Google
This is a digital copy of a bix>k ihal was preservcd lor gcncralions on library shelves before il was carefully scanned by Google as part of a project
to makc the world's books discovcrable online.
Il has survived long enough for the copyright lo expire and the book to enter the public domain. A public dom ai n book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past. representing a wealth of history. culture and knowledge that 's often diflicult to discover.
Marks. notations and other marginalia present in the original volume wil] appcar in this lile - a reminder of this book's long journey from the
publisher lo a library and linally to you.
Usage guidelines
Google is proud lo partner wilh libraries lo digili/e public domain malerials and make ihem widely accessible. Public domain books belong lo ihc
public and we are merely iheir cuslodians. Neverlheless. ihis work is expensive. so in order lo keep providing ihis resource, we have laken sleps lo
prevent abuse by commercial parlics. iiicludiiig plaang lechnical reslriclions on aulomaled uuerying.
We alsoask that you:
+ Make non -commercial u.se of the files We designed Google Book Search for use by individuals. and we reuuesl ihat you usc these files for
personal, non-com merci al purposes.
+ Refrain from mttoinated querying Do nol send aulomaled uueries of any sorl lo Google's syslem: II' you are conducling research on machine
translation. oplical characler recognilion or olher areas where access lo a large amounl of lexl is helpful. please conlacl us. We encourage the
use of public domain malerials for ihese puiposes and may bc able to help.
+ Maintain attribution The Google "walermark" you see on each lile is essenlial for inlbrming people aboul this project and hclping them lind
additional malerials ihrough Google Book Search. Please do nol remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring ihal whal you are doing is legal. Do nol assume that just
bccausc we believe a book is in ihc public domain for users in the Uniied Staics. thai the work is also in ihc public domain for users in other
counlries. Whelher a book is slill in copyright varies from country lo country, and we can'l offer guidancc on whelher any specilic use of
any specilic book is allowed. Please do nol assume ihal a book's appearance in Google Book Search mcans il can bc used in any manncr
anywhere in the world. Copyrighl iiifrmgemenl liabilily can bc quite severe.
About Google Book Search
Google 's mission is lo organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover ihe world's books while liclpmg aulliors ai ui publishers rcacli new audicnecs. You eau search ihrough ihe lïill lexl of ihis book uu ihe web
at |http : //books . qooqle . com/|
Google
l.)il is ecu digilalc kopie van ecu hoek dal al gcucralics lang op hihliolhcckplaiikcii litvlï gcslaan. maarnu zorgvuldig is gescand door Google. Dal
doen wc omdat wc alk boeken Ier wereld on line beschikbaar willen maken.
Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het bock nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dal nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auleursrecrillemiijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stern uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in hel origineel stonden, worden weergegeven in dil bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.
Richtlijnen voor gebruik
Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen Ie voorkomen, zoals hel plaatsen van technische beperkingen op
automatisch zoeken.
Verder vragen wc u het volgende:
+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Cioogle ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar hel systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft lol groic hoeveelhe-
den tcksi. kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uil hel publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan liet "watermerk'' van Google dal u onder aan elk bestand ziet. dient om mensen informatie over het
project Ie geven, en ze te helpen extra materiaal Ie vinden met Zoeken naar boeken mei Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor beril dal alles wal u doel legaal is. U kunt er
niet van uilgaan dal wanneer een werk beschikbaar lijkt ie zijn voor het publieke domein in de Verenigde Slalen. hel ook publiek domein is
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust. verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wal u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dal u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Cioogle slaat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.
Informatie over Zoeken naar boeken met Google
Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken mei Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek Ie bereiken. U kunt de volledige leksl van dit boek doorzoeken
Op hel web via |htt. y- : / .■-■.-;-;.-;..■■■■.-.■ . :■■ -;.-;. j_^ . ~ -:.;•[
f
Sf^Stf ©arbarb Btotaitp ê>t&ool
ANDOVER-HARVARD THEOLOGICAL
LIBRARY
CAMBRIDGE, MASsACHUSKTTS
1
A. O T A.
DER
PROVINCIALE EN PARTICULIERE SYNODEN.
ACTA
DER
D
lil LU
E I PART]
Dffl
GEHOUDEN 'IN DE NOORDELIJKE NEDERLANDEN
GEDURENDE DE JAREN 1572-1620,
VERZAMELD EN UITGEGEVEN DOOR
D R . J.
er D R . S. D. VAN VEEN.
VIJFDE deel;
ZEELAND 1519-1620. — OTERUSKL 15SHC20.
TE GRONINGEN BIJ J. B. WOLTERS, 1896.
VOORBERICHT.
I. ZEELAND.
Geen deel dezer uitgave heeft ons meer moeite en zorg veroorzaakt dan
de eerste helft van dit boek, waarin de acta der Zeeuwsche synoden zijn
opgenomen. De documenten, welker bestaan wij vermoedden en die wij
noodig hadden, lagen zeer verspreid: het kostte veel tijd en navraag ze
op te sporen. Met erkentenis moeten wij daarom al aanstonds melding
maken van de vriendelijke hulp, die ons geboden werd door belangstel-
lende personen. Het stemt echter weemoedig, dat wij moeten beginnen
met een woord ter waardeerende gedachtenis aan wijlen den heer Joost van
der Baan te Wolfaartsdijk, die den 27 Januari jl. in den hoogen ouderdom
van ruim 86 jaren overleden is. Hoe menige dienst heeft hy ons nog met
zijn voorlichting en uit den schat van zijn kennis kunnen bewgzen! Uit
zyn brieven over dit onderwerp bleek, hoeveel belang hij stelde in de uit-
gave dezer acta , die hg , zelf verdienstelijk beoefenaar van de kerkelijke
geschiedenis van Zeeland, niet meer heeft mogen beleven.
Verder is het een aangename plicht onzen dank te betuigen aan den heer
J. W. Enschedé van Haarlem , dr. O. J. Vos Az. , predikant te Amsterdam,
dr. L. A. van Langeraad, thans predikant te Lekkerkerk, die ons bereid-
willig ten gebruik e hebben toegezonden, wat zich in hun privaat bezit
bevond. De heer R. Fruin, rijksarchivaris te Middelburg, was ook zoo
vriendelijk voor ons informaties te laten nemen in andere stedelijke archieven.
Door deze aanwijzingen begonnen wij op ons terrein een weinig thuis te
geraken en eenige zekerheid . te krijgen omtrent hetgene , dat wjj hadden op
te sporen. Verder heeft ons onderzoek tot verzameling van de synodale
scripta en acta Zeelandiae zich uitgestrekt over de archieven van het rijk,
het provinciaal kerkbestuur, de Zeeuwsche classes, enkele steden en kerke-
raden. Welk resultaat dit heeft opgeleverd , zal beneden nader worden be-
schreven. Uit de classis Zierikzee alleen werd eerst na herhaald aanzoek
later gemeld , dat zich daar ter stede in de kerkelijke archieven geen syno-
dalia bevinden, zoodat wij dienaangaande in onzekerheid verkeercn. Het is
ons verder uit de gevoerde correspondentie als anderszins gebleken , dat niet
VI
alleen menige belangrijke verzameling van oude synodale stukken in den
loop des tij ds onder den hamer is gebracht en daardoor in particuliere
handen verdwaald , maar ook zelfs aan het onderzoek ontsnapt en misschien
geheel verdwenen. Dat laatste is bijv. het geval geweest met de ryke biblio-
theek van mr. C. P. Lenshoek, in leven burgemeester van Wolfaartsdijk ,
die een groot aantal synodale en kerkelijke stukken had aangekocht op een
auctie te Middelburg, afkomstig van wijlen A. van 's Gravezande, den be-
kenden predikant aldaar. Doch dat alles is na den dood van mr. Lenshoek
wederom verkocht op een auctie in den Haag, vele jaren geleden.
De Zeeuwsche kerk, geheel onder het patronaat van de overheid, heeft
er, in den beginne althans, geen ernstige moeite voor gedaan om van de
synodale handelingen een zooveel mogelyk volledige verzameling aan te leggen
en tegen algeheele vergetelheid te beschermen. Dit punt kwam wel eens ter
sprake: op de synode te Tholen in 1602 bijv. werd bepaald, dat elke classis
een synodaal boek moest aanleggen, „vervatende alle synodale acten soo natio-
nalia als provincialia Zelandiae", p. 57. Doch wij hebben in geen enkele
der classikale archieven zulk een boek ontdekt. Waarschijnlijk was er zelfs
in 1618 nog niets gebeurd, want toen moest de synode te Zierikzee nog
besluiten , dat een actenboek vervaardigd en „met alle de synodale papieren"
in een daartoe bestemde koffer bewaard zou worden, p. 154. Eerst daarna
zijn zulke synodale codices aangelegd: die van het provinciaal kerkbestuur,
den kerkeraad van Vlissingen en het rijksarchief zijn nog in wezen. Blijkens
aanteekeningen in den kwartyn sub CC bevatte ook ,,het kerkelijke boek
der consistorie van Middelburg" afschriften der acta van 1591, 1597,
1602, 1610, 1618, 1620 en 1638. Ook zgn zulke copien te vinden achter
eenige exemplaren van de te Delft uitgegevene Kerkorden in gen. Doch
wij meenen te mogen aannemen, dat het geregeld aanleggen van verzame-
lingen der Zeeuwsche acta vrij laat heeft plaats gehad. Het is alsof er te
dezen aanzien een zekere onverschilligheid bestond, die verklaard mag
worden uit de omstandigheid , dat de kerk maar zelden in de gelegenheid
werd gesteld om synodaliter haar belangen te bespreken.
Tot de groote massa synodalia, die w\j van lieverlede in handen kregen,
behoorden gelukkig behalve oude afschriften ook de authentieke acten
van de belangrijkste in Zeeland gehoudene kerkvergaderingen. Daaraan
hebben wij nog al het een en ander als bijlage kunnen toevoegen, zoodat
onze verzameling, al is zij niet geheel volledig, toch een grooteren omvang
heeft, dan tot dusver verkregen had kunnen worden.
Met opzicht tot de appendices ad acta, wij hebben na aandachtig onder-
zoek van de soms vrjj omvangrijke paketten met allerhande synodale papieren
en correspondentie onze keuze daaruit bepaald volgens dezen regel:
1 °. dat wij in onze editie alleen zouden opnemen zulke stukken , die van de
VTT
synoden officieel waren uitgegaan , waarvan in de acta melding was gemaakt
cd die eigenlijk daarin moesten zjjn ingelascht. Zooals bijv. de appendix de
casibus matrimonialibus p. 46, vermeld in de acta der synode van 1597, p. 39
sub II; de lyst der proponenten tusscben 1597 en 1602, p. 63, behoorende
tot de door de deputaten der synode ingediende verslagen; bet breede
rapport van ds. Joost van Laren betreffende de stemgerecbtigheid in de
vergaderingen der classes, p. 64, volgens bet besluit der synode te Goes,
p. 52; en dergelijke.
2°. Dat wij aan onzen tekst ook zouden toevoegen de besluiten (apos-
tillcn) der Staten van Zeeland op de synodale voorstellen en verordeningen,
nl. voor zoover zjj aanwezig waren onder den voorraad van kerkelijke
stukken, die door ons zijn onderzocht. Wij hebben dit ten aanzien van
Holland en Gelderland, waar van de synoden veel meer kracht uitging,
waar zij ook geregelder vergaderden, niet gedaan. Maar met Zeeland is
het een heel ander geval. Hier werd de Haagsche kerkorde van 1586
vervangen door de Staatsche kerkorde van 1591, die voor de volgende
tijden van kracht is gebleven. Hier werd de kerk nog meer dan elders
niet alleen onder toezicht maar zelfs onder het bedwang van 's lands
overheden gehouden. Zij was in hooge mate onderdanig. De regeering
stak zich in alle kerkelijke zaken. Niets ontging aan haar aandacht en
overweging. Van een vasten regel op het houden van synoden y d.i. ver-
gaderingen van het hoogste kerkbestuur, gekozen uit de classes, geen
sprake: alleen dan wanneer hun Ed. Mogenden het goed achtten of
welgezind waren, kon de synode samenkomen. Van afvaardiging en ont-
vangst van correspondenten naar of uit andere provinciale synoden kon
niets komen, hoe vaak daarop ook aangedrongen werd , zie p. 51, 56, 105.
De kerk van Zeeland verkeerde in vele opzichten in een exceptioneel en
toestand. Later, om zelfs den schijn van gelijkheid en van verband met
de overige Hervormde kerken in Nederland uit te wisschen, werd van een
synode niet meer gesproken , maar slechts het houden van een coetus om
de drie jaren toegestaan. Een gevolg van deze verhouding was, datStaten-
resoluties op synodale voorstellen en bepalingen een integreerend deel
waren van de kerkelijke handeling. Die besluiten werden daarom ook bij de
synoden ingediend en aangenomen als eindbeslissing, bijv. p. 51 en elders.
De staat regeerde de kerk, die zich daarnaar regelde. Zoo werden ook
botsingen tusschen staatsgezag en kerkbestuur vermeden.
Het was de wensch der predikanten in Zeeland, dat „naer d'oude ge-
brui ck 11 elk jaar of minstens eens om de twee jaren een gewone synode
mocht worden samengeroepen, p. 39 sub VI. Die uitdrukking „oud gebruik"
doelt natuurlek niet zoozeer op Zeeland, maar op de in de Gereformeerde
kerk van de Vereenigde Provinciën vrij algemeen bestaande usantie. Deze
VIII
bescheidene wensch werd meermalen herhaald, doch de Zeeuwsche Staten
hebben dat nooit als regel willen toestaan en behielden den t\jd aan zich,
p. 44, 56, 98. Of er dus vóór 1579 wel een synode gehouden is, mag
onzeker worden geacht. De „coetus van predikanten" op Schouwen, die
in 1573 te Zierikzee op aandrijven van Moded „werd gehouden om den
welstand der verschillende gemeenten te behartigen" (zie de dissertatie van
Brutel de la Rivière, Het leven van Herm. Moded p. 93) doet slechts denken
aan de oprichting van een classis Schouwen. Want het is vrij zeker en
ligt ook in den aard der zaak, dat de samenvoeging der gemeenten tot
classes al spoedig heeft plaats gehad, in 1574 of misschien al vroeger,
zie p. 76, aant. 3. Doch met de synodale inrichting schijnt het minder
vlot gegaan te zijn. Ook werd speciaal in deze provincie reeds van oudsher
onderscheid gemaakt tusschen synode en coetus. Men mag in T t algemeen
aannemen, dat aan een synode hooger beteekenis en rang werd toegekend
dan aan datgene, wat men coetus noemde, hoewel beide op dezelfde wijze
en onder dezelfde waarborgen waren bijeengeroepen en samengesteld. De
synode heette bestemd te zijn voor het beraadslagen over algemeene ker-
kelijke aangelegenheden, vooral die de kerkelijke wetgeving betroffen, met
verlof om ook enkele particuliere zaken en quaesties af te doen , als die
dan juist aanhangig waren. De coetus werd belegd met het meer speciale
doel ter behandeling van bepaalde kerkelijke quaesties in hooger ressort
Doch uit den aard der zaak is dit verschil op de vergaderingen zelf niet
in alle opzichten volgehouden. Wij hebben in onze uitgave derhalve de
acta van beide opgenomen naar tijdsorde. Ook de extraordinaire, maar
kerkelijk opgeroepene samenkomst te Middelburg in Juli 1608 kan voor
een coetus doorgaan. In allen gevalle wordt het onderscheid volkomen
onbepaald, wanneer de afgevaardigden uit alle Zeeuwsche classes samen-
komen tot een extraordinaire synode. Zij draagt dan dien naam, doch
heeft meer het kenmerk van coetus. De tijd, waarin aan deze kerk
volgens de bedoeling der overheid geheel haar synodaal karakter ontnomen
werd en slechts de coetus overbleef, ligt buiten ons bestek.
Het is daarom noodzakelijk hier een overzicht te geven van de verga-
deringen der Zeeuwsche kerk. De acten van de synode te Goes in 1579
en te Vlissingen in 1581 openen in onze editie de rij.
Men verwachtte op de provinciale synode te Haarlem in Maart 1582
afgevaardigden uit Zeeland, zie onze Acta I, 93, maar de Zeeuwsche kerk
heeft toen vry zeker geen verlof kunnen bekomen tot het houden van een
synode ter benoeming van leden.
Als er in de week na Pinksteren 1582 te Zierikzee een synode gehouden
is, p. 9 sub 9, dan zijn de acta daarvan spoorloos verdwenen.
De handelingen der synode te Middelburg 28 Mei 1586 zijn niet bewaard
IX
gebleven en van haar samenzgn getuigen alleen de in het oucl-synodaal
archief bewaarde volmacht voor de afgevaardigden naar de nationale synode
in den Haag en het boek der oude classis Tholen : de predikanten Joannes
Martini en Ephraim Dierkienes werden uit deze classis naar Middelburg
gezonden en lazen vervolgens een verslag van het verhandelde voor in de
vergadering der classis van 7 Juni.
In 1588 zijn er drie synoden gehouden of juister, de synode heeft
achtereenvolgens drie zittingen gehouden, telkens op een andere plaats,
ter behandeling van het lastige geschil met ds. Oisbertus Sammels van
Scherpenisse. Ze zjjn ter onzer kennis gekomen uit de nauwkeurige aan-
tekeningen en copie van dr. van Langeraad, die alle drie vermeld vond
in het classikale boek van Tholen. Daaruit blijkt, dat uit deze classis tot
leden der synode benoemd waren Gerardus Plateel en Jacobus Baseliusjr.:
ds. Plateel werd echter ongesteld en daarom werd later ds. Henricus
Heiningius in zfjn plaats gevolmachtigd. Voorts dat de ter synode afge-
gevaardigden eerst vergaderden te Middelburg op Donderdag 9 Juni. Van
die acta is geen extract in de classikale notulen opgenomen, maar wordt
alleen gerapporteerd, dat de gedaagde toen niet verscheen on dat de zitting
daarom tot over een maand verdaagd moest worden, terwjjl aan ds. Hei-
ningius opgedragen werd een brief aan de gravin van Buren te schrijven
met de bede , dat zij Sammels zou gelasten om voor de synode te verschij-
nen. Die brief is verzonden den 21 Juni. Voor de tweede maal kwam de
synode bijeen te Zierikzee in Juli en daarna te Maartensdijk in Augustus.
Van deze twee samenkomsten hebben wjj in onzen tekst opgenomen afschrif-
ten uit haar acta, die in de vergaderingen des classis Tholen werden gelezen ,
behandeld en genotuleerd: de brief van schuldbekentenis der classis aan de
gravin p. 13 kan als appendix tot die handelingen worden beschouwd.
De synode te Middelburg in 1591 was de eerste, waarbjj de regeering
zich door haar afgevaardigden liet vertegenwoordigen. Dit heeft toen ver-
volgens geregeld plaats gehad, ook zelfs in de buitengewone synode van
1593 en den coetus van 1613.
Op de extraordinaire synode te Middelburg in 1593 volgde de provinciale
synode te Goes in 1597, zooals blijkt uit de in actis voorkomende ver-
melding van de beide voornoemde, p. 38 sub I en p. 39 sub VI. Daarop
die te Tholen in 1602, zie p. 43 en 51.
De vergadering te Middelburg in 1608 is eigenlijk geen synode, maar
een samenkomst ter voorbereiding van een particuliere synode. Wij waren
van oordeel, dat de acta daarvan in onze uitgave moesten worden opge-
nomen , omdat alle vier classes opgeroepen werden om afgevaardigden te
benoemen en te zenden. Daardoor kreeg deze vergadering het kerkelijk
karakter van een synode, die zich echter om botsing met 'slands ordon-
nantie te ontgaan den naam gaf van convent Zulke voorbereidende kerk-
vergaderingen schenen wel meer gehouden te zijn, p. 90.
Het resultaat van deze te Middelburg begonnene overleggingen is ge-
weest, dat eindelijk weer verlof gekregen werd tot het beleggen van de
synode te Veere in 1610. Daar werd besloten om in het volgende jaar
den 16 Mei en voorts jaarlijks geregeld deze vergadering te houden , p. 98.
De eerstvolgende provinciale synode zou te Zierikzee vergaderen , p. 105,
doch daar is niet van gekomen.
Wel werd in 1613 een coetus extraordinarius toegestaan over het geschil
met de beide Lansbergens, doch eerst in 1618 mocht de Zeeuwsche kerk
naar Zierikzee en in 1620 naar Goes ter synode opgaan.
In deze reeks zijn dus belangrijke tijdruimten zonder synode, waaruit
het duidelijk wordt, hoe moeielijk van de Zeeuwsche Staten het begeerde
verlof verkregen kon worden. Daar alleen ligt de reden van deze onregel-
matigheid. Maar het is nagenoeg zeker, dat wij bijna alle, zoo niet alle
Zeeuwsche synoden kennen, en verder dat het verhandelde in de meest ge-
wichtige van die kerkvergaderingen bewaard gebleven is. Die waarvan de
acten verloren zijn geraakt of slechts ten deele bekend, zooals de synoden
van 1586 en 1588, zijn voor de kerkgeschiedenis van Zeeland toch ook van
minder beteekenis: daar werden slechts speciale punten behandeld. Indien
wij niet om overwegende redenen, waarvan wij niet willen afwijken, ons
bepaald hadden tot het jaar 1620, zouden wij hier gelegenheid hebben om
een uitzondering te maken en ook de editie te bezorgen van de acta dor
laatste Zeeuwsche synode te Tholen in 1638. Doch ook aan deze waren boven-
dien reeds een aantal vergaderingen van den coetus Zeelandiae voorafgegaan.
Na deze noodzakelijke mededeelingen kunnen w|j thans overgaan tot
beschrijving van de bouwstoffen, die bg het bezorgen van onze editie zijn
gebruikt. Wij beginnen met hetgeen reeds in druk verschenen is.
Vooreerst een uitgave van allerlei kerkorden en synodale acten in klein
4° onder den titel: „De kereken-ordeninghen der Ghereformeerder Neder-
lantscher kerken in de vier nationale synoden gemaeckt ende 'ghcarresteert,
mitsgaders eenige anderen in den provincialen synoden van Hollant ende
Zeelandt geconcipieert" enz. Wij hebben daarvan gebruikt de vierde editie
„tot Delf gedruckt by Andries Cloeting, boeck-vercooper by de Havcrbrugghe
int Gelinieerde Schrijf boeck. Anno 1640." En de vijfde editie „tot Delf
gedruckt by Andries Cloeting, boeck-verkooper aen 't Marckt- veld t int Ver-
gulden A. B. C. Anno 1648." Zij bevatten beide na een wijdloopige , onge-
pagineerde „Voor-reden" op 128 bladzijden een uitgave van de synode te
Einden 1571, Dordrecht 1574, Dordrecht 1578, Middelburg 1581, den
Haag 1586, Middelburg 1591, kerkorde van Utrecht 1590. Bij de editie
van 1648 is tusschen de voorrede en de synode te Emden nog met afzon-
XT
derlijke pagineering ingevoegd een uitgave van de particularia der nationale
synode te Middelburg in 1581 , 22 bl. En achteraan is gevoegd de „Ordon-
nantie van zijne princelijcke Excellentie op 't stuck van de policie binnen
Zeelandt", te Middelburg bij Ricbardt Schilders 1583. Wjj moesten deze
verzameling raadplegen om de daarin p. 101 — 120 voorkomende uitgave
der acta van de provinciale synode te Middelburg in 1591. Over de ge-
schrevene copien van synodale handelingen, die in denzelfden band op het
drukwerk volgen, zie beneden sub BB, CC en KK.
In de tweede plaats een boekje in klein 4° en papieren omslag, getiteld:
„Acta synodalia of gearresteerde kerken-ordeningen van Zeelandt van de
jaren 1591, 1620 en 1638", volgens besluit der Staten uitgegeven „te
Middelburg bij Leenderd en Johan Bakker, ordinaris drukkers van de Ed.
Mog. heeren Staten van Zeelandt, 1735," 127 pag. druks. Wij ontvingen
dit boek uit het archief van de classis Goes. Deze druk getuigt van meer
zorg en nauwkeurigheid dan de Delftsche editie.
Ten derden het Kerkhistorisch Archief van Kist en Moll het vierde deel,
p. 343 — 381. Daarin gaf de heer J. van der Baan van Wolfaartsdijk den
tekst der acta van den extraordinairen coetus van 1613 met een korte
inleiding en eenige aanteekeningen. Hij verkeerde in de meening, dat het
door hem gebruikte handschrift het authentieke stuk zou zijn , gesteld door
den scriba Joost van Laren. Doch het was meer waarschijnlijk een copie,
zooals bljjken kan uit de wijze, waarop van de onderteekening door den
scriba gewag wordt gemaakt, zie p. 131 en 142, (Arch. p. 363 en 381).
Echter is het document, dat hg in de boekerij van mr. Lenshoek opspoorde,
van zeer ouden datum en bovendien veel nauwkeuriger dan de beide andere
afschriften, die wij onder oogen kregen. Wij hebben daarom zijn editie tot
tekst genomen en in de vernieuwde uitgave slechts die veranderingen aange-
bracht, welke in verband staan met onze regels van spelling en interpunctie.
Vele en van zeer verschillende soort en waarde zijn de geschrevene stuk-
ken en codices, waarover wij mochten beschikken. Wij kunnen beginnen
met de meest belangrijke verzameling.
AA (en AA*). Hiermede wordt aangeduid een aantal afzonderlijke syno-
dale acten, toebehoorende aan het archief van het provinciaal kerkbestuur
van Zeeland. Wy hebben daarvan voor ons doel gebruikt:
1. De acta der particuliere en der extraordinaire synoden van 1581 en
1593. Dit is een oude copie, niet later dan het begin der zeventiende
eeuw, op twee folio vellen, waarvan zes en een halve bladzijde door de-
zelfde hand beschreven. Aan den buitenkant staat het opschrift: „Twee
synoden van Zeelant, d'een gehouden tot Vlissingen anno 1581, de andere
tot Middelburch 1593." Iets lager staat „no. 2". Misschien heeft no. 1
gestaan op een copie der synode van 1579, doch dit stuk hebben wij in
xn
de ons toegezondene verzameling niet gevonden. Hieraan ontleenden wij
den tekst voor de synode van 1581.
2. De acta van 1591. Dit afschrift op tien vel folio, waarvan '36 blad-
zijden met een nette hand beschreven, was blijkens de authentieke collatie
door den griffier Roë'ls voor 's lands Staten bestemd. Het stuk draagt tot
opschrift: „Acta van den synodus van Zeelandt gehouden binnen Middel-
burgh anno XV C XCI tich ." Wij konden daarvan gebruik maken voor een
aanvulling en voor den tekst van twee bijgevoegde stukken.
3. De acta van 1597 op drie vel folio, waarvan acht bladzijden beschre-
ven, met het opschrift: „Acta synodi Goesanae XV C XCVII tic V De han-
delingen zijn eigenhandig onderteekend door praeses, assessor en scriba.
Wij gebruikten dit authentieke stuk ter vergelijking met de acte sub JJ*,
doch beide vertoonen dezelfde blijken van echtheid.
4. Dezelfde acta in oud afschrift op twee vel folio , waarvan zeven blad-
zijden beschreven. Opschrift: „Sijnodus van der Goes anno 1597."
5. De authentieke acta van 1602 op vier vel folio, waarvan veertien
bladzijden beschreven met twee verschillende handen. Opschrift: „Acta
synodi ter Tholen gehouden in Novembri 1602."
6. Een door den scriba dezer synode gewaarmerkt afschrift van dezelfde
acta, drie vel folio, twaalf bladzijden beschreven. Opschrift: „Sijnodus van
Tholen anno 1602, met de gravamina der 4 classen van Zeelant, dewelcke
aldaer verhandelt ende gebracht syn." Iets lager: „no. 4". Nog lager:
„Acta synodi Tholen a 12 ad 21 Novemb. 1602." Wij hebbon deze copie
aangeduid met AA*.
7. Een lijst van geëxamineerde candidaten, een vel folio, twee bladen
beschreven. Dit stuk lag in de acte sub 5 en draagt een opschrift met de
hand van Faukelius, zie p. 63 noot 1.
8. De authentieke handelingen van de vergadering op 15 Juli 1608, een
vel folio, twee beschreven bladzijden, onderteekend door praeses en scriba.
Opschrift: „15 Julij 1608 no. 7. Missiven ende memorien van anderen
classibus et sijnodis ons toegesonden annopende synodum provincialen!
Zeland." Deze acte bevond zich dan ook in een pakje classikale missives
over dat onderwerp.
9. De authentieke acta van 1610, vijf vel folio, zestien bladzijden be-
schreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba. Opschrift: „Acta
des synodi Verianae, gehouden in Meye an. 1610."
10. De authentieke acta van 1618, vier vel folio, bijna veertien bladz.
beschreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba. Opschrift:
„Acta des provincialen sijnodi van Zeelandt, gehouden tot Ziriczee den 9 en
Octobris 1618 voor het houden des nationalen sijnodi tot Dordrecht."
11. De authentieke acta van 1620, vierentwintig vel folio, 91 bladz.
XTTT
wijd uiteen beschreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba.
Opschrift: „Authentica Sjjnodes Goes anni 1620. M
Zoo vonden wij dus in deze verzameling het meerendeel der authentieke
documenten, die wij in druk wenschten te geven.
BB. Een klein 4° boek in hoornen band, beginnende met de bovenver-
melde Delftsche editie der Kerckenordeninghen 1640. Het is verder tot
aan de laatste bladzijde volgeschreven met allerlei Zeeuwsche synodalia:
nationale en provinciale synoden, acta coetualia en handelingen van depu-
taten, en eindigt met afschriften van stukken in de zaak van Gosuinus van
Bnytendyck in het begin van den jare 1712. Het geheel is met dezelfde
hand geschreven uit het begin van de achttiende eeuw. Vooraan be-
vindt zich een vrij nauwkeurig inhoudsregister met het opschrift: „Lijs te
der geschreve kerkelike handelingen in dit boek vervat, gemaakt 1733."
Het is een zeer omvangrijke verzameling en ook vrij nauwkeurig, zooals
ons bij tekstvergelijking is gebleken. Wij vonden hierin copien van de acta
van 1579, 1581, 1593, 1597, 1602, 1610, 1613, 1618, 1620 met zeer vele
bijlagen. Het boek is het eigendom van den heer J. W. Enschede te Haarlem.
CC. Een dergelijk boek in 4°, met leeren rug gebonden en ook begin-
nende met dezelfde editie der kerkordeningen , doch doorschoten met
witte bladen , waarop enkele aanteekeningen en de particularia der nationale
synode van 1578. Daarop volgen copien der acta van 1579, 1581, 1593,
1597, 1602, 1610, 1618, 1620 enz. alles overgeschreven met één hand,
einde 18e eeuw, uit het consistorieboek van Middelburg. Dit werk is het
eigendom van dr. G. J. Vos Az. te Amsterdam en heeft ons bij tekstver-
gelijking eenigen dienst gedaan.
DD. Een 4° schrijfboek in kartonband, toebehoorende aan de provin-
ciale bibliotheek te Middelburg, geschreven met een hand, niet ouder dan
einde 18e eeuw. De titel luidt: „Verzameling van alle de synodale ver-
gaderingen zoo nationale als provinciale, gehouden zoo buiten als binnen
do provincie van Zeeland , en andere stukken daartoe behoorende , begin-
nende met den jare 1571 en eindigende met den jare 1656." Daarop
volgt een inhoudsopgave en verder copie der acta synod. Zeelandiae 1579,
1581, 1591 (alleen de bijlagen), 1593, 1597 met appendix, supplement
van de synode van Goes 1610, particularia der nationale synode van
Dordrecht 1578, enz.
EE. Een klein 4° boek in hoornen band , toebehoorende aan het stedelijk
archief van Veere. Voor meer dan drievierde bevat het niets dan stedelijke
verordeningen en statuten. Doch aan den anderen kant zijn met een hand,
tweede helft der 17o eeuw, eenige synodalia gecopieerd: de particularia
van de nationale synode van 1578, de acta der provinciale Zeeuwsche
synoden van 1579, 1581, de missive der Staten aan de classes 13 Nov.
XIV
1591, de acta van 1597 en de acta van 1602 met een gedeelte van de
„formc van inspectie."
FF. Een folióboek in hoornen omslag, toebehoo rende aan het rijksarchief
te Middelburg. Uit het opschrift: „Acta synodalia Zeelandiae ab an°. 1591 tot
an°. 1621 et de consistorio Middelburgensi," zou men kunnen afleiden,
dat dit het consistorieboek van Middelburg was, waaruit de acta in CC af-
geschreven zijn. Doch dit is niet het geval: de bladzijden, waarnaar CC
verwijst, wijken geheel af van de pagineering in dit h.s. Het begint met
eenigo reglementen van orde voor den kerkeraad van Middelburg, wijk-
afdeeling, de uitspraak over een echtscheiding en een request aan den
raad tegen de Lutherschen. Daarop volgen: de missive der Staten aan de
classes 13 Nov. 1591, de acta der synode van 1591 met de bijlagen, van
1593, 1597, 1602, 1610 met bijlagen, waaronder ook het gebedsformulier
alleen in dit h.s. voorkomende, van 1618, een correspondentie met de
Londcnsche gemeente in den jare 1589, Dordtsche kerkorde van 1619,
synode te Goes 1620 met de resolutien der Staten daarop en de Insolentien
der papen.
GG. Een folióboek in hoornen omslag, toebehoorende aan den kerkeraad
van Vlissingen, gemerkt met den rugtitel: „IX Sijnodale acte 1." Het
bevat de handelingen der synoden van 1597, 1602, 1610, 1618, 1620 en
de kerkorde der nat. synode van Dordrecht, allen geschreven met een en
dezelfde hand, midden 17e eeuw. Daarachter zijn nog ingevoegd de
acta der synode van 1638, door een ander gecopieerd.
HH. Een folióboek in hoornen band uit het archief van het provinciaal
kerkbestuur, met den rugtitel: „Acten van de provinciaale synoden A."
Het is doorloopend met dezelfde hand geschreven, helft 17e eeuw, en bevat
de acta der synoden van 1597, 1602, 1610, 1618, de postacta der
Dordtsche synode, en 1620 met de Insolentien der papen. Den tekst van
dié* bijlage en van de resolutien der Staten op de handelingen derzelfde
synode hebben wij naar dit handschrift uitgegeven. Ook vonden wjj in dezen
codex achter de acta der synode van 1618 met een andere hand bijge-
schreven de instructie voor de afgevaardigden van do Zeeuwsche kerk ter
nationale synode van Dordrecht, waardoor wij in staat waren deze belang-
rijke bijlage in 't licht te geven, die bij onze overige synodalia ontbreekt.
Van denzelfden schrijver bevat dit handschrift ook nog een copie der uit-
schrijving van den vast- en bededag tijdens de Dordtsche synode, alsmede
achteraan op de laatste bladzijden de acta der synode van 1638.
J J (en JJ*). Hiermede duiden wij aan , wat ons door dr. van Langeraad
uit zijn bibliotheek is toegezonden. Behalve zijn aan teek e nin gen uit het
classikalo boek van Tholen, waaraan wij de extracten uit de acta der
synoden van 1588 konden ontleenen, bevond zich daarbij een net quarto
XV
handschrift in zwartlederen band, vermoedelijk een copic uit de tweede helft
der 17e eeuw. Het bevat de particularia der nationale synode van Dord-
recht 1578, acta der synode te Goes 1579, Vlissingen 1581, missive der
Staten aan de vier classes a°. 1591, acta van 1597 met apostillen der
Staten, 1602, het rapport en voorstel over de stemmingen in de classes,
1610, 1613 (coetus extraord.), 1618, 1620, 1623, 1638.
Van 't meeste belang waren voor ons in deze bezending twee afzonder-
lijke stukken , die blijkens de volgletter behoord hebben tot een verzameling
synodale handelingen van ouden datum. Beide zijn geschreven op folio-
bladen, die zeer door vochtigheid geleden hebben en ook sporen van veel-
vuldig gebruik vertoonen, maar toch duidelijk genoeg te lezen. Schrift
en voorkomen laten geen twijfel over, of dit zijn authentieke acta, zoodat
wij ze als JJ* tot tekst voor onze editie hebben genomen.
Het eerste bevat de acta der belangrijke synode van 1591 op achttien
bladzijden. Ter zijde van het opschrift aan het hoofd van de eerste blad-
zijde heeft een andere hand het stuk gemerkt met No. B. Het slot met
de onderteekening ontbreekt, zie p. 32 noot 2.
Het andere bevat de acta van de synode in 1597 op acht bladzijden,
door dezelfde hand als in het voornoemde gemerkt met No. C. Deze acta is
compleet met de eigenhandige onderteekening van praeses, assessor en scriba.
KK. Een boek in 4° in bruin lederen band met den rugtitel: De
kerekenordeningen etc., toebehoorende aan het oud-archief der synode,
Catal. Janssen p. 121 sub XV, 103. De eerste helft van het boek bevat
de Delftsche uitgave der kerkordeningen etc. vijfde editie 1648, boven
reeds beschreven, geheel met papier doorschoten, waarop hier en daar nog
het een en ander is bijgeschreven. Het verdere gedeelte bevat een fraaie
copie van de postacta van Dordrecht on van een aantal Zeeuwsche synoden,
zie Janssen, t a. p., geschreven met een hand uit de tweede helft der
17e eeuw.
LL. Een pakket met vele synodale stukken, toebehoorende aan het
archief der classis Goes, ten deele in een grauw papieren omslag met het
opschrift: „Acten van synodale en andere kerkelijke vergaderingen."
Behalve een keurig net en zeer nauwkeurig oud afschrift der artikelen van
de Weselsche vergadering in 1568 en copien der Zeeuwsche synode van
1597 en 1610 vonden wjj in deze bezending drie stukken, die wij tot tekst
van uitgave konden nemen.
1. De authentieke acten der synode van 1593, onderteekend door praeses
en scriba, op een vel folio, waarvan twee zijden beschreven. Op de pliek
is aangeteekend met een andere, doch vrij zeker gelijktijdige hand: „Acta
Handelinghe van de extraordinaire synodale bijeencomste , ghehouden binnen
Middelburch anno 1593."
XVT
2. Een gewaarmerkt afschrift van de resolutien der Staten op de
synodale handelingen van 1597 op een vel folio, waarvan twee en een
half blad beschreven. Op de pliek staat met een andere hand, vermoe-
delijk gelijktijdig: „Poincten volgende het besluyt des synodi ter Goes
1597 te versoecken aen de E. h. van den Rade met de apostillen daerop."
3. De origineele brief aan prins Maurits over het tractement van den
predikant van Steenbergen. Buitenop staat met dezelfde hand, die ook
de aanteekening op de beide vorige nos. schreef: „Brief des synodi van
Zeelandt van dato den 19 April 1597 aan syn Excellentie, recommanderende
den kerckendienst binnen Steenberghe." Zie over dit stuk p. 189, noot 2.
II. OVERIJSEL.
Het onderzoek naar de synodale acten van deze provincie heeft weinig
bezwaren opgeleverd. Al spoedig hadden wij een overzicht van den voor-
raad codices , waarmede wij kennis moesten maken : zij bevonden zich in de
archieven der drie classes Zwolle, Kampen, Deventer en in het stedelijk
archief te Kampen. Het oud- synodaal archief in den Haag bezit slechts
één losse acte. Doch nergens elders hebben wij tot dusver eenig spoor van
zulke scrip ta kunnen ontdekken. In zeker opzicht is dit resultaat teleur-
stellend, omdat nu in onze editie de handelingen van een reeks synoden
gemist worden en juist van den vroegsten datum.
Er heeft van den beginne af een synodaal boek van Overijsel bestaan.
Doch het oudste is „door die ruine van Deventer verloren" geraakt, zie
p. 229. Dit kan nergens op doelen dan op de belegering door prins
Maurits, ten gevolge waarvan de stad zich 10 Juni 1590 bij verdrag over-
gaf. Niet alleen is Deventer gedurende dat korte beleg hevig beschoten,
maar in dien tijd en reeds te voren bedreven de soldaten van het garnizoen
vrg wat geweldenarij met vernielen, plunderen en verbranden. Door de
synode van 1594 werd daarom besloten op nieuw een boek aan te leggen
om daarin de handelingen der nationale en provinciale synoden op te schrij-
ven. Aan dezen goeden maatregel, die dadelijk uitgevoerd werd, is het te
danken, dat de geheele reeks der acta van 1593 af bjjna onafgebroken is
bewaard. Hot verlies van die oudste verzameling zou nog grooter geweest
zijn , indien er niet in het archief der classis Zwolle een volumen behouden
was gebleven , dat met het afschrift der acta van zes synoden uit dien
eersten tijd begint. Hieruit blijkt, dat er toen behalve het te Deventer
vernietigde boek, in de classis Zwolle althans, nog verzamelingen aanwezig
waren, vermoedelijk in afzonderlijke stukken.
Reeds in 1579 waren in Overijsel de drie classes Zwolle, Kampen en
Deventer opgericht, doch zij vormden toen nog geen provinciale synode,
xvn
want in November van dat jaar wendden zij zich tot de Gelderschc synode
met de aanbieding om met hen „synodus zu halltcn ," zie deel IV, p. 4. En
dienaars uit „het landt van Overissel" verschenen ook werkelijk op de
synode te Zutfen in Januari 1580. Door deze vergadering en de volgende
te Harderwijk werden zaken uit Zwolle en Kampen behandeld , alsof Over-
jjsel met Gelderland één synode uitmaakte, ib. p. 8, 10, 15, 16. Toch
is dit vermoedelijk niets anders geweest dan een begin van het onder-
houden van synodale correspondentie. Immers te Zutfen benoemde de
synode twee predikanten om de synode van Overijsel bij te wonen, die
in de volgende maand te Deventer belegd zou worden. Van deze corres-
pondentie wordt in de acta der synode van 1594 als van een oude,
daarna in onbruik geraakte usantie gesproken , zoodat toen het voorstel werd
gedaan om haar weer te hervatten. In het volgende jaar werden twee
correspondenten naar Gelderland afgevaardigd en eveneens vandaar naar
Overjjsel ter synode van Kampen.
In deze provincie zijn de synoden vry regelmatig gehouden. Aanvan-
kelijk zelfs meer dan eens in het jaar, want van 1580 tot April 1583
kunnen minstens zes worden geteld. De eerste synode van Overijsel was
den 2 Februari 1580 te Deventer samengeroepen. Men kan nagaan, dat
er in de volgende jaren twee te Kampen , twee te Zwolle fti minstens nog
een te Deventer gehouden zijn. De tweede Zwolsche synode heeft plaats
gehad in 1582, zie p. 197, en in 't begin van 1583 vergaderden zij te
Deventer, zie p. 193. De handelingen van al deze oudste synoden zijn
tot nog toe niet teruggevonden.
Ook hebben wij geen spoor van acta in de jaren tusschen 1589 en 1592
kunnen ontdekken. Het is nagenoeg zeker, dat ze niet gestaan hebben in
het oudste synodale boek, want Deventer, waar het zich bevond, was
reeds in 1587 weer Spaansch geworden. De vraag kan echter oprijzen,
of er in die vier jaren synoden belegd zijn. Daarover verkeeren wij in onze-
kerheid bjj gebrek aan bewijzen , doch de mogelijkheid is niet buitengesloten.
De jaren 1599, 1605, 1608, 1613, 1614, 1616 en 1617 gingen voor
de kerk van Overjjsel zonder synode voorbij. Wat die laatste jaren betreft,
is de reden te zoeken in de twisten met de Remonstranten.
Als bijlage hebben wij aan de acta alleen toegevoegd , wat ook in de twee
synodale codices MM en NN, die den tekst van onze uitgave hebben ge-
leverd, was opgenomen: de lijst der onderteekenaars van de Haagscho
kerkorde, zie daarover sub NN; de voorstellen der synode van 1587 om-
trent de bestemming der kerkelijke goederen; de acta der synodale depu-
taten, waarvan de opname in het synodaal boek besloten is op de synode
te Deventer in 1619, art. 4, zie p. 313; de resolutien der Staten op de
handelingen der synode van 1620.
XVITl
Met do bereidwilligheid, die wij tot dusver steeds hebben ondervonden,
zijn ons voor de uitgave van dit deel der provinciale acta synodalia de
navolgende codices ter inzage en ten gebruike toegezonden :
MM. Een folioboek in hoornen omslag, behoorende tot het archief
der classis Zwolle. Buitenop staat met een latere hand het opschrift:
„1578 — 1642. Dit boek behoort te Zwolle." Op het eerste schutblad is
met een oude hand geschreven: „Synodael-Boeck toebehorende het E.
classis van Swolle." Het bock is los in den band, doch overigens vrij
goed bewaard. Het begint niet de kerkorde der nationale synode van
Dordrecht 1578 en die van Middelburg 1581. Daarna volgen de actender
Overijselsche synoden, eerst van de zes, die gehouden zijn van 1584 tot
1588, waarbij ook het voorstel der synodale deputaten aan Ridderschapen
Steden omtrent de kerkelijke goederen. Na veertien onbeschrevene bladen,
die zeker opengelaten zijn ter latere aanvulling van nu ontbrekende acten,
begint de reeks weer met de synode te Kampen in den jare 1593. Doch
daarvan is slechts één bladzijde beschreven tot aan de woorden: „door de
dienacrs" in art. 4. De rest ontbreekt: daarvoor zijn drie zijden openge-
houden. In de dan volgende reeks van 1594 af ontbreken de acta van
1598, 1601, waarvoor zeven bladzijden, en 1615, waarvoor negen bladzijden
opengelaten werden. Na 1600 zijn de acta in dit boek van jaar tot jaar
bijgeschreven, zooals uit de verschillende handen blijkt: al het voorgaande
is een copie , waaraan slechts twee personen geschreven hebben. Deze codex
is zeer zeker van groot belang als unicum voor de zes synoden van 1584
en vervolgens. Wij hadden nu echter voor onze uitgave ook geen andere
keuze dan de tekst, zooals de eene afschrijver dien gegeven heeft, waarin
eenige corrupte plaatsen en tastbare onnauwkeurigheden, die wij niet met
betere teksten konden vergelijken.
NN. Dit handschrift bevat de hoofdzaak van al hetgeen wij in 't licht
wenschten te geven. Want deze foliant is een officieel document van de
Hervormde kerk van Overijsel. De oorspronkelijke band is vervangen door
een kartonnen met perkamenten rug, die den titel draagt: „Synodael boek
van Overyssel", toebehoorende aan het stedelijk archief van Kampen
no. 2840. Het eerste schutblad is gevuld met een gekleurde teekening
(cartouche) in renaissancestijl als omlijsting van een ovale ruimte voor het
inschrift: „Sjjnodael boeck der kereken van tlandt van Overissell". De
keerzijde vertoont het wapen van Kampen in kleuren. Dit is alzoo een
authentiek actenboek, dat aangelegd werd na het verlies van het eerste,
want slechts de acten der synoden van 1593 en 1594, toen het besluit
om dit boek aan te leggen genomen werd, zijn copie. Reeds met 1595
beginnen de synodale handelingen (eindigende met die van 1645), zooals zij
na afloop van de zitting werden geredigeerd , vastgesteld en nomine synodi
XIX
eigenhandig door het moderauien onderteekend. Wij hadden geen lang beraad
noodig om tot het inzicht te komen, dat het opgeven van varianten overbodige
arbeid zou zijn , dat wij ons konden bepalen tot het uitgeven van den inhoud
van dezen in goeden staat bewaarden codex. Vergelijking kwam alleen
te pas ten opzichte der twee acta, die ook hierin copie zijn, en der ivcta
van 1603 , omdat daarvan nog een origineel bewaard gebleven is in cod.
QQ, zie beneden. Bovendien gaven wij op een enkele plaats in een noot
een verbetering of aanvulling uit andere codices, waar dit ons bepaald
noodig voorkwam.
Dit synodaal boek begint met een afschrift dor acta- en kerkorde van de
nationale synode van 1586. Het daarop volgende blad draagt zonder
opschrift of verdere aanduiding in twee kolommen de eigenhandige naam-
tekening van 38 Overijselsche predikanten. Dit is natuurlijk geschied
zonder opgave van jaar en datum en daarom hebben wij deze lijst als
bijlage laten volgen achter de synode van 1586. Uit de volgorde van de
onderteekeningen kan echter worden opgemaakt, dat daarmede een begin is
gemaakt in 1595 in het nieuw aangelegde synodale boek. Want tot de
dertien eerste onderteekenaars behooren de twaalf predikant-leden der synode
van dat jaar. De eerste onderteekenaar ds. Schurckman was toen geen lid
der synode, doch dit geeft geen bezwaar. Te meer omdat van de vijf
volgende namen weer vier op de lijst van de leden der synode van 1596
voorkomen, en men verder vrij geregeld kan nagaan, dat elk volgend jaar
de nog ontbrekenden hun handteekening plaatsten.
00. Een folio, eveneens in kartonnen band met perkamenten rug, waarop
de titel: „Acta synodi Transisulan. 1593 — 1634", ook toebehoorende aan
het stedelijk archief van Kampen. Deze codex begint eveneens met de acta
en kerkorde van den Haag 1586, waarop na eenige onbeschrevene bladzijden
in afschrift de volledige reeks der provinciale synoden volgt van 1593 af.
Het eerste gedeelte tot de synode van 1611 is met één hand geschreven,
het verdere achtereenvolgens door verschillende personen.
PP. Een folioboek in perkamenten band met den rugtitel: „Act. syn.
ab anno 1586 — 1628. 1 deel," toebehoorende aan het archief der classis
Deventer. Het titelblad van binnen draagt dan ook het opschrift: „Copye
vant synodael boeck der Gereformeerde kerken slandts van Overissel , twelck
tot gebrugck des E. W. classis van Deventer wten originele hebben doen
afschrijven Jacobus Bevius ende Rutgerus Ticheler, desselven classis
gedeputt. in den jare ons Hëeren MDCCCXX." Het is een volledige
copie, die dus ook begint met de handeling der nationale synode van 1586
en een afschrift van de namen der onderteekenaars. Achter de acta der
synodale deputaten in 1618 en 1619 staat aangeteekend : „Alle deze acten
zyn by mij met het originel gecollationeert ende, daert nodich was, ge-
XX
corrigeert anno 1620, 24 Febr. Jacobus Revius." Daarna is het afschrijven
geschied door verschillende handen.
QQ. Een volumen in folio in perkamenten band , toebehoorende aan het
oud -synodaal archief in den Haag, en op den cataloog Janssen vermeld op
bl. 11 sub no. I, 5. Wij hadden dezen codex alleen noodig voor de
daarin onder n. 63 voorkomende acta der synode van Kampen in 1608.
Het stuk beslaat zes bladzijden folio schrift en is zonder twjjfel authentiek,
zooals blijkt uit het schrift , uit een aantal doorhalingen en verbeteringen en
uit de eigenhandige onderteekening door den assessor Bogerman sr. en den
scriba Vogelsang. Dit noopte ons tot collatie met het andere origineel in
het synodale boek.
RR. Deze codex , ook toebehoorende aan het archief der classis Deventer,
is wat zijn uiterlijk voorkomen en den inhoud betreft , geheel overeenkomstig
PP. Het handschrift is van een ander en de rugtitel heeft alleen het woord
„Kerkenordeninge". Het is wijd geschreven en eindigt met de acta der
synode te Kampen 1 Juni 1624.
SS. Een zwaar folioboek , los in den band (hoorn), toebehoorende aan
het archief der classis Kampen, met het opschrift: „Wetboek gehouden in
den jaren 1618 en 161 9." Op het schutblad van binnen staat bovenaan:
„Copie van Synodaelboeck der kereken van Overissel." Het heeft dan ook
denzelfden inhoud : alleen ontbreekt het afschrift van de ljjst der onderteeke-
naars van de Haagsche kerkorde. Deze codex is geheel vol geschreven en
eindigt met de copie van de acta der synode te Zwolle 18 Juni 1661. Een
latere gebruiker voorzag alle artikelen met een korte inhoudsopgave in margine.
In het voorbericht van het vierde deel hebben wg als ons plan te kennen
gegeven , dat wij na Overijsel en Zeeland de acta der synoden van Utrecht
in druk wenschten te brengen. Deze volgorde moet echter eenige wijziging
ondergaan. Want Friesland, waarvan de acta sedert 1583 bewaard zijn,
komt het eerst aan de beurt. Daarna Utrecht, Groningen en Drente. Het
volgende deel onzer serie zal dus vrij zeker de synoden van Friesland en
Utrecht bevatten. Wij herhalen hier nog eens ons beroep op de medehulp
van belangstellenden, omdat wij die vooral voor Utrecht zeer noodig zullen
hebben.
J. Reitsma.
Groningen, Maart 1896. g> ^ ^ y
Acta ofte handeling e in de provintialen
sijnod.y gehouden binnen der Goes den I4 en dagh *)
Octobris \$jg,preside D. Johanne GEROBULUS*#afe
scriba Johanne Migrodio.
[1.] *) Op versoeck van de consistorie van der Goes om te hebben eenen
tweden dienaer is besloten, dat hetselve seer noodich is, te meer overmits
de twee naestleggende dorpen, Cloetinge en de Serinskercke 8 ), door sülcke 4 )
sonde mogen bij provisie bedient worden. Dit sal bij request aen de
Gecommiteerde Baden van Zeelant metten eersten 6 ) besorght 6 ) worden.
[2.J Daer is genomineert om dienaer des woorts te sjjn binnen der
Goes Quryn Govertsz. Dan overmits den noot der kercken hierin haes-
ticheyt verejjscht, is goetgevonden, dat men naer een bequaem persoon sal
vernemen, doch soo men met den eersten geen becomen can, wert niet
voor onstichtelijck 7 J gehouden , dat den voorsz. tot don dienst sal 8 ) aen-
genomen worden , welverstaen wanneer denselven hem totter kercke sal
begeven hebben ende volgens soo in het proponeren ende examen bestaet.
[3.] Aengaende twee 9 ) andere poincten, bjj ,0 ) van der Goes voorgestel t,
als van de arme kinderen tot het gehoort des goddel. woorts te bren-
gen end het afsetten van de schoolmeesters is besloten, dat sjjlieden met
aller ootmoet ende diligentie sullen aensoecken hare overheyt met vercla-
ringe, indien hare begeerte afgeslagen wert, sij benodicht sullen wesen
tselve te versoecken aen de hooge overheijt.
[4.] Belangende de bedieninge der armen , dewelcke ten platten landen
van der Goes alleene bestaet 11 ) in handen van degene, die buijten sgn,
i) „14«» dagh" DD heeft „10." 7 ) De articuleering is overgenomen uit BB en
DD. ») „Serinskercke" BB heeft „'s Heerheijnenkindren" , CC „Serooskerke", DD
„ f s Heer Heindrickskinderen". 4 ) „sulcke" BB en CC hebben „sulken middel", DD
heeft „zulke middelen". 4 ) „metten eersten" ontbr. in BB en DD. *) „besorght"
BB en DD hebben „versogt". T ) „voor onstichtelijck" CC heeft „onvoorsichtelijk".
•) „sal" de andere codd. hebben „sal mogen". ») „twee" CC en DD hebben „de
twee". '•). „bij" de andere codd. hebben „bij die". ") „bestaet" BB heeft „be-
hoort".
Acta syn. provinc. V. 1
al tot groote nadeel van den armen oft huisgenoten des gelooft, dewelcke
versuumt 1 ) werden, is 9 ) sulcx te remedier geordonneert, dat men aen
de voornoemde 3 ) Baden van Zeelant versoecken sal, dat se willen de
ambachtsheeren persnaderen die van de Gereformeerde religie toe te laten,
dat twee vorkoren diacken met andere twee, bij den ambachtsheeren ver-
koren, tsainen mogen gelijckelijck in de administratie der armegoederen
geset worden , waerdeur de schamele ende A ) nootdruftige bequamelyck
mogen versorcht werden.
[5.] Item , aengemerckt 6 ) dat ten voorsz. platten lande groote foute is
van costers ende schoolmeesters , sal men versoecken aen de Gecommitteerden
Baden 6 j, dat het hun believe te handelen met de ambachtsheeren ende
hun te induceren, dat se in alle plaetsen, daer het ministerium is, eenen
schoolmeester toelaten, die van de religie sij, meteenen die costerie be-
dienen , genietende den gewoonlijck loon ende incompsten- derselver.
[6.] Alsoo men bevind , dat sommige papen ten platte 7 ) landen , noch-
tans by gratie der Staten onderhouden worden, hen vervorderen met drij-
gementen de simpele luijden van het gehoor des goddel ij eken woorts af
te schricken , is besloten , dat men dit den rentmeester van Bewesten 8 )
Schelt aengeven , ten eynde het hem believe hierin te voorsien.
[7.J Alsoo binnen den platten landen van Zuijtbevelant te weijnich
parochion versien syn van kerekendienaren , sulcx datter veol plaetsen 9 )
syn, daer goede hope is om een kereke te bouwen, als Iycksijck ,0 ) , Weerde,
Seroskercke n j , Dry wegen ende sGravenpolder n ), woest ende ledigh
staen, is goetge vonden , dat men ditselve de Gecommitteerde Bade van
Zeelant sal aendienen, ten eynde dat men, van [hen] 1S ) hebbende beloften
van stipendium, ten eersten naer bequame dienaers verneme.
[8.] Gerardus Paüli, kerekendienaer tot Brouwershaven, dia hier in
den synodo verschijnen is sonder daertoe geroepen sijnde, is afgevraeght
geweest, waerom hy hem hier gevonden heeft. Seght daerop d'oorsaeke
i) „versuumt" CC heeft „verslempt". *) „is" BB, DD en EE hebben „is om".
>) „voornoemde" CC en DD hebben „Gecommitteerde". f ) „ende" CC heeft „oude."
») „aengemerckt" ontbr. in BB. •) „Raden" de andere codd. hebben „Raden van
Zeelant" T ) „ten platte" ontbr. in CC. ") „Bewesten" DD heeft „Beoosten".
•) „plaetsen" ontbr. in DD, terwijl BB en CC hebben „parochien." n) „Iijcksijck"
ontbr. in DD, terwijl BB „IJesicke", CC „Iesijck" en EE „Iersicke" heeft ") „Seros-
kercke" BB heeft „s Heerarentskerke". ■») „s Gravenpolder" ontbr. in DD. »») „[hen]"
aangevuld uit BB, CC en DD.
sijnder verschijninge te wesen om hem te verdedigen jegens syn beschul-
digende broeders 1 ). Hebben hem tot antwoorde gegeven, dat se met hem
op dit pas niet en hadde te handelen van sulcx. Dan alsoo de broeders
hier sekere sware *) dachten hadden 3 j jegens den voornoemden Gerabdi
verstaen hebben 4 ), uijt cracht van denwelcken, soo sij waerachtich waren ,
hij weert ware van den dienst afgeset te sijn , daer 6 ) is de classe van
Schouwe opgeleght de verclagers ende 6 ) beschuldigers te hooren ende hen
over die stuoken te informeren. Maer alsoo dese sake seer gewichtich is
ende de voorsz. classe ons aenseijde, dat se wegnich behulpers hadden,
het heeft den sijnodo goetgedacht tot executie van desen hen te schicken
Johannis Seu, Migreditjm ende Andries Kanen, dewelcke hen sullen
binnen Zirckzee vinden den 13 en November naestcomende om met de classe
aldaer af te handelen.
[9.] De gedeputeerde van Walcheren in dese sijnodo sullen mede ten
aldereersten de Gecommitteerde Baden van Zeelant de stucken vertoonen,
die in dese tsamencomste besloten sijn , roerende tgene dat 7 ) de bouwinge
Tan de kereke in Zuijtbevelant dient.
[10.] De naestcomende sjjnodus provinciael sal gehouden werden in
Walcheren jegens den eersten September anno 1580.
Dese acta sjjn afgehandelt ten jaere, maende ende dage als boven.
Johannes Gerobulds, electus hujus sjjnodi praeses.
Joannes Migrodius, scriba 8 ).
Particuliere questien 9 ).
[1.] 10 ) Gevraeght, oft een dienaer, die op een plaetse is aengenomen door
sendinge van de classes, denwelcken oock n ) alle beh oorlij cke dingen volgen,
als wooningen ende onderhout, hem mach op een ander plaetse soecken te
verbinden, is geantwoort: neen, overmits sulcke sendinge is een wettelijcke
beroepinge, van dewelcke de dienaer sonder consent van de classis ende
kereke niet scheijden en mach.
[2.] Op de vrage, of een besonder dienaer dat boeck van de classicale
i) „beschuldigende broeders" BB, CC en DD hebben „beschuldigers. De broe-
ders." *) „sware" ontbr. in BB. a ) „hadden" ontbr. in CC en DD. «) „hebben"
ontbr. in BB. *) „daer" de andere codd. hebben „daerom." •) „verclagers ende"
ontbr. in DD. ') „tgene dat" ontbr. in CC. ■) „scriba" ontbr. in BB. •) Deze
particuliere questien ontbr. in DD. >•) De articuleering is overgenomen uit BB.
»») „oock" CC heeft „voet".
1*
acten mach sonder advijs synder dassen bij hem houden ende uijtschry ven ,
is geantw.: neen, aengesien de acten publijcq syn ende sulcke particu-
liere ') ugtschrgven groote inconvenienten mochten metbrengen.
[3.] Op vrage, oft een dienaer, die niet ten vollen en is geexamineert
ende in dienste bjj provisie gestelt, daerin sonder breeder examinatie mach
bleven , wort geantw oor t : neen *), achtervolgende het TJl tn ende UU" 1 ar-
tgckel des nationalen sjjnodi binnen Dordrecht anno 1578. Alsoo dit
onbehoorlgck geschiet is, sal sodanige hem conformeren volgens deselven
ende , soo hg in de examen bestaet , ooc in de bedieninge continueren.
[4.] Op de vrage, oft een kercke sonder advijs der classe mach een
dienaer aennemen, is geant: neen, achtervolgende het IIII en artyckel des
voorsz. sjjnod.
[5.] Op de vrage, oft men eenen tot eenen ouderlingh mach beroepen ,
wiens htqjs vrouwe parthye is van de suijvere religie, is geantwoort: neen,
volgens de leere des apostels l e Timot 3 . 3 8 ). Dan wanneer men in de
eerste beginselen der kercke geen anderen can crggen, opdat de kercke
sonder ouderlingen niet en bljjven, mach tselve geleden werden.
Joannes Gerobulü8, electus hujus synod. preses, subscripsi.
Joannes Miorodiu8 , [scriba] 4 ).
Acta ofte handeling he des particulieren sijnodi
van Zee landt y gehouden binnen Vlissinghe desen
2I en 6) ptfr ^81 , praeside Timanno van Ooster-
zee, assessor e Michaele Panneel ende scriba
Henrico Brant 6 ).
Ten eersten sjjn verschenen met behoorlicke brieven van credentie ende
instructie soo schriftelick als verbalick:
wt de classe van Walcheren:
Joan. Gerobulus, Joan. Migrodtus, Michiel Panneel, ministers, ende
Antonivs Bollaert als 7 ) ouderlinck ;
•) „particuliere" ontbr. in CC. ') „neen" ontbr. in BB. ») „3.3" BB heeft „III".
«) „[scriba]" aangevuld uit de andere codd. ») „21en" CC heeft „25", DD „20". •) „Brant' '
CC heeft „Bandt". ») „ais" ontbr. in BB.
5
wt de classe van Schouwen :
Gehabdus Pauli ende Henricus Brant, ministers, Welhem Schenck
ende Adrïaen Piebs de Hokt l ) , ouderlinghen ;
wt de classe van Suytbevelant:
Timannus van Oosterzee f Georotus Consiliarius *) ende Aerkout Wiels ,
ministers , ende Jam de Bonck als *) onderlinck.
1.
Op de vraghe, of men in den nationalen sijnodo naestcomende sal aan-
houden, datter een seker forme van examen gemaeckt worde om den-
genen, die haer begeeren ten dienste van den h. evangelie te begeven, te
ondersoecken , ende of men eenen oft meer deputeeren sal om jet deses
aengaende te onderworpen 4 ), is geantwordt: ja; daertoo gedeputeert
sijn Joamhes Gerobulus 6 ), Joannes Miorodius ende Michiel Panneel
om dit aen te veerden ende te voleijnden voor den nationalen synodum
omme aldaer geexhibeert 6 ) te worden.
2.
Op de vrage , of do beroepinge der dienaren , die teenemael vrij syn ,
op eenighe conditien geschieden mach , ende niet ter contrarien 7 j of sulcke
dienaers niet gehouden en syn hare wettelicke beroepinge sonder eenighe
conditien aen te nemen of af te slaene, is geandwoirdt, dat soowel de
beroepinge als aenneminge ofte weygeringhe absolutelick geschieden moet:
ten 1. overmits het tegendeel strijdt tegen den aert van het ampt der
herderen; ten 2. opdat de gemeenten van haren dienaer te beter versekert
syn ; ten 3. om alle inconvenienten van lichtveerdighe verlatinge der plaetsen
ende andere ontstichtheden •) te voorcomen.
3.
Op de vraghe, oft niet goet en ware, dat beneffens de classicale versame-
linghe de kercken tweemaels t'sjaers gevisiteert wierden bij eenighe, van de
dassen daertoe vercoren , is geandwoird : ja , 9 ) ende dat op dese wjjse :
1. sullen twee ministers ende twee ouderlingen wt verscheyden kercken van
de classe hiertoe verordineert sjj n ; ten 2. alle jare verandert worden ; ten 3.
•) „Piers de Hont" DD heeft „Pieters." >) „Georgius Consiliarius" CC heeft
„Gevigius Consiwarius." 3 ) „als" ontbr. in BB. *) „onderworpen" de andere codd.
hebben „ontwerpen". 4 ) „Joannes Gerobulus" ontbr. in BB, CC, EEenJJ. •) „geex-
hibeert" CC heeft „geinsereert". ') „contrarien" ontbr. in CC, waar een open
ruimte gelaten is. *) „ontstichtheden" BB, CC, EE en JJ hebben „ongeschikt-
heden". ») „ja" ontbreekt in EE en JJ.
6
sullen sy de ministers hooren prediken binnen de stede in de weke ende
op de dorpen des Sondaeghs; ten 4. na de predicaüe sullen sy de consis-
torie met de diaconen doen versameien om te vernemen na den stant der
kercken, of men namelick consistorien houdt, register, scholen, armen
versorght werden; ten 5. sollen sij getrouwe rapport doen van alles in de
classe, die l ) daerover oordeelen sullen naert behooren.
4.
De broederen deser versamelinghe verstaen, dat tgene in sommighe
kercken ingevoert is, van eenen minister altijts voor den noene ende den
anderen altyts naer op de Sondagen te doen prediken ter *) ordinantie van
de kerckcnraden , niet gefondeert en is op den sevensten artikel van het
2 cap. des laetsten gehouden nationalen sijnodi, ende ordineeren daer-
omme, dat sulx in de dassen van Zeelant, niet ingevoert en worde, ende
mitsdien, dat dit haer gevoelen tot meerder bevestinghe sal voorengestelt
worden in den aenstaenden nationalen sgnodo.
5.
Men sal van nu voortaen niemand t getuygenisbrieven geven dan conform
het 10 e artikel des 2 en cap. des nationalen Dordrechtschen sjjnodi, ende
voimemelick sal men hem wachten van eenighe bedelbrieven te geven onder
tytel van beschadight te sijn, berooft ofte anders, waerwt veel inconve-
nienten spruijten.
6.
Alsoo (doirdien dat weynighe particulieren personen haren kinders ter scho-
len houden totten kerckendienst) te besorghen staet, dat in toecomende
tyden de gemeynten door gebreck van bequame predicanten tot groote du ij 8-
terheit ende verwoestinghe vervallen sullen, soo ist dat de synodus goet-
gevonden heeft, dat men in de Daeste aenstaende vergaderinghe van de
Staten slants van Zeelandt soo schriftelick als oock metten monde aenhouden
sal om denominatie van seker getal eenigher studenten bij den dassen te
verkiesen alsoock om assignatie van onderhoudt derselver, ten eynde doir
desen middel den kercken een saet bereydt ende in de gesonde leere onder-
houden werde. Dit sullen doen Joannes Gerobulus, Joankks Miggrodius
ende Mtchiel Panneel.
•) „de classe die" EE en JJ hebben „dewelcke." ») „ter" CC heeft „wijldï*
7.
Men sal in den nationalen synodo aenhouden, dat eenighe classi opge-
leydt wort de corte hom il ion te maken op den Catechismum tot behulp
van de aencomelinghen.
8.
Also men bevindt, dat het besluyt des synodi van de avontgebeden ende
lyckprediken in sommighe kercken onderhouden ende in andere naergelaten
wordt, waerwt groote opsprake coeml onder het volck, heeft den broede-
ren goetgedocht dat poinct den naestcomenden nationalen l ) sijnodo voir te
draghen om daervan een volcomen resolutie te hebben.
9.
Men vindt geraden, dat men op het negensten articel des 4" cap. des
nationalen synodi voirleden (sprekende van de stipulatie ontrent den kin-
derdoop) in den naestcomenden nationalen synodo letten sal tot verbeteringhe
van alle misbruyck, als daer syn: dat de vaders niet en verschijnen, item
van de woirden in de gewoinlicke forme van stipulatie (de leere, die
hier geleert wordt), van allerlei) getuyghen.
10.
Aengaende de feestdaghen is verordent, dat men in geheel Zeelandt
eenderley gebruyck houden sal om te prediken op den Christdach, Paes-
dach, Pinxterdach met den navolgenden dach eens, ende op geen ander
feestdaghen meer.
11.
Alsoo dickmael in houwelixsche saken swarigheden *) voirvallen ende
veele magistraten haer deselfde niet willen aennemen, is gevraeght, oft
niet goet en ware, dat men wt den name van dese versamelinghe by den
Baet 3 ) van Zeelandt versochte denominatie van eenighe personen, aen
welcke haer de dienaers in desen val 4 ) addresseren mochten. De broeders
gevoelen: ja, ende dat dit geschieden sal doir de 5 ) ministers van de dry
steden in Walcheren, dewelcke den dassen metten eersten van hare ge-
besoingeerde verwittighen sullen.
') „nationalen" ontbr. in EE en JJ. >) „swarigheden" ontbr. in CC, EE en JJ.
») „Raet" CC en DD hebben „Staat." 4 ) „in desen val" ontbr. in EE en JJ. «) „de"
EE en JJ hebben „drij."
8
12.
Op het Degen ste artyckel vant huwelick is gevraeght, of men eenighe
houwelixsche proclamatien in tyde van noode in de weke op de gesette
predicatiedaghen doen mach. Is geandwoirdt, dat mea dese quaestie den
naestcomenden nationalen synodo voirgeven Bal.
Poincten om den nationalen synodo aengaende den handel
der discipline voirgestelt te worden.
1. Oft niet geraetsaem en is om alle spotteryen ') ende lasteraers den
mont te stoppen ende den vromen int goede te verstercken, dat yemandt,
daertoe bequaem, opgeleydt worde seker boexken wt den francoysschen in
nederduytsche tale over te stellen, geintituleert : La confirmation de la
discipline ecclesiastique observée et avecq la responce aux objections
proposées a rencontre, imprimé a Grenève par Francois Portin *) anno s ) 1566.
2. Men sal van den synodo verheysschen een clare bescheydentlicke
beschrijvinghe van heymelicke ende openbare Bonden , opdat men , goet
berecht hebbende ende onderscheidt op dit stuck, hem stichtelick draghen
mach int oeffenon der discipline.
3. Alsoo dronckenschap ende danssen in dese landen gemeene ende byna
ongeneselicke souden sijn , sal men in den synodo vraghen", of men teghen
soodanighe oock, openbaerlick in dit cas gesondight hebbende 4 ), de suspensie
van des Heeren avontmael gebniycken sal ; item wat men doen sal metten
snlcken, die van de gemeenschap der kercken ofte tot de weirelt ofte tot
ketterde vervallen ende met haer exempel nochtans niet veel quaets en
doen, of men die na vermaninghe sal opentlick excommuniceren.
4. Is goetgevonden , dat men den nationalen sijnodo voirhouden sal,
hoe het inhoudt van het 6 e artyckel des Dortschen synodi sal geexecuteert
worden, daer geseyt wordt, dat de dienaer sal opentlick de gemeente van
den hartneckighen sondaer vermanen etc. , of namelick 6 ) by de gemeente
te verstaen is het gantsche auditorium oft alleen de litmaten der kercken,
om redenen etc. 6 )
5. Men sal wyder vraghen tot verclaringhe des 7« artyckels, of de
schultbekenninghen voir de gemeynte geschieden sullen met verswijginge
') „spotteryen" BB, CC, EE en JJ hebben „spotters". ') „Porrin"CC, DD, EKen
JJ hebben „Perrin". *) „par — anno" ontbr. in BB. *) „of men — hebbende" ontbr.
in JJ. *) „namelick" DD en JJ hebben „naemaels". ■) „etc." ontbr. in BB, DD en JJ.
ofte wtdruckinge van den name dergener, die gevallen bvb ende noch niet
syn opentlick voirgestelt ; item oft niet goet en ware , dat de dienaers ende
particuliere kerckenraden hiertoe niet en quamen sonder eerst advys van
de classe gevraeght te hebben. Ende int gemeene sal men aenhouden, dat
seker forme van voirstellen ende de excommunicatie selfs gemaeckt werde.
6. Men aal wt den name van desen particulieren synodo by den Raden
slants van Zeelant aenhouden omme executie van de 36" vraghe der parti-
culiere questien des Dortschen synodi aengaende de rhethoryckspelen.
7. Wyder is verordonneert, dat men in den aenstaenden sgnodo sal
aenhouden om executie van het besluyt des Dortschen synodi aengaende
het overstellen van sommighe boecken ende te versoecken , dat men noch l )
sommi ghe andere noodighe boexkens oversette.
8. Sullen met credentiebrieven ende instrucktie wt den name deser ver-
samelinghe verschynen op den nationalen synodum aenstaende Joannes
Gerobulus, Timannfs van Oostebzee, Thomas Gbutebus en Michiel
Panneel ende beneffens hen twee ouderlinghen van Middelburgh als ge-
ttqjghen, ofte soo wt andere sijnoden meer persoonen, die stemme hebben,
afgesonden werden , sullen dese voirsz. ouderlinghen in gelijcken grade staen.
[9.] *) De naeste particuliere synodus van Zeelandt sal gehouden wor-
den tot Zierickzee op den 2 den Maendach naer Pinxterdach anno 82. Ende
middelertyt, soo eenighe swarigheden in eenighe kercken voirvallen, die-
selve sullen aen 8 ) den dienaers aldaer overgeschreven werden , om (soot
noodigh is) den synodum eer te beschryvon 4 ).
Timan van Oostebzee, praeses.
Henbicvs Bbant , scriba. b )
Particuliere vraghen 6 ).
1. Op de vraghe, of een dienaer, op een dorp verbonden, wanneer hy
in een stadt beropen wordt, mach sulcke beroepinghe aennemen int aensien
dat de steden in meerder authoriteyt syn als de dorpen , ende of het dorp
in sulcken gevalle gehouden is synen dienaer los te laten, is geandwoirdt :
neen, overmits dat hetselfde strydt tegens het ampt der pastoren 7 ), ten
') „noch" ontbr. in CC. ») „[9]" aangevuld uit BB en CC. *) „aen" CC heeft ,, van".
*) Art. 9 ontbr. in EE en .IJ. ') „Timan — scriba" ontbr. in BB. •) „vraghen" BB
heeft „vragen, beantw. in synod. Vlissing. 1581." T ) „overmits — pastoren" ontbr.
in CC.
10
ware dat buIx geschieden conde met bewillinghe eode vernoeginghe soo
van de kercke als van den dienaer selve.
2. Is gevraeght , of een dienaer, ergens op een plaetse sonder vrucht *)
dienende, gehouden is nacr het oirdeel syns classis de plaetse te verlaten
ende een ander aen te nemen, die hem het classis toestellen sal*). Is ge-
and woirdt: soo veel de verlatinghe s ) aengaet 4 ) ja, maer belangende het
aenveirden van een ander plaetse, datselve sa] in des dienaers vrij heit staen
ende de classis sal dies niettemin in cas van weygeringhe gehouden syn
hem getuygenisse te geven.
3. Op de vraghe, of men de kinders in den artyckel des doots in de
huysen doopen mach, is geandwoirdt, dat men blyven sal by het besluyt
van den nationalen Dordrechtschen laestgehouden synodo art. 9 6 ) cap.
van de leere •) , sacramenten ende 7 ) ceremoniën 8 ).
4. Of een man, die een dochter beslapen heeft met conditie, dat hy
haer trouwen soude, soo sij anders eerlyck ware, doch daema bevindende,
dat sy oock met syn eyghen broeder geboeleert hoeft, daerom hy se oock
niet ghewilt maer een ander getrout heeft, nu dese tweede vrouwe gestor-
ven sjjnde, de voirsz. eerste soude moghen trouwen, insonderheit dewyle
syn broeder noch int leven is , is geandwoirdt : neen , overmits het een specie
van bloetschande is.
5. Op de vraghe, wat men doen sal met een dienaer des woirds, die
niettegenstaende vele lanckmoedighe vermaninghen voirtvaert in gewoin-
lycke dronckenschap ende frequenteren van tavernen tot groote argernisse
der kercke ende vercleeninghe syns dienste, is geandwoirt, dat men met
hem behoirt te procederen tot afsettinghe van den dienst volgende het
10 art. van den l en cap. van den nationalen voirgaenden Dordertschen
synodum.
6. Is gevraeght, of een minister extraordinaire byeencomste tot syner
ofte eens anders huijs houden mach om vermaninghe ofte lesse te doen.
Is geandwoirt: neen, overmits het tegen de vrijbeit van de publycke exercitie
strijdt ende veel opsprake ende andere inconvenienten onderworpen is.
') „vrucht" JJ heeft „vreugcht". ») „die hem — sal" ontbr. in BB. *) „verlatinghe"
DD heeft „verplaatsinge". •) „sooveel — aengaet" ontbr. in CC. *) „9" BB heeft
„60 of anders art. 8 int". •) „leere" BB heeft „leere ende". ') „sacramenten ende"
CC, EE en JJ hebben „der". •) „ende ceremoniën" ontbr. in BB.
11
7. Item , of men wt name van dese vergaderinghe synodale eenighe
afseynden sal aen syn Excellentie omme te verwerven , dat eenighe politische
mannen, litmaten der kercke wesende, wt den Baet van Staten (ten minsten
wt Hollandt ende Zeelandt) op den aenstaenden synodum to tratificatie van
alle saken ende om alle quade suspicien te weiren neffens de gedeputeerde
kerckelycke personen verschynen mochten. Is geandtwoirdt: neen, maer
dat men aen de gemeenten van Antwerpen ende Delft, die den synodum
beropen hebben, schijven sal ende versoecken, dat sy sulx metten alder-
eersten doen willen, opdat den aerbeydt des aenstaenden synodi gelyck
des voirgaenden niet sonder vrucht en sij.
8. Gehoort hebbende het verschil tusschen de classe van Zierigzee ende
magistrum Bartholomeum de Hoeck, oock gesien hebbende verscheyden
getuygenissen, by de voirsz. van Z.zee geexbi beert soowel van M. Bartholo-
mei beroepinghe ende bevestinge alsoock van het goede contentement x )
van die van *) St Martensdijck metten dienst van 8 ) M. Bartholomeo
voirseyt, misgaders oock de doleance over het ontnemen van haren minister
etc., bevinden de broeders deser synodale vergaderinge, 1. datM. Bartho-
lomeus schuit heeft, als niet ter goed ertrouwe noch ordentlyck in syn
vertreck gehandelt te hebben. Is derhalven gehouden den classi van
Beooster Schelt 4 ) ende de gemeente van St. Martensdijc scbriftelyck doir
schultbekentenisse genoech te doene. Diesniettegenstaende nochtans oor-
deelt dese synodus, dat denselfden Bartholomaeus met syn familie niet ge-
houden en is hem te transporteer en naer St. Martensdijck , ghemerckt de
broeders bevinden, dat na langhdeurighe supplicatien den voirsz. Bartho-
lomaeo geen behoirljjck onderhoudt gegeven geweest en is contrarij het
gebruijck anderer predicanten, in die eylanden residerende, item overmits
dat wt sekere geexhibeerde missive blyckt, dat die van St. Martensdgc
aireede eenen anderen dienaer in denominatie hebben 6 ) omme de classi
tot beroepinghe voir te stellen.
9. De gecommitteerde der dassen van Beooster Schelt, dese voirsz. relatie
gehoirt hebbende, verclaren, dat se die aennemen, behoudens dat se de
vrijhejjt hebben omme (soo het haer classi goetdunckt) te beroepen tot
den aenstaenden nationalem synodum.
Timan van Oosterzke, praeses.
Henricu8 Brant, scriba.
') „contentement" CC heeft „sen temen t", JJ heeft „comportement". *) „van die
van" ontbr. in CC. *) „metten dienst van" ontbr. in CC. 4 )„ Beooster Schelt" KK en
JJ hebben „Bewester Schelt". •) „denominatie hebben" BB heeft „het oog hebbeq
of in denominatie".
12
[Credentie-brief , den afgevaardigden naar de nationale synode
te 's Gravenhage anno 1586 medegegeven van wc ge de Zeeuw-
sche synode, gehouden te Middelburg 31 Mei 1586.]
Eerweerde, gheleerde, godsalighe broeders ende medearbeiders
in den Heere.
Nademnel het onsen goeden God belieft heeft syne l ) Excellentie int
herte te geven tot welvaert syner kercke eene gemeyne nationale byeen-
komste ofte synode binnen den Haghe teghen den 21 en Junjj te beroepen ,
soo en hebben wy dienachtorvolgende niet konnen nalaten dese navolgende
viere persoonen met volle credentie ende instructie van weghen onses
provincialen synodi van Zeelandt daertoe te senden, te weten D. Kimedon-
tium, Johannem Martini, Henricum Brandt ende Gulielmum Ntcolai,
hebbende deselve geautorizeert, gelyck wy se autorizeren midsdesen , om met
U. L. in der voorschreven vergaderinghe sulcx te ramen ende besluyten , als
bevonden sal wesen best dienende tot verbreydinge der eeren Godes,
reformatie der abusen ende zwaricheden, tot oprechtinghe ende onderhau-
dinghe van goede ordeninghe, ruste ende eendracht ende al soo tot stich-
tinghe der kercke Christi , belovende van weerden te hauden tgene dieshalven
geraemt ende besloten sal worden. Datum tot Middelborch desen laetsten
Meie 1586.
Daniel de Dieü , dienaer des goddelicken woordts tot Ylissin-
ghen, wt laste dessen voorsschrevea. Zeelandtschen synodi.
Extract wt de synodus, gehouden tot Zirickzee
anno 88 den 5 Julij.
De synodus, de reden aen beyden syden gehoort ende neerstich gewegen
hebbende, bevindt, dat de classe met fondament Gybberto synen dienst tot
Scherpenissen opgesegt heeft, dewijle hij niet alleen sonder behoirlicke ge-
tuygenisse aldaer gecomen is, maer oock seker schrift van de classe van
den Briele medegebracht heeft ende ge toont tsijnen laste, daer nochtans
een leeraer nae de leeringe des apostels Pauli een goet getuygenisse be-
hoort te hebben van die van buyten ende binnen. Daerentusschen dat de
kercke van Scherpenisse ende de classe van der Tholen sonder behoirlicke
getuygenisse, jae op sulcken schrift, tsynen laste dienende, hem ontfaugen
') „syne" Hiervóór had deze geloofsbrief nog de woorden „hare Mast. ende", die
doorgeschrapt zijn.
13
ende gedult heeft tot eenen provisionelen dienaer, acht de synodus onbehoir-
lick geschiet te sijne ende dat sy daerom behoiren gecensureert te worden.
Extract wt de synodale acten , gehouden in
S. Martensdyck anno 88 den 9 Augusti.
De broederen des synodi, op alle dese stucken rypelick gelet hebbende,
oordeelen, dat de classe van der Tholen met fondament den dienst domini
Gisbebti afslaet, insonderheyt om de laetste swaricheyt tegens hem inge-
bracht, dat hy in syn leeringe onswyver is. Daerentusschen acht de synodus ,
dat de classe van der Tholen onbehoirlick gedaen heeft, op haere examinatie
D. Gisbertum tot eenen provisioneelen dienaer aen genomen ende daernaer een
suyver attestatie gegeven hebbende. Daer nochtans synen gront in eenigen
stucken swack, in andere tegen de Schrift bevonden wort, waerin also sy
haer grotelicks tegen haer Gen. ende die kereke van Scherpenisse ver-
grepen heeft, acht de synodus, dat sy haer schuit so voor haar Genade
schriftelick als voor de kereke van Scherpenisse mondelick in de tegen-
woordicheyt des synodi bekennen sal.
Op deze sententie hebben Henbicus Heiningus , Gerardus Plateel ,
Jacobus Baselius minor ende Adriaen Allart betuycht, dat sy noch bij
het examen Gysberti noch by sjjn aenneemen geweest syn, maer dat sy
hierover geclaecht hebben, hoewel sy nochtans int geven synder getuyge-
nissen geconsenteert hebben.
Ende naedien de broeders des classis, namelick Gerardus Plateel , Jaco-
bus Baseltus minor, Henrtcxjs Heiningius, Johannes de Prince, Hermes
Pot, Mathys van den Broecke, Thomas Rageboom, den 10 Augusti tot S.
Martensdyck vergadert syn geweest, is dusdanige forme van schultbekente-
nisse aen de gravinne geconcipieert , gelyck als volcht.
Copie.
Genadige jonckvrouwe. Also ons verschil, dat wy met Gysberto Zam-
melo wtstaende hadden, in den synodo van Zeelant overleyt synde sodanich
wtkomste gehadt heeft, gelyck dit bygevoechde extract wt de synodale
acten betuycht, so ist blijckelick, dat niet alleen geen bewijs van haet ende
ngdt, maer oock ter contrarien wel verkeerde barmherticheyt aen ons be-
vonden is, waerover ons de synodus oock gecensureert heeft ende ons oock
daerenboven bevolen heeft voorsichtelicker te handelen , dwelck , genadige
14
joncvrouwe, wij gewillich ende van gantscher herten aengenomen hebben,
belovende dat wy achtervolgende de leere Pauli ons in desen getrouwelick
sullen quyten ende ons noch door tranen noch door voorwenden van ar-
moede noch door tuschenspreken van eenige persoonen, waerdoor deese
fan ten veroorsaect syn , tot verkeerde barmberticheyt sullen laten bewegen ,
dat nochtans haer Genade believen consideratie te nemen op de onschult
dergener , die door haer voorsichticheyt de fauten haerder voorsaten bemerct
ende gesocht hebben te weeren, dewelcke syn Jacobus Baselius minor,
dienaer des evangelii tot Berge op Zoom, Gebabdus Plateel ende Hen-
ricus Heiningius, beide dienaers des woorts binnen der Tholen , ende
Adbiaen Allabt, predicant tot Vossemeer, dewelcke dese confuse hande-
linge van syn aennemen ende examineeren etc. in den classe gevonden
hebben, dewyl sy achternaer daerin syn gecomen, gelyckt tselve oockvoor
der synodo betuycht ende thaerder onschult in de acten geteeckent is.
Ende dewyl wij niet en twyvelen, ofte haer Oen. sal het oordeel des
synodi approbeeren, hebben wy niet konnen onderlaten uwe Genade te
bidden, opdat alle saecken met volkomen authoriteyt geschieden, dattet
uwe Genade believe eersdaechs de kercke ende magistraot van Scherpenissen
te bevelen , dat se eenen getrouwen , gotsaligen dienaer beroepen , tot welcken
eynde wij haer oock alle hulp aeogedient hebben ende noch daertoe bereyt
syn te bewysen. Ende opdat deselve onverhindert mochte komen, sal uwe
Genade meteen gebeden syn aen haeren ontfanger te ordonneeren syne
ordenarse gagie van den dach synder beroepinge laten volgen , dewijl ander-
sins, als de eene den dienst doet ende dander de gagie treckt, seer lich-
telick nieuwe swaricheyt veroorsaect woort, welckes gelyck wy wt een-
voudiger herten bidden ende twyfelen niet, ofte haer Genade salt ons oock
ten besten afnemen , dewyl het streckt tot ruste der gemeynten Jesu Christi,
denwelcken wy bidden , hoochgeborene , genadige jonkv. , uwer Genade wt
ende inganck alletydt te willen tot synder eeren, uwer Genaden salicheyt
ende ruste uwer Gen. ondersaten. Gegeven wt onse versamelinge binnen
S. Martensdijck den x Augusti anno 1588.
Uwer Genaden gans dienstwillige , de dienaren des classis van Tholen
ende wt haerder aller naem:
Hebmes Pot, dienaer des gotlycken woorts tot Reymerswale.
Henbicvs Heiningus, dienaer des evangeliums binnen
der Tholen, scriba electus der versamelinge voorseyt l )
«) In deze copie was terzijde van het onderschrift nog aangeteekend : „Superscriptie.
Aen haer Genade de gravinne van Bueren."
15
Acta } ) ofte handelingen des provincialen sinodi
van Zeelant, bij authorisatie van de E. heer en
Staten gehouden binnen Middelborch den i Fe-
bruar. anno 1591, praeside Daniele de Dieu,
assessore Philippo Lansbergio et scriba Johanne
Miggrodio , ten bijwezen van de heeren Roelsius ,
pensionaris van Middelborch, ende de raetsheer
, Vosbergen, gecommitteerde van de voorseijde
heeren Staten.
Ten eersten sijn versebenen met behoorlicke brieven van credentie ende
schriftelicke instructie:
van de classe van Walcheren :
Johannes Seu, Daniel de Dieu ende Johannes Miggrodius, vergesel-
scbapt met dese ouderlingen: *) Gwilliaem 8 ) Bogaert, Dierick de Neve
ende Peter Ibaac 4 );
wt de classe van Schouwen :
Hekricus Brant , Anthonils Laurentit , ministers, Adriaen Sebastiaensz,
Willem Schenck , ouderlingen 6 ) ;
wt de classe van Suydtbevelant :
Philtppüs Lansbergius, Andries Koene, Lowij9 Verveste, ministers,
Cornelis Jansen Boone, Dignüs Marinus , ouderlingen 5 );
wt de classe van der Tbolen :
Geraert Plateel, Henricus Heiningtos, Jacobus Baselius junior,
[ministers] , ende Anthonis Verstrepen 6 ) , ouderlinck. 7 )
1. Om goede order in der gemeynten Cbristi te onderhouden sijn van
nooden de diensten, tsamencoemsten , opsicht der leere, sacramenten ende
andere ceremoniën, ende christelicke straffe, waervan hiernae ordentelick
sal gehandelt werden.
Van de diensten.
2. De diensten zgn vierderleij: de dienaeren des woorts, de doctooren,
ouderlingen ende diaconen.
') In ed. 1640 en in AA staat boven deze acta „Copia". »)„met dese ouderlingen"
ed. 1640, 1648, 1755 hebben „elck met zijn ouderling, met namen". Evenzoo AA
en FF. J ) „Gwilliaem" ontbr. in ed. 1640, 1648. 4 ) „Isaac" alle edd. hebben „Isaacx".
•) „ouderlingen" alle edd., AA en FF hebben „als ouderlingen". •) „Verstrepen"
ed. 1640, 1648 hebben „Verstropen". ') „ouderlinck" alle edd., AA en FF hebben
„als ouderlingh". Hierop volgt in onzen codex ongeveer i pag. onbeschreven.
16
Van de beroepinge der dienaeren des woorts
in den steden, so kleijne als groote.
3. De kerckenraet met de diakonen sullen haer overheyt aenspreken ende
van haer begeeren , dat het hen believe eenige wt haer collegien , wezende
lidtmaten der gemeijnte, te committeeren , ten eijnde sy bjjeencomen ende
gesamentlijck delibereeren over eenen bequamen minister, dwelck gedaen
hebbende zullen denselven den classi aendienen omme volgende 1 ) tgoe-
duncken der classe den vercoren minister te beroepen ende aen te nemen.
Doch zoo daer eenich collegie der magistraet waere , in hetwelcke niemand t
is, professie doende van de Gereformeerde religie, sal dese beroepinge ende
verkiesinge toegaen door die van den kerckenraet ende diaconen aldaer met
advys des classis, welverstaende dat men, snlcks gedaen hebbende, ver-
soecken sal de approbatien van deselve magistraet.
Van de beroepinge der ministèren ten
platten landen.
4. In de dorpen, daer de magistraet bestaet wjjt eenige lidtmaten der
kercken , sullen die van den kerckenraet met de diaconen aldaer haere ma-
gistraet aenspreken ende van haer begeren, dattet hen believe eenige van
hen collegie, professie doende van de christelicke religie, te committeeren
omme gesamenlicken eenen bequaemen ministre te verkiesen ende dat met
advys des classis, als boven in de steden. Maer daer sodanige magistraet
niet en is, sal de beroepinge geschieden by den kerckenraet , diakonen ende
de classis *). Item daer geenen kerckenraet en is , sal tselve moegen 8 )
geschieden bij den classis alleene met approbatie van den magistraet, [be-
ha! vens dat onder tresort van Vlissinge ende Yere achtervolgt) t sal wordden
die resolutie desen aengaende, hun by den Staten vergunt, zoo die den voorsz.
steden ende classe van Walcheren aengescreven is]. 4 )
5. Gheen minister sal vercooren ende aengenomen worden sonder voor-
gaende examinatie in de leere ende leven, te geschieden by de classe
ofte hen gedeputeerde, welverstaende aen desulcke, die te vooren in den
dienst niet geweest en is. Degene die te vooren ministers geweest zyn,
sullen behoorlicke attestatie van leere ende leven overbrengen naer de
ordre des classis. Belangende voorts de nieuwelingen, mispriesters ,
monicken ende andere , die eenige secte verlaten hebben , en sullen
tot den ministerium niet toegelaten worden, voordat sij eenen merckelycken
tydt beproeft zyn. Aengaende de beroepene minister, naerdat hij der
') „omme volgende" ed. 1640, 1648 hebben „involghende". *) „als boven in de
steden — classis" ontbr. in ed. 1640, 1648. *) „moegen" ontbr. in alle edd., AA en
FF. *) Het tussen en f] geplaatste is aangevuld uit AA. Dit komt ook voor in FF
en in Alle edd., in die van 1755 echter cursief.
17
gemeijnte den tydt van 14 dagen sonder eenige mcrckelijckc tegenspre-
kinge voorgesteli sal syn, sal openbaerlick in synen dienst bevesticht
worden ende dat met voorgaende stipulatie , afvraginge , vermaninge , gebet
naer het formulaer daervan wezende ende niet oplegginge der handen ofte
met hantgevinge, so hij neet gedient en heeft, maer met hantgevinge
alleene, so hij te vooren gedient heeft.
6. Niemant en sal moegen gevoordert worden om opentlijck te predicken ,
tensg dat hg een bevesticht kerckendienaer sij, aen seec[kere gemeynte] l )
verbonden. Doch hiermede en wert niet wtgesloten de [oeffeninge] van de
jonge proponenten ende dat met gesloten dueren, noch [oick] diegene die
tot eenige •kercken onder tcruijce te predicken [gesonden] werden.
7. De dienaeren des woorts, die van nu aff tot eenige kerckfen] beroe-
pen worden, sullen hen sonder conditie aen hen gemegnfte verbinden],
in manieren dat se deselve niet en sullen moegen verlaten [om] elders een
beroepinge aen te nemen sonder de bewillinge dos [kerc]kenraets met de
diaconen ende degene, die te vooren in [den] dienste van ouderlinckschap
ende diakenschap 'geweest zijn, m[itsga]ders de magistraet ende voorweten *)
van de classe, geljjck oo[ck] geen ander kercke sulcken sal moegen ont-
fangen, eer sy w[ettelick] getuygenis syns afscheydts van de kercke ende
classe, daer hij ge[dient] heeft, verthoont hebbe.
8. Op dandere syde sullen degeene, bij dewelcke de beroep [inge] der
ministèren staet, gehouden syn deselve van behoorlick [onder] houdt te
versorgen s ).
9. Dewjjle de dienaeren des woorts , eens wettelick als boven [be]roepen
synde, sijn leven lanck aen den kerckendienst gebonden [is], so sal hem
niet geoorloft syn hem tot eenen anderen staet des levens te begeven tensy
om groote ende wichtige oorsaecke , daervan de classis kennisse nemen ende
oordeelen sal.
10. Soo eenige dienaers door ouderdom, sieckten ofte andersins haeren
') Het hier en vervolgens tot art 9 tusschen [] geplaatste is overgeamMA «il de
andere codd. wegens beschadiging van den rand van onzen cod. ') „voorweten"
alle ed., AA en FF hebben „met voorweten*' •) Aan den voet van onzen codex
staat het volgende, dat in de andere codd. en in de verschillende ed. ontbreekt:
,. Ar tic ulo 8. Dit versorgen verstaet hem niet alleen van onderhoudt wt de eygene
middelen der kercken, maer oock van het aen hou tl en met de magistraet ende classe
aen Staeten, die de middelen in de handen hebhen."
Acta syn, provinc. K. 2
18
dienst voor een tydt onderlaeten l ) moesten , hetwelcke niet sonder advys
des kerckenraets geschieden en sal, sullen sg nochtans alle tydt der be-
roepinge der gemeijnten onderworpen bleven.
11. Het en sal niemant geoorloft sijn, den dienst sijner kercken onder-
latende ofte in geenen dienst % ) synde , hier ende daer te gaen predicken
buijten consent ende authoriteijt des sijnodi ofte classis , geljjck oock niemant
in een andere kercke eenige predicaüe zal moegen doen ofte sacramenten
bedienen sonder bewillinge des kerckenraets.
12. Der dienaeren ainpt is, in de gebeden ende bedieninge des woorts
aen te honden, de sacramenten vuijt te rechten, op haere me4ebroeders,
ouderlingen ende diakonen , mitsgaders de gantsche gemeynte , goede achte te
nemen ende ten laetsten met de ouderlingen die kerckelicke discipline te
oeffenen ende besorgen, dat alles eerlicken ende met ordere geschiede.
13. Onder de dienaeren des woorts sal gelijckheijt gehouden worden
aengaende de lasten haers dienstes, mitsgaders oock in andere dingen , soveele
moegelick is, volgende het oordeel des kerckenraets onde dies van nooden zynde
des classis , hetwelcke oock in den ouderlingen ende diakonen te onderhouden is.
14. In de kercken, daer meer bequame predicanten syn, sal men het
gebruijck der propositien aenstellen om door sulcke oeffeninge eenige tot
den dienst des woorts te beroepen 8 ).
15. De kerckenraden ende classes sullen alomme toosien, datter goede
schoolmeesters sijn, die niet alleen de kinderen leeren lesen, schrijven,
spraken ende vrjje konsten, maer oock doselve in de gotsalicheyt ende in
de Catechismo onderwijsen, achtervolgende het placaet van de schoolorde-
ninge, onlanx bij last van de heeren Staten gepubliceert.
Van de translatie ofte versettinge der ministèren.
16. Wanneer een minister, in seker kercke dienende, bevonden wort zo
treflicken begaeft te zijne, dat hij in een ander plaetse met meerder vrucht
soude konnen dienen, ende het geschiede, dat den minister voors. van eene
sodanige gemeynte begeert worde, de classe sal moegen dese saecke van
de versettinge voorderen, mits dit versoeck denselven dienaer des woorts
mitsgaders sijne magistraet ende kerckenraet voorhoudende ende soeckende
deselve door voegelicke redenen daertoe te bewegen ende te bewilligen,
') „onderlaeten" ed. 1640, 1648 hebben „verlaten". *) „dienst" alle edd. en codd.
hebben „seeckeren dienst". *) „beroepen" alle edd. en codd. hebben „bereyden".
10
t
voorhanden oock hebbende eenen anderen bequainen dienaer des woorts om
in de plaetse van den anderen , die wt oorsaecken als vooren elders versocht
wort, met stichtinge gestelt te worden.
17. Wanneer het gebuert, dat in eenige ge m eg n te sekeren on wille l )
rijst ende opstaet tegens haeren minister , waerdoor denselven , hebbende
nochtans stichtelicke gaven, bevonden soude woorden met vrucht daerniet
langer te konnen blijven, in desen valle zal de classis arbeyden door alle
voegelicke middelen desen onwille te weeren, ende so dit niet en kan
geschieden, het sal bjj het oordeel der classe bestaen den voors. te ver-
stellen ende dat met verclaringe van syne ontschult, so hij onschuldich is.
Van de doctooren.
18. Het ampt der doctooren ofte professooren in de theologie is , de
h. Schrift wt te leggen ende de suyvere leere tegens alle ketterien ende
doolingen voor te staen.
Van de ouderlingen.
19. De ouderlingen sullen door het oordel des kerckenraets ende der
diaconen vercooren worden, sodat het naer gelegen theyt van een iegelicke
plaetse*) vrg sal syn soveel ouderlingen, als daer van nooden syn, der
gemeynte voor te stellen omme van deselve, ten waere datter eenich
beletsel voorviele, geapprobeert ende goetgekent zgnde, met openbaere
gebeden ende stipulatien bevesticht te worden , ofte een dob beige tal om het
halve deel bij der gemeente vercooren te worden ende op deselve maniere
in den dienst te bevestigen volgende het formulier daervan sijnde, [behal-
vens dat hierinne gevolght sal wordden die resolutie , by den Staten hierop
genomen, die den steden ende classes respectivelick aengescreven is] 8 ).
20. Der ouderlingen ampt is, behalven tgene boven articulo 12 geseijt
is met die dienaeren des woorts gemeen te sijne, opsicht te hebben, dat de
dienaers , mitsgaders haere andere mithulpers ende diaconen , haer ampt
') „onwille" alle edd. en codd. hebben „merckelycke onwille". >) „een iegelicke
plaetse" alle edd. en codd. hebben „elcke kercke". *) Het tusschen [ ] geplaatste is
aangevuld uit AA. Het komt ook voor in FF en in alle edd , in die van 1755 echter
cursief. In onzen codex evenwel staat bij dit art nog in margine het volgende,
dat in de andere codd. en in de verschillende edd. ontbreekt: „Dit verstaen de
Staten also, dat deselve voorstellinge geschieden sal by de gedeputeerde van de
respective magistraten, wesende lidtrnaten der gemeijnte, mitsgaders die kercken-
raet conjunctelick."
2*
20
getrouwelick bedienen ende de besoeckinge te doen, nae de gelegentheyt
des tydts ende der plaetsen tot stichtinge der gemeijnte so voor als nae
dat avontmael kan lyden, om besonder de lidtmaeten der ghemerjnte to
vertroosten ende te onderwgsen ende oock andere tot de christelickc religie
te vermanen.
21. In alle kercken sullen diaconen weten, lidtmaeten der kercken
zynde, welverstaende dat in sulcke plaetsen, daer de magistraet haere
hujjsarmeesters stelt, beyde tesamcn maer een collegie en 6ullen maecken
met een gemegn burse sowel int ontfangen als wtgeven, ten eijnde dat
alle de armen sonder onderscheyt van de religie naer den heysch van haeren
noot mochten geholpen worden , te meer 1 ) dewjjle de aelmoessen sonder
onderschept gecollecteert worden, opdat door desen middel alle geschillen
ende quaet vermoeden geweert ende alle goede eenicheyt onderhouden
worde *).
22. De maniere der verkiesinge ende bevestinge der diaconen sal con-
form wezen de voorgaende maniere van de verkiesinge ende bevestinge der
ouderlingen, doch also dat in sodanigen plaetsen, daer de magistraet ende
de kerckenraet de diaconen verkiesen, sulcken gebruijc stadt grijpen sal,
ter tijdt toe hierinne anders met stichtinge sal konnen versien worden ,
welcke voors. collegie de diaconen ende hujjsarmenmeesters wecckelicken
bijeen sullen comen omme met voorgaende aenroepinge van den naem des
Heeren van haer bedieninge te spreecken, dat 8 ) oock de ministers des
h. woorts te dier plaetse tot haerder vergaderinge vry acces sal moegen
hebben. Zal oock dit collegie tsynder tydt voor de magistraet haer open-
baere rekeninge doen, oock ten overstaene van de ministre ofte eenigevan
den kerckenraet, daertoe gedeputeert.
23. Der diaconen eggen ampt is de aelmoessen ende andere armegoede-
ren neerstelick te versamolen ende deselve gotrouwelick ende vlytelick naer
den heysch der behoefligen , beyde der in geseten en ende der vreemdelingen,
met gemejjnen advgse wt te deelen, de benoude te besoecken ende te
vertroosten ende wel toe te sien, dat de aelmoesen niet misbruyekt en
worden.
•) „te meer" ontbr. in ed. 1540, 1648. «) In onzen codex staat bij dit art nog
in margine het volgende , dat in de andere codd. en in de verschillende edd. ont-
breekt: „Dese collectie verstaet haer van de collecten, die van hu ijs tot huvse
weeckelincx twee ofte drie reysen gedaen werden." •) „dat" alle edd. en codd. hebben
„in der voegen dat".
21
24. De ouderlingen ende diaoonen gullen twee jaeren dienen, ende alle
jaere aal het halve deel verandert ende andere in haer plaetse gestelt wor-
den, ten waere dat het profyt ende de gelegen theyt eeniger keroken anders
verheesehen , [behalvens dat hierinne aal achter volght wordden tgene die van
Goes ende Vere dosen aengaende ia vergunt ende den voorn, steden ende
classes respeotivelick aengesoreven.] l )
Van de kerckeljjcke tsaemenkoemsten.
25. Vierderleij kerckelijcke tsamencoemsten sullen onderhouden werden:
de kerckenraet, de classicale vergaderinge, de particulier *) sjjnode ende
de generale of nationale.
26. In dese tsamenkoemsten sullen geen ander dan kerckelycke saecken
ende deselve op kerckelycke wijse verhandelt worden.
27. In meerder vergaderingen en sal men niet handelen dan tgene in
mindere niet en heeft konnen afgehandelt worden ofte dat tot de kereken
der meerder vergaderinge int gemeijne gehoort. 8 )
28. So iemandt hem beclaecht door de wtspraecke der minder vergade-
ringe verongelyckt te zijn, deselve sal hem tot een meerder kerckelycke
vergaderinge beroepen moegen. Ende tgene door de meeste stemmen
goetgevonden is, sal voor vast ende bondich gehouden worden , tensjj dattet
bewezen woorde te stryden tegen het woort Godts ofte tegen de articulen *),
in desen provincialen sjjnodo besloten, solange deselve door geene andere
provinciale ofte generale sijnode verandert zijn.
29. De onderlinge tsamenkoemsten sullen van de aenroepinge des naems
Godts aengevangen ende met een dancksegginge besloten worden.
30. Die in de voors. tweederlejj vergaderingen ofte teamenkomsten af-
gesonden worden, sullen haere credentsbrievcn ende instructien, onderteeckent
zijnde van degene, die se wtsenden, medebrengen ende dese sullen alleene b )
kuerstemmen hebben.
') Het tusschen [ j geplaatste is aangevuld uit AA. Het komt ook voor in FF en
in alle edd. , in die van 1755 echter cursief. *) „particulier" alle edd, en de andere
codd. hebben „particuliere ofte provinciale". ') „ofte — gehoort" ed. 1755 en de
andere codd. hebben „ende daertoe die gecommitteerde van yders collegie oft
kerekenraedt van hun principalen gelast sullen syn". In plaats van „hun princi-
palen' hebben edd. 1640, 1648 „den principalijcken". 4 ) „articulen" edd. 1640,
1648 hebben „argumenten". *) „alleene" edd. 1640, 1648 hebben „geen".
22
31. In dese tweederleg tsamencoemsten sal bg den praeses ende assessor
een scriba gevoecht worden om neerstelicken op te schrijven, hetgene
weerdich is aengeteeckent ie zijne. Het ampt van den praeses is, voor te
stellen ende te verclaeren, hetgene te handelen is ende wel toe te siene,
dat een iegelick zijn ordre houde int spreken , den knibbelachtigen ende die te
heftich sjjn int spreken te bevelen, dat se swjjgen, ende over deselve , geen
gehoor gevende, de behoorlicke censura te laten gaen. Voorts zal zjjn ampt
wtgaen, wanneer de teamenkomste scheydet
32. Hetselve seggen heeft de classis over den kerckenraet, hetwelcke
de particuliere synode over de classe ende de generale sijnode over de
particuliere.
33. In alle kercken sal een kerckenraet syu, bestaend e wt dienaeren des
woorts ende ouderlingen, die te minsten alle weecken eens tsamencomen
sullen, alwaer de dienaer ofte dienars, so daer meer syu, bjj gebuerte
praesideeren ende d'acte regeeren sal. Ende sal oock de magistraet van de
plaetse respectgvelick , indient haer gelieft, een ofte twee van den haeren,
wezende lidtmaten van de gemeijnten, bij den kerckenraet moegen hebben
om te aenhooren ende mede van de voorvallene saecken te delibereren.
34. Welverstaende dat in de plaetsen, daer den kerckenraet van nieus
op te richten is, hetselve niet en geschiede dan met advjjs van de classe,
ende daer tgetal der ouderlingen zeer cleijn is, zullen de diaconen mede
tot den kerckenraet genomen werden. Ende wanneer daer eenige particu-
liere wtsluijtinge ofte diergelijcke gewichtige zaecken te verhandelen zyn,
zo sal men daerbij roepen eenige notabele, sowel van den magistraet als
anders, wezende tsamen lidtmaten der gemeijnte.
35. In de plaetsen, daer noch geenen kerckenraet is, sal middelertydt
by de classe gedaen worden tgene anders den kerckenraet naer vuijtwijsinge
deser kerekenordeninge opgelerjt is te doene.
36. In Zeelant sullen vier classes syn , te weten : Walcheren met
Oosteynde, Axel ender ter Nuese als appendentien voor desen tydt; de classis
van Schouwen met haere appendentien; de classe van Suijtbevelant met
Wolfaersdyck ; de classe vant lant van der Tholen met Remerswale endo
Bergen op Zoom ende Lillo *), als voor desen tydt daermede geassocieert.
Dese dassen sullen zoeveel moegelick is 'alle drij maenden bijeencomen ,
>) „ende Lillo" ontbr. in alle edd. en codd.
23
tot dewelcke zullen verschenen vuijt elck kercke oen minister niet een
ouderlinck ofte meer nae gelegentheyt , met brieven van credentien. Item
zal aldaer een anderen praeses telcker reijse zjjn , tzjj bij keere gestelt ofte
bij nieuwe verkiesinge.
37. Dese praeses sal een yegelicker kercke afvragen, of zij haere kercken-
raetsvergaderinge houden, of de kerckelicke disciplyne geoeffent wort, oft
de armen ende scholen besorcht worden , ten laetsten of daer iet is , daer-
inne sij het oordel ende hulpe der classe tot rechte instellinge haerder
kercken behoeven. De dienaer, dien het in de voorgaende classis opgeleijt
was , sal een corte prediccatie vujjt Godes woort ofte den Catechismo doen,
van dewelcke de andere sullen oordeelen ende, so daer iet inne gebreeckt,
tselve aenwijsen. Ten laetsten zullen in de laetste vergaderinge voor den
particulieren sijnodo vercoren worden , die op denselven sijnode gaen sullen.
38. Int erjnde van de classicalen ende andere meerdere tsamencoemsten
zal men censure houden over degene, die jjet strafweerdich in de vergaderinge
gedaen oft de vermaningen der ') minder tsamencoemsten versmaedet hebben.
39. Sal oock de classis, daer sulcks noodich is, de vrijheyt hebben
eenige haerder dienaeren van de eene classicale vergaderinge tot de andere
te authoriseeren om opsicht te nemen op do leere ende leven der predicanten
ende den stand t der kercken , onder deselve classe sorteerende ende daervan
op de naeste vergaderinge rapport doen.
40. De kercke , in dewelcke de classis, item de particulier ofte generael
srjnodus tsamencompt, sal sorge dragen, dat se de acten der voorgaender
vergaderinge op de naestkomende bestellen.
41. De instructie der dingen, die in de meerdere vergaderinge te ver-
handelen zjjn, sullen niet eer geschreven worden, voordat de beslui) tinge
der voorgaende sij noden 8 ) gelesen zyn , opdat hetgeene, dat eens afgehandelt
is, niet wederom voorgestelt werde, ten waere dat men achtede verandert
te moeten zyn.
42. Soo wanneer een hoochdringende noot voorvalt, sal de srjnodus
provinciael, wt de voorseyde vier classes bestaende, bijeencomen ende dat
met voorgaende authorisatie van de heeren Staten van Zeelant, tot wellcken
synodum sullen [vuyt yeder classe] s ) comen twee predicanten ende twee
') „der" verbeterd naar de andere codd. en edd.; onze codd. heeft „die". ') „sij-
noden" alle edd. en codd. hebben M synode". *) Het tusschen [] geplaatste is over-
genomen uit de andere codd. en edd.
24
ouderlingen van de bequaemste ende ervarenste. Int scheyden Tan elcken
particulieren synodo sal een seker classe verordineert worden om den tydt
ende plaetse van een ander synodus te beschreven.
43. Als er eenige nationale sijnodus beroepen wort, zullen twee ministers
met twee ouderlingen vuyt den provincialen synodo van Zeelant met
authorizatie van de heeren Staten derwaerts afgeveerdicht worden.
44. Also in de provincie van Zeelant gemeynten syn van tweederley
spraecken , is goetgevonden , dat de kercken van de Duytsche ende Walscbe
tale elck sullen op baerselven baeren kerckenraet, classicale vergaderinge
ende particuliere synode bouden.
Van de leer e, sacramenten ende andere ceremoniën.
45. De dienaers des woorts, item de professores in de theologie ende
andere consten ende talen, mitsgaders de rectores van de publique schooien,
sullen de Belydenis des geloofs der Nederlantscher kercken ofte den christe-
licken Catecbismum onderteeckenen. Ende de dienaeren des woorts, die sulcks
sullen refuseeren, sullen de facto van baeren dienst by den kerckenraedt
ofte classe opgeschort worden, ter tydt toe sy haer daerinne verclaert
sullen hebben, ende indien sjj obstinatelick in weigeringe bleven, sullen
van haeren dienst geheelick afgeset werden.
46. Niemandt van de Gereformeerde religie van dese' provincie sal hem
onderstaen eenich boeck ofte schriften , van hem ofte van een ander gemaect
oft overgeset, handelende van de religie, te laten drucken ofte andersins wt
te geven dan hetselve voorbenen doorsien ende goetgekent zijnde van de
dienaers des woorts syns particulieren synodi ofte professooren der theologie
onser belydenis.
47. Het verbont Godts sal aen de kinderen der Christenen metten doop ,
so haest als men de bedieninge desselven hebben kan, besegelt werden
onde dat in de openbaere versamelingen , wanneer Godts woort gepredict
wordt. Doch ter plaetsen, daer niet soveele predicatien gedaen werden,
sal men eenen sekeren dach ter weecke verordeneeren om den doop extra-
ordinaerlyck te bedienen, so nochtans dat hetselve sonder predicatie niet
en geschiede.
48. De dienaers sullen haer beste doen ende daertoe arbeyden, dat de
vader syn kint ten doope presenteere. Ende in de gemeente, daer men
bcneffens den vader oock gevaderen ofte gctuygen by den doop neempt
25
(hetwelcke gebrnyck , in hemsolven vrij sjjnde , niet lichtelick te veranderen
is), betaempt bet, dat men neme die der sujjver leere toegedaan ende
vroome van wandel zjjn.
49. De dienaers sullen int doopen het formulier van de instellinge ende
gebrnyck des doops, dat tot dien eynde gedruckt is, gebruycken.
50. De namen der gedoopten, mitsgaders de ouders ende getuygen,
item den tydt des doops, stillen opgeteekent worden.
51. Men sal niemant tot het avontmael des Heeren toelaten dan die nae
de gewoonheyt der kercken, tot dewelcke hij hem voecht, belydenisse der
Gereformeerder religie gedaen heeft, mitsgaders hebbende getnygenis eens
vromen wandels, sonder welck oock degene, die wt andere kereken komen,
niet toegelaten sullen woorden.
52. Alle de kercken deser provincie sullen soveel mogclick is, eenderleij
wjjae in de bedieninge des h. avontmaels houden, welverstaende nochtans
dat de wtwendige ceremoniën, in Godes woort voorgeschreven, niet verandert
ende alle superstitie vermijdet worden, ende dat, nae voleijndinge derpre-
dicatien ende der gemeijnen gebeden op den predickstoel, het formulier des
nachtmaels, mitsgaders het gebet daertoe dienende, voor de tafel sal gelesen
worden.
53. Het avontmael des Heeren sal ten 2 ofte drij maenden eens , soveel
moegelick is, gehouden worden. Ende sal stichtelick zjjn , daert de gelegen t-
heyt der kercken kan lyden, dat op denPacsdach, Pmxterdach, Kersdach
tselve geschiede. Doch ter plaetsen, daer noch geen kerckelicke order en
is, sal men eerst ouderlingen ende diakenen stellen bjj provisie.
54. AJsoo de avontgebeden in veele plaetsen vruchtbaer bevonden wor-
den , so sal int gebrnyck derselver elck kercke volgen , tgene sij achten tot
haerder meeste stichtinge te dienen. Doch so men se begeeren soude
wech te nemen, sal tselve niet sondert oordel des classis mitsgaders der
overheyt, der Gereformeerde religie toegedaen, geschieden.
55. In tyden van oorloge, pestilentie, dieren tydt, sware vervolginge
der kercken ende andere algemeijfte swaricheden sullen de dienaers der
kercken de overheyt bidden, dat door haere authoriteijt ende bevel open-
bare vast ende bededagen ingestclt ende gchejjlicht moegen werden.
26
56. De gomeijnten sullen onderhouden, beneffens den Sondach, den
Christdach, Paesdach ende Pinxterdacb.
Van de cbristelycke straffe ofte forme der discipline.
57. Grelyckerwijs de christelijcke straffe geestelick is ende niemandt vant
borgerlicke gerichte ende straffe der overheyt bevrydct, also worden oock
beneffens de borgerlicke straffe de kerckelicke censueren nootsaeckelick ver-
hei) scht om den sondaer met de kercke ende sgnen naesten te versoonen
ende de ergernisse wt der gemeenten wech te nemen.
Van de opschortinge ende afsettinge der ministers van haeren dienst.
58. Wanneer eenich minister beschuldicht wort een sulcke sonde begaen
te hebben, verdienende de straffe der opschortinge van sijnen dienst, in
desen valle sullen die persoon en , bjj denwelcken het beroepen der ministèren
staet *) , bijeencomen ende , naerdat sij over dese saecke neerstich ondersoeck
gedaen sullen hebben ende bevinden, dat dese beschuldinge warachtich is,
also dat den beschuldichden overtuycht wort, sullen stracx denselven van *)
sijnen dienst suspendeeren ende dat solange, totdat hij bij het oordel der
voornoemde, die hem opgeschort hebben, gevonden sal syn , dat hij wederom
met stichtinge in sjjnen dienst treden mach.
59. Belangende de sonden, dewelcke de straffe der afsettinge verdienen,
sijn dese , namelick : valsche , hertneckige ketterie ofte 3 ) openbaere schuer-
makinge, opentlycke blasphomie, sjjmonie, trouweloose verlatinge 4 ) des
dienstes ofle indringinge in oens anders dienst, meijneedicheyt, overspel,
hoererij, dieverie, gewelt, gowoonlickedronckenschap, vechten, vugl gewin,
in somma dorgelycke groove sonden , die den authuer bjj der werelt eerloos
maken. Oversulcks wanneer eenige minister, welck Godt verhoeden wil,
een van dese voornoemde sonden soude begaen hebben ende tsclve genoech
bleecke, in desen gevallen sullen de persoonen, bij denwelcken het beroep
des ministers als vooren bestaet, bijeencomen ende hem de facto van sijnen
dienste stellen. Ende indien daer iet voorviele, waerdoor dese afsettinge
soude belet worden , het waere door ongehoorsaemheyt van de afgesetteden
ofte door onachsaemheyt van degenen , die tofficie der afsettinge toekompt,
in sulcken gevalle sal de sijnodus van dese provincie met vier gecommit-
») „staet" edd. 1640, 1755 en FF hebben „als voren bestaet", AA heeft „als
boven bestaet". a ) „van" alle edd. en codd. hebben „met advijs des classis van".
») „ketterie ofte" alle edd. en codd. hebben „leere ofte ketterij e". 4 ) „verlatinge"
edd. 1640, 1648 hebben „verclaringhe".
27
teerde wt den heeren Staten , wezende lidtmaten der kercken , bijeenkomen
ten ejjnde sy gesamentlyck, kennisse deser saecken genomen hebbende, sen-
tentie definitive strycken, welcke sententie sal bij den voorseyden heeren
Staten , als daertoe geauthoriseert onde gequalificeert zynde , ter executien
gestelt werden.
60. Doch l ) dese artgckel wort op dese naervolgende maniere verstaen,
dat wanneer eenich minister, openbaere ketterie als boven gedreven hebbende,
over dese sjjne ketterie leetwezen hadde, naerdat hg van sijnen dienst
afgeset is, en sal tot het gebrugck des h. avontmaels niet toegelaten wor-
den dan met sijne openbaere schuitbeken tenisse ende wederroepinge voor
de gemeente. Evenwel en sal de sodanige tot den dienst des woorts niet
wederomme aengenomen worden dan met ordonnancie van den sjjnodus deser
provinciën. Ende sal dese proceduere oock gehouden worden omtrent sodanige
ministers, die om eenige van de sonden, boven gementioneert, afgeset zijn.
Van de afsettinge der ouderlingen ende diakenen.
61. De ouderlingen ende diakenen sullen om deselve sonden , alsvooren
int afsetten van de dienaeren des woorts vermeit staet, van haeren dienst
afgeset worden ende dat bg den kerekenraedt met advjjs des classis.
Van de gemegne discipline.
62. De sonden gaen ofte de leer ofte de seden aen. Onder de sonden,
die de leere aengaen, tegen" de waere leere strydende, mach men dese
naervolgende speciën tellen: kettersche leere, afval van de christelicke
religie ende gemeenschap der kercken, tegensprekinge ende lasteringe
Godes, sijns h. woorts ende der h. sacramenten, lanckduerich afblijven van
des Heeren h. nachtmael, komende ende geschiedende wt sorgeloosheijt
ende verachtinge van alle goede vermaningen des kerekenraets , ende voorts
alle sonden, die grovelick tegen de ierste tafel der goddelycker wet ge-
schieden.
63. De sonden tegen de goede seden sgn dese : dootslach , overspel ,
bloetschande , vrouwenkracht, ongeoorlofde by woon in ge ende diergelycke
speciën van concubinatus , hoerdom , roverij , dieverie , straatschenderij ,
dronckenschap , in somma wat daer grouwelicken *) strydt tegen s de
tweede tafel.
') „Doch" ontbr. in ed. 4648. ») ,.grouwelicken" alle edd. hebben „grovelick".
28
64. Dcse sonden, sowel tegens de leere als tegen s de seden strijdende,
zjjn onderscheiden in heymclicke ende openbaere.
65. Hegmelicke sonden syn, dewelcke geheel secreet ende niemant
bekent sijn dan Godt ende de conscientie desgenen, die se begaen heeft,
ofte die daer maer x ) binnenshuis geschieden , dewelcke over sulcke behoo-
ren int heymelicke gebetert te worden.
66. Openbaere sonden syn , dewelcke ter ierster ins tan tien also geschie-
den, dat se der menichte bekent syn, wanneer die op marcten, straten,
in openbaere vierscharen ofte publycke wachten begaen worden, item de-
welcke door verachtinge aller goeder vermaningen openbaer worden, ofte
sodanige criminele misdaden, dewelcke, in haerselven heijmelick synde,
nochtans door clappemien ofte andersins ruchtbaer geworden synde, behoor-
lick met getuijgen bewezen worden ; insgelycks sulcke sonden , die de over-
heyt aen lijf ofte met eenige andere onteeringe *) met voorgaende openbaere
sententien dadelick verwezen ofte daervan remis gegeven heeft.
67. Beroerende de twede specie der heymelicker sonden tegens de
rechte leere, wanneer iemant in een beijmelicke dwalinge staecke tegens
ifondament der christelicker leere ende tselve van iemand t vernomen wort,
deselve sal sulcks den minister des woorts tot dier plaets aendienen, ten
eijnde sulcks door heymelicke, vriendelicke ende christelicke vermaninge
met alle goede discretie gebetert worde. Ende sal de minister hierin vol-
gen de trappen, van onsen Heere Christo verordenert Math. 18.
68. Nopende de openbaere sonden tegens de leere sal dese forme der dis-
cipline gevolght worden: de eenvuldige, die met ketterie verstrickt zijnde,
van de gemeente Christi wyekt ende geen afbreuck en doet, also hij nie-
mant en verleydt , den kerekenraedt sal hem broederlick vermanen ende , so hy
geen gehoor en geeft tuschen dien tydt ende het aenstaende nachtmael,
sal hij van des Heeren nachtmael gehoudeu werden. Daerenboven sal de
kerekenraet ontrent denselven vele ende lanckduerige vermaningen gebruyeken,
dewelcke so hij obstinatelick verwerpt, in desen gevalle sal de kerekenraet
naer langen tyt in haere vergaderinge met voorgaende ad vijs der
classe 3 j verclaren, dat so hem voor geen lidtmaet der gemeente Christi
') „maer" alle edd. en codd. hebben „maer ergens". ») „onteeringhe v edd. 1640,
1648 hebben „uoteeringhe''. *; Hierbij staat in margine: „Siet het tweede deel van
den 'M artijckel". Dit onthr. in de andere codd. en edd. FF echter heeftin mar-
gine: „Excommunicatie in den kerekenraet".
20
meer en houdt, totdat hij hem bekeert Welcke verclaringe aldus in den
kerekenraet gedaen sijnde, sal aen donselven door eenige van den kereken-
raet gebootschapt werden, midtsgaders oock dengenen , die densulcken kennen
ende naer hem vragen. Eyndelick so men bevindt, dat de sodanige in
hertneckicheyt voortgaet ende selfs andere verleydet, so sal men met hem
als hiernaer met de verleyders handelen.
69. Maer belangende de obstinate lasteraers ende afvallige l ) verleyders,
men sal tegen henlieden naer alle behoorlicke vermaningen aen hen gedaen
tot der openbaere excommunicatie *) procederen naer het wtwy6en der
voller forme, daervan in drucke zynde, welverstaendo met voorgaende
advys des classis, also dat, wanneer den kerekenraet met den diakenen tot
het delibereeren van desen nootsaeckelicken afsnydinge bijeen sullen komen ,
daer tegenwoordich sullen syn eenige van de magistraet , wezende lidtmaten
der gemeenten, daertoe versocht ende gedeputeert. Ende so den sodanige
als vooren voor de excommunicatie hem bekeert , so sal tselve met wtdruc-
kinge syns oaems der gemeente aengedient werden.
70. Belangende de hejjmelicke sonden tegens de seden van deerste specie,
die alleen Oodt ende de conscientie desgeenen s ), die se gedaen heeft, aen-
gaen, daerover, solange die so verborgen blyven, en heeft der kerckelycke
discipline geen plaetse. Ende al warender eenige conjectueren door het
quaet vermoeden , de saecke moet nochtans iemant blycken , quia de occultis
non judicat ecclesia. 4 ).
71. Aengaende de andere sorte van heymelicke sonden als vooren in de
beschrgvinge , hierin sullen desulckc , die daeraf weten , volgen den wtge-
druckten regel onses Heoren Christi Math. 18. Ende de kerekenraet en
sal niet lichtelick de dachten tegens eenige personen, door onsekere geruchten
tot haerder kennisse komende, aennemen, al waerent oock personen, die
daer seyden , datser afwisten, maer men sal hen vragen , of sij omtrent haeren
christelicken broeder het officie van particuliere vermaningen gedaen hebben
ende dat in haere volle leden. Seggende daerop: neen ; men sal se over
sodanich onbehoorück aengeven berispen. Seggen se ende bewijsen sydat:
jae ; de kerekenraet sal voorts handelen naer behooren ende heijsch der
saecken.
72. Nopende voorts de ierste specie der openbaere sonden tegens de
•) „afvallige" ontbr. in «Ie ed<l. 1640, 1648. a ) FF heeft hierbij in margine „open-
baere excommunicatie". ■) „desgeenen" ontbr. in edd. 1640, 1648. «) Hierop volgt
in FF nog de vertaling „de'kercke en oordeelt niet vant verborgene".
30
seden, dewelcko van den magistraet alhier niet en worden ordinaerlick
gestraft, als dronckenschap, kijven, dansen, vechten, singen van oneerlicke
liedekens etc., men sal hierinne alle voorsichtige 1 ) ende discrete moderatie
gebrnyeken in deser manieren : dat wanneer sulcks ter kennisse des kereken-
raets gekomen is, deselve die also gesondicht heeft, sal ofte in haer col-
legie ontboden worden ter vermaningen ofte door eenige van den kerekenraet
aengesproken worden. Ende indien degene, die hem als boven vergrepen
heeft, segt dattet hem lect is, bel o o ven de beteringe ende sulcks verclaerende
in de presentie van den vergaderden kerekenraet, datselve sal also aenge-
nomen werden , welverstaende dat tot weoringe van sulck openbaer schandale
ofte ergemisse ende con ten temen t der kereken ; so sal den kerekedienaer 2 )
sdaechs voor dat avontmael des Heeren ofte des Sondaecbs voor do bedie-
ninge van tselve der gemeynten van de predickstoel aengeven: so sjj
eenige sagen ter tafel des Heeren gaen, aen dewelcke sjj eenich openbaer
schandael 3 ) gesien hadden , dat desulcke den kerekenraet genoech gedaen
hadden ende 4 ) dat oversulckes oenen iegelicken daermede hem sonde tevreden
[houden] 5 ) ende hem neerstelick wachten van ergernis te geven. Maer so
daer iemandt waere . dewelcke wt oorsaecke als boven vermaent synde geen
teeken van boetveerdicheyt en gave, waerdoor hem van den kerekenraet
de tafel des Heeren verboden worde ende bestemt niettegenstaende ter tafelen
des Heeren te gaen , sulcke sal met aller huescheijt [daervan] 6 ) gehouden
worden. Ende so onder de voorgemelde eenige waeren, die vermaent synde
metten monde leetwesen beleden ende nochtans telcken 6 ) wederom vervie-
len, over de sodanige sal de wterste straffe syn het verbieden van de tafel
des Heeren tot der tydt sij hem bekeeren. Daerenboven de sodanige,
dewelcke, over dese voorgemelde sonden vermaent synde, merckelicke ver-
achtinge toogon 7 j, item desulcke, die over sonden, niet crimineel synde,
heijmelick geschiet maer daernaer met vollen trappen vermaent wezende,
hertneckich blyvende, openbaer worden, tegen de sodanige sal de kereken-
raet handelen, als boven staet tegen de eenvuldige tot seckten vervoerde.
73. Tegens desulcke, die int hegmelicke criminele saecken souden 8 )
gedaen hebben, die naerderhandt door clappernien int openbaer compt, also
datter twee ofte drij persoonen syn, die tselve den kerekenraet aendienen
») „voorsichtige" alle edd. en codd. hebben „voorsichticheyt". i) „kerekendienaer"
edd. 1640, 1648 hebben „kerekenraed". «) „schandael" alle edd. en codd. hebben
„schandael als voren*'. *) „dat desulcke — ende" ontbr. in edd. 1640 , 1648. *) Het
tusschen [ ] geplaatste is aangevuld uit de andere codd. en edd. ') „telcken" ontbr.
in edd 1640, 1649. T ) „toogen" FF heeft „toonen", AA en de verschillende edd.
hebben „toochden". *) „saecken souden" edd. 1640, 1648 heeft „sonden".
31
endc tsolve gelyckelick getuygen, de kerckenraet sal die . persoonen mcts-
gaders den beschuldichden hooren ende hoewel de beschuldichde blyft bij
het loochenen vant c rij men , so sal men evenwel hem om der ergernisse wil
eenen langen tydt van het gebruyck des Heeren nachtmael houden, tot de
saecke anders aen den dach coinpt. Ende so dat niet en geschiede , alsdan
sal de kerckenraet oordelen , of men hem kan met stichtinge ter tafelen
des Heeren toelaten [ofte niet] 1 ). Ende so het geviele, dat dit stuck geheel
seker wiert ende hij t bekende, big vende nochtans de beschuldichden obstinaet
in de verachtinge der vermaningen , so sal men tegen s hem tot der openbaere
excommunicatie voortgaan naer het formulier daervan siende.
74. Belangende de laetste species der sonden tegens de zeden, die de
magistraet aen lyf ofte met eenige andere onteeringe met voorgaende open-
baere sententie dadelick verwesen ofte daervan remis gegeven heeft, indien
de sodanige de vermaninge aenneempt ende hem bekeert, so sal sijne bekeeringe
met wtdruckinge sjjns naems der gemiente kennelick gemaect worden.
Maer so hy obstinatelick alle vermaninge verwerpt, men sal tegens hem,
mits in den iersten trap sjjnen naem 2 ) wtdruckende , tot der voller excom-
municatie procederen naer het formulaer daervan synde.
75. De dienaers des woorts , ouderlingen ende diakenen sullen onder
hen de christelicke censura oeffencn ende mallecanderen van de bedieninge
haers ampts vriendelick vermanen.
76. Dengenen, die wt een gemeente vertrecken , sal een attestatie ofte ge-
tuigenis haers wandels bjj advijse des kerekenraets medegegeven worden onder
den segel van de kereken, ofte daer geen segel en is, van tween onderteeckent.
77. Voorts sal den armen , om genoechsaeme oorsaecken vertreckende, van
de diakenen bystandt gedaen worden nae discretie, mits aenteekenende op
den rugge van haere attestatie de plaetse, daer se henen willen, ende de
hulpe, die men haer sal gedaen hebben.
78. Geen kereke en sal over ander kereke, geen dienaer over ander
dienaeren , geen ouderlinck noch diaken over andere ouderlingen ofte diakenen
eenige heerschappe voeren.
') Het tussohen [] geplaatste is aangevuld uit «Ie andere codd. enedd. f) „naem M
AA heeft „naem nyet'
32
79. In de middelmatige dingen sal men de wtlandische kercken niet
verwerpen, die een ander gebruijck hebben dan wy.
80. Dese voorgaende artickelen, aldus bjj dese provinciael synodus van
Zeelant als tot stichtinge der kercken goet ende dienstelick gevonden [ende] 1 )
besloten op het welbehagen [der E. heeren Staten van Zeeland t, en sullen
by geen kercke off classe mogen verandert, vermeerdert ofte vermindert
wordden.
Onderstont:
Daniel de Dieu, electus synodi praeses.
Philtppus Lansbergius, assessor.
Johannes Mioohodius, electus scriba.] *)
Copie.
Missive der heeren Staten van Zeelant, gesonden aen
de classes respective naert arresteren der artijckelen in
sijnod. Middelburg. 1591 , welcken brief slaet op eenige
artjjckelen des voorsz. sijnod i ende dient tot verclaringe
van deselve ende der besprecken in dien begrepen, ge-
men tionneert int arrest der sijnodi 3 ).
Eersame , discrete , lieve , besondere , wij senden U. L. hiermede copie
authentiek van acta sijnodalia Zelandiae, sulex die by ons goetgevonden
ende gearresteert sijn volgende onse approbatie , hierachter bygevoecht
Begeren 4 ) ende niettemin 6 ) ordonneren 9 ) bij desen ten fjjne U. L. hun
daernaer te reguleren sonder eenige swaricheden oft obstaculen ter contrarie
in alle forme ende manieren, als den text der voorsz. acta is uijtwijsende,
behalvens dat [nopende 7 ) de voorstellingen van de ouderlingen art. XIX'
men verstaet, dat deselve] 9 ) voorstellinge generael geschieden sal bij de
gedeputeerde van de respective m agis traeten , wesende ledematen van de
gemeente, mitsgaders de kerekenraet conjuncte! yck. Item, aengaende de
beroepinge der ministers ten platte lande art. 4° wert verstaen, dat die
') Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit de andere, codd. en edd. *) Het tusschen
[ ] geplaatste is aangevuld uit AA. Van onzen cod. is de bladzijde met het slot en de
onderteekeningen verloren geraakt Op „scriba" volgt in AA nog „concordat col-
latione facta per me C. Roëls". Naar het voorbeeld der edd. 1640, 1648 maken
wij van deze tamelijk onleesbare handteekening Roëls. FF heeft „Ch. Roëls".
s ) Dit opschrift is in CC en EE gelijkluidend met het bovenstaande. In BB, DD,
FF en KK komt het zeer verkort voor. «) „Begeren" BB. DD, FF en KK hebben
„begeerende". *) „Begeren ende niettemin" CC heelt „en" fc ) „ordonneren" BB, DD
FF en KK hebben „ordonnerende". ') „nopende" ontbr. in EE. •) Het tusschen f]
geplaatste is hier aangevuld uit FF. In onzen cod. staat in de plaats daarvan slechts „de".
33
in de parochien van den l ) ressorten van Vlissingen en Vere geschieden
sal ten bijwesen ende overstaen van do gedeputeerde (synde lidtmaten van de ge-
meente), van de magistraet der stede respeetive, daeronder [die] 2 ) gelegen sijn,
ende kerckenraet conjunctelyck. Ende belangende het doen van de rekeninge
art. 22 wort verstaen , dat die rekeninge 3 ) desen aengaende saJ ter Vere
gedaen werden als naer ouder coustuijme bjj de magistraet aldaer. Hier-
mede eersame, discrete, lieve, besondere, sijt Gode bevolen. Uijt Middel-
burg den 13 dcn 9bris 1591. Daerbij stont: P. Rtjcke 4 ) vt. Ende onder-
stont : ter ordinantie van de Staten van Zeelant bij mg , C. Roels. Ter
sijde stont: U. L. sullen gedachtich sijn eersdaghs te vorderen den gerequi-
reerden eedt , bij de voorsz. approbatie vermeit.
Die Staten slants ende graeffelicheyts van Zeelandt. Alsoo wy 6 ) by
eenige gedeputeerde van wegen die classes van de ministers des godde-
licken woords binnen Zeelant versocht syn geweest den XVHI cn 6 ) Decem-
bris in den jaere XVc ende tnegentich, te moghen convoceren 7 ) ende houden
eenen provincialen ende particulieren synodum Zelandiae opt goet beleyt
van der kerckeordeninge ende discipline der Gereformeerde christelicke
religie, ende dat ons gelieven zoude eenige vuyten onsen te deputeren om
daerby ende present te wesen, waerop wy, aleer dyenaengaende te willen
resolveren , hadden begeert by gescrifte te sien die pointen , daerop die
voorsz. synodale vergaderinge diende gedaen, naerdyen die voorsz. pointen
by ons gesien, rypelick verstaen ende overweghen syn geweest ende ten
opsiene van de gewichticheyt ende importantie van dyen by ons geconsen-
teert was den XVIII 611 der voorsz. maent Decembris , dat dio convocatie 8 )
van de voorsz. synodus zoude moghen geschieden tot Middelburg in Zeelandt
den iersten February daeraen volghende van den jaere XVc ende eenent-
negentich , als wanneer wy yemand van onsentweghe zouden deputeren om in
de voorsz. synodo by ende present te wesen ende die actiën van denselven
te 9 ) dirigeren ende modereren , met expressen verstande dat die voorsz.
actiën ende actitaten van den voorsz. synodo nyet finalick besloten oft vuyt-
gegeven en zouden moghen wordden, voer ende aleer dieselve, by ons gesien
zynde , zouden by ons geapprobeert ende gearresteert wesen , ende dat
tenselve fyne by ons gecommitteert waeren geweest den XXVI en January 10 )
') „parochien van den" ontbr. in BB, FF en KK. ») „[die]" aangevuld uit de
andere codd. *) „rekeninge" BB, FF en KK hebben „rekeninge van de armmees-
ters", CC en DD „rekening der armen". «) „Rycke" BB, CC en KK hebben „de Rijcke".
•) » w >" ontbr. in edd. 1640, 4648. «) „xvin«" ed. 1755 heeft „seventhienden".
») „convoceren" edd. 1640, 1648 hebben „communiceren." ») „convocatie" edd.
1640, 1648 hebben „communicatie". •) „te" ed. 1755 heeft „te helpen." m) „January"
de edd. hebben „Februarij".
Acta syn. provinc, K 3
34
lestleden mrs. Willem Roelsius cndc Gaspar van Vosbergiien, ter pre-
sentie ende overstaen van dewelcke, naerdyen by de gedeputeerde van de
voorsz. synodale vergaderinge waeren geconcipieert ende besloten opt goet-
bevinden van ons die acta dyenaengaende , hiervoren transcreven , soo
eest dat naer nyeuwe bescryvinge ende raport, by ons gedaen den XIUI cn
Martii lestleden , tot aggreatie ende approbatie derselver acten wyluyden
gencralick dieselve goetgc vonden ende geapprobeert hebben, zoo wy doen
by desen, zulcx die hiervoren staen gescreven zonder prejudicie van yder
zyne privilegiën ende gerechticheden , behalvens eenige bespreken, die wy
zoo generalick als particulierlick hebben geconditionnecrt, daeraff een yder ,
die tselve aengaet, mitsgaders die voorsz. classes respective, elck naer zyn
belanghen , by ons particulier scryvens alsnu mede gewaerschouwt wordden
om hun daernaer te reguleren zonder wedersegghen , wesende nyettemin
onse wille ende meyninge , dat dese acta sullen wesen provisioneel, om naer
gelegentheyt ende occurrentie die te moghen veranderen ende daer toe offt afF
te doene, als in tyden ende wylen sal bevonden wordden te behooren.
Ende opdat alle die classes ende een yeder van de ministers des godde-
licken woorts eensamentlick die collegien van de ouderlingen ende diaconen
der Gereformeerde christelicke gemeynten hun hiernaer reguleren ende
voirts hun draghen politycquelick naer de ordonnantien , statuyten, wetten
ende privilegiën van den lande, nu wesende offt die in der tyt noch zul-
len by ons moghen wordden gemaect oft geadvoueert *) , soo verstaen wy ,
dat alle ministers, ouderlingen, diaconen ende andere, die Gereformeerde
kereken dienende , gehouden zullen syn eedt te doen van getrouwicheyt,
zulcx yder borgher oft ingesetene schuldich is te doen voer den magistraet
hunder residentie, die daertoe mits desen wordden geauthoriseert volgende
den formuliere, by ons daertoe gearresteert ende hieronder bygevoeght.
Aldus gedaen int Hoff van Zeelant tot Middelburch ter gewoonelicker ver-
gaderinge van de Staten slants voornoemt den seventhienden May XV C eenent-
negentich , ende naer resumptie eyntelick gearresteert den vierthienden Sep-
tembris desselffs jaers.
P. Rycken.
Ter ordonnantie van den voorsz. Staten by my
C. Roëls. *)
Formulier van eedo, te presteren by den kerekendienaers
van de vier classes van Zeeland t.
Dat belove ende zweere ick den heeren Staten Generael der Geünieerde
>) „geadvoueert" edd. 1640, 4648 hebben „gheadmoveert". ') Hierbij staat nog in JJ :
„Ter sijde stont: U. L. sullen gedachtich sijn eersdaghs te vorderen den gerequi-
reerden eedt, bij de voorsz. approbatie vermeit".
35
Nederlantsche pro vin tien ende particnlierlick die Staten van Zeelandt ende
haere E. Gecommitteerde Raden, mitsgaders die inagistraet deser stede van
N. houw , trouw ende gehoorsaem te wesen ende my in alles te draghen ,
als een goet ende getrouw onderdaen ende ingeseten der voorsz. Geünieerde
pro vin tien ende een minister des goddelicken woord ts der Gereformeerde
religie schuldich is ende behoort te doen. Soo moet my Godt helpen.
Aldus gedaen, goetgevonden ende gearresteert by de Staten van Zeelant
int Hoff aldaer tot Middelburch den XIII cn Novembris XVc eenentnegentich.
My present C. Boëls.
Handeling he van de extraordinaire sijnodale
bijeencompste, gehouden tot Middelburch desen
19 ende 20 Octob. 1593, praeside D. Johanne
Migrodio, scriba Anthonio Laurentii, ter presen-
tie van de E. heeren mijnheere meester Pieter
de Rijcke , president , ende den raetsheere Ferdi-
nandus Alleman.
»ijn verschenen met behoorlijcke credentiebrieven :
wt de classe van Walchren:
Daniel de Dieu , minister binnen Vlissingben , ende Johannes Miggro-
dius, minister ter Vere;
wt de classe van Schouwen:
Aürianus Sebastiarnss , dienaer des woorts tot Nieuwerkercke in Dui-
velandt, ende Anthonius Laurentii, dienaer des woorts in Dreisscher;
wt de classe van Zuidbevelant:
Guilielmus Nicolaij , minister binnen der Goes , ende Matthias Cahnop,
minister tot üappelle;
wt de classe van der Tholen :
Jacobus Baselius de jonge, dienaer tot Berghen op den Zoom, ende
Henricus Heininous, minister binnen Tholen.
I. De saecke Gijsbekti Sammels langhe ende veele overwegen zijnde ,
is goetgevonden, dat men wt den naeme van de voorszeyde heeren
ende deser vergaderinghe schrijven sal aen den kerckenraet van Brouwers-
haven , ten einde zij metten eersten aen den presidem deser vergaderinghe over-
seinden alle tgene in den kerckenraet van aldaer gepasseert is met Gijsberto
36
voorszeyt van de handelinghen, die hij tot Brouwershaven gedreven heeft, gelyc
die al tsamen in den consistorialen boec geteeckent zijn , opdat deselve de
voorszejjde £. heeren overgelevert zijnde, die saecke mach rijpelijc ingesien
worden ende dat hg middelertij t bij myn E. heeren noch een half jaer sal
onderhouden worden, geduirende welcken tijt men sal opsicht nemen op
z|jnen wandel.
II. Alsoo de Zuidhollandsche kercken door missive hierover gedient ver-
socht hebben, dat den kercken van Zeelant believen sonde eenen wt hun
te nomineren, diewelcke neffens die ander viere soe wt de Hollandsche,
Vrieslandtsche als ooc Geldersche etc. kercken souden in conferentie tot eene
nieuwe overstellinge des bibels bijeencomen, soe wort mitsdesen op het
welbehagen van de E. heeren Staten van Zeelant daertoe vercoren D.
Daniel de Dieu.
III. Is besloten, dat men aen de E. heeren Staten van Zeelant sal
aenhouden omme tot Leiden te vercrijghen een seminarium van theologische
studenten.
IV. Is goetgevonden, dat men met de eerste gelegenheit bg requeste dienen
sal aen de E. heeren Staten van Zeelant, ten einde hun sal believen toe
te staen, datter jaerlicz eene sijnodale vergaderinghe naer d'oude gebruic ende
texempel van ander kercken mach gehouden werden , gemerct sodanighe
bijeencomste grootelicx dient tot conservatie van de zuiverheit der leere
ende kerckelijcke discipline.
V. Ende tsal den classi van der Goes toecomen den naesten sijnodum nae
de ontfangene approbatie als vooren te beroepen , ende voorts sal tselve bij
keere ommegaen , als vooren int vertoonen der credentiebrieven ge-
stelt is.
Johannes Migghodiüs, hujus conventus praeses, 1593.
Antontus Laürentii , scriba *).
•) Deze onderteekeningen zijn authentiek.
87
Acta des provincialen sijnodi der kercken van
Zeelanti gehouden anno 1597 den 15, 16, 17
ende 18 Aprilis binnen der stede Goes met
voorgaende authorisatie van de E.E. heeren
Staten van Zeelant ende ten bijwesen van de
E. h. h. Nicolaus Adriaensen Meiros ende Cas-
par van Vosbergen als gecommitteerde van de
voorschreven h. h. Staten.
Vooreerst is de naem des Heeren bjj den dienaer der plaeteen aenge-
roepen ende hebben dese navolgende persoonen overgelevert haere respective
brieven van credentien ende schriftelgcke instructie:
wt de classe van Walcheren :
Mr. Michiel Panneel , dienaer des goddeljjcken woorts binnen Jiiddelburgh ,
mr. Abraham van der Mijl, dienaer des goddeljjcken woorts binnen Vlis-
singen, vergeselscbapt met Rooier vak Peene, ouderlinck der gemeente
Christi binnen Middelburgh, ende Nicolaes Heuninck, ouderling der gemeente
Christi binnen der Veere;
wt de classe van Schouwen:
Mr. Johannes Tayus, dienaer des goddeljjcken woorts binnen Brouwers-
haven, Daniel Henricks, dienaer des goddeljjcken woorts in de prochie
Oosterlant, Antoniüs LAURENTn, dienaer des goddelycken woorts in Dreg-
schere, Cornelis Barthelsen, ouderling der kercken Christi binnen
Zirickzee;
wt de classe van Zuydtbevelant :
Mr. Philips Lansberoen, dienaer des goddeljjcken woorts binnen der
Goes, mr. Peter Bert, dienaer des goddelycken woorts in Hejjngenssandt,
ende met hen Thomas Albrechtsen, ouderlinck binnen der Goes, ende
Tobias de Voldere, ouderlinck der gemeente Christi binnen Wolfersdijck;
wt de classe van der Tholen :
Mr. Jacobus Baseliüs, dienaer des goddelicken woorts binnen Bergen
op den Zoom , Henricus Heininous , dienaer des woorts binnen der Tholen ,
Henrtcus van Heijnsbergen, dienaer des god. woorts in S. Mertensdyck , Jacob
Wijhe, ouderling der christelicke gemeente binnen Steenbergen.
Hiernaer zjjn b|j de vergaderinge des sjjnodi verkoren tot praesidem
Philippus Lansberoiu8, tot assessorera Michael Pannelius, tot scribam
Henricus Heininous.
38
I.
(|jn gelesen de artijckelen des sijnodi, gehouden tot Middelburgh anno
1591 in Februario. Ende is geleth op den 5 den artijckel, aengaende de
promotie der nieuwer kerckendienaeren, ende is om alle inconvenienten te
voorkomen ende goede ordere te onderhouden in de verkiesinge derselver
goetge vonden , datter nu voortaen telcken by alle synoden vier persoonen,
te weten van elcke classe eenen, sullen verkosen worden, ende datter voor-
taen geen nieuwe predicanten in geen classe en sullen beroepen noch
gepromoveert woorden dan met kennisse ende goetvinden van deselven,
dewelcke oock beneffens den classe denselven aenkomenden predicant sullen
examineeren ende gelyckelick op de eerlicke afkomste, opvoedinge,
qualiteyt, gaven, voorgaende handel ende wandel, neerstich acht nemen,
opdat den dienst des goddelycken woorts om eenige accidenten, haeren
persoon aengaende , achteraen geen afsien ofte lasteringe onderworpen zij.
Werden oock dese gedeputeerde gelast sulcke saecken wt te voeren, als
haer bjj den synodus opgeleydt ofte andersins in de classes niet en konnen
geslist worden.
n.
Tot dien eynde sullen oock deselve wt den name des sjjnodi aen myn-
heeren Staten ofte haere Gecommitteerde Baden versoucken, dattet haer
believe eenige persoonen van den haeren te committeeren , dewelcke, des
noot zijnde ende daertoe specialick van de gedeputeerde des sijnodi versucht
zijnde, beneffens haer arbeyden sullen alle voorvallende swaricheden in de
classes , die middelertydt tusschen de vergaderinge des synodi souden mogen
voorvallen, gevoegelick ter neder te leggen.
m.
Op den sesten artijckel des voornoemden sijnodi is beraempt, dat deselve
gedeputeerde des sijnodi haer beste sullen doen, dat de kereken van Bra-
bant ende Vlaenderen, ondert cruijs wezende, met de leeringe van Godes
woordt voorsien mochten worden.
nn.
Op den vierthienden artijckel is geleth ende beraempt, datter voortaen
in geene kereken en sullen proponenten toegelaten worden dan bij kennis
ende goetvinden des classis, daeronder deselve kereke staet, dewelcke oock
op de eygenschappen ende qualiteijten, in den voorgaenden artijckel geroert,
neerstich acht nemen sullen, opdat se met geen ydele hoope opgehouden
en worden. Item sullen oock bij de classe de personen bestempt worden,
voor dewelcke de proponenten voorsch. sich oeffenen sullen.
39
V.
Op den 28 cn artyckcl is geresol veert, soo yemant van een kerckelick
besluijt lot een meerder versamelinge begeert te appelleeren, dat deselve
op pene van syn actie te verliesen sulcx binnen den tydt van thien dagen
sal moeten aendienen hetzij der classe ofte den gedeputeerden des synodi
ofte den sijnodo selve, opdat do swaricheijt in de eerste versamelinge
mocbte geslist worden.
VI.
Op den 42 cn artijckel is beraempt, conform den ïlTl en artijckel des extra-
ordenaren synodi, anno 1593 den twintichsten Octobris binnen Middelburgh
gehouden, datter by den gedeputeerden des synodi aen mynheeren de Staten
van Zeelant ofte haere Gecommitteerde Raden versucht sal worden, dattet
haer believe toe te staen, dat naer d'oude gebruyck op sekeren bestemden
tydt, hetsy die J acr °^ e wterlick ten twee jaeren, ordenare synodüs der
kercken van Zeelant gehouden mochte worden, dewijle sulcx sonderlinge
van nooden is om alle swaricheden, hetsij leer ofte leven aengaende, in
tydts te voorkomen ofte de geresene terstondt wech te nemen.
Resolutien, genomen wt de schriftelycke instruction
der respective classes.
I.
Is geresol veert, dat de gravamina ende poincten, van dewelcke men in
elcken aenstaenden synode handelen soude , van elcken classe te vooren ge-
sonden sullen worden aen de classe, dewelcke den sijnodum beroepen zal,
opdat alle de poincten tsamen van deselve classe tot alle de andere voor
het houden des synodi gesonden mochten worden, ende dat alle de classes
in tydts daerop lettende, haere gedeputeerde met voorbedachte resolutien
over de voorschreven poincten tot den synodum afveerdigen mochten.
n.
De casibus matrimonialibus is raetsaem gevonden, alsoo daer veele
casus matrimoniales syn ende daerom so haest niet en konnen byeengestelt
worden, dat elcke classe bij goede deliberatie de nootsaeckelyckste stucken
diesaengaende op sal teeckenen ende den gedeputeerden des synodi aendienen,
om door deselve aen mynheeren Staten ofte haere Gecommitteerde Raden
aengedient te worden ende seker bescheet over elck stuck te verwerven.
III.
Aengaende de echtscheydinge is goetge vonden , dat ondertusschen de
40
kercken haer sollen addresseeren aen haere magistraten, die daervan sollen
begeeren te oordeelen. Maer daer de magistraet dat stock haer niet aen-
trecken en wil , daer sollen de kercken haer moegen addresseeren aen myn-
heeren van den Rade der Staten van Zeelant.
nn.
Is oock goetgevonden, dat de classes het beste doen sollen aen de
vaceerende kercken , dat de studenten van binnen slants, tot den kerekendienst
beqoaem bevonden wesende, geprefereert mochten worden voor de wthcemsche
kerekendienaers ofte proponenten*
V.
Van de veelheijt der getojjgen over den kinderdoop is goetgevonden , dat
de gedeputeerde des sijnodi aen mynheeren de Staten versoocken sollen, om
goede ordere daerover te verwerven ende datter op sekere pene verboden
mochte worden, datter voortacn over elck kint ten hoogsten maer vier
getojjgen en sollen genomen worden.
VI.
Op seker different, geresen tosschen Jacobum Baselium, minister tot Oode-
kereke, ende Cornelis Jansen van Westen, lidtmaet derselver gemeente,
daerover eerst sententie ten naedeele van Cornelis Jansen ende naemaels
een andere sententie bij den classe van Schoowen tot sijnen voordeele ge-
geven was ende alsno naerder oordeel van den sijnodo versocht werdt,
hebben de broeders des sijnodi wel rijpelick geleth ende bevonden, dat het
different wt sekere cleijne oorsaecken geresen is, also dat de saecke, die
het eerste different gevolght is, veel swaerder dan tselve different geworden
zij. Oversolcx hebben sy goetgevonden , dat het gantsch verschil bij formc
van vredehandel soode geeyndight worden.
Tot dien eynde verclaren eerst de broeders des sijnodi, dat hoewel Cor-
nelis Jansen voordesen in het on ts weeren van melck hem geoeffent heeft
(hetwelcke niet anders dan voor toverie en kan gehooden worden), dat
nochtans hij noch zijn huijs vrouwe ofte kinderen daerom niet en beboeren
alsnu daervoren gehooden te worden, de wij Ie de sijnodos niet en kan
bevinden , oock Jacobus Baselils hem niet beschuldigen kan , dat hij deselve
onbehoirlicke saecke, sindert hij hem tot de gemeente begeven heeft, soode
gepleeght hebben. Aengaende de bescholdingen tegen Cornelis Jansens
van meijneedicheyt ende woecker, en syn den broeders des synodi niet ge-
bleken. Derhalven achten de broeders des sijnodi, dat hg voor meijneedige
ofte woekeraer oock niet behoort gehooden te worden. Ende overmits tot
41
volkomen dodinge van alle soodanige swarichcden nootsaeckelick is, dat
alle acten ende schriften, denselven aengaende, gecasseert worden , vinden de
broeders des sijnodi raetsaem ende achten te behooren, dat sowel de acten
van den kerckenraet alsoock van den classe , dese saecke beroerende ,
alsoock alle schriften , bij Jacobo Baselio , Cornelio Jansen , den kercken-
raet van Oudekercke ende den classe van Schouwen berustende, sullen
gecasseert ende een vaste vrede tusschen partien in tegen woordicheyt des
sijnodi gemaeckt werden.
Dese wtspraecko des sijnodi is den partien voorgelesen geweest, dewelcke
deselve volkomelick hebben geapprobeert ende met handtgevinge bevestight
ende oock partien respectivelick onderteeckent hebben desen XVII en Aprilis
anno 1597. Ende was onderteeckent: Jacobus Baselius d'oude. Bij injj
Cornelis Jansen van Westen. Bij ordonnancie des synodi in den naem des
kerckenraets vau Oudekercke J. Baselis de jonge.
Particuliere saecken, den sijnodo voorgedragen.
I.
Op het aengeven des classis van Zuydtbevelant aengaende een vrouwe,
dewelcke twee jaer naert vertreck haers mans betrqjght ende met getuijgen
beleydt heeft weduwe te zijn ende, daerover met een ander man ge trouwt
zijnde, twee jaer nae tvoorschreven tweede houwelick gebleken is, dat
haeren eersten man noch leefde , daerop gevraeght , of het tweede houwelick
behoort wettelick geacht te worden ende de vrouwe by denselven tweeden
man te blijven , is verstaen , byaldien bevonden wordt , dat den eersten man
noch int leven waere, dat het tweede houwelick niet bondich en is, wt
oorsaecken dat den behoirlicken tydt van jaer en niet verwacht noch oock
de solemniteijten, in gelycken saecken gerequireert, te wercke gestelt en zjjn.
Maer indien men bevindt, dat den eersten man doot is, soo is goetge vonden,
dat de vrouwe by den tweeden man behoort te blijven.
IL
Aengaende het stuck van Schouwen van de ongeregeltheijt, gccommitteert
by Peter Jansen Back er binnen Brouwershaven int schandelick lasteren
der leere des heijligen evangelii, dewelcke daernaer tot Loopick buijten
Utrecht totten dienst van Godes woort aengenomen is, sonder die van Brou-
wershaven door behoorlicke schuitbekentenis ende wederroepinge van sijne
doolingen voldaen te hebben , is geresolveert , datter wt den name des synodi
geschreven sal worden aen de kerckendienaers tot Utrecht, haer vermanende
van haer officie tegen sulcken persoon , dat oock de gedeputeerde des sijnodi
aenhouden sullen aen mynheeren de Staten ofte haere Gecommitteerde
42
Baden , dattet haer believe te schrijven aen de Staten van Utrecht, ten eynde
daerin voorsieu mochte worden, mitsgaders aen syn Excellentie te ver-
souekcn, dat tselvc door hein, als gouverneur der provincie van Utrecht,
door cenige goede middelen gebetert mochte worden.
III.
Opt aengeven van die van Schouwen van de afgoderie, geplogen in
Drcgschere voor S. Adriaen, is goetge vonden, dat de broeders van Schouwen
ter bequamcr tydt remedie over sukx versoucken sullen bij mynheeren
van den Rade der Staten van Zeelant.
mi.
Is oock gelesen eenen brief van Ambsterdam aengaende den sijnodum genc-
rael, of bij ons geen sware poincten en zijn, door dewelcke mynheeren de
Staten Generael tot bewillinge van een sijnodus gcnerael bewceght mochten
worden. Is geresolveert haer te antwoorden, datter bij ons geen swa-
richeden van sulcken gewichte en zijn , maer nochtans dattet ons lief waere,
dat sulex verworven mochte worden , ende dat wg bereydt zyn beneffens
andere daerin ten besten te helpen.
V.
Aengaende de vrage van de kereke van Oostduijvelant over den XVII cn
artyckel des Middelburgschen synodi, ofter oock tot den sijnodum aen de
plaetse van de ouderlingen dienaeren des woorts gekosen ende gesonden
moegen worden, is voor antwoorde gegeven, dat den artijekel sal gevolght
worden, soverre als men bequame ouderlingen daertoe te verkiesen heeft,
die daertoe vaceeren moegen , dat men anders in de plaets van ouderlingen
dienaers des woorts sal muegen seynden sonder prejuditie dos voorsz.
artyckels.
VI.
Is Jacob Wijme, ouderling der ehristeljjcke gemeente binnen Steenberge,
voor den sijnodo verschenen , versouckende eenen kerekendienaer in de
plaetse van haeren afgestorvenen, dewijl oock het ordinarium stipendium
binnen Steenbergen zeer cleiju is, dat het den sijnodo believe aen sijn
Excellentie te schrijven in favuer van den kerekendienaer , die binnen Steen-
bergen komen mochte. Is geantwoordt, dat de sijnodus tegenwoordelick
geenen minister en weet, maer dat elck in syn quartier daernaer vernemen
sal, item dat oock de sijnodus aen sijn Excellentie schrijven sal, ten eijnde
gelyck versucht wordt.
43
VIL
Opt verhael van de schoolmeesters van Capelle ende Bieselingcn is goct-
gevonden, dat de classe noch eenmael den ambachtsheere aenspreken sal
om de swaricheijt der schoolmeesters te remedieren. Ende soverre tselve
niet en helpt , sal het wtvoeren van de saecko den gedeputeerden des sijnodi
bevolen worden om aen mynheeren van den Rade tselve te bevoorderen.
vni.
Opt aengeven vant onderhoudt der weduwen, item van de verbeteringe
der wedden der dienaeren des woorts, so in den steden als ten platten lande,
item van de verbeteringe der wedden der schoolmeesters, voornemelick in
Walcheren, is geresolveert , dat dese saecken den gedeputeerden des sijnodi
belast sullen worden om aen myn E. heeren van Rade der Staten van
Zeelant deselve te bevoorderen.
Sijn tot wtvoeringe der lasten des sijnodi gedeputeert ende verkosen
mr. Michiel Pakneel wt den classe van Walcheren, D. Johannes Tayus
wt den classe van Schouwen, mr. Philips Lansbergius wt den classe van
Surjtbevelant , mr. Jacobus Baselius de jonge 1 ) wt de classe van der Tholen.
Is den classi van der Tholen opgeleght den naesten sijnodum dor kereken
van Zeelant te beschreven ende de plaetse van de vergaderinge te bestemmen.
Eijndelinge de censure morum gehouden zynde, is den name des Heeren
met dancksegginge aengeroupen ende zijn de broeders in vri en schap ende
liefde van mallekanderen gescheyden.
Philippus Lansbergius, synodi praeses.
Michaël Panneliüs, praesidis assessor.
Henricus Heinixgus, scriba sijnodi.
Copie. *)
Poincten vuytten artijckelen des sijnodi provinciael , gehou-
den binnen der stede Ooes in Aprili 1597, dewelcke by de
gedeputeerde des voors. sijnodij den E.E. heeren de Gecom-
mitteerde Raden van Staten slandts ende graefflijekheijts van
Seelandt met behoorlijcker eerbiedinghe voorgedragen werden.
I.
Dat het haere E. believe eenigho personen van den haren te committeren,
') „de jonge" ontbr. in AA. ') Op den rand staat met dezelfde hand, die ook de
apostillen bijschreef, dit aangeteekend : „Overghebracht in de vergaderijnge van de
Gecommitteerde Raden van Staten van Zeelandt den XXVIIIen Mav XVc XCVII".
44
dewelcke, des noodt ende daertoe specialyck van de voornoemde gedepu-
teerde des sijnodi versocht zjjnde, beneffens haer aerbeijden zullen, alle voor-
vallende swaricheden in de dassen van Zeeland t, die middelertij t tusschen
de vergaderinghe der sij noden souden moghen voorvallen, gevoegelijck
te neder te leggen.
Eenige saecken voorcomende ende in classicale vergaderynge niet
geslisset connen werden, sullen de gedeputeerde van de classis den
Rade die gelegentheyt van de saecke mogen aendienen, als wanneer
sullen henluyden vuyt den Rade eenighe gecommitteerde bijgevought
werdden x ).
II.
Item dat het haere E. mede believe toe te staen , dat na toude gebruyck
ende exempel van d'andere Geünieerde Provinciën op sekeren bestemden tijt,
hetzij alle jaere ofte vuyterlijck ten twee jaeren, ordinaris sijnodus der
kercken van Zeelandt gehouden mocbte werden.
Obsterende die resolutie van de Staten en can nochte vcrmach bij
den Rade in desen geen veranderinghe geschieden.
III
Dattet oock hare E. believe ordre te stellen int misbruyck van de vcel-
hcijt der getuyghen over den kinderdoop , dat niet meer dan vier getuygen
ten hooghsten genomen en werden.
Die van den Rade vinden goet, dat voortaen over den kinderdoop niet
meer als drijc ofte ten hoochsten vierc getuyghen genomen werdden.
Dan, alsoo om tselve in train te stellen, men met placate daerin behoort
te voorsien.
nu.
Dat het mede haere E. believe te schrijven aen de E. heeren Staten van
Wtrecht, ten eijnde de kereke van Brouwershaven mocht voldaen zijn van
de ongeregeltheden, aldaer ge committeert bjj sekeren Petek Janssen Backeb,
jegenwoordich predicandt tot Loopick, mitsgaders aen zjjnc Excellentie als
governenr der voorsz. provincie van Wtrecht ten eijnde als vooren.
Die remonstranten f de wijle die gelegen theden deser saecken den
Raedt niet ten besten indachtich is) werden versocht dije missive te
concipiëren om deselve, gesien by den Rade, gearres teert te werden
als nacr behooren.
') Wat in deze bijlage met inspringende regels gedrukt is, zijn de naar usantie
op den rand aangebrachte apostillen der Staten.
45
V.
Dattet hare E. believe in te sicn den grooten s waren dieren tijt ende ter
dier oirsaken het extraordinairis tractement, bij haere E. jaerlijckx den die-
naren des woordts toegel eijt, iu redelicheijt ende naer goeder discretie te
vermeerderen.
Als wanneer die van den Rade sullen op het augmentum disponeren ,
sal hierop soodanigen regardt ghenomen werden, dat die remonstranten
redenen sullen hebben sich te con ten teren.
VI.
Ende wandt ter oirsaken van den dieren tijt voorszeit het onmogelijck is ,
dat de schoolmeesters, sonderlinghe ten platten lande, op haere sobere
tractementen sich konnen onthouden, dat het haere E. mede believe den
voornoemden schoolmeesteren te verbeteren.
Alsoo op den XVI cn Januarij lestleden goetge vonden is by den Staten
van Zeelant, dat die prochien, die schoolmeesters versoucken ofte van
doen hebben, sullen met deselve als van outs contenteren ende deselve
con tenteren naer behooren boven het tractement, dat zij hebben van
de gemeene saecke, soo die gemeene saecke daertoe eenich tractement
heeft gestelt, en vermogen die van den Rade in desen niet re trac teren.
VIL
Want mede door de sobere tractementen der dienaren sij t'haren over-
lyden arme ende desolate weduwen nalaten sonder middel van te connen
leven , ende dat niet alleene redelijck maer by anderen weigestelden kereken
gebruyckelijck is, dat de weduwen der afgestorvenen dienaren niet en
werden gheabandonneert, nemaer eenighe recompense voor de diensten van
hare affgestorvene mannen genieten om haer ende haere kinderen op te
brenghen, dat het haere E. believe ordre hierin te stellen.
Desen aengaende moet met den Staten t 1 hunner eerster vergaderinghe
gesproken , ende sal deselve opt favorabelste voorgedragen werden.
vm.
Ende alsoo de gedeputeerde des sjjnodi haere opgeleyde lasten niet en
konnen volvoeren sonder merckelijcke onkosten te moeten draghen, dat het
haere E. believe op de voorsz. onkosten naert exempel van die van Holland t
ofte andersins ordre te stellen tot het remborssement derselver.
Die remonstranten overleverende declaratie van hunne te dragene
oncosten, sal op alles by den Rade goet regardt genomen werden.
46
Aetum ter vergaderinghe van de Gecommitteerde Raden van de Staten
van Zeelandt int Hoff aldaer tot Middelburgh den XXVIII™ Mejj 1597.
De Maxdere.
Mg present Joh. Hwjssen x ).
*
Appendix ad sijnod. Goesanam de anno 1597 do casibus
matrimonialibus.
Stukken, die waer te nemen sijn ontrent de houwelijxse
ondertrouwen ende wat dien aengaet, bijeengestelt ende beraemt
uijt den naeme der classe van Walcheren door sekere hunlieden
mededienaers, dartoe verordineert den 14 Junij 1597 om de
heeren Staten van Zeelant vertoont te werden volgens art. 2
cap. 2 sijnod. Goesanae de anno 1597 in April s j.
1. Een wettige beloftenisse des houwelijxs is een vrijwillig, eerlijk,
geregtig en heilig verdrag om met malkandren als man en wijf te woonen 3 ),
lighaem en goet gemeijn te hebben (volgens dese godlijke 4 ) tqjtsprake:
dese twee sullen tot een vlees sijn) , geschiedende tusschen twee vrije per-
soonen, die met niemant anders, sooveel den hou weiijken staet aengaet, iets
uijtstaende hebben, en dat in de tegenwoordigheid of met consent van vrin-
den en voogden of, soo sij die niet en hebben, in het bijwesen van goede
on geloofweerdige persoonen.
2. Daerom alle de beloftenissen, die of heimelijk of tegens den dank
van de ouders, vrinden of voogden, en contrarie de voorgaende beschrijvinge
geschieden, sullen de consistorien voor onweerden en voor niet houden.
3. Die dan verschijnen om wettelijk ondertrout te werden, sullen ge-
houden sijn wettelijk bewijs mede te brengen, dat sij vrije persoonen sijn,
item dat de ouders of voogden daerin consenteren.
4. Soo het geviele , dat sjj hiervan geen seker 6 ) bewys konden voort-
brengen uijt oorsake van het verre afwesen dergener, die daerin te seggen
hebben, ofte dat se gants geene vrinden hebben, dat alsdan die van den
kerekenraet deselve persoonen scherpelijk sullen ondersoeken, of sjj met
iemant anders iets uijtstaende hebben. En van haerlieden geen versekertheid
krijgende, soo sal men haer eijndelijk tot den respectiven magistraet senden,
opdat sij aldaer haer met eede verklaren, dat sij geen vrinden hebben nog
ook met iemant iets uijtstaende , en van sulke verklaringe acte doen brengen.
i) Deze handteekening is authentiek. *) Dit opschrift is in DD een weinig korter,
maar komt op hetzelfde neer. *) „woonen" DD heeft „leven". *) „dese godlijke" DD
heeft „de". ») „seker" DD heeft „wettig".
47
5. Wanneer dat het gebeurde , dat cen jongman of jongedogtcr haer
met malkandren beloofden buijten consent en wille van de ouders , na
dewelke belofte volgde de vleeschelijke gemeijn schap, en de ouders niet en
verwilligden in het houwolijk, die van den kerekenraet, daertoe versogt
sijnde, sullen tragtcn de ouders daertoe te bewegen en dat om de eere van
de dogter, maer soo sijl. hiertoe niet en verstaen, soo sal sulken belofte
voor onweert verklaert werden.*
6. Geen voogt nog sijn soone nog sijn dogter sal mogen met de weese ,
daervan hij voogt is , trouwen , tensij dat hjj daertoe van de Staten des
lants geauthoriseert is.
7. Geen weduwe sal mogen met een ander on der tr out werden dan na
den tijt van 4 en een halve maent na haer mans doot en dat om der eer-
baerheids wille, gelijk ook de weduwenaers om gelijke reden een tijtlang
gehouden sjjn te wagten.
8. Geen vrouwe, out sijnde 50 of 60 jaeren, en sal veroorlooft syn te
trouwen met een jongman of weduwenaer beneden sijn 40 jaer.
9. Desulke, die overspel bedreven heeft met een andermans huijsvrouwe
of met een vrije dogter, wanneer het kennelijk geworden is, en sal niet
mogen deselve na de doot van sijn huijsvrouwe in houweljjk nemen , en dat
vermits de ergernissen en periculen, die daerin gelegen sijn, tensij dat de
overigheid om merkelijke redenen daerin dispenseert.
10. Wanneer een litmaet der Gereformeerde gemeijnte begeert ondertrout
te werden met een, die ongedoopt is, hetselve sal van den kerekenraet
geweygert werden tot der tijt toe , dat de ongedoopte parture den h. doop
ontfangen heeft Maer indien na de wettelijke belofte de bijslaep geschiet
is, soo sullen sjj tot den magistraet gesonden werden.
11. Wanneer een litmaet der Gereformeerde gemeijnte begeert ondertrout
te werden met een ander, drijvende contrarie religie, men sal sulx de Gere-
formeerde parthije afraden met verhoudinge van groote swarigheden,
die uijt sulken ongelijken houwelijk spruijten soude, en soo die sulken
ontradinge geen gehoor en geeft , sal de versogte ondertrouwe voor een tijd
lang uijtgestelt werden , opdat sij in de vreese des Heeren daerover beden-
ken. Maer soo sij willen evenwel ondertrouwen, soo sal men alsdan haer-
lieden versoek nakomen.
12. Soo wanneer ijemant in de oudertrouwe mist van de persoon, als
48
bij exempel Jacob met Lea, de verbin tenisse is nul en van onwaerden.
13. Wanneer iemant mist in qualitejjt, meijnende hem te versekeren met
een maegt en wert bevonden sulx niet te sijn , sulke belofte is van onweer-
don , gelijk ook wanneer een van de parthicn bevonden wert besmet te sijn
met de melaatsheid.
14. Wanneer men dwaelt in de conditie, als meijnende hem te belooven
met een, die edel of van goet l ) vermogen is, en de saek openbaert haer
ter contrarie , te weten van onedelheid of bijsterheid , sulx en breekt de
belofte niet, want het en raekt nog de materie nog de forme des houwe-
lijxs niet
15. De belofte des houwelijxs, door gewelt of vreese der dreigementen
uitgeperst, wert voor niet gehouden, ten waere dat de ged wongene parthije
naderhand daerin verwilligde.
16. Wanneer na de ondertrouwe, geschiet voor die van de kerekenraet,
de een of d'ander parthye onwillig wert om voort te gaen tot het houwe-
lijk, die van den kerekenraet sullen tragten de weggerende parthjje daertoe
te brengen. Maer soo die hertnekkig blijft, de overheid sal de onwillige
parthije dwingen te trouwen of na sekeren tijt de gewillige parthije van de
onwillige vrijspreken.
17. Wanneer na de gedane belofte of ondertrouwe de een of d'ander
parthije wegloopt, dat alsdan de overheid, kennisse van saken genomen
hebbende, de absen terende parthije sal indagen, en soo die binnen sekeren
tijt niet en verschijnt, dat in sulken geval do verlatene parthije vrijgestelt sij.
18. Geen persoonen sullen mogen ondertrout werden in de verboden
graden, vermeit staende in de gedrukte openbaere ordonnantien van de
Ed. heeren Staten van Hollant en Zeelant, als overeenkomende met Gods h.
woort en de wet der nature en de algemeijne eerbaerheid.
Nopende de affiniteijt of swagerschap, spruijtende uijtver-
verbindinge van houwelijk.
1. In het eerste geslagte der swagerschap en mag men nog versekeren
nog trouwen, want men mag sijns broeders wijf nog sijns broeders wijfs
dogter, dewelke is sijn betroude nigte, nog sijn nigte, ten houwelijke niet
nemen.
i) „goet" DD heeft „groot".
49
2. In hol tweede goslagte der swagerschap in de ljjnie ter sjjden en
heeft dit gebod geen plaetse, want men mag wel versekeren en trouwen
met sijner huijsvrouwen swagerinne, sij en haer broeder doot sgnde.
3. De affiniteit neempt wel een eijnde met de aflijvigheid van d'een of
d'andre persoon, maer hierentusschen soo bljjft evenwel het verbot van sjjns
wgfs of mans bloetvrinden te trouwen volgens de eerbaerheid.
4. Een die versekert sjjnde met een dogter of weduwe en die stervende
voor de bevestinge des houwelijxs, en sal met de suster van deselve niet
mogen trouwen, al waer het ook, dat hg geen vleescheljjke gemeenschap
met deselve gehad en hadde, en dat om der eerbaerheids wille. Hetselve
verstaet men ook van des mans sjjde.
5. Alsoo de ervarentheid leert, datter dikwils groote swarigheden vallen ,
soo tusschen ondertroude als getroudo persoonen , het houwely k rakende ,
soo wert de overheid gebeden , dat sij de klagende parthie goede en corte
expeditie of regt 1 ) gelieve te doen en dat door sulke middelen, als 8Jj te
rade sullen vinden daertoe te behooren, en dat om veele en verscheidene
inconvenienten voor te komen.
6. Uijt occasie datter diversse lieden sijn , dewelke, verschonende voor de
eerw. korckonraden om aldaer ondertrout te werden, niet en werden ont-
fangen , overmits *) haer versoek onredelijk is en tegen s de polijtie deser
landen strijdende, die dan bevonden werden elders op andre pi ae teen
bug ten haere woonplaetsen in ■) andre quaertieren van Hollant en Zeelant
te vertrekken, alwaer sij met valsche aengevingen eerst ondertrout en dan
getrout werden, en wederkeerende te trotsen en te bespotten niet alleen
die van den kerckenraet maer ook de overigheid, soo wert gebeden, dat
de ed. heeren Staten daerinne gelieven te voorsien, ten ejjnde dat haere
placaten van de veragtinge van sulke moet willige menschen bevrgjt mogen
werden.
') „goede — regt" DD heeft „kort recht". *) „niet — overmits" DD heeft „niet-
tegenstaande dat". ») „bevonden — in" DD heeft „naar".
Acta syn, provinc. V. 4
50
Handelingen des provincialen synodi van Zee-
lant, gehouden by authorisatie van de E. E.
heeren Staten binnen de stadt van ter Tholen y
begonnen den \2 sUn ende geendicht den 20 ,fe *
Novemb. 1602 ten bywesen van de E. heeren mrs.
Daniel Jacobi ende Johan Huyssens, raden der
Staten van Zeelant , als gecommitteerde van de
voorsz. heeren om desen synodum te assisteren.
Vooreerst is den naem des Heeren van den dienaer der plaetsen Gerar-
Mïs Plateel aengeroepen, ende by de heeren mrs. Daniel Jacobi ende
Johan Huyssen, gecommitteerde raden van de heeren Staten van Zeelant,
tot overstaen desselven synodi specialycken gecommitteert , openinge des
aenstaenden synodi gedaen.
Daemaer syn de credentien van de gecommitteerde der vier dassen ge-
lesen, met dewelcke verschenen syn:
uyt Walcheren:
Harmannus Faukeel ende Gerson Bucerus, dienaren van Middelborch
ende Vere, met Johan Radermaker ende Henprick Bogaert, ouderlingen
van Middelborch ende Ylissingen;
van Schouwen:
Hendricus Brant ende Arnoldus Arnoldt, dienaren van Ziericzee ende
Renisse, met Lenaert Waryn l ) ende Vincent Couwenburch, ouderlingen
van Dreyschoir ende Nieuwerkercke in Duyvelant;
van Suytbeverlant :
Wilhelmus Nicolai ende Andries Canen *), dienaren des woorts van
der Goes ende Cloetingen , midtsgaders Pteter Willemssen ende Johan Sleese,
ouderlingen van der Goes ende Capelle;
van der Tholen:
Gerardus Platteel ende Marcus Züerius, dienaren des woorts van ter
Tholen ende Bergen 3 ) , midtsgaders Willem Jacobssen Vryberge, ouderlinck
van ter Tholen , ende Paulüs Vaens , ouderlinck van Bergen 3 j. Maer alsoo
desen lactsten om wettelycke oorsaken niet en konde tegenwoordich syn,
heeft de classe van der Tholen in syne plaetse 4 ) extraordinaerlyck verkoren
Jokannem Pantinum , dienaer des woorts tot Scherpenisse , ende is van den
synodo aengenomen, midts dat sulx van niemant en sal in consequentie
getrocken worden.
') „Waryn" AA» heeft „Maryn". *) Canen" AA' heeft „Caen". *) „Bergen" AA
heeft „Berghen op den Zoom". *) „in syne plaetse" ontbr. in AA*.
51
Daernae is mctte meeste stemmen verkoren tot praeses synodi Henricvs
Brant, assessor Harmannüs Faukeel ende scriba Marccs Zuerius.
Is *) gelesen seker extract wt de notalen van de E.E. heeren Staeten ,
overgelevert by de E.E. heeren Jacobi ende Huyssens, inhoudende de
resolutie by den voornoomden h.h. Staeten gemackt, daermede de celebratie
van de sijnode geauthoriseert ende de voorschreven heeren gecommitteert
worden om den voornoomden synodo te assisteren ende tegenwoordich te
zyn, waerop de synodale vergaderingbe , gevraecht synde, dancken de E.E.
Staten van hetzelve consent ende weynschen alsoo jaerlicks te moghen
tsamenkommen.
Sijn de acta synodi van der Goes van de kereke aldaer overgelevert ende
in de vergaderinghe gelesen.
Is goetgevonden , dat de gedeputeerde des synodi sullen rekenschap
gheven van haer lasten , die haer in den voornoomden synodo syn opgeley t.
De voorseyde gedeputeerde hebben overgelevert de puncten, wt de arti-
culen des provincialen synodi van der Goes getoghen, daerin haer autho-
risatie ende puncten , haer van den synodo opgeley t , waren begrepen , mits-
gaders de originale apostillen , haer van den E. heeren Raden *) daerop
verleent, van datum den 27 en Mey 1597, geparapheert de Malderen 8 j ende
onderteekent Johan Huyssens.
«
Hebben oock overgelevert zekeren brief van weghen het synodus van
Sugthollant an den synodum deser provincie geschreven , ten eynde desen
synode soude gelieven in hare versamelynghen eenen gedeputeerden te zenden ,
alsoock in d'andre synoden, daermede sy dezelve correspondentie hebben,
gelyck ter anderen syden wederom alle synoden , daermede sy haere corres-
pondentie houden, elck eenen van den haren tot den synodum van Zeelant
souden committeren, wanneer die quame te vergaderen. Op welcke sy
met advys der dassen antwoordende , de saecke om gewichtige redenen
afgeslaeghen hebben.
Is oock geresol veert, dat die voorseyde gedeputeerde souden schriftelicke
rekenschap geven van hare bysonderste A ) handelynghen , die sy als gedepu-
teerde des synodi gedaen hebben, wtgenomen wat angaet de cruyskereken ,
') Van hier tot pag 55 (zie aldaar noot 1) is de acte geschreven door een ander (nl. Fau-
kelius) Het begin kan van den scriba Zuerius zijn. 4 ) „Raden" AA* heeft „Staten".
3 ) „de Malderen" AA' heeft „d Malderees". «) „bvsonderste" AA* heeft „bvsond ere".
4*
52
waervan sy bericht sollen doen dengenen, die 'daertoe spccialick sullen
worden gecommit teert.
De voorseyde gedeputeerde hebben haere handelinghen schrïftelick over-
gelevert ende versocht, indien daer wat in gevonden wierdt, daervan de
synodus onderrichtinghe ofte voorder verklaeringhe behoefde , dat hun soude
gelieven tselve aen te segghen , praesenterende van alles verklaeringhe ende
co n ten temen t te doen. Versochten oock wijder van hare voorschreven
diensten ontslaghen te zyn.
Naerdat de voorseyde schriften gelesen waren, de vergaderinghe , omme-
gevraecht synde, heeft verklaert niet te hebben, dat naerder verklaeringhe
behoeft, haer bedanckende van haeren dienst ende haer midsdesen daervan
ontslaende.
Is voorgenomen het gravamen des classis van Walcheren nopende de
verklaeringhe des 36 artyckels van den synodus pro vin ei al is , tot Middelburg
gehouden anno 1591, waerover, alsoo de kereken van Walcheren in geschil
gevallen waren angaende tgetal der personen wt yder kereke, die in de
classe macht souden hebben om over alle voorvallende saecken te stemmen,
alsoo dat den voorseyden 36 artyckel verscheydelick van beyden zyden
aengetoghen werdt ende de vraghe was, of de meeninghe van dien voor-
schreven artyckel zy , dat wt yder kereke alle de dienaren met een of twee
ouderlynghen ofte maer eenen dienaer ende eenen ouderlynck in de classe
stemmelick verschijnen souden om alle voorvallende saecken te besluyten,
daerop versoeckende de andre drie dassen respectivelick op dit geschil te
letten ende hare gedeputeerde te vol-lasten, is by den gedeputeerden van
den drie respective dassen , synodalick vergadert synde , gehoort tgene ten
wedersyden is geallegeert ende gesien de schriften ende vertooghen, ten
gelycken van wedersyden overgelevert , ende op alles rjjpelick gelett,
naerder verklaerende den zin ende meeninghe des angeroerden 36 artyckels,
f geseijt den zin daervan te zjjn, dat alle dienaers in de classicale vergade-
| linghe sullen vermoghen stemmelick te verschynen om te verhandelen het
f stuck van de leere ende alle zaecken, de gemeene regeringhe der kereke
angaende , behoudens dat alle partyculiere quaestion, voorvallende onderlynghe
tusschen kereken of particuliere personen, alleene bij eenen dienaer ende
ouderlynck wt yder kereke sullen worden gedecideert, sonder dat daerom
de andre dienaers sullen behoeven wt te staen ofte verliesen deliberatijf
ad vis, alleenelick dienende tot directie ende niet ten definitive.
Angaende de oversettinghe des bibels, die versocht wierdt, is goetge-
53
vonden bij maniere van advis (naerdien hetzelve ejjgentlick angaet den
nationalen synodum), dat het goet ware, niet een geheel nieuw werck te
maecken maer verbeteringhe te doen ende van de oude oversettinghe te
laeten, wat lijdelick is.
Het ainpt van de gedeputeerschap des synodi , verordent in den Goeschen
sijnodo, wordt van desen synodo onnoodich geacht ende om redenen
afgeschaft. ')
Het beroepen ende examen der nieuwer predikanten blijft bij degene,
dien sulcks in den gearresteerden synodo provinciali tot Middelburgh be-
volen is, ende sullen de dassen acht nemen op de eerlicke afkomste,
opvoedinghe, qualiteyt, gaven, voorgaande handel ende wandel derselver,
opdat den dienst des godlicken woord ts om eenighe accidenten, haren per-
soon angaende , achteraen gheen afsien ofte lasterynghe onderworpen en sy.
Die van nu voortaen tot den synodum sullen gecommitteert worden , sullen
daer kommen met voorbedachte resolutien in saecken, die de leere ofte
gemeene kerekenregeringhe angaen , van dewelcke , sooverre eenighe stucken
voorvielen, waerover eenighe kereken tusschen eikanderen oneens waren,
sullen de redenen haerer twijfelinghe te vooreu den respectiven dassen aen-
dienen ende openen , opdat se daerover in den synodum met goede resolutien
verschynen moghen. Maer wat angaet eenigho geringhe zaecken ende die
ex particularibus facti aut juris circumstantiis , dat is wt den bysonderen
omstandicheden van zaecken of recht, moeten geordeelt worden, sullen sy
kommen alleene met advjjsen.
De classes sullen hare vrijheyt hebben om tot den synodum af te veer-
dighen , die se achten sullen de bequaemste te zyn , sonder dat nootsaeckelick
soude moeten tusschen den dienaren keer gehouden werden.
Is oock goetgevonden , dat men geene schriften angaende de religie in
drucke wtgeven en zal noch oock int bijsondre door brieven teghen eenighe
ketelachtighe geesten schry ven sonder voorgaende kennisse der classe respective
ende der professoren theologiae.
De Engelsche predikanten , geropen synde in dese landen tot den kereken-
') Hierop volgde in onzen cod. deze bepaling: „Is goetgevonden, dat men in het
afvraghen van de stemmen over de gravamina alleen sal aennemen , wat classicalick
geadviseert ofte geresolveert is , het en ware de stemmen gelyck vielen , in welcken
gevalle men personelick". Daarvan zijn eerst de woorden „het en ware — perso-
nelick" doorgehaald en daarna ook de daaraan voorafgaande weggestreept
54
dienst, sullen den classi, daer sy kommen te dienen, behoirlick getuijge-
nisse van leere ende leven bethoonen van der plaetse, daersij van kommen.
Een ambachtsheere , oock niet wonende ter plaetsen, nochtans doende
professie van de Gereformeerde religie , sal in het beroepen van den kercken-
dienaer gekent worden, ende indien hjj eenen anderen wt het collegie der
overheyt ofte yemant anders in syn afwesen volmachticht , sal deselve
moeten professie doen der voornoomde religie.
Een ambachtsvrouwe , synde weduwe ofte jonghe dochter ende doende
professie van de Gereformeerde religie, en sal int verkiesen van eenen
kerckendienaer gheen stemme hebben , doch sal vermoghen als overheyt eenen
manspersoon , synde litmaet der gemeynte , in hare platse te substitueren.
Men sal geene kercke eenen dienaer opdringhen. Nochtans en mach niemants
jonckheyt veracht worden, volgens de leere Pauli.
Alsoo in den 4 en artyckel synodi ter Goes werdt geordoneert, de inlantsche
studenten voor de wtlandtsche tot den kerckendienst te promoveren , worden
bjj de inlantsche studenten verstaen alle, die onder den synodo van Zeelant
syn, tsy dat se op haer eygene paiüculierer ofte opt slants kosten gestu-
deert hebben.
In het hertrouwen van wedunaerts ende weduwen sal men desen tvdt
onderhouden , dat de weduwenaers ten minsten twee maenden , maer de pre-
dikanten ten minsten zes maenden toeven sullen, de weduwen ten minsten
achthien weken, desen tyt te rekenen van het overlyden der vooriger
parture tot den tyt der ondertrouwe.
Daer is een generael formulier van den synodo beraemt, dienende den
kerckenraden tot berichtinghe angaende de maniere van houwelicksche beloften
af te nemen , dewelck by den acten deses synodi hiernaer wordt bijgevoeght.
Tot verklaerynghe van den 4 artyckel des gearresteerden synodi van
Middelburch segt de synode, dat de approbatie van de magistraet, gheene
professie van de Gereformeerde religie doende , int beroepen van eenen predi-
kant hierin bestoet, dat hy verklaere, of hy op den handel ende wandel
des heropenen ministers yet hebbe te segghen, daeromme hij hem in syn
gebiet niet en soude willen dulden.
De synodus blijft by den 6 artyckel des gearresteerden synodi van Middel-
burch, waerin geordoneert werdt, dat niemant en sal prediken sonder te
zyn een bevesticht dienaer van een seker platse.
55
Dewyle de ervarenheyt leert, dat somtyfcs den noot veregscht, dat by
den kerckendienaren ofte ijemandt van haren haysgezinne ijet anders ter
handt getrocken wordt, hetsy coophandel ofte lantbou werie , soo sullen de
classes respective daarover wel toezien, opdat door sulcks niemant syne
stadiën te kort of den dienst kleenicheyt en doe.
Alsoo l ) in den synodo van Middelbaren artic. 68 goetgevonden is, dat
geene afsnydinge geschieden en sal dan met advys van de classe ende dat
met sulck adviseren den beclaechden schynt het middel van appel tot de
classe benomen te syn, soo verordent de synodus, dat de classis selve ofte
eenige van haer daertoe gecommitteert snlck eenen beclaechden persoon te voren
sullen aenspreken ende alsoo in syne tegen woordicheyt syne saecke exami-
neren ende daerop naer gelegen theyt adviseren.
De uyterste straffe tegen dronckenschap, kyvagie, tuysscherye, gewoonlyck
ende openbaerlyck geschiedende , beraemt in den 72 sten artyckel des Middel-
borchschen gearresteerden synodi, sal onderhouden worden.
Deselfde straffe sal gevolgt worden tegen openbaer ende gewoonlyck
tuisschen, spelen met caerten ende teyrlingen ende huys daermede openhouden.
Aengaendc de persoonen, die men om wettelycke redenen binnenslants
weygert te trouwen ende, buytenslants treckende, by papen ofte andere
persoonen onwettelyck ende heymelyck tsamengevoegt worden , wort goetge-
vonden, dat soodanich misbruyek den heeren Staten aengegeven worde
ende ordre daertegens versocht, opdat het placcaet van politie onderhouden
werden mochte.
Niemant en sal mogen trouwen degene, met dewclcke hy staende syn
voorgaende houwelyck geboeleert heeft. Hierom sal aen den E. heeren ver-
socht worden, dat het hun gelieve hierin te voorsien.
Men sal aen de E. heeren Staten versoecken, dat het grouwelyck out-
heyligen der sabbath ende vastdagen mach gewei rt worden, ende dat men
op den biddagen niet en sal trouwen.
Alsoo het onbillick is, dat de ongedoopte persoonen voor de gemeynte
getrout worden, sal men van den heeren Staten hierop eene algemeyne
ordre versoecken om alle confusie te weiren.
«) Van hier tot aan het slot is de acte weer geschreven met de hand, die ook
het begin schreef; zie blz. 51, noot 1.
56
Is goet ende nut gevonden in de kercke Christi, dat men alle jaren eens
ofte eer, indient noot is, sal synodum provincialem houden.
De bevoorderinge des nationalen synodi sal den heeren Staten van Zeelant
gerecommandeert worden.
Men sal aen de E. heeren Staten wederom versoecken ordonnantie de
casibus matrimonialibus.
Elcke classe sal haren eygenen last dragen in het versorgen der kercken
onder haer respectivelyck gelegen , wanneer het met ordinaire sorge te doen i
is. Maer wanneer eenigen extraordinairen noot voorvalt, het lant int ge-
meyne aengaende, sullen de respective classes by beurten daerin voorsien.
Geene dienaers en sullen vermogen op yemants begeirte, van wat qua-
liteyt hy oock sy, den h. doop buyten gewoonelycken tyt ende plaetse te
bedienen.
Men sal aen de £. heeren Staten versoecken, dat op merckelycke straffe
verboden worde de vermetelycke ende onbehoorlycke konste van het gepreten-
deerde waerseggen ende de bedevaerden , die voor de siecken tot santen ende
santinnen tot groote lasteringe ende ontheyliginge des goddelycken naems
by eenige superstitieuse menschen in de provincie van Zeelant gedaen ende
aengenomen worden.
Dewyle men bevint, dat de jeucht uyt dese provincie ter scholen be-
steedt wort onder den vyant, niet alleene in den steden, maer oock ten
platten lande onder contributie sittende, sal men aen den £. heeren Staten
versoecken, dat sulks mochte geweirt worden ende dat het hare £. E.
gelieve het placcaet dienaengaende te amplieren ende te doen onderhouden.
Op den brief des Suythollantschen synodi , daermede sy versoecken sekere
maniere van kerckelycke correspondentie met desen synodo te houden, is
besloten, dat de praeses ende scriba aen haer sullen schryven, hoedat sulx
alhier niet en is goetgevonden.
De kercke van Colynsplate , synde onder Bewestenschelt, sal voortaen om
hare gelegentheyt gevoegt worden by de classe van Walcheren.
Men sal een boeck maken, daerin de acta aller nationaler ende Zee-
lantscher synoden byeen vervat sullen worden, ende een koffer sien te be-
comen , waerin men alle synodale schriften ende papieren bewaren sal. Ende
57
dit koffer sal bewaert worden by de kercke, daer de synode laetst is ge-
weest, die oock hetselve op den naesten synodum sal beschicken.
Aen de E. hoeren Staten sal vertoont worden, indien het geviele dat
eenige landen uytgegeven wierden om bedyckt te worden, dat het haer
gelieve sorghe te dragen voor den kerckendienst ende wat dien aencleeft.
Het classe synodael sal voortaen de gravamina der vier classcn in een
corpus redigeren , deselve evenwel latende in forme, als sy overgeschreven syn.
De heeren Staten sullen versocht worden, dat het hare E. gelieve de
rethoryckspelen , selfs oock de latynsche ende fransche ende andere , die
in de scholen ofte elders gebruyckt worden, by placcate af te schaffen.
Om den artyckel van het nederdalen Christi ter hellen te brengen int
Geloove, by Jan Uytenhovb sangswyse gestelt, sal men die woorden:
Aent cruys gestorven en geleyt
int graf, tot syns doots sekerheyt,
aldus veranderen:
Aent cruys gestorven, geleyt int graf,
ende gedaelt ter hellen af.
Want aldus wort den artyckel van het nederdalen Christi
ter hellen hierin begrepen. l )
*
Yeder classis sal een boeck hebben, vervatende alle synodale acten, soo
nationalia als provincialia Zelandiae, dewelcke by allen dienaren sullen
onderteeckent worden.
Is voor goet gevonden, dat de visitatie der kercken int werck gestelt
worde achtervolgende het formulier, in desen synodo beraemt ende achter
de acta bygevoegt.
Belangende het doopen der kinderen ten platten lande, alwaer in de
weke eenen sekeren dagh tot den doop bestemt wort ende weynich volck
verschynt , wort goetgevonden , dat men sekere texten , daertoe best dienende,
gcreet hebben sal om deselve paraphrastice te vcrclaren ende daeruyt
eenige leeringen ende vermaningen te trecken naer gelegentheyt der toe-
hoorders, ende daernaer sal het formulier des doops gelesen worden.
») „Want aldus — begrepen" ontbr. in AA'.
58
Op de vrage, of de broeders van Suytbeverlant gehouden syn viermael
sjaers te vergaderen, volgens den 38sten artyckel des nationalen synodi,
gehouden in den Hage, ende den 36sten des provincialen synodi van Mid-
delborch, is goetgevonden , dat het besluyt, dienaengaende by den voor-
noemden classe gemaeckt , sal ge an nu lieert worden ende dat hetselve classe,
soovele mogelyck is, sal des winters tsamenkomen.
Alsoo de synodus met vele saecken van besyden gemoeyt wort, soo is
goetgevonden, dat voortaen niemant, dan die met credentie ende instructie
daertoe belast is, en sal vermogen yetwat in den synodo voor te stellen.
Ende aengaende degene, die buytenaf staen, en sullen niet vermogen yet
voor te stellen ofte te adviseren ofte in te spreken dan door degene, die
van hare classe totten synodum gecommitteert syn.
Wort goetgevonden, dat twee dassen den last sullen hebben om elcke
eenen persoon te verkiesen , die van des synodi wegen de versoecken aen
de E. heeren Staten doen sullen, ende wat van hen gedaen is aen den
anderen dassen ende oock aen hare respective dassen ofte mondelyck ofte
schriftelyck rapporteren. Doch wordt den dassen te bedencken gegeven,
of het niet oorbaer en sy, dat hiertoe persoonen genomen worden uyt
degene, die in den synodo verschenen waren. Ende byaldien het geviele,
dat de lasten, hen van den synodo opgeleyt, binnens jaers niet en konden
afgehandelt worden, sullen de twee andere dassen in de plaetse ende last
suceederen. Ende syn vooralsnu verkoren Walcheren ende Schouwen.
De cruyskcreken sullen by de classe van Suytbeverlant versorcht wor-
den door twee predikanten, van haer daertoe verkoren, ende dat voor den
tydt van een jaer, naer welcks eynde die van ter Tholcn ende dan voorts
de andere suceederen sullen.
Opdat de synodale tsamenkomsten ten minsten coste van den lande ge-
houden mochten worden, soo en sullen geene persoonen, dan die tot ende
van de synode syn gecommitteert, op slants coste ter maeltyt komen.
Het classe van Walcheren sal den naesten synodum versorgen.
De censura morum gehouden zynde, is de versamelinge naer aenroepen
des goddelycken naeins vreetsamelyck gescheyden.
Aldus gedaen ter plaetsen, tyde ende presentien als boven. Ende wor-
59
den de E. E. heeren Staten van Zeelant gebeden hetgene bier om goede
ordre te houden besloten is, te willen advoyeren ende hanthaven.
Henricus Brand Willemsen, bujus synodi electus praeses.
Hermankvs Faukelius, praesidis absessor.
Marcus Zuerius, synodi scriba. ■)
Porme *) van de inspectie over de gemqjne kereken te
bonden 8 ) , beraemt in den synodo provinciali Zelandiae , ge-
bonden binnen ter Tbolen an. 1602 4 ).
Also de inspectie, dewelcke geordonneert is wt den name van de classe
rcspectivelick te gheschieden, daertoe is dienende , dat de suyverbeyt der leere
ende alle goede geregeltheyt in de gemeynte God es onderbonden werde,
zo zullen degene, die dit toesiebt by de classe bevolen wert, henzelven
reguleren naer tgene biernaer volcht
Eerst zullen biertoe twee inspectores van de classe door secrete stemmen
vercooren worden wt degene, dewelcke daertoe van de bequaemste geaebt
zullen werden. Ende zal dit baer ampt van de eene ordinaire classe tot de
andere ghedueren , in welcken tydt sy gebouden zullen syn zovele kereken ,
als naer het goetvinden der classe mogelick is , te besoecken ende daervan ten
eynde des voornoemden tyds in de classe reeckensebap te geven, welcke
classe de voorverbaelde wyse onderhouden zal tot de vergade ringhe des
provincialen synodi.
Daernaer bun ampt zal syn: te hooren de predicaticn der dienaren ende
neerstelick te letten niet alleene op de mateiie der voorsz. predicaüen, of
namelick geene onreyne leere ofte menscbelicke fabulen ende verdicbselen
daerby vermenebt werden, maer ooc op de maniere van de leere zelve, of
die sticbtelick ende profy telick is voor den volcke , ende of hy vasthoudende
zy aen het gesonde woort Gods, mitzgaders of een dienaer de forme van
de bedieninghe in den doop ende andersins gebruyekende is naer de ordon-
nantie der kereke.
Hierenboven zullen zy met alder beleeftheyt ende voorsichtichey t vernemen ,
tzy ter plaetze zelve , daer den dienaer staet , of op andre plaetzen naer
gelegentheyt der zaecken, aen de onderlinghen of diaconen of andersins aen
degene, die lidmaten syn der kereke, of den dienaer neerstich is in alle
dinghen , dewelcke dienen tot opbouwinghe der gemeynte , als in syne stu-
i) Deze onderteek eningen zijn eigenhandig. *) Deze „fonne van de inspectie" is weer
met een andere hand geschreven dan de acta zelf. 2 ) „houden". Hierop volgden
de woorden: „volgende den 40 art der kerekenordeninghe, beraemt in den natio-
nalen synodo, gehouden binnen den Haghe int jaer 1586." Dit is doorgestreept en
vervangen door de woorden „beraemt — 1602." 4 ) „an. 1602" ontbr. in AA*.
60
dien, in de besoeckinghe der lidmaten ende vertroostinghe der siecken.
mitzgaders in het ordinaris houden des kerckenraeds ende opteeckeninghe zo
der kerckelicker handelinghen als der namen van de gedoopte ende der
houwelickscher ondertrouwen ende trouwen.
Wyder is hun ampt toesicht te nemen, of den dienaer hem gheschict
draecht in zynen wandel '), ende of niet eenighe twist ende oneenicheyt in
de ghemeynte is of andre disordre, streckende tot achterdeel der kercke,
dewelcke met alder haest gebetert dient te werden.
So nu de inspecteurs by den dienaer ofte voorstanders der kercke eenighe
merckelicke f au te gevonden hebben aengaende hetgene hierboven verhaelt
is, zullen dezelve eerst int bysondere tot beteringhe *) vermanen . Ende zo de
faute zodanich is, dat se verdient de opschortinghe van den dienst (achter-
volgende de acta synodalia) , zullen sy vernemen , of den kerckenraet dien-
volgende haer gequeten heeft, ende so niet, zullen denzelven kerckenraet
vermanen haer officie te doen, maer zo zulcs niet en helpt, syn gehouden
de zaecke in declasse aen te dienen. Soot geringhe f au ten syn, die hey-
melick connen gebetert worden naer gedane vermaninghe tot beteringhe,
zullen ooc alle hulpe naer gelegentheyt der zaecke bewysen. Ende zoot
niet en helpt, naerdat alle trappen der vermaninghe volgende den regul
Christi Matth. 18 aen hem gehouden syn, zullen se de zaecke eerst den
kerekenraedt ende in faute van de verbeteringhe daernaer de classicale
vergaderinghe aendienen.
Eyndelick zo ymand hem beswaert vonde in de censure ofte handel inghe
dezer inspecteurs ende dese hem niet en voldeden, zal vermoghen zynen
toevlucht tot de naeste elasse te" nemen.
Henricus Bk and Willkmsen, hujus synodi electus praeses.
Hermannus Paukeltüs, assessor praesidis.
Marcüs Zuerius, synodi scriba 8 ).
Forme 4 ) ende maniere van te ondertrouwen, dienende tot
instructie voor den kerekendienaren , gestelt in sijnodo pro-
vïnciali Zelandiae, gehouden ter Tholen den 15 en Novembris 1602.
I. De houwelicksche ondertrouwe sal geschieden ter plaetse ende ten
daghe, als den kerckenraet pleeght ordinarelick te vergaderen.
Den dienaer des woord ts , die praeses is des kerekenraets , zal de afvragijn-
gen doen in harer tegen woordicheijt.
') „wandel" AA* hoeft „hamiel ende wandel". ») „tot beteringhe" ontbr. in AA*.
') Deze onderteek eningen zijn eigenhandig. *) Deze „forrne ende maniere van te
ondertrouwen" is weer geschreven door de hand van den assessor Faukelius.
61
Geen dienaer sal gemand mogen ondertrouwen op eenige andre platse,
dan daer hy ordinaris dienaer is , ten ware om noodelick afwesen des ordi-
narii ende dan daertoe van den kerekenraet dier platse specialick versocht
sijnde.
. Den dienaer sal in het ondertrouwen acht nemen om af te vraghen die
dinghen, die in sgnodis achtervolgende het woordt Gods angaende de hou-
welicksche beloften besloten zijn, als:
Ten len, of die contrahen te s den christelicken doop ontfangen hebben.
Want soo niet, sal men densulcken weij geren te ondertrouwen, totdat sy
christelick gedoopt zjjn.
Desen sal den dienaer ten tweeden afVraegen, of geen bloetvrientschap
of maeghschap tusschen haer en is in sulcken graden, in denwelcken te
houwelicken van God verboden is.
Ende om dese gradus wel te konnen onderscheijden zal goet zijn,
dat de dienaers somwijlen lésen die schry vers , die zuijverlick van dese
materie geschreven hebben, als Th. Bezae boexken De repudiis et
divortiis examen, Melanthoxis, Zanchius ende eenige rechtsgeleerde,
mitsgaders die antwoorden, die in sijnodis nationalibus ende provinci-
alibus de casibus matrimonialibus gegeven zijn.
Die noyt getrouwt zijn geweest, soo sij beneden den jaeren , int placaet
van policie wtgedruckt , sijn , te weten jongegesellen beneden hare 23 1 )
jaeren ende de jonghedochters beneden hare 20 jaeren , sal men vraeghen,
of sij oock consent hebben van haer ouders ofte den langstlevenden der-
zelven niet den vooghden (indien sij eenige hebben}, ende indien sij geen
ouders en hebben, van hare vooghden ende naeste van den bloede hun
bestaende, dwelcke blijeken moet of door het mondelick verklaeren der-
zelver, soo sij tegen woord ich sijn, ofte, soo niet, door brieven van haer
geschreven, of door geloofweerdige getuijghen.
Item of sij oock beijde vrij zijn ende met niemandt anders verbonden
noch versproken met houwelicksche belofte. Ende voor degene, die van
andere ende wt onbekende platsen kommen , is hiervan nootsakelick tgetujj-
genisse van geloofweerdighe ende bekende lieden , die se lange als vrie
personen gekent hebben.
Ende alsoo het houwelick een vrijwillige ongedwongen verbijndinge moet
zijn, sal men de contrahen tes afvraegen, of sij oock willich sgn malkan-
deren belofte van houwelick te doen.
Die te vooren getrouwt z^jn geweest ende door de doot harer be-echtede
vrij zijn geworden, boven de voirgemelde vrage angaende tbloetvrientschap
sal men vernemen naer de doot harer vooriger parthie ende hoelanghe die
») „23" AA* heeft „25".
62
overleden zij, welcke voor den gemcenen man moet zijn ten minsten twee
maenden, voor den predikanten zes raaenden, ende voor de weduwen
ach tien weken, alles voor de ondertrouwe, welckes alles blij eken moet ot
door geloofweerdige getuygen of door wettelick geschrift.
II. De ondertrouwe sal geschieden achtervolgende die acta synodalia
per verba de praesenti op dusdaniger manieren:
Tot den man:
Ghij N. belooft vrijwillich ende onbedwongen voor God ende dese ver-
gaderinghe te trouwen tot uwe wettelicke huijs vrouwe N. hier tegen woor-
dich, als de drie geboden gegaen sijn sonder wettelicke verhinderinghe ,
ende daerop geeft ghij haer nu uwe houwelicksche trouwe.
Tot de vrouwe:
Ghij N. belooft vrijwillich ende onbedwonghen voor God ende dese ver-
gaderinghe te trouwen tot uwen wettelicken man N. hier tegenwoordich ,
als de drie geboden gegaen sijn sonder wettelicke verhinderinge , ende
daerop geeft ghij hem nu uwe houwelicksche trouwe.
III. Dese belofte gedaen synde, sal men de ondertrouwde vermanen,
dat sy God bidden, dat Hy haer toekommende houwelick wille zegenen,
dat sy den Heere vreesen ende dienen naer zijn woordt, dat sij haer in
alle kuyscheyt dragen ende , alsoo sy noch niet getrouwt en zijn , dat sij
haer van malkanderen onthouden, totdat het houwelick voor de kereke
bevestight is, opdat haer tsamenkomste mochte geschieden tot Gods eere
ende hare zalicheijt.
Deser alsoo ondertrouwder namen zal men drie Sondaghen naer malkan-
deren der gemeente voordragen , ende dan oock ende niet eer (soo geen ver-
hinderinghe voorkomt) sal men die in den houwelicken staet bevestighon.
Soo die con trahen tes in verschcyden platsen wonen , sullen de geboden
werden gedaen ter plaetsen van eens ijgelicks woninghe. Sullen oock van-
daer wettelick getuijgenisse bringhen, dat haer geboden gegaen zijn sonder
verhinderinghe, d welcke sij sullen overgeven ter plaetsê, daer sy begeeren
bevesticht te worden.
Hiervan sal den kerekenraet notitie houden ende alles wel duijdelick in
een bijsonder boeck opteekenen, gelyck oock den tydt ende plaetse, wan-
neer ende waer die ondertrouwde in den houwelicken staet bevestight zyn, opdat
sy des noot ende daertoe versocht synde moghen daervan geturjgenisse geven.
Henricus Brand Willemsen , hujus synodi electus praeses.
Hermannus Faukeltus, assessor praesidis.
Marcus Zuerius, scriba synodi. *)
') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. Zij ontbr. in AA', die in plaats daar-
van heeft „Onder stondt : ghecollationeert niet het oorspronckelvcke , eornt over-
een. By my Marcus Zuerius, synodi scriba". Deze onderteekening van Zuerius
is eigenhandig.
t>:3
Extract ') nyt de notulen van de gedeputeerde synodi
Zelandiae nopende degene , die geexainineert ende totten dienst
des woorts bequaem ende dienvolgens beroupelick geoord eelt
zyn, volgens den l ,ten art. des synodi van der Goes, tsedert
April 1597 tot October 1602 inclusive.
I. Joankes Pantinus , beropen totten dienst des woorts van de gemeente
tot Hoedekenskercke , is binnen Berghen opten Zoom , zijne propositie gehoort
zynde, by de gecommitteerde des classis van Tholen ten overstaen van de
gedeputeerde des synodi geexamineert ende, nadat op alle zijne qualiteyten
wel gelet was, bequaem geoordeelt totten kerekendienst opten 29 ,tcn Julij 1597.
II Jooris de Coostere is na gedane propositie ende examen by de
gecommitteerde des classis van Schouwen ten overstaen van de gedeputeerde
synodi [geexamineert] *) ende , nadat op zyne qualiteyten wel was gelet ,
bequaem geoordeelt om by de voorsz. gedeputeerde gebruyet te werden in
den dienst van de cruyskereken in Vlaender. Geschiet binnen Ziriczee
den VIII*» Octobris 1597.
III. Jacobus Mïgrodius, als vooren geexamineert etc. tot Scherpenisse
den III den Martii 1598, is tot.ten kerekendienst van Scherpenisse toegelaten.
mi. Eduwaert Adkiaenssen , als vooren geexamineert binnen Zirczee op
den 7 itcn Junij 1599, is totten kerekendienst van Noortbeverlant toegelaten.
V. Godefridus Cobnelii, geexamineert als vooren binnen Ziriczee opten
23 ,teD Novembris 1599, is totten kerekendienst van Ham stede toegelaten.
VI. Jacobus Vekvest, als vooren geexamineert binnen der stede Goes
opten 17 den July 1600, is totten kerekendienst van Weerden toegelaten.
VII. Abel de Monier. geexamineert als vooren binnen Ziriczee den
19 06 " Sept. 1600, is totten dienst der kereken van Elckelzee toegelaten.
Vin Joannes Bussontus, als vooren geexamineert tot Oosteappel op den
5<ien Junjj 1601, is totten kerekendienst van Soutelande 8 ) toegelaten.
IX. Paschasius de Meestere, geexamineert als vooren binnen Middel-
burgh opten XIII den Decembris 1601, is totten dienst der gemeijnte van
Biggenkercke toegelaten.
X. Jacobus Hondius, geexamineert als vooren binnen Vlissinge opten
Uiden j u ]jj 1602, is totten kerekendienst van Vlissinge voorsz. toegelaten.
XI. Thobtas de Witte, als vooren geexamineert tot Middelburgh ende
totten kerekendienst van Oostkappel toegelaten opten 27 8ten Septemb. 1602.
') Op den buitenkant van dit extract staat metde hand van Faukelius: „Topic van
tgene de gedeputeerde des synodi volgende den last haer in synodo ter Goes opge-
leijt, overgegheven den 15en Novembris 1602". ?) „geexamineert" dit woord ontbreekt
in het h.s. *) „Soutelande" in plaats van „Oosteappel voorsz." dat doorgestreept is.
64
XII. Anthonius Wallaeus , als vooren gcexamineert binnen Middel burgh
opten XVH dcD Octobris 1602 , ende is totten dienst der gemeente van
Koukercke toegelaten.
Bedenen endé gronden, met dewelcke de geljjckstem-
minge der kercken in de classicale bijeeneomsten bewesen
wort, gestelt uijt name ende van wegen der derthien kercken
in Walcheren, die deselve geljjckstemminge goetvinden
ende versoecken. ')
Alvooren opdat men wete, waerop desen handel loopt, soo en is de
questie niet, oft alle de kerckendienaren persoonelijck in de classicale ver-
gaderinge mogen verschynen, maer oft aldaer ujjt ijeder kercke meer als
eenen dienaer ende eenen ouderlingh stemmen mogen. Derthien kercken
in Walcheren seggen: neen; twee daeren tegen seggen: ja. De redenen van
de voornoemde derthien kercken sijn dese naervolgende.
Ende eerst *) die genomen sijn uijt de articulen onser kerckenorde-
ninge, gemaeckt in de provintiale sijnodo van Zeelant, gehouden tot Mid-
delburgh anno 1591.
Den 36 en art. derselver kerckenordeninge luijt aldus: Dese classis sullen
sooveel mogelijck is alle dry maenden bijeencomen , tot denwelcken sullen
verschijnen uijt elcken kercke eenen dienaer met eenen ouderlingh oft meer
naer gelegentheyt met brieven van credentie. Alwaer aen te mereken staet ,
eerst den regel selve, daerna de woorden daeraen hangende (oft meer nae
gelegentheyt) Den regel is claer 3 ), voorschrijvende eenen wet ofte regel,
die van elcke kercke moet 4 ) onderhouden werden, overeencomende met
tgene dat den synod. generael dese aengaende gemaeckt heeft, namelijck
dat uijt ider kercke eenen dienaer ende eenen ouderlingh verschenen sal.
De woorden in parhenthesi wijsen [niet] 5 ) aen , wat altoos maer som-
wijle in den noodt naer ejjsch ende 6 ) gelegentheyt geschieden mach ,
want alsdan sullender meer verschijnen uijt elcke kercke, niet alleen meer
dienaren maer meer ouderlingen, overmits den artyckel spreekt van elcke
kercke, uytdruckende beijde dienaren ende ouderlingen, waerop de clausule
oft parenthese nootsakelyck siet. Ende oversulex parenthesis wijst aen, niet
wat ordinaerlyck maer wat extraordinaris ende somwijlen sal mogen
') Hierop volgt nog in DD : „overgelevert in de synodale vergadering terTholen,
gehouden desen 13 Novemb. 1602". Onze cod. heeft echter, evenals LL, in mar-
gine: , .Overgelevert in sijnodale vergaderinge, ter Tholen gehouden, bij mr. Joos van
Laeren ende Nicolai Olivario desen 13 Novembris 1602**. *) „eerst" verbeterd naar
DD en LL. In onzen cod. staat „eer", a) „claer" DD heeft „hier". 4 ) „moet" DD en LL
hebben „altyd moet". *) in deze „redenen ende gronden" is het tusschen [J geplaatste,
tenzij anders gemeld wordt, aangevuld uit DD en LL. «) „ende" DD en LL hebben „der".
65
geschieden. Men seght ons hiertegen, dat de clausule: ofte meer naer
gelegenthey t , sij te verstaen van de stadtskereken , alwaer meer predi-
canten sijn als x ) ten platten landen ende daerom hare gelegentheyt sij
die alle uijt te senden, alsoft den sin der woorden ware: uijt elcke [kereke]
ten platten landen sal verschijnen eenen dienaer ende eenen ouderling,
inaer overmits de gelegentheyt der stedenkereken soodanich is, datter
meer predicanten sijn, soo sullen sij ooc meer (dat is alle) ende altijtmet
macht om te stemmen in de classe verschijnen. Doch indien sulex den
rechten sin ware, soude volgen, [dat] de stedenkereken niet en souden
vermogen met eenen dienaer ende ouderlingh alleene te verschenen, daer
nochtans den artyckel een ider kereke sonder onderscheyt (uijt elcke kereke,
seght den artyckel) soodanige verschijninge beveelt. Soo men seght,
dat het vrijgelaten sij, het meerdergetal in soodanige ordinare gelegenthey t
der stedekereken te gebruyeken, soo moet sulcke vryheyt staen ofte bij
de classe ofte bij de kereke , in dewelcke die gelegen *) is. Staet het bij
de classe, soo vermach se door de meeste stemmen van hare vergaderinge
tselve af te slaen oft toe te laten. Nu ist alsoo, dat hetselve door de
meeste stemmen onser classe afgeslagen wort. Oversulcx can bij ons
niet geleden worden, dat de stedekereken met haer meerdergetal stemmen
souden, maer indien men hout, dat het in den vryheyt sulcker kereken
sij het meerder ofte mindergetal naer haer eijgen goetduncken te gebruyeken ,
wij laten int oordeel van alle ontpar tijdige rechters , wat schijn der billicheijt
het heeft, daer 8 J eenige kereken ordinaerlyck ende over alle dingen , die voer-
vallen, tsij haer eijgen selven oft andere rakende (want den artyckel heeft
geen gevalle uijtgenomen noch geen bepalinge gestelt), sullen mogen tegen
den wille van ander kereken, oft die schoon veele meer in getale syn,
verre den meesten deel der kereken in de ordinare vergaderinge met acht
ofte negen stemmen overtreffen. Voorder indien men desen gelegentheyt
wil duyden op de gelegentheyt van de gewoonte, die de dassen alsdan
(wanneer de synode dit beraemde) hadden, alsoft de meninge ware, dat
alsulcke gewoonte soude blijven, wij antwoorden, dat bijaldien tselve soo
te verstaen ware, gansch onnoodich ende te vergeefs soude geweest sijn de
uytdruckinge van de woorden f met eenen dienaer ende ouderlingh uyt elcke
kereke), hebbende de synode daermede genoechsaem te kennen gegeven, niet
te sien op eenige gewoonte maer op goede wetten, desen aengaende in de
voorige generale synode gemaeckt. Daerenboven dient aengemerekt, dat
den artyckel seght, dat de persoonen, die in de classe verschijnen, met
credentiebrieven moeten [voorzien zyn, maar indien alle de dienaren ende
■) „als" DD en LL hebben „als in de kerken." ») „gelegen" DD en LL heb-
ben „gelegentheit". ») „daer" LL heeft „dat".
Acia syn. pravifie, V. 5
66
ouderlingen x ) uit den stedenkerken] vcrschynen . soo behooren dun ooc alle
de ouderlingen te verschynen, dewyle den artijckel uitdruckelijck de
dienaren met de ouderlingen in een graet stelt, gelijck er oock geen onder-
scheyt tusschen hen te makeu en is int stuck van de kerckenordeninge.
Ende alsoo sij alle, dat is deheele collegie der kerckenraden , verschijnende,
soude niet de credentie geheel onnodich syn , die alleene gegeven wort [om]
de gesondene persoonen te namen *) ende te machtigen om uijt name van
huer principale te stemmen? Sooveel ysser af, dat de stedekereken in onse
classe met alle hare dienaren verschijnende tot noch toe gene credentie-
brievcn medegebracht en hebben, alsoo metterdaet oordelende, dat se in
sokken gevallen onnodich sijn.
Maer om voorder te bewijsen , dat de verclaringe , bij ons gedaen op don
voorsz. 36 cn art., syn volgende den rechten sin ende meninge van de pro-
vintiale synode ende niet de verclaringe, die van andere twee kereken
hiertegen mochten bijgebracht werden, dienen aengemerekt sommige andere
artyckelen, in deselve kerckenordeninge gestelt, dewelcke met dese onse
uijtlcgginge versterekt ende vastgemaeckt [daarentegen met de uitlegging
der twee andere 8 ) kerken gekrenkt en ommegestootenj werden.
Eerstelyck den 30 cn art. lujjt aldus: Die in dese voorseyde tweederleij
vergaderinge afgesonden worden, sullen haer credentie ende in s truc tien, onder-
teeckent van degene , die se uijtsenden , medebrengen ende dese sullen alleen
keurstemmen hebben, alwaer het woordeken (alleen) eijgenÜijck gestelt
wort om het overige getal soowel der dienaren als der ouderlingen van
het stemmen uyt te sluijten. Soo men seght, dat het overige getal, twelcke
de sij node door het woordeken (alleen) uytsluyt, maer te verstaen sij van
de ouderlingen [en niet van de dienaren , behalven dat zoodanig een onder-
scheid tusschen dienaren en ouderlingen] in het stuck der regeringe . daerin
sy behooren gelijck te wesen , vremt ende ongeschickt sij , soo ist ooc dat alle
synoden beslui] ten, dat in de classicale [ende] synodale byeencomsten 4 ) sooveel
ouderlingen als dienaren des woorts stemmelyck verschijnen sullen, indien
men soude willen voorwenden, dat dese tweederleij vergaderinge, waervan
den 30 cn art gewach maeckt, niet van de classe maer alleen van beijde de
synod. provintiale ende generale te verstaen sy. Wij antwoorden, datsulex
niet alleene wederleyt wort door den volgenden 31 en art, seggende, dat in
[desen] twederley byeencomsten bij den presidem ende assessorem een scriba
sal gevoeght worden, hetwelcke mede in de classe geschiet, daeruijt men
merekt, dat [ze] onder dese tweederley vergaderinge gerekent worden,
maer ooc omdat de particuliere synode den generalen niet en can iet voor-
*) „ende ouderlingen" ontbr. in LL. *) „namen 1 * DD heeft „muniéren". s ) „der
twee andere" LL heeft „deser twee". 4 ) „sij noden beslui j ten — bijeencomsten" Dl)
heeft „synodale vergaderingen".
67
schryven ofte bevolen, hctwolcke dose onse provintialc synode doen soude,
indien onder dese tweederleij vergaderinge de generale synode begrepen
ware, sulex dat den voorgemelden art. eijgentlijck den classe ende den
particuliere sijnode aengaet. Hierenboven is noodich , dat men van gelijcke
saecken een gelijeken oordeel geve , nu de provintiale sijnode ende classicale
vergaderinge comen overeen in de maniere van nytsenden met credentie-
brieven naer uijtwysen van den 36 611 art. voorsz. Daerom moet hiervan
een gelijck oordeel gegeven werden, te weten dat soowel in de dassen als
in de synoden niemant en stemmen dan die alleene , die met credentiebrieven
afgevaerdicht syn.
Ten anderen den 24 611 *) art. onser kerekenordeninge beveelt, dat uijt
ider classe tot den particuliere sijnodum twee predicanten ende twee ouder-
lingen verschijnen moeten, maer soo de classsen evenveel stemmen moeten
hebben in de sijnode , niettegenstaende de eene classe de andere verre over-
treft in veelheijt der kereken , soo moeten ooc de kereken gelijcke stemmen
hebben in de classen, alhoewel de eene kereke meer dienaren ende ouder-
lingen heeft dan de andere. Want dat van de kereken classicalijck bijeen ver-
gadert (sooveel de gelijcke stemminge aengaet) tselve oordeel moet gegeven
syn als van de classen synodalijck vergadert, bewijsen wij: ten eersten,
de kerekenraden en hebben geen ander aensien in classen dan de classen
in haren particuliere sij noden [dewyle de kerkenraden voor leden
haerer classen , gelijck de classen voor leden *) des particulieren synodi
gehouden moeten worden, daarom de classen in haren kerkenraden, gelyk
de particuliere synoden] in hare classe bedeelt 8 ) ende onderscheiden syn ,
soodat de leden der classicaler vergaderinge syn de kerekenraden ende niet
eygentlijck de kerckelijcke persoonen, dewelcke in de classe anders niet
sijn dan geleden eens lidts. Anders soude niet alleen alle dienaren maer
ooc allé de ouderlingen in baer besondere syn leden der classe ende volgens
dien daer altyt stemmelijck verschynen moeten. Ten anderen, den kereken-
raden 4 ) syn den classen eveneens onderworpen 5 ) gelijck de classes de parti-
culiere synoden achtervolgende don 32 en art. onser kerekenordeninge, luydende:
Hetselven seggen heeft de classis over de kerekenraet, hetwelcke de par-
ticuliere synoden heeft over de classis. Maer nu de particuliere sijnodus
heeft te seggen over de classen als over haer loden, soo moeten dan de
kerekenraden hare classe als leden onderworpen syn, ten welcken aensiene
in den 37 en art. geseyt wort, dat in de classicale vergaderinge de kereken
(merekt wel: de kereken, niet de kerckelijcke persoonen) van den preside
over tgene, dat in deselve ommegaet, ondervraeght worden. Ten derden,
') „24en" Dü en LL hebben „42e." s) „haerer classen — leden" ontbr. in DD.
») „bedeelt" DD heeft „verdeelt". *) „kerekenraden" DD heeft „kerkendienaren".
5 ) „onderworpen" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „verworpen".
5*
68
de clos^cn hebbrn gelijcke redenen met den sijnode om gelijcke ordrc ende
stemminge te onderbonden, want gelyck de redenen van de particuliere
synoden is, opdat de eene classe in de vergaderinge niet meerder macht
sonde hebben dan de andere, alsoo ooc is de redenen der dassen, opdat
de eene kercke niet meer vermogen dan de andere. Dat meer is , soo in
de classe deselve ordre niet en moest gebrnijckt worden, dewelcke in de
sijnode gebrnijckt wort, het moeste geschieden, oft omdat het getal der
kercken, onder eene classe begrepen, al te clene waren, oft de persoonen, in
de classe verschijnende, al t'onervaren, oft die saken, die daer verhandelt
worden, swaerder ende van meerder gewichte, dan dewelcke voor de synode
comen. Om het cleijn getal der kercken cants niet wesen , want het getal
der persoonen in de [synode is ongelyk minder dan het getal der personen
in de] minste dassen, die immers, hoe cleyn sij is, meer als de sesthien
persoonen uijtbrenght. Wat aengaet d 'onervaren theyt der persoonen, die
aldaer mochten verschijnen , die en can de ongelijck stemminge in de classe
niet veroorsaken , want ten eersten en verschijnen aldaer geen persoonen ,
dan die door het oordel der gemeijnte bevonden [worden] enighsins be-
quaem te wesen 'om de kercke Gods te helpe regeren, hetwelcken indien
sij doen connen in haren kerekenraeden met hulpe van weijnige, sy sullen
ooc eenichsins connen doen in de classe met hulpe van veele. Ten anderen,
soo en soude d'onervarenthey t , indien se l ) voorviel , niet anders connen
veroorsaken dan een meerder getal van deliberative stemmen ende niet van
deffinitifve, over welck eygentlijck het verschil is. Anders soude de
generale synoden seer onbedacht geweest syn , dewelcke , de gelyckstemminge
der kercken sonder uytneminge bevelende, op dit gevacr niet gelet en
hebben. Eijndelijck, men can niet seggen, dat in de classe saecken van
meerder gewichte gehandelt worden dan in de sijnodo, want in meerder
vergaderinge en handelt men niet dan tgene in mindere niet en heeft
connen afgehandelt worden. Oversulcx, naerdien in de synoden, die een
meerder vergaderingh is dan de classe ten aensien van haer gebiedt ende
swaerder dingen verhandelt, niet meer persoonen uijt de meerdere dassen
vereyscht en worden als uijt mindere, soo volght ooc dat de classe, die
onder de synode staet ende minder saken verhandelt, niet en behoeft uijt
de meerder kercken meer stemmende *) persoonen dan uijt de mindere toe
te laten. Ten derden, den 78 art. der kerekenordeninge luyt aldus: Geen
kercke sal over een ander kercke, geen dienaer over een ander dienaer,
geen ouderlingh oft diaken over een ander ouderling oft diaconen eenige
i) „indien se" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „in dese." •) „«tem-
mende" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „stemmen."
69
heerschappie voeren. Hieruijt maken wfj dit besluit : indien de heerschappie
der eender kercke over de andere verboden is, soo sjjn ooc alle beginselen
ende middelen verboden , die daerhenen souden mogen den wegh bereiden.
Nu is alsoo, dat het heerschappie der eender kercke over de andere in den
voorgemelden art. uytdruckelijck verboden is, soo moeten ooc met den-
selven verboden syn alle beginselen ende middelen, die tot sulcken heer-
schappie den padt voorbeleyden , ten welcken aensiene sommige synoden
niet alleene de heerschappie verboden en hebben maer ooc alle tgene, dat
vermoeden daervan oft occasie daertoe sonde mogen veroorsaken, gelyck
onder andere den eersten art. van de nationale sijnode binnen Embden
gehouden anno 1571 aldus luijt: Geen kercke en sal over andere kercke
de overhandt ofte heerschappie nemen ofte hebben , maer elck sal hem
liever van alle vermoeden 1 ) ende occasie ende gelegentheyt van sulcx
wachten. Waermede overeenstempt de generale sijnode, binnen Dortdrecht
gehouden anno 1578, dewelcke int cap. der kerckeljjcke versamelinge art.
XI e aldus seght : Geene kercke en sal over andere kercke de heerschappij e
voeren oft overhandt hebben, maer een igelijck sal hem liever van alle
occasie -ende suspitien van dien wachten. Maer om te beter te verstaen,
waertoe dese reden dient, genomen van de heerschappije ofte vermoeden
ende occasie daervan, soo moeten wij twee dingen overwegen. Het eerste
is , dat de meeste stemmen oorsaken syn van meerder macht Ten tweede ,
dat de meerdere macht een beginsel ende middel srj van heerschappie.
Het eersten, indien men redenen verstaen wil, ten can niet gelochent
werden, want soo wio om iet te bevelen ofte te beslui) ten meer seggens
heeft dan een andere, die heeft ooc sonder twfjffelt meerder macht, aen-
gesien de macht, die iemant over andere heeft, door bevele uytge voert
wort Maer het bevelon ende besluijt der kereken in hare classicale verga-
deringe geschieden door de stemmen, daerom welcke kercke meer stemmen
heeft, die heeft ooc meer geseghts ende volgens dien meer macht om te
bevelen. Dat men hiertegen soude willen seggen, dat de dienaren uijt
eene kercke verschijnende niet al gelijck tselve stemmen, en is niet om de
swaericheyt wegh te nemen, want hier en wort sooseer niet gesproken
van het geduerich gebruijck als wel van de macht om te gebruijeken *) ,
die wij oordeelen onbillich te sijn. Daernae, alsoo wij menschen sjjn, can
uijt de macht, die gegeven is, ooc de wille ontstaen om tot het gebruijck
derselver te commen, om welcke oorsake de goede ordonnantien verhinde-
ren moeten niet alleen het willen maer ooc het connen , want dat men niet
■) „vermoeden" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „vermoeijden". *) „als
wel — gebruijeken" ontbr. in DD
70
en begeert, dat iemant wille, men moet oock niet toelaten, dat hjj het
vermogen, insonderheyt omdat men maer al te veel gewaer en wort, dat
de vrijheyt ende vermogen, gegeven om iet te connen doen, mijsbruyekt
worden door eenen lust ende gelegentheyt 1 ) om sulcx eijndelijck te willen
doen. Aengaende het ander, te weten [dat] de meerdere macht een *)
beginsel ende middel syn tot heerschappije , de sekerheyt daervan can
afgenomen werden uijt de beschrijvinge der heerschappije 3 ), dewelcke hier
cygentljjck 4 ) betekent het gebruyek van een meerder macht over cenige
dan ons toekomt, waeruyt volght, soo wie over iemant meerder macht
dan hem toebehoort gegeven is, dat hij tot de dadelycke heerschappye
anders niet en behoeft dan het gebruyek derselver macht, in der voegen
dat die onbillycke meerdere macht, die iemant heeft, het beginsel sjj der
heerschappie ende eenen middel daertoe, omdat men door de besittinge
der macht tot het gebrujjck dersolver bequainelijck voortgeraken can, soo
wanneer de genegentheyt der menschen daertoe ontsteken worden. Ende
alsoo sjj 6 ) van nature tot h oogheg t gedreven worden , soo plegen se 6 ) alle
bequaemheyden , die tot deselve legden, sorghvuldeljjck waer te nemen
ende met groote jjver aen te grijpen, gelijck de bevindinge tot allen tyden
getoont heeft. Selfs d'afgreseljjcke vervallinge der kereken Gods, die in
de voorige tijden ujjt seer geringe beginselen van langer hant veroorsaeckt
is, heeft maer al te claer bewesen, wat heerschappie dat ter opreijsen can,
als de gelegentheden ende middelen, die daertoe helpen, niet in tjjts ge-
weert en worden, voornemeljjck omdat de droeve 7 ) ervarentheijt in de
kereke Gods dickwils *) geleert heeft, dat de kerekendiensten in dese ver-
dorven theyt der menschelijcker sinnen niet altjjt van even getrouwen
dienaeren, die haer tusschen hare behoorlycke palen houden, betreden
worden, hetwelcke de kereke bewegen moet om niet alleene de dadelijcke
heerschappie maer ooc alle meerderheyt, die oft een beginsel [daarvan of
een middel daartoe zoude mogen] worden, soowel door rechtmatige ge-
brujjeken als door wij se ordonnantie te bedwingen ende wederhouden 9 j.
Ende dit is genoech aengaende de redenen, uijt onse kerekenordeninghe
getogen, dewelcke allesins bewijsen, dat de derthien kereken in Walcheren
wel gegrondet sijn , die de golycke stemminge der kereken in de classicale
byeencomsten versoecken. Maer wij sullen hier noch eenige andere redenen
ten overvloede cortelyck by voegen.
') „gelegentheyt" DD en LL hebben „genegentheit" *) „een" verbeterd naar DD en LL.
Onze cod. heeft „ende". *) „heerschappije" DD heeft „heerschappy , de sekerheit."
«) „eijgentlijck" DD heeft „oneigentlyk". *) „sij" DD heeft „wy". «) „plegen se"
DD heeft „ook" ») „de droeve" DD heeft „dezelve". fc ) „<lickwils" ontbr. in DD.
•) „wederhouden" DD heeft „neder hou den."
71
Redenen ugt de besluijtinge van andere sijnoden, soowcl
vremde ende uijthemsche als Nederlantsche , nopende de ge-
lyckstemminge in kerckelijcke vergaderingen.
Alvooren wort int gemeene bevolen, dat gene andere persoonen besluijtende
stemmen in de kerckelijcke vergaderinge sullen hebben, dan dewelcke daer
met credentiebrieven verschijnen, gelijck te sien is in den sijnode van den
Hage, anno 1586 gehouden, art. 31: Die tot de tsamencomsten afgesonden
werden, sullen hare credentiebrieven ende instructien, onderteeckent van
degene die se senden, medebrengen ende dese sullen alleen *) keurstemmen
hebben. Waermede overeen comt tgene van de nationalen synode int 8 e art.
des 9 en cap. van de kerckelijcke discipline van de kereke van Vranckrick met
dese worden besloten wert: Les resolutions *) se feront par les deputes des pro-
vinces , que sil se trouve d'autres ministres outre les deputes, ils pourront bien
proposer ce qu'ils verront se devoir faire , mais ils n'auront voix deliberative nij
decisive 8 ). Hiertoe behoorde ooc het 16 de art. van het 8 en cap. der discipline
van Vranckrijck, bevelende dat een dienaer, uijt oen provintiale sfjnode tot de
classe van een ander provintie afgeveerdight sijnde, daer anders niet dan
deliberative stemme en hebben, waeruijt claer is, dat die alleene moeten
besluijtende stemmen hebben, dewelcke tot de vergaderinge met brieven van
credentie afgeveerdicht sijn. Daernaer ist al even claer in de sijnode be-
sloten, dat tot alle meerdere vergaderinge uijt elck lidt dersel ver een gel jjck
getal van persoonen met credentiebrieven gesonden worden als tot de
nationale sijnode , evenwel 4 ) uijt elcke provintie, want het eerste art. vant
nationael sijnode, gehouden binnen Poictiers int jaer 1560, vereijscht ten
minsten uijt elcke provintie ö ) eenen dienaer met eenen ouderlingh ofte j
diaken, welcke gelijckheyt in een meerdergetal mede bevolen wort in den
33 en art. van het tweede nationael sijnode, gehouden binnen Rochelle anno
1581. De worden sgn dese: L'article troisiesme des sijn odes natiommx
demeurera, mais pour Ie bien des eglises sera adiousfcé, que Ie plus que
faire se pourra on ij envoiera d'ores en avant deux ministres et deux anciens de
chacune province 6 ). Deselve gelijckheyt moet in de provintiaele sijnode
plaetse hebben, alsoo dat uijt haer respective dassen een gelijck getal van
stemmende persoonen verschijnen , hetwelcke goetgevonden is niet alleen in
het 24 en 7 ) art. fonzcr kerkenordening maar ook in het 7 artykel] van de
sijnode der Waelscher kereke van Hollandt ende Zeelant , gehouden binnen
Delft anno 1590, sprekende aldus: L'égalité se gardera entre les eglises au
■) „alleen*' DD heeft „alle". *) „resolutions" DD heeft „relations". 3 ) „par les —
decisive" DD heeft „etc." 4 ) „evenwel" DD en LL hebben „evenveel". *) „ten minste uijt
elcke provintie" DD heeft „uit elke provincie ten minsten". *) „L'article — province"
ontbreekt in DD, die alleen heeft „etc." ') 24en" DD en LL hebben terecht „42".
72
nombre des deputes pour Ie synode 1 ). Hetselve bevelen de synoden ten
aensien van de classicale bij een co ms ten, want in den generalen synoden,
binnen Dordrecht gehouden anno 1578, luyt den 12" 1 *) art van kercke-
ljjcke versamelinge aldus: Uyt eenen iegelijck gemeente sal een dienaerdes
woorts met eenen ouderlingh op de classicale vergaderinge verschijnen.
Waermede overeenstemt den 30 en art. der generale synode tot Middelburgh ,
gehouden anno 1581. De classicale vergaderinghen , seght sij, sullen bestaen
uyt ettelycke genaebuerde kercken, dewelcke elck een dienaer met eenen
ouderlingh ter plaetse ende tijden , bjj hen int scheiden 8 ) van elcken ver-
gaderinge goetge vonden (soo nochtans dat men boven de dry maenden niet
uijt en stelle), daerhenen afveerdigen sullen. Gelijcker wyse ende met
gelijcke worden is gestelt den 38*» art van het generale synode, binnen de
Hage gehouden anno 1586, welcke gelyckheyt mede bevesticht wort door
het XI cn art. van het nationale sijnodo, gehouden te Niesmes anno 1572.
Daerom, soo men de uytgedruckte besluijten deser voorgemelde synoden , die
eenpaerichlijck tselve spreken, en volgen wil, het geschil is geeijndicht.
Want opdat niemant en dencke, dat in deselve een seecker getal van eenen
dienaer ende eenen ouderlingh beraemt wort, om te toonen dat niet
min dan twee stemmende persoonen uyt ieder kercke afgeveerdicht
moeten werden, ende niet om degene , die boven het voorsz. getal uijt eenige
kercken souden mogen verschijnen, van het stemmen uyt te sluijten, soo
dient aengemerckt, dat de sijnoden het beraemde getal soo nauwe ende
gelyckelijck van de kercken onderhouden willen hebben, dat se selfs die
kercke, alwaer de byeencomste geschiet, niet toe en laten meer stemmen
dan de anderen kercken [te] hebben, gelijck het blijckt uijt den 12 cn art int
cap. van de kerckelijcke vergaderinge des generale sijnode van Dordrecht
anno 1578, seggende aldus: Ende alsoo wel alle dienaers dier classe als
alle ouderlinge dier plaetse, daer de versamelinge gehouden wort, in de
classe mogen comen, soo en sullen nochtans niet meer (merckt op die
woorden) dan twee van den kerckenraet daertoe verkooren uijt een iegelijck
gemeente, keurstemmen hebben. Dit is een seer claer besluijt, hetwelcke andere
volckcn met haer ordonnantien toestaen, want het 4 e art. van hetnationael
sijnode, gehouden binnen Parys int jaer 1 539 4 ), seght aldus: Quant auxdiacres
ou anciens du lieu, ou Ie dict synode sera assemble, ils pourront assister
et proposer en leur ordre , toutefois nij en aura que deux, qui auront
voix pour eviter confusion 6 ). Ja het 7 e art. der Walscher synode van
Hollandt ende Zeelant, gehouden binnen Delft anno 1598 6 ) , seght van
•) „se gardera — sijnode" DD heeft alleen „etc." ») „12den" on tbr. in DD. a ) „schei-
den" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „senden." «) „1539" LL heeft „1559 1 '.
*) „diacres — confusion" DDheeft alleen „etc." *) „1598" DD en LL hebben „1590".
73
de sjjnode: Et il ne sera permis a 1'église, ou il se tiendra, dij en faire
assister plus que les autres 1 ). Sooveel is , dat selfs de kerckelijcke discipline
van Vranckrijck oordeelt, dat de persoonen, die boven de afgeveerdige
soude overich syn, niet alleene gene besluitende maer ooc geen beradende
stemmen behooren te hebben, geljjck de woorden recht hier te voren ver-
haelt sjjn.
Andere redenen, genomen van de loffelijcke gebruijeken der kereken.
Hoewel het gebruyek der kereken meenichmael afweeckt van de rechte
ordre, nochtans in twee tijden besonderlijck *) is waerdich aengesien en 8 )
waergenomen te werden. Den eersten tyt is die euwen , die den apostelen
aldernaest is geweest, alwaer men bevint, dat in de kerckelijcke vergade-
ringe seer nauwe 4 ) van dien tdjt het recht der stemminge onderhouden ö )
ende naerstelijck voorgestaen is geweest als eene sake , dienende tot do ordre
ende gerusticheyt der kereken, want in meerder vergaderinge oft der pro-
vintien oft der natiën oft der geheelder christenheijt en syn niet alle de
kerckelijcke persoonen, die verschijnen [maar alle collegien, uit dewelken
zy verschenen], tot de stemminge ende besluijtinge toegelaten, in voegen
dat elck collegie [maar eene stemme gehad en heeft, dewelke van den
herder, die int collegie] , daeruijt hij verscheen, voorsat 6 ), uijtgesproken
is geweest. Niettemin de kerckelijcke persoonen , die tot dese vergaderinge
quamen, waren herderen, ouderlingen ende diaconen. De herders ofte
leeraers hebben in die dingen, die eggentlijck de leere aengingen, alleen
gesproken ende besloten. In andere saken hebben de ouderlingen ende
de diaconen, gevraeght synde, mede hun geseght gehad t, maer alsoodatse
niet en besloten. Nu elck collegie wiert sijn ad vijs afgevraeght, niet van
den voorsitter van die vergaderinge maer van sijn eijgen herder, want,
sittende in ordre neffens hem, hebben hare advijsen tsamengevoeght , ujjt
dewelcke hjj syn besluijt geraemt ende aengedient heeft, soodat de meeste
ende beroemste kereken met eene stemme tevreden sijn geweest.
Sooveele den anderen tijtaengaet, welckers gebruijck in kerckelijcke saken
waerdich is aengenomen 7 ) te sijn , die is de tegenwoordige eeuwe , als in
dewelcke het den Heere belieft heeft door den arbeijt van seer uijt nemende
werektuijgen sijn vervallen huijs weder op te richten ende tselve door hunnen
voorsichtige ordonnantie tegen den vreeselijcken stoot van heerschappie ,
waerdoor het omgeworpen was, te ondersteunen, waerom die gebruijeken,
die van sulcken loffeljjcken oorspronck voortgeeomen syn, soo sorghvul-
') „Et il ne sera — autres" Dü heeft slechts „Et ne sera etc." a ) „besonderlijck"
ontbr. in DD. 3 ) „en" DD heeft „om". ') „seer nauwe" staat in DD en LL op een
andere plaats; zie noot 5. ') „onderhouden" DD heeft „zeer naauwe"; LL ,./eer nauwe
onderhouden". e ) „hij verscheen, voorsat" DD heeft „zy verschenen waren, zat".
») „aengenomen*' DD heeft „aangemerkt"; LL „waergenomen".
74
diglijck van ons behooren onderhouden te werden , als in de eerste
wijselijck bedacht ende geluckelijck sjjn aengevangen geweest Dese
vinden wij alvooren in de Gereformeerde kereken van Vranckrick,
dewelcke heden niet min bcsorcht en sijn om in hare vergaderingen de
gelijcke stemminge te plegen, alsoo *) te vooren altijt wel bedacht sgn
geweest om die te verordenen , wekkers exempel seer vlij te lij ck 8 ) nage-
volght wort soo van de Walsche kereken, die hare woninge in dese lan-
den hebbende, als van de kereken der vreemdelingen in Englandt. Daaren-
boven sijn dese in dit gebruijck gelijckfo ranch geweest de kereke van
Brabant ende Vlaenderen, onder dewelcke selfs de aldermeeste, of se
schoon niet alleen een groot getal van dienaren maer ooc onderschei] den
kerekenraeden hebben, nochtans uijt alle die in de classicale vergaderinge
maer twee persoonen, dat is eencn dienaer ende eenen ouderlingh, neffens
ander kereken afgeveerdicht hebben. Dat men nu tegen dese gebrujjeken ,
soude willen stellen het gebruijck onser dassen, en heeft genen schyn,
want benevens dat de gewoonte gener classe gelden en mach oft tegen de
algemene ordonnantie der kereken oft tegen wettelijcke gebruijeken van gc-
heele landen, omdat men hetgeene dat tegen recht gedaen wort, voor on-
gedaen houden moet , soo is 3 J dat het gebruijck onser classe niet en can
in consequentie getrocken worden, overmits het in synen aldereersten aen-
vanck maer voor goet gevonden is geweest ten aensien van dien tijt, als
in denwelcken het getal niet alleen der dienaren maer ooc der kereken seer
cleijn was , in voegen dat het aengenomen is geweest naer den noot van den
tj}t ende niet gestelt naer den eijsch van het recht. Nu weet men wel,
dat het gebruijck, hetwelcken voor sekeren tyt wort toegelaten, niet als
een regel voor alle tyt bevolen wert. Daernaer , onse classe en heeft bij-
wijlen haer oordcel niet verswegen, waerdoor sij verclaert heeft het ge-
brujjck der gelijcke stemminge met de beslujjten der sij noden niet overeen
te comen, alsoo te kennen gevende dat het niet en moeste sijn geduerich
na ujjtwjjsen van den regel: quae a jure communi 4 j exorbitant, nequa-
quam ad consequentiam sunt trahenda. Hieren boven en is het gebruijck
onser classe niet deurgaens onderhouden geweest maer meermael verandert ,
waerdoor de gelijck stemminge weder opgerecht ende sekeren tijt achter-
een geluckelijck onderhouden is geweest. Daerom soot waerachtich is,
dat men seght: non firmatur tractu temporis, quod de jure liminum 6 )
non subsistit 6 J , hoeveel te min moet het vast syn , dat noch na het recht
niet en is noch altijt van den beginnen geweest.
i) „alsoo" DD en LL hebben „als zy." *) „vlijtelijck" DD heeft „veilig". *) „is"
DD en LL hebben „is het ook". *) „communi" verbeterd naar DD en LL. Onze
cod. heeft „eonimiinium". *) „liininuin" DD en LL hebben „ab initio." fi ) „subsistit"
DD en LL hebben „substitit."
75
Laeste bewijsredenen, genomen ujjt redelyck gevolgt.
Den apostel beveelt l cn Corint. 14 en , dat alle dingen in de gemcijnte
betameljjck ende met ordre geschieden mach *), maer de stemmeljjck ver-
schijn inge aller 2 ) dienaren uyt de stedekereken is tsamen on be tamelij ck
[ende dienende tot disordre. Sy is onbetainelyk ,] dat is tegen de een-
voudige gelijckformicheyt ende de welgemanierden sedicheyt der kereken
strijdende, omdat alsoo in de vergaderinge eene kereke meer geseghs ende
gebiet hebben sal dan vier oft vijf andere, daer nochtans meer kereken,
tsamengevoeght synde , al tij t meer vermogens betamen te hebben dan eenen
alleene. Daerna dient soo grote menichte der stemmende persoon en , synde
in onse classe over de vijftien, tot groot disordre, want als men over alle
voorvallende dingen [telkens zoovele personen haar advys en stemme af-
vragen moet, men word gewaar, dat de tyd doorgaat, zonder dat alle
dingen] afgehandelt connen werden ende 9 ) op alles rijpelijck gelet sij.
Ende soo men om tjjt te winnen int vraegen der stemmen [eenige] voorbij
ginghen, men weet wel, dat sulx niet alleene met reden mochte qualijck
genomen worden maer ooc eenen sulcke vergaderinge grootelijck mis voe-
gen 4 ) sonde.
Ten tweeden soo in de voorigen tjjden uijt een minder beginsel allengs-
kens 5 ) een schadelgcke hoocheyt is opgecomen, voorwaer in desen [ver-
dorven] ouderdom der werelt soude veel meer [uit een meerder beginsel
dergelijke zwarigheden met der tyd veroorzaakt] worden. Maer het eerste
beginsel, door hetwelcke de duijvel in de oude kereke heeft aengevangen
den gront te leggen van de tirannie der pausen, is veel minder geweest
dan de swaerichejjt , om dewelcke onse kereken nu in geschil sjjn. Het-
welcke opdat het verstaen worde, soo dient men 6 j te gedencken de eerste
beginselen der hoocheyt, dewelcke seer haest naer de tijden der apostelen
in de kerekenraden gebroet syn. Want alsoo dese bestonden uijt herders,
ouderlingen ende diaconen, men heeft mettertijt goetgevonden uijt het
getal van dien 'eenen te verkiesen , dewelcke om de ordre deurgaens onder
hen presideren soude, die men den name episcopi toegeeijgent heeft. Van
den bischop is tot den metropolitanen gecomen ende dat onder decktman-
tel . opdat de synoden in elcken provintie , alwaer dese voorsitters sijn
geweest, alsoo te beter souden versamelt ende geregeert worden. Naer de
metropolitanen sijn de vier patriarchen opgeresen , tot denwelcken den vijf-
den ooc egndelyck gecomen is , als den keijser te Constantinopolen sjjn hoi
overgeset hadde. Onder dese heeft den Boomschen allengskens het hooft
') „mach" onthr. in DD en LL. a ) „aller" DD heeft „der." 3 ) „ende" DD en I.L
hebhen „of dat." 4 ) „misvocgen" DD heeft „misnoegen." ■) „allengskens" onthr.
in DD. •) „men" ontbr. in DD.
76
opgestoken , totdat hij tot die eijsselijcke hoocheijt l ) gecomen is , die de
kercke Godts verdruckt heeft. Waeruijt te sien is, wat een afgqjscljjek
quaet uijt.een cleijn beginsel voorgesprotcn sij, als te weten uijt de voor-
sittinge in de kerckenraden , dewelcke nochtans anders niet dan de ordre
en raeckte. Waarmede soo men vergelijcken wil het beginsel der meerder-
heyt, over dewelcke nu swaericheijt gemaeckt wort, soo salt van meerder
gcwichte bevonden werden, als rakende niet de ordre maer de macht der
kercke, sijnde de eene in ongeljjck vermogen boven de andere gestclt.
Oversulcx moeten wy door den vreeselijcken val des voorigen tijts gewaer-
schout sijn geweest 2 ) genen beginselen te laten incruijpen, waerdoor den rechten
stant der kercken soude mogen mettertijt grootelyck beschadicht werden.
Grondelijck verhael ende verclaringe mitsgaders advijs
over seker different, geresen in de classe van Walcheren,
nopende het persoonelijck verschenen ende stemmen aller
dienaren des woorts op de classicale vergaderinge , overge-
levert in de synodale vergaderinge desen 13e Novembris 1602
bij D. Hehmannus Faukeel ende Johan Rademaker.
Cap. 1.
Een cort ende sommarische verhael van tgene, dat desen aen-
gaende in classe is verhandelt.
Een rechter ofte scheijtsman, die over eenige verschil sal oordelen,
moet voor alle verstaen, waerin eijgentlijck het geschil is gelegen ende
wat beijde partijen voorderen , want , qualijck daervan bericht sijnde ende
den statu m controversiao niet wel verstaende, hij en can ooc geen recht
oordcel uijtspreken noch te de saecke tot een oordel ijck uyteomste brengen.
Het is nu also , dat in de classe van Walcheren tusschen de classe ende
de broederen van Vlissingen een seker geschil is opgeresen aengaende het
stcmmelijek verschyncn aller dienaren op de classe, twelck nootsakelijck
dient nedergeleght te wesen, want men spuert door het langh opschorten
van dien, dat de swaricheijt grooter wert ende dagelij ex meer confusien
causeert. Om welcke geschil dan grondelijck te verstaen , opdat men daer-
van recht oordeelen sal, dient geweten:
Dat 3 ) van den beginnen der reformatie der kercken in dese landen allo
dienaers des woorts in de classicale vergaderinge gecomen syn om stem-
melijck te beslugtcn alle voorvallende saken, tot gemeenc wclstant de kercken
noodich , al soo ooc dat eenige, hen somwijlen daeruyt absenterende, sijn
») „eijsselijcke hoocheijt'' DD heeft „vselykste grootheit"; LL „eijsselicke grootheijt".
') „geweest" ontbr. in DD en LL. ') Hierbij staat, evenals in LL, in margine:
„Alle (Je dienaers sijn in classe gecomen van het jaer 1574 tot het jaer 1588",
hetwelk in DD in den text voorkomt na „28 Sept." , met NB. er voor; zie noot 2 volg. pag.
77
van de classc dacrovcr vermaent, ju noodich geacht, dat de dienaers 'j
eenige predicatie in do weke souden min doen , opdat alsoo alle hare die-
naers op de classe soude mogen comen, gelijck blijekt bij de resolutie des
classis anno 1574 op den 23™ November. *) Ende 3 j is dese ordre vreed-
samelyck ende met stichtinge, ooc met onderlinge liefde, onderhouden ge-
weest tot den 5 en 7 ber anno 1588, weijnich min dan veerthien jaren 4 ).
Weliswaer 6 ) dat op den voorsz. tijt van de dienaren , ten platten landen
dienende, swaricbqjt is gemaeckt over het verschijnen aller dienaren uijt de
steden ende daerom op haer voorgeven de classis alleen eenmael ordinare 6 j
is bijeengecomen met gelijck getal der dienaren uijt alle plaetsen. Doch
alsoo sij selve bevonden enige contusien ende vervromdinge der dienaren
daeruijt te ontstacn 7 ), hebben sij in de eerste classis ordinaria daeraen volgende
eensamelijck dese sake op den ouden voet gestelt [alleen met dese reserve ,
dat in particuliere zaken , zoo hem iemand gegraveertj vonde door de
menichte aller dienaren, alle kereken maer gelijcke stemmen en souden
hebben 8 ).
Alsoo 9 ) is dit oudt gebruijck wederom sonder eenich tegenspreken
onderhouden geweest tot den 24 en l0 ) Mort 1597 den tijt van acht jaren,
op welcken dagh in een extraordinaris classis ten versoecken der broederen
van Ylissinge geresolveert is het verschijnen maer van eeneu dienaer ende
eenen ouderlingh uijt de stede. .
Ende u ) alsoo men wederom sach de vervremdinge der dienaren ende
confusien als vooren daeruit ontstaen, 7 ) hebben die van de kereke van
Middelburgh den 3 cn Mert 1599 versocht het oude gebruijck wederom
ingebracht te werden, twelcke van de classis is ingewillicht met sekere
reserve, in de acte gespecificeert.
Maer die van Vlissinge , met dese resolutie des classis niet tevreden
sij n de , hebben den eersten l2 ) April anno 1599 daertegen geprotesteert ,
') „dienaers" DD en LL hebben „dienaars van Vlissingen'V *) „November** DD
heeft „Sept" Zie verder bl. 76 noot 3. 3 ) Hierbij staat, evenals in LL, inmargine:
„Anno 1588 hebben de dienaers op de dorpen de stedische dienaers daeruijt gestemt",
dat in DD in den text voorkomt achter „veerthien jaren", met NB. er voor. «) Zie
vorige noot. *) Hierbij staat in margine: „Anno 1588 hebben deselve wederom ge-
stemt, dat alle de dienaers uijt de steden souden comen den 13«n Mert". Dit heeft
LL ook in margine , echter staat daar „fe" in plaats van „13en" ; DD heeft „1589"
en „6 Martii", terwijl het daar in den text voorkomt achter „souden hebben", met
NB. er voor. •) „ordinare" DD heeft „extraordinaris". ') „ontstaen" verbeterd
naar DD en LL. Onze cod. heeft „verstaen." ») Zie noot 5. *>) In margine staat:
„Anno 1597 op het versouck van dien van Vlissinge syn sij wederom daeruijt gestelt".
Dit heeft LL ook in margine, echter staat daar „gestempt" in plaats van „gestelt".
Deze aant ontbr. in DD. ■•) 24en" DD heeft „28". »') In margine staat: „Anno 1599
wederom bestemt daerin te comen niettegenstaende tprotest van die van Vlissinge."
LL heeft hetzelfde in margine. Deze aant. ontbr. in DD. '■<») „eersten" DD heeft „7".
78
twelck de classe bewecght heeft de sake l ) noch eens te resumeren, lastend
alle kerekenraden dit stuck te 2 ) overwegen ende haer resolutien ter naes-
ter vergaderinge in te brengen. Twelck geschiet sijnde den 29 en ditto,
is daerin van nieuws 8 ) het oude gebruijck bevestieht worden.
Dan die van Vlissingen , daermede noch niet tevreden sijnde , hebben
haer voorgemelde protest vernieuwt den 2 en Junij 1599 ende den 23 en
Martij 1600 schrijftelyck vertoont, dat sij boswaert waren voortaen 4 ) in
soodanige classicale tsamecomsten te verschijnen , totdat oft door de classe
oft door de sijnodus dit geschil soude geeijndicht worden.
De 6 ) classis, rij pel ij ck hierop lettende, heeft ettelijcke mael door eenige
hare gedeputeerde die van Vlissingen laten vermanen over dat hare precise
vertoogh ende uijt blij ven uijt de classis, maer niettegenstaande dese ver-
maninge syn evenwel t'eenmael uijtgebleven tot den 4 cn 7 ,Mïr 1600.
Wat nu voorder in dese sake soo door de classe als door de gedeputeerde
des sijnodi ende andersins is gedaen worden, is onnoodich hier te verha-
len, gemerekt uijt het voorsz. genocchsaem can verstaen worden, dat
cijgentljjck het geschil hier is.
Status controveraiae. 6 ) — Hoe dat het 36c art. des gearresteerden synodi
van Zeelant te verstaen sij, welck ordonneert, dat in alle classicale ver-
gaderinge sullen verschijnen uijt elcke 1 ) een minister met een ouderlingh
ofte meer naer gelegentheyt met brieven van credentie.
Sooveel ons aengaet, wij achten, dat het de meeninge niet en heeft,
is ooc van ons 8 j noijt begeert, noch van de classe eenige kereken oijt
toegelaten , dat in een voorvallende sake om ja ofte neen te besluijten ,
de dienaren van ider kereke, het hooft tsamengesteken hebbende ende uijt
eenen monde sprekende, sooveel stemmen souden uijtbrengen, als sij per-
soonen syn, maer wij houden het recht verstant van dien te sijn, dat allo
de dienaers des woorts , leden des classis synde , in wat kereko sij ooc
dienen, behooren op de classis te verschijnen ende dacr te adviseren ende
te stemmen elck voor sijn persoon in gemeene saken, den welstant der
kereke aengaende, naerdat ider in een goede conscientie sal bevinden te
behooren 9 ) tot Godts eere ende stichtinge der kereken te dienen , ende
dat om dese naervolgende redenen.
») „de sake" ontbr. in DD. *) „te" DD heeft „nog eens te'". *) „van nieuws" on tbr.
in DD. *) „voortaen" ontbr. in DD. *) In margine staat: „Hoewel den meestendeel
des classis naderhant ingenomen sijnde bij dien van Vlissinge is bijgevallen, soo heeft
nochtans de classe noch geen ander resolutie genomen". LL heeft hetzelfde in
margine. Deze aant ontbr. in DD. *) Deze en alle nu volgende marginalia van
onzen codex, die ook in LL voorkomen, maar in DD ontbreken, worden verder
met cursieve letter in den text aangeduid. ') „elcke" LL heeft „elcke kereke". DD
ten onrechte „elke classis *. ») „ons" DD heeft „ouds". •) „te behooren" ontbr.
in DD en LL.
79
Cup. 2.
Redenen , waeroinme alle kerckendienars des woorts in classe
moeten commen ende stemmen.
1. Dat (die dienaren de» woorts in classem moeten comen ende stemmen.
Want wat daer verhandelt wort , gaet hun al tsamen oen. — Eerst l ) omdat al
tgene, dat in de classe voorvalt te verhandelen, meerderendeel gemeene
saken sijn, die alle kercken ende welstant derselver ende dienvolgens alle
dienaren int gemeene aengaen, daeruijt dan volght, dat int verhandelen
sulcker saken de tegenwoordicheyt aller dienaren des woorts nootsakelijck is.
De gemeene saken, die in de classis verhandelt werden, sjjn dese: de
oeffeninge der propositien ende censure van dien , beroepinge ende examinatie
der leere ende des levens der nieuwer dienaren des woorts, opsicht, ver-
plaetsinge, opschort ende afsetünge der dienaren des woorts ende school-
meesters ten platte landen, ketterij e ende valsche leere off te beletten off
voor te comen, huwelijckse saken, die somwijlen seer duijster sgn om af
te handelen, het oordeel over de sondaren, die om hertneckichoijt de
excommunicatie werdich sijn. Wie siet [dan niet] , dat de verhandelinge
deser dingen alle dienaren des woorts int *) gemeen ende elck int besonder
aengaet.
2. Svj sijn alle leden der classis. — Onse classe kent geen dienaren des
woorts voor lidmaten des classis, dan die de art. des geloofs 3 ) der Neder-
duijtscher kereke ondertekenen mitsgaders de acten sijnodi. Alle dienaern
des woorts, in dese classe comende, onderteekenen persoonelyck de art.
ende acten voorsz. Daerom soo erkent de classe alle dienaren des woorts
voor lidtmaten der classis, daer wij aldus besluijten.
3. Ende men moet den eenen dinaer geenen heerschappie geven over den
anderen. — Onse sijnodus ordonneert art. 78, dat geen dienaer over den
anderen niet en sal heerschappie voeren. Daerom is behoorlijck, dat in
classicale regeringe den eenen dienaer soo wel als den anderen sal gekent
syn ende niet eenigen alleen het altijt stemmen ende ordonneren over den
anderen in de hant gegeven en worde 4 j.
Alle lidtmaten des classis moeten comen tot de classe. Alle dienaers des
woorts syn lidtmaten des classis. Daerom moeten alle dienaers des woorts
tot de classe comen , opdat men het corpus der classe. niet en berooft van
een goet deel sijnder leden 4 ).
4. Sij dragen ooc gelijckelijck die lasten des classis. — Alle die geljjckclijck
de lasten des classis moeten dragen, moeten ooc als lidtmaten des classis
') „Eerst" ontbr. in DD en LL. ') „int" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft
„niet". *) „des geloofs" ontbr. in DD. *) De alineas „Onse synodus — worde" on
„Alle lidtmaten — leden" komen in DD en LL in omgekeerde volgorde voor.
80
op deselve pcrsoonelijck gckcnt worden , opdat [niemand] in sijn absentie sondcr
sijn weten ende tegen bchooren geen lasten opgedrongen en werden, maer
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve
gekent werden.
5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelt/ck geweest ende op veel ander
plaetsen. — Hierbg gevoecht het oude gebruijck in alle classe van Zeelant,
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der
Palsgraefsche kercken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t
stichtelijck ende profitelijck is bevonden.
6. Den gearresteerde si/node heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo
hierover in de classe van der Goes l ) (soo wij anders wel onthouden heb-
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sij node
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck,
in alle hare dassen onderhouden , wel duijdelijck verclaert , dat 2 ) niet
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen-
gaende wilden duijden) maar moer na gelegen theijt op den classis souden
verschijnen , ende is daerom dienvolgens s ) ettelijcke jaren sonder eenich
tegenspreken gecontinueert worden. Daerbij ooc te bemercken staet, dat
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluyt, maer
vervattet alle dienaren der kercken in Zelant, in dewelcke doe der tijt
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest,
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren.
Cap. 3 4 ).
Swaricheden ende ongerijmtheden, soo alle dienaers in classe
niet en comen en stemmen.
1. Soo sullen de dienaers van malcanderen vervremden. b ) — Gelijck uijt dese
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer blijckt, hoe nootsukelijck ende
profitelijck die stemmelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsij
kerckelijck oft politijck seer sorgelyck is een oudt gebruijck, bij twelcke
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt-
heden volgen, geleek ooc uijt dese nieuwiche^jt aengaende het ujjtsluijten
veelcr oude ende bequaeme dienaren ujjt de classicale vergaderinge te
duchten is.
') „der Goes" DD heeft „den Haag." *) „dat „DD en LL hebben „dat zv verstaat,
dat." ») „dienvolgens" on tbr. in DD. *) H iernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen".
Ook dit ontbr. in DD. In LL staat het naast het volgende art. *) Dit marg. staat
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort
81
2. Een dienaer soude mogen besluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*).
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen,
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, nietbequameljjck
connen te samen comen daninclasse, daer sij met onderlinge vrintschap ende
liefde van alle kerckeljjcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 5 ) on se
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude
gebrugck te erinneren ende te behouden, als blijckt b|j de acta classis anno
1589 den 6 en Mert, art. 2. — '
Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het ende
andere kerckelijcke saken, in dassen voorvi dhant
soude gegeven worden, die sonder voorga n sijn
mededienaren alleen 6 ) sijnde sal ramen s met
eenige jonge aencomende ende dienvolgens varen,
tgene dat alle die andere, die te huijs ge f »denen,
hun daertoe moverende, niet en sullen c<j 3n hun
nochtans als aen een besluijt des classis t J
3. Dwelch de ordre 7 ) daerna sullen oni :s te be-
dencken, dat die andere dienaers, in de i op sijn
beurte sullen dat trachten met haer redé^w- / 5 andere
besloten hadden, ende alsoo sal in de classe al taer tegen altaer, canon tegen
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots
synde soude connen bewijsen geschiet te syn.
[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert kannen besloten
werden.] 9 ) — Alsoo de ervarentheyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken maer ooc ten deele des landts welstant
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groote gemeenschap hebben) ,
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelij ck soude mogen voorgenomen
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben.
5. De absenten souden onwetende syn % waerop de besluytinge des classis
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis sijnde, moeten wetenschap
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen,
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront,
opdat sij die des noot sijnde be schei de lij ck conden verdedigen ende met
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren
') „besluijten", LL heeft „ijet besluy ten". a ) „collegie' 1 LL heeft „collegae". «) Dit
marg. staat in LL bij de volgende alinea „Tis ooc enz." 4 ) „somwijle" ontbr. in DD.
*) „heeft" ontbr. in DD. *) „alleen" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „alle w .
') „ordre" LL heeft „andre". ") „met haer redenen" ontbr. in DD. ") Dit tusschen [ ]
geplaatste marg. ontbr. in onzen cod. en is overgenomen uit LL. ,0 ) „niet" ontbr. in DD,
Acta syn. provinc. V. 6
80
op deselve persoonelijek gckent worden, opdat [niemand] in sijn absentie sonder
sijn weten ende tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer
alle dienaren des classis werden persoonelijek met die lasten des classis
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve
gekent werden.
5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander
plaetsen. — Hierbg gevoeebt het oude gebruijck in alle classe van Zeelant,
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der
Palsgraefsche kereken, bij denwelcken aller dienaren t samen comste al tij t
stichtelijck ende profiteljjck is bevonden.
6. Den gearresteerde s t/node heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo
hierover in de classe van der Groes x ) (soo wij anders wel onthouden heb-
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sij node
ge w ach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siend e op het oude gebruijck,
in alle hare dassen onderhouden, wel dujjdelijck verclaert, dat 2 ) niet
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen-
gaende wilden duijden) maar meer na gelegen theijt op den classis souden
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbij ooc te bemereken staet, dat
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer
vervattet alle dienaren der kereken in Zelant, in dewelcke doe der tijt
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest,
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren.
Cap. 3 4 ).
Swaricheden ende ongerijmtheden, soo alle dienaers in classe
niet en comen en stemmen.
1. Soo sulien dediemursvanmalcanderenvertfremden. b ) — Gelijck u\jt dese
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer blijekt, hoe nootsakel\jck ende
profitelrjck die steminelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in aüe regeringe tsy
kerckelgck oft politijck seer sorgelijck is een oudt gebruijck, bij twelcke
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt-
heden volgen, gelijck ooc ujjt dese nieuwicheyt aengaende het uijtsluijten
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te
duchten is.
■) „der Goes" DD heeft „den Haag." *) „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat,
dat." a) „dienvolgens" ontbr. in DD. *) Hiernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle versohynen".
Ook dit ontbr. in DD. In LL staat het naast het volgende art *) Dit raarg. staat
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort
J
81
2. Een dienaer soude mogenbesluijten 1 ), twelck syn coUegie*) niet en sullen toestaen*).
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen,
dewelcke, dewijle sij verre van eensomwgle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck
connen te samen co men daninclasse, daer sg met onderlinge vrintschap ende
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) onse
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude
gebruijck te erinneren ende te behouden, als blijckt bjj de acta classis anno
1589 den 6 en Mert, art 2.
Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het oordel aengaende de leere ende
andere kerckeljjcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sgn
mededienaren alleen *) sijnde sal ramen ende beslui) ten , dickwils met
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren, ;
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen, I
hun daertoe moverende, niet en sullen connen toestaen, daeraen men hun
nochtans als aen een besluijt des classis sal willen binden.
3. Dwelck de ordre 7 ) daerna sullen onsluijten. — Staet dan wejjders te be-
dencken , dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elck op sijn
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onsluijten, tgene de andere
besloten hadden , ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots
synde soude connen be wij aen geschiet te syn.
[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert konnen besloten
werden.~\ 9 ) -. — Alsoo de ervarenthoyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken maer ooc ten deele des landts weistan t
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groo te gemeenschap hebben) ,
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadeljjck soude mogen voorgenomen
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben.
5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluyUnge des classis
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis synde, moeten wetenschap
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen,
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sijn gegront,
opdat sij die des noot sij d de be scheid el ij ck conden verdedigen ende met
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren
') „besluijteiT, LL heeft „ije* * * ' " * ~ ,, ~ J s ~' T .L heeft „collegae". ») Dit
marg. staat in LL bij de voJ „somwijle" ontbr. in DD.
») „heeft" ontbr. in DD. *) Onze cod. heeft „alle".
') „ordre" LL heeft „andr DD. *) Dit tusschen [ 1
geplaatste '*- ir '•) „niet" ontbr. in DD.
Act 6
80
op desclve persoonelijck gckcnt wordon , opdat [niemand] in sgn absentie sonder
sijn weten cnde tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve
gekent werden.
5. Het w alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander
plaetsen. — Hierbij gevoecht het oude gebruijck in alle classe van Zeelant,
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der
Palsgraefsche kercken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t
stichtelijck ende profitelyck is bevonden.
6. Den gearresteerde synode heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo
hierover in de classe van der Goes *) (soo wij anders wel onthouden heb-
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sijnode
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck,
in alle hare dassen onderhouden, wel duijdelijck verclaert, dat 2 ) niet
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen-
gaende wilden du ij den) maar meer na gelegen thegt op den classis souden
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbjj ooc te bemereken staet, dat
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer
vervattet alle dienaren der kercken in Zelant, in dewelcke doe der tij t
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest,
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren.
Cap. 3 4 ).
Swaricheden ende ongerijmdheden, soo alle dienaers in classe
niet en comen en stemmen.
1. Soo sullen de dienaers van malcanderen vervremden. 6 ) — Gelijck uijt dese
voorgestelde ende diergelycke redenen meer blijekt, hoe nootsakeljjck ende
profitelijek die stemmelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsjj
kerckelijck oft poli tij ck seer sorgelyck is een oudt gebrujjck, bij twelcke
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt-
heden volgen, geleek ooc uyt dese nieuwicheijt aengaende het uijtslugten
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te
duchten is.
') „der Goes" DD heeft „den Haag." ») „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat,
dat." 3) „dienvolgens" on tbr. in DD. <) Hiernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen".
Ook dit on tbr. in DD. In LI, staat het naast het volgende art. s ) Dit marg. staat
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort
81
2. Een diender sonde mogenbesluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*).
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen,
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck
connen te samen comen dan in classe, daer sij met onderlinge vrintschap ende
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) on se
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude
gebruijck te erin neren ende te behouden , als blijckt bij de acta classis anno
1589 den 6" Mert, art 2.
Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het oordel aengaende de leere ende
andere kerckelijcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sfjn
mededienaren alleen *) sijnde sal ramen ende beslui) ten , dickwils met
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren, ;
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen, i
hun daertoe moverende, niet en sullen connen toestaen, daeraen men hun
nochtans als aen een beslui] t des classis sal willen binden.
3. Dwelck de ordre 7 ) doerna sullen onsluijten. — Staet dan wejjders te be-
dencken, dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elckopsijn
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onslujjten, tgene de andere
besloten hadden, ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots
synde soude connen bewijsen geschiet te syn.
[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert konnen besloten
werden.'] 9 ) ■■ — Alsoo de ervarentheyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken raaer ooc ten deele des landts welstant
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groote gemeenschap hebben) ,
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelijck soude mogen voorgenomen
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo
soude die onnosele moeten dragen, tgene sjj niet verschuit souden hebben.
5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluytinge des classis
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis synde, moeten wetenschap
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen,
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront,
opdat sij die des noot sijnde be schei delijck conden verdedigen ende met
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren
') „besluijten", LL heeft M ij e * *— ' — "
marg. staat in LL bij de vo'
») „heeft" on tbr. in DD. *)
») „ordre" LL heeft „andr
geplaatste mar&_oiitbr. ir
Act
' LL heeft „collegae". ») Dit
N „somw\jle" ontbr. in DD.
Onze cod. heeft „alle".
DD. •) Dit tusschen [ ]
'•) „niet" ontbr. in DD.
6
80
op deselve persoonelijck gekcnt worden , opdat [niemand] in sjjn absentie sonder
sijn weten ende tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve
gekent werden.
5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander
plaetsen. — Hierbij gevoeebt het oude gebruijck in alle classe van Zeelant,
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der
Palsgraefscbe kereken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t
stichtelijck ende profitelijck is bevonden.
6. Den gearresteerde synode heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo
hierover in de classe van der Groes x ) (soo wij anders wel onthouden heb-
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde s ij node
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck,
in alle hare dassen onderhouden, wel duijdelijck verclaert, dat 2 ) niet
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen-
gaende wilden duijden) maar meer na gelegen theijt op den classis souden
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbij ooc te bemereken staet, dat
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer
vervattet alle dienaren der kereken in Zelant, in dewelcke doe der tijt
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest,
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren.
Cap. 3 4 ).
Swaricheden ende ongerjj mtheden , soo alle dienaers in classe
niet en comen en stemmen.
1. Soo sullen dediencursvanmafoanderenvervremden.*) — Gelijck uijt de se
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer bljjckt, hoe nootsakelijck ende
profitelijck die steminelijcke verschijninge aller dienaren in classe sjj, alsoo
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsjj
kerckelijck oft poli tij ck seer sor gelijck is een oudt gebruijck, bij twelcke
men sich wel bevonden heeft , te veranderen endo eenige nieuwicheden in te
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt-
heden volgen, gelijck ooc ugt dese nieuwicheijt aengaende het uijtsluijten
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te
duchten is.
') „der Goes" DD heeft „den Haag." ») „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat,
dat." a) „dienvolgens" ontbr. in DD. *) Hiernevens staat nog aange teekend: ,.Soo nu
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen".
Ook dit ontbr. in DD. in LL staat het naast het volgende art. ') Dit marg. staat
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort
81
2. Een dienaar soude mogenbesluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*).
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen,
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck
connen te samen comen dan in classe , daer si) in et onderlinge vrintschap ende
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) onse
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude
gebrnijck te erin neren ende te behouden, als blijckt bij de acta classis anno
1589 den 6 en Mert, art 2.
Tig ooc vremt ende sorgelgck, dat het oordel aengaende de leere ende
andere kerckelijcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sjjn
mededienaren alleen 6 ) sijnde sal ramen ende besluijten , dickwils met
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren,
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen,
hun daertoe moverende, niet en stillen connen toestaen, daeraen men hun
nochtans als aen een besluit des classis sal willen binden.
3. Dwelck de ordre 7 ) daerna sullen onsluijten. — Staet dan weijders te be-
dencken, dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elckopsijn
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onsluijten, tgene de andere
besloten hadden , ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots
synde soude connen bewgsen geschiet te syn.
[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert kannen besloten
werden.] 9 ) ? — Alsoo de ervarenthoyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken
voorvallen, niet 10 ) alleen de kereken maer ooc ten deele des landts welstant
rakende (gemerekt dese twee met malcanderen groo te gemeenschap hebben) ,
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelij ck soude mogen voorgenomen
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben.
5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluytinge des classis
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis sijnde, moeten wetenschap
ende kennisse hebben niet simpeljjck van die besloten acten der classen,
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront,
opdat sjj die des noot sijnde bescheidelijck conden verdedigen ende met
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren
~\
j
') „besluijten", LL heeft „ijet fc-«i«v*-«».
marg. staat in LL bij de vo T
•) „heeft" ontbr. in DD. *>
') „ordre" LL heeft „and r
geplaatste marg. ontbr. v
Act
' LL heeft „collegae". ») Dit
N „somwyle" ontbr. in DD.
Onze cod. heeft „alle".
DD. •) Dit tusschen [ ]
") „niet" ontbr. in DD.
6
88
waerseggen, midtsgaders het besoecken der afgestorven heijligen in bedevaert
dwelcke in sommigen plaetsen noch gebruijckelijck is, mochte geweert
worden.
Sal dit den heeren Staten werden voorgedraghen om hiertegen bjj
naerder placaet te voorsien.
Alsoo de bevestinge des houwelicx voor de kercke geschiet met gebed t
over de contrahentes als over bontgenoten , ende de ongedoopte (als niet
hebbende ontfangeu het teecken des verbonds> voor geen bontgenoten in de
christelicke kercke, soovele het vuyterljjcke teeken aengaet, gekend t en
worden ende dienvolgens niet kerckelick en konnen in den houwelicken
staet ingesegent worden, dat mijn E.E. heeren believe om der quaetwilliger
wille hierin haer autboriteijt te gebruycken ende den kerckendienaren met
placate ofte andersins de handt te bieden.
Is verstaon voor dese tij t alsnoch hier niet te noveren.
Dewijle het zeer ergerlick is, dat in Godts kercke het houwelick werdt
ingesegent tusschen personen, die met malkanderen in overspel geleeft
hebben, ende de sijnodus geern zaege, dat sulcx geweert wierde, dat mijn
E.E. heeren believe daerop eenich oirdre te stellen tot meei*ste stichtinghe
der kercke ende weghnemen velerleg zwarichcden, die daerwt konnen volgen.
Sal dit poinct den heeren Staten werden voorgedragen.
Angaende de personen, die men om wettelicke oirsaken weijgert binnen
tslands te trouwen ende, buyten tslandts treckende, bij papen ofte andere
personen onwettelick ende heijmelick tzamenghevoeght werden, werdt ver-
socht, dat het placaet van policic dienaengaende mochte onderhouden werden.
En is hierop niet geresolveert.
Alsoo voordesen in sjjnodo , ter Goes ghehouden , is verordonneert te
versoecken ordonnantie aengaende eenighe casus matrimoniales ende dat
daerop tot noch toe niet eijndelick en is gedaen, werden mijn E.E. heeren
wederomme van deses sijnodi wegen versocht daerop te letten ende ordon-
nantie te maecken, naerdat zij sullen bevinden te behooren.
En is alsnoch hierop niet geresolveert.
Casus matrimoniales, daerop ordonnantie ende verklaeringhe
versocht werdt, gestelt wt last des sijnodi, ter Goes gehouden.
Hoe men handelen zal int ondertrouwen van personen, die wt vremde
landen kommen ende verjaecht sijnde, door dongelegentheydt des tijts niet
en connen doen blijcken, dat sy vrij zijn.
Op de navolgende aengetoghen artickelen is alnoch niet gheresol veert
Dewjjle het houwelick tusschen broeders ende susters kinderen verschey-
89
dentlick ende toegelaten ende verboden werdt, of het niet goet en ware
daervan een wtgedrnckte ende generale weth te maecken.
Off degene, die eenighe dochters teghen den danck van haerer onderen
ofte vooghden wechvoeren ende in Hollandt ofte elders van papen of derge-
lgcke personen getrouwt werden, niet hooger dan met een geltboete be-
hoorden gestraft te worden, ende off sulcke onordentlicke tsamenkomsten
voor wettelicke honwelickheden ende de kinderen, alsoo geprocregeert, voor
wettigh te honden srjn.
Off een man trouwen mach de weduwe van zijnen zwager ende een
vrouwe den weduwaer van harer zwagerinne.
Off een man soude moghen trouwen de nichte van de vrouwe, daer hg
mede geboeleert heeft, ende off een vrouwe mach trouwen den neve van
den man, die met haer gheboeleert heeft.
Wat ordre men houden zal in het ondertrouwen dergener, die van niercke-
licken ongelijcken ouderdom zgn, ende insonderheyt wanneer de vrouwe
10, 12, 20 etc. jaren ouder is dan den man.
Hoe men hem houden zal in houwelicken van personen , die seggen , dat
sij eenen merckelicken fcgdt van haere ehegade sijn verlaeten geweest.
Off een man, die om overspel, bij hem begaen, van sijn huysvrouwe
wettelijck ghescheyden is, met een ander vrouwe trouwen mach, et vice versa.
Hoe een man, die, int contracteren van houwelicke bedrogen sgnde, be-
vindt, dat hij een bastart heeft voor een echte, item een hoere voor een
maecht etc., handelen zal; ende van ander dergelijcke bedrogh reciproce, tsg
in qualitate personen ofte andersins.
Off een vooght ofte de sono of dochter van den vooght mach trouwen
de weese, daer hg vooght aff is.
Onderst ondt :
Actnm ten Rade int Hoff van Zeelandt tot Middelburgh
den XI1I CI1 Januarij 1604.
Mg present, B. de Jonghe.
Acte van de ghecommitteerde der 3 c lassen ,
Walcheren , Schouwen ende Tholen y bes toot en op
den xv en Julij 1608 binnen Middelburch , preside
Hermanno Faukelio ende scriba Gers. Bucero.
Overmits de classe van der Goes nagelaten heeft, eenighe wt haer te com-
mitteren om over de stucken, haer aangeschreven, met de ghecommitteerde
90
der andere respective dassen tzamen te handelen , ende dat volgens de ver-
gaderinghe, niet vol zynde, niet en heeft connen beramen noch besluyten in
de zaecken, haer belast, zo ist voor goet gevonden , opdat dese byeencompste
gantsch niet vruchteloos en zoude wesen ende zoude moghen tot eenen
goeden ende ghewenschten eynde ghebracht worden, dat dezelve van hier
ge transporteert worde. naer der Goes, ten eynde dat aldaer de zaecken, den
voorsz. ghecomraitteerden der dassen belast ende opgelecht, gelyckelick
zouden mogen voorgenomen worden.
Den XVII** Jnljj.
De voorgemelde ghedeputeerde , verschenen zynde voor de classe van der
Goes ende versocht hebbende, dat dezelve wt haer 3 personen deputeren
zoude om in tzamenhandelinghe met hen te comen, ende antwoorde ghecre-
ghen hebbende, dat sy niet en verstout tot zodanighe extraordinaire byeen-
compste ymand af te veerdighen (hoewel dezelve hier te vooren ettelicke
mael is gebruyckt geweest), verclarende evenwel goede genegentheyt te hebben
om de ordinaire byeencompste des particulieren synodi te bevoorderen , zo ist
dat de broederen, opdat sy niet gantsch sonder vrucht en souden scheyden
ende in alle goede correspondentie met malcanderen volherden, tzamen goet-
gevonden hebben te arbeyden tot de vercryginghe van eenen particulieren
synode, mits dat sy zullen hare dassen respectivelick poogen te beweghen
om in de byeencompste des voorsz. synodi te be willighen ende daertoe
eenen wt elcke classe te committeren , welcke vyere (des noot zynde), om ten
spoedichsten de zaecke te bevoorderen, desen extraordinairen wech zouden
mogen ingaen : te weten den E. heeren Raden met den eersten te vertoonen
den hoochdringhenden noot zulcker synodale vergaderinghe ende wat de vyer
dassen diesaengaende geresolveert zullen hebben, alsoock hare E. te bidden,
dattet hen believen zoude eenighe wt de haren te committeren, terwelcker
overstaen de voorgemelde synode gehouden zoude worden.
Actum als boven binnen Middelburch.
Hermannus Faukelius, praeses hujus conventus.
Gebson Buceküs, cjusdem conventus scriba *).
') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig.
91
Handelinghen des provincialen synodi van Zee-
land, gehouden met authorisatie der E. M. heeren
Staten van Zeeland binnen de stadt van der Ver e ,
begonnen op den 1 7 Meye ende geeyndicht op den
27 derselver maendt desjaers 16 10, ten overstaen
van de E. heeren Steven Tenijs ende mr. Johan
Huyssens, raden der E. M. heeren Staten van
Zeeland, hiertoe spe cia lick gecommitteert.
Naer de aenroepinghe des goddelicken naems, gedaen by den dienaer
der plaetse, hebben de E. heeren gecommitteerde raden Steven TENYsende
mr. Johan Huyssens tot oopeninghe des synodi voorgedragen de resolutie
der E. M. heeren Staten van Zeeland over het houden deser byeencompste
mitzgaders het last, hen van den voorsz. heeren tenzelven aensiene opgeleyt,
overleverende tot confirmatie van dien extract wt derzelver notulen, het-
welcke verclaerde haerder E. goetvinden ende resolutie, waerdoor dese
byeencompste des synodi ingewillicht ende gheaccordeert wort. Was oock
daerby gevoecht een extract wt de notulen der E. heeren Gbecommitteerde
Raden, ordonnerende de plaetse der voorsz. vergaderinghe binnen de stadt
van der Vere ende den tydt op den 15 Meye ende committerende de voor-
noemde E. heeren raden om die te assisteren. Ende syn dese in zulcken
aensien met sonderlinghe welgevallen ende verblydinghe der broederen ont-
fanghen , dewelcke God danckten , dattet Hem belieft hadde de herten harer
overicheden tot de versorginghe der kerckelicke zaecken te bewegen.
Daerna syn den er eden tien der 4 respective classes gelesen ende voor
weerdich aengenomen. Met dezelve syn verschenen:
wt Walcheren:
Gillis Bubsitts ende Gebson Buceküs, dienaren des goddelicken woord s
van Middel burch ende Vere, met de heeren Jan Vet ende Niclaes Sael,
ouderlinghen van Middelburch ende Arnemuyden;
wt Schouwen:
Henrycu8 Brand ende Johannes Tayus, dienaren des goddelicken woords
binnen Zierickzee ende Brouwershaven, met Tobias Damman, dienaer des
goddelicken woords in Nieuwerkercke , maer verschynende in de plaetse
van eenen ouderlinck, ende Jason Janszen , ouderlinck der gemeynte Christi
binnen Zierickzee;
92
wt Suytbeveland :
Phixippus Lansbergius ende Lodowyck Ver veste, dienaren des g. woords
ter Goes ende te Cruninghe, met mr. Jacobus Peckiüs ende Heyndryc
C abels, ouderlinghen van der Goes ende van Weerden;
wt Tholen;
Johannes Pantinus ende Gerardijs Schepemüs, dienaren des goddelicken
woords binnen Tholen ende Vosmar, met Thomas Rozeboom, dienaer des
goddelicken woords binnen Poortvliet, maer als ouderlinck verschynende ,
ende Joachimus Liëns, ouderlinck tot Sinte Martensdyck.
Cap..l.
Historiale acten des synodi.
Hiernaer is door het meeste deel der stemmen vercooren tot praeses
synodi Gillts Bursius, tot assessor Philippus Lansbergius, tot scriba
Gerson Bucerus.
De acten des voorgaenden synodi, gehouden binnen ter Tholen, syn gelesen.
Is oock het zegel des synodi overgelevert.
Henrycus Brand ende Hermannus Faukeel , ghedeputeerde des lestvoor-
gaenden provincialen synodi , binnen ter Tholen gehouden , synde gelast
geweest wt den name deszelven synodi eenighe poincten te versoucken aen
de E. Ghecommitteerde Raden, hebben ingebracht rapport van tgene by
hen ghedaen is, mitsgaders de originale apostillen, hen door de voornoemde
heeren verleent op hare voorghestelde versoecken ende gegeven op den 13
Januarij des jaers 1604, onderteeckent de Jonghe. Ende is goetge vonden
de voorsz. ghedeputeerde midsdesen te ontslaen van haren last ende te
bedancken voor haren ghetrouwen dienst.
Van weghen de kercke ende plaetse van Oosterland syn met credentie
alhier op den 18 Meye verschenen Daniël Heyndrycs Slatius, bedienaer
des g. woords aldaer, ende Jacob Holleman, secretaris, verclarende hen
beswaert te vinden over zeeckere ordonnancie harer respective classe, waer-
door hen opgeleyt was op de sabbathen niet te doopen noch te trouwen
des voormiddaechs, maer alleene des namiddaechs , zynde nochtans zoodanich
besluyt harer classe naer hun oordeel by hen niet stichtelick noch te prac-
ticabel , ende volgens van dezelve ordonnancie op den synodum gheappelleert
hebbende, versochten tot eyndinghe hares gheschils het oordeel deszelven.
Waerop goetgevonden is, dat de acte, van dewelcke sy geappelleert
hebben, hier zoude vertoont ende geexhibeert wordon, ten eynde dat men
alsdan rypelyck ende ten vollen op de zaecke letten mochte. Volgens dit
besluyt is de voorsz* acte op den 22 dach deser maendt den synodo over-
93
gelevert, waerop geresol veert is, hetgene begrepen staet in de antwoorden
des synodi op eenige voorgestelde vragen , cap. 4 in de 5 antwoorde.
Joos van Laren ende Nicolaus Olivarius, dienaren des goddelicken
woords, vergeselschapt met Daniel Leynszen, ouderlinck van Vlissinghe,
hebben op den 17 Meye versocht over zeeckere stucken van den synodo
gehoort te worden. Waerop hen voor antwoorde gegeven is, dat se,
credentie van hare kercke overgelevert hebbende, oopeninghe zonden mogen
doen van zulcs, als sy particulierlyck buyten de gestelde gravamina hadden
te vertoonen. Ende bijaldien sy yets hadden tegen de advysen der grava-
mina der classe van Walcheren genomen, dat se oock daerover hen voor
dese vergaderinghe zouden verclaren mogen, hiertoe nemende den tydtvan
twee dagen wterlick, om alsdan hare beswaernissen met de redenen derzelver
schriftelick in te brenghen ende hierenboven noch mondelick gehoort te
worden, behoudens dat sy dan vertreckende verwachten zonden het oordeel
des synodi. Ende wort voor alsnu dit zoo toegelaten om beteren wille,
mids dattet in consequentie niet getrocken en worde.
De ghedeputeerde der kercke van Vlissinghe syn op den 19 Meye voor
den synodo wederom verschenen, mitbrenghende credentie hares kerckenraeds,
ten eynde dat se dese vergaderinghe voordragen souden het gravamen van
het gelyckstemmen der kercken in de classicale vergaderinghe door eenen
minister ende eenen ouderlinck , mitzgaders om de advysen ende bedenckinghen
hares kerckenraeds op zeeckere gravamina der classe van Walcheren aen te
dienen, hetwelcke naer de voorgaende ordonnancie deses synodi niet alleene
schriftelick van hen gheschiet is , maer is hen oock daernaer de mondelicke
verclaringhe toegelaten. Hetwelcke van hen gheschiet zynde, syn op den
22 Meye vertrocken, bedanckende de vergaderinghe, dat se henzoolanghe
ende geduldelick gehoort hadden.
Op den 24 daernaer is Abraham van der Myl in dese byeencompste
verschenen, versoeckende , dat in het different , tusschen den kerckenraet van
Vlissinghe ende hem hier te vooren opgeresen , mochte door den synodum
met goeden raet voorsien worden, ten eynde dat hg in syn recht ende in
synen dienst weder gerestitueert wierde, ende indien immers zulcs by die
van Vlissinghe niet en conde te wege gebracht worden, dat het dan der
vergaderinghe believen zoude eenen wech wt te vinden, waerdoor hy in
syne eere gerepareert ende voor alle schade verhoet mochte werden. Daer-
enteghen door Nicolaum Olivarium ende Joüocum Laretium, vergeselschapt
met eenen anderen ouderlinck Cornelis Leynszen, is wt den name hares
kerckenraeds versocht , dat men in desen handel niet en soude treden ,
gemerckt deselve den E. magistraet der stede Vlissinghe mede aangaet,
94
verclarende, zoo men evenwel daerin trade, dat se zonden begeeren haer
reces tot hare E. magistraet te nemen. Hierover is by den broederen des
synodi raetsaem gheoordeelt , dat men om redenen in den voorsz. handel ten
principale niet en sonde c om men, maer wel de reparatie van Abrahami Milii
eere voornemen ende versorghen. Ende is tot zulcken eynde den ghedepu-
teerden van Ylissinghe afgevraecht , of sy gesint waren den voorsz. Abraham
zulcke attestatie te geven van leere ende leven, met dewelcke hy bequa-
melick zonde connen verplaetst werden. Ende overmits de voorsz. broederen
excipieerden geenen last te hebben van haren kerckenraedt yet hiervan voor
te dragen doch hoope gevende van harentweghe, dat de atttestatie niet en
Boude geweygert werden, ende verclarende, dat se in haer bysonder niet
en hadden tegen den persone Milii voorsz. ten aensiene van syne leere ofte
leven, hoewel niet verstaende, dat door dese hare verclaringhe de kercken-
raedt van Vlissinghe zonde geprejudiceert worden , is hen door den synodum
belast , dat se tot hare principale wederkeeren souden ende met die handelen,
ten eynde sy ooc dergelycke ghetnygenisse schriftelick Abrahamo ver-
leenen wilden ende de synodns goede bequaemheyt hebben mochte om ,
sonder int stnck ten principale te treden , Abrahamo Milio volgende syn
redelick versoeck te assisteren. Is daeren boven hen opgeleyt by schrifte te
stellen hetgene sy aengaende de bedeelinghe der classe van Walcheren , van
hen ende sommighe andere kercken, namen tlick Oosterzonburch , Condekercke
ende Beekercke , versocht , den synodo hadden te vertoonen.
Op den 26 ,ten is door den ghedeputeerden van Vlissinghe het beworp
der attestatie, by haren kerckenraedt Abrahamo Milio te geven, den synodo
geexhibeert, dienende ten deele om Abraham van Mtle te rechtveerdighen ,
ten deele om hem by alle verstandighe alleene wt tgeruchte verdacht te
maecken. Volgens heeft de synodns gheoordeelt, dat de attestatie onvol-
commen was ende niet genoechsaem om de verplaetsinghe Abrahami Milii
te bevoorderen, vindende dese maniere van doen zeer vreemdt ende on-
christelick, niet alleene omdat zoodanich ghetnygenisse contrarieerde het
mondelick ghetnygenisse der gesanten voorsz. maer oock het geschreven
getnygenisse zelve. Ende naerdien sy verclaerden anders geenen last te
hebben, is hen van den synodo opgeleyt, dat sy sich wederom tot hare
principale vervoegen souden ende op den volgenden dach, wederom tot de
vergaderinghe keerende, met volcommen last souden syn voorsien om in
dese hare saecke tot de volle afhandelinghe voort te gaen, sonder hiernaer
eenich nieuw reces tot haren kerckenraet te nemen, gemerct het de ver-
gaderinghe ongelegen was langer hiermede opgehouden te worden. Syn
oock ernstelick vermaent geweest, dat se by hare principale aerbeyden
souden om het versochte ghetnygenisse in simplici forma te vercrygen
95
met nalatinghe der exceptie, in dat beworp ghestelt, dewelcke gewach
inaecte van de quade geruchten, tot nadeele van Abrahami Milii goeden
name over sommighe jaren opgeresen.
Hierop de voorsz. gesanten te huys ghetrocken ende op den ghestelden
dach voor de syuodo verschenen synde, hebben het voorighe beworp met
hen ghebracht, vervatende in plaetse van tgene de synodus gheoordeelt
hadde nagelaten te moeten syn ende by dezelve gesubreguleert was, zoo-
danighe exceptie, dewelcke niet alleene hetzelve medebrachte, dat in het ge-
subreguleerde vervaet was, maer oock noch meer mochte dienen tot Abrahami
nadeel. Hierom heeft de synodus zoo door haerzelven als door 3 gesanten aen
de ghedeputeerde van Vlissinghe versocht ende hen vermaent, dat de
voorsz. exceptie mochte wechgenomen ofte ten minsten versoet worden,
waerop sy verclaert hebben, dat sy zulcs niet en vermochten, alsoo het-
zelve hen van hare E. magistraet verboden was, doende dit blycken met
eene zeeckere acte, in Wet ende Baet der stadt Vlissinghe gepasseert den
27 Meye ende van den synodo gesien. Overzulcs de synodus, op alle de
voorsz. handelinghen des kerckenraeds van Vlissinghe neerstelick ghelet
hebbende, en can niet nalaten midsdesen voor alle kercken Chrisü in
Zeeland, wt wekkers name sy vergadert is, te betuygen, dat de kercken-
raedt van Vlissinghe qualick heeft gedaen, alsoo den synodum vele dagen
op te houden ende in haer goet voornemen te verhinderen, oordeelende
tegen de leere 1 Tim. 5. 19 te stryden, dat sy op geruchten alsoo tegen
eenen leeraer beschuldinghe aennemen, dat sy hem daerom eene simpele
attestatie weygeren, gelyck hetzelve oock strydt tegen de gearresteerde
kerckenordeninghe articulo 71, ende dat beyde streckt tot nadeel van den vrede
der kercke ende policie, dewelcke door de versoen te accommodatie conde
ghetroffen worden. Insonderheyt oordeelt de synodus onbehoorlick ende de
kercke ende de policie schadelick te wesen , dat de kerekenraedt van Vlis-
singhe haer in eene pure kerckelicke zaecke tegen s den synodum met de
authoriteyt der poliiycke overicheyt behelpt. Voorder oordeelt, dat
Abbahamus Mylius in de kercke van Vlissinghe by provisie zal tot den
avontmale toegelaten worden ende dat hem dadelick eene simpele goede
attestatie worde gegeven om bequamelick ten dienste te mogen commen
ende verplaetst te worden. Ende is dit oordeel des synodi hen wt het
schrift voorgelesen.
Cap. 2.
Acta des synodi, verclarende eenighe artickelen onser kerc-
kenordeninghe etc.
I.
Het goetduncken ende advys der classe in den 3 ende 4 art. derghearres-
teerder kerckenordeninghe wort van den synodo aldus wtgeleght , dat de
96
Kerckenraet wel zal mogen vryelick delibereren ende raetslaen over de ver-
kiesinghe eenes dienaers, doch dat se tot geene beroepinghe zal mogen
voortgaen ofte dienaengaende met den vercoorenen jet handelen, vooraldat
de classe daervan kennisse genomen ende oordeel gegeven hebbe, naer
hetwelcke de kerckenraedt haer zal hebben te reguleren.
n.
Tot verclaringhe van den 5 art., raeckende het ghebedt, hetwelcke inde
verkiesinghe der predicanten ghedaen wort, is goetgevonden, dat men het
oude gebruyck zal volgen , hoewel het vry zal syn het vasten by het bidden
te voeghen, ende de ghemeynte, tot vyerighe ghebeden opgescherpt zynde,
zal oock mogen tot het vasten vermaent werden, zonder nochtans dieshalven
ymand eenighe wet op te leggen.
m.
Door het voorweten des classis in den 7 art. wort verstaen, dat een dienaer
niet en mach zyne kercke verlaten om elders eene bequame beroepinghe
aen te nemen, tenzy dat de classis niet alleene wetenschap daervan hebbe,
naerdat hy verlaten is, maer oock oordeele, eer hy verlaten wort, of hy
zal verlaten worden ofte niet
im.
De kennisse ende het oordeel der classe, daervan in den 9 art. vermeit
wort, heeft dese meyninghe, dat de classe weten moet de redenen, om
dewelcke hem eenich dienaer tot eenen anderen staet des levens begeven
wilt, ende meteenen oordeelen van do gewiehticheyt derzel ver redenen , ten
eynde dat zoodanich oordeel gevolcht worde.
V.
Den on wille, daervan den 17 art. spreeckt, wort beschreven eene mero
kelicke ongesintheyt, in een groot deel der ghemeynte tegen haren kercken-
dienaer opgeresen om oorsaecken, die de afsettinghe niet en verdienen
ende om dewelcke men nochtans genegen is denzelven aldaer niet langer
te ghebruycken. Ende om zulcken on wille (als hij in eenighe gemeynte
tegen den kerckendienaer opgeresen is) govoegelick te weeren, de classis
zal alvooren ondersoecken , of den onwille gefondeert is ofte niet. Soo hy
geen fondament en heeft, de onwillige zullen door de classe onderwesen
werden, opdat se haer ongelyck verstaen moghen. Maer in gevalle datter
eenige merckelicke cause ware, die den onwille veroorsaecte , men zal die
poogen wech te nemen ende de onwillighe alsoo gerust te stellen. Doch
97
zoo dit niet en conde te weghe ghebracht worden, de classis zal de ver-
plaetsinghe voorderen, behoudens dat de kerckendienaer in synen vollen
dienst blyve, totdat hy verplaetst is.
VI.
Over den 28 artickel wort tot verclaringhe in ghebracht , dat degene , die
hem beclaeeht door de wtspraecke der mindere vergaderinghe verongelyckt
te syn ende hem tot eene meerdere beroept, bieren tusschen de wtspraecke
der mindere vergaderinghe zal onderworpen blyven tot an der 8 tont, dat
eene meerdere daervan oordeel wtgesproocken hebbe. Ende zal dese wtspraecke
voor vast ende bondich gehouden ende nagevolcht worden naer wtwysen
des artickels.
vn.
Tot verclaringhe van het 32 artickel wort geoordeelt, dat door het seggen
des classis, hetwelcke daerin vermeit wort, anders niet te verstane en sy dan
het besluyt derzelver, hetwelcke door de meeste stemmen goetgevonden is.
vin.
Gemerct in den 35 artickel gesecht wort, dat indekercken, daergeenen
kerckenraet en is, middelertydt by de classe gedaen zal werden, hetgene
anders den kerckenraet opgelecht is te doen , ende den synodo in bedencken
gegeven is, oft zulcs ooc niet en behoorde verstaen te syn van de plaetsen ,
daer geenen kerckendienaer en is maer alleene ouderlinghen ende diaconen ,
wort beslooten, dat de classe den kercken, welcker dienaer afghestorven is ,
zal mogen haren dienst, daertoe versocht zynde, bewysen, de kercke nochtans
in de absentie des ghedeputeerde der classe blyvende in hare behoorlycke
ende gewoonelycke vryheyi
IX.
Aengaende den 45 artickel, ordonnerende, dat de dienaren des woords, de-
welcke weygeren de Confessie ende den Catechismum te onder teeckenen, zullen
de facto van haren dienst by den kerckenraedt ofte classe opgeschorst worden ,
de synodus verstaet, dat het woordeken ,ofte' niet en moet alsoo genomen
syn , alsof de opschortinghe der kerckendienaren stonde by den kerckenraet
ofte de classe elck alleen ende afgesondert , maer dat se haer beyde gesament-
lyck toecompt achtervolghende het voorschrift ende de ordre , goetgevonden
in den 58 artickel der ghearresteerder kerckenordeninghe , welverstaende
nochtans dat de opschortinghe in de plaetse, daer geenen kerckenraet en
is, de classi alleene zal bevolen syn.
Acta syn. provinc. V. 7
98
X.
Belangende den tydt, door den 5 artickel der synode van der Goes gestel t
ende gheordonneert voor degene, die van een kerckelyck besluyt tot eene
meerdere vergaderinghe begeeren te appelleren, wort verstaen, dat de
ordonnantie vast blyven zal.
XI.
De wet des Thoolschen synodi , ordonnerende den tydt, in het hertrouwen
der weduwaers ende weduwen te onderhouden , zal blyven, welverstaende dat
den tydt van 6 maenden, voor het hertrouwen der predicanten gestel t,
meer voor eenen raet dan voor een bevel genomen zal worden.
Cap. 3.
Canones ofte regulen van den synodo ghestelt.
I.
Men zal , achtervolgende het besluyt des Thoolschen synodi , in de provincie
van Zeeland een synodus van heden in een jaer namelyck den 16 Meye
houden ende voort jaerlics, tot welcken eynde men zal versoecken, dattet
de E. M. heeren Staten believe desen regel door hare authorisatie te confirmeren.
II.
De zaecken , in den synodo te verhandelen , zullen voortaen niet in thesi
maer in hypothesi voorges telt worden, ende volgens zulcs, daer geene
hypothesis van en is, zal men in den synodum niet inbrenghen.
m.
Tot afhandelinghe der poincten, die int gemeene den dassen aengaen
doch voorvallen , eer de synodus jaerlics byeencompt, zal elcke classis extra-
ordinaerlyck twee dienaren des woords deputeren, in welcken gevalle de
classe synodael den anderen dassen zal hebben aen te schryven den noot
ende de redenen , vereyschende dese extraordinaire byeencompste, ende daer-
over hare deputatie te versoecken, noemende den tydt ende de plaetse der
vergaderinghe. Die hiertoe vercooren worden, zullen niet des synodi maer
des classis ghedeputeerde syn. Ooc en zullen sy niet vermogen yet anders
te verhandelen , dan daartoe sy specialyck gecommitteert ende gelast werden.
Van het verhandelde zullen sy met den aldereersten aen hare principale
rapport doen , om dan met goetvinden derzelver wt hare deputatie te scheyden.
Ende om soodanige byeencompste te effectueren zal wt den name deses
synodi van de E. Mog. heeren Staten versocht werden , dattet hare E. gelieve
die tot zulcken eynde, als voorseyt is, te authoriseren ende te ordonneren,
99
dat dezelve, zoo dicwils als sy geschiet, door eenige wt de E. heeren
Ghecommitteerde Raden, zynde lidmaten der ghemeynte, mochte gheassis-
teert worden.
nn.
Tegens de overtredinghe der wetten, die in de kerckenordeninghe ghe-
arres teert syn, zal men procederen naer de ordre van de kercke. Ende in
gevalle de classe niet en can de zaecke wtvoeren , men zal synen toevlucht
nemen tot den synodum naer wtwysen van den 59 artickel ofte , zoo desen niet
voorhanden en is , tot de extraordinaire deputatie der dassen, in den naest-
voorgaenden canone goetge vonden, ten eynde dat aldaer kennisse van zaecken
genomen zynde, sententie definitive gestreecken worde.
V.
In gevalle eenighen kerckenraedt ofte dienaer des goddelycken woords
ofte ouderlinck quame voor te wenden, dat het besluyt zyner respective
classis streede tegen Oodes woordt ofte de gearresteerde kerckenordre ende
daerom niet schuldich te syn het voorgemelde besluyt te gehoorsamen,
ende dat de classe, op soodanich voorgeven de zaecke geresumeert hebbende,
niet en conde bevinden haer besluyt zoodanich te wesen ende volgens goet-
vonde by hetzelve te willen blyven, zal zul eken kerekenraet ofte dienaer
ofte ouderlinck gehouden syn de wtspraecke te gehoorsamen ende , al quame
hy te appeleren, zal evenwel gehoorsaem syn, verwachtende het oordeel
van eene meerdere kerckelycke vergaderinghe.
VI.
Int gebruyek der lyckpredicatien zal men hem conformeren naer het 12
artickel des nationalen synodi van Middelbaren.
vn.
Men zal door geheel Zeeland eenderley formulieren int bidden gebruyek en,
niet alleene in de predicatien maer oock in alle kerckelycke byeencompsten
der kerekenraden , classen ende synoden, doch evenwel wort de vryheyt
toegelaten om in gevalle van bysonderen noot denzelven int gemeene for-
mulier in te voegen, mids dat zulcs geschiede door eene gelycke ende
eenparige forme, met advys ende goetvinden des kerekenraeds gestelt.
vm.
Opdat het misbruyek ontrent den doop der kinderen gheweert worde,
waerdoor openbare goddeloose spotters ende verachters der religie als
ghetuygen toegelaten werden, zullen de gemeynten neerstelyck vermaent
1D0
syn , geene sodanigc tot getnygen te nemen ende de lidmaten , die se geno-
men zullen hebben, by laste des kerckenraeds daerover aen te spreecken.
Oock en zullen de namen zulcker getnygen in het register niet aenghe-
teeckent werden.
IX.
De personen, die onghedoopt synde begeeren getrouw t te worden ende
nochtans, overmits sy in belydenisse ongeloovich ofte in leven goddeloos
syn, tot den doop niet en connen toegelaten worden, zal men niet trouwen ,
tensy dat se tevooren door goede onderwysinghe ende vermaninghe tot
ware bekeeringhe gebracht werden.
X.
Om te beter eenicheyt in de suy vere leere ende goede ordre der kercke te
onderhouden , zullen de dienaren des woords onderteeckenen zeeckere formu-
lieren, van desen synodo ghestelt aengaende dezelve leere ende kerckenorde-
ninghe ende hier achter de acta deses synodi bygevoecht.
XL
De kerckendienaren zullen dadclyck van haren dienst opgheschort worden ,
van dewelcke men bewysen can, dat se yets doen tegen hare onderteecke-
ninghe ende eenighe nieuwicheden ofte veranderinghen tegens de gesonde
leere, by hen onderteeckent, invoeren willen.
xn.
Oeen predicant en zal vermogen publycke schole te houden, tensy dat
den noot zulcs vereysche, waervan de respective overheden ende kercken-
raden ende dassen oordeelen zullen , insiende of niet daermede des predicants
studiën ofte synen dienst te corten gheschiet.
xin.
Opdat oock de eenicheyt in de h. leère onderhouden mochte werden onder
degene, die tot de oeffeninghe der propositien versoccken toegelaten te
worden, zullen (boven de attestatien, die sy van belydenisse ende leven
hebben te overleveren ende boven het praeparatoircn examen , hetwelcke voor-
gaen moet) onderteeckenen een zeecker formulier, van den synodo beraemt
ende hier achteraen gevoecht.
XIV.
Den dassen zal de vryheyt toegelaten werden om de studenten, die met
voorgaende examen tot de propositie aengenomen syn ende eenen redelicken
101
tjdt lanck alsoo geoeffent syn geweest, te authoriseren , dat se oopentlyck
voor het volck zouden mogen predicken, behoudons dat bequame limitatien
getroffen werden, die de swaricheden, hierin te vreesen, met stichtinghe
wechnemen. Ende dit zal geschieden naer den inhoud des formuliers,
achleraen de acta deses synodi gestelt.
XV.
Om do lidmaten der kercke ende oock degene , die buy ten syn , tot meer-
dere kennisse der waerheyt te brenghen, zullen de dienaren des godde-
licken woords met alle neersticheyt niet alleene int openbaer hare gemeyn-
ten vermanen tot toeneminghe in de leere des geloofs ende tot de schul-
dighe onderwysinghe harer huysgenooten ende kinderen, maer zullen oock
int bysondere naer gelegentheyt de huysvaderen ende in de visitatien der
scholen de schoolmeesteren tot haer devoor opscherpen, insgelycs alle occasien
waernemen om oude ende jonghe aengecommene ende aencommende tot
haren schuldigen plicht op te wecken.
Cap. 4.
Antwoorden des synodi op eenighe voorgestelde ofte voorgevallene vragen.
I.
Op de vraghe, of de ghedeputeerde der dassen noch voortaen met voor-
bedachte resolutien in den synodum verschynen zullen , is gheantwoort , dat
den artickel des Thoolschen synodi vast blyven zal.
n.
Of den classibus geoorlooft zy in plaetse eenes ouderlincs eenen predi-
cant tot den synodum te deputeren ? Is geantwoort , dat zulcs niet en behoort
te geschieden ende dat men zal onderhouden den 42 artickel der gearres-
teerder kerckenordeninghe.
in.
Of alle kercken in de classicale vergaderinghe ordinaerlyck niet en behoo-
ren gelycke stemmen te hebben door eenen minister ende eenen ouderlinck? Is
geantwoort , dat men zal blyven by den artickel van der Tholen, also hy luydt.
UIL
Oft niet goet en ware, dat de overwaterighe kercken van de classe
van Walcheren afgezonden wierden, om appart eene bysondere classe te
maecken ? Wort van den synodo gheantwoort , zulcs ongeraden te syn , als
hetwelcke in dese gelegentheyt des tyds tot de gemeene vrede ende ruste
niet en is dienende.
102
V.
Of men zoude mogen het doopen ende trouwen voor den middach op de
sabbathen toelaten? Is de antwoorde des synodi, dat men dit gebruyck in
de vryheyt der kercken laten zal, alhoewel nochtans het doopen ende trou-
wen naermiddach, waer het gevoegelyck gheschieden can, zal mogen inge-
bracht werden.
VI.
Hoe men het gebruyck van de veelheyt der getuygen by den doop
weeren zal? Is geantwoort, dat men degene, die boven het toegelaten getal
overich syn, wt het register laten zal.
VIL
Of het de classi ofte kercke geoorlooft zy, eenige dienaren wt andere
classibus te ontfanghen dan met behoorlycke attestatie van de classe ende
kercke, daer sy wt gescheyden syn? Wort geantwoort, dat men onder-
houden moet den 7 artickel der gearresteerder kerckenordeninghe , zulcs dat
een dienaer niet en zal vermogen van syne kercke te scheyden , tensy dat hy
dese ende de respective classi, daervanhy scheyt, volcommen conten temen t
gedaen hebbe.
vm.
Wat censure tegen de banqueroutiers zal wtgevoert worden? Wort geant-
woort, dat zulcs ter discretie van de kerekenraden gelaten wort.
IX.
Hoe men eenichsins zoude mogen voorsien tegen het veelderley verdriet ,
hetwelcke den lidmaten der kercke, die getrout syn met degene, die professie
doen van een andre religie , van hare parture wedervaert ? Is de antwoorde,
dat men in gevalle van zeer grooten ende onverdragelicken noot denzulcken
raden zal haren toevlucht tot de overheyt te nemen. Maer den onghetrouw-
den zal men te verstaen geven , dat se behooren in den Heere te trouwen.
X.
Of degene, die by de papen geseeckert syn, in onse kercken zouden
moghen hare afroepinghe hebben , ende of se zouden mogen by ons getrouwt
worden, welcker bannen ofte wtcondinghen by de papen gedaen syn? Is
voor antwoorde gegeven, dat zulcs in dese gelegentheyt des tyds wel
gheschieden mach.
Cap. 5.
Versoecken wt den name des synodi te doen aen de E. M. heeren Staten.
I.
Also de vergaderinghe des nationalen synodi zeer noodich geacht wort,
103
is goetgevonden , dat men aen de E. M. heeren Staten wederom versoeeken
zal, dattet hare £. believe de beroepinghe derzelver met den eersten ende
bequaemste gelegentheyt van nieuws te bevoorderen.
IL
Om de stadenten by de suyverheyt der leere ende by de vromicheyt der
seden te beter te onderhouden is raetsaem gheoordeelt, dat men de E. M.
heeren Staten aendienen zal de nootzaeckelicheyt eens collegii in de pro-
vincie van Zeeland op te richten, ende onder tusschen te versoecken, dattet
hare E. believe by de E. M. heeren Staten van Holland te aerbeyden, dat
binnen Leyden professores theologiae van gesonder leere mochten worden
gestelt.
ra.
Men zal oock aenhouden, dat het placcaet van den opsicht der scholen
vernieuwt ende de kerckenraden gheauthoriseert mochten worden om goede
sorge te dragen, dat hetzelve met kennisse harer respectiver overicheyt
dadelyck int werck gestelt wierde, ende dat de respective classes zullen
vermoghen van het devoor der kerckenraden kennisse te nemen, daertoe
gebruyckende de occasie, die door de visitatie der kercken gepresenteert
wort. Oock zal men aenhouden, dat het placcaet mach wtgevoert worden,
in twelcke verboden wort de jonckheyt deses lands in Paepsche ende
Jesuytsche scholen te seynden.
mi.
Men zal versoecken aen de E. M. heeren Staten, dattet hare E. believe
het placcaet van de policie over Zeeland, op den name van syn Excellentie
den heere Prince van Oraignen hooger ghedachte wtgegeven, jaerlics van
nieuws in allen steden ende vlecken deser provincie te laten publiceren
ende daer het noodich is te amplieren ende te doen onderhouden. Item
zal versocht worden aen de voorsz. heeren, dattet hare E. believe het
laetste placcaet, tegen de ontheyliginghe des sabbaths ghepubliceert, te doen
wtvoeren, mitzgaders te vernieuwen het placcaet, gestelt tegen de onordent-
lickheden ontrent het houwelick, als tsamensittinghe dergener, die onge-
trout syn ende in bloetschande leven.
V.
Oock zal versocht worden behoorlicke straffe tegens degene , dewelcke
van den name Godcs ende h. godesdionst ende sacramenten onstichtelick
spreecken, item dat ordre ghestelt worde tegen het drucken, stroyen ende
vercoopen van vele ergerlicke ende schandelicke boecken, dewelcke dienen
tot nadeel van Godes eere ende den weistan t der kercke, mitzgaders tegen
de excessive oncostcn ende brasserien, die dickwils gepleecht worden ten
104
platten lande in de reeckeninghe van de huysarmen ende kercken tot
groote ergernisse ende last der ghemeynte. Item wort versocht, dattet de
£. M. heeren Staten gelieve te ordonneren eenen zeeckeren tydt, in den-
welcken de onghetrouwde personen zullen gehouden syn (zoo sy connen)
hen in haer houwelick te laten bevestighen.
VI.
Tnsgelycs zal aen de voorsz. heeren versocht worden , dattet hare E.
gelieve voor den weduwen der afgestorvene predicanten deser provincie
jaerlics eenich onderhoud te ordonneren. Ende onder de redenen van per-
suasie zal men hare E. vertoonen, dat zulcs in Holland ende in andere
provinciën gheschiet.
Cap. 6.
Acta ofte besluy ten , dewelcke wt den name deses synodi wt te voeren syn.
I.
Men zal eene nieuwe oversettinghe des bybels voorderen , ende zal tot
zulcken eynde aen de E. M. heeren Staten versoeck ghedaen worden.
n.
Het wort goet ende raetsaem ghevonden, dat de 37 artickelen onser
Confessie achteraen den Catechismum , ende oock alleen, correct geprent
worden.
ra.
Men zal het oude formulier des doops met de minste veranderinghe ,
die mogelick is, accommoderen op de volwassene.
HII.
Het gebedt , hetwelcke gestelt is om des Sondaechs naer de eerste predi-
catie gebruyct te worden , zal vermindert ende vercort worden , ende zal
dese forme in de kercken van Zeeland ordinaerlick ghebruyct worden. Ins-
gelycs om te meer de gelyckheyt in alle kerkelycke zaecken te treffen
zullen gemeyne formulieren ghestelt worden der gebeden, te ghebruycken
in de byeencompsten der kerckenraden , dassen ende synoden.
V.
Soo wanneer ymand wt desen synodo tot de revisie des bybels versocht
wort, zal de synodale classo de andere 3 hiervan verwittighen , opdat door
gemeyne toestemminghe hierin ordre mach gestelt worden.
VI.
De versorginghe der cruyskereken is naer de ordre der beurten voor een
jaer opgeleyt de classi van der Tholen.
105
VII.
Op het versoeck des Gelderschen ende Zutphenschen synodi, van eenighe wt
desen synodo te committeren in de vergaderinghe , te houden op den 19
Meye , is raetsaem gevonden , dat men het vooralsnu zal afslaen , zoowel
omdat den tydt nu overstreecken is, dat men by tyde daer niet en soude
connen verschynen, als om andere redenen. Evenwel zal wt den name
deses synodi het voorgemelde versoeck beantwoort worden. Insgelycs wort
goetgevonden ten aensiene van den aenstaenden Hollandsehen synode, dat
geene deputatie tot die en gheschiede, maer wel dat men door missive deses
synodi hen rade tot alle gevoegelicke ende stichtelicke afhandelinghe harer
swaricheden ende meteenen onse hulpe aenbiede.
vm.
De classis van Walcheren zal Abrahamo Milio eene volcommene attes-
tatie geven. Ende die van desen synodo ghedeputeert zullen worden om
de synodale vorsoecken aen te dienen, zullen by de E. Ghecommitteerde
Raden aenhouden, dat hem syn tractement zoude mogen volgen ter tyt
toe, dat hy tot eenighen kerckendienst zal gevoordert syn, waertoe de
dienaren der 4 dassen vermaent worden hem gerecommandeert te houden.
IX.
Om het last der synodale versoucken wt te voeren syn ghedeputeert
Gillis Bursius ende Philippus Lansbergius.
X.
De naeste synode zal gehouden werden binnen de stadt van Zierickzeo
ende de classe deszelven eylands zal de synodale classe wesen.
Eyndelyck de censura morum gehouden synde is den name des Heercn
met dancksegginghe aengeroepen ende syn de broederen met vrede ende
vriendschap van malcanderen gescheyden.
Formulier van onderteeckeninghe aengaende de leere voor
.de dienaren des h. e vangel ii.
Wy dienaren des woords hier ondersch. verclaren met dese onderteecke-
ninghe , dat wy m etter herten gelooven ende gevoelen , dat alle de artickelen
ende leerstucken, begrepen ende verclaert in dese Confessie ende Catechis-
mus, de minste met de meeste, den woorde Godes in alles conform syn,
ende beloven oock midsdesen heylichlyck , dat wy naer eysch der gclegent-
heyt alle dezelve leerstucken opentlyck ende int bysondere zullen leeren
ende voorstaen. Ende indien wy tot eenighen tyden eenich gevoelen ofte
bedincken zouden mogen crygen tcgens eenich artickel ofte leerstuck, in
106
de voorsz. Confessie ende Catechismo begrepen, dat wy datzelve nocb
oopentlyck noch heymelyck zullen voorstellen dan ordentlyck in classicale
ofte synodale vergaderinghen , op pene van als scheurmaeckers gecensureert
te worden. Ende indien tot eenigen tyde de classis ofte synodus zoude
mogen goetvinden , om de eenicheyt in de leere te onderhouden , van ons te
cysschen onse naerdere verclaringhe ofte gevoelen over eenich artickel van
de voorsz. Confessie ofte Catechismus, soo belooven wy oock mitsdcsen,
dat wy daertoe t' allen tyden zullen bereyt ende willich syn sonder eenige
weygeringhe, op pene als boven.
Formulier van onderteeckeninghe belangende de korcken-
ordeninghe voor de dienaren des goddelicken woords.
Wy dienaren des woords hier ondersch. verclaren met dese onderteecke-
ninghe, dat wy houden, dat in dese kerckenordeninghe niet strydich en is
tegens het woord t Godes, maor dat alleen de ydere stucken, daerin begrepen,
oorboorlyck ende nuttelyck syn om in dese kercken onderhouden te worden,
ende belooven midsdesen heyliclyck, dat wy ons zoo opentiyck als int by-
sondere naer dezelve zullen dragen , op pene van als ongeregelde gecensu-
reert te worden. Ende indien het geviele tot eeniger tydt, dat wy ons
zouden mogen beswaert vinden door wtspraecke van eene kerckelycke ver-
gaderinghe in eene kerckelycke zaecke, zoo belooven wy oock, dat wy in
zulcken gevalle ons zullen beroepen tot znlcke eene meerdere vergaderinghe,
als in de gearresteerde kerckenordeninghe is gestelt, art. 59, ende in den
synodo Veriana naerder is verclaert, welcker wtspraecke ende oordeel wy
ons zullen onderwerpen ende gehoorsaem syn, totdat door de nationale
synodus anders zoude mogen gooordeelt worden, op pene als boven.
Formulier van onderteeckeninghe voor de proponenten.
Wy ondersch. proponenten in de classe van N. verclaren met dese onder-
teeckeninghe , dat wy metter herten gelooven ende gevoelen, dat alle de
artickolen ende leerstucken, begrepen ende verclaert in de Nederlandsche
Confessie ende Heydelberschen Catechismo, de minste met de meeste, den
woorde Godes in alles conform syn, onde belooven oock midsdesen heylich-
lyck, dat wy naer eysch der gelegentheyt alle dezelve leerstucken zoowel
int proponeren als onderlinghe conferentien zullen trouwelyck voorenstaen.
Ende indien wy tot eenigen tyden eenich gevoelen ofte bedencken zouden
mogen crygen tegen eenich artickel ofte leerstuck, in de voorsz. Confessie
ende Catechismo begrepen , dat wy datzelve noch opentiyck noch heymelyck
en zullen voorenstellen dan ordentlyck in de vergaderinghe des kerekenraeds
ofte classe, op pene van dadelyck van de ocffeninghe dor propositien geweert
te worden. Ende indien tot eenigen tyde de kerekenraedt ofte classe zoude
107
mogen goet vinden , om de eenicheyt in de leere te onderhouden, van ons te
eyschen onse naerdere verclaringhe ofte gevoelen over eenich artickel van
voorsz. Confessie ofte Catechismus, zoo belooven wy oock midsdesen, dat
wy daertoe t'allen tyden zullen bereyt ende willich syn sonder eenige
weygeringhe, op pene als boven.
Formulier der limitatien ofte conditien, naer welcke de
proponenten, met voorgaende authorisatie des classis, tot de
openbare praedicatien sullen mogen toegelaten worden.
I.
Sulcke proponenten zullen mogen tot het openbaer predicken toegelaten
worden van de respective classe, dewelcke langhen tydt in de propositien
met beslooten deuren, naer den artickel daervan syndc, geoeffent syn geweest
ende zoo beproeft van de respective classe ende kerekenraedt , dattermerc-
kelycke hoope gespeurt wort, dat se met stichtinghe voor de ghemeynte op
den predickstoel zouden mogen gebracht worden.
n.
Doch opdat de respective classis genoechsame verzeeckeringhe hiervan
hebben- ra och te, zullen sy te vooren van nieuws geexamineert worden, selfs
naer de wyse dergener , die door beroepinghe tot den predickdienst worden
aengenomen. Ende evenwel zullen sy noch het andre examen, hetwelcke in
de beroepinghe geschiet, te verwachten hebben, byaldien eenige andere
classis (onder dewelcke hare beroepinghe mochte vallen) hetzelve hen be-
geerde op te leggen.
m.
Hen wort verboden de sacramenten te bedienen ende houwelicken te
bevestigen.
mi.
Hierom zal den kerekendienaer tegen woirdich syn , als sy predicken. Ende
zoo ter plaetse, alwaer de predicatie gheschieden moet, geen kerekendienaer
en ware ofte dezelve door noot absent wesen moeste , in zulcke gelegentheyt
en zullen de proponenten niet mogen tot de openbare predicatie toegelaten
worden , ten ware dat zulcs gheschiedde met voorweten der respective classis,
ende dat dese over het bedienen der sacramenten ende het bevestigen der
houwelicken ordre ghestelt hadde.
V.
Ghemerct dese oefteninghe gheschiet niet alleene opdat haren voortganck der
gemeynte te beter bekent zoude worden, maer oock opdat se dadelyck
108
zouden toenemen, de kerckenraedt der plaetse, alwaer sy gepredict zullen
hebben ofte , zoo daer noch geen kerckenraed en zy , de predicant , die hen
assisteert, zal vermogen, wat tot hare verbeteringhe dient naer de gedane
predicaüe hen aen te wysen.
Gillis Burs, electus synodi praeses.
Phtltppus Lansbergius, assessor.
Gerson Bucerus , scriba synodi. l )
Forme des ghebedts , om ghebruickt te worden op den rust-
dach naer deerstc predicatie.
Almachtige, barmhartige Godt, wij bekennen bij ons zelven ende belyden
voor U, ge^ijck het de waerheijt is, dat wy niet weerdich en sijn onse
ooghen op te slaen ten hemel ende ons ghebedt voor U te bringen, indien
Ghij aensien wilt onse verdiensten ende weerdicheijt, want onse conscientien
beschuldigen ons ende onse zonden gheven ghetugenisse tegen ons. Weten
oock, dat Ghij een rechtveerdich richter sjjt, straffende de sonden dergener,
die uwe geboden overtreden. Maer, o Heere, naerdien Ghy ons bevolen
hebt U in aller noodt aen te roupen ende wt uwe onwtsprekelycke barm-
herticheijt belooft hebt onse gebeden te verhooren, niet van wegen onse
verdiensten, die geene en sijn, maer om de verdiensten onses HeerenJesu
Christi, welcken Ghij ons tot eenen middelaer ende voorspreker voorgestelt
hebt, zoo versaecken wij alle andere hulpe ende hebben onsen toevlucht
alleene tot uwe barmhertichegt.
Eerstelick , o Heere , wij belgden , dat Ghij ons sooveele weldaden bewesen
hebt, dat het ons onmogelyck is die te bedencken, veelmin wt te spreken,
ende insonderheijt dat Ghy ons ge voert hebt tot den lichte uwer waerheijt
ende tot de kennisse dijnes h. evangeliums. Daerea tegen wij hebben door
onse ondanckbaerheijt dyne weldaden vergeten, wij sijn van U afgeweken
ende hebben onse eygen begecrlickheden gevolcht, Dij nieteerende, gelijck
wij schuldich waeren. Dies hebben wij grootelicx gesondicht ende , soo Ghg
wildet met ons int gerichte treden, niet anders en souden hebben te ver-
wachten dan den eeuwigen doot ende verdoemenisse. Maer, o Heere, ziet
aen het aenschijn dijnes gesalfdcn ende niet onse sonden , opdat uwen toorn
door syn voorbidden gestilt werde. Becrachticht in ons de genade dij nes
Gcestes , die dagelicx meer en meer ons vleesch met alle sijne boose lusten
doode ende ons vernieuwe tot een beter leven.
Ende overmidts het U behaegt, dat men bidde voor alle menschen, zoo
bidden wij U, dat Ghij uwen zeghen strecken wilt over de leere uwes h.
evangeliums, opdat het overal vercondicht ende aengenomen worde, opdat
>) Deze onrlerteekeningen zijn eigenhandig.
109
dr ganschc weerelt vervult worde met dyne zalichmaeekcnde kennisse , opdat
de onwetende bekeert, de swacke gesterekt ende een jegelijck uwen heijli-
gen name niet alleen met woorden maer oock metter daet grootmaecke
ende heijlighe.
Wilt tot dien eijnde getrouwe dienaers in uwen ougst seynden ende
deselve alsoo begbaevcn, dat se haeren dienst getrouwelyck mogen bedienen.
Daerentegben wilt vuijtroeyen alle valsche leeraers, gripende wolven ende
buerlingen, die baer eijghen eere ende nuttichcyt soucken ende nietdeeere
uwes b. naems alleene ende der armen menseben welvaert ende zalicbeyt.
Wilt oock alle uwe christelij cke gemeenten , die Ghij overal beropen hebt ,
genadelick bewaeren ende regieren in eonicheij t des waeren gbelooffs ende god-
salichey t des levens, opdat u rijeke dagelicx mach toenemen ende des satans rij cke
te schande gae , totdat u rij cke volcommen werde, als Ghy sult alles in allen sijn.
Wij bidden U oock voor het weertlicke regiment, voor alle coninghen,
vorsten ende heeren , als voor de coningen van Vrancryck ende
Groot Bretanien ende alle andere, dewelcke uwe kereke voorstaen,
maer insonderheijt voor dieghene, die Ghij over ons gestelt hebt, als
de Hoogmogende heeren Staten Generael van de Yereenichde Provintien ,
voor sijne Princelijcke Excellentie graeff Maurits van Nassouwen, voor
de heeren Staten van Zeelandt ende haere Gecommitteerde Raeden , alsoock
voor den eersamen ende wijsen raedt deser N. mitsgaders voor de bevel-
hebbers over het ehrijgsvolck te water ende te lande. Gheeft, dat haore regie-
rrnge daernaer gericht sij , dat de Coninck aller coninghen over hen ende
haere onderdaenen regieren mach ende het rij cke des duvels, hetwelcke een
ryck is aller schande ende lasteringhe , door hen als uwe dienaers lancx soo
meer verstoort ende te niete gemaect worde, ende dat wy onder hen een
gherust, stil leven leijden mogen in aller godtzalicheijt ende eerbaerheijt.
Voorder bidden wij U voor alle onse medebroeders, die onder den paus
ofte Turck vervolginghe lijden. Wilt se met uwen H. Geest troosten ende
genadelick daerwt verlossen. Ende en laet niet toe, dat uwe christenheijt
ganachelick verwoest ende de gedachtenisse uwes naems op aerden wtgeroeijt
werde, opdat niet de vyanden uwer waerheijt haer roemen tot uweroneere
ende lasteringhe. Maer indien het uwen goddelicken wille is , dat de ge-
vanghene christenen met haere doot de waerheijt getuijgenisse gheven ende
uwen naeme prijsen, zoo gheeft se troost in haer lijden, dat se sulex van
uwe vaderlicke handt opnemen ende daerin, uwen wille volgende, bestendich
blijven tzij in leven ofte in sterven, tuwer eere, tot stichtinge uwer gemeente
ende tot haerer zalicheyt.
Wij bidden U oock vooralle, die Ghij castyt met armoede, ge vanckeuisse,
cranckheijt des lichaems ofte aenvechtinge des geestes. Troost se alle, o
Heere, nacrdat Ghij weet, dat haeren noodt is eijschende. Gheeft, dat hen
110
hacre eastidijnge diene tot kennissc haercr zonden ende beteringe hacres
levens. Wildt hen oock gheven volstandige geduldichejjt. Versoet haer
lijden ende verlost se cijndelick, opdat se hen uwer goetheijt verbidden ende
uwen naeme eeuwelick prijsen. Troost oock alle weduwen ende weesen ,
gelijck Ghij haeren vader zijt. Wildt alle vrouwen, die in barenanoodt sijn,
een goede verlossinge gheven ende de crancke craem vrouwen ophelpen. Wilt
in alle deghene, die crancksinnich sijn, vermeerderen de goede gaeven des
verstandts, opdat se die aenlegghen tot grootmaeckinge dijnes naems ende
stichti nge haeres naesten.
Eijndelick , o Hecre , wilt ons ende de onse midsgaders al dat ons aengaet
in uwe bescherminge ende bewaeringe nemen, voorneinelijck die wtgereist
sijn te water of te lande, in sorgelicke wegen, tot voorderinge djjner kercke
off tot welvaeren des landts ofte oock om haere eijgen affairen. Qheeft,
dat wij in ons beroup naer uwen wille mogen leven ende de gaeven, die
wij door uwen zegen ontfangen, alsoo gebruicken, dat se ons niet en ver-
hinderen maer veelmeer totten eeuwigen leven voorderen. S te rekt onBOOck
in alle aenvechtinge, opdat wij, in den gheloove strijdende, overwinnen moghen
ende hiernamaels met Christo dat eeuwighe leven bezitten.
Om dese dinghen alle bidden wij U , geljjckerwgs onsen getrouwen Heere
ende Zalichmaecker Jesus Christus selve geleert heeft: Onse Vader etc.
Dese forme des gebedts sal ordinairlick door geheel Zeelandt des Son-
daghs naer d 1 eerste predicatie gebruict worden. Maer op de vast ende bid-
daghen sal men de langhe forme mogen gebruicken , die onder de gebeden ,
gevoecht achter den Catechismo, gevonden wordt, behoudens dat men voor
het weereltsche regiment sal bidden op de maniere, die hier in dese corte
forme gestelt is.
[Supplimentum ad synodum Veranam anni 1610, cap. 6, § 8.] *)
Forme *) om den h. doop aen de volwassene te bedienen.
I.
Eerstelick sal de hooftsomme der leere des heijligcn doops , in drie stucken
begrepen, alsoo sij voorgestelt wort in de forme van de bedieninge der
kinderdoops, voorgelesen worden.
II.
Daernaer de anticipatie ofte voorcominghe , naer het verclaers van de
leere des doops volgende ende beginnende met dese woorden: Ende hoewel
i) Het tusschen [] geplaatste is overgenomen uit DD. ') „Forme" DD heeft „Formulier".
111
onse kinderen niet en verstaen etc., sul aldus vemndert worden 1 ): ende
hoewel de kinderen der christenen, sonder dese dinghen te verstaen, wt
cracht des verbondts moeten gedoopt worden, zoo en ist nochtans niet
geoorloft de volwassene te doopen, tensij deselve alvooren het evangelium
gehoort ende gelooft hebben. Want hierom ist, dat Jesus Christus syne
apostelen bevolen heeft alle volcken te leeren ende dezelve te doopen in
den naeme des Vaders, des Zoons ende des H. Gheests, vougende oock dese
belofte daerbij , dat deghene , die gelooven sal ende gedoopt sal sijn , sal
zalich worden, naer welcken regel de apostelen sich al tij ts in het doopen van
de volwassene gericht hebben, blijckende bij de menichfuldige exempelen,
dewelcke daervan in het bouck van de Handelinge der apostelen te lesen
sijn. Dewyle dan de apostelen naer het bevel Christi geene andere vol-
wassene en hebben gedoopt dan deghene, die het evangelium gelooft ende
haer geloove metten monde beleden hebben, zoo en mach men oock alsnu
aen geene andere volwassene den doop bedienen dan aen deghene, die de
verborgen theijt des doops wt de vercondinge des h. evangelium s hebben
leeren verstaen ende daervan door beljjdenisse des monts goede rekenschap
gheven.
III.
Het eerste gebed t sal geheel blijven ende over de volwassene als over de
kinderen ghebruijct worden, behoudens dat men voor kindt ofte kinderen
segge: persoone ofte persoonen.
IIII.
Voor de stipulatie sal den dienaer den persoone, die gedoopt moet
worden, op dese maniere toespreken: Christelicke broeder ofte suster, ghy
hebt gehoort, dat den doop een ordeninghe Godts is om ons ende onsen
zade sijn verbondt te verzegelen , ende soo voorts , gelijck int formulier van
den doop der kinderen volght.
V.
De stipulatie ofte afvraegingen sullen aldus geschieden: I p . hoewel ghy
in sonden ontfanghen ende gebooren sijt ende daeromme allerhande ellende ,
jae de verdoemenisse selve, onderworpen *), of ghij niet en bekent, dat ghij
in Christo geheilicht sijt ende daerom als een lidtmaet sjjner gemeijnte
behoort gedoopt te wesen 8 ); II*. of ghy de leere, die int Oude ende
Nieuwe Testament ende in 4 ) de artickelen onses 6 ) christelicken geloofs
begrepen is ende dienvolgende 6 ) in de christelicke kercke geleert werdt,
„Ende hoewel ■— worden" ontbr. in DD. a ) „ende daeromme — onderworpen"
DD heeft „etc." ') „dat ghij — wesen" DD heeft „etc. als in den kinderdoop".
«) „in" DD heeft „in de leere des h. doops en in" ») „onses" DD heeft „des".
*) „dienvolgende" ontbr. in DD.
112
niet en bekent de warre ende volcommene ltvre der zalieheijt te wesen,
belovende door des Heeren genade deselve te beleven ende bij de zuvere
belijdenisse daervan tot den eijnde uwes levens te volherden.
VI.
In het tweede gebedt sollen in de plaetse deser woorden (wjj bidden U
oock door denselven uwen lieven Zone, dat Ghij ditkindt met uwen H. Geest
al tij t wilt regieren, opdat het christeliek ende godtsalichlick opgevoedt
worde; gebrnickt sijn l ) dese woorden: wp bidden U oock door denselven
nwen Zone, dat Ghij desen persoon met uwen Heijligen Geest altgts wilt
regieren, opdat hij christeliek ende godtsalichlick wandele ende in den
Heere Jesu Christo etc.*;, ende soo voorts in 8 ; hetselve gebedt is volgende.
Coetus ex Ir oor dinar is \ gehouden binnen der stede
Goes , ende begonnen den eersten Octob. 1613, ten
overstaen van de Ed. heeren Tenys ende Steen-
gracht, Gedeputeerde Raden der Ed. Mog. heeren
Staten van Zeelant, daertoe special, gecommitt.
van de voorsz. heeren van den Rade in dato van
den 24 Sept. lest leden.
De handelinghe deser synodale bijeencomste is aengevangen met d' aen-
roepinge van den naem des Heeren, twelck gedaen heeft D. Petrus Lans-
BKROTua , minister locy.
Sjjn verschenen de voorn. Ed. heeren van den Rade , d' eersamen 4 ) An-
THONis Montanus, dienaer des h. woorts tot Middelb. , en Joos van Lab en,
d' oude , dienaer tot Vlissingen , uyt de classe van Walcheren , Henrycus
Brandt , dienaer des goddel. woorts tot Zierikzee , Tobias Damman , dienaer
tot Nieuwerkercke, uyt de classe van Schouwen , Looowicrs van der Vesten,
dienaer tot Cruninghe, en Joannes Panneelifs , dienaer 6 ) in Baerlandt, uyt
de classe van Zuydtbevelant, ende Jacobus Zwerius, dienaer des evangely
tot Bergen op Zoom , midtsgaders Geerardus Schepenius , dienaer des woorts
in Vossemaer, uyt de classe van Tholen en Bergen op Zoom 6 ), dewelcke
«) „sullen — 9ijn" DD heeft „gebruikende" *) „etc/* DD heeft „toeneme". ») „in"
1)1) heeft „gelvk in". «) „d'eersamen" BB heeft „d'eersame meesters". *) „tot
Cruninghe — dienaer" ontbr. in JJ. «) „uyt de classe van Tholen en Bergen op
Zoom" ontbr. in JJ; „en Bergen op Zoom" ontbr. in DD.
113
bobben respectivelijck haere credcntiebrieven overgelevert , ende deselve
gelesen sijnde is bevonden , dat de voorsz. uytgesondene van hare principale
behoorliek sijn gemachticht tot het houden deser tegenwoordige vergaderinge.
Daernaer is met gemeene stemmen gekozen geweest D. Henricus Brandt
tot presidem ende Joos van Laren tot scribam.
Alsoo dese extraordinarc synodale vergaderinge bjj de £d. heeren Gede-
puteerde Raden der Staten van Zeelant is geconsenteert ten versoucke van
de classe van Schouwen ofte hare gecommitteerde als classis synodael, ten
eynde aldaer ncdergelecht soude moghen werden zekere swaricheyt, # die de
voorn, gecommitteerden der classe van Schouwen de voorn. Ed. Mog.
heeren van den Rade vertoonden geresen te zijne in de stede ende gemeynte
van der Goes tusschen eenige van de Ed. magistraet ende eenighe predi-
kanten aldaer , soo is goetgevonden ende besloten , dat op morgen naer de
predikatie zullen gedachvaert ende ontboden worden de dienaren des h.
woorts ende ouderlingen der gemeynte van der Goes ofte immers hare
gedeputeerden, daertoe gemachticht, om de vergaderinge voor te stellen,
tgene zy voordese de classe van Zuydtbevelant l ) aen te dienen afgeslaghen
te *) hebben , ende overzulex op een meerder vergaderinge haer selve 8 )
geappelleert ofte beroepen , opdat alsoo , hetselve gehoort ende dcrselver
redenen haers beroeps verstaen zijnde, daarin voorts bij de vergaderinge
mach gedaen worden, zulex als bevonden zal worden te behooren.
sWoensdachs den 2 Octob. 1613.
Guillelmus Nicolai, Philippus ende Petrus Lansberoius, dienaren des
h. evangelii, vèrgeselschapt met Adriaen Andriessen Wisserren 4 ) ende
Nicolaes Michielse Oostdijck , beyde ouderlingen der gemeynte van der
Goes , zijn ter bestemder ure verschenen voor desen coetus , ende heeft D.
Philippus Lansberoius uyt der aller name ernstich versocht, dat het protest,
b\j hem ende zijne medebroederen in desen den 2 Septemb. 1613 aen de
classe van Zuydtbevelant gedaen , alhier soude gelesen worden , de wijle daer-
inne redenen begrepen zijn, waerom zij de classe voor party hielden ende
geweygert hadde aen deselve eenighe breeder opening te doen. Maer na
verscheydene deliberatien B ) over en weder ende tselve protest oock wel
ingesien zijnde, is bevonden geweest ende bij den coetum geoordeelt, dat het
noodich was tot de zake ten principale te komen ende deselve Lansber-
oius cum suis voor te draghen (gelyck terstont 6 ) oock geschiet is), dat de
Ed. Mog. heeren van den Rade deser vergaderingho ingewillicht hadden ,
niet om te aenhooren de differenten , die tusschen de classe ende de kereke
») „van Zuydtbevelant" ontbr. in JJ. ') „te" ontbr. in BB en JJ. *) „selve" BB en
JJ hebben „hebben". «) „ Wissekken" BB heeft „Wiskerke", JJ „ Wijssekerken".
•) „deliberatien" BB heeft „debatten". *) „terstont" ontbr. in JJ.
Acta syn. provinc. V, 8
114
van der Goes mochte wesen , vertrouwende dat se die onder eikanderen wel
lichtelick zullen konnen bevredigen, maar om kennisse te nemen van de
zwaricheyt tusschen de Ed. hecren van de magistraet ofte immers eenige
van hun ende de dienaren van de kercke van der Goes. Eyndelick heeft
D. Laxsbbkgius uyt name als voren openinghe gedaen van zulcx, als hij
zeghde hem ende de zijne bekent te wesen, hiertoe voorlesende ende
daernaer overleverende seker ex track t uyt de notulen van de kerckenraedt
der stede van der Goes, inhoudende haer gebesoigneerde met zekere per-
sonen, die van den sesten Januarij 1613 't 1 ) h. avondtmael onthouden
hebben, daarenboven mentie makende van andere particuliere handelingen,
die zij gehadt hebben met eenige persoonen, die haer nu schijnen parthij
te thoonen, welcke nochtans zeer vriendelick zijn geschey den geweest, oock
mede van de schriftelijke waarschouwing, die hij gehadt heeft door zekren
brieff zonder name, en*) eyndelick van de missive zijns broeders uyt Rot-
terdam, gedateert den 23 Augusti lestleden, besluytende met allen desen,
soo daer eenighe swaricheyt is tusschen hem met de zijne ende eenige uyt
de E. magistraet , dat hij daartoe geen oorsaecke heeft gegeven , maer hem
allezins gequeten, als een vroom ende getrouw herder toestaet, gelijck hy
noch van meyninge is te doen in toekomende, versoeckende oversulex dat
men hem daerin hanthaven wil.
Waerop by de synodale vergaderinghe raedtsaem geoordeelt wordt, eenige
gedeputeerden uyt dese coetus af te veerdigen, die haer sullen adresseren
zoo aen den heer bailliu als aen den heer burgemeester Soetwateb ende
van deselve vernemen , om wat redenen zij nu verscheyde reysen hen
belieft hebben van des Heeren avontmale te absenteren, ende off zij dien vol-
gende eenighe onwille hebben tegen yemandt van de predikanten deser
stede, ende van desen allen haer wedervaren alhier over te brengen. De
persoonen hiertoe geordineert zijn D. preses, Montanus ende Schepens,
die tselve int werek zullen stellen terstont namiddagh , waermede de tij t ver-
loopen zijnde, de dancksegginge gedaen ende de vergaderinge gescheyden is.
In de bijeenkomste des namiddaghs heeft D. preses , Montanus ende Sche-
pens, rapport doende van hare commissie , de vergaderinge aengedient, dat de
heer bailliu verscheyde malen voor hen protesteerde geen openinghe te konnen
of te willen doen in de qualiteyt, die hij haddc, van meyninge zijnde
alzoo zijn actie geheel te willen behouden. Alleenlick was tevrede, ter
begeerte van dese vergaderinghe als een particulier lidt der kercke den
broederen te communiceren eenighe ende de voornaemste stucken uyt vele ,
') „1613 't" BB heeft „1613 af haer van de gemeijnschap van des Heeren", JJ
„1613 vant". *) „en" BB ende JJ hebben „etc."
115
die hij zeghde ten laste van de ministers Lansbergti te hebben, twelckhfj
dede voorlesen uyt seker schrift, doch korteiick opgeteykent hebbende van l )
die hier zijn, gelezen ende wat breeder verclaert geweest, streckende tot
beswaringe van Lansbergii voornoempt, voegende de voorn, preses daerby,
dat d' heer bailliu mondelijck verclaerde zeer qualick tevrede te wesen
over dese handelingen ende daarom niet te konnen het avontmael des
Heeren gebruycken met die *) daerinne schuldich zjjn.
(Waervan uyt de 36 artt alleen s ) ettelijcken uytgetrocken,
gespecificeert en verhaelt worden int Kort Verhael t etc.) 4 )
Nopende den heer burgemeester Soet water hebben gerelateert, dat zijn E.
alvorens wel expresselick excipieerde , dat hij , als zijnde een lid vant col-
legie der E. magistraet , niet en vermochte noch en begeerde het 6 ) te open-
baren zonder der E. heeren magistraets voorweten en wille, ende dat oock
de voorsz. E. heeren , daertoe versoen t wesen de, wel souden (alsoo hij
hoopte) breeder openinge van dese sake doen. Evenwel daernae, opt
aenhouden deser onzer gedeputeerde , bekende rondelick van dat hij in
Maertio 1612 niet ten avondtmale geweest en hadde uyt oorsaecke eeniger
particuliere differenten, die hij hadde uytstaende, welcke corts daernaer
cesserende, was geresol veert hem wederomme tot de gemeyn schap des
avondtmaels te begeven. Maer alsoo hij op dien tij dt burgemeester verkoren
wierdt, z^n tot zijner kennisse gecomen sekere schriften, onder de handen
der E. E. heeren magistraten van Goes berustende, deugdelick 6 ) uytwjj-
sende het groot miscontentement , die zij met goede redenen hadden teghen
de predikanten Phtlïppüs ende Petrus Lansbergius , twelck hem als een me-
delidt van dit collegie verhindert heeft zijn christelick voornemen van tot
den h. avondtmale te kommen, zonder dat hg alsnoch hem daertoe ge-
disponeert kan vinden. De redenen zelve waren bij meest 7 ) die off eenigo
van die, welcke int schrift van den heer bailliu verhaelt stonde, zonder
yet zonderlings daerbuyten voort te brengen.
Het voorsz. rapport gehoord zijnde ende daeruyt dese synodale verga-
deringe verstaende, dat se van de opgeresene on wille van niemand t beter
bescheyt konnen hebben als uyt de E. magistraet zelve, heeft goetge-
vondeo , dat de preses met de bovengenoemde vriendelick versoucken zullen
aen den heer burgemeester Soet water, dat zijne E. sooveel arbeyde tewego
te brengen, dat het collegium van de magistraet metten aldereersten moge
') „voorlesen — van" BB heeft „voorlesende uijt seker schrift den voorsz. gedepu-
teerden verscheijden artikulen, die sij tot behulp haerer memorie schriftelyck dog
kortelyck opgeteijkent hebben." ') „die" BB heeft „dese die". ») „alleen" JJ heeft
„alles". «) „(Waervan — etc)" ontbr. in BB. 6 ) „het" BB en JJ hebben „iets".
b ) „deugdelick'' BB eu JJ hebben „duijdelijck". ) „bij meest" BB heeft „bijnaest".
8»
116
bijeenkomen. Bijaldien de voorsz. heer burgemeester zulcx toesecht , zijn pre-
sidi> Montanüs ende Schepens gelast hun aldaer te laten vinden ende instante-
lick bij de E. heeren magistraet aen te houden , dat se gelieven te verclaren ,
of se yet hebben , dat eenighe onwille causeert teghen have ministèren , ende
hare E. antwoorde den voorn. ') over te brengen. Ondertusschen zullen
deselve oock aen spreken dheer secretarium de Witte, ten eynde zij van
hem particulierlick dit oock moghen vernemen. Zijn antwoorde was in con-
formiteyt van tgene hierboven uyt den heer bailliu en Soetwatek is ver-
staen geweest
Donderdaghs den iii Octob.
Volgende den last, D. presidi, Montanüs ende Schepenis opgelegt, hebben
tot voldoeninge van dien desen voormiddagh ontrent ten elf ueren in coetu
te kennen gevende 2 ), dat door tbeleyd van heer burgemeester Soetwater zij
bijeen vindende de E. E. heeren magistraet, bailliu, burgemeesters en
schepenen der stede Goes, collegialiter vergadert, voor dese zijn verschenen,
dewelcke zjj met eerbiedinghe vertoont hebben d'oorsaecke van dese extra-
ordinare synodale vergaderinge , te weten dat se verstaen uyt verseheyden
geruchten van merckelicke onrust 3 ) en miscontentement in de gemeynte van
der Goes tussen eenige uyt de E. magistraet ende de predikanten aldaer,
souden door den gevoegelicksten middel, waert mogelick 4 ) , assopieren ende
te neder legghen, maer nademael zulcx niet wel konde geschieden zonder
alvoorens goede kennisse ende wetenschap te hebben, waeruyt sulck mis-
contement gesproten was ende door wat oorsaecke het noch ge voet wordt,
de voorn. E. E. heeren vriendelick willen gebeden hebben eenighe openinghe
en verclaeringe, wat hiervan zjj te doen. Dat se hierop, volgende do be-
geerte der voorn, heeren uytstaende ende daernae wederom ingeroepen zijnde,
in substantie dese antwoorde hebben ontfanghen :
Dat de E. magistraet de tegenwoordige synodale vergaderinge bedanckte
voor hare goede genegentheit ende devoir in desen, ende dat het warachtigh
is, datter groote onlust en onwille tot hare groote 6 ) leetwesen in haer E.
collegie opgestaen zjj , niet simpelick onder eenige , alsoo verstaen was , maer
onder alle , het geheele corpus van de magistraet rakende , doch niet teghen
de kerekenraedt noch oock tegen mr. Guilltam Claessen, predikant, welcke
zij hier excipieren, maer alleenlick tegen D. Philippüm Lansbergiujh ende
Petrüm zijnen soone. Ende om te thoonen , dat dit niet eenen gesochten
ofte opgeraepten onwille was, die geen fondament hadde, hebben verclaert,
dat se bereyt waren openinghe te doen van de handelinge der voorsz.
Lansbergii , die zij collegialiter oordeelden t'eenemael onbehoorlick ende zeer 6 )
') „voorn." BB en JJ hebben „coetu i". *) „gevende" BB heeft „gegeven". ») „on-
rust" BB en JJ hebben „onraet". 4 ) „waert mogelick" on tbr. in BB. *) „groote" ontbr .
in BB en JJ. *) „zeer" ontbr. in BB.
117
ergelick te wesen, waertegen dat eerstdaeghs diende voorsien om meerder
inconvenienten te verhoeden , die anders apparent zijn te ontstaen. Aengaende
de pointen van de aenklaghten, bij haer E. gedaen tot laste der voorsz.
Lansbekgit, zijn deselve begrepen in zeker Kort Verhael, tot dien eynde
gestelt. Nadat nu de E. magistraet dese hare verclaringe gedaen hadde,
hebben de voorsz. gedeputeerden deser vergaderinge op de E. heeren be-
leefdelick versocht, dat het haer geliefde daerbij noch te voegen, off zij
geen expediënten en wisten om desen ontstekenen brant te blusschen,
opdat dese coetus , daerdoor geholpen , te bequamelicker dese zaecke tot een
goct eynde mochte brengen , dat oock die poincten bij aenclachte en beswae-
ringe, bij hare E. voorgestelt zijnde, vele ende verscheyden waren , hare E.
zoude believen ter l ) handt te stellen tot behulp haerder memorien. Twelck
in deliberatie bij de E. heeren genomen zijnde, hebben dit v.ior antwoorde
gegeven: Aengaende teerste, dat zij vertrouwden, dese synodale vergade-
ringe soude wel een bequaem expediënt weten te vinden om alle onge-
macken te weeren, zonder dat zij het noodigh achteden nu daervan yet
meer te spreken. Aengaende het ander, alsoo de gedeputeerde remon-
stranten dry waren in getalle , dat deze *) den anderen wel zouden behul-
pich wesen om gevoegelick rapport van desen aen haren principalen te
doen, doch indient noodich ware ende de coetus dat raedtsaem achtede,
zij 8 ) nogh 4 ) eeniger onser gecommitteerden ofte oock de geheele coetus bij
hare E. verschijnende Ö J, van alle stucken breeder verclaers ende bewijs 6 )
te geven. Eyndigende hiermede D. preses, Montanus ende Schepentüs
trapport van haer wedervaren.
Twelck bij de synodale vergaderinge gehoort sijnde, is goetgevonden ,
dat men van de gen. klachten der Ed. magistraet tot bcswaringe der minis-
tren Philippi en Petri Lansbergii zal stellen een bysonder schrift bg
articulen en forme van een Cort Verhael , midts oock daerbij voegende tgene
de gedeputeerden als gisteren uyt den monde van den heer bailliu particulier
verstaen hadden, immers daeruyt getrocken die beschuldigen en aenclachten,
die bysonder zijn ende boven degene, die de E. E. heeren magistraeten
voortgebracht hebben. Dit zal geschieden tusschen dit ende de dry ueren
na den middagh.
De coetus ter gestelder uere bijeengekomen wesende, is voorsz. geschrift,
dat te stellen belast was, overgelevert. Ende geresumeert ende neer-
stelick overlesen zijnde, is bevonden zoodanich te zijne in der waerheyt, als
') „ter" BB heeft „den remonstranten deselve kortelyck dog schriftelyck ter".
•') „deze" BB en JJ hebben „den eenen". >) „zij" JJ heeft „soo". «) „nogh M BB heeft
„nog bereijt sijn'\ *) „verschijnende'' JJ heeft „verschijnen '. 6 ) „bewijs" BB heeft
„goet bewijs".
118
den inhoud van dien luyd, achtervolgens het mondelick rapport, dat desen
aengaende de voorn, gedeputeerden gedaen hadden, ende dacrmede wel
accorderende ').
Ende om dese saecke te bevorderen is besloten tselve schrift, immers
den inhoudt van dien, mondelingh D. Lansbebgio ende zijnen soone vooren
te houden, indien zij versoecken daerop particulierlick gehoort te worden.
Dienvolgende is dadelick last gegeven om de voorsz. ministèren te ontbieden.
Dewelcke comparerende is hun voorgedragen, dat men na onderzoekinge
gedaen bevonden heeft merckelicken on wille te wesen onder die van de
magistraet tegen hare persoonen, daer zij nochtans den voorledenen dagh,
daervan ondervraeght zijnde, verclaert hadden gantschelick niet te weten,
datter eenigen on wille was. Daerenboven dat de E. heeren magistraten
daervan een langh verhael gedaen hadden om te bewijsen, waerop den
voorsz. onwille gefondeert was , ende dat men goetgevonden heeft de voorsz.
ministèren sulcx voor te draghen, ten eynde zij haer christelick bedencken
om te weten, wat hen tot wegneminghe zulcker swarichevt te doen staet.
Op welck aendienen D. Lansbergius ons *) versocht heeft, voor ende
aleer hg ten principale zoude antwoorden, dat de coetus zoude ordonneren
op te staen ende te vertrecken D. Pannelium, die hij zeyde zijn -groote
parthij, jae een van de hartste, die hij hadde, te wesen, om t welck tebe-
wysen hij eenige redenen voortbrachte , concluderende daerbij , dat het heel *)
onredelick zoude wesen, dat zijn parthij als richter over zijne sake zoude sitten.
De synodale vergaderinge dit in deliberatie nemende , hebben na over-
legging der redenen Lansbergii ende onderzoeck van tgene desen aen-
gaende in de classe gepasseert was, geoordeelt D. Lansbergii verzoeck
ongegrondt te wesen, te meer de wij Ie zij alsnoch uyt de comportementen
D. Panneeltt niet en hadden connen bemercken, dat hij hem in desen
partjjdelick zoude gedraghen hebben , ende is zulcx D. Lansbebgio 4 ) voor-
gestelt, die evenwel repliceerde 6 ) niet van meyninghe te wesen in eenighe
vordere handelinge te treden, ten waere de coetus beliefde hem eerst dit
zjjn versouck in te willigen, maer verclaert wel tevreden te zijn, dat
Panneeltu8 als rechter zitte over zijne zaecke om vonnisse te strijcken,
wanneer eerst ende alvooren deselve ondersocht ende hij daerop ten vollen
gehoort zijn, doch anders niet, gevende voor redenen, wel te weten, dat
D. Panneeltüs met zijn parthije communicatie houdt ende oversulcx niet
en soude konnen spreken oft voort bringhen, dat niet terstondt daerna door
hem tot kennisse van zijn parthije zoude komen.
') „De coetus — accorderende". Dit geheele stuk heeft JJ in margine naast het
hieraan voorafgaande. *) „ons" BB en JJ hebben „de oude". a ) „heel" ontbr. in
JJ. „D. Lansbergio" BB heeft .,den Lansbergen". ») „repliceerde" BB heeft
„repliceerden".
119
Andermael de vergaderinge dit in bedencken houdende ende alles over-
wegheode, dat toverweghen was , heeft D. Lansbergio wel duydelick bevolen
aen te segghen, dat zij verstondt, dat hij gehouden was ten principale te
kommen , om de vergaderinghe zonder vrucht niet al te langh op te houden,
ende zoo niet, maer persisteren wilde bij sijn versoeck, dat de coetus
volgende trecht, die se heeft, zal oordeelen van tgene haer aireede voor-
gedraghen is tot laste van de voorsz. Lansbergit, gemerckt zij weygeren
te verclaren , wat zij ton principale gesint zijn te doen , ende oock niet en
willen kommen tot particuliere wederlegginge van de pointen, daermede
zij beswaert worden. Maer zooveel D. Pakkeelics belangt, bij zooverre
men eenichsins verneemt oft door D. Lansb. kan gcdoceert worden, dat hij
zich in de verhandelinge deser zake anders dan trouwelick ende vromelick l )
draecht, dat men over hem zal disponeren ende ordre stellen na bevindt
der zake ende gelijck trecht vereyscht.
Eyndelick heeft D. Lansbergifs acquiescerende verclaert, hem na de
voorsz. uytspraecke te zullen voegen ende ten principale te kommen , midts
conditie dat D. Panneelïus zoude beloven ende op zijne conscientie nemen ,
van de handrlinghen , die voorvallen zullen, yemandt het 2 ) directelick oft
indirectelick te ontdecken maer alles secreet te houden, twelck van de
voorn. Panneelii's ingewillicht ende dadelick is gepres [en] teert geweest.
Hierop toonde hem D. Lansbergtus volveerdich te antwoorden op de
pointen van de beschuldinge , die hem zouden voorgelecht worden, maer
alzoo het diepe in den avondt ende vele over den ordinaren tjjdt was,
wiert uytgestelt tot den aenstaenden dagh.
Vrijdaghs den iiii Octob.
Sijn ingestaen beyde de ministèren Laxsbergii, waervan D. Philippus,
het woordt voerende , dede een kort verhael van tgene hij den ii deser
loopende maendt in de synodale vergaderinge gesproken ende (soo hjj
zeyde) met de acten oft notulen uyt den kerckenbouck der consistorie be-
wesen hadde, daeruyt onder andere besluytende, dat de onwille van de E.
magistraet alleenlick nu op desen tijdt haer geopenbaert heeft ende niet
te vooren, ende dewijle hem desen nieuwen onwille nu openbaerde, dat
den kerckenraedt van der Goes toequam, daervan kennisse te nemen ende
te arbeyden tot de nederlegginghe van dien , doch ingevalle zij denselven
niet conden nederlegghen oft weghnemen, dat de orde was ; dat het in
handen van de classe van Zuydtbevelant zoude gestelt worden om daerin
god aen te worden, zulcx als oorbaer soude bevonden zijn, aengesien men
in geene meerdere vergaderinghe behoort te bringhen , dan tgene in de
mindere niet en heeft konnen afgehandelt worden.
') „vromelick" BB heeft „behoorlyck". ') „het" BB heeft „iets", JJ „iet".
120
Nemaer alsoo de synodale vergaderinghe dese tergiversatie Lansbebgü
qnalick nam, oordeelende dat hg geen sin s en behoorde terugge te gaen
ofte te weygeren , dat hier kennisse ende ondersoeck van den on wille genomen
ende gedaen sonde 1 ) worden, nademael de zaken zooverre verloopen waren,
dat se noodtwendelick alhier moesten verhandelt ende afgehandelt *) werden,
boo ist dat D. Lansbebgius alvooren ernstelick versochte, dat alhier no-
titie gehouden sonde worden, dat hij dit gesecht ende gesustineert hadde,
datter tot noch toe geene on wille voordese geopenbaert s ) heeft , ende dat
daerom de classe synodael van Schouwen te vroegh geweest is deze extra-
ordinaere synodale vergaderinghe te verzoeeken ende te bevorderen. Ten
anderen heeft hij gepro testeert ende betuygt voor dese vergaderinghe ende
voor den Heere, dat in hem geenen onwille tegen de magistraet geweest
en is , noch oock tegenwoordich en is 4 ).
Dit gedaen zijnde, de pointen van de beschuldinghe ende oorsaecke van
den onwille der E. magistraet ende andere zijn hem voorgehouden geweest,
ten eynde hij op het eene voren ende op het andere na zijn defensie doen
zoude. En wat belangt de antwoorde, bjj hem daerop gegeven, zoowel des
voormiddaghs als snamiddaghs, die z\jn met corte notulen ges telt in mar-
gine van elck artykel vant Kort Verhael, hier te voren gementioneert.
(Zie Cort Verhael van de antwoorden , collegialiter gegeven,
hierachter) 6 ).
Na de auditie ende overlegginghe der voorsz. antwoorde Lansbehgii is
goedgevonden hen beyden voor te draghen. aengesien zy wel merekten,
datter grooten onwille is tusschen de E. E. magistraet ende hun, of zg dan
niet bedacht hebben tot preservatie ende bewaringhe van de kereke op
gevoegelicke middelen, waerdoor men tot eene goede vereeninghe tusschen
de E. E. magistraet ende hen mogte komen.
D. Lansbebgius heeft geantwoort, dat men zoude volgen den 17 art
der gearresteerde kerekenordeninghe , met de verclaringhe daerop gevolcht
in synodo Veriana cap. 2, art. 5, ende bjjaldien dat niet bequamelick
vallen wil , dat men hem dan ontsla ende verlate van den dienst der kero
ken alhier, naedemael hij doch wel weet, dat het daerom te doen is.
Hierop wort geresolveert, dat men zal aenspreken int particulier de E. E.
heeren bailliu, beyde do burgemeester en secretarium, ende met henlieden
handelende , arbeyden door alle redenen van persuasien haer daertoe te dis-
') „soude" BB heeft „behoorde". a ) „ende afgehandelt" ontbr. in JJ. *) „geopen-
baert" BB heeft „sig geopenbaert". 4 \ „noch oock — is" ontbr. in JJ. 6 ) „(Zie —
hierachter)" ontbr. in BB c n JJ. JJ heeft in margine: „Cort Verhael van ant-
woorde, collegialiter gegeven".
121
poneren, dat se niet alleen zoovele hen aengaet den onwille gelieve te
laten varen, maer oock het E. collegie der magistraet daertoe te bringhen,
dat zij de opgeresene swaric heden door middel van een christelicke ver-
zoeninghe *) laten eyndigen. Dit zullen doen preses , Montanus, Labettus *)
ende Dammanius.
Zaterdagh den 5 Octob.
Zijn wederom oversien ende overwoghen geweest de antwoorden der
ministèren Lansbergii, gegeven op de articulen hiervooren gehouden,
ende tgene dat kortelick hier ende daer aengeteekent was , wat breeder uyt-
gedruckt om hare intentie ende meeninge des te beter te verstaen.
De gedeputeerde deser vergaderinge, gehandelt hebbende, namelick D. preses
ende Dammantus, met de heeren bailliu ende burgemeester Soetwateb , item
D. Montanüs ende Labetifs *) met de heeren burgemeester Vebnissius ende
secretario , van haer gebesoigneerde den coetum 8 ) bescheet doende , hebben
te kennen gegeven , dat nietjegenstaende alle remonstranten ende mogelicke
devoiren bij haer gedaen, zij evenwel zeer kleyne, ja schier geen hope oft
apparentie van den onwille bij de E. magistraet zullen konnen worden ge-
speurd t, ende vernomen hebben, nademael de voorn, heeren int particulier
haer genoeghsaem hebben laten verluyden haer gevoelen te wesen, dat
hieraen gantschelick dependeert de autoriteyt van de E. magistraet ende
de ruste van der stadt, welcke beyde zij meynen grootelicx verkort te zijne,
zooverre de ministèren Lansbergii in haren dienst der kereken alhier con-
tinueren, dat zij evenwel in haer particulier niet en konden vorder treden
in handelinge, nemaer souden tselve eerst moeten met het geheel collegie,
dat eenpariglick de resolutie genomen heeft, tselve communiceren.
Deze synodale vergaderinghe , zulex gehoort hebbende, heeft raedzaem
geacht, dat men int particulier spreken ende handelen zoude met de minis-
ters Lansbergii ende deselve andermael voordraghen, dat zij doch, om de
liefde van de gemeynte ende de gewenste eenicheyt te treffen, wijeken
willen (zoovele mogelick is) van haer recht, dat zij meynen te hebben,
ende hen alsoo voeghen, dat men met het vertooghe van dien aen de E.
magistraet deselve te beter zoude bewegen konnen om haren onwille int
vriendelicke te assopieren. Dit zal gedaen zijn door Labetittm 4 ), scribam B ),
ende D. Jacobfm Züebius.
fletselve dadelick int werek gestelt zijnde, heeft D. Lansbebotüs , spre-
kende zoo voor hem selven als voor zijnen soone in zijne presentie, ver-
claert ende betuyght voor den Heer e, niet te weten haer eenighsins tegen
') „verzoeninghe" BB heeft „versoeninge ende vereeninge". v) „Laretius" BB
heeft „Larenus". >) „den coetum" JJ heeft „cort". <)„Laretium" BB heeft „Lareni-
um". *) „scribam" ontbr. in JJ.
122
den schuldigen pligt ende gehoorsaemheyt, die zij hare E. E. l ) hehooren
te bewijsen, vergrepen te hebben, maer haer in alles gedraghen als trouwe
dienaers des woorts ende gehoorsame ondersaten bctaemt, dat zij oock
gantsch van meyninghe zjjn daerin te continueren, verclarende als anathema
die anders souden willen doen, ende om alle suspicien ondc quaed na-
dencken ten aensien van den toekommenden tijt te voorkommen (soovele
in hen is), dat zij bereydt zijn in handen van hare E. overigheden zelve
hare belofte met solemnelen eede te bevestighen ende specialick van voortaen
niet meer aen te spreken de kiesers *) van de E. magistraet (hoewel zij ander-
sins meynden dit te vermoghei*) maer de zaecke alleenlick den Heere te
bevelen, oock haer te onthouden van de pracktijke der medecijnen, zoo-
lange zij in den kerckendienst zijn, behoudende nochtans het recht, dat zij
daertoe pretenderen te hebben.
Dit gehoort ende tselve in deliberatie geleght, is andermael besloten, dut
den voorn. Larettps 8 ) ende Zuehius dese verclaringhe ende presentatie Lans-
bergii zullen aendienen den E. heer burgemeester Soetwater, endo daer-
beneffens alle redenen van persuasien gebruycken , dat se doch haer uy terste
beste believen te doen om hierdoor de E. heeren vant collegie der magis-
traet te beweghen tevreden zijn , dat men komme tot een seker forme ende
maniere van reconciliatie ende versoeninghe d'een met den anderen, ten
eynde soo geeviteert moghen worden door dit vriendelick accoordt de zwa-
righeden, die andersins moghen rijsen, indien de E. E. magistraet het
uyterste van haren onwille begeeren te vervolghen, ende indien de voorsz.
heer burgemeester verclaert zich beswaert te vinden tselve' het E. collegie
voor te draghen , dat wij volveerdich zijn (indient zij De E. immers soo goet
oordeelt) aldaer te compareren om de E. E. heeren , collegialiter vergadert ,
oidtmoedelick te vertooghen tgene de 4 ) heer burgemeester int particulier
voorgedraghen heeft.
Dese des namiddaghs gekomen wesende ten huyse van den voorsz. heer bur-
gemeester Soet water, hebben haren last geopent ende int lange voorgedraghen
hare redenen van versoeck, biddende dat het denselven heer burgemeester
believe ö ) tot bevorderinghe van desen zijn faveur ende gunste te bewijsen, ende
dat wij verhopen , zoo zijne E. hierinne believe te werek^n , dat dese zaecke
een goed eynde nemen zal tot hanthavingbe van de autoviteyt der E. magistraet
ende tot ruste ende vrede 6 ) van hare gemeynte, twelck de burgemeester beloofde
naerder in bedencken te nemen ende daervan te zullen communiceren , daer
hij sal meynen noodich te wesen. Doch alsoo het nunaden avont streckte,
„E. E." BB heeft „E. E. magistraet". i) „de kiesers" ontbr. in BB. ») „Lare-
tius" BB heeft „Larenius". 4 ) „de v BB heeft „dat men den". ') „believe" ontbr.
in BB. «) „vrede" BB heeft „stigtinge".
123
dat hij wel ach te, dat niet eer daervan zonde yet gedaen konnen werden
dan sMaendaghs daeraenvolgende.
Twelck den E. E. heeren raetsheeren, gecommitteerde ten overstaen deser
vergaderinghe, ende den broederen deser vergaderinghegerelateert zijnde, is
daermede de handelinghe gesloten tot den volgenden Maendagh.
Maendagh den 7 Octob.
De E. E. heeren raetsheeren Tenys ende Steengracht hebben de verga-
deringhe te kennen gegeven het devoir, bij hare Ed. gedaen omtrent de
heeren burgemeesteren Soet water en Vernjssius, dewelcke ten lesten op
haer genomen hebben hiervan met de andere van het collegie der E. heeren
magistraet te spreken, opdat, dit point van den onwille wederom gere-
sumeert zijnde , naerder resolutie daeróp genomen mochte worden , ende welcke
zij den coetum oft haren gecommitteerden zullen verwittighen.
De preses heeft aengegeven , dat bij hem int besonder geweest is mr. l )
Guilliam Claessen, versoeckende dat men niet voorders in handelinghe
zoude treden , zonder hem met de ouderlinghen eerst te hooren , de wij Ie zg
wat zonderlinghs hadden, dese sake ten hoochsten betreffende, twelck zij
wel souden begeeren den coetus voor te draghen, meynende zulex dien-
stelick te wesen.
Twelck haer geconsenteert zijnde, is de voorsz. mr. Guilliam Claessen
ingestaan met de ouderlinghen der kéreke van der Goes, verthoonende dat
de kerekenraedt, verstaen hebbende uy tD. Lansbergius , dat hjj zijnen dienst
soude *) opgesecht hebben ende daervan begeert hadde ontslaghen te zijne,
zulex hem niet wel afgenomen heeft, 1°. omdat hij dat aengedient hadde
zonder alvooren tconsent ende voorweten des kerekenraedts daerop te heb-
ben ; 2°. omdat sulex strijdt tegen de kerekenordeninghe , zijnde niet in zijn
macht den dienst op te segghen ; dat zij daerover hen seer beswaert vinden ,
aengesien sij zouden moeten missen zulck een goet ende getrouw dienaer,
vreesende , ja versekert zijnde , dat daeruyt verstrooijinghe ende af breucke van
de kereke tot mideel van vele zielen zoude ontstaen. Het is wel waer, zjj
hebben verstaen, dat van de E. E. magistraet voorgeslaghen wordt eenen
onwille teghen D. Lansbergium , bevorderende dienvolgende zijne verplaet-
singhe, maer bidden dat men letten wille op den 17 artikel der kereken-
ordeninghe ende op de verclaringhe in de synod. Veriana. Men zal be-
vinden, datter een grooter getal zoude moeten zijn, dan hier is, eer men tot
de verplaetsinghe zoude vermoghen te kommen, want de remonstranten hebben
bevonden , datter gisteren ontrent 400 persoonen ten avontmale geweest zijn ,
die volgens desen onwille niet en zijn 8 ) , ende datter alsoo maer eenighe ,
■) „mr." ontbr. in BB. ») „soude" BB heeft „alhier soude als". «) „zijn" BB
heeft „dryven".
124
ja oock zeer weinigh zijn buiten het E. collegie der magistraet, die haer
van den h. avontmale geapsen teert hebben; dat dan de verplaetsinghe verre
den meestendeel zeer beswaerlick zoude vallen. Oversulcx, ten eynde men
hierop rijpelick moghte letten , hebben goetgevonden ende l ) nootwendigh
geacht dit vertoog te doen, dat de vergaderinghe dan believe naerder te
ondersoecken, off er oock rechte oorsaecke van onwille zijn soude, ende
opdat zij te beter ondericht mochten zijn , datter eenighe notable persoonen
zijn, die ernstelick versoecken gehoort te moghen wesen om eenighe saken
te ontdecken, daervan desen coetus noch geen kennisse en heeft, dat oock
onder dese notabele wel eenighe zijn, selfs geen lid t maten der kerke, ende
dat nochtans dese sake haer seer ter herten gaet tot profijt e ende welstandt
der stadt ende want zij dit gevoelen hebben, dat noch de E. magistraet
noch dese vergaderinghe geen andere meyninghe hebben dan alles te doen,
dat tot ruste der kereken en quyttinghe harer conscientie zoude streeken,
daertoe de openinghe van dese notabele ende om tor een goed eynde te
geraken *) dienen zal. Bidden dan andermael, dat men deselve dan believe
te hooren.
Naer deliberatie is haer tot antwoord e gegeven , dat de kerekenraedt ende
alle andere in deze stadt wel konnen mereken, dat dese synodale vergade-
ringhe ten uytersten met dese saecke is becommert ende dat zij die niet
verhaest en hebben noch en zullen, wat het principael belanght, dat zij in
alle voorsichticheyt handelen sullen na uytwijsen van de kereken ordeninghe,
dat zij oock in tijden ende wijlen op dit vertoogh zullen letten, ten eynde
daerin te 8 ) doen naer behooren , onderen tusschen dat zij den kereken-
raedt , dese notabelen ende alle 4 ) andere vermanen haer in aller stillicheyt
te comporteren, opdat geen nieuwe inconvenienten daerdoor ontstaen tot
grooten nadeel van de ruste b ) deser kereke.
Is ingestaen D. Lansbergius met zijnen soon , verhalende dat hem Sater-
dagh aengedient is geweest door van Laeken en Zuerium, dat de coetus
begeerde, dat hij hem soude verclaren, oft hij hem niet bedacht hadde op
eenigh middel der bevredinghe met de E. E. magistraet te kommen, ende
dat hij voorsloech hem selven te willen verbinden om 6 ) met eede sich in
toecomende met de kiesers aen te spreken niet te willen bemoeijen noch
oock met de pracktyque der medecijnen, doch hem naerder bedacht heb-
bende, de zake seer gewichtich zijnde, heeft goedtge vonden alhier te ver-
schijnen ende zijne meyninghe naerder uyt te drucken , te meer gemerekt
de kerekenraedt ondertusschen met hen desen aengaonde gesproken heeft.
Hij siet wel onse meyninghe te wesen, de gantsche zake tot bevredinghe
') „goetgevonden ende M ontbr. in BB. •') „te geraken" ontbr. in JJ. ») „ten eynde
daerin te" BB en JJ hebben „ende daerin". *) „alle" ontbr. in JJ. ») „de ruste"
ontbr. in JJ. „om" BB heeft „ook".
125
te brenghen doort middel van versoen inghe met de E. magistraet , maer dat
bij oock zijn meyninghe daerbjj wel hoeft willen voughen , dewelcke deze is ,
dat hij niet en verstaat tot eenighe bevredinghe ofte verzoen inghe te kom-
men, tenzij alvooren hij gejustificeert worde ende zijne onnooselheyt ver-
claert zij. Want hij weet, zoo hij andersins daertoe kommen wilde, dat hij
maer behoefde eenen man aengesproken te hebben ofte noch aen te spreken ,
ende dat alsoo dese vergaderinghe niet van noode zoude geweest zijn , maer
dat hij sulcx niet zoeckt, als die niet .wildt eenighe schandtvlecke op hem
laden, oock dat hij liever heeft te sterven dan het minste kladdoken te
draghen tot nadeel van zijne eere ende tot schande van alle kercken van
Zeelandi Verhoopt oversulcx , dat hem sal geworden trecht , dat andere voor
hem vergunt is geweest, dat indien hij moet geoordeelt zyn, dat hij naer
de wetten der kerckenordeninghe geoordeelt werde, consequentelick dat na
den 1 7 den art. der gearresteerde kerckenordeninghe ende naer de verclaringhe
daerop in synodo Yeriana men sie, offer onwille is ofte geenen. Tsser onwille,
dat men ondersoecke , of hg gefondeert zij ofte ongefondeert. Ende in beyden
verclaert de synode, hoe men handelen zal, namelick indien men tot ver-
plaetsinghe komt, d' on schuld t *) van die te verplaetsen staet, indien hij
onschuldig is, verclaren zal. Bidt. dat men na desen regel handele, ende
zoo gehandelt, dat hij hem d'uytsprake in aller gehoorsaemheyt zal onder-
werpen, ende zal hem draghen, dat hem niet nagegeven worde, dat hjj
d'eerste zij, die in de kerckenordeninghe inbreucke gedaen heeft.
Waerop hem de vergaderinghe antwoorde , dat zjj aireede hadden begonnen
te handelen met de E. magistraet volgende de antwoorde , bij hem Zaterdagh
gegeven, derhalven dat zij voor dese tijdt daerin niet conden veranderen,
niettemin dat men op dit zijn vertoogh (daertoe gelegen theyt hebbende)
behoorlick zal letten ende uyterlick niet doen , dat teghen de kerckelijcke
ordeninghe soude strijden.
Volgende tgene hiervooren in d'eerste actie deses daghs vermeit staet
nopende het gebesoigneerde van de E. E. heeren raetsheeren Tenys en
Steengracht is bij deselve hier gerapporteert , dat de burgemeesteren hare
E. aengesecht hebben, dat het collegie der E. E. heeren magistraet wederom
bijeen geweest zijn , maer dat zij naer rijpe overleggingho deser saecke
besloten hebbeu te persisteren bij tgene van haer E. E. voor desen verclaert
is, ende dat sij niet connen verstaen in eenige onderhandelinghe te treden
met de ministèren Lansbergii, zulcx de autoriteyt der E. E. magistraet
niet toelatende, dat zij oversulcx zijne verplaetsinghe noodich achten, als
dat zijnde den eenighen middel om meerder zwaricheit te voorkommen.
Vermacnden derhalven , dat men de voorsz. ministèren behoorde te induceren
i) „d'onschuldt" BB heeft „dat men d'onschult"
126
om haer te laten verplaatsen, ende dat zy sulcx te doen schuldich zijn ten
dienste der stadt en ruste der kercke, versoeckende dat de coetus alle mo-
gelicke devoiren tot dien eynde doen willen, latende voorts de geheele
saecke den coetus bevolen om daerin te doene, tgene zij souden oordeelen
noodicb te wesen.
Lodowtcus Vervesten ende Gerardus Schepen ivs zullen aenspreken d'heer
sccretarius off d'heeren burgemeesteren , des noots zijnde , om uy t hare E. E.
handen te lichten zekere missiven en andere schriften D. Lansbekgii ende
zynen soone, aen de E. Heeren voordesen toegesonden, waeruyt nierke-
licke on wille geresen is. opdat men uyt deselve sien ende oordeelen magh ,
waerin sij schuld hebben ofte niet.
D. Laksberoyus zal mede tot dien eynde ontboden worden morghen
vroegh ende belast over te brenghen de predikatien, waervan in de be-
schuldinghe ge w ach is gemaeckt, ende die voorgaende schriften, om zijne
copien met dese anderen te vergelijcken. Zal mede D. Lansbebgitjs met
zijnen soone Petro naerder ondcrvraecht worden van tgene noch in geschil
staet, ende dit alles overmidts hy zoo ernstelick versouckt ende daerop
dringt, dat men hem wille onschuldich verclaren, zoo hg ontschuldich is.
Hiermede is de vergaderinghe opgebroken.
Dyensdagh den 8 Octob.
Na aenroepinge van den name des Heeren ende dat d'actien, in den
voorleden dach gearresteert , oversien waren, heeft mr. Gerardus Schepen ius
zijn rapport gedaen , dat hem de heer secretarius de Witte hadde ter handt
gestclt sekere schriften, acten ende missiven, inhoudende de handelinghen,
die tusschen de E. E. magistraet ende de ministèren Lansbergti, den on wille
aengaende, geschiet waren, ende dat de voorsz. heer secretarius op hem
begeert hadde dese vergaderinghe voor *) te draghen , dat *) met voorweten
en consent van beyde do E. heeren burgemeesteren dese pampieren over-
gegeven hadde ; dat wel voordese de E magistraet niet ongesinnet was bij den
tegen woordigen coetum te verschijnen om met deselve te handelen aen-
gaende de pointen en oorsaecke van haren on wille, maer alsoo zij deselve
pointen ten deele de gedeputeerde deser vergaderinghe gecommitteert 8 )
hebben en ten deele 4 ) met dese schriftelick acten en notitaten 6 ) konnen
geverificeort zijn, dat vele gevoeglicker is, dat de coetus daeruytoordeele,
wat fondament hebbe de oorsaecke van onlust ofte onwille , die bij de E. E.
magistraet is teghen D. Lansbergitm ende zijnen soone; dat mede deze
schriften met al zulcken reserve behandicht worden, dat men deselve geen-
sins vervremde , maer dat daervan goede restitutie gedaen mach worden 6 ) ;
») „voor" BB heeft „de navolgende stukken voor." ') „dat" BB heeft „dat hij."
») „gecommitteert" BB heeft „gecommuniceert." 4 ) „en ten deele" ontbr. in JJ. ») „no-
titaten" BB en JJ hebben „actitaten." •) „maer dat — worden" ontbr. in JJ.
lil
ten lesten dat de E. E. heeren den coetus dese zake opt allerhoochste willen
bevolen hebben.
De overgeleverde schriften waren dese naer volgen de : eerstelick de requeste
Philippi Lansbergii, aen de E. E. magistraet den 22 Julij 1612 l ) over-
gegeven; d*acte van de E. E. magistraet, Lansbergio op zijn versouck
gegrint, gedateert den 26 Augnsti; voorderde missive Philippi Lansbergti ,
daerop den heeren toegesonden den 29 Augnsti; de resolutie, genomen bij
de E. magistraet van dry pointen den 27 Octob. ende den ministèren
deser stadt aengedient den 28 door den E. heer Joachimi ende den heer
burgemeester Willem Maertense Drywegfie; item de missive van dry pre-
dikanten van der Goes, daerop gevolght den 17 Novemb.; oock mede een
verhael , inhoudende de substantie van de handelinghe , die de heeren
Joachimi en Dryweghe met Philippus Lanhbergio gehad t hebben; eyndelick
Pbtri Lansbergti antwoorde, gedaen op sommighe propositien , bij den heer
Joachimi hem voorgehouden, beyde schriftelick overgeven met de leste
predicatie s j. Ende waren deselve in dese vergaderinghe gelesen , oock kor-
telrjck opgeteeckent, tgene dat daerin te interen s ) was ende oorsaecke tot
den on wille schijnt gegeven te hebben, gelijck de notulen hiervan int voor-
schreven Kort Verhael te vinden zijn.
D. Philippus ende Petrus Lansbergius zijn binnengestaen ende aldaer
is hen van D. preside vertooght, dat men Woensdagh ende Donderdagh
lestleden met hen wijdtloopich gesproken ende openinghe gedaen heeft van
den on wille, die de E. E. magistraet hadde teghen haren persoon , dat oock
de Lan8BERGii selve genoech konnen verstaen, waerop denselven genomen
ende gefondeert is; — nemaer alsoo daer ge w ach gemaeckt wiert van de
predikatien, missiven ende andere schriften, dese materie rakende, ende
dat sij daerop gepresenteert hadden de vergaderinghe visie ende lectuere
daervan te laten, dat men goedtgevonden heeft, dat tselve nu geschiede.
Hetwelck de D.D. Lansbergii bekennende ende tselve redelick achtende te
zij De , beloofden terstont te volbrenghen , Petrus de minute van zijnen
brieff bjj hem hebbende ende overgevende, D. Philippus na huys gaende
om de zjjne te haelen, maer stelde niettemin dat in de bedenckinghe deses
coetus, off het raedtsaem was in dese handelinghe te treden, nademael zij
zeghden, het different, waervan tmeestendeel deses schriften men ti e maeckt,
door solemnele versoeninghe , handtgevinghe ende gebruyek des h. avont-
maels met eikanderen bevredicht ende ten e der gel echt geweest.
De minute van D. Petri Lansbergti schrift, aen de E. E. magistraet
gesonden, inhoudende d' antwoorde, die hij den heer Joachimi ende den
burgemeester Dryweghen gegeven hadde op dry arüculen der resolutie van de
! ) „1612" BB en JJ hebben ten onrechte „1613". ') „predicatie" BB heeft „voor-
schreven missive". a ) „interen" BB heeft „noteren".
128
E.E. magistraet, is bevonden accorderende van woorde tot woorde met den
originelen brieff, die den coetus van den heer secretario de Witte ter
handt gestelt was.
D. Lansbergius d* oude heeft ingebracht de versochte schriftelicke predi-
katien, eerst over Galaten 6 vers 10, gedaen den 30 Juny 1612, daema
over Johan. 8 vers 17 — 18, gedaen den 18 Novemb. 1612, ende over
Romeynen 11 vers 7 1 ), gedaen den 28 Junjj 1613, in dewelcke naonder-
soekinge gedaen niet gevonden is geweest, dat rechtveerdighe oorsaecke
tot den onwille zoude behooren te hebben gegeven , immers alsoo die luydt
naer den inhoudt der schriften, alhier gesien ende gelesen. Dan alleen wordt
geoordeelt, dat zulcke predikatien te doen ten dien tijde, als de onwille zich
genoech begonde te ontdecken, zeer groote onvoorsichticheyt was, die, op
andere tijden gedaen, stichtelick souden geweest zjjn. Doch wiert oock be-
vonden, dat in de predikatie over Galaten 6 vers 10 het woordeken Judas
int propooste, daer questie om gevallen is, uytgedruckt 8 tont.
Commende wijders tot naerder ondersoeckinge , oft den onwille gefondeert
zij ofte niet, wierd besloten DD. Philippüm ende Petrum wederom in te
roepen ende deselve andermael te hooren in haere defencie op de articulen
ende pointen van beschuldinghe , bij de E.E. magistraet collegialiter, bij
de heer bailliu partictdierlick , Demaer beyde mondelick, gedaen ende. hier
in de vergaderinghe uyt het rapport schriftelick geteekent, zoo boven
gesecht is, welcke articulen het eene voren, het andere na D. Lansbergits
voorgehouden zijn. Hebben wederom daerop hare verclaringhe ende ant-
woorde gedaen, zeer conformelick de eerste, kortelick in geschrifte gestelt
op den kant van de voorsz. articulen.
Eyndelick heeft men haer afgevraecht, of zij selve niet konden oordeelen f
dat zij wel eenighe oorsaecke van den onwille, tegens hare personen opge-
staen, geweest zijn, zoo door hare onvoorsichticheyt off andersins door al
te scherpe maniere van handelen. Waerop zij antwoorden: dat zij haer
geender misdaet schuldich kenden ; dat zij niet konnen gebeteren, wat andere
van haer actiën believen te oordeelen ; dat zij meynen, dat de vergaderinghe
zelve wel merckt, dat zij dit quaet wel voorsien hebben ende haer selven
daertegen ge wapent (verstaende daerbij de professie ende practijck van de
medecijnen, die zg aengenomcn hadden,) om niet gantschelick verlooren te
gaen met Gods hulpe, als men haer uyt den dienst zoude willen stooten,
alsoo zjj wel over een jaer ende meer gevreest hebben , tzoude daerop uy t-
kommen , maer moesten doen , dat zjj gedaen hebben , om haer selven te
quyten in haeren dienst; dat zg haer oock beroepen op den kerckenraedt
ende verscheydene notabele persoonen deser stede Goes , welck zij ernstelick
i) n T ontbr. in JJ ; BB heeft „3"
129
versoecken [dat men dog hooren wil, vastelick vertrouwende] 1 ), dat den
coetus, haer gehoort hebbende, beter onderricbtinghe van verscheyden
pointen hebben zal , dan sij nu doet.
Dit leste versoeck, overeenkomende met tgene (zoo boven verclaert is)
mr. Guilltam Claessek, dienaer des woordts , met de ouderlingen der
kercke van der Ooes vergesolschapt , versocht hadden, heeft den coetus
in bedencken genomen ende gelet, off het raedtsaem zij *) ofte niet, van
beyde zijden groote swaricheyt ziende. Doch eyndelick is besloten dit
nieuwe ondersoeck niet noodich te zijne, als sijnde meer als genocch ge-
bleken, datter merckelicke on wille was bij de E.Ë. magistraet en 8 ) de voorsz.
ministers, ende dat desen niet wel en con'de, hoewel alle mogelicke instan-
tden , daertoe gedaen , weghgenomen worden , roaer dat de E.E. magistraet
aenhield, den coetus wilde na uytwijsen van de kerckelicke ordeninghe tot
de uytsprake van de verplaetsinghe kommen.
s Woensdaghs den 9 Octob.
Alsoo mr. Lowys van deh Vesten *) aengegeven heeft verstaen te hebben
uyt D. Lansbergio den ouden, dat hij versoeckt de meeninghe van zijne
antwoord e op de pointen van beschuldinghe tegen hem schriftelick te 6 ) mogen
overgeven, daerbenevens aenhouden op zijn versoeck, ten eynde den kerc-
kenraedt gehoort werde, de coetus, hoewel zjj acht genoechsame onder*
richtinghe van den on wille te hebben verstaen, heeft nochtans tot voldoe-
ninghe D. Lansbergii hem dese beyde versoecken toegestaen. Maer dat hg
ten derden begeerde, dat hem de schriftelicke articulen, vervattende de
pointen der beschuldinghe tzijnen laste, ter handt mochte werden ges telt,
is hetselve niet geraden gevonden, dewjjle het de maniere niet en is der
kerkelicke procedueren.
Overmits de swaricheyt 6 ) ende zieckte van mr. Gutlltam Claessen ,
predikant, zoo heeft men laten inroepen Ntcolaes Mtchielsz Oostdijgk
als oaderlingh der kercke, denwelcken afgevraecht werdt, oft den kereken-
raedt deser stede iet meer dese synodale vergaderinghe aen te dienen hadde.
Seghde daervan niet te weten , dan alleenlick dat men tbeste in dese zaecke
doen wilde , maer was wel van ecnighe notabele aen den kerekenraedt ver-
socht geweest, dat zij hier mochten gehoort zjjn, waerop hem geantwoort wierdt,
dat dese vergaderinghe gewillich was den kerekenraedt te hooren, doch geene
andere, daerbuyten zijnde, om vele groote consideratien. Wierdt hem oock
uyten name deser vergaderinghe gebeden ende vermaendt, dat zij hen in aller
stillicheyt zouden draghen, opdatter geen meerder onruste verweckt werde.
') Het tusschen [] geplaatste is overgenomen uit BB en ontbreekt in de uitgave
van der Baan. •) „zij" BB heeft „sij in te willigen'*. ») „en" BB heeft „tegens". «) „van
der Vesten" BB heeft „Verveste". *) „te" BB heeft „den coetui te". «) „swaricheyt"
BB heeft „swakheid".
Acta syn. provinc, V. 9
130
D. Lansbergiüs d'oude heeft de vergaderinghe laten behandigen een
schriftelick verhael, sommierlick inhoudende tgeen hij achtede tot zjjn
verantwoordinghe te dienen, maer tselve wel ingesien sjjnde, is bevonden
niet besonders mede te brenghen , dan tgene hij aireede te vooren tot zijn-
der defensie geseght hadde.
Nadat alsoo alle zaken gehandelt ende verhandelt zijn geweest, heeft de
vergaderinghe, hiertoe den preses de stemmen afvragende, geoordoelt en 1 )
alles gedaen ende aengewendt te zijne, wat hiertoe moghte noodelick ende
dienstelick wesen , oversulcx datter anders niet resteert , dan dat men de
zake ten principale bjj der handt neme om een christelijck besluyt te maken
tot weeringhe ende wechneminghe van do opgeresene swaricheyt Dien vol-
gende hebben ten lesten in den name des Heeren verclaert hare uytsprake,
gestelt bjj forme van acte, als hiemaer volcht:
Alsoo de coetus synodalis der kercken ende classen van Zeeland t bgeen-
gekommen is binnen dor stede Goes door authorisatie der E. E. Mog.
heeren, de heeren Gedeputeerde Raden deser provintie, soo ist dat voor
haer gekommen is de kennisse van zekeren merckelicken onlust ende onwille,
zijnde in de E.E. magistraet deser stede Goes teghens ds. Philippum endo
Petkum Lansbeugium, dienaren des h. woord ts derselver stede, midts-
gaders de redenen ende oorsaecken, daeruyt denselven onwille gesproten
ende gewassen zij. Hierop heeft de coetus voornoempt deselvo Lansbehgios
verscheyden mael gehoort in hare verclaringhe en verantwoordinghe , die sij
desen aengaende hebben gedaen, heeft oock daerenboven alle behoorlicke
ende mogelicke middelen aengewent tot wechneminghe van den voorsz.
onlust ende onwille, achtervolgende den 17 art. des gearresteerden synode ,
nemaer heeft bevonden, dat alle haer naersticheyt in desen te vergeefs was
ende dat d' opgeresene onwille niet anders konde kerckelicker wij se ter neder
geleyt worden dan door haere uytsprake ten dif&nityve.
Oversulcx de coetus in de vreese des Heeren ende met aenroepinge zijns
naems, alles ingesien ende overwoghen hebbende, wat in te sien ende
toverweghen was, heeft verclaert ende verclaert midts desen de voorsz.
ds. Philippus ende Petrus Lansbergiüs verplaetselick te zijne, dionvol-
ghende dat zij deselve ontslaet van den dienst der kercke van der Goes,
ende dat zij gehouden zijn haer te laten transporteren ende gebruycken in
een ander gemeynte, daer zij wettelick moghten geroepen zijn.
Aldus gedaen in den coetu voornoemt , desen X Octob. 1613.
Hierop zijn ontboden de voorn. dom. Lansbergii, dewelcke naer een
voor haer cort *) vertoogh, door den presidem gedaen, de voorsz. acte
4 ) „en" ontbr. in BB. *) „naer een voor haer cort" BB heeft „met een cort voor-
gaentle", JJ „naer een voorgaemJe cort".
131
gelesen is geweest, die daervan copie begeerden, dewelcke hen is vergunt
geworden.
Desgelijckx zijn ingestaen de broederen des kerckonraedts , mr. Guilliam
Claessen , dienaer, ende sommighe ouderlinghen . denwelcken oock kortelick
voorgedraghen is geweest de verhandelinghe deser zake midtsgaders het
besluyt, daerop bij den coetus gemaeckt. Daerenboven zgn oock ernstelick ver-
maent van haren schuldighen plicht geweest, dat zij in haer diensten vol-
herden l ) , bij hare christelijcke gemeynte bleven ende pooghen deselve in
alle eenicheyt te houden, tot alle gehoorsaemheyt te vermanen. Eyndelick
is hen oock onse hulpe met raedt ende daedt, daer zij denselven zouden
behoeven , gepresenteert.
Aldus is dese vergaderinghe met dancksegginghe van den name Godts
des Heeren, opgesloten ende geeyndicht ten dagho en plaetse als boven in
de acte van de uytspraeke. Ende was onderteeckent
Jodocus Laretiüs*), scriba electus, 1613.
Cort verhael 8 ) van de antwoordo , collegialiter gegeven bjj
de E. heeren magistraten der stede Ooes aen de gedepu-
teerden der extraordinare synodale vergaderinghe nopende
haren onwille teghen D. Philippum ende Petrum Lansbergen,
bij articulen gestelt.
De gedeputeerde deser vergaderinghe int collegie der E. heeren magistra-
ten verschenen zijnde, heeft dheer burgemeester Soet water het woordt voe-
rende onder andeven geseght, dat tis waer, daer merkelicken onwille was
niet alleen by zommighe, maer bjj het geheele corpus van de magistraet,
ende opdat men aien mach , dat het geen opgeraepte ende ongefondeerde
onwille was, dat z|j den secretarius zullen laten openinghe doen van een
groot deel der handelinghen , die haer dosen aengaende toegedraghen hebben.
1. Die alvooren verhaelde, dat de Lansberoii in den j are 1612 geweest
zijn bij de kiesers, sdaechs voor de verkiesinghe, ende dat zij aldaerdisre-
commandeerden oft afradeden eenen persoon bij namen tot burgemeester,
ende wederom eenen anderen daertoe recommanderende *).
«) „volherden" BB heeft „trouwelick wilden volherden". *) „Laretius" BB heeft
„Larenius". ') Dit geheele „Gort verhael" ontbr. in BB. De in de uitgave van der
Baan ter linkerzijde van de artikelen des magistraats voorkomende antwoorden van
Lansbergen, zijn hier onder die artikelen geplaatst met daaraan beantwoordende
cijfers. *) „rtH'Oininand erende" ontbr. in JJ.
9*
132
1. Bekent dese disrecommandatie gedaen te hebben, voorsiendo de
swaricheyt, die der ontstaen zonde, indien Vernissius tot burgemeester ge-
kozen wierde , maer dat eerst ende alvooren den bailliu hem gesecht hadde
in presentie van twee schepenen ende den secretarius, dat dese persoon
niet dienstigh en was tot het burgemeesterschap. Dicnvolgende dat zij dan
onder haer dryen, te weten mr. Guilliam, hij Lansbergek ende zij Den soone
Petrus , bij den burgemeester Drywegen gegaen zijn , zeggende : wij zijn ver-
witticht, dat men voor heeft Vernissius tot burgemeester temaken; tisnude
burgemeester selve bekent, wat swaricheyt voordesen uyt Vernissio geresen is,
dat oock den burgemeester houdt, dat het niet dienstclick zoude sijn desen we-
derom daertoe te verkiesen, ist niet alsoo ? Waerop de burgemeester Drywegen
antwoorde : ja. Welacn dan, wij bidden ui. (zegden zij) zijn devoir te doen ,
dat dit niet en geschiede. Maer off er (antwoordo de burgemeester Dry-
weghen) geen ander stoffe en ware, etc. Wij seyden: isser geen ander,
patientie, doch hoewel wij niet begeeren te weten, wie vooren staet, noch-
tans achten wel, datter iemandt onder allen daertoe bequaem is etc. Isser
niet eenen Jan Claessen Backed , ende zoo tsoo ware , wat dunckt u ,
zoudet een onbequaem persoon zijn ? Neen , segde de burgemeester , die en
soude niet onbequaem wesen. Soo bidden wij ui. dan zorge te draghen;
twelck hij beloofde, gaf de hand daerop, begeerde dat men Godt zoude
bidden, dat hij hem wilde regeeren etc. ende verstaende, dat zij met zijnen
swager Jan Smallegange wilden spreken, ten eynde hjj oock zijn beste
ende de goede handt daertoe doen zoude, vermanende hem dat zij dat
zouden doen. Ende zondt hem oversulex naer huys, opdat zij met hem
oock mochten handelen.
Vraecht , waerom men hieruy t meer on wille opneemt teghen hem als teghen
zijnen collegam mr. Guilliam, die daer mede was ende meer sprack als hy.
2. Dat de saecke anders in de verkiesinghe uytvallende, daer een pre-
dikatie op gedaen is geweest tot een voorbereydinghe des avontmaels,
waervan den text was Galat. 6 : 10. Daerin merckelick genoteert waren
eenighe uyt de E. magistraetpersoonen , in aensienelicke plaetsen sittende,
alsof die haer devoir niet gedaen en hadden, dewijle men schuldich is de
huysgenooten des geloofs te vorderen, maer dat het nu geheel anders toe-
gaet, nademael men nu goed doet dengenen, die de huysgenooten des
geloofs wel eertij ts verdruckt hebben, welcke persoonen van hem geraden
waren op morghen (zeghde hij) haer t' absenteren vant avontmael, of zoo
zij daer quamen, dat zij doen zouden *) gelijck Christus dede met zijne
discipelen, daeronder eenen Judas was, welck met hem het broot brack:
tverginck hem qualick, ende alsoo zalt die persoonen oock.
', „zij doen zouden" JJ heeft „h ; j doen smide".
133
2. Philippus bekent de predicatie gedaen te hebben , maer alsoo gesproken
te hebben, dat niemandt konde verstaen, wat ende wie h\j meynde, als
alleene die het aengingen. Dat hij zoude geseght hebben: tzijn eenighe
persoonen , in aensienelicke plaetsen zittende ; antwoorde , tselve in zulcken
propoost vervolgende niet gesproken te hebben , dat hij oock het woordeken
Judas niet gebruyckt en heeft. Gevraecht, wuerom hij niet liever den
persoon int particulier aensprack ende vermaende, sonder op den stoel
publyckelick? Antw. dat de particuliere vermaninghe onruste zoude ver-
oorsaeckt hebben over de geheele stadt.
3. Hierover onder eenighe luyden woorden gevallen zijnde, is sulcx ter
ooren Lansbebgti gekommen, die daerop zekere requeste aen de E. magistraet
heeft laten behandigen, inhoudende dat zij De predikatie leelick misduytwas
van velen, die nochtans bij den kerckenraedt voor goet geapprobeert was,
versoeckende oversulcx, de E. heeren believen kennisse daervan te nemen
ende , ingevalle hij schuldich bevonden wert, hem te straffen ten excmple
van andere, ende zoo niet, hem in zijne onschult te verdedighen teghen
degene, die hem daerover lasterden.
3. In die requeste staen onder ander dese woorden: dat deze beschul-
dinghe in den gront deselve is, die in den jare 1609 teghen hem ende zijne
medebroederen gebruyckt wierdt in een schandelick pasquil, dewelck alsdan
gedivulgeert wiert bjj zeker persoon van U. E. collegie, die daerover zijn
straffe gedraghen heeft ende noch draecht, want de remonstrant meyndt
dat zoo merckelick een exempel van strafiïnghe, bij de hooge overheyt aen
denselven persoon gestel t, behoord een iegelick in dese stadt, van wat
state hij oock is, wijs te maken om sich van zulcke onrechtveerdighe
maniere van handelen to wachten. Nemaer alsoo het eenighe notabele per-
soonen in dese stadt belieft heeft dese maniere van handelen wederom bij
de handt te nemen, hoewel niet bij forme van een geschreven pasquil
maer wel bij een mondelinghe uytstrooinghe van een onwaerachtighe
beschuldinghe teghen den remonstrant op verscheydene plaetsen ende bjj
verschcydene persoonen, ende sulcx tot geenen anderen eynde dan om
eerst den remonstrant van zijne eere etc.
Gevraecht, wat hem beweeghde dese requeste over te geven ende de
zaecke daerbij niet te laeten blijven, antwoorde, dattet geschiet was
uyt oorsaecke, dat de secretarius de Witte, bij hem zijnde, geseght
hadde: Tst waer, dat men van u spreeckt, zoo en isser noyt schan-
deleuser ende seditieuser gepredickt geweest in Holland t oft Zeelandt,
dan ghjj gedaen hebt. Voeghende daerbjj, dat te hebben van seven off
acht persoonen.
Hetwelcke D. Philippfs met zijne medebroeders communicerende vonden
geraden, dat hij daerin tot zjjne onschult wat doen zoude, ende is ten
134
lesten tot dese requeste over te geven genootsaeckt geweest, die nochtans
door den kerckenraedt gepresenteert wierdt
4. Dit schrift de heeren magistraet ontfanghen hebbende, is in zgne
weerde ende onweerde gelaten zonder beantwoordinghe.
4. Gevraecht, waerom hijt daerbij niet liet blijven, antw. omdat de
voorsz. calumnien ende lasteringhen zich dagelicx meer en meer verbreyden.
5. Twelck D. Lansbehgius eenen tijdt daerna siende, is selve persoone-
lick int collegie verschenen, begeerende van de E. heeren even tselve, dat
hij door zijne requeste gedaen hadde, namelick dat hij gemainteneert
mochte worden en zijne onschult teghen alle, diewelcke zijne predicaüe
misduyden, ende dat de E. magistraet wilde ondersoeck doen van tgene
hij gepredickt hadde. Zeghde niettemin in een onderhandelinghe met de
E. magistraet, present den burgemeester Dryweghen, dat hij denselven
burgemeester in zgne predikatie ja gemeynt hadde.
5. Antwoort geseght te hebben tot den burgemeester Dr ywegen : Heeft u
de raetsheer Huyssen aengedient, dat ick u niet en meynde. Ick heb hem
dat niet geseght, ter contrarie heb ick hem geseght, dat ik u meynde. Ja
u meynde ick ende niomant anders.
6. Waerop hem van de E. magistraet afgeeyscht was, zijne predikatie
bij geschrift te willen overgeven oflte de substantie van dien, opdat daer-
uyt te beter int collegie mochte geoordeelt zijn, dewjjle vele int doen van
deselve waren absent geweest ende die niet gehoort en hadden.
7. Maer D. Laksbekgius heeft tselve goweygert, niet tegen staende tselve
op hem tot drymaelen toe is versocht geweest
7. Alsoo dit weygeren scheen vremdt te wesen, dewijle hij van de E.
magistraet begeerde gerechtveerdicht te zijn, ende dat dit een teecken was
van misvertrouwen o ft andersins , gevraecht dan , waerom dat hjj dat dede,
zeght: 1° dat hij niet en konde doen om zijne predikatie te stellen onder
toordeel van degene, die de theologie niet en verstonden; 2° of t hijt schoon
gedaen hadde , dat het evenveel zoude geweest hebben , nadien lichtelick
hem nagegeven zoude zijn geweest, dat hij deselve verandert ende anders
geschreven hadde , dan deselve gedaen was , ende dat hij wel zach , wat men
voor en hadde.
8. Waerna in een ander vergaderinghe der E. magistraet zij voor een
expediens verclaerden, niet goet te vinden voorder onderzoeck op zijn pre-
dicatic te doen, oin te eviteren verscheydene inconvenienten , zonder welck
ondersoeck zjj diffieul teerden hem acte van ontschuldinghe te geven. Waer-
teghen D. Lansbergius voor een expediens voorsloech, dat de E. heeren
135
hem een acto van ontschuldinghe verleenen souden, in welcken gevalle hij
tevreden was de zaeke daerbij te laten blijven. Doch gevraecht zijnde, oft
de kerckenraedt daermede oock zoude tevreden gestelt zijn, antwoorde, dat
hij sulcx niet en wiste. Oversulcx wierd hem de versochte acte afgeslaghen.
8. Zcght, alsoo de kerckenraedt zelve de requeste uyt haren name ge-
presenteert hadde, dat hij niet qualick antwoorde, zegghende dat hij niet
en wiste, oft zij tevreden zonden zijn.
9. Waerop D. Lansbergtus scheydende zoude geseght hebben, dat hg
hem dan andersins tot zijner verantwoordingho zoude moeten behelpen ende
andere weghen ingaen, al soude hij alle sijne middelen daeraen to cost
hangen.
9. Ontkent dit gesproken te hebben.
10. Evenwel de heer secretario is van de E. magistraet gelast geweest
D. Lansbergio aen te scgghen, dat hij hem, om geene nieuwe onraste te
veroorsaeckcn , zoude tevreden houden, doch indien hg wilde den wegh der
justitie ingaen, dat men hem diezelve niet conde noch wilde toesluyten.
10. Verclaert, dat oock de E. heeren daerbij voeghden dese ofte dierge-
licke woorden , ofte dat hij eenigh ander middel zoude mogen gebruycken ,
die hij zoude geraden vinden.
11. Hiervan wederom acte begeerende, is hem die van den heer secre-
tario gegeven ende ter handt gestelt, nadat deselve int volle collegie der
E. magistraet was gearresteert.
12. Weynich daerna heeft D. Lansbekqtüs eene missive den heeren
overigheden toegesonden, dewelcke eenighe beschuldinghen , gemcene en
besondere inhoudende, den E. magistraet niet weynigh geoffenseert heeft.
Wiert nochtans bij deselve E. heeren goetge vonden dit daerbij te laten.
Onder andere schrijft hij in dese missive aldus: „Ts mij behandicht een
schrift van weynighe regelen, ende zulcx zoo archlistich tot mijnen nadeele
gestelt, dat degene, die deselve beworpen heeft, schijnt gearebeyt te hebben
om my teghen alle redenen ten minste in suspitie van schuldt te brenghen ,
want beneffens dat hij zeer ontrouwelick verswijcht tgene ick zoowel in
mijne schriftelicke remonstrantie etc. l ) Welcke dry zaken, hoewel zjj voor
d' eenvoudighe met eenen schoonen schijn van waerheyt worden verhaelt,
zoo verschillen zij nochthans zooverde van de waerheyt , gelijck U. E. E. *)
etc. Soo hebben U. E. E. daarenboven gesien ende gehoort, hoe dickwils
ick mijne beschuldighers voor U. E. E. beroepen hebbe, ja oock tot tergens
') „etc." on tbr. in JJ. *) „gelijck U. E. E." ontbr. in JJ.
136
toe, opdat zij hare beschuldinghe teghen mij zouden willen voortbrenghen ,
ende met wat een schandelick stilles w ij ghen zij mij altijts bejegent hebben
etc. Hoe groot moet zijne onnooselheyt zijn, die zelve sijne beschuldighers
voor den rechter gaet betrecken, ende, zulex gedaen hebbende, noch voor
den rechter (die oock ten deele zijn partij e is) noch bij iemandt anders etc.
Soo heeft het nochtans den bewerper van U. E. E. actie gelieft, mij in
deselve alsoo af te schilderen etc. Over welcke onbillicke handelinghe ick
niet hebbe konnen nalaten mijne klachten etc. Ick weet wel, dat ick door
desen handel niet veel vorderen en sal 1 ) , dewijle burgemeesters ende schepenen,
die mijne rechters zijn, oock mede mijne beschuldigers zijn geweest, dewelck
oock zooverre van mij vervremt zijn, dat etc. zij nochtans mg de gunste
ontseght hebben, dewelcke zij met volle mate toegemeten hebben eenen
coster etc. Maer tis mij genoech, dat ick U. E. E. bewesen hebbe, op wat
wij se deselve burgemeesters ende schepenen met mij gehandelt hebben.
Ick zal voorts den Richter van de weereldt het oordcol van sulcke hande-
linghen overgeven , die eenmaal tusschen hare E. E. ende mij rechten zal, etc."
12. Zeght desen middel gobruyekt te hebben voor het beste, in plnetse
van iemandt in rechte te betrecken, volgende de toelatinghe van do E.
heeren op den X den artykel , hiervooren gemelt *).
13. Heeft oock in de presentie van den bailliu ende schepenen naer
het schrijven van den voorsz. brieff, gelijck oock daernaer in de volle
classe van Baerlandt, geseght, dat noyt moorder ofte dieff ter Goes was
geweest, off hij was beter van de heeren ge trac teert als hij, want als zg
al overtuycht waren, zoo hadde men haer noch procureurs gegeven om
haer te beschermen, maer de heeren hadden hom recht ge weygert, alhoewel
nochtans d'actde der voornoemde heeren expresselick medebrencht, dat zy
hem den wegh van justitie openstelden, etc.
13. Zeght zulex alleenlick in de classe gesproken te hebben ende ner-
gens elders. Zeght verder op dit ende op alle de voorgaende articulen , dat
zij afgehandelt zijn geweest doort middel van versoeninghe , gemaeckt met
bailliu, burgemeester Soetwater en secretario de Witte etc., dewelcke
alle daernaer haer ten h. avontmale begeven hebben, ende dat hij hem
oversulex opt allerhoochste beklaecht, dat nu wederom opgehad t wordt
als de oorsaeck van desen on wille, tgene soo solemnelick in den kereken-
raedt ende in de classe, oock in de presentie van de E. E. heeren Joachimi
ende Huyssens, is ter neder gelecht geweest.
14. Niettemin, om te voorkomen meerder onruste, zijn eenen tijtlangh
') „etc. Ick — sal" JJ heeft alleen „ende". ') „12. Zeght desen — gemelt" ontbr. in JJ.
137
daerna by do E. heeren magistraet beraemt ende besloten geweest zekere
dry artictden.
15. De heer Joachimi en de burgemeester Dry weg hen aennemende
deselve mr. Guilliam Claessen, Lansbergto ende zynen soono aen te
dienen , gelyckerwgs haere E. E. oock gedaen hebben.
16. Rapporterende opt stadthuys, dat de voorsz. predicanten voor ant-
woorden hadden gegeven, haer in alle gehoorsaemheyt der E. magistraet
te zullen draghen.
16. D. Lansbehoii versoecken formele woorden te hooren, want zjj
meynen, dat de E. E. heeren Joachimc ende Dky weghen seghden: de
ministers hebben belooft hierna hen te reguleren.
17. Doch ontrent dry weken daerna hebben zij elck eene missive aen
do E. E. magistraet gesonden, D. Lansbergius ende zijnen soone, verkla-
rende daerbij deselve dry voorgehouden articulen niet te konnen navolghen
off gehoorsamen als stridig teghen het woort des Heeren.
17. In de missive, van de dry ministers tzamen ondorteykent, staet
onder andere, dat zij niet en twijfelen, ofte troulick is aengedient, dat zjj
met l ) den heer Joachimi ende den burgemeester Dryweghen gesproken
ende gehandelt hebben, maer dat zij evenwel niet connen nalaten dezelve
redenen alsnu hare E. E. schriftelick te presenteren ende te bidden, dat
dezelve in hare E. register moghen aengeteeckent worden, opdat zij in toe-
comende tijden van niemandt worden verdraeyt, daervoor zij te meer
vreesen, midts sij wel verstaen, dat dese nieuwe handelinghe, met haer
aengegaen tot ruste ende weistan t van Gods kercke in dese stadt, gantsche-
lick genomen is uyt de kerckenordeninghe van Utrecht, blijckende bij den
20, 21, 22 en 23 articulen derselver, wclcke kerckenordeninghe, beneffens
dat zij tot noch toe van alle vrome kercken in dese provintie verworpen is
geweest, soo en heeft zij de eenicheyt der kercken aldaer niet voortgebracht,
maer veelmeer confusie ende verderff, daervoor wij bidden, dat ons Godt
wil behoeden. Nopende voorts dese hare verclaringhe op do gemelde dry
articulen zeghde D. Lansbergius: vooreerst, dat zij oock dese hare
meeninghe den heer Joachimi ende Dryweghen mondelick voorgehouden
hadden, als zij met haer spraken; ten tweeden, dat hij hem refereert op
degene , die alsdoe in de regeringhe der E. E. magistraten geseten hebben ,
als die haer daermede zeer wel tevreden hielden; ten derden, dat den
burgemeester Dryweghen , sedert dese missive overgegeven was , ten h.
avontmale geweest is ende daermede betuyght heeft geenen onwille te hebben.
') „met" ontbr. in JJ.
138
18. Zijnde onder andere het overgeleverde schrift van D. Petbus Lans-
bebgius zeer scherp ende bitter.
18. Petbus presenteert den coetum de copie vant voorsz. schrift over
te leveren, opdat zij oordeelen inoghe, wat hiervan zij. Wel cke copie daerna
gelesen zijnde, heeft men daerin onder andere gevonden dese woorden:
Verclarende meteenen, dat indien iemandt dese beschuldinghc (namelick
van hem bemoeyt te hebben buyten haer ampt int vermaken van de
magistraet) opentlick soude durven uytspreken, dat wjj van meyningho
waren, niet proces te verwachten, macr solfs aen te doen. Item in gevalle
men hier onder verstaen wilde, dat mon niet sonde moghen secrete fauten,
die persoenen van de magistraet begaen, eenighsins op den predickstoel
straffen , hebbe geseght conscientieushalve tselve niet te konnen toestaen, etc.
•
19. Waermede zij gethoont hebben haer directelick te stellen tcghen de
resolutien van do E. heeren overighe3~t ende magistraet der stadt.
19. Hout het daervooren, gantschelick niet gedaen te hebben teghen de
behoorlicke gehoorsaemheyt, die men deselve E. magistraet schuldich is.
20. Die oock daerin eenen onlust hebben, dat de Lansbergii, niet
tevreden zijnde met haer kerckelick ampt, hen bemoeyt hebben met de
practijke van de medecyne, teghen een oude ordonnantie deser stadt.
20. Bekent dat gedaen te hebben, want hoewel de vrede gemaeckt was,
gelijck boven geseyt is, zoo en verstondt tuj nochtans, insonderheyt uyt de
geruchten , die van den bailliu gestroyt waren , ende andere ad ver tissem enten,
dat eenig zijn par th ij e niet rusten en zoude, voordat zij hem uyter stadt
ende van zijnen dienst geholpen hadde. Ende is dit d'oorsaecke van dese
ooffeninghe der medecijne geweest, opdat hij met de sijne middel hadde
haer huysgesin in tijden en wijlen door dese oeffeninghe vooren te staen,
wel wetende hoe beswaerlick het eenen predikant vallen zoude, als de
magistraet tcghen hem qualijck gesint is ende dat zy hem begeeren
quyt te wesen, in zijnen dienst te konnen volharden ende daerbij te blij-
ven. Doch zeght dit begonnen te hebben alleenlick ontrent Octob. eenjaer,
ende dat alleen aen sommighe vrienden, die hern ontboden, zonder eenighen
loon van den meestendeel te ontfanghen. Ende als hij desen aengaende van
den doctor van de stadt aengesproken was, dat hij voor antwoorde gaff : lek
kan qualick ontsegghen mgne hulpe aen degene , die des versoecken , maer
ist qualick gedaen, vertoont het den E. heeren *), ende versoeckt daerop
hare resolutie; in cas van verbodt, ick sal terstont stille staen. Macr dat
de E. magistraet daer niet teghen en is geweest, bewijst hij met de heeren,
die hem gebruyekt hebben: Monsieur Watebvliet, swager van den burge-
') „E. heeren" ii heeft „magistraet".
139
meester Yernissits, Marynus Jansse Mezoeck, Jacob Marynissb Boone,
den rentmeester Ketelaeh, den rentmeester Huyssen, Jan Claessen
Backer, zij d de alsdoen vijff schepenen, zulcx dat hij niet anders conde
mereken, ten was wel de meyninghe van de E. magistraet alsdan, dat hij
daerin sonde continueren. Maer een andere magistraet in de regeringhe
kommende, heeft hem daervan onthouden, ende dat terstondt nadat deselve
E. E. magistraet vermaeckt was, op het nieuws daertoe hem adresserende r )
burgemeester Soetwater ende zulck zgn voornemen hem *) te kennen gevende,
dat hij voortaen zoude nalaten de medeqjne te pracktiseren.
21. Ende alsoo daer different is gevallen tusschen hem ende der mede-
qjnen docktor der stadt, dat zjj oock hebben geinstitueert teghen denselven
processe van injurie.
21. Zeght, dit proces alsoo aengegaen te zyn: Daer is geweest een
zekere vrouwe van een cirurgius , om dewelcke in hare sieckte ende kranck-
heyt te troosten , hij ontboden is geweest. Heeft het oock gedaen , maer oor-
deelende de zwackheyt 8 ) des persoons zeer groot, ja doodelick te zijne, ver-
maende haren man, dat hg haer yet ingeven zoude om haer te stereken,
perlen, koraal, etc. sDaeghs daerna wederom komende om haer te troosten ,
vraeghde, of zijt gebruyekt hadde; antwoorde dat ja, maer geen bate
bevonden. Waerop hij seyde: Wel bebagetul.. wjj sullen een ander remedie
gebruyeken, die haer goeden slaep zal aenbrenghen. Ende heeft merckelicke
beteringhe gedaen voor dien nacht, maer daernaer vervalt zij wederom
ende na 24 uyren komt te sterven. Hieruyt neemt den doctor mede-
cyne oorsaecke om te stroyen, dat hij Lansbergiüs deze vrouwe vermoort
heeft, den bailliu ondertusschen informatie nemende, buyten ende binnen,
om hem te achterhalen, ende wort dit seer schandelick over tgansche
landt ruchtbaar gemaeckt Hg dan, daerover raedt nemende met eenen advo-
caet, die hem namaels gedient heeft, zeynt twee getuyghen aen den voorsz.
doctor, vragende, oft hij dat gesecht hadde ende aen den bailliu ofte elders
geclaecht, dat dese 4 ) vrouwe om hals gebracht zij, etc. Maer desen
en wilde gantsch niet kennen nochte ontkennen Evenwel blijven die leelicke
geruchten, twelck hem Lansbergium beweeghde aen de E. magistraet te
versoecken , dat zjj hem souden willen consenteren , dat hij met den doctor
voor hem moghte verschijnen. Doch eyndelick, niet connende verkrijghen,
is bedwonghen geweest den doctor proces van injurie aen te doen ende te
concluderen teghens hem, gelijck hem zijn advocaten geraden hadden, maer
is zijn proces aen den nagel blijven hanghen (zonder iet te vorderen), daert
») „adresserende" JJ heeft „addresserende aen de". •) „hem" ontbr. in JJ. »)VfZwack-
heyt" JJ heeft „swaricheyt". •) „dese" ontbr. in JJ.
140
proces van den doctor teghens hem stedesgeduyrt ende gedient 1 ) heeft, tot-
dat hij sententie heeft verworven , dat Laksbergius niet meer practiseren magh.
22. Gomende daartoe selve in persoone op stadthuys ende bepleytende
haer eygen sake, nietjeghenstaende zij van kloecken advocaet ende procureur
voorsien waren , twelck de E. magistraet oordeelde onstichtelick te zijne en
miscontentenient onder de gemeynte causeeren.
22. Antwoort, dat hij den advocaet versochte, voor hem in vierschare te
verbaliseren, maer dat desen zulex weygerde , ende hebbende een procureur,
die Papist was, vreesende van hem niet wel gedient te worden, is selve
ton uytersten dry ofte viermael in vierschare gecom pareert om zijne sake
te verdedighen.
23. Eyndelick hebben de E. hoeren van de wet door Lansbekgiüm de
practijk van de medicijne verboden, waervan hij nochtans heeft willen
appelleren.
23. Seght, dat eer dit verbodt hem geschiede, hij te vooren genoech
verclaert hadde aen den heer burgemeester Soet water, dat hg niet meer
practiseren soude, ende oversulx dat het onnoodig was, dat de doctor
daerop langer soude insisteren om sulck een sententie ofte verbodt te
weghe te brengen. Desnietjegenstaende is dese sententie ofte verbodt ge-
gaen teghens hem, daerteghens hij genootsaeckt was te appelleren, om
doort middel van dit appel en mandament van inhibitie te voorkommen,
dat hem de bailliu geen proces soude aendoen, wanneer hij, int minste
iet seggende ofte doende bij den ziecken, soude schijnen dit verbodt te
overtreden. Heeft dan alsoo geseght tproces aen den nagel te hanghen,
ende *) alle dinghe in stilte te laten.
24. Dit aldus den secretarius uyt name vant geheele collegie der E.
magistraat vcrhaelt heb ben do ende de bescheyden daervan synde gelescn ,
heeft de heer burgemeester Soetwater uyt name alsvooren noch opge-
voecht de navolgende klachten.
25. Eerst over een seker predicatie, gedacn den 18 Nov. 1612 op den
text Joh. 8, vs. 17 — 18 8 ), nopende taenncmen der getuygen in reghte,
dat men die niet lichtelick accepteren ende geloove geven moet , jaalwarent
oock twee persoonen van groote qualiteyt, die het getuyghden, bybren-
gende texempel van twee Susannas boeven. Ende, want dit was even op
dien dagh, dat zij overgaven haer geschrifte noopende de dry articulen,
boven gementioneert, dat het de E. magistraat daervoor houdt, dat hier-
') „ende gedient" ontbr. in JJ. ) „ende*' JJ heeft „om". *) „17—18" JJ heeft „11".
141
mede gctaxeert werden de heer Joachimt es Dhywegen, die een ander
rapport gedaen hadden, dan de voorszeyde schriften medebrachten.
25. Ick verclare *) op de heeren Joachimi ende Drywegen niet gedacht
te hebben. Dat het oock op dese twee niet en can geduydet zijn, dat hij
zeghde, nademael hij in zijn schrift getuyght niet te twijfelen , of de heeren
Joachimi ende Dry wegen en hadden de E. E. heeren magistraet de rechte
waerheyt aeDgedient, tgene hij gesproken hadde met hen, daervoren hij
tnoch houdt.
26. Over eene andere predicatie op den text Bom. 11, vs. 3 : Heere 1
zij hebben uwe propheten gedood, alwaer geseght soude zijn, dat een ge-
meynto wel acht te nemen heeft op tgene de magistraet doet, ende dat, zjj
onbehoorlick handelende, de gemeynte schuldich is daerteghen te voorzien,
soo sij in de straffen Godts niet en willen vallen, allegerende daertoe ver-
scheyden exempelen , onder andere dat van *J die van Handwerpen , die
daernae veel 3 ) geleden hebben , overmidts zij d' onrechtveerdigen dood van
Chbistoffel de Smidt niet belet en hadden. *
26. Seght geleert te hebben: 1° wat groote zonde het was de propheten
te doodeh, onder andere met de spreucke Ps. 105, vs. 15*): Raeckt mijne ge-
salfden niet aen ende en doet geen , etc. 2o dat Godt dat bewesen heeft 6 )
met de straffen, die Hg ten allen tgde daerover gedaen heeft, waervan de
H. Schrift vermeldt, inzonderheyd 2 Paralipomenon 36; 3° bewees dat
met bysondere exempelen van onse ty don , Fransche coninghen , die vergoten
hebben veel onschuldigh bloet, en 6 J zijn oock jammerlick ommegecomen.
Handwerpen heeft vele propheten gedoot, onder andere Chbistoffel etc.,
maer de straffen daerover zijn haast gevolcht, enz. Daerbjj liet hij t big ven.
Alleenlick beantwoorde eene tegen werpinge , hoe Elias dit zeght tegen
Israël, maer alleen Achab ende Jesabel zulex deden, alsoo sjj waren, die de
executie deden, maer tvolck Israels stemde dat toe, ende toestemmende
maeckten haer deser sonde deelachtigh; hieruyt vermanende, dat als wy
iemand zien quaet doen, dat wij daerin niet en moeten verwillighen noch
behagen hebben, etc. Ten is niet altijts van noode, dat wij tbestraffen
in de overicheden, maer wij moeten tniet toestemmen, lauderen noch be-
hagen daerin scheppen, maer bedroeft zijn daerover, ende zoo houden
wij een goede conscientie. Verclaert niet anders geleert te hebben,
weet oock niet, dat de magistraet ter Goes oyt iet soude besloten hebben , 7 )
daerin hij meyndt, dat de gemeynte niet en soude behoort hebben te
consentoren. Ergo men moeste alsoo zijne predicatien niet geduydet hebben.
') „Ick verclare" JJ heeft „Verclaert". ') „onder — van" JJ heeft „ende onder
anderen". ») „veel" JJ heeft „soo veel". 4 ) „vs. 15" ontbreekt in JJ. *) „bewesen
heeft" JJ heeft „bevolen". 6 ) „en" heeft „etc." ') „weet oock — hebben" ontbr. in JJ.
142
Men heeft oock niet meer uyt l ) zijne geschreven predicatien konnen be-
sluyten.
27. Seggende d'heer burgemeester daerbij: Zondet alsoo toegaan, men
mocht veel liever het stadhuys tocsluyten ende alle saken op haer loop
laten etc. *) , zijnde zeer 8 j sorgelick in de ongenade van eene opgeroeyde
gemeynte te staen.
28. Ten lesten, dat oock de E. E. heeren daerin tonvreden waren, dat
Petrus Lans bergt us, haren minister, ende Jacobus, zijnen broeder, die op
gemeyne kosten des landts gestudeert heeft in theologia, niet alleen son-
der consent ende weten haerer wettelicke overicheyt uyt der stadt voor
eenen merckelijcken tijdt vertrocken zjjn, maer oock beyde noch eenander
faculteyt aengenomen ende hen daertoe begeven hebben, alles zijnde van
quade exempel ende grootelicx tot onraste streckende, daerteghen het
noodich is, dat met den eersten ordre gestelt worde.
28. Heeft te vooren géantwoort , waerom hij het studium raedicyne aen-
gevanghen ende tselve zijne soonen geraden heeft. Zeght ook, dat de E.
heeren magistraet zijnen sone Jacobo de burse ontrocken hebben, wel 4
maenden van te vooren eer hjj gepromo veert was in medicynen. Zy
sonden Cryn Vlasman, predikant [te Yerseke] 4 ), tot hem, vragende ofte
hij die burse wilde cederen voor den soone des voorsz. Cryns, maer dat
hg Lansbergius antwoorde , tevreden te zjjn van de burse te scheyden ,
als zijnen soon zijne studiën zoude voldaen hebben. Evenwel is naderhandt
verstaen geworden, dat D. Philtppus zijnen soon nae Leyden gesonden
heeft, ende dat desen daer aireede in de medicynen studeerde, eer de heeren
E. E. magistraet eenige opschortinge van de burse deden.
Onder stondt:
Aldus gerapporteert bij onse gedeputeerde, sDonderdaechs 6 )
den iii Octob. 1613.
Ende was onderteeckent:
Jodocus Laretius, scriba electus, 1613 6 j.
') „uyt"' JJ heeft „na". ? ) „etc" ontbr. in JJ. *) „zeer" JJ heeft „sekerlyck
seer''. 4 ) „[te Yerseke]" ontbr. in JJ. Wellicht is het, blijkens de [], door den Heer
v. d. Baan ingevoegd. *) „sDonderdaechs" ontbr. in JJ. •) „Onder stondt — scriba
electus itSfVó" Dit geheele slot volgt in JJ op het eerste relaas van no. 28.
143
Handelingen des provincialen synodi van Zee-
landt, gehouden met authorisatie der E. Mo.
heeren Staten van Zeelandt binnen de sladl van
Ziriczee , begonnen den ix cn Octobris 1618 ende
geeijndicht op den xin cn derselver ma ent ten over-
staen van de E. heeren Ingel Leunissen ende
mr. Jacob Campe, raiden van de E. Mo. heeren
Staten van Zeelandt, hiertoe specialijck gecom-
mitteert.
Naer aenroepinge des godde lij eken naems, b}j den herder der plaetsche ge-
daan, hebben de voornoemde E. heeren Gecommitteerde Raiden tot openinge
des synodi voorgedragen de resolutie der E. Mo. heeren Staten van Zee-
landt overt houden deser vergaderinge , dienende tot praeparatie van het
synodus nationaal , gearresteert by de Ho. Mo. heeren Staten Generael , te
honden binnen Dordrecht den l en Novembris naestcoinende, mitsgaders den
last, hare E. van de E. heeren Gecommitteerde Raiden ten selven eynde
opgeleijt, overleverende tot confirmatie van beyden eerst zeecker extract
vuyte notulen van de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt in date den 19
Septemb. 1618, alsoock hare schriftelycke commissie van de E. heeren
Gecommitteerde Raiden van Zeelandt, gedateert den 5 Octobris 1618, beyde
onderteeckent J. Boreel. Ende zijn de voornoemde E. heeren in zulcken aensien
met sonderlinge bljjschap der broederen ontfangen, dewelcke GodtAlmach-
tich dancken , dattet Zijne Majesteit belieft hadde de herten harer overicheden
te bewegen tot zoe vaderlgcke versorginge ende voesteringe der kereken ,
insonderheijt in dese sware tyden.
Sijn daernaer gelesen de credentien van de vier respective dassen ende
voor goet aengenomen, behoudelij ck dat (aengesien de classis van Tholen
zoe tegens het XLII C artijckel van de kerekenordeninge als oock hetll e ar-
tijckel cap. 4 synodi Verianae hadde gedeputeert drjje predicanten met
eenen oudcrlinck) dese vergaderinge verstaet, dat indien in toecomenden
tijde eenige classis dit exempel soude bestaen te volgen, dat alsulcke pre-
dicanten, dewelcke boven tgeli mi teerde getal werden gecommitteert . ipso
facto hare sessie ende stomme sullen verliesen, van welcke resolutie de
vier respective dassen mitsdesen werden gewaerschout.
Met de voornoemde credentien zijn verschenen:
vtqjt Walcheren:
D. Harmannus Faukelius ende D. Gerson Bucerus, respective predi-
144
canten tot Middelborch ende Vere, met mr. Jostas Vosberoe ende Cornelis
Lbijnssen, respective ouderlingen van Middelborch ende Vlissingen;
vujjt Schouwen:
D. 6odefrii>U9 Udemans ende D. Tobtas Damman, respective predican ten
van Ziriczee ende Nieuwerkerck , met D. Adrtanijs Hofferüs ende IJeman
Leendertssen, respective ouderlingen van Ziriczee ende Oosterlandt;
vtujt Suijtbevelandt :
D. Cornelius Regius ende D. Jacobus Platelius , respective predicanten
van ter Goes ende Wemeldingen , met Cornelis Janszen Boone ende Adolff
van Oostzee, respective ouderlingen van ter Goes ende Ierseke;
vuyte classe van Thoolen:
D. Jacobus Bursius ende Lambertus de Rijcke ende D. Cornelius Bos-
scha rdus , respective predicanten van Thoolen, Bergen opten Zoom ende fort
van Lilloo, met d' heer Willem Adams als ouderlinck van Bergen opten Zoom.
Hiernaer is mette meeste stemmen vercooren tot praeses deses synodi
D. Harmannus Faukelius, tot assessor D. Godefridus Udemans, tot scriba
Lambertus de Rijcke.
I.
D. Gerson Bucerus (die scriba was geweest in synodo Veriana) levert
over in handen van dese vergaderinge alle de stucken, tot desen synodum
behorende.
n.
D'acten van de voorgaende synodus, gehouden binnen ter Vere, zijn
herlesen ende de dassen respective ondersocht, off se oock debuoir deden
omme tgeene tot stichtinge der kercken aldaer was goetgevonden t'onder-
houden, waertoe zg van den praeses ernstelijck zijn vermaent.
III.
Int herlesen cap. 2 artic. 4 des gemelten synodi is by den broederen
goetgevonden, dat men vugten naem van dese vergaderinge zal schrgven
ende, zoot noodich is, deputatie doen aen den persoon van D. Petrus Lans-
bergius, predicandt geweest binnen der stede Goes, omme hem met alle
vriendelycheydt te vermanen, ten eynde hy hemselven soude willen ver-
eenighen mette kercke Christi , daervan hij herder is geweest, ende dat hy
ter eeren Godes ende tot stichtinge derselver gemeynte hemzelven soude
voegen tottet neerstich gehoor des goddelijcken woorts ende tgebruijck des
h. avontmaels in de plaetse voornoemt, gclijck niet alleene alle vroom e
predicanten maer oock oprechte christenen in conscientie toestaet te doen.
145
nn.
Op -occasie des 5 en artijckels cap. 4 werden de respective kercken deses
synodi vermaent, hetselve ar tijekei niet te misbruycken maer veelmeer aen
te honden by hare litmaten, dattet doopen ende trouwen op den dacb des
Heeren voor den iniddach geraydet werde, zoevele ymmers gevoechelyck
geschieden can, ende dat om het misbrujjck der brasmalen, dat daerop
plach te volgen.
V.
Syn voorgelesen alle de versoccken, gen o teert cap. 5 des voornoemden
synodi, die te doen waren aen de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt Waerop
ingestaen is D. Egidius Bursius, dewelcke als praeses met D. Philippo
Lansbergio als assessor des gemelten synodi last hadde deselve vorsoecken
te vorderen, ende heeft gedaen rapport van zijne besoingnen zoe metmon-
delyck verhael als met schriftelyck autentijcke apostillen, geteeckent J.
Boreel, welcke onder de papieren des synodi werden bewaert Levert oock
over het originael van de synodale acten ter Vere ingestelt, mitsgaders oock
het segel synodael. De broederen deser vergaderinge nemen zjjn rapport aen
met genoegen, bedancken hem voor zijne neersticheyt ende ontslaen hem
mitsdesen van zijnen opgeleyden last.
VI.
Alsoe men verstaet vuijte gedeputeerde broeders des classis vanThoolen,
dattet formulier van onderteeckeninge aengaende de leere , in synodo Veriana
beraemt, by de respective predicanten desselven classis nijet en is geteeckent
(zoevele ymmers hen bekent is), wert belast in dese vergaderinge , datd'selve
onderteeckeninge metten eersten zal geschieden, gelijck airede in anderen
dassen is gedaen, ende sullen de tegenwoordige gedeputeerde mette eerste
gelegentheyt hare principalen tselve bekent maecken.
VII.
Nopende tformulier van onderteeckeninge der kerekenordeninge werden alle
de dassen vermaent (indien dese teeckeninge generalyck niet en can werden
vercregen), dat men evenwel debuoir doen zall om de practijeke van dien
neerstich te onderhouden, ten eynde vrede ende eenicheijt in Godes kereke
nyet alleene in de leere maer oock in de ordre werde bevesticht.
VIII.
Alle de proponenten deses sijnodi sullen van nu aff gehouden zijn nevens
het examen te onderteeckenen tformulier, dat voor deselve in synodo Veriana
is geconcipieert, twelck tot noch toe vuijt slappicheyt in sommige dassen
is nagelaten.
Acta syn. pravinc. V. 10
146
IX.
Sijn verschenen twee mannen , ingesetenen der stede van ter Goes , met
namen Adriaen Andriessz Wtskercke ende IJeman Jansen Nachtegael,
met schrifbelycke commissie, geteeckent bij Petrus Laksberqtcs , Adriaen
Dignussen, gareelmaecker, Anthonis Hebberechts, Jan Peter ssz van Cats,
Pieter van Eijck, Arent Taets ende D. Ketelaer in date den VIII en
Octobris 1618, verthoonende (beneffens een beslooten missive, geteeckent by
den voornoemden Petrus Lansberoius) seeckere schriftelycke remonstrantie,
inhoudende, alsoe sij comparanten mitsgaders hare principale, van dewelcke zij
last hadden, geappelleert hadden van de sententie ende proceduijren, gewesen
ende gehouden by den coetus extraordinarius van Zeeland t, versamei t bin-
nen der stede Goes den X en Octobris 1613, tegens D. D. Phïlippum ende
Petrum Lansbergios , op den eersten synodum van Zcelandt , die in desel ve
provincie soude werden gehouden, nemaer dat se tsedert waren bericht,
dat de coetus ende synodus Zelandiae vast eenen ende denselven richter
was, als zynde van deselve cracht ende authoriteyt, dat se derhalven van
meijninge waren desen synodum (onder verbeteringe) voorbij te gaen ende
hensclven te praesenteren in den synodo nationael, die binnen de stadt
Dordrecht aenstaende is gehouden te werden , versouckende dat dcse verga-
deringe alleene kennisse daervan wilde dragen ende hen daervan acte ver-
lenen. De vcrgaderinge vint goet, dat men do voornoemde gecommitteerde
zal onderrichten , dat se bouwen op een quaet fundament, stellende de coetus
extraordinarius ende tsynodus provinciael in eenen ende gelijcken graet , ende
dat men hen sal aenseggen, dattet hen vrijstaet haer appel te vervolgen,
daer se tselve hebben gehechtet, namelyck aen de synode provinciael van
Zeelandt, ende meteenen de comparanten mitsgaders hare principale verma-
nen, dat se ter eeren Godes, stichtinge der gemeynte Christi, rust ende
vrede van hare conscientie haerselven behoorden te voegen totte oeffeninge
van den openbaren godesdienst in de kercke van ter Goes, in gelyckforinicheyt
van andere wel Gereformeerde kercken wert gedaen.
Resolujien nopende de praeparatie totten synodus nationael ,
daertoe dese vergaderinge van de £. Mo. heeren Staten van
Zeelandt insonderheyt is bijeengeroepen.
I.
Is gedaen eene generale omvrage by den praeses aen alle de respective
dassen , hoedat hare kercken respective in tstuck der leefe int gemeen ende
vjjff controverse poincten int besonder waren gestelt, omme alsoe te for-
meren eene bequame instructie voor de gedeputeerde, die van wegen dese
provincie nae den synodum nationael sullen werden affgeveirdicht. Waerop
147
eendrachtelyck by alle de respective kercken is geantwoort, dat alle ende
yeder van deselve kercken ende kercken dienaren zoe waren gestelt, dat
se hen vasthielden aen de sujjvere leere, die tot noch toe eenparichlyck
in de recht Gereformeerde kercken gel eert is, alsoe d'selve na den regel van
Oodes woort cortelyck is vervaet in de formulieren der eenicheyt, te weten
de Nederlantsche Confessie ende den Heydelberchschen Catechismus; ende
aengaende de vijff controverse poincten, op de bane gebracht by den pre-
dicanten in Hollandt, die men noemt Remonstranten, dat se in conscientie
anders niet en connen verstaen, off het zijn doolingen, strydende tegen 8
Ooodts woort ende de voornoemde formulieren der eenicheijt; daerentegen
dat de broeders Contraremonstranten de rechte waerheijt ende de Gereformeerde
leere treffelyck tegens haer hebben verdedicht. Welcke eenparige verclaringe
met vreuchde ende dancksegginge van dese vergaderinge is aengehoort
n.
Is gevraecht , off het noodich is , dat men trede in dese vergaderinge tot
naerder ondersouck ende verhandelinge van de voornoemde vijff controverse
poincten, zoe vele als de waerheijt derselver aengaet. Ende is verstaen,
dattet onnodich is, niet alleene omdat alle kercken van Zeelandt daerinne
eendrachüch zjjn, maer oock omdattet speciael ondersouck ende decisie be-
hoort totten synodum nationael. Het is oock geraden den tijt te winnen
om te comen totte resterende besoingne.
HL
Op de vrage, off de gedeputeerde deses synodi sullen hebben absolute
macht om te handelen ende te besluij ten int stuck der leere, off dat se aen
eenich reces sullen z|jn gebonden , is mette meeste stemmen geresolveert ,
dat (in gevalle daer wierden voorgedragen eenige argumenten, waerdoorsij
int besonder ofte ymmers een groot deel der vergaderinge souden comen
in eenich naerder bedoncken int stuck der leere, dewelcke tot noch toe in
dese landen eendrachtelyck is geleert ende aengenomen) zij sullen gehouden
zjjn by tijts reces te nemen aen hare principalen ende tselve met alle ge-
voechelycke redenen by den synodum nationael poogen te obtineren, noch-
tans met desen verstande , dat se nijet alle te samen vuyte vergaderinge en
sullen scheyden maer allene een ofte twee totten voornoemden eynde affsenden.
mi.
Nopende het stuck van tolerantie ofte duldinge der vijff artgckelen, daer-
van in Hollandt ende andere ontruste kercken tusschen den Remonstranten
ende Contraremonstranten tot noch toe vele is gedisputeert , is goetgevon-
den met eendrachtige stemmen , dat onse gedeputeerden dese voorsichticheyt
10*
148
eride discretie zullen gebruycken , dat sij van zelffs geene tolerantie en stillen
voorslaen, overmits wy daervan geenen noot hebben in onse provinciën.
Maer als dit stuck bjj andere beswaerde kercken wert geroert, soe en sullen
zy geene tolerantie toelaten int stuck der leere, hetzij dan in de vjjff arti-
culen ende den aencleven van dien ofte eenigc andere stucken, by den
Remonstranten off hare adhaerenten op de bane gebracht, om d'selve opent-
lyck off heymelyck [te leeren ende te dry ven, sonder reces te nemen aen
hare principale, gelijck zij oock denzelven voet zullen hebben te volgen in
de tolerantie van predicanten ende andero gemeijne litmaten , die hertnecke-
lyck de voornoemde artyckelen der Remonstranten leeren ende dry ven.
Maer aengaende de eenvoudige litmaten, die wt onwetentheijt verlegt zijn,
verstaet de synode , dat men gr o o te discretie ende sachtmoedicheyt sal ge-
bruycken om d'selve met vriendelycke onderwijsingen mettertijt ten rechten
wege te brengen.
Gravamina, totten synode nationael ejjgentlyck behoorende.
I.
Is verstaen, dat onse gedeputeerde sullen debuoir doen om te vercrijgen
eenige bequame, stichtelycke ordeninge over alle de kercken van onse natie,
zoe int beroepen van predicanten, ouderlingen ende diaconen, alsoock int
opschorten ende affsetten derzelver, zoe vele als de gelegentheijt van elcke
provincie eenichsints can toelaten, daertoe gebruyekende alle gevoechelycke
redenen, by namen dese: overmits het seecker is, dat de beroerte in de
kercken ten grooten deel o daerwt is gesprooten. Doch zal van den onsen
dit poinct niet werden geroert, als die desen aengaende geene swaricheyt
en hebben, ten ware d' andere daervan tenemael swegen.
n.
Men zal aenhouden by den synode nationael, dat in alle kercken van
onse Unie werde inge voert eene eenvoudige ende besondere maniere van
catechiseren, njjot alleene om de jonge jeucht maer oock vele volwassene,
die gantsch onwetende zyn, in de eerste gronden des gelooffs te brengen
tot kennisse van hare salicheyt. Ende werden mitsdesen alle kercken in
dese provincie vermaent, de practijeke van dien van nu aff, zoevele moege-
lyck is, te beginnen, geljjck airede met groote vrucht in sommige kercken
van Zoelandt is gedaen.
IEL
Men sal insgelycx aenhouden by den synodum nationael, datter ordro
werde versocht by de Ho. Mo. heeren Stoten Generael tegens de ongeloovige
Jooden, die in dese provinciën beginnen te nestelen, ten eynde zy de onwe-
149
tende christenen nijet en vervoeren van den eenigen salichmaecker Christo
tot hare grouwelijcke ongelovicheijt, gelgck somtyts exempelen daervan
zijn gebleecken. Men zal oock voorslaen bequame middelen om deselve
Jooden m etter tij t te brengen tottet christengeloove volgens de belofte des
apostels, Rom. II.
im.
Dewijle men bevint door crvarenthejjt, dat de studenten in de theologie ,
als se comen vuijte hoogeschoolen , door den bant zeer slecht ende ongeoeffent
zjjn in de practijcke der godsalichejjt alsoock in de regeeringe der kercke,
is goetgevoeden , dat men in synodo nationali dit stuck zal voorstellen
ende aendrijven als gantsch noodich tot opbouwinge der gemeijnten Christi ,
waertoe van onsentwegen eenige bequame middelen sullen werden voor-
geslagen om dit gebreck te beteren, als met namen dat se geoeffent werden
int openbaer lesen der H. Schriftuyre in de kercke, int besoocken der
siecken neffens eenen ordinarisen predicandt, dat men se oock toelate
(doch met eenige limitatie) in de consistorien om de handelingen, die niet
particulier ofte secreet en zijn, te hooren ende te zien, dat men se oock
eenichsints examinere in de practijcke van de theologie, eer se totten kereken-
dienst werden gevordert. Ende men zal van nu aff in de kereken van dese
provincie ditselve poogen in te voeren.
V.
Men zal de synodus nationael in bedencken geven, off het nijet oorbaer
en ware te versoecken aen de Ho. Mo. heeren Staten Generael, dat alle
secten, zoe Mennonisten als anderssints, belast werden wt te geven hare
belijdenisse in openbaren druck, ten eijnde dat men haren grondt in zoe
grooten verscheydentheijt te beter mochte bekennen. Ende zoe syspreecken
met dobbelsinnige woorden (als zij plegen), dat de respective overicheden in
alle provinciën ende steden hare predicanten gelieve te authoriseren om met
eenige ronde vragen hare groove dwalingen ende lasteringen aen den dach
te brengen. Ende dewijle meest alle de secten, insonderheyt deWederdoo-
pers, door do swaricheijt van Godes kercke in dese landen zeer stout zjjn
geworden int lasteren, ofter nijet eenige bequame middelen daertegens
souden connen werden gebruijekt. Doch de vergaderinge verstaet, dat men
het laetste nijet en zal versoecken dan met voorgaende ad vijs van zijne
Princelycke Excellentie ende do E. heeren Gecommitteerde Baiden van
Zeelandt.
VI.
Overmits de Nederlantsche oversettinge des bijbels dickwils beslooten
ende tot noch toe niet en is wtge voert, dewijle desen last aen te weynich
150
persoonen gestelt was, soe wert verstaen, dat men den synode nationael
desen wech sall aenwijsen, datter wt elcke provincie eenige geleerde, tref-
felycke theologi, in de talen wel ervaren, wierden vercoren, dewelcke elck
hooft voor hooft een ofte twee boecken souden belast werden over te setten,
ende dat alle dese stucken daernaer by twee ofte drije vuytgelesene mannen
souden werden gerevideert ende versamelt.
vn.
Ondertusschen wert noodich gevonden, datter wat naerder werde gelet
op het stuck van de druckerjje, zoe van allerhande schriften int gemeen,
die in dese tyden werden wtgegeven , als met namen op het drucken van de
bjjbels ende testamenten, dewelcke door den bant overvloeyen van lelycke
druckfauten ende eenige marginale annotatien, die gantsch niet en passen
op de heglicheijt ende gewichtichejjt van de materie.
VIII.
Dewijle d'onderhoudinge des sabbaths is een besonder middel totte voort-
plantinge vant rechte geloove ende ware godsalicheijt , wert goetgevonden,
dat men dit in synodo nationali zal voorstellen om daerop te crijgen eenige
gemeyne ordre by de Ho. Mo. heeren Staten Generael. Ende zoe zulex
nget en can werden geobtineert, sullen onse gedeputeerde gelast zijn voor
te slaen eenighe kerkelycke middelen om onse medebroeders in andere
provinciën daertoe te vermanen ende helpen bevorderen.
IX.
Men sal de sijnode nationael in bedencken geven , wat voet men behoorde
te houden tegens zulcke litmaten der gemeijnte, die trouwen met openbare
vijanden van de waerhejjt tot groote ergernisse der gemeynte, perijckel
van hare kinderen ende beswaernisse haerder conscientie.
X.
Dewijle in de kereken van onse Unie zijn overgebleven vele superstitieuse
feestdagen, als bij namen Vastelavont , Kermisse , Blijde Avonden , de Drije
Coningcn, Sinte Marten etc., dewelcke strecken tot onteeringe van de
reformatie, voedinge van brasserije ende gulsicheijt ende tot groot o schan-
dale van de onwetende menschen , zoe sal men aenhouden by den synodum
nationael, dat tegen d'selve van de Ho. Mo. heeren Staten Generael eene
algemeijne ordre mach werden vercregen.
XI.
Hetselve sal men oock doen tegens de batementspelen ende diergelijcke
onbehoorlycheden.
151
XII.
Alzoe het te wenschen ware, dat de synode nationael nijet meer zoe
lange en wierde wtgestelt, als nu geschiet is, de wij Ie de enicheyt in de
leere ende order door dit vertreck zeer geswackt wort, zoe sullen on se ge-
deputeerde arbeijden om de vergaderinge te bewegen tot eendrachrtch ver-
soeck aen de Ho. Mo. heeren Staten Generael , ten eynde het hare Ho. Mo.
gelieve ten minsten alle se ven ofte acht jaren deselve vergaderinge toe
te laten.
XIII.
Is goet gevonden , dat (in gevalle onse gedeputeerde int stuck van de leere
'ofte van kerckenordeninge eenich reces moeten nemen volgens hare instructie)
dese ordre daerin zullen houden, te weten dat se de saecke. daerover
reces wert genomen, met eenige van de principaelste redenen metten
eersten sullen overschrijven aen do classe sijnodael , ten eijnde dat alle de
dassen ende consistorien , daeronder behoorende , daervan mochten werden
verwitticht, ende alsoe naer rijpe deliberatie eenige vuijten haren deputeeren
totten coetum extraordinarium Zelandiae, dewelcke (volgens het beslui] t
synodi Verianae) op seeckeren tij t ende plaetsche tot dien eijnde zal werden
beschreven ende dat met voorgaende kennisse van de E. heeren Gecommit-
teerde Raiden. Doch soe de broeders, die tottet reces werden affgesonden,
bij monde eenige nieuwe bedenckingen ofte redenen hebben te rapporteeren,
meer als de gemelto brieven medebrengen, zoe sal de coetus moegen reces
nemen tot hare principale ende metten eersten met volle last wederom
bij een co men om daerop te letten.
XIIII.
Om dese instructie vuyt te voeren in den synodo nationael ende te vor-
deren de gravamina voornoemt zijn mette meeste stemmen vercooren D.
Harmannus Faukeliüs, praeses, D. Godefridus Udemans, assessor, D.
Corkelius Regh t s ende Lambertts de Rycke, scriba, respective predi-
canten van Middelburch , Ziriczee , ter Goes ende Bergen opten Zoom , mits-
gaders d'heeren mr. Josias Vosbergen ende Adrianus Hofferus, respective
ouderlingen van Middel borch ende Ziriczee. Ende in gevalle eenige van de
voornoemde gedeputeerden door sieckte off andere praegnante redenen mosten
naer huijs vertrecken, zoe werden de dassen respective, daer sulcke gede-
puteerde thuijs hooren , van dese vergaderinge geauthoriseert om een bequaem
ende gequalificeert persoon in de plaetse te stellen , behoudelyck wanneer
d'eerste door Godes genade connen wederkeeren, dat de laetste van haren
last. ende deputatie sullen ontslagen zjjn.
152
Particuliere gravamina, eijgentlyck behoorende totten syno-
dum provinciael.
Is geresol veert, dat men de particuliere gravamina, tot dese vergaderinge
eijgentlyck behoorende, die airede van eenige dassen zijn ingebracht ende
daerop de andere nijet en zjjn vollast, ordentelyck in actis zal bijeenstellen
ende met allen dassen communiceren naer gewoonte. Ende zoe hiernaer
noch eenige nieuwe werden bijgevoecht, sullen deselve van den classe
synodael aen de respcctive dassen werden vuijtgeschreven om daerop in
den aenstaenden synodo provinciael, die naer het eijnde des nationalen
sal werden gehouden, te letten ende te doen naer behooren. Die airede
sijn ingebracht, zyn dese navolgende:
I.
Hoe men best zal practiseren, dat de heydenen in Oostindien mochten
werden bekeert tottet christen gel oove, dewijle de studenten ende siecken-
troosters, derwaerts gaende, gemeynelyck zeer ongeoenentzgn? Isverstaen,
dattet bequaemste middel ware, dat de E. heeren Gecommitteerde Raiden
de camers van de bewinthebbers daertoe vermanen, dat se eenige bursen
ordonneren om eenige jonge studenten tot dien ejjnde op te voeden.
n.
Off men nijet en behoorde eenige stricter discipline te oeffenen tegens
ordinaire dronckaerts ende andere ongeregelde menschen, dewelcke metten
monde leetwesen thoonen ende nyettemin onbekeert blijven, daerinne de
classes van Walcheren ende Schouwen ten hoochsten zijn beswaert, dewijle
den 72 artyckel van de kerckenordeninge stelt voor de wterste straffe het
affhouden van den avontmale? Is geantwoort, dat die respective dassen
serieuselyck op dit stuck sullen letten ende op de naeste provinciale synode
daervan inbrengen hare voorbedachte resolutie.
ra.
Te versoecken by de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt eenige ordre op
het ondertrouwen ende trouwen van de Wederdoopers off andere ongedoopte
persoonen, die trouwen willen ende evenwel totten doop onbequaem zijn,
dewijle sommige kercken niet weynich daermede werden geclemt, met
namen de kercken in de classis van Schouwen.
ira.
Door wat middel de dassen ende consistorien in hare authoriteyt souden
moegen werden gestyft tegens sulcke ongeregelde persoonen, die op geene
153
discipline nochte vermaninge en passen? Is geantwoort by provisie, dat men
moet volgen den regel Christi, Math. 18.
V.
Te versoecken, dattet placaet van de schoolordeninge ende politie in
Zeeland t mochten werden geamplieert, van nieuws gepnbliceert ende neer-
stichlyck geexecuteert met alle de stucken, daertoe hoorende, volgens het
besluit cap. 5 synodi Verianae, artic. 3 et 4.
VI.
Wat men doen zal mette schoolmeesters in Brabant ende Vlaenderen onder
de gehoorsaemheyt van de Ho. Mo. heeren Staten Generael, in gevalle zy
ongeschickt waren in leere ofte leven, dewijle zij niet en staen directelijck
onder de provincie van Zeelandt? Is geantwoort, dat men daertegens ordre
zal versoecken by de Ho. Mo. heeren Staten Generael.
VH.
Nademael den artyckel van den o ti wille, die in de kerckenordeninge is
den 17, bij sommige onverstandige ende quaetwillige zeer wert misbrugckt ,
oft niet raed8aem en ware, dat hg geroijeert ofte ten minsten zoe wierde
gelimiteert, dat vroome predicanten daerdoor niet en werden verstrickt?
VIÜ.
Dat men besorgo eenige alimentatie voor de weduwen der predicanten
in Zeelandt, gelijck in Hollandt ende tSticht van Utrecht gedaen wert.
IX.
Dattet placaet tegen s de Paepsche ende Jestiitische scholen ter executie
werde gestel t ende dat de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt hare gecom-
mitteerde in de generaliteyt hetselve gelieve te belasten, zoevele dese
provincie aengact.
X.
Dat men instantie doe by de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt om
alle jaren te hebben een synode provinciaol, geleek voor de troublen in
Hollandt met groote vrucht plach te geschieden.
XI.
Dat men become eene vaste ordre tegens degeene, die op onbehoorlycke
wij se henselvcn soueken in te dringen in den kerekendienst
154
Andere gemeijne resolutien , die noch staen vuijt te voeren.
I.
Al soe volgens het LII e artijckel synodi Tolanae de vcrsorginghe van de
cniijskercken bij beurte gecomen is op de classis van Schouwen, devvelcke
(overmits zij wat verre is geseten) dese sorge zoe bequamclyck niet en can
waernemen , soe wort versocht by de broeders van Schouwen , dat de kercken
van Middelborch , Vlissingen ende ter Vere desen last van harentwegen voor dit
jaer willen aennemen, nochtans sonder praejuditie des voornoemden artyckels.
Ende worden D. praeses ende D. Bucerus gebeden hare principale daervan
te verwittigen ende de classe van Schouwen hare antwoorde aen te schrijven.
n -
De assessor, D. Regius ende D. Jacobus Bursius werden gecommitteert
om te hooren het rapport van de ge mei te broeders van Walcheren nopende
den staet van de voornoemde crujjskercken , daervan sjj nu eenige jaren
door het ver treek des sijnodi topsicht hebben gehadt
III.
Men zal alle de acta sijnodalia, zoe nationael als provinciael , volgens het
41 artijckel synodi Tolanae in eenen boeck schrijven ende meteenen een
register ende harmonie maecken van deselve acten , devvelcke met alle de
synodale papieren in een coffer sullen werden bewaert. Ende desen last zal
by de broeders van Walcheren werden wtgevoert, mits dattet selve coffer
mette voornoemde stucken sall bewaert werden by den classe synodael, die
hetselve op den naesten synodum sul bestellen. Ende ten eijnde dese noo-
dige saecke niet achter en blij v e , gelyck te vooren , soe werden specialyck
daertoe gebeden ende versocht D. Harmannus Faukelius, praeses, endeD.
Egtdius Bursius, dewelcke desen last geerne hebben op haer genomen.
nii.
Is gelesen seeckere missive van de classis van Walcheren houdende aen
dese vergaderinge, waerinne zij versoecken (overmits onsen E. broeder D.
Bucerus tot zgn onschult geraeckt is in ongenade des conincks van Groot
Brittannien ende datt om het wtgeven synes boecks De Gubcrnatione Ecclesiae),
dat dese vergaderinge in zijn faveur gelieve te schrijven aen zyne Pr. Excel-
lentie, getuyehenisse te geven van zijne onschult ende te versoecken d'intercessie
van de hoochgedaebte zyne Excellentie, ten eijnde zijne Majesteijt den weer-
den broeder in zijnen dienst ende ruste niet en verstoore. De vergaderinge
verstaet 'dit versoeck redeljjck ende billijck te zijn ende dat men den
voornoemden brieff zal schrijven in de beste forme ten eijnde voornoemt
155
V.
De classis van ter Goes zal van du aff zjjn classis synodael, ende stillen
derhalven allo sijnodale stucken ende papieren mitsgaders bet segel sjjno-
dael in hare bewaringhe nemen. Ende wert mitsdesen de classis van
Schouwen bedanckt ende ontslagen van haren dienst
VI.
Om wt te voeren de synodale versoecken van dese vergaderinge ende
instantie te doen op de versoecken, beslooten in synodo Veraniac, werden
gedeputeert D. praeses ende assessor.
VII.
Is by den praesidem omvrage gedaen naer den staet van alle respective
dassen ende kercken in Zeeland t, off se oock in de ordre ende kerckelycke
discipline alsoe gestelt zijn , als hiervooren van de leere is verclaert Ende
is bij de respective broeders geantwoort, dat bjj hare classen ende kercken
alle debuoir daertoe wert gedaen, ende alhoewel noch wel eenige saecken
by haer zijn te reformeren, dat se nyettemin Godt dancken voor den
redeljjcken staet, daerinne zij tegen woord ich zjjn, behalven datter geclaecht
wert by den broederen des classis van Thoolen , dat de kercke van Thoolen
soe weynich ordre ende discipline heeft, dattet hoochnodich is daerinne
voorsien te werden. De vergaderinge verstaet, dat men zal nemen infor-
matie van de saecke, dewijle de classis tot noch toe daerinne njjet heeft
connen doen. Ende werden hiertoe gedeputeert D. Harmannus Faukeliüs,
praeses, D. Jacobus Plateliüs ende mr. Jobias Vosbergen, dewelcke den
kerckenraedt zullen vermanen van haer officie, ende tenzy datter in sesse
weecken in werde versien, dat se sullen hebben te clagen aen sulcken
vierschare, als daertoe staet
vin.
Oensura morum is gehouden, ende naer hertelycke dancksegginge tot
Godt is de vergaderinge in goeden vrede , lieffde ende enichey t gescheyden.
IX.
Om te. doen de wtschrijvinge van de acten voor do vier respective clas-
sen, dewelcke by de volle vergaderinge zjjn geresumeert ende gearresteert,
werden seeckere broeders gedeputeert, alsoock praeses, assessor ende
scriba geauthoriseert om deselve vuyten name der vergaderinge te onder-
teeckenen. Ende wat aengaet de credentie ende instructie, die de gede-
puteerden naer het synodus nationael sullen mededragen, worden dry e
156
andere predicanten gelast om in den name van praeses, assessor endo
scriba (die te samen sjjn gedepu teert) de onderteeckeninge te doen.
Actum in onse synodale vergaderinge , gehouden binnen Ziriczee desen
XIII en Octobris 1618. tOirconde by ons ondersch. onderteeckent.
Hermannus Faukelitjs, praeses sjjnodi.
Godefktuüs Udemans, assessor.
Lambertus de Rijcke, scriba 1 ).
Instructie *), die den gedeputeerden op den sgnodum na-
tionael medegegeven is van wegen dese sjjnode provinciael
van Zeelandt.
Wij gecommitteerde predicanten ende ouderlingen van wegen de respcctive
dassen in Zeelandt, representerende de provinciale synode int voorn,
quartder, hebben afgesonden onse E. lieve medebroeders Hehmannum Faü-
keliüm, presidem, D. Godefhidum Udemans, assesorem, D. Corneltum Regium
en Lambertum de Rijcke, scribam, respective predicanten van Middelburgh ,
Ziericzee , Goes en Bergen op den Zoom , mitsgaders de heeren mr. Jostas
Vosberge ende Adrtanus Hofeer us, respective ouderlingen van Middelburgh
en Zierickzee voornoemt, om te verschijnen in sijnodo nationali, dewelcke vol-
gens het arrest ende ugtschrgvinge van Hog. Mog. heeren Staten Generael in
de maent November sal worden gehouden binnen de stadt Dordrecht, ende
aldaer met den anderen broederen te verhandelen, delibereren en besluiten
van alle tgene aldaer sal voorvallen, tot weghneminge van de differenten
ende swaricheden, in de kercke Godes hier te lande opgeresen, metnaeme
de vgf controverse poincten, bjj den Remonstranten op de baene gebracht,
met de swaricheden daertujt resulterende, mits dat se hun sullen hebben
te reguleren nae de regulen van dese onse naevolgende instructie.
1.
Sullen onse gedeputeerde gelast sijn vast te houden aen het gesonde woort
ende de rechte Gereformeerde leere, die tot noch toe eenpaerlijck in dese pro-
vincie neffens anderen is geleert , daervan de broederen deses sjjnodi eensae-
mentljjck haere belijdenisse in dese vergaderinge hebben gedaen , te welver-
staende indien sjj eenige redenen ofte argumenten hoorden, daerdoor sjj int
bijsonder ofte een merckelgck deel der sijnode soude mogen commen in eenigh
naerder bedincken, streckende tot veranderinge, dat se in sulcken gevalle nieten
i) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. ») Deze „Instructie" is later in onzen
cod. (HH) op de opengelatene bladzijden bijgeschreven met een andere hand, doch
ook uit de tweede helft der 17e eeuw.
157
sollen tot stemmen voortgaen, voor ende aleer sij reces aen haere princi-
piële hebben genomen ende haere nader intentie daerop versteen.
2.
Nopende het stuck van tolerantie of duldinge der vijf artyckulen, daer-
van in Hollandt ende andere ontruste kercken tusschen den Remonstranten
en Contraremonstranten tot noch toe veele is gedispu teert , sullen onse
gedeputeerde dese voorsichtighejjdt ende discretie gebruijcken, dat se van
haer selfs van geen tolerantie en sullen spreecken, overmits wij daervan
geenen noot en hebben in onse provincie. Maer als het stuck van tolerantie
bij andere beswaerde kercken wert voovgeslaegen , soo en sullen onse gedepu-
teerde geene tolerantie toelaeten int stuck der leere , hetsij de v^jf artyckulen
metten aencleven van dien ofte eenige stucken, bij den Remonstranten ofte
haere adhaerenten voortgebracht, om deselve openÜjjck of hefjmelgck te leere n
ende te drjjven , sonder reces te nemen aen haere principaelcn , geljjck sjj
oock denselven voet sullen hebben te volgen in de tolerantie van predicanten
ende andere gemeene litmaten, die hartneckeljjck de artyckulen der Remon-
stranten dry ven endeleeren. Maer nopende de eenvoudige litmaten, dewelcke
uijt on weten the jjdt verleijdt sijn, verstaet de sjjnodus, dat men groote
discretie ende sachtmoedichejjdt sal gebrugcken om deselve met vriendelycke
onderwjjsinge metter tyt ter rechter wegen te brengen.
3.
Sullen onse gedeputeerde devoir doen om te vercrjjgen eenige bequaeme
en stichteljjcke ordeninge over alle de kercken van onse natie int beroepen van
predicanten, ouderlingen en diakenen, sooveele als de gelegentheijdt van
elcke provincie eenighsints kan toelaeten.
4.
Sullen voorts alle onse gravamina bjj de voorn, gedeputeerde met alle
redenen, instantien ende andere bequaeme middelen gevordert ende aenge-
bonden worden, opdat se bij de vergaderinge sooveel mogelijck is mochten
worden toeges temt.
5.
In gevalle de voorn, gedeputeerde eenigh reces moeten nemen , hetsy int
stuck der leere , tolerantie of andersints , soo sullen sjj dese ordre volgen ,
dat se in txjts sullen schryven aen de classis sjjnodael (dat is die van Zuydt-
be[ve]landt) het poinct, daerop reces genomen is, mitsgaders de voornaemste
redenen van dien, om alsoo door dit middel de respective dassen daervan
te verwittigen, dewelcke in een coetu extraordinario daerop sullen gelast
158
comen , ten waere dat eenige van de gedeputeerde thuijs quaeme met nieuwe
redenen ende instantien, die in de missive niet en sjjn uijtgedruckt , in
welcken gevalle alsulcken coetus sal reces nemen aen haere principaelen en met
den eersten in eenen anderen coetu daerop verschijnen met volcomen resolutie.
In gevalle eenige der voorn. . gedeputeerde door sieckte of andere preg-
nante redenen moeste naer huijs vertrecken, soo werden de dassen respec-
tive, daer sulcken gedeputeerde te huijs hoort, van dese vergaederinge
geauthoriseert om eenen bequaemen ende gequalificeert persoon in de plaetse
te stellen , behoudelij ck wanneer de eerste gedeputeerde door Godts genaede
connen wederkeeren, dat de laeste van haeren last ende deputatie sullen
ontslaegen sjjn.
Actum in sijnodo Zirizeana op den 12 Octob. 1618 ende uijtten naeme
der vergaderinge bij ons ondertejjckent.
Onderstont:
Loco praesidis Jacobus Burs, predicant der stede Tholen.
Loco assessoris Cornelis Bosschaert, dienaer des goddelycken woorts
in Lillo. *)
Handelinghe des provincialen sijnodi van Zee-
landt) gehouden met authorisatie der Ed. Mog.
heeren Staten van Zeelandt binnen der sladt Goes>
begonnen op den veerthienden Februari/ ende ghe~
eindicht op den achtentwintichsten derselver maendt
des jaers zesthienhondert twiniich , ten overstaen
van de Ed. heeren gedeputeerde van de Ed. Mog.
heeren Staten van Zeelandt , de heeren Adriaen
yan Mannemaker, ridder etc, ende mr. Johan
Hüijssen Cattendijck , hiertoe specialijcken ge-
committeert, doch in de absentie van de heere
Mannemaker d'heer mr. Jacob Campen sijne
plaetse bewarende.
Naer d'aenroupinghe van des Heeren naeme door den herder der plaetsen
') Hierop volgt nog in onzen cod. met dezelfde hand , die deze instructie bg schreef,
eene copie, onder het hoofd: „Uijtschrijvinge van een vast en bededagh." Wij nemen
dit bekende stuk niet op, omdat het algemeen is en niet bijzonder voor Zeeland ingericht.
159
•
is bjj de Ed. Gecommitteerde Raden openinghe ghedaen van de resolutie
der Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt over het houden deser sijnodale
bjjeencompste ende van het last,heur ten desen aensien opghelecht, tot con-
firmatie van dien verthoonende haere commissie.
De credentien der vier dassen zijn ghelesen ende voor wcevdich aenghe-
nomen. Met dezelve zyn verschenen:
wt Walcheren:
D. Gersom Bucerus ende D. Willem Teelinck, respective predicanten
ter Veere ende Middelburch, met Pieteb Beurt ende d'heer Mathias Segers,
respective ouderlinghen van Middelburch ende Veere;
wt Schouwen :
D. Laurentiüs Boenaert ende D. Lucas Spibingius , respective predicanten
tot Ziericxzee ende Brouwershaven, met d'heer Adrianus de Hutjbert
ende Jak Marinissen, respective ouderlingen tot Ziericxzee ende Oostduvelandt;
wt Ztqjtbevelandt:
D. Corneltüs Reoius ende D. Louus van der Vesten, respective predi-
dicanten van Goes ende Grugninghen , met Johan de Jaoere ende d'heer
Everardt Bets, respective ouderlingen van Goes ende Cruijninghen;
wt de classe van Tholen:
D. Job du Rieu ende D. Herbertus de Ridder, respective predicanten
van Berghen op den Zoom ende Ruimers walle, met d'heer Cornelis Adams
ende d'heer Witte Wittenssen, repective ouderlinghen van Berghen op
den Zoom ende Vossemaer.
Hiernaer is door het meeste deel der stemmen vercooren tot praeses deses
sijnodi D. Gersom Bucerus, tot assessor D. Cornelius Reoius, tot scriba
D. Laurentiüs Boenaert.
D'acten van den lesten voorgaenden provincialen sijnodus, ghehouden bin-
nen Ziericxzee , zgn herlesen. Ende alsoo in denzelven sijnodo eenighe gra-
vamina overghebleven waeren, die in den naestvolghenden provinciaelen
sijnode moeten verhandelt worden, zijn dese eerst affghedaen.
en
Cap. 1'
Verhandelinghe der gravamina, overghelaten in sijnodo Ziericxzeana.
l eD . Alsoo men bevindt, dat den loop des h. evangelii wejjnich voortganck
160
heeft onder de hegdenen in Oostindien, zoo is bg den sijnodo beslooten
aan de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haer
Ed. Mog. believe, in dese ghelegenthegt des tijts (op welcke vernieuwinghe
van oetrojj voor de Compaignie van Oostindien zal werden versocht) te
ordineren den cameren der bewinthebberen, datter middelen gheschaft
werden om een merckeljjck ghetal van studenten in de theologie tot dienste
van de voorschreven landen te onderhouden ende dezelve tot dien ejjnde te
vooren in de Maleijssche taele te laten ondorwjjsen, mitsgaders in hetpre-
dicken des goddeljjcken woorts ende regieringhe der kercken te doen ouffenen,
opdat zij alsoo tot alle deelen haeres amptes mochten te bequamer zgn.
Ende overmits zulcx niet zoo haest en zal connen in het werck ghestelt
worden, zal het goet zgn, dat de respective dassen ondertusschen arbeijden,
eenighe predicanten (in actuelen dienst zynde) te beweeghen om in den lande
voornompt sich te laten ghebrujjcken op redelijcke conditien. Aenghesien
oock door de ongheschicktheyt derghener, die derwaerts daghelijcx werden
ghesonden, zooveele wordt omghe worpen , als men bjjnaer met predicken
can bouwen, dienen de cameren der bewinthebberen vermaendt te worden
daerin zooveel moghelijck is te versien, stellende tot dien ejjnde godtvrce-
sende ende gheschickte persoonen tot commijsen, opdat alsoo door den
goeden wandel van onse natie aldaer de leere der waerheijt verciert ende
de ongheloovighe hegdenen te beter Christo mochten ghewonnen worden.
Wordt oock tot bevoorderinghe van desen goetghe vonden , dat de predicanten
in de steden, daer zulcx dienstelijcken gheordeelt mocht» zijn, in haere
predicatien de ghemeente aenwjjsen den grooten dienst, die ter eeren Godts
ende bevoorderinge der zalicheijt der armer blinder menschen in de voorghe-
melde landen te doen is , ten ejjnde dat' oock daardoor vroome christenen
zouden moghen opgheweckt ende beweecht worden sich tot eenighe ampten
aldaer te laten ghebrujjcken, ghelijck zjj oock in haere openbare ghebeden
Godt zullen bidden zijnen zeghen over den dienst des h. evangelii aldaer
tot verlichtinge ende bekeeringhe der ongheloovighen te strecken.
[D'heeren Staten van Zeelandt, adviserende op de approbatie van de
acta synodalia, gehouden binnen der stadt Goes, begonnen den XIIII en
Feberuarij ende geeyndicht op den XXVIII 611 1 ) derselver maent 1620,
hebben op elck der artickelen, soo deselve hier syn geinsereert, nae
serieuse cxaminatie oock van het ad vijs van onse Gecommitteerde Raden ,
daerop te vooren genomen, goetgevonden en geresolveert , sulex ende
gelijck puntuelgck op elck derselve hiernaor *) is aengeteyekent 8 ).
•) „XXVIIIen" verbeterd naar FF en Ed. 4755. Onze cod. (HH) heeft „XXCIIen".
*) „hiernaer" ontbr. in Ed. 1755. ») „D'heeren — aengeteyekent" CC heeft „Appro -
batie van de heeren Staten van Zeelandt".
161
Opt l e artijckel cap. 1.
Wert generaelyck verstaen , dat dit vertoch l ) is van notabel *) insicht
ende daerom van wegen dese provincie in de vcrgaderinge van de H. M.
heeren Staten Generael tselve sal werden geproponeert *) , dat de in-
houden van dien moge ten ge wensten effecte werden gebracht , daertoe
men oock de bewinthebberen van de Oostindische Compagnie, daer
het noot is, sal vermanen] 4 ).
II en . Nopende de ordinare dronckaers cnde andere ongheregelde men-
schen, dewelcke metten monde leetwesen bclooven ende niettemin in haere
ongeregeltheijt voortgaen, is eenstemmelijck goet ende stichtelijck gheoordeelt,
overmits dezelve voor verachters der kerckclijcker verman inghe zijn te
houden , dat teghen hun strickter discipline (dan de gheduijrighe afFhoudinghe
van het avontmael) zal meughen gheouffent worden. Doch de wijle derzelver
ghelegentheijt niet altjjts eenderleij is, zoo zal het ghebruijck derzelver
discipline ghelaten worden in de discretie der kerckenraeden, dewelcke daerin
sullen handelen met het advijs haerer respective classen op sulcker wij se, als
zij zullen vinden tot stichtinghe haerer kercken meest diensteljjck te wesen.
[Opt 2. — Is mede dit point geapprobeert , soo het is ingestelt , be-
houdelyck dat men niet en come tot een publycke excommunicatie,
dan in forme en sulcx 5 ) de leste kerckenordeninge tot Middelburgh,
gearresteert in den jare 1591, is medebrengende] 6 ).
III en . Soo wanneer eenighe onghedoopte persoonen versoucken van de
dienaren der Oereformeerder kercken ondertroudt ende ghetroudt te werden ,
men zal se met alle neersticheijt vermaenen ende sien te be weghen , dat se
hen laten in de hooftstucken der h. leere onderwijsen, opdat den voorghe-
melden dienst hen ghedaen mochte worden met voorgaende belydenisse
haeres ghelooffs ende ontfanginghe des doops. Maer bijaldien zulcx niette-
genstaende alle meughelijcke aenhoudinghe niet en conde te weghe ghebracht
werden, men sal se meughen trouwen, wolverstaende mits dat dendienaer
in het lesen des formuliers de woorden voughe nae de ghelegentheijt
sulcker persoonen ende in het vuijtsprecken des ghebets Godt bidde, dat
Hem ghelieve haer te bekeeren ende alsoo te zeghenen.
[Wordt dit articulus goetgevonden zulcx den text is medebren-
ghende.] 7 ).
') „vertoch" FF heeft „articulus ofte vertooch". *) „notabel" ed. 1755 heeft „con-
siderabel". *) „geproponeert" FF heeft „geproponeert ende daeraen de ernstige handt
gehouden". Evenzoo CC en ed. 4755. 4 ) Het hier en in het vervolg tusschen f]
geplaatste is overgenomen uit HH , tenzij anders gemeld is. s) „sulcx" FF heeft
„sulcx ghelijck". Evenzoo ed. 4755. •) Deze apostil ontbr. in CC. ») Dit tusschen [J
geplaatste is overgenomen uit FF. Het komt ook voor in ed. 4755, doch ontbr. in
CC en HH, waar het geheele gravamen ook ontbreekt.
Acta syti. provinc. V, Il
162
IIII en . Op de vraghe, door wat middel de eonsistorien cndc dassen in
haere authoriteijt zonden meughen werden gh es tij ft teghens zulcke persoo-
nen, die op ghene discipline ofte vermaningbe en passen, antwoordt de
sijnodus , datter niet bequamer en zij als te volghen het bevel Jesu Christij
Math. 18 verso 15, ende hetzelve met allen ernst in het werck te stellen.
[Dit articulus wordt mede goetge vonden , doch werdt gerecomman-
deert, dat hierin werde geprocedeert met alle maticheijt, circumspectie
ende lanckmoedicheijt, gelijck men de respective kerckenraeden zulcx
is vertrouwende.] *)
V cn . Dewjjle bevonden werdt, dat het placcaet van school orden in gb e ,
vuijtgegeven int jaer duijsent vijffhondert drientachtich , in veele plaetsen
niet en wordt gheobserveert ende dat doordien bijnae gheen exemplaren
meer daervan en zijn te becommen , zulcx dat de kerckenraeden, de school-
meesters ende oock de ghemeijnte voor den meerderendeel van den inhou-
den deszelven onwetende zjjn, soo is bij dese vergaederinghe goetghevonden,
dat men de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt zal bidden, dat haere
Ed. Mog. ghelieven hetzelve placcaet met de ampliatie van dien , int jaer
duijsent vijffhondert tnegentich daerop ghevolcht, te doen herdrucken ende
op een nieu publiceeren. Ende opdat de kinderen niet alleen in goede
consten ende zeden, raaer oock in de vreese ende rechte kennisse Godts te
bequamer mogen onderwesen werden , soo is goetgevonden , dat tot bevoor-
deringhe van een zoo heijlsaemen zaecke (nae volghens de resolutie des
laesten nationalen sijnodi tot Dordrecht ghehouden) twee vraeghboucxkens
zouden beworpen werden , het eene zeer cort voor de minste schoolkinderen,
het ander wat langher voor deghene, die wat grooter ende verstaendigher
zgn ghe worden, waerdoor zjj alleijncxkens bequam moghen ghemaeckt
werden om ten h. avontmaele des Heeren te commen. Tot welcken e ij n de
zullen alle schoolmeesters don kinderen (een yeghelijck naer haer capaciteit)
dese vraeghboucxkens neerstelijcken in schei-pen ende dezelve op twee daghen
ter weecke doen leeren, hen van den eenen dach totten anderen zooveele
vraeghstuexkens voortstellende, als zjj teghens de naeste regse zullen op-
zegghen. Ende opdat hetzelve wel werde naerghecom men, zullen de kercken-
raeden (versouckende daertoe d'assistentie van eenighe viujtten Ed. magis-
traet) goede inspectie nemen op de schooien ende besorghen, dat de
schoolmeesters hun hiernaer reguleeren. Oock zullen de dassen haere
visitatores lasten, niet alleen de kereken maer oock de schooien ten platten
lande te besoucken, ende sorghe draghen , dat tghene voorseijt stricktelijcken
werde gheobserveert. Ende belanghende de voorghemelde vraeghstuexkens
') Dit tusschen [] geplaatste is overgenomen uit FF en komt ook voor in CC
en ed. 1755 maar ontbreekt, met het geheeie gravamen, in HH.
163
zijn door dcse vergaederingho ghestelt ende is goetghe vonden , dat vuijt
naenie dcrzelver dio zullen in druck vuijtgegheven werden, waervan den
last D. Teemngo opgelecht is gheworden.
[Wert de finale resolutie noch wtge stelt over dit point, totdat de
respective leden de leste wtgeven ordeninge op bet schoolhouden, daer-
van sy copie hebben begeert, sullen hebben gerevidcert. Ende wat
belanckt het leeren van de vraechbouckxkens vinden goet, dat den
respectiven schoolmeesteren en andere lasthebbende van de jonge jeucht
werde aengeschreven ofte bevolen, dat se de kinderen die bouexkens
neerstelyck sullen hebben te leeren 1 ).]
VI en . Wat de schoolmeesters aengaet in Brabandt ende Vlaenderen, hare
bedieninghe hebbende in de kereken , behoorende onder de dassen van dese
provinciën, in ghevalle zij ongeschickt waren in leerc ofte leven, is ghere-
solveert bij de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt nomine hujus sijnodi
te versoucken , dat het haer Ed. Mog. ghelieve een respectiven classen deser
provincie te authoriseren om teghen zulcke te procederen, als men teghen
andere, in Zeelandt woonachtich, (naer ordre) plecht te doen.
[Opt 6'. — Dit artyckel wert alsoo geapprobeert ende redelyck
gevonden.]
VII eD . Alsoo bevonden werdt, dat den zeven thienden artyckel der kereken-
ordeninghe teghen de vroome ende onschuldighe dienaren misbruijekt zoude
moghen worden, is goetghe vonden, dat hij bepaelt worde met dese expresse
clausule , dat de onwillighe ghehouden zullen zijn in desen ghevalle haer het
oirdeel der respective classen te onderwerpen.
[Opt 7. — Op *) dit artickel hebben hun de heeren Staten voorals-
noch geconformeert met ad vijs van de heeren van den Rade, latende
het bij het point, alsoo het hier is ingestelt, dan dat ten aensich van
de steden Tholen en Ylissingen de saecke werdo gelaten op den voet,
als dit artykel anno 1591 in den synodo tot Middelburch is goetge-
vonden en by den heeren Staten geapprobeert 3 ).]
YIII en . Wat de alimentatie der weduwen van affgbestorven predicanten
(onder desen sijnodo behoorende) belanght, is goetghe vonden met alle eer-
biodinghe ende ootmoedichejjt te versoucken aen de Ed. Mog. heeren Staten
van Zeelandt , dat het haere Ed. Mog. ghelieve in het benificeren derzelver
niet min te willen doen, dan in andere provinciën gheschiet.
•) „sullen hebben te leeren" CC heeft ,, leren en hebben te leesen". >) „Op" ver-
beterd naar de andere codd. en ed. 1755. HH heeft „Off*. a ) „dan dat — geappro-
beert" ontbr. in ed. 1755.
11»
164
[Opt 8. — Alsoo hierop nae voorgaende requeste uae gelegen theyt
van persoonen, tyden, saecken, telckens als sulex voorcompt, behoor-
lyck wert gelet, soo wert onaoodich gehouden hierin ietwes te deter-
mineren.] .
IX*». Is by den sijnodo beslooten aen de Ed. Mog. heeren Staten van
Zeelandt te versoucken, dat het placcaet (nopende het senden van de kinderen
buijtten dese provinciën nae de Paepsche ende Jeseuijtsche schooien) ter
executie werde ghesteldt.
[Opt 9. — Wert desen artyckel met geapprobeert met bijvougende
van de naervolgende woorden : dat oock verboden ! ) wert de jonge jeucht
van dese provincie te senden in eenige cloosters, scholen, academiën
ofte andere hoedanich bedryf van geestelycke *) persoonen ofte andere ,
professie doende van de Roomsche religie.]
X en . Is goetghevonden instantie te doen bij de Ed. Mog. heeren Staten van
Zeelandt om te hebben alle jare een sijnodum provincialem Zeelandiae, ende
de nootsaeckely ckheijt van dien met goede redenen te verthoonen , opdat door
desen middel opsicht op allen classen ende kereken ghenoomen , het opcom-
mende quaet intijts ghebetert ende voortcommen ende haere Ed. Mog. (door
haere Gedeputeerden) van den staet der kereken te beter gheinformeert
mochten worden.
[Opt 10. — Wert goetgevonden , dat de convocatie 3 ) van synodo
blyve te vrie dispositie van de heeren Staten als voordesen , umme
nae voorgaende versouck daerop werde gelet naer exigentie van tyt
en saecken.]
Cap. II cn .
Resolutien over de nieuwe gravamina der kereken van Zeelandt.
I en . Belanghende de beroupinghe ende afFsettinghe der schoolmeesters
verstaet de synodus, dat de beroupinghe derzelver 'die niet anders als
schoolmeesters zyn) staet bij de respective overicheden van die steden ofte
plactsen, daer zulcke schoolmeesters haer ampt zullen ouftenen, met voorgaende
exami natie ende approbatie der classe, onder welcker opsicht (benevens de
particuliere kerekenraeden) die behooren, welcke oock macht hebben die-
zelve (wanneer zij haer onbehoorlijck draghen) tot desen ampt inhabyl te
verclaren, ghelijck aen d' ander zijde de beroupinghe der voorlesers ende
voorsanghers (alsoo haere bedieninghe gansch kerckelijck is) staet bij den
i) „verboden" ed. 1755 heeft „bevonden". ») „geestelycke" verbeterd naar de
andere codd. en ed. 1755. Onze cod. heeft „gelvcke". ») „convocatie" CC en FF
hebben „continuatie."
165
respectiven kerckenraeden. Doch wanneer begde dese ampten b\j eenen
persoon tzamen worden bedient, zoo zal sul eken beroupinghe toegaen als
het beroup der predicanten.
[Opt 1\ — Wert goetgevonden het oordeel dergen er, die in de
beroupinge van dese persoonen gesach hebben, vry te laten als voor-
desen, welverstaende dat indien magistraten van steden ofte ambachs-
heerlyckheden *) met de kerekenraden nopende de beroupinge van dese
persoonen niet en konnen accorderen, alsdan d'eene nopende de collatie
int schoolampt en d'ander nopende het voorsan gerschap sal blijven
ongepraejudicieert.]
II en . Is bij den sijnodo goetghevonden bij de Ed. Mog. heeren Staten
van Zeelandt te versoucken , dattet haere Ed. Mog. ghelieve het ghetal der
alumni weder tot zessendertich te bringhen, ende met ghevouchel^cke rede-
nen te verthoonen , hoe aenghenaem zulcken werek Gode ende proufrgctelgck
zijn kereke zoude zjjn, ende tzamen eenen voorslach te doen van eenighe
conditien , nae welcke dese beursen zouden moghen werden aengheleijt, omme
alsoo de inconvenienten te verhoeden , waerdeur de kereken van do vruchten
deses goeden wereks mochten werden beroeft. De conditien, van desen
sijnodo beraempt, zijn achter dese acta te vinden.
[Vooreerst syn generalyek geapprobeert de conditien , by den synodo
ingestelt op de collatie der beursen, die tot alimentatie van de stuw-
den ten in de h. theologie by de heeren Staten aireede geordineert syn
ofte noch souden mogen geordineert werden. En nopende het getal
van deselve is goetgevonden, dat men hetselve sal houden op vieren-
twintich alumnos, gequalificeert volgens de resolutie den 5Junyl615 f
medebrengende dat men de voorsz. beursen sal laten wtsterven respec-
tivelyck tot op de helft *).]
III en . Wat belanght do lasteiïnghe van Godes naem ende het brassen
op de reeckeninghen der armen, is bij den sjjnodo beslooten aen de Ed.
Mog. heeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haere Ed. Mog.
ghelieve eenighe sware straffen te ordineren , waerdeur de lasteraers mochten
werden inghetoomdt, mitsgaders oock ghevouchelijcken te verhoeden , dat de
middelen, die tot onderhoudt der armen ende kranken zijn ghegeven , onder
het deckxsel van sulcke reeckeninghen niet onnuttelijcken en werden verteert.
[Opt 3". — Opt eerste lit van dit artyckel sullen die van den Rade
hebben te letten int oversien van de politgck ordinantie van Zeelant,
>) „ambachsheerlyckheden" ed. 1755 heeft „ainbagts-heeren". ') „is goetgevon-
den — helft" ed. 1755 heeft „is gebleven by het ordinaire getal". — „respectivelyck
tot op de helft" ontbr. in CC.
166
twelck men verstoet , dat eerstdaechs by de hant sal werden genomen.
Ende nopende het tweede lit , vant houden van de maeltyden en bras-
serien opt doen van der ermen en diergelycke rekening, dat men
sulcx van nu aff is affschaffende ende verbiedende.]
IIII en . Aengaende de persoonen, die in haere kindtsheijt door den h.
doop der ghemegnte Jesu Christi zijn inghelijeft, werdt ghevraecht , wat
middelen men zal aenlegghen om die in de kennisse des Heeren te onder-
wijsen ende alle jj nek ens tot tghebruijck des h. avontmaels te bringhen. Is
eendrach telg eken verstaen, dat den schuldighen plicht aller predicanten is
van acht op desulcke te nemen ende die met alle neersticheijt te catechi-
seeren ende door openbaere ende particuliere vermaninghen de kinderen tot
dese h. ouffeninghe te locken , waertoe de ouders schuldich zijn den predi-
cant de handt te bieden. Maer zoo de ouders ofte de kinderen, tot de jaeren
haeres verstandts commende, moetwillich sich tcghen dese vermaninghe
stellen, zoo zal men dezelve met allen ernst straffen ende dreijghen, te
kennen ghevende dat zij zoodoende haeren doop ende meteenen het bloet
Christi met voeten treden ende metterdaet van de ghemeijnschap zijner
kereken vervallen. Om nu dit h. werek meer te bevoorderen is raedtsaem
gevonden, dat de predicanten (haere gemeynte besouckende) gheen huijsen
ofte persoonen , zooveel doenelijck is , en zullen voorbijgaen , immers als zij
niet zeecker zijn , dat dezelve eenighe secten hardtnecktelijckcn aenhanghen.
Zullen oock in haere predicatien het volck vermaenen , dat dieghene, welcke
over den doop haerer kinderen ghetuijghen ghebruijeken, zulcke daertoe
nemen , die den Heere vreesen ende willich zijn haere kinderen in de waere
godtsalicheijt te helpen bevoorderen.
[Opt 4. — Desen artyckel wert geheelyck aengenomen, soo het licht 1 ).]
V cn . Dewijle gheclaecht wordt, dat de stouticheijt der Wederdooperen
zeer groot is, die zjj tot schade der waere kereke Christi daghelijcx bedrij-
ven, is bg den sijnodo goetghevonden , dat men meer ende meer arbeijde
om daerteghen alle geestelijcken wapenen te ghebruijeken. Endo worden
alle dienaren des woordts vermaendt aen te houden in vierighe ghebeden,
neerstich predicken des goddelycken woorts ende vljjtighe ouffeninghe der
christelgcker tucht tot weeringhe der schandalen , waerdoor de Wederdoopers
bij de eenvoudighe de ghemeijnte zoucken behaet te maken.
[Opt 5". — Gelyck mede dit artickel *).]
VI en . Dewijle vujjt het buijttenlandts trouwen bg de papen veele disordre
in onse provinciën ontstaet , is bij den sijnodo goetghevonden , dat men den
') „soo het licht" ontbr. in CC. ») Hierop volgt nog in CC: „geheel aange-
nomen
167
Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt zal verthoonen , wat grooter onheijlen
hiervaijt voortcommen , als dat somwijlen persoonen, die elcanderen van
bloede te naer bestaen, zom tij ts oock kinderen, zonder, jae teghen den danck
van baere ouders ofte bloetvrienden ondertroudt ende gbetroudt werden.
Ende men zal versoucken, dat bet haer Ed. Mog. ghelieve de buwelijcken
(daervan de gbeboden ter plaetsen , daor bet behoort , niet en werden affghe-
condicht) voor nul ende van gbeender waerden te verclaren.
[Opt 6. — Op dit point sal werden gelet , soo biervooren geset l )
is, nevens andere poincten, int revideren van de politieke ordinantie,
dewelcke bij point van beschrijvinge do leden met den eersten sal
werden toegestaen *).]
VU en . Is in beduncken ghenoomen, off het niet goet en waere twee
dagben in de weecke te ordineren om de kinderen te doopen, ende naer
rijpe deliberatie goetgbevonden , dat men bij den artijckel , daervan zijnde in
de kerekenordeningbe , zal blijven. Maer zoo het gheviele, dat eenicb kindt
(naer den ordinaren dacb van doopen in de weecke ghebooren zijnde) cranck
wierde, in sulcken gh e val Ie zullen de respective kerekenraeden discretie
mogben ghebruijeken om hetzelve te doopen, mits dat zij toesien, dat de
luijden daerdoor in superstitie niet en werden ghevoet noch ghestijeft.
[Opt 7. — Wert goetgevonden , als het licht.]
VlII en . Belaoghende de superstitien , welcken bij den Papisten (voorne-
men tlijck in Zuijtbevelandt) tot aenstoot der swacken ende als ten spjjte der
Gereformeerde religie opentljjck werden gheplecht, [is goetgbevonden aen
den Ed. Mog. beeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haere Ed.
Mog. ghelieve daerin naer haere wjjsheden ende chris telg eken ijver te voorsien.
[Opt 8. — Sal mede hierop werden gelet int oversien van de polij-
tijeke ordonnantie.]
IX cn . Over de insolentien der papen in het marquisaetschap van
Berghen zal men versoucken aen de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt,
dattet hen ghelieve ordre te stellen, tot welcken eijnde de specificatie der-
zelver insolentien schriftelij eken vervaet is om aen haer Ed. Mog. verthoont
te worden,
[Opt IX. — Sal men poogen, soo veel inogelijck is, hierop by de
Hooch Moghende heeren Staten Generael eenige ordre werde gestelt.
En ondertusschen werde geschreven aen den drossaert van Bergen op
den Zoom ende andere officieren vant martij saetschap, dat se hierinne
•) „geset" de andere codd. en ed. 1755 hebben „geseyt". ») „toegestaen" de andere
codd. en ed. 1755 hebben „toegesonden."
168
willen voorsien en versocht werden l ) te procederen tegen diegene , die
openbaerlyck tot scbandael int stnck van de religie ijetwes syn ple-
gende ofte de regeringe vant lant calumnierende, ten minsten nae de
beschreven rechten.]
X eD . Aengaende het gravamen , hoe men alle onbehoorlijcke practijequen ,
die van jemandt zonde moghen ghebruijckt werden om tot den dienst des
woorts ghevoordert te worden , best zonde voortcommen , is goetghe vonden :
eerst dat den kerckenraedt ende de diaeckenen met de ghedepu teerden vuijtten
magistraet, bij dewelcke de berouphinghe bestaet, zullen ter eerster ghe-
legentheijt, als daer een plaetse openvalt door affstervinghe ofte verplaet-
singhe , byeencommen in de consistorijplaetsen met vasten ende bidden , ende
zal aldaer door een ofte twee dienaers des goddelijcken woorts, beijde des
voormiddachs ende des achternoens, vuijt den woorde des Heeren werden
verclaert de hoochwichticheijt des predicampts, wat gaven daertoe van
noode zijn ende met wat een eenvoudicheijt ende aller goeder conscientie
daer ghehandelt moet werden in de beroupinghe der persoonen tot een zoo
h. ampt, opdat alsoo de ghemoederen derghener, bij dewelcke de berou-
pinghe staet, door den woorde des Heeren ende betrachtinghe des vasten-
biddachs wel bereijdt mochten zijn om alle snoode incru ij pinghen tijdelij eken
teghen te gaen ende te weeren; ten anderen dat de classis, daer suspitie
valt, datter onbehoorlijcke practijequen ghebruijckt zijn in het denomineeren
van jemandt tot desen h. dienst, van wat zijde dat het mochte gheschiedt
zyn, alles neffens den woorde des Heeren wel nauwe zal ondersoucken
ende in aller oprechticheijt zonder aensien der persoonen daerover adviseren ,
ende zoo zij vinden can, datter on be tamelij ck e practijequen ghebruijckt zijn
gheweest, zal de verkiesinghe voor nul verclaren, ende zoo de ghedeno-
mineerde oock zelve daerin schuldich werdt ghevonden, hem noch daeren-
boven straffen naer ghelegentheyt zijner vergrij pi nghe ; ten lesten in allen
ghevalle, als jemandt tot den dienst des woorts ghedenomineert is, zal
denzelven in de classe moeten heijlichlijck verclaren voor den Heere, dat
hij , zooveel hem belanght , zuijverlijck ende zonder eenighe onbetamelijcke
practijequen tot denzelven dienst is vercooren.
[Wert geapprobeert, gelyck den text is luijdendej.
Cap. in«
Noch andere gravanima, in desen synodo overwooghen.
I cn . Alsoo den synodo verthoont is, dat in den steden ende dorpen van
Zeeland t zeer groote verscheijdentheijt werdt ghebruyekt in het verkiese n
') „versocht werden" ontbr. in FF.
169
der diaeckenen, beeft in bedencken ghenomen, wat wecb men best zoude
mogben ingaen om volghens den eenentwinticbsten ende tweendefcwintichsten
artijckel der kerckenordeningbe bierinne een eenparigben voet te bonden.
Wordt raetsaem gbevonden, dat de kerckenraeden (die baer hierin be-
swaert vinden , dat de verkiesingbe der diaconen naer den regel van Godes
h. woordt, ons in de kerckenordeninghe daervan verclaert, niet en werdt
ghepleecht) haere magistraet aensprecken, ende des noodicb zijnde haere
dassen, om ghesamentlijck bij de overheden der respective plaetsen aen te
houden, dat dese faute mochte werden ghebetert. Maer zoo zulcx aldaer
niet en can te wegbe ghebracbt worden , zal oirbaer zijn, aen de Ed. Mog.
heeren Staten van Zeelandt ofte haere Gecommitteerde Raden de swaricheijt ,
dewelcke desen aengaende bevonden werdt , te verthoonen ende redres daervan
bij haere Ed. Mog. te verso ucken. Mach oock denzelven voet bij de respec-
tive kerckenraeden worden ghevolcbt, bij welcken eenicb onghemack is in
de bedieninghe der armen, omdat de beursen van de huijsarm meesters
ende der diaconen niet en werden ghecombineert.
[Het waere te te wenschen , dat hierinne een en ecnparigen voet conde
getroffen ende gehouden werden. Maer alsoo hiervan in de steden ende
quartieren van Zeelant sijn verscheyden gebruyeken , die niet soo terstont
alle op een forme connen werden geredresseert , soo wert verstaen , dat
men vooralsnoch sal blijven by de oude gewoonte ende niettemin bier-
naer letten, hoe men in tijden en wijlen een eenparigen voet, ist
doenelyck, hierin sal mogen vinden sonder prejudicie vant recht van
der stede Vere *).]
II cn . De sijnodus acht het oirbaer te zijn, aen de Ed. Mog. heeren Staten
van Zeelandt te versoucken, dat de gagien der schoolmeesters ten platten
lande mochten worden vermeerdert, opdat zij bij haere bedieninghe conden
leven ende niet ghenootsaeckt wierden iet anders bij de handt te nemen,
dat haeren schooldienst hinderlijck waere , ghelijck zij tot noch toe in veele
plaetsen hebben ghedaen; dat oock door de verbeteringbe der traktementen
te bequamer persoonen tot desen noodighen ampte sich mochten laten
ghebruijeken.
[Opt 2. — Wert verstaen, dat men in dese gelegen theyt van tyt
hierinne niet en kan treden.]
Iü 611 . Aenghesien de ervarentheijt meer ende meer leert, dat de neer-
stigbe onderhoudingbe des christolijcken rustdaecbs zonderlinghe dienstelyck
is tot den opbouw van Godts kereke ende verwackeringhe van alle geeste-
lij ck e gaven, daerenteghen dat het onderhouden van de affgodischc feest-
') „sonder — Vere" ontbr. in ed. 1755.
170
daghen der Papisten, als zijn kermissen, vastelavonden ende dierghelijcke ,
den Papisten in haere snperstitien stijven , de ghemeijnte Christi ontstichten
ende groote aenleij dinghen zijn tot alle ongheregelde wulpsheden, ende dat
evenwel tot groot leetwesen van de opsienders der kercken bevonden werdt ,
dat den dach des Hoeren schandelijck werdt gheprofaneert , daerenteghen de
voorgheinelde heijloose feestdaghen zeer opentlijck onderhouden ende ghece-
lebreert, zoo is goetghevonden nomine hujus sijnodi bij de Ed. Mog.
heeren Staten van Zeelandt te versoucken , dat het haer Ed. Mog. ghelieve
hierinne te voorsien, opdat niet langher in onse Ghereformeerde provinciën
d'affgodische feestdaghen maer des Heeren dach neerstelijck van de ingese-
tenen werde onderhouden ende ghevierdt.
[Opt. 3. — Werden die van den Rade gelast int reformeren x )
van de polityke ordonnantie op dit point mede te *) letten].
IIII en . Van de officieren ende wethouders ten platten lande van Zuijt-
bevelandt is bij den ghedepu teerden derzelver classe ende verscheijden andere
predicanten een zeer ernstelijcke clachte ghedaen ende den sijnodo verthoont ,
wat grooter onheijlen ende schade haere kercken gbevoelen, omdat tot
officieren ende wethouders werden ghestelt persoonen, niet alleen gheen
lidtmaten der Ghereformeerde kercke zijnde maer openbaere vijandon der-
zelver, rechte aenleijders om buijttenslants met groote troupen ter missen
te loopen , de voorneempste om de mispristers in haere huijsen te ontfanghen
ende voorts openbaere spotters van de Gereformeerde religie ende belijders
van dien. Is daeromme bij den sijnodo oock noodich gheachtet aen de Ed.
Mog. heeren Staten van Zeelandt met allen ernst te versoucken, dattet
haere Ed. Mog. ghelieve den ambachsheeren te belasten, in haere respective
ambachsheerelijckheden insonderheyt tot schouten ende secretarissen te
stellen persoonen, die professie doen van de Ghereformeerde christelijcke
religie, opdat de voorghemelde swaricheden ghebetert ende alsoo de ge-
mcijnten van Zuijtbevelandt te bequamer mochten ghestichtet werden.
[Is generalyck goetgevonden , dat aen de heeren en ambachtsheeren
souden werden geschreven, dat van nu voortaen geen schouten ofte
secretarissen by hun soude 3 ) werde gestelt dan wesende van de
Gereformeerde religie, ende dat men int verkiesen van de schepenen
daerop mede soude letten , sooveel als doendelyck soude wesen.] 4 )
V cn . Men zal op den brieff van de gedeputeerde des Zuijthollantschen
sijnodi (aengaende de versoen te correspondentie) antwoorden, dat wij ons
' ') „reformeren" CC en ed. 1755 hebben „formeren", FF heeft „informeren".
*) „te" de andere codd. en ed. 1755 hebben „specialyck te". ») „by hun sonde" ontbr.
, in CC en FF. «) Deze apostil ontbr. in ed. 1755.
171
verblijden in de hejjlighe gh enegen theijt, die de eerw. broederen van Zuijt-
hollandt bethoonen tot onderhoudinghe van alle christelijcke eenicheijt, ende
dat wij oock van onsentwegben bereijt zjjn goede gbemeenschap met baer
te houden. Doch wat aengaet het reciproquclijck affsenden van eenighc
gedeputeerden op den sij noden respectijff, en is vooral snoch bij onsc syno-
dale vergaederinghe niet goetghe vonden. Maer wanneer het ghe valt, datdese
sijnoden erghens in elcanders raedt ende hulpe zullen van doene hebben,
dat se alsdan ghereedt zullen zyn d'een den anderen deur brieven te vraghcn
ende te antwoorden.
[Wert dit artyckel gelaten, als den text is medebrengende.] l )
Cap IIII«
Van het rapport der gecommitteerde int sijnodo nationael,
tot Dordrecht ghehouden, mitsgaders van andere commissien ,
eenighon broederen in sijnodo Ziriczeana opgheleijt.
I en . D. HERMANNUsFAÜKELirS, D. GoDEFHIDUS ÜORNELT, D. CoRNELIIJS Re-
gius, D. Lambertus de Rijcke, met d'heer Adkiano Hoffero, die vuijt
dese provincie totten nationalen sijnodum, laest binnen Dordrecht ghehouden,
gedeputeert waren gheweest, hebben haer rapport ghedaen van de hande-
linghe desselven sijnodi met ghenoughen deser vergaederinghe. Ende is
goetghevonden, dat tzelve rapport in de dassen, daer het niet ghedaen
en is, nog ghedaen zal werden door deghene, welcke vuijt elck derzelver
in den sijnodo nationali gheweest zyn, mitsgaders dat D. Faukeltus het
rapport, van hom ghedaen, in gheschrift stellen zal, ten eijnde dat het in
archivis deser sijnodi bewaerdt worde, ende dat de voornomde gedeputeerde
ghelijckelijck zullen arbeijden om behoorlijcke copie van de acten des
nationalen sijnodi voor desen sijnodo te becommen. Voorts zijn zij tzamen
bedanckt over den getrouwen dienst in het vuijtvoeren van hare commis-
sien, aen Godts kercke bethoondt.
II en . D. Cornelius Reoius verclaert last ghehadt te hebben om de aeta
sijnodi nationalis, die bij D. Damman volgens zijnen last zouden ghecon-
traheert worden, nevens de ghedepu teerden vuijt d*ander provinciën te
revideeren ende te arbeijden copie daervan te crijghen. Om welcke oir-
saecken hij tweemael in Hollandt is ghereijst ende hebben eijndelijck de
zaecke daertoe ghebracht , dat de aeta in de bchoorljjcker formen zijn ghestelt
ende dat een exemplaer daervan voor den Ho. Mog. heeren Staten Generael,
een ander voor den sij node nationael is vuijtgheschreven , welcke benevens
de origineele acten ende andere authentijeque gheschriften bij de classe van
') Deze apostil ontbr. in ed. 4755.
172
Dordrecht werden bewaert, daervuijt copie bij allen gijnoden tot haren
coste zal meughen worden ghelicht, dewelcke hij vooralsnoch nietenhadde
connen vercrijghen.
III" 1 . D. Hermannus Faukelius, die opgheleijdt was een harmonie te
maecken van alle de resolutien der Zeeuscher sijnoden , heeft verclaerdt, dat
hij het om zijn menichfuldighe besoignen tot noch toe niet en heeft connen
vujjtvoeren. Ende is goetghevonden desen last op D. Faukelium te continueren.
IIII en . D. Hermankus Faukeltts, dien ghelast was nevens D. Jacobfm
Platelifm ende d'heer Vosberghen kennisse te nemen van de disordre,
die in de regieringhe der kercken van der Tholen langhe hadde omghe-
gaen, heeft den sijnodo gherapporteert , dat wel den kerckenraedt verclaerde
grootelijcx daerinne misnoucht te zijne, dat de sgnodus dese aenclachte
aenghenomen hadde , die eerst in een minder vergaederinghe hadde behooren
ghebracht te werden, nochtans naerder van de occasie van dien onderricht
zijnde ende de resolutie des sijnodi hierover van de voorschreven gedepu-
teerde verstaen hebbende, heeft belooft de voorghemelde confusien f volghens de
vermaeninghe , haer vuijt naeme des sijnodi ghedaen) te beteren ende in
alles, zooveel meughelijck zoude zijn, de goede ordre te onderhouden.
V en . De canones sijnodi nationalis aengaende de vijff poincten der leere
zijn in desen sijnodo ghelesen ende van elckeen voor zijn hooft met volle
toestemminghe verclaert den woorde Godts ghelijckformich te zijn , ghelijck
zij oock last hadden vuijt naeme van haere respective dassen hetzelve te
verclaren. Insghelijcx is het formulier der onderteeckeninghen , beraempt
in den sijnodo nationali, opdat naer deszelven voorschrift de vijff poincten
ofte artijckelen van alle predicanten zouden onder teeckent worden, van de
vergaederinghe aenghenomen. Ende naerdat hetzelve vuijtgheschreven was
om in een bouck achteraen de voorgemelde canones ghehecht te worden,
is daeronder van alle de predicanten deser sijnodi de datelijcke onder-
teeckeninghe gheschiedt, dewelcke onder de schriften deser sijnodi bewaert
wordt. Is oock goetghevonden , dat de gedeputeerde der vier dassen
elcke voor de zijne respectivelijck een copie deszelven formuliers met hen
nemen zullen, opdat naer vuijtwijsen deszelven van alle de predicanten
elcker classe de voorghemelde canones sijnodi nationalis onderteeckendt
zouden werden.
[Opt 4 cap. — Alsoo dit cappitel is narratif, soo en is hetselve
geen vorder consideratie cyschende].
Cap. V».
Handelinghe des sijnodi over particuliere swaricheden, eenighe
kercken ofte kerekendienaeren in dese provintie betreffende.
I en . Sijn voor den sijnodo verschenen d'eerzame joncheer Jan Pieterssen
173
van Catz, Adriaen Andriessen Wiskercke, DiGNrs Këtelaek, Anthonu
Egbekts ende Iemandt Janssen Nachtegael, gheassisteert met D. Petko
Lansbergio, ghewesen dienaer des woorts der stede Goes, dewelcke voor
haer het woordt voereDde int corte heeft verclaert, dat d'intentie van de
comparanten voornompt was, het appel, bij haer over eenighejaeren ghedaen
van de sententie des coetus over mrs. Phtlippum ende Petrum Laxsbergios ,
voor desen sijnodum te verheffen, versouckende dat bij don sijnodo daerop
wierde gheledt ende van de voorghemelde sententie gheoirdeelt. Tot wekken
eijnde zij overgelevert hebben een seecker gheschrift, onderteeckent Adriaen
Dignüssen Greelmaecker ende Pieter Vereijcken , sich qualificerendc
diaconen, hetweleke van den praeses ontfanghen zijnde, naerdat zij ver-
claert hadden niet meer voor dien tij t te hebben om mondelinghe te
verthoonen, zgn vuijt de vergaederinghe ghedimetteert Is terstondt,
naerdat de voorseijdo broederen van der Goes zijn vuijtghestaen, haer schrif-
telijck vertoch ghelesen, waerbij zij int langhe verhaelden haere beswaer-
nissen teghens de voorghemelde sententie des coetus ende versochtcn,
dat haer appel, daervan ghedaen, bij desen sijnodo zoude ontfanghen worden ,
waerover (alsoo den tijdt van de besoignen verstrecken was) de deliberatie
vuijtghestelt is tot naer den middach.
Is bij de vergaederinghe goetghe vonden op te zoucken de acten des sijnodi
Ziericxzeanae , alwaer te vooren int lesen was ghemerekt, dat van het
appel der broederen van der Goes oock was ghehandelt. Ende is daer vuijt
bevonden, dat hoewel de broederen voornompt aen de eerste provincialen
sijnode hadden gheappelleert, dat zij nochtans ghesindt waeren van den
sijnodo tot Ziericxzee te decimeren ende haer zaecke tot den sijnodum
nationalem tot Dordrecht te betrecken , versouckende dat de vergaederinghe
tot Ziericxzee daervan kennisse zoude nemen. Ende hoewel hun bij
expresse apostille op haer vertooch was gheantwoordt, dattet hun vrijstondt
haer appel te verheffen, daer zij hetzelve hadden ghehechtet ende dat de
sijnodus noch eenighe daghen daernaer bijeen bleeff om van haer zaecke te
connen handelen , zoo en zijn s\j evenwel niet verschenen, maer hebben naer
het scheijden des sijnodi door Petrum Lansbergium D. Hermannus Faukelio ,
die praeses des sijnodi was gheweest, laten weten, dat zij alsnoch bij haer
meeninghe persisteerden ende gheresolveert waeren den sijnodum nationalem
tot haeren rechter te nemen , hem ende de ander gedeputeerde insinueerende
sich te bereijden om aldaer in verantwoord inghe teghens haer te commen
ende tot dien eijnde alle de stucken, daertoe behoorende , mede te bringhen.
Op hetweleke bij de vergaederinghe gheledt zijnde, is terstont gheoordeelt
gansch qualijck van de broeders voornompt daerinne gheprocedeert te zijn,
dat zij den eersten sijnodum Zeelandiae, aen denwelcken zij gheappelleert
hadden, waeren voorbijghegaen ende eenen anderen rechter hadden vercooren,
174
namen tlijek den sijnodum nationalem. Doch om sich tot het meeste conten--
tement der eerw. broederen voornompt, zooveel als de stichtinghe van de
ghemeijnte van der Goes conde lijden , te accommoderen, is goetghe vonden
niet van stonden aen haer versouck aff te slaen, maer eenigbe vugt dese
vergaederinghe te deputeren , die dezelve zonden p oogben sachtgens neder te
setten , haer vertboonende dat vuijt dit haer bedrijff gheen hegl noch stich-
tinghe maer nienwe onghemacken , beroerten , twist ende verwerringhe in de
kercke van der Goes waeren te verwachten, dat het dienvolghens veel eerlijckcr
voor haere persoonen ende dienstigher voor den welstandt van de kercke
van der Goes zoude zijn, dat zij haer appel wonden laten vallen ende, zoo
zij door ghevouchclijcke redenen haer niet en wilden laten van haeren
voornemen di verteeren, dat zij weten moesten, dat de sijnodus aireede een
peremptoire antwoorde op haer versouck hadde gheconcipieert , die zij te
beduchten badden , dat tot haren voordeele niet en zoude vuijtvallen. Ende
zijn daertoe gedoputeert mr. Willem Teelinck ende Pieter Beurt, welcke
daernaer de vergaederinghe gherapporteert hebben, dat zij haeren last
hadden vuijtghevoert ende, hoewel zij langhe met verscheiden redenen bjj
de broeders voornompt hadden aenghehouden , dat zij van haer appel zouden
desisteren ende de ruste van de kercke van der Goes ende ghemeijnschap
met dezelve betrachten . dat zij nochtans haer daertoe niet en hadden connen
beweghen ende cl e ij n e apparentie saghen, dat zij daertoe vooralsnoch zouden
connen ghebracht worden. De vergaederinghe, dit rapport ghehoort hebbende,
naer rijpe deliberatie over tghene, dat tot meeste ruste van de kercke ende
stadt van der Goes diende ghedaen te wesen, inghesien hebbende dat de
appellanten voornompt den rechter , aen denwelcken het appel ghedaen was ,
hadden verworpen ende bij ghemeene resolutie eenen anderen vercooren , bij
denwelcken zij oock haer appel niet en hadden ghevordert, sijnde oock
gheledt op haere qualiteijt, alsdat zij van den kerckenraedt niet meer en
waren, van wien het appel was ghedaen, noch oock vuijt naeme van de
menichte niet en conden spreecken , daervan zij niet en waren ghesonden ,
maer dat sulcx alsnu alleen voor het bedrijff van eenighe particuliere
conde aenghesien worden, heeft goetghevondon haer versouck aengaende
de gheinstitueerde appellatie aff te slaen ende dese sententie in forma te
concipiëren , doch de resumptie ende vuijtijnghe tot Maendach vugt te stellen
om te sien, offc de broeders voornompt sich middelertjjt zouden hebben
bedacht om de vermaninghe des sijnodi, aen haer ghedaen, aen te nemen.
Voor de resumptie van de geconcipieerde sententie is van de gedepu-
teerde broeders, mr. Willem Teelinck ende Pieter Beurt, den sijnodo
aenghedient, dat se op gisteren vuijt particuliere aen spraecke meijnden ghe-
merckt te hebben, dat de appellanten voornompt noch wel zouden connen
beweecht worden haer appel te laten vallen, mits datter iet conde bedacht
175
worden om de ecre derzelver, die zij meijndcn, dat daerdoor vercort zoude
werden, zoo zij. haer appel niet en vorderden, te bewaren. Ende is tot
dien eijnde den sijnodo ghethoont zeecker project, gheeoncipieert in deser
voughen :
De appellanten door inductie van de gedeputeerde der teghenwoordigbe
sijnode zijn beweecht haer appel te laten vallen ende sicb tot de ghemeijnte
binnen der Goes wederom te begeven ende nevens andere lidtmaten der
ghcmeynte de stichtinghe van dien te betrachten, dit alles vuijt e ij n kei e
sucht tot de h. ouffoninghe des godtsdiensts ende lieffde der eenicheijt,
mits dat alle zwaricheden, vuijt de voorgaende handelinghen ontstaen,
door de lieffde ende eeuwighe vergeten theijt zullen begraven zijn ende blijven.
Dit concept is den broederen voornompt voorghehouden . Doch alsoo
men verstond t, dat zij daer noch eenighe dinghen bij wilden ghevoucht
hebben, die tot justificatie van haer doen ende nadeel van de sententie
des coetus ende handelinghen , tzedert in de kercke van der Goes ghevolcht,
zoude hebben connen gbeduijdet worden , soo heeft de vergaederinghc
goetge vonden voort te gaen tot de resumptie van de gheconcipi eerde sen-
tentie, die in forma ghestelt ende den appellanten voornompt voorghelescn
is, als volcht:
Sententie. — Op de propositie , mondelinghe ghedaen bij D. Petho Lans-
bergfo, het woordt voerende voor joncheer Jan Pietebssen van Catz,
Adriaen Andriessek Wiskercke, Dionus Ketelaeh, Anthonij EfJBERTSSEN
ende Iemandt Janssen Nachtegael , die voor hun vertreck hebben overghe-
geven zeecker gheschrift , gheteijckent bij Adriaen Dignussen Greelmaecker
ende Pieter Vereijcken , hun qualificerende diaconen , haer beclaghende der
kercken interest over de sententie des coetus cxtraordinaris , ghehouden binnen
der stede Goes anno duijsent zeshondert ende derthiene den thienden Oc-
tobris, hen daerover constitueerende appellanten, de eerw. sijnodus naer
aenroupinghe van Godes naem, deurghelesen hebbende het voorschreven
gheschrift, mitsgaders hetghene desen aengaende in de leste sijnode, ghe-
houden tot Ziericxzee , was ghepasseert ende alle de acten , actitaten , brieven
ende andere besoignen, daerop ghevolcht, ende bijsonder de missive D. Petri
Lansbergti van den negenthienden October zesthienhondert ncgenthien ,
gheschreven aen D. Faukelium, praesidem sijnodi Ziericxzeanae , op alles
lettende, daerop eenichsints te letten stondt, verclaert de appellanten ver-
vallen te zijn van haere gheinterjecteerde appellatie ende dienvolghens in haer
appel niet ontfanckelijck , vermaenende in den naeme onses Heeren Jesu
Christi denghenen, die noch in ghebrccke zijn, tot Godes eere, stichtinghe
haeres naesten ende gherusticheijt haerer conscientie niet langher van de
ghemeijnte Christi alhier sich aff te houden.
[Daernao hebben de voornoemde persoonen den synodo overgelevert een
176
geschrift van datum den 24 Feberuarij 1620, waerin sij haer beklagen van
den handel des sijnodi, te kennen gevende dat se haere sielen in lijtsaem-
heijt wilden besitten, totdat beter gelegentheijt sich sonde mogen presen-
teren, als breeder in den brief, bij den synodo bewaert, te sien is.] 1 )
II" 1 . D. Pauwels Mazuerius, audiëntie bij den sijnodo verworven heb-
bende, vcrthoont den broederen mondelinghe ende schriftelij ck , hoe com-
merlijck het stond t met zijne beroupinghe op Calis, dat hij naer langhe
verwachten gheen beroupbrieff van die kercke hadde vercreghen, jae ter
contrarien dat hem van den Franschen predicant aldaer was aengheschreven ,
dat dien kerckenraedt van zijne beroupinghe gheen kennisse en hadde.
Versocht daerora, dat het den sijnodo zoude ghelieven hem in zijne
ghemeijnte van Ovesande staende te houden (daer hij nu al aff was ont-
slaghen) totter tijt ende wijlen toe, dat hem een beroupbrieff in handen
zoude bestelt zijn ende alsoo verseeckert, dat zijnen persoon aldaer zoude
aenghenaem wesen , daervan hij eenichsints scheen te twjjffelen.
De sijnodus, dese zaecke naerder in bedencken ghenomen hebbende, vraechde
D. Mazüerium aff, oft hij oock gheerne in zijnen ouden dienst zoude her-
stelt worden ; zoo jae , off hij een verclaringhe van zijnen kerckenraedt ende
andere, die hierin te spreecken hadden, zoude connen vercrjjghen, dat
zij bem gherne in den dienst aldaer zouden behouden.
D. Mazuerius antwoorde op beijde: jae, ende dat bij naer zulcken ghe-
tujjghcnisse zoude trachten.
Hetwelcke hij naer eenighen tijdt vercreghen hebbende, heeft dat den
sijnodo behandicht ende is bevonden te zijn in optima forma. Vindt daerom
de sijnodus goet , dat hij in Ovesande etc. zijnen dienst zoude blijven betre-
den, zoo zulcx bij respective dassen, die hierin ghemoeyt zijn gheweest ,
conde vercreghen werden.
Ill cn . Sint Annelandt — Sijn inghestaen Jacob Cornelissen, bailliu van
Sint Annelandt, ende Louus Adrïaenssen, hebbende credentie van meest
alle de wethouders, tzamen vergaedert den tweendetwintichsten Febrewarij
zesthienhondert twintich, onderteeckendt P. J. Thoren, ende hebben ver-
socht, dat noch eenmael de verplaetsinghe haeres predicants Samuelts
Schepenii mochte worden bevoordert, die nu veele jaeren van de classe was
belooft ende bij haere kercke verwacht. Hebben oock eenighe schriftelijcke
requesten overghegeven , welcke, den miserabelen staet der kercke tot Sint
Annelandt te kennen ghevende , versochten , dat haeren predicant mochte
worden verplaetst ende eenen bequamer dienaer in plaetse van dien ghesteldt.
Dese schriften overghelesen zijnde, is D. Samuel Schepens inghcroepen
ende hem aenghedieot de clachte ende het versouck zijnder kercke, waerop
') Dit tusschen [] geplaatste ontbr. in onzen cod. en te aangevuld uit HH.
lil
zjjne gheloofte gheyolcht was. Hierop gaff hg voor antwoorde, bedrouft te
zjjn , dat zulcken clachte teghen hem in desen sijnodo was ghedaen , aenghe-
sien dat in de classe dese zaecke niet en was teenemael affghehandelt ,
welcker oordeel hij hem ghewillich hadde onderworpen ende alsnoch onder*
wierp, tevreden zjjnde (naer het göetvinden des classis) verplaest te wor-
den, al waer het in een gansche gheringhe plaetse, welcke zijne antwoorde
hg oock schrifteljjcken heeft overghelevert.
Is daerop goetgevonden de classe van Tholen ernstlgcken te vermaenen,
binnen den tgt van zes maenden de verplaetsinghe te bevoorderen ende te
sien, off zjj de verwisselinghe tusschen den predicant van Rujjmerswalle
ende van Sint Annelandt zouden connen te weghe bringhen. Die van Sint
Annelandt is dese resolutie aenghesegdt ende zijn vermaendt gheworden ,
sich ghevoucheljjck aen te stellen ende van alle te grooten curieusheijt
te wachten , opdat de verplaetsinghe te bequamer zoude meughen te weghe
ghebracht werden. D. Samueli is oock kennelijck ghemaeckt, wat in zijn
zaecke is goetghevonden, ende vermaendt sich daernae te zullen schicken,
twelck hjj oock belooft heeft te doen.
uil 011 . Pantini causa. — Dewgle de ghedeputeerde van de Tholische
classe in haere credentie expressen last hadden om zeeckere swarichejjt
derzelver classe, die zjj teghens den persoon D. Johannis Pantini hadde,
op desen sjjnodum te bringhen om in denzelven (achtervolghende de voorgaende
begeerte der gedeputeerde des eer. magistraets ende kerckenraedts van der
Tholen ende D. Pantini zelffs) ghedecideert te worden , soo is goetghevonden
D. Pantinum te ontbieden om voor den sjjnodo te compareeren. Welcke
ghecommen zgndo , hebben de gedeputeerde der classe overghelevert in handen
des presidis eerst een verbael, inhoudende verscheidene beschuldinghen
tegens den voornomden Pantinum , ende daernae r een pacquet van schriften,
met des voorschreven classis zegel toegheseghelt , vervattende noch andere
beswaringhe tegens Pantinum inghestelt, die ouder waeren ende over
dewelcke hij in reatu was ghehouden gheweest bjj de voorschreven classe,
soodat zg hem die te laste mochten legghen ende van nieuws ophaelen,
zoo wanneer hij hem weder quaeme in eenighe ergherlrjcke sonde te
vergrepen.
De sijnodus, hebbende het verbael wel inghesien ende de vasticheijt van
het narrée, daerinne begrepen, bewesen met het classisbouck van Tholen
ende eenighe andere brieven ende ghetuijghenissen , daertoe dienende, heeft
Pantinum fegharoepen ende hem te kennen ghegeven, dat de gedeputeerde
der classe, faer hij een lidt van was, verscheiden stucken van accusatie
teghens hem volghens haeren last hadden overghelevert ende met naemen
een verbael, daervan hem door de classe een copie ter handt wasghestelt;
Ac/a syn. provinc. V. 12
178
vraechde daerom , off hg eenighe antwoorde hadde op hetghene , dat daerin
was begrepen.
J. Pantinus claechde terstond t, dat zijn saecke in zgn absentie bg der
handt was ghenomen, twelck zijns bedunckens niet en hadde behooren te
gheschieden, aenghesien sulcx was streckende tot praejudietie van zgnen
persoon, den kerckenraedt ende eer. magistraat der stadt Tholen, door
welcker last (zoo hij zegde) hij versochte, dat dese zaecke ad primum
judicom , namentlgck den kerckenraedt van Tholen, mochte werden gheren-
voijeert ende door dien affghehandelt. Ghevraecht zgnde , off hij van desen
last eenich bescheet conde thoonen, zegde: neen, maer dat hem sulcx met
den monde was bevoolen, ende presenteerde den sgnodo bescheet te gaen
haelen , egschende ter contrarien , dat de ghedepnteerde der classe met een
acte zouden bethoonen den wille des eer. magistraets van Tholen te zgn,
dat de zaecke haers dienaers hier in sgnodo zonde verhandelt werden,
waervan zg (zoo Pantinus zegde) nogt acte zonden vercrgghen.
De gedeputeerde van de classe hebben daerteghen met haer actenbouck
bethoont , dat drie gedeputeerden vuijt den eer. magistraet met den kercken-
raedt van Tholen (als zij bemerckteir, hoe Pantini zaecken stonden, ende
dat de classis nu veerdich was om eens sententie over hem te strgcken)
met grooter ernst versocht hadden , dat de classis hiervan wilde supersederen
ende met haer ghelijckelgck de zaecke stellen in handen des sgnodi provin-
ciaelis, welcke nu eersdachs zoude ghehouden werden. Welcken voorslach
D. Pantino voorghedraghen zgnde, hadde denzelven ghowillich gheconsen-
teert, waerop eerst met de meeste stemmen desen voorslach bg de classe
is aenghenomen, alles blgckende bij het register voornompt.
D. Pantinus antwoorde, dat den pensionaris Lijens desen voorslach niet
en hadde ghedaen nomine magistratus maer vuijt zgn particulier versouck
om den tgt te dienen (zoo hg zegde) ende om de hevichegt vanzommighe
broeders neder te setten, hoewel hg sulcx niet orden telijck en achtede.
Bleeff daerom bij zgn versouck, dat zijn zaecke tot den eersten rechter
mochte weder ghesonden worden.
De ghedepnteerde der classe antwoorden, dat D. Pantini replijcke niet
en condè bestaen , aenghesien den eer. magistraet op de classe zelffs versocht
hadde, dat zij in Pantini zaecke niet en wilden handelen tot Lilloo maer
binnen haere stadt, beloovende de costen te draghen, als ghebleecken is
vuijt een missive des eer. magistraet, aen de classe gheschreven ende in
de sijnodo ghelesen, ghelijck oock zulcx gheschiedt is in de maendt van
September zesthienhondert ende negenthien, waerop de sendinghe haerer
gedeputeerde op de classis is ghevolcht. Daerenboven , onder de schriften
Pantini, den sgnodo overghelevert, is gheweest een attestatie zgnes kercken-
raedts , van drie persoonen onderteeckendt, waerin zg onder andere dinghen
179
ghetugghen, dat D. Panttni zaecken van den eer. magistraet ende keroken-
raedt in des sgnodi handen waeren overghelevert.
De sgnodus, de redenen, ter wederzijden voor haer ghebracht , gheexami-
neert hebbende, heeft D. Pantino gheordineert ten principalen te antwoor-
den ende vooreerst op bet verbael, daerin de classe deduceert verscheiden
beschuldighen teghens zijnen persoon aengaende zijn huwelgck ende quade
comportementen teghen de classe. Waerop hg gheantwoordt hebbende, is
ghe vracht, off hij dese zijne verantwoordinghe in gheschrift niet en hadde
ghestelt; zoo jae, is hem belast dezelve aen dese tafel te presenteren,
ghelijck hij ghedaen heeft, daerbij vougende eenighe andere stucken met dese
verclaringhe, dat hg zijn schriftelgcke antwoorde op het verbael den eer.
magistraet ende kerckenraedt hadde verthoont, dewelcke daerinne ghehadt
hebben een goet ghenougben. Heeft oock ghesecht, dat hij in zgne ghe-
schriften eenich ghewach heeft moeten maecken van zijnen collega D. Beursio ,
doch met dien verstande dat hg hem niet in en treckt als parthge, dewgle
zij versoende vrienden zijn, ende is daerom niet van meeninghe teghens
hem te handelen. Boven desen heeft versocht, dat (ghednijrende zijne ver-
antwoordinghe op het verbael) de gedeputeerde der classe van Tholen zouden
vugtstaen, dewgle zij in dese zaecke zijn parthije waeren. Doch als de
gedeputeerden daerop excipieerden, niets voor haer particulier teghens zijnen
persoon te hebben ende daerom voor gheen parthije te willen ghehouden
zgn, heeft hg bekendt, dat dezelve altgt oprechtelgck in zijn stuck gheoir-
deelt hadden.
De sgnodus, hierop omghevraecht zgnde, heeft eenstemmelijck verstaén , dat
dese begeerte D. Pantini ongegrondt ende dienvolghens niet ontfanckelijck en
was. Alle de schriften, ghelijck oock alle de acten ende actitaten, teghens
den persoon Johannis Pantini inghebracht , zgn overlesen ende overwoghen.
Onder andere is zeer naugheledt op een acte des classis, waerinne verhaelt
werdt, dat hoewel Pantinüs om verschegdon groote fauten ghehouden wordt
weerdich te wesen een sententie, die hem tot schade ende schande zoude
strecken, dat zij nochtans door verscheiden intercessien ende consideratien
goetghevonden hebben de gheheele handelinghe te suspenderen, mits hem
houdende voor schuldich. Welverstaende, zoo hg quaeme nieuwe ergermsse
te gheven , dat de voorgaende proceduren zouden in haer volcommen vigeur
big ven, tot wekken egnde alle de stucken, dienende tot zgne beswaringhe,
zouden werden bewaert.
Ghevraecht zgnde, wat hg teghen dese acte conde zegghen, heeft ghe-
antwoort daervan niet te weten ende halffelinghe de classe (ofte eenighe
derzelver) van ontrouhegt beschuldicht. Wandt dat daer eenighen vrede
tusschen hem ende de broeders des classis ghemaeckt zoude zgn, was hem
wel indachtich, daerop hg haer oock de handt zoude ghegeven hebben,
12*
180
maer loochende sterck, dat hg in reatu zoude ghehouden zgn. Haddeoock
niet ghe weten, dat eenich woord t in de acte stond t desen aengaende be-
halven nu, allegerende voor redenen, dat hg hem in zgn conscientie niet
bewust en yondt ogt iet begaén te hebben, dat zijnen dienst conde be-
vleecken; dat hg oock van zeecker vijff poincten van beschuldinghe , bjj de
classe den kerckenraedt van Tholen behandicht (daerop hij* zegde dese acte
te slaen), was bg den magistraet ende kerckenraedt voorschreven zugver
ende innocent verclaert, ghelgck hij wilde doen blijcken bij zeeckere acten
van dese collegien. Twelck nochtans de sijnode doceerde niet te connen
zgn, de wgle vujjt collatie van den datum is bevonden, dat die acte des
classis wel derthien maonden daernaer is ghevolcht Wat men hiertoe
zegde, D. Pantinus bleeff bg zgne ghepretendeerde ignorantie, dat zulcken
acte tusschen hem ende de classe zoude zgn ghepasseert. Tot naerder vol-
doeninghe is hem in handen ghegeven een copie descr acte, opdat hij den
aenstaende nacht daerop zoude ernstlgck dincken ende afflaten de classe
ende haeren acten bouck van valsheg t te insimuleren, maer dat hg beter
zoude doen de waerheijt te bekennen ende Gode eere te gheven.
Daernaer in deliberatie ghelegt zgnde, wat wech men zoude ingaen in
het eerste proces teghens D. Pantinum, is gootghevonden te wercke te
gaen op het- vooroomde classebouck, als wesende een bouck, welckens
acten ende actitaten bg kerckelgcke persoonen ende kerckelgcke vergaede*
ringhen moesten wesen buijtten allen dispute.
Daechs daeraen, als men D. Pantinum verwachte om zelffs in persoon te
verclaren , off hg hem niet beter en hadde bedacht op de acte (daervan hem
de copie was ghelevert), soo heeft hij een schrift den sgnodo toeghesonden
(met excuse van sieckte), daerin hij bij zgn voorighe exceptie persisteerde,
daer noch bijvoughende, zoo hem dese acte waere voorghelesen van woorde
te woorde, ghelgck zg in het classebouck ghevonden wordt, dat men het
zgne perplexsitegt moeste toeschrijven, dat hij doon daer niet beter
op hadde gheledt, ende versochte de novo, dat dit zgn proces mochte
gherenvogeert werden aen den eersten judicem. Is voorder gheledt niet
alleen op het verbael des laetsten proces, welcke de classe van Tholen
teghen D. Pantinum hadde inghestelt, maer oock op het provisioneel
beslugt, welcke zg ghemaeckt hebben over hem, in presentie van eenighe
gedeputeerden des eer. magistraet ende den kerckenraedt van Tholen,
waerin duijdelgck werdt verclaert, dat D. Pantinus met de stucken, daer
vermeit, erghernis heeft ghegeven, dat die groot is ende publijcq ende
oversulcx straffbaer. Welcke senten tien der classe, rustende op sulcke
fondamenten, die den sgnodo zgn verthoont, worden ghehouden den zeecker-
sten gront te zgn, daerop de sgnodus haer sententie mach bouwen. Vindt
daerom goet dezelve in hare acten te insereren.
181
Extract vuijt het classebouck der stede van der Tholen, beginnende
als volcht:
Den X en October zesthienhondert zeventhien tot Scherpenisse.
Ejjndelijck ghecoromen zijnde tot de bedrouffde ende langhe ghetraineerde
handelinghe D. Pantint , de broeders noch in goede ghedachtenisse hebbende
de beschuldinghen t in de voorgaende classe ten vollen ghehoort, ende
de ghetuijghen daervan zoo ghelooffweerdich , hebben dezelve zoodanich
bevonden ende van stikken ghewichte, dat zooverre men dezelve naert
rigeur des goddelijcken rechts, begrepen in de H. Schriften bgsonders des
h. apostel Pauli 1 Timot 3:1; Titum 1:7, 8, 9, in dcwelcke hij schrijft
de regelen, naer vuijtwijsen derwelcker deghene, die totten h. dienst des
woorts zullen worden ghebi ugckt, haer leven ende conversatie nootsaeckelijcken
moeten hebben ghereguleert , ende daertoe naert recht der ghearresteerde
kerckenordeninghe int stuck van de discipline over den kerckendienaren ,
die haer hebben verloopen , zonde examineren ende recht doen , dezelve niet
en zonde connen affloopen dan tot des voorschreven Panttni zeer groote
schande ende schade. De classis diesniettegenstaende aenmerekende de
bedroeffde ghesteltenisse der kereken deser Gheunieerde Pro vin tien int
ghemegn ende gheledt hebbende op de intercessie veeier voornementlijcker
mannen ende die van groote authoritejjt ende aensien, zoo buijten als
in dese classe, ende voornemen tlgck zijns kerekenraedts ende zijns collegae
Bursi, meenichmael instantelijck ende met groote beweginghe ghedaen,
ghelijck oock bjj vcele broeders des classis int bijsonder, dewelcke oock
hebben verclaert, dat zoo hij in den dienst zonde moghen gheleden wer-
den, dezelve niet en zonde gheheel onstichtelijck wesen, overmits door de
langhe procedure de ghemoederen veeier haerer kereken nu zijn als tot
s til heg t ghecommen, ende oversulex de haeste procedure nu niet en zoude
connen gheschieden zonder de kereke van Tholen eenichsints opnieuw te
beroeren ende de vijanden der waerheijt den mondt tot veele lasteringhen
te openen, willende oock bethoonen, dat niemandt der broederen naer zijn
verderff zoude haken , maer liever hopende dat een sachter procedure hem
zoude moghen dienen tot waerachtich berou ende beteringhe zijns persoons,
soo ist dat de classe om alle voorgaende consideratien goet vindt niet te
treden in voorder handelinghe met hem ende evenwel, om eenmael daervugt
te commen, de gheheele zaecke ende handelinghe te suspenderen, mits hem
houdende voor schuldich, met conditie dat hij voor de vergaederinghe
solempnelijck zal belooven , dat hij hem van nu voortaen in allen manieren
zal draghen als het eenen goeden ende trouwen dienaer des goddelijcken
woorts betaeint. Ende bg zooverre hij anders dede (twelck Godt verhoede)
ende hem al soo zoude commen te draghen , dat nieuwe ergernissen bg hem
zouden worden ghegeven , soo verstaet de classe , dat de voorgaende proce-
182
dure zal bij] ven in haer volcommen vigeur, tot welcken egnde alle de
stucken, dienende tot zijne beswaeringhe , zullen worden bewaert om in
tjjden ende wijlen, naerdat noodich zal bevonden werden, de nieuwe ende
oude ergernissen tzamen ende meteenen naert vuijtwjjsen van Godes woort
ende de ghearresteerde kerekenordeninghe wech te nemen. Dit D. Pantino
voorghedraghen zijnde, heeft hetzelve aenghenomen ende belooft de voor-
ghestelde conditie in alle manieren naer te comineo, met handtghevinghe
aen alle de broederen, hetwelcke allen den broederen grooteljjcx verblijdt
heeft.
Den thienden September zesthienhondert negenthien tot Tholen.
De voorschreven beschuldighen zijn opentlijck voorghelesen. De zaecke
D. Panttni is int langhe ende breet tot verscheijden mael ghe ventileert ,
veele discoursen zjjn daerover gbevallen ende alle de broeders, niemandt
vuijtghesondert, mitsgaders oock de ghedeputeerde heeren, hebben gheoir-
deelt, datter ergernisse zfl, dat se groot is ende publiek, ende dat
D. Pantinus niet zonder schuldt ende straffbaer is.
Niettegenstaende laoghe ende rijpe deliberatie over het stuck D. Panttni,
waerdeur de zaecke ghedisponeert werdt om een sententie nomine sijnodi
over zijnen persoon te strijeken, soo is bij dese vergaederinghe goetghe-
vonden D. Pantinum tot overvloet noch eens in te roupen om hem wel
duydeljjck te kennen te gheven, dat wij van meen in ghe waercD onse sen-
tentie te ionderen op hetghene ons vtrijt de acten der classe van Tholen
zoude worden bewesen ende met naemen oock op de provisioneele sententie,
van hem met handttastinghe aenghenomen , anno zesthienhondert zeventhien.
D. Pantinus heeft hierop gheexcipieert, dat hij noch zijn kereke noch den
eer. magistraét van Tholen niet en hebben gheweten, dat hier iet zoude
ghehandelt werden, behalven hetghenen in het verbael (hem toegesonden)
is vervaet, dat zij oock niet en zouden verstaen, dat desen aengaende iet
bij den synode zoude verhandelt werden, versouckende daeromme de
novo, dat dese zaecken in handen des kerekenraedts van Tholen mochten
werden ghestelt. Beschuldicht oock de classe , dat zij in dese eerste sen-
tentie niet trouw elijck ghehandelt hadde, maer ghesteldt dat haer hadde
goetghedacht. Zeijde daerbenevens, dat de classe het eerste proces in handen
des kerekenraedts hadde ghestelt, haer recht aen den kerekenraedt ende
magistraét van Tholen overleverende.
Den raedtsheer Hiijssen ghevraeght zijnde, wat men best in de zaecke
D. Pantini zoude doen, excuseert hem eenighen raedt in dese zaecke te
willen gheven, omdat in het eerste proces van zijnen swagher Brou
ghewach is ghemaeckt.
De sgnodus, bemerekende dat D. Pantinus veel zegde, daer hg mintate
183
bewgs niet van en hadde ende hetwelcke oock bngtten redenen ende appa-
rentie was, ende dat hg niet en dede dan even hetzelve zegghen, dat hg
te voeren gheseijt hadde , dan excipieren , cavilleren etc. , vindt goet tot het
formeren ende vuijtsprecken der sententie zelffs te commen, ghelgck de
sijnodus dese naevolghende sententie ghesteldt ende goetghevonden hebbende,
door den assessorem heeft doen prontincieren in presentie van D. Pantino.
Sententie. — Alsoo de gedeputeerde der classe van der Tholen volghens
haren last desen sijnodo hebben overghelevert zeeckere gheschriften, ver-
vattende de voorghemelde classe tweederleij procedure ghehouden teghen
den persoon van D. Johannes Pantinus, dienaer des godtlijcken woordts
binnen der stadt Tholen, ten egnde dat de sgnodus, daervan oordeelende,
de gheheele zaecke zoude ten diffinitive decideren, ghelgck te vooren van
de gedeputeerde des eer. magistraets van der Tholen, mitsgaders hem
Pantino , zeer ernstelijck was versocht ende van den kerckenraedt toeghe-
staen, blgckende sulcx vuijt de acten vantclassebouck, soo istdat, de sgno-
dus eerst ghesien hebbende het tweede bij de classe van der Tholen teghen
den voorsegden Pantijn inghestelt, sijn naer rijpe overweginghe de beschul-
dinghen, teghens denzelven Pantijn daerinne voortghebracht, zoodanich
bevonden , dat men gheoirdeelt heeft gansch nootsaeckelgck te wesen voort
te treden tot ondersouckinghe van het eerste proces, hetwelcke (hoewel
hjj 'daerinne voor schuldich werdt bekendt) nochtans door verscheiden
intercessien ende consideratien in suspens was ghehouden, mits conditie
dat hg Pantinus solempnelijck voor de vergaederinghe zoude belooven, hem
voortaen als het een vroom ende ghetfouwen dienaer des goddelgcken
woordts betaemt, te draghen ofte andersints dat de voorgaende procedu-
ren, teghens hem aengheleijdt, zouden big ven in haer volcommen vigeur,
hetwelcke hij oock heeft aengenomen ende belooft de voorghestelde condi-
tien in aller manieren naer te commen , met handtghevinghe van alle de
broederen. Vuijt welcke ondersouckinghe tot groote droufheijt ende leet-
wesen deser vergaederinghe gheblecken is, dat noch andere verscheijdene
groote sonden denzelven Pantino van de voorschreven classo te laste zijn
gheleijt ende door ghelooffweerdighe ghetuijghen, daerover ten vollen ghe-
hoort, zgn gheverifieert naer vuijtwijsen van het classebouck. Oversulcx
de sgnodus, op alles serieuslgck ende in de vreese Oodts gheledt hebbende ,
waerop int oversien van beijde de proceduren te letten stondt, naerdat
oock hij Pantinus te vooren op de resolutien zijner classe, desen aengaende
ghenomen, tot verscheijden maelen is ghehoordt, oirdeelt mits desen den
voorseijden Pantinum overtugcht te zijn van oproer in de polgtie , van leughen-
tael (ghelijck oock zelft's in dese sijnodale vergaederinghe), van valschegt
ende ontrouwe handelinghe met zgnen naesten, moetwillighe verachtinghe
184
zjjner classe, groote ergernisse gegbeven in het onbescheiden aengaen ende
beleven van zijn laesto huwelgck, alsoock door de scheijdinghe van zgn
huisvrouw, daerop ghevolcht, noch ghenouchsaeme devoir tot hiertoe
ghedaen om met dezelve wederom te vergaederen , welcke dinghen alle ,
dewijle zij reghelrecht strijden teghen do deuchden, die in de dienaren
des woorts naer rugtwijsen der leere Pauli Timoth. 3, Titum 1 wer-
den veregscht, endo menigherleij oirsaecken van aenstoot ende lasteringhe
zoo binnen als buitten den lande verweecken, soo verclaert desen sijnodus
den voorschreven Pantinum onweerdich te zgn het predickampt langher te
betreden ende beveelt, dat bij van nu aff van de bedieninghe deszelven
dadolrjcken zal afflaten, hem oock verbiedende het schoolampt binnen der
stede Tholen te ouffenen, ghelijck oock de sijnodus verstaet, dat hg door
den kerckenraedt aldaer van des Heeren avontmael zal affghehouden werden,
tot aller stondt dat hij waerachtich leetwesen bethoont ende, hem met de
ghemejjnte Cbristi versoent hebbende , met ad vijs des classis stichtelijcken
wederom zal connen toeghelaten worden.
Actum den zevenentwintichsten Februarij zesthienhondert twintich.
V««. Om dese sententie D. Pantini vugt te voeren, werden gedeputeert
D. Cornelius Begius, assessor , D. Wilhelmus Teelingius ende den heer
rentmeester Everard Bets. D. Teelingio is opgheleyt den last van het
predicken ende het goetvinden des sgnodi van den predickstoel voor te lesen.
Is voorghelcsen eenen brieff aen den sijnodum, gheschreven van den
kerckenraedt van Middelbaren, onderteeckent A. van den Berohe, recom-
manderende eenen Adriaen Cornelissen, cleermaecker , tot proponent,
betuijghende dat hjj een man is van goede gaven. Is goetghevonden
tondersouck zijner bequaembeijt aen de classe van Walcheren te defereren.
[Alsvooren opt 4 C cap. is geseijt.]
Cap. VI«.
Noch eenighe andere resolutien ende handelinghen, soo
nopende het honden der synoden in toecommenden tijt als
oock tot den tegenwoordigen sijnodum behoorende.
I en . Is goetghevonden t dat men voortaen in het vnijtschiijvon der beswa-
ringhen der kereken onderscheijt zoude maecken tusschen gi v avamina ende
versoucken ; item dat men gheen gravamina en maecke, daervan men gheen
hijpothesin en heeft. Insghelijcx is bij de gedeputeerde heeren der Ed.
Mog. heeren Staten van Zeeland t vuyt naemen haerer principaelen den
sgnodo voorghedraghen , dat het haeren wille is, dat men in het vtujt-
185
schrgven der gravamina de versoucken van poljjtjjcke zaecken daerinne niet
en vermeijnghe, opdat alle inconvenienten mochten werden verhoedet,
daerbenevens dat zg niet op een nieuw en stellen zaecken, die eens off
meermael verhandelt zjjn. Voorts werden alle kerckenraeden vermaendt,
dat zjj van alle casus niet terstondt gravamina en maecken, maer liever
arbeiden die, zooveel doenelgck is, nae Godts woort ende kerckenorde-
ninghc aff te handelen ende, zoo zij erghens in beswaert big ven, de hnlpe
van haere dassen te ghebrnijcken.
II en . Om de yersoucken deses sjjnodi te bevoorderen bjj den Ed. Mog.
heeren Staten van Zeeland t, werden gheoirdineert onse weerde broeders
D. Gersom Bucehus ende D. Wilhelmus Teelingtos.
III en . D. Hermankus Faukelius, ghewesen praeses sfjnodi Ziericxzeanae ,
heeft in dese vergaederinghe overghelevert de acta sjjnodalia ende is be-
danckt gheweest over zijnen dienst van de bewaringhe derzelver.
Ull cp . Tot de classe van Tholen succedeert nu de beurte van classis
sgnodael te weeën , oversulcx zal alle synodale stucken ende pampieren ende
het zegel sjjnodael in haer bewaringhe nemen. Ende wordt mitsdesen de
classe van den Goes bedanckt ende ontsleghen van haren dienst
V cn . De beurte van de versorghinghe der cruijskercken is ghecommen tot
de classe van Zuijtbevelandt.
VI en . De censura morum is ghehouden ende de Ed. heeren Raden, tot
desen sijnodum van de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt ghecommit-
teert, zijn bedanckt over de assistentie, aen dese vergaederinghe ghedaen.
Eijndelinghe naerdat de dancksegginghe tot Godt ghesprocken was, is de
vergaederinghe met vrede ende vriendtschap gheschegden.
[Opt 6 e cap. — Is goetgevonden , dat den inhouden deses cap. sal
werden gerefereert inter canones.J
Conditien, op dewelcke de sjjnodus goetvindt, dat zal dienen
acht ghenomen te werden in de collatie der bursen, die tot
alimentatie van de studenten in de h. theologie bjj de Ed.
Mog. heeren Staten van Zeelandt aireede geordineert zijn
ende noch zouden moghen gheordineert werden.
I en . Dat sulcke studenten zullen moeten van ecrlgcke ouders gheboren
Z(jn, opdat door haere oneerljjcke affcompste het ministerium in gheen
verachtinghe en comme.
186
n en . Men zal acht nemen op de clouckste verstanden , tot wekken egnde
aen gheene de burgen en zullen vugtghedeelt werden, off zjj en zijn ten
minsten veerthien jaren oudt, hebbende zulcken eenen voortganck ghedaen
in de studiën ofte, noch onghelettert zijnde, bevonden werden zoo treffelgck
van Godt begaeft, datter zonderlinghen dienst voor Oodts kercke van haer
t'eenigher tyt zjj te verwachten.
m en . Dat zij oock ghetuijghenissen zullen hebben van eenen goeden
aerdt, ende dat eenighe treffeLjjeke beginselen der waere godtsalicheijt in
haer zullen worden ghespuert.
nn*°. Dat, zoo haest als zij een burse zullen hebben ghecreghen, zij
onder de curateuren der schooien van de steden, daer zjj de collatie van
hebben, zullen moeten staen, zoo ten aensiene van hare studiën als het
comportement haeres levens, ende sich oock al tijdelijcken tot het gbebruyck
des <h. avontmaels bogheven , opdat zij al vrouch een exemplaer der godt-
salicheyt wesen mochten onder de studenten.
Ven. D a t 21J, vugt de hooghe schooien vertrocken zjjnde, (zoolanghe als
daer gheen theologicum collegium voor Zeelandt opghericht en is) het opsicht
van de professoren der h. theologie ende dienaren der kercken aldaer zullen
bevoolen werden ende altoos bereijdt zgn den curateuren (wanneer zjj zulcx
zullen goetvinden) reeckenschap van haeren voortganck in de studiën ende
conversatie des levens te gheven.
VI 60 . Dat se oock eenen behoorlijcken tjjt in de accademien zullen bleven
noch veraoghen daervuijt te scheijden , dan mét consent van de curateuren
voornompt, ende zullen ghehouden zjjn haere studiën oock in de accademien
naer het goetvinden haerer curateuren aen te stellen ende sich al vrouch
niet alleene te ouffenen in de theorie maer oock in praxi theologiae, ghelyck
oock tzijnder tijt haere examen daernae zal moeten aenghesteldt werden.
Vü en . Dat zij niet en sullen buijtten slants rejjsen, dan als de curatoren
vuijt zonderlinghe consideratien dat gheraden vinden, die hun dan oock de
accademien zullen aenwjjsen, daer z|j sich zullen hebben t'onthouden, ende
hun met bijsonder brieven het opsicht der professoren ende kerckendienaeren
aldaer bevelen.
VIII en . Dat zij, thuijs ghecommen zjjnde, sich oock (soo haeren kercken-
raedt zulcx oirboir can achten) tot het voorlesen in de kerckelijcke ver-
gaederinghen zullen laten ghebruijcken ende voorts in de propositien, ghebeden
ende andere ouffeninghen , tot het predickampt dienstich , sich beneerstighen,
totdat zij tot den dienst der kercke zullen beroupen worden, daerop zij
oock lanckmoedichlijck zullen wachten, zonder meer te doen om eenighe
beroupinghe te bëcommen, dan dat z|j sich neerstelijck ouffenen in haere
studiën ende gheduijrich zijn in het propo neren om sich alsoo den classis
ende kercken kennel^ck te maecken.
187
IX e0 . Dat zij de theologissche studiën niet en zullen moghen verlaten om
sich tot een andere maniere des levens bugtten den dienst der kercken te
begheven, tenzij daertoe van te vooren van haere curateuren ende eer.
magistraet, daer zij de beurse van hadden ontfanghen*, om ghewichtighe
redenen ghelicentieert zijnde , op pene van, hierteghens doende, de penninghen,
die zü tot haere studiën vant landt ghenooten hadden , te moeten restitueren,
ghelijck ditzelve oock teghen hun gelden zal , zoo zjj zelve door haere quade
comportementen (dat Godt verhoede ende daerteghen al vrouch zal moeten
versien worden) sich des dienstes onweerdich maecken.
X* n . Ende om te beter keure van studenten te becommen zoo vindt oock
de sijnode gheraeden, dat men in de predicatie des woordts d'occasie l'elcken
zal waernemen om de goede ghemejjnte te vermaenen, dat zij haere kin-
deren, daerin zij zonderlinghe ghaven ende gheneghentheijt tot de godt-
salichegt connen speuren, tot desen h. dienst zoudon schicken ende op trecken.
[Dese conditien werden geapprobeert, als ad. 2. art. cap. 2 gesecht is.]
Formulier van ondertefjckeninghe der leere, in sgnodo
nationali beraempt ende bij desen sjjnodo aenghenomen.
Wij ondergheschreven dienaren des goddelijcken woorts, resorterende
onder de classo van Zeelandt , verclaren oprechtelijck in goeder conscientie
voor den Hcere met dese onse onderteeckeninghe , dat wij van herten ghe-
voelen ende gheloven , dat alle de artijckelen ende stucken der leere , in dese
Confessie ende Catechismo der Nederlantsche Ghereformeerde kercken begre-
pen, mitsgaders eenighe verclaringhe over de poincten der voorschreven
leere, in de nationale sijnode anno zesthienhondert negen thien tot Dordrecht-
ghestelt, in alles met Godes woordt overeencomen , belooven derhalven , dat
wij de voorschreven leere naerstelijck zullen leeren ende ghetrouwelijck
voorstaen, sonder iets teghen dezelve, tzij opentlij ck ofte besonder, directelijck
ofte indirectelijck, te leeren ofte te schrijven , gelijck oock dat wij niet alleene
alle dwalinghen, daerteghen strijdende, ende namentlijck die in de voor-
schreven sijnode ghecondempneert zijn , verwerpen maer oock zullen teghen-
staen, wederlegghen ende helpen weiren. Ende indien het zoude moghen
ghebeuren, dat wij nae desen eenich bedencken ofte ghevoelen teghen de
leere ofte eenich poindt derzelver zouden moghen crjjghen , belooven wij ,
dah wij tzelve noch opentlijck noch heg mei ij ck zullen voorstellen, drijven,
predicken ofte schrijven, maer dat wij tzelve al vooren den kerckenraedt ,
classi ende sijnodo zullen openbaren om van dezelve gheexamineert te wor-
den, bereijt zijnde het oordeel derzelver altijt gewillichlijck ons te onder-
werpen, op pene dat wjj, hiertegen s doende, ipso facto van onsen dienst
zullen werden ghesuspendeert. Ende indien t'eenigher tijden de kercken-
raedt, classis ofte sgnodus om ghewichtighe oorsaecken van naduncken zoude
188
moghen goetvinden tot behondinghe van de eenichegt ende sug verheg t in
de leere van ons te vereijsschen onse naerder ghevoelèn ende verclaringhe
over eenich artgckel van de Confessie, Catechismus ende sijnodale vercla-
ringhe voorschreven, soo belooven wij oock mitsdosen, dat wij daertoe tot
allen tyden zullen bereijt ende willich wesen op pene als boven, behoudens
het recht van appel in casu van beswaringhe, gheduijrende welcken tijt
van appel wg ons nae de vujjtsprake ende ordre des sijnodi provincialis
zullen reguleeren.
Ende was onderteeckent : Gersom Buberus, sgnodi praeses, Cornelius
Regius, sgnodi assessor, Laurentius Boenaert, scriba sgnodi, Willem
Teelinck, Lucas Spiringïus, Loutjs van der Vesten, Job du Rieu ende
Hebbestts Ridder. *)
Oersom Bücerüs, sgnodi praeses.
Cornelius Regits, praesidis assessor.
Laurentius Boenaert, scriba sgnodi.*)
De insolentien der papen onder het marquisaetschap van
Bergen sijn desen:
1.
Ongeschicktheijt in leven, als dronkenschap, hoererie ende diergelycke.
2.
Lasteren tegen God te woort , de sacramenten , Gereformeerde religie ende de
overheden der Vereenichde Provinciën, soo openbaerlyck in haere kereken
en op straten, als particulierelijck in hugsen, herbergen en alle geselschap ,
daer sij komen.
3.
Jae komende ten huijse der GerefoiTneerde ofte dergener , die onse kereken 8 )
frequenteren , deselve stoutelyck derven schelden , beschimpen , bespotten ,
dreygen en vervloucken, verdommen ende excommuniceren, oock selfs
wanneer die sieck syn. Bedrgven alle diergelijcke 4 ) insolentien om alsoo de
slechte ende eenvoudige luyden te doen vreesen, twijfelen en in sullcken
benoutheyt komen, dat sij alle troost vergeten en wanhopen mochten.
4.
Ondertrouwen bovendien en trouwen die papen persoonen, die se noijt
en kenden noch en sagen.
') In HH volgt hierop als apostil: „Opt formulier. — Alsoo dit aireede is geschiet,
werdt niet noodich gevonden hierop iet vorder te doen. M Dit komt ook voor in FF
en ed. 1755, doch ontbr. in CC. '*) Deze onderteekeningen van praeses, assessor en
scriba zijn eigenhandig. »)„kercken" ontbr.inFF. 4 )„allediergeüjcke" CC heeft „allerlei".
189
5.
Item ondertrouwen en trouwen deselve al op eenen ') dach, sonder voor-
gaande proclamatien, latende met geit redimeren en affcoopen.
6.
Noch trouwen sij jongelujjden tegen den danck van haere ouderen, wan-
neer de kerckenraden tselve om goede redenen geweygert hebben te doen.
7.
Ja derven in den houwelycken staet bevestigen sulcke persoonen, die
volgens Godts woort en placcaet van politie oock selfs van de Roomsche
kercke om haer maechschaps wille niet en mogen in houwelyck vergaderen.
Opt de insolentie. — Is hierop geresolveert, als opt 9 arti. cap. 2 is
aengeteykent.
Aldus besloten ende gearresteert ter vergaderinge van de heeren Staten
van Zeelant den 12 OT Novembris des jaers 1620, alsmede den laesten Julg
en 2 en Augusti des jaers 1621.
Ter ordinantie van derselve:
Bobeel.
[Brief der synode van Goes 19 April 1597 aan den Prins van
Oranje over het tractement te Steenbergen.]*)
Hooggeboren vorst, zeer genaedige heere!
Also een ouderljjnck der kercken van Steenbergen wt gemeenschap,
dewelcke zjj met den kercken van Zeeland t houdt, voer ons verschenen
is ende versocht heeft eenen kerckendienaer in de plaetse des afgestorvene,
meteenen betoonende hoe zjj mits het kleyn traictement, welck de die-
naeren des woerdts aldaer tot noch toe genoten hebben , zeer quaelick eenen
kerckendienaer connen becomen, so ist /lat wy wt liefde, die wg de gemeente
van Steenbergen voersz., ons naebuerigh zynde, toedraegen , niet en connen
naerlaeten uwe Excellentie ootmoedelick te bidden, dat het deselve gelieve ,
achtervolgende de goede affectie, dewelcke zjj allesins den christelicken
i) „eenen" ed. 1755 heeft „eenen en denzelven." Evenzoo CC en FF. *) Zie over
dit stuk bl. 42, sub VI. Wy ontvingen dezen brief uit het class. archief van Goes,
toen de acta van Zeeland bijna afgedrukt waren. Van het adres waren alleen
overig de woorden: „Aen .... e Excie." Doch de strook om den brief, waarop
het andere gestaan heeft, is misschien by het openen weggeraakt Ook het synodaal
zegel is afgebrokkeld. Buitenop staat met een latere hand: „Brief des synodi van
Zeelandt van date den 19 April 1597 aen syn Excelle, recommanderende den
kerckendienst binnen Steenberghe." Hoe dit stuk weer onder de synodale papieren
gekomen is, blijkt niet, want het bevat geen apostil by wijze van beslissing op
het verzoek.
190
kercken bewyst, het traictement des ministers, dewelcke binnen der stede
voersz. sonde mogen beroepen worden, te vermeerderen, opdat het rycke
onses Heeren Jesu Christi midden onder den vyanden niet verhindert,
maer den armen lieden de oorsaeke van nae den paepen te loopen ontno-
men worde, niet twyffelende of Christus, de conijnck aller coningen, en
sal tselve in andere wegen overvloedich vergelden, denwelcken wjj bidden,
hooggeboren vorst ende genaedige heere, uwe Excellencie in zyne heylige
hoede te nemen ende in alle syne goede aenslaegen voerspoet te verleenen.
Wt onse synodale versaomelinge binnen der Goes desen 19 en Aprilis 1597.
Uwe Excellencie seer onderdaenige ende toegeneychde
dienaeren, de ministers ende ouderlyngen des provincialen
synodi van Zeelandt,
ende in aller naeme
Philippüs Lansbergius, synodi praeses.
Henricus Heiningius, scriba synodi. 1 )
i) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig.
OVERIJSEL
Synodus tertia Camfiensis.
Acta synodi 9 den 24 Martij anno 1584 binnen
Campen geholden^ daer vooreerst Hermannus
Wijfferdingh tot praeses , Joannes Mathiae tot
een assessor, Jacobus Strydonck toe een scriba
nae aenroepinghe des heijlighen namen Godts
vercoren ende dese navolgende stucken verhandelt
syn.
1.
Alsoo in synodo bjjnnen Deventer den 9 Aprilis anno 1583 die kercke
van Deventer opgelecht, allen vlijt aen toe wenden toe becoomen een cor-
rect exemplaer in Fransoijs ende tselve metten Latynschen ende Duijtschen
exemplaeren te confereren , daermeede die incorrectheyt der exeinpelaren der
Nederlantscher Belijdeniss, anno '80 tot Antwerpen gedruckt, wechgenoo-
inen *) mach worden , is bij den broederen tselve in desen synodo den van
Deventer weder opgelecht toe beneerstigen , dat het alsnoch m och te geschyden.
2.
Iss bij den gemeenen broederen beslooten , dat men alle schrijfften , den
broederen in eenige sijnodis versamei t overgelevert, sal beholden end ghene
partien weder restituweeren , tsij met consent des sijnodi.
3.
Sooveele die extraordinarische dope belanghet der crancke kinderen, sal
men sich refferieren den zy *) artyckel, binnen Dordrecht gheholden *).
4.
Alsoo een onverstandt tusschen die kercke van Campen ende haren
dienar Johanne Babnardi erresen wass, ess tselve bij den synodo, pro et
contra gehoret synde, gantschelijc geremedieret end vrentelijck nedergelecht.
End bekant die kercke toe Kampen, dat haer dienaer Jorannes voorschre-
ven in den grundt dor leere end levendt gesunth sij. Doch die voorschreven
1) „wechgenoornen". Verbeterd; inden cod. staat duidelijk „weer genoomen". ^„rij".
Hier zal bedoeld zijn „sijnodi". s) In margine staat met een latere hand bij dit
artikel: „Vide synodum Dordracenam anno 1574 art. 58 et anno 1578 art. 60".
Acta syn. frovinc. V. 13
194
dienaer selves voor goet end stichtelijck erachdende ein ander wegh sicb
tho begeven, heefte die sijnodus dacrinnc bcwillichget
5.
Nac geboldenen examen sijnne met einbeligber bewilligongh der broederen
des sijnodi tot den dienst der kereken toegelaten end met oplegbingh der
handen bevestigbt Jodocüs GorcKERUs, Nicolaus van Halteken end Gek ar dus
van Keppel, end iss Jodocus voorschreven die kereke van Campen en
ordinaris minister verordnet worden.
Vrage 1. art. 6.
Offt imant dat ministerium soude moghen bedienen sonder voorghaende
examinatie? Ank: neen.
Vraghe 2. art 7.
Ofte een dienaer, niet geexam inert offt geadmitteret , solde moghen
ordenaringhe predighen end geene sacramenten bedienen in kereken, daer
die ordeninghe der kereken iss ingevoert? Ant.: neen, gemerekt nimant
sonder voorgaende confirmatie in ministerio mach off can ordinaiïe pree-
dicken noch sacramenten administreren.
Vrage 3. art. 8.
Offt susterlingen malcanderen moogen trouwen? Ant.: men sal sich rich-
ten na den 83 artickell des Middelburchschen sijnodi, doch soo dieselve
trouwe solde moghen consensu parentum offt momberen geschiet sjjn, sal
men nochtans deselve nijt copuleren sonder consent des magistraets.
Vraghe 4. art 9.
Soo eenige olderlingen offt diaconen, die nae wettelicke beroepingh con-
tirmert sijn end een tydtlanck wel trouwelgcken der kereken Godts hebben
bedient, so sij een tijdtlanck om haer Igfftighe oersaecken haeres diensts
worden ontlast end totten selven ampte daerna wederom wettelicken worden
beroepen, offt die alsdan oock wedderom in den dienst sollen geconfirmeret
worden? Ant: neen, want genoechsaem, dat sy vorhen eens besteedt synt
geweest.
10.
Endtlycken is geresolveert , dat voordan de broederen sullen tot den
synodum comen op haere kereken kosten, ende soo daer eenighe kereken
sijn , die sulckes niet en vermogen , sullen alle de kereken die oncosten
dragen. Ende sal de naestcoraende synodus binnen Swol geholden worden
over een jaer, hetsij eenige saecken mochten voorkomen, waeromme met
195
consent der kercken van Deventer ende Campen, welcke die saecke ver-
wittiget, sal op een corte tijt ende op oen ander plaetsc getransfereert
worden.
Onder stont geschreven:
Hermannus Wyferdingh, hujus synodi praeses.
Johannes Mathiak, assessor.
Jagobus Strijdonck, scriba.
Tertia synodus Swollana, anno 1585 den
18 Aprilis.
Sint eendrachtelick versamei t die dienaren des godtlicken woordts ende
olderlingen der kercken in den lande van Overissel binnen Swolle, ende
hebben nae anroepinge van den name des Heeren Bernhardum Vezekium
tot een praesidem, Georgtum Nolthenium tot assessorem, Thomam Root-
huis tot een scribam vercoren ende dese volgende articulen voortaen ver-
handelt.
1. Alsoo sich verscheidentlick bevindet, dat die dienaren, tot den dienst
der gemeenten beroepen sijnde in een jaer off twee herwaerts, achtervol-
gende die generale articulen des synodi Middelbnrgensis, wie oock voor
desen tijt in provinciale synoden deser kercken daervan is gehandelt ge-
worden, noch niet geconfirmeert sijn, is nochmaels bg den broederen gere-
sol viert , dat diesel ve , die nieulincx in den dienst ge treeden sijn ende haere
tijdt van proeve uitgestaen hebben, nae dat voorige generale ende parti-
culiere besluit in den dienst opentJick sullen besteediget worden.
2. Dewile men noch bevindet, dat in eenige steeden mangel sjj be-
langende die regieronge der scholen, is voor goedt angesien ende voor
hoochnoodich geachtet, die gemeenten mits desen toe vermanen, dat een
jegelick bij haerselven haren besten vlijdt ende devoir an wende om een
goede reformatie der scholen te stellen ende an hare diligentie niet laten
mangelen.
3. Ende soo desgelijcks oock in stuck der discipline der kercken eenige
slappicheit ende argerlicke sonden onder den ledematen der kercken gespoeret
worden , hebben die broederen voor hoochnoodich angesien , dat alle kercken
met eernst vermaenet sullen worden die discipline eernsthaftdger te gebruicken.
4. Belangende die besendinge an sijn Excell. weegen die kercken van
Overijssel is geresolviert , dat men dieselvc sal opstellen tot af handelinge der
13»
196
saccken bij Ridderschap ende Steeden ondc dacrnac uit een jegelicke kereke
der diïen steeden eenen committeren om nae gcleegentheit van den afscheit
der saecken, bij sijn Excell. ende descr provintden genomen, alsdan den
standt deser kereken in aller onderdanicheit te beveelen, middelerwile in
Hollandt verneemende, wes bij die kereken aldaer gedaen is.
5. Off die nationale synodus van alle Geünieerde Pro vin tien uitgeschreven
mochte worden, gelijck men verstaet, dat metten eersten solde mogen ge-
schieden , aleer dat die ordinare tijdt des synodi deser provintie solde bijeen-
comen, hebben die broederen tot den ende gestellet, dat, wan die uitschri-
vinge geschiet, dese kereken extraordinaris binnen Campen sullen vergaderen.
6. Sooveel die besendonge der dienaren uit den steeden tot den provin-
cialen! synodum angaot, sal hetselve bjj gebeurte der dienai'en ommegaen,
tensij saecke dat bjj eenige besondere swaricheit, in eenigen kereken voor-
gevallen, die noodtwendicheit derselven den vicissitudinem voor der tg t niet
conde ljjden. Doch belangende den nationalem synodum, dewile uit een
jegelicken particulieren synodo drie off vier nae geleegentheit der uitschrivinge
afgesonden worden, sullen deselve besonderlick daertoe vercoren worden.
7. Off diegeene, die tot den avontmael treden ende daerbevorens bij den
dienaer niet verscheenen waren om sijns gelooft belydenisse te doen , an den
disch comende off sittende, niet behooren afgeweesen te worden? Is ge-
antwoordt: jae, overmits suleken toeganck een lichtveerdicheit is ende ver-
achtinge der ordeningen der kereken , oock daeruit een groote profanatie des
h. avontmaels ontstaen moet, alsoock noch dewile men achtet niemandt soo
onweetende te sijn , dagelicks tot den gehoor comende , sich eersten behooren
an toe gceven ende haer geloove te belyden, alsoo die verin aninge daervan
stedes een sondach off twee te voren geschiet.
8. Wan het averst gebeurde, dat daer alsoo emant toegegaen ware, die
niet bekent is geworden, sal deselve naemaels met straffe harer voriger
onordeninge , soo sjj vroom sijn ende sich der discipline der kereken onder-
werpen willen, vermaent worden die negestc reise hare belidenisse des
gelooft te doen ende vorders als ledematen te helden. Averst soo diegene
godtloos sijn, deselve van hare profanatie des Heeren avontmaels met
eernstige straffe vermaent sollen worden, haer voortaen des toe entholden
ende niet meer tot den nachtmael te comen, voordat sjj met der daet
beeteringe beweesen hebben ende alsdan haer nae den gebraick der kereken
angeeven. Sonst anders , dewile deselve met opentlicko belidenisse des ge-
looves der kereken haer niet hebben ingelgfft, connen deselve voor geen
lidtmaten der kereken , wegen hare lichtveerdige ende onordentlicken toeganck
tot den avontmael, geachtet offte geholden worden.
197
9. Ende soo den 10 Novembris anno 85 in de classicale versaemlinge
binnen Campen Joaciiimus Stlioinius ende Hermannus Gerhardi tot den
dienst der kercken geexamineert ende volgendes toegelaten sjjn geworden ende
Joaghimvs voorschreven den van Swartesluis tot een dienaer is toegeeigent
geworden, hebben die broeders deser versaemlinge sulckes alles geconfirmeert.
10. Volgendes alsoo Jacobus Sthidonck , hebbende die kercke Isselmuiden
voor een tijtlanck bedienet ende entlick met consent der kercke van Campen
die beroepinge in Blocksjjl ende Cuiner heeft angenomen , ende by deselvige
kercke Hebmannus Gerhardi voor een dienaer tot Isselmuiden is begeeret
geworden ende Hebmannus sich verclaert heeft met den stipendio tevreden
te sijn, welcke nae geleegentheit der tyt daervan mochte comen, hebben
die broederen daerinne verwilliget, mede belovende soo bij den drosten van
Isselmuiden als die erfgenamen toe helpen vorderen , daermet sjj consenteren
in sijner bedienonge.
11. Om te remedieren in der swaricheit van der scholen binnen Hasselt,
sullen die kercke van Campen ende Swolle elck eenen deputeren om met
den raedt van Hasselt over die faute te handelen, wanneer men eenen nijen
schoolmeister becomen can ende tselve van der kercken geinsinueerct sjj.
12. Is noch voor goedt angesien, dewile die preedigen bisheer op der
Swartensluis in des hopmans logement geschiet sijn ende den dienaer sich
oock aldaer heeft moeten verholden , dat derweegen uit den name deses synodi
an den hopman Camphuis , daer in garnisoen liggende , geschreven saJ wor-
den, ten einde die voorgenomene voet van een besondere wooninge toe
maecken, daer die dienaer wone ende sjjn predige moge holden , doch metten
eersten ende terstont dorch sjjn bevorderent ende andrivent geeffectueert
mach worden.
13. Alsoo noch onbetaelt sjjn bij der kercken van Campen alsoodanige
penningen, van die gemiente van Swolle verschoten, daervan anno 82 in
synodo Swollana secunda in den 18 artieul gehandelt is, sullen alsnoch die
broederen van Campen, volgende die vorige resolutie, genoechdoen.
14. Nadem oock in denselven synodo Swollana secunda, anno 82 ge-
holden, in den 16 artieul seeckere genomineret sijn om annotatie te doen
van die geschiedenissen deser provincie , daermet hetselve niet achtergelaten
worde, sijn avermaels genoemt, die sulcke annotatien continueeren sullen:
binnen Deventer doctor Scherff, borgemeister, ende Bernhardus Wezekius;
binnen Campen Joannes Witte, borgemeister, ende Jodocus Goickerus;
binnen Swolle Lubbert Uloher, borgemeister, ende Nicastus Isselt.
15. Alsoo Jacobus Strtdonck in sijnen dienst toe confirmeren is in
198
Blocksijl ende Cuiner, is geordineeret, dat een dienaer van Campen ende
een olderlinck van Hasselt desweeges reisen stillen om hem te bestecdigcn,
denwelcken oock meede opgelecht is hem eernstlick te vermanen ende te
censureren sijnes uitblijvens uit den synodo vermits sijne private gescheften ,
daermede hij sich soeckt te ontschuldigen , welckes bij den synodo geensins
voor genoechsaem wordt angenomen. Ende sollen deselve in de wedercomste
Joachimum op die Swartesluis confirmeren.
16. Ende dewile Hermannus Bierman tot noch toe op Camperveene toe-
geholden, sittende onder het verdingh des vijants, weshalven hij oock eenen
grooten langen tijt toe Campen niet gecommuniceert en heeft, oock mede
beruchtiget wordt in levende met de huisluiden ruimer, dan een dienaer
betaemt, toe wandelen, is nae eernstige censure, derweegen over sijnen
persoon geholden, eendrachtich bij den broederen van hem geconcludeert,
dewile geene Gereformeerde dienaren die viandt tot noch toe in sjjn ver-
dingh heeft willen neemen ende bjj daerentegen allene van denselvigen
aldaer geleeden wordt , grootelicks te praesumeren sij , dat hij in sgner leerc
ende dienst alsoo oprechtelick , als hem geboort, niet en moet stellen offte
ten minsten een grooten schijn tot bedroeffenisse van veelen geeft, hij der-
halven sijne wooninge muteren sal ende sich binnen Campen vervoegen,
holdende niiddelerwyle sjjn stipendium aldaer, ende wanneer hg sonder
perijckel buiten can gaen predigen , tselve doen , middelerwjjle binnen
Campen wonende vlijtich studeren ende den Catechismum leeren, neerstich
de predigen hooren, hem bij der gemiente in den gebruick des nachtmaels
holden ende godtsalichlick sonder ergernisse wandelen. Welckes soo hij niet
mochte naecomen, dat dan noch die brooderen niet en verhopen, hebben
sij die kercke van Campen mits desen eernstlick belastet, vlijtich acht op
hem te slaen ende, anders alst hem gebeurt te dragende, van sijnen dienst
te suspenderen.
17. Belangende rectorem binnen Swolle, soolange noch die twist ende
dat divortium met sij n er huisvrouwen staet, tot beiden sijden onversoent
blijvende, connen deselve tot den nachtmale niet toegelaten worden.
Dat toecomende synodus deser kercken van Overijssel sal over oen jaer
bij die gemiente van Deventer uitgeschreven worden.
Bernherus Vezekius, hujus synodi electus praeses.
Georgius Nolthenius, hujus synodi assessor.
Thomas Roothüis, hujus synodi scriba.
199
[Extraordinaire synode, 'gehouden te Kampen 7 Juni 1586].
Nachdem wg, dienern des götÜichen worts, olderling und diaconen der
Overiselschen kercken, uth dem schrjjvent sijner Excellentie, an unsern
gnedig herrn stadtholder gethaen, hebben vernohmen und verstanden, dat
sijne Excellentie doet convocieren einen nationalem sijnodum der kercken
deser Nederl&ndisch Geünieerd en Provinciën in sGrövenhagc den 20 ra Junij
stilo novo und dairtho uth unser provincie 2 dien er, olderling ofte diaconen
van guedem levende, gelertheit, verstande und ijver totter eheren Godes,
versehen sijnde nrit brieven van credentie, instructie, vuile last und com-
missie, umb aldaer mit den andern tho deliberieren , ad vij sieren und con-
cludieren, wat befunden sall wesen best dienende tot verbreidinge der
eheren Godes und upbouwinge sijner kercken gevorderet werden, so ist
dat wij obgemelte dienern, in dem naeme des Herrn binnen Campen
versamlet, na anropinge desselvig eendrachtelicken hebben gecommit-
tiert und committieren vermitz desen die wollgelerte und godtsalige
Bernherüm Vezekium, diener des göttlich worts tho Deventer, und Cas-
parum HoLSTEcnniM, diener des göttlich worts tho Campen, unse lieve
mitbrüder und arbeider in dem werck des Herrn, umb na sijner Excel-
lentien befelch sick up den bestembden dach in sGrttvenhage tho begeven
und aldaer van unser aller wegen tho helpen verhandelen mit den anderen
anwesenden dienern göttlickes worts und olderling alsodanige saeken und
schwaricheiden , als dar voorvallen sullen, und tot upbouwinge und vreede
der kercken dienen, belovende alle hetselvige, welck aldaer in die vreese
des Herrn, na dem voerschrift des göttlich worts, tot stichtinge, vreede
und upbouwinge der kercken verhandlet und beslooten sall worden, te
willen annemen und achtervolghen, alsofte wij alle, sampt und besonder, in
der vergaderinge teghenwoordich gewest waren.
Wunschende und van dem Herrn biddende , dat Hie mit sijnem H. Geiste
dem sijnodo bijwohnen will, darmit dat alle voorvallende schwaricheit
vreedsam und stichtelick verhandelt und alles tot sijnes namens ehere und
upbouwinge sijner gemeinte mach beslooten worden.
Actum Campen den 7 en Junij anno 1586, stilo novo.
Hermannus Wiferding, diener des gottlichen worts tho Swolle.
Georgics Noltheniü8, dienaer des godtliken wordes tho Campen.
Thomas Rothuys , dienaer des h. evangelii tot Hasselt 1 ).
') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig.
200
Acta particularis synodi , binnen Deventer anno
1 586 den 20 Septembris geholden , daer nae an-
roeping e des Heer en h. naems tot een praesidem
is vercoren Hermannus Wijfferdinck, tot asses-
soren Jodocus Goickerus , tot een scribam Jaco-
bus Stridonck, in denwelcken dese naevolgende
stuc ken verhandelt st/n.
1. In den eersten heeft Bernherus Vezekius, dienaer binnen Deventer,
als gecommittiert sjjnde geweest totten nationalem synodum in des Graven-
hagen, sjjn rappoort gedaen van tgene op die articulen syner instructien
in denselven synodo gcresolvieret ende geconcluderet is , meed e exhiberende
twee brieven, d'eene mentionerende van de onderschrivinge der kercken-
ordeninge ende andere stucken daerin vervatet, d'ander van D. Dathen 1
wedderkeeringe.
2. Dat consistorium Daventriense alsoock Theodorus Siltginius hebben
allo hare geschillen geheel den judicio hujus synodi gesubmittoret om christ-
lickcn gedecidoret te worden.
3. D. Theodorus Siltginius gevraget sijnde , waerin die status controver-
siao tusschen hem ende die kercke van Deventer bestaet, ende volgendes
wat bij begeert, heeft geantwoort, dat, alsoo hy onwettelicken van sijnen
dienst in deser kercken verlaten ende daernae gesuspenderetis, hem seerin
sijn gelimp ende eere verlettet, hij versoeckt in synen dienst wederom
gestel t te worden ende in sijn e eere gerestitueret te sijn. Doch wat den
dienst angaet, alsoo hij verstaet, dat men gevoelet , dat deselve descr kercken
niet nutte solde sijn , vcrclaert bercit toe sijn deselve wederom te verlaten f
soo haest hij elders eenige conditie sal weeten te becomen.
4. Die synodus, die propositie Theodori gehoort hebbende , heeft veror-
dineret, dat Bernherus Vezekius in syne tegenwoordicheit die historie der
verlatinge int besonder verhalen solde, om alsoo, Theodori antwoort inge-
namen sijnde, van dat stuck (off namelick deselve wettelick geschiet sij off
niet) sententie te geeven ende alsdan te comen tot den handel van sijner
suspensie.
Formula sententiae.
5. De synodus, partgen, dat is die kercke van Deventer ter eenerende
Theodorum Siligtnium ter ander sijden, gehoort hebbende int lange ende
op alle saecken wel rijpelicken in die vreese des Heeren gelett, om alle
201
voorgevallen swaricheden vredelick te beslichten ende besijden te leggen,
geeft tot sententie dit navolgende:
Eerst ende voor al, dat het niet raetsaem is, dat Theo dor us Siliginius
tot Deventer wederom op eunige conditie tot den dienst opgenomen worde,
niettegenstaende dat het den broederen van herten leet is, dat het beginsel van
syne verlatinge niet alsoo voorgenomen is geweest, alst wel te wunschcn ware.
6. Daernae, opdat nochtans Theo dor us niet verlooren gac ende van allen
kerckendienst over desen handel versteecken blgve, sal die synodus een
seecker formnlam testimonii ecclesiae stellen naer haer geweten ende con-
scientie, dewelcke oock van den kerekenraet tot Deventer sal onderteic-
kent worden.
7. Wijder, alsoo Theodorus hem seer beclaecht beide van syne qnadc
betalinge ende «onverwachte verlatinge van sjjnen dienst, sullen die heeren
borgemeisters des E. raets, gedeputeret op dese vcrsaemlinge, den E. raedt
voordragen , dat hem niet allene sgne achterstellinge betaelt maer oock sijn
stipendium tot den 1 Octobris toecomstich gecontinueret ende dat hem oock
een publicum testimonium boven desen moge medegedeelt worden.
8. Eindelicken, opdat alle argernisse, die over dese saeckc gevallen is,
uit deser kereken mach wechgenomen worden , sal die synodus oock stellen
seeckere forme van reconciliatie, dewelcke, wanneer se eerst in dese vcr-
saemlinge van beiden sjjden sal angenomen ende vollenbracht sijn, in beide
die kereken op eene ttjt des Sondaechs toecomstich sal afgeleosen worden.
9. Ende sal wgder die synodus schrijven tot D. Fontanum, dienaer
binnen Arnhem, hem biddende, dat hg dese kereke ende Theodoro sooveele
te gevalle doe, dat Theodorus met seeckere vaste restrictien ten minsten
voor een tyt ende op een proeve tot Doesborch offt elders totten dienst
weder ontfangen worde, twelcke soo het faelgieren solde mogen, sullen
gebjeke brieven uit den name deses an D. Helmichium ende die kereke
van Utrecht geschreven worden, ten einde die kereke van Deventer beide
opt gevoechlickste ende metten eersten gerustgestelt ende Theodori moge
ontslagen sjjn.
10. Maer om dit al tsamen ende insonderheit tgene die versoeniugo der
partyen angaet int werek te stellen, sal Theodorus eerst vermaent worden
van s\jne faute ende die onordeninge, tegen sijn eigen beloften angerichtet,
ende hijrvan voor die versamelinge sijn schuit bekennen. Daernae sal oock
die kerekenraet verclaren, indien sij ij et off uit menschelicke swackheit
(dwelck sij niet en weet) off in een schijn ende in onses broeders Theodori
ooge (des sij oock van ons niet beschuldicht wordt) solde mogen angerichtet
hebben, dat haer oock sulckes van herten lect sij.
202
11. Eindelicken, opdat dese vreede vast ende bestendich sg ende blij ve,
soo sal Theodorus den synodo belooven, deser saeckcn nimmermeer noch
bij den E. raedt noch by het Berchkerspel noch oock bij den gemienen
man int quade te gedencken, maer van nu voortaen eerlick van den kerc-
kenraet spreecken ende hem bedancken van den vreede, bij desen synodo
voorgenomen ende door des Heeren genade getroffen ende te weege gebracht,
waerinne soo hij naemaels bevonden worde anders te doen, sal den kcrc-
kcnraet vrjjstaen haer daervan bg die overicheit, jae oock (want noot) bjj
sijn Excellentie over hem Theodorum te beclagen. Ende dit was met
Theodori handt ondertieckent aldus:
Theodorus Siliginius, minister verbi.
Formula testimonii.
12. Wij ondergeschreven dienacrs des h. evangelii binnen der stadt
Deventer, op den synodum particularem vergadert, bekennen ende beladen
mits desen, dat voor ons erscheenen is onse broeder Theodorus Siliginius
ende ons verclaert heeft, om seeckere wichtige oorsaecken een vrunÜick
afscheit mit der kercke van Deventer genamen te hebben , begeerende hjjr-
over, als geen naerder classicale vergaderinge hebbende, onse geboorlicke
getuigenissebrieff. Op welcke billicke begeerte onses broeders Theo dor i
voorschreven gelett ende hij rover gehoort hebbende het ad vijs ende appro-
batie van den kerckenraet van Deventer, hebben wij niet willen noch con-
nen naelaten tselve te doen ende sjjn versoeck nae te comen, verclarende
mits desen ende getuigen, dat Theodorus Siliginius onse broeder niet
allene voor sooveel ons bekent is, maer oock nae het oordeel ende getui-
genisse van den kerckenraet van Deventer gesont in der leere, ende sooveel
sijn leeven ende wandel angaet, dat noch wjj noch die kercke van Deven-
ter voorschreven tegen woordelick op hem dienangaende ijet toe seggen
hebben. Versoecken voorts an alle kerckendienaers dese onse attestatie
(dewelcke oock van weegen sijns kerckenraets onderteickent is) te willen
gelooff gceven ende onseren broeder Theodorum voorschreven voor soodanich
ansien, als wij hgr van hem getuigen, ende hem alsoo in alles vorderlich
sijn ende in der liefden opneemen. Gegecven tot Deventer in onsen synodo
particulari desen 22 Septembris anno 86.
Formula promulgationis de constituta in hac ecclesia pace.
13. Geliefde broeders ende susters in den Heere, sampt ghij borgers
ende inwoonders deser stadt, hijr tegenwoordich vergadert! Het is (Godt
beetert) alleman meer als te veele bekent, hoe dat die satan, onse wedder-
saecker, een tijtlanck deser gemeenten dorch twist ende onordeninge an toe
richten naegetracht ende deselve alsoo gesocht heeft gantschlick te ver-
203
storen ende te verderven , waerover wij niet en twijffelen , off het hebben
hacr veele vrome herten hoogelick eenen tijtlanck te rechte becommcrt ende
bedroevet. Maer den Heere ende Godt des vreedes sij loff ende danck , die
Hem eindelick deser armen kercken in desen val heeft angenamen ende met
vriendelicke beslichtinge aller oneenicheiden den vreede wederom opgerichtet,
waervan wij allen ende eenen jegelicken bij desen hebben willen verwittigen ,
ten einde dat niet allene diegeene , die tot noch toe over dese saecke bedroefft
sjjn geweest, nu wederom oorsaeck hebben haer te verblijden ende Godt
voor dese groote weldaet uit gront des herten te dancken , maer oock opdat
alle diegeene, die haer an jemandt van weegen des voorgaenden voorge-
vallen onordeninge goargert hebben, solde mogen tevreeden sijn ende hem
voort voor boetveerdich holden , als die nu met die kercke Christi wederom
versoent syn , ende verhoopen ende belooven door des Heeren genade voort-
aen in alle liefde, vreede ende eenicheit met alle mcnschcn in deser stadt
ende gemeente toe leeven.
Causa Caroli Galli.
14. Die synodus, gelett hebbende op die schrift , bjj D. Carolum Gallum
avergegeeven , ende insonderheit op dat deel van dien , waerinne D. Carolus
sustineert op dese tijt an den dienst der kercken alhijr recht toe hebben
ende verbonden te sjjn ende dat van weegen die beroepinge ende bedieninge ,
die hij aldaer voortij ts in dat pausdoom gehadt heeft,
15. geefft voor antwoordt dit naevolgende: dat in de Gereformeerde
kercke geen ander beroepinge bekent is dan diegeene, welcke, den woorde
Godts ende der olden kercken gebruick gelijckformich , van de kercke ge-
schiet, dat is van den kerckenraet met approbatie ende voorweten der
overicheit, van de ware religie professie doende, ende consent van die
gantsche gemeente, te weeten dat derhalven die beroepinge, voortyts int
pausdoom geschiet, als gants niet gemeins hebbende met die wij se voorge-
melt, voor geen wettelicke beroepinge te holden sij,
16. waertegens niet argueeret, dat D. Carolus Gallus tot breeder be-
bevestinge van tgeene dat hij sustineert ende bijbrenght, dat hij, noch int
pausdoom sijnde, die reine, gesonde leere des evangeliums gevoert heeft
ende om dieselve van de Spansche regieringe ende die papen des capittels
verdreeven is ;
17. item, dat hem van den heeren van Deventer, welcke in den tijt
van sijn verlatinge geregiert hebben, toegesecht is, dat hem sijn dienst,
wanneer die Gereformierde religie inochte ingevoeret worden, solde open-
204
staen ende dat hg derhalven nae die exemplen der olden leeraers, Athanasii ,
Chrysostomi ende anderen , sgncn voorigcn dienst alhyr binnen Deventer
vordert.
Responsio ad primum.
18. Want noch die gesontheit in der reiner leero noch het vcrvolgh in
diesel ve maecken siinpelick iemant een dienaer van een besondere gemeente,
maer allene die wottelicke beroepinge, die de synodus in het overgegeeven
schrift D. Galli niet en bevindet alhijr toe Deventer op sgn persoon ge-
schiot toe weesen.
19. Geljjck oock die beloften van de regier ende heeren der stadt De-
venter in den tgt van D. Caroli verlatinge gants tot deser saecken niet
en dient, niet allene overmits deselve van toecomende dingen tot praejudicic
van hare nacomelingen eenige beloften te doen niet en vermochte, maer
oock ende voornamelick dat het recht der beroepinge, daer die suivere
religie plaetse heeft, niet absoltitelick bg der overicheit, maer bij der kercke
staet, als boven verhaelt. Daerom oock die conclusie, genamen van den
olden leeraers exempelen, hier geen plaetse en heeft, wandt die vooren
wettelicken van hare gemeente beroepen sjjn geweest ende sjjn oock (sonder
twijvel) niet sonder vernieuweronge der beroopinge wederom tot haren dienst
gokeert. Voorbeholden wes D. Carolus sijne voorige beroepinge tot deser
kereken widers sal connen erholden in nationali synodi , sal hem hiermeede
onbenamen weesen ende open blijven.
20. Wat nu widers angaet die beschuldinge Hermanni ende sjjns soons
Bernheri, als dat sij on wettelicken in den dienst toe Deventer ingecropen
sgn, item dat se hem Carolum van den dienst afgeholden hebben etc.,
daerop is der synodus plicht der angeclaechden antwoort te hooren ende
dacrnae oock over dat restierende deel der overgegeeven schrifts D. Caroli
als over tvoorgaende sententie te geeven. Het sage dan noch der synodus
liever, dat parthjjen haerjDver deso saecke met den anderen in liefde ver-
dragen conden, gelijck die broeders oock van herten wunschen endegeerne
allen mogclicken vlijt anwenden willen, dat D. Carolus, ist niet met het
predichampt, ten minsten met eenige andere eerlicke ende sij n en persoon
be tamend e conditie solde mogen met den eersten versien worden.
21. Belangende dan die beschuldingen Hermanni ende Bernheri van
Vesecke, als dat deselve onwettelicken door haren vrunden an den dienst
deser kereken gecomen ende hem Carolum uit deselve geholden solden hebben,
22. die synodus, nae verhoor beider partijen, verclaert, dat sij niet en
verstaet die schuit bij deselve toe sijn noch bij dese kercke, als hebbende
205
hare vrijheit in de bcrocpinge der dienaren , dan dat D. Carolus Gallus
selvest tot mecrmaels om syne besondere oorsaecken tselvc honeste gerecu-
scret ende afgeslagen heeft, doch dat I). Carolvs Gallus voortaen hem
moehte beswaren synen tijt sonder eenigen kerekendienst te laten voorbygaen
ende lig van eenige kereken wettelicken ende nae inholt der gemiene
kerekenordeninge, oock voormaels bij hem meede ondergeteickent, moehte
beroopen worden. Belooft hem daertoe alle behulp ende bevorderinge d'sy-
nodus te willen bewijsen , verdurende dat se tegenwoordelickcn op syn leere
noch leevent niet hebben te seggen, ende beloovende vermits desen tot een
ander bequamer dienst, sijnen persoon be tarnende, te helpen.
23. Ende dewile besonder die schole een rechte reformatie van doen
heeft ende oock een algemiene scholeordeninge ingestelt om by sijn Excel-
lentie geconfirmeret ende daernae gepubliceret sal worden, geloevet der
synodus op haren voorraem ende behaech, tot instauratie ende bevorde-
ringe der warer religie , sijn persoon tot der regieronge eeniger scholen te
willen bevorderen.
24. Ende hij nn ede sullen beides sydes suspicien, misverstandt ende
onvriendelickheit geheel henengelecht sijn ende voor beiden syden malcan-
deren belooven broederlick ende christlick te dragen ende met alle vrunt-
lickheit ende liefde malcanderen opneemen. Welckes volgend ts geschiedt
sijnde, hebben beide die kereke van Deventer ende D. Carolus Gallus
ondergeschreven. Actum Deventer in synodo den 23 Septembris anno 1586.
25. I). Beknherus Vezekiis heeft den synodo angegeeven, dat die
kereke van Deventer met advijs ende voorweeten des eersamen raedts tot
eenen ordinaren dienaer in den woorde des Heeren beroepen heeft D. Joan-
nem Gerobulum, ten einde die synodus daervan niet allene nae inholt der
kerekenordeninge kennisse van deser saecken hebben moehte, maer oock
omdat sulcks vertooch als een seecker getuigenisse ende bevestinge deser
saecke in toecomende tijden solde mogen dienstlick syn. Ende heeft D.
Joannes Gerobulus desen dienst bewilliget ende angenomen.
26. In saecken Nicolai ab Halteren belangende syn clachte tegens die
kereke van Deventer van wegen die interdictie van vorders exercitii causa
te mogen predigen , alsoo die kereke van Deventer niet stichtelick en vindet
die exercitie te vergunnen alhijr ende , om hem nochtans te helpen , heeft
gepraesenteret die costen van een hal ff jaer toe geeven om binnen Campen
off Swolle hem te oeffenen ende middelertyt beroepinge tebecomen, welcke
Halteren, met synen vrunden raedt genomen hebbende, afgeslagen heeft,
soo isset door vermaninge des synodi verdragen , dat Nicolaus hem alnoch
206
sal onthulden directe offt indirecte te vorderen om alhier sich te oeffenen ,
ende hem in aller stilheit tcgens die kerckenracdt holden, verwachtende
eene beroopinge , daervan die synodus an verscheidene kereken sijnenthalven
schrjjven sal. Finis.
Ende was ondertieckent :
Hermannus Wijpferdtnck , synodi praeses electus.
Jacobüs Strydonck, electus synodi scriba.
[Lijst der predikanten van Overysel , die eigenhandig in het
synodale boek de kerkenordening van 1586 hebben onder-
teekend.]
Franciscüs Scubcmannus Hammonius, minister ecclesiae Christi Daventriae.
Henricus Borntus, dienar des godtliken wordts tot S volle.
Michaêl Keck Hertensius, dienaer des woorts binnen Deventer.
Wilhelmus Baüdartius , dienaer des goddelicken woorts binnen Campen.
Hermannus Wiferding, diener des göttlick worts binnen Swolle.
Franciscüs Nutius, dienaer des goddelicken woorts binnen Swolle.
Henricus Otto, Frisius, dienaer des godlicken woorts binnen Hasselt.
Reonerus Falco, Embdeusis, prediger goedtlickes woerdes binnen der
heerlicheit Cuiner.
Luderus Vogelsano, dienaer des gotliken wordes binnen die schantze
van de Schwartsluis.
Hermannus Antonii Byerman, dyener des godlicken woerts der ghe-
meente tho Iszelmuyden.
Arnoldus van Heemsse, dener des godtlicken wordts thoe Vullenhoe.
Hermannus Weneranus , dener des h. godlikenn wordes in de forte Blockzill.
Joannes Anthonii, dienaer des godtlicken woordts int Mastenbroick.
Johannes Fabbitius, dienaer des h. evangelii binnen Swolle.
Abrahamus Naerius, dienaer des h. evangelii binnen Campeu.
Johannes Lamotius, dienaer des goddel. woorts tot Campen.
Casparus Holstech, dienaer des god tlij eken woordes to Campen.
Franciscüs Avercamp, dener des h. evangelii op Steen wyckerwolt.
Thomas Roothuijsen, dienaer des h. evangelii tot Deventer, sst.
Petrus Harritiüs, dienaer des woorts tot Steenwjjck.
Thomas Goswinius, dienaer des h. evangelii tot Campen.
Pyboni Ovittius, dyenaer des heylygen ewangelii tot Enschede, sst.
Adolphus a Besten.
Johannes Langius, ecclesiastes Vollenhovae.
Joannes Wedaeus, ecclesiastes Swollanus.
Joannes Speenhovius, minister evangelii in ecclesia Lingensi.
207
Joh an nes Buranus, ministor verbi divini in Goer.
Hieronijmus Herolüt, ceelesiastcs Hainmensis.
Joannes van D£K Heyden , dienuer des h. evangelii binnen Campen.
Johannes Vosskuijll, bedienaer des h. evangelii binnen Steen wiek.
Ruetgerus Tigheler, dienaer des h. evangelii tOlst.
Henricüs Grevenstein.
Otto Gijsius.
Assuerus Matthisiüs, ecclesiastos Daventriensis.
Lucas Langius, dienaer Jesu Christi aen de Oldemcrckt.
Ernestes Hidüingius, denaer des godtlikes words int Mastebroeck.
Johannes Petri Üampensïs, dijnaer des h. e. toe Isselmuyden.
Joannes Westenbergiüs , ecclesiastes Ommensis.
Acta offte handlinge des synodi particularis ,
extraordinaerlick geholden binnen Campen den
16 Januarij anno 1587.
1. Sijn verscheenen met behoirlicke credentsbrieven van wegen der kereken
van Deventer: Joannes Gerobulus, dienaer des woordts van Deventer , ende
Herman Goosens, olderlinck; item van weegen der kereken van Campen:
Casparus Holstechics, dienaer, ende Henrick Petersen Moijck, borge-
meister senior; ende van weegen der kereken van Swolle: borgemeister Lubbert
Ulgher als senior; ende van die gemeente van Hasselt: Thomas Roothuis,
dienaer; van Isselmuiden : Hermannus Gerhardi, dienaer; van Camperveene :
Hermannus Voss, dienaer.
2. Opt eerste ptincte, bjj die van Deventer voorgestelt, angaende den
articulen des synodi nationalis, om deselve den heeren Staten van Overissel
met die bijgevoechde acte sijner Excellentie toe praesentieren, ismetgemiene
ad vijs goed tge vonden, dat sulex solde geschieden , gelijck oock hetselve gedaen.
3. Geljjcke resolutie is oock genamen opt stucke van die dispensatie der
geestlicken goederen ten platten lande, tot welcken einde seeckere articulen
met gemeene advijs gestelt sijn , dewelcke oock den heeren Staten sijn over-
gegeeven met eene bijgevoechde muntlicke remonstrantie, door dewelcke
den heeren Staten te bedencken gegeeven is, off niet geraetsaem ware, dat
eene van weegen der kereken haren gedeputeerden bjjgevoecht worde om
meede nae Engelandt toe reisen in die saecken van de deferentie offte
anbiedinge der souverainiteit an hare Coninckl. Majest..
208
4. Dese dingen sijn den 17 deses den heeren Staten, collegialiter ver-
gadert sjjnde op het racthuis binnen Catnpen, voorgedragen door Joannem
Gerobulvm , Casparum Holstechium ende Ulgherum ende Henricüm
Petersen.
5. Den 18 is den broederen voirgenoemt antwoordt gegeven door den
heeren droste van Sallandt, in summa dit meedebrengend e, dat Bidderschap
ende Steeden beide die propositie, van weegen der kercken gedaen, angehoort
ende die schriften , haere E. A. overgegeeven , gelee se n hebbende , die saecken ,
hen voorgeholden, rcedclick ende goedt vinden. Doch overmits die afge-
santen der steeden geen volcomen macht hadden hijrvan absolutelick te
handelen, dat men der kercke vuile antwoordt geeven sal op den anstaen-
den lantdach binnen Swolle, bestempt tegen den eersten anstaenden Maendach
nac Pauli, welck sijn sal den 30 Januarjj.
6. Op dese antwoorde hebben die broederen beslaten, dat sich binnen
Swolle tegen deselve tyt vervoegen solde Joannes Gerobulus, Casparüs
Holstechiüs om met Hermanno Wijfferdingh ende den borgemeister
Ulgero deselve saecke te vervorderen ende verner, wat het stuck der dis-
pensatie der kerckengoederen angaet, dit toe helpen int werck toe stellen.
7. Is oock besloten, indien die heeren Staten goedtvinden, dat hare
gesanten nae Engelandt cmandt van weegen der kercken sal bijgevoecht
worden, dat deselve reise Joannes Gerobulus op hem neenien sal nae
sodanige instructie ende bevell, als die voorgenoemde gedeputeerden der
kercken deser lantschap goedt sullen vinden hem mede toe geven.
Aldus besloten ende geeindiget den 18 Januarjj anno 1587.
Articulen opt stuck van de kercklicke goederen ende
die rechte bedieninge derselver, die Ridderschap ende
Steeden des landts van Overyssel bij den gedeputeerden
der kercken aldaer overgegeeven.
1. Het is gewis ende staet buiten allen twjjvel, dat die kercke Godts
ende die kercklicke dienacrs tot allen tijden , oock voor die wett , door
Moysen geschrecven , hare eigen goederen ende incomsten gehadt hebben
om daermeede den dienst ende dengeenen, die denselven betreeden, te
onderholden, gelijck blfjckt uit die historie Abrahae en Melchisedeck
Gen. 14 x ), item uit die belofte, bij Jacob den patriarche gedaen, Gen. 28 2 ).
O In margine staat: „Gen. 14. 20". ») In margine: „Gen. 28. 22".
209
2. Dacrnac, doe Godt een bcsonder politic dorch Moysen onder sijn volck
ende onder betsol ve sijnen dienst opgerichtct heeft, bevint men, dut die
Ueere seeckere goederen tot onderboldinge van deselvige gedestineert heeft ,
ende besonder dat het recht der tienden dorch een eeuwige ordonnantie in
der gemiente is ingevoert, als men sien mach Lev. 27.30, Num. 18.27,
Deut. 12. 17. 18. 19 x ), welckes oock voortaen gedurichlick in den volcke
Gods is onderholden.
3. Toe den tjjden Christi averst , al is het wel dat het Levitische priester-
doom dorch sjjne toecompste met sjjnen dienst is wechgenomen, doch soo
is evenwal die substantie deser saecken in sich geheel gebleeven. Daeroin
ist, dat Chiïstus, siende op hetgeen e dat in die Godes kiste gegeeven wert,
deselve niet als de tafelen ende wisselbancken der copers ende vercopers om-
megestoten heeft , dan veelmeer in sjjn geheel gelaten ende gepreesen , Mare.
12 *); item soo heeft oock Christus een buidel gehad t, welcker bedieninge
Judae bevolen was, Joh. 12 . 6 et 13 . 29. l )
4. Van de apostolische kereke leesen wy, dat niettegenstaande deselve
onder den tyrannen was geseeten , nochtans hare oorden gehadt heeft van
collecten ende vrijwillige giften, tot die voeten der apostolen gebracht, die
sonder twijvel niet allene tot onderholt der armen, dan oock des kereken-
diensts angewant sijn geweest , als te sien is Act. 2 . 45 et 4 . 34. l )
5. Naemaels, doe die keisers ende hooge overicheit christenen geworden
waren, bevint men in de kercklicke historiën, dat se die kerckèn met
groote begiftingen versien ende dieselve sampt het bewindt van dien den
kercklicken ter handt geste] t ende overgegeeven hebben. Soeveer is daer
af geweest , dat se der kereken etwes van hare ontrocken sollen hebben.
6. Dese selve goederen, olde donatien ende stiftongen sijn een groott
deel van diegeene, waervan die paust met sijn en clero nu eenen langen
tijt durch Godts rechtveerdich oordeel , om der menschen ondanckbaerheit
wille, malae fidei possessor geweest is ende dieselve schantlick misbruickt heeft.
7. Maer hjjruit en volcht niet, dat om deses misbruicks wille offt die
hooge offt die leege overicheden deselve bij olden tijden der kereken ge-
geeven goederen in privatos vel seculares usus converteren, velemin als
verbeurde confisqueren mach, offt dat oock deselve van private persoonen,
wes standes die oock sijn mogen, als eedeluiden, olde familien offfce der-
selven erfgenamen, omdat sulcke goederen voormaels van hare olderen
gegeeven, wederom mogen geeischet ende angeslagen worden.
■) Deze texten staan ook in margine.
Acta syn. pravinc. V. 14
210
8. Want wat angact die overiehedcn , wjj vinden in Godes woort, dut
het sodanigen (die der kereken goederen ende ornamenten ontnomen ende
tot haren als ander gemeenen gcbruiek gewendet hebben; grootlicks tot
harer onceren wort nacgesproocken , als van Nebucadnezar te leesen is 2
Par. 36 , l ) Dan. 1 , *) jae dat se oock deshalven swacrlick van Godt gestraffet
sint. men leese Daniel 5.1. 8 ) Soo vint men oock ter contrarien, dat
Cyrus, weescnde sjjn hertc daerin van Godt geopent te verstaen , hoe groot-
licks dat sjjne voorsaten daerinne gesondicht hadden , heeft alle hetgeene ,
welckc van Nebucadnezar ende andere Assyrische ende Babylonische coningen
uit den tempel tot haer eigen huis gewendet was, wederom gegeeven ende
vrywillich nae Jerusalem gesonden, 1 Esdr. 1 . 7. s )
9. Item dat oock, gelijck gesecht is, geene luiden, van wat conditie die
sijn, ad privatos usus weder mogen treeken ende nae haer neemen , dwelck
eens van haren vooroldercn offt haer selvest ad pios usus is gegeeven, is notoir
uit die algemiene regul, die oock in jure canonico vaste staet: quod semel
dicatum est Deo, in privatos usus converti non potest. Welckes
oock sijn grondt heeft in Godes woort, want alsodane, als haer sulcx te
doen onderwonden hebben , swaerlick deshalven gestraft sjjn , als men leesen
mach Mal. 3. 4 ) In den Nieuwen Testamente hebben wij daervan een
schricklick exempel in Juda den verrader, in Anania ende Saphira, die
beide van Godt durch Petrum met der doot daerom gestrafft sijn , Act. 5. 6 )
Jae oock die keiserlicke ende gemienc rechten laten niet toe , dat hetgeene ,
welcke eens in usum publicum gegeeven is , aloff het schoon misbruickt is
worden, weder toe den erfgh. comen sal, dan dat tot een ander gemiene
goedt gebruick gewendet sal worden.
1 0. Hijrtegens can geensins praejudiceren , dat sulcke fandatien sommige
noch versch sijn ende eenige wel tot missen te doen ende andere Papistische
diensten gegeeven, wandt in sodanige giften van den voorolderen
alleen in specie uit onverstandt ende niet in genere gefeilet
is, als die gehadt hebben een generael goede intentie om met
sulcke donatien den dienst Godts te bevorderen ende onder-
holden, welckes soo waerachtich is, dat oock die wel tlicke rechten niet toe
en laten om sulcken on vers tan ts wille die erfgh. sodanige legata harer voor-
olderen onder sulcken schijn sollen mogen genieten, alst bljjckt uit tgene
Bartolus secht: Tcstator reliquit een turn pro missis canendis, quae missae
non possunt cantari propter interdictum, illud relictum debet converti in
alium usum.
i) In margine staat „2 Par. 36 . 7 . 10 . 18." ») In margine staat „Dan. 1 . 2".
») Deze text staat ook in margine. «) In margine staat „Mal. 3.8.9.10". ») In
margine staat „Act. 5 . 1".
211
11. Dan dit is veelc meer, tgcene dat Godts woordt leert, dat der
overicbeit, soo hoogc als leege, in descr saecken te doen schuldich is, als
nemptlichen die handt daeran te slaen , dat die goederen , voormaels der
kereken gegeeven ende nu lange tijdt bij den Papisten t' onrechte beseeten
ende misbruickt, dcnselven uit den handen genomen ende der kereke, die
se de jure toecomen, wederom toegestelt worden.
12. Sulcx bevint men, dat Joas, doe hie noch vroom was, gedaen
heeft, 2 Paral. 24 x ), wandt, secht die text, die god tloose Athalia ende hare
soonen hadden het huis Gods verscheurt ende alles, wes tot den huise des
Heeren gehilliget was, an Baalim vermaeckt. Item wat in derselven saecke
die godtsalige coninck Hiskia gedaen heeft, mach men leesen 2 Paral. 29
et 31.*) Soo wordt oock in jure civili gesecht: Interesse reipublicae, ne
quis rebus suis male utatur, id quod si contingat, ei dandum esse cura-
torem: quanto magis censendam est interesse reip., ne qui rebus publicis
et ecclesiasticis male utantur, qui proinde abdicandi erunt.
13. Dit alles angemerekt, soo is dat die dienaers des woord ts ende older-
lingen hem mits desen uwe E.E. hebben willen addresseren, dieselve onder-
danichlick biddende ende arapteshalven vermanende, dat uwe E.E. gelieve
op dit stuck met eernst eens toe letten, tot den einde seeckere forma van
administratie der kercklicke goederen alhier gestel t hebbende, als hiernae
volcht, om deselve met gemeen ad vijs door uwe E.E. Gecommitteerden te
doornen ende volgents geapprobiert , geconfirmiert ende int werek gestel t
te worden.
14. Ende sulcx daerom des toe meer, overmits den geestlicken in deser
provincie niet sonder grooten nadeel der kereken ten platten lande het
bewint der kercklicken goederen tot noch toe in den handen gelaten is,
sulcx dat het hierdoor geschiet is, dat niet alleen die dienaers, die nu ai-
reede door ordentlicke bestellinge tot den dienst opgenomen ende in seeckere
plaetsen gestel t sjjn , haer behoorlick onderhol t hebben moeten ontbeeren ,
maer oock dat die kereken hierdoor noch huidiges dages verhindert worden
op die plaets meer dienaers toe stellen, daer tselvige geschieden can ende
die noodt sulcx vereischet, alsoo dat, indien men den dienst ten platten
lande niet en wil gantschlick laten vervallen, die administratie der kercklicken
goederen op een ander bequame wij se noodtsaecklick moet angestelt worden.
15. Seggen derhalven die remonstranten voirgenoemt, om te comen tot
naerder ende specialer verclaringe van die ordre t op dit stuck te stellen ,
■) In margine staat „2 Paral. 24.8.9". *) In margine staat „2 Par. 29.3.4. 18.
19. et 34.1.2.3.4.5.9".
14*
212
dut in deser materie op twee dingen te letten stuet, ncraptliek op die per-
sonen, die de dispositie der kercklickcn goederen de jure toecompt ende
volgents behoort ten handen gestel t te worden, ende op die bedieninge
selves ende wat dien angaet.
16. Belangende die personen, het bljjckt genoech ex praemissis, dat die
kercke selvest tot allen tyden het bewint der kercklicken goederen gehadt
heeft ende derhalven weder deselve in handen behoort gestelt te worden,
alsoo nochtans, dat die ovcricheit, professie doende van die Gereformierde
religie, behoirlicke opsicht neffens die personen, daertoe van der kereken
gecommittiert , daorover neem en ende van alles goede notitie hebben.
17. Welcks daerraet bequamelick geschieden mach, sal van noodensjjn,
dat in dese provincie van Overijssel by den heeren Ridderschap ende Steeden
seecker collegium, uit ses personen bestaende, opgerecht worde, waervan
die twee uit die Ridderschap ende twee gelijcken uit de magistraten dei-
drie hooftsteeden bij hare E.E. toestellen ende gelijcke twee, weesende
ordinare dienaers des woorts, van weegen der gemiener kereken deser landt-
schap in synodo particulari te verkiesen, sullen mogen genomen worden.
18. Item, dat seeckere drie gequalificeerde personen, uit elcken ampte
een, tot rentemeisters gestelt worden om van nu voortaen te sequestreren
ende ontfangen alle kercklicke goederen, die tegen woordelick te becomen
sijn ende naemaels in beeteren tijden te verwachten staen, alsoock nae
ordonantie, van den collegio voorgemelt uit te geeven, dewelcke, teneinde
srj hiervan geheel haer werek raaecken moogen, sullen daervoor behoorlick
trac tarnen t ontfangen.
19. Wyder, dat uwe E.E. met den allereersten gelieve door gewoonlicke
wetlicke interdictie te beletten , dat die genoempte geestlicken , wes standes
deselve sjjn off waer se woonen mogen, eenige vorder betalingeen geschiede,
dan dat hetselve, wes hem plach gegeeven te worden, voortaen gebrocht
sij ende sonder vertoch betaelt worde in handen van den rentemeister,
daertoe gestelt. Ende wat die goederen angaet, welcke op die frontieringe
geleegen sijn ende eevenwel van den papen, binnen Steenwjjek ende elders
geseeten, opgebeuret worden, dat die rentemeisters voorgenoemt van de
garnisoenen, daeromtrent liggende, mogen geassistiert worden om te be-
letten veerner betalinge te doen ende tgeene sie schuldich sint te brengen
als vooren.
20. Volgents oock meede, dat deselvige geestlicke de facto geholden
worden in toe brengen in handen des collegii voorgemelt alle hare manualen ,
reeckeningen , brieven ende monumenten ende wes eigen tlick den standtder
218
voorgenoemde goederen angact, sonder etwas van dien te onderslaen offte
verswjjgen, op verbeurte van die alimentatie, die sij hen vorder sullen hebben
te verwachten, ende daer ben effens op soodanige artitrale correctie, als uwe
E.E. nae geleegentheit der saecken bevinden sullen daertoe te staen.
21. Wat nu die administratie angaet, moet nootsaecklick angemerckt
worden, eerst over welcke ende hoeveele goederen dese bedieninge van dat
voorseide collegio strecken sal , daernae waertoe deselve behooren uitgedeelt
te worden, ende ten lesten op wat wij se behoirlicke reeckeninge van desen
allen te doen sij.
«
22. Van die goederen is dit bekent, dat in de oldc kerckc deselve in
vier deelen sint gedeelt worden , waervan die twee eerste episcopo et clero ,
dat is tot kercken ende scholen onderholt, gedestinieret waren , dat derde deel
tot het fabrijck der kercken ende andere kercklicke huiser, ende dat vierde
deel tot der armen onderholt.
23. Dese forme can oock bequamelick ende behoort volgents (onder
correctie) in dese provincie van Overijssel angestelt te worden, totwelcken
einde noodich sal sijn, dat den collegio bovengenoempt in handen gestelt
worden alle goederen, gehoorende ad curam animarum ende wetlicke be-
sorginge der kercken ende scholen, als daer sjjn alle pastorgen, vicarijen
ende costerijen, item die goederen canonicorum et coenobiorum ende der
h. steede, in die cleine steeden ende dorpen deses landes ende daerbuiten
(doch deselve toecomende) geïeegen.
24. Ende also men praesupponiert , dat die goederen boven gespecificiert
ten tjjdc der vuiler anstellinge der kercken niet genoechsaem sullen sjjn om
alle noodtsaecklicke oosten te dragen, sal U. E. E. een clooster offt twee
te denomineren, welcker incompsten tot den ontfanck der rentemeisters
voorgenoempt alsdan sollen mogen gereduceret worden.
25. Wat nu wider de ander cloostergoederen , com manderijen off deer-
gelijcken (die noch veele sijn) angaet, die uitbesondert die in de drie
hoofftsteeden syn geïeegen ende volgents den kercken ende armen aldaer toe-
comen , daervan sollen uwe E.E. off onder eenander mogen disponeren off met
ad vijs van sijn Excell. ordre stellen op den ontfanck ende rechte bedieninge
derselver, doch al tij t indachtich sjjnde, dat gelijck se van oudes ad pios usus
gedestineret sijn, alsoo oock daertoe henvorder mogen geimplojeret worden.
26. Ende sullen dese goederen , boven in de arüculen 23 ende 24 ge-
specificiert , alle te samen in eenen massa gebracht ende in handen des
collegii ende bedieninge der rentemeisters gestelt, wie voorhen gesecht is,
214
angewendet worden tot hetgeene hijrnae volcht, als vooreerst dat daervan
genomen worden, wat tot onderholdinge des kerckendienstes ende der per-
sonen , denselven betreedende , van nooden is , als daer sjjn predicanten ,
veroldede dienaers ende derselven weeduwen ende weesen, schoolmeisters ,
oosters, achtervolgende dat gebruick der kercken tot allen tijden ende die
specificatie, in den synodo nationali deses lopenden jaers gestelt ende van
sijn Excell. geconfirmieret
27. Daernae alle oncosten, die van weegen kercklicke bijeencompsten
noodtsaecklick moeten gedaen worden, als daer sijn nationale ende parti-
culiere synoden ende dassen.
28. Ende alsoo noch eenige genoemde gecstlicken van den cloosteren
o ff te anders sonder t wijffel gevonden sullen worden, dewelcke, olt ende
bedaecht synde , geen eigen patrimonien hebben om daervan te leeven noch
sich weten met andere middelen te erneeren , sullen deselve oock ten goedt-
duncken des collegii elck nae sijn geleegentheit , ende wat den monnickon
angaet tot die cloosters den rentemeisters bovengenoemt in handen t 1 stellen
ende haren ontfanck annex te maecken gehorich ad vitam gealimentiert
t'worden, welverstaende nochtans, voor sooveele die gestaltenis des ontfancks
sulcx toelaet, achtervolgende die praeferentie , welcke in desen behooren toe
genieten, die den rechten arbeit doen , nae inholt der reegel : qui non laborat ,
non manducet l ); item als die geestlicke rechten selvest medebrengen:
prop ter officium datur beneficium.
29. Het waer oock seer nutt ende wilden volgents die remonstranten
uwe E. E. onderdanichlick gebeeden ende amptcshalven vermaent hebben ,
dat dieselve believe boven hetgene, dat dus voor verhaelt is, noch twee
puncten in goede achtinge te neemen ende toe geleegener tijt int werek
te stellen. Het eene is, dat het concept, van den generalen seminario
reipubl. et ecclesiae deser landtschap gemaeckt ende ingewilliget anno 1577,
mutatis mutandis, dat is nae die geleegentheit deser tijt moch te angerich tel
worden. Ten anderen , dat uwe E. E. oock wolde bedacht sijn om in eene
van de drie hoofftsteeden seeckere collegium honestarum virginum op te
richten , waerin eenige eedelieden ende eerlicker , weiverdiender burger kin-
deren ex bonis ecclesiae onderholden ende in allerlei vroulicken consten
muchten onderweesen worden, waerin oock andere vrome lieden, staende
buiten het voorgenoemde getall , hare dochterkens voor een seeckeren penninck
mochten senden, welverstaende dat die regens desselven collegii onder
anderen ende vooral behoorlicke opsicht neeme ende sorge drage , dat al daer
oock behoorlicke onderrichtinge geschiede in rcligioons saecken.
') Hierbij staat in margine „2 Thess. ^.10".
2}5
30. Die reeckeninge averst deser administratie belangende, welcke dat
derde stuck is, tot deser materie gehoorich, deselve sul alle jaer bequaem-
lick voor die Gedeputeerden der landtschap connen geschieden, int bijweesen
des collegii, om van die ordonantie, bij hem gegeeven, goede verantwoor-
dinge ende verseeckeringe te doen.
31. Wat nu averst die twee andere vierendeelen der kerck en goederen
angaet, dewelcke (gelijck boven gesechl) tot het fabiijck der kercken ende
kercklicke huiser, item tot der armen onderholt voortjjts bestelt ende ge-
gecven sijn , die remonstranten sijn van uwe E. E. dier toeversicht , dat
dieselve soo bij die magistraten in die cleine steeden alsoock bij den
amptlieden ten platten lande goede sorge dragen sullen , dat noch tot kerck-
meisters andere, dan die professie doen van de Gereformierdc religie offt
immers derselve mercklicken toegedaen sijn , genoomen noch oock der armen
goederen tot eenigen anderen einde dan tot derselver onderholt angewendet
ende geimplojeert sullen worden.
32. Entlick sal tot weeringe allerleij misvertrouwen dienstlick sjjn, dat
die rentemeisters, die in dit stucke dienen sollen, alle jaren eens hetslott
van hare reeckeninge voor Ridderschap ende Steeden, staets wij se vergadert,
overbrengen ende vertoonen, ten einde van tgeene dat boven die costen,
die tot kercken ende scholen , item tot die fabiijck der kercken ende kerck-
licke huiser ende der behoirlicker, genoeehsamer versorginge der armen te
doen sijn, overschietet, met gemienen ad vijs moge gestatueert worden,
waertoe sodanich superplus an toe wenden sij.
Finis.
Synodus quarta Catnpensis.
Anno 1587 den 6 Junij naemiddages sijn die dienaers des godüicken
woorts ende olderlingen der kercken van Overijssel, tot den provincialem
synodum binnen Campen gedeputcret, tsamengecomen ende hebben nae
anropinge van don name des Heeren tot een praesidem Joannem Gebobflim ,
tot een assessorem Caspabvm Holsteciïium, ende tot een scribam Bernhebum
Vezekium vorcoren, ende volgents dese naevolgende stucken verhandelt.
1. Heefft D. Gebobulus sijn rapport gedaen van tgeene hjj ende borge-
meister Johan Heijnck ende olderlinck van Deeventer, uit den naem ende
van weegen deser kercken van Overijssel an hare Majesteit ende sijn Excell.
last ontfangen hebbende, verrichtet ende voor afscheit becomen hebben
216
Ende alsoo desolve gedeputeerden bjj verscheidene heeren deser provinciën
bedacht worden , dat sy buiten last , haer van der kercken gegeeven , solden
angenomen hebben hare Majesteit ende sijn Excell. te begroeten , sijn belast
die ministri van Campen, eenige van haer heeren ende der borgemeister
Ulgher , desgelycks seeckere heeren van Swolle , bij dewelcke sulcx gesecht
is, verclaringe te doen ende indachtich te maecken van tgeene in der
saecken soo by der kercken gedaen ende oock uit derselver naem Ridder-
schap ende Steeden opent] ick is angegeeven.
2. Sjjn geleesen die acta des nationalen synodi van den Haghe, om in
allen kercken, daer noch tselve niet geschiet en is in alles, int werck ge-
stelt te worden, ende sulcx besonder dewile die acten desselven synodi
van Ridderschap ende Steeden deser lantschap neffens sijn Excell. gecon-
firmeret Waerovcr volgents dese speciale consideratien genomen sijn.
3. Op den 4 artyckel , om een seecker formam examinis te hebben , is
goetgevonden , dewile het voorige, soo tot noch toe gebruickt is, alle
locos ende articulos fidei niet vervatet, dat men een nieuwe examen stellen
sal, neemende tselve voornamelicken uit de Nederlantsche Belijdenisse des
geloofs ende den Catechismo. Ende sijn, om dit werck bijeen toe brengen,
op behaech des toecomenden synodi gedeputeert D. Joannes Gerobulus,
Georoius Nolthenius, Jodocts Goickercs.
4. Op het 20 artyckel , vant enckele off dubbele getal van die tot older-
lingen ende diaconen te verkiesen sjjn, om eendrachtich te sijn in deser
kercke, wordt voor best geholden te neemen het dubbele getall om die
gemeente daeruit te laten kiesen, bjj sooveerne men sodanich getal hebben can.
5. Op den 21 artyckel, vant ampt der olderlingen, is dese declaratie
gedaen , als vooreersten , soo in eenige plaetsen die olderlingen een ministrum
suspecteren van valsche leere , dat sij sulcks den classi geholden sullen sijn
an te geeven , om by deselve volgents nae geleegentheit der saecken naerder
gelett ende wider gedaen moge worden ; daerbeneevens wat die besoeckinge
der gemeenten angaet, dat deselve henluiden met die dienaren gemein is
ende geensins den olderlingen allene toecompt.
6. Op den 55 artijckel is geresolveret , dat men eendrachtelicken in deser
kercken voortaen onderholden sal, dat daerinne geordonneert is van het
leesen des formuliers an die tafel voor die bedieninge des nachtmaels, daer-
meede die gemeente an een seecker forme gewennet werde ende daerdoor
den grondt van den handel des avontmaels te beoter loeren verstaen.
7. Van het gebruick der evangelischen dominicalen, dewelcke tot noch
217
in dese kercke onderholden sijn , is met gemeenen ad vijs geresolveret , dewile
deselve vant pausdoom secdert den jare Christi 800 ons toegecomen sijn ,
streckende tot groote praejudicie van der kercken, holdende het gemeene
volck in blintbeit ende on verstand t van den gronde des goddelicken woordts ,
sijnde sonder onderscheit tesamen gevoecht, strgden tegen den gebruick der
eerster olden kercken, dewelcke daervan niet hebben geweeten, afgeschaft
sijn doorgaens bij den Gereformeerden kercken tot deser sijden ende oock
verleeden jare den gedeputeerden, reisende tot het nationael synodo van
weegen deser kercken, in de instructie meedegegeeven is an te holden om
afgeschaft te mogen worden, dat deselve nu voordaen onderlate n ende in
plaetse van dien een evangelist ordentlick verclaert sal worden. Dan sooveele
den huislieden op den dorpen angaet, voor deselve sal men se moogen
holden tot voller ende beeter anstellinge der kercken ten platten lande.
8. Dewile tot noch toe in desen beginselen der kercken het gebruick
onderholden is, dat die vijff hooftstucken der christlicken religie voor die
Catechismi predige voorgeleesen sijn, ende tselve nu in langen tgt genoech-
saem gedaen is, daermeede voordaen die ordinaris tijt van predige n in die
uitlegginge des Catechismi nutlicken worde besteedet, sal henvorder, in
plaetse derselven vijff capita offt van eenen seeckeren text, da tselve stuck
alleen voorgeleesen worden, tot welckers verclaringe men in den Catechismo
sal gecomen sijn.
9. Dat gebedt: O Godt, die onse Vader bist, sal men in der
weecken te singen naelaten.
10. Om te mogen vercrijgen een algemiene houlicksordeninge door auto-
riteit van sjjn Excell. , is D. Gekobulo opgelecht an CoKNPirrirM, in der
saecken van de Hollandische kercken gcdeputeert, te schrijven, dat die
tesamencompst daertoe, geordonneret in nationali synodo van den Haghe,
met den eersten mach bevordert worden.
11. Middelerwijle , alsoo het opschrijven der nieuwen ehelieden offtmaels
vele swaricheiden onderworpen is, wordt goed tge vonden , dat in eene jegc-
licke kercke een seecker dach ende ure van der weecken angestelt sal
worden ten goetduncken van den kerekenraeden ter plaetsen respectivelick ,
op welcken tijt vermaent sullen worden, die daer willen geproclarniert sijn ,
te compareren voor 2 offt 3, bij den kerekenraedt gedepu teert, om met
gemeenen advijs derselver opgenomen ende angeteiekent te worden.
12. Die tesamenvoeginge der eheluiden, gelijck deselve een algemeene
218
actie is, die in facie ecclesiae ende geensints in geen plaetse der kercken
alleen behoort te geschieden, sal henvorder eendrachtich voor den predieh-
stoel nae het besluit der predigen ende doope, voor het gebedt, gedaen
worden. Ende daermeede die gemiente met lange vermaningen niet werde
opgeholden , sollen die ministri vermaent sijn hare predigen te vercorten
ende int trouwen uit den boecke des formuliers , daervan gestelt sijnde,
ende etwas geabbrevieeret voorlesen, welverstaende dat hetselve formulier
oock sal geachtervolget worden , als daer sullen getrouwet worden , dewelcke
den anvanck hares ehestants met onordentlicke tesamenlopinge begonnen
hebben. Doch soo sulex bjj lidtmaten geschiet is, sullen deselvc nae gelec-
gentheit van die gegeeven ergernis , als in anderen geljjcken saecken , ver-
maent ende gestraffet worden. Ende wat die tijt van trouwen angaet,
sullen die kerekenraden bij hen mogen ordonneren van die dagen, op de-
welcke sulex geschieden sal, doch alsoo dat hetselve des Sondaechs voor-
middage nagelaten worde.
13. Om eenen seeckeren voet te neemen van een beginsel der classicale
vergaderinge te maecken, is goedtgevonden , dat die ministri, soo binnen
Campen nu ter tijt resideren, onder hen tot dien einde vooreerst alle
weecken des Maendaechs vergaderen ende het gebruick der propositien uit
den Catechismo anstellen sullen. Ende daermede oock somwijlen die naest-
geleegene dienaren daertoe erschijnen, sullen haer bevlijtigen sooveelmoge-
licken ende die geleegenthcit hen toolaet op desolve tijt te compareren.
Doch in val sulex lancksamer geschiedt, sullen die voorschreeven ministri
geautoriseert sijn, den classe eenmael off etJicko binnen Campen offt Swolle
te verschrijven ten fine als boven, ende oock tot afhandelinge van extra-
ordinaris voorgevallen swaricheden, ende sulex ter tijt van het toecomende
particuliere synodo.
14. Om int werek te stellen die handelingen van den nationalen, alsoock
hetgeenc in desen synodo besloten is ende tot verbeeteringe der kercken
noodich is, sijn tot visitatores voor dese reise gecoren D. Gerobulus ende
Georgit's Nolthenius.
15. Sijn gedeputeret D. Gerobi t li t s ende borgemeister Momjck, older-
linck, nae Hasselt te trecken om bij die magistraet aldaer an te holden
op verbeeteringe van de swaricheden, die aldaer ontstaen sijn ende noot-
saeckelick moeten remedieeret worden.
16. Is opgelecht D. Ulgiiero, consuli, ende Henrico, ministro van
Swolle, bij den vrijheeren van Hogensax Joachtmi'm Siliginiüm te verhel-
219
pen , dat hij sijn stipendium vant vaendelen sjjns broeders , liggende op der
Swartesluis, mach ontfangen, gelijck bij die voorigo garnisocnen geschiet is.
17. Die saecke van Joan. Lanckeller, dat hij mach bevordert worden
tot den kerckendienst van Isselmuiden, wordt bevolen den korckenraodt
van Campen.
18. Van Hermanno Voss is geresolveret, dat hij hem voegen sal bij
den kerckenraet van Swolle om dorch deselve aldaer an die magistraet ver-
holpen te worden, dat hij mach voorsicn worden met die opcompstcn, die
tot Wilsum tot der pastorijen ende vicarijen gehooren, ende daervoor den
kerckendienst aldaer vertreeden , ende voor de rcste afwachten die gemeene
ordonnantie , opt stucke der dispensatie der geestlicken goederen ende beta-
linge der predicanten gestel t, ende voordaen bij Ridderschap ende Steeden
ende sjjn Excell. te bevorderen.
19. Sijn genomineret die dienaers van Campen ende Bernherus om over
te sien een boecksken D. Gerobuli van die besoeckinge der crancken, ten
einde hetselve mach gedrucket worden. Ende soo wijders ctwas voorviele,
welcks nutlicken solde mogen uitgegeeven worden, sullen die dienaers van
Campen ende Deventer, hier residerende, offb nae hare vertrecken die
ministri van Swolle, belast sijn tot die tijt van toecomende synode provin-
ciael tselve te visiteren.
20. Is oock geresolveret, dat men schriftelicken uit den name deses
synodi D. doctorem Pezelium versoecken sal, die historie der leere ende
handels D. Joris met corte refutatie van dien tegen die nieuwe anwassende
naevolgers van hem verneemen ende int licht te geeven. Sullen oock te
gelijck e die ministri van Embden versocht worden om an doctorem Pezelium
die schriften , die srj diesangaende hebben , te willen oversenden.
21. Het toecomende synodum provinciael sal die kercke van Campen
over een jaer uitschrijven. Ende sullen voordaen alle gedeputeerden der
kercken, tot den synodum comende, oock daer der synodus in loco gehol-
den wort, haer schriftelicke credents neffens die instructie medebrengen
van diegeene, die sij gecommitteret hebben.
[22.] Alsoo Theodorvs Sïltginivs wederom, contraveuieerende beide die
sententien des synodi particularis deser provinciën van Overijssel, int jaer
verleeden tusschen die kercke van Deventer ende hem gegeeven, alsooek
het compromis, onlancx binnen Campen met hem opgericht , speckcre schrif-
ten an den kerckenraedt aldaer ovcrgegeeven heeft tegens die uitgeweeckene
220
heeren cndo den kerckenraet van Deventer voorss., waerin hij deselve
personen bescbuldicht van hein den loon sijns diensies beloofft ende niet
betaelt te sijn ende niet, alst behoort, geholpen te weesen uit de collecten,
met een bijgevoechde calumnio, dat eenige, weinige int getal sijnde, met
diesel ve ommegaen ende handelen nae haer eigen goetduncken, op welcke
puncten alle te samen die beschuldichde voorgenoemt gehoort sijn, ver-
soeckende voorts bij forme van conclusie, dat hij Theodorus hijrover van
desen synodo (weesende sijnen competenten richter) behoorlicker wjjse solde
mogen gecensureret sijn ende , achtervolgende die sententie ende het com-
promis voorgcdacht, het testimonium, hem op conditie gegeeven, wederom
solde mogen ingetogen ende geannihileret worden, soo isset, dat die syno-
dus dit naevolgende in deser saecken secundum allegata et probata uitgc-
sproocken ende verordineret heeft: Ten eersten, dat Theodorus voorschreven
dieselve schriften beide impertinentlick ende niet daertbehoordt, jae teegen
den uitgedruckten reegel Christi, Matt. 18, overgegeeven heeft; ende wat
angaet die beschuldingen ende dachten, daerinne begreepen, dat deselve
sonder fondament ende wetlicke oorsaecken, item met onwaerheit geschiet
sijn , ende volgents daerovcr sijne schuit in dese versaemlinge sal bekennen
ende dengeenen, die hij bescbuldicht heeft, om vergiffenisse bidden. Ten
tweeden , dat die synodus hierover wel goet recht heeft om op versoeck van
die bcclaechden hem het getuigenisse wederom af te ncemen, als niet
anders dan op conditie, nu menichmael overge treeden , nu medegedeilt;
dat die broeders noch voor dese reise ende niet meer, liever willende met
sachtmoedicheit op hoope van beteringe dan nae rechte ende nae sijne
verdiensten met hem handelen, tselve testimonium hem noch laten, met
expresse verclaringe, dat indien hij Theodorus nacmaels bevonden wort
ieet desgelijcks publice offt privatim an te richten, alsdan met hem ten
uitersten in allen deelen als met eenen ongeneeselicken menschen sal geproce-
deret worden. Tot welcken einde hg oock geholden sal sijn, dese sententie tot
confirmatie van het voorgaende te onderteickenen , welck hij ten beiden
sijden gedaen heeft. Ende hoewel hij om deser sijn er daet wille te rechte
van alle genietinge der collecte solde mogen uitgesloten worden, als wesende
tot gants andere einden vergadert ende gegeeven, soo isset nochtans, dat
die synodus, anschouw nemende op den tegen woordigen standt sijner
familie, die van Deventer gebeeden heeft, wanneer hij uit Campen ver-
trecken sal, tot teergelt ende om sijn angevangene saecke binnen Amster-
dam uit te voeren die summa van 25 car. gulden eens, sonder daerna
ijet meer te verwachten, uit besondere gratie willen toeleggen, waervan
beloofft is rapport ende het beste te doen bij dengeenen, die over dese
saecke gestelt sijn, met goeder toeversicht dat sulcks oock van der sijde
sal naegecomen worden.
221
Aldus niet gcmcene resolutie ende ad vijs gcdaen ende geeindiget binnen
Ciimpen desen 10 Junjj anno 87.
Was onder teickent:
Joannes Gerobulus, electus hujus synodi praeses, subscripsi.
Casparus Holstechius , assessor hujus synodi, subscripsi.
Bebnherus Vezekius, electus hujus synodi scriba.
Synodus prima Hasse lenst 's.
Anno 1588 *) den 21 Maij sindt die gedeputeerden der kereken van
Overijssel vergadert op den synodum provincialem binnen Hasselt ende
hebben nae anroepinge godtlickes naems met gemiene stemmen vercoren
tot praesidem Georgtum Nolthentum, tot assessorem Hermannüm Wijffer-
dinck, tot scribam Jodoctm Goickerüm. Ende sint dese naevolgcnde puncten
verhandelt.
1. Die gedeputeerden van Wilsum bebben met grooten eernstangeholden,
dat haer predicant Hermannus Vos alle Sondagen bij haer den dienst des
woordts betreeden offt een ander dienaer des woord ts in sijn plaetse haer
bij den synodum mochte geordonneert ende toegesonden worden. Waerop
Hermannus gehoort sijnde, wekken sulcks synes dienstes halven toe
Isselmuiden niet geleegen offt doenlick en sjj, vermaent weesende dat sij
met sjjnen dienst, om den anderen Sondach tot noch toe gedaen , behoorden
tevreeden te sijn, ende dannoch gemelte gedeputeerden daertoe niet hebben
connen gebracht worden, is eindelick geresolveret ende haar angegceven ,
dat sij ten wei nich sten tot compstigen Martini Her mankt dienst behoorden
te gebruicken. Welcke vermaninge haer eenichsints gevallen, doch ad repor-
tandum angenomen hebben ende beloofft, daerop eerstesdaeges an der
kereken van Campen haer antwoordt in te brengen.
2. Met Joanne Smtdt, dat alsoo hij wel gesint ware eenigen kereken offt
schooldienst te anveerden ende voor dese tijt daertoe noch niet can geholpen
worden, is besloten ende hem opgelecht, dat hij voor den kereken raedt van
Campen sick dickwils met proponeren sul oeffenen, ten einde hij versocht
sijnde moge beraemt worden, off hy tot sodanigen dienst sij toe te laten
offt niet.
i) Er stond eerst „1589".
222
3. Is oock voorgelccsen seeckere copie ctlickcr articulcn van die bero-
pinge ende ampt der dienaren , bij eenige hoeren magistraten geordineert,
welekes offt bij den heeren Staten , als men vermoedet , onsen kereken
om daerin te ver willigen ende deselve an toe ncemen mochte ange-
schreeven worden. Is goed tbe vonden , dat men hijrinnc behoort te sien op
Godes h. woordt ende op die aeta der nationalen synoden ende volgens
verwachten het gevoelen ende oordeel der Hollandischen ende anderen
kereken.
4. Alsoo die van Vollenhove, Gennemuden ende andere ten platten
lande verscheidentlick bij eenige dienaren des woordts angeholden hebben ,
naedemael der viandt in gcmelte plaetsen giene Gereformeerde dienaren
des woordts lijden wil , dat bij desen kereken haer mochte toegelaten worden
den dienst der papen , int swart prodickende , is beslooten , dat men daerin
niet en behoorde te bewilligen , maer sulex den tijt bevoelen ende in sijner
weerden ende onweerden rusten laten ende blijven.
5. Dewile die dominicalia evangelia voorlange in den particulieren sy-
nodo, am negesten geholden, afgeschaffet sijn ende daeren tegen bij den
kerekenraet van Swolle raedtsaem gevonden is, dat in hare gemeente
deselve noch een tijtlanck mochten gebruickt worden , is nochmaels geresol-
veret , dat men sich behoorde te refereren ende te dragen nae den sevenden
artieul des lestleedenen synodi, binnen Campen anno 87 geholden. Ende
hebben volgents die broederen van Swolle beloofft bij haren kerekenraet te
bearbeiden, dat gemelte artieul int werek moge gestel t worden.
6. Het volgende synodus sal over een jaer binnen Campen geholden
ende van der kereken aldaer uitgeschreven worden.
Onderschreven :
Geohgiüs Nolthenius, hujus synodi electus praoses.
Hekmaknus Wijfferdinck, assessor.
Jodocus Goickekus, scriba.
223
Acta synodi provincialis , geholdcn binnen Cam-
pen, begonnen den 14 ende geijndiget den 18 Maij
anno 1593, daer voorierst nae aenroepinghe des
names Godes Casparus Holstechius tot praeses
ende Jodocus Goijckkrus scriba mit gemeijne
stemmen syn verkoren ende geordineret worden ,
und dese navolgende articule?i beslootenn.
In den namen der H. Drievoldicheyt zijn in den particulier sijnodo bin-
nen Campen vergadert anno 1593 den 14 Maij navolgende dienaers ende
olderlingen der ghemeenten van Overyssell : Casparvs Holstechius, electus
praeses, Jodocus Goykervs, scriba, Maktinits Setjs, minister Swollanus,
Michaell Keck Hertensts, minister 1 ) Davent. , Thomas Rotthuijss, minister
Hasseleti, Jacobüs Strtjüonck, minister in Blockzijll, Henrtcus Lucass,
minister in Swartesluijs , Hermannus Voss , minister in Isselmuijden , Joannes
Booermannis, minister in Steenwijck.
Seniores fuerunt *): Jacob Vene, consul van 3 ) Campen, Bernharüus Aver-
camp, olderlingen 4 ), Johan Arentz, olderlinck van Zwolle, Gerrit Bog-
holdt 6 ), olderlinck van Deventer, Gerrtjtt Cornelijss, olderlinck van
Hasselt, Lodewich vann Düijren, olderlinck van der Sluijss.
Volgen nu die articulen 6 ).
Die beroepinghe eenes kerekendienaers sall staen bij den ke reken raeth mit
voorgaenden consent ende approbatie dess magistraetz, ende sall bierin
ende in 7 ) anderen ghelycken dependenten gevolget worden die 3 , 4 ende
5 artickels dess nationalis synodi, gehouden anno 1586 in 's Gravenhage.
2. Niemandt sall tott die openbaere predicatie dess evangelii 8 ) ende
die bedieninge der sacramenten toegelaten worden sonder geexamineert ende
wettelick in den dienst geordineert te wesenn na voorgeschrevenen ende
volgende articulen ende seeckere acten , in particularibus synodis gemaeckt.
1) „Swollanus — minister" or.tbr. in RR. «) „Seniores fuerunt" ontbr. in SS.
3 ) „consul van" SS heeft „B. tot". «) „olderlingen" SS heeft „olderlingen tot Cam-
pen." ») „Bogholdt" 00 heeft „Bogoldt", PP en RR hebben „Borgholt", SS heeft
„Borcholt". «) In SS zijn bij de artikelen in deze en de volgende acten met een
hand van veel lateren tijd (18de eeuw) marginalia bijgeschreven, die wij hier niet
overnemen. 7 ) „ende in" ontbr. in SS. ») „predicatie dess evangelii" SS. heeft
kerekendienst".
»
224
3. Dicwgle tott die Gtitochisini predicatic des Sondages veele jonge
personen verschijnen, weijnich of niet erfaren zijnde in stucken derchriste-
lycker religion, is goetgevonden dat, so het die tytt cenichsins mach *),
dienaers na haer discretie die viff hooffstucken dess Catechismi 2 ) die ghe-
meenten voor die predicatie na older manieren voorlesen, ten eijnde alle
toehoorders door lange gebruijck daerin gewinne 8 ) ende dieselvige uth-
wendich lehren mogen.
4. Die heyligungc des Sondages behoort nha vermogen ge vordert te
wordenn, tott weieken eijnde noodieh sall wesen, dat die heeren magistraten
door de dienaers in die respective aengesocht werden om alle ontheijlinge
mit der daet te wehren, insonderheytt onder predicatien alle koopen ende
vercoopen , tappen ende met wagens te varen , schouspeelcn ende dergeljjcke
dingen.
5. Die dienacren des woerdes sullen haer beste doen ende daertho
arbeijdenn , dat die vader syn kindt ter doope presen tiert Doch sal men
den kinderen niet lichlick den doope weij geren offfce ontrecken bij faute van
haerder presentie.
6. Van die aenteyekinge der gedoopten kinderen behoort gevolget te
wordenn die 53 articule des nationalis sijnodi , in sGraevenhage geholdenn.
7. Men sall by den overheyden aenholden, insonderheijtt in den stedenn ,
dat goede ordeninghe in den schooien geholdenn ende dat ghiene papen offte
Papisten eenige bedienunghe daervan moege thogelaten werden.
8. Het is oock gants nodich geacht, dat men anholde, dat haer E. E.
wille gelieven eenige alumnos ende jonghe studenten an to setten , welcke
in volgende tijtt tott der kereken ende schoelldienst mogen gebruijekt
worden.
9. An die heeren Ridderschap ende Steden l ) over te geven seeckere
remonstrantie angaende den dienst der papen ten platten lande, die sich
tot noch toe ghiene exami natie ende reformatien hebben willen onderwerpen,
dat bij haer E. derselvigen dienst allesdinges mogen verboden ende dattlick
affgeschaffet worden , ende so eenige onder haer sick der reformatien willen
onderwerpen, dat sie niettemin uth haer plaetzen op andere mochten ge-
transferieret werden.
•) „mach" SS heeft „mach lyden dat de". 3 ) „Catechismi" SS heeft „Chlycker
religie' 1 . ») „gewinne" PP heeft „gewenne", SS „gewennet". «) „Ridderschap ende
Steden" SS heeft „ende Ridderschap".
225
10. Die dienaren dess woorts ende ouderlingen dor kereken sullen
unholden by voorschreven Ridderschap ende Steden endc voernamclyek by
haer respective magistraten, om te verwerven consent ende resolutie op het
onderholdt der naegelatenen weduwen ende wesen der predicanten, na
uthwijsinge dess elfften artyckcls, in nationoli synodo 1 ) daervan
gemaeckt, welcke bij denn Hollandischen kereken geeffecru weert wordt,
ende volgents haer E. te vermanen, te willen letten op die ordinantie van
den geestelycken goederen, voor tyden gemaeckt ende Ridderschap ende
Steden anno 1587 geremonstrieret, om oock die predicanten op den dor-
peren te mogen onderholden.
11. Diewijlc het houwelixe trouwen, verbinden ende insegenen een
kerckelijcke actie is ende in angenomenen kerekenordeninghe gevraget
wordt, of ehelujjden van haer willen getuijgen voor Godt ende syner ghe-
meenten, ende dan dickwijls bruijdt ende bruidegom alleene sonder ge-
tuijgen in der kereken 2 ) verschijnen, is gheresol viert, dat die publique
trouwelicke confirmatie geschieden sall voor den predickstoell in facie ecclesiae
voort laeste gebedt, ten ejjnde alle oploop, tumult ende onordeninghe
moge vermgdet worden.
12. Also veele ondertrouwde eheluijden tott noch toe haer kerckelycke
confirmatien niet hebben willen laten geschieden, sullen die overheyden
gebeden wordenn , dat haer E. willen publicatie 8 ) laeten doen om haerlieden
daertoe te holden by zeeckere pene, om binnen vierthien dagen na der
gedaener publicatie tb o coomen tott het 'houwelixe bevesünge.
13. Vraghe: off eenige man offte vrouwe na doodt haers ehegades
sick soude mogen verlooven ende hijlekenn an sulcke vrge personen, mot
welcken in staender ehe tho voeren s het honwelijck door ehebrucke soude
mogen geviolieert wesen? Antwoorde: gbiensins, om verscheiden oersaecke ,
want oock Davidt selven daeran gesondight heffit in het trouwen ende nemen
van Urias naegelatenne weduwe, als die text dujjtlick seijt int 2 Samuelis
int 11 capittell in leste vers.
1 4. Also Jacobus Strijdonck , dienaer des woordes tott Blockzielen ,
tott noch toe den dienst des woordes in den Cuynere hefft betreden ende
aldaer een ander ordinarjjss dienar sall moeten gestallt worden, is Jacobo
neffens die dienst in Blockziell van den synodo het ministerium in Blanc-
«) Achter dit woord is, evenals in 00, in onzen cod. een opene ruimte gelaten.
Kr moet staan: Hagensi. *) „in der kereken" ontbr. in SS. *) „laten —publicatie"
ontbr. in RR.
Acta syn, provinc. V. 45
226
kenhammc operloght geworden ommc van die fruchten der pastoryen aldaer
sick tho mogen ehrlick onderholden.
15. Oock het versoecken Hermanni Voss, dienaer Üio Isselmuyden, is
operlecht gheworden burgermeister Jacob Vene ende D. JriK>co, omme mit
den drosten ende 1 ) schultes tho Issellmuden offte anderen te communiceeren
van eenighe veralienierde landen ende goederen *) , gehoorende tott seeckere
vicarijen der kercke van Issellrauyden , om dieselve te leggen tott onderhou-
dinge dess voerg. Hermanni.
16. Van nu voortaen sullen die ghedeputeerden der kercken, verschrij-
vende oock het synodos 8 ,, mit sick brengen niet alleene haer credentie
maer oock instructien , opdat ordentHckcr wijse van allen vocrvallende
swaricheyden mit ghemeenen stemmen moge gehandelt ende beslooten worden.
Het anstaende sijnodus sall over een jaer binnen Deventer geholden
worden, ten ware saecke dat eenige nootsaecken corteren tijtt vereijschen.
Ende sall die uthsehrjjvinge in tijts geschieden van der kercken derselver stadt.
Casparus Holstechius , praeses hujus sijnodi.
Jodocus Goïjckerits , electus sjjnodi scriba.
Acta synodi Daventriensis.
In den naemen der Heyliger Drievoldicheijt zijn vergadert in den parti-
culiere sjjuodo, binnen Deventer geholden den 28 Maij anno 1594, desse
navolgende personen: Henricüs Born, ghekoren praeses, Franciscus Schruck-
man, assessor, Michael Keck Hertensis, scriba, Casparis Holstechius,
ninister Campensis, Henricüs Otto, minister Hasseleti, Luderus Vogelsanck,
dienaer op die Swartesluyss, Hermannus Vos, dienaer tott Issellmuyden ;
burgermeister Hermannus a Winshem, olderlinck van Deventer, burgermeister
Gerardus ter Borgh, olderlinck van Zwoll, Johan Hendricx, olderlinck
van Campen , Hübert Glabbach 4 ) , olderlinck van der Slujjss , Gerrijt
Cornelijss, olderlinck van Hasselt.
Absentes syn gheweest: Steen wijck, Blockziell , Mastebroek, Kuijnderen.
') „ende" SS heeft „oft". *) „goederen" 00 heeft „goederen van Isselmuyden."
*) „verschrijvende oock het synodos". Dit is in PP onderstreept, terwijl in margine
staat „forte: verschijnende op den synodos"; SS heeft „verschynende tot het syno-
dum". •) „Glabbach" SS heeft Glatbach".
227
1. Naer acnroepinge dess nacms Godes syn die instructie ende credentic
overgesien. Ende also die broeders van Steenwijck haer hebben geabsen teert,
voerwendende het perijkel, so hebben die broeders des synodi diesclvige
haer excuse niet voor sufficiënt erkent ende daeromme geresolviert , dat sie
deshalven sullen schrifftelyck vermaent worden. Belangende haer versoeck
van dio classicale vergaderinge bevinden die broeders goet, dat men daer-
mede sall vertoeffen tott die naeste bijkumpstc om redenen, haer daertoe
movierende.
2. AJzoo Hermannus Voss hem beklaget van het gebreek zijnss onder-
holts, overmitz dat enighe vicarie, sortierende onder syne kereke, van
joncker Johan van Steenwijck, het jus patronatus pretendierende , is
overgegeven an eenen ter Beeck, so hebben die broeders des synodi
gedeputiert Franciscum et D. consulem Winshem om met Steenwijck te
onderhandelen ende hem te induceren , diesel vige vicarie l ) wederomme te
restitueren tott den rechten gebruyek ende ondcrholt des dienaers aldaer.
3. Ende also die thynde artyckell dess laestgeledenen particulier synodi,
van het onderhout der weduwen ende weesen der dienaeren dess godtlycken
woorts, noch niet is geeffectueert, so is geresolviert, dat die dienaeren ende
olderlingen der kereken by haer respectivo magistraten sullen anholden, dat
het na luijdt der articulen des nationalen synodi ende voerschrifft der
Holland tsche steden moge christelick geeffectueert worden, hetsy bij der
landtschafift offte steden int particulier.
4. Is geresolviert , dat die neghende artyckell dess laestgheholden synodi ,
betreffende die reformatie der platten landen, nu ter tytt door Godes
genaden etlycker maten 2 ) van den viant ge vrij et zijnde , sall geeffectuiert
worden ende dat die dienaers des woorts om sulex te verkregen an die
Ridderschap des landts ende haere respective magistraten sullen anholden
ende mitz desen daertoe geauctorisiert werden die dienaers ter plaetze , daer
dien landtdage ierst sall geholden worden.
5. Ende diewyle mentie gemaeckt is van die oversettinge der bibell ,
diewelcke voerhanden is, zyn dess broeders des sijnodi geresolviert ende
willich, indien daer eenige naerder verschryvinge vorkompt, haer naer
behoor daerin tho quiten.
6. Noch volgents geresolviert, dat die dienaren des woorts mitgaders
die *) olderlingen sullen anholden bij haeren magistraten respective, dat
i) „vicarie" SS heeft „goederen". ») „etlycker maten" ontbr. in SS. In 00 staat
„etlicke jaren". s ) „die" SS heeft „haere."
15*
228
na loftiyckor usantie sommighc uhristelyeker overiehoyden hem believen
will daerover uth ie zijn , daermit ex bonis ecclesiae eenige studenten tott
dess ghemeenen besten moghen onderholden worden.
7. Ende alzoe eeniger Aknoldvs N. uth die graeftschap van Benthem int
Laer ghewesen dienaer, tho Yollenhoe gecomen ende van die ghemeente
tott eenen dienaer begheert wordt ende men van zijn examen niet ver-
seeckert is, hebben die broeders des sijnodi belastet die broeders van
Campen, dat sy denselvigen niet bevestingen, ehr ende bevoerens he nha
ordeninghe onser algemejjnnen kercken geexaminiert sjj.
8. Is geresolvïeret , dat die schoelmeisters sullen vermaenth worden ,
haere schoellkinderen ordentlick in die predicatie tho brengen unde in den
Catechismo te institueren ende mit aller discretie ende bescheydenheijtt
diegene, so der religie noch enichsins niet conform syn, tho ondergaen
ende mit aller sachtmoedicheytt soecken te gewinnen, ende dat in allen
schoeien gemeijn.
9. Noch sullen die broeders van Zwoll vermaent worden, dat sie,
gelyck ander kercken, mede soveell mogelyck is willen onderholden den
21 artyckell dess nationalis sjjnodi ende goede opsicht nhemen op die
broeders ende andere lidtmaten, diesel vige voor het avontmaell *) besoeckende
ende oock mede in die Catechismi predicatie verhalende die principale
hofFstucken der christelycker religie, nae het besluijt des laestgeholdene
synodi binnen Campen anno 1593.
10. Indien daer een dienaer dess godtlycken woorts hem mochte mit
een grave sonde, ergerlycke sonde, gelyck die beteyckent worden in den
72 ende 73 artyckel des nationalis synodi binnen sGraevenbage gesloeten,
als mit ehebruck, hoererjje, gewoentlycke dron eken schap , simonie etc.,
hem mochten verloopen, resolvieren die broeders des synodi uth goeden
redenen, haer daertoe movierende, dat sodanighe, all ist dat sy berouw
ende leetwesen bethoenen, niet stichtelyck ter selver plaetze, daer die faute
bedreven ist , mogen bljjven ende daeromme niet alleene gesuspendeert maer
oock syns dienstes ganss ontsettet werden sall.
11. Also oock veelerley abusen ende misbruijeken voervallen in matri-
moniaell ende houwelixe saecken, als dat sommige die proclamatien laten
gaen ende niet trouwen , sommige bjj papen trouwen , sommige in hoererye
blyven sitten , ende also groote onordeninghe . dienende tott verweckinge
i) „avontmaell" SS heeft „hochwaerdich avontmael".
229
4
des toorn s Godes aver landen ende steden, errijsen, hebben die broeders
voer goet ende stichtelick gevonden, dat men anholden sall by die magi-
straten respectivelick ende oock volgents by die Ridderschap desser landen ,
dat om sulcx alles te l ) remedieren so in steden als platten landen een
gemeene ordeninghe daervan mochte gepublicieert ende int effect gesteltt
worden.
12. Ende om alle goede ordere ende vrede in der gemeente Godes te
onderholden, resolvieren die broeders des sijnodi, dat die gravamina, die-
welcke in elcken stadt offte ghemeenten mochten voervallen, sullen den
sjjnodo wettelyck voergedragen worden doer instructie offte credentie der
volmachten offte gedepu tierden eens yderen consistorii. Ende indien dan
ymant in eeniger ghemeenten eenige gravamina offte swaricheyden hadden,
sall dieselvige in synen kerekenraeth nha christelicker ordeninge andienen,
opdat dieselvige van die vollmachten ende niet van anderen particulieren
den synodo mogen voergestelt worden , om alle suspitie ende diffidentie voer
te komen *).
13. Also het sijnodaell boeck door die ruine van Deventer verlooren
is, so bevinden die broeders voer goet, dat men wederom met gemeene
costen een sgnodael boeck make, daerin alle die acten der nationalen ende
particulieren sij noden vervatet worden, ende dat het sall berusten by dien,
daer die sijnodus laest geholden is, ende dat sy datselvige averbrengen an
die plaetze, allwaer wederom een synodus sall geholden werden.
14. Noch van den broederen geresol viert , dat men sall ter ierster in-
s tan tien by Ridderschap ende Steden anholden , dat hen believen will die
handt daeran te slaen, opdat die geestelycke goederen tot haren behoer-
lycken gebruijck geimploieert ende die ordonantie , anno 87 by Ridderschap
ende Steden van sodanige geremonstriert , geeffectuweert mochte worden.
Ende worden daertoe geauctorisiert die dienaers ter plaetzen, allwaer die
ierste bykumpst van Ridderschap ende Steden sall geholden werden.
15. Is voer goet gevonden, dat men sall die van Gellderlandt met enighe
missive advertieren, off hem niet believen solde na older usantie, in den
beginne alhier also onderholden, mit eenigen van haere mededienaeren nu
voertaen onsen sijnodum te bekleijden, ende wij den haeren.
16. Noch resolvieren die broederen ende begheren, dat desse voergaende
ende alle dess laestgoholdene synodi binnen Campen resolutien van een yder
gemeenten mit allen vlijtt onderholden moge worden.
') „alles te" SS heeft „te vermyden ende'*. ») „om alle — voer te komen '
ontbr. in RR.
230
17. Die naestvolgende synodus sall thokomende jaer van den dienaren
des woordes binnen Zwoll, na haer discretie ende nha dat die noot wcrt
cijschen , uthgeschreven ende aldaer geholden worden etc. 1 ).
Henricus Bornensis *), dienaer des godttlycken woordes tot Zwoll, praeses
hujus sijnodi.
Franciscus Schurckman, ecclesiastes Davent., assessor.
Michaêl Hertensius, dienaer dcss godttlycken woorts tott Deventer,
scriba sijnodi.
Acta synodi , geholden binnen Zwolle den 20,
21, 22 ende 23*° Octobris anni 1595, op den-
we leken verschenen sijn met credentsbrieven ende
instructien dese naevolghende persoenen :
Michael Keck Hertensius, dienaer des woorts binnen Deventer, electus
praeses synodi, Hermannus Wtferding, Zwollensis minister, assessor,
Wilhelmus Baudarttüs, missus ab ecclesia Campensi , electus scriba synodi ,
Henricus Bornius ende Franciscus Nutius, leeraers binnen Zwolle, Hen-
ricus Otto, predicant binnen Hasselt, Ludderus Vogelsanc, dienaer bin-
non de Sluys, Regnerus Valc, Knynderanus minister, Hermannus Vos
alias Bierman, van Isselmuyden , Arnoldus ab Heems, pastor Vollenhovi-
unus, Hermannus Winehanus, prediker binnen Blockziel , Joannes Antonïi,
van Mastenbroeck.
De naevolghende persoonen sjjn als olderlgnghen den voorgenoemden
dienaeren bygevoccht geweest: Martinus Stegeman, burgemeyster van
Deventer, B. Lubbert Ulger ende Casin van Isselt, olderlijnghen binnen
Zwolle, B. Eg bert Loose, van Campen, B. Wilhelm Egbertss, van
Hasselt , Hubert van Glabach , wt de Sluys , Claes Janss , wt den Cuynder.
1. De pastoor van Camperveen, Andreas Caffenborch, sal sich bevly-
tighen in het lesen ende ondersoecken van Godes h. woort ende sich onder-
worpen examini. Bequaem bevonden wesende, sal opentlicke wederroepynghe
synes voorighen levens ende leefens doen ende alsdan verwachten eene
wettelicke beroepijnghe. Middelerwylen sal hy sich des dienstes gantschelic
ontholden.
') „na haer — worden etc." SS heeft „gehouden worden nae haer discretie ende
als de noot sulx zal vereyschen". a ) „Bornensis" SS heeft „Bornius".
231
2. Arnoldvs ab Heems, predicant binnen Vollenhove, 6al teghens den
nacstcoraenden synoduin getuyghenisse vertooncn, dat hy is geexamineert
ende geadmitteert tot den kerckendienst. In faute van dien so sal hy sich
examini subjicieren.
3. Joannes Antonii, predicant van Mastenbroeck, sal gehouden sjjn
sich binnen Campen, Zwolle ofte Hasselt mede te vervoeghen tot de taefel
des Heeren.
4. Een der dienaeren van Campen , item Joannes Boghermannus ende
Reoneris Valc sijn van den synodo gccommit teert om eerstesdaechs nae
Blockziel te reysen ende informatye te nemen van het leven ende wandel
Her man nt Wener ani. Bevonden wesende waerachtich te sijn, daer hy over
beclaeght wort, so sal hy opentlic schuit daervan bekennen ende beloven
voortaen soberder ende christelicker te leven , als hy te vooren gedaen heeft,
stichtende ende sich reconcilierende met degene , die hy te vooren ontsticht
ende gescandaliseert heeft. Hierop sal hy als by provisye gecontinueert
worden, totdat hy wetteliek ten anderen maele soude moghen beschuldicht
worden.
5. Men sal aenhouden by de overicheden , dat het 1 1 articel des synodi,
te Deventer gehouden anno 94, naegecomen worde, belanghen de de matri-
moniale saeken.
6. De broeders van Deventer sullen neerstighe informatye nemen , of den
persoon, die sy voorgestelt hebben (wesende een litmaet der gemeynte
aldaer), van de Mennisten sy herdoopt, ende of hy met haer gecommuni-
ccert heeft. Dwelck bevonden sjjnde, soo sullen sy met de excommunicatye
procederen. Sus anders, so sullen sy de saeke berusten laeten tot op
breeder advjjs des synodi, die binnen Campen door Godes genaede het
naeste jaer sai gehouden worden.
7. Men sal by de hooghe overicheyt aenhouden, dat in de dorpen,
wclcke onder dese steden gehoorich sijn , de predicanten van onser religion
sowel op contributye van den vyant geduldet mochten worden als dejenige,
die van haerder religion sijn, op contributye van den onsen geduldet worden.
8. Tot den naestcomenden synoden van Gelderlant sullen (verschreven
sijnde) met credentsbrieven ende instruction hujus provincye reysen een
der dienaeren van Deventer ende Regnerus Valck , predicant in de heerlick-
heyt van den Cuynder.
9. Men sal aenhouden bij de E. Ridderschap ende gedeputeerde der
steden, dat de dorpen deses lants souden moghen versien worden van pre-
232
dicanten. En de dewyle vast een yeder claeght, dat hy geenen middel en
beeft deselvighe te onderhouden, is goetge vonden , dat men sal twee ofte
drye dorpen, by den anderen geleghen, combineren, totdatter breeder in
versien worde.
10. De dienaers van Deventer (alwaer tegbenwoordelick het collegium
der heeren is residerende) sullen aenhouden, dat de mispaepen ten platten
lande daedelic moghen gecasseert worden, ghelijc hier te vooren by haerc
£. geresolveert is, ende dat het haere E. believen wille in de plaetse der
afgedancten te laeten verordineren Gereformeerde predicanten , tot dien eynde
orden stellende op de renten ende incomsten der geestelicker goederen ten
platten lande.
11. De gedeputeerde des synodi hebben goetge vonden, dat men voortaen
de Ridderschap ende Steden sal begroeten ende bidden, dat het haere E.
wille believen een ofte twee te deputeren om de synodale vergaederijnghen
met haere teghenwoordicheyt te vereeren ende by te. woonen.
12. Men sal aenhouden by Ridderschap ende de gedeputeerde der steden ,
dat het haer believe de inwoonders van den Cuynder behulpich te wesen
tot opbouwijnghe haerder vervallen kereke ofte gotshuys.
13. Het is D. Michaëlt, praesidi synodi, ende synen collegis belast, aen
te houden by Ridderschap ende Steden doses lantschaps, dat het vierde
artyckel des synodi Daventriensis , betreffende de reformatye der platten
landen, mochte in effect gestelt worden.
14. Het heeft; den gedeputeerden des synodi belieft ende goetgedacht,
dat men jaerlicx den synodum in deser provincye sal holden acht daeghen
nae Pijncxsteren.
15. Men sal aenhouden by den E. Joh an van Steen wijck, dathy, achter-
volghende syn beloftenisse Hermanno Vos, laete volghen de opcompsteder
vicarye, gehoorende tot den kerekendienst binnen lsselinuyden. In fautc
gevonden sijnde, sullen de dienaers der gemeynte, daer het collegie der
heeren sjjn sal, dit vertoonen ende voorderen.
16. De naeste synodus sal gehouden worden binnen Campen op den
doch, genomineert in den XHII artijckel.
Michaëi, Keck Hertensïijs, electus synodi praeses.
Hermannus Wiferding, electus synodi assessor.
Wilhelmus Baudartius, electus synodi scriba. *)
') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig, evenals die van de verder nog volgende
acta der Overijselsche synoden.
233
Acta synodi provincialis , ge holden binnen
Campen, begonnen den xxn en Junij ', geeyndicht
den xxv« n anno 96.
Sjjn nac aenroepinghe des godlycken naems tot praesidem verkoren Cas-
parus Holstechius, tot asscssorem Franciscus Schurckmannus. totscribam
Pranciscüs Nutiüs.
Ende syn op desen syuodurn met behoorljjckc credentsbrieven ende in-
structien verschenen dese navolgende persoonen:
van Deventer: Franciscus Schurckmannus, dienaer des woorts, und
burgemeister Adolph Donckel, olderJinck;
van Campen: Casparus Holstechius, Wilhelmus Baudartius, Abkaha-
mus Naerius, Johannes Lamotius, dienaer des woorts, Jacob Venen B.
ende mr. Berndt Averkamp, als olderlinghen ;
van Zwolle: Franciscus Nuïius, d. des woorts, ende Matthijs Wessem ,
als olderlinck;
van Hasselt: Henricus Ottho, dienaer des woorts, B. Wilhem Egbertss,
als olderlinck;
van Steenwijck: Johannes Bogermannus, d. des woorts, Sweer Dirickss,
als olderlinck;
van de Cuyndert: Reinerus Valck, d. des woorts, ende Hendrick
Janssen, olderlinck;
van Swartesluys: Luderus Vogelsanck, d. des woorts, und Lodewljck
van Duren, olderlinck;
van Steenwyckervolt: Franciscus Averkamp, d. des woorts;
van Iselmuyden ende Wilsem: Hermannus Vos, d. des woorts;
wt Mastenbroeck: Johannes Anthonii, d. des woorts.
Ende syn wt de synode van Gelderlant unde graefscbap Zutphen tot
desen synode gekomen Petrus Gellius de Bauma ende Gerardus Ver-
stegius in de plaetse van Johannis Fontani, die om wichtige oorsaken in
persone niet heeft connen verschenen , om broederlijcke eenicheijt te onder-
holden.
Ende hebben dese voorg. persone hare behoorlijekc eredentsbrieven ende
instructien verthoont, wtgenomen dat de kercke van Zwol haren eredents-
brieff met geenen kerckensegel bevesticht hadde, daer sij oock over syn
vermaent geworden.
1. Dewijle die van Blocxsiel niet wettolyeke wyse verschenen is, maer
seer ommanierlyck een tschryven ingeleydt heeft, ongemerckt dat. hij, in
234
synodum to komen bcfonden synde, oock is wechgogaen; dewyle insgelijcx
die van Vollenhove, sonder sehriftelyck ofTb mondelijck excusen acn den
synodum te senden, is wtgebleven; soo sullen se daerover in volgende
synode gecensureert worden.
2. tSyndt wt tmidden des synode twee afgeveerdicht geworden, als mit
name Francfscts Schurckmannts ende Wilhelmus Baud., om den Ed.
heeren drossaert Jan Sloot van wegen de Ridderschap und den eersamen
raet deser stadt Campen te begroeten, dat sy eenighe wt haren midden
daertoe dcputeeren willen, die den synode bjjwoonen conden. Ende ist
der heeren drost tot verscheyden macl und magister Abel Hildebrants ende
Jan Theï t nissen Drent van wegen den eersamen raet verschenen.
3. Sijn de instructien gevisiteert ende syn de volgende gravamina
voorgestel t.
4. Naodem sus langhe in dese provincie van Overijsel geen classes
sindt geholden geworden, soo is verordent, dat bij provisie twee classes
tweemael int jaer, als om St. Michiel ende in de vasten, sullen geholden
worden. Tot d'eerste sullen gehooren: Deventer, Zwolle, Hasselt, Swartc-
sluijs, Mastebrouck, Geenmuyden; tot de andere: Campen, Steen wijck,
S teen wij kervolt , Vollenhove , Cuyndert, Bloxiel, Isselmuyden, Oldemarcke,
BI an eken ham , Camperveen, Sallick. Ende sullen die van Deventer hare
ende die van Campen hare classem eerst verschrijven.
5. Ende naedien die classes van de synode niet sonder onkosten connen
geholden worden , soo is besloten , dat de volmachten des synode , die hier-
onder- sullen genoempt worden, aen Ridderschap ende Steden aenholden
sullen om die te erlanghen.
b'. Oock is voor goet aengesien, dat alle gravamina classis ende syno-
dorum , die acn Ridderschap ende Steden moeten geraporteert worden , sullen
de volmachten des synode toegesonden worden. Ende sindt met gemeynen
stemmen tot volmachten des synode gekoren , als met name: Francfscts
SCHFRCKMANNVS, FrANOISCVS Nl'TIUS , CaSPARUS HOLSTECHTT'S , FRANCISCUS
Averkamp, d. des woorts, nevens B. Wflhem Egbertss , Zweer dirickss,
olderlinghen , vereoren om tselve aen de Ridderschap ende Steden te
verthoonen oft in andere wij se af te doen.
7. Is oock voor goet aengesien, dat wt last beyder synoden Gelders ende
Overijsels een missive aen syn Excellencie ende andere synoden sullen
toegesonden worden (dwelck de kereke van Deventer is opgelcydt nevens
235
de gedeputeerde des Geldersche synode te verrichten), om een nationale
synode te verrichten.
8. Ende dcwyle al lange versocht is geworden, dat het vorstendom
Geldre, graefschap Zutphen, nevens Sticht van Utrecht ende van Overijsel
sullen een deputeeren, dewelcke de correction des Nederlantsche bijbels
bjjwoone. soo is raetsam bevonden, dat wt yeder provincie dienaren des
woorts gecommitteert werdo, die in een gelegener plaetse te samen comen
om daertoe eenen eendrachtelyck te verordenen. Unde sal deser synodus
geholden syn sulex aen die van Gelderlant ende Utrecht te schryven , und
syn daertoe van weghe deser synode gecommitteert Franciscis ScuntCK-
mannus, Abrahamus Naerius und Hermannus Wiferdinck.
9. Is oock besloten, dat tot een yeder classe und synode sullen wteen
ijeder plaetse een d. des woorts und een olderlinck gesonden worden. Und oft-
schoon meer dienaren in dier plaetse, daer de 6ynode oft classis geholden wordt,
wesen mochten, soo sal doch maer een dienaer ende een olderlinck , daertoe
van de consistorie wettelyck gen om in eert synde, stemme hebben nae luydt
der synodale acten. Underdesen wordt den anderen toegelaten denselven
bij te woonen.
10. Het is den volmachten voomaempt opgeleydt bij de Bidderschap
ende Steden aen te holden, dat de papen ten platten lande terstont wt
haren diensten mogen afgeschaft worden, daermede de arme luden des te
meerder moghen verlanghen hebben om eenen Gereformeerde dienaer te
begeeren.
11. Ende nadien het seer pryselyck is, dat in Holland t ende andere
provinciën de weduwe der afgestorven dienaren met onderholt vorsien worde
ad dies vitae, soo sullen voorschreven volmachten oock bij Ridderschap
ende Steden tselve versoecken.
12. Het achtet der synodus seer nut ende noodich te wesen, -dat de
jonge jeucht in eenderleij praeceptis moge geinstitueert worden, ende achtet
die Philippo Ramaeae de bequaemste daertoe te wesen, daertoe de rectoren
der scholen van Overijsel sullen ver m aen t worden.
13. Oock wordt voor goet gevonden, dat op de vastdaghen, bedaghen
oft hooge feestdaghen gheen eeheluyden gecopuleert oft oock kinderen
gedoopt worden, opdat alderley desordre vermydet blijve. Ende sullen de
voorg. volmachten in hare requesten aen Ridderschap ende Steden de
profanatie der sabbatthen, wat oock voor species deselve syn moghen,
236
gedencken , n effens dien begeeren , dat; die lombardien , battementspelen ,
rhetorijkers , keuchelaers, wacrseggers, teckenduders , duvelbanners etc.,
wat des ongesuyvers meer is, afgeschaft ende wt den lande moghen
verdreven worden.
14. Sullen oock de voorsch. voll machten in deselve requeste versoucken ,
dat de Papisten heymelyck kinderdoopen , trauwen, und die Memnoniten
ende andere sectarisen heijinelijcke vergaderinghe met ernst moghen verboden.
15. Ende dewijle in ehesaken veelderleij desorderen daechlicken voor-
loopen , soo sullen oock de volmachten Ridderschap ende Steden ernstelijck
vermanen , dat tot vermydinghe Godes toorn nut ernst moghe gestraft
worden. Ende daermede deselve verbrekende personen geen wtvlucht hebben ,
is hoochnoodich geacht, dat een algemeijne eehordeninghe moghe opgericht
worden , ende heeft de synode voor goet aengesien , dat die van Geld e riant
hare geconcipieerde eehordeninge die van Overijsel sullen toeschicken.
Ende desgeljjck sullen die van Overysel geholden sijn van haere eehe die
van Gelderlant t'overleveren , opdat beydo een gelijckludende in och te ge-
stelt worden.
16. Kendt de synode recht te wesen nae luydt der synodale acten, dat
de erkentenisse van howelycxso saken van de kercken ende andore politieu-
raden moghte gedecideert worden.
17. Is oock voor goet gevonden, nae luijdt der synodale acten, dat de
diakenen haer bysonder collegium houden sullen, welck een predikant sal
praesideren.
Und susverre gaen die generalia. Volgen die particularia.
18. Die kercke van Deventer heeft een vraghe voorgestelt, hoe men
met eeneu afgcvallenen broeder , die sich tot de Memnonieten begeven ende ,
dickwils vermaent sijnde, contumaciter daerin volhardt, te doene sy. Soo
heeft de synode daerop geresol veert , aengesien men niet weten konde oft
hij in alles met de Memnonieten geaccordeert ware, dat de excommunicatie
noch voor een tijtlanck mochte stil gehouden worden. Onderdes sullen de
dienaren niet onderlaten hem ernstelijck te vermanen.
19. Die van Zwolle hebben voorgebracht van een dochter, welcke een
ruyter tegen consent des vaders aengeslagen ende aireede huijs met hem
is holdende, oft die oock nae haer vaders ende andere vrinden begeeren
mochte opgekondicht worden. Andtwoordt de synode , dat dewijle sy verstaet,
2*7
dat de vader geen wettelijeke reden heeft, waerin hy sulcx weeren konde,
sij met de prooi auiatien inochte voorts varen.
20. Die van Campen syn oock vermaeut, dat sy, een kerckboeck heb-
bende, tselve vlytelyck tot consignatie der verhandelde saken gebruyken.
21. Naedien de synode verstaen heeft, dat Johannes Bogermannus
van Steenwyck vertrecken woldc ende hij luydt haers credentsbrieff niet
erschenen, heeft de synode om reden te hooren hem versehreven. Ende
is op soodanighe verschryvinge gekomen unde gevraecht synde heeft hij
sich verklaert, hy waer allesdincks bereyt eerstesdaghes te vertrecken,
wt oorsake dat hij oock voor sijne kinderen, opdat die in studiis mochte
gepromoveert werden , moeste sorghen ende sich schuldich waende syn vader-
lant voor andere te dienen. Maer als de synode hem bestraft beeft, heeft
hy syn schalt bekendt ende verlatinge verkregen , aengesien hij aireede met
consent der kereke ende stadtsraets syns diens ts ontslaghen ende een ander
aen syn stede geroepen was. Ende sal der scriba des synode hem een
tuygenis verveerdighen ende sullen die van Steenwyck schriftelijck van weghen
de onordentlycke verlatinghe kerckelijck bestraft worden , dwelck F. Schurck-
manno is opgeleyt.
22. Hermannfs Weneranus, vermeynde pastoor van Blocxiel, onordentlycke
wyse , geen dienaer des woorts synde , in den dienst aldaer ingedrongen , wyle
hij sich voorhen met dronckenschap ende andere grove fauten sich vcr-
loopen , ongeachtet dat hy , vermaent ende overtuijcht synde op eerlycke
bekentenisse, in de tegen woordicheyt der drie daertoe afgeveerdichde dienaren ,
als met name Abrahamls Naerius , Johannes Booermannus ende Reynerus
Valck, gedaen, dan noch in sulcke scandalen niet alleen tot noch toe
voortgevaren maer oock des synodi voorderinghe , durch den E. heeren drost
geschiet, moetwillich verachtet heeft, soo heeft de synodus hem des dienste
gantselyck onweerdich geachtet und sal der assessor synodi sulcx de E.
heeren Staten van Northollant te remonstreren geholden syn. *
23. De kereke van Campen versoekt aen de synode van Gelderlandt,
dat Thtjmannvs, pastoor van Gadderen, die van Sallick moge overgelaten
worden.
24. Heeft de synode Andheam, pastoor van Camperveen, gehoort ende
geexamineert , bevonden des kerekendienst onweerdich te syn, ende is vergunt
schole te holden, voldoende syn belofte.
25. Is de synode een vrage voorgcstelt, oft yemant syne gewesen vrouwen
suster dochter mochte trouwen. Daerop geantwoordt, sulcx ongtwloeft,
238
soo van de vorighc vrowc saet voorhanden, strydendc tegen godl. , nat.
ende lantsreehten.
26. Syn gedeputeert op den Geld. synode Abrahamvs Naerius, Her-
mannvs Wiferdinck. Ende sal de naeste synode tho Hasselt geholden ende
den XXI Junij anno 97 verschreven worden.
27. Is de synode nae censura morum ende dancksegginghe in vrede ende
liefde geseheyden.
Casparfs Holstechius, eleetus synodi praeses.
Franctscts Sctrcmannis Hammonius, minister ecclesiae Daventriensis ,
assessor.
Franchscto Nimrs, minister ecclesiae Zwollanae, scriba synodi.
Acta synodi provincia lis van Overijssel ', gehou-
den binnen Hasselt, begonnen den 19 Julij 1597
ende gheendiget den 2i cn derselver maenL
*
Op desen synodo syn verschenen:
van weghen den Gelderschen synodi: Wynandus Johannts, predicantter
Elburch ;
van Deventer: Thomas Rothuysius, predicant, met Nolle Joachtms,
olderlinck ;
van Campen: Johannes Lamotius, predicant, met Dterick Dibbinck,
olderlinck ;
van Zwolle: Hermannüs Wypferdino, predicant, met Engelbert Engei*-
bertz, olderlinck;
van Hasselt: Henürici t s Otto, predicant, met Willem Egbertz, ofte
in syn absentie Jan Geertz, olderlinck;
van Steen wyck : Petrus Harritius, predicant, met Claes Jansen, olderlinck ;
van Vollenhoven: Arnoldus Heemsens, predicant;
wt de Swartesluys : Luduerus Vogelsanck , predicant , met Lodewtjck van
Dr eren , olderlinck ;
van Iselmuyden ende Wilsem : Hermannüs Vos alias Bterman , predicant ;
wt Mastebroeck: Johannes Anthonides, predicant
Ende hebben desc alle te samen haere crodentzbrieven ende instructien
verthoont, wtgenomen die gheen besloten ghemeynten bedienen.
Wt voornomden personen syn , naer aenroupinghe van de name des Hee-
ren , met. gemeene stemmen vereoren tot eenen praeside Hermannüs Wyffer-
239
ihkck, tot cencH assessorc Thomas Rotiivystus , cndc tot ccncn scriba
JOHANNES LaMOTIUS.
1. Absens is geweest Francïscis Avkkcamp, predicant tot Steenwyeker-
wolt, dewelckc (gelyck hy aen Hendrici'm Otto geschreven hadde) in den
synodo niet heeft connen verschynen , overmits hy de oncosten , die hem ten
deele souden vallen aldaer te betalen, van zyne gbemeynte niet can crijghen.
2. Deso execuse is aengenomen in synodo, doch evenwel den volmachten
des synodi opgelcyt (gelyck oock in den naestvoorgaenden synodo, gehouden
te Campen) , bij Ridderschap ende Steden aen te houden , hacre E. E. be-
lieven middelen te versorghen , daermit de oncosten der synoden betaelt
moghon worden. Ende wat aengaet Fr anciscvm voorschreven int particulier,
dat men aen de schol tet van Steen wyck wolt schrijve , ten eynde hy met
de huysluyden aldaer handele om de costen voorsch. te helpen draghen.
3. Hoewel in den voorgaenden synodo, geholden te Campen, goetge-
vonden is, dat een algemeyne eeordeninghe in och te gemaect worden, om
bloetschande , hoererye ende overspel voor te comen , sonder aensien der per-
sonen , so is evenwel noch ecnmael besloten , dat de volmachten by Ridder-
schap ende Steden aenhouden , dat sulckes in effeete moghe gestel t worden.
4. Is oock voor goet aengesien , dat men by Ridderschap ende Steden
sal aenhouden , haere E. E. believen den synodo een sekere persone , van
haere E. E. daertoe ghecommitteert , te vergunnen, die agent sy des synodi
ende der dassen om me alle kerckelicke saecken , by den synodo ofte classibus
besloten , den voorsch. heeren te verthooncn ende te solliciteren , dat deselvighe
door haere goede handt moghen ten effecte gebracht werden.
5. Is desgelyx goetgevonden , dat (soverre mogelyck) int eynde der
synoden alle tgene, welcke in den synodo beraemt mochte syn, als aen-
gaende eenighe acten, attestatien, missiven etc. te schryven ofte eenighe
requesten aen de voorsch. heeren over te gheven, voor het vertreck der
dienaeren eersten geconcipieert ende onderteyekent worde.
6. Ach tet synodus billick , dat de stipendia onder den predicanten binnen
de steden van Overijssel gelyck syn , alsoock proportionaliter op den dorpen.
Maer dewyle den kerekenraden respectivc in den nationalen synodo art. 9
is opgeleght te procureren ende te versoecken, dat haeren predicanten een
eerlick onderhout vergunt worde, is goetgevonden, dat se meteenen dese
gelyckheyt helpen voorderen.
7. Is verschenen in synodo Joiiannes Wierichs, barbier syn es handt-
wereks, woonachtich te Vollehoven, aengevende dat hy sieh vondt ghe-
240
neyght te syn sich tot het prediekampt te begeven ende derbalven ver-
soeckende , dut men hem wilde examineren ende, daer eenighe beroupinghc
voorviele, daertoe te bevoorderen. Maer dewyle onder andere proposten
tsynodus verstondt , dat hy in Vrieslandt te Hinlope particulier vermaninghe
wel hadde gedaen, twelcke hem de predicant te Coudom, met namen Rodolphus,
hadde verboden, soo is goetgevonden , dat men aen den predicant van
Worcum, mit naemen Akthonis Diericksen, schryve, ende is sulex te
schryven opgeleyt Petro Harritio, predicant te Steenwyck, om na syne
gansche gelegentheyt te vernemen. Ende daernaer sal de classis van Campen
verder naer behooren in de sake handelen.
8. Is verschenen Andreas Caffenberch, gewesene pape te Camperveen,
versoeckende dat het synodus hem examineren ende met eenen dienst voor-
sien wilde. Daerop , naerdat hem ettelycke vraghen syn voorgestelt geworden ,
dewelke hy seer ongerymelick beantwoordet , is besloten , dat men persistere
by de resolutie des naestvoorgaenden synodi, gehouden binnen Campen, te
weten dat hy onduchtich ten predickampte wordt geachtet, hem daerentusschen
vermanende , sich te willen vlytich oeffenen int gehoor ende lesen van Godes
woort.
9. Reynerus Valck, dienaer des h. evangelii in de Cuner, heeft aen-
gegheven benevens ettelycke schriften, den synodo verthoont, hoe dat een
deel affgunstighe , onder welcke niet een is Hdtmaet der ghemeynte Christi ,
maer veelmeer vyanden der Gereformeerde religie, binnen der heerlickheyt
Cuner buyten last ende wille des E. heeren drost van Vollenhoven,
joncker Johan Sloot , casteleyn der heerlickheyt voorsch. , oock der Rid-
derschap ende Steden, synen dienst hem hebben opgeseyt sonder eenighe
weltelicke beschuldinghe teghen hem in te bringhen. Ter contrarien (als
blyct by schrift, by hem ingelanght) betuyghen alle de lidtmaeten der
Gereformeerde kereke Christi aldaer, dat hy eerlicken ende stichtelicken
geleeft heeft, sodat syn vertreck niet can geschieden sonder desolatie der
voorsch. kereke. Daerop soo is beraemt, dat synodus een missive aen Rid-
derschap ende Steden schrjjve ende dat de predicanten ter plaetse, daer
haere E.E. eerst sullen byeencomen , deselve overleveren ende verder by haere
E. E. aenhouden , dat Reynerus in syne gerechtige saecke gehanthavet worde
om der quaede consequentien wille.
10. Alsoo synodus verstaet, dat de coster tot Wilsem synen dienst niet
waerneemt ende mit namen int singhen , niettegenstaende hem de predicant
aldaer verscheyden mael vermaent heeft, soo sal men schryven aen de
heeren van Wilsem , ten eynde hy ofte gedeporteert worde van synen dienst
ofte dien beter waerneme.
241
11. Johannes Anthonides, predicunt in Mastebroeck, heeft syn bcclach
gemaect, dat, niettegenstaende hy een accoort met den huysluyden aldaer
gemaect heeft, die plaetse drie jaeren te bedienen, mits hem betalende
tweehondert gulden jaerlyx ende wat meer int accoort gespecifieert is,
hy evenwel aen syne betalinghe niet en can geraken, derhalven synodum
gevraeght heeft , offet hem niet gheoorloft sonde syn een andere beroupinghe,
wanneer se voorviele, aen te nemen. Heeft synodus geantwoordt, dat de
predicanten van Zwolle eerst sullen aen den drosten van Werckeren ende
Sallandt aenhouden, dat Johannes voorsch. behoorlicke versekeringhe syner
penninghen vercrijghe, ende so sulckes niet geschiet, dat het hem geoor-
loft is een andere beroupinghe naer orden der kercken aen te nemen.
12. Hermannus Vos, een seker somme penninghen verschoten hebbende
tot opbouwinghe der pastorye t' Iselmuyden , heeft versocht de hulpe des
synodi om aen syne verschoten penninghen te geraken. Is besloten , dat
de ghemeynte van Campen Hermanno voorsch. daerin behulpelick syn sal.
13. Vindt synodus goet, dat de gravamina, van Wynando Johannis
van weghen des Gelderschen synodi ingelanght, in den generalen synodo
aengegeven worden, wtgenomen van de psalmen Davidis, door Dathenum
in dichte gestel t, te veranderen, alsoock van de huwelicksche copulatien
gans ende gaer aen de kercken te bringhen.
14. Wat aengaet Wilhelmum Baudartium te denomineren tot de trans-
latie des bybels, gelyck de Geldersche synodus (soo tschynt) geerne saghe,
vindt de synodus sich noch niet genoechsaom daertoe geresolveert.
15. Niettegenstaende Hermannus Weneranus in laetstvoorleden synodo,
ghohouden te Campen, van syn predickampt is affgesettet ende Francïscus
Schurckmannus aen de Staeten van Noorthollandt heeft geschreven wt name
ende last des synodi voornoemt, begeerende sy willen hem voortaen de
gaige onthouden, so verstaet synodus, dat hy evenwel blyvet te Bloziel.
Is dcrhalven goetgevonden , dewyle opt voornoemde schriven Francisci
gheen antwoorde is gecomen, dat Francïscus aen de Staeten voornoemt
ten anderen male sal schry ven , van haere E.E. begeerende met den eersten
een ronde antwoorde, wat haere E.E. believen in de saecke te doen.
16. Om op den naestvolgenden Gelderschen synodum te 'verschynen ,
syn wt desen synodo gedepu teert Petrus Harritius, predicant te Steen wijck,
ende Ludderus Vogelsanck , predicant op de Swartesluys.
17. Volmachten deses synodi sullen syn Hermannus Wyfferdinck, Thomas
Rothuysius, Johannes Lamotius, Ludderus Vogelsanck, Dierick Dibbinck
ende Engelbert Engelbergen.
Acta syn, provinc, V. 16
242
18. De naeste synodus van Overijssel sal gehouden worden te Steen wjjok
op den vijffden Maendach nae Pinxten toecomende, anno 1598.
19. Hiermede, naer gehoudene censura morum ende dancksegginghe , ghe-
daen tot Godt den Allmachtighen , is synodus gescheyden in vrede ende
eenicheyt den 21 en July anno 1597.
Hermannus Wiperding, praeses sgnodi.
Thomas Roothusius, assessor synodi.
Johannes Lamotius, scriba synodi.
Acta sijnodi provintionalis , geholden binnen
Deventer, den 23 Maij begonnen anno 1598.
1. In den name des Heeren de dienaeren der kereken vergadert zynde,
alsock opt versoeck der Overisselschen kereken den edelen heere dros-
saert van Sallandt, alsoock uth ider stadt der drie steden eenen borghe-
meester, als namelick uth den E. raet van Deventer gecommitteret den
borghemeester Marten Steeghman, van Campen den borghemeester Jacob
Maler, van Swolle den borghemeester Enoelbert Engelbertsen , ende
zijn nae aenroepinghe des Heeren name tot eenen praesidem vercoren
Franctscus Schurckmannus , tot assessorem Casparus Holstechiüs, tot
eenen scribam Petrus Harritiüs.
2. Ende zyn op desen sjjnodum met behoerlicke credentsbreven ver-
schenen dese navolgende dienaren ende olderlingen :
van Deventer: Franciscüs Scürckmannus , Thomas Roothvis, dienaren,
Johan Hetjnck ende Evert Traessen, olderlingen;
van Campen: Casparus Holstechius, dienaer des woorts, ende meester
Abel Hillebrants, olderlingh;
van Swolle : Henricus Bornius , dienaer des woorts , ende Johan Arentss,
olderlinck;
van Hasselt is niemant verschenen, maer hebben haer met schrijvent
verexcuseret, mitz sy noch gheenen dienaer hebben;
van Steenwijck: Petrus Harritiüs, dienaer des woorts, ende Jan
Berentss, olderlinck;
van Oldenzeel: Luderus Voqelsanck, dienaer des woorts, sonder older-
linck, mitz daer noch gheen besloten ghemeente is:
van Enschede: Pubo Ovitius, dienaer des woorts, ende Herman Wal-
minck, olderlinck;
van Oetmerssen : Adolphus Besten , dienaer des woorts , sonder olderlingh ;
243
uth de Cugnder: Regnekis Falco, dienaer, sonder oldcrlingh ende
eredentsbreef.
Noch sijn in desen sijnodo verschenen uth den kercken van Gelderland t ,
daerthoe van ons versocht zijnde ende geauthoriseret met credentsbrieven :
Carolus Gallus, dienaer des woorts int Nijebroeck, ende Petrus Gellius,
dienaer des woorts tot Zutphen.
3. Aengaende die saecke Hermanni Wenerani is besloten, dat men
blyft bj de resolutie, in den sgnodo tot Oampen genomen, tot der tijdt
dat sijn boetveerdicheit sal gespoeret worden. Ende indien binnen den tyt
van 14 daghen gheen bescheet en compt, dat hg hem boetveerdigh wil
stellen, soe sal bij de hoghe overicheit deser provintie versocht worden
om doer de overicheit geremoveret te worden.
4. De gravamina ider kercken bij der handt genomen zjjnde, is besloten
opt eerste gravamen, dat men bg den griffier versoecke apostille opt over-
gegeven requeste.
5. Aengaende het twede gravamen, van de kerckelicke goederen, dat
van Ridderschap ende Steden enighe mochten gecommitteret worden om
goede inventarizatie te nemen van desolve goederen, opdat sg niet veralie-
neret mochten worden, maer geimplogeret ad pios usus, iss besloten, dat
sulcx versocht zal worden.
6. Het sal oock aen Ridderschap ende Steden versocht worden, dat
deghene , de jus patronatus pretenderen , daerthoe geholden mochten worden,
sulcken jus te bewgsen ende daernae mochten geconstringeret worden de
goederen anders nerghens to gebruicken , dan tot den heglighen dienste ,
daerthoe sg dan oock gegheven zijn.
7. Het is oock besloten, dat onder den classe van Deventer sullen
sorteren dese navolgende plaetsen: Deventer, Olst, Wezepe, Bathmen,
Holten, Ghoer, Marckel, Diepenhem, Rijssen, Delden.
Onder den classe van Campen sullen sorteren: Campen, Genemugden,
Maestebroeck , Camperveen, Sallick, Wilssum, Isselmugden, Swarteslugss, Ens.
Onder den classe van Swolle sullen sorteren: Swolle, Hasselt, Wghe,
ter Hegne, Raelte, Hellendom, Ommen ende den Ham, Dalffzen, Harden-
bergh, Heemss, Staphorst, Rouveene, Ihorst ende Gramsberghen.
Onder den classe van Steenwjjck sullen sorteren: Steen wijck, Steen-
wijckerwoldt, Vullenhoeve, Oldemarck ende Paessloe, Blanckenham, Cuijn-
der, Cugnderdgck ende Blocxzgl, Wanneperveen ende Giethoorn.
Onder den classe van Oldenzeel sullen sorteren dese navolgende plaetsen :
Oldenzeel, Oetmerssen, Enschede, Lossart, Dennichem, T' übbringhen,
Almeloe, Wgrden, Frgsenveene, Bornc, Hengele. Weerssel, Hacxberghen.
16*
244
Ende sul bij sijn Excellentie als stadtholdcr versocht worden bij requeste,
dat die kereken der heerlicheit Linghen de sijnodalen ende classicalen ver-
gaderinghen der kereken deser pro vintien mede respireren.
8. Den Ed. heere drost aengesocht zijnde, dat noch eenige altaren ende
andere afgodische reliquien in enighe kereken noch staen, soe heeft den
drost beloef t, dat sijn edel. sulex alles niet den eersten sal doen
weghnemen.
9. Alsoe tot noch toe enighe papen in den platten lande tegens tplacaet
in den dienst sijn gebleven, soe heeft die heere drost verclaert, dat sijn
edel. alle de papen in sjjn drostampt den dienst verboden heeft, ende heeft
oock beloeft, dat haer. de handt sal gesloten worden vant gebruick ende
ontfanck aller kerekengoederen; item dat, wanneer sijn ed. enighe goede
predicanten van den classe togesonden worden, dat hij dan deselve sal
invoeren ende alle behoerlicke voerstand t doen.
10. Het sijnodus versoect oock aen den ed. heeren drost van Vullen-
hoeve, alsoock aen den drost van Twente, datt haer edel. wilde gelieven
tselve oock te doen , opdat die menschen in de saecke haerder zalicheit niet
langher behindert worden.
11. In de plaetzen, daer noch gheen besloten ghemeenten noch Gere-
formeerde predicanten zijn in den platten lande, daer sal insinuatie gedaen
worden aen den schulte, kerekm eesteren , ghemeene karspel sluij den ende
aen alle, die het recht van de beropinghe der predicanten praetenderen , dat
sjj binnen den tijdt van 14 daghen enigh Gereformeert predicant beroepen
ende dien voer den respectiven classe presenteren. Ende soe sij sulex
binnen den vorbenoemden tijt niet en doen, soe sal het classis op deselve
plaetse eenen dienaer seijnden , dewelcke doer eenen dienaer, van den classe
daertoe gecommitteret zijnde, ende doer den heeren drost aldaer ingevoert
ende den huijssluijden sal vorgestelt worden, opdat d'inwoonders derselver
plaetze moghen hooren , oft sij doer sjjn spraecke ende ghaven in derselver
plaetse gedient connen worden. Doch wel verstaende , indien bevonden mochte
worden, dat de hujjsslugden blawe ut vluchten solden soecken teghens
sodanighen gesonden predicant, soe sal de drost ende tclassis voertvaren
in der saecke.
12. Aengaende de papen, diens herte van Godt geroert werdt om hen
in der Gereformeerde kereke tot den kerekendienst te begheven, daervan
is besloten , dat men sij niet tot den kerekendienst sal toelaten , voer ende
eer sij eerst haer concubinen oft onechte wjjven sullen getrowt hebben, ende
ten tweden doer belijdeniss des geloofs te doen , haer tot der ghemeente
245
ende tot het gebruick des heijligen aventmaels begheven hebben, welver-
staende dat sjj te voeren een wjjle tijts in een plaetse sullen converseren,
daer een Gereformeerde ghemeente is ende daer s]j hen daernae in de
ghemeente sullen begheven. S\] sullen oock ten derden het pawssdora
wederroepen ende haer den examini onderwerpen ende, bequaem in leere
ende leven bevonden wordende nae de leere des Heijlighen Geestes, doer
Paulum beschreven zijnde, mitsgaders de Nederlantsche Belijdeniss des
geloofs ende de kerekenordeninghe ondertegekent hebbende, sullen alsdan
tot den dienst des woorts togelaten ende op een ander plaetzc getransferet
worden.
13. Aengaende de revocatie der voerbenoemden papen, waer de sal ge-
schieden, is besloten, om haer swacheit te gemoete te gaen enichsins, dat
beneffens de revocatie , die si} doen in de belijdeniss des geloofs, daer sjj met
andere lidtmaten tot der ghemeente worden opgenomen, noch oock breder
sullen revoceren van alle haere dwalinghen in den examini voer den sijnodo
ofte classe.
15. Alle weghneminghe der abusen, te voeren doer request versocht ende
noch niet geeffectueret zijnde , daervan is besloten , dat sulex andermael aen
Ridderschap ende Steden versocht sal worden.
15. Sal oock doer request aen Ridderschap ende Steden versocht worden ,
dat alle conventiculen der Wederdoperen ende Papisten in den steden ende
platten lande alsoock in de cloesteren verboden mochte worden, item dat
het placaet aengaende der Jesuiten schele mochte geeffectueret ende gepu-
bliceret worden, daer sulex noch niet geschiet is.
16. Belanghendc eenen, genoempt Petrus Aemilius, die hem tot Ens
onwettelick ingedronghen heeft tot den kerekendienst , daervan is besloten,
dat het classis van Campen daerinne sal handelen nae behoeren.
.17. De kereke van Swollo ingebracht hebbende, dat doer den crb.
raet der stadt Swolle besloten is, dat sij haeren kerekendienaer Fhanciscum
Nrririf niet langher in den dienst gagieren willen dan tot Michaeli toe, ende
dat hij hem dan daertegens mot een ander dienst solde voersien , ende hier-
over den raedt ende het oerdel van den sijnodo versoeckende , soe isst dat
het sijnodus, bevindende dat het doen des raets strijdende zijnde teghens
de ordeninghe der kereken ende streckende tot een quade consequentie,
besloten heeft, dat authoritate sjjnodi aen den magistraet geschreven worde ,
dat haer erb. doch wilde gelieven van sulcken voornemen af te staen.
18. Den predicant van Enschede voergevende, dat hg een geringhe
alimentatie hebbende, daeraen hij niet genoechsam middeldes levens heeft,
246
twelck hem oock niet op behoerlicke tgden betaelt wordt, ende derhalven
versoeckende cnighe combinatie, soe iss besloten, dat bij provisie Lossart
met Enschede gecombineert sal worden , ende dat tot dien eijnde den heer
drost van Twente sal aengesproecken worden doer den predicanten van
Deventer, dat den kerckendienaer tot sijn behoerlicke betalinghe mochte komen.
19. Den kerckendienaer van Enschede voorsch. bij provisie aldaer in den
dienst gestelt zijnde ende bevonden], dat de gh e me e rite hem gheerne willen
beholden, soe iss besloten, dat hij aldaer als eenen wettelicken dienaer
bevestight sal worden.
20. Regnekus , kerckendienaer in den Oaijnder , noch niet betaelt zijnde
van sijn achterstalinghe penninghen , iss beslooten , dat aen den heeren drost
van Vullenhoeve geschreven sal worden, dat sijn ed. wil gelieven den van
den Cugnder te constringeren om te betalen.
21. Aengaende treqnest der stede Genemugden iss besloten ende goet-
gevonden , dat hetselve overgelevert sal worden aen Ridderschap ende Steden,
als treqnest van de kercklicke goederen belangende overgegeven sal worden.
22. Den pastor van Borne verschenen zijnde ende versoeckende om tot den
dienst van Godes woort toegelaten te worden, iss besloten, dat men met
hem sal handelen nae den artickel , daervan gemaect int opnemen der papen ,
ende dat hij hem tot dien eijnde sal vervoegen somwijlen binnen Deventer
om alsoe daer de ordeninghe der kercken te sien, de predicatien te hoeren
ende hem bekent te maken, ende hem eijntlicken tot den aventraael begheven.
Doch als hg niet tot Deventer can verschijnen , dat hij hem dan vervoeghen
sal tot Oldenzeel in de predicatie , anderen tot een goet exempel. Sal hem
oock ontholden van den dienst, tot hij wettelick is toegelaten.
23. Het sgnodus uth de schriften des magistraets tot Oetmerssen ver-
staen hebbende, dat by die magistraet ende enighe andere tot Oetmerssen
een onlust teghen haeren kerckendienaer is , hoewel over sijn leven int mintste
gheen clachte is gekomen, nochtans aenmerckende , dat het voer Adolpho
swaerlick sal zijn tegens danck der magistraet aldaer te blijven, ende ten
ansien hij bij provisie aldaer gestelt is, soe is besloten, dat Aoolphus
getransferet sal worden op een ander, ende dat die kercke van Oetmerssen
met eenen anderen dienaer voersien sal worden.
24. Een questie is voergestelt van de kercke van Deventer , oft het ge-
oorloft is, een knecht van een lombert tot der ghemeente toe te laten, die
tbegheert, hem eerlick draecht ende verclaert, dat hg met de woeckerge
int mintste niet te doen en heeft, dan dat hg den lombert alleene dient om
zeecker geit. Iss geantwort: neen.
247
25. De two personen, inwoenders der stadt Deventer sijnde, die haer
tot den examen begheeren te stellen, iss besloten, dat die dienaers van
Deventer met bijwesen van D. Casparo , dienaer tot Campen , ende D. Petro
Gellio, predicant tot Zutphen, deselve personen sullen examineren.
26. Iss besloten, dat nomine sijnodi aen die kereke van Ampsterdam
geschreven sal worden, wat andtwort sij ontfanghen heeft opt request van
eenen generalen synodum, geexhiberet zynde den Generalen heeren Staten.
27. De olde combinatie der kereken aengaende , de classicale byeen-
compsten sollen alsnoch niet gescheiden worden, uth oorsaecke datalsnoch
veele vacerende plaetsen sijn.
28. Het tocompstighe synodus sal geholden werden binnen Steenweek
omtrent over een jaer, ten waer dat den noot naerder tijt was ejjschende.
29. Hiermede, naer geholdene censuram morum onde danckzegginghe tot
Godt Almachtigh, isst sjjnodus gescheiden in vrede ende eenicheit den 25
Mag anno voorschreven.
Franciscts Schurckmannus , electus synodi praeses.
Casparvs Holstechius , assessor.
Petrü8 Harritiüs, scriba synodi.
Acta sijnodi provincialis , gehouden binnen
Steenwijck , begonnen den 29** July ende voleyn-
diget den 31 desselven maents anno 1600.
1. Op desen synodum syn verschenen van wegen de lantschap, daartoe
gedeputeert synde , burghemeester der stat Campen mr. Abel Htllebrants.
Predicanten ende ouderlingen met behoorlicke credensbrieven dese na-
volgende persoonen:
van Deventer: Micchael Kegkius, predicant, ende Stjmen Ootmesen,
ouderling;
van Campen: Abrahamus Naeranijs, predicant, ende burgemeester
Dirick Dibbino, ouderling;
van Swolle: Johannes Fabritius, predicant, ende burgemeester Engel-
bert Enoelbertsen, ouderling;
van Steen wjjck: Petrus Harritiüs, predicant, ende meester Sieger ter
Stege, ouderling;
van Hasselt: Johannes Bogermannüs, predicant, ende burgemeester
Arent Claesen, ouderling;
248
van Vollenhove: Johannes Langiüs, predicant, ende burghemeester
Pieter Claesen , ouderling ;
van Wge: Patroclus Bokelmannus, predicant;
van Staphorst: Antonius Fabritius, p.;
van Mastenbroeck: Wynandus N., predicant;
van der Sliqjs: Lodewijck van Düeren, ouderling.
2. Wt dese voorgenoemde sijn na aenroepinge des naems Goods met de
meeste stemmen Petrus Harritius tot eenen praesidcm , Micghael Keckius
tot assessorem, Abrahamus Naeranus tot scribam vercoren.
3. Is opgelecht den classi van Deventer ende Swolle Johan Niersten
t' examineren ende deghene, die denselven tegen de kerckenordeninge des
nationalen sgnodi tot het predicampt hebben gepromoveert te censureren
ende tot behoorlicke schultbekenninge te brengen. Men sal oock niet
naerlaten wt den name des sijnodi haer te vermanen, dat sodanige incon-
venienten in toecomenden tij tr moogen vermidet werden.
4. Het sal burgemeester Abel Hillebrants believen bij de lantschap aen
to houden, dat den 12 artikel des synodi tot Deventer, anno 98 gehouden
ende met haer E.E. consent besloten, mooge onverbroken blijven.
5. Belangende de eeordeninge sullen de predicanten tot Deventer instan-
telick aen het collegium versoeken, dat volgens de resolutie des lantdages,
tot Deventer gehouden, deselve tot vermidinge des rechtveerdigen toorns
Godes ende wechneminge aller grou welen ende scandalen mooge met den
eersten geordoneert, gepubliceert ende behoorlicken geeffectueert werden,
dat oock alle conventiculen der Wederdoperen ende Papisten in den steden
ende platten lande alsoock in den cloosteren verboden werde, geljjck sulx
over lange door request aen Ridderschap ende Steden versochtis; item dat
het placaet van der Jesugten schople mooge in het werk gestelt werden.
6. Is den classi van Campen ende Steenwyck belastet te bevorderen,
dat Petrus Aemilius van synen dienst gedeporteert werde, dewijle bij in
den sjjnodo tot Groeningen , anno 96 gehouden , ten overstaen van syne
Genade graef Wijlhelm tot den dienst gantsch ontuchtich is verclaert, na
luijt des eersten artikels, in censura morum van hem gemaeckt in forme
als volget: Ten 1. Is Petrus Aemilius om veler misdaden wille van den
dienst geheel verstooten.
7. Aengaende den brief, van Ulger ende IJsselt den synodo toegeson-
den , is besloten , dat men met alle discretie ende bescheidentheyt denselven
punctuelicken sal beantwoorden. Ende syn Johannes Booermannus ende
249
Abrahamijs Na eh anus gedeputeert om denselven brief haer te behandigen
cnde voorder alle moogelicke vljjt aen te wenden, dut door onderlinge
communicatie die sake tot eenen gewenschten vrede gebracht ende brocder-
licken beslichtet mooge werden.
8. De predicanten tot Deventer sullen den bedroefden toestan t der ge-
meente in de Cunder den collegio remonstreren ende versoeken, dat op
d'ecclesiastique goederen aldacr alsulcke ordre gestelt ende d'administratie
derselver sodanigen in handen m och te gedaen werden, dat een bequaem
predicant met den eersten aldaer beroepen ende met behoorlicke alimentatie
versorget werde.
9. Op het versoeck van die van Swartesluijs is gead viseert, dat de
predicanten tot Deventer door request sulllen aenhouden, dat haer ecnich
subsidium tot onderhoudinge eens predicants van de lantschap na haer E.
discretie mooge toegel echt werden.
10. Rütoerus Tigler, nadat hy eene propositie gedaen ende de predi-
cant tot Deventer daerop het ad vijs des sijnodi versocht heeft , of men hem
soude moogen examineren, soo heeft het sgnodus dese sake den classi van
Deventer bevolen, opdat sy daerin doen, gelijck sy sullen bevinden te
behooren.
11. Henricvs Bornius, predicant tot Swolle, om alle ergernisse, die
sich dagelix meer ende verder verspreyt , te weeren , sal sich voor de toe-
comende bcdieninge des h. avontmaels met sijne huijsvrouwe christelick
vereenigen ende met haer tot de huijshoudinge treden, of bij gebreke van
dien houdet hem sijnodus van den dienst gesuspendeert , dwelck Johanni
Bogermanno ende Abraham o Naerano belastet is hem aen te dienen.
12. Sullen de gedeputeerden der kereke tot Swolle aenhouden aen den
E. heer drossart van Sallant, dat de geestelicke goederen te Wije, Olst
ende andere plaetsen synes drostampts, daer Gereformeerde predicanten
moogen gestelt werden , gein ven tariseert ende tot onderhout der predicanten
geappliceert werden; daerna dat alsulcke kerekmeesters gestelt werden, die
ten minsten geen vianden syn der Gereformeerder religie; ten derden dat
de dronckenschap ende het geloop op den kerchoven tussen de predicatie
afgestellet werde.
13. BoKELMANNrs, vermaent sijnde, heeft belooft sich in alles voortaen
alsoo te dragen, als een vroem ende godsalich predicant toestaet, in clederen
ende andere saken, afstant doende van tgene ijmanden met reden soude
moogen ergeren.
250
14. Die gedeputeerden van Hasselt sullen hare respective overicheyt be-
groeten, dat haer E. gelieve den schultheys Brandenburg met ernst aen
te porren , dat den predicant tot Staphorst syn belooft onderhout op sijnen
tij t mooge becoomen ende vau alle perikel versekert werden , volgens het
placact van Ridderschap ende Steden , ofte bij foute van dien sal de synodus
genootsaeckt wcsen tselve de lantschap te remonstreren.
15. Langius ende die van Vollenhove aen beyden syden verhoort sijnde
aengaende de beroepinge van Nijmmegen op syn persoon gedaen, heeft het
sijnodus, aenmerekende niet alleene de groote stichtinge, daermede Langius
aldaer staet, maer oock de groote schueringe, dewelcke op syn vertreck
soude volgen, eendrachtelick besloten, dat Langius synen dienst tot Vol-
lenhove sal continueren, met conditie dat hem met d'eerste gelegentheijt
een collega toegevoecht werde , achtervolgende de belofte der gedeputeerden
van Vollenhove, in sijne aenneminge gedaen, dat oock Langius in gagie
ende ander dingen met eenige der benabuijrdc steden in desen provincie,
tot denselven classem gehoorende, gelyckgestelt werde. Tot meerder ken-
nisse der waerhegt hebben desen artikel soowel Langius als de heeren
gecommitteerden van Vollenhove , joneneer Johan van Echten ende burge-
meester Pieter Claesen , ondertekent.
16. Het synodus, gelettet hebbende op tgene van Hermanno Wenerano
in den synodo, gehouden tot Campen anno 96 den 22 Junij, alsoock in
den volgenden sijnoden, is besloten ende alsnoch geen beterschap aen hem
vernemende, heeft eendrachtelick goetgevonden , dat hg in alle de kereken
des classis, daeronder hij resorteert, als onbequaem tot den dienst sal ver-
claert werden, ende versocht aen den E. Coenraet Sloot, verwalter des
drostampts in des drossarts absentie, dat hetselve binnen Bloczyl, daer
men gewoon is publicatie te doen, mooge aen geslagen werden, waerschou-
wende eenen ijgelicken om de bedieninge der sacramenten van hem niet
t'ontfangen.
17. Aengaende den brief van Johan Wtenbogart, daerin wt den name
des Suijthollantschen sijnodi versocht weit, dat de Overijselschc sijnodus
met den haren in een combinatie wilde treden van eenen dienaer des woorts
onderlingen te seynden ende t'ontfangen , wert geachtet , dat sulx in deses
tij ts gelegentheijt niet en can geschieden. Ende wat belanget den voorslach
van de revisie des bibels, in denselven brief voorgestelt, wert van den
sijnodo geapprobeert.
18. Alrertus Langhorst, paep tot Rouveen, sal met den paep tot
JJhorst ter eerster bijeencootnste verschreven werden van den classe, daer-
onder sij resorteren, om met densolven te handelen na behooren.
251
1 9. Johan Roelofsen , pastoor tot Wanneperveen , is op den sijnodum
volgende de verschrijvinge verschenen ende heeft sich in alles crhoden te
reguleren na den 12 artikel des sijnodi, gehouden binnen Deventer anno
98 den 23 Maij, ende sal tot dien eijnde met die gemeynte tot Steen wij ck,
onder welcken classe hij resorteert, goede correspondencie houden. Tot ver-
sekeringe van dien heeft hy met eygencr handt desen artikel ondertekent.
20. De sijnodus sal met Goods hulpe toecomende jaer op bequamen tij t
gehouden werden tot Swolle. Hierop syn de broeders des sijnodi , naer gc-
houdene censuram moi*um ende gedaene dancsegginge tot God Almachtich ,
in vrede ende eenicheyt gescheyden.
Petrus Habbitius, praeses.
Abkahamls Naebanus, electus synodi scriba.
r
Acta synodi provincialis , gehouden in Zwolle \
begonnen den g tn Junij tooi ende geendig het den
I2 en desselvighen maents.
Op dezen sijnodo syn verschenen met behoorlicke credentzbrieven dese
navolgende personen :
van weghen de landtschap: de edele joncker Ernst van Ittersem, drost
van de Twente;
van Deventer: Thomas Rothuijsius, predicant, ende Jacobus Krijt,
olderlinck ;
van Zwolle : Hebmannus Wyffebdinck , pred. , burgemeester Engbebt
Engbebtsen, olderlinck;
van Campen: Johannes Lamottus, pred., burgemeester Jan Cloecke,
olderlinck ;
van Hasselt: Johannes Bogebmannus, pred.. Otto Hendbicksen , old.;
van Steen wijck: Petbus Habbitius, pred., Chbistiaen Dheube, old.;
van Oldenzeel: Luddebus Voghelsanck, pred., joncker Jan Reyners, old.;
van Vollenhove: Johannes Langius, pred., Gerrtt Mens, old.;
wt de Cunner: Jacob Hessels, pred.;
van de Swartesluys: Anthonius Fabritius, pred., Lodewyck van Duij-
ren, olderlinck;
wt de Oldemarket: Hermannus Ribbe, pred.;
wt Blanckenham: Gebabdus Cobnelii, pred.;
van Zallick: Johannes Anthonides, pred.;
252
wt Masteubroeck : Wynanpfs Wijnandi, pred. ;
van Genemuijden: Henricvs Pollio, prcd.;
van Isclmuyden : Hebmannus Vos, pred.
Naer aenroupinghe van de name des Heeren is wt het midden deser
voornoemde personen met de meeste stemmen vercoren tot praeside Joh an nes
Boghermannus, tot scriba Johannes Lamotius, tot assessore Petbus Harrï-
Tirs , waerop de vergaderinghe met aenroupinghe op een nieuw dese navol-
gende artyckelen heeft beraemt ende besloten.
1. Wat den 4 endo 5 en artyckelen des synodi van Steenwyck belanght
van de papen ten platten lande ende van de eheordeninghe , dewyle de ge-
deputeerde van Ridderschap ende Steden , volgens dien versocht syndc, tot
antwoorde hebben gegeven , dat haer E. E. tgene wat aengaet den papen
niet conden int werck stellen, ten waeve het landt in beteren stand t gebracht
werde , ende daerom een bequaemer gelegenthey t verwacht moeste worden,
ende wat belanght de eheordeninghe, dat hare E. E. in handen vant collegie
hadden gestelt om sekere regelen diesaengaende te concipiëren, so heeft
synodus goetgevonden , dat de dienaren ter plaetse, daer de bijeencomste
des collegii sal syn, beijde de saken op een nieuw versoecken-, voegende
by de petitie van de eheordeninghe, dat hare E. E. believen wille int
stellen van deselve ecnighe kerckelicke personen , daertoe gequalificeert ,
benevens haer E. E. toe te laten.
2. Den twaelfden artyckel des synodi van Steenwyck, van de inventa-
risatie der geestelicke goederen te Wije, Olst ende andere plaetsen des
drostamps van Sallant tot onderhout der Gereformeerde predicanten aldaer ,
blyft in zyn geheel, ende sullen de dienaren der kercke van Zwolle haer
devoir doen, gelyck sy alrcede oock gedaen hebben, ten eynde deselve
artyckel moghe geeffectueert worden.
3. Aengaende de correspondentie te houden met den synodis der naest-
gelegene provinciën, als Gelderlandt, Suijdt ende Northollant, tot meerder
eenicheyt der kereken , is deselve voor goet aengenomen ende dat daertoe
maer een predicant van d'een synode tot de andere trecke reciproce. Ende
dewyle sulckes niet can wel geschieden dan met goet believen van de edel
Ridderschap ende Steden, is belast den predicanten ter plaetse, daer tcol-
legie vergadert sal worden, dit te versoecken , twelcke vercreghen synde, sal
men daervan adverteren de voorgemelde synoden. Ende heeft synodus wt
dese provincie voor dese reijse gecommitteert om op den Gelderschen te
verschijnen Thomam Rothuijsium, op den Suijdthollantschen Hermannum
Wijfferding, op den Northollantschen Johannem Lamotiüm.
4. De classis van Oldenzeel volgende de partitie, gemaect in den 7 en
253
artijkcl des lactstgehoudenen sijnodi te Deventer, sul metten elasse van De-
venter by provisie gecombineert worden.
5. Sullen de predicanten ter plaetse, daer tcollegie is, versoecken , dat
haer E. E. gelieven wille eenich middel voor te nemen , daermede eenigbe
jonghe gbesellen van goeder hope ende verstan t in studiis opgevoet werden
tot dienst der kereken deser provincie van Overijssel.
6. Men sal schryven aen de gbemeynten van Hollant, ten eynde sy by
de Generale Staten aenhouden, dat eenigbe predicanten verordonneert ende
gegageert mogben worden , die stedes tlegher met Godes woord t versorghen.
7. De predicanten ter plaetse, daer tcollegie is, stillen versoecken, dat
baere E. E. gelieve by Ridderschap ende Steden te bevoorderen , dat niemandt
de sacramenten bediene, als dien bet wettelick toecoemt, te weten den Ge-
reformeerden predican ten .
8. Op bet versoeck van die van de Swartesluijs is gead viseert, dat die
predicanten ter plaetse, daer tcollegium is, door requeste sullen aenbouden,
dat haer eenicb subsidium, tot onderhoudinghc eenes predican ts, van de
landtsebap naer haer E. E. discretie moghe toegelegbt worden.
9. Alsoo Bokelmannus gedoleert heeft over den artijckel in den synodo
van Steen wij ck, belangende syne voorgaende onstichtelicke conversatie ende
cleedinghe, niettegenstaende hy de vermaninghc, hem aldaer gedaen, goet-
willich aengenomen ende sicb daerna te schicken belovet hadde, achtende
sulckes te strecken tsyner oneere, so heeft synodus voor au twoort gegheven ,
dat sy hem daermede niet van oneerlickbeyt hebben willen beschuldighen ,
maer tot meerder stichtinghe een spore gheven, twelck meer tot synor
eeren als oneeren strecket.
10. Also Bokelmannus den synodo heeft voorgedraghen, hoe dat hy
van Ridderschap ende Steden versocht sy , van weghen de kereken deser
provincie naert legher te trecken om aldaer het predickampt te bedienen ,
so heeft sijnodus hem daertoe gecommitteert ende gegheven getuygenisse
syner sendinghe. Sullen daerentusschen de kereken van Deventer ende
Zwolle by beurten Bokelmanni plaetse bedienen.
11. Anthoniüs Fabmtius, predicant van Staphorst, den sijnodo berou-
pinghe verthoont hebbende , van de ghemeynte van de Swartesluijs op synen
persoon gedaen, is goetgevonden , dat hy de beroupinghe sal naercomen,
evenwel nu ende dan de ghemeynte van Staphorst bedienende een tijtlanck,
ten eynde de luijden aldaer, teenemael ontblootet synde van den kwken-
dienst, geen oorsake nemen eenighen papen de ooren te bieden.
254
12. Hknricus Pollio, predieant van Genemuijden , verthoont hebbende
in synodo beroupinghe op synen persoon, gedaen van de ghemeynte van
Linghen, heeft begeert dimissie, overmits de Genemuijders hem niet connen
voortaen onderhouden, gelyck hy daervan haere eygene verclaringhe ons
heeft schriftelick verthoont, andersins willich synde Henricum voornoemt
te behouden. Daerop heeft synodus besloten , dat Henrtcus voorsch. bene-
vens de predicantcn der plaetse , daer het collegium is , sullen aenhouden ,
dat haere E. E. believe den van Genemuijden int onderhouden van haeren
predicant eenich subsidium na discretie te vergunnen, twelcke vercreghen
synde, Henricus te Genemuijden sal bljjven, maer so niet, sal alsdan de
classis, daer hy onder sorteert, syne vorighe begeerte bevoorderen.
13. Het synodus, verstaen hebbende, dat de paep van Suijtwolde inde
Drente, nu woonachtich te Genemuyden, op Ens gepredict heeft gans on-
wettelick , selffs geen professie der Gereformeerde religie gedaen hebbende,
daerbenevens van onverdragelicke feijten beruchtet, heeft den predicanten
te Campen belastet toe te sien, dat hy sich op Ens in den dienst niet in
en dringhe.
14. Hermannus Wener anus heeft aen synodum geschreven, daermede
hy so tscheen versocht versoeninghe , gelyck hy oock daernaer op het ver-
schryven des synodi persoon Heken is verschenen. Maer dewijle men noch
wt syn schrijven noch oock wt syn woorden heeft connen vernemen eenich
leetwesen noch belofte van beteringhe, selffs niet in de tegen woordicheyt
des edel. heeren drost van de Twente, die hem nevens den synodo wel
ernstlick vermaent ende bestraft heeft, jae gemerct hy seer onbleefdelick
ende schamperlick sich tegens den sijnodum bethoont heeft, soo persisteert
het synodus by tgene in den voorgaenden synodis over hem is besloten
ende sal op alle manieren daertoe arbeyden , dattet geeffectueert worde , tot
dien eynde schry vende aen den classem van Enckhuysen ende haer biddende
daertoe te arbeijden, dat den edel. heeren Staten van Northollant, die syn
betaelsheeren syn, believe hem syne betalinghe t'onthouden.
15. De volmachten des synodi voor desen teghenwoordighen jaere sullen
syn, wt den classe van Deventer: Thomas Rothuysius; van Campen:
Johannes Lamotius; van Zwolle: Johannes Boghermannus; van Steen-
wyck: Petrus Harritifs; dewelcke, so de noot vereyscht, eenen olderlinck
wt haeren classe sullen by sich moghen nemen.
16. De synodus, op allo manieren gesocht hebbende Henricum Bornium
met Anna , syne hujjs vrouwe , ende haer met hem te versoenen om tsamen
te leven, gelyck echtenluyden toestaet, ende eyndelick oock haer beyden
expresselicken belast tselve te doen, om so grote ergernisse, als daerwt overal
255
ontstaet, voor te comen, heeft evenwel verloren arbeyt gedaen. Derhal ven
is goetgevonden , dat , solanghe sy onversoont bly ven , Henricus sieh synes
dienstes (gelyek besloten is in den synodo van Steenwyek) ende oock des
nachtmaels, gelyek ooek Anna, onthouden. Ende is tot dien eijnde den
kerekenraet van Zwolle opgeleyt, tbesluijt des sijnodi met aller neerstieheyt
te volbringhen.
17. De classis van Zwolle sal hare classicale vergaderinghen naer order
der kereken houden, ten minsten tweemael int jaer.
18. Het toecomende synodus sal gehouden worden den derden Maendach
nae Pinxteren te Oldenzeel, so Berck met Godes genacde gereduceert wordt;
so niet, te Deventer. Ende sullen de predicanten aldaer de wtschrijvinghe
doen.
Hierop, naer geholdene censura morum ende daneksegginghe des naems
Godes, is synodus in vrede gescheijden.
Johannes Bogerman, electus synodi praeses.
Joh an nes Lamotius, electus sijnodi scriba.
Petrus Harritiüs, assessor.
Acta synodi provincialis , gehouden binnen
Deventer \ begonnen den I5 cn Junij anno 1602
ende geindiget den 1 6 en desselvigen maents.
Op desen synodo syn verscheenen met behoorlijcke credentsbrijven dese
naevolgende personen:
van wegen die lantschap: die E. joncker Ern9T van Ittersum , droste
des landes van Twente;
van Deventer: Michaël Reckius, predicant, ende Lubbert to Pass,
ouderlinck ;
van Campen : Tomas Goswijnius, pred., ende Egbert Claessen, ouderlinck;
van Swolle: Hermannus Wijfferdtnck, pred., ende Hendrick van
Thije, oud.;
van Hasselt: Johannes Bogermannus, p. , ende Ötto Hendrick9, oud.;
van Steenwijck: Petrus Haritius, p. , ende Lucas Meijerinck, oud.;
van Oldenzeel: Luderus Vogelsanck, pred., ende doctor Arnoldus van
Limborch, old.;
van Vollenhoe: Johannes Langius, pred., ende de E. joncker Volckij er
Sloot, oud.;
256
van die Swartesluis : Antiionius Fabritius, p., endc Lodewijck van
Dcren, old.;
van die Oudemarckt: Hermannus Ribbius, p. ;
van Ootmersum: Otto Ghijesen, p.;
van Delden: Arnoldus Kemenerus, p. ;
van Denekura: Valerius Rostrop, p.;
van Enschede: Adolpiius Spiserus, p.;
van Goer: Joh an nes Bukanus, p. ;
van Olst: RurcHERrs TrcHELAER, p.
1. Wt dese voorgenoemde personen syn nae anroepinge van den name
Godts met gemeinc stemmen gecoren tot praeses Michaêl Keckius, tot
assessor Jo hannes Bogermannus, tot scriba Johannes Langius.
2. Sijn verschenen wt den Saithollantschen sijnodo Ntcolaus Dammius,
dienaer des god tly eken woordes ten Brijelle , ende wt den Noorthollanschen
synodo Cornelius Hillenius, dienaer tot Alckmaer, ende hebben hare be-
hoor lij ck e credentsb rij even vertoont, begeerende met ons in die onderlinge
correspondentie, daervan den 3 en artikel dos voorgaenden synodi meldet.
te treden. Maer naedemael sulcks noch niet van Ridderschap ende Steden
is geconsen teert, wort sulcks voor dese tyt noch wtgestelt, belovende daeren-
tusschen onse wterste beste in dese saecke te willen betonen, opdat sulcks
moege vercregen worden.
3. Die voorgenoemde 2 legaten wt die beide voorgenoemde synoden
hebben wederom geproponeert , offte si die saecken, daer si van instructie
hebben, niet souden moegen proponeren ende met ons affhandelen. Hij r op
is besloten, dat haer sulckes is gecon sen teert , mits daerdoor niet anders
gesocht worde als Godts eere ende stichtinge der kereken; ten 2 en dat
sulckes sonder eenige praejudicie van andere provinciën ende kereken soude
geschieden ende daerbenevens opt alderkorste met mondelijcke communicatie,
sonder daer eenige acten van te tekenen, ten si dan saecke dat sulcks die
kereken van Overijssel mede concerneerde.
4. Dese voorsch. legaten hebben hijrnae wt hare instructie geproponeert:
ten l en dat het seer nodich waer, dat het nationael generael synodus ge-
houden wierde wt seeckere redenen ende oorsaecken , ' van hen geal legeert ,
ende begeerden daerom , dat mede die prodicanten deser provincie dat wilden
helpen bearbeiden , twelck haer beloofft is ; ten 2 en van die combinatie offte
onderlinge correspondentie, daerop geantwoort is als boven in den 2 en
artikel; ten 3 en dat die translatie ende revysie des bijbels mochte voort-
gaen f twelck wij mede beloofft hebben te willen bevorderen nae vermoegen ;
257
ten 4 en dat men in sommige exemplaren vint , dat achter in onsen Catechismo
int gebet nae de predicatie voor den koninck van Spangien onde synen
anhanck gebeden wert, twelck sal aldus bequamelijck verandert werden,
nae dese woorden alles in alles svn: insonderheit bidden wij U voor die
overicheiden, diet U beliefft heefft over ons te stellen etc.; daerbenevens
leest men in die Korte Ondersoeckinge des gelooffs voor bet woort : onder-
scheiden personen, verscheiden personen, twelck oock sal verbetert werden ,
ende men sal den druckers in alle plaetsen van dese 2 stucken adverteren.
5. Is beslooten, dat van nu voortan wt een jegelijck classe twe predi-
canten ende twe oldorlingen sollen gedepnteert worden om op den synodum
te verschenen.
6. Sal door reqneste versocht worden an die E. heeren Gedeputeerden,
dat het hare E. E. gelieve die papen op den platten lande haren ganseben
dienst te laten verbieden ende te doen wt die pastoriehusen datelijck ver-
trecken ende niet meer eenige kerckelijcke goederen laten genieten, ende
dat hare E. E, alle kerekengoederen op dieselvige plaetsen late inventariseren
ende wel eernstelycken belasten , dat die inwoonders derselviger plaetsen voort
eenen Gereformeerden predicant met consent des classis, daer die plaetsen
onder resorteren , beroopen , ende indien die inwoonderen onwillich sijn offfce
versumich, dat alsdan die E. E. heeren Gedeputeerden gelieve hen eenen
te senden. Ende dat hare E. E. oock gelieve doer die E. heeren drosten deses
landes te verrichten , dat an alle scholten moge geschreven worden , dat in
hare schol tampt, daer Gereformeerde gemeinten sijn, die beropinge bi die
besloten Gereformeerde gemeinte sal bestaen, ende indijn daer noch geen
beslooten Gereformeerde gemeinten sijn, dat alsdan niet die scholten alleen
maer met haer die gemeine huisluden, met voorweten , consent ende authori-
teit des classis offte der gedeputeerden des classis, daeronder die plaetsen
resorteren, hare dienaren sullen beropen.
7. Vorder sal in datselvige request mede versocht worden, dat die E. E.
heeren Gedeputeerden gelieve goede ordere te stellen , dat die costen , die
op synodale ende classicale vergaderingen gedaen worden , op die aldervo-
gelijckste maniere van die lan schap mogen gevonden worden , overmitz men
bevint, dat die predicanten, om die kosten te vermiden, haer van sodanige
nodige vergaderingen absenteren ; ende dat die E. E. heeren Gedeputeerden
gelieve goede middelen wt die geesteljjcke goederen te implojeren, daer-
mede eenige studenten van goeder hoope ende verstaat ter schole onder-
houden worden, ende dat haer E. E. oock gelieve die veelvuldige abusen,
die noch in desen lande sijn, wech te nemen, als die schendelycke ont-
heilingen der Sondagen ende bededagen , die vijringe der dagen der heiligen ,
Acta syn. provinc. V, 17
258
vastenavontspelen, meibieren, sweertdansen , papegoischeten op Pinxsterdagen
offte Sondagen , ganse treeken ende diergelijcke ijdelheiden , die tot droncken-
schap ende andere sonden gedjjen , voort alle beelden ende altaren vernielen ,
voorts alle wichelerie, waerseggerie , besweringen ende andere diergelijcke
grouwelen op het strengeste verbieden.
8. Die wtschrijvinge deses synodi, tegen den 18 en artikel des voor-
gaenden synodi gedaen, sal in geene consequentie getrocken worden.
9. Een iegelgck sal an sijne respective overicheiden versoecken, dat die
predicanten in pestetijden niet met testamentschrjjven sullen beswaert worden.
10. De kercke van Swol heefft den synodo geremonsteert, datHENRicus
Borniüs met sijn huisfrouw is wederom versoent ende vereeniget ende
daerom versoeckt, dat die voorige articulen van sjjne suspensie in den vo-
rigen synoden mogen wtgedaen worden. Waerop geresolveert is, dat diesel vige
artikulen in hare weerde blijven , nochtans dat hi nu voortan in sjjnen dienst
sal wederom continueren, indijn die versoen in ge wetteljjck ende ten vollen
geschiet is.
11. Alle schoelmeisteren ende costers sullen belydenisse doen van die
Gereformeerde religie ende die Nederlansche Belijdenis se onderteeckenen in
haren classe, daer si onder resorteren. Ende indijn si daerin weigerich
sjjn, sullen si doer authoriteit der E. beeren drosten geremoveret worden.
12. De papen van Almelo, Borne ende Vriesenveen sullen comen hijr
te Deventer, om op dese naeste reise mede ten avontmael te gaen. Ende
indijn sulcks niet geschiet, sullen si voer affgeset geachtet werden ende
haer hares dienstes onthouden.
13. Is goetgevonden , dat Hengele mede sal bedient worden van den
dienaer te Delden des Sondages nae de middach, ende dat men des vals
schrgven sal an den E. Frederick van Twickelo, droste te Beda, dat sijn
E. gelieve die kerckengoederen daertho te imploijeren, ten ware dan dat
sijn E. daer selffs gelieffde een Gereformeert predicant met consent des
classis te stellen.
14. De van Deventer ende Oldenzeel sullen nu voortaen hare classicale
vergaderingen elck bgsonder houden , ende Delden sal van nu voortaen onder
Oldenzeel ende, in Deldens plaelse, Baelte wederom onder Deventer resorteren.
15. Om eendrachticheit in alle ceremoniën der kercken te houden is
beslooten , dat men sittende het avontmael sal houden in onse provincie van
Overijssel ende die Nederlanscjhe psalmen gebruicken.
259
16. Die van die Swartesluis begeeren, dat die penningen, eertij ts ge-
geven die verbranden luden aldaer, van dewelcke sommige die penningen
niet anders dan op rente begeerden ende hebben hare armoet nu overwon-
nen, mochten tot opbouwinge van een kercke geimployeret worden. Is
haer sulcks geconsenteert , behoudens dat die van die Swartesluis belooven
hare armen evenwel te onderhouden.
17. Wort die classis van Steenweek belast, dat si met eernst anholden
an den E. heeren drosten van Vollenhoe , dat het sijn E. gelieve alle doot-
slagers, polygamos, dygamos ende die bloetschande begaen te straffen ende
te removeren.
18. Wort Petro Haritio ende Johanni Langto belast an den E. heeren
drosten van Vollenhoe te versoecken, dat het sjjn E. gelieve executie te
doen op die van Isselham , opdat Hermannus Ribbius an sgn gagie geraecke.
19. Naedemael die doop, van vrovrouwen geschiet, geenon doop maer
een ontheilinge van den doop geachtet wort , soe sal mede an die E.E. heren
Gedeputeerden int voergenoemd e request versocht worden , dat snlcks den
vrovrouwen eernstelgck in die platte landen sal verhoeden ende, die snlcks
doen, gestraft worden.
20. De gemeente van Deventer sal nae die saecke, in dien brieff des
classis van Zutphen verhaelt, angaende dat onordelijck leven ende doopen
des papen van Batman in hare provincie vernemen ende daerna dieselve
beantwoorden.
21. Issels tractaet van die scholen, den synodo geexhibeert, verwach-
tende daervan synodi ordel, wort die gemeinte van Deventer ter hant
gestelt om doer te lesen ende daervan te judiceren , diewelcke tselve trac-
taet met haer ordel sullen die van Campen oversenden ende die van Campen
an die van Zwol ende soe voorts an andere kereken deser provinciën.
22. Vrou ten Over, gecomen sijnde in onsen synodum, heefft gedoli-
eert over Patroclum Bokelhannum, dat hi haer op die strate qualick
bejegent hadde, ende begeert (hare swackheyt mede bekennende) met hem
versoont te worden. So ist, dat het synodus dese saecke den kerekenraet
van Swolle belast om haer beide te veraccorderen. Ende het synodus ver-
staet, dat hi binnen Zwolle, daer hi resideert, selden ter predicatie comt.
Daerom die voergen. kerekenraet hem daervan oock vermanen sal, doende
daerby dat hi sonder eenige excuse (gelgck nu geschiet is) sich van den
synodo niet meer absentere, ende dat hi voor alle dinck sich beneerstige bjj
syn gemeinte te resideren ende met alle vljjt dieselve te bedienen.
17*
260
23. De gedeputeerde des synodi voort thocomende jaer sullen syn : wt
den classe van Deventer Michael Keckïüs, wt Campen Tomas Gosswinius,
Wt Swol JOHANNES BOGERMANNUS, Wt Steenweek JOHANNBS LaNGIUS , wt
Oldenzeel Luderus Vogelsanck.
24. Ende die classis offte kercke, die haer byeencompste versoocken,
sullen die costen dragen.
Het synodus sal thokomende jaer binnen Campen den derden Maendach
nae Pinxsteren gehouden worden.
Hierop, nae gehoudene censura morum ende dancksegginge van den name
des Heeren, is het synodus in vrede gescheiden.
Michael Keck Hertensiüs, praeses synodi sst
Johannes Langius, synodi scriba.
Johannes Bogerman s. , assessor praesidis.
Acta synodi provincialis van Overyssel^ gehou-
den binnen Campen, begonnen den 2?** Junij
ende geendiget den 30"* desselvighen maents 1603 1 ).
Op desen synodo syn met behoorlycke credentzbrieven verschenen dese
navolgende personen:
van weghen der landtschap d'edele Jan Witten ;
wt den classe van Deventer: Arnoldus Rusius, predicant van Deventer,
met burgmeester Martinus Stegheman , olderlinck , ende Rutgerus Tichler ,
predicant te Olst;
wt den classe van Campen : Casparüs Holstechiüs , pred. te Campen *) ,
vergeselschappet met burgmeester Roloff Lambertsen , olderlinck , ende
Anthoniüs Fabrtcius, pred. op de Swartesluys, met Gerrtt Jansen,
olderlinck ;
wt den classe van Swolle : Johannes Fabrtcius , pred. te Swolle 8 ) , met
burgmeester Jan Gillis, olderlinck, ende Johannes Bogherman, pred. te
Hasselt *) , met burghemeester Arent Claessen , olderlinck ;
wt den classe van Oldenzeel: Luderus Vogelsanck, predicant te Olden-
zeel *), met burgmeester Jchax Reyners, olderlinck, ende Otto Gtsius,
pred. t' Otmersen ;
1) „1603" ontbr. in QQ. •) „pred. te Campen" ontbr. in QQ. >) „pred. te Swolle 1 »
ontbr. in QQ. «) „te Hasselt" is in QQ later bijgevoegd. ') „te Oldenzeel" ontbr. in QQ.
261
wt den classe van Steen wijck: Johannes Langitjs, predicant te Vollen-
hove, met Gerrit Meis, olderlinck, ende Hermannus Ribbius, predicant
in de Oldemarket;
wt den classe van Linghen: Johannes Speenhovtus, pred. te Linghen,
vergeselschappet met D. syndico ') Bebnhahdo Menger, olderlinck, ende
Henricus Pollio, pred. te Backhem.
1. Artyckel.
Wt dese voornoemde personen syn naer aenroupinghe van den naeme
des [Heeren met ghemeene stemmen gecoren tot presidem Casparüs Hol-
stechius, tot assessorem Johannes Bogherman, tot scribam Ludderus
Voghelsanck.
2.
Die van Linghen hebben versocht toegelaten te worden op onsen synodum
bij provisie nae luydt der acte, daervan by den heeren drost van Linghen
gegheven ende ons verthoont synde , waerop sijnodus deselvighe geadmitteert
ende verclaert , dat de broederen des classis van Linghen in gelycken grade
met anderen classibus in der landtschap van Overijssel staen sullen.
3.
De propositie der legaten wt Hollandt, vervattet synde in den vierden
artyckel des synodi, voorleden jaer binnen Deventer geholden, is voorge-
lesen. Ende is gedecreteert , dat men sal by de heeren Gedeputeerde deser
landtschap versoecken, dat wan van denen van Hollant in den Haghe
mochte voorgestelt ende versocht worden de bevoorderingbe een es nationael
generael synodi , sulckes van haer E. E. moghe geapprobeert ende bevoor-
dert werden.
4.
Belangende den vyfden artyckel des synodi , voorganghen jaers te Deventer
gehouden, van dgene so sullen gesonden worden ad synodum alle jaere,
wort tot verclaringe daerby gevoeght, dat waer niet meer als eene kercke
olderlinghen heeft in eenen classe, sal in plaetse eenes olderlincks een
predicant genomen worden. Sal oock eenen yederen classi vrijstaen af te
veerdighen ad synodum eenen olderlinck wt eene kercke, waerwt geen
predicant gedeputeert wordt.
5.
Compareert D. Bafdartius j ) met procuratie des synodi van Gelderlandt,
versoeckende op dese synodale bycomste geadmitteert te worden volgens
') „D. syndico" ontbr. in QQ. ') „Baudartios" QQ heeft „Wilhelmus Bandartius".
262
syne gedane propositie. Hierop is geresol veert, dat de kercken van Overyssel
niet Kevers hebben gehadt ende alsnoch hebben, dan alle goede correspon-
dentie met den broederen van Gelderlant, generalick ende particulierlick ,
oock sonsten met den kercken van de Geünieerde Nederlanden ende elders,
te holden. Dewyle averst verstaen wordt by der overicheyt deser provinciën
de réciproque affsendinghe van ghedeputeerde der kercken, buyten deser
landtschap resorterende , om sessie te nemen voor alsnoch niet goetgevonden
te wesen , heeft men de sake daerby berusten moeten laten ende D. Baudarttum
als gecommitteerde wie voorsch. tot deser tydt niet admitteren connen.
6.
Een yegelicke classe werdt belastet op te legghen den predicanten ten
platten lande, in steden wonende, dat se sullen trecken wonen by hare
kercken, so daer pastoryehuysen syn. Ende waer geene syn, sal classis
versoecken, dat d'inwoonders deselve weder opbouwen.
7.
Op de questie van den doop, off die moghe verrichte t worden op andere
als predickdaghen , is geresol veert , dat men blyve by de resolutie des
nationalen synodi.
8.
Die van Genemuyden syn verschenen ende vermaent eenen predicant aen
te nemen, maer dewyle sy geclaeght, geene middelen te hebben, is hen
vermaent ende belastet alle haere geestelicke goederen van pastorijen, vica-
rijen , gilden ende diergelycken daertoe t'imploieren. So dat niet geschiet ,
sal men de sake den E. heeren Gecommitteerde van Ridderschap ende Steden
remonstreren , opdat hare E. E. daerin remedieren.
9.
Van de sake Hendrict Petbet, die van verscheydene puncten montelick
ende schriftlick beschuldight is, heeft synodus gedecreteert , dat men hem
tydt van twee maenden geve, binnen dewelcke hy attestatie van den kercken-
raet te Groeninghen aen der classe van Zwolle verthonen sal. So niet,
sal hy synes dienstes alsdan datelick entsettet syn ende sal synodus hieren-
tusschen alle dese sake aen die van Groeninghen overschrijven.
10.
De eheordeninghe , by Ridderschap ende Steden gestel t ende den synodo
voorgelesen, is goetgevonden.
263
11.
Die van Zwolle hebben een questie ingebracht, off men stille een persone
to den avontmale laten, aen wekkers doop sommighe twyffelen, maer die
persone selffs met anderen is wel in der sake genist. Waerop synodus be-
sloten heeft, dat by totten h. nachtmale des Heeren mach toegelaten worden.
12.
Men sal versoecken de E. heeren Gedeputeerde van dese provincie, dat
deselvighe in den Haghe proponeren, dat verboden werden alle kettersche
ofte onbehoorlicke boecken in de Geünieerde Nederlanden te drucken.
13.
Den 22 en artyckel des lestledenen synodi, geholden binnen Deventer 1602
den 15 Junij, herlesen ende oversien ende van der sak en gelegen theyt
breeder onderricht , werdt by den synodo verclaert , dat vrouw ten Oüver ,
den regel Christi Matth. 18 voorbij gacnd e , t' onrechte alhier heeft comen
haer voorstel inbringhen, waeromme oock de voorgenoemde synodus haer
donrechten tot den kerckenraet van Zwolle gewesen hebbe. Ten tweeden,
gemerct oock deselve acte, narrative geteeckent synde, schynt etwes te
wydt te connen geduydet worden, ende overmits vrouw ten Ou ver de
gedane aenclachte on vervol gh et heeft; gelaten, so verclaert sijnodus, dat
aensprekerinne op onreden gefondeert sy ende de besprokene geabsolveert.
Ten derden, aengesien dat teghen eenen olderlinck niet behoort voortgebracht
te worden dan onder twee getuyghen, verclaert de synodus, dat de parti-
culiere verschillen, den dicnaeren aengaende, van geener gewichticheyt, wel
mogen broederlick gecensureert ende gestraft worden, doch niet so lichte-
lick, tensy daer eenigho merkelicke redenen syn, behooren te boecke ge-
stelt te syn.
14.
Is goetgevonden , dat synodus versoecke de reparatie der kercke van
Delden aen den drost van de Twente.
15.
De synodus belast den kerckenraet van Oldcnzeel, dat men de lidtmaten
der geineynte aldaer sal vermanen, dat se niet sullen naerlaten dat ampt
der diakenschap aldaer te bedienen. Middelertyt sal men aen Ridderschap
ende Steden aenholden, dat heure E. wille gelieven in den misbruyek der
armengoederen t' Oldenzeel order te stellen.
16.
Belangende de lyckpredicatien blyft men by de resolutie des nationalen
synodi.
264
17.
De saecke D. Gisn heeft de E. rentmeester van Zallandt 1 ) aengenomen
te bevoorderen.
18.
Van de gheestelicke goederen sal men versoecken aen Ridderschap ende
Steden , dat order daerop gestelt ende wel moghen geimploieert worden tot
onderhoudinghe van kercken, scholen ende seminarien der kercken, ende
dat metter eerster gelegentheyt.
19.
Daer *) is voorgegheven , offet niet tot goeder ordeninghe in synodo
diende, dat de classis, in welckers stede synodus geholden wordt, solle
hebben in prima sessione primum locum ende votum ende in den anderen,
derden ende navolgenden sessionen d'andere classes , gelyck se ordine mal-
canderen volghen, elck ordine by beurte primum locum et votum, waerop
een yeder classis toecomende jaer in synodo syne resolutie sal inbringhen.
Sullen oock de gravamina van een yegelicke classis 8 ) wtgheschreven worden
ende gehoorlich twee maenden voor den synodum aen de kercke, daer
synodus sal geholden worden , ghesonden 4 ), opdat deselve sulcke gravamina
schicke aen alle andere classes, opdat se aldaer gheventileert moghen wor-
den, ende de ghedeputeerden , so wtghesonden sullen worden ad synodum,
de resolutie des classis daerop medebringhen.
20.
Het is goetgevonden , dat de classes van Campen, Zwolle ende Steenwyck
den dienst in Masten broeck mit prediken om veerthien daghen voorsien,
beginnende van die van Campen ende so volgens, opdat also de weduwe
saligher Winandi de opcomste noch een tijdtlanck moghe ghenieten.
21.
Die van de Swartesluijs hebben versocht te moghen resorteren in het
classis van Steenwyck. Is geantwoort, dat men blyven sal by de resolutie
des synodi te Deventer.
22.
Die van Linghen hebben gevraeght, off een pape, soo een dootslach ge-
•) „van Zallandt" ontbr. in QQ. *•) In QQ begon dit art eerst met de woorden
„Classis van Steenwyck heefteen questie voorghestelt", welke woorden echter door-
gehaald zijn. *) „classis" QQ heeft „kercke", dat eerst ook in onzen cod. stond,
maar doorgehaald is. *) „ghesonden" ontbr. in QQ.
265
daen, tot het ministerium xnochte toegelaten worden. Is geantwoort, dat
sulckes niet behoorde te gheschieden , nietthegenstaende dat hy pardoen heeft
van de overicheyt, dewyle een prediker behoort een goet ghetuygenisse te
hebben by deghene, die bujjten syn. Maer wan hy, pardoen hebbende ende
mettet bloet des dooden versoen t synde, boete bethoont, sal hem niet aff-
geslaghen worden tot het nachtmael des Heeren toeghelaten te worden.
23.
Noch een andere questie is geproponeert , off men fcier in Overijssel
hebbe een sonderlinghe kerckenordeninghe anders als die generael is.
Waerop geantwoordt: neen, ende daerby verclaert, dat men sich behoort
te richten na de acten des nationalen synodi Hagensis.
24.
Belanghen de de weduwen der verstorvene predicanten sal aen de landt-
schap versocht worden, dat deselvighe met onderholt versien werden.
25.
Het is oock ghedecre teert , dat men sal by de landtschap versoecken
d'affschaffinghe der groevebieren ende allerhande onordeninghe in bruiloften
ende kindermalen.
26.
Van de ehesake, so die van Oldenzeel hebben voorges telt, belangende
eenen man, den syn vrouwe ontloopen is met eenen soldaet, die daer be-
geert met een andere getrauwt te worden, is geantwoordt, dat so hy sich
niet wil ontholden, mach hy aenholden by de magistraet, dat de vrouwe
met placaet wederom me inghevoordert werde, eer in deser sake van de
kercke van Oldenzeel etwas gedaen worde.
27.
Also de predicanten ten platten lande swaerlick connen onderholden wor-
den , sal men versoecken , dat de £. heeren Ghecommitteerde van Ridder-
schap ende Steden wille gelieven te ordonneren, dat alle de goederen, tot
onderholdinghe van predicanten, scholemeesters ende oosters geimployeert ,
van verpondinghe ende schattinghe moghen vrij syn.
28. l )
Daer sullen geene predicanten beropen worden sonder voorweten , consent
ende authoriteyt des classis.
') In QQ stond eerst het navolgende als art. 28, dat echter doorgehaald is: „Die,
266
29 J ).
Tot gedeputeerde des synodi syn vercoren: wt den classe van Deventer
Arnoldus Rusrus, wt den classe van Campcn J. *) Lamotiis, wt den classe
van Zwolle, J. *)Fabriciu8, wt den classe van Oldenzeel , Ludderus Voghel-
sanck, wt den classe van Steenwyck, J. *) Langius, wt den classe van
LlNOHEN , J. *) SPHEENHOVIUS.
80 8 ).
De naestcomende synodus sal binnen Oldenzeel den derden Maendach na
Pinxten geholden worden. Hierop is censura moruin geholden ende na
dancksegghinghe des goddelicken names in vreden gescheiden.
Casparus Holstechius, praeses synodi 4 ).
Johannes Bogerman s. , assessor praesidis.
Luderfs Vogelsang, electus synodi scriba.
Acta sijnodi provincialis , gehouden buitten
Zuolle den 14 Augusti end geeindiget den 15
desselven , anno 1604.
Op desem sijnodo sijn mith behoerlike credentzbrieven verschenen:
van wegen der lantschop: de edele end vrome Johannes Witte;
van Deventer: Mtghael Keckius end Johannes Blranus, dienaeren,
burgermeester Makten Stegeman end Daem Pietersen, olderlingen;
van Campen: Joannes Lamotius, predicant, end burgemeester Reinaert
Tengenagel, ouderlinck, Henricüs Grevenstein, predicant;
van Swolle: Joannes Wedaeus, Hieronïjmus Heersolt, predicanten,
burgemeester Engelbert Engelb ertsen , ouderlinck;
van Oldensaell: Lijder us Vogelsanck, Adolphfs Spiezerus, Valerius
Rostorp, respective dienaeren tho Oldensael, Enschede end Degenecken,
end Albrecht Herinck, ouderlinck tho Oldensael;
van Lingen: Joannes Speenhovius, Otto Frantzen, Joannes Rtngelius,
van Campen hebben dese questie v oorgestel t: oir een man, so eene persone ge-
trouwt, daer hy een kindt by hadde ende een jaer by ge woont, met eene andere
begeert, sou de moghen gecopuleert worden? Is geantwoort, dat sulx hier niet
mach geconsenteert worden*'. Boven ons art 28 staat in QQ „29". >) „29" QQ
heeft, in verband met het daar doorgehaalde art. 28, hier „30". ') „J." QQ heeft
„Johannes". 3 ) „30" QQ heeft „31". «) „Casparus — synodi" ontbr. in QQ.
267
respective dienaeren tho Lingen, Ippenbnren end Beesten, end Gebhabdt
Swarte, ouderlinck;
van Vullenhoe: Joannes Langius end Henricus Beilanüs, respective
predicanten tot Vollenhoe end Blocksiel, met burgemeester Jan Coeps,
ouderlinck tot Vollenhoe.
1.
Uth dese vergaderde persoenen sijn naer aenroepinge gotÜikes namens
vercoren tot praesidem Johannes Lamotius, tot assessorem Johannes Wedaeus,
tot scribam Joannes Speenhovtus.
2.
Belangende de bevorderunge des generalen sgnodi sal men ersten ver-
soeken van de Gedeputierden deser provinciën, wat in desser sake bij de
Mogende heeren Staten gedaen sg , end dan de heeren Gedeputierden venier
bidden, mith vorstellinge der principaelsten redenen, dat heur E. hjjrande
goede hulpeliko handt tho holden believe.
3.
De van Steenwick end Hasselt hebben haeren olderlinck, de van dem
classe gedeputieret was op sgnodum te comen, gelijkewol niet gesonden,
hoewel tselve im laetsten sijnodo , tho Campen geholden , besloten was. Soe
hout dese sijnodus deselve voor ditmael (overmits sie noch geenen ordinaris
dienaer hebben) geexcusieret , vermanende den classem in dese sake goede
broederlike einicheit tho holden.
4.
Angaende den 6 articul lestledenen sijnodi, van dienaeren, die niet en
woenen in loco bjj haere kercke, omdat se geene bequaeme woeninge heb-
ben, sijn de namen der plaetsen alhier opgeteekent om bij de laodtschop
an tho holden, dat de opbouwinge derselven b\j goeder tijdt noch vor den
winter geschenen m och te , warin der E. rentemeester beloefft bij de Gede-
putierden deser landtschop het beste te doen. De namen der plaetsen sijn
dese: Oelst, Wij e, Campervecn, Denneken end Losseren, Rjjssen.
5.
Men sal wederom opt nieuwe versoeken an de Gedeputierden, dat haer
E. bij de Staten Generael woude gelieven an tho holden , dat goede opsicht
genohmen worde op de druckerijen , ten einde geene kettersche boeken aldaer
gedruckt mogen worden.
268
6.
Der 19 articul lestgcholden sjjnodi, dewjjle deselve alsnoch niet int werck
gestellet ist, so sal deselve hiDferner neerstelick onderholden worden, end
sal men hjjrentusschen in bedencken nehmen, off deselve gravamina off ten
minsten de principaelste van dien niet behoorden dem E. deputato, die
van wegen der landtschop gecommittiert sal worden op sijnodum te coni-
parieren, sijn de een lidtmate der Gereformeerder religion, vorhin toege-
sonden worden.
7.
Men sal wederom anholden voor de weduwen der predicanten jaerlicx
een lijffpensie te genieten.
8.
Angaende den 27 articul laetsten sijnodi, dewijl e men verstaet, dat de
landtschop de goederen, tot onderholt van de predicanten geleijt, van ver-
pondinge hebben vrijgelaten , sal men anholden , dat hetselve de van Enschede
end alle andere ock mochten genieten , dewjjle sommige guetheeren hun
hijrin weigerHck holden.
9.
De sake Henrici Petraei tho Ommen ist in sijnodo rijplick erwogen,
end darom persisteert synodus alsnoch bij de resolutie , im lestleden sijnodo
tho Campen genohmen, houdende hem van sijnen dienste vor gedeportiert.
10.
Men sall versoeken an de landtschop, dat verboden worde: de kinderen
niet mogen bij de Jesuiten te laten studieren , bijsunder degene die einige
gcisÜike beneficien van de landtschop sijn genietende, overmits tselve by
openbaere placaten van de heeren Staten te voeren verboden geweest ist,
welcker placaet noetwendich soude sijn vernieuwet te worden.
11.
Maktinus, olde pastor ter Ihorst, wort verclaert onduchtich totten
kerckendienste overmits sijn onwetenheit in religionssaeken , gelijck de
»
broederen des classis van Swolle verclaeren , welckerem judicio de sijnodus
vollenkomen geloove (alst behoert) toestel t. Insgelijcks de pape tho O vereest.
Und sal om andere mehr redenen angeholden worden , dat se daeÜick gere-
movieret worden.
12.
Idt sal niet toegelaten worden einige comoedien, tragoed ieD offte ietwes
anders van dergelijken naturen te agieren, so by schoelkindereu als anderen.
269
13.
Lingenses hebben onderricht begeert van einige sake Budolpui Meiers,
dewelcke van eine vjjandt der religie beschuldicht was , dat hij b[j de Jesuiten
gebichtet unde gerevociert hadde, welckes nochtans van ehme niet kan be-
wesen worden. Maer nochtans bekennet Rudolphüs, dat bij sijn E. graeff
Fredrick van dem Berge van sijnen kerspelluden angeholden (warin Rudol-
phus geconsentiert), bij de pastorije int pausdom tho blijven. Heefft darom
de classis van Lingen vorg. Rudolphum yam dienste gesuspendiert und
ferner verclaert, dat Rudolphüs vant jaer 99 aff (als solckes geschiet) hem
wel gedragen, ock om der religioen willen tho Berck gevangen geholden
und daerbeneffens, in classe Lingensi hjjrvan vermaent sijnde, schultbe-
kentenisse gedaen, om vergiftmsse gebeden, de Nederlantsche Belydenisse
und Catechismum bekent end begeert wederom to dem dienste toegelaten
tho worden, warup de classis hem mith vorgaende openbare schuitbeken t-
nisse tot ein lidtmate der gemeente wederom op end angenohmen. Der
sijnodus , alle dese saken met mehr andere redenen overwogen hebbende ,
heefft verclaert, dat Rudolphüs Meier wederom tho den dienste toegelaten
worde, und stelt dem classi van Lingen in handen te oordelen, off Rudolphüs
bequameliken daer ter plaetse een tijdtlanck konne geduldet worden, off
dat hij na umganck sekerer tijdt tot ein andere plaetse behoorde getrans-
portiert te worden.
14.
De van Steenwijck end Steenwijkerwout , hebbende angenohmen einen
predicant buiten weten end kentenisse der classicale vergaderungen , worden
wel vor deser tijdt (overmits de classis tegen de persoenen niet toe seggen
weet) vor geexcusiert geholden end doch vermanet, hinferner de kercklike
ordnung stricteliken te onderholden.
15.
Uth classe van Steenwijck is geproponieret van domino Lakgio, dat hem
einen goeden raet medegedeijlet mochte worden tot wechnemunge einiger
verbitterung tegen einige heeren, alnu bereitz van hen verweckeL Waer-
van de sijnodus de sake ein weinich overwogen hebbende, ock angehoret
end gelettet op de eigene bekentenisse domini Langu, dat he vor uns be-
kent sijne passie to vele naegevolcht tho hebben, hefft darom de sijnodus
goetgevonden domino Langio te doen ein missive an de lantschop over te
bringen, warin de sijnodus sal versoeken, dat de E. heeren wouden de
schultbekentenisse D. Langu, die hy mondÜick in haere vergaderunge
(vorgeselschapt mith einen anderen ministro loei, daer de vergaderung der
Ridderschap end Steden geholden wordt) doen sal, doch acceptieren, hem
solckes vergeven end bjj sjjnen dienste tho Vollenhoe continueren.
270
16.
Alsoe men versfcaet, dat de Wederdoepers, eine grouwelike secte voerende,
seer thonehmen, gal men an de landtschop anholden, dat hun haere ver-
gaderingen verboden mochten worden.
17.
Tgene welcke in vorg. articulen besloten is an de lantschop te ver-
soeken, dartho Bullen ministri loei, daer de vergaderung der lantschop
geholden wort, gedeputiert sijn om tselve te versoeken end van den event
desselven op naestcomende synodale vergaderung rapport te doen.
18.
De naestcomende sijnodus sal binnen Oldensael den 3 Maendach na
Pinxteren geholden worden.
Hij r op is censura morum gehouden end, na dancksegginge des godtlichen
namens, sijnodus in vrede geschieden.
Actum ut supra.
J. Lamotius, praeses sgnodi.
Joamnes Wedaeus, assessor svnodi.
Joannes Speenhoyius, scriba sijnodi.
Acta synodi provincionalis , geholden binnen
Campen, angefangen den 12 Augusti anno 1606,
geeindiget denselven daegs.
Up dessen synodum sint verschenen mit behoorlicke credentsbrieven dese
naefolgende persoonen :
van wegen der landtschap van Overissell: die edele E. rentemeister
Johan Witte;
uth het classis van Deventer: Thomas Boothusius, predicant, JohaN
Roeloffsen, olderlinck der kereke van Deventer, Christophorus Halleik,
predicant ;
uth het classis van Campen: Thomas Goswinius, predicant, burgemeister
Rotgek Breda, olderlinck der kereke van Campen, Hildebkandus Willeniüs ,
predicant van Sallick, Henbicus Orevenstein, predicant van Campervene;
uth het classis van Swolle: Hermannus Wifferding, predicant, Roloff
Jansen, olderlinck der kereke van Swolle, Otto Gisius, predicant van
Hasselt; Patroclus Bokelmannus is niet in synodo verscheenen ;
271
uth het classis van Steenwijck: Johannes Vosculius, predicant van
S teen wij ck, Johannes Langius, predicant van Vullenhoe, die E. joncker
Jochem Bootzelaer, olderling der kercke van Vullenhoe, Everhardus
Janzonius, predicant up Blocksijll.
1.
Uth desse persoonen voerbenoempt sint nae anroepinge des h. naems Godes
verkoren tot synodi praeses Hermannus Wijfferding, tot assessor Thomas
Roothusius, tot scriba Thomas Goswiniüs.
2.
Men sall voer een gravamen medegeven , die uth die kercken van Over-
issell up het synodum nationalem sullen verschinen, dat doch insient up
die druckerien mach genomen wurden, dat niet allerlei boecken sonder
consent dergeener, die daerover te gebieden hebben , sullen gedruckt moegen
wurden, gelijck sulckes in den vijfften artijckell des voerledenen synodi
oock is begeert Maer aldiewijle men niet weet, hoe spoedich die natio-
naell synodus synen voertganck sall konnen hebben, wurdt raedtsaem ge-
fonden bjj die landtschap van OverisseU an te holden , dat haere E.E. gelieve
b|j die E.E. Moegende heeren Staten doer haere E.E. Gedeputderden an te
holden, dat sulck misbruick mach voorgekomen wurden.
3.
Angaende die oversendinge der swaricheiden tot die respective classes
deser provintie, te bevoerens eer het synodus geholden wurdt, updat die
gedeputderden uth elck classe geresol viert in synodo moegen koemen, blijfft
het synodus bjj die artickell, daervan gemaeckt binnen Campen anno 1603
in den 19 en artickell, gelijck oock sulckes in andere Gereformierde kercken
wurdt underholden.
4.
Diewyle Henricus Petraeüs tot noch toe den synodo niet hefft vuldaen ,
gelijck hem upgelecht was in synodo te Campen anno 1603 in den 9 en
artickell, und hij alsnoch niet laet unstichtlick te leven, oock hemselven
buiten wetent des classis van Swolle hefffc ingedrongen te Dalffsen um te
predigen , tegen alle kerckenordeninge , verklaert het synodus , dat sie hem
voer gien wettelick dienaer des evangelii holden. Derwegen besloten, dat
men erenstlick mit den eersten an die landtschap van Overissell sall anhol-
den, dat hij mach vandaer geweret wurden.
5.
Begeert het synodus nochmaels, dat bij derlantschap angeholden wurde,
dat die thiende artickell des voorleden synodi, binnen Swolle geholden
anno 1604, mach in het werck gestelt wurden.
272
6.
Tot vernrijdinghe der unordeninge, die in der ehes tandt begaen wurdt,
overmits vele in huisholdinge treden, die te voeren niet sint geproclamiert
noch van den predigstoell noch van die plaetse , daer men andersins behoort
publicatie te doene, oock niet in den houlicken staet bevestigt sindt van
den predicanten off van den magistraat, sall een iegelick predicant bij sijne
magistraet versoecken, dat snlckes moege verboden wurden.
7.
Up die missive van den synodo van Nimwegen y gesonden an het synodum
van Overissell y is besloten, dat men blgfft bij die resolutie , daervan gemaeckt
in synodo te Campen anno 1603 in den 19 artickell.
8.
Men sall an die E. E. Gedeputeerden deser landschap versoecken , dat
haere E. E. gelieve die beste middelen te beramen , dat die papen ten platten
lande wechgeweret moegen wurden, angesien sie den predicanten seer hin-
derlick sint, dat sie geene behoorlicke frucht mit den dienst des evangelii
schaffen konnen.
9.
Die broederen des classis van Deventer hebben den synodo voergedragen
een seecker schrifft van Johannes Hartnack, inholdende verscheiden
klachten, waerup het sijnodus heit geantwoordet, dat sie voer guedt erkennen,
hetgeene die broederen van Deventer in die saecke gedaen hebben, und
daerbjj guedtgefonden , dat men eene missive an hem sall schicken , hem
daerin frentlick vermanende, dat hij sick van sijne ungefondierde klachten
wille entholden und der guede meininge des classis van Deventer und der
magistraet sick onderwerpen, die in sijne saecke gueden raedt schaffen
konnen. Holdt het synodus oock voer guedt die bostraffinge , die die broe-
deren van Deventer hem gedaen hebben , van wegen dat hij binnenshuis
buiten raedt und believen t des classis sjjns dochters kindt gedoopt hefft,
hetwelcke gedaen is tegen alle kerekenordeninge. Yermaent derwegen voer-
benoemden Johannem Hartnack sijn schuit daerin te bekennen.
10.
Is voergestelt , off voertan die broederen , die in synodo sullen verschinen ,
oock in eene herberge tsamen ter maeltijt sullen koemen , edder off sie
sullen gelogiert wurden bij den broederen der ghemeinte, daer het synodus
sall geholden wurden. Waerup ter andtwoordt gegeven, dat men sulckes
sall in bedenckent nemen.
273
11.
Het synodus mit verheugent verstaen hebbende, dat die toehoorders tip
Blocksijll so an wassen y dat die kercke niet groot genoech is voer diegeene,
die tot gehoor des evangelii koemen, und oock frese is, naedenmaell sie
boven malkanderen sitten moeten, terwijle men predigt , dat die bovenste van
wegen die swaerte up die understen sullen vallen , helft guedtgefonden bij
die landtschap van Overissell an te holden, dat die voerbenoemde plaetse
mach vergroetert wurden, updat die tegenwoordige ijver sodaniger luiden
mach erholden wurden.
12.
Tot gedeputaerden des synodi sint verkoren: uth het classe van Deventer
Thomas Rothusius, van Campen Thomas Goswinics , van Swolle Hermannus
Wifferding, van Steenweek Johaknes Langius.
13.
Naestkoemende jaer sall het synodus geholden wurden in het classe van
Steenwjjck, die die plaetse tot gelegener tijt daerthoe noemen sall.
Hijrup is , nae geholdene censura morum und gedaene dancksegginge tot
Godt Allmachtich, het synodus geeindiget und in frede gescheiden.
Hermannus Wiferding, synodi praeses.
Thomas Roothuisen, assessor.
Thomas Goswiniüs, scriba synodi.
Acta synodi provincialis , gehouden te Campen
anno 1607 den 2i en Julij.
Op desen synodum sjjn met behoorlijcke credentsbrieven verschenen:
ten eersten van wegen de lantschap: de Erb. Enqbert Claessen;
van wegen het classis van Deventer: D. Thomas Rothusius ende D.
Rotcherus Ticheler, predicanten, ende de Erb. Geerhraerdt van Such-
telen, ouderlinck;
van wegen het classis van Campen: D. Johannes van der Heiden ,
D. Henrigus Grevestein ende D. Henricus Johannis Soest, predicanten,
ende de Erb. Christoffel Hendrickz, als ouderlinck;
van wegen het classis van Swol: D. Johannes Fabritius ende D. Otto
Gisius, predicanten, ende de Erb. Matthias van Wessum ende Otto Hen-
drickzen, ouderlingen;
Acta syn. provinc. K 18
274
van wegen het classis van S teen wij ck: D. Johannes Langius ende D.
Johannes Voskuil, predicanten, ende D. Ryckmannus Wolphius, licent
juris, ende Johan Albertz, als ouderlingen.
Ten i«*. — Wt het getal van dese voorgenoemde personen syn nae anroe-
pinge van de name Godts gecoren tot praeses D. Tomas Rothusius, tot
assessor D. Johannes Fabritius, tot scriba D. Johannes Langius.
Ten 2'*. — Is besloten , dat het synodus eenen brieff sal schrijven an den
E. heeren drosten van Sallant, dat syn E. Henricum Petrejum, nu tot
driemael toe in drie nae elcander volgende synodale vergaderingen uit
sware redenen onweerdich des kerekendienstes geordelt sijnde, doch een-
mael gelieve te removeeren, omdat hij onwettelyck in dese provincie in
den dienst is gecomen ende sich soe onstichtelijck tot allen tijden heefft
gedragen, dat men al tij t veelvuldige dachten van hem heefft gehoor t, ende
dat hij daerom meer schade als vordeels in Godts gemeinte doet, opdatter
geen lasteringe meer van come, ende het synodus met sijne protesten, ge-
lijck hij nu eene seer ongerjjmt overgegeven heefft, niet meer moege bes waret
worden; ende indien de E. heer drost daer niet in remedieert, dat het synodus
sal sulcks moeten wederom an de lanschap versoecken.
Ten fr*. — Het synodus sal oock eenen brieff schrijven an den E. heeren
drosten van Vollenhoe, dat sijn E. gelieve van nu voortaen niemant eenich
voorschrifft te verleenen an eenigen scholten , om tot een predicant van den-
selven angenomen te worden, aleer de E. heer drost, om veelvuldige
swaricheiden voor te comen, sulcks metten classe gecommuniceert heefft;
ende daerbenevens dat de beropinge der predicanten moege geschieden
van de gemeinten aldaer met voorweten, wille ende consent des classis,
daeronder de plaetse resorteert, ende dat die E. heer droste gelieve hiervan
allen sijnen scholten schriffteljjck te insinueren ende wel eemstelyck te be-
lasten, dat syluiden dat recht de gemeinte laeten ende vanhier voorts niet
meer sonder consent des classis eemant heropen.
Ten 4**. — Angaende de saecke Zaghariae Wolphii , naedemael desel ve
sonder consent des classis van Steenweek an den Blanckenham heropen is
ende om verscheiden redenen syn persoon ende syn getuchenissen den classe
van Steen wjjck ende den synodo suspect sijn, is in den synodo geordoneert,
dat het classis hem sijne getuchenissen sal affoorderen ende copie daervan
oversenden an de broederen van Sutphen om te vernemen, offte syluiden
desel ve in sulcker form hem gegeven hebben ende offte sjj raetsaem vinden,
dat men hem in den dienst dulde. Ende indien sulcks geschiet tot goet
contentement des classis, sal Zacharias een ander beropinge met consent
275
des classis van gijn gemeinte nemen in behoorlgcker forma, Bieb nochtans
verbindende, dat indien h\j hem qualjjck quam te dragen, dat hjj alsdan
van den dienst geremoveert sal worden.
Ten 5**. — Het synodus - heefft goedtgevonden , dat alle classes sullen neer-
stige ondersoeckinge doen , offte oock eenige predicanten offte ouderlingen ,
daeronder resorteerende , eenich verschil offte misverstant in den Catechismo
ende Nederlansche Confessie der Gereformeerde religie hebben , en de , soe
wat mochte voorcoinen, bij tyts soecken te remedieren.
Ten Gen. — Is oock geresol veert y dat alle classes hare gravamina , de in den
nationalen synodo sullen nodich sgn voorgestelt te worden, bg tgjts sullen
colligeeren ende dat het nodich sal sijn, dat onse synodale boeck doer de
broederen van Campen, daer datselvige nu is, doergelesen worde, opdat al
hetgeene daerin voorbehouden is om in den nationalen synodo affgedaen te
worden, neerstelyck angeteeckent worde. Sal oock de kereke, daer het
provinciael synodus sal gehouden worden, nae het uitschrijven des synodi
nationalis in tijts genoech provincialen synodum verschrijven.
Ten 7«. — Het synodus heefft goedtgevonden, dat de deputati synodi,
indien de vrede mochte getroffen worden, sullen bij elcanderen comen ter
plaetse , daer de lantschap vergaederen sal , ende met elcanderen raedtslaen ,
hoe vooreerst op de beste wij se alle plaetsen ten platten lande bequamelijck
moegen met predicanten versien worden, ende alles wat tot restauratie der
kereken sal dienen an de lantschap te versoecken.
Ten &*. — Wort het classis van Campen belastet , dat sij sullen nomine
synodi Gellio Sixtino anschrijven , dat hjj sich datelijck van het predickampt
sal onthouden , naedemael hij soe eene sonde begaen heefft , dat hij nae luit
des 73 en artikels des nationalen synodi, gehouden binnen des Gravenhage ,
niet en can in den dienst geduldet worden , bysonder dewijle hij airede der
oorsaecken halven van den classe van Lewarden van sjjnen dienst affge-
settet is.
Ten fr». — Men sal den E. burg. Engbert Claessen pro meinoria
antekenen om den E. E. heeren Gecommitteerden te remonstreren , dat haer
E. gelieve op nuwe daer wat in te doen, datter geen kinderen uit dese
provincie in de scholen der Jesuiten gesonden worden, noch oock in dese
provincie de kinderen van niemant anders als van de predicanten in de
Gereformeerde kereke mogen gedopet worden. Ende dat bij de lantschap
moege bevordert worden, dat de E. heeren, dewelcke sullen gedeputeert
worden in de Generale Staten, moegen last hebben haer beste te doen , dat
18»
276
het nationael synodus moge voortganck gewinnen, sonder dat de Catechismus
ende de Confessie gerevideert worden.
Ten 10**. — Het synodus ordeelt voor goedt alles, wat bij de meeste
stemmen in den praepa[ra]toria nationali synodo , in den Hage gehouden
den 31 cn May anno 1607 stjjlo novo, is gedecreteert, ende heefft bestem-
men neerstelijck omgevraecht, offt oock eemant wat tegen den Catechismum
ende de Neerlansche Confessie der Gereformeerde religie heefft bg te brengen.
Soe hebben alle personen, in den synodo vergadert sijnde, voer Godt ende
hare conscientie betuget, dat sy de leere, in deselvige begrepen, voor
goedt ende schrifftmatich houden.
Ten il*». — Tot deputatos synodi pyn gecoren D. Thomas Rothüsiüs ,
D. JoHANNES VAN DER HEIDEN , D. JOHANNES FaBRITIUS ende JOHANNES
Langius.
Ten 12**. — Is bij desen oock goedtgevonden , dat nu de toecompstige
synodus binnen Swolle sal gehouden worden , overmits dat het collegie der
E. heeren Committeerden voor het tocomende jaer aldaer sal resideren.
Thomas Roothuiss, praeses synodi.
Johannes Fabritiüs, assessor synodi.
Johannes Langius, scriba synodi.
Acta synodi provincialis , gehouden binnen
Swolle den n ende 12 Julij anno 1609.
1. Up diesen synodum sin met behoerlicke credentzbrieven verschenen,
als:
van wegen Bidderschap ende Steden dieser landtschap van Oeverijsell:
die Ed. E. Johan Wijtten, rentemeister generall des landes Sallandt, ende
die erbare Johan Jellljs, borgermeister der stadt Swolle;
wt dem classe van Deventer: die ehrw. welig, dominus Joannes Gos-
mannus, bedienaer des hilligen evangelii binnen Deventer, ende dominus
Gerardus Lindenhoviüs , dienaer der kerken tott Baelte, n effens den ersa-
men Daem Petersen, olderlinck der voorgemelter kercke tott Deventer;
wt dem classe van Campen: als dienarn des wordes dominus Daniel
Sauterius binnen Campen, dominus Henricus Meinardi up die Swarte-
sluis, dominus Hillebrandus Willenius tott Sallick, neffens die Ed. E.
Beijnart Ganssnebbe, borgermeister ende olderlinck tott Campen;
277
wt dem classe van Swolle: als dienarn des wordes dominns Joannes
Wedaetjs tott Swolle ende dominus Otto Gysitjs tott Hasselt, ende older-
lingen borgermeister Johan Buis tott Swolle ende Otto Hendricksen tott
Hasselt ;
wt dem classe van Steinwijck: als dienarn des wordes dominns Joankes
Voscuil tott Steinwijck ende dominns Joankes Langius tott Vollenhoë,
olderlingen Eickmannis Wolphiis, licentiat ende borgermeister binnen Vol-
lenhoë, ende Peter Mewes binnen Steinwijck.
2. Wt het getall van diese voorgemelte persoenen zin nha anroepnnge
des namens Goedes tott praeses erwelet dominus Otto Gysiüs, tott assessor
D. JOANNES GOSMANNUS, tott SCliba D. JOANNES WEDAEUS.
3. Synodns blifft bij die resolutie angaende Henricum Petraeum, inden
voerhergaenden synoden genomen, als datt hij sich datelicken van den
kerckendienst sall ontholden , ende begert datt man noch bij den Ed. heeren
droste offte bij die Ed. Gedeputierden dieser landtschap anholde, datt hij
moege removirt worden. Ende updatt in sin platze ein ander beqnaem
dienaer moge gestelt worden, so hebben die Ed. gecommittirden , geno-
minirt zinde up den landtdach binnen Deventer dem synodo bij tho woenen ,
van dem synodo begert, dat ein iegelick particulier dienaer behoere tho
arbeiden, darmit guede dienarn so tott Dalffsen als elders in allen andern
classen moegen beroepen worden, beloevende datt haer Ed. willen haere
wterste devoer doen, datt die beroepene dienarn met guede babitatie ende
stipendio moegen versorget worden.
4. Angaende Zachariam Wolffium is guedtgefunden , datt an hem geschre-
ven ende vermanet worde tott beterschap sines levendes ende betalinge siner
schulden. Ende dar het contrarium befunden wordt, sall die classis, darunder
dat hij sortirt , die auctoritet hebben Wulffium voorgemelt van sinen dienst
tho deportirn.
5. Angaende die 5 artikull synodi Campensis anno 1607 den 15 Julij
is guedtgefunden, datt ein ij der particulier dienaer in elcken classe noch
sall doorlesen den Catecbismum , dwelke alhir in diese Nederlandische kercke
gelebrt ende geprediget wordt, beneffens die Nederlandische Confessie des
glovens, ende ock approbirn. Ende soverre dar jjmandt befunden worde,
dwelke dieselve niet approbirn wilde, sall man met sodanigen procedirn als
behoeren sall.
6. Hett synodael boek sall berusten ter platze, dar synodus geholden
wordt, ende also volgens transferirt worden.
7. Synodus persistirt, dat noch die 8 artikell des synodi, binnen Campen
geholden, angaende Gellium Sixtinum, moege geeffectuirt worden.
278
8. 8all ock van die heeren die Gedeputierden versogt worden , dat haer
E. wille gelieven helpen tho hindern , dat geene kindern wt dieser provintien
in den schoeien der Jesuwiten gesonden mogen worden.
9. Angaende het 2de gravamen classis Daventriensis , namliken den tijtt
betreffende wanner dat synodus sall geholden worden , is besloeten , datt die
wtschrivinge gravaminum sall geschieden kort na Paschen ende dat man
dan den 10 dach na Pincxteren synodum sall holden, ij doch dat bij titz
darvan die heeren die gecommittirden dieser landtschap sullen advertirt worden.
10. Datt het 6 gravamen classis Daventriensis int werck gestelt worde,
laet synodus hem wellgefallen angaende die combinatie van die beide dassen
als Deventer ende die Twente, ende dattselvige bij provisie.
11. Angaende die schoelmeisters ende kosters, so referirt sich synodus
tott den 11 artikell synodi Daventriensis, geholden anno 1602 den 15 Junij.
12. Man sall bij die Ed. heeren Gedeputierden anholden, datt bij placcate
moege versocht worden, datt den papen, ten platten lande zinde, verhoeden
worde haer tho ontholden van alle paustlicke ceremoniën ende die lieden
af tho keeren van het gehoor G. w ordes, ende soverre het contrarium sall
bevonden worden, datt sie, haer solkes genugsam bewesen hebbende, alsdan
muchten van die platze removirt worden.
13. Oick sal man bij die Ed. heeren anholden, datt die dienarn, tott
armoedt offte tott haren jaren gekoemen zinde, moegen rcdelickerwijse
underholden worden.
14. Is ock besloeten, datt geene ehelueden henforder van den predig-
stoell sullen afgekundiget worden, dwelcke in unsen kercken niet willen
gecopulirt wesen, noch ock ijmantz copulirn, die bueten die kercke van
die politique officieren offte elders zin verkundiget geworden.
15. Sullen henforder die kerckendienarn ten platten lande nha die pre-
dicatie haren thohoerders voorseggen die 5 hoofftstucken der cristlicken
leere, ende so mogelick ock in die steden.
16. Man vindt guedt, datt classis so duckwils sall geholden worden , als
den tijtt ende noodt solkes sall vereisken.
17. Angaende die ehesaeke, darvan die van Campen mentie maken in
haren gravaminibus , holt synodus voor guedt, datt spon sal ia de praesenü
mutno consensu dissolvi non posse nee debere, ende datt derhalven die
magistraet van Campen darinne behoere tho versien.
279
18. Is ock geresolvirt, datt synodus den heeren gecommittirden , van
Ridderschap ende Steden genominirt dem synodo bij tho woenen, alle die
swaricheiden , dwelke in synod o voorgevallen, schrifftlick medegegeven sullen
worden, updatt sie mogen geexecutirt worden.
19. Angaende die swaricheiden van die geistlieke guedern , als pastorien ,
vicarien ende andere, als dar zin tott Dalffsen , terHegne, Houwfenne ende
dergliken, soverre darvan eenige swaricheiden in den classibus fallen sol-
len , so sall ein iegelick classis dieselvigen den Ed. heeren andienen , dwelke
beloevet hebben darinne tho remediirn nha behoer.
20. Den predicant van Gramsbergen betreffende is geresolvirt, dattdie-
selvige sall van dem classe van Swolle met den ersten verschreven worden
ende hem andienen, datt hij hem sall moeten regulirn nha die kercklicke
ordonnantie dieser Nederlanden ende hem tho underwerpen diesem classi.
Soverre hij datselvige niet sall willen achtervolgen , so sall solkes den heeren
Gedeputierden dieser landtschap angedienet worden.
21. Dewile datt in voerigen synoden is gedacht geworden der weduwen , is
noch guedtgefnnden , datt bij Bidderschap ende Steden dieselvige swaricheit
oevermals, gelick in andern steden geschiet, moege voorgedragen worden
omme einmall dieselvige tott einen gueden einde tho brengen.
22. Bij die Ed. heeren Gedeputierden an tho holden , datt die broedern
ten platten lande, dwelke so ad dassen als ad synodum reisen, moegen
genieten noodtwendige restitutie der unkosten.
23. Angaende datt begerent Guualtebi Sellii, dewile datt synodus
met hem in communicatie getreden, so hefft sij dieselvige saeke also ge-
schapen befunden, datt hij noch ter tijtt unbequaem zij tott den kercken-
dienst. Hefft derhalven synodus guedtgefunden , dat hij sick entweder ad
aliud vitae genus begeve offte beter ende fundamentaliter studiere.
24. Die magistraet van Swolle hefft einen casum matrimonialem inge-
bracht, off ein man, eine frouwe gehadt hebbende, dwelke van wegen des
ehebroekes, van haer begaen, haren man verlaten, daroever dan die partie
guede informatie genomen hefft , niet georloevet zij eine andere tho trouwen.
Is geadvisirt, datt die magistraet, darvan guede ende genochsame getuche-
nisse beleit ende angehoort hebbende, mach sodanigen man quitirn van die
overspeldersche vrouwe ende denselvigen in die vrijheit tho stellen eine
andere tho trouwen.
25. Is geresolvirt, datt synodus in datt thokumpstige jahr sall in dem
280
classe van Steinwjjck geholden worden, overmitz die ordenunge datt ver-
eisket ende die landen door Goedes gnade in vrijheit wedder gestelt zin.
26. Synodus versocht, datt die broedern wt elcken classe bg haere
oevericheitt anholden, datt Conhadus Brouwer, gekoemen zinde wt den
monasterio monachorum met gnede getuchenisse van die voornamste pro-
fessorn ende andern dienarn des wordes van Herborn, einige middelen
moege genieten voor ein balffjahr, updatt bij in die universitet tott Fra-
niker moege gesonden worden.
27. Overmitz datt collegium der heeren Gedepu tierden tott Deventer nu
tegenwoerdicb residirt, so belastet synodns den kerckendeinarn tott Deventer,
datt sie bij haer Ed. anholden, updatt alle die gravamina, d welke in diesen
synodo voorgeloopen , moegen ter executie gestelt worden.
28. Synodus befft gesocbt dominum Bokelmannum met siner buissfrou-
wen tbo reconciliirn , damp Bokelmannus ingefordert befft verklaert, datt
hjj van harten begeere met siner huissfrouwen sick tbo versoenen, updatt
einmall die ergernusse van Goedes kerke moege wechgenomen worden. Is
ock darna die huissfrouwe Bokelmanni ingeroepen , ende man hefft versocht
up verscheidene wij se ende maniere haer tbo inducirn, datt sie haer bg
haeren man sonder eenige conditie muchte wedderomme verfoegen. Hefft
darup geantwordet, datt sie dartbo niet konne verstaen.
29. Als nu die synodaell bijeinkumpst mjna ten einde gebracht, hefft
Henricus Petraeus b\j request versocht die continuatie in sinen dienst. So
ist, datt synodus guedtgefunden , datt hetselvige request an allen respoc-
tiven dassen, blivende nochtans Petraeus middelerwile removirt van sinen
dienst, sall gesonden worden, d welke darup met den ersten sullen resol-
virn, haere resolutie an dem classe van Swollo oeversenden, omme diesel-
vige den E. heeren Gedeputierden tho remonstrirn.
30. Is censura morum geholden ende zin die broedern in vrede met
malcanderen gescheiden.
Otto Gysius, minister verbi Hasseltanae ecclesiae, praeses synodi.
Johannes Gossmannus, ecclesiastes Daven trien sis, hujus synodi assessor.
Joannes Wedaeus, ecclesiae Swollanae minister, hujus synodi scriba.
281
Acta sijnodi provincialis > geholden tot Vollen-
hoe op den 26 yunii 16 10.
Op deesen sijnodo sijn mit behoerlgcke credensbrieven verschenen :
ten eersten u|jt naeme van mijn E.E. heeren van die landtschap: die
edele beer Johan Sloet, droste van Vollenhoe;
daernae als gedeputeerden ujjt den classibus:
van den classe van Deventer : D. Assuerus Matthisius ende D. Rotgerus
Tichelar, predikanten, ende den E. Jacob van Boickholt, burgemeester
als olderling;
ujjt den classe van Campen: D. Everardus Voskuijl, D. Hillebrandus
Willemius ende D. Henricus Joannis, als predikanten, mit den E. Roeloff
Lamberts, borgemeijster als olderling;
van wegen des classis van Swolle: D. Hermannus Wyferding, D. Otho
Gysius, D. Richardus Obenholtüs, als predikanten, mit den E. burge-
meester Lubbert Ulger;
uijt den classe van Steenweek: D. Joannes Langius, D. Lucas Langius,
D. Henricus Grevenstein, als predikanten, mit den ersaemen M. Herman
Messemaker, als olderling.
1. Uijt het gemelde getall sjjn nae gedaene anroepinge van den h. naeme
Gods verkoeren tot praeses D. Joannes Langius , tot assessor D. Hermannus
Wijferding, tot scriba Assuerus Matthisius.
2. Op die requeste van Zacharia Wolfio, mit diewelcke hy begeert in
sijne plaetze gedulde t te werden, met beloftenisse van besondere beterschap,
is besloeten, datt hg noch tot prove voer ditt toekoemende jaer sall in
s\jne plaetze geleden werden, mits datt hjj, sgn beloeven naekoemende,
sich voertaen stichtelgcker draege ende int besonder oeck beneerstige, datt
sijne gemaeckte schulden meugen betaelt werden.
3. Is van den synodo den classi van Swolle belast, datt sg eerstdaeges
Conradum Breve hum l ) van Franicker sullen verschrgven, om hem bij haer
te ondersoucken , hoeveele hij m och te in sijnen studiis gevordert hebben ,
om daernae voerts te adviseren , of het raetsaem sij , datt men noch eenich
behulp tot verder continuatie van sijnen studiis voer hem van mjjn E.E.
heeren soecke te bekoemen, of hem eer sjjn studirent in academiis datelgck
te doen afbreecken.
') „Breverum" 00 en PP hebben „Brouerum".
282
4. Sullen mijn E.E. heeren die Gedeputeerden des landtschaps weder-
omme versocht werden , datt haer E.E. doch gelieve te verbieden , datt ghene
kinderen uijt deese onse provincie mochten by die Jesuyten ter schole
gesonden werden; oick datt het inkruijpen der Jesuitischen vaganten haer
E.E. doch gelieve tegen te staen ende toe verhinderen.
5. Die swaericheyt om die Swartesluijs met het classe van Steenwyck te
vereenigen ende van het classe van Ca m pen af te scheyden sall tot die
naeste synode opgeschoven werden.
6. Op het 4 gravamen des classis van Deventer is goetgevonden , datt
het hiernaest eenen ij gelijken van den deputatis sall vrij staen, daer tsynodus
vergadert, logysplaetse te soucken, waer het hem sall believen.
7. Sall bij requeste van mijn E.E. heeren Gedeputeerden versocht wer-
den : voereerst een noetdruftich onderholt voer twee olde dienaren des woorts,
Joannbs Harden ack, gewesen dienaer tot Wesepe.'ende Joannes Bodolphi,
predikant tot Wannepervehen ; oeck datt mijn E.E. heeren doch mochte
gelieven eenen Joachimo Joachtmt , oltpredikant tot Hellendoera , syn
onderholt hem toegelecht, twelck niet meer nu is als 50 carelsgulden
jaerljjcks, voertaen ijets te vermeerderen.
8. Is besloeten , datt nadien die swaericheden in bet stuck van relligie,
daervan gemeldet wert in den eersten gravamine Swollensi, eijgentlijek in
Zuyd ende Noordhollandt gedroven werden, hieromme oeck het tegen staen
ende verbeteren van dieselve den synodis van die gemelde plaetzen sall
gelaeten ende toebetrowt werden , mits datt synodus nochtans haer E. mede
schriftelyck vermaene om een e beqwaeme uijtkomste hierin mit den eersten
te vervorderen.
9. Is goetgevonden te versoucken bij mijn E. E. heeren die Gedepu-
teerden des landtschaps, datt haere E.E. doch gelieve te autorizeren seeckere
soedaenige personen, die in alle kerspelen mochten gen au we inventarizatie
van alle geestelyke goederen, pastorien ende vicarien instellen, om doer
sulck een middell het vervreemde gebruick van soedaenige goederen eens
wederom te rechte te brengen ende alsoe voerts veel en predikanten tgebreck
van onderholt, daervan veele geklaecht wert, te suppleren.
10. Van die deputatien tot bet synode is op het derde gravamen des
classis van Swolle geresolveert , datt hiernae elckeenen classi sall vrij staen
uyt haeren middel vier persoon en te verkiesen nae haer eygen goetge vallen,
lettende voernaemlyck op die beqwaemheyt der personen, sonder aensehen
283
datt dieselve mochten staen in steden of ten platten lande, alsoe datt men
oeck tot; deesen vier deputatos ten minsten sall moeten verordenen twee
predikanten, oeck well drie, als in anderen synoden sulcks oeck is besloeten.
11. t Classis van Campen advys van den synodo versocht hebbende op
eene seeckere swaericheijt, voergevallen int stuck vant houwelyck , is daerop
besloeten, datt die heeren magistraten van Campen (genouchsaem van die
geloefweerdicheijt van die getuigen versekert sijnde, die mit eedo verklaert
hebben, datt d'angeklaechde tegens haer haere ontrouwe selfs solde bekent
hebben, volgens die gelijcke resolutie, in den naestvoergaende synode tot
Swolle genoemen,) meugen den klaeger well op sjjne vrije voeten stellende
toelaeten, dat hij sich mit eene andere vrije persone meuge verbinden.
12. Sijn verschenen Casyn van Isselt ende Henbick Bebentsen, als
gedepu teert van die gemene erfgenaemen van Dalfifsen , mit Heneico Petbejo,
om voer hem te versoucken , datt hjj doch mochte naer retractatie van het
oerdeel, over hem in ettelycke synoden gevellet, in haeren kerspel! inden
dienst gecontinuiert werden. Daerop haer dan is geantwoert, datt men,
ghene andere last hebbende elckeen van synen classe. geresolveert is, bij
die decreten, van hem in vele voergaende synodis genoemen, te verblijven
ende die voergenoemene excecutie van mijn. E.E heeren Gedeputeerden
tegens hem daerop te verwachten.
18. Op hett versouck van D. Nicasio van Isselt is goetgevonden , datt
die broederen van Campen uijt den naeme des synodi aen mgne E.E. heeren
Gedeputeerden sullen voer hem anholden , datt hg doch van haere E.E. tott
eenigen staet mochte bevordert werden , om daerdoer eenich behulp tot sijne
onderholdinge te bekoemen.
14. Is goetgevonden, datt mijnheere die E. droste van Vollenhoe doch
wille gelieven te verhinderen het ongebeurlycke trouwen, het tappen des
Sondachs onder die predikatie ende mede die Sondaechsche marckdaegen,
als sij in Geythoern ende Blocksijl voernaemelijck gepleecht werden, alsoe
datt men die mercktdaegen mochte op eenen anderen dach bestemmen,
ghelijck oeck mijn E. heere voergenoemt beloeft heeft ditt alles op hett
gevoechlijckste int werck te stellen.
15. Sall oeck van wegen des synodi aen mijne E.E. heeren die Gedepu-
teerden versocht werden, datt doch haere E.E. gelieve dien van Blocksijll
behulpich te weesen tot vollenvuiren van haere kercke , die sjj , angevangen
hebbende te timmeren, selfs onvermeugens sijn te volmaecken.
16. Die saecke Caboli Boeckelmanni is van den synodo bevoelen den
classi van Swolle , datt s\j daerinne doen nae d'ordere vant woert Gods ende
van den natdonali synodo, als daerop gegrondet
284
17. Het synodus sall toekoemende jaer op die gewoentljjke tijt geholden
werden binnen Deventer.
18. Sijn als deputati deeses synodi verkoeren: ugt het classis van
Deventer Assuebus Matthisius, uijt hett classis van Campen D. Everardus
V08KUULL, ngt hett classis van Swolle D. Harmannus Wijferding ende
ujjt hett classis van Steenweek D. Joannes Langius.
Ende hiernae is eintelyck censura morum geholden , daerop
volgens nae aenroepinge van den heijügen naeme Gods deese
byeenkomste is geeindiget.
Joiiannes Lanoius, synodi praeses.
Hermannus Wiferdino, synodi assessor.
Assüerus Matthisius, scriba synodi.
Acta sijnodi provincialis y geholden tot Deven-
ter den 22 Julij anno 161 1.
Op desen sijnodo sijn verscheenen met behoerljjcke credontsbrieven :
ten eersten uijtt naeme van myn E.E. heeren die lantschap: die edele
joncker Diderijck van Voerst, Gedeputierde der lantschap van O verrijssel;
uijtt den classe van Deventer: D. Thomas Roethusius, D. Asswerus
Mathisius, D. Gerardus Lindenhovius , als dienaeren des woerts, ende die
E. burgemeister Hermen Blois, als olderlinck;
uijt den classe van Campen: D. Thomas Goeswinius, D. Johannes Petri,
D. Ernestus Hiddingius, als dienaren des woerts, ende die E burge-
meister Wolff Henderijcks, als olderlinck;
uijtt den classe van Zwolle: D. Johannes Fabhitius, D. Otto Gijsiüs,
D. Johannes Westenbergius , als dienaeren des woerts, ende die E. burge-
meister Jan Janss Brouwer, als olderlinck;
uijt den classe van Steenwijck: D. Johannes Voscuil, D. Henderijcus
Grevenstein, D. Lucas Langius, als dienaeren des woerts, ende die E.
Gerbijt Jans, als olderlinck.
Ende sjjn in die vrese des Heeren dese naevolgende dingen verhandelt.
Ujjtt dit gemelte getal sijn nae aenroepinge van des Heeren heilige naeme
tot praeses D. Thomas Roethusius, tot assessor D. Thomas Goswinius, tot
scriba Lucas Langius vercoeren.
285
1. In die saecke Tan Isselham, diewelcke versoecken van die combinatie
met die van die Oldemerckt gescheiden te wesen, heefft het sijnodus be-
sloten, dat si bij die combinatie sullen continueeren om veole ende ver-
scheiden reedenen , cnde principael diewiele die E. E. heeren Ridderschap
ende Steden ende haer E. E. Gecommitteerden dat approbieren ende stich-
telijck oerdeelen.
2. Also men verstaedt ende het seecker ende gewis is, dat een vermeende
pastoer tot Heems sijn huisvrouwe* doersteecken hebbende, sich in dese
provintie ingedrongen heefft , heefft het sijnodus besloeten , dat men bi den
E. E. heeren Gecommitteerden aenholde , dat hij niet alleen geremoviert ,
maer nae eisch van delict gestrafft werde.
3. Dat sjjnodus versoeckt seer eernstachtich aen den E. E. heeren Ge-
committierden , dat, diewijele die clachte generael is, dat op den platten
lande die dienaeren doer misbrnick dor geestelijcker goederen quaet onder-
holt hebben, haer E.E. gelieve uijtt het midden van haer eenige te autho-
riseeren , die op die plaetsen , daer die dienaeren van quaet onderholt
claegen, die geestlijcke goederen registreeren ende inventariseeren, opdat
die predicanten haer behoerljjck tractament daer van genieten.
4. Mede te remonstreeren die dachten des dienaers tot Herdenberch
Johannes Edelinck, wjjens sober onderholt doer hulpe der E.E. heeren
Gecommitteerden verbeetert moet werden. Ende oordeelt het sjjnodus , dat
het bequaemste middel is hem te helpen , so die kercke van Heems bjj die
kercke van den Herdenberch gecombineert werde.
5. Also men noch weijnich effect spuert, dat die kinderen uit der
Jesuiten schoeien te huis ontboeden werden, oeck dat het incruipen der
Jeswiten vaganten niet geweert wert , is goetbevonden , dat hetselve weder-
omme met eernst so bjj den E.E. heeren Gecommitteerden, so oeck bg den
burgemeisteren der steeden versocht sal worden, dat het placcaet, van
Bidderschap en Steeden geevulgeert, mach geeffectueert werden.
6. Daerbeneffens op het nieuwe aen te holden aen de E. heeren Gecom-
mitteerden , dat haer E. E. gelieve middel te helpen beraemen , waerdoer
het gebou der kercken van Blockzijl, aireede aenge vangen , mach voltrocken
werden.
7. Oeck mede te versoecken aen haer E.E. , dat alle abbusen, als ont-
heiligen des Sondaechs , gansetrecken , papegag schieten etc. moege verhoeden
werden.
286
8. Angaende die saecke van Dalffsen is geresol viert , dat het sjjnodus
sal schreven aen die E. joncker Jan tak Rechteben offte sijn E. mombe-
ren ende aen die E. juffrou weduwe van Ittersum ende die E. Jan van
Brandenborch to Rutenborch , midtgaeders aen die gemeine ingeseten erff-
genaemen, dat haer E. wil gelieven te consentieren in die beropinge des
dienaers Joannis Abeli *), tegenwoerdich staende ter Hejjne, diewelke so
om sjjn olderdoem als anderen qualiteiten totten dienste der kercken van
Dalffsen bequaem geholden wert.
9. Diewijele het classis van Deventer sich beclaecht van het geringe
getal der kercken, onder haeren classe gehoerende, sijn die meeste stemmen
gevallen, dat die kercken van Wjje ende Heliendoern onder den classe van
Deventer sullen resortieren.
10. Op die questie des classis van Deventer, ofte een man, hebbende bij
het leeven van sijn echte huis vrouwe eebrueck met een vrij persoen begaen
ende kinderen in eebrueck geprocreert, diesel ve nae versterff van sijn wette-
lijcke huisvrouwe mach trouwen, gelijck in haere stadt sodanigen persoen
is, is geresol viert, dat men alle omstendicheit der saecke overschreven sal
aen die schoele van Stenfurt , verwachtende het oerdel der schoelraet aldaer.
11. Angaende die kercke van Ens, diewelke bjj gebreck van onderholt
sonder predicant moet sitten, is besloeten, dat die broederen des classis
van Campen den E. heer drost van Isselmuiden sullen begroetten om voer
een trjttlanck middel te helpen beraemen tot onderholdinge eenes dienaers,
totter tytt men die E. vrouwe van Emmelloert aengesocht heefft om die
kercke van Emmelloert met die kerck van Ens te combineeren.
12. Diewgele die saecke Caroli Boeckelmanni van den classe van Zwolle
aen den synodum geremitteert is, heefft het sijnodus van alles neerstige
ondersoeckinge gedaen ende die saecke in sodanige staet bevonden , dat men
hem tegenwoerdich niet sonder onraste ende onstichtinge dor kercken
van Wjje sal connen removieren. Is daeromme met die meeste stemmen
goetgevonden, dat hi tot den dienste der kercken sal geadmitteert ende ge -
confirmeert werden ende voer ditmael der kercken van Wij e bibljjven tot
der tytt toe, dat hi met een ander beroepinge mach versien wesen, het-
welke hi met sijn bjjwesende olderlingen heefft angenoemen. Ende diewijele
bevonden is, dat hi niet nae den eisch siner belofften , den classe van Zwolle
gedaen, tot het predickampt is ge treeden, is hi daervoer behoerlgck van
den synodo gecensureert ende, daervan overtuicht sijnde, schultbekenninge
i) „Joannis Abeli" staat in margine met een verwijsteeken naar den text. In
sommige andere codd. staat deze naam in den text, in andere ontbreekt hy.
287
gedaen. Ende angaende die confirmatie sal, na voergegaene nieuwe beropinge
der kerck van Wye, van den classe van Deventer voer den classe geschieden.
13. Ende sal hen vorder om alle disordre te vermiden niemandt tot den
examini toegelaeten werden, eer ende te bevoerens hi geoeffent is in pri-
vate propositien ende van een seecker kercke beroepen, volgende den 7
artickel des laestgeholden nationalen synodi in den Haege. Sal oeck
nieinant elders geexaminiert werden dan in den classe, daer hi beroepen is.
14. Diewijele het classis van Steen wij ck in haer laeste classicale verga-
deringe Zachariam Wolphium te kennen gegeven heefft, dat sijne saecke
op desen sijnodo soude dienen om nae behoeren gehandelt te werden, ende
hi evenwel in sijnodo niet is verscheenen, heefft het sjjnodus daeromme
evenwel in die saecke willen handelen. Daeromme alle het vorige in con-
sideratie neemende, te weeten sijn gants sinistre ende onordentlyck indrin-
gen, daer beneffen 8 syn quade ende ergerlijcke maniere van leevcn, waerin
die broeders, hem lange genoech tot proeve gednlt hebbende, geen beter-
schap en bevinden, oordeelt het sijnodus, dat Zacharias Wolphius in den
dienste niet langer can geduldet noch geleden werden , maer van sijnen dienst
sal desisteeren ende afstaen. Ende sal het classis van Steenweek die E.
heere drost van Vollenhoe versoecken dese haere sententie te helpen
effectueeren, opdat die kercke van Blanckenham met een goet getrou dienaer
Jesu Christi moege versien werden, hetwelke den classe van Steenweek in
alle neersticheit te bevorderen belastet ende wel eernstachtich bevoelen is.
15. Het sijnodus, aengehoert hebbende die reeden aen beider sijden ,
so des classis van Campen als van Steenweek, oeck die schriffdgeke begeert
des E. heeren drosten van Vollenhoe, heefft gootgevonden, dat die kercke
van die Swarteslujjs onder den classe van S teen wij ck sal resor tieren.
16. Die swaricheit aengaende die excommunicatie van seeckere affge-
wekenen, van den classe ende kercke van Deventer voergestelt, daervan
oerdeelt het synodus, dat die kerck van Deventer tegens haer met die
excommunicatie, tot exempel van andere, nae kerckeLjjcker ordonnan tien sal
procedieren.
17. Op die questie van Johanne Antonide, dienaer des woerts tot
Batmen, generalyck voergestelt ende van Rutgero Tichelaer, dienaer des
woerts tot Olst, op D. Christophorüm üallein ende £en kerekenraet tot
Deventer gedudet, offte een dienaer sonder demissie van syn vorige kercke
een ander soude moegen aenneemen in denselven classe sonder den classe
wederomme voergestelt te werden, oerdeelt het synodus, dat, soveele die
288
saecke van D. Halletn aengaet, in sodanigen conjuncture die dimissie der
lantschap voer genoech wert geholden, diewijele oeck alle andere dienaeren ,
so met hem doer den viantt verdreeven , voer gedimitteert gerekent sijn.
Daerbeneffens oordeelt het sijnodus, dat die voerstellinge niet van noeden
si geweest, de wij el e hi in denselven classe bleeff, ende dat die broeders,
die dese questie voergestelt hebben , haer voerder behoeren gerust te holden
ende alles tot eenichejjt te helpen dirigeren.
18. Diewijele tot noch toe geen seecker plaetse genomineert is geweest,
daer die deputati sjjnodi mochten bijeencoemen omme die brieven ende
schrifften, van anderen sij noden, dassen ende kercken aen haer gesonden,
te ontffangen ende in die saecke te handelen, is geresol viert , dat het sal
geschieden ter plaetsen, daer het collegium der E. heeren Gecommitteerden
resideert.
19. Angaende die bieencoempste in der herberge dier broederen, so op
den sgnodum gedeputeert werden, is geresolviert , dat se bij malcanderen
sullen coemen, geleek voertijden geschiet is, ende dat niemant sal gasten
medeneemen dan met believen des praesidis.
20. Omme den E. heeren Gecommitteerden te remonstreren die dingen ,
die nodige verbeteringe vereisschen , sgn gedeputiert D. Thomas Goswinius,
D. JOHANNES FaBRITIUS, D. GeRHARDUS LlNDENHOVIÜS , D. JOHANNES
Westenberoius.
21. Tot deputati sjjnodi sjjn vercoeren: uit den classe van Deventer
D. Thomas Roethusitjs, uijtt den classe van Campen D. Thomas Goes-
wtnus, uit den classe van Zwolle D. Johannes Fabritius, uit den classe
van Steenweek Lucas Langius.
Het sijnodus sal het toecoemende jaer geholden werden op die gewoen-
ljjcke tijtt binnen Campen.
Eindeljjck is censura morum geholden ende nae danck-
segginge ende aenroepinge van den h. naeme Godts die ver-
gaederinge in vreede gescheiden.
Thomas Roothuiss, praeses synodi.
Thomas Goswinius, sijnodi assessor.
Lucas Lanoius, scriba sijnodi.
289
Acta synodi provincialis , gehouden binnen
Campen den 14 ende 15 Septembris anno 161 2.
1. Up diesen synodum zin verschenen met behoerlicke credenzbrieven , als :
ten 1. wt den name van min E.E. heercn die landtschap van Oeverjjsell:
die E. Albert Hopf, borgermeister tott Campen ende Gedeputierder in het
collegie dieser landtschap;
wt dem classe van Deventer: D. Joannes Gosmannus, dienaer des god-
liken wordes binnen Deventer, Rotgerus Tichelar tott Olst ende Joannes
Antonides tott Batmen ende Henderick Vresewijck . olderlinck der gemeente
tott Deventer;
wt dem classe van Campen: D. Daniël Sauterius, dienaer des godliken
wordes binnen Campen , D. Henricus Joannis tott Gen emu eden ende
dominus Geobgius Goykerus tott Wijlsum ende die E. Wijllem Jacubsen,
borgermeister ende olderling tott Campen;
wt dem classe van Swolle: D. Joannes Wedaeus, dienaer des godliken
wordes tott Swolle, D. Otto Gystus tott Hasselt, D. Theodorüs Wiermannus
tott Dalfsen ende D. David Chytraeus, rector ende ouderlinck tott Swolle;
wt dem classe van Steenwijck : D. Joannes Lanoius , dienaer des G. wordes
binnen Vollenhoë, ende D. Joannes Yoscuil tott Steenweek ende D. Wil-
helmus Lubbertus Sijlv. l ) tott Steenwijckerwolt ende die E. Loedewich
van Dueren, olderling up die Swartesluis.
2. Wt dit getal zin nha anroepunge des namens Godes gedeputirt nha
des sGravenhage tho gaen ommealdaer, beneffens den anderen gedeputierden
bedienaren des godliken wordes van die andere pro vin tien, bij die Ho. Mo.
heeren Staten Generall tho helpen bevorderen den voertganck des nationalis
synodi, als D. Joannes Gosmannus ende D. Joannes Lanoius. Ende is
haer medegegeven eine behoerlicke credenzbrieff.
3. Darbenevens so zin erwelet als praeses D. Daniel Sauterius, tott
assessor D. Otto Gysius, tott scriba D. Joannes Wedaeus.
4. Voortz so zin die acta des voerhergaenden synodi revidirt ende voor-
lesen ende is bevonden, dat die 3 artikell noch ten vollen niet geeffectuirt
is. Begeeren derhalven, dat die broeders tott Deventer, alwaer dat colle-
gium nu tegen woerdich is , bij die Ed. heeren des collegii wilden anholden ,
') „Wilhelmus — Sijlv.". Er stond eerst „Wilhelmus Lubberti". De verandering
en bijvoeging is aangebracht met andere inkt. In 00 komt de naam volledig in
den text voor.
Acta syn. provinc. V, 19
290
darmit dieselvige artikoll well moge geeffectuirt ende die predicanten ten
platten lande haer tractament angaende klachteloos gestelt worden , ende dat
het goede werek, bg den heeren drosten van Sallandt nu albereitz ange-
fangen, well moge bevordert ende gehandthavet worden.
5. Angaende den 7 artikell begert alsnoch synodus, dat ock die broe-
deren van Deventer wilden bij die Ed. heeren dieser iandtschap anholden ,
dat bij expres placcaet moege verhoeden worden het abuis, het welke, leider,
ten platten lande gedaen wordt des Sondages , insonderheit als met papegoij-
schieten, gansetrecken , schuttenbieren, ven ster neerun ge, tappen under die
predicatie ende dergelijcke.
6. Updat die einicheit der kereken ende insonderheit die sueverheit der
lehre in diesen landen, gelick tott nog Godtloff geschiet is, moge under-
houden worden , so ist dat van einen ijderen int besonder gevraget, off hij
ock etwes hadde tho seggen tegen den Catechismum ende Nederlandische
Confessie, gelick dieselvigen tott noch in die kerken dieser landen zin
underhouden, sonder einige niuwe glossen darbij tho doen. So hebben sij
einpaarlicken geantwordet: neen. Hetwelke ock in allen dassen sall geschie-
den ende also int werek gestelt worden.
7. Angaende het 1. gravamen des classis van Campen, so ist dat gere-
monstiïrt is, datt der broederen, van weikern diese quaestie voorgebracht,
meijnunge niet en zij tho vragen , off die 3 vragestucken voor middelmatige
offte wesentlicke deelen des doopes tho achten zijn, maer off sie daran
well doen, dat sie dieselvigen vragen achterwegen laten tegen die resolutie
synodi generalis, so binnen Dordrecht anno 74 als binnen Middelborch
anno 81 geholden. So is darup geantwordet: neen. Beloven derhalve die
gedeputierden des classis van Campen allen vlijtt ende nersticheitt an tho
wenden , dat sie haer gelickformich mogen houden haren nagebuerden
kereken dit stucke angaende ende solkes tho remonstrirn in haren consistorio.
8. Het 2de gravamen des classis van Campen is ten einde gebracht tott
contentement van den predicante van Ens.
9. Up het 4 gravamen classis Campensis resolvirt synodus, dat die
swaricheitt hiervan, betreffende die placcaten van vaste ende bededagen , so
dukwils bij den schults, achteren offte den haren thorugge gehouden wor-
den, behoere voor die Ed. heeren die Gedeputierden dieser Iandtschap ge-
bracht tho worden van den dienaren des wordts tott Deventer omme darinne
tho remediirn, darmit die ware godesdienst ter tijtt voorgemelt niet moge
versuemet , maer dat die placaten ter rechter tijtt mogen bestelt ende oever-
gebracht worden.
291
10. Angaende het 5 gravamen desselvigen classis, overmitz dat groeten
unheill gespoeret wordt ten platten lande, datt aldaer geene scholen ange-
stelt worden, dardoor entliken sall ontstaen ein harbarisch levent ende
wesent, so begeeren die broederen des synodi, datt die broederen ter
platze, dar het collegium residirt, mogen anholden bij die Ed. heeren die
Gedepu tierden , darmit dat bequaeme schoei mei s te rs up die principaleste
platzen ten platten lande gestelt ende met behoorlicke gazjj versien worden.
1 1 . Angaende het erste gravamen classis Swollanae , van den licht-
predigten, so resolvirt synodus alsnoch eins voor allen, dat man sich con-
form behoere tho houden dem artikel synodi nationalis, geholden in des
sGravenhage anno 86. Darna watt angaet die abusen bjj den verstorvenen ,
als sij begraven zin , met drincken ende zechen , so behoeren die dienaren
des wordts ter platze, dar solkes geschiet, tho remonstrirn an den gedepu-
teerden des - synodi, d welke alsdan bij den heeren drosten sollen versoeken
omme solke abusen wech tho nemen.
12. Angaende den staet der weduwen ten platten lande, updat nu ein-
mail darinne moge geremediirt worden , so is in deliberatie genomen , also
dat in elcken classe sall voorgebracht worden omme darup tho resolvirn
ende die resolutie darvan oever tho brengen in den thokumpstigen synodo,
off niet guedt zjj ende behoere tho geschieden, dat die weduwen mogen
genieten annum gratiae , dat is soviele tractaments , gelick hare mannen
die predicanten bjj haren levende in ein jahr gehadt, ende dat also die
platzen van den benabeurden predicanten desselvigen classis sollen mogen
bedienet worden.
1 3. Angaende den 3 artikell des classis van Swolle , so is guedtgefunden
omme sekere consideratien , datt ein ijder dienaer, die met die generale
middelen beswaret, versoeke bij die Ed. heeren die Gedeputierden darvan
ontlastet tho worden.
14. Het 5 artikell betreffende, so ach te t synodus unnodich tho zin, dat
ein predicant , woll geexaminirt zinde ende darvan attestatie vertoenet heb-
bende, wedderomme a novo geexaminirt worde, maer dat man behoere
erstliken guede informatie tho nemen up denjennigen, sine lehre ende levendt
angaende, dweike sall in eine platze beroepen worden.
15. Angaende het erste gravamen des classis van Steenweek , so holt
synodus voor guedt, dat henforder in allen vörvallenden swaricheiden die
inlandischen academiën behoeren erstliken versocht tho worden , ende dat
der hal ven die 10 artikell synodi Daventriensis, anno 1611 geholden, niet
behoere in consequentie getrocken tho worden.
19*
292
16. Dewile leider up het niuwe verscheidene klachten zin hervoorgebrachl
van Zachario Wolfio, so holt synodus alsnoch hem geheell deportirt tho
zin van sinen dienste. Ende updat die executie hirvan moge int werck
gestelt worden, so begert synodus, dat die broederen van Deventer wilden
anholden bij die Ed. heeren die Gedoputierden dieser landtschap, alsdat
haere Ed. wilde gelieven ernstliken tho schriven an den heeren drosten van
Vollenhoë, darmit einmall die platze als Blanckenham, oevervloiende van
Wedderdoperen , van sodanigen ergerliken ende unstichtelicken man moge
ontlastet worden.
17. Also die broeders van Steen wijck tho erkennen gegeven, dat die
predicante van Wannepervehn tott sinen hogen ouderdom gekomen , also dat
hij den kerckendienst niet langer well kan bedienen ende ock geene middelen
des levendes hefft, so wordt den broederen desselvigen classis uperlecht,
dat sie met thodoen ende behulp der predicanten ter platze, dar het col-
legium residirt, hg die Ed. heeren dieser landtschap anholden, dat hg in
sin ouderdom moge versorget ende versien worden.
18. Tott deputati synodi zin verkoeren D. Joannes Gosmannus, D. Daniel
Sautemus, D. Joannes Wedaeus, D. Joannes Voscuil.
19. Is besloten, dat synodus in der stadt Swolle up die behoerlicke tytt
in dat thokumpstige jahr door die gnade Goedes sall geholden worden.
. Eindtliken so is censura morum gehouden ende zin die broeders in vrede
ende einicheit gescheiden.
Daniel de Souteu, sst. praeses sijnodi.
Otto Gysius, assessor.
Joannes Wedaeüs, scriba synodi.
Acta synodi provincialis , gehouden binnen
Swolle den 13 Juny 16 15.
Sessio l a .
Artikel 1. Syn verschoenen tot desen synodum :
ten eersten uyt den name van myne E.E. heeren des landschap van Over-
yssel: de eedele ende eerentveste heere Henrick van Bentinok, drost des
lands van Sallant, ende den eerbaren ende achtbaren Jan Jielis, borge-
meester ende cameraer der stad Swolle;
293
daerbeneffens de deputati der dassen met beboorlicke credentiebrieven :
van Deventer: D. Assferus Mathisius, dienaer des goddelyken wgorts
tot Deventer, ende D. Johannes Henrtcfs Rappaeus, dienaer des godde-
lyken woorts tot Hellendoren , insgelyx D. Jeremias Plancius , dienaer des
goddelyken woorts tot Deventer, in plaetse eenes olderlinx der respective
kerken des classis van Deventer ten platten lande, alsook den eerentvromen
Wernaert Strockel, olderlingk der kerke tot Deventer;
van Campen: D. Everhardfs Vosktyl, dienaer des goddelyken woorts
tot Campen , metten achtbaren heere ende borgemeester Christoffel Henrixen,
olderlingk tot Campen, insgelyx D. Htllebrandus Willenius, predicant
van Sallik, ende D. Johannes Schotlerfs, dienaer des goddelyken woorts
tot Camperveene;
van Swolle: D. Hermannus Wïferdïngk, dienaer des goddelyken woorts
te Swolle, item Hteronymfs Vogellius, dienaer des goddelyken woorts
tot Hasselt, insgelyx D. Johannes Abeli, dienaer des goddelyken woorts
ter Heyne, alsook den eerbaren ende achtbaren Antontfs van Brakel,
borgemeester ende cameraer der stad Swolle, als olderlingk;
van Steenwyk ende Vollenhove: D. Lucas van Langen, dienaer godde-
lyken woorts in de Oldemarct , item D. Johannes Volcerus , dienaer godde-
lyken woorts te Swertensluijse, D. Jacobus REYNERrus, dienaer goddelyken
woorts te Giethooren, alsook Jan Arentsen, de eersame borgemeester, als
olderlingk van Steenwyk.
2. Uyt dit voorgemelde getal syn vercoren naer aenroepinge van Gods
h. name tot praeses D. Assuerus Mathisius, tot assessor D. Hermannus
WlFEHDINGK, tot SCIlba HlERONYMUS VOGELLIUS.
Sessio 2 a .
3. D. Martinus van Roveen heeft in synodo geprotesteert tegens dat
hy in den classe tot Swolle van syne deputatie op den synodum ontslagen
was by gebrek van genoechsame verdedinge overt gheruchte van oneerbaer-
heit, synen persoone nageseght, alsook wegen onsuyverheit in leere ende
leeven. Daerop , alles overwogen synde , van den synodo beslooten is , dat
hy na het gemelde oordeel des classis sulle ontslagen blyven, mits dat
evenwel het synodus oordeelt deese procedure niet so swaer tot syne oneere
te gereyken, als hy het genomen heeft. Belastet hem synodus meteenen,
dat hy overt geruchte van oneerbaerheit , tegens hem gedivulgeert, metten
eersten sal purgeren ende sich voor allerley onrustighe proceduren buyten
syne gemeente sal moeten ontholden.
Syn opgeleesen ende aengemerct de acta des laetsten synodi Campensis.
294
4. Op den 2 artykel is beslooten, dat dewyle d'inventaire ende ver-
pacfctinge der vicaryen ende geosielike goeden alsnoch niet gemaect is, so
sullen de predic anten classis Davcntriensis aenhouden by de E.E. heeren
Gedeputeerde, dat sulx nietten eersten machte bevordert werden.
5. Op den 3, dat men sal versoeken by de E.E. heeren Gedeputeerde,
dattet haer E. E. gelieve den E. heere drost van Sallant te versoeken ende
last te geven de executie desselven artykels te vervoordeeren ende in het
besonder wel te willen specificeeren van het tappen onder de predicatie.
6. Aengaende den 5 artykel, van de 3 vragen des h. doops, by den h.
doop te Cainpen te voegen, is beslooten, dat de acte des voorgaenden
laetsten synodi geitereert ende geeffectueert werde.
7. Van den 10 artyckel, van het bestellen der schooien, wort verstaen ,
dat daerop by den E.E. Ridderschappen ende Steden aireede geresol veert is
ende deselvige bevoordert.
Sessio 3 a .
Gravamina classis Daventriensis.
8. Het 1 gravamen , namelik dat die dingen , van wegen den synodo aen
ymants aen te dienen, sullen in den synodo, van den scriba afgeschreven
synde, onderteeckent werden.
9. Op het 2 wort goet ende nodigh gevonden, dat de swaricheden in
den huwelijke also sullen aen ge teeken t werden ende door seekere gede-
puteerde , de ordinarios deputatos synodi , aen de E.E. Bidderschappe ende
Steden geremonstreert, om daerop te mogen gelettet werden.
10. Het 3 aengaende wort goetgevonden , dat in vaceerende plaetsen geen
proponenten sullen worden gehoort noch op den stoel toegelaten, tensy
deselvige daertoe van classis wegen worden goetbekent
11. Het 4, van wegen het papegayschieten , dat daerin mochte versien
worden , als insonderheit het schieten , trommelen , schatten ende diergelyke
in den keregangk. Sich refererende tot naerder verclaringe over den 2
artykel der acten bovengeschreven synodi Campensis, daerby sal worden
verhindert, dat in de doopinge der kinderen de vrouwen, daer comende,
sich so vol ende dol niet laten vinden.
12. Van hot 7 word beslooten, dat in deesc provintie opentlik op den
predicstoel over de tegenwoordige verschillen in Hollant met groote hevicheit,
hetsy tegen d'een ofte andere partye , niet gescholden ende gelastert werde ,
waerdoor dan lichtelyke de gewenschte eenicheit , tot nu toe by ons onder-
houden, gebrooken conde werden.
295
Sessio 5*.
13. Aengaende de sake van Campen is m e tte meeste stemmen besloo ten ,
dat de sake in synodo soverre in kennisse ende informatie genomen werde,
als mogelik sal wesen.
14. De sake van Jodoco Boulow, predicant te Gramsberge, wel over-
wogen synde, is beslooten, dat aen de eedele vrouwe van Asewyn van
synodi wegen sal versocht werden , dattet bare eedelbeit sal willen gelieven
te verstaen tot reconciliatie met Boulow, mits conditie dat J. Boulow sal
behoorlyke scbultbekenninge doen over syne voorgepasseerde fauten. Ende
naer een niaent gepredict te bebben , sal het geheel bly ven aen hare edelheyts
wille , of hy aldaer sal mogen langer blyven ofte strax daer naer elders sich
moeten transporteeren , mits dat den eedelen beere drost sal helpen arbeyden,
dat J. Boulow een halfjaer stipendii mochte becomen. Ende sal in gevalle
van betering van J. Boulow ende d'eedele jufirouwe van wille blyvende
tot syne transportatie , het classis ende hare eedelheit hem behoorlyke attestatie
naer conscientie ende gelegentheit der sake tot syn transpoort meededeylen.
Sessio 6*.
15. In de sake tusschen Gert Costebs • neffens syne buysvronwe ende
Hieronymus Herolt, predicant in Ham, is besloten wat volget:
Also daer enyge onlust , geschil ende tweedracht tusschen Gert Heynrixen
Coster tsampt syner huysvrouwe Janneken Sticken eensdeels , ende Hiero-
nymum Herolt, predicant in den Ham, tsampt syner vrouwe Gebbekens
Stnggraven anderdeels is geresen betreffende eenyge laster ende eerenrue-
rende woorden, welke gedachte Hieronymus van Janneken Sticken ende
hares mans salige suster solde gesprooken hebben , so isset dat Hieronymus
Herolt in tegenwoordicheit des eedelen ende eerentvesten heere drost Henrick
Bektingk ende der tsamtelijken predicanten ende olderlingen synodi Swollanae
heeft bekent , dat hy van Janneken Sticken ende hares mans salyge suster
niet anders dan alle eer ende vromicheit weet ende dat hy sulke woorden,
als de getuygen van Gert Oosters , tegens Hieron ymum ingebracht , betuy-
gen, sommige niet en weet gesproken te hebbe ende degene, die hy heeft
gesproken, van herten leet syn, mits belovende dat hy sich van gelyke
lasteringen van nu voortaen ook tegens de gemelte personen ende de hare
sal onthouden. Hem is voorts van het synodo opgeleyt, dat hy deese
tegenwoordyge acte sulle van woort tot woort comstigen Sondagh in der
kerken in de volle vergaderinge door den onderschout ofte coster ten Ham
laten afleesen, mits daerby versoekende, soverre ymants anders sich aen
deese ende andere saken, van den pastoor gestroyt, mochte geergert heb-
ben, hetselve hem om Gods wille mochte vergeven werden. Alles onder
296
dese expresse voorwaerde, indien de pastoor eenyge van de voorgemelde
sake van nu voortaen niet en quame te achtervolgen , dat by (sulx genoeg-
saem bewesen synde) met dese selve resolutie des synodi sal dadelyk synea
amptes ontsettet gehouden worden, hetwelke alsdan het classis van Swolle
sal soeken te effectneren.
16. Word nodigh gevonden, dat de predicanten sich moeten begeven
ter plaetsen harer kerken , so daer bequame huysen syn. Ënde sal by ijeder
classo respective de faute daervan aongewesen werden ende ge betert, by
pene gesnspendeert te werden , indien de predicanten sulx te doen wey geren ,
tot welken eynde sal versocht werden aen de E.E. Gedeputeerden tgebrek
van de bequame huysen gebetert te werden.
17. Also men over de sake van Campen in synodo geene genoegsame
informatie heeft nemen connen, is aen den achtbaren raet derselver stad
van het synodo versocht, off het hare achtbaerheden niet en geliefde sommige
deputatos uyt den synodo toe te laten, door welkers beleyt de opgeresene
onlusten met hare achtbaerheden mochte bygeleght werden. Waerop de
welbedachte achtbare heeren borgemeesteren geantwort hebben, dat sy wel
tevreeden waren, dattet verschil tusschen hare beyde predicanten, die nu
in loco synodi tegen woordigh waren, in den vollen synodo, als daergehoo-
rende, mochte ondersocht ende sy onder den anderen vereenicht werden.
Hetwelke also het evenwel by gebrek van den tyt ende genoegsame infor-
matie niet heeft connen geschieden, is goe tge vonden , dat sulx aen de wei-
gedachte achtbare heeren voor alsnoch sal geheel geremitteert werden.
18. Word goetgevonden , dat men by de E.E. heeren Gedeputeerden sal
aenhouden, dattet hare E.E. gelieve goct onderhout den schoolmeesteren
ten platten lande te bestellen.
19. Sal werden aengehouden, dattet synodus provincialis alle jaer ordi-
narie tot gelegener tyt syn voortgangk sal mogen hebben.
20. Voort sal men versoeken by het E. collegio, dat sy by placcate
beveolen , dat niemant tot eenyge segenspreekers , tooveraers , duyvelbanners
om raet uytloope. Ook meede dattet voorleesen der Paepschen postillen,
waerdoor veele huyslieden uyt de kerke gehouden werden , sowel den eed el-
lieden als andere werde verboden.
21. Is beslooten, dat van nu voortaen niemant sich onderstaen sal
eenich boek, van hemselven of van anderen gemaect, in openbaren drukte
publiceeren , tensy dattet selfde eerst van den classe ofte synodo gevisiteert
ende toegelaten werde.
297
22. Neffens tgemelde sal noch by den E. collegio versocht werden het
verniuwen des placcaets, belangende vooreerst dat niemant op Sondaghen,
feest ende beededagen arbeyde; ten 2 dat onder de predicatie niemant
sich op den kerchoff vinden late met wandelen, praten ofte andersins , daer-
meede den godsdienst mochte verstoort werden; ten 3 dat ook niemant
smade op den dienst ende dienaer der kerken, ofte deselve bespotte, die
sich totten avontmael des Heeren begeven; ten 4 dat men het doopen van
de jonge kinderen niet te lange uyttestelle.
23. Op de dachten van het beedevaert te gaen tot Hasselt is goetge-
vonden, dat den achtbneren raet derselver stad sal versocht werden, sulx
met alle mogelyke discretie meer ende meer te verhinderen.
24. Het synodus sal voortaen op tyt ende plaetse gehouden worden»
als na ordre gebruykelik is, daer dan ook de broederen in eene herberge
te samen sullen vergaderen.
25. Der predicanten weduwen is van de landschap een najaer vergunt,
mits dat haer plaetse onderdies van de nacstgesetene sal bedient werden.
26. De redenen der professoren van Steynvort over de tsamenvoeginge
des mans, dewelke, staende den echstant met een ander vrge persone in
overspel geleefb, na syner echten vrouwen doot mette selve versochte ge-
trout te werden, syn op het versoek des classis van Steenwyk voorgeleesen
ende copie hetselvige medegegeven.
27. Het versoek van den predikant van Hasselt, belangende dat alter-
natim het synodus met dien van Swolle in hare stad moge gehouden wer-
den, is opgeschort tottet naeste synodus van Campen om. alsdan bestemt
te worden.
28. Belangende de sake van Omme , so ist dattet synodus sich gedraget
aen de resolutie, by den laetsten classem te Swolle daerover gedaen, ende
oordeelt, dat deselve sal achtervolget worden.
29. Is gercsolveert, dat by de E.E. heeren Ridderschap ende Steden
wederom sal versocht werden, dat wy neffens gemeene toestemminge van
de andere provinciën den nationalem sijnodum by den E.E. Mogende Staten
Geoerael mogen bevorderen.
30. Men sal van nu voortaen in de classibus sulke personen totpraeses
ende scriba verkiesen, die daertoe best gequaliticeert syn, sonder dat men.
gehouden sy alleen op d'ordre te letten.
298
31. Syn tot deputati synodi verkoren: uyt het classe van Deventer D.
Assuebüs Mathisius, van Cainpen D. Evebhabdus Vosrxyl, van Swolle
D. Hebmannus Wifebdingk, van Steenwyk D. Lucas van Langen.
32. Het toecomende jaer sal het synodus, met God, gehouden worden
tot Steenwyk.
33. Hiernae is censura morum gehouden ende alles in vreede beslooten.
Assuebüs Matthisius, sijnodi praeses.
Hebmannus Wiferding, assessor sijnodi.
Hiekonymüs Vogellius, synodi scriba.
Acta synodi provincialis et praeparatoriae ad
synodum naiionalem, ghe houden tot Vollenhoven
anno 1618, den 29 Septemb. aengevanghen ende
gheeindight den 3 Oc toorts.
Syn verschenen tot desen synodum uyt name van de E.E. H.H. des land-
schaps van Overyssel: de Ed. Henbic Benting te Werckeben, drost van
Salland, jonckheer Unico Rippebda tïb Weldam , jonchecr Jan van Eghten
de jonge, de Ed. Engbebt van Deütecum, borgemcester tot Deventer, de
E. Engbebt Claessen, borgemeester tot Campen, ende E. Henbic teb
Coelen, borgemeester tot Swolle.
Daerbeneffens de deputati der dassen mot haere credentiebricven :
van Deventer:
D. Caspabus Sibeltus, dienaer des goddelycken woords,
E. Adbtaen van Boecholt, als olderlinck,
D. Rutgebus Ticheler, predicant tot Olst.
D. Gebabdus LrNDENHOvius , predicant tot Raelte.
van Campen:
D. Thomas Goswinus, j \ gedeputeert van het. deel des
D.Johannes Schutlebus, ( 'I classis, hetwelcke sich verclaert
D. Mabcus Güaltebüs, als olderlinck , , met de Hollandsche Remonstran-
D. Nicolaus Johannis, predicant tot l ten eens te syn in de 5 verschil-
Camperveen. ) lende poincten.
299
Syn daerenboven oock verschenen de gedeputeerden van
het andere deel des classis, hetwelcke verclaert met de vorighe
gheen gemeenschap te connen honden:
D. Hiebonymü8 Vogellivs, bedienaer des goddel ycken woords tot Hasselt
ende doen pro tempore ecclesiae orthodoxae Campensis ecclesiastes,
E. Geurt ]Petersz, borgemeester tot Campen, als olderlinck,
D. Hillebrandus Willenius, predicant tot Sallick,
D. Georgiub Goikebus, predicant tot Wilsum.
Van Swolle:
D. Johannes Wedaeus, j d'een als predicant,
D. Victor Petri, \ d'ander als olderlinck,
D. Petris Plancius P.f., dienaer de goddelycken woords tot Hasselt,
D. Theodorus Wiermannus, predicant tot Dalfsen.
Van Steenwyc ende Vollenhoven:
D. Johannes Voscülius, bedienaer des goddelycken woords tot Steenwyc,
D. Johannes Langius, bedienaer des goddelycken woords tot Vollenhoven ,
jonckeer Boudewyn Sloot, als olderlinc tot Vollenhoven,
D. Hen Hier s Grevesteyn, predicant tot Blocziel, in plaetse Joannis
Volceri, doenmaels siek zijnde.
1. De credentiebrieven gelesen synde, syn alle voor goet erkent Alleene
over die van Campen is bedenckinghe ghenomen.
2. Alsoo die deputati classis Campensis verscheydene swaricheden tegen
elcanderen inbroebten, is goetgevonden , dat de broederen der dry dassen,
over welke ghecn swaericheyt en werdtghemaect, uyt haer souden verkiesen
praesidem, assessorem ende scribam, om het synodum te formeren ende op
die swaricheden beqnaemelyc te letten ende te resolveren.
3. Syn nae aenroepinghe van Gods h. naeme vercoren tot praeses D.
Johannes Langius, tot assessor D. Casparus Sibelitjs, tot scriba Petrus
Plancius P.f.
4. Waernae wederom gelesen synde de credentiebrieven van de predi-
canten des classis Campensis, soo van die met de Remonstranten in de 5
poincten eens syn alsoock van de anderen , is goetgevonden haer af te
vraegen, ofte se dese vergadcringhe voor een wettelyc synodum erkennen
ende oock het aenstaende synodum nationalem , ende haer die beyder willen
onderwerpen. Dese laeste hebben op beyde rondelyc geantwoord: jae. De
eerste op het eerste oock : jae ; mids de verscheydene gevoelen aengaende 5
poincten hier niet gedecideert maer op den synodum nationalem werden
gebracht; op het laeste: also sy niet en weten, hoe aldaer sal ghehandelt
worden , dat se eerst begeeren daer beter kennisse van te hebben ende dan
300
oock dat beboorlyc sal wesen, te willen achtervolgen. Verclaeren dit voor
baer ende haere principalen , sich beclaegende t dat haer de gravamina classiain
niet waeren toegesonden, hetwelcke voor ditmael niet gevoegelyc heeft
connen gheschieden.
5. Hierop is ommegevraecht, wie van beyder syden voort classis Cam-
pensis souden erkent worden , ende is besloten , dat van beyder syden sullen
twe geadmitteert worden. Ende syn daertoe van de broederen des synodi
genomineert: D. Thomas Goswixfs ende U. Marcus Güalterus van de eene
syde, ende D. Hieronymus Yogellius ende D. Georgius Goikerus van de
ander syde.
6. Nae desen heeft men acta synodi praecedaneac gelesen. Ende aen-
gaende den derden artyckel, belangende Martin hm Harlingensem , alsoo
werd ingebracht, dat hy dien niet en heeft voldaen . soo vind de vergade-
ringhe goet, dat men hem sal verwachten, lerwylen hy op dese vergade-
ringhe te verschynen ontboden is, om dan naerder van syne saecke te
handelen.
7. Belangende den 10 artyckel, nopende de proponenten , daermedc con-
formeert sich het synodus , begerende dat met ernst daerop sal gelet werden
ende naerder ordre gestelt.
8. Van den 17 artyckel sal breder in den tegen woordigheu synodo ge-
handelt worden.
9. Hiernae is men voortgetreden tot afhandelinghe van de ingebrachte
gravaminen, voor sooveel sy hier behoorden.
10. Tegon de Bemonstrantschgesinde predicanten van Campen syn van
verscheydene classibus ingebrocht dese volgende dinghen:
I. dat se gedaen hebben tegen de resolutie van de E.Ed. H.H. Ridder-
schap ende Steden , die se selfs voor goet erkent hebben ende anderen ge-
socht tot onderteeckeninghe van dien te induceren, alsoock tegen d'acta des
laeste geholdene synodi , wanneer se haer boecsken , tot beschuldinghe van
vele treffelycken leeraeren, hebben in druc uytgegcven;
11. dat se tegen d'openbaere waerheyt sich verlopen , schrijvende van
gevoelen niet verandert te syn;
III. dat se gesondicht hebben tegen waerheyt ende liefde, der getrouwe
leeraeren woorden verkerende ende haer contrarie sin aendich tonde ;
IV. dat men haer afvraegen soude, ofte se ter goeder trouwen conden
seggen te verstaen in conscientie, dat sodanighe grou welen het gevoelen syn
van d'aengetogene leraeren , item dat se sullen verclaeren , wie hier ten lande
sulcke gron welen hebben geleert;
301
V. dat se tegen d'ordre der kercke gesondicht hebben met predicanten
in andere dassen te bevorderen, sich oock tot dien eynde die t' examineren
aenemonde ;
VI. dat de godlose Taferelen, daerin de leere der Gereformeerde kercken
opt hoochste gelastert werdt, tot Campen herdruct syn, int openbaer ten
pronc gestelt ende vercocht werden , waertegen sy sich niet hebben ge stelt.
11. Antwoord Thomas Goswinüs voor sich selven ende voor syne col-
legen opt eerste, dat se de resolutie van de E.E. H.H. Ridderschap ende
Steden nojjt en hebben onderteeckent , maer wel eene resolutie van haere
achtbaeren magistraet, die haer voor ende naer de resolutie van de E.E.
Bidderschap ende Steden is voorgelegt. Doch D. Schütlerus bekent, staende
noch op Camperveen, die onderteeckent te hebben Logent ten tweden
D. Thomas yemanden gesocht te hebben die op te dringhen, maer wel
geseght te hebben tegen eenighen, dat se die resolutie moesten onder-
teeckenen , soo se tot den dienst in haere classe souden toegelaeten worden.
Opt twede antwoord D. Thomas alleen voor hem selven, dat hy altytin
tselfde gevoelen aengaende de fundainentalia sy geweest ende dat hetselve
tegen Catechismum ende Confessie niet en stryt Begeert oock wel, dat men
syn veranderinghe sal aenwysen.
Opt derde antwoord, soo haer bewesen wert tegen de liefde ghesondicht
te hebben (latende het boecsken alsnu noch staen in syn gheheel), dat als-
dan sal gheschieden aen beyder syden nae behooren.
Opt vierde, alsoo die artyckel bestaetin twe poincten, antwoort op het
eerste, dat se secundum verba oordelen sodanighe gr ou welen het gevoelen
der aengetoghene leeraeren te syn, waerop, als wert geantwoort, dat men
moet letten niet sooseer op de woorden als op den sin, isser bygedaen: op
de woorden ende op de sin; opt twede poinct, dat se niemand en weten
van de predicanten hier in de lande van Overyssel te beschuldigen met
sodaenighe grouwelen.
Op het vyfde bekent Gerabdum Arsenium geexamineert te hebben, daer-
van ontfangen hebbende schriftelycken last van den E.E. H.H. Gedeputeer-
den. Van Kotabio seght gheen kennisse te hebben , alsoo hy Thomas als-
dan van huys was, maer wel dat Pot gherecommandeert is.
Opt seste, seght de Taferelen haer niet aen te ghaen.
12. Op alle dese verantwoordinghen heeft het synodus met verscheydene
reedenen ende bewys lange gedebateert. Ende eyndelyc in de vrese des
Heeren dese beschuldighen mettet bewys van dien aen d'eene ende haere
antwoorde aen d'ander syde aengehoort hebbende ende rypelyc daerop ghelet,
oordeelt dat se haer niet rechte gepurgeert hebben van tegen liefde, waer-
heyt ende ordre der kercken gesondicht te hebben. Blyven derhalven sub
302
reatu, alsoo dat tot gelegener tyt by faute van betere purge sy sullen
moeten doen behoorlycke reparatie, ofte nae ordre der kercke haere straffe
draegben.
13. D. Johannes Sghutlerus heeft bekent, met brieven door haestiche yt
tegen de Gereformeerde leere ende leraeren sicb verlopen te hebben, seg-
gende mede geinduceert te syn tot het onderteeckenen van het uytgegeven
boecsken, maer na verstaende de meeninghe der Gereformeerde leeraeren
de aengetogene grouwelen niet te syn, heeft van het onderteeckenen ende
uytgeven berouw. Bid oock, dat men hetselve hem vergeve ende int vier
der liefde verbrande.
14. Aengaende D. Thomam Goswinüm ende syn 2 andere collegen, op
vorighe beschnldighen ende gedaene antwoorde, alsoock het beslugt des
synodi, heeft Thomas reces begeert om syne collegen dat aen te seggen
ende met haer naerder te spreecken, hetwelcke hem is vergunt ende daar-
van schriftelycke acte medegegeven.
15. Daernae heeft classis van Deventer vorders ingebrocht eengravamen,
de predicanten van Campen ende Swolle gelyc betreffende, hoe dat se uyt
middel van haer hebben eenighe gedeputeert om de kercke van Delden (een
vacerende plaetse onder het classe van Deventer) te bedienen, tegen ge-
woonnelycke kerckelycke ordre. Waerop wort geantwoord, dat de predicanten
voorseyt dat gedaen hebben uyt last van haere achtbare magistraeten vol-
gende haer ghemeende recht, doch sal voortaen daer de kerckelycke ordre
in gevolgt worden vant jaer 1598.
16. Dit afgehandelt synde, is men gecomen tottet particuliere betreffende
Martinum Harltngensem , hier nu synde verschenen , ende is goetgevonden ,
dat syne saecke sal gestelt worden aen de £. deputaten des synodi ende
twe des classis Swollanae, opdat se, uytgenomen de 5 artyckelen, daerinne
doen, gelyc sy sullen verstaen tot stichtinghe der kercke te behooren.
17. Vorders, belangende de saecke Lamberti Hanekamp, nae schultbeken-
tenisse van syn onwettelyck beroepinghe ende gedaene belydenisse van niets
te hebben tegen de leere der Gereformeerde ke reken, alsoock belofte sich
nae de ordre derselver te willen reguleeren, is hy gerenvoyeert aen het
classem om in syn plaetse voor een wettelyc dienaer gestelt te worden,
waertoe is geauthoriseert D. Jouannes Wepaeus.
18. Wedergekeert synde tot de gravaminen, alsoo het Remonstransche
deel van Campen gheene gravaminen hadde in te brenghen, soo heeft het
andere deel, die mettet Bemonstranschgesinde gheen ghemeenschap wilt
303
hebben, (neffens andere gravaminen, met andere dassen ghemeen, die als
afgehandelt worden naogelaeten) voorgestel t het onwettelyc incomen Johannis
Melingii tot Geelmuydon, insgelycs des predicants Henrici Jodoci op Ens,
om onsuyverheyt in leere ende leven in Drente gedeporteert , gelyc oock
Assueri MATHisn tot Campen , alsoock (wie meteenen ingebrocht word van
het classe van Steenwyc ende Vollenhoven) het onwettelyc incomen Gerandi
Arsenii tot Blanckenham.
19. Waerop is geresol veert , dat de saecke Joannis Melingii ende Hen-
rici Jodoci gestelt sal worden in handen van de vorighe ghedeputeerdcn des
synódi ende 2 des classis Campensis, waertoe syn genomineert D. Hilde-
brakdus Willemius ende D. Ernestus Hildingius , om daerinne uyt naeme
des synodi te doen, naerdat se sullen bevinden te behooren, die dan de
E. Ridderschap ende Steden op de claringhe dat sullen voordraeghen. D.
Assuerus Mathisius, die tot noch toe niet en heeft gehadt ghetuggenisse
van syne wettelycke demissie ende comportament in leere ende leven, sal
hetselve van de kercke ende classe van Deventer debite versoecken ende het-
selve de broederen des classis Campensis vertonen. Gerardus Arsenius,
wiens saecke van de E.E. Ridderschap ende Steden is gestelt in handen des
synodi, naedat op syne saecke rypelyc is gelet ende in de vrese des Heeren
overwogen, wort met eenheylsame stemme om syn onwettelyc incomen
van synen dienst gedeporteert ende in syne plaetse Joh an nes a Nieuwen-
veen door wettelycke beroepinge gestelt. Engelbertus Pot, oock aldaer
niet wettelyc beroepen synde, wort by den broederen des synodi gedepor-
teert. Maer de aenwesende E.E. gedeputeerden des landschaps hebben haere
advysen opgeholden, belovende nochtans op d'aenstaende claringhe de E.E.
H.H. Ridderschap ende Steden de resolutie des synodi te sullen voordrae-
ghen ende ten besten helpen bevorderen, alwaer hy sal geciteert worden
om de redenen des synodi aengaende syn deportament aen te hooren.
20. In de transportatie D. Johannis Schutleri, als gebleven synde in
hetselve classe , wort minder swaricheyt bevonden. Dan wenscht het synodus,
dat behoorlycke ordre daerin gevolgt waere. Hetselfde word oock geoor-
deelt van de transportatie D. Nicolai Johannis.
21. Is vorders van hetselfde deel des classis Campensis voorgestelt,
de predicanten ten platten lande mochten besorgt worden met behoorlycke
stdpendien, ende dat de resolutie van Ridderschap ende Steden aengaende
de eenparicheyt der stdpendien werde geeffectueert. Hetwelcke voor goet
erkent is, ende sal door de deputaten des synodi aen de E.E. H.H. Ridder-
schap ende Steden werden gerecommandeerd
304
22. Oock is ingebracht , dattet synodus mochte bearbeyden , hoe voortaen
in eenigbe plaetse gheen kerckedienaeren mochten werden beroepen, gecon-
firineert, ontsettet ofte getran spor teert , alsoock dat de stipendien niet be-
sneden ende verkleent werden by collatoren ofte collatricen, steunende op
het vermeynde jus patronatus , maer daerinne werde gedaen nae goede ordre
der kercken, twelck wort voor goet ende nodich erkent, voorbebolden elck
syn recht ende gherechticheyt.
23. Op het voorstel, dat de vacerende plaetse van Iselmuyden met een
goet predicant mochte versien worden, is besloten, dat Wolterüs Sbllics
tot dien eynde de erfgenaemen aldaer sal werden voorgedraeghen ende aen
haer gerecommandeert door de broederen van Swolle.
24. Den 2 Octobris is Thomas Goswinus wedergecomen ende heeft
ghevraecht , ofte daer meerdere beschuldinghen tegen syn persoon ofte syne
collegen waeren. Ende werd geantwoort: jae, naemelyc aengaende de
onsayverheyt in de leere, oock buyten de 5 artyckelen, ende dat men
bereyt was datelyc haer daervan te overtnyghen. Thomas begeerde, het
schriftelyc geschieden soude ende tyt daertoe verleent. Dan is goetge-
vonden, dat hetselve aent synodum nationalem sal gebrocht worden.
25. Hiernae is hem afgevraegt, wat bescheet hy brachte op tghene , daerom
hem syn reces vergunt was, waervan hy heeft mondeling raport gedaen
ende daernae 2 schriften overgelevert, eene van hemselven gestelt, twede
gestelt van syne collegen Everardo Vosculto ende Assuero Mathtsio, tot
reparatie nae haere meyninghe, hier copyelyc geinsereert gclyc volgt:
Alsoo ick onderschreven verstae uyt den broederen des synodi, dat
onse uytgegevene Bericht eenighen ontrustet solde hebben, verclare ick,
indien ick voorhenen geweten hadde, dat eenighe ongerusticheyt daeruyt
solde veroorsaeckt syn geweest, dat ick tselfde noyt mede in druck
solde helpen bevordert hebben, twelcke nochtans niet is gheschiet dan door
hoochd ringende noot geperst synde. Hebbe oock niet voorgehad t, stellende
de naemen der kerckelycke leeraeren, deselve eenichsints te toone te stellen
ofte te injurieren. Mochte evenwel wel lyden, dat deselve uytgelaeten
waeren gebleven. Begeere derhalven in goeder oprechticheyt, soo ijemand
aent voorverhaelden sich mach gestoten hebben , dat men my sulcx naer
aerdt der liefde ten besten holde. Doch verwerpe alsnoch de puncten, die
wy in de tegen stellinghe hebben aengeroert, mjj wel verseeckerende , dat
niemand der Gereformeerde predicanten deselve sal begeeren voor goet te
kennen , te weyniger omdat nu oock de broederen in Gelderland sodaenighe
ende diergelyckc al verworpen ende gedetesteert hebben/ Ach te derhalven,
305
dat by mjj desen aengaende oock niet tegen waerheyt ghebandelt is.
Beholde niettemin voor my met myn collegen, so ijemand tegen ons be-
richt voornoemt fjets wilde in dnick uytgeven, dat ik dan tselvighe mede
sal helpen door openbaeren dnick beantwoorden , alsoo nochtans dat ick my
bereeb stelle , soo etwes wort voortgebracht, dat niet beantwoort kan wor-
den, my alsdan te draegen nae behooren. D. Vooellius heeft my oock
met ronde woorden, int aenhooren eeniger geloof weerdighen, verclaert tevreden
te syn, soo wy etwes in syn schrift, togen ons bericht gemaect, vinden
niet nae waerheyt gaende , dat wy snlCx schriftelyc tegenspreecken , seggende
dat hy mede een mensche was. Aengaende van tegen ordre gedaen te
hebben doort uytgeeven onscs berichts , ben tevreden daerover te verwachten
sulcx als men met Jacobo Revio ende den broederen des classis van Steenwyck
over haer uytgegeeven schriften sal goetvinden. Indien het synodus dit
voornoemde sal believen tot reparatie aen te nemen , eysche ick , dat men mij
voortaen desen aengaende gheen vorder censura aendoe noch in provinciali
noch in nationali synodo, dat men oock dese myne accommodatie, dienende
om den vrede der kercke daermede tegen moete *) te ghaen, niet en di vol-
gere noch door den druc noch andersints.* Begere oock niet, dat D. Vooel-
lius ons wederom in syn boeck voorlegge sulcx, daervan ick in desen
reparatie gedaen hebbe. Gedaen den 1 Octobris 1618.
Thomas Goswinvs, verbi divini ecclesiae orthodoxae
Campensis minister.
Opt 2 ) goetvinden des synodi , ons van onsen weerden collega schriftelijc
medegedeelt, van dat wy int uytgeeven onses Berichts solden ons 1. tegens
liefde , ten 2. tegens waerheyt , ten 3. tegen kerekenordre hebben verlopen ,
hebben wy tot naerder verclaringhe dit tegen woord ighe uyt onser beyder
naeme onderscheydelyck willen antwoorden. Eerstelyck dat wy wol niet
verstaen, de liefde eenichsints gecrenct te hebben int by voegen van de naemen
der Gereformeerde leeraeren , vermits tselve niet dan ter noot gheschiet is ,
als tselve van onsentwegen genocchsaem mondelings verhaelt is geworden.
Edoch verstaende doort getuygenisse des synodi, dat sich hebben hieraen
eenighen gestoten, bekennen geerne, wanneer wy sulcx te voren gesien
hadden, tselve souden achtergelaeten hebben, gelyck wy dan oock mits
desen versoecken, dat deghene, dewelcke hierdoor syn ontrust geworden,
tselve nae aerdt der liefden willen ten besten duyden. Ten 2. wat waer-
heyt belangt, syn wy alsnoch ten vollen overtuyght, dat wy ons gheen-
sints tegen deselve vergrepen hebben , oorbodich synde , wanneer ons anders
genoechsaem soude connen bewesen worden, daerover aengesien te worden
') „tegen moete" d. i. „te gemoete" ') In margine staat »,Copye".
Acta syn, provinc. V. 20
806
nae gebuer, gelyck wy dan ooc begeeren, indien tschrift, van D. Vookllio
tegen ons gestedt, sonde mogen gedivulgeert worden, nae tselve recht
wederomme onse antwoorde daerop met Gods hulpe te verveerdighen. Ten
3. de kerckenordre belangende, tegen deselve hebben wy ons niet meer
vergrepen als Jacobus Bevius ende tclassis van Steen wyc, alsoo sy beyde,
d'eerste voor ons ende dese tot twe reysen, haere schriften hebben uyt-
gegeven, waerover wy dan oock, naedat haere E. bejegent worden» oor-
bodich syn ons te onderwerpen. Dit alles verclaeren wy om vredes wille
in sulcke meyninge, dat wy 1. hierdoor sullen mogen ontgaen allerley
vordere censaren soo vant provinciael als nationael synode, alsoock mede
ten 2. dat dese onse accommodatie niet en werde naet exempel van Gelder-
land door den druck ofte andersints ghemeyn ghemaeckt, ende dat oock
ten 3. D. Vogellius ons in syn schrift niet van nieuws voor en legge,
waervan wy mits desen bekentenisse ende reparatie hebben gedaen. V orders
wat de vierde vraege int besonder aengaet, souden wy niet geerne hatelyc
particulariseeren. Anders is al de weerelt bekent, dat in dese landen syn,
die verscheydene puncten, van ons verworpen, in haere boecken leerea.
Alle hebben wy se niet horen predicken; wat wy gehoort hebben, willen
wy om moeyte te schouwen ende liefdehalven gheerne vergeten, willent
anders de broeders vergeten hebben.
Sluytende , antwoord Everhardüs noyt anders gevoelt te hebben, als van
ons in ons Bericht aengenomen is. Alleene bekent Assuebus voor sich
sel ven tgevoelen der Contraremonstranten, student van 20 jaeren, in seeckere
disputatie voorgestelt te hehben , hoewel hom oock alsdoen door de objectien
van D. Damtüs geen cleyn bedencken werde gegeven, waernae hy, voorts
noch studerende, tgevoelen der Remonstranten aengenomen heeft ende in
hetselve, in den dienst staende, noyt en is verandert, selfs niet int stuc
van de volherdinghe der gelovighen , twelck hy aenneemt hem tegens waer-
heyt naegeseyt te werden te verdedighen. Welckes van onsestwege genoech
is op de twede beschuldinghe , tegen ons in den synodo voorgevallen. Die
grote Herder der schaepen verbinde ons in rechter liefde , tot bevorderinghe
van syne waerheyt, die nae*de godsalicheyt is, amen. Gedaen ylens in
Campen den 1 Octob. 1618.
EVERH. VOSCÜLIUS,
Assüerus Mathisius, ecclesiae orthodoxae
Campensis ministri.
26. Dewelcke schriften gelesen ende herlesen synde ende rypelyck ge-
examineert in de vrese des Heeren , ordeelt het synodus gantschelyc gheene
satisfactie ofte reparatie gedaen te syn, maer dat se blyven sub reatu als
te vooren.
307
27. Hiernae is men weergekeert tot de afbandelinghe der volgende grava-
minen. Op bet 6 e vind het synodus goet ende nodich , dattet selvighe ge-
schieden sal in de ordinarisse vergaderinghe der dassen ende synoden.
28. Het 8 e , aengaende het trac terne nt van de dienaeren des goddelycken
woords, die door onderdom ofte andere accidenten onbequaem worden
totten dienst, ende derselver weduwen, sal van de deputaten des synodi
de E. E. H. H. Ridderschap en Steden voorgedraegen werden.
29. [Het 10e] 1 ), van copye te nemen van de acten des classis voor elcke
kercke voor het scheyden der vergaderinghe, wort voor goet erkent.
30. Het ll e , dat ordre gestelt werde, dat de sabbathen soo niet en
werden geprophaneert , sal van de deputaten des synodi aen die E.E. H.H.
Ridderschap ende Steden voorgedraegen werden.
31. Het 13 e , van by tyts het houden van bededaegen den predicanten ten
platte lande te insinueren, daervan word geresolveert als vant voorgaende.
32. Het 15 e , van het verbranden der godlose Taferelen, sullen de E.E.
Ridderschap ende Steden tot sulcx door de deputaten des synodi ernstelyc
werden versocht.
33. Het 17% nopende in de celebratie des h. doops het afvraegen der
3 vraegen, die te Campen by de Remonstransgesinde werden naegelaeten,
word voor. goet erkent ende sal op het synodum nationalem werden
gebracht
34. Het 18, belangende de openbaere bevestinghe der ouderlinghen ende
diaconen, word oock voor goet erkent ende mede ad synodum nationalem
gesonden.
35. Het 21, van eenighe predicanten uyt andere provinciën te versoecken
om den synodp by te woonen et vice versa, daerover sullen de E. E. H.H.
Ridderschap ende Steden werden begroet
36. Het; 26, betreffende de predicanten tot Swolle, dat se niet gecom-
pareert en syn op het uytschryven by den Contraremonstranschen classe
van Campen, word verexcuseert, doordien sy in tyts daervan niet veradver-
teert en waeren.
Oravamina classis Swollanae.
37. Het 9 , van het afschaffen der dominicalen , wort niet goetgevonden.
') „[Het 10e]" aangevuld uit MM.
20"
308
38. Het 10, van den Catechismum te predicken ten platten lande,
word ad synodnm nationalem gesonden.
39. Het 11, ofte niet het synodus provincialis alle jaer sal gehouden
worden, word besloten: jae.
40. Het 12 , of classis Biet alternatdm sal gehouden worden in de steden
ende op den platten lande, sal men daerin doen nae ouder gewoonte.
Orayamina classis Steenwicanae.
41. Van de profanatie ende tmisbruyck in de copulatie der huwelycken
by den scholtesen ten platten landen, sal aen Ridderschap ende Steden
werden geremonstreert.
42. Het 5, van het weeren der dootslaegers, sal oock als voren met
ernst werden vertoont
43. Het 6, belangende de vergaderinghen der Papisten, die seer toe-
nemen, daervan word geresolveert als vant voorgaende.
Ende syn alsoo afgehandelt de gravamina particularia.
Gravamina om ad synodum nationalem ghesonden te worden.
44. 4. Dat de waerheyt der leere sal getoest worden aen Gods woord
ende de gelyckmaticheyt des geloofs.
2. Dat naest de eenicheyt in de leere oock, sooveele het mogelyc is,
golycke eenicheyt in erdre ende ceremonie moghe bevordert worden , als in
gebeden, psalmen, gesangen, doopen, nachtmael, bevesünge der kereken-
raeden ende kerekondienaeren , copulatien der eeluyden, belydenisse des
geloofs, visitatie der lidmaten voort h. avontmael, beroepinghe der pre-
dicanten, houden des kerekenraeds.
3. Dat alles met meerderheden der stemmen sal besloten worden ende
van weerden syn.
4. Dat het haestelyck vertrecken der predicanten van eene plaetse op
den anderen sonder sonderlinghe oorsaecken niet mochte toegelaeten worden.
5. Dat die predicanten met den haeren haer nederich in klederen ende
huyshoudinghe sullen houden.
6. Dat in tyt des oorloge (dies God wille verhoeden) seeckere predi-
canten mochten gegagieert worden om het leger steets by te woonen.
7. Dat by alle predicanten, ouderlinghen ende diaconen die kereke-
ordeninghe neffens de formulieren van Catechismo ende Confessie sullen
onderteeckent worden.
309
8. Dat Catechismus ende Confessie oock onderteeckent werde by profes-
sores theologiae ende rectores scholarum; dat oock dieselve die synodaele
een sur en onderworpen syn.
9. Dat alle schoolmeesters sullen professie doen van de Gereformeerde
religie.
10. Dat in dorpen, daer weynich onderhout is, die schole ende coster-
ampt van een persoon sal bedient worden.
11. Dat in alle Latynsche scholen enerley praocepta mogen geleert worden.
12. Dat die lycpredinghen niet ingevoert, maer liever afgeschaft werden.
13. Dat die translatie des bybels eenmael een volcomen voortganc hebbe.
14. Dat in alle kereken ende scholen die Heydebersche Catechismus
ende gheen andere moge geleert werde.
15. Dat op het drucken mochte acht genomen werden ende die famose,
godlasterlycke ende ketterse boecken verboden ende verhindert werden.
16. Alsoock dat opsicht genomen werde op het heymelyc incomen der
Jesuiten ende het houden des Paepschen alsoock anderen conventiculen ,
daerdoor sooveel van edeluyden als andere die ingesetenen der kerspelen
vant gehoor worden afgehouden; dat dan haere H. Mogentheden resolutien ,
daartegen voordesen genomen, ter exsecutie werden gestel!
11. Dat een alghemeene resolutie opt stuc vant houwelyc mach ghenomen
werden.
18. Dat de heylinginghe des sabbafchs beter als tot noch toe gehouden ende
die disordre afgeschaffet werden.
19. Dat de heydensche waersegginghen ende Paepsche misbruyeken in
almenacken ende pronosticatien mogen weggenomen werden.
20. Dat alle geestelycke goederen tot haeren rechten gebruyek moghen
aengewendet werden.
21. Dat die leere, by den synodo goetgekent, met believen van haere
H. M. alleen publyckelyc geleert werde.
22. Dat de kerekenordeninghe , by deselven te beraemen, van haere H.
M. geauthoriseert ende ingevoert werde.
23. Ofte niet ordre sal ges telt worden op die personen, dewelcke, een-
mael van de snyverheyt der leere afgevallen synde, beter onderrechtinghe
plaetse willen gheven ende beloven voortaen by de suyverheyt der leere sich
te willen houden, van die tot den dienst der kereke weer te gebruyeken.
24. Ofte niet de gedaene ende nocti te doene oncosten op die extraordi-
narisse swaricheden der kereken, by den deputatis gedaen, sullen werden
vergoet
2j. Ofte niet die Papistische organisten sooveel mogelyc afgeschaft ende
in haere plaetse sullen gestelt werden die waere Gereformeerde religie
toegedaene.
310
26. Ofte de Mennoniten haere al te vrye ende openbaere vergaderinghen
niet sullen belet werden.
Daernae heeft men aenghevanghen te stellen statnm
quaestionis over die verschillen der religie
in dese landschap.
45. Is goetgevonden , dat aengaende die 5 bekende poincten men blyven
sal by den staat, daeraf ghestelt in de Haechsche comferentie. Doch soo
yemand daer eenighe verbeteringhe in weet, heeft het synodus daer niet tegen.
46. Die broederen des synodi alle hebben verclaert te honden met die
Contraremonstranten, soo men die noemt Alleen Thomas Goswinus heeft
verclaert met die Remonstranten eens te syn. Theodobus Wiebmannus schort
daerover syn oordeel op ende onderwerpt sich het synodo nationali.
47. Aengaende die staet der verschillen buiten die 5 poincten, die sal
uijt bet boecsken van die Remonstransche predicanten, tot Campen nytge-
geven, connen gestelt worden.
48. Hiernao is censura morum gehouden ende Thomae Goswino aenge-
seght , dat hy , staende snb reatu , met syne collegae Assuebo Mathisto ende
Evebhabdo Voscuijl sullen sien behoorlycke reparatie te doen, ofte anders
nae ordre der kercken haere straffe sullen moeten draeghen.
49. Hiernae syn vercoren om van weghen deser landschap als kercke-
lycke gedeputeerde personen te ghaen op het aenstaende synodum nationalem
ende op alle voorvallende swaricheden te helpen letten ende iit besonder
om over de 5 verschillende poincten te handelen ende daerover te helpen
resolveren: D. Casparus Sibeltus, predicant tot Deventer, Hehmannus
Wieffermng , predicant tot Swolle, D. Hteronymus Vogellhjs, predicant
ordinaris tot Hasselt ende by leeningbe nu tot Campen, D. Johannes
Langu's, predicant tot Vollenboven, ende twee ghequ al ific eerde personen,
doende professie van de religie, joneneer Willem van Bboückhuysen ende
d'achtbaere heere Jan van deb Lauwtc, borgemeester tot Campen.
50. Tet ordinarii deputati synodi hujus provinciae syn vercoren: uyt
het classe van Deventer D. Jacobus Revius, van Campen D. Geobgius
Gotkerus, van Swolle ende Hasselt D. Victor Petbi, van Steenwyc ende
Vollenhoven D. Johannes Vosotyl.
311
51. Het synodus van dese provincie sal toecomende jaer tot Deventer
door de hulpe Gods gehouden worden.
52. Hiermede soo is de vergaderinghe nae aenroepinghe van Gods
h. naeme in de vrese des Heeren ghescheyden den 3* 11 Octobris 1618.
Casparus Sibelius, assessor. x )
Petrus Planctus P.f., synodi scriba.
Acta synodi provincialis , g{houden binnen
Deventer anno 1619.
Op desen synodum syn op den 16 Augasti verschenen:
uijt de regieringhe van Ridderschap ende Steden:
die weledele eherentveste joncker Henhich Bentingk, droste des landts
Zallandt,
joncker Anthonis van Doornick,
joncker Boldewijn SiAot,
die achtbaere doctor Nicolaus van Boekholt, burgemeester der stadt
Deventer,
Enoelbert Claessen, burgermeester der stadt Campen,
Henrich ter Cuilen, burgermeester der stadt Zwoll ;
ujjt de classe van Deventer:
D. Jagobus Revtus, pred. tot Deventer,
D. Joan. Henricus Rappaeu8, pred. tot Delden,
D. Carolus Bokelmannus, pred. tot Wjje, als olderlingk vant platte landt,
d'eers. Dame Pteterss, olderlingk der kercke tot Deventer;
ujjt de classe van Campen:
D. Petrus Plancius, pred. tot Campen,
D. Georoius Goijkeru8, pred. tot Wilsum,
D. Ernestüs Hiddtngk, pred. in Mastebroeck,
de eersame Lubbert van den Hardenberch, olderlingk der kercke tot
Campen ;
uijt de classe van Zwoll:
D. Victor Petri, pred. tot Zwoll,
D. Hieronymus Vogellius, pred. tot Hasselt,
') Boven dezen naam is nog plaats opgelaten voor de onderteekening van den praeses
312
D. Joannes Westenbergtus, prcd. tot Ommen,
d'eers. Henrich Roleffssek, olderlingk der kercke tot Zwoll;
uijt de classe van Vollenhoe ende Steen wijck:
D. Joannes Voscuijl, pred. tot Steen wijck,
D. Henricus Grevenstein, pred. tot Bloxgl,
Joannes Volcerüs, pred. tot Vollenhoe,
D. Daniel Goykerus, pr. aen de Zwartezluijss , in plaetse van den
olderlingk,
1.
Uijt desen ge talie zyn na aenroepinghe van Gods h. naeme vercoren tot
praesidem D. Jacobus Revius, tot assessorem D. Petrus Planctus, tot
scribam Joannes Volcerüs.
2.
De credentien van de gecommitteerde kerekelyke persoonen syn gelesen,
gelooffweerdich erkent ende aen ge noemen.
3.
De ed. achtbare gecommitteerde hebben oock getoont haeren last, gege-
ven in de bijeenkompste van Ridd. ende Steden , tot Raelte gehouden , ende
daerby ingebracht volgende verclaringhe :
Alsoo bij Ridderschap ende Steden op eene gemeijne bjjeompste tot Raelte
geordineert is, dat de classes voor tholden des synodi provinciael (na luit
van resoluitie , by haere Ed. Mog. voordesen daerop genoemen ,) aen de
ordinaris heeren Gedeputeerden haere gravamina solden overlangen, twelck
ditmael niet en is geschiedt, daerdoor d'aenwesende heeren gedeputeerden,
ujjt' middel van Ridd. ende Steden tot tegen woordighen synod. gecommitteert
wesende, wel gevoeget waren sich t' absenteeren etc., om dannoch de saken
bij dese gelegentheyt niet te verachteren , soo ist dat haere Ed. dese bycompste
ditmael willen respieeren, maer onder alsulcke expresse bedinghe, dat dese
comparitie haer noch haren heeren principalen in toecomenden tijt niet en
sal praejudiceeren noch in consequentie getrocken werden. Ende so eenighe
politique swaricheden mochten voorcomen , willen haere Ed. sich gereserveert
hebben, dat se sonder daerop met haere principale geholdene ruggesprake
niet gedencken noch connen resolveeren.
Waerop de broederen eenpaerelik hebben geandtwoordt, dat, benevens
het in gheen andere provinciën , oock niet in dese (haers wetens) is gebrui-
kelyck geweest, tselve nu soude schijnen nieuwicheijt te wesen, zijnde
een sake niet alleen voor haere Edelheijt onprofijtelick, maer oock streckende
tot prejudicie ende belastinghe der kereken, mede tot bencminghe haerer
vrijheyt, aengesien de saken soo van de Ed. Ridd. ende Steden moeten
313
geremedieert worden, de billickheyt derselver bjj de ed. achtb. gecommit-
teerde erkendt ende daernaer eerst aen Ridd. ende Steden worden geremon-
streert om daerin te remedieren. Ende soo daer jjet [polityks] l ) mochte
voorvallen, waerover haer Ed. geen last en hadden om te resolveeren,
sullen deselve gebeden worden aen haere vergaderinghe bekent te maken.
4.
De acta provincialis synodi zijn gelesen, ende daerbij oock dateljjck voor-
gelesen tgene de deputati synodi ejusdem volgens haeren last hebben
verhandelt, ende is geresol veert, dat se als gelooffweerdich te boecke sullen
gestelt worden tot betuiginge van haerlieder vlijdt ende getrouwicheijt
5.
De dimissie ende tvertreck domini Petri Plancii volgens de beroepinghe
der goeder ende bedruckter gemeente tot Campen, op zjjn E. gedaen, ende
tgoetvinden des classis van Zwoll, benevens der deputaten synodi, daer-
over verstaen, wort van den synodo voor goet gekent ende geapprobeert.
6.
Is voorgestelt , dat de deputati synodi ende classis Campensis wel hebben
gearbeijdt om de vaceerende kercke tot Ens met een bequaem dienaer te
versorgen ende tot dien ejjnde een seker jongkman , verciert met goede
getuichenissen van leere ende leven ende beproefft in bequaemheyt van
stichtelijke gaven, derwerts gesonden, dien sg daerwerts gesonden hebben,
maer diesniettegenstaende al evenwel niet en beroepen, oock gheon reden
geven, die haer tot weijgeringhe desselven bewegen. Is oversulz goetge-
vonden, dat haer denselven volgens d'acta synodi, gehouden int jaer 1598
art. 11, worde toegesonden ende dat sulx van den synodo den ed. drost
van Isselmuiden ende den Ed. E. Gecommitteerden worde te kennen gegeven ,
dewelcke oock versocht sullen worden haere authoritegt daerin n e te willen
gebruiken.
7.
Terwijle noch op Urck ende Emmeleroort eenighe papen staen ende misse
doen met groet nadeel ende afbreucke der kereken deser provincie, naest
aen de plaetsen gelegen , wort goetgevonden , dat de synodus aen de Ed.
Hoochmog. heeren Staten Generaell schrifftelik versoeke, dat hierin moege
versien ende de plaetsen met Gereformeerde predicanten versorgt worden.
<) Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit PP. Ook aldus in 00. In onzen
c od. is daarvoor plaats opengelaten. MM heeft „profijtelix". In RR en SS wordt
het woord zonder opene ruimte weggelaten.
du
8.
Op de doleance des classis van Meppel over die predicanten tot Staphorst
ende Ehorst aengaende haere lasterlyke propoosten, die sy tot ergernisse
van vele godtsalighe lieden ende diffamatie der suijvere leere der kercken
in dese Gereformeerde Nederlanden gedreven hebben, sal de classis van
Zwoll naerstige ondersoeckinghe doen, of deselve na hare gedane recon-
ciliatie in de naestgehoudene classe geschiet zjjn ende, soo sulx bevonden
wort, met haer procederen na de resoluitie des nationalen synodi. Dien
van Camperveen aengaende, sal de synodus, benevens tghene bij meerder
beefft gedelinqueert , procederen, als hg gecompareert sal zgn.
9.
Is mede voorgestelt, overmitz haer eenige persoonen ongebeurlick ende
tegens de resoluitie so des nationalen synodi als oock van de wettelyke
overheyt gedragen hadden, dat deselve sullen voor de synode ontboden
worden , met naeme de predicant tot Camperveen Nicolaus Joannis , die
rector tot Campen Marcus Gualtherus, met de 2 leesers Jacob Geleijns
[speldemeester] l ) ende Pieter Berents [snijder] 1 ), om alhier te compa-
reeren, ende den scriba belast de brieven datelik in de vergaderinghe te
ververdigen.
10.
Is oock mede geresolveert, dat de eerw. synodus aen den achtb. magis-
traet met een vmndtlyck schrijven sal versoeken, dat haere Achtb. goede
opsicht wille believen te nemen over de affgesette predicanten Gerhardum
Arsenium ende Enoelbertum Pott, dat door haerlieder ongernsticheyt de
kercke voortaen geen meerder affbreucke en come te lyden; ende de Lut-
tersche vergaderinghe affschaffen.
11.
Verstaet hierbenevens de synodus, dat de afgeloovige endë superstitieuse
heijdensche ende paepsche prognosticatien , die ten respecte der jaerlijxse
regieringhe der planeten voorsegginghe van crijch ende oorlooch, vrede,
diere ende goede jaeren, gesondtheyt ende sieckten soo wt den loop der
planeten vercondigt worden, alsmede der paepsche raissbruiken wt de
almanacken behooren uitgelaten te worden.
■) Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit 00.
315
12.
Item dat volgents d'ordre, gestelt in synodo nationali, op alle plaetsen
soowel in de dorpen als steden, op de Sondagen des namiddaechs de
Catechismus sal geleert worden sonder jjemants uijtneeminghe , al waert
oock dat niemandt meer ter kercken en quaenie dan de predicant ende
schoelmeester met haere huisgesinnen ende schoolkinderen. Ende sullen de
deputati classium daeroyer opsicht nemen , om deghene, die daerin versuimich
zyn, te vermanen ende soo wie het naelaet, daerover in classe opentljjck
te censureren.
13.
Aengesien de synodus opt nieuwe wederom eenige inconvenienten gespeurt
heefft over de vorderinge der gravaminen, soo aen de ed. heeren gecom-
mitteerden des collegii souden gesonden worden, te weten dat eenige der-
selve waeren wtgedaen, die noodigh waren geweest om ad synodum natio-
nalem gebracht te worden ende daerover desselven oordeel te verstaan,
heeft synodus de ed. achtbaere gecommitteerden wt de Ridderschap ende
Steden gebeden, te willen gelieven tselve aen de vergaderinghe van haere
principalen te bevorderen, dat de kercken daermede niet meer beswaert en
worden.
14.
Tot revisie van d'oversettinghe des N. Testaments is in plaetse domini
Johannis Langu, vermits deselve t'Uitrecht was beroepen, met de meeste
stemme vercoren dn. Caspabüs Sibelius, waervan t'sijner tydt de trans-
latoren ende revisoren sullen verwittight worden.
15.
Hijrna zjjn de articulen synodi nationalis binnen Dordrecht, gearresteert
over de 5 bekende articulen tuschen de Remonstranten ende Contraremon-
stranten (soo men die noemt), van den deputatis desselven voorgelesen, van
de broederen andachtelick aengehoort ende overwogen, oock met eendrachtighe
stemme ende betooninghe van sonderlinghe aengenaemheyt, als in alles met
Gods woort wel overeencomende , toegestemt. Hebben oock de ed. achtb.
heeren van de Ridderschap ende Steden, van den synodo gebeden ende
vermaent zjjnde , benevens blijde teekenen van haere goetkenninge derselvon ,
beloofft met alle vlijt deselve te helpen mainteneeren ende te besorgen , dat
deselve alleen publiquelick geleert ende de contrarie tegenstrijdende gewcert
ende verhindert sullen worden.
16.
Alsoo b$ den achtb. borgemeesteren van Zwol, volgens den last van.
316
den ach tb. magistraet derselver stadt, worde voorgestelt, dat de censuire
ende opsicht over de rectoren ende schoelmeesteren onder haere Achtb.
ende niet der kercken souden staen, is van den broederen eenparichlick
geresolveert, nademael deselve off lidtmaten zijn van de Geref. kercke ende
professie van deselve doen offte daervan verschillen, dat de eerste (aen-
gaende tstuck van religie ende christelike disciplijn) staen onder de censuire
der kercken, d'ander als tegenstrijders derselve hehooren gedeporteert ende
voorts wt sodanighe bedieningen geweert te worden, daermet der jonger
jeucht niet eenighe quade meeninghen mogen ingeplant ende wederom
eenich verderf voor de kercko ende republique veroorsaket worden. Latende
nochtans den achtb. magistraet tgcne in aenneominghe ende besorginghe
haers loons, alsoock indien se haer souden mogen in dinghen, die poli tique
straffe onderworpen zgn, verloopen, bevohlen zijn. Ende tselve om redenen .
de wijle den achtb. magistraet de resoluitie des synodi nationalis niet alleen
voordesen heefft ingewillight, maer oock daerna in volcomen vergaderinghe
van Ridderschap ende Steden om alsoo na te comen geapprobeert
17.
De synodale vergaderinghe , hebbende aengehoort tgebesoigneerde in saken
Johannt8 Wedaei ende insonderhegt d'acta, wt name des kerckenraets met
goetvindinghe des classis sijnenthalven van den predickstoel afgelesen , ende
genoechsaem speurende, dat het miscontentement der doleerende lidtmaten
daerdoor niet en is wechgenoemen , vindet noodich , dat den kerckenraet in
haere vergaderinghe met kennisse des classis deselve acta sal interpreteeren,
gelijck de classicale broedei's alhier gedaen hebben , dat se te verstaen zij ,
naemel. dat Johannes Wedaeus wt cracht derselver syn schuit bekent van
zijn vergrijp aengaende de sake der Remonstranten ende daervan begeere
vergiffen isse bij deghene, die hij daermede geergert heefft, beloovende hem
voortaen te dragen na behoeren. Welcke verclaringe alsoo gedaen ende in
het consistoriael ende classicael boeck aengeteykent zijnde, oordeelt de
synodus, dat Johannes Wedaeus aen d'eene ende de dagende lidtmaten
aen d'ander zijde haer daermede behooren te contenteeren , ten ware dat na
de reconciliatie jjetwat sonderlings gepasseert ware, dat sij de novo hadden
in te brengen. Ende sal hiervan den synodo op nacomstige vergaderinge
rekenschap gedaen worden.
18.
Over het 5 artikel der kerckenordeninghe , noopende de beroepinghe der
dienaren, worden de ed. achtb. gecommitteerde versocht, te willen by de
Ed. Ridderschap ende Steden denselven recomm andeeren , ten eijnde deselve
in dose provincie alsoo moge onderhouden worden.
317
19.
Aengaende den 44 artikel in de kerckenordeninghe, van de visitatie, die
bij den deputaten classis sal gedaen worden, terwjjle de classe van Vollen-
hoe ende Steenweek in elcke kereke maer eenen dienaer heeft ende over-
snlx de yoorss. visitatie sonder gebreck van de kereken niet wel can
geschieden, zjjn de ed. achtb. gecommitteerde gebeden om in de verga-
deringhe van Bidd. ende Steden de kereken van Vollenhoe ende Steenweek
te recommanderen, daermet deselve noch elck met eenen dienaer moege
versien worden. Twelck sy aennemen te doen, als tselve van den synodo of
haeren gedeputeerden sal versocht worden.
20.
Op den 56 artikel in de voorss. kerekenordeninghe, aengaende den extra-
ordinarissen kinderdoop, die in de weken op den platten lande, daermaer
Sondaechs alleen predicatie gedaen wort, is geordonneert daertoe te ver-
condighen den Donderssdach.
21.
Op den 83 artikel wort geresol veert , dat men den armen ende gebreke-
liken lidtmaten, so daer ergens willen gaen aelmoessen soeken, geen attes-
tatien sal mededeelen om deselve omrae te dragen, maer indient haer
noo[dich] is, schrijve aen die kerekenraden ende dien haere noot recom-
mandeere.
22.
Men sal oock aen de hooge overheyt versoeken , dat haere Ed. Achtb.
willen gelieven de bedelaers ende hegdenen, mitsgaders alle andere vaga-
bunden ende landüoopers, te weeren.
23.
D'eerw. broederen D. Caspabus Sibeltus van Deventer, D. Hieronumus
Vogellius wt de kereke ende classe van Campen, D. Hehmannus Wif-
fehdtkok van Zwoll, op den synodnm nationaelem gecoramitteert , haer
rapport gedaen hebbende, zjjn over haere getrouwe diensten eerbiedelick
bedangkt worden, twelck men oock d'andere broederen doet, alhoewel sy bij
dese gelegentheyt niet hebben konnen tegenwoordich syn.
24.
Is oock goetgevonden , dat de synodns aen D. Dammannum sal schreven,
om te moegen d'acta synodica hebben ende deselve nalesen.
318
25.
Van de deputatie totten synodum is geresolveert, dat men een ofte twee
van deghene, die te vooren zyn gedeputeert geweest, als hebbende de meeste
memorie van tgene te voren gepasseert is, wederom sal mogen deputeeren,
ende daerna deghene, die hun sullen bygevoeget worden, mette meeste
stemme verkiese.
26.
Hierna syn de gravamina classium gelesen.
27.
Opt eerste gravamen classis Daventriensis , noopende de onderteekeninge
der Confessie, Catechisme, Canones, gestel t over die V bekende articulen,
is geresolveert, dat die kercken int verkiesen der ouderlinghen ende diakenen
goede voorsichticheyt moeten gebruiken , dat alleene diegene vercoren worden,
die wel bekent zijn de sujjvere leere toe te staen ende, daer het moegelyck
is, deselve met haere onderteekeninghe toe te stemmen, twelck indiscretie
van de kercken sal gelaten worden, welverstaende dat alle siekentroosters
gehouden sullen wesen deselve t' onderteekenen.
28.
D. Lindenhovius, dagende over synen coster, sal tselve hem ongelgcks
wedervaren is, aen den ed. heere landtdrost van Zallandt bekent maken
om dan daerin versien te worden. Mede sal oock de schoelmeester ende
coster tot Dalfsum by den ed. landtdrost voorss. versoeken, dat hem syn
achterstedicheyt moge voldaen worden ende eenighe vereeringhe ende ver-
beteringhe voor synen nioijeliken schoeldienst geschiede, alsmede dat oock
de coster tot Ommen behoorlyck versorgt worde.
29.
De onderteekeninghe van Confessie , Catechismo , Canonen ende acten van
verbintenisse, sal overal in den dassen geschieden , ende tselve sal oock aen
de schoolmeesters te wercke gestelt worden.
30.
Op de gravamina des classis van Campen.
De oepeninghe der twee gesloeten kercken tot Campen, mitsgaders de
restitutie van het classicael, synodael ende consistoriael-boeck met het
kerckenzegel , dewelcke de Remonstranten haer hebben ontwendet , sal doort
synodus met een schreven aen den eers. magistraet versocht worden.
319
31.
Opt 5 gravamen wort geoordeelt , dat degheenen , die openbaerlick geson-
digt hebben, openbaerlick voor de gemeente behooren schultbekentenisse te
doen, eer dat sy totten h. avontmael sullen toegelaten worden.
32.
Het 6 wort gerefereert totte acta, daervan in de gemeene kerckenordre
gestelt
33.
Het 8, noopende die restitutie der oncosten, i)jj de predicanten tot
noodtdrufftige reparatie haerer behuisingeaengewendet, wort met goetvinden
der ed. achtb. gecommitteerde geapprobeert. Ende moegen de geïnteres-
seerde haere costen in den collegio offte vergaderinghe van Ridd. ende
Steden inbrengen.
34.
Het 9 , dat de ingeborene deses landts , soo in de h. theologie gestudeert
hebben ende goede getuichenissen haers levens van de kercken konnen ver-
toonen, den vreembden in geleertheijt, godsalicheijt ende gaven om te
prediken gelyck synde, behooren voorgetrocken ende vooreerst gepromoveert
te worden , wort geapprobeert, behoudens den gemeenten ende praesentanten
haere vrjje keure.
35.
Opt tiende, aengaende de versoekinge van correspondentie, refereert sich
synodus tot het 48 artikel io die kerckenordeninghe.
36.
Op die gravamina des classis van Zwolk
Aengaende de correspondentie der classium is met de meeste stemme
overcomen, dat sulx, alst noot is, geschiede.
37.
De synodus sal aen de deputaten synodi nationalis , die tot de translatie
des bibels ende andersins verordineert zyn, schryven, dat sy tghene haer
belast is metten eersten willen bij der handt nemen ende daermede voort-
varen, ende dat sulx met de revisie der acten synodi nationalis, soo haest
het immers doenljjck *) is, geschiede.
') „doenhjck" staat boven „mogelijck", dat flaaw onderstreept, in plaats van door-
gestreept, is. De andere codd. hebben alleen „doenhjck".
320
Op de gravamina classis Vollenhovianae.
38.
Opt 4, dat sommige in den oogst de predicatien onderlaten ende oor-
sake geven tot onthegliginge des sabbaths, wort geoordeelt, dat hetselve
gantschelik niet en betaeme. Daeromme oock de deputaten classis gelast
sullen wesen goede opsicht te nemen.
39.
Aengaende tghene in het 5 gra vamen , ter canse van degene , die in
ministerio zijn ende «net andere professie haer oeffenen, oordeelt synodus,
dat se, hebbende wetenschap ende gaven ontfangen om daermede haeren
naesten dienstelyck te wesen , tselve met goeden raet ende advgs , sulx ver-
socht synde, wel moegen doen, maer dat niemandt daervan syn werck en
make, streckende tselve tot verhinderinghe zijns diensts ende opsprake in
denselven. Daerom oock expresselick int gravamen staet: die een geheel
mensche vereyschen.
40.
Ma.rcls Gualtherüs , scholae Campensis rector, van den synodo geciteert,
is niet verschenen , maer heefft door een schrift seer stoute , onverschaembde,
onwaerachtighe ende ongefondeerde andtwoorde aen desolve gesonden, waer-
mede hij do vergaderinge , te vooren van hem noch binnen sjaers in synodo
tot Vollenhoe, alwaer hij als olderlingk verschenen was, voor goet gekent
ende geapprobeert , spottelyck verachtet. Daerom het synodus geoordeelt
heeft, dat hij, sjjnde niet alleen van de suyvere leere der godtlgker waer-
hey t , soo duslange in de Gereformeerde kercken deser Nederlanden standt-
vastelick geleert ende bij hem selven in den synodo voornoemt is toege-
staen, afgeweken, maer oock daeren tegen met schandelyke lasteringhe deselve
na syn wterste vermoegen binnen ende buiten de stadt Campen hatelick
gemaekt, die leeraers derselve calumnieuselick getraduceert , de goede
resoluitie 'des synodi nationalis tegen gedane belofftenisse ontrouwelijken
hem ontrocken, heijloose Taffercelen gestroijt, oock met een lasterlyck
boeck (wiens titel is: Achterujjtslaende Roekeloosigheyt) tegengesproken
ende met verscheijden onwaerheden be^waert, daerbenevens dese wettelijke
vergaderinghe moetwillichlik gedetrecteèrt (niettegenstaende hem tselve opt
versoeck des synodi den achtb. magistraet hadde geinsinueert) , mits desen
onweerdich erkent worde om den dienst der scholen langer te betreden,
ende dat daervan den achtb. magistraet met een vriend tlick schrift sal
versocht worden denselven te willen removeren , volgende de resoluitie. des
synodi nationalis, bg de Hooch. M. heeren Staten Generael ende haere
Achtbaerheyt selve geapprobeert.
821
41.
In de sake van Jacob Geleijnss ende Pieter Berentss oordeelt synodus,
alsoo sjj disordentelyck baer hebben verstout, sonder beroepen te syn, opent-
lgken het predickampt, oock tegen tverbodt des achtb. magistraets , te
betreden, niet sonder groote beroerte der burgergen ende smadelyke laste-
ringhe der suijvere leero ende andere factieuse handelinghe, waerover sy
voor desen synodum ontboden zijnde , met spottelijke brieven hebben onder-
staen deselve te eluderen, dat deselve sich hebben gedragen als pertur-
batenrs ende verstoorders van kerckelyke ordre ende vianden der godlyke
waerheyt, dat de achtb. magistraet sal worden versocht tegens soodanighe
persoonen nae haere meriten te procederen ende te besorgen, datdekercke
van deselve voortaen gheen schade hebbe te lijden.
42.
Nicolaus Johannis, predicant op Camperveen, wort van den synodo
geoordeelt, van wegen syn onsujjverhejjt in leere ende lasterlike tegen-
spreken derselye, alsoock versmadelike overhooricheyt deser synodale ver-
gaderinghe met schrifftelyke verclaringe, die hg desen dach in synodum
gesonden heeft, dat hg van het Bemonstrantsche gevoelen niet en wilde
wjjken noch de acta synodi nationalis onderteekenen, bjj vigeur van de
resoluitie, in de nationali synode genomen, wt synen dienst ontsettet te
blijven, waervan men hem ende den E. drost van Isselmujjden -met een
brieff sal verwittigen.
43.
Tot deputaten synodi zjjn vercoren D. Caspabus Sibeliüs, D. Petrus
Plancius, D. Hieronymus Vogellius, D. Joannes Volgerus. Ende by
soverre imandt van deselve sonde comen na den wille des Heeren ofte te
overlgden offte te vertrecken, sal de classis, in denwelcken sulx mochte
gebeuren, vrgstaen met goetvinden der gedeputeerden voornoemt eenen
anderen in desselven plaetse te verkiesen.
44.
Zjjn oock de ar tierden, in den nationalen synodo gearres teert , met de
acte van verbintenisse, van de leeraers, tot desen synodum gecommitteert ,
onderteekent
45.
Aengaende de correspondentie tuschen desen ende de bijnabuirde synoden
oordeelt het synodus , dat het in de vrghoyt des synodi sal staen , ende so
het mochte versocht worden, dat alssdan die ed. achtb. heeren van Ridd.
Acta syn. provinc. V. 21
322
ende Steden sullen versocht worden in deselve met haere toestemminghe
te verwilligen.
46.
Benevens tghene verhaelt is in den 18, 19, 22 ende 45 l ) articulen,
sullen de deputati sijnodi gelast wesen oock dese volgende aen de Ed.
Mog. Ridd. ende Steden te remonstreeren :
1. dat de predicanten, die noch aen haer tractament te oort comen,
volgens de resoluitie van Ridd. ende Steden moegen worden versien, als
daer zyn: Markel *), Goer, Borne, Ehorst, Ens, Isselmuiden, Sallick'),
Blanckenham , Wanneperveen ; item dat de goetheeren ende tstedeken van
Delden mogen ordonneeren, dat met den predicant Rappaxo aengaende zgn
tractament moege deselve geljjckheyt geschieden, die D. Sollingiüs voor-
desen gehadt heefft;
2. dat Holten 4 ), Mastebroeck, Geijthoorn, Steen wij ker wol t 6 ) met school-
meesters •) versorget mogen worden; tot Delden, daer de schoelmeester den
arbeyt doet ende de coster, synde Paepsgesind, de profeten geniet, moge
worden geholpen 7 ) ; ende den coster tot Wilsum voor syn schoeldienst met
noodige onderhout versien worden;
3. dat de eosters overal mogen lidtmaten van de kercke wesen ende
professie van de religie doen, daerentegen de Paepsgesinde geweert worden,
als daer zijn tot Raelte, Hellendoorn ende Blanckenham;
4. dat mede oick de ongeregeltheiden , die in de trouwinghe geschieden,
mogen affgeschaffet worden, als daer syn: de lichtveerdighe gesangen der
bruijloftJiedekens , het vedelen, pijpen ende trommen, daermede de bruidi-
gom ende bruidt ter kercken gebracht worden, ende die lichtveerdighe
bijeenioopinghen sonder trouwe, soo an veel plaetsen geschieden, als dat
slechs den schuiten de namen worden aengegeven ende daerna niet meerder
tot bevestinghe des echten staets wort geplecht; sommighe oock, die haere
geboden in de kercke laten geschieden ende daernae niet trouwen, jae,
getrouwt zjjnde, wederom van malcanderen lopen, waervan gheen kleyn
gebreck is int drostainpt Vollenhoe, alsoo bjj exempelen aengewesen can
worden ;
5. dat oock mede de insolente groevenbieren , papegagschieten ende
onherjlige tappen ende traffiqueren onder de predicatien mogen affge-
schaffet worden;
•) „45" 00 heeft „30 ende 45". ») „Marker. Er stond eerst „Hellendoorn", doch dit
is doorgehaald. MM heeft nog „Hellendorn". ») „Sallick" 00 heeft „Sallik, Cuijnder".
«) „Holten" 00 heeft „Holten, Olst". *) „Steenwijkerwolt" 00 heeft „Steenwijker-
wolt, Blanckenham, Sallik, Isselmuiden, En?, Camperveen". *) „schoelmeesters"
00 heeft „schoelmeesters ende voorsangers". ') „tot Delden — geholpen" ontbr. in 00.
323
6. dat de gedane oncosten, bjj den predicanteo in haere synodale ende
classicale commissien gepleecht, haerlieden mogen gerefundeert worden,
waerover noch dagende zijn D. Jobaknes Voscuilius tot Steenwxjck , Johan-
nes Volcerüs tot Vollenhoe x ) ende Georgtüs Goykerus tot Wilsrun ;
7. dat mede besorginge moege gedaen worden over de predicanten des
drostampts van Vollenhoe *), die haere classicale oncosten tot noch toe selve
hebben moeten doen, om deselve daerin te verlichten;
8. dat de predicanten ten platten lande mogen bevrijdt worden van de
imposten ende accijsen in tghene sy tot haer eggen huis van nooden hebben ;
9. dat de paepsche vergaderingen, dewelcke niet sonder perikel van het
landt ende affbreucke der kercken geschieden , alsmede de dootslagers
ende andere bloetschenders , dugvelsbanders ende waerseggers moegen ge-
weert ende gestrafft worden, waerover insonderhegt doleeren de broeders
vant classis Steenweek ende Vollenhoe:
10. dat de wooninghe der predicanten tot Hardenberch ende Ommen
moegen gerepareert worden ;
11. dat de sake Martini Gesneri by Ridd. ende Steden vervordert
ende trequest Joannis Lemnii, predicant in sPrincenlandt, by deselve gere-
com man deert worde.
47.
De acten van verbintenissen, soo in alle dassen voor de predicanten
ende schoelmeesters sullen dienen, syn elcken classi in authentique copia
medegedeelt
48.
Het synodus sal toecomende jaer door des Heeren genade tot Campen
gehouden worden.
49.
Hijrnae is censura morum gehouden ende zijn de broeders met hert-
grondtlyke dancksegginghe tot God ende bedanckinghe aen de ed. achtb.
heeren gecommitteerden in eendrachtelyke , broederlijke lieffde ende vrede
gescheiden , den 20 Augusti anno 1619.
Jacobüs Reviü8, praeses.
Petrus Plancius P. f. , assessor.
Joannes Volgerus, Holsato-Stormarus, synodi scriba.
') „Johannes Volcerüs tot Vollenhoe" ontbr. in 00. *) „des — Vollenhoe" ontbr.
in 00.
21*
324
Acta der ordinaris gedeputeerden des provincialen synodi
van Overissel in den jaere 1618 en 1619 *).
Art 1. Anno 1618 den 10 Octobris zyn vergadert geweest tot Deventer
de gecommitteerde des Overgselschen synodi, naemelik Jacobus Reviüs,
predicant tot Deventer, Georgius Goykerus, predicant tot Wilsum in de
classe van Campen, Vigtob Petri, predicant tot Swolle, ende Johannrs
Voscuil, predicant tot Steenwgck, neffens de deputatos classis Campensis
Hilbhandum WiLLENiUM ende Ernestum Hiddingiüm, alsoock des classis
van Zwol Hieronymüm Vogeliüm ende Petrum Planciüm, alwaer, na ge-
woonlyke aenroepinghe van den name Gods, is gecompareert op voorgaande
citatie Martinüs Harlingensis, predicant tot Ruveen in de classe van
Zwoll, denwelcken voorgehouden zijn de navolgende poincten:
i. waerom hg niet vertoont en heeft purge, hem opgeleijt tot verscheg-
den regsen van den Swolschen classe, alsoock den synodo, aengaende de
oneerbare propoosten etc., hem te laste gelegt?
g. dat hy de godloose Bemonstrantsche Taffereelen onder den huislugden
tot groot scandael ende ontstichtinge der eenvoudigen gestrog t heeft;
3. dat hg lastert de Gereformeerde leere, oock kerekelyke ende poli tike
persoonen ;
4. dat hij groote ergernisse geeft met zijn eijgenbatigh coopen ende ver-
coopen, waerover hem oock bg den heer schultis van Hasselt een protest
geinsinueert zg.
2. Martinüs voorsz., dese poincten hebbende aengehoort, heeft daerop
verclaringe gedaen als volght
Opt eerste heeft vertoont een sekere forme van accoort, gemaeckt tot
Zwoll , twelck geoordeelt wort niet te wesen de purge , die hem was opge-
legt, maer een particuliere transactie, te vooren gesien.
Opt 2 de bekent, de Taffereelen gestrog t te hebben ende, soo hg der meer
gehad hadde , souder meer gestroijt hebben. Weet oock alsnoch niet qualick
daeran gedaen te hebben, maer geschiet te zgn tot zgner ontschuldinghe, om
aen te wijsen , dat hg sodanighe poincten niet toe en stond. So hy nochtans
yemandt daermede geergert hebbe, begeert dat ment hem vergeve.
Opt 3 de belydt, van de leere der Contraremonstranten aengaende de pre-
destinatie geseijt te hebben, dattet is een verfogelyke ende grouwelgke
') Deze acta deputatorum, die volgens besluit der synode van Deventer (1619) art*
4 een plaats verdienden in het synodale boek (zie hierover p. 313), zgn derhalve
ook in de andere codices afgeschreven. Zy ontbreken echter geheel in 00. In SS.
komt slechts een klein gedeelte voor (de twee eerste bladzijden); zie noot 1 op p. &6.
325
leere, ende verclaert, dat hg die alsnoch daervoor houde, totdat hg beter
onderricht werde. Maer ontkent eenighe kerckelyke ofte politique persoonen
gelastert te hebben.
Opt 4 de bekent, wel coopinghe ende vercoopinge verscheijden male gedaen
te hebben, maer niet te weten daer eenige ergernisse mede gegeven te
hebben, ende in gevalle hij daer gemandt mede ergert, tselve wel te
willen nalaten.
3. Naerder verclaringhe Martini op het 2 de poinci
Alsoo de broeders van dese vergaderinge Marttno hebben aengewesen ,
hoe ontrouwelyck de spreucken der vroemer leeraren int Remonstrantsche
Taffereel zijn geallegeert , bekent Martinus alsnn qualyck gedaen te hebben ,
deselve stroijende, ende bidt de broeders hem tselve willen vergeven.
4. Hijrop is geresolveert , dat:
aengaende het eerste hg sal binnen de tydt van 8 dagen moeten sich
purgeren bij den schol tis, gelick hem voordesefc belast is, ende sal daer-
van blyck toonen aen Victorem Petri, alsdeputatumsynodi, endePETRUM
Planctüm, als deputatum classis;
aengaende het 2 e verblijden haer de broeders wel, dat hg sgn faute
alhier bekent, maer oordeelen nochtans daermede niet voldaen te zgn voor
de opentlike ergernisse, daermede aengeiïchtet;
opt 3 e achten de broederen de Gereformeerde leere ende leeraren .opt
hoogste te werden gecalumnieert door sodanighe verclaringhe ende dat hy
selven hem daermede genoechsaem van haer afsngdet;
opt 4 e dat, alsoo de overheyt daerover clacht ende andere daervan getui-
gen, hg geoordeelt wort hem daerin seer te hebben verloopen als een sake,
synen dienst insonderheyt onbetaemelick , waervan hij dan an den schultis
sal gehouden zgn binnen 8 dagen satisfactie te doen ende daervan blyck
betoonen als vooren.
5. Dese resoluitie den Martino voorgelesen zynde, en heeft hier niet
toe willen verstaen, voorgevende onder andere, dat hy doch van den
nationalen synodo ten laetsten soude moeten gedeporteert worden, daerom
hem liever ware alsnu daerwt te scheg den, dat men hem gheen tweedooden
aendoen soude etc. Ende als wierde geandtwoordt, datdeputati verhoepten,
dat hy hem int stuck van de leere soude onderwijsen laten, heeft geandt-
woordt: hij conde daerin niet onderrichtet werden. Ende den gantschen
dach besigh met hem geweest zynde met vermanen , bidden ende smeken ,
zjjn op den duisteren avondt onvruchtbaer gescheiden.
326
6. Den 11 Octobrïs zijn wederom vergadert geweest de gedeputeerden
als boven ende heeft Martinus Johannis wederom audiëntie begeert, in-
staende hem wat naerder verclaert, dat hy naemelick verstaen wilde tot
hetghene hem hg den deputatis sonde werden opgelegt. Daerop is gefor-
meert navolgende acte :
De gedeputeerde des synodi provincialis, gesien hebbende sommighe
aenclachten noopende den persoon Martini Haklingensis , als 1. dat hg de
godslasterlijke Taffereelen, waerdoor de leere der Geref. kercken bij de
Turcksche grouwelen vergeleken wort, onder de huislujjden tot groote
ergernisse derselven gestropt ende voorgemelte h. leere voor grouwelik,
aenstoetelick etcetera getraduceert; 2. met vrembde, eggenbatighe coop-
handel gelijke ontstichtinge ende hem bij den scholtis geinsinueerde protest
gecauseert; 3. over de opsprake van sekere oneerbare propoosten etcetera,
hem hg den scholtis (als hem van den synodo was opgelegt) al snot h niet
debite gepurgoert hebbe, ende syn (dies Martini) debad daerop hebbende
aengehoort; oordeelen op het eerste, alsoo Martinus voorsz. daervan leet-
weesen verclaert te hebben, hij tselve tot weghneminghe der opentlike ge-
gevene ergernisse opentlyck onder den predickstoel sal bekennen ende ver-
giffenis begeoren; opt 2 e , dat hg hem voortaen daervan wachte; opt 3 e ,
dat hg behoorlyke purge van den schultis bij de gedeputeerde inbrenge ende
dat hy bij provisie hem des diensts onthoude, totter tydt toe hg tvoorsegde
U>t contentement der gedeputeerden verrichte. Twelck hy gemelte Martinus
alles heeft op hem genoemen ende belooft na te comen. Actum Deventer
den 11 Octobris anno 1618. l )
7. Dese acte Martino verscheijden malen voorgelesen zijnde, heeft deselve
in alles aengenoemen, gelyck daermede geinsereert is. Ende is gedeputeert
Victor Petbi om des Martini schultbekenninghe van den predickstoel ter
presentie Martini den huisluiden tot ïtuvene voor te dragen.
8. Den 12 en Octobris is gecompareert op voorgaende citatie Johannes
Meylingius, den kerckendienst een tydtlangk betreden hebbende tot Gene-
muiden, denwelcken is affgeeijscht bescheijd van zijn wettelyke dimissie
neffens goet getuichenisse wt den classe van Zuitphen, alsoock wettelike
beroepinghe der kercke tot Genemuiden, neffens approbatie van den classe
•) Hiermede eindigt de copie in SS. Doch daarna volgen nog bijna negentien
onbeschrevene bladzijden, zeer zeker bestemd om later daarop het nog ontbrekende
in te vullen.
327
van Campen. Daerop hg ingebracht heeft een brieff van den h. drost van
Isselmuiden, alsoock eenen van den magistraet van Genemuiden, waer-
mede hij totten kerckendienst aengesocht ende geroepen word. Van de
kercke ofte classe en heeft hy niets connen toon en. Aengaende tgetuiche-
nisse van den classe van Zuitphen heeft getoont een schrifft, waerin het
navolgende van woort tot woort gclesen wort. ende luide t post exordium
alsoo :
Zynde gebleken wt de eijgene belydenisse Joannis Meijlingii, predicant
tot Boerloe , dat hij opentlick geleert , gepredickt ende gedaen heeft (ende
meermaels) tegen de leere ende kerckenordeninghe , die niet alleen in dese
graefschap publica authoritate eenmael aengenoemen ende dnslange gevolght
is, maer oock die hij selfs met hert, hand ende mond oprechtelick ende
als voor den Heere heeft goetgekent, ende belooft, altijd t zijn particulier
gevoelen, tegen die vooraengetogene leere strijdende, al verstonde hy het
niet genochsaem (soo hij selfs seijde), bij sich te beholden (in welcken
gevalle men gesint was hem te tolereren), maer veelmeer dat hij wilde ende
voorgenomen hadde hetselfde , alst te passé quaem , int publique ende privee
synen toehoerderen voorstellen, te leeren ende te prediken, synde mede
den gemelden D. Meilingto (omdat men hem hierbevorens meermaels, als-
oock nu, liever tot beterschap gebraght als van zjjnen dienst on toette t
sage) meer dan 3 maenden resprjts gegeven om hem naerder op alles te
bedencken ende te verclaren, binnen welcken tijdt hij (naemaels verhoort
ende alle moegelyke middelen om hem tot afstant van zijn voornemen te
brengen aengewent zynde) even hardt persisteerde by zjjn eens gedane ver-
claringe, soo isset, dat de predicanten des Zutphcnschen classis, sorge
dragende voor vrede, eenicheyt ende stichtinge der kercke Gods in haer
quaertier, twelck sy voor seker houden, dat niet en can gevordert worden ,
so een ijeder predicant mochte leeren ende doen , wat hem goetdunckt ende
behaecht, nae lange ende verscheijden deliberatien eyntelyck hem Joh.
Metlinqio voorsz. syns dienste tot Roerloe ontsettet ende voortaen Gods
h. woort te prediken, de sacramenten te bedienen, ende alle ende ijeder
stuck , dat tot het predickampt behoort , sich in desen quartier te bemoijen
verboden hebben, ende sulx met ad vijs ende goetvindinghe der E.E. H.H.
Gedeputeerden deser graefschap. Daervan hij , alsoo hij (Meijlingk) heeft
acte begeert, is hem dese tegen woordighe (nadien se hem voorgelesen ende
bij hem selve in alles der waerheyt conform te zgn beleden) op zijn eern-
stich aenhouden medegedeelt, om hem te dienen na* behooren. Actum
Zutphen desen 15 Apr. anno 1617.
onderstondt: nomine classis,
ende noch leger: deputati ejusdem,
Henbictjs Fabkitius, inspector.
328
9. Dit getuichenisse gelesen ende overwogen zgnde, is navolgende acte
gestelt:
De depntati des synodi hebben geoordeelt, dat, tensg Jo. Meilingitts
beter getuichenisse des classis Zntphaniensis ende wettelyke beroepinge
ecclesiae Genenmidanae inbrenge, sy synen dienst niet voor wetteiyck kon-
nen honden , waerover hem belast is alsnlcks binnen den tydt van 2 weken aen
den depntatis des synodi in te brengen ende ondertnschen die bedieninghe
der kercken na te laten. Op hetwelcke hg gehoort zynde , heeft geandtwoordt
wel beter getuichenisse ende wettelyke beroepinge der kercken binnen 3
weken te willen inbrengen, maer zgne bedieninghe niet te willen nalaten.
Ende alsoo de depntati niet connen verstaen, dat hg moge den dienst der
kercken onwettelik betreden, laten hem den tydt van 3 weken wel toe,
mits hem te verstaen gevende dat hg soolange sigh des h. kerckendienst*
sal onthouden. Welcke acte Meiltngio voorgelesen zgnde ende by hem
versocht copie van deselve, belofte doende dat hg sich wille onder die
submitteren, te weten van den dienst der kercken sich solange te ont-
houden, totdat hjj goedt getuichenisse ende beroepinge getoont hebbe, soo
hebben deselve depntati dese acta hem vergunt om sich daerna te gedragen.
Alsoo Henriciis Jodoci, dus lange den kerckendienst betreden hebbende
op Ens, volgens de citatie, hem geinsinuert, op den gesetten tydt niet en
is verschenen, hebben de depntati classis Campensis tegen hem ingebracht
sekeren brief, geschreven bg den classem Drentinam, waerin de Hexricus
Jodoci verclaert wort een apostafet] ende godloos mensche te wesen ende
daerom bij haer van den dienst tot Wapsterveen gesuspendeert te zijn, met
«
waerschouwinge aen den classem Campensem voor zgn persoon etc. Heb-
ben oock ingebracht, hoe dat gernelte Henk. Jodoci tegen kerckenordre
den dienst op Ens hebbe aengenoemen. Derhalven denselven Henb. Jodoci
zynde in deffaut van te verschenen, oordeelen de depntati synodi, alles
wel overwogen hebbende, dat hg van syn onwettelik beroep behoere te
desisteren, opdat den kerckendienst synenthalven niet gelastert en werde.
10. Den 13 Octobris is gecompareert , hoewel na den bestemden tydt,
Henb. Jodoci. Denwclcken voorgehouden zgnde tgene voormeldt, alsoo hg
niet bundighs daertegen ingebracht heeft, is daerop besloten als volgt:
De deputati synodi, in de vreese des Heeren overlegt hebbende de sake
Henrici Jodoci, alsoo sy niet gesien hebben eenige wettelyke beroepinge
van de kereke ende classe, onder dewelcke hg tegen woordich den dienst
des h. evangelii is betredende, noch oock gheen wettelyke dimissie van de
29
kercke ende classe van Drenthe, alwaer hy te vooren gestaen heeft, maer
wel ter contrarie een naeschrijvinghe , dienende merckelick tot syner beswa-
ringhe, berjde in leere ende leven, hebben goetge vonden , dat hg Hene.
Jodoci van den kerckendienst sa] supersederen , ter tjjdt toe hij van de
kercke ende classe voorsz. wettelyke beroepinge ende dimissie aen den
deputatos synodi sal hebben vertoont. Actnm in conventu deputatorum
synodi desen 13 Oct. anno 1618.
11. Den 14 Octobris zgn de vier gedeputeerde des synodi verschenen
in de vergaderinghe van Ridd. ende Steden ende hebben volgens haren
expressen last haer Ed. Mog. voorgestelt navolgende stuckken, waerop het
provinciael synodus versochte, haere Ed. Mog. te willen ten besten der
kercken ende onderhondinghe van godsaücheyt ende eerbaerheyt resolveren :
1. dat de dienaren des godlyken woorts, die door ouderdoom ofte andere
inconvenienten onbequaem worden totten dienst, alsoock de weduwen der
afgestorvenen leeraren, met behoorlijke tractament mogen versorgt worden ;
?. dat ordre moge gestelt worden tegen de prophanatien der Sondagen;
3. dat bg tgdts het houden der bededagen den predicanten ten platten
lande moge geinsinueert worden;
4. dat de godloose Bemonstrantsche Taffereelen mogen verbrandt worden ;
5. dat de prophanatie ende missbruick in de houwelijxse copulatien, bg
de schultissen ten platten lande gepleecht, moege gebetert worden;
6. dat de dootslagers wt dese provincie mogen geweert worden;
7. dat de vergaderinghe der Papisten, de seer toeneemt, mogen verhin-
dert worden.
Ridderschap ende Steden deser provincie, dese pointen gesien ende over-
wogen hebbende, hebben deputatis synodi tot andtwoorde gegeven als volght:
opt l e dat haere Ed. Mog. daerin souden doen na gelegen theyt ende
meriten der persoonen;
het 2 6 ende 3 e geavogert;
opt 4 e geresol veert, dat de Taffereelen souden ingetrocken worden;
het 5% 6* ende 7 e belooft te effectueren.
12. Hebben oock genie] te deputati haer Ed. Mog. voorgehouden die
censuire, by haer aengeheven tegen de persoonen van Martinus Harlin-
geksis, Joannes Meijlingk ende Henricvs Jodoci, versoekende haer Ed.
Mog. believen m och te deselve censuiren met haere autoriteit te main-
teneeren. Ende alsoo Ekgelbert Pott om syn sociniancrge ende onwette-
lick indringen bg den synodum , alsoock Henr. Meilingk om gelijke
onwettelgckheyt ende onstichtelikheyt in synen dienst by den classe vaq
330
Deventer synde gedeporteert, noch continueerden in haeren dienst, zyn
haere Ed. Mo. gebeden, de authoritefjt des synodi ende classis tegen deselve
inssgelijy te willen voorstaen. Haere Ed. Mog. hebben de sake van de 3
eerste laten berusten bjj tgene deputati synodi daerin gedaen hadden. Wat
Henbicum Meilikok ende Pot aengingk, hebben goetgevonden , dat deselve
souden op den landtdach verschreven worden om haere defensie te hooren.
Deputati synodi hebben geandtwoordt , dat haer Ed. Mog. de 2 persoonen
voorss. tgebesoigneerde in haere saken wel conden voordragen na haer be-
lieven, maer dat sy deputati synodi geen last en hadden om deselve sake
in haere Ed. Hogh Mog. vergaderinghe eenichhsins te debatteeren.
13. Alsoo den deputatis synodi is aengedient r dat Martinus Babi..
tegen last ende beloffte hem vervordert heefft wederom te prediken , hebben
deputati synodi tselve Ridd. ende Steden geremonstreert, bij welcken goet-
gevonden is, dat Victor Petri als naestgesetene hem op de sake soude
informeeren ende, indient alsoo bevonden wiert, voorss. Martinum geheelik
'deporteeren van zjjnen dienst
Hjjrop zijn deputati synodi gescheiden.
14. Den 18 Novembris syn te Zwolle vergadert geweest de deputati
synodi , alwaer ingebracht ende geresolveert is het navolgende :
Alsoo Ridd. ende Steden belooft hebben het Remonstrantsche Tafereel
in te trecken, waervan het effect niet gespeurt en wort, sal bij deE.E. H.H.
Gedeputeerden der landtschap nochmael versocht worden, dat hetselfde
moge int werck gestelt worden.
15. Alsoo bevonden wort, dat Martinus Harlingensis boven verbodt
der deputaten synodi ende zijn eggen belofte hem vervordert heeft wederom
tot Ruveen te prediken ende den bugssluiden wijs te maken , dat men hem
wilde deporteeren, omdat gesegt worde, dat se hem wilden quijt wesen
etc., waervan nochtans bg den deputaten synodi geen gewach gemaeckt en
was , streckkende tselve nergens anders toe , als de huisluijden met onwaer-
heyt tegen de kerckelike handelingen in te nemen ende op te maken, soo
ist dat deselve deputati volgens haeren last, neffens goetvinden van Ridd.
ende Steden, denselven Martinum hebben gedeporteert ende gantschelik ont-
slagen van zijnen dienst Ende sullen de broederen der Swolschen classis
worden aengesocht, de vacerende plaetse metten eersten met een rechtsinnigh
predicant te willen versorgen.
331
16. Is gerapporteert , hoe den 24 Octobris voorleden Joh. Meilingk
gecomen sy bij een der deputaten des synodi om te toonen, soo hg seijde,
de stucken, die hem opgeleijt waren in te brengen, ende hebbe getoont
eenen brieff van den magistraet van Genemuiden, alsoockeen seker schrift,
onderteekent bij de 2 Remonstrantsche predicanten vanCampen, getuigende
dat se hem in den classe hadden aengenomen. Maer getuichenisse van den
classe van Zuitphen en hadde hg noch niet connen crijgen. Alle welcke
dingen insufficiënt ende van geringer weerde zfjnde tot syn er od tl as tin ge,
en hebbe gemelte deputatus hem het prediken niet connen noch willen
consenteeren, maer belastet te gaen bij een van de anderen gedeputeerden
om deselve syn stucken mede te vertoonen, twelck Jo. Meilingk niet en
hebbe gedaen, maer hem terstont wederom begeven te prediken, waerin
hij noch continuere. Insgelyx is gedoleert over Henr. Jodoci, dat hij tegen
verbod noch continuere in zgnen dienst ende syn getuichenissen, den termijn
daervan lange verstreken zynde, niet in en brenge. De broeders, in de
vreese des Heerén op de sake gelett hebbende, hebben goetge vonden ge-
melten Joh. Meilingk ende Henr. Jodoci aen te schrijven , dat se alssnoch
binnen 14 dagen haere getuichenissen souden hebben in te brengen ende
middelerwijle haer des dienste onthouden , ofte bij faute van dien haer niet
alleen voor gesuspendeert houden , maer oock voor t'eenenmale gedeporteert.
Welcke brieven oock voor tschegden haer zgn geinsinueert.
18. Dewgle Engelbert Pot tegen besluit des synodi provincialis hem
vervordert noch in den kerckendienst te Gegthoorn te continueren, sullen
de E.E. heeren Qedeputierden deser provincie dienstelick versocht worden,
tbesluit des sijnodi te willen handthaven ende denselven Pot het prediken
te verbieden, opdat de kercke door soo ergerlyken persoon niet langer
bedroeft en worde.
18. Den 20 Decembris hebben deputati synodi , twee in getale , naeme-
lijck Jacobus Revius ende Georgius Goijkerus, binnen Deventer voort
collegie der E.E. heeren Gedeputeerden der landtschap volgens haren last
aengehoudeo , om in het intrecken vant Remonstrantsche Taffereel, twelck
haere Ed. hebben beloofft, te willen doen. Hebben oock oopeninge gedaen
vant gebesoigneerde in saken van Joh. Meijlingk ende Henrici Jodoci
ende Engelb. Pot, instantelik vcrsoekende , alsoo deselve bg den provin-
ciael sijnode om zijn socinianerije was gedeporteert, de Ed. heeren Gecom-
mitteerden believen mochte denselven het predickampt te verbieden , waerin
haere Ed. sich beswaert hebben, bevonden, seggende daertoe niet gelastet te
zgn, maer hetselve te sullen moeten dienen op den landtdach.
332
19. Deselve deputati synodi, ten Belven daghe daertoe versocht zgnde bfj
de broederen des Deventerschen classis, dewelcke baer aendienden, hoe
Henr. Meilingk op de laetstgehoudene claringe nae tscheijden der gedepu-
teerden des synodi syn sake voor Ridd. ende Steden seer favorabel hadde
voorgedragen, waerop gevolgt was, dat van wegen des classis van Deventer
(diet eygentlick concerneerde) bg requeste was versocht, dat een dach
mochte aengestelt werden, in denweloken in presentie der E. Ed. heeren
Gedeputeerden van de landtscbap classicaliter met gemelten Meijlingio
mochte gehandelt worden, twelck b\\ Ridd. ende Steden was ingewillight
ende welcken dach alsnu verscheenen was, zjjn neffens voornoemde classi-
cale broederen verschenen int collegie der E.E. H.H. Gedeputeerden. Alwaer
H. Meilingiüs mede gecomen zynde, hem poinctewelyck voorgehouden
zjjn onwettelyck indringen ende onstichtelick leven, en heefFt nergens op
willen aentworden, maer geeijscht schrifftelyck te willen handelen, twelck
als ongebruikeljjck ende alleen tot retardament dienende hem by den depu-
taten synodi ende classis is affgeslagen. Ende alsoo hy bg syn en ongefon-
deerden eijsch persisteerde, is de handelinge niet hem onvruchtbaerlyck
affgebroecken ende hem 's anderndaechs bij den magistraet van Deventer
het prediken verboden.
20. Den 10 Decembris de deputati sgnodi, niet connende verstaen, dat
Engelb. Pot tegen danck des synodi, classis, jae oock zgns respectiven
drosts, langer te Geythooru behoorde getolereert te worden, hebben goet-
gevonden hem zjjn deportament, van den synode geschiet, te insinueren
ende te lasten promptelick van zijnen onwettelyken dienst to desisteren,
opdat hg geen ignorantie en hadde te praetendeeren, indien andere middelen
tot ontlastinge van haer ampt ende conscientie tegens hem worden vorge-
noemen. Ende is sulx op denselven dagh hem schrifftelick toegesonden.
Anno 1619.
21. Den 6 Januari) de deputati synodi tot Zwoll vergadert zgnde, is
van wegen de gedeputeerden des classis van Deventer ingebracht, hoe dat
Henr. Meijlingk tegens danck der classis, droste van Twente ende magis-
traet van Deventer, continuere in de onwettelike dienst tot Hengeloo, oock,
de kercke door ordre des inagistraets gesloten zijnde, hem vervordere op
den kerckhoff te prediken.
Wt den name der gedeputeerden classis Campensis is gedoleert, dat Jo.
Meilingk ende Henk. JodoCi, gewesene predicanten, desen op Ens, dien
tot Genemujjden, boven tdeportament, haer gtinsinueert, noch in den dienst
333
continueren, ja oock Joh. Mbilingk hem ver vordere tot Campen te prediken.
Deputatus classis Swollanae heeft aengedient de dachten Martini Harling.
over zijn deportament, alsoock de swaricheyt, die sommighe daerin maken.
Deputati classis Steen wicanae hebben gedoleert, dat Engelbert Pot noch
blrjve in zijnen onwettelyken dienst, lasterende den synodum, ende deE.E.
heeren Gedeputeerden van de landtschap, aengesocht zijnde de resoluitie,
over gemelte persoonen gevallen, te willen mainteneeren , iterate verclaert
hebben daertoe niet gelastet te zyn.
Deputati synodi, op alles rypelik hebbende gelett, vinden goet de swaric-
heden van die van Deventer, Campen ende Steen w. aen de gecommitteerde
predicanten wt onse provincie op de synode nationael te communiceeren ,
versoekende deselve sich te willen in devoir stellen, om de kercken van
Overissel van de voornoemde persoonen door autoriteit des nationalen
synodi te helpen ontlasten.
22. Aengaende de sake Martini Harling. verclaren deputati synodi,
dewijle de oorsaken van zyn deportament nadorhant niet alleen niet wegh-
genomen maer oock verswaert zyn, tselve deportament noch voor wettelyck
ende van weerden te houden. Is oock goetgevonden , dat den h. scholtis
van Hasselt door de deputati synodi schriftelyck sal versocht worden de
vacerende plaetse met een goet predicant na kerckelyke ordre te willen
helpen versorgen.
Alsoo de goede gemeente van Campen noch geenen ordinaris kercken-
dienaer en heeft, is goetgevonden door D. Goijkerum den kerckenraet aldaer
aen te dienen, dat deputati synodi bererjt zyn, indient haer E. belieft, wt
de respective dassen deselve gemeente te doen bedienen. Sal oock gemelte
Goijkerus by denselven korckenraet aenhouden, dat haere E. met alle
gevoechlyke middelen soeke voor te comen , dat Joh. Meilingk het prediken
binnen Campen niet meer en weerde toegelaten.
Vinden oock noodigh, gemelten kerckenraet voor te dragen, deselve
gelieve voortaen tghene haere E. op den nationalen synodum te doen heb-
ben, door de gedeputeerde wt dese provincie te laten verrichten, opdat
alles ordentelyck ende met goede correspondentie moge toegaen.
23. Den 29 Januar. Henrico Meilingio ende Mart. Harling. hare
diensten bij de E.E.H. Gedeputeerden der landtschap opgesegt zynde, is
van den nationalen synode tot Deventer gecomen D. Casparus Sibelius met
last om de saken, daerover wy den synodum begroetet hadden, waert
mogeük, in de provincie te remedieren. Ende zyn dieshalven de E.E.
heeren Gedeputeerden den 3 Feb. by requeste gebeden, denselven y ver ende
334
eernst, die se getoont hadden in saken der voornoemde onwettelyke ende
onrustighe predicanten, oock te willen continueren int stuck van die van
Ens, Genemuiden ende Gejjthoorn, opdat in dese provincie (gelyck oock
by de goede magistraten van andere provinciën geschiedet) die besondere
swaricheden sooveel moegelyck is werden affgedaen ende het synodus nati-
onalis met snlcke particuliere lasten niet en behoefde gemogt te worden.
Ende was het voornoemde reqüest onderteykent:
Jacobus Revius, deput synodi ordinarius.
Casp. Sibeltus , depnt ad synodum nationalem ,
wt expresse last zjjner medegedepn teerden.
24. Den volgenden 5 en Febr. is van wegen de H.H. Gedeputerden deser
landtschap geschreven aen de 3 voornoemde onwettelyke predicanten ende
haer den kerckendienst verboden. Is oock van wegen gemelte H.H. Gedep.
den deputatis synodi aengesejjt, dat se de vacerende plaetsen ende insonder-
heyt Ens opt spoedichste souden met goede leeraers sien te versorgen.
25. Den 11 60 Feb. zijn vergadert geweest te Zwolle de deputati synodi,
welcke geerne hebben aengehoort de mejjninghe der E.E. heeren Gedepu-
teerden der landtschap. Ende alsoo D. Daniel Goykerls, gewesen predi-
kant van den E. heere van Dorth, tegenwoordich sonder dienst was,
hebben denselven met synen goeden wille opt scherpste in alle pointen der
religie geexamineert ende sodanigh bevonden (lettende oock op zyn goede
getuichenissen) , dat hjj met sonderlinge stichtinge de gemeente van Gel-
mnjjden soude connen bedienen. Ende opdat deselve met te meer affectie
ende minder swaricheyt mochte ontfangen worden, hebben zjjnenthalven
een gonstigh voorschreven versocht van de Ed. heeren Gedeputeerden, hem
insgelyx mede voorschrijven gegeven beyde aen den ach tb. raet ende
w. kerckenraet van Genemuyden, opdat hij aldaer bjj provisie den dienst
betreden mochte, ter tydt toe haer E. hem, indien syn, gaven haer aan-
stonden, ofte een ander vroom predicant wettelijck mochten beroepen.
26. Deputati synodi, gewaerschouwt zijnde wt den nationalen synodo
voor den persoon Everhakdi Schüttenii, als zjjnde suspect van vrembde
leere, ende versocht den kerckenraet van Zwolle daervan t'ad verteeren ,
hebben noodich geacht denselven eerst mondelyken te hooren, als geschiedt
is. Ende hebben Jacobus Revius ende Victor Pktri in praosentie Jo.
Wedaei gemelten Schüttenium opt scherpste ondervraegt, soo op de
pointen, der Sociniaenschen ende Vorstiaenschen theologie betreffende, als-
335
oock op de tuschen ons ende den Remonstranten in verschil zjjn. Schut-
teniüs heeft hem verclaert op de eerste , een gronwel ende afschrick daervan
te hebben; de andere aengaende heeft oock tamelyck contentement gedaen.
Doch tot meerder versekerheyt hebben de gedeputeerden synodi hem opge-
lost zijn bekentenisse daerover schrijfftelyck te vervatten ende ter naester
vergaderinge in te leveren, twelck hg heeft aengenoemen.
27. Den 3 Martii zgn tot Zwolle in de vergaderinghe der gedeputeerden
des synodi verschenen de gecommitteerde der kercken van Campen , toenende
aenschrjjven van den synodo nationali, als dat de deputati synodi souden
versocht worden de kercke van Campen met leeraers bjj provisie te ver-
sorgen, twelck alsoot voordesen vrijwillichlyck bij den deputatos synodi
gepresenteort was , oock nu geerne is aengenoemen. Ende is deselve kercke
vervolgens bedient bg Vict. Petri, Jacob. Revium, Jo. Volcerum, Jo.
Vosculium, doorgaens geassisteert van D. Georgio Ooijkeho, alsoo de
kercke van Campen tot haren ordinaris dienaer hadden beroepen D. Petuum
Plancium, leeraer tot Hasselt, ende de gemeente aldaer, alsoock den achtb.
raet, alderlejj swaricheyt daertegen moveerden. De gemeente van Campen
sich beroepende opt advgs der gedep. des classis ende synodi, syn ordent-
lick gehoort de redenen , die soo bij die van Campen als b\j die van Hasselt
zjjn voortgebracht, ende hebben deputati synodi et classis geoordeelt, dat
ten aensien van den droevigen staet der gemeente tot Campen als van de
goede affectie der borgerjje ende des A. raets aldaer totte persoone Plangii
ende andere redenen , deselve beroepinge behoore haren voortgangk te hebben
ende te genieten.
28. De gedeputeerde des classis van Zwoll, hebbende versocht hetadvys
der gedeputeerden des synodi over het beropen van D. Joh. Vockingius te
Ruveen ende Oualtheki Zelle tot O vereest, hebben bejjdersjjte deputati
daerinne verwillight, gemelte personen haers ampts vermaent ende brieven,
tot dien ejjnde noodich, aen de E. W. vrouwe vant Swartewater ende den
scholtds van Hasselt gedepecheert , oock ordre gestelt tot haere introductie.
29, Alsoo men verstaet, dat de afgesette predicanten haer gedenken te
vervoegen op den comstigen landtdach te Campen, in meeninghe dat haere
sake daer opt nieuwe sal dienen , zijn geauthoriseert Georg. Goijkerus ende
Victor Petri om op den aenstaenden landtdagh mede te verschijnen ende
bij Ridd. ende Steden te doen , wat den noot sal eijschen ende de stichtinge
van Godes kercke sal medebrengen. Ende indien eenighe swaricheden van
386
meerder gewighte mochte voorvallen, sullen se de 2 andere deputatos
synodi mogen tot haer ontbieden, om met gemeener handt in de sake te
besoigneren.
30. Den 5 Martii heeft Everhardus Schuttenius overgelevert zyne be-
belydenisse over de strgdighe pointen, lugdende als volgt:
Confessio.
1.
Deus ab aeterno quosdam ex massa illa humana cormpta in Christo
elegit, quosdam vero in ea reliquit.
2.
Caussa v. illius electionis non est ab ullis operibus vel fide praevisa,
quae Deum, ut hoc faceret, impulerit aut moverit, sed a puro illius
beneplacito et misericordia.
3.
Decretum illud, quo Deus nonnullos elegit, nonnullos vero rejecit, est
aeternum, absolutum et immutabile.
4.
Quos Deus ab aeterno elegit, illos etiam in tempore efiicaciter vocat per
Spiritum suum et media, quibus adhoc utitur.
5.
Et haec graüa efficax non est universalis omnibus, sed tantum electori
propria.
6.
Qui ita praedestinati et electi sunt, nunquam gratiam et fidem suam ,
quam habent, amittunt, sed in ea ad finem usque perse verant
7.
Liberum arbitrium in homine non-renato ad bonum spirituale plane
mortuum et nullum est, ita ut nihil habeat, quo adjutus a se ad regenera-
tionem suam gervenire possit.
8.
Ac proinde totum illud, quo convertimur et in ea conversione ad finem
stamus, soli gratiae praevenienti, concomitanti et confirmanti plane adprivitur.
9.
fiomo fenatus in hac vita nunquam perfecte legem Dei implere potest,
sed semper cum reliquiis carnis suae conflictari cogitur.
10.
Blasphema illa Socinianorum sententia de Christi persona et officio et
satisfactione contra Scripturam plane pugnat et execrabilis est.
11.
De Deo ejusque attributis ita sentio, pront Reformata ecclesia sentit.
12.
Et si quid praeterea sit, in hocce et omnibus ecclesiae verae et Refor-
matae judicium meum submitto et subjicio.
Ita sentio et confiteor vere coram Deo et ecclesia.
Subscripta fait haec confessio hoc ut sequitur nomine:
EvEKHABDUS ScHUTTENIUS.
Ende zjjnde denselven Schutten ius wederom mondelick gevraeght in
praesentie deputatorum classis Swollanae over alle stuckon, daerin ver-
vat tet, heeft sodanighe verclaringe daerover gedaen, dat daeraen volcomen
contentement genoemen is. Weshalven depntati synodi in conscientie niet
connen vinden , waerom gemelte persoon , synde van goede getuichenisse ,
geleertheyt ende gaven, wt den kerckendienst soude geweert worden.
31. Den 9 Martii syn te Campen opt den landtdagh voor Ridd. ende
Steden verschenen wt name der gedep. des synodi G. Goijkebus ende Victor
Petri ende hebben aldaer versocht het navolgende:
1. dat de deportamenten der predicanten te Gegthoorn, Ens ende
Genemuijden bij haere E.E. Mog. mochten geapprobeert worden;
2. alsoo de Luttersche binnen Campen ende Zwoll tot noch toe onge-
bruijkelyke vergaderingen aonvangen, dat haere Ed. Mog. believe deselve
te weeren;
3. dat het Remonstrantsch Taffereel na iterative beloften van Rid. ende
St, alsoock haer Ed. Mog. Gedeputeerden, eens moge ingetrocken worden.
Ridderschap ende Steden hebben opt eerste geresolveert , tghene blyckt
bij schriftelyke acte van haere Ed. Mog., den deputatis synodi verleent,
luidende als volgt:
Acta syn. provinc. V. 22
338
Copia.
Extract wt het register der resoluitien van Ridderschap
ende Steden der landtschap Overisel.
lijn ingecomen Victor Petri , bedienaer des godlijken woorts binnen der
stadt Zwol, ende Georoiü9 Goykerus, predicant tot Wilsum, als gedepu-
teerde ran synode provinciall, ende hebben volgents geremonstreert, als dat
Engelbertus Pot, praedicant tot Geijthoorn, Joannes Meilingius, praedi-
cant tot Genemuijden , ende Henricus Jodoci, predicant op Ens, om
onwettelyckhejjt haers beroeps ende quade getuighenissen van haer leven,
eensdeels by den synode provinciael, oock andersdeels van den deputatis
synodi voorsz. , als daertoe expresselick geauthoriseert wesende, van haeren
dienst waren gedeporteert , versoekende oversulx, dat hetgene hierinne bij
den synode ende deputatis synodi is gedaen , oock bij Rid. ende Steden
inoge werden geapprobeert. Waerop denselven is afgegeven , alsoo sy ver-
claren , dat de voorsz. persoonen bij den synodo ende deputatis synodi , als
daertoe geauthoriseert. met volcomen kennisse van saken wettelyck zijn
gedeporteert, dat Ridd. ende Steden daerommc oock sodanige depor tarnen -
ten approberen ende dienvolgens verstaen , dat in plaetse van de voorsz.
predicanten bij den collutoren ofte dient competeert andere heropen ende
aen de respective dassen gepraesen teert sullen mogen werden. Actum op
den landtdach binnen Campen den 10 Martii 1619.
Collatum :
RoELINGK.
Opt 2 C is geandtwoort, dat sulx niet en stondt aen haer Ed. Mog. ver-
gaderinghe, maer by de steden respective, die daervan souden gead verteert
werden.
Opt 3 e is wederom belooft tselve te sullen int werck gestelt werden.
32. Den 10 Martii hebben deputati synodi Ridd. ende St. geremon-
streert, dat se door haeren medegedep. Jo. Voscuil wierden gead verteert,
dat in Steen wykerwolt, Oldemerckt ende Paesloo de Paepsche tsamenrot-
tingen bovenmaten toenamen , biddende haere Ed. Mog. , ten dienste vant
landt ende van Godes kercke daerin te willen voorsien. Waerop hare Ed.
Mog. belooft hebben datelyck ordre te stellen.
33. Den 24 Martii deputati synodi tot Campen vergadert zynde, hebben
opt versoeck der gedeputeerden des classis van Campen ende wt beyder
name geschreven aen Nic. Johannis, pred. tot Camperveen, hoe se ver-
stonden, dat eenighe burgeren van Campen haer vervorderden tegen de
339
publicatie der voorsz. stede, voor eenen geruijmen trjdt gedaen, in zijne
kercke haere kinderen te laten doopen, dat oock sommige van die souden
gesint syn toecomende Paeschen het h. nachtmael des Heeren t'ontfangen,
een sake, die merckelick soude streckcn om de oneenicheyt ende twist te
vermeerderen ende de scheure der kercken te vergroeten, wieshalven ge-
melte deputati synodi ende classis hem belast, sigh sowel van het doopen
als het nachtmael des Heeren aen de voorsz. burgeren uijt te reijken te
ontholden op datelycke suspensie, dat hij oock syn testimonia dimissionis
ende vocationis binnen 14 dagen soude inbrengen op gelycke straffe.
34. Den 1 Aprilis hebben deputati synodi opt versoeck der gedeputeerden
des classis van Campen geexamineert D. Jo. ab Alcumade, voordesen ge-
weest pastoor int pausdom ende door Gods genade na vele swaricheijts wt
de Babylonische gevanckenisse verlosst, alsoock D. Lambertüm Hiüüingium ,
s.s. theologiae studiosum. Ende alsoo aen hare aentwoorden een goet be-
noegen genoemen is, hebben oock haerer beijder gaven int prediken gehoort,
ende haere getuichenissen wel overwogen synde, geacht beijde voornoemde
persoonen stichtelyck totten voornoemden kerekendienst te sullen mogen
bevordert worden. Ende alsoo de kercke tot Genemuijden tot haeren eijgen
schaden den provisionelen dienst van D. Daniel Goijkekus heeft terugge-
gehouden ende deselve nu niet gesint en is de plaetse te bedienen, oor-
deelen de aenwesende broederen, dat haer sal gepresenteert worden den
persone van Jo. Alcümade om bij provisie den dienst aldaer te betreden,
ende indien s\jn gaven de gemeijnte aenstaen, alssdan te mogen wettelyck
heropen worden. Waertoe zjjn gedepu teert G. Goijkekus, Jo. Voscuil,
Ernestus Hiddingk. Alsoo oock den dienst op Ens is vacerende, achten
de broderen goet, dat D. Lambehtus Hidïhngk denselven gepresenteert
worde door Jo. Voscuil, Georo. Goykerum ende Hilb. Willenium, ton
eijnde als voren.
35. Den 19 April zijn vergadert geweest tot Zwoll do deputati synodi
n effens den deputatos classis Campensis, alwaer verschenen is D. Nicol.
Johannis, den kerekendienst betredende binnen Camperveen, om, gelyck
hij gelastet was, te vertoonen getuighenisse van zijn wettelyke dimissie uijt
de kercke van Ens ende beroepinge tot Campervcen. Deselve getoont ende
bij de aenweesende broederen gesien ende overwogen zynde, is daerop
geresolveert als volgt :
1. Wat aengaet de acte van demissie ende beroep laten de broeders in
haere weerde.
2. Desidereren de broeders d'approbatie van de classe Campensi over
tghene voorsz. is. Ende also D. Nicol aus hiertegen inbrengt sekere appro-
22*
340
batie , die te vinden sonde zjjn int classicael boeck , geteijckent bij de Cam-
per predicanten, oordeelen de broederen, dat deselve niet en zij te honden
voor classicael, maer als van de predicanten van een gemeente alleen
gedaen te zijn, die een onbehoorlyke maght doen ter tijdt over den gant-
schen classem waren usurperende, ende dat D. Nicolaiis sal gehouden zgn
deselve voor onwettelyck te verclaren ende een beter te versoeken, daert
behoort
3. Alsoo der propoosten geresen zjjn aengaende het lasterlyke Taffereel,
waerin de Geref. kercke bij de Turcsche geleken wort etc., twelck Nicol.
voorsz. tot een pronck op zjjn studiercamer heeft hangende gehadt, vinden
de broeders noodigh , dat D. Nicol. tselve met haer condemneere ende zijn
faute dieshalven erkenne, twelck geschiet zijnde, sullen de broederen D.
Nicol. voorsz. over het strijdighe gevolen aengaende de 5 poincten niet
lastigh vallen, maer tselve gantschelyck den nationali synodo laten bevo-
len zijn.
Nicolaus Johannis, dese resoluitie hebbende aengehoort, heeft in allen
stucken volcomentlyck hem daermedo geconformeert. Waerop hem dan
belast is , volgens het 2° stuck voorsz. , dat hij metten eersten aen den clas-
sem Campensem zjjn approbatie versoeke.
36. Alsoo die van Ens ende Genemuiden door frivole praetensien tar-
deren de beroepinghe der persoonen, die by den deputaten classis ende
synodi haer gerecommendeert waren, is goetge vonden , dat denselven sal
aengeschreven worden, dat se volgens de kerckenordre binnen de tydt van
14 dagen eenen bequamen persoon den classi voorstellen, ofte bij faute van
dien sullen gehouden zjjn aen te nemen dengenen , die haer bij den classem
sal worden toegesonden. Twelck geschiet ende sanderen daeghs de brieven
zgn afgeverdight Is oock opt versoeck van den Steenwgcker classe gelyke
aenmaninghe gedaen aen de van Gejjthoorn.
37. Den 20 April zyn gecompareert de gecomitteerde der gemeente
van Campen ende hebben geclaeght over d'insolentien, die gepleeght worden
van de Remonstrantsche voorleesers , als dat deselve niet alleene en usurpe-
ren het predigkampt int uij tl eggen (op haere maniere) van de Schrifbuere,
maer oock corts eenen langen oproerigen brief, van den Remonstranten te
Dordrecht gecomen zynde , het volck hebben voorgeleesen etc. , versoekende
goeden raet in een sake van soo grooten disordre ende gevaer. Deputati
synodi hebben aengenoemen deselve sake, sovele haer moegelyck was ende
met de gevoechlichste middelen, ten besten te dirigeren, twelck oock
geschiet is.
341
38. Hebben oock deselve gedeputeerden versocht, alsoo de gemeente
van Hasselt traineert sonder reden de dimissie D. Plancii, dat deputaten
synodi believe D. Plancio te belasten, dat hij hem begeve na Campen.
Daerop is geandtwoordt , dat dese sake gehooro tot den classe van Zwoll
ende niet directe totten deputaten synodi, die alleene om goeden raet te
geven voordesen daermede zijn gemoijt geweest Edoch wort onsenthalven
goetge vonden , dat eenighe soo ujjt den classe alsoock uijt ons na Hasselt
sullen reijsen ende metten hoeren ende kerckenraet mondelijck ende vrien-
delick handelen, opdat de sake in vrundtschap sovele mogelyck worde
afgedaen. Doch indien boven alle vermoeden die van Hasselt gheen redenen
wilden plaetse geven, dat gelykewel deputaten voorsz. haere voorgaende
resoluitie sullen van weerden houden ende soveel in haer is effectueren.
Hrjrtoe zyn gecommitteert wtten deputaten synodi D. Georo. Goijckerus,
Victor Petrï ende Jo. Voscuil.
39. De gedeputeerde van den consistorie van Zwoll hebben ingebracht,
hoe dat, verscheiden dachten gevallen zynde in deselve haere vergaderinghe
over den persoon D. Joh. Wedaei, dienaer des godlyken woorts aldaer,
D. Wedaeus voorsz. hem heropen hebbe op den respectiven classem, waerin
den kerckenraet hebbe geconsenteert. Ende alsoo se nu gesint waren den-
selven classem te beroepen, zjj hiertegen haer van den A. raet inhibitie
gedaen van den classem niet te vergaderen, ten ware hare achtb. eerst de
pointen van beschuldingen werden in handen gestelt om te sien, of het
noodich ware den classem daerover te versameien. Waerin de kerckenraet
zwaricheijt vindende, hebbe haer beraet genoemen ende goetgeacht die
gedeputeerden des synodi om goet advijs in soo een gewightige sake aen
te soeken, gelijck se doen mits desen. De deputati des synodi beneffens
2 deputatis des classis van Zwolle, daertoe versocht zynde, hebben ver-
melte propositie aengehoort ende kennisse genoemen van de doleancen, die
tegens D. Wedaeum voorsz. worden gesustineert Oordeelen, alsoo deselve
merendeels sodanighe zijn, dat se de Geref. kercke int gemeen aengaen,
dat se dan noch in den kerckenraet alhier noch in den classe, maeropden
nationali synode behooren affgehandelt te worden, volgens den 28 artikel
des laetstgehoudenen synodi nationalis, gecelebreert in sGravenhage anno
1586, te meer naedien dese sake, in synodo voorsz. aireede contbaer
geworden zynde y aldaer mede geoordeelt wort daer eijgentlyck te behoren
ende naerder oopeninge deshalven airede is versocht geworden.
40. Den 7 Junij zijn binnen Deventer de deputati synodi vergadert
geweest ende de acta van haere deputatien met gemeene goetvinden alsoo
342
gestelt als boven. Ende is daernae niet sonderlings gebesoigneert als allcene
dat by gemelte deputaten op den 22 Jouij aen de vergaderiDgbc van Ridd.
ende Steden, binnen Raelte versamei t, is versocht de celebratie des comp-
stigen synodi provincialis , welcke bij haere Ed. Mog. is gcaccordeert tegen
den 16 el1 Augusti wtgeschreven te sullen wordon, als blyckt by acte,
gedateert den 24 July 1619.
Dus gedaen by deputatos «ynodi, getuijgen
Jacobüs Rbvius.
Geobgius Goykerus.
VlCTOR PeTRI.
JüHANNES VoSCUIJLL.
Geschreven ujjt haere memorie by mg
Joannes Volcerüs, synodi scriba, m. pr. pst. 1 )
Acta synodi provincialis binnen Campen, begon-
nen den 20 ende geeyndight den 23 Junij 1620.
Eerste sessie. — Art. 1. Den name van God Almaghtigh synde aengeroepen
totte verkiesingge van eenen praeside , assessore ende scriba , is verkoren :
tot praoses D. Wilhelmus Stephani, s. sanctae theologiae doctor ende
bedienaer des goddeliken woorts tot Kampen,
tot assessor D. Casparus Sibeuus, bedienaer des goddeliken woorts tot
Deventer ,
tot scriba Hïeronymus Vogellius, bedienaer des goddeliken woorts tot
Hasselt.
2. De synodus, naer acnroepingge van des Heeren name voor den segen
over hare vergaderingge, heeft hare actiën aengevanggen mettet lesen ende
overwegen der credentien der kerken deser provinciën, mette welke ver-
scheenen syn uyt het classe
van Deventer:
D. Casparus Sibelius, ), . . x A _.
^ w . ) herderen der kerke tot Deventer ,
D. Win an dus Alstorfius,
*) Deze onderteekening is eigenhandig.
343
D. Johannes ab Alkemade, bedienaer des goddeliken woorts tot Enschede,
endo d'eersame Dibbik ten Kolke, ouderlingk te Deventer;
van Kampen:
D. Wilhelmus Stephani, s. sanctao theologiae doctor, herder der kerke
Christi tot Kampen,
D. Lcbbertvs Rynvis, leeraev in de kerke te Geelmuyden,
D. Johannes Rothusius, praedicant te Iselmuyden,
ende de eersame Jan Veene, ouderlingk in de gemeente te Kampen;
van Swolle:
D. Hebmannus Wiferdingk, herder der kerke te Swolle,
D. Hiebonymus Vogelliu9, bedienaer des goddeliken woorts tot Hasselt,
D. Johannes Fockingius, herder te Roveeno,
ende de eersame Wessel Jociiimsen, ouderlingk te Swolle;
van Steenwijk ende Vollenhoe:
D. Johannes Voskuyl, herder der kerke tot Steenwyk,
D. Henbicus Vingkius, praedicant tot Wanneperveen,
D. Daniel Goykebüs, praedicant op Swertesluyse ,
ende de eersame Gebbet Jansen, ouderlingk tot Vollenhoe.
3. Syn gedeputeert de E. praeses, assessor ende scriba synodi om de
weledele heeren gecommitteerden der Ed. Mog. heeren Staten van de lant-
schap Overyssel om den synodo by te woonen tot hare vergaderingge te
versoeken. Ende hare Weled. bekent makende den last, hare Weled. mede-
gegeven, dattet synodus was geconsen teert, mits dat de gravamina voor
het synodum souden werden gesonden aen den heeren Gedeputeerden des
collegii ofte den gecommitteerden op den synodum , ende swarigheyt
makende te verschynen sonder dat deselve last wierd in effecte gestelt, so
ist dat de synode op sigh heeft genomen tot ontlastingge van hare Weled.
door sekere gedeputeerden den Ed. Mog. heeren Ridderschap ende Steden
dienstelik te doen blyken, dat in alle andere synoden der Vereenighde
Provinciën niet anders wierd gedaen als in desen synodo belanggende d'over-
sendingge der gravaminen, ende also met goede redenen te contenteeren.
Op welke beloofte (die in de acten synodael souden werden gestelt ende
hare Weled. copie daervan medegedeelt) hare Weled. tot de bywoningge
det synodi souden verschynen.
4. Also hier gekomen syn sekere deputati van de kerke te Rotterdam
over de beroepingge D. Johannis Volcebi, dewelke, geconsenteert wesende
by den classe van Steenwyk ende Vollenhoe , door het appel der kerke van
Vollehoe totten synodum deser provincie is tegengehouden, ende de voor-
844
seyde gedeputeerde der kerke van Rotterdam om sware redenen versogh-
ten, dat dese sake metten eersten moghte worden voorgenomen, so heeft
het synodus sulx ingewillight.
Hiermede is de eerste sessie gehouden voor den middagh.
2 Sessie. — 5. Na den middagh , de Heere Almaghtigh wesende aenge-
roepen , syn gesonden D. Winandus Alstohpiüs ende D. Johannes Vosküi-
lius om uyt name des synodi de Weled. heeren gecommitteerden te gaen
nodigen ende versoeken totte bywoningge der vergaderingge te verschynen ,
gelyk dan verscheenen syn de Weled. hooghwyse heeren , de heere landdrost
van Zallandt jongkheer Volker Sloot, jongkheer Reyner Gansneb, genoempt
Tenonaoel, borgemeester der stad Kampen, dewelke beleefdelik van den
praeside syn bewillekomt
6. Also de gedeputeerde van de kerke van Rotterdam tegenwoordigh
waren, is goetgevonden deselve te laten inkomen om te vernemen haer
versoek.
Dewelke verscheenen synde hebben voorgedragen, dat se in hare kerke
naer aenroepingge van Gods name met authoriteyt ende goetvinden hares
eersamen magistraets ende classis beroepen hebben D. Johannem Volcehum
tot haren herder, hebbende aengewend verscheydene argumenten om syne
E. tot aennemingge der beroepingge ende de kerke ende magistraet tot
syne dimissie te bewegen.
Sy argumenteerden
ten 1. van den bedroefden toestan t der kerke van Rotterdam, der pro-
vincie van Zuythollant ende ook hares classis, door de beroerten der Ar-
minianen, daerover in de provincie van den synodo Leydensi wel 60 pre-
dicanten waren afgeset, dat in de kerke van Rotterdam beneffens ontrent
1300 lidmaten, te versorgen door het ministerium, nogh wel 3000 afge-
dwaelde te bekeeren waren, welke last vereyschte veel meer hulpe, de
classis van Rotterdam ook onvoorsien wesende om hulpe te bewysen, als
hebbende maer 2 leeraers van den reghtsinnigen overgehouden.
Ten 2. argumenteerden sy van den stact der politie, die seor deerlik
stond, ende so blyvende d'Arminianen meenen ende gebogen hare sake nogh
wel staende te sullen houden etc.
Ten 3. wegen der gemeenschap der heyligen, die vereyschde, dat men
de meerdere stightingge der kerke Cbristi soeke door onderlingge gerief
ende mededeelingge der herderen etc.
Ten 4. van wegen de bequaemheyt des persoons totte stightingge aldaer,
overmits d'ervarentheyt in de huydendaeghsche verschillen, kerkenregie-
ringge etc.
845
Ten 5. van de verklaringge des geroepenen, diens herte, bewogen synde
door hare redenen, sigh also heeft verklaert, dat hy de beroepingge soude
aennemen, als het by de kerke also werd yerstaen.
Ten 6. van de recommandatie syner princeliker Excellentie, gedaen aen
den edelen, d f eersamen magistraet ende kerke van Yollenhoe, dewelke be-
hoorde, als uyt eene reght princelike sorge, insonderheyt totten welstant
der kerke ende stad van Rotterdam ontstaende, in aghtingge genomen te
worden.
Ten 7. van het gansch groot genoegen ende genegen theyt des eersamen
magistraets van Rotterdam over synen persone.
Welke redenen den classem hebbende beweeght totte dimissie D. Volceri,
is haer seer bedroevelik geweest, dat se so weynig van de broederen van
Vollenhoe syn geaght, ja nauwelix gehoort waren geweest, versoekende
derhalven van dese E. vergaderingge , dat door overleggingge deser redenen
hare kerke de nodige hulpe wierd bewesen ende goetgevonden het oordeel
des classis, te Vollenhoe gegeven, presenterende hare replike op de redenen,
die de broederen van Yollenhoe moghten inbrenggen.
De credentie derselver gedeputeerden wierd ook geeyscht ende gelesen.
Be gedeputeerde der kerke van Yollenhoe syn hierna ingeroepen ende
ingekomen. Ende heeft d'edele Boldewyn Sloot verklaert nyt name der
Ed. ende des magistraets alsook der kerke aldaer, dat voor een tyt door
de kerke van Rotterdam D. Joh^nnes Volcerus synde geroepen ende dat
hebbende voorseyde edelen ende d'eersame magistraet mitsgaders de kerken-
raet laten versoeken so den deputaten van Rotterdam tot ophoudingge van
haer versoek, so den classem van de dimissie niet te handelen, gene even-
wel gaendc totten classem ende aldaer syne dimissie wierd toegestemt, de
kerke alsook d'edele ende d'eersame magistraet hebben geappelleert totten
synodum tegen dese dimissie ende om D. Volcerum te honden.
Is ook gelesen der edelen ende des magistraets missive van Yollenhoe
aen den synodum, alsmede de redenen, by den kerkenraet aldaer tegen
alle aengewende redenen by die van Rotterdam ende contrarie tot syne
blyvingge door geschrifte totten synodum affgesonden, in hetwelke aldus
d' argumenten wierden beantword:
Het eerste: 1. mette onsekerheyt der mogeliker schade voor die van
Rotterdam uyt de weygeringge D. Volceri, also dergelike in alle plaetsen
ofte kerken na d'reght over hare leraren konde verwaght worden , daerover
haer die van Rotterdam souden moeten troosten; 2. mette beteringge der
ontberingge D. Volceri, also se een ander bequaem leraer in syn plaetse
konden verwerven; 3. mette sekerheyt ende mogelik onbeterlikheyt der
sehade over de kerke van Yollenhoe over D. Volceri vertrek, bestaende
niet alleen in ontberingge van synen tot nogh toe stighteliken ende vrught-
346
baren dienst, maer in ontstightingge veler swakken, ergemisse, ja laste-
ringge des gemeenen mans, met afkeer van den geliefden ende geeerden
persone D. Volceri, met afkeer ofte vertragingge in de religie ende las-
teringge van boyden , alsof mette selfde maer wierd gesoght werelsche eere
ende profyt, temeer also D. Yolcerüs so onlanghs daer was gekomen, dat
men nauwelix syne stemme was gewoon geworden, ende dat door d'on-
willige verlatingge D. J. Langu so onlangs seer gewondet was de kerke
aldaer, welke wonde wederomme soude geopent werden ende geergert,
sodat de geruste kerke van Vollenhoe om onsekere hulpe voor de kerke
van Rotterdam sekerlik moeste aentrekken hare droevige gedaente, daer-
van albereeds eenigh beginsel was maer uyt de vreese syns vertreks.
Het tweede: dat de gemeenschap der heyligen niet vereyschte, ja niet
toeliet de geheele schadelike ontberingge ende berovinggo syns getrouwen
leeraers, also hierdoor ongemeen soude gemaekt worden een leraer voor
syne kerke, daer se dogh een besonder reght aen hadde door syne wette-
like bedieningge.
Tderde argument werd beantword, dat de bequaemheyt D. Volceki een
argument was , beyden syden gemeen , sonder dewelke d'eene syde hem
niet soude versoeken, d f andere niet so seer soeken te houden, beneffens
dat de beqaame hulpe D. Yolceri, gelyk se nuttigh was geweest in de
voorledene alteratie den classi etc., also ook in dese bèswaerlike tijden in
do kerke, classe ende dese provincie moeste gehouden worden.
Tvierde ende vyfde, uyt de sekerc hope van de vernoegingge syner
pvinceliker Excellentie ende aghtbaren magistraets van Rotterdam, na goede
informatie van voorseyde dinggen, ende de magistraet haer also weynigh
moeste vertoornen over de tegenhoudingge der kerke te Vollenhoe, als
sy door des Rotterdamschen versoek ende raoyte; dat se ook hielt, dattet
classis onrypelik hare sententie haddo gegeven, in deselfde uytgelaten
eenige daer behoorende saken ende dubbel sin nel ik andere gestelt, waerover
dan wierd versoght hare redenen te mogen gelden tot te behoudingge D.
Yolceri in hare kerke.
Hierna syn gehoort de E. broederen des classis, te Yollenhoe gehouden,
dewelke ook hebben overgelevert extract van de sententie desselven classis,
dewelke ook geurgeert hebben op do redenen, daer de sententie op was
berustende.
Is ook gehoort D. Johannes Yolcerüs. Dewelke afgevraeght synde, nadat
hem verhael was gedaen van de voorseyde redenen ende tegenredenen der
kerken van Rotterdam ende Vollenhoe, wat syn E. eygen gevoelen over
dese sake ware, heeft syne E. geantword, dat niet te vergeefs hadde ver-
maent de h. outvader Augustinus, dat een getrouwen dienaer Christi twee
dinggen stonden te bewaren: eene goede conscientie ende eerlike fame;
347
dewelke hy na uyterste vermogen betraghtende in allen , in dese sake der
beroepingge , op syn persoon gedaen , seer nauwe hadde gesoght ie bewaren.
Dat de kerke van Rotterdam eerst heymelik, daerna opentlik tot te voor-
leggingge der beroepingge hebbe toegeleyt ende die bem toegebraght,
waerop by bebbe antworde gegeven, bierinne niets te konnen doen ende
dat om redenen, die gewigbtigh waren: 1. also hy onlangs daer was ge-
komen; de 2. also God de Heere genadelik badde gesegent synen dienst,
aldaer aengewend; de 3. overmits by vreesde, onraste te sullen ontstaen
binnen Vollenbove met syn vertrek; de 4. was de d'aenmerkingge syner
swakheyt tegen so grooten last, als te Rotterdam was te dragen. Daerop
de broeders van Rotterdam verscheydelik ende kraghtelik antwordende,
boewei by niet weynigh in syn berte was bewogen, verklacrde nogbtans
voor syn persone hierinne niet wyders te konnen doen ende daromme bet
oordeel der kerke te willen verneemen ende dat te volgen , want bevonden
bebbende Gods segen te Vollenhoe in de kerke, dien by niet konde kleen
aghten, en konde niet voornemen die kerke te verlaten. Siende ook den
noot der kerke van Rotterdam ende te willen evenwel selfs syn eygen
gemak etc. soeken te Yollenboe, so sonde hy vreesen een onweder Jonae
hem te overvallen. Derhalven , gelyk hy daromme sigh den kerkenraet
ende classi onderworpen beeft gehad, dat hy also tegen woordelik doet den
synodo , sullende geerne aenneemen , wat daerover soude worden geoordeelt.
De Weled. heeren gecommitteerden deser lantschap hebben ook verhaelt
de verklaringgc ende versoek der edelen ende des eers. magistraets van
Vollenhoe, aen hare Weled. gedaen, namelik dat se, haer noyt, gelyk
ook de kerkenraet niet, hebbende den oordeel des classis in dese sake
absolutelik onderworpen, maer daertegen (alst oordeel des classis was ge-
gaen) geappelleert om sware redenen op den synodum provinciael , verhopen
eude begeren , dat tot dimissie D. Joannts Volceri niet sal werden verstaen.
Welke saken dan alle langge wesende overleght, is besloten om ver-
scheydene redenen tgene als volght: dat belanggende de sake van de
beroepingge der kerke van Rotterdam, op D. Johannem Volcerum gedaen,
ende des appel les der kerken, edelen ende d'eersame magistraet van Vol-
lenhoe, het synodus met hertelike toegenegen theyt over beyden syden heb-
bende gewogen de gansche gelegenthoyt der kerke van Rotterdam ende
Vollenhoe, of se van herten toewenscht do kerke van Rotterdam de alder-
beste hulpe, so en kan hetselvo hare bygebraghte redenen niet swaer genoegh
vinden om de contrarie redenen van de syde der kerke van Vollenhoe te
overwegen. Wy verhopen ende willen God bidden, dat de kerke van
Rotterdam met goede arbeyders moge worden voorsien , maer also de kerke
van Vollenhoe over een jaer seer is bedroeft mettet vertrek D. Joankis
Langu, welke droef heyt nu wat hadde begost te minderen door dekomste
348
D. Joaknis Volceri, die dan nogh syne kudde nauwelix beeft konnen
genoeghsaem leeren kennen om die na getrouwe sorge te verquikken ende
te helpen, dewelke dan nu door niuwe droefheijt soude verswaert worden,
gelyk se albereeds is aengevanggen uyt vreese van syn vertrek, welke
verswaringge daerna mettedaet meer soude toenemen ; dewyle ook met syn
vertrek tegen wille ende dangk van syne kerke, der edelen ende des eers.
magistraets van Yollenhoe de kerkenordre des synodi nationalis swaerlik
soude werden verbroken; ende verscheyden andere redenen by ons in aen-
daghtige bedengkingge genomen syn; so en konnen wy voor dese tyt tot
D. Yolceri dimissie niet verstaan, begerende noghtans te belpen arbeyden
by de kerke ende edelen als eerbaren raet der stad Vollenboe, dat door
leningge D. Volceri de kerke van Rotterdam (indien deselve dit aengenaem
soude bouden ende versoeken) voor sekeren tyt moghte worden geholpen
uyt haren tegenwordigen noot, verhopende dat ondertusschen de kerke van
Rotterdam door beroepingge van andere predicanten geholpen ende de kerke
van Vollenhoe niet ontholpen sal worden.
Is by den synodo goetgevonden, dat dese acte ende sententie beyde den
kerken gedeputeerden gelykelik in dese vergaderingge soude worden voor-
gelesen , gelyk is geschiet , die van Yollenhoe bedangkende voor de resolutie,
die van Rotterdam verklarende bedroeft te wesen over deselve , maer daer-
tegen niet te willen disputeeren , dogh bevelende hare kerke in onse gebeden,
dat se moghte werden geholpen.
So is ook D. Yolceho dese sententie voorgelesen, dewelke verklaerde
hertelik geerne tevreeden te wesen mette selve, gelyk by sigh gewillighlik
de kerke, classi ende synodo hadde onderworpen.
Ende is also dese sessie metten gebede geeyndight.
3 Sessie. — 7. Des Woensdaghs namiddagh, het gebed synde gedaen,
heeft men herlesen de acta des voorleeden synodi. Ende vooreerst aengaende
het 8 ito artikel , belanggende de beschuldingge des classis van Meppel tegen
den predicanten van Staphorst ende Ihorst, is goetgevonden, dat nogh een-
mael door het classem van Swolle aen denselven van Meppel sal werden
geschreven.
8. Aengaende het 12* te artikel, van de Catechismipredicatie Sondaghs
namiddagh te doen, is wederomme besloten, dat in allen dassen ende
kerken sulx sal werden geurgeert ende tewegegebraght.
9. Belanggende het 17 8te artikel, van de verklaringge der schuitbeken-
349
ningge D. Joannis Wabdei, getuygen de broederen des classis vanSwolle,
dat sulx ten vollen is afgedaon, ende verklaerden de broederen vanSwolle,
dat se in goeden vreede ende roste met eikanderen leefden.
10. Het 28 Bte artikel, van de combinatie der kosterie ende schoolmees-
terschap, die voortaen souden komen te vaceeren, gelyk sulx is besloten
by de vergaderingge der Ed. Mog. Ridderschap ende Steden, dewyle ver-
staen word, dat sulx is naergelaten by sommige erfgenamen, als te Dalf-
sen, daer de novo een koster in des verstorvenen plaetse neffens den
schoolmeester is gestelt , so word nodigh gevonden , dat sulx hare Ed. Mog.
door den deputaten des synodi werde geremonstreert.
11. De acta des voorleeden synodi gelesen synde, hebben de deputati
desselven ook voorgelesen hetgene by haer tot uytvoeringge van haren last
is gedaen, hebbende vast ingebroght meest op alle de gravaminen d'apos-
tillen van de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden. Over welken gedeputeerden
getrouwen arbeyt het synodus een goet behagen -genomen heeft ende den-
selven daerover seer bedangkt, ende sullen de acta deputatorum int sinodale
boek werden gestelt Syn alleene eenige saken nogh overgebleven ende
door derselver gelegentheyt eenige andere toegebraght, daerop het naevol-
gende word goetgevonden.
12. Om wyders te doen in de sake van Almelo, betreffende de weeringge
des paeps, sal by den heere grefier deser landschap versoght worden d'ac-
coort, gemaekt tusschen d' Edele Mog. heeren Staten ende den grave van
Solre.
13. Syn gelesen eenige attestatien ende requesten van Bebnhardo ITol-
trup, die voor eenige maenden uyt een monikenklooster is gekomen ende
begeert eenige addresse tot eenige bevorderingge van bedieningge der kerke
ofte schole , alsook hulpe tegen lighamelike armoede. Ende hebben de Wel-
ed. heeren gecommitteerden, alsook de broederen des synodi, hem toegeleyt
een liberael viaticum. Ende hebbende D. praeses ende assessor hem
scherpelik ondersoght, bestraft over eenige ongestadigheden ende fanten
ende vermaent tot ware bekeeringge, dewelke hy beloofde na te komen, is
hy gegaen.
14. Aengaende den aenvangk der procedure des drostes van Iselmuyden
tegen seker persone (die schynt t'onreght beklaeght) sal hierover D. Rtnvis
350
werden gehoort ende door dit synodum het £. collegie werden versoght,
gnnstelik gelieven te verhinderen, dat een ontschuldigen persono door al
te heeten yver niet en werde overvallen.
15. Betreffende de beroepingge des tweeden predicants tot Steen wyk,
also niettegenstaende verscheyden schryven der deputaten des svnodi aen
den E. magistraet aldaer ten gelven eynde ende dat op de resolutie van de
Ëd. Mog. Bidderschap ende Steden, by den voorseyden magistraet niet en
is gedaen, so vint het synodns goet, dat dese sake aen den Ed. heeren
Gedeputeerden des collegii ten hooghsten sal werden gerecommandeert ,
dattet hare Ed. gelieve door eernsügh voorschryven de resolutie der lant-
schap by den E. magistraet te bevorderen ende na te doen komen.
16. De sake van Johanne Akdenak aengaende de 50 goltgulden, by de
lantschap hem toegeleyt met conditie van verbintenisse aen deselve, also
sulke conditie hem seer swaer soude vallen, te meer nu hebbende syne
studiën seer na geeyndight, so sal het Ed. collegium door den deputaten
werden versoght hem de 50 g.gulden sonder die conditie gunstelik gelieven
te vereeren.
Hiermede is dese sessie geeyndight etc.
4 Sessie. — 17. Den 22 Junij Donderdaghs voormiddagh, nadat Gods h.
name was aengeroepen, heeft D. praeses, aengesien de acta so des voorleden
synodi, so der deputaten nu waren verhandelt, de gravamina classium parti-
cularium geeyschet. Ende also het classis van Vollenhoe op den synodum
hare gravamina niet en hadde metgebraght om in te langgen, meenende
genoegh te syn geweest deselve ad classem synodalem gesonden te hebben,
ende also niet seekers alletyt in dese sake is gebruykt geweest, so is goet-
gevonden, dat voortaen de gravamina classium wel sullen ad classem
synodalem worden gesonden om gemeen te maken, maer dat elk classis
met hare credenrie hare gravamina de novo sullen moeten inbrenggen.
Op de particularia classium gravamina word geresolveert.
18. Op des classis van Deventer: ende vooreerste op het l Bte , of met de
herdnekkige Arminianen , die de ware religie lasteren , de predicatie des
goddeliken woorts alsook tgebruyk des h. avontmaels vermyden ende na
gene vermaningge en vragen , gradatim tot afsnydingge behoort geproce-
deert te worden, is geresolveert, dat aengesien den stant deser tegen-
851
woordiger kerke vooralsnogh niet kan toelaten , dat men koine tot
d'uyterste trap der discipline, ymmers niet sonder advys ende goetvinden
van de kerken deser ende andere provinciën, welken int besonder d'eene
meer als d' andere daeraen is gelegen, dat men met saghte ende patiënte
middelen soeke de wederkeeringge derselver, also het eene gemeene afwy-
kingge is, ende dat men de openbare lasteringge den overheden bekent
make, opdat anders de saghte ende patiënte middelen door de toegelatone
lasteringgen niet werden misbruykt.
19. Op het 2 de , of niet een ordinare tyt sal beraemt worden , indenwelken
het synodus voortaen sal worden gehouden, ende dewyle dese tegenwoor-
dige tyt voor het classe van Deventer gansch ongelegen is, of niet in
Septembri, als insonderheyt dien van den platten lande bequaem, hetselfde
moghte gehouden werden.
De resolutie is, dat geschiede na gewoonte, voordesen gebruykt, namelik
te houden de derde Maendagh na Pinxten, ende dat sulx den Ed. Bidder-
schap ende Steden sal werden gerecommandeert.
20. Op het 3 de , hoe men sigh in het bedienen dragen [sal] l ) van het
h. avontmael yegen sodanige personen, welke naturaliter van wyn so
ganschclik abhorreren, dat se den minsten smake niet konnen verdragen.
Gravamen ad synodum nationalem. — Is geresol veert , dat dit gravamen
sal gaen op den synodum nationael. Ende aengaende het gebruyk des uyt-
gepersten druy vennats , als die te bekomen ware ende daermeede de persoon
konde worden geholpen, dat sulx geschieden moge.
Op de gravamina des classis van Rampen :
21. Op het l Btc , van de reraonstreeringge totte afsettingge der papen
ende weeringge des afgodendienstes te Urk ende Emmeloort by de Hoogh
Mog. heeren de Staten Generacl , word goetgevonden , dat men sulx sal
versoeken aen hare Hoogh Mog. ende de Mogende Ridderschap ende Steden,
om door hare Mogende Gecommitteerden in den Hage gerecommandeert te
worden.
22. Opt 2 de , wat raot mette afgesette predicanten op Ens ende Geel-
muyden ende elders, die met hare tegenwoordigheyt ende conversatie de
') »t sa1 ]" aangevuld uit MM.
352
kerken grote schade doen, is besloten, dat den Ed. Mog. Bidderschap encle
Steden de sake sal werden gerecommandeert , ten eynde hare Ed. Mog.
[gelieven] l ) door naerdere de beste middelen sulx te verhinderen.
23. Opt 3 de is de nakomingge der kerkenvisitatien nodigh gevonden,
ende dat aangehouden werde by de lantschap tot versorgingge der onkosten
van de visitatoren.
24. Opt 4 de , de satisfactie des 19 den artikels synodi Daventriensis van
de onderteekeningge der praeceptoren ende andere schoolmeesteren te Swolle,
door den eersamen magistraet tot nogh toe opgehouden ende dogh belooft
aen den gedeputeerden , uyt hot classe aen hare eers. gesonden , nadat hare
ed. informatie van andere provinciën ende plaetsen soude hebben genomen,
sal voorders van desen synodo door sekere missive daerop werden aenge-
houden. Ende worden ook het classis ende de kerke te Swolle int particu-
lier gelastet niet op te houden, ter tyt het werde geeffectueert
25. Op het 5 de , belanggende de correspondentie mette benabuerde pro-
vinciën, besonderlik met Noorthollant ende Groeninggerlant, is mette meeste
stemmen besloten , also het eene sake is , de kerke in vryheyt gegeven in den
synodo nationali ende provinciali, dat se dan nu werd goet ende nodigh
gevonden. Ende sullen de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden hierover uyt
name des synodi dienstelik versoght werden, de kerke hare bekomene
vryheyt in dese sake gunstelik gelieven te vergunnen. Syn ook nuttigh
gevonden de synoden van Noorthollant ende Groeninggerlant te versoeken
totte correspondentie, het welke ook den Ed. Mog. Bidderschap ende Steden
sal worden voorgedragen ende also met hare Mog. gunste ende consent
gedaen. Twelke geschiedende, sullen de extraordinare deputaten daertoe
werden verkoren door de ordinare deputaten deses synodi.
Hiermede is dese sessie door het gebet geeyndight.
5 Sessie. — 26. Na den middagh, de Heere Almaghtigh synde aengeroepen,
is voorgestelt het 6 tte gravamen , van de correspondentie onder den classen ,
ten minsten eens voor het aenstaenden synodo. Ende is sulx voor dese tyt
niet nodigh gevonden.
i) „[gelieven]** aangevuld uit MM.
359
27. Het 7 ,te , aengaende d'ugtdeelingge ende rekeningge der almoessen
ten platten lande met kennisse ende goetdungken der predicanten, word
nodigh gevonden , ende dat ook de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden wer-
den versoght te ordonneeren, dat yniant uyt de magistraet respective neffens
den predicant by de rekeningge werde vervoeght.
28. Op het 8**, van het bollewerk op den Ens te bevorderen, is yet
gedaen by de lantschap ende sal verder werden besorght
29. Het 9 ste , aengaende de openbare plaetsen in verscheyden steden , die
de Lutheranen (by den welken sigh voegen d' Arminianen) inhebben ende
wyders innemen voor haren godesdienst, also het een swaer nadengken schynt
te geven, dat twee openbare religiën werden geoeffent, sullen de deputati
synodi syn gelastet , aen den deputaten synodorum in d' andere provinciën
sulke swarigheyt bekent te maken ende door versoek aen de Ed. Mog.
heeren Staten van hare provinciën respective by den Hoogh Mog. heeren
Staten Oenerael ten hooghsten gerecommandeert te worden.
Op de gravamina Classis Swollanae.
30. Op het l tte , also de gravamina meest syn afgedaen , syn de broe-
deren des classis van Swolle te vreeden, mits dattet 27 Bte artikel synodi
Swollanae anno 1615, als gesproken word van de plaetse des toekomenden
synodi, werde nagekomen.
31. Op het 2**, belanggende de weeringge der tovenaers, waerseggers
etc, die haer in het karspel van Swolle te Dalfsen, Ommen, Overystende
elders haer laten vinden, dat de deputaten synodi sulx aen den aghtbaren
magistraet van Swolle, de Weled. heeren drosten van Zallant, Haeks-
bergen etc. sullen versoeken.
Op de gravamina classis Vollenhovianae et Steen wicanae.
32. Het l ,te , van de verhindehngge der profanatien der tempelen, den
godesdienst toegeeygent, door verpaghtinggen , schermutsinggen , guyghel-
spelen etc., sal door den deputaten synodi den Ed. Mog. heeren Staten
deser provincie werden gerecommandeert.
33. Op het 2 de , of de huweliksche bevestingge van een gedoopte met
een ongedoopte, insonderheyt so willende blyven, door den predicanten na
het formulier der Geref. kerke sal toegelaten worden, word geantword : neen.
Acia syn. provinc. V. 23
354
34. Op het 3 de , van de lightveerdige eghtscheydingge Bommiger in dese
quartieren, sullen de deputaten synodi sulke den Ed. heeren des collegii
bekent maken, opdat sulke verbrekingge der ordinantie Godes werde
verhindert.
35. Het 4 dc , van het drongkendringken onder de praedicatie , alsook het
5 dc , van de heymelike inschryvingge by den scholtesen, daerop isapostille
gegeven ende sulx in besonder placaet vervattet
36. Op het 6**, van de inhoyingge, ook binnensdijks , des Sondaghs
voornamolik onder de predicatie, die den godesdienst seer verhindert ende
merkelike schandale geeft, sollen de Ed. Mog. heeren Staten door den
deputaten werden versoght, dat sulx na hare Ed. Mog. discretie werde
geweeri
37. Het 7 tto , belanggende eenige bekortingge der Wederdoperen ver-
meerderende vergaderinggen, daerby sigh voegen de Remonstranten tot
grote alienatie der gemoederen te dien plaetsen, daer se toenemen, als te
Gythorn, Bloxyl, Staphorst, Roveen etc., word nodigh gevonden, dattet
werde vlytelik aen den heeren Ridderschap ende Steden door den deputaten
synodi geremonstreert.
38. Het 8 ste , dat de kerkenmeesters , hier en daer synde Wederdoperen ,
openbare Papisten ende vianden van de Geref. religie ende den welstant
der kerken ofte tempelen , die seer qualik worden waergenomen te Gythorn,
Blangkenham etc., door hare Ed. Mog. na hare Mog. wysheyt werden ge-
betert ende gehouden allenthalven tot goede opsight der kerken ende
derselver gelegentheden , sullen ook synodi deputati sulx bevlytinggen.
39. Het 9 tte , van de ophoudingge der lykpredicatien in de Drente,
sullen de deputati synodi versoeken den deputaten synodi Drentanae,
dattet hare E. gelieve , aghtervolgende d'ordre des synodi nationalis , sulx te
willen remedieren ende vooral in de plaetsen, die palen aen de kerke,
gehorende onder onse provincie, opdattet niet te moer en ergere.
40. Het 10 tte , dat de nodige verbeteringge van de seer onbequame
hugsingge D. Grevensteyn op Bloxyl door den deputaten des synodi hooghlik
werde gerecommandeert aen den heeren Ridderschap ende Steden.
Ende syn hiermede geeyndight de gravamina classium.
355
41. Het particulier gravamen van den consistorio Swollano, betreffende
eenigen predicant, die, ten platten lande wonende, aen sigh nemet d'onder-
wysingge eniger discipulen uyt den steden, daer een goede scholeis, word
sulk gravamen gesonden na het classe van Swolle.
42. Syn tot deputaten verkoren D. Winandus Alstorfius, D. Wilhel-
mus Stephani, D. Victor Petri, D. Gerardus Fockinqius.
43. Hebben voorts allo broederen des synodi, die voordesen in synodo,
in classe ende elders hebben onderteekent het decreto der acten synodi
nationalis Dordracenae, laetstmael gehouden, ook de Confessie ende Catc-
chismo, betuijght eenelik staen (ende vreemt van allerley tegenstrydende
leeringgen) voor den Heere in denselven gevoelen, bereyd synde op een
niuw alle die schriften , als synde gegrondet op de onfeylbare waerheyt van
Gods woort, te onderteekenen ende verhopende door Gods genade daerby
godvrughtelik te leven ende salighlik te sterven. Amen. Verklarende daer-
neven niemanden te weten in hare dassen anders te gevoelen.
44. Also in den synodo Swollana, anno 1615, art. 27 gerefereert is ad
synodum Campensem tegenwoordigh , de bestemmingge der plaetse voor het
synodo in dat classe Swollana te houden, dewyle door de plaetse niet en
word gesoght eenige praeeminentie in de kerke d'eene over de andere,
ende alternatim het synodus in den drostampte van Vollenhoe te Steen wyk
ende Vollenhoe werd gehouden , ende tsynodus ook voordesen te Hasselt is
gehouden, vint het synodus goet, dattet de naeste reyse de beurte sal
wesen te Hasselt ende dat op den voorbestemden tyt , met consent ende goet-
vinden van de Ed. Mog. heeren Bidderschap ende Steden , die daerover in
tyt na gewoonte op het dienstelikste sullen werden begroet.
45. Ten laetsten is censura morum gehouden ende syn de broederen met
eikanderen tevreeden geweest. Ende na onderlingge hertel ike toewenschinggen
van Gods genadige segeninggen ende vermaninggen, alsook naer dangk-
seggingge tot God ende gebet tot meerdere ende meerdere stigbtingge syner
kerke, is de synodus in vreede gescheyden den 23 Junij 1620.
Guiuelmus Stephani, s.s. th. D., pastor Campensis,
synodi praeses, m.ppr.
Casparus Sibelius, assessor.
Hieronymus Vogellius, synodi scriba, pastor ecclesiae
Hasseltanae.
2ü*
356
Antekeninge van tgene de ordinaris gedeputeerde des
provincialen sgnodi van Overijssel volgentz haren last
hebben gedaen in den jare 1619 ende 1620. l )
1. Anno 1619 den 14*» Septembris sgn de gedeputeerden des Overgsselschen
sgnodi binnen Gampen vergadert gewest, namelgck D. Petrus Planctus,
predicant tot Campen, D. Hieronijmus Vogellius, predicant tot Hasselt,
Joannes Volcerus, predicant tot Vollenhoe. Ende als sg daer verstonden,
dat den achtbaren raedt van Campen op den brieff des sgnodi, aen hare
achtb. van Deventer afgeschreven , nopende 1° de affsettinge des rectoris
tot Campen, 2° de correctie der leesers ende van selffs opgeworpene pre-
dikers , 3° de restitutie des ontwendeden kerckenzegels ende kerckenboecken ,
4° de verbiedinge der Lutterscher vergaderinge , noch ngets gedaen hadden ,
nodich gevonden opt ngeuwe hare achtb. daervan met een brieff toe ver-
manen. Ende overmitz zg in ervaringe gecomen waren , dat G. Arsen ,
nae voorstellinge van eenige frivole conditien, de resolutie over de gede-
porteerde predicanten , van de Hooch M. heeren Staten Generael gestembt,
in den achtb. mag. hadde ondertekent, welcke conditien meer strecten tot
elusie dan tot oprechte obedientie derselver resolutie voorgenoemt, gelgck
oock mede des achtb. magistraetz selve , hebben raetzaem gevonden , daervan
den achtb. mag. int voornoemde schrijven te vermanen, alsoock mede goede
opsicht te willen nemen over Engelb. Pott, die, van Gegthoren gedepor-
tiert zgnde, zgn residentie oock tot Campen hadde genomen.
2. Als desen brieff sanderen dages an den achtb. borgermeester in der
tgt wierde gelevert, verclaerde sijn E., dat den rector omtrent twie uhren
te vorens was van den achtb. inagistraet sgns dienstee ontsett ende hem
tzelve angedient doer de H.H. borgermeesteren in der tgt. Van de reste
belooffde hg met den magistraet te willen handelen.
3. Waerop ingegaen zgnde int stadthugs, heft den brieff met de an-
wesende heeren gelesen ende daerop terstont eenen van de gecommitteerden
des sgnodi ontboden ende van denselven versocht wat naerder verciaringe
over de conditien, volgents dewelcke hij G. Arsen soude hebben de reso-
lutie ondertekent. Wierde geantwoort, dat de conditien dese vier navol-
gende waren: 1* dat d' onderteken] nge hem zgn conscientie nget en soude
beswaren , 2* dat hg hem wilde vrggelaten hebben , als hij over sgn particulier
') Zie Acta syn Camp. art 11. (blz. 349.
857
gevoelen in de verschillige poincten sonde worden gevraecht, zgn meninge
rondelgck te mogen verclaren, 3 e datt hem insgelgcx sonde vergunt wesen,
als hij bg een siecken borger mnchte werden ontboden , hem te onderwgsen ende
troosten na zijn vermogen ende wetenschap, 4 e dat de ondertekeninge hem nget
langer te laste sonde wesen oft verplichten, dan totdat hg berouw daer-
van hadde. Waervan deputati verstaen hadden, dat den achtb. magistraet
teerste angaende haer op den tenenr van de resolutie souden holden , tdarde
affgeslagen, ttwiede ende vierde hem togelaten. Daerop repliceerden den
achtb. borgermeesteren, dat Abssens de resolutie ondertekent hadde prout
jacet, ende dat den achtb. magistraet nae gedane ondertekeninge hem hadde
genieten sgn pampier wederom tot hem te nemen , twelck hg declinerende ,
den achtb. borgermeester in dor tijt tzelve hadde in handen genomen ende
voor zijnen öghen in stucken gescheurt, hem doende verstaen, dat njjet
haer achtb. nae zijn brieffken, maer hg Abssen hem nae de resolutie der
Hooch Mogende heeren Staten Generael sonde hebben te gedragen, twelck
soe hg dede ende in alle stillicheit ende vromicheit, gelgck een vroom,
vreedsaem borger toestaet, hem wilde dragen, zij hem oock dan in hare
bescherminge wilden nemen ende alle borgerlgcke rechten laten genieten,
maer contrarie te doen bevonden zgnde, dat sg hem alsdan souden trac-
toren, gelgck den affgesetten, onrustigen predicanten geschiet is.
Van Pott verclaerden insgelgcken.
4. Angaende de resolutie des karckenzegels ende der kerckenboecken
verclaerde veelgemelte borgenneester in der tijt, dat hg met zgn collega
last hadde nae deselve met alle neersticheit t'inquireren bg degene, die
in den Arminiaenschen kerckenraedt geweest waren, ende bearbeiden dat
ze wederom ter handt mochten 'gestelt worden.
5. Van de Luttersche vergaderingen belooffden zg, deselve te willen
doen ophouden.
6. Vermaenden oock den deputatum bovensch. , dat hg den broderen
des kerckenraetz sonde anseggen, indien sg vernamen, dat de affgesette
predicanten G. Arsens ende Eng. Pott get deden tegens de resolutie
bovengemelt, twelck sg met goede, deuchdelgcke documenten henlugden
souden connen overtuggen , tzelve wilden an haer achtb. bekent maken ,
met beloftenisse , dat zg daerin voorsien souden nae behoren.
7. Den 22™ ende 23 en Septembris zgn de drie voornoemde deputati tot
Hasselt bgeengekomen , ende naedat se verstaen hadden, dat den achtb.
858
magistraet van Swolle in de ondertekeninge der actensjjnodi, diederectoor
ende schoolmeesters volgentz de sjjnodale arreste hadden in classe sullen
doen, gedifficultiert hadde, derselver censuire ende opsichte der karcken
tegen s de nationale ende synodale resolutien ontreckende, nodich bevonden
eenen brieff an deselve te dirigeren ende met redenen an te wijsen, dat se
haar in dit stuck met de andere dassen ende kercken soewel deser als der
benaberder provinciën behoorden te conformeren.
8. Den 12 en Octobris zjjn de deputati sgnodi D. Petrus Plancius ende
Joannes Volgerus op den landtsclaringsdach binnen Deventer verschreven
ende, als noch D. Casparus Sibelius int landt van Gulick ende Berge
verreist was , D. Hieronijmüs Vooellius uth zgn deputatie van Amsterdam
noch nijet wedergekomen, uth den classe van Deventer bij haer genomen
D. Jacobum Revium, predicant tot Deventer, ende volgentz haren last de
gravamina sjjnodi an de Mogende vergaderinge bij register als volgetaver-
gegeven.
Register.
9. Van tgene de deputati sjjnodi volgentz haren last, hun van den
sijnodo in presentie der Ed. H.H. gecommitteerden van Bidderschap ende
Steden gegeven, ter vergaderinge van haar Ed. Mog. op den claringsdach
tot Deventer hebben ingebracht
K
10. Dat, terwijle de classis van Vollenhoe ende S tien wij ck in elcke karcke
maer eenen diener heft ende oversulcx hate deputati en sonder gebreck der
kercken njjet konnen verrichten, Ridderschap ende Steden believen wille
middelen te beramen, dat de kercken van Vollenhoe ende Stienwjjck elck
met noch eenen diener versien moge worden.
2.
- 11. Dat de predicanten, die noch in haer tractamcnt te cort comen,
volgentz de resolutie van Ridderschap ende Steden mogen werden versien,
als dacr zijn: Merckel, Borne, Ihorst, Ens, Isselmuijden , Sallick, Cuijn-
der, Blanckenham, Wanneperveen , Zwartezluijs. Dat oock den predicant
tot Goor de 125 gl. , die hem bij ordonnantie van Ridderschap ende Steden
waren tot een supplement zijnes stipendii bij gel echt ende hem eenige jaren
herwertz onthouden, gerestitueert ; ende de goetheeren ende het stediken
van Delden mogen ordonneren, dat met den predicant Rappaeo angaende
zijn tractament deselve geljjckheit moge geschieden, die D. Sollingus z.
359
voordesen gehadt heft, angesien zjj tzelve in hare beroepinge, op hem
gedaen, belooft hebben ende nu zijnen arbeit meer als te voeren vergrotet
wort, daerbenevens oock H. Metlinck vrij wat groter gagie heft getrocken.
3.
12. Dat mede de Ed. Mogende heeren willen gelieven ordre te stellen,
dat door een en generalen rentemeester in elck drostampt de dieneren des
woortz mogen betaelt worden uth de middelen , die van de pastorien connon
te wege gebracht werden, ende njjet nodich hebben van de rich teren,
scholten ende volmachten der karspelen , die an voel plaetzen geen vrunden
van de kercken en zjjd, tzelve te verwachten.
4.
13. Dat Holten, Mastenbroeck , Geithoren, Stienwfjkerwolt, Blancken-
ham, Sallick, Isselmuijden , Ens, Camperveen met schoolmeisters ende
voorsangers versorcht mogen worden, ordonnerende daertho sekere gagie,
ende de coster tot Wilsum, alsmede tot Swarteslnijs, voor hare bedeningen
met nodige onderholt mogen vorsien worden.
5.
14. Dat de costers overall mogen lidtmaten van de ware Geref. kercke
wesen ende professie daervan doen, daerentegen de pausgesinde geweert
worden, als daer zyn tot Raelte, Hellendoorn ende Blanckenham.
6.
15. Dat de Ed. Mogende heeren willen gelieven ordre te stellen om de
ingesetene tot het gehoor van Godts h. woort te brengen, tot dien einde
verbiedende dat Sondages geduijrende de beide praedicatien het onheilige
tappen , traffiqueren , copen ende vercopen , ontfanginge van pontschattingen,
generale middelen etc., daerdoor het volck uth het gehoor wort gehouden
ende den sabbath onthegliget
7.
16. Dat ter plaetzo geen kerckenslach is, moge geordiniert worden, dat
de kerspelen ten minsten een clein uhrwerck in de kercken stellen, waernae
haar de costers, schoolmeisters ende praedicanten met hare bedieningen
mogen reguleren.
8.
17. Belangende de oncosten, die de predicanten int reisen ende bjj wonen
der synodale ende classicale vergaderinge , alsoock die de gecommitteerde
860
der sijnoden ende dassen doen int besoecken der karcken , bij verordineringe
van seker dachgelt henlujjden mogen verlichtet worden, ende die dselve
voordesen gedaen hebben, restitutie mogen vercrjjgen.
9.
18. Dat, terwijle in sgnodo nationali besloten is, dat deé Sondages na-
middages alomme op den platten lande de Catechismus sall gepredict
worden tot onderwjjsinge der jonger jeucht ende ware heiliginge des sabbathi,
den Ed. Mogenden heeren wille gelieven met een placcaet sulcz bekent
te maken.
10.
19. Dat de ongeregeltheiden , die in de trouwinge geschieden, mogen
affgeschaffet worden, als daer zijn: de lichtveerdige gesangen der brugloft-
liedekens, het vedelen, pypen ende trommelen, daermede de bruijdegoni
ende brujjdt ter kercken gelejjt worden, ende de lichtveerdige bgeenlopingen
sonder trouwe, soe an voel plaetzen geschieden, als dat slechs den schol-
ten de namen werden angegeven ende daernae njjets meerder tot bevestinge
des echten staetz verpleecht, sommige oock hare geboden in de kercken,
daer zij wonen, laten geschieden ende daernae nget trouwen off op een
ander plaetzo trouwen, jae getrout zjjnde, wederom van malcanderen lopen.
11.
20. Dat de predicanten ten platten lande mogen bevrget werden van de
imposten ende acepen, in tgene dat sy tot haar eigen hujjs van noden
hebben.
12.
21. Dat de insolente groe venbieren, vastelavontzbieren, papegagschieten
ende gansetrecken eernstlick mogen verboden ende gestraft worden.
18.
22. Dat de paepsche vergaderingen, dewelcke nijet sonder perieul van
het landt ende affbreucke der karcken geschieden, alsmede de dootslagers,
bloetschenders , duijvelsbanders ende waerseggers mogen geweert ende ge-
straft worden.
14.
23. Dat de woningen der predicanten tot Hardenberch ende Ommen
mogen gerepareert worden.
15.
24. Dat Maktinus Gesnekis, soo onlanx uth het pausdom is gescheiden
861
ende hem tot de ware Geref. kercke vervoecht heft, begerende noch wat
langer in onse academiën te studeren, met een subsidium moge vereien
werden.
16.
25. Dat de Ed. Mogende heeren wille believen ordre te stellen, dat de
Gereformeerde religie ende die haar toegedaen zjjn , nijet en mogen gelastert
worden, gelgck tot Gelmugden geschiet is, alwaer een seker ongeregelde
persoon voor schelmen heft gescholden alle degene, die tegen woordich ter
karcken gaen ofte gaen sollen , alsoo tzelve met getuijchenissen can bewesen
worden; oock eenen anderen den predicant in deselve karcke overlrqjt met
oneerlicke ende onnutte woorden ingesproken ende soe ter kercken uth-
gelopen.
17.
26. Alsoe de kercke van Isselmuijden nu etljjcke jaren sonder predicant
is gewest ende nu met consent der erffgenamen ende des classis met D.
Bothusii sone sall versien worden, dat door ordonnantie van Bidderschap
ende Steden tot betalinge van alle achterstedicheit beneffens het jaar,
twelck sjj an de landtschap ten achteren sxjn, noch een jaar moge toege-
lecht worden.
18.
27. Dewgle verstaen wort, dat de Lutterschegesinde tot Swoll ende
Campen den paedagogum van den ed. joncker Scheel tot haren predicant
hebben angenomen , Ridd. ende Steden wille gelieven daertegen te versien etc.
19.
28. Dat oock mede de achtb. magistraat van Swolle moge vermaent
worden , in de ondertekeninge des rectcris ende der schoolmeisteren , die de
classis achtervolgende de sijnodale resolutien van haar versocht hebben
ende noch versoecken, om in hare classicale vergaderinge te doen, nijet
langer te willen difficul teren.
20.
29. Alsoe den predicant uth sPrincenlandt de synode met een request
te verstaen gegeven heit, hoe dat de nijeuw opgeboude kercke aldairgantz
gene middelen en heft om den predicant te versorgen ende daerom genoot-
saket worden in alle provinciën ende steden zjjn gebreck te remonstreren ,
heft hij oock mede versocht, dat door den eerw. sijnodum tzelve an de
vergaderinge van de Ed. Mogende heeren muchte angedient worden, ten
einde door derzelve goetgunstige mildicheit henlugden oook een vertroostinge
wedervaren moge.
362
30. Nadat de depntati voornoemt dese poincten in de vergaderinge
van Ridderschap ende Steden hadden ingebracht ende langen tgt op ant-
woorde angehouden, is haar nth de vergaderinge tot antwoorde gegeven,
dat haar Ed. Mogenden, terwijle men met landtsclaringesake seer bemoeijt
was, in continenti njjet en conden op alle stncken nae vereisch der sake
antwoort geven, te meer dewgle oock eenige heeren van de Steden daerin
mosten hare principalen versoecken, ende dat de E.E. Gecommitteerde, als
de naeste kennisse van de saken hebbende, daerover haer advgs souden
geven ende bekent maken, waeraae de apostillen haar souden behandicht
worden in de vergaderinge der E.E. Gecommitteerde des collegii binnen
Campen, twelck den 19 en Decembris geschiet is ende affgegeven alsvolcht:
Apostillen van Bidderschap ende Steden op tgene de depn-
tati sijnodi an haar Ed. Mogende geremonstreert ende veraocht.
Ad. 1 articolnm.
31. Sall an de van Vollen hoe ende Stienwijck geschreven worden om
noch eenen twieden predicant te beroepen, mits dat sij tot onderholt van
deselve bij haar selfs middelen vinden.
Ad. 2 et 3.
32. Joncker Robert van Itterssum , drosth van Haecxbergen , ende
Henrick van Marckel , borgermeister tot Deventer, worden gedeputeert om
opentlgcken te doen verpachten de goederen, gehorende totte pastorge toe
Marckel , alsmede toe inquireren op de gelegentheit van de viccarien aldair
etc. Sullen oock deselve sich erknndigen opte pastorgen ende vicargen
goederen toe Borne.
33. Item worden de drosth van Vollenhoe Johan van Raetzvelt ende
joncker Roloff van Ysselmuiden geanthorisiert ende gelast om alle de
goederen ende incomsten, gehorende totte pastorien ende vicargen in den
lande van Vollenhoe, pertinentelijck te doen opschrijven ende inventariseren,
om volgentz daervan register gemaket ende an handen van de ordinaris
Gedeputeerden overgelevert te worden, die ordre sullen geven, dat deselve
goederene nde incompsten opentlijck ende ten miesten prijse sullen worden
verpachtet ende geinnet.
34. Sullen oock inquireren opte gelegentheit van de canonisien tot
Stienwgck. .
363
35. Ende sullen volgentz de praedicanten , soe om vermeerdering van
hare tractamenten anholden, met behoorlgcke stipendiis naer gelegentheit
ende meriten van hare personen met goede discretie worden versien.
36. Belangende de praetensien van den praedicant toe Goor wort ver-
staen, terwglen de borgermeisteren tot Goor doemaels ende noch onlanx
gepraesentiert hem te willen doen hebben vierhundert car. gulden jaarlix
tegens verlatinge der pastorgen incompsten aldair, ende hy sulx nget heft
willen annemen , wort verstaen , dat hg totten gevorderden achterstant nget,
en is bevoecht.
37. De goetheeren des gerichtes ende stedekens Delden worden gelast,
Happaeum te tractoren volgentz haar beroep ende beloften.
Ad 4.
38. Sall bij gelegentheit daerinne worden versien ende wort verstaen,
dat de schoolmeisteren mede sullen bedienen het costerampt.
Ad 5.
39. Wort verstaen, dat geene Pausgesinde hen vorder tot oosters sullen
worden geadmittiert
Ad 6, 9, 10, 12.
40. De Gedeputeerden worden gelast een placcaet uth namen van Bid-
derschap ende Steden te concipiëren, daerinne dusdanige ongeregelthegden
bij zekere poenen sullen worden verboden, twelck naer communicatie gear-
restiert* allomme gepubliceert ende behoorlijcken geexequeert sall worden.
Ad 7.
41. Worden de erffgenamen van de respective karspelen vermaent hgr-
inne toe versien.
Ad 8.
42. Wort geaccordiert , dat yder praedicant opten synode ofte classe
voor dachgelt sall toegelecht worden twie car. gulden des dages, mitz dat
sij alsdan geene wijdere costen van verteringe sullen mogen inbrengen.
Ende sullen de predicanten bij den meijerlugden van de respective pastorijen
ende vicargen ter plaetzen van de sij noden ende dassen ge voert worden.
Ad 11.
43. Can hijrop nget werden gedisponiert.
364
Ad 13.
44. Stillen de officieren , denwelcken sulx competeert, met goede tosicht
hjjrop behoorleken letten ende tot dien einde de placcaten ende resolutien,
hijrtegens g'emaniert, wel strictelijcken ende sonder conniventie executeren etc.
Ad 14.
45. De ordinaris Gedeputeerden werden sich hierover erkundigen ende
volgentz ordre geven, dat de woningen der predicanten toe Ommen ende
Hardenberch bg den erffgenamen nair vereisen sullen worden gerepareert.
Ad 15.
46. Worden Martino Gessnero toegelecht vjjftich car. gl.
Ad 16.
47. De drost van Isselmuiden wort gelast hierinne toe versien.
Ad 17.
48. Worden hiertoe geaccordeert hondert goltgl. eens, mits dat de
erffgenamen den kompstigen predicant henvorder met tractement sullen
versien.
Ad 18.
49. Sullen sulcx remonstreren aen de respective magistraeten van Cam-
pen ende Swolle.
Ad 19.
50. Gedeputeerden der stadt Swolle, alhier ter vergaderonge van Bidder-
schap ende Steden present sijnde, hebben verclaert, dat haer rector, con-
rector ende schoelmeisteren al voor eeniger tijt voor de magistraet der stadt
Swolle in presentie der scholarchen sinnen gevordert ende gecompareert ,
ende dat denselven aldaer sekere acte, conform de resolutie ende uth-
spraecke des nationalon sjjnodi, is voorgestel t, om sich int leren ende
institueren der jeucht ende bedienonge hares ampts daernair toe reguleeren
bij poene van cassatie, hetwelck deselve also toe doen nair behoir hebben
verseeckert ende angenomen.
Actum binnen Deventer den 18 Octobris 1619.
Ter ordonnantie van Ridderschap ende Steden:
Roelinck sst. 1619.
51. Anno 1619 den 9 n Novembris zgn deputati sjjnodi D. Casparus
Sibklius, Petrus Plancius ende Joannes Volckrus binnen Campen ver-
365
schenen om van den Ed. collegio de voorgaende apostillen te ontfangen,
ende hebben daer noch bijgevoecht dese volgende articulen, waerop oock
is geresolviert tgone in margine getekent staet
Edele, erentvheste, achtbare, wjjse, yoorsienige
ende discrete heeren!
De ordinaris gedeputeerde des sjjnodi van Overijssel, hebbende ontfangen
de resolutien over de poincten, die zjjlujjden op laetstgehouden clarings-
dach binnen Deventer overgegeven hebben , vinden uodich van U Ed.
achtb., tot hare onderrichtinge op eenige derselver, eerbiedelijck te ver-
soecken :
52. f. Dat hetgene van het tractament des predicantz tot Marckel is
geresolveert , metten eersten door de Ed. heeren, daertho gecommitteert ,
int werck gestelt ende hem volkomen tractament nae zgn meriten, gelijck
anderen , moge togelecht worden , angesien hg aldair lange gestaen ende tot
noch toe seer sober tractament genoten heft, ende alsoe de E. borger-
meister Merckel hem vertroost ende belooft heft, dat hem tot supplement
vant verleden jaar noch 50 car. gulden souden togelecht worden, deselve
beloften hem mogen werden voldaen.
Worden *) den praedicant toe Marckel voor het verleden
jaar geaccordiert vijftien gl. eens, daervan hem ordonnantie
op den rentemeister van Twenthe sall verlient worden.
53. £. Aengaende Borne: Hebmannus Wellemejerus, gewesen paeda-
gogus des richters tot Oldenzeel, is vergangen jaar den 4?* Decembris van
die van Lossert tot een schoolmeister, daernae tot predicant beroepen,
ende nae voorgaende examinatie ende anneminge des classis , alsoock appro-
batie des ed. drosten, der gemienten van Losser toegesonden, maer op den
volgenden Karsmisse van den paep van Oldenzeel uth zgnen dienst gestoten,
hetwelcke om reden nijet heft connen geweert worden. Hg en heft tot Lossert
mjets genoten dan alleen achtjjn gulden van zjjn verteerde costen, ende
alzoe op andere dienst moeten wachten sonder te hebben middel van leeven.
Tegen Paschen is hij tot Borne gestelt. De diaconi tot Deventer hebben
hem 50 gl. gelient. Daernae is hem van den richter Rammelman tot Borne
oock 40 gl. gelient De opcomste der pastorie heft verleden jaar voor dese
laetste verpachtinge njjet hoger gewest als 270 car. gulden, daervan den
») De apostillen der Staten, hier met inspringende regels gedrukt, staan in het
hs. ten deele op den rand ter igde van en ten deele onder de synodale verzoeken.
366
ouden pastoor Joannes Nibhoff dit tegenwoordige jaar het dardendiel sall
ontfangen. Versoect alsoe, dat hem dit vergangen jaar, van den tgt die
hy totten dienst is angenomen, n effens de twie dielen van de incomsten
der pastorgen een eerlgck supplement moge togelecht werden, om sijn
schulden te betalen , ende dat de ed. heeren t daertho gecommitteert ,
metten eersten haar op de pastorien ende vicariengoederen aldair willen
believen te erkundigen, daermit hg jaarlix zgn tractament gelijck andere
moge genieten.
Werden de heeren joncker Bobert van Itterssum, drosth
van Haexbergen, ende borgermeister Henrick van Merckel,
soe gecommittiert om op de gelegentheit der pastorgengoe-
deren toe Marckel ende Borne toe inquireren, sulcx mette
eerste gelegentheit toe wercke te stellen.
54. 3. Tot Goor, overmitz de predicant aldair alle jaar tot een supple-
ment sijn togelecht 125 gl., die hg maer eenmael, anno 1615 op Martini,
heft ontfangen ende hem naderhant zgn geweigert worden, waerdoor hg in
schuit heft moeten geraden, ende dat, terwgle de borgermeisters aldair
gepresentiert souden hebben, bij soeveer hij de pastorijengoederen verlaten
wilde, jaarlix 400 car. gulden goet te doen, ende volgentz dien verstaen
wort, dat hij totten achterstant van de voorg. 125 gl. nijet en soude be-
voecht zgn, soe ist dat hg overlevert de registeren van de incompsten der
verledenen jaren, die hij genoten heft, getekent met B. C. , effde daerbg
het request der borgermeisteren van Goor, waerin zij de soberheit zijns
trac tarnen ts van de voorgaende jaren claerlick vertonen sub litera A, met
versoeck dat hem voor de jaarlixe affgetrockene 125 gl. een eerlicke ver-
eeringe moge togelecht werden. De volgende jaren wil hg tevreden zijn
mettet de opcompsten sullen connen uthbrengen.
Worden suppliant geaccordiert hondert car. gl. eens, ende
sulcx voer alle zijne pretensien.
55. 4. Dat de Ed. heeren Gedeputeerden willen gelieven ordre te stellen ,
dat D. Bappaeus, praedicant tot Delden, alsoe moge getractiert worden,
gelijck D. Solltngius p. m. voordesen, dewijle de middelen uth de vicarijen
wel te vinden sijn; dat hem oock voor zgn vertreck ende geledene schaden
een kennisse moge geschieden.
Sall Rappaeus bijbrengen, wat tractament hij to Delden is
hebbende.
56. 5. Item waer ende wanneer de andere praedicanten tot Sallick, Ëns,
Ehorst, Blanckenham etc. om verbeteringe van haarluijder gagie sullen
anholden ende deselven verwachten.
Worden gerenvogeert ad Ordines etc
367
2. ad artic. 8.
57. [6], Versoecken de gecommitteerde des sijnodi, dat den gecommit-
teerden vant verleden jaar, die de registers van hare oncosten hebben
overgegeven, deselve mogen werden voldaen, ende zjjlieden, die nu dit jaar
gecommittiert zjjn, oock weten, wat zjj geduijrende hare commissie sullen
hebben te verwachten; ende dat b|j ordonnantie den kerck van Deventer,
alwaer de gecommitteerde voorsz. benevens den deputatis classis tot Deven-
ter, verbljjvende van den XI en totten 16 en Octobris lestleden, verteert
hebben 31 gl. 10 st, zjjn betalinge moge ontfangen.
Sullen opte overgegevene declaratien ordonnantien verlient
worden, ende belangende het wijdere versoeck sullen haar
mogen addresseren an Bidderschap ende Steden.
[7]. Dat oock mede Martin o Gesnero ordonnantie moge gepassiert werden.
Sall ordonnantie verlient worden opten rentmeister Sticke
ter summa van vjjftich gl.
3.
58. 8. Angaende Isselmugden, dat het supplement van de 50 ggl. jaerlix,
den praedicant int jaer 1615 den 7 en Augusti bfj apostille toegestaen, mogen
werden gecontinueert, alsoe de middelen, nu opgeslagen ende verpacht zijnde,
njjet hoger connen gebracht werden, ende immiddels assignatie gegeven werden
van de hondert goltgulden, bjj Bidderschap ende Steden geconsenteerd
Alzoe Bidderschap ende Steden hfjrop hebben geordiniert,
konnen de Gedeputeerden daerinne njjet veranderen, maer sall
ter vergaderinge van haar Ed. Mogenden versocht moeten wor-
den , ende sall van de hondert glgl. ordonnantie verlient worden.
4.
59. .9. Dat op het request van Joaknes Harpenach, student, twelckde
classis van Deventer voor hem op laestgehouden claringe heft ingelecht, an-
gaende het tractament, moge worden gedaen om zjjn studia te continueren.
Sall opte meriten van zijn persoon werden geinquiriert.
5.
60. iO. Bidden nochmaels de deputati sjjnodi, de Ed. Mogende heeren
willen gelieven ordre te stellen , dat door de affgesette ende gebannen predi-
canten de kercken door hare hejjmeljjcke incompsten in veranderde cledinghe
ende nachtpraediken nget en mogen tot meerder verderff ontroert werden ,
ende daerbeneffens de affgesette predicant op Camperveen, Nicolaus Joan-
nis, moge gehouden worden de acte om hem in stilheit te houden t' onder-.
368
tekenen, alsoe van denselven gesegt wort, dat hg buiten ende binnen de
stadt hegmeljjcken gepredict Item Henricus Jodoci, gewesen predicant op
Ens, die hem nu mette woninge derwartz wederom begeven heft ende de
hujjsluyden met verkeerde affradinge uth de kercko soect te houden (waer-
van hgrbjj de proeve is gelecht) ende veroorsaket, dat op Sondach laetst-
leden, den 21 8 » Novombris, nijet een mensche ter praedicatie is gecomen,
in sjjn quade handelinge moge geweert ende de inwoners op Ens door een
expres schrgven vermaent werden, den wetteljjck daer gestelden predicant
Lambertum Hiddingium voor haar pastoor te erkennen ende te horen.
Sall hjjrop worden gelett ende is Nicolaus Joankis riede
geciteert. Sall oock an den ingesetenen van Ens ende Henri-
cum Jodoci geschreven worden.
6.
61. li. Dat het placcaet, twelck Bidderschap ende Steden over den
6, 9, 10, 12 artikel nodich vinden te laten emaneren, metten eersten
moge geconcipieert ende gepubliceert worden.
Sall tplaccaet ter eerster vergaderinge worden geconcipiert,
om volgentz gearrestiert ende gepubliceert te worden. Actum
Campen, den 15 m Decembris anno 1619.
fl. v. Mabgkel vt.
Ter ordonnantie van de Gedeputeerden :
Boelinck sst 1619.
62. Anno 1620 den l en Februarij sjjn de deputati sfjnodi wederom ver-
gadert binnen Zwolle ende de voorgaende articulen met de gegevene apos-
tillen nagesien ende bevonden:
63. i. Dat het versoeck des praedicantz tot Marckel , alsmede tot Goor,
insgeljjx Martini Gesneri voldaen was.
64. 2. Henricum Rappaeum angaende is verstaen, dat hjj met de van
Delden is geaccordiert om deselve gagie te genieten, die D. Sollingiüs z.
getrocken heft, ende dat hjj daerop belooft heit bjj haar te willen bleven.
65. 3. De onkosten, soe deputati sgnodi verleden jaar hebben gedaen,
sgn haar volgentz de gegevene declaratien bg ordonnantien gerefundeert.
66. 4. Nicolaus Joanni8, affgesette praedicant tot Camperveen, is met
apenbare citatie, op de poorten binnen de stadt Campen angoslagen, vanden
Ed. collegio inge vordert, maer nget gecompareert.
369
67. 5. An die ingesetenen van Ens is geschreven over den persoon van
Henrico Jodoci ende vermaent tot rekeninge des ordinaris predicanta, bp
den dassen wettelijck haar togesonden.
68. 6. Op het examen Joannis Münckeri, predicant tot Sallick, zgn
van den deputaten sgnodi tegenwoordich gewest D. Petrus Plancius ende
Joannes Volcerus ende hebben verclaert, dat hjj de fundamenten der h.
theologie wel heft beantwoort ende in deselve suijver is bevonden, oversulcz
hem oock den dienst der karcken toebetrouwt. Maer alzoe met het examen
domini Joannis Rothusii, beroepene predicant tot Isselmugden, seer wierde
gehaestet ende het weder diestytz nijet bequaem en was om de wegen te
gebruijcken, heft niemant behalven dominum Plancium tegenwoordich
konnen wesen, diewelcke eeventzelfde van hem getuychde.
6d. Ende is alsoe de classis van Campen wederom met bequame ende
oprechte leeraren versien, beroepen ende bestelt sijnde de kercke van Oei-
mugden met Lübberto Rltnvisch Elburgensi, de kercke van Ens met
Lamberto Hiddingio nth Mastenbroeck , de karcke tot Sallick met Joanne
Munckero Sigenensi, de kercke tot Ysselmujjden met Joanne Rothusto
Daventriensi , de kercke van Camperveen met Nathanaele Oisio Hassele-
tano, geroepen van Rolde uth Drenthe.
70. 7. Is mede geschreven an de kercken van Yollenhoe ende Stien-
wjjck om in tjjts voort te gaen tot beroepinge van den twieden predicant,
die haar volgentz de resolutie des sgnodi van de Ed. Mogende landtschap
is toegestaen.
71. 8. Verder is geresol veert , dat an den ach tb. magistraet der stadt
Campen noch eens soude werden geschreven ende versocht om volgentz
de gedane beloften te willen letten op den persoon van Arsenio, de voor-
lesers ende rectoris, over welcke de kerckenraet met goede documenten an
de deputaten te kennen heft gegeven, dat se de kercke grote verhinderinge
doen; item dat de kerckenboecken met vljjt mogen werden nagesocht, als-
oock het zegel, om weder an de kercken gebracht te werden; mede dat de
schole met een bequaem rectoor moge versien werden.
72. 9. Dominus Hieronijmus Vooellics is versocht, die ter ontrouwe
uth zijn boeck getrockene articulen, welcke de Remonstrantzgesinde bij
haar ommedragen, cortelgck ende dujjdelijck te beantwoorden tot wech-
neminge der lasteringe , door zgn E. persoon der Gereformeerde kercke op-
Acta syn, pravinc, V. 24
370
geworpen, ende tzelve den deputaten te communiceren om van hen eerste-
lijck overgesien ende daernae door den druck gemeen gemaect te worden.
73. 10. De catechisatie betreffende sullen daervan de deputati op
tokompstigen landtsdach handelen.
74. 11. Ende mode remonstreren , dat de bevorderinge der school-
meisteren ter plaetzen, daer zg noch gebreken, moge int werck gestelt
worden, waertho elck deputatus de plaetzen zjjns classis tegens de naeste
bjjcomste sal inbrengen, om bfj namen nthgedruct te worden.
75. 12. Sullen oock mede de praedicanten, die an haar tractament te
cort comen , op den landtdach bekent gemaect worden ende met namen de
gelegenheit van Isselmuiden, item trequest van de predicant van sPrincen-
landt, ende wat tot de apostillen sub dato den 12 cn Octobris anno 1619 ad
art. 6, 9, 10, 12, item 7, 8, 13, 14, item sub dato den 15** Decembris
anno 1619 ad artic. 2 et 6 is behorende.
76. 13. Hebben ten ketsten de deputati voornoemt bjj den achtb.
magistraet der stadt Swolle audiëntie versocht, die vercregen hebbende,
vertoont de mienonge des sgnodi soewel nationalis als provincialis te
wesen , dat alle rectoren ende schoolmeisteren d'acta sjjnodi nationalis mitz-
gaders de Confessie ende Catechismum achtervolgende het formulier dien-
angaende souden moeten ondertekenen, ofte b|j verweigeringe van dien
haren dienst verlaten, twelck overall in dese provincie alsoock benabugrde
was gepractiseert, ten einde men muchte versekert wesen, dat de scholen
als seminaria ecclesiae van oprechte, sugvere leeraers bedient ende de jonge
jeucht sonder eenigh misverstant in de christeljjcke Gereformeerde vader-
ljjcke religie grondeljjck onderwesen werden, tot welcken fine de classis
van Hasselt ende deputati sjjnodi oock te voren an hare achtbaerheden
geschreven hadden, maer, daervan noch geen effect gespeurt hebbende,
haar genootsaket vonden haar achtb. mondelinge te remonstreren, biddende
ende versoeckende, deselve njjet langer wilden in sodanige hoochnodige
sake traineren, maer deselve haar effect laten sorteren.
Waerop hare achtb. naer voorgaende consultatie voor antwoort gegeven
hebben, dat se all voordesen een acte van denselven inholt hadden gecon-
cipieert ende deselve den schoolmeisteren voorgelejjt, dewelcke met handt-
tastinge angenomen hadden naer deselve haar te reguleren ende te dragen,
waermede hare achtb. verstonden, dat de deputati haar behoorden gecon-
tentiert te holden, alsoe sjj, in geen volcomen getall vergadert zgnde, de
871
genomene resolutie soe plotzelgck nijet en conden veranderen, die te voren
soe solemneljjck bg haar was genomen. Hebben niettemin opt instantelgck
anhonden van den depntaten belooft, als hare achtb. in competenten
getalle vergadert souden wesen, haarlieder versoeck dienangaende te
recommanderen.
77. Den 14" 1 Martii zijn deputati wederom tot Swoll op den landtsdach
verschennen ende aldair op audiëntie bjj Bidderschap ende Steden gewacht
tot den 16 6 *, op wekken haar is te weten gedaen, dat men hun geen
audiëntie voor de volgende weke konde geven, waerover zjj hebben moeten
wederom naer huijswert haar begeven.
78. Den 23 Mag zgn deputati tot Swoll op den landtsdach wederom
vergadert ende hebben volgende articulen op den 24 en in de vergaderinge
van Bidderschap ende Steden ingebracht ende daerop bjjgevoechde apostillen
verworven.
Edele , mogende , welwjjse , voorsienige ende discrete
heeren !
79. De ordinaris gedeputeerde des sijnodi provincialis van Overijssel
vinden haar gelast om U E. Mogenden reverentlgck toe remonstreren de
stucken, waerover zij uth name van hare principale ten besten der kercke
van uwe E. Mog. verbeteringe versoecken.
80. Dat de apostillen over het 6, 9, 10, 12 artickel, nopende het
verveerdigen der placcaten, welcke tegens verscheiden grouwelgcke mis-
brugcken belooft waren te sullen emaneren, haar effect mogen gewinnen,
als daer zjjn:
81. f. De blaspheme ontheiliginge der sabbathen, die met tappen,
drincken, coopmanschappen , uthvorderinge der pontschatten etc. werden
gepleecht, item de lasteringe des godtsdiensts.
Sall bjj placcaet ilaertegens worden versien. x )
82. 2. De onwettige trouwinge , die op veel plaetzen geschiet , wanneer
slechts den schuiten de namen werde angegeven ende tot bevestinge der
') De apostillen der Staten, die in het h. s. tusschen de artikels of in margine
opgeteekend staan, zijn hier en op de volgende bladzijden met inspringende regels
afgedrukt.
24*
372
trouwe nijet meer geplecht; item sommige een ruime tgt bijeenwonen , eer
dat sjj hare proclamatien laten geschieden ende haar in den echten staet
bevestigen; op sommige plaetzen ten platten lande sonder voorgaende pro-
clamatien haar laten copnleren; sommige met groot gedrugs onder de
praedicatie in de kercken komen met pijpen, trommen etc.; sommige oock
voornemen te trouwen tegens de ehe-ordeninge , waervan de exemplaren
nu nget meer te bekomen zjjn ende oversulcx wel nodich om metten eersten
vernijeuwt te worden.
Sall hjjrin de ehe-ordeninge worden geobserveerd Ende
wes daerenbaven muchte geschieden, sullen de officieren nae
behoren daerinne versien.
83. S. De dodenbieren ten platten lande ende het superstitiose gebet-
spreken nae het drincken derzelver bieren.
Sall hjjrop tegens de naeste verpachtinge ordre gestelt
mogen worden.
84. 4. De mommergen ende andere heijdensche insolentien in de vastel-
avontzdagen.
Placcaei
85. 5. Dat insolente papegaij schieten ende tsujjpen over d'selve, die
altoos op Bondagen geschieden.
Worden de respective officieren gelastet hijrtegens te ver-
sien met executie van de vorige ordonnantien.
86. 6, De Jesuijtsche vergaderingen , paepsche bedevaerden , als tot
Marckel ende andere plaetzen.
De ophoudinge der dootslagers , het lopen der hejjdens , landtlopers , waer-
seggers, duijvelsbanders.
Sullen de officieren van de respective plaetzen worden
gelast, hjjrinne te remedieren sonder eenige conmventie.
1.
«*
87. De onderhoudinge ende frequenteringe der Catechismipraedicatien.
Sall int placcaet mede gedacht worden, dat onder deselve
praedicatie njjet getapt worde.
2.
88. Dat op den platten lande ter plaetzen,' daer men geen ordinaris
klockenslach en heft, den karspelslugden met authoriteit belast mogen worden,
873
een clefjn uhrwerck te vervorderen;, daernae de leeraer ende coster hare
bedieninge hebben te reguleren.
Sall tzelve den erfgenamen van de respective kerspelen
worden gerecommandeerd
3.
89. Dat D. Hermanno Wellemeuero, praedicant totBorne, vermitz hg
met d'opcomste van de pastorie hem wil laten genoegen, sgn stipendium
voor het eerste jaar sjjnes dienstes, twelcke hg nijet genoten heft, moge
geaccordeert worden, ende de praedicant tot Eehorst sgn gagie werde
voldaen.
De ordinaris Gedeputeerden worden gelastet, sich hjjrop
toe informeren ende daerin toe disponeren nae behoren.
4.
90. Terwijlen de Ed. Mogende heeren opt request Joannis Hardenack
belooft hebben nae zijn meriten hem in zijnen studiis te willen succur-
reren, wort het getugchenisse zyner professoren ingebracht ende versocht,
de grootgunstige liberaliteit hem te laten genieten.
Wort den genanten Joannem Hardeneck bij provisie ge-
accordiert vjjftich goltgulden jaarlii, mitz dat hg an de
landtschap sich sall verbinden.
5.
91. Dat de plaetzen, daer noch geen schoolmeisters bestelt zijn, als
Mastenbroeck, Sallick, IJsselmuijden , Ens, Camperveen, Wilstim, Geit-
hoorn, Stienwijckerwolt, Blanckenham, Cuijnder, met bequame Gerefor.
personen versorcht ende onderhouden mogen worden ende de misbetalinge
des schoolmeisters tot Dalfsen gebetert; den coster tot Gramsbergen, een
overout ende impotent persoon zijnde, iet tot zijn nodige onderhoudinge
moge toegelegt worden.
De Gedeputeerden worden gelastet, den staet der gieste-
lycke goederen toe oversien ende nae gelegentheit hijrin toe
disponeren.
6.
92. Dat de oncosten der praedicanten , die zij op de classicale ende
synodale vergaderingen doen , bij zekere ordonnantie mogen angewesen
worden ende waer sij dezelve sullen hebben te ontfangen.
Sulllen sich addresseren an de ordinaris Gedeputeerden,
die gelast worden, den praedicanten van haar dachgelden, in
conformiteit van voorgaende resolutie , ordonnantie te verlenen.
374
7.
93. Ende vermitz de tegenwoordige deputati sgnodi verscheiden malen
hebben moeten van hujjs wesen, haren tjjt ende studia versujjmen ende op
verscheiden plaetzen oncosten doen met reisen ende teeren, soe binnen
Swoüe, Campen, Hasselt als elders, daer zjj volgentz haren last hebben
moeten verschijnen, hun insgelgx mogen angewesen worden, waer sjj de
restitntio derselver sullen hebben toe ontfangen, twelck oock van den
visitatoren dassen verstaen moet wesen.
Sullen van het gepasseerde declaratie an de Gedeputeerden
avergoven, die voor ditmael gelastet worden daerin toe dis-
poneren.
8.
94. Dat expresseljjck moge verboden worden, dat niemant zfjne kinderen
bfj eenige papen moge brengen om gedoopt te worden, geljjck bjj erpe-
rientie bevonden wort.
Int placcaet toe gedencken.
9.
95. Dat het praediken des paedagogi van joncker Zweder Schelen op
zjjnen huyse toe Welevelt overmaels ende absolutelijck verboden moge
werden, dewjjle de huijsluijden daerdoor uth der kercken tot Borne ge-
trockon werden.
*
10.
96. Alzoe daer quaestie is van de approbatie des karckendiensts tot
Almeloe, oft dezelve bij de ed. heere van Almeloe oft van den ed. landt-
drosth van Twenthe sall versocht worden, haere Ed. Mogenden willen
believen te adviseren, welcke van beide verstaen wert te behoren.
Dewjjle men verstaet , dat de collatie den heere van Almeloe
competeert-, sall de approbatie bjj z|jn ed. oock moeten ver-
socht worden.
11.
97. Dat de baggnenpater tot Almeloe zyn praedicken int clooster,
streckende tot afflejjdinge der huijsluijden uth de karcke, oock moge ver-
boden werden.
Sal men hijrop moeten nasien het naerder accort, met den
grave van Solre geholden, ende, soevele tzelve kan ljjden,
daerinne versien.
375
12.
98. Ende de heere van Almeloe vermaent ende angesproken werden,
om den predicant tot Almeloe nijet te verhinderen in de verrichtinge der
karcklijcke ceremoniën, die hem van den classe, volgentz de resolutie des
sijnodi nationalis, neffens andere dieneren geinjungeert sjjn.
Heft de heer van Almeloe verclaert, desen articul toe willen
naecomen.
13.
99. Dat Joaknjss van dek Borch, gewesene onwettelijcke predicant tot
Enschede, wegen sfjns con tinneerenden ons tichtelij eken , ergelijcken levens
(daerop tot noch toe door den ed. heere landtdroste van Twenthe op ver-
scheiden ansoeckingen nfjet gedaen is) moge geremoviert werden.
Sal de droste van Twente worden gelastet, sich op de
gelegen theijt toe informeren ende nair behoor daerin vorsien,
ofte dat andersintz de Gedeputeerden daervan informatie sullen
nemen ende daerinne disponeren , mits dat denselven van dek
Borch sjjn tractament, so h|j noch eenich hefft, sall worden
opgesocht.
14.
100. Dat de alimentatie der schoelmeisteren in de Twente ende den
drostampte van Vollenhoe op geljjcken voet moge geholden worden, als met
den schoelmeisteren in Sallant.
Wanneer opte administratie der geesteljjcke goederen in
deselve ampten sulcke ordre sal gestelt wesen, als in Sal-
landt, sullen deselve schoelmeisteren ock gelgckvals worden
getracteert.
15.
101. Ende de weduwe domini Sollingii, predicant tot Delden, hebbende
ses vaderlose kinderen, jaerlicxs alimentatie moge toegelecht worden.
Habeat vijftien car. gl. jaerlicz.
16.
102. Also noch niet gedaen en is opt request van de predicant van
sPrincenlant, de Ed. Mo. heeren willen gelieven daerover toe disponeeren.
Soeveer dairop wijders wort geinsisteert, sullen de Gedepu-
teerden het boeck vorderen om toe sien, wat andere hebben
gegeven, ende nae gelegentheijt van dese provintie mede toe
876
doen. Actum ter vergaderonge van Bidderschap ende Steden
op ten landtdach binnen der stadt Swolle, den 2 6n Jnnfj 1620.
Ter ordonnantie van Bidderschap ende Steden :
ROELTNCK 88 1 1620.
Aldus uyt de memorien, by den deputatos synodi gestel t, uytgeschree ven ,
verklaert mettet originele te accorderen
Hiebonymus Vogelliüs, synodi gewesene scriba, pastor
ecclesiae Hasseltanae 1 ).
') , Aldus uyt — Hasseltanae** is eigenhandig door Vogelliüs geschreven.
REGISTER VAN PERSONEN.
A.
AbeU, Joannes, predikant te Heinoo, 286, 293.
Adams, Cornelis, ouderling te Bergen op Zoom, 159.
Adam, Willem , ouderling te Bergen op Zoom, 144.
Adriaensz, Eduaert, proponent, predikant in Noordbeveland , 63.
Adriaensz, Louijs, inwoner van St. Annaland, 176.
Adriaensz, Nicolaus, lid der Staten van Zeeland, zie N. A. Meiros.
Aemüius, Petrus , onwettig prediker te Ens, 245, afgezet, 248, 254.
Alberts, Johan, ouderling in cl. 8teenwijk, 274.
Albrechtsz, Thomas, ouderling te Ooes, 37.
Alkemade, Joannes ab, (J. Alcumade) voorm. pastoor, proponent, 339, pre-
dikant te Enschede, 343.
Allart, Adriaen, predikant te Vossemeer, 13, 14.
Alleman, Ferdinandus, raadsheer van Zeeland, 35.
Alstorfius, Winandus, predikant te Deventer, 342, 344, 355.
Andrea8, pastoor te Kamperveen, zie A. Caffenberch.
Anna, vrouw van ds. H. Bornius te Zwolle, 255, 258.
Antonides, Joannes, (J. Antonii) predikant te Mastenbroek, 206, 230, 231,
238, 241, Zalk, 251, Bathmen, 287, 289.
Ardenak, Joannes, student, zie J. Hardenack.
Arentsz, Jan, burgemeester van Steenwijk, 293.
Arentsz, Johan, ouderling te Zwolle, 223, 242.
Arnoldi, Arnoldus, predikant te Renesse, 50.
Arnoldus N., pred. te Vollenhove, zie A. van Heemse.
Arsenius, Gerardus, (G. Arssen, Arssens) predikant te Blankenham, 301,
afgezet, 303, 314, 356, 357, 369.
Asewyn, vrouwe van, te Gramsbergen, 295.
Avercamp, mr. Bernhardus, (Berendt A.) ouderling te Kampen, 223, 233.
Avercamp, Franciscus, predikant te Steenwijkerwold , 206, 233, 234, 239.
878
B.
Boeker, Jan Claesz, schepen van Goes, 132, 139.
Boeker, Peter Jansz, onwettig prediker te Lopik. 41, 44.
Baerlandt, mr. Michiel van, baljuw van Goes, 116, 117, 121, 136, 139.
Barthelsz, Cornelis, onderling te Zierikzee, 37.
Baselius er. , Jacobus, predikant te Ouwerkerk, 40, 41.
Baseline jr., Jacobus, predikant te Bergen op Zoom, 13 — 15,35,37,41,43.
Baudartius, Wilhelmus, predikant te Kampen, 206, 230, 232—234, 241,
Zntfen, 261, 262.
Beeck, ter, inwoner van Tselmniden, 227.
Beilanus, Henricus, predikant te Blokzjjl, 267.
Bentinck te Werckeren, jonker ffenrick van, drost van Zalland, 292, 295,
298, 811.
Berentsz, Henrick, inwoner van Dalfsen, 283.
Berentsz, Jan, ouderling te Steenwgk, 242.
Berents, Pieier, snoder en oefenaar te Kampen, 314, 321.
Berge, graaf Fredrick van dem, van Lingen, 269.
Berghe, A. van den, ouderling te Middelburg, 184.
Bernhardi, Johannes, predikant te Kampen, 193.
Berüus, mr. Petrus, (Peter Bert) predikant te Heinkenszand, 37.
Besten, Adolphus h, predikant te Ootmarsum, 206, 242, 246.
Bets, Everardt, rentmeester, ouderling te Kruiningen, 159, 184.
Beurt, Pieter, ouderling te Middelburg, 159, 174.
Beza, Theodorus, geschrift van, 61.
Bierman, Hermannus Antonii, (ook fi. Vos of H. Vos alias Bierman) predi-
kant te Kamperveen, Wilsum, Tselmniden, 198, 206, 207,219,221,
223, 226, 227, 230, 232, 233, 238, 241, 252.
Blois, Herman, burgemeester van Deventer, 284.
BoechoU, Adriaen van, ouderling te Deventer, 298.
Boeckelmannus, Carolus, (C. Bokelman) predikant te Wfjhe, 283, 286, 311.
BoehhoU, Nicolaus van, burgemeester van Deventer, 311.
Boenaerty Laurentius, predikant te Zierikzee, 159, 188.
Boetzelaer, jonker Jochem, ouderling te Vollenhove, 271.
Bogaert, Quiüiaem, ouderling in cl. Walcheren, 15.
Bogaert, Ifendrick, ouderling te Ylissingen, 50.
Bogerman sr., Joannes, predikant te Steenwjjk, 223, 231, 233, 237, Hasselt,
247—249, 251, 252, 254—256, 260, 261, 266.
Bogholdt, Gerrit, ouderling te Deventer, 223.
BoickhoU, Jacob van, burgemeester van Deventer, 281.
Bokelman, Patroclus, predikant te Wghe, 248, 249, 253, 259, 270, 280.
379
Boüaert, Antonius, onderling in cl. Walcheren, 4.
Boone, Cornelis Jansz, onderling te Yerseke, 15, 144.
Boone, Jacob Marinusz, schepen van Goes, 139.
Borch, Joannes van der, onwettig prediker te Enschede, 375.
Boreel, J,, gecommitteerde raad van Zeeland, 143, 189.
Borgh, Gerardus ter, onderling te Zwolle, 226.
Bornius, Henricus, (H. Bornensis) predikant te Zwolle, 206, 218, 226, 230,
242, 249, 254, 255, 258.
Boschaert, Cornelis, (C. Bosschardns) predikant in het fort Lillo, 144, 158.
Boulow, Jodocus, predikant te Gramshergen, 295.
Bouma, Petrus GeUius de, predikant te Zutfen, 233, 243, 247.
Brakel, Antonius van, burgemeester van Zwolle, 293.
Brandenborch to Butenborgh, jonker Jan van, te Dalfsen, 286.
Brandenburg, schout van Hasselt, 250.
Brandt, Hendricus Wiüemsz, predikant te Zierikzee, 4, 5, 9, 11, 12, 15,
50, 51, 59, 60, 62, 86, 91, 92, 112, 113—117, 121.
Breda, Botger, burgemeester van Kampen, 278.
Broeche, Mathijs van de, predikant te Si Annaland, 13.
Brouckhuysen, jonker Willem van, ouderling te Zwolle, 310.
Brouwer, Conradus, voorm. monnik, student te Franeker, 280, 281.
Brouwer, Jan Jansz, ouderling in cl. Zwolle, 284.
Bucerus, Gerson, predikant te Veere, 50, 89—92, 108, 143, 144, 154, 159,
185, 188.
Buis, Johan, burgemeester van Zwolle, 277.
Buranus, Johannes, predikant te Goor, 207, 256, Deventer, 266.
Buren, Maria van Oranje, gravin van, 13, 14.
Bursius, Gillis, (Aegidius B.) predikant to Middelburg, 91, 92, 105, 108,
145, 154.
Bursius, Jacobus, predikant te Tholen, 144, 154, 158.
Bussonius, Joannes, proponent, predikant te Zoutelande, 63.
c.
Caffenberch, Andreas, pastoor te Kamperveen, 230, 233, 240.
Campen, mr. Jacob, lid der Staten van Zeeland, 143, 158.
Campen8is 3 Joannes Petri, predikant te Yselmuiden, 207, 284.
Camphuis, hopman te Zwartsluis, 197.
Canen, Andries, (A. Caen, Kanen) predikant te KLoetinge, 3, 50.
Carels, Heyndryc, ouderling te Waarde, 92.
Carnop, Mathias, (M. Carnopius) predikant te Kapelle, 35.
Cats, jonker Jan Pietersz van, inwoner van Goes, 146, 172, 175.
380
Cattendijck, mr. Johan Huijssm van, lid der Staten ran Zeeland, 46,50,51,
86, 91, 184, 136, 158, 182.
Chytraeus, dr. David, rector te Zwolle, 289.
Claesen, Arent, burgemeester van Hasselt, 247, 260.
Claesen, Engbert, burgemeester van Kampen, 255, 273, 275, 298, 311.
Claesen, Pieter, burgemeester van VoUenhove, 247, 250.
Qaesz, mr. Guüliam, predikant te Goes, zie 6. Nicolai.
Cloeche, Jan, burgemeester van Kampen, 251.
Coeps, Jan, burgemeester van Vollenhove, 266.
Consüiarhiê, Geargius, predikant in cL Zuidbeveland, 5.
Coostere, Joris de, proponent, predikant voor de dienst in Vlaanderen, 63.
Cornelii, Gerardus, predikant te Blankenham, 251.
CorneUi, Godefridus, proponent, zie 6. G. Udemans.
Cornelisz, Jacob, baljuw van St Annaland, 176.
CorneUjsz, Gerrijt, ouderling te Hasselt, 223, 226.
Corputius, Henricus, predikant te Dordrecht, 217.
Coster, Gert Heynricx, inwoner van Ham, 295.
Couwenburch, Vincent, ouderling te Nieuwerkerk, 50.
Cuilen, Henric ter, (H. ter Coelen) burgemeester van Zwolle, 298, 311
D.
Damman, SebasHanus, predikant te Zutfen, 317.
Damman, Tobias, predikant te Nieuwerkerk, 91, 112, 121, 144, 171.
Dammius, Nicólaus, (N. Damius) predikant te Brielle, 256, 306.
Dathenus, Petrus, 200, 241.
Deutecum, Engbert vau, burgemeester van Deventer, 298.
Dheure, Christiaen, ouderling te Steenwijk, 251.
Dibbinck, Dierick, burgemeester van Kampen, 238, 241, 247.
Diericksz, Antonius, predikant te Workum, Friesland, 240.
Dieu, Daniel de, predikant te Ylissingen, 12, 15, 32, 35, 36.
Dignusz, Adriaen, inwoner van Goes, zie A. D. Gareelmaecker.
Dvricksz, Sweer, ouderling te Steenwjjk, 233, 234.
Donchel, Adolf, burgemeester van Deventer, 233.
Doorninck, jonker Anthonius van, lid der Staten van Overijsel, 311.
Dorth, heer van, 334.
Drent, Jan Theunisz, lid van den raad van Kampen, 234.
Drijwegen, Willem Maertensz, burgemeester van Goes, 127, 132, 134,
137, 141.
Dueren, Lodewijck van, (L. v. Duyren) ouderling te Zwartsluis, 223, 233,
238, 248, 251, 256, 289.
381
E.
Echten jr., jonker Jan van, lid der Staten van Overijsel, 298.
Echten, jonker Johan van, inwoner van Vollenhove, 250.
Edelinckj Jóhannes, predikant te Hardenberg, 285.
Egberts, Anthonij, inwoner van Goes, 173, 175.
Egbertsz, Wilhelm, burgemeester van Hasselt, 230, 233, 234, 238.
Elisabeth, koningin van Engeland, 207, 215, 216.
Engelbertsz, Engelbert, burgemeester van Zwolle, 238, 241, 242, 247, 251, 266.
Eyck, Pieter van, inwoner van Goes, 146.
F.
Faber, Rudolphus Pauli, (ook Fabritius) predikant te Koudum, 240.
Faber de Bouma, Petrus Gellius, pred. te Zutfen, zie P. G. de Bouma.
Fabritius, Antonius, predikant te Staphorst, 248, 251, Zwartsluis, 253,
256, 260.
Fabritius, Henricus, predikant te Zutfen, 327.
Fabritius, Joannes, predikant te Zwolle, 206, 247, 260, 266, 273, 274, 276,
284, 288.
Falco, Regnerus, pred. te Euinre, zie R. Valck.
Faukelius, Hermannus, (H. Faukeel) predikant te Middelburg, 50, 51, 59,
60, 62, 63, 76, 86, 89, 90, 92, 143, 144, 151, 154—156, 171—173,
175, 185.
Fockingius, Jóhannes, (J. Vockingius) predikant te Rouveen, 335, 343.
Fontanus, Jóhannes, predikant te Arnhem, 201, 233.
Frantzen, Otto, predikant te Ipsingburen, 266.
6.
Gallus, Carolus, predikant te Deventer, 203 — 205, Nijbroek, 243.
Gansneb genaamd Tengnagel, jonker Reyner, zie op Tengnagel.
Gareelmaecher, Adriaen Dignussen, (A. D. Greelmaecker) inwoner van Goes,
146, 173, 175.
Geertsz, Jan, ouderling te Hasselt, 238.
Geheyns, Jacob, schoolmeester te Kampen, 314, 321.
Gerardi, Hermannus, proponent, predikant te Yselmuiden, 197, 207.
Gerobulus, Jóhannes, predikant te Middelburg, 1, 3 — 6, 9, Deventer, 205,
207, 208, 215—221.
382
Gesnerus, Martinus, (M. Gesneri) alumnus van Overysel, 323, 360, 364
367, 368.
Gillis, Jan, (Johan Jellgs) burgemeester van Zwolle, 260, 276, 292.
Gisbertus, predikant te Scherpenisse, zie G. Sammels.
Glabbach, Hubert van, ouderling te Zwartsluis, 226, 230.
Goosens, Herman, ouderling te Deventer, 207.
Gosmannus, Joannes, predikant te Deventer, 276, 277, 280, 289, 292.
Goswinius, Thomas, (T. Gosuinus) predikant te Kampen, 206, 255, 260, 270,
271, 273, 284, 288, 298, 300—805, 310.
Goyckerus, Daniel, predikant te Zwartsluis, 312, 334, 339, 343.
Goyckerus, Georgius, predikant te Wilsum, 289, 299, 300, 310, 311, 323,
324, 833, 335, 337—339, 341, 342.
Goyckerus, Jodocus, proponent, predikant te Kampen, 194, 197, 200, 216,
221—223, 226.
Govertsz, Quirijn, predikant te Goes, 1.
Grevenstein, Henricus, predikant te Kamperveen, 207, 266, 270, 273, Blok-
zijl, 281, 284, 299, 312, 354.
Gruterus, Thomas, predikant te Middelburg, 9.
Gualtherus, Marcus, rector te Kampen, 298, 300, 314, 320, afgezet, 356.
Gysius, Nathanael, predikant te Kamperveen, 369.
Gysius, Otto, (O. Ghjjesen) predikant te Ootmarsum, 207, 256, 260, 264,
270, 273, Hasselt, 277, 280, 281, 284, 289, 292.
H.
Haüein, Christophorus, predikant in cl. Deventer, 270, 287, 288.
Halteren, Nicolaus van, proponent te Kampen, 194, 205.
Hammonius, Franciscus, pred. te Deventer, zie F. Scurcmannus.
Hanekamp, Lambertus, predikant in cl. Zwolle, 302.
Hardenack, Johannes, (J. Hartnack) predikant te Wezepe, 272, 282.
Hardenack, Johannes, (J. Ardenak) alumnus van Oveqjsel, 350, 367, 373.
Hardenberch, Lubbert van den, ouderling te Kampen, 311.
HarUngensis, Marünus Joannis, prediker te Rouveen, 293, 300, 302, 314,
afgezet, 324—326, 329, 330, 332, 333.
Harriüus, Petrus, predikant te Steenwijk, 206, 238, 240—242, 247, 248,
251, 252, 254, 255, 259.
Hebberechts, Anthonis, inwoner van Goes, 146.
Heemse, Arnoldus van, (A. ab Heems, Heemsens) predikant te Vollenhove,
206, 228, 230, 231, 238.
Heersolt, Hieronvmus, predikant te Zwolle, 266.
Heinmgius, Henticus, predikant te Tholen, 13—15, 35, 37, 43, 190.
383
Hebnichius, Wernerus, predikant te Utrecht, 201.
Hendricksz, Ckristoffel, burgemeester van Kampen, 273, 293.
Hendricksz, Daniël, pred. te Oosterland, zie D. H. Slatras.
Hendrickz, Johan, onderling te Kampen, 226.
Hendricksz, Otto, ouderling te Hasselt, 251, 255, 273, 277.
Hendricksz, Wolf, burgemeester van Kampen, 284.
Herinck, Albrecht, ouderling te Oldenzaal, 266.
Heroldt, Hieronymus, predikant te Ham, 207, 295.
Hertensius, Michael Keek, pred. te Deventer, zie M. Keek.
Hessels, Jacob, predikant te Kuinre, 251.
Heyden, Joannes van der, predikant te Kampen, 207, 273, 276.
Heynck, Johan, burgemeester van Deventer, 215, 242.
Heijnsbergen, Henricus van, predikant te Maartensdijk, 37. •
Heuninck, Nicolaes, ouderling te Veere, 37.
Hiddingius, Ernestus, predikant te Mastenbroek, 207, 284, 303, 311,
324, 339.
Hiddingius, Lambertus, proponent, predikant te Ens, 339, 368, 369.
Hildebrants, mr. Abel, burgemeester van Kampen, 234, 242, 247, 248.
Hülenius, CorneUus, predikant te Alkmaar, 256.
Hoeck, mr. Bartholómeus de, predikant in cl. Zierikzee, 11.
Hoff, Albert, Gedeputeerde van Overfjsel, 289.
Hofferus, Adrianus, ouderling te Zierikzee, 144, 151, 156, 171.
Hogensax, vrjjheer van, 218.
Hoüeman, Jacob, secretaris van Oosterland, 92.
Holstechius, Gasparus, (C. Holstech) predikant te Kampen, 199, 206—208,
215, 221, 223, 226, 233, 234, 238, 242, 247, 260, 261, 266.
HoUrup, Bemardus, voorm. monnik, 349.
Hondivs, Jacobus, proponent, predikant te Vlissingen, 50.
Hont, Adriaen Piersz de, ouderling in cl. Schouwen, 5.
Huybert, Adrianus, predikant te Zierikzee, 159.
Huyssen, Antonius, rentmeester, schepen van (roes, 139.
Huijssen, mr. Johan, gecomm. raad van Zeeland, zie J. H. van Cattendjjck.
I.
Isaac, Peter, ouderling in cl. Walcheren, 15.
Isselt, Casijn van, (C. Ysselt) ouderling te Zwolle, 230, 248, 283.
IsseU, dr. Nicasius van, ouderling te Zwolle, 197, 259, 283.
Ittersum, douairière van, te Dalfsen, 286.
Ittersum, jonker Ernst van, drost van Twente, 251, 254, 255.
Ittersum, jonker Bobert van, drost van Haaksbergen, 362, 366.
884
J.
Jacobi, Daniel, gecommitteerde raad van Zeeland, 50, 51, 86.
Jacobsz, Willem, burgemeester van Kampen, 289.
Jacobus, koning van Engeland, 154.
Jagers, Johan de, onderling te Goes, 159.
Jansanius, Everhardu8, predikant' te Blokzijl, 271.
Jansz, Claes, onderling te Kuinre, 230.
Jansz, Claes, onderling te Steenwijk, 238.
Jansz, Cornelis, lidmaat te Ouwerkerk, zie C. J. van Westen.
Jansz, Oerrit, ouderling te Vollenhove, 343.
Jansz, Oerrit, onderling te Zwartsluis, 260, 284.
Jansz, Hendrick, ouderling te Kuinre, 233.
Jansz, Jason, ouderling te Zierikzee, 91.
Jansz, Rolof, ouderling te Zwolle, 270.
Jansz, Teman, inwoner van Goes, zie T. J. Nachtegaal.
Jeüijs, Johan, burgemeester van Zwolle, zie J. Gillis.
Joachimi, mr. Albert, secretaris van Goes, 127, 136, 137, 141.
Joachimi, Joachimus, predikant te Hellendoorn, 282.
Joachimsz, Nolle, ouderling te Deventer, 238.
Joannis, Henricus, predikant te Genemuiden, 281, 289.
Jochimsz, Wessel, ouderling te Zwolle, 343.
Jodoci, Henricus, onwettig prediker te Ens, 303, afgezet, 328, 329, 331,
332, 338, 368, 369.
Johannis, Martfcius, pred. te Bouveen, zie M. Harlingensis.
Johannis, Nicolaus, predikant te Kamperveen, 298, 303, 314, afgezet, 321,
338—340, 867, 368.
Johannis, Wynandus, predikant te Elburg, 238, 241.
Jonghe, B. de, gecommitteerde raad van Zeeland, 89, 92.
Joris, David, de ketter, 219.
K.
Kanen, Andries, pred. te Kloetinge, zie A. Canen.
Keek Hertensius, Michael, (M. Keek, Keckius) predikant te Deventer, 206,
223, 226, 230, 232, 247, 248, 255, 256, 260, 266.
Kemenerus, Arnoldus, predikant te Delden, 256.
Keppel, Qerardus van, proponent te Kampen, 194.
Ketelaer, Dignus, rentmeester, schepen te Goes, 139, 146, 173, 175.
Kimedoncius, Jacobus, predikant te Middelburg, 12.
Koene, Andries, pred. te Kloetinge, zie A. Canen.
385
Kolke, Dirck ten, ouderling te Deventer, 343.
Krijt, Jacobus, ouderling te Deventer, 251.
L.
Lamotius, Johannes, predikant te Kampen, 206, 233, 238, 241, 242, 251,
252, 254, 255, 266, 267, 270.
LamberUz, Rokff, burgemeester van Kampen, 260, 281.
Lanchorst, Albertus, pastoor te Rouveen, 250.
Lancheüer, Joannes, beroepen te Tselmuiden, 219.
Langius, Joannes. predikant te Vollenhove, 206, 248, 250, 251, 255, 256,
260, 261, 266, 267, 269, 271, 274, 276, 277, 281, 284, 289, 299,
310, Utrecht, 315, 346, 347.
Langius, Lucas, (L. van Langen) predikant te Oldemarkt, 207, 281, 284,
288, 293, 298.
Lansbergen, Jacobus, alumnus van Zeeland, 142.
Lansbergen, Petrus, (P. Lansbergius) predikant te Goes, 112 — 142, 144,
146, 173, 175.
Lansbergen, Phüippus, (P. Lansbergius) predikant te Goes, 15, 32, 37, 43,
92, 105, 108, 113—142, 145, 146, 173, 190.
Laren sr., mr. Joost van, (Jodocus Laretius) predikant te Vlissingen, 64,
93, 112, 113, 121, 122, 124, 131, 132, 142.
Laurentii, Antonius, predikant te Dreischor, 15, 35 — 37.
Lauwic, Jan van der, burgemeester van Kampen, 310.
Leendertsz, Yeman, (Y. Leonartsz) ouderling te Oos ter land, 144.
Lemnius, Joannes, predikant te Prinseland, 323.
Leunissen, Ingel, gecommitteerde raad van Zeeland, 143.
Leycester, Robert Dudleg graaf van, 12, 83, 195, 196, 199, 207, 215,
216, 217.
Leijnssen, Cornelis, ouderling te Vlissingen, 144.
Leijnssen, Daniel, ouderling te Vlissingen, 93.
Liëns. Joachimus, ouderling te St. Maartensdijk, 92.
Limborch, dr. Arnoldus van, ouderling te Oldenzaal, 255.
Lindenhovius, Gerardus, predikant te Raalte, 276, 284, 288, 298, 318.
Loose, Egbert, burgemeester van Kampen, 230.
Lubbertus Sylvanus, Wilhelmus, (W. Lubberti) predikant te Steen wijker-
wold, 289.
Lucasz, Henricus, predikant te Zwartsluis, 223.
IAjens, pensionaris van Tholen, 178.
Ac/a syn. provinc. V, 25
386
H.
Maldere, de, gedeputeerde van Zeeland, 46, 51.
Maler, Jacob, burgemeester van Kampen, 242.
Mannemaker, ridder Adriaen van, gecommitteerde raad van Zeeland, 158.
Marckel, Hendrick van„ (H. v. Merckel) burgemeester van Deventer, 362,
365, 366, 368.
Marinissen, Jan, ouderling te Zierikzee, 159.
Marinus, Dignus, ouderling in cl. Zuid-Beveland, 15.
Martini, Johannes, predikant te Tholen, 12.
Martinus, pred. te Rouveen, zie M. Harlingensis.
Martinus, pastoor te Yhorst. 250, 268.
Mathiae, Johannes, predikant in Overijsel, 193, 195.
'Mathisius, Assuerus, predikant te Deventer, 207, 281, 284, 293, 298, Kam-
pen, 303, 304, 306, 310.
Mazuei'iua, Paulus, predikant te Ovezande, 176.
Meestere, Paschas/'us de, proponent, predikant te Biggekerke, 63.
Meier, Rudolphus, voorm. pastoor, prediker in Lingen, 269.
Meilingius, Henricus, (H. Meilingh) prediker te Hengeloo, 329, 331 — 333,
Delden, 359.
Meilingius, Johannes, (J. Meylingh) prediker te Genemuiden, 303, afgezet,
326—333, 338.
Meinardi, Henricus, predikant te Zwartsluis, 276.
Meiros, Nicolaus Adriaensz, lid der Staten van Zeeland, 37.
Melanchton, Phüippus, 61.
Menger, Bernardus, syndicus van Lingen, 261.
Messemaker, Herman, ouderling in cl. Steenwijk, 281.
Meus, Oerrit, (G. Mens) ouderling te Vollenhove, 251, 261.
Mewes y Peter, ouderling te Steenwijk, 277.
Meyerinck, Lucas, ouderling te Steenwijk, 255.
Mezoeck, Marinus Jansz, schepen van Goes, 139.
Migrodius, Jacobus, proponent, predikant te Scherpenisse, 63.
Migrodius, Joannes, predikant te Veere, 1, 3 — 6, 15, 32, 35, 36.
Monier, Abel de, proponent, predikant te Elkerzee, 63.
Montanus, Anthonis, predikant te Middelburg, 112, 114, 116, 117, 121.
Moijck, Hendrick Petersz, (ook Monijck) burgemeester van Kampen, 207,
208, 218.
Munckerus, Joannes, Sigenensis, proponent, predikant te Zalk, 369.
Mijle, mr. Abraham van der, (A. Mylius, Mijlen) predikant te Vlissingen,
37, 93-95, 105.
887
N.
N, Wijnandus, pred. te Mastenbroek, zie W. Wijnandi.
Nachtegael, Yeman Jansz, inwoner van Goes, 145, 173, 185.
Naeranus, Abraham, (A. Naerius) predikant te Kampen, 206, 233, 234,
237, 238, 247—249, 251.
Nassau, graaf Willem Lodewijk van. 248.
Neve, Dierick de, ouderling in cl. Walcheren, 15.
Nicolai, mr. Gulielmiis, (Guilliam Claesz) predikant te Goes, 12, 35, 50, 113,
116, 123, 129, 131, 137.
Niehoff, Joannes, pastoor te Borne, 365.
Nieraten, Johan, onwettig prediker in Overijsel, 248.
Nisse, mr David van der, (D. Venrissius) burgemeester van Goes, 121,
123, 132, 139.
Nieuwenveen, Johannes d, predikant te Blankenham, 303.
Nolthenius, Oeorgius, predikant te Kampen, 195, 198, 199, 216, 218, 221, 222.
Nutius, Franciscus, predikant te Zwolle, 206. 230, 233, 234, 238, 245.
O.
Obenholius, Richardus, predikant in cl. Zwolle, 281.
Olivarius, Nicolaus, predikant te Vlissingen, 64, 93.
Oostdijck, Nicolaes Michielsz, rentmeester, ouderling te Goes, 113, 129.
Oosterzee, Timannus van, predikant in cl. Zuid-Beveland, 4, 5, 9, 11.
Oostzee, Adolf van, ouderling te Ierseke, 144.
Ootmesen, Sijmen, ouderling te Deventer, 247.
Oranje, Maria van, zie gravin van Buren.
Oranje, prins Maurits van, 42, 149, 154, 189. 190, 234, 345, 346.
Oranje, prins Willem van, 11.
Otto, Henricus, Frisius, predikant te Hasselt, 206, 226, 230, 233, 239, 242.
Over, vrouw ten, (ten Ouver) ingezetene van Zwolle, 259, 263.
Ovitius, Pibo, predikant te Enschede, 206, 245, 246.
P.
Paneel, Joannes, (J. Paneelius) predikant te Baarland, 112, 118, 119.
Paneel, mr. Michael, (M. Panneel, Panelius) predikant te Middelburg,
4—6, 9, 37, 43.
Pantinus, Johannes, (J. Pantijn) predikant te Scherpenisse, 50, 63, Tholen,
92, 177—184.
25»
388
Pass, Lubbert to, ouderling te Deventer, 255.
Pauli, Gerardus, predikant te Brouwershaven, 2, 3, 5.
Peckius, mr. Jacobus, ouderling te Goes, 92.
Peene, Rogier van, ouderling te Middelburg, 37.
Petersz, Geurt, burgemeester van Kampen, 299.
Petersz, Henricus, zie H. P. Mojjck.
Petrejus, Henricus, (H. Petraeus) onwettig prediker te Ommen, 262, afgezet,
268, 271, 274, 277, 280, Dalfsen, 283.
Petri, Johannes, pred. in cl. Kampen, zie P. J. Campensis.
Petri, Victor, predikant te Zwolle, 299, 310, 311, 324, 325, 326,330,334,
335, 337, 338, 341, 342, 355.
Pezelius, dr., predikant te Danzig, 219.
Pietersz, Doem, ouderling te Deventer, 266, 276, 311.
Plancius, Jeremias, predikant te Deventer, 293.
Plancius, Petrus, predikant te Hasselt, 299, Kampen, 311 — 313, 321,
323—325, 335, 341, 356, 358, 364, 369.
Plateel, Gerardus, predikant te Tholen, 13 — 25, 50.
Plateel, Jacobus, (J. Platelius) predikant te Wemeldinge, 144, 151, 172.
Pollio, Henricus, predikant te Genemuiden, 252, 254, Backhem, 261.
Pot, Engelbertus, prediker te Giethoorn, 301, afgezet, 303, 314, 329, 331—333,
338, 356, 857.
Pot, Hermes, predikant te Beimerswaal, 13, 14.
Prince, Johannes de, predikant te St. Maartensdijk, 13.
R.
Rademaker, Johannes, ouderling te Middelburg, 50, 76.
Raesveltf jonker Johan van, drost van Vollenhove, 362.
Rageboom, Thomas, (niet Rozeboom) predikant te Poortvliet, 13, 92.
Ramaea, Philippus, geschriften van, 235.
Rammelman, richter te Borne, 365.
Rappaeus, Johannes Henricus, predikant te Hellend oom, 293, Delden, 311,
322, 358, 363, 366, 368.
Rechteren, jonker Jan van, te Dalfsen, 286.
Regius, Cornelïus, predikant te Goes, 144, 151, 154, 155, 159, 171, 184, 188.
Revius, Jacobus, predikant te Deventer, 305, 306, 310—312, 323,324,331,
334, 335, 342, 358.
Reynerius, Jacobus, predikant te Giethoorn, 293.
Reyners, jonker Jan, ouderling te Oldenzaal, 251, 260.
Ribbius, Hermannus, (H. Ribbe) predikant te Oldemarkt, 251, 256, 259, 260.
389
Ridder, Herbertus de, predikant te Reimcrswaal, 159. 188.
Rieti, Job dn, predikant te Bergen op Zoom, 159, 188.
RingeUus, Joannes, predikant te Beesten, 266.
Ripperda ter Weldam, jonker Unico, lid der Staten van Overijsel, 298.
Rodolpkus, pred. te Koudum, zie R. Faber.
Roel, Cornelis, (C. Roels, Roelsius) pensionaris *van Middelburg, 15, 32 — 35.
Roelinck, lid der Gedeputeerde Staten van Overijsel, 338, 364, 368, 376.
Roelof "sen, Johan, (J. Rudolphi) pastoor, later predikant te Wanneperveen,
251, 282, 292.
Roelofsz, Johan, ouderling te Deventer, 270.
Roelsius, mr. Willem, raadsheer van Zeeland, 34. -
Rolefsz, Henrick, ouderling te Zwolle, 312.
Ranch, Jan de, ouderling in cl. Zuid-Beveland, 5.
Roothuysen, Johannes, (J. Rothusius) predikant te Yselmuiden, 343, 361, 369.
Roothuijsen, Thomas, (T. Roothuys, Roothusius) predikant te Hasselt. Kam-
pen, Deventer, 195, 198, 199, 206, 207, 223, 238, 239, 241, 242,
251, 252, 254, 270, 271, 273, 274, 276, 284, 288.
Rostorp, Valer im, (V. Rostrop) predikant te Denekamp, 256, 266.
Rotarius, (misschien Lambertus R., voorheen pred. te Almen) 301.
Rutenborgh, jonker Jan van Brandenbarch to, te Dalfsen, zie J. v. Brandenborch.
Rusius, Arnoldus, predikant te Deventer, 260, 266
Rijche, Lambertus de, predikant te Bergen op Zoom, 144, 151, 155, 171.
Rijcke, Pieter de, (P. Rycken) president van 't Hof van Zeeland, 33 — 35.
Rynvis, Lubber tus, Elburgensis, predikant te Genemuiden, 343, 349, 369.
s.
Sad, Niclaes, ouderling te Arnemuiden, 91.
Sammels, Gisbertus, (G. Samuels) predikant te Scherpenisse, 12, 13, 35.
Sauterius, Daniel, pred. te Kampen, zie Souterius.
Schelen, jonker Zweder, (ook Scheel) te Welevelt, 361, 374.
Schenck, Williem, ouderling in cl. Schouwen, 5, 15.
Schepeniu8, mr. Gerardus, (G. Schepens) predikant te Vossemeer, 92, 112,
114, 116, 117, 126.
Schepenius, Samuel, (S. Schepens) predikant te St. Annaland, 176, 177.
Scherff, dr., burgemeester van Deventer, 197.
Schotier us, Johannes, (J. Schutlerus) predikant te Kamperveen, 293, Kampen,
298, 301—303.
Schutte nius, Everhar dus, predikant in cl. Zwolle, 334, 336, 337.
Schurckmannus Hammonius, Franciscus, (F. Schurckman) predikant te Deven-
ter, 206, 226, 227, 230, 233—235, 237, 238, 241, 242, 247.
390
Sebastiani, Adrianus, predikant te Nieuwerkerk, 35.
Segers, Mathias, ouderling te Veere, 159.
SeUius, Gualtherus, pred. te Yselmuiden, zie G. Zelle.
Seu, Johannes, predikant in cl. Walcheren, 3, 15.
Seys, Martinus, predikant te Zwolle, 223.
Sebastiaensz, Adriaen, ouderling in cl. Schouwen, 15.
Sibelius, Casparus, predikant te Deventer, 298, 299, 310, 311, 315, 317,
321, 333, 334, 342, 355, 358, 364.
Siliginiuë, Joachimus, proponent, predikant te Zwartsluis, 197, 198, 218.
Siliginius, Theodorus, predikant te Deventer, 200—202, 219, 220.
Singgraven, Gebleken, vrouw van ds. Hieronymus Herolt te Ham, 295.
Sixtinus, Gellius, onwettig prediker te Ens, 275, 277.
Slatius, Daniel Hendricksz, predikant te Oosterland, 37, 92.
Sleese, Johan, ouderling te Kapelle, 50.
Sloot, jonker Boudeivijn, ouderling te Yollenhove, 299, 311, 345.
Sloot, Coenraet, waarnemend drost van Yollenhove, 250.
Sloot, jonker Jan, (Johan Sloet) drost van Yollenhove, 234, 240, 259, 281, 283.
Sloot, jonker Volckyer, ouderling te Yollenhove, 255, drost van Salland, 344.
SmaUegange, Jan, inwoner van Goes, 132.
Smidt, Christoffel de, martelaar te Antwerpen, 141.
Smidt, Joannes, inwoner van Kampen, 221.
Soest, Henricus Johannes, predikant in cl. Kampen, 273.
Soetioater, dr. Cornelisz Adriaensz, burgemeester van Goes, 114 — 116,
121—123, 136, 139, 140.
Sollingius, predikant te Delden, 322, overleden, 358, 366, 368, 375.
Souterius, Daniel, (D. de Souter, Sauterius) predikant te Kampen, 276, 289, 292.
Speenhovius, Joannes, predikant te Lingen, 206, 261, 266, 267, 270.
Spiringiu8, Lucas, predikant te Brouwershaven, 159, 188.
Spiserus, Adolphus, (A. Spiezerus) predikant te Enschede, 256, 266.
Steengracht, Hubrecht, gecommitteerde raad van Zeeland, 112, 123, 125.
Steenwijck, jonker Johan van, 227, 232.
Stege, mr. Sieger ter, ouderling te Steen wjjk, 247.
Stegheman, Marlen, (M. Steeghman) burgemeester van Deventer, 230, 242,
260, 266.
Stephani, dr. Wilhelmus, predikant te Kampen, 342, 343, 350, 355.
Sticke, rentmeester van Overijsel, 367.
Stricken, Janneken, vrouw van Gert Coster te Ham, 295.
Strydonck, Jacobus, predikant te Yselmuiden, 193, 195, Blokzijl en Kuinre,
197, 200, 206, 223, Blankenham, 225.
Strockel, Wemaert, ouderling te Deventer, 293.
Suchtelen, Gerhaerdt van, ouderling te Deventer, 273.
391
Swarte, Gerhardt, ouderling te Lingen, 267.
Sylvanus, Wilhelmus Lubbertus, pred. te Steen wjjkerwold, zie W. Lubbertus.
T.
Toets, Arent, inwoner van Goes, 146.
Tayus, mr. Johannes, predikan/ te Brouwershaven, 37, 43, 91.
Teellinck, mr. Willem, predikant te Middelburg, 159, 163, 174, 184, 185, 188.
Tengnagel, jonker Reinaert Gansneb genaamd, (R. Ganssnebbe) burgemeester
van Kampen. 266, 276, 344.
Tenijs, Steven Cornelisz, gecommitteerde raad van Zeeland, 91, 1 12, 123, 125.
Thoren, P. J., wethouder van St. Annaland, 176.
Thije, Hendrick van, ouderling te Zwolle, 255.
Thijmannus, pastoor te Garderen, 237.
Tichelaer, Rutgerus, (R. Tigler, Tigheler) predikant te Olst, 207, 249, 256,
260, 273, 281, 287, 289, 298.
Traessen, Evert, ouderling te Deventer, 242.
Twickelo, Frederick van, drost van Reda, 258.
ü.
Udemans, Godefridus Cornelii, proponent, predikant te Haamstede, 63, Zie-
rikzee, 144, 151, 156, 171.
Ulgher, Lubbert, burgemeester van Zwolle, 197, 207, 208, 216, 218, 230,
248, 281.
Utenhove, Jan van, beqjming van, 57.
V.
Valck, Regnerus, (R. Falco, Embdensis) predikant te Kuinre, 206, 230, 231,
233, 237, 240, 243, 246.
Vaens, Paalus, ouderling te Bergen op Zoom, 50.
Veene, Jan, ouderling te Kampen, 343.
Vene, Jacob, burgemeester van Kampen, 223, 226, 233.
Vereijcken, Pieter, diaken te Goes, 173, 175.
Vemissius, mr. David, burgemeester van Goes, zie D. van der Nisse.
VersUgius, G er ar dus, correspondent uit Gelderland, 233.
Verstrepen, Anthonis, ouderling in cl. Tholen, 15.
Vervest, Jacobus, proponent, predikant te Waarde, 63.
Verveste, Lowijs, (Lodowyck van der Vesten) predikant te Kruiningen, 15,
92, 112, 126, 129, 159, 188.
392
Vet, Jan, onderling te Middelburg, 91.
Vezekius, Bernherus, predikant te Deventer, 195, 197—200, 204, 215, 219, 221.
Vezekius, Hermannus, predikant te Deventer, 204.
Vingkius, Henricus, predikant te Wanneperveen, 343.
Vlasman, Crijn, predikant te Ierseke, 142.
Vockingius, Johannes, pred. te Rouveen, zie J. Fockingius.
Voerst, jonker Diderijch van, gedeputeerde van Overijsel, 284.
Vogeüius, Hieronymus, predikant te Hasselt, 293, 298—300, 305, 306, 310,
311, 317, 321, 324, 342, 343, 356, 358, 369, 376.
Vogelsanck, Luderus, predikant te Zwartsluis, 206, 226, 230, 233, 238,
241, Oldenzaal, 242, 251, 255, 260, 261, 266.
Volcerus, Johannes, Holsato-Stormarus, predikant te Zwartsluis, 293, 299,
Vollenhove 312, 321, 323, 335, 342—348, 856, 858, 364, 369.
Voldere, Tobias de, ouderling te Wolfaartsdijk, 37.
Vosbergen, Cospar van, raadsheer van Zeeland, 15, 34, 37.
Vosbergen, mr. Josias, ouderling te Middelburg, 144, 151, 155, 156, 172.
Voscuijl, Everardus, (E. Vosculius) predikant te Kampen, 293, 298, 304,
306, 310.
Voscuijl, Johannes, (J. Vosculius) predikant te Steenwjjk, 207, 270, 274,
277, 281, 284, 289, 292, 299, 310, 312, 323, 324, 335, 338, 339,
341—344.
Vos8 alias Bierman, Hermannus, pred. te Kamperveen, enz., zie H. Bierman.
Vresewijck, Hendrik, ouderling te Deventer, 289.
Vrijberge, Willem Jacobsz, ouderling te Tholen, 50.
w.
Walaeus, Antonius, proponent, predikant te Koudekerke, 63.
Walminch, Herman, ouderling te Enschede, 242.
Warijn, Lenaert, ouderling te Dreischor, 50.
Watervliet, mons r ., inwoner van Gtoes, 138.
Wedaeus, Joannes, predikant te Zwolle, 206, 266, 267,270,277,280,289,
292, 299, 302, 316, 834, 341, 349.
Weldam, jonker Unico Ripperda ter, zie U. Bipperda.
Wellemejerus , Hermannus, schoolmeester te Losser, predikant te Borne,
865, 373.
Weneranus, Hermannus, (H. Wineranus) predikant te Blokzijl, 206, 230,
231, afgezet 237, 241, 243, 250, 254.
Werheren, Henricus Bentinnk to, drost van Salland, zie H. Bentinck.
Wessem, Matthijs, (M. van Wessura) ouderling te Zwolle, 233, 273.
Westen , Cornelis Jansz van } lidmaat te Ouwerkerk, 40, 41.
393
Westenberg, Joames, (J. Westen bergius) predikant te Ommen, 207, 284,
288, 312.
Wiels, Aernout, predikant in cl. Zuid-Beveland, 5.
Wierichs, Johannes, barbier te Vollenhove, 239.
Wiermannus, Theodorus, predikant te Dalfsen, 289, 299, 310.
Wiüems, Pieter, onderling te Goes, 50.
Wülenius, Hildebrandus , (H. Willemius) predikant te Zalk, 270, 276, 281,
293, 299, 303, 324, 339.
Winshem, Hermannus a, burgemeester van Deventer, 226, 227.
Wiskercke, Adriaen Andriesz, (A. A. Wissekken) schepen en ouderling te
Goes, 113, 146, 173, 175.
Witte, mr. Boudewijn de, secretaris van Goes, 116, 121, 126, 128, 132,
133, 135, 136.
Witte, Joannes, burgemeester van Kampen, 197.
Witte, Tobias, proponent, predikant te Oost-Kapelle , 63.
Witten, Jan, (J. Witte, Wytten) rentmeester van Salland, 260, 266,
270, 276.
Wittensen, Witte, ouderling te Vossemeer, 159.
Wolfins, Zacharias, onwettig prediker te Blankenham, 274, 277, predikant,
281, 287.
Wolphius, lic. juris Rijcbnannus, burgemeester van Vollenhove, 274, 277.
Wttenboffoert, Johannes, de hofprediker, 250.
Wijfferdinck, Hermannus, (H. Wiferding) predikant te Zwolle, 193, 195,
199, 200, 206, 208, 221, 222, 230, 232, 235, 238, 241, 242, 251,
252, 255, 270, 271, 273, 281, 284, 293, 298, 310, 817, 343.
Wijme, Jacob, ouderling te Steenbergen, 35, 42.
JVijnandi, Wijnandus, predikant te Mastenbroek, 248, 252, overleden, 264.
Y.
Ysselt, zie C. van Isselt.
Ysselmuyden, jonker Roloff van, inwoner van Vollenhove, 362.
Z.
Zanchius, Hieronymus, 61.
Zelle, Gualtherus, (Wolterus Sellius, Sellii) predikant te Yselmuiden, 279,
304. Avereest, 335.
Zueritis, Jaeobus, predikant te Bergen op Zoom, 112, 121, 122, 124.
Zuerius, Marcus, predikant te Bergen op Zoom, 50, 51, 59, 60, 62.
REGISTER VAN PLAATSNAMEN.
Aken, 80.
Alkmaar, 256.
Almeloo, 243, 258, 349, 374, 375.
Amsterdam, 42, 220, 247, 358.
Annaland (Sint), 176, 177.
Antwerpen, 11, 141, 193*
Arendskerke ('s Heer), 2.
Arnemuiden, 91.
Arnhem, 201.
Avereest, 268, 335, 353.
Axel, 22.
Baarland, 112, 136.
Backhem (Lingen), 261.
Bathmen, 243, 259, 287, 289.
Beesten (Lingen), 267.
Bentheim, 228.
Bergen op Zoom, 14, 22, 35, 37, 50, 63, 112, 144, 151, 156, 159, 167, 188.
Berk, 255, 269, 358.
Beveland (Noord), 63.
Beveland (Zuid), 2. 3, 5, 15, 22, 35, 37, 41, 43, 50, 58, 92, 112, 113,
119, 144, 157, 159, 167, 170, 185.
Bieselinge, 43.
Biggekerke, 63, 94.
Blankenham, 225, 234, 243, 251, 274, 287, 292, 803, 322, 354, 358, 359,
366, 373.
Blokzijl, 197, 198, 206, 223, 225, 226, 230, 231, 233, 234, 237, 241,
243, 250, 267, 271, 283, 285, 299, 312, 354.
Borne, 243, 246, 258, 322, 358, 362, 365, 366, 373, 374.
. Braband, 38, 74, 153, 163.
895
Brielle, 12, 256.
Brittannië (Groot), 109.
Brouwershaven, 2, 35, 36, 37, 41, 44, 91, 159,
Calais, 176.
Colijnsplaat, 56.
Constantinopel, 75.
Dalfsen, 243, 271, 277, 279, 283, 286, 289, 299, 318, 349, 353, 373.
Delden, 243, 256, 258, 263, 302, 311, 322, 358, 363, 366, 368, 375.
Delft, 11, 71, 72.
Denekamp, 243, 256, 266, 267.
Deventer, 193, 195, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 206,
207, 215, 219, 220, 223, 226, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 236,
238, 242, 243, 246, 247, 248, 249. 251, 253, 254, 255, 258, 259,
260, 261, 263, 264, 266, 270, 272, 273, 276, 277, 278, 280, 281,
282, 284, 286, 287, 288, 289, 290, 291, 292, 293, 294, 298, 302,
303, 310, 311, 317, 318, 324, 326, 330, 331, 332, 333, 341, 342,
343, 350, 351, 352, 356, 358, 362, 364, 365, 367, 369.
Diepenheim, 243.
Doesburg, 201.
Dordrecht, 4, 6, 8, 9, 10, 72, 143, 146, 156, 162, 171, 172, 173, 193,
290, 315, 340, 355.
Dreischor, 35, 37, 42, 50.
Drente, 254, 303, 328, 329, 354, 369.
Drie wegen, 2.
Duiveland (Oost), 42, 159.
Elburg, 238, 369.
Elkerzee, 63.
Embden, 69, 219.
Emmeloort, 286, 313, 351.
Engeland, 74, 207, 208.
Enkhuizen, 254.
Ens, 243, 245, 254, 286, 290, 303, 322, 328, 332, 334, 337, 338, 339,
340, 351, 353, 358, 359, 366, 368, 369, 373.
Enschedé, 206, 242, 243, 245, 246, 256, 266, 375.
Franeker, 280, 281.
Frankrijk, 71, 73, 74, 109.
Friesland, 36, 80, 83, 240.
Garderen, 237.
Gelderland, 36, 105, 229, 231, 233, 234, 235, 236, 237, 238, 241, 243,
252, 261, 262, 304, 306.
Genenmiden, 222, 234, 243, 246, 252, 254, 262, 289, 303, 326, 327, 328,
331, 332, 334, 337, 338, 339, 340, 343, 351, 361, 369.
396
Genève, 8.
Giethoorn, 243, 283, 293, 322, 334, 332, 337, 338, 340, 354, 356, 359, 373.
Goes, 4, 21, 35, 36, 37, 43, 46, 50, 54, 53, 54, G3, 88, 89, 90, 92, 98.
442, 443, 444, 445, 446, 419, 423, 127, 428, 423, 430,431,444,444»
446, 454, 455, 456, 458, 459, 460, 473, 174, 175, 485.
Goor, 207, 243, 256, 322, 358, 363, 366, 368.
Gramsbergen, 243, 279, 295, 373.
's Gravenhage , 42, 58, 59, 74, 72, 80, 83, 499, 200, 216, 217,224, 225,228,
264, 263, 265, 275, 276, 287, 289, 294, 340, 344, 351.
's Gravenpolder, 2,
Groningen (prov.), 352.
Groningen (stad), 248, 262.
Gülick, 80, 358.
Haaksbergen , 243, 353, 362, 366.
Haamstede, 63.
Ham (den), 207, 243, 295.
Hardenberg, 243, 285, 333, 360, 364.
Hasselt, 497, 498, 499, 206, 207, 248, 224, 223, 226, 230, 234, 233, 234, 238,
242, 243, 247, 250, 254, 255, 260, 267, 270, 277, 280, 289, 293, 297, 299,
340, 314, 324, 333, 335, 344, 342, 343, 355, 356, 357, 369, 370, 374, 376.
Heemse, 243, 285.
Heinkenszand, 37.
Heinoo, 243, 279, 286, 293.
Hellendoorn, 243, 282, 286, 293, 322, 359.
Hendrikskinderen ('s Heer), 4.
Hengeloo, 243, 258, 332.
Herborn, 280.
Hindeloopen, 240.
Hoedekenskerke, 63.
Holland, 44, 45, 49, 74, 80, 83, 89, 403, 404, 405, 433, 447, 453, 457, 471,496,
247, 222, 225, 227, 235, 253, 264, 294, 298, 344.
Holland (Noord), 237, 244, 252, 254, 256, 282, 352.
Holland (Zuid), 36, 54, 56, 470, 250, 252, 256, 282.
Holten, 243, 322, 359.
Ierseke, 2, 442, 444.
Indie (Oost), 452, 460, 464.
Ippenburen (Lingen), 267.
Kampen, 493, 494, 495, 496, 497, 498, 499, 205, 206, 207, 208, 245, 216, 218,
219, 220, 22 1, 222, 223, 226, 228, 229, 230, 231. 232, 2*3, 234, 237,238,
239, 240, 241, 242, 243, 245, 247, 248, 250, 251, 254, 255, 259, 260, 264,
266, 2ö7, 270, 271, 272, 273, 275, 27t>, 277, 278, 281, 282, 283, 284, 286,
287, 288, 289, 290, 293, 294, 295, 296, 297, 298, 290, H00, 301, 302, 303,
305, 306, 307, 340, 344, 343, 344, 347, 348, 320, 323, 324, 327, 328,334,
397
332, 333, 333, 337, 338, 339, 340, 341, 342, 343, 344, 351, 355, 356,361,
362, 364, 368, 369, 374.
Kamperveen, 198, 207, 230, 234, 237, 240, 243, 267, 270, 293, 298, 301, 314,
321, 322, 338, 339, 359, 367, 368, 369, 373.
Kapelle, 35, 43, 50.
Keulen, 80.
Kloetinge, 1, 51.
Koudekerke, 64, 94.
Koud urn, 240.
Kruiningen, 92, 112, 159.
Kuinre, 197, 198, 206, 225, 226, 230, 231, 232, 233, 234, 240, 243, 246, 249,
251, 322, 358, 373.
Kuinredijk, 243.
Laar (Bentheim), 228.
Leeuwarden, 275.
Leiden, 36, 103, 142, 344.
Lilloo, 22, 144, 158.
Lingen, 206, 254, 261, 264, 266, 267, 269.
Lopik, 41, 44.
Losser, 243, 246, 267, 365.
Maartensdijk (Sint), 11, 13, 14, 37, 92.
Markeloo, 243, 322, 358, 362, 365, 366, 368, 372.
Mastenbroek, 206, 207, 226, 230, 231, 233, 234, 238, 241, 243, 248, 252, 264,
311, 322, 359, 369, 373.
Meppel, 314, 348.
Middelburg, 9, 12, 15, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 42, 46, 50, 52, 53, 54, 55,
58, 63, 64, 72, 77, 80, 86, 89, 90, 91, 99, 112, 144, 151, 154, 156, 159,
161, 163, 184, 194, 195, 290.
Nieuwerkerk, 35, 50, 91, 112, 144.
Nime8, 72.
Ng broek, 243.
Nijmegen, 250, 272.
Oldemarkt, 207, 234, 243, 251, 256, 285, 293, 338.
Oldenzaal, 242, 243, 246, 251, 2'>2, 255, 258, 260, 261, 263, 265, 266, 270, 365.
Olst, 207, 243, 249, 252, 256, 260, 267, 287, 289, 298, 322.
Ommen, 207, 243, 268, 297, 312, 318, 323, 353, 360, 364.
Oosterland, 37, 92, 144.
Oost-Kapelle, 63.
Oost-Souburg , 94.
Ootmarsum, 242, 243, 246, 256, 260.
Ostende, 22.
Ouwerkerk, 40, 41.
398
Ovezande, 176.
Paasloo, 243, 338.
Pargs, 72.
Pfidtz (de), 80.
Poitiers, 71.
Poortvliet, 92.
Prinseland, 323, 361, 370, 375.
Raalte, 243, 258, 276, 298, 312, 322, 342, 359.
Beda, 258.
Beimerswaal, 14, 22, 159, 177.
Renesse, 50.
Roebelle (la), 71.
Rolde, 369.
Rotterdam, 114, 343, 344, 345, 346, 347, 348.
Rouveen, 243, 250, 279, 293, 324, 326, 330, 335, 343, 354.
Ruurloo, 327.
Rgssen, 243, 267.
Salland, 208, 241, 242, 249, 252, 264, 274, 276, 290, 292, 294, 298, 311, 318,
344, 353, 375.
Schelde (Beoosten), 11.
Schelde (Bewesten), 11, 56.
Scherpenisse, 12, 13, 14, 50, 63.
Schouwen, 3, 5, 15, 22, 35, 37, 40, 41, 43, 50, 58, 63, 89, 91, 112, 113, 114,
152, 154, 159.
Serooskerke, 1, 2.
Siegen (Pruisen), 369.
Staphorst, 243, 248, 250, 253, 314, 348, 354.
Steenbergen, 37, 42, 189.
Steenwijk, 206, 207, 212, 223, 226, 227, 233, 234, 237, 238, 239, 240, 241, 242,
243, 247, 248, 251, 252, 253, 254, 2ó5, 259, 260, 261, 264, 266,267,269,
271, 273, 274, 277, 280, 281, 282, 284, 287, 288, 289, 291. 292,293,297,
298, 299, 303, 305, 306, 308, 310, 312, 317, 323, 324, 333, 340, 343, 350,
353, 355, 358, 362, 369.
Steenwjjkerwolt, 206, 233, 234, 239, 243, 269, 289, 322, 338, 359, 373.
Steinfurt, 286, 297.
Terneuzen, 22.
Tholen, 12, 13, 14, 15, 22, 35, 37, 43, 50, 58, 59, 60, 63, 64, 86, 89, 92, 98,
101, 104, 112, 143, 144, 145, 154, 155, 158, 159, 163, 172, 177,178,179,
180. 181, 182, 183, 184, 185.
Tubbergen, 243.
Twente, 244, 246, 251, 254, 255, 263, 278, 332, 365, 374, 375.
Urk, 313, 351.
399
Utrecht (prov.), 42, 44, 137, 153, 235.
Utrecht (stad), 41, 201, 315.
Veere, 16, 21, 33, 35, 37, 50, 91, 106, 110, 120, 125, 143, 144, 145, 151, 154,
155, 159.
Vlaanderen, 38, 63, 74, 153, 163.
Vlissingen , 4, 12, 16, 33, 35, 37, 50, 63, 76, 77, 78, 80, 93, 94, 95, 112, 144
154, 163.
Vollenhove, 206, 222, 228, 230, 231, 234, 238, 239, 240, 243, 244, 246, 248
250, 251, 255, 259, 261, 267, 269, 271, 274, 277, 281, 283, 287, 289, 292,
293, 298, 299, 303, 310, 312, 317, 320, 322, 323, 343, 345, 246, 347,348,
350, 353, 355, 356, 358, 362, 369, 375.
Vosmeer, 14, 92, 112, 159.
Vriezenveen, 243, 258.
Waarde , 2, 63, 92.
Walcheren, 2, 4, 7, 15, 16, 22, 35, 37, 43, 46, 50, 52, 56, 58, 64, 76, 80, 89 f
91, 93, 94, 105, 112, 143, 152, 154, 159, 184.
Wanneperveen, 243, 251, 282, 292, 322, 343, 358.
Wapserveen, 328.
Weerseloo, 243.
Welevelt (huis te), 374.
Wemoldinge, 144.
Werkeren, 241.
Wezepe , 243, 282.
Wierden, 243.
Wüsum, 219, 221, 233, 238, 240, 243, 289, 299, 311, 322, 323, 324, 338,
359, 373.
Wolfaartsdgk, 22, 37.
Workum, 240.
Wijhe, 243, 248, 249, 252, 267, 286, 287, 311.
Yhorst, 243, 250, 268, 314, 322, 348, 358, 366, 373.
Yselham, 259, 285.
Yselmuiden, 197, 206, 207, 219, 221, 226, 230, 232, 233, 234, 238, 241, 243,
252, 286, 304, 321, 322, 327, 343, 349, 358, 359, 361, 364, 369,370,373.
Zalk, 234, 237, 243, 251, 270, 276, 293, 299, 322, 358, 359, 366, 369, 373,
Zierikzee, 3, 9, 11, 12, 37, 50, 63, 86, 91, 105, 112, 143, 144, 151, 156, 158,
159, 171, 173, 175, 185.
Zoutelande, 63.
Zuidwolde (Drente), 254.
Zutfen, 105, 233, 235, 243, 247, 259, 274, 326, 327, 328, 331.
Zwartsluis, 197, 198, 206, 219, 223, 226, 230, 233, 234, 238, 241, 243, 248,
249, 251, 253, 256, 259, 260, 264, 276, 282, 287, 289, 293, 312, 343, 359.
400
Zwolle. 194, 195, 197, 198, 199 ? 205, 206, 307, 208, 216, 218, 219, 222, 223,
226, 228, 290, 231, 233, 234, 236, 238, 241, 242, 243, 245, 247, 248, [249,
251, 252, 253, 254, 255, 258, 259, 260, 262, 263, 264, 266, 268, 270, 271,
273, 276, 277, 279, 280, 281, 282, 283, 284, 286, 288, 289, 29!, 292, 293,
295, 296, 297, 298, 299, 302, 304, 307, 310, 311, 312, 313, 314, 315, 317,
319, 324, 330, 332, 333, 334, 335, 337, 338, 339, 341, 343, 348, 349, 352,
353, 355, 358, 361, 364, 368, 370, 371, 374, 376.
REGISTER VAN ZAKEN.
A.
Academie, 149, 361; — seminarium te Leiden, 36; — professoren theol.
te Leiden, 103; — alumni een behoorlijken tyd blijven in de, 186; —
buitenlandsche, 186; — te Praneker, 280, 281; — te Steinfurt,
286, 297; — inlandsche, 291, 361.
Almanakken, 309, 314.
Ambachteheeren. 2, 54, 170.
Armen, 6, 259, 317, 349; — hunne kinderen naar de kerk, 1; — bediening
der, 1, 2, 31, 215, 353; — huisarmmeesters, 20, 169 ; — zonder onder-
scheid van religie te bedeelen, 20 ; — misbruiken bjj 't doen van de
rekening der, 103, 165, 353.
Attestatièn, 6, 16, 25, 31, 54, 94, 95, 100, 102, 105, 178, 201, 202, 220,
237, 262, 274, 295, 327, 349; — valsche, 13; — aan armen, 31, 317.
Avondgebeden, 7, 25.
Avondmaal, 198, 231, 245; — suspensie van het, 8, 27, 28, 30, 31, 152,
161, 184, 255; — wie toegelaten mogen worden tot het, 25, 196,
246, 263, 265; — wgze van bediening van het, 25, 308; — for-
mulier van het, 25, 216; — wanneer te bedienen, 25; — vrijwillig
afbleven van het, 27, 114, 115, 124; — bjj provisie toegelaten tot
het, 95; — voorbereiding tot het, 132; — belijdenis des geloofs
ter toelating tot het 196, 245, 308; — profanatie van het, 196; —
lidmaten bezoeken vóór het, 228, 308; — communiceeren met de
Mennonieten, 231; — zittende te houden, 258; — bespotting van
hen, die gaan ten, 297; — uniformiteit in de bediening van het,
308; — genieten na schuldbelijdenis, 319; — buiten de gemeente,
339; — hoe te doen met personen, die geen wjjn kunnen ver-
dragen, 351.
Acia syn. frovinc. V. 26
402
B.
Begijnen, 374.
Bankroetiers, 102.
Battementspelen, zie Rhetorykspelen.
Bedelaars, 317.
Bedevaarten, 56, 88, 297, 372.
Begrafenissen, verkeerdheden bg de, 291.
Boeken enz., La confirmation de la discipline ecelesiaatique, observée et
avecq la responce aux objection 8 proposées a 1'encontre; imprimé a
Genève par Francois Porrin anno d5G6. 8; — Theod. Bezae, De
repudiis et divortiis examen, 61; — Werken van Melanchthon,
Zanchius e. a. over het huweljjk, 61; — Bucerüs, De gubernatione
ecclesiae, 154; — Placcaet van schoolordeninghe (v. Zeeland anno
1583), 162; — Nederlantscher Belijdeniss, anno 1 580 tot Antwerpen
gedruckt, 193; — Boekje van Joh. Gerobulus over de besoeckinge
der crancken, 219; — Boeken met betrekking tot Da vin Jorisz,
219; — Een boekje van de Remonstr. predikanten uit de classis
van Kampen „tot beschuldinghe van vele treffelycken leeraeren", 300,
•
301, 302, 310; — Taferelen, „daerin de lecre der Gereformeerde
kereken opt hoochste gelastert werdt, tot Campen herdruct", 301,
307, 320, 324, 325, 326, 329, 330, 331, 337, 338, 340; — „Bericht"
van Thomas Goswinus e. a., 304, 305; — Geschrift van Hier.
Vogellius, 305, 306, 369; — Geschriften van Jac. Revius en de
classis van Steenwijk, 305, 306; — Achteruijtslacnde Roekei oosig-
heyt, door Marcus Gualtherus, 320.
Boekencensuur, 24, 53, 150, 219, 263, 296; —vertaling van boeken, 8, 9; —
drukken enz. van verkeerde boeken, 103, 267, 271, 309.
Bruiloften, 265, 322, 360.
Buitenlandsclie Kerken, 32, 74, 80.
Bijbel, vertaling van den, 36, 104, 149, 227, 235, 241, 256, 309, 315,
319; — vele drukfouten in den, 150; — bijbel met ongepaste aan-
teekeningen, 150.
c.
Canones Dordr., 187, 315; — onderteekening der, 172, 318, 355; — pu-
bliek te leeren, 315.
Catechismus (Heidelbergsche), 104, 105, 147, 187, 198, 216, 217, 218, 224,
257; — homiliën op den, 7; — predikatie uit den, 23, 217, 218,
224, 228, 308, 315, 348, 360, 372; —onderteekening van den, 24,
308, 309, 318, 355; — afwijking van den, 275, 277; — betuiging
403
van instemming met den, 276, 277, 290; — in alle kerken en
scholen geen andere te leeren dan de, 309.
Catechiseeren, 148, 370.
Classes, 3, 9, 21, 38, 55, 58; — acta enz. der, 3, 4, 23, 41, 307, 318; — ver-
gaderingen der, 5, 6, 23, 58, 218, 255, 258, 278, 308; — laten de
kerken visiteeren, 5, 6, 59, 218; — predikanten verplaatst enz. door
de, 10, 11, 18, 19, 244, 340; — in zake beroeping van predikanten,
16, 95, 96; — boven de kerkeraden, 22; — verdeoling in, 22, 56,
101, 234, 243, 247, 252, 258, 261, 264, 282, 286, 287; — hare
afgevaardigden ter synode, 39, 53, 90, 101, 143,219,235,257,261,
282, 293, 299, 300, 318; — deputati classis, 44, 98, 99, 302,303,
322; — recht van stemming in de, 52, 64 enz., 93, 101, 235; —
zorg voor de kerken door de, 56; — wat verhandeld wordt in de,
79; — meerderheid van stemmen in de, 97; — doende wat des
kerkeraads is, 97; — indien iemand meent, dat zg iets besluiten
tegen Gods Woord enz., 99 ; — kwestie tusschen classis en gemeente,
113 enz.; — slappigheid in sommige, 145; — onkosten der, 214,
234, 257, 279, 323, 352, 359, 363, 373; — gravamina, 234; —
agent der, 239; — wegblijven uit de vergaderingen der, 257; —
combinatie van, 278; — onderwerping aan de, 279; — onderzoek
naar de zuiverheid in de leer in de, 290 ; — moderamen der, 297 ; —
correspondentie der, 319, 352.
Coüatoren, 304, 374, 375.
Collectes, langs de huizen, 20; — verkeerd gebruik der, 220.
Compagnie (Oost-Indische), 160, 161.
ConventictUen, 10.
Correspondentie, 256, 307, 319, 321, 352; — tusschen Zuid-Holland en Zee-
land, 51, 56, 105, 170; — tusschen Gelderland en Zeeland, 105; —
tusschen Gelderland en Overgsel, 229, 231, 234, 243, 252, 261 ; —
tusschen Zuid-Holland en Overijsel, 250, 252, 256; — tusschen
Noord-Holland en Overjjsel, 252, 256, 352; — tusschen Groningen
en Overijsel, 352.
D.
Dansen, 8, 30.
Diakenen, 2, 6, 15, 16, 17, 18, 20, 22, 25; — benoeming van, 20, 148,
168, 169, 216, 318; — vergadering der, 20; — rekening der,
20, 33; — werk der, 20; — tijd van aftreding, 21; — afzetting
enz. van, 27, 148; — eed van getrouwheid te doen aan de overheid,
34; — bevestiging van, 194, 307; — vormen een bijzonder college,
236; — niet nalaten het ambt der, 263; — formulieren van eenig-
heid onderteekenen, 318.
26*
404
Dieverij, 27.
Discipline, 8, 18, 23, 26, 27, 36, 196, 218; — suspensie van 't avondmaal,
8; — excommunicatie, 8, 28, 29, 31, 55, 79, 161,231,236,287; —
schuldbelijdenis, 8, 13, 220, 231, 248, 287, 295, 319, 326, 348; —
censure over kerkelijke vergaderingen, 12, 13; — over welke zonden,
27, 28, 29, 30; — censure onder kerkeraadsleden, 31; — strikter
discipline te oefenen, 152, 155, 161, 195; — verachters der, 152,
153, 162; — over schoolmeesters en rectoren, 316; — over de
Remonstranten, 350, 351.
Dobbelspel, 55.
Doctoren, 15; — werk der, 19,
Doodslag, 27, 259, 264, 265, 285, 308, 323, 329, 360, 372.
Doop, vaders by den, 7, 24, 224; — formulier van den, 7, 25,57, 104; —
getuigen, 7, 24, 40, 44, 99, 102, 110, 166; — in de huizen, 10,
272; — zoo spoedig mogelijk te bedienen, 24, 297; — tijd en plaats
van den, 24, 56, 92, 102, 145, 167, 235, 262; — doopboeken, 25,
60, 100, 224; — van bejaarden, 104. 110; — hoe verder met de
gedoopte kinderen te handelen, 166; — aan zieke kinderen, 193; —
op welke dagen niet te bedienen, 235; — door priesters, 236, 259,
374; — niet door vroedvrouwen te bedienen, 259; — twijfel, of
iemand gedoopt is, 263; — alleen door Geref. predikanten te be-
dienen, 275; — vragen bij den, 290, 294, 307; — ongeregeldheden
bij den, 294; — uniformiteit in de bediening van den, 308; — op
Donderdag, 317; — buiten de gemeente, 339.
Dronkenschap, 8, 10, 27, 30, 55, 152, 161, 188, 228, 237, 249, 258.
Duivelbanners, 236, 296, 323, 360, 372.
F.
Feestdagen, 7, 25, 26; — superstitieuse, 150, 169, 170, 257; — hoogo, 235.
Formulier, te onderteekenen door predikanten, 100, 105, 145, 187; — door
proponenten, 100, 106, 145; — voor 't prediken van studenten, 101,
107; — van onder teckening der kerkenordening, 106, 145; — van
den doop der volwassenen, 110; — van onderteekening derOanones
Dordr., 172.
Formuliergebeden, 99, 104, 108, 308.
6.
Oanzetrekken, 258, 285, 290, 360.
Geloofsbelijdenis (Nederlandsche), 105, 147, 187, 216; — onderteekening van
de, 24, 245, 258, 308, 309, 318, 355; — nauwkeurig te drukken,
405
104, 193; — te Antwerpen in 1 580 incorrect gedrukt, 193; — afwij-
king van de, 275, 277; — betuiging van instemming met de, 276,
277, 290.
Gemeente, wie zijn de gemeente? 8; — vacante, 40, 264, 291, 294, 297,
300, 302, 304, 313, 333, 334, 361; — zonder kerkeraad, 97; —
kwestie tusschen classis en, 113 enz.; — disordre in eene, 172,
218; — verschil tusschen predikant on, 193, 200, 203,205,219; —
zonder kerkgebouw, 197; — combinatie van gemeenten, 221, 225,
232, 246, 258, 285; — zegel der, 233, 318, 356,357,369;— hare
afgevaardigden naar de classis, 235; — waar nog geen besloten
gemeenten zijn, 245, 257; — treurige toestand eener, 249, 335,
344; — toeneming der, 273.
Gezangen, 308.
Goederen, annengoedcren, 2, 20, 215, 263; — geestelijke, 207, 219, 225,
229, 232, 249, 252, 257, 262, 264, 279, 282, 285, 294, 309, 375; —
kerkelijke, 208—215, 228, 243, 244, 246, 249, 257, 258; — pas-
torie-, 213, 219, 226, 262, 279, 282,359,362,363,365,366,373; —
vicarie-, 213, 219, 226, 227, 232, 262, 279, 282, 294, 362, 363,
366; — kosterij-, 213; — canonicorum et coenobiorum, 213,362; —
klooster-, 213; — commandergen, 213; — gilden-, 262; — vrij
van verponding en schatting, 265, 268; — bcneficien uit de gees-
telijke, 268.
Goochelaars, 236, 352.
Groevebieren, 265, 322, 360, 372.
H.
Heidenen, bekeering der, 152, 159, 160.
Heidenen (Zigeuners), 317, 372. •
Historie (Kerkelijke), 197.
Huisbezoek, 166, 216, 228, 308.
Huwelijk, 7, 46, 79, 231, 236, 283, 294, 308, 354; — afkondigingen, 8,
62, 167, 217, 228, 236, 372; — bloedschande, 10, -27, 103, 167,
239, 259; — overspel, 27, 47, 55, 88, 89, 225, 228, 239,279,286,
297; — concubinaat, 27, 103, 244, 272, 322, 360,372; - hoererij,
27, 89, 228, 239; — casus matrimoniales, 39, 41, 56, 88, 89,194,
225, 236, 237, 265, 279, 283, 286, 297; — echtscheiding, 39, 40,
89, 354; — belofte van, 46, 48, 54, 61, 278; — toestemming tot
het, 46, 61, 167, 189, 194, 236; — verboden omgang vóór het, 47,
62, 218; — verboden huwelijken, 47, 48, 49, 61, 189, 237,238; —
leeftijd, 47, 61, 89; — van ongedoopten, 47, 55, 61, 88, 100, 152,
406
161, 353; — met niet-Gereformeerden, 47, 102, 150; — waarbij men
zich vergist, 47, 48, 89; — weigering enz. om te trouwen, 48, 228,
322; — in andere kwartieren enz., 49, 55, 88, 166, 360; — her-
trouwen, 54, 61, 98; — trouwen enz. bij priesters, 55, 88, 89, 102,
166, 188, 189, 228, 236; — niet op bededagen enz. trouwen, 55,
87, 235; — trouwboeken, 60; — ondertrouw, 60, 61, 62, 217,
225; — verlating tijdens het, 89, 322, 360; — tgd en plaats, 92,
102, 104, 145, 217, 218, 225, 235, 278; — van Wederdoopers,
152; — huwelgks-ordening, 217, 229, 236, 239, 248, 252, 262,
309, 372; — formulier, 218, 353; — polygamie, 259; — bigamie,
259; — misbruiken bg het, 322, 329, 360, 371, 372.
J.
Jesuiten, placcaat tegen de, 87, 245, 248, 285; — scholen der, 103, 153,
164, 245, 248, 268, 271, 275, 278, 282, 285; — een predikant be-
schuldigd, gebiecht te hebben bg de, 269; — inkruipen der, 282,
285, 309; — samenkomsten der, 372.
Joden, 148; — bekeering der, 149.
Jus patronatus, 227, 243, 304.
K.
Kaartspel, 55.
Kerken ander 't kruis, 17, 38, 51, 58, 74, 104, 154, 185.
Kerkenordening, 33, 95, 99, 151, 153, 205, 225, 228, 265, 309, 316, 317,
340; — formulier van onderteek ening der, 106, 145; — van Utrecht,
137; — misbruik der, 163; — onderteekening der, 200, 245, 308; —
strgd tegen de, 245, 248, 271, 272, 302, 306, 327, 348; — strikt
te onderhouden, 269; — onderwerping aan de, 279, 302; — van
1598, 302.
Kerkeraad, 6, 9, 21 ; — vergadering van den, 6, 22, 23, 308; — samen-
stelling van den, 22; — overheid in den, 22, 29; — acta enz. van
den, 41, 60, 237, 318, 356, 357, 369; — in zake huwelpen, 46,
49, 54; — geschil tusschen synode en, 93, 94, 95.
Kerkgebouwen, 197, 232, 259, 263, 264, 273, 283, 285, 361, 370, 375; —
altaren enz. in de, 244; — ongeregeldheden enz. inde, 294, 353; —
uurwerk in de, 359, 373.
Kerkgezang, 217; — psalmen van Datheen, 241, 258.
Kerkhoven, 249.
Kerkmeesters, 215, 244, 249, 354.
407
Kerkvisitatiê, 5, 6, 57, 103, 162, 218, 317, 352, 360; — formulier van,
57, 59, 60.
Kennissen 150, 170.
Ketterij, 8, 27, 28, 79.
Kindermalen, 265.
Kloosters, 164, 213, 214, 245, 349, 374.
Kijven en vechten, 30, 55.
Kosters, 2, 214, 240, 258, 265, 278, 318, 322, 349, 359, 363, 373; —
zullen de Ned. Geloofsbel. onderteekenen, 258, 278; — Paapsche'
322, 359; — moeten lidmaten der Kerk zijn, 322, 359.
L.
Landloopers, 317, 372.
Lasteraars, 295; — van Gods naam, 56, 103, 165, 188; — van den gods-
dienst, 103, 297, 371; — van de sacramenten, 103, 188; — van de
Geref. religie, 188, 301, 320, 321, 324, 361, 369; — van de over-
heid, 188, 324; — van andersdenkenden, 294; — van de predikanten,
297, 324, 361; — van de synode, 333; — van de kerkbezoekers, 361.
Leer, 53, 151; — onzuiverheid in de, 13, 293, 303, 304, 321, 327; —
zonden tegen de, 27, 28; — zuiverheid in de, 36, 59, 309,369; —
lasteren der, 41, 320, 321, 324; -— „Nedergedaald ter helle", 57; —
eenigheid in de, 147, 290, 308 ; — hoe in de nat. synodi te hande-
len in zake de, 147, 151; — predikant verdacht van valsche, 216; —
waaraan te toetsen, 308; — door de synode goedgekeurd, alleen
publiek te leeren, 309; — belijdenis van Everh. Schüttenius, 336, 337.
Lidmaten, 101; — afgevallen tot de Mennonieten, 236; — doleerende, 316.
Lombarden, 236, 246.
Lutfierschen, 314, 337, 338, 353, 356, 357, 361.
Lijhpredikatiên, 7, 99, 263, 291, 309, 354.
M.
Maagdenhuizen, 214.
Marktdagen, 283.
Meibieren, 258.
Meineed, 40.
Mennonieten, dat zij hunne belijdenis laten drukken, 149; — stout optreden
der, 149, 166; — huwelijk van, 152; — herdoop der, 231; —
hunne samenkomsten te verbieden, 236, 245, 248, 270, 310; —
408
afval tot de, 236; — nemen zeer toe, 270, 292, 354; — kerk-
meesters zijnde, 354.
Monniken, 16, 214, 280, 281, 349.
0.
Organisten, 309.
Ouderlingen, 15, 17, 18, 25; — benoembaarheid tot, 4; — afgevaardigd
tot de synode, 9, 42; — benoeming der, 19, 32, 148,216,318; —
werk der, 19, 216; — tijd van aftreding, 21; — afzetting enz. van,
27, 148; — eed van getrouwheid te doen aan de overheid, 34; —
bevestiging van, 194, 307; — formulieren van eenigheid onder-
teekenen, 318.
Overheid, 39, 40; — verzoeken aan de, 1, 2, 6, 7, 9, 11, 25, 36, 39, 40,
41, 42, 43, 44, 49, 55, 56, 57, 58, 86, 98, 102, 145, 151, 160,
164, 165, 169, 207, 218, 224, 225, 227, 229, 23i, 232, 234, 235,
236, 239, 241, 243, 245, 246, 248, 249, 253, 257, 259, 262, 263,
265, 267, 270, 271, 272, 274, 277, 278, 279, 280, 282, 286, 289,
291, 292, 294, 296, 297, 307, 313, 316, 317, 318, 322, 329, 330,
331, 337, 338, 350, 351, 352, 353, 354, 355, 358, 361, 362, 369,
370, 371; — in zake huwelijken, 7, 47, 48, 49, 88, 89; — in zake
beroeping en afzetting van predikanten, 16, 26, 27, 54, 189, 203,
244, 245, 257, 274, 288, 327, 329, 331, 332, 333, 334, 337, 338,
343 enz., 350, 375; — in zake benoeming van ouderlingen en
diakenen, 19, 20; — in den kerkenraad, 22; — tot het houden van
synode verlof noodig der, 23, 33, 90 ; — geschil tusschen magistraat
en predikanten, 113 enz., 173 enz., 246; — overheidspersonen
vijanden der Geref. religie, 170: — predikanten te removeeren,
243, 274, 277; — verzet tegen de, 314; — aanstelling enz. van
schoolmeesters en rectoren door de, 316, 320; — verbiedt het pre-
diken enz., 332, 333, 334.
P.
Papegaaischieten , 258, 285, 290, 294, 322, 360, 372.
Papisten, 211; — afgoderg der, 42, 351; — superstitie der, 56,167,170;
— scholen der, 103, 153, 164; — een papistisch procureur, 140; —
geen schoolambt waarnemen , 224 ; — heimelijk doopen en trouwen,
236; — altaren en beelden der, 244, 258; — conventiculen der,
245, 248, 308, 309, 323, 329, 360; — ceremoniën der, 278; —
Paapsche postillen, 296; — misbruiken der, 309,314; — Paapsche
409
organisten, 309; — Paapsche kosters, 322, 359, 363; — samen-
rottingen der, 338; — kerkmeesters zijnde, 354; — gewezen, 360,
364, 367, 368.
Placaat van politie, 103, 153.
Predikanten, 15, 20; — verzoek om, 1, 42, 189, 231,237,249,313,358; —
bij provisie, 1, 4, 13, 195, 201, 246, 281, 326, 334, 335, 339; —
examen, 1, 4, 5, 13, 14, 16, 53, 63, 64, 79, 149, 194, 197, 216,
223, 228, 230, 231, 237, 239, 240, 247, 249, 279, 287, 291, 334,
337, 339, 365, 369; — gebrek aan, 2, 6, 275, 333; — onderhoud
enz. der, 2, 11, 14, 17, 42, 43, 45, 105, 190, 201, 211, 214, 218,
219, 226, 227, 232, 239, 241, 245, 246, 249, 250, 252, 253, 254,
259, 262, 265, 277, 282, 285, 286, 290, 303, 322, 358, 359, 361,
362, 363, 364, 365, 366, 367, 368, 370, 373; — klachten enz.
tegen, 2, 3, 26, 41, 44, 96, 117, 131 enz., 176, 177 enz., 198, 231,
237, 253, 259, 262, 263, 269, 271, 274, 275, 287, 292, 293, 295,
300, 314, 324, 325, 326, 332, 341, 348, 375; — verplaatsing enz.,
3, 17, 18, 19, 79, 96, 102, 130, 176, 237, 246, 287, 295, 303; —
beroeping, 3, 4, 5, 9, 14, 16, 17, 32, 38, 53, 54, 79, 95, 96, 148,
168, 176, 203, 205, 222, 223, 244, 250, 253, 254, 257, 265, 274,
277, 286, 291, 308, 316, 319, 326, 335, 340, 341, 343 enz., 362,
365, 369; « — door de classis verplaatst enz., 10, 11, 18, 19, 244,
340; — afzetting enz. van, 10, 26, 27, 79, 97, 100, 148, 184, 201,
228, 237, 240, 241, 245, 248, 268, 275, 277, 280, 287, 292, 296,
303, 327; — onwettig inkomen van, 12,153,168,200,204,237,245,
271, 287, 302, 303, 321, 328, 329, 332; -- bevestiging der 17, 54,
194, 195, 197, 223, 246, 287, 308; — tot geen andere betrekking
overgaan, 17, 96; — emeriti, 17, 18, 278, 282, 292, 307, 329; —
in andere gemoenten dienstdoende, 18; — werk der, 18, 222; —
opzicht over de. 23, 36, 59, 79; — onderteckenen de formulieren,
24, 97, 308; — suspensie van, 26, 79, 97, 148, 200, 296, 328,
338; — reconcilitatie enz., 27, 200, 201, 202,205,231,314,316; —
eed van getrouwheid te doen aan de overheid, 34, 35 ; — vereiachten,
38, 53; — in plaats van ouderlingen tot de synode, — 42, 50,
101, 262; — weduwen en weezen der, 43, 45, 104, 153, 163, 214,
225, 227, 235, 264, 265, 268, 279, 291, 297, 307, 329, 375; —
Engelsche, 53; — hertrouwen van, 54; — zich met andere bedrijven
enz. bezighoudende, 55, 320, 324, 325, 326; — lijsten van, 63, 64,
194, 197, 206, 207, 369; — onderteekening van een zeker formulier,
100, 105, 145; - schoolhouden enz. door, 100, 355; — geschil
tusschen magistraat en, 113 enz., 173 enz., 246; — zich met
politieke verkiezingen inlatende, 131, 132; — de medicijnen practi-
410
secrende, 138, 139, 140; — vermaning aan, 144,249,253,254,259,
272, 277; — voorspraak ten behoeve van, 154; — voor Indiè*, 160; —
onderteekenen de Canones Dordr., 172; — ruiling van, 177; —
verschil tnsschen gemeente en, 193, 200, 203, 205, 219; — woning
(pastorie), 197, 198, 215, 241, 257, 262, 267, 296, 319, 323, 354,
360, 364; — zittende onder den vijand, 198, 231; — zich elders
ten avondmaal moetende begeven, 198, 231; — vroeger priester,
203, 244; — verdacht van valsche leer, 216; — een barbier, die pre-
dikant wil worden, 239; — door de overheid te removeeren, 243,
274, 277, 375; — gescheiden van hunne vrouwen levende, 249, 254,
258, 280, 283; — kleeding der, 249, 253, 308; — waarschuwing
tegen, 250, 254, 328, 334; — legerpredikanten, 253, 308; —
mogen geen testamenten schreven, 258 ; — non residentes, 262, 267,
296; — aangenomen buiten weten der classis, 269, 274; — een predi-
kant heeft twist met eenige heeren, 269; — schulden hebbende, 277,
281; — belastingen te betalen door de, 291, 323, 360; — een las-
terende predikant, 295; — verschil tusschen twee, 296; — moeten
niet zoo spoedig vertrekken, 308; — huishouding der, 308; — onder-
teekenen de acte van verbintenisse, 321, 323; — „een apostaetende
godloos mensche" 328; — bij leening, 348; — der Lutherschen,
361; — vroeger schoolmeester, 365.
Predikatiën, 59; — kinderen te brengen onder de, 1, 228; — regeling der
beurten, 6; — op de classicale vergadering, 23, 218; — uit den Cate-
chismus, 23, 217, 218, 224, 228, 308, 315, 348, 360, 372; — bg
den doop, 57 ; — gebed na de, 104, 108, 257 ; — van Laksbekgek,
126, 128, 132, 133, 134, 140, 141; — over do evangelische domi-
nicalen, 216, 222, 307; — koopen, tappen enz. onder de, 224,249,
283, 290, 294, 297, 322, 354, 359; — na de, 278; — niet schelden
en lasteren in de, 294; — Paapsche postillen, 296; — nalaten
daarvan tijdens den oogst, 320; — hooien tijdens de, 354; — bij
nacht, 367; — de invloed der Remonstranten op de, 368; — van
een paedagoog, 374. "
Priesters, 190, 250, 252, 253; — onderhoud der, 2; — dreigementen der,
2; — die predikant willen worden, 16, 230, 237, 244, 245, 246,
251, 265, 268; — trouwen enz. bjj, 55, 88, 89, 102, 166,188,189,
228, 236; — insolontien der, 167, 188, 254, 278; — door ovorheids-
personen gesteund, 170; — slecht leven der, 188, 254, 259; —
geestelijken hebben nog de kerkelijke goederen in handen, 211,212; —
oude, 214; — verzoek om priesters, in 't zwart gekleed, te laten
prediken, 222; — geen schoolambt waarnemen, 224; — examinatie
en reformatie der, 224, 245. 258; — af te danken enz., 232, 235,
411
244, 257, 268, 272, 278, 285, 351; — doop door, 236,259,374; —
een gewezen pastoor tot den schooldienst toegelaten» 237, 240; —
concubinen der, 244; — priester, die een doodslag begaan heeft,
264, 265, 285; — de mis bedienende, 313; — te Almeloo, 349; —
te Oldenzaal, 365; — bagynenpater te Almeloo, 374.
Professoren, moeten de formulieren onderteekenen, 24; — der theologie,
24, 53, 103, 186, 309; — te Steinfnrt, 286, 297; — aan de ker-
kelijke censrure onderworpen, 309.
Proponenten, 38, 40, 100, 221, 249; — prediken der, 17, 107,294,300; —
aanstelling van, 18; — onderteekenen een zeker formulier, 100,
107, 145; — examen der, 107, 145, 184; — mogen geen sacra-
menten bedienen noch huwelijken bevestigen, 107; — een kleer-
maker aanbevolen tot proponent, 184; — in vacante plaatsen, 294, 300.
Psalmen, 308; — van Datheen, 241, 258.
R.
Rector, 235; — rectoren moeten de formulieren onderteekenen, 24, 309,
361, 370; — te Zwolle, 198, 358, 361, 364; — aan de kerkelijke
censure onderworpen, 309, 316, 358; — aanstelling en bezoldiging van
de rectoren, 316; — te Kampen afgezet, 320,356,369; — conrector
te Zwolle, 364.
Remonstranten, 282, 294, 298, 299, 302, 321, 324, 325, 326, 327, 328,
329, 335, 344, 367, 368, 369; — de vijf artikelen der, 146, 147,
148, 156, 157, 298, 299, 302, 304, 305,310,315,340; — bezwaren
ingebracht tegen de, 300, 301, 302, 304, 324; — verspreiden ge-
schriften enz., 300, 301, 321, 324; — examineeren en stellen pre-
dikanten aan, 301; — geen gemeenschap met de, 302; — een
een Remonstrant, vroeger Contraremonstrant, 306; — laten de
vragen bg den doop achterwege, 307; — verklaring voor of tegen
de, 310, 335; — afgezette predikanten, 314, 321, 330, 331, 332,
333, 335, 337, 338, 351, 356, 357, 367, 368, 369; — herroeping
door, 316; — zullen achtergehouden zaken teruggeven, 318, 356,
357 ; — Remonstr. rector, 320, 356, 369 ; — Remonstr. voorlezers, 340,
356, 369; — wel drie duizend te Rotterdam, 344; — hoe hen te
censureeren, 350; — zachte middelen, om hen terug te brengen,
351; — voegen zich by de Lutheranen, 353; — voegen zich bij de
Mennonieten, 354; — acte van stilstand, 356, 357, 367; — kerke-
raad der, 357.
Rentmeesters, der kerkelijke goederen, 212, 213, 214, 215, 264, 267, 359.
Rhetorijkspelen, 9, 57, 87, 150, 224, 236; — comedièn en tragediè'n, 268.
412
S.
Sabbat, ontheiliging van den, 55, 87, 103, 150,224,235,257,285,290,307,
309, 320, 329, 359, 371 ; — onderhouding van den rustdag, 169, 360; —
marktdagen op den Zondag, 283; — niet arbeiden op den Zondag,
297, 354.
Scholen, 6, 56, 87, 103, 197, 213, 215, 224, 259, 264, 354;— schoolorde-
ning, 87, 153, 162, 205; — niet te houden door predikanten, 100; —
visitatie der, 101, 162; — Paapsche en Jesuitische, 103, 153, 164,
245, 248, 268, 271, 275, 278, 282, 285; — reformatie der, 195,
205; — alumni voor den dienst der, 224; — eenerlei praecepta
in de, 235, 309; — schoolraad, 286; — gebrek aan scholen ten
platten lande, 291, 294; — de Heid. Catech. leeren in de, 309; —
scholarchen, 364.
Schoolmeesters, 43, 79, 101, 197, 315, 358, 359, 364; — afzetten van, 1,
79, 164; - van de Geref. religie, 2, 258, 278, 309; — tevens
koster, 2, 309, 318, 322, 349, 363; — tractement, 2, 43, 45, 169,
214, 265, 296, 309, 316, 318, 322, 373, 375; — werk der, 18; —
in Braband en Vlaanderen, 153, 163; — zullen hunne leerlingen
uit twee vraagboekjes onderwijzen, 162, 163; — benoeming van,
164, 316; — bijbaantjes der, 169; — de kinderen onder de predi-
katien te brengen, 228, 315; — een voor den kerkendienst onge-
schikte pastoor wordt schoolmeester, 237, 240; — zullen de Ned.
Geloofsbel. onderteekenen, 258, 278; — aan te stellen ten platten
lande, 291, 322, 359, 370, 373; — censure over, 316, 358; —
de formulieren van eenigheid onderteekenen, 318, 352, 361,370; —
de acte van verbintenis onderteekenen, 323; — praecep toren, 352 ; —
schoolmeester wordt predikant, 365; — een paedagoog predikende, 374.
Schuttebieren, 290.
Secten, 149, 166, 236.
Simonie, 228.
Socinianisme, 329, 331, 334.
Souvereiniteit, aanbieding daarvan aan de koningin van Engeland, 207, 208,
215, 216.
Straatschenderij, 27.
Studenten, 40, 54, 100; — onderhoud verzoeken voor, 6, 252, 257, 280,
281, 361, 364, 367, 368, 373; —•seminarium voor theologische,
36, 103, 186, 214, 264; — tegelijk in theologie en medicijnen, 142;
bursen enz. voor, 142, 152, 165, 185, 350; — slecht geoefend in de
hoogoscholen, 149; — voor ïndii 5 op te leiden, 152, 160; — in
't buitenland studeerende, 186; — als voorlezers dienstdoende, 186; —
413
de theologie verlatende, 187; — alumni 224, 228; — een gewezen
monnik student te Franeker, 280, 281; — vroeger Roomsen, 360,
361, 364, 367, 368.
Synode, 33, 34, 90, 233; — nationale, 5, 7, 8, 9, 11, 12, 21, 24, 42, 56,
57, 87, 102, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 155, 171, 196, 199,
200, 207, 214, 216, 217, 222, 235, 241, 247, 256, 261, 263, 267,
271, 275, 276, 283, 289, 297, 299, 305, 307, 308, 310, 314, 315,
316, 317, 321, 333, 334, 335, 341, 351, 360; — beschrijving van
de, 9, 11, 33, 278; — commissarissen-politiek, 11, 33, 38, 43, 44,
51, 234, 278, 303, 312, 343, 344; — particuliere, 21; — mode-
ramen, 22, 299; — boven de classis 22; — acta enz. der, 23, 56,
145, 154, 155, 171, 229, 239, 256, 277, 317, 318,319;— wanneer
vergaderen, 23, 278, 297, 351 ; — samenstelling der, 23, 24; —
afzetting van predikanten door de, 26, 27; — jaarlijks te houden,
36, 39, 44, 56, 98, 153, 164, 232, 296, 308; — deputati synodi,
38, 39, 41, 45, 51, 52, 53, 234, 235, 275, 288, 294,302,303,309,
313, 315, 321, 322, 324, 335, 349, 353, 356, 367, 368, 374; —
gravamina 39, 53, 57, 93, 184, 229, 234, 241, 264, 268, 271, 275,
280, 300, 302, 308, 312, 315, 343, 350; — onkosten, 45, 58, 194,
214; 239, 257, 259, 279, 309, 323,359,363,367,368,373,374; —
correspondentie, 51 ; — afgevaardigden tot de, 53, 101, 143, 196,
199, 219, 226, 235, 257, 261, 282, 293, 299, 300, 310, 318; —
voorstellen aan de, 58; — synodale maaltijd, 58, 272; — geschil
tusschen kerkeraad en, 93, 94, 95; — zegel der, 145, 155; —
instructie der gedeputeerden naar de nat. synode van Dordr. , 156
enz.; — wegbleven uit de, 198, 227, 233, 234, 239, 257, 259,
267; — te onderhouden de resolutiön der, 229; — agentder, 239; —
orde van zitting en stemming in de, 264; — herberg voor deleden
der, 272, 288, 297 ; — plaats der, 297, 353, 355 ; — meerderheid van
stemmen in de» 308.
T.
Tooverij, 40, 296, 353.
Tuischen, 55.
V.
Vagabonden, 317.
Vastelavond, 150, 170, 258, 360, 372.
Vasten, 96, 168.
Vast- en bededagen, 25, 55, 87, 168 235, 257, 290, 297, 307, 329.
Vergaderingen {kerkelijke), welke, 21; — wat er verhandeld wordt, 21;
414
wijze van procedeeren in de, 21, 39, 97, 98, 99, 145, 175; —
afvaardiging tot de, 21; — moderamen, 22; — onkosten der, 214.
Verpachtingen, 353, 362, 365, 367.
Voorlezers en Voorzangers, 164, 186, 340, 356, 359, 369.
Vorstianisme, 334.
Vrede, met Spanje, 275.
w.
Waalsche Kerk, 71, 72, 74; — eigen kerkelijke vergaderingen der, 24.
Waarzeggen enz., 56, 88, 236, 323, 353, 360, 372.
Woeker, 40.
z.
Ziekenbezoek, 149.
Ziekentroosters, 152; — onderteekenen de formulieren van eenigheid, 318.
Zingen, 240 ; — van zcdelooze enz. liedjes, 30, 322, 360 ; — van „o Godt,
die onse Vader bist* 1 , 217.
Zivaarddansen, 258.
CORRIGENDA.
Op bl. 92 regel 7 v. b. staat: Rozeboom, lees: Rageboom;
>»
4 v. b.
„ 12 v. o.
, 146
, 159
, 188 „ 9 v. b.
, 266 „ 6 v. b.
, 336 laatste regel
gareelmaecker, moet zijn: Gareelmaecker;
repective, lees: respective;
Buberus, lees: Bücerüs;
Linohen, moet zijn: Linghen.
adprivitur, moet zijn: adscribitur.
In deel I, bl. 464, regel 3 v. b. staat: „ Wüant", moet zijn: Wüzoet.
INHOUD.
Voorbericht pag. v— xx.
Zeeland.
Handelingen der provinciale synode van:
Goes, 14 October e. v. 1579, JJ (BB, CC, DD, EE) ... pag. 1.
Vlissingen, 21 Februari e. v. 1581, AA (BB, CC, DD, EE, JJ) ., 4.
Middelburg, 31 Mei 1586, extract uit oud-synod. arch 12.
Zierikzee, 5 Juli 1588, extract uit class. boek Tholen ... „ 12.
Maartensdijk, 9 Augustus 1588, extract ex eod , 13.
Brief der classis Tholen aan de gravin van Buren, copie
ex eod , 13.
Middelburg, 1 Februari e. v. 1591, JJ* (AA, FF en do ge-
drukte edities) „ 15.
Missive der Staten aan de classes van Zeeland, 13 No-
vember 1591, JJ (BB, CC, DD, EE, FF, KK) . . . „ 32.
Resolutie der Staten over de handelingen der synode van
Middelburg in 1591 en formulier van den eed der predi-
kanten, AA (JJ en de gedrukte edities) , 33.
Middelburg (extraord.), 19, 20 October 1593, L , 35.
Goes, 15—18 April 1597, JJ* (AA) „ 37.
Resolutiën der Staten op de artikelen der synode van Goes
in 1597, L (DD) „ 43.
Tholen, 12—20 November 1602. AA (AA*) „ 50.
Instructie voor de classikale inspectie, AA (AA*) ... ,, 59.
Instructie voor de voltrekking des huwelijks, AA (AA*) , f 60.
Opgave van de geëxamineerden van 1597 tot 1602. AA „ 63.
Rapport en voorstel der classis Walcheren omtrent de
„gelijkstemminge" op de class. vergaderingen, JJ (DD) . „ 64.
Resolutiën der Staten op de handelingen der synode van
Tholen in 1602, LL , 86.
Middelburg (voorbereidende conventus), 15, 17 Juli 1608, AA „ 89.
Veere, 17—27 Mei 1610, AA 91.
Formulier van het gebed op den rustdag, FF 108.
Formulier van den doop der volwassenen, FF (DD) . „ 110.
Goes (coetus extraordinarius), 1 — 10 October 1613, naar de editie
van J. van der Baan (DD, JJ) 112.
„Cort vcrhael" etc. van den magistraat van Goes in de
zaak der Lansbergens, naar do editie van der Baan (JJ) „ 131.
416
Ziotïkzcc, 9 — 13 Octobcr 1518, AA pag. 143.
Instructie voor de afgevaardigden naar Dordrecht, HH . „ 156.
Goes, 14—28 Februari 1620, AA. De apos tillen der Staten, HH
(CC, FF en editie 1755) „ 158.
In solen tien der papen in het inarquisaat van Bergen op
Zoom, HH (BB, CC, FF, JJ en editie 1755) .... „188.
Brief der synode van Ooes in 1597 aan den prins, L . „ 189.
Overijsel.
Handelingen der provinciale synode van:
Kampen, 24 Maart e. v. 1584, MM „ 193.
Zwolle, 18 April e. v. 1585, MM „195.
Kampen (extraord.), 7 Juni 1586, extract uit oud-syn. arch. . „ 199.
Deventer, 20—23 September 1586, MM „ 200.
Lijst der onderteekenaars van de Haagsche kerkorde, NN - „ 206.
Kampen (extraord.), 16—28 Januari 1587, MM „ 207.
Voorstel aan de Staten omtrent de kerkegoederen, MM . „ 208.
Kampen, 6—10 Juni 1587, MM „ 215.
Hasselt, 21 Mei e. v. 1588, MM 221.
Kampen, 14—18 Mei 1593, NN (OO, PP, RR, SS) ... . „ 223.
Deventer, 28 Mei e. v. 1594, NN (MM, OO, PP, RR, SS) . „ 226.
Zwolle, 20—23 October 1595, NN „ 230.
Kampen, 22—25 Juni 1596, NN „ 233.
Hasselt, 19—21 Juli 1597, NN „ 238.
Deventer, 23—25 Mei 1598, NN „ 242.
Steenwijk, 29—31 Juli 1600, NN „ 247.
Zwolle, 9— 12 Juni 1601, NN „ 251.
Deventer, 15, 16 Juni 1602, NN „ 255.
Kampen, 27—30 Juni 1603, NN (QQ) „ 260.
Zwolle, 14, 15 Augustus 1604, NN „ 266.
Kampen, 12 Augustus 1606, NN „ 270.
Kampen, 21 Juli 1607, NN „ 273.
Zwolle, 11, 12 Juli 1609, NN , 276.
Vollenhove, 26 Juni 1610, NN „ 281.
Deventer, 22 Juli 1611, NN „ 284.
Kampen, 14, 15 September 1612, NN „ 289.
Zwolle, 13 Juni e. v. 1615, NN „ 292.
Vollenhove, 29 September— 8 October 1618, NN „ 298.
Deventer, 16—20 Augustus 1619, NN „311.
Acta deputatorum in 1618 en 1619, NN „ 824.
Kampen, 20—23 Juni 1620, NN „ 342.
Acta deputatorum in 1619 en 1620, NN „ 356.
Register van personen „ 377.
„ plaatsnamen „ 394.
,, zaken „ 401.
Corrigenda „ 414.
SER4-&i3&
FFB O 7 2002
3 2044 020 693 396