegeven,  rondelyck  verclaert  heeft  vooralsnoch  de  Canones 
synodi  nyet  te  connen  onderteyckenen.  Ende  nae  ondersoeck  van  syn  leere 
ende  leven  ende  eenige  quade  geruchten,  die  den  synodo  waren  voorge- 
commen,  ende  diesaengaende  eenige  scriftelycke  attestatien  waren  voor- 
gelesen,  is  by  de  vergadering  gedeporteert  van  synen  dienst. 

Alsoo  JoANNES  BoRNfüs,  jcgenwoordigo  predicant  tot  Overlambrouck , 
voor  de  synodo,  jegenwoordich  vergadert  binnen  Utrecht .  opentelyck  ende 
iterativelyck  bekent  ende  verclaert  heeft,  naedat  hem  tyt  van  beraet  was 
gegeven ,  dat  hy  de  decreta  synodalia  met  goeder  conscientie  nyet  en  can 


4lfi 

onderteyckenen ,  ende  dat  daerenboeven  oock  geblecken  is.  dat  hy  sich 
int  voorstellen  ende  dryven  van  syn  gevoelen  verscheydentlyck  tot  onruste 
van  Godts  kercke  seer  heftich  ende  partydich  heeft  gedraegen,  behalven 
dat  hy  in  syn  leven  nyet  en  is  van  goede  getuygenisse  ende  geruchte, 
als  een  dienaer  Jesu  Christi  behoort  te  zyn,  soo  oordeelt  ende  verclaert 
de  synodus,  dat  de  voornoemde  Bornitts  nae  de  sententie  des  synodi 
nationalis  van  synen  dienst  behoort  gedeporteert  te  worden ,  gèlyck  se  hem 
deporteert  mits  desen,  belastende  ende  bevelende  hem  noch  tot  Overlam- 
broeck  noch  elders  sich  mit  eenige  kerckelycke  diensten  te  bemoyen ,  maer 
dat  de  kercke  van  Overlambroeck  met  een  ander  bequaem  leeraer  sall 
worden  voorsien.  Aldus  gedaen  in  de  synodale  vergaderinge  binnen  Utrecht 
den  XVIIIen  Augusti  1619. 

Ende  alsoo  Joanwes  Bornius  voomoempt  mennichmael  in  dese  verga- 
deringe aengehouden  heeft,  dat  de  woorden  behalven  dat  hy  in  syn 
leven  nyet  en  is  van  goede  getuygenisse  ende  geruchte, 
als  een  dienaer  Jesu  Christi  behoort  te  zyn,  vuyt  zyn  sententie 
mochte  gedaen  worden,  soo  heeft  de  vergadering  op  zyn  emstich  ende 
instantelyck  versoeck  dese  naevolgende  verclaringe  hem  verleent  ende 
alhier  gestelt. 

Alsoo  JoANNEs  Bornius,  gewesene  predicant  tot  Overlambroeck,  by 
requeste  versocht  heeft,  dat  het  den  eerw.  synode  provinciael  van  den 
lande  van  Utrecht  gelieve  de  sententie  over  zyn  persoon  te  versachten 
ende  vuyt  te  laten  die  woorden  van  de  geruchten,  die  tegen  zyn  leven 
syn  ingebrocht,  overmits  hy  verhoopt  in  toecommenden  tyden  door  Gods 
genade  sich  alsoo  te  draegen ,  dat  hy  van  de  geruchten  mochte  vry  worden , 
soo  ist  [dat]  de  eerw.  synodus,  rypelyck  geleth  hebbende  op  het  voorseyde 
versoeck  ende  reedenen  van  dien,  verclaert  heeft  ende  verclaert  mitsdesen, 
dat  de  sententie,  over  den  voorseyden  persoen  by  dese  vergaderinge  ge- 
wesen,  eygentiyck  ende  voomamentlyck  gefundeert  is  op  het  stuck  van 
de  leere  ende  syne  weygeringe  van  onderteyckenen  te  doen  aen  de  Canones 
van  het  synodus  nationael ,  maer  dat  zy  van  dese  geruchten  in  de  sententie 
heeft  willen  gewach  maecken  om  ex  officie  den  voorseyden  Bornium  te 
wysen  tot  zyne  conscientie,  ten  eynde  dat  hy  deselve  recht  examinere 
ende  in  toecommende  tyt  voorsichtelyck  wandele,  twelck  doende  de  voor- 
seyde clausulen  denselven  persoen  voor  desen  synode  nyet  en  sall  beswaren. 
Actum  den  TCXTTüe»  Augusti  1619. 

Petrus  Valck,  predicant  tot  Langeraeck  over  Leek,  alhoewel  hy  gesint 
was  de  decreten  des  synodi  te  onderteyckenen ,  is  om  redenen  van  synen 
dienst  ontslagen  voor  den  tyt  van  drie  maenden  om  middelretyt  beproeft 
te  worden ,  ende  daernae  in  alle  leerstucken  van  de  Gereformeerde  religie 


417 

rechtsinnich  bevonden  synde  in  een  ander  plaetse  tot  den  kerckendienst 
gepromoveert  te  worden,  twelck  hem  door  D.  praesidem  is  aengeseyt. 

JoANNEs  MoNACHius,  Bartholomeus  Provostius,  Chrystophorus  Langeraeck, 
Franoscus  Taurhots,  Paulus  Lyndenius,  Egbertus  Stedum,  Joannes  Neder- 
LAOiuB  ende  Aoidius  Setstius  ,  respecti ve  predicanten  tot  Bunschoten ,  Vaert , 
Hermeien,  Maersen,  Soest,  Abcoude,  Woudenberch  ende  Segvelt,  gelyck 
zy  tsamen  een  request  hadden  overgegeven  aen  de  E.  heeren  Gedeputeerde 
van  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese  provincie ,  waerby  zy  verclaerden , 
dat  se  dese  vergaderinge  nyet  en  conde  houden  voor  wettelyck ,  overmits 
sy  synde  ingesetene  predicanten  van  dese  provincie  wierden  buytenge- 
slooten  ende  vreemde  daertoe  geadmitteert,  versochten  daerom  off  hiermede 
te  sitten  als  judices,  ofte  dat  de  Remonstranten  mochten  hebben  een  ver- 
gaderinge appart,  gelyck  sy  in  Octobri  des  voorleeden  jaers  gehadt  hebben, 
alsoo  hebben  sy,  geexamineert  synde,  in  substantie  vast  op  een  maniere 
geantwoort,  te  weeten  altesamen  tot  Leyden  gestudeert  te  hebben,  ende 
het  gevoelen  der  Remonstranten  alt^t  toegedaen  geweest  te  syn  ende  noch 
te  sijn,  ende  hetselffde  partijdelyck  tot  naedeel  van  Oodts  kercken  gedreven 
te  hebben ,  ende  [naedat  se  hooft  voor  hooft  voor  die  vergaderinge  geciteert 
ende  ondersocht  waeren,  hebben  gelqckelqck  verclaert]  nyet  alleen  de 
decreta  synodalia  voor  onscriftmatich  te  kennen  ende  consequentelijck 
deselve  nqet  te  connen  onderteyckenen ,  maer  daerenboven  onnodich  te 
zyn  sich  op  de  Confessie  van  de  Nederlantsche  kercke  ende  den  christe- 
lycken  Catechismo  te  verclaren ,  beneffens  dat  Eobertüs  Stedüm  ,  predicant 
tot  Abcoude,  in  dese  vergaderinge  syn  selven  seer  onbeleeffdelyck  ende 
ongeschickt  heeft  gedraegen,  waerover  dat  de  vorss.  persoenen  van  alle 
kerckelycke  diensten  ende  bedieningen  zyn  gedeporteert ,  gelyck  tot  dien 
eynde  een  yder,  hoeft  voor  hoeft  wederom  binnengeroepen  synde,  dese 
naevolgende  sententie  is  voorgelesen. 

Het  synodus  van  de  provincie  van  utrecht,  jegenwoordich  vergadert 
binnen  utrecht  om  de  goeden  resolutie  des  nationalen  synodus  ende  der 
bevelen  der  hooger  overicheyt  te  voldoen,  heeft  voor  haer  geciteert  N., 
predicant  tot  N. ,  denwelcke  gevracht  zynde ,  waervoor  hy  de  decreta  des 
voorseyden  synodi  hielt,  ende  off  hy  oock  geresol veert  sonde  zyn  deselve 
te  onderteyckenen  ende  te  achtervolgen,  heeft  rondelyck  in  desen  synodo 
verclaert  deselve  decreta  te  houden  voor  onscriftmatich  ende  nyet  te  connen 
onderteyckenen  ende  achtervolgen ,  ende  daerenboven  kennelyck  is ,  dat  hy 
het  gevoelen  der  Remonstranten  doorgaenstot  ondienst  van  Godes  kercke 
ende  ontmstinge  der  gemoederen  seer  heftich  ende  partydich  heeft 
gedreven  ende  het. contrarie  gevoelen  van  de  Gereformeerde  kercke  tegen- 
gestaen,  waerom  de  voorseyde  synodus  volgende  de  ordre  ende  last,  in 

Acta  syn.  provinc,  VI,  27 


418 

gynodo  nationali  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van  de  Ho.  Mo.  heeren 
Staten  Generael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  mitsdesen,  dat  de 
voorseyde  N.  van  nu  aff  sall  worden  gedeporteert  van  alle  kerckelycke 
diensten  ende  bedieninge,  gelyck  hem  het  synodus  deporteert  mitsdesen, 
ter  tyt  toe  dat  hy  door  beter  onderrechtinge  ende  bedenckinge  hemselve 
met  de  Gereformeerde  kercke  soo  in  desen  als  alle  andere  leerpoineten 
sall  conformeren  ende  de  kercke  behoorlycke  satisfactie  sall  hebben  ge- 
daen  ende  met  deselve  waerlyck  ende  ten  vollen  wesen  versoent,  belastende 
ende  bevelende  hem  nochte  tot  N.  noch  elders  sich  mit  eenige  kerckelycke 
dienste  te  bemoyen,  ende  dat  daerentusschen  de  plaetse  van  N.  met  een 
bequaem  leeraer  sall  worden  versien.  Aldus  gedaen  den  XIX®"  August! 
in  de  synodale  vergaderingh  anno  1619. 

Doch  staet  aen  te  mereken,  dat  in  de  sententie  van  Francisous  Taürinus 
ende  Joannes  Nederlangius  om  redenen  syn  vuytgelaeten  de  woorden 
doorgaens  ende  zeer  heftich,  ende  in  de  sententie  van  Agidius 
Seistius  de  woorden  doorgaens  partydich  ende  seer  heftich, 
gelyck  in  de  sententie  van  Eobertus  Stedum,  om  redenen  tevooren  verhaalt, 
geinsereert  zyn  dese  naevolgende  woorden  ende  bovendien  seer  on- 
sedich  ende  ongeschickt  hem  in  desen  vergaderinge  heeft 
gedraegen. 

Benjamin  Wannemaker,  predicant  tot  Lopick,  gestudeert  hebbende  tot 
Leyden,  alhoowell  hy  in  den  aenvanck  sich  toenden,  alsoff  hQ  leersaem 
wilde  zyn,  die  maer  hadde  eenige  dubia  in  decretis  synodalibus,  waerop 
hy  onderrichtinge  versocht ,  heeft  sich  naderhandt  alsoo  geopenbaert  onder- 
socht  zynde  op  verscheyde  ende  geloeffweerdige  getuygenissen ,  tegens 
hem  ingebracht,  dat  hy  nyet  alleen  niet  toe  en  stondt  de  decreten  des 
synodi  nationalis,  maer  daerenboven  vol  was  van  verscheyden  vreemde, 
grouwelycke  ende  lasterlycke  opinien,  met  naemen  van  de  providentie 
Godts,  daervan  hy  wilde  staende  houden,  dat  Godt  onse  gedachten  nyet 
en  weet,  voor  ende  alleer  dat  se  in  cerebro  geformeert  zyn.  Is  derhalven 
eendrachtelyck  verclaert  by  de  vergaderinge  onweerdich  te  zyn  dien  h. 
dienst  ende  weerdich  om  de  facto  van  alle  kerckelycke  diensten  gedepor- 
teert te  worden  volgens  de  sententie  hierby  gestelt 

Het  synodus  van  de  provincie  van  Utrecht,  jegenwoordich  vergadert 
binnen  utrecht  om  de  goede  resolutie  des  nationalen  synodi  ende  de  be- 
veelen  der  hooger  overichey  t  te  voldoen ,  heeft  voor  haer  geciteert  Benjamin 
Wannemaeer,  jegenwoordichge  predicant  tot  Lopick,  dewelcke  gevraecht 
zynde,  waervoor  hy  de  decreten  des  voornoemden  synodi  hielt  ende  off 
hy  oock  geresolveert  soude  zyn  deselvige  te  onderteyckenen  ende  te 
achtervolgen,  heeft  rondelyck  in  dese  synodi  verclaert  deselffde  decreta 


419 

te  houden  voor  onscriftmachtich  ende  nyet  te  connen  onderteyckenen  ende 
achtervolgen,  ende  daerenboven  kennelyck  is,  dat  hy  het  gevoelen  der 
Remonstranten  doorgaens  tot  ondienst  van  Oodts  kercke  ende  ontnistinge 
der  gemoederen  seer  heftich  ende  partydich  heeft  gedreven,  ende  het 
contrarie  gevoelen  van  de  Gereformeerde  kercke  tegengestaen,  ende  boven- 
dien vuqt  verschegden  depositien  ende  syn  eygen  verclaringe  ons  gebleecken 
is,  dat  hij  voll  is  van  vreemde,  grouwelycke  ende  lasterlycke  opinien, 
waerom  de  voorseyde  synodns  volgende  de  ordere  ende  den  last,  in  synodo 
nationaU  gegeven,  ende  de  goede  intentie  van  de  Ho.  Mo.  heeren  Staten 
Oenerael  heeft  verclaert,  gelyck  se  verclaert  mitsdesen,  dat  de  voorseyde 
Wanttemaker  als  des  h.  kerokendienstes  onweerdich  van  nu  aff  sall  worden 
gedeporteert  van  alle  kerckelycke  diensten  ende  bedieninge,  gelyck  hem 
het  synodus  deporteert  mitsdesen,  ter  tyt  toe  dat  hy  door  beter  onder- 
rechtinge  ende  bedenckinge  hemselven  met  de  Gereformeerde  kercke  soo 
in  desen  als  alle  andere  leerepoincten  sall  conformeren,  ende  de  kercke 
behoorlycke  satisfactie  sal  hebben  gedaen  ende  met  deselvige  waerlyck 
ende  ten  vollen  wesen  versoent.  belastende  ende  bevelende  hem  nochte 
tot  Lopick  noch  elders  sich  met  eenige  kerckelycke  diensten  te  bemoyen , 
ende  dat  daerentusschen  de  plaetse  van  Lopick  met  een  ander  bequaem 
leeraer  sal  worden  voorsien.  Aldus  gedaen  in  de  synodale  vergaderinge 
de  XXen  Augusti  1619. 

Henricüs  Wemingius,  predicant  tot  Meertensdyck ,  geciteert  synde  be- 
nefifens  de  voorgaende  is  van  wegen  syn  lichamelycke  cranckheyt  nyet 
gecompareert,  doch  is  by  de  vergaderinge  goetgevonden  per  depntatus 
met  hem  te  handelen.  Dewelcke,  naedat  se  met  hem  gesproecken  ende 
daervan  rapport  gedaen  hadden,  is  voorstaen,  dat  den  voornoemden  Wel- 
smoius,  nyet  alleen  omdat  hy  weygerich  was  de  decreta  des  synodi  te 
approberen  ende  te  onderteyckenen,  maer  dat  hy  oock  vuyt  syn  voor- 
gaende handelinge  voor  grover  doelinge  susspect  was,  van  synen  dienst 
sall  worden  gedeporteert,  ende  dat  zyn  sententie  hem  toegesonden  sall 
worden,  twelck  naederhandt  geschiet  is. 

Alsoo  HENracüs  Welsinoius,  jegenwoordich  predicant  tot  Meertensdyck , 

geciteert  synde  by  expresse  missive  van  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese 

provincie  om  te  compareren  voor  den  synodo  provinciael  hier  tegenwoordich 

ende  te  aenhooren,  tgeen  de  synodus  hem  hadde  voor  te  houden,  ende 

de  voorseyde  Wemikgius  door  lichamelycke  cranckheyt  verhyndert  was  te 

compareren ,  is  de  synodus  genootsaeckt  geweest  eenige  gedeputeerde  aen 

hem  te  senden  om  te  verstaen ,  hoedat  hy  int  stuck  der  leere  gestelt  was , 

met  naemen  nopende  de  vyff  articulen  der  Remonstranten,  daerover  by 

de  sinode  nationalis  verclaringe  ende  vuytspraecken  gedaen  is,  welcke 

27* 


420 

gedeputeerden  gerapporteert  hebben,  dat  hy  nyet  en  oonde  de  voorseyde 
verclaringe  met  goeder  condentie  onderteycken  als  nyet  connende  verstaan, 
dat  se  de  h.  scriftuyr  conform  was,  dat  hy  oock  hadde  bekent  schuldich 
te  wesen  aent  vuytgeven  van  seecre  boecxken ,  tot  Franicker  gedruckt ,  De 
officio  hominis  christiani .  alhoewel  hy  verclaerden  onschiüdich  te  zyn  aent 
maecken  van  de  voorreden,  die  daervoor  stondt,  soo  ist  dat  die  synodiis 
om  te  volgen  de  ordere  ende  lasten,  int  synodo  nationale  gegeven,  ende 
de  goede  intentie  van  de  Ho.  Mo.  heeren  Staten  Gtenerael  heeft  verdaert, 
gelyck  sy  verclaert  mitsdesen,  dat  de  voorseyde  WELsmoius  van  nu  aff 
sall  werden  gedeporteert  van  alle  kerckelycke  diensten  ende  bedieningen, 
gelyck  hem  het  synodus  deporteert  mitsdesen,  ter  tyt  toe  dat  hy  door 
beter  bedenckinge  ende  onderrechtinge  hemselven  met  de  Gereformeerde 
kercke  soo  in  desen  als  alle  andere  leerpoincten  sall  conformeren  ende  de 
kercke  behoorlycke  satisfactie  hebben  gedaen  ende  met  deselve  waerlyck 
ende  ten  vollen  sall  weesen  versoent,  belastende  ende  bevelende  hem  noch  tot 
Meertensdyck  noch  elders  sich  mit  eenige  kerckelycke  diensten  te  bemoyen , 
ende  dat  daerentusschen  de  plaetse  van  Meertensdyck  met  een  ander  be- 
quaem  leeraer  sall  worden  versien.  Ende  overmits  de  voorseyde  Welsingiüs 
nyet  tegenwoordich  en  was  om  redenen  voorseyt,  soo  is  by  de  vergade- 
ringe  verstaen,  dat  hem  dese  sententie  in  forma  by  eenen  expressen  sall 
toegesonden  worden ,  ten  eynde  hy  weete ,  waemaer  dat  hy  sich  hebbe  te 
reguleren.  Actum  in  de  synodale  vergaderingh  den  XXVI«"  Augusti  1619. 

DiDERicus  Camphusius,  predicant  tot  Vleuten,  andermael  gedteert  zynde 
by  expresse  missive  van  de  E.  heeren  gecommitteerden  van  de  B.  Mo. 
heeren  Staten  deser  provinciën ,  is  nyet  gecompareert  ende  derhalven  mede 
van  synen  dienst  gedeporteert,  ende  de  sententie  alsvoorens  toegesonden. 

Alsoo  DmERicüs  Camphusius,  jegenwoordich  predicant  tot  Vleuten,  ge- 
citeert  synde  by  expresse  missive  van  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese 
provinde  om  te  compareren  voor  den  synodo  provinciael  hier  jegenwoor- 
dich ende  te  aenhooren,  hetgeene  de  synodus  hem  hadde  voor  te  houden, 
geweygert  heeft  te  compareren  ende  verclaert  heeft  synen  dienst  in  handen 
van  de  gemelte  heeren  Staten  te  resingneren,  soo  ist  dat  de  synodus 
aenmerckende  zyn  wederhooricheyt  ende  vilipendentie  van  de  authoriteyt 
van  de  hooch  overicheyt  ende  trouloese  verlatinge  syns  dienst,  dewelcke 
hy  gelyck  als  alle  andere  dienaren  nqet  en  mochte  verlaeten  sonder  wette- 
lycke  reedenen,  by  de  classe  ofte  synode  wichtich  bevonden,  ende  daer- 
beneven  bekent  is,  dat  hy  in  synen  dienst  hem  gedragen  heeft  als  eenen 
bitteren  ende  calumniues  Remonstrant,  den  voorseyden  persoen  heeft  ver- 
claert mitsdesen  vervallen  te  zyn  van  alle  kerckelycke  diensten  ende 
bedieninge,  ter  tyt  toe  dat  hy  hem  door  beter  onderrichtinge  ende  be- 


421 

denckinge  hemselven  mitte  (Gereformeerde  kercke  soo  in  desen  als  alle 
andere  leerpoincten  sall  conformeren  ende  de  kercke  behoorlycke  satisfactie 
hebben  gedaen  ende  mit  deselve  waerlyck  en  ten  vollen  wesen  versoent, 
belastende  ende  bevelende  hem  noch  tot  Vleuten  noch  elders  sich  mit 
eenige  kerckelycke  diensten  te  bemoyen,  ende  dat  daerentusschen  de 
plaetse  van  Vleuten  met  een  ander  bequaem  leeraer  sall  worden  versien. 
Ende  overmits  de  voorseyde  Camphtjsius  nyet  tegenwoordich  en  was  om 
redenen  voorseyt,  soo  is  by  de  vergaderinghe  verstaen,  dat  hem  dese 
sententie  in  forma  by  een  expresse  sall  toegesonden  worden,  ten  eynde 
hy  weete,  waemaer  dat  hy  sich  hebbe  te  reguleren.  Actum  [in]  de 
synodale  vergaderingh  den  XVI^n  Augusti  1619. 

Cap.  3. 
Aenneminge  van  kerckenordeninge,  in  synodo  nationali  gestelt 

Is  gelesen  de  gansche  kerckenordeninge,  alsoe  se  in  synodo  nationali 
is  geconcipieert  ende  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  was 
geapprobeert.  Ende  syn  de  tegenwoordige  broeders  gevraecht,  offer  yet 
was  in  dese  ordre,  dat  se  nyet  en  verstonden,  ofte  daerin  dat  se  eenige 
swaericheden  vonden.  Maer  alsoo  sy  gesamentelyck  hebben  verclaert  van 
herten  verblyt  te  wesen,  dat  Godt  Almachtich  de  kercke  in  de  provincie 
soo  genaedelyck  hadde  aengesien,  dat  deselve  nyet  alleen  in  de  leere 
maer  oock  in  de  ordere  eenicheyt  met  andere  gemeyne  kercken  van  onse 
Unie  mochte  onderhouden,  soo  syn  se  by  den  praeses  ende  assessor 
vriendelycken  vermaent  ende  gebeden ,  dat  yder  in  zyn  kercke  alle  devoor 
soude  aenwenden  om  deselve  ordere  bequamelyck  in  te  voeren  ende  ge- 
trouwelyck  te  onderhouden.  Alsoo  de  E.  heeren  gedeputeerden  van  wegen 
de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese  provinciën  last  hadden  te  eysschen 
verclaringe  van  desen  synodo  over  eenige  poincten ,  in  de  gemelte  kercken- 
ordeninge gestelt,  aengaende  voomaemelyck  de  verkiesinge  van  predicanten 
ende  ouderlingen  om  alsoo  in  toecommende  tyden  alle  misverstanden  ende 
inconvenienten  voor  te  commen,  soe  hebben  de  eerw.  gedeputeerde  des 
synodi  nationalis,  als  die  de  meyninge  des  nationalen  synodi  best  ver- 
stonden, een  eenvoudige  verclaringe  daerop  gedaen,  die  oock  nyet  alleen 
by  de  E.  broederen  deses  synodi  maer  oock  de  E.  heeren  gedeputeerden 
met  goet  genougen  is  aengehoort,  belovende  daervan  rapport  te  doen  aen 
hare  principalen.  Ende  is  dese  verclaringe  tot  een  eeuwige  memorie  hierby 
gevoecht  in  manieren  navolgende,  ten  eynde  dat  alle  kercken  in  dese 
provincie  weten,  waemaer  sy  haer  hebben  te  reguleren. 

Extract  Veneris  VI»  Augustq  1619. 

Volgende  de  resolutie,  op  den  XXI®"  der  voorledene  maent  July  ge- 
noemen,  doen  de  heeren  gecommitteerde  tot  de  naerdere  examinatie  van 
de  kerckenordeninge ,  in  dit  articule  gementioneert ,  rapport  met  openinge 


422 

van  verscheyden  bedenckinge  ende  oonBideratien ,  die  daer  vallen  beroe- 
rende de  interpretatie  van  eenige  articulen,  in  de  voorseyde  kercken- 
ordeninge  vervat.  Ende  is  goetgevonden ,  dat  de  heeren  by  dese  vergaderinge 
te  committeren  met  de  aenstaende  synodo  provinciael  sullen  commen  in 
naerder  communicatie  om  op  de  naervolgende  poincten  een  naerder  ver- 
claringe  ingestelt  ofte  beraempt  te  moegen  worden. 

Te  weeten  op  den  IIII®"  artykell. 

Hoeverre  men  verstaet  te  sullen  strecken  de  correspondentie  met  de 

christelycke  overicheyt  int  verkiesen  der  dienaren  des  woorts  etc.,  ende 

off  de  examinatie  derselver  nyet  en  dient  te  geschieden  ten  overstaen  van 

eenige  gecommitteerde  van  de  respective  overicheyt  wesende  lidtmaten 

van  de  gemeynte. 

Op  den  V«ö  artykel. 

Aengaende  de  correspondentie  ut  supra. 

Op  den  XXn«n  artykel. 
Te  letten  oif  het  kiesen  van  de  ouderlingen  ende  diaconen  niet  int 
geheel  sall  geschieden  by  den  kerckenraet,  ende  off  het  ten  regarde  van 
de  stadt  utrecht  nyet  soude  goet  zyn  in  deselve  verkiesinge  te  gedencken 
op  gequalificeerde  lidtmaten  van  de  collegie  van  de  heeren  Staten,  van  de 
vroetschap  der  stadt  Utrecht  ende  van  den  Hove  van  Utrecht,  mitsgaders 
ten  aensien  van  andere  steden  op  de  lidtmaten  vuyt  de  magistraten,  ende 
van  de  platte  landen  op  de  respective  ambachtsheeren  ende  die  van  de 
gerechten,  wesende  lidtmaten  alsvoorens. 

Noch  op  het  V«  artykel  voorseyt. 
Verclaringe  te  eysschen  van  de  woorden :  voor  sooveel  tselve  stichtelyck 
can  worden  gebruyckt  sonder  naedeel  van  GK>dt8  kercke. 

Ende  is  nae  vordere  rype  genoemene  deliberatie  ende  verscheyden 
communicatie  dese  beraemde  kerckenordeninge,  soo  die  leyt,  goetgevonden 
ende  gearresteert,  gelyck  deselve  goetgevonden  ende  gearresteert  wordt 
by  desen,  mits  conditie  by  sooverre  hiemaer  over  de  interpretatie  van 
dien  eenige  disputen  mochten  commen  te  verrysen  tusschen  eenige  van  de 
subalterne  overicheyt  ende  kercke  deser  provincie,  dat  hetselve  different 
voor  de  heeren  Staten  van  dien  sall  worden  gebracht  om  by  hare  E.  Mo. 
te  worden  beslicht.  Ende  soo  sulcx  by  deselve  nyet  gevoechgelyck  conde 
geschieden,  dat  het  alsdan  sall  staen  ter  decisie  van  de  Ho.  Mo.  heeren 
Staten  Generael  ende  de  heeren  stadthouder  deser  provincie  in  der  tyt, 
mitsgaders  dat  noch  in  cas  van  dispute  dese  aengaende  tusschen  de 
souvereyne  overheyt  ende  kercke  voornoemt  men  hem  oock  ter  eersten 
instantie  sall  addresseren  aen  de  h.  gemelte  heeren  Staten  (ïenerael  ende 
stadthouder  voomoempt  om  by  deselve  te  worden  gedecideert. 


423 

Onderstont :  Geextraheert  vuy t  de  resolutie  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten 
slandts  van  Utrecht  genoemeu  ende  accordeert  in  kennisse  van  my  Ant. 

VAN  HiLLEN. 

Yerclaringe  gedaen  by  de  gedeputeerden  des  synodi  natio- 
nalis ,  die  verschenen  zyn  in  den  synodo  provinciali  van  den 
lande  van  utrecht,   over  de  naevolgende  poincten  rakende 
de  kérckenordeninge  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese 
provincie  den  synodo  voorgestelt 
Op  den  nilön  artykell. 
Hoeverre  men  verstaet  te  sullen  strecken  de  correspondentie  met  de 
christelycke   overicheyt  int  verkiesen  van  de  dienaren  des  woorts  etc. 
Antwoort :  dese  correspondentie  bestaet  in  drie  stiicken.  Eerst  soo wanneer 
daer  een  ofte  meer  predicanten  in  eenige  kercken  gebi-eecken,  soo  sall 
de  kerckenraet  hetselvige  hare  christelycke  overicheyt  te  kennen  geven 
om  deselve  van  den  noot  der  kercken  te  berichten  ende  met  haer  consent 
naer  een   bequame  persoon  ofte  persoenen  vuyt  te  sien.   Ten  tweeden 
wanneer  den  kerckenraet  op  een  off  meer  persoenen  de  oogen  geslagen 
heeft,  800  sullen  sy  deselve  hare  E.  overheyt  bekent  maken  om  te  ver- 
nemen ,  off  hare  E.  yetwes  hebben ,  waeromme  deselve  persoenen  in  dese 
kercke  nyet  stichtelyck  en  soude  cunnen  dienen.  Ende  soo  de  overicheyt 
tegen  de  persoen  nyet  wettelycks  en  heeft,  soo  sall  de  kerckeraet  tot  de 
verciesinge  voortvaren,  ende  nae  de  gedane  verkiesinge  versoecken  de 
approbatie  van  de  overicheyt.  Ten  derden  soowanneer  de  gaven  zyn  te 
hoeren  ofte  beseyndinge  te  doen  tot  voltreckinge  van  de  beroepinge,  soo 
sall  de  overicheyt  hare  gedeputeerde  voegen  by  de  gedeputeerde  der  kercke, 

soo  het  haere  E.  gelieft. 

Opt  V«  articul. 

Aengaende  de  correspondentie.  Antwoort  ut  supra. 

Yerclaringe  te  eysschen  van  de  woorden:  voor  sooveel  hetselve  stichte- 
lyck can  worden  gebruyckt  sonder  naedeel  van  Oodts  kercke,  off  met 
dese  woorden  de  patronen ,  synde  van  andere  als  Gereformeerde  religie  ^) , 
van  het  jus  patronatus  worden  vuytgeslooten.  Antwoort :  de  meyninge  des 
synodi  nationalis  en  is  geensins  met  desen  woorden  yemant,  wie  hy  sy, 
in  syn  deuchtelyck  recht  van  presentatie  te  vercorten,  maer  wel  het  rechte 
gebruyck  van  dien  aen  te  wysen,  te  weeten  dat  het  moet  gebruyckt 
worden  met  stichtinge,  dat  is  datter  gepresenteert  worde  persona  habilis, 
daervan  de  classis  moet  oordelen,  dat  de  kercke  blyve  by  haer  recht  van 
verkiesinge  ende  wettelycke  repudiatie  oock  nae  het  oordeel  des  classis. 


1)     «patronen  —  religie".  In  het  origineel  van  deze  «Yerclaringe"  (zie  noot  volg.  bl.) 
stond  eerst  «paepsche  patroonen",  welke  woorden  ook  daar  reeds  aldus  verbeterd  zgn. 


424 

dat  de  presentatie  geschiede  binnen  den  tyt  van  ses  weecken,  naedat  de 

plaetse  vacant  geworden  is,  o£f  dat  anders  de  kercke  sall  gerecht  zyn  om 

selve  vuijt  te  sien  nae  een  bequaem  persoon ,  dat  de  patronus  den  pastoor 

versorge   van   een   eerlyck   tractament,   ende   voorts  sich  voege  nae  de 

kerckelycke  ordeninge.  

Opt  XXn®  artykel. 

Te  letten  oif  het  kiesen  van  de  ouderlingen  ende  diaconen  niet  int  ge- 
heel en  sall  geschieden  by  den  kerckenraedt.  Antwoort:  wy  verstaan, 
alhoewel  de  kerckenordeninge  daervan  alternative  spreeckt,  dat  het  even- 
wel in  dese  provincie  best  sal  syn,  dat  nyet  alleen  de  d'nominatie  maer 
oock  de  verkiesinge  van  het  enckel  getal ,  dat  bevesticht  sall  worden ,  nae 
voorgaende  proclamatie  simpelyck  by  den  kerckenraedt  geschiede,  gelyck 
meest  in  andere  provinciën  geschiet. 

Off  het  ten  regarde  der  stadt  Utrecht  alsoock  van  andere  steden  ende 
dorpen  het  nyet  en  sonde  goet  zyn  te  gedencken  op  gequalificeerde  lidt- 
maten  van  de  coUegie  van  de  heeren  Staten ,  van  de  vroetschap  der  stadt 
Utrecht  ende  van  den  Hove  van  Utrecht  etc.  Antwoort:  tis  behoorlyck 
caeteris  paribus  ende  als  de  heeren  daertoe  vaceren  connen,  gelyck  mit 
stichtinge  vaste  in  alle  andere  provinciën  gedaen  wordt 

Dese  verdaringe  by  de  voorseyde  gecommitteerde  gedaen  synde,  is  by 
den  ganschen  synodo  voor  goet  aengenoemen,  gelyck  oock  de  E.  eedele 
heeren  gecommitteerden  van  de  eedele  Mo.  heeren  Staten  van  dese  pro- 
vincie beleeft  hebben  daervan  rapport  te  doen  aen  hare  principalen  ende 
de  goede  handt  te  bieden,  dat  in  de  voorss.  poincten  de  gemelte  verda- 
ringe mach  aengenoemen  ende  by  hare  E.  Mogentheyt  bevesticht  worden. 

Onderstondt:  J.   Bogermaihjs.  J.  Dibbetius.  Jacobus  Triglandiub.  Gode- 

FRIDÜS  UdEMANB.  1) 

Alsoo  tot  noch  toe  in  dese  provinciën  geen  classes  geweest  zyn,  gelyck 
nochtans  volgens  de  kerckenordeninge  nodich  is  ende  tot  noch  toe  in  alle 
andere  provinciën  met  merckelycke  vreucht  ende  stichtinge  gepractiseert 
is,  soo  is  goetgevonden,  dat  eenige  broederen,  die  de  gelegentheyt  van 
dese  lantschap  bekent  is,  een  concept  te  formeren,  hoe  ende  [op]  wat 
maniren  men  de  aifdeglinge  van  de  classes  op  het  gevoechgelyckste  soude 
connen  aenstellen.  Waerop  sy  gehoort  ende  het  voorscreven  concept  ge- 
lesen  synde,  is  verstaen  by  dese  vergaderinge,  dat  van  nu  aif  ende  voortaen 
alle  de  kercken  van  dese  provincie  sullen  a£fgedeylt  worden  in  drie  classes, 


1)  Het  origineel  van  het  geheele  stuk  met  eigenhandige  onderteekening  van  deze 
vier  personen  is  als  eerste  bijlage  achter  de  acta  dezer  synode  ingebonden.  Omdat  er 
behalve  in  spelling  geen  afwijking  voorkwam ,  was  er  geen  bezwaar  om  deze  » Ver- 
daringe" af  te  drukken,  zooals  zij  op  haar  plaats  in  de  acta  was  geïnsereerd. 


425 


te  weeten  eene  van  ütxecht,  eene  van  Amersfoort  ende  een  ander  van 
Wyck,  alles  in  der  manieren  navolgende,  daemae  alle  kercken  ende 
kerckendienaren  deses  synodi  haerselven  sullen  moeten  reguleren. 


van  Amersfoort: 
[Amersfoort  met] 
Leusden, 
Bunschooten , 
Ter  Eem  ende  Baem, 
Woudenberch , 
Soest, 
Emmenes, 
Vreelandt, 
Martensdyck , 
Westbrouck, 
CortenhoefF, 
Anckeveen , 
Nichtevecht , 
Nederhorst , 
Seyst 


de  classis  van  Wyck: 

Rheenen, 

Wyck  by  Duyrstadt, 

Venendael , 

Amerongen , 

Doom, 

Overlangbrouck , 

Nederlangbroeck , 

Goten, 

Werckhoven , 

Odyck, 

Bunnick , 

Houten  ende  tOoy, 

Schalwyck  ende  Hons- 

wyck. 
Tul  ende  tWaell, 
Hagesteyn. 


üet  classis  van  Utrecht: 
Utrecht  met  dEngelsche 

kerk, 
Montfoort, 
De  Vaert, 
Jutphaes , 

Lopick  ende  Capel, 
Llnschoten , 
Langeraeck  over  Leek, 
Segvelt, 
Camerick , 
Hermeien, 
Vleuten , 
Maersen, 
Breuckelen , 
Ter  Aa, 
Abcoude , 
Wilnis, 

Mijdrecht  ende  Tamen, 
Cokengen, 
Cudelsteert 

Is  voorgestelt  by  D.  praesidem  van  wegen  D.  Duolassiüs,  predicant 
van  de  Engelsche  kercke  deser  stadt  Utrecht,  alsoo  de  Engelsche  kercke 
in  de  Vereenichde  Nederlanden  geenen  synodum  hebben,  nochtans  dienen 
te  staen  onder  yemants  opsicht ,  dat  het  den  eerw.  synodo  gelieve  deselve 
kercke  mede  te  kennen  als  een  lidt  haerder  vergaderinge ,  dat  een  van 
de  drie  classes  mach  toegevoecht  worden  volgens  het  exempel,  dat  ge- 
practiseert  wordt  tot  Amsterdam.  Waerop  de  synodus  in  de  vreese  des 
Heeren  geleth  hebbende  en  vyndt  geen  reeden  om  het  versoeck  off  te 
slaen ,  maer  is  tevreeden ,  dat  de  voorseyde  [kercke  gebracht  werde  onder 
die  classis  van  Utrecht,  mits  conditie  dat  die  predicant  het  formulier 
van  die  leere  neffens  andere  predicanten  onderteekene  ende  die]  kercken- 
ordeninge  onderworpen  sy  gelyck  alle  de  leden  deses  sijnodi. 

Is  voorgelesen  een  brieff  van  de  deputati  synodi  Suythollandiae,  ge- 
teyckent  b^  Hugo  Beyerus  als  praeses  ende  Abrahamüs  Muüscholiüs  als 
scriba,  waerby  sy  versoecken  vuyt  den  naem  hares  synodi,  ten  eynde 
het  dese  vergaderinge  gelieve  met  haer  te  houden  broederlycke  oorres- 


426 

pondentie  in  der  voegen  ende  manieren,  als  die  van  Gelderlandt  doen, 
om  verscheyden  redenen  in  haer  missive  gestelt.  Dewelcke  by  desa 
eerw.  vergaderinge  rypelycken  overwogen  synde,  is  goetgevonden  haer 
versoeck  in  te  willigen  ende  tselve  hare  E.  aen  te  scryven. 

Is  oock  goetgevonden  deselve  correspondentie  te  versoecken  aen  die 
van  Gelderlandt  ende  Noorthollandt.  Ende  om  dese  correspondentie  waar 
te  nemen  syn  gedeputeert  D.  Cornelius  Dunganus  nae  Gelderlandt,  D. 
Petrus  Wassenburgius  nae  Suythollandt  ende  D.  Gerardus  HELiacHnis 
nae  Noorthollandt,  ende  sullen  daervan  tot  syner  tyt  behoorlyck  rapport 
doen. 

Ende  overmits  volgens  de  kerckenordeninge  daer  moeten  gestelt  worden 
eenige  deputati  synodi  om  te  besorgen  hetgeene  de  synodus  nationalis 
haer  opleyt,  soo  syn  daertoe  gedeputeert  D.  Joaknes  LAwaros,  D.  Arnoldus 
OiRCAMPros  ende  D.  Laurenttos  Modaeus  ,  dewelcke  desen  dienst  tot  den 
naesten  synodo  sullen  waernemen. 

Dewyl  in  dese  provincie  maer  drie  classes  syn  is  by  de  vergaderinge 
goetgevonden,  dat  vuyt  yder  classe  ad  synodum  provindalem  sullen  ge- 
committeert  worden  drie  predicanten  ende  twee  ouderlingen.  Ende  opdat 
alle  de  classes  van  dese  provincie  met  namen  in  dese  eerste  beginsel 
well  souden  met  malcanderen  corresponderen  ende  malcanderen  met 
raedt  ende  daet  bystaen,  soo  is  geresolveert ,  dat  yeder  classis  twee 
persoenen  sall  nomineren  om  de  twee  andere  classen  in  alle  oocurentien 
by  namen  in  de  ordinarische  vergaderinge  by  te  staen,  tot  welcken 
eynde  de  classes  ordinarie  op  eenen  dach  nyet  en  dienen  te  vallen. 
Werden  oock  de  classes  vermaent  wel  te  letten  op  den  artykel  van  de 
visitatie  soo  van  kercken  als  van  scholen  onder  hare  classe  behoorende, 
ten  eynde  dat  de  suyverheyt  der  leere,  christelycke  discipline,  goede 
ordere,  vreede  ende  eenicheyt  in  Godt[s  huijs]  moegen  onderhouden 
worden ,  tot  welcken  eynden  twee  bequame  persoenen  in  yder  classe  moet 
gestelt  worden,  die  voor  een  heel  ofte  halfF  jaer  de  respective  kercken 
ende  scholen  met  voorgaende  advys  van  haren  praeses  neerstelyck  be- 
soecken  ende  in  elck  ordinaria  classe  daervan  rapport  doen. 

Syn  oock  gelesen  verscheyden  requesten  ende  gehoor!  mondelinge 
versoecken  van  verscheyden  particulire  kercken  onder  desen  synodo  be- 
hoorende, naementlycken  Breuckelen,  Maersen,  Abcouden,  Hermeien, 
Tamen,  Vaert,  Vleuten,  Vreelandt  etc,  daermede  sy  versoecken  van 
ordinare  predicanten  voorsien  te  worden  in  plaetse  van  diegeen,  die  ge- 
storven ofte  nu  gedeporteert  zyn.  Maer  alsoo  dese  vergaderinge  nu  lange 
byeen  geweest  ende  met  verscheyden  andere  besoingens  belast  was,  dat 


427 

oock  de  beroepinge  der  predicanten  meer  classickael  dan  synodael  was, 
soo  is  goetgevonden  de  respective  dassen  met  dese  sorgen  te  belasten 
om  op  dese  versoecken  te  doen  nae  behooren.  Alleen  overmits  dat  de 
parochie  van  Vreelandt  langh  hadde  gevaceert  ende  te  voofen  met  seer 
onsuyvere  persoenen  was  bedient  geweest,  soo  is  goetgevonden  in  dese 
vergaderinge  op  haer  versoeck  te  disponeren  ende  haer  toe  te  staen  het 
beroep,  dat  se  gedaen  hadden  op  de  persoen  van  Wernebüs  Henrigi, 
predicant  tot  Anckeveen,  ende  dat  hier  in  synodo  een  beroep  in  forma 
sall  ingestelt  worden. 

Gap.  4. 
Resumptie  van  de  acten  des  voorgaenden  provinciën  synodi. 
Alsoo  de  eerw.  D.  Joannes  Bogermanvs,  die  by  dese  vergaderinge  tot 
praesidis  assessor  was  veroooren ,  ende  nu  om  den  synodo  van  Yrieslandt 
b|j  te  woenen  in  der  haest  heeft  moeten  vertrecken,  soo  is  met  de 
meeste  stemmen  in  de  plaetse  gesubstitueert  de  eerweerdige  Jacobus 
T&iOLANDüs,  predicant  tot  Amsterdam. 

Syn  overgelesen  de  acta  des  voorgaende  synodi  om  te  sien,  offer  yet 
open  stondt,  dat  in  de  gemelte  vergaderinge  geresolveert  was.  Waerop 
D.  JoANNES  DiBBEziüs  ondo  D.  Arnoldüs  Oircampius,  die  van  wegen  de 
kercke  deser  provincie  ad  synodum  nationalem  waren  gedeputeert,  hebben 
rapport  gedaen  van  hare  gebesoinyeerde  soo  int  stuck  van  de  leere  ende 
ordere  alsoock  andere  gravamina,  daermede  sy  belast  waren  volgens  haer 
instructie,  ende  is  het  rapport  der  voorss.  broederen  van  dese  vergade- 
ringe voor  goet  aengenoemen  ende  syn  over  haren  getrouwen  dienst 
vriendelyck  bedanckt.  Hebben  insgelicx  rapport  gedaen  D.  Joanihss  Wirts- 
FELoius,  D.  LAUBEirniTS  MoDAEus,  D.  Gerabdus  Helmichiüs  ende  D. 
JoANNES  Aucopms,  die  in  den  voorgaenden  synodo  als  deputati  gestelt 
waren  om  opsicht  te  hebben  over  de  rechtgevoelende  kercken  in  dese 
provincie,  ter  tijt  toe  dat  de  synodus  nationalis  soude  geeyndicht  ende 
op  alles  naeder  ordere  gestelt  zyn,  ende  zyn  de  gemelte  broederen  van 
weegen  haren  moyelycken  dienst,  die  sy  int  besorgen  van  verscheyden 
kercken  hadden  moeten  draegen,  van  deze  vergaderinge  ook  hertelycken 
bedanckt  geworden. 

Gap.  5. 
Van  de  reformatie  gedaen  in  de  schooien. 
Alsoo  in  de  sententie  synodi  nationalis,  achter  de  Ganones  gedruckt, 
de  particulire  synoden  ende  classen  belast  wordt  niet  alleen  te  letten  op 
de  kercken  ende  kerckendienaren ,  maer  oock  op  de  schooien  ende  colle- 
gien  mitsgaders  de  rectores  ende  andere  meysters,  die  daerover  gestelt 
zyn,  soo  is  by  de  gedeputeerde  des  nationalen  synodi  naerder  openinge 


428 

gedaen  van  sekere  formulier,  dat  in  synodo  nationali  geoondpieert  is 
ende  by  de  H.  Mo.  heeren  Staten  Oenerael  geapprobeert ,  om  van  alle 
de  rectores  ende  schoolmeysters  soo  latjmsche,  fransche  als  dnytsche 
onderteyckent  te  worden.  Ende  naedat  hetselve  fonnulier  vooiigelesen 
was,  is  goetgevonden ,  dat  men  vooreerst  sall  handelen  met  den  rector, 
conrector  ende  de  andere  rectores  in  de  schoole  van  sinte  Hieronymus 
alsoock  met  den  regent  vant  collegium  van  sinte  Pauwels  om  te  sien, 
hoedat  sy  int  stuck  van  de  leere  gestelt  zgn,  daerbeneven  dat  men  twee 
gedeputeerde  sall  seynden  nae  Amersfoort,  met  namen  D.  UDEMAjnfüM 
ende  D.  Buschoviiim,  met  behoorlycke  credentie  om  vuyt  den  naem  van 
dese  vergaderinge  eerst  te  communiceren  de  intentie  des  synodi  nationalis 
met  de  regeerders  der  stadt  Amersfoort  ende  met  haer  consent  te  handelen 
met  den  rector,  conrector  ende  andere  lectores  van  de  latynsche  school, 
ende  voorts  met  alle  de  scholmeysters  van  de  duytsche  byschoolen ,  ende 
dat  men  voorts  de  schooien  ten  platte  landen,  ende  die  soo  in  de  stadt 
van  Utrecht  als  de  andere  cleyne  steden  noch  overich  syn ,  sall  beveelen 
het  opsicht  der  respective  classen. 

Volgens  dese  resolutie  soo  zyn  ontboden  den  rector  Swaerdegroon  , 
den  conrector  ende  de  andere  lectores  in  de  latynsche  schoole  van  sinte 
Hieronymus,  dewelcke  hooft  voor  hooft  geexamineert  synde  niet  alleen 
aengaende  de  decreta  synodi  nationalis  maer  oock  nopende  de  Confessie 
ende  Catechismus,  soo  heeft  den  voorss.  rector  swaricheyt  gemaekt  om 
dat  formulier  te  teyckenen,  seggende  dat  hy  geen  theologant  en  was,  dat 
hy  oock  den  Catechismus  in  alles  nyet  en  can  houden  voor  scriftmatich , 
wanneer  hy  voor  Godt  in  goeder  conscientie  syn  gevoelen  soude  ver- 
claren,  dewyll  hy  altyt  in  de  beginselen  is  blyven  hangen,  dat  hy  nyet 
en  can  verstaen,  dat  het  gansche  menschelyck  geslacht  in  ende  met 
Adam  bedorven  is,  gelyck  hy  oock  nyet  en  can  begrypen,  hoedat  het- 
selve met  de  natuere  Godts,  die  de  heydenen  hebben  genoempt  Optimum 
Maximum,  soude  connen  overeencommen,  alhoewel  hy  nochtans  bekende , 
dat  de  jonge  kynderen  noch  onbedorven  ende  vry  synde  van  de  dadelycke 
sonde  de  tytelycke  ende  eeuwige  doodt  onderworpen  waren,  omdat  Adam 
was  geweest  als  een  leenheere ,  dewelcke  met  zyn  ongehoorsaemheyt  het 
leen  des  eeuwigen  levens  (soodat  hy  dat  noemde)  voor  hem  ende  alle 
syne  nacomelingen  verlooren  hadt,  ende  wat  aengaet  den  Canones,  dat 
hy  sommige  diengen  nyet  en  verstaet,  sommige  well  verstaet,  in  sommige 
swaericheyt  [maeckt]  ende  acht  nyet  goet  te  zyn.  Versoeckt  daerom  een 
halff  jaer  syn  beraet  om  hemselven  naeder  te  bedenken. 

De  conrector  geeft  voor  antwoort,  dat  hy  over  de  Confessie  ende 
Catechismus  soude  moeten  beraeden ,  insonderheyt  over  het  stuck  van  de 
rechtveerdichmakiiige ,  dewyl  hy  nyet  en  can  verstaen ,  dat  den  mensche 


429 

voor  Godt  rechtveerdich  wordt  alleen  door  den  geloeve  sonder  den  werc- 
ken ,  maer  dat  hy  geloeft ,  dat  de  wercken  syn  causa  sine  qua  non ,  ende 
aengaende  de  canones  synodi  nationalis,  dat  hy  maer  vyif  ofte  ses  arty- 
kelen  van  de  praedestinatie  gelesen  hadde.  Versoeckt  daerom  alsvooren 
een  halff  jaer  zyn  beraet. 

Sdcon  Gulielmi,  regens  seminarii  Paulini  et  lector  quartae  classis, 
seyt  syn  vocatie  polityck  [te]  syn  als  aengenomen  synde  van  de  E.  Mo. 
heeren  Staten  deser  provincie  om  de  jonge  juecht  bonas  artes  ende 
literas  in  te  planten ,  ende  alhoewell  hy  in  de  Confessie  ende  Catechismus 
sooseer  nyet  beswaert  en  was,  dat  hy  evenwell  in  de  vyfF  artykelen 
syn  selven  nyet  en  conde  expediëren.  Versocht  daerom,  dat  hy  in  syn 
beroepinge  ongemoyt  mochte  voortgaen,  dewyle  de  institutie  in  saecken 
van  religie  een  by sonder  werck  is,  daertoe  extraordinarie  yemant  plach 
gegagieert  te  worden,  als  met  D.  Lontio  geschiet  is. 

BoDOLPHüs  MuDENüs,  Icctor  quintae  classis,  verclaert  dat  hy  nyet  en 
weet  op  den  Catechismo  te  seggen,  dat  hem  dunckt,  dat  hy  die  Confessie 
gelesen  heeft,  dat  hy  oock  de  Canones  obiter  gelesen  heeft,  maer  dat  hy 
se  nyet  dan  met  onverstant  en  sonde  connen  onderteyckenen ,  in  alle 
gevalle  dat  hy  anders  nyet  en  can  verstaen,  dan  dat  Godtalle  menschen 
lieff heeft  gelyek  een  vader  zyn  kynderen,  ende  dat  de  menschen  nae 
syn  gevoelen  van  natueren  nyet  en  sqn  kynderen  des  tooms. 

Jaoobus  Byn,  lector  sextae  classis,  Adbianüs  Bilsiüs,  lector  septimae 
classis  et  regens  collegii  Willebordiani ,  Babtholohexts  Chbistiani,  lector 
octavae  classis,  verclaren  samen  bereyt  te  zyn  tot  onderteyckeninge, 
twelck  sy  daemae  gedaen  hebben. 

De  synodus  gehoort  ende  in  de  vreese  des  Heeren  overleyt  hebbende, 
hetgeehe  by  den  voorseyden  rector,  conrector  ende  lectores  in  dese  ver- 
gaderinge  verclaert  is,  ende  oock  by  namen  dat  den  rector,  conrector 
ende  lector  quintae  classis  tsedert  het  redres  van  de  kercken  binnen 
deser  stadt  haerselven  teenmael  hebben  gesepareert  van  de  gemeynte 
Oodts,  nyet  alleen  int  naelaeten  des  h.  avontmaels  maer  oock  de  predi- 
catie  des  goddelycken  woorts,  gevende  voor  reeden,  dat  sy  het  daervoor 
houden ,  dat  sy  te  vooren  vuy t  den  mont  van  de  Remonstranten  de  waer- 
heyt  gehoort  hebben  ende  nu  meynden  nyet  te  sullen  hooren ,  ende  alsoe 
moetwillich  versuympt  hebben  de  middelen,  die  Godt  verordoneert  heeft 
om  in  de  waerheyt  onderrecht  te  worden,  oordeelt  dat  het  versoeck  van 
beraet  voor  den  tyt  van  ses  maenden  by  de  voorss.  persoenen  gedaen 
ongegront  is,  ende  dat  men  de  E.  vroetschap  der  stadt  Utrecht  sall 
bekent  maken,  dat  de  gemelte  persoenen  nae  het  oordeel  deses  synodi 
syn  vervallen  in  de  censure  des  synodi  nationalis,  gestelt  tegen  alsulcke 
predicanten  ende  schoolmeysters ,  die  het  voorss.  formulier  weygeren  te 


430 

onderteyckenen ,  dat  is  dat  se  vervallen  syn  van  haer  ampt  ende  bedie- 
ninge,  dat  deshalven  haer  E.  gelieve  de  voorss.  persoenen  van  hare 
diensten  te  ontslan  %gen  Victoris  toecommende  ende  in  hare  plaetse 
beroepen  alsulcke  persoenen ,  die  nyet  alleen  geleert  maer  oock  in  geloeve 
ende  leve  gesont  zyn,  om  de  jonge  jeucht  nyet  alleen  in  bonis  literis 
maer  oock  voorall  in  de  ware  kennisse  ende  vreese  Godts  op  te  treeken, 
dat  oock  hare  E.  gelieve  benevens  de  politique  scholarchten  eenige  predi- 
canten  te  voegen,  ten  eynde  dat  voortaen  de  suyverheyt  der  leere  soowel 
in  de  scholen  als  in  de  keroken  mach  onderhouden  worden.  Ende  sooveel 
aengaet  Sdcon  Oülielmi,  dewyll  hy  eenige  hoope  geeft  van  leersaemheyt, 
dat  hem  als  lector  quartae  classis  zyn  beraet  tot  Victoris  toe  mochte 
gegunt  worden,  mits  soo  hy  hem  alsdan  nyet  naerder  verclaert,  dat  hy 
mede  gelyck  als  de  andere  sall  worden  gelicentieert ,  maer  nopende  syn 
regentschap  is  verstaen ,  dat  men  de  E.  Mo.  heeren  Staten  sall  adviseren , 
dat  hy  daervan  behoort  ontslagen  te  worden,  alsoo  de  alumni  van  de 
£.  Mo.  heeren  Staten  op  een  sonderlinge  maniere  in  de  fundamenten  der 
religie  moeten  onderweesen  worden.  Om  welcke  commissie  vuyt  te  voeren 
syn  gedeputeert  D.  Triolandixts,  assessor,  D.  Dibbeziüs,  D.  Oibcampius 
ende  D.  Helhichius. 

Syn  daemae  binnengestaen  de  vier  schoolmeesters  van  de  parochie- 
kercken  Cornelis  Aelberts  van  Yelsen,  scholmeyster  van  sinte  Jacob, 
Herman  van  Riemsdtck  ,  schoolmeyster  van  de  Buerkerok ,  Jan  Ghysbertss 
Seoerman,  schoolmeyster  van  sinte  Nicolaes  ende  Steven  Lakbertss, 
schoolmeyster  van  sinte  Geert,  dewelcken  tsamen  verdaerden  tegen  de 
Confessie  ende  Catechismum  nyet  te  hebben,  gelyck  ook  de  drie  eerste, 
die  de  Canones  gelesen  hadden ,  verdaerden  daarin  wel  gerust  te  zyn  ende 
bereyt  te  onderteyckenen,  gelyck  se  oock  gedaen  hebben.  De  laeste  ver- 
claerde  de  decreta  wel  obiter  gelesen  te  hebben ,  maer  versocht  noch  wat 
tyts  om  deselve  naerder  te  overlesen,  twelck  hem  gegunt  is.  Die  oock 
naderhant  in  de  vergaderinge  verschenen  synde  geteyckent  heeft.  Is 
daerenboven  versocht  by  dezelve  schoolmeysters ,  datter  mochte  opsicht 
genomen  worden  op  de  byschoolen,  in  dewelcke  veele  paepsche  ende 
andere  boecken  geleert  worden,  daertoe  overleverende  seeckere  ordon- 
nantie, by  de  vroetschap  van  Dordrecht  op  het  stuck  van  de  schooien 
gemaeckt,  welck  versoeck  de  synodus  neempt  in  recommandatie  om  onder 
andere  gravamina  aen  de  E.  heeren  van  de  stadt  te  remonstreren ,  gelyck 
oock  de  voorseyde  gedeputeerde  gedaen  hebben. 

D.  Triolandiüs  met  andere  broeders  hiervooren  genoempt  hebben 
rapport  gedaen,  dat  de  E.  vroetschap  der  stadt  Utrecht  haer  confor- 
meerde met  advys  ende  verclaringe  van  de  synodi,  hiervooren  gestelt, 


431 

ende  wat  aengaet  de  E.  Mo.  heeren  Staten ,  dat  die  tegen woordich  besich 
waren  om  het  collegium  Paulinum  op  een  ander  plaets  te  transporteren, 
ende  dat  haer  E.  Mo.  naderhant  oock  ordre  op  het  regentschap  soude 
stellen,  dan  dat  hetselifde  wat  tyts  van  doen  liadde. 

D.  Udemannus  ende  D.  Bubohovius  hebben  rapport  gedaen  van  hare 
commissie  tot  Amersfoort,  te  weeten  dat  sy  hadden  gesprooken  met  de 
regeerders  derselver  steede  ende  versocht,  dat  haer  E.  gelieffde  eenige 
heeren  vuyt  het  midden  van  haer  te  deputeren  om  in  hare  presentie  te 
handelen  met  den  rector  Oesseuus,  conrector  ende  andere  lectores  van 
de  latynsehe  schooien,  alsoock  met  alle  de  duytsche  scholmeysters,  om 
haer  te  ondersoecken  int  stuck  der  leere  ende  te  vemeemen,  oif  sy 
volgens  het  besluyt  des  synodi  nationalis  ende  approbatie  van  de  Ho.  Mo. 
heeren  Staten  Generael  bereyt  waren  te  onderteyckenen  seeckere  formulier, 
voor  de  schoolmeysters  in  denselffden  synodo  gestelt,  dat  oock  haer  E. 
soude  gelieven  te  steUen  sulcke  scholarchen  vuyt  politique  ende  kereke- 
lycke  persoenen ,  die  voorall  mochten  sorge  draegen ,  dat  de  jonge  jeucht 
in  de  ware  kennisse  ende  vreese  Godts  mochte  onderwesen  worden. 
Waer[op]  haer  E.,  naedat  se  den  synodum  voor  hare  christelycke  sorch- 
fuldicheyt  in  desen  bedanckt  hadden,  wt  het  midden  van  haer  seeckere 
heeren  hebben  gedeputeert,  dewelcke  alle  de  voorss.  soo  latynsehe  als 
duytsche  schoolmeysters  hebben  ontbooden.  Dewelck  geexamineert  synde 
in  hare  presentie  hebben  verclaert  als  volcht,  te  weeten  den  rector  dat 
hy  bekende  te  wesen  van  de  Catholycke  Roemsche  religie,  maer  dat  hy 
hadde  verstaen,  dat  de  sententie  synodi  nationalis  hem  ende  syns  ge- 
lycken  nyet  en  raeckten,  dewyl  hy  was  modest  ende  still  van  leven, 
ende  dat  hy  hem  int  stuck  van  de  religie  nyet  en  bemoyden,  dat  oock 
zyn  commissie  dat  nyet  mede  en  bracht,  maer  hem  wel  expresselyck 
daervan  licentieerde.  Versochte  'daerom  onbemoyt  te  blyven  in  syne 
beroepinge,  ofte  dat  hy  ten  minsten  commensales  privatim  in  syn  eygen 
huys  mochte  houden.  De  conrector  verclaert  het  voorss.  formulier  voorals- 
noch  nyet  te  connen  teyckenen,  maer  versocht  tyt  van  beraet  tot  Paesschen 
toe.  ADRiAirus  Moluus  ,  lector  quintanorum ,  verclaert  dat  hy  synen  dienst 
heeft  geresigneert,  ende  dat  hy  derhalven  nyet  en  behoeft  te  teyckenen. 
JoANNEs  JoANNES,  Icctor  sextauorum  et  septanorum,  ende  Henricüs 
Theodori,  lector  nullanorum,  versoecken  tyt  van  beraet  als  den  conrector 
voorss. ,  soo  oock  eenen  Oebabd  Hermanss  van  Coten  ,  Jan  Dircxss  ende 
Willem  Janss,  alle  drie  meysters  van  de  duytsche  by schooien.  Waerop 
de  gedeputeerde  broeders  hebben  geantwoort  eerst  aen  den  rector,  dat 
hy  de  sententie  des  synodi  nyet  wel  en  verstout,  dewelcke  geensins  en 
verschoont  alsulcke  rectores  ofte  schoolmeysters,  die  Pausgesint  zyn  off 


432 

anderssins  van  de  Gereformeerde  religie  geheel  vervreempt  zyn,  maer  al- 
leen diegeene  die  vuyt  swackheyt  ende  door  verdorventheyt  der  tyden  syn 
gevallen  ofte  vemickt  ende  mogelyck  in  saecke  van  minder  gewichte 
twyfelen  oif  oock  anders  gevoelen,  alsoo  nochtans  dat  nyemant  in  eenige 
kerckelycke  bedieninge  en  mach  behouden  ofte  toegelaeten  worden,  die 
de  leere  in  dese  synodale  besluyten  verclaert  weygert  te  onderteyckenen 
ende  te  leeren,  ende  door  wiens  merckelyck  verschill  ofte  dissensie  de 
leere,  in  desen  synodo  met  soo  groote  eenstemmigheyt  bevesticht,  mochte 
gekrengt  ende  de  niste  der  kercke  wederom  verstoort  worden ,  gelyck  den 
text  van  de  sententie  wel  duydelyck  medebrengt.  Nopende  de  private 
commensalen ,  dat  se  daertoe  nyet  en  waeren  belast  om  dat  in  te  willigen , 
dat  se  oock  geen  beraet  conde  geven  tot  Paesschen,  maer  dat  se  na- 
middach  haerselven  dienen  te  verclaren,  gelyck  de  schoolmeysters  van 
Utrecht  op  eenen  dach  gedaen  hebben.  Maer  alsoo  de  E.  heeren  gedepu- 
teerden voor  haer  altesamen  intercedeerden ,  dat  se  mochten  beraet  hebben 
tot  Saterdach  naestcommende ,  alswanneer  sy  souden  gehouden  syn 
absolute  verclaringe  te  doen  in  handen  van  mynheer  de  secretaris  deser 
stede  oif  selffs  in  persoon  voor  den  synodo  te  verschynen,  o£f  anderssins 
dat  haer  stilswygen  soude  gehouden  worden  in  plaets  van  absolute  wey- 
geringe.  Ende  beloeifde  deselifde  heer  secretaris  tegen  den  bestemden 
dach  de  synodo  van  alles  te  verwittigen,  soo  is  hetselffde  by  de  gede- 
puteerde alsoo  aengenoemen. 

Syn  daemae  ingeroepen  Jan  Woutebss  ,  Beernt  Hebmaivss  ,  Henbice  Maess  , 
Antonis  Corneliss,  alle  meysters  van  de  duytsche  byschoolen,  ende  ver- 
claerden  in  de  leere  van  de  Gereformeerde  kercke,  alsoo  die  in  Confessie 
ende  Catechismo  begrepen  ende  in  synodo  nationali  naerder  verclaert  was, 
wel  gemist  te  zyn  ende  bereyt  het  voorss.  formulier  te  onderteyckenen, 
gelyck  se  oock  gedaen  hebben. 

Dit  rapport  gehoort  synde,  is  by  den  synodo  goetge vonden  tot  op  Sater- 
dach haer  absolute  verclaringe  te  verwachten. 

Is  daemae  gelesen  seeckere  missive  vuyt  den  naem  van  de  regeerders 
der  stadt  Amersfoort  in  date  den  XXVIIIöö  Augusti,  geteyckent  Johan 
Hamel,  waerby  de  heeren  verclaren,  dat  Joannes  Gesselius  rector, 
TuiAmnjs  Gesselius  conrector,  Joannes  Joannes,  Gerrtt  Hermanss  van 
Goten  ,  Jan  Dibcxss  ende  Willem  Janss  ,  gequalificeert  als  vooren ,  persisteren 
by  hare  weygeringe  ende  alsnoch  swaricheyt  maken  om  het  formulier  te 
onderteyckenen,  ende  aengaende  Adrianus  Mollius,  dat  hy  meynt  synent- 
halven  de  teyckeninge  nyet  nodich  te  zyn ,  overmits  hy  synen  dienst  heeft 
geresigneert,  blyckende  vuyt  seeckere  missive  daerby  gevoecht  ende  by 
hem  geteyckent ,  ende  nopende  Henbicus  Theodori  ,  dat  hy  sych  in  persoon 


433 

naer  Utrecht  hadde  vervoecht,  gelyck  hy  oock  gedaen  heeft,  bekennende 
syn  onwetentheyt  int  stuck  van  de  leere,  ende  versoeckende  eenigen  tyt 
om  de  Catechismus  ende  Confessie  alsoock  den  acta  synodalia  naerder  te 
overlesen  ende  te  overwegen. 

De  synodus  gehoort  hebbende  het  voorss.  rapport  ende  gesien  de  missive 
van  de  E.  heeren  van  Amersfoort  daerop  gevolcht,  ende  op  alles  in  de 
vreese  des  Heeren  geleth  hebbende,  daerop  te  letten  stont,  heeft  ge- 
resolveert  te  scryven  aen  de  E.  heeren  de  regeerders  van  Amersfoort, 
dat  se  verstaet  ende  verdaert  mitsdesen,  dat  den  rector  GfssELius,  den 
conrector  ende  voorts  alle  de  lectores  ende  schoolmeysters  der  stadt 
Amersfoort,  die  by  hare  weygeringe  persisteren,  vervallen  zyn  in  de 
censiire  des  synodi  nationalis  bovengemelt,  dat  is  dat  se  vervallen  zyn 
van  hare  diensten ,  dat  derhalven  hare  E.  gelieve  volgens  het  goede  exempel 
der  E.  heeren  regeerders  der  stadt  Utrecht  deselve  persoenen  tegens 
Victoris  toecommende  te  licentieren  ende  hare  schooien  van  bequame  per- 
soenen te  voorsien,  daerdoor  die  jonge  jeucht  nyet  alleen  in  bonis  literis 
maer  voorall  in  het  rechte  gelove  ende  in  de  ware  godtsalicheyt  mochte 
onderwesen  worden. 

Alsoo  JoANWEs  LuGAE,  schoolmcyster  tot  Capel,  hemselven  vervordert 
heeft  nyet  alleen  de  h.  evangeliën  te  lesen  maer  oock  verclaringe  daerover 
te  doen  ende  het  sacrament  des  h.  doops  te  bedienen,  gelyck  hy  in  dese 
vergaderinge  bekent  heeft,  dat  hy  oock  aengaende  syn  leven  is  van  een 
quaet  gerucht,  gelyck  oock  daervuyt  blyckt,  dat  hy  geen  attestatie  van 
syn  voorgaende  leven,  in  de  classis  van  Sutphen  gevoert,  en  weet  voort 
te  brengen,  soo  is  verstaen,  dat  hy  van  nu  aff  ende  voortaen  hemselven 
sall  onthouden  van  alle  kerokelycke  bedieninge  als  daertoe  geen  wettelycke 
beroepinghe  hebbende  behalven  het  lesen  in  de  kerck,  daertoe  dat  hy 
oock  onweerdich  wordt  geoordeelt,  ende  voorts  dat  hy  van  synen  school- 
dienst  sall  gesuspendeert  worden,  ter  tyt  toe  dat  men  by  de  classe  van 
Sutphen  nae  syn  voorgaende  leven  broeder  sall  vernoemen  hebhen,  tot 
welcken  eynde  men  aen  de  voorss.  classe  sall  scryven.  Ende  worden  de 
deputati  synodi  mitsdesen  belast  nae  vercregen  bescheyt  absolutelyck  syn 
sake  aff  te  handelen. 

Alsoo  de  kercke  van  Breukelen  hadde  beroepinge  gedaen  van  Joannes 
Philochronus,  proponent  ende  alumnus  deser  provincie,  van  den  welcken 
de  synodo  is  gebleecken,  dat  hy  nyet  alleenlyck  geweest  is  een  Remon- 
strant maer  oock  heftigen  dry  ver  van  die  doolinge,  gelyck  hy  tot  con- 
firmatie bekent  heeft  auteur  te  zyn  van  seeckere  brieff  gescreven  aen 
Daioel  Scoaqen,  daeriu  hy  nyet  alleen  de  persoon  D.  Festi  maer  oock 
de  Catechismus  van  de  Nederlansche  Gereformeerde  kercke  seer  bitterlyck 

Acta  syn.  provhic.  Vi.  28 


^4 

doorstryckt,  soo  is  goetgevonden,  dat  men  den  ambachtheer  ende  geme^ne 
buyren  Tan  Brueckelen  van  syn  persoon  beter  sall  onderrichten  ende  ver- 
manen het  ooch  op  een  ander  persoon  te  slaen.  Ende  daertoe  zyn  gedeputeert 

D.  DoNGANüs  et  D.  Helmighiüs.  Ende  wat  aengaet  denselven  Philochbonüv, 
dewyl  hjj  in  dese  veigaderinge  schiiltbekentenisse  van  zyn  onbehoorlyck 
scryven  gedaen  heeft  ende  evenwel  bevonden  wordt  in  de  fundamenten 
van  de  leere  nyet  vast  te  gaen,  sall  men  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van 
wQgen  desen  synodo  adviseren,  dat  het  goet  waer,  dat  hy  noch  vooreen 
tyt  tot  Leyden  gingh  studeren  om  te  sien,  off  hy  tavont  off  morgen  de 
kercke  Godts  noch  mochte  dienen,  mits  conditie  dat  hy  syn  bekentenisse 
oock  doen  sall  in  de  tegenwoordicheyt  D.  Festi  voorseyt.  De  voorss.  ge- 
committeerde hebben  daemae  rapport  gedaen  van  hare  commissie  ende 
verclaert,  dat  den  ambachtsheer  ende  gemeyne  buyren  van  Breuckelen 
haerselven  volcomelyck  willen  gedragen  nae  het  advys  des  synodi. 

Hebmanus  Nederiagiüs,  proponent,  ingestaen  synde  in  de  vergaderinge 
op  syn  eygen  versoeck,  is  cortelyck  geexamineert  int  stuck  der  leere  ende 
is  bevonden  in  de  leere  nyet  alleen  seer  los  te  gaen,  maer  oock  verscheyden 
vreemde  opinien  ende  doolingen  ingesoegen  te  hebben.  Is  daerom  goet- 
gevonden de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  wegen  syn  persoon  te  adviseren 
aisvooren,  te  weeten  dat  hy  tot  Leyden  noch  eenen  tytlanck  heroselven 
oeffene  in  studio  theologiae  om  te  sien,  off  hy  in  toecommende  tyden 
Godts  kercke  noch  eenige  dienst  mochte  doen. 

D.  ÜDEMAivNüB  ende  D.  Buschovius  hebben  rapport  gedaen  van  de  pro- 
ponenten, die  sy  ten  versoecke  van  de  E.  heeren  gedeputeerden  ende 
bestemminge  deses  synodi  hadden  gehoort,  ende  hebben  verclaert,  dat  het 
nodich  is ,  dat  se  met  den  eersten  in  fundamentis  theologiae  geexamineert 
worden,  dewyle  sy  vuyt  de  propositien  daervan  nyet  seeckers  hebben 
cunnen  oordelen.  Welck  examen  can  gedaen  worden  off  by  de  gedepu- 
teerden deses  synodi  off  by  D.  Festuh,  regent  van  het  coUegie  van  de 

E.  Mo.  heeren  Staten  van  Hollandt  ende  Westvrieslandt,  hetwelcke  men 
de  E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  sall  bekent  maken. 

Cap.  6. 
Gravamina  van  de  kercke  deser  provincie. 

Is  goetgevonden,  dat  de  respective  broederen  de  particuliere  gravamina 
van  hare  kercke  sullen  stellen  by  gescnfte,  ende  dat  men  van  de  voor- 
naemste  sall  maken  een  cort  register  om  te  versoecken  aen  de  E.  Mo. 
heeren  Staten  deser  provincie  reformatie  tegen  verscheyden  sware  ende 
ingewortelde  abusen  ende  insolentien,  die  in  dese  provincie  overlangh  in 
swangh  gegaen  hebben  ende  noch  doen,  met  naemen  dese  navolgende, 


43S 

daertoe  een  eemstige  remonstrantie  sall  ingestelt  ende  by  D.  ÜdemanüiI 
ende  D.  Mod.£um  overgelevert  worden. 

1. 
Te  versoecken  dat  haer  E.  Mo.  gelieve  ordere  te  stellen  tegen  de  omme-^ 
lopende  papen  ende  Jesniten,  die  de  gansche  provinciën  doorloopen  om 
de  goede  gemeynte  het  pausdom  in  te  planten  ende  van  de  ware  christe- 
lycke  religie  affkerich  te  maken,  mitsgaders  tegen  alle  pauselycke  super- 
stitien  als  missen ,  bevaerden ,  verscheyden  superstitieuse  ceremoniën ,  die 
in  sommige  plaetsen  gepleecht  worden  omtrent  de  begravinge  der  dooden 
met  namen  der  vrouwen ,  die  in  de  craem  gestorven  zyn  etc.  Dese  clachte 
van  de  pauselycke  superstitie  is  vast  gemeyn  van  alle  de  kercken  in  dese 
provincie. 

2. 
Dat  het  placcaet  van  de  Ho.  Mo.  heeren  Staten  Generael,  geemaneert 
tegen  degeene,  die  by  de  Jesuiten  ter  schooien  gaen  buyten  dese  pro- 
vincie, wel  mochte  onderhouden  worden,  aisoock  dat  de  Jesuitische 
collegien  ende  paepsche  schooien  hier  binnen  de  provincie  mochten  geweert 
worden,  ende  dat  degeene,  die  vicarien  ofte  beneficien  genieten  ende 
alsulcke  schooien  frequenteren,  ipso  facto  daervan  gepriveert  worden. 

3. 
Dat  geene  schouten,  secretaresen  noch  andere  officianten  ten  platten 
landen  en  worden  geleden  off  noch  toegelaeten,  dan  die  professie  doen 
van  de  ware  Gereformeerde  religie  met  het  nutten  des  h.  avontmaels, 
overmits  sonder  dat  middel  eene  rechte  reformatie  van  die  abusen  noch 
executie  van  de  placcaten  der  hoege  overicheyt  en  is  te  verwachten,  jae 
dat  se  selve  alle  affgoderyen,  superstitien  ende  andere  insolentien  voeden 
ende  verstercken,  item  dat  oock  omtrent  de  potmeysters,  gasthuysmeysters, 
regeerders  van  tuchthuysen  ende  spinhuysen,  aisoock  weeshuysen  in  de 
steede  hetselffde  achtervolcht  worden,  overmits  de  eervarentheyt  leert, 
wanneer  als  sulcke  opsienders  Pausgesint  zyn,  dat  alsulcke  huysen  daer- 
door  in  veele  superstitien  gevoedet  worden,  beneffens  andere  inconvenienten, 
die  daervuyt  rysen. 

4. 
Dat  insgeliex  volgens  de  kerckenordeninge ,  in  synodo  nationali  gecon- 
cipieert  ende  by  de  E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  gearresteert ,  geen 
school raeysters  ofte  oosters  ten  platten  lande  worden  geleden  ofte  toege- 
laeten worden ,  dan  die  professie  doen  van  de  christelycke  Gereformeerde 
religie  met  het  nutten  des  h.  avontmaels  ende  godtvruchtich  van  leven, 
dat  se  oock  geen  boecken  en  loeren  strydende  tegen  de  ware  religie 
voorseyt  (twelck  alles  in  de  gewesene  kerckenordeninge  van  dese  provincie 

de  anno  1612  beslooten  is  geweest),  ten  eynde  alsoo  de  jonge  jeucht  de 

28* 


436 

rechte  kennisse  Oodts  ende  de  ware  godtsalicheyt  van  joncx  op  mochte 
ingeplant  worden.  Om  alle  hetwelcke  recht  vuyt  te  voeren  het  nodich  is, 
dat  by  de  hooge  overicheyt  van  dese  provincie  volgens  het  exempel  van 
andere  naburige  provinciën  een  goede  schoolordeninge  gestelt  ende  achter- 
volcht  worde,  waerby  oock  den  schooldienst  met  de  costerye  gecombineert 
ende  van  het  schout  ende  secretarisampt  gesepareert  mocht  worden. 

5. 

Datter  ordere  gestelt  worde  tegens  de  groote  ongeregeltheyt,  die  in  de 
dorpen  gepleecht  wort  omtrent  de  lichamen  dergeenen,  die  gedoot  ofte 
vermoert  syn,  welcke  soolange  onbegraeven  in  de  kercken  worden  neder- 
gelecht,  totdat  den  soen  met  de  vrienden  gemaeckt  is. 

6. 

Datter  ordere  gestelt  worde  op  de  ontheijliginge  des  sabbaths,  die  in  de 
provincie  soo  openbaerlyck  gepleecht  wordt,  met  namen  het  setten  der 
gelaegen  onder  die  predicatie,  kaetsenboUen  etc.,  met  naemen  oock  de 
openbare  merckten ,  die  soo  in  steden  als  dorpen  op  desen  dach  gehouden 
worden  tot  onteeringe  van  den  godtsdienst  ende  merckelycke  perykel  van 
de  sielen  der  menschen. 

7. 

Hiertoe  behoort  oock  het  optrecken  ende  andere  exercitien  van  de  schut- 
terden op  den  Sonnendach  principalyck  onder  de  predicatie,  hetwelcke 
op  eenen  anderen  dach  behoorde  te  geschieden. 

8. 

Dat  de  onordentelycke  broederschappen  insonderheyt  op  de  dorpen 
mochten  affgeschaft  worden,  dewelcke  op  sommige  plaetse  seer  onnuttelyck 
ende  in  groote  overdaet  verteeren,  dat  beeter  aen  den  armen  ofte  andere 
heylge  gebruycken  bestoet  waer. 

9. 

Tweeren  de  schandaleuse  byeencompsten  van  de  melaetsche  tot  Rheenen , 
die  op  seeckeren  tyt  jaerlicx  eenige  dagen  langh  groote  dronckenschap 
ende  ongebondenheyt  plegen  tot  sware  ergemisse  van  de  goede  gemeynte. 

10. 

Te  verbieden  het  affryden  van  gansen  ende  andere  insolentien ,  die  op  de 
bacchusf eesten  als  vastenavont,  kermissen,  nieuwejaersavont,  meynachten, 
etc.  gepleecht  worden,  streckende  tot  deboessement  van  de  jonckheyt  met 
merckelyck  perryckell  van  siell  ende  lichaem. 

11. 

Te  versoecken  een  gemeyne  ordonnantie  op  de  houwelycxsche  saecken , 
insonderheyt  tegen  de  ongeregeltheyt,  die  in  dese  materie  gepleecht 
worden,  als  van  degeene,  die  verlooft  ende  geproclameert  synde  evenwel 
ongetrouwt  blyven  sitten,  item  die  haer  namen  by  de  wyn  ofte  bier  latea 


437 

aente^ckenen,  hetwelck  in  een  publycke  plaetse  met  süchtinge  behoorden 

te  geschieden. 

12. 

Datter  ordere  gestelt  worde  tegens  de  ongebonde  licentie  van  de  druckerye 

volgens  het  artyckel  van  de  kerckenordeninge  daervan  synde,  ende  dat 

alle  dnickers  ende  boeckvercoopers  in  dese  provincie  belast  worde  haer- 

selven  daemae  te  reguleren. 

Waerop  de  voorss.  gecommitteerde  hebben  rapport  gedaen  van  hare 
commissie  ende  verclaert,  dat  de  ordinare  E.  heeren  Gedeputeerden  van 
de  E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  deselvige  remonstrantie  vriende- 
lyck  hebben  aengenoemen  ende  belooft  ter  naester  bescryvinge  van  de 
E.  Mo.  heeren  Staten  deser  provincie  alle  goede  devooren  te  doen,  ten 
eynde  de  versoecke  des  synodi  by  hare  E.  Mo.  mochten  ingewillioht  ende 
sooveel  moegelyck  is  geefifectueert  ende  int  werck  gestelt  worden. 

Syn  oock  by  den  synodum  gestelt  eenige  consideratien  op  de  ordonnantie 
van  de  houwelycke  saecken  om  by  hare  E.  Mo.  te  versoecken ,  dat  daerop 
mochte  geleth  worden,  voor  ende  aleer  de  voorss.  ordonnantie  wederom 
gednickt  worde. 

Andere  particuliere  questien,  den  synodo  voorgestelt 
Oif  men  behoorden  te  knyen  te  buygen  in  de  publycke  veigaderinge , 
als  de  gebeeden  gedaen  worden.  Antwoort:  men  sall  volgen  den  artykel 
van  de  kerckenordeninge  de  anno  1612,  fol.  11,  art.  1  van  de  publycke 
gebeden,  welcke  aldus  luyt:  de  publycke  gebeden  voor  ende  nae  de 
predicatie  sullen  met  sonderlinge  aendaoht  geschieden  ende  met  voorgaende 
eemstige  vermaninge  tot  den  volcke,  dat  sy  om  deselve  den  Heer  met 
behoorlycke  eerbiedinge  ende  demoet  op  te  offeren  niet  alleen  de  knijen 
haeres  herten  maer  oock  des  lichaems  buygen  etc. 

Hoedat  men  de  ouderlingen  sali  verkiesen,  daerder  tevooren  geen  geweest 
zyn.  Antwoort:  de  verkiesinge  sall  staen  by  de  classes. 

Oif  men  de  namen  van  degeene,  die  in  de  kercke  nyet  trouwen  en 
willen ,  in  de  kercke  sall  proclameren.  Antwoort :  sy  behooren  geproclameert 
te  worden  by  de  E.  magistraet,  ais  sy  daer  willen  bevesticht  wesen. 

Off  men  den  biddach  tusschen  Paesschen  ende  Pynxteren  noch  sall 
onderhouden  volgens  de  voorgaende  kerckenordeninge  anno  1612.  Antwoort: 
tis  goetgevonden  om  redenen  deselve  nyet  te  onderhouden. 

Waer  sullen  de  predicanten  ende  schoolmeysters  de  onderteyckeninge 
van  de  formulieren  der  eenicheyt  moeten  doen ,  insonderheyt  diegeene  die 
tot  noch  toe  weygerich  geweest  zyn.  Antwoort:  in  de  respective  dassen 
ten  overstaen  van  de  deputaü  synodi. 


438 

Oif  het  nyet  goet  en  waer,  dat  men  in  de  steden  ende  ten  platten  lande 
(alst  doendelyck  is)  Sonnendaechs  voor  de  verkiesinge  van  de  E.  magistraet 
eene  solemnele  predicatie  doen  van  de  ampten  der  overicheyt  ende  der 
ondersaten  respective.  Antwoort:  fiat. 

Off  een  predicant  openbaer  schoole  mach  houden  off  andere  lasten  aen- 
nemen,  die  synen  dienst  verhinderen.  Antwoort:  het  en  betaemptnoch  en 
behoort  nyet  te  geschieden. 

Off  de  costeryen  ten  platten  lande  nyet  en  diennen  gecombineert  met 
de  schooldiensten  ende  gesepareert  van  de  schout  ende  secretarisampten. 
Antwoort:  liet  is  in  alle  manieren  geraeden. 

Te  versoecken  aen  zyn  Genade  van  Cxjulenbxjbch  ende  syne  Ed.  van 
Breedenroode  ,  ten  eynde  dat  hare  G.  ende  K  gelieve  elck  in  den  haeren 
ordere  te  stellen  tegens  de  licentie  van  de  Pauselycke  superstitie  tot 
merckelycke  ergemisse  van  de  kercken  int  Sticht  Dit  versoeck  sal  men 
doen  aen  de  E.  Mo.  heeren  Staten  van  dese  provincie  om  door  hare  inter- 
cessie dit  voorseyde  beter  te  verwerven. 

Off  het  nyet  goet  en  waer,  dat  de  rekeninge  van  de  kerckmeysters  ende 
armmeysters  gedaen  worden  nyet  in  de  herberge,  maer  in  de  kercke  in 
presentie  van  den  schout  ende  predicant  sonder  onnutte  oncosten  daerby 
te  doen.  Antwoort:  het  is  gansch  behoormck. 

Off  het  nyet  goet  en  waer,  dat  men  in  de  gasthuysen  ende  diergelycke 
somtyts  eene  vermaninge  dede  ofte  andere  diensten.  Antwoort:  het  is 
geraden,  alst  bequaemelyck  geschieden  can. 

Hoe  sal  men  in  sommige  plaetsen  gevoechgelyck  den  kerckenraet  ver- 
anderen, daer  se  int  geheel  ofte  ten  deel  Remonstranten  zyn.  Antwoort: 
de  classes  respective  sullen  den  ganschen  kerckenraet  licentieren  ende 
wederom  nieuwe  ouderlingen  ende  diaconen  kiesen,  alsoo  nochtans  dat 
diegeene,  die  gesont  syn  in  den  geloeve,  eligibiles  zyn,  ende  dat  het 
halve  getall  maer  voor  een  jaer  dienen  salL 

Off  het  nyet  goet  en  waer  in  de  weecke  voor  het  avontmael  eene  open- 
bare belydenisse  des  geloeffs  te  doen ,  alsoo  in  veele  kercken  gedaen  wordt. 
Antwoort:  het  is  stichtelyck,  maer  staet  in  de  vryheyt  der  kercken. 

Alsoo  nu  door  Godts  genade  de  synodale  handelingen  vast  tot  een  eynde 
gebracht  waren,  soo  heeft  D.  assessor  vuyt  den  naem  van  de  E.  broederen 
gedeputeerden  des  synodi  nationalis  de  vergaderinge  met  een  eemstige 
vermaninge  voorgehouden ,  wat  grooter  weldaet  dat  Qtodt  Almachtich  syne 
kercke   in  de  Yereenichde  Nederlanden  met  naemen  in  dese  provincie 


439 

gedaen  heeft,  dewyle  hy  deselve  soo  genadichlyck  tot  eenicheyt  des  ge- 
loeffs  ende  christelycke  kerckenordeninge  gebracht  heeft,  dewelcke  voor 
desen  soo  jammerlyck  aen  wedersyden  verwoest  was.  Yersoeckt  daerom 
ende  betuycht  alle  de  aenwesende  broeders  in  den  name  Jesu  Christi, 
onses  lieven  Salichmakers ,  ten  ejmde  dat  se  aen  het  getrouwe  woort 
willen  vasthouden ,  daerbenevens  de  christelycke  disdplyne  ende  kercken- 
ordeninge in  hare  gemeynten  neerstelyck  onderhouden,  ende  voorts  alle 
goede  eenicheyt,  lieffde  ende  vreeden  onder  malcanderen  ende  met  andere 
rechtsinnige  broederen  onderhouden,  hare  kudde  met  een  vroem  ende 
godtsalich  leven  voorgaen,  de  onwetende  ende  affgedwaelde  met  alle 
vriendeiyckheyt  soecken  terecht  te  brengen  ter  eeren  Oodts  ende  tot 
stichtinge  zynder  gemeynte. 

Censura  morum  gehouden  zynde  hebben  de  broederen  van  dese  provincie 
de  E.  gedeputeerde  broederen  des  synodi  nationalis  van  wegen  hare  ge- 
trouwe hulpe ,  bewesen  tot  stichtinge  van  Godes  kercke  in  dese  provincie , 
vriendelyck  bedanckt,  ende  is  de  vergaderinge  met  sonderlinge  eenicheyt, 
geestelycke  vreucht  ende  vyerige  dancksegginge  tot  Qodt  Almachtich  be- 
slooten  den  l^n  Septembris  anno  1619  stilo  veteri. 

tOorconde  by  ons  vuyt  den  naem  des  synodi  onderteyckent 

JouANNis  Lanoiüb,  syuodi  praeses. 
Laurentius  Mod^iüs,  synodi  scriba,  i) 


Memorie,  by  Petro  Bosscrao,  predicant  tot  Wyck,  over- 
geleevert  aen  de  synode  provintiael,  vergaedert  binnen 
utrecht  den  19  Augusti  anno  1619,  tot  naerder  openinge 
van  tgeen  hq  mondeling  hadde  gepresenteert. 

Vooreerst  hebben  de  E.  heeren  ende  broeders  te  oonsidereeren,  hoedat 
hij  BosscHius  gedueyrende  zynen  dienst  en  sonderling  in  deese  droevige 
tyden  hem  altyt  soo  gedraegen  heeft  en  gecomporteert,  dat  de  kercke 
van  Wijck  midtsgaeders  de  goede  ingesetenen  in  goeden  vreede,  lieffde 
en  eenicheyt  tot  noch  toe  onderhouden  zijn. 

Oelyck  hij  tselffde  niet  alleen  met  meenichvuldige  getuygenissen  van 
alle  d'ingeseetenen  int  gemeen,  waervan  eenige  deesen  annex  z^n,  maer 
dat  hij  hem  diensaengaende  refereert  tot  het  rapport  van  zijjn  confrater 
Laurehtio  Modaeo,  selffs  alhier  jegenwoordich. 


1)     Beide  onderteekeningen,   waartuaschen  ruimte  opengelaten  (voor  den  assessor), 
zijn  eigenhandig.  De  naamteekeningen  ontbrdcen  in  W  W. 


440 

Staet  oock  aen  te  mereken ,  dat  door  de  lieffde  en  affectie ,  die  hig  r^n 
gemeente  en  zijn  gemeente  hem  toedraecht,  midtsgaeders  de  groote  ge- 
negentheyt,  die  h^  heeft  om  haer  te  doen  continueeren  in  deselffde 
eenicheyt,  hij  hem  wil  laeteh  beweegen  soo  te  voegen  nae  de  resohitien 
des  synodi,  als  met  goeder  conscientien  sal  connen  geschieden.  Ende 
hadde  verhoopt  volgens  de  sententie  des  nationalen  synodi  selfTs,  dat 
diegeene  die  noch  twyffelen  ofte  anders  van  gevoelen  ziijn,  doch  stil, 
zeedich,  onstraffelyck  van  leeven  haer  leersaem  stellen,  ende  waervan 
het  niet  te  vreesen  is ,  dat  in  naevolgende  tyden  de  kercke  soude  connen 
werden  ontroert,  niet  zoo  verplicht  souden  zijjn  tot  onderteeckeninge  des 
voorss.  synodi  als  wel  diegeene,  die  nieuwelyckx  tot  den  dienst  sullen 
bevordert  werden. 

Welcke  onderteeckeninge,  ten  nausten  genomen,  by  hem  niet  en  can 
werden  gedaen  sonder  laesie  van  z^n  consdentie,  doordien  hijj  eenige 
swaericheden  heeft,  waerin  14)  sich  ten  volsten  niet  en  can  voldoen, 
tenzq  alvoorens  hij  naerder  zij  onderrecht,  en  Godt  de  Heere  hem  een 
ander  verstant  geeve,  waertoe  hq  hem  leersaem  wil  stellen  en  Godt  de 
Heere  vierich  bidden,  dat  h|j  hem  wil  begaeven  met  zynen  h.  geest, 
opdat  14)  tot  naerder  verstant  van  deese  godlycke  geheymenisse  mach 
comen,  sonder  dat  hij  hem  wil  stellen  teegen  het  oordeel  des  nationalen 
synodi  en  tgeen  sooveel  geleerde  mannen,  wiens  verstant,  godtsalicheyt 
en  geleertheyt  hij  hoochacht,  besloten  hebben,  die  wel  connen  hebben 
waerheyt,  welck  hij  vooralsnoch,  omdat  het  een  onbegrypelycke  saeck  is, 
ten  volsten  niet  can  begrypen. 

Dan  by  sooverre  de  E.  hoeren  ende  broeders  eenige  teeckeninge  van 
hem  begeeren ,  is  hij  wel  tevreeden  te  beteeckenen ,  gelyck  hq  dit  onder- 
teeckent  midtsdeesen,  dat  hij  teegen  de  decreten  des  synodi  in  zynen 
dienst  noch  int  gemeen  noch  int  particulieir  sal  comen  te  handelen, 
nochte  ymant  door  zijn  leere  aenstoot  geeven,  zyne  predicatien  daemae 
dirigeeren,  en  gelyck  hq  altyt  gedaen  heeft,  tot  rust,  vreede  en  eenicheyt 
'  in  de  leere  arbeyden.  Jae  dat  meer  is,  om  s\jn  gemeente  te  voldoen  is 
bereyt  deese  acte  des  sjmodi  te  onderteeckenen,  behoudens  alleen  dat 
hq  daerdoor  niet  en  sal  genootdruckt  zjjjn  te  gevoelen,  dat  l^j  niet 
vatten  can. 

AVaermeede  hij  Bosschius  vastelyck  vertrout,  dat  de  E.  hoeren  ende 
broeders,  lettende  op  het  verlangen,  wenschen,  bidden  en  smeecken  van 
zqn  gemeente,  op  het  versoeck  dergeenen,  die  int  gevoelen  van  hem 
souden  schynen  te  diffentieeren ,  op  de  rust  en  vreede  van  zyne  kercke, 
op  zyne  gevoegelicheyt  en  oprechtichey t ,  op  de  goede  intentie  van  de 
regeerders,  kerckenraet  en  ingeseetenen  van  Wyck,  sullen  van  zjjn  per- 
soon met  deese  billicke  praesentatie  in  deesen  z|jn  gecontenteert  ende, 


441 

hem  conünueerende  in  zynen  dienst,  verhoeden  alle  onheyl,  oneenicheyt 
en  schueringe,  die  andersints  lichtelyck  ende  sonder  twyffel  in  deselffde 
stadt  en  kercke  sal  comen  te  verrysen. 

P.  BOSSGHIUB.  1) 


Copie. 
AVq  schout,  borgemeesters  ende  regeerders  der  stede  Wyek  by  Dueyr- 
stadt  certificeeren  midtsdeesen,  dat  Petbüs  Bossghius  den  tyt  van  ses 
jaeren  het  predickampt  binnen  onse  steede  bedient  ende  hem  daerinne 
sulckx  ten  aensien  van  leer  ende  leeven  gecomporteert  heeft,  als  een 
getrouw  dienaer  Jesu  Christi  betaemt,  onderw^sende  met  z^n  meededienaer 
(mette  welcke  hy  altyt  sonderlinge  goede  correspondentie  gehouden  heeft) 
de  gemeente  alhier  soo  stichtelyck,  dat  d'selfFde  merckelyck  heeft  toege- 
nomen en  noch  jegenwoordich  in  deese  droevige  tyden  met  verwondering 
van  veelen  in  eenicheyt  floreert,  als  d'welck  altyt  vermydt  heeft  ende 
noch  jegenwoordich  vermydt  de  controverse  dispuyten,  die  over  het  stuck 
van  de  godlycke  praedestinatie  verreesen  waeren,  sulckx  dat  niet  te 
vreesen  staet ,  dat  door  zyne  predicatie  de  gemeente  soude  connen  werden 
ontroert,  maer  veeleer  te  hoopen  is,  ende  wg  oock  voor  vast  ende  seecker 
houden,  dat  door  zynen  dienst  d'voorseyde  gemeente  in  vreede  en  eenicheyt 
sal  continueeren  tot  rust  der  kercken,  welstant  der  politien  ende  onder- 
linge eendrachtichéyt  der  goede  ingeseetenen.  Ende  want  men  gehouden 
es  getuychnis  der  waerheyt  te  geeven  des  versocht  zynde,  soo  hebben 
wy  schout,  burgemeesters  ende  regierders  voornoemt  d'voorss.  Petro 
BosscHio  deesen  willen  meededeylen  ende  in  teecken  der  waerheyt  des 
stadts  cachet  op  het  spatium  van  deesen  doen  drucken,  neffens  de  sub- 
scriptie van  den  jegenwoordigen  secretaris  op  den  XIX  Julij  XVI^  en 
negenthien.  Ende  was  gecachetteert  met  het  stadtsseegel,  op  het  spatium 
van  dien  in  groenen  wassche  gedruckt.  Ondert  A.  Hobüthoven. 

Oecollationeert  jegens  zjjjn  origineel  besegelt  ende  ondert. 
als  vooren,  is  daermede  bevonden  taocordeeren. 

A.   HORKHOVEK  1). 


Copie. 
Die  kerckenraet  soo  oude  als  nieuwe  der  steede  Wyck  by  Dueyrstadt 
attesteert  ende  verclaert  midtsdeesen,  dat  D.  Petrus  Bossghius,  jegenwoor- 
dige  bedienaer  des  godlycken  woorts,  sich  den  tyt  van  ses  jaeren  herwaerts 


1)    Deze  onderteekeningen  zijn  eigenhandig. 


442 

in  zyne  bedieninge  alsoo  gedraegen  heeft,  dat  hij  int  stuck  van  de  vyff 
controverse  artykelen  onse  gemeente  noyt  oorsaeck  van  oproericheyt  ofte 
oneenicheyt  gegeeven  heeft ,  ende  dat  hy  sich  voorts  in  leeven  stichtelyck , 
en  in  andere  leerstucken  van  de  christelycke  religie  (so  men  iiijt  zijn 
mondelinge  conferentien  als  openbaere  praedicatien  heeft  connen  oordeelen) 
nae  den  regel  van  Godts  heylige  woort  en  de  formulieren  van  eenicheyt 
rechtsinnich  en  in  den  geloove  gesont  heeft  beweesen.  Ende  want  men 
gehouden  es  de  waerheyt  getuygenisse  te  geeven  voomaemenüyck  daertoe 
versocht  zynde,  zoo  heeft  de  kerckenraet  voornoemt  op  zjjn  versoeck 
hem  deese  attestatie  medegedeylt  Actum  Wyck  by  Dneyrstadt  den  8 
Augusti  anno  1619.  L^er  stont:  uyt  last  van  den  kerckenraet  ondert 
LAUREirnüs  Modaexts. 

Oecollationeert  jegens  z|jn  principale  ondert  als  vooren 

es   daermet   bevonden   taccordeeren.    In   kennisse   van   my 

onderss.  secretaris 

A.   HOBlTBOVEir  1). 


Acta  ofte  handelinge  synodi  provinciae  TJltrajectifMej 
gehouden  binnen  Utrecht  int  capittelhuys  ten  Doniy 
met  atUhorisatie  der  Ed.  Mog.  heren  Staten  van  den 
lande  van  Utrecht  j  begonnen  den  vyfden  S^tembris 
anno  1620  ende  geeyndight  den  dertienden  desselvigen. 

Compareerden  in  dese  eerw.  synode  met  formele  credentien  ofte  brieven 
van  behoorlycke  authorizatie,  ende  dat  uyt  den  name  der  Ed.  Mog.  heren 
Staten  deser  provincie  d^E.  erentfeste  hooghgeleerde  ende  seer  voorsienige 
heren:  de  heer  mr.  Johan  Stmck,  canonyc  tOudemunster,  d'E.  joncker 
Arendt  van  Asewun,  heer  tot  Ruwiel,  ende  d'erentachtbare  mr.  Aw- 
SELMus  Salmiüs  ,  ponsionaris  der  stadt  utrecht ,  om  den  synodo  voomoemdt 
by  te  wonen  met  haer  E.  directie  ende  assistentie,  als  de  gelegentheyd 
van  saken  aldaer  voorvallende  ende  verhandelt  wordende  soude  bevonden 
worden  te  vereyschen. 

üyt  de  classe  van  Utrecht  verschenen  met  credentie:  D.  Cobnelitts 
DuNGAinrs,  D.  Bernardüs  Busschoff  ende  D.  Joannes  Lyndentos,  beyde 
d'eerste  predicanten  tot  Utrecht  ende  de  derde  predicant  tot  Cockengen, 
tsamen  in  qualite  als  predicanten,  ende  d'eersame  DmcK  Jagobsz  van 
Velthuysen  ende  Oth  Jansz  Hafhacker  ,  beyde  in  qualite  als  ouderlingen 
respective  tot  Utrecht  ende  op  de  Vaert. 


^)     Deze  Daamteekenlng  is  eigenhandig. 


443 

üyt  de  classe  van  Amersfoort  verschenen  mede  met  gelycke  credentie: 
D.  Petrus  Wassenbüboh  ,  D.  Joannes  Segermaitnus  ende  D.  Joaniïes 
Brouwerus,  respective  predicanten  tot  Amersfoort,  Westbroeck  ende  Emenes 
tsamen  in  qualite  als  predicanten,  ende  d'eersame  Carel  Chaudrok  ende 
Willem  Pauw,  schout  tot  Cortehoeff,  beyde  ouderlingen  respective  tot 
Amersfoort  ende  Cortehoeff. 

üyt  de  classe  van  Rhenen-Wyck  compareerden  in  qualite  als  predicanten 
ende  met  credentie  als  voren:  D.  JoAmrES  Wirtsfeldiüs ,  D.  Jaoobüs  Huges 
ende  D.  Gerardüs  Helmichiüs  ,  predicanten  respective  tot  Rhenen ,  Hage- 
steyn  ende  Yenendael,  mitsgaders  d'eersame  Peter  Hendricz  ende 
Frederigk  Hermansz  van  Isendoorn,  respective  ouderlingen  tot  Rhenen 
ende  Wyck  by  Duirstadt 

Ende  quamen  hierby  na  ordre  D.  Joaitnes  Lanoiüs,  D.  Arnoldüs 
OoRTCAMPiüs  ende  D.  Laxtbentiüs  Modaeüs  als  deputati  des  voorgaenden 
synodi. 

Na  inleydinge  door  tgebedt  tot  Ood,  geschiedt  door  D.  Joannem 
Lakgiuk  voomoemdt  als  gewesen  praeses  des  synodi  voorleden,  sjm  tot 
directores  des  tegen woordigen  synodi  vercoren:  D.  Bernardüs  Büsschoff 
als  praeses,  D.  Petrus  Wassenbxiroiüs  als  assessor,  D.  Cornelius  Dük- 
QANüS  als  scriba. 

De  vercorene  D.  praeses  d'ordinarise  actiën  met  aenroepinge  van  CK)des 
h.  naem  hebbende  begonnen,  sjm  gelesen  d'ingebrachte  credentien  ofte 
brieven  van  authorisatie  so  der  E.  heren  gecommitteerden  der  Ed.  Mog. 
heren  Staten  als  der  eerweerdige  broederen,  gedeputeert  van  de  dassen 
respective  deser  provincie,  ende  syn  deselve,  nadat  daerop  behoorlyck 
was  gelet,  goedgekent  ende  debite  geaccepteert. 

Het  lieten  enige  broederen  predicanten  door  D.  praesidem  versoecken, 
of  haer  by  den  synodum  geoorloft  soude  zyn  in  haer  E.  vergaderinge 
mede  te  mogen  comen  om  d'actien  derselve  in  alle  modestie  aen  te  sien 
ende  te  aenhooren ,  ten  eynde  haer  tselve  in  toecommenden  in  kerckelycke 
handelingen  ende  occurentien  tot  nutte  mochte  dienen.  Ende  is  hun  tselve 
by  den  E.  synodum  willighlyck  vergunt ,  mits  dat  se  behoorlyck  silentium 
sullen  beloven  ende  over  de  censuren,  die  voorvallen  mogen,  ende  enige 
andere  particuliere  ofte  personele  saken  op  d'aensegginge  D.  praesidis 
onweygerlyck  sullen  opstaen. 

Syn  gelesen  d'acta  des  voorgaenden  synodi  deser  provintie  de  anno 
1619.  Ende  is  int  oplesen  van  deselve  ende  occurrerende  d'acte  van 
ondertekeninge,  die  by  alle  bedienai*en  des  godlycken  woordts  sal  worden 
gedaen  ende  ter  ewiger  memorie  bewaert,  ondersoeck  gedaen,  hoedat 
haer  alle  de  dassen  tot  noch  toe  hierinne  hadden  gedragen.  Ende  is 


444 

bevonden ,  dat  de  classis  van  utrecht  in  alles  d'ordre  hadde  voldaen ,  ende 
dat  d'andero  twe  dassen  oock  eensdeels  de  gemelte  ondertekeninge  hadden 
gedaen,  anderdeels  noch  stonde  te  doen,  niet  door  nalatigheyd  maer 
omdat  d'acte  der  ondertekeninge,  by  den  synodum  ingestelt  ende  doen- 
maels  by  alle  de  tegenwoordige  broederen  getekent,  by  haer  niet  en  was, 
ende  dat  airede  by  de  nieu  aengecomene  predicanten  onder  hare  dassen 
tot  deselve  ondertekeninge  genoeghsame  beloftenisse  was  geschiedt,  staende 
alleen  op  verwachtinge ,  dat  de  Canones  sjmodi  nationalis,  onse  Neder- 
lantsche  Confessie  ende  de  Heydelberghse  Catechismus  na  luydt  des 
synodi  praecedentis  souden  mogen  tsamengevoeght  ende  by  den  anderen  ge- 
stelt  worden.  Waerop  de  E.  heren  gecommitteerde  eerbiedelyck  aengesproken 
ende  desesaengaende  vnmdtlyck  versocht  zijnde  hebben  bdooft,  dat  se 
dit  stuck  in  favorabile  recommendatie  aannemen  ende  bevorderen  sullen, 
dat  dese  formulieren  in  manieren  als  voren  mogen  tsamengevoeght  ende 
also  conjunctim  ondertekent  worden. 

Op  het  bericht,  by  den  synodum  versocht  in  de  sake  D.  Aitselmi  van 
Blojimerweert  gewesene  predicant  tot  Doom,  is  gerapporteert  van  de 
eerw.  gedeputeerden  des  synodi,  dat  hy  volgens  praecedentis  synodi 
resolutie  tformulier  van  enigheyd  in  de  lere  in  classe  Rhenen-Wyck  heeft 
ondertekent  ende  sulcks  by  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  is  gerecommen- 
deert,  dat  hy  tot  noch  toe  met  volle  tractement  sy  versorght.  tResterende 
is  hare  E.  Mog.  munificentie  ende  discretie  eerbiedelyck  opgedragen. 
Ende  is  in  syne  plaetse  geoomen  D.  Coenraj)us  Sagelius,  gewesene 
predicant  tot  Westervoordt 

Yan  Hegnero  Oosterze  is  per  eosdem  deputatos  verclaert,  dat  hy 
volgens  synodi  sententie  van  syne  kerekelycke  bedieninge  afstaudt  heeft 
gedaen ,  oock  tot  noch  toe  enigh  subsidium  ende  onderhoudt  synes  levens 
heeft  genoten,  edoch  dat  de  kercke  van  Bunnick  alsnoch  niet  en  is 
becleedt  met  een  ander  ordinaris  kerckendienaer ,  mits  de  Ed.  Mog.  heren 
Staten  den  classi  van  Rhenen-Wyck  hadden  aengeschreven,  dat  deselve, 
gelyck  oock  de  kercke  van  Odyck  ende  andere,  noch  voor  een  ruymen 
tyd  by  leninge  ende  per  vices  souden  worden  bedient. 

Yan  de  sake  D.  Lüdovigi  dü  Bois  is  van  gelycken  openinge  gedaen, 
dat  hy  na  luydt  syner  sententie  van  kerekelycke  diensten  heeft  gedesis- 
teert ,  subsidium  ter  noodtdruft  van  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  tot  noch  toe 
heeft  getrocken ,  ende  dat  syne  plaetse  van  Camerick  wederom  is  voorsien 
met  D.  Florentio  Middelhuvio. 

Is  per  D.  D.  deputatos  alsvoren  geopent  van  Joanne  Rommto  ,  afgeset  van 
syne   kerekelycke   bedieninge   tot   Odijck,   dat  hy  tot  de  Lutersche  sy 


445 

geweken,  ende  by  deselve  predicant  geworden  in  Oostfriesland  by 
Norden,  so  men  seght  int  doi*p  genoemt  Hagen.  Ende  is  hierop  by  den 
sjmodum  geresolveert :  1.  dat  men  aen  hem  uyt  den  name  des  synodi 
schrijven  sal  een  brief  van  eemstige  vermaninge  van  synen  schuldigen 
plicht  ten  aensien  van  sjme  gedane  ondertekeninge  ende  heylige  pro- 
testatien,  van  dat  hy  met  onse  lei'e  in  alles  eens  was  ende  daerop  in 
synodo  sessie  heelt  genomen;  2.  dat  men  door  missive  de  broederen  tot 
Embden  broederlyck  sal  versoecken,  dattet  hare  w.  w.  onsenthalven 
gelieve  te  Norden  ofte  daerontrent  te  vernemen,  hoe  ende  op  wat  ge- 
tuygenisse  BoMmus  aldaer  tot  den  predicdienst  van  de  Lutersche  sy 
aengenomen,  ende  dat  men  hierna  ende  op  dien  alles  gelet  zynde  verders 
met  hem  na  ordre  ende  discipline  der  kercke  sal  hebben  te  handelen. 

D.  JoAiTNEs  PoBSELius  is  modc  gerapporteert  de  synodale  sententie  van 
beproevinge  ende  andersins  voldaen  te  hebben  ende  daeromme  in  syne 
plaetse  ter  Aa  wederomme  tot  den  kerckendienst  toegelaten  te  sqn,  mits 
dat  van  den  classe  van  utrecht  sekere  forme  van  restitutie  in  integrum  voor 
PoBSELio  voomoemdt  is  ingestelt  ende  door  D.  Aügopiüm  aldaer  op  de 
predicstoel  de  gemeynte  voorgelezen.  Ende  s^n  tot  naerder  openinge  van 
desen  d^acta  classis  Ultrajectinae  hiervan  sijjnde  den  synodo  by  lecture 
geopent. 

D.  JoANNEs  AssuEBi  BoDEGHERus  wordo  gescght  m  syne  vorige  plaetse 
tot  Coten  alsnoch  gebleven  te  syn  sonder  van  den  classe  Rhenen-Wyck 
(waeronder  de  kercke  van  Coten  resorteert)  getransporteert  te  zqn,  gelyck 
sulcks  van  noden  te  zyn  by  resolutie  des  voornoemden  sjmodi  om  redenen 
was  gestatueert  Wat  de  classe  van  Rhenen-Wjjjck  voor  insichte  hiertoe 
hebbe  gehadt,  daervan  werdt  hierna  openinge  gedaen  articulo  I,  sess.  2. 

AssTTERüs  JoANNis,  by  syuodi  sententie  voordesen  afgeset  van  synen 
kerckendienst  tot  Baern  ende  ter  Eem,  is  verstaen  van  d'eerw.  gedepu- 
teerden des  synodi  schriftelyck  vermaent  ende  versocht  te  zijn  om  hem 
by  monde  oft  geschrifte  te  verclaren,  of  hy  nu,  hebbende  ontrent  ses 
maenden  lang  hem  naerder  connen  bedencken ,  de  Canones  synodi  nationalis 
soude  gesindt  wesen  te  onderschrijven.  Is  daerop  gelesen  syn  brief  van 
antwoorde,  aen  D.  Oortgamfium  geschreven,  daerinne  hy  persisteert  by 
syne  vorige  weygeringe  tot  de  onderschryvinge  voomoemdt,  met  ronde 
verclaringe  dat  hy  door  cracht  van  waerheydt  (synes  oordels)  overwonnen 
en  gedwongen  is  om  de  voorss.  weygeringe  te  doen. 

Is  oock  mede  openinge  gedaen,  hoedat  door  verscheyde  redenen  ende 
apparentien  te  beduchten  staet,  dat  door  Assüeri  voomoemdt  verblyf 
binnen  Eembrugge  de  kercke  aldaer  merckelycke  nadeel  ende  af  breuck  te 


446 

verwachten  heeft,  waerop  de  aenwesende  E.  heren  gecommitteerden  goed- 
gevonden hebben,  dat  dit  by  requeste  aen  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  werde 
geremonstreert ,  met  toesegginge  dat  haer  E.  hierinne  de  behulpelycke 
hand  souden  toebringen,  ten  eynde  na  behoren  hierop  mochte  worden  gelet. 

Op  het  stuck  Petki  Bossghh  ,  afgeset  van  syn  predicdienst  tot  Wyck  by 
Duirstadt,  is  by  gemelte  D.  D.  deputatos  openinge  gedaen,  dat  opt  expi- 
reren van  den  tyd  van  ses  maenden,  hem  by  den  synodo  tot  naerder 
bedenckinge  vergost,  hy  by  missive  is  versocht  tot  een  beter  verclaringe 
over  de  Canones  synodi  nationalis,  ende  dat  hy  daerop,  blyckende  by  syne 
rescriptie  aen  de  voornoemde  gedeputeerde  broederen  gedaen  ende  in 
synodo  verthoont,  heeft  geantwoordt,  dat  hy  gesindt  was  versochte  ver- 
claringe schriftelyck  te  doen,  dien  hy  door  gebreck  van  tyd  ende  syne 
indispositie  tot  die  tyd  toe  niet  gedaen  hadde,  met  versoeck  dat  dese 
syne  uytstellinge  hem  ten  besten  mochte  gehouden  worden.  Daerop  fratres 
deputati  hem  weder  door  brieve  hebben  gedient,  dat  se  wel  mochten 
lyden,  dat  hy  enige  schriftelycke  verclaringe  instelde,  presenterende  hem 
oock  te  willen  doen  alle  mogelyck  behulp,  maer  dat,  syn  tydt  van  be- 
denckinge nu  geexpireert  synde  sonder  naerder  verclaringe,  de  sententie 
synodi  tegens  hem  haer  effect  sorteren  moste.  Noch  werde  by  de  E.  heren 
gecommitteerden  verhaelt,  dat  gemelte  Bosschiüs  daema  by  d'Ed.  Mogende 
heren  Staten  ontboden  ende  hem  gesisteert  hebbende,  nietjegenstaende 
harer  Ed.  Mogenth.  aenhouden  ende  versoeck,  hem  weygerigh  hadde  ver- 
thoont tot  het  onderteken  van  de  Canones  des  nationalen  synodi.  Waerover 
dan  de  synodus  hem  BosscmuM  by  desen  declareert  uyt  cracht  van  des 
voorgaenden  synodi  sententie  geheel  a^eset  ende  ontslagen  te  z^n  van 
syne  vorige  kerckelycke  bedieninge. 

Op  het  bericht  gedaen  over  syns  Bosscnn  woninge  ende  verblyven  binnen 
Wyck  sonder  de  predicatien  aldaer  te  frequenteren  is  goedgevonden,  dat 
men  uyt  den  name  des  synodi  hem  sal  vermanen ,  dat  hy  om  anderen  een 
goed  exempel  te  geven  ende  also  metterdaedt  te  bethonen,  dat  hy,  gelyck 
hy  voorgeeft,  van  onse  kercke  ende  godsdienst  niet  so  vreemd  en  is,  hem 
vant  gehoor  des  godlycken  woordts  doch  so  niet  langer  en  absentere, 
ende  byaldien  men  in  desen  gene  beteringe  en  verneemt,  dat  d'Ed.  Mog. 
heren  Staten  alsdan  reverentelyck  sullen  worden  versocht  aen  de  magistraet 
van  Wyck  te  schryven,  diEit  sy  Bosschio,  die  men  andersins  verstaet  niet 
ongesindt  te  zjjn  elders  metterwoon  te  vertrecken,  so  hy  het  om  d'eers. 
magistraet  aldaer  niet  en  liet  (welcke  geeme  sage,  dat  de  penningen  door 
hare  intercessie  hem  toegeleydt  aldaer  mochten  geconsumeert  worden) 
suDen  laten  weten ,  dat  se  syn  vertreck  op  een  ander  plaetse  niet  qualyck 
sullen  nemen. 


447 

Ses8.  2^ 
Chakel  Chattdron,  gedeputeert  van  den  classe  van  Amersfoort  als  ouder- 
ling aldaer  om  dese  vergaderinge  mede  by  te  wonen,  is  in  dese  sessie 
mede  verschenen  ende  heeft  syne  plaetse  genomen. 

Is  van  den  broederen  deputatis  van  de  classe  van  Rhenen-Wyck  ex 
actis  classis  opgelesen  de  handelinge  over  D.  Joan.  Assüeri  Bodecherüm 
vorens  aengeroert  ten  regarde  van  het  stuck  synes  transportements  voor- 
gevallen, ende  is  daerby  verstaen,  dat  int  visiteren  van  de  kercke  van 
Coten  bevonden  was,  dat  het  met  deselve  nu  anders  gestelt  was  als  doen, 
doe  syn  transportement  wierd  voor  goet  gekent,  mits  hy  synen  dienst  nu 
aldaer  met  minder  afbreuck  ende  meerder  stichtinge  can  doen  als  wel 
vorens,  devryle  het  lopen  der  papen  aldaer  nu  mindert  ende  dat  d'ingesetene 
aldaer  verclaren  hem  lief  ende  weerdt  te  hebben,  goede  getuygenisse  te 
geven  ende  daerenboven  versoecken,  dat  hy  by  haer  blyven  moge.  Waerop 
de  classis  lettende  niet  hadde  connen  verstaen  Bodecherüm  voomoemdt 
van  die  plaetse  fif  te  setten,  doch  droegh  dese  sake  den  sjmodo  geheel 
op,  die  daerinne  hadde  te  disponeren,  na  haren  goeden  raedt  verstaen 
mochte.  Ende  heeft  de  synodus  op  alles  lettende  verstaen,  dat  sonder 
quetsinge  des  oordeels  vant  voorgaende  sjmodus,  diens  autoriteyt  sy  niet 
geeme  anders  geledeert  sage ,  D.  Bodbchertjs  voorschreven  by  syne  kercke 
tot  Goten  om  redenen  voomoemdt  wel  blyven  moge. 

Antonius  Hornhoviüs  verstaen  synde  alsnoch  te  persisteren  by  syne 
vorige  declaratie ,  persisteert  synodus  by  voorgaende  sententie.  Ende  is  hem 
tot  noch  toe  syn  onderhoudt  gevolght  ende  in  syne  plaetse  tot  Werchoven 
gecomen  D.  Egbertus  Ottonis. 

Wilhelmus  RmDERSBACH,  oock  om  redenen  als  d'andere  van  synen 
kerckendienst  tot  Tul  en  tWael  ontslagen  synde,  heeft  deselve  geru^mt 
ende  is  hem  by  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  enige  vierendeel  jaers  gagie  ge- 
accordeert,  ende  nu  jongst  in  consideratie  van  syn  siecte  enigh  extra- 
ordinaris  subsidium  toegeleydt  Syn  plaetse  wat  die  aengaet,  is  noch 
tegenwoordigh  onbedeedt  met  een  ordinaris  kerckendienaer. 

JoANNEs  BoRNius  na  eysch  syner  sententie,  by  den  synodum  uytgesproken, 
heeft  afstand  gedaen  van  syn  kerckendienst  tot  Overlangbrouck  sonder  tot 
noch  toe  hem  verclaert  te  hebben  tot  satisfeu^tie  der  kercke.  Is  niettemin 
tot  noch  toe  van  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  met  noodtdruftigh  onderhoudt 
versorght.  Syn  kercke  is  met  de  kercke  van  Wyck  by  Duirstadt  by  provisie 
gecombineert. 

Petrus  Valck  is  verclaert  volgens  synodi  sententie  drie  maenden  be- 
proeft te  z|jn  ende  daema  in  examine  goede  satisfactie  gedaen  te  hebben, 


448 

waeromme  hy  dan  oock  na  voorgaende  wettelycke  beroepinge  in  den 
kerckendienst  tot  Segfeldt  is  gestelt.  Ende  is  syne  vorige  plaetse  van 
Langeraeck  over  Leek  wederom  bedeedt  met  D.  Joanne  Pistorio. 

De  plaetsen ,  die  door  het  deportement  Joaniob  MoNAcnn ,  Bartholomaei 
PRAJivosTn,  Christophori  Langeraeck,  FRANosa  Tatjrini,  Paüli  LvyDENii, 
Egberti  Stedum,  Joannis  Nederlagh,  -^Gion  Seysth,  Benjaminis  Wanne- 
HAKER,  HENRia  WEi^iNon,  DiDERici  GAMFHusn,  goweseno  respective  predi- 
canten  tot  Bunschoten,  op  de  Yaert,  tot  Hermeien,  Maersen,  Soest, 
Abcoude,  Woudenbergh,  Segveldt,  Lopick,  Martensd^ck  ende  Vleuten, 
syn  vacant  geworden,  syn  voorsien  als  volght:  tot  Bunschoten  is  gecomen 
CoRNELius  Leoninüs,  op  do  Yaort  D.  Joaitnes  Baers,  tot  Hermeien  Absolok 
Helmontanus  ,  tot  Soest  Nioolaus  Hooghforst,  tot  Abcoude  Franciscüb 
Bernhardi  ,  tot  Woudenbergh  Nioolaus  Keteuus  ,  tot  Lopick  Daioel  Schagen  , 
tot  Segfeldt  Petrus  Valck  ende  tot  Vleuten  Thomas  Slosius.  Sodat  alleen 
noch  vacant  syn  Maersen  ende  Martensdyck,  waervan  Martensdyck  haest 
hoopt  voorsien  te  worden. 

Ter  occasie  dat  in  actis  oplesinge  werde  gedaen  van  onse  kercken- 
ordeninge ,  heeft  een  der  h.  h.  gecommitteerden  mr.  Johan  Strigk  aen  alle 
leden  des  synodi  distributie  gedaen  van  een  gedruct  exemplaer  derselver 
kerckenordeninge,  also  deselve  by  ordre  van  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  nu 
versch  was  doen  drucken.  Waerover  de  tsamentlycke  aenwesende  heren 
gecommitteerden  ende  in  haer  E.  personen  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  van 
D.  praeside  hooghlyck  syn  bedanct  met  vermaninge  aen  de  broederen  des 
synodi ,  dat  hem  een  yegelyck  na  dese  kerckenordeninge  in  syne  respective 
kercke  ende  bedieninge  strictelyck  wilde  dragen,  ende  tgene  by  deselve 
int  stuck  van  correspondentie  ende  andersins  hare  Ed.  Mogentheden  werdt 
toegeschreven,  met  alle  behoorlyck  respect  deselve  geeme  defereren,  niet 
twyfelende  of  hare  Ed.  Mogenth.  sullen  van  gelycken  de  kercke  haer  recht 
geeme  laten ,  twelc  in  deselve  kerckenordeninge  haer  toegeschreven  wordt. 
Wat  d'andere  kerckendienaren  deser  provincie  belangt,  sullen  van  d'Ed. 
Mog.  heren  Staten  beueffens  missive  de  respective  dassen  exemplaria  toe- 
gesonden  worden  om  voorts  aen  den  broederen  derselver  te  distribueren, 
ten  eynde  sy  haer  mede  in  conf ormite  alsvorens  daema  hebben  te  reguleren. 

D.  scriba  Dxtnganus  heeft  openinge  gedaen  van  syn  deputaetschap  tot 
de  correspondentie  met  öelderlandt ,  te  weten  hoe  hy  aldaer  heengegaen 
synde  met  approbatie  van  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  ende  voorsien  met 
credentie  in  alle  vrundlycheyd  sy  geaccepteert ,  sessie  hebbe  ontfiuigen 
ende  ten  eynde  des  sjmodi  toe  stemme  hebbe  gehadt,  refererende  sich 
verders  tot  de  acta  hares  synodi,  desen  onsen  synode  toegesonden. 


44d 

t).  Wassenburgiüs  gedeputeert  synde  tot  onderhondinge  van  correöpott- 
dentie  met  die  van  ZuydhoUand ,  nietjegenstaende  dese  correspondentie  onsen 
voorleden  synodo  al  was  aengeboden,  heeft  verclaert  geen  aenschryvinge 
van  haer  tegens  taenstaen  hares  synodi  ontfangen  te  hebben  ende  daerom 
derwaerts  niet  getrocken  te  syn. 

D.  Oerhardus  Helmichiüs,  depiitatus  ad  synodum  Noordthollandiae ,  is 
wel  tydelyck  verschreven  tot  denselven  synodum  ende  met  behoorlycke 
credentie  tot  haer  afgegaen,  doch  verclaerde  evenwel  geen  sessie  genoten 
te  hebben  om  redenen,  by  syne  w.  in  synodo  geopent,  ende  heeft  syne 
w.  van  den  synodo  aldaer  verthoont  brieve  van  excuis.  Dewelcke  gelesen 
synde  is  bevonden,  dat  se  niet  door  ongenegentheyd  tot  de  correspondentie 
met  onse  provincie,  tot  dewelcke  sy  andersins  verclaren  wel  gesint  te 
z^n,  maer  om  sekere  onverwachte  ende  voorgevallene  beletselen  veroorsaect 
zyn  tot  weygeringe  van  gemelte  sessie.  Waerby  so  by  D.  Gerhardum  Hel- 
MicmüM  als  andere  broederen  dese  reden  mede  werde  aengetrocken ,  dat 
also  verstaen  werde,  dat  de  E.  heren  Staten  van  HoUandt  onse  kercken- 
ordening  alsnoch  niet  volcomentlyck  hebben  ingewillight,  daerom  oock 
geoordeelt  werde,  dat  by  haer  E.  Mog.  gemelte  correspondentie  niet  en 
conde  werden  toegestaen,  haer  voor  ditmael  alleen  genoegende  met  de 
correspondentie,  die  voorhenen  by  haer  geobserveert  was. 

De  synodus  op  alles  gelet  hebbende,  heeft  goed  genoegen  gehadtin  de 
correspondentie ,  by  die  van  Gelrelandt  bewesen ,  ende  verwacht  oock  met 
gelycke  toegenegentheyd  haren  deputatum  tot  dese  hare  vergaderinge , 
gelyck  oock  die  daertoe  debite  is  genodight  geworden.  Dan  verstaet  het 
synodus,  dat  men  aen  de  gedeputeerden  des  synodi  Zuydhollandiae,  van 
welcke  de  presentatie  der  correspondentie  is  geschiedt,  sal  schryven  met 
aenwysinge  van  de  versuymenisse ,  by  hare  w.  w.  gepleeght,  sodat  se 
onsen  D.  deputatum  niet  en  hebben  genodight,  so  oock  dat  se  tot  onse 
correspondentie  genodight  synde,  niet  alleen  niet  syn  verschenen,  maer 
oock  noch  overt  een  noch  overt  ander  enige  excuise  ons  hebben  laten  toe- 
comen.  Accepteert  oock  d'eerw.  synodus  d'excuse,  by  die  van  Noordtholland 
in  alle  vrundelycheyd  gedaen,  waervan  oock  tot  hare  eerw.  een  brief  sal 
worden  gedirigeert,  verwachtende  op  beter  ende  gevoeghlycker  gelegen theyd 
om  te  statueren,  wat  verders  met  haer  w.  als  oock  met  die  van  Zuyd- 
hoUand int  stuck  van  correspondentie  aen  te  gaen  sal  zyn. 

Ondersoeck  gedaen  synde  van  D.  praeside  na  die  visitatien ,  in  de  respec- 
tive  dassen  onser  provincie  gedaen,  is  verstaen,  dat  deselve  visitatien  in 
gemelte  dassen  syn  geobserveert  Ende  refereert  sich  voorts  de  syno- 
dus  int   continueren    van   dien   tot   onse   nieugednicte  kerckenordeninge 

art.  44. 

Acta  syn,  provtnc.  VL  29 


450 

Sess.  3» 

Is  by  occasie  vant  oplesen  der  verclaringe,  gedaen  by  de  rectores, 
lectores  ende  andere  schoolmeesteren  so  binnen  utrecht  alsoock  binnen 
Amersfoort ,  geopent  van  D.  praeside  ende  D.  scriba ,  dat  D.  Simon  Wiluelmi 
WrrFELDT,  regens  collegii  Paiüini  ende  lector  quartae  classis,  alsoock  D. 
RuDOLPHus  MuDENus,  Icctor  quintae  classis  tot  Utrecht,  welcken  beyden 
tot  Yictoris  eerstcomende  toe  tyd  van  beraedt  gegeven  was ,  de  acta  synodi 
nationalis  tydelycken  ondertekent  hebben. 

öelyck  uyt  den  name  des  synodi  aen  de  E.  vroedtschap  der  stadt  utrecht 
om  goede  redenen  was  versocht,  dat  by  de  polit^cqne  heren  scholarchen 
van  hare  stadt  enige  predicanten  mochten  worden  bygevoeght,  ende  het- 
selvige  op  gemelte  versoeck  van  de  E.  vroedtschap  voomoemdt  doenmaels 
was  geaccordeert ,  also  is  oock  verstaen,  datter  twe  predicanten  uyt  de 
stadt  van  utrecht  beneffens  de  polityoque  heren  scholarchen  syn  gecon- 
stitueert 

Bericht  gevordert  synde,  wat  tAmersfoort  in  scholarum  refonnatione 
was  gedaen ,  is  van  D.  Petro  Wassenburoio  daervan  openinge  gedaen ,  als 
volght:  1.  dat  Joannes  Gesselius,  gewesene  latinae  scholae  rector,  volgens 
praecedentis  synodi  sententie  van  het  schole  ende  commensalen  te  houden 
desisteert;  2.  dat  Timanküs  Gesseliüs,  gewesene  conrector,  van  gelycken 
van  syn  schoolhouden  ophoudt;  3.  dat  Joannes  Joannis,  gewesene  lector 
sextanorum  ende  septanorum,  nadat  hy  verscheyden  mael  uytstel  heeft 
versocht  ende  diesniettegenstaende  tot  de  onderteyckeninge,  die  by  den 
synode  nationael  beraemt  ende  van  den  voorgaenden  synodo  deser  provincie 
gevordert  was,  hem  onwilligh  vertoonde,  van  syn  schooldienst  isafgeset; 
4.  dat  Gerrit  Hermanszen,  byschoolmeester  van  de  duytse  schole,  beneffens 
andere  redenen  oock  tot  het  schoolampt  onbequaem  geoordelt  synde ,  mede 
van  syn  schole  is  gedeporteert ;  5.  dat  Jan  Dirczen  ,  mede  byschoolmeester 
als  de  voorgaende  ende  genoeghsaem  bevonden  synde  als  pontificius,  van 
syn  schole  is  afgeset,  doch  alsnoch  van  deselve  niet  geheel  en  desisteert,  i) 
ende  dat  hy  van  den  officier  daeromme  wel  in  boeten  geslagen  is,  doch 
evenwel  nadat  hy  hem  een  dach  ofte  twe  heeft  verthoont,  off  hy  vant 
schoolhouden  wilde  ophouden,  daema  nietmin  als  voren  het  houden  van 
syn  schole  wederom  begint  ende  alsnoch  niet  volcomentlyc  nalaet^ 

Dewyle  by  sekere  acte,  in  den  voorgaenden  synode  deser  provincie 
gestelt  in  de  sake  Johannis  Lücae,  gewesene  leser  ende  schoolmeester 
tot  Capelle,  den  deputatis  synodi  in  last  was  gegeven  aen  dien  van  den 


1)  *van  syn  schole  —  desisteert."  Er  stond  eerst:  » alsnoch  persisteert  int  houden 
van  syne  schole",  later  doorgestreept. 

2)  »niet  —  nalaet."  Er  stond :  ^ continueert",  doorgestreept. 


451 

classe  van  Zutphen  aengaende  syn  comportement  aldaer  te  schry ven ,  ende 
nadat  sy  antwoord  becomen  ende  gesien  souden  hebben ,  met  hem  vorders 
te  handelen  na  behoren,  so  ist  dat  de  gedeputeerde  voomoemdt  in  desen 
synode  hebben  gerelateert,  dat  sy  hebben  geschreven  ende  antwoord  be- 
comen (gelyck  sy  oock  den  eerw.  synodo  tegenwoordigh  hebben  vertoont) 
synde  sulcks,  dat  de  voornoemde  Joannes  Lücae  in  den  voorschreven 
classe  van  Zutphen  onchristelijck  hadde  geleeft,  dat  se  oock  dienthalven 
met  hem  hadden  gehandelt,  ende  also  hy  alle  hetgene,  dat  haer  aenge- 
schreven  was,  stoutelyck  heeft  ontkent,  dat  sy  gedeputeerden  in  conside- 
ratie van  hetselve  ende  tgene  tevoren  was  gepasseert,  niet  anders  hebben 
connen  verstaen,  dan  dat  se  behoorden  syne  afstellinge  (by  d'Ed.  Mog. 
heren  Staten  ende  den  synodo  alvorens  geschiedt)  goedt  te  kennen  ende 
te  approberen,  twelck  sy  oock  verdaerden  gedaen  ende  hem  aengeseydt 
te  hebben ,  dat  hy  van  syne  bedieningen  was  ontset  ende  ontslagen ,  mits 
daerby  openende  dat  hy,  uyt  reden  dat  hy  de  acte  van  stilligheyd  voor 
de  Ed.  Mog.  heren  Staten  hadde  geweygert  te  onderteyckenen ,  van  haer 
E.  M.  buyten  dese  provinciën  ware  gewesen. 

Joannes  Philochronits,  alumnus  der  E.  M.  heren  Staten,  door  het  voor- 
spreken des  eerw.  synodi  noch  een  jaer  gecontinueert  synde  om  sich  tot 
Leyden  in  studio  s.  s.  theologiae  te  oefenen  onder  d'opsichte  D.  D.  Festt 
HoMMn,  is  verstaen  nu  onlangs  alhier  tUtrecht  geproponeert  te  hebben, 
ende  daema  by  forme  van  examen  van  D.  Festo  ten  overstaen  van  enige 
h.  h.  gecommitteerden  der  Ed.  Mog.  heren  Staten  ende  der  gedeputeerden 
des  synodi  naerder  geprobeert,  waeruyt  sulcks  van  syne  cleyne  progressu 
in  studiis,  alsoock  van  syne  ongesondtheyd  int  stuck  der  lere  ende  des 
geloof s,  van  D.  D.  Festo  ende  de  gedeputeerden  des  synodi  met  goedt- 
vindinge  van  de  E.  heren  gecommitteerden  voomoemdt  aen  de  E.  Mog. 
heren  Staten  is  gerelateert  ende  geremonstreert,  dat  hy  PHnxKWRONus  ex 
albo  alumnorum  van  hare  Ed.  Mog.  sy  uytgedaen  ende  tenemael  gede- 
porteert. 

N.  Westerberoh,  mede  alumnus  als  de  voorgaende  ende  geweest  hebbende 
amanuensis  Conraoi  VoRsrn ,  nadat  hy  beneffens  Philochronuh  geproponeert 
ende  door  naerder  ondersoeck  als  vorens  met  denselven  was  geprobeert, 
is  verstaen  in  syne  verclaringe  alsnoch  VoRsm  sententie  toegedaen  te  zijn, 
ende  daeromme  uyt  het  register  der  alumnen  van  d'Ed.  Mog.  heren  Staten 
gecasseert  te  wesen. 

Van  Nederlaoio  is  gerelateert,  dat  hy  selfs  d'Ed.  Mog.  heren  Staten 

heeft  bedanct  van  syne  alimentatie,  tot  die  tyd  toe  van  haer  Ed.  Mog. 

genoten,  ende  dat  hy  studium  theologicum   verlaten  hebbende  hem  tot 

enigh  handtwerck  begeven  heeft 

29* 


452 

Aengaende  de  generale  gravamina  in  den  voorleden  synodo ,  aen  de  Ed. 
Mog.  heren  Staten  geexhibeert,  is  van  D.  D.  deputatis  synodi  openinge 
geschiedt,  dat  se  haer  E.  M.  hiervan  verscheyden  mael  hebben  vernieu- 
winge  gedaen  met  eemstigh  versoeck  om  daerop  gelet  te  mogen  worden, 
ende  dat  hare  Ë.  Mog.  daerop  hebben  geantwoordt,  dat  se  dese  sake  in 
goeder  recommendatie  aennamen  ende  ter  behoorlycker  tyd  daerop  souden 
letten,  dan  dat  haere  Ë.  M.  alsnoch  besigh  waren  om  haer  tinformeren 
op  het  stuck  van  d'officieren,  daerin  haer  Ed.  hoopten  haest  gedaen  te 
hebben,  in  versekeringe  dat,  so  wanneer  de  reformatie  dei'selver  officieren 
ten  effecte  sal  syn  gebracht,  alsdan  de  gemelte  gravamina  bequamer  ge- 
remedieert  sullen  voorden. 

Synde  van  wegen  den  synodo  aen  d'E.  M.  heren  Staten  versoeck  ge- 
daen ,  dat  hare  E.  M.  gelieven  soude  aen  hare  G.  G.  de  grave  van  Culen- 
BORGH  ende  de  E.  here  van  Brkdenrode  te  schryven,  dat  het  uytiopen, 
twelck  de  papen,  onder  hare  G.  G.  jurisdictie  behorende,  tot  dese  provincie 
doen,  mochte  geweirt  worden,  is  gerapporteert,  dat  hare  E.  Mog.  verstaen, 
dat  vooral  ende  eerst  goede  ordre  dient  gestelt  in  dese  provincie,  ende 
dat  daema  sulcke  aenschryvinge  met  meer  fundament  ende  gevoeghlycheyd 
sal  connen  geschieden. 

Sess.  4». 

Syn  om  te  voldoen  d'ordre  van  correspondentie  gelesen  geworden  d^acta 
synodi  G^ldricae,  nu  laest  gehouden  binnen  Zutphen. 

Ende  als  men  gecomen  was  tot  het  lesen  van  d'acte,  die  daer  spreect 
van  de  lombaerden  ende  andere  leentafelen,  daerdoor  d'arme  behoeftige 
ondersaten  ende  de  schamele  gemeenten  jammerlyck  worden  uytgeput, 
ende  dat  daeromme  de  synodus  Gelriae  benefTens  hare  doleancie ,  hierover 
voor  den  E.  heer  cantzler,  raedtsheer  ende  andere  heren  daer  tegen- 
woordigh  synde  gedaen  ende  noch  verders  te  doen,  eemstelyck  by  gemelte 
acte  versoect,  dat  de  corresponderende  broederen,  so  die  daer  in  hare 
vergaderinge  waren,  dit  stuck  mede  in  opmerckinge  wilden  nemen  ende 
een  yegelyck  by  den  synen  daertoe  helpen  arbeyden ,  dat  de  christelycke 
overheden  overal  in  hare  respective  plaetsen  daerop  doch  mochten  letten , 
dat  om  dese  gemene  ende  langduirige  clachten  der  armen  te  voorcomen 
een  ander  ordre  van  leninge  mochte  beraemt  worden,  is  ditselvige  van 
D.  DuNGAJïo,  als  met  Gelrelandt  uyt  den  name  deser  provincie  gecorres- 
pondeert  hebbende,  de  synodale  vergaderinge  alhier  voorgedragen  met 
versoeck,  dat  in  deselve  op  dat  stuck  ooc  mocht  werden  gelet.  Ende  is 
na  verscheyden  discoursen  ende  voorslagen,  die  daerover  gevallen  syn, 
sulcks  by  d'aenwesende  heren  gecommitteerden  geobtineert,  dat  men  na 
alle  mogelycheyd  hierop  acht  sal  nemen  ende  besien ,  wat  na  gelegentheyd 


453 

deser  provincie  ende  derselver  middelen  tot  reformatie  van  de  tafelen  van 
leninge  sal  connen  practicabel  gevonden  worden,  ende  dat  men  midler- 
wylen  per  deputatos  synodi  sal  connen  laten  vernemen,  hoe  dese  sake 
in  Gelreland  al  succedeert 

üyt  occasie  van  den  44®»  artyckel  synodi  Gelricae ,  hoe  men  sich  tegens 
den  Remonstrantschen  predicanten,  die  hier  onder  ons  noch  gebleven 
zyn,  sal  hebben  te  houden,  is  by  den  synodum  gestatueert,  dat  een 
yegelyck  predicant  met  assistentie  van  syn  kerckenraed  in  syne  respective 
kercke  alle  debvoir  sal  aenwenden  om  denselven  door  vrundtlycke  ende 
christelycke  vermaningen,  onderrichtingen  ende  inductien ,  mitsgaders  alle 
andere  vrundtlycke  bejegeningen  ende  tekenen  van  toegeneygentheyd  tot 
haren  besten  wederom  tenrechten  te  brengen  ende  met  de  kercke 
wederom  te  verenigen,  daertoe  dan  oock  een  yegelyck  gebeden  ende 
vermaent  wordt  om  in  desen  dele,  na  syn  ampt  medebrengt,  trouw, 
voorsichtigh  ende  ovemeerstigh  te  willen  wesen,  in  hope  dat  de  here 
God  desen  heyligen  arbeydt  niet  ongesegent  laten  en  sal. 

Sess.  5*. 

Is  verstaen  a  D.  praeside,  dat  d'eerw.  deputatus  van  Gelderland  D. 
JoANWES  Verhouwel,  gosondon  om  uyt  haren  name  met  dese  provincie 
te  corresponderen,  tot  ons  was  overgecomen,  ende  heeft  D.  praeses  syne 
w.  credentie  vertoont  ende  geexhibeert.  Dewelcke  gelesen  ende  geappro- 
beert  synde,  is  a  synodo  ordre  gestelt,  dat  sjme  w.  per  D.  D.  deputatos 
synodi  debite  soude  gewellecomt  ende  in  de  vergaderinge  gebracht  worden. 
Twelck  geschiedt  synde  is  syne  w.  na  behoorlycke  salutatie  geeme  ende 
vrundelyck  ontfangen,  ende  is  deselve  syne  plaetse  na  ordre  geassigneert 

LuDOvicus  DU  Bois,  by  synodale  sententie  afgeset  van  syn  prediodienst 
tot  Camerick,  heeft  na  verworven  consent  om  te  mogen  instaen  geexhi- 
beert schriftelycke  supplicatie,  daerinne  hy  na  vertoogh,  dat  hy  hem 
zedert  syn  deportement  van  den  kerckendienst  tot  Camerick  gehoorsaem, 
submis  ende  in  alle  sedigheyd  ende  vroomheyd  des  levens  so  tot  Camerick 
alsoock  tot  Utrecht  hadde  gedragen,  ende  dat  hy  daerinne  hoopte  te 
continueren,  begeert  van  de  synode  remissie  van  syne  vorige  sonden, 
ende  tot  den  heyligen  kerckendienst  wederom  gevordert  te  mogen  worden. 

De  synodus  hierop  ende  op  alles,  wat  in  desen  te  considereren  stondt, 
rypelyck  ende  in  de  vrese  des  Heren  lettende  heeft  geoordelt,  dat  de 
voorschreven  Lxjdovicus  du  Bois  aen  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  sulcks  sal 
worden  gerecommendeert,  dat  hem  een  proponentsgagie  vooralsnoch  mach 
worden  gecontinueert ,  ende  dat  hy  noch  enigen  tyd  hier  binnen  Utrecht 
inter  privatos  parietes  yder  weke  eens  sal  proponeren  ter  presentie  van 
de  bedienaren  des  godlycken  woordts  aldaer,  ende  oock  des  gelegen  synde 


454 

van  de  gedeputeerden  desselven  classis,  waertoe  ou  Bois  syn  domicilium 
sal  hebben  te  houden  in  de  stadt  van  Utrecht,  opdat  also  so  op  zijn  leven 
als  syne  propositien  na  behoren  moge  gelet  worden  ende  daervan  getuyge- 
nisse  gegeven  aen  den  eerw.  broederen  den  gedeputeerden  des  synodi, 
omdat  dan  voorts  tsamentelyck  so  deputati  synodi  als  classis,  soveel 
mogelyck  ende  de  kercke  dienstelyck  sal  zijn,  mogen  oordelen,  of  hy  tot 
publycke  propositien  ten  platten  lande  oft  oock  tot  den  ordinarischen 
kerckendienst  sal  connen  gevordert  worden. 

Sess.  6». 

Regnerüs  Oosterze  ,  synde  by  sententie  superioris  synodi  mede  gedepor- 
teert  van  syn  predicdienst  tot  Bunnick ,  nadat  hy  op  syn  versoeck  oorloflF 
geimpetreert  hadde  om  te  mogen  instaen  in  den  synodo,  heeft  by  monde- 
lycke  relatie  ende  schriftelycke  requeste  de  vergaderinge  voorgedragen, 
hoedat  hy  van  deselve  eerbiedelyck  ende  submisselyck  versochte,  dat  hera 
syne  fauten,  dolingen  ende  abusen,  die  hy  tot  syn  leedtwesen  ende  tot 
bedroefenisse  alsoock  ontstichtinge  der  kercke  Christi  hadde  begaen,  ende 
daeromme  oock  van  de  synode  provinciael  superioris  anni  van  syn  kercken- 
dienst was  ontset,  hem  mochten  quytgescholden  ende  vergeven  worden. 
Ende  dewyle  hy  zedert  syn  deportement  hem  so  tot  Franeker  alsoock 
hier  onder  ende  by  den  broederen,  voomamelyck  onder  d'opsichte  van  de 
classe  Rhenen-Wyck  suJcks  verhoopte  gedragen  te  hebben  so  in  stilligheyd 
des  levens  alsoock  int  oefenen  van  proponeren,  dat  syne  schriftelycke 
attestatien  daervan  synde,  alsoock  de  getuygenissen  der  broederen  dersel- 
viger  eerw.  vergaderinge  den  synodo  wel  gevallen  suUen,  versochte  hy 
verders,  dat  hy  opt  gevoeghlycste  wederom  in  integrum  mochte  gerestitueert 
ende  met  ordre  tot  den  kerckendienst  gevordert  worden. 

Doch  also  in  syne  mondelycke  propositie  onder  anderen  waren  geobser- 
veert  dese  woorden:  alhoewel  hy  voor  die  tydt  (namelyck  als  hy 
werde  gedeporteert)  geen  reden  en  hadde  om  te  appelleren,  ende 
dieselvige  enigh  bysonder  nadencken  gaven,  is  van  hem  hierover  eerst 
verclaringe  afgevordert  ende  gevraeght,  of  hy  hiermede  raeynde,  dat 
alhoewel  hy  doen,  als  de  gemelde  sententie  tegens  hem  uytgesproken  werde, 
dieselfde  wel  hadde  geacquiesceert  sonder  daertegens  te  appelleren,  hy 
evenwel  ofte  daema  ofte  oock  nu  wel  reden  soude  hebben  om ,  in  cas  van 
dat  hy  raeynde  die  sententie  niet  verdient  te  hebben ,  daertegens  te  mogen 
appelleren.  Waerop  Oostekze  verclaert  heeft,  dat  hy  met  die  maniere  van 
spreken  hem  niet  heeft  willen  ontschuldigen  van  sulcke  stucken,  daerover 
hy  was  gedeporteert,  nochte  oock  de  sententie  des  synodi  hiermede  van 
enigh  onrecht  ofte  onbiUycheyd  betygen ,  maer  dat  hy  alleenlyck  om  enige 
personen  wille  sulcks  hadde  gesproken,  willende  daermede  seggen,  dat 
hy  doenmaels,  als  hy  werde  gedeporteert,  geen  reden  van  appel  en  hadde^ 


455 

maer  nu  hy  hem  zedert  aldus  hadde  gedragen  als  vorens  gemelt,  dat  hy 
nu  een  ander  sententie  ofte  uytsprake  van  den  synodo  was  verwachtende. 
De  synodus  dan  daervan  voortgaende  tot  het  versoeck  ten  principale 
ende  lettende  in  de  vrese  des  Heren  so  op  de  mondelycke  propositie  van 
OosTERZE  als  syne  schriftelycke  requeste ,  mede  met  rype  deliberatie  over- 
wegende syne  schriftelycke  attestatien,  die  hy  hadde  overgelevert,  byson- 
derlyck  oock  opmerckinge  nemende  op  de  getuygenissen  der  aenwesender 
broederen,  so  ten  aensien  hoe  hy  hem  alhier  van  Franeker  wederkerende 
in  leven  alsoock  in  syne  propositionibus  in  den  classe  Rhenen-Wyck 
hadde  gedragen,  eyndelyck  considererende  alles  wat  in  desen  meer  te 
considereren  stonde,  heeft  gestatueert  ende  statueert  mitsdesen,  dat  de 
voorschreven  Oostebze  in  conformite  als  Lxtdovicus  du  Bois  voor  een  sekeren 
tyd  onder  d'opsicht  van  den  classe  Rhenen-Wyck  inter  privatos  parietes 
alle  weeck  sal  moeten  proponeren,  ende  dat  te  dien  eynde  ende  ter  tyd 
toe  dat  de  broederen,  onder  welcken  hy  sal  hebben  geproponeert ,  ende 
die  op  syn  leven  ende  ommegang  sullen  hebben  gelet,  met  den  deputatis 
classis  ad  deputatos  synodi  sulcken  rapport  doen,  daeraen  hare  w.  w.  sal 
genoegen,  die  dan  tsamenüyck  syne  sake  tot  dienste  der  kercken  sullen 
hebben  te  bevorderen,  nadat  haren  goeden  raedt  sal  gedragen  ende  hare 
w.  w.  voor  den  toecomstigen  synodo  sullen  mogen  verantwoorden ,  midler- 
wylen  dat  voor  hem  sal  worden  geintercedeert,  dat  hy  proponentsgagie 
tot  onderhoudt  trecken  moge.  Ende  gelyck  dese  sententie  Regnero  voor- 
noemdt  is  voorgehouden,  also  is  oock  uyt  goedvinden  des  synodi  hem 
aengeseydt,  dewyle  hy  verscheyden  preuven  van  syne  losheyd  ende  in- 
constantheyd  heeft  doen  blycken,  dat  hy  wel  hebbe  toe  te  sien,  dat  hy 
hem  daerinne  voomamelyck  betere,  daertoe  oock  bysondere  opmerckinge 
sal  genomen  werden,  dat  hy  oock  den  Catechismum,  Nederlandtsche  Con- 
fessie, de  Canones  synodi  ende  de  kerckenordeninge  neerstelyck  sal  hebben 
te  lesen,  verwachtende  voor  syne  verdere  promotie  eerst  ene  naerder 
proeve  ende  ondersoeckinge ,  die  over  enige  stucken  der  lere  over  hem  sal 
gedaen  worden.  Ende  sal  dese  aensegginge  ende  waerschouwinge  aen 
LuDovicüM  DU  Bois  in  conformite  van  desen  gedaen  worden. 

Jan  Janszen  Riddersbach,  burger  der  stadt  Utrecht,  ende  synde  van  de 
E.  M.  heren  Staten  nu  ontrent  twe  jaren  met  enige  alimentatie  gebenefi- 
cieert  om  van  wegen  de  goede  hope,  die  hy  van  hem  gaf,  tsyner  tyd 
tot  den  kerckendienst  gevordert  te  mogen  worden,  heeft  na  verworven 
oorlof  om  te  mogen  instaen  den  synodo  geexhibeert  sekere  schriftelycke 
requeste,  by  welcke,  nadat  hy  syne  qualiücatie  verhaelt,  ende  hoedat  hy 
hem  int  proponeren  onder  d'opsicht  van  den  kerckenraedt  van  utrecht 
enigen  tyd  heeft  geexerceert,  van  den  synodo  versoect,  dat  hare  w.  w. 


456 

gelieve  syne  sake  siilcks  te  bevorderen,  dat  de  classe  van  Utrecht  mocht 
werden  geauthoriseert  om  hem  praeparatorie  te  examineren,  opdat  hy 
also  door  behoorlycke  trappen  tot  den  h.  kerckendienst  soude  mogen  ge- 
employeert  worden. 

De  synodus  lettende  op  den  VIII®"  artyckel  van  de  kerckenordeninge , 
daerinne  wel  expresselyck  werdt  gecaveert,  dat  men  werckslieden  ofte 
personen,  die  niet  hebben  gestudeert,  tot  den  kerckendienst  niet  en  sal 
bevorderen  dan  met  extraordinarise  ofte  singuliere  qualiteyten  ende  gaven 
van  godsaligheyd ,  oodtmoedigheyd ,  zedigheyd,  goed  verstandt  ende  dis- 
cretie, mitsgaders  gaven  van  w^elsprekentheyd  voorsien,  daermede  de 
kerckenordeninge  genoegh  te  verstaen  geeft ,  dat  de  kercke  Christi  alderbest 
gedient  wordt  met  personen,  die  beneffens  de  vrese  Qt)ds  ende  andere 
christelycke  deughden  oock  wetenschap  ende  geleertheyd  hebben,  so  ist 
dat  de  synodus  voomoemdt  wel  hadde  mogen  sien,  dat  sulcke  persoon 
ten  eynde  als  vorens  niet  gepresenteert  en  ware.  Edoch  gelet  hebbende 
dat  hy  al  over  enige  jaren  van  de  E.  Mog.  heren  Staten  ten  dienste  der 
kercke  Christi  was  gealimen teert ,  dat  hy  oock  selfs  sqne  domestycque 
hanteringe  daeromme  hadde  teruggegestelt ,  ende  dat  sulcke  getuyghnisse 
van  den  broederen  van  Utrecht  van  syne  deughden,  verstandt  ende  voort- 
gang int  proponeren  is  gegeven ,  die  den  synodo  een  redelyck  contentement 
geeft,  so  ist  dat  deselve  synodus  den  voorschreven  Jan  Janszen  Etodersbach 
accordeert  syn  versoeck,  mits  dat  men  met  syne  plenaire  promotie  niet 
praecipiteren  en  sal,  maer  een  goeden  ruymen  wyle  dienst  van  hem 
trecken  in  de  vacerende  kercken  hier  ende  daer  als  proponent  te  bedienen , 
ende  dat  syne  propositien,  dien  hy  elders  in  de  kercken  doen  sal,  eerst 
voor  enige  broederen  des  kerckenraedts  van  Utrecht  sullen  moeten  gehoort 
worden.  Ende  verclaert  de  synodus,  dat  na  desen  scherpelyck  sal  gelet 
worden,  dat  geen  andere  als  gestudeert  hebbende  personen  tot  den  h. 
kerckendienst  gepromo veert  en  worden,  ten  ware  in  een  bysonderen  ende 
extraordinarisen  casu,  welcke  voorvallende  men  evenwel  sich  praecise  aen 
den  YIII®"  artyckel  onser  kerckenordeninge  sal  hebben  te  houden,  opdat 
deselve  niet  lichtveerdighlyc  geledeert  ofte  gevilipendeert  en  worde. 

Sess.  7». 

Is  vertooght  ende  gelesen  credentie ,  van  die  van  den  kerckenraedt  van 
Wyck  by  Duirstad  D.  Laurentio  Modaeo  ende  d'eers.  Frederick  Hendmczen 
VAN  Isendoorn,  beyde  leden  deser  vergaderinge  synde,  toegesonden  om  by 
den  synodum  te  bevorderen  de  beroepinge  D.  Cornelh  Leonini  ,  predicant 
tot  Bunschoten ,  gelyck  die  vorens  voor  den  classe  van  Amersfoort  uyt  den 
name  van  die  van  Wyck  voornoemdt  was  aengeleydt.  Welcke  voorschreven 
credentie  gelesen  ende  geapprobeert  synde ,  heeft  D.  Modaeus  gemelte  be- 
roepinge den  synodo  voorgestelt  sulcks  ende  in  sodaniger  forme,  als  deselve 


457 

geschiedt  was,  met  aentreckinge  van  de  fundamentele  redenen  ende  ge- 
legentheden,  waerop  deselve  was  berustende,  waerby  en  beneffens  D. 
Arnoldus  Oortcampitjs  uyt  den  name  van  de  classe  van  Amersfoort  een 
summaris  verhael  heeft  gedaen,  hoe  gemelte  beroepinge,  by  haren  classe 
aengegeven,  met  die  van  Bunschoten  in  communicatie  was  geleyt  ende 
van  deselve  tot  noch  toe  niet  bewillight ,  waertoe  dan  oock  van  D.  Brouwero 
ex  actis  classicalibus  openinge  werde  gedaen ,  hoedat  de  classis  van  Amersfoort 
om  verscheyden  swarigheden  voor  te  comen  dit  stuck  gehelyck  tot  den 
synodum  hadde  gedevolveert. 

De  synodus,  voor  ende  aleer  dat  se  dachte  te  comen  tot  enige  uytsprake 
so  over  d'een  als  d'ander  zyde,  vonde  goedt,  dat  men  uyt  haren  name  die 
van  Bunschoten,  so  die  van  den  gerechte  als  lidtmaten  derkercke,peremptorie 
soude  citeren  tegen  toecomstigen  Maendagh  des  avondts  alhier  tot  Utrecht, 
om  alsdan,  verschonende  met  behoorlycke  schriftelycke  commissie,  tegen 
den  anderen  dagh  van  de  synodale  byeencomste  in  te  brengen  alsulcke 
redenen,  als  sy  souden  hebben  voor  te  stellen  om  op  te  houden  de  dimissie 
D.  Leonini  voomoemdt  Ende  om  dese  missive  van  citatie  des  te  meer  te 
becrachtigen  is  goedgevonden,  dat  deselve  by  de  E.  heren  gecommitteerden 
van  de  E.  Mog.  heren  Staten  mede  soude  ondertekent  werden.  Ende  is 
tselve  in  sulcker  voegen,  als  geseydt  is,  oock  geschiedt. 

Hiervandaen  is  men  getreden  tot  de  gravamina  classium  om  in  den 
synodo  te  dienen. 

Gravamina  classis  ültrajectinae. 

Op  het  1®  gravamen  van  de  classe  van  utrecht,  of  een  lidtmaedt  der 
kercke  hem  quame  te  verlopen  in  doodtslach,  huysbraeck,  straetschenderye 
ofte  yet  desgelycks,  daeromme  hy  vluchten  moste,  hoe  sal  men  met  den- 
sulcken  na  kerckelycke  oixlre  te  handelen  hebben,  is  geoordelt,  dat  men 
vooreerst  de  delicten  ende  delinquenten  wel  hebbe  te  onderscheyden ,  oock 
mede  dat  wel  te  observeren  syn  de  plaetsen,  daer  sy  haren  toevlucht 
nemen,  namentlyck  of  het  syn  plaetsen,  daer  de  Gereformeerde  religie 
ende  de  kerckelycke  discipline  in  treyne  syn  ofte  niet,  oock  of  men  weet, 
waer  se  gevlucht  syn ,  dan  of  de  plaetsen  onbekent  syn.  Ten  aensien  van 
desen  allen  is  gestatueert,  so  de  delinquent  gevlucht  is  in  een  Gerefor- 
meerde plaetse,  daer  kerckelycke  discipline  is,  dat  men  daer  eerst  aen 
den  delinquent  sal  schryven  na  eysch  ende  gelegentheyd  van  kerckelycke 
ordre.  Ende  indien  hy  wederorame  antwoord  schryft  of  schryven  laet  van 
syn  leedtwesen  over  syne  begane  sonde,  dat  men  hem  alsdan  niet  sal 
excommuniceren,  maer  meer  ende  meer  tot  penitentie  ende  den  schoot 
der  kercke  sal  soecken  te  brengen.  Doch  so  hy  op  het  aenscliryven  geen 
teken   van   berouw  ende   leedtwesen  betoont,   ofte  oock  niet  weder  en 


458 

schrijft,  sal  men  aen  de  E.  kerckenraed  dier  plaetse  schryven,  dat  die 
den  delinquent  mede  eernstelyck  synes  schuldigen  plichtes  wil  vermanen , 
waerop  indien  hy  geen  gehoor  en  geeft,  sal  men  deselve  opentlyck  voor 
de  gemeynte  afcondigen,  daer  hy  van  gevlucht  is,  ende  daerbenevens  oock 
met  kennisse  ende  bewilliginge  des  classis  excommuniceren.  Ende  so  dat 
een  ongereformeerde  plaetse  ware ,  sal  men  hem  alleenlyc  door  schryvens 
aenmanen,  op  welcke  tsy  dat  hy  gehoor  of  geen  gehoor  en  geeft,  sal  men 
met  hem  handelen  als  vorens.  Dan  of  het  gebeurde,  dat  men  niet  en  wiste, 
waerhenen  de  delinquent  gevlucht  ware ,  sal  men  aen  syne  vrunden  ende 
anders  secretelyck  daema  ondersoecken,  met  aensegginge  dat  sulcks  niet 
en  geschiedt  om  denselven  by  d'overheyd  te  melden,  maer  om  aen  denselven 
de  kerckelycke  discipline  tot  synen  besten  te  gebru\jcken,  alwaer  men  dan 
gewaer  wordendp,  waer  hy  is,  wederomme  na  ordre  als  vorens  met  hem 
sal  handelen.  Doch  indien  men  niet  can  gewaer  worden,  waer  hy  sich 
versteken  heeft,  dat  men  in  sulcken  gevalle  met  d'excommunicatie  niet 
sal  praecipiteren  maer  deselve  tot  naerder  bescheydt  uytstellen.  Sal  niette- 
min in  allen  gevalle  nodigh  syn  ter  plaetse,  van  waer  de  delinquent  ge- 
vlucht is,  voor  de  bedieninge  des  h.  avondtmaels  denselven  met  syne 
delicte  de  gemeynte  voor  te  stellen  om  deselve  daervoor  eernstelyck  te 
waerschouwen ,  ende  oock  voor  haer  een  teken  van  kerckelycke  opsicht  ende 
discipline  te  betonen. 

Op  het  II®  gravamen,  of  personen  hier  in  dese  provinciën  wonende 
onder  tgebiedt  van  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  öenerael,  gingen  buyten  ofte 
oock  in  deselve  provinciën  by  papen  trouwen,  ende  namaels  hier  quamen 
versoecken  ofte  door  haerselven  ofte  door  yemand  anders  proclamatien  ende 
voorts  solennisatien  hares  houwelycks ,  wat  in  sulcken  casu  tgevoeghlycste 
soude  connen  ende  moeten  gedaen  worden,  refereert  het  synodus  sich  in 
desen  tot  de  laetst  gepubliceerde  houwelycksordonnantie,  ende  bysonderlyck 
tot  den  IXen  ende  Xn®^  artyckel  derselve. 

Op  het  in®  gravamen,  also  het  hooghnodigh  is  in  de  Gereformeerde 
kercken  ende  huysgesinnen  der  lidtmaten  in  swang  te  brengen  aUerley 
particuliere  oefeningen  van  godsaligheyd,  so  wordt  in  bedencken  gegeven, 
op  wat  wyse  men  bequamelyck  alles  standts  christenen  daertoe  brengen 
sal ,  vindt  het  synodus  goed ,  dat  desen  aengaende  van  den  D.  D.  deputatis 
synodi  so  dergener,  die  voorleden  jaer  geweest  zyn,  alsoock  voor  dit 
volgende  jaer  sullen  gecoren  worden ,  yet  schriftely ck  sal  ingestelt  worden , 
twelc  dan  daerna  den  respective  dassen  sal  verthoont  ende  na  behoorlycke 
proeve  van  deselve  geapprobeert  worden. 

Sess.  S\ 
Gravamina  classis  Amersfortianae. 

Op  het  I®  gravamen,  of  een  doodtslager  noch  onversoent  synde  in  de 


459 

Gereformeerde  kercke  mach  getrout  worden,  is  geoordeelt:  ja,  alleen  dat 
men  sorghvuldelyck  hebbe  toe  te  sien ,  of  ende  hoe  men  den  gewoonlycken 
zegen  over  hem  hebbe  uyt  te  spreken. 

Op  het  II®  gravamen,  oft  geraden  is  lycpredicatien  te  doen  in  plaetsen, 
daer  hope  is  van  merckelycke  aenwas,  refereert  sich  het  synodus  tot  de 
kerckenordeninge  artic.  65. 

Op  het  in®  gravamen,  of  niet  in  plaetsen,  daer  weynige  kerckenraden 
zijn,  een  predicant  soude  mogen  worden  gedeputeert  tot  den  synodum  in 
de  plaetse  van  den  tweden  ouderling,  verstaet  het  synodus,  dat  men  na 
ordre  van  des  voorleden  synodi  verclaringe  op  den  synodum  sal  compa- 
reren uyt  yder  classe  met  drie  predicanten  ende  twe  ouderlingen,  ende 
dat  yder  classe  het  daema  also  sal  soecken  by  den  synen  aen  te  leggen , 
dat  in  desen  gene  veranderinge  en  geschiede. 

Op  het  IV®  gravamen,  te  versoecken  vermeerderinge  van  tractement 
voor  de  predicanten,  item  voor  predicantenweduwen  ende  schoolmeesteren, 
verstaet  het  synodus ,  dat  het  alsins  nodigh  is ,  dat  dit  gravamen  per  D.  D. 
deputatos  synodi  aen  de  Ed.  Mog.  heren  Staten  eerbiedelyck  geremonstreert 
ende  remedie  versoght  werde.  Ende  hebben  de  E.  heren  gecommitteerden 
belooft,  tselve  gravamen  geremonstreert  s^jnde,  de  goede  hand  daeraen  te 
houden. 

Op  het  Y®  gravamen,  te  versoecken  ene  generale  forme  van  credentien 
ende  van  beroepingen  van  predicanten  om  in  deselve  eenparigheyd  te 
houden,  wordt  by  den  synodum  voor  goedt  geacht,  dat  ditselvige  den 
D.  D.  deputatis  synodi  sal  vertrouwt  worden,  die  daervan  een  concept 
instellen  sullen  om  van  den  tegenwoordigen  synodo  gevisiteert  ende  ge- 
approbeert  synde  te  dienen  na  behoren. 

Op  het  VI®  gravamen,  te  versoecken  mede  een  eenparigen  voet  van 
voorlesen  ende  van  voorsingen  ten  platten  lande  voor  de  predicatien, 
statueert  de  synodus,  dat  men  overal  in  alle  kercken  invoeren  sal  het 
voorlesen  ende  voorsingen  voomoemdt,  ende  wat  de  forme  aengaet,  dat 
die  daerinne  sal  eenparigh  syn,  dat  men  voorlese  uyt  de  canonycke 
schriften ,  ende  het  voorsingen  geschiede  na  luydt  van  de  kerckenordeninge 
artic.  69. 

Gravamina  classis  Rhenen-Wyck. 

Op  het  I®  gravamen,  hoedat  men  doen  sal  tegens  diegene,  diewelcke 
ledematen  der  gemeynte  synde  haer  aen  de  Papisten  verhouwelycken ,  van 
papen  laten  trouwen  ^nde  van  deselve  hare  kinderen  laten  dopen,  ordon- 
neert de  synodus,  dat  een  yegelyck  predicant  met  bystandt  van  syn 
kerckenraedt  daertegens  publycke  ende  private  vermaningen  ende  bestraf- 
fingen sal  doen,  niet  alleen  als  de  casus  daer  is,  maer  oock  eer  se  ge- 
schapen is. 


460 

Op  het  II®  gravamen ,  hoedat  men  hem  dragen  sal  in  den  doop  .van  de 
jonge  kinderen  dergener,  die  niet  connen  een  prediedagh  in  de  weke 
ordinaris  waernemen,  gelyckals  schippers  ofte  andere,  die  door  het  nyt 
ofte  invaeren  ende  anders  hare  beurte  moeten  waememen ,  ende  derwegen 
hare  kinderen  souden  moeten  laten  dopen  buy tenstydts ,  werdt  geresol veert 
by  den  synodum ,  dat  men  sich  in  desen  houden  aal  aen  de  kerckenordening 
art.  56,  ende  is  een  predicatie  buytenstydts  in  de  weke  niet  genoegh, 
dat  men  daertoe  noch  een  predicatie  in  de  weke  aenbieden,  afcondigen 
ende  des  noodt  synde  doen  sal. 

Op  het  III®  gravamen,  ofte  het  niet  en  behoort,  dat  deputati  classis  den 
deputatis  synodi  bygevoeght  werden  over  het  examineren  van  de  propo- 
nenten (verstaet  alumnen  van  de  Ed.  Mog.  heren  Staten,  die  publice  eerst 
gehoort  ende  daerna  tot  het  praeparatorium  examen  geadmitteert  worden), 
het  synodus  verstaet,  dat  dit  sal  geschieden  by  den  deputatis  synodi  so 
nieuwe  als  oude. 

Op  het  IV©  gravamen,  ofte  het  genoegh  wesen  sal,  dat  deputati  classis 
ad  classem  medebrengen  d'acta  synes  classis  sonder  vorder  credentie,  is 
geresol  veert,  dat  die  deputati  sullen  mogen  bestaen  met  het  medebrengen 
van  hare  classicale  acten,  doch  sullen  gene  keurstemmen  hebben. 

Op  het  Ve  gravamen,  of  niet  de  oosters  ende  schoolmeesters,  die  in 
absentie  van  hare  kerckendienaers  sullen  moeten  lesen,  oock  souden  voor 
ende  na  het  gebedt  moeten  doen  ende  daertoe  een  bysonder  formulier 
hebben  vant  gebedt  ende  instructie  van  voorlesen,  werdt  by  den  synodum 
gestatueert,  dat  die  oosters  ofte  schoolmeesters  in  sulcken  gevalle  eerst 
sullen  voorsingen,  daerna  bidden,  daerna  voorlesen  ende  dan  daerna  wederom 
bidden  ende  besluyten  met  het  singen ,  ende  dit  alles  volgens  de  verclaringe 
des  synodi,  gedaen  over  het  6®  gravamen  des  classis  van  Amersfoort  ende 
het  formulier  van  gebedt,  daervan  te  maken  ende  twelc  hierna  volgen  sal. 

Regnerus  Oosterze  latende  versoecken ,  of  hem  te  Bunnick ,  so  hy  aldaer 
quame  te  verblyven  desen  aenstaenden  winter,  niet  soude  geoorloft  zqn 
de  schole,  die  daer  gering  is,  te  mogen  houden,  is  hem  tselve  by  den 
synodum  geconsenteert ,  mits  dat  hy  evenwel  tgene  hem  by  deselve  is 
opgeleyt,  wel  ende  strictelyck  sal  hebben  waer  te  nemen. 

Sess.    9*    op    den    aenvolgenden    Dynsdagh   des   weecks 
daeraen  voor  de  middagh  17*  Septembris. 

D.  Wassenburoixjs  heeft  den  synode  behandight  sekere  missive  van  den 
gerechte  ende  enige  der  gemeynte  tot  Bunschoten ,  dienende  in  plaetse  van 
yemand  uyt  den  haren  te  deputeren,  golyck  sulcks  by  synodale  aenschry- 
vinge  hiervorens  op  haer  1.  was  begeert.  Ende  was  deselve  missive  van 
ijihoudt,  dat  se  haren  predicant  Cornelium  Leoninüm,  synde  so  onlangs 


461 

met  merckelycke  ende  excessive  oncosten  becomen  ende  een  vreedsaem  man 
wesende ,  daeraen  sy  een  goed  genoegen  hadden ,  wel  geerne  wilden  houden 
ende  oock  met  leedtwesen  souden  moeten  derven,  doch  dat  se  evenwel 
niet  geerne  die  name  souden  willen  hebben,  dat  se  syns  Cornelu  Leonini 
welvaren  ende  verbeteringe  souden  beletten,  daeromrae  sy  haer  dan  in 
desen  tenemael  toordeel  ende  uytsprake  des  synodi  onderwierpen,  met 
vertrouwen  dat  deselve  harer  gemeynte  schade  ende  qualyckvaren  niet  soude 
soecken  ofte  begeren  te  sien,  dewyle  het  diesel ve  swaer  viel  so  cort  op  den 
anderen  diversche  predlcanten  te  beroepen  ende  haer  so  subyt  te  veranderen. 

Hierop  also  men  verstonde,  dat  de  voorschreven  Corneuus  Leoninus 
self s  present  was ,  is  goedgevonden ,  dat  men  hem  hierop  horen  ende  syne 
geneygentheyd  tot  de  kercke  van  Wyck  sonderen  soude,  mits  hem  voor- 
houdende of  syne  w.  selfs  geen  swarigheyd  maken  soude,  staende  de  sake 
syner  kercke  sulcks,  als  hy  wel  dencken  conde,  van  deselve  sich  tot  een 
ander  te  transporteren. 

Hy  Leoninus  daerop  instaende  ende  tgemelte  hem  voorgehouden  zynde , 
heeft  de  gelegentheyd  van  syne  beroepinge  ende  comste  tot  deselve  syne 
voorss.  kercke  int  brede  verhaelt,  oock  hoe  hy  het  aldaer  hadde  gevonden, 
wat  belofte  hem  was  gedaen,  wat  hope  hem  was  gegeven,  ende  hoe  hyt 
daerentegens  nu  was  bevindende ,  daerbeneven  hoe  hy  met  syn  huysvrouwe 
tot  noch  toe  daer  weynige  gesonde  dagen  hadde  gehadt,  in  hope  synde 
indien  hy  onder  goedvinden  des  synodi  tot  Wyc  quame,  hy  niet  alleen 
aldaer  meerder  gesondtheyd  voor  hem  ende  syne  huysvrouwe  was  ver- 
wachtende maer  oock  meer  vruchte  ende  dienste  voor  Godes  kercke  van 
synen  arbeydt 

De  synodus  dit  alles  in  des  Heren  vrese  overleggende  ende  nochtans 
wel  wenschende,  dat  die  van  Bunschoten  selfs  in  persene  present  waren 
geweest  om  te  beter  reden  ende  wederreden  te  horen  ende  daema  hare 
uytsprake  te  formeren,  doch  noch  evenwel  soveel  berichts  wel  hebbende 
gehoort  so  uyt  D.  Modaeo  ende  den  ouderling  Isendoorn  alsoock  uyt  ü. 
Leonino  selfs,  mitsgaders  D.  Oortcampio  ende  Wassenburgio  als  gecom- 
mitteerde van  de  classe  van  Amersfoort,  ende  voor  welcken  de  sake  voor- 
henen tot  twemalen  toe  al  hadde  gedient,  dat  se  tamelyck  licht  in  de 
sake  ten  principalen  scheppen  conde,  heeft  geoordeelt,  dat  D.  Leoninus 
de  beroepinge  van  die  van  Wijck  by  Duirstadt  sal  hebben  te  volgen  so 
om  verscheyden  redenen  alsoock  voomamelyck,  dat  syne  inclinatie  sich 
derwaerts  so  seer  streckede,  edoch  dat  hy  Leoninus  de  kercke  tot  Bun- 
schoten solange  gehouden  sal  zyn  by  te  blyven,  totdat  se  wederom  met 
een  goed  ende  bequaem  predicant  sal  wesen  voorsien,  waertoe  de  classis 
van  Amersfoort  oock  alle  behoorlycke  ende  mogelijcke  debvoir  sal  aen- 
wenden.  Ende  verstaet  de  synodus,  dat  om   die  van  Bunschoten  meer 


462 

contentements  te  doen  die  van  Wyck  by  Duirstadt  wel  ende  gevoeghlyck 
sullen  doen,  dat  se  die  van  Bunschoten  voemoemdt  van  hare  oncosten 
sullen  helpen  releveren ,  die  over  de  beroepinge  D.  Cornelh  Leomni  aldaar 
bevonden  sullen  worden  gevallen  te  wesen,  ende  dat  die  van  den  classe 
van  Amersfoort  door  hare  gedeputeerden  opt  aldercivilste  die  van  Bun- 
schoten sullen  begroeten,  ende  haer  met  goede  redenen  over  het  stuck  van 
D.  Leonini  vertreck  soecken  tevrede  te  stellen.  Ende  of  int  sommeren  van 
gemelte  gedane  oncosten  aen  wedersyden  so  by  die  van  Bunschoten  als 
van  Wijck  enigh  geschil  mochte  voorvallen,  is  by  den  synode  ordre  ge- 
stelt,  dat  alsdan  D.  D.  deputati  synodi  in  dit  stuck  sullen  hebben  te 
statueren  ende  uytsprake  te  doen,  nadat  hare  w.  w.  na  recht  ende  billqo- 
heyd  suUen  oordelen  te  behoren. 

Sess.  10*. 

Syn  enige  notulen,  die  tot  hiertoe  bewaert  ende  opgetekent  waren,  ge- 
resumeert  ende  overwogen. 

Ende  so  by  dieselve  was  geobserveert  het  stuck  van  de  byscholen, 
daerop  de  synodus  nationael  sowel  als  op  de  ordinaris  scholen  wil  gelet 
hebben,  is  by  D.  praesidem  vernomen,  hoe  het  desenaengaende  in  de 
respective  dassen  gestelt  was. 

De  broederen  van  Amersfoort  openinge  hiervan  doende  verclaerden, 
datter  so  ten  platten  lande  onder  haren  classe  alsoock  tot  Amersfoort  geen 
byschoolmeester  was,  die  de  ordre  des  synodi  nationalis  niet  en  hadde 
voldaen,  dat  wel  tot  Amersfoort  enen  Jan  Janszen  ende  Jan  Dibczen, 
beyde  bijschoolmeesteren ,  d'acte  den  byschoolmeesteren  betreffende  hadden 
geweygert  te  ondertekenen,  doch  dat  denselven  nu  inhibitie  was  gedaen 
van  de  schole  te  houden  ende  daeromme  daervan  mosten  ophouden ,  alleenlyc 
dat  Jan  Dieczen  niet  wel  so  ten  vollen  schynt  te  pareren,  als  hem  van 
den  officier  wel  belast  is.  Waeraen  de  synodus  haer  goed  genoegen  hadde, 
dan  evenwel  den  deputatis  synodi  (uyt  sekere  redenen)  in  laste  gaf,  dat 
se  ter  naester  tydt,  als  t Amersfoort  examen  vallen  soude,  de  E.  magistraet 
aldaer  vrundelyck  sullen  vermanen ,  dat  se  voortaen  op  de  byscholen  naer 
voorgemelte  ordre  doch  scherpelyck  wiUen  letten. 

De  broederen  van  den  classe  Rhenen-Wqck  getuyghden,  dat  alle  bq- 
schoolmeesteren  onder  haer  d'acte  synodi  hadden  voldaen,  uytgesondert 
een  seker  Mennonist  tot  Venendael ,  die  enige  weynige  kinderen  door  syn 
vrouwe  leert  breijen  ende  oock  lessen  opseydt,  doch  indien  by  den  synodum 
ofte  den  classe  verclaert  werde,  dat  hetselve  mede  by  schoolhouden  was, 
dat  hy  in  sulcken  gevalle  nochte  tegens  het  synode  nochte  classe  doen  en 
wilde.  Ende  also  het  de  synodus  daervoor  hieldt,  sal  hem  hetselve  ten 
tine  als  voren  aengeseydt  werden. 

Uyt  den  name  van  den  classe  van  Utrecht  dede  D.  Lyndeniüs  openinge, 


463 

datter  synens  wetens  geen  byschoolmeester  ten  platten  lande  in  gebreke 
ware  bevonden  als  alleen  een  byschoolmeester  tot  Gterfscop,  diewelcke  hem 
aldaer  tusschen  drie  dorpen  op  den  bodem  van  Cockengen  hadde  neder- 
gestelt  tot  schade  ende  afbreuck  van  derselver  scholen,  sodat  oock  die 
van  Cockengen  daeromme  haren  ordinaris  schoolmeester  uyt  de  diaconije 
.  hadden  te  assisteren.  Ende  heeft  de  E.  heer  Strice  dit  stuck  in  recom- 
mendatie  genomen  om  tsyner  tyd  daerop  te  letten. 

Tot  Utrecht  wierd  verclaert,  dat  alle  byschoolmeesteren ,  die  haer  tot 
ondertekeninge  weygerigh  hadden  verthoont,  door  de  scholarchen  inhibitie 
was  gedaen  van  haer  schoolhouden ,  niettemin  dat  sekere  vier  schoolmeesters 
daerop  requeste  hadden  gepresenteert  aen  de  E.  vroedtschap,  daerby  sy 
so  ten  aensien  van  den  last  harer  familien ,  alsoock  omdat  se  presenteerden 
sulcke  ende  anders  gene  boecken  te  sullen  leren ,  als  haer  gepraescribeert 
souden  worden,  versochten  sonder  de  voorss.  tekeninge  te  doen  int  school- 
houden te  mogen  continueren,  ende  dat  daerop  gevolght  was,  dat  de  E. 
heren  van  den  vroedtschappe  haer  E.  hadden  gein! ormeert ,  hoet  desen 
aengaende  met  de  byscholen  in  andere  provinciën  toeging,  ende  na  beooinen 
enigh  bericht  den  voorss.  byschoolmeesteren  tot  noch  toe  in  haer  schoolhouden 
ongemolesteert  lieten.  Ende  heeft  de  synodus  dit  stuck  geoordeelt  de  goede 
ende  gearresteerde  ordre  des  synodi  nationalis  ende  oock  der  kercke  seer 
praejudiciabel ,  den  Gereformeerden  schoolmeesteren,  die  d'acte  voldaen 
hadden,  seer  nadeligh,  ende  allen  dengenen,  die  de  reformatie  van  de  scholen 
hertelyck  toegedaen  syn,  seer  aenstotelyck  te  wesen,  ende  dat  hieruytte 
verwachten  staet ,  dat  men  in  andere  plaetsen  na  dit  exempel  sal  luy stèren 
ende  in  den  begonnen  goeden  yver  verslappen,  ja  dat  hetgene,  twelc 
airede  tot  dusverre  wel  ende  loffelyc  getimmert  is ,  afgeworpen  sal  worden 
tot  grote  schade  ende  nadeel  van  de  kercke  ende  tot  vreughde  ende  ver- 
sterckinge  van  onse  wederparthije.  Waeromme  dan  ooc  de  synodus  nodigh 
geacht  heeft,  dat  uyt  haren  name  de  E.  heren  van  de  vroedtschap  tot 
Utrecht  per  deputatos  synodi  metten  eersten  sullen  worden  begroet  ende 
met  alle  christelycke  eemst  vermaent  ende  gebeden ,  dat  nadien  in  andere 
saken  de  ordre  der  kercke.  Godlof,  by  haer  E.  achtbaerheyden  so  wel 
werdt  gevolght,  dat  doch  in  het  stuck  van  de  scholen,  daer  so  merckelyck 
aen  gelegen  is,  de  goede  ordre  desen  inbreuck  niet  en  come  te  lyden. 

Het  stuck  van  catechisatie ,  twelc  in  synodo  nationali  sess.  14^  so  nodigh 
werdt  geacht,  is  den  broederen  van  de  respective  classen  opt  hooghste 
gerecommendeert  ende  een  yegelyck  derselven  gelastet,  dat  se  in  hare 
respective  kercken  sonder  enigh  versuym  oft  onderlaten  deselve  eerstdaeghs 
int  werck  sullen  stellen,  ende  dat  se,  daer  deselve  catechisatie  airede 
begonnen  is,  daerinne  neerstelyck  willen  continueren.  Ende  sal  dit  ge- 


464 

ftchieden  alle  Sonnendagen  na  de  middagh ,  tenware  daer  combinatien  syn 
ten  platten  lande,  daer  het  geschieden  sal  altemis  vidbus. 

Vermits  daer  noch  verscheyden  kercken  ten  platten  lande  in  onse  pro- 
vincie vaceren ,  ende  ten  aensien  vant  cleyne  aental  der  proponenten  (synde 
alnmnen  van  de  E.  M.  heren  Staten),  dieder  tegenwoordigh  is,  mitsgaders 
d'apparentie  van  dat  dit  lopende  jaer  weynige  alumnen  bequaem  suUen 
worden  om  te  proponeren ,  de  voornoemde  kercken  noch  lang  sullen  moeten 
vaceren,  vindt  de  synodus  goed,  dat  dit  stuck  per  D.  D.  deputatos  synodi 
d'E.  Mog.  heren  Staten  eerbiedelyck  werde  geremonstreert  ende  versocht, 
dat  doch  by  hare  Ed.  Mog.  daerop  werde  gelet ,  ten  eynde  de  voorschreven 
kercken  niet  al  te  swaren  interest  en  lyden. 

Also  is  oock  gestatueert  dat ,  als  die  van  Bunschoten  met  de  classe  haer 
beste  sullen  hebben  gedaen  om  in  plaetse  D.  Corneui  Leonixi  een  ander 
alunmum  ofte  een  uyt  dese  provincie  te  becomen  ende  daertoe  niet  geraken 
en  connen ,  dat  in  sulcken  gevalle  by  haer  ende  haren  classe  wel  sal  mogen 
werden  versocht,  dat  d*E.  M.  heren  Staten  gelieve  te  consenteren  om 
buyten  de  provincie  te  mogen  gaen  ende  vandaer  hare  kercke  met  een 
wel  gequalificeert  predicant  mogen  soecken  te  versorgen. 

Is  goed  ende  nodigh  gevonden,  dat  yder  classe  yemand  ofte  enige  uyt 
den  haren  sal  deputeren,  die  uyt  alle  gravaminibus ,  waervan  in  synodo 
nationali  ende  onse  provinciale  alsooc  classicale  vergaderingen  zedert  voor- 
leden jaer  uytsprake  ende  decisie  is  gedaen,  enige  aentekeninge  sullen 
doen  ende  die  in  ordinem  dirigeren,  diewelcke  dan  tegens  d'aenstaende 
classicale  vergaderinge  hare  operas  by  den  anderen  sullen  brengen  ende 
met  overstaen  van  de  gedeputeerden  des  synodi  also  een  synopsin  maken , 
die  dan  de  respective  classen  medegedeelt  sal  worden  ende  dienen  so  om 
altydts  in  verscher  memorie  te  hebben,  wat  saken  eens  gedient  hebben 
ende  beslechtet  syn ,  alsoock  om  voor  te  comen  het  voorstellen  ende  moveren 
van  sulcke  gravamina ,  die  te  voren  al  in  andere  kerckelycke  vergaderingen 
wel  sijn  afgehandelt. 

Is  par  occasie,  dat  gevraeght  werde,  of  de  Remonstrantsgesinde  in 
voegen  als  de  Papisten  hare  houwelycksproclamatien  van  de  stadthuysen 
voortaen  souden  mogen  hebben,  de  wijle  het  een  sake  was,  daermede  die 
menschen  in  haer  misverstandt  meer  ende  meer  wierden  gestyft  ende 
also  oock  van  de  kercke  vervreemdt,  is  tot  openinge  van  dese  sake  ver- 
haelt ,  dat  d'E.  magistraet  tot  Utrecht  gene  proclamatien  op  haren  stadthuyse 
meer  toe  en  laet,  dan  daer  d'een  van  de  contrahenten  ofte  houwelyckspersonen 
bekent  Papist  is,  ende  dat  se  d'andere  oock  Kemonstrants  sijnde  tot  de 
kercke  wyst.  Ende  hebben  de  broederen  van  Amersfoort  aengenomen  van 


465 

gelycken  aen  hare  E.  magistraet  te  versoecken ,  twelcke  gelyc  de  synodus 
geeme  heeft  gehoort,  also  verstaet  se  oock,  dat  men  dit  mede  in  andere 
steden  ende  ten  platten  landen  sal  soecken  int  werck  te  stellen  ende  ten 
selven  eynde  d'E.  M.  heren  Staten  sal  begroeten. 

Het  sal  een  gravamen  sijjn  hujus  synodi  ad  synodiim  nationalem ,  of  niet 
met  ende  beneffens  het  verbodt  der  Ed.  Mog.  heren  Staten  Generael, 
daermede  hare  E.  Mog.  verbieden,  dat  niemand  vanhier  syne  kinderen 
buyten  de  provinciën  in  de  scholen  der  Jesuiten  sal  mogen  bestellen ,  wel 
nodigh  ware ,  dat  oock  het  gelyck  frequenteren  der  Paepscher  scholen  ver- 
boden werde. 

Den  deputatis  synodi  werdt  in  laste  gegeven,  dat  se  d'oude  vorige 
gravamina  wederom  aen  de  E.  M.  heren  Staten  sullen  vernieuwen  ende 
hare  Ed.  Mog.  goed  redressement  eemstelyck  versoecken. 

De  schoolinstructie ,  waervan  d'acta  superioris  synodi  gewagh  maken, 
is  vooral  oock  nodigh  geacht,  dat  metten  eersten  ingestelt  werde,  ende 
sullen  de  deputati  synodi  hiertoe  soecken  te  becomen  d'instnictie ,  van  die 
van  Dordrecht  diesaengaende  gemaect,  om  uyt  deselve  alsoock  uyt  hetgene 
in  synodo  nationali  is  gestelt ,  yet  tsamen  te  brengen ,  dat  de  schoolmeesteren 
in  dese  provincie  dienen  mochte,  ende  waerna  sy  haer  sullen  hebben  te 
reguleren. 

Om  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  te  eer  en  te  meer  te  bewegen  tot  augmentatie 
vant  onderhoudt  der  schoolmeesteren  ende  costeren  ten  platten  lande  is 
voorgestelt,  dat  tsyner  tyd  daertoe  bequamelyck  sal  dienen,  dat  hare  E. 
Mog.  werde  geopent,  hoe  ongelyck  dat  de  costeryen  ende  hare  profyten 
ende  incomsten  zyn,  die  dan  aen  d'een  zyde,  daer  se  so  ampel  worden 
bevonden,  wel  wat  conden  worden  besnoeyt,  ende  daervan  het  defect  van 
anderen  gesuppleert.  datter  op  de  dorpen  vele  broerschappen  zijn,  daervan 
d'incomsten  seer  onnuttelyck  werden  verdaen ,  waermede  de  schoolmeesteren 
ende  costeren  eerlyck  conden  onderhouden  worden.  Ten  welcken  eynde 
oock  wel  dient  geremarqueert,  dat  by  die  van  Rhenen  ende  Wqck  sulcke 
broederschappen  al  syn  afgeschaft,  ende  d'incomsten  van  dien  tot  beter 
ende  nodiger  gebruyck  worden  aengeleydt. 

De  deputati  synodi  sullen  by  d'Ed.  Mog.  heren  Staten  vernemen,  oifer 

al  yet  by  hare  Ed.  Mog.  is  gedaen  int  stuck  van  de  houwelycksordonnantie 

volgens  d^additien,  voordesen  daerby   gedaen  ende  oock  hare  Ed.  Mog. 

verthoont.  Ende  so  daerinne  alsnoch   niet  gedaen  is,  sullen  hare  w.  w. 

hierop  de  novo  met  eerbiedelycke  supplicatie  aenhouden ,  dat  hierinne  doch 

met  den  eersten  gehandelt  ende  voorsien  mach  worden ,  waerby  dan  oock 

bequaemelyck  sal  connen  worden  geopent,  dat  het  wel  nodigh  soude  syn, 
Acta  syn.  provinc.  VL  30 


466 

dat  de  personen  so  in  steden  als  ten  platten  lande,  hebbende  hare  kercke- 
lycke  proclamatien  gehadt  ende  daervan  betoon  geéyscht  om  te  mogen 
elders  trouwen,  werde  afgevordert  haer  bewys,  dat  se  elders  getrout 
zijn,  omdat  se  anders  hierinne  üchtelyck  de  predicanten  abuseren  ofte  int 
lopen  by  de  papen  ofte  in  ongetrout  te  blyven  sitten. 

Sess.  11». 
Syn  gelesen  drie  formulieren ,  by  den  broederen  ged.  des  synodi  ingestelt 
volgens  den  last,  haer  by  den  synodum  gegeven,  tene  aengaende  de  cre- 
dentien ,  tander  de  beroepingen  ende  tderde  de  gebeden  voor  den  costeren 
ende  schoolmeesteren.  Diewelcke  geapprobeert  sijnde  syn  de  broederen 
voor  haren  goeden  arbeyd  gedanct  alsoock  voor  alle  hare  getrouwe  diensten , 
die  se  dit  gehele  jaer  gedaen  hebben. 

Tot  deputatos  synodi  syn  vercoren  D.  Bernhardus  Bussghof,  D.  Petrus 
Wassenbüroius  ende  D.  Gerhardus  Helmichius,  diewelcke  met  den  ouden 
deputatis  in  saken  haer  met  denselven  by  speciale  commissie  in  actis 
opgeleyt  ende  andere  extraordinarise  swarigheden  alle  vierendeeljaers 
coUegialiter  sullen  vergaderen,  ende  sullen  daertoe  waememen  den  tydt, 
die  tusschen  de  respective  classicale  byeencomsten  valt. 

Ende  is  verstaen,  dat  d'oude  deputati,  als  dit  jaer  niet  ordinarii  synde, 
ad  synodum  futuram  eligibiles  sijn. 

Ad  synodum  Gelricam  is  gedeputeert  D.  Joannes  Langitts,  ad  Zuyd- 
hollandicam  D.  Bernhardus  Busschoff,  ad  Noordthollandicam  D.  Laurentius 

MODAEUS. 

Oft  gebeurde,  dat  een  predicant  uyt  onse  provincie  int  leger  versocht 
werde,  sall  classis  ültrajectina  daertoe  een  uyt  den  haren  moeten  uit- 
maken. 

Is  besloten,  dat  men  voor  de  predicantenweduwen  een  jaer  van  gracie 
sal  soecken  te  becomen,  ende  dat  men  hiertoe,  de  casus  daer  synde,  aen 
de  E.  Mog.  heren  Staten  ofte  de  respective  overheyd  presenteren  sal  de 
plaetse  des  afgestorvenen  predicants  sonder  costen  van  hare  E.  Mog.  ofte 
de  respective  overigheyd  een  geheel  jaer  waer  te  nemen ,  twelc  geschieden 
sal  van  de  respective  classe,  daeronder  hy  gehoort  heeft 

Is  verstaen,  dat  men  voortaen  in  synodalibus  ende  classicalibus  conventibus 
gemene  tafel  houden  sal,  vooral  soeckende  dat  sulcks  ten  huyse  van  een 
predicant  ofte  anders  van  een  ander  eerlyck  borger  daertoe  gelegen  wonende 
geschiede,  declinerende  in  desen  sovele  mogelyck  ende  om  ergemisse  te 
myden  de  plaetse  van  een  publycke  herberge. 

Syn  de  E.  heren  gecommitteerden  uyt  den  name  van  de  gansche  synode 


46? 

door  D.  praesidem  hertelyck  bedanct  so  voor  hare  lieflycke  ende  continuele 
bywoninge,  alsoock  voor  hare  goede  directie,  advysen  ende  ander  behulp, 
daermede  haer  E.  E.  in  verscheyden  occurentien  den  synodo  hadden  ge- 
assisteert.  Ende  gelyck  d'E.  M.  heren  Staten  airede  de  goede  hand  houdende 
aen  de  sake  Christi  opt  hooghste  werden  bedanct,  also  is  de  E.  heren 
gecommitteerden  ende  in  hare  E.  E.  personen  d'E.  M.  heren  Staten  de 
kercke  Jesu  Christi  opt  eemstighste  wederom  gerecommendeert.  Ende 
hebben  d'E.  heren  gecommitteerden  voomoemdt  verclaert,  dat  se  alles 
geeme  hadden  gedaen,  dat  by  haer  K  gedaen  was,  dat  se  een  goed  ge- 
noegen aen  de  vergaderinge  ende  hare  besoignes  hadden  ende  de  sake  der 
kercke  voor  gerecommendeert  hielden ,  die  se  oock  hare  principalen  souden 
recommenderen  ende  voorts  van  de  vergaderinge  goed  rapport  doen. 

D.  JoANNES  Verhouwel,  doputatus  synodi  öelricae,  is  oock  van  wegen 
de  bewesene  correspondentie  ende  syne  vnmdtlqcke  bywoninge ,  mitsgaders 
syne  goede  advysen  opt  vnmdelycste  bedanct,  beneifens  dat  ooc  syne  w. 
het  onderhouden  van  onse  aengevangene  alliande  opt  hooghste  is  gerecom- 
mendeert. 

Naer  gehoudene  censura  monim  is  dese  synodale  vergaderinge  met 
dancsegginge  ende  aenroepinge  van  den  name  Gods  in  goede  vrundtschap, 
broederlycke  enigheyd  ende  onderlinge  liefde  gescheyden  op  Woensdagh 
den  XIII«n  Septemb.  1620  op  de  middagh. 

Bebnhardüs  Busschoff,  praeses  synodi. 
CoBNELius  DuNOANTis,  scriba  synodi.  1) 


Volgen  de  forme  van  credentie  dienende  den  classibus 
ende  kerckenraden ,  insgelijcx  forme  van  beroepinge,  ende  de 
forme,  waemae  hen  hebben  te  reguleren  de  costers  ende 
schoolmeesters.  2) 

Gelucksalicheijjt 

Het  classis  N.        \  heeft  goetgevonden  te  deputeren  ende  deputeert  mits- 

De  kerckenraet  N.  f  desen  opt  uijtgeschrevene  synodum  provincialem,  clas- 

sem ,  hare  waerde  lieve  medebroeders  N.  N.  om  in  de  vreese  des  Heeren  nae 

den  richtsnoer  des  godl.  woorts  ende  de  gearresteerde  aengenomen  kercken- 


1)  Beide  onderteekeningen  zijn  eigenhandig.  Voor  den  aaseesor  P.  Wassenburgius 
is  daartiisschen  ruimte  opengelaten. 

2)  Deze  formulieren )  waarvan  in  de  handelingen ,  zie  vorige  blz.  onder  sess.  11^, 
melding  wordt  gemaakt ,  zijn  overgenomen  uit  W  W.  Ze  ontbreken  in  onzen  codex. 

30* 


468 

ordeninge  met  goeder  conscientie  alle  voorvallende  kerckelycke  swaricheden 
met  de  tsaraentlicke  broederen  aldaer  vergadert  te  helpen  verhandelen,  in 
alles  adviseren ,  resolveren  ende  helpen  effectueren ,  twelck  ter  eeren  Gods 
ende  tot  de  meeste  stichtinge  syner  kercke  dienlick  wesen  mach,  soo 
nochtans  dat  de  voorseide  gedeputeerden  in  die  gravaminibus,  by  den 
classe  overgelevert ,  nae  de  instructie  haer  E.  E.  gegeven  haer  sullen  hebben 
te  dragen.  Belovende  alles,  wat  in  conformite  als  boven  van  deselfde  hare 
weerde  ende  lieve  broeders  gedaen  sal  worden ,  goet  ende  vast  te  houden 
ende  gewiUich  nae  te  comen,  evenof  wij  selfs  alle  jegenwoordich  waren 
gewest.  Wenschende  daerentusschen  de  eerwaerdige  vergaderinge  den 
rijcken  segen  des  H.  Geests ,  biddende  dat  het  hem  gelieve  int  midden  van 
haer  te  praesideren  ende  alle  hare  acden  ten  besten  ende  tot  een  gewenscht 
eynde  te  dirigeren. 

Actum  in  onse  kerckenraet  \  ^   ^ 
classicale  vergaderinge  / 


Formulier  van  beroepinge. 

öelucksalicheqt 
Nadien  de  kercke  van  N.  door  het  afsterven ,  vertreck ,  deporteraent  van 
N.  is  comen  te  vaceren  ende  nodich  is,  dat  deselfde  wederom  met  een 
ordinarisch  herder  ende  leeraer  werde  voorsien,  soo  ist  dat  wij  van  de 
kerckenraet,  van  de  classe,  van  N.  considererende  de  goede  bequaemheijt 
D.  N.  N.  hebben  goetgevonden  met  goede  correspondentie  onser  christelijcke 
overicheijt,  (comt  het  van  een  plaetse,  daer  kerckenraet  is)  met  voorweeten 
ende  wille  onses  classis,  te  beroepen  ende  beroepen  mitsdesen  den  voor- 
noemden tot  een  ordinarisch  leeraer  ende  herder  der  kercke  N.  om  met 
de  gaven ,  hem  van  den  Heere  verleent ,  de  kercke  te  dienen  in  aller  ge- 
trouwicheijt  ende  goeder  conscientie  voor  den  Heere,  doende  alle  de 
diensten,  die  in  een  goet,  getrouw  dienaer  J.  C.  naer  den  woorde  Gods 
ende  de  gearresteerde  kerckenordeninge  vereqscht  worden,  versoeckende 
dat  D.  N.  N.  onbeswaert  dese  wettelycke  ende  godlicke  beroepinge  gelieve 
aen  te  nemen  ende  alle  devoir  aen  te  wenden  om  behoirlycke  di  missie 
van  syne  kercke  ende  classe  te  becomen  om  op  het  spoedichste  dese 
gedane  beroepinge  te  volgen ,  waertoe  wij  wenschen  den  rqcken  segen  des 
Heeren. 


469 


Voor  den  costeren  ende  schoolmeesteren. 

Naert  singen  sal  den  schoolmeester  seggen: 

Lieve  Christenen. 

Nademael  onsen  ordinarisch  herder  ende  leeraer  om  wichtige  redenen 
hier  niet  tegenwoordich  is,  ende  evenwel  desen  dach  den  Heere  geheqlicht 
niet  sonder  godsdienst  behoort  te  passeren,  soo  sal  ick  als  van  den  eer- 
waerdigen  synodo  deser  provincie  bq  ordre  daertoe  gelastet  synde  om  u.  1. 
met  het  voorlesen  van  eenige  cap.  uqt  de  h.  schrifture  te  dienen,  waertoe 
w^  de  hulpe  des  H.  Oeests  van  doen  hebbende  sullen  den  name  des 
Heeren  aenroepen. 

Genadige,  barmhertige  Godt,  nademael  niemant  ^t  goets  sonder  uwe 
hulpe  can  verrichten,  bidden  wq  u  om  de  verdiensten  uws  soons  J.  Christi, 
dat  het  uwe  godlicke  Majesteit  believe  dese  onse  h.  oeifeninge  b^  te 
woonen  soo  int  voorlesen  als  in  het  toehooren ,  opdat  wq  u  h.  woort ,  dat 
ons  voorgelesen  sal  worden,  met  aendacht  mogen  hooren,  getrouwelick 
bewaren  om  daemae  in  ons  christelick  gelove  gesterckt  ende  in  leven 
gebetert  te  worden.  Verhoort  ons  om  de  verdiensten  J.  Christi,  in  wiens 
name  wq  bidden:  Onse  Vader  etc. 

Dancksegginge. 

Wij  dancken  u  o  Godt,  dat  wij  het  voorlesen  uwen  godl.  woorts  hebben 
aengehoort.  Wq  bidden  u,  schryft  het  in  onse  herten  door  den  vinger 
uwes  geests  ende  doet  ons  die  genade,  dat  wij  onshoochste  vermaeck  in 
datselvige  nemen  om  u  daemae  te  dienen,  te  loven  ende  te  prijjsen. 
Verhoort  etc.  Onse  Vader  etc. 


REGISTER  VAN  PERSONEN. 


A. 

Abhes^  Douwe,  ouderling  te  Workum,  2. 

Abbes^  Sitie,  ouderling  in  cl.  Dockum,  282. 

Abbes^  Tjerck^  schepen  te  Leeuwarden,  253. 

Abelus,  Sibrandus^  (S.  Abeli)  predikant  te  Harlingen,  7,  13,  56,  65,  71, 

76,  84,  96,  160. 
Acronius^   Oellitis  Benedictie  (O.  B.  Accrum)  predikant  te  Franeker,  23, 

27,  74,  77,  Bozum,  80,  81,  85,  87,  89,  95,  101, 102,  110,  115, 

129,  137,  144,  161,  168,  173,  196,  216. 
Acronius^  Rtiardu^  Bemardi^  predikant  te  Leeuwarden,  Komjum,  4,  5, 

8,  10,  12,  16,  18,  20,  22,  23,  28,  40,  46,  49—51,  57,  63,  71, 

74,  75  noot  4,  77,  83,  87,  92,  100,  290. 
Acronitcs,  Siacius^  predikant  te  Hallum,  281,  282,  289. 
Aeliius,   Godschaleus,  predikant  te  Bolsward,  167,  211,  226,  239,  240, 

244,  246,  253,  260. 
Aemilitis  sr,^  Petrus ,  onwettig  prediker  in  Friesland,  29,  40,  86. 
Aemüius  jr. ,  Petrus ,  onwettig  prediker  in  Friesland ,  86. 
Aerarius^  Egberttcs,  predikant  te  Schalsum,  33,  65. 
AesgesZy  Aesge^  ouderling  te  Bozum,  144,  160,  173,  180. 
Aesseur^e  jonker  Artwudt  van^  (Arendt  van  Asewijn)  heer  van  Ruwiel, 

te  Breukelen,  304,  345,  406,  442. 
Aggaei^  Oaju^^  predikant  te  Ysbrechtum,  260. 
Aggaeus^  predikant  te  Sloten,  10. 
Aggaeus,  pred.  te  Warrega,  zie  A.  Hillesz. 
Agricola,  Joannes,  grietman  van  Aengwirden,  111,  159. 
Alberti^  GerarduSj  predikant  te  Paesens  c.  a.,  19. 
Albcrti,  Hesselus,  pred.  te  Midlum,  zie  H.  A.  Reen. 
Alhcrtus^  predikant  te  Hallum,  40. 
Aldegonde^  Philips  Marnix  van  St,^  zie  op  Mamix. 


471 

Alïastüis,  Joannes^  predikant  te  Montfoort,  345,  356,  358,  407. 
Alkri^  pred.  te  Sexbierum,  zie  A.  Tyarcksz. 

Alphonsius,  Henricus^  predikant  te  Kolliim,  139,  141,  156,  157,  159. 
Alutaritis^  Conradus  Johannis^  predikant  te  Oldeboorn,  90,  Tjiim,  177, 

180,  205,  252. 
Ambrosius^  Petrus^  predikant  te  Loönga,  14,  27,  ontslagen  30,  32,  38, 

40,  44. 
Andreas^  predikant  te  Mantgiim,  10. 
AndriesZj  Kempe,  ouderling  te  Tirns,  161,  188. 
Afidriesx^  Michid^  afgezet  prediker  te  Amersfoort  en  elders,  20,  21. 
Andnn^a^  Tinco  van^  grietman  van  Utingeradeel ,  260. 
Anesz,  Jancke^  (Jantie  Aennes)  ouderling  in  cl.  Franeker,  101 ,  131 ,  145, 167. 
Amiesx,  Lieuwe^  ouderling  te  Bolsward,  77,  80,  211. 
Annesz,   W^gker^  ouderling  te  Pingjum,  234,  247,  262. 
Annius^  Arnoldtis^  (A.  Annii)  predikant  te  Reitzum,  67,  81,  111. 
AnskeSj  Pijke^  onwettig  prediker  te  Sybrandaburen ,  223,  afgezet,  229, 

230,  259. 
Antonide^ ,  dr.  Henrieus ,  (H.  A.  Nerdenus ,  H.  A.  van  der  Linden)  professor 

te  Franeker  34,  165,  194. 
Anionii^  Johannes^  predikant  te  Westbroek,   296,  305,  314,  315,  319, 

324,  327,  328,  Odyk,  330,  343. 
Arceriu^^  Joannes,  predikant  te  Leeuwarden,  12,  22. 
Arentsz^  Jan,  ouderling  in  el.  Leeuwarden,  167. 
Arentsx,  Johan,  ouderling  te  Ried,  225. 
Ariansz,  mr.  Adriaen,  (ook  mr.  Adrian  en  Arien  Adriaensz)  ouderling  te 

St.  Jacobi-parochie ,  23,  44,  89,  111. 
Amemius,  Balthasar  Hydoraetis,  predikant  te  Hantum,  18,  23,  27,  29, 

44,  Anjiun,  57. 
Amoldus,  Friesch  predikant,  16,  misschien  A.  Annius. 
Ariapaeus,  Rudolphu^,  predikant  te  Franeker,  114,  115,  121,  122,  125, 

129,  161,   165,   180,   187,   194,   196,  215,  222,  223,  245,  246, 

250—252,  254,  259. 
Asch  van  Wyck,  Jacob  van,  lid  der  Staten  van  Utrecht,  406. 
Attesz,  Sipko,  ouderling  in  cl.  Zevenwouden,  102,  145. 
Atzma,  Reinieus,  gedeputeerde  van  Friesland,  188,  206,  226,  232. 
Atzonius,  JulitiSj  predikant  te  Oenkerk,  274. 
Aiickesz,  Haytze,  (Haycke  A.)  ouderling  te  Dockum,  74,  101. 
Aucopius,  Joannes,  (J.  ab  Aukoop,  Oucopius)  predikant  te  Mijdrecht,  330, 

334,  335,  337,  338,  345,  356,  358,  383,  407,  427,  445. 
Augustini,  Jacobtis,  (J.  Aukesz)  predikant  te  Ylst,  38,  48,  81,  85. 
Augustini,  Sybrand,  ouderling  in  cl.  Franeker,  111. 


472 

Averkamp^  Franciscus,  (F.  Haverkamp)  predikant  te  Ee,  40,  78,  146,  160, 

Jelsum,  171,  180,  Oldeholtpade ,  196,  232,  274,  278. 
Averkmnp,  Hemiannus^  predikant  te  Ternaard,  2,  18,  23,  29,  44. 
Avemaetis^  Joannes^  pred.  te  Goënga,  zie  J.  Ovemeus. 
Aylva^  Epo  van,  (E.  Alua)  ouderling  te  Schraard,  101,  102,  122,  124, 

137,  144,  161,  166,  211,  240. 
Aylva,  Ernst  van,  lid  der  Staten  van  Friesland,  254,  262,  279. 
Aysma,  Albert,  lid  der  Staten  van  Friesland,  240,  259,  282,  286—289. 
Aysma,  Doycke,  grietman  van  Ferwerderadeel ,  8. 
Ayfnna,  Focco  van,  secretaris  van  Ferwerderadeel,  253. 
Aysnia,  Hessel,  ouderling  te  Leeuwarden,  5,  74. 
Aysmn,  Syholdt,  inwoner  van  Wirdum,  9. 
Aysma,  Taco  van,  ouderling  te  Hichtum,  167,  177,  185,  207,208,216, 

225,  232,  253,  262,  263,  265,  279. 
Aytsnia,  dr.  Meinardus,  (M.  Aetsema)  secretaris  der  admiraliteit  te  Dockum, 

110,  166,  167,  226. 
Aylsma,  Schelto,  (S.  Aysma)  predikant  te  Nijkerk  (Oostdongentdeel)  81, 

88,  94,  114,  129,  131,  136. 

B. 

Boeker,  Erasmu^,  predikant  te  Breukelen,  296,  304,  315,  330. 

Backhusius,  Joannes,  predikant  te  Yselstein,  294. 

Baeck4!s,  Aucke,  (A.  Beeckesz)  ouderling  te  Joure,  131,  136,  195,  234,  282. 

Boers,  Joannes,  predikant  te  Vreeswijk  (de  Vaart),  448. 

Boers,  Paschasius,  predikant  te  Leeuwarden,  56,  66 — 69,  72,  73,  80, 

91,  96,  100,  101,  IIL 
Baerts,  Oerrit,  ouderling  te  St.  Jacobi-parochie ,  272,  281. 
Balck,  Yshrand,  tijdelijk  predikant  te  Leeuwarden,  38,  40,  42. 
Bant,  Petrus,  predikant  te  Molkwerum,  161. 
Barberer,  mr.  Jan,  ouderling  te  Hol  werd,  114. 
Bartelsx,  Meüe,  ouderling  te  Sneek,  88. 

Bartholomeus  N.,  predikant  te  Slijkenburg  (b\j  Scherpenzeel  Fr.),  73. 
Bartouts,  Adriaen,  ouderling  te  Harlingen,  96. 
Basting,  dr.  Jeremias,  professor  te  Leiden,  42. 
Bauckesx,  Batickc,  predikant  te  Joure,  98,  103,  Oldeboom,  186. 
Boxen,  Frederik,  heer  van  Conincksvrig ,  lid  der  Staten  van  Utrecht,  331. 
Beüanus,  Ilenrictis,  predikant  te  Franeker,  172. 
Belida,  Olfardus,  predikant  te  Ferwerd,  73,  81,  184. 
Belidu,  Wigbaldtis,  predikant  to  Maarsen,  296,  303,  315. 
Bemmel,  Herman  van,  burgemeester  van  Wqk  bq  Duurstede,  331. 


473 

Benedictie  Gdlius^  pred.  te  Boziim,  zie  G.  B.  Acronius. 

Benedicx^  Aede,  ouderling  in  cl.  Sneek,  137. 

Berck^  Petrus^  predikant  te  Bolsward,  69,  70,  denkelijk  dezelfde  als  P. 

Harritius. 
Berck^  Petrus  A,  predikant  te  Vreeswijk  (de  Vaart),  294. 
Bergerus  e  Johannes^  predikant  te  Leusden,  296,  309,  317. 
Bergumanu^ ,  mr.  Eoinhertus  Suffridi ,  rector  te  Sneek ,  23 ,  Bolsward ,  65 , 

Harlingen,  70,  77,  101. 
Bemardi,  Franciscus^  predikant  te  Abkoude,  448. 
Bemardi^  Henricus^  (ook  H.  B.  van  Berkel)  predikant  te  Goutum,  62,  64, 

73,  76,  94,  Wams,  104,  118,  119,  afgezet,  124,  129,  130,  Tjerk- 
werd, 133,  138. 
Bemardi^  Johannes^  (Jan  Beemtsz)  predikant  te  Dockum,  14,  17,  22, 

39,  42,  44,  46,  80,  81. 
Besten  e  Adolpkus^  predikant  te  Marrum,  185,  261. 

Besten,  Oerardus,  (G.  Wilhelrai)  predikant  te  Grouw,  11,  59,  ontslagen,  75. 
Beverweek,  vrouwe  mn,  collatrice  te  Zeist,  300. 
Beyerus ,  Hugo ,  predikant  te  's  Gravenhage ,  425. 
Bienicx,  Jochem,  burgemeester  van  Sneek,  282. 
Bienties,  Epke,  ouderling  te  Makkum,  253. 
Bilderbeeck,  Bartholoniaeus ^  (B.  Billerbeke)  predikant  te  Buitenpost,  96, 

146,  159. 
Bülandinu^,  Wibr,  Petraeus,  pred.  te  Heeg,  zie  W.  Petraeus. 
Biltius,  Adrianus,  praeceptor  te  Utrecht,  429. 
Biltius,  Joannes  Joannisj  predikant  te  Workum,  137,  138,   195,   196, 

206,  225,  233,  247,  269,  274,  278,  280. 
Blockhoven,  Jan  van,  voormalig  priester  te  Cothen,  301. 
Blatmnendal,  mr.  Joann^,  lid  der  Staten  van  Friesland,  161. 
Blomynenveert ,  Anselmus  van,  predikant  te  Doom,  408,  409,  444. 
Blyethstein,  Joannes  Nicolai,  predikant  te  Bozum,   18,  33,  56,  65,  71, 

Hallum,  85. 
Bodecherus ,  Joannes  Assueri ,  predikant  te  Cothen ,  330 ,  361 ,  41 1 ,  445 ,  447. 
Bogemian  sr.,  Joannes,  predikant  te  Bolsward,   1,  2,  4,  7,  9,  12,  16, 

18,  20,  22,  25,  27,  31—33,  39,  43—45,  56,  65,  66,  69—71. 
Bogennan  jr.,  Joannes,  predikant  te  Sneek,   114,  121,  122,  130,  132, 

Leeuwarden,  144,  145,  159,  160,  178,  187,  195,  225,226,233, 

246,  264,  266,  268—270,  286,  407,  408,  424,  427. 
Bogennan,  Regnerus,  predikant  te  Stiens,  238,  Harlingen,  261,  202,  266. 
Bonga,  Sybrant  van,  ouderling  te  Kimswerd,  254,  262. 
Boni,  Bemardus  Christophori ,  pred.  te  Arum  c.  a. ,  zie  Bauke  Stoffelsz. 
Bootius,  Everhardus,  predikant  te  Utrecht,  296, 297 ,  298, 313,319,324,327. 


474 

Bootsma^  He^sel  tvin,  ouderling  te  Leeuwarden,  216. 

B(MjUffia,  Epo  van,  heerschap  te  KoUum,  94. 

B(/miu8y  Joannes  ArtioJdi,  predikant  te  Overlangbroek ,  ^0,  341,  361, 

ontslagen,  415,  416,  447. 
Borrilitis,  Jaoobus,  (J.  Borrits)  predikant  te  Jorwerd,  233,  240. 
Boschtus,  Petrus,  (P.  Busch)  predikant  te  Zegveld,  330,  342,  Wgk  bg 

Duurstede,  361,  363,  364,  afgezet,  413,  439—442,  446. 
Boutera,  Abraham,  Friesch  predikant,  18. 
Br)f/s,  Lodeuncwf  du,  predikant  te  Zegi^eld,  296,  308,  312,  316,  Kamerijk, 

330,  408,  afgezet,  410,  444,  453—455. 
Brahe,  dr.  Ilenrwus,  (H.  a  Era)  geneesheer  te  Iieeuwarden,  274. 
Brakel,  Comelis  van,  predikant  te  Vreeswyk,  296,  302,  314,  330. 
Brederode,  heer  van,  438,  452. 

Bree,    Gerrii   Hendricksx,  ((ïerardus  a  Bree,  a  Bred)  predikant  te  Wou- 
denberg, 296,  309,  317,  330,  340,  345,  ter  Horst,  407. 
Brifu'Jc,   Hendriek  ten,  (Henricus  de  B.)  predikant  te  Wilnis,  296,  307, 

316,  330,  340,  345,  407. 
Brinckius,  Rverardua,  predikant  te  Leusden,  330. 
Broem,  Ige,  ouderling  te  St.  Niklaasga,  282. 
Broers,  Jan,  ouderling  te  Harlingen,  187,  233. 
Brongersmn,  Bronger,  secretaris  van  Kollumerland ,  94,  180. 
Brouivrrus,  Joannes,  predikant  te  EJemnes,  408,  409,  443,  457. 
Brurhlers,  Hendrik,  ouderling  te  Oldeholtwoude ,   161,   168,  180,  206, 

232,  262. 
Bucholt,  Oerrijt  Gerrijtsx,  ouderling  te  Harlingen,  44. 
Buckhurst,  Thmnas  Sackvtlle  lord,  Engelsch  gezant,  29. 
Burmania,  heerschap  te  Ferwerd,  16. 

Burrnania,  Bocco  van,  grietman  van  Hennaarderadeel ,  216,  225,  233. 
Burmania,  Syiwk  van,  86,  87. 

Buschmannus ,  Henricus,  (H.  Busmannus)  predikant  te  Beers,  78,  110,  114. 
Buscho/f,  Bernardus,  (B.   Buschovius)  predikant  te   Utrecht,  407,  428, 

431,  434,  442,  443,  466,  467. 
Buverden,  Comelis  van,  schepen  te  Utrecht,  407. 
Buwe,  (Bouwe)  voorm.  pastoor  te  Ypekolsga,  182,  188. 
Byyiy  Jacobus,  praeceptor  te  Utrecht,  429. 

C. 

Cabeljau,  Livinus,  predikant  te  Kudelstaart,  294. 

Caesarius,  Henricus,  predikant  te  Uti-echt,  296—298,  313,  316,  317, 
324,  327,  329,  343,  361. 


475 

Camphuysen^  Didei-icniSj  (Dirk  Raphaelsz  C.)  predikant  te  Vleuten,  361, 

afgezet,  420,  421,  448. 
Canter^  jonker  Lambertusy  ouderling  te  Utrecht,  358,  359. 
Cappeüefinan^  Oillis^  predikant  te  Oosthem  en  Folsgara,  33,  45,  78. 
Gaspari^  Benuxrdtts^  predikant  te  Harlingen,  196,  225. 
Cfuiudron^  Carel^  ouderling  te  Amersfoort,  443,  447. 
Christiani,  Bartohmetis ^  praeceptor  te  Utrecht,  429. 
Christophori  ^  Bemard'us^  pred.  te  Arum  c.  a.,  zie  Bauke  StofFelsz. 
Claes^  heer,  priester  te  Kudelstaart,  341. 
Claejix^  AWeri^  ouderling  in  cl.  Dockum,  111. 
Claesz^  Antoniusj  pred.  te  Workum,  enz.  zie  A.  N.  van  Wassenaar. 
Claesxy  Boode,  ouderling  te  Hol  werd,  207,  260. 
CUiesZy  Comdisy  boekverkooper  te  Amsterdam,  zie  C.  Nicolai. 
CUxesx^  Dirckj  burgemeester  van  Dockum,  196,  211. 
Claesz,  Gerief,  ouderling  te  Bolsward,  2. 
Claesx,  Hein,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  136. 
Claesx,  Heyn,  ouderling  te  Morrha,  226. 
Claesx,  Jan,  ingezetene  van  Sneek,  268,  269. 
Claesx,  TJaerdt,  secretaris  van  Bolsward,  43. 
Clant,  Melchior,  pred.  te  Britswerd,  zie  M.  Klant. 
Cieybeuckerus ,  Gerardtis,  pred.  te  Tjerkgaast,  zie  G.  Kleyboker. 
Clinckebyl,  Johannes,  (J.  Klinkebijl)  predikant  te  Witmarsum,  110,  114. 
Coelen,  Pieter  van,  Doopsg.  leeraar,  zie  P.  v.  Keulen. 
Coenes,  Gerrit,  ouderl.  te  Joure,  zie  G.  Koenes. 
Colde,  Hermannus,  pred.  te  Leeuwarden,  zie  H.  Kolde. 
Coüenius,  Hermannus,   (H.  Colenius)  predikant  te  Beetgum,   85,   102, 

Kollum,  215,  238. 
Conradi,  Tittis,  predikant  te  Nes  (cl.  Dockum)  172,  Hantum,  282. 
Conradi,    Wemerus,  (W.  Conraedsz)  predikant  te  Werkhoven,  296,  301, 

314,  330. 
Comelii,  Bemardits,  predikant  in  cl.  Dockum,  121,  137. 
Comelii,  Johannes,  pred.  te  Minnertsga,  zie  J.  C.  Sylvius. 
Cornelii,  Pappius,  predikant  te  Aalsum,  131,  226,  262. 
Comelis,  pred.  te  Harlingen,  zie  C.  Wiggers. 
Comelisx,  Antonis,  schoolmeester  te  Amersfoort,  432. 
Comelisx,  Broer,  burgemeester  van  Workum,  272,  281. 
Cornelisx,  Corneliu^,  ouderling  te  Leeuwarden,  161. 
Gomelisx,  Gerhard,  pred.  te  Bunnik,  zie  G.  C.  de  Vlieger. 
Comelius,  pred.  te  Anjum,  zie  C.  Everhardi. 

Goten,  Gerard  Hermansx  van,  schoolmeester  te  Amersfoort,  431,  432. 
Goudum,  Predericus,  pred.  te  Koudum,  zie  F.  Hegneri. 


476 

Coudum,  Petnis  ^  pred.  te  Deinum,  zie  P.  Sichemius. 

Crack  ^  Hippolytu^^  grietman  van  ^Eng^'irden,  274. 

Cnimus^  Mathias^  predikant  te  Marnim,  141. 

Ciiiper^  Marien  Evertsx^  onwettig  prediker  te  Noord wolde  etc.,  61,  71, 

76,  86. 
Culcmhurg^  graaf  van,  438,  452. 
Cunerus,  Ilübrandus,  predikant  te  Warmenhuizen ,  17. 

D. 

Dael^  Claes  Claesx ,  pastoor  en  prediker  te  Kamerijk,  312,  321. 

Darn^  Filter  van^  ouderling  te  Amersfoort,  358. 

Damman^  Sebastianus^  predikant  te  Zutfen,  345,  357,  360,  407. 

Danielis ,  Anselmus ,  (Amsen  Daniels)  predikant  te  Doom,  296 ,  300, 314, 329. 

Danidia^  Phüippus^  pred.  te  Harlingen,  zie  P.  D.  Eilshemius. 

Danielis,  Tydo,  (ook  T.  D.  van  Dam)  prediker  te  Witmarsum,  81,  96,  142, 

Wons,  142,  Baflo,  146. 
Deytmm,  Petrus,  pred.  te  Deinum,  zie  P.  Sichemius. 
Dibbetiusj  Joannes,  predikant  te  Dordrecht,  345,  358,  359,  407,  424, 

427 ,  430. 
Dircksx,  Anthonius,  predikant  te  Workum,  67,  74. 
Dirckx,  Claes,  ouderling  te  Dronrijp,  89. 
Dirrksx,  IXrck,  burgemeester  van  Sloten,  207,  274. 
Dircksx,  Freerck,  ouderling  te  Wirdum,  234,  274. 
Dircksz,  Jan,  ouderling  in  cl.  Franeker,  196. 
Dircks^ ,  Jan,  schoolmeester  te  Amersfoort,  431,  432,  450,  462. 
Dircksx ,  Ruerdt,  ouderling  te  Sneek,  205. 
IXrcksx,  Wyhe,  ouderling  te  Sloten,  173. 

DominiH,  Abraliam,  predikant  te  Tjerkgaast,  206,  Heerenveen,  226,  274. 
Donia^  Ern^t  Harinxma  run,  grietman  van  Leeuwarderadeel ,  258. 
Donia,  Keimpe  van,  lid  der  Friesche  Staten,  34. 

Donia,  Keimpe  Harinxma  v<in,  lid  der  Friesche  Staten,  261,  263,  264,  279. 
Donteklock,  Ret/nerus,  predikant  te  Delft,  389. 

Doorn,  Baliha.sar  ran,  predikant  te  Abkoude,  296,  305,  315,  330,  341. 
Dorpius,  Joannes,  predikant  te  Tholen,  gestorven  op  reis  naar  Ylst,  13. 
Donylns,  (Duglassius)  predikant  bij  de  Engelsche  kerk  te  Utrecht,  425. 
Douivcs,  Pybe,  ouderling  te  Nqland,  282. 
Doycni,  dr.    Orck  van,  (O.  Doyma,   Oricus  Dohemus)  lid  der  Friesche 

Staten,  11-13,  34,  39,  44. 
Doyixie,  Laes,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  14. 
Drielenhurg ,  Willem  van,  burgemeester  van  Utrecht,  331. 


477 

DungpH,  Cornelius  van^  (C.  Dunpanns)  predikant  te  Baarn,  297,  311,  317, 
Jntfaas,  339,  Utrecht,  407,  426,  434,  442,  443,  448,  452,  467. 

Diiyrewaut,  dr.  Johannes  Petri,  (J.  Petrejus)  predikant  te  Beetgum,  44, 
51,  66,  67,  69,  72—74,  Dronrijp,  88,  89,  94,  98,  100,  101, 
121,  129,  170,  Nijland,  172,  190,  193,  Minnertsga,  281,  282,  289. 

E. 

Eberecht,   Aegiditut^  (A.  Ebrecht)  predikant  te  Bolsward,  101,  121,  122. 

dr.  Ecciusy  inwoner  van  Stiens,  258. 

Eek,  jonker  Dirck  van,  lid  der  Staten  van  Utrecht,  360. 

Eek,  Dyrick  van,  voormalig  pastoor  te  Honswijk,  302. 

Edesz,  Oene,  onderling  te  Sloten,  23,  28,  89,  95. 

Eenooge,  mr.  Aemt,  diiivelbanner  in  Friesland,  134. 

Eenooge,  Jan,  duivelbanner  bij  Harlingen,  134. 

Eevies,  Jacob,  secretaris  van  flemelumer  Oldephaert,  274. 

Eghertsx,  Camelius,  predikant  te  Jutfaas,  296,  308,  316,  Eemnes,  330, 343. 

Egberttis,  pred.  te  Schalsum,  zie  E.  Aerarius. 

Ehlshemius,  Phüippus  Danielis,  predikant  te  Harlingen,   187,  196,  197, 

216,  234,  239,  260,  264. 
Elburgeti^is ,  Johannes,  (J.  Elborch)  predikant  in  cl.  Bolsward  17,  77. 
Elconitis,  Harmen  Harmanni,  Doopsgezind  leeraar  te  Harlingen ,  159,  170. 
Elconius,  Hermannus,  (H.  Eilconis)  predikant  te  Harlingen,  44,  48,  52, 

67,  71,  77,  127,  132. 
Elisabeth,  koningin  van  Engeland,  26,  27,  29. 
Emolenbroeck ,  Cornelius  ah,  (C.  ab  Ematenbroer)  predikant  te  Schalkwijk, 

408,  409. 
Epaetis,  TTlpianus,  predikant  te  Oldeboom,  238,  244,  253,  282. 
Epius,   Ubdus,  predikant  te  Drorrijp,  2,  10,  12,  17,  18,  20. 
Eppe^x,  Allart,  ouderling  te  Makkum,  188. 

Eugalentis,  dr.  Severinus,  ouderling  te  Leeuwarden,  106,  107,  UI. 
Everardi,   Camelitis,  predikant  te  Anjum,  6,  17,  19,  23,  Hol  werd,  57, 

65,  78,  85,  94,  101. 
Everardi ,  Wibrandus ,  (ook  W.  E.  Lycochton)  proponent ,  predikant  te  Me- 

naldum,  248. 
Evertsx,  Eco,  ouderling  te  Leeuwarden,  115. 
Everisx,  Marlen,  pred.  te  Noordwolde,  zie  M.  E.  Cuiper. 
Eysinga,  dr.  Aedo  van,  ouderling  in  cl.  Franeker,  1 ,  6,  in  cl.  Leeuwarden, 

78,  80,  115,  167  noot. 
Eysinga,  mr.  Frans  van,  ouderling  te  Leeuwarden,  88. 
Eysingha,  Jidius  van,  overste  van  het  Friesche  regiment,  261. 
Eytering,  Josias,  (J.  Eiteringius)  predikant  te  Joure,  90,  101,  102,  109. 


478 


F. 

Fabrüim,  Rodolphtut  Pauli^  (R.  P.  Fa^ier)  predikant  te  Sloten,  56,  57, 

Koudum,  102. 
FcUck,  Theodoricus^  onwettig  prediker  te  Boertange,  92. 
FalckOj  Begnerus^  predikant  te  Stiens,  7,  Kubaard,  56,  115. 
Feükema,  Suffridus  Pauli,  misschien  dezelfde  als  S.  Pauli  pred.  te  Heeg. 
Feitzema^  Jelger,  rentmeester  te  Leeuwarden,  67. 
Fercksz^  TJiomas,  ouderling  in  cl.  Sneek,  167. 
Festi,  Rintzius,  predikant  te  Oosterbierum ,  289. 
Feycke^  schoolmeester  te  Blija,  129. 
Feyckesx,  Brettick,  ouderling  te  Hommerts,  115. 
Feychesz^  Lieuwe,  ouderling  in  cl.  Zevenwouden,  137,  144. 
Feyesz^    Rombertus^    predikant    in    cl.    Leeuwarden,    38,    cl.    Dockum, 

54,  73. 
Feytesz^  Jacob^  ouderling  in  cl.  Sneek,  167. 
Feytsma^  Bocke^  grietman  van  Kollumerland,  197. 
Flammitis^  Henricus^  predikant  te  Lippenhuizen,  137,  Parrega,  167. 
Floris^  predikant  in  Friesland,  16. 

Florus^  Comelius,  predikant  te  Wons,  145,  166,  207,  Pingjum,  289. 
Fockens^  Hepke,  grietman  van  Opsterland,  111,  166. 
Fockingitis^  Gerardtis ,  (O.  Vockingius)  predikant  te  Koudum ,  144,  Oosterzee, 

188,  211,  214,  226,  262. 
Folckerij   Oulielmusy  predikant  te  Schalsum,  130,  131,  137,  144,  147, 

St  Jacobi-parochie ,  206—208,  212,  232,  238,  282. 
Foppema,  Sipke^  ouderling  te  Hoogebeintum ,  215. 
Foppii^  Obertus^  predikant  te  Tjerkgaast,  234. 
Frans  ^  pastoor  te  Oenum,  zie  F.  Sybrands. 
Frans  ^  voorm.  pastoor  te  Huins,  zie  F.  Vermaet. 
Fransz,  Frans,  gedeputeerde  van  Friesland,  187,  194,  196,  205. 
Fransz,  Rodmer,  ouderling  te  Sneek,  131,  136. 
Fransz,  Timen,  lid  der  Friesche  Staten,  167  noot  2,  207,  260. 
Frederüd,  haacm,  predikant  te  Utrecht,  329,  334,  343,  361—364,366, 

371,  375,  383,  395,  403,  406. 
Fredericus,  pred.  te  Koudum,  zie  F.  Regneri. 
Fredericus,  pred.  te  Menaldura,  zie  F.  Ysbrandts. 
Frericksz,  Jancke,  ouderling  te  Hol  werd,  216. 
Frisius,  Hero,  pred.  te  Tjummarum  enz.,  zie  H.  Heynes. 
Frisius,  Suffridus  Suffridi,  pred.  te  Deinum,  zie  S.  Suffridi. 
Fuickesz,  Sipke,  ouderling  te  Sneek,  196. 
Fullenius,  Bemardus ,  pre^ksmt  te  Leeuwarden,  81— 83,  91, 101, 105—107, 


478 

121,  129,  137,  157,  162,  172,  195,  203,  206,  208,  212,  216, 
225,  232,  240,  243,  244,  272,  273,  280. 
Fungeri,  dr.  Joannes^  ouderling  in  d.  Bolsward,  33. 

G. 

Oabbesz,  Beenko^  burgemeester  van  Dockum,  42,  94,  216. 

Oalsy  doctor,  duivelbanner  in  Friesland,  134. 

QaUtis,  Antonis  Claesz^  onwettig  prediker  in  Groningeriand ,  86. 

Oandavo^  Carolus  cfe,  pred.  in  een  der  Bilddorpen,  zie  C.  van  Ghent 

Geerkesx,  Wijbren^  ouderiing  te  Bozum,  114. 

GeJdorpiuSy  Oosuinus.  predikant  te  Sneek,  96,  115,  124,  160,  161,  168, 

171,  173,  174,  195,  196,  206. 
Qddorpiua^  dr.  Onias^  ouderling  te  £[arlingen,  115,  121,  172. 
GeUii^  Sixtus^  predikant  te  Metslawier,  157,  167,  Morrha,  187. 
Öen/,  heer  van,  ambachtsheer  te  Blauwkapel,  306. 
Oerardi^   Tammo^  (Tammerus  G.)  predikant  te  Tjallebird  (Aengwirden) , 

137,  161,  Ylst,  180,  193,  215,  225,  240,  241,  246,  274. 
Oerardtis^  N.,  predikant  te  Noord wolde,  103. 
Oerbrandusj  predikant  te  Minnertsga,  20,  24,  58,  72. 
Oerlacus,  pred.  te  Berlikum,  zie  G.  Habbonis. 
Gerolmlus^  Samud^  predikant  te  Lopik,  296,  309,  312,  316. 
Gerritsen,  Floris,  predikant  te  Houten,  296,  302,  312,  314,  Vleuten, 

,        330,  340. 
Gerrüsx,  Leffert,  ouderling  te  Balk,  161,  282. 
Gerrytsx,  Maerten,  ouderling  te  Sloten,  18. 
Gerrytsz,  Marten,  lakenkooper  te  Leeuwarden,  89. 
Gessdms,  Joannesy  gymnasii  rector  te  Amersfoort,  431 — 433,  450. 
Gesselius,  Timannus,  conrector  te  Amersfoort,  431 — 433,  450. 
Geysterant4.s ^  Joannes,  predikant  te  Vreeland,  330,  342. 
GJwmninghy  Jacohus,  secretaris  van  Franeker,  145,  160. 
GJient,   Carolus  van,  (C.  de  Gandavo)  predikant  in  een  der  Bilddorpen, 

18,  21,  32,  33,  35,  39,  St  Jacobi-parochie ,  44,  51,  55,  57,  64. 
Glaesmaecker ,  Jan,  lidmaat  te  Akkrum,  73. 
Gosses,  Jacob,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  85. 
Gosses,  Jan,  ouderling  te  Leeuwarden,  240. 
Gossesz,  Jan,  ouderling  te  Vlieland  Westeinde,  48. 
Gossesz,  Symon,  ouderling  te  Joure,  102,  145,  180,  240,  288. 
Gothofredus,  Alewinus,  (Halew.   Godefridi)  predikant  te  Oostveen,  296, 

305,  315,  319,  324,  327. 
Gaverts,  Pieter,  ouderling  te  Hallum,  282. 


Goyer^  Johan  <fc,  lid  der  Staten  van  Utrecht,  331. 
Oualtlieri^  Fraimsmis^  pre<likant  te  Gasterend,  272,  280,  288. 
Ouli^lmi,  Simf/n,  iiraei-eptor  te  ütrec-ht,  zie  S.  W.  Witfeldt. 

H. 

Uabl/fjniü^  Gerlaeus^  prediker  te  Berlikiim,  53,  Deersiira.  81,  96,  274. 
HachtingiuH^   Regnema^  (R.  Hachting)  predikant  te  Leeuwarden,  88,  89, 

95,  100,  114,  136,  159,  165,  166,  171,  177,  180,  225,274,281. 
Ilculrianns,  predikant  te  Huiziim,  27,  31. 

llnerinchix^  Retfmer,  burgemeester  van  Bolsward,  274,  279,  289. 
HoPM^  Gabriel  cfe,  predikant  te  Heinelum,  188. 
Ha  f  hacker^  Oth  Jansz^  ouderling  te  Vreeswyk  (de  Vaart),  442. 
Hamels  mr.  Gerrit^  advocaat  der  Staten  van  Utrecht,  331. 
Hamel ^  Johan ^  Becretaris  van  Amersfoort,  432. 
HanUiy  dr.  Severinus,  ouderling  in  cl.  Dockum,  84. 
Hania^  dr.  Suffridus^  ouderling  in  cl.  Dockum,  85,  in  cl.  Leeuwarden,  171. 
Hansy  Wt/pke^  ouderling  te  Heeg,  188. 
HarcOj  Andreas,  predikant  te  Roordahuizen ,  73. 
Hardetüferg y  Jacohus^  predikant  te  Harmeien,  297,  330. 
Hardrnberg^  Petrus^  (P.  Hartenbergius)  predikant  te  Franeker,  121,  130, 

Makkum,  180,  195. 
Hardevelt,  WiUem  van^  burgemeester  van  Amersfoort,  .345,  357. 
Harinrx^  Sible^  predikant  te  Oudemirdum,  103,  109. 
Harinyttx ,  Jie.yrier^  (Rijmert  H.)  burgemeester  van  Sneek  ,216, 233 ,  254, 262. 
Harinxnta^  Ernesius  van^  zie  E.  H.  van  Donia. 
Harinx7na  van  Donm,  Keimpe^  zie  K.  van  Donia. 

Hannannij  Wamioldus,  (ook  W.  M.  Busch)  predikant  te  Oosterzee,  145. 
JfamiPusx,  Gerben,  ouderling  te  Bolsward,  110. 
HarNiefisx^  Gerryi^  ouderling  te  Dockum,  88. 
nannens\,  Jurian^  ouderling  in  cl.  Franeker,  121. 
Harritius^  Petrus^  predikant  te  Bolsward,  67,  71,  zie  ook  P.  Berck. 
Hattemius^  Joannes^  (J.  Hattumensis)  alumnus  Gelriae,  126,  predikant  te 

Sloten,  195. 
Haveikainp^  Franciscus,  pred.  te  Oldeholtpade ,  zie  F.  Avercampius, 
Hat/p^x,  Sjerck^  ouderling  te  Oosterbierum ,  207,  274. 
HajiP^sx^  Sijholiy  ouderling  te  Woudsend,  131,  240. 
HcHoris^    Wibrandus,  (ook  W.  H.  Hofman)  predikant  te  Oudwoude,  248. 
He^maira^  Taco  vauj  ouderling  te  Kimswerd,  226. 
Heervkesx^    Wybrant^  (W.  Harckesz)  ouderling  te  Bozura,  121,  122,  145, 

171,  177,  196,  226,  239,  253,  262. 


481 

Heertna^  Joost  van,  ouderling  in  cl.  Dockum,  121,  129,  130. 

Hegiua^  Suffridtcs,  pred.  te  Heeg,  zie  S.  Pauli. 

Heines,  WiUem,  ouderling  te  Bolsward,  282. 

Helioderus,  Johannes,  262,  moet  z^n  Joh.  Schroderus,  pred.  te  Makkum. 

Helmichius,  Oerardtis,  predikant  te  Veenendaal,  330,  335,  .338,  345,  356, 

358,  407,  426,  427,  430,  434,  443,  449,  466. 
Helmichius,  Wemerus,  predikant  te  Utrecht,  293. 
Helmont,  Absalon,  (A.  Helmontanus)  predikant  te  Kudelstaart,  296,  307, 

316,  330,  341,  345,  407,  Harmeien,  448. 
Helsdingen,  EUert  van^  bxu'gemeester  van  Utrecht,  295. 
Helsdingen ,  mr.  Steven  van ,  raadsheer  in  het  Hof  van  Utrecht ,  363 ,  364. 
Hempenitis,  Vincentius  Jacobi,  predikant  te  Lekkum,  226,  253,  261. 
Hendrick,  voormalig  priester  in  Utrecht,  299,  321. 
Hendricksx,  Jurian,  ouderling  te  Leeuwarden,  121,  122,  134. 
Hendricksx,  Luytxen,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  84. 
Hendricksx,  Marlen,  ouderling  in  cl.  Sneek,  129. 
Hendricksx,  Peter,  ouderling  te  Rhenen,  443. 
Hetidricksx,  Wibrant,  ouderling  te  Franeker,  65,  77,  80,  115. 
Hendricx,  mr.  Jan,  ontvanger  der  beneficialia  in  Friesland,  130,  254. 
Hennci,  Wemerus,  predikant  te  Ankeveen,  345,  407,  Vreeland,  427. 
Heppigiïis,  Johannes,  predikant  te  Langweer,  159,  Burum,  172. 
Herconis,  Theodoricus,  (Theodorus  Harcko)  predikant  in  cl.  Leeuwarden, 

14,  33,  35,  Komjum,  38,  39,  58,  59,  64—67,  Hantumhuizen , 

77,  78,  94. 
Herdenberch,  Aemt,  ouderling  te  Leeuwarden,  96. 
Here^x,  Ynte,  ouderling  te  Dronrqp,  129. 

Hermanni,  Harmen,  Doopsg.  leeraar  te  Harlingen,  zie  H.  H.  Elconius. 
Hemianni,  Jodocus,  predikant  te  Wolvega,  112. 

Hermanni,  Petrus,  predikant  te  Dockum,  224,  226,  afgezet,  273,  288. 
Hermannu^s,  pred.  te  Berlicum,  zie  H.  Liiinga. 
Hermanmes,  predikant  te  Herbaijum,  33. 
Hennansx,  Beernt,  schoolmeester  te  Amersfoort,  432. 
Hennansx,  Oerrü,  schoolmeester  te  Amersfoort,  450. 
Hettinga,  Homme  van,  ouderling  te  Sneek,  234,  237,  Ylst,  247. 
Heukdum,  Joannes,   (J.   Heuchlum,    Hokelum,  Hueckelen)  predikant  te 

Nijland,  18,  23,  29,  40,  55,  56,  58,  81,  88,  89,  UI,  122,  130, 

136,  137,  290. 
Heyne^,  Hero,  (ook  H.  Frisius)  predikant  te  Tjummarum,  8,  Dongjum,  37, 

41,  42. 
HiclUmnunus ,  Jofiannes,  predikant  te  Ysbrechtum,  207,  Nijland,  274. 
Hiddesx,  Sybrant,  ouderling  in  cl.  Sneek,  78. 

Acta  syn.  proviiic.  VI.  31 


482 

Hiddinffius^  Emestus,  (E.  Hidding)  predikmt  te  Blga,  113. 

UidfJiuSy    Ckristophoru^ ,    predikant   te   Ngkerk   (Oustdongeradeel)  ^    196^ 

197,  225. 
Hierontpni,  Carnelius^  cand.  theol.,  predikant  te  Morrha,  244. 
Hüarii,  Livitis^  predikant  te  Temaard,  282. 
Hübraruli,  Joamnes^  (J.  Hilbrands)  predikant  te  Ysbrechtum.  21.  23,  28, 

29,  31,  39,  40,  44,  45,  55,  56,  Temaard,  77,  78.  81,  85,  87, 

Hqlaard,  96,  98,  100,  101,  115,  Ooeterlittens ,  123,  125,  Dronrijp, 

137,  138,  145,  147,  162,  167,  170,  203,  208.  211,  223. 
HUlesZy  Agge,  (Aggaeus  Hillaeus)  predikant  te  Warrega,  62,  118. 
Hüien,  Ant,  van,  (A.  v.  ffillen)  griffier  der  Staten  van  Utrecht,  366,  423. 
Hinckena,   Benficus^    predikant   te   Berliknm,  89,  95,   145,   160,    172. 

Britsum,  186,  204,  205,  211,  212,  214. 
Hommiusy  Festus,  (F.  Hommeri)  predikant  te  Dockum,  110,  Iieiden,  286, 

regent  van  het  Statencollegie  aldaar,  433,  434,  451. 
Hommius,  Sixtus,  predikant  te  Wirdura,  240,  289. 
Hommius,  Wyhrandus^  (W.  Homeri)  predikant  te  Schraard,  160,  188. 
Honerhringa,  Hieronynius,  (H.  Hoenderbringer)  predikant  te  Sexbierum, 

127,  130,  143,  158,  Oosterlittens ,  172,  178,  186,  190,  193,  194, 

216,  Huizum,  244,  247,  260,  266,  269. 
Hooghforst,  Nicolaus,  predikant  te  Soest,  448. 
Homhoven,  A.,  secretaris  van  Amersfoort,  441,  442. 
Homhovius,  Antomus,  predikant  te  Werkhoven,  361,  afgezet,  414,  447. 
Hottingha,  Jofuin  van,  grietman  van  Barradeel,  143,  158. 
Hotzenius,  Oellius,  pred.  in  cl.  Bolsward,  zie  G.  Snecanus. 
Hotzesz,  Steven,  onderling  te  Jjeeu warden,  215. 
Houten,  Jan  van,  voormalig  pastoor  in  Utrecht,  302,  321. 
Hoytesx,  Djorre,  predikant  te  Oudega  in  Wijmbritzeradeel ,  140,  141,  146, 

161,  162. 
Huigensx,  Jacob,  (J.  Hugonis,  Huges)  predikant  te  Hagestein,  296,  302, 

314,  330,  340,  342,  345,  358,  407,  443. 
Hnysnian,  Bartlioldus ,  (B.  Husmanniis)  predikant  te  Ee,  207,  216,  239, 

272,  281. 
Hydoraeus,  Balthaxar,  pred.  te  Hantiim,  zie  B.  Amemius. 
Hylkesz,  Focke,  inwoner  van  Ylst,  49. 

I. 

Idxarda,  mr.  Meynardiui,  grietman  van  Weststellingwerf,  240,  252,  264. 
Ilstanus,  BVedericus,  predikant  te  Britsum,  14,  16,  23,  30 — 32. 
Ishramii,  mr.  Eco,  onderling  te  Stiens,  137,  144,  180,  195. 
Isefidoom ,  Frederik  Hermansz  van ,  oud.  te  Wijk  b.  D. ,  zie  Ysendoom. 


Jacobsx 
Jacohsz 


iSÈ 


J. 

Jacob,  voormalig  priester  te  Eemnes,  311,  321. 

Jacobi,  Vincentius,  pred.  te  Lekkum,  zie  V.  J.  Hempenins. 

Jacohsz,  Alhari,  lid  der  Friesche  Staten,  23,  27,  43,  8G,  87,  110. 

Jacobsx,  Epo,  ouderl.  te  Franeker,  zie  E.  J.  Juckema. 

Jacobsx,  ffeyn,  ouderling  in  cl.  Franeker,  14. 

Jacobsx,  Jacob,  ouderling  te  Dockum,  19,  115,  146. 

,  Oc/ro,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  67,  81. 

,    Wybe,  ouderling  te  Franeker,  88,   96,   121,   161,   172,   207, 

226,  burgemeester,  259. 
Jaeobus  Jorwerd,  zie  J.  B.  Schotanus, 
mr.  Jan,  voormalig  pastoor  te  Bunnik,  301. 
Jan,  voormalig  priester  te  Amersfoort,  311,  321. 
Janckesx,  Dyrck,  ouderling  in  cl.  Sneek,  111. 
Janiculus,  Jacobiis,  onwettig  prediker  in  Drente,  183. 
Jansen ,   Lamberi ,  predikant  te  Schingen ,  222  -  224 ,  afgezet ,  228 ,  234 , 

237,  238,  245,  255,  272,  277,  284. 

Jafisx,  Alberi,  ouderling  te  Scherpenzeel ,  137,  172. 

Jansx,  Amelinck,  inwoner  van  Dockum,  63. 

Jafisx,  Carel,  ouderling  te  Dockum,  207,  262,  275. 

Jansx,  Oerrit,  onwettig  prediker  te  Oppenhuizen ,  223. 

Jansx,  öerryt,  hoedemaker  te  Sneek,  43,  56,  65,  81,  102,  110. 

Jansx,  G^sbert,  ouderling  te  Bolsward,  161,  188,  226. 

Jansx,  Hendrick,  ouderling  te  Dockum,  180. 

Jansx,  Hero,  ouderling  te  Franeker,  77,  81,  82,  84,  89. 

Jansx,  Hiiibert,  ouderling  in  cl.  Franeker,  74. 

Jansx,  Jacob,  ouderling  te  Jelsum,  196. 

Jansx,  Jan,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  131. 

Jansx,  Jan,  schoolmeester  te  Amersfoort,  462. 

Jansx,  Louw,  ouderling  te  Wijnaldum,  161. 

Jansx,  Fieter,  lidmaat  te  Heeg,  90,  94,  100. 

Jansx,  Sa£cke ,  ouderling  te  Winsum,  67. 

Jansx,  Sybe,  ouderling  te  Beetsterzwaag ,  172. 

Jansx,  Symen,  ouderling  te  Leeuwarden,  172. 

Jansx,  Tyerck,  ouderling  in  cl.  Sneek,  89. 

Jansx,  Willeen,  schoolmeester  te  Amersfoort,  431,  432. 

Jarichius,  Petrus,  predikant  te  Wommels,  33,  111. 

Jarichsx,  Ilenne,  ouderling  te  Staveren,  85. 

Jaspersx,  His,  ouderling  te  Tjerkgaast,  167,  188,  226,  238,  262. 

Jasper sx,  Tjaüing,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  110. 

3i* 


484 

JaMperus^  pred.  te  Winsum.  zie  J.  Petri  Stokman. 

Jedeax^  Lycke,  ouderling  te  Workum,  226. 

Jeüesx ,  Elecke ,  ouderling  in  cL  Bolsward ,  145. 

JelUjtx,  Juieke^  ouderiing  in  cl.  Bolsward,  234. 

Jelmerffx,   Claes^  (C.  Jelmerinckz)  ouderling  te  Sneek.   19,  23,  40,  55, 

67,  85,  115. 
Jelmernx^  Jan^  ouderling  te  Heerenveen,  196,  205,  216. 
Jelmersx^  Reyner^  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  65. 
JeUinga,  Oatxe,  ouderling  te  Kollum,  186,  232,  234. 
Jdtynga^  Buwo^  secretaris,  ouderling  in  d.  Dockum,  57,  65,  81. 
Jeteax^  Ilemme,  ouderling  te  Oaast,  205. 
Jippesz^  Syl>e^  ouderling  in  cl.  Franeker,  274. 
Joanniff^  Assueruji^  (misschien  A.  J.  Bodechenis)  predikant  te  Baarn,  3.30, 

338,  361,  afgezet,  412,  413,  445. 
Joannvf^  Aucke,  ouderling  te  Sneek,  80,  96,  137,  234. 
Joannis^  BcUthasar^  pred.  in  Scherpenzeel ,  zie  B.  J.  Stuyfzand. 
Joanniü ,  Christianus ,  (Christiaen  Jansz)  predikant  te  Vinkeveen ,  296 ,  306 , 

316,  Schalkwek,  330,  341. 
Joanniü^  Comeliiis,  predikant  in  cl.  Bolsward,  239. 
Joannis^    (Jomdius^    predikant   te   Oudelemmer,    103,    106,    109,    131, 

167,  178. 
Joannut^  Focco,  predikant  te  Holwerd,  253. 
Joannvt^   Henricus,  predikant  te  Amersfoort,  296,  298,  313,  324,  327, 

329,  343. 
Joannis^  Joannes ^  praeceptor  te  Amersfoort,  431,  432,  450. 
Joannis^  Joannea^  predikant  te  Bom  werd,  89. 
Joannvi^  Joannes^  (ook  J   J.  Balk)  predikant  te  Harig,  105,  262. 
Joannvi^  Michael^  schoolmeester  te  Oudeschoot,  111. 
Joannis,  Nicolaws^  (ook  N.  J.  Monsma)  predikant  te  Berlikum ,  129,  216,  253. 
Joanniü,  Paulus^  predikant  te  Gaast,  196,  215. 
Joannis,  Roucke,  (Rochus  J.  Snecanus)  predikant  te  Blija,  259. 
Jofinnis^   Rumoldus^  (Rorabert  Jansz)  predikant  te  Kortehoef,  296,  3u4, 

315,  330,  345,  407. 
Joannis,  mr.  Stephantis ,  ouderling  in  cl.  Sneek,  78. 
Joannts^  S^iffridus^  ouderling  te  Bolsward,  114,  180. 
Joannvi,  Wibrandtts ,  pred.  te  Lutkewierum,  zie  W.  J.  Meppel. 
Joannis,   IVybrant,  (W.  Johaens)  ouderling  te  Marrum,  240,  289. 
Joansi,  Claeü,  ouderling  in  cl.  Sneek,  23. 
Joansz,  Derck^  predikant  te  Weisrijp,  27. 
Jochems^  Tlunnas,  ouderling  in  cl.  Franeker,  282. 
Jochumsx^  Joïian,  lidmaat,  39. 


485 

Johannis  Snecanus,  Daniël^  predikant  to  Berguin,  167,  172,  206,  rector 

te  Sneek,  245,  246,  249,  255,  afgezet,  266—273. 
Johannis,  Flormtius,  predikant  te  Sneek,  145,  160,  167,  172,  204,  205, 

226,  239,  240,  244,  246,  252,  253,  261,  262,  264,  266,  268—272. 
Joïuinnis,   Qerbrandus,  predikant  te  Wqk  bq  Duurstede,  296,  299,  314. 
JoJiannis,  Nicolaus,  pred.  te  Rinsmageest ,  zie  N.  J.  Waalwijk. 
Johannis  Snecanus,  Paulus,  predikant  te  Wijnaldum,  170. 
Jonge,  Pieter  I ieters  de,  ouderling  in  cl.  Franeker,  282. 
Jouroïm,  TuUius,  (Tjalle  Joukesz)  predikant  te  Oosterlittens ,  2,  14,  16, 

44,  52,  55,  85. 
Juckema,  Epo  Jacobsz,  (ook  Ipe  J.)  burgemeester  van  Franeker,  1,4,  18, 

20,  23,  39,  57,  85,  87,  lid  der  Staten,  137,  145,  157,  158,  187, 

205 ,  233 ,  247 ,  262 ,  263 ,  290. 
Junius,  Franciscus,  professor  theol.  te  Leiden,  98. 
Juriansx,  Suirt,  ouderling  in  cl.  Sneek,  23. 

K. 

Kempe^^,  Syuerdt,  ouderling  in  cl.  Zevenwouden,  234. 

Keielins,  Nicolaus,  predikant  te  Woudenberg,  448. 

Kenkn,  IHcter  van,  (P.  v.  Colen,  Coelen)  Doopsgezind  leeraar,  87,  92,  123. 

Klant,  Melchiar,  (M.  Clant)  predikant  to  Britswerd,  78,  86—88,  Woudsend, 
102,  109,  131. 

Kleyhoker,  Gerard,  (G.  Cleibeukenis ,  Clebekerus ,  etc.)  predikant  te  Tjerk- 
gaast,  102,  109,  136,  145,  167,  186,  Oosthem,  226,  247,  266. 

Klinckeb^'l,  Johannes,  pred.  te  Witmarsum,  zie  J.  Clinckebijl. 

Klinckhamer ,  Johannes,  (J.  Clinckhamenis)  predikant  te  Joure,  180,  195, 
240,  260,  272,  280,  281. 

Klinckliamer,  Theodorus,  predikant  te  Haskerhorne,  225. 

Kniphisanus,  Johannes,  predikant  in  cl.  Zevenwouden,  144. 

Koenes,  Gerrii,  ouderling  te  Joure,  161,  216. 

Kolde,  Hermannus,  (H.  Colde,  Coude)  predikant  te  Leeuwarden,  1^,11, 
78,  80,  84,  85,  100,  110,  111,  114,  121,  161,  196,  265. 

Kuiek,  Camcliiis  IHeters,  ouderling  »opt  Bildt^',  Friesland,  188. 

L. 

Lamberti,  Ilajo,   predikant  te   Dockum,    171,   180,  afgezet,  232,   273, 

287 ,  288. 
Lamberti,  dr.  Jochim,  secretaris  van  Leeuwarden,  282. 
Lamberisx,  Steven,  schoolmeester  te  Utrecht,  430. 

Langerofjck,  Christopiwrus,  predikant  te  Uarmelen,  301 ,  afgezet,  417 ,  448. 
Langius,  Johannes,  predikant  te  Utrecht,  407,  426,  439,  443,  466. 


486 

Laurensz^  Engbert^  inwoner  van  Harlingen,  197. 
Laurensz^  Oooytien^  onderling  in  cl.  Zeven  wouden ,  1G7. 
Laureniius^  schoolmeester  te  Worknm,  5,9,  Makkiim,  28,  45. 
Laurman,  Martinus^  (M.  Lauerman,  Lauremannus)  predikant  te  Ylst,  2, 

6,  17,  23,  29,  Sneek,  32. 
Laurman^  Martiniis^  predikant  te  Bergum,  282. 
Ledenberch^  Oillis  de,  secretaris  der  Staten  van  Utrecht,  295 — 297,329, 

331,  336. 
Lemmms,  dr.  Simon,  ouderling  in  cl.  Dockum,  137. 
Leonardi,  Henricus^  ouderling  in  cl.  Bolsward,  114. 
Leonintuf,  Carfidius^  predikant  te  Maartensdijk,  330,  335,  338,  Bunschoten, 

448 ,  456 ,  457 ,  460—462 ,  464. 
Levinck,  Lambertus,  (L.  Levinus,  Levius)  predikant  te  Balk,  67,  74,  de 

Lemmer,  90. 
Leycesier,  Bobert  Dudley  graaf  van,  20,  22,  290,  293. 
Ldeuwesx,  Lieuwe,  inwoner  van  Franeker,  224,  229,  234,  245. 
Lieuwesx,  Wipner,  burgemeester  van  Sloten,  272,  280,  289. 
Linden ,  Ilenricus  Antonides  van  der ,  prof.  te  Franeker ,  zie  H.  Antonidcs. 
Lindenius,  Joannes,  predikant  te  Langweer,  90,  92,  95,  106,  112. 
Ldndenius,  JolvanncJi,  predikant  te  Mijdrecht,  296,  306,  316,  Kockengen, 

330,  341,  342,  345,  383,  407,  408,  442,  462. 
Lindenius,  Paulus,  predikant  te  Soest,  361,  afgezet,  417,  448. 
Lollius,  wqlen  predikant  op  't  Bildt  (St.  Jacobi-paroehie)  128. 
Lontius,  leeraar  te  Utrecht,  429. 
Lubbertua,  dr.  Sibrandus,  (S.  Luberti)  tqdelijk  predikant  te  Leeuwarden,* 

10,  12,  16,  professor  te  Franeker,  33—35,  85—87,  235. 
Lucae,  Joannes,  voorlezer  en  schoolmeester  te  Kapelle,  433,  450,  451. 
Ludolphi,  Henricwi,  predikant  te  Oppenhuizen,  103. 
Luinga,  Hertnannus,  predikant  te  Berlicum,  2,  14,  18,  22,  23,  25,32, 

40,  Sneek,  43,  44,  56,  65,  67,  70,  77,  78,  81,  84. 
Luugeri,  D.  Joïmnnes,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  18. 
Luytjensx,  Frans,  predikant  te  (Jaast,  80. 

Lycklama,  Mntie,  (Rincke  L.)  ouderling  te  Oudeschoot,  240,  274. 
Lycochion,   Wibr,  Everardi,  pred.  te  Menaldum,  zie  W.  Everardi. 
Lydius,  dr.  Martinne,  professor  te  Franeker,  34,  39,  43,  85 — 87. 
Lyranus,  Tammo,  (T.  Leranus)  ontslagen  predikant  in  cl.  Dockum,  128, 

143,  146,  181,  188,  197,  207,  224,  247,  260. 

M. 

Maccovius,  dr.  Johannes,  professor  theol.   te   Franeker,  238,  241,  246, 
254,  262,  265,  266,  268—270. 


487 

Maes^  Hendrick^  schoolmeester  te  Amersfoort,  432. 

Mandeivijl^  Bemardus^  predikant  te  Goïnga,  234,  253,  282. 

Mamix  van  St.  Aldegonde^  Philips^  67,  83. 

Marien^  voorm.  pastoor  in  Friesland,  189. 

Matthiae^  Amolditë^  (ook  A.  M.  Siderius)  predikant  te  Stiens,  258. 

Mehen^  Eilardus  van^  predikant  te  Harderwijk,  345,  407. 

Meinardi,  Henrieus,  predikant  te  Wijkei,  100,  106,  108,  109. 

Meinertsz^  J^o,  ouderling  te  Leeuwarden,  95,  129,  136. 

Melanchton^  Philippus,  14. 

Mdbomaeus  ^  Joannes^  predikant  te  Oldeholtpade ,   131,   161,  166,  171, 

Langweer,    172,    187,    188,    195,    208,    216,    234,    247,    262, 

265,  269. 
Mdisz^  Jelle,  ouderling  te  Staveren,  196. 
Mellaeus,  Cyricus^  predikant  te  St.  Anna-parochie ,  196,  Sneek,  216,  233, 

234,  239. 
Mdlenia,  Menno^  inwoner  van  Franeker,  4. 
Men^onis^  Sybrandus^  rector  te  Bolsward,  90,  95. 
Meppel^  Joannes^  (niet  J.  Elburgensis) ,  predikant  te  Bolsward,  23,  28, 

32,  40,  44. 
Meppel^  Wibrandus  Joannis^  predikant  te  Lutkewierum,  248 — 250. 
Meriensx^  Hendrick^  predikant  te  Eemnes,  297,  311,  317. 
Messemaker^  Jurgen^  ouderling  te  Franeker,  114. 
Melden,  Joannes^  (J.  Metelum)  predikant  te  Twqzel,  167. 
Meynertsx^  Funger,  ouderling  te  Bolsward,  85. 
Michidsx^  Jurien^  ouderling  te  Bozum,  226. 
Michielsz^  Jurien,  burgemeester  van  Sneek,  232,  274. 
Mickiehx,  Michid^  ouderling  te  Joure,  95,  186. 
Midddfhoinwi ^  Floreniius^  predikant  te  Kamerijk,  444. 
Modaeus^  Laureniius^  predikant  te  Wqk  bij  Duurstede,  329,  335,  343, 

345 ,   356 ,  358 ,  360 ,  383 ,  407 ,  408 ,  426 ,  427 ,  435 ,  439 ,  442 , 

443,  456,  461,  466. 
Moded^  Hennannus^  predikant  te  Utrecht,  293. 

Moerlingius^   Gimlterus,  (G.  Morlingius,  Muerlingius)  predikant  te  Burg- 
werd, 85,   95,   Workum,  96,  114,  130,  131,  Grouw,  160,  161, 

166,  188. 
MoU^  Joannes^  ouderling  te  Sneek,  33,  40,  74,  77,  195. 
MoUius,  Adrianus^  praeceptor  te  Amersfoort,  431,  432. 
Monachius^  Joannes,  predikant  te  Bunschoten,  361,  afgezet,  417,  418. 
Monsma^  Nicolaiis  Joannis^  pred.  te  Berlikum,  zie  N.  Joannis. 
Moy^  Jacob  Jacohsx^  predikant  te  Bunschoten,  296,  309,  317,  330. 
MudentAs^  RtulolphuH^  praeceptor  te  Utrecht,  429,  450. 


488 

Mulei'ius,  dr.  Nicolauft^  (N.  Mollerius)  geneesheer  te  Harlingen,  82. 
Muysholiuat^  Ahrcümm^  predikant  te  Breda,  425. 

N. 

JV.,  burgemeester  te  Workum,  84. 

Naeranus^   Samael,  predikant  te  Amersfoort,  861 — 364,  366,  371,  375, 

383,  395,  403,  406. 
Nannings^  Jan^  ouderling  te  Harlingen,  177. 
Nassau,  graaf  Wülem  Lodetv^k  van^  stadhouder  van  Friesland,  20,  21, 

23—27 ,  33—35 ,  39 ,  43 ,  46 ,  57 ,  186 ,  224 ,  259. 
Nauia^  mr.  Augiusivnus^  ouderling  in  cl.  Sneek,  2. 
Nederlagiiis ^  Hermannu^ ^  proponent  te  Utrecht,  434,  451. 
Nederlagius^    Joannes^    predikant    te    Woudenberg,    361,   afgezet,   417, 

418,  448. 
Niclaes,  pastoor  te  Kamerijk,  zie  Claes  Claesz  Dael. 
Nicolai,  Anlonius^  pred.  te  Workum  enz.  Zie  A.  N.  van  Wassenaar. 
Nicolai^  Comelius,  boekverkooper  te  Amsterdam,  17,  24,  41. 
Nicolai^   Idxardu^s^    predikant  te  Franeker,   77,  85,  89,  lOl,  114,  115, 

121,  145,  166. 
Nifolai,  Jaricus,  predikant  te  Tjerkwerd,  40,  56. 
Nicolai,  Johannes,  pred.  te  ïlauwerd  enz.,  zie  J.  N.  van  Wassenaar. 
Nirolatus,  van  Oldeboom,  alumnus  Frisiae,  284. 

Nyejihuys,  Alberius,  predikant  te  Burgwerd,  180,  216,  253,  272,  281. 
Nyenrode^  heer  van,  collator  der  kosterij  te  Breukelen,  304. 
Nyevelt^  jonker  Amold  van^  heer  tot  Teckop,  331. 
Nypoori^    Guühelmus   Henriet  a,  (Wilh.   Nieupoort)  predikant  te  Zeist, 

329,  343,  Utrecht,  361. 

O. 

Obhes,  Asse,  (A.  Ubbens)  grietman  van  Uaskerland,  111. 

Obbonis^  Timannus^  predikant  te  Kimswerd,  233,  234,  274. 

Ockosx^  Dyrck,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  6,  burgemeester  van  Harlingen, 

44,  55. 
Olfardus  JV. ,  pred.  te  Ferwerd,  zie  O.  Belida. 
Oostelanus^    Hendricus^   (H.    Ostelanus)    predikant   te   Achlum,    95,   96, 

Stiens,  131,  Kornjum,  215. 
Oostcrhecck^  Andreas ^  (Andries  van  O.)  predikant  te  Montfoort,  296,#99, 

314,  327. 
Oosterham  ^  llenricus^  predikant  te  O  vermeer,  330. 


489 

Oosterzce ,  Betfïierus  van ,  predikant  te  Soest ,  330 ,  342 ,  Biinnik ,  afgezet , 

408—410,  444,  454,  455,  460. 
Oortcampius ,  Amoldus,  predikant  te  Amersfoort,  296,  298,  313,  316, 

317,  329,  335,  337,  338,  343,  345,  357—360,  371,  383,  407, 

426,  427,  430,  443,  445,  457,  461. 
Oranje^  Maurits  prins  van^  261,  293. 
Oftinga,  Syhrandt^  grietman  van  Wonseradeel,  204. 
Ollonis,,  Egbertus ,  ^TediksLnt  te  Nichtevecht,  330, 345, 407 ,  Werkhoven,  447. 
Omlius,  Hbo,  predikant  te  Nichtevecht,  296,  304,  315. 
Ovemey,  Joannes,  (J.  Ovomeus,  Averneus)  predikant  te  Goinga  etc.,  67, 

88,  101,  Wijnaldum,  111,  Haskerdijke,  173,  180,  205,  215,253. 
Oijen,  Christiaen  van,  predikant  te  Neerlangbroek,  296,  301,  314,  330, 

345,  407. 

P. 

Papma,  Henricus,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  96. 

Papma,  Sybrandu.9,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  122. 

Paraeus,  David,  professor  te  Heidelberg,  389,  390. 

Pauli,  Suffridus,  (S.  Hegius,  misschien  S.  P.  Feitkema)  predikant  te  Heeg, 

14,  17,  21,  24,  27,  30,  31,  45. 
Pauw,  Willem,  schout  te  Kortehoef,  443. 
Pellio,  Andreas,  predikant  te  Joure,  109,  110. 
Petraeus  Btllandinuff ,    Wyhrandus,  (W.   Petri)  predikant  te  Heeg,  166, 

172,  173,  178,  180,  188,  207,  208,  239,  270,  282. 
Petrejus,  Ihigo,  (H.  Petri,  Snecanus)  predikant  te  Oosterwierum ,  122,  145, 

167,  180,  181,  187,  211,  232,  253,  261. 
Peirejufi,  Johannes,  (J.  Petri)  pred.  te  Beetgura,  zie  J.  P.  Duirewout. 
PetH,  Johannes,  predikant  te  Witmarsum,  21,  23,  45. 
Petri,  Theodoricus,  predikant  te  Kollum,  94,  120. 
Philippus,  pred.  te  Harlingen,  zie  P.  D.  Eilshemius. 
Philochronus ,  Joannes,  proponent  in  Utrecht,  433,  434,  451. 
Phoca^i,  mr.  Remherlus,  ouderling  te  Nieuwland,  96,  114. 


'M 


Pieiers 

Pietersx 

Pietersz 

Pietersi 

Pietersx 

Pietersx 

Pièlèrsx 

Pietersx 


Alhert,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  55. 

Ueere,  ouderling  in  cl.  Dockum,  6,  18. 

Henric,  predikant  te  Vlieland  Oosteinde,  48. 

Hilkbrant,  ouderling  te  Nijkerk,  Oostdongeradeel ,  289. 

Jan,  ouderling  in  cl.  Dockum,  282. 

Joost,  predikant  te  Jutrqp  c.  a.,  11. 

Sybrant,  ouderling  te  Aalsum,  136,  196,  281. 

Sybrant,  ouderling  in  cl.  Dockum,  115,  131,  144,  167,  187, 


225,  262,  272. 


490 

Pietersx^  Sybrant^  ouderling  te  Sybrandahuis ,  159,  172,  178. 

Pktersx^  Willem^  ouderling  in  cl.  Franeker,  138. 

Pistoriiis^  Joannes^  predikant  te  Langerak,  448. 

Pitius,  Samuel,  predikant  te  Soest,  297,  310,  317. 

Plecker,  Vincent  de,  predikant  te  Wirdum,  64,  89. 

Pollets,  ChmelitiSj  predikant  te  ter  Aa,  297,  316. 

Poppes,  Aesge,  ouderling  te  Gbëngarijp,  253. 

Porcelius,  Joannes,  predikant  te  ter  Aa,  408,  411,  445. 

Prevostius ,  Bariholomaeus ,  (B.  Provoostius)  predikant  te  Vreeswijk ,  361 , 

363—365,  afgezet,  417,  448. 
Proot,  Elberi,  voormalig  priester  te  Baarn,  311,  321. 
Puppias,  Hermannuü,  predikant  te  Uemelum,  97,  lil,  118. 
Pjlhesx,  Baucke,  inwoner  van  Ylst,  49. 
Pybesx,  Baiicke,  ouderling  te  Witmarsum,  117,  160. 
Pt/rs,  Anne,  ouderling  te  Kortezwaag,  188. 

R. 

Puasfeld,  Henrieus  van,  (H.  Raetsfeldius)  predikant  te  Amerongen,  329, 

343,  345,  407. 
Radaeus,  GeUius,  (Gillis  van  den  Rade)  statendrukker  te  Franeker,  86. 
liaphanuji,  Gerardtis,  predikant  te  Marsum,  56,  57,  62,  64,  72. 
Raveaway,  Joannes,  predikant  te  Jutfaas,  408,  409. 
Reen,  llessdu.s  Alberti,  predikant  te  Midluin,  161,  170. 
Regneri,  Daminictus,  predikant  in  cl.  Zevenwouden,  173. 
Regneri,   Fredericus ,   (F.   Coudum)  predikant  te   Koudum,   56,   67,   77, 

Britswerd,  89,  110,  111. 
Regneri,  Gualtcrus,  (Wouter  Reinors)  predikant  te  Kouduin,  207. 
Regneri,  Nicolau^,  (ook  N.  R.  Salverda)  predikant  te  Ried,  239. 
Reifiers,  Aelttjen,   predikant  te  Hindeloopen,   131,   172,  177,  185,  234, 

Workum,  253. 
Reinersx,    Tymen,  ouderling  te  Workum,  77,  121,  137,  138,  145,  171, 

106,  204. 
Reitses,  Rinnert,  ouderling  in  cl.  Dockum,  161. 
Reyenga,  Steven  Jansen,  ouderling  te  Leeuwarden,  225. 
Reynersz,  Gerryt,  ouderling  in  cl.  Franeker,  144. 
Reynersx ,  Hotxe,  schoolmeester  te  Jelsum,  19. 
Reyntiesx,  Gert,  ouderl.  in  cl.  Dockum,  zie  G.  Rinsesz. 
Reytses,  Revimert,  (Romraert  R.)  ouderling  in  cl.  Dockum,  121,  239. 
Rhede,  jonker  Godert  van,  heer  van  Nederhorst,  406. 
Ribbius,  Hermannus,  predikant  te  Bolsward,  262. 


491 

Ridder^  Herbetius,  predikant  te  Beetsterzwaag ,  172,  190. 
Riddershach^  Jan  Jansz^  burger  en  proponent  te  Utrecht,  455,  456. 
Riddershach^    Wilhelmus^    predikant   te   Tuil   c.  a. ,   361,   afgezet,   414, 

415,  447. 
Rienisdyck^  Herman  van^  schoolmeester  te  Utrecht,  430. 
Riencksz^  Jochem,  ouderling  te  Sneek,  211,  268,  269. 
Rinnerts,  Oert^  ouderling  te  Engwiemm,  172. 
Rinsesx^  Oeri^  (Ö.  Reyntsesz)  ouderling  te  Ee,  161,  171,  239. 
Rippertus^  Sixtus^  predikant  te  Franeker,  1,  4,  6,  10,  16,  18,  22,  39, 

43,  49,  51,  57,  63,  80,  82,  290. 
Rodolphij  Joannes,  predikant  in  cl.  Bolsward,  33. 
Rodolphtis^  pred.  te  Ytens,  zie  R.  Uiterwqk. 

Roethuys^  Thomas^  (Th.  Roothusius)  predikant  te  Bolsward,  77,  84. 
mr.  Rombertiis^  rector  te  Sneek,  zie  R.  S.  Bergumanus. 
Ronimerts^  Jacob^  ouderling  te  Makkum,  136. 
Rommerts^  Simon,  ouderling  te  Hitzum,  216. 
Rammius ,  Joannes  Antonii ,  predikant  te  Odijk ,  408 ,  afgezet,  411 ,  Luthersch 

predikant  te  Hagen  bij  Norden,  444,  445. 
Roarda,  Abraham  van,  lid  der  Friesche  Staten,   161,   181,   199,  206, 

233,  274. 
Roorda,  Popko  van,  ouderling  te  Orouw,  102,  105,  122,  206,  226. 
Rauckesz,  Joannes,  (J.  Rochus,  Raucus)  predikant  te  Sneek,  12,  22,  27, 

31,  33,  44,  89,  111,  290. 
Ruardus,  pred.  te  Leeuwarden,  zie  R.  Acronius. 
Ruffelaer,  jonker  Jacob  van,  ouderling  in  cl.  Dockuin,  275. 
Runia,  Symon  Jansx,  lid  der  Friesche  Staten,  181,  240,  252. 
Ruiger s.  Toenis,  ouderling  te  Staveren,  172. 
Rmviel,  heer  van,  te  Breukelen,  zie  Am.  v.  iEssewijn. 
Ryckewaert,  Caroltis,  predikant  te  Utrecht,  329,  343,  361 — 363. 

.s. 

Saeekesx,  Lyckle,  apotheker  te  Bolsward,  88. 

Saeckma,   dr.  Johannes,  (J.   Sakama)  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  145, 

158,  159,  165,  166. 
Sageiius,  Coenradus,  (ook  C.  Sagerius)  predikant  te  Doorn,  444. 
Salmius ,  mr.  Afiselmtis ,  pensionaris  van  Utrecht ,  360 ,  407 ,  442. 
ScUverda,  Nicolaus  Regneri,  pred.  te  Ried,  zie  N.  Regneri. 
Sande,  JoMnnes  van  den,  ouderling  te  Leeuwarden,  206,  208,  264. 
Sandius,  raadsheer  in  het  Hof  te  Leeuwarden,  186. 
Sapma,  Dominicus,  predikant  te  ter  Aa,  330,  343. 


492 

SappcDta^  Binneri^  (Bernaert  S.)  lid  der  Staten  van  Friesland,  114,  173, 

234,  237. 
Sartorius^  Johannes^  predikant  te  Beetsterzwaag,  216,  Buitenpost,  273, 

279,  285. 
Schade,  mr.  Jan,  (Johan  van  S.)  lid  der  Staten  van  Utrecht,  295,  331. 
Schngefi,  Daniël,  predikant  te  Lopik,  433,  448. 
Srhanenius,  Wilhelmus,  ouderling  in  cl.  Franeker,  138. 
Scheltema,  Syho  van,  ouderling  te  Leeuwarden,  42,  44,  77. 
Sclieltes,  Scfielte,  ouderling  te  Minnertsga,  289. 
ScJieltonius ,  dr.  Meinardu^*i ,  ouderling  in  cl.  Dockum,  121. 
Schindel,  Anionitis  Gerrytsx  van,  lidmaat  te  Sneek,  50. 
Schorel,  Vicior,  voormalig  pastoor  in  Utrecht,  302,  321. 
Schot,  Johan,  ouderling  te  Joure,  225. 

Schotanus,  Oelliu^,  med.  dr.,  predikant  te  Wons,  41,  204,  209. 
Scivotanus,  Jacobus  Bemardi,  predikant  te  Jorwerd,  42,  Roordahuizen , 

95,  102,  167. 
Sithotamis,  Meynardtm,  proponent  in  Friesland,  244. 
Schotanus,   Wü}ielnt.u8,  predikant  te  Wons,  282. 
Schotcnus,  Johanne.s,  predikant  te  Tuil  c.  a. ,  330,  341. 
Schroderus,  Johannes,  (niet  J.  Helioderus)  predikant  te  Makkum,  262. 
Schroer,  Hayco,  ouderling  in  cl.  Dockum,  67. 
Schuiringa,  Bariholdus,  (B.  Schuring)  predikant  te  Leeuwarden,  12,  22, 

23,  27,  40,  42,  44,  58,  64,  65. 
Schumnan ,  Jlenricus ,  predikant  te  Sexbienim ,  23 ,  56. 
Schwartxenberg ,  Oeorge  Wolfgang  baron  thoe,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden, 

145,  160,  196. 
Segerman,  Jan  Ohyshertsx,  schoolmeester  te  Utrecht,  430. 
Segermannus ,  Joannes,  (J.  Zegerman)  predikant  te  Westbroek,  330,  345, 

407,  443. 
Serapius,  Johannes,  predikant  te  Tjerkwerd,  282. 
Severinu^  N.,  ouderl.  te  Leeuwarden,  zie  S.  Eugalenus. 
Seystius ,  Aegidhis,  pred.  te  Zegveld,  zie  A.  Zeystius. 
Sihrandi,  Albaius,  predikant  te  Beers,  23,  24,  28,  29,  31,  32,  46. 
Siburg,  Rutgerus  van,  predikant  te  Amersfoort,  294. 
Siccama,  dr.  Sibrandus,  lid  der  Staten  van  Friesland,  114. 
Sk'hentitui,  Petrus,  (ook  P.  Deynura  en  P.  Coudum)  predikant  te  Deinum , 

1,  2,  7,  18,  22,  23,  28,  290. 
SiUgineus,  Theodoni^,  predikant  te  Veenendaal,  296,  303,  314. 
Simonsz,  Hanne,  ouderling  te  Sneek,  260. 
Simonsx,  Jacob,  ouderling  in  cl.  Bolsward,  77. 
Sipcke,  ouderling  te  Oosterzee,  211. 


493 

Sipkesx^  Freerck,  ouderling  te  Nes  in  Westdongeradeel ,  94,  137. 

SipkesZy  Sythüy  ouderling  te  Workura,  45. 

Sixti^  Oellius,  (Ö.  Sixtinus)  predikant  te  Gaast  c.  a.,  afgezet,  104,  113. 

Sixtus^  pred.  te  Franeker,  zie  S.  Rippertus. 

Sjoerdsx,  Anne^  (A.  Siurdsz)  burgemeester  van  Bolsward,  45,  55,  69,  71. 

Sjotiekesx^  Sjottcke^  ouderling  te  Marnim,  216,  247,  260. 

Sjuerdsz,  Sjuerd^  ouderling  te  Workum,  215. 

Slosius,  Thoffins^  predikant  te  Vleuten,  448. 

S?iecantcs,  Danid^  pred.  te  Bergum  enz.,  zie  D.  Johannis. 

Stiecanus^  OeUius^  (Jellius  Hotzenius,  Hotzes)  predikant  in  cL  Bolsward, 

2,  ontslagen,  4,  5,  12,  16,  19,  20,  22,  25,  27,  34,  38. 
Sneeanu^^  Hugo  Petri^  pred.  te  Oosterwienim ,  zie  H.  Petrejus. 
Snecanus^  Rochus  Joannis,  pred.  te  Blija,  zie  R.  Joannis. 
Sopingiius^  Adolfus^  predikant  te  Longerhouw,  240. 
Sojnngiius,    Oodefridu^  ^  predikant  te  Tjerk  werd,  90,  100,  114,  Longer- 
houw,   129,    144,    Bolsward,    161,    171,    188,    204,    216,   225, 

232,  235. 
Sopingius^  Nicolaus,  predikant  te  Utrecht,  294. 
Speenhoven,  Johanne^s,  (J.  Speenhovius)  predikant  te  Utrecht,  296,  298, 

313,  324,  327—329,  331,  332,  343,  344,  361-365. 
Spixerusj  Adolphus^   predikant  te  Zeist,   296,  300,   314,  Houten,  330, 

343,  345. 
Sprenger,  Johannes^  (J.  Springenis)  predikant  te  Leeuwarden,  17,  23,  24, 

27,  30,  38. 
Staimaji^  Thomas^  predikant  te  Oosterend,  10,  38. 
Stangerus^  Andreas^  predikant  te  Dockum,  2,  4,  12,  afgezet,  20. 
Stapert^  lid  der  Staten  van  Friesland,  216. 

Stedum^  Eghertus^  predikant  te  Abkoude,  361,  afgezet,  417,  418,  448. 
Stellingwerf^  Ahelus,  schoolmeester  in  Friesland,  54. 
Steven^  voormalig  priester  te  Overlangbroek ,  299,  301,  312,  321. 
Stevens^  Jochem^  ouderling  te  Bolsward,  81,  102,  167,  195. 
Stevens  j  Willem,  ouderling  te  Harlingen,  95. 
Stevens,  Willem,  ouderling  te  St.  Jacobi- parochie ,  67,  81. 
Stoffelsz,  Bauke,  (Bemardus  Christophori,  ook  B.  C.  Boni)  predikant  te 

Arum  en  Kimswerd,  8,  Oosterend,  85,  LoUura,  129,  131,  134. 
Stokman,  Jasperus  Petri,  predikant  te  Winsum,  72. 
Strick,  mr.  Johan,  lid  der  Staten  van  Utrecht,  442,  448,  463. 
Stulenius,  Engelhertus,  (E.  StuUenius)  predikant  te  Hantuui,  89,  115. 
Stuyfzand,  Balthasar  Joannis,  predikant  te  Scherpenzeel ,  282. 
Suffridi,  CHricus,  ouderling  te  Bolsward,  172. 
Suffridi,  mr.  Bamberttis,  rector  te  Sneek,  zie  R.  S.  Bergumanus. 


494 

Stifjridi  Frisitis^  Suffridus^  predikant  te  Makkum,  101,  102,  110,  Deinum, 

137,  145,  157. 
Swaerdecroon ^  gyranasii  rector  te  Utrecht,  428. 
Swalrmu^^  He?iricus^  predikant  te  Delft,  345. 
Swalvs,  dr.  0/to,  (O.  Swaelwa)  secretaris  van  Leeuwarden,  4,  12. 
Sweersx^  Johan^  predikant  te  Cothen,  296,  300,  314. 
Sweeris^  Andries^  ouderling  te  Sneek,  216,  253,  270. 
Sybesx^  Sybe^  ouderling  in  cl.  Sneek,  111. 
Sybrandi,  Hüarius,  predikant  te  Anjiim,  96,  137,  161,  186,  187,  207, 

216,  234,  262,  274,  281. 
Sybrandi^  Meinardus,  pred.  in  cl.  Franeker,  zie  M.  S.  Vomelius. 
Sybrands,  heer  Frans,  vroeger  pastoor  te  Genum,  17. 
Sylmv-s,  Joanties  Comelii,  predikant  te  Sondel,  96,  Minnertsga ,  97 ,  101, 

102,  110,  Sloten,  131,  136,  137,  157. 
Symansx,  Menno,  Fundamentboek  van,  34,  165,  194,  201. 
Sytsnia,  Douwe,  ouderling  in  d.  Leeuwarden,  18. 
Sytziesx,  Sipko,  ouderling  te  Dockum,  89,  94. 

T. 

Taconis,  Laurentius,  predikant  te  Akknim,  240,  259,  288. 

Taeckesz,  Michiel,  ouderling  te  Beetgum,  96. 

Takesx ,  Oene,  burgemeester  van  Bolsward,  129. 

Taurinus,  Franciscus,  predikant  te  Maarsen,  361,  afgezet,  417 ,  418,  448. 

Taurinus,  Jacobus,  predikant  te  Utrecht,  296,  298,  313,  314,  324,327, 

329,  332,  343,  344. 
Taytcs,  Johannes,  predikant  te  O  vermeer,  297,  305. 
Tebhingitis,  Amoldtis,  predikant  te  Komjum,  122. 
Teunisz,    Oerbrand,    (Gerben    Toenis)   ouderling   te    St.   Jacobi-parochie , 

211,  216. 
Teyonis,  Focco,  predikant  te  T  wij  zei,  235. 
Theodori,  Henric^us ,  praeceptor  te  Amersfoort,  431,  432. 
T^iomae,  Rombert,  (R.  Thomas)  burgemeester  van  Bolsward,  239,  240,  246. 
Thomae,  Thmnas,  predikant  te  Jelsum,  233,  234,  239,  273. 
Thylnianmis ,  Sygenis ,  predikant  in  cl.  Franeker ,  misschien  Dronrgp ,  33. 
Thys,  7).,  inwoner  van  Sneek,  269. 

Thysx,  Dirck,  lid  der  Friesche  Staten,  173,  225,  227,  233. 
Thysx,  Jan,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  18. 
Tïmannus  N,,  geschrift  van,  83,  misschien  dezelfde  als  T.  Obbonis. 
Tïmensx^  Sioeri,  ouderling  te  Workum,  180. 
Tjabberen,  Maihias ,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  114. 


495 

Tjaertsz^  Boert  ^  ouderling  te  Oldeboom,  196. 

Tjepckesx^  Sieverty  ouderling  in  cl.  Dockura,  131. 

Tjercksx^  Focke^  secretaris,  ouderling  in  cl.  Dockum,  55,  57,  63. 

Trigland^  Jacobus,  predikant  te  Amsterdam,  407,  424,  427,  430. 

Tuüius^  pred.  te  Oosterlittens ,  zie  T.  Jouconis. 

Tyemmefi^  Hans^  ouderling  in  cl.  Sneek,  122. 

Tyercks^  Allert^  (A.  Tjertsz)  predikant  te  Sexbienim,  17,  19,  24,  .38,  41. 

Tymens^  Frans  ^  ouderling  te  Oudeboom,  274. 

Tyssen^  Dirck,  ouderling  te  Sneek,  85. 

Tysz^  Styntie,  ouderling  te  Oosterzee,  226. 

7^5^,  Tjercky  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  101. 

U. 

Uhbens^  Asse^  grietman  van  Haskerland,  zie  A.  Obbens. 

Ubdt^  StefaniLs^  (S.  übelius)  rector  te  Dockum,  77,  111. 

Udenians^  Oodefridus^  predikant  te  Zierikzee,  345,  352,  356 — 358,  407, 

424 ,  428 ,  431 ,  434 ,  435. 
Uiterwijky   Rodolphiis^  predikant  te  Ytens,   41,  Burgwerd,  50,  51,  80, 

120,  124. 
TTldrioi,  Hero,  (H.  ülckes,  Wlkes)  predikant  te  Oudkerk,  253. 
Ulenborg^  Rombertus^  burgemeester,  ouderling  te  Leeuwarden,  80. 
Urckesz^  Sybe^  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  56 — 58,  62. 

V. 

Valck,  Petrus,  predikant  te  Langerak,  330,  361,  416,  Zegveld,  447,  448. 

Velsen,  Comelis  Alberts  van,  schoolmeester  te  Utrecht,  430. 

VeÜhuysen,  Dirck  Jacobsz,  ouderling  te  Utrecht,  442. 

Fcno,  dr.  Johannes  de,  ouderling  te  Leeuwarden,  238. 

Verlwuwel,  Joannes,  predikant  te  Eik,  453,  467. 

Vemiaet,  Frans,  voorm.  pastoor  te  Huins,  182,  189. 

Vetehius,  Bemerus,  predikant  te  Harlingen,  32,  33,  34,  30. 

Victor,  voorm.  pastoor  in  Utrecht,  zie  V.  Schorel. 

Vlieger,  Oerardus  Comelii  de,  predikant  te  Bunnik,  296,  301,  314,  330. 

Vochingius,  Oerardtis,  pred.  te  Koudum,  zie  G.  Fockingius. 

Vonielitcs^   Meinardus   Sibrandi,  predikant  te  Schalsum,  138,  165,  215, 

226,  249,  253,  262. 
Vomelius',  Petrus  Sibrandi,  predikant  te  Herbaijura,  131,  103,  171,  186, 

207,  233,  234,  237,  272,  273,  281. 
Vomelius,   Sibrandus,  predikant  te  Pietersbierum ,   10,  12,  10,  18 — 20, 

22,  25,  34,  38,  39,  42-44,  49—51,  57,  63,  Oosterbierum ,  67, 


496 

71,  72,  74,  77,  81—84,  86,  90,  99,  121,  129,  147,  157,  158, 

162,  163,  170,  290. 
VorsHus^  Conradus^  ontslagen  professor  te  Leiden,  451. 
Vos^  Pieier  de^  ouderling  te  Ylst,  216. 

Voscii^'l ,  Everardns ,  (Evert  Voeskuill)  predikant  te  Vreeland ,  296 ,  304 ,315. 
Voss^  Joannes^  predikant  in  cl.  Sneek,  28,  29,  31,  32. 
Vrijdach^  Hendrik^  ouderling  te  Leeuwarden,  180,  234. 

W. 

Waalivijkj  Nicolau.s  Jokannvi^  predikant  te  Rinsmageest,  161,  180,  211, 

234,  275,  289. 
Wael^  jonker  Adolfvan^  heer  van  Moersbergen,  295,  331. 
Wallingh^  dr.  Nicolaus^  ouderling  in  cl.  Dockura,  238. 
Waltha,  Hobho  van,  (H.  van  Waltingha)  grietman  van  Franekeradeel ,  101, 

111,  131,  136,  171. 
WanmaJcer,  Benjamin,  predikant  te  Lopik,  361,  afgezet,  418,  419,  448. 
Wartmans,  Popke,  ouderling  te  Kollum,  146,  253. 
Wassenaer ,  Antoniu^  Nieolai  van ,  (A.  Nicolai ,  Anthonys  Claesz)  predikant 

te  Workum,  4—7,  9,  10,  12—14,  18,  20,  22,  23 ,  25 ,  27 ,  Leeu- 

warden,  46,  Stiens,  49—51,  56—58,  81,  83,  84,  290. 
Wassenaer,  Johannes  Nicolai  van,  (J.  Nicolai,  Claesz)  predikant  te  Rauwerd, 

8,  9,  Hallum,  14,  15,  17,  19,  23,  27,  32,  Dockum,  44,  55,  67, 

73,  74,  84,  95,   111,   121,  141,  143,  144,  166,  178,  190,  194, 

198,  205,  211. 
Wassenberg,   Petrus,  (P.  Wassenburgius)  predikant  te  Amersfoort,  407, 

426,  443,  440,  450,  460,  461,  466. 
Wai^e^s,  Watxe,  ouderling  te  Winsum  (cl.  Franeker),  187,  254. 
Weüinck,  Henricus,  predikant  te  Balk,  5. 

IVelsmg,  Henricus,  predikant  te  Maai^nsdijk,  361 ,  afgezet,  419,  420,  448. 
Wdsing,  Isaaek,  (L  Willsing)  predikant  te  Amerongen,  296,  300,  314. 
Wesierbergh,  A,,  alumnus  der  Staten  van  Utrecht,  451. 
Westertnan,  Adam,   predikant  te   Staveren,   145,   173,  205,   2.34,   2.37, 

Oosterlittens ,  247,  269. 
Westerman,  Aïberius,  predikant  te  Vrouwen-  of  St.  Jacobi-parochie ,  11. 
Wever,  Jan,  ouderling  te  Dockum,  95. 
Wihiiis ,  Sixtu-s,  predikant  te  Marrum,  72. 
Wigerst,  Marien,  ouderling  in  cl.  Zevenwouden,  101,  131. 
Wiggerts,  Comelius,  (C.  Wigeri,  Vicheri)  predikant  te  Harlingen,  1,  17, 

21,  27. 
WUhelmi,  Antonius,  predikant  te  Temaard,  196,  197,  239,  241. 


497 

Wilhelmi^  Gerardus^  predikant  te  Grouw,  zie  G.  Besten. 

Wühelmi,  Jarichius,  predikant  te  Achlum,  111,  136,  167,  226,  274. 

Wilhelmij  Jeremias,  predikant  te  Zeist,  345,  407. 

Wühelmij  Johannes^  ouderling  in  cl.  Dockum,  14. 

Wülem^z^  Dirck,  ouderling   »opt  Bildt",   188,  St.  Anna-parochie ,  253, 

272,  280. 
Willemsx^  Dirck,  burgemeester  van  Harlingen,  67 ,  85,  87 ,  166,  180,  186, 

194,  232,  238. 
Wïüemsz^  Dirck,  ouderling  in  cl.  Leeuwarden,  57,  137. 
WiUemsz^  Jarich^  burgemeester  van  Sneek,  84,  101,  102. 
Willeni^z^  Jeranymii^'^  (Jeroen  W.)  ouderling  te  Franeker,  160,  196,  216. 

239,  259,  260. 
Wülemsz^  Steven^  ouderling  te  St.  Anna-parochie,  172,  178. 
Wirixfeld^  Johannes,  (J.  Wurtzfeldius)  predikant  te  Rhenen,  296,  298, 

314,  329,  334,  335,  338,  343,  345,  352,  356,  358,  383,  407, 

427,  443. 
Wirixfeld^  Wilhelmus ^  predikant  te  Rhenen,  294. 
Wisses^  Wabbe^  (W.  Wyssens)  oudasUng  in  cl.  Leeuwarden,  102,  111. 
Witfeldt^  Simon  Wilhdmi^  praeceptor  te  Utrecht,  429,  430,  450. 
Wolieri^  Francisms^  pred.  te  Oosterend,  zie  F.  Gualtheri. 
Wouter sx^  Jan^  schoolmeester  te  Amersfoort,  432. 
WoutersZj  Jan^  ouderling  te  Franeker,  167,  180. 
Wijarda^  Keimpe^  (K.  Yiarda)  lid  der  Friesche  Staten,  145,  161,  196, 

205,  211. 
Wyarda^   Sivert  Kempes^  (Sjourdt   W.)  ouderling  te  Akkrum,  206,  247, 

253,  272,  280. 
Wijbes^  Oedts,  ouderling  te  Franeker,  102. 
W^besj  Oetxe^  ouderling  te  Harlingen,  239,  241. 
JVybes^  Bein,  lid  der  Staten  van  Friesland,  188. 
Wyckel,  Piecke,  lid  der  Staten  van  Friesland,  282,  286—289. 
Wegers,  Ilendrick,  (H.  Wichers,  Wiggers)  burgemeester  van  Sneek,  145, 

166,  180,  186,  215,  225,  240,  262,  268,  269. 
Wyisonius^  Joliannes^  predikant  in  cl.  Dockum,  235. 
Wtetibogaert ,  Joannes,  294,  297,  319,  331,  332,  336,  344. 
Wienham^  jonker,  te  Vleuten,  340. 
Wtenwael,  J. ,  notaris  te  Utrecht,  371. 

Y. 

Yd^^z^  Sybrafitj  ouderling  te  Balk,  6. 

Ylslanus^  Fredericus^  pred.  to  Britsum,  zie  Ilstanus. 

AcCa  syn.  provinc,  VI,  32 


498 

Ysbrands^  Fredericus^  (F.  Isbrandi)  predikant  te  Menaldum,  20,  58. 
Ysendoom^  Frederik  Hennansz  van^  ouderling  te  Wqk  bq  Duurstede, 
315,  443,  456,  461. 

Z. 

Zegerman^  Johannes^  pred.  te  Westbroek,  zie  J.  Segermannus. 

ZeysHu^^   Aegidius^   (M,  Seistius)   predikant  te  Zegveld,  361,  afgezet, 

417,  448. 
Zuagemiu^ ,  Christoplwrus  Hiddius ,  (C.  Suagemus)  predikant  te  Holwerd , 

190,  Nykerk,  260. 
Zylius^  Bodolphm,  predikant  te  Maarsen,  330,  340,  343,  Utrecht,  361. 


REGISTER  YAN  PLAATSNAMEN. 


Aalsum,  136,  196,  226,  262,  281. 

Abbega,  186. 

Abcoude,  296,  305,  815,  821,  822,  330,  341,  361,  417,  425,426,448. 

Achlum,  95,  96,  186,  226. 

Achtkarspelen ,  84. 

Aengwirden,  84,  159,  161. 

Akkrum,  73,  240,  247,  253,  280,  288. 

Ameland,  26,  117,  168,  176,  183,  189,  190,  198. 

Amerongen,  296,  800,  814,  320,  822,  828,  329,  348,  345,  407,  425. 

Amersfoort,  294,  295,  296,  297,  298,  310,  311,  313,  815,  316,  319, 
821,  324,  827,  329,  343,  845,  358,  859,  361,  364,  407,  425, 
428,  481,  433,  443,  447,  450,  456,  457,  458,  460,  461,  462,  464. 

Amstelland,  340. 

Amsterdam,  17,  24,  68,  221,  805,  316,  318,  821,  407,  425,  427. 

Amsweer,  21. 

Anjum,  6,  17,  44,  57,  96,  161,  186,  187,  207,  216,  284,  262. 

Ankeveen,  312,  323,  845,  407,  425. 

Anna-Parochie  (St),  172,  178,  196,  253,  280. 

Arum,  8. 

Baarn,  297,  311,  317,  821,  330,  861,  412,  425,  445. 

Balk,  5,  6,  55,  67,  74,  161,  262,  282. 

Bedum,  64. 

Beers,  32,  110,  111. 

Beetgum,  44,  66,  67,  74,  96,  102. 

Beetsterzwaag ,  172,  196,  216. 

Bellingwolderzijl,  92. 

Bergum,  167,  172,  206,  282. 

Berlikiim,  2,  14,  18,  22,  23,  32,  58,  89,  129,  216,  253. 

Bildt  (het),  23,  44,  67,  89,  111,  128,  188,  211. 

Blaricum,  811,  321. 

32* 


500 

Blauwkapel,  306. 

Blesse,  280. 

Blqa,  61,  129,  259. 

Boer,  130,  254. 

Bolsward,  1,  2,  5,  6,  12,  14,  17,  18,  19,  22,  23,  24,  25,  28,32,33, 
37,  38,  39,  40,  41,  43,  44,  45,  50,  51,  55,  56,  59,65,67,69, 
70,  71,  74,  77,  80,  81,  83,  84,  85,  88,  89,  90,  95,  96,  101, 
102,  104,  110,  111, 112,  114,  117,  118,  120,  121,  122,  123,  124, 
126,  129,  130,  131,  135,  136,  137, 141,  142,  144,  145,  146,  148, 
149,  160,  161,  164,  165,  166,  167,  168,  171,  172,  173,  174,  180, 
181,  182,  183,  185,  188,  190,  192,  194,  195,  196,  201,  202,  205, 
207,  208,  209,  210,  211,  213,  215,  216,  219,  221,  225,  226,  227, 
230 ,  232 ,  234 ,  236 ,  237 ,  239 ,  240 ,  241 ,  244 ,  247 ,  253 ,  257 ,  258 , 
260 ,  262 ,  260 ,  272 ,  274 ,  275 ,  276 ,  281 ,  282 ,  283 ,  285 ,  286 ,  288 , 
289. 

Bomwerd,  89. 

Bourtange,  92. 

Bozum,  56,  80,  95,  101,  102,  114,  121,  145,  160,  161,  173,  180,  196, 
216,  226,  253,  262. 

Braband,  220. 

Breukelen,  296,  304,  315,  425,  426,  433,  434. 

Britsum,  14,  23,  32,  186,  205,  211,  212. 

BritBwerd,  78,  89,  111. 

Buitenpost,  96,  159,  273,  279. 

Bimnik,  296,  301,  314,  330,  409,  410,  425,  444,  454,  460. 

Bunschoten,  296,  309,  317,  322,  330,  361,  417,  425,  448,  456,  457, 
460,461,462,464. 

Burgwerd,  50,  51,  180,  185,  216,  253,  281. 

Burum,  172. 

Conincksvrij ,  331. 

Cothen,  296,  300,  314,  321,  322,  330,  301,  411,  425,  445,  447. 

Dantumadeel ,  84. 

Deersum,  96,  274. 

Deinum,  1,  2,  7,  22,  137,  290. 

Delft,  345. 

Denmercken  (Demmerik?),  316. 

Dokkum,  2,  4,  6,  11,  12,  14,  17,  18,  19,  20,  21,  22,  23,24,25,26, 
33,  38,  39,  40,  41,  42,  44,  54,  55,  50,  57,  61,  63,64,05,60, 
67,  71,  72,  73,  74,  75,  76,  77,  78,  80,  81,  84,  85,88,89,90, 
94,  95,  96,  98,  100,  101,  102,  110,  111,  114,  115,  120,  121, 
123,  128,  129,  131,  133,  136,  137,  139,  141,  142,  143,  144, 145, 


501 


146,  150,  154,  156,  157,  161,  162,  166,  167,  169,  171,  172,  175, 
178,  180,  181,  186,  187,  188, 190,  194,  195,  196, 197,  201,  205, 
207,  208,  209,  210,  211,  212,  215,  216,  217,  220,  221,  224,  225, 
226,  227,  228,  232,  234,  235,  238,  239,  247,  248,  253,  258,  259, 
260,  261,  262,  272,  273,  274,  275,  277,  279,  281,  282,  285,  286, 
287,  288,  289. 
Dongeradeel,  88,  94,  289. 
Dongjiim,  37. 

Doorn,  296,  300,  314,  322,  329,  409,  425,  444. 

Dordrecht,  22,  25,  52,  55,  67,  68,  69,  133,  135,  140,  144,  151,  152, 
176,  261,  273,  278,  279,  345,  358,  359,  364,  407,  408,  430,  465. 
Drente,  183. 

Dronnöp,  2,  17,  88,  89,  101,  105,  121,  129,  137,  208,  211,  237,238. 
Duitschland,  47,  220. 
Ee,  78,  171,  207,  216,  239,  281. 

Eembrngge  (ter  Eem),  297,  311,  321,  330,  361,  412,  425,  445. 
Eemnes,  317,  321,  330,  343,  409,  425,  443. 
Eemnes-binnen ,  297,  311. 
Eeranes-bniten ,  297,  311. 
Emden,  29,  03,  118,  184,  190,  193,  445. 
Engeland,  26,  27,  29,  47,  290. 
Engwierum,  172. 
Ferwerd,  16,  61,  73. 
Ferwerderadeel ,  253. 
Ferwoude,  104,  215. 
Folsgare,  45. 

Franeker,  1,  4,  6,  7,  8,  10,  14,  16,  17,  18,  19,  22,  23,  25,  26,  28, 

29,  31,  33,  34,  35,  37,  39,  41,  42,  43,  44,  46,48,49,52,53, 

•55,  56,  65,  67,  72,  73,  74,  77,  79,  80,  81,  82,84,85,86,87, 

88,  89,  95,  96,  101,  102,  103,  106,  108,  110,  111,  114,  115,  118, 

120,  121,  122,  126,  127,  129,  130,  131,  132,  134,  135,  136,  138, 

142,  143,  144,  145,  146,  147,  148,  157,  158,  159,  160, 

164,  165,  166,  167,  169,  170,  171,  172,  175,  176,  177, 

181,  183,  184,  186,  187,  188,  189,  190,  191,  193,  196, 

203,  205,  207,  208,  209,  211,  213,  214,  215,  216,  219, 

223,  224,  225,  226,  227,  229,  232,  233,  234,  235,  238, 

242,  244,  245,  246,  247,  248,  250,  252,  253,  259,  260, 

268,  272,  274,  277,  281 ,  282,  284,  285,  286,  289,  290, 

420 ,  454 ,  455. 


139,  140 
161,  162 
178,  180 
197,  198 
220,  222 
239,  240 
262,  266 
412,  415 

Frankrijk,  47. 

Friens,  118. 


502 

Friesland,  316,  427. 

Friesland  (Oost-),  45,  445. 

Gaast,  80,  104,  196,  205. 

Gaasteriand,  9,  28,  177. 

Gelderiand,  126,  192,  200,  339,  346,  385,  386,  426,  448,  449,  452, 
453,  466,  467. 

Genura,  17. 

GFerfscop,  463. 

Goënga,  67,  234,  253,  282. 

Goïngarijp,  253. 

Gooi  (het),  312,  321,  425. 

Gouda,  176. 

Goutum,  62,  64,  73,  94,  118. 

'sGravenhage,  20,  22,  26,  35,  41,  45,  54,  67,  80,  87,  96,  99,  133, 
142,  152,  153,  173,  176,  290,  293,  297,  331. 

Groenewoud  (huis),  301. 

Groningen  (prov.),  62,  64,  77,  83,  85,  86,  98,  142,  146,  254. 

Groningen  (stad),  86. 

Grouw,  11,  59,  75,  105,  161,  188,  206,  226,  259. 

Grijpskerk,  28. 

Haariem,  307. 

Hagen  (Oost-Friesl.) ,  445. 

Hagestein,  296,  302,  314,  321,  322,  330,  340,  342,  345,  358,  407, 
425,  443. 

HaUum,  8,  9,  14,  15,  19,  32,  40,  281,  282,  289. 

Hantum,  89,  282. 

Hantumhuizen ,  67,  78,  94. 

Harderwijk,  345,  407. 

Harich,  97,  105. 

Hariingen,  1,  7,  8,  19,  32,  39,  43,  44,  48,56,57,63,65,67,70,  71, 
75,  77,  80,  84,  85,  87,  88,  90,95,96,101,110,  115,121,127, 
130,  132,  134,  138,  139,  140,  149,  159,  160,  166,  170,  172,  178, 
180,  186,  187,  194,  196,  197,  203,  209,  216,  220,  225,  227,  232, 
239,  241,  249,  250,  252,  254,  260,  261,  262,  264,  266,  269,  280. 

Harraelen,  297,  330,  301,  417,  425,  426,  448. 

Haskerdijken ,  173,  205,  215,  253. 

Haskerhorne,  225. 

Heeg,  14,  30,  31,  90,  94,  95,  100,  166,  172,  173,  178,  180,  188,  207, 
208,  270,  282. 

Heerenveen,  196,  205,  216,  226,  274. 

Heidelberg,  389. 


503 

Hemelum,  97,  111,  187,  188,  191,  199. 

Hemelumer  Oldephaert,  274. 

Hempens,  117. 

Herbajum,  33,  136,  186,  207,  233,  281. 

Hichtum,  95,  177,  216,  225,  232,  262,  265. 

Hilversum,  311,  321. 

ffindeloopen,  172,  177,  185,  234. 

Hitzum,  216. 

Holland,   20,  21,  103,  113,  115,  117,  169,  192,  200,  204,  246,  268, 

305,  389,  434,  449. 
Holland  (Noord-),  155,  174,  176,  378,  426,  449,  466. 
Holland  (Zuid-),  113,  117,  155,  176,  318,  378,  425,  426,  449,  466. 
Holwerd,  57,  78,  94,  114,  207,  216,  253,  260. 
Horamerts,  11,  115. 
Honswijk,  302,  312,  321,  425. 
Hoogebeintum ,  61,  215,  259. 

Houten,  296,  302,  312,  314,  321,  322,  330,  343,  345,  425. 
Huins,  182,  189. 
Huizum,  27,  31,  244,  247,  260. 
Hijlaard,  96. 
Idzerd  (ter),  232. 

Jacobi-Parochie  (St.),  44,  64,  206,  207,  210,  211,  216,  232,  281,  282. 
Jelsum,  196,  234,  273. 
Jislum,  19. 

Jorwerd,  30,  31,  42,  234. 
Joure,  92,  98,  101,  102,  107,  109,  110,  111,  112,  124, 126,  136, 158, 

161,  180,  186,  195,  201,  212,  216,  225,  240,  260,  272,  280,  281, 

282,  288,  289. 
Jutphaas,  296,  308,  316,  339,  409,  425. 
Jutrijp,  11. 

Kamerik,  308,  312,  321,  330,  409,  410,  411,  425,  444,  453. 
Kampen,  71. 

Kimswerd,  8,  24,  226,  233,  254,  262. 

Kockengen,  312,  317,  320,  321,  330,  341,  342,  345,  407,  425,  442,  463. 
KoUum ,  18 ,  25 ,  94 ,  120 ,  141 ,  156 ,  157, 159 ,  180 ,  186 ,  197, 215 ,  233 ,  253. 
Kooten,  235. 
Kornjura,  38,  64,  215. 

Kortehoef,  296,  304,  315,  321,  330,  345,  407,  425,  443. 
Kortezwaag,  188. 
Koudum,  56,  67,  77,  102. 
Kubaard,  7,  56. 


504 

Kudelstaart,  294,  296,  307,  316,  321,  330,  341,  345,  407,  425. 

Kuilenburg,  302,  321. 

Langerak,  330,  361,  416,  425,  448. 

Langweer,  159,  166,  172,  187,  195,  206,  216,  234,  247,  262. 

Leeuwarden,  2,  6,  9,  11,  12,  14,  17,  18,  19,  21,  22,  23,  24,  25,28 
30,  32,  33,  35,  38,  39,  40,  41,  42,  44,  45,  46,49,51,53,54 
55,  56,  57,  58,  59,  61,  62,  63,  64,  65,  66,  67,68,73,74,75 
77,  78,  80,  81,  84,  85,  86,  88,  89,  91,  92,94,95,96,98,100 
101,  102,  105,  106,  107, 110, 111, 113,114,  115, 117,118, 119 
121,  123,  124,  125,  128,  129,  131,  132,  133,  134,  135,  136,  137 
138,  140,  144,  145,  147,  150,  154,  159,  160,  161,  162,  163,  164 
166,  167,  168,  170,  171,  172,  174,  175,  178,  180,  182,  185,  186 
187,  188,  191,  195,  190,199,201,203,205,206,208,209,211 
215,  216,  220,  221 ,  225,  226,  228,  231,  232,  234,  235,  236,  238 
240 ,  241 ,  244 ,  246 ,  247 ,  253 ,  256 ,  258 ,  259 ,  260 ,  261 ,  264 ,  265 
206,  268,  269,  272,  273,  274,  275,  277,  278,  279,  280,  281,  282 
283 ,  284 ,  285 ,  286 ,  289 ,  290 ,  407. 

Leiden,  118,  135,  139,  140,  143,  146,  183,  184,  190,  198,  414,  415, 
417,  418,  434,  45L 

Lekkum,  226,  253,  261. 

Leusden,  296,  300,  317,  320,  330,  425. 

Linschoten,  312,  323,  425. 

Lollum,  134. 

Longerhouw,  129,  240. 

Lopik,  206,  309,  312,  310,  361,  418,  419,  425,  448. 

Lopiker-kapel ,  302,  309,  312,  321,  425,  433,  450. 

Lutkewierum ,  248,  249. 

Maarssen,  290,  303,  315,  322,  330,  340,  343,  361,  417,  425,  426,  448. 

Maartensdijk,  330,  361,  410,  420,  425,  448. 

Makkum,  28,  45,  101,  102,  136,  180,  188,  195,  211,  253,  262. 

Mantgura,  10. 

Marrura,  72,  141,  216,  240,  247,  260,  261,  289. 

Marssum,  56,  62,  64,  72. 

Menaldum,  20,  58,  244,  245,  248. 

Metslawier,  244. 

Middelburg,  54,  55,  87,  136,  143,  152,  153,  175,  176,  2.30. 

Minnertsga,  20,  24,  58,  72,  97,  101,  102,  110,  166,  281,  282,  289. 

Moersbergen,  295. 

Molkwenim,  174,  181,  188,  197. 

Montfoort,  295,  296,  299,  314,  321,  322,  329,  345,  358,  407,  425. 

Morrha,  187,  226,  244. 


505 

Mijdrecht,  296,  306,  316,  317,  320,  321,  322,  324,330,345,358,407,425. 

Nederhorst  den  Berg,  345,  406,  407,  425. 

Neerlangbroek,  296,  301,  314,  321,  330,  345,  407,  425. 

Nes,  94,  172. 

Nichtevecht,  296,  304,  315,  322,  330,  345,  407,  425. 

Nicolaasga  (St),  282. 

Nienthoom  (Nijenrode?),  307. 

Nieuwezijlen  (Dokkumer),  11. 

Noordwolde,  61,  76,  103. 

Norden,  445. 

Nijenrode  (Nienthoorn?),  307. 

Nijkerk,  88,  94,  129,  136,  196,  260,  289. 

Nijland,  28,  56,  81,  88,  90,  111,  114,  136,  172,  190,  193,  274,  282,290. 

Nijveld,  340. 

Odijk,  312,  323,  330,  343,  409,  411,  425,  444. 

Oenkerk,  274. 

Oldeboorn,  186,  196,  244,  253,  260,  274,  282,  284. 

Oldeholtpade,  161,  166,  196,  274. 

Oldeholtwolde ,  161,  178,  180,  206. 

Oldelaraer,  103,  178. 

Oosterbierum ,  67,  74,  207,  274,  289. 

Oosterend,  10,  280,  288. 

Oostergoo,  26. 

Oosterlittens ,  2,  14,  44,  123,  126,  172,  178,  186,  194,  216,  247. 

Oosterwierum ,  167,  181,  211,  232,  253. 

Oosterzee,  188,  211,  226,  262. 

Oosthem,  78,  226,  247. 

Oostveen,  296,  305,  315,  319. 

Oppenhuizen,  223. 

Opsterland,  84,  166. 

Oterdum,  42. 

Oudemirdum,  103,  109,  177. 

Ouderkerk,  307,  321,  341. 

Oudeschoot,  103,  111,  240,  274. 

Oudkerk,  253. 

Oudwoude  (Adwort),  248. 

Overlangbroek ,  299,  312,  321,  330,  341,  361,  415,  416,  425,  447. 

Overmeer,  297,  305,  321,  322,  330,  407. 

Overijsel,  183,  280. 

Paesens,  19. 

Parrega,  167. 


506 

Pfaltz  (de),  11. 

Pieterebierum ,  12,  49,  135,  290. 

Pingjiim,  247,  262,  289. 

Portengen,  317. 

Rauwerd,  8. 

Reitzum,  67. 

Rhenen,  294,  295,  296,  297,  298,  314,  329,  338,  339,  343,  345,  358, 

407,  425,  436,  443,  444,  445,  447,  454,  455,  459,  462,  465. 
Rhijnland,  307. 
Ried,  225,  239. 

Rinsumageest ,  161,  180,  211,  234,  289. 
Roordahuizum ,  73,  74,  95,  102,  167. 
Ru  wiel,  345,  407,  442. 

Schalkwijk,  302,  312,  321,  330,  341,  408,  4ü9,  425. 
Schalsnm,  33,  130,  215,  226,  254,  262. 
Scharnegoutum ,  88. 
Scherpenzeel  (Friesl.),  172,  282. 
Schiermonnikoog,  26. 
Schingen,  222,  223,  237,  238,  277,  284. 
Schoterland,  84,  88. 
Schraard,  123,  160,  166,  188,  240. 
Sexbierum,  19,  38,  41,  56,  127. 
Slappeterp,  222,  223. 

Sloten ,  10,  18,  19,  55,  56,  89,  95,  104,  105, 136, 173, 195,  207,  274, 280,  289. 
Slijkenbiirg,  73. 
Smallingerland ,  84. 
Sneek,  1,  2,  3,  5,  6,  7,  9,  10,  12,  13,  14,  17,  18,19,21,22,24,25, 

27,  28,  29,  30,  31,  32,  33,  37,  38,  39,  40,  41,43,44,45,48, 


49,  50,  51,  55,  56,  65,  67,  74,  76,  77,  78 
89,  90,  94,  95,  96,  99,  101,  102,  104,  109 
115,  121,  122,  123,  124,  129,  130,  131,  136 
160,  161,  166,  167,  171,  173,  177,  180,  183 
196,  201,  203,  205,  206,  207,  209,  210,  211 
223,  225,  226,  229,  231,  232,  233,  234,  239 
247,  249,  253,  255,  256,  257,  260,  261,  262 
270,  271,  272,  274,  280,  282,  285,  288,  290. 

Soest,  297,  310,  317,  322,  330,  342,  361,  417,  425,  448. 

Sondel,  96. 

Stavoren,  85,  172,  196,  205,  234,  259. 

Stelling  werfiF,  118. 

Stellingwerif  (Oost-),  84,  112. 


80,  81,84,85,88, 
110,  111,  112,114, 
137,144, 145, 154, 
186,188,192,195, 
213,215,216,217, 
240,244,245,246, 
264 ,  266 ,  268 ,  269 , 


507 

Stiens,  7,  56,  180,  258. 

Swichum,  62. 

Sybrandaburen ,  223. 

Sybrandahuis ,  159,  172,  178. 

Teckop,  331. 

Teems,  117. 

Ter  Aa,  297,  316,  330,  343,  409,  411,  425,  445. 

Ternaard,  44,  77,  196,  239,  282. 

Terzool,  223. 

Thamen,  330,  426. 

Tholen,  13. 

Tiel,  315. 

Tienhoven,  313,  321. 

Tims,  188. 

Tjerkgaast,  136,  188,  206,  226,  234. 

Tjerkwerd,  56,  90,  133,  282. 

TuU,  312,  323,  330,  341,  361,  414,  415,  425,  447. 

T  wij  zei,  235. 

Tzum,  177,  205. 

Uitwellingerga ,  223. 

Utingeradeel ,  84. 

Utrecht,  29,  293,  294,  295,  296,  297,  298,  299,  302,  309,  312, 
313 ,  314 ,  316 ,  318 ,  319 ,  320 ,  321 ,  325 ,  328 ,  329 ,  331 ,  332 ,  336 , 
340 ,  343 ,  344 ,  345 ,  352 ,  358 ,  359 ,  360 ,  361 ,  364 ,  365 ,  367 ,  407 , 
412,  413,  414,  415,  416,  417,  418,  422,  424,  425,  428,  429,  430, 
432,  439,  442,  444,  445,  450,  451,  453,  454,  455,  456,  457,  462, 
463,  464. 

Yaart  (de),  zie  Vreeswijk. 

Veenendaal,  296,  303,  314,  321,  322,  330,  345,  358,  407,  425,  443,  462. 

Vianen,  302,  321. 

Vinkeveen,  296,  306,  316,  330. 

Visvliet,  25. 

Vleuten,  312,  323,  330,  340,  361,  420,  421,  425,  426,  448. 

Vlieland,  48. 

Vollenhove,  280. 

Vreeland,  296,  304,  315,  322,  330,  342,  425,  426,  427. 

Vreeswijk  (de  Vaart),  294,  296,  302,  314,330,361,417,425,426,442,448. 

Waal  ('t),  302,  312,  323,  330,  341,  361,  414,  415,  425,  447. 

Wans  werd,  61. 
Warga,  62,  118. 
Warns,  104. 


508 

Wartena.  IIS. 

Waveren,  306. 

Wa verveen,  321. 

Welsrijp.  27. 

Werkhoven,  29fi,  301,  314,  322,  330,  3G1,  414,  425,  447. 

Westbroek,  200,  207,  303,  305,  314, 315, 319, 324, 330, 345, 407,  425,  443. 

Westervoort,  444. 

Wilnis,  290,  307,  316,  317,  320,  321,  322,  330,  340,  345,  407,  425. 

Winsnm,  07,  72,  187,  254. 

Wirdum,  O,  HO,  240,  274,  280. 

Witmarsum,  45,  81,  06,  110,  117,  160. 

Wolvega,  112. 

Wommels,  111. 

Wons,  142,  166,  204,  282. 

Workum,  2,  0,12,  45,  67,  74,  84,  06,  121,  130,  173,  180,  195,  196, 
206,  208,  215,  225,  226,  247,  253,  274,  281. 

Woudenberg,  296,  310,  317,  320,  322,  330,  341,  361,  417,  425,  448. 

Woudsend,  102,  240. 

Wijk  by  Duurstede,  295,  296,  297,  299,  300,  301,  312,  314,  315,321, 
329 ,  331 ,  343 ,  345 ,  358 ,  361  ,  407 ,  413 ,  425 ,  439 ,  440 ,  441 ,  442 , 
443,  444,  445,  446,  447 ,  454,  455,  456,  459,  461 ,  462,  465. 

Wpel,  100,  106,  108,  109. 

Wijnaldum,  161,  248. 

Ylst,  3,  4,  13,  28,  29,  48,  49,  180,  193,  215,  216,  225,  240,  247,  274. 

Ypecolsga,  1S2,  189. 

Ysbrechtum,  44,  45,  207,  260. 

Yselstein,  294. 

Ytens,  41,  50,  51. 

Zeeland,  13. 

Zeg%^eld,  206,  308,  312,  316,  320,  322,  323,  330,  342,  361,  417,  425,  448. 

Zeist,  206,  300,  314,  322,  324,  320,  343,  345,  407,  425. 

Zevenwolden,  25,  84,  00,  05,  06,  07,  00,  101,  106,  107,  108,  100,  110, 
112,  118,  120,  122,  124,  126,  131,  134,  136,  137,  144,  145,  149, 
154,  156,  158,  150,  160,  161, 163, 166, 167, 168, 171, 172, 173, 
176,  177,  180,  182,  183,  IvSO,  188,  102,  104,  105,  106,  201,  205, 
206,  200,  211 ,  214,  216,  221,  225,  226,  232,  234,  236,  238,  240, 
247,  253,  256,  260,  262,  274,  277,  280,  282,  285,  288. 

Zierikzee,  345,  407. 

Zutfen,  08,  345,  407,  433,  451,  452. 

Zwitserland,  47. 


REGISTER  VAN  ZAKEN. 


A. 


Abusm  (kerkel^'ke) ,  85,  147,  149,  150,  154  enz.,  163,  164,  170,  191,  199. 

Academie,  theol.  faculteit,  118;  —  te  Leiden,  118,  135,  139,  140,  143, 
146,  183,  184,  190,  198,' 414,  415,  417,  418,  434,  451;  —  te  Fra- 
neker,  118,  120,  126,  131,  135,  139,  140,  143,  146,  183,  184,  188, 
190,  198,  200,  254,  286,  412,  415;  —  curatoren,  151,  254,  265, 
284;  —  Papistische,  219,  227. 

Advocaten,  242. 

Afkondigingen,  van  den  predikstoel,  21,  63,  70,  71,  105,  251,  256, 445, 458. 

Almanakken,  102. 

Altaren,  15,  135,  312,  341. 

Apotheker,  die  zyn  commensalen  verleidt,  313. 

Armen,  73,  76,  77,  83,  106,  113,  119,  143,  146,  152,  176,  181,  188,  197, 
201,  202,  207,  224,  240,  245,  247,  258,  300,  303,  311,  341,  436,  452. 

Armvoogden,  438. 

Artikelen  des  geloofs  (Twaalf),  139,  334,  353. 

Atlestatiën,  119,  220. 

Ave  Maria,  304,  307,  308,  321. 

Avondmaal,  298,  308,  309,  316,  342,  354;  —  formulier,  14,  40;  —  door 
predikanten  niet  bediend,  93,  300,  301,  310,  311;  —  hoe  dikwijls 
te  vieren,  98,  299,  300,  303,  306,  307,  309,  317,  339;  —  verkeerd- 
heden  bij  de  bediening  van  het,  105;  —  weering  van  het,  128, 
256,  301,  326;  —  wie  toegelaten  mogen  worden,  143,  174,  235, 
243,  299,  302,  326 ;  —  na  afloop  der  synode ,  144,  146 ;  —  of  het 
gehouden  wordt,  152;  —  ceremoniën  bij  het,  171;  —  on  verzoend 
gaan  aan  het,  238;  —  proefpredikatiën  vóór  het,  256,  299;  — 
hoeveel  communicanten,  299,  300,  302,  303,  304,  305,  306,  307, 
308,  309,  317;—  wegblijven  van  het,  301,  429 ;  — bespotting  van 


510 

het,  308;  —  in  minachting  gebracht,  312;  —  buiten  de  gemeente 
genoten,  312;  —  nagelaten,  317;  —  in  huis,  342;  —  aan  zieken, 
342 ;  —  openbare  bel^denis  des  geloof s  in  de  week  vóór  het,  438 ;  — 
voorstelling  van  delinquenten  en  delicten  vóór  het,  458. 
Av&ndspelen,  58,  78,  91,  113,  115,  139,  1G8,  182,  214. 

B. 

Bag^ien.  119,  341. 

Bakenbranden  enz.,  78,  140,  218,  242. 

Bedelbrieven^  119. 

Bedevaarten,  307,  320,  355,  435. 

Beelden,  135. 

Begravenissen ,  139,  218;  —  bqgeloovige  gebruiken  bij,  306,  307,  308,  309, 
310,  312,  320,  355,  435. 

Beklemming,  87. 

Boeken:  Geschriften  van  Anthonius  Claesz  en  GhsLLius  Hotzenius  contra 
Anabaptistas,  de  magistratu  en  de  disciplina,  5,  10,  16,  19,  22, 
25,  38;  —  Epistolae  Bezae,  13;  —  Scripta  Kuabdi  AcnoNn  de 
disciplina  etc,  28;  —  Menno  Symons,  Fundamentbouck,  34,  194, 
201 ;  —  Jeremias  Bastuïgius,  Verklaring  van  den  Catechismus,  42;  — 
Een  boek,  vertaald  door  Sibrandub  Vomeuüs,  72;  —  Een  boekje 
van  SiBRANDUs  VoMELiTJs  tcgeu  de  Libertqnen,  83,  86,  90,  99;  — 
Antonius  Nicolai  ,  geschrift  over  de  Overheid ,  83 ;  —  Een  geschrift 
van  TiMANNUs  N.  tegen  de  Wederdoopers ,  83,  84;  —  Theatrum 
vitae  humanae  Zwingeri,  102;  —  Sibrandi  Vomeui  Superintendens, 
162;  —  Goudsche  Catechismus,  170;  —  Jesuytsche  Brieven,  237;  — 
Henricüs  Welsingius,  De  officie  hominis  christiani  (te  Franeker 
gedrukt),  420;  —  Dordtsche  kerkenordening,  gedrukt  op  last  der 
Staten,  448. 

Boekencensuur ,  10,  28,  40,  54,  83,  142,  170,  327;  —  te  groote  vrqheid 
in  't  drukken  enz.  van  boeken,  34,  47,  100,  210,  214,  218,  227, 
234,  240,  254,  437;  —  boeken  laten  drukken  zonder  visitatie,  60, 
204;  —  visitatie  der  boeken,  86;  —  verspreiden  van  Papistische 
boeken,  220. 

Boelgoeden,  47,  59,  78,  207,  276,  283. 

Boterbelexers ,  193,  200. 

Broederschappen,  341,  355,  436,  465. 

B^'bel,  100;  —  vertaling  van  den,  13,  113,  117,  170;  —  predikanten  zullen 
naarstig  lezen  in  den,  344;  —  voorlezen  uit  de  canonieke  boeken 
vóór  de  predikatiën,  459. 


511 


C. 


Cananes  Dordr,,  278,  427,  429,  446;  —  onderteekening  van  de,  272,  273, 
408,  409,  412,  413,  414,  415,  416,  417,  419,  430,  444;  —  bezwaren 
tegen  de,  273;  —  geapprobeerd ,  277;  —  onschriftmatig  geoordeeld, 
417,  419,  420;  —  examinatie  aangaande  de,  428;  —  naarstig  te 
lezen,  455. 
Catechismus  (Heidelbergsche) ,  278,  352,  417,  433;  —  in  de  scholen  te 
onderwijzen,  24;  —  verklaring  van  den^42;  —  predikatiën  over 
den,  176,  463;  —  onderteekening  van  den,  200,  203,  207,  217,  226, 
258,  408,  409,  430,  444;  —  revisie  van  den,  406;  —  examinatie 
aangaande  den,  428;  —  geen  bezwaren  tegen  den,  429;  —  naarstig 
te  lezen,  455.  •  '  '^ 

Classes,  2,  3,  6,  77 ;  —  classicale  quota,  10,  19,  86,  90,  99;  —  vergadering 
der,  10,  15,  20,  52,  64,  68,  72,  75,  87,  100,  144,  152,  204,  299;  — 
censura  in  de,  10,  110,  116,  144,  152,  185,  238;  —  niet  klappen 
uit  de ,  23 ;  —  vacante  gemeenten  bedienende ,  25 ;  —  de  gemeenten 
visiteerende ,  26,  314,  426;  —  beschuldiging  tegen,  26,  27,  49,  58, 
100,  106  enz.,  117,  141;  —  onkosten  der,  35,  64,  75,  100,  103, 
115,  122,  139,  177;  —  partijschap  in  de,  53,  150;  --  onderlinge 
verhouding  der,  61;  —  wie  in  de  classis  mee  geoordeeld  heeft, 
mag  geen  sententie  spreken  in  hooger  vergadering,  79;  —  censuur 
over,  79,  122,  131,  157;  —  vorming  van  nieuwe,  88,  173,  202,  207, 
216,  424;  —  eene  classis  opgeheven,  109,  112,  120,  122, 124, 126;  — 
classisboek  (acta),  109,  159,  162,  202,  460,  464;  —  nauwkeurig 
letten  op  predikanten  en  schoolmeesters,  112,  141,  280,  427,  455;  — 
gravamina,  116;  —  deputaten,  lt7,  426,  460;  —  gebrek  aan  eer- 
bied jegens  de  classis ,  127 ;  —  classikale  maalt^d ,  144, 466 ;  —  over- 
heden te  vermanen  in  de ,  148 ;  —  verschillen  tusschen  predikanten 
en,  150,  223,  246;  —  wegbleven  uit  de,  152;  —  predikatie  in  do 
vergadering  der,  152;  —  moderamen,  153,  163;  —  judicatuur  der, 
170;  —  zullen  Ameland  bedienen,  176,  183,  190,  198;  —  proce- 
deeren,  256;  —  in  de  prov.  Utrecht  geen,  372;  —  werkzaamheid 
der,  426,  444 ;  —  opzicht  over  de  scholen ,  428 ;  —  verkiezen  ouder- 
lingen, 437. 

Collegium  Paulinum  (te  Utrecht),  428,  429,  431,  450. 

Collegium  Willeh'ordianum  (te  Utrecht),  429. 

Comediën,  55,  67,  126,  258. 

Conrector,  428,  429,  431,  432,  433,  450. 

Conventiculen,  33,  47. 

Correspondentie y  117,  448;  —  tusschen  Friesland  en  Z.  Holland,  113;  — 


512 

tusschen  Utrecht  en  Z.  Holland ,  425,  449 ;  —  tusschen  Z.  Holland 
en  Gelderland,  426;  —  tusschen  utrecht  en  Gelderland ,  420,  448, 
449,  452,  453,  467 ;  —  tusschen  Utrecht  en  N.  Holland ,  426,  440. 
Orucifixen,  135,  310,  320. 

D. 

Dansen,  58,  91,  139,  283;  —  dansscholen,  113,  115,  128. 

Diakenen,  304;  —  verkiezing  van,  21,  22,  230,  422,  424;  —  geen  bijbel- 
lezing te  houden  door,  103;  —  welke  gelden  zij  niet  mogen  ont- 
vangen, 237,  280;  —  collecteeren,  257,  303,  306;  —  zullen  de 
Confessie  enz.  onderteekenen ,  286 ;  —  aantal ,  299,  305,  306,  308 ;  — 
de  magistraat  de  diaconie  verzorgende ,  300 ;  —  rekening  der,  306, 
307,  309;  —  verhinderd  dienst  te  doen,  308;  —  kerkmeesters  doen 
dienst  als,  309;  —  geen  diakenen  in  eene  gemeente,  311;  —  hoe 
lang  zij  dienen,  438;  —  ondersteunen  oen  schoolmeester,  463. 

Diefstal,  153. 

Dienslbarefi ,  128. 

Discipline,  3,  5,  7,  23,  28,  37,  70,  75,  82,  174,  212,  255,  326,  426,  439, 
445,  457;  —  excommunicatie,  37,  60,  90,  95,  165,  224,  457,  458;  — 
valsche  beschuldiging,  79;  —  te  oefenen,  147,  152,  164,  169;  — 
slappe,  150;  —  over  predikanten,  238;  —  belofte  van  onderwer- 
ping aan  de  christelijke,  339. 

Dobbelen,  47,  175. 

Doctores  theologiae,  254,  273. 

Dooden,  beluiden  der,  115,  320 

Doodslag  enz.,  62,  106,  133,  204,  303,  306,  320,  322,  355,  436,  457,  458. 

Doop,  298,  300;  —  formulier,  14,  40,  174,  178,  287;  —  wijze  van  bediening 
enz.,  26,  183,  209,  219,  227,  300,  303,  304,  308,  309,  316,  354;  — 
waar  te  bedienen,  29,  41,  220,  326,  342;  —  van  bejaarden,  36,  98, 
174,  178,  220,  221,  354;  —  van  kinderen  van  niet-Gereformeerden 
enz.,  52,  69,  135;  —  kinderen  geen  doopheffers,  61,  87;  —  getuigen, 
61,  82;  —  leeftijd  voor  den  kinderdoop,  61,  69;  —  nalaten  van 
den  kinderdoop,  68,  320;  —  door  vroedvrouwen,  86;  —  door 
priesters,  86,  143,  299,  301,  302,  306,  307,  309,  310,  311,  321,  323, 
359;  —  register  van  gedoopten,  93,  181,  188,  197;  —  die  niet 
weten,  of  zij  gedoopt  zijn,  143,  204,  354;  —  behoort  aan  het 
avondmaal  vooraf  te  gaan,  143;  —  weigering  van  den,  144;  — 
ceremoniën  bij  den,  171;  —  publiek  te  bedienen,  175,  298,  310, 
326,  342,  354;  —  gebeden  vóór  en  na  den,  179,  300;  —  vragen 
bij  den,  179,  183,  287;  —  geen  doopelingen  in  eene  gemeente, 
306;  —  door  een  secretaris,  311;  —  superstitiën  by  den,  312;  — 


Van  zieke  kinderen ,  326 ;  —  geweigerd ,  342 ;  —  van  onechte  kin- 
deren, 354;  —  door  een  schoolmeester,  433;  —  van  kinderen  van 
sclüppers  enz.,  4G0;  —  huitentijds,  400. 

Dronkemchap,  47,  73,  78,  91, 113, 115, 139,  153,  283, 300, 307, 410, 411, 43G. 

Dtür^lhamiers  enz.,  134,  193,  200. 


Eigener fden  ^  245. 

* 

EngeUehe  kerk^  425. 


Feestdagen,  75,  113,  115,  177,  30G;  —  papistisehe,  115,  312. 

G. 

Oametrekken,  78,  91,  43G. 

Oasihuis,  298,  435,  438. 

Gebeden,  298;  —  formuliergebeden,  40,  4G0;  —  gebed  des  Heeren,  139;  — 
voor  de  dooden,  308,  312;  —  buigen  der  knieën  bq  de  publieke, 
437;  —  bij  de  predikatiën,  437,  4G0,  4G6,  4G8. 

Oeloofsbelydenis  {Nederlandsche) ,  278,  352,  417,  433;  —  onderteekening 
van  de,  24,  60,  98,  116,  192,  200,  203,  207,  217,  226,  258,  334, 
408,  409,  430,  444;  —  revisie  van  de,  406;  —  examinatie  aan- 
gaande de,  428;  —  geen  bezwaren  tegen  de,  429;  —  naarstig  te 
lezen,  455. 

Gemeente,  combinatie  van  gemeenten,  8,  52,  60,  83,  118,  119,  120,  168, 
173,  193,  200,  213,  217,  242,  255,  447;  —  stichting  van  gemeenten, 
9,  18,  84,  129;  —  vacante,  19,  25,  40,  92,  99,  106,  150,  151,  183, 
191,  199,  235,  287,  302,  312,  314,  323,  355,  444,  448,  456,  464;  — 
visitatie  der  gemeenten,  26,  314,  426,  447;  —  treurige  toestand 
eener,  46,  127,  132,  156,  298,  299,  300,  301,  302,  310,  314;  — 
men  behoort  zijn  waren  te  koopen  bij  lidmaten  der,  68;  —  registor 
van  lidmaten  der,  93;  —  twist  in  eene,  104,  314;  —  aanneming 
van  lidmaten  der,  139,  339;  —  predikantsvrouwen ,  niet  behoorende 
tot  de,  149;  —  huisbezoek,  152,  175,  299,  326,  327;  —  die  geen 
kerkeraad  kan  hebben,  168,  243,  355;  —  van  Emden  om  advies 
gevraagd,  184,  190,  193;  —  uitbreiding  der,  298;  —  toestand  der 
gemeenten,  298  enz.;  —  personen,  die  zich  vervreemden  van  do, 
344;  —  zonder  ouderlingen,  437;  —  arme,  452. 

Geu^eld,  153. 

Gewi7i  (?^i/),  153,  251. 

Acta  syn,  provinc,  VI.  33 


514 

Gezangen,  298,  310. 

Oihlen,  355. 

Goeiieren,  geestelyke,  15,  24,  35,  58,  63,  142,  183,  184,  221,  231;  — 
pastorie-,  19,  25,  27,  60,  68,  87,  99,  106,  117,  129,  134,  142,  1G9, 
175,  182,  192,  210,  224,  230,  242,  275;  —  klooster-,  75,  99,  115, 
128,  224,  275,  299;  —  dorps-,  85;  -  kerke-,  86,  91,  99,  106,  126, 
213,  221;  —  vicjarie-,  87,  242,  300,  324,  435;  -  beneficiale,  91, 
123,  126,  139,  148,  170,  175,  435;  —  leenen,  97,  134,  170,  288;  — 
kosterie-,  230,  304,  341,  465;  —  school-,  304. 

H. 

Heidens,  202. 

Heilige  OeeM-meesters,  308. 

Hemelvaartsdag ,  177. 

Hieronymus'school  (te  Utrecht),  428,  429,  430. 

Hoereerders,  106. 

Huisbraak,  457. 

Huxvelijk,  1;  —  verboden,  5,  256;  —  huwelijksbelofte,  5,  7;  —  formulier, 
14,  40;  —  in  huis  gesloten,  16,  310;  —  van  ongedoopten,  36,  83, 
88,  140,  144,  176,  190,  103,  198,  203,  231,  236,  241,  254,305;  — 
concubinaat,  36,  235,  307,  309,  323;  —  casus  matrimoniales,  36, 
41,  42,  63,  203,  342;  -  sluiten  van  het,  36,  132,  140,  157,  175, 
183,  209,  217,  219,  220,  227,  241,  342.  437,  458; —  tweede,  41;  — 
samenwonen  vóór  het,  46,  57,  91,  231,  340,  436;  —  van  weduw- 
naars, 53;  —  van  niet-öereformeerden ,  53;  —  afkondigingen,  57, 
67,  78,  98,  140,  157,  203,  210,  217,  301,  305,  309,  310,  316,  342, 
437,  458,  464,  466;  —  hoererij,  59,  153,  301;  —  echtbreuk,  59, 
02,  106,  133,  153,  251,  256;  —  misbruiken,  76,  78,  83,  140,  147, 
168,  218,  231,  242,  308,  322,  327,  340,  355,  436;  —  verboden 
graden,  76;  —  placcaten,  78,  82,  99,  113,  117,  134,  147,  231;  — 
echtscheiding,  82;  —  register  van  gehuwden,  93,  181,  188,  197, 
210;  —  huwelyksacte,  140;  —  onwettig,  148,  175;  —  ceremoniën 
bij  het,  171;  —  bloedschande ,  175,  204;  —  door  priesters,  183, 
299,  301,  309,  310,  323,  341,  458,  459,  466:  —  burgerlp,  241, 
242;  —  waar  niet  te  trouwen,  254,  309,  340,  466;  —  bij  nacht 
gesloten,  312;  —  ordonnantie  op  de  huwelijken,  327,  342,  436, 
437,  458,  465;  —  van  doodslagers,  459;  —  van  Papisten,  459, 
464;  —  van  Remonstranten,  464. 

I. 

Idioten,  135. 


615 
J. 

Jaarmarkten,  op  Zondag,  191,  199,  207,  276,  283,  321,  355. 

Jesuiten,  scholen  der,  40,  147,  227,  435,  465;  —  samenrotting  enz.  der, 
91,  237,  257,  275,  340,  435;  —  placcaat  tegen  de,  237,  282;  — 
verhinderen  anderen  ter  kerk  te  gaan ,  302 ;  —  indringen  der,  305. 

Jus  patronatus,  97,  202,  288,  423. 

K. 

Kaatsen,  139,  182,  189,  283,  308,  436. 

Kerkmordening ,  187,  317,  318,  325,  328,  3.54,  385,  435,  437,  439,  449, 
456 ;  —  resolutie  der  Staten  op  't  stuk  van  de ,  278 ;  —  niet  aan- 
genomen, 279,  285;  —  van  de  overheid,  331;  —  behandeling  van 
de,  331,  332,  333  enz.;  —  vastgesteld,  339;  —  onderhouding  van 
de,  344,  448;  —  aanhouden  om  eenerlei,  354,  360;  —  geappro- 
beerd,  421,  422;  —  nadere  verklaring  van  de,  421,  422,  423;  — 
uitreiking  van  exemplaren  der,  448. 

Kerkeraad,  122,  127,  309,  339;  —  partijschap  in  den,  53;  —  vergaderingen 
van  den,  152;  —  in  sommige  gemeenten  niet  te  vormen,  168;  — 
geschillen,  170;  —  oprichten  van  een,  173;  —  in  zake  den  doop, 
178;  —  censuur  door  den,  224,  229,  234;  —  bloedverwanten  in 
den ,  257 ;  —  opzicht  over  kerkeraden ,  280 ;  —  in  zake  de  ver- 
kiezing van  ouderlingen  en  diakenen,  422,  424;  —  Remonstrantsche, 
438. 

Kerkgebouwen,  24,  61,  149,  187,  191,  199,  219,  242,  300,  306,308,323,436. 

Kerkhoven,  spelen  enz.  op  de,  91,  115;  —  waren  uitroepen  bg  en  op 
de,  139;  —  profaneeren  van,  242;  —  als  vrqplaatsen,  306,  307,  320. 

Kerkvoogden,  24,  61,  76,  86,  148,  170,  211,  221,  276,  284,  303,  306,  307, 
308,  309,  438. 

Kerstmis,  300,  339. 

Klokiuiden,  58,  91,  139,  235,  304,  305,  308,  309,  326. 

Kloosters,  298. 

Kloppen,  341. 

Kosters,  128,  183,  298,  300,  301,  302,  303,  304,  305,  306,  307,  309,  310, 
322,  323,  324,  341,  355,  435,  438,  460,  465. 

Kraamvrouwen,  306,  307,  320,  321,  322,  435. 

Kroonenhangen ,  58,  140. 

L. 

Lasteraars,  106,  153,  162;  —  van  Gods  naam,  33;  —  van  Gods  woord, 

33;  —  van  predikanten,  62, 71, 157 ;  —  van  treffelycke  persoenen,  411. 

33» 


516 

LrHorm,  428,  420,  431,  432,  433,  450. 

Leer^  298;  —  onzuiverheid  in  de,  103.  192,  326,  451;  —  consensus  doc- 
trinae,  116,  273,  286,  421;  —  der  Mennonieten,  135;  -  Twaalf 
artikelen  des  geloofs,  139,  334,  353;  —  ketteryen,  150,  153;  — 
onderzoek  naar  de  zuiverheid  in  de,  152,  451,  455;  —  onderwijs 
in  de,  178,  231,  299:  —  verschillen  in  de,  192,  200,  246,  249, 
250,  255,  265,  266  enz. ,  335  enz. ,  346  enz. ;  —  bevorderen  van  de 
zuivere,  211;  —  niet  handelen  over  de,  213;  —  artikelen,  onder- 
teekend door  HAXiKL  .ioH.\Nxis,  268,  269,  270,  271;  —  formulier 
van  onderteekening,  273,  277,  286,  408,  409,  410,  411,  425,  432, 
437,  444;  —  informatie  nemen  op  de,  279;  —  misleiding  ten  op- 
zichte der  Gereformeerde ,  30 1 ;  —  Drieëenheid ,  334 ;  —  Praedestinatie , 
335,  .3.37,  338,  .364,  412,  415,  441;  —  vijf  artikelen ,  346,  352,  3.55, 
357,  359,  361,  362,  363,  385, 396,  419,  429,  442;  —  status  quaestionis, 
346  enz.,  355,  357,  361,  362,  384  enz.;  —  zwarigheden  over  de, 
352;  —  vreemde  leeringen,  352,  353,  .357,  359,  434;  —  valsche 
leer,  353;  —  excommunicatie  om  de,  353;  —  tolerantie,  35.5,  359, 
371,  383,  384,  385;  —  XIX  vraagstukken,  363,  365;  —  Providentie, 
418;  —  zuiverheid  te  onderhouden  in  de,  430;  —  geen  kerkelijke 
bediening  voor  wie  niet  instemt  met  de,  432. 

Legerjyredikanten  ^  122,  466. 

Lexern,  309,  312,  313,  321,  .323,  450. 

Libert^nm,  83,  86,  90,  91. 

Ijomhanim,  37,  175,  181,  2.37,  240,  241,  280,  452. 

Luihersrfifn ,  336,  444,  445. 

Lfjkpredikatiën,  54,  69,  136,  310,  459. 

M. 

Mfiffoonini ,  78,  139. 

Meiwwhten ,  436. 

MehatsHiPH ,  436. 

Mmnonieien,  156,  284,  305;  —  bestrijding  der,  16,  23,  26,  34;  —  Men- 
niste  schoolmeester,  24,  91,  142,  462;  —  doop  der,  52,  135,  184;  — 
echtscheiding  bij  de,  82,  142;  —  geschriften  tegen,  83,  84,  170;  — 
disputatie  tusschen  R.  Acronius  en  P.  v.  Ceulen,  87,  92;  —  prediken 
enz.  te  verbieden,  87,  92,  97,  116,  123;  —  ban  der,  91;  —  eed, 
91 ;  —  zullen  de  beneliciale  goederen  niet  administreeren ,  91;  — 
plawaten  tegen  de,  100,  105,  1.34,  189;  —  vergaderingen  der,  116, 
174,  305,  309;  —  leeraars  der,  123,  135,  141,  159,  170,  182,  189, 
198;  —  leer  der,  135,  148,  219;  —  onwettige  huwelqke;i  der,  148;  — 


517 

kerkgebouwen  enz.  der,  149,  219;  —  sluiten  van  huwel^ken  by 
de,  183;  —  Menniste  kerkvoogden,  276,  284;  —  lasteren  de  kerk 
enz.,  309;  —  verhinderen  de  predikatiën,  309. 

Monniken  y  119. 

Muiterij,  339. 

N. 

Nieuwjaarsdag,  341,  355,  436. 
Notarissen,  242. 

O. 

Oefeningen  (jxirticuliere) ,  458. 

Ongeregeldheden,  33,  58,  64,  78,  91,  93,  97,  113,  139,  149,  168,  182,  189, 
207,  214,  218,  221,  236,  242,  283,  295,  298,  317,  320,  324,  434. 

Ouderlingen,  1,  6,  123,  147,  304;  —  ter  classicale  vergadering,  10,  64, 
72,  87,  103,  116,  144,  148,  204;  —  by  de  deputati  synodi,  13,  25, 
203;  —  in  de  synode,  17,  32,  36,  41,  96,  116,  459;  —  verkiezing 
van,  21,  230,  422,  424,  437;  —  discipline  over,  23;  —  geen  bijbel- 
lezing te  houden  door,  103;  —  wier  vrouwen  geen  lidmaat  zijn, 
144;  —  tegenwoordig  bij  de  examina,  152;  —  zullen  de  Confessie 
enz.  onderteekenen,  217,  277,  286,  437;  —  vergoeding  hunner  on- 
kosten, 243;  —  afgevaardigd  tot  de  nationale  synode,  262  enz., 
277,  286,  358,  359,  363,  364,  372,  421; —  aantal,  299,  305,  308;  — 
kerkmeester  en  schout  doen  dienst  als,  306,  308,  309;  —  geen 
ouderlingen  in  eene  gemeente,  306,  308,  309;  —  toelating  tot  het 
avondmaal  met  kennis  der,  326;  —  hoe  lang  zij  dienen,  438;  — 
predikanten  in  de  synode  in  plaats  van,  459. 

Ouders,  gebrek  aan  tucht,  128. 

Overheid,  verzoeken  aan  de,  5,  15,  16,  18,  26,  28,  29,  33,  35,36,41,42, 
47,  52,  55,  57,  58,  59,  60,  61,  62,  64,  68,  72,  73,  75,  76,  78,  80, 
82,  83,  85,  86,  87,  88,  91,  97,  99,  100,  105,  112,  113,  115,  116, 
117,  118,  119,  123,  125,  128,  133,  134,  135,  138,  139,  140,  141, 
142,  143,  146,  148,  149,  150,  154,  155,  164.  165,  168,  169,  174, 
175,  176,  177,  182,  183,  184,  189,  190,  191,  193,  197,  198,  199, 
200,  201,  202,  204,  209,  210,  213,  214,  218,  219,  221,  224,  226, 
229,  231,  234,  235,  242,  245,  247,  254,  255,  257,  273,  276,  278, 
280,  282,  299,  311,  314,  317,  318,  319  enz.,  328,  340,  341,354, 
429,  430,  434,  437,  452,  459,  462,  463,  464,  465;  —  in  zake  be- 
roeping van  predikanten,  8,  117,  118,  119,  125,  325,  422,  423;  — 
correspondentie  tusschen  kerk  en,  11,  12;  —  in  zake  huwelijk,  36;  — 
dat  geen  vijanden  der  religie  politieke  ambten  bekleeden,  106;  — 
in  de  classes  te  vermanen ,  148 ;  —  leer  der  Mennonieten  over  de , 


518 

148;  —  overheidsj^ereonen  van  de  Oeref.  religie,  169,  194,  201, 
211,  2H3,  355,  435;  —  geeft  gelden,  171:  —  apostillen  en  missives 
der  Staten,  184,  190,  198;  —  geen  ongedoopte  overheidspersonen, 
192,  2(X);  —  in  zake  de  nationale  synode,  261  enz.,  318,  324, 
301 ;  —  geen  papistische  overheidspersonen,  283;  —  synode  samen- 
geroepen door  de,  294,  299, 328;  —  klachten  over  overheidspersonen , 
301,  340;  —  placcaten  der,  323;  —  kerkenordening  van  de,  331 ;  — 
approl»eert  de  Dordsche  kerkenordening,  421,  422;  —  in  zake  de 
verkiezing  van  ouderlingen  en  diakenen,  422,  424;  —  verkiezing 
van  overheidspersonen,  438. 

P. 

PapegaaischieUn ,  78,  149,  177,  182,  189. 

Paschen,  113,  300,  303,  339,  437. 

Papisten,  284;  —  scholen  der,  40,  147,  219,  227,  298,  435,  465;  —  rond- 
lf>o|>en  der,  78;  —  schoolmeesters,  91,  142,  148,  301,  310;  — 
placcaten  tegen  de,  105,  134,  299;  —  feestdagen  der,  115;  — 
afgodery  der,  135,  283,  320,  323;  —  exercitiën  der,  159,  299,  305, 
313,  340;  —  superstitiön  der,  164,  218,  300,  301,  302,  306,  307, 
310,  312,  313,  320,  323,  341,  435,  438;  —  vergaderingen  der,  169, 
202,  219,  280,  299,  302,  306,  307,  355;  —  geschriften  tegen  de, 
170;  —  insolentiön  enz.  der,  219,  257,  305,  340;  —  Papistische 
boeken ,  220 ;  —  te  weeren  uit  politieke  en  kerkelijke  zaken ,  237 :  — 
Papistische  kerkvoogden,  276,  284;  —  geen  Papistische  overheids- 
personen, 283;  —  Papistische  huismeesters,  298;  —  jonge  paapsche 
studenten,  305;  —  dreigen  anderen  de  neering  te  onttrekken,  305;  — 
spottemyen  der,  306,  308;  —  Papistische  Heilige  Geest-meesters, 
308;  —  predikatién  der,  313;  —  rector,  313;  —  lokken  de  armen 
door  geldelijke  ondersteuning,  341 ;  —  broederschappen  der,  341 ;  — 
potmeesters ,  435 ;  —  opzieners  over  gasthuizen ,  tuchthuizen ,  spin- 
huizen, weeshuizen,  435;  —  huwelijken  der,  459,  464. 

Pest,  122,  303,  305. 

Pinksteren,  113,  302,  303,  339,  437. 

IWdiknnten,  verplaatsing,  2,  3,  7,  11,  30,  38,  73,  79,  98,  104,  132,  141, 
144,  184,  185,  230,  284,  325,  412,  445,  447,  460;  —  beroeping, 
2,  3,  8,  9,  15,  17,  18,  19,  21,  25,  45,  46,  71,  75,  78,  79,  82,  92, 
97,  103,  100,  117,  118,  119,  123,  150,  151,  166,  174,  209,  218,  223, 
226,  234,  235,  242,  243,  244,  245,  248,  255,  258,  259,  276,  285, 
286,  314,  315,  421,  422,  423,  427,  433,  456,  459,  460,  464,  466, 
468;  —  ontslag,  4,  11,  20,  24;  —  emeriti,  4,  19,  55,  58,  59,  62, 


519 

72,  85,  133,  158,  247,  260,  409;  —  reconciliatie,  4,  38,  63,  65,  100, 
208,  252;  —  examen,  5,  45,  80,  87,  97,  103,  109,  120,  126,  133, 
135,  138,  151,  176,  183,  210,  213,  221,  223,  238,  241,  245,  323, 
325,  334,  339,  383,  414,  456,  460;  —  gemeenten  te  voorzien  van, 
6,  9,  112,  117,  118,  119,  125,  168,  183,  189,  211,  314,  315,  323, 
325,  426;  —  tot  welke  classes  te  behooren,  6,  61,  68,  134,  143, 
163,  166,  168,  185;  —  klachten  enz.  tegen,  8,  9,  11,  16,  20,  24, 
28,  29,  30,  62,  71,  73,  93,  127,  133,  134,  193,  279,  312,  314,  316, 
411;  —  onderhond  van,  9,  11,  12,  15,  19,  20,  24,  25,  27,  34,  35, 
38,  45,  59,  64,  72,  73,  128,  133,  134,  141,  150,  158,  174,  192,  209, 
232,  242,  340,  341,  424,  459;  —  zonder  gemeenten,  9;  —  opzicht 
enz.  over  de,  9,  10,  41,  42,  112,  141,  142,  185,  202,  238,  280;  — 
door  de  gemeente  niet  gewild,  10,  79,  230;  —  attestatiën  voor, 
11,  50,  79,  83,  86,  98,  103,  118,  119,  315,  411,  441;  —  afzetting 
enz.  van,  11,  20,  31,  51,  62,  79,  104,  124,  140,  153,  210,  224,  229, 
339,  409,  410,  411,  412,  414,  415,  417,  418,  419,  420,  446,  447, 
448,  453,  454;  —  schoolmeester  wordende,  11,  54;  —  in  gevaar 
van  vijanden,  11;  —  weduwen  en  weezen  der,  13,  21,  25,35,83, 
86,  99,  102,  119,  128,  134,  139,  175,  203,  235,  459,  466;  —  ver- 
huiskosten van  ,13;  —  zich  met  andere  bedrijven  enz.  bezig  houdende, 

15,  21,  28,  142,  232,  317,  438 ;  —  kleeding  der,  16, 217 ;  —  suspensie, 

16,  23,  30,  60,  62,  104,  124,  153,  157,  228,  250,  325,  411,  413, 
416;  —  jonge,  17,  135,  176;  —  die  schulden  hebben,  17,  27,  54, 
64,  73;  —  woningen  der,  17,  24,  34,  311;  —  geëxcommuniceerde, 
20,  28,  31,  224,  229;  —  recommandatie  van,  21,  65,  73,  126,  141;  — 
de  Confessie  enz.  onderteekenen,  24,  98,  116,  192,  200,  217,  258, 
273,  277,  409,  429,  437,  443,  444;  —  schuldbekentenis  van,  29, 
48,  50,  65,  124,  126,  127,  130,  141,  157,  158,  162,  184,  185,  249, 
251,  252,  284,  410;  —  twisten  tusschen,  40,  55,  208,  238,  316, 
317;  —  zich  indringende  in  den  dienst  enz.,  40,  51,  76,  79,  92, 
120,  153,  204;  —  tot  geen  andere  betrekking  overgaan,  45;  — 
buiten  hun  classis  predikende,  52;  —  die  gezamenlijk  verschillende 
gemeenten  bedienen,  53:  —  die  hunne  gemeenten  niet  bedienen, 
53;  —  geen  huwelyk  van  niet-Gereformeerden  sluiten,  53;  — 
gelijkheid  in  den  dienst,  54;  —  non  residentes,  64,  194,  200,  306, 
310,  314,  315,  316,  319,  325;  —  contra  overheidspersonen ,  69,  70;  — 
dronkenschap  van,  73,  78,  410,  411;  —  kinderen  van  predikanten , 
predikant  wordende,  75;  —  oplegging  der  handen  aan,  75,  383;  — 
bevestiging,  80,  87,  175,  325,  383;  —  buiten  't  land  vertrekkende , 
82;  —  onbekwame,  85,  86,  135,  150,  229;  —  predikende  zonder 
beroepen  te  zijn ,  93,  96,  193,  200 ;  —  die  geen  avondmaal  houden , 


520 

93.  300,  301.  310,  311;  —  trage,  94,  202;  —  ongeëxamineerde, 
O'i;  —  ongestudeerde  (Duytsche  personen,  idioten),  99,  135,  213, 
45."».  456 ;  —  mogen  geen  almanakken  maken ,  102 ;  —  onzuiver  in 
de  leer,  103;  —  die  niet  in  de  provincie  mogen  dienen,  IIH,  119, 
120,  124,  138.  140,  141,  228;  —  vroegere  priesters  enz. ,  120,  128, 
133,  409;  —  in  't  leger,   122,  466;  —  plaatsvervangers.  122;  — 
wier  vrouwen  niet  tot  de  gemeente  behooren,  149;  —  verschillen 
tusschen  classes  en,   150,  223,  246;  —  gebrek  aan,  151,  345;  — 
vereischten,  te  stellen  aan,  151,  256;  —  te  veel  van  huis,  152;  — 
verlating  van  den  dienst  door,  153,  204,  420;  —  onbehoorlijke  aan- 
neming van.  153:  —  een  predikant,  die  leeraar  der  Mennonieten 
geworden  is,    159,   170;  —  onwettig  vertrek  van,  165;  —  zullen 
geen  boeken  laten  dnikken  zonder  voorafgaande  visitatie,  204;  — 
kerkelijke  discipline  over,  238;  —  politieke  kuiperijen  van,  251;  — 
afgevaardigd  tot  de  nationale  synode,  262  enz.,  277,  286,  358,  359, 
363,  304,  372,  421;  -  op  krukken  gaande,  niet  toelaten,  277;  — 
wel  gefondeerd  tegen  Papisten   en   Mennonieten,  284;  —  school 
houdende,  300,  304,  311,  438,  460;  —  testament  makende,  303;  — 
beleediging ,  een  predikant  aangedaan ,  308,  322 ;  —  het  avondmaal 
niet  gebruikende,  310.  311,  312,  314;  —  paapsche  gewoonten  van 
een  predikant,  312;  —  niet  buiten  de  provincie  vertrekken,  314;  — 
oude,  315;  —  los  van  tong,  317  ;  —  leening  van,  332,  355,  445;  — 
eed  der,  334;  —  zullen  naarstig  Gods  Woord  lezen,  344;  —  zullen 
tot  eerbied  en  geho<jrzaamheid  aan  de  overheid  vennanen ,  344 ;  — 
neutraal  in  zake  Remonstranten  en  Contraremonstranten,  408,  409, 
410;  —  ondersteuning  van  vrouw  en  kinderen  van,  410;  —  Engelsche, 
425;  —  ontvangen  een  exemplaar  der  kerkenordening,  448;  —  in 
plaats  van  ouderlingen  tot  de  synode,  459. 
Predihitiën ,  inhoud  der,   13;  — -   vorm  der,  13;  —  vreemde  woorden  in 
de,  13;  —  gebeden  bij  de,  13,  437,  460,  466,  468;  —  in  de  synode, 
15,  102,  122;  —  ongeregeldheden  onder  de,  91,  105,  115,  139,  182, 
189,  298,  300,  301,  303,  308,  309,  310,  317,  320,  340,  355,  436;  — 
weinig  stichtende,  94;  —  controle  over  de,  94,  158,  224,  229,  327, 
454;     -    in   de  classicale  vergadering,  152;  —  over  de  evangelia 
dominiealia,   176,  299,  303;  —  over  den  Heid.  Catechismus,  176, 
299,  303,  300.  463;  —  proefpredikatiën  vóór  het  avondmaal,  256, 
209;   —  in   't  gasthuis.  298,  438;  —  aantal  per  week,  299,  305, 
307;   —  over  1   Cor.,  299;  —   aantal  toehoorders  onder  de,  300, 
301,  302,  3(J3,   304,  305,  306,  307,  308,  309,  310,  311,  321;  — 
afhouden  van  het  gehoor  der,  302;  —  offeren  in  de  kerk  van  schapen 
van   was  onder  de,  302,  321;  —  over  de  Openb.  van  Johannes, 


521 

303,  315;  —  in  de  week,  304,  306,  307,  460;  —  drie  op  een 
Zondag,  306;  —  bespotting  van  de  toehoorders,  307,  310;  —  door 
een  lezer,  309,  312,  321 ;  —  verstooring  enz.  der,  309,  322,  341;  — 
klokluiden  onder  de,  309;  —  een  koster,  wegloopende  uit  de,  310;  — 
paapsche,  313;  —  wegblijven  uit  de,  429;  —  vóór  de  verkiezing 
van  overheidspersonen ,  438;  —  voorlezen  en  voorzingen  bij  de,  459. 
Priesters,  15,  300,  317;  —  doop  door,  86,  143,  299,  300,  301,  302,  306, 
307,  309,  310,  311,  321,  323,  459;  —  samenrotting  der,  91;  — 
predikant  geworden,  120,  128,  133,  409;  —  de  mis  bedienende 
enz.,  182,  189,  198,  299,  300,  307,  321,  323,  435;  —  rondloopen 
van,  182,  309,  321,  340,  435,  447,  452;  — geen  onderhoud  te  ver- 
leenen  aan,  182,  189,  321;  —  uitgeweken,  182;  —  die  pensie 
genieten  van  den  vijand,  182,  189;  —  huwelqken  gesloten  door, 
183,  299,  301,  309,  310,  323,  341,  458,  459,  466 ;  —  prediken  der, 
300,  301,  341;  —  bedreiging  door,  302;  —  verhinderen  anderen 
ter  kerk  te  gaan,  302,  340;  —  laatste  oliesel  toegediend  door,  307, 

321,  323;  —  biecht  afgenomen  door,  307,  321;  —  een  priester, 
die  een  dronkaard  is,  307,  321;  —  een  priester,  zich  beroemende 
op  zijn  schandelijke  onkuischheid ,  307,  321;  —  een  vroeger  priester 
thans  secretaris,  311,  321;  —  indringen  van,  311,  321;  —  zoeken 
de  lieden  van  de  kerk  af  te  trekken ,  311 ;  —  bij  zieken,  311,  321;  — 
nog  als  pastoors  in  dienst,  321,  323;  —  de  kinderen  onderwijzende, 

322,  340;  —  hertrouwen  de  lieden,  341. 

Professoren,  25,  41,  42,  58,  85,  86,  87;  —  oneenigheid  onder,  103;  — 
gevraagd  het  oordeel  van,  135,  139,  140,  143,  146,  183,  184,  190, 
193,  198,  218;  —  die  geschriften  uitgeven,  142;  —  attesten, 
gegeven  door,  142;  —  onderteekening  van  de  Confessie  enz.  door, 
192,  200,  207,  286;  —  zullen  geen  boeken  laten  dnikken  zonder 
voorafgaande  visitatie ,  204 ;  —  theologische ,  207,  246,  254 ;  —  van 
andere  faculteiten,  207;  —  examineeren  door,  241,  254,  262,  265. 

Proponenieji ,  433,  434,  453,  455,  460,  464. 

Psalmen,  van  Aldegonde,  67,  83;  -  onderwys  in  de,  299;  ~  invoering 
der,  309,  310,  311,  312. 

R. 

Reetoren,  IIH,  142,  245,  249,  255,  266,  450;  —  onderteekening  van  de 
Confessie  enz.  door,  192,  428,  431,432;  -  onderwijs  in  de  psalmen 
door,  299;  —  tractaraent,  299;  —  Papistische,  313,  431;  —  toezicht 
over  de ,  427 ;  —  rector  van  de  Hieronymus-school  te  Utrecht , 
428,  421),  430,  450;  —  commensalen  houdende,  431,  432,  450;  — 
vervallen  van  den  dienst  verklaard,  433. 


Regeering  (kerkelyke) ,  298. 

Regent,  van  het  coUegiam  Paaünum  te  Utrecht,  428,  429,  430,  450;  — 
van  het  collegium  Willebrordiannm  te  Utrecht.  429. 

Remonstranten.  346,  354.  371  enz.,  383  enz.;  —  beschuldigingen  t^en 
de.  268;  —  het  gevoelen  der,  270.  271.  .3.5.5.  356,  359,  361,  aS6, 
39.5,  417,  419;  —  conventikelen  der,  276;  —  synode  der,  352, 
.356,  357,  360  enz.,  .362,  364,  371  enz.,  417;  —  bediening  van  vacante 
gemeenten  door,  356;  —  vaardigen  af  tot  de  nat  synode,  3.56, 
361.  .363;  —  onderhandelingen  met  de,  3.57,  363,  404;  —  eene 
remonstrantie  der,  357,  371;  —  zich  afzonderende  van  de  synode, 
358,  379;  —  beschuldigingen  t^en  de,  362,  373,  383,  406;  — 
geschrift,  geïntituleerd :  Noodich  ondersoeck  etc.  362;  —  17  artikelen 
der,  362.  363,  367;  —  gravamina  der,  363;  —  bezwaren  der  Con- 
traremonstr.  tegen  het  vergaderen  in  ééne  prov.  synode  met  de, 
375  enz.;  —  de  ware  Gereformeerde  kerk  is  gescheiden  van  de, 
378;  —  vergadering  houdende  met  buitenlandsche  theologen  en 
predikanten ,  379;  —  hebben  bedriegelijk  gehandeld ,  381 ;  —  examen 
van,  .383;  —  request  der.  404  enz.;  —  predikanten,  die  zich 
neutraal  hielden  tegenover  de,  408,  409,  410;  —  herroeping  door , 
409,  411,  412,  416,  434,  445,  453,  454;  —  afgezette  predikanten, 
409,  412,  414,  415,  417,  418,  419,  420,  446,  447,  448,  453,  454;  — 
weigerende  de  Canones  Dordr.  te  onderteekenen,  412,  413,  414, 
415,  416,  417,  418,  419,  440,  445,  446;  —  gesuspendeerde  predi- 
kanten, 413,  416;  —  op  nieuw  te  examineeren,  414;  —  vreemde, 
grouwelycke  ende  lasterlycke  opinien  van  een  Remonstrant,  418;  — 
geschriften  der,  420;  —  den  dienst  neerleggende,  420;  —  rectoren 
enz.,  428,  429;  —  proponenten  der,  433,  434;  —  kerkeraad  der, 
438;  —  memorie  van  een  Reraonstr.  predikant,  439;  —  acte  van 
stilstand,  440;  —  Reraonstr.  predikant  Luthersch  geworden,  444;  — 
weer  toegelaten  tot  den  dienst,  445,  454:  —  hoe  te  handelen  met, 
453;  —  huwelijken  van,  464. 

S. 

Sahhat,  ontheiliging  van  den,  15,  34,  47,  59,  68,  76,  82,  88,  91,  106, 
li:^  115,  134,  139,  165,  168,  182,  189,  191,  198,  199,  207,  214, 
220,   231,  242,  276,  283,  303,  305,  317,  321,  323,  355,  436. 

Saa'a  mmlsdag ,  307 . 

Sauvegarde^  40. 

ScheurmakeHj j  153,  339. 

Scholarchen,  176,  182,  189,  238,  241,  430,  431,  450. 


523 

Scholen,  208,  300,  304,  309,  357 ;  —  de  Heid.  Catech.  leeren  in  de,  24;  — 
boeken  in  de,  24,  64,  300,  302,  303,  304,  305,  306,  307,  322,  430, 
435,  463;  —  Paapsche  en  Jesuitische,  40,  147,  219,  227,  298,  322, 
435,  465;  —  of  zij  worden  onderhouden,  152;  —  bijscholen,  298, 

299,  428,  430,  431,  450,  462,  463;  —   gemeente  zonder  school, 

300,  301 ;  -  predikant,  die  school  houdt,  300,  304,  311,  438,  460;  — 
een  goede  school,  302;  —  quaestie  over  het  schoolhouden,  304;  — 
middelen  tot  onderhoud  der,  305,  306;  —  treurige  toestand,  322, 
323;  —  visitatie  der,  426;  —  reformatie  der,  427,  450,  463;  — 
toezicht  over  de,  427,  428,  430;  —  te  Utrecht,  428,  429,  430, 
450;  —  ordonnantie  op  't  stuk  der,  430,  436,  465;  —  te  Amers- 
foort, 431,  432,  433,  450. 

Schoolmeesters,  35,  45,  54,  88,  UI,  298,  302,  305,  306,  307,  309,  316;  — 
vroeger  predikant  zqnde,  11,  54,  460;  —  onderhoud  der,  15,  23, 
69,  91,  99,  113,  116,  128,  201,  210,  221,  305,  306,  308,  311,  465;  — 
schulden  hebbende,  19;  —  afzetting  enz.  van,  20,  24,  112,  129, 
165,  192,  199,  323,  433,  450,  451;  —  de  Confessie  enz.  onder- 
teekenen, 24,  60,  99,  116,  192,  200,  217,  428,  429,  430,  431,  432, 
462,  463;  —  Heid.  Catechismus  onderwazen,  24;  —  schadelyke 
boeken  uit  de  scholen  weeren,  24;  —  Menniste,24,  91, 142, 462;  — 
verplaatsing  van,  28;  —  verkiezing  van,  59,  169,  174,  235;  — 
dronkaards,  91,  322;  —  Papiste,  91,  142,  148,  301,  310,  322;  — 
Gereformeerde,  91,  92,  99,  106,  303,  304,  355,  435,  463; —  gewezen 
studenten,  92;  —  geen  bijbellezing  te  houden  door,  103,  vgl.  460, 
466,  468;  -  onbekwame,  112,  165,  174,  240,  254;  —  weduwen 
en  weezen  der,  116,  459;  —  ongeregelde,  117,  235,  240;  —  emeriti, 
119;  —  excommunicatie  van,  165;  —  schuldbekentenis,  165;  — 
tevens  koster,  183,  304,  305,  436,  438;  —  onzuiver  in  de  leer, 
192,  199;  —  geen  pachters,  203;  —  verzoek  om  recommandatie, 
259;  —  op  krukken,  277;  —  opzicht  over,  280,  324,  427;  — 
allerhande  boeken  gebruikende,  300,  302,  303,  307,  322;  —  te 
vragen,  300;  —  klachten  over,  301;  —  gemeenten  zonder,  303;  — 
Gereformeerde  boeken  gebruikende,  304,  305,  435,  463;  —  tot 
superstitie  verleidende,  304;  —  te  vaak  de  herbergen  bezoekende 
enz.,  305,  822;  —  tevens  secretaris,  305;  —  de  boeken  niet  wil- 
lende gebruiken ,  welke  de  ouders  meegeven ,  306 ;  —  met  afzetting 
bedreigd,  308,  322;  —  die  geen  psalmen  zingen,  310,  311,  322;  — 
vreesachtige,  311;  —  aan  te  stellen,  324;  —  Latqnsche,  428, 
431;  —  Fransche,  428;  —  Duitsche,  428,  431,  450;— te  Utrecht, 
428,  429,  430,  450;  —  te  Amersfoort,  431,  432,  433,  450;  —  de 
evangeliën  lezende  en  verklarende,  433;  —  den  doop  bedienende. 


524 

433;  —  gesuspendeerd,  433;  —  moeten  het  avondmaal  gebruiken, 
435;  —  mogen  niet  tevens  schout  of  secretaris  zqn,  436,  438;  — 
door  de  diaconie  ondersteund,  403. 

Schutierij,  355,  43G. 

Sekten,  33,  47,  52,  92. 

Simanü,  153,  222,  223,  224,  228,  245. 

Soldaten,,  175. 

Spinhuis,  298,  435. 

Straatschender^,  457. 

Studenten,  beurzen  enz.,  40,  97,  133,  138,  142,  176;  —  in  Paapsche  of 
Jezuïtische  scholen,  4U;  —  die  schoolmeester  worden,  92;  ~  boi-g- 
stelling  door,  97;  —  examen  der,  120,  126,  133,  138,  lol,  176, 
238,  2S4;  —  prediken  door,  131,  285;  —  alumni,  133,  138,  142, 
151,  210,  284,  412,  430,  433,  451,  464;  —  attesten  aan,  142;  — 
toezicht  op  de,  176;  —  collegium  studiosorum  theologiac,  182, 
188,  198,  210, 214,  217 ;  —  kleeding  der,  218;  —  candidati  theologiae, 
238,  242,  244,  248,  285;  —  proponenten,  die  nog  wat  moeten 
studeeren,  434;  —  tot  een  handwerk  overgaande,  451. 

Superin  tenden  t,  164. 

Sujf/remns  senatus  eeclesiastieus ,  102,  132. 

Sfinode,  deputaten  der,  1,  6,  8,  10,  12,  17,  21,  22,  25,  27,28,32,38,39, 
42,  43,  51,  55,  58,  59,  65,  71,  74,  77,  79,  80,  84,  86,  88,  90,  94, 
96,  98,  100,  101,  110,  113,  116,  117,  118,  120,  123,  124,  125,  127, 
129,  133,  134,  136,  144,  149,  159,  164,  165,  166,  169,  170,  171, 
173,  177,  185,  186,  190,  191,  194,  195,  202,  203,  205,  207,  209, 
210,  211,  212,  213,  214,  215,  218,  224,  225,  226,  227,  229,  232, 
234,  236,  23K,  245,  247,  252,  254,  255,  256,  258,  259,  260,  266, 
enz.,  277,  280,  283,  284,  285,  2s7,  2s8,  .325,  326,  327,  331,  332, 
341,  312,  343,  356,  357,  3()0,  425,  426,  427,  434,  437,  444,  445, 
4M),  452,  453,  459,  460,  462,  465,  466;  —afvaardiging  ter,  1,  14, 
18,  23,  32,  33,  39,  41,  43,  44,  45,  53,  54,  56,  67,  77,  78,  79,  81, 
S5,  89,  96,  101,  111,  114,  121,  130,  137,  144,  145,  154,  161,  167, 
172,  180,  187,  196,  206,  216,  226,  233,  239,  253,  261,  274,  282, 
296,  329,  345,  407,  426,  442,  459,  466,  467;  —  acta,  7,  25,  53, 
54,  55,  63,  75,  93.  98,  115,  116,  120,  132,  138,  144,  173,  174,  177, 
IHK  185,  l.s(i,  211,  225,  226,  227,  257,  283,328,381,427,443;  — 
predikatién  in  de,  15,  102,  122;  —  stemmen  in  de,  16,  26,  53, 
69,  162,  160;  -  nationale,  20,  22,  37,  52,  63,  68,  147,  148,  150, 
177,  186,  204,  209,  219,  221,  223,  229,  254,  255,  261  enz.,  271, 
275,  277,  2S3,  290,  293,  295,  318,  324,  325,  334,  339,  346,  352, 
354,  355,  356,  357,  358,  359,  361,  364,  372,  418,  421,  423,  427, 


526 

450,  462,  465;  —  niet  klappen  uit  de,  23,  333;  —  graramina, 

24,  42,  43,  73,  88,  112,  117,  125,  128,  131,  130,  144,  147,  158, 

168,  174,  181,  201,  202,  227,  265,  285,  333,  355,  360,  372,  434, 

452 

113 

der 

319 

122 

196 

260 

406 


464;  —  samenstelling  der,  26,  36;  —  afwezige  leden  der,  27, 
116,  130,  136,  139,  160,  166,  173,  180,  297,  330;  —  onkosten 
30,  35,  36,  75,  92,  100,  113,  115,  122,  139,  165,  177,  286, 
328;  —  commissarissen-politiek,  33,  39,  43,  UI,  112,  114, 
125,  131,  137,  138,  145,  148,  161,  173,  178,  181,  188,  195, 
205,  206,  211,  215,  216,  225,  233,  239,  240,  247,  252,  254, 
262,  274,  282,  286,  289,  295,  297,  319,  331,  345,  360,  363, 
421,  442,  448,  467;  —  te  laat  gehouden,  37,  277;  —  verzet 
tegen  de,  49,  50,  51,  71,  161,  163;  —  part^schap  in  de,  53;  — 
zich  verwijderen  uit  de,  69,  333,  427;  —  synodale  besluiten,  75, 
76,  90,  112,  118,  125,  126,  131,  132,  133,  134,  140,  163,  164,  168, 
192,  199,  201,  210,  212,  219,  220,  243,  257,  285,  464;  —  niet 
mogen  komen  in  de  vergadering  der,  78;  —  wanneer  en  waar  te 
houden,  90,  135;  —  censura  morum,  130,  137,  145,  160,  166,  171, 
178,  186,  205,  211,  215,  225,  233,  239,  248,  260,  281,  289,  313 
enz. ,  343,  360,  439,  467 ;  —  auditores,  132,  275,  443 ;  —  procedeeren 
voor  de,  136,  143,  164,  171,  209,  222,  244,  250,  254,  256,  259;  — 
avondmaal  na  afloop  der,  144,  146;  —  of  eene  synode  wettig  is, 
149;  —  tijd  van  vergadering  der,  207,  211,  295,  303,  344;  — 
geloofsbrief,  290,  293;  —  door  de  overheid  samengeroepen,  294, 
299,  328;—  brieven  van  uitschrijving  der,  295;  —  agenda,  298;  — 
predikanten  in  plaats  van  ouderlingen  tot  de ,  459 ;  —  maaltijd ,  466. 

T. 

Tappers,  243,  300,  311,  317,  322. 

Tapperijen,  175,  184,  190,  198,  300,  305,  308,  321. 

Tonsieken,  78,  91. 

Tarenwachters ,  58. 

Tuchthuis,  143,  435. 

V. 

Vagebonden,  202. 

Vastenavond,  436. 

Vast-  67%  bededagen,  15,  34,  47,  59,  64,  113,  115,  139,  202,  237,  243,  275, 

305,  306,  321,  322,  323,  437. 
Vechtery,  153,  322. 
Volmachten,  verkiezing  van,  127,  277. 


&2Ö 


W. 


UWshuixm ,  435. 
IVfjfJc^r,  240. 
WtjaaUr,  312. 


Z. 


Zangscholé'n^  128. 


CORRIGENDA. 

Op  1)1.    57  rogol  .*}  V.  b.  staat  Evehardi,  leos:  Everhardi. 
»     »  100       »     O  V.  o.       »     1G03,  y>      1605. 

»     »  2(>2       »     K  V.  b.       »     Ueliodkrus,  »      Schroderus. 


INHOUD. 


Voorbericht pag.  v — xfi 

ERIESLAin). 

Handelingen  der  provinciale  synode  te: 

Sneek  1581 pag.       1 

Bolsward  6  April  1582 »  1 

Franeker  6—9  Mei  1583 »  1 

Harlingen  5  Mei  e.  v.  1584 »  7 

Artikelen  van  O.  v.  Doyem  tot  verbetering  der  preekuiethode  »  13 

Dockum  3  Mei  e.  v.  1585 »  14 

Leeuwarden  9 — 13  Mei  15«G »  18 

Sneek  18—22  April  1587 »  23 

Bolsward  25,  26  Juni  1588 *  32 

Franeker  6—8  Mei  1589 »  39 

Harlingen  16 — 20  Juni  159u »  44 

Dockum  12  Mei,  voortgezet  13 — 17  Juli  1591 »  56 

Leeuwarden  6—9  Juni  1592 »  66 

Sneek  15  Mei  1593 »  74 

Bolsward  11  Juni  e.  v.  1594 »  77 

Franeker  17,  18  Juni  1595 »  81 

Hariingen  11—13  Mei  1596 »  85 

Dockum  24—27  Mei  1597 »  89 

Leeuwarden  21—23  Maart  1598 »  96 

Joure  3—5  October  1599 »  101 

Sneek  20—23  Mei  1600 »  110 

Bolsward  14—16  JuU  1601 »  114 

Franeker  1—3  Juni  1602 »  121 

Harlingen  23,  24  Februari  16U3 »  130 

Dockum  5—7  Juni  1604 »  137 

Leeuwarden  5 — 9  Maart  lüU5 »  145 

Joure  17—19  Juni  1606 «160 

Sneek  2—4  Juni  1607 »  167 

Bolsward  24,  25  Mei.1  ÜU8 »  172 

Franeker  13—15  Juni  1609 ^180 

Harlingen  5,  6  Juni  1610 *  187 

Dockum  21—24  Mei  1611 »  195 

Leeuwarden  9—11  Juni  1612 »  206 

Joure  1  Juni  e.  v.  1613 »  212 

Sneek  21—25  Juni  1614 »  216 

Bolsward  6,  7  Juni  1615 »  225 

Franeker  28—30  Mei  1616 »  233 

Harlingen  17 — 19  Juni,  voortgezet  8-13  Augustus  1617.     .     .  »  239 


523 

Docknm  2-9  Juni  1618 pag.  258 

Leeuwarden  30  September— 'J  Uctober  1018 ♦  261 

Acta  deputatorum  27  Januari  1618 .  »  206 

»  »  8  Maart  1618 »  265 

»  »  1  October  1619 »  272 

Leeuwarden  14 — 17  September  1619 *  274 

Joure  18,  14  Juni  1620 >  281 

Geloofsbrief  voor  de  afgevaardigilen  ter  nationale  synode  1586  »  290 

Utrecht. 

Geloofsbrief,  afgegeven  door  de  vergadering  der  ütrechtscho 

kerken  2  Juni  1586 pag.  298 

Handelingen  der  provinciale  synode  te  Utrecht  in: 

St.  Catharina-convent,  8— 10  Juli  1606 »  294 

Remonstrantie  aan  de  E.  E.  heeren  Staten »  819 

Artikelen  tot  regeling  van  de  pi*edikdienst  te  platten  lande    .  »  825 

Begeleidende  missive  van  de  deputaten  der  synode   .     .     .     .  »  328 

St.  Catharina-convent ,  28,  29  Augustus  1612 »  328 

Kapittelhuis  ten  Dom,  (de  leden   Contraremonstranten)   12 — 23 

October  1618 :>  845 

St.  Catharina-convent,  (de  leden  Remonstranten)  12     28  October 

1618 »  861 

Gelmjfsbriof     voor    do     Reinonstitintsche    afgevaardigden    ter 

nationale  synode  te  Dordrecht »  364 

Antwoord   der  Remonstranten   op   XIX  vragen  der  Contrare- 
monstranten      »  865 

Articuli ,  quos  Remonstrantes  exhibuerunt  fratribus  orthodox  is 

etc.  (fjatijn  en  Nederlandsch) »  807 

Adres  der  Rcmonstrantwhe  loden  aan  de  Staten >  871 

Wederlegging  van  de  redenen  der  Contraremonstrantsche  leden 

om  afzonderlijk  te  vergaderen »  875 

Aanmerkingen  der  Remonstranten  op  den  bij  hen  ingedienden 

»Staet  des  verschils"  der  tegenpartij ^  884 

Begeleidende  missive  der  Remonstrantsche  leden  aan  de  Staten  »  404 

Kapittelhuis  ten  Dom,    10  Augustus — 1  September  1619  .     .     .  »  406 

Memorie,  bij  de  synode  ingediend  «loor  ds.  P.  Bosschius  .     .  »  -489 
Getuigenis  van  den  magistraat  van  Wijk  bij  Duui'Stede  aangaande 

ds.  Bosschius »  441 

Getuigenis  van  den  kerkeraad,  aangaande  ds.  Bosschius     .     .  »  441 

Kapittelhuis  ten  Dom,  5—18  SeptemlKïr  1620 »  412 

Formulieren  voor  de  afvaardiging  van  predikanten  naar  classis 
of    synode;    voor   de    beroeping   van   predikanten;  voor  de 

kosters  bij  't  voorlezen,  W^W »  467 

Registor  van  personen »  470 

>    plaatsnamen »  499 

»  »    zaken »  509 

Corrigenda >  526 


^ 


3  2044  020  693  388 


*  *«» 


lnTÏ 


'iM'ATmitf  -'•^    "■  *  «— ".' 


•-"  ■  —  z^  i»#~"W~- — ~  ~  • .  >^4  ■  ,-  •" r