Skip to main content

Full text of "Acta der provinciale en particuliere synoden: gehouden in de noordelijke Nederlanden gedurende ..."

See other formats


Google 



This is a digital copy of a bix>k ihal was preservcd lor gcncralions on library shelves before il was carefully scanned by Google as part of a project 

to makc the world's books discovcrable online. 

Il has survived long enough for the copyright lo expire and the book to enter the public domain. A public dom ai n book is one that was never subject 

to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books 

are our gateways to the past. representing a wealth of history. culture and knowledge that 's often diflicult to discover. 

Marks. notations and other marginalia present in the original volume wil] appcar in this lile - a reminder of this book's long journey from the 

publisher lo a library and linally to you. 

Usage guidelines 

Google is proud lo partner wilh libraries lo digili/e public domain malerials and make ihem widely accessible. Public domain books belong lo ihc 
public and we are merely iheir cuslodians. Neverlheless. ihis work is expensive. so in order lo keep providing ihis resource, we have laken sleps lo 
prevent abuse by commercial parlics. iiicludiiig plaang lechnical reslriclions on aulomaled uuerying. 
We alsoask that you: 

+ Make non -commercial u.se of the files We designed Google Book Search for use by individuals. and we reuuesl ihat you usc these files for 
personal, non-com merci al purposes. 

+ Refrain from mttoinated querying Do nol send aulomaled uueries of any sorl lo Google's syslem: II' you are conducling research on machine 
translation. oplical characler recognilion or olher areas where access lo a large amounl of lexl is helpful. please conlacl us. We encourage the 
use of public domain malerials for ihese puiposes and may bc able to help. 

+ Maintain attribution The Google "walermark" you see on each lile is essenlial for inlbrming people aboul this project and hclping them lind 
additional malerials ihrough Google Book Search. Please do nol remove it. 

+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring ihal whal you are doing is legal. Do nol assume that just 
bccausc we believe a book is in ihc public domain for users in the Uniied Staics. thai the work is also in ihc public domain for users in other 

counlries. Whelher a book is slill in copyright varies from country lo country, and we can'l offer guidancc on whelher any specilic use of 
any specilic book is allowed. Please do nol assume ihal a book's appearance in Google Book Search mcans il can bc used in any manncr 
anywhere in the world. Copyrighl iiifrmgemenl liabilily can bc quite severe. 

About Google Book Search 

Google 's mission is lo organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers 
discover ihe world's books while liclpmg aulliors ai ui publishers rcacli new audicnecs. You eau search ihrough ihe lïill lexl of ihis book uu ihe web 
at |http : //books . qooqle . com/| 



Google 



l.)il is ecu digilalc kopie van ecu hoek dal al gcucralics lang op hihliolhcckplaiikcii litvlï gcslaan. maarnu zorgvuldig is gescand door Google. Dal 

doen wc omdat wc alk boeken Ier wereld on line beschikbaar willen maken. 

Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het bock nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke 

domein behoort, is een boek dal nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auleursrecrillemiijn is verlopen. Het kan per land 

verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stern uit het verleden. Ze vormen een bron van 

geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. 

Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in hel origineel stonden, worden weergegeven in dil bestand, als herinnering aan de 

lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. 

Richtlijnen voor gebruik 

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken 
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven 
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen Ie voorkomen, zoals hel plaatsen van technische beperkingen op 
automatisch zoeken. 
Verder vragen wc u het volgende: 

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Cioogle ontworpen voor gebruik door 
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. 

+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar hel systeem van Google. Als u onderzoek 
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft lol groic hoeveelhe- 
den tcksi. kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uil hel publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien 
hiermee van dienst zijn. 

+ Laat de eigendomsverklaring staan liet "watermerk'' van Google dal u onder aan elk bestand ziet. dient om mensen informatie over het 

project Ie geven, en ze te helpen extra materiaal Ie vinden met Zoeken naar boeken mei Google. Verwijder dit watermerk niet. 

+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor beril dal alles wal u doel legaal is. U kunt er 
niet van uilgaan dal wanneer een werk beschikbaar lijkt ie zijn voor het publieke domein in de Verenigde Slalen. hel ook publiek domein is 
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust. verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wal u in uw geval 
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dal u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het 
eenmaal in Zoeken naar boeken met Cioogle slaat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. 

Informatie over Zoeken naar boeken met Google 

Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken mei Google helpt lezers boeken uit 

allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek Ie bereiken. U kunt de volledige leksl van dit boek doorzoeken 
Op hel web via |htt. y- : / .■-■.-;-;.-;..■■■■.-.■ . :■■ -;.-;. j_^ . ~ -:.;•[ 



f 



Sf^Stf ©arbarb Btotaitp ê>t&ool 




ANDOVER-HARVARD THEOLOGICAL 
LIBRARY 



CAMBRIDGE, MASsACHUSKTTS 



1 



A. O T A. 



DER 



PROVINCIALE EN PARTICULIERE SYNODEN. 



ACTA 



DER 



D 




lil LU 



E I PART] 





Dffl 



GEHOUDEN 'IN DE NOORDELIJKE NEDERLANDEN 
GEDURENDE DE JAREN 1572-1620, 



VERZAMELD EN UITGEGEVEN DOOR 



D R . J. 




er D R . S. D. VAN VEEN. 



VIJFDE deel; 

ZEELAND 1519-1620. — OTERUSKL 15SHC20. 



TE GRONINGEN BIJ J. B. WOLTERS, 1896. 




VOORBERICHT. 



I. ZEELAND. 

Geen deel dezer uitgave heeft ons meer moeite en zorg veroorzaakt dan 
de eerste helft van dit boek, waarin de acta der Zeeuwsche synoden zijn 
opgenomen. De documenten, welker bestaan wij vermoedden en die wij 
noodig hadden, lagen zeer verspreid: het kostte veel tijd en navraag ze 
op te sporen. Met erkentenis moeten wij daarom al aanstonds melding 
maken van de vriendelijke hulp, die ons geboden werd door belangstel- 
lende personen. Het stemt echter weemoedig, dat wij moeten beginnen 
met een woord ter waardeerende gedachtenis aan wijlen den heer Joost van 
der Baan te Wolfaartsdijk, die den 27 Januari jl. in den hoogen ouderdom 
van ruim 86 jaren overleden is. Hoe menige dienst heeft hy ons nog met 
zijn voorlichting en uit den schat van zijn kennis kunnen bewgzen! Uit 
zyn brieven over dit onderwerp bleek, hoeveel belang hij stelde in de uit- 
gave dezer acta , die hg , zelf verdienstelijk beoefenaar van de kerkelijke 
geschiedenis van Zeeland, niet meer heeft mogen beleven. 

Verder is het een aangename plicht onzen dank te betuigen aan den heer 
J. W. Enschedé van Haarlem , dr. O. J. Vos Az. , predikant te Amsterdam, 
dr. L. A. van Langeraad, thans predikant te Lekkerkerk, die ons bereid- 
willig ten gebruik e hebben toegezonden, wat zich in hun privaat bezit 
bevond. De heer R. Fruin, rijksarchivaris te Middelburg, was ook zoo 
vriendelijk voor ons informaties te laten nemen in andere stedelijke archieven. 
Door deze aanwijzingen begonnen wij op ons terrein een weinig thuis te 
geraken en eenige zekerheid . te krijgen omtrent hetgene , dat wjj hadden op 
te sporen. Verder heeft ons onderzoek tot verzameling van de synodale 
scripta en acta Zeelandiae zich uitgestrekt over de archieven van het rijk, 
het provinciaal kerkbestuur, de Zeeuwsche classes, enkele steden en kerke- 
raden. Welk resultaat dit heeft opgeleverd , zal beneden nader worden be- 
schreven. Uit de classis Zierikzee alleen werd eerst na herhaald aanzoek 
later gemeld , dat zich daar ter stede in de kerkelijke archieven geen syno- 
dalia bevinden, zoodat wij dienaangaande in onzekerheid verkeercn. Het is 
ons verder uit de gevoerde correspondentie als anderszins gebleken , dat niet 



VI 

alleen menige belangrijke verzameling van oude synodale stukken in den 
loop des tij ds onder den hamer is gebracht en daardoor in particuliere 
handen verdwaald , maar ook zelfs aan het onderzoek ontsnapt en misschien 
geheel verdwenen. Dat laatste is bijv. het geval geweest met de ryke biblio- 
theek van mr. C. P. Lenshoek, in leven burgemeester van Wolfaartsdijk , 
die een groot aantal synodale en kerkelijke stukken had aangekocht op een 
auctie te Middelburg, afkomstig van wijlen A. van 's Gravezande, den be- 
kenden predikant aldaar. Doch dat alles is na den dood van mr. Lenshoek 
wederom verkocht op een auctie in den Haag, vele jaren geleden. 

De Zeeuwsche kerk, geheel onder het patronaat van de overheid, heeft 
er, in den beginne althans, geen ernstige moeite voor gedaan om van de 
synodale handelingen een zooveel mogelyk volledige verzameling aan te leggen 
en tegen algeheele vergetelheid te beschermen. Dit punt kwam wel eens ter 
sprake: op de synode te Tholen in 1602 bijv. werd bepaald, dat elke classis 
een synodaal boek moest aanleggen, „vervatende alle synodale acten soo natio- 
nalia als provincialia Zelandiae", p. 57. Doch wij hebben in geen enkele 
der classikale archieven zulk een boek ontdekt. Waarschijnlijk was er zelfs 
in 1618 nog niets gebeurd, want toen moest de synode te Zierikzee nog 
besluiten , dat een actenboek vervaardigd en „met alle de synodale papieren" 
in een daartoe bestemde koffer bewaard zou worden, p. 154. Eerst daarna 
zijn zulke synodale codices aangelegd: die van het provinciaal kerkbestuur, 
den kerkeraad van Vlissingen en het rijksarchief zijn nog in wezen. Blijkens 
aanteekeningen in den kwartyn sub CC bevatte ook ,,het kerkelijke boek 
der consistorie van Middelburg" afschriften der acta van 1591, 1597, 
1602, 1610, 1618, 1620 en 1638. Ook zgn zulke copien te vinden achter 
eenige exemplaren van de te Delft uitgegevene Kerkorden in gen. Doch 
wij meenen te mogen aannemen, dat het geregeld aanleggen van verzame- 
lingen der Zeeuwsche acta vrij laat heeft plaats gehad. Het is alsof er te 
dezen aanzien een zekere onverschilligheid bestond, die verklaard mag 
worden uit de omstandigheid , dat de kerk maar zelden in de gelegenheid 
werd gesteld om synodaliter haar belangen te bespreken. 

Tot de groote massa synodalia, die w\j van lieverlede in handen kregen, 
behoorden gelukkig behalve oude afschriften ook de authentieke acten 
van de belangrijkste in Zeeland gehoudene kerkvergaderingen. Daaraan 
hebben wij nog al het een en ander als bijlage kunnen toevoegen, zoodat 
onze verzameling, al is zij niet geheel volledig, toch een grooteren omvang 
heeft, dan tot dusver verkregen had kunnen worden. 

Met opzicht tot de appendices ad acta, wij hebben na aandachtig onder- 
zoek van de soms vrjj omvangrijke paketten met allerhande synodale papieren 
en correspondentie onze keuze daaruit bepaald volgens dezen regel: 

1 °. dat wij in onze editie alleen zouden opnemen zulke stukken , die van de 



VTT 



synoden officieel waren uitgegaan , waarvan in de acta melding was gemaakt 
cd die eigenlijk daarin moesten zjjn ingelascht. Zooals bijv. de appendix de 
casibus matrimonialibus p. 46, vermeld in de acta der synode van 1597, p. 39 
sub II; de lyst der proponenten tusscben 1597 en 1602, p. 63, behoorende 
tot de door de deputaten der synode ingediende verslagen; bet breede 
rapport van ds. Joost van Laren betreffende de stemgerecbtigheid in de 
vergaderingen der classes, p. 64, volgens bet besluit der synode te Goes, 
p. 52; en dergelijke. 

2°. Dat wij aan onzen tekst ook zouden toevoegen de besluiten (apos- 
tillcn) der Staten van Zeeland op de synodale voorstellen en verordeningen, 
nl. voor zoover zjj aanwezig waren onder den voorraad van kerkelijke 
stukken, die door ons zijn onderzocht. Wij hebben dit ten aanzien van 
Holland en Gelderland, waar van de synoden veel meer kracht uitging, 
waar zij ook geregelder vergaderden, niet gedaan. Maar met Zeeland is 
het een heel ander geval. Hier werd de Haagsche kerkorde van 1586 
vervangen door de Staatsche kerkorde van 1591, die voor de volgende 
tijden van kracht is gebleven. Hier werd de kerk nog meer dan elders 
niet alleen onder toezicht maar zelfs onder het bedwang van 's lands 
overheden gehouden. Zij was in hooge mate onderdanig. De regeering 
stak zich in alle kerkelijke zaken. Niets ontging aan haar aandacht en 
overweging. Van een vasten regel op het houden van synoden y d.i. ver- 
gaderingen van het hoogste kerkbestuur, gekozen uit de classes, geen 
sprake: alleen dan wanneer hun Ed. Mogenden het goed achtten of 
welgezind waren, kon de synode samenkomen. Van afvaardiging en ont- 
vangst van correspondenten naar of uit andere provinciale synoden kon 
niets komen, hoe vaak daarop ook aangedrongen werd , zie p. 51, 56, 105. 
De kerk van Zeeland verkeerde in vele opzichten in een exceptioneel en 
toestand. Later, om zelfs den schijn van gelijkheid en van verband met 
de overige Hervormde kerken in Nederland uit te wisschen, werd van een 
synode niet meer gesproken , maar slechts het houden van een coetus om 
de drie jaren toegestaan. Een gevolg van deze verhouding was, datStaten- 
resoluties op synodale voorstellen en bepalingen een integreerend deel 
waren van de kerkelijke handeling. Die besluiten werden daarom ook bij de 
synoden ingediend en aangenomen als eindbeslissing, bijv. p. 51 en elders. 
De staat regeerde de kerk, die zich daarnaar regelde. Zoo werden ook 
botsingen tusschen staatsgezag en kerkbestuur vermeden. 

Het was de wensch der predikanten in Zeeland, dat „naer d'oude ge- 
brui ck 11 elk jaar of minstens eens om de twee jaren een gewone synode 
mocht worden samengeroepen, p. 39 sub VI. Die uitdrukking „oud gebruik" 
doelt natuurlek niet zoozeer op Zeeland, maar op de in de Gereformeerde 
kerk van de Vereenigde Provinciën vrij algemeen bestaande usantie. Deze 



VIII 

bescheidene wensch werd meermalen herhaald, doch de Zeeuwsche Staten 
hebben dat nooit als regel willen toestaan en behielden den t\jd aan zich, 
p. 44, 56, 98. Of er dus vóór 1579 wel een synode gehouden is, mag 
onzeker worden geacht. De „coetus van predikanten" op Schouwen, die 
in 1573 te Zierikzee op aandrijven van Moded „werd gehouden om den 
welstand der verschillende gemeenten te behartigen" (zie de dissertatie van 
Brutel de la Rivière, Het leven van Herm. Moded p. 93) doet slechts denken 
aan de oprichting van een classis Schouwen. Want het is vrij zeker en 
ligt ook in den aard der zaak, dat de samenvoeging der gemeenten tot 
classes al spoedig heeft plaats gehad, in 1574 of misschien al vroeger, 
zie p. 76, aant. 3. Doch met de synodale inrichting schijnt het minder 
vlot gegaan te zijn. Ook werd speciaal in deze provincie reeds van oudsher 
onderscheid gemaakt tusschen synode en coetus. Men mag in T t algemeen 
aannemen, dat aan een synode hooger beteekenis en rang werd toegekend 
dan aan datgene, wat men coetus noemde, hoewel beide op dezelfde wijze 
en onder dezelfde waarborgen waren bijeengeroepen en samengesteld. De 
synode heette bestemd te zijn voor het beraadslagen over algemeene ker- 
kelijke aangelegenheden, vooral die de kerkelijke wetgeving betroffen, met 
verlof om ook enkele particuliere zaken en quaesties af te doen , als die 
dan juist aanhangig waren. De coetus werd belegd met het meer speciale 
doel ter behandeling van bepaalde kerkelijke quaesties in hooger ressort 
Doch uit den aard der zaak is dit verschil op de vergaderingen zelf niet 
in alle opzichten volgehouden. Wij hebben in onze uitgave derhalve de 
acta van beide opgenomen naar tijdsorde. Ook de extraordinaire, maar 
kerkelijk opgeroepene samenkomst te Middelburg in Juli 1608 kan voor 
een coetus doorgaan. In allen gevalle wordt het onderscheid volkomen 
onbepaald, wanneer de afgevaardigden uit alle Zeeuwsche classes samen- 
komen tot een extraordinaire synode. Zij draagt dan dien naam, doch 
heeft meer het kenmerk van coetus. De tijd, waarin aan deze kerk 
volgens de bedoeling der overheid geheel haar synodaal karakter ontnomen 
werd en slechts de coetus overbleef, ligt buiten ons bestek. 

Het is daarom noodzakelijk hier een overzicht te geven van de verga- 
deringen der Zeeuwsche kerk. De acten van de synode te Goes in 1579 
en te Vlissingen in 1581 openen in onze editie de rij. 

Men verwachtte op de provinciale synode te Haarlem in Maart 1582 
afgevaardigden uit Zeeland, zie onze Acta I, 93, maar de Zeeuwsche kerk 
heeft toen vry zeker geen verlof kunnen bekomen tot het houden van een 
synode ter benoeming van leden. 

Als er in de week na Pinksteren 1582 te Zierikzee een synode gehouden 
is, p. 9 sub 9, dan zijn de acta daarvan spoorloos verdwenen. 

De handelingen der synode te Middelburg 28 Mei 1586 zijn niet bewaard 



IX 

gebleven en van haar samenzgn getuigen alleen de in het oucl-synodaal 
archief bewaarde volmacht voor de afgevaardigden naar de nationale synode 
in den Haag en het boek der oude classis Tholen : de predikanten Joannes 
Martini en Ephraim Dierkienes werden uit deze classis naar Middelburg 
gezonden en lazen vervolgens een verslag van het verhandelde voor in de 
vergadering der classis van 7 Juni. 

In 1588 zijn er drie synoden gehouden of juister, de synode heeft 
achtereenvolgens drie zittingen gehouden, telkens op een andere plaats, 
ter behandeling van het lastige geschil met ds. Oisbertus Sammels van 
Scherpenisse. Ze zjjn ter onzer kennis gekomen uit de nauwkeurige aan- 
tekeningen en copie van dr. van Langeraad, die alle drie vermeld vond 
in het classikale boek van Tholen. Daaruit blijkt, dat uit deze classis tot 
leden der synode benoemd waren Gerardus Plateel en Jacobus Baseliusjr.: 
ds. Plateel werd echter ongesteld en daarom werd later ds. Henricus 
Heiningius in zfjn plaats gevolmachtigd. Voorts dat de ter synode afge- 
gevaardigden eerst vergaderden te Middelburg op Donderdag 9 Juni. Van 
die acta is geen extract in de classikale notulen opgenomen, maar wordt 
alleen gerapporteerd, dat de gedaagde toen niet verscheen on dat de zitting 
daarom tot over een maand verdaagd moest worden, terwjjl aan ds. Hei- 
ningius opgedragen werd een brief aan de gravin van Buren te schrijven 
met de bede , dat zij Sammels zou gelasten om voor de synode te verschij- 
nen. Die brief is verzonden den 21 Juni. Voor de tweede maal kwam de 
synode bijeen te Zierikzee in Juli en daarna te Maartensdijk in Augustus. 
Van deze twee samenkomsten hebben wjj in onzen tekst opgenomen afschrif- 
ten uit haar acta, die in de vergaderingen des classis Tholen werden gelezen , 
behandeld en genotuleerd: de brief van schuldbekentenis der classis aan de 
gravin p. 13 kan als appendix tot die handelingen worden beschouwd. 

De synode te Middelburg in 1591 was de eerste, waarbjj de regeering 
zich door haar afgevaardigden liet vertegenwoordigen. Dit heeft toen ver- 
volgens geregeld plaats gehad, ook zelfs in de buitengewone synode van 
1593 en den coetus van 1613. 

Op de extraordinaire synode te Middelburg in 1593 volgde de provinciale 
synode te Goes in 1597, zooals blijkt uit de in actis voorkomende ver- 
melding van de beide voornoemde, p. 38 sub I en p. 39 sub VI. Daarop 
die te Tholen in 1602, zie p. 43 en 51. 

De vergadering te Middelburg in 1608 is eigenlijk geen synode, maar 
een samenkomst ter voorbereiding van een particuliere synode. Wij waren 
van oordeel, dat de acta daarvan in onze uitgave moesten worden opge- 
nomen , omdat alle vier classes opgeroepen werden om afgevaardigden te 
benoemen en te zenden. Daardoor kreeg deze vergadering het kerkelijk 
karakter van een synode, die zich echter om botsing met 'slands ordon- 



nantie te ontgaan den naam gaf van convent Zulke voorbereidende kerk- 
vergaderingen schenen wel meer gehouden te zijn, p. 90. 

Het resultaat van deze te Middelburg begonnene overleggingen is ge- 
weest, dat eindelijk weer verlof gekregen werd tot het beleggen van de 
synode te Veere in 1610. Daar werd besloten om in het volgende jaar 
den 16 Mei en voorts jaarlijks geregeld deze vergadering te houden , p. 98. 

De eerstvolgende provinciale synode zou te Zierikzee vergaderen , p. 105, 
doch daar is niet van gekomen. 

Wel werd in 1613 een coetus extraordinarius toegestaan over het geschil 
met de beide Lansbergens, doch eerst in 1618 mocht de Zeeuwsche kerk 
naar Zierikzee en in 1620 naar Goes ter synode opgaan. 

In deze reeks zijn dus belangrijke tijdruimten zonder synode, waaruit 
het duidelijk wordt, hoe moeielijk van de Zeeuwsche Staten het begeerde 
verlof verkregen kon worden. Daar alleen ligt de reden van deze onregel- 
matigheid. Maar het is nagenoeg zeker, dat wij bijna alle, zoo niet alle 
Zeeuwsche synoden kennen, en verder dat het verhandelde in de meest ge- 
wichtige van die kerkvergaderingen bewaard gebleven is. Die waarvan de 
acten verloren zijn geraakt of slechts ten deele bekend, zooals de synoden 
van 1586 en 1588, zijn voor de kerkgeschiedenis van Zeeland toch ook van 
minder beteekenis: daar werden slechts speciale punten behandeld. Indien 
wij niet om overwegende redenen, waarvan wij niet willen afwijken, ons 
bepaald hadden tot het jaar 1620, zouden wij hier gelegenheid hebben om 
een uitzondering te maken en ook de editie te bezorgen van de acta dor 
laatste Zeeuwsche synode te Tholen in 1638. Doch ook aan deze waren boven- 
dien reeds een aantal vergaderingen van den coetus Zeelandiae voorafgegaan. 

Na deze noodzakelijke mededeelingen kunnen w|j thans overgaan tot 
beschrijving van de bouwstoffen, die bg het bezorgen van onze editie zijn 
gebruikt. Wij beginnen met hetgeen reeds in druk verschenen is. 

Vooreerst een uitgave van allerlei kerkorden en synodale acten in klein 
4° onder den titel: „De kereken-ordeninghen der Ghereformeerder Neder- 
lantscher kerken in de vier nationale synoden gemaeckt ende 'ghcarresteert, 
mitsgaders eenige anderen in den provincialen synoden van Hollant ende 
Zeelandt geconcipieert" enz. Wij hebben daarvan gebruikt de vierde editie 
„tot Delf gedruckt by Andries Cloeting, boeck-vercooper by de Havcrbrugghe 
int Gelinieerde Schrijf boeck. Anno 1640." En de vijfde editie „tot Delf 
gedruckt by Andries Cloeting, boeck-verkooper aen 't Marckt- veld t int Ver- 
gulden A. B. C. Anno 1648." Zij bevatten beide na een wijdloopige , onge- 
pagineerde „Voor-reden" op 128 bladzijden een uitgave van de synode te 
Einden 1571, Dordrecht 1574, Dordrecht 1578, Middelburg 1581, den 
Haag 1586, Middelburg 1591, kerkorde van Utrecht 1590. Bij de editie 
van 1648 is tusschen de voorrede en de synode te Emden nog met afzon- 



XT 

derlijke pagineering ingevoegd een uitgave van de particularia der nationale 
synode te Middelburg in 1581 , 22 bl. En achteraan is gevoegd de „Ordon- 
nantie van zijne princelijcke Excellentie op 't stuck van de policie binnen 
Zeelandt", te Middelburg bij Ricbardt Schilders 1583. Wjj moesten deze 
verzameling raadplegen om de daarin p. 101 — 120 voorkomende uitgave 
der acta van de provinciale synode te Middelburg in 1591. Over de ge- 
schrevene copien van synodale handelingen, die in denzelfden band op het 
drukwerk volgen, zie beneden sub BB, CC en KK. 

In de tweede plaats een boekje in klein 4° en papieren omslag, getiteld: 
„Acta synodalia of gearresteerde kerken-ordeningen van Zeelandt van de 
jaren 1591, 1620 en 1638", volgens besluit der Staten uitgegeven „te 
Middelburg bij Leenderd en Johan Bakker, ordinaris drukkers van de Ed. 
Mog. heeren Staten van Zeelandt, 1735," 127 pag. druks. Wij ontvingen 
dit boek uit het archief van de classis Goes. Deze druk getuigt van meer 
zorg en nauwkeurigheid dan de Delftsche editie. 

Ten derden het Kerkhistorisch Archief van Kist en Moll het vierde deel, 
p. 343 — 381. Daarin gaf de heer J. van der Baan van Wolfaartsdijk den 
tekst der acta van den extraordinairen coetus van 1613 met een korte 
inleiding en eenige aanteekeningen. Hij verkeerde in de meening, dat het 
door hem gebruikte handschrift het authentieke stuk zou zijn , gesteld door 
den scriba Joost van Laren. Doch het was meer waarschijnlijk een copie, 
zooals bljjken kan uit de wijze, waarop van de onderteekening door den 
scriba gewag wordt gemaakt, zie p. 131 en 142, (Arch. p. 363 en 381). 
Echter is het document, dat hg in de boekerij van mr. Lenshoek opspoorde, 
van zeer ouden datum en bovendien veel nauwkeuriger dan de beide andere 
afschriften, die wij onder oogen kregen. Wij hebben daarom zijn editie tot 
tekst genomen en in de vernieuwde uitgave slechts die veranderingen aange- 
bracht, welke in verband staan met onze regels van spelling en interpunctie. 

Vele en van zeer verschillende soort en waarde zijn de geschrevene stuk- 
ken en codices, waarover wij mochten beschikken. Wij kunnen beginnen 
met de meest belangrijke verzameling. 

AA (en AA*). Hiermede wordt aangeduid een aantal afzonderlijke syno- 
dale acten, toebehoorende aan het archief van het provinciaal kerkbestuur 
van Zeeland. Wy hebben daarvan voor ons doel gebruikt: 

1. De acta der particuliere en der extraordinaire synoden van 1581 en 
1593. Dit is een oude copie, niet later dan het begin der zeventiende 
eeuw, op twee folio vellen, waarvan zes en een halve bladzijde door de- 
zelfde hand beschreven. Aan den buitenkant staat het opschrift: „Twee 
synoden van Zeelant, d'een gehouden tot Vlissingen anno 1581, de andere 
tot Middelburch 1593." Iets lager staat „no. 2". Misschien heeft no. 1 
gestaan op een copie der synode van 1579, doch dit stuk hebben wij in 



xn 

de ons toegezondene verzameling niet gevonden. Hieraan ontleenden wij 
den tekst voor de synode van 1581. 

2. De acta van 1591. Dit afschrift op tien vel folio, waarvan '36 blad- 
zijden met een nette hand beschreven, was blijkens de authentieke collatie 
door den griffier Roë'ls voor 's lands Staten bestemd. Het stuk draagt tot 
opschrift: „Acta van den synodus van Zeelandt gehouden binnen Middel- 
burgh anno XV C XCI tich ." Wij konden daarvan gebruik maken voor een 
aanvulling en voor den tekst van twee bijgevoegde stukken. 

3. De acta van 1597 op drie vel folio, waarvan acht bladzijden beschre- 
ven, met het opschrift: „Acta synodi Goesanae XV C XCVII tic V De han- 
delingen zijn eigenhandig onderteekend door praeses, assessor en scriba. 
Wij gebruikten dit authentieke stuk ter vergelijking met de acte sub JJ*, 
doch beide vertoonen dezelfde blijken van echtheid. 

4. Dezelfde acta in oud afschrift op twee vel folio , waarvan zeven blad- 
zijden beschreven. Opschrift: „Sijnodus van der Goes anno 1597." 

5. De authentieke acta van 1602 op vier vel folio, waarvan veertien 
bladzijden beschreven met twee verschillende handen. Opschrift: „Acta 
synodi ter Tholen gehouden in Novembri 1602." 

6. Een door den scriba dezer synode gewaarmerkt afschrift van dezelfde 
acta, drie vel folio, twaalf bladzijden beschreven. Opschrift: „Sijnodus van 
Tholen anno 1602, met de gravamina der 4 classen van Zeelant, dewelcke 
aldaer verhandelt ende gebracht syn." Iets lager: „no. 4". Nog lager: 
„Acta synodi Tholen a 12 ad 21 Novemb. 1602." Wij hebbon deze copie 
aangeduid met AA*. 

7. Een lijst van geëxamineerde candidaten, een vel folio, twee bladen 
beschreven. Dit stuk lag in de acte sub 5 en draagt een opschrift met de 
hand van Faukelius, zie p. 63 noot 1. 

8. De authentieke handelingen van de vergadering op 15 Juli 1608, een 
vel folio, twee beschreven bladzijden, onderteekend door praeses en scriba. 
Opschrift: „15 Julij 1608 no. 7. Missiven ende memorien van anderen 
classibus et sijnodis ons toegesonden annopende synodum provincialen! 
Zeland." Deze acte bevond zich dan ook in een pakje classikale missives 
over dat onderwerp. 

9. De authentieke acta van 1610, vijf vel folio, zestien bladzijden be- 
schreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba. Opschrift: „Acta 
des synodi Verianae, gehouden in Meye an. 1610." 

10. De authentieke acta van 1618, vier vel folio, bijna veertien bladz. 
beschreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba. Opschrift: 
„Acta des provincialen sijnodi van Zeelandt, gehouden tot Ziriczee den 9 en 
Octobris 1618 voor het houden des nationalen sijnodi tot Dordrecht." 

11. De authentieke acta van 1620, vierentwintig vel folio, 91 bladz. 



XTTT 



wijd uiteen beschreven, onderteekend door praeses, assessor en scriba. 
Opschrift: „Authentica Sjjnodes Goes anni 1620. M 

Zoo vonden wij dus in deze verzameling het meerendeel der authentieke 
documenten, die wij in druk wenschten te geven. 

BB. Een klein 4° boek in hoornen band, beginnende met de bovenver- 
melde Delftsche editie der Kerckenordeninghen 1640. Het is verder tot 
aan de laatste bladzijde volgeschreven met allerlei Zeeuwsche synodalia: 
nationale en provinciale synoden, acta coetualia en handelingen van depu- 
taten, en eindigt met afschriften van stukken in de zaak van Gosuinus van 
Bnytendyck in het begin van den jare 1712. Het geheel is met dezelfde 
hand geschreven uit het begin van de achttiende eeuw. Vooraan be- 
vindt zich een vrij nauwkeurig inhoudsregister met het opschrift: „Lijs te 
der geschreve kerkelike handelingen in dit boek vervat, gemaakt 1733." 
Het is een zeer omvangrijke verzameling en ook vrij nauwkeurig, zooals 
ons bij tekstvergelijking is gebleken. Wij vonden hierin copien van de acta 
van 1579, 1581, 1593, 1597, 1602, 1610, 1613, 1618, 1620 met zeer vele 
bijlagen. Het boek is het eigendom van den heer J. W. Enschede te Haarlem. 

CC. Een dergelijk boek in 4°, met leeren rug gebonden en ook begin- 
nende met dezelfde editie der kerkordeningen , doch doorschoten met 
witte bladen , waarop enkele aanteekeningen en de particularia der nationale 
synode van 1578. Daarop volgen copien der acta van 1579, 1581, 1593, 
1597, 1602, 1610, 1618, 1620 enz. alles overgeschreven met één hand, 
einde 18e eeuw, uit het consistorieboek van Middelburg. Dit werk is het 
eigendom van dr. G. J. Vos Az. te Amsterdam en heeft ons bij tekstver- 
gelijking eenigen dienst gedaan. 

DD. Een 4° schrijfboek in kartonband, toebehoorende aan de provin- 
ciale bibliotheek te Middelburg, geschreven met een hand, niet ouder dan 
einde 18e eeuw. De titel luidt: „Verzameling van alle de synodale ver- 
gaderingen zoo nationale als provinciale, gehouden zoo buiten als binnen 
do provincie van Zeeland , en andere stukken daartoe behoorende , begin- 
nende met den jare 1571 en eindigende met den jare 1656." Daarop 
volgt een inhoudsopgave en verder copie der acta synod. Zeelandiae 1579, 
1581, 1591 (alleen de bijlagen), 1593, 1597 met appendix, supplement 
van de synode van Goes 1610, particularia der nationale synode van 
Dordrecht 1578, enz. 

EE. Een klein 4° boek in hoornen band , toebehoorende aan het stedelijk 
archief van Veere. Voor meer dan drievierde bevat het niets dan stedelijke 
verordeningen en statuten. Doch aan den anderen kant zijn met een hand, 
tweede helft der 17o eeuw, eenige synodalia gecopieerd: de particularia 
van de nationale synode van 1578, de acta der provinciale Zeeuwsche 
synoden van 1579, 1581, de missive der Staten aan de classes 13 Nov. 



XIV 

1591, de acta van 1597 en de acta van 1602 met een gedeelte van de 
„formc van inspectie." 

FF. Een folióboek in hoornen omslag, toebehoo rende aan het rijksarchief 
te Middelburg. Uit het opschrift: „Acta synodalia Zeelandiae ab an°. 1591 tot 
an°. 1621 et de consistorio Middelburgensi," zou men kunnen afleiden, 
dat dit het consistorieboek van Middelburg was, waaruit de acta in CC af- 
geschreven zijn. Doch dit is niet het geval: de bladzijden, waarnaar CC 
verwijst, wijken geheel af van de pagineering in dit h.s. Het begint met 
eenigo reglementen van orde voor den kerkeraad van Middelburg, wijk- 
afdeeling, de uitspraak over een echtscheiding en een request aan den 
raad tegen de Lutherschen. Daarop volgen: de missive der Staten aan de 
classes 13 Nov. 1591, de acta der synode van 1591 met de bijlagen, van 
1593, 1597, 1602, 1610 met bijlagen, waaronder ook het gebedsformulier 
alleen in dit h.s. voorkomende, van 1618, een correspondentie met de 
Londcnsche gemeente in den jare 1589, Dordtsche kerkorde van 1619, 
synode te Goes 1620 met de resolutien der Staten daarop en de Insolentien 
der papen. 

GG. Een folióboek in hoornen omslag, toebehoorende aan den kerkeraad 
van Vlissingen, gemerkt met den rugtitel: „IX Sijnodale acte 1." Het 
bevat de handelingen der synoden van 1597, 1602, 1610, 1618, 1620 en 
de kerkorde der nat. synode van Dordrecht, allen geschreven met een en 
dezelfde hand, midden 17e eeuw. Daarachter zijn nog ingevoegd de 
acta der synode van 1638, door een ander gecopieerd. 

HH. Een folióboek in hoornen band uit het archief van het provinciaal 
kerkbestuur, met den rugtitel: „Acten van de provinciaale synoden A." 
Het is doorloopend met dezelfde hand geschreven, helft 17e eeuw, en bevat 
de acta der synoden van 1597, 1602, 1610, 1618, de postacta der 
Dordtsche synode, en 1620 met de Insolentien der papen. Den tekst van 
dié* bijlage en van de resolutien der Staten op de handelingen derzelfde 
synode hebben wij naar dit handschrift uitgegeven. Ook vonden wjj in dezen 
codex achter de acta der synode van 1618 met een andere hand bijge- 
schreven de instructie voor de afgevaardigden van do Zeeuwsche kerk ter 
nationale synode van Dordrecht, waardoor wij in staat waren deze belang- 
rijke bijlage in 't licht te geven, die bij onze overige synodalia ontbreekt. 
Van denzelfden schrijver bevat dit handschrift ook nog een copie der uit- 
schrijving van den vast- en bededag tijdens de Dordtsche synode, alsmede 
achteraan op de laatste bladzijden de acta der synode van 1638. 

J J (en JJ*). Hiermede duiden wij aan , wat ons door dr. van Langeraad 
uit zijn bibliotheek is toegezonden. Behalve zijn aan teek e nin gen uit het 
classikalo boek van Tholen, waaraan wij de extracten uit de acta der 
synoden van 1588 konden ontleenen, bevond zich daarbij een net quarto 



XV 

handschrift in zwartlederen band, vermoedelijk een copic uit de tweede helft 
der 17e eeuw. Het bevat de particularia der nationale synode van Dord- 
recht 1578, acta der synode te Goes 1579, Vlissingen 1581, missive der 
Staten aan de vier classes a°. 1591, acta van 1597 met apostillen der 
Staten, 1602, het rapport en voorstel over de stemmingen in de classes, 
1610, 1613 (coetus extraord.), 1618, 1620, 1623, 1638. 

Van 't meeste belang waren voor ons in deze bezending twee afzonder- 
lijke stukken , die blijkens de volgletter behoord hebben tot een verzameling 
synodale handelingen van ouden datum. Beide zijn geschreven op folio- 
bladen, die zeer door vochtigheid geleden hebben en ook sporen van veel- 
vuldig gebruik vertoonen, maar toch duidelijk genoeg te lezen. Schrift 
en voorkomen laten geen twijfel over, of dit zijn authentieke acta, zoodat 
wij ze als JJ* tot tekst voor onze editie hebben genomen. 

Het eerste bevat de acta der belangrijke synode van 1591 op achttien 
bladzijden. Ter zijde van het opschrift aan het hoofd van de eerste blad- 
zijde heeft een andere hand het stuk gemerkt met No. B. Het slot met 
de onderteekening ontbreekt, zie p. 32 noot 2. 

Het andere bevat de acta van de synode in 1597 op acht bladzijden, 
door dezelfde hand als in het voornoemde gemerkt met No. C. Deze acta is 
compleet met de eigenhandige onderteekening van praeses, assessor en scriba. 

KK. Een boek in 4° in bruin lederen band met den rugtitel: De 
kerekenordeningen etc., toebehoorende aan het oud-archief der synode, 
Catal. Janssen p. 121 sub XV, 103. De eerste helft van het boek bevat 
de Delftsche uitgave der kerkordeningen etc. vijfde editie 1648, boven 
reeds beschreven, geheel met papier doorschoten, waarop hier en daar nog 
het een en ander is bijgeschreven. Het verdere gedeelte bevat een fraaie 
copie van de postacta van Dordrecht on van een aantal Zeeuwsche synoden, 
zie Janssen, t a. p., geschreven met een hand uit de tweede helft der 
17e eeuw. 

LL. Een pakket met vele synodale stukken, toebehoorende aan het 
archief der classis Goes, ten deele in een grauw papieren omslag met het 
opschrift: „Acten van synodale en andere kerkelijke vergaderingen." 
Behalve een keurig net en zeer nauwkeurig oud afschrift der artikelen van 
de Weselsche vergadering in 1568 en copien der Zeeuwsche synode van 
1597 en 1610 vonden wjj in deze bezending drie stukken, die wij tot tekst 
van uitgave konden nemen. 

1. De authentieke acten der synode van 1593, onderteekend door praeses 
en scriba, op een vel folio, waarvan twee zijden beschreven. Op de pliek 
is aangeteekend met een andere, doch vrij zeker gelijktijdige hand: „Acta 
Handelinghe van de extraordinaire synodale bijeencomste , ghehouden binnen 
Middelburch anno 1593." 



XVT 

2. Een gewaarmerkt afschrift van de resolutien der Staten op de 
synodale handelingen van 1597 op een vel folio, waarvan twee en een 
half blad beschreven. Op de pliek staat met een andere hand, vermoe- 
delijk gelijktijdig: „Poincten volgende het besluyt des synodi ter Goes 
1597 te versoecken aen de E. h. van den Rade met de apostillen daerop." 

3. De origineele brief aan prins Maurits over het tractement van den 
predikant van Steenbergen. Buitenop staat met dezelfde hand, die ook 
de aanteekening op de beide vorige nos. schreef: „Brief des synodi van 
Zeelandt van dato den 19 April 1597 aan syn Excellentie, recommanderende 
den kerckendienst binnen Steenberghe." Zie over dit stuk p. 189, noot 2. 

II. OVERIJSEL. 

Het onderzoek naar de synodale acten van deze provincie heeft weinig 
bezwaren opgeleverd. Al spoedig hadden wij een overzicht van den voor- 
raad codices , waarmede wij kennis moesten maken : zij bevonden zich in de 
archieven der drie classes Zwolle, Kampen, Deventer en in het stedelijk 
archief te Kampen. Het oud- synodaal archief in den Haag bezit slechts 
één losse acte. Doch nergens elders hebben wij tot dusver eenig spoor van 
zulke scrip ta kunnen ontdekken. In zeker opzicht is dit resultaat teleur- 
stellend, omdat nu in onze editie de handelingen van een reeks synoden 
gemist worden en juist van den vroegsten datum. 

Er heeft van den beginne af een synodaal boek van Overijsel bestaan. 
Doch het oudste is „door die ruine van Deventer verloren" geraakt, zie 
p. 229. Dit kan nergens op doelen dan op de belegering door prins 
Maurits, ten gevolge waarvan de stad zich 10 Juni 1590 bij verdrag over- 
gaf. Niet alleen is Deventer gedurende dat korte beleg hevig beschoten, 
maar in dien tijd en reeds te voren bedreven de soldaten van het garnizoen 
vrg wat geweldenarij met vernielen, plunderen en verbranden. Door de 
synode van 1594 werd daarom besloten op nieuw een boek aan te leggen 
om daarin de handelingen der nationale en provinciale synoden op te schrij- 
ven. Aan dezen goeden maatregel, die dadelijk uitgevoerd werd, is het te 
danken, dat de geheele reeks der acta van 1593 af bjjna onafgebroken is 
bewaard. Hot verlies van die oudste verzameling zou nog grooter geweest 
zijn , indien er niet in het archief der classis Zwolle een volumen behouden 
was gebleven , dat met het afschrift der acta van zes synoden uit dien 
eersten tijd begint. Hieruit blijkt, dat er toen behalve het te Deventer 
vernietigde boek, in de classis Zwolle althans, nog verzamelingen aanwezig 
waren, vermoedelijk in afzonderlijke stukken. 

Reeds in 1579 waren in Overijsel de drie classes Zwolle, Kampen en 
Deventer opgericht, doch zij vormden toen nog geen provinciale synode, 



xvn 



want in November van dat jaar wendden zij zich tot de Gelderschc synode 
met de aanbieding om met hen „synodus zu halltcn ," zie deel IV, p. 4. En 
dienaars uit „het landt van Overissel" verschenen ook werkelijk op de 
synode te Zutfen in Januari 1580. Door deze vergadering en de volgende 
te Harderwijk werden zaken uit Zwolle en Kampen behandeld , alsof Over- 
jjsel met Gelderland één synode uitmaakte, ib. p. 8, 10, 15, 16. Toch 
is dit vermoedelijk niets anders geweest dan een begin van het onder- 
houden van synodale correspondentie. Immers te Zutfen benoemde de 
synode twee predikanten om de synode van Overijsel bij te wonen, die 
in de volgende maand te Deventer belegd zou worden. Van deze corres- 
pondentie wordt in de acta der synode van 1594 als van een oude, 
daarna in onbruik geraakte usantie gesproken , zoodat toen het voorstel werd 
gedaan om haar weer te hervatten. In het volgende jaar werden twee 
correspondenten naar Gelderland afgevaardigd en eveneens vandaar naar 
Overjjsel ter synode van Kampen. 

In deze provincie zijn de synoden vry regelmatig gehouden. Aanvan- 
kelijk zelfs meer dan eens in het jaar, want van 1580 tot April 1583 
kunnen minstens zes worden geteld. De eerste synode van Overijsel was 
den 2 Februari 1580 te Deventer samengeroepen. Men kan nagaan, dat 
er in de volgende jaren twee te Kampen , twee te Zwolle fti minstens nog 
een te Deventer gehouden zijn. De tweede Zwolsche synode heeft plaats 
gehad in 1582, zie p. 197, en in 't begin van 1583 vergaderden zij te 
Deventer, zie p. 193. De handelingen van al deze oudste synoden zijn 
tot nog toe niet teruggevonden. 

Ook hebben wij geen spoor van acta in de jaren tusschen 1589 en 1592 
kunnen ontdekken. Het is nagenoeg zeker, dat ze niet gestaan hebben in 
het oudste synodale boek, want Deventer, waar het zich bevond, was 
reeds in 1587 weer Spaansch geworden. De vraag kan echter oprijzen, 
of er in die vier jaren synoden belegd zijn. Daarover verkeeren wij in onze- 
kerheid bjj gebrek aan bewijzen , doch de mogelijkheid is niet buitengesloten. 

De jaren 1599, 1605, 1608, 1613, 1614, 1616 en 1617 gingen voor 
de kerk van Overjjsel zonder synode voorbij. Wat die laatste jaren betreft, 
is de reden te zoeken in de twisten met de Remonstranten. 

Als bijlage hebben wij aan de acta alleen toegevoegd , wat ook in de twee 
synodale codices MM en NN, die den tekst van onze uitgave hebben ge- 
leverd, was opgenomen: de lijst der onderteekenaars van de Haagscho 
kerkorde, zie daarover sub NN; de voorstellen der synode van 1587 om- 
trent de bestemming der kerkelijke goederen; de acta der synodale depu- 
taten, waarvan de opname in het synodaal boek besloten is op de synode 
te Deventer in 1619, art. 4, zie p. 313; de resolutien der Staten op de 
handelingen der synode van 1620. 



XVITl 

Met do bereidwilligheid, die wij tot dusver steeds hebben ondervonden, 
zijn ons voor de uitgave van dit deel der provinciale acta synodalia de 
navolgende codices ter inzage en ten gebruike toegezonden : 

MM. Een folioboek in hoornen omslag, behoorende tot het archief 
der classis Zwolle. Buitenop staat met een latere hand het opschrift: 
„1578 — 1642. Dit boek behoort te Zwolle." Op het eerste schutblad is 
met een oude hand geschreven: „Synodael-Boeck toebehorende het E. 
classis van Swolle." Het bock is los in den band, doch overigens vrij 
goed bewaard. Het begint niet de kerkorde der nationale synode van 
Dordrecht 1578 en die van Middelburg 1581. Daarna volgen de actender 
Overijselsche synoden, eerst van de zes, die gehouden zijn van 1584 tot 
1588, waarbij ook het voorstel der synodale deputaten aan Ridderschapen 
Steden omtrent de kerkelijke goederen. Na veertien onbeschrevene bladen, 
die zeker opengelaten zijn ter latere aanvulling van nu ontbrekende acten, 
begint de reeks weer met de synode te Kampen in den jare 1593. Doch 
daarvan is slechts één bladzijde beschreven tot aan de woorden: „door de 
dienacrs" in art. 4. De rest ontbreekt: daarvoor zijn drie zijden openge- 
houden. In de dan volgende reeks van 1594 af ontbreken de acta van 
1598, 1601, waarvoor zeven bladzijden, en 1615, waarvoor negen bladzijden 
opengelaten werden. Na 1600 zijn de acta in dit boek van jaar tot jaar 
bijgeschreven, zooals uit de verschillende handen blijkt: al het voorgaande 
is een copie , waaraan slechts twee personen geschreven hebben. Deze codex 
is zeer zeker van groot belang als unicum voor de zes synoden van 1584 
en vervolgens. Wij hadden nu echter voor onze uitgave ook geen andere 
keuze dan de tekst, zooals de eene afschrijver dien gegeven heeft, waarin 
eenige corrupte plaatsen en tastbare onnauwkeurigheden, die wij niet met 
betere teksten konden vergelijken. 

NN. Dit handschrift bevat de hoofdzaak van al hetgeen wij in 't licht 
wenschten te geven. Want deze foliant is een officieel document van de 
Hervormde kerk van Overijsel. De oorspronkelijke band is vervangen door 
een kartonnen met perkamenten rug, die den titel draagt: „Synodael boek 
van Overyssel", toebehoorende aan het stedelijk archief van Kampen 
no. 2840. Het eerste schutblad is gevuld met een gekleurde teekening 
(cartouche) in renaissancestijl als omlijsting van een ovale ruimte voor het 
inschrift: „Sjjnodael boeck der kereken van tlandt van Overissell". De 
keerzijde vertoont het wapen van Kampen in kleuren. Dit is alzoo een 
authentiek actenboek, dat aangelegd werd na het verlies van het eerste, 
want slechts de acten der synoden van 1593 en 1594, toen het besluit 
om dit boek aan te leggen genomen werd, zijn copie. Reeds met 1595 
beginnen de synodale handelingen (eindigende met die van 1645), zooals zij 
na afloop van de zitting werden geredigeerd , vastgesteld en nomine synodi 



XIX 

eigenhandig door het moderauien onderteekend. Wij hadden geen lang beraad 
noodig om tot het inzicht te komen, dat het opgeven van varianten overbodige 
arbeid zou zijn , dat wij ons konden bepalen tot het uitgeven van den inhoud 
van dezen in goeden staat bewaarden codex. Vergelijking kwam alleen 
te pas ten opzichte der twee acta, die ook hierin copie zijn, en der ivcta 
van 1603 , omdat daarvan nog een origineel bewaard gebleven is in cod. 
QQ, zie beneden. Bovendien gaven wij op een enkele plaats in een noot 
een verbetering of aanvulling uit andere codices, waar dit ons bepaald 
noodig voorkwam. 

Dit synodaal boek begint met een afschrift dor acta- en kerkorde van de 
nationale synode van 1586. Het daarop volgende blad draagt zonder 
opschrift of verdere aanduiding in twee kolommen de eigenhandige naam- 
tekening van 38 Overijselsche predikanten. Dit is natuurlijk geschied 
zonder opgave van jaar en datum en daarom hebben wij deze lijst als 
bijlage laten volgen achter de synode van 1586. Uit de volgorde van de 
onderteekeningen kan echter worden opgemaakt, dat daarmede een begin is 
gemaakt in 1595 in het nieuw aangelegde synodale boek. Want tot de 
dertien eerste onderteekenaars behooren de twaalf predikant-leden der synode 
van dat jaar. De eerste onderteekenaar ds. Schurckman was toen geen lid 
der synode, doch dit geeft geen bezwaar. Te meer omdat van de vijf 
volgende namen weer vier op de lijst van de leden der synode van 1596 
voorkomen, en men verder vrij geregeld kan nagaan, dat elk volgend jaar 
de nog ontbrekenden hun handteekening plaatsten. 

00. Een folio, eveneens in kartonnen band met perkamenten rug, waarop 
de titel: „Acta synodi Transisulan. 1593 — 1634", ook toebehoorende aan 
het stedelijk archief van Kampen. Deze codex begint eveneens met de acta 
en kerkorde van den Haag 1586, waarop na eenige onbeschrevene bladzijden 
in afschrift de volledige reeks der provinciale synoden volgt van 1593 af. 
Het eerste gedeelte tot de synode van 1611 is met één hand geschreven, 
het verdere achtereenvolgens door verschillende personen. 

PP. Een folioboek in perkamenten band met den rugtitel: „Act. syn. 
ab anno 1586 — 1628. 1 deel," toebehoorende aan het archief der classis 
Deventer. Het titelblad van binnen draagt dan ook het opschrift: „Copye 
vant synodael boeck der Gereformeerde kerken slandts van Overissel , twelck 
tot gebrugck des E. W. classis van Deventer wten originele hebben doen 
afschrijven Jacobus Bevius ende Rutgerus Ticheler, desselven classis 
gedeputt. in den jare ons Hëeren MDCCCXX." Het is een volledige 
copie, die dus ook begint met de handeling der nationale synode van 1586 
en een afschrift van de namen der onderteekenaars. Achter de acta der 
synodale deputaten in 1618 en 1619 staat aangeteekend : „Alle deze acten 
zyn by mij met het originel gecollationeert ende, daert nodich was, ge- 



XX 



corrigeert anno 1620, 24 Febr. Jacobus Revius." Daarna is het afschrijven 
geschied door verschillende handen. 

QQ. Een volumen in folio in perkamenten band , toebehoorende aan het 
oud -synodaal archief in den Haag, en op den cataloog Janssen vermeld op 
bl. 11 sub no. I, 5. Wij hadden dezen codex alleen noodig voor de 
daarin onder n. 63 voorkomende acta der synode van Kampen in 1608. 
Het stuk beslaat zes bladzijden folio schrift en is zonder twjjfel authentiek, 
zooals blijkt uit het schrift , uit een aantal doorhalingen en verbeteringen en 
uit de eigenhandige onderteekening door den assessor Bogerman sr. en den 
scriba Vogelsang. Dit noopte ons tot collatie met het andere origineel in 
het synodale boek. 

RR. Deze codex , ook toebehoorende aan het archief der classis Deventer, 
is wat zijn uiterlijk voorkomen en den inhoud betreft , geheel overeenkomstig 
PP. Het handschrift is van een ander en de rugtitel heeft alleen het woord 
„Kerkenordeninge". Het is wijd geschreven en eindigt met de acta der 
synode te Kampen 1 Juni 1624. 

SS. Een zwaar folioboek , los in den band (hoorn), toebehoorende aan 
het archief der classis Kampen, met het opschrift: „Wetboek gehouden in 
den jaren 1618 en 161 9." Op het schutblad van binnen staat bovenaan: 
„Copie van Synodaelboeck der kereken van Overissel." Het heeft dan ook 
denzelfden inhoud : alleen ontbreekt het afschrift van de ljjst der onderteeke- 
naars van de Haagsche kerkorde. Deze codex is geheel vol geschreven en 
eindigt met de copie van de acta der synode te Zwolle 18 Juni 1661. Een 
latere gebruiker voorzag alle artikelen met een korte inhoudsopgave in margine. 

In het voorbericht van het vierde deel hebben wg als ons plan te kennen 
gegeven , dat wij na Overijsel en Zeeland de acta der synoden van Utrecht 
in druk wenschten te brengen. Deze volgorde moet echter eenige wijziging 
ondergaan. Want Friesland, waarvan de acta sedert 1583 bewaard zijn, 
komt het eerst aan de beurt. Daarna Utrecht, Groningen en Drente. Het 
volgende deel onzer serie zal dus vrij zeker de synoden van Friesland en 
Utrecht bevatten. Wij herhalen hier nog eens ons beroep op de medehulp 
van belangstellenden, omdat wij die vooral voor Utrecht zeer noodig zullen 
hebben. 

J. Reitsma. 
Groningen, Maart 1896. g> ^ ^ y 



Acta ofte handeling e in de provintialen 
sijnod.y gehouden binnen der Goes den I4 en dagh *) 
Octobris \$jg,preside D. Johanne GEROBULUS*#afe 
scriba Johanne Migrodio. 

[1.] *) Op versoeck van de consistorie van der Goes om te hebben eenen 
tweden dienaer is besloten, dat hetselve seer noodich is, te meer overmits 
de twee naestleggende dorpen, Cloetinge en de Serinskercke 8 ), door sülcke 4 ) 
sonde mogen bij provisie bedient worden. Dit sal bij request aen de 
Gecommiteerde Baden van Zeelant metten eersten 6 ) besorght 6 ) worden. 

[2.J Daer is genomineert om dienaer des woorts te sjjn binnen der 
Goes Quryn Govertsz. Dan overmits den noot der kercken hierin haes- 
ticheyt verejjscht, is goetgevonden, dat men naer een bequaem persoon sal 
vernemen, doch soo men met den eersten geen becomen can, wert niet 
voor onstichtelijck 7 J gehouden , dat den voorsz. tot don dienst sal 8 ) aen- 
genomen worden , welverstaen wanneer denselven hem totter kercke sal 
begeven hebben ende volgens soo in het proponeren ende examen bestaet. 

[3.] Aengaende twee 9 ) andere poincten, bjj ,0 ) van der Goes voorgestel t, 
als van de arme kinderen tot het gehoort des goddel. woorts te bren- 
gen end het afsetten van de schoolmeesters is besloten, dat sjjlieden met 
aller ootmoet ende diligentie sullen aensoecken hare overheyt met vercla- 
ringe, indien hare begeerte afgeslagen wert, sij benodicht sullen wesen 
tselve te versoecken aen de hooge overheijt. 

[4.] Belangende de bedieninge der armen , dewelcke ten platten landen 
van der Goes alleene bestaet 11 ) in handen van degene, die buijten sgn, 



i) „14«» dagh" DD heeft „10." 7 ) De articuleering is overgenomen uit BB en 
DD. ») „Serinskercke" BB heeft „'s Heerheijnenkindren" , CC „Serooskerke", DD 
„ f s Heer Heindrickskinderen". 4 ) „sulcke" BB en CC hebben „sulken middel", DD 
heeft „zulke middelen". 4 ) „metten eersten" ontbr. in BB en DD. *) „besorght" 
BB en DD hebben „versogt". T ) „voor onstichtelijck" CC heeft „onvoorsichtelijk". 
•) „sal" de andere codd. hebben „sal mogen". ») „twee" CC en DD hebben „de 
twee". '•). „bij" de andere codd. hebben „bij die". ") „bestaet" BB heeft „be- 
hoort". 

Acta syn. provinc. V. 1 



al tot groote nadeel van den armen oft huisgenoten des gelooft, dewelcke 
versuumt 1 ) werden, is 9 ) sulcx te remedier geordonneert, dat men aen 
de voornoemde 3 ) Baden van Zeelant versoecken sal, dat se willen de 
ambachtsheeren persnaderen die van de Gereformeerde religie toe te laten, 
dat twee vorkoren diacken met andere twee, bij den ambachtsheeren ver- 
koren, tsainen mogen gelijckelijck in de administratie der armegoederen 
geset worden , waerdeur de schamele ende A ) nootdruftige bequamelyck 
mogen versorcht werden. 

[5.] Item , aengemerckt 6 ) dat ten voorsz. platten lande groote foute is 
van costers ende schoolmeesters , sal men versoecken aen de Gecommitteerden 
Baden 6 j, dat het hun believe te handelen met de ambachtsheeren ende 
hun te induceren, dat se in alle plaetsen, daer het ministerium is, eenen 
schoolmeester toelaten, die van de religie sij, meteenen die costerie be- 
dienen , genietende den gewoonlijck loon ende incompsten- derselver. 

[6.] Alsoo men bevind , dat sommige papen ten platte 7 ) landen , noch- 
tans by gratie der Staten onderhouden worden, hen vervorderen met drij- 
gementen de simpele luijden van het gehoor des goddel ij eken woorts af 
te schricken , is besloten , dat men dit den rentmeester van Bewesten 8 ) 
Schelt aengeven , ten eynde het hem believe hierin te voorsien. 

[7.J Alsoo binnen den platten landen van Zuijtbevelant te weijnich 
parochion versien syn van kerekendienaren , sulcx datter veol plaetsen 9 ) 
syn, daer goede hope is om een kereke te bouwen, als Iycksijck ,0 ) , Weerde, 
Seroskercke n j , Dry wegen ende sGravenpolder n ), woest ende ledigh 
staen, is goetge vonden , dat men ditselve de Gecommitteerde Bade van 
Zeelant sal aendienen, ten eynde dat men, van [hen] 1S ) hebbende beloften 
van stipendium, ten eersten naer bequame dienaers verneme. 

[8.] Gerardus Paüli, kerekendienaer tot Brouwershaven, dia hier in 
den synodo verschijnen is sonder daertoe geroepen sijnde, is afgevraeght 
geweest, waerom hy hem hier gevonden heeft. Seght daerop d'oorsaeke 



i) „versuumt" CC heeft „verslempt". *) „is" BB, DD en EE hebben „is om". 
>) „voornoemde" CC en DD hebben „Gecommitteerde". f ) „ende" CC heeft „oude." 
») „aengemerckt" ontbr. in BB. •) „Raden" de andere codd. hebben „Raden van 
Zeelant" T ) „ten platte" ontbr. in CC. ") „Bewesten" DD heeft „Beoosten". 
•) „plaetsen" ontbr. in DD, terwijl BB en CC hebben „parochien." n) „Iijcksijck" 
ontbr. in DD, terwijl BB „IJesicke", CC „Iesijck" en EE „Iersicke" heeft ") „Seros- 
kercke" BB heeft „s Heerarentskerke". ■») „s Gravenpolder" ontbr. in DD. »») „[hen]" 
aangevuld uit BB, CC en DD. 



sijnder verschijninge te wesen om hem te verdedigen jegens syn beschul- 
digende broeders 1 ). Hebben hem tot antwoorde gegeven, dat se met hem 
op dit pas niet en hadde te handelen van sulcx. Dan alsoo de broeders 
hier sekere sware *) dachten hadden 3 j jegens den voornoemden Gerabdi 
verstaen hebben 4 ), uijt cracht van denwelcken, soo sij waerachtich waren , 
hij weert ware van den dienst afgeset te sijn , daer 6 ) is de classe van 
Schouwe opgeleght de verclagers ende 6 ) beschuldigers te hooren ende hen 
over die stuoken te informeren. Maer alsoo dese sake seer gewichtich is 
ende de voorsz. classe ons aenseijde, dat se wegnich behulpers hadden, 
het heeft den sijnodo goetgedacht tot executie van desen hen te schicken 
Johannis Seu, Migreditjm ende Andries Kanen, dewelcke hen sullen 
binnen Zirckzee vinden den 13 en November naestcomende om met de classe 
aldaer af te handelen. 

[9.] De gedeputeerde van Walcheren in dese sijnodo sullen mede ten 
aldereersten de Gecommitteerde Baden van Zeelant de stucken vertoonen, 
die in dese tsamencomste besloten sijn , roerende tgene dat 7 ) de bouwinge 
Tan de kereke in Zuijtbevelant dient. 

[10.] De naestcomende sjjnodus provinciael sal gehouden werden in 
Walcheren jegens den eersten September anno 1580. 

Dese acta sjjn afgehandelt ten jaere, maende ende dage als boven. 

Johannes Gerobulds, electus hujus sjjnodi praeses. 
Joannes Migrodius, scriba 8 ). 

Particuliere questien 9 ). 

[1.] 10 ) Gevraeght, oft een dienaer, die op een plaetse is aengenomen door 
sendinge van de classes, denwelcken oock n ) alle beh oorlij cke dingen volgen, 
als wooningen ende onderhout, hem mach op een ander plaetse soecken te 
verbinden, is geantwoort: neen, overmits sulcke sendinge is een wettelijcke 
beroepinge, van dewelcke de dienaer sonder consent van de classis ende 
kereke niet scheijden en mach. 

[2.] Op de vrage, of een besonder dienaer dat boeck van de classicale 



i) „beschuldigende broeders" BB, CC en DD hebben „beschuldigers. De broe- 
ders." *) „sware" ontbr. in BB. a ) „hadden" ontbr. in CC en DD. «) „hebben" 
ontbr. in BB. *) „daer" de andere codd. hebben „daerom." •) „verclagers ende" 
ontbr. in DD. ') „tgene dat" ontbr. in CC. ■) „scriba" ontbr. in BB. •) Deze 
particuliere questien ontbr. in DD. >•) De articuleering is overgenomen uit BB. 
»») „oock" CC heeft „voet". 

1* 



acten mach sonder advijs synder dassen bij hem houden ende uijtschry ven , 
is geantw.: neen, aengesien de acten publijcq syn ende sulcke particu- 
liere ') ugtschrgven groote inconvenienten mochten metbrengen. 

[3.] Op vrage, oft een dienaer, die niet ten vollen en is geexamineert 
ende in dienste bjj provisie gestelt, daerin sonder breeder examinatie mach 
bleven , wort geantw oor t : neen *), achtervolgende het TJl tn ende UU" 1 ar- 
tgckel des nationalen sjjnodi binnen Dordrecht anno 1578. Alsoo dit 
onbehoorlgck geschiet is, sal sodanige hem conformeren volgens deselven 
ende , soo hg in de examen bestaet , ooc in de bedieninge continueren. 

[4.] Op de vrage, oft een kercke sonder advijs der classe mach een 
dienaer aennemen, is geant: neen, achtervolgende het IIII en artyckel des 
voorsz. sjjnod. 

[5.] Op de vrage, oft men eenen tot eenen ouderlingh mach beroepen , 
wiens htqjs vrouwe parthye is van de suijvere religie, is geantwoort: neen, 
volgens de leere des apostels l e Timot 3 . 3 8 ). Dan wanneer men in de 
eerste beginselen der kercke geen anderen can crggen, opdat de kercke 
sonder ouderlingen niet en bljjven, mach tselve geleden werden. 

Joannes Gerobulü8, electus hujus synod. preses, subscripsi. 

Joannes Miorodiu8 , [scriba] 4 ). 



Acta ofte handeling he des particulieren sijnodi 
van Zee landt y gehouden binnen Vlissinghe desen 
2I en 6) ptfr ^81 , praeside Timanno van Ooster- 
zee, assessor e Michaele Panneel ende scriba 
Henrico Brant 6 ). 

Ten eersten sjjn verschenen met behoorlicke brieven van credentie ende 
instructie soo schriftelick als verbalick: 

wt de classe van Walcheren: 

Joan. Gerobulus, Joan. Migrodtus, Michiel Panneel, ministers, ende 
Antonivs Bollaert als 7 ) ouderlinck ; 



•) „particuliere" ontbr. in CC. ') „neen" ontbr. in BB. ») „3.3" BB heeft „III". 
«) „[scriba]" aangevuld uit de andere codd. ») „21en" CC heeft „25", DD „20". •) „Brant' ' 
CC heeft „Bandt". ») „ais" ontbr. in BB. 



5 

wt de classe van Schouwen : 
Gehabdus Pauli ende Henricus Brant, ministers, Welhem Schenck 
ende Adrïaen Piebs de Hokt l ) , ouderlinghen ; 

wt de classe van Suytbevelant: 
Timannus van Oosterzee f Georotus Consiliarius *) ende Aerkout Wiels , 
ministers , ende Jam de Bonck als *) onderlinck. 

1. 

Op de vraghe, of men in den nationalen sijnodo naestcomende sal aan- 
houden, datter een seker forme van examen gemaeckt worde om den- 
genen, die haer begeeren ten dienste van den h. evangelie te begeven, te 
ondersoecken , ende of men eenen oft meer deputeeren sal om jet deses 
aengaende te onderworpen 4 ), is geantwordt: ja; daertoo gedeputeert 
sijn Joamhes Gerobulus 6 ), Joannes Miorodius ende Michiel Panneel 
om dit aen te veerden ende te voleijnden voor den nationalen synodum 
omme aldaer geexhibeert 6 ) te worden. 

2. 

Op de vrage , of do beroepinge der dienaren , die teenemael vrij syn , 
op eenighe conditien geschieden mach , ende niet ter contrarien 7 j of sulcke 
dienaers niet gehouden en syn hare wettelicke beroepinge sonder eenighe 
conditien aen te nemen of af te slaene, is geandwoirdt, dat soowel de 
beroepinge als aenneminge ofte weygeringhe absolutelick geschieden moet: 
ten 1. overmits het tegendeel strijdt tegen den aert van het ampt der 
herderen; ten 2. opdat de gemeenten van haren dienaer te beter versekert 
syn ; ten 3. om alle inconvenienten van lichtveerdighe verlatinge der plaetsen 
ende andere ontstichtheden •) te voorcomen. 

3. 

Op de vraghe, oft niet goet en ware, dat beneffens de classicale versame- 
linghe de kercken tweemaels t'sjaers gevisiteert wierden bij eenighe, van de 
dassen daertoe vercoren , is geandwoird : ja , 9 ) ende dat op dese wjjse : 
1. sullen twee ministers ende twee ouderlingen wt verscheyden kercken van 
de classe hiertoe verordineert sjj n ; ten 2. alle jare verandert worden ; ten 3. 



•) „Piers de Hont" DD heeft „Pieters." >) „Georgius Consiliarius" CC heeft 
„Gevigius Consiwarius." 3 ) „als" ontbr. in BB. *) „onderworpen" de andere codd. 
hebben „ontwerpen". 4 ) „Joannes Gerobulus" ontbr. in BB, CC, EEenJJ. •) „geex- 
hibeert" CC heeft „geinsereert". ') „contrarien" ontbr. in CC, waar een open 
ruimte gelaten is. *) „ontstichtheden" BB, CC, EE en JJ hebben „ongeschikt- 
heden". ») „ja" ontbreekt in EE en JJ. 



6 

sullen sy de ministers hooren prediken binnen de stede in de weke ende 
op de dorpen des Sondaeghs; ten 4. na de predicaüe sullen sy de consis- 
torie met de diaconen doen versameien om te vernemen na den stant der 
kercken, of men namelick consistorien houdt, register, scholen, armen 
versorght werden; ten 5. sollen sij getrouwe rapport doen van alles in de 
classe, die l ) daerover oordeelen sullen naert behooren. 

4. 

De broederen deser versamelinghe verstaen, dat tgene in sommighe 
kercken ingevoert is, van eenen minister altijts voor den noene ende den 
anderen altyts naer op de Sondagen te doen prediken ter *) ordinantie van 
de kerckcnraden , niet gefondeert en is op den sevensten artikel van het 
2 cap. des laetsten gehouden nationalen sijnodi, ende ordineeren daer- 
omme, dat sulx in de dassen van Zeelant, niet ingevoert en worde, ende 
mitsdien, dat dit haer gevoelen tot meerder bevestinghe sal voorengestelt 
worden in den aenstaenden nationalen sgnodo. 

5. 

Men sal van nu voortaen niemand t getuygenisbrieven geven dan conform 
het 10 e artikel des 2 en cap. des nationalen Dordrechtschen sjjnodi, ende 
voimemelick sal men hem wachten van eenighe bedelbrieven te geven onder 
tytel van beschadight te sijn, berooft ofte anders, waerwt veel inconve- 
nienten spruijten. 

6. 

Alsoo (doirdien dat weynighe particulieren personen haren kinders ter scho- 
len houden totten kerckendienst) te besorghen staet, dat in toecomende 
tyden de gemeynten door gebreck van bequame predicanten tot groote du ij 8- 
terheit ende verwoestinghe vervallen sullen, soo ist dat de synodus goet- 
gevonden heeft, dat men in de Daeste aenstaende vergaderinghe van de 
Staten slants van Zeelandt soo schriftelick als oock metten monde aenhouden 
sal om denominatie van seker getal eenigher studenten bij den dassen te 
verkiesen alsoock om assignatie van onderhoudt derselver, ten eynde doir 
desen middel den kercken een saet bereydt ende in de gesonde leere onder- 
houden werde. Dit sullen doen Joannes Gerobulus, Joankks Miggrodius 
ende Mtchiel Panneel. 



•) „de classe die" EE en JJ hebben „dewelcke." ») „ter" CC heeft „wijldï* 



7. 

Men sal in den nationalen synodo aenhouden, dat eenighe classi opge- 
leydt wort de corte hom il ion te maken op den Catechismum tot behulp 
van de aencomelinghen. 

8. 

Also men bevindt, dat het besluyt des synodi van de avontgebeden ende 
lyckprediken in sommighe kercken onderhouden ende in andere naergelaten 
wordt, waerwt groote opsprake coeml onder het volck, heeft den broede- 
ren goetgedocht dat poinct den naestcomenden nationalen l ) sijnodo voir te 
draghen om daervan een volcomen resolutie te hebben. 

9. 

Men vindt geraden, dat men op het negensten articel des 4" cap. des 
nationalen synodi voirleden (sprekende van de stipulatie ontrent den kin- 
derdoop) in den naestcomenden nationalen synodo letten sal tot verbeteringhe 
van alle misbruyck, als daer syn: dat de vaders niet en verschijnen, item 
van de woirden in de gewoinlicke forme van stipulatie (de leere, die 
hier geleert wordt), van allerlei) getuyghen. 

10. 

Aengaende de feestdaghen is verordent, dat men in geheel Zeelandt 
eenderley gebruyck houden sal om te prediken op den Christdach, Paes- 
dach, Pinxterdach met den navolgenden dach eens, ende op geen ander 
feestdaghen meer. 

11. 

Alsoo dickmael in houwelixsche saken swarigheden *) voirvallen ende 
veele magistraten haer deselfde niet willen aennemen, is gevraeght, oft 
niet goet en ware, dat men wt den name van dese versamelinghe by den 
Baet 3 ) van Zeelandt versochte denominatie van eenighe personen, aen 
welcke haer de dienaers in desen val 4 ) addresseren mochten. De broeders 
gevoelen: ja, ende dat dit geschieden sal doir de 5 ) ministers van de dry 
steden in Walcheren, dewelcke den dassen metten eersten van hare ge- 
besoingeerde verwittighen sullen. 



') „nationalen" ontbr. in EE en JJ. >) „swarigheden" ontbr. in CC, EE en JJ. 
») „Raet" CC en DD hebben „Staat." 4 ) „in desen val" ontbr. in EE en JJ. «) „de" 
EE en JJ hebben „drij." 



8 

12. 

Op het Degen ste artyckel vant huwelick is gevraeght, of men eenighe 
houwelixsche proclamatien in tyde van noode in de weke op de gesette 
predicatiedaghen doen mach. Is geandwoirdt, dat mea dese quaestie den 
naestcomenden nationalen synodo voirgeven Bal. 

Poincten om den nationalen synodo aengaende den handel 
der discipline voirgestelt te worden. 

1. Oft niet geraetsaem en is om alle spotteryen ') ende lasteraers den 
mont te stoppen ende den vromen int goede te verstercken, dat yemandt, 
daertoe bequaem, opgeleydt worde seker boexken wt den francoysschen in 
nederduytsche tale over te stellen, geintituleert : La confirmation de la 
discipline ecclesiastique observée et avecq la responce aux objections 
proposées a rencontre, imprimé a Grenève par Francois Portin *) anno s ) 1566. 

2. Men sal van den synodo verheysschen een clare bescheydentlicke 
beschrijvinghe van heymelicke ende openbare Bonden , opdat men , goet 
berecht hebbende ende onderscheidt op dit stuck, hem stichtelick draghen 
mach int oeffenon der discipline. 

3. Alsoo dronckenschap ende danssen in dese landen gemeene ende byna 
ongeneselicke souden sijn , sal men in den synodo vraghen", of men teghen 
soodanighe oock, openbaerlick in dit cas gesondight hebbende 4 ), de suspensie 
van des Heeren avontmael gebniycken sal ; item wat men doen sal metten 
snlcken, die van de gemeenschap der kercken ofte tot de weirelt ofte tot 
ketterde vervallen ende met haer exempel nochtans niet veel quaets en 
doen, of men die na vermaninghe sal opentlick excommuniceren. 

4. Is goetgevonden , dat men den nationalen sijnodo voirhouden sal, 
hoe het inhoudt van het 6 e artyckel des Dortschen synodi sal geexecuteert 
worden, daer geseyt wordt, dat de dienaer sal opentlick de gemeente van 
den hartneckighen sondaer vermanen etc. , of namelick 6 ) by de gemeente 
te verstaen is het gantsche auditorium oft alleen de litmaten der kercken, 
om redenen etc. 6 ) 

5. Men sal wyder vraghen tot verclaringhe des 7« artyckels, of de 
schultbekenninghen voir de gemeynte geschieden sullen met verswijginge 



') „spotteryen" BB, CC, EE en JJ hebben „spotters". ') „Porrin"CC, DD, EKen 
JJ hebben „Perrin". *) „par — anno" ontbr. in BB. *) „of men — hebbende" ontbr. 
in JJ. *) „namelick" DD en JJ hebben „naemaels". ■) „etc." ontbr. in BB, DD en JJ. 



ofte wtdruckinge van den name dergener, die gevallen bvb ende noch niet 
syn opentlick voirgestelt ; item oft niet goet en ware , dat de dienaers ende 
particuliere kerckenraden hiertoe niet en quamen sonder eerst advys van 
de classe gevraeght te hebben. Ende int gemeene sal men aenhouden, dat 
seker forme van voirstellen ende de excommunicatie selfs gemaeckt werde. 

6. Men aal wt den name van desen particulieren synodo by den Raden 
slants van Zeelant aenhouden omme executie van de 36" vraghe der parti- 
culiere questien des Dortschen synodi aengaende de rhethoryckspelen. 

7. Wyder is verordonneert, dat men in den aenstaenden sgnodo sal 
aenhouden om executie van het besluyt des Dortschen synodi aengaende 
het overstellen van sommighe boecken ende te versoecken , dat men noch l ) 
sommi ghe andere noodighe boexkens oversette. 

8. Sullen met credentiebrieven ende instrucktie wt den name deser ver- 
samelinghe verschynen op den nationalen synodum aenstaende Joannes 
Gerobulus, Timannfs van Oostebzee, Thomas Gbutebus en Michiel 
Panneel ende beneffens hen twee ouderlinghen van Middelburgh als ge- 
ttqjghen, ofte soo wt andere sijnoden meer persoonen, die stemme hebben, 
afgesonden werden , sullen dese voirsz. ouderlinghen in gelijcken grade staen. 

[9.] *) De naeste particuliere synodus van Zeelandt sal gehouden wor- 
den tot Zierickzee op den 2 den Maendach naer Pinxterdach anno 82. Ende 
middelertyt, soo eenighe swarigheden in eenighe kercken voirvallen, die- 
selve sullen aen 8 ) den dienaers aldaer overgeschreven werden , om (soot 
noodigh is) den synodum eer te beschryvon 4 ). 

Timan van Oostebzee, praeses. 

Henbicvs Bbant , scriba. b ) 

Particuliere vraghen 6 ). 

1. Op de vraghe, of een dienaer, op een dorp verbonden, wanneer hy 
in een stadt beropen wordt, mach sulcke beroepinghe aennemen int aensien 
dat de steden in meerder authoriteyt syn als de dorpen , ende of het dorp 
in sulcken gevalle gehouden is synen dienaer los te laten, is geandwoirdt : 
neen, overmits dat hetselfde strydt tegens het ampt der pastoren 7 ), ten 



') „noch" ontbr. in CC. ») „[9]" aangevuld uit BB en CC. *) „aen" CC heeft ,, van". 
*) Art. 9 ontbr. in EE en .IJ. ') „Timan — scriba" ontbr. in BB. •) „vraghen" BB 
heeft „vragen, beantw. in synod. Vlissing. 1581." T ) „overmits — pastoren" ontbr. 
in CC. 



10 

ware dat buIx geschieden conde met bewillinghe eode vernoeginghe soo 
van de kercke als van den dienaer selve. 

2. Is gevraeght , of een dienaer, ergens op een plaetse sonder vrucht *) 
dienende, gehouden is nacr het oirdeel syns classis de plaetse te verlaten 
ende een ander aen te nemen, die hem het classis toestellen sal*). Is ge- 
and woirdt: soo veel de verlatinghe s ) aengaet 4 ) ja, maer belangende het 
aenveirden van een ander plaetse, datselve sa] in des dienaers vrij heit staen 
ende de classis sal dies niettemin in cas van weygeringhe gehouden syn 
hem getuygenisse te geven. 

3. Op de vraghe, of men de kinders in den artyckel des doots in de 
huysen doopen mach, is geandwoirdt, dat men blyven sal by het besluyt 
van den nationalen Dordrechtschen laestgehouden synodo art. 9 6 ) cap. 
van de leere •) , sacramenten ende 7 ) ceremoniën 8 ). 

4. Of een man, die een dochter beslapen heeft met conditie, dat hy 
haer trouwen soude, soo sij anders eerlyck ware, doch daema bevindende, 
dat sy oock met syn eyghen broeder geboeleert hoeft, daerom hy se oock 
niet ghewilt maer een ander getrout heeft, nu dese tweede vrouwe gestor- 
ven sjjnde, de voirsz. eerste soude moghen trouwen, insonderheit dewyle 
syn broeder noch int leven is , is geandwoirdt : neen , overmits het een specie 
van bloetschande is. 

5. Op de vraghe, wat men doen sal met een dienaer des woirds, die 
niettegenstaende vele lanckmoedighe vermaninghen voirtvaert in gewoin- 
lycke dronckenschap ende frequenteren van tavernen tot groote argernisse 
der kercke ende vercleeninghe syns dienste, is geandwoirt, dat men met 
hem behoirt te procederen tot afsettinghe van den dienst volgende het 
10 art. van den l en cap. van den nationalen voirgaenden Dordertschen 
synodum. 

6. Is gevraeght, of een minister extraordinaire byeencomste tot syner 
ofte eens anders huijs houden mach om vermaninghe ofte lesse te doen. 
Is geandwoirt: neen, overmits het tegen de vrijbeit van de publycke exercitie 
strijdt ende veel opsprake ende andere inconvenienten onderworpen is. 



') „vrucht" JJ heeft „vreugcht". ») „die hem — sal" ontbr. in BB. *) „verlatinghe" 
DD heeft „verplaatsinge". •) „sooveel — aengaet" ontbr. in CC. *) „9" BB heeft 
„60 of anders art. 8 int". •) „leere" BB heeft „leere ende". ') „sacramenten ende" 
CC, EE en JJ hebben „der". •) „ende ceremoniën" ontbr. in BB. 



11 

7. Item , of men wt name van dese vergaderinghe synodale eenighe 
afseynden sal aen syn Excellentie omme te verwerven , dat eenighe politische 
mannen, litmaten der kercke wesende, wt den Baet van Staten (ten minsten 
wt Hollandt ende Zeelandt) op den aenstaenden synodum to tratificatie van 
alle saken ende om alle quade suspicien te weiren neffens de gedeputeerde 
kerckelycke personen verschynen mochten. Is geandtwoirdt: neen, maer 
dat men aen de gemeenten van Antwerpen ende Delft, die den synodum 
beropen hebben, schijven sal ende versoecken, dat sy sulx metten alder- 
eersten doen willen, opdat den aerbeydt des aenstaenden synodi gelyck 
des voirgaenden niet sonder vrucht en sij. 

8. Gehoort hebbende het verschil tusschen de classe van Zierigzee ende 
magistrum Bartholomeum de Hoeck, oock gesien hebbende verscheyden 
getuygenissen, by de voirsz. van Z.zee geexbi beert soowel van M. Bartholo- 
mei beroepinghe ende bevestinge alsoock van het goede contentement x ) 
van die van *) St Martensdijck metten dienst van 8 ) M. Bartholomeo 
voirseyt, misgaders oock de doleance over het ontnemen van haren minister 
etc., bevinden de broeders deser synodale vergaderinge, 1. datM. Bartho- 
lomeus schuit heeft, als niet ter goed ertrouwe noch ordentlyck in syn 
vertreck gehandelt te hebben. Is derhalven gehouden den classi van 
Beooster Schelt 4 ) ende de gemeente van St. Martensdijc scbriftelyck doir 
schultbekentenisse genoech te doene. Diesniettegenstaende nochtans oor- 
deelt dese synodus, dat denselfden Bartholomaeus met syn familie niet ge- 
houden en is hem te transporteer en naer St. Martensdijck , ghemerckt de 
broeders bevinden, dat na langhdeurighe supplicatien den voirsz. Bartho- 
lomaeo geen behoirljjck onderhoudt gegeven geweest en is contrarij het 
gebruijck anderer predicanten, in die eylanden residerende, item overmits 
dat wt sekere geexhibeerde missive blyckt, dat die van St. Martensdgc 
aireede eenen anderen dienaer in denominatie hebben 6 ) omme de classi 
tot beroepinghe voir te stellen. 

9. De gecommitteerde der dassen van Beooster Schelt, dese voirsz. relatie 

gehoirt hebbende, verclaren, dat se die aennemen, behoudens dat se de 

vrijhejjt hebben omme (soo het haer classi goetdunckt) te beroepen tot 

den aenstaenden nationalem synodum. 

Timan van Oosterzke, praeses. 

Henricu8 Brant, scriba. 



') „contentement" CC heeft „sen temen t", JJ heeft „comportement". *) „van die 
van" ontbr. in CC. *) „metten dienst van" ontbr. in CC. 4 )„ Beooster Schelt" KK en 
JJ hebben „Bewester Schelt". •) „denominatie hebben" BB heeft „het oog hebbeq 
of in denominatie". 



12 

[Credentie-brief , den afgevaardigden naar de nationale synode 
te 's Gravenhage anno 1586 medegegeven van wc ge de Zeeuw- 
sche synode, gehouden te Middelburg 31 Mei 1586.] 

Eerweerde, gheleerde, godsalighe broeders ende medearbeiders 

in den Heere. 
Nademnel het onsen goeden God belieft heeft syne l ) Excellentie int 
herte te geven tot welvaert syner kercke eene gemeyne nationale byeen- 
komste ofte synode binnen den Haghe teghen den 21 en Junjj te beroepen , 
soo en hebben wy dienachtorvolgende niet konnen nalaten dese navolgende 
viere persoonen met volle credentie ende instructie van weghen onses 
provincialen synodi van Zeelandt daertoe te senden, te weten D. Kimedon- 
tium, Johannem Martini, Henricum Brandt ende Gulielmum Ntcolai, 
hebbende deselve geautorizeert, gelyck wy se autorizeren midsdesen , om met 
U. L. in der voorschreven vergaderinghe sulcx te ramen ende besluyten , als 
bevonden sal wesen best dienende tot verbreydinge der eeren Godes, 
reformatie der abusen ende zwaricheden, tot oprechtinghe ende onderhau- 
dinghe van goede ordeninghe, ruste ende eendracht ende al soo tot stich- 
tinghe der kercke Christi , belovende van weerden te hauden tgene dieshalven 
geraemt ende besloten sal worden. Datum tot Middelborch desen laetsten 
Meie 1586. 

Daniel de Dieü , dienaer des goddelicken woordts tot Ylissin- 
ghen, wt laste dessen voorsschrevea. Zeelandtschen synodi. 



Extract wt de synodus, gehouden tot Zirickzee 
anno 88 den 5 Julij. 

De synodus, de reden aen beyden syden gehoort ende neerstich gewegen 
hebbende, bevindt, dat de classe met fondament Gybberto synen dienst tot 
Scherpenissen opgesegt heeft, dewijle hij niet alleen sonder behoirlicke ge- 
tuygenisse aldaer gecomen is, maer oock seker schrift van de classe van 
den Briele medegebracht heeft ende ge toont tsijnen laste, daer nochtans 
een leeraer nae de leeringe des apostels Pauli een goet getuygenisse be- 
hoort te hebben van die van buyten ende binnen. Daerentusschen dat de 
kercke van Scherpenisse ende de classe van der Tholen sonder behoirlicke 
getuygenisse, jae op sulcken schrift, tsynen laste dienende, hem ontfaugen 



') „syne" Hiervóór had deze geloofsbrief nog de woorden „hare Mast. ende", die 
doorgeschrapt zijn. 



13 

ende gedult heeft tot eenen provisionelen dienaer, acht de synodus onbehoir- 
lick geschiet te sijne ende dat sy daerom behoiren gecensureert te worden. 



Extract wt de synodale acten , gehouden in 
S. Martensdyck anno 88 den 9 Augusti. 

De broederen des synodi, op alle dese stucken rypelick gelet hebbende, 
oordeelen, dat de classe van der Tholen met fondament den dienst domini 
Gisbebti afslaet, insonderheyt om de laetste swaricheyt tegens hem inge- 
bracht, dat hy in syn leeringe onswyver is. Daerentusschen acht de synodus , 
dat de classe van der Tholen onbehoirlick gedaen heeft, op haere examinatie 
D. Gisbertum tot eenen provisioneelen dienaer aen genomen ende daernaer een 
suyver attestatie gegeven hebbende. Daer nochtans synen gront in eenigen 
stucken swack, in andere tegen de Schrift bevonden wort, waerin also sy 
haer grotelicks tegen haer Gen. ende die kereke van Scherpenisse ver- 
grepen heeft, acht de synodus, dat sy haer schuit so voor haar Genade 
schriftelick als voor de kereke van Scherpenisse mondelick in de tegen- 
woordicheyt des synodi bekennen sal. 

Op deze sententie hebben Henbicus Heiningus , Gerardus Plateel , 
Jacobus Baselius minor ende Adriaen Allart betuycht, dat sy noch bij 
het examen Gysberti noch by sjjn aenneemen geweest syn, maer dat sy 
hierover geclaecht hebben, hoewel sy nochtans int geven synder getuyge- 
nissen geconsenteert hebben. 

Ende naedien de broeders des classis, namelick Gerardus Plateel , Jaco- 
bus Baseltus minor, Henrtcxjs Heiningius, Johannes de Prince, Hermes 
Pot, Mathys van den Broecke, Thomas Rageboom, den 10 Augusti tot S. 
Martensdyck vergadert syn geweest, is dusdanige forme van schultbekente- 
nisse aen de gravinne geconcipieert , gelyck als volcht. 

Copie. 

Genadige jonckvrouwe. Also ons verschil, dat wy met Gysberto Zam- 
melo wtstaende hadden, in den synodo van Zeelant overleyt synde sodanich 
wtkomste gehadt heeft, gelyck dit bygevoechde extract wt de synodale 
acten betuycht, so ist blijckelick, dat niet alleen geen bewijs van haet ende 
ngdt, maer oock ter contrarien wel verkeerde barmherticheyt aen ons be- 
vonden is, waerover ons de synodus oock gecensureert heeft ende ons oock 
daerenboven bevolen heeft voorsichtelicker te handelen , dwelck , genadige 



14 

joncvrouwe, wij gewillich ende van gantscher herten aengenomen hebben, 
belovende dat wy achtervolgende de leere Pauli ons in desen getrouwelick 
sullen quyten ende ons noch door tranen noch door voorwenden van ar- 
moede noch door tuschenspreken van eenige persoonen, waerdoor deese 
fan ten veroorsaect syn , tot verkeerde barmberticheyt sullen laten bewegen , 
dat nochtans haer Genade believen consideratie te nemen op de onschult 
dergener , die door haer voorsichticheyt de fauten haerder voorsaten bemerct 
ende gesocht hebben te weeren, dewelcke syn Jacobus Baselius minor, 
dienaer des evangelii tot Berge op Zoom, Gebabdus Plateel ende Hen- 
ricus Heiningius, beide dienaers des woorts binnen der Tholen , ende 
Adbiaen Allabt, predicant tot Vossemeer, dewelcke dese confuse hande- 
linge van syn aennemen ende examineeren etc. in den classe gevonden 
hebben, dewyl sy achternaer daerin syn gecomen, gelyckt tselve oockvoor 
der synodo betuycht ende thaerder onschult in de acten geteeckent is. 
Ende dewyl wij niet en twyvelen, ofte haer Oen. sal het oordeel des 
synodi approbeeren, hebben wy niet konnen onderlaten uwe Genade te 
bidden, opdat alle saecken met volkomen authoriteyt geschieden, dattet 
uwe Genade believe eersdaechs de kercke ende magistraot van Scherpenissen 
te bevelen , dat se eenen getrouwen , gotsaligen dienaer beroepen , tot welcken 
eynde wij haer oock alle hulp aeogedient hebben ende noch daertoe bereyt 
syn te bewysen. Ende opdat deselve onverhindert mochte komen, sal uwe 
Genade meteen gebeden syn aen haeren ontfanger te ordonneeren syne 
ordenarse gagie van den dach synder beroepinge laten volgen , dewijl ander- 
sins, als de eene den dienst doet ende dander de gagie treckt, seer lich- 
telick nieuwe swaricheyt veroorsaect woort, welckes gelyck wy wt een- 
voudiger herten bidden ende twyfelen niet, ofte haer Genade salt ons oock 
ten besten afnemen , dewyl het streckt tot ruste der gemeynten Jesu Christi, 
denwelcken wy bidden , hoochgeborene , genadige jonkv. , uwer Genade wt 
ende inganck alletydt te willen tot synder eeren, uwer Genaden salicheyt 
ende ruste uwer Gen. ondersaten. Gegeven wt onse versamelinge binnen 
S. Martensdijck den x Augusti anno 1588. 

Uwer Genaden gans dienstwillige , de dienaren des classis van Tholen 

ende wt haerder aller naem: 

Hebmes Pot, dienaer des gotlycken woorts tot Reymerswale. 

Henbicvs Heiningus, dienaer des evangeliums binnen 
der Tholen, scriba electus der versamelinge voorseyt l ) 



«) In deze copie was terzijde van het onderschrift nog aangeteekend : „Superscriptie. 
Aen haer Genade de gravinne van Bueren." 



15 

Acta } ) ofte handelingen des provincialen sinodi 

van Zeelant, bij authorisatie van de E. heer en 
Staten gehouden binnen Middelborch den i Fe- 
bruar. anno 1591, praeside Daniele de Dieu, 
assessore Philippo Lansbergio et scriba Johanne 
Miggrodio , ten bijwezen van de heeren Roelsius , 
pensionaris van Middelborch, ende de raetsheer 
, Vosbergen, gecommitteerde van de voorseijde 
heeren Staten. 

Ten eersten sijn versebenen met behoorlicke brieven van credentie ende 
schriftelicke instructie: 

van de classe van Walcheren : 
Johannes Seu, Daniel de Dieu ende Johannes Miggrodius, vergesel- 
scbapt met dese ouderlingen: *) Gwilliaem 8 ) Bogaert, Dierick de Neve 
ende Peter Ibaac 4 ); 

wt de classe van Schouwen : 
Hekricus Brant , Anthonils Laurentit , ministers, Adriaen Sebastiaensz, 
Willem Schenck , ouderlingen 6 ) ; 

wt de classe van Suydtbevelant : 
Philtppüs Lansbergius, Andries Koene, Lowij9 Verveste, ministers, 
Cornelis Jansen Boone, Dignüs Marinus , ouderlingen 5 ); 

wt de classe van der Tbolen : 
Geraert Plateel, Henricus Heiningtos, Jacobus Baselius junior, 
[ministers] , ende Anthonis Verstrepen 6 ) , ouderlinck. 7 ) 

1. Om goede order in der gemeynten Cbristi te onderhouden sijn van 

nooden de diensten, tsamencoemsten , opsicht der leere, sacramenten ende 

andere ceremoniën, ende christelicke straffe, waervan hiernae ordentelick 

sal gehandelt werden. 

Van de diensten. 

2. De diensten zgn vierderleij: de dienaeren des woorts, de doctooren, 
ouderlingen ende diaconen. 



') In ed. 1640 en in AA staat boven deze acta „Copia". »)„met dese ouderlingen" 
ed. 1640, 1648, 1755 hebben „elck met zijn ouderling, met namen". Evenzoo AA 
en FF. J ) „Gwilliaem" ontbr. in ed. 1640, 1648. 4 ) „Isaac" alle edd. hebben „Isaacx". 
•) „ouderlingen" alle edd., AA en FF hebben „als ouderlingen". •) „Verstrepen" 
ed. 1640, 1648 hebben „Verstropen". ') „ouderlinck" alle edd., AA en FF hebben 
„als ouderlingh". Hierop volgt in onzen codex ongeveer i pag. onbeschreven. 



16 

Van de beroepinge der dienaeren des woorts 
in den steden, so kleijne als groote. 

3. De kerckenraet met de diakonen sullen haer overheyt aenspreken ende 
van haer begeeren , dat het hen believe eenige wt haer collegien , wezende 
lidtmaten der gemeijnte, te committeeren , ten eijnde sy bjjeencomen ende 
gesamentlijck delibereeren over eenen bequamen minister, dwelck gedaen 
hebbende zullen denselven den classi aendienen omme volgende 1 ) tgoe- 
duncken der classe den vercoren minister te beroepen ende aen te nemen. 
Doch zoo daer eenich collegie der magistraet waere , in hetwelcke niemand t 
is, professie doende van de Gereformeerde religie, sal dese beroepinge ende 
verkiesinge toegaen door die van den kerckenraet ende diaconen aldaer met 
advys des classis, welverstaende dat men, snlcks gedaen hebbende, ver- 
soecken sal de approbatien van deselve magistraet. 

Van de beroepinge der ministèren ten 
platten landen. 

4. In de dorpen, daer de magistraet bestaet wjjt eenige lidtmaten der 
kercken , sullen die van den kerckenraet met de diaconen aldaer haere ma- 
gistraet aenspreken ende van haer begeren, dattet hen believe eenige van 
hen collegie, professie doende van de christelicke religie, te committeeren 
omme gesamenlicken eenen bequaemen ministre te verkiesen ende dat met 
advys des classis, als boven in de steden. Maer daer sodanige magistraet 
niet en is, sal de beroepinge geschieden by den kerckenraet , diakonen ende 
de classis *). Item daer geenen kerckenraet en is , sal tselve moegen 8 ) 
geschieden bij den classis alleene met approbatie van den magistraet, [be- 
ha! vens dat onder tresort van Vlissinge ende Yere achtervolgt) t sal wordden 
die resolutie desen aengaende, hun by den Staten vergunt, zoo die den voorsz. 
steden ende classe van Walcheren aengescreven is]. 4 ) 

5. Gheen minister sal vercooren ende aengenomen worden sonder voor- 
gaende examinatie in de leere ende leven, te geschieden by de classe 
ofte hen gedeputeerde, welverstaende aen desulcke, die te vooren in den 
dienst niet geweest en is. Degene die te vooren ministers geweest zyn, 
sullen behoorlicke attestatie van leere ende leven overbrengen naer de 
ordre des classis. Belangende voorts de nieuwelingen, mispriesters , 
monicken ende andere , die eenige secte verlaten hebben , en sullen 
tot den ministerium niet toegelaten worden, voordat sij eenen merckelycken 
tydt beproeft zyn. Aengaende de beroepene minister, naerdat hij der 



') „omme volgende" ed. 1640, 1648 hebben „involghende". *) „als boven in de 
steden — classis" ontbr. in ed. 1640, 1648. *) „moegen" ontbr. in alle edd., AA en 
FF. *) Het tussen en f] geplaatste is aangevuld uit AA. Dit komt ook voor in FF 
en in Alle edd., in die van 1755 echter cursief. 



17 

gemeijnte den tydt van 14 dagen sonder eenige mcrckelijckc tegenspre- 
kinge voorgesteli sal syn, sal openbaerlick in synen dienst bevesticht 
worden ende dat met voorgaende stipulatie , afvraginge , vermaninge , gebet 
naer het formulaer daervan wezende ende niet oplegginge der handen ofte 
met hantgevinge, so hij neet gedient en heeft, maer met hantgevinge 
alleene, so hij te vooren gedient heeft. 

6. Niemant en sal moegen gevoordert worden om opentlijck te predicken , 
tensg dat hg een bevesticht kerckendienaer sij, aen seec[kere gemeynte] l ) 
verbonden. Doch hiermede en wert niet wtgesloten de [oeffeninge] van de 
jonge proponenten ende dat met gesloten dueren, noch [oick] diegene die 
tot eenige •kercken onder tcruijce te predicken [gesonden] werden. 

7. De dienaeren des woorts, die van nu aff tot eenige kerckfen] beroe- 
pen worden, sullen hen sonder conditie aen hen gemegnfte verbinden], 
in manieren dat se deselve niet en sullen moegen verlaten [om] elders een 
beroepinge aen te nemen sonder de bewillinge dos [kerc]kenraets met de 
diaconen ende degene, die te vooren in [den] dienste van ouderlinckschap 
ende diakenschap 'geweest zijn, m[itsga]ders de magistraet ende voorweten *) 
van de classe, geljjck oo[ck] geen ander kercke sulcken sal moegen ont- 
fangen, eer sy w[ettelick] getuygenis syns afscheydts van de kercke ende 
classe, daer hij ge[dient] heeft, verthoont hebbe. 

8. Op dandere syde sullen degeene, bij dewelcke de beroep [inge] der 
ministèren staet, gehouden syn deselve van behoorlick [onder] houdt te 
versorgen s ). 

9. Dewjjle de dienaeren des woorts , eens wettelick als boven [be]roepen 
synde, sijn leven lanck aen den kerckendienst gebonden [is], so sal hem 
niet geoorloft syn hem tot eenen anderen staet des levens te begeven tensy 
om groote ende wichtige oorsaecke , daervan de classis kennisse nemen ende 
oordeelen sal. 

10. Soo eenige dienaers door ouderdom, sieckten ofte andersins haeren 



') Het hier en vervolgens tot art 9 tusschen [] geplaatste is overgeamMA «il de 
andere codd. wegens beschadiging van den rand van onzen cod. ') „voorweten" 
alle ed., AA en FF hebben „met voorweten*' •) Aan den voet van onzen codex 
staat het volgende, dat in de andere codd. en in de verschillende ed. ontbreekt: 
,. Ar tic ulo 8. Dit versorgen verstaet hem niet alleen van onderhoudt wt de eygene 
middelen der kercken, maer oock van het aen hou tl en met de magistraet ende classe 
aen Staeten, die de middelen in de handen hebhen." 

Acta syn, provinc. K. 2 



18 

dienst voor een tydt onderlaeten l ) moesten , hetwelcke niet sonder advys 
des kerckenraets geschieden en sal, sullen sg nochtans alle tydt der be- 
roepinge der gemeijnten onderworpen bleven. 

11. Het en sal niemant geoorloft sijn, den dienst sijner kercken onder- 
latende ofte in geenen dienst % ) synde , hier ende daer te gaen predicken 
buijten consent ende authoriteijt des sijnodi ofte classis , geljjck oock niemant 
in een andere kercke eenige predicaüe zal moegen doen ofte sacramenten 
bedienen sonder bewillinge des kerckenraets. 

12. Der dienaeren ainpt is, in de gebeden ende bedieninge des woorts 
aen te honden, de sacramenten vuijt te rechten, op haere me4ebroeders, 
ouderlingen ende diakonen , mitsgaders de gantsche gemeynte , goede achte te 
nemen ende ten laetsten met de ouderlingen die kerckelicke discipline te 
oeffenen ende besorgen, dat alles eerlicken ende met ordere geschiede. 

13. Onder de dienaeren des woorts sal gelijckheijt gehouden worden 
aengaende de lasten haers dienstes, mitsgaders oock in andere dingen , soveele 
moegelick is, volgende het oordeel des kerckenraets onde dies van nooden zynde 
des classis , hetwelcke oock in den ouderlingen ende diakonen te onderhouden is. 

14. In de kercken, daer meer bequame predicanten syn, sal men het 
gebruijck der propositien aenstellen om door sulcke oeffeninge eenige tot 
den dienst des woorts te beroepen 8 ). 

15. De kerckenraden ende classes sullen alomme toosien, datter goede 
schoolmeesters sijn, die niet alleen de kinderen leeren lesen, schrijven, 
spraken ende vrjje konsten, maer oock doselve in de gotsalicheyt ende in 
de Catechismo onderwijsen, achtervolgende het placaet van de schoolorde- 
ninge, onlanx bij last van de heeren Staten gepubliceert. 

Van de translatie ofte versettinge der ministèren. 

16. Wanneer een minister, in seker kercke dienende, bevonden wort zo 
treflicken begaeft te zijne, dat hij in een ander plaetse met meerder vrucht 
soude konnen dienen, ende het geschiede, dat den minister voors. van eene 
sodanige gemeynte begeert worde, de classe sal moegen dese saecke van 
de versettinge voorderen, mits dit versoeck denselven dienaer des woorts 
mitsgaders sijne magistraet ende kerckenraet voorhoudende ende soeckende 
deselve door voegelicke redenen daertoe te bewegen ende te bewilligen, 



') „onderlaeten" ed. 1640, 1648 hebben „verlaten". *) „dienst" alle edd. en codd. 
hebben „seeckeren dienst". *) „beroepen" alle edd. en codd. hebben „bereyden". 



10 

t 

voorhanden oock hebbende eenen anderen bequainen dienaer des woorts om 
in de plaetse van den anderen , die wt oorsaecken als vooren elders versocht 
wort, met stichtinge gestelt te worden. 

17. Wanneer het gebuert, dat in eenige ge m eg n te sekeren on wille l ) 
rijst ende opstaet tegens haeren minister , waerdoor denselven , hebbende 
nochtans stichtelicke gaven, bevonden soude woorden met vrucht daerniet 
langer te konnen blijven, in desen valle zal de classis arbeyden door alle 
voegelicke middelen desen onwille te weeren, ende so dit niet en kan 
geschieden, het sal bjj het oordeel der classe bestaen den voors. te ver- 
stellen ende dat met verclaringe van syne ontschult, so hij onschuldich is. 

Van de doctooren. 

18. Het ampt der doctooren ofte professooren in de theologie is , de 
h. Schrift wt te leggen ende de suyvere leere tegens alle ketterien ende 
doolingen voor te staen. 

Van de ouderlingen. 

19. De ouderlingen sullen door het oordel des kerckenraets ende der 
diaconen vercooren worden, sodat het naer gelegen theyt van een iegelicke 
plaetse*) vrg sal syn soveel ouderlingen, als daer van nooden syn, der 
gemeynte voor te stellen omme van deselve, ten waere datter eenich 
beletsel voorviele, geapprobeert ende goetgekent zgnde, met openbaere 
gebeden ende stipulatien bevesticht te worden , ofte een dob beige tal om het 
halve deel bij der gemeente vercooren te worden ende op deselve maniere 
in den dienst te bevestigen volgende het formulier daervan sijnde, [behal- 
vens dat hierinne gevolght sal wordden die resolutie , by den Staten hierop 
genomen, die den steden ende classes respectivelick aengescreven is] 8 ). 

20. Der ouderlingen ampt is, behalven tgene boven articulo 12 geseijt 
is met die dienaeren des woorts gemeen te sijne, opsicht te hebben, dat de 
dienaers , mitsgaders haere andere mithulpers ende diaconen , haer ampt 



') „onwille" alle edd. en codd. hebben „merckelycke onwille". >) „een iegelicke 
plaetse" alle edd. en codd. hebben „elcke kercke". *) Het tusschen [ ] geplaatste is 
aangevuld uit AA. Het komt ook voor in FF en in alle edd , in die van 1755 echter 
cursief. In onzen codex evenwel staat bij dit art nog in margine het volgende, 
dat in de andere codd. en in de verschillende edd. ontbreekt: „Dit verstaen de 
Staten also, dat deselve voorstellinge geschieden sal by de gedeputeerde van de 
respective magistraten, wesende lidtrnaten der gemeijnte, mitsgaders die kercken- 
raet conjunctelick." 

2* 



20 

getrouwelick bedienen ende de besoeckinge te doen, nae de gelegentheyt 
des tydts ende der plaetsen tot stichtinge der gemeijnte so voor als nae 
dat avontmael kan lyden, om besonder de lidtmaeten der ghemerjnte to 
vertroosten ende te onderwgsen ende oock andere tot de christelickc religie 
te vermanen. 

21. In alle kercken sullen diaconen weten, lidtmaeten der kercken 
zynde, welverstaende dat in sulcke plaetsen, daer de magistraet haere 
hujjsarmeesters stelt, beyde tesamcn maer een collegie en 6ullen maecken 
met een gemegn burse sowel int ontfangen als wtgeven, ten eijnde dat 
alle de armen sonder onderscheyt van de religie naer den heysch van haeren 
noot mochten geholpen worden , te meer 1 ) dewjjle de aelmoessen sonder 
onderschept gecollecteert worden, opdat door desen middel alle geschillen 
ende quaet vermoeden geweert ende alle goede eenicheyt onderhouden 
worde *). 

22. De maniere der verkiesinge ende bevestinge der diaconen sal con- 
form wezen de voorgaende maniere van de verkiesinge ende bevestinge der 
ouderlingen, doch also dat in sodanigen plaetsen, daer de magistraet ende 
de kerckenraet de diaconen verkiesen, sulcken gebruijc stadt grijpen sal, 
ter tijdt toe hierinne anders met stichtinge sal konnen versien worden , 
welcke voors. collegie de diaconen ende hujjsarmenmeesters wecckelicken 
bijeen sullen comen omme met voorgaende aenroepinge van den naem des 
Heeren van haer bedieninge te spreecken, dat 8 ) oock de ministers des 
h. woorts te dier plaetse tot haerder vergaderinge vry acces sal moegen 
hebben. Zal oock dit collegie tsynder tydt voor de magistraet haer open- 
baere rekeninge doen, oock ten overstaene van de ministre ofte eenigevan 
den kerckenraet, daertoe gedeputeert. 

23. Der diaconen eggen ampt is de aelmoessen ende andere armegoede- 
ren neerstelick te versamolen ende deselve gotrouwelick ende vlytelick naer 
den heysch der behoefligen , beyde der in geseten en ende der vreemdelingen, 
met gemejjnen advgse wt te deelen, de benoude te besoecken ende te 
vertroosten ende wel toe te sien, dat de aelmoesen niet misbruyekt en 
worden. 



•) „te meer" ontbr. in ed. 1540, 1648. «) In onzen codex staat bij dit art nog 
in margine het volgende , dat in de andere codd. en in de verschillende edd. ont- 
breekt: „Dese collectie verstaet haer van de collecten, die van hu ijs tot huvse 
weeckelincx twee ofte drie reysen gedaen werden." •) „dat" alle edd. en codd. hebben 
„in der voegen dat". 



21 

24. De ouderlingen ende diaoonen gullen twee jaeren dienen, ende alle 
jaere aal het halve deel verandert ende andere in haer plaetse gestelt wor- 
den, ten waere dat het profyt ende de gelegen theyt eeniger keroken anders 
verheesehen , [behalvens dat hierinne aal achter volght wordden tgene die van 
Goes ende Vere dosen aengaende ia vergunt ende den voorn, steden ende 
classes respeotivelick aengesoreven.] l ) 

Van de kerckeljjcke tsaemenkoemsten. 

25. Vierderleij kerckelijcke tsamencoemsten sullen onderhouden werden: 
de kerckenraet, de classicale vergaderinge, de particulier *) sjjnode ende 
de generale of nationale. 

26. In dese tsamenkoemsten sullen geen ander dan kerckelycke saecken 
ende deselve op kerckelycke wijse verhandelt worden. 

27. In meerder vergaderingen en sal men niet handelen dan tgene in 
mindere niet en heeft konnen afgehandelt worden ofte dat tot de kereken 
der meerder vergaderinge int gemeijne gehoort. 8 ) 

28. So iemandt hem beclaecht door de wtspraecke der minder vergade- 
ringe verongelyckt te zijn, deselve sal hem tot een meerder kerckelycke 
vergaderinge beroepen moegen. Ende tgene door de meeste stemmen 
goetgevonden is, sal voor vast ende bondich gehouden worden , tensjj dattet 
bewezen woorde te stryden tegen het woort Godts ofte tegen de articulen *), 
in desen provincialen sjjnodo besloten, solange deselve door geene andere 
provinciale ofte generale sijnode verandert zijn. 

29. De onderlinge tsamenkoemsten sullen van de aenroepinge des naems 
Godts aengevangen ende met een dancksegginge besloten worden. 

30. Die in de voors. tweederlejj vergaderingen ofte teamenkomsten af- 
gesonden worden, sullen haere credentsbrievcn ende instructien, onderteeckent 
zijnde van degene, die se wtsenden, medebrengen ende dese sullen alleene b ) 
kuerstemmen hebben. 



') Het tusschen [ j geplaatste is aangevuld uit AA. Het komt ook voor in FF en 
in alle edd. , in die van 1755 echter cursief. *) „particulier" alle edd, en de andere 
codd. hebben „particuliere ofte provinciale". ') „ofte — gehoort" ed. 1755 en de 
andere codd. hebben „ende daertoe die gecommitteerde van yders collegie oft 
kerekenraedt van hun principalen gelast sullen syn". In plaats van „hun princi- 
palen' hebben edd. 1640, 1648 „den principalijcken". 4 ) „articulen" edd. 1640, 
1648 hebben „argumenten". *) „alleene" edd. 1640, 1648 hebben „geen". 



22 

31. In dese tweederleg tsamencoemsten sal bg den praeses ende assessor 
een scriba gevoecht worden om neerstelicken op te schrijven, hetgene 
weerdich is aengeteeckent ie zijne. Het ampt van den praeses is, voor te 
stellen ende te verclaeren, hetgene te handelen is ende wel toe te siene, 
dat een iegelick zijn ordre houde int spreken , den knibbelachtigen ende die te 
heftich sjjn int spreken te bevelen, dat se swjjgen, ende over deselve , geen 
gehoor gevende, de behoorlicke censura te laten gaen. Voorts zal zjjn ampt 
wtgaen, wanneer de teamenkomste scheydet 

32. Hetselve seggen heeft de classis over den kerckenraet, hetwelcke 
de particuliere synode over de classe ende de generale sijnode over de 
particuliere. 

33. In alle kercken sal een kerckenraet syu, bestaend e wt dienaeren des 
woorts ende ouderlingen, die te minsten alle weecken eens tsamencomen 
sullen, alwaer de dienaer ofte dienars, so daer meer syu, bjj gebuerte 
praesideeren ende d'acte regeeren sal. Ende sal oock de magistraet van de 
plaetse respectgvelick , indient haer gelieft, een ofte twee van den haeren, 
wezende lidtmaten van de gemeijnten, bij den kerckenraet moegen hebben 
om te aenhooren ende mede van de voorvallene saecken te delibereren. 

34. Welverstaende dat in de plaetsen, daer den kerckenraet van nieus 
op te richten is, hetselve niet en geschiede dan met advjjs van de classe, 
ende daer tgetal der ouderlingen zeer cleijn is, zullen de diaconen mede 
tot den kerckenraet genomen werden. Ende wanneer daer eenige particu- 
liere wtsluijtinge ofte diergelijcke gewichtige zaecken te verhandelen zyn, 
zo sal men daerbij roepen eenige notabele, sowel van den magistraet als 
anders, wezende tsamen lidtmaten der gemeijnte. 

35. In de plaetsen, daer noch geenen kerckenraet is, sal middelertydt 
by de classe gedaen worden tgene anders den kerckenraet naer vuijtwijsinge 
deser kerekenordeninge opgelerjt is te doene. 

36. In Zeelant sullen vier classes syn , te weten : Walcheren met 
Oosteynde, Axel ender ter Nuese als appendentien voor desen tydt; de classis 
van Schouwen met haere appendentien; de classe van Suijtbevelant met 
Wolfaersdyck ; de classe vant lant van der Tholen met Remerswale endo 
Bergen op Zoom ende Lillo *), als voor desen tydt daermede geassocieert. 
Dese dassen sullen zoeveel moegelick is 'alle drij maenden bijeencomen , 

>) „ende Lillo" ontbr. in alle edd. en codd. 



23 

tot dewelcke zullen verschenen vuijt elck kercke oen minister niet een 
ouderlinck ofte meer nae gelegentheyt , met brieven van credentien. Item 
zal aldaer een anderen praeses telcker reijse zjjn , tzjj bij keere gestelt ofte 
bij nieuwe verkiesinge. 

37. Dese praeses sal een yegelicker kercke afvragen, of zij haere kercken- 
raetsvergaderinge houden, of de kerckelicke disciplyne geoeffent wort, oft 
de armen ende scholen besorcht worden , ten laetsten of daer iet is , daer- 
inne sij het oordel ende hulpe der classe tot rechte instellinge haerder 
kercken behoeven. De dienaer, dien het in de voorgaende classis opgeleijt 
was , sal een corte prediccatie vujjt Godes woort ofte den Catechismo doen, 
van dewelcke de andere sullen oordeelen ende, so daer iet inne gebreeckt, 
tselve aenwijsen. Ten laetsten zullen in de laetste vergaderinge voor den 
particulieren sijnodo vercoren worden , die op denselven sijnode gaen sullen. 

38. Int erjnde van de classicalen ende andere meerdere tsamencoemsten 
zal men censure houden over degene, die jjet strafweerdich in de vergaderinge 
gedaen oft de vermaningen der ') minder tsamencoemsten versmaedet hebben. 

39. Sal oock de classis, daer sulcks noodich is, de vrijheyt hebben 
eenige haerder dienaeren van de eene classicale vergaderinge tot de andere 
te authoriseeren om opsicht te nemen op do leere ende leven der predicanten 
ende den stand t der kercken , onder deselve classe sorteerende ende daervan 
op de naeste vergaderinge rapport doen. 

40. De kercke , in dewelcke de classis, item de particulier ofte generael 
srjnodus tsamencompt, sal sorge dragen, dat se de acten der voorgaender 
vergaderinge op de naestkomende bestellen. 

41. De instructie der dingen, die in de meerdere vergaderinge te ver- 
handelen zjjn, sullen niet eer geschreven worden, voordat de beslui) tinge 
der voorgaende sij noden 8 ) gelesen zyn , opdat hetgeene, dat eens afgehandelt 
is, niet wederom voorgestelt werde, ten waere dat men achtede verandert 
te moeten zyn. 

42. Soo wanneer een hoochdringende noot voorvalt, sal de srjnodus 
provinciael, wt de voorseyde vier classes bestaende, bijeencomen ende dat 
met voorgaende authorisatie van de heeren Staten van Zeelant, tot wellcken 
synodum sullen [vuyt yeder classe] s ) comen twee predicanten ende twee 



') „der" verbeterd naar de andere codd. en edd.; onze codd. heeft „die". ') „sij- 
noden" alle edd. en codd. hebben M synode". *) Het tusschen [] geplaatste is over- 
genomen uit de andere codd. en edd. 



24 

ouderlingen van de bequaemste ende ervarenste. Int scheyden Tan elcken 
particulieren synodo sal een seker classe verordineert worden om den tydt 
ende plaetse van een ander synodus te beschreven. 

43. Als er eenige nationale sijnodus beroepen wort, zullen twee ministers 
met twee ouderlingen vuyt den provincialen synodo van Zeelant met 
authorizatie van de heeren Staten derwaerts afgeveerdicht worden. 

44. Also in de provincie van Zeelant gemeynten syn van tweederley 
spraecken , is goetgevonden , dat de kercken van de Duytsche ende Walscbe 
tale elck sullen op baerselven baeren kerckenraet, classicale vergaderinge 
ende particuliere synode bouden. 

Van de leer e, sacramenten ende andere ceremoniën. 

45. De dienaers des woorts, item de professores in de theologie ende 
andere consten ende talen, mitsgaders de rectores van de publique schooien, 
sullen de Belydenis des geloofs der Nederlantscher kercken ofte den christe- 
licken Catecbismum onderteeckenen. Ende de dienaeren des woorts, die sulcks 
sullen refuseeren, sullen de facto van baeren dienst by den kerckenraedt 
ofte classe opgeschort worden, ter tydt toe sy haer daerinne verclaert 
sullen hebben, ende indien sjj obstinatelick in weigeringe bleven, sullen 
van haeren dienst geheelick afgeset werden. 

46. Niemandt van de Gereformeerde religie van dese' provincie sal hem 
onderstaen eenich boeck ofte schriften , van hem ofte van een ander gemaect 
oft overgeset, handelende van de religie, te laten drucken ofte andersins wt 
te geven dan hetselve voorbenen doorsien ende goetgekent zijnde van de 
dienaers des woorts syns particulieren synodi ofte professooren der theologie 
onser belydenis. 

47. Het verbont Godts sal aen de kinderen der Christenen metten doop , 
so haest als men de bedieninge desselven hebben kan, besegelt werden 
onde dat in de openbaere versamelingen , wanneer Godts woort gepredict 
wordt. Doch ter plaetsen, daer niet soveele predicatien gedaen werden, 
sal men eenen sekeren dach ter weecke verordeneeren om den doop extra- 
ordinaerlyck te bedienen, so nochtans dat hetselve sonder predicatie niet 
en geschiede. 

48. De dienaers sullen haer beste doen ende daertoe arbeyden, dat de 
vader syn kint ten doope presenteere. Ende in de gemeente, daer men 
bcneffens den vader oock gevaderen ofte gctuygen by den doop neempt 



25 

(hetwelcke gebrnyck , in hemsolven vrij sjjnde , niet lichtelick te veranderen 
is), betaempt bet, dat men neme die der sujjver leere toegedaan ende 
vroome van wandel zjjn. 

49. De dienaers sullen int doopen het formulier van de instellinge ende 
gebrnyck des doops, dat tot dien eynde gedruckt is, gebruycken. 

50. De namen der gedoopten, mitsgaders de ouders ende getuygen, 
item den tydt des doops, stillen opgeteekent worden. 

51. Men sal niemant tot het avontmael des Heeren toelaten dan die nae 
de gewoonheyt der kercken, tot dewelcke hij hem voecht, belydenisse der 
Gereformeerder religie gedaen heeft, mitsgaders hebbende getnygenis eens 
vromen wandels, sonder welck oock degene, die wt andere kereken komen, 
niet toegelaten sullen woorden. 

52. Alle de kercken deser provincie sullen soveel mogclick is, eenderleij 
wjjae in de bedieninge des h. avontmaels houden, welverstaende nochtans 
dat de wtwendige ceremoniën, in Godes woort voorgeschreven, niet verandert 
ende alle superstitie vermijdet worden, ende dat, nae voleijndinge derpre- 
dicatien ende der gemeijnen gebeden op den predickstoel, het formulier des 
nachtmaels, mitsgaders het gebet daertoe dienende, voor de tafel sal gelesen 
worden. 

53. Het avontmael des Heeren sal ten 2 ofte drij maenden eens , soveel 
moegelick is, gehouden worden. Ende sal stichtelick zjjn , daert de gelegen t- 
heyt der kercken kan lyden, dat op denPacsdach, Pmxterdach, Kersdach 
tselve geschiede. Doch ter plaetsen, daer noch geen kerckelicke order en 
is, sal men eerst ouderlingen ende diakenen stellen bjj provisie. 

54. AJsoo de avontgebeden in veele plaetsen vruchtbaer bevonden wor- 
den , so sal int gebrnyck derselver elck kercke volgen , tgene sij achten tot 
haerder meeste stichtinge te dienen. Doch so men se begeeren soude 
wech te nemen, sal tselve niet sondert oordel des classis mitsgaders der 
overheyt, der Gereformeerde religie toegedaen, geschieden. 

55. In tyden van oorloge, pestilentie, dieren tydt, sware vervolginge 
der kercken ende andere algemeijfte swaricheden sullen de dienaers der 
kercken de overheyt bidden, dat door haere authoriteijt ende bevel open- 
bare vast ende bededagen ingestclt ende gchejjlicht moegen werden. 



26 

56. De gomeijnten sullen onderhouden, beneffens den Sondach, den 
Christdach, Paesdach ende Pinxterdacb. 

Van de cbristelycke straffe ofte forme der discipline. 

57. Grelyckerwijs de christelijcke straffe geestelick is ende niemandt vant 
borgerlicke gerichte ende straffe der overheyt bevrydct, also worden oock 
beneffens de borgerlicke straffe de kerckelicke censueren nootsaeckelick ver- 
hei) scht om den sondaer met de kercke ende sgnen naesten te versoonen 
ende de ergernisse wt der gemeenten wech te nemen. 

Van de opschortinge ende afsettinge der ministers van haeren dienst. 

58. Wanneer eenich minister beschuldicht wort een sulcke sonde begaen 
te hebben, verdienende de straffe der opschortinge van sijnen dienst, in 
desen valle sullen die persoon en , bjj denwelcken het beroepen der ministèren 
staet *) , bijeencomen ende , naerdat sij over dese saecke neerstich ondersoeck 
gedaen sullen hebben ende bevinden, dat dese beschuldinge warachtich is, 
also dat den beschuldichden overtuycht wort, sullen stracx denselven van *) 
sijnen dienst suspendeeren ende dat solange, totdat hij bij het oordel der 
voornoemde, die hem opgeschort hebben, gevonden sal syn , dat hij wederom 
met stichtinge in sjjnen dienst treden mach. 

59. Belangende de sonden, dewelcke de straffe der afsettinge verdienen, 
sijn dese , namelick : valsche , hertneckige ketterie ofte 3 ) openbaere schuer- 
makinge, opentlycke blasphomie, sjjmonie, trouweloose verlatinge 4 ) des 
dienstes ofle indringinge in oens anders dienst, meijneedicheyt, overspel, 
hoererij, dieverie, gewelt, gowoonlickedronckenschap, vechten, vugl gewin, 
in somma dorgelycke groove sonden , die den authuer bjj der werelt eerloos 
maken. Oversulcks wanneer eenige minister, welck Godt verhoeden wil, 
een van dese voornoemde sonden soude begaen hebben ende tsclve genoech 
bleecke, in desen gevallen sullen de persoonen, bij denwelcken het beroep 
des ministers als vooren bestaet, bijeencomen ende hem de facto van sijnen 
dienste stellen. Ende indien daer iet voorviele, waerdoor dese afsettinge 
soude belet worden , het waere door ongehoorsaemheyt van de afgesetteden 
ofte door onachsaemheyt van degenen , die tofficie der afsettinge toekompt, 
in sulcken gevalle sal de sijnodus van dese provincie met vier gecommit- 



») „staet" edd. 1640, 1755 en FF hebben „als voren bestaet", AA heeft „als 
boven bestaet". a ) „van" alle edd. en codd. hebben „met advijs des classis van". 
») „ketterie ofte" alle edd. en codd. hebben „leere ofte ketterij e". 4 ) „verlatinge" 
edd. 1640, 1648 hebben „verclaringhe". 



27 

teerde wt den heeren Staten , wezende lidtmaten der kercken , bijeenkomen 
ten ejjnde sy gesamentlyck, kennisse deser saecken genomen hebbende, sen- 
tentie definitive strycken, welcke sententie sal bij den voorseyden heeren 
Staten , als daertoe geauthoriseert onde gequalificeert zynde , ter executien 
gestelt werden. 

60. Doch l ) dese artgckel wort op dese naervolgende maniere verstaen, 
dat wanneer eenich minister, openbaere ketterie als boven gedreven hebbende, 
over dese sjjne ketterie leetwezen hadde, naerdat hg van sijnen dienst 
afgeset is, en sal tot het gebrugck des h. avontmaels niet toegelaten wor- 
den dan met sijne openbaere schuitbeken tenisse ende wederroepinge voor 
de gemeente. Evenwel en sal de sodanige tot den dienst des woorts niet 
wederomme aengenomen worden dan met ordonnancie van den sjjnodus deser 
provinciën. Ende sal dese proceduere oock gehouden worden omtrent sodanige 
ministers, die om eenige van de sonden, boven gementioneert, afgeset zijn. 

Van de afsettinge der ouderlingen ende diakenen. 

61. De ouderlingen ende diakenen sullen om deselve sonden , alsvooren 
int afsetten van de dienaeren des woorts vermeit staet, van haeren dienst 
afgeset worden ende dat bg den kerekenraedt met advjjs des classis. 

Van de gemegne discipline. 

62. De sonden gaen ofte de leer ofte de seden aen. Onder de sonden, 
die de leere aengaen, tegen" de waere leere strydende, mach men dese 
naervolgende speciën tellen: kettersche leere, afval van de christelicke 
religie ende gemeenschap der kercken, tegensprekinge ende lasteringe 
Godes, sijns h. woorts ende der h. sacramenten, lanckduerich afblijven van 
des Heeren h. nachtmael, komende ende geschiedende wt sorgeloosheijt 
ende verachtinge van alle goede vermaningen des kerekenraets , ende voorts 
alle sonden, die grovelick tegen de ierste tafel der goddelycker wet ge- 
schieden. 

63. De sonden tegen de goede seden sgn dese : dootslach , overspel , 
bloetschande , vrouwenkracht, ongeoorlofde by woon in ge ende diergelycke 
speciën van concubinatus , hoerdom , roverij , dieverie , straatschenderij , 
dronckenschap , in somma wat daer grouwelicken *) strydt tegen s de 
tweede tafel. 



') „Doch" ontbr. in ed. 4648. ») ,.grouwelicken" alle edd. hebben „grovelick". 



28 

64. Dcse sonden, sowel tegens de leere als tegen s de seden strijdende, 
zjjn onderscheiden in heymclicke ende openbaere. 

65. Hegmelicke sonden syn, dewelcke geheel secreet ende niemant 
bekent sijn dan Godt ende de conscientie desgenen, die se begaen heeft, 
ofte die daer maer x ) binnenshuis geschieden , dewelcke over sulcke behoo- 
ren int heymelicke gebetert te worden. 

66. Openbaere sonden syn , dewelcke ter ierster ins tan tien also geschie- 
den, dat se der menichte bekent syn, wanneer die op marcten, straten, 
in openbaere vierscharen ofte publycke wachten begaen worden, item de- 
welcke door verachtinge aller goeder vermaningen openbaer worden, ofte 
sodanige criminele misdaden, dewelcke, in haerselven heijmelick synde, 
nochtans door clappemien ofte andersins ruchtbaer geworden synde, behoor- 
lick met getuijgen bewezen worden ; insgelycks sulcke sonden , die de over- 
heyt aen lijf ofte met eenige andere onteeringe *) met voorgaende openbaere 
sententien dadelick verwezen ofte daervan remis gegeven heeft. 

67. Beroerende de twede specie der heymelicker sonden tegens de 
rechte leere, wanneer iemant in een beijmelicke dwalinge staecke tegens 
ifondament der christelicker leere ende tselve van iemand t vernomen wort, 
deselve sal sulcks den minister des woorts tot dier plaets aendienen, ten 
eijnde sulcks door heymelicke, vriendelicke ende christelicke vermaninge 
met alle goede discretie gebetert worde. Ende sal de minister hierin vol- 
gen de trappen, van onsen Heere Christo verordenert Math. 18. 

68. Nopende de openbaere sonden tegens de leere sal dese forme der dis- 
cipline gevolght worden: de eenvuldige, die met ketterie verstrickt zijnde, 
van de gemeente Christi wyekt ende geen afbreuck en doet, also hij nie- 
mant en verleydt , den kerekenraedt sal hem broederlick vermanen ende , so hy 
geen gehoor en geeft tuschen dien tydt ende het aenstaende nachtmael, 
sal hij van des Heeren nachtmael gehoudeu werden. Daerenboven sal de 
kerekenraet ontrent denselven vele ende lanckduerige vermaningen gebruyeken, 
dewelcke so hij obstinatelick verwerpt, in desen gevalle sal de kerekenraet 
naer langen tyt in haere vergaderinge met voorgaende ad vijs der 
classe 3 j verclaren, dat so hem voor geen lidtmaet der gemeente Christi 

') „maer" alle edd. en codd. hebben „maer ergens". ») „onteeringhe v edd. 1640, 
1648 hebben „uoteeringhe''. *; Hierbij staat in margine: „Siet het tweede deel van 
den 'M artijckel". Dit onthr. in de andere codd. en edd. FF echter heeftin mar- 
gine: „Excommunicatie in den kerekenraet". 



20 

meer en houdt, totdat hij hem bekeert Welcke verclaringe aldus in den 
kerekenraet gedaen sijnde, sal aen donselven door eenige van den kereken- 
raet gebootschapt werden, midtsgaders oock dengenen , die densulcken kennen 
ende naer hem vragen. Eyndelick so men bevindt, dat de sodanige in 
hertneckicheyt voortgaet ende selfs andere verleydet, so sal men met hem 
als hiernaer met de verleyders handelen. 

69. Maer belangende de obstinate lasteraers ende afvallige l ) verleyders, 
men sal tegen henlieden naer alle behoorlicke vermaningen aen hen gedaen 
tot der openbaere excommunicatie *) procederen naer het wtwy6en der 
voller forme, daervan in drucke zynde, welverstaendo met voorgaende 
advys des classis, also dat, wanneer den kerekenraet met den diakenen tot 
het delibereeren van desen nootsaeckelicken afsnydinge bijeen sullen komen , 
daer tegenwoordich sullen syn eenige van de magistraet , wezende lidtmaten 
der gemeenten, daertoe versocht ende gedeputeert. Ende so den sodanige 
als vooren voor de excommunicatie hem bekeert , so sal tselve met wtdruc- 
kinge syns oaems der gemeente aengedient werden. 

70. Belangende de hejjmelicke sonden tegens de seden van deerste specie, 
die alleen Oodt ende de conscientie desgeenen s ), die se gedaen heeft, aen- 
gaen, daerover, solange die so verborgen blyven, en heeft der kerckelycke 
discipline geen plaetse. Ende al warender eenige conjectueren door het 
quaet vermoeden , de saecke moet nochtans iemant blycken , quia de occultis 
non judicat ecclesia. 4 ). 

71. Aengaende de andere sorte van heymelicke sonden als vooren in de 
beschrgvinge , hierin sullen desulckc , die daeraf weten , volgen den wtge- 
druckten regel onses Heoren Christi Math. 18. Ende de kerekenraet en 
sal niet lichtelick de dachten tegens eenige personen, door onsekere geruchten 
tot haerder kennisse komende, aennemen, al waerent oock personen, die 
daer seyden , datser afwisten, maer men sal hen vragen , of sij omtrent haeren 
christelicken broeder het officie van particuliere vermaningen gedaen hebben 
ende dat in haere volle leden. Seggende daerop: neen ; men sal se over 
sodanich onbehoorück aengeven berispen. Seggen se ende bewijsen sydat: 
jae ; de kerekenraet sal voorts handelen naer behooren ende heijsch der 
saecken. 

72. Nopende voorts de ierste specie der openbaere sonden tegens de 



•) „afvallige" ontbr. in «Ie ed<l. 1640, 1648. a ) FF heeft hierbij in margine „open- 
baere excommunicatie". ■) „desgeenen" ontbr. in edd. 1640, 1648. «) Hierop volgt 
in FF nog de vertaling „de'kercke en oordeelt niet vant verborgene". 



30 

seden, dewelcko van den magistraet alhier niet en worden ordinaerlick 
gestraft, als dronckenschap, kijven, dansen, vechten, singen van oneerlicke 
liedekens etc., men sal hierinne alle voorsichtige 1 ) ende discrete moderatie 
gebrnyeken in deser manieren : dat wanneer sulcks ter kennisse des kereken- 
raets gekomen is, deselve die also gesondicht heeft, sal ofte in haer col- 
legie ontboden worden ter vermaningen ofte door eenige van den kerekenraet 
aengesproken worden. Ende indien degene, die hem als boven vergrepen 
heeft, segt dattet hem lect is, bel o o ven de beteringe ende sulcks verclaerende 
in de presentie van den vergaderden kerekenraet, datselve sal also aenge- 
nomen werden , welverstaende dat tot weoringe van sulck openbaer schandale 
ofte ergemisse ende con ten temen t der kereken ; so sal den kerekedienaer 2 ) 
sdaechs voor dat avontmael des Heeren ofte des Sondaecbs voor do bedie- 
ninge van tselve der gemeynten van de predickstoel aengeven: so sjj 
eenige sagen ter tafel des Heeren gaen, aen dewelcke sjj eenich openbaer 
schandael 3 ) gesien hadden , dat desulcke den kerekenraet genoech gedaen 
hadden ende 4 ) dat oversulckes oenen iegelicken daermede hem sonde tevreden 
[houden] 5 ) ende hem neerstelick wachten van ergernis te geven. Maer so 
daer iemandt waere . dewelcke wt oorsaecke als boven vermaent synde geen 
teeken van boetveerdicheyt en gave, waerdoor hem van den kerekenraet 
de tafel des Heeren verboden worde ende bestemt niettegenstaende ter tafelen 
des Heeren te gaen , sulcke sal met aller huescheijt [daervan] 6 ) gehouden 
worden. Ende so onder de voorgemelde eenige waeren, die vermaent synde 
metten monde leetwesen beleden ende nochtans telcken 6 ) wederom vervie- 
len, over de sodanige sal de wterste straffe syn het verbieden van de tafel 
des Heeren tot der tydt sij hem bekeeren. Daerenboven de sodanige, 
dewelcke, over dese voorgemelde sonden vermaent synde, merckelicke ver- 
achtinge toogon 7 j, item desulcke, die over sonden, niet crimineel synde, 
heijmelick geschiet maer daernaer met vollen trappen vermaent wezende, 
hertneckich blyvende, openbaer worden, tegen de sodanige sal de kereken- 
raet handelen, als boven staet tegen de eenvuldige tot seckten vervoerde. 

73. Tegens desulcke, die int hegmelicke criminele saecken souden 8 ) 
gedaen hebben, die naerderhandt door clappernien int openbaer compt, also 
datter twee ofte drij persoonen syn, die tselve den kerekenraet aendienen 



») „voorsichtige" alle edd. en codd. hebben „voorsichticheyt". i) „kerekendienaer" 
edd. 1640, 1648 hebben „kerekenraed". «) „schandael" alle edd. en codd. hebben 
„schandael als voren*'. *) „dat desulcke — ende" ontbr. in edd. 1640 , 1648. *) Het 
tusschen [ ] geplaatste is aangevuld uit de andere codd. en edd. ') „telcken" ontbr. 
in edd 1640, 1649. T ) „toogen" FF heeft „toonen", AA en de verschillende edd. 
hebben „toochden". *) „saecken souden" edd. 1640, 1648 heeft „sonden". 



31 

endc tsolve gelyckelick getuygen, de kerckenraet sal die . persoonen mcts- 
gaders den beschuldichden hooren ende hoewel de beschuldichde blyft bij 
het loochenen vant c rij men , so sal men evenwel hem om der ergernisse wil 
eenen langen tydt van het gebruyck des Heeren nachtmael houden, tot de 
saecke anders aen den dach coinpt. Ende so dat niet en geschiede , alsdan 
sal de kerckenraet oordelen , of men hem kan met stichtinge ter tafelen 
des Heeren toelaten [ofte niet] 1 ). Ende so het geviele, dat dit stuck geheel 
seker wiert ende hij t bekende, big vende nochtans de beschuldichden obstinaet 
in de verachtinge der vermaningen , so sal men tegen s hem tot der openbaere 
excommunicatie voortgaan naer het formulier daervan siende. 

74. Belangende de laetste species der sonden tegens de zeden, die de 
magistraet aen lyf ofte met eenige andere onteeringe met voorgaende open- 
baere sententie dadelick verwesen ofte daervan remis gegeven heeft, indien 
de sodanige de vermaninge aenneempt ende hem bekeert, so sal sijne bekeeringe 
met wtdruckinge sjjns naems der gemiente kennelick gemaect worden. 
Maer so hy obstinatelick alle vermaninge verwerpt, men sal tegens hem, 
mits in den iersten trap sjjnen naem 2 ) wtdruckende , tot der voller excom- 
municatie procederen naer het formulaer daervan synde. 

75. De dienaers des woorts , ouderlingen ende diakenen sullen onder 
hen de christelicke censura oeffencn ende mallecanderen van de bedieninge 
haers ampts vriendelick vermanen. 

76. Dengenen, die wt een gemeente vertrecken , sal een attestatie ofte ge- 
tuigenis haers wandels bjj advijse des kerekenraets medegegeven worden onder 
den segel van de kereken, ofte daer geen segel en is, van tween onderteeckent. 

77. Voorts sal den armen , om genoechsaeme oorsaecken vertreckende, van 
de diakenen bystandt gedaen worden nae discretie, mits aenteekenende op 
den rugge van haere attestatie de plaetse, daer se henen willen, ende de 
hulpe, die men haer sal gedaen hebben. 

78. Geen kereke en sal over ander kereke, geen dienaer over ander 
dienaeren , geen ouderlinck noch diaken over andere ouderlingen ofte diakenen 
eenige heerschappe voeren. 



') Het tussohen [] geplaatste is aangevuld uit «Ie andere codd. enedd. f) „naem M 



AA heeft „naem nyet' 



32 

79. In de middelmatige dingen sal men de wtlandische kercken niet 
verwerpen, die een ander gebruijck hebben dan wy. 

80. Dese voorgaende artickelen, aldus bjj dese provinciael synodus van 
Zeelant als tot stichtinge der kercken goet ende dienstelick gevonden [ende] 1 ) 
besloten op het welbehagen [der E. heeren Staten van Zeeland t, en sullen 
by geen kercke off classe mogen verandert, vermeerdert ofte vermindert 
wordden. 

Onderstont: 
Daniel de Dieu, electus synodi praeses. 
Philtppus Lansbergius, assessor. 
Johannes Mioohodius, electus scriba.] *) 

Copie. 

Missive der heeren Staten van Zeelant, gesonden aen 
de classes respective naert arresteren der artijckelen in 
sijnod. Middelburg. 1591 , welcken brief slaet op eenige 
artjjckelen des voorsz. sijnod i ende dient tot verclaringe 
van deselve ende der besprecken in dien begrepen, ge- 
men tionneert int arrest der sijnodi 3 ). 

Eersame , discrete , lieve , besondere , wij senden U. L. hiermede copie 
authentiek van acta sijnodalia Zelandiae, sulex die by ons goetgevonden 
ende gearresteert sijn volgende onse approbatie , hierachter bygevoecht 
Begeren 4 ) ende niettemin 6 ) ordonneren 9 ) bij desen ten fjjne U. L. hun 
daernaer te reguleren sonder eenige swaricheden oft obstaculen ter contrarie 
in alle forme ende manieren, als den text der voorsz. acta is uijtwijsende, 
behalvens dat [nopende 7 ) de voorstellingen van de ouderlingen art. XIX' 
men verstaet, dat deselve] 9 ) voorstellinge generael geschieden sal bij de 
gedeputeerde van de respective m agis traeten , wesende ledematen van de 

gemeente, mitsgaders de kerekenraet conjuncte! yck. Item, aengaende de 
beroepinge der ministers ten platte lande art. 4° wert verstaen, dat die 



') Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit de andere, codd. en edd. *) Het tusschen 
[ ] geplaatste is aangevuld uit AA. Van onzen cod. is de bladzijde met het slot en de 
onderteekeningen verloren geraakt Op „scriba" volgt in AA nog „concordat col- 
latione facta per me C. Roëls". Naar het voorbeeld der edd. 1640, 1648 maken 
wij van deze tamelijk onleesbare handteekening Roëls. FF heeft „Ch. Roëls". 
s ) Dit opschrift is in CC en EE gelijkluidend met het bovenstaande. In BB, DD, 
FF en KK komt het zeer verkort voor. «) „Begeren" BB. DD, FF en KK hebben 
„begeerende". *) „Begeren ende niettemin" CC heelt „en" fc ) „ordonneren" BB, DD 
FF en KK hebben „ordonnerende". ') „nopende" ontbr. in EE. •) Het tusschen f] 
geplaatste is hier aangevuld uit FF. In onzen cod. staat in de plaats daarvan slechts „de". 



33 

in de parochien van den l ) ressorten van Vlissingen en Vere geschieden 
sal ten bijwesen ende overstaen van do gedeputeerde (synde lidtmaten van de ge- 
meente), van de magistraet der stede respeetive, daeronder [die] 2 ) gelegen sijn, 
ende kerckenraet conjunctelyck. Ende belangende het doen van de rekeninge 
art. 22 wort verstaen , dat die rekeninge 3 ) desen aengaende saJ ter Vere 
gedaen werden als naer ouder coustuijme bjj de magistraet aldaer. Hier- 
mede eersame, discrete, lieve, besondere, sijt Gode bevolen. Uijt Middel- 
burg den 13 dcn 9bris 1591. Daerbij stont: P. Rtjcke 4 ) vt. Ende onder- 
stont : ter ordinantie van de Staten van Zeelant bij mg , C. Roels. Ter 
sijde stont: U. L. sullen gedachtich sijn eersdaghs te vorderen den gerequi- 
reerden eedt , bij de voorsz. approbatie vermeit. 

Die Staten slants ende graeffelicheyts van Zeelandt. Alsoo wy 6 ) by 
eenige gedeputeerde van wegen die classes van de ministers des godde- 
licken woords binnen Zeelant versocht syn geweest den XVHI cn 6 ) Decem- 
bris in den jaere XVc ende tnegentich, te moghen convoceren 7 ) ende houden 
eenen provincialen ende particulieren synodum Zelandiae opt goet beleyt 
van der kerckeordeninge ende discipline der Gereformeerde christelicke 
religie, ende dat ons gelieven zoude eenige vuyten onsen te deputeren om 
daerby ende present te wesen, waerop wy, aleer dyenaengaende te willen 
resolveren , hadden begeert by gescrifte te sien die pointen , daerop die 
voorsz. synodale vergaderinge diende gedaen, naerdyen die voorsz. pointen 
by ons gesien, rypelick verstaen ende overweghen syn geweest ende ten 
opsiene van de gewichticheyt ende importantie van dyen by ons geconsen- 
teert was den XVIII 611 der voorsz. maent Decembris , dat dio convocatie 8 ) 
van de voorsz. synodus zoude moghen geschieden tot Middelburg in Zeelandt 
den iersten February daeraen volghende van den jaere XVc ende eenent- 
negentich , als wanneer wy yemand van onsentweghe zouden deputeren om in 
de voorsz. synodo by ende present te wesen ende die actiën van denselven 
te 9 ) dirigeren ende modereren , met expressen verstande dat die voorsz. 
actiën ende actitaten van den voorsz. synodo nyet finalick besloten oft vuyt- 
gegeven en zouden moghen wordden, voer ende aleer dieselve, by ons gesien 
zynde , zouden by ons geapprobeert ende gearresteert wesen , ende dat 
tenselve fyne by ons gecommitteert waeren geweest den XXVI en January 10 ) 



') „parochien van den" ontbr. in BB, FF en KK. ») „[die]" aangevuld uit de 
andere codd. *) „rekeninge" BB, FF en KK hebben „rekeninge van de armmees- 
ters", CC en DD „rekening der armen". «) „Rycke" BB, CC en KK hebben „de Rijcke". 
•) » w >" ontbr. in edd. 1640, 4648. «) „xvin«" ed. 1755 heeft „seventhienden". 
») „convoceren" edd. 1640, 1648 hebben „communiceren." ») „convocatie" edd. 
1640, 1648 hebben „communicatie". •) „te" ed. 1755 heeft „te helpen." m) „January" 
de edd. hebben „Februarij". 

Acta syn. provinc, K 3 



34 

lestleden mrs. Willem Roelsius cndc Gaspar van Vosbergiien, ter pre- 
sentie ende overstaen van dewelcke, naerdyen by de gedeputeerde van de 
voorsz. synodale vergaderinge waeren geconcipieert ende besloten opt goet- 
bevinden van ons die acta dyenaengaende , hiervoren transcreven , soo 
eest dat naer nyeuwe bescryvinge ende raport, by ons gedaen den XIUI cn 
Martii lestleden , tot aggreatie ende approbatie derselver acten wyluyden 
gencralick dieselve goetgc vonden ende geapprobeert hebben, zoo wy doen 
by desen, zulcx die hiervoren staen gescreven zonder prejudicie van yder 
zyne privilegiën ende gerechticheden , behalvens eenige bespreken, die wy 
zoo generalick als particulierlick hebben geconditionnecrt, daeraff een yder , 
die tselve aengaet, mitsgaders die voorsz. classes respective, elck naer zyn 
belanghen , by ons particulier scryvens alsnu mede gewaerschouwt wordden 
om hun daernaer te reguleren zonder wedersegghen , wesende nyettemin 
onse wille ende meyninge , dat dese acta sullen wesen provisioneel, om naer 
gelegentheyt ende occurrentie die te moghen veranderen ende daer toe offt afF 
te doene, als in tyden ende wylen sal bevonden wordden te behooren. 
Ende opdat alle die classes ende een yeder van de ministers des godde- 
licken woorts eensamentlick die collegien van de ouderlingen ende diaconen 
der Gereformeerde christelicke gemeynten hun hiernaer reguleren ende 
voirts hun draghen politycquelick naer de ordonnantien , statuyten, wetten 
ende privilegiën van den lande, nu wesende offt die in der tyt noch zul- 
len by ons moghen wordden gemaect oft geadvoueert *) , soo verstaen wy , 
dat alle ministers, ouderlingen, diaconen ende andere, die Gereformeerde 
kereken dienende , gehouden zullen syn eedt te doen van getrouwicheyt, 
zulcx yder borgher oft ingesetene schuldich is te doen voer den magistraet 
hunder residentie, die daertoe mits desen wordden geauthoriseert volgende 
den formuliere, by ons daertoe gearresteert ende hieronder bygevoeght. 
Aldus gedaen int Hoff van Zeelant tot Middelburch ter gewoonelicker ver- 
gaderinge van de Staten slants voornoemt den seventhienden May XV C eenent- 
negentich , ende naer resumptie eyntelick gearresteert den vierthienden Sep- 

tembris desselffs jaers. 

P. Rycken. 

Ter ordonnantie van den voorsz. Staten by my 

C. Roëls. *) 

Formulier van eedo, te presteren by den kerekendienaers 
van de vier classes van Zeeland t. 

Dat belove ende zweere ick den heeren Staten Generael der Geünieerde 



>) „geadvoueert" edd. 1640, 4648 hebben „gheadmoveert". ') Hierbij staat nog in JJ : 
„Ter sijde stont: U. L. sullen gedachtich sijn eersdaghs te vorderen den gerequi- 
reerden eedt, bij de voorsz. approbatie vermeit". 



35 

Nederlantsche pro vin tien ende particnlierlick die Staten van Zeelandt ende 
haere E. Gecommitteerde Raden, mitsgaders die inagistraet deser stede van 
N. houw , trouw ende gehoorsaem te wesen ende my in alles te draghen , 
als een goet ende getrouw onderdaen ende ingeseten der voorsz. Geünieerde 
pro vin tien ende een minister des goddelicken woord ts der Gereformeerde 
religie schuldich is ende behoort te doen. Soo moet my Godt helpen. 

Aldus gedaen, goetgevonden ende gearresteert by de Staten van Zeelant 
int Hoff aldaer tot Middelburch den XIII cn Novembris XVc eenentnegentich. 

My present C. Boëls. 



Handeling he van de extraordinaire sijnodale 
bijeencompste, gehouden tot Middelburch desen 
19 ende 20 Octob. 1593, praeside D. Johanne 
Migrodio, scriba Anthonio Laurentii, ter presen- 
tie van de E. heeren mijnheere meester Pieter 
de Rijcke , president , ende den raetsheere Ferdi- 
nandus Alleman. 

»ijn verschenen met behoorlijcke credentiebrieven : 

wt de classe van Walchren: 
Daniel de Dieu , minister binnen Vlissingben , ende Johannes Miggro- 
dius, minister ter Vere; 

wt de classe van Schouwen: 
Aürianus Sebastiarnss , dienaer des woorts tot Nieuwerkercke in Dui- 
velandt, ende Anthonius Laurentii, dienaer des woorts in Dreisscher; 

wt de classe van Zuidbevelant: 
Guilielmus Nicolaij , minister binnen der Goes , ende Matthias Cahnop, 
minister tot üappelle; 

wt de classe van der Tholen : 
Jacobus Baselius de jonge, dienaer tot Berghen op den Zoom, ende 
Henricus Heininous, minister binnen Tholen. 

I. De saecke Gijsbekti Sammels langhe ende veele overwegen zijnde , 
is goetgevonden, dat men wt den naeme van de voorszeyde heeren 
ende deser vergaderinghe schrijven sal aen den kerckenraet van Brouwers- 
haven , ten einde zij metten eersten aen den presidem deser vergaderinghe over- 
seinden alle tgene in den kerckenraet van aldaer gepasseert is met Gijsberto 



36 

voorszeyt van de handelinghen, die hij tot Brouwershaven gedreven heeft, gelyc 
die al tsamen in den consistorialen boec geteeckent zijn , opdat deselve de 
voorszejjde £. heeren overgelevert zijnde, die saecke mach rijpelijc ingesien 
worden ende dat hg middelertij t bij myn E. heeren noch een half jaer sal 
onderhouden worden, geduirende welcken tijt men sal opsicht nemen op 
z|jnen wandel. 



II. Alsoo de Zuidhollandsche kercken door missive hierover gedient ver- 
socht hebben, dat den kercken van Zeelant believen sonde eenen wt hun 
te nomineren, diewelcke neffens die ander viere soe wt de Hollandsche, 
Vrieslandtsche als ooc Geldersche etc. kercken souden in conferentie tot eene 
nieuwe overstellinge des bibels bijeencomen, soe wort mitsdesen op het 
welbehagen van de E. heeren Staten van Zeelant daertoe vercoren D. 
Daniel de Dieu. 



III. Is besloten, dat men aen de E. heeren Staten van Zeelant sal 
aenhouden omme tot Leiden te vercrijghen een seminarium van theologische 
studenten. 



IV. Is goetgevonden, dat men met de eerste gelegenheit bg requeste dienen 
sal aen de E. heeren Staten van Zeelant, ten einde hun sal believen toe 
te staen, datter jaerlicz eene sijnodale vergaderinghe naer d'oude gebruic ende 
texempel van ander kercken mach gehouden werden , gemerct sodanighe 
bijeencomste grootelicx dient tot conservatie van de zuiverheit der leere 
ende kerckelijcke discipline. 



V. Ende tsal den classi van der Goes toecomen den naesten sijnodum nae 
de ontfangene approbatie als vooren te beroepen , ende voorts sal tselve bij 
keere ommegaen , als vooren int vertoonen der credentiebrieven ge- 
stelt is. 

Johannes Migghodiüs, hujus conventus praeses, 1593. 
Antontus Laürentii , scriba *). 



•) Deze onderteekeningen zijn authentiek. 



87 



Acta des provincialen sijnodi der kercken van 
Zeelanti gehouden anno 1597 den 15, 16, 17 
ende 18 Aprilis binnen der stede Goes met 
voorgaende authorisatie van de E.E. heeren 
Staten van Zeelant ende ten bijwesen van de 
E. h. h. Nicolaus Adriaensen Meiros ende Cas- 
par van Vosbergen als gecommitteerde van de 
voorschreven h. h. Staten. 

Vooreerst is de naem des Heeren bjj den dienaer der plaeteen aenge- 
roepen ende hebben dese navolgende persoonen overgelevert haere respective 
brieven van credentien ende schriftelgcke instructie: 

wt de classe van Walcheren : 
Mr. Michiel Panneel , dienaer des goddeljjcken woorts binnen Jiiddelburgh , 
mr. Abraham van der Mijl, dienaer des goddeljjcken woorts binnen Vlis- 
singen, vergeselscbapt met Rooier vak Peene, ouderlinck der gemeente 
Christi binnen Middelburgh, ende Nicolaes Heuninck, ouderling der gemeente 
Christi binnen der Veere; 

wt de classe van Schouwen: 
Mr. Johannes Tayus, dienaer des goddeljjcken woorts binnen Brouwers- 
haven, Daniel Henricks, dienaer des goddeljjcken woorts in de prochie 
Oosterlant, Antoniüs LAURENTn, dienaer des goddelycken woorts in Dreg- 
schere, Cornelis Barthelsen, ouderling der kercken Christi binnen 
Zirickzee; 

wt de classe van Zuydtbevelant : 

Mr. Philips Lansberoen, dienaer des goddeljjcken woorts binnen der 

Goes, mr. Peter Bert, dienaer des goddelycken woorts in Hejjngenssandt, 

ende met hen Thomas Albrechtsen, ouderlinck binnen der Goes, ende 

Tobias de Voldere, ouderlinck der gemeente Christi binnen Wolfersdijck; 

wt de classe van der Tholen : 
Mr. Jacobus Baseliüs, dienaer des goddelicken woorts binnen Bergen 
op den Zoom , Henricus Heininous , dienaer des woorts binnen der Tholen , 
Henrtcus van Heijnsbergen, dienaer des god. woorts in S. Mertensdyck , Jacob 
Wijhe, ouderling der christelicke gemeente binnen Steenbergen. 

Hiernaer zjjn b|j de vergaderinge des sjjnodi verkoren tot praesidem 
Philippus Lansberoiu8, tot assessorera Michael Pannelius, tot scribam 
Henricus Heininous. 



38 

I. 

(|jn gelesen de artijckelen des sijnodi, gehouden tot Middelburgh anno 
1591 in Februario. Ende is geleth op den 5 den artijckel, aengaende de 
promotie der nieuwer kerckendienaeren, ende is om alle inconvenienten te 
voorkomen ende goede ordere te onderhouden in de verkiesinge derselver 
goetge vonden , datter nu voortaen telcken by alle synoden vier persoonen, 
te weten van elcke classe eenen, sullen verkosen worden, ende datter voor- 
taen geen nieuwe predicanten in geen classe en sullen beroepen noch 
gepromoveert woorden dan met kennisse ende goetvinden van deselven, 
dewelcke oock beneffens den classe denselven aenkomenden predicant sullen 
examineeren ende gelyckelick op de eerlicke afkomste, opvoedinge, 
qualiteyt, gaven, voorgaende handel ende wandel, neerstich acht nemen, 
opdat den dienst des goddelycken woorts om eenige accidenten, haeren 
persoon aengaende , achteraen geen afsien ofte lasteringe onderworpen zij. 
Werden oock dese gedeputeerde gelast sulcke saecken wt te voeren, als 
haer bjj den synodus opgeleydt ofte andersins in de classes niet en konnen 
geslist worden. 

n. 

Tot dien eynde sullen oock deselve wt den name des sjjnodi aen myn- 
heeren Staten ofte haere Gecommitteerde Baden versoucken, dattet haer 
believe eenige persoonen van den haeren te committeeren , dewelcke, des 
noot zijnde ende daertoe specialick van de gedeputeerde des sijnodi versucht 
zijnde, beneffens haer arbeyden sullen alle voorvallende swaricheden in de 
classes , die middelertydt tusschen de vergaderinge des synodi souden mogen 
voorvallen, gevoegelick ter neder te leggen. 

m. 

Op den sesten artijckel des voornoemden sijnodi is beraempt, dat deselve 
gedeputeerde des sijnodi haer beste sullen doen, dat de kereken van Bra- 
bant ende Vlaenderen, ondert cruijs wezende, met de leeringe van Godes 
woordt voorsien mochten worden. 

nn. 

Op den vierthienden artijckel is geleth ende beraempt, datter voortaen 
in geene kereken en sullen proponenten toegelaten worden dan bij kennis 
ende goetvinden des classis, daeronder deselve kereke staet, dewelcke oock 
op de eygenschappen ende qualiteijten, in den voorgaenden artijckel geroert, 
neerstich acht nemen sullen, opdat se met geen ydele hoope opgehouden 
en worden. Item sullen oock bij de classe de personen bestempt worden, 
voor dewelcke de proponenten voorsch. sich oeffenen sullen. 



39 

V. 

Op den 28 cn artyckcl is geresol veert, soo yemant van een kerckelick 
besluijt lot een meerder versamelinge begeert te appelleeren, dat deselve 
op pene van syn actie te verliesen sulcx binnen den tydt van thien dagen 
sal moeten aendienen hetzij der classe ofte den gedeputeerden des synodi 
ofte den sijnodo selve, opdat do swaricheijt in de eerste versamelinge 
mocbte geslist worden. 

VI. 

Op den 42 cn artijckel is beraempt, conform den ïlTl en artijckel des extra- 
ordenaren synodi, anno 1593 den twintichsten Octobris binnen Middelburgh 
gehouden, datter by den gedeputeerden des synodi aen mynheeren de Staten 
van Zeelant ofte haere Gecommitteerde Raden versucht sal worden, dattet 
haer believe toe te staen, dat naer d'oude gebruyck op sekeren bestemden 
tydt, hetsy die J acr °^ e wterlick ten twee jaeren, ordenare synodüs der 
kercken van Zeelant gehouden mochte worden, dewijle sulcx sonderlinge 
van nooden is om alle swaricheden, hetsij leer ofte leven aengaende, in 
tydts te voorkomen ofte de geresene terstondt wech te nemen. 

Resolutien, genomen wt de schriftelycke instruction 
der respective classes. 

I. 

Is geresol veert, dat de gravamina ende poincten, van dewelcke men in 
elcken aenstaenden synode handelen soude , van elcken classe te vooren ge- 
sonden sullen worden aen de classe, dewelcke den sijnodum beroepen zal, 
opdat alle de poincten tsamen van deselve classe tot alle de andere voor 
het houden des synodi gesonden mochten worden, ende dat alle de classes 
in tydts daerop lettende, haere gedeputeerde met voorbedachte resolutien 
over de voorschreven poincten tot den synodum afveerdigen mochten. 

n. 

De casibus matrimonialibus is raetsaem gevonden, alsoo daer veele 
casus matrimoniales syn ende daerom so haest niet en konnen byeengestelt 
worden, dat elcke classe bij goede deliberatie de nootsaeckelyckste stucken 
diesaengaende op sal teeckenen ende den gedeputeerden des synodi aendienen, 
om door deselve aen mynheeren Staten ofte haere Gecommitteerde Raden 
aengedient te worden ende seker bescheet over elck stuck te verwerven. 

III. 
Aengaende de echtscheydinge is goetge vonden , dat ondertusschen de 



40 

kercken haer sollen addresseeren aen haere magistraten, die daervan sollen 
begeeren te oordeelen. Maer daer de magistraet dat stock haer niet aen- 
trecken en wil , daer sollen de kercken haer moegen addresseeren aen myn- 
heeren van den Rade der Staten van Zeelant. 

nn. 

Is oock goetgevonden, dat de classes het beste doen sollen aen de 
vaceerende kercken , dat de studenten van binnen slants, tot den kerekendienst 
beqoaem bevonden wesende, geprefereert mochten worden voor de wthcemsche 
kerekendienaers ofte proponenten* 

V. 

Van de veelheijt der getojjgen over den kinderdoop is goetgevonden , dat 
de gedeputeerde des sijnodi aen mynheeren de Staten versoocken sollen, om 
goede ordere daerover te verwerven ende datter op sekere pene verboden 
mochte worden, datter voortacn over elck kint ten hoogsten maer vier 
getojjgen en sollen genomen worden. 

VI. 

Op seker different, geresen tosschen Jacobum Baselium, minister tot Oode- 
kereke, ende Cornelis Jansen van Westen, lidtmaet derselver gemeente, 
daerover eerst sententie ten naedeele van Cornelis Jansen ende naemaels 
een andere sententie bij den classe van Schoowen tot sijnen voordeele ge- 
geven was ende alsno naerder oordeel van den sijnodo versocht werdt, 
hebben de broeders des sijnodi wel rijpelick geleth ende bevonden, dat het 
different wt sekere cleijne oorsaecken geresen is, also dat de saecke, die 
het eerste different gevolght is, veel swaerder dan tselve different geworden 
zij. Oversolcx hebben sy goetgevonden , dat het gantsch verschil bij formc 
van vredehandel soode geeyndight worden. 

Tot dien eynde verclaren eerst de broeders des sijnodi, dat hoewel Cor- 
nelis Jansen voordesen in het on ts weeren van melck hem geoeffent heeft 
(hetwelcke niet anders dan voor toverie en kan gehooden worden), dat 
nochtans hij noch zijn huijs vrouwe ofte kinderen daerom niet en beboeren 
alsnu daervoren gehooden te worden, de wij Ie de sijnodos niet en kan 
bevinden , oock Jacobus Baselils hem niet beschuldigen kan , dat hij deselve 
onbehoirlicke saecke, sindert hij hem tot de gemeente begeven heeft, soode 
gepleeght hebben. Aengaende de bescholdingen tegen Cornelis Jansens 
van meijneedicheyt ende woecker, en syn den broeders des synodi niet ge- 
bleken. Derhalven achten de broeders des sijnodi, dat hg voor meijneedige 
ofte woekeraer oock niet behoort gehooden te worden. Ende overmits tot 



41 

volkomen dodinge van alle soodanige swarichcden nootsaeckelick is, dat 
alle acten ende schriften, denselven aengaende, gecasseert worden , vinden de 
broeders des sijnodi raetsaem ende achten te behooren, dat sowel de acten 
van den kerckenraet alsoock van den classe , dese saecke beroerende , 
alsoock alle schriften , bij Jacobo Baselio , Cornelio Jansen , den kercken- 
raet van Oudekercke ende den classe van Schouwen berustende, sullen 
gecasseert ende een vaste vrede tusschen partien in tegen woordicheyt des 
sijnodi gemaeckt werden. 

Dese wtspraecko des sijnodi is den partien voorgelesen geweest, dewelcke 
deselve volkomelick hebben geapprobeert ende met handtgevinge bevestight 
ende oock partien respectivelick onderteeckent hebben desen XVII en Aprilis 
anno 1597. Ende was onderteeckent: Jacobus Baselius d'oude. Bij injj 
Cornelis Jansen van Westen. Bij ordonnancie des synodi in den naem des 
kerckenraets vau Oudekercke J. Baselis de jonge. 

Particuliere saecken, den sijnodo voorgedragen. 

I. 

Op het aengeven des classis van Zuydtbevelant aengaende een vrouwe, 
dewelcke twee jaer naert vertreck haers mans betrqjght ende met getuijgen 
beleydt heeft weduwe te zijn ende, daerover met een ander man ge trouwt 
zijnde, twee jaer nae tvoorschreven tweede houwelick gebleken is, dat 
haeren eersten man noch leefde , daerop gevraeght , of het tweede houwelick 
behoort wettelick geacht te worden ende de vrouwe by denselven tweeden 
man te blijven , is verstaen , byaldien bevonden wordt , dat den eersten man 
noch int leven waere, dat het tweede houwelick niet bondich en is, wt 
oorsaecken dat den behoirlicken tydt van jaer en niet verwacht noch oock 
de solemniteijten, in gelycken saecken gerequireert, te wercke gestelt en zjjn. 
Maer indien men bevindt, dat den eersten man doot is, soo is goetge vonden, 
dat de vrouwe by den tweeden man behoort te blijven. 

IL 

Aengaende het stuck van Schouwen van de ongeregeltheijt, gccommitteert 
by Peter Jansen Back er binnen Brouwershaven int schandelick lasteren 
der leere des heijligen evangelii, dewelcke daernaer tot Loopick buijten 
Utrecht totten dienst van Godes woort aengenomen is, sonder die van Brou- 
wershaven door behoorlicke schuitbekentenis ende wederroepinge van sijne 
doolingen voldaen te hebben , is geresolveert , datter wt den name des synodi 
geschreven sal worden aen de kerckendienaers tot Utrecht, haer vermanende 
van haer officie tegen sulcken persoon , dat oock de gedeputeerde des sijnodi 
aenhouden sullen aen mynheeren de Staten ofte haere Gecommitteerde 



42 

Baden , dattet haer believe te schrijven aen de Staten van Utrecht, ten eynde 
daerin voorsieu mochte worden, mitsgaders aen syn Excellentie te ver- 
souekcn, dat tselvc door hein, als gouverneur der provincie van Utrecht, 
door cenige goede middelen gebetert mochte worden. 

III. 

Opt aengeven van die van Schouwen van de afgoderie, geplogen in 
Drcgschere voor S. Adriaen, is goetge vonden, dat de broeders van Schouwen 
ter bequamcr tydt remedie over sukx versoucken sullen bij mynheeren 
van den Rade der Staten van Zeelant. 

mi. 

Is oock gelesen eenen brief van Ambsterdam aengaende den sijnodum genc- 
rael, of bij ons geen sware poincten en zijn, door dewelcke mynheeren de 
Staten Generael tot bewillinge van een sijnodus gcnerael bewceght mochten 
worden. Is geresolveert haer te antwoorden, datter bij ons geen swa- 
richeden van sulcken gewichte en zijn , maer nochtans dattet ons lief waere, 
dat sulex verworven mochte worden , ende dat wg bereydt zyn beneffens 
andere daerin ten besten te helpen. 

V. 

Aengaende de vrage van de kereke van Oostduijvelant over den XVII cn 
artyckel des Middelburgschen synodi, ofter oock tot den sijnodum aen de 
plaetse van de ouderlingen dienaeren des woorts gekosen ende gesonden 
moegen worden, is voor antwoorde gegeven, dat den artijekel sal gevolght 
worden, soverre als men bequame ouderlingen daertoe te verkiesen heeft, 
die daertoe vaceeren moegen , dat men anders in de plaets van ouderlingen 
dienaers des woorts sal muegen seynden sonder prejuditie dos voorsz. 
artyckels. 

VI. 

Is Jacob Wijme, ouderling der ehristeljjcke gemeente binnen Steenberge, 
voor den sijnodo verschenen , versouckende eenen kerekendienaer in de 
plaetse van haeren afgestorvenen, dewijl oock het ordinarium stipendium 
binnen Steenbergen zeer cleiju is, dat het den sijnodo believe aen sijn 
Excellentie te schrijven in favuer van den kerekendienaer , die binnen Steen- 
bergen komen mochte. Is geantwoordt, dat de sijnodus tegenwoordelick 
geenen minister en weet, maer dat elck in syn quartier daernaer vernemen 
sal, item dat oock de sijnodus aen sijn Excellentie schrijven sal, ten eijnde 
gelyck versucht wordt. 



43 

VIL 

Opt verhael van de schoolmeesters van Capelle ende Bieselingcn is goct- 
gevonden, dat de classe noch eenmael den ambachtsheere aenspreken sal 
om de swaricheijt der schoolmeesters te remedieren. Ende soverre tselve 
niet en helpt , sal het wtvoeren van de saecko den gedeputeerden des sijnodi 
bevolen worden om aen mynheeren van den Rade tselve te bevoorderen. 

vni. 

Opt aengeven vant onderhoudt der weduwen, item van de verbeteringe 
der wedden der dienaeren des woorts, so in den steden als ten platten lande, 
item van de verbeteringe der wedden der schoolmeesters, voornemelick in 
Walcheren, is geresolveert , dat dese saecken den gedeputeerden des sijnodi 
belast sullen worden om aen myn E. heeren van Rade der Staten van 
Zeelant deselve te bevoorderen. 

Sijn tot wtvoeringe der lasten des sijnodi gedeputeert ende verkosen 
mr. Michiel Pakneel wt den classe van Walcheren, D. Johannes Tayus 
wt den classe van Schouwen, mr. Philips Lansbergius wt den classe van 
Surjtbevelant , mr. Jacobus Baselius de jonge 1 ) wt de classe van der Tholen. 

Is den classi van der Tholen opgeleght den naesten sijnodum dor kereken 
van Zeelant te beschreven ende de plaetse van de vergaderinge te bestemmen. 

Eijndelinge de censure morum gehouden zynde, is den name des Heeren 
met dancksegginge aengeroupen ende zijn de broeders in vri en schap ende 
liefde van mallekanderen gescheyden. 

Philippus Lansbergius, synodi praeses. 

Michaël Panneliüs, praesidis assessor. 

Henricus Heinixgus, scriba sijnodi. 

Copie. *) 
Poincten vuytten artijckelen des sijnodi provinciael , gehou- 
den binnen der stede Ooes in Aprili 1597, dewelcke by de 
gedeputeerde des voors. sijnodij den E.E. heeren de Gecom- 
mitteerde Raden van Staten slandts ende graefflijekheijts van 
Seelandt met behoorlijcker eerbiedinghe voorgedragen werden. 

I. 

Dat het haere E. believe eenigho personen van den haren te committeren, 



') „de jonge" ontbr. in AA. ') Op den rand staat met dezelfde hand, die ook de 
apostillen bijschreef, dit aangeteekend : „Overghebracht in de vergaderijnge van de 
Gecommitteerde Raden van Staten van Zeelandt den XXVIIIen Mav XVc XCVII". 



44 

dewelcke, des noodt ende daertoe specialyck van de voornoemde gedepu- 
teerde des sijnodi versocht zjjnde, beneffens haer aerbeijden zullen, alle voor- 
vallende swaricheden in de dassen van Zeeland t, die middelertij t tusschen 
de vergaderinghe der sij noden souden moghen voorvallen, gevoegelijck 
te neder te leggen. 

Eenige saecken voorcomende ende in classicale vergaderynge niet 
geslisset connen werden, sullen de gedeputeerde van de classis den 
Rade die gelegentheyt van de saecke mogen aendienen, als wanneer 
sullen henluyden vuyt den Rade eenighe gecommitteerde bijgevought 
werdden x ). 

II. 

Item dat het haere E. mede believe toe te staen , dat na toude gebruyck 
ende exempel van d'andere Geünieerde Provinciën op sekeren bestemden tijt, 
hetzij alle jaere ofte vuyterlijck ten twee jaeren, ordinaris sijnodus der 
kercken van Zeelandt gehouden mocbte werden. 

Obsterende die resolutie van de Staten en can nochte vcrmach bij 
den Rade in desen geen veranderinghe geschieden. 

III 

Dattet oock hare E. believe ordre te stellen int misbruyck van de vcel- 
hcijt der getuyghen over den kinderdoop , dat niet meer dan vier getuygen 
ten hooghsten genomen en werden. 

Die van den Rade vinden goet, dat voortaen over den kinderdoop niet 
meer als drijc ofte ten hoochsten vierc getuyghen genomen werdden. 
Dan, alsoo om tselve in train te stellen, men met placate daerin behoort 
te voorsien. 

nu. 

Dat het mede haere E. believe te schrijven aen de E. heeren Staten van 
Wtrecht, ten eijnde de kereke van Brouwershaven mocht voldaen zijn van 
de ongeregeltheden, aldaer ge committeert bjj sekeren Petek Janssen Backeb, 
jegenwoordich predicandt tot Loopick, mitsgaders aen zjjnc Excellentie als 
governenr der voorsz. provincie van Wtrecht ten eijnde als vooren. 

Die remonstranten f de wijle die gelegen theden deser saecken den 
Raedt niet ten besten indachtich is) werden versocht dije missive te 
concipiëren om deselve, gesien by den Rade, gearres teert te werden 
als nacr behooren. 



') Wat in deze bijlage met inspringende regels gedrukt is, zijn de naar usantie 
op den rand aangebrachte apostillen der Staten. 



45 

V. 

Dattet hare E. believe in te sicn den grooten s waren dieren tijt ende ter 
dier oirsaken het extraordinairis tractement, bij haere E. jaerlijckx den die- 
naren des woordts toegel eijt, iu redelicheijt ende naer goeder discretie te 
vermeerderen. 

Als wanneer die van den Rade sullen op het augmentum disponeren , 
sal hierop soodanigen regardt ghenomen werden, dat die remonstranten 
redenen sullen hebben sich te con ten teren. 

VI. 

Ende wandt ter oirsaken van den dieren tijt voorszeit het onmogelijck is , 
dat de schoolmeesters, sonderlinghe ten platten lande, op haere sobere 
tractementen sich konnen onthouden, dat het haere E. mede believe den 
voornoemden schoolmeesteren te verbeteren. 

Alsoo op den XVI cn Januarij lestleden goetge vonden is by den Staten 
van Zeelant, dat die prochien, die schoolmeesters versoucken ofte van 
doen hebben, sullen met deselve als van outs contenteren ende deselve 
con tenteren naer behooren boven het tractement, dat zij hebben van 
de gemeene saecke, soo die gemeene saecke daertoe eenich tractement 
heeft gestelt, en vermogen die van den Rade in desen niet re trac teren. 

VIL 

Want mede door de sobere tractementen der dienaren sij t'haren over- 
lyden arme ende desolate weduwen nalaten sonder middel van te connen 
leven , ende dat niet alleene redelijck maer by anderen weigestelden kereken 
gebruyckelijck is, dat de weduwen der afgestorvenen dienaren niet en 
werden gheabandonneert, nemaer eenighe recompense voor de diensten van 
hare affgestorvene mannen genieten om haer ende haere kinderen op te 
brenghen, dat het haere E. believe ordre hierin te stellen. 

Desen aengaende moet met den Staten t 1 hunner eerster vergaderinghe 
gesproken , ende sal deselve opt favorabelste voorgedragen werden. 

vm. 

Ende alsoo de gedeputeerde des sjjnodi haere opgeleyde lasten niet en 
konnen volvoeren sonder merckelijcke onkosten te moeten draghen, dat het 
haere E. believe op de voorsz. onkosten naert exempel van die van Holland t 
ofte andersins ordre te stellen tot het remborssement derselver. 

Die remonstranten overleverende declaratie van hunne te dragene 
oncosten, sal op alles by den Rade goet regardt genomen werden. 



46 

Aetum ter vergaderinghe van de Gecommitteerde Raden van de Staten 
van Zeelandt int Hoff aldaer tot Middelburgh den XXVIII™ Mejj 1597. 

De Maxdere. 
Mg present Joh. Hwjssen x ). 

* 

Appendix ad sijnod. Goesanam de anno 1597 do casibus 
matrimonialibus. 

Stukken, die waer te nemen sijn ontrent de houwelijxse 
ondertrouwen ende wat dien aengaet, bijeengestelt ende beraemt 
uijt den naeme der classe van Walcheren door sekere hunlieden 
mededienaers, dartoe verordineert den 14 Junij 1597 om de 
heeren Staten van Zeelant vertoont te werden volgens art. 2 
cap. 2 sijnod. Goesanae de anno 1597 in April s j. 

1. Een wettige beloftenisse des houwelijxs is een vrijwillig, eerlijk, 
geregtig en heilig verdrag om met malkandren als man en wijf te woonen 3 ), 
lighaem en goet gemeijn te hebben (volgens dese godlijke 4 ) tqjtsprake: 
dese twee sullen tot een vlees sijn) , geschiedende tusschen twee vrije per- 
soonen, die met niemant anders, sooveel den hou weiijken staet aengaet, iets 
uijtstaende hebben, en dat in de tegenwoordigheid of met consent van vrin- 
den en voogden of, soo sij die niet en hebben, in het bijwesen van goede 
on geloofweerdige persoonen. 

2. Daerom alle de beloftenissen, die of heimelijk of tegens den dank 
van de ouders, vrinden of voogden, en contrarie de voorgaende beschrijvinge 
geschieden, sullen de consistorien voor onweerden en voor niet houden. 

3. Die dan verschijnen om wettelijk ondertrout te werden, sullen ge- 
houden sijn wettelijk bewijs mede te brengen, dat sij vrije persoonen sijn, 
item dat de ouders of voogden daerin consenteren. 

4. Soo het geviele , dat sjj hiervan geen seker 6 ) bewys konden voort- 
brengen uijt oorsake van het verre afwesen dergener, die daerin te seggen 
hebben, ofte dat se gants geene vrinden hebben, dat alsdan die van den 
kerekenraet deselve persoonen scherpelijk sullen ondersoeken, of sjj met 
iemant anders iets uijtstaende hebben. En van haerlieden geen versekertheid 
krijgende, soo sal men haer eijndelijk tot den respectiven magistraet senden, 
opdat sij aldaer haer met eede verklaren, dat sij geen vrinden hebben nog 
ook met iemant iets uijtstaende , en van sulke verklaringe acte doen brengen. 



i) Deze handteekening is authentiek. *) Dit opschrift is in DD een weinig korter, 
maar komt op hetzelfde neer. *) „woonen" DD heeft „leven". *) „dese godlijke" DD 
heeft „de". ») „seker" DD heeft „wettig". 



47 

5. Wanneer dat het gebeurde , dat cen jongman of jongedogtcr haer 
met malkandren beloofden buijten consent en wille van de ouders , na 
dewelke belofte volgde de vleeschelijke gemeijn schap, en de ouders niet en 
verwilligden in het houwolijk, die van den kerekenraet, daertoe versogt 
sijnde, sullen tragtcn de ouders daertoe te bewegen en dat om de eere van 
de dogter, maer soo sijl. hiertoe niet en verstaen, soo sal sulken belofte 
voor onweert verklaert werden.* 

6. Geen voogt nog sijn soone nog sijn dogter sal mogen met de weese , 
daervan hij voogt is , trouwen , tensij dat hjj daertoe van de Staten des 
lants geauthoriseert is. 

7. Geen weduwe sal mogen met een ander on der tr out werden dan na 
den tijt van 4 en een halve maent na haer mans doot en dat om der eer- 
baerheids wille, gelijk ook de weduwenaers om gelijke reden een tijtlang 
gehouden sjjn te wagten. 

8. Geen vrouwe, out sijnde 50 of 60 jaeren, en sal veroorlooft syn te 
trouwen met een jongman of weduwenaer beneden sijn 40 jaer. 

9. Desulke, die overspel bedreven heeft met een andermans huijsvrouwe 
of met een vrije dogter, wanneer het kennelijk geworden is, en sal niet 
mogen deselve na de doot van sijn huijsvrouwe in houweljjk nemen , en dat 
vermits de ergernissen en periculen, die daerin gelegen sijn, tensij dat de 
overigheid om merkelijke redenen daerin dispenseert. 

10. Wanneer een litmaet der Gereformeerde gemeijnte begeert ondertrout 
te werden met een, die ongedoopt is, hetselve sal van den kerekenraet 
geweygert werden tot der tijt toe , dat de ongedoopte parture den h. doop 
ontfangen heeft Maer indien na de wettelijke belofte de bijslaep geschiet 
is, soo sullen sjj tot den magistraet gesonden werden. 

11. Wanneer een litmaet der Gereformeerde gemeijnte begeert ondertrout 
te werden met een ander, drijvende contrarie religie, men sal sulx de Gere- 
formeerde parthije afraden met verhoudinge van groote swarigheden, 
die uijt sulken ongelijken houwelijk spruijten soude, en soo die sulken 
ontradinge geen gehoor en geeft , sal de versogte ondertrouwe voor een tijd 
lang uijtgestelt werden , opdat sij in de vreese des Heeren daerover beden- 
ken. Maer soo sij willen evenwel ondertrouwen, soo sal men alsdan haer- 
lieden versoek nakomen. 

12. Soo wanneer ijemant in de oudertrouwe mist van de persoon, als 



48 
bij exempel Jacob met Lea, de verbin tenisse is nul en van onwaerden. 

13. Wanneer iemant mist in qualitejjt, meijnende hem te versekeren met 
een maegt en wert bevonden sulx niet te sijn , sulke belofte is van onweer- 
don , gelijk ook wanneer een van de parthicn bevonden wert besmet te sijn 
met de melaatsheid. 

14. Wanneer men dwaelt in de conditie, als meijnende hem te belooven 
met een, die edel of van goet l ) vermogen is, en de saek openbaert haer 
ter contrarie , te weten van onedelheid of bijsterheid , sulx en breekt de 
belofte niet, want het en raekt nog de materie nog de forme des houwe- 
lijxs niet 

15. De belofte des houwelijxs, door gewelt of vreese der dreigementen 
uitgeperst, wert voor niet gehouden, ten waere dat de ged wongene parthije 
naderhand daerin verwilligde. 

16. Wanneer na de ondertrouwe, geschiet voor die van de kerekenraet, 
de een of d'ander parthye onwillig wert om voort te gaen tot het houwe- 
lijk, die van den kerekenraet sullen tragten de weggerende parthjje daertoe 
te brengen. Maer soo die hertnekkig blijft, de overheid sal de onwillige 
parthije dwingen te trouwen of na sekeren tijt de gewillige parthije van de 
onwillige vrijspreken. 

17. Wanneer na de gedane belofte of ondertrouwe de een of d'ander 
parthije wegloopt, dat alsdan de overheid, kennisse van saken genomen 
hebbende, de absen terende parthije sal indagen, en soo die binnen sekeren 
tijt niet en verschijnt, dat in sulken geval do verlatene parthije vrijgestelt sij. 

18. Geen persoonen sullen mogen ondertrout werden in de verboden 
graden, vermeit staende in de gedrukte openbaere ordonnantien van de 
Ed. heeren Staten van Hollant en Zeelant, als overeenkomende met Gods h. 
woort en de wet der nature en de algemeijne eerbaerheid. 

Nopende de affiniteijt of swagerschap, spruijtende uijtver- 
verbindinge van houwelijk. 

1. In het eerste geslagte der swagerschap en mag men nog versekeren 
nog trouwen, want men mag sijns broeders wijf nog sijns broeders wijfs 
dogter, dewelke is sijn betroude nigte, nog sijn nigte, ten houwelijke niet 
nemen. 



i) „goet" DD heeft „groot". 



49 

2. In hol tweede goslagte der swagerschap in de ljjnie ter sjjden en 
heeft dit gebod geen plaetse, want men mag wel versekeren en trouwen 
met sijner huijsvrouwen swagerinne, sij en haer broeder doot sgnde. 

3. De affiniteit neempt wel een eijnde met de aflijvigheid van d'een of 
d'andre persoon, maer hierentusschen soo bljjft evenwel het verbot van sjjns 
wgfs of mans bloetvrinden te trouwen volgens de eerbaerheid. 

4. Een die versekert sjjnde met een dogter of weduwe en die stervende 
voor de bevestinge des houwelijxs, en sal met de suster van deselve niet 
mogen trouwen, al waer het ook, dat hg geen vleescheljjke gemeenschap 
met deselve gehad en hadde, en dat om der eerbaerheids wille. Hetselve 
verstaet men ook van des mans sjjde. 

5. Alsoo de ervarentheid leert, datter dikwils groote swarigheden vallen , 
soo tusschen ondertroude als getroudo persoonen , het houwely k rakende , 
soo wert de overheid gebeden , dat sij de klagende parthie goede en corte 
expeditie of regt 1 ) gelieve te doen en dat door sulke middelen, als 8Jj te 
rade sullen vinden daertoe te behooren, en dat om veele en verscheidene 
inconvenienten voor te komen. 

6. Uijt occasie datter diversse lieden sijn , dewelke, verschonende voor de 
eerw. korckonraden om aldaer ondertrout te werden, niet en werden ont- 
fangen , overmits *) haer versoek onredelijk is en tegen s de polijtie deser 
landen strijdende, die dan bevonden werden elders op andre pi ae teen 
bug ten haere woonplaetsen in ■) andre quaertieren van Hollant en Zeelant 
te vertrekken, alwaer sij met valsche aengevingen eerst ondertrout en dan 
getrout werden, en wederkeerende te trotsen en te bespotten niet alleen 
die van den kerckenraet maer ook de overigheid, soo wert gebeden, dat 
de ed. heeren Staten daerinne gelieven te voorsien, ten ejjnde dat haere 
placaten van de veragtinge van sulke moet willige menschen bevrgjt mogen 
werden. 



') „goede — regt" DD heeft „kort recht". *) „niet — overmits" DD heeft „niet- 
tegenstaande dat". ») „bevonden — in" DD heeft „naar". 

Acta syn, provinc. V. 4 



50 

Handelingen des provincialen synodi van Zee- 
lant, gehouden by authorisatie van de E. E. 
heeren Staten binnen de stadt van ter Tholen y 
begonnen den \2 sUn ende geendicht den 20 ,fe * 
Novemb. 1602 ten bywesen van de E. heeren mrs. 
Daniel Jacobi ende Johan Huyssens, raden der 
Staten van Zeelant , als gecommitteerde van de 
voorsz. heeren om desen synodum te assisteren. 

Vooreerst is den naem des Heeren van den dienaer der plaetsen Gerar- 
Mïs Plateel aengeroepen, ende by de heeren mrs. Daniel Jacobi ende 
Johan Huyssen, gecommitteerde raden van de heeren Staten van Zeelant, 
tot overstaen desselven synodi specialycken gecommitteert , openinge des 
aenstaenden synodi gedaen. 

Daemaer syn de credentien van de gecommitteerde der vier dassen ge- 
lesen, met dewelcke verschenen syn: 

uyt Walcheren: 

Harmannus Faukeel ende Gerson Bucerus, dienaren van Middelborch 
ende Vere, met Johan Radermaker ende Henprick Bogaert, ouderlingen 
van Middelborch ende Ylissingen; 

van Schouwen: 

Hendricus Brant ende Arnoldus Arnoldt, dienaren van Ziericzee ende 
Renisse, met Lenaert Waryn l ) ende Vincent Couwenburch, ouderlingen 
van Dreyschoir ende Nieuwerkercke in Duyvelant; 

van Suytbeverlant : 

Wilhelmus Nicolai ende Andries Canen *), dienaren des woorts van 
der Goes ende Cloetingen , midtsgaders Pteter Willemssen ende Johan Sleese, 
ouderlingen van der Goes ende Capelle; 

van der Tholen: 

Gerardus Platteel ende Marcus Züerius, dienaren des woorts van ter 
Tholen ende Bergen 3 ) , midtsgaders Willem Jacobssen Vryberge, ouderlinck 
van ter Tholen , ende Paulüs Vaens , ouderlinck van Bergen 3 j. Maer alsoo 
desen lactsten om wettelycke oorsaken niet en konde tegenwoordich syn, 
heeft de classe van der Tholen in syne plaetse 4 ) extraordinaerlyck verkoren 
Jokannem Pantinum , dienaer des woorts tot Scherpenisse , ende is van den 
synodo aengenomen, midts dat sulx van niemant en sal in consequentie 
getrocken worden. 



') „Waryn" AA» heeft „Maryn". *) Canen" AA' heeft „Caen". *) „Bergen" AA 
heeft „Berghen op den Zoom". *) „in syne plaetse" ontbr. in AA*. 



51 

Daernae is mctte meeste stemmen verkoren tot praeses synodi Henricvs 
Brant, assessor Harmannüs Faukeel ende scriba Marccs Zuerius. 

Is *) gelesen seker extract wt de notalen van de E.E. heeren Staeten , 
overgelevert by de E.E. heeren Jacobi ende Huyssens, inhoudende de 
resolutie by den voornoomden h.h. Staeten gemackt, daermede de celebratie 
van de sijnode geauthoriseert ende de voorschreven heeren gecommitteert 
worden om den voornoomden synodo te assisteren ende tegenwoordich te 
zyn, waerop de synodale vergaderingbe , gevraecht synde, dancken de E.E. 
Staten van hetzelve consent ende weynschen alsoo jaerlicks te moghen 
tsamenkommen. 

Sijn de acta synodi van der Goes van de kereke aldaer overgelevert ende 
in de vergaderinghe gelesen. 

Is goetgevonden , dat de gedeputeerde des synodi sullen rekenschap 
gheven van haer lasten , die haer in den voornoomden synodo syn opgeley t. 

De voorseyde gedeputeerde hebben overgelevert de puncten, wt de arti- 
culen des provincialen synodi van der Goes getoghen, daerin haer autho- 
risatie ende puncten , haer van den synodo opgeley t , waren begrepen , mits- 
gaders de originale apostillen , haer van den E. heeren Raden *) daerop 
verleent, van datum den 27 en Mey 1597, geparapheert de Malderen 8 j ende 
onderteekent Johan Huyssens. 

« 
Hebben oock overgelevert zekeren brief van weghen het synodus van 

Sugthollant an den synodum deser provincie geschreven , ten eynde desen 
synode soude gelieven in hare versamelynghen eenen gedeputeerden te zenden , 
alsoock in d'andre synoden, daermede sy dezelve correspondentie hebben, 
gelyck ter anderen syden wederom alle synoden , daermede sy haere corres- 
pondentie houden, elck eenen van den haren tot den synodum van Zeelant 
souden committeren, wanneer die quame te vergaderen. Op welcke sy 
met advys der dassen antwoordende , de saecke om gewichtige redenen 
afgeslaeghen hebben. 

Is oock geresol veert, dat die voorseyde gedeputeerde souden schriftelicke 
rekenschap geven van hare bysonderste A ) handelynghen , die sy als gedepu- 
teerde des synodi gedaen hebben, wtgenomen wat angaet de cruyskereken , 



') Van hier tot pag 55 (zie aldaar noot 1) is de acte geschreven door een ander (nl. Fau- 
kelius) Het begin kan van den scriba Zuerius zijn. 4 ) „Raden" AA* heeft „Staten". 
3 ) „de Malderen" AA' heeft „d Malderees". «) „bvsonderste" AA* heeft „bvsond ere". 

4* 



52 

waervan sy bericht sollen doen dengenen, die 'daertoe spccialick sullen 
worden gecommit teert. 

De voorseyde gedeputeerde hebben haere handelinghen schrïftelick over- 
gelevert ende versocht, indien daer wat in gevonden wierdt, daervan de 
synodus onderrichtinghe ofte voorder verklaeringhe behoefde , dat hun soude 
gelieven tselve aen te segghen , praesenterende van alles verklaeringhe ende 
co n ten temen t te doen. Versochten oock wijder van hare voorschreven 
diensten ontslaghen te zyn. 

Naerdat de voorseyde schriften gelesen waren, de vergaderinghe , omme- 
gevraecht synde, heeft verklaert niet te hebben, dat naerder verklaeringhe 
behoeft, haer bedanckende van haeren dienst ende haer midsdesen daervan 
ontslaende. 

Is voorgenomen het gravamen des classis van Walcheren nopende de 
verklaeringhe des 36 artyckels van den synodus pro vin ei al is , tot Middelburg 
gehouden anno 1591, waerover, alsoo de kereken van Walcheren in geschil 
gevallen waren angaende tgetal der personen wt yder kereke, die in de 
classe macht souden hebben om over alle voorvallende saecken te stemmen, 
alsoo dat den voorseyden 36 artyckel verscheydelick van beyden zyden 
aengetoghen werdt ende de vraghe was, of de meeninghe van dien voor- 
schreven artyckel zy , dat wt yder kereke alle de dienaren met een of twee 
ouderlynghen ofte maer eenen dienaer ende eenen ouderlynck in de classe 
stemmelick verschijnen souden om alle voorvallende saecken te besluyten, 
daerop versoeckende de andre drie dassen respectivelick op dit geschil te 
letten ende hare gedeputeerde te vol-lasten, is by den gedeputeerden van 
den drie respective dassen , synodalick vergadert synde , gehoort tgene ten 
wedersyden is geallegeert ende gesien de schriften ende vertooghen, ten 
gelycken van wedersyden overgelevert , ende op alles rjjpelick gelett, 
naerder verklaerende den zin ende meeninghe des angeroerden 36 artyckels, 
f geseijt den zin daervan te zjjn, dat alle dienaers in de classicale vergade- 
| linghe sullen vermoghen stemmelick te verschynen om te verhandelen het 
f stuck van de leere ende alle zaecken, de gemeene regeringhe der kereke 
angaende , behoudens dat alle partyculiere quaestion, voorvallende onderlynghe 
tusschen kereken of particuliere personen, alleene bij eenen dienaer ende 
ouderlynck wt yder kereke sullen worden gedecideert, sonder dat daerom 
de andre dienaers sullen behoeven wt te staen ofte verliesen deliberatijf 
ad vis, alleenelick dienende tot directie ende niet ten definitive. 

Angaende de oversettinghe des bibels, die versocht wierdt, is goetge- 



53 

vonden bij maniere van advis (naerdien hetzelve ejjgentlick angaet den 
nationalen synodum), dat het goet ware, niet een geheel nieuw werck te 
maecken maer verbeteringhe te doen ende van de oude oversettinghe te 
laeten, wat lijdelick is. 

Het ainpt van de gedeputeerschap des synodi , verordent in den Goeschen 
sijnodo, wordt van desen synodo onnoodich geacht ende om redenen 
afgeschaft. ') 

Het beroepen ende examen der nieuwer predikanten blijft bij degene, 
dien sulcks in den gearresteerden synodo provinciali tot Middelburgh be- 
volen is, ende sullen de dassen acht nemen op de eerlicke afkomste, 
opvoedinghe, qualiteyt, gaven, voorgaande handel ende wandel derselver, 
opdat den dienst des godlicken woord ts om eenighe accidenten, haren per- 
soon angaende , achteraen gheen afsien ofte lasterynghe onderworpen en sy. 

Die van nu voortaen tot den synodum sullen gecommitteert worden , sullen 
daer kommen met voorbedachte resolutien in saecken, die de leere ofte 
gemeene kerekenregeringhe angaen , van dewelcke , sooverre eenighe stucken 
voorvielen, waerover eenighe kereken tusschen eikanderen oneens waren, 
sullen de redenen haerer twijfelinghe te vooreu den respectiven dassen aen- 
dienen ende openen , opdat se daerover in den synodum met goede resolutien 
verschynen moghen. Maer wat angaet eenigho geringhe zaecken ende die 
ex particularibus facti aut juris circumstantiis , dat is wt den bysonderen 
omstandicheden van zaecken of recht, moeten geordeelt worden, sullen sy 
kommen alleene met advjjsen. 

De classes sullen hare vrijheyt hebben om tot den synodum af te veer- 
dighen , die se achten sullen de bequaemste te zyn , sonder dat nootsaeckelick 
soude moeten tusschen den dienaren keer gehouden werden. 

Is oock goetgevonden , dat men geene schriften angaende de religie in 
drucke wtgeven en zal noch oock int bijsondre door brieven teghen eenighe 
ketelachtighe geesten schry ven sonder voorgaende kennisse der classe respective 
ende der professoren theologiae. 

De Engelsche predikanten , geropen synde in dese landen tot den kereken- 



') Hierop volgde in onzen cod. deze bepaling: „Is goetgevonden, dat men in het 
afvraghen van de stemmen over de gravamina alleen sal aennemen , wat classicalick 
geadviseert ofte geresolveert is , het en ware de stemmen gelyck vielen , in welcken 
gevalle men personelick". Daarvan zijn eerst de woorden „het en ware — perso- 
nelick" doorgehaald en daarna ook de daaraan voorafgaande weggestreept 



54 

dienst, sullen den classi, daer sy kommen te dienen, behoirlick getuijge- 
nisse van leere ende leven bethoonen van der plaetse, daersij van kommen. 

Een ambachtsheere , oock niet wonende ter plaetsen, nochtans doende 
professie van de Gereformeerde religie , sal in het beroepen van den kercken- 
dienaer gekent worden, ende indien hjj eenen anderen wt het collegie der 
overheyt ofte yemant anders in syn afwesen volmachticht , sal deselve 
moeten professie doen der voornoomde religie. 

Een ambachtsvrouwe , synde weduwe ofte jonghe dochter ende doende 
professie van de Gereformeerde religie, en sal int verkiesen van eenen 
kerckendienaer gheen stemme hebben , doch sal vermoghen als overheyt eenen 
manspersoon , synde litmaet der gemeynte , in hare platse te substitueren. 

Men sal geene kercke eenen dienaer opdringhen. Nochtans en mach niemants 
jonckheyt veracht worden, volgens de leere Pauli. 

Alsoo in den 4 en artyckel synodi ter Goes werdt geordoneert, de inlantsche 
studenten voor de wtlandtsche tot den kerckendienst te promoveren , worden 
bjj de inlantsche studenten verstaen alle, die onder den synodo van Zeelant 
syn, tsy dat se op haer eygene paiüculierer ofte opt slants kosten gestu- 
deert hebben. 

In het hertrouwen van wedunaerts ende weduwen sal men desen tvdt 
onderhouden , dat de weduwenaers ten minsten twee maenden , maer de pre- 
dikanten ten minsten zes maenden toeven sullen, de weduwen ten minsten 
achthien weken, desen tyt te rekenen van het overlyden der vooriger 
parture tot den tyt der ondertrouwe. 

Daer is een generael formulier van den synodo beraemt, dienende den 
kerckenraden tot berichtinghe angaende de maniere van houwelicksche beloften 
af te nemen , dewelck by den acten deses synodi hiernaer wordt bijgevoeght. 

Tot verklaerynghe van den 4 artyckel des gearresteerden synodi van 
Middelburch segt de synode, dat de approbatie van de magistraet, gheene 
professie van de Gereformeerde religie doende , int beroepen van eenen predi- 
kant hierin bestoet, dat hy verklaere, of hy op den handel ende wandel 
des heropenen ministers yet hebbe te segghen, daeromme hij hem in syn 
gebiet niet en soude willen dulden. 

De synodus blijft by den 6 artyckel des gearresteerden synodi van Middel- 
burch, waerin geordoneert werdt, dat niemant en sal prediken sonder te 
zyn een bevesticht dienaer van een seker platse. 



55 

Dewyle de ervarenheyt leert, dat somtyfcs den noot veregscht, dat by 
den kerckendienaren ofte ijemandt van haren haysgezinne ijet anders ter 
handt getrocken wordt, hetsy coophandel ofte lantbou werie , soo sullen de 
classes respective daarover wel toezien, opdat door sulcks niemant syne 
stadiën te kort of den dienst kleenicheyt en doe. 

Alsoo l ) in den synodo van Middelbaren artic. 68 goetgevonden is, dat 
geene afsnydinge geschieden en sal dan met advys van de classe ende dat 
met sulck adviseren den beclaechden schynt het middel van appel tot de 
classe benomen te syn, soo verordent de synodus, dat de classis selve ofte 
eenige van haer daertoe gecommitteert snlck eenen beclaechden persoon te voren 
sullen aenspreken ende alsoo in syne tegen woordicheyt syne saecke exami- 
neren ende daerop naer gelegen theyt adviseren. 

De uyterste straffe tegen dronckenschap, kyvagie, tuysscherye, gewoonlyck 
ende openbaerlyck geschiedende , beraemt in den 72 sten artyckel des Middel- 
borchschen gearresteerden synodi, sal onderhouden worden. 

Deselfde straffe sal gevolgt worden tegen openbaer ende gewoonlyck 
tuisschen, spelen met caerten ende teyrlingen ende huys daermede openhouden. 

Aengaendc de persoonen, die men om wettelycke redenen binnenslants 
weygert te trouwen ende, buytenslants treckende, by papen ofte andere 
persoonen onwettelyck ende heymelyck tsamengevoegt worden , wort goetge- 
vonden, dat soodanich misbruyek den heeren Staten aengegeven worde 
ende ordre daertegens versocht, opdat het placcaet van politie onderhouden 
werden mochte. 

Niemant en sal mogen trouwen degene, met dewclcke hy staende syn 
voorgaende houwelyck geboeleert heeft. Hierom sal aen den E. heeren ver- 
socht worden, dat het hun gelieve hierin te voorsien. 

Men sal aen de E. heeren Staten versoecken, dat het grouwelyck out- 
heyligen der sabbath ende vastdagen mach gewei rt worden, ende dat men 
op den biddagen niet en sal trouwen. 

Alsoo het onbillick is, dat de ongedoopte persoonen voor de gemeynte 
getrout worden, sal men van den heeren Staten hierop eene algemeyne 
ordre versoecken om alle confusie te weiren. 



«) Van hier tot aan het slot is de acte weer geschreven met de hand, die ook 
het begin schreef; zie blz. 51, noot 1. 



56 

Is goet ende nut gevonden in de kercke Christi, dat men alle jaren eens 
ofte eer, indient noot is, sal synodum provincialem houden. 

De bevoorderinge des nationalen synodi sal den heeren Staten van Zeelant 
gerecommandeert worden. 

Men sal aen de E. heeren Staten wederom versoecken ordonnantie de 
casibus matrimonialibus. 

Elcke classe sal haren eygenen last dragen in het versorgen der kercken 
onder haer respectivelyck gelegen , wanneer het met ordinaire sorge te doen i 
is. Maer wanneer eenigen extraordinairen noot voorvalt, het lant int ge- 
meyne aengaende, sullen de respective classes by beurten daerin voorsien. 

Geene dienaers en sullen vermogen op yemants begeirte, van wat qua- 
liteyt hy oock sy, den h. doop buyten gewoonelycken tyt ende plaetse te 
bedienen. 

Men sal aen de £. heeren Staten versoecken, dat op merckelycke straffe 
verboden worde de vermetelycke ende onbehoorlycke konste van het gepreten- 
deerde waerseggen ende de bedevaerden , die voor de siecken tot santen ende 
santinnen tot groote lasteringe ende ontheyliginge des goddelycken naems 
by eenige superstitieuse menschen in de provincie van Zeelant gedaen ende 
aengenomen worden. 

Dewyle men bevint, dat de jeucht uyt dese provincie ter scholen be- 
steedt wort onder den vyant, niet alleene in den steden, maer oock ten 
platten lande onder contributie sittende, sal men aen den £. heeren Staten 
versoecken, dat sulks mochte geweirt worden ende dat het hare £. E. 
gelieve het placcaet dienaengaende te amplieren ende te doen onderhouden. 

Op den brief des Suythollantschen synodi , daermede sy versoecken sekere 
maniere van kerckelycke correspondentie met desen synodo te houden, is 
besloten, dat de praeses ende scriba aen haer sullen schryven, hoedat sulx 
alhier niet en is goetgevonden. 

De kercke van Colynsplate , synde onder Bewestenschelt, sal voortaen om 
hare gelegentheyt gevoegt worden by de classe van Walcheren. 

Men sal een boeck maken, daerin de acta aller nationaler ende Zee- 
lantscher synoden byeen vervat sullen worden, ende een koffer sien te be- 
comen , waerin men alle synodale schriften ende papieren bewaren sal. Ende 



57 

dit koffer sal bewaert worden by de kercke, daer de synode laetst is ge- 
weest, die oock hetselve op den naesten synodum sal beschicken. 

Aen de E. hoeren Staten sal vertoont worden, indien het geviele dat 
eenige landen uytgegeven wierden om bedyckt te worden, dat het haer 
gelieve sorghe te dragen voor den kerckendienst ende wat dien aencleeft. 

Het classe synodael sal voortaen de gravamina der vier classcn in een 
corpus redigeren , deselve evenwel latende in forme, als sy overgeschreven syn. 

De heeren Staten sullen versocht worden, dat het hare E. gelieve de 
rethoryckspelen , selfs oock de latynsche ende fransche ende andere , die 
in de scholen ofte elders gebruyckt worden, by placcate af te schaffen. 

Om den artyckel van het nederdalen Christi ter hellen te brengen int 
Geloove, by Jan Uytenhovb sangswyse gestelt, sal men die woorden: 

Aent cruys gestorven en geleyt 

int graf, tot syns doots sekerheyt, 
aldus veranderen: 

Aent cruys gestorven, geleyt int graf, 

ende gedaelt ter hellen af. 

Want aldus wort den artyckel van het nederdalen Christi 
ter hellen hierin begrepen. l ) 

* 
Yeder classis sal een boeck hebben, vervatende alle synodale acten, soo 
nationalia als provincialia Zelandiae, dewelcke by allen dienaren sullen 
onderteeckent worden. 

Is voor goet gevonden, dat de visitatie der kercken int werck gestelt 
worde achtervolgende het formulier, in desen synodo beraemt ende achter 
de acta bygevoegt. 

Belangende het doopen der kinderen ten platten lande, alwaer in de 
weke eenen sekeren dagh tot den doop bestemt wort ende weynich volck 
verschynt , wort goetgevonden , dat men sekere texten , daertoe best dienende, 
gcreet hebben sal om deselve paraphrastice te vcrclaren ende daeruyt 
eenige leeringen ende vermaningen te trecken naer gelegentheyt der toe- 
hoorders, ende daernaer sal het formulier des doops gelesen worden. 



») „Want aldus — begrepen" ontbr. in AA'. 



58 

Op de vrage, of de broeders van Suytbeverlant gehouden syn viermael 
sjaers te vergaderen, volgens den 38sten artyckel des nationalen synodi, 
gehouden in den Hage, ende den 36sten des provincialen synodi van Mid- 
delborch, is goetgevonden , dat het besluyt, dienaengaende by den voor- 
noemden classe gemaeckt , sal ge an nu lieert worden ende dat hetselve classe, 
soovele mogelyck is, sal des winters tsamenkomen. 

Alsoo de synodus met vele saecken van besyden gemoeyt wort, soo is 
goetgevonden, dat voortaen niemant, dan die met credentie ende instructie 
daertoe belast is, en sal vermogen yetwat in den synodo voor te stellen. 
Ende aengaende degene, die buytenaf staen, en sullen niet vermogen yet 
voor te stellen ofte te adviseren ofte in te spreken dan door degene, die 
van hare classe totten synodum gecommitteert syn. 

Wort goetgevonden, dat twee dassen den last sullen hebben om elcke 
eenen persoon te verkiesen , die van des synodi wegen de versoecken aen 
de E. heeren Staten doen sullen, ende wat van hen gedaen is aen den 
anderen dassen ende oock aen hare respective dassen ofte mondelyck ofte 
schriftelyck rapporteren. Doch wordt den dassen te bedencken gegeven, 
of het niet oorbaer en sy, dat hiertoe persoonen genomen worden uyt 
degene, die in den synodo verschenen waren. Ende byaldien het geviele, 
dat de lasten, hen van den synodo opgeleyt, binnens jaers niet en konden 
afgehandelt worden, sullen de twee andere dassen in de plaetse ende last 
suceederen. Ende syn vooralsnu verkoren Walcheren ende Schouwen. 

De cruyskcreken sullen by de classe van Suytbeverlant versorcht wor- 
den door twee predikanten, van haer daertoe verkoren, ende dat voor den 
tydt van een jaer, naer welcks eynde die van ter Tholcn ende dan voorts 
de andere suceederen sullen. 

Opdat de synodale tsamenkomsten ten minsten coste van den lande ge- 
houden mochten worden, soo en sullen geene persoonen, dan die tot ende 
van de synode syn gecommitteert, op slants coste ter maeltyt komen. 

Het classe van Walcheren sal den naesten synodum versorgen. 

De censura morum gehouden zynde, is de versamelinge naer aenroepen 
des goddelycken naeins vreetsamelyck gescheyden. 

Aldus gedaen ter plaetsen, tyde ende presentien als boven. Ende wor- 



59 

den de E. E. heeren Staten van Zeelant gebeden hetgene bier om goede 
ordre te houden besloten is, te willen advoyeren ende hanthaven. 

Henricus Brand Willemsen, bujus synodi electus praeses. 

Hermankvs Faukelius, praesidis absessor. 

Marcus Zuerius, synodi scriba. ■) 

Porme *) van de inspectie over de gemqjne kereken te 
bonden 8 ) , beraemt in den synodo provinciali Zelandiae , ge- 
bonden binnen ter Tbolen an. 1602 4 ). 

Also de inspectie, dewelcke geordonneert is wt den name van de classe 
rcspectivelick te gheschieden, daertoe is dienende , dat de suyverbeyt der leere 
ende alle goede geregeltheyt in de gemeynte God es onderbonden werde, 
zo zullen degene, die dit toesiebt by de classe bevolen wert, henzelven 
reguleren naer tgene biernaer volcht 

Eerst zullen biertoe twee inspectores van de classe door secrete stemmen 
vercooren worden wt degene, dewelcke daertoe van de bequaemste geaebt 
zullen werden. Ende zal dit baer ampt van de eene ordinaire classe tot de 
andere ghedueren , in welcken tydt sy gebouden zullen syn zovele kereken , 
als naer het goetvinden der classe mogelick is , te besoecken ende daervan ten 
eynde des voornoemden tyds in de classe reeckensebap te geven, welcke 
classe de voorverbaelde wyse onderhouden zal tot de vergade ringhe des 
provincialen synodi. 

Daernaer bun ampt zal syn: te hooren de predicaticn der dienaren ende 
neerstelick te letten niet alleene op de mateiie der voorsz. predicaüen, of 
namelick geene onreyne leere ofte menscbelicke fabulen ende verdicbselen 
daerby vermenebt werden, maer ooc op de maniere van de leere zelve, of 
die sticbtelick ende profy telick is voor den volcke , ende of hy vasthoudende 
zy aen het gesonde woort Gods, mitzgaders of een dienaer de forme van 
de bedieninghe in den doop ende andersins gebruyekende is naer de ordon- 
nantie der kereke. 

Hierenboven zullen zy met alder beleeftheyt ende voorsichtichey t vernemen , 
tzy ter plaetze zelve , daer den dienaer staet , of op andre plaetzen naer 
gelegentheyt der zaecken, aen de onderlinghen of diaconen of andersins aen 
degene, die lidmaten syn der kereke, of den dienaer neerstich is in alle 
dinghen , dewelcke dienen tot opbouwinghe der gemeynte , als in syne stu- 



i) Deze onderteek eningen zijn eigenhandig. *) Deze „fonne van de inspectie" is weer 
met een andere hand geschreven dan de acta zelf. 2 ) „houden". Hierop volgden 
de woorden: „volgende den 40 art der kerekenordeninghe, beraemt in den natio- 
nalen synodo, gehouden binnen den Haghe int jaer 1586." Dit is doorgestreept en 
vervangen door de woorden „beraemt — 1602." 4 ) „an. 1602" ontbr. in AA*. 



60 

dien, in de besoeckinghe der lidmaten ende vertroostinghe der siecken. 
mitzgaders in het ordinaris houden des kerckenraeds ende opteeckeninghe zo 
der kerckelicker handelinghen als der namen van de gedoopte ende der 
houwelickscher ondertrouwen ende trouwen. 

Wyder is hun ampt toesicht te nemen, of den dienaer hem gheschict 
draecht in zynen wandel '), ende of niet eenighe twist ende oneenicheyt in 
de ghemeynte is of andre disordre, streckende tot achterdeel der kercke, 
dewelcke met alder haest gebetert dient te werden. 

So nu de inspecteurs by den dienaer ofte voorstanders der kercke eenighe 
merckelicke f au te gevonden hebben aengaende hetgene hierboven verhaelt 
is, zullen dezelve eerst int bysondere tot beteringhe *) vermanen . Ende zo de 
faute zodanich is, dat se verdient de opschortinghe van den dienst (achter- 
volgende de acta synodalia) , zullen sy vernemen , of den kerckenraet dien- 
volgende haer gequeten heeft, ende so niet, zullen denzelven kerckenraet 
vermanen haer officie te doen, maer zo zulcs niet en helpt, syn gehouden 
de zaecke in declasse aen te dienen. Soot geringhe f au ten syn, die hey- 
melick connen gebetert worden naer gedane vermaninghe tot beteringhe, 
zullen ooc alle hulpe naer gelegentheyt der zaecke bewysen. Ende zoot 
niet en helpt, naerdat alle trappen der vermaninghe volgende den regul 
Christi Matth. 18 aen hem gehouden syn, zullen se de zaecke eerst den 
kerekenraedt ende in faute van de verbeteringhe daernaer de classicale 
vergaderinghe aendienen. 

Eyndelick zo ymand hem beswaert vonde in de censure ofte handel inghe 
dezer inspecteurs ende dese hem niet en voldeden, zal vermoghen zynen 
toevlucht tot de naeste elasse te" nemen. 

Henricus Bk and Willkmsen, hujus synodi electus praeses. 

Hermannus Paukeltüs, assessor praesidis. 

Marcüs Zuerius, synodi scriba 8 ). 

Forme 4 ) ende maniere van te ondertrouwen, dienende tot 
instructie voor den kerekendienaren , gestelt in sijnodo pro- 
vïnciali Zelandiae, gehouden ter Tholen den 15 en Novembris 1602. 

I. De houwelicksche ondertrouwe sal geschieden ter plaetse ende ten 
daghe, als den kerckenraet pleeght ordinarelick te vergaderen. 

Den dienaer des woord ts , die praeses is des kerekenraets , zal de afvragijn- 
gen doen in harer tegen woordicheijt. 



') „wandel" AA* hoeft „hamiel ende wandel". ») „tot beteringhe" ontbr. in AA*. 
') Deze onderteek eningen zijn eigenhandig. *) Deze „forrne ende maniere van te 
ondertrouwen" is weer geschreven door de hand van den assessor Faukelius. 



61 

Geen dienaer sal gemand mogen ondertrouwen op eenige andre platse, 
dan daer hy ordinaris dienaer is , ten ware om noodelick afwesen des ordi- 
narii ende dan daertoe van den kerekenraet dier platse specialick versocht 
sijnde. 

. Den dienaer sal in het ondertrouwen acht nemen om af te vraghen die 
dinghen, die in sgnodis achtervolgende het woordt Gods angaende de hou- 
welicksche beloften besloten zijn, als: 

Ten len, of die contrahen te s den christelicken doop ontfangen hebben. 
Want soo niet, sal men densulcken weij geren te ondertrouwen, totdat sy 
christelick gedoopt zjjn. 

Desen sal den dienaer ten tweeden afVraegen, of geen bloetvrientschap 
of maeghschap tusschen haer en is in sulcken graden, in denwelcken te 
houwelicken van God verboden is. 

Ende om dese gradus wel te konnen onderscheijden zal goet zijn, 
dat de dienaers somwijlen lésen die schry vers , die zuijverlick van dese 
materie geschreven hebben, als Th. Bezae boexken De repudiis et 
divortiis examen, Melanthoxis, Zanchius ende eenige rechtsgeleerde, 
mitsgaders die antwoorden, die in sijnodis nationalibus ende provinci- 
alibus de casibus matrimonialibus gegeven zijn. 

Die noyt getrouwt zijn geweest, soo sij beneden den jaeren , int placaet 
van policie wtgedruckt , sijn , te weten jongegesellen beneden hare 23 1 ) 
jaeren ende de jonghedochters beneden hare 20 jaeren , sal men vraeghen, 
of sij oock consent hebben van haer ouders ofte den langstlevenden der- 
zelven niet den vooghden (indien sij eenige hebben}, ende indien sij geen 
ouders en hebben, van hare vooghden ende naeste van den bloede hun 
bestaende, dwelcke blijeken moet of door het mondelick verklaeren der- 
zelver, soo sij tegen woord ich sijn, ofte, soo niet, door brieven van haer 
geschreven, of door geloofweerdige getuijghen. 

Item of sij oock beijde vrij zijn ende met niemandt anders verbonden 
noch versproken met houwelicksche belofte. Ende voor degene, die van 
andere ende wt onbekende platsen kommen , is hiervan nootsakelick tgetujj- 
genisse van geloofweerdighe ende bekende lieden , die se lange als vrie 
personen gekent hebben. 

Ende alsoo het houwelick een vrijwillige ongedwongen verbijndinge moet 
zijn, sal men de contrahen tes afvraegen, of sij oock willich sgn malkan- 
deren belofte van houwelick te doen. 

Die te vooren getrouwt z^jn geweest ende door de doot harer be-echtede 
vrij zijn geworden, boven de voirgemelde vrage angaende tbloetvrientschap 
sal men vernemen naer de doot harer vooriger parthie ende hoelanghe die 



») „23" AA* heeft „25". 



62 

overleden zij, welcke voor den gemcenen man moet zijn ten minsten twee 
maenden, voor den predikanten zes raaenden, ende voor de weduwen 
ach tien weken, alles voor de ondertrouwe, welckes alles blij eken moet ot 
door geloofweerdige getuygen of door wettelick geschrift. 

II. De ondertrouwe sal geschieden achtervolgende die acta synodalia 
per verba de praesenti op dusdaniger manieren: 

Tot den man: 

Ghij N. belooft vrijwillich ende onbedwongen voor God ende dese ver- 
gaderinghe te trouwen tot uwe wettelicke huijs vrouwe N. hier tegen woor- 
dich, als de drie geboden gegaen sijn sonder wettelicke verhinderinghe , 
ende daerop geeft ghij haer nu uwe houwelicksche trouwe. 

Tot de vrouwe: 

Ghij N. belooft vrijwillich ende onbedwonghen voor God ende dese ver- 
gaderinghe te trouwen tot uwen wettelicken man N. hier tegenwoordich , 
als de drie geboden gegaen sijn sonder wettelicke verhinderinge , ende 
daerop geeft ghij hem nu uwe houwelicksche trouwe. 

III. Dese belofte gedaen synde, sal men de ondertrouwde vermanen, 
dat sy God bidden, dat Hy haer toekommende houwelick wille zegenen, 
dat sy den Heere vreesen ende dienen naer zijn woordt, dat sij haer in 
alle kuyscheyt dragen ende , alsoo sy noch niet getrouwt en zijn , dat sij 
haer van malkanderen onthouden, totdat het houwelick voor de kereke 
bevestight is, opdat haer tsamenkomste mochte geschieden tot Gods eere 
ende hare zalicheijt. 

Deser alsoo ondertrouwder namen zal men drie Sondaghen naer malkan- 
deren der gemeente voordragen , ende dan oock ende niet eer (soo geen ver- 
hinderinghe voorkomt) sal men die in den houwelicken staet bevestighon. 

Soo die con trahen tes in verschcyden platsen wonen , sullen de geboden 
werden gedaen ter plaetsen van eens ijgelicks woninghe. Sullen oock van- 
daer wettelick getuijgenisse bringhen, dat haer geboden gegaen zijn sonder 
verhinderinghe, d welcke sij sullen overgeven ter plaetsê, daer sy begeeren 
bevesticht te worden. 

Hiervan sal den kerekenraet notitie houden ende alles wel duijdelick in 
een bijsonder boeck opteekenen, gelyck oock den tydt ende plaetse, wan- 
neer ende waer die ondertrouwde in den houwelicken staet bevestight zyn, opdat 
sy des noot ende daertoe versocht synde moghen daervan geturjgenisse geven. 

Henricus Brand Willemsen , hujus synodi electus praeses. 
Hermannus Faukeltus, assessor praesidis. 
Marcus Zuerius, scriba synodi. *) 



') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. Zij ontbr. in AA', die in plaats daar- 
van heeft „Onder stondt : ghecollationeert niet het oorspronckelvcke , eornt over- 
een. By my Marcus Zuerius, synodi scriba". Deze onderteekening van Zuerius 
is eigenhandig. 



t>:3 

Extract ') nyt de notulen van de gedeputeerde synodi 
Zelandiae nopende degene , die geexainineert ende totten dienst 
des woorts bequaem ende dienvolgens beroupelick geoord eelt 
zyn, volgens den l ,ten art. des synodi van der Goes, tsedert 
April 1597 tot October 1602 inclusive. 

I. Joankes Pantinus , beropen totten dienst des woorts van de gemeente 
tot Hoedekenskercke , is binnen Berghen opten Zoom , zijne propositie gehoort 
zynde, by de gecommitteerde des classis van Tholen ten overstaen van de 
gedeputeerde des synodi geexamineert ende, nadat op alle zijne qualiteyten 
wel gelet was, bequaem geoordeelt totten kerekendienst opten 29 ,tcn Julij 1597. 

II Jooris de Coostere is na gedane propositie ende examen by de 
gecommitteerde des classis van Schouwen ten overstaen van de gedeputeerde 
synodi [geexamineert] *) ende , nadat op zyne qualiteyten wel was gelet , 
bequaem geoordeelt om by de voorsz. gedeputeerde gebruyet te werden in 
den dienst van de cruyskereken in Vlaender. Geschiet binnen Ziriczee 
den VIII*» Octobris 1597. 

III. Jacobus Mïgrodius, als vooren geexamineert etc. tot Scherpenisse 
den III den Martii 1598, is tot.ten kerekendienst van Scherpenisse toegelaten. 

mi. Eduwaert Adkiaenssen , als vooren geexamineert binnen Zirczee op 
den 7 itcn Junij 1599, is totten kerekendienst van Noortbeverlant toegelaten. 

V. Godefridus Cobnelii, geexamineert als vooren binnen Ziriczee opten 
23 ,teD Novembris 1599, is totten kerekendienst van Ham stede toegelaten. 

VI. Jacobus Vekvest, als vooren geexamineert binnen der stede Goes 
opten 17 den July 1600, is totten kerekendienst van Weerden toegelaten. 

VII. Abel de Monier. geexamineert als vooren binnen Ziriczee den 
19 06 " Sept. 1600, is totten dienst der kereken van Elckelzee toegelaten. 

Vin Joannes Bussontus, als vooren geexamineert tot Oosteappel op den 
5<ien Junjj 1601, is totten kerekendienst van Soutelande 8 ) toegelaten. 

IX. Paschasius de Meestere, geexamineert als vooren binnen Middel- 
burgh opten XIII den Decembris 1601, is totten dienst der gemeijnte van 
Biggenkercke toegelaten. 

X. Jacobus Hondius, geexamineert als vooren binnen Vlissinge opten 
Uiden j u ]jj 1602, is totten kerekendienst van Vlissinge voorsz. toegelaten. 

XI. Thobtas de Witte, als vooren geexamineert tot Middelburgh ende 
totten kerekendienst van Oostkappel toegelaten opten 27 8ten Septemb. 1602. 



') Op den buitenkant van dit extract staat metde hand van Faukelius: „Topic van 
tgene de gedeputeerde des synodi volgende den last haer in synodo ter Goes opge- 
leijt, overgegheven den 15en Novembris 1602". ?) „geexamineert" dit woord ontbreekt 
in het h.s. *) „Soutelande" in plaats van „Oosteappel voorsz." dat doorgestreept is. 



64 

XII. Anthonius Wallaeus , als vooren gcexamineert binnen Middel burgh 
opten XVH dcD Octobris 1602 , ende is totten dienst der gemeente van 
Koukercke toegelaten. 

Bedenen endé gronden, met dewelcke de geljjckstem- 
minge der kercken in de classicale bijeeneomsten bewesen 
wort, gestelt uijt name ende van wegen der derthien kercken 
in Walcheren, die deselve geljjckstemminge goetvinden 
ende versoecken. ') 

Alvooren opdat men wete, waerop desen handel loopt, soo en is de 
questie niet, oft alle de kerckendienaren persoonelijck in de classicale ver- 
gaderinge mogen verschynen, maer oft aldaer ujjt ijeder kercke meer als 
eenen dienaer ende eenen ouderlingh stemmen mogen. Derthien kercken 
in Walcheren seggen: neen; twee daeren tegen seggen: ja. De redenen van 
de voornoemde derthien kercken sijn dese naervolgende. 

Ende eerst *) die genomen sijn uijt de articulen onser kerckenorde- 
ninge, gemaeckt in de provintiale sijnodo van Zeelant, gehouden tot Mid- 
delburgh anno 1591. 

Den 36 en art. derselver kerckenordeninge luijt aldus: Dese classis sullen 
sooveel mogelijck is alle dry maenden bijeencomen , tot denwelcken sullen 
verschijnen uijt elcken kercke eenen dienaer met eenen ouderlingh oft meer 
naer gelegentheyt met brieven van credentie. Alwaer aen te mereken staet , 
eerst den regel selve, daerna de woorden daeraen hangende (oft meer nae 
gelegentheyt) Den regel is claer 3 ), voorschrijvende eenen wet ofte regel, 
die van elcke kercke moet 4 ) onderhouden werden, overeencomende met 
tgene dat den synod. generael dese aengaende gemaeckt heeft, namelijck 
dat uijt ider kercke eenen dienaer ende eenen ouderlingh verschenen sal. 
De woorden in parhenthesi wijsen [niet] 5 ) aen , wat altoos maer som- 
wijle in den noodt naer ejjsch ende 6 ) gelegentheyt geschieden mach , 
want alsdan sullender meer verschijnen uijt elcke kercke, niet alleen meer 
dienaren maer meer ouderlingen, overmits den artyckel spreekt van elcke 
kercke, uytdruckende beijde dienaren ende ouderlingen, waerop de clausule 
oft parenthese nootsakelyck siet. Ende oversulex parenthesis wijst aen, niet 
wat ordinaerlyck maer wat extraordinaris ende somwijlen sal mogen 



') Hierop volgt nog in DD : „overgelevert in de synodale vergadering terTholen, 
gehouden desen 13 Novemb. 1602". Onze cod. heeft echter, evenals LL, in mar- 
gine: , .Overgelevert in sijnodale vergaderinge, ter Tholen gehouden, bij mr. Joos van 
Laeren ende Nicolai Olivario desen 13 Novembris 1602**. *) „eerst" verbeterd naar 
DD en LL. In onzen cod. staat „eer", a) „claer" DD heeft „hier". 4 ) „moet" DD en LL 
hebben „altyd moet". *) in deze „redenen ende gronden" is het tusschen [J geplaatste, 
tenzij anders gemeld wordt, aangevuld uit DD en LL. «) „ende" DD en LL hebben „der". 



65 

geschieden. Men seght ons hiertegen, dat de clausule: ofte meer naer 
gelegenthey t , sij te verstaen van de stadtskereken , alwaer meer predi- 
canten sijn als x ) ten platten landen ende daerom hare gelegentheyt sij 
die alle uijt te senden, alsoft den sin der woorden ware: uijt elcke [kereke] 
ten platten landen sal verschijnen eenen dienaer ende eenen ouderling, 
inaer overmits de gelegentheyt der stedenkereken soodanich is, datter 
meer predicanten sijn, soo sullen sij ooc meer (dat is alle) ende altijtmet 
macht om te stemmen in de classe verschijnen. Doch indien sulex den 
rechten sin ware, soude volgen, [dat] de stedenkereken niet en souden 
vermogen met eenen dienaer ende ouderlingh alleene te verschenen, daer 
nochtans den artyckel een ider kereke sonder onderscheyt (uijt elcke kereke, 
seght den artyckel) soodanige verschijninge beveelt. Soo men seght, 
dat het vrijgelaten sij, het meerdergetal in soodanige ordinare gelegenthey t 
der stedekereken te gebruyeken, soo moet sulcke vryheyt staen ofte bij 
de classe ofte bij de kereke , in dewelcke die gelegen *) is. Staet het bij 
de classe, soo vermach se door de meeste stemmen van hare vergaderinge 
tselve af te slaen oft toe te laten. Nu ist alsoo, dat hetselve door de 
meeste stemmen onser classe afgeslagen wort. Oversulcx can bij ons 
niet geleden worden, dat de stedekereken met haer meerdergetal stemmen 
souden, maer indien men hout, dat het in den vryheyt sulcker kereken 
sij het meerder ofte mindergetal naer haer eijgen goetduncken te gebruyeken , 
wij laten int oordeel van alle ontpar tijdige rechters , wat schijn der billicheijt 
het heeft, daer 8 J eenige kereken ordinaerlyck ende over alle dingen , die voer- 
vallen, tsij haer eijgen selven oft andere rakende (want den artyckel heeft 
geen gevalle uijtgenomen noch geen bepalinge gestelt), sullen mogen tegen 
den wille van ander kereken, oft die schoon veele meer in getale syn, 
verre den meesten deel der kereken in de ordinare vergaderinge met acht 
ofte negen stemmen overtreffen. Voorder indien men desen gelegentheyt 
wil duyden op de gelegentheyt van de gewoonte, die de dassen alsdan 
(wanneer de synode dit beraemde) hadden, alsoft de meninge ware, dat 
alsulcke gewoonte soude blijven, wij antwoorden, dat bijaldien tselve soo 
te verstaen ware, gansch onnoodich ende te vergeefs soude geweest sijn de 
uytdruckinge van de woorden f met eenen dienaer ende ouderlingh uyt elcke 
kereke), hebbende de synode daermede genoechsaem te kennen gegeven, niet 
te sien op eenige gewoonte maer op goede wetten, desen aengaende in de 
voorige generale synode gemaeckt. Daerenboven dient aengemerekt, dat 
den artyckel seght, dat de persoonen, die in de classe verschijnen, met 
credentiebrieven moeten [voorzien zyn, maar indien alle de dienaren ende 



■) „als" DD en LL hebben „als in de kerken." ») „gelegen" DD en LL heb- 
ben „gelegentheit". ») „daer" LL heeft „dat". 

Acia syn. pravifie, V. 5 



66 

ouderlingen x ) uit den stedenkerken] vcrschynen . soo behooren dun ooc alle 
de ouderlingen te verschynen, dewyle den artijckel uitdruckelijck de 
dienaren met de ouderlingen in een graet stelt, gelijck er oock geen onder- 
scheyt tusschen hen te makeu en is int stuck van de kerckenordeninge. 
Ende alsoo sij alle, dat is deheele collegie der kerckenraden , verschijnende, 
soude niet de credentie geheel onnodich syn , die alleene gegeven wort [om] 
de gesondene persoonen te namen *) ende te machtigen om uijt name van 
huer principale te stemmen? Sooveel ysser af, dat de stedekereken in onse 
classe met alle hare dienaren verschijnende tot noch toe gene credentie- 
brievcn medegebracht en hebben, alsoo metterdaet oordelende, dat se in 
sokken gevallen onnodich sijn. 

Maer om voorder te bewijsen , dat de verclaringe , bij ons gedaen op don 
voorsz. 36 cn art., syn volgende den rechten sin ende meninge van de pro- 
vintiale synode ende niet de verclaringe, die van andere twee kereken 
hiertegen mochten bijgebracht werden, dienen aengemerekt sommige andere 
artyckelen, in deselve kerckenordeninge gestelt, dewelcke met dese onse 
uijtlcgginge versterekt ende vastgemaeckt [daarentegen met de uitlegging 
der twee andere 8 ) kerken gekrenkt en ommegestootenj werden. 

Eerstelyck den 30 cn art. lujjt aldus: Die in dese voorseyde tweederleij 
vergaderinge afgesonden worden, sullen haer credentie ende in s truc tien, onder- 
teeckent van degene , die se uijtsenden , medebrengen ende dese sullen alleen 
keurstemmen hebben, alwaer het woordeken (alleen) eijgenÜijck gestelt 
wort om het overige getal soowel der dienaren als der ouderlingen van 
het stemmen uyt te sluijten. Soo men seght, dat het overige getal, twelcke 
de sij node door het woordeken (alleen) uytsluyt, maer te verstaen sij van 
de ouderlingen [en niet van de dienaren , behalven dat zoodanig een onder- 
scheid tusschen dienaren en ouderlingen] in het stuck der regeringe . daerin 
sy behooren gelijck te wesen , vremt ende ongeschickt sij , soo ist ooc dat alle 
synoden beslui] ten, dat in de classicale [ende] synodale byeencomsten 4 ) sooveel 
ouderlingen als dienaren des woorts stemmelyck verschijnen sullen, indien 
men soude willen voorwenden, dat dese tweederleij vergaderinge, waervan 
den 30 cn art gewach maeckt, niet van de classe maer alleen van beijde de 
synod. provintiale ende generale te verstaen sy. Wij antwoorden, datsulex 
niet alleene wederleyt wort door den volgenden 31 en art, seggende, dat in 
[desen] twederley byeencomsten bij den presidem ende assessorem een scriba 
sal gevoeght worden, hetwelcke mede in de classe geschiet, daeruijt men 
merekt, dat [ze] onder dese tweederley vergaderinge gerekent worden, 
maer ooc omdat de particuliere synode den generalen niet en can iet voor- 



*) „ende ouderlingen" ontbr. in LL. *) „namen 1 * DD heeft „muniéren". s ) „der 
twee andere" LL heeft „deser twee". 4 ) „sij noden beslui j ten — bijeencomsten" Dl) 
heeft „synodale vergaderingen". 



67 

schryven ofte bevolen, hctwolcke dose onse provintialc synode doen soude, 
indien onder dese tweederleij vergaderinge de generale synode begrepen 
ware, sulex dat den voorgemelden art. eijgentlijck den classe ende den 
particuliere sijnode aengaet. Hierenboven is noodich , dat men van gelijcke 
saecken een gelijeken oordeel geve , nu de provintiale sijnode ende classicale 
vergaderinge comen overeen in de maniere van nytsenden met credentie- 
brieven naer uijtwysen van den 36 611 art. voorsz. Daerom moet hiervan 
een gelijck oordeel gegeven werden, te weten dat soowel in de dassen als 
in de synoden niemant en stemmen dan die alleene , die met credentiebrieven 
afgevaerdicht syn. 

Ten anderen den 24 611 *) art. onser kerekenordeninge beveelt, dat uijt 
ider classe tot den particuliere sijnodum twee predicanten ende twee ouder- 
lingen verschijnen moeten, maer soo de classsen evenveel stemmen moeten 
hebben in de sijnode , niettegenstaende de eene classe de andere verre over- 
treft in veelheijt der kereken , soo moeten ooc de kereken gelijcke stemmen 
hebben in de classen, alhoewel de eene kereke meer dienaren ende ouder- 
lingen heeft dan de andere. Want dat van de kereken classicalijck bijeen ver- 
gadert (sooveel de gelijcke stemminge aengaet) tselve oordeel moet gegeven 
syn als van de classen synodalijck vergadert, bewijsen wij: ten eersten, 
de kerekenraden en hebben geen ander aensien in classen dan de classen 
in haren particuliere sij noden [dewyle de kerkenraden voor leden 
haerer classen , gelijck de classen voor leden *) des particulieren synodi 
gehouden moeten worden, daarom de classen in haren kerkenraden, gelyk 
de particuliere synoden] in hare classe bedeelt 8 ) ende onderscheiden syn , 
soodat de leden der classicaler vergaderinge syn de kerekenraden ende niet 
eygentlijck de kerckelijcke persoonen, dewelcke in de classe anders niet 
sijn dan geleden eens lidts. Anders soude niet alleen alle dienaren maer 
ooc allé de ouderlingen in baer besondere syn leden der classe ende volgens 
dien daer altyt stemmelijck verschynen moeten. Ten anderen, den kereken- 
raden 4 ) syn den classen eveneens onderworpen 5 ) gelijck de classes de parti- 
culiere synoden achtervolgende don 32 en art. onser kerekenordeninge, luydende: 
Hetselven seggen heeft de classis over de kerekenraet, hetwelcke de par- 
ticuliere synoden heeft over de classis. Maer nu de particuliere sijnodus 
heeft te seggen over de classen als over haer loden, soo moeten dan de 
kerekenraden hare classe als leden onderworpen syn, ten welcken aensiene 
in den 37 en art. geseyt wort, dat in de classicale vergaderinge de kereken 
(merekt wel: de kereken, niet de kerckelijcke persoonen) van den preside 
over tgene, dat in deselve ommegaet, ondervraeght worden. Ten derden, 



') „24en" Dü en LL hebben „42e." s) „haerer classen — leden" ontbr. in DD. 
») „bedeelt" DD heeft „verdeelt". *) „kerekenraden" DD heeft „kerkendienaren". 
5 ) „onderworpen" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „verworpen". 

5* 



68 

de clos^cn hebbrn gelijcke redenen met den sijnode om gelijcke ordrc ende 
stemminge te onderbonden, want gelyck de redenen van de particuliere 
synoden is, opdat de eene classe in de vergaderinge niet meerder macht 
sonde hebben dan de andere, alsoo ooc is de redenen der dassen, opdat 
de eene kercke niet meer vermogen dan de andere. Dat meer is , soo in 
de classe deselve ordre niet en moest gebrnijckt worden, dewelcke in de 
sijnode gebrnijckt wort, het moeste geschieden, oft omdat het getal der 
kercken, onder eene classe begrepen, al te clene waren, oft de persoonen, in 
de classe verschijnende, al t'onervaren, oft die saken, die daer verhandelt 
worden, swaerder ende van meerder gewichte, dan dewelcke voor de synode 
comen. Om het cleijn getal der kercken cants niet wesen , want het getal 
der persoonen in de [synode is ongelyk minder dan het getal der personen 
in de] minste dassen, die immers, hoe cleyn sij is, meer als de sesthien 
persoonen uijtbrenght. Wat aengaet d 'onervaren theyt der persoonen, die 
aldaer mochten verschijnen , die en can de ongelijck stemminge in de classe 
niet veroorsaken , want ten eersten en verschijnen aldaer geen persoonen , 
dan die door het oordel der gemeijnte bevonden [worden] enighsins be- 
quaem te wesen 'om de kercke Gods te helpe regeren, hetwelcken indien 
sij doen connen in haren kerekenraeden met hulpe van weijnige, sy sullen 
ooc eenichsins connen doen in de classe met hulpe van veele. Ten anderen, 
soo en soude d'onervarenthey t , indien se l ) voorviel , niet anders connen 
veroorsaken dan een meerder getal van deliberative stemmen ende niet van 
deffinitifve, over welck eygentlijck het verschil is. Anders soude de 
generale synoden seer onbedacht geweest syn , dewelcke , de gelyckstemminge 
der kercken sonder uytneminge bevelende, op dit gevacr niet gelet en 
hebben. Eijndelijck, men can niet seggen, dat in de classe saecken van 
meerder gewichte gehandelt worden dan in de sijnodo, want in meerder 
vergaderinge en handelt men niet dan tgene in mindere niet en heeft 
connen afgehandelt worden. Oversulcx, naerdien in de synoden, die een 
meerder vergaderingh is dan de classe ten aensien van haer gebiedt ende 
swaerder dingen verhandelt, niet meer persoonen uijt de meerdere dassen 
vereyscht en worden als uijt mindere, soo volght ooc dat de classe, die 
onder de synode staet ende minder saken verhandelt, niet en behoeft uijt 
de meerder kercken meer stemmende *) persoonen dan uijt de mindere toe 
te laten. Ten derden, den 78 art. der kerekenordeninge luyt aldus: Geen 
kercke sal over een ander kercke, geen dienaer over een ander dienaer, 
geen ouderlingh oft diaken over een ander ouderling oft diaconen eenige 



i) „indien se" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „in dese." •) „«tem- 
mende" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „stemmen." 



69 

heerschappie voeren. Hieruijt maken wfj dit besluit : indien de heerschappie 
der eender kercke over de andere verboden is, soo sjjn ooc alle beginselen 
ende middelen verboden , die daerhenen souden mogen den wegh bereiden. 
Nu is alsoo, dat het heerschappie der eender kercke over de andere in den 
voorgemelden art. uytdruckelijck verboden is, soo moeten ooc met den- 
selven verboden syn alle beginselen ende middelen, die tot sulcken heer- 
schappie den padt voorbeleyden , ten welcken aensiene sommige synoden 
niet alleene de heerschappie verboden en hebben maer ooc alle tgene, dat 
vermoeden daervan oft occasie daertoe sonde mogen veroorsaken, gelyck 
onder andere den eersten art. van de nationale sijnode binnen Embden 
gehouden anno 1571 aldus luijt: Geen kercke en sal over andere kercke 
de overhandt ofte heerschappie nemen ofte hebben , maer elck sal hem 
liever van alle vermoeden 1 ) ende occasie ende gelegentheyt van sulcx 
wachten. Waermede overeenstempt de generale sijnode, binnen Dortdrecht 
gehouden anno 1578, dewelcke int cap. der kerckeljjcke versamelinge art. 
XI e aldus seght : Geene kercke en sal over andere kercke de heerschappij e 
voeren oft overhandt hebben, maer een igelijck sal hem liever van alle 
occasie -ende suspitien van dien wachten. Maer om te beter te verstaen, 
waertoe dese reden dient, genomen van de heerschappije ofte vermoeden 
ende occasie daervan, soo moeten wij twee dingen overwegen. Het eerste 
is , dat de meeste stemmen oorsaken syn van meerder macht Ten tweede , 
dat de meerdere macht een beginsel ende middel srj van heerschappie. 
Het eersten, indien men redenen verstaen wil, ten can niet gelochent 
werden, want soo wio om iet te bevelen ofte te beslui) ten meer seggens 
heeft dan een andere, die heeft ooc sonder twfjffelt meerder macht, aen- 
gesien de macht, die iemant over andere heeft, door bevele uytge voert 
wort Maer het bevelon ende besluijt der kereken in hare classicale verga- 
deringe geschieden door de stemmen, daerom welcke kercke meer stemmen 
heeft, die heeft ooc meer geseghts ende volgens dien meer macht om te 
bevelen. Dat men hiertegen soude willen seggen, dat de dienaren uijt 
eene kercke verschijnende niet al gelijck tselve stemmen, en is niet om de 
swaericheyt wegh te nemen, want hier en wort sooseer niet gesproken 
van het geduerich gebruijck als wel van de macht om te gebruijeken *) , 
die wij oordeelen onbillich te sijn. Daernae, alsoo wij menschen sjjn, can 
uijt de macht, die gegeven is, ooc de wille ontstaen om tot het gebruijck 
derselver te commen, om welcke oorsake de goede ordonnantien verhinde- 
ren moeten niet alleen het willen maer ooc het connen , want dat men niet 



■) „vermoeden" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „vermoeijden". *) „als 
wel — gebruijeken" ontbr. in DD 



70 

en begeert, dat iemant wille, men moet oock niet toelaten, dat hjj het 
vermogen, insonderheyt omdat men maer al te veel gewaer en wort, dat 
de vrijheyt ende vermogen, gegeven om iet te connen doen, mijsbruyekt 
worden door eenen lust ende gelegentheyt 1 ) om sulcx eijndelijck te willen 
doen. Aengaende het ander, te weten [dat] de meerdere macht een *) 
beginsel ende middel syn tot heerschappije , de sekerheyt daervan can 
afgenomen werden uijt de beschrijvinge der heerschappije 3 ), dewelcke hier 
cygentljjck 4 ) betekent het gebruyek van een meerder macht over cenige 
dan ons toekomt, waeruyt volght, soo wie over iemant meerder macht 
dan hem toebehoort gegeven is, dat hij tot de dadelycke heerschappye 
anders niet en behoeft dan het gebruyek derselver macht, in der voegen 
dat die onbillycke meerdere macht, die iemant heeft, het beginsel sjj der 
heerschappie ende eenen middel daertoe, omdat men door de besittinge 
der macht tot het gebrujjck dersolver bequainelijck voortgeraken can, soo 
wanneer de genegentheyt der menschen daertoe ontsteken worden. Ende 
alsoo sjj 6 ) van nature tot h oogheg t gedreven worden , soo plegen se 6 ) alle 
bequaemheyden , die tot deselve legden, sorghvuldeljjck waer te nemen 
ende met groote jjver aen te grijpen, gelijck de bevindinge tot allen tyden 
getoont heeft. Selfs d'afgreseljjcke vervallinge der kereken Gods, die in 
de voorige tijden ujjt seer geringe beginselen van langer hant veroorsaeckt 
is, heeft maer al te claer bewesen, wat heerschappie dat ter opreijsen can, 
als de gelegentheden ende middelen, die daertoe helpen, niet in tjjts ge- 
weert en worden, voornemeljjck omdat de droeve 7 ) ervarentheijt in de 
kereke Gods dickwils *) geleert heeft, dat de kerekendiensten in dese ver- 
dorven theyt der menschelijcker sinnen niet altjjt van even getrouwen 
dienaeren, die haer tusschen hare behoorlycke palen houden, betreden 
worden, hetwelcke de kereke bewegen moet om niet alleene de dadelijcke 
heerschappie maer ooc alle meerderheyt, die oft een beginsel [daarvan of 
een middel daartoe zoude mogen] worden, soowel door rechtmatige ge- 
brujjeken als door wij se ordonnantie te bedwingen ende wederhouden 9 j. 
Ende dit is genoech aengaende de redenen, uijt onse kerekenordeninghe 
getogen, dewelcke allesins bewijsen, dat de derthien kereken in Walcheren 
wel gegrondet sijn , die de golycke stemminge der kereken in de classicale 
byeencomsten versoecken. Maer wij sullen hier noch eenige andere redenen 
ten overvloede cortelyck by voegen. 



') „gelegentheyt" DD en LL hebben „genegentheit" *) „een" verbeterd naar DD en LL. 
Onze cod. heeft „ende". *) „heerschappije" DD heeft „heerschappy , de sekerheit." 
«) „eijgentlijck" DD heeft „oneigentlyk". *) „sij" DD heeft „wy". «) „plegen se" 
DD heeft „ook" ») „de droeve" DD heeft „dezelve". fc ) „<lickwils" ontbr. in DD. 
•) „wederhouden" DD heeft „neder hou den." 



71 

Redenen ugt de besluijtinge van andere sijnoden, soowcl 
vremde ende uijthemsche als Nederlantsche , nopende de ge- 
lyckstemminge in kerckelijcke vergaderingen. 
Alvooren wort int gemeene bevolen, dat gene andere persoonen besluijtende 
stemmen in de kerckelijcke vergaderinge sullen hebben, dan dewelcke daer 
met credentiebrieven verschijnen, gelijck te sien is in den sijnode van den 
Hage, anno 1586 gehouden, art. 31: Die tot de tsamencomsten afgesonden 
werden, sullen hare credentiebrieven ende instructien, onderteeckent van 
degene die se senden, medebrengen ende dese sullen alleen *) keurstemmen 
hebben. Waermede overeen comt tgene van de nationalen synode int 8 e art. 
des 9 en cap. van de kerckelijcke discipline van de kereke van Vranckrick met 
dese worden besloten wert: Les resolutions *) se feront par les deputes des pro- 
vinces , que sil se trouve d'autres ministres outre les deputes, ils pourront bien 
proposer ce qu'ils verront se devoir faire , mais ils n'auront voix deliberative nij 
decisive 8 ). Hiertoe behoorde ooc het 16 de art. van het 8 en cap. der discipline 
van Vranckrijck, bevelende dat een dienaer, uijt oen provintiale sfjnode tot de 
classe van een ander provintie afgeveerdight sijnde, daer anders niet dan 
deliberative stemme en hebben, waeruijt claer is, dat die alleene moeten 
besluijtende stemmen hebben, dewelcke tot de vergaderinge met brieven van 
credentie afgeveerdicht sijn. Daernaer ist al even claer in de sijnode be- 
sloten, dat tot alle meerdere vergaderinge uijt elck lidt dersel ver een gel jjck 
getal van persoonen met credentiebrieven gesonden worden als tot de 
nationale sijnode , evenwel 4 ) uijt elcke provintie, want het eerste art. vant 
nationael sijnode, gehouden binnen Poictiers int jaer 1560, vereijscht ten 
minsten uijt elcke provintie ö ) eenen dienaer met eenen ouderlingh ofte j 
diaken, welcke gelijckheyt in een meerdergetal mede bevolen wort in den 
33 en art. van het tweede nationael sijnode, gehouden binnen Rochelle anno 
1581. De worden sgn dese: L'article troisiesme des sijn odes natiommx 
demeurera, mais pour Ie bien des eglises sera adiousfcé, que Ie plus que 
faire se pourra on ij envoiera d'ores en avant deux ministres et deux anciens de 
chacune province 6 ). Deselve gelijckheyt moet in de provintiaele sijnode 
plaetse hebben, alsoo dat uijt haer respective dassen een gelijck getal van 
stemmende persoonen verschijnen , hetwelcke goetgevonden is niet alleen in 
het 24 en 7 ) art. fonzcr kerkenordening maar ook in het 7 artykel] van de 
sijnode der Waelscher kereke van Hollandt ende Zeelant , gehouden binnen 
Delft anno 1590, sprekende aldus: L'égalité se gardera entre les eglises au 



■) „alleen*' DD heeft „alle". *) „resolutions" DD heeft „relations". 3 ) „par les — 
decisive" DD heeft „etc." 4 ) „evenwel" DD en LL hebben „evenveel". *) „ten minste uijt 
elcke provintie" DD heeft „uit elke provincie ten minsten". *) „L'article — province" 
ontbreekt in DD, die alleen heeft „etc." ') 24en" DD en LL hebben terecht „42". 



72 

nombre des deputes pour Ie synode 1 ). Hetselve bevelen de synoden ten 
aensien van de classicale bij een co ms ten, want in den generalen synoden, 
binnen Dordrecht gehouden anno 1578, luyt den 12" 1 *) art van kercke- 
ljjcke versamelinge aldus: Uyt eenen iegelijck gemeente sal een dienaerdes 
woorts met eenen ouderlingh op de classicale vergaderinge verschijnen. 
Waermede overeenstemt den 30 en art. der generale synode tot Middelburgh , 
gehouden anno 1581. De classicale vergaderinghen , seght sij, sullen bestaen 
uyt ettelycke genaebuerde kercken, dewelcke elck een dienaer met eenen 
ouderlingh ter plaetse ende tijden , bjj hen int scheiden 8 ) van elcken ver- 
gaderinge goetge vonden (soo nochtans dat men boven de dry maenden niet 
uijt en stelle), daerhenen afveerdigen sullen. Gelijcker wyse ende met 
gelijcke worden is gestelt den 38*» art van het generale synode, binnen de 
Hage gehouden anno 1586, welcke gelyckheyt mede bevesticht wort door 
het XI cn art. van het nationale sijnodo, gehouden te Niesmes anno 1572. 
Daerom, soo men de uytgedruckte besluijten deser voorgemelde synoden , die 
eenpaerichlijck tselve spreken, en volgen wil, het geschil is geeijndicht. 
Want opdat niemant en dencke, dat in deselve een seecker getal van eenen 
dienaer ende eenen ouderlingh beraemt wort, om te toonen dat niet 
min dan twee stemmende persoonen uyt ieder kercke afgeveerdicht 
moeten werden, ende niet om degene , die boven het voorsz. getal uijt eenige 
kercken souden mogen verschijnen, van het stemmen uyt te sluijten, soo 
dient aengemerckt, dat de sijnoden het beraemde getal soo nauwe ende 
gelyckelijck van de kercken onderhouden willen hebben, dat se selfs die 
kercke, alwaer de byeencomste geschiet, niet toe en laten meer stemmen 
dan de anderen kercken [te] hebben, gelijck het blijckt uijt den 12 cn art int 
cap. van de kerckelijcke vergaderinge des generale sijnode van Dordrecht 
anno 1578, seggende aldus: Ende alsoo wel alle dienaers dier classe als 
alle ouderlinge dier plaetse, daer de versamelinge gehouden wort, in de 
classe mogen comen, soo en sullen nochtans niet meer (merckt op die 
woorden) dan twee van den kerckenraet daertoe verkooren uijt een iegelijck 
gemeente, keurstemmen hebben. Dit is een seer claer besluijt, hetwelcke andere 
volckcn met haer ordonnantien toestaen, want het 4 e art. van hetnationael 
sijnode, gehouden binnen Parys int jaer 1 539 4 ), seght aldus: Quant auxdiacres 
ou anciens du lieu, ou Ie dict synode sera assemble, ils pourront assister 
et proposer en leur ordre , toutefois nij en aura que deux, qui auront 
voix pour eviter confusion 6 ). Ja het 7 e art. der Walscher synode van 
Hollandt ende Zeelant, gehouden binnen Delft anno 1598 6 ) , seght van 



•) „se gardera — sijnode" DD heeft alleen „etc." ») „12den" on tbr. in DD. a ) „schei- 
den" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „senden." «) „1539" LL heeft „1559 1 '. 
*) „diacres — confusion" DDheeft alleen „etc." *) „1598" DD en LL hebben „1590". 



73 

de sjjnode: Et il ne sera permis a 1'église, ou il se tiendra, dij en faire 
assister plus que les autres 1 ). Sooveel is , dat selfs de kerckelijcke discipline 
van Vranckrijck oordeelt, dat de persoonen, die boven de afgeveerdige 
soude overich syn, niet alleene gene besluitende maer ooc geen beradende 
stemmen behooren te hebben, geljjck de woorden recht hier te voren ver- 
haelt sjjn. 

Andere redenen, genomen van de loffelijcke gebruijeken der kereken. 

Hoewel het gebruyek der kereken meenichmael afweeckt van de rechte 
ordre, nochtans in twee tijden besonderlijck *) is waerdich aengesien en 8 ) 
waergenomen te werden. Den eersten tyt is die euwen , die den apostelen 
aldernaest is geweest, alwaer men bevint, dat in de kerckelijcke vergade- 
ringe seer nauwe 4 ) van dien tdjt het recht der stemminge onderhouden ö ) 
ende naerstelijck voorgestaen is geweest als eene sake , dienende tot do ordre 
ende gerusticheyt der kereken, want in meerder vergaderinge oft der pro- 
vintien oft der natiën oft der geheelder christenheijt en syn niet alle de 
kerckelijcke persoonen, die verschijnen [maar alle collegien, uit dewelken 
zy verschenen], tot de stemminge ende besluijtinge toegelaten, in voegen 
dat elck collegie [maar eene stemme gehad en heeft, dewelke van den 
herder, die int collegie] , daeruijt hij verscheen, voorsat 6 ), uijtgesproken 
is geweest. Niettemin de kerckelijcke persoonen , die tot dese vergaderinge 
quamen, waren herderen, ouderlingen ende diaconen. De herders ofte 
leeraers hebben in die dingen, die eggentlijck de leere aengingen, alleen 
gesproken ende besloten. In andere saken hebben de ouderlingen ende 
de diaconen, gevraeght synde, mede hun geseght gehad t, maer alsoodatse 
niet en besloten. Nu elck collegie wiert sijn ad vijs afgevraeght, niet van 
den voorsitter van die vergaderinge maer van sijn eijgen herder, want, 
sittende in ordre neffens hem, hebben hare advijsen tsamengevoeght , ujjt 
dewelcke hjj syn besluijt geraemt ende aengedient heeft, soodat de meeste 
ende beroemste kereken met eene stemme tevreden sijn geweest. 

Sooveele den anderen tijtaengaet, welckers gebruijck in kerckelijcke saken 
waerdich is aengenomen 7 ) te sijn , die is de tegenwoordige eeuwe , als in 
dewelcke het den Heere belieft heeft door den arbeijt van seer uijt nemende 
werektuijgen sijn vervallen huijs weder op te richten ende tselve door hunnen 
voorsichtige ordonnantie tegen den vreeselijcken stoot van heerschappie , 
waerdoor het omgeworpen was, te ondersteunen, waerom die gebruijeken, 
die van sulcken loffeljjcken oorspronck voortgeeomen syn, soo sorghvul- 



') „Et il ne sera — autres" Dü heeft slechts „Et ne sera etc." a ) „besonderlijck" 
ontbr. in DD. 3 ) „en" DD heeft „om". ') „seer nauwe" staat in DD en LL op een 
andere plaats; zie noot 5. ') „onderhouden" DD heeft „zeer naauwe"; LL ,./eer nauwe 
onderhouden". e ) „hij verscheen, voorsat" DD heeft „zy verschenen waren, zat". 
») „aengenomen*' DD heeft „aangemerkt"; LL „waergenomen". 



74 

diglijck van ons behooren onderhouden te werden , als in de eerste 
wijselijck bedacht ende geluckelijck sjjn aengevangen geweest Dese 
vinden wij alvooren in de Gereformeerde kereken van Vranckrick, 
dewelcke heden niet min bcsorcht en sijn om in hare vergaderingen de 
gelijcke stemminge te plegen, alsoo *) te vooren altijt wel bedacht sgn 
geweest om die te verordenen , wekkers exempel seer vlij te lij ck 8 ) nage- 
volght wort soo van de Walsche kereken, die hare woninge in dese lan- 
den hebbende, als van de kereken der vreemdelingen in Englandt. Daaren- 
boven sijn dese in dit gebruijck gelijckfo ranch geweest de kereke van 
Brabant ende Vlaenderen, onder dewelcke selfs de aldermeeste, of se 
schoon niet alleen een groot getal van dienaren maer ooc onderschei] den 
kerekenraeden hebben, nochtans uijt alle die in de classicale vergaderinge 
maer twee persoonen, dat is eencn dienaer ende eenen ouderlingh, neffens 
ander kereken afgeveerdicht hebben. Dat men nu tegen dese gebrujjeken , 
soude willen stellen het gebruijck onser dassen, en heeft genen schyn, 
want benevens dat de gewoonte gener classe gelden en mach oft tegen de 
algemene ordonnantie der kereken oft tegen wettelijcke gebruijeken van gc- 
heele landen, omdat men hetgeene dat tegen recht gedaen wort, voor on- 
gedaen houden moet , soo is 3 J dat het gebruijck onser classe niet en can 
in consequentie getrocken worden, overmits het in synen aldereersten aen- 
vanck maer voor goet gevonden is geweest ten aensien van dien tijt, als 
in denwelcken het getal niet alleen der dienaren maer ooc der kereken seer 
cleijn was , in voegen dat het aengenomen is geweest naer den noot van den 
tj}t ende niet gestelt naer den eijsch van het recht. Nu weet men wel, 
dat het gebruijck, hetwelcken voor sekeren tyt wort toegelaten, niet als 
een regel voor alle tyt bevolen wert. Daernaer , onse classe en heeft bij- 
wijlen haer oordcel niet verswegen, waerdoor sij verclaert heeft het ge- 
brujjck der gelijcke stemminge met de beslujjten der sij noden niet overeen 
te comen, alsoo te kennen gevende dat het niet en moeste sijn geduerich 
na ujjtwjjsen van den regel: quae a jure communi 4 j exorbitant, nequa- 
quam ad consequentiam sunt trahenda. Hieren boven en is het gebruijck 
onser classe niet deurgaens onderhouden geweest maer meermael verandert , 
waerdoor de gelijck stemminge weder opgerecht ende sekeren tijt achter- 
een geluckelijck onderhouden is geweest. Daerom soot waerachtich is, 
dat men seght: non firmatur tractu temporis, quod de jure liminum 6 ) 
non subsistit 6 J , hoeveel te min moet het vast syn , dat noch na het recht 
niet en is noch altijt van den beginnen geweest. 



i) „alsoo" DD en LL hebben „als zy." *) „vlijtelijck" DD heeft „veilig". *) „is" 
DD en LL hebben „is het ook". *) „communi" verbeterd naar DD en LL. Onze 
cod. heeft „eonimiinium". *) „liininuin" DD en LL hebben „ab initio." fi ) „subsistit" 



DD en LL hebben „substitit." 



75 

Laeste bewijsredenen, genomen ujjt redelyck gevolgt. 

Den apostel beveelt l cn Corint. 14 en , dat alle dingen in de gemcijnte 
betameljjck ende met ordre geschieden mach *), maer de stemmeljjck ver- 
schijn inge aller 2 ) dienaren uyt de stedekereken is tsamen on be tamelij ck 
[ende dienende tot disordre. Sy is onbetainelyk ,] dat is tegen de een- 
voudige gelijckformicheyt ende de welgemanierden sedicheyt der kereken 
strijdende, omdat alsoo in de vergaderinge eene kereke meer geseghs ende 
gebiet hebben sal dan vier oft vijf andere, daer nochtans meer kereken, 
tsamengevoeght synde , al tij t meer vermogens betamen te hebben dan eenen 
alleene. Daerna dient soo grote menichte der stemmende persoon en , synde 
in onse classe over de vijftien, tot groot disordre, want als men over alle 
voorvallende dingen [telkens zoovele personen haar advys en stemme af- 
vragen moet, men word gewaar, dat de tyd doorgaat, zonder dat alle 
dingen] afgehandelt connen werden ende 9 ) op alles rijpelijck gelet sij. 
Ende soo men om tjjt te winnen int vraegen der stemmen [eenige] voorbij 
ginghen, men weet wel, dat sulx niet alleene met reden mochte qualijck 
genomen worden maer ooc eenen sulcke vergaderinge grootelijck mis voe- 
gen 4 ) sonde. 

Ten tweeden soo in de voorigen tjjden uijt een minder beginsel allengs- 
kens 5 ) een schadelgcke hoocheyt is opgecomen, voorwaer in desen [ver- 
dorven] ouderdom der werelt soude veel meer [uit een meerder beginsel 
dergelijke zwarigheden met der tyd veroorzaakt] worden. Maer het eerste 
beginsel, door hetwelcke de duijvel in de oude kereke heeft aengevangen 
den gront te leggen van de tirannie der pausen, is veel minder geweest 
dan de swaerichejjt , om dewelcke onse kereken nu in geschil sjjn. Het- 
welcke opdat het verstaen worde, soo dient men 6 j te gedencken de eerste 
beginselen der hoocheyt, dewelcke seer haest naer de tijden der apostelen 
in de kerekenraden gebroet syn. Want alsoo dese bestonden uijt herders, 
ouderlingen ende diaconen, men heeft mettertijt goetgevonden uijt het 
getal van dien 'eenen te verkiesen , dewelcke om de ordre deurgaens onder 
hen presideren soude, die men den name episcopi toegeeijgent heeft. Van 
den bischop is tot den metropolitanen gecomen ende dat onder decktman- 
tel . opdat de synoden in elcken provintie , alwaer dese voorsitters sijn 
geweest, alsoo te beter souden versamelt ende geregeert worden. Naer de 
metropolitanen sijn de vier patriarchen opgeresen , tot denwelcken den vijf- 
den ooc egndelyck gecomen is , als den keijser te Constantinopolen sjjn hoi 
overgeset hadde. Onder dese heeft den Boomschen allengskens het hooft 



') „mach" onthr. in DD en LL. a ) „aller" DD heeft „der." 3 ) „ende" DD en I.L 
hebhen „of dat." 4 ) „misvocgen" DD heeft „misnoegen." ■) „allengskens" onthr. 
in DD. •) „men" ontbr. in DD. 



76 

opgestoken , totdat hij tot die eijsselijcke hoocheijt l ) gecomen is , die de 
kercke Godts verdruckt heeft. Waeruijt te sien is, wat een afgqjscljjek 
quaet uijt.een cleijn beginsel voorgesprotcn sij, als te weten uijt de voor- 
sittinge in de kerckenraden , dewelcke nochtans anders niet dan de ordre 
en raeckte. Waarmede soo men vergelijcken wil het beginsel der meerder- 
heyt, over dewelcke nu swaericheijt gemaeckt wort, soo salt van meerder 
gcwichte bevonden werden, als rakende niet de ordre maer de macht der 
kercke, sijnde de eene in ongeljjck vermogen boven de andere gestclt. 
Oversulcx moeten wy door den vreeselijcken val des voorigen tijts gewaer- 
schout sijn geweest 2 ) genen beginselen te laten incruijpen, waerdoor den rechten 
stant der kercken soude mogen mettertijt grootelyck beschadicht werden. 

Grondelijck verhael ende verclaringe mitsgaders advijs 
over seker different, geresen in de classe van Walcheren, 
nopende het persoonelijck verschenen ende stemmen aller 
dienaren des woorts op de classicale vergaderinge , overge- 
levert in de synodale vergaderinge desen 13e Novembris 1602 
bij D. Hehmannus Faukeel ende Johan Rademaker. 

Cap. 1. 
Een cort ende sommarische verhael van tgene, dat desen aen- 
gaende in classe is verhandelt. 
Een rechter ofte scheijtsman, die over eenige verschil sal oordelen, 
moet voor alle verstaen, waerin eijgentlijck het geschil is gelegen ende 
wat beijde partijen voorderen , want , qualijck daervan bericht sijnde ende 
den statu m controversiao niet wel verstaende, hij en can ooc geen recht 
oordcel uijtspreken noch te de saecke tot een oordel ijck uyteomste brengen. 
Het is nu also , dat in de classe van Walcheren tusschen de classe ende 
de broederen van Vlissingen een seker geschil is opgeresen aengaende het 
stcmmelijek verschyncn aller dienaren op de classe, twelck nootsakelijck 
dient nedergeleght te wesen, want men spuert door het langh opschorten 
van dien, dat de swaricheijt grooter wert ende dagelij ex meer confusien 
causeert. Om welcke geschil dan grondelijck te verstaen , opdat men daer- 
van recht oordeelen sal, dient geweten: 

Dat 3 ) van den beginnen der reformatie der kercken in dese landen allo 
dienaers des woorts in de classicale vergaderinge gecomen syn om stem- 
melijck te beslugtcn alle voorvallende saken, tot gemeenc wclstant de kercken 
noodich , al soo ooc dat eenige, hen somwijlen daeruyt absenterende, sijn 



») „eijsselijcke hoocheijt'' DD heeft „vselykste grootheit"; LL „eijsselicke grootheijt". 
') „geweest" ontbr. in DD en LL. ') Hierbij staat, evenals in LL, in margine: 
„Alle (Je dienaers sijn in classe gecomen van het jaer 1574 tot het jaer 1588", 
hetwelk in DD in den text voorkomt na „28 Sept." , met NB. er voor; zie noot 2 volg. pag. 



77 

van de classc dacrovcr vermaent, ju noodich geacht, dat de dienaers 'j 
eenige predicatie in do weke souden min doen , opdat alsoo alle hare die- 
naers op de classe soude mogen comen, gelijck blijekt bij de resolutie des 
classis anno 1574 op den 23™ November. *) Ende 3 j is dese ordre vreed- 
samelyck ende met stichtinge, ooc met onderlinge liefde, onderhouden ge- 
weest tot den 5 en 7 ber anno 1588, weijnich min dan veerthien jaren 4 ). 

Weliswaer 6 ) dat op den voorsz. tijt van de dienaren , ten platten landen 
dienende, swaricbqjt is gemaeckt over het verschijnen aller dienaren uijt de 
steden ende daerom op haer voorgeven de classis alleen eenmael ordinare 6 j 
is bijeengecomen met gelijck getal der dienaren uijt alle plaetsen. Doch 
alsoo sij selve bevonden enige contusien ende vervromdinge der dienaren 
daeruijt te ontstacn 7 ), hebben sij in de eerste classis ordinaria daeraen volgende 
eensamelijck dese sake op den ouden voet gestelt [alleen met dese reserve , 
dat in particuliere zaken , zoo hem iemand gegraveertj vonde door de 
menichte aller dienaren, alle kereken maer gelijcke stemmen en souden 
hebben 8 ). 

Alsoo 9 ) is dit oudt gebruijck wederom sonder eenich tegenspreken 
onderhouden geweest tot den 24 en l0 ) Mort 1597 den tijt van acht jaren, 
op welcken dagh in een extraordinaris classis ten versoecken der broederen 
van Ylissinge geresolveert is het verschijnen maer van eeneu dienaer ende 
eenen ouderlingh uijt de stede. . 

Ende u ) alsoo men wederom sach de vervremdinge der dienaren ende 
confusien als vooren daeruit ontstaen, 7 ) hebben die van de kereke van 
Middelburgh den 3 cn Mert 1599 versocht het oude gebruijck wederom 
ingebracht te werden, twelcke van de classis is ingewillicht met sekere 
reserve, in de acte gespecificeert. 

Maer die van Vlissinge , met dese resolutie des classis niet tevreden 
sij n de , hebben den eersten l2 ) April anno 1599 daertegen geprotesteert , 



') „dienaers" DD en LL hebben „dienaars van Vlissingen'V *) „November** DD 
heeft „Sept" Zie verder bl. 76 noot 3. 3 ) Hierbij staat, evenals in LL, inmargine: 
„Anno 1588 hebben de dienaers op de dorpen de stedische dienaers daeruijt gestemt", 
dat in DD in den text voorkomt achter „veerthien jaren", met NB. er voor. «) Zie 
vorige noot. *) Hierbij staat in margine: „Anno 1588 hebben deselve wederom ge- 
stemt, dat alle de dienaers uijt de steden souden comen den 13«n Mert". Dit heeft 
LL ook in margine , echter staat daar „fe" in plaats van „13en" ; DD heeft „1589" 
en „6 Martii", terwijl het daar in den text voorkomt achter „souden hebben", met 
NB. er voor. •) „ordinare" DD heeft „extraordinaris". ') „ontstaen" verbeterd 
naar DD en LL. Onze cod. heeft „verstaen." ») Zie noot 5. *>) In margine staat: 
„Anno 1597 op het versouck van dien van Vlissinge syn sij wederom daeruijt gestelt". 
Dit heeft LL ook in margine, echter staat daar „gestempt" in plaats van „gestelt". 
Deze aant ontbr. in DD. ■•) 24en" DD heeft „28". »') In margine staat: „Anno 1599 
wederom bestemt daerin te comen niettegenstaende tprotest van die van Vlissinge." 
LL heeft hetzelfde in margine. Deze aant. ontbr. in DD. '■<») „eersten" DD heeft „7". 



78 

twelck de classe bewecght heeft de sake l ) noch eens te resumeren, lastend 
alle kerekenraden dit stuck te 2 ) overwegen ende haer resolutien ter naes- 
ter vergaderinge in te brengen. Twelck geschiet sijnde den 29 en ditto, 
is daerin van nieuws 8 ) het oude gebruijck bevestieht worden. 

Dan die van Vlissingen , daermede noch niet tevreden sijnde , hebben 
haer voorgemelde protest vernieuwt den 2 en Junij 1599 ende den 23 en 
Martij 1600 schrijftelyck vertoont, dat sij boswaert waren voortaen 4 ) in 
soodanige classicale tsamecomsten te verschijnen , totdat oft door de classe 
oft door de sijnodus dit geschil soude geeijndicht worden. 

De 6 ) classis, rij pel ij ck hierop lettende, heeft ettelijcke mael door eenige 
hare gedeputeerde die van Vlissingen laten vermanen over dat hare precise 
vertoogh ende uijt blij ven uijt de classis, maer niettegenstaande dese ver- 
maninge syn evenwel t'eenmael uijtgebleven tot den 4 cn 7 ,Mïr 1600. 
Wat nu voorder in dese sake soo door de classe als door de gedeputeerde 
des sijnodi ende andersins is gedaen worden, is onnoodich hier te verha- 
len, gemerekt uijt het voorsz. genocchsaem can verstaen worden, dat 
cijgentljjck het geschil hier is. 

Status controveraiae. 6 ) — Hoe dat het 36c art. des gearresteerden synodi 
van Zeelant te verstaen sij, welck ordonneert, dat in alle classicale ver- 
gaderinge sullen verschijnen uijt elcke 1 ) een minister met een ouderlingh 
ofte meer naer gelegentheyt met brieven van credentie. 

Sooveel ons aengaet, wij achten, dat het de meeninge niet en heeft, 
is ooc van ons 8 j noijt begeert, noch van de classe eenige kereken oijt 
toegelaten , dat in een voorvallende sake om ja ofte neen te besluijten , 
de dienaren van ider kereke, het hooft tsamengesteken hebbende ende uijt 
eenen monde sprekende, sooveel stemmen souden uijtbrengen, als sij per- 
soonen syn, maer wij houden het recht verstant van dien te sijn, dat allo 
de dienaers des woorts , leden des classis synde , in wat kereko sij ooc 
dienen, behooren op de classis te verschijnen ende dacr te adviseren ende 
te stemmen elck voor sijn persoon in gemeene saken, den welstant der 
kereke aengaende, naerdat ider in een goede conscientie sal bevinden te 
behooren 9 ) tot Godts eere ende stichtinge der kereken te dienen , ende 
dat om dese naervolgende redenen. 



») „de sake" ontbr. in DD. *) „te" DD heeft „nog eens te'". *) „van nieuws" on tbr. 
in DD. *) „voortaen" ontbr. in DD. *) In margine staat: „Hoewel den meestendeel 
des classis naderhant ingenomen sijnde bij dien van Vlissinge is bijgevallen, soo heeft 
nochtans de classe noch geen ander resolutie genomen". LL heeft hetzelfde in 
margine. Deze aant ontbr. in DD. *) Deze en alle nu volgende marginalia van 
onzen codex, die ook in LL voorkomen, maar in DD ontbreken, worden verder 
met cursieve letter in den text aangeduid. ') „elcke" LL heeft „elcke kereke". DD 
ten onrechte „elke classis *. ») „ons" DD heeft „ouds". •) „te behooren" ontbr. 
in DD en LL. 



79 
Cup. 2. 

Redenen , waeroinme alle kerckendienars des woorts in classe 
moeten commen ende stemmen. 

1. Dat (die dienaren de» woorts in classem moeten comen ende stemmen. 
Want wat daer verhandelt wort , gaet hun al tsamen oen. — Eerst l ) omdat al 

tgene, dat in de classe voorvalt te verhandelen, meerderendeel gemeene 
saken sijn, die alle kercken ende welstant derselver ende dienvolgens alle 
dienaren int gemeene aengaen, daeruijt dan volght, dat int verhandelen 
sulcker saken de tegenwoordicheyt aller dienaren des woorts nootsakelijck is. 
De gemeene saken, die in de classis verhandelt werden, sjjn dese: de 
oeffeninge der propositien ende censure van dien , beroepinge ende examinatie 
der leere ende des levens der nieuwer dienaren des woorts, opsicht, ver- 
plaetsinge, opschort ende afsetünge der dienaren des woorts ende school- 
meesters ten platte landen, ketterij e ende valsche leere off te beletten off 

voor te comen, huwelijckse saken, die somwijlen seer duijster sgn om af 
te handelen, het oordeel over de sondaren, die om hertneckichoijt de 

excommunicatie werdich sijn. Wie siet [dan niet] , dat de verhandelinge 

deser dingen alle dienaren des woorts int *) gemeen ende elck int besonder 

aengaet. 

2. Svj sijn alle leden der classis. — Onse classe kent geen dienaren des 
woorts voor lidmaten des classis, dan die de art. des geloofs 3 ) der Neder- 
duijtscher kereke ondertekenen mitsgaders de acten sijnodi. Alle dienaern 
des woorts, in dese classe comende, onderteekenen persoonelyck de art. 
ende acten voorsz. Daerom soo erkent de classe alle dienaren des woorts 
voor lidtmaten der classis, daer wij aldus besluijten. 

3. Ende men moet den eenen dinaer geenen heerschappie geven over den 
anderen. — Onse sijnodus ordonneert art. 78, dat geen dienaer over den 
anderen niet en sal heerschappie voeren. Daerom is behoorlijck, dat in 
classicale regeringe den eenen dienaer soo wel als den anderen sal gekent 
syn ende niet eenigen alleen het altijt stemmen ende ordonneren over den 
anderen in de hant gegeven en worde 4 j. 

Alle lidtmaten des classis moeten comen tot de classe. Alle dienaers des 
woorts syn lidtmaten des classis. Daerom moeten alle dienaers des woorts 
tot de classe comen , opdat men het corpus der classe. niet en berooft van 
een goet deel sijnder leden 4 ). 

4. Sij dragen ooc gelijckelijck die lasten des classis. — Alle die geljjckclijck 
de lasten des classis moeten dragen, moeten ooc als lidtmaten des classis 



') „Eerst" ontbr. in DD en LL. ') „int" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft 
„niet". *) „des geloofs" ontbr. in DD. *) De alineas „Onse synodus — worde" on 
„Alle lidtmaten — leden" komen in DD en LL in omgekeerde volgorde voor. 



80 

op deselve pcrsoonelijck gckcnt worden , opdat [niemand] in sijn absentie sondcr 
sijn weten ende tegen bchooren geen lasten opgedrongen en werden, maer 
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis 
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve 
gekent werden. 

5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelt/ck geweest ende op veel ander 
plaetsen. — Hierbg gevoecht het oude gebruijck in alle classe van Zeelant, 
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der 
Palsgraefsche kercken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t 
stichtelijck ende profitelijck is bevonden. 

6. Den gearresteerde si/node heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo 
hierover in de classe van der Goes l ) (soo wij anders wel onthouden heb- 
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sij node 
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck, 
in alle hare dassen onderhouden , wel duijdelijck verclaert , dat 2 ) niet 
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen- 
gaende wilden duijden) maar moer na gelegen theijt op den classis souden 
verschijnen , ende is daerom dienvolgens s ) ettelijcke jaren sonder eenich 
tegenspreken gecontinueert worden. Daerbij ooc te bemercken staet, dat 
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluyt, maer 
vervattet alle dienaren der kercken in Zelant, in dewelcke doe der tijt 
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest, 
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren. 

Cap. 3 4 ). 
Swaricheden ende ongerijmtheden, soo alle dienaers in classe 
niet en comen en stemmen. 
1. Soo sullen de dienaers van malcanderen vervremden. b ) — Gelijck uijt dese 
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer blijckt, hoe nootsukelijck ende 
profitelijck die stemmelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo 
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsij 
kerckelijck oft politijck seer sorgelyck is een oudt gebruijck, bij twelcke 
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te 
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt- 
heden volgen, geleek ooc uijt dese nieuwiche^jt aengaende het ujjtsluijten 
veelcr oude ende bequaeme dienaren ujjt de classicale vergaderinge te 
duchten is. 



') „der Goes" DD heeft „den Haag." *) „dat „DD en LL hebben „dat zv verstaat, 
dat." ») „dienvolgens" on tbr. in DD. *) H iernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu 
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen". 
Ook dit ontbr. in DD. In LL staat het naast het volgende art. *) Dit marg. staat 
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort 



81 

2. Een dienaer soude mogen besluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*). 
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen, 
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, nietbequameljjck 
connen te samen comen daninclasse, daer sij met onderlinge vrintschap ende 
liefde van alle kerckeljjcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 5 ) on se 
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude 
gebrugck te erinneren ende te behouden, als blijckt b|j de acta classis anno 
1589 den 6 en Mert, art. 2. — ' 

Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het ende 

andere kerckelijcke saken, in dassen voorvi dhant 

soude gegeven worden, die sonder voorga n sijn 

mededienaren alleen 6 ) sijnde sal ramen s met 

eenige jonge aencomende ende dienvolgens varen, 

tgene dat alle die andere, die te huijs ge f »denen, 

hun daertoe moverende, niet en sullen c<j 3n hun 

nochtans als aen een besluijt des classis t J 

3. Dwelch de ordre 7 ) daerna sullen oni :s te be- 
dencken, dat die andere dienaers, in de i op sijn 
beurte sullen dat trachten met haer redé^w- / 5 andere 
besloten hadden, ende alsoo sal in de classe al taer tegen altaer, canon tegen 
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots 
synde soude connen bewijsen geschiet te syn. 

[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert kannen besloten 
werden.] 9 ) — Alsoo de ervarentheyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken 
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken maer ooc ten deele des landts welstant 
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groote gemeenschap hebben) , 
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft 
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelij ck soude mogen voorgenomen 
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren 
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo 
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben. 

5. De absenten souden onwetende syn % waerop de besluytinge des classis 
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis sijnde, moeten wetenschap 
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen, 
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront, 
opdat sij die des noot sijnde be schei de lij ck conden verdedigen ende met 
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren 



') „besluijten", LL heeft „ijet besluy ten". a ) „collegie' 1 LL heeft „collegae". «) Dit 
marg. staat in LL bij de volgende alinea „Tis ooc enz." 4 ) „somwijle" ontbr. in DD. 
*) „heeft" ontbr. in DD. *) „alleen" verbeterd naar DD en LL. Onze cod. heeft „alle w . 
') „ordre" LL heeft „andre". ") „met haer redenen" ontbr. in DD. ") Dit tusschen [ ] 
geplaatste marg. ontbr. in onzen cod. en is overgenomen uit LL. ,0 ) „niet" ontbr. in DD, 
Acta syn. provinc. V. 6 



80 

op deselve persoonelijek gckent worden, opdat [niemand] in sijn absentie sonder 
sijn weten ende tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer 
alle dienaren des classis werden persoonelijek met die lasten des classis 
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve 
gekent werden. 

5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander 
plaetsen. — Hierbg gevoeebt het oude gebruijck in alle classe van Zeelant, 
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der 
Palsgraefsche kereken, bij denwelcken aller dienaren t samen comste al tij t 
stichtelijck ende profiteljjck is bevonden. 

6. Den gearresteerde s t/node heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo 
hierover in de classe van der Groes x ) (soo wij anders wel onthouden heb- 
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sij node 
ge w ach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siend e op het oude gebruijck, 
in alle hare dassen onderhouden, wel dujjdelijck verclaert, dat 2 ) niet 
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen- 
gaende wilden duijden) maar meer na gelegen theijt op den classis souden 
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich 
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbij ooc te bemereken staet, dat 
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer 
vervattet alle dienaren der kereken in Zelant, in dewelcke doe der tijt 
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest, 
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren. 

Cap. 3 4 ). 
Swaricheden ende ongerijmtheden, soo alle dienaers in classe 
niet en comen en stemmen. 
1. Soo sulien dediemursvanmalcanderenvertfremden. b ) — Gelijck u\jt dese 
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer blijekt, hoe nootsakel\jck ende 
profitelrjck die steminelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo 
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in aüe regeringe tsy 
kerckelgck oft politijck seer sorgelijck is een oudt gebruijck, bij twelcke 
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te 
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt- 
heden volgen, gelijck ooc ujjt dese nieuwicheyt aengaende het uijtsluijten 
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te 
duchten is. 



■) „der Goes" DD heeft „den Haag." *) „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat, 
dat." a) „dienvolgens" ontbr. in DD. *) Hiernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu 
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle versohynen". 
Ook dit ontbr. in DD. In LL staat het naast het volgende art *) Dit raarg. staat 
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort 



J 



81 

2. Een dienaer soude mogenbesluijten 1 ), twelck syn coUegie*) niet en sullen toestaen*). 
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen, 
dewelcke, dewijle sij verre van eensomwgle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck 
connen te samen co men daninclasse, daer sg met onderlinge vrintschap ende 
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) onse 
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude 
gebruijck te erinneren ende te behouden, als blijckt bjj de acta classis anno 
1589 den 6 en Mert, art 2. 

Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het oordel aengaende de leere ende 
andere kerckeljjcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant 
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sgn 
mededienaren alleen *) sijnde sal ramen ende beslui) ten , dickwils met 
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren, ; 
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen, I 
hun daertoe moverende, niet en sullen connen toestaen, daeraen men hun 
nochtans als aen een besluijt des classis sal willen binden. 

3. Dwelck de ordre 7 ) daerna sullen onsluijten. — Staet dan wejjders te be- 
dencken , dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elck op sijn 
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onsluijten, tgene de andere 
besloten hadden , ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen 
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots 
synde soude connen be wij aen geschiet te syn. 

[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert konnen besloten 
werden.~\ 9 ) -. — Alsoo de ervarenthoyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken 
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken maer ooc ten deele des landts weistan t 
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groo te gemeenschap hebben) , 
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft 
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadeljjck soude mogen voorgenomen 
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren 
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo 
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben. 

5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluyUnge des classis 
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis synde, moeten wetenschap 
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen, 
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sijn gegront, 
opdat sij die des noot sij d de be scheid el ij ck conden verdedigen ende met 
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren 



') „besluijteiT, LL heeft „ije* * * ' " * ~ ,, ~ J s ~' T .L heeft „collegae". ») Dit 

marg. staat in LL bij de voJ „somwijle" ontbr. in DD. 

») „heeft" ontbr. in DD. *) Onze cod. heeft „alle". 

') „ordre" LL heeft „andr DD. *) Dit tusschen [ 1 

geplaatste '*- ir '•) „niet" ontbr. in DD. 

Act 6 



80 

op desclve persoonelijck gckcnt wordon , opdat [niemand] in sgn absentie sonder 
sijn weten cnde tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer 
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis 
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve 
gekent werden. 

5. Het w alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander 
plaetsen. — Hierbij gevoecht het oude gebruijck in alle classe van Zeelant, 
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der 
Palsgraefsche kercken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t 
stichtelijck ende profitelyck is bevonden. 

6. Den gearresteerde synode heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo 
hierover in de classe van der Goes *) (soo wij anders wel onthouden heb- 
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde sijnode 
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck, 
in alle hare dassen onderhouden, wel duijdelijck verclaert, dat 2 ) niet 
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen- 
gaende wilden du ij den) maar meer na gelegen thegt op den classis souden 
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich 
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbjj ooc te bemereken staet, dat 
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer 
vervattet alle dienaren der kercken in Zelant, in dewelcke doe der tij t 
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest, 
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren. 

Cap. 3 4 ). 
Swaricheden ende ongerijmdheden, soo alle dienaers in classe 
niet en comen en stemmen. 
1. Soo sullen de dienaers van malcanderen vervremden. 6 ) — Gelijck uijt dese 
voorgestelde ende diergelycke redenen meer blijekt, hoe nootsakeljjck ende 
profitelijek die stemmelijcke verschijninge aller dienaren in classe sij, alsoo 
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsjj 
kerckelijck oft poli tij ck seer sorgelyck is een oudt gebrujjck, bij twelcke 
men sich wel bevonden heeft , te veranderen ende eenige nieuwicheden in te 
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt- 
heden volgen, geleek ooc uyt dese nieuwicheijt aengaende het uijtslugten 
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te 
duchten is. 



') „der Goes" DD heeft „den Haag." ») „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat, 
dat." 3) „dienvolgens" on tbr. in DD. <) Hiernevens staat nog aangeteekend : ,.Soo nu 
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen". 
Ook dit on tbr. in DD. In LI, staat het naast het volgende art. s ) Dit marg. staat 
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort 



81 



2. Een diender sonde mogenbesluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*). 
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen, 
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck 
connen te samen comen dan in classe, daer sij met onderlinge vrintschap ende 
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) on se 
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude 
gebruijck te erin neren ende te behouden , als blijckt bij de acta classis anno 
1589 den 6" Mert, art 2. 

Tis ooc vremt ende sorgelijck, dat het oordel aengaende de leere ende 
andere kerckelijcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant 
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sfjn 
mededienaren alleen *) sijnde sal ramen ende beslui) ten , dickwils met 
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren, ; 
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen, i 
hun daertoe moverende, niet en sullen connen toestaen, daeraen men hun 
nochtans als aen een beslui] t des classis sal willen binden. 

3. Dwelck de ordre 7 ) doerna sullen onsluijten. — Staet dan wejjders te be- 
dencken, dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elckopsijn 
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onslujjten, tgene de andere 
besloten hadden, ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen 
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots 
synde soude connen bewijsen geschiet te syn. 

[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert konnen besloten 
werden.'] 9 ) ■■ — Alsoo de ervarentheyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken 
voorvallen, niet 10 ) alleen de kercken raaer ooc ten deele des landts welstant 
rakende (gemerckt dese twee met malcanderen groote gemeenschap hebben) , 
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft 
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelijck soude mogen voorgenomen 
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren 
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo 
soude die onnosele moeten dragen, tgene sjj niet verschuit souden hebben. 

5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluytinge des classis 
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis synde, moeten wetenschap 
ende kennisse hebben niet simpelijck van die besloten acten der dassen, 
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront, 
opdat sij die des noot sijnde be schei delijck conden verdedigen ende met 
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren 



') „besluijten", LL heeft M ij e * *— ' — " 
marg. staat in LL bij de vo' 
») „heeft" on tbr. in DD. *) 
») „ordre" LL heeft „andr 
geplaatste mar&_oiitbr. ir 
Act 



' LL heeft „collegae". ») Dit 

N „somw\jle" ontbr. in DD. 

Onze cod. heeft „alle". 

DD. •) Dit tusschen [ ] 

'•) „niet" ontbr. in DD. 

6 



80 

op deselve persoonelijck gekcnt worden , opdat [niemand] in sjjn absentie sonder 
sijn weten ende tegen behooren geen lasten opgedrongen en werden, maer 
alle dienaren des classis werden persoonelijck met die lasten des classis 
beswaert. Daerom moeten alle dienaren des classis personelijck op deselve 
gekent werden. 

5. Het is alsoo hier 21 jaren gebruyckkelyck geweest ende op veel ander 
plaetsen. — Hierbij gevoeebt het oude gebruijck in alle classe van Zeelant, 
veler in Hollant, Vrieslant, Cuelen, Aken ende vorstendom Guljjck en der 
Palsgraefscbe kereken, bij denwelcken aller dienaren tsamencomste al tij t 
stichtelijck ende profitelijck is bevonden. 

6. Den gearresteerde synode heeft het also besloten. — Eijndelijck alsoo 
hierover in de classe van der Groes x ) (soo wij anders wel onthouden heb- 
ben) eenigh dispuijt is geweest ende daervan in de gearresteerde s ij node 
gewach gemaeckt, heeft de synodus voorseyt, siende op het oude gebruijck, 
in alle hare dassen onderhouden, wel duijdelijck verclaert, dat 2 ) niet 
alleen een dienaer (gelijck sommige den art. des Haegsche sijnodi dienaen- 
gaende wilden duijden) maar meer na gelegen theijt op den classis souden 
verschijnen , ende is daerom dienvolgens 3 ) ettelijcke jaren sonder eenich 
tegenspreken gecontinueort worden. Daerbij ooc te bemereken staet, dat 
het woordeken (ofte meer) niemant van de dienaers uijt en sluijt, maer 
vervattet alle dienaren der kereken in Zelant, in dewelcke doe der tijt 
gelijck ooc nu niet meer als twee dienaren in de steden syn geweest, 
uijtgenomen Middel burgh ende Vlissinge in Walcheren. 

Cap. 3 4 ). 

Swaricheden ende ongerjj mtheden , soo alle dienaers in classe 
niet en comen en stemmen. 
1. Soo sullen dediencursvanmafoanderenvervremden.*) — Gelijck uijt de se 
voorgestelde ende diergelijcke redenen meer bljjckt, hoe nootsakelijck ende 
profitelijck die steminelijcke verschijninge aller dienaren in classe sjj, alsoo 
staet eenen voorsichtigen richter te bedencken, dat in alle regeringe tsjj 
kerckelijck oft poli tij ck seer sor gelijck is een oudt gebruijck, bij twelcke 
men sich wel bevonden heeft , te veranderen endo eenige nieuwicheden in te 
brengen, aengesien daeruijt veele swaricheden, confusien ende ongerijmt- 
heden volgen, gelijck ooc ugt dese nieuwicheijt aengaende het uijtsluijten 
veeier oude ende bequaeme dienaren uijt de classicale vergaderinge te 
duchten is. 



') „der Goes" DD heeft „den Haag." ») „dat „DD en LL hebben „dat zy verstaat, 
dat." a) „dienvolgens" ontbr. in DD. *) Hiernevens staat nog aange teekend: ,.Soo nu 
een nieuwe ordonnantie wert gemaeckt, dat sij niet en sullen alle verschynen". 
Ook dit ontbr. in DD. in LL staat het naast het volgende art. ') Dit marg. staat 
in LL naast het volgende art, waar het ook behoort 



81 



2. Een dienaar soude mogenbesluijten 1 ), twelck syn collegie*) niet en sullen toestaen*). 
— Aldaer is ten eersten de vervremdinge der dienaren, d'een van den anderen, 
dewelcke, dewijle sij verre van een somwijle 4 ) geseten syn, niet bequameljjck 
connen te samen comen dan in classe , daer si) in et onderlinge vrintschap ende 
liefde van alle kerckelijcke saken onderhandelinge hebben. Dit heeft 6 ) onse 
classe beweeght de nieuwicheyt, in desen begonnen, te weeren ende het oude 
gebrnijck te erin neren ende te behouden, als blijckt bij de acta classis anno 
1589 den 6 en Mert, art 2. 

Tig ooc vremt ende sorgelgck, dat het oordel aengaende de leere ende 
andere kerckelijcke saken, in dassen voorvallende, eenen dienaer in de hant 
soude gegeven worden, die sonder voorgacnde weten ende ad vijs van sjjn 
mededienaren alleen 6 ) sijnde sal ramen ende besluijten , dickwils met 
eenige jonge aencomende ende dienvolgens in kerckelijcke saken onervaren, 
tgene dat alle die andere, die te huijs gebleven syn om gewichtige redenen, 
hun daertoe moverende, niet en stillen connen toestaen, daeraen men hun 
nochtans als aen een besluit des classis sal willen binden. 

3. Dwelck de ordre 7 ) daerna sullen onsluijten. — Staet dan weijders te be- 
dencken, dat die andere dienaers, in de naeste classe comende, elckopsijn 
beurte sullen dat trachten met haer redenen *) te onsluijten, tgene de andere 
besloten hadden , ende alsoo sal in de classe altaer tegen altaer, canon tegen 
canon gemaeckt worden, gelyck [men] met eenige exempelen des noots 
synde soude connen bewgsen geschiet te syn. 

[Soude oock van weijnighen ijet sorgelijcx tegen des landts welvaert kannen besloten 
werden.] 9 ) ? — Alsoo de ervarenthoyt mede leert, dat in de classe somwijlen saken 
voorvallen, niet 10 ) alleen de kereken maer ooc ten deele des landts welstant 
rakende (gemerekt dese twee met malcanderen groo te gemeenschap hebben) , 
soo is te vresen, dat van sommige in het afwesen van veele dienaren oft 
quaetwillichlijck oft onwetende iet schadelij ck soude mogen voorgenomen 
worden, twelck nochtans onder den name des classis allen den dienaren 
als leden van dien soude toegeschreven ofte geweten worden, ende alsoo 
soude die onnosele moeten dragen, tgene sij niet verschuit souden hebben. 

5. De absenten souden onwetende syn, waerop de besluytinge des classis 
gegrondet syn. — Alle dienaren, leden des classis sijnde, moeten wetenschap 
ende kennisse hebben niet simpeljjck van die besloten acten der classen, 
maer ooc verstaen de fondamenten ende redenen , daerop deselve sjjn gegront, 
opdat sjj die des noot sijnde bescheidelijck conden verdedigen ende met 
vrucht daernaer in classe verschijnen. Maer soo een groot deel der dienaren 



~\ 



j 



') „besluijten", LL heeft „ijet fc-«i«v*-«». 
marg. staat in LL bij de vo T 
•) „heeft" ontbr. in DD. *> 
') „ordre" LL heeft „and r 
geplaatste marg. ontbr. v 
Act 



' LL heeft „collegae". ») Dit 

N „somwyle" ontbr. in DD. 

Onze cod. heeft „alle". 

DD. •) Dit tusschen [ ] 

") „niet" ontbr. in DD. 

6 



88 

waerseggen, midtsgaders het besoecken der afgestorven heijligen in bedevaert 
dwelcke in sommigen plaetsen noch gebruijckelijck is, mochte geweert 
worden. 

Sal dit den heeren Staten werden voorgedraghen om hiertegen bjj 
naerder placaet te voorsien. 

Alsoo de bevestinge des houwelicx voor de kercke geschiet met gebed t 
over de contrahentes als over bontgenoten , ende de ongedoopte (als niet 
hebbende ontfangeu het teecken des verbonds> voor geen bontgenoten in de 
christelicke kercke, soovele het vuyterljjcke teeken aengaet, gekend t en 
worden ende dienvolgens niet kerckelick en konnen in den houwelicken 
staet ingesegent worden, dat mijn E.E. heeren believe om der quaetwilliger 
wille hierin haer autboriteijt te gebruycken ende den kerckendienaren met 
placate ofte andersins de handt te bieden. 

Is verstaon voor dese tij t alsnoch hier niet te noveren. 

Dewijle het zeer ergerlick is, dat in Godts kercke het houwelick werdt 
ingesegent tusschen personen, die met malkanderen in overspel geleeft 
hebben, ende de sijnodus geern zaege, dat sulcx geweert wierde, dat mijn 
E.E. heeren believe daerop eenich oirdre te stellen tot meei*ste stichtinghe 
der kercke ende weghnemen velerleg zwarichcden, die daerwt konnen volgen. 
Sal dit poinct den heeren Staten werden voorgedragen. 

Angaende de personen, die men om wettelicke oirsaken weijgert binnen 

tslands te trouwen ende, buyten tslandts treckende, bij papen ofte andere 

personen onwettelick ende heijmelick tzamenghevoeght werden, werdt ver- 

socht, dat het placaet van policic dienaengaende mochte onderhouden werden. 

En is hierop niet geresolveert. 

Alsoo voordesen in sjjnodo , ter Goes ghehouden , is verordonneert te 
versoecken ordonnantie aengaende eenighe casus matrimoniales ende dat 
daerop tot noch toe niet eijndelick en is gedaen, werden mijn E.E. heeren 
wederomme van deses sijnodi wegen versocht daerop te letten ende ordon- 
nantie te maecken, naerdat zij sullen bevinden te behooren. 
En is alsnoch hierop niet geresolveert. 

Casus matrimoniales, daerop ordonnantie ende verklaeringhe 
versocht werdt, gestelt wt last des sijnodi, ter Goes gehouden. 

Hoe men handelen zal int ondertrouwen van personen, die wt vremde 
landen kommen ende verjaecht sijnde, door dongelegentheydt des tijts niet 
en connen doen blijcken, dat sy vrij zijn. 

Op de navolgende aengetoghen artickelen is alnoch niet gheresol veert 

Dewjjle het houwelick tusschen broeders ende susters kinderen verschey- 



89 

dentlick ende toegelaten ende verboden werdt, of het niet goet en ware 
daervan een wtgedrnckte ende generale weth te maecken. 

Off degene, die eenighe dochters teghen den danck van haerer onderen 
ofte vooghden wechvoeren ende in Hollandt ofte elders van papen of derge- 
lgcke personen getrouwt werden, niet hooger dan met een geltboete be- 
hoorden gestraft te worden, ende off sulcke onordentlicke tsamenkomsten 
voor wettelicke honwelickheden ende de kinderen, alsoo geprocregeert, voor 
wettigh te honden srjn. 

Off een man trouwen mach de weduwe van zijnen zwager ende een 
vrouwe den weduwaer van harer zwagerinne. 

Off een man soude moghen trouwen de nichte van de vrouwe, daer hg 
mede geboeleert heeft, ende off een vrouwe mach trouwen den neve van 
den man, die met haer gheboeleert heeft. 

Wat ordre men houden zal in het ondertrouwen dergener, die van niercke- 
licken ongelijcken ouderdom zgn, ende insonderheyt wanneer de vrouwe 
10, 12, 20 etc. jaren ouder is dan den man. 

Hoe men hem houden zal in houwelicken van personen , die seggen , dat 
sij eenen merckelicken fcgdt van haere ehegade sijn verlaeten geweest. 

Off een man, die om overspel, bij hem begaen, van sijn huysvrouwe 
wettelijck ghescheyden is, met een ander vrouwe trouwen mach, et vice versa. 

Hoe een man, die, int contracteren van houwelicke bedrogen sgnde, be- 
vindt, dat hij een bastart heeft voor een echte, item een hoere voor een 
maecht etc., handelen zal; ende van ander dergelijcke bedrogh reciproce, tsg 
in qualitate personen ofte andersins. 

Off een vooght ofte de sono of dochter van den vooght mach trouwen 
de weese, daer hg vooght aff is. 

Onderst ondt : 
Actnm ten Rade int Hoff van Zeelandt tot Middelburgh 
den XI1I CI1 Januarij 1604. 

Mg present, B. de Jonghe. 



Acte van de ghecommitteerde der 3 c lassen , 
Walcheren , Schouwen ende Tholen y bes toot en op 
den xv en Julij 1608 binnen Middelburch , preside 
Hermanno Faukelio ende scriba Gers. Bucero. 

Overmits de classe van der Goes nagelaten heeft, eenighe wt haer te com- 
mitteren om over de stucken, haer aangeschreven, met de ghecommitteerde 



90 

der andere respective dassen tzamen te handelen , ende dat volgens de ver- 
gaderinghe, niet vol zynde, niet en heeft connen beramen noch besluyten in 
de zaecken, haer belast, zo ist voor goet gevonden , opdat dese byeencompste 
gantsch niet vruchteloos en zoude wesen ende zoude moghen tot eenen 
goeden ende ghewenschten eynde ghebracht worden, dat dezelve van hier 
ge transporteert worde. naer der Goes, ten eynde dat aldaer de zaecken, den 
voorsz. ghecomraitteerden der dassen belast ende opgelecht, gelyckelick 
zouden mogen voorgenomen worden. 

Den XVII** Jnljj. 

De voorgemelde ghedeputeerde , verschenen zynde voor de classe van der 
Goes ende versocht hebbende, dat dezelve wt haer 3 personen deputeren 
zoude om in tzamenhandelinghe met hen te comen, ende antwoorde ghecre- 
ghen hebbende, dat sy niet en verstout tot zodanighe extraordinaire byeen- 
compste ymand af te veerdighen (hoewel dezelve hier te vooren ettelicke 
mael is gebruyckt geweest), verclarende evenwel goede genegentheyt te hebben 
om de ordinaire byeencompste des particulieren synodi te bevoorderen , zo ist 
dat de broederen, opdat sy niet gantsch sonder vrucht en souden scheyden 
ende in alle goede correspondentie met malcanderen volherden, tzamen goet- 
gevonden hebben te arbeyden tot de vercryginghe van eenen particulieren 
synode, mits dat sy zullen hare dassen respectivelick poogen te beweghen 
om in de byeencompste des voorsz. synodi te be willighen ende daertoe 
eenen wt elcke classe te committeren , welcke vyere (des noot zynde), om ten 
spoedichsten de zaecke te bevoorderen, desen extraordinairen wech zouden 
mogen ingaen : te weten den E. heeren Raden met den eersten te vertoonen 
den hoochdringhenden noot zulcker synodale vergaderinghe ende wat de vyer 
dassen diesaengaende geresolveert zullen hebben, alsoock hare E. te bidden, 
dattet hen believen zoude eenighe wt de haren te committeren, terwelcker 
overstaen de voorgemelde synode gehouden zoude worden. 

Actum als boven binnen Middelburch. 

Hermannus Faukelius, praeses hujus conventus. 

Gebson Buceküs, cjusdem conventus scriba *). 



') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. 



91 



Handelinghen des provincialen synodi van Zee- 
land, gehouden met authorisatie der E. M. heeren 
Staten van Zeeland binnen de stadt van der Ver e , 
begonnen op den 1 7 Meye ende geeyndicht op den 
27 derselver maendt desjaers 16 10, ten overstaen 
van de E. heeren Steven Tenijs ende mr. Johan 
Huyssens, raden der E. M. heeren Staten van 
Zeeland, hiertoe spe cia lick gecommitteert. 

Naer de aenroepinghe des goddelicken naems, gedaen by den dienaer 
der plaetse, hebben de E. heeren gecommitteerde raden Steven TENYsende 
mr. Johan Huyssens tot oopeninghe des synodi voorgedragen de resolutie 
der E. M. heeren Staten van Zeeland over het houden deser byeencompste 
mitzgaders het last, hen van den voorsz. heeren tenzelven aensiene opgeleyt, 
overleverende tot confirmatie van dien extract wt derzelver notulen, het- 
welcke verclaerde haerder E. goetvinden ende resolutie, waerdoor dese 
byeencompste des synodi ingewillicht ende gheaccordeert wort. Was oock 
daerby gevoecht een extract wt de notulen der E. heeren Gbecommitteerde 
Raden, ordonnerende de plaetse der voorsz. vergaderinghe binnen de stadt 
van der Vere ende den tydt op den 15 Meye ende committerende de voor- 
noemde E. heeren raden om die te assisteren. Ende syn dese in zulcken 
aensien met sonderlinghe welgevallen ende verblydinghe der broederen ont- 
fanghen , dewelcke God danckten , dattet Hem belieft hadde de herten harer 
overicheden tot de versorginghe der kerckelicke zaecken te bewegen. 

Daerna syn den er eden tien der 4 respective classes gelesen ende voor 
weerdich aengenomen. Met dezelve syn verschenen: 

wt Walcheren: 

Gillis Bubsitts ende Gebson Buceküs, dienaren des goddelicken woord s 
van Middel burch ende Vere, met de heeren Jan Vet ende Niclaes Sael, 
ouderlinghen van Middelburch ende Arnemuyden; 

wt Schouwen: 

Henrycu8 Brand ende Johannes Tayus, dienaren des goddelicken woords 
binnen Zierickzee ende Brouwershaven, met Tobias Damman, dienaer des 
goddelicken woords in Nieuwerkercke , maer verschynende in de plaetse 
van eenen ouderlinck, ende Jason Janszen , ouderlinck der gemeynte Christi 
binnen Zierickzee; 



92 

wt Suytbeveland : 

Phixippus Lansbergius ende Lodowyck Ver veste, dienaren des g. woords 
ter Goes ende te Cruninghe, met mr. Jacobus Peckiüs ende Heyndryc 
C abels, ouderlinghen van der Goes ende van Weerden; 

wt Tholen; 

Johannes Pantinus ende Gerardijs Schepemüs, dienaren des goddelicken 
woords binnen Tholen ende Vosmar, met Thomas Rozeboom, dienaer des 
goddelicken woords binnen Poortvliet, maer als ouderlinck verschynende , 
ende Joachimus Liëns, ouderlinck tot Sinte Martensdyck. 

Cap..l. 

Historiale acten des synodi. 

Hiernaer is door het meeste deel der stemmen vercooren tot praeses 
synodi Gillts Bursius, tot assessor Philippus Lansbergius, tot scriba 
Gerson Bucerus. 

De acten des voorgaenden synodi, gehouden binnen ter Tholen, syn gelesen. 
Is oock het zegel des synodi overgelevert. 

Henrycus Brand ende Hermannus Faukeel , ghedeputeerde des lestvoor- 
gaenden provincialen synodi , binnen ter Tholen gehouden , synde gelast 
geweest wt den name deszelven synodi eenighe poincten te versoucken aen 
de E. Ghecommitteerde Raden, hebben ingebracht rapport van tgene by 
hen ghedaen is, mitsgaders de originale apostillen, hen door de voornoemde 
heeren verleent op hare voorghestelde versoecken ende gegeven op den 13 
Januarij des jaers 1604, onderteeckent de Jonghe. Ende is goetge vonden 
de voorsz. ghedeputeerde midsdesen te ontslaen van haren last ende te 
bedancken voor haren ghetrouwen dienst. 

Van weghen de kercke ende plaetse van Oosterland syn met credentie 
alhier op den 18 Meye verschenen Daniël Heyndrycs Slatius, bedienaer 
des g. woords aldaer, ende Jacob Holleman, secretaris, verclarende hen 
beswaert te vinden over zeeckere ordonnancie harer respective classe, waer- 
door hen opgeleyt was op de sabbathen niet te doopen noch te trouwen 
des voormiddaechs, maer alleene des namiddaechs , zynde nochtans zoodanich 
besluyt harer classe naer hun oordeel by hen niet stichtelick noch te prac- 
ticabel , ende volgens van dezelve ordonnancie op den synodum gheappelleert 
hebbende, versochten tot eyndinghe hares gheschils het oordeel deszelven. 
Waerop goetgevonden is, dat de acte, van dewelcke sy geappelleert 
hebben, hier zoude vertoont ende geexhibeert wordon, ten eynde dat men 
alsdan rypelyck ende ten vollen op de zaecke letten mochte. Volgens dit 
besluyt is de voorsz* acte op den 22 dach deser maendt den synodo over- 



93 

gelevert, waerop geresol veert is, hetgene begrepen staet in de antwoorden 
des synodi op eenige voorgestelde vragen , cap. 4 in de 5 antwoorde. 

Joos van Laren ende Nicolaus Olivarius, dienaren des goddelicken 
woords, vergeselschapt met Daniel Leynszen, ouderlinck van Vlissinghe, 
hebben op den 17 Meye versocht over zeeckere stucken van den synodo 
gehoort te worden. Waerop hen voor antwoorde gegeven is, dat se, 
credentie van hare kercke overgelevert hebbende, oopeninghe zonden mogen 
doen van zulcs, als sy particulierlyck buyten de gestelde gravamina hadden 
te vertoonen. Ende bijaldien sy yets hadden tegen de advysen der grava- 
mina der classe van Walcheren genomen, dat se oock daerover hen voor 
dese vergaderinghe zouden verclaren mogen, hiertoe nemende den tydtvan 
twee dagen wterlick, om alsdan hare beswaernissen met de redenen derzelver 
schriftelick in te brenghen ende hierenboven noch mondelick gehoort te 
worden, behoudens dat sy dan vertreckende verwachten zonden het oordeel 
des synodi. Ende wort voor alsnu dit zoo toegelaten om beteren wille, 
mids dattet in consequentie niet getrocken en worde. 

De ghedeputeerde der kercke van Vlissinghe syn op den 19 Meye voor 
den synodo wederom verschenen, mitbrenghende credentie hares kerckenraeds, 
ten eynde dat se dese vergaderinghe voordragen souden het gravamen van 
het gelyckstemmen der kercken in de classicale vergaderinghe door eenen 
minister ende eenen ouderlinck , mitzgaders om de advysen ende bedenckinghen 
hares kerckenraeds op zeeckere gravamina der classe van Walcheren aen te 
dienen, hetwelcke naer de voorgaende ordonnancie deses synodi niet alleene 
schriftelick van hen gheschiet is , maer is hen oock daernaer de mondelicke 
verclaringhe toegelaten. Hetwelcke van hen gheschiet zynde, syn op den 
22 Meye vertrocken, bedanckende de vergaderinghe, dat se henzoolanghe 
ende geduldelick gehoort hadden. 

Op den 24 daernaer is Abraham van der Myl in dese byeencompste 
verschenen, versoeckende , dat in het different , tusschen den kerckenraet van 
Vlissinghe ende hem hier te vooren opgeresen , mochte door den synodum 
met goeden raet voorsien worden, ten eynde dat hg in syn recht ende in 
synen dienst weder gerestitueert wierde, ende indien immers zulcs by die 
van Vlissinghe niet en conde te wege gebracht worden, dat het dan der 
vergaderinghe believen zoude eenen wech wt te vinden, waerdoor hy in 
syne eere gerepareert ende voor alle schade verhoet mochte werden. Daer- 
enteghen door Nicolaum Olivarium ende Joüocum Laretium, vergeselschapt 
met eenen anderen ouderlinck Cornelis Leynszen, is wt den name hares 
kerckenraeds versocht , dat men in desen handel niet en soude treden , 
gemerckt deselve den E. magistraet der stede Vlissinghe mede aangaet, 



94 

verclarende, zoo men evenwel daerin trade, dat se zonden begeeren haer 
reces tot hare E. magistraet te nemen. Hierover is by den broederen des 
synodi raetsaem gheoordeelt , dat men om redenen in den voorsz. handel ten 
principale niet en sonde c om men, maer wel de reparatie van Abrahami Milii 
eere voornemen ende versorghen. Ende is tot zulcken eynde den ghedepu- 
teerden van Ylissinghe afgevraecht , of sy gesint waren den voorsz. Abraham 
zulcke attestatie te geven van leere ende leven, met dewelcke hy bequa- 
melick zonde connen verplaetst werden. Ende overmits de voorsz. broederen 
excipieerden geenen last te hebben van haren kerckenraedt yet hiervan voor 
te dragen doch hoope gevende van harentweghe, dat de atttestatie niet en 
Boude geweygert werden, ende verclarende, dat se in haer bysonder niet 
en hadden tegen den persone Milii voorsz. ten aensiene van syne leere ofte 
leven, hoewel niet verstaende, dat door dese hare verclaringhe de kercken- 
raedt van Vlissinghe zonde geprejudiceert worden , is hen door den synodum 
belast , dat se tot hare principale wederkeeren souden ende met die handelen, 
ten eynde sy ooc dergelycke ghetnygenisse schriftelick Abrahamo ver- 
leenen wilden ende de synodns goede bequaemheyt hebben mochte om , 
sonder int stnck ten principale te treden , Abrahamo Milio volgende syn 
redelick versoeck te assisteren. Is daeren boven hen opgeleyt by schrifte te 
stellen hetgene sy aengaende de bedeelinghe der classe van Walcheren , van 
hen ende sommighe andere kercken, namen tlick Oosterzonburch , Condekercke 
ende Beekercke , versocht , den synodo hadden te vertoonen. 

Op den 26 ,ten is door den ghedeputeerden van Vlissinghe het beworp 
der attestatie, by haren kerckenraedt Abrahamo Milio te geven, den synodo 
geexhibeert, dienende ten deele om Abraham van Mtle te rechtveerdighen , 
ten deele om hem by alle verstandighe alleene wt tgeruchte verdacht te 
maecken. Volgens heeft de synodns gheoordeelt, dat de attestatie onvol- 
commen was ende niet genoechsaem om de verplaetsinghe Abrahami Milii 
te bevoorderen, vindende dese maniere van doen zeer vreemdt ende on- 
christelick, niet alleene omdat zoodanich ghetnygenisse contrarieerde het 
mondelick ghetnygenisse der gesanten voorsz. maer oock het geschreven 
getnygenisse zelve. Ende naerdien sy verclaerden anders geenen last te 
hebben, is hen van den synodo opgeleyt, dat sy sich wederom tot hare 
principale vervoegen souden ende op den volgenden dach, wederom tot de 
vergaderinghe keerende, met volcommen last souden syn voorsien om in 
dese hare saecke tot de volle afhandelinghe voort te gaen, sonder hiernaer 
eenich nieuw reces tot haren kerckenraet te nemen, gemerct het de ver- 
gaderinghe ongelegen was langer hiermede opgehouden te worden. Syn 
oock ernstelick vermaent geweest, dat se by hare principale aerbeyden 
souden om het versochte ghetnygenisse in simplici forma te vercrygen 



95 

met nalatinghe der exceptie, in dat beworp ghestelt, dewelcke gewach 
inaecte van de quade geruchten, tot nadeele van Abrahami Milii goeden 
name over sommighe jaren opgeresen. 

Hierop de voorsz. gesanten te huys ghetrocken ende op den ghestelden 
dach voor de syuodo verschenen synde, hebben het voorighe beworp met 
hen ghebracht, vervatende in plaetse van tgene de synodus gheoordeelt 
hadde nagelaten te moeten syn ende by dezelve gesubreguleert was, zoo- 
danighe exceptie, dewelcke niet alleene hetzelve medebrachte, dat in het ge- 
subreguleerde vervaet was, maer oock noch meer mochte dienen tot Abrahami 
nadeel. Hierom heeft de synodus zoo door haerzelven als door 3 gesanten aen 
de ghedeputeerde van Vlissinghe versocht ende hen vermaent, dat de 
voorsz. exceptie mochte wechgenomen ofte ten minsten versoet worden, 
waerop sy verclaert hebben, dat sy zulcs niet en vermochten, alsoo het- 
zelve hen van hare E. magistraet verboden was, doende dit blycken met 
eene zeeckere acte, in Wet ende Baet der stadt Vlissinghe gepasseert den 
27 Meye ende van den synodo gesien. Overzulcs de synodus, op alle de 
voorsz. handelinghen des kerckenraeds van Vlissinghe neerstelick ghelet 
hebbende, en can niet nalaten midsdesen voor alle kercken Chrisü in 
Zeeland, wt wekkers name sy vergadert is, te betuygen, dat de kercken- 
raedt van Vlissinghe qualick heeft gedaen, alsoo den synodum vele dagen 
op te houden ende in haer goet voornemen te verhinderen, oordeelende 
tegen de leere 1 Tim. 5. 19 te stryden, dat sy op geruchten alsoo tegen 
eenen leeraer beschuldinghe aennemen, dat sy hem daerom eene simpele 
attestatie weygeren, gelyck hetzelve oock strydt tegen de gearresteerde 
kerckenordeninghe articulo 71, ende dat beyde streckt tot nadeel van den vrede 
der kercke ende policie, dewelcke door de versoen te accommodatie conde 
ghetroffen worden. Insonderheyt oordeelt de synodus onbehoorlick ende de 
kercke ende de policie schadelick te wesen , dat de kerekenraedt van Vlis- 
singhe haer in eene pure kerckelicke zaecke tegen s den synodum met de 
authoriteyt der poliiycke overicheyt behelpt. Voorder oordeelt, dat 
Abbahamus Mylius in de kercke van Vlissinghe by provisie zal tot den 
avontmale toegelaten worden ende dat hem dadelick eene simpele goede 
attestatie worde gegeven om bequamelick ten dienste te mogen commen 
ende verplaetst te worden. Ende is dit oordeel des synodi hen wt het 
schrift voorgelesen. 

Cap. 2. 

Acta des synodi, verclarende eenighe artickelen onser kerc- 
kenordeninghe etc. 

I. 
Het goetduncken ende advys der classe in den 3 ende 4 art. derghearres- 
teerder kerckenordeninghe wort van den synodo aldus wtgeleght , dat de 



96 

Kerckenraet wel zal mogen vryelick delibereren ende raetslaen over de ver- 
kiesinghe eenes dienaers, doch dat se tot geene beroepinghe zal mogen 
voortgaen ofte dienaengaende met den vercoorenen jet handelen, vooraldat 
de classe daervan kennisse genomen ende oordeel gegeven hebbe, naer 
hetwelcke de kerckenraedt haer zal hebben te reguleren. 

n. 

Tot verclaringhe van den 5 art., raeckende het ghebedt, hetwelcke inde 
verkiesinghe der predicanten ghedaen wort, is goetgevonden, dat men het 
oude gebruyck zal volgen , hoewel het vry zal syn het vasten by het bidden 
te voeghen, ende de ghemeynte, tot vyerighe ghebeden opgescherpt zynde, 
zal oock mogen tot het vasten vermaent werden, zonder nochtans dieshalven 
ymand eenighe wet op te leggen. 

m. 

Door het voorweten des classis in den 7 art. wort verstaen, dat een dienaer 
niet en mach zyne kercke verlaten om elders eene bequame beroepinghe 
aen te nemen, tenzy dat de classis niet alleene wetenschap daervan hebbe, 
naerdat hy verlaten is, maer oock oordeele, eer hy verlaten wort, of hy 
zal verlaten worden ofte niet 

im. 

De kennisse ende het oordeel der classe, daervan in den 9 art. vermeit 
wort, heeft dese meyninghe, dat de classe weten moet de redenen, om 
dewelcke hem eenich dienaer tot eenen anderen staet des levens begeven 
wilt, ende meteenen oordeelen van do gewiehticheyt derzel ver redenen , ten 
eynde dat zoodanich oordeel gevolcht worde. 

V. 

Den on wille, daervan den 17 art. spreeckt, wort beschreven eene mero 
kelicke ongesintheyt, in een groot deel der ghemeynte tegen haren kercken- 
dienaer opgeresen om oorsaecken, die de afsettinghe niet en verdienen 
ende om dewelcke men nochtans genegen is denzelven aldaer niet langer 
te ghebruycken. Ende om zulcken on wille (als hij in eenighe gemeynte 
tegen den kerckendienaer opgeresen is) govoegelick te weeren, de classis 
zal alvooren ondersoecken , of den onwille gefondeert is ofte niet. Soo hy 
geen fondament en heeft, de onwillige zullen door de classe onderwesen 
werden, opdat se haer ongelyck verstaen moghen. Maer in gevalle datter 
eenige merckelicke cause ware, die den onwille veroorsaecte , men zal die 
poogen wech te nemen ende de onwillighe alsoo gerust te stellen. Doch 



97 

zoo dit niet en conde te weghe ghebracht worden, de classis zal de ver- 
plaetsinghe voorderen, behoudens dat de kerckendienaer in synen vollen 
dienst blyve, totdat hy verplaetst is. 

VI. 

Over den 28 artickel wort tot verclaringhe in ghebracht , dat degene , die 
hem beclaeeht door de wtspraecke der mindere vergaderinghe verongelyckt 
te syn ende hem tot eene meerdere beroept, bieren tusschen de wtspraecke 
der mindere vergaderinghe zal onderworpen blyven tot an der 8 tont, dat 
eene meerdere daervan oordeel wtgesproocken hebbe. Ende zal dese wtspraecke 
voor vast ende bondich gehouden ende nagevolcht worden naer wtwysen 
des artickels. 

vn. 

Tot verclaringhe van het 32 artickel wort geoordeelt, dat door het seggen 
des classis, hetwelcke daerin vermeit wort, anders niet te verstane en sy dan 
het besluyt derzelver, hetwelcke door de meeste stemmen goetgevonden is. 

vin. 

Gemerct in den 35 artickel gesecht wort, dat indekercken, daergeenen 
kerckenraet en is, middelertydt by de classe gedaen zal werden, hetgene 
anders den kerckenraet opgelecht is te doen , ende den synodo in bedencken 
gegeven is, oft zulcs ooc niet en behoorde verstaen te syn van de plaetsen , 
daer geenen kerckendienaer en is maer alleene ouderlinghen ende diaconen , 
wort beslooten, dat de classe den kercken, welcker dienaer afghestorven is , 
zal mogen haren dienst, daertoe versocht zynde, bewysen, de kercke nochtans 
in de absentie des ghedeputeerde der classe blyvende in hare behoorlycke 
ende gewoonelycke vryheyi 

IX. 

Aengaende den 45 artickel, ordonnerende, dat de dienaren des woords, de- 
welcke weygeren de Confessie ende den Catechismum te onder teeckenen, zullen 
de facto van haren dienst by den kerckenraedt ofte classe opgeschorst worden , 
de synodus verstaet, dat het woordeken ,ofte' niet en moet alsoo genomen 
syn , alsof de opschortinghe der kerckendienaren stonde by den kerckenraet 
ofte de classe elck alleen ende afgesondert , maer dat se haer beyde gesament- 
lyck toecompt achtervolghende het voorschrift ende de ordre , goetgevonden 
in den 58 artickel der ghearresteerder kerckenordeninghe , welverstaende 
nochtans dat de opschortinghe in de plaetse, daer geenen kerckenraet en 
is, de classi alleene zal bevolen syn. 

Acta syn. provinc. V. 7 



98 

X. 

Belangende den tydt, door den 5 artickel der synode van der Goes gestel t 
ende gheordonneert voor degene, die van een kerckelyck besluyt tot eene 
meerdere vergaderinghe begeeren te appelleren, wort verstaen, dat de 
ordonnantie vast blyven zal. 

XI. 

De wet des Thoolschen synodi , ordonnerende den tydt, in het hertrouwen 
der weduwaers ende weduwen te onderhouden , zal blyven, welverstaende dat 
den tydt van 6 maenden, voor het hertrouwen der predicanten gestel t, 
meer voor eenen raet dan voor een bevel genomen zal worden. 

Cap. 3. 
Canones ofte regulen van den synodo ghestelt. 

I. 

Men zal , achtervolgende het besluyt des Thoolschen synodi , in de provincie 
van Zeeland een synodus van heden in een jaer namelyck den 16 Meye 
houden ende voort jaerlics, tot welcken eynde men zal versoecken, dattet 
de E. M. heeren Staten believe desen regel door hare authorisatie te confirmeren. 

II. 

De zaecken , in den synodo te verhandelen , zullen voortaen niet in thesi 
maer in hypothesi voorges telt worden, ende volgens zulcs, daer geene 
hypothesis van en is, zal men in den synodum niet inbrenghen. 

m. 

Tot afhandelinghe der poincten, die int gemeene den dassen aengaen 
doch voorvallen , eer de synodus jaerlics byeencompt, zal elcke classis extra- 
ordinaerlyck twee dienaren des woords deputeren, in welcken gevalle de 
classe synodael den anderen dassen zal hebben aen te schryven den noot 
ende de redenen , vereyschende dese extraordinaire byeencompste, ende daer- 
over hare deputatie te versoecken, noemende den tydt ende de plaetse der 
vergaderinghe. Die hiertoe vercooren worden, zullen niet des synodi maer 
des classis ghedeputeerde syn. Ooc en zullen sy niet vermogen yet anders 
te verhandelen , dan daartoe sy specialyck gecommitteert ende gelast werden. 
Van het verhandelde zullen sy met den aldereersten aen hare principale 
rapport doen , om dan met goetvinden derzelver wt hare deputatie te scheyden. 
Ende om soodanige byeencompste te effectueren zal wt den name deses 
synodi van de E. Mog. heeren Staten versocht werden , dattet hare E. gelieve 
die tot zulcken eynde, als voorseyt is, te authoriseren ende te ordonneren, 



99 

dat dezelve, zoo dicwils als sy geschiet, door eenige wt de E. heeren 
Ghecommitteerde Raden, zynde lidmaten der ghemeynte, mochte gheassis- 
teert worden. 

nn. 

Tegens de overtredinghe der wetten, die in de kerckenordeninghe ghe- 
arres teert syn, zal men procederen naer de ordre van de kercke. Ende in 
gevalle de classe niet en can de zaecke wtvoeren , men zal synen toevlucht 
nemen tot den synodum naer wtwysen van den 59 artickel ofte , zoo desen niet 
voorhanden en is , tot de extraordinaire deputatie der dassen, in den naest- 
voorgaenden canone goetge vonden, ten eynde dat aldaer kennisse van zaecken 
genomen zynde, sententie definitive gestreecken worde. 

V. 

In gevalle eenighen kerckenraedt ofte dienaer des goddelycken woords 
ofte ouderlinck quame voor te wenden, dat het besluyt zyner respective 
classis streede tegen Oodes woordt ofte de gearresteerde kerckenordre ende 
daerom niet schuldich te syn het voorgemelde besluyt te gehoorsamen, 
ende dat de classe, op soodanich voorgeven de zaecke geresumeert hebbende, 
niet en conde bevinden haer besluyt zoodanich te wesen ende volgens goet- 
vonde by hetzelve te willen blyven, zal zul eken kerekenraet ofte dienaer 
ofte ouderlinck gehouden syn de wtspraecke te gehoorsamen ende , al quame 
hy te appeleren, zal evenwel gehoorsaem syn, verwachtende het oordeel 
van eene meerdere kerckelycke vergaderinghe. 

VI. 

Int gebruyek der lyckpredicatien zal men hem conformeren naer het 12 
artickel des nationalen synodi van Middelbaren. 

vn. 

Men zal door geheel Zeeland eenderley formulieren int bidden gebruyek en, 
niet alleene in de predicatien maer oock in alle kerckelycke byeencompsten 
der kerekenraden , classen ende synoden, doch evenwel wort de vryheyt 
toegelaten om in gevalle van bysonderen noot denzelven int gemeene for- 
mulier in te voegen, mids dat zulcs geschiede door eene gelycke ende 
eenparige forme, met advys ende goetvinden des kerekenraeds gestelt. 

vm. 

Opdat het misbruyek ontrent den doop der kinderen gheweert worde, 
waerdoor openbare goddeloose spotters ende verachters der religie als 
ghetuygen toegelaten werden, zullen de gemeynten neerstelyck vermaent 



1D0 

syn , geene sodanigc tot getnygen te nemen ende de lidmaten , die se geno- 
men zullen hebben, by laste des kerckenraeds daerover aen te spreecken. 
Oock en zullen de namen zulcker getnygen in het register niet aenghe- 
teeckent werden. 

IX. 

De personen, die onghedoopt synde begeeren getrouw t te worden ende 
nochtans, overmits sy in belydenisse ongeloovich ofte in leven goddeloos 
syn, tot den doop niet en connen toegelaten worden, zal men niet trouwen , 
tensy dat se tevooren door goede onderwysinghe ende vermaninghe tot 
ware bekeeringhe gebracht werden. 

X. 

Om te beter eenicheyt in de suy vere leere ende goede ordre der kercke te 
onderhouden , zullen de dienaren des woords onderteeckenen zeeckere formu- 
lieren, van desen synodo ghestelt aengaende dezelve leere ende kerckenorde- 
ninghe ende hier achter de acta deses synodi bygevoecht. 

XL 

De kerckendienaren zullen dadclyck van haren dienst opgheschort worden , 
van dewelcke men bewysen can, dat se yets doen tegen hare onderteecke- 
ninghe ende eenighe nieuwicheden ofte veranderinghen tegens de gesonde 
leere, by hen onderteeckent, invoeren willen. 

xn. 

Oeen predicant en zal vermogen publycke schole te houden, tensy dat 
den noot zulcs vereysche, waervan de respective overheden ende kercken- 
raden ende dassen oordeelen zullen , insiende of niet daermede des predicants 
studiën ofte synen dienst te corten gheschiet. 

xin. 

Opdat oock de eenicheyt in de h. leère onderhouden mochte werden onder 
degene, die tot de oeffeninghe der propositien versoccken toegelaten te 
worden, zullen (boven de attestatien, die sy van belydenisse ende leven 
hebben te overleveren ende boven het praeparatoircn examen , hetwelcke voor- 
gaen moet) onderteeckenen een zeecker formulier, van den synodo beraemt 
ende hier achteraen gevoecht. 

XIV. 

Den dassen zal de vryheyt toegelaten werden om de studenten, die met 
voorgaende examen tot de propositie aengenomen syn ende eenen redelicken 



101 

tjdt lanck alsoo geoeffent syn geweest, te authoriseren , dat se oopentlyck 
voor het volck zouden mogen predicken, behoudons dat bequame limitatien 
getroffen werden, die de swaricheden, hierin te vreesen, met stichtinghe 
wechnemen. Ende dit zal geschieden naer den inhoud des formuliers, 
achleraen de acta deses synodi gestelt. 

XV. 

Om do lidmaten der kercke ende oock degene , die buy ten syn , tot meer- 
dere kennisse der waerheyt te brenghen, zullen de dienaren des godde- 
licken woords met alle neersticheyt niet alleene int openbaer hare gemeyn- 
ten vermanen tot toeneminghe in de leere des geloofs ende tot de schul- 
dighe onderwysinghe harer huysgenooten ende kinderen, maer zullen oock 
int bysondere naer gelegentheyt de huysvaderen ende in de visitatien der 
scholen de schoolmeesteren tot haer devoor opscherpen, insgelycs alle occasien 
waernemen om oude ende jonghe aengecommene ende aencommende tot 
haren schuldigen plicht op te wecken. 

Cap. 4. 
Antwoorden des synodi op eenighe voorgestelde ofte voorgevallene vragen. 

I. 

Op de vraghe, of de ghedeputeerde der dassen noch voortaen met voor- 
bedachte resolutien in den synodum verschynen zullen , is gheantwoort , dat 
den artickel des Thoolschen synodi vast blyven zal. 

n. 

Of den classibus geoorlooft zy in plaetse eenes ouderlincs eenen predi- 
cant tot den synodum te deputeren ? Is geantwoort , dat zulcs niet en behoort 
te geschieden ende dat men zal onderhouden den 42 artickel der gearres- 
teerder kerckenordeninghe. 

in. 

Of alle kercken in de classicale vergaderinghe ordinaerlyck niet en behoo- 
ren gelycke stemmen te hebben door eenen minister ende eenen ouderlinck? Is 
geantwoort , dat men zal blyven by den artickel van der Tholen, also hy luydt. 

UIL 

Oft niet goet en ware, dat de overwaterighe kercken van de classe 
van Walcheren afgezonden wierden, om appart eene bysondere classe te 
maecken ? Wort van den synodo gheantwoort , zulcs ongeraden te syn , als 
hetwelcke in dese gelegentheyt des tyds tot de gemeene vrede ende ruste 
niet en is dienende. 



102 

V. 

Of men zoude mogen het doopen ende trouwen voor den middach op de 
sabbathen toelaten? Is de antwoorde des synodi, dat men dit gebruyck in 
de vryheyt der kercken laten zal, alhoewel nochtans het doopen ende trou- 
wen naermiddach, waer het gevoegelyck gheschieden can, zal mogen inge- 
bracht werden. 

VI. 

Hoe men het gebruyck van de veelheyt der getuygen by den doop 
weeren zal? Is geantwoort, dat men degene, die boven het toegelaten getal 
overich syn, wt het register laten zal. 

VIL 

Of het de classi ofte kercke geoorlooft zy, eenige dienaren wt andere 
classibus te ontfanghen dan met behoorlycke attestatie van de classe ende 
kercke, daer sy wt gescheyden syn? Wort geantwoort, dat men onder- 
houden moet den 7 artickel der gearresteerder kerckenordeninghe , zulcs dat 
een dienaer niet en zal vermogen van syne kercke te scheyden , tensy dat hy 
dese ende de respective classi, daervanhy scheyt, volcommen conten temen t 
gedaen hebbe. 

vm. 

Wat censure tegen de banqueroutiers zal wtgevoert worden? Wort geant- 
woort, dat zulcs ter discretie van de kerekenraden gelaten wort. 

IX. 

Hoe men eenichsins zoude mogen voorsien tegen het veelderley verdriet , 
hetwelcke den lidmaten der kercke, die getrout syn met degene, die professie 
doen van een andre religie , van hare parture wedervaert ? Is de antwoorde, 
dat men in gevalle van zeer grooten ende onverdragelicken noot denzulcken 
raden zal haren toevlucht tot de overheyt te nemen. Maer den onghetrouw- 
den zal men te verstaen geven , dat se behooren in den Heere te trouwen. 

X. 

Of degene, die by de papen geseeckert syn, in onse kercken zouden 
moghen hare afroepinghe hebben , ende of se zouden mogen by ons getrouwt 
worden, welcker bannen ofte wtcondinghen by de papen gedaen syn? Is 
voor antwoorde gegeven, dat zulcs in dese gelegentheyt des tyds wel 
gheschieden mach. 

Cap. 5. 

Versoecken wt den name des synodi te doen aen de E. M. heeren Staten. 

I. 
Also de vergaderinghe des nationalen synodi zeer noodich geacht wort, 



103 

is goetgevonden , dat men aen de E. M. heeren Staten wederom versoeeken 
zal, dattet hare £. believe de beroepinghe derzelver met den eersten ende 
bequaemste gelegentheyt van nieuws te bevoorderen. 

IL 

Om de stadenten by de suyverheyt der leere ende by de vromicheyt der 
seden te beter te onderhouden is raetsaem gheoordeelt, dat men de E. M. 
heeren Staten aendienen zal de nootzaeckelicheyt eens collegii in de pro- 
vincie van Zeeland op te richten, ende onder tusschen te versoecken, dattet 
hare E. believe by de E. M. heeren Staten van Holland te aerbeyden, dat 
binnen Leyden professores theologiae van gesonder leere mochten worden 
gestelt. 

ra. 

Men zal oock aenhouden, dat het placcaet van den opsicht der scholen 
vernieuwt ende de kerckenraden gheauthoriseert mochten worden om goede 
sorge te dragen, dat hetzelve met kennisse harer respectiver overicheyt 
dadelyck int werck gestelt wierde, ende dat de respective classes zullen 
vermoghen van het devoor der kerckenraden kennisse te nemen, daertoe 
gebruyckende de occasie, die door de visitatie der kercken gepresenteert 
wort. Oock zal men aenhouden, dat het placcaet mach wtgevoert worden, 
in twelcke verboden wort de jonckheyt deses lands in Paepsche ende 
Jesuytsche scholen te seynden. 

mi. 

Men zal versoecken aen de E. M. heeren Staten, dattet hare E. believe 
het placcaet van de policie over Zeeland, op den name van syn Excellentie 
den heere Prince van Oraignen hooger ghedachte wtgegeven, jaerlics van 
nieuws in allen steden ende vlecken deser provincie te laten publiceren 
ende daer het noodich is te amplieren ende te doen onderhouden. Item 
zal versocht worden aen de voorsz. heeren, dattet hare E. believe het 
laetste placcaet, tegen de ontheyliginghe des sabbaths ghepubliceert, te doen 
wtvoeren, mitzgaders te vernieuwen het placcaet, gestelt tegen de onordent- 
lickheden ontrent het houwelick, als tsamensittinghe dergener, die onge- 
trout syn ende in bloetschande leven. 

V. 

Oock zal versocht worden behoorlicke straffe tegens degene , dewelcke 
van den name Godcs ende h. godesdionst ende sacramenten onstichtelick 
spreecken, item dat ordre ghestelt worde tegen het drucken, stroyen ende 
vercoopen van vele ergerlicke ende schandelicke boecken, dewelcke dienen 
tot nadeel van Godes eere ende den weistan t der kercke, mitzgaders tegen 
de excessive oncostcn ende brasserien, die dickwils gepleecht worden ten 



104 

platten lande in de reeckeninghe van de huysarmen ende kercken tot 
groote ergernisse ende last der ghemeynte. Item wort versocht, dattet de 
£. M. heeren Staten gelieve te ordonneren eenen zeeckeren tydt, in den- 
welcken de onghetrouwde personen zullen gehouden syn (zoo sy connen) 
hen in haer houwelick te laten bevestighen. 

VI. 

Tnsgelycs zal aen de voorsz. heeren versocht worden , dattet hare E. 
gelieve voor den weduwen der afgestorvene predicanten deser provincie 
jaerlics eenich onderhoud te ordonneren. Ende onder de redenen van per- 
suasie zal men hare E. vertoonen, dat zulcs in Holland ende in andere 
provinciën gheschiet. 

Cap. 6. 

Acta ofte besluy ten , dewelcke wt den name deses synodi wt te voeren syn. 

I. 

Men zal eene nieuwe oversettinghe des bybels voorderen , ende zal tot 
zulcken eynde aen de E. M. heeren Staten versoeck ghedaen worden. 

n. 

Het wort goet ende raetsaem ghevonden, dat de 37 artickelen onser 
Confessie achteraen den Catechismum , ende oock alleen, correct geprent 
worden. 

ra. 

Men zal het oude formulier des doops met de minste veranderinghe , 
die mogelick is, accommoderen op de volwassene. 

HII. 

Het gebedt , hetwelcke gestelt is om des Sondaechs naer de eerste predi- 
catie gebruyct te worden , zal vermindert ende vercort worden , ende zal 
dese forme in de kercken van Zeeland ordinaerlick ghebruyct worden. Ins- 
gelycs om te meer de gelyckheyt in alle kerkelycke zaecken te treffen 
zullen gemeyne formulieren ghestelt worden der gebeden, te ghebruycken 
in de byeencompsten der kerckenraden , dassen ende synoden. 

V. 

Soo wanneer ymand wt desen synodo tot de revisie des bybels versocht 
wort, zal de synodale classo de andere 3 hiervan verwittighen , opdat door 
gemeyne toestemminghe hierin ordre mach gestelt worden. 

VI. 

De versorginghe der cruyskereken is naer de ordre der beurten voor een 
jaer opgeleyt de classi van der Tholen. 



105 

VII. 

Op het versoeck des Gelderschen ende Zutphenschen synodi, van eenighe wt 
desen synodo te committeren in de vergaderinghe , te houden op den 19 
Meye , is raetsaem gevonden , dat men het vooralsnu zal afslaen , zoowel 
omdat den tydt nu overstreecken is, dat men by tyde daer niet en soude 
connen verschynen, als om andere redenen. Evenwel zal wt den name 
deses synodi het voorgemelde versoeck beantwoort worden. Insgelycs wort 
goetgevonden ten aensiene van den aenstaenden Hollandsehen synode, dat 
geene deputatie tot die en gheschiede, maer wel dat men door missive deses 
synodi hen rade tot alle gevoegelicke ende stichtelicke afhandelinghe harer 
swaricheden ende meteenen onse hulpe aenbiede. 

vm. 

De classis van Walcheren zal Abrahamo Milio eene volcommene attes- 
tatie geven. Ende die van desen synodo ghedeputeert zullen worden om 
de synodale vorsoecken aen te dienen, zullen by de E. Ghecommitteerde 
Raden aenhouden, dat hem syn tractement zoude mogen volgen ter tyt 
toe, dat hy tot eenighen kerckendienst zal gevoordert syn, waertoe de 
dienaren der 4 dassen vermaent worden hem gerecommandeert te houden. 

IX. 

Om het last der synodale versoucken wt te voeren syn ghedeputeert 
Gillis Bursius ende Philippus Lansbergius. 

X. 

De naeste synode zal gehouden werden binnen de stadt van Zierickzeo 
ende de classe deszelven eylands zal de synodale classe wesen. 

Eyndelyck de censura morum gehouden synde is den name des Heercn 
met dancksegginghe aengeroepen ende syn de broederen met vrede ende 
vriendschap van malcanderen gescheyden. 

Formulier van onderteeckeninghe aengaende de leere voor 
.de dienaren des h. e vangel ii. 

Wy dienaren des woords hier ondersch. verclaren met dese onderteecke- 
ninghe , dat wy m etter herten gelooven ende gevoelen , dat alle de artickelen 
ende leerstucken, begrepen ende verclaert in dese Confessie ende Catechis- 
mus, de minste met de meeste, den woorde Godes in alles conform syn, 
ende beloven oock midsdesen heylichlyck , dat wy naer eysch der gclegent- 
heyt alle dezelve leerstucken opentlyck ende int bysondere zullen leeren 
ende voorstaen. Ende indien wy tot eenighen tyden eenich gevoelen ofte 
bedincken zouden mogen crygen tcgens eenich artickel ofte leerstuck, in 



106 

de voorsz. Confessie ende Catechismo begrepen, dat wy datzelve nocb 
oopentlyck noch heymelyck zullen voorstellen dan ordentlyck in classicale 
ofte synodale vergaderinghen , op pene van als scheurmaeckers gecensureert 
te worden. Ende indien tot eenigen tyde de classis ofte synodus zoude 
mogen goetvinden , om de eenicheyt in de leere te onderhouden , van ons te 
cysschen onse naerdere verclaringhe ofte gevoelen over eenich artickel van 
de voorsz. Confessie ofte Catechismus, soo belooven wy oock mitsdcsen, 
dat wy daertoe t' allen tyden zullen bereyt ende willich syn sonder eenige 
weygeringhe, op pene als boven. 

Formulier van onderteeckeninghe belangende de korcken- 
ordeninghe voor de dienaren des goddelicken woords. 

Wy dienaren des woords hier ondersch. verclaren met dese onderteecke- 
ninghe, dat wy houden, dat in dese kerckenordeninghe niet strydich en is 
tegens het woord t Godes, maor dat alleen de ydere stucken, daerin begrepen, 
oorboorlyck ende nuttelyck syn om in dese kercken onderhouden te worden, 
ende belooven midsdesen heyliclyck, dat wy ons zoo opentiyck als int by- 
sondere naer dezelve zullen dragen , op pene van als ongeregelde gecensu- 
reert te worden. Ende indien het geviele tot eeniger tydt, dat wy ons 
zouden mogen beswaert vinden door wtspraecke van eene kerckelycke ver- 
gaderinghe in eene kerckelycke zaecke, zoo belooven wy oock, dat wy in 
zulcken gevalle ons zullen beroepen tot znlcke eene meerdere vergaderinghe, 
als in de gearresteerde kerckenordeninghe is gestelt, art. 59, ende in den 
synodo Veriana naerder is verclaert, welcker wtspraecke ende oordeel wy 
ons zullen onderwerpen ende gehoorsaem syn, totdat door de nationale 
synodus anders zoude mogen gooordeelt worden, op pene als boven. 

Formulier van onderteeckeninghe voor de proponenten. 

Wy ondersch. proponenten in de classe van N. verclaren met dese onder- 
teeckeninghe , dat wy metter herten gelooven ende gevoelen, dat alle de 
artickolen ende leerstucken, begrepen ende verclaert in de Nederlandsche 
Confessie ende Heydelberschen Catechismo, de minste met de meeste, den 
woorde Godes in alles conform syn, onde belooven oock midsdesen heylich- 
lyck, dat wy naer eysch der gelegentheyt alle dezelve leerstucken zoowel 
int proponeren als onderlinghe conferentien zullen trouwelyck voorenstaen. 
Ende indien wy tot eenigen tyden eenich gevoelen ofte bedencken zouden 
mogen crygen tegen eenich artickel ofte leerstuck, in de voorsz. Confessie 
ende Catechismo begrepen , dat wy datzelve noch opentiyck noch heymelyck 
en zullen voorenstellen dan ordentlyck in de vergaderinghe des kerekenraeds 
ofte classe, op pene van dadelyck van de ocffeninghe dor propositien geweert 
te worden. Ende indien tot eenigen tyde de kerekenraedt ofte classe zoude 



107 

mogen goet vinden , om de eenicheyt in de leere te onderhouden, van ons te 
eyschen onse naerdere verclaringhe ofte gevoelen over eenich artickel van 
voorsz. Confessie ofte Catechismus, zoo belooven wy oock midsdesen, dat 
wy daertoe t'allen tyden zullen bereyt ende willich syn sonder eenige 
weygeringhe, op pene als boven. 

Formulier der limitatien ofte conditien, naer welcke de 
proponenten, met voorgaende authorisatie des classis, tot de 
openbare praedicatien sullen mogen toegelaten worden. 

I. 

Sulcke proponenten zullen mogen tot het openbaer predicken toegelaten 
worden van de respective classe, dewelcke langhen tydt in de propositien 
met beslooten deuren, naer den artickel daervan syndc, geoeffent syn geweest 
ende zoo beproeft van de respective classe ende kerekenraedt , dattermerc- 
kelycke hoope gespeurt wort, dat se met stichtinghe voor de ghemeynte op 
den predickstoel zouden mogen gebracht worden. 

n. 

Doch opdat de respective classis genoechsame verzeeckeringhe hiervan 
hebben- ra och te, zullen sy te vooren van nieuws geexamineert worden, selfs 
naer de wyse dergener , die door beroepinghe tot den predickdienst worden 
aengenomen. Ende evenwel zullen sy noch het andre examen, hetwelcke in 
de beroepinghe geschiet, te verwachten hebben, byaldien eenige andere 
classis (onder dewelcke hare beroepinghe mochte vallen) hetzelve hen be- 
geerde op te leggen. 

m. 

Hen wort verboden de sacramenten te bedienen ende houwelicken te 
bevestigen. 

mi. 

Hierom zal den kerekendienaer tegen woirdich syn , als sy predicken. Ende 
zoo ter plaetse, alwaer de predicatie gheschieden moet, geen kerekendienaer 
en ware ofte dezelve door noot absent wesen moeste , in zulcke gelegentheyt 
en zullen de proponenten niet mogen tot de openbare predicatie toegelaten 
worden , ten ware dat zulcs gheschiedde met voorweten der respective classis, 
ende dat dese over het bedienen der sacramenten ende het bevestigen der 
houwelicken ordre ghestelt hadde. 

V. 

Ghemerct dese oefteninghe gheschiet niet alleene opdat haren voortganck der 
gemeynte te beter bekent zoude worden, maer oock opdat se dadelyck 



108 

zouden toenemen, de kerckenraedt der plaetse, alwaer sy gepredict zullen 

hebben ofte , zoo daer noch geen kerckenraed en zy , de predicant , die hen 

assisteert, zal vermogen, wat tot hare verbeteringhe dient naer de gedane 

predicaüe hen aen te wysen. 

Gillis Burs, electus synodi praeses. 

Phtltppus Lansbergius, assessor. 

Gerson Bucerus , scriba synodi. l ) 

Forme des ghebedts , om ghebruickt te worden op den rust- 
dach naer deerstc predicatie. 

Almachtige, barmhartige Godt, wij bekennen bij ons zelven ende belyden 
voor U, ge^ijck het de waerheijt is, dat wy niet weerdich en sijn onse 
ooghen op te slaen ten hemel ende ons ghebedt voor U te bringen, indien 
Ghij aensien wilt onse verdiensten ende weerdicheijt, want onse conscientien 
beschuldigen ons ende onse zonden gheven ghetugenisse tegen ons. Weten 
oock, dat Ghij een rechtveerdich richter sjjt, straffende de sonden dergener, 
die uwe geboden overtreden. Maer, o Heere, naerdien Ghy ons bevolen 
hebt U in aller noodt aen te roupen ende wt uwe onwtsprekelycke barm- 
herticheijt belooft hebt onse gebeden te verhooren, niet van wegen onse 
verdiensten, die geene en sijn, maer om de verdiensten onses HeerenJesu 
Christi, welcken Ghij ons tot eenen middelaer ende voorspreker voorgestelt 
hebt, zoo versaecken wij alle andere hulpe ende hebben onsen toevlucht 
alleene tot uwe barmhertichegt. 

Eerstelick , o Heere , wij belgden , dat Ghij ons sooveele weldaden bewesen 
hebt, dat het ons onmogelyck is die te bedencken, veelmin wt te spreken, 
ende insonderheijt dat Ghy ons ge voert hebt tot den lichte uwer waerheijt 
ende tot de kennisse dijnes h. evangeliums. Daerea tegen wij hebben door 
onse ondanckbaerheijt dyne weldaden vergeten, wij sijn van U afgeweken 
ende hebben onse eygen begecrlickheden gevolcht, Dij nieteerende, gelijck 
wij schuldich waeren. Dies hebben wij grootelicx gesondicht ende , soo Ghg 
wildet met ons int gerichte treden, niet anders en souden hebben te ver- 
wachten dan den eeuwigen doot ende verdoemenisse. Maer, o Heere, ziet 
aen het aenschijn dijnes gesalfdcn ende niet onse sonden , opdat uwen toorn 
door syn voorbidden gestilt werde. Becrachticht in ons de genade dij nes 
Gcestes , die dagelicx meer en meer ons vleesch met alle sijne boose lusten 
doode ende ons vernieuwe tot een beter leven. 

Ende overmidts het U behaegt, dat men bidde voor alle menschen, zoo 
bidden wij U, dat Ghij uwen zeghen strecken wilt over de leere uwes h. 
evangeliums, opdat het overal vercondicht ende aengenomen worde, opdat 

>) Deze onrlerteekeningen zijn eigenhandig. 



109 

dr ganschc weerelt vervult worde met dyne zalichmaeekcnde kennisse , opdat 
de onwetende bekeert, de swacke gesterekt ende een jegelijck uwen heijli- 
gen name niet alleen met woorden maer oock metter daet grootmaecke 
ende heijlighe. 

Wilt tot dien eijnde getrouwe dienaers in uwen ougst seynden ende 
deselve alsoo begbaevcn, dat se haeren dienst getrouwelyck mogen bedienen. 
Daerentegben wilt vuijtroeyen alle valsche leeraers, gripende wolven ende 
buerlingen, die baer eijghen eere ende nuttichcyt soucken ende nietdeeere 
uwes b. naems alleene ende der armen menseben welvaert ende zalicbeyt. 

Wilt oock alle uwe christelij cke gemeenten , die Ghij overal beropen hebt , 
genadelick bewaeren ende regieren in eonicheij t des waeren gbelooffs ende god- 
salichey t des levens, opdat u rijeke dagelicx mach toenemen ende des satans rij cke 
te schande gae , totdat u rij cke volcommen werde, als Ghy sult alles in allen sijn. 

Wij bidden U oock voor het weertlicke regiment, voor alle coninghen, 
vorsten ende heeren , als voor de coningen van Vrancryck ende 
Groot Bretanien ende alle andere, dewelcke uwe kereke voorstaen, 
maer insonderheijt voor dieghene, die Ghij over ons gestelt hebt, als 
de Hoogmogende heeren Staten Generael van de Yereenichde Provintien , 
voor sijne Princelijcke Excellentie graeff Maurits van Nassouwen, voor 
de heeren Staten van Zeelandt ende haere Gecommitteerde Raeden , alsoock 
voor den eersamen ende wijsen raedt deser N. mitsgaders voor de bevel- 
hebbers over het ehrijgsvolck te water ende te lande. Gheeft, dat haore regie- 
rrnge daernaer gericht sij , dat de Coninck aller coninghen over hen ende 
haere onderdaenen regieren mach ende het rij cke des duvels, hetwelcke een 
ryck is aller schande ende lasteringhe , door hen als uwe dienaers lancx soo 
meer verstoort ende te niete gemaect worde, ende dat wy onder hen een 
gherust, stil leven leijden mogen in aller godtzalicheijt ende eerbaerheijt. 

Voorder bidden wij U voor alle onse medebroeders, die onder den paus 
ofte Turck vervolginghe lijden. Wilt se met uwen H. Geest troosten ende 
genadelick daerwt verlossen. Ende en laet niet toe, dat uwe christenheijt 
ganachelick verwoest ende de gedachtenisse uwes naems op aerden wtgeroeijt 
werde, opdat niet de vyanden uwer waerheijt haer roemen tot uweroneere 
ende lasteringhe. Maer indien het uwen goddelicken wille is , dat de ge- 
vanghene christenen met haere doot de waerheijt getuijgenisse gheven ende 
uwen naeme prijsen, zoo gheeft se troost in haer lijden, dat se sulex van 
uwe vaderlicke handt opnemen ende daerin, uwen wille volgende, bestendich 
blijven tzij in leven ofte in sterven, tuwer eere, tot stichtinge uwer gemeente 
ende tot haerer zalicheyt. 

Wij bidden U oock vooralle, die Ghij castyt met armoede, ge vanckeuisse, 
cranckheijt des lichaems ofte aenvechtinge des geestes. Troost se alle, o 
Heere, nacrdat Ghij weet, dat haeren noodt is eijschende. Gheeft, dat hen 



110 

hacre eastidijnge diene tot kennissc haercr zonden ende beteringe hacres 
levens. Wildt hen oock gheven volstandige geduldichejjt. Versoet haer 
lijden ende verlost se cijndelick, opdat se hen uwer goetheijt verbidden ende 
uwen naeme eeuwelick prijsen. Troost oock alle weduwen ende weesen , 
gelijck Ghij haeren vader zijt. Wildt alle vrouwen, die in barenanoodt sijn, 
een goede verlossinge gheven ende de crancke craem vrouwen ophelpen. Wilt 
in alle deghene, die crancksinnich sijn, vermeerderen de goede gaeven des 
verstandts, opdat se die aenlegghen tot grootmaeckinge dijnes naems ende 
stichti nge haeres naesten. 

Eijndelick , o Hecre , wilt ons ende de onse midsgaders al dat ons aengaet 
in uwe bescherminge ende bewaeringe nemen, voorneinelijck die wtgereist 
sijn te water of te lande, in sorgelicke wegen, tot voorderinge djjner kercke 
off tot welvaeren des landts ofte oock om haere eijgen affairen. Qheeft, 
dat wij in ons beroup naer uwen wille mogen leven ende de gaeven, die 
wij door uwen zegen ontfangen, alsoo gebruicken, dat se ons niet en ver- 
hinderen maer veelmeer totten eeuwigen leven voorderen. S te rekt onBOOck 
in alle aenvechtinge, opdat wij, in den gheloove strijdende, overwinnen moghen 
ende hiernamaels met Christo dat eeuwighe leven bezitten. 

Om dese dinghen alle bidden wij U , geljjckerwgs onsen getrouwen Heere 
ende Zalichmaecker Jesus Christus selve geleert heeft: Onse Vader etc. 

Dese forme des gebedts sal ordinairlick door geheel Zeelandt des Son- 
daghs naer d 1 eerste predicatie gebruict worden. Maer op de vast ende bid- 
daghen sal men de langhe forme mogen gebruicken , die onder de gebeden , 
gevoecht achter den Catechismo, gevonden wordt, behoudens dat men voor 
het weereltsche regiment sal bidden op de maniere, die hier in dese corte 
forme gestelt is. 



[Supplimentum ad synodum Veranam anni 1610, cap. 6, § 8.] *) 

Forme *) om den h. doop aen de volwassene te bedienen. 

I. 

Eerstelick sal de hooftsomme der leere des heijligcn doops , in drie stucken 
begrepen, alsoo sij voorgestelt wort in de forme van de bedieninge der 
kinderdoops, voorgelesen worden. 

II. 

Daernaer de anticipatie ofte voorcominghe , naer het verclaers van de 
leere des doops volgende ende beginnende met dese woorden: Ende hoewel 



i) Het tusschen [] geplaatste is overgenomen uit DD. ') „Forme" DD heeft „Formulier". 



111 

onse kinderen niet en verstaen etc., sul aldus vemndert worden 1 ): ende 
hoewel de kinderen der christenen, sonder dese dinghen te verstaen, wt 
cracht des verbondts moeten gedoopt worden, zoo en ist nochtans niet 
geoorloft de volwassene te doopen, tensij deselve alvooren het evangelium 
gehoort ende gelooft hebben. Want hierom ist, dat Jesus Christus syne 
apostelen bevolen heeft alle volcken te leeren ende dezelve te doopen in 
den naeme des Vaders, des Zoons ende des H. Gheests, vougende oock dese 
belofte daerbij , dat deghene , die gelooven sal ende gedoopt sal sijn , sal 
zalich worden, naer welcken regel de apostelen sich al tij ts in het doopen van 
de volwassene gericht hebben, blijckende bij de menichfuldige exempelen, 
dewelcke daervan in het bouck van de Handelinge der apostelen te lesen 
sijn. Dewyle dan de apostelen naer het bevel Christi geene andere vol- 
wassene en hebben gedoopt dan deghene, die het evangelium gelooft ende 
haer geloove metten monde beleden hebben, zoo en mach men oock alsnu 
aen geene andere volwassene den doop bedienen dan aen deghene, die de 
verborgen theijt des doops wt de vercondinge des h. evangelium s hebben 
leeren verstaen ende daervan door beljjdenisse des monts goede rekenschap 

gheven. 

III. 

Het eerste gebed t sal geheel blijven ende over de volwassene als over de 
kinderen ghebruijct worden, behoudens dat men voor kindt ofte kinderen 
segge: persoone ofte persoonen. 

IIII. 

Voor de stipulatie sal den dienaer den persoone, die gedoopt moet 
worden, op dese maniere toespreken: Christelicke broeder ofte suster, ghy 
hebt gehoort, dat den doop een ordeninghe Godts is om ons ende onsen 
zade sijn verbondt te verzegelen , ende soo voorts , gelijck int formulier van 
den doop der kinderen volght. 

V. 

De stipulatie ofte afvraegingen sullen aldus geschieden: I p . hoewel ghy 
in sonden ontfanghen ende gebooren sijt ende daeromme allerhande ellende , 
jae de verdoemenisse selve, onderworpen *), of ghij niet en bekent, dat ghij 
in Christo geheilicht sijt ende daerom als een lidtmaet sjjner gemeijnte 
behoort gedoopt te wesen 8 ); II*. of ghy de leere, die int Oude ende 
Nieuwe Testament ende in 4 ) de artickelen onses 6 ) christelicken geloofs 
begrepen is ende dienvolgende 6 ) in de christelicke kercke geleert werdt, 



„Ende hoewel ■— worden" ontbr. in DD. a ) „ende daeromme — onderworpen" 
DD heeft „etc." ') „dat ghij — wesen" DD heeft „etc. als in den kinderdoop". 
«) „in" DD heeft „in de leere des h. doops en in" ») „onses" DD heeft „des". 
*) „dienvolgende" ontbr. in DD. 



112 

niet en bekent de warre ende volcommene ltvre der zalieheijt te wesen, 
belovende door des Heeren genade deselve te beleven ende bij de zuvere 
belijdenisse daervan tot den eijnde uwes levens te volherden. 

VI. 

In het tweede gebedt sollen in de plaetse deser woorden (wjj bidden U 
oock door denselven uwen lieven Zone, dat Ghij ditkindt met uwen H. Geest 
al tij t wilt regieren, opdat het christeliek ende godtsalichlick opgevoedt 
worde; gebrnickt sijn l ) dese woorden: wp bidden U oock door denselven 
nwen Zone, dat Ghij desen persoon met uwen Heijligen Geest altgts wilt 
regieren, opdat hij christeliek ende godtsalichlick wandele ende in den 
Heere Jesu Christo etc.*;, ende soo voorts in 8 ; hetselve gebedt is volgende. 



Coetus ex Ir oor dinar is \ gehouden binnen der stede 
Goes , ende begonnen den eersten Octob. 1613, ten 
overstaen van de Ed. heeren Tenys ende Steen- 
gracht, Gedeputeerde Raden der Ed. Mog. heeren 
Staten van Zeelant, daertoe special, gecommitt. 
van de voorsz. heeren van den Rade in dato van 
den 24 Sept. lest leden. 

De handelinghe deser synodale bijeencomste is aengevangen met d' aen- 
roepinge van den naem des Heeren, twelck gedaen heeft D. Petrus Lans- 
BKROTua , minister locy. 

Sjjn verschenen de voorn. Ed. heeren van den Rade , d' eersamen 4 ) An- 
THONis Montanus, dienaer des h. woorts tot Middelb. , en Joos van Lab en, 
d' oude , dienaer tot Vlissingen , uyt de classe van Walcheren , Henrycus 
Brandt , dienaer des goddel. woorts tot Zierikzee , Tobias Damman , dienaer 
tot Nieuwerkercke, uyt de classe van Schouwen , Looowicrs van der Vesten, 
dienaer tot Cruninghe, en Joannes Panneelifs , dienaer 6 ) in Baerlandt, uyt 
de classe van Zuydtbevelant, ende Jacobus Zwerius, dienaer des evangely 
tot Bergen op Zoom , midtsgaders Geerardus Schepenius , dienaer des woorts 
in Vossemaer, uyt de classe van Tholen en Bergen op Zoom 6 ), dewelcke 

«) „sullen — 9ijn" DD heeft „gebruikende" *) „etc/* DD heeft „toeneme". ») „in" 
1)1) heeft „gelvk in". «) „d'eersamen" BB heeft „d'eersame meesters". *) „tot 
Cruninghe — dienaer" ontbr. in JJ. «) „uyt de classe van Tholen en Bergen op 
Zoom" ontbr. in JJ; „en Bergen op Zoom" ontbr. in DD. 



113 

bobben respectivelijck haere credcntiebrieven overgelevert , ende deselve 
gelesen sijnde is bevonden , dat de voorsz. uytgesondene van hare principale 
behoorliek sijn gemachticht tot het houden deser tegenwoordige vergaderinge. 

Daernaer is met gemeene stemmen gekozen geweest D. Henricus Brandt 
tot presidem ende Joos van Laren tot scribam. 

Alsoo dese extraordinarc synodale vergaderinge bjj de £d. heeren Gede- 
puteerde Raden der Staten van Zeelant is geconsenteert ten versoucke van 
de classe van Schouwen ofte hare gecommitteerde als classis synodael, ten 
eynde aldaer ncdergelecht soude moghen werden zekere swaricheyt, # die de 
voorn, gecommitteerden der classe van Schouwen de voorn. Ed. Mog. 
heeren van den Rade vertoonden geresen te zijne in de stede ende gemeynte 
van der Goes tusschen eenige van de Ed. magistraet ende eenighe predi- 
kanten aldaer , soo is goetgevonden ende besloten , dat op morgen naer de 
predikatie zullen gedachvaert ende ontboden worden de dienaren des h. 
woorts ende ouderlingen der gemeynte van der Goes ofte immers hare 
gedeputeerden, daertoe gemachticht, om de vergaderinge voor te stellen, 
tgene zy voordese de classe van Zuydtbevelant l ) aen te dienen afgeslaghen 
te *) hebben , ende overzulex op een meerder vergaderinge haer selve 8 ) 
geappelleert ofte beroepen , opdat alsoo , hetselve gehoort ende dcrselver 
redenen haers beroeps verstaen zijnde, daarin voorts bij de vergaderinge 
mach gedaen worden, zulex als bevonden zal worden te behooren. 

sWoensdachs den 2 Octob. 1613. 

Guillelmus Nicolai, Philippus ende Petrus Lansberoius, dienaren des 
h. evangelii, vèrgeselschapt met Adriaen Andriessen Wisserren 4 ) ende 
Nicolaes Michielse Oostdijck , beyde ouderlingen der gemeynte van der 
Goes , zijn ter bestemder ure verschenen voor desen coetus , ende heeft D. 
Philippus Lansberoius uyt der aller name ernstich versocht, dat het protest, 
b\j hem ende zijne medebroederen in desen den 2 Septemb. 1613 aen de 
classe van Zuydtbevelant gedaen , alhier soude gelesen worden , de wijle daer- 
inne redenen begrepen zijn, waerom zij de classe voor party hielden ende 
geweygert hadde aen deselve eenighe breeder opening te doen. Maer na 
verscheydene deliberatien B ) over en weder ende tselve protest oock wel 
ingesien zijnde, is bevonden geweest ende bij den coetum geoordeelt, dat het 
noodich was tot de zake ten principale te komen ende deselve Lansber- 
oius cum suis voor te draghen (gelyck terstont 6 ) oock geschiet is), dat de 
Ed. Mog. heeren van den Rade deser vergaderingho ingewillicht hadden , 
niet om te aenhooren de differenten , die tusschen de classe ende de kereke 



») „van Zuydtbevelant" ontbr. in JJ. ') „te" ontbr. in BB en JJ. *) „selve" BB en 
JJ hebben „hebben". «) „ Wissekken" BB heeft „Wiskerke", JJ „ Wijssekerken". 
•) „deliberatien" BB heeft „debatten". *) „terstont" ontbr. in JJ. 

Acta syn. provinc. V, 8 



114 

van der Goes mochte wesen , vertrouwende dat se die onder eikanderen wel 
lichtelick zullen konnen bevredigen, maar om kennisse te nemen van de 
zwaricheyt tusschen de Ed. hecren van de magistraet ofte immers eenige 
van hun ende de dienaren van de kercke van der Goes. Eyndelick heeft 
D. Laxsbbkgius uyt name als voren openinghe gedaen van zulcx, als hij 
zeghde hem ende de zijne bekent te wesen, hiertoe voorlesende ende 
daernaer overleverende seker ex track t uyt de notulen van de kerckenraedt 
der stede van der Goes, inhoudende haer gebesoigneerde met zekere per- 
sonen, die van den sesten Januarij 1613 't 1 ) h. avondtmael onthouden 
hebben, daarenboven mentie makende van andere particuliere handelingen, 
die zij gehadt hebben met eenige persoonen, die haer nu schijnen parthij 
te thoonen, welcke nochtans zeer vriendelick zijn geschey den geweest, oock 
mede van de schriftelijke waarschouwing, die hij gehadt heeft door zekren 
brieff zonder name, en*) eyndelick van de missive zijns broeders uyt Rot- 
terdam, gedateert den 23 Augusti lestleden, besluytende met allen desen, 
soo daer eenighe swaricheyt is tusschen hem met de zijne ende eenige uyt 
de E. magistraet , dat hij daartoe geen oorsaecke heeft gegeven , maer hem 
allezins gequeten, als een vroom ende getrouw herder toestaet, gelijck hy 
noch van meyninge is te doen in toekomende, versoeckende oversulex dat 
men hem daerin hanthaven wil. 

Waerop by de synodale vergaderinghe raedtsaem geoordeelt wordt, eenige 
gedeputeerden uyt dese coetus af te veerdigen, die haer sullen adresseren 
zoo aen den heer bailliu als aen den heer burgemeester Soetwateb ende 
van deselve vernemen , om wat redenen zij nu verscheyde reysen hen 
belieft hebben van des Heeren avontmale te absenteren, ende off zij dien vol- 
gende eenighe onwille hebben tegen yemandt van de predikanten deser 
stede, ende van desen allen haer wedervaren alhier over te brengen. De 
persoonen hiertoe geordineert zijn D. preses, Montanus ende Schepens, 
die tselve int werek zullen stellen terstont namiddagh , waermede de tij t ver- 
loopen zijnde, de dancksegginge gedaen ende de vergaderinge gescheyden is. 

In de bijeenkomste des namiddaghs heeft D. preses , Montanus ende Sche- 
pens, rapport doende van hare commissie , de vergaderinge aengedient, dat de 
heer bailliu verscheyde malen voor hen protesteerde geen openinghe te konnen 
of te willen doen in de qualiteyt, die hij haddc, van meyninge zijnde 
alzoo zijn actie geheel te willen behouden. Alleenlick was tevrede, ter 
begeerte van dese vergaderinghe als een particulier lidt der kercke den 
broederen te communiceren eenighe ende de voornaemste stucken uyt vele , 



') „1613 't" BB heeft „1613 af haer van de gemeijnschap van des Heeren", JJ 
„1613 vant". *) „en" BB ende JJ hebben „etc." 



115 

die hij zeghde ten laste van de ministers Lansbergti te hebben, twelckhfj 
dede voorlesen uyt seker schrift, doch korteiick opgeteykent hebbende van l ) 
die hier zijn, gelezen ende wat breeder verclaert geweest, streckende tot 
beswaringe van Lansbergii voornoempt, voegende de voorn, preses daerby, 
dat d' heer bailliu mondelijck verclaerde zeer qualick tevrede te wesen 
over dese handelingen ende daarom niet te konnen het avontmael des 
Heeren gebruycken met die *) daerinne schuldich zjjn. 

(Waervan uyt de 36 artt alleen s ) ettelijcken uytgetrocken, 
gespecificeert en verhaelt worden int Kort Verhael t etc.) 4 ) 

Nopende den heer burgemeester Soet water hebben gerelateert, dat zijn E. 
alvorens wel expresselick excipieerde , dat hij , als zijnde een lid vant col- 
legie der E. magistraet , niet en vermochte noch en begeerde het 6 ) te open- 
baren zonder der E. heeren magistraets voorweten en wille, ende dat oock 
de voorsz. E. heeren , daertoe versoen t wesen de, wel souden (alsoo hij 
hoopte) breeder openinge van dese sake doen. Evenwel daernae, opt 
aenhouden deser onzer gedeputeerde , bekende rondelick van dat hij in 
Maertio 1612 niet ten avondtmale geweest en hadde uyt oorsaecke eeniger 
particuliere differenten, die hij hadde uytstaende, welcke corts daernaer 
cesserende, was geresol veert hem wederomme tot de gemeyn schap des 
avondtmaels te begeven. Maer alsoo hij op dien tij dt burgemeester verkoren 
wierdt, z^n tot zijner kennisse gecomen sekere schriften, onder de handen 
der E. E. heeren magistraten van Goes berustende, deugdelick 6 ) uytwjj- 
sende het groot miscontentement , die zij met goede redenen hadden teghen 
de predikanten Phtlïppüs ende Petrus Lansbergius , twelck hem als een me- 
delidt van dit collegie verhindert heeft zijn christelick voornemen van tot 
den h. avondtmale te kommen, zonder dat hg alsnoch hem daertoe ge- 
disponeert kan vinden. De redenen zelve waren bij meest 7 ) die off eenigo 
van die, welcke int schrift van den heer bailliu verhaelt stonde, zonder 
yet zonderlings daerbuyten voort te brengen. 

Het voorsz. rapport gehoord zijnde ende daeruyt dese synodale verga- 
deringe verstaende, dat se van de opgeresene on wille van niemand t beter 
bescheyt konnen hebben als uyt de E. magistraet zelve, heeft goetge- 
vondeo , dat de preses met de bovengenoemde vriendelick versoucken zullen 
aen den heer burgemeester Soet water, dat zijne E. sooveel arbeyde tewego 
te brengen, dat het collegium van de magistraet metten aldereersten moge 



') „voorlesen — van" BB heeft „voorlesende uijt seker schrift den voorsz. gedepu- 
teerden verscheijden artikulen, die sij tot behulp haerer memorie schriftelyck dog 
kortelyck opgeteijkent hebben." ') „die" BB heeft „dese die". ») „alleen" JJ heeft 
„alles". «) „(Waervan — etc)" ontbr. in BB. 6 ) „het" BB en JJ hebben „iets". 
b ) „deugdelick'' BB eu JJ hebben „duijdelijck". ) „bij meest" BB heeft „bijnaest". 

8» 



116 

bijeenkomen. Bijaldien de voorsz. heer burgemeester zulcx toesecht , zijn pre- 
sidi> Montanüs ende Schepens gelast hun aldaer te laten vinden ende instante- 
lick bij de E. heeren magistraet aen te houden , dat se gelieven te verclaren , 
of se yet hebben , dat eenighe onwille causeert teghen have ministèren , ende 
hare E. antwoorde den voorn. ') over te brengen. Ondertusschen zullen 
deselve oock aen spreken dheer secretarium de Witte, ten eynde zij van 
hem particulierlick dit oock moghen vernemen. Zijn antwoorde was in con- 
formiteyt van tgene hierboven uyt den heer bailliu en Soetwatek is ver- 
staen geweest 

Donderdaghs den iii Octob. 

Volgende den last, D. presidi, Montanüs ende Schepenis opgelegt, hebben 
tot voldoeninge van dien desen voormiddagh ontrent ten elf ueren in coetu 
te kennen gevende 2 ), dat door tbeleyd van heer burgemeester Soetwater zij 
bijeen vindende de E. E. heeren magistraet, bailliu, burgemeesters en 
schepenen der stede Goes, collegialiter vergadert, voor dese zijn verschenen, 
dewelcke zjj met eerbiedinghe vertoont hebben d'oorsaecke van dese extra- 
ordinare synodale vergaderinge , te weten dat se verstaen uyt verseheyden 
geruchten van merckelicke onrust 3 ) en miscontentement in de gemeynte van 
der Goes tussen eenige uyt de E. magistraet ende de predikanten aldaer, 
souden door den gevoegelicksten middel, waert mogelick 4 ) , assopieren ende 
te neder legghen, maer nademael zulcx niet wel konde geschieden zonder 
alvoorens goede kennisse ende wetenschap te hebben, waeruyt sulck mis- 
contement gesproten was ende door wat oorsaecke het noch ge voet wordt, 
de voorn. E. E. heeren vriendelick willen gebeden hebben eenighe openinghe 
en verclaeringe, wat hiervan zjj te doen. Dat se hierop, volgende do be- 
geerte der voorn, heeren uytstaende ende daernae wederom ingeroepen zijnde, 
in substantie dese antwoorde hebben ontfanghen : 

Dat de E. magistraet de tegenwoordige synodale vergaderinge bedanckte 
voor hare goede genegentheit ende devoir in desen, ende dat het warachtigh 
is, datter groote onlust en onwille tot hare groote 6 ) leetwesen in haer E. 
collegie opgestaen zjj , niet simpelick onder eenige , alsoo verstaen was , maer 
onder alle , het geheele corpus van de magistraet rakende , doch niet teghen 
de kerekenraedt noch oock tegen mr. Guilltam Claessen, predikant, welcke 
zij hier excipieren, maer alleenlick tegen D. Philippüm Lansbergiujh ende 
Petrüm zijnen soone. Ende om te thoonen , dat dit niet eenen gesochten 
ofte opgeraepten onwille was, die geen fondament hadde, hebben verclaert, 
dat se bereyt waren openinghe te doen van de handelinge der voorsz. 
Lansbergii , die zij collegialiter oordeelden t'eenemael onbehoorlick ende zeer 6 ) 



') „voorn." BB en JJ hebben „coetu i". *) „gevende" BB heeft „gegeven". ») „on- 
rust" BB en JJ hebben „onraet". 4 ) „waert mogelick" on tbr. in BB. *) „groote" ontbr . 
in BB en JJ. *) „zeer" ontbr. in BB. 



117 

ergelick te wesen, waertegen dat eerstdaeghs diende voorsien om meerder 
inconvenienten te verhoeden , die anders apparent zijn te ontstaen. Aengaende 
de pointen van de aenklaghten, bij haer E. gedaen tot laste der voorsz. 
Lansbekgit, zijn deselve begrepen in zeker Kort Verhael, tot dien eynde 
gestelt. Nadat nu de E. magistraet dese hare verclaringe gedaen hadde, 
hebben de voorsz. gedeputeerden deser vergaderinge op de E. heeren be- 
leefdelick versocht, dat het haer geliefde daerbij noch te voegen, off zij 
geen expediënten en wisten om desen ontstekenen brant te blusschen, 
opdat dese coetus , daerdoor geholpen , te bequamelicker dese zaecke tot een 
goct eynde mochte brengen , dat oock die poincten bij aenclachte en beswae- 
ringe, bij hare E. voorgestelt zijnde, vele ende verscheyden waren , hare E. 
zoude believen ter l ) handt te stellen tot behulp haerder memorien. Twelck 
in deliberatie bij de E. heeren genomen zijnde, hebben dit v.ior antwoorde 
gegeven: Aengaende teerste, dat zij vertrouwden, dese synodale vergade- 
ringe soude wel een bequaem expediënt weten te vinden om alle onge- 
macken te weeren, zonder dat zij het noodigh achteden nu daervan yet 
meer te spreken. Aengaende het ander, alsoo de gedeputeerde remon- 
stranten dry waren in getalle , dat deze *) den anderen wel zouden behul- 
pich wesen om gevoegelick rapport van desen aen haren principalen te 
doen, doch indient noodich ware ende de coetus dat raedtsaem achtede, 
zij 8 ) nogh 4 ) eeniger onser gecommitteerden ofte oock de geheele coetus bij 
hare E. verschijnende Ö J, van alle stucken breeder verclaers ende bewijs 6 ) 
te geven. Eyndigende hiermede D. preses, Montanus ende Schepentüs 
trapport van haer wedervaren. 

Twelck bij de synodale vergaderinge gehoort sijnde, is goetgevonden , 
dat men van de gen. klachten der Ed. magistraet tot bcswaringe der minis- 
tren Philippi en Petri Lansbergii zal stellen een bysonder schrift bg 
articulen en forme van een Cort Verhael , midts oock daerbij voegende tgene 
de gedeputeerden als gisteren uyt den monde van den heer bailliu particulier 
verstaen hadden, immers daeruyt getrocken die beschuldigen en aenclachten, 
die bysonder zijn ende boven degene, die de E. E. heeren magistraeten 
voortgebracht hebben. Dit zal geschieden tusschen dit ende de dry ueren 
na den middagh. 

De coetus ter gestelder uere bijeengekomen wesende, is voorsz. geschrift, 
dat te stellen belast was, overgelevert. Ende geresumeert ende neer- 
stelick overlesen zijnde, is bevonden zoodanich te zijne in der waerheyt, als 



') „ter" BB heeft „den remonstranten deselve kortelyck dog schriftelyck ter". 
•') „deze" BB en JJ hebben „den eenen". >) „zij" JJ heeft „soo". «) „nogh M BB heeft 
„nog bereijt sijn'\ *) „verschijnende'' JJ heeft „verschijnen '. 6 ) „bewijs" BB heeft 
„goet bewijs". 



118 

den inhoud van dien luyd, achtervolgens het mondelick rapport, dat desen 
aengaende de voorn, gedeputeerden gedaen hadden, ende dacrmede wel 
accorderende '). 

Ende om dese saecke te bevorderen is besloten tselve schrift, immers 
den inhoudt van dien, mondelingh D. Lansbebgio ende zijnen soone vooren 
te houden, indien zij versoecken daerop particulierlick gehoort te worden. 
Dienvolgende is dadelick last gegeven om de voorsz. ministèren te ontbieden. 

Dewelcke comparerende is hun voorgedragen, dat men na onderzoekinge 
gedaen bevonden heeft merckelicken on wille te wesen onder die van de 
magistraet tegen hare persoonen, daer zij nochtans den voorledenen dagh, 
daervan ondervraeght zijnde, verclaert hadden gantschelick niet te weten, 
datter eenigen on wille was. Daerenboven dat de E. heeren magistraten 
daervan een langh verhael gedaen hadden om te bewijsen, waerop den 
voorsz. onwille gefondeert was , ende dat men goetgevonden heeft de voorsz. 
ministèren sulcx voor te draghen, ten eynde zij haer christelick bedencken 
om te weten, wat hen tot wegneminghe zulcker swarichevt te doen staet. 

Op welck aendienen D. Lansbergius ons *) versocht heeft, voor ende 
aleer hg ten principale zoude antwoorden, dat de coetus zoude ordonneren 
op te staen ende te vertrecken D. Pannelium, die hij zeyde zijn -groote 
parthij, jae een van de hartste, die hij hadde, te wesen, om t welck tebe- 
wysen hij eenige redenen voortbrachte , concluderende daerbij , dat het heel *) 
onredelick zoude wesen, dat zijn parthij als richter over zijne sake zoude sitten. 

De synodale vergaderinge dit in deliberatie nemende , hebben na over- 
legging der redenen Lansbergii ende onderzoeck van tgene desen aen- 
gaende in de classe gepasseert was, geoordeelt D. Lansbergii verzoeck 
ongegrondt te wesen, te meer de wij Ie zij alsnoch uyt de comportementen 
D. Panneeltt niet en hadden connen bemercken, dat hij hem in desen 
partjjdelick zoude gedraghen hebben , ende is zulcx D. Lansbebgio 4 ) voor- 
gestelt, die evenwel repliceerde 6 ) niet van meyninghe te wesen in eenighe 
vordere handelinge te treden, ten waere de coetus beliefde hem eerst dit 
zjjn versouck in te willigen, maer verclaert wel tevreden te zijn, dat 
Panneeltu8 als rechter zitte over zijne zaecke om vonnisse te strijcken, 
wanneer eerst ende alvooren deselve ondersocht ende hij daerop ten vollen 
gehoort zijn, doch anders niet, gevende voor redenen, wel te weten, dat 
D. Panneeltüs met zijn parthije communicatie houdt ende oversulcx niet 
en soude konnen spreken oft voort bringhen, dat niet terstondt daerna door 
hem tot kennisse van zijn parthije zoude komen. 



') „De coetus — accorderende". Dit geheele stuk heeft JJ in margine naast het 
hieraan voorafgaande. *) „ons" BB en JJ hebben „de oude". a ) „heel" ontbr. in 
JJ. „D. Lansbergio" BB heeft .,den Lansbergen". ») „repliceerde" BB heeft 
„repliceerden". 



119 

Andermael de vergaderinge dit in bedencken houdende ende alles over- 
wegheode, dat toverweghen was , heeft D. Lansbergio wel duydelick bevolen 
aen te segghen, dat zij verstondt, dat hij gehouden was ten principale te 
kommen , om de vergaderinghe zonder vrucht niet al te langh op te houden, 
ende zoo niet, maer persisteren wilde bij sijn versoeck, dat de coetus 
volgende trecht, die se heeft, zal oordeelen van tgene haer aireede voor- 
gedraghen is tot laste van de voorsz. Lansbergit, gemerckt zij weygeren 
te verclaren , wat zij ton principale gesint zijn te doen , ende oock niet en 
willen kommen tot particuliere wederlegginge van de pointen, daermede 
zij beswaert worden. Maer zooveel D. Pakkeelics belangt, bij zooverre 
men eenichsins verneemt oft door D. Lansb. kan gcdoceert worden, dat hij 
zich in de verhandelinge deser zake anders dan trouwelick ende vromelick l ) 
draecht, dat men over hem zal disponeren ende ordre stellen na bevindt 
der zake ende gelijck trecht vereyscht. 

Eyndelick heeft D. Lansbergifs acquiescerende verclaert, hem na de 
voorsz. uytspraecke te zullen voegen ende ten principale te kommen , midts 
conditie dat D. Panneelïus zoude beloven ende op zijne conscientie nemen , 
van de handrlinghen , die voorvallen zullen, yemandt het 2 ) directelick oft 
indirectelick te ontdecken maer alles secreet te houden, twelck van de 
voorn. Panneelii's ingewillicht ende dadelick is gepres [en] teert geweest. 

Hierop toonde hem D. Lansbergtus volveerdich te antwoorden op de 
pointen van de beschuldinge , die hem zouden voorgelecht worden, maer 
alzoo het diepe in den avondt ende vele over den ordinaren tjjdt was, 
wiert uytgestelt tot den aenstaenden dagh. 

Vrijdaghs den iiii Octob. 

Sijn ingestaen beyde de ministèren Laxsbergii, waervan D. Philippus, 
het woordt voerende , dede een kort verhael van tgene hij den ii deser 
loopende maendt in de synodale vergaderinge gesproken ende (soo hjj 
zeyde) met de acten oft notulen uyt den kerckenbouck der consistorie be- 
wesen hadde, daeruyt onder andere besluytende, dat de onwille van de E. 
magistraet alleenlick nu op desen tijdt haer geopenbaert heeft ende niet 
te vooren, ende dewijle hem desen nieuwen onwille nu openbaerde, dat 
den kerckenraedt van der Goes toequam, daervan kennisse te nemen ende 
te arbeyden tot de nederlegginghe van dien , doch ingevalle zij denselven 
niet conden nederlegghen oft weghnemen, dat de orde was ; dat het in 
handen van de classe van Zuydtbevelant zoude gestelt worden om daerin 
god aen te worden, zulcx als oorbaer soude bevonden zijn, aengesien men 
in geene meerdere vergaderinghe behoort te bringhen , dan tgene in de 
mindere niet en heeft konnen afgehandelt worden. 



') „vromelick" BB heeft „behoorlyck". ') „het" BB heeft „iets", JJ „iet". 



120 

Nemaer alsoo de synodale vergaderinghe dese tergiversatie Lansbebgü 
qnalick nam, oordeelende dat hg geen sin s en behoorde terugge te gaen 
ofte te weygeren , dat hier kennisse ende ondersoeck van den on wille genomen 
ende gedaen sonde 1 ) worden, nademael de zaken zooverre verloopen waren, 
dat se noodtwendelick alhier moesten verhandelt ende afgehandelt *) werden, 
boo ist dat D. Lansbebgius alvooren ernstelick versochte, dat alhier no- 
titie gehouden sonde worden, dat hij dit gesecht ende gesustineert hadde, 
datter tot noch toe geene on wille voordese geopenbaert s ) heeft , ende dat 
daerom de classe synodael van Schouwen te vroegh geweest is deze extra- 
ordinaere synodale vergaderinghe te verzoeeken ende te bevorderen. Ten 
anderen heeft hij gepro testeert ende betuygt voor dese vergaderinghe ende 
voor den Heere, dat in hem geenen onwille tegen de magistraet geweest 
en is , noch oock tegenwoordich en is 4 ). 

Dit gedaen zijnde, de pointen van de beschuldinghe ende oorsaecke van 
den onwille der E. magistraet ende andere zijn hem voorgehouden geweest, 
ten eynde hij op het eene voren ende op het andere na zijn defensie doen 
zoude. En wat belangt de antwoorde, bjj hem daerop gegeven, zoowel des 
voormiddaghs als snamiddaghs, die z\jn met corte notulen ges telt in mar- 
gine van elck artykel vant Kort Verhael, hier te voren gementioneert. 

(Zie Cort Verhael van de antwoorden , collegialiter gegeven, 
hierachter) 6 ). 

Na de auditie ende overlegginghe der voorsz. antwoorde Lansbehgii is 
goedgevonden hen beyden voor te draghen. aengesien zy wel merekten, 
datter grooten onwille is tusschen de E. E. magistraet ende hun, of zg dan 
niet bedacht hebben tot preservatie ende bewaringhe van de kereke op 
gevoegelicke middelen, waerdoor men tot eene goede vereeninghe tusschen 
de E. E. magistraet ende hen mogte komen. 

D. Lansbebgius heeft geantwoort, dat men zoude volgen den 17 art 
der gearresteerde kerekenordeninghe , met de verclaringhe daerop gevolcht 
in synodo Veriana cap. 2, art. 5, ende bjjaldien dat niet bequamelick 
vallen wil , dat men hem dan ontsla ende verlate van den dienst der kero 
ken alhier, naedemael hij doch wel weet, dat het daerom te doen is. 

Hierop wort geresolveert, dat men zal aenspreken int particulier de E. E. 
heeren bailliu, beyde do burgemeester en secretarium, ende met henlieden 
handelende , arbeyden door alle redenen van persuasien haer daertoe te dis- 



') „soude" BB heeft „behoorde". a ) „ende afgehandelt" ontbr. in JJ. *) „geopen- 
baert" BB heeft „sig geopenbaert". 4 \ „noch oock — is" ontbr. in JJ. 6 ) „(Zie — 
hierachter)" ontbr. in BB c n JJ. JJ heeft in margine: „Cort Verhael van ant- 
woorde, collegialiter gegeven". 



121 

poneren, dat se niet alleen zoovele hen aengaet den onwille gelieve te 
laten varen, maer oock het E. collegie der magistraet daertoe te bringhen, 
dat zij de opgeresene swaric heden door middel van een christelicke ver- 
zoeninghe *) laten eyndigen. Dit zullen doen preses , Montanus, Labettus *) 
ende Dammanius. 

Zaterdagh den 5 Octob. 

Zijn wederom oversien ende overwoghen geweest de antwoorden der 
ministèren Lansbergii, gegeven op de articulen hiervooren gehouden, 
ende tgene dat kortelick hier ende daer aengeteekent was , wat breeder uyt- 
gedruckt om hare intentie ende meeninge des te beter te verstaen. 

De gedeputeerde deser vergaderinge, gehandelt hebbende, namelick D. preses 
ende Dammantus, met de heeren bailliu ende burgemeester Soetwateb , item 
D. Montanüs ende Labetifs *) met de heeren burgemeester Vebnissius ende 
secretario , van haer gebesoigneerde den coetum 8 ) bescheet doende , hebben 
te kennen gegeven , dat nietjegenstaende alle remonstranten ende mogelicke 
devoiren bij haer gedaen, zij evenwel zeer kleyne, ja schier geen hope oft 
apparentie van den onwille bij de E. magistraet zullen konnen worden ge- 
speurd t, ende vernomen hebben, nademael de voorn, heeren int particulier 
haer genoeghsaem hebben laten verluyden haer gevoelen te wesen, dat 
hieraen gantschelick dependeert de autoriteyt van de E. magistraet ende 
de ruste van der stadt, welcke beyde zij meynen grootelicx verkort te zijne, 
zooverre de ministèren Lansbergii in haren dienst der kereken alhier con- 
tinueren, dat zij evenwel in haer particulier niet en konden vorder treden 
in handelinge, nemaer souden tselve eerst moeten met het geheel collegie, 
dat eenpariglick de resolutie genomen heeft, tselve communiceren. 

Deze synodale vergaderinghe , zulex gehoort hebbende, heeft raedzaem 
geacht, dat men int particulier spreken ende handelen zoude met de minis- 
ters Lansbergii ende deselve andermael voordraghen, dat zij doch, om de 
liefde van de gemeynte ende de gewenste eenicheyt te treffen, wijeken 
willen (zoovele mogelick is) van haer recht, dat zij meynen te hebben, 
ende hen alsoo voeghen, dat men met het vertooghe van dien aen de E. 
magistraet deselve te beter zoude bewegen konnen om haren onwille int 
vriendelicke te assopieren. Dit zal gedaen zijn door Labetittm 4 ), scribam B ), 
ende D. Jacobfm Züebius. 

fletselve dadelick int werek gestelt zijnde, heeft D. Lansbebotüs , spre- 
kende zoo voor hem selven als voor zijnen soone in zijne presentie, ver- 
claert ende betuyght voor den Heer e, niet te weten haer eenighsins tegen 



') „verzoeninghe" BB heeft „versoeninge ende vereeninge". v) „Laretius" BB 
heeft „Larenus". >) „den coetum" JJ heeft „cort". <)„Laretium" BB heeft „Lareni- 
um". *) „scribam" ontbr. in JJ. 



122 

den schuldigen pligt ende gehoorsaemheyt, die zij hare E. E. l ) hehooren 
te bewijsen, vergrepen te hebben, maer haer in alles gedraghen als trouwe 
dienaers des woorts ende gehoorsame ondersaten bctaemt, dat zij oock 
gantsch van meyninghe zjjn daerin te continueren, verclarende als anathema 
die anders souden willen doen, ende om alle suspicien ondc quaed na- 
dencken ten aensien van den toekommenden tijt te voorkommen (soovele 
in hen is), dat zij bereydt zijn in handen van hare E. overigheden zelve 
hare belofte met solemnelen eede te bevestighen ende specialick van voortaen 
niet meer aen te spreken de kiesers *) van de E. magistraet (hoewel zij ander- 
sins meynden dit te vermoghei*) maer de zaecke alleenlick den Heere te 
bevelen, oock haer te onthouden van de pracktijke der medecijnen, zoo- 
lange zij in den kerckendienst zijn, behoudende nochtans het recht, dat zij 
daertoe pretenderen te hebben. 

Dit gehoort ende tselve in deliberatie geleght, is andermael besloten, dut 
den voorn. Larettps 8 ) ende Zuehius dese verclaringhe ende presentatie Lans- 
bergii zullen aendienen den E. heer burgemeester Soetwater, endo daer- 
beneffens alle redenen van persuasien gebruycken , dat se doch haer uy terste 
beste believen te doen om hierdoor de E. heeren vant collegie der magis- 
traet te beweghen tevreden zijn , dat men komme tot een seker forme ende 
maniere van reconciliatie ende versoeninghe d'een met den anderen, ten 
eynde soo geeviteert moghen worden door dit vriendelick accoordt de zwa- 
righeden, die andersins moghen rijsen, indien de E. E. magistraet het 
uyterste van haren onwille begeeren te vervolghen, ende indien de voorsz. 
heer burgemeester verclaert zich beswaert te vinden tselve' het E. collegie 
voor te draghen , dat wij volveerdich zijn (indient zij De E. immers soo goet 
oordeelt) aldaer te compareren om de E. E. heeren , collegialiter vergadert , 
oidtmoedelick te vertooghen tgene de 4 ) heer burgemeester int particulier 
voorgedraghen heeft. 

Dese des namiddaghs gekomen wesende ten huyse van den voorsz. heer bur- 
gemeester Soet water, hebben haren last geopent ende int lange voorgedraghen 
hare redenen van versoeck, biddende dat het denselven heer burgemeester 
believe ö ) tot bevorderinghe van desen zijn faveur ende gunste te bewijsen, ende 
dat wij verhopen , zoo zijne E. hierinne believe te werek^n , dat dese zaecke 
een goed eynde nemen zal tot hanthavingbe van de autoviteyt der E. magistraet 
ende tot ruste ende vrede 6 ) van hare gemeynte, twelck de burgemeester beloofde 
naerder in bedencken te nemen ende daervan te zullen communiceren , daer 
hij sal meynen noodich te wesen. Doch alsoo het nunaden avont streckte, 



„E. E." BB heeft „E. E. magistraet". i) „de kiesers" ontbr. in BB. ») „Lare- 
tius" BB heeft „Larenius". 4 ) „de v BB heeft „dat men den". ') „believe" ontbr. 
in BB. «) „vrede" BB heeft „stigtinge". 



123 

dat hij wel ach te, dat niet eer daervan zonde yet gedaen konnen werden 
dan sMaendaghs daeraenvolgende. 

Twelck den E. E. heeren raetsheeren, gecommitteerde ten overstaen deser 
vergaderinghe, ende den broederen deser vergaderinghegerelateert zijnde, is 
daermede de handelinghe gesloten tot den volgenden Maendagh. 

Maendagh den 7 Octob. 
De E. E. heeren raetsheeren Tenys ende Steengracht hebben de verga- 
deringhe te kennen gegeven het devoir, bij hare Ed. gedaen omtrent de 
heeren burgemeesteren Soet water en Vernjssius, dewelcke ten lesten op 
haer genomen hebben hiervan met de andere van het collegie der E. heeren 
magistraet te spreken, opdat, dit point van den onwille wederom gere- 
sumeert zijnde , naerder resolutie daeróp genomen mochte worden , ende welcke 
zij den coetum oft haren gecommitteerden zullen verwittighen. 

De preses heeft aengegeven , dat bij hem int besonder geweest is mr. l ) 
Guilliam Claessen, versoeckende dat men niet voorders in handelinghe 
zoude treden , zonder hem met de ouderlinghen eerst te hooren , de wij Ie zg 
wat zonderlinghs hadden, dese sake ten hoochsten betreffende, twelck zij 
wel souden begeeren den coetus voor te draghen, meynende zulex dien- 
stelick te wesen. 

Twelck haer geconsenteert zijnde, is de voorsz. mr. Guilliam Claessen 
ingestaan met de ouderlinghen der kéreke van der Goes, verthoonende dat 
de kerekenraedt, verstaen hebbende uy tD. Lansbergius , dat hjj zijnen dienst 
soude *) opgesecht hebben ende daervan begeert hadde ontslaghen te zijne, 
zulex hem niet wel afgenomen heeft, 1°. omdat hij dat aengedient hadde 
zonder alvooren tconsent ende voorweten des kerekenraedts daerop te heb- 
ben ; 2°. omdat sulex strijdt tegen de kerekenordeninghe , zijnde niet in zijn 
macht den dienst op te segghen ; dat zij daerover hen seer beswaert vinden , 
aengesien sij zouden moeten missen zulck een goet ende getrouw dienaer, 
vreesende , ja versekert zijnde , dat daeruyt verstrooijinghe ende af breucke van 
de kereke tot mideel van vele zielen zoude ontstaen. Het is wel waer, zjj 
hebben verstaen, dat van de E. E. magistraet voorgeslaghen wordt eenen 
onwille teghen D. Lansbergium , bevorderende dienvolgende zijne verplaet- 
singhe, maer bidden dat men letten wille op den 17 artikel der kereken- 
ordeninghe ende op de verclaringhe in de synod. Veriana. Men zal be- 
vinden, datter een grooter getal zoude moeten zijn, dan hier is, eer men tot 
de verplaetsinghe zoude vermoghen te kommen, want de remonstranten hebben 
bevonden , datter gisteren ontrent 400 persoonen ten avontmale geweest zijn , 
die volgens desen onwille niet en zijn 8 ) , ende datter alsoo maer eenighe , 



■) „mr." ontbr. in BB. ») „soude" BB heeft „alhier soude als". «) „zijn" BB 
heeft „dryven". 



124 

ja oock zeer weinigh zijn buiten het E. collegie der magistraet, die haer 
van den h. avontmale geapsen teert hebben; dat dan de verplaetsinghe verre 
den meestendeel zeer beswaerlick zoude vallen. Oversulcx, ten eynde men 
hierop rijpelick moghte letten , hebben goetgevonden ende l ) nootwendigh 
geacht dit vertoog te doen, dat de vergaderinghe dan believe naerder te 
ondersoecken, off er oock rechte oorsaecke van onwille zijn soude, ende 
opdat zij te beter ondericht mochten zijn , datter eenighe notable persoonen 
zijn, die ernstelick versoecken gehoort te moghen wesen om eenighe saken 
te ontdecken, daervan desen coetus noch geen kennisse en heeft, dat oock 
onder dese notabele wel eenighe zijn, selfs geen lid t maten der kerke, ende 
dat nochtans dese sake haer seer ter herten gaet tot profijt e ende welstandt 
der stadt ende want zij dit gevoelen hebben, dat noch de E. magistraet 
noch dese vergaderinghe geen andere meyninghe hebben dan alles te doen, 
dat tot ruste der kereken en quyttinghe harer conscientie zoude streeken, 
daertoe de openinghe van dese notabele ende om tor een goed eynde te 
geraken *) dienen zal. Bidden dan andermael, dat men deselve dan believe 
te hooren. 

Naer deliberatie is haer tot antwoord e gegeven , dat de kerekenraedt ende 
alle andere in deze stadt wel konnen mereken, dat dese synodale vergade- 
ringhe ten uytersten met dese saecke is becommert ende dat zij die niet 
verhaest en hebben noch en zullen, wat het principael belanght, dat zij in 
alle voorsichticheyt handelen sullen na uytwijsen van de kereken ordeninghe, 
dat zij oock in tijden ende wijlen op dit vertoogh zullen letten, ten eynde 
daerin te 8 ) doen naer behooren , onderen tusschen dat zij den kereken- 
raedt , dese notabelen ende alle 4 ) andere vermanen haer in aller stillicheyt 
te comporteren, opdat geen nieuwe inconvenienten daerdoor ontstaen tot 
grooten nadeel van de ruste b ) deser kereke. 

Is ingestaen D. Lansbergius met zijnen soon , verhalende dat hem Sater- 
dagh aengedient is geweest door van Laeken en Zuerium, dat de coetus 
begeerde, dat hij hem soude verclaren, oft hij hem niet bedacht hadde op 
eenigh middel der bevredinghe met de E. E. magistraet te kommen, ende 
dat hij voorsloech hem selven te willen verbinden om 6 ) met eede sich in 
toecomende met de kiesers aen te spreken niet te willen bemoeijen noch 
oock met de pracktyque der medecijnen, doch hem naerder bedacht heb- 
bende, de zake seer gewichtich zijnde, heeft goedtge vonden alhier te ver- 
schijnen ende zijne meyninghe naerder uyt te drucken , te meer gemerekt 
de kerekenraedt ondertusschen met hen desen aengaonde gesproken heeft. 
Hij siet wel onse meyninghe te wesen, de gantsche zake tot bevredinghe 



') „goetgevonden ende M ontbr. in BB. •') „te geraken" ontbr. in JJ. ») „ten eynde 
daerin te" BB en JJ hebben „ende daerin". *) „alle" ontbr. in JJ. ») „de ruste" 
ontbr. in JJ. „om" BB heeft „ook". 



125 

te brenghen doort middel van versoen inghe met de E. magistraet , maer dat 
bij oock zijn meyninghe daerbjj wel hoeft willen voughen , dewelcke deze is , 
dat hij niet en verstaat tot eenighe bevredinghe ofte verzoen inghe te kom- 
men, tenzij alvooren hij gejustificeert worde ende zijne onnooselheyt ver- 
claert zij. Want hij weet, zoo hij andersins daertoe kommen wilde, dat hij 
maer behoefde eenen man aengesproken te hebben ofte noch aen te spreken , 
ende dat alsoo dese vergaderinghe niet van noode zoude geweest zijn , maer 
dat hij sulcx niet zoeckt, als die niet .wildt eenighe schandtvlecke op hem 
laden, oock dat hij liever heeft te sterven dan het minste kladdoken te 
draghen tot nadeel van zijne eere ende tot schande van alle kercken van 
Zeelandi Verhoopt oversulcx , dat hem sal geworden trecht , dat andere voor 
hem vergunt is geweest, dat indien hij moet geoordeelt zyn, dat hij naer 
de wetten der kerckenordeninghe geoordeelt werde, consequentelick dat na 
den 1 7 den art. der gearresteerde kerckenordeninghe ende naer de verclaringhe 
daerop in synodo Yeriana men sie, offer onwille is ofte geenen. Tsser onwille, 
dat men ondersoecke , of hg gefondeert zij ofte ongefondeert. Ende in beyden 
verclaert de synode, hoe men handelen zal, namelick indien men tot ver- 
plaetsinghe komt, d' on schuld t *) van die te verplaetsen staet, indien hij 
onschuldig is, verclaren zal. Bidt. dat men na desen regel handele, ende 
zoo gehandelt, dat hij hem d'uytsprake in aller gehoorsaemheyt zal onder- 
werpen, ende zal hem draghen, dat hem niet nagegeven worde, dat hjj 
d'eerste zij, die in de kerckenordeninghe inbreucke gedaen heeft. 

Waerop hem de vergaderinghe antwoorde , dat zjj aireede hadden begonnen 
te handelen met de E. magistraet volgende de antwoorde , bij hem Zaterdagh 
gegeven, derhalven dat zij voor dese tijdt daerin niet conden veranderen, 
niettemin dat men op dit zijn vertoogh (daertoe gelegen theyt hebbende) 
behoorlick zal letten ende uyterlick niet doen , dat teghen de kerckelijcke 
ordeninghe soude strijden. 

Volgende tgene hiervooren in d'eerste actie deses daghs vermeit staet 
nopende het gebesoigneerde van de E. E. heeren raetsheeren Tenys en 
Steengracht is bij deselve hier gerapporteert , dat de burgemeesteren hare 
E. aengesecht hebben, dat het collegie der E. E. heeren magistraet wederom 
bijeen geweest zijn , maer dat zij naer rijpe overleggingho deser saecke 
besloten hebbeu te persisteren bij tgene van haer E. E. voor desen verclaert 
is, ende dat sij niet connen verstaen in eenige onderhandelinghe te treden 
met de ministèren Lansbergii, zulcx de autoriteyt der E. E. magistraet 
niet toelatende, dat zij oversulcx zijne verplaetsinghe noodich achten, als 
dat zijnde den eenighen middel om meerder zwaricheit te voorkommen. 
Vermacnden derhalven , dat men de voorsz. ministèren behoorde te induceren 



i) „d'onschuldt" BB heeft „dat men d'onschult" 



126 

om haer te laten verplaatsen, ende dat zy sulcx te doen schuldich zijn ten 
dienste der stadt en ruste der kercke, versoeckende dat de coetus alle mo- 
gelicke devoiren tot dien eynde doen willen, latende voorts de geheele 
saecke den coetus bevolen om daerin te doene, tgene zij souden oordeelen 
noodicb te wesen. 

Lodowtcus Vervesten ende Gerardus Schepen ivs zullen aenspreken d'heer 
sccretarius off d'heeren burgemeesteren , des noots zijnde , om uy t hare E. E. 
handen te lichten zekere missiven en andere schriften D. Lansbekgii ende 
zynen soone, aen de E. Heeren voordesen toegesonden, waeruyt nierke- 
licke on wille geresen is. opdat men uyt deselve sien ende oordeelen magh , 
waerin sij schuld hebben ofte niet. 

D. Laksberoyus zal mede tot dien eynde ontboden worden morghen 
vroegh ende belast over te brenghen de predikatien, waervan in de be- 
schuldinghe ge w ach is gemaeckt, ende die voorgaende schriften, om zijne 
copien met dese anderen te vergelijcken. Zal mede D. Lansbebgitjs met 
zijnen soone Petro naerder ondcrvraecht worden van tgene noch in geschil 
staet, ende dit alles overmidts hy zoo ernstelick versouckt ende daerop 
dringt, dat men hem wille onschuldich verclaren, zoo hg ontschuldich is. 
Hiermede is de vergaderinghe opgebroken. 

Dyensdagh den 8 Octob. 

Na aenroepinge van den name des Heeren ende dat d'actien, in den 
voorleden dach gearresteert , oversien waren, heeft mr. Gerardus Schepen ius 
zijn rapport gedaen , dat hem de heer secretarius de Witte hadde ter handt 
gestclt sekere schriften, acten ende missiven, inhoudende de handelinghen, 
die tusschen de E. E. magistraet ende de ministèren Lansbergti, den on wille 
aengaende, geschiet waren, ende dat de voorsz. heer secretarius op hem 
begeert hadde dese vergaderinghe voor *) te draghen , dat *) met voorweten 
en consent van beyde do E. heeren burgemeesteren dese pampieren over- 
gegeven hadde ; dat wel voordese de E magistraet niet ongesinnet was bij den 
tegen woordigen coetum te verschijnen om met deselve te handelen aen- 
gaende de pointen en oorsaecke van haren on wille, maer alsoo zij deselve 
pointen ten deele de gedeputeerde deser vergaderinghe gecommitteert 8 ) 
hebben en ten deele 4 ) met dese schriftelick acten en notitaten 6 ) konnen 
geverificeort zijn, dat vele gevoeglicker is, dat de coetus daeruytoordeele, 
wat fondament hebbe de oorsaecke van onlust ofte onwille , die bij de E. E. 
magistraet is teghen D. Lansbergitm ende zijnen soone; dat mede deze 
schriften met al zulcken reserve behandicht worden, dat men deselve geen- 
sins vervremde , maer dat daervan goede restitutie gedaen mach worden 6 ) ; 



») „voor" BB heeft „de navolgende stukken voor." ') „dat" BB heeft „dat hij." 
») „gecommitteert" BB heeft „gecommuniceert." 4 ) „en ten deele" ontbr. in JJ. ») „no- 
titaten" BB en JJ hebben „actitaten." •) „maer dat — worden" ontbr. in JJ. 



lil 

ten lesten dat de E. E. heeren den coetus dese zake opt allerhoochste willen 
bevolen hebben. 

De overgeleverde schriften waren dese naer volgen de : eerstelick de requeste 
Philippi Lansbergii, aen de E. E. magistraet den 22 Julij 1612 l ) over- 
gegeven; d*acte van de E. E. magistraet, Lansbergio op zijn versouck 
gegrint, gedateert den 26 Augnsti; voorderde missive Philippi Lansbergti , 
daerop den heeren toegesonden den 29 Augnsti; de resolutie, genomen bij 
de E. magistraet van dry pointen den 27 Octob. ende den ministèren 
deser stadt aengedient den 28 door den E. heer Joachimi ende den heer 
burgemeester Willem Maertense Drywegfie; item de missive van dry pre- 
dikanten van der Goes, daerop gevolght den 17 Novemb.; oock mede een 
verhael , inhoudende de substantie van de handelinghe , die de heeren 
Joachimi en Dryweghe met Philippus Lanhbergio gehad t hebben; eyndelick 
Pbtri Lansbergti antwoorde, gedaen op sommighe propositien , bij den heer 
Joachimi hem voorgehouden, beyde schriftelick overgeven met de leste 
predicatie s j. Ende waren deselve in dese vergaderinghe gelesen , oock kor- 
telrjck opgeteeckent, tgene dat daerin te interen s ) was ende oorsaecke tot 
den on wille schijnt gegeven te hebben, gelijck de notulen hiervan int voor- 
schreven Kort Verhael te vinden zijn. 

D. Philippus ende Petrus Lansbergius zijn binnengestaen ende aldaer 
is hen van D. preside vertooght, dat men Woensdagh ende Donderdagh 
lestleden met hen wijdtloopich gesproken ende openinghe gedaen heeft van 
den on wille, die de E. E. magistraet hadde teghen haren persoon , dat oock 
de Lan8BERGii selve genoech konnen verstaen, waerop denselven genomen 
ende gefondeert is; — nemaer alsoo daer ge w ach gemaeckt wiert van de 
predikatien, missiven ende andere schriften, dese materie rakende, ende 
dat sij daerop gepresenteert hadden de vergaderinghe visie ende lectuere 
daervan te laten, dat men goedtgevonden heeft, dat tselve nu geschiede. 
Hetwelck de D.D. Lansbergii bekennende ende tselve redelick achtende te 
zij De , beloofden terstont te volbrenghen , Petrus de minute van zijnen 
brieff bjj hem hebbende ende overgevende, D. Philippus na huys gaende 
om de zjjne te haelen, maer stelde niettemin dat in de bedenckinghe deses 
coetus, off het raedtsaem was in dese handelinghe te treden, nademael zij 
zeghden, het different, waervan tmeestendeel deses schriften men ti e maeckt, 
door solemnele versoeninghe , handtgevinghe ende gebruyek des h. avont- 
maels met eikanderen bevredicht ende ten e der gel echt geweest. 

De minute van D. Petri Lansbergti schrift, aen de E. E. magistraet 
gesonden, inhoudende d' antwoorde, die hij den heer Joachimi ende den 
burgemeester Dryweghen gegeven hadde op dry arüculen der resolutie van de 



! ) „1612" BB en JJ hebben ten onrechte „1613". ') „predicatie" BB heeft „voor- 
schreven missive". a ) „interen" BB heeft „noteren". 



128 

E.E. magistraet, is bevonden accorderende van woorde tot woorde met den 
originelen brieff, die den coetus van den heer secretario de Witte ter 
handt gestelt was. 

D. Lansbergius d* oude heeft ingebracht de versochte schriftelicke predi- 
katien, eerst over Galaten 6 vers 10, gedaen den 30 Juny 1612, daema 
over Johan. 8 vers 17 — 18, gedaen den 18 Novemb. 1612, ende over 
Romeynen 11 vers 7 1 ), gedaen den 28 Junjj 1613, in dewelcke naonder- 
soekinge gedaen niet gevonden is geweest, dat rechtveerdighe oorsaecke 
tot den onwille zoude behooren te hebben gegeven , immers alsoo die luydt 
naer den inhoudt der schriften, alhier gesien ende gelesen. Dan alleen wordt 
geoordeelt, dat zulcke predikatien te doen ten dien tijde, als de onwille zich 
genoech begonde te ontdecken, zeer groote onvoorsichticheyt was, die, op 
andere tijden gedaen, stichtelick souden geweest zjjn. Doch wiert oock be- 
vonden, dat in de predikatie over Galaten 6 vers 10 het woordeken Judas 
int propooste, daer questie om gevallen is, uytgedruckt 8 tont. 

Commende wijders tot naerder ondersoeckinge , oft den onwille gefondeert 
zij ofte niet, wierd besloten DD. Philippüm ende Petrum wederom in te 
roepen ende deselve andermael te hooren in haere defencie op de articulen 
ende pointen van beschuldinghe , bij de E.E. magistraet collegialiter, bij 
de heer bailliu partictdierlick , Demaer beyde mondelick, gedaen ende. hier 
in de vergaderinghe uyt het rapport schriftelick geteekent, zoo boven 
gesecht is, welcke articulen het eene voren, het andere na D. Lansbergits 
voorgehouden zijn. Hebben wederom daerop hare verclaringhe ende ant- 
woorde gedaen, zeer conformelick de eerste, kortelick in geschrifte gestelt 
op den kant van de voorsz. articulen. 

Eyndelick heeft men haer afgevraecht, of zij selve niet konden oordeelen f 
dat zij wel eenighe oorsaecke van den onwille, tegens hare personen opge- 
staen, geweest zijn, zoo door hare onvoorsichticheyt off andersins door al 
te scherpe maniere van handelen. Waerop zij antwoorden: dat zij haer 
geender misdaet schuldich kenden ; dat zij niet konnen gebeteren, wat andere 
van haer actiën believen te oordeelen ; dat zij meynen, dat de vergaderinghe 
zelve wel merckt, dat zij dit quaet wel voorsien hebben ende haer selven 
daertegen ge wapent (verstaende daerbij de professie ende practijck van de 
medecijnen, die zg aengenomcn hadden,) om niet gantschelick verlooren te 
gaen met Gods hulpe, als men haer uyt den dienst zoude willen stooten, 
alsoo zjj wel over een jaer ende meer gevreest hebben , tzoude daerop uy t- 
kommen , maer moesten doen , dat zjj gedaen hebben , om haer selven te 
quyten in haeren dienst; dat zg haer oock beroepen op den kerckenraedt 
ende verscheydene notabele persoonen deser stede Goes , welck zij ernstelick 



i) n T ontbr. in JJ ; BB heeft „3" 



129 

versoecken [dat men dog hooren wil, vastelick vertrouwende] 1 ), dat den 
coetus, haer gehoort hebbende, beter onderricbtinghe van verscheyden 
pointen hebben zal , dan sij nu doet. 

Dit leste versoeck, overeenkomende met tgene (zoo boven verclaert is) 
mr. Guilltam Claessek, dienaer des woordts , met de ouderlingen der 
kercke van der Ooes vergesolschapt , versocht hadden, heeft den coetus 
in bedencken genomen ende gelet, off het raedtsaem zij *) ofte niet, van 
beyde zijden groote swaricheyt ziende. Doch eyndelick is besloten dit 
nieuwe ondersoeck niet noodich te zijne, als sijnde meer als genocch ge- 
bleken, datter merckelicke on wille was bij de E.Ë. magistraet en 8 ) de voorsz. 
ministers, ende dat desen niet wel en con'de, hoewel alle mogelicke instan- 
tden , daertoe gedaen , weghgenomen worden , roaer dat de E.E. magistraet 
aenhield, den coetus wilde na uytwijsen van de kerckelicke ordeninghe tot 
de uytsprake van de verplaetsinghe kommen. 

s Woensdaghs den 9 Octob. 

Alsoo mr. Lowys van deh Vesten *) aengegeven heeft verstaen te hebben 
uyt D. Lansbergio den ouden, dat hij versoeckt de meeninghe van zijne 
antwoord e op de pointen van beschuldinghe tegen hem schriftelick te 6 ) mogen 
overgeven, daerbenevens aenhouden op zijn versoeck, ten eynde den kerc- 
kenraedt gehoort werde, de coetus, hoewel zjj acht genoechsame onder* 
richtinghe van den on wille te hebben verstaen, heeft nochtans tot voldoe- 
ninghe D. Lansbergii hem dese beyde versoecken toegestaen. Maer dat hg 
ten derden begeerde, dat hem de schriftelicke articulen, vervattende de 
pointen der beschuldinghe tzijnen laste, ter handt mochte werden ges telt, 
is hetselve niet geraden gevonden, dewjjle het de maniere niet en is der 
kerkelicke procedueren. 

Overmits de swaricheyt 6 ) ende zieckte van mr. Gutlltam Claessen , 
predikant, zoo heeft men laten inroepen Ntcolaes Mtchielsz Oostdijgk 
als oaderlingh der kercke, denwelcken afgevraecht werdt, oft den kereken- 
raedt deser stede iet meer dese synodale vergaderinghe aen te dienen hadde. 
Seghde daervan niet te weten , dan alleenlick dat men tbeste in dese zaecke 
doen wilde , maer was wel van ecnighe notabele aen den kerekenraedt ver- 
socht geweest, dat zij hier mochten gehoort zjjn, waerop hem geantwoort wierdt, 
dat dese vergaderinghe gewillich was den kerekenraedt te hooren, doch geene 
andere, daerbuyten zijnde, om vele groote consideratien. Wierdt hem oock 
uyten name deser vergaderinghe gebeden ende vermaendt, dat zij hen in aller 
stillicheyt zouden draghen, opdatter geen meerder onruste verweckt werde. 



') Het tusschen [] geplaatste is overgenomen uit BB en ontbreekt in de uitgave 
van der Baan. •) „zij" BB heeft „sij in te willigen'*. ») „en" BB heeft „tegens". «) „van 
der Vesten" BB heeft „Verveste". *) „te" BB heeft „den coetui te". «) „swaricheyt" 
BB heeft „swakheid". 

Acta syn. provinc, V. 9 



130 

D. Lansbergiüs d'oude heeft de vergaderinghe laten behandigen een 
schriftelick verhael, sommierlick inhoudende tgeen hij achtede tot zjjn 
verantwoordinghe te dienen, maer tselve wel ingesien sjjnde, is bevonden 
niet besonders mede te brenghen , dan tgene hij aireede te vooren tot zijn- 
der defensie geseght hadde. 

Nadat alsoo alle zaken gehandelt ende verhandelt zijn geweest, heeft de 
vergaderinghe, hiertoe den preses de stemmen afvragende, geoordoelt en 1 ) 
alles gedaen ende aengewendt te zijne, wat hiertoe moghte noodelick ende 
dienstelick wesen , oversulcx datter anders niet resteert , dan dat men de 
zake ten principale bjj der handt neme om een christelijck besluyt te maken 
tot weeringhe ende wechneminghe van do opgeresene swaricheyt Dien vol- 
gende hebben ten lesten in den name des Heeren verclaert hare uytsprake, 
gestelt bjj forme van acte, als hiemaer volcht: 

Alsoo de coetus synodalis der kercken ende classen van Zeeland t bgeen- 
gekommen is binnen dor stede Goes door authorisatie der E. E. Mog. 
heeren, de heeren Gedeputeerde Raden deser provintie, soo ist dat voor 
haer gekommen is de kennisse van zekeren merckelicken onlust ende onwille, 
zijnde in de E.E. magistraet deser stede Goes teghens ds. Philippum endo 
Petkum Lansbeugium, dienaren des h. woord ts derselver stede, midts- 
gaders de redenen ende oorsaecken, daeruyt denselven onwille gesproten 
ende gewassen zij. Hierop heeft de coetus voornoempt deselvo Lansbehgios 
verscheyden mael gehoort in hare verclaringhe en verantwoordinghe , die sij 
desen aengaende hebben gedaen, heeft oock daerenboven alle behoorlicke 
ende mogelicke middelen aengewent tot wechneminghe van den voorsz. 
onlust ende onwille, achtervolgende den 17 art. des gearresteerden synode , 
nemaer heeft bevonden, dat alle haer naersticheyt in desen te vergeefs was 
ende dat d' opgeresene onwille niet anders konde kerckelicker wij se ter neder 
geleyt worden dan door haere uytsprake ten dif&nityve. 

Oversulcx de coetus in de vreese des Heeren ende met aenroepinge zijns 
naems, alles ingesien ende overwoghen hebbende, wat in te sien ende 
toverweghen was, heeft verclaert ende verclaert midts desen de voorsz. 
ds. Philippus ende Petrus Lansbergiüs verplaetselick te zijne, dionvol- 
ghende dat zij deselve ontslaet van den dienst der kercke van der Goes, 
ende dat zij gehouden zijn haer te laten transporteren ende gebruycken in 
een ander gemeynte, daer zij wettelick moghten geroepen zijn. 

Aldus gedaen in den coetu voornoemt , desen X Octob. 1613. 

Hierop zijn ontboden de voorn. dom. Lansbergii, dewelcke naer een 
voor haer cort *) vertoogh, door den presidem gedaen, de voorsz. acte 



4 ) „en" ontbr. in BB. *) „naer een voor haer cort" BB heeft „met een cort voor- 
gaentle", JJ „naer een voorgaemJe cort". 



131 

gelesen is geweest, die daervan copie begeerden, dewelcke hen is vergunt 
geworden. 

Desgelijckx zijn ingestaen de broederen des kerckonraedts , mr. Guilliam 
Claessen , dienaer, ende sommighe ouderlinghen . denwelcken oock kortelick 
voorgedraghen is geweest de verhandelinghe deser zake midtsgaders het 
besluyt, daerop bij den coetus gemaeckt. Daerenboven zgn oock ernstelick ver- 
maent van haren schuldighen plicht geweest, dat zij in haer diensten vol- 
herden l ) , bij hare christelijcke gemeynte bleven ende pooghen deselve in 
alle eenicheyt te houden, tot alle gehoorsaemheyt te vermanen. Eyndelick 
is hen oock onse hulpe met raedt ende daedt, daer zij denselven zouden 
behoeven , gepresenteert. 

Aldus is dese vergaderinghe met dancksegginghe van den name Godts 
des Heeren, opgesloten ende geeyndicht ten dagho en plaetse als boven in 
de acte van de uytspraeke. Ende was onderteeckent 

Jodocus Laretiüs*), scriba electus, 1613. 



Cort verhael 8 ) van de antwoordo , collegialiter gegeven bjj 
de E. heeren magistraten der stede Ooes aen de gedepu- 
teerden der extraordinare synodale vergaderinghe nopende 
haren onwille teghen D. Philippum ende Petrum Lansbergen, 
bij articulen gestelt. 

De gedeputeerde deser vergaderinghe int collegie der E. heeren magistra- 
ten verschenen zijnde, heeft dheer burgemeester Soet water het woordt voe- 
rende onder andeven geseght, dat tis waer, daer merkelicken onwille was 
niet alleen by zommighe, maer bjj het geheele corpus van de magistraet, 
ende opdat men aien mach , dat het geen opgeraepte ende ongefondeerde 
onwille was, dat z|j den secretarius zullen laten openinghe doen van een 
groot deel der handelinghen , die haer dosen aengaende toegedraghen hebben. 

1. Die alvooren verhaelde, dat de Lansberoii in den j are 1612 geweest 
zijn bij de kiesers, sdaechs voor de verkiesinghe, ende dat zij aldaerdisre- 
commandeerden oft afradeden eenen persoon bij namen tot burgemeester, 
ende wederom eenen anderen daertoe recommanderende *). 



«) „volherden" BB heeft „trouwelick wilden volherden". *) „Laretius" BB heeft 
„Larenius". ') Dit geheele „Gort verhael" ontbr. in BB. De in de uitgave van der 
Baan ter linkerzijde van de artikelen des magistraats voorkomende antwoorden van 
Lansbergen, zijn hier onder die artikelen geplaatst met daaraan beantwoordende 
cijfers. *) „rtH'Oininand erende" ontbr. in JJ. 

9* 



132 

1. Bekent dese disrecommandatie gedaen te hebben, voorsiendo de 
swaricheyt, die der ontstaen zonde, indien Vernissius tot burgemeester ge- 
kozen wierde , maer dat eerst ende alvooren den bailliu hem gesecht hadde 
in presentie van twee schepenen ende den secretarius, dat dese persoon 
niet dienstigh en was tot het burgemeesterschap. Dicnvolgende dat zij dan 
onder haer dryen, te weten mr. Guilliam, hij Lansbergek ende zij Den soone 
Petrus , bij den burgemeester Drywegen gegaen zijn , zeggende : wij zijn ver- 
witticht, dat men voor heeft Vernissius tot burgemeester temaken; tisnude 
burgemeester selve bekent, wat swaricheyt voordesen uyt Vernissio geresen is, 
dat oock den burgemeester houdt, dat het niet dienstclick zoude sijn desen we- 
derom daertoe te verkiesen, ist niet alsoo ? Waerop de burgemeester Drywegen 
antwoorde : ja. Welacn dan, wij bidden ui. (zegden zij) zijn devoir te doen , 
dat dit niet en geschiede. Maer off er (antwoordo de burgemeester Dry- 
weghen) geen ander stoffe en ware, etc. Wij seyden: isser geen ander, 
patientie, doch hoewel wij niet begeeren te weten, wie vooren staet, noch- 
tans achten wel, datter iemandt onder allen daertoe bequaem is etc. Isser 
niet eenen Jan Claessen Backed , ende zoo tsoo ware , wat dunckt u , 
zoudet een onbequaem persoon zijn ? Neen , segde de burgemeester , die en 
soude niet onbequaem wesen. Soo bidden wij ui. dan zorge te draghen; 
twelck hij beloofde, gaf de hand daerop, begeerde dat men Godt zoude 
bidden, dat hij hem wilde regeeren etc. ende verstaende, dat zij met zijnen 
swager Jan Smallegange wilden spreken, ten eynde hjj oock zijn beste 
ende de goede handt daertoe doen zoude, vermanende hem dat zij dat 
zouden doen. Ende zondt hem oversulex naer huys, opdat zij met hem 
oock mochten handelen. 

Vraecht , waerom men hieruy t meer on wille opneemt teghen hem als teghen 
zijnen collegam mr. Guilliam, die daer mede was ende meer sprack als hy. 

2. Dat de saecke anders in de verkiesinghe uytvallende, daer een pre- 
dikatie op gedaen is geweest tot een voorbereydinghe des avontmaels, 
waervan den text was Galat. 6 : 10. Daerin merckelick genoteert waren 
eenighe uyt de E. magistraetpersoonen , in aensienelicke plaetsen sittende, 
alsof die haer devoir niet gedaen en hadden, dewijle men schuldich is de 
huysgenooten des geloofs te vorderen, maer dat het nu geheel anders toe- 
gaet, nademael men nu goed doet dengenen, die de huysgenooten des 
geloofs wel eertij ts verdruckt hebben, welcke persoonen van hem geraden 
waren op morghen (zeghde hij) haer t' absenteren vant avontmael, of zoo 
zij daer quamen, dat zij doen zouden *) gelijck Christus dede met zijne 
discipelen, daeronder eenen Judas was, welck met hem het broot brack: 
tverginck hem qualick, ende alsoo zalt die persoonen oock. 



', „zij doen zouden" JJ heeft „h ; j doen smide". 



133 

2. Philippus bekent de predicatie gedaen te hebben , maer alsoo gesproken 
te hebben, dat niemandt konde verstaen, wat ende wie h\j meynde, als 
alleene die het aengingen. Dat hij zoude geseght hebben: tzijn eenighe 
persoonen , in aensienelicke plaetsen zittende ; antwoorde , tselve in zulcken 
propoost vervolgende niet gesproken te hebben , dat hij oock het woordeken 
Judas niet gebruyckt en heeft. Gevraecht, wuerom hij niet liever den 
persoon int particulier aensprack ende vermaende, sonder op den stoel 
publyckelick? Antw. dat de particuliere vermaninghe onruste zoude ver- 
oorsaeckt hebben over de geheele stadt. 

3. Hierover onder eenighe luyden woorden gevallen zijnde, is sulcx ter 
ooren Lansbebgti gekommen, die daerop zekere requeste aen de E. magistraet 
heeft laten behandigen, inhoudende dat zij De predikatie leelick misduytwas 
van velen, die nochtans bij den kerckenraedt voor goet geapprobeert was, 
versoeckende oversulcx, de E. heeren believen kennisse daervan te nemen 
ende , ingevalle hij schuldich bevonden wert, hem te straffen ten excmple 
van andere, ende zoo niet, hem in zijne onschult te verdedighen teghen 
degene, die hem daerover lasterden. 

3. In die requeste staen onder ander dese woorden: dat deze beschul- 
dinghe in den gront deselve is, die in den jare 1609 teghen hem ende zijne 
medebroederen gebruyckt wierdt in een schandelick pasquil, dewelck alsdan 
gedivulgeert wiert bjj zeker persoon van U. E. collegie, die daerover zijn 
straffe gedraghen heeft ende noch draecht, want de remonstrant meyndt 
dat zoo merckelick een exempel van strafiïnghe, bij de hooge overheyt aen 
denselven persoon gestel t, behoord een iegelick in dese stadt, van wat 
state hij oock is, wijs te maken om sich van zulcke onrechtveerdighe 
maniere van handelen to wachten. Nemaer alsoo het eenighe notabele per- 
soonen in dese stadt belieft heeft dese maniere van handelen wederom bij 
de handt te nemen, hoewel niet bij forme van een geschreven pasquil 
maer wel bij een mondelinghe uytstrooinghe van een onwaerachtighe 
beschuldinghe teghen den remonstrant op verscheydene plaetsen ende bjj 
verschcydene persoonen, ende sulcx tot geenen anderen eynde dan om 
eerst den remonstrant van zijne eere etc. 

Gevraecht, wat hem beweeghde dese requeste over te geven ende de 
zaecke daerbij niet te laeten blijven, antwoorde, dattet geschiet was 
uyt oorsaecke, dat de secretarius de Witte, bij hem zijnde, geseght 
hadde: Tst waer, dat men van u spreeckt, zoo en isser noyt schan- 
deleuser ende seditieuser gepredickt geweest in Holland t oft Zeelandt, 
dan ghjj gedaen hebt. Voeghende daerbjj, dat te hebben van seven off 
acht persoonen. 

Hetwelcke D. Philippfs met zijne medebroeders communicerende vonden 
geraden, dat hij daerin tot zjjne onschult wat doen zoude, ende is ten 



134 

lesten tot dese requeste over te geven genootsaeckt geweest, die nochtans 
door den kerckenraedt gepresenteert wierdt 

4. Dit schrift de heeren magistraet ontfanghen hebbende, is in zgne 
weerde ende onweerde gelaten zonder beantwoordinghe. 

4. Gevraecht, waerom hijt daerbij niet liet blijven, antw. omdat de 
voorsz. calumnien ende lasteringhen zich dagelicx meer en meer verbreyden. 

5. Twelck D. Lansbehgius eenen tijdt daerna siende, is selve persoone- 
lick int collegie verschenen, begeerende van de E. heeren even tselve, dat 
hij door zijne requeste gedaen hadde, namelick dat hij gemainteneert 
mochte worden en zijne onschult teghen alle, diewelcke zijne predicaüe 
misduyden, ende dat de E. magistraet wilde ondersoeck doen van tgene 
hij gepredickt hadde. Zeghde niettemin in een onderhandelinghe met de 
E. magistraet, present den burgemeester Dryweghen, dat hij denselven 
burgemeester in zgne predikatie ja gemeynt hadde. 

5. Antwoort geseght te hebben tot den burgemeester Dr ywegen : Heeft u 
de raetsheer Huyssen aengedient, dat ick u niet en meynde. Ick heb hem 
dat niet geseght, ter contrarie heb ick hem geseght, dat ik u meynde. Ja 
u meynde ick ende niomant anders. 

6. Waerop hem van de E. magistraet afgeeyscht was, zijne predikatie 
bij geschrift te willen overgeven oflte de substantie van dien, opdat daer- 
uyt te beter int collegie mochte geoordeelt zijn, dewjjle vele int doen van 
deselve waren absent geweest ende die niet gehoort en hadden. 

7. Maer D. Laksbekgius heeft tselve goweygert, niet tegen staende tselve 
op hem tot drymaelen toe is versocht geweest 

7. Alsoo dit weygeren scheen vremdt te wesen, dewijle hij van de E. 
magistraet begeerde gerechtveerdicht te zijn, ende dat dit een teecken was 
van misvertrouwen o ft andersins , gevraecht dan , waerom dat hjj dat dede, 
zeght: 1° dat hij niet en konde doen om zijne predikatie te stellen onder 
toordeel van degene, die de theologie niet en verstonden; 2° of t hijt schoon 
gedaen hadde , dat het evenveel zoude geweest hebben , nadien lichtelick 
hem nagegeven zoude zijn geweest, dat hij deselve verandert ende anders 
geschreven hadde , dan deselve gedaen was , ende dat hij wel zach , wat men 
voor en hadde. 

8. Waerna in een ander vergaderinghe der E. magistraet zij voor een 
expediens verclaerden, niet goet te vinden voorder onderzoeck op zijn pre- 
dicatic te doen, oin te eviteren verscheydene inconvenienten , zonder welck 
ondersoeck zjj diffieul teerden hem acte van ontschuldinghe te geven. Waer- 
teghen D. Lansbergius voor een expediens voorsloech, dat de E. heeren 



135 

hem een acto van ontschuldinghe verleenen souden, in welcken gevalle hij 
tevreden was de zaeke daerbij te laten blijven. Doch gevraecht zijnde, oft 
de kerckenraedt daermede oock zoude tevreden gestelt zijn, antwoorde, dat 
hij sulcx niet en wiste. Oversulcx wierd hem de versochte acte afgeslaghen. 

8. Zcght, alsoo de kerckenraedt zelve de requeste uyt haren name ge- 
presenteert hadde, dat hij niet qualick antwoorde, zegghende dat hij niet 
en wiste, oft zij tevreden zonden zijn. 

9. Waerop D. Lansbergtus scheydende zoude geseght hebben, dat hg 
hem dan andersins tot zijner verantwoordingho zoude moeten behelpen ende 
andere weghen ingaen, al soude hij alle sijne middelen daeraen to cost 
hangen. 

9. Ontkent dit gesproken te hebben. 

10. Evenwel de heer secretario is van de E. magistraet gelast geweest 

D. Lansbergio aen te scgghen, dat hij hem, om geene nieuwe onraste te 
veroorsaeckcn , zoude tevreden houden, doch indien hg wilde den wegh der 
justitie ingaen, dat men hem diezelve niet conde noch wilde toesluyten. 

10. Verclaert, dat oock de E. heeren daerbij voeghden dese ofte dierge- 
licke woorden , ofte dat hij eenigh ander middel zoude mogen gebruycken , 
die hij zoude geraden vinden. 

11. Hiervan wederom acte begeerende, is hem die van den heer secre- 
tario gegeven ende ter handt gestelt, nadat deselve int volle collegie der 

E. magistraet was gearresteert. 

12. Weynich daerna heeft D. Lansbekqtüs eene missive den heeren 
overigheden toegesonden, dewelcke eenighe beschuldinghen , gemcene en 
besondere inhoudende, den E. magistraet niet weynigh geoffenseert heeft. 
Wiert nochtans bij deselve E. heeren goetge vonden dit daerbij te laten. 
Onder andere schrijft hij in dese missive aldus: „Ts mij behandicht een 
schrift van weynighe regelen, ende zulcx zoo archlistich tot mijnen nadeele 
gestelt, dat degene, die deselve beworpen heeft, schijnt gearebeyt te hebben 
om my teghen alle redenen ten minste in suspitie van schuldt te brenghen , 
want beneffens dat hij zeer ontrouwelick verswijcht tgene ick zoowel in 
mijne schriftelicke remonstrantie etc. l ) Welcke dry zaken, hoewel zjj voor 
d' eenvoudighe met eenen schoonen schijn van waerheyt worden verhaelt, 
zoo verschillen zij nochthans zooverde van de waerheyt , gelijck U. E. E. *) 
etc. Soo hebben U. E. E. daarenboven gesien ende gehoort, hoe dickwils 
ick mijne beschuldighers voor U. E. E. beroepen hebbe, ja oock tot tergens 



') „etc." on tbr. in JJ. *) „gelijck U. E. E." ontbr. in JJ. 



136 

toe, opdat zij hare beschuldinghe teghen mij zouden willen voortbrenghen , 
ende met wat een schandelick stilles w ij ghen zij mij altijts bejegent hebben 
etc. Hoe groot moet zijne onnooselheyt zijn, die zelve sijne beschuldighers 
voor den rechter gaet betrecken, ende, zulex gedaen hebbende, noch voor 
den rechter (die oock ten deele zijn partij e is) noch bij iemandt anders etc. 
Soo heeft het nochtans den bewerper van U. E. E. actie gelieft, mij in 
deselve alsoo af te schilderen etc. Over welcke onbillicke handelinghe ick 
niet hebbe konnen nalaten mijne klachten etc. Ick weet wel, dat ick door 
desen handel niet veel vorderen en sal 1 ) , dewijle burgemeesters ende schepenen, 
die mijne rechters zijn, oock mede mijne beschuldigers zijn geweest, dewelck 
oock zooverre van mij vervremt zijn, dat etc. zij nochtans mg de gunste 
ontseght hebben, dewelcke zij met volle mate toegemeten hebben eenen 
coster etc. Maer tis mij genoech, dat ick U. E. E. bewesen hebbe, op wat 
wij se deselve burgemeesters ende schepenen met mij gehandelt hebben. 
Ick zal voorts den Richter van de weereldt het oordcol van sulcke hande- 
linghen overgeven , die eenmaal tusschen hare E. E. ende mij rechten zal, etc." 

12. Zeght desen middel gobruyekt te hebben voor het beste, in plnetse 
van iemandt in rechte te betrecken, volgende de toelatinghe van do E. 
heeren op den X den artykel , hiervooren gemelt *). 

13. Heeft oock in de presentie van den bailliu ende schepenen naer 
het schrijven van den voorsz. brieff, gelijck oock daernaer in de volle 
classe van Baerlandt, geseght, dat noyt moorder ofte dieff ter Goes was 
geweest, off hij was beter van de heeren ge trac teert als hij, want als zg 
al overtuycht waren, zoo hadde men haer noch procureurs gegeven om 
haer te beschermen, maer de heeren hadden hom recht ge weygert, alhoewel 
nochtans d'actde der voornoemde heeren expresselick medebrencht, dat zy 
hem den wegh van justitie openstelden, etc. 

13. Zeght zulex alleenlick in de classe gesproken te hebben ende ner- 
gens elders. Zeght verder op dit ende op alle de voorgaende articulen , dat 
zij afgehandelt zijn geweest doort middel van versoeninghe , gemaeckt met 
bailliu, burgemeester Soetwater en secretario de Witte etc., dewelcke 
alle daernaer haer ten h. avontmale begeven hebben, ende dat hij hem 
oversulex opt allerhoochste beklaecht, dat nu wederom opgehad t wordt 
als de oorsaeck van desen on wille, tgene soo solemnelick in den kereken- 
raedt ende in de classe, oock in de presentie van de E. E. heeren Joachimi 
ende Huyssens, is ter neder gelecht geweest. 

14. Niettemin, om te voorkomen meerder onruste, zijn eenen tijtlangh 



') „etc. Ick — sal" JJ heeft alleen „ende". ') „12. Zeght desen — gemelt" ontbr. in JJ. 



137 

daerna by do E. heeren magistraet beraemt ende besloten geweest zekere 
dry artictden. 

15. De heer Joachimi en de burgemeester Dry weg hen aennemende 
deselve mr. Guilliam Claessen, Lansbergto ende zynen soono aen te 
dienen , gelyckerwgs haere E. E. oock gedaen hebben. 

16. Rapporterende opt stadthuys, dat de voorsz. predicanten voor ant- 
woorden hadden gegeven, haer in alle gehoorsaemheyt der E. magistraet 
te zullen draghen. 

16. D. Lansbehoii versoecken formele woorden te hooren, want zjj 
meynen, dat de E. E. heeren Joachimc ende Dky weghen seghden: de 
ministers hebben belooft hierna hen te reguleren. 

17. Doch ontrent dry weken daerna hebben zij elck eene missive aen 
do E. E. magistraet gesonden, D. Lansbergius ende zijnen soone, verkla- 
rende daerbij deselve dry voorgehouden articulen niet te konnen navolghen 
off gehoorsamen als stridig teghen het woort des Heeren. 

17. In de missive, van de dry ministers tzamen ondorteykent, staet 
onder andere, dat zij niet en twijfelen, ofte troulick is aengedient, dat zjj 
met l ) den heer Joachimi ende den burgemeester Dryweghen gesproken 
ende gehandelt hebben, maer dat zij evenwel niet connen nalaten dezelve 
redenen alsnu hare E. E. schriftelick te presenteren ende te bidden, dat 
dezelve in hare E. register moghen aengeteeckent worden, opdat zij in toe- 
comende tijden van niemandt worden verdraeyt, daervoor zij te meer 
vreesen, midts sij wel verstaen, dat dese nieuwe handelinghe, met haer 
aengegaen tot ruste ende weistan t van Gods kercke in dese stadt, gantsche- 
lick genomen is uyt de kerckenordeninghe van Utrecht, blijckende bij den 
20, 21, 22 en 23 articulen derselver, wclcke kerckenordeninghe, beneffens 
dat zij tot noch toe van alle vrome kercken in dese provintie verworpen is 
geweest, soo en heeft zij de eenicheyt der kercken aldaer niet voortgebracht, 
maer veelmeer confusie ende verderff, daervoor wij bidden, dat ons Godt 
wil behoeden. Nopende voorts dese hare verclaringhe op do gemelde dry 
articulen zeghde D. Lansbergius: vooreerst, dat zij oock dese hare 
meeninghe den heer Joachimi ende Dryweghen mondelick voorgehouden 
hadden, als zij met haer spraken; ten tweeden, dat hij hem refereert op 
degene , die alsdoe in de regeringhe der E. E. magistraten geseten hebben , 
als die haer daermede zeer wel tevreden hielden; ten derden, dat den 
burgemeester Dryweghen , sedert dese missive overgegeven was , ten h. 
avontmale geweest is ende daermede betuyght heeft geenen onwille te hebben. 



') „met" ontbr. in JJ. 



138 

18. Zijnde onder andere het overgeleverde schrift van D. Petbus Lans- 
bebgius zeer scherp ende bitter. 

18. Petbus presenteert den coetum de copie vant voorsz. schrift over 
te leveren, opdat zij oordeelen inoghe, wat hiervan zij. Wel cke copie daerna 
gelesen zijnde, heeft men daerin onder andere gevonden dese woorden: 
Verclarende meteenen, dat indien iemandt dese beschuldinghc (namelick 
van hem bemoeyt te hebben buyten haer ampt int vermaken van de 
magistraet) opentlick soude durven uytspreken, dat wjj van meyningho 
waren, niet proces te verwachten, macr solfs aen te doen. Item in gevalle 
men hier onder verstaen wilde, dat mon niet sonde moghen secrete fauten, 
die persoenen van de magistraet begaen, eenighsins op den predickstoel 
straffen , hebbe geseght conscientieushalve tselve niet te konnen toestaen, etc. 

• 

19. Waermede zij gethoont hebben haer directelick te stellen tcghen de 
resolutien van do E. heeren overighe3~t ende magistraet der stadt. 

19. Hout het daervooren, gantschelick niet gedaen te hebben teghen de 
behoorlicke gehoorsaemheyt, die men deselve E. magistraet schuldich is. 

20. Die oock daerin eenen onlust hebben, dat de Lansbergii, niet 
tevreden zijnde met haer kerckelick ampt, hen bemoeyt hebben met de 
practijke van de medecyne, teghen een oude ordonnantie deser stadt. 

20. Bekent dat gedaen te hebben, want hoewel de vrede gemaeckt was, 
gelijck boven geseyt is, zoo en verstondt tuj nochtans, insonderheyt uyt de 
geruchten , die van den bailliu gestroyt waren , ende andere ad ver tissem enten, 
dat eenig zijn par th ij e niet rusten en zoude, voordat zij hem uyter stadt 
ende van zijnen dienst geholpen hadde. Ende is dit d'oorsaecke van dese 
ooffeninghe der medecijne geweest, opdat hij met de sijne middel hadde 
haer huysgesin in tijden en wijlen door dese oeffeninghe vooren te staen, 
wel wetende hoe beswaerlick het eenen predikant vallen zoude, als de 
magistraet tcghen hem qualijck gesint is ende dat zy hem begeeren 
quyt te wesen, in zijnen dienst te konnen volharden ende daerbij te blij- 
ven. Doch zeght dit begonnen te hebben alleenlick ontrent Octob. eenjaer, 
ende dat alleen aen sommighe vrienden, die hern ontboden, zonder eenighen 
loon van den meestendeel te ontfanghen. Ende als hij desen aengaende van 
den doctor van de stadt aengesproken was, dat hij voor antwoorde gaff : lek 
kan qualick ontsegghen mgne hulpe aen degene , die des versoecken , maer 
ist qualick gedaen, vertoont het den E. heeren *), ende versoeckt daerop 
hare resolutie; in cas van verbodt, ick sal terstont stille staen. Macr dat 
de E. magistraet daer niet teghen en is geweest, bewijst hij met de heeren, 
die hem gebruyekt hebben: Monsieur Watebvliet, swager van den burge- 



') „E. heeren" ii heeft „magistraet". 



139 

meester Yernissits, Marynus Jansse Mezoeck, Jacob Marynissb Boone, 
den rentmeester Ketelaeh, den rentmeester Huyssen, Jan Claessen 
Backer, zij d de alsdoen vijff schepenen, zulcx dat hij niet anders conde 
mereken, ten was wel de meyninghe van de E. magistraet alsdan, dat hij 
daerin sonde continueren. Maer een andere magistraet in de regeringhe 
kommende, heeft hem daervan onthouden, ende dat terstondt nadat deselve 
E. E. magistraet vermaeckt was, op het nieuws daertoe hem adresserende r ) 
burgemeester Soetwater ende zulck zgn voornemen hem *) te kennen gevende, 
dat hij voortaen zoude nalaten de medeqjne te pracktiseren. 

21. Ende alsoo daer different is gevallen tusschen hem ende der mede- 
qjnen docktor der stadt, dat zjj oock hebben geinstitueert teghen denselven 
processe van injurie. 

21. Zeght, dit proces alsoo aengegaen te zyn: Daer is geweest een 
zekere vrouwe van een cirurgius , om dewelcke in hare sieckte ende kranck- 
heyt te troosten , hij ontboden is geweest. Heeft het oock gedaen , maer oor- 
deelende de zwackheyt 8 ) des persoons zeer groot, ja doodelick te zijne, ver- 
maende haren man, dat hg haer yet ingeven zoude om haer te stereken, 
perlen, koraal, etc. sDaeghs daerna wederom komende om haer te troosten , 
vraeghde, of zijt gebruyekt hadde; antwoorde dat ja, maer geen bate 
bevonden. Waerop hij seyde: Wel bebagetul.. wjj sullen een ander remedie 
gebruyeken, die haer goeden slaep zal aenbrenghen. Ende heeft merckelicke 
beteringhe gedaen voor dien nacht, maer daernaer vervalt zij wederom 
ende na 24 uyren komt te sterven. Hieruyt neemt den doctor mede- 
cyne oorsaecke om te stroyen, dat hij Lansbergiüs deze vrouwe vermoort 
heeft, den bailliu ondertusschen informatie nemende, buyten ende binnen, 
om hem te achterhalen, ende wort dit seer schandelick over tgansche 
landt ruchtbaar gemaeckt Hg dan, daerover raedt nemende met eenen advo- 
caet, die hem namaels gedient heeft, zeynt twee getuyghen aen den voorsz. 
doctor, vragende, oft hij dat gesecht hadde ende aen den bailliu ofte elders 
geclaecht, dat dese 4 ) vrouwe om hals gebracht zij, etc. Maer desen 
en wilde gantsch niet kennen nochte ontkennen Evenwel blijven die leelicke 
geruchten, twelck hem Lansbergium beweeghde aen de E. magistraet te 
versoecken , dat zjj hem souden willen consenteren , dat hij met den doctor 
voor hem moghte verschijnen. Doch eyndelick, niet connende verkrijghen, 
is bedwonghen geweest den doctor proces van injurie aen te doen ende te 
concluderen teghens hem, gelijck hem zijn advocaten geraden hadden, maer 
is zijn proces aen den nagel blijven hanghen (zonder iet te vorderen), daert 



») „adresserende" JJ heeft „addresserende aen de". •) „hem" ontbr. in JJ. »)VfZwack- 
heyt" JJ heeft „swaricheyt". •) „dese" ontbr. in JJ. 



140 

proces van den doctor teghens hem stedesgeduyrt ende gedient 1 ) heeft, tot- 
dat hij sententie heeft verworven , dat Laksbergius niet meer practiseren magh. 

22. Gomende daartoe selve in persoone op stadthuys ende bepleytende 
haer eygen sake, nietjeghenstaende zij van kloecken advocaet ende procureur 
voorsien waren , twelck de E. magistraet oordeelde onstichtelick te zijne en 
miscontentenient onder de gemeynte causeeren. 

22. Antwoort, dat hij den advocaet versochte, voor hem in vierschare te 
verbaliseren, maer dat desen zulex weygerde , ende hebbende een procureur, 
die Papist was, vreesende van hem niet wel gedient te worden, is selve 
ton uytersten dry ofte viermael in vierschare gecom pareert om zijne sake 
te verdedighen. 

23. Eyndelick hebben de E. hoeren van de wet door Lansbekgiüm de 
practijk van de medicijne verboden, waervan hij nochtans heeft willen 
appelleren. 

23. Seght, dat eer dit verbodt hem geschiede, hij te vooren genoech 
verclaert hadde aen den heer burgemeester Soet water, dat hg niet meer 
practiseren soude, ende oversulx dat het onnoodig was, dat de doctor 
daerop langer soude insisteren om sulck een sententie ofte verbodt te 
weghe te brengen. Desnietjegenstaende is dese sententie ofte verbodt ge- 
gaen teghens hem, daerteghens hij genootsaeckt was te appelleren, om 
doort middel van dit appel en mandament van inhibitie te voorkommen, 
dat hem de bailliu geen proces soude aendoen, wanneer hij, int minste 
iet seggende ofte doende bij den ziecken, soude schijnen dit verbodt te 
overtreden. Heeft dan alsoo geseght tproces aen den nagel te hanghen, 
ende *) alle dinghe in stilte te laten. 

24. Dit aldus den secretarius uyt name vant geheele collegie der E. 
magistraat vcrhaelt heb ben do ende de bescheyden daervan synde gelescn , 
heeft de heer burgemeester Soetwater uyt name alsvooren noch opge- 
voecht de navolgende klachten. 

25. Eerst over een seker predicatie, gedacn den 18 Nov. 1612 op den 
text Joh. 8, vs. 17 — 18 8 ), nopende taenncmen der getuygen in reghte, 
dat men die niet lichtelick accepteren ende geloove geven moet , jaalwarent 
oock twee persoonen van groote qualiteyt, die het getuyghden, bybren- 
gende texempel van twee Susannas boeven. Ende, want dit was even op 
dien dagh, dat zij overgaven haer geschrifte noopende de dry articulen, 
boven gementioneert, dat het de E. magistraat daervoor houdt, dat hier- 



') „ende gedient" ontbr. in JJ. ) „ende*' JJ heeft „om". *) „17—18" JJ heeft „11". 



141 

mede gctaxeert werden de heer Joachimt es Dhywegen, die een ander 
rapport gedaen hadden, dan de voorszeyde schriften medebrachten. 

25. Ick verclare *) op de heeren Joachimi ende Drywegen niet gedacht 
te hebben. Dat het oock op dese twee niet en can geduydet zijn, dat hij 
zeghde, nademael hij in zijn schrift getuyght niet te twijfelen , of de heeren 
Joachimi ende Dry wegen en hadden de E. E. heeren magistraet de rechte 
waerheyt aeDgedient, tgene hij gesproken hadde met hen, daervoren hij 
tnoch houdt. 

26. Over eene andere predicatie op den text Bom. 11, vs. 3 : Heere 1 
zij hebben uwe propheten gedood, alwaer geseght soude zijn, dat een ge- 
meynto wel acht te nemen heeft op tgene de magistraet doet, ende dat, zjj 
onbehoorlick handelende, de gemeynte schuldich is daerteghen te voorzien, 
soo sij in de straffen Godts niet en willen vallen, allegerende daertoe ver- 
scheyden exempelen , onder andere dat van *J die van Handwerpen , die 
daernae veel 3 ) geleden hebben , overmidts zij d' onrechtveerdigen dood van 
Chbistoffel de Smidt niet belet en hadden. * 

26. Seght geleert te hebben: 1° wat groote zonde het was de propheten 
te doodeh, onder andere met de spreucke Ps. 105, vs. 15*): Raeckt mijne ge- 
salfden niet aen ende en doet geen , etc. 2o dat Godt dat bewesen heeft 6 ) 
met de straffen, die Hg ten allen tgde daerover gedaen heeft, waervan de 
H. Schrift vermeldt, inzonderheyd 2 Paralipomenon 36; 3° bewees dat 
met bysondere exempelen van onse ty don , Fransche coninghen , die vergoten 
hebben veel onschuldigh bloet, en 6 J zijn oock jammerlick ommegecomen. 
Handwerpen heeft vele propheten gedoot, onder andere Chbistoffel etc., 
maer de straffen daerover zijn haast gevolcht, enz. Daerbjj liet hij t big ven. 
Alleenlick beantwoorde eene tegen werpinge , hoe Elias dit zeght tegen 
Israël, maer alleen Achab ende Jesabel zulex deden, alsoo sjj waren, die de 
executie deden, maer tvolck Israels stemde dat toe, ende toestemmende 
maeckten haer deser sonde deelachtigh; hieruyt vermanende, dat als wy 
iemand zien quaet doen, dat wij daerin niet en moeten verwillighen noch 
behagen hebben, etc. Ten is niet altijts van noode, dat wij tbestraffen 
in de overicheden, maer wij moeten tniet toestemmen, lauderen noch be- 
hagen daerin scheppen, maer bedroeft zijn daerover, ende zoo houden 
wij een goede conscientie. Verclaert niet anders geleert te hebben, 
weet oock niet, dat de magistraet ter Goes oyt iet soude besloten hebben , 7 ) 
daerin hij meyndt, dat de gemeynte niet en soude behoort hebben te 
consentoren. Ergo men moeste alsoo zijne predicatien niet geduydet hebben. 



') „Ick verclare" JJ heeft „Verclaert". ') „onder — van" JJ heeft „ende onder 
anderen". ») „veel" JJ heeft „soo veel". 4 ) „vs. 15" ontbreekt in JJ. *) „bewesen 
heeft" JJ heeft „bevolen". 6 ) „en" heeft „etc." ') „weet oock — hebben" ontbr. in JJ. 



142 

Men heeft oock niet meer uyt l ) zijne geschreven predicatien konnen be- 
sluyten. 

27. Seggende d'heer burgemeester daerbij: Zondet alsoo toegaan, men 
mocht veel liever het stadhuys tocsluyten ende alle saken op haer loop 
laten etc. *) , zijnde zeer 8 j sorgelick in de ongenade van eene opgeroeyde 
gemeynte te staen. 

28. Ten lesten, dat oock de E. E. heeren daerin tonvreden waren, dat 
Petrus Lans bergt us, haren minister, ende Jacobus, zijnen broeder, die op 
gemeyne kosten des landts gestudeert heeft in theologia, niet alleen son- 
der consent ende weten haerer wettelicke overicheyt uyt der stadt voor 
eenen merckelijcken tijdt vertrocken zjjn, maer oock beyde noch eenander 
faculteyt aengenomen ende hen daertoe begeven hebben, alles zijnde van 
quade exempel ende grootelicx tot onraste streckende, daerteghen het 
noodich is, dat met den eersten ordre gestelt worde. 

28. Heeft te vooren géantwoort , waerom hij het studium raedicyne aen- 
gevanghen ende tselve zijne soonen geraden heeft. Zeght ook, dat de E. 
heeren magistraet zijnen sone Jacobo de burse ontrocken hebben, wel 4 
maenden van te vooren eer hjj gepromo veert was in medicynen. Zy 
sonden Cryn Vlasman, predikant [te Yerseke] 4 ), tot hem, vragende ofte 
hij die burse wilde cederen voor den soone des voorsz. Cryns, maer dat 
hg Lansbergius antwoorde , tevreden te zjjn van de burse te scheyden , 
als zijnen soon zijne studiën zoude voldaen hebben. Evenwel is naderhandt 
verstaen geworden, dat D. Philtppus zijnen soon nae Leyden gesonden 
heeft, ende dat desen daer aireede in de medicynen studeerde, eer de heeren 
E. E. magistraet eenige opschortinge van de burse deden. 

Onder stondt: 
Aldus gerapporteert bij onse gedeputeerde, sDonderdaechs 6 ) 
den iii Octob. 1613. 

Ende was onderteeckent: 
Jodocus Laretius, scriba electus, 1613 6 j. 



') „uyt"' JJ heeft „na". ? ) „etc" ontbr. in JJ. *) „zeer" JJ heeft „sekerlyck 
seer''. 4 ) „[te Yerseke]" ontbr. in JJ. Wellicht is het, blijkens de [], door den Heer 
v. d. Baan ingevoegd. *) „sDonderdaechs" ontbr. in JJ. •) „Onder stondt — scriba 
electus itSfVó" Dit geheele slot volgt in JJ op het eerste relaas van no. 28. 



143 



Handelingen des provincialen synodi van Zee- 
landt, gehouden met authorisatie der E. Mo. 
heeren Staten van Zeelandt binnen de sladl van 
Ziriczee , begonnen den ix cn Octobris 1618 ende 
geeijndicht op den xin cn derselver ma ent ten over- 
staen van de E. heeren Ingel Leunissen ende 
mr. Jacob Campe, raiden van de E. Mo. heeren 
Staten van Zeelandt, hiertoe specialijck gecom- 
mitteert. 

Naer aenroepinge des godde lij eken naems, b}j den herder der plaetsche ge- 
daan, hebben de voornoemde E. heeren Gecommitteerde Raiden tot openinge 
des synodi voorgedragen de resolutie der E. Mo. heeren Staten van Zee- 
landt overt houden deser vergaderinge , dienende tot praeparatie van het 
synodus nationaal , gearresteert by de Ho. Mo. heeren Staten Generael , te 
honden binnen Dordrecht den l en Novembris naestcoinende, mitsgaders den 
last, hare E. van de E. heeren Gecommitteerde Raiden ten selven eynde 
opgeleijt, overleverende tot confirmatie van beyden eerst zeecker extract 
vuyte notulen van de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt in date den 19 
Septemb. 1618, alsoock hare schriftelycke commissie van de E. heeren 
Gecommitteerde Raiden van Zeelandt, gedateert den 5 Octobris 1618, beyde 
onderteeckent J. Boreel. Ende zijn de voornoemde E. heeren in zulcken aensien 
met sonderlinge bljjschap der broederen ontfangen, dewelcke GodtAlmach- 
tich dancken , dattet Zijne Majesteit belieft hadde de herten harer overicheden 
te bewegen tot zoe vaderlgcke versorginge ende voesteringe der kereken , 
insonderheijt in dese sware tyden. 

Sijn daernaer gelesen de credentien van de vier respective dassen ende 
voor goet aengenomen, behoudelij ck dat (aengesien de classis van Tholen 
zoe tegens het XLII C artijckel van de kerekenordeninge als oock hetll e ar- 
tijckel cap. 4 synodi Verianae hadde gedeputeert drjje predicanten met 
eenen oudcrlinck) dese vergaderinge verstaet, dat indien in toecomenden 
tijde eenige classis dit exempel soude bestaen te volgen, dat alsulcke pre- 
dicanten, dewelcke boven tgeli mi teerde getal werden gecommitteert . ipso 
facto hare sessie ende stomme sullen verliesen, van welcke resolutie de 
vier respective dassen mitsdesen werden gewaerschout. 

Met de voornoemde credentien zijn verschenen: 

vtqjt Walcheren: 
D. Harmannus Faukelius ende D. Gerson Bucerus, respective predi- 



144 

canten tot Middelborch ende Vere, met mr. Jostas Vosberoe ende Cornelis 
Lbijnssen, respective ouderlingen van Middelborch ende Vlissingen; 

vujjt Schouwen: 
D. 6odefrii>U9 Udemans ende D. Tobtas Damman, respective predican ten 
van Ziriczee ende Nieuwerkerck , met D. Adrtanijs Hofferüs ende IJeman 
Leendertssen, respective ouderlingen van Ziriczee ende Oosterlandt; 

vtujt Suijtbevelandt : 
D. Cornelius Regius ende D. Jacobus Platelius , respective predicanten 
van ter Goes ende Wemeldingen , met Cornelis Janszen Boone ende Adolff 
van Oostzee, respective ouderlingen van ter Goes ende Ierseke; 

vuyte classe van Thoolen: 
D. Jacobus Bursius ende Lambertus de Rijcke ende D. Cornelius Bos- 
scha rdus , respective predicanten van Thoolen, Bergen opten Zoom ende fort 
van Lilloo, met d' heer Willem Adams als ouderlinck van Bergen opten Zoom. 

Hiernaer is mette meeste stemmen vercooren tot praeses deses synodi 
D. Harmannus Faukelius, tot assessor D. Godefridus Udemans, tot scriba 
Lambertus de Rijcke. 

I. 

D. Gerson Bucerus (die scriba was geweest in synodo Veriana) levert 
over in handen van dese vergaderinge alle de stucken, tot desen synodum 
behorende. 

n. 

D'acten van de voorgaende synodus, gehouden binnen ter Vere, zijn 
herlesen ende de dassen respective ondersocht, off se oock debuoir deden 
omme tgeene tot stichtinge der kercken aldaer was goetgevonden t'onder- 
houden, waertoe zg van den praeses ernstelijck zijn vermaent. 

III. 

Int herlesen cap. 2 artic. 4 des gemelten synodi is by den broederen 
goetgevonden, dat men vugten naem van dese vergaderinge zal schrgven 
ende, zoot noodich is, deputatie doen aen den persoon van D. Petrus Lans- 
bergius, predicandt geweest binnen der stede Goes, omme hem met alle 
vriendelycheydt te vermanen, ten eynde hy hemselven soude willen ver- 
eenighen mette kercke Christi , daervan hij herder is geweest, ende dat hy 
ter eeren Godes ende tot stichtinge derselver gemeynte hemzelven soude 
voegen tottet neerstich gehoor des goddelijcken woorts ende tgebruijck des 
h. avontmaels in de plaetse voornoemt, gclijck niet alleene alle vroom e 
predicanten maer oock oprechte christenen in conscientie toestaet te doen. 



145 

nn. 

Op -occasie des 5 en artijckels cap. 4 werden de respective kercken deses 
synodi vermaent, hetselve ar tijekei niet te misbruycken maer veelmeer aen 
te honden by hare litmaten, dattet doopen ende trouwen op den dacb des 
Heeren voor den iniddach geraydet werde, zoevele ymmers gevoechelyck 
geschieden can, ende dat om het misbrujjck der brasmalen, dat daerop 
plach te volgen. 

V. 

Syn voorgelesen alle de versoccken, gen o teert cap. 5 des voornoemden 
synodi, die te doen waren aen de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt Waerop 
ingestaen is D. Egidius Bursius, dewelcke als praeses met D. Philippo 
Lansbergio als assessor des gemelten synodi last hadde deselve vorsoecken 
te vorderen, ende heeft gedaen rapport van zijne besoingnen zoe metmon- 
delyck verhael als met schriftelyck autentijcke apostillen, geteeckent J. 
Boreel, welcke onder de papieren des synodi werden bewaert Levert oock 
over het originael van de synodale acten ter Vere ingestelt, mitsgaders oock 
het segel synodael. De broederen deser vergaderinge nemen zjjn rapport aen 
met genoegen, bedancken hem voor zijne neersticheyt ende ontslaen hem 
mitsdesen van zijnen opgeleyden last. 

VI. 

Alsoe men verstaet vuijte gedeputeerde broeders des classis vanThoolen, 
dattet formulier van onderteeckeninge aengaende de leere , in synodo Veriana 
beraemt, by de respective predicanten desselven classis nijet en is geteeckent 
(zoevele ymmers hen bekent is), wert belast in dese vergaderinge , datd'selve 
onderteeckeninge metten eersten zal geschieden, gelijck airede in anderen 
dassen is gedaen, ende sullen de tegenwoordige gedeputeerde mette eerste 
gelegentheyt hare principalen tselve bekent maecken. 

VII. 

Nopende tformulier van onderteeckeninge der kerekenordeninge werden alle 
de dassen vermaent (indien dese teeckeninge generalyck niet en can werden 
vercregen), dat men evenwel debuoir doen zall om de practijeke van dien 
neerstich te onderhouden, ten eynde vrede ende eenicheijt in Godes kereke 
nyet alleene in de leere maer oock in de ordre werde bevesticht. 

VIII. 

Alle de proponenten deses sijnodi sullen van nu aff gehouden zijn nevens 
het examen te onderteeckenen tformulier, dat voor deselve in synodo Veriana 
is geconcipieert, twelck tot noch toe vuijt slappicheyt in sommige dassen 
is nagelaten. 

Acta syn. pravinc. V. 10 



146 

IX. 

Sijn verschenen twee mannen , ingesetenen der stede van ter Goes , met 
namen Adriaen Andriessz Wtskercke ende IJeman Jansen Nachtegael, 
met schrifbelycke commissie, geteeckent bij Petrus Laksberqtcs , Adriaen 
Dignussen, gareelmaecker, Anthonis Hebberechts, Jan Peter ssz van Cats, 
Pieter van Eijck, Arent Taets ende D. Ketelaer in date den VIII en 
Octobris 1618, verthoonende (beneffens een beslooten missive, geteeckent by 
den voornoemden Petrus Lansberoius) seeckere schriftelycke remonstrantie, 
inhoudende, alsoe sij comparanten mitsgaders hare principale, van dewelcke zij 
last hadden, geappelleert hadden van de sententie ende proceduijren, gewesen 
ende gehouden by den coetus extraordinarius van Zeeland t, versamei t bin- 
nen der stede Goes den X en Octobris 1613, tegens D. D. Phïlippum ende 
Petrum Lansbergios , op den eersten synodum van Zcelandt , die in desel ve 
provincie soude werden gehouden, nemaer dat se tsedert waren bericht, 
dat de coetus ende synodus Zelandiae vast eenen ende denselven richter 
was, als zynde van deselve cracht ende authoriteyt, dat se derhalven van 
meijninge waren desen synodum (onder verbeteringe) voorbij te gaen ende 
hensclven te praesenteren in den synodo nationael, die binnen de stadt 
Dordrecht aenstaende is gehouden te werden , versouckende dat dcse verga- 
deringe alleene kennisse daervan wilde dragen ende hen daervan acte ver- 
lenen. De vcrgaderinge vint goet, dat men do voornoemde gecommitteerde 
zal onderrichten , dat se bouwen op een quaet fundament, stellende de coetus 
extraordinarius ende tsynodus provinciael in eenen ende gelijcken graet , ende 
dat men hen sal aenseggen, dattet hen vrijstaet haer appel te vervolgen, 
daer se tselve hebben gehechtet, namelyck aen de synode provinciael van 
Zeelandt, ende meteenen de comparanten mitsgaders hare principale verma- 
nen, dat se ter eeren Godes, stichtinge der gemeynte Christi, rust ende 
vrede van hare conscientie haerselven behoorden te voegen totte oeffeninge 
van den openbaren godesdienst in de kercke van ter Goes, in gelyckforinicheyt 
van andere wel Gereformeerde kercken wert gedaen. 

Resolujien nopende de praeparatie totten synodus nationael , 
daertoe dese vergaderinge van de £. Mo. heeren Staten van 
Zeelandt insonderheyt is bijeengeroepen. 

I. 

Is gedaen eene generale omvrage by den praeses aen alle de respective 
dassen , hoedat hare kercken respective in tstuck der leefe int gemeen ende 
vjjff controverse poincten int besonder waren gestelt, omme alsoe te for- 
meren eene bequame instructie voor de gedeputeerde, die van wegen dese 
provincie nae den synodum nationael sullen werden affgeveirdicht. Waerop 



147 

eendrachtelyck by alle de respective kercken is geantwoort, dat alle ende 
yeder van deselve kercken ende kercken dienaren zoe waren gestelt, dat 
se hen vasthielden aen de sujjvere leere, die tot noch toe eenparichlyck 
in de recht Gereformeerde kercken gel eert is, alsoe d'selve na den regel van 
Oodes woort cortelyck is vervaet in de formulieren der eenicheyt, te weten 
de Nederlantsche Confessie ende den Heydelberchschen Catechismus; ende 
aengaende de vijff controverse poincten, op de bane gebracht by den pre- 
dicanten in Hollandt, die men noemt Remonstranten, dat se in conscientie 
anders niet en connen verstaen, off het zijn doolingen, strydende tegen 8 
Ooodts woort ende de voornoemde formulieren der eenicheijt; daerentegen 
dat de broeders Contraremonstranten de rechte waerheijt ende de Gereformeerde 
leere treffelyck tegens haer hebben verdedicht. Welcke eenparige verclaringe 
met vreuchde ende dancksegginge van dese vergaderinge is aengehoort 

n. 

Is gevraecht , off het noodich is , dat men trede in dese vergaderinge tot 
naerder ondersouck ende verhandelinge van de voornoemde vijff controverse 
poincten, zoe vele als de waerheijt derselver aengaet. Ende is verstaen, 
dattet onnodich is, niet alleene omdat alle kercken van Zeelandt daerinne 
eendrachüch zjjn, maer oock omdattet speciael ondersouck ende decisie be- 
hoort totten synodum nationael. Het is oock geraden den tijt te winnen 
om te comen totte resterende besoingne. 

HL 

Op de vrage, off de gedeputeerde deses synodi sullen hebben absolute 
macht om te handelen ende te besluij ten int stuck der leere, off dat se aen 
eenich reces sullen z|jn gebonden , is mette meeste stemmen geresolveert , 
dat (in gevalle daer wierden voorgedragen eenige argumenten, waerdoorsij 
int besonder ofte ymmers een groot deel der vergaderinge souden comen 
in eenich naerder bedoncken int stuck der leere, dewelcke tot noch toe in 
dese landen eendrachtelyck is geleert ende aengenomen) zij sullen gehouden 
zjjn by tijts reces te nemen aen hare principalen ende tselve met alle ge- 
voechelycke redenen by den synodum nationael poogen te obtineren, noch- 
tans met desen verstande , dat se nijet alle te samen vuyte vergaderinge en 
sullen scheyden maer allene een ofte twee totten voornoemden eynde affsenden. 

mi. 

Nopende het stuck van tolerantie ofte duldinge der vijff artgckelen, daer- 
van in Hollandt ende andere ontruste kercken tusschen den Remonstranten 
ende Contraremonstranten tot noch toe vele is gedisputeert , is goetgevon- 
den met eendrachtige stemmen , dat onse gedeputeerden dese voorsichticheyt 

10* 



148 

eride discretie zullen gebruycken , dat sij van zelffs geene tolerantie en stillen 
voorslaen, overmits wy daervan geenen noot hebben in onse provinciën. 
Maer als dit stuck bjj andere beswaerde kercken wert geroert, soe en sullen 
zy geene tolerantie toelaten int stuck der leere, hetzij dan in de vjjff arti- 
culen ende den aencleven van dien ofte eenigc andere stucken, by den 
Remonstranten off hare adhaerenten op de bane gebracht, om d'selve opent- 
lyck off heymelyck [te leeren ende te dry ven, sonder reces te nemen aen 
hare principale, gelijck zij oock denzelven voet zullen hebben te volgen in 
de tolerantie van predicanten ende andero gemeijne litmaten , die hertnecke- 
lyck de voornoemde artyckelen der Remonstranten leeren ende dry ven. 
Maer aengaende de eenvoudige litmaten, die wt onwetentheijt verlegt zijn, 
verstaet de synode , dat men gr o o te discretie ende sachtmoedicheyt sal ge- 
bruycken om d'selve met vriendelycke onderwijsingen mettertijt ten rechten 
wege te brengen. 

Gravamina, totten synode nationael ejjgentlyck behoorende. 

I. 

Is verstaen, dat onse gedeputeerde sullen debuoir doen om te vercrijgen 
eenige bequame, stichtelycke ordeninge over alle de kercken van onse natie, 
zoe int beroepen van predicanten, ouderlingen ende diaconen, alsoock int 
opschorten ende affsetten derzelver, zoe vele als de gelegentheijt van elcke 
provincie eenichsints can toelaten, daertoe gebruyekende alle gevoechelycke 
redenen, by namen dese: overmits het seecker is, dat de beroerte in de 
kercken ten grooten deel o daerwt is gesprooten. Doch zal van den onsen 
dit poinct niet werden geroert, als die desen aengaende geene swaricheyt 
en hebben, ten ware d' andere daervan tenemael swegen. 

n. 

Men zal aenhouden by den synode nationael, dat in alle kercken van 
onse Unie werde inge voert eene eenvoudige ende besondere maniere van 
catechiseren, njjot alleene om de jonge jeucht maer oock vele volwassene, 
die gantsch onwetende zyn, in de eerste gronden des gelooffs te brengen 
tot kennisse van hare salicheyt. Ende werden mitsdesen alle kercken in 
dese provincie vermaent, de practijeke van dien van nu aff, zoevele moege- 
lyck is, te beginnen, geljjck airede met groote vrucht in sommige kercken 
van Zoelandt is gedaen. 

IEL 

Men sal insgelycx aenhouden by den synodum nationael, datter ordro 
werde versocht by de Ho. Mo. heeren Stoten Generael tegens de ongeloovige 
Jooden, die in dese provinciën beginnen te nestelen, ten eynde zy de onwe- 



149 

tende christenen nijet en vervoeren van den eenigen salichmaecker Christo 
tot hare grouwelijcke ongelovicheijt, gelgck somtyts exempelen daervan 
zijn gebleecken. Men zal oock voorslaen bequame middelen om deselve 
Jooden m etter tij t te brengen tottet christengeloove volgens de belofte des 
apostels, Rom. II. 

im. 

Dewijle men bevint door crvarenthejjt, dat de studenten in de theologie , 
als se comen vuijte hoogeschoolen , door den bant zeer slecht ende ongeoeffent 
zjjn in de practijcke der godsalichejjt alsoock in de regeeringe der kercke, 
is goetgevoeden , dat men in synodo nationali dit stuck zal voorstellen 
ende aendrijven als gantsch noodich tot opbouwinge der gemeijnten Christi , 
waertoe van onsentwegen eenige bequame middelen sullen werden voor- 
geslagen om dit gebreck te beteren, als met namen dat se geoeffent werden 
int openbaer lesen der H. Schriftuyre in de kercke, int besoocken der 
siecken neffens eenen ordinarisen predicandt, dat men se oock toelate 
(doch met eenige limitatie) in de consistorien om de handelingen, die niet 
particulier ofte secreet en zijn, te hooren ende te zien, dat men se oock 
eenichsints examinere in de practijcke van de theologie, eer se totten kereken- 
dienst werden gevordert. Ende men zal van nu aff in de kereken van dese 
provincie ditselve poogen in te voeren. 

V. 

Men zal de synodus nationael in bedencken geven, off het nijet oorbaer 
en ware te versoecken aen de Ho. Mo. heeren Staten Generael, dat alle 
secten, zoe Mennonisten als anderssints, belast werden wt te geven hare 
belijdenisse in openbaren druck, ten eijnde dat men haren grondt in zoe 
grooten verscheydentheijt te beter mochte bekennen. Ende zoe syspreecken 
met dobbelsinnige woorden (als zij plegen), dat de respective overicheden in 
alle provinciën ende steden hare predicanten gelieve te authoriseren om met 
eenige ronde vragen hare groove dwalingen ende lasteringen aen den dach 
te brengen. Ende dewijle meest alle de secten, insonderheyt deWederdoo- 
pers, door do swaricheijt van Godes kercke in dese landen zeer stout zjjn 
geworden int lasteren, ofter nijet eenige bequame middelen daertegens 
souden connen werden gebruijekt. Doch de vergaderinge verstaet, dat men 
het laetste nijet en zal versoecken dan met voorgaende ad vijs van zijne 
Princelycke Excellentie ende do E. heeren Gecommitteerde Baiden van 
Zeelandt. 

VI. 

Overmits de Nederlantsche oversettinge des bijbels dickwils beslooten 
ende tot noch toe niet en is wtge voert, dewijle desen last aen te weynich 



150 

persoonen gestelt was, soe wert verstaen, dat men den synode nationael 
desen wech sall aenwijsen, datter wt elcke provincie eenige geleerde, tref- 
felycke theologi, in de talen wel ervaren, wierden vercoren, dewelcke elck 
hooft voor hooft een ofte twee boecken souden belast werden over te setten, 
ende dat alle dese stucken daernaer by twee ofte drije vuytgelesene mannen 
souden werden gerevideert ende versamelt. 

vn. 

Ondertusschen wert noodich gevonden, datter wat naerder werde gelet 
op het stuck van de druckerjje, zoe van allerhande schriften int gemeen, 
die in dese tyden werden wtgegeven , als met namen op het drucken van de 
bjjbels ende testamenten, dewelcke door den bant overvloeyen van lelycke 
druckfauten ende eenige marginale annotatien, die gantsch niet en passen 
op de heglicheijt ende gewichtichejjt van de materie. 

VIII. 

Dewijle d'onderhoudinge des sabbaths is een besonder middel totte voort- 
plantinge vant rechte geloove ende ware godsalicheijt , wert goetgevonden, 
dat men dit in synodo nationali zal voorstellen om daerop te crijgen eenige 
gemeyne ordre by de Ho. Mo. heeren Staten Generael. Ende zoe zulex 
nget en can werden geobtineert, sullen onse gedeputeerde gelast zijn voor 
te slaen eenighe kerkelycke middelen om onse medebroeders in andere 
provinciën daertoe te vermanen ende helpen bevorderen. 

IX. 

Men sal de sijnode nationael in bedencken geven , wat voet men behoorde 
te houden tegens zulcke litmaten der gemeijnte, die trouwen met openbare 
vijanden van de waerhejjt tot groote ergernisse der gemeynte, perijckel 
van hare kinderen ende beswaernisse haerder conscientie. 

X. 

Dewijle in de kereken van onse Unie zijn overgebleven vele superstitieuse 
feestdagen, als bij namen Vastelavont , Kermisse , Blijde Avonden , de Drije 
Coningcn, Sinte Marten etc., dewelcke strecken tot onteeringe van de 
reformatie, voedinge van brasserije ende gulsicheijt ende tot groot o schan- 
dale van de onwetende menschen , zoe sal men aenhouden by den synodum 
nationael, dat tegen d'selve van de Ho. Mo. heeren Staten Generael eene 
algemeijne ordre mach werden vercregen. 

XI. 

Hetselve sal men oock doen tegens de batementspelen ende diergelijcke 
onbehoorlycheden. 



151 

XII. 

Alzoe het te wenschen ware, dat de synode nationael nijet meer zoe 
lange en wierde wtgestelt, als nu geschiet is, de wij Ie de enicheyt in de 
leere ende order door dit vertreck zeer geswackt wort, zoe sullen on se ge- 
deputeerde arbeijden om de vergaderinge te bewegen tot eendrachrtch ver- 
soeck aen de Ho. Mo. heeren Staten Generael , ten eynde het hare Ho. Mo. 
gelieve ten minsten alle se ven ofte acht jaren deselve vergaderinge toe 
te laten. 

XIII. 

Is goet gevonden , dat (in gevalle onse gedeputeerde int stuck van de leere 
'ofte van kerckenordeninge eenich reces moeten nemen volgens hare instructie) 
dese ordre daerin zullen houden, te weten dat se de saecke. daerover 
reces wert genomen, met eenige van de principaelste redenen metten 
eersten sullen overschrijven aen do classe sijnodael , ten eijnde dat alle de 
dassen ende consistorien , daeronder behoorende , daervan mochten werden 
verwitticht, ende alsoe naer rijpe deliberatie eenige vuijten haren deputeeren 
totten coetum extraordinarium Zelandiae, dewelcke (volgens het beslui] t 
synodi Verianae) op seeckeren tij t ende plaetsche tot dien eijnde zal werden 
beschreven ende dat met voorgaende kennisse van de E. heeren Gecommit- 
teerde Raiden. Doch soe de broeders, die tottet reces werden affgesonden, 
bij monde eenige nieuwe bedenckingen ofte redenen hebben te rapporteeren, 
meer als de gemelto brieven medebrengen, zoe sal de coetus moegen reces 
nemen tot hare principale ende metten eersten met volle last wederom 
bij een co men om daerop te letten. 

XIIII. 

Om dese instructie vuyt te voeren in den synodo nationael ende te vor- 
deren de gravamina voornoemt zijn mette meeste stemmen vercooren D. 
Harmannus Faukeliüs, praeses, D. Godefridus Udemans, assessor, D. 
Corkelius Regh t s ende Lambertts de Rycke, scriba, respective predi- 
canten van Middelburch , Ziriczee , ter Goes ende Bergen opten Zoom , mits- 
gaders d'heeren mr. Josias Vosbergen ende Adrianus Hofferus, respective 
ouderlingen van Middel borch ende Ziriczee. Ende in gevalle eenige van de 
voornoemde gedeputeerden door sieckte off andere praegnante redenen mosten 
naer huijs vertrecken, zoe werden de dassen respective, daer sulcke gede- 
puteerde thuijs hooren , van dese vergaderinge geauthoriseert om een bequaem 
ende gequalificeert persoon in de plaetse te stellen , behoudelyck wanneer 
d'eerste door Godes genade connen wederkeeren, dat de laetste van haren 
last. ende deputatie sullen ontslagen zjjn. 



152 

Particuliere gravamina, eijgentlyck behoorende totten syno- 
dum provinciael. 

Is geresol veert, dat men de particuliere gravamina, tot dese vergaderinge 
eijgentlyck behoorende, die airede van eenige dassen zijn ingebracht ende 
daerop de andere nijet en zjjn vollast, ordentelyck in actis zal bijeenstellen 
ende met allen dassen communiceren naer gewoonte. Ende zoe hiernaer 
noch eenige nieuwe werden bijgevoecht, sullen deselve van den classe 
synodael aen de respcctive dassen werden vuijtgeschreven om daerop in 
den aenstaenden synodo provinciael, die naer het eijnde des nationalen 
sal werden gehouden, te letten ende te doen naer behooren. Die airede 
sijn ingebracht, zyn dese navolgende: 

I. 

Hoe men best zal practiseren, dat de heydenen in Oostindien mochten 
werden bekeert tottet christen gel oove, dewijle de studenten ende siecken- 
troosters, derwaerts gaende, gemeynelyck zeer ongeoenentzgn? Isverstaen, 
dattet bequaemste middel ware, dat de E. heeren Gecommitteerde Raiden 
de camers van de bewinthebbers daertoe vermanen, dat se eenige bursen 
ordonneren om eenige jonge studenten tot dien ejjnde op te voeden. 

n. 

Off men nijet en behoorde eenige stricter discipline te oeffenen tegens 
ordinaire dronckaerts ende andere ongeregelde menschen, dewelcke metten 
monde leetwesen thoonen ende nyettemin onbekeert blijven, daerinne de 
classes van Walcheren ende Schouwen ten hoochsten zijn beswaert, dewijle 
den 72 artyckel van de kerckenordeninge stelt voor de wterste straffe het 
affhouden van den avontmale? Is geantwoort, dat die respective dassen 
serieuselyck op dit stuck sullen letten ende op de naeste provinciale synode 
daervan inbrengen hare voorbedachte resolutie. 

ra. 

Te versoecken by de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt eenige ordre op 
het ondertrouwen ende trouwen van de Wederdoopers off andere ongedoopte 
persoonen, die trouwen willen ende evenwel totten doop onbequaem zijn, 
dewijle sommige kercken niet weynich daermede werden geclemt, met 
namen de kercken in de classis van Schouwen. 

ira. 

Door wat middel de dassen ende consistorien in hare authoriteyt souden 
moegen werden gestyft tegens sulcke ongeregelde persoonen, die op geene 



153 

discipline nochte vermaninge en passen? Is geantwoort by provisie, dat men 
moet volgen den regel Christi, Math. 18. 

V. 

Te versoecken, dattet placaet van de schoolordeninge ende politie in 
Zeeland t mochten werden geamplieert, van nieuws gepnbliceert ende neer- 
stichlyck geexecuteert met alle de stucken, daertoe hoorende, volgens het 
besluit cap. 5 synodi Verianae, artic. 3 et 4. 

VI. 

Wat men doen zal mette schoolmeesters in Brabant ende Vlaenderen onder 
de gehoorsaemheyt van de Ho. Mo. heeren Staten Generael, in gevalle zy 
ongeschickt waren in leere ofte leven, dewijle zij niet en staen directelijck 
onder de provincie van Zeelandt? Is geantwoort, dat men daertegens ordre 
zal versoecken by de Ho. Mo. heeren Staten Generael. 

VH. 

Nademael den artyckel van den o ti wille, die in de kerckenordeninge is 
den 17, bij sommige onverstandige ende quaetwillige zeer wert misbrugckt , 
oft niet raed8aem en ware, dat hg geroijeert ofte ten minsten zoe wierde 
gelimiteert, dat vroome predicanten daerdoor niet en werden verstrickt? 

VIÜ. 

Dat men besorgo eenige alimentatie voor de weduwen der predicanten 
in Zeelandt, gelijck in Hollandt ende tSticht van Utrecht gedaen wert. 

IX. 

Dattet placaet tegen s de Paepsche ende Jestiitische scholen ter executie 
werde gestel t ende dat de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt hare gecom- 
mitteerde in de generaliteyt hetselve gelieve te belasten, zoevele dese 
provincie aengact. 

X. 

Dat men instantie doe by de E. Mo. heeren Staten van Zeelandt om 
alle jaren te hebben een synode provinciaol, geleek voor de troublen in 
Hollandt met groote vrucht plach te geschieden. 

XI. 

Dat men become eene vaste ordre tegens degeene, die op onbehoorlycke 
wij se henselvcn soueken in te dringen in den kerekendienst 



154 

Andere gemeijne resolutien , die noch staen vuijt te voeren. 

I. 

Al soe volgens het LII e artijckel synodi Tolanae de vcrsorginghe van de 
cniijskercken bij beurte gecomen is op de classis van Schouwen, devvelcke 
(overmits zij wat verre is geseten) dese sorge zoe bequamclyck niet en can 
waernemen , soe wort versocht by de broeders van Schouwen , dat de kercken 
van Middelborch , Vlissingen ende ter Vere desen last van harentwegen voor dit 
jaer willen aennemen, nochtans sonder praejuditie des voornoemden artyckels. 
Ende worden D. praeses ende D. Bucerus gebeden hare principale daervan 
te verwittigen ende de classe van Schouwen hare antwoorde aen te schrijven. 

n - 
De assessor, D. Regius ende D. Jacobus Bursius werden gecommitteert 
om te hooren het rapport van de ge mei te broeders van Walcheren nopende 
den staet van de voornoemde crujjskercken , daervan sjj nu eenige jaren 
door het ver treek des sijnodi topsicht hebben gehadt 

III. 

Men zal alle de acta sijnodalia, zoe nationael als provinciael , volgens het 
41 artijckel synodi Tolanae in eenen boeck schrijven ende meteenen een 
register ende harmonie maecken van deselve acten , devvelcke met alle de 
synodale papieren in een coffer sullen werden bewaert. Ende desen last zal 
by de broeders van Walcheren werden wtgevoert, mits dattet selve coffer 
mette voornoemde stucken sall bewaert werden by den classe synodael, die 
hetselve op den naesten synodum sul bestellen. Ende ten eijnde dese noo- 
dige saecke niet achter en blij v e , gelyck te vooren , soe werden specialyck 
daertoe gebeden ende versocht D. Harmannus Faukelius, praeses, endeD. 
Egtdius Bursius, dewelcke desen last geerne hebben op haer genomen. 

nii. 

Is gelesen seeckere missive van de classis van Walcheren houdende aen 
dese vergaderinge, waerinne zij versoecken (overmits onsen E. broeder D. 
Bucerus tot zgn onschult geraeckt is in ongenade des conincks van Groot 
Brittannien ende datt om het wtgeven synes boecks De Gubcrnatione Ecclesiae), 
dat dese vergaderinge in zijn faveur gelieve te schrijven aen zyne Pr. Excel- 
lentie, getuyehenisse te geven van zijne onschult ende te versoecken d'intercessie 
van de hoochgedaebte zyne Excellentie, ten eijnde zijne Majesteijt den weer- 
den broeder in zijnen dienst ende ruste niet en verstoore. De vergaderinge 
verstaet 'dit versoeck redeljjck ende billijck te zijn ende dat men den 
voornoemden brieff zal schrijven in de beste forme ten eijnde voornoemt 



155 

V. 

De classis van ter Goes zal van du aff zjjn classis synodael, ende stillen 
derhalven allo sijnodale stucken ende papieren mitsgaders bet segel sjjno- 
dael in hare bewaringhe nemen. Ende wert mitsdesen de classis van 
Schouwen bedanckt ende ontslagen van haren dienst 

VI. 

Om wt te voeren de synodale versoecken van dese vergaderinge ende 
instantie te doen op de versoecken, beslooten in synodo Veraniac, werden 
gedeputeert D. praeses ende assessor. 

VII. 

Is by den praesidem omvrage gedaen naer den staet van alle respective 
dassen ende kercken in Zeeland t, off se oock in de ordre ende kerckelycke 
discipline alsoe gestelt zijn , als hiervooren van de leere is verclaert Ende 
is bij de respective broeders geantwoort, dat bjj hare classen ende kercken 
alle debuoir daertoe wert gedaen, ende alhoewel noch wel eenige saecken 
by haer zijn te reformeren, dat se nyettemin Godt dancken voor den 
redeljjcken staet, daerinne zij tegen woord ich zjjn, behalven datter geclaecht 
wert by den broederen des classis van Thoolen , dat de kercke van Thoolen 
soe weynich ordre ende discipline heeft, dattet hoochnodich is daerinne 
voorsien te werden. De vergaderinge verstaet, dat men zal nemen infor- 
matie van de saecke, dewijle de classis tot noch toe daerinne njjet heeft 
connen doen. Ende werden hiertoe gedeputeert D. Harmannus Faukeliüs, 
praeses, D. Jacobus Plateliüs ende mr. Jobias Vosbergen, dewelcke den 
kerckenraedt zullen vermanen van haer officie, ende tenzy datter in sesse 
weecken in werde versien, dat se sullen hebben te clagen aen sulcken 
vierschare, als daertoe staet 

vin. 

Oensura morum is gehouden, ende naer hertelycke dancksegginge tot 
Godt is de vergaderinge in goeden vrede , lieffde ende enichey t gescheyden. 

IX. 

Om te. doen de wtschrijvinge van de acten voor do vier respective clas- 
sen, dewelcke by de volle vergaderinge zjjn geresumeert ende gearresteert, 
werden seeckere broeders gedeputeert, alsoock praeses, assessor ende 
scriba geauthoriseert om deselve vuyten name der vergaderinge te onder- 
teeckenen. Ende wat aengaet de credentie ende instructie, die de gede- 
puteerden naer het synodus nationael sullen mededragen, worden dry e 



156 

andere predicanten gelast om in den name van praeses, assessor endo 
scriba (die te samen sjjn gedepu teert) de onderteeckeninge te doen. 

Actum in onse synodale vergaderinge , gehouden binnen Ziriczee desen 
XIII en Octobris 1618. tOirconde by ons ondersch. onderteeckent. 

Hermannus Faukelitjs, praeses sjjnodi. 
Godefktuüs Udemans, assessor. 
Lambertus de Rijcke, scriba 1 ). 

Instructie *), die den gedeputeerden op den sgnodum na- 
tionael medegegeven is van wegen dese sjjnode provinciael 
van Zeelandt. 

Wij gecommitteerde predicanten ende ouderlingen van wegen de respcctive 
dassen in Zeelandt, representerende de provinciale synode int voorn, 
quartder, hebben afgesonden onse E. lieve medebroeders Hehmannum Faü- 
keliüm, presidem, D. Godefhidum Udemans, assesorem, D. Corneltum Regium 
en Lambertum de Rijcke, scribam, respective predicanten van Middelburgh , 
Ziericzee , Goes en Bergen op den Zoom , mitsgaders de heeren mr. Jostas 
Vosberge ende Adrtanus Hofeer us, respective ouderlingen van Middelburgh 
en Zierickzee voornoemt, om te verschijnen in sijnodo nationali, dewelcke vol- 
gens het arrest ende ugtschrgvinge van Hog. Mog. heeren Staten Generael in 
de maent November sal worden gehouden binnen de stadt Dordrecht, ende 
aldaer met den anderen broederen te verhandelen, delibereren en besluiten 
van alle tgene aldaer sal voorvallen, tot weghneminge van de differenten 
ende swaricheden, in de kercke Godes hier te lande opgeresen, metnaeme 
de vgf controverse poincten, bjj den Remonstranten op de baene gebracht, 
met de swaricheden daertujt resulterende, mits dat se hun sullen hebben 
te reguleren nae de regulen van dese onse naevolgende instructie. 

1. 

Sullen onse gedeputeerde gelast sijn vast te houden aen het gesonde woort 
ende de rechte Gereformeerde leere, die tot noch toe eenpaerlijck in dese pro- 
vincie neffens anderen is geleert , daervan de broederen deses sjjnodi eensae- 
mentljjck haere belijdenisse in dese vergaderinge hebben gedaen , te welver- 
staende indien sjj eenige redenen ofte argumenten hoorden, daerdoor sjj int 
bijsonder ofte een merckelgck deel der sijnode soude mogen commen in eenigh 
naerder bedincken, streckende tot veranderinge, dat se in sulcken gevalle nieten 



i) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. ») Deze „Instructie" is later in onzen 
cod. (HH) op de opengelatene bladzijden bijgeschreven met een andere hand, doch 
ook uit de tweede helft der 17e eeuw. 



157 

sollen tot stemmen voortgaen, voor ende aleer sij reces aen haere princi- 
piële hebben genomen ende haere nader intentie daerop versteen. 

2. 

Nopende het stuck van tolerantie of duldinge der vijf artyckulen, daer- 
van in Hollandt ende andere ontruste kercken tusschen den Remonstranten 
en Contraremonstranten tot noch toe veele is gedispu teert , sullen onse 
gedeputeerde dese voorsichtighejjdt ende discretie gebruijcken, dat se van 
haer selfs van geen tolerantie en sullen spreecken, overmits wij daervan 
geenen noot en hebben in onse provincie. Maer als het stuck van tolerantie 
bij andere beswaerde kercken wert voovgeslaegen , soo en sullen onse gedepu- 
teerde geene tolerantie toelaeten int stuck der leere , hetsij de v^jf artyckulen 
metten aencleven van dien ofte eenige stucken, bij den Remonstranten ofte 
haere adhaerenten voortgebracht, om deselve openÜjjck of hefjmelgck te leere n 
ende te drjjven , sonder reces te nemen aen haere principaelcn , geljjck sjj 
oock denselven voet sullen hebben te volgen in de tolerantie van predicanten 
ende andere gemeene litmaten, die hartneckeljjck de artyckulen der Remon- 
stranten dry ven endeleeren. Maer nopende de eenvoudige litmaten, dewelcke 
uijt on weten the jjdt verleijdt sijn, verstaet de sjjnodus, dat men groote 
discretie ende sachtmoedichejjdt sal gebrugcken om deselve met vriendelycke 
onderwjjsinge metter tyt ter rechter wegen te brengen. 

3. 

Sullen onse gedeputeerde devoir doen om te vercrjjgen eenige bequaeme 
en stichteljjcke ordeninge over alle de kercken van onse natie int beroepen van 
predicanten, ouderlingen en diakenen, sooveele als de gelegentheijdt van 
elcke provincie eenighsints kan toelaeten. 

4. 

Sullen voorts alle onse gravamina bjj de voorn, gedeputeerde met alle 
redenen, instantien ende andere bequaeme middelen gevordert ende aenge- 
bonden worden, opdat se bij de vergaderinge sooveel mogelijck is mochten 
worden toeges temt. 

5. 

In gevalle de voorn, gedeputeerde eenigh reces moeten nemen , hetsy int 
stuck der leere , tolerantie of andersints , soo sullen sjj dese ordre volgen , 
dat se in txjts sullen schryven aen de classis sjjnodael (dat is die van Zuydt- 
be[ve]landt) het poinct, daerop reces genomen is, mitsgaders de voornaemste 
redenen van dien, om alsoo door dit middel de respective dassen daervan 
te verwittigen, dewelcke in een coetu extraordinario daerop sullen gelast 



158 

comen , ten waere dat eenige van de gedeputeerde thuijs quaeme met nieuwe 
redenen ende instantien, die in de missive niet en sjjn uijtgedruckt , in 
welcken gevalle alsulcken coetus sal reces nemen aen haere principaelen en met 
den eersten in eenen anderen coetu daerop verschijnen met volcomen resolutie. 

In gevalle eenige der voorn. . gedeputeerde door sieckte of andere preg- 
nante redenen moeste naer huijs vertrecken, soo werden de dassen respec- 
tive, daer sulcken gedeputeerde te huijs hoort, van dese vergaederinge 
geauthoriseert om eenen bequaemen ende gequalificeert persoon in de plaetse 
te stellen , behoudelij ck wanneer de eerste gedeputeerde door Godts genaede 
connen wederkeeren, dat de laeste van haeren last ende deputatie sullen 
ontslaegen sjjn. 

Actum in sijnodo Zirizeana op den 12 Octob. 1618 ende uijtten naeme 
der vergaderinge bij ons ondertejjckent. 
Onderstont: 

Loco praesidis Jacobus Burs, predicant der stede Tholen. 

Loco assessoris Cornelis Bosschaert, dienaer des goddelycken woorts 
in Lillo. *) 



Handelinghe des provincialen sijnodi van Zee- 
landt) gehouden met authorisatie der Ed. Mog. 
heeren Staten van Zeelandt binnen der sladt Goes> 
begonnen op den veerthienden Februari/ ende ghe~ 
eindicht op den achtentwintichsten derselver maendt 
des jaers zesthienhondert twiniich , ten overstaen 
van de Ed. heeren gedeputeerde van de Ed. Mog. 
heeren Staten van Zeelandt , de heeren Adriaen 
yan Mannemaker, ridder etc, ende mr. Johan 
Hüijssen Cattendijck , hiertoe specialijcken ge- 
committeert, doch in de absentie van de heere 
Mannemaker d'heer mr. Jacob Campen sijne 
plaetse bewarende. 

Naer d'aenroupinghe van des Heeren naeme door den herder der plaetsen 



') Hierop volgt nog in onzen cod. met dezelfde hand , die deze instructie bg schreef, 
eene copie, onder het hoofd: „Uijtschrijvinge van een vast en bededagh." Wij nemen 
dit bekende stuk niet op, omdat het algemeen is en niet bijzonder voor Zeeland ingericht. 



159 

• 

is bjj de Ed. Gecommitteerde Raden openinghe ghedaen van de resolutie 
der Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt over het houden deser sijnodale 
bjjeencompste ende van het last,heur ten desen aensien opghelecht, tot con- 
firmatie van dien verthoonende haere commissie. 

De credentien der vier dassen zijn ghelesen ende voor wcevdich aenghe- 
nomen. Met dezelve zyn verschenen: 

wt Walcheren: 

D. Gersom Bucerus ende D. Willem Teelinck, respective predicanten 
ter Veere ende Middelburch, met Pieteb Beurt ende d'heer Mathias Segers, 
respective ouderlinghen van Middelburch ende Veere; 

wt Schouwen : 

D. Laurentiüs Boenaert ende D. Lucas Spibingius , respective predicanten 
tot Ziericxzee ende Brouwershaven, met d'heer Adrianus de Hutjbert 
ende Jak Marinissen, respective ouderlingen tot Ziericxzee ende Oostduvelandt; 

wt Ztqjtbevelandt: 

D. Corneltüs Reoius ende D. Louus van der Vesten, respective predi- 
dicanten van Goes ende Grugninghen , met Johan de Jaoere ende d'heer 
Everardt Bets, respective ouderlingen van Goes ende Cruijninghen; 

wt de classe van Tholen: 

D. Job du Rieu ende D. Herbertus de Ridder, respective predicanten 
van Berghen op den Zoom ende Ruimers walle, met d'heer Cornelis Adams 
ende d'heer Witte Wittenssen, repective ouderlinghen van Berghen op 
den Zoom ende Vossemaer. 

Hiernaer is door het meeste deel der stemmen vercooren tot praeses deses 
sijnodi D. Gersom Bucerus, tot assessor D. Cornelius Reoius, tot scriba 
D. Laurentiüs Boenaert. 

D'acten van den lesten voorgaenden provincialen sijnodus, ghehouden bin- 
nen Ziericxzee , zgn herlesen. Ende alsoo in denzelven sijnodo eenighe gra- 
vamina overghebleven waeren, die in den naestvolghenden provinciaelen 
sijnode moeten verhandelt worden, zijn dese eerst affghedaen. 



en 



Cap. 1' 

Verhandelinghe der gravamina, overghelaten in sijnodo Ziericxzeana. 
l eD . Alsoo men bevindt, dat den loop des h. evangelii wejjnich voortganck 



160 

heeft onder de hegdenen in Oostindien, zoo is bg den sijnodo beslooten 
aan de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haer 
Ed. Mog. believe, in dese ghelegenthegt des tijts (op welcke vernieuwinghe 
van oetrojj voor de Compaignie van Oostindien zal werden versocht) te 
ordineren den cameren der bewinthebberen, datter middelen gheschaft 
werden om een merckeljjck ghetal van studenten in de theologie tot dienste 
van de voorschreven landen te onderhouden ende dezelve tot dien ejjnde te 
vooren in de Maleijssche taele te laten ondorwjjsen, mitsgaders in hetpre- 
dicken des goddeljjcken woorts ende regieringhe der kercken te doen ouffenen, 
opdat zij alsoo tot alle deelen haeres amptes mochten te bequamer zgn. 
Ende overmits zulcx niet zoo haest en zal connen in het werck ghestelt 
worden, zal het goet zgn, dat de respective dassen ondertusschen arbeijden, 
eenighe predicanten (in actuelen dienst zynde) te beweeghen om in den lande 
voornompt sich te laten ghebrujjcken op redelijcke conditien. Aenghesien 
oock door de ongheschicktheyt derghener, die derwaerts daghelijcx werden 
ghesonden, zooveele wordt omghe worpen , als men bjjnaer met predicken 
can bouwen, dienen de cameren der bewinthebberen vermaendt te worden 
daerin zooveel moghelijck is te versien, stellende tot dien ejjnde godtvrce- 
sende ende gheschickte persoonen tot commijsen, opdat alsoo door den 
goeden wandel van onse natie aldaer de leere der waerheijt verciert ende 
de ongheloovighe hegdenen te beter Christo mochten ghewonnen worden. 
Wordt oock tot bevoorderinghe van desen goetghe vonden , dat de predicanten 
in de steden, daer zulcx dienstelijcken gheordeelt mocht» zijn, in haere 
predicatien de ghemeente aenwjjsen den grooten dienst, die ter eeren Godts 
ende bevoorderinge der zalicheijt der armer blinder menschen in de voorghe- 
melde landen te doen is , ten ejjnde dat' oock daardoor vroome christenen 
zouden moghen opgheweckt ende beweecht worden sich tot eenighe ampten 
aldaer te laten ghebrujjcken, ghelijck zjj oock in haere openbare ghebeden 
Godt zullen bidden zijnen zeghen over den dienst des h. evangelii aldaer 
tot verlichtinge ende bekeeringhe der ongheloovighen te strecken. 

[D'heeren Staten van Zeelandt, adviserende op de approbatie van de 
acta synodalia, gehouden binnen der stadt Goes, begonnen den XIIII en 
Feberuarij ende geeyndicht op den XXVIII 611 1 ) derselver maent 1620, 
hebben op elck der artickelen, soo deselve hier syn geinsereert, nae 
serieuse cxaminatie oock van het ad vijs van onse Gecommitteerde Raden , 
daerop te vooren genomen, goetgevonden en geresolveert , sulex ende 
gelijck puntuelgck op elck derselve hiernaor *) is aengeteyekent 8 ). 



•) „XXVIIIen" verbeterd naar FF en Ed. 4755. Onze cod. (HH) heeft „XXCIIen". 
*) „hiernaer" ontbr. in Ed. 1755. ») „D'heeren — aengeteyekent" CC heeft „Appro - 
batie van de heeren Staten van Zeelandt". 



161 

Opt l e artijckel cap. 1. 
Wert generaelyck verstaen , dat dit vertoch l ) is van notabel *) insicht 
ende daerom van wegen dese provincie in de vcrgaderinge van de H. M. 
heeren Staten Generael tselve sal werden geproponeert *) , dat de in- 
houden van dien moge ten ge wensten effecte werden gebracht , daertoe 
men oock de bewinthebberen van de Oostindische Compagnie, daer 
het noot is, sal vermanen] 4 ). 

II en . Nopende de ordinare dronckaers cnde andere ongheregelde men- 

schen, dewelcke metten monde leetwesen bclooven ende niettemin in haere 

ongeregeltheijt voortgaen, is eenstemmelijck goet ende stichtelijck gheoordeelt, 

overmits dezelve voor verachters der kerckclijcker verman inghe zijn te 

houden , dat teghen hun strickter discipline (dan de gheduijrighe afFhoudinghe 

van het avontmael) zal meughen gheouffent worden. Doch de wijle derzelver 

ghelegentheijt niet altjjts eenderleij is, zoo zal het ghebruijck derzelver 

discipline ghelaten worden in de discretie der kerckenraeden, dewelcke daerin 

sullen handelen met het advijs haerer respective classen op sulcker wij se, als 

zij zullen vinden tot stichtinghe haerer kercken meest diensteljjck te wesen. 

[Opt 2. — Is mede dit point geapprobeert , soo het is ingestelt , be- 

houdelyck dat men niet en come tot een publycke excommunicatie, 

dan in forme en sulcx 5 ) de leste kerckenordeninge tot Middelburgh, 

gearresteert in den jare 1591, is medebrengende] 6 ). 

III en . Soo wanneer eenighe onghedoopte persoonen versoucken van de 
dienaren der Oereformeerder kercken ondertroudt ende ghetroudt te werden , 
men zal se met alle neersticheijt vermaenen ende sien te be weghen , dat se 
hen laten in de hooftstucken der h. leere onderwijsen, opdat den voorghe- 
melden dienst hen ghedaen mochte worden met voorgaende belydenisse 
haeres ghelooffs ende ontfanginghe des doops. Maer bijaldien zulcx niette- 
genstaende alle meughelijcke aenhoudinghe niet en conde te weghe ghebracht 
werden, men sal se meughen trouwen, wolverstaende mits dat dendienaer 
in het lesen des formuliers de woorden voughe nae de ghelegentheijt 
sulcker persoonen ende in het vuijtsprecken des ghebets Godt bidde, dat 
Hem ghelieve haer te bekeeren ende alsoo te zeghenen. 

[Wordt dit articulus goetgevonden zulcx den text is medebren- 
ghende.] 7 ). 

') „vertoch" FF heeft „articulus ofte vertooch". *) „notabel" ed. 1755 heeft „con- 
siderabel". *) „geproponeert" FF heeft „geproponeert ende daeraen de ernstige handt 
gehouden". Evenzoo CC en ed. 4755. 4 ) Het hier en in het vervolg tusschen f] 
geplaatste is overgenomen uit HH , tenzij anders gemeld is. s) „sulcx" FF heeft 
„sulcx ghelijck". Evenzoo ed. 4755. •) Deze apostil ontbr. in CC. ») Dit tusschen [J 
geplaatste is overgenomen uit FF. Het komt ook voor in ed. 4755, doch ontbr. in 
CC en HH, waar het geheele gravamen ook ontbreekt. 

Acta syti. provinc. V, Il 



162 

IIII en . Op de vraghe, door wat middel de eonsistorien cndc dassen in 

haere authoriteijt zonden meughen werden gh es tij ft teghens zulcke persoo- 

nen, die op ghene discipline ofte vermaningbe en passen, antwoordt de 

sijnodus , datter niet bequamer en zij als te volghen het bevel Jesu Christij 

Math. 18 verso 15, ende hetzelve met allen ernst in het werck te stellen. 

[Dit articulus wordt mede goetge vonden , doch werdt gerecomman- 

deert, dat hierin werde geprocedeert met alle maticheijt, circumspectie 

ende lanckmoedicheijt, gelijck men de respective kerckenraeden zulcx 

is vertrouwende.] *) 

V cn . Dewjjle bevonden werdt, dat het placcaet van school orden in gb e , 
vuijtgegeven int jaer duijsent vijffhondert drientachtich , in veele plaetsen 
niet en wordt gheobserveert ende dat doordien bijnae gheen exemplaren 
meer daervan en zijn te becommen , zulcx dat de kerckenraeden, de school- 
meesters ende oock de ghemeijnte voor den meerderendeel van den inhou- 
den deszelven onwetende zjjn, soo is bij dese vergaederinghe goetghevonden, 
dat men de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt zal bidden, dat haere 
Ed. Mog. ghelieven hetzelve placcaet met de ampliatie van dien , int jaer 
duijsent vijffhondert tnegentich daerop ghevolcht, te doen herdrucken ende 
op een nieu publiceeren. Ende opdat de kinderen niet alleen in goede 
consten ende zeden, raaer oock in de vreese ende rechte kennisse Godts te 
bequamer mogen onderwesen werden , soo is goetgevonden , dat tot bevoor- 
deringhe van een zoo heijlsaemen zaecke (nae volghens de resolutie des 
laesten nationalen sijnodi tot Dordrecht ghehouden) twee vraeghboucxkens 
zouden beworpen werden , het eene zeer cort voor de minste schoolkinderen, 
het ander wat langher voor deghene, die wat grooter ende verstaendigher 
zgn ghe worden, waerdoor zjj alleijncxkens bequam moghen ghemaeckt 
werden om ten h. avontmaele des Heeren te commen. Tot welcken e ij n de 
zullen alle schoolmeesters don kinderen (een yeghelijck naer haer capaciteit) 
dese vraeghboucxkens neerstelijcken in schei-pen ende dezelve op twee daghen 
ter weecke doen leeren, hen van den eenen dach totten anderen zooveele 
vraeghstuexkens voortstellende, als zjj teghens de naeste regse zullen op- 
zegghen. Ende opdat hetzelve wel werde naerghecom men, zullen de kercken- 
raeden (versouckende daertoe d'assistentie van eenighe viujtten Ed. magis- 
traet) goede inspectie nemen op de schooien ende besorghen, dat de 
schoolmeesters hun hiernaer reguleeren. Oock zullen de dassen haere 
visitatores lasten, niet alleen de kereken maer oock de schooien ten platten 
lande te besoucken, ende sorghe draghen , dat tghene voorseijt stricktelijcken 
werde gheobserveert. Ende belanghende de voorghemelde vraeghstuexkens 



') Dit tusschen [] geplaatste is overgenomen uit FF en komt ook voor in CC 
en ed. 1755 maar ontbreekt, met het geheeie gravamen, in HH. 



163 

zijn door dcse vergaederingho ghestelt ende is goetghe vonden , dat vuijt 
naenie dcrzelver dio zullen in druck vuijtgegheven werden, waervan den 
last D. Teemngo opgelecht is gheworden. 

[Wert de finale resolutie noch wtge stelt over dit point, totdat de 
respective leden de leste wtgeven ordeninge op bet schoolhouden, daer- 
van sy copie hebben begeert, sullen hebben gerevidcert. Ende wat 
belanckt het leeren van de vraechbouckxkens vinden goet, dat den 
respectiven schoolmeesteren en andere lasthebbende van de jonge jeucht 
werde aengeschreven ofte bevolen, dat se de kinderen die bouexkens 
neerstelyck sullen hebben te leeren 1 ).] 

VI en . Wat de schoolmeesters aengaet in Brabandt ende Vlaenderen, hare 
bedieninghe hebbende in de kereken , behoorende onder de dassen van dese 
provinciën, in ghevalle zij ongeschickt waren in leerc ofte leven, is ghere- 
solveert bij de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt nomine hujus sijnodi 
te versoucken , dat het haer Ed. Mog. ghelieve een respectiven classen deser 
provincie te authoriseren om teghen zulcke te procederen, als men teghen 
andere, in Zeelandt woonachtich, (naer ordre) plecht te doen. 

[Opt 6'. — Dit artyckel wert alsoo geapprobeert ende redelyck 
gevonden.] 

VII eD . Alsoo bevonden werdt, dat den zeven thienden artyckel der kereken- 
ordeninghe teghen de vroome ende onschuldighe dienaren misbruijekt zoude 
moghen worden, is goetghe vonden, dat hij bepaelt worde met dese expresse 
clausule , dat de onwillighe ghehouden zullen zijn in desen ghevalle haer het 
oirdeel der respective classen te onderwerpen. 

[Opt 7. — Op *) dit artickel hebben hun de heeren Staten voorals- 
noch geconformeert met ad vijs van de heeren van den Rade, latende 
het bij het point, alsoo het hier is ingestelt, dan dat ten aensich van 
de steden Tholen en Ylissingen de saecke werdo gelaten op den voet, 
als dit artykel anno 1591 in den synodo tot Middelburch is goetge- 
vonden en by den heeren Staten geapprobeert 3 ).] 

YIII en . Wat de alimentatie der weduwen van affgbestorven predicanten 
(onder desen sijnodo behoorende) belanght, is goetghe vonden met alle eer- 
biodinghe ende ootmoedichejjt te versoucken aen de Ed. Mog. heeren Staten 
van Zeelandt , dat het haere Ed. Mog. ghelieve in het benificeren derzelver 
niet min te willen doen, dan in andere provinciën gheschiet. 



•) „sullen hebben te leeren" CC heeft ,, leren en hebben te leesen". >) „Op" ver- 
beterd naar de andere codd. en ed. 1755. HH heeft „Off*. a ) „dan dat — geappro- 
beert" ontbr. in ed. 1755. 

11» 



164 

[Opt 8. — Alsoo hierop nae voorgaende requeste uae gelegen theyt 
van persoonen, tyden, saecken, telckens als sulex voorcompt, behoor- 
lyck wert gelet, soo wert onaoodich gehouden hierin ietwes te deter- 
mineren.] . 

IX*». Is by den sijnodo beslooten aen de Ed. Mog. heeren Staten van 
Zeelandt te versoucken, dat het placcaet (nopende het senden van de kinderen 
buijtten dese provinciën nae de Paepsche ende Jeseuijtsche schooien) ter 
executie werde ghesteldt. 

[Opt 9. — Wert desen artyckel met geapprobeert met bijvougende 
van de naervolgende woorden : dat oock verboden ! ) wert de jonge jeucht 
van dese provincie te senden in eenige cloosters, scholen, academiën 
ofte andere hoedanich bedryf van geestelycke *) persoonen ofte andere , 
professie doende van de Roomsche religie.] 

X en . Is goetghevonden instantie te doen bij de Ed. Mog. heeren Staten van 
Zeelandt om te hebben alle jare een sijnodum provincialem Zeelandiae, ende 
de nootsaeckely ckheijt van dien met goede redenen te verthoonen , opdat door 
desen middel opsicht op allen classen ende kereken ghenoomen , het opcom- 
mende quaet intijts ghebetert ende voortcommen ende haere Ed. Mog. (door 
haere Gedeputeerden) van den staet der kereken te beter gheinformeert 
mochten worden. 

[Opt 10. — Wert goetgevonden , dat de convocatie 3 ) van synodo 
blyve te vrie dispositie van de heeren Staten als voordesen , umme 
nae voorgaende versouck daerop werde gelet naer exigentie van tyt 
en saecken.] 

Cap. II cn . 

Resolutien over de nieuwe gravamina der kereken van Zeelandt. 

I en . Belanghende de beroupinghe ende afFsettinghe der schoolmeesters 
verstaet de synodus, dat de beroupinghe derzelver 'die niet anders als 
schoolmeesters zyn) staet bij de respective overicheden van die steden ofte 
plactsen, daer zulcke schoolmeesters haer ampt zullen ouftenen, met voorgaende 
exami natie ende approbatie der classe, onder welcker opsicht (benevens de 
particuliere kerekenraeden) die behooren, welcke oock macht hebben die- 
zelve (wanneer zij haer onbehoorlijck draghen) tot desen ampt inhabyl te 
verclaren, ghelijck aen d' ander zijde de beroupinghe der voorlesers ende 
voorsanghers (alsoo haere bedieninghe gansch kerckelijck is) staet bij den 



i) „verboden" ed. 1755 heeft „bevonden". ») „geestelycke" verbeterd naar de 
andere codd. en ed. 1755. Onze cod. heeft „gelvcke". ») „convocatie" CC en FF 
hebben „continuatie." 



165 

respectiven kerckenraeden. Doch wanneer begde dese ampten b\j eenen 
persoon tzamen worden bedient, zoo zal sul eken beroupinghe toegaen als 
het beroup der predicanten. 

[Opt 1\ — Wert goetgevonden het oordeel dergen er, die in de 
beroupinge van dese persoonen gesach hebben, vry te laten als voor- 
desen, welverstaende dat indien magistraten van steden ofte ambachs- 
heerlyckheden *) met de kerekenraden nopende de beroupinge van dese 
persoonen niet en konnen accorderen, alsdan d'eene nopende de collatie 
int schoolampt en d'ander nopende het voorsan gerschap sal blijven 
ongepraejudicieert.] 

II en . Is bij den sijnodo goetghevonden bij de Ed. Mog. heeren Staten 
van Zeelandt te versoucken , dattet haere Ed. Mog. ghelieve het ghetal der 
alumni weder tot zessendertich te bringhen, ende met ghevouchel^cke rede- 
nen te verthoonen , hoe aenghenaem zulcken werek Gode ende proufrgctelgck 
zijn kereke zoude zjjn, ende tzamen eenen voorslach te doen van eenighe 
conditien , nae welcke dese beursen zouden moghen werden aengheleijt, omme 
alsoo de inconvenienten te verhoeden , waerdeur de kereken van do vruchten 
deses goeden wereks mochten werden beroeft. De conditien, van desen 
sijnodo beraempt, zijn achter dese acta te vinden. 

[Vooreerst syn generalyek geapprobeert de conditien , by den synodo 
ingestelt op de collatie der beursen, die tot alimentatie van de stuw- 
den ten in de h. theologie by de heeren Staten aireede geordineert syn 
ofte noch souden mogen geordineert werden. En nopende het getal 
van deselve is goetgevonden, dat men hetselve sal houden op vieren- 
twintich alumnos, gequalificeert volgens de resolutie den 5Junyl615 f 
medebrengende dat men de voorsz. beursen sal laten wtsterven respec- 
tivelyck tot op de helft *).] 

III en . Wat belanght do lasteiïnghe van Godes naem ende het brassen 
op de reeckeninghen der armen, is bij den sjjnodo beslooten aen de Ed. 
Mog. heeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haere Ed. Mog. 
ghelieve eenighe sware straffen te ordineren , waerdeur de lasteraers mochten 
werden inghetoomdt, mitsgaders oock ghevouchelijcken te verhoeden , dat de 
middelen, die tot onderhoudt der armen ende kranken zijn ghegeven , onder 
het deckxsel van sulcke reeckeninghen niet onnuttelijcken en werden verteert. 
[Opt 3". — Opt eerste lit van dit artyckel sullen die van den Rade 
hebben te letten int oversien van de politgck ordinantie van Zeelant, 



>) „ambachsheerlyckheden" ed. 1755 heeft „ainbagts-heeren". ') „is goetgevon- 
den — helft" ed. 1755 heeft „is gebleven by het ordinaire getal". — „respectivelyck 
tot op de helft" ontbr. in CC. 



166 

twelck men verstoet , dat eerstdaechs by de hant sal werden genomen. 
Ende nopende het tweede lit , vant houden van de maeltyden en bras- 
serien opt doen van der ermen en diergelycke rekening, dat men 
sulcx van nu aff is affschaffende ende verbiedende.] 

IIII en . Aengaende de persoonen, die in haere kindtsheijt door den h. 
doop der ghemegnte Jesu Christi zijn inghelijeft, werdt ghevraecht , wat 
middelen men zal aenlegghen om die in de kennisse des Heeren te onder- 
wijsen ende alle jj nek ens tot tghebruijck des h. avontmaels te bringhen. Is 
eendrach telg eken verstaen, dat den schuldighen plicht aller predicanten is 
van acht op desulcke te nemen ende die met alle neersticheijt te catechi- 
seeren ende door openbaere ende particuliere vermaninghen de kinderen tot 
dese h. ouffeninghe te locken , waertoe de ouders schuldich zijn den predi- 
cant de handt te bieden. Maer zoo de ouders ofte de kinderen, tot de jaeren 
haeres verstandts commende, moetwillich sich tcghen dese vermaninghe 
stellen, zoo zal men dezelve met allen ernst straffen ende dreijghen, te 
kennen ghevende dat zij zoodoende haeren doop ende meteenen het bloet 
Christi met voeten treden ende metterdaet van de ghemeijnschap zijner 
kereken vervallen. Om nu dit h. werek meer te bevoorderen is raedtsaem 
gevonden, dat de predicanten (haere gemeynte besouckende) gheen huijsen 
ofte persoonen , zooveel doenelijck is , en zullen voorbijgaen , immers als zij 
niet zeecker zijn , dat dezelve eenighe secten hardtnecktelijckcn aenhanghen. 
Zullen oock in haere predicatien het volck vermaenen , dat dieghene, welcke 
over den doop haerer kinderen ghetuijghen ghebruijeken, zulcke daertoe 
nemen , die den Heere vreesen ende willich zijn haere kinderen in de waere 
godtsalicheijt te helpen bevoorderen. 

[Opt 4. — Desen artyckel wert geheelyck aengenomen, soo het licht 1 ).] 

V cn . Dewijle gheclaecht wordt, dat de stouticheijt der Wederdooperen 
zeer groot is, die zjj tot schade der waere kereke Christi daghelijcx bedrij- 
ven, is bg den sijnodo goetghevonden , dat men meer ende meer arbeijde 
om daerteghen alle geestelijcken wapenen te ghebruijeken. Endo worden 
alle dienaren des woordts vermaendt aen te houden in vierighe ghebeden, 
neerstich predicken des goddelycken woorts ende vljjtighe ouffeninghe der 
christelgcker tucht tot weeringhe der schandalen , waerdoor de Wederdoopers 
bij de eenvoudighe de ghemeijnte zoucken behaet te maken. 
[Opt 5". — Gelyck mede dit artickel *).] 

VI en . Dewijle vujjt het buijttenlandts trouwen bg de papen veele disordre 
in onse provinciën ontstaet , is bij den sijnodo goetghevonden , dat men den 



') „soo het licht" ontbr. in CC. ») Hierop volgt nog in CC: „geheel aange- 



nomen 



167 

Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt zal verthoonen , wat grooter onheijlen 
hiervaijt voortcommen , als dat somwijlen persoonen, die elcanderen van 
bloede te naer bestaen, zom tij ts oock kinderen, zonder, jae teghen den danck 
van baere ouders ofte bloetvrienden ondertroudt ende gbetroudt werden. 
Ende men zal versoucken, dat bet haer Ed. Mog. ghelieve de buwelijcken 
(daervan de gbeboden ter plaetsen , daor bet behoort , niet en werden affghe- 
condicht) voor nul ende van gbeender waerden te verclaren. 

[Opt 6. — Op dit point sal werden gelet , soo biervooren geset l ) 
is, nevens andere poincten, int revideren van de politieke ordinantie, 
dewelcke bij point van beschrijvinge do leden met den eersten sal 
werden toegestaen *).] 

VU en . Is in beduncken ghenoomen, off het niet goet en waere twee 
dagben in de weecke te ordineren om de kinderen te doopen, ende naer 
rijpe deliberatie goetgbevonden , dat men bij den artijckel , daervan zijnde in 
de kerekenordeningbe , zal blijven. Maer zoo het gheviele, dat eenicb kindt 
(naer den ordinaren dacb van doopen in de weecke ghebooren zijnde) cranck 
wierde, in sulcken gh e val Ie zullen de respective kerekenraeden discretie 
mogben ghebruijeken om hetzelve te doopen, mits dat zij toesien, dat de 
luijden daerdoor in superstitie niet en werden ghevoet noch ghestijeft. 
[Opt 7. — Wert goetgevonden , als het licht.] 

VlII en . Belaoghende de superstitien , welcken bij den Papisten (voorne- 
men tlijck in Zuijtbevelandt) tot aenstoot der swacken ende als ten spjjte der 
Gereformeerde religie opentljjck werden gheplecht, [is goetgbevonden aen 
den Ed. Mog. beeren Staten van Zeelandt te versoucken, dattet haere Ed. 
Mog. ghelieve daerin naer haere wjjsheden ende chris telg eken ijver te voorsien. 
[Opt 8. — Sal mede hierop werden gelet int oversien van de polij- 
tijeke ordonnantie.] 

IX cn . Over de insolentien der papen in het marquisaetschap van 
Berghen zal men versoucken aen de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt, 
dattet hen ghelieve ordre te stellen, tot welcken eijnde de specificatie der- 
zelver insolentien schriftelij eken vervaet is om aen haer Ed. Mog. verthoont 

te worden, 

[Opt IX. — Sal men poogen, soo veel inogelijck is, hierop by de 
Hooch Moghende heeren Staten Generael eenige ordre werde gestelt. 
En ondertusschen werde geschreven aen den drossaert van Bergen op 
den Zoom ende andere officieren vant martij saetschap, dat se hierinne 



•) „geset" de andere codd. en ed. 1755 hebben „geseyt". ») „toegestaen" de andere 
codd. en ed. 1755 hebben „toegesonden." 



168 

willen voorsien en versocht werden l ) te procederen tegen diegene , die 
openbaerlyck tot scbandael int stnck van de religie ijetwes syn ple- 
gende ofte de regeringe vant lant calumnierende, ten minsten nae de 
beschreven rechten.] 

X eD . Aengaende het gravamen , hoe men alle onbehoorlijcke practijequen , 
die van jemandt zonde moghen ghebruijckt werden om tot den dienst des 
woorts ghevoordert te worden , best zonde voortcommen , is goetghe vonden : 
eerst dat den kerckenraedt ende de diaeckenen met de ghedepu teerden vuijtten 
magistraet, bij dewelcke de berouphinghe bestaet, zullen ter eerster ghe- 
legentheijt, als daer een plaetse openvalt door affstervinghe ofte verplaet- 
singhe , byeencommen in de consistorijplaetsen met vasten ende bidden , ende 
zal aldaer door een ofte twee dienaers des goddelijcken woorts, beijde des 
voormiddachs ende des achternoens, vuijt den woorde des Heeren werden 
verclaert de hoochwichticheijt des predicampts, wat gaven daertoe van 
noode zijn ende met wat een eenvoudicheijt ende aller goeder conscientie 
daer ghehandelt moet werden in de beroupinghe der persoonen tot een zoo 
h. ampt, opdat alsoo de ghemoederen derghener, bij dewelcke de berou- 
pinghe staet, door den woorde des Heeren ende betrachtinghe des vasten- 
biddachs wel bereijdt mochten zijn om alle snoode incru ij pinghen tijdelij eken 
teghen te gaen ende te weeren; ten anderen dat de classis, daer suspitie 
valt, datter onbehoorlijcke practijequen ghebruijckt zijn in het denomineeren 
van jemandt tot desen h. dienst, van wat zijde dat het mochte gheschiedt 
zyn, alles neffens den woorde des Heeren wel nauwe zal ondersoucken 
ende in aller oprechticheijt zonder aensien der persoonen daerover adviseren , 
ende zoo zij vinden can, datter on be tamelij ck e practijequen ghebruijckt zijn 
gheweest, zal de verkiesinghe voor nul verclaren, ende zoo de ghedeno- 
mineerde oock zelve daerin schuldich werdt ghevonden, hem noch daeren- 
boven straffen naer ghelegentheyt zijner vergrij pi nghe ; ten lesten in allen 
ghevalle, als jemandt tot den dienst des woorts ghedenomineert is, zal 
denzelven in de classe moeten heijlichlijck verclaren voor den Heere, dat 
hij , zooveel hem belanght , zuijverlijck ende zonder eenighe onbetamelijcke 
practijequen tot denzelven dienst is vercooren. 

[Wert geapprobeert, gelyck den text is luijdendej. 

Cap. in« 

Noch andere gravanima, in desen synodo overwooghen. 

I cn . Alsoo den synodo verthoont is, dat in den steden ende dorpen van 
Zeeland t zeer groote verscheijdentheijt werdt ghebruyekt in het verkiese n 



') „versocht werden" ontbr. in FF. 



169 

der diaeckenen, beeft in bedencken ghenomen, wat wecb men best zoude 
mogben ingaen om volghens den eenentwinticbsten ende tweendefcwintichsten 
artijckel der kerckenordeningbe bierinne een eenparigben voet te bonden. 
Wordt raetsaem gbevonden, dat de kerckenraeden (die baer hierin be- 
swaert vinden , dat de verkiesingbe der diaconen naer den regel van Godes 
h. woordt, ons in de kerckenordeninghe daervan verclaert, niet en werdt 
ghepleecht) haere magistraet aensprecken, ende des noodicb zijnde haere 
dassen, om ghesamentlijck bij de overheden der respective plaetsen aen te 
houden, dat dese faute mochte werden ghebetert. Maer zoo zulcx aldaer 
niet en can te wegbe ghebracbt worden , zal oirbaer zijn, aen de Ed. Mog. 
heeren Staten van Zeelandt ofte haere Gecommitteerde Raden de swaricheijt , 
dewelcke desen aengaende bevonden werdt , te verthoonen ende redres daervan 
bij haere Ed. Mog. te verso ucken. Mach oock denzelven voet bij de respec- 
tive kerckenraeden worden ghevolcbt, bij welcken eenicb onghemack is in 
de bedieninghe der armen, omdat de beursen van de huijsarm meesters 
ende der diaconen niet en werden ghecombineert. 

[Het waere te te wenschen , dat hierinne een en ecnparigen voet conde 
getroffen ende gehouden werden. Maer alsoo hiervan in de steden ende 
quartieren van Zeelant sijn verscheyden gebruyeken , die niet soo terstont 
alle op een forme connen werden geredresseert , soo wert verstaen , dat 
men vooralsnoch sal blijven by de oude gewoonte ende niettemin bier- 
naer letten, hoe men in tijden en wijlen een eenparigen voet, ist 
doenelyck, hierin sal mogen vinden sonder prejudicie vant recht van 
der stede Vere *).] 

II cn . De sijnodus acht het oirbaer te zijn, aen de Ed. Mog. heeren Staten 
van Zeelandt te versoucken, dat de gagien der schoolmeesters ten platten 
lande mochten worden vermeerdert, opdat zij bij haere bedieninghe conden 
leven ende niet ghenootsaeckt wierden iet anders bij de handt te nemen, 
dat haeren schooldienst hinderlijck waere , ghelijck zij tot noch toe in veele 
plaetsen hebben ghedaen; dat oock door de verbeteringbe der traktementen 
te bequamer persoonen tot desen noodighen ampte sich mochten laten 
ghebruijeken. 

[Opt 2. — Wert verstaen, dat men in dese gelegen theyt van tyt 
hierinne niet en kan treden.] 

Iü 611 . Aenghesien de ervarentheijt meer ende meer leert, dat de neer- 
stigbe onderhoudingbe des christolijcken rustdaecbs zonderlinghe dienstelyck 
is tot den opbouw van Godts kereke ende verwackeringhe van alle geeste- 
lij ck e gaven, daerenteghen dat het onderhouden van de affgodischc feest- 



') „sonder — Vere" ontbr. in ed. 1755. 



170 

daghen der Papisten, als zijn kermissen, vastelavonden ende dierghelijcke , 
den Papisten in haere snperstitien stijven , de ghemeijnte Christi ontstichten 
ende groote aenleij dinghen zijn tot alle ongheregelde wulpsheden, ende dat 
evenwel tot groot leetwesen van de opsienders der kercken bevonden werdt , 
dat den dach des Hoeren schandelijck werdt gheprofaneert , daerenteghen de 
voorgheinelde heijloose feestdaghen zeer opentlijck onderhouden ende ghece- 
lebreert, zoo is goetghevonden nomine hujus sijnodi bij de Ed. Mog. 
heeren Staten van Zeelandt te versoucken , dat het haer Ed. Mog. ghelieve 
hierinne te voorsien, opdat niet langher in onse Ghereformeerde provinciën 
d'affgodische feestdaghen maer des Heeren dach neerstelijck van de ingese- 
tenen werde onderhouden ende ghevierdt. 

[Opt. 3. — Werden die van den Rade gelast int reformeren x ) 
van de polityke ordonnantie op dit point mede te *) letten]. 

IIII en . Van de officieren ende wethouders ten platten lande van Zuijt- 
bevelandt is bij den ghedepu teerden derzelver classe ende verscheijden andere 
predicanten een zeer ernstelijcke clachte ghedaen ende den sijnodo verthoont , 
wat grooter onheijlen ende schade haere kercken gbevoelen, omdat tot 
officieren ende wethouders werden ghestelt persoonen, niet alleen gheen 
lidtmaten der Ghereformeerde kercke zijnde maer openbaere vijandon der- 
zelver, rechte aenleijders om buijttenslants met groote troupen ter missen 
te loopen , de voorneempste om de mispristers in haere huijsen te ontfanghen 
ende voorts openbaere spotters van de Gereformeerde religie ende belijders 
van dien. Is daeromme bij den sijnodo oock noodich gheachtet aen de Ed. 
Mog. heeren Staten van Zeelandt met allen ernst te versoucken, dattet 
haere Ed. Mog. ghelieve den ambachsheeren te belasten, in haere respective 
ambachsheerelijckheden insonderheyt tot schouten ende secretarissen te 
stellen persoonen, die professie doen van de Ghereformeerde christelijcke 
religie, opdat de voorghemelde swaricheden ghebetert ende alsoo de ge- 
mcijnten van Zuijtbevelandt te bequamer mochten ghestichtet werden. 

[Is generalyck goetgevonden , dat aen de heeren en ambachtsheeren 
souden werden geschreven, dat van nu voortaen geen schouten ofte 
secretarissen by hun soude 3 ) werde gestelt dan wesende van de 
Gereformeerde religie, ende dat men int verkiesen van de schepenen 
daerop mede soude letten , sooveel als doendelyck soude wesen.] 4 ) 

V cn . Men zal op den brieff van de gedeputeerde des Zuijthollantschen 
sijnodi (aengaende de versoen te correspondentie) antwoorden, dat wij ons 



' ') „reformeren" CC en ed. 1755 hebben „formeren", FF heeft „informeren". 

*) „te" de andere codd. en ed. 1755 hebben „specialyck te". ») „by hun sonde" ontbr. 
, in CC en FF. «) Deze apostil ontbr. in ed. 1755. 



171 

verblijden in de hejjlighe gh enegen theijt, die de eerw. broederen van Zuijt- 
hollandt bethoonen tot onderhoudinghe van alle christelijcke eenicheijt, ende 
dat wij oock van onsentwegben bereijt zjjn goede gbemeenschap met baer 
te houden. Doch wat aengaet het reciproquclijck affsenden van eenighc 
gedeputeerden op den sij noden respectijff, en is vooral snoch bij onsc syno- 
dale vergaederinghe niet goetghe vonden. Maer wanneer het ghe valt, datdese 
sijnoden erghens in elcanders raedt ende hulpe zullen van doene hebben, 
dat se alsdan ghereedt zullen zyn d'een den anderen deur brieven te vraghcn 
ende te antwoorden. 

[Wert dit artyckel gelaten, als den text is medebrengende.] l ) 

Cap IIII« 

Van het rapport der gecommitteerde int sijnodo nationael, 
tot Dordrecht ghehouden, mitsgaders van andere commissien , 
eenighon broederen in sijnodo Ziriczeana opgheleijt. 

I en . D. HERMANNUsFAÜKELirS, D. GoDEFHIDUS ÜORNELT, D. CoRNELIIJS Re- 

gius, D. Lambertus de Rijcke, met d'heer Adkiano Hoffero, die vuijt 
dese provincie totten nationalen sijnodum, laest binnen Dordrecht ghehouden, 
gedeputeert waren gheweest, hebben haer rapport ghedaen van de hande- 
linghe desselven sijnodi met ghenoughen deser vergaederinghe. Ende is 
goetghevonden, dat tzelve rapport in de dassen, daer het niet ghedaen 
en is, nog ghedaen zal werden door deghene, welcke vuijt elck derzelver 
in den sijnodo nationali gheweest zyn, mitsgaders dat D. Faukeltus het 
rapport, van hom ghedaen, in gheschrift stellen zal, ten eijnde dat het in 
archivis deser sijnodi bewaerdt worde, ende dat de voornomde gedeputeerde 
ghelijckelijck zullen arbeijden om behoorlijcke copie van de acten des 
nationalen sijnodi voor desen sijnodo te becommen. Voorts zijn zij tzamen 
bedanckt over den getrouwen dienst in het vuijtvoeren van hare commis- 
sien, aen Godts kercke bethoondt. 

II en . D. Cornelius Reoius verclaert last ghehadt te hebben om de aeta 
sijnodi nationalis, die bij D. Damman volgens zijnen last zouden ghecon- 
traheert worden, nevens de ghedepu teerden vuijt d*ander provinciën te 
revideeren ende te arbeijden copie daervan te crijghen. Om welcke oir- 
saecken hij tweemael in Hollandt is ghereijst ende hebben eijndelijck de 
zaecke daertoe ghebracht , dat de aeta in de bchoorljjcker formen zijn ghestelt 
ende dat een exemplaer daervan voor den Ho. Mog. heeren Staten Generael, 
een ander voor den sij node nationael is vuijtgheschreven , welcke benevens 
de origineele acten ende andere authentijeque gheschriften bij de classe van 



') Deze apostil ontbr. in ed. 4755. 



172 

Dordrecht werden bewaert, daervuijt copie bij allen gijnoden tot haren 
coste zal meughen worden ghelicht, dewelcke hij vooralsnoch nietenhadde 
connen vercrijghen. 

III" 1 . D. Hermannus Faukelius, die opgheleijdt was een harmonie te 
maecken van alle de resolutien der Zeeuscher sijnoden , heeft verclaerdt, dat 
hij het om zijn menichfuldighe besoignen tot noch toe niet en heeft connen 
vujjtvoeren. Ende is goetghevonden desen last op D. Faukelium te continueren. 

IIII en . D. Hermankus Faukeltts, dien ghelast was nevens D. Jacobfm 
Platelifm ende d'heer Vosberghen kennisse te nemen van de disordre, 
die in de regieringhe der kercken van der Tholen langhe hadde omghe- 
gaen, heeft den sijnodo gherapporteert , dat wel den kerckenraedt verclaerde 
grootelijcx daerinne misnoucht te zijne, dat de sgnodus dese aenclachte 
aenghenomen hadde , die eerst in een minder vergaederinghe hadde behooren 
ghebracht te werden, nochtans naerder van de occasie van dien onderricht 
zijnde ende de resolutie des sijnodi hierover van de voorschreven gedepu- 
teerde verstaen hebbende, heeft belooft de voorghemelde confusien f volghens de 
vermaeninghe , haer vuijt naeme des sijnodi ghedaen) te beteren ende in 
alles, zooveel meughelijck zoude zijn, de goede ordre te onderhouden. 

V en . De canones sijnodi nationalis aengaende de vijff poincten der leere 
zijn in desen sijnodo ghelesen ende van elckeen voor zijn hooft met volle 
toestemminghe verclaert den woorde Godts ghelijckformich te zijn , ghelijck 
zij oock last hadden vuijt naeme van haere respective dassen hetzelve te 
verclaren. Insghelijcx is het formulier der onderteeckeninghen , beraempt 
in den sijnodo nationali, opdat naer deszelven voorschrift de vijff poincten 
ofte artijckelen van alle predicanten zouden onder teeckent worden, van de 
vergaederinghe aenghenomen. Ende naerdat hetzelve vuijtgheschreven was 
om in een bouck achteraen de voorgemelde canones ghehecht te worden, 
is daeronder van alle de predicanten deser sijnodi de datelijcke onder- 
teeckeninghe gheschiedt, dewelcke onder de schriften deser sijnodi bewaert 
wordt. Is oock goetghevonden , dat de gedeputeerde der vier dassen 
elcke voor de zijne respectivelijck een copie deszelven formuliers met hen 
nemen zullen, opdat naer vuijtwijsen deszelven van alle de predicanten 
elcker classe de voorghemelde canones sijnodi nationalis onderteeckendt 
zouden werden. 

[Opt 4 cap. — Alsoo dit cappitel is narratif, soo en is hetselve 
geen vorder consideratie cyschende]. 

Cap. V». 

Handelinghe des sijnodi over particuliere swaricheden, eenighe 

kercken ofte kerekendienaeren in dese provintie betreffende. 

I en . Sijn voor den sijnodo verschenen d'eerzame joncheer Jan Pieterssen 



173 

van Catz, Adriaen Andriessen Wiskercke, DiGNrs Këtelaek, Anthonu 
Egbekts ende Iemandt Janssen Nachtegael, gheassisteert met D. Petko 
Lansbergio, ghewesen dienaer des woorts der stede Goes, dewelcke voor 
haer het woordt voereDde int corte heeft verclaert, dat d'intentie van de 
comparanten voornompt was, het appel, bij haer over eenighejaeren ghedaen 
van de sententie des coetus over mrs. Phtlippum ende Petrum Laxsbergios , 
voor desen sijnodum te verheffen, versouckende dat bij don sijnodo daerop 
wierde gheledt ende van de voorghemelde sententie gheoirdeelt. Tot wekken 
eijnde zij overgelevert hebben een seecker gheschrift, onderteeckent Adriaen 
Dignüssen Greelmaecker ende Pieter Vereijcken , sich qualificerendc 
diaconen, hetweleke van den praeses ontfanghen zijnde, naerdat zij ver- 
claert hadden niet meer voor dien tij t te hebben om mondelinghe te 
verthoonen, zgn vuijt de vergaederinghe ghedimetteert Is terstondt, 
naerdat de voorseijdo broederen van der Goes zijn vuijtghestaen, haer schrif- 
telijck vertoch ghelesen, waerbij zij int langhe verhaelden haere beswaer- 
nissen teghens de voorghemelde sententie des coetus ende versochtcn, 
dat haer appel, daervan ghedaen, bij desen sijnodo zoude ontfanghen worden , 
waerover (alsoo den tijdt van de besoignen verstrecken was) de deliberatie 
vuijtghestelt is tot naer den middach. 

Is bij de vergaederinghe goetghe vonden op te zoucken de acten des sijnodi 
Ziericxzeanae , alwaer te vooren int lesen was ghemerekt, dat van het 
appel der broederen van der Goes oock was ghehandelt. Ende is daer vuijt 
bevonden, dat hoewel de broederen voornompt aen de eerste provincialen 
sijnode hadden gheappelleert, dat zij nochtans ghesindt waeren van den 
sijnodo tot Ziericxzee te decimeren ende haer zaecke tot den sijnodum 
nationalem tot Dordrecht te betrecken , versouckende dat de vergaederinghe 
tot Ziericxzee daervan kennisse zoude nemen. Ende hoewel hun bij 
expresse apostille op haer vertooch was gheantwoordt, dattet hun vrijstondt 
haer appel te verheffen, daer zij hetzelve hadden ghehechtet ende dat de 
sijnodus noch eenighe daghen daernaer bijeen bleeff om van haer zaecke te 
connen handelen , zoo en zijn s\j evenwel niet verschenen, maer hebben naer 
het scheijden des sijnodi door Petrum Lansbergium D. Hermannus Faukelio , 
die praeses des sijnodi was gheweest, laten weten, dat zij alsnoch bij haer 
meeninghe persisteerden ende gheresolveert waeren den sijnodum nationalem 
tot haeren rechter te nemen , hem ende de ander gedeputeerde insinueerende 
sich te bereijden om aldaer in verantwoord inghe teghens haer te commen 
ende tot dien eijnde alle de stucken, daertoe behoorende , mede te bringhen. 
Op hetweleke bij de vergaederinghe gheledt zijnde, is terstont gheoordeelt 
gansch qualijck van de broeders voornompt daerinne gheprocedeert te zijn, 
dat zij den eersten sijnodum Zeelandiae, aen denwelcken zij gheappelleert 
hadden, waeren voorbijghegaen ende eenen anderen rechter hadden vercooren, 



174 

namen tlijek den sijnodum nationalem. Doch om sich tot het meeste conten-- 
tement der eerw. broederen voornompt, zooveel als de stichtinghe van de 
ghemeijnte van der Goes conde lijden , te accommoderen, is goetghe vonden 
niet van stonden aen haer versouck aff te slaen, maer eenigbe vugt dese 
vergaederinghe te deputeren , die dezelve zonden p oogben sachtgens neder te 
setten , haer vertboonende dat vuijt dit haer bedrijff gheen hegl noch stich- 
tinghe maer nienwe onghemacken , beroerten , twist ende verwerringhe in de 
kercke van der Goes waeren te verwachten, dat het dienvolghens veel eerlijckcr 
voor haere persoonen ende dienstigher voor den welstandt van de kercke 
van der Goes zoude zijn, dat zij haer appel wonden laten vallen ende, zoo 
zij door ghevouchclijcke redenen haer niet en wilden laten van haeren 
voornemen di verteeren, dat zij weten moesten, dat de sijnodus aireede een 
peremptoire antwoorde op haer versouck hadde gheconcipieert , die zij te 
beduchten badden , dat tot haren voordeele niet en zoude vuijtvallen. Ende 
zijn daertoe gedoputeert mr. Willem Teelinck ende Pieter Beurt, welcke 
daernaer de vergaederinghe gherapporteert hebben, dat zij haeren last 
hadden vuijtghevoert ende, hoewel zij langhe met verscheiden redenen bjj 
de broeders voornompt hadden aenghehouden , dat zij van haer appel zouden 
desisteren ende de ruste van de kercke van der Goes ende ghemeijnschap 
met dezelve betrachten . dat zij nochtans haer daertoe niet en hadden connen 
beweghen ende cl e ij n e apparentie saghen, dat zij daertoe vooralsnoch zouden 
connen ghebracht worden. De vergaederinghe, dit rapport ghehoort hebbende, 
naer rijpe deliberatie over tghene, dat tot meeste ruste van de kercke ende 
stadt van der Goes diende ghedaen te wesen, inghesien hebbende dat de 
appellanten voornompt den rechter , aen denwelcken het appel ghedaen was , 
hadden verworpen ende bij ghemeene resolutie eenen anderen vercooren , bij 
denwelcken zij oock haer appel niet en hadden ghevordert, sijnde oock 
gheledt op haere qualiteijt, alsdat zij van den kerckenraedt niet meer en 
waren, van wien het appel was ghedaen, noch oock vuijt naeme van de 
menichte niet en conden spreecken , daervan zij niet en waren ghesonden , 
maer dat sulcx alsnu alleen voor het bedrijff van eenighe particuliere 
conde aenghesien worden, heeft goetghevondon haer versouck aengaende 
de gheinstitueerde appellatie aff te slaen ende dese sententie in forma te 
concipiëren , doch de resumptie ende vuijtijnghe tot Maendach vugt te stellen 
om te sien, offc de broeders voornompt sich middelertjjt zouden hebben 
bedacht om de vermaninghe des sijnodi, aen haer ghedaen, aen te nemen. 
Voor de resumptie van de geconcipieerde sententie is van de gedepu- 
teerde broeders, mr. Willem Teelinck ende Pieter Beurt, den sijnodo 
aenghedient, dat se op gisteren vuijt particuliere aen spraecke meijnden ghe- 
merckt te hebben, dat de appellanten voornompt noch wel zouden connen 
beweecht worden haer appel te laten vallen, mits datter iet conde bedacht 



175 

worden om de ecre derzelver, die zij meijndcn, dat daerdoor vercort zoude 
werden, zoo zij. haer appel niet en vorderden, te bewaren. Ende is tot 
dien eijnde den sijnodo ghethoont zeecker project, gheeoncipieert in deser 
voughen : 

De appellanten door inductie van de gedeputeerde der teghenwoordigbe 
sijnode zijn beweecht haer appel te laten vallen ende sicb tot de ghemeijnte 
binnen der Goes wederom te begeven ende nevens andere lidtmaten der 
ghcmeynte de stichtinghe van dien te betrachten, dit alles vuijt e ij n kei e 
sucht tot de h. ouffoninghe des godtsdiensts ende lieffde der eenicheijt, 
mits dat alle zwaricheden, vuijt de voorgaende handelinghen ontstaen, 
door de lieffde ende eeuwighe vergeten theijt zullen begraven zijn ende blijven. 

Dit concept is den broederen voornompt voorghehouden . Doch alsoo 
men verstond t, dat zij daer noch eenighe dinghen bij wilden ghevoucht 
hebben, die tot justificatie van haer doen ende nadeel van de sententie 
des coetus ende handelinghen , tzedert in de kercke van der Goes ghevolcht, 
zoude hebben connen gbeduijdet worden , soo heeft de vergaederinghc 
goetge vonden voort te gaen tot de resumptie van de gheconcipi eerde sen- 
tentie, die in forma ghestelt ende den appellanten voornompt voorghelescn 
is, als volcht: 

Sententie. — Op de propositie , mondelinghe ghedaen bij D. Petho Lans- 
bergfo, het woordt voerende voor joncheer Jan Pietebssen van Catz, 
Adriaen Andriessek Wiskercke, Dionus Ketelaeh, Anthonij EfJBERTSSEN 
ende Iemandt Janssen Nachtegael , die voor hun vertreck hebben overghe- 
geven zeecker gheschrift , gheteijckent bij Adriaen Dignussen Greelmaecker 
ende Pieter Vereijcken , hun qualificerende diaconen , haer beclaghende der 
kercken interest over de sententie des coetus cxtraordinaris , ghehouden binnen 
der stede Goes anno duijsent zeshondert ende derthiene den thienden Oc- 
tobris, hen daerover constitueerende appellanten, de eerw. sijnodus naer 
aenroupinghe van Godes naem, deurghelesen hebbende het voorschreven 
gheschrift, mitsgaders hetghene desen aengaende in de leste sijnode, ghe- 
houden tot Ziericxzee , was ghepasseert ende alle de acten , actitaten , brieven 
ende andere besoignen, daerop ghevolcht, ende bijsonder de missive D. Petri 
Lansbergti van den negenthienden October zesthienhondert ncgenthien , 
gheschreven aen D. Faukelium, praesidem sijnodi Ziericxzeanae , op alles 
lettende, daerop eenichsints te letten stondt, verclaert de appellanten ver- 
vallen te zijn van haere gheinterjecteerde appellatie ende dienvolghens in haer 
appel niet ontfanckelijck , vermaenende in den naeme onses Heeren Jesu 
Christi denghenen, die noch in ghebrccke zijn, tot Godes eere, stichtinghe 
haeres naesten ende gherusticheijt haerer conscientie niet langher van de 
ghemeijnte Christi alhier sich aff te houden. 

[Daernao hebben de voornoemde persoonen den synodo overgelevert een 



176 

geschrift van datum den 24 Feberuarij 1620, waerin sij haer beklagen van 
den handel des sijnodi, te kennen gevende dat se haere sielen in lijtsaem- 
heijt wilden besitten, totdat beter gelegentheijt sich sonde mogen presen- 
teren, als breeder in den brief, bij den synodo bewaert, te sien is.] 1 ) 

II" 1 . D. Pauwels Mazuerius, audiëntie bij den sijnodo verworven heb- 
bende, vcrthoont den broederen mondelinghe ende schriftelij ck , hoe com- 
merlijck het stond t met zijne beroupinghe op Calis, dat hij naer langhe 
verwachten gheen beroupbrieff van die kercke hadde vercreghen, jae ter 
contrarien dat hem van den Franschen predicant aldaer was aengheschreven , 
dat dien kerckenraedt van zijne beroupinghe gheen kennisse en hadde. 
Versocht daerora, dat het den sijnodo zoude ghelieven hem in zijne 
ghemeijnte van Ovesande staende te houden (daer hij nu al aff was ont- 
slaghen) totter tijt ende wijlen toe, dat hem een beroupbrieff in handen 
zoude bestelt zijn ende alsoo verseeckert, dat zijnen persoon aldaer zoude 
aenghenaem wesen , daervan hij eenichsints scheen te twjjffelen. 

De sijnodus, dese zaecke naerder in bedencken ghenomen hebbende, vraechde 
D. Mazüerium aff, oft hij oock gheerne in zijnen ouden dienst zoude her- 
stelt worden ; zoo jae , off hij een verclaringhe van zijnen kerckenraedt ende 
andere, die hierin te spreecken hadden, zoude connen vercrjjghen, dat 
zij bem gherne in den dienst aldaer zouden behouden. 

D. Mazuerius antwoorde op beijde: jae, ende dat bij naer zulcken ghe- 
tujjghcnisse zoude trachten. 

Hetwelcke hij naer eenighen tijdt vercreghen hebbende, heeft dat den 
sijnodo behandicht ende is bevonden te zijn in optima forma. Vindt daerom 
de sijnodus goet , dat hij in Ovesande etc. zijnen dienst zoude blijven betre- 
den, zoo zulcx bij respective dassen, die hierin ghemoeyt zijn gheweest , 
conde vercreghen werden. 

Ill cn . Sint Annelandt — Sijn inghestaen Jacob Cornelissen, bailliu van 
Sint Annelandt, ende Louus Adrïaenssen, hebbende credentie van meest 
alle de wethouders, tzamen vergaedert den tweendetwintichsten Febrewarij 
zesthienhondert twintich, onderteeckendt P. J. Thoren, ende hebben ver- 
socht, dat noch eenmael de verplaetsinghe haeres predicants Samuelts 
Schepenii mochte worden bevoordert, die nu veele jaeren van de classe was 
belooft ende bij haere kercke verwacht. Hebben oock eenighe schriftelijcke 
requesten overghegeven , welcke, den miserabelen staet der kercke tot Sint 
Annelandt te kennen ghevende , versochten , dat haeren predicant mochte 
worden verplaetst ende eenen bequamer dienaer in plaetse van dien ghesteldt. 

Dese schriften overghelesen zijnde, is D. Samuel Schepens inghcroepen 
ende hem aenghedieot de clachte ende het versouck zijnder kercke, waerop 



') Dit tusschen [] geplaatste ontbr. in onzen cod. en te aangevuld uit HH. 



lil 

zjjne gheloofte gheyolcht was. Hierop gaff hg voor antwoorde, bedrouft te 
zjjn , dat zulcken clachte teghen hem in desen sijnodo was ghedaen , aenghe- 
sien dat in de classe dese zaecke niet en was teenemael affghehandelt , 
welcker oordeel hij hem ghewillich hadde onderworpen ende alsnoch onder* 
wierp, tevreden zjjnde (naer het göetvinden des classis) verplaest te wor- 
den, al waer het in een gansche gheringhe plaetse, welcke zijne antwoorde 
hg oock schrifteljjcken heeft overghelevert. 

Is daerop goetgevonden de classe van Tholen ernstlgcken te vermaenen, 
binnen den tgt van zes maenden de verplaetsinghe te bevoorderen ende te 
sien, off zjj de verwisselinghe tusschen den predicant van Rujjmerswalle 
ende van Sint Annelandt zouden connen te weghe bringhen. Die van Sint 
Annelandt is dese resolutie aenghesegdt ende zijn vermaendt gheworden , 
sich ghevoucheljjck aen te stellen ende van alle te grooten curieusheijt 
te wachten , opdat de verplaetsinghe te bequamer zoude meughen te weghe 
ghebracht werden. D. Samueli is oock kennelijck ghemaeckt, wat in zijn 
zaecke is goetghevonden, ende vermaendt sich daernae te zullen schicken, 
twelck hjj oock belooft heeft te doen. 

uil 011 . Pantini causa. — Dewgle de ghedeputeerde van de Tholische 
classe in haere credentie expressen last hadden om zeeckere swarichejjt 
derzelver classe, die zjj teghens den persoon D. Johannis Pantini hadde, 
op desen sjjnodum te bringhen om in denzelven (achtervolghende de voorgaende 
begeerte der gedeputeerde des eer. magistraets ende kerckenraedts van der 
Tholen ende D. Pantini zelffs) ghedecideert te worden , soo is goetghevonden 
D. Pantinum te ontbieden om voor den sjjnodo te compareeren. Welcke 
ghecommen zgndo , hebben de gedeputeerde der classe overghelevert in handen 
des presidis eerst een verbael, inhoudende verscheidene beschuldinghen 
tegens den voornomden Pantinum , ende daernae r een pacquet van schriften, 
met des voorschreven classis zegel toegheseghelt , vervattende noch andere 
beswaringhe tegens Pantinum inghestelt, die ouder waeren ende over 
dewelcke hij in reatu was ghehouden gheweest bjj de voorschreven classe, 
soodat zg hem die te laste mochten legghen ende van nieuws ophaelen, 
zoo wanneer hij hem weder quaeme in eenighe ergherlrjcke sonde te 
vergrepen. 

De sijnodus, hebbende het verbael wel inghesien ende de vasticheijt van 
het narrée, daerinne begrepen, bewesen met het classisbouck van Tholen 
ende eenighe andere brieven ende ghetuijghenissen , daertoe dienende, heeft 
Pantinum fegharoepen ende hem te kennen ghegeven, dat de gedeputeerde 
der classe, faer hij een lidt van was, verscheiden stucken van accusatie 
teghens hem volghens haeren last hadden overghelevert ende met naemen 
een verbael, daervan hem door de classe een copie ter handt wasghestelt; 
Ac/a syn. provinc. V. 12 



178 

vraechde daerom , off hg eenighe antwoorde hadde op hetghene , dat daerin 
was begrepen. 

J. Pantinus claechde terstond t, dat zijn saecke in zgn absentie bg der 
handt was ghenomen, twelck zijns bedunckens niet en hadde behooren te 
gheschieden, aenghesien sulcx was streckende tot praejudietie van zgnen 
persoon, den kerckenraedt ende eer. magistraat der stadt Tholen, door 
welcker last (zoo hij zegde) hij versochte, dat dese zaecke ad primum 
judicom , namentlgck den kerckenraedt van Tholen, mochte werden gheren- 
voijeert ende door dien affghehandelt. Ghevraecht zgnde , off hij van desen 
last eenich bescheet conde thoonen, zegde: neen, maer dat hem sulcx met 
den monde was bevoolen, ende presenteerde den sgnodo bescheet te gaen 
haelen , egschende ter contrarien , dat de ghedepnteerde der classe met een 
acte zouden bethoonen den wille des eer. magistraets van Tholen te zgn, 
dat de zaecke haers dienaers hier in sgnodo zonde verhandelt werden, 
waervan zg (zoo Pantinus zegde) nogt acte zonden vercrgghen. 

De gedeputeerde van de classe hebben daerteghen met haer actenbouck 
bethoont , dat drie gedeputeerden vuijt den eer. magistraet met den kercken- 
raedt van Tholen (als zij bemerckteir, hoe Pantini zaecken stonden, ende 
dat de classis nu veerdich was om eens sententie over hem te strgcken) 
met grooter ernst versocht hadden , dat de classis hiervan wilde supersederen 
ende met haer ghelijckelgck de zaecke stellen in handen des sgnodi provin- 
ciaelis, welcke nu eersdachs zoude ghehouden werden. Welcken voorslach 
D. Pantino voorghedraghen zgnde, hadde denzelven ghowillich gheconsen- 
teert, waerop eerst met de meeste stemmen desen voorslach bg de classe 
is aenghenomen, alles blgckende bij het register voornompt. 

D. Pantinus antwoorde, dat den pensionaris Lijens desen voorslach niet 
en hadde ghedaen nomine magistratus maer vuijt zgn particulier versouck 
om den tgt te dienen (zoo hg zegde) ende om de hevichegt vanzommighe 
broeders neder te setten, hoewel hg sulcx niet orden telijck en achtede. 
Bleeff daerom bij zgn versouck, dat zijn zaecke tot den eersten rechter 
mochte weder ghesonden worden. 

De ghedepnteerde der classe antwoorden, dat D. Pantini replijcke niet 
en condè bestaen , aenghesien den eer. magistraet op de classe zelffs versocht 
hadde, dat zij in Pantini zaecke niet en wilden handelen tot Lilloo maer 
binnen haere stadt, beloovende de costen te draghen, als ghebleecken is 
vuijt een missive des eer. magistraet, aen de classe gheschreven ende in 
de sijnodo ghelesen, ghelijck oock zulcx gheschiedt is in de maendt van 
September zesthienhondert ende negenthien, waerop de sendinghe haerer 
gedeputeerde op de classis is ghevolcht. Daerenboven , onder de schriften 
Pantini, den sgnodo overghelevert, is gheweest een attestatie zgnes kercken- 
raedts , van drie persoonen onderteeckendt, waerin zg onder andere dinghen 



179 

ghetugghen, dat D. Panttni zaecken van den eer. magistraet ende keroken- 
raedt in des sgnodi handen waeren overghelevert. 

De sgnodus, de redenen, ter wederzijden voor haer ghebracht , gheexami- 
neert hebbende, heeft D. Pantino gheordineert ten principalen te antwoor- 
den ende vooreerst op bet verbael, daerin de classe deduceert verscheiden 
beschuldighen teghens zijnen persoon aengaende zijn huwelgck ende quade 
comportementen teghen de classe. Waerop hg gheantwoordt hebbende, is 
ghe vracht, off hij dese zijne verantwoordinghe in gheschrift niet en hadde 
ghestelt; zoo jae, is hem belast dezelve aen dese tafel te presenteren, 
ghelijck hij ghedaen heeft, daerbij vougende eenighe andere stucken met dese 
verclaringhe, dat hg zijn schriftelgcke antwoorde op het verbael den eer. 
magistraet ende kerckenraedt hadde verthoont, dewelcke daerinne ghehadt 
hebben een goet ghenougben. Heeft oock ghesecht, dat hij in zgne ghe- 
schriften eenich ghewach heeft moeten maecken van zijnen collega D. Beursio , 
doch met dien verstande dat hg hem niet in en treckt als parthge, dewgle 
zij versoende vrienden zijn, ende is daerom niet van meeninghe teghens 
hem te handelen. Boven desen heeft versocht, dat (ghednijrende zijne ver- 
antwoordinghe op het verbael) de gedeputeerde der classe van Tholen zouden 
vugtstaen, dewgle zij in dese zaecke zijn parthije waeren. Doch als de 
gedeputeerden daerop excipieerden, niets voor haer particulier teghens zijnen 
persoon te hebben ende daerom voor gheen parthije te willen ghehouden 
zgn, heeft hg bekendt, dat dezelve altgt oprechtelgck in zijn stuck gheoir- 
deelt hadden. 

De sgnodus, hierop omghevraecht zgnde, heeft eenstemmelijck verstaén , dat 
dese begeerte D. Pantini ongegrondt ende dienvolghens niet ontfanckelijck en 
was. Alle de schriften, ghelijck oock alle de acten ende actitaten, teghens 
den persoon Johannis Pantini inghebracht , zgn overlesen ende overwoghen. 
Onder andere is zeer naugheledt op een acte des classis, waerinne verhaelt 
werdt, dat hoewel Pantinüs om verschegdon groote fauten ghehouden wordt 
weerdich te wesen een sententie, die hem tot schade ende schande zoude 
strecken, dat zij nochtans door verscheiden intercessien ende consideratien 
goetghevonden hebben de gheheele handelinghe te suspenderen, mits hem 
houdende voor schuldich. Welverstaende, zoo hg quaeme nieuwe ergermsse 
te gheven , dat de voorgaende proceduren zouden in haer volcommen vigeur 
big ven, tot wekken egnde alle de stucken, dienende tot zgne beswaringhe, 
zouden werden bewaert. 

Ghevraecht zgnde, wat hg teghen dese acte conde zegghen, heeft ghe- 
antwoort daervan niet te weten ende halffelinghe de classe (ofte eenighe 
derzelver) van ontrouhegt beschuldicht. Wandt dat daer eenighen vrede 
tusschen hem ende de broeders des classis ghemaeckt zoude zgn, was hem 
wel indachtich, daerop hg haer oock de handt zoude ghegeven hebben, 

12* 



180 

maer loochende sterck, dat hg in reatu zoude ghehouden zgn. Haddeoock 
niet ghe weten, dat eenich woord t in de acte stond t desen aengaende be- 
halven nu, allegerende voor redenen, dat hg hem in zgn conscientie niet 
bewust en yondt ogt iet begaén te hebben, dat zijnen dienst conde be- 
vleecken; dat hg oock van zeecker vijff poincten van beschuldinghe , bjj de 
classe den kerckenraedt van Tholen behandicht (daerop hij* zegde dese acte 
te slaen), was bg den magistraet ende kerckenraedt voorschreven zugver 
ende innocent verclaert, ghelgck hij wilde doen blijcken bij zeeckere acten 
van dese collegien. Twelck nochtans de sijnode doceerde niet te connen 
zgn, de wgle vujjt collatie van den datum is bevonden, dat die acte des 
classis wel derthien maonden daernaer is ghevolcht Wat men hiertoe 
zegde, D. Pantinus bleeff bg zgne ghepretendeerde ignorantie, dat zulcken 
acte tusschen hem ende de classe zoude zgn ghepasseert. Tot naerder vol- 
doeninghe is hem in handen ghegeven een copie descr acte, opdat hij den 
aenstaende nacht daerop zoude ernstlgck dincken ende afflaten de classe 
ende haeren acten bouck van valsheg t te insimuleren, maer dat hg beter 
zoude doen de waerheijt te bekennen ende Gode eere te gheven. 

Daernaer in deliberatie ghelegt zgnde, wat wech men zoude ingaen in 
het eerste proces teghens D. Pantinum, is gootghevonden te wercke te 
gaen op het- vooroomde classebouck, als wesende een bouck, welckens 
acten ende actitaten bg kerckelgcke persoonen ende kerckelgcke vergaede* 
ringhen moesten wesen buijtten allen dispute. 

Daechs daeraen, als men D. Pantinum verwachte om zelffs in persoon te 
verclaren , off hg hem niet beter en hadde bedacht op de acte (daervan hem 
de copie was ghelevert), soo heeft hij een schrift den sgnodo toeghesonden 
(met excuse van sieckte), daerin hij bij zgn voorighe exceptie persisteerde, 
daer noch bijvoughende, zoo hem dese acte waere voorghelesen van woorde 
te woorde, ghelgck zg in het classebouck ghevonden wordt, dat men het 
zgne perplexsitegt moeste toeschrijven, dat hij doon daer niet beter 
op hadde gheledt, ende versochte de novo, dat dit zgn proces mochte 
gherenvogeert werden aen den eersten judicem. Is voorder gheledt niet 
alleen op het verbael des laetsten proces, welcke de classe van Tholen 
teghen D. Pantinum hadde inghestelt, maer oock op het provisioneel 
beslugt, welcke zg ghemaeckt hebben over hem, in presentie van eenighe 
gedeputeerden des eer. magistraet ende den kerckenraedt van Tholen, 
waerin duijdelgck werdt verclaert, dat D. Pantinus met de stucken, daer 
vermeit, erghernis heeft ghegeven, dat die groot is ende publijcq ende 
oversulcx straffbaer. Welcke senten tien der classe, rustende op sulcke 
fondamenten, die den sgnodo zgn verthoont, worden ghehouden den zeecker- 
sten gront te zgn, daerop de sgnodus haer sententie mach bouwen. Vindt 
daerom goet dezelve in hare acten te insereren. 



181 

Extract vuijt het classebouck der stede van der Tholen, beginnende 
als volcht: 

Den X en October zesthienhondert zeventhien tot Scherpenisse. 
Ejjndelijck ghecoromen zijnde tot de bedrouffde ende langhe ghetraineerde 
handelinghe D. Pantint , de broeders noch in goede ghedachtenisse hebbende 
de beschuldinghen t in de voorgaende classe ten vollen ghehoort, ende 
de ghetuijghen daervan zoo ghelooffweerdich , hebben dezelve zoodanich 
bevonden ende van stikken ghewichte, dat zooverre men dezelve naert 
rigeur des goddelijcken rechts, begrepen in de H. Schriften bgsonders des 
h. apostel Pauli 1 Timot 3:1; Titum 1:7, 8, 9, in dcwelcke hij schrijft 
de regelen, naer vuijtwijsen derwelcker deghene, die totten h. dienst des 
woorts zullen worden ghebi ugckt, haer leven ende conversatie nootsaeckelijcken 
moeten hebben ghereguleert , ende daertoe naert recht der ghearresteerde 
kerckenordeninghe int stuck van de discipline over den kerckendienaren , 
die haer hebben verloopen , zonde examineren ende recht doen , dezelve niet 
en zonde connen affloopen dan tot des voorschreven Panttni zeer groote 
schande ende schade. De classis diesniettegenstaende aenmerekende de 
bedroeffde ghesteltenisse der kereken deser Gheunieerde Pro vin tien int 
ghemegn ende gheledt hebbende op de intercessie veeier voornementlijcker 
mannen ende die van groote authoritejjt ende aensien, zoo buijten als 
in dese classe, ende voornemen tlgck zijns kerekenraedts ende zijns collegae 
Bursi, meenichmael instantelijck ende met groote beweginghe ghedaen, 
ghelijck oock bjj vcele broeders des classis int bijsonder, dewelcke oock 
hebben verclaert, dat zoo hij in den dienst zonde moghen gheleden wer- 
den, dezelve niet en zonde gheheel onstichtelijck wesen, overmits door de 
langhe procedure de ghemoederen veeier haerer kereken nu zijn als tot 
s til heg t ghecommen, ende oversulex de haeste procedure nu niet en zoude 
connen gheschieden zonder de kereke van Tholen eenichsints opnieuw te 
beroeren ende de vijanden der waerheijt den mondt tot veele lasteringhen 
te openen, willende oock bethoonen, dat niemandt der broederen naer zijn 
verderff zoude haken , maer liever hopende dat een sachter procedure hem 
zoude moghen dienen tot waerachtich berou ende beteringhe zijns persoons, 
soo ist dat de classe om alle voorgaende consideratien goet vindt niet te 
treden in voorder handelinghe met hem ende evenwel, om eenmael daervugt 
te commen, de gheheele zaecke ende handelinghe te suspenderen, mits hem 
houdende voor schuldich, met conditie dat hij voor de vergaederinghe 
solempnelijck zal belooven , dat hij hem van nu voortaen in allen manieren 
zal draghen als het eenen goeden ende trouwen dienaer des goddelijcken 
woorts betaeint. Ende bg zooverre hij anders dede (twelck Godt verhoede) 
ende hem al soo zoude commen te draghen , dat nieuwe ergernissen bg hem 
zouden worden ghegeven , soo verstaet de classe , dat de voorgaende proce- 



182 

dure zal bij] ven in haer volcommen vigeur, tot welcken egnde alle de 
stucken, dienende tot zijne beswaeringhe , zullen worden bewaert om in 
tjjden ende wijlen, naerdat noodich zal bevonden werden, de nieuwe ende 
oude ergernissen tzamen ende meteenen naert vuijtwjjsen van Godes woort 
ende de ghearresteerde kerekenordeninghe wech te nemen. Dit D. Pantino 
voorghedraghen zijnde, heeft hetzelve aenghenomen ende belooft de voor- 
ghestelde conditie in alle manieren naer te comineo, met handtghevinghe 
aen alle de broederen, hetwelcke allen den broederen grooteljjcx verblijdt 
heeft. 

Den thienden September zesthienhondert negenthien tot Tholen. 
De voorschreven beschuldighen zijn opentlijck voorghelesen. De zaecke 
D. Panttni is int langhe ende breet tot verscheijden mael ghe ventileert , 
veele discoursen zjjn daerover gbevallen ende alle de broeders, niemandt 
vuijtghesondert, mitsgaders oock de ghedeputeerde heeren, hebben gheoir- 
deelt, datter ergernisse zfl, dat se groot is ende publiek, ende dat 
D. Pantinus niet zonder schuldt ende straffbaer is. 

Niettegenstaende laoghe ende rijpe deliberatie over het stuck D. Panttni, 
waerdeur de zaecke ghedisponeert werdt om een sententie nomine sijnodi 
over zijnen persoon te strijeken, soo is bij dese vergaederinghe goetghe- 
vonden D. Pantinum tot overvloet noch eens in te roupen om hem wel 
duydeljjck te kennen te gheven, dat wij van meen in ghe waercD onse sen- 
tentie te ionderen op hetghene ons vtrijt de acten der classe van Tholen 
zoude worden bewesen ende met naemen oock op de provisioneele sententie, 
van hem met handttastinghe aenghenomen , anno zesthienhondert zeventhien. 
D. Pantinus heeft hierop gheexcipieert, dat hij noch zijn kereke noch den 
eer. magistraét van Tholen niet en hebben gheweten, dat hier iet zoude 
ghehandelt werden, behalven hetghenen in het verbael (hem toegesonden) 
is vervaet, dat zij oock niet en zouden verstaen, dat desen aengaende iet 
bij den synode zoude verhandelt werden, versouckende daeromme de 
novo, dat dese zaecken in handen des kerekenraedts van Tholen mochten 
werden ghestelt. Beschuldicht oock de classe , dat zij in dese eerste sen- 
tentie niet trouw elijck ghehandelt hadde, maer ghesteldt dat haer hadde 
goetghedacht. Zeijde daerbenevens, dat de classe het eerste proces in handen 
des kerekenraedts hadde ghestelt, haer recht aen den kerekenraedt ende 
magistraét van Tholen overleverende. 

Den raedtsheer Hiijssen ghevraeght zijnde, wat men best in de zaecke 
D. Pantini zoude doen, excuseert hem eenighen raedt in dese zaecke te 
willen gheven, omdat in het eerste proces van zijnen swagher Brou 
ghewach is ghemaeckt. 

De sgnodus, bemerekende dat D. Pantinus veel zegde, daer hg mintate 



183 

bewgs niet van en hadde ende hetwelcke oock bngtten redenen ende appa- 
rentie was, ende dat hg niet en dede dan even hetzelve zegghen, dat hg 
te voeren gheseijt hadde , dan excipieren , cavilleren etc. , vindt goet tot het 
formeren ende vuijtsprecken der sententie zelffs te commen, ghelgck de 
sijnodus dese naevolghende sententie ghesteldt ende goetghevonden hebbende, 
door den assessorem heeft doen prontincieren in presentie van D. Pantino. 

Sententie. — Alsoo de gedeputeerde der classe van der Tholen volghens 
haren last desen sijnodo hebben overghelevert zeeckere gheschriften, ver- 
vattende de voorghemelde classe tweederleij procedure ghehouden teghen 
den persoon van D. Johannes Pantinus, dienaer des godtlijcken woordts 
binnen der stadt Tholen, ten egnde dat de sgnodus, daervan oordeelende, 
de gheheele zaecke zoude ten diffinitive decideren, ghelgck te vooren van 
de gedeputeerde des eer. magistraets van der Tholen, mitsgaders hem 
Pantino , zeer ernstelijck was versocht ende van den kerckenraedt toeghe- 
staen, blgckende sulcx vuijt de acten vantclassebouck, soo istdat, de sgno- 
dus eerst ghesien hebbende het tweede bij de classe van der Tholen teghen 
den voorsegden Pantijn inghestelt, sijn naer rijpe overweginghe de beschul- 
dinghen, teghens denzelven Pantijn daerinne voortghebracht, zoodanich 
bevonden , dat men gheoirdeelt heeft gansch nootsaeckelgck te wesen voort 
te treden tot ondersouckinghe van het eerste proces, hetwelcke (hoewel 
hjj 'daerinne voor schuldich werdt bekendt) nochtans door verscheiden 
intercessien ende consideratien in suspens was ghehouden, mits conditie 
dat hg Pantinus solempnelijck voor de vergaederinghe zoude belooven, hem 
voortaen als het een vroom ende ghetfouwen dienaer des goddelgcken 
woordts betaemt, te draghen ofte andersints dat de voorgaende procedu- 
ren, teghens hem aengheleijdt, zouden big ven in haer volcommen vigeur, 
hetwelcke hij oock heeft aengenomen ende belooft de voorghestelde condi- 
tien in aller manieren naer te commen , met handtghevinghe van alle de 
broederen. Vuijt welcke ondersouckinghe tot groote droufheijt ende leet- 
wesen deser vergaederinghe gheblecken is, dat noch andere verscheijdene 
groote sonden denzelven Pantino van de voorschreven classo te laste zijn 
gheleijt ende door ghelooffweerdighe ghetuijghen, daerover ten vollen ghe- 
hoort, zgn gheverifieert naer vuijtwijsen van het classebouck. Oversulcx 
de sgnodus, op alles serieuslgck ende in de vreese Oodts gheledt hebbende , 
waerop int oversien van beijde de proceduren te letten stondt, naerdat 
oock hij Pantinus te vooren op de resolutien zijner classe, desen aengaende 
ghenomen, tot verscheijden maelen is ghehoordt, oirdeelt mits desen den 
voorseijden Pantinum overtugcht te zijn van oproer in de polgtie , van leughen- 
tael (ghelijck oock zelft's in dese sijnodale vergaederinghe), van valschegt 
ende ontrouwe handelinghe met zgnen naesten, moetwillighe verachtinghe 



184 

zjjner classe, groote ergernisse gegbeven in het onbescheiden aengaen ende 
beleven van zijn laesto huwelgck, alsoock door de scheijdinghe van zgn 
huisvrouw, daerop ghevolcht, noch ghenouchsaeme devoir tot hiertoe 
ghedaen om met dezelve wederom te vergaederen , welcke dinghen alle , 
dewijle zij reghelrecht strijden teghen do deuchden, die in de dienaren 
des woorts naer rugtwijsen der leere Pauli Timoth. 3, Titum 1 wer- 
den veregscht, endo menigherleij oirsaecken van aenstoot ende lasteringhe 
zoo binnen als buitten den lande verweecken, soo verclaert desen sijnodus 
den voorschreven Pantinum onweerdich te zgn het predickampt langher te 
betreden ende beveelt, dat bij van nu aff van de bedieninghe deszelven 
dadolrjcken zal afflaten, hem oock verbiedende het schoolampt binnen der 
stede Tholen te ouffenen, ghelijck oock de sijnodus verstaet, dat hg door 
den kerckenraedt aldaer van des Heeren avontmael zal affghehouden werden, 
tot aller stondt dat hij waerachtich leetwesen bethoont ende, hem met de 
ghemejjnte Cbristi versoent hebbende , met ad vijs des classis stichtelijcken 
wederom zal connen toeghelaten worden. 

Actum den zevenentwintichsten Februarij zesthienhondert twintich. 

V««. Om dese sententie D. Pantini vugt te voeren, werden gedeputeert 
D. Cornelius Begius, assessor , D. Wilhelmus Teelingius ende den heer 
rentmeester Everard Bets. D. Teelingio is opgheleyt den last van het 
predicken ende het goetvinden des sgnodi van den predickstoel voor te lesen. 

Is voorghelcsen eenen brieff aen den sijnodum, gheschreven van den 
kerckenraedt van Middelbaren, onderteeckent A. van den Berohe, recom- 
manderende eenen Adriaen Cornelissen, cleermaecker , tot proponent, 
betuijghende dat hjj een man is van goede gaven. Is goetghevonden 
tondersouck zijner bequaembeijt aen de classe van Walcheren te defereren. 
[Alsvooren opt 4 C cap. is geseijt.] 

Cap. VI«. 

Noch eenighe andere resolutien ende handelinghen, soo 
nopende het honden der synoden in toecommenden tijt als 
oock tot den tegenwoordigen sijnodum behoorende. 

I en . Is goetghevonden t dat men voortaen in het vnijtschiijvon der beswa- 
ringhen der kereken onderscheijt zoude maecken tusschen gi v avamina ende 
versoucken ; item dat men gheen gravamina en maecke, daervan men gheen 
hijpothesin en heeft. Insghelijcx is bij de gedeputeerde heeren der Ed. 
Mog. heeren Staten van Zeeland t vuyt naemen haerer principaelen den 
sgnodo voorghedraghen , dat het haeren wille is, dat men in het vtujt- 



185 

schrgven der gravamina de versoucken van poljjtjjcke zaecken daerinne niet 
en vermeijnghe, opdat alle inconvenienten mochten werden verhoedet, 
daerbenevens dat zg niet op een nieuw en stellen zaecken, die eens off 
meermael verhandelt zjjn. Voorts werden alle kerckenraeden vermaendt, 
dat zjj van alle casus niet terstondt gravamina en maecken, maer liever 
arbeiden die, zooveel doenelgck is, nae Godts woort ende kerckenorde- 
ninghc aff te handelen ende, zoo zij erghens in beswaert big ven, de hnlpe 
van haere dassen te ghebrnijcken. 

II en . Om de yersoucken deses sjjnodi te bevoorderen bjj den Ed. Mog. 
heeren Staten van Zeeland t, werden gheoirdineert onse weerde broeders 
D. Gersom Bucehus ende D. Wilhelmus Teelingtos. 

III en . D. Hermankus Faukelius, ghewesen praeses sfjnodi Ziericxzeanae , 
heeft in dese vergaederinghe overghelevert de acta sjjnodalia ende is be- 
danckt gheweest over zijnen dienst van de bewaringhe derzelver. 

Ull cp . Tot de classe van Tholen succedeert nu de beurte van classis 
sgnodael te weeën , oversulcx zal alle synodale stucken ende pampieren ende 
het zegel sjjnodael in haer bewaringhe nemen. Ende wordt mitsdesen de 
classe van den Goes bedanckt ende ontsleghen van haren dienst 

V cn . De beurte van de versorghinghe der cruijskercken is ghecommen tot 
de classe van Zuijtbevelandt. 

VI en . De censura morum is ghehouden ende de Ed. heeren Raden, tot 

desen sijnodum van de Ed. Mog. heeren Staten van Zeelandt ghecommit- 

teert, zijn bedanckt over de assistentie, aen dese vergaederinghe ghedaen. 

Eijndelinghe naerdat de dancksegginghe tot Godt ghesprocken was, is de 

vergaederinghe met vrede ende vriendtschap gheschegden. 

[Opt 6 e cap. — Is goetgevonden , dat den inhouden deses cap. sal 
werden gerefereert inter canones.J 

Conditien, op dewelcke de sjjnodus goetvindt, dat zal dienen 

acht ghenomen te werden in de collatie der bursen, die tot 

alimentatie van de studenten in de h. theologie bjj de Ed. 

Mog. heeren Staten van Zeelandt aireede geordineert zijn 

ende noch zouden moghen gheordineert werden. 

I en . Dat sulcke studenten zullen moeten van ecrlgcke ouders gheboren 

Z(jn, opdat door haere oneerljjcke affcompste het ministerium in gheen 

verachtinghe en comme. 



186 

n en . Men zal acht nemen op de clouckste verstanden , tot wekken egnde 
aen gheene de burgen en zullen vugtghedeelt werden, off zjj en zijn ten 
minsten veerthien jaren oudt, hebbende zulcken eenen voortganck ghedaen 
in de studiën ofte, noch onghelettert zijnde, bevonden werden zoo treffelgck 
van Godt begaeft, datter zonderlinghen dienst voor Oodts kercke van haer 
t'eenigher tyt zjj te verwachten. 

m en . Dat zij oock ghetuijghenissen zullen hebben van eenen goeden 
aerdt, ende dat eenighe treffeLjjeke beginselen der waere godtsalicheijt in 
haer zullen worden ghespuert. 

nn*°. Dat, zoo haest als zij een burse zullen hebben ghecreghen, zij 
onder de curateuren der schooien van de steden, daer zjj de collatie van 
hebben, zullen moeten staen, zoo ten aensiene van hare studiën als het 
comportement haeres levens, ende sich oock al tijdelijcken tot het gbebruyck 
des <h. avontmaels bogheven , opdat zij al vrouch een exemplaer der godt- 
salicheyt wesen mochten onder de studenten. 

Ven. D a t 21J, vugt de hooghe schooien vertrocken zjjnde, (zoolanghe als 
daer gheen theologicum collegium voor Zeelandt opghericht en is) het opsicht 
van de professoren der h. theologie ende dienaren der kercken aldaer zullen 
bevoolen werden ende altoos bereijdt zgn den curateuren (wanneer zjj zulcx 
zullen goetvinden) reeckenschap van haeren voortganck in de studiën ende 
conversatie des levens te gheven. 

VI 60 . Dat se oock eenen behoorlijcken tjjt in de accademien zullen bleven 
noch veraoghen daervuijt te scheijden , dan mét consent van de curateuren 
voornompt, ende zullen ghehouden zjjn haere studiën oock in de accademien 
naer het goetvinden haerer curateuren aen te stellen ende sich al vrouch 
niet alleene te ouffenen in de theorie maer oock in praxi theologiae, ghelyck 
oock tzijnder tijt haere examen daernae zal moeten aenghesteldt werden. 

Vü en . Dat zij niet en sullen buijtten slants rejjsen, dan als de curatoren 
vuijt zonderlinghe consideratien dat gheraden vinden, die hun dan oock de 
accademien zullen aenwjjsen, daer z|j sich zullen hebben t'onthouden, ende 
hun met bijsonder brieven het opsicht der professoren ende kerckendienaeren 
aldaer bevelen. 

VIII en . Dat zij, thuijs ghecommen zjjnde, sich oock (soo haeren kercken- 
raedt zulcx oirboir can achten) tot het voorlesen in de kerckelijcke ver- 
gaederinghen zullen laten ghebruijcken ende voorts in de propositien, ghebeden 
ende andere ouffeninghen , tot het predickampt dienstich , sich beneerstighen, 
totdat zij tot den dienst der kercke zullen beroupen worden, daerop zij 
oock lanckmoedichlijck zullen wachten, zonder meer te doen om eenighe 
beroupinghe te bëcommen, dan dat z|j sich neerstelijck ouffenen in haere 
studiën ende gheduijrich zijn in het propo neren om sich alsoo den classis 
ende kercken kennel^ck te maecken. 



187 

IX e0 . Dat zij de theologissche studiën niet en zullen moghen verlaten om 
sich tot een andere maniere des levens bugtten den dienst der kercken te 
begheven, tenzij daertoe van te vooren van haere curateuren ende eer. 
magistraet, daer zij de beurse van hadden ontfanghen*, om ghewichtighe 
redenen ghelicentieert zijnde , op pene van, hierteghens doende, de penninghen, 
die zü tot haere studiën vant landt ghenooten hadden , te moeten restitueren, 
ghelijck ditzelve oock teghen hun gelden zal , zoo zjj zelve door haere quade 
comportementen (dat Godt verhoede ende daerteghen al vrouch zal moeten 
versien worden) sich des dienstes onweerdich maecken. 

X* n . Ende om te beter keure van studenten te becommen zoo vindt oock 
de sijnode gheraeden, dat men in de predicatie des woordts d'occasie l'elcken 
zal waernemen om de goede ghemejjnte te vermaenen, dat zij haere kin- 
deren, daerin zij zonderlinghe ghaven ende gheneghentheijt tot de godt- 
salichegt connen speuren, tot desen h. dienst zoudon schicken ende op trecken. 
[Dese conditien werden geapprobeert, als ad. 2. art. cap. 2 gesecht is.] 

Formulier van ondertefjckeninghe der leere, in sgnodo 
nationali beraempt ende bij desen sjjnodo aenghenomen. 
Wij ondergheschreven dienaren des goddelijcken woorts, resorterende 
onder de classo van Zeelandt , verclaren oprechtelijck in goeder conscientie 
voor den Hcere met dese onse onderteeckeninghe , dat wij van herten ghe- 
voelen ende gheloven , dat alle de artijckelen ende stucken der leere , in dese 
Confessie ende Catechismo der Nederlantsche Ghereformeerde kercken begre- 
pen, mitsgaders eenighe verclaringhe over de poincten der voorschreven 
leere, in de nationale sijnode anno zesthienhondert negen thien tot Dordrecht- 
ghestelt, in alles met Godes woordt overeencomen , belooven derhalven , dat 
wij de voorschreven leere naerstelijck zullen leeren ende ghetrouwelijck 
voorstaen, sonder iets teghen dezelve, tzij opentlij ck ofte besonder, directelijck 
ofte indirectelijck, te leeren ofte te schrijven , gelijck oock dat wij niet alleene 
alle dwalinghen, daerteghen strijdende, ende namentlijck die in de voor- 
schreven sijnode ghecondempneert zijn , verwerpen maer oock zullen teghen- 
staen, wederlegghen ende helpen weiren. Ende indien het zoude moghen 
ghebeuren, dat wij nae desen eenich bedencken ofte ghevoelen teghen de 
leere ofte eenich poindt derzelver zouden moghen crjjghen , belooven wij , 
dah wij tzelve noch opentlijck noch heg mei ij ck zullen voorstellen, drijven, 
predicken ofte schrijven, maer dat wij tzelve al vooren den kerckenraedt , 
classi ende sijnodo zullen openbaren om van dezelve gheexamineert te wor- 
den, bereijt zijnde het oordeel derzelver altijt gewillichlijck ons te onder- 
werpen, op pene dat wjj, hiertegen s doende, ipso facto van onsen dienst 
zullen werden ghesuspendeert. Ende indien t'eenigher tijden de kercken- 
raedt, classis ofte sgnodus om ghewichtighe oorsaecken van naduncken zoude 



188 

moghen goetvinden tot behondinghe van de eenichegt ende sug verheg t in 
de leere van ons te vereijsschen onse naerder ghevoelèn ende verclaringhe 
over eenich artgckel van de Confessie, Catechismus ende sijnodale vercla- 
ringhe voorschreven, soo belooven wij oock mitsdosen, dat wij daertoe tot 
allen tyden zullen bereijt ende willich wesen op pene als boven, behoudens 
het recht van appel in casu van beswaringhe, gheduijrende welcken tijt 
van appel wg ons nae de vujjtsprake ende ordre des sijnodi provincialis 
zullen reguleeren. 

Ende was onderteeckent : Gersom Buberus, sgnodi praeses, Cornelius 
Regius, sgnodi assessor, Laurentius Boenaert, scriba sgnodi, Willem 
Teelinck, Lucas Spiringïus, Loutjs van der Vesten, Job du Rieu ende 
Hebbestts Ridder. *) 

Oersom Bücerüs, sgnodi praeses. 

Cornelius Regits, praesidis assessor. 

Laurentius Boenaert, scriba sgnodi.*) 

De insolentien der papen onder het marquisaetschap van 
Bergen sijn desen: 

1. 
Ongeschicktheijt in leven, als dronkenschap, hoererie ende diergelycke. 

2. 

Lasteren tegen God te woort , de sacramenten , Gereformeerde religie ende de 
overheden der Vereenichde Provinciën, soo openbaerlyck in haere kereken 
en op straten, als particulierelijck in hugsen, herbergen en alle geselschap , 
daer sij komen. 

3. 

Jae komende ten huijse der GerefoiTneerde ofte dergener , die onse kereken 8 ) 
frequenteren , deselve stoutelyck derven schelden , beschimpen , bespotten , 
dreygen en vervloucken, verdommen ende excommuniceren, oock selfs 
wanneer die sieck syn. Bedrgven alle diergelijcke 4 ) insolentien om alsoo de 
slechte ende eenvoudige luyden te doen vreesen, twijfelen en in sullcken 
benoutheyt komen, dat sij alle troost vergeten en wanhopen mochten. 

4. 

Ondertrouwen bovendien en trouwen die papen persoonen, die se noijt 
en kenden noch en sagen. 



') In HH volgt hierop als apostil: „Opt formulier. — Alsoo dit aireede is geschiet, 
werdt niet noodich gevonden hierop iet vorder te doen. M Dit komt ook voor in FF 
en ed. 1755, doch ontbr. in CC. '*) Deze onderteekeningen van praeses, assessor en 
scriba zijn eigenhandig. »)„kercken" ontbr.inFF. 4 )„allediergeüjcke" CC heeft „allerlei". 



189 

5. 

Item ondertrouwen en trouwen deselve al op eenen ') dach, sonder voor- 
gaande proclamatien, latende met geit redimeren en affcoopen. 

6. 
Noch trouwen sij jongelujjden tegen den danck van haere ouderen, wan- 
neer de kerckenraden tselve om goede redenen geweygert hebben te doen. 

7. 

Ja derven in den houwelycken staet bevestigen sulcke persoonen, die 

volgens Godts woort en placcaet van politie oock selfs van de Roomsche 

kercke om haer maechschaps wille niet en mogen in houwelyck vergaderen. 

Opt de insolentie. — Is hierop geresolveert, als opt 9 arti. cap. 2 is 

aengeteykent. 

Aldus besloten ende gearresteert ter vergaderinge van de heeren Staten 

van Zeelant den 12 OT Novembris des jaers 1620, alsmede den laesten Julg 

en 2 en Augusti des jaers 1621. 

Ter ordinantie van derselve: 
Bobeel. 



[Brief der synode van Goes 19 April 1597 aan den Prins van 
Oranje over het tractement te Steenbergen.]*) 

Hooggeboren vorst, zeer genaedige heere! 
Also een ouderljjnck der kercken van Steenbergen wt gemeenschap, 
dewelcke zjj met den kercken van Zeeland t houdt, voer ons verschenen 
is ende versocht heeft eenen kerckendienaer in de plaetse des afgestorvene, 
meteenen betoonende hoe zjj mits het kleyn traictement, welck de die- 
naeren des woerdts aldaer tot noch toe genoten hebben , zeer quaelick eenen 
kerckendienaer connen becomen, so ist /lat wy wt liefde, die wg de gemeente 
van Steenbergen voersz., ons naebuerigh zynde, toedraegen , niet en connen 
naerlaeten uwe Excellentie ootmoedelick te bidden, dat het deselve gelieve , 
achtervolgende de goede affectie, dewelcke zjj allesins den christelicken 



i) „eenen" ed. 1755 heeft „eenen en denzelven." Evenzoo CC en FF. *) Zie over 
dit stuk bl. 42, sub VI. Wy ontvingen dezen brief uit het class. archief van Goes, 
toen de acta van Zeeland bijna afgedrukt waren. Van het adres waren alleen 
overig de woorden: „Aen .... e Excie." Doch de strook om den brief, waarop 
het andere gestaan heeft, is misschien by het openen weggeraakt Ook het synodaal 
zegel is afgebrokkeld. Buitenop staat met een latere hand: „Brief des synodi van 
Zeelandt van date den 19 April 1597 aen syn Excelle, recommanderende den 
kerckendienst binnen Steenberghe." Hoe dit stuk weer onder de synodale papieren 
gekomen is, blijkt niet, want het bevat geen apostil by wijze van beslissing op 
het verzoek. 



190 

kercken bewyst, het traictement des ministers, dewelcke binnen der stede 
voersz. sonde mogen beroepen worden, te vermeerderen, opdat het rycke 
onses Heeren Jesu Christi midden onder den vyanden niet verhindert, 
maer den armen lieden de oorsaeke van nae den paepen te loopen ontno- 
men worde, niet twyffelende of Christus, de conijnck aller coningen, en 
sal tselve in andere wegen overvloedich vergelden, denwelcken wjj bidden, 
hooggeboren vorst ende genaedige heere, uwe Excellencie in zyne heylige 
hoede te nemen ende in alle syne goede aenslaegen voerspoet te verleenen. 
Wt onse synodale versaomelinge binnen der Goes desen 19 en Aprilis 1597. 

Uwe Excellencie seer onderdaenige ende toegeneychde 
dienaeren, de ministers ende ouderlyngen des provincialen 
synodi van Zeelandt, 

ende in aller naeme 
Philippüs Lansbergius, synodi praeses. 
Henricus Heiningius, scriba synodi. 1 ) 



i) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. 



OVERIJSEL 



Synodus tertia Camfiensis. 

Acta synodi 9 den 24 Martij anno 1584 binnen 
Campen geholden^ daer vooreerst Hermannus 
Wijfferdingh tot praeses , Joannes Mathiae tot 
een assessor, Jacobus Strydonck toe een scriba 
nae aenroepinghe des heijlighen namen Godts 
vercoren ende dese navolgende stucken verhandelt 
syn. 

1. 

Alsoo in synodo bjjnnen Deventer den 9 Aprilis anno 1583 die kercke 
van Deventer opgelecht, allen vlijt aen toe wenden toe becoomen een cor- 
rect exemplaer in Fransoijs ende tselve metten Latynschen ende Duijtschen 
exemplaeren te confereren , daermeede die incorrectheyt der exeinpelaren der 
Nederlantscher Belijdeniss, anno '80 tot Antwerpen gedruckt, wechgenoo- 
inen *) mach worden , is bij den broederen tselve in desen synodo den van 
Deventer weder opgelecht toe beneerstigen , dat het alsnoch m och te geschyden. 

2. 

Iss bij den gemeenen broederen beslooten , dat men alle schrijfften , den 
broederen in eenige sijnodis versamei t overgelevert, sal beholden end ghene 
partien weder restituweeren , tsij met consent des sijnodi. 

3. 
Sooveele die extraordinarische dope belanghet der crancke kinderen, sal 
men sich refferieren den zy *) artyckel, binnen Dordrecht gheholden *). 

4. 
Alsoo een onverstandt tusschen die kercke van Campen ende haren 
dienar Johanne Babnardi erresen wass, ess tselve bij den synodo, pro et 
contra gehoret synde, gantschelijc geremedieret end vrentelijck nedergelecht. 
End bekant die kercke toe Kampen, dat haer dienaer Jorannes voorschre- 
ven in den grundt dor leere end levendt gesunth sij. Doch die voorschreven 



1) „wechgenoornen". Verbeterd; inden cod. staat duidelijk „weer genoomen". ^„rij". 
Hier zal bedoeld zijn „sijnodi". s) In margine staat met een latere hand bij dit 
artikel: „Vide synodum Dordracenam anno 1574 art. 58 et anno 1578 art. 60". 
Acta syn. frovinc. V. 13 



194 

dienaer selves voor goet end stichtelijck erachdende ein ander wegh sicb 
tho begeven, heefte die sijnodus dacrinnc bcwillichget 

5. 

Nac geboldenen examen sijnne met einbeligber bewilligongh der broederen 
des sijnodi tot den dienst der kereken toegelaten end met oplegbingh der 
handen bevestigbt Jodocüs GorcKERUs, Nicolaus van Halteken end Gek ar dus 
van Keppel, end iss Jodocus voorschreven die kereke van Campen en 
ordinaris minister verordnet worden. 

Vrage 1. art. 6. 

Offt imant dat ministerium soude moghen bedienen sonder voorghaende 
examinatie? Ank: neen. 

Vraghe 2. art 7. 

Ofte een dienaer, niet geexam inert offt geadmitteret , solde moghen 
ordenaringhe predighen end geene sacramenten bedienen in kereken, daer 
die ordeninghe der kereken iss ingevoert? Ant.: neen, gemerekt nimant 
sonder voorgaende confirmatie in ministerio mach off can ordinaiïe pree- 
dicken noch sacramenten administreren. 

Vrage 3. art. 8. 

Offt susterlingen malcanderen moogen trouwen? Ant.: men sal sich rich- 
ten na den 83 artickell des Middelburchschen sijnodi, doch soo dieselve 
trouwe solde moghen consensu parentum offt momberen geschiet sjjn, sal 
men nochtans deselve nijt copuleren sonder consent des magistraets. 

Vraghe 4. art 9. 

Soo eenige olderlingen offt diaconen, die nae wettelicke beroepingh con- 
tirmert sijn end een tydtlanck wel trouwelgcken der kereken Godts hebben 
bedient, so sij een tijdtlanck om haer Igfftighe oersaecken haeres diensts 
worden ontlast end totten selven ampte daerna wederom wettelicken worden 
beroepen, offt die alsdan oock wedderom in den dienst sollen geconfirmeret 
worden? Ant: neen, want genoechsaem, dat sy vorhen eens besteedt synt 
geweest. 

10. 

Endtlycken is geresolveert , dat voordan de broederen sullen tot den 
synodum comen op haere kereken kosten, ende soo daer eenighe kereken 
sijn , die sulckes niet en vermogen , sullen alle de kereken die oncosten 
dragen. Ende sal de naestcoraende synodus binnen Swol geholden worden 
over een jaer, hetsij eenige saecken mochten voorkomen, waeromme met 



195 

consent der kercken van Deventer ende Campen, welcke die saecke ver- 
wittiget, sal op een corte tijt ende op oen ander plaetsc getransfereert 
worden. 

Onder stont geschreven: 

Hermannus Wyferdingh, hujus synodi praeses. 
Johannes Mathiak, assessor. 
Jagobus Strijdonck, scriba. 



Tertia synodus Swollana, anno 1585 den 
18 Aprilis. 

Sint eendrachtelick versamei t die dienaren des godtlicken woordts ende 
olderlingen der kercken in den lande van Overissel binnen Swolle, ende 
hebben nae anroepinge van den name des Heeren Bernhardum Vezekium 
tot een praesidem, Georgtum Nolthenium tot assessorem, Thomam Root- 
huis tot een scribam vercoren ende dese volgende articulen voortaen ver- 
handelt. 

1. Alsoo sich verscheidentlick bevindet, dat die dienaren, tot den dienst 
der gemeenten beroepen sijnde in een jaer off twee herwaerts, achtervol- 
gende die generale articulen des synodi Middelbnrgensis, wie oock voor 
desen tijt in provinciale synoden deser kercken daervan is gehandelt ge- 
worden, noch niet geconfirmeert sijn, is nochmaels bg den broederen gere- 
sol viert , dat diesel ve , die nieulincx in den dienst ge treeden sijn ende haere 
tijdt van proeve uitgestaen hebben, nae dat voorige generale ende parti- 
culiere besluit in den dienst opentJick sullen besteediget worden. 

2. Dewile men noch bevindet, dat in eenige steeden mangel sjj be- 
langende die regieronge der scholen, is voor goedt angesien ende voor 
hoochnoodich geachtet, die gemeenten mits desen toe vermanen, dat een 
jegelick bij haerselven haren besten vlijdt ende devoir an wende om een 
goede reformatie der scholen te stellen ende an hare diligentie niet laten 
mangelen. 

3. Ende soo desgelijcks oock in stuck der discipline der kercken eenige 
slappicheit ende argerlicke sonden onder den ledematen der kercken gespoeret 
worden , hebben die broederen voor hoochnoodich angesien , dat alle kercken 
met eernst vermaenet sullen worden die discipline eernsthaftdger te gebruicken. 

4. Belangende die besendinge an sijn Excell. weegen die kercken van 
Overijssel is geresolviert , dat men dieselvc sal opstellen tot af handelinge der 

13» 



196 

saccken bij Ridderschap ende Steeden ondc dacrnac uit een jegelicke kereke 
der diïen steeden eenen committeren om nae gcleegentheit van den afscheit 
der saecken, bij sijn Excell. ende descr provintden genomen, alsdan den 
standt deser kereken in aller onderdanicheit te beveelen, middelerwile in 
Hollandt verneemende, wes bij die kereken aldaer gedaen is. 

5. Off die nationale synodus van alle Geünieerde Pro vin tien uitgeschreven 
mochte worden, gelijck men verstaet, dat metten eersten solde mogen ge- 
schieden , aleer dat die ordinare tijdt des synodi deser provintie solde bijeen- 
comen, hebben die broederen tot den ende gestellet, dat, wan die uitschri- 
vinge geschiet, dese kereken extraordinaris binnen Campen sullen vergaderen. 

6. Sooveel die besendonge der dienaren uit den steeden tot den provin- 
cialen! synodum angaot, sal hetselve bjj gebeurte der dienai'en ommegaen, 
tensij saecke dat bjj eenige besondere swaricheit, in eenigen kereken voor- 
gevallen, die noodtwendicheit derselven den vicissitudinem voor der tg t niet 
conde ljjden. Doch belangende den nationalem synodum, dewile uit een 
jegelicken particulieren synodo drie off vier nae geleegentheit der uitschrivinge 
afgesonden worden, sullen deselve besonderlick daertoe vercoren worden. 

7. Off diegeene, die tot den avontmael treden ende daerbevorens bij den 
dienaer niet verscheenen waren om sijns gelooft belydenisse te doen , an den 
disch comende off sittende, niet behooren afgeweesen te worden? Is ge- 
antwoordt: jae, overmits suleken toeganck een lichtveerdicheit is ende ver- 
achtinge der ordeningen der kereken , oock daeruit een groote profanatie des 
h. avontmaels ontstaen moet, alsoock noch dewile men achtet niemandt soo 
onweetende te sijn , dagelicks tot den gehoor comende , sich eersten behooren 
an toe gceven ende haer geloove te belyden, alsoo die verin aninge daervan 
stedes een sondach off twee te voren geschiet. 

8. Wan het averst gebeurde, dat daer alsoo emant toegegaen ware, die 
niet bekent is geworden, sal deselve naemaels met straffe harer voriger 
onordeninge , soo sjj vroom sijn ende sich der discipline der kereken onder- 
werpen willen, vermaent worden die negestc reise hare belidenisse des 
gelooft te doen ende vorders als ledematen te helden. Averst soo diegene 
godtloos sijn, deselve van hare profanatie des Heeren avontmaels met 
eernstige straffe vermaent sollen worden, haer voortaen des toe entholden 
ende niet meer tot den nachtmael te comen, voordat sjj met der daet 
beeteringe beweesen hebben ende alsdan haer nae den gebraick der kereken 
angeeven. Sonst anders , dewile deselve met opentlicko belidenisse des ge- 
looves der kereken haer niet hebben ingelgfft, connen deselve voor geen 
lidtmaten der kereken , wegen hare lichtveerdige ende onordentlicken toeganck 
tot den avontmael, geachtet offte geholden worden. 



197 

9. Ende soo den 10 Novembris anno 85 in de classicale versaemlinge 
binnen Campen Joaciiimus Stlioinius ende Hermannus Gerhardi tot den 
dienst der kercken geexamineert ende volgendes toegelaten sjjn geworden ende 
Joaghimvs voorschreven den van Swartesluis tot een dienaer is toegeeigent 
geworden, hebben die broeders deser versaemlinge sulckes alles geconfirmeert. 

10. Volgendes alsoo Jacobus Sthidonck , hebbende die kercke Isselmuiden 
voor een tijtlanck bedienet ende entlick met consent der kercke van Campen 
die beroepinge in Blocksjjl ende Cuiner heeft angenomen , ende by deselvige 
kercke Hebmannus Gerhardi voor een dienaer tot Isselmuiden is begeeret 
geworden ende Hebmannus sich verclaert heeft met den stipendio tevreden 
te sijn, welcke nae geleegentheit der tyt daervan mochte comen, hebben 
die broederen daerinne verwilliget, mede belovende soo bij den drosten van 
Isselmuiden als die erfgenamen toe helpen vorderen , daermet sjj consenteren 
in sijner bedienonge. 

11. Om te remedieren in der swaricheit van der scholen binnen Hasselt, 
sullen die kercke van Campen ende Swolle elck eenen deputeren om met 
den raedt van Hasselt over die faute te handelen, wanneer men eenen nijen 
schoolmeister becomen can ende tselve van der kercken geinsinueerct sjj. 

12. Is noch voor goedt angesien, dewile die preedigen bisheer op der 
Swartensluis in des hopmans logement geschiet sijn ende den dienaer sich 
oock aldaer heeft moeten verholden , dat derweegen uit den name deses synodi 
an den hopman Camphuis , daer in garnisoen liggende , geschreven saJ wor- 
den, ten einde die voorgenomene voet van een besondere wooninge toe 
maecken, daer die dienaer wone ende sjjn predige moge holden , doch metten 
eersten ende terstont dorch sjjn bevorderent ende andrivent geeffectueert 
mach worden. 

13. Alsoo noch onbetaelt sjjn bij der kercken van Campen alsoodanige 
penningen, van die gemiente van Swolle verschoten, daervan anno 82 in 
synodo Swollana secunda in den 18 artieul gehandelt is, sullen alsnoch die 
broederen van Campen, volgende die vorige resolutie, genoechdoen. 

14. Nadem oock in denselven synodo Swollana secunda, anno 82 ge- 
holden, in den 16 artieul seeckere genomineret sijn om annotatie te doen 
van die geschiedenissen deser provincie , daermet hetselve niet achtergelaten 
worde, sijn avermaels genoemt, die sulcke annotatien continueeren sullen: 
binnen Deventer doctor Scherff, borgemeister, ende Bernhardus Wezekius; 
binnen Campen Joannes Witte, borgemeister, ende Jodocus Goickerus; 
binnen Swolle Lubbert Uloher, borgemeister, ende Nicastus Isselt. 

15. Alsoo Jacobus Strtdonck in sijnen dienst toe confirmeren is in 



198 

Blocksijl ende Cuiner, is geordineeret, dat een dienaer van Campen ende 
een olderlinck van Hasselt desweeges reisen stillen om hem te bestecdigcn, 
denwelcken oock meede opgelecht is hem eernstlick te vermanen ende te 
censureren sijnes uitblijvens uit den synodo vermits sijne private gescheften , 
daermede hij sich soeckt te ontschuldigen , welckes bij den synodo geensins 
voor genoechsaem wordt angenomen. Ende sollen deselve in de wedercomste 
Joachimum op die Swartesluis confirmeren. 

16. Ende dewile Hermannus Bierman tot noch toe op Camperveene toe- 
geholden, sittende onder het verdingh des vijants, weshalven hij oock eenen 
grooten langen tijt toe Campen niet gecommuniceert en heeft, oock mede 
beruchtiget wordt in levende met de huisluiden ruimer, dan een dienaer 
betaemt, toe wandelen, is nae eernstige censure, derweegen over sijnen 
persoon geholden, eendrachtich bij den broederen van hem geconcludeert, 
dewile geene Gereformeerde dienaren die viandt tot noch toe in sjjn ver- 
dingh heeft willen neemen ende bjj daerentegen allene van denselvigen 
aldaer geleeden wordt , grootelicks te praesumeren sij , dat hij in sgner leerc 
ende dienst alsoo oprechtelick , als hem geboort, niet en moet stellen offte 
ten minsten een grooten schijn tot bedroeffenisse van veelen geeft, hij der- 
halven sijne wooninge muteren sal ende sich binnen Campen vervoegen, 
holdende niiddelerwyle sjjn stipendium aldaer, ende wanneer hg sonder 
perijckel buiten can gaen predigen , tselve doen , middelerwjjle binnen 
Campen wonende vlijtich studeren ende den Catechismum leeren, neerstich 
de predigen hooren, hem bij der gemiente in den gebruick des nachtmaels 
holden ende godtsalichlick sonder ergernisse wandelen. Welckes soo hij niet 
mochte naecomen, dat dan noch die brooderen niet en verhopen, hebben 
sij die kercke van Campen mits desen eernstlick belastet, vlijtich acht op 
hem te slaen ende, anders alst hem gebeurt te dragende, van sijnen dienst 
te suspenderen. 

17. Belangende rectorem binnen Swolle, soolange noch die twist ende 
dat divortium met sij n er huisvrouwen staet, tot beiden sijden onversoent 
blijvende, connen deselve tot den nachtmale niet toegelaten worden. 

Dat toecomende synodus deser kercken van Overijssel sal over oen jaer 
bij die gemiente van Deventer uitgeschreven worden. 

Bernherus Vezekius, hujus synodi electus praeses. 
Georgius Nolthenius, hujus synodi assessor. 
Thomas Roothüis, hujus synodi scriba. 



199 



[Extraordinaire synode, 'gehouden te Kampen 7 Juni 1586]. 

Nachdem wg, dienern des götÜichen worts, olderling und diaconen der 
Overiselschen kercken, uth dem schrjjvent sijner Excellentie, an unsern 
gnedig herrn stadtholder gethaen, hebben vernohmen und verstanden, dat 
sijne Excellentie doet convocieren einen nationalem sijnodum der kercken 
deser Nederl&ndisch Geünieerd en Provinciën in sGrövenhagc den 20 ra Junij 
stilo novo und dairtho uth unser provincie 2 dien er, olderling ofte diaconen 
van guedem levende, gelertheit, verstande und ijver totter eheren Godes, 
versehen sijnde nrit brieven van credentie, instructie, vuile last und com- 
missie, umb aldaer mit den andern tho deliberieren , ad vij sieren und con- 
cludieren, wat befunden sall wesen best dienende tot verbreidinge der 
eheren Godes und upbouwinge sijner kercken gevorderet werden, so ist 
dat wij obgemelte dienern, in dem naeme des Herrn binnen Campen 
versamlet, na anropinge desselvig eendrachtelicken hebben gecommit- 
tiert und committieren vermitz desen die wollgelerte und godtsalige 
Bernherüm Vezekium, diener des göttlich worts tho Deventer, und Cas- 
parum HoLSTEcnniM, diener des göttlich worts tho Campen, unse lieve 
mitbrüder und arbeider in dem werck des Herrn, umb na sijner Excel- 
lentien befelch sick up den bestembden dach in sGrttvenhage tho begeven 
und aldaer van unser aller wegen tho helpen verhandelen mit den anderen 
anwesenden dienern göttlickes worts und olderling alsodanige saeken und 
schwaricheiden , als dar voorvallen sullen, und tot upbouwinge und vreede 
der kercken dienen, belovende alle hetselvige, welck aldaer in die vreese 
des Herrn, na dem voerschrift des göttlich worts, tot stichtinge, vreede 
und upbouwinge der kercken verhandlet und beslooten sall worden, te 
willen annemen und achtervolghen, alsofte wij alle, sampt und besonder, in 
der vergaderinge teghenwoordich gewest waren. 

Wunschende und van dem Herrn biddende , dat Hie mit sijnem H. Geiste 
dem sijnodo bijwohnen will, darmit dat alle voorvallende schwaricheit 
vreedsam und stichtelick verhandelt und alles tot sijnes namens ehere und 
upbouwinge sijner gemeinte mach beslooten worden. 

Actum Campen den 7 en Junij anno 1586, stilo novo. 

Hermannus Wiferding, diener des gottlichen worts tho Swolle. 
Georgics Noltheniü8, dienaer des godtliken wordes tho Campen. 
Thomas Rothuys , dienaer des h. evangelii tot Hasselt 1 ). 



') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig. 



200 



Acta particularis synodi , binnen Deventer anno 
1 586 den 20 Septembris geholden , daer nae an- 
roeping e des Heer en h. naems tot een praesidem 
is vercoren Hermannus Wijfferdinck, tot asses- 
soren Jodocus Goickerus , tot een scribam Jaco- 
bus Stridonck, in denwelcken dese naevolgende 
stuc ken verhandelt st/n. 

1. In den eersten heeft Bernherus Vezekius, dienaer binnen Deventer, 
als gecommittiert sjjnde geweest totten nationalem synodum in des Graven- 
hagen, sjjn rappoort gedaen van tgene op die articulen syner instructien 
in denselven synodo gcresolvieret ende geconcluderet is , meed e exhiberende 
twee brieven, d'eene mentionerende van de onderschrivinge der kercken- 
ordeninge ende andere stucken daerin vervatet, d'ander van D. Dathen 1 
wedderkeeringe. 

2. Dat consistorium Daventriense alsoock Theodorus Siltginius hebben 
allo hare geschillen geheel den judicio hujus synodi gesubmittoret om christ- 
lickcn gedecidoret te worden. 

3. D. Theodorus Siltginius gevraget sijnde , waerin die status controver- 
siao tusschen hem ende die kercke van Deventer bestaet, ende volgendes 
wat bij begeert, heeft geantwoort, dat, alsoo hy onwettelicken van sijnen 
dienst in deser kercken verlaten ende daernae gesuspenderetis, hem seerin 
sijn gelimp ende eere verlettet, hij versoeckt in synen dienst wederom 
gestel t te worden ende in sijn e eere gerestitueret te sijn. Doch wat den 
dienst angaet, alsoo hij verstaet, dat men gevoelet , dat deselve descr kercken 
niet nutte solde sijn , vcrclaert bercit toe sijn deselve wederom te verlaten f 
soo haest hij elders eenige conditie sal weeten te becomen. 

4. Die synodus, die propositie Theodori gehoort hebbende , heeft veror- 
dineret, dat Bernherus Vezekius in syne tegenwoordicheit die historie der 
verlatinge int besonder verhalen solde, om alsoo, Theodori antwoort inge- 
namen sijnde, van dat stuck (off namelick deselve wettelick geschiet sij off 
niet) sententie te geeven ende alsdan te comen tot den handel van sijner 
suspensie. 

Formula sententiae. 

5. De synodus, partgen, dat is die kercke van Deventer ter eenerende 
Theodorum Siligtnium ter ander sijden, gehoort hebbende int lange ende 
op alle saecken wel rijpelicken in die vreese des Heeren gelett, om alle 



201 

voorgevallen swaricheden vredelick te beslichten ende besijden te leggen, 
geeft tot sententie dit navolgende: 

Eerst ende voor al, dat het niet raetsaem is, dat Theo dor us Siliginius 
tot Deventer wederom op eunige conditie tot den dienst opgenomen worde, 
niettegenstaende dat het den broederen van herten leet is, dat het beginsel van 
syne verlatinge niet alsoo voorgenomen is geweest, alst wel te wunschcn ware. 

6. Daernae, opdat nochtans Theo dor us niet verlooren gac ende van allen 
kerckendienst over desen handel versteecken blgve, sal die synodus een 
seecker formnlam testimonii ecclesiae stellen naer haer geweten ende con- 
scientie, dewelcke oock van den kerekenraet tot Deventer sal onderteic- 
kent worden. 

7. Wijder, alsoo Theodorus hem seer beclaecht beide van syne qnadc 
betalinge ende «onverwachte verlatinge van sjjnen dienst, sullen die heeren 
borgemeisters des E. raets, gedeputeret op dese vcrsaemlinge, den E. raedt 
voordragen , dat hem niet allene sgne achterstellinge betaelt maer oock sijn 
stipendium tot den 1 Octobris toecomstich gecontinueret ende dat hem oock 
een publicum testimonium boven desen moge medegedeelt worden. 

8. Eindelicken, opdat alle argernisse, die over dese saeckc gevallen is, 
uit deser kereken mach wechgenomen worden , sal die synodus oock stellen 
seeckere forme van reconciliatie, dewelcke, wanneer se eerst in dese vcr- 
saemlinge van beiden sjjden sal angenomen ende vollenbracht sijn, in beide 
die kereken op eene ttjt des Sondaechs toecomstich sal afgeleosen worden. 

9. Ende sal wgder die synodus schrijven tot D. Fontanum, dienaer 
binnen Arnhem, hem biddende, dat hg dese kereke ende Theodoro sooveele 
te gevalle doe, dat Theodorus met seeckere vaste restrictien ten minsten 
voor een tyt ende op een proeve tot Doesborch offt elders totten dienst 
weder ontfangen worde, twelcke soo het faelgieren solde mogen, sullen 
gebjeke brieven uit den name deses an D. Helmichium ende die kereke 
van Utrecht geschreven worden, ten einde die kereke van Deventer beide 
opt gevoechlickste ende metten eersten gerustgestelt ende Theodori moge 
ontslagen sjjn. 

10. Maer om dit al tsamen ende insonderheit tgene die versoeniugo der 
partyen angaet int werek te stellen, sal Theodorus eerst vermaent worden 
van s\jne faute ende die onordeninge, tegen sijn eigen beloften angerichtet, 
ende hijrvan voor die versamelinge sijn schuit bekennen. Daernae sal oock 
die kerekenraet verclaren, indien sij ij et off uit menschelicke swackheit 
(dwelck sij niet en weet) off in een schijn ende in onses broeders Theodori 
ooge (des sij oock van ons niet beschuldicht wordt) solde mogen angerichtet 
hebben, dat haer oock sulckes van herten lect sij. 



202 

11. Eindelicken, opdat dese vreede vast ende bestendich sg ende blij ve, 
soo sal Theodorus den synodo belooven, deser saeckcn nimmermeer noch 
bij den E. raedt noch by het Berchkerspel noch oock bij den gemienen 
man int quade te gedencken, maer van nu voortaen eerlick van den kerc- 
kenraet spreecken ende hem bedancken van den vreede, bij desen synodo 
voorgenomen ende door des Heeren genade getroffen ende te weege gebracht, 
waerinne soo hij naemaels bevonden worde anders te doen, sal den kcrc- 
kcnraet vrjjstaen haer daervan bg die overicheit, jae oock (want noot) bjj 
sijn Excellentie over hem Theodorum te beclagen. Ende dit was met 
Theodori handt ondertieckent aldus: 

Theodorus Siliginius, minister verbi. 

Formula testimonii. 

12. Wij ondergeschreven dienacrs des h. evangelii binnen der stadt 
Deventer, op den synodum particularem vergadert, bekennen ende beladen 
mits desen, dat voor ons erscheenen is onse broeder Theodorus Siliginius 
ende ons verclaert heeft, om seeckere wichtige oorsaecken een vrunÜick 
afscheit mit der kercke van Deventer genamen te hebben , begeerende hjjr- 
over, als geen naerder classicale vergaderinge hebbende, onse geboorlicke 
getuigenissebrieff. Op welcke billicke begeerte onses broeders Theo dor i 
voorschreven gelett ende hij rover gehoort hebbende het ad vijs ende appro- 
batie van den kerckenraet van Deventer, hebben wij niet willen noch con- 
nen naelaten tselve te doen ende sjjn versoeck nae te comen, verclarende 
mits desen ende getuigen, dat Theodorus Siliginius onse broeder niet 
allene voor sooveel ons bekent is, maer oock nae het oordeel ende getui- 
genisse van den kerckenraet van Deventer gesont in der leere, ende sooveel 
sijn leeven ende wandel angaet, dat noch wjj noch die kercke van Deven- 
ter voorschreven tegen woordelick op hem dienangaende ijet toe seggen 
hebben. Versoecken voorts an alle kerckendienaers dese onse attestatie 
(dewelcke oock van weegen sijns kerckenraets onderteickent is) te willen 
gelooff gceven ende onseren broeder Theodorum voorschreven voor soodanich 
ansien, als wij hgr van hem getuigen, ende hem alsoo in alles vorderlich 
sijn ende in der liefden opneemen. Gegecven tot Deventer in onsen synodo 
particulari desen 22 Septembris anno 86. 

Formula promulgationis de constituta in hac ecclesia pace. 

13. Geliefde broeders ende susters in den Heere, sampt ghij borgers 
ende inwoonders deser stadt, hijr tegenwoordich vergadert! Het is (Godt 
beetert) alleman meer als te veele bekent, hoe dat die satan, onse wedder- 
saecker, een tijtlanck deser gemeenten dorch twist ende onordeninge an toe 
richten naegetracht ende deselve alsoo gesocht heeft gantschlick te ver- 



203 

storen ende te verderven , waerover wij niet en twijffelen , off het hebben 
hacr veele vrome herten hoogelick eenen tijtlanck te rechte becommcrt ende 
bedroevet. Maer den Heere ende Godt des vreedes sij loff ende danck , die 
Hem eindelick deser armen kercken in desen val heeft angenamen ende met 
vriendelicke beslichtinge aller oneenicheiden den vreede wederom opgerichtet, 
waervan wij allen ende eenen jegelicken bij desen hebben willen verwittigen , 
ten einde dat niet allene diegeene , die tot noch toe over dese saecke bedroefft 
sjjn geweest, nu wederom oorsaeck hebben haer te verblijden ende Godt 
voor dese groote weldaet uit gront des herten te dancken , maer oock opdat 
alle diegeene, die haer an jemandt van weegen des voorgaenden voorge- 
vallen onordeninge goargert hebben, solde mogen tevreeden sijn ende hem 
voort voor boetveerdich holden , als die nu met die kercke Christi wederom 
versoent syn , ende verhoopen ende belooven door des Heeren genade voort- 
aen in alle liefde, vreede ende eenicheit met alle mcnschcn in deser stadt 
ende gemeente toe leeven. 

Causa Caroli Galli. 

14. Die synodus, gelett hebbende op die schrift , bjj D. Carolum Gallum 
avergegeeven , ende insonderheit op dat deel van dien , waerinne D. Carolus 
sustineert op dese tijt an den dienst der kercken alhijr recht toe hebben 
ende verbonden te sjjn ende dat van weegen die beroepinge ende bedieninge , 
die hij aldaer voortij ts in dat pausdoom gehadt heeft, 

15. geefft voor antwoordt dit naevolgende: dat in de Gereformeerde 
kercke geen ander beroepinge bekent is dan diegeene, welcke, den woorde 
Godts ende der olden kercken gebruick gelijckformich , van de kercke ge- 
schiet, dat is van den kerckenraet met approbatie ende voorweten der 
overicheit, van de ware religie professie doende, ende consent van die 
gantsche gemeente, te weeten dat derhalven die beroepinge, voortyts int 
pausdoom geschiet, als gants niet gemeins hebbende met die wij se voorge- 
melt, voor geen wettelicke beroepinge te holden sij, 

16. waertegens niet argueeret, dat D. Carolus Gallus tot breeder be- 
bevestinge van tgeene dat hij sustineert ende bijbrenght, dat hij, noch int 
pausdoom sijnde, die reine, gesonde leere des evangeliums gevoert heeft 
ende om dieselve van de Spansche regieringe ende die papen des capittels 
verdreeven is ; 

17. item, dat hem van den heeren van Deventer, welcke in den tijt 
van sijn verlatinge geregiert hebben, toegesecht is, dat hem sijn dienst, 
wanneer die Gereformierde religie inochte ingevoeret worden, solde open- 



204 

staen ende dat hg derhalven nae die exemplen der olden leeraers, Athanasii , 
Chrysostomi ende anderen , sgncn voorigcn dienst alhyr binnen Deventer 
vordert. 

Responsio ad primum. 

18. Want noch die gesontheit in der reiner leero noch het vcrvolgh in 
diesel ve maecken siinpelick iemant een dienaer van een besondere gemeente, 
maer allene die wottelicke beroepinge, die de synodus in het overgegeeven 
schrift D. Galli niet en bevindet alhijr toe Deventer op sgn persoon ge- 
schiot toe weesen. 

19. Geljjck oock die beloften van de regier ende heeren der stadt De- 
venter in den tgt van D. Caroli verlatinge gants tot deser saecken niet 
en dient, niet allene overmits deselve van toecomende dingen tot praejudicic 
van hare nacomelingen eenige beloften te doen niet en vermochte, maer 
oock ende voornamelick dat het recht der beroepinge, daer die suivere 
religie plaetse heeft, niet absoltitelick bg der overicheit, maer bij der kercke 
staet, als boven verhaelt. Daerom oock die conclusie, genamen van den 
olden leeraers exempelen, hier geen plaetse en heeft, wandt die vooren 
wettelicken van hare gemeente beroepen sjjn geweest ende sjjn oock (sonder 
twijvel) niet sonder vernieuweronge der beroopinge wederom tot haren dienst 
gokeert. Voorbeholden wes D. Carolus sijne voorige beroepinge tot deser 
kereken widers sal connen erholden in nationali synodi , sal hem hiermeede 
onbenamen weesen ende open blijven. 

20. Wat nu widers angaet die beschuldinge Hermanni ende sjjns soons 
Bernheri, als dat sij on wettelicken in den dienst toe Deventer ingecropen 
sgn, item dat se hem Carolum van den dienst afgeholden hebben etc., 
daerop is der synodus plicht der angeclaechden antwoort te hooren ende 
dacrnae oock over dat restierende deel der overgegeeven schrifts D. Caroli 
als over tvoorgaende sententie te geeven. Het sage dan noch der synodus 
liever, dat parthjjen haerjDver deso saecke met den anderen in liefde ver- 
dragen conden, gelijck die broeders oock van herten wunschen endegeerne 
allen mogclicken vlijt anwenden willen, dat D. Carolus, ist niet met het 
predichampt, ten minsten met eenige andere eerlicke ende sij n en persoon 
be tamend e conditie solde mogen met den eersten versien worden. 

21. Belangende dan die beschuldingen Hermanni ende Bernheri van 
Vesecke, als dat deselve onwettelicken door haren vrunden an den dienst 
deser kereken gecomen ende hem Carolum uit deselve geholden solden hebben, 

22. die synodus, nae verhoor beider partijen, verclaert, dat sij niet en 
verstaet die schuit bij deselve toe sijn noch bij dese kercke, als hebbende 



205 

hare vrijheit in de bcrocpinge der dienaren , dan dat D. Carolus Gallus 
selvest tot mecrmaels om syne besondere oorsaecken tselvc honeste gerecu- 
scret ende afgeslagen heeft, doch dat I). Carolvs Gallus voortaen hem 
moehte beswaren synen tijt sonder eenigen kerekendienst te laten voorbygaen 
ende lig van eenige kereken wettelicken ende nae inholt der gemiene 
kerekenordeninge, oock voormaels bij hem meede ondergeteickent, moehte 
beroopen worden. Belooft hem daertoe alle behulp ende bevorderinge d'sy- 
nodus te willen bewijsen , verdurende dat se tegenwoordelickcn op syn leere 
noch leevent niet hebben te seggen, ende beloovende vermits desen tot een 
ander bequamer dienst, sijnen persoon be tarnende, te helpen. 

23. Ende dewile besonder die schole een rechte reformatie van doen 
heeft ende oock een algemiene scholeordeninge ingestelt om by sijn Excel- 
lentie geconfirmeret ende daernae gepubliceret sal worden, geloevet der 
synodus op haren voorraem ende behaech, tot instauratie ende bevorde- 
ringe der warer religie , sijn persoon tot der regieronge eeniger scholen te 
willen bevorderen. 

24. Ende hij nn ede sullen beides sydes suspicien, misverstandt ende 
onvriendelickheit geheel henengelecht sijn ende voor beiden syden malcan- 
deren belooven broederlick ende christlick te dragen ende met alle vrunt- 
lickheit ende liefde malcanderen opneemen. Welckes volgend ts geschiedt 
sijnde, hebben beide die kereke van Deventer ende D. Carolus Gallus 
ondergeschreven. Actum Deventer in synodo den 23 Septembris anno 1586. 

25. I). Beknherus Vezekiis heeft den synodo angegeeven, dat die 
kereke van Deventer met advijs ende voorweeten des eersamen raedts tot 
eenen ordinaren dienaer in den woorde des Heeren beroepen heeft D. Joan- 
nem Gerobulum, ten einde die synodus daervan niet allene nae inholt der 
kerekenordeninge kennisse van deser saecken hebben moehte, maer oock 
omdat sulcks vertooch als een seecker getuigenisse ende bevestinge deser 
saecke in toecomende tijden solde mogen dienstlick syn. Ende heeft D. 
Joannes Gerobulus desen dienst bewilliget ende angenomen. 

26. In saecken Nicolai ab Halteren belangende syn clachte tegens die 
kereke van Deventer van wegen die interdictie van vorders exercitii causa 
te mogen predigen , alsoo die kereke van Deventer niet stichtelick en vindet 
die exercitie te vergunnen alhijr ende , om hem nochtans te helpen , heeft 
gepraesenteret die costen van een hal ff jaer toe geeven om binnen Campen 
off Swolle hem te oeffenen ende middelertyt beroepinge tebecomen, welcke 
Halteren, met synen vrunden raedt genomen hebbende, afgeslagen heeft, 
soo isset door vermaninge des synodi verdragen , dat Nicolaus hem alnoch 



206 

sal onthulden directe offt indirecte te vorderen om alhier sich te oeffenen , 
ende hem in aller stilheit tcgens die kerckenracdt holden, verwachtende 
eene beroopinge , daervan die synodus an verscheidene kereken sijnenthalven 

schrjjven sal. Finis. 

Ende was ondertieckent : 
Hermannus Wijpferdtnck , synodi praeses electus. 
Jacobüs Strydonck, electus synodi scriba. 



[Lijst der predikanten van Overysel , die eigenhandig in het 
synodale boek de kerkenordening van 1586 hebben onder- 
teekend.] 

Franciscüs Scubcmannus Hammonius, minister ecclesiae Christi Daventriae. 

Henricus Borntus, dienar des godtliken wordts tot S volle. 

Michaêl Keck Hertensius, dienaer des woorts binnen Deventer. 

Wilhelmus Baüdartius , dienaer des goddelicken woorts binnen Campen. 

Hermannus Wiferding, diener des göttlick worts binnen Swolle. 

Franciscüs Nutius, dienaer des goddelicken woorts binnen Swolle. 

Henricus Otto, Frisius, dienaer des godlicken woorts binnen Hasselt. 

Reonerus Falco, Embdeusis, prediger goedtlickes woerdes binnen der 
heerlicheit Cuiner. 

Luderus Vogelsano, dienaer des gotliken wordes binnen die schantze 
van de Schwartsluis. 

Hermannus Antonii Byerman, dyener des godlicken woerts der ghe- 
meente tho Iszelmuyden. 

Arnoldus van Heemsse, dener des godtlicken wordts thoe Vullenhoe. 

Hermannus Weneranus , dener des h. godlikenn wordes in de forte Blockzill. 

Joannes Anthonii, dienaer des godtlicken woordts int Mastenbroick. 

Johannes Fabbitius, dienaer des h. evangelii binnen Swolle. 

Abrahamus Naerius, dienaer des h. evangelii binnen Campeu. 

Johannes Lamotius, dienaer des goddel. woorts tot Campen. 

Casparus Holstech, dienaer des god tlij eken woordes to Campen. 

Franciscüs Avercamp, dener des h. evangelii op Steen wyckerwolt. 

Thomas Roothuijsen, dienaer des h. evangelii tot Deventer, sst. 

Petrus Harritiüs, dienaer des woorts tot Steenwjjck. 

Thomas Goswinius, dienaer des h. evangelii tot Campen. 

Pyboni Ovittius, dyenaer des heylygen ewangelii tot Enschede, sst. 

Adolphus a Besten. 

Johannes Langius, ecclesiastes Vollenhovae. 

Joannes Wedaeus, ecclesiastes Swollanus. 

Joannes Speenhovius, minister evangelii in ecclesia Lingensi. 



207 

Joh an nes Buranus, ministor verbi divini in Goer. 

Hieronijmus Herolüt, ceelesiastcs Hainmensis. 

Joannes van D£K Heyden , dienuer des h. evangelii binnen Campen. 

Johannes Vosskuijll, bedienaer des h. evangelii binnen Steen wiek. 

Ruetgerus Tigheler, dienaer des h. evangelii tOlst. 

Henricüs Grevenstein. 

Otto Gijsius. 

Assuerus Matthisiüs, ecclesiastos Daventriensis. 

Lucas Langius, dienaer Jesu Christi aen de Oldemcrckt. 

Ernestes Hidüingius, denaer des godtlikes words int Mastebroeck. 

Johannes Petri Üampensïs, dijnaer des h. e. toe Isselmuyden. 

Joannes Westenbergiüs , ecclesiastes Ommensis. 



Acta offte handlinge des synodi particularis , 
extraordinaerlick geholden binnen Campen den 
16 Januarij anno 1587. 

1. Sijn verscheenen met behoirlicke credentsbrieven van wegen der kereken 
van Deventer: Joannes Gerobulus, dienaer des woordts van Deventer , ende 
Herman Goosens, olderlinck; item van weegen der kereken van Campen: 
Casparus Holstechics, dienaer, ende Henrick Petersen Moijck, borge- 
meister senior; ende van weegen der kereken van Swolle: borgemeister Lubbert 
Ulgher als senior; ende van die gemeente van Hasselt: Thomas Roothuis, 
dienaer; van Isselmuiden : Hermannus Gerhardi, dienaer; van Camperveene : 
Hermannus Voss, dienaer. 

2. Opt eerste ptincte, bjj die van Deventer voorgestelt, angaende den 
articulen des synodi nationalis, om deselve den heeren Staten van Overissel 
met die bijgevoechde acte sijner Excellentie toe praesentieren, ismetgemiene 
ad vijs goed tge vonden, dat sulex solde geschieden , gelijck oock hetselve gedaen. 

3. Geljjcke resolutie is oock genamen opt stucke van die dispensatie der 
geestlicken goederen ten platten lande, tot welcken einde seeckere articulen 
met gemeene advijs gestelt sijn , dewelcke oock den heeren Staten sijn over- 
gegeeven met eene bijgevoechde muntlicke remonstrantie, door dewelcke 
den heeren Staten te bedencken gegeeven is, off niet geraetsaem ware, dat 
eene van weegen der kereken haren gedeputeerden bjjgevoecht worde om 
meede nae Engelandt toe reisen in die saecken van de deferentie offte 
anbiedinge der souverainiteit an hare Coninckl. Majest.. 



208 

4. Dese dingen sijn den 17 deses den heeren Staten, collegialiter ver- 
gadert sjjnde op het racthuis binnen Catnpen, voorgedragen door Joannem 
Gerobulvm , Casparum Holstechium ende Ulgherum ende Henricüm 
Petersen. 

5. Den 18 is den broederen voirgenoemt antwoordt gegeven door den 
heeren droste van Sallandt, in summa dit meedebrengend e, dat Bidderschap 
ende Steeden beide die propositie, van weegen der kercken gedaen, angehoort 
ende die schriften , haere E. A. overgegeeven , gelee se n hebbende , die saecken , 
hen voorgeholden, rcedclick ende goedt vinden. Doch overmits die afge- 
santen der steeden geen volcomen macht hadden hijrvan absolutelick te 
handelen, dat men der kercke vuile antwoordt geeven sal op den anstaen- 
den lantdach binnen Swolle, bestempt tegen den eersten anstaenden Maendach 
nac Pauli, welck sijn sal den 30 Januarjj. 

6. Op dese antwoorde hebben die broederen beslaten, dat sich binnen 
Swolle tegen deselve tyt vervoegen solde Joannes Gerobulus, Casparüs 
Holstechiüs om met Hermanno Wijfferdingh ende den borgemeister 
Ulgero deselve saecke te vervorderen ende verner, wat het stuck der dis- 
pensatie der kerckengoederen angaet, dit toe helpen int werck toe stellen. 

7. Is oock besloten, indien die heeren Staten goedtvinden, dat hare 
gesanten nae Engelandt cmandt van weegen der kercken sal bijgevoecht 
worden, dat deselve reise Joannes Gerobulus op hem neenien sal nae 
sodanige instructie ende bevell, als die voorgenoemde gedeputeerden der 
kercken deser lantschap goedt sullen vinden hem mede toe geven. 

Aldus besloten ende geeindiget den 18 Januarjj anno 1587. 



Articulen opt stuck van de kercklicke goederen ende 
die rechte bedieninge derselver, die Ridderschap ende 
Steeden des landts van Overyssel bij den gedeputeerden 
der kercken aldaer overgegeeven. 

1. Het is gewis ende staet buiten allen twjjvel, dat die kercke Godts 
ende die kercklicke dienacrs tot allen tijden , oock voor die wett , door 
Moysen geschrecven , hare eigen goederen ende incomsten gehadt hebben 
om daermeede den dienst ende dengeenen, die denselven betreeden, te 
onderholden, gelijck blfjckt uit die historie Abrahae en Melchisedeck 
Gen. 14 x ), item uit die belofte, bij Jacob den patriarche gedaen, Gen. 28 2 ). 



O In margine staat: „Gen. 14. 20". ») In margine: „Gen. 28. 22". 



209 

2. Dacrnac, doe Godt een bcsonder politic dorch Moysen onder sijn volck 
ende onder betsol ve sijnen dienst opgerichtct heeft, bevint men, dut die 
Ueere seeckere goederen tot onderboldinge van deselvige gedestineert heeft , 
ende besonder dat het recht der tienden dorch een eeuwige ordonnantie in 
der gemiente is ingevoert, als men sien mach Lev. 27.30, Num. 18.27, 
Deut. 12. 17. 18. 19 x ), welckes oock voortaen gedurichlick in den volcke 
Gods is onderholden. 

3. Toe den tjjden Christi averst , al is het wel dat het Levitische priester- 
doom dorch sjjne toecompste met sjjnen dienst is wechgenomen, doch soo 
is evenwal die substantie deser saecken in sich geheel gebleeven. Daeroin 
ist, dat Chiïstus, siende op hetgeen e dat in die Godes kiste gegeeven wert, 
deselve niet als de tafelen ende wisselbancken der copers ende vercopers om- 
megestoten heeft , dan veelmeer in sjjn geheel gelaten ende gepreesen , Mare. 
12 *); item soo heeft oock Christus een buidel gehad t, welcker bedieninge 
Judae bevolen was, Joh. 12 . 6 et 13 . 29. l ) 

4. Van de apostolische kereke leesen wy, dat niettegenstaande deselve 
onder den tyrannen was geseeten , nochtans hare oorden gehadt heeft van 
collecten ende vrijwillige giften, tot die voeten der apostolen gebracht, die 
sonder twijvel niet allene tot onderholt der armen, dan oock des kereken- 
diensts angewant sijn geweest , als te sien is Act. 2 . 45 et 4 . 34. l ) 

5. Naemaels, doe die keisers ende hooge overicheit christenen geworden 
waren, bevint men in de kercklicke historiën, dat se die kerckèn met 
groote begiftingen versien ende dieselve sampt het bewindt van dien den 
kercklicken ter handt geste] t ende overgegeeven hebben. Soeveer is daer 
af geweest , dat se der kereken etwes van hare ontrocken sollen hebben. 

6. Dese selve goederen, olde donatien ende stiftongen sijn een groott 
deel van diegeene, waervan die paust met sijn en clero nu eenen langen 
tijt durch Godts rechtveerdich oordeel , om der menschen ondanckbaerheit 
wille, malae fidei possessor geweest is ende dieselve schantlick misbruickt heeft. 

7. Maer hjjruit en volcht niet, dat om deses misbruicks wille offt die 
hooge offt die leege overicheden deselve bij olden tijden der kereken ge- 
geeven goederen in privatos vel seculares usus converteren, velemin als 
verbeurde confisqueren mach, offt dat oock deselve van private persoonen, 
wes standes die oock sijn mogen, als eedeluiden, olde familien offfce der- 
selven erfgenamen, omdat sulcke goederen voormaels van hare olderen 
gegeeven, wederom mogen geeischet ende angeslagen worden. 



■) Deze texten staan ook in margine. 

Acta syn. pravinc. V. 14 



210 

8. Want wat angact die overiehedcn , wjj vinden in Godes woort, dut 
het sodanigen (die der kereken goederen ende ornamenten ontnomen ende 
tot haren als ander gemeenen gcbruiek gewendet hebben; grootlicks tot 
harer onceren wort nacgesproocken , als van Nebucadnezar te leesen is 2 
Par. 36 , l ) Dan. 1 , *) jae dat se oock deshalven swacrlick van Godt gestraffet 
sint. men leese Daniel 5.1. 8 ) Soo vint men oock ter contrarien, dat 
Cyrus, weescnde sjjn hertc daerin van Godt geopent te verstaen , hoe groot- 
licks dat sjjne voorsaten daerinne gesondicht hadden , heeft alle hetgeene , 
welckc van Nebucadnezar ende andere Assyrische ende Babylonische coningen 
uit den tempel tot haer eigen huis gewendet was, wederom gegeeven ende 
vrywillich nae Jerusalem gesonden, 1 Esdr. 1 . 7. s ) 

9. Item dat oock, gelijck gesecht is, geene luiden, van wat conditie die 
sijn, ad privatos usus weder mogen treeken ende nae haer neemen , dwelck 
eens van haren vooroldercn offt haer selvest ad pios usus is gegeeven, is notoir 
uit die algemiene regul, die oock in jure canonico vaste staet: quod semel 
dicatum est Deo, in privatos usus converti non potest. Welckes 
oock sijn grondt heeft in Godes woort, want alsodane, als haer sulcx te 
doen onderwonden hebben , swaerlick deshalven gestraft sjjn , als men leesen 
mach Mal. 3. 4 ) In den Nieuwen Testamente hebben wij daervan een 
schricklick exempel in Juda den verrader, in Anania ende Saphira, die 
beide van Godt durch Petrum met der doot daerom gestrafft sijn , Act. 5. 6 ) 
Jae oock die keiserlicke ende gemienc rechten laten niet toe , dat hetgeene , 
welcke eens in usum publicum gegeeven is , aloff het schoon misbruickt is 
worden, weder toe den erfgh. comen sal, dan dat tot een ander gemiene 
goedt gebruick gewendet sal worden. 

1 0. Hijrtegens can geensins praejudiceren , dat sulcke fandatien sommige 
noch versch sijn ende eenige wel tot missen te doen ende andere Papistische 
diensten gegeeven, wandt in sodanige giften van den voorolderen 
alleen in specie uit onverstandt ende niet in genere gefeilet 
is, als die gehadt hebben een generael goede intentie om met 
sulcke donatien den dienst Godts te bevorderen ende onder- 
holden, welckes soo waerachtich is, dat oock die wel tlicke rechten niet toe 
en laten om sulcken on vers tan ts wille die erfgh. sodanige legata harer voor- 
olderen onder sulcken schijn sollen mogen genieten, alst bljjckt uit tgene 
Bartolus secht: Tcstator reliquit een turn pro missis canendis, quae missae 
non possunt cantari propter interdictum, illud relictum debet converti in 
alium usum. 



i) In margine staat „2 Par. 36 . 7 . 10 . 18." ») In margine staat „Dan. 1 . 2". 
») Deze text staat ook in margine. «) In margine staat „Mal. 3.8.9.10". ») In 
margine staat „Act. 5 . 1". 



211 

11. Dan dit is veelc meer, tgcene dat Godts woordt leert, dat der 
overicbeit, soo hoogc als leege, in descr saecken te doen schuldich is, als 
nemptlichen die handt daeran te slaen , dat die goederen , voormaels der 
kereken gegeeven ende nu lange tijdt bij den Papisten t' onrechte beseeten 
ende misbruickt, dcnselven uit den handen genomen ende der kereke, die 
se de jure toecomen, wederom toegestelt worden. 

12. Sulcx bevint men, dat Joas, doe hie noch vroom was, gedaen 
heeft, 2 Paral. 24 x ), wandt, secht die text, die god tloose Athalia ende hare 
soonen hadden het huis Gods verscheurt ende alles, wes tot den huise des 
Heeren gehilliget was, an Baalim vermaeckt. Item wat in derselven saecke 
die godtsalige coninck Hiskia gedaen heeft, mach men leesen 2 Paral. 29 
et 31.*) Soo wordt oock in jure civili gesecht: Interesse reipublicae, ne 
quis rebus suis male utatur, id quod si contingat, ei dandum esse cura- 
torem: quanto magis censendam est interesse reip., ne qui rebus publicis 
et ecclesiasticis male utantur, qui proinde abdicandi erunt. 

13. Dit alles angemerekt, soo is dat die dienaers des woord ts ende older- 
lingen hem mits desen uwe E.E. hebben willen addresseren, dieselve onder- 
danichlick biddende ende arapteshalven vermanende, dat uwe E.E. gelieve 
op dit stuck met eernst eens toe letten, tot den einde seeckere forma van 
administratie der kercklicke goederen alhier gestel t hebbende, als hiernae 
volcht, om deselve met gemeen ad vijs door uwe E.E. Gecommitteerden te 
doornen ende volgents geapprobiert , geconfirmiert ende int werek gestel t 
te worden. 

14. Ende sulcx daerom des toe meer, overmits den geestlicken in deser 
provincie niet sonder grooten nadeel der kereken ten platten lande het 
bewint der kercklicken goederen tot noch toe in den handen gelaten is, 
sulcx dat het hierdoor geschiet is, dat niet alleen die dienaers, die nu ai- 
reede door ordentlicke bestellinge tot den dienst opgenomen ende in seeckere 
plaetsen gestel t sjjn , haer behoorlick onderhol t hebben moeten ontbeeren , 
maer oock dat die kereken hierdoor noch huidiges dages verhindert worden 
op die plaets meer dienaers toe stellen, daer tselvige geschieden can ende 
die noodt sulcx vereischet, alsoo dat, indien men den dienst ten platten 
lande niet en wil gantschlick laten vervallen, die administratie der kercklicken 
goederen op een ander bequame wij se noodtsaecklick moet angestelt worden. 

15. Seggen derhalven die remonstranten voirgenoemt, om te comen tot 
naerder ende specialer verclaringe van die ordre t op dit stuck te stellen , 



■) In margine staat „2 Paral. 24.8.9". *) In margine staat „2 Par. 29.3.4. 18. 
19. et 34.1.2.3.4.5.9". 

14* 



212 

dut in deser materie op twee dingen te letten stuet, ncraptliek op die per- 
sonen, die de dispositie der kercklickcn goederen de jure toecompt ende 
volgents behoort ten handen gestel t te worden, ende op die bedieninge 
selves ende wat dien angaet. 

16. Belangende die personen, het bljjckt genoech ex praemissis, dat die 
kercke selvest tot allen tyden het bewint der kercklicken goederen gehadt 
heeft ende derhalven weder deselve in handen behoort gestelt te worden, 
alsoo nochtans, dat die ovcricheit, professie doende van die Gereformierde 
religie, behoirlicke opsicht neffens die personen, daertoe van der kereken 
gecommittiert , daorover neem en ende van alles goede notitie hebben. 

17. Welcks daerraet bequamelick geschieden mach, sal van noodensjjn, 
dat in dese provincie van Overijssel by den heeren Ridderschap ende Steeden 
seecker collegium, uit ses personen bestaende, opgerecht worde, waervan 
die twee uit die Ridderschap ende twee gelijcken uit de magistraten dei- 
drie hooftsteeden bij hare E.E. toestellen ende gelijcke twee, weesende 
ordinare dienaers des woorts, van weegen der gemiener kereken deser landt- 
schap in synodo particulari te verkiesen, sullen mogen genomen worden. 

18. Item, dat seeckere drie gequalificeerde personen, uit elcken ampte 
een, tot rentemeisters gestelt worden om van nu voortaen te sequestreren 
ende ontfangen alle kercklicke goederen, die tegen woordelick te becomen 
sijn ende naemaels in beeteren tijden te verwachten staen, alsoock nae 
ordonantie, van den collegio voorgemelt uit te geeven, dewelcke, teneinde 
srj hiervan geheel haer werek raaecken moogen, sullen daervoor behoorlick 
trac tarnen t ontfangen. 

19. Wyder, dat uwe E.E. met den allereersten gelieve door gewoonlicke 
wetlicke interdictie te beletten , dat die genoempte geestlicken , wes standes 
deselve sjjn off waer se woonen mogen, eenige vorder betalingeen geschiede, 
dan dat hetselve, wes hem plach gegeeven te worden, voortaen gebrocht 
sij ende sonder vertoch betaelt worde in handen van den rentemeister, 
daertoe gestelt. Ende wat die goederen angaet, welcke op die frontieringe 
geleegen sijn ende eevenwel van den papen, binnen Steenwjjek ende elders 
geseeten, opgebeuret worden, dat die rentemeisters voorgenoemt van de 
garnisoenen, daeromtrent liggende, mogen geassistiert worden om te be- 
letten veerner betalinge te doen ende tgeene sie schuldich sint te brengen 
als vooren. 

20. Volgents oock meede, dat deselvige geestlicke de facto geholden 
worden in toe brengen in handen des collegii voorgemelt alle hare manualen , 
reeckeningen , brieven ende monumenten ende wes eigen tlick den standtder 



218 

voorgenoemde goederen angact, sonder etwas van dien te onderslaen offte 
verswjjgen, op verbeurte van die alimentatie, die sij hen vorder sullen hebben 
te verwachten, ende daer ben effens op soodanige artitrale correctie, als uwe 
E.E. nae geleegentheit der saecken bevinden sullen daertoe te staen. 

21. Wat nu die administratie angaet, moet nootsaecklick angemerckt 
worden, eerst over welcke ende hoeveele goederen dese bedieninge van dat 
voorseide collegio strecken sal , daernae waertoe deselve behooren uitgedeelt 
te worden, ende ten lesten op wat wij se behoirlicke reeckeninge van desen 
allen te doen sij. 

« 

22. Van die goederen is dit bekent, dat in de oldc kerckc deselve in 
vier deelen sint gedeelt worden , waervan die twee eerste episcopo et clero , 
dat is tot kercken ende scholen onderholt, gedestinieret waren , dat derde deel 
tot het fabrijck der kercken ende andere kercklicke huiser, ende dat vierde 
deel tot der armen onderholt. 

23. Dese forme can oock bequamelick ende behoort volgents (onder 
correctie) in dese provincie van Overijssel angestelt te worden, totwelcken 
einde noodich sal sijn, dat den collegio bovengenoempt in handen gestelt 
worden alle goederen, gehoorende ad curam animarum ende wetlicke be- 
sorginge der kercken ende scholen, als daer sjjn alle pastorgen, vicarijen 
ende costerijen, item die goederen canonicorum et coenobiorum ende der 
h. steede, in die cleine steeden ende dorpen deses landes ende daerbuiten 
(doch deselve toecomende) geïeegen. 

24. Ende also men praesupponiert , dat die goederen boven gespecificiert 
ten tjjdc der vuiler anstellinge der kercken niet genoechsaem sullen sjjn om 
alle noodtsaecklicke oosten te dragen, sal U. E. E. een clooster offt twee 
te denomineren, welcker incompsten tot den ontfanck der rentemeisters 
voorgenoempt alsdan sollen mogen gereduceret worden. 

25. Wat nu wider de ander cloostergoederen , com manderijen off deer- 
gelijcken (die noch veele sijn) angaet, die uitbesondert die in de drie 
hoofftsteeden syn geïeegen ende volgents den kercken ende armen aldaer toe- 
comen , daervan sollen uwe E.E. off onder eenander mogen disponeren off met 
ad vijs van sijn Excell. ordre stellen op den ontfanck ende rechte bedieninge 
derselver, doch al tij t indachtich sjjnde, dat gelijck se van oudes ad pios usus 
gedestineret sijn, alsoo oock daertoe henvorder mogen geimplojeret worden. 

26. Ende sullen dese goederen , boven in de arüculen 23 ende 24 ge- 
specificiert , alle te samen in eenen massa gebracht ende in handen des 
collegii ende bedieninge der rentemeisters gestelt, wie voorhen gesecht is, 



214 

angewendet worden tot hetgeene hijrnae volcht, als vooreerst dat daervan 
genomen worden, wat tot onderholdinge des kerckendienstes ende der per- 
sonen , denselven betreedende , van nooden is , als daer sjjn predicanten , 
veroldede dienaers ende derselven weeduwen ende weesen, schoolmeisters , 
oosters, achtervolgende dat gebruick der kercken tot allen tijden ende die 
specificatie, in den synodo nationali deses lopenden jaers gestelt ende van 
sijn Excell. geconfirmieret 

27. Daernae alle oncosten, die van weegen kercklicke bijeencompsten 
noodtsaecklick moeten gedaen worden, als daer sijn nationale ende parti- 
culiere synoden ende dassen. 

28. Ende alsoo noch eenige genoemde gecstlicken van den cloosteren 
o ff te anders sonder t wijffel gevonden sullen worden, dewelcke, olt ende 
bedaecht synde , geen eigen patrimonien hebben om daervan te leeven noch 
sich weten met andere middelen te erneeren , sullen deselve oock ten goedt- 
duncken des collegii elck nae sijn geleegentheit , ende wat den monnickon 
angaet tot die cloosters den rentemeisters bovengenoemt in handen t 1 stellen 
ende haren ontfanck annex te maecken gehorich ad vitam gealimentiert 
t'worden, welverstaende nochtans, voor sooveele die gestaltenis des ontfancks 
sulcx toelaet, achtervolgende die praeferentie , welcke in desen behooren toe 
genieten, die den rechten arbeit doen , nae inholt der reegel : qui non laborat , 
non manducet l ); item als die geestlicke rechten selvest medebrengen: 
prop ter officium datur beneficium. 

29. Het waer oock seer nutt ende wilden volgents die remonstranten 
uwe E. E. onderdanichlick gebeeden ende amptcshalven vermaent hebben , 
dat dieselve believe boven hetgene, dat dus voor verhaelt is, noch twee 
puncten in goede achtinge te neemen ende toe geleegener tijt int werek 
te stellen. Het eene is, dat het concept, van den generalen seminario 
reipubl. et ecclesiae deser landtschap gemaeckt ende ingewilliget anno 1577, 
mutatis mutandis, dat is nae die geleegentheit deser tijt moch te angerich tel 
worden. Ten anderen , dat uwe E. E. oock wolde bedacht sijn om in eene 
van de drie hoofftsteeden seeckere collegium honestarum virginum op te 
richten , waerin eenige eedelieden ende eerlicker , weiverdiender burger kin- 
deren ex bonis ecclesiae onderholden ende in allerlei vroulicken consten 
muchten onderweesen worden, waerin oock andere vrome lieden, staende 
buiten het voorgenoemde getall , hare dochterkens voor een seeckeren penninck 
mochten senden, welverstaende dat die regens desselven collegii onder 
anderen ende vooral behoorlicke opsicht neeme ende sorge drage , dat al daer 
oock behoorlicke onderrichtinge geschiede in rcligioons saecken. 



') Hierbij staat in margine „2 Thess. ^.10". 



2}5 

30. Die reeckeninge averst deser administratie belangende, welcke dat 
derde stuck is, tot deser materie gehoorich, deselve sul alle jaer bequaem- 
lick voor die Gedeputeerden der landtschap connen geschieden, int bijweesen 
des collegii, om van die ordonantie, bij hem gegeeven, goede verantwoor- 
dinge ende verseeckeringe te doen. 

31. Wat nu averst die twee andere vierendeelen der kerck en goederen 
angaet, dewelcke (gelijck boven gesechl) tot het fabiijck der kercken ende 
kercklicke huiser, item tot der armen onderholt voortjjts bestelt ende ge- 
gecven sijn , die remonstranten sijn van uwe E. E. dier toeversicht , dat 
dieselve soo bij die magistraten in die cleine steeden alsoock bij den 
amptlieden ten platten lande goede sorge dragen sullen , dat noch tot kerck- 
meisters andere, dan die professie doen van de Gereformierdc religie offt 
immers derselve mercklicken toegedaen sijn , genoomen noch oock der armen 
goederen tot eenigen anderen einde dan tot derselver onderholt angewendet 
ende geimplojeert sullen worden. 

32. Entlick sal tot weeringe allerleij misvertrouwen dienstlick sjjn, dat 
die rentemeisters, die in dit stucke dienen sollen, alle jaren eens hetslott 
van hare reeckeninge voor Ridderschap ende Steeden, staets wij se vergadert, 
overbrengen ende vertoonen, ten einde van tgeene dat boven die costen, 
die tot kercken ende scholen , item tot die fabiijck der kercken ende kerck- 
licke huiser ende der behoirlicker, genoeehsamer versorginge der armen te 
doen sijn, overschietet, met gemienen ad vijs moge gestatueert worden, 
waertoe sodanich superplus an toe wenden sij. 

Finis. 



Synodus quarta Catnpensis. 

Anno 1587 den 6 Junij naemiddages sijn die dienaers des godüicken 
woorts ende olderlingen der kercken van Overijssel, tot den provincialem 
synodum binnen Campen gedeputcret, tsamengecomen ende hebben nae 
anropinge van don name des Heeren tot een praesidem Joannem Gebobflim , 
tot een assessorem Caspabvm Holsteciïium, ende tot een scribam Bernhebum 
Vezekium vorcoren, ende volgents dese naevolgende stucken verhandelt. 

1. Heefft D. Gebobulus sijn rapport gedaen van tgeene hjj ende borge- 
meister Johan Heijnck ende olderlinck van Deeventer, uit den naem ende 
van weegen deser kercken van Overijssel an hare Majesteit ende sijn Excell. 
last ontfangen hebbende, verrichtet ende voor afscheit becomen hebben 



216 

Ende alsoo desolve gedeputeerden bjj verscheidene heeren deser provinciën 
bedacht worden , dat sy buiten last , haer van der kercken gegeeven , solden 
angenomen hebben hare Majesteit ende sijn Excell. te begroeten , sijn belast 
die ministri van Campen, eenige van haer heeren ende der borgemeister 
Ulgher , desgelycks seeckere heeren van Swolle , bij dewelcke sulcx gesecht 
is, verclaringe te doen ende indachtich te maecken van tgeene in der 
saecken soo by der kercken gedaen ende oock uit derselver naem Ridder- 
schap ende Steeden opent] ick is angegeeven. 

2. Sjjn geleesen die acta des nationalen synodi van den Haghe, om in 
allen kercken, daer noch tselve niet geschiet en is in alles, int werck ge- 
stelt te worden, ende sulcx besonder dewile die acten desselven synodi 
van Ridderschap ende Steeden deser lantschap neffens sijn Excell. gecon- 
firmeret Waerovcr volgents dese speciale consideratien genomen sijn. 

3. Op den 4 artyckel , om een seecker formam examinis te hebben , is 
goetgevonden , dewile het voorige, soo tot noch toe gebruickt is, alle 
locos ende articulos fidei niet vervatet, dat men een nieuwe examen stellen 
sal, neemende tselve voornamelicken uit de Nederlantsche Belijdenisse des 
geloofs ende den Catechismo. Ende sijn, om dit werck bijeen toe brengen, 
op behaech des toecomenden synodi gedeputeert D. Joannes Gerobulus, 
Georoius Nolthenius, Jodocts Goickercs. 

4. Op het 20 artyckel , vant enckele off dubbele getal van die tot older- 
lingen ende diaconen te verkiesen sjjn, om eendrachtich te sijn in deser 
kercke, wordt voor best geholden te neemen het dubbele getall om die 
gemeente daeruit te laten kiesen, bjj sooveerne men sodanich getal hebben can. 

5. Op den 21 artyckel, vant ampt der olderlingen, is dese declaratie 
gedaen , als vooreersten , soo in eenige plaetsen die olderlingen een ministrum 
suspecteren van valsche leere , dat sij sulcks den classi geholden sullen sijn 
an te geeven , om by deselve volgents nae geleegentheit der saecken naerder 
gelett ende wider gedaen moge worden ; daerbeneevens wat die besoeckinge 
der gemeenten angaet, dat deselve henluiden met die dienaren gemein is 
ende geensins den olderlingen allene toecompt. 

6. Op den 55 artijckel is geresolveret , dat men eendrachtelicken in deser 
kercken voortaen onderholden sal, dat daerinne geordonneert is van het 
leesen des formuliers an die tafel voor die bedieninge des nachtmaels, daer- 
meede die gemeente an een seecker forme gewennet werde ende daerdoor 
den grondt van den handel des avontmaels te beoter loeren verstaen. 

7. Van het gebruick der evangelischen dominicalen, dewelcke tot noch 



217 

in dese kercke onderholden sijn , is met gemeenen ad vijs geresolveret , dewile 
deselve vant pausdoom secdert den jare Christi 800 ons toegecomen sijn , 
streckende tot groote praejudicie van der kercken, holdende het gemeene 
volck in blintbeit ende on verstand t van den gronde des goddelicken woordts , 
sijnde sonder onderscheit tesamen gevoecht, strgden tegen den gebruick der 
eerster olden kercken, dewelcke daervan niet hebben geweeten, afgeschaft 
sijn doorgaens bij den Gereformeerden kercken tot deser sijden ende oock 
verleeden jare den gedeputeerden, reisende tot het nationael synodo van 
weegen deser kercken, in de instructie meedegegeeven is an te holden om 
afgeschaft te mogen worden, dat deselve nu voordaen onderlate n ende in 
plaetse van dien een evangelist ordentlick verclaert sal worden. Dan sooveele 
den huislieden op den dorpen angaet, voor deselve sal men se moogen 
holden tot voller ende beeter anstellinge der kercken ten platten lande. 

8. Dewile tot noch toe in desen beginselen der kercken het gebruick 
onderholden is, dat die vijff hooftstucken der christlicken religie voor die 
Catechismi predige voorgeleesen sijn, ende tselve nu in langen tgt genoech- 
saem gedaen is, daermeede voordaen die ordinaris tijt van predige n in die 
uitlegginge des Catechismi nutlicken worde besteedet, sal henvorder, in 
plaetse derselven vijff capita offt van eenen seeckeren text, da tselve stuck 
alleen voorgeleesen worden, tot welckers verclaringe men in den Catechismo 
sal gecomen sijn. 

9. Dat gebedt: O Godt, die onse Vader bist, sal men in der 
weecken te singen naelaten. 

10. Om te mogen vercrijgen een algemiene houlicksordeninge door auto- 
riteit van sjjn Excell. , is D. Gekobulo opgelecht an CoKNPirrirM, in der 
saecken van de Hollandische kercken gcdeputeert, te schrijven, dat die 
tesamencompst daertoe, geordonneret in nationali synodo van den Haghe, 
met den eersten mach bevordert worden. 

11. Middelerwijle , alsoo het opschrijven der nieuwen ehelieden offtmaels 
vele swaricheiden onderworpen is, wordt goed tge vonden , dat in eene jegc- 
licke kercke een seecker dach ende ure van der weecken angestelt sal 
worden ten goetduncken van den kerekenraeden ter plaetsen respectivelick , 
op welcken tijt vermaent sullen worden, die daer willen geproclarniert sijn , 
te compareren voor 2 offt 3, bij den kerekenraedt gedepu teert, om met 
gemeenen advijs derselver opgenomen ende angeteiekent te worden. 

12. Die tesamenvoeginge der eheluiden, gelijck deselve een algemeene 



218 

actie is, die in facie ecclesiae ende geensints in geen plaetse der kercken 
alleen behoort te geschieden, sal henvorder eendrachtich voor den predieh- 
stoel nae het besluit der predigen ende doope, voor het gebedt, gedaen 
worden. Ende daermeede die gemiente met lange vermaningen niet werde 
opgeholden , sollen die ministri vermaent sijn hare predigen te vercorten 
ende int trouwen uit den boecke des formuliers , daervan gestelt sijnde, 
ende etwas geabbrevieeret voorlesen, welverstaende dat hetselve formulier 
oock sal geachtervolget worden , als daer sullen getrouwet worden , dewelcke 
den anvanck hares ehestants met onordentlicke tesamenlopinge begonnen 
hebben. Doch soo sulex bjj lidtmaten geschiet is, sullen deselvc nae gelec- 
gentheit van die gegeeven ergernis , als in anderen geljjcken saecken , ver- 
maent ende gestraffet worden. Ende wat die tijt van trouwen angaet, 
sullen die kerekenraden bij hen mogen ordonneren van die dagen, op de- 
welcke sulex geschieden sal, doch alsoo dat hetselve des Sondaechs voor- 
middage nagelaten worde. 

13. Om eenen seeckeren voet te neemen van een beginsel der classicale 
vergaderinge te maecken, is goedtgevonden , dat die ministri, soo binnen 
Campen nu ter tijt resideren, onder hen tot dien einde vooreerst alle 
weecken des Maendaechs vergaderen ende het gebruick der propositien uit 
den Catechismo anstellen sullen. Ende daermede oock somwijlen die naest- 
geleegene dienaren daertoe erschijnen, sullen haer bevlijtigen sooveelmoge- 
licken ende die geleegenthcit hen toolaet op desolve tijt te compareren. 
Doch in val sulex lancksamer geschiedt, sullen die voorschreeven ministri 
geautoriseert sijn, den classe eenmael off etJicko binnen Campen offt Swolle 
te verschrijven ten fine als boven, ende oock tot afhandelinge van extra- 
ordinaris voorgevallen swaricheden, ende sulex ter tijt van het toecomende 
particuliere synodo. 

14. Om int werek te stellen die handelingen van den nationalen, alsoock 
hetgeenc in desen synodo besloten is ende tot verbeeteringe der kercken 
noodich is, sijn tot visitatores voor dese reise gecoren D. Gerobulus ende 
Georgit's Nolthenius. 

15. Sijn gedeputeret D. Gerobi t li t s ende borgemeister Momjck, older- 
linck, nae Hasselt te trecken om bij die magistraet aldaer an te holden 
op verbeeteringe van de swaricheden, die aldaer ontstaen sijn ende noot- 
saeckelick moeten remedieeret worden. 

16. Is opgelecht D. Ulgiiero, consuli, ende Henrico, ministro van 
Swolle, bij den vrijheeren van Hogensax Joachtmi'm Siliginiüm te verhel- 



219 

pen , dat hij sijn stipendium vant vaendelen sjjns broeders , liggende op der 
Swartesluis, mach ontfangen, gelijck bij die voorigo garnisocnen geschiet is. 

17. Die saecke van Joan. Lanckeller, dat hij mach bevordert worden 
tot den kerckendienst van Isselmuiden, wordt bevolen den korckenraodt 
van Campen. 

18. Van Hermanno Voss is geresolveret, dat hij hem voegen sal bij 
den kerckenraet van Swolle om dorch deselve aldaer an die magistraet ver- 
holpen te worden, dat hij mach voorsicn worden met die opcompstcn, die 
tot Wilsum tot der pastorijen ende vicarijen gehooren, ende daervoor den 
kerckendienst aldaer vertreeden , ende voor de rcste afwachten die gemeene 
ordonnantie , opt stucke der dispensatie der geestlicken goederen ende beta- 
linge der predicanten gestel t, ende voordaen bij Ridderschap ende Steeden 
ende sjjn Excell. te bevorderen. 

19. Sijn genomineret die dienaers van Campen ende Bernherus om over 
te sien een boecksken D. Gerobuli van die besoeckinge der crancken, ten 
einde hetselve mach gedrucket worden. Ende soo wijders ctwas voorviele, 
welcks nutlicken solde mogen uitgegeeven worden, sullen die dienaers van 
Campen ende Deventer, hier residerende, offb nae hare vertrecken die 
ministri van Swolle, belast sijn tot die tijt van toecomende synode provin- 
ciael tselve te visiteren. 

20. Is oock geresolveret, dat men schriftelicken uit den name deses 
synodi D. doctorem Pezelium versoecken sal, die historie der leere ende 
handels D. Joris met corte refutatie van dien tegen die nieuwe anwassende 
naevolgers van hem verneemen ende int licht te geeven. Sullen oock te 
gelijck e die ministri van Embden versocht worden om an doctorem Pezelium 
die schriften , die srj diesangaende hebben , te willen oversenden. 

21. Het toecomende synodum provinciael sal die kercke van Campen 
over een jaer uitschrijven. Ende sullen voordaen alle gedeputeerden der 
kercken, tot den synodum comende, oock daer der synodus in loco gehol- 
den wort, haer schriftelicke credents neffens die instructie medebrengen 
van diegeene, die sij gecommitteret hebben. 

[22.] Alsoo Theodorvs Sïltginivs wederom, contraveuieerende beide die 
sententien des synodi particularis deser provinciën van Overijssel, int jaer 
verleeden tusschen die kercke van Deventer ende hem gegeeven, alsooek 
het compromis, onlancx binnen Campen met hem opgericht , speckcre schrif- 
ten an den kerckenraedt aldaer ovcrgegeeven heeft tegens die uitgeweeckene 



220 

heeren cndo den kerckenraet van Deventer voorss., waerin hij deselve 
personen bescbuldicht van hein den loon sijns diensies beloofft ende niet 
betaelt te sijn ende niet, alst behoort, geholpen te weesen uit de collecten, 
met een bijgevoechde calumnio, dat eenige, weinige int getal sijnde, met 
diesel ve ommegaen ende handelen nae haer eigen goetduncken, op welcke 
puncten alle te samen die beschuldichde voorgenoemt gehoort sijn, ver- 
soeckende voorts bij forme van conclusie, dat hij Theodorus hijrover van 
desen synodo (weesende sijnen competenten richter) behoorlicker wjjse solde 
mogen gecensureret sijn ende , achtervolgende die sententie ende het com- 
promis voorgcdacht, het testimonium, hem op conditie gegeeven, wederom 
solde mogen ingetogen ende geannihileret worden, soo isset, dat die syno- 
dus dit naevolgende in deser saecken secundum allegata et probata uitgc- 
sproocken ende verordineret heeft: Ten eersten, dat Theodorus voorschreven 
dieselve schriften beide impertinentlick ende niet daertbehoordt, jae teegen 
den uitgedruckten reegel Christi, Matt. 18, overgegeeven heeft; ende wat 
angaet die beschuldingen ende dachten, daerinne begreepen, dat deselve 
sonder fondament ende wetlicke oorsaecken, item met onwaerheit geschiet 
sijn , ende volgents daerovcr sijne schuit in dese versaemlinge sal bekennen 
ende dengeenen, die hij bescbuldicht heeft, om vergiffenisse bidden. Ten 
tweeden , dat die synodus hierover wel goet recht heeft om op versoeck van 
die bcclaechden hem het getuigenisse wederom af te ncemen, als niet 
anders dan op conditie, nu menichmael overge treeden , nu medegedeilt; 
dat die broeders noch voor dese reise ende niet meer, liever willende met 
sachtmoedicheit op hoope van beteringe dan nae rechte ende nae sijne 
verdiensten met hem handelen, tselve testimonium hem noch laten, met 
expresse verclaringe, dat indien hij Theodorus nacmaels bevonden wort 
ieet desgelijcks publice offt privatim an te richten, alsdan met hem ten 
uitersten in allen deelen als met eenen ongeneeselicken menschen sal geproce- 
deret worden. Tot welcken einde hg oock geholden sal sijn, dese sententie tot 
confirmatie van het voorgaende te onderteickenen , welck hij ten beiden 
sijden gedaen heeft. Ende hoewel hij om deser sijn er daet wille te rechte 
van alle genietinge der collecte solde mogen uitgesloten worden, als wesende 
tot gants andere einden vergadert ende gegeeven, soo isset nochtans, dat 
die synodus, anschouw nemende op den tegen woordigen standt sijner 
familie, die van Deventer gebeeden heeft, wanneer hij uit Campen ver- 
trecken sal, tot teergelt ende om sijn angevangene saecke binnen Amster- 
dam uit te voeren die summa van 25 car. gulden eens, sonder daerna 
ijet meer te verwachten, uit besondere gratie willen toeleggen, waervan 
beloofft is rapport ende het beste te doen bij dengeenen, die over dese 
saecke gestelt sijn, met goeder toeversicht dat sulcks oock van der sijde 
sal naegecomen worden. 



221 

Aldus niet gcmcene resolutie ende ad vijs gcdaen ende geeindiget binnen 
Ciimpen desen 10 Junjj anno 87. 

Was onder teickent: 
Joannes Gerobulus, electus hujus synodi praeses, subscripsi. 
Casparus Holstechius , assessor hujus synodi, subscripsi. 
Bebnherus Vezekius, electus hujus synodi scriba. 



Synodus prima Hasse lenst 's. 

Anno 1588 *) den 21 Maij sindt die gedeputeerden der kereken van 
Overijssel vergadert op den synodum provincialem binnen Hasselt ende 
hebben nae anroepinge godtlickes naems met gemiene stemmen vercoren 
tot praesidem Georgtum Nolthentum, tot assessorem Hermannüm Wijffer- 
dinck, tot scribam Jodoctm Goickerüm. Ende sint dese naevolgcnde puncten 
verhandelt. 

1. Die gedeputeerden van Wilsum bebben met grooten eernstangeholden, 
dat haer predicant Hermannus Vos alle Sondagen bij haer den dienst des 
woordts betreeden offt een ander dienaer des woord ts in sijn plaetse haer 
bij den synodum mochte geordonneert ende toegesonden worden. Waerop 
Hermannus gehoort sijnde, wekken sulcks synes dienstes halven toe 
Isselmuiden niet geleegen offt doenlick en sjj, vermaent weesende dat sij 
met sjjnen dienst, om den anderen Sondach tot noch toe gedaen , behoorden 
tevreeden te sijn, ende dannoch gemelte gedeputeerden daertoe niet hebben 
connen gebracht worden, is eindelick geresolveret ende haar angegceven , 
dat sij ten wei nich sten tot compstigen Martini Her mankt dienst behoorden 
te gebruicken. Welcke vermaninge haer eenichsints gevallen, doch ad repor- 
tandum angenomen hebben ende beloofft, daerop eerstesdaeges an der 
kereken van Campen haer antwoordt in te brengen. 

2. Met Joanne Smtdt, dat alsoo hij wel gesint ware eenigen kereken offt 
schooldienst te anveerden ende voor dese tijt daertoe noch niet can geholpen 
worden, is besloten ende hem opgelecht, dat hij voor den kereken raedt van 
Campen sick dickwils met proponeren sul oeffenen, ten einde hij versocht 
sijnde moge beraemt worden, off hy tot sodanigen dienst sij toe te laten 
offt niet. 



i) Er stond eerst „1589". 



222 

3. Is oock voorgelccsen seeckere copie ctlickcr articulcn van die bero- 
pinge ende ampt der dienaren , bij eenige hoeren magistraten geordineert, 
welekes offt bij den heeren Staten , als men vermoedet , onsen kereken 
om daerin te ver willigen ende deselve an toe ncemen mochte ange- 
schreeven worden. Is goed tbe vonden , dat men hijrinnc behoort te sien op 
Godes h. woordt ende op die aeta der nationalen synoden ende volgens 
verwachten het gevoelen ende oordeel der Hollandischen ende anderen 
kereken. 

4. Alsoo die van Vollenhove, Gennemuden ende andere ten platten 
lande verscheidentlick bij eenige dienaren des woordts angeholden hebben , 
naedemael der viandt in gcmelte plaetsen giene Gereformeerde dienaren 
des woordts lijden wil , dat bij desen kereken haer mochte toegelaten worden 
den dienst der papen , int swart prodickende , is beslooten , dat men daerin 
niet en behoorde te bewilligen , maer sulex den tijt bevoelen ende in sijner 
weerden ende onweerden rusten laten ende blijven. 

5. Dewile die dominicalia evangelia voorlange in den particulieren sy- 
nodo, am negesten geholden, afgeschaffet sijn ende daeren tegen bij den 
kerekenraet van Swolle raedtsaem gevonden is, dat in hare gemeente 
deselve noch een tijtlanck mochten gebruickt worden , is nochmaels geresol- 
veret , dat men sich behoorde te refereren ende te dragen nae den sevenden 
artieul des lestleedenen synodi, binnen Campen anno 87 geholden. Ende 
hebben volgents die broederen van Swolle beloofft bij haren kerekenraet te 
bearbeiden, dat gemelte artieul int werek moge gestel t worden. 

6. Het volgende synodus sal over een jaer binnen Campen geholden 
ende van der kereken aldaer uitgeschreven worden. 

Onderschreven : 
Geohgiüs Nolthenius, hujus synodi electus praoses. 
Hekmaknus Wijfferdinck, assessor. 
Jodocus Goickekus, scriba. 



223 



Acta synodi provincialis , geholdcn binnen Cam- 
pen, begonnen den 14 ende geijndiget den 18 Maij 
anno 1593, daer voorierst nae aenroepinghe des 
names Godes Casparus Holstechius tot praeses 
ende Jodocus Goijckkrus scriba mit gemeijne 
stemmen syn verkoren ende geordineret worden , 
und dese navolgende articule?i beslootenn. 

In den namen der H. Drievoldicheyt zijn in den particulier sijnodo bin- 
nen Campen vergadert anno 1593 den 14 Maij navolgende dienaers ende 
olderlingen der ghemeenten van Overyssell : Casparvs Holstechius, electus 
praeses, Jodocus Goykervs, scriba, Maktinits Setjs, minister Swollanus, 
Michaell Keck Hertensts, minister 1 ) Davent. , Thomas Rotthuijss, minister 
Hasseleti, Jacobüs Strtjüonck, minister in Blockzijll, Henrtcus Lucass, 
minister in Swartesluijs , Hermannus Voss , minister in Isselmuijden , Joannes 
Booermannis, minister in Steenwijck. 

Seniores fuerunt *): Jacob Vene, consul van 3 ) Campen, Bernharüus Aver- 
camp, olderlingen 4 ), Johan Arentz, olderlinck van Zwolle, Gerrit Bog- 
holdt 6 ), olderlinck van Deventer, Gerrtjtt Cornelijss, olderlinck van 
Hasselt, Lodewich vann Düijren, olderlinck van der Sluijss. 

Volgen nu die articulen 6 ). 

Die beroepinghe eenes kerekendienaers sall staen bij den ke reken raeth mit 
voorgaenden consent ende approbatie dess magistraetz, ende sall bierin 
ende in 7 ) anderen ghelycken dependenten gevolget worden die 3 , 4 ende 
5 artickels dess nationalis synodi, gehouden anno 1586 in 's Gravenhage. 

2. Niemandt sall tott die openbaere predicatie dess evangelii 8 ) ende 
die bedieninge der sacramenten toegelaten worden sonder geexamineert ende 
wettelick in den dienst geordineert te wesenn na voorgeschrevenen ende 
volgende articulen ende seeckere acten , in particularibus synodis gemaeckt. 



1) „Swollanus — minister" or.tbr. in RR. «) „Seniores fuerunt" ontbr. in SS. 
3 ) „consul van" SS heeft „B. tot". «) „olderlingen" SS heeft „olderlingen tot Cam- 
pen." ») „Bogholdt" 00 heeft „Bogoldt", PP en RR hebben „Borgholt", SS heeft 
„Borcholt". «) In SS zijn bij de artikelen in deze en de volgende acten met een 
hand van veel lateren tijd (18de eeuw) marginalia bijgeschreven, die wij hier niet 
overnemen. 7 ) „ende in" ontbr. in SS. ») „predicatie dess evangelii" SS. heeft 
kerekendienst". 



» 



224 

3. Dicwgle tott die Gtitochisini predicatic des Sondages veele jonge 
personen verschijnen, weijnich of niet erfaren zijnde in stucken derchriste- 
lycker religion, is goetgevonden dat, so het die tytt cenichsins mach *), 
dienaers na haer discretie die viff hooffstucken dess Catechismi 2 ) die ghe- 
meenten voor die predicatie na older manieren voorlesen, ten eijnde alle 
toehoorders door lange gebruijck daerin gewinne 8 ) ende dieselvige uth- 
wendich lehren mogen. 

4. Die heyligungc des Sondages behoort nha vermogen ge vordert te 
wordenn, tott weieken eijnde noodieh sall wesen, dat die heeren magistraten 
door de dienaers in die respective aengesocht werden om alle ontheijlinge 
mit der daet te wehren, insonderheytt onder predicatien alle koopen ende 
vercoopen , tappen ende met wagens te varen , schouspeelcn ende dergeljjcke 
dingen. 

5. Die dienacren des woerdes sullen haer beste doen ende daertho 
arbeijdenn , dat die vader syn kindt ter doope presen tiert Doch sal men 
den kinderen niet lichlick den doope weij geren offfce ontrecken bij faute van 
haerder presentie. 

6. Van die aenteyekinge der gedoopten kinderen behoort gevolget te 
wordenn die 53 articule des nationalis sijnodi , in sGraevenhage geholdenn. 

7. Men sall by den overheyden aenholden, insonderheijtt in den stedenn , 
dat goede ordeninghe in den schooien geholdenn ende dat ghiene papen offte 
Papisten eenige bedienunghe daervan moege thogelaten werden. 

8. Het is oock gants nodich geacht, dat men anholde, dat haer E. E. 
wille gelieven eenige alumnos ende jonghe studenten an to setten , welcke 
in volgende tijtt tott der kereken ende schoelldienst mogen gebruijekt 
worden. 

9. An die heeren Ridderschap ende Steden l ) over te geven seeckere 
remonstrantie angaende den dienst der papen ten platten lande, die sich 
tot noch toe ghiene exami natie ende reformatien hebben willen onderwerpen, 
dat bij haer E. derselvigen dienst allesdinges mogen verboden ende dattlick 
affgeschaffet worden , ende so eenige onder haer sick der reformatien willen 
onderwerpen, dat sie niettemin uth haer plaetzen op andere mochten ge- 
transferieret werden. 



•) „mach" SS heeft „mach lyden dat de". 3 ) „Catechismi" SS heeft „Chlycker 
religie' 1 . ») „gewinne" PP heeft „gewenne", SS „gewennet". «) „Ridderschap ende 
Steden" SS heeft „ende Ridderschap". 



225 

10. Die dienaren dess woorts ende ouderlingen dor kereken sullen 
unholden by voorschreven Ridderschap ende Steden endc voernamclyek by 
haer respective magistraten, om te verwerven consent ende resolutie op het 
onderholdt der naegelatenen weduwen ende wesen der predicanten, na 
uthwijsinge dess elfften artyckcls, in nationoli synodo 1 ) daervan 
gemaeckt, welcke bij denn Hollandischen kereken geeffecru weert wordt, 
ende volgents haer E. te vermanen, te willen letten op die ordinantie van 
den geestelycken goederen, voor tyden gemaeckt ende Ridderschap ende 
Steden anno 1587 geremonstrieret, om oock die predicanten op den dor- 
peren te mogen onderholden. 

11. Diewijlc het houwelixe trouwen, verbinden ende insegenen een 
kerckelijcke actie is ende in angenomenen kerekenordeninghe gevraget 
wordt, of ehelujjden van haer willen getuijgen voor Godt ende syner ghe- 
meenten, ende dan dickwijls bruijdt ende bruidegom alleene sonder ge- 
tuijgen in der kereken 2 ) verschijnen, is gheresol viert, dat die publique 
trouwelicke confirmatie geschieden sall voor den predickstoell in facie ecclesiae 
voort laeste gebedt, ten ejjnde alle oploop, tumult ende onordeninghe 
moge vermgdet worden. 

12. Also veele ondertrouwde eheluijden tott noch toe haer kerckelycke 
confirmatien niet hebben willen laten geschieden, sullen die overheyden 
gebeden wordenn , dat haer E. willen publicatie 8 ) laeten doen om haerlieden 
daertoe te holden by zeeckere pene, om binnen vierthien dagen na der 
gedaener publicatie tb o coomen tott het 'houwelixe bevesünge. 

13. Vraghe: off eenige man offte vrouwe na doodt haers ehegades 
sick soude mogen verlooven ende hijlekenn an sulcke vrge personen, mot 
welcken in staender ehe tho voeren s het honwelijck door ehebrucke soude 
mogen geviolieert wesen? Antwoorde: gbiensins, om verscheiden oersaecke , 
want oock Davidt selven daeran gesondight heffit in het trouwen ende nemen 
van Urias naegelatenne weduwe, als die text dujjtlick seijt int 2 Samuelis 
int 11 capittell in leste vers. 

1 4. Also Jacobus Strijdonck , dienaer des woordes tott Blockzielen , 
tott noch toe den dienst des woordes in den Cuynere hefft betreden ende 
aldaer een ander ordinarjjss dienar sall moeten gestallt worden, is Jacobo 
neffens die dienst in Blockziell van den synodo het ministerium in Blanc- 



«) Achter dit woord is, evenals in 00, in onzen cod. een opene ruimte gelaten. 
Kr moet staan: Hagensi. *) „in der kereken" ontbr. in SS. *) „laten —publicatie" 
ontbr. in RR. 

Acta syn, provinc. V. 45 



226 

kenhammc operloght geworden ommc van die fruchten der pastoryen aldaer 
sick tho mogen ehrlick onderholden. 

15. Oock het versoecken Hermanni Voss, dienaer Üio Isselmuyden, is 
operlecht gheworden burgermeister Jacob Vene ende D. JriK>co, omme mit 
den drosten ende 1 ) schultes tho Issellmuden offte anderen te communiceeren 
van eenighe veralienierde landen ende goederen *) , gehoorende tott seeckere 
vicarijen der kercke van Issellrauyden , om dieselve te leggen tott onderhou- 
dinge dess voerg. Hermanni. 

16. Van nu voortaen sullen die ghedeputeerden der kercken, verschrij- 
vende oock het synodos 8 ,, mit sick brengen niet alleene haer credentie 
maer oock instructien , opdat ordentHckcr wijse van allen vocrvallende 
swaricheyden mit ghemeenen stemmen moge gehandelt ende beslooten worden. 

Het anstaende sijnodus sall over een jaer binnen Deventer geholden 
worden, ten ware saecke dat eenige nootsaecken corteren tijtt vereijschen. 
Ende sall die uthsehrjjvinge in tijts geschieden van der kercken derselver stadt. 

Casparus Holstechius , praeses hujus sijnodi. 
Jodocus Goïjckerits , electus sjjnodi scriba. 



Acta synodi Daventriensis. 

In den naemen der Heyliger Drievoldicheijt zijn vergadert in den parti- 
culiere sjjuodo, binnen Deventer geholden den 28 Maij anno 1594, desse 
navolgende personen: Henricüs Born, ghekoren praeses, Franciscus Schruck- 
man, assessor, Michael Keck Hertensis, scriba, Casparis Holstechius, 
ninister Campensis, Henricüs Otto, minister Hasseleti, Luderus Vogelsanck, 
dienaer op die Swartesluyss, Hermannus Vos, dienaer tott Issellmuyden ; 
burgermeister Hermannus a Winshem, olderlinck van Deventer, burgermeister 
Gerardus ter Borgh, olderlinck van Zwoll, Johan Hendricx, olderlinck 
van Campen , Hübert Glabbach 4 ) , olderlinck van der Slujjss , Gerrijt 
Cornelijss, olderlinck van Hasselt. 

Absentes syn gheweest: Steen wijck, Blockziell , Mastebroek, Kuijnderen. 



') „ende" SS heeft „oft". *) „goederen" 00 heeft „goederen van Isselmuyden." 
*) „verschrijvende oock het synodos". Dit is in PP onderstreept, terwijl in margine 
staat „forte: verschijnende op den synodos"; SS heeft „verschynende tot het syno- 
dum". •) „Glabbach" SS heeft Glatbach". 



227 

1. Naer acnroepinge dess nacms Godes syn die instructie ende credentic 
overgesien. Ende also die broeders van Steenwijck haer hebben geabsen teert, 
voerwendende het perijkel, so hebben die broeders des synodi diesclvige 
haer excuse niet voor sufficiënt erkent ende daeromme geresolviert , dat sie 
deshalven sullen schrifftelyck vermaent worden. Belangende haer versoeck 
van dio classicale vergaderinge bevinden die broeders goet, dat men daer- 
mede sall vertoeffen tott die naeste bijkumpstc om redenen, haer daertoe 
movierende. 

2. AJzoo Hermannus Voss hem beklaget van het gebreek zijnss onder- 
holts, overmitz dat enighe vicarie, sortierende onder syne kereke, van 
joncker Johan van Steenwijck, het jus patronatus pretendierende , is 
overgegeven an eenen ter Beeck, so hebben die broeders des synodi 
gedeputiert Franciscum et D. consulem Winshem om met Steenwijck te 
onderhandelen ende hem te induceren , diesel vige vicarie l ) wederomme te 
restitueren tott den rechten gebruyek ende ondcrholt des dienaers aldaer. 

3. Ende also die thynde artyckell dess laestgeledenen particulier synodi, 
van het onderhout der weduwen ende weesen der dienaeren dess godtlycken 
woorts, noch niet is geeffectueert, so is geresolviert, dat die dienaeren ende 
olderlingen der kereken by haer respectivo magistraten sullen anholden, dat 
het na luijdt der articulen des nationalen synodi ende voerschrifft der 
Holland tsche steden moge christelick geeffectueert worden, hetsy bij der 
landtschafift offte steden int particulier. 

4. Is geresolviert , dat die neghende artyckell dess laestgheholden synodi , 
betreffende die reformatie der platten landen, nu ter tytt door Godes 
genaden etlycker maten 2 ) van den viant ge vrij et zijnde , sall geeffectuiert 
worden ende dat die dienaers des woorts om sulex te verkregen an die 
Ridderschap des landts ende haere respective magistraten sullen anholden 
ende mitz desen daertoe geauctorisiert werden die dienaers ter plaetze , daer 
dien landtdage ierst sall geholden worden. 

5. Ende diewyle mentie gemaeckt is van die oversettinge der bibell , 
diewelcke voerhanden is, zyn dess broeders des sijnodi geresolviert ende 
willich, indien daer eenige naerder verschryvinge vorkompt, haer naer 
behoor daerin tho quiten. 

6. Noch volgents geresolviert, dat die dienaren des woorts mitgaders 
die *) olderlingen sullen anholden bij haeren magistraten respective, dat 



i) „vicarie" SS heeft „goederen". ») „etlycker maten" ontbr. in SS. In 00 staat 
„etlicke jaren". s ) „die" SS heeft „haere." 

15* 



228 

na loftiyckor usantie sommighc uhristelyeker overiehoyden hem believen 
will daerover uth ie zijn , daermit ex bonis ecclesiae eenige studenten tott 
dess ghemeenen besten moghen onderholden worden. 

7. Ende alzoe eeniger Aknoldvs N. uth die graeftschap van Benthem int 
Laer ghewesen dienaer, tho Yollenhoe gecomen ende van die ghemeente 
tott eenen dienaer begheert wordt ende men van zijn examen niet ver- 
seeckert is, hebben die broeders des sijnodi belastet die broeders van 
Campen, dat sy denselvigen niet bevestingen, ehr ende bevoerens he nha 
ordeninghe onser algemejjnnen kercken geexaminiert sjj. 

8. Is geresolvïeret , dat die schoelmeisters sullen vermaenth worden , 
haere schoellkinderen ordentlick in die predicatie tho brengen unde in den 
Catechismo te institueren ende mit aller discretie ende bescheydenheijtt 
diegene, so der religie noch enichsins niet conform syn, tho ondergaen 
ende mit aller sachtmoedicheytt soecken te gewinnen, ende dat in allen 
schoeien gemeijn. 

9. Noch sullen die broeders van Zwoll vermaent worden, dat sie, 
gelyck ander kercken, mede soveell mogelyck is willen onderholden den 
21 artyckell dess nationalis sjjnodi ende goede opsicht nhemen op die 
broeders ende andere lidtmaten, diesel vige voor het avontmaell *) besoeckende 
ende oock mede in die Catechismi predicatie verhalende die principale 
hofFstucken der christelycker religie, nae het besluijt des laestgeholdene 
synodi binnen Campen anno 1593. 

10. Indien daer een dienaer dess godtlycken woorts hem mochte mit 
een grave sonde, ergerlycke sonde, gelyck die beteyckent worden in den 
72 ende 73 artyckel des nationalis synodi binnen sGraevenbage gesloeten, 
als mit ehebruck, hoererjje, gewoentlycke dron eken schap , simonie etc., 
hem mochten verloopen, resolvieren die broeders des synodi uth goeden 
redenen, haer daertoe movierende, dat sodanighe, all ist dat sy berouw 
ende leetwesen bethoenen, niet stichtelyck ter selver plaetze, daer die faute 
bedreven ist , mogen bljjven ende daeromme niet alleene gesuspendeert maer 
oock syns dienstes ganss ontsettet werden sall. 

11. Also oock veelerley abusen ende misbruijeken voervallen in matri- 
moniaell ende houwelixe saecken, als dat sommige die proclamatien laten 
gaen ende niet trouwen , sommige bjj papen trouwen , sommige in hoererye 
blyven sitten , ende also groote onordeninghe . dienende tott verweckinge 



i) „avontmaell" SS heeft „hochwaerdich avontmael". 



229 

4 

des toorn s Godes aver landen ende steden, errijsen, hebben die broeders 
voer goet ende stichtelick gevonden, dat men anholden sall by die magi- 
straten respectivelick ende oock volgents by die Ridderschap desser landen , 
dat om sulcx alles te l ) remedieren so in steden als platten landen een 
gemeene ordeninghe daervan mochte gepublicieert ende int effect gesteltt 
worden. 

12. Ende om alle goede ordere ende vrede in der gemeente Godes te 
onderholden, resolvieren die broeders des sijnodi, dat die gravamina, die- 
welcke in elcken stadt offte ghemeenten mochten voervallen, sullen den 
sjjnodo wettelyck voergedragen worden doer instructie offte credentie der 
volmachten offte gedepu tierden eens yderen consistorii. Ende indien dan 
ymant in eeniger ghemeenten eenige gravamina offte swaricheyden hadden, 
sall dieselvige in synen kerekenraeth nha christelicker ordeninge andienen, 
opdat dieselvige van die vollmachten ende niet van anderen particulieren 
den synodo mogen voergestelt worden , om alle suspitie ende diffidentie voer 
te komen *). 

13. Also het sijnodaell boeck door die ruine van Deventer verlooren 
is, so bevinden die broeders voer goet, dat men wederom met gemeene 
costen een sgnodael boeck make, daerin alle die acten der nationalen ende 
particulieren sij noden vervatet worden, ende dat het sall berusten by dien, 
daer die sijnodus laest geholden is, ende dat sy datselvige averbrengen an 
die plaetze, allwaer wederom een synodus sall geholden werden. 

14. Noch van den broederen geresol viert , dat men sall ter ierster in- 
s tan tien by Ridderschap ende Steden anholden , dat hen believen will die 
handt daeran te slaen, opdat die geestelycke goederen tot haren behoer- 
lycken gebruijck geimploieert ende die ordonantie , anno 87 by Ridderschap 
ende Steden van sodanige geremonstriert , geeffectuweert mochte worden. 
Ende worden daertoe geauctorisiert die dienaers ter plaetzen, allwaer die 
ierste bykumpst van Ridderschap ende Steden sall geholden werden. 

15. Is voer goet gevonden, dat men sall die van Gellderlandt met enighe 
missive advertieren, off hem niet believen solde na older usantie, in den 
beginne alhier also onderholden, mit eenigen van haere mededienaeren nu 
voertaen onsen sijnodum te bekleijden, ende wij den haeren. 

16. Noch resolvieren die broederen ende begheren, dat desse voergaende 
ende alle dess laestgoholdene synodi binnen Campen resolutien van een yder 
gemeenten mit allen vlijtt onderholden moge worden. 

') „alles te" SS heeft „te vermyden ende'*. ») „om alle — voer te komen ' 
ontbr. in RR. 



230 

17. Die naestvolgende synodus sall thokomende jaer van den dienaren 
des woordes binnen Zwoll, na haer discretie ende nha dat die noot wcrt 
cijschen , uthgeschreven ende aldaer geholden worden etc. 1 ). 

Henricus Bornensis *), dienaer des godttlycken woordes tot Zwoll, praeses 

hujus sijnodi. 

Franciscus Schurckman, ecclesiastes Davent., assessor. 

Michaêl Hertensius, dienaer dcss godttlycken woorts tott Deventer, 

scriba sijnodi. 



Acta synodi , geholden binnen Zwolle den 20, 
21, 22 ende 23*° Octobris anni 1595, op den- 
we leken verschenen sijn met credentsbrieven ende 
instructien dese naevolghende persoenen : 

Michael Keck Hertensius, dienaer des woorts binnen Deventer, electus 
praeses synodi, Hermannus Wtferding, Zwollensis minister, assessor, 
Wilhelmus Baudarttüs, missus ab ecclesia Campensi , electus scriba synodi , 
Henricus Bornius ende Franciscus Nutius, leeraers binnen Zwolle, Hen- 
ricus Otto, predicant binnen Hasselt, Ludderus Vogelsanc, dienaer bin- 
non de Sluys, Regnerus Valc, Knynderanus minister, Hermannus Vos 
alias Bierman, van Isselmuyden , Arnoldus ab Heems, pastor Vollenhovi- 
unus, Hermannus Winehanus, prediker binnen Blockziel , Joannes Antonïi, 
van Mastenbroeck. 

De naevolghende persoonen sjjn als olderlgnghen den voorgenoemden 
dienaeren bygevoccht geweest: Martinus Stegeman, burgemeyster van 
Deventer, B. Lubbert Ulger ende Casin van Isselt, olderlijnghen binnen 
Zwolle, B. Eg bert Loose, van Campen, B. Wilhelm Egbertss, van 
Hasselt , Hubert van Glabach , wt de Sluys , Claes Janss , wt den Cuynder. 

1. De pastoor van Camperveen, Andreas Caffenborch, sal sich bevly- 
tighen in het lesen ende ondersoecken van Godes h. woort ende sich onder- 
worpen examini. Bequaem bevonden wesende, sal opentlicke wederroepynghe 
synes voorighen levens ende leefens doen ende alsdan verwachten eene 
wettelicke beroepijnghe. Middelerwylen sal hy sich des dienstes gantschelic 
ontholden. 



') „na haer — worden etc." SS heeft „gehouden worden nae haer discretie ende 
als de noot sulx zal vereyschen". a ) „Bornensis" SS heeft „Bornius". 



231 

2. Arnoldvs ab Heems, predicant binnen Vollenhove, 6al teghens den 
nacstcoraenden synoduin getuyghenisse vertooncn, dat hy is geexamineert 
ende geadmitteert tot den kerckendienst. In faute van dien so sal hy sich 
examini subjicieren. 

3. Joannes Antonii, predicant van Mastenbroeck, sal gehouden sjjn 
sich binnen Campen, Zwolle ofte Hasselt mede te vervoeghen tot de taefel 
des Heeren. 

4. Een der dienaeren van Campen , item Joannes Boghermannus ende 
Reoneris Valc sijn van den synodo gccommit teert om eerstesdaechs nae 
Blockziel te reysen ende informatye te nemen van het leven ende wandel 
Her man nt Wener ani. Bevonden wesende waerachtich te sijn, daer hy over 
beclaeght wort, so sal hy opentlic schuit daervan bekennen ende beloven 
voortaen soberder ende christelicker te leven , als hy te vooren gedaen heeft, 
stichtende ende sich reconcilierende met degene , die hy te vooren ontsticht 
ende gescandaliseert heeft. Hierop sal hy als by provisye gecontinueert 
worden, totdat hy wetteliek ten anderen maele soude moghen beschuldicht 
worden. 

5. Men sal aenhouden by de overicheden , dat het 1 1 articel des synodi, 
te Deventer gehouden anno 94, naegecomen worde, belanghen de de matri- 
moniale saeken. 

6. De broeders van Deventer sullen neerstighe informatye nemen , of den 
persoon, die sy voorgestelt hebben (wesende een litmaet der gemeynte 
aldaer), van de Mennisten sy herdoopt, ende of hy met haer gecommuni- 
ccert heeft. Dwelck bevonden sjjnde, soo sullen sy met de excommunicatye 
procederen. Sus anders, so sullen sy de saeke berusten laeten tot op 
breeder advjjs des synodi, die binnen Campen door Godes genaede het 
naeste jaer sai gehouden worden. 

7. Men sal by de hooghe overicheyt aenhouden, dat in de dorpen, 
wclcke onder dese steden gehoorich sijn , de predicanten van onser religion 
sowel op contributye van den vyant geduldet mochten worden als dejenige, 
die van haerder religion sijn, op contributye van den onsen geduldet worden. 

8. Tot den naestcomenden synoden van Gelderlant sullen (verschreven 
sijnde) met credentsbrieven ende instruction hujus provincye reysen een 
der dienaeren van Deventer ende Regnerus Valck , predicant in de heerlick- 
heyt van den Cuynder. 

9. Men sal aenhouden bij de E. Ridderschap ende gedeputeerde der 
steden, dat de dorpen deses lants souden moghen versien worden van pre- 



232 

dicanten. En de dewyle vast een yeder claeght, dat hy geenen middel en 
beeft deselvighe te onderhouden, is goetge vonden , dat men sal twee ofte 
drye dorpen, by den anderen geleghen, combineren, totdatter breeder in 
versien worde. 

10. De dienaers van Deventer (alwaer tegbenwoordelick het collegium 
der heeren is residerende) sullen aenhouden, dat de mispaepen ten platten 
lande daedelic moghen gecasseert worden, ghelijc hier te vooren by haerc 
£. geresolveert is, ende dat het haere E. believen wille in de plaetse der 
afgedancten te laeten verordineren Gereformeerde predicanten , tot dien eynde 
orden stellende op de renten ende incomsten der geestelicker goederen ten 
platten lande. 

11. De gedeputeerde des synodi hebben goetge vonden, dat men voortaen 
de Ridderschap ende Steden sal begroeten ende bidden, dat het haere E. 
wille believen een ofte twee te deputeren om de synodale vergaederijnghen 
met haere teghenwoordicheyt te vereeren ende by te. woonen. 

12. Men sal aenhouden by Ridderschap ende de gedeputeerde der steden , 
dat het haer believe de inwoonders van den Cuynder behulpich te wesen 
tot opbouwijnghe haerder vervallen kereke ofte gotshuys. 

13. Het is D. Michaëlt, praesidi synodi, ende synen collegis belast, aen 
te houden by Ridderschap ende Steden doses lantschaps, dat het vierde 
artyckel des synodi Daventriensis , betreffende de reformatye der platten 
landen, mochte in effect gestelt worden. 

14. Het heeft; den gedeputeerden des synodi belieft ende goetgedacht, 
dat men jaerlicx den synodum in deser provincye sal holden acht daeghen 
nae Pijncxsteren. 

15. Men sal aenhouden by den E. Joh an van Steen wijck, dathy, achter- 
volghende syn beloftenisse Hermanno Vos, laete volghen de opcompsteder 
vicarye, gehoorende tot den kerekendienst binnen lsselinuyden. In fautc 
gevonden sijnde, sullen de dienaers der gemeynte, daer het collegie der 
heeren sjjn sal, dit vertoonen ende voorderen. 

16. De naeste synodus sal gehouden worden binnen Campen op den 

doch, genomineert in den XHII artijckel. 

Michaëi, Keck Hertensïijs, electus synodi praeses. 
Hermannus Wiferding, electus synodi assessor. 
Wilhelmus Baudartius, electus synodi scriba. *) 



') Deze onderteekeningen zijn eigenhandig, evenals die van de verder nog volgende 
acta der Overijselsche synoden. 



233 



Acta synodi provincialis , ge holden binnen 
Campen, begonnen den xxn en Junij ', geeyndicht 
den xxv« n anno 96. 

Sjjn nac aenroepinghe des godlycken naems tot praesidem verkoren Cas- 
parus Holstechius, tot asscssorem Franciscus Schurckmannus. totscribam 
Pranciscüs Nutiüs. 

Ende syn op desen syuodurn met behoorljjckc credentsbrieven ende in- 
structien verschenen dese navolgende persoonen: 

van Deventer: Franciscus Schurckmannus, dienaer des woorts, und 
burgemeister Adolph Donckel, olderJinck; 

van Campen: Casparus Holstechius, Wilhelmus Baudartius, Abkaha- 
mus Naerius, Johannes Lamotius, dienaer des woorts, Jacob Venen B. 
ende mr. Berndt Averkamp, als olderlinghen ; 

van Zwolle: Franciscus Nuïius, d. des woorts, ende Matthijs Wessem , 
als olderlinck; 

van Hasselt: Henricus Ottho, dienaer des woorts, B. Wilhem Egbertss, 
als olderlinck; 

van Steenwijck: Johannes Bogermannus, d. des woorts, Sweer Dirickss, 
als olderlinck; 

van de Cuyndert: Reinerus Valck, d. des woorts, ende Hendrick 
Janssen, olderlinck; 

van Swartesluys: Luderus Vogelsanck, d. des woorts, und Lodewljck 
van Duren, olderlinck; 

van Steenwyckervolt: Franciscus Averkamp, d. des woorts; 

van Iselmuyden ende Wilsem: Hermannus Vos, d. des woorts; 

wt Mastenbroeck: Johannes Anthonii, d. des woorts. 

Ende syn wt de synode van Gelderlant unde graefscbap Zutphen tot 
desen synode gekomen Petrus Gellius de Bauma ende Gerardus Ver- 
stegius in de plaetse van Johannis Fontani, die om wichtige oorsaken in 
persone niet heeft connen verschenen , om broederlijcke eenicheijt te onder- 
holden. 

Ende hebben dese voorg. persone hare behoorlijekc eredentsbrieven ende 
instructien verthoont, wtgenomen dat de kercke van Zwol haren eredents- 
brieff met geenen kerckensegel bevesticht hadde, daer sij oock over syn 
vermaent geworden. 

1. Dewijle die van Blocxsiel niet wettolyeke wyse verschenen is, maer 
seer ommanierlyck een tschryven ingeleydt heeft, ongemerckt dat. hij, in 



234 

synodum to komen bcfonden synde, oock is wechgogaen; dewyle insgelijcx 
die van Vollenhove, sonder sehriftelyck ofTb mondelijck excusen acn den 
synodum te senden, is wtgebleven; soo sullen se daerover in volgende 
synode gecensureert worden. 

2. tSyndt wt tmidden des synode twee afgeveerdicht geworden, als mit 
name Francfscts Schurckmannts ende Wilhelmus Baud., om den Ed. 
heeren drossaert Jan Sloot van wegen de Ridderschap und den eersamen 
raet deser stadt Campen te begroeten, dat sy eenighe wt haren midden 
daertoe dcputeeren willen, die den synode bjjwoonen conden. Ende ist 
der heeren drost tot verscheyden macl und magister Abel Hildebrants ende 
Jan Theï t nissen Drent van wegen den eersamen raet verschenen. 

3. Sijn de instructien gevisiteert ende syn de volgende gravamina 
voorgestel t. 

4. Naodem sus langhe in dese provincie van Overijsel geen classes 
sindt geholden geworden, soo is verordent, dat bij provisie twee classes 
tweemael int jaer, als om St. Michiel ende in de vasten, sullen geholden 
worden. Tot d'eerste sullen gehooren: Deventer, Zwolle, Hasselt, Swartc- 
sluijs, Mastebrouck, Geenmuyden; tot de andere: Campen, Steen wijck, 
S teen wij kervolt , Vollenhove , Cuyndert, Bloxiel, Isselmuyden, Oldemarcke, 
BI an eken ham , Camperveen, Sallick. Ende sullen die van Deventer hare 
ende die van Campen hare classem eerst verschrijven. 

5. Ende naedien die classes van de synode niet sonder onkosten connen 
geholden worden , soo is besloten , dat de volmachten des synode , die hier- 
onder- sullen genoempt worden, aen Ridderschap ende Steden aenholden 
sullen om die te erlanghen. 

b'. Oock is voor goet aengesien, dat alle gravamina classis ende syno- 
dorum , die acn Ridderschap ende Steden moeten geraporteert worden , sullen 
de volmachten des synode toegesonden worden. Ende sindt met gemeynen 
stemmen tot volmachten des synode gekoren , als met name: Francfscts 

SCHFRCKMANNVS, FrANOISCVS Nl'TIUS , CaSPARUS HOLSTECHTT'S , FRANCISCUS 

Averkamp, d. des woorts, nevens B. Wflhem Egbertss , Zweer dirickss, 
olderlinghen , vereoren om tselve aen de Ridderschap ende Steden te 
verthoonen oft in andere wij se af te doen. 

7. Is oock voor goet aengesien, dat wt last beyder synoden Gelders ende 
Overijsels een missive aen syn Excellencie ende andere synoden sullen 
toegesonden worden (dwelck de kereke van Deventer is opgelcydt nevens 



235 

de gedeputeerde des Geldersche synode te verrichten), om een nationale 
synode te verrichten. 

8. Ende dcwyle al lange versocht is geworden, dat het vorstendom 
Geldre, graefschap Zutphen, nevens Sticht van Utrecht ende van Overijsel 
sullen een deputeeren, dewelcke de correction des Nederlantsche bijbels 
bjjwoone. soo is raetsam bevonden, dat wt yeder provincie dienaren des 
woorts gecommitteert werdo, die in een gelegener plaetse te samen comen 
om daertoe eenen eendrachtelyck te verordenen. Unde sal deser synodus 
geholden syn sulex aen die van Gelderlant ende Utrecht te schryven , und 
syn daertoe van weghe deser synode gecommitteert Franciscis ScuntCK- 
mannus, Abrahamus Naerius und Hermannus Wiferdinck. 

9. Is oock besloten, dat tot een yeder classe und synode sullen wteen 
ijeder plaetse een d. des woorts und een olderlinck gesonden worden. Und oft- 
schoon meer dienaren in dier plaetse, daer de 6ynode oft classis geholden wordt, 
wesen mochten, soo sal doch maer een dienaer ende een olderlinck , daertoe 
van de consistorie wettelyck gen om in eert synde, stemme hebben nae luydt 
der synodale acten. Underdesen wordt den anderen toegelaten denselven 
bij te woonen. 

10. Het is den volmachten voomaempt opgeleydt bij de Bidderschap 
ende Steden aen te holden, dat de papen ten platten lande terstont wt 
haren diensten mogen afgeschaft worden, daermede de arme luden des te 
meerder moghen verlanghen hebben om eenen Gereformeerde dienaer te 
begeeren. 

11. Ende nadien het seer pryselyck is, dat in Holland t ende andere 
provinciën de weduwe der afgestorven dienaren met onderholt vorsien worde 
ad dies vitae, soo sullen voorschreven volmachten oock bij Ridderschap 
ende Steden tselve versoecken. 

12. Het achtet der synodus seer nut ende noodich te wesen, -dat de 
jonge jeucht in eenderleij praeceptis moge geinstitueert worden, ende achtet 
die Philippo Ramaeae de bequaemste daertoe te wesen, daertoe de rectoren 
der scholen van Overijsel sullen ver m aen t worden. 

13. Oock wordt voor goet gevonden, dat op de vastdaghen, bedaghen 
oft hooge feestdaghen gheen eeheluyden gecopuleert oft oock kinderen 
gedoopt worden, opdat alderley desordre vermydet blijve. Ende sullen de 
voorg. volmachten in hare requesten aen Ridderschap ende Steden de 
profanatie der sabbatthen, wat oock voor species deselve syn moghen, 



236 

gedencken , n effens dien begeeren , dat; die lombardien , battementspelen , 
rhetorijkers , keuchelaers, wacrseggers, teckenduders , duvelbanners etc., 
wat des ongesuyvers meer is, afgeschaft ende wt den lande moghen 
verdreven worden. 

14. Sullen oock de voorsch. voll machten in deselve requeste versoucken , 
dat de Papisten heymelyck kinderdoopen , trauwen, und die Memnoniten 
ende andere sectarisen heijinelijcke vergaderinghe met ernst moghen verboden. 

15. Ende dewijle in ehesaken veelderleij desorderen daechlicken voor- 
loopen , soo sullen oock de volmachten Ridderschap ende Steden ernstelijck 
vermanen , dat tot vermydinghe Godes toorn nut ernst moghe gestraft 
worden. Ende daermede deselve verbrekende personen geen wtvlucht hebben , 
is hoochnoodich geacht, dat een algemeijne eehordeninghe moghe opgericht 
worden , ende heeft de synode voor goet aengesien , dat die van Geld e riant 
hare geconcipieerde eehordeninge die van Overijsel sullen toeschicken. 
Ende desgeljjck sullen die van Overysel geholden sijn van haere eehe die 
van Gelderlant t'overleveren , opdat beydo een gelijckludende in och te ge- 
stelt worden. 

16. Kendt de synode recht te wesen nae luydt der synodale acten, dat 
de erkentenisse van howelycxso saken van de kercken ende andore politieu- 
raden moghte gedecideert worden. 

17. Is oock voor goet gevonden, nae luijdt der synodale acten, dat de 
diakenen haer bysonder collegium houden sullen, welck een predikant sal 
praesideren. 

Und susverre gaen die generalia. Volgen die particularia. 

18. Die kercke van Deventer heeft een vraghe voorgestelt, hoe men 
met eeneu afgcvallenen broeder , die sich tot de Memnonieten begeven ende , 
dickwils vermaent sijnde, contumaciter daerin volhardt, te doene sy. Soo 
heeft de synode daerop geresol veert , aengesien men niet weten konde oft 
hij in alles met de Memnonieten geaccordeert ware, dat de excommunicatie 
noch voor een tijtlanck mochte stil gehouden worden. Onderdes sullen de 
dienaren niet onderlaten hem ernstelijck te vermanen. 

19. Die van Zwolle hebben voorgebracht van een dochter, welcke een 
ruyter tegen consent des vaders aengeslagen ende aireede huijs met hem 
is holdende, oft die oock nae haer vaders ende andere vrinden begeeren 
mochte opgekondicht worden. Andtwoordt de synode , dat dewijle sy verstaet, 



2*7 

dat de vader geen wettelijeke reden heeft, waerin hy sulcx weeren konde, 
sij met de prooi auiatien inochte voorts varen. 

20. Die van Campen syn oock vermaeut, dat sy, een kerckboeck heb- 
bende, tselve vlytelyck tot consignatie der verhandelde saken gebruyken. 

21. Naedien de synode verstaen heeft, dat Johannes Bogermannus 
van Steenwyck vertrecken woldc ende hij luydt haers credentsbrieff niet 
erschenen, heeft de synode om reden te hooren hem versehreven. Ende 
is op soodanighe verschryvinge gekomen unde gevraecht synde heeft hij 
sich verklaert, hy waer allesdincks bereyt eerstesdaghes te vertrecken, 
wt oorsake dat hij oock voor sijne kinderen, opdat die in studiis mochte 
gepromoveert werden , moeste sorghen ende sich schuldich waende syn vader- 
lant voor andere te dienen. Maer als de synode hem bestraft beeft, heeft 
hy syn schalt bekendt ende verlatinge verkregen , aengesien hij aireede met 
consent der kereke ende stadtsraets syns diens ts ontslaghen ende een ander 
aen syn stede geroepen was. Ende sal der scriba des synode hem een 
tuygenis verveerdighen ende sullen die van Steenwyck schriftelijck van weghen 
de onordentlycke verlatinghe kerckelijck bestraft worden , dwelck F. Schurck- 
manno is opgeleyt. 

22. Hermannfs Weneranus, vermeynde pastoor van Blocxiel, onordentlycke 
wyse , geen dienaer des woorts synde , in den dienst aldaer ingedrongen , wyle 
hij sich voorhen met dronckenschap ende andere grove fauten sich vcr- 
loopen , ongeachtet dat hy , vermaent ende overtuijcht synde op eerlycke 
bekentenisse, in de tegen woordicheyt der drie daertoe afgeveerdichde dienaren , 
als met name Abrahamls Naerius , Johannes Booermannus ende Reynerus 
Valck, gedaen, dan noch in sulcke scandalen niet alleen tot noch toe 
voortgevaren maer oock des synodi voorderinghe , durch den E. heeren drost 
geschiet, moetwillich verachtet heeft, soo heeft de synodus hem des dienste 
gantselyck onweerdich geachtet und sal der assessor synodi sulcx de E. 
heeren Staten van Northollant te remonstreren geholden syn. * 

23. De kereke van Campen versoekt aen de synode van Gelderlandt, 
dat Thtjmannvs, pastoor van Gadderen, die van Sallick moge overgelaten 
worden. 

24. Heeft de synode Andheam, pastoor van Camperveen, gehoort ende 
geexamineert , bevonden des kerekendienst onweerdich te syn, ende is vergunt 
schole te holden, voldoende syn belofte. 

25. Is de synode een vrage voorgcstelt, oft yemant syne gewesen vrouwen 
suster dochter mochte trouwen. Daerop geantwoordt, sulcx ongtwloeft, 



238 

soo van de vorighc vrowc saet voorhanden, strydendc tegen godl. , nat. 
ende lantsreehten. 

26. Syn gedeputeert op den Geld. synode Abrahamvs Naerius, Her- 
mannvs Wiferdinck. Ende sal de naeste synode tho Hasselt geholden ende 
den XXI Junij anno 97 verschreven worden. 

27. Is de synode nae censura morum ende dancksegginghe in vrede ende 
liefde geseheyden. 

Casparfs Holstechius, eleetus synodi praeses. 

Franctscts Sctrcmannis Hammonius, minister ecclesiae Daventriensis , 

assessor. 
Franchscto Nimrs, minister ecclesiae Zwollanae, scriba synodi. 



Acta synodi provincia lis van Overijssel ', gehou- 
den binnen Hasselt, begonnen den 19 Julij 1597 
ende gheendiget den 2i cn derselver maenL 

* 

Op desen synodo syn verschenen: 

van weghen den Gelderschen synodi: Wynandus Johannts, predicantter 
Elburch ; 

van Deventer: Thomas Rothuysius, predicant, met Nolle Joachtms, 
olderlinck ; 

van Campen: Johannes Lamotius, predicant, met Dterick Dibbinck, 
olderlinck ; 

van Zwolle: Hermannüs Wypferdino, predicant, met Engelbert Engei*- 
bertz, olderlinck; 

van Hasselt: Henürici t s Otto, predicant, met Willem Egbertz, ofte 
in syn absentie Jan Geertz, olderlinck; 

van Steen wyck : Petrus Harritius, predicant, met Claes Jansen, olderlinck ; 

van Vollenhoven: Arnoldus Heemsens, predicant; 

wt de Swartesluys : Luduerus Vogelsanck , predicant , met Lodewtjck van 
Dr eren , olderlinck ; 

van Iselmuyden ende Wilsem : Hermannüs Vos alias Bterman , predicant ; 

wt Mastebroeck: Johannes Anthonides, predicant 

Ende hebben desc alle te samen haere crodentzbrieven ende instructien 
verthoont, wtgenomen die gheen besloten ghemeynten bedienen. 

Wt voornomden personen syn , naer aenroupinghe van de name des Hee- 
ren , met. gemeene stemmen vereoren tot eenen praeside Hermannüs Wyffer- 



239 
ihkck, tot cencH assessorc Thomas Rotiivystus , cndc tot ccncn scriba 

JOHANNES LaMOTIUS. 

1. Absens is geweest Francïscis Avkkcamp, predicant tot Steenwyeker- 
wolt, dewelckc (gelyck hy aen Hendrici'm Otto geschreven hadde) in den 
synodo niet heeft connen verschynen , overmits hy de oncosten , die hem ten 
deele souden vallen aldaer te betalen, van zyne gbemeynte niet can crijghen. 

2. Deso execuse is aengenomen in synodo, doch evenwel den volmachten 
des synodi opgelcyt (gelyck oock in den naestvoorgaenden synodo, gehouden 
te Campen) , bij Ridderschap ende Steden aen te houden , hacre E. E. be- 
lieven middelen te versorghen , daermit de oncosten der synoden betaelt 
moghon worden. Ende wat aengaet Fr anciscvm voorschreven int particulier, 
dat men aen de schol tet van Steen wyck wolt schrijve , ten eynde hy met 
de huysluyden aldaer handele om de costen voorsch. te helpen draghen. 

3. Hoewel in den voorgaenden synodo, geholden te Campen, goetge- 
vonden is, dat een algemeyne eeordeninghe in och te gemaect worden, om 
bloetschande , hoererye ende overspel voor te comen , sonder aensien der per- 
sonen , so is evenwel noch ecnmael besloten , dat de volmachten by Ridder- 
schap ende Steden aenhouden , dat sulckes in effeete moghe gestel t worden. 

4. Is oock voor goet aengesien , dat men by Ridderschap ende Steden 
sal aenhouden , haere E. E. believen den synodo een sekere persone , van 
haere E. E. daertoe ghecommitteert , te vergunnen, die agent sy des synodi 
ende der dassen om me alle kerckelicke saecken , by den synodo ofte classibus 
besloten , den voorsch. heeren te verthooncn ende te solliciteren , dat deselvighe 
door haere goede handt moghen ten effecte gebracht werden. 

5. Is desgelyx goetgevonden , dat (soverre mogelyck) int eynde der 
synoden alle tgene, welcke in den synodo beraemt mochte syn, als aen- 
gaende eenighe acten, attestatien, missiven etc. te schryven ofte eenighe 
requesten aen de voorsch. heeren over te gheven, voor het vertreck der 
dienaeren eersten geconcipieert ende onderteyekent worde. 

6. Ach tet synodus billick , dat de stipendia onder den predicanten binnen 
de steden van Overijssel gelyck syn , alsoock proportionaliter op den dorpen. 
Maer dewyle den kerekenraden respectivc in den nationalen synodo art. 9 
is opgeleght te procureren ende te versoecken, dat haeren predicanten een 
eerlick onderhout vergunt worde, is goetgevonden, dat se meteenen dese 
gelyckheyt helpen voorderen. 

7. Is verschenen in synodo Joiiannes Wierichs, barbier syn es handt- 
wereks, woonachtich te Vollehoven, aengevende dat hy sieh vondt ghe- 



240 

neyght te syn sich tot het prediekampt te begeven ende derbalven ver- 
soeckende , dut men hem wilde examineren ende, daer eenighe beroupinghc 
voorviele, daertoe te bevoorderen. Maer dewyle onder andere proposten 
tsynodus verstondt , dat hy in Vrieslandt te Hinlope particulier vermaninghe 
wel hadde gedaen, twelcke hem de predicant te Coudom, met namen Rodolphus, 
hadde verboden, soo is goetgevonden , dat men aen den predicant van 
Worcum, mit naemen Akthonis Diericksen, schryve, ende is sulex te 
schryven opgeleyt Petro Harritio, predicant te Steenwyck, om na syne 
gansche gelegentheyt te vernemen. Ende daernaer sal de classis van Campen 
verder naer behooren in de sake handelen. 

8. Is verschenen Andreas Caffenberch, gewesene pape te Camperveen, 
versoeckende dat het synodus hem examineren ende met eenen dienst voor- 
sien wilde. Daerop , naerdat hem ettelycke vraghen syn voorgestelt geworden , 
dewelke hy seer ongerymelick beantwoordet , is besloten , dat men persistere 
by de resolutie des naestvoorgaenden synodi, gehouden binnen Campen, te 
weten dat hy onduchtich ten predickampte wordt geachtet, hem daerentusschen 
vermanende , sich te willen vlytich oeffenen int gehoor ende lesen van Godes 
woort. 

9. Reynerus Valck, dienaer des h. evangelii in de Cuner, heeft aen- 
gegheven benevens ettelycke schriften, den synodo verthoont, hoe dat een 
deel affgunstighe , onder welcke niet een is Hdtmaet der ghemeynte Christi , 
maer veelmeer vyanden der Gereformeerde religie, binnen der heerlickheyt 
Cuner buyten last ende wille des E. heeren drost van Vollenhoven, 
joncker Johan Sloot , casteleyn der heerlickheyt voorsch. , oock der Rid- 
derschap ende Steden, synen dienst hem hebben opgeseyt sonder eenighe 
weltelicke beschuldinghe teghen hem in te bringhen. Ter contrarien (als 
blyct by schrift, by hem ingelanght) betuyghen alle de lidtmaeten der 
Gereformeerde kereke Christi aldaer, dat hy eerlicken ende stichtelicken 
geleeft heeft, sodat syn vertreck niet can geschieden sonder desolatie der 
voorsch. kereke. Daerop soo is beraemt, dat synodus een missive aen Rid- 
derschap ende Steden schrjjve ende dat de predicanten ter plaetse, daer 
haere E.E. eerst sullen byeencomen , deselve overleveren ende verder by haere 
E. E. aenhouden , dat Reynerus in syne gerechtige saecke gehanthavet worde 
om der quaede consequentien wille. 

10. Alsoo synodus verstaet, dat de coster tot Wilsem synen dienst niet 
waerneemt ende mit namen int singhen , niettegenstaende hem de predicant 
aldaer verscheyden mael vermaent heeft, soo sal men schryven aen de 
heeren van Wilsem , ten eynde hy ofte gedeporteert worde van synen dienst 
ofte dien beter waerneme. 



241 

11. Johannes Anthonides, predicunt in Mastebroeck, heeft syn bcclach 
gemaect, dat, niettegenstaende hy een accoort met den huysluyden aldaer 
gemaect heeft, die plaetse drie jaeren te bedienen, mits hem betalende 
tweehondert gulden jaerlyx ende wat meer int accoort gespecifieert is, 
hy evenwel aen syne betalinghe niet en can geraken, derhalven synodum 
gevraeght heeft , offet hem niet gheoorloft sonde syn een andere beroupinghe, 
wanneer se voorviele, aen te nemen. Heeft synodus geantwoordt, dat de 
predicanten van Zwolle eerst sullen aen den drosten van Werckeren ende 
Sallandt aenhouden, dat Johannes voorsch. behoorlicke versekeringhe syner 
penninghen vercrijghe, ende so sulckes niet geschiet, dat het hem geoor- 
loft is een andere beroupinghe naer orden der kercken aen te nemen. 

12. Hermannus Vos, een seker somme penninghen verschoten hebbende 
tot opbouwinghe der pastorye t' Iselmuyden , heeft versocht de hulpe des 
synodi om aen syne verschoten penninghen te geraken. Is besloten , dat 
de ghemeynte van Campen Hermanno voorsch. daerin behulpelick syn sal. 

13. Vindt synodus goet, dat de gravamina, van Wynando Johannis 
van weghen des Gelderschen synodi ingelanght, in den generalen synodo 
aengegeven worden, wtgenomen van de psalmen Davidis, door Dathenum 
in dichte gestel t, te veranderen, alsoock van de huwelicksche copulatien 
gans ende gaer aen de kercken te bringhen. 

14. Wat aengaet Wilhelmum Baudartium te denomineren tot de trans- 
latie des bybels, gelyck de Geldersche synodus (soo tschynt) geerne saghe, 
vindt de synodus sich noch niet genoechsaom daertoe geresolveert. 

15. Niettegenstaende Hermannus Weneranus in laetstvoorleden synodo, 
ghohouden te Campen, van syn predickampt is affgesettet ende Francïscus 
Schurckmannus aen de Staeten van Noorthollandt heeft geschreven wt name 
ende last des synodi voornoemt, begeerende sy willen hem voortaen de 
gaige onthouden, so verstaet synodus, dat hy evenwel blyvet te Bloziel. 
Is dcrhalven goetgevonden , dewyle opt voornoemde schriven Francisci 
gheen antwoorde is gecomen, dat Francïscus aen de Staeten voornoemt 
ten anderen male sal schry ven , van haere E.E. begeerende met den eersten 
een ronde antwoorde, wat haere E.E. believen in de saecke te doen. 

16. Om op den naestvolgenden Gelderschen synodum te 'verschynen , 
syn wt desen synodo gedepu teert Petrus Harritius, predicant te Steen wijck, 
ende Ludderus Vogelsanck , predicant op de Swartesluys. 

17. Volmachten deses synodi sullen syn Hermannus Wyfferdinck, Thomas 
Rothuysius, Johannes Lamotius, Ludderus Vogelsanck, Dierick Dibbinck 
ende Engelbert Engelbergen. 

Acta syn, provinc, V. 16 



242 

18. De naeste synodus van Overijssel sal gehouden worden te Steen wjjok 
op den vijffden Maendach nae Pinxten toecomende, anno 1598. 

19. Hiermede, naer gehoudene censura morum ende dancksegginghe , ghe- 
daen tot Godt den Allmachtighen , is synodus gescheyden in vrede ende 
eenicheyt den 21 en July anno 1597. 

Hermannus Wiperding, praeses sgnodi. 
Thomas Roothusius, assessor synodi. 
Johannes Lamotius, scriba synodi. 



Acta sijnodi provintionalis , geholden binnen 
Deventer, den 23 Maij begonnen anno 1598. 

1. In den name des Heeren de dienaeren der kereken vergadert zynde, 
alsock opt versoeck der Overisselschen kereken den edelen heere dros- 
saert van Sallandt, alsoock uth ider stadt der drie steden eenen borghe- 
meester, als namelick uth den E. raet van Deventer gecommitteret den 
borghemeester Marten Steeghman, van Campen den borghemeester Jacob 
Maler, van Swolle den borghemeester Enoelbert Engelbertsen , ende 
zijn nae aenroepinghe des Heeren name tot eenen praesidem vercoren 
Franctscus Schurckmannus , tot assessorem Casparus Holstechiüs, tot 
eenen scribam Petrus Harritiüs. 

2. Ende zyn op desen sjjnodum met behoerlicke credentsbreven ver- 
schenen dese navolgende dienaren ende olderlingen : 

van Deventer: Franciscüs Scürckmannus , Thomas Roothvis, dienaren, 
Johan Hetjnck ende Evert Traessen, olderlingen; 

van Campen: Casparus Holstechius, dienaer des woorts, ende meester 
Abel Hillebrants, olderlingh; 

van Swolle : Henricus Bornius , dienaer des woorts , ende Johan Arentss, 
olderlinck; 

van Hasselt is niemant verschenen, maer hebben haer met schrijvent 
verexcuseret, mitz sy noch gheenen dienaer hebben; 

van Steenwijck: Petrus Harritiüs, dienaer des woorts, ende Jan 
Berentss, olderlinck; 

van Oldenzeel: Luderus Voqelsanck, dienaer des woorts, sonder older- 
linck, mitz daer noch gheen besloten ghemeente is: 

van Enschede: Pubo Ovitius, dienaer des woorts, ende Herman Wal- 
minck, olderlinck; 

van Oetmerssen : Adolphus Besten , dienaer des woorts , sonder olderlingh ; 



243 

uth de Cugnder: Regnekis Falco, dienaer, sonder oldcrlingh ende 
eredentsbreef. 

Noch sijn in desen sijnodo verschenen uth den kercken van Gelderland t , 
daerthoe van ons versocht zijnde ende geauthoriseret met credentsbrieven : 
Carolus Gallus, dienaer des woorts int Nijebroeck, ende Petrus Gellius, 
dienaer des woorts tot Zutphen. 

3. Aengaende die saecke Hermanni Wenerani is besloten, dat men 
blyft bj de resolutie, in den sgnodo tot Oampen genomen, tot der tijdt 
dat sijn boetveerdicheit sal gespoeret worden. Ende indien binnen den tyt 
van 14 daghen gheen bescheet en compt, dat hg hem boetveerdigh wil 
stellen, soe sal bij de hoghe overicheit deser provintie versocht worden 
om doer de overicheit geremoveret te worden. 

4. De gravamina ider kercken bij der handt genomen zjjnde, is besloten 
opt eerste gravamen, dat men bg den griffier versoecke apostille opt over- 
gegeven requeste. 

5. Aengaende het twede gravamen, van de kerckelicke goederen, dat 
van Ridderschap ende Steden enighe mochten gecommitteret worden om 
goede inventarizatie te nemen van desolve goederen, opdat sg niet veralie- 
neret mochten worden, maer geimplogeret ad pios usus, iss besloten, dat 
sulcx versocht zal worden. 

6. Het sal oock aen Ridderschap ende Steden versocht worden, dat 
deghene , de jus patronatus pretenderen , daerthoe geholden mochten worden, 
sulcken jus te bewgsen ende daernae mochten geconstringeret worden de 
goederen anders nerghens to gebruicken , dan tot den heglighen dienste , 
daerthoe sg dan oock gegheven zijn. 

7. Het is oock besloten, dat onder den classe van Deventer sullen 
sorteren dese navolgende plaetsen: Deventer, Olst, Wezepe, Bathmen, 
Holten, Ghoer, Marckel, Diepenhem, Rijssen, Delden. 

Onder den classe van Campen sullen sorteren: Campen, Genemugden, 
Maestebroeck , Camperveen, Sallick, Wilssum, Isselmugden, Swarteslugss, Ens. 

Onder den classe van Swolle sullen sorteren: Swolle, Hasselt, Wghe, 
ter Hegne, Raelte, Hellendom, Ommen ende den Ham, Dalffzen, Harden- 
bergh, Heemss, Staphorst, Rouveene, Ihorst ende Gramsberghen. 

Onder den classe van Steenwjjck sullen sorteren: Steen wijck, Steen- 
wijckerwoldt, Vullenhoeve, Oldemarck ende Paessloe, Blanckenham, Cuijn- 
der, Cugnderdgck ende Blocxzgl, Wanneperveen ende Giethoorn. 

Onder den classe van Oldenzeel sullen sorteren dese navolgende plaetsen : 
Oldenzeel, Oetmerssen, Enschede, Lossart, Dennichem, T' übbringhen, 
Almeloe, Wgrden, Frgsenveene, Bornc, Hengele. Weerssel, Hacxberghen. 

16* 



244 

Ende sul bij sijn Excellentie als stadtholdcr versocht worden bij requeste, 
dat die kereken der heerlicheit Linghen de sijnodalen ende classicalen ver- 
gaderinghen der kereken deser pro vintien mede respireren. 

8. Den Ed. heere drost aengesocht zijnde, dat noch eenige altaren ende 
andere afgodische reliquien in enighe kereken noch staen, soe heeft den 
drost beloef t, dat sijn edel. sulex alles niet den eersten sal doen 
weghnemen. 

9. Alsoe tot noch toe enighe papen in den platten lande tegens tplacaet 
in den dienst sijn gebleven, soe heeft die heere drost verclaert, dat sijn 
edel. alle de papen in sjjn drostampt den dienst verboden heeft, ende heeft 
oock beloeft, dat haer. de handt sal gesloten worden vant gebruick ende 
ontfanck aller kerekengoederen; item dat, wanneer sijn ed. enighe goede 
predicanten van den classe togesonden worden, dat hij dan deselve sal 
invoeren ende alle behoerlicke voerstand t doen. 

10. Het sijnodus versoect oock aen den ed. heeren drost van Vullen- 
hoeve, alsoock aen den drost van Twente, datt haer edel. wilde gelieven 
tselve oock te doen , opdat die menschen in de saecke haerder zalicheit niet 
langher behindert worden. 

11. In de plaetzen, daer noch gheen besloten ghemeenten noch Gere- 
formeerde predicanten zijn in den platten lande, daer sal insinuatie gedaen 
worden aen den schulte, kerekm eesteren , ghemeene karspel sluij den ende 
aen alle, die het recht van de beropinghe der predicanten praetenderen , dat 
sjj binnen den tijdt van 14 daghen enigh Gereformeert predicant beroepen 
ende dien voer den respectiven classe presenteren. Ende soe sij sulex 
binnen den vorbenoemden tijt niet en doen, soe sal het classis op deselve 
plaetse eenen dienaer seijnden , dewelcke doer eenen dienaer, van den classe 
daertoe gecommitteret zijnde, ende doer den heeren drost aldaer ingevoert 
ende den huijssluijden sal vorgestelt worden, opdat d'inwoonders derselver 
plaetze moghen hooren , oft sij doer sjjn spraecke ende ghaven in derselver 
plaetse gedient connen worden. Doch wel verstaende , indien bevonden mochte 
worden, dat de hujjsslugden blawe ut vluchten solden soecken teghens 
sodanighen gesonden predicant, soe sal de drost ende tclassis voertvaren 
in der saecke. 

12. Aengaende de papen, diens herte van Godt geroert werdt om hen 
in der Gereformeerde kereke tot den kerekendienst te begheven, daervan 
is besloten , dat men sij niet tot den kerekendienst sal toelaten , voer ende 
eer sij eerst haer concubinen oft onechte wjjven sullen getrowt hebben, ende 
ten tweden doer belijdeniss des geloofs te doen , haer tot der ghemeente 



245 

ende tot het gebruick des heijligen aventmaels begheven hebben, welver- 
staende dat sjj te voeren een wjjle tijts in een plaetse sullen converseren, 
daer een Gereformeerde ghemeente is ende daer s]j hen daernae in de 
ghemeente sullen begheven. S\] sullen oock ten derden het pawssdora 
wederroepen ende haer den examini onderwerpen ende, bequaem in leere 
ende leven bevonden wordende nae de leere des Heijlighen Geestes, doer 
Paulum beschreven zijnde, mitsgaders de Nederlantsche Belijdeniss des 
geloofs ende de kerekenordeninghe ondertegekent hebbende, sullen alsdan 
tot den dienst des woorts togelaten ende op een ander plaetzc getransferet 
worden. 

13. Aengaende de revocatie der voerbenoemden papen, waer de sal ge- 
schieden, is besloten, om haer swacheit te gemoete te gaen enichsins, dat 
beneffens de revocatie , die si} doen in de belijdeniss des geloofs, daer sjj met 
andere lidtmaten tot der ghemeente worden opgenomen, noch oock breder 
sullen revoceren van alle haere dwalinghen in den examini voer den sijnodo 
ofte classe. 

15. Alle weghneminghe der abusen, te voeren doer request versocht ende 
noch niet geeffectueret zijnde , daervan is besloten , dat sulex andermael aen 
Ridderschap ende Steden versocht sal worden. 

15. Sal oock doer request aen Ridderschap ende Steden versocht worden , 
dat alle conventiculen der Wederdoperen ende Papisten in den steden ende 
platten lande alsoock in de cloesteren verboden mochte worden, item dat 
het placaet aengaende der Jesuiten schele mochte geeffectueret ende gepu- 
bliceret worden, daer sulex noch niet geschiet is. 

16. Belanghendc eenen, genoempt Petrus Aemilius, die hem tot Ens 
onwettelick ingedronghen heeft tot den kerekendienst , daervan is besloten, 
dat het classis van Campen daerinne sal handelen nae behoeren. 

.17. De kereke van Swollo ingebracht hebbende, dat doer den crb. 
raet der stadt Swolle besloten is, dat sij haeren kerekendienaer Fhanciscum 
Nrririf niet langher in den dienst gagieren willen dan tot Michaeli toe, ende 
dat hij hem dan daertegens mot een ander dienst solde voersien , ende hier- 
over den raedt ende het oerdel van den sijnodo versoeckende , soe isst dat 
het sijnodus, bevindende dat het doen des raets strijdende zijnde teghens 
de ordeninghe der kereken ende streckende tot een quade consequentie, 
besloten heeft, dat authoritate sjjnodi aen den magistraet geschreven worde , 
dat haer erb. doch wilde gelieven van sulcken voornemen af te staen. 

18. Den predicant van Enschede voergevende, dat hg een geringhe 
alimentatie hebbende, daeraen hij niet genoechsam middeldes levens heeft, 



246 

twelck hem oock niet op behoerlicke tgden betaelt wordt, ende derhalven 
versoeckende cnighe combinatie, soe iss besloten, dat bij provisie Lossart 
met Enschede gecombineert sal worden , ende dat tot dien eijnde den heer 
drost van Twente sal aengesproecken worden doer den predicanten van 
Deventer, dat den kerckendienaer tot sijn behoerlicke betalinghe mochte komen. 

19. Den kerckendienaer van Enschede voorsch. bij provisie aldaer in den 
dienst gestelt zijnde ende bevonden], dat de gh e me e rite hem gheerne willen 
beholden, soe iss besloten, dat hij aldaer als eenen wettelicken dienaer 
bevestight sal worden. 

20. Regnekus , kerckendienaer in den Oaijnder , noch niet betaelt zijnde 
van sijn achterstalinghe penninghen , iss beslooten , dat aen den heeren drost 
van Vullenhoeve geschreven sal worden, dat sijn ed. wil gelieven den van 
den Cugnder te constringeren om te betalen. 

21. Aengaende treqnest der stede Genemugden iss besloten ende goet- 
gevonden , dat hetselve overgelevert sal worden aen Ridderschap ende Steden, 
als treqnest van de kercklicke goederen belangende overgegeven sal worden. 

22. Den pastor van Borne verschenen zijnde ende versoeckende om tot den 
dienst van Godes woort toegelaten te worden, iss besloten, dat men met 
hem sal handelen nae den artickel , daervan gemaect int opnemen der papen , 
ende dat hij hem tot dien eijnde sal vervoegen somwijlen binnen Deventer 
om alsoe daer de ordeninghe der kercken te sien, de predicatien te hoeren 
ende hem bekent te maken, ende hem eijntlicken tot den aventraael begheven. 
Doch als hg niet tot Deventer can verschijnen , dat hij hem dan vervoeghen 
sal tot Oldenzeel in de predicatie , anderen tot een goet exempel. Sal hem 
oock ontholden van den dienst, tot hij wettelick is toegelaten. 

23. Het sgnodus uth de schriften des magistraets tot Oetmerssen ver- 
staen hebbende, dat by die magistraet ende enighe andere tot Oetmerssen 
een onlust teghen haeren kerckendienaer is , hoewel over sijn leven int mintste 
gheen clachte is gekomen, nochtans aenmerckende , dat het voer Adolpho 
swaerlick sal zijn tegens danck der magistraet aldaer te blijven, ende ten 
ansien hij bij provisie aldaer gestelt is, soe is besloten, dat Aoolphus 
getransferet sal worden op een ander, ende dat die kercke van Oetmerssen 
met eenen anderen dienaer voersien sal worden. 

24. Een questie is voergestelt van de kercke van Deventer , oft het ge- 
oorloft is, een knecht van een lombert tot der ghemeente toe te laten, die 
tbegheert, hem eerlick draecht ende verclaert, dat hg met de woeckerge 
int mintste niet te doen en heeft, dan dat hg den lombert alleene dient om 
zeecker geit. Iss geantwort: neen. 



247 

25. De two personen, inwoenders der stadt Deventer sijnde, die haer 
tot den examen begheeren te stellen, iss besloten, dat die dienaers van 
Deventer met bijwesen van D. Casparo , dienaer tot Campen , ende D. Petro 
Gellio, predicant tot Zutphen, deselve personen sullen examineren. 

26. Iss besloten, dat nomine sijnodi aen die kereke van Ampsterdam 
geschreven sal worden, wat andtwort sij ontfanghen heeft opt request van 
eenen generalen synodum, geexhiberet zynde den Generalen heeren Staten. 

27. De olde combinatie der kereken aengaende , de classicale byeen- 
compsten sollen alsnoch niet gescheiden worden, uth oorsaecke datalsnoch 
veele vacerende plaetsen sijn. 

28. Het tocompstighe synodus sal geholden werden binnen Steenweek 
omtrent over een jaer, ten waer dat den noot naerder tijt was ejjschende. 

29. Hiermede, naer geholdene censuram morum onde danckzegginghe tot 
Godt Almachtigh, isst sjjnodus gescheiden in vrede ende eenicheit den 25 
Mag anno voorschreven. 

Franciscts Schurckmannus , electus synodi praeses. 
Casparvs Holstechius , assessor. 
Petrü8 Harritiüs, scriba synodi. 



Acta sijnodi provincialis , gehouden binnen 
Steenwijck , begonnen den 29** July ende voleyn- 
diget den 31 desselven maents anno 1600. 

1. Op desen synodum syn verschenen van wegen de lantschap, daartoe 
gedeputeert synde , burghemeester der stat Campen mr. Abel Htllebrants. 

Predicanten ende ouderlingen met behoorlicke credensbrieven dese na- 
volgende persoonen: 

van Deventer: Micchael Kegkius, predicant, ende Stjmen Ootmesen, 
ouderling; 

van Campen: Abrahamus Naeranijs, predicant, ende burgemeester 
Dirick Dibbino, ouderling; 

van Swolle: Johannes Fabritius, predicant, ende burgemeester Engel- 
bert Enoelbertsen, ouderling; 

van Steen wjjck: Petrus Harritiüs, predicant, ende meester Sieger ter 
Stege, ouderling; 

van Hasselt: Johannes Bogermannüs, predicant, ende burgemeester 
Arent Claesen, ouderling; 



248 

van Vollenhove: Johannes Langiüs, predicant, ende burghemeester 
Pieter Claesen , ouderling ; 

van Wge: Patroclus Bokelmannus, predicant; 
van Staphorst: Antonius Fabritius, p.; 
van Mastenbroeck: Wynandus N., predicant; 
van der Sliqjs: Lodewijck van Düeren, ouderling. 

2. Wt dese voorgenoemde sijn na aenroepinge des naems Goods met de 
meeste stemmen Petrus Harritius tot eenen praesidcm , Micghael Keckius 
tot assessorem, Abrahamus Naeranus tot scribam vercoren. 

3. Is opgelecht den classi van Deventer ende Swolle Johan Niersten 
t' examineren ende deghene, die denselven tegen de kerckenordeninge des 
nationalen sgnodi tot het predicampt hebben gepromoveert te censureren 
ende tot behoorlicke schultbekenninge te brengen. Men sal oock niet 
naerlaten wt den name des sijnodi haer te vermanen, dat sodanige incon- 
venienten in toecomenden tij tr moogen vermidet werden. 

4. Het sal burgemeester Abel Hillebrants believen bij de lantschap aen 
to houden, dat den 12 artikel des synodi tot Deventer, anno 98 gehouden 
ende met haer E.E. consent besloten, mooge onverbroken blijven. 

5. Belangende de eeordeninge sullen de predicanten tot Deventer instan- 
telick aen het collegium versoeken, dat volgens de resolutie des lantdages, 
tot Deventer gehouden, deselve tot vermidinge des rechtveerdigen toorns 
Godes ende wechneminge aller grou welen ende scandalen mooge met den 
eersten geordoneert, gepubliceert ende behoorlicken geeffectueert werden, 
dat oock alle conventiculen der Wederdoperen ende Papisten in den steden 
ende platten lande alsoock in den cloosteren verboden werde, geljjck sulx 
over lange door request aen Ridderschap ende Steden versochtis; item dat 
het placaet van der Jesugten schople mooge in het werk gestelt werden. 

6. Is den classi van Campen ende Steenwyck belastet te bevorderen, 
dat Petrus Aemilius van synen dienst gedeporteert werde, dewijle bij in 
den sjjnodo tot Groeningen , anno 96 gehouden , ten overstaen van syne 
Genade graef Wijlhelm tot den dienst gantsch ontuchtich is verclaert, na 
luijt des eersten artikels, in censura morum van hem gemaeckt in forme 
als volget: Ten 1. Is Petrus Aemilius om veler misdaden wille van den 
dienst geheel verstooten. 

7. Aengaende den brief, van Ulger ende IJsselt den synodo toegeson- 
den , is besloten , dat men met alle discretie ende bescheidentheyt denselven 
punctuelicken sal beantwoorden. Ende syn Johannes Booermannus ende 



249 

Abrahamijs Na eh anus gedeputeert om denselven brief haer te behandigen 
cnde voorder alle moogelicke vljjt aen te wenden, dut door onderlinge 
communicatie die sake tot eenen gewenschten vrede gebracht ende brocder- 
licken beslichtet mooge werden. 

8. De predicanten tot Deventer sullen den bedroefden toestan t der ge- 
meente in de Cunder den collegio remonstreren ende versoeken, dat op 
d'ecclesiastique goederen aldacr alsulcke ordre gestelt ende d'administratie 
derselver sodanigen in handen m och te gedaen werden, dat een bequaem 
predicant met den eersten aldaer beroepen ende met behoorlicke alimentatie 
versorget werde. 

9. Op het versoeck van die van Swartesluijs is gead viseert, dat de 
predicanten tot Deventer door request sulllen aenhouden, dat haer ecnich 
subsidium tot onderhoudinge eens predicants van de lantschap na haer E. 
discretie mooge toegel echt werden. 

10. Rütoerus Tigler, nadat hy eene propositie gedaen ende de predi- 
cant tot Deventer daerop het ad vijs des sijnodi versocht heeft , of men hem 
soude moogen examineren, soo heeft het sgnodus dese sake den classi van 
Deventer bevolen, opdat sy daerin doen, gelijck sy sullen bevinden te 
behooren. 

11. Henricvs Bornius, predicant tot Swolle, om alle ergernisse, die 
sich dagelix meer ende verder verspreyt , te weeren , sal sich voor de toe- 
comende bcdieninge des h. avontmaels met sijne huijsvrouwe christelick 
vereenigen ende met haer tot de huijshoudinge treden, of bij gebreke van 
dien houdet hem sijnodus van den dienst gesuspendeert , dwelck Johanni 
Bogermanno ende Abraham o Naerano belastet is hem aen te dienen. 

12. Sullen de gedeputeerden der kereke tot Swolle aenhouden aen den 
E. heer drossart van Sallant, dat de geestelicke goederen te Wije, Olst 
ende andere plaetsen synes drostampts, daer Gereformeerde predicanten 
moogen gestelt werden , gein ven tariseert ende tot onderhout der predicanten 
geappliceert werden; daerna dat alsulcke kerekmeesters gestelt werden, die 
ten minsten geen vianden syn der Gereformeerder religie; ten derden dat 
de dronckenschap ende het geloop op den kerchoven tussen de predicatie 
afgestellet werde. 

13. BoKELMANNrs, vermaent sijnde, heeft belooft sich in alles voortaen 
alsoo te dragen, als een vroem ende godsalich predicant toestaet, in clederen 
ende andere saken, afstant doende van tgene ijmanden met reden soude 
moogen ergeren. 



250 

14. Die gedeputeerden van Hasselt sullen hare respective overicheyt be- 
groeten, dat haer E. gelieve den schultheys Brandenburg met ernst aen 
te porren , dat den predicant tot Staphorst syn belooft onderhout op sijnen 
tij t mooge becoomen ende vau alle perikel versekert werden , volgens het 
placact van Ridderschap ende Steden , ofte bij foute van dien sal de synodus 
genootsaeckt wcsen tselve de lantschap te remonstreren. 

15. Langius ende die van Vollenhove aen beyden syden verhoort sijnde 
aengaende de beroepinge van Nijmmegen op syn persoon gedaen, heeft het 
sijnodus, aenmerekende niet alleene de groote stichtinge, daermede Langius 
aldaer staet, maer oock de groote schueringe, dewelcke op syn vertreck 
soude volgen, eendrachtelick besloten, dat Langius synen dienst tot Vol- 
lenhove sal continueren, met conditie dat hem met d'eerste gelegentheijt 
een collega toegevoecht werde , achtervolgende de belofte der gedeputeerden 
van Vollenhove, in sijne aenneminge gedaen, dat oock Langius in gagie 
ende ander dingen met eenige der benabuijrdc steden in desen provincie, 
tot denselven classem gehoorende, gelyckgestelt werde. Tot meerder ken- 
nisse der waerhegt hebben desen artikel soowel Langius als de heeren 
gecommitteerden van Vollenhove , joneneer Johan van Echten ende burge- 
meester Pieter Claesen , ondertekent. 

16. Het synodus, gelettet hebbende op tgene van Hermanno Wenerano 
in den synodo, gehouden tot Campen anno 96 den 22 Junij, alsoock in 
den volgenden sijnoden, is besloten ende alsnoch geen beterschap aen hem 
vernemende, heeft eendrachtelick goetgevonden , dat hg in alle de kereken 
des classis, daeronder hij resorteert, als onbequaem tot den dienst sal ver- 
claert werden, ende versocht aen den E. Coenraet Sloot, verwalter des 
drostampts in des drossarts absentie, dat hetselve binnen Bloczyl, daer 
men gewoon is publicatie te doen, mooge aen geslagen werden, waerschou- 
wende eenen ijgelicken om de bedieninge der sacramenten van hem niet 
t'ontfangen. 

17. Aengaende den brief van Johan Wtenbogart, daerin wt den name 
des Suijthollantschen sijnodi versocht weit, dat de Overijselschc sijnodus 
met den haren in een combinatie wilde treden van eenen dienaer des woorts 
onderlingen te seynden ende t'ontfangen , wert geachtet , dat sulx in deses 
tij ts gelegentheijt niet en can geschieden. Ende wat belanget den voorslach 
van de revisie des bibels, in denselven brief voorgestelt, wert van den 
sijnodo geapprobeert. 

18. Alrertus Langhorst, paep tot Rouveen, sal met den paep tot 
JJhorst ter eerster bijeencootnste verschreven werden van den classe, daer- 
onder sij resorteren, om met densolven te handelen na behooren. 



251 

1 9. Johan Roelofsen , pastoor tot Wanneperveen , is op den sijnodum 
volgende de verschrijvinge verschenen ende heeft sich in alles crhoden te 
reguleren na den 12 artikel des sijnodi, gehouden binnen Deventer anno 
98 den 23 Maij, ende sal tot dien eijnde met die gemeynte tot Steen wij ck, 
onder welcken classe hij resorteert, goede correspondencie houden. Tot ver- 
sekeringe van dien heeft hy met eygencr handt desen artikel ondertekent. 

20. De sijnodus sal met Goods hulpe toecomende jaer op bequamen tij t 
gehouden werden tot Swolle. Hierop syn de broeders des sijnodi , naer gc- 
houdene censuram moi*um ende gedaene dancsegginge tot God Almachtich , 
in vrede ende eenicheyt gescheyden. 

Petrus Habbitius, praeses. 

Abkahamls Naebanus, electus synodi scriba. 



r 

Acta synodi provincialis , gehouden in Zwolle \ 
begonnen den g tn Junij tooi ende geendig het den 
I2 en desselvighen maents. 

Op dezen sijnodo syn verschenen met behoorlicke credentzbrieven dese 
navolgende personen : 

van weghen de landtschap: de edele joncker Ernst van Ittersem, drost 
van de Twente; 

van Deventer: Thomas Rothuijsius, predicant, ende Jacobus Krijt, 
olderlinck ; 

van Zwolle : Hebmannus Wyffebdinck , pred. , burgemeester Engbebt 
Engbebtsen, olderlinck; 

van Campen: Johannes Lamottus, pred., burgemeester Jan Cloecke, 
olderlinck ; 

van Hasselt: Johannes Bogebmannus, pred.. Otto Hendbicksen , old.; 

van Steen wijck: Petbus Habbitius, pred., Chbistiaen Dheube, old.; 

van Oldenzeel: Luddebus Voghelsanck, pred., joncker Jan Reyners, old.; 

van Vollenhove: Johannes Langius, pred., Gerrtt Mens, old.; 

wt de Cunner: Jacob Hessels, pred.; 

van de Swartesluys: Anthonius Fabritius, pred., Lodewyck van Duij- 
ren, olderlinck; 

wt de Oldemarket: Hermannus Ribbe, pred.; 

wt Blanckenham: Gebabdus Cobnelii, pred.; 

van Zallick: Johannes Anthonides, pred.; 



252 

wt Masteubroeck : Wynanpfs Wijnandi, pred. ; 

van Genemuijden: Henricvs Pollio, prcd.; 

van Isclmuyden : Hebmannus Vos, pred. 

Naer aenroupinghe van de name des Heeren is wt het midden deser 
voornoemde personen met de meeste stemmen vercoren tot praeside Joh an nes 
Boghermannus, tot scriba Johannes Lamotius, tot assessore Petbus Harrï- 
Tirs , waerop de vergaderinghe met aenroupinghe op een nieuw dese navol- 
gende artyckelen heeft beraemt ende besloten. 

1. Wat den 4 endo 5 en artyckelen des synodi van Steenwyck belanght 
van de papen ten platten lande ende van de eheordeninghe , dewyle de ge- 
deputeerde van Ridderschap ende Steden , volgens dien versocht syndc, tot 
antwoorde hebben gegeven , dat haer E. E. tgene wat aengaet den papen 
niet conden int werck stellen, ten waeve het landt in beteren stand t gebracht 
werde , ende daerom een bequaemer gelegenthey t verwacht moeste worden, 
ende wat belanght de eheordeninghe, dat hare E. E. in handen vant collegie 
hadden gestelt om sekere regelen diesaengaende te concipiëren, so heeft 
synodus goetgevonden , dat de dienaren ter plaetse, daer de bijeencomste 
des collegii sal syn, beijde de saken op een nieuw versoecken-, voegende 
by de petitie van de eheordeninghe, dat hare E. E. believen wille int 
stellen van deselve ecnighe kerckelicke personen , daertoe gequalificeert , 
benevens haer E. E. toe te laten. 

2. Den twaelfden artyckel des synodi van Steenwyck, van de inventa- 
risatie der geestelicke goederen te Wije, Olst ende andere plaetsen des 
drostamps van Sallant tot onderhout der Gereformeerde predicanten aldaer , 
blyft in zyn geheel, ende sullen de dienaren der kercke van Zwolle haer 
devoir doen, gelyck sy alrcede oock gedaen hebben, ten eynde deselve 
artyckel moghe geeffectueert worden. 

3. Aengaende de correspondentie te houden met den synodis der naest- 
gelegene provinciën, als Gelderlandt, Suijdt ende Northollant, tot meerder 
eenicheyt der kereken , is deselve voor goet aengenomen ende dat daertoe 
maer een predicant van d'een synode tot de andere trecke reciproce. Ende 
dewyle sulckes niet can wel geschieden dan met goet believen van de edel 
Ridderschap ende Steden, is belast den predicanten ter plaetse, daer tcol- 
legie vergadert sal worden, dit te versoecken , twelcke vercreghen synde, sal 
men daervan adverteren de voorgemelde synoden. Ende heeft synodus wt 
dese provincie voor dese reijse gecommitteert om op den Gelderschen te 
verschijnen Thomam Rothuijsium, op den Suijdthollantschen Hermannum 
Wijfferding, op den Northollantschen Johannem Lamotiüm. 

4. De classis van Oldenzeel volgende de partitie, gemaect in den 7 en 



253 

artijkcl des lactstgehoudenen sijnodi te Deventer, sul metten elasse van De- 
venter by provisie gecombineert worden. 

5. Sullen de predicanten ter plaetse, daer tcollegie is, versoecken , dat 
haer E. E. gelieven wille eenich middel voor te nemen , daermede eenigbe 
jonghe gbesellen van goeder hope ende verstan t in studiis opgevoet werden 
tot dienst der kereken deser provincie van Overijssel. 

6. Men sal schryven aen de gbemeynten van Hollant, ten eynde sy by 
de Generale Staten aenhouden, dat eenigbe predicanten verordonneert ende 
gegageert mogben worden , die stedes tlegher met Godes woord t versorghen. 

7. De predicanten ter plaetse, daer tcollegie is, stillen versoecken, dat 
baere E. E. gelieve by Ridderschap ende Steden te bevoorderen , dat niemandt 
de sacramenten bediene, als dien bet wettelick toecoemt, te weten den Ge- 
reformeerden predican ten . 

8. Op bet versoeck van die van de Swartesluijs is gead viseert, dat die 
predicanten ter plaetse, daer tcollegium is, door requeste sullen aenbouden, 
dat haer eenicb subsidium, tot onderhoudinghc eenes predican ts, van de 
landtsebap naer haer E. E. discretie moghe toegelegbt worden. 

9. Alsoo Bokelmannus gedoleert heeft over den artijckel in den synodo 
van Steen wij ck, belangende syne voorgaende onstichtelicke conversatie ende 
cleedinghe, niettegenstaende hy de vermaninghc, hem aldaer gedaen, goet- 
willich aengenomen ende sicb daerna te schicken belovet hadde, achtende 
sulckes te strecken tsyner oneere, so heeft synodus voor au twoort gegheven , 
dat sy hem daermede niet van oneerlickbeyt hebben willen beschuldighen , 
maer tot meerder stichtinghe een spore gheven, twelck meer tot synor 
eeren als oneeren strecket. 

10. Also Bokelmannus den synodo heeft voorgedraghen, hoe dat hy 
van Ridderschap ende Steden versocht sy , van weghen de kereken deser 
provincie naert legher te trecken om aldaer het predickampt te bedienen , 
so heeft sijnodus hem daertoe gecommitteert ende gegheven getuygenisse 
syner sendinghe. Sullen daerentusschen de kereken van Deventer ende 
Zwolle by beurten Bokelmanni plaetse bedienen. 

11. Anthoniüs Fabmtius, predicant van Staphorst, den sijnodo berou- 
pinghe verthoont hebbende , van de ghemeynte van de Swartesluijs op synen 
persoon gedaen, is goetgevonden , dat hy de beroupinghe sal naercomen, 
evenwel nu ende dan de ghemeynte van Staphorst bedienende een tijtlanck, 
ten eynde de luijden aldaer, teenemael ontblootet synde van den kwken- 
dienst, geen oorsake nemen eenighen papen de ooren te bieden. 



254 

12. Hknricus Pollio, predieant van Genemuijden , verthoont hebbende 
in synodo beroupinghe op synen persoon, gedaen van de ghemeynte van 
Linghen, heeft begeert dimissie, overmits de Genemuijders hem niet connen 
voortaen onderhouden, gelyck hy daervan haere eygene verclaringhe ons 
heeft schriftelick verthoont, andersins willich synde Henricum voornoemt 
te behouden. Daerop heeft synodus besloten , dat Henrtcus voorsch. bene- 
vens de predicantcn der plaetse , daer het collegium is , sullen aenhouden , 
dat haere E. E. believe den van Genemuijden int onderhouden van haeren 
predicant eenich subsidium na discretie te vergunnen, twelcke vercreghen 
synde, Henricus te Genemuijden sal bljjven, maer so niet, sal alsdan de 
classis, daer hy onder sorteert, syne vorighe begeerte bevoorderen. 

13. Het synodus, verstaen hebbende, dat de paep van Suijtwolde inde 
Drente, nu woonachtich te Genemuyden, op Ens gepredict heeft gans on- 
wettelick , selffs geen professie der Gereformeerde religie gedaen hebbende, 
daerbenevens van onverdragelicke feijten beruchtet, heeft den predicanten 
te Campen belastet toe te sien, dat hy sich op Ens in den dienst niet in 
en dringhe. 

14. Hermannus Wener anus heeft aen synodum geschreven, daermede 
hy so tscheen versocht versoeninghe , gelyck hy oock daernaer op het ver- 
schryven des synodi persoon Heken is verschenen. Maer dewijle men noch 
wt syn schrijven noch oock wt syn woorden heeft connen vernemen eenich 
leetwesen noch belofte van beteringhe, selffs niet in de tegen woordicheyt 
des edel. heeren drost van de Twente, die hem nevens den synodo wel 
ernstlick vermaent ende bestraft heeft, jae gemerct hy seer onbleefdelick 
ende schamperlick sich tegens den sijnodum bethoont heeft, soo persisteert 
het synodus by tgene in den voorgaenden synodis over hem is besloten 
ende sal op alle manieren daertoe arbeyden , dattet geeffectueert worde , tot 
dien eynde schry vende aen den classem van Enckhuysen ende haer biddende 
daertoe te arbeijden, dat den edel. heeren Staten van Northollant, die syn 
betaelsheeren syn, believe hem syne betalinghe t'onthouden. 

15. De volmachten des synodi voor desen teghenwoordighen jaere sullen 
syn, wt den classe van Deventer: Thomas Rothuysius; van Campen: 
Johannes Lamotius; van Zwolle: Johannes Boghermannus; van Steen- 
wyck: Petrus Harritifs; dewelcke, so de noot vereyscht, eenen olderlinck 
wt haeren classe sullen by sich moghen nemen. 

16. De synodus, op allo manieren gesocht hebbende Henricum Bornium 
met Anna , syne hujjs vrouwe , ende haer met hem te versoenen om tsamen 
te leven, gelyck echtenluyden toestaet, ende eyndelick oock haer beyden 
expresselicken belast tselve te doen, om so grote ergernisse, als daerwt overal 



255 

ontstaet, voor te comen, heeft evenwel verloren arbeyt gedaen. Derhal ven 
is goetgevonden , dat , solanghe sy onversoont bly ven , Henricus sieh synes 
dienstes (gelyek besloten is in den synodo van Steenwyek) ende oock des 
nachtmaels, gelyek ooek Anna, onthouden. Ende is tot dien eijnde den 
kerekenraet van Zwolle opgeleyt, tbesluijt des sijnodi met aller neerstieheyt 
te volbringhen. 

17. De classis van Zwolle sal hare classicale vergaderinghen naer order 
der kereken houden, ten minsten tweemael int jaer. 

18. Het toecomende synodus sal gehouden worden den derden Maendach 
nae Pinxteren te Oldenzeel, so Berck met Godes genacde gereduceert wordt; 
so niet, te Deventer. Ende sullen de predicanten aldaer de wtschrijvinghe 
doen. 

Hierop, naer geholdene censura morum ende daneksegginghe des naems 
Godes, is synodus in vrede gescheijden. 

Johannes Bogerman, electus synodi praeses. 
Joh an nes Lamotius, electus sijnodi scriba. 
Petrus Harritiüs, assessor. 



Acta synodi provincialis , gehouden binnen 
Deventer \ begonnen den I5 cn Junij anno 1602 
ende geindiget den 1 6 en desselvigen maents. 

Op desen synodo syn verscheenen met behoorlijcke credentsbrijven dese 
naevolgende personen: 

van wegen die lantschap: die E. joncker Ern9T van Ittersum , droste 
des landes van Twente; 

van Deventer: Michaël Reckius, predicant, ende Lubbert to Pass, 
ouderlinck ; 

van Campen : Tomas Goswijnius, pred., ende Egbert Claessen, ouderlinck; 

van Swolle: Hermannus Wijfferdtnck, pred., ende Hendrick van 
Thije, oud.; 

van Hasselt: Johannes Bogermannus, p. , ende Ötto Hendrick9, oud.; 

van Steenwijck: Petrus Haritius, p. , ende Lucas Meijerinck, oud.; 

van Oldenzeel: Luderus Vogelsanck, pred., ende doctor Arnoldus van 
Limborch, old.; 

van Vollenhoe: Johannes Langius, pred., ende de E. joncker Volckij er 
Sloot, oud.; 



256 

van die Swartesluis : Antiionius Fabritius, p., endc Lodewijck van 
Dcren, old.; 

van die Oudemarckt: Hermannus Ribbius, p. ; 

van Ootmersum: Otto Ghijesen, p.; 

van Delden: Arnoldus Kemenerus, p. ; 

van Denekura: Valerius Rostrop, p.; 

van Enschede: Adolpiius Spiserus, p.; 

van Goer: Joh an nes Bukanus, p. ; 

van Olst: RurcHERrs TrcHELAER, p. 

1. Wt dese voorgenoemde personen syn nae anroepinge van den name 
Godts met gemeinc stemmen gecoren tot praeses Michaêl Keckius, tot 
assessor Jo hannes Bogermannus, tot scriba Johannes Langius. 

2. Sijn verschenen wt den Saithollantschen sijnodo Ntcolaus Dammius, 
dienaer des god tly eken woordes ten Brijelle , ende wt den Noorthollanschen 
synodo Cornelius Hillenius, dienaer tot Alckmaer, ende hebben hare be- 
hoor lij ck e credentsb rij even vertoont, begeerende met ons in die onderlinge 
correspondentie, daervan den 3 en artikel dos voorgaenden synodi meldet. 
te treden. Maer naedemael sulcks noch niet van Ridderschap ende Steden 
is geconsen teert, wort sulcks voor dese tyt noch wtgestelt, belovende daeren- 
tusschen onse wterste beste in dese saecke te willen betonen, opdat sulcks 
moege vercregen worden. 

3. Die voorgenoemde 2 legaten wt die beide voorgenoemde synoden 
hebben wederom geproponeert , offte si die saecken, daer si van instructie 
hebben, niet souden moegen proponeren ende met ons affhandelen. Hij r op 
is besloten, dat haer sulckes is gecon sen teert , mits daerdoor niet anders 
gesocht worde als Godts eere ende stichtinge der kereken; ten 2 en dat 
sulckes sonder eenige praejudicie van andere provinciën ende kereken soude 
geschieden ende daerbenevens opt alderkorste met mondelijcke communicatie, 
sonder daer eenige acten van te tekenen, ten si dan saecke dat sulcks die 
kereken van Overijssel mede concerneerde. 

4. Dese voorsch. legaten hebben hijrnae wt hare instructie geproponeert: 
ten l en dat het seer nodich waer, dat het nationael generael synodus ge- 
houden wierde wt seeckere redenen ende oorsaecken , ' van hen geal legeert , 
ende begeerden daerom , dat mede die prodicanten deser provincie dat wilden 
helpen bearbeiden , twelck haer beloofft is ; ten 2 en van die combinatie offte 
onderlinge correspondentie, daerop geantwoort is als boven in den 2 en 
artikel; ten 3 en dat die translatie ende revysie des bijbels mochte voort- 
gaen f twelck wij mede beloofft hebben te willen bevorderen nae vermoegen ; 



257 

ten 4 en dat men in sommige exemplaren vint , dat achter in onsen Catechismo 
int gebet nae de predicatie voor den koninck van Spangien onde synen 
anhanck gebeden wert, twelck sal aldus bequamelijck verandert werden, 
nae dese woorden alles in alles svn: insonderheit bidden wij U voor die 
overicheiden, diet U beliefft heefft over ons te stellen etc.; daerbenevens 
leest men in die Korte Ondersoeckinge des gelooffs voor bet woort : onder- 
scheiden personen, verscheiden personen, twelck oock sal verbetert werden , 
ende men sal den druckers in alle plaetsen van dese 2 stucken adverteren. 

5. Is beslooten, dat van nu voortan wt een jegelijck classe twe predi- 
canten ende twe oldorlingen sollen gedepnteert worden om op den synodum 
te verschenen. 

6. Sal door reqneste versocht worden an die E. heeren Gedeputeerden, 
dat het hare E. E. gelieve die papen op den platten lande haren ganseben 
dienst te laten verbieden ende te doen wt die pastoriehusen datelijck ver- 
trecken ende niet meer eenige kerckelijcke goederen laten genieten, ende 
dat hare E. E, alle kerekengoederen op dieselvige plaetsen late inventariseren 
ende wel eernstelycken belasten , dat die inwoonders derselviger plaetsen voort 
eenen Gereformeerden predicant met consent des classis, daer die plaetsen 
onder resorteren , beroopen , ende indien die inwoonderen onwillich sijn offfce 
versumich, dat alsdan die E. E. heeren Gedeputeerden gelieve hen eenen 
te senden. Ende dat hare E. E. oock gelieve doer die E. heeren drosten deses 
landes te verrichten , dat an alle scholten moge geschreven worden , dat in 
hare schol tampt, daer Gereformeerde gemeinten sijn, die beropinge bi die 
besloten Gereformeerde gemeinte sal bestaen, ende indijn daer noch geen 
beslooten Gereformeerde gemeinten sijn, dat alsdan niet die scholten alleen 
maer met haer die gemeine huisluden, met voorweten , consent ende authori- 
teit des classis offte der gedeputeerden des classis, daeronder die plaetsen 
resorteren, hare dienaren sullen beropen. 

7. Vorder sal in datselvige request mede versocht worden, dat die E. E. 
heeren Gedeputeerden gelieve goede ordere te stellen , dat die costen , die 
op synodale ende classicale vergaderingen gedaen worden , op die aldervo- 
gelijckste maniere van die lan schap mogen gevonden worden , overmitz men 
bevint, dat die predicanten, om die kosten te vermiden, haer van sodanige 
nodige vergaderingen absenteren ; ende dat die E. E. heeren Gedeputeerden 
gelieve goede middelen wt die geesteljjcke goederen te implojeren, daer- 
mede eenige studenten van goeder hoope ende verstaat ter schole onder- 
houden worden, ende dat haer E. E. oock gelieve die veelvuldige abusen, 
die noch in desen lande sijn, wech te nemen, als die schendelycke ont- 
heilingen der Sondagen ende bededagen , die vijringe der dagen der heiligen , 

Acta syn. provinc. V, 17 



258 

vastenavontspelen, meibieren, sweertdansen , papegoischeten op Pinxsterdagen 
offte Sondagen , ganse treeken ende diergelijcke ijdelheiden , die tot droncken- 
schap ende andere sonden gedjjen , voort alle beelden ende altaren vernielen , 
voorts alle wichelerie, waerseggerie , besweringen ende andere diergelijcke 
grouwelen op het strengeste verbieden. 

8. Die wtschrijvinge deses synodi, tegen den 18 en artikel des voor- 
gaenden synodi gedaen, sal in geene consequentie getrocken worden. 

9. Een iegelgck sal an sijne respective overicheiden versoecken, dat die 
predicanten in pestetijden niet met testamentschrjjven sullen beswaert worden. 

10. De kercke van Swol heefft den synodo geremonsteert, datHENRicus 
Borniüs met sijn huisfrouw is wederom versoent ende vereeniget ende 
daerom versoeckt, dat die voorige articulen van sjjne suspensie in den vo- 
rigen synoden mogen wtgedaen worden. Waerop geresolveert is, dat diesel vige 
artikulen in hare weerde blijven , nochtans dat hi nu voortan in sjjnen dienst 
sal wederom continueren, indijn die versoen in ge wetteljjck ende ten vollen 
geschiet is. 

11. Alle schoelmeisteren ende costers sullen belydenisse doen van die 
Gereformeerde religie ende die Nederlansche Belijdenis se onderteeckenen in 
haren classe, daer si onder resorteren. Ende indijn si daerin weigerich 
sjjn, sullen si doer authoriteit der E. beeren drosten geremoveret worden. 

12. De papen van Almelo, Borne ende Vriesenveen sullen comen hijr 
te Deventer, om op dese naeste reise mede ten avontmael te gaen. Ende 
indijn sulcks niet geschiet, sullen si voer affgeset geachtet werden ende 
haer hares dienstes onthouden. 

13. Is goetgevonden , dat Hengele mede sal bedient worden van den 
dienaer te Delden des Sondages nae de middach, ende dat men des vals 
schrgven sal an den E. Frederick van Twickelo, droste te Beda, dat sijn 
E. gelieve die kerckengoederen daertho te imploijeren, ten ware dan dat 
sijn E. daer selffs gelieffde een Gereformeert predicant met consent des 
classis te stellen. 

14. De van Deventer ende Oldenzeel sullen nu voortaen hare classicale 
vergaderingen elck bgsonder houden , ende Delden sal van nu voortaen onder 
Oldenzeel ende, in Deldens plaelse, Baelte wederom onder Deventer resorteren. 

15. Om eendrachticheit in alle ceremoniën der kercken te houden is 
beslooten , dat men sittende het avontmael sal houden in onse provincie van 
Overijssel ende die Nederlanscjhe psalmen gebruicken. 



259 

16. Die van die Swartesluis begeeren, dat die penningen, eertij ts ge- 
geven die verbranden luden aldaer, van dewelcke sommige die penningen 
niet anders dan op rente begeerden ende hebben hare armoet nu overwon- 
nen, mochten tot opbouwinge van een kercke geimployeret worden. Is 
haer sulcks geconsenteert , behoudens dat die van die Swartesluis belooven 
hare armen evenwel te onderhouden. 

17. Wort die classis van Steenweek belast, dat si met eernst anholden 
an den E. heeren drosten van Vollenhoe , dat het sijn E. gelieve alle doot- 
slagers, polygamos, dygamos ende die bloetschande begaen te straffen ende 
te removeren. 

18. Wort Petro Haritio ende Johanni Langto belast an den E. heeren 
drosten van Vollenhoe te versoecken, dat het sjjn E. gelieve executie te 
doen op die van Isselham , opdat Hermannus Ribbius an sgn gagie geraecke. 

19. Naedemael die doop, van vrovrouwen geschiet, geenon doop maer 
een ontheilinge van den doop geachtet wort , soe sal mede an die E.E. heren 
Gedeputeerden int voergenoemd e request versocht worden , dat snlcks den 
vrovrouwen eernstelgck in die platte landen sal verhoeden ende, die snlcks 
doen, gestraft worden. 

20. De gemeente van Deventer sal nae die saecke, in dien brieff des 
classis van Zutphen verhaelt, angaende dat onordelijck leven ende doopen 
des papen van Batman in hare provincie vernemen ende daerna dieselve 
beantwoorden. 

21. Issels tractaet van die scholen, den synodo geexhibeert, verwach- 
tende daervan synodi ordel, wort die gemeinte van Deventer ter hant 
gestelt om doer te lesen ende daervan te judiceren , diewelcke tselve trac- 
taet met haer ordel sullen die van Campen oversenden ende die van Campen 
an die van Zwol ende soe voorts an andere kereken deser provinciën. 

22. Vrou ten Over, gecomen sijnde in onsen synodum, heefft gedoli- 
eert over Patroclum Bokelhannum, dat hi haer op die strate qualick 
bejegent hadde, ende begeert (hare swackheyt mede bekennende) met hem 
versoont te worden. So ist, dat het synodus dese saecke den kerekenraet 
van Swolle belast om haer beide te veraccorderen. Ende het synodus ver- 
staet, dat hi binnen Zwolle, daer hi resideert, selden ter predicatie comt. 
Daerom die voergen. kerekenraet hem daervan oock vermanen sal, doende 
daerby dat hi sonder eenige excuse (gelgck nu geschiet is) sich van den 
synodo niet meer absentere, ende dat hi voor alle dinck sich beneerstige bjj 
syn gemeinte te resideren ende met alle vljjt dieselve te bedienen. 

17* 



260 

23. De gedeputeerde des synodi voort thocomende jaer sullen syn : wt 
den classe van Deventer Michael Keckïüs, wt Campen Tomas Gosswinius, 

Wt Swol JOHANNES BOGERMANNUS, Wt Steenweek JOHANNBS LaNGIUS , wt 

Oldenzeel Luderus Vogelsanck. 

24. Ende die classis offte kercke, die haer byeencompste versoocken, 
sullen die costen dragen. 

Het synodus sal thokomende jaer binnen Campen den derden Maendach 
nae Pinxsteren gehouden worden. 

Hierop, nae gehoudene censura morum ende dancksegginge van den name 
des Heeren, is het synodus in vrede gescheiden. 

Michael Keck Hertensiüs, praeses synodi sst 
Johannes Langius, synodi scriba. 
Johannes Bogerman s. , assessor praesidis. 



Acta synodi provincialis van Overyssel^ gehou- 
den binnen Campen, begonnen den 2?** Junij 
ende geendiget den 30"* desselvighen maents 1603 1 ). 

Op desen synodo syn met behoorlycke credentzbrieven verschenen dese 
navolgende personen: 

van weghen der landtschap d'edele Jan Witten ; 

wt den classe van Deventer: Arnoldus Rusius, predicant van Deventer, 
met burgmeester Martinus Stegheman , olderlinck , ende Rutgerus Tichler , 
predicant te Olst; 

wt den classe van Campen : Casparüs Holstechiüs , pred. te Campen *) , 
vergeselschappet met burgmeester Roloff Lambertsen , olderlinck , ende 
Anthoniüs Fabrtcius, pred. op de Swartesluys, met Gerrtt Jansen, 
olderlinck ; 

wt den classe van Swolle : Johannes Fabrtcius , pred. te Swolle 8 ) , met 
burgmeester Jan Gillis, olderlinck, ende Johannes Bogherman, pred. te 
Hasselt *) , met burghemeester Arent Claessen , olderlinck ; 

wt den classe van Oldenzeel: Luderus Vogelsanck, predicant te Olden- 
zeel *), met burgmeester Jchax Reyners, olderlinck, ende Otto Gtsius, 
pred. t' Otmersen ; 



1) „1603" ontbr. in QQ. •) „pred. te Campen" ontbr. in QQ. >) „pred. te Swolle 1 » 
ontbr. in QQ. «) „te Hasselt" is in QQ later bijgevoegd. ') „te Oldenzeel" ontbr. in QQ. 



261 

wt den classe van Steen wijck: Johannes Langitjs, predicant te Vollen- 
hove, met Gerrit Meis, olderlinck, ende Hermannus Ribbius, predicant 
in de Oldemarket; 

wt den classe van Linghen: Johannes Speenhovtus, pred. te Linghen, 
vergeselschappet met D. syndico ') Bebnhahdo Menger, olderlinck, ende 
Henricus Pollio, pred. te Backhem. 

1. Artyckel. 

Wt dese voornoemde personen syn naer aenroupinghe van den naeme 
des [Heeren met ghemeene stemmen gecoren tot presidem Casparüs Hol- 
stechius, tot assessorem Johannes Bogherman, tot scribam Ludderus 
Voghelsanck. 

2. 

Die van Linghen hebben versocht toegelaten te worden op onsen synodum 
bij provisie nae luydt der acte, daervan by den heeren drost van Linghen 
gegheven ende ons verthoont synde , waerop sijnodus deselvighe geadmitteert 
ende verclaert , dat de broederen des classis van Linghen in gelycken grade 
met anderen classibus in der landtschap van Overijssel staen sullen. 

3. 

De propositie der legaten wt Hollandt, vervattet synde in den vierden 
artyckel des synodi, voorleden jaer binnen Deventer geholden, is voorge- 
lesen. Ende is gedecreteert , dat men sal by de heeren Gedeputeerde deser 
landtschap versoecken, dat wan van denen van Hollant in den Haghe 
mochte voorgestelt ende versocht worden de bevoorderingbe een es nationael 
generael synodi , sulckes van haer E. E. moghe geapprobeert ende bevoor- 
dert werden. 

4. 

Belangende den vyfden artyckel des synodi , voorganghen jaers te Deventer 
gehouden, van dgene so sullen gesonden worden ad synodum alle jaere, 
wort tot verclaringe daerby gevoeght, dat waer niet meer als eene kercke 
olderlinghen heeft in eenen classe, sal in plaetse eenes olderlincks een 
predicant genomen worden. Sal oock eenen yederen classi vrijstaen af te 
veerdighen ad synodum eenen olderlinck wt eene kercke, waerwt geen 
predicant gedeputeert wordt. 

5. 

Compareert D. Bafdartius j ) met procuratie des synodi van Gelderlandt, 
versoeckende op dese synodale bycomste geadmitteert te worden volgens 



') „D. syndico" ontbr. in QQ. ') „Baudartios" QQ heeft „Wilhelmus Bandartius". 



262 

syne gedane propositie. Hierop is geresol veert, dat de kercken van Overyssel 
niet Kevers hebben gehadt ende alsnoch hebben, dan alle goede correspon- 
dentie met den broederen van Gelderlant, generalick ende particulierlick , 
oock sonsten met den kercken van de Geünieerde Nederlanden ende elders, 
te holden. Dewyle averst verstaen wordt by der overicheyt deser provinciën 
de réciproque affsendinghe van ghedeputeerde der kercken, buyten deser 
landtschap resorterende , om sessie te nemen voor alsnoch niet goetgevonden 
te wesen , heeft men de sake daerby berusten moeten laten ende D. Baudarttum 
als gecommitteerde wie voorsch. tot deser tydt niet admitteren connen. 

6. 

Een yegelicke classe werdt belastet op te legghen den predicanten ten 
platten lande, in steden wonende, dat se sullen trecken wonen by hare 
kercken, so daer pastoryehuysen syn. Ende waer geene syn, sal classis 
versoecken, dat d'inwoonders deselve weder opbouwen. 

7. 

Op de questie van den doop, off die moghe verrichte t worden op andere 
als predickdaghen , is geresol veert , dat men blyve by de resolutie des 
nationalen synodi. 

8. 

Die van Genemuyden syn verschenen ende vermaent eenen predicant aen 
te nemen, maer dewyle sy geclaeght, geene middelen te hebben, is hen 
vermaent ende belastet alle haere geestelicke goederen van pastorijen, vica- 
rijen , gilden ende diergelycken daertoe t'imploieren. So dat niet geschiet , 
sal men de sake den E. heeren Gecommitteerde van Ridderschap ende Steden 
remonstreren , opdat hare E. E. daerin remedieren. 

9. 

Van de sake Hendrict Petbet, die van verscheydene puncten montelick 
ende schriftlick beschuldight is, heeft synodus gedecreteert , dat men hem 
tydt van twee maenden geve, binnen dewelcke hy attestatie van den kercken- 
raet te Groeninghen aen der classe van Zwolle verthonen sal. So niet, 
sal hy synes dienstes alsdan datelick entsettet syn ende sal synodus hieren- 
tusschen alle dese sake aen die van Groeninghen overschrijven. 

10. 

De eheordeninghe , by Ridderschap ende Steden gestel t ende den synodo 
voorgelesen, is goetgevonden. 



263 

11. 

Die van Zwolle hebben een questie ingebracht, off men stille een persone 
to den avontmale laten, aen wekkers doop sommighe twyffelen, maer die 
persone selffs met anderen is wel in der sake genist. Waerop synodus be- 
sloten heeft, dat by totten h. nachtmale des Heeren mach toegelaten worden. 

12. 

Men sal versoecken de E. heeren Gedeputeerde van dese provincie, dat 
deselvighe in den Haghe proponeren, dat verboden werden alle kettersche 
ofte onbehoorlicke boecken in de Geünieerde Nederlanden te drucken. 

13. 

Den 22 en artyckel des lestledenen synodi, geholden binnen Deventer 1602 
den 15 Junij, herlesen ende oversien ende van der sak en gelegen theyt 
breeder onderricht , werdt by den synodo verclaert , dat vrouw ten Oüver , 
den regel Christi Matth. 18 voorbij gacnd e , t' onrechte alhier heeft comen 
haer voorstel inbringhen, waeromme oock de voorgenoemde synodus haer 
donrechten tot den kerckenraet van Zwolle gewesen hebbe. Ten tweeden, 
gemerct oock deselve acte, narrative geteeckent synde, schynt etwes te 
wydt te connen geduydet worden, ende overmits vrouw ten Ou ver de 
gedane aenclachte on vervol gh et heeft; gelaten, so verclaert sijnodus, dat 
aensprekerinne op onreden gefondeert sy ende de besprokene geabsolveert. 
Ten derden, aengesien dat teghen eenen olderlinck niet behoort voortgebracht 
te worden dan onder twee getuyghen, verclaert de synodus, dat de parti- 
culiere verschillen, den dicnaeren aengaende, van geener gewichticheyt, wel 
mogen broederlick gecensureert ende gestraft worden, doch niet so lichte- 
lick, tensy daer eenigho merkelicke redenen syn, behooren te boecke ge- 
stelt te syn. 

14. 

Is goetgevonden , dat synodus versoecke de reparatie der kercke van 
Delden aen den drost van de Twente. 

15. 
De synodus belast den kerckenraet van Oldcnzeel, dat men de lidtmaten 
der geineynte aldaer sal vermanen, dat se niet sullen naerlaten dat ampt 
der diakenschap aldaer te bedienen. Middelertyt sal men aen Ridderschap 
ende Steden aenholden, dat heure E. wille gelieven in den misbruyek der 
armengoederen t' Oldenzeel order te stellen. 

16. 
Belangende de lyckpredicatien blyft men by de resolutie des nationalen 
synodi. 



264 

17. 

De saecke D. Gisn heeft de E. rentmeester van Zallandt 1 ) aengenomen 
te bevoorderen. 

18. 

Van de gheestelicke goederen sal men versoecken aen Ridderschap ende 
Steden , dat order daerop gestelt ende wel moghen geimploieert worden tot 
onderhoudinghe van kercken, scholen ende seminarien der kercken, ende 
dat metter eerster gelegentheyt. 

19. 

Daer *) is voorgegheven , offet niet tot goeder ordeninghe in synodo 
diende, dat de classis, in welckers stede synodus geholden wordt, solle 
hebben in prima sessione primum locum ende votum ende in den anderen, 
derden ende navolgenden sessionen d'andere classes , gelyck se ordine mal- 
canderen volghen, elck ordine by beurte primum locum et votum, waerop 
een yeder classis toecomende jaer in synodo syne resolutie sal inbringhen. 
Sullen oock de gravamina van een yegelicke classis 8 ) wtgheschreven worden 
ende gehoorlich twee maenden voor den synodum aen de kercke, daer 
synodus sal geholden worden , ghesonden 4 ), opdat deselve sulcke gravamina 
schicke aen alle andere classes, opdat se aldaer gheventileert moghen wor- 
den, ende de ghedeputeerden , so wtghesonden sullen worden ad synodum, 
de resolutie des classis daerop medebringhen. 

20. 

Het is goetgevonden , dat de classes van Campen, Zwolle ende Steenwyck 
den dienst in Masten broeck mit prediken om veerthien daghen voorsien, 
beginnende van die van Campen ende so volgens, opdat also de weduwe 
saligher Winandi de opcomste noch een tijdtlanck moghe ghenieten. 

21. 

Die van de Swartesluijs hebben versocht te moghen resorteren in het 
classis van Steenwyck. Is geantwoort, dat men blyven sal by de resolutie 
des synodi te Deventer. 

22. 

Die van Linghen hebben gevraeght, off een pape, soo een dootslach ge- 



•) „van Zallandt" ontbr. in QQ. *•) In QQ begon dit art eerst met de woorden 
„Classis van Steenwyck heefteen questie voorghestelt", welke woorden echter door- 
gehaald zijn. *) „classis" QQ heeft „kercke", dat eerst ook in onzen cod. stond, 
maar doorgehaald is. *) „ghesonden" ontbr. in QQ. 



265 

daen, tot het ministerium xnochte toegelaten worden. Is geantwoort, dat 
sulckes niet behoorde te gheschieden , nietthegenstaende dat hy pardoen heeft 
van de overicheyt, dewyle een prediker behoort een goet ghetuygenisse te 
hebben by deghene, die bujjten syn. Maer wan hy, pardoen hebbende ende 
mettet bloet des dooden versoen t synde, boete bethoont, sal hem niet aff- 
geslaghen worden tot het nachtmael des Heeren toeghelaten te worden. 

23. 

Noch een andere questie is geproponeert , off men fcier in Overijssel 
hebbe een sonderlinghe kerckenordeninghe anders als die generael is. 
Waerop geantwoordt: neen, ende daerby verclaert, dat men sich behoort 
te richten na de acten des nationalen synodi Hagensis. 

24. 

Belanghen de de weduwen der verstorvene predicanten sal aen de landt- 
schap versocht worden, dat deselvighe met onderholt versien werden. 

25. 

Het is oock ghedecre teert , dat men sal by de landtschap versoecken 
d'affschaffinghe der groevebieren ende allerhande onordeninghe in bruiloften 
ende kindermalen. 

26. 

Van de ehesake, so die van Oldenzeel hebben voorges telt, belangende 
eenen man, den syn vrouwe ontloopen is met eenen soldaet, die daer be- 
geert met een andere getrauwt te worden, is geantwoordt, dat so hy sich 
niet wil ontholden, mach hy aenholden by de magistraet, dat de vrouwe 
met placaet wederom me inghevoordert werde, eer in deser sake van de 
kercke van Oldenzeel etwas gedaen worde. 

27. 

Also de predicanten ten platten lande swaerlick connen onderholden wor- 
den , sal men versoecken , dat de £. heeren Ghecommitteerde van Ridder- 
schap ende Steden wille gelieven te ordonneren, dat alle de goederen, tot 
onderholdinghe van predicanten, scholemeesters ende oosters geimployeert , 
van verpondinghe ende schattinghe moghen vrij syn. 

28. l ) 

Daer sullen geene predicanten beropen worden sonder voorweten , consent 
ende authoriteyt des classis. 



') In QQ stond eerst het navolgende als art. 28, dat echter doorgehaald is: „Die, 



266 

29 J ). 

Tot gedeputeerde des synodi syn vercoren: wt den classe van Deventer 
Arnoldus Rusrus, wt den classe van Campcn J. *) Lamotiis, wt den classe 
van Zwolle, J. *)Fabriciu8, wt den classe van Oldenzeel , Ludderus Voghel- 
sanck, wt den classe van Steenwyck, J. *) Langius, wt den classe van 

LlNOHEN , J. *) SPHEENHOVIUS. 

80 8 ). 

De naestcomende synodus sal binnen Oldenzeel den derden Maendach na 
Pinxten geholden worden. Hierop is censura moruin geholden ende na 
dancksegghinghe des goddelicken names in vreden gescheiden. 

Casparus Holstechius, praeses synodi 4 ). 
Johannes Bogerman s. , assessor praesidis. 
Luderfs Vogelsang, electus synodi scriba. 



Acta sijnodi provincialis , gehouden buitten 
Zuolle den 14 Augusti end geeindiget den 15 
desselven , anno 1604. 

Op desem sijnodo sijn mith behoerlike credentzbrieven verschenen: 

van wegen der lantschop: de edele end vrome Johannes Witte; 

van Deventer: Mtghael Keckius end Johannes Blranus, dienaeren, 
burgermeester Makten Stegeman end Daem Pietersen, olderlingen; 

van Campen: Joannes Lamotius, predicant, end burgemeester Reinaert 
Tengenagel, ouderlinck, Henricüs Grevenstein, predicant; 

van Swolle: Joannes Wedaeus, Hieronïjmus Heersolt, predicanten, 
burgemeester Engelbert Engelb ertsen , ouderlinck; 

van Oldensaell: Lijder us Vogelsanck, Adolphfs Spiezerus, Valerius 
Rostorp, respective dienaeren tho Oldensael, Enschede end Degenecken, 
end Albrecht Herinck, ouderlinck tho Oldensael; 

van Lingen: Joannes Speenhovius, Otto Frantzen, Joannes Rtngelius, 



van Campen hebben dese questie v oorgestel t: oir een man, so eene persone ge- 
trouwt, daer hy een kindt by hadde ende een jaer by ge woont, met eene andere 
begeert, sou de moghen gecopuleert worden? Is geantwoort, dat sulx hier niet 
mach geconsenteert worden*'. Boven ons art 28 staat in QQ „29". >) „29" QQ 
heeft, in verband met het daar doorgehaalde art. 28, hier „30". ') „J." QQ heeft 
„Johannes". 3 ) „30" QQ heeft „31". «) „Casparus — synodi" ontbr. in QQ. 



267 

respective dienaeren tho Lingen, Ippenbnren end Beesten, end Gebhabdt 
Swarte, ouderlinck; 

van Vullenhoe: Joannes Langius end Henricus Beilanüs, respective 
predicanten tot Vollenhoe end Blocksiel, met burgemeester Jan Coeps, 
ouderlinck tot Vollenhoe. 

1. 

Uth dese vergaderde persoenen sijn naer aenroepinge gotÜikes namens 
vercoren tot praesidem Johannes Lamotius, tot assessorem Johannes Wedaeus, 
tot scribam Joannes Speenhovtus. 

2. 

Belangende de bevorderunge des generalen sgnodi sal men ersten ver- 
soeken van de Gedeputierden deser provinciën, wat in desser sake bij de 
Mogende heeren Staten gedaen sg , end dan de heeren Gedeputierden venier 
bidden, mith vorstellinge der principaelsten redenen, dat heur E. hjjrande 
goede hulpeliko handt tho holden believe. 

3. 

De van Steenwick end Hasselt hebben haeren olderlinck, de van dem 
classe gedeputieret was op sgnodum te comen, gelijkewol niet gesonden, 
hoewel tselve im laetsten sijnodo , tho Campen geholden , besloten was. Soe 
hout dese sijnodus deselve voor ditmael (overmits sie noch geenen ordinaris 
dienaer hebben) geexcusieret , vermanende den classem in dese sake goede 
broederlike einicheit tho holden. 

4. 

Angaende den 6 articul lestledenen sijnodi, van dienaeren, die niet en 
woenen in loco bjj haere kercke, omdat se geene bequaeme woeninge heb- 
ben, sijn de namen der plaetsen alhier opgeteekent om bij de laodtschop 
an tho holden, dat de opbouwinge derselven b\j goeder tijdt noch vor den 
winter geschenen m och te , warin der E. rentemeester beloefft bij de Gede- 
putierden deser landtschop het beste te doen. De namen der plaetsen sijn 
dese: Oelst, Wij e, Campervecn, Denneken end Losseren, Rjjssen. 

5. 

Men sal wederom opt nieuwe versoeken an de Gedeputierden, dat haer 
E. bij de Staten Generael woude gelieven an tho holden , dat goede opsicht 
genohmen worde op de druckerijen , ten einde geene kettersche boeken aldaer 
gedruckt mogen worden. 



268 

6. 

Der 19 articul lestgcholden sjjnodi, dewjjle deselve alsnoch niet int werck 
gestellet ist, so sal deselve hiDferner neerstelick onderholden worden, end 
sal men hjjrentusschen in bedencken nehmen, off deselve gravamina off ten 
minsten de principaelste van dien niet behoorden dem E. deputato, die 
van wegen der landtschop gecommittiert sal worden op sijnodum te coni- 
parieren, sijn de een lidtmate der Gereformeerder religion, vorhin toege- 
sonden worden. 

7. 

Men sal wederom anholden voor de weduwen der predicanten jaerlicx 
een lijffpensie te genieten. 

8. 

Angaende den 27 articul laetsten sijnodi, dewijl e men verstaet, dat de 
landtschop de goederen, tot onderholt van de predicanten geleijt, van ver- 
pondinge hebben vrijgelaten , sal men anholden , dat hetselve de van Enschede 
end alle andere ock mochten genieten , dewjjle sommige guetheeren hun 
hijrin weigerHck holden. 

9. 

De sake Henrici Petraei tho Ommen ist in sijnodo rijplick erwogen, 
end darom persisteert synodus alsnoch bij de resolutie , im lestleden sijnodo 
tho Campen genohmen, houdende hem van sijnen dienste vor gedeportiert. 

10. 

Men sall versoeken an de landtschop, dat verboden worde: de kinderen 
niet mogen bij de Jesuiten te laten studieren , bijsunder degene die einige 
gcisÜike beneficien van de landtschop sijn genietende, overmits tselve by 
openbaere placaten van de heeren Staten te voeren verboden geweest ist, 
welcker placaet noetwendich soude sijn vernieuwet te worden. 

11. 

Maktinus, olde pastor ter Ihorst, wort verclaert onduchtich totten 

kerckendienste overmits sijn onwetenheit in religionssaeken , gelijck de 

» 

broederen des classis van Swolle verclaeren , welckerem judicio de sijnodus 
vollenkomen geloove (alst behoert) toestel t. Insgelijcks de pape tho O vereest. 
Und sal om andere mehr redenen angeholden worden , dat se daeÜick gere- 
movieret worden. 

12. 

Idt sal niet toegelaten worden einige comoedien, tragoed ieD offte ietwes 
anders van dergelijken naturen te agieren, so by schoelkindereu als anderen. 



269 

13. 

Lingenses hebben onderricht begeert van einige sake Budolpui Meiers, 
dewelcke van eine vjjandt der religie beschuldicht was , dat hij b[j de Jesuiten 
gebichtet unde gerevociert hadde, welckes nochtans van ehme niet kan be- 
wesen worden. Maer nochtans bekennet Rudolphüs, dat bij sijn E. graeff 
Fredrick van dem Berge van sijnen kerspelluden angeholden (warin Rudol- 
phus geconsentiert), bij de pastorije int pausdom tho blijven. Heefft darom 
de classis van Lingen vorg. Rudolphum yam dienste gesuspendiert und 
ferner verclaert, dat Rudolphüs vant jaer 99 aff (als solckes geschiet) hem 
wel gedragen, ock om der religioen willen tho Berck gevangen geholden 
und daerbeneffens, in classe Lingensi hjjrvan vermaent sijnde, schultbe- 
kentenisse gedaen, om vergiftmsse gebeden, de Nederlantsche Belydenisse 
und Catechismum bekent end begeert wederom to dem dienste toegelaten 
tho worden, warup de classis hem mith vorgaende openbare schuitbeken t- 
nisse tot ein lidtmate der gemeente wederom op end angenohmen. Der 
sijnodus , alle dese saken met mehr andere redenen overwogen hebbende , 
heefft verclaert, dat Rudolphüs Meier wederom tho den dienste toegelaten 
worde, und stelt dem classi van Lingen in handen te oordelen, off Rudolphüs 
bequameliken daer ter plaetse een tijdtlanck konne geduldet worden, off 
dat hij na umganck sekerer tijdt tot ein andere plaetse behoorde getrans- 
portiert te worden. 

14. 

De van Steenwijck end Steenwijkerwout , hebbende angenohmen einen 
predicant buiten weten end kentenisse der classicale vergaderungen , worden 
wel vor deser tijdt (overmits de classis tegen de persoenen niet toe seggen 
weet) vor geexcusiert geholden end doch vermanet, hinferner de kercklike 
ordnung stricteliken te onderholden. 

15. 

Uth classe van Steenwijck is geproponieret van domino Lakgio, dat hem 
einen goeden raet medegedeijlet mochte worden tot wechnemunge einiger 
verbitterung tegen einige heeren, alnu bereitz van hen verweckeL Waer- 
van de sijnodus de sake ein weinich overwogen hebbende, ock angehoret 
end gelettet op de eigene bekentenisse domini Langu, dat he vor uns be- 
kent sijne passie to vele naegevolcht tho hebben, hefft darom de sijnodus 
goetgevonden domino Langio te doen ein missive an de lantschop over te 
bringen, warin de sijnodus sal versoeken, dat de E. heeren wouden de 
schultbekentenisse D. Langu, die hy mondÜick in haere vergaderunge 
(vorgeselschapt mith einen anderen ministro loei, daer de vergaderung der 
Ridderschap end Steden geholden wordt) doen sal, doch acceptieren, hem 
solckes vergeven end bjj sjjnen dienste tho Vollenhoe continueren. 



270 

16. 

Alsoe men versfcaet, dat de Wederdoepers, eine grouwelike secte voerende, 
seer thonehmen, gal men an de landtschop anholden, dat hun haere ver- 
gaderingen verboden mochten worden. 

17. 

Tgene welcke in vorg. articulen besloten is an de lantschop te ver- 
soeken, dartho Bullen ministri loei, daer de vergaderung der lantschop 
geholden wort, gedeputiert sijn om tselve te versoeken end van den event 
desselven op naestcomende synodale vergaderung rapport te doen. 

18. 

De naestcomende sijnodus sal binnen Oldensael den 3 Maendach na 
Pinxteren geholden worden. 

Hij r op is censura morum gehouden end, na dancksegginge des godtlichen 
namens, sijnodus in vrede geschieden. 
Actum ut supra. 

J. Lamotius, praeses sgnodi. 
Joamnes Wedaeus, assessor svnodi. 
Joannes Speenhoyius, scriba sijnodi. 



Acta synodi provincionalis , geholden binnen 
Campen, angefangen den 12 Augusti anno 1606, 
geeindiget denselven daegs. 

Up dessen synodum sint verschenen mit behoorlicke credentsbrieven dese 
naefolgende persoonen : 

van wegen der landtschap van Overissell: die edele E. rentemeister 
Johan Witte; 

uth het classis van Deventer: Thomas Boothusius, predicant, JohaN 
Roeloffsen, olderlinck der kereke van Deventer, Christophorus Halleik, 
predicant ; 

uth het classis van Campen: Thomas Goswinius, predicant, burgemeister 
Rotgek Breda, olderlinck der kereke van Campen, Hildebkandus Willeniüs , 
predicant van Sallick, Henbicus Orevenstein, predicant van Campervene; 

uth het classis van Swolle: Hermannus Wifferding, predicant, Roloff 
Jansen, olderlinck der kereke van Swolle, Otto Gisius, predicant van 
Hasselt; Patroclus Bokelmannus is niet in synodo verscheenen ; 



271 

uth het classis van Steenwijck: Johannes Vosculius, predicant van 
S teen wij ck, Johannes Langius, predicant van Vullenhoe, die E. joncker 
Jochem Bootzelaer, olderling der kercke van Vullenhoe, Everhardus 
Janzonius, predicant up Blocksijll. 

1. 
Uth desse persoonen voerbenoempt sint nae anroepinge des h. naems Godes 
verkoren tot synodi praeses Hermannus Wijfferding, tot assessor Thomas 
Roothusius, tot scriba Thomas Goswiniüs. 

2. 

Men sall voer een gravamen medegeven , die uth die kercken van Over- 
issell up het synodum nationalem sullen verschinen, dat doch insient up 
die druckerien mach genomen wurden, dat niet allerlei boecken sonder 
consent dergeener, die daerover te gebieden hebben , sullen gedruckt moegen 
wurden, gelijck sulckes in den vijfften artijckell des voerledenen synodi 
oock is begeert Maer aldiewijle men niet weet, hoe spoedich die natio- 
naell synodus synen voertganck sall konnen hebben, wurdt raedtsaem ge- 
fonden bjj die landtschap van OverisseU an te holden , dat haere E.E. gelieve 
b|j die E.E. Moegende heeren Staten doer haere E.E. Gedeputderden an te 
holden, dat sulck misbruick mach voorgekomen wurden. 

3. 
Angaende die oversendinge der swaricheiden tot die respective classes 
deser provintie, te bevoerens eer het synodus geholden wurdt, updat die 
gedeputderden uth elck classe geresol viert in synodo moegen koemen, blijfft 
het synodus bjj die artickell, daervan gemaeckt binnen Campen anno 1603 
in den 19 en artickell, gelijck oock sulckes in andere Gereformierde kercken 
wurdt underholden. 

4. 

Diewyle Henricus Petraeüs tot noch toe den synodo niet hefft vuldaen , 
gelijck hem upgelecht was in synodo te Campen anno 1603 in den 9 en 
artickell, und hij alsnoch niet laet unstichtlick te leven, oock hemselven 
buiten wetent des classis van Swolle hefffc ingedrongen te Dalffsen um te 
predigen , tegen alle kerckenordeninge , verklaert het synodus , dat sie hem 
voer gien wettelick dienaer des evangelii holden. Derwegen besloten, dat 
men erenstlick mit den eersten an die landtschap van Overissell sall anhol- 
den, dat hij mach vandaer geweret wurden. 

5. 

Begeert het synodus nochmaels, dat bij derlantschap angeholden wurde, 
dat die thiende artickell des voorleden synodi, binnen Swolle geholden 
anno 1604, mach in het werck gestelt wurden. 



272 



6. 



Tot vernrijdinghe der unordeninge, die in der ehes tandt begaen wurdt, 
overmits vele in huisholdinge treden, die te voeren niet sint geproclamiert 
noch van den predigstoell noch van die plaetse , daer men andersins behoort 
publicatie te doene, oock niet in den houlicken staet bevestigt sindt van 
den predicanten off van den magistraat, sall een iegelick predicant bij sijne 
magistraet versoecken, dat snlckes moege verboden wurden. 

7. 

Up die missive van den synodo van Nimwegen y gesonden an het synodum 
van Overissell y is besloten, dat men blgfft bij die resolutie , daervan gemaeckt 
in synodo te Campen anno 1603 in den 19 artickell. 

8. 

Men sall an die E. E. Gedeputeerden deser landschap versoecken , dat 
haere E. E. gelieve die beste middelen te beramen , dat die papen ten platten 
lande wechgeweret moegen wurden, angesien sie den predicanten seer hin- 
derlick sint, dat sie geene behoorlicke frucht mit den dienst des evangelii 
schaffen konnen. 

9. 

Die broederen des classis van Deventer hebben den synodo voergedragen 
een seecker schrifft van Johannes Hartnack, inholdende verscheiden 
klachten, waerup het sijnodus heit geantwoordet, dat sie voer guedt erkennen, 
hetgeene die broederen van Deventer in die saecke gedaen hebben, und 
daerbjj guedtgefonden , dat men eene missive an hem sall schicken , hem 
daerin frentlick vermanende, dat hij sick van sijne ungefondierde klachten 
wille entholden und der guede meininge des classis van Deventer und der 
magistraet sick onderwerpen, die in sijne saecke gueden raedt schaffen 
konnen. Holdt het synodus oock voer guedt die bostraffinge , die die broe- 
deren van Deventer hem gedaen hebben , van wegen dat hij binnenshuis 
buiten raedt und believen t des classis sjjns dochters kindt gedoopt hefft, 
hetwelcke gedaen is tegen alle kerekenordeninge. Yermaent derwegen voer- 
benoemden Johannem Hartnack sijn schuit daerin te bekennen. 

10. 

Is voergestelt , off voertan die broederen , die in synodo sullen verschinen , 
oock in eene herberge tsamen ter maeltijt sullen koemen , edder off sie 
sullen gelogiert wurden bij den broederen der ghemeinte, daer het synodus 
sall geholden wurden. Waerup ter andtwoordt gegeven, dat men sulckes 
sall in bedenckent nemen. 



273 



11. 



Het synodus mit verheugent verstaen hebbende, dat die toehoorders tip 
Blocksijll so an wassen y dat die kercke niet groot genoech is voer diegeene, 
die tot gehoor des evangelii koemen, und oock frese is, naedenmaell sie 
boven malkanderen sitten moeten, terwijle men predigt , dat die bovenste van 
wegen die swaerte up die understen sullen vallen , helft guedtgefonden bij 
die landtschap van Overissell an te holden, dat die voerbenoemde plaetse 
mach vergroetert wurden, updat die tegenwoordige ijver sodaniger luiden 
mach erholden wurden. 

12. 

Tot gedeputaerden des synodi sint verkoren: uth het classe van Deventer 
Thomas Rothusius, van Campen Thomas Goswinics , van Swolle Hermannus 
Wifferding, van Steenweek Johaknes Langius. 

13. 

Naestkoemende jaer sall het synodus geholden wurden in het classe van 
Steenwjjck, die die plaetse tot gelegener tijt daerthoe noemen sall. 

Hijrup is , nae geholdene censura morum und gedaene dancksegginge tot 
Godt Allmachtich, het synodus geeindiget und in frede gescheiden. 

Hermannus Wiferding, synodi praeses. 
Thomas Roothuisen, assessor. 
Thomas Goswiniüs, scriba synodi. 



Acta synodi provincialis , gehouden te Campen 
anno 1607 den 2i en Julij. 

Op desen synodum sjjn met behoorlijcke credentsbrieven verschenen: 

ten eersten van wegen de lantschap: de Erb. Enqbert Claessen; 

van wegen het classis van Deventer: D. Thomas Rothusius ende D. 
Rotcherus Ticheler, predicanten, ende de Erb. Geerhraerdt van Such- 
telen, ouderlinck; 

van wegen het classis van Campen: D. Johannes van der Heiden , 
D. Henrigus Grevestein ende D. Henricus Johannis Soest, predicanten, 
ende de Erb. Christoffel Hendrickz, als ouderlinck; 

van wegen het classis van Swol: D. Johannes Fabritius ende D. Otto 
Gisius, predicanten, ende de Erb. Matthias van Wessum ende Otto Hen- 
drickzen, ouderlingen; 

Acta syn. provinc. K 18 



274 

van wegen het classis van S teen wij ck: D. Johannes Langius ende D. 
Johannes Voskuil, predicanten, ende D. Ryckmannus Wolphius, licent 
juris, ende Johan Albertz, als ouderlingen. 

Ten i«*. — Wt het getal van dese voorgenoemde personen syn nae anroe- 
pinge van de name Godts gecoren tot praeses D. Tomas Rothusius, tot 
assessor D. Johannes Fabritius, tot scriba D. Johannes Langius. 

Ten 2'*. — Is besloten , dat het synodus eenen brieff sal schrijven an den 
E. heeren drosten van Sallant, dat syn E. Henricum Petrejum, nu tot 
driemael toe in drie nae elcander volgende synodale vergaderingen uit 
sware redenen onweerdich des kerekendienstes geordelt sijnde, doch een- 
mael gelieve te removeeren, omdat hij onwettelyck in dese provincie in 
den dienst is gecomen ende sich soe onstichtelijck tot allen tijden heefft 
gedragen, dat men al tij t veelvuldige dachten van hem heefft gehoor t, ende 
dat hij daerom meer schade als vordeels in Godts gemeinte doet, opdatter 
geen lasteringe meer van come, ende het synodus met sijne protesten, ge- 
lijck hij nu eene seer ongerjjmt overgegeven heefft, niet meer moege bes waret 
worden; ende indien de E. heer drost daer niet in remedieert, dat het synodus 
sal sulcks moeten wederom an de lanschap versoecken. 

Ten fr*. — Het synodus sal oock eenen brieff schrijven an den E. heeren 
drosten van Vollenhoe, dat sijn E. gelieve van nu voortaen niemant eenich 
voorschrifft te verleenen an eenigen scholten , om tot een predicant van den- 
selven angenomen te worden, aleer de E. heer drost, om veelvuldige 
swaricheiden voor te comen, sulcks metten classe gecommuniceert heefft; 
ende daerbenevens dat de beropinge der predicanten moege geschieden 
van de gemeinten aldaer met voorweten, wille ende consent des classis, 
daeronder de plaetse resorteert, ende dat die E. heer droste gelieve hiervan 
allen sijnen scholten schriffteljjck te insinueren ende wel eemstelyck te be- 
lasten, dat syluiden dat recht de gemeinte laeten ende vanhier voorts niet 
meer sonder consent des classis eemant heropen. 

Ten 4**. — Angaende de saecke Zaghariae Wolphii , naedemael desel ve 
sonder consent des classis van Steenweek an den Blanckenham heropen is 
ende om verscheiden redenen syn persoon ende syn getuchenissen den classe 
van Steen wjjck ende den synodo suspect sijn, is in den synodo geordoneert, 
dat het classis hem sijne getuchenissen sal affoorderen ende copie daervan 
oversenden an de broederen van Sutphen om te vernemen, offte syluiden 
desel ve in sulcker form hem gegeven hebben ende offte sjj raetsaem vinden, 
dat men hem in den dienst dulde. Ende indien sulcks geschiet tot goet 
contentement des classis, sal Zacharias een ander beropinge met consent 



275 

des classis van gijn gemeinte nemen in behoorlgcker forma, Bieb nochtans 
verbindende, dat indien h\j hem qualjjck quam te dragen, dat hjj alsdan 
van den dienst geremoveert sal worden. 

Ten 5**. — Het synodus - heefft goedtgevonden , dat alle classes sullen neer- 
stige ondersoeckinge doen , offte oock eenige predicanten offte ouderlingen , 
daeronder resorteerende , eenich verschil offte misverstant in den Catechismo 
ende Nederlansche Confessie der Gereformeerde religie hebben , en de , soe 
wat mochte voorcoinen, bij tyts soecken te remedieren. 

Ten Gen. — Is oock geresol veert y dat alle classes hare gravamina , de in den 
nationalen synodo sullen nodich sgn voorgestelt te worden, bg tgjts sullen 
colligeeren ende dat het nodich sal sijn, dat onse synodale boeck doer de 
broederen van Campen, daer datselvige nu is, doergelesen worde, opdat al 
hetgeene daerin voorbehouden is om in den nationalen synodo affgedaen te 
worden, neerstelyck angeteeckent worde. Sal oock de kereke, daer het 
provinciael synodus sal gehouden worden, nae het uitschrijven des synodi 
nationalis in tijts genoech provincialen synodum verschrijven. 

Ten 7«. — Het synodus heefft goedtgevonden, dat de deputati synodi, 
indien de vrede mochte getroffen worden, sullen bij elcanderen comen ter 
plaetse , daer de lantschap vergaederen sal , ende met elcanderen raedtslaen , 
hoe vooreerst op de beste wij se alle plaetsen ten platten lande bequamelijck 
moegen met predicanten versien worden, ende alles wat tot restauratie der 
kereken sal dienen an de lantschap te versoecken. 

Ten &*. — Wort het classis van Campen belastet , dat sij sullen nomine 
synodi Gellio Sixtino anschrijven , dat hjj sich datelijck van het predickampt 
sal onthouden , naedemael hij soe eene sonde begaen heefft , dat hij nae luit 
des 73 en artikels des nationalen synodi, gehouden binnen des Gravenhage , 
niet en can in den dienst geduldet worden , bysonder dewijle hij airede der 
oorsaecken halven van den classe van Lewarden van sjjnen dienst affge- 
settet is. 

Ten fr». — Men sal den E. burg. Engbert Claessen pro meinoria 
antekenen om den E. E. heeren Gecommitteerden te remonstreren , dat haer 
E. gelieve op nuwe daer wat in te doen, datter geen kinderen uit dese 
provincie in de scholen der Jesuiten gesonden worden, noch oock in dese 
provincie de kinderen van niemant anders als van de predicanten in de 
Gereformeerde kereke mogen gedopet worden. Ende dat bij de lantschap 
moege bevordert worden, dat de E. heeren, dewelcke sullen gedeputeert 
worden in de Generale Staten, moegen last hebben haer beste te doen , dat 

18» 



276 

het nationael synodus moge voortganck gewinnen, sonder dat de Catechismus 
ende de Confessie gerevideert worden. 

Ten 10**. — Het synodus ordeelt voor goedt alles, wat bij de meeste 
stemmen in den praepa[ra]toria nationali synodo , in den Hage gehouden 
den 31 cn May anno 1607 stjjlo novo, is gedecreteert, ende heefft bestem- 
men neerstelijck omgevraecht, offt oock eemant wat tegen den Catechismum 
ende de Neerlansche Confessie der Gereformeerde religie heefft bg te brengen. 
Soe hebben alle personen, in den synodo vergadert sijnde, voer Godt ende 
hare conscientie betuget, dat sy de leere, in deselvige begrepen, voor 
goedt ende schrifftmatich houden. 

Ten il*». — Tot deputatos synodi pyn gecoren D. Thomas Rothüsiüs , 

D. JoHANNES VAN DER HEIDEN , D. JOHANNES FaBRITIUS ende JOHANNES 

Langius. 

Ten 12**. — Is bij desen oock goedtgevonden , dat nu de toecompstige 
synodus binnen Swolle sal gehouden worden , overmits dat het collegie der 
E. heeren Committeerden voor het tocomende jaer aldaer sal resideren. 

Thomas Roothuiss, praeses synodi. 

Johannes Fabritiüs, assessor synodi. 

Johannes Langius, scriba synodi. 



Acta synodi provincialis , gehouden binnen 
Swolle den n ende 12 Julij anno 1609. 

1. Up diesen synodum sin met behoerlicke credentzbrieven verschenen, 

als: 

van wegen Bidderschap ende Steden dieser landtschap van Oeverijsell: 
die Ed. E. Johan Wijtten, rentemeister generall des landes Sallandt, ende 
die erbare Johan Jellljs, borgermeister der stadt Swolle; 

wt dem classe van Deventer: die ehrw. welig, dominus Joannes Gos- 
mannus, bedienaer des hilligen evangelii binnen Deventer, ende dominus 
Gerardus Lindenhoviüs , dienaer der kerken tott Baelte, n effens den ersa- 
men Daem Petersen, olderlinck der voorgemelter kercke tott Deventer; 

wt dem classe van Campen: als dienarn des wordes dominus Daniel 
Sauterius binnen Campen, dominus Henricus Meinardi up die Swarte- 
sluis, dominus Hillebrandus Willenius tott Sallick, neffens die Ed. E. 
Beijnart Ganssnebbe, borgermeister ende olderlinck tott Campen; 



277 

wt dem classe van Swolle: als dienarn des wordes dominns Joannes 
Wedaetjs tott Swolle ende dominus Otto Gysitjs tott Hasselt, ende older- 
lingen borgermeister Johan Buis tott Swolle ende Otto Hendricksen tott 
Hasselt ; 

wt dem classe van Steinwijck: als dienarn des wordes dominns Joankes 
Voscuil tott Steinwijck ende dominns Joankes Langius tott Vollenhoë, 
olderlingen Eickmannis Wolphiis, licentiat ende borgermeister binnen Vol- 
lenhoë, ende Peter Mewes binnen Steinwijck. 

2. Wt het getall van diese voorgemelte persoenen zin nha anroepnnge 
des namens Goedes tott praeses erwelet dominus Otto Gysiüs, tott assessor 

D. JOANNES GOSMANNUS, tott SCliba D. JOANNES WEDAEUS. 

3. Synodns blifft bij die resolutie angaende Henricum Petraeum, inden 
voerhergaenden synoden genomen, als datt hij sich datelicken van den 
kerckendienst sall ontholden , ende begert datt man noch bij den Ed. heeren 
droste offte bij die Ed. Gedeputierden dieser landtschap anholde, datt hij 
moege removirt worden. Ende updatt in sin platze ein ander beqnaem 
dienaer moge gestelt worden, so hebben die Ed. gecommittirden , geno- 
minirt zinde up den landtdach binnen Deventer dem synodo bij tho woenen , 
van dem synodo begert, dat ein iegelick particulier dienaer behoere tho 
arbeiden, darmit guede dienarn so tott Dalffsen als elders in allen andern 
classen moegen beroepen worden, beloevende datt haer Ed. willen haere 
wterste devoer doen, datt die beroepene dienarn met guede babitatie ende 
stipendio moegen versorget worden. 

4. Angaende Zachariam Wolffium is guedtgefunden , datt an hem geschre- 
ven ende vermanet worde tott beterschap sines levendes ende betalinge siner 
schulden. Ende dar het contrarium befunden wordt, sall die classis, darunder 
dat hij sortirt , die auctoritet hebben Wulffium voorgemelt van sinen dienst 
tho deportirn. 

5. Angaende die 5 artikull synodi Campensis anno 1607 den 15 Julij 
is guedtgefunden, datt ein ij der particulier dienaer in elcken classe noch 
sall doorlesen den Catecbismum , dwelke alhir in diese Nederlandische kercke 
gelebrt ende geprediget wordt, beneffens die Nederlandische Confessie des 
glovens, ende ock approbirn. Ende soverre dar jjmandt befunden worde, 
dwelke dieselve niet approbirn wilde, sall man met sodanigen procedirn als 
behoeren sall. 

6. Hett synodael boek sall berusten ter platze, dar synodus geholden 
wordt, ende also volgens transferirt worden. 

7. Synodus persistirt, dat noch die 8 artikell des synodi, binnen Campen 
geholden, angaende Gellium Sixtinum, moege geeffectuirt worden. 



278 

8. 8all ock van die heeren die Gedeputierden versogt worden , dat haer 
E. wille gelieven helpen tho hindern , dat geene kindern wt dieser provintien 
in den schoeien der Jesuwiten gesonden mogen worden. 

9. Angaende het 2de gravamen classis Daventriensis , namliken den tijtt 
betreffende wanner dat synodus sall geholden worden , is besloeten , datt die 
wtschrivinge gravaminum sall geschieden kort na Paschen ende dat man 
dan den 10 dach na Pincxteren synodum sall holden, ij doch dat bij titz 
darvan die heeren die gecommittirden dieser landtschap sullen advertirt worden. 

10. Datt het 6 gravamen classis Daventriensis int werck gestelt worde, 
laet synodus hem wellgefallen angaende die combinatie van die beide dassen 
als Deventer ende die Twente, ende dattselvige bij provisie. 

11. Angaende die schoelmeisters ende kosters, so referirt sich synodus 
tott den 11 artikell synodi Daventriensis, geholden anno 1602 den 15 Junij. 

12. Man sall bij die Ed. heeren Gedeputierden anholden, datt bij placcate 
moege versocht worden, datt den papen, ten platten lande zinde, verhoeden 
worde haer tho ontholden van alle paustlicke ceremoniën ende die lieden 
af tho keeren van het gehoor G. w ordes, ende soverre het contrarium sall 
bevonden worden, datt sie, haer solkes genugsam bewesen hebbende, alsdan 
muchten van die platze removirt worden. 

13. Oick sal man bij die Ed. heeren anholden, datt die dienarn, tott 
armoedt offte tott haren jaren gekoemen zinde, moegen rcdelickerwijse 
underholden worden. 

14. Is ock besloeten, datt geene ehelueden henforder van den predig- 
stoell sullen afgekundiget worden, dwelcke in unsen kercken niet willen 
gecopulirt wesen, noch ock ijmantz copulirn, die bueten die kercke van 
die politique officieren offte elders zin verkundiget geworden. 

15. Sullen henforder die kerckendienarn ten platten lande nha die pre- 
dicatie haren thohoerders voorseggen die 5 hoofftstucken der cristlicken 
leere, ende so mogelick ock in die steden. 

16. Man vindt guedt, datt classis so duckwils sall geholden worden , als 
den tijtt ende noodt solkes sall vereisken. 

17. Angaende die ehesaeke, darvan die van Campen mentie maken in 
haren gravaminibus , holt synodus voor guedt, datt spon sal ia de praesenü 
mutno consensu dissolvi non posse nee debere, ende datt derhalven die 
magistraet van Campen darinne behoere tho versien. 



279 

18. Is ock geresolvirt, datt synodus den heeren gecommittirden , van 
Ridderschap ende Steden genominirt dem synodo bij tho woenen, alle die 
swaricheiden , dwelke in synod o voorgevallen, schrifftlick medegegeven sullen 
worden, updatt sie mogen geexecutirt worden. 

19. Angaende die swaricheiden van die geistlieke guedern , als pastorien , 
vicarien ende andere, als dar zin tott Dalffsen , terHegne, Houwfenne ende 
dergliken, soverre darvan eenige swaricheiden in den classibus fallen sol- 
len , so sall ein iegelick classis dieselvigen den Ed. heeren andienen , dwelke 
beloevet hebben darinne tho remediirn nha behoer. 

20. Den predicant van Gramsbergen betreffende is geresolvirt, dattdie- 
selvige sall van dem classe van Swolle met den ersten verschreven worden 
ende hem andienen, datt hij hem sall moeten regulirn nha die kercklicke 
ordonnantie dieser Nederlanden ende hem tho underwerpen diesem classi. 
Soverre hij datselvige niet sall willen achtervolgen , so sall solkes den heeren 
Gedeputierden dieser landtschap angedienet worden. 

21. Dewile datt in voerigen synoden is gedacht geworden der weduwen , is 
noch guedtgefnnden , datt bij Bidderschap ende Steden dieselvige swaricheit 
oevermals, gelick in andern steden geschiet, moege voorgedragen worden 
omme einmall dieselvige tott einen gueden einde tho brengen. 

22. Bij die Ed. heeren Gedeputierden an tho holden , datt die broedern 
ten platten lande, dwelke so ad dassen als ad synodum reisen, moegen 
genieten noodtwendige restitutie der unkosten. 

23. Angaende datt begerent Guualtebi Sellii, dewile datt synodus 
met hem in communicatie getreden, so hefft sij dieselvige saeke also ge- 
schapen befunden, datt hij noch ter tijtt unbequaem zij tott den kercken- 
dienst. Hefft derhalven synodus guedtgefunden , dat hij sick entweder ad 
aliud vitae genus begeve offte beter ende fundamentaliter studiere. 

24. Die magistraet van Swolle hefft einen casum matrimonialem inge- 
bracht, off ein man, eine frouwe gehadt hebbende, dwelke van wegen des 
ehebroekes, van haer begaen, haren man verlaten, daroever dan die partie 
guede informatie genomen hefft , niet georloevet zij eine andere tho trouwen. 
Is geadvisirt, datt die magistraet, darvan guede ende genochsame getuche- 
nisse beleit ende angehoort hebbende, mach sodanigen man quitirn van die 
overspeldersche vrouwe ende denselvigen in die vrijheit tho stellen eine 
andere tho trouwen. 

25. Is geresolvirt, datt synodus in datt thokumpstige jahr sall in dem 



280 

classe van Steinwjjck geholden worden, overmitz die ordenunge datt ver- 
eisket ende die landen door Goedes gnade in vrijheit wedder gestelt zin. 

26. Synodus versocht, datt die broedern wt elcken classe bg haere 
oevericheitt anholden, datt Conhadus Brouwer, gekoemen zinde wt den 
monasterio monachorum met gnede getuchenisse van die voornamste pro- 
fessorn ende andern dienarn des wordes van Herborn, einige middelen 
moege genieten voor ein balffjahr, updatt bij in die universitet tott Fra- 
niker moege gesonden worden. 

27. Overmitz datt collegium der heeren Gedepu tierden tott Deventer nu 
tegenwoerdicb residirt, so belastet synodns den kerckendeinarn tott Deventer, 
datt sie bij haer Ed. anholden, updatt alle die gravamina, d welke in diesen 
synodo voorgeloopen , moegen ter executie gestelt worden. 

28. Synodus befft gesocbt dominum Bokelmannum met siner buissfrou- 
wen tbo reconciliirn , damp Bokelmannus ingefordert befft verklaert, datt 
hjj van harten begeere met siner huissfrouwen sick tbo versoenen, updatt 
einmall die ergernusse van Goedes kerke moege wechgenomen worden. Is 
ock darna die huissfrouwe Bokelmanni ingeroepen , ende man hefft versocht 
up verscheidene wij se ende maniere haer tbo inducirn, datt sie haer bg 
haeren man sonder eenige conditie muchte wedderomme verfoegen. Hefft 
darup geantwordet, datt sie dartbo niet konne verstaen. 

29. Als nu die synodaell bijeinkumpst mjna ten einde gebracht, hefft 
Henricus Petraeus b\j request versocht die continuatie in sinen dienst. So 
ist, datt synodus guedtgefunden , datt hetselvige request an allen respoc- 
tiven dassen, blivende nochtans Petraeus middelerwile removirt van sinen 
dienst, sall gesonden worden, d welke darup met den ersten sullen resol- 
virn, haere resolutie an dem classe van Swollo oeversenden, omme diesel- 
vige den E. heeren Gedeputierden tho remonstrirn. 

30. Is censura morum geholden ende zin die broedern in vrede met 
malcanderen gescheiden. 

Otto Gysius, minister verbi Hasseltanae ecclesiae, praeses synodi. 
Johannes Gossmannus, ecclesiastes Daven trien sis, hujus synodi assessor. 
Joannes Wedaeus, ecclesiae Swollanae minister, hujus synodi scriba. 



281 



Acta sijnodi provincialis > geholden tot Vollen- 
hoe op den 26 yunii 16 10. 

Op deesen sijnodo sijn mit behoerlgcke credensbrieven verschenen : 

ten eersten u|jt naeme van mijn E.E. heeren van die landtschap: die 
edele beer Johan Sloet, droste van Vollenhoe; 

daernae als gedeputeerden ujjt den classibus: 

van den classe van Deventer : D. Assuerus Matthisius ende D. Rotgerus 
Tichelar, predikanten, ende den E. Jacob van Boickholt, burgemeester 
als olderling; 

ujjt den classe van Campen: D. Everardus Voskuijl, D. Hillebrandus 
Willemius ende D. Henricus Joannis, als predikanten, mit den E. Roeloff 
Lamberts, borgemeijster als olderling; 

van wegen des classis van Swolle: D. Hermannus Wyferding, D. Otho 
Gysius, D. Richardus Obenholtüs, als predikanten, mit den E. burge- 
meester Lubbert Ulger; 

uijt den classe van Steenweek: D. Joannes Langius, D. Lucas Langius, 
D. Henricus Grevenstein, als predikanten, mit den ersaemen M. Herman 
Messemaker, als olderling. 

1. Uijt het gemelde getall sjjn nae gedaene anroepinge van den h. naeme 
Gods verkoeren tot praeses D. Joannes Langius , tot assessor D. Hermannus 
Wijferding, tot scriba Assuerus Matthisius. 

2. Op die requeste van Zacharia Wolfio, mit diewelcke hy begeert in 
sijne plaetze gedulde t te werden, met beloftenisse van besondere beterschap, 
is besloeten, datt hg noch tot prove voer ditt toekoemende jaer sall in 
s\jne plaetze geleden werden, mits datt hjj, sgn beloeven naekoemende, 
sich voertaen stichtelgcker draege ende int besonder oeck beneerstige, datt 
sijne gemaeckte schulden meugen betaelt werden. 

3. Is van den synodo den classi van Swolle belast, datt sg eerstdaeges 
Conradum Breve hum l ) van Franicker sullen verschrgven, om hem bij haer 
te ondersoucken , hoeveele hij m och te in sijnen studiis gevordert hebben , 
om daernae voerts te adviseren , of het raetsaem sij , datt men noch eenich 
behulp tot verder continuatie van sijnen studiis voer hem van mjjn E.E. 
heeren soecke te bekoemen, of hem eer sjjn studirent in academiis datelgck 
te doen afbreecken. 



') „Breverum" 00 en PP hebben „Brouerum". 



282 

4. Sullen mijn E.E. heeren die Gedeputeerden des landtschaps weder- 

omme versocht werden , datt haer E.E. doch gelieve te verbieden , datt ghene 

kinderen uijt deese onse provincie mochten by die Jesuyten ter schole 

gesonden werden; oick datt het inkruijpen der Jesuitischen vaganten haer 

E.E. doch gelieve tegen te staen ende toe verhinderen. 

5. Die swaericheyt om die Swartesluijs met het classe van Steenwyck te 
vereenigen ende van het classe van Ca m pen af te scheyden sall tot die 
naeste synode opgeschoven werden. 

6. Op het 4 gravamen des classis van Deventer is goetgevonden , datt 
het hiernaest eenen ij gelijken van den deputatis sall vrij staen, daer tsynodus 
vergadert, logysplaetse te soucken, waer het hem sall believen. 

7. Sall bij requeste van mijn E.E. heeren Gedeputeerden versocht wer- 
den : voereerst een noetdruftich onderholt voer twee olde dienaren des woorts, 
Joannbs Harden ack, gewesen dienaer tot Wesepe.'ende Joannes Bodolphi, 
predikant tot Wannepervehen ; oeck datt mijn E.E. heeren doch mochte 
gelieven eenen Joachimo Joachtmt , oltpredikant tot Hellendoera , syn 
onderholt hem toegelecht, twelck niet meer nu is als 50 carelsgulden 
jaerljjcks, voertaen ijets te vermeerderen. 

8. Is besloeten , datt nadien die swaericheden in bet stuck van relligie, 
daervan gemeldet wert in den eersten gravamine Swollensi, eijgentlijek in 
Zuyd ende Noordhollandt gedroven werden, hieromme oeck het tegen staen 
ende verbeteren van dieselve den synodis van die gemelde plaetzen sall 
gelaeten ende toebetrowt werden , mits datt synodus nochtans haer E. mede 
schriftelyck vermaene om een e beqwaeme uijtkomste hierin mit den eersten 
te vervorderen. 

9. Is goetgevonden te versoucken bij mijn E. E. heeren die Gedepu- 
teerden des landtschaps, datt haere E.E. doch gelieve te autorizeren seeckere 
soedaenige personen, die in alle kerspelen mochten gen au we inventarizatie 
van alle geestelyke goederen, pastorien ende vicarien instellen, om doer 
sulck een middell het vervreemde gebruick van soedaenige goederen eens 
wederom te rechte te brengen ende alsoe voerts veel en predikanten tgebreck 
van onderholt, daervan veele geklaecht wert, te suppleren. 

10. Van die deputatien tot bet synode is op het derde gravamen des 
classis van Swolle geresolveert , datt hiernae elckeenen classi sall vrij staen 
uyt haeren middel vier persoon en te verkiesen nae haer eygen goetge vallen, 
lettende voernaemlyck op die beqwaemheyt der personen, sonder aensehen 



283 

datt dieselve mochten staen in steden of ten platten lande, alsoe datt men 
oeck tot; deesen vier deputatos ten minsten sall moeten verordenen twee 
predikanten, oeck well drie, als in anderen synoden sulcks oeck is besloeten. 

11. t Classis van Campen advys van den synodo versocht hebbende op 
eene seeckere swaericheijt, voergevallen int stuck vant houwelyck , is daerop 
besloeten, datt die heeren magistraten van Campen (genouchsaem van die 
geloefweerdicheijt van die getuigen versekert sijnde, die mit eedo verklaert 
hebben, datt d'angeklaechde tegens haer haere ontrouwe selfs solde bekent 
hebben, volgens die gelijcke resolutie, in den naestvoergaende synode tot 
Swolle genoemen,) meugen den klaeger well op sjjne vrije voeten stellende 
toelaeten, dat hij sich mit eene andere vrije persone meuge verbinden. 

12. Sijn verschenen Casyn van Isselt ende Henbick Bebentsen, als 
gedepu teert van die gemene erfgenaemen van Dalfifsen , mit Heneico Petbejo, 
om voer hem te versoucken , datt hjj doch mochte naer retractatie van het 
oerdeel, over hem in ettelycke synoden gevellet, in haeren kerspel! inden 
dienst gecontinuiert werden. Daerop haer dan is geantwoert, datt men, 
ghene andere last hebbende elckeen van synen classe. geresolveert is, bij 
die decreten, van hem in vele voergaende synodis genoemen, te verblijven 
ende die voergenoemene excecutie van mijn. E.E heeren Gedeputeerden 
tegens hem daerop te verwachten. 

18. Op hett versouck van D. Nicasio van Isselt is goetgevonden , datt 
die broederen van Campen uijt den naeme des synodi aen mgne E.E. heeren 
Gedeputeerden sullen voer hem anholden , datt hg doch van haere E.E. tott 
eenigen staet mochte bevordert werden , om daerdoer eenich behulp tot sijne 
onderholdinge te bekoemen. 

14. Is goetgevonden, datt mijnheere die E. droste van Vollenhoe doch 
wille gelieven te verhinderen het ongebeurlycke trouwen, het tappen des 
Sondachs onder die predikatie ende mede die Sondaechsche marckdaegen, 
als sij in Geythoern ende Blocksijl voernaemelijck gepleecht werden, alsoe 
datt men die mercktdaegen mochte op eenen anderen dach bestemmen, 
ghelijck oeck mijn E. heere voergenoemt beloeft heeft ditt alles op hett 
gevoechlijckste int werck te stellen. 

15. Sall oeck van wegen des synodi aen mijne E.E. heeren die Gedepu- 
teerden versocht werden, datt doch haere E.E. gelieve dien van Blocksijll 
behulpich te weesen tot vollenvuiren van haere kercke , die sjj , angevangen 
hebbende te timmeren, selfs onvermeugens sijn te volmaecken. 

16. Die saecke Caboli Boeckelmanni is van den synodo bevoelen den 
classi van Swolle , datt s\j daerinne doen nae d'ordere vant woert Gods ende 
van den natdonali synodo, als daerop gegrondet 



284 

17. Het synodus sall toekoemende jaer op die gewoentljjke tijt geholden 
werden binnen Deventer. 

18. Sijn als deputati deeses synodi verkoeren: ugt het classis van 
Deventer Assuebus Matthisius, uijt hett classis van Campen D. Everardus 
V08KUULL, ngt hett classis van Swolle D. Harmannus Wijferding ende 
ujjt hett classis van Steenweek D. Joannes Langius. 

Ende hiernae is eintelyck censura morum geholden , daerop 
volgens nae aenroepinge van den heijügen naeme Gods deese 
byeenkomste is geeindiget. 

Joiiannes Lanoius, synodi praeses. 

Hermannus Wiferdino, synodi assessor. 

Assüerus Matthisius, scriba synodi. 



Acta sijnodi provincialis y geholden tot Deven- 
ter den 22 Julij anno 161 1. 

Op desen sijnodo sijn verscheenen met behoerljjcke credontsbrieven : 

ten eersten uijtt naeme van myn E.E. heeren die lantschap: die edele 
joncker Diderijck van Voerst, Gedeputierde der lantschap van O verrijssel; 

uijtt den classe van Deventer: D. Thomas Roethusius, D. Asswerus 
Mathisius, D. Gerardus Lindenhovius , als dienaeren des woerts, ende die 
E. burgemeister Hermen Blois, als olderlinck; 

uijt den classe van Campen: D. Thomas Goeswinius, D. Johannes Petri, 
D. Ernestus Hiddingius, als dienaren des woerts, ende die E burge- 
meister Wolff Henderijcks, als olderlinck; 

uijtt den classe van Zwolle: D. Johannes Fabhitius, D. Otto Gijsiüs, 
D. Johannes Westenbergius , als dienaeren des woerts, ende die E. burge- 
meister Jan Janss Brouwer, als olderlinck; 

uijt den classe van Steenwijck: D. Johannes Voscuil, D. Henderijcus 
Grevenstein, D. Lucas Langius, als dienaeren des woerts, ende die E. 
Gerbijt Jans, als olderlinck. 

Ende sjjn in die vrese des Heeren dese naevolgende dingen verhandelt. 

Ujjtt dit gemelte getal sijn nae aenroepinge van des Heeren heilige naeme 
tot praeses D. Thomas Roethusius, tot assessor D. Thomas Goswinius, tot 
scriba Lucas Langius vercoeren. 



285 

1. In die saecke Tan Isselham, diewelcke versoecken van die combinatie 
met die van die Oldemerckt gescheiden te wesen, heefft het sijnodus be- 
sloten, dat si bij die combinatie sullen continueeren om veole ende ver- 
scheiden reedenen , cnde principael diewiele die E. E. heeren Ridderschap 
ende Steden ende haer E. E. Gecommitteerden dat approbieren ende stich- 
telijck oerdeelen. 

2. Also men verstaedt ende het seecker ende gewis is, dat een vermeende 
pastoer tot Heems sijn huisvrouwe* doersteecken hebbende, sich in dese 
provintie ingedrongen heefft , heefft het sijnodus besloeten , dat men bi den 
E. E. heeren Gecommitteerden aenholde , dat hij niet alleen geremoviert , 
maer nae eisch van delict gestrafft werde. 

3. Dat sjjnodus versoeckt seer eernstachtich aen den E. E. heeren Ge- 
committierden , dat, diewijele die clachte generael is, dat op den platten 
lande die dienaeren doer misbrnick dor geestelijcker goederen quaet onder- 
holt hebben, haer E.E. gelieve uijtt het midden van haer eenige te autho- 
riseeren , die op die plaetsen , daer die dienaeren van quaet onderholt 
claegen, die geestlijcke goederen registreeren ende inventariseeren, opdat 
die predicanten haer behoerljjck tractament daer van genieten. 

4. Mede te remonstreeren die dachten des dienaers tot Herdenberch 
Johannes Edelinck, wjjens sober onderholt doer hulpe der E.E. heeren 
Gecommitteerden verbeetert moet werden. Ende oordeelt het sjjnodus , dat 
het bequaemste middel is hem te helpen , so die kercke van Heems bjj die 
kercke van den Herdenberch gecombineert werde. 

5. Also men noch weijnich effect spuert, dat die kinderen uit der 
Jesuiten schoeien te huis ontboeden werden, oeck dat het incruipen der 
Jeswiten vaganten niet geweert wert , is goetbevonden , dat hetselve weder- 
omme met eernst so bjj den E.E. heeren Gecommitteerden, so oeck bg den 
burgemeisteren der steeden versocht sal worden, dat het placcaet, van 
Bidderschap en Steeden geevulgeert, mach geeffectueert werden. 

6. Daerbeneffens op het nieuwe aen te holden aen de E. heeren Gecom- 
mitteerden , dat haer E. E. gelieve middel te helpen beraemen , waerdoer 
het gebou der kercken van Blockzijl, aireede aenge vangen , mach voltrocken 
werden. 

7. Oeck mede te versoecken aen haer E.E. , dat alle abbusen, als ont- 
heiligen des Sondaechs , gansetrecken , papegag schieten etc. moege verhoeden 
werden. 



286 

8. Angaende die saecke van Dalffsen is geresol viert , dat het sjjnodus 
sal schreven aen die E. joncker Jan tak Rechteben offte sijn E. mombe- 
ren ende aen die E. juffrou weduwe van Ittersum ende die E. Jan van 
Brandenborch to Rutenborch , midtgaeders aen die gemeine ingeseten erff- 
genaemen, dat haer E. wil gelieven te consentieren in die beropinge des 
dienaers Joannis Abeli *), tegenwoerdich staende ter Hejjne, diewelke so 
om sjjn olderdoem als anderen qualiteiten totten dienste der kercken van 
Dalffsen bequaem geholden wert. 

9. Diewijele het classis van Deventer sich beclaecht van het geringe 
getal der kercken, onder haeren classe gehoerende, sijn die meeste stemmen 
gevallen, dat die kercken van Wjje ende Heliendoern onder den classe van 
Deventer sullen resortieren. 

10. Op die questie des classis van Deventer, ofte een man, hebbende bij 
het leeven van sijn echte huis vrouwe eebrueck met een vrij persoen begaen 
ende kinderen in eebrueck geprocreert, diesel ve nae versterff van sijn wette- 
lijcke huisvrouwe mach trouwen, gelijck in haere stadt sodanigen persoen 
is, is geresol viert, dat men alle omstendicheit der saecke overschreven sal 
aen die schoele van Stenfurt , verwachtende het oerdel der schoelraet aldaer. 

11. Angaende die kercke van Ens, diewelke bjj gebreck van onderholt 
sonder predicant moet sitten, is besloeten, dat die broederen des classis 
van Campen den E. heer drost van Isselmuiden sullen begroetten om voer 
een trjttlanck middel te helpen beraemen tot onderholdinge eenes dienaers, 
totter tytt men die E. vrouwe van Emmelloert aengesocht heefft om die 
kercke van Emmelloert met die kerck van Ens te combineeren. 

12. Diewgele die saecke Caroli Boeckelmanni van den classe van Zwolle 
aen den synodum geremitteert is, heefft het sijnodus van alles neerstige 
ondersoeckinge gedaen ende die saecke in sodanige staet bevonden , dat men 
hem tegenwoerdich niet sonder onraste ende onstichtinge dor kercken 
van Wjje sal connen removieren. Is daeromme met die meeste stemmen 
goetgevonden, dat hi tot den dienste der kercken sal geadmitteert ende ge - 
confirmeert werden ende voer ditmael der kercken van Wij e bibljjven tot 
der tytt toe, dat hi met een ander beroepinge mach versien wesen, het- 
welke hi met sijn bjjwesende olderlingen heefft angenoemen. Ende diewijele 
bevonden is, dat hi niet nae den eisch siner belofften , den classe van Zwolle 
gedaen, tot het predickampt is ge treeden, is hi daervoer behoerlgck van 
den synodo gecensureert ende, daervan overtuicht sijnde, schultbekenninge 



i) „Joannis Abeli" staat in margine met een verwijsteeken naar den text. In 
sommige andere codd. staat deze naam in den text, in andere ontbreekt hy. 



287 

gedaen. Ende angaende die confirmatie sal, na voergegaene nieuwe beropinge 
der kerck van Wye, van den classe van Deventer voer den classe geschieden. 

13. Ende sal hen vorder om alle disordre te vermiden niemandt tot den 
examini toegelaeten werden, eer ende te bevoerens hi geoeffent is in pri- 
vate propositien ende van een seecker kercke beroepen, volgende den 7 
artickel des laestgeholden nationalen synodi in den Haege. Sal oeck 
nieinant elders geexaminiert werden dan in den classe, daer hi beroepen is. 

14. Diewijele het classis van Steen wij ck in haer laeste classicale verga- 
deringe Zachariam Wolphium te kennen gegeven heefft, dat sijne saecke 
op desen sijnodo soude dienen om nae behoeren gehandelt te werden, ende 
hi evenwel in sijnodo niet is verscheenen, heefft het sjjnodus daeromme 
evenwel in die saecke willen handelen. Daeromme alle het vorige in con- 
sideratie neemende, te weeten sijn gants sinistre ende onordentlyck indrin- 
gen, daer beneffen 8 syn quade ende ergerlijcke maniere van leevcn, waerin 
die broeders, hem lange genoech tot proeve gednlt hebbende, geen beter- 
schap en bevinden, oordeelt het sijnodus, dat Zacharias Wolphius in den 
dienste niet langer can geduldet noch geleden werden , maer van sijnen dienst 
sal desisteeren ende afstaen. Ende sal het classis van Steenweek die E. 
heere drost van Vollenhoe versoecken dese haere sententie te helpen 
effectueeren, opdat die kercke van Blanckenham met een goet getrou dienaer 
Jesu Christi moege versien werden, hetwelke den classe van Steenweek in 
alle neersticheit te bevorderen belastet ende wel eernstachtich bevoelen is. 

15. Het sijnodus, aengehoert hebbende die reeden aen beider sijden , 
so des classis van Campen als van Steenweek, oeck die schriffdgeke begeert 
des E. heeren drosten van Vollenhoe, heefft gootgevonden, dat die kercke 
van die Swarteslujjs onder den classe van S teen wij ck sal resor tieren. 

16. Die swaricheit aengaende die excommunicatie van seeckere affge- 
wekenen, van den classe ende kercke van Deventer voergestelt, daervan 
oerdeelt het synodus, dat die kerck van Deventer tegens haer met die 
excommunicatie, tot exempel van andere, nae kerckeLjjcker ordonnan tien sal 
procedieren. 

17. Op die questie van Johanne Antonide, dienaer des woerts tot 
Batmen, generalyck voergestelt ende van Rutgero Tichelaer, dienaer des 
woerts tot Olst, op D. Christophorüm üallein ende £en kerekenraet tot 
Deventer gedudet, offte een dienaer sonder demissie van syn vorige kercke 
een ander soude moegen aenneemen in denselven classe sonder den classe 
wederomme voergestelt te werden, oerdeelt het synodus, dat, soveele die 



288 

saecke van D. Halletn aengaet, in sodanigen conjuncture die dimissie der 
lantschap voer genoech wert geholden, diewijele oeck alle andere dienaeren , 
so met hem doer den viantt verdreeven , voer gedimitteert gerekent sijn. 
Daerbeneffens oordeelt het sijnodus, dat die voerstellinge niet van noeden 
si geweest, de wij el e hi in denselven classe bleeff, ende dat die broeders, 
die dese questie voergestelt hebben , haer voerder behoeren gerust te holden 
ende alles tot eenichejjt te helpen dirigeren. 

18. Diewijele tot noch toe geen seecker plaetse genomineert is geweest, 
daer die deputati sjjnodi mochten bijeencoemen omme die brieven ende 
schrifften, van anderen sij noden, dassen ende kercken aen haer gesonden, 
te ontffangen ende in die saecke te handelen, is geresol viert , dat het sal 
geschieden ter plaetsen, daer het collegium der E. heeren Gecommitteerden 
resideert. 

19. Angaende die bieencoempste in der herberge dier broederen, so op 
den sgnodum gedeputeert werden, is geresolviert , dat se bij malcanderen 
sullen coemen, geleek voertijden geschiet is, ende dat niemant sal gasten 
medeneemen dan met believen des praesidis. 

20. Omme den E. heeren Gecommitteerden te remonstreren die dingen , 
die nodige verbeteringe vereisschen , sgn gedeputiert D. Thomas Goswinius, 

D. JOHANNES FaBRITIUS, D. GeRHARDUS LlNDENHOVIÜS , D. JOHANNES 

Westenberoius. 

21. Tot deputati sjjnodi sjjn vercoeren: uit den classe van Deventer 
D. Thomas Roethusitjs, uijtt den classe van Campen D. Thomas Goes- 
wtnus, uit den classe van Zwolle D. Johannes Fabritius, uit den classe 
van Steenweek Lucas Langius. 

Het sijnodus sal het toecoemende jaer geholden werden op die gewoen- 
ljjcke tijtt binnen Campen. 

Eindeljjck is censura morum geholden ende nae danck- 
segginge ende aenroepinge van den h. naeme Godts die ver- 
gaederinge in vreede gescheiden. 

Thomas Roothuiss, praeses synodi. 

Thomas Goswinius, sijnodi assessor. 

Lucas Lanoius, scriba sijnodi. 



289 



Acta synodi provincialis , gehouden binnen 
Campen den 14 ende 15 Septembris anno 161 2. 

1. Up diesen synodum zin verschenen met behoerlicke credenzbrieven , als : 
ten 1. wt den name van min E.E. heercn die landtschap van Oeverjjsell: 

die E. Albert Hopf, borgermeister tott Campen ende Gedeputierder in het 
collegie dieser landtschap; 

wt dem classe van Deventer: D. Joannes Gosmannus, dienaer des god- 
liken wordes binnen Deventer, Rotgerus Tichelar tott Olst ende Joannes 
Antonides tott Batmen ende Henderick Vresewijck . olderlinck der gemeente 
tott Deventer; 

wt dem classe van Campen: D. Daniël Sauterius, dienaer des godliken 
wordes binnen Campen , D. Henricus Joannis tott Gen emu eden ende 
dominus Geobgius Goykerus tott Wijlsum ende die E. Wijllem Jacubsen, 
borgermeister ende olderling tott Campen; 

wt dem classe van Swolle: D. Joannes Wedaeus, dienaer des godliken 
wordes tott Swolle, D. Otto Gystus tott Hasselt, D. Theodorüs Wiermannus 
tott Dalfsen ende D. David Chytraeus, rector ende ouderlinck tott Swolle; 

wt dem classe van Steenwijck : D. Joannes Lanoius , dienaer des G. wordes 
binnen Vollenhoë, ende D. Joannes Yoscuil tott Steenweek ende D. Wil- 
helmus Lubbertus Sijlv. l ) tott Steenwijckerwolt ende die E. Loedewich 
van Dueren, olderling up die Swartesluis. 

2. Wt dit getal zin nha anroepunge des namens Godes gedeputirt nha 
des sGravenhage tho gaen ommealdaer, beneffens den anderen gedeputierden 
bedienaren des godliken wordes van die andere pro vin tien, bij die Ho. Mo. 
heeren Staten Generall tho helpen bevorderen den voertganck des nationalis 
synodi, als D. Joannes Gosmannus ende D. Joannes Lanoius. Ende is 
haer medegegeven eine behoerlicke credenzbrieff. 

3. Darbenevens so zin erwelet als praeses D. Daniel Sauterius, tott 
assessor D. Otto Gysius, tott scriba D. Joannes Wedaeus. 

4. Voortz so zin die acta des voerhergaenden synodi revidirt ende voor- 
lesen ende is bevonden, dat die 3 artikell noch ten vollen niet geeffectuirt 
is. Begeeren derhalven, dat die broeders tott Deventer, alwaer dat colle- 
gium nu tegen woerdich is , bij die Ed. heeren des collegii wilden anholden , 



') „Wilhelmus — Sijlv.". Er stond eerst „Wilhelmus Lubberti". De verandering 
en bijvoeging is aangebracht met andere inkt. In 00 komt de naam volledig in 
den text voor. 

Acta syn. provinc. V, 19 



290 

darmit dieselvige artikoll well moge geeffectuirt ende die predicanten ten 
platten lande haer tractament angaende klachteloos gestelt worden , ende dat 
het goede werek, bg den heeren drosten van Sallandt nu albereitz ange- 
fangen, well moge bevordert ende gehandthavet worden. 

5. Angaende den 7 artikell begert alsnoch synodus, dat ock die broe- 
deren van Deventer wilden bij die Ed. heeren dieser iandtschap anholden , 
dat bij expres placcaet moege verhoeden worden het abuis, het welke, leider, 
ten platten lande gedaen wordt des Sondages , insonderheit als met papegoij- 
schieten, gansetrecken , schuttenbieren, ven ster neerun ge, tappen under die 
predicatie ende dergelijcke. 

6. Updat die einicheit der kereken ende insonderheit die sueverheit der 
lehre in diesen landen, gelick tott nog Godtloff geschiet is, moge under- 
houden worden , so ist dat van einen ijderen int besonder gevraget, off hij 
ock etwes hadde tho seggen tegen den Catechismum ende Nederlandische 
Confessie, gelick dieselvigen tott noch in die kerken dieser landen zin 
underhouden, sonder einige niuwe glossen darbij tho doen. So hebben sij 
einpaarlicken geantwordet: neen. Hetwelke ock in allen dassen sall geschie- 
den ende also int werek gestelt worden. 

7. Angaende het 1. gravamen des classis van Campen, so ist dat gere- 
monstiïrt is, datt der broederen, van weikern diese quaestie voorgebracht, 
meijnunge niet en zij tho vragen , off die 3 vragestucken voor middelmatige 
offte wesentlicke deelen des doopes tho achten zijn, maer off sie daran 
well doen, dat sie dieselvigen vragen achterwegen laten tegen die resolutie 
synodi generalis, so binnen Dordrecht anno 74 als binnen Middelborch 
anno 81 geholden. So is darup geantwordet: neen. Beloven derhalve die 
gedeputierden des classis van Campen allen vlijtt ende nersticheitt an tho 
wenden , dat sie haer gelickformich mogen houden haren nagebuerden 
kereken dit stucke angaende ende solkes tho remonstrirn in haren consistorio. 

8. Het 2de gravamen des classis van Campen is ten einde gebracht tott 
contentement van den predicante van Ens. 

9. Up het 4 gravamen classis Campensis resolvirt synodus, dat die 
swaricheitt hiervan, betreffende die placcaten van vaste ende bededagen , so 
dukwils bij den schults, achteren offte den haren thorugge gehouden wor- 
den, behoere voor die Ed. heeren die Gedeputierden dieser Iandtschap ge- 
bracht tho worden van den dienaren des wordts tott Deventer omme darinne 
tho remediirn, darmit die ware godesdienst ter tijtt voorgemelt niet moge 
versuemet , maer dat die placaten ter rechter tijtt mogen bestelt ende oever- 
gebracht worden. 



291 

10. Angaende het 5 gravamen desselvigen classis, overmitz dat groeten 
unheill gespoeret wordt ten platten lande, datt aldaer geene scholen ange- 
stelt worden, dardoor entliken sall ontstaen ein harbarisch levent ende 
wesent, so begeeren die broederen des synodi, datt die broederen ter 
platze, dar het collegium residirt, mogen anholden bij die Ed. heeren die 
Gedepu tierden , darmit dat bequaeme schoei mei s te rs up die principaleste 
platzen ten platten lande gestelt ende met behoorlicke gazjj versien worden. 

1 1 . Angaende het erste gravamen classis Swollanae , van den licht- 
predigten, so resolvirt synodus alsnoch eins voor allen, dat man sich con- 
form behoere tho houden dem artikel synodi nationalis, geholden in des 
sGravenhage anno 86. Darna watt angaet die abusen bjj den verstorvenen , 
als sij begraven zin , met drincken ende zechen , so behoeren die dienaren 
des wordts ter platze, dar solkes geschiet, tho remonstrirn an den gedepu- 
teerden des - synodi, d welke alsdan bij den heeren drosten sollen versoeken 
omme solke abusen wech tho nemen. 

12. Angaende den staet der weduwen ten platten lande, updat nu ein- 
mail darinne moge geremediirt worden , so is in deliberatie genomen , also 
dat in elcken classe sall voorgebracht worden omme darup tho resolvirn 
ende die resolutie darvan oever tho brengen in den thokumpstigen synodo, 
off niet guedt zjj ende behoere tho geschieden, dat die weduwen mogen 
genieten annum gratiae , dat is soviele tractaments , gelick hare mannen 
die predicanten bjj haren levende in ein jahr gehadt, ende dat also die 
platzen van den benabeurden predicanten desselvigen classis sollen mogen 
bedienet worden. 

1 3. Angaende den 3 artikell des classis van Swolle , so is guedtgefunden 
omme sekere consideratien , datt ein ijder dienaer, die met die generale 
middelen beswaret, versoeke bij die Ed. heeren die Gedeputierden darvan 
ontlastet tho worden. 

14. Het 5 artikell betreffende, so ach te t synodus unnodich tho zin, dat 
ein predicant , woll geexaminirt zinde ende darvan attestatie vertoenet heb- 
bende, wedderomme a novo geexaminirt worde, maer dat man behoere 
erstliken guede informatie tho nemen up denjennigen, sine lehre ende levendt 
angaende, dweike sall in eine platze beroepen worden. 

15. Angaende het erste gravamen des classis van Steenweek , so holt 
synodus voor guedt, dat henforder in allen vörvallenden swaricheiden die 
inlandischen academiën behoeren erstliken versocht tho worden , ende dat 
der hal ven die 10 artikell synodi Daventriensis, anno 1611 geholden, niet 
behoere in consequentie getrocken tho worden. 

19* 



292 

16. Dewile leider up het niuwe verscheidene klachten zin hervoorgebrachl 
van Zachario Wolfio, so holt synodus alsnoch hem geheell deportirt tho 
zin van sinen dienste. Ende updat die executie hirvan moge int werck 
gestelt worden, so begert synodus, dat die broederen van Deventer wilden 
anholden bij die Ed. heeren die Gedoputierden dieser landtschap, alsdat 
haere Ed. wilde gelieven ernstliken tho schriven an den heeren drosten van 
Vollenhoë, darmit einmall die platze als Blanckenham, oevervloiende van 
Wedderdoperen , van sodanigen ergerliken ende unstichtelicken man moge 
ontlastet worden. 

17. Also die broeders van Steen wijck tho erkennen gegeven, dat die 
predicante van Wannepervehn tott sinen hogen ouderdom gekomen , also dat 
hij den kerckendienst niet langer well kan bedienen ende ock geene middelen 
des levendes hefft, so wordt den broederen desselvigen classis uperlecht, 
dat sie met thodoen ende behulp der predicanten ter platze, dar het col- 
legium residirt, hg die Ed. heeren dieser landtschap anholden, dat hg in 
sin ouderdom moge versorget ende versien worden. 

18. Tott deputati synodi zin verkoeren D. Joannes Gosmannus, D. Daniel 
Sautemus, D. Joannes Wedaeus, D. Joannes Voscuil. 

19. Is besloten, dat synodus in der stadt Swolle up die behoerlicke tytt 
in dat thokumpstige jahr door die gnade Goedes sall geholden worden. 

. Eindtliken so is censura morum gehouden ende zin die broeders in vrede 
ende einicheit gescheiden. 

Daniel de Souteu, sst. praeses sijnodi. 

Otto Gysius, assessor. 

Joannes Wedaeüs, scriba synodi. 



Acta synodi provincialis , gehouden binnen 
Swolle den 13 Juny 16 15. 

Sessio l a . 

Artikel 1. Syn verschoenen tot desen synodum : 

ten eersten uyt den name van myne E.E. heeren des landschap van Over- 
yssel: de eedele ende eerentveste heere Henrick van Bentinok, drost des 
lands van Sallant, ende den eerbaren ende achtbaren Jan Jielis, borge- 
meester ende cameraer der stad Swolle; 



293 

daerbeneffens de deputati der dassen met beboorlicke credentiebrieven : 

van Deventer: D. Assferus Mathisius, dienaer des goddelyken wgorts 
tot Deventer, ende D. Johannes Henrtcfs Rappaeus, dienaer des godde- 
lyken woorts tot Hellendoren , insgelyx D. Jeremias Plancius , dienaer des 
goddelyken woorts tot Deventer, in plaetse eenes olderlinx der respective 
kerken des classis van Deventer ten platten lande, alsook den eerentvromen 
Wernaert Strockel, olderlingk der kerke tot Deventer; 

van Campen: D. Everhardfs Vosktyl, dienaer des goddelyken woorts 
tot Campen , metten achtbaren heere ende borgemeester Christoffel Henrixen, 
olderlingk tot Campen, insgelyx D. Htllebrandus Willenius, predicant 
van Sallik, ende D. Johannes Schotlerfs, dienaer des goddelyken woorts 
tot Camperveene; 

van Swolle: D. Hermannus Wïferdïngk, dienaer des goddelyken woorts 
te Swolle, item Hteronymfs Vogellius, dienaer des goddelyken woorts 
tot Hasselt, insgelyx D. Johannes Abeli, dienaer des goddelyken woorts 
ter Heyne, alsook den eerbaren ende achtbaren Antontfs van Brakel, 
borgemeester ende cameraer der stad Swolle, als olderlingk; 

van Steenwyk ende Vollenhove: D. Lucas van Langen, dienaer godde- 
lyken woorts in de Oldemarct , item D. Johannes Volcerus , dienaer godde- 
lyken woorts te Swertensluijse, D. Jacobus REYNERrus, dienaer goddelyken 
woorts te Giethooren, alsook Jan Arentsen, de eersame borgemeester, als 
olderlingk van Steenwyk. 

2. Uyt dit voorgemelde getal syn vercoren naer aenroepinge van Gods 
h. name tot praeses D. Assuerus Mathisius, tot assessor D. Hermannus 

WlFEHDINGK, tot SCIlba HlERONYMUS VOGELLIUS. 

Sessio 2 a . 

3. D. Martinus van Roveen heeft in synodo geprotesteert tegens dat 
hy in den classe tot Swolle van syne deputatie op den synodum ontslagen 
was by gebrek van genoechsame verdedinge overt gheruchte van oneerbaer- 
heit, synen persoone nageseght, alsook wegen onsuyverheit in leere ende 
leeven. Daerop , alles overwogen synde , van den synodo beslooten is , dat 
hy na het gemelde oordeel des classis sulle ontslagen blyven, mits dat 
evenwel het synodus oordeelt deese procedure niet so swaer tot syne oneere 
te gereyken, als hy het genomen heeft. Belastet hem synodus meteenen, 
dat hy overt geruchte van oneerbaerheit , tegens hem gedivulgeert, metten 
eersten sal purgeren ende sich voor allerley onrustighe proceduren buyten 
syne gemeente sal moeten ontholden. 

Syn opgeleesen ende aengemerct de acta des laetsten synodi Campensis. 



294 

4. Op den 2 artykel is beslooten, dat dewyle d'inventaire ende ver- 
pacfctinge der vicaryen ende geosielike goeden alsnoch niet gemaect is, so 
sullen de predic anten classis Davcntriensis aenhouden by de E.E. heeren 
Gedeputeerde, dat sulx nietten eersten machte bevordert werden. 

5. Op den 3, dat men sal versoeken by de E.E. heeren Gedeputeerde, 
dattet haer E. E. gelieve den E. heere drost van Sallant te versoeken ende 
last te geven de executie desselven artykels te vervoordeeren ende in het 
besonder wel te willen specificeeren van het tappen onder de predicatie. 

6. Aengaende den 5 artykel, van de 3 vragen des h. doops, by den h. 
doop te Cainpen te voegen, is beslooten, dat de acte des voorgaenden 
laetsten synodi geitereert ende geeffectueert werde. 

7. Van den 10 artyckel, van het bestellen der schooien, wort verstaen , 
dat daerop by den E.E. Ridderschappen ende Steden aireede geresol veert is 
ende deselvige bevoordert. 

Sessio 3 a . 

Gravamina classis Daventriensis. 

8. Het 1 gravamen , namelik dat die dingen , van wegen den synodo aen 
ymants aen te dienen, sullen in den synodo, van den scriba afgeschreven 
synde, onderteeckent werden. 

9. Op het 2 wort goet ende nodigh gevonden, dat de swaricheden in 
den huwelijke also sullen aen ge teeken t werden ende door seekere gede- 
puteerde , de ordinarios deputatos synodi , aen de E.E. Bidderschappe ende 
Steden geremonstreert, om daerop te mogen gelettet werden. 

10. Het 3 aengaende wort goetgevonden , dat in vaceerende plaetsen geen 
proponenten sullen worden gehoort noch op den stoel toegelaten, tensy 
deselvige daertoe van classis wegen worden goetbekent 

11. Het 4, van wegen het papegayschieten , dat daerin mochte versien 
worden , als insonderheit het schieten , trommelen , schatten ende diergelyke 
in den keregangk. Sich refererende tot naerder verclaringe over den 2 
artykel der acten bovengeschreven synodi Campensis, daerby sal worden 
verhindert, dat in de doopinge der kinderen de vrouwen, daer comende, 
sich so vol ende dol niet laten vinden. 

12. Van hot 7 word beslooten, dat in deesc provintie opentlik op den 
predicstoel over de tegenwoordige verschillen in Hollant met groote hevicheit, 
hetsy tegen d'een ofte andere partye , niet gescholden ende gelastert werde , 
waerdoor dan lichtelyke de gewenschte eenicheit , tot nu toe by ons onder- 
houden, gebrooken conde werden. 



295 

Sessio 5*. 

13. Aengaende de sake van Campen is m e tte meeste stemmen besloo ten , 
dat de sake in synodo soverre in kennisse ende informatie genomen werde, 
als mogelik sal wesen. 

14. De sake van Jodoco Boulow, predicant te Gramsberge, wel over- 
wogen synde, is beslooten, dat aen de eedele vrouwe van Asewyn van 
synodi wegen sal versocht werden , dattet bare eedelbeit sal willen gelieven 
te verstaen tot reconciliatie met Boulow, mits conditie dat J. Boulow sal 
behoorlyke scbultbekenninge doen over syne voorgepasseerde fauten. Ende 
naer een niaent gepredict te bebben , sal het geheel bly ven aen hare edelheyts 
wille , of hy aldaer sal mogen langer blyven ofte strax daer naer elders sich 
moeten transporteeren , mits dat den eedelen beere drost sal helpen arbeyden, 
dat J. Boulow een halfjaer stipendii mochte becomen. Ende sal in gevalle 
van betering van J. Boulow ende d'eedele jufirouwe van wille blyvende 
tot syne transportatie , het classis ende hare eedelheit hem behoorlyke attestatie 
naer conscientie ende gelegentheit der sake tot syn transpoort meededeylen. 

Sessio 6*. 

15. In de sake tusschen Gert Costebs • neffens syne buysvronwe ende 
Hieronymus Herolt, predicant in Ham, is besloten wat volget: 

Also daer enyge onlust , geschil ende tweedracht tusschen Gert Heynrixen 
Coster tsampt syner huysvrouwe Janneken Sticken eensdeels , ende Hiero- 
nymum Herolt, predicant in den Ham, tsampt syner vrouwe Gebbekens 
Stnggraven anderdeels is geresen betreffende eenyge laster ende eerenrue- 
rende woorden, welke gedachte Hieronymus van Janneken Sticken ende 
hares mans salige suster solde gesprooken hebben , so isset dat Hieronymus 
Herolt in tegenwoordicheit des eedelen ende eerentvesten heere drost Henrick 
Bektingk ende der tsamtelijken predicanten ende olderlingen synodi Swollanae 
heeft bekent , dat hy van Janneken Sticken ende hares mans salyge suster 
niet anders dan alle eer ende vromicheit weet ende dat hy sulke woorden, 
als de getuygen van Gert Oosters , tegens Hieron ymum ingebracht , betuy- 
gen, sommige niet en weet gesproken te hebbe ende degene, die hy heeft 
gesproken, van herten leet syn, mits belovende dat hy sich van gelyke 
lasteringen van nu voortaen ook tegens de gemelte personen ende de hare 
sal onthouden. Hem is voorts van het synodo opgeleyt, dat hy deese 
tegenwoordyge acte sulle van woort tot woort comstigen Sondagh in der 
kerken in de volle vergaderinge door den onderschout ofte coster ten Ham 
laten afleesen, mits daerby versoekende, soverre ymants anders sich aen 
deese ende andere saken, van den pastoor gestroyt, mochte geergert heb- 
ben, hetselve hem om Gods wille mochte vergeven werden. Alles onder 



296 

dese expresse voorwaerde, indien de pastoor eenyge van de voorgemelde 
sake van nu voortaen niet en quame te achtervolgen , dat by (sulx genoeg- 
saem bewesen synde) met dese selve resolutie des synodi sal dadelyk synea 
amptes ontsettet gehouden worden, hetwelke alsdan het classis van Swolle 
sal soeken te effectneren. 

16. Word nodigh gevonden, dat de predicanten sich moeten begeven 
ter plaetsen harer kerken , so daer bequame huysen syn. Ënde sal by ijeder 
classo respective de faute daervan aongewesen werden ende ge betert, by 
pene gesnspendeert te werden , indien de predicanten sulx te doen wey geren , 
tot welken eynde sal versocht werden aen de E.E. Gedeputeerden tgebrek 
van de bequame huysen gebetert te werden. 

17. Also men over de sake van Campen in synodo geene genoegsame 
informatie heeft nemen connen, is aen den achtbaren raet derselver stad 
van het synodo versocht, off het hare achtbaerheden niet en geliefde sommige 
deputatos uyt den synodo toe te laten, door welkers beleyt de opgeresene 
onlusten met hare achtbaerheden mochte bygeleght werden. Waerop de 
welbedachte achtbare heeren borgemeesteren geantwort hebben, dat sy wel 
tevreeden waren, dattet verschil tusschen hare beyde predicanten, die nu 
in loco synodi tegen woordigh waren, in den vollen synodo, als daergehoo- 
rende, mochte ondersocht ende sy onder den anderen vereenicht werden. 
Hetwelke also het evenwel by gebrek van den tyt ende genoegsame infor- 
matie niet heeft connen geschieden, is goe tge vonden , dat sulx aen de wei- 
gedachte achtbare heeren voor alsnoch sal geheel geremitteert werden. 

18. Word goetgevonden , dat men by de E.E. heeren Gedeputeerden sal 
aenhouden, dattet hare E.E. gelieve goct onderhout den schoolmeesteren 
ten platten lande te bestellen. 

19. Sal werden aengehouden, dattet synodus provincialis alle jaer ordi- 
narie tot gelegener tyt syn voortgangk sal mogen hebben. 

20. Voort sal men versoeken by het E. collegio, dat sy by placcate 
beveolen , dat niemant tot eenyge segenspreekers , tooveraers , duyvelbanners 
om raet uytloope. Ook meede dattet voorleesen der Paepschen postillen, 
waerdoor veele huyslieden uyt de kerke gehouden werden , sowel den eed el- 
lieden als andere werde verboden. 

21. Is beslooten, dat van nu voortaen niemant sich onderstaen sal 
eenich boek, van hemselven of van anderen gemaect, in openbaren drukte 
publiceeren , tensy dattet selfde eerst van den classe ofte synodo gevisiteert 
ende toegelaten werde. 



297 

22. Neffens tgemelde sal noch by den E. collegio versocht werden het 
verniuwen des placcaets, belangende vooreerst dat niemant op Sondaghen, 
feest ende beededagen arbeyde; ten 2 dat onder de predicatie niemant 
sich op den kerchoff vinden late met wandelen, praten ofte andersins , daer- 
meede den godsdienst mochte verstoort werden; ten 3 dat ook niemant 
smade op den dienst ende dienaer der kerken, ofte deselve bespotte, die 
sich totten avontmael des Heeren begeven; ten 4 dat men het doopen van 
de jonge kinderen niet te lange uyttestelle. 

23. Op de dachten van het beedevaert te gaen tot Hasselt is goetge- 
vonden, dat den achtbneren raet derselver stad sal versocht werden, sulx 
met alle mogelyke discretie meer ende meer te verhinderen. 

24. Het synodus sal voortaen op tyt ende plaetse gehouden worden» 
als na ordre gebruykelik is, daer dan ook de broederen in eene herberge 
te samen sullen vergaderen. 

25. Der predicanten weduwen is van de landschap een najaer vergunt, 
mits dat haer plaetse onderdies van de nacstgesetene sal bedient werden. 

26. De redenen der professoren van Steynvort over de tsamenvoeginge 
des mans, dewelke, staende den echstant met een ander vrge persone in 
overspel geleefb, na syner echten vrouwen doot mette selve versochte ge- 
trout te werden, syn op het versoek des classis van Steenwyk voorgeleesen 
ende copie hetselvige medegegeven. 

27. Het versoek van den predikant van Hasselt, belangende dat alter- 
natim het synodus met dien van Swolle in hare stad moge gehouden wer- 
den, is opgeschort tottet naeste synodus van Campen om. alsdan bestemt 
te worden. 

28. Belangende de sake van Omme , so ist dattet synodus sich gedraget 
aen de resolutie, by den laetsten classem te Swolle daerover gedaen, ende 
oordeelt, dat deselve sal achtervolget worden. 

29. Is gercsolveert, dat by de E.E. heeren Ridderschap ende Steden 
wederom sal versocht werden, dat wy neffens gemeene toestemminge van 
de andere provinciën den nationalem sijnodum by den E.E. Mogende Staten 
Geoerael mogen bevorderen. 

30. Men sal van nu voortaen in de classibus sulke personen totpraeses 
ende scriba verkiesen, die daertoe best gequaliticeert syn, sonder dat men. 
gehouden sy alleen op d'ordre te letten. 



298 

31. Syn tot deputati synodi verkoren: uyt het classe van Deventer D. 
Assuebüs Mathisius, van Cainpen D. Evebhabdus Vosrxyl, van Swolle 
D. Hebmannus Wifebdingk, van Steenwyk D. Lucas van Langen. 

32. Het toecomende jaer sal het synodus, met God, gehouden worden 
tot Steenwyk. 

33. Hiernae is censura morum gehouden ende alles in vreede beslooten. 

Assuebüs Matthisius, sijnodi praeses. 
Hebmannus Wiferding, assessor sijnodi. 
Hiekonymüs Vogellius, synodi scriba. 



Acta synodi provincialis et praeparatoriae ad 
synodum naiionalem, ghe houden tot Vollenhoven 
anno 1618, den 29 Septemb. aengevanghen ende 
gheeindight den 3 Oc toorts. 

Syn verschenen tot desen synodum uyt name van de E.E. H.H. des land- 
schaps van Overyssel: de Ed. Henbic Benting te Werckeben, drost van 
Salland, jonckheer Unico Rippebda tïb Weldam , jonchecr Jan van Eghten 
de jonge, de Ed. Engbebt van Deütecum, borgemcester tot Deventer, de 
E. Engbebt Claessen, borgemeester tot Campen, ende E. Henbic teb 
Coelen, borgemeester tot Swolle. 

Daerbeneffens de deputati der dassen mot haere credentiebricven : 

van Deventer: 

D. Caspabus Sibeltus, dienaer des goddelycken woords, 

E. Adbtaen van Boecholt, als olderlinck, 
D. Rutgebus Ticheler, predicant tot Olst. 

D. Gebabdus LrNDENHOvius , predicant tot Raelte. 
van Campen: 

D. Thomas Goswinus, j \ gedeputeert van het. deel des 

D.Johannes Schutlebus, ( 'I classis, hetwelcke sich verclaert 

D. Mabcus Güaltebüs, als olderlinck , , met de Hollandsche Remonstran- 

D. Nicolaus Johannis, predicant tot l ten eens te syn in de 5 verschil- 

Camperveen. ) lende poincten. 



299 

Syn daerenboven oock verschenen de gedeputeerden van 
het andere deel des classis, hetwelcke verclaert met de vorighe 
gheen gemeenschap te connen honden: 

D. Hiebonymü8 Vogellivs, bedienaer des goddel ycken woords tot Hasselt 
ende doen pro tempore ecclesiae orthodoxae Campensis ecclesiastes, 

E. Geurt ]Petersz, borgemeester tot Campen, als olderlinck, 
D. Hillebrandus Willenius, predicant tot Sallick, 

D. Georgiub Goikebus, predicant tot Wilsum. 
Van Swolle: 

D. Johannes Wedaeus, j d'een als predicant, 
D. Victor Petri, \ d'ander als olderlinck, 

D. Petris Plancius P.f., dienaer de goddelycken woords tot Hasselt, 
D. Theodorus Wiermannus, predicant tot Dalfsen. 
Van Steenwyc ende Vollenhoven: 

D. Johannes Voscülius, bedienaer des goddelycken woords tot Steenwyc, 
D. Johannes Langius, bedienaer des goddelycken woords tot Vollenhoven , 
jonckeer Boudewyn Sloot, als olderlinc tot Vollenhoven, 
D. Hen Hier s Grevesteyn, predicant tot Blocziel, in plaetse Joannis 
Volceri, doenmaels siek zijnde. 

1. De credentiebrieven gelesen synde, syn alle voor goet erkent Alleene 
over die van Campen is bedenckinghe ghenomen. 

2. Alsoo die deputati classis Campensis verscheydene swaricheden tegen 
elcanderen inbroebten, is goetgevonden , dat de broederen der dry dassen, 
over welke ghecn swaericheyt en werdtghemaect, uyt haer souden verkiesen 
praesidem, assessorem ende scribam, om het synodum te formeren ende op 
die swaricheden beqnaemelyc te letten ende te resolveren. 

3. Syn nae aenroepinghe van Gods h. naeme vercoren tot praeses D. 
Johannes Langius, tot assessor D. Casparus Sibelitjs, tot scriba Petrus 
Plancius P.f. 

4. Waernae wederom gelesen synde de credentiebrieven van de predi- 
canten des classis Campensis, soo van die met de Remonstranten in de 5 
poincten eens syn alsoock van de anderen , is goetgevonden haer af te 
vraegen, ofte se dese vergadcringhe voor een wettelyc synodum erkennen 
ende oock het aenstaende synodum nationalem , ende haer die beyder willen 
onderwerpen. Dese laeste hebben op beyde rondelyc geantwoord: jae. De 
eerste op het eerste oock : jae ; mids de verscheydene gevoelen aengaende 5 
poincten hier niet gedecideert maer op den synodum nationalem werden 
gebracht; op het laeste: also sy niet en weten, hoe aldaer sal ghehandelt 
worden , dat se eerst begeeren daer beter kennisse van te hebben ende dan 



300 

oock dat beboorlyc sal wesen, te willen achtervolgen. Verclaeren dit voor 
baer ende haere principalen , sich beclaegende t dat haer de gravamina classiain 
niet waeren toegesonden, hetwelcke voor ditmael niet gevoegelyc heeft 
connen gheschieden. 

5. Hierop is ommegevraecht, wie van beyder syden voort classis Cam- 
pensis souden erkent worden , ende is besloten , dat van beyder syden sullen 
twe geadmitteert worden. Ende syn daertoe van de broederen des synodi 
genomineert: D. Thomas Goswixfs ende U. Marcus Güalterus van de eene 
syde, ende D. Hieronymus Yogellius ende D. Georgius Goikerus van de 
ander syde. 

6. Nae desen heeft men acta synodi praecedaneac gelesen. Ende aen- 
gaende den derden artyckel, belangende Martin hm Harlingensem , alsoo 
werd ingebracht, dat hy dien niet en heeft voldaen . soo vind de vergade- 
ringhe goet, dat men hem sal verwachten, lerwylen hy op dese vergade- 
ringhe te verschynen ontboden is, om dan naerder van syne saecke te 
handelen. 

7. Belangende den 10 artyckel, nopende de proponenten , daermedc con- 
formeert sich het synodus , begerende dat met ernst daerop sal gelet werden 
ende naerder ordre gestelt. 

8. Van den 17 artyckel sal breder in den tegen woordigheu synodo ge- 
handelt worden. 

9. Hiernae is men voortgetreden tot afhandelinghe van de ingebrachte 
gravaminen, voor sooveel sy hier behoorden. 

10. Tegon de Bemonstrantschgesinde predicanten van Campen syn van 
verscheydene classibus ingebrocht dese volgende dinghen: 

I. dat se gedaen hebben tegen de resolutie van de E.Ed. H.H. Ridder- 
schap ende Steden , die se selfs voor goet erkent hebben ende anderen ge- 
socht tot onderteeckeninghe van dien te induceren, alsoock tegen d'acta des 
laeste geholdene synodi , wanneer se haer boecsken , tot beschuldinghe van 
vele treffelycken leeraeren, hebben in druc uytgegcven; 

11. dat se tegen d'openbaere waerheyt sich verlopen , schrijvende van 
gevoelen niet verandert te syn; 

III. dat se gesondicht hebben tegen waerheyt ende liefde, der getrouwe 
leeraeren woorden verkerende ende haer contrarie sin aendich tonde ; 

IV. dat men haer afvraegen soude, ofte se ter goeder trouwen conden 
seggen te verstaen in conscientie, dat sodanighe grou welen het gevoelen syn 
van d'aengetogene leraeren , item dat se sullen verclaeren , wie hier ten lande 
sulcke gron welen hebben geleert; 



301 

V. dat se tegen d'ordre der kercke gesondicht hebben met predicanten 
in andere dassen te bevorderen, sich oock tot dien eynde die t' examineren 
aenemonde ; 

VI. dat de godlose Taferelen, daerin de leere der Gereformeerde kercken 
opt hoochste gelastert werdt, tot Campen herdruct syn, int openbaer ten 
pronc gestelt ende vercocht werden , waertegen sy sich niet hebben ge stelt. 

11. Antwoord Thomas Goswinüs voor sich selven ende voor syne col- 
legen opt eerste, dat se de resolutie van de E.E. H.H. Ridderschap ende 
Steden nojjt en hebben onderteeckent , maer wel eene resolutie van haere 
achtbaeren magistraet, die haer voor ende naer de resolutie van de E.E. 
Bidderschap ende Steden is voorgelegt. Doch D. Schütlerus bekent, staende 
noch op Camperveen, die onderteeckent te hebben Logent ten tweden 
D. Thomas yemanden gesocht te hebben die op te dringhen, maer wel 
geseght te hebben tegen eenighen, dat se die resolutie moesten onder- 
teeckenen , soo se tot den dienst in haere classe souden toegelaeten worden. 

Opt twede antwoord D. Thomas alleen voor hem selven, dat hy altytin 
tselfde gevoelen aengaende de fundainentalia sy geweest ende dat hetselve 
tegen Catechismum ende Confessie niet en stryt Begeert oock wel, dat men 
syn veranderinghe sal aenwysen. 

Opt derde antwoord, soo haer bewesen wert tegen de liefde ghesondicht 
te hebben (latende het boecsken alsnu noch staen in syn gheheel), dat als- 
dan sal gheschieden aen beyder syden nae behooren. 

Opt vierde, alsoo die artyckel bestaetin twe poincten, antwoort op het 
eerste, dat se secundum verba oordelen sodanighe gr ou welen het gevoelen 
der aengetoghene leeraeren te syn, waerop, als wert geantwoort, dat men 
moet letten niet sooseer op de woorden als op den sin, isser bygedaen: op 
de woorden ende op de sin; opt twede poinct, dat se niemand en weten 
van de predicanten hier in de lande van Overyssel te beschuldigen met 
sodaenighe grouwelen. 

Op het vyfde bekent Gerabdum Arsenium geexamineert te hebben, daer- 
van ontfangen hebbende schriftelycken last van den E.E. H.H. Gedeputeer- 
den. Van Kotabio seght gheen kennisse te hebben , alsoo hy Thomas als- 
dan van huys was, maer wel dat Pot gherecommandeert is. 

Opt seste, seght de Taferelen haer niet aen te ghaen. 

12. Op alle dese verantwoordinghen heeft het synodus met verscheydene 
reedenen ende bewys lange gedebateert. Ende eyndelyc in de vrese des 
Heeren dese beschuldighen mettet bewys van dien aen d'eene ende haere 
antwoorde aen d'ander syde aengehoort hebbende ende rypelyc daerop ghelet, 
oordeelt dat se haer niet rechte gepurgeert hebben van tegen liefde, waer- 
heyt ende ordre der kercken gesondicht te hebben. Blyven derhalven sub 



302 

reatu, alsoo dat tot gelegener tyt by faute van betere purge sy sullen 
moeten doen behoorlycke reparatie, ofte nae ordre der kercke haere straffe 
draegben. 

13. D. Johannes Sghutlerus heeft bekent, met brieven door haestiche yt 
tegen de Gereformeerde leere ende leraeren sicb verlopen te hebben, seg- 
gende mede geinduceert te syn tot het onderteeckenen van het uytgegeven 
boecsken, maer na verstaende de meeninghe der Gereformeerde leeraeren 
de aengetogene grouwelen niet te syn, heeft van het onderteeckenen ende 
uytgeven berouw. Bid oock, dat men hetselve hem vergeve ende int vier 
der liefde verbrande. 

14. Aengaende D. Thomam Goswinüm ende syn 2 andere collegen, op 
vorighe beschnldighen ende gedaene antwoorde, alsoock het beslugt des 
synodi, heeft Thomas reces begeert om syne collegen dat aen te seggen 
ende met haer naerder te spreecken, hetwelcke hem is vergunt ende daar- 
van schriftelycke acte medegegeven. 

15. Daernae heeft classis van Deventer vorders ingebrocht eengravamen, 
de predicanten van Campen ende Swolle gelyc betreffende, hoe dat se uyt 
middel van haer hebben eenighe gedeputeert om de kercke van Delden (een 
vacerende plaetse onder het classe van Deventer) te bedienen, tegen ge- 
woonnelycke kerckelycke ordre. Waerop wort geantwoord, dat de predicanten 
voorseyt dat gedaen hebben uyt last van haere achtbare magistraeten vol- 
gende haer ghemeende recht, doch sal voortaen daer de kerckelycke ordre 
in gevolgt worden vant jaer 1598. 

16. Dit afgehandelt synde, is men gecomen tottet particuliere betreffende 
Martinum Harltngensem , hier nu synde verschenen , ende is goetgevonden , 
dat syne saecke sal gestelt worden aen de £. deputaten des synodi ende 
twe des classis Swollanae, opdat se, uytgenomen de 5 artyckelen, daerinne 
doen, gelyc sy sullen verstaen tot stichtinghe der kercke te behooren. 

17. Vorders, belangende de saecke Lamberti Hanekamp, nae schultbeken- 
tenisse van syn onwettelyck beroepinghe ende gedaene belydenisse van niets 
te hebben tegen de leere der Gereformeerde ke reken, alsoock belofte sich 
nae de ordre derselver te willen reguleeren, is hy gerenvoyeert aen het 
classem om in syn plaetse voor een wettelyc dienaer gestelt te worden, 
waertoe is geauthoriseert D. Jouannes Wepaeus. 

18. Wedergekeert synde tot de gravaminen, alsoo het Remonstransche 
deel van Campen gheene gravaminen hadde in te brenghen, soo heeft het 
andere deel, die mettet Bemonstranschgesinde gheen ghemeenschap wilt 



303 

hebben, (neffens andere gravaminen, met andere dassen ghemeen, die als 
afgehandelt worden naogelaeten) voorgestel t het onwettelyc incomen Johannis 
Melingii tot Geelmuydon, insgelycs des predicants Henrici Jodoci op Ens, 
om onsuyverheyt in leere ende leven in Drente gedeporteert , gelyc oock 
Assueri MATHisn tot Campen , alsoock (wie meteenen ingebrocht word van 
het classe van Steenwyc ende Vollenhoven) het onwettelyc incomen Gerandi 
Arsenii tot Blanckenham. 

19. Waerop is geresol veert , dat de saecke Joannis Melingii ende Hen- 
rici Jodoci gestelt sal worden in handen van de vorighe ghedeputeerdcn des 
synódi ende 2 des classis Campensis, waertoe syn genomineert D. Hilde- 
brakdus Willemius ende D. Ernestus Hildingius , om daerinne uyt naeme 
des synodi te doen, naerdat se sullen bevinden te behooren, die dan de 
E. Ridderschap ende Steden op de claringhe dat sullen voordraeghen. D. 
Assuerus Mathisius, die tot noch toe niet en heeft gehadt ghetuggenisse 
van syne wettelycke demissie ende comportament in leere ende leven, sal 
hetselve van de kercke ende classe van Deventer debite versoecken ende het- 
selve de broederen des classis Campensis vertonen. Gerardus Arsenius, 
wiens saecke van de E.E. Ridderschap ende Steden is gestelt in handen des 
synodi, naedat op syne saecke rypelyc is gelet ende in de vrese des Heeren 
overwogen, wort met eenheylsame stemme om syn onwettelyc incomen 
van synen dienst gedeporteert ende in syne plaetse Joh an nes a Nieuwen- 
veen door wettelycke beroepinge gestelt. Engelbertus Pot, oock aldaer 
niet wettelyc beroepen synde, wort by den broederen des synodi gedepor- 
teert. Maer de aenwesende E.E. gedeputeerden des landschaps hebben haere 
advysen opgeholden, belovende nochtans op d'aenstaende claringhe de E.E. 
H.H. Ridderschap ende Steden de resolutie des synodi te sullen voordrae- 
ghen ende ten besten helpen bevorderen, alwaer hy sal geciteert worden 
om de redenen des synodi aengaende syn deportament aen te hooren. 

20. In de transportatie D. Johannis Schutleri, als gebleven synde in 
hetselve classe , wort minder swaricheyt bevonden. Dan wenscht het synodus, 
dat behoorlycke ordre daerin gevolgt waere. Hetselfde word oock geoor- 
deelt van de transportatie D. Nicolai Johannis. 

21. Is vorders van hetselfde deel des classis Campensis voorgestelt, 
de predicanten ten platten lande mochten besorgt worden met behoorlycke 
stdpendien, ende dat de resolutie van Ridderschap ende Steden aengaende 
de eenparicheyt der stdpendien werde geeffectueert. Hetwelcke voor goet 
erkent is, ende sal door de deputaten des synodi aen de E.E. H.H. Ridder- 
schap ende Steden werden gerecommandeerd 



304 

22. Oock is ingebracht , dattet synodus mochte bearbeyden , hoe voortaen 
in eenigbe plaetse gheen kerckedienaeren mochten werden beroepen, gecon- 
firineert, ontsettet ofte getran spor teert , alsoock dat de stipendien niet be- 
sneden ende verkleent werden by collatoren ofte collatricen, steunende op 
het vermeynde jus patronatus , maer daerinne werde gedaen nae goede ordre 
der kercken, twelck wort voor goet ende nodich erkent, voorbebolden elck 
syn recht ende gherechticheyt. 

23. Op het voorstel, dat de vacerende plaetse van Iselmuyden met een 
goet predicant mochte versien worden, is besloten, dat Wolterüs Sbllics 
tot dien eynde de erfgenaemen aldaer sal werden voorgedraeghen ende aen 
haer gerecommandeert door de broederen van Swolle. 

24. Den 2 Octobris is Thomas Goswinus wedergecomen ende heeft 
ghevraecht , ofte daer meerdere beschuldinghen tegen syn persoon ofte syne 
collegen waeren. Ende werd geantwoort: jae, naemelyc aengaende de 
onsayverheyt in de leere, oock buyten de 5 artyckelen, ende dat men 
bereyt was datelyc haer daervan te overtnyghen. Thomas begeerde, het 
schriftelyc geschieden soude ende tyt daertoe verleent. Dan is goetge- 
vonden, dat hetselve aent synodum nationalem sal gebrocht worden. 

25. Hiernae is hem afgevraegt, wat bescheet hy brachte op tghene , daerom 
hem syn reces vergunt was, waervan hy heeft mondeling raport gedaen 
ende daernae 2 schriften overgelevert, eene van hemselven gestelt, twede 
gestelt van syne collegen Everardo Vosculto ende Assuero Mathtsio, tot 
reparatie nae haere meyninghe, hier copyelyc geinsereert gclyc volgt: 

Alsoo ick onderschreven verstae uyt den broederen des synodi, dat 
onse uytgegevene Bericht eenighen ontrustet solde hebben, verclare ick, 
indien ick voorhenen geweten hadde, dat eenighe ongerusticheyt daeruyt 
solde veroorsaeckt syn geweest, dat ick tselfde noyt mede in druck 
solde helpen bevordert hebben, twelcke nochtans niet is gheschiet dan door 
hoochd ringende noot geperst synde. Hebbe oock niet voorgehad t, stellende 
de naemen der kerckelycke leeraeren, deselve eenichsints te toone te stellen 
ofte te injurieren. Mochte evenwel wel lyden, dat deselve uytgelaeten 
waeren gebleven. Begeere derhalven in goeder oprechticheyt, soo ijemand 
aent voorverhaelden sich mach gestoten hebben , dat men my sulcx naer 
aerdt der liefde ten besten holde. Doch verwerpe alsnoch de puncten, die 
wy in de tegen stellinghe hebben aengeroert, mjj wel verseeckerende , dat 
niemand der Gereformeerde predicanten deselve sal begeeren voor goet te 
kennen , te weyniger omdat nu oock de broederen in Gelderland sodaenighe 
ende diergelyckc al verworpen ende gedetesteert hebben/ Ach te derhalven, 



305 

dat by mjj desen aengaende oock niet tegen waerheyt ghebandelt is. 
Beholde niettemin voor my met myn collegen, so ijemand tegen ons be- 
richt voornoemt fjets wilde in dnick uytgeven, dat ik dan tselvighe mede 
sal helpen door openbaeren dnick beantwoorden , alsoo nochtans dat ick my 
bereeb stelle , soo etwes wort voortgebracht, dat niet beantwoort kan wor- 
den, my alsdan te draegen nae behooren. D. Vooellius heeft my oock 
met ronde woorden, int aenhooren eeniger geloof weerdighen, verclaert tevreden 
te syn, soo wy etwes in syn schrift, togen ons bericht gemaect, vinden 
niet nae waerheyt gaende , dat wy snlCx schriftelyc tegenspreecken , seggende 
dat hy mede een mensche was. Aengaende van tegen ordre gedaen te 
hebben doort uytgeeven onscs berichts , ben tevreden daerover te verwachten 
sulcx als men met Jacobo Revio ende den broederen des classis van Steenwyck 
over haer uytgegeeven schriften sal goetvinden. Indien het synodus dit 
voornoemde sal believen tot reparatie aen te nemen , eysche ick , dat men mij 
voortaen desen aengaende gheen vorder censura aendoe noch in provinciali 
noch in nationali synodo, dat men oock dese myne accommodatie, dienende 
om den vrede der kercke daermede tegen moete *) te ghaen, niet en di vol- 
gere noch door den druc noch andersints.* Begere oock niet, dat D. Vooel- 
lius ons wederom in syn boeck voorlegge sulcx, daervan ick in desen 
reparatie gedaen hebbe. Gedaen den 1 Octobris 1618. 

Thomas Goswinvs, verbi divini ecclesiae orthodoxae 
Campensis minister. 

Opt 2 ) goetvinden des synodi , ons van onsen weerden collega schriftelijc 
medegedeelt, van dat wy int uytgeeven onses Berichts solden ons 1. tegens 
liefde , ten 2. tegens waerheyt , ten 3. tegen kerekenordre hebben verlopen , 
hebben wy tot naerder verclaringhe dit tegen woord ighe uyt onser beyder 
naeme onderscheydelyck willen antwoorden. Eerstelyck dat wy wol niet 
verstaen, de liefde eenichsints gecrenct te hebben int by voegen van de naemen 
der Gereformeerde leeraeren , vermits tselve niet dan ter noot gheschiet is , 
als tselve van onsentwegen genocchsaem mondelings verhaelt is geworden. 
Edoch verstaende doort getuygenisse des synodi, dat sich hebben hieraen 
eenighen gestoten, bekennen geerne, wanneer wy sulcx te voren gesien 
hadden, tselve souden achtergelaeten hebben, gelyck wy dan oock mits 
desen versoecken, dat deghene, dewelcke hierdoor syn ontrust geworden, 
tselve nae aerdt der liefden willen ten besten duyden. Ten 2. wat waer- 
heyt belangt, syn wy alsnoch ten vollen overtuyght, dat wy ons gheen- 
sints tegen deselve vergrepen hebben , oorbodich synde , wanneer ons anders 
genoechsaem soude connen bewesen worden, daerover aengesien te worden 



') „tegen moete" d. i. „te gemoete" ') In margine staat »,Copye". 

Acta syn, provinc. V. 20 



806 

nae gebuer, gelyck wy dan ooc begeeren, indien tschrift, van D. Vookllio 
tegen ons gestedt, sonde mogen gedivulgeert worden, nae tselve recht 
wederomme onse antwoorde daerop met Gods hulpe te verveerdighen. Ten 
3. de kerckenordre belangende, tegen deselve hebben wy ons niet meer 
vergrepen als Jacobus Bevius ende tclassis van Steen wyc, alsoo sy beyde, 
d'eerste voor ons ende dese tot twe reysen, haere schriften hebben uyt- 
gegeven, waerover wy dan oock, naedat haere E. bejegent worden» oor- 
bodich syn ons te onderwerpen. Dit alles verclaeren wy om vredes wille 
in sulcke meyninge, dat wy 1. hierdoor sullen mogen ontgaen allerley 
vordere censaren soo vant provinciael als nationael synode, alsoock mede 
ten 2. dat dese onse accommodatie niet en werde naet exempel van Gelder- 
land door den druck ofte andersints ghemeyn ghemaeckt, ende dat oock 
ten 3. D. Vogellius ons in syn schrift niet van nieuws voor en legge, 
waervan wy mits desen bekentenisse ende reparatie hebben gedaen. V orders 
wat de vierde vraege int besonder aengaet, souden wy niet geerne hatelyc 
particulariseeren. Anders is al de weerelt bekent, dat in dese landen syn, 
die verscheydene puncten, van ons verworpen, in haere boecken leerea. 
Alle hebben wy se niet horen predicken; wat wy gehoort hebben, willen 
wy om moeyte te schouwen ende liefdehalven gheerne vergeten, willent 
anders de broeders vergeten hebben. 

Sluytende , antwoord Everhardüs noyt anders gevoelt te hebben, als van 
ons in ons Bericht aengenomen is. Alleene bekent Assuebus voor sich 
sel ven tgevoelen der Contraremonstranten, student van 20 jaeren, in seeckere 
disputatie voorgestelt te hehben , hoewel hom oock alsdoen door de objectien 
van D. Damtüs geen cleyn bedencken werde gegeven, waernae hy, voorts 
noch studerende, tgevoelen der Remonstranten aengenomen heeft ende in 
hetselve, in den dienst staende, noyt en is verandert, selfs niet int stuc 
van de volherdinghe der gelovighen , twelck hy aenneemt hem tegens waer- 
heyt naegeseyt te werden te verdedighen. Welckes van onsestwege genoech 
is op de twede beschuldinghe , tegen ons in den synodo voorgevallen. Die 
grote Herder der schaepen verbinde ons in rechter liefde , tot bevorderinghe 
van syne waerheyt, die nae*de godsalicheyt is, amen. Gedaen ylens in 
Campen den 1 Octob. 1618. 

EVERH. VOSCÜLIUS, 

Assüerus Mathisius, ecclesiae orthodoxae 
Campensis ministri. 

26. Dewelcke schriften gelesen ende herlesen synde ende rypelyck ge- 
examineert in de vrese des Heeren , ordeelt het synodus gantschelyc gheene 
satisfactie ofte reparatie gedaen te syn, maer dat se blyven sub reatu als 
te vooren. 



307 

27. Hiernae is men weergekeert tot de afbandelinghe der volgende grava- 
minen. Op bet 6 e vind het synodus goet ende nodich , dattet selvighe ge- 
schieden sal in de ordinarisse vergaderinghe der dassen ende synoden. 

28. Het 8 e , aengaende het trac terne nt van de dienaeren des goddelycken 
woords, die door onderdom ofte andere accidenten onbequaem worden 
totten dienst, ende derselver weduwen, sal van de deputaten des synodi 
de E. E. H. H. Ridderschap en Steden voorgedraegen werden. 

29. [Het 10e] 1 ), van copye te nemen van de acten des classis voor elcke 
kercke voor het scheyden der vergaderinghe, wort voor goet erkent. 

30. Het ll e , dat ordre gestelt werde, dat de sabbathen soo niet en 
werden geprophaneert , sal van de deputaten des synodi aen die E.E. H.H. 
Ridderschap ende Steden voorgedraegen werden. 

31. Het 13 e , van by tyts het houden van bededaegen den predicanten ten 
platte lande te insinueren, daervan word geresolveert als vant voorgaende. 

32. Het 15 e , van het verbranden der godlose Taferelen, sullen de E.E. 
Ridderschap ende Steden tot sulcx door de deputaten des synodi ernstelyc 
werden versocht. 

33. Het 17% nopende in de celebratie des h. doops het afvraegen der 
3 vraegen, die te Campen by de Remonstransgesinde werden naegelaeten, 
word voor. goet erkent ende sal op het synodum nationalem werden 
gebracht 

34. Het 18, belangende de openbaere bevestinghe der ouderlinghen ende 
diaconen, word oock voor goet erkent ende mede ad synodum nationalem 
gesonden. 

35. Het 21, van eenighe predicanten uyt andere provinciën te versoecken 
om den synodp by te woonen et vice versa, daerover sullen de E. E. H.H. 
Ridderschap ende Steden werden begroet 

36. Het; 26, betreffende de predicanten tot Swolle, dat se niet gecom- 
pareert en syn op het uytschryven by den Contraremonstranschen classe 
van Campen, word verexcuseert, doordien sy in tyts daervan niet veradver- 
teert en waeren. 

Oravamina classis Swollanae. 

37. Het 9 , van het afschaffen der dominicalen , wort niet goetgevonden. 



') „[Het 10e]" aangevuld uit MM. 

20" 



308 

38. Het 10, van den Catechismum te predicken ten platten lande, 
word ad synodnm nationalem gesonden. 

39. Het 11, ofte niet het synodus provincialis alle jaer sal gehouden 
worden, word besloten: jae. 

40. Het 12 , of classis Biet alternatdm sal gehouden worden in de steden 
ende op den platten lande, sal men daerin doen nae ouder gewoonte. 

Orayamina classis Steenwicanae. 

41. Van de profanatie ende tmisbruyck in de copulatie der huwelycken 
by den scholtesen ten platten landen, sal aen Ridderschap ende Steden 
werden geremonstreert. 

42. Het 5, van het weeren der dootslaegers, sal oock als voren met 
ernst werden vertoont 

43. Het 6, belangende de vergaderinghen der Papisten, die seer toe- 
nemen, daervan word geresolveert als vant voorgaende. 

Ende syn alsoo afgehandelt de gravamina particularia. 

Gravamina om ad synodum nationalem ghesonden te worden. 

44. 4. Dat de waerheyt der leere sal getoest worden aen Gods woord 
ende de gelyckmaticheyt des geloofs. 

2. Dat naest de eenicheyt in de leere oock, sooveele het mogelyc is, 
golycke eenicheyt in erdre ende ceremonie moghe bevordert worden , als in 
gebeden, psalmen, gesangen, doopen, nachtmael, bevesünge der kereken- 
raeden ende kerekondienaeren , copulatien der eeluyden, belydenisse des 
geloofs, visitatie der lidmaten voort h. avontmael, beroepinghe der pre- 
dicanten, houden des kerekenraeds. 

3. Dat alles met meerderheden der stemmen sal besloten worden ende 
van weerden syn. 

4. Dat het haestelyck vertrecken der predicanten van eene plaetse op 
den anderen sonder sonderlinghe oorsaecken niet mochte toegelaeten worden. 

5. Dat die predicanten met den haeren haer nederich in klederen ende 
huyshoudinghe sullen houden. 

6. Dat in tyt des oorloge (dies God wille verhoeden) seeckere predi- 
canten mochten gegagieert worden om het leger steets by te woonen. 

7. Dat by alle predicanten, ouderlinghen ende diaconen die kereke- 
ordeninghe neffens de formulieren van Catechismo ende Confessie sullen 
onderteeckent worden. 



309 

8. Dat Catechismus ende Confessie oock onderteeckent werde by profes- 
sores theologiae ende rectores scholarum; dat oock dieselve die synodaele 
een sur en onderworpen syn. 

9. Dat alle schoolmeesters sullen professie doen van de Gereformeerde 
religie. 

10. Dat in dorpen, daer weynich onderhout is, die schole ende coster- 
ampt van een persoon sal bedient worden. 

11. Dat in alle Latynsche scholen enerley praocepta mogen geleert worden. 

12. Dat die lycpredinghen niet ingevoert, maer liever afgeschaft werden. 

13. Dat die translatie des bybels eenmael een volcomen voortganc hebbe. 

14. Dat in alle kereken ende scholen die Heydebersche Catechismus 
ende gheen andere moge geleert werde. 

15. Dat op het drucken mochte acht genomen werden ende die famose, 
godlasterlycke ende ketterse boecken verboden ende verhindert werden. 

16. Alsoock dat opsicht genomen werde op het heymelyc incomen der 
Jesuiten ende het houden des Paepschen alsoock anderen conventiculen , 
daerdoor sooveel van edeluyden als andere die ingesetenen der kerspelen 
vant gehoor worden afgehouden; dat dan haere H. Mogentheden resolutien , 
daartegen voordesen genomen, ter exsecutie werden gestel! 

11. Dat een alghemeene resolutie opt stuc vant houwelyc mach ghenomen 
werden. 

18. Dat de heylinginghe des sabbafchs beter als tot noch toe gehouden ende 
die disordre afgeschaffet werden. 

19. Dat de heydensche waersegginghen ende Paepsche misbruyeken in 
almenacken ende pronosticatien mogen weggenomen werden. 

20. Dat alle geestelycke goederen tot haeren rechten gebruyek moghen 
aengewendet werden. 

21. Dat die leere, by den synodo goetgekent, met believen van haere 
H. M. alleen publyckelyc geleert werde. 

22. Dat de kerekenordeninghe , by deselven te beraemen, van haere H. 
M. geauthoriseert ende ingevoert werde. 

23. Ofte niet ordre sal ges telt worden op die personen, dewelcke, een- 
mael van de snyverheyt der leere afgevallen synde, beter onderrechtinghe 
plaetse willen gheven ende beloven voortaen by de suyverheyt der leere sich 
te willen houden, van die tot den dienst der kereke weer te gebruyeken. 

24. Ofte niet de gedaene ende nocti te doene oncosten op die extraordi- 
narisse swaricheden der kereken, by den deputatis gedaen, sullen werden 
vergoet 

2j. Ofte niet die Papistische organisten sooveel mogelyc afgeschaft ende 
in haere plaetse sullen gestelt werden die waere Gereformeerde religie 
toegedaene. 



310 

26. Ofte de Mennoniten haere al te vrye ende openbaere vergaderinghen 
niet sullen belet werden. 



Daernae heeft men aenghevanghen te stellen statnm 

quaestionis over die verschillen der religie 

in dese landschap. 

45. Is goetgevonden , dat aengaende die 5 bekende poincten men blyven 
sal by den staat, daeraf ghestelt in de Haechsche comferentie. Doch soo 
yemand daer eenighe verbeteringhe in weet, heeft het synodus daer niet tegen. 

46. Die broederen des synodi alle hebben verclaert te honden met die 
Contraremonstranten, soo men die noemt Alleen Thomas Goswinus heeft 
verclaert met die Remonstranten eens te syn. Theodobus Wiebmannus schort 
daerover syn oordeel op ende onderwerpt sich het synodo nationali. 

47. Aengaende die staet der verschillen buiten die 5 poincten, die sal 
uijt bet boecsken van die Remonstransche predicanten, tot Campen nytge- 
geven, connen gestelt worden. 

48. Hiernao is censura morum gehouden ende Thomae Goswino aenge- 
seght , dat hy , staende snb reatu , met syne collegae Assuebo Mathisto ende 
Evebhabdo Voscuijl sullen sien behoorlycke reparatie te doen, ofte anders 
nae ordre der kercken haere straffe sullen moeten draeghen. 

49. Hiernae syn vercoren om van weghen deser landschap als kercke- 
lycke gedeputeerde personen te ghaen op het aenstaende synodum nationalem 
ende op alle voorvallende swaricheden te helpen letten ende iit besonder 
om over de 5 verschillende poincten te handelen ende daerover te helpen 
resolveren: D. Casparus Sibeltus, predicant tot Deventer, Hehmannus 
Wieffermng , predicant tot Swolle, D. Hteronymus Vogellhjs, predicant 
ordinaris tot Hasselt ende by leeningbe nu tot Campen, D. Johannes 
Langu's, predicant tot Vollenboven, ende twee ghequ al ific eerde personen, 
doende professie van de religie, joneneer Willem van Bboückhuysen ende 
d'achtbaere heere Jan van deb Lauwtc, borgemeester tot Campen. 

50. Tet ordinarii deputati synodi hujus provinciae syn vercoren: uyt 
het classe van Deventer D. Jacobus Revius, van Campen D. Geobgius 
Gotkerus, van Swolle ende Hasselt D. Victor Petbi, van Steenwyc ende 
Vollenhoven D. Johannes Vosotyl. 



311 

51. Het synodus van dese provincie sal toecomende jaer tot Deventer 
door de hulpe Gods gehouden worden. 

52. Hiermede soo is de vergaderinghe nae aenroepinghe van Gods 
h. naeme in de vrese des Heeren ghescheyden den 3* 11 Octobris 1618. 

Casparus Sibelius, assessor. x ) 
Petrus Planctus P.f., synodi scriba. 



Acta synodi provincialis , g{houden binnen 
Deventer anno 1619. 

Op desen synodum syn op den 16 Augasti verschenen: 

uijt de regieringhe van Ridderschap ende Steden: 

die weledele eherentveste joncker Henhich Bentingk, droste des landts 
Zallandt, 

joncker Anthonis van Doornick, 

joncker Boldewijn SiAot, 

die achtbaere doctor Nicolaus van Boekholt, burgemeester der stadt 
Deventer, 

Enoelbert Claessen, burgermeester der stadt Campen, 

Henrich ter Cuilen, burgermeester der stadt Zwoll ; 

ujjt de classe van Deventer: 

D. Jagobus Revtus, pred. tot Deventer, 

D. Joan. Henricus Rappaeu8, pred. tot Delden, 

D. Carolus Bokelmannus, pred. tot Wjje, als olderlingk vant platte landt, 

d'eers. Dame Pteterss, olderlingk der kercke tot Deventer; 

ujjt de classe van Campen: 

D. Petrus Plancius, pred. tot Campen, 

D. Georoius Goijkeru8, pred. tot Wilsum, 

D. Ernestüs Hiddtngk, pred. in Mastebroeck, 

de eersame Lubbert van den Hardenberch, olderlingk der kercke tot 
Campen ; 

uijt de classe van Zwoll: 

D. Victor Petri, pred. tot Zwoll, 

D. Hieronymus Vogellius, pred. tot Hasselt, 



') Boven dezen naam is nog plaats opgelaten voor de onderteekening van den praeses 



312 

D. Joannes Westenbergtus, prcd. tot Ommen, 

d'eers. Henrich Roleffssek, olderlingk der kercke tot Zwoll; 

uijt de classe van Vollenhoe ende Steen wijck: 
D. Joannes Voscuijl, pred. tot Steen wijck, 
D. Henricus Grevenstein, pred. tot Bloxgl, 
Joannes Volcerüs, pred. tot Vollenhoe, 

D. Daniel Goykerus, pr. aen de Zwartezluijss , in plaetse van den 
olderlingk, 

1. 

Uijt desen ge talie zyn na aenroepinghe van Gods h. naeme vercoren tot 
praesidem D. Jacobus Revius, tot assessorem D. Petrus Planctus, tot 
scribam Joannes Volcerüs. 

2. 

De credentien van de gecommitteerde kerekelyke persoonen syn gelesen, 
gelooffweerdich erkent ende aen ge noemen. 

3. 

De ed. achtbare gecommitteerde hebben oock getoont haeren last, gege- 
ven in de bijeenkompste van Ridd. ende Steden , tot Raelte gehouden , ende 
daerby ingebracht volgende verclaringhe : 

Alsoo bij Ridderschap ende Steden op eene gemeijne bjjeompste tot Raelte 
geordineert is, dat de classes voor tholden des synodi provinciael (na luit 
van resoluitie , by haere Ed. Mog. voordesen daerop genoemen ,) aen de 
ordinaris heeren Gedeputeerden haere gravamina solden overlangen, twelck 
ditmael niet en is geschiedt, daerdoor d'aenwesende heeren gedeputeerden, 
ujjt' middel van Ridd. ende Steden tot tegen woordighen synod. gecommitteert 
wesende, wel gevoeget waren sich t' absenteeren etc., om dannoch de saken 
bij dese gelegentheyt niet te verachteren , soo ist dat haere Ed. dese bycompste 
ditmael willen respieeren, maer onder alsulcke expresse bedinghe, dat dese 
comparitie haer noch haren heeren principalen in toecomenden tijt niet en 
sal praejudiceeren noch in consequentie getrocken werden. Ende so eenighe 
politique swaricheden mochten voorcomen , willen haere Ed. sich gereserveert 
hebben, dat se sonder daerop met haere principale geholdene ruggesprake 
niet gedencken noch connen resolveeren. 

Waerop de broederen eenpaerelik hebben geandtwoordt, dat, benevens 
het in gheen andere provinciën , oock niet in dese (haers wetens) is gebrui- 
kelyck geweest, tselve nu soude schijnen nieuwicheijt te wesen, zijnde 
een sake niet alleen voor haere Edelheijt onprofijtelick, maer oock streckende 
tot prejudicie ende belastinghe der kereken, mede tot bencminghe haerer 
vrijheyt, aengesien de saken soo van de Ed. Ridd. ende Steden moeten 



313 

geremedieert worden, de billickheyt derselver bjj de ed. achtb. gecommit- 
teerde erkendt ende daernaer eerst aen Ridd. ende Steden worden geremon- 
streert om daerin te remedieren. Ende soo daer jjet [polityks] l ) mochte 
voorvallen, waerover haer Ed. geen last en hadden om te resolveeren, 
sullen deselve gebeden worden aen haere vergaderinghe bekent te maken. 

4. 

De acta provincialis synodi zijn gelesen, ende daerbij oock dateljjck voor- 
gelesen tgene de deputati synodi ejusdem volgens haeren last hebben 
verhandelt, ende is geresol veert, dat se als gelooffweerdich te boecke sullen 
gestelt worden tot betuiginge van haerlieder vlijdt ende getrouwicheijt 

5. 

De dimissie ende tvertreck domini Petri Plancii volgens de beroepinghe 
der goeder ende bedruckter gemeente tot Campen, op zjjn E. gedaen, ende 
tgoetvinden des classis van Zwoll, benevens der deputaten synodi, daer- 
over verstaen, wort van den synodo voor goet gekent ende geapprobeert. 

6. 

Is voorgestelt , dat de deputati synodi ende classis Campensis wel hebben 
gearbeijdt om de vaceerende kercke tot Ens met een bequaem dienaer te 
versorgen ende tot dien ejjnde een seker jongkman , verciert met goede 
getuichenissen van leere ende leven ende beproefft in bequaemheyt van 
stichtelijke gaven, derwerts gesonden, dien sg daerwerts gesonden hebben, 
maer diesniettegenstaende al evenwel niet en beroepen, oock gheon reden 
geven, die haer tot weijgeringhe desselven bewegen. Is oversulz goetge- 
vonden, dat haer denselven volgens d'acta synodi, gehouden int jaer 1598 
art. 11, worde toegesonden ende dat sulx van den synodo den ed. drost 
van Isselmuiden ende den Ed. E. Gecommitteerden worde te kennen gegeven , 
dewelcke oock versocht sullen worden haere authoritegt daerin n e te willen 
gebruiken. 

7. 

Terwijle noch op Urck ende Emmeleroort eenighe papen staen ende misse 
doen met groet nadeel ende afbreucke der kereken deser provincie, naest 
aen de plaetsen gelegen , wort goetgevonden , dat de synodus aen de Ed. 
Hoochmog. heeren Staten Generaell schrifftelik versoeke, dat hierin moege 
versien ende de plaetsen met Gereformeerde predicanten versorgt worden. 



<) Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit PP. Ook aldus in 00. In onzen 
c od. is daarvoor plaats opengelaten. MM heeft „profijtelix". In RR en SS wordt 
het woord zonder opene ruimte weggelaten. 



du 



8. 



Op de doleance des classis van Meppel over die predicanten tot Staphorst 
ende Ehorst aengaende haere lasterlyke propoosten, die sy tot ergernisse 
van vele godtsalighe lieden ende diffamatie der suijvere leere der kercken 
in dese Gereformeerde Nederlanden gedreven hebben, sal de classis van 
Zwoll naerstige ondersoeckinghe doen, of deselve na hare gedane recon- 
ciliatie in de naestgehoudene classe geschiet zjjn ende, soo sulx bevonden 
wort, met haer procederen na de resoluitie des nationalen synodi. Dien 
van Camperveen aengaende, sal de synodus, benevens tghene bij meerder 
beefft gedelinqueert , procederen, als hg gecompareert sal zgn. 

9. 

Is mede voorgestelt, overmitz haer eenige persoonen ongebeurlick ende 
tegens de resoluitie so des nationalen synodi als oock van de wettelyke 
overheyt gedragen hadden, dat deselve sullen voor de synode ontboden 
worden , met naeme de predicant tot Camperveen Nicolaus Joannis , die 
rector tot Campen Marcus Gualtherus, met de 2 leesers Jacob Geleijns 
[speldemeester] l ) ende Pieter Berents [snijder] 1 ), om alhier te compa- 
reeren, ende den scriba belast de brieven datelik in de vergaderinghe te 
ververdigen. 

10. 

Is oock mede geresolveert, dat de eerw. synodus aen den achtb. magis- 
traet met een vmndtlyck schrijven sal versoeken, dat haere Achtb. goede 
opsicht wille believen te nemen over de affgesette predicanten Gerhardum 
Arsenium ende Enoelbertum Pott, dat door haerlieder ongernsticheyt de 
kercke voortaen geen meerder affbreucke en come te lyden; ende de Lut- 
tersche vergaderinghe affschaffen. 

11. 

Verstaet hierbenevens de synodus, dat de afgeloovige endë superstitieuse 
heijdensche ende paepsche prognosticatien , die ten respecte der jaerlijxse 
regieringhe der planeten voorsegginghe van crijch ende oorlooch, vrede, 
diere ende goede jaeren, gesondtheyt ende sieckten soo wt den loop der 
planeten vercondigt worden, alsmede der paepsche raissbruiken wt de 
almanacken behooren uitgelaten te worden. 



■) Het tusschen [] geplaatste is aangevuld uit 00. 



315 

12. 

Item dat volgents d'ordre, gestelt in synodo nationali, op alle plaetsen 
soowel in de dorpen als steden, op de Sondagen des namiddaechs de 
Catechismus sal geleert worden sonder jjemants uijtneeminghe , al waert 
oock dat niemandt meer ter kercken en quaenie dan de predicant ende 
schoelmeester met haere huisgesinnen ende schoolkinderen. Ende sullen de 
deputati classium daeroyer opsicht nemen , om deghene, die daerin versuimich 
zyn, te vermanen ende soo wie het naelaet, daerover in classe opentljjck 
te censureren. 

13. 

Aengesien de synodus opt nieuwe wederom eenige inconvenienten gespeurt 
heefft over de vorderinge der gravaminen, soo aen de ed. heeren gecom- 
mitteerden des collegii souden gesonden worden, te weten dat eenige der- 
selve waeren wtgedaen, die noodigh waren geweest om ad synodum natio- 
nalem gebracht te worden ende daerover desselven oordeel te verstaan, 
heeft synodus de ed. achtbaere gecommitteerden wt de Ridderschap ende 
Steden gebeden, te willen gelieven tselve aen de vergaderinghe van haere 
principalen te bevorderen, dat de kercken daermede niet meer beswaert en 

worden. 

14. 

Tot revisie van d'oversettinghe des N. Testaments is in plaetse domini 
Johannis Langu, vermits deselve t'Uitrecht was beroepen, met de meeste 
stemme vercoren dn. Caspabüs Sibelius, waervan t'sijner tydt de trans- 
latoren ende revisoren sullen verwittight worden. 

15. 

Hijrna zjjn de articulen synodi nationalis binnen Dordrecht, gearresteert 
over de 5 bekende articulen tuschen de Remonstranten ende Contraremon- 
stranten (soo men die noemt), van den deputatis desselven voorgelesen, van 
de broederen andachtelick aengehoort ende overwogen, oock met eendrachtighe 
stemme ende betooninghe van sonderlinghe aengenaemheyt, als in alles met 
Gods woort wel overeencomende , toegestemt. Hebben oock de ed. achtb. 
heeren van de Ridderschap ende Steden, van den synodo gebeden ende 
vermaent zjjnde , benevens blijde teekenen van haere goetkenninge derselvon , 
beloofft met alle vlijt deselve te helpen mainteneeren ende te besorgen , dat 
deselve alleen publiquelick geleert ende de contrarie tegenstrijdende gewcert 
ende verhindert sullen worden. 

16. 
Alsoo b$ den achtb. borgemeesteren van Zwol, volgens den last van. 



316 

den ach tb. magistraet derselver stadt, worde voorgestelt, dat de censuire 
ende opsicht over de rectoren ende schoelmeesteren onder haere Achtb. 
ende niet der kercken souden staen, is van den broederen eenparichlick 
geresolveert, nademael deselve off lidtmaten zijn van de Geref. kercke ende 
professie van deselve doen offte daervan verschillen, dat de eerste (aen- 
gaende tstuck van religie ende christelike disciplijn) staen onder de censuire 
der kercken, d'ander als tegenstrijders derselve hehooren gedeporteert ende 
voorts wt sodanighe bedieningen geweert te worden, daermet der jonger 
jeucht niet eenighe quade meeninghen mogen ingeplant ende wederom 
eenich verderf voor de kercko ende republique veroorsaket worden. Latende 
nochtans den achtb. magistraet tgcne in aenneominghe ende besorginghe 
haers loons, alsoock indien se haer souden mogen in dinghen, die poli tique 
straffe onderworpen zgn, verloopen, bevohlen zijn. Ende tselve om redenen . 
de wijle den achtb. magistraet de resoluitie des synodi nationalis niet alleen 
voordesen heefft ingewillight, maer oock daerna in volcomen vergaderinghe 
van Ridderschap ende Steden om alsoo na te comen geapprobeert 

17. 

De synodale vergaderinghe , hebbende aengehoort tgebesoigneerde in saken 
Johannt8 Wedaei ende insonderhegt d'acta, wt name des kerckenraets met 
goetvindinghe des classis sijnenthalven van den predickstoel afgelesen , ende 
genoechsaem speurende, dat het miscontentement der doleerende lidtmaten 
daerdoor niet en is wechgenoemen , vindet noodich , dat den kerckenraet in 
haere vergaderinghe met kennisse des classis deselve acta sal interpreteeren, 
gelijck de classicale broedei's alhier gedaen hebben , dat se te verstaen zij , 
naemel. dat Johannes Wedaeus wt cracht derselver syn schuit bekent van 
zijn vergrijp aengaende de sake der Remonstranten ende daervan begeere 
vergiffen isse bij deghene, die hij daermede geergert heefft, beloovende hem 
voortaen te dragen na behoeren. Welcke verclaringe alsoo gedaen ende in 
het consistoriael ende classicael boeck aengeteykent zijnde, oordeelt de 
synodus, dat Johannes Wedaeus aen d'eene ende de dagende lidtmaten 
aen d'ander zijde haer daermede behooren te contenteeren , ten ware dat na 
de reconciliatie jjetwat sonderlings gepasseert ware, dat sij de novo hadden 
in te brengen. Ende sal hiervan den synodo op nacomstige vergaderinge 
rekenschap gedaen worden. 

18. 

Over het 5 artikel der kerckenordeninghe , noopende de beroepinghe der 
dienaren, worden de ed. achtb. gecommitteerde versocht, te willen by de 
Ed. Ridderschap ende Steden denselven recomm andeeren , ten eijnde deselve 
in dose provincie alsoo moge onderhouden worden. 



317 

19. 

Aengaende den 44 artikel in de kerckenordeninghe, van de visitatie, die 
bij den deputaten classis sal gedaen worden, terwjjle de classe van Vollen- 
hoe ende Steenweek in elcke kereke maer eenen dienaer heeft ende over- 
snlx de yoorss. visitatie sonder gebreck van de kereken niet wel can 
geschieden, zjjn de ed. achtb. gecommitteerde gebeden om in de verga- 
deringhe van Bidd. ende Steden de kereken van Vollenhoe ende Steenweek 
te recommanderen, daermet deselve noch elck met eenen dienaer moege 
versien worden. Twelck sy aennemen te doen, als tselve van den synodo of 
haeren gedeputeerden sal versocht worden. 

20. 

Op den 56 artikel in de voorss. kerekenordeninghe, aengaende den extra- 
ordinarissen kinderdoop, die in de weken op den platten lande, daermaer 
Sondaechs alleen predicatie gedaen wort, is geordonneert daertoe te ver- 
condighen den Donderssdach. 

21. 

Op den 83 artikel wort geresol veert , dat men den armen ende gebreke- 
liken lidtmaten, so daer ergens willen gaen aelmoessen soeken, geen attes- 
tatien sal mededeelen om deselve omrae te dragen, maer indient haer 
noo[dich] is, schrijve aen die kerekenraden ende dien haere noot recom- 
mandeere. 

22. 

Men sal oock aen de hooge overheyt versoeken , dat haere Ed. Achtb. 
willen gelieven de bedelaers ende hegdenen, mitsgaders alle andere vaga- 
bunden ende landüoopers, te weeren. 

23. 

D'eerw. broederen D. Caspabus Sibeltus van Deventer, D. Hieronumus 
Vogellius wt de kereke ende classe van Campen, D. Hehmannus Wif- 
fehdtkok van Zwoll, op den synodnm nationaelem gecoramitteert , haer 
rapport gedaen hebbende, zjjn over haere getrouwe diensten eerbiedelick 
bedangkt worden, twelck men oock d'andere broederen doet, alhoewel sy bij 
dese gelegentheyt niet hebben konnen tegenwoordich syn. 

24. 

Is oock goetgevonden , dat de synodns aen D. Dammannum sal schreven, 
om te moegen d'acta synodica hebben ende deselve nalesen. 



318 



25. 



Van de deputatie totten synodum is geresolveert, dat men een ofte twee 
van deghene, die te vooren zyn gedeputeert geweest, als hebbende de meeste 
memorie van tgene te voren gepasseert is, wederom sal mogen deputeeren, 
ende daerna deghene, die hun sullen bygevoeget worden, mette meeste 
stemme verkiese. 

26. 

Hierna syn de gravamina classium gelesen. 

27. 

Opt eerste gravamen classis Daventriensis , noopende de onderteekeninge 
der Confessie, Catechisme, Canones, gestel t over die V bekende articulen, 
is geresolveert, dat die kercken int verkiesen der ouderlinghen ende diakenen 
goede voorsichticheyt moeten gebruiken , dat alleene diegene vercoren worden, 
die wel bekent zijn de sujjvere leere toe te staen ende, daer het moegelyck 
is, deselve met haere onderteekeninghe toe te stemmen, twelck indiscretie 
van de kercken sal gelaten worden, welverstaende dat alle siekentroosters 
gehouden sullen wesen deselve t' onderteekenen. 

28. 

D. Lindenhovius, dagende over synen coster, sal tselve hem ongelgcks 
wedervaren is, aen den ed. heere landtdrost van Zallandt bekent maken 
om dan daerin versien te worden. Mede sal oock de schoelmeester ende 
coster tot Dalfsum by den ed. landtdrost voorss. versoeken, dat hem syn 
achterstedicheyt moge voldaen worden ende eenighe vereeringhe ende ver- 
beteringhe voor synen nioijeliken schoeldienst geschiede, alsmede dat oock 
de coster tot Ommen behoorlyck versorgt worde. 

29. 

De onderteekeninghe van Confessie , Catechismo , Canonen ende acten van 
verbintenisse, sal overal in den dassen geschieden , ende tselve sal oock aen 
de schoolmeesters te wercke gestelt worden. 

30. 

Op de gravamina des classis van Campen. 

De oepeninghe der twee gesloeten kercken tot Campen, mitsgaders de 
restitutie van het classicael, synodael ende consistoriael-boeck met het 
kerckenzegel , dewelcke de Remonstranten haer hebben ontwendet , sal doort 
synodus met een schreven aen den eers. magistraet versocht worden. 



319 

31. 

Opt 5 gravamen wort geoordeelt , dat degheenen , die openbaerlick geson- 
digt hebben, openbaerlick voor de gemeente behooren schultbekentenisse te 
doen, eer dat sy totten h. avontmael sullen toegelaten worden. 

32. 

Het 6 wort gerefereert totte acta, daervan in de gemeene kerckenordre 
gestelt 

33. 

Het 8, noopende die restitutie der oncosten, i)jj de predicanten tot 
noodtdrufftige reparatie haerer behuisingeaengewendet, wort met goetvinden 
der ed. achtb. gecommitteerde geapprobeert. Ende moegen de geïnteres- 
seerde haere costen in den collegio offte vergaderinghe van Ridd. ende 
Steden inbrengen. 

34. 

Het 9 , dat de ingeborene deses landts , soo in de h. theologie gestudeert 
hebben ende goede getuichenissen haers levens van de kercken konnen ver- 
toonen, den vreembden in geleertheijt, godsalicheijt ende gaven om te 
prediken gelyck synde, behooren voorgetrocken ende vooreerst gepromoveert 
te worden , wort geapprobeert, behoudens den gemeenten ende praesentanten 
haere vrjje keure. 

35. 

Opt tiende, aengaende de versoekinge van correspondentie, refereert sich 
synodus tot het 48 artikel io die kerckenordeninghe. 

36. 

Op die gravamina des classis van Zwolk 

Aengaende de correspondentie der classium is met de meeste stemme 
overcomen, dat sulx, alst noot is, geschiede. 

37. 

De synodus sal aen de deputaten synodi nationalis , die tot de translatie 
des bibels ende andersins verordineert zyn, schryven, dat sy tghene haer 
belast is metten eersten willen bij der handt nemen ende daermede voort- 
varen, ende dat sulx met de revisie der acten synodi nationalis, soo haest 
het immers doenljjck *) is, geschiede. 



') „doenhjck" staat boven „mogelijck", dat flaaw onderstreept, in plaats van door- 
gestreept, is. De andere codd. hebben alleen „doenhjck". 



320 
Op de gravamina classis Vollenhovianae. 

38. 

Opt 4, dat sommige in den oogst de predicatien onderlaten ende oor- 
sake geven tot onthegliginge des sabbaths, wort geoordeelt, dat hetselve 
gantschelik niet en betaeme. Daeromme oock de deputaten classis gelast 
sullen wesen goede opsicht te nemen. 

39. 

Aengaende tghene in het 5 gra vamen , ter canse van degene , die in 
ministerio zijn ende «net andere professie haer oeffenen, oordeelt synodus, 
dat se, hebbende wetenschap ende gaven ontfangen om daermede haeren 
naesten dienstelyck te wesen , tselve met goeden raet ende advgs , sulx ver- 
socht synde, wel moegen doen, maer dat niemandt daervan syn werck en 
make, streckende tselve tot verhinderinghe zijns diensts ende opsprake in 
denselven. Daerom oock expresselick int gravamen staet: die een geheel 
mensche vereyschen. 

40. 

Ma.rcls Gualtherüs , scholae Campensis rector, van den synodo geciteert, 
is niet verschenen , maer heefft door een schrift seer stoute , onverschaembde, 
onwaerachtighe ende ongefondeerde andtwoorde aen desolve gesonden, waer- 
mede hij do vergaderinge , te vooren van hem noch binnen sjaers in synodo 
tot Vollenhoe, alwaer hij als olderlingk verschenen was, voor goet gekent 
ende geapprobeert , spottelyck verachtet. Daerom het synodus geoordeelt 
heeft, dat hij, sjjnde niet alleen van de suyvere leere der godtlgker waer- 
hey t , soo duslange in de Gereformeerde kercken deser Nederlanden standt- 
vastelick geleert ende bij hem selven in den synodo voornoemt is toege- 
staen, afgeweken, maer oock daeren tegen met schandelyke lasteringhe deselve 
na syn wterste vermoegen binnen ende buiten de stadt Campen hatelick 
gemaekt, die leeraers derselve calumnieuselick getraduceert , de goede 
resoluitie 'des synodi nationalis tegen gedane belofftenisse ontrouwelijken 
hem ontrocken, heijloose Taffercelen gestroijt, oock met een lasterlyck 
boeck (wiens titel is: Achterujjtslaende Roekeloosigheyt) tegengesproken 
ende met verscheijden onwaerheden be^waert, daerbenevens dese wettelijke 
vergaderinghe moetwillichlik gedetrecteèrt (niettegenstaende hem tselve opt 
versoeck des synodi den achtb. magistraet hadde geinsinueert) , mits desen 
onweerdich erkent worde om den dienst der scholen langer te betreden, 
ende dat daervan den achtb. magistraet met een vriend tlick schrift sal 
versocht worden denselven te willen removeren , volgende de resoluitie. des 
synodi nationalis, bg de Hooch. M. heeren Staten Generael ende haere 
Achtbaerheyt selve geapprobeert. 



821 

41. 

In de sake van Jacob Geleijnss ende Pieter Berentss oordeelt synodus, 
alsoo sjj disordentelyck baer hebben verstout, sonder beroepen te syn, opent- 
lgken het predickampt, oock tegen tverbodt des achtb. magistraets , te 
betreden, niet sonder groote beroerte der burgergen ende smadelyke laste- 
ringhe der suijvere leero ende andere factieuse handelinghe, waerover sy 
voor desen synodum ontboden zijnde , met spottelijke brieven hebben onder- 
staen deselve te eluderen, dat deselve sich hebben gedragen als pertur- 
batenrs ende verstoorders van kerckelyke ordre ende vianden der godlyke 
waerheyt, dat de achtb. magistraet sal worden versocht tegens soodanighe 
persoonen nae haere meriten te procederen ende te besorgen, datdekercke 
van deselve voortaen gheen schade hebbe te lijden. 

42. 

Nicolaus Johannis, predicant op Camperveen, wort van den synodo 
geoordeelt, van wegen syn onsujjverhejjt in leere ende lasterlike tegen- 
spreken derselye, alsoock versmadelike overhooricheyt deser synodale ver- 
gaderinghe met schrifftelyke verclaringe, die hg desen dach in synodum 
gesonden heeft, dat hg van het Bemonstrantsche gevoelen niet en wilde 
wjjken noch de acta synodi nationalis onderteekenen, bjj vigeur van de 
resoluitie, in de nationali synode genomen, wt synen dienst ontsettet te 
blijven, waervan men hem ende den E. drost van Isselmujjden -met een 
brieff sal verwittigen. 

43. 

Tot deputaten synodi zjjn vercoren D. Caspabus Sibeliüs, D. Petrus 
Plancius, D. Hieronymus Vogellius, D. Joannes Volgerus. Ende by 
soverre imandt van deselve sonde comen na den wille des Heeren ofte te 
overlgden offte te vertrecken, sal de classis, in denwelcken sulx mochte 
gebeuren, vrgstaen met goetvinden der gedeputeerden voornoemt eenen 
anderen in desselven plaetse te verkiesen. 

44. 

Zjjn oock de ar tierden, in den nationalen synodo gearres teert , met de 
acte van verbintenisse, van de leeraers, tot desen synodum gecommitteert , 
onderteekent 

45. 

Aengaende de correspondentie tuschen desen ende de bijnabuirde synoden 
oordeelt het synodus , dat het in de vrghoyt des synodi sal staen , ende so 
het mochte versocht worden, dat alssdan die ed. achtb. heeren van Ridd. 
Acta syn. provinc. V. 21 



322 

ende Steden sullen versocht worden in deselve met haere toestemminghe 
te verwilligen. 

46. 

Benevens tghene verhaelt is in den 18, 19, 22 ende 45 l ) articulen, 
sullen de deputati sijnodi gelast wesen oock dese volgende aen de Ed. 
Mog. Ridd. ende Steden te remonstreeren : 

1. dat de predicanten, die noch aen haer tractament te oort comen, 
volgens de resoluitie van Ridd. ende Steden moegen worden versien, als 
daer zyn: Markel *), Goer, Borne, Ehorst, Ens, Isselmuiden, Sallick'), 
Blanckenham , Wanneperveen ; item dat de goetheeren ende tstedeken van 
Delden mogen ordonneeren, dat met den predicant Rappaxo aengaende zgn 
tractament moege deselve geljjckheyt geschieden, die D. Sollingiüs voor- 
desen gehadt heefft; 

2. dat Holten 4 ), Mastebroeck, Geijthoorn, Steen wij ker wol t 6 ) met school- 
meesters •) versorget mogen worden; tot Delden, daer de schoelmeester den 
arbeyt doet ende de coster, synde Paepsgesind, de profeten geniet, moge 
worden geholpen 7 ) ; ende den coster tot Wilsum voor syn schoeldienst met 
noodige onderhout versien worden; 

3. dat de eosters overal mogen lidtmaten van de kercke wesen ende 
professie van de religie doen, daerentegen de Paepsgesinde geweert worden, 
als daer zijn tot Raelte, Hellendoorn ende Blanckenham; 

4. dat mede oick de ongeregeltheiden , die in de trouwinghe geschieden, 
mogen affgeschaffet worden, als daer syn: de lichtveerdighe gesangen der 
bruijloftJiedekens , het vedelen, pijpen ende trommen, daermede de bruidi- 
gom ende bruidt ter kercken gebracht worden, ende die lichtveerdighe 
bijeenioopinghen sonder trouwe, soo an veel plaetsen geschieden, als dat 
slechs den schuiten de namen worden aengegeven ende daerna niet meerder 
tot bevestinghe des echten staets wort geplecht; sommighe oock, die haere 
geboden in de kercke laten geschieden ende daernae niet trouwen, jae, 
getrouwt zjjnde, wederom van malcanderen lopen, waervan gheen kleyn 
gebreck is int drostainpt Vollenhoe, alsoo bjj exempelen aengewesen can 
worden ; 

5. dat oock mede de insolente groevenbieren , papegagschieten ende 
onherjlige tappen ende traffiqueren onder de predicatien mogen affge- 
schaffet worden; 



•) „45" 00 heeft „30 ende 45". ») „Marker. Er stond eerst „Hellendoorn", doch dit 
is doorgehaald. MM heeft nog „Hellendorn". ») „Sallick" 00 heeft „Sallik, Cuijnder". 
«) „Holten" 00 heeft „Holten, Olst". *) „Steenwijkerwolt" 00 heeft „Steenwijker- 
wolt, Blanckenham, Sallik, Isselmuiden, En?, Camperveen". *) „schoelmeesters" 
00 heeft „schoelmeesters ende voorsangers". ') „tot Delden — geholpen" ontbr. in 00. 



323 

6. dat de gedane oncosten, bjj den predicanteo in haere synodale ende 
classicale commissien gepleecht, haerlieden mogen gerefundeert worden, 
waerover noch dagende zijn D. Jobaknes Voscuilius tot Steenwxjck , Johan- 
nes Volcerüs tot Vollenhoe x ) ende Georgtüs Goykerus tot Wilsrun ; 

7. dat mede besorginge moege gedaen worden over de predicanten des 
drostampts van Vollenhoe *), die haere classicale oncosten tot noch toe selve 
hebben moeten doen, om deselve daerin te verlichten; 

8. dat de predicanten ten platten lande mogen bevrijdt worden van de 
imposten ende accijsen in tghene sy tot haer eggen huis van nooden hebben ; 

9. dat de paepsche vergaderingen, dewelcke niet sonder perikel van het 
landt ende affbreucke der kercken geschieden , alsmede de dootslagers 
ende andere bloetschenders , dugvelsbanders ende waerseggers moegen ge- 
weert ende gestrafft worden, waerover insonderhegt doleeren de broeders 
vant classis Steenweek ende Vollenhoe: 

10. dat de wooninghe der predicanten tot Hardenberch ende Ommen 
moegen gerepareert worden ; 

11. dat de sake Martini Gesneri by Ridd. ende Steden vervordert 
ende trequest Joannis Lemnii, predicant in sPrincenlandt, by deselve gere- 
com man deert worde. 

47. 

De acten van verbintenissen, soo in alle dassen voor de predicanten 
ende schoelmeesters sullen dienen, syn elcken classi in authentique copia 
medegedeelt 

48. 

Het synodus sal toecomende jaer door des Heeren genade tot Campen 
gehouden worden. 

49. 

Hijrnae is censura morum gehouden ende zijn de broeders met hert- 
grondtlyke dancksegginghe tot God ende bedanckinghe aen de ed. achtb. 
heeren gecommitteerden in eendrachtelyke , broederlijke lieffde ende vrede 
gescheiden , den 20 Augusti anno 1619. 

Jacobüs Reviü8, praeses. 

Petrus Plancius P. f. , assessor. 

Joannes Volgerus, Holsato-Stormarus, synodi scriba. 



') „Johannes Volcerüs tot Vollenhoe" ontbr. in 00. *) „des — Vollenhoe" ontbr. 
in 00. 

21* 



324 



Acta der ordinaris gedeputeerden des provincialen synodi 
van Overissel in den jaere 1618 en 1619 *). 

Art 1. Anno 1618 den 10 Octobris zyn vergadert geweest tot Deventer 
de gecommitteerde des Overgselschen synodi, naemelik Jacobus Reviüs, 
predicant tot Deventer, Georgius Goykerus, predicant tot Wilsum in de 
classe van Campen, Vigtob Petri, predicant tot Swolle, ende Johannrs 
Voscuil, predicant tot Steenwgck, neffens de deputatos classis Campensis 
Hilbhandum WiLLENiUM ende Ernestum Hiddingiüm, alsoock des classis 
van Zwol Hieronymüm Vogeliüm ende Petrum Planciüm, alwaer, na ge- 
woonlyke aenroepinghe van den name Gods, is gecompareert op voorgaande 
citatie Martinüs Harlingensis, predicant tot Ruveen in de classe van 
Zwoll, denwelcken voorgehouden zijn de navolgende poincten: 

i. waerom hg niet vertoont en heeft purge, hem opgeleijt tot verscheg- 
den regsen van den Swolschen classe, alsoock den synodo, aengaende de 
oneerbare propoosten etc., hem te laste gelegt? 

g. dat hy de godloose Bemonstrantsche Taffereelen onder den huislugden 
tot groot scandael ende ontstichtinge der eenvoudigen gestrog t heeft; 

3. dat hg lastert de Gereformeerde leere, oock kerekelyke ende poli tike 
persoonen ; 

4. dat hij groote ergernisse geeft met zijn eijgenbatigh coopen ende ver- 
coopen, waerover hem oock bg den heer schultis van Hasselt een protest 
geinsinueert zg. 

2. Martinüs voorsz., dese poincten hebbende aengehoort, heeft daerop 
verclaringe gedaen als volght 

Opt eerste heeft vertoont een sekere forme van accoort, gemaeckt tot 
Zwoll , twelck geoordeelt wort niet te wesen de purge , die hem was opge- 
legt, maer een particuliere transactie, te vooren gesien. 

Opt 2 de bekent, de Taffereelen gestrog t te hebben ende, soo hg der meer 
gehad hadde , souder meer gestroijt hebben. Weet oock alsnoch niet qualick 
daeran gedaen te hebben, maer geschiet te zgn tot zgner ontschuldinghe, om 
aen te wijsen , dat hg sodanighe poincten niet toe en stond. So hy nochtans 
yemandt daermede geergert hebbe, begeert dat ment hem vergeve. 

Opt 3 de belydt, van de leere der Contraremonstranten aengaende de pre- 
destinatie geseijt te hebben, dattet is een verfogelyke ende grouwelgke 



') Deze acta deputatorum, die volgens besluit der synode van Deventer (1619) art* 
4 een plaats verdienden in het synodale boek (zie hierover p. 313), zgn derhalve 
ook in de andere codices afgeschreven. Zy ontbreken echter geheel in 00. In SS. 
komt slechts een klein gedeelte voor (de twee eerste bladzijden); zie noot 1 op p. &6. 



325 

leere, ende verclaert, dat hg die alsnoch daervoor houde, totdat hg beter 
onderricht werde. Maer ontkent eenighe kerckelyke ofte politique persoonen 
gelastert te hebben. 

Opt 4 de bekent, wel coopinghe ende vercoopinge verscheijden male gedaen 
te hebben, maer niet te weten daer eenige ergernisse mede gegeven te 
hebben, ende in gevalle hij daer gemandt mede ergert, tselve wel te 
willen nalaten. 



3. Naerder verclaringhe Martini op het 2 de poinci 

Alsoo de broeders van dese vergaderinge Marttno hebben aengewesen , 
hoe ontrouwelyck de spreucken der vroemer leeraren int Remonstrantsche 
Taffereel zijn geallegeert , bekent Martinus alsnn qualyck gedaen te hebben , 
deselve stroijende, ende bidt de broeders hem tselve willen vergeven. 

4. Hijrop is geresolveert , dat: 

aengaende het eerste hg sal binnen de tydt van 8 dagen moeten sich 
purgeren bij den schol tis, gelick hem voordesefc belast is, ende sal daer- 
van blyck toonen aen Victorem Petri, alsdeputatumsynodi, endePETRUM 
Planctüm, als deputatum classis; 

aengaende het 2 e verblijden haer de broeders wel, dat hg sgn faute 
alhier bekent, maer oordeelen nochtans daermede niet voldaen te zgn voor 
de opentlike ergernisse, daermede aengeiïchtet; 

opt 3 e achten de broederen de Gereformeerde leere ende leeraren .opt 
hoogste te werden gecalumnieert door sodanighe verclaringhe ende dat hy 
selven hem daermede genoechsaem van haer afsngdet; 

opt 4 e dat, alsoo de overheyt daerover clacht ende andere daervan getui- 
gen, hg geoordeelt wort hem daerin seer te hebben verloopen als een sake, 
synen dienst insonderheyt onbetaemelick , waervan hij dan an den schultis 
sal gehouden zgn binnen 8 dagen satisfactie te doen ende daervan blyck 
betoonen als vooren. 

5. Dese resoluitie den Martino voorgelesen zynde, en heeft hier niet 
toe willen verstaen, voorgevende onder andere, dat hy doch van den 
nationalen synodo ten laetsten soude moeten gedeporteert worden, daerom 
hem liever ware alsnu daerwt te scheg den, dat men hem gheen tweedooden 
aendoen soude etc. Ende als wierde geandtwoordt, datdeputati verhoepten, 
dat hy hem int stuck van de leere soude onderwijsen laten, heeft geandt- 
woordt: hij conde daerin niet onderrichtet werden. Ende den gantschen 
dach besigh met hem geweest zynde met vermanen , bidden ende smeken , 
zjjn op den duisteren avondt onvruchtbaer gescheiden. 



326 

6. Den 11 Octobrïs zijn wederom vergadert geweest de gedeputeerden 
als boven ende heeft Martinus Johannis wederom audiëntie begeert, in- 
staende hem wat naerder verclaert, dat hy naemelick verstaen wilde tot 
hetghene hem hg den deputatis sonde werden opgelegt. Daerop is gefor- 
meert navolgende acte : 

De gedeputeerde des synodi provincialis, gesien hebbende sommighe 
aenclachten noopende den persoon Martini Haklingensis , als 1. dat hg de 
godslasterlijke Taffereelen, waerdoor de leere der Geref. kercken bij de 
Turcksche grouwelen vergeleken wort, onder de huislujjden tot groote 
ergernisse derselven gestropt ende voorgemelte h. leere voor grouwelik, 
aenstoetelick etcetera getraduceert; 2. met vrembde, eggenbatighe coop- 
handel gelijke ontstichtinge ende hem bij den scholtis geinsinueerde protest 
gecauseert; 3. over de opsprake van sekere oneerbare propoosten etcetera, 
hem hg den scholtis (als hem van den synodo was opgelegt) al snot h niet 
debite gepurgoert hebbe, ende syn (dies Martini) debad daerop hebbende 
aengehoort; oordeelen op het eerste, alsoo Martinus voorsz. daervan leet- 
weesen verclaert te hebben, hij tselve tot weghneminghe der opentlike ge- 
gevene ergernisse opentlyck onder den predickstoel sal bekennen ende ver- 
giffenis begeoren; opt 2 e , dat hg hem voortaen daervan wachte; opt 3 e , 
dat hg behoorlyke purge van den schultis bij de gedeputeerde inbrenge ende 
dat hy bij provisie hem des diensts onthoude, totter tydt toe hg tvoorsegde 
U>t contentement der gedeputeerden verrichte. Twelck hy gemelte Martinus 
alles heeft op hem genoemen ende belooft na te comen. Actum Deventer 
den 11 Octobris anno 1618. l ) 



7. Dese acte Martino verscheijden malen voorgelesen zijnde, heeft deselve 
in alles aengenoemen, gelyck daermede geinsereert is. Ende is gedeputeert 
Victor Petbi om des Martini schultbekenninghe van den predickstoel ter 
presentie Martini den huisluiden tot ïtuvene voor te dragen. 



8. Den 12 en Octobris is gecompareert op voorgaende citatie Johannes 
Meylingius, den kerckendienst een tydtlangk betreden hebbende tot Gene- 
muiden, denwelcken is affgeeijscht bescheijd van zijn wettelyke dimissie 
neffens goet getuichenisse wt den classe van Zuitphen, alsoock wettelike 
beroepinghe der kercke tot Genemuiden, neffens approbatie van den classe 



•) Hiermede eindigt de copie in SS. Doch daarna volgen nog bijna negentien 
onbeschrevene bladzijden, zeer zeker bestemd om later daarop het nog ontbrekende 
in te vullen. 



327 

van Campen. Daerop hg ingebracht heeft een brieff van den h. drost van 
Isselmuiden, alsoock eenen van den magistraet van Genemuiden, waer- 
mede hij totten kerckendienst aengesocht ende geroepen word. Van de 
kercke ofte classe en heeft hy niets connen toon en. Aengaende tgetuiche- 
nisse van den classe van Zuitphen heeft getoont een schrifft, waerin het 
navolgende van woort tot woort gclesen wort. ende luide t post exordium 
alsoo : 

Zynde gebleken wt de eijgene belydenisse Joannis Meijlingii, predicant 
tot Boerloe , dat hij opentlick geleert , gepredickt ende gedaen heeft (ende 
meermaels) tegen de leere ende kerckenordeninghe , die niet alleen in dese 
graefschap publica authoritate eenmael aengenoemen ende dnslange gevolght 
is, maer oock die hij selfs met hert, hand ende mond oprechtelick ende 
als voor den Heere heeft goetgekent, ende belooft, altijd t zijn particulier 
gevoelen, tegen die vooraengetogene leere strijdende, al verstonde hy het 
niet genochsaem (soo hij selfs seijde), bij sich te beholden (in welcken 
gevalle men gesint was hem te tolereren), maer veelmeer dat hij wilde ende 
voorgenomen hadde hetselfde , alst te passé quaem , int publique ende privee 
synen toehoerderen voorstellen, te leeren ende te prediken, synde mede 
den gemelden D. Meilingto (omdat men hem hierbevorens meermaels, als- 
oock nu, liever tot beterschap gebraght als van zjjnen dienst on toette t 
sage) meer dan 3 maenden resprjts gegeven om hem naerder op alles te 
bedencken ende te verclaren, binnen welcken tijdt hij (naemaels verhoort 
ende alle moegelyke middelen om hem tot afstant van zijn voornemen te 
brengen aengewent zynde) even hardt persisteerde by zjjn eens gedane ver- 
claringe, soo isset, dat de predicanten des Zutphcnschen classis, sorge 
dragende voor vrede, eenicheyt ende stichtinge der kercke Gods in haer 
quaertier, twelck sy voor seker houden, dat niet en can gevordert worden , 
so een ijeder predicant mochte leeren ende doen , wat hem goetdunckt ende 
behaecht, nae lange ende verscheijden deliberatien eyntelyck hem Joh. 
Metlinqio voorsz. syns dienste tot Roerloe ontsettet ende voortaen Gods 
h. woort te prediken, de sacramenten te bedienen, ende alle ende ijeder 
stuck , dat tot het predickampt behoort , sich in desen quartier te bemoijen 
verboden hebben, ende sulx met ad vijs ende goetvindinghe der E.E. H.H. 
Gedeputeerden deser graefschap. Daervan hij , alsoo hij (Meijlingk) heeft 
acte begeert, is hem dese tegen woordighe (nadien se hem voorgelesen ende 
bij hem selve in alles der waerheyt conform te zgn beleden) op zijn eern- 
stich aenhouden medegedeelt, om hem te dienen na* behooren. Actum 
Zutphen desen 15 Apr. anno 1617. 

onderstondt: nomine classis, 
ende noch leger: deputati ejusdem, 
Henbictjs Fabkitius, inspector. 



328 

9. Dit getuichenisse gelesen ende overwogen zgnde, is navolgende acte 
gestelt: 

De depntati des synodi hebben geoordeelt, dat, tensg Jo. Meilingitts 
beter getuichenisse des classis Zntphaniensis ende wettelyke beroepinge 
ecclesiae Genenmidanae inbrenge, sy synen dienst niet voor wetteiyck kon- 
nen honden , waerover hem belast is alsnlcks binnen den tydt van 2 weken aen 
den depntatis des synodi in te brengen ende ondertnschen die bedieninghe 
der kercken na te laten. Op hetwelcke hg gehoort zynde , heeft geandtwoordt 
wel beter getuichenisse ende wettelyke beroepinge der kercken binnen 3 
weken te willen inbrengen, maer zgne bedieninghe niet te willen nalaten. 
Ende alsoo de depntati niet connen verstaen, dat hg moge den dienst der 
kercken onwettelik betreden, laten hem den tydt van 3 weken wel toe, 
mits hem te verstaen gevende dat hg soolange sigh des h. kerckendienst* 
sal onthouden. Welcke acte Meiltngio voorgelesen zgnde ende by hem 
versocht copie van deselve, belofte doende dat hg sich wille onder die 
submitteren, te weten van den dienst der kercken sich solange te ont- 
houden, totdat hjj goedt getuichenisse ende beroepinge getoont hebbe, soo 
hebben deselve depntati dese acta hem vergunt om sich daerna te gedragen. 



Alsoo Henriciis Jodoci, dus lange den kerckendienst betreden hebbende 
op Ens, volgens de citatie, hem geinsinuert, op den gesetten tydt niet en 
is verschenen, hebben de depntati classis Campensis tegen hem ingebracht 
sekeren brief, geschreven bg den classem Drentinam, waerin de Hexricus 
Jodoci verclaert wort een apostafet] ende godloos mensche te wesen ende 
daerom bij haer van den dienst tot Wapsterveen gesuspendeert te zijn, met 

« 

waerschouwinge aen den classem Campensem voor zgn persoon etc. Heb- 
ben oock ingebracht, hoe dat gernelte Henk. Jodoci tegen kerckenordre 
den dienst op Ens hebbe aengenoemen. Derhalven denselven Henb. Jodoci 
zynde in deffaut van te verschenen, oordeelen de depntati synodi, alles 
wel overwogen hebbende, dat hg van syn onwettelik beroep behoere te 
desisteren, opdat den kerckendienst synenthalven niet gelastert en werde. 



10. Den 13 Octobris is gecompareert , hoewel na den bestemden tydt, 
Henb. Jodoci. Denwclcken voorgehouden zgnde tgene voormeldt, alsoo hg 
niet bundighs daertegen ingebracht heeft, is daerop besloten als volgt: 

De deputati synodi, in de vreese des Heeren overlegt hebbende de sake 
Henrici Jodoci, alsoo sy niet gesien hebben eenige wettelyke beroepinge 
van de kereke ende classe, onder dewelcke hg tegen woordich den dienst 
des h. evangelii is betredende, noch oock gheen wettelyke dimissie van de 



29 

kercke ende classe van Drenthe, alwaer hy te vooren gestaen heeft, maer 
wel ter contrarie een naeschrijvinghe , dienende merckelick tot syner beswa- 
ringhe, berjde in leere ende leven, hebben goetge vonden , dat hg Hene. 
Jodoci van den kerckendienst sa] supersederen , ter tjjdt toe hij van de 
kercke ende classe voorsz. wettelyke beroepinge ende dimissie aen den 
deputatos synodi sal hebben vertoont. Actnm in conventu deputatorum 
synodi desen 13 Oct. anno 1618. 



11. Den 14 Octobris zgn de vier gedeputeerde des synodi verschenen 
in de vergaderinghe van Ridd. ende Steden ende hebben volgens haren 
expressen last haer Ed. Mog. voorgestelt navolgende stuckken, waerop het 
provinciael synodus versochte, haere Ed. Mog. te willen ten besten der 
kercken ende onderhondinghe van godsaücheyt ende eerbaerheyt resolveren : 

1. dat de dienaren des godlyken woorts, die door ouderdoom ofte andere 
inconvenienten onbequaem worden totten dienst, alsoock de weduwen der 
afgestorvenen leeraren, met behoorlijke tractament mogen versorgt worden ; 

?. dat ordre moge gestelt worden tegen de prophanatien der Sondagen; 

3. dat bg tgdts het houden der bededagen den predicanten ten platten 
lande moge geinsinueert worden; 

4. dat de godloose Bemonstrantsche Taffereelen mogen verbrandt worden ; 

5. dat de prophanatie ende missbruick in de houwelijxse copulatien, bg 
de schultissen ten platten lande gepleecht, moege gebetert worden; 

6. dat de dootslagers wt dese provincie mogen geweert worden; 

7. dat de vergaderinghe der Papisten, de seer toeneemt, mogen verhin- 
dert worden. 

Ridderschap ende Steden deser provincie, dese pointen gesien ende over- 
wogen hebbende, hebben deputatis synodi tot andtwoorde gegeven als volght: 

opt l e dat haere Ed. Mog. daerin souden doen na gelegen theyt ende 
meriten der persoonen; 

het 2 6 ende 3 e geavogert; 

opt 4 e geresol veert, dat de Taffereelen souden ingetrocken worden; 

het 5% 6* ende 7 e belooft te effectueren. 



12. Hebben oock genie] te deputati haer Ed. Mog. voorgehouden die 
censuire, by haer aengeheven tegen de persoonen van Martinus Harlin- 
geksis, Joannes Meijlingk ende Henricvs Jodoci, versoekende haer Ed. 
Mog. believen m och te deselve censuiren met haere autoriteit te main- 
teneeren. Ende alsoo Ekgelbert Pott om syn sociniancrge ende onwette- 
lick indringen bg den synodum , alsoock Henr. Meilingk om gelijke 
onwettelgckheyt ende onstichtelikheyt in synen dienst by den classe vaq 



330 

Deventer synde gedeporteert, noch continueerden in haeren dienst, zyn 
haere Ed. Mo. gebeden, de authoritefjt des synodi ende classis tegen deselve 
inssgelijy te willen voorstaen. Haere Ed. Mog. hebben de sake van de 3 
eerste laten berusten bjj tgene deputati synodi daerin gedaen hadden. Wat 
Henbicum Meilikok ende Pot aengingk, hebben goetgevonden , dat deselve 
souden op den landtdach verschreven worden om haere defensie te hooren. 
Deputati synodi hebben geandtwoordt , dat haer Ed. Mog. de 2 persoonen 
voorss. tgebesoigneerde in haere saken wel conden voordragen na haer be- 
lieven, maer dat sy deputati synodi geen last en hadden om deselve sake 
in haere Ed. Hogh Mog. vergaderinghe eenichhsins te debatteeren. 



13. Alsoo den deputatis synodi is aengedient r dat Martinus Babi.. 
tegen last ende beloffte hem vervordert heefft wederom te prediken , hebben 
deputati synodi tselve Ridd. ende Steden geremonstreert, bij welcken goet- 
gevonden is, dat Victor Petri als naestgesetene hem op de sake soude 
informeeren ende, indient alsoo bevonden wiert, voorss. Martinum geheelik 
'deporteeren van zjjnen dienst 

Hjjrop zijn deputati synodi gescheiden. 

14. Den 18 Novembris syn te Zwolle vergadert geweest de deputati 
synodi , alwaer ingebracht ende geresolveert is het navolgende : 

Alsoo Ridd. ende Steden belooft hebben het Remonstrantsche Tafereel 
in te trecken, waervan het effect niet gespeurt en wort, sal bij deE.E. H.H. 
Gedeputeerden der landtschap nochmael versocht worden, dat hetselfde 
moge int werck gestelt worden. 

15. Alsoo bevonden wort, dat Martinus Harlingensis boven verbodt 
der deputaten synodi ende zijn eggen belofte hem vervordert heeft wederom 
tot Ruveen te prediken ende den bugssluiden wijs te maken , dat men hem 
wilde deporteeren, omdat gesegt worde, dat se hem wilden quijt wesen 
etc., waervan nochtans bg den deputaten synodi geen gewach gemaeckt en 
was , streckkende tselve nergens anders toe , als de huisluijden met onwaer- 
heyt tegen de kerckelike handelingen in te nemen ende op te maken, soo 
ist dat deselve deputati volgens haeren last, neffens goetvinden van Ridd. 
ende Steden, denselven Martinum hebben gedeporteert ende gantschelik ont- 
slagen van zijnen dienst Ende sullen de broederen der Swolschen classis 

worden aengesocht, de vacerende plaetse metten eersten met een rechtsinnigh 
predicant te willen versorgen. 



331 

16. Is gerapporteert , hoe den 24 Octobris voorleden Joh. Meilingk 
gecomen sy bij een der deputaten des synodi om te toonen, soo hg seijde, 
de stucken, die hem opgeleijt waren in te brengen, ende hebbe getoont 
eenen brieff van den magistraet van Genemuiden, alsoockeen seker schrift, 
onderteekent bij de 2 Remonstrantsche predicanten vanCampen, getuigende 
dat se hem in den classe hadden aengenomen. Maer getuichenisse van den 
classe van Zuitphen en hadde hg noch niet connen crijgen. Alle welcke 
dingen insufficiënt ende van geringer weerde zfjnde tot syn er od tl as tin ge, 
en hebbe gemelte deputatus hem het prediken niet connen noch willen 
consenteeren, maer belastet te gaen bij een van de anderen gedeputeerden 
om deselve syn stucken mede te vertoonen, twelck Jo. Meilingk niet en 
hebbe gedaen, maer hem terstont wederom begeven te prediken, waerin 
hij noch continuere. Insgelyx is gedoleert over Henr. Jodoci, dat hij tegen 
verbod noch continuere in zgnen dienst ende syn getuichenissen, den termijn 
daervan lange verstreken zynde, niet in en brenge. De broeders, in de 
vreese des Heerén op de sake gelett hebbende, hebben goetge vonden ge- 
melten Joh. Meilingk ende Henr. Jodoci aen te schrijven , dat se alssnoch 
binnen 14 dagen haere getuichenissen souden hebben in te brengen ende 
middelerwijle haer des dienste onthouden , ofte bij faute van dien haer niet 
alleen voor gesuspendeert houden , maer oock voor t'eenenmale gedeporteert. 
Welcke brieven oock voor tschegden haer zgn geinsinueert. 



18. Dewgle Engelbert Pot tegen besluit des synodi provincialis hem 
vervordert noch in den kerckendienst te Gegthoorn te continueren, sullen 
de E.E. heeren Qedeputierden deser provincie dienstelick versocht worden, 
tbesluit des sijnodi te willen handthaven ende denselven Pot het prediken 
te verbieden, opdat de kercke door soo ergerlyken persoon niet langer 
bedroeft en worde. 



18. Den 20 Decembris hebben deputati synodi , twee in getale , naeme- 
lijck Jacobus Revius ende Georgius Goijkerus, binnen Deventer voort 
collegie der E.E. heeren Gedeputeerden der landtschap volgens haren last 
aengehoudeo , om in het intrecken vant Remonstrantsche Taffereel, twelck 
haere Ed. hebben beloofft, te willen doen. Hebben oock oopeninge gedaen 
vant gebesoigneerde in saken van Joh. Meijlingk ende Henrici Jodoci 
ende Engelb. Pot, instantelik vcrsoekende , alsoo deselve bg den provin- 
ciael sijnode om zijn socinianerije was gedeporteert, de Ed. heeren Gecom- 
mitteerden believen mochte denselven het predickampt te verbieden , waerin 
haere Ed. sich beswaert hebben, bevonden, seggende daertoe niet gelastet te 
zgn, maer hetselve te sullen moeten dienen op den landtdach. 



332 

19. Deselve deputati synodi, ten Belven daghe daertoe versocht zgnde bfj 
de broederen des Deventerschen classis, dewelcke baer aendienden, hoe 
Henr. Meilingk op de laetstgehoudene claringe nae tscheijden der gedepu- 
teerden des synodi syn sake voor Ridd. ende Steden seer favorabel hadde 
voorgedragen, waerop gevolgt was, dat van wegen des classis van Deventer 
(diet eygentlick concerneerde) bg requeste was versocht, dat een dach 
mochte aengestelt werden, in denweloken in presentie der E. Ed. heeren 
Gedeputeerden van de landtscbap classicaliter met gemelten Meijlingio 
mochte gehandelt worden, twelck b\\ Ridd. ende Steden was ingewillight 
ende welcken dach alsnu verscheenen was, zjjn neffens voornoemde classi- 
cale broederen verschenen int collegie der E.E. H.H. Gedeputeerden. Alwaer 
H. Meilingiüs mede gecomen zynde, hem poinctewelyck voorgehouden 
zjjn onwettelyck indringen ende onstichtelick leven, en heefFt nergens op 
willen aentworden, maer geeijscht schrifftelyck te willen handelen, twelck 
als ongebruikeljjck ende alleen tot retardament dienende hem by den depu- 
taten synodi ende classis is affgeslagen. Ende alsoo hy bg syn en ongefon- 
deerden eijsch persisteerde, is de handelinge niet hem onvruchtbaerlyck 
affgebroecken ende hem 's anderndaechs bij den magistraet van Deventer 
het prediken verboden. 

20. Den 10 Decembris de deputati sgnodi, niet connende verstaen, dat 
Engelb. Pot tegen danck des synodi, classis, jae oock zgns respectiven 
drosts, langer te Geythooru behoorde getolereert te worden, hebben goet- 
gevonden hem zjjn deportament, van den synode geschiet, te insinueren 
ende te lasten promptelick van zijnen onwettelyken dienst to desisteren, 
opdat hg geen ignorantie en hadde te praetendeeren, indien andere middelen 
tot ontlastinge van haer ampt ende conscientie tegens hem worden vorge- 
noemen. Ende is sulx op denselven dagh hem schrifftelick toegesonden. 



Anno 1619. 

21. Den 6 Januari) de deputati synodi tot Zwoll vergadert zgnde, is 
van wegen de gedeputeerden des classis van Deventer ingebracht, hoe dat 
Henr. Meijlingk tegens danck der classis, droste van Twente ende magis- 
traet van Deventer, continuere in de onwettelike dienst tot Hengeloo, oock, 
de kercke door ordre des inagistraets gesloten zijnde, hem vervordere op 
den kerckhoff te prediken. 

Wt den name der gedeputeerden classis Campensis is gedoleert, dat Jo. 
Meilingk ende Henk. JodoCi, gewesene predicanten, desen op Ens, dien 
tot Genemujjden, boven tdeportament, haer gtinsinueert, noch in den dienst 



333 

continueren, ja oock Joh. Mbilingk hem ver vordere tot Campen te prediken. 

Deputatus classis Swollanae heeft aengedient de dachten Martini Harling. 
over zijn deportament, alsoock de swaricheyt, die sommighe daerin maken. 

Deputati classis Steen wicanae hebben gedoleert, dat Engelbert Pot noch 
blrjve in zijnen onwettelyken dienst, lasterende den synodum, ende deE.E. 
heeren Gedeputeerden van de landtschap, aengesocht zijnde de resoluitie, 
over gemelte persoonen gevallen, te willen mainteneeren , iterate verclaert 
hebben daertoe niet gelastet te zyn. 

Deputati synodi, op alles rypelik hebbende gelett, vinden goet de swaric- 
heden van die van Deventer, Campen ende Steen w. aen de gecommitteerde 
predicanten wt onse provincie op de synode nationael te communiceeren , 
versoekende deselve sich te willen in devoir stellen, om de kercken van 
Overissel van de voornoemde persoonen door autoriteit des nationalen 
synodi te helpen ontlasten. 



22. Aengaende de sake Martini Harling. verclaren deputati synodi, 
dewijle de oorsaken van zyn deportament nadorhant niet alleen niet wegh- 
genomen maer oock verswaert zyn, tselve deportament noch voor wettelyck 
ende van weerden te houden. Is oock goetgevonden , dat den h. scholtis 
van Hasselt door de deputati synodi schriftelyck sal versocht worden de 
vacerende plaetse met een goet predicant na kerckelyke ordre te willen 
helpen versorgen. 

Alsoo de goede gemeente van Campen noch geenen ordinaris kercken- 
dienaer en heeft, is goetgevonden door D. Goijkerum den kerckenraet aldaer 
aen te dienen, dat deputati synodi bererjt zyn, indient haer E. belieft, wt 
de respective dassen deselve gemeente te doen bedienen. Sal oock gemelte 
Goijkerus by denselven korckenraet aenhouden, dat haere E. met alle 
gevoechlyke middelen soeke voor te comen , dat Joh. Meilingk het prediken 
binnen Campen niet meer en weerde toegelaten. 

Vinden oock noodigh, gemelten kerckenraet voor te dragen, deselve 
gelieve voortaen tghene haere E. op den nationalen synodum te doen heb- 
ben, door de gedeputeerde wt dese provincie te laten verrichten, opdat 
alles ordentelyck ende met goede correspondentie moge toegaen. 



23. Den 29 Januar. Henrico Meilingio ende Mart. Harling. hare 
diensten bij de E.E.H. Gedeputeerden der landtschap opgesegt zynde, is 
van den nationalen synode tot Deventer gecomen D. Casparus Sibelius met 
last om de saken, daerover wy den synodum begroetet hadden, waert 
mogeük, in de provincie te remedieren. Ende zyn dieshalven de E.E. 
heeren Gedeputeerden den 3 Feb. by requeste gebeden, denselven y ver ende 



334 

eernst, die se getoont hadden in saken der voornoemde onwettelyke ende 
onrustighe predicanten, oock te willen continueren int stuck van die van 
Ens, Genemuiden ende Gejjthoorn, opdat in dese provincie (gelyck oock 
by de goede magistraten van andere provinciën geschiedet) die besondere 
swaricheden sooveel moegelyck is werden affgedaen ende het synodus nati- 
onalis met snlcke particuliere lasten niet en behoefde gemogt te worden. 
Ende was het voornoemde reqüest onderteykent: 

Jacobus Revius, deput synodi ordinarius. 

Casp. Sibeltus , depnt ad synodum nationalem , 
wt expresse last zjjner medegedepn teerden. 



24. Den volgenden 5 en Febr. is van wegen de H.H. Gedeputerden deser 
landtschap geschreven aen de 3 voornoemde onwettelyke predicanten ende 
haer den kerckendienst verboden. Is oock van wegen gemelte H.H. Gedep. 
den deputatis synodi aengesejjt, dat se de vacerende plaetsen ende insonder- 
heyt Ens opt spoedichste souden met goede leeraers sien te versorgen. 



25. Den 11 60 Feb. zijn vergadert geweest te Zwolle de deputati synodi, 
welcke geerne hebben aengehoort de mejjninghe der E.E. heeren Gedepu- 
teerden der landtschap. Ende alsoo D. Daniel Goykerls, gewesen predi- 
kant van den E. heere van Dorth, tegenwoordich sonder dienst was, 
hebben denselven met synen goeden wille opt scherpste in alle pointen der 
religie geexamineert ende sodanigh bevonden (lettende oock op zyn goede 
getuichenissen) , dat hjj met sonderlinge stichtinge de gemeente van Gel- 
mnjjden soude connen bedienen. Ende opdat deselve met te meer affectie 
ende minder swaricheyt mochte ontfangen worden, hebben zjjnenthalven 
een gonstigh voorschreven versocht van de Ed. heeren Gedeputeerden, hem 
insgelyx mede voorschrijven gegeven beyde aen den ach tb. raet ende 
w. kerckenraet van Genemuyden, opdat hij aldaer bjj provisie den dienst 
betreden mochte, ter tydt toe haer E. hem, indien syn, gaven haer aan- 
stonden, ofte een ander vroom predicant wettelijck mochten beroepen. 



26. Deputati synodi, gewaerschouwt zijnde wt den nationalen synodo 
voor den persoon Everhakdi Schüttenii, als zjjnde suspect van vrembde 
leere, ende versocht den kerckenraet van Zwolle daervan t'ad verteeren , 
hebben noodich geacht denselven eerst mondelyken te hooren, als geschiedt 
is. Ende hebben Jacobus Revius ende Victor Pktri in praosentie Jo. 
Wedaei gemelten Schüttenium opt scherpste ondervraegt, soo op de 
pointen, der Sociniaenschen ende Vorstiaenschen theologie betreffende, als- 



335 

oock op de tuschen ons ende den Remonstranten in verschil zjjn. Schut- 
teniüs heeft hem verclaert op de eerste , een gronwel ende afschrick daervan 
te hebben; de andere aengaende heeft oock tamelyck contentement gedaen. 
Doch tot meerder versekerheyt hebben de gedeputeerden synodi hem opge- 
lost zijn bekentenisse daerover schrijfftelyck te vervatten ende ter naester 
vergaderinge in te leveren, twelck hg heeft aengenoemen. 



27. Den 3 Martii zgn tot Zwolle in de vergaderinghe der gedeputeerden 
des synodi verschenen de gecommitteerde der kercken van Campen , toenende 
aenschrjjven van den synodo nationali, als dat de deputati synodi souden 
versocht worden de kercke van Campen met leeraers bjj provisie te ver- 
sorgen, twelck alsoot voordesen vrijwillichlyck bij den deputatos synodi 
gepresenteort was , oock nu geerne is aengenoemen. Ende is deselve kercke 
vervolgens bedient bg Vict. Petri, Jacob. Revium, Jo. Volcerum, Jo. 
Vosculium, doorgaens geassisteert van D. Georgio Ooijkeho, alsoo de 
kercke van Campen tot haren ordinaris dienaer hadden beroepen D. Petuum 
Plancium, leeraer tot Hasselt, ende de gemeente aldaer, alsoock den achtb. 
raet, alderlejj swaricheyt daertegen moveerden. De gemeente van Campen 
sich beroepende opt advgs der gedep. des classis ende synodi, syn ordent- 
lick gehoort de redenen , die soo bij die van Campen als b\j die van Hasselt 
zjjn voortgebracht, ende hebben deputati synodi et classis geoordeelt, dat 
ten aensien van den droevigen staet der gemeente tot Campen als van de 
goede affectie der borgerjje ende des A. raets aldaer totte persoone Plangii 
ende andere redenen , deselve beroepinge behoore haren voortgangk te hebben 
ende te genieten. 



28. De gedeputeerde des classis van Zwoll, hebbende versocht hetadvys 
der gedeputeerden des synodi over het beropen van D. Joh. Vockingius te 
Ruveen ende Oualtheki Zelle tot O vereest, hebben bejjdersjjte deputati 
daerinne verwillight, gemelte personen haers ampts vermaent ende brieven, 
tot dien ejjnde noodich, aen de E. W. vrouwe vant Swartewater ende den 
scholtds van Hasselt gedepecheert , oock ordre gestelt tot haere introductie. 



29, Alsoo men verstaet, dat de afgesette predicanten haer gedenken te 
vervoegen op den comstigen landtdach te Campen, in meeninghe dat haere 
sake daer opt nieuwe sal dienen , zijn geauthoriseert Georg. Goijkerus ende 
Victor Petri om op den aenstaenden landtdagh mede te verschijnen ende 
bij Ridd. ende Steden te doen , wat den noot sal eijschen ende de stichtinge 
van Godes kercke sal medebrengen. Ende indien eenighe swaricheden van 



386 

meerder gewighte mochte voorvallen, sullen se de 2 andere deputatos 
synodi mogen tot haer ontbieden, om met gemeener handt in de sake te 
besoigneren. 

30. Den 5 Martii heeft Everhardus Schuttenius overgelevert zyne be- 
belydenisse over de strgdighe pointen, lugdende als volgt: 

Confessio. 

1. 

Deus ab aeterno quosdam ex massa illa humana cormpta in Christo 
elegit, quosdam vero in ea reliquit. 

2. 

Caussa v. illius electionis non est ab ullis operibus vel fide praevisa, 
quae Deum, ut hoc faceret, impulerit aut moverit, sed a puro illius 
beneplacito et misericordia. 

3. 

Decretum illud, quo Deus nonnullos elegit, nonnullos vero rejecit, est 
aeternum, absolutum et immutabile. 

4. 

Quos Deus ab aeterno elegit, illos etiam in tempore efiicaciter vocat per 
Spiritum suum et media, quibus adhoc utitur. 

5. 

Et haec graüa efficax non est universalis omnibus, sed tantum electori 
propria. 

6. 

Qui ita praedestinati et electi sunt, nunquam gratiam et fidem suam , 
quam habent, amittunt, sed in ea ad finem usque perse verant 

7. 

Liberum arbitrium in homine non-renato ad bonum spirituale plane 
mortuum et nullum est, ita ut nihil habeat, quo adjutus a se ad regenera- 
tionem suam gervenire possit. 

8. 

Ac proinde totum illud, quo convertimur et in ea conversione ad finem 
stamus, soli gratiae praevenienti, concomitanti et confirmanti plane adprivitur. 



9. 

fiomo fenatus in hac vita nunquam perfecte legem Dei implere potest, 
sed semper cum reliquiis carnis suae conflictari cogitur. 

10. 

Blasphema illa Socinianorum sententia de Christi persona et officio et 
satisfactione contra Scripturam plane pugnat et execrabilis est. 

11. 
De Deo ejusque attributis ita sentio, pront Reformata ecclesia sentit. 

12. 

Et si quid praeterea sit, in hocce et omnibus ecclesiae verae et Refor- 
matae judicium meum submitto et subjicio. 

Ita sentio et confiteor vere coram Deo et ecclesia. 
Subscripta fait haec confessio hoc ut sequitur nomine: 

EvEKHABDUS ScHUTTENIUS. 

Ende zjjnde denselven Schutten ius wederom mondelick gevraeght in 
praesentie deputatorum classis Swollanae over alle stuckon, daerin ver- 
vat tet, heeft sodanighe verclaringe daerover gedaen, dat daeraen volcomen 
contentement genoemen is. Weshalven depntati synodi in conscientie niet 
connen vinden , waerom gemelte persoon , synde van goede getuichenisse , 
geleertheyt ende gaven, wt den kerckendienst soude geweert worden. 



31. Den 9 Martii syn te Campen opt den landtdagh voor Ridd. ende 
Steden verschenen wt name der gedep. des synodi G. Goijkebus ende Victor 
Petri ende hebben aldaer versocht het navolgende: 

1. dat de deportamenten der predicanten te Gegthoorn, Ens ende 
Genemuijden bij haere E.E. Mog. mochten geapprobeert worden; 

2. alsoo de Luttersche binnen Campen ende Zwoll tot noch toe onge- 
bruijkelyke vergaderingen aonvangen, dat haere Ed. Mog. believe deselve 
te weeren; 

3. dat het Remonstrantsch Taffereel na iterative beloften van Rid. ende 
St, alsoock haer Ed. Mog. Gedeputeerden, eens moge ingetrocken worden. 

Ridderschap ende Steden hebben opt eerste geresolveert , tghene blyckt 

bij schriftelyke acte van haere Ed. Mog., den deputatis synodi verleent, 
luidende als volgt: 

Acta syn. provinc. V. 22 



338 

Copia. 

Extract wt het register der resoluitien van Ridderschap 
ende Steden der landtschap Overisel. 

lijn ingecomen Victor Petri , bedienaer des godlijken woorts binnen der 
stadt Zwol, ende Georoiü9 Goykerus, predicant tot Wilsum, als gedepu- 
teerde ran synode provinciall, ende hebben volgents geremonstreert, als dat 
Engelbertus Pot, praedicant tot Geijthoorn, Joannes Meilingius, praedi- 
cant tot Genemuijden , ende Henricus Jodoci, predicant op Ens, om 
onwettelyckhejjt haers beroeps ende quade getuighenissen van haer leven, 
eensdeels by den synode provinciael, oock andersdeels van den deputatis 
synodi voorsz. , als daertoe expresselick geauthoriseert wesende, van haeren 
dienst waren gedeporteert , versoekende oversulx, dat hetgene hierinne bij 
den synode ende deputatis synodi is gedaen , oock bij Rid. ende Steden 
inoge werden geapprobeert. Waerop denselven is afgegeven , alsoo sy ver- 
claren , dat de voorsz. persoonen bij den synodo ende deputatis synodi , als 
daertoe geauthoriseert. met volcomen kennisse van saken wettelyck zijn 
gedeporteert, dat Ridd. ende Steden daerommc oock sodanige depor tarnen - 
ten approberen ende dienvolgens verstaen , dat in plaetse van de voorsz. 
predicanten bij den collutoren ofte dient competeert andere heropen ende 
aen de respective dassen gepraesen teert sullen mogen werden. Actum op 
den landtdach binnen Campen den 10 Martii 1619. 

Collatum : 

RoELINGK. 

Opt 2 C is geandtwoort, dat sulx niet en stondt aen haer Ed. Mog. ver- 
gaderinghe, maer by de steden respective, die daervan souden gead verteert 
werden. 

Opt 3 e is wederom belooft tselve te sullen int werck gestelt werden. 

32. Den 10 Martii hebben deputati synodi Ridd. ende St. geremon- 
streert, dat se door haeren medegedep. Jo. Voscuil wierden gead verteert, 
dat in Steen wykerwolt, Oldemerckt ende Paesloo de Paepsche tsamenrot- 
tingen bovenmaten toenamen , biddende haere Ed. Mog. , ten dienste vant 
landt ende van Godes kercke daerin te willen voorsien. Waerop hare Ed. 
Mog. belooft hebben datelyck ordre te stellen. 

33. Den 24 Martii deputati synodi tot Campen vergadert zynde, hebben 
opt versoeck der gedeputeerden des classis van Campen ende wt beyder 
name geschreven aen Nic. Johannis, pred. tot Camperveen, hoe se ver- 
stonden, dat eenighe burgeren van Campen haer vervorderden tegen de 



339 

publicatie der voorsz. stede, voor eenen geruijmen trjdt gedaen, in zijne 
kercke haere kinderen te laten doopen, dat oock sommige van die souden 
gesint syn toecomende Paeschen het h. nachtmael des Heeren t'ontfangen, 
een sake, die merckelick soude streckcn om de oneenicheyt ende twist te 
vermeerderen ende de scheure der kercken te vergroeten, wieshalven ge- 
melte deputati synodi ende classis hem belast, sigh sowel van het doopen 
als het nachtmael des Heeren aen de voorsz. burgeren uijt te reijken te 
ontholden op datelycke suspensie, dat hij oock syn testimonia dimissionis 
ende vocationis binnen 14 dagen soude inbrengen op gelycke straffe. 

34. Den 1 Aprilis hebben deputati synodi opt versoeck der gedeputeerden 
des classis van Campen geexamineert D. Jo. ab Alcumade, voordesen ge- 
weest pastoor int pausdom ende door Gods genade na vele swaricheijts wt 
de Babylonische gevanckenisse verlosst, alsoock D. Lambertüm Hiüüingium , 
s.s. theologiae studiosum. Ende alsoo aen hare aentwoorden een goet be- 
noegen genoemen is, hebben oock haerer beijder gaven int prediken gehoort, 
ende haere getuichenissen wel overwogen synde, geacht beijde voornoemde 
persoonen stichtelyck totten voornoemden kerekendienst te sullen mogen 
bevordert worden. Ende alsoo de kercke tot Genemuijden tot haeren eijgen 
schaden den provisionelen dienst van D. Daniel Goijkekus heeft terugge- 
gehouden ende deselve nu niet gesint en is de plaetse te bedienen, oor- 
deelen de aenwesende broederen, dat haer sal gepresenteert worden den 
persone van Jo. Alcümade om bij provisie den dienst aldaer te betreden, 
ende indien s\jn gaven de gemeijnte aenstaen, alssdan te mogen wettelyck 
heropen worden. Waertoe zjjn gedepu teert G. Goijkekus, Jo. Voscuil, 
Ernestus Hiddingk. Alsoo oock den dienst op Ens is vacerende, achten 
de broderen goet, dat D. Lambehtus Hidïhngk denselven gepresenteert 
worde door Jo. Voscuil, Georo. Goykerum ende Hilb. Willenium, ton 
eijnde als voren. 

35. Den 19 April zijn vergadert geweest tot Zwoll do deputati synodi 
n effens den deputatos classis Campensis, alwaer verschenen is D. Nicol. 
Johannis, den kerekendienst betredende binnen Camperveen, om, gelyck 
hij gelastet was, te vertoonen getuighenisse van zijn wettelyke dimissie uijt 
de kercke van Ens ende beroepinge tot Campervcen. Deselve getoont ende 
bij de aenweesende broederen gesien ende overwogen zynde, is daerop 
geresolveert als volgt : 

1. Wat aengaet de acte van demissie ende beroep laten de broeders in 
haere weerde. 

2. Desidereren de broeders d'approbatie van de classe Campensi over 
tghene voorsz. is. Ende also D. Nicol aus hiertegen inbrengt sekere appro- 

22* 



340 

batie , die te vinden sonde zjjn int classicael boeck , geteijckent bij de Cam- 
per predicanten, oordeelen de broederen, dat deselve niet en zij te honden 
voor classicael, maer als van de predicanten van een gemeente alleen 
gedaen te zijn, die een onbehoorlyke maght doen ter tijdt over den gant- 
schen classem waren usurperende, ende dat D. Nicolaiis sal gehouden zgn 
deselve voor onwettelyck te verclaren ende een beter te versoeken, daert 
behoort 

3. Alsoo der propoosten geresen zjjn aengaende het lasterlyke Taffereel, 
waerin de Geref. kercke bij de Turcsche geleken wort etc., twelck Nicol. 
voorsz. tot een pronck op zjjn studiercamer heeft hangende gehadt, vinden 
de broeders noodigh , dat D. Nicol. tselve met haer condemneere ende zijn 
faute dieshalven erkenne, twelck geschiet zijnde, sullen de broederen D. 
Nicol. voorsz. over het strijdighe gevolen aengaende de 5 poincten niet 
lastigh vallen, maer tselve gantschelyck den nationali synodo laten bevo- 
len zijn. 

Nicolaus Johannis, dese resoluitie hebbende aengehoort, heeft in allen 
stucken volcomentlyck hem daermedo geconformeert. Waerop hem dan 
belast is , volgens het 2° stuck voorsz. , dat hij metten eersten aen den clas- 
sem Campensem zjjn approbatie versoeke. 



36. Alsoo die van Ens ende Genemuiden door frivole praetensien tar- 
deren de beroepinghe der persoonen, die by den deputaten classis ende 
synodi haer gerecommendeert waren, is goetge vonden , dat denselven sal 
aengeschreven worden, dat se volgens de kerckenordre binnen de tydt van 
14 dagen eenen bequamen persoon den classi voorstellen, ofte bij faute van 
dien sullen gehouden zjjn aen te nemen dengenen , die haer bij den classem 
sal worden toegesonden. Twelck geschiet ende sanderen daeghs de brieven 
zgn afgeverdight Is oock opt versoeck van den Steenwgcker classe gelyke 
aenmaninghe gedaen aen de van Gejjthoorn. 



37. Den 20 April zyn gecompareert de gecomitteerde der gemeente 
van Campen ende hebben geclaeght over d'insolentien, die gepleeght worden 
van de Remonstrantsche voorleesers , als dat deselve niet alleene en usurpe- 
ren het predigkampt int uij tl eggen (op haere maniere) van de Schrifbuere, 
maer oock corts eenen langen oproerigen brief, van den Remonstranten te 
Dordrecht gecomen zynde , het volck hebben voorgeleesen etc. , versoekende 
goeden raet in een sake van soo grooten disordre ende gevaer. Deputati 
synodi hebben aengenoemen deselve sake, sovele haer moegelyck was ende 
met de gevoechlichste middelen, ten besten te dirigeren, twelck oock 
geschiet is. 



341 

38. Hebben oock deselve gedeputeerden versocht, alsoo de gemeente 
van Hasselt traineert sonder reden de dimissie D. Plancii, dat deputaten 
synodi believe D. Plancio te belasten, dat hij hem begeve na Campen. 
Daerop is geandtwoordt , dat dese sake gehooro tot den classe van Zwoll 
ende niet directe totten deputaten synodi, die alleene om goeden raet te 
geven voordesen daermede zijn gemoijt geweest Edoch wort onsenthalven 
goetge vonden , dat eenighe soo ujjt den classe alsoock uijt ons na Hasselt 
sullen reijsen ende metten hoeren ende kerckenraet mondelijck ende vrien- 
delick handelen, opdat de sake in vrundtschap sovele mogelyck worde 
afgedaen. Doch indien boven alle vermoeden die van Hasselt gheen redenen 
wilden plaetse geven, dat gelykewel deputaten voorsz. haere voorgaende 
resoluitie sullen van weerden houden ende soveel in haer is effectueren. 
Hrjrtoe zyn gecommitteert wtten deputaten synodi D. Georo. Goijckerus, 
Victor Petrï ende Jo. Voscuil. 



39. De gedeputeerde van den consistorie van Zwoll hebben ingebracht, 
hoe dat, verscheiden dachten gevallen zynde in deselve haere vergaderinghe 
over den persoon D. Joh. Wedaei, dienaer des godlyken woorts aldaer, 
D. Wedaeus voorsz. hem heropen hebbe op den respectiven classem, waerin 
den kerckenraet hebbe geconsenteert. Ende alsoo se nu gesint waren den- 
selven classem te beroepen, zjj hiertegen haer van den A. raet inhibitie 
gedaen van den classem niet te vergaderen, ten ware hare achtb. eerst de 
pointen van beschuldingen werden in handen gestelt om te sien, of het 
noodich ware den classem daerover te versameien. Waerin de kerckenraet 
zwaricheijt vindende, hebbe haer beraet genoemen ende goetgeacht die 
gedeputeerden des synodi om goet advijs in soo een gewightige sake aen 
te soeken, gelijck se doen mits desen. De deputati des synodi beneffens 
2 deputatis des classis van Zwolle, daertoe versocht zynde, hebben ver- 
melte propositie aengehoort ende kennisse genoemen van de doleancen, die 
tegens D. Wedaeum voorsz. worden gesustineert Oordeelen, alsoo deselve 
merendeels sodanighe zijn, dat se de Geref. kercke int gemeen aengaen, 
dat se dan noch in den kerckenraet alhier noch in den classe, maeropden 
nationali synode behooren affgehandelt te worden, volgens den 28 artikel 
des laetstgehoudenen synodi nationalis, gecelebreert in sGravenhage anno 
1586, te meer naedien dese sake, in synodo voorsz. aireede contbaer 
geworden zynde y aldaer mede geoordeelt wort daer eijgentlyck te behoren 
ende naerder oopeninge deshalven airede is versocht geworden. 



40. Den 7 Junij zijn binnen Deventer de deputati synodi vergadert 
geweest ende de acta van haere deputatien met gemeene goetvinden alsoo 



342 

gestelt als boven. Ende is daernae niet sonderlings gebesoigneert als allcene 
dat by gemelte deputaten op den 22 Jouij aen de vergaderiDgbc van Ridd. 
ende Steden, binnen Raelte versamei t, is versocht de celebratie des comp- 
stigen synodi provincialis , welcke bij haere Ed. Mog. is gcaccordeert tegen 
den 16 el1 Augusti wtgeschreven te sullen wordon, als blyckt by acte, 
gedateert den 24 July 1619. 

Dus gedaen by deputatos «ynodi, getuijgen 

Jacobüs Rbvius. 
Geobgius Goykerus. 

VlCTOR PeTRI. 
JüHANNES VoSCUIJLL. 

Geschreven ujjt haere memorie by mg 

Joannes Volcerüs, synodi scriba, m. pr. pst. 1 ) 



Acta synodi provincialis binnen Campen, begon- 
nen den 20 ende geeyndight den 23 Junij 1620. 

Eerste sessie. — Art. 1. Den name van God Almaghtigh synde aengeroepen 
totte verkiesingge van eenen praeside , assessore ende scriba , is verkoren : 

tot praoses D. Wilhelmus Stephani, s. sanctae theologiae doctor ende 
bedienaer des goddeliken woorts tot Kampen, 

tot assessor D. Casparus Sibeuus, bedienaer des goddeliken woorts tot 
Deventer , 

tot scriba Hïeronymus Vogellius, bedienaer des goddeliken woorts tot 
Hasselt. 

2. De synodus, naer acnroepingge van des Heeren name voor den segen 

over hare vergaderingge, heeft hare actiën aengevanggen mettet lesen ende 

overwegen der credentien der kerken deser provinciën, mette welke ver- 

scheenen syn uyt het classe 

van Deventer: 

D. Casparus Sibelius, ), . . x A _. 

^ w . ) herderen der kerke tot Deventer , 

D. Win an dus Alstorfius, 



*) Deze onderteekening is eigenhandig. 



343 

D. Johannes ab Alkemade, bedienaer des goddeliken woorts tot Enschede, 
endo d'eersame Dibbik ten Kolke, ouderlingk te Deventer; 

van Kampen: 

D. Wilhelmus Stephani, s. sanctao theologiae doctor, herder der kerke 
Christi tot Kampen, 

D. Lcbbertvs Rynvis, leeraev in de kerke te Geelmuyden, 

D. Johannes Rothusius, praedicant te Iselmuyden, 

ende de eersame Jan Veene, ouderlingk in de gemeente te Kampen; 

van Swolle: 

D. Hebmannus Wiferdingk, herder der kerke te Swolle, 

D. Hiebonymus Vogelliu9, bedienaer des goddeliken woorts tot Hasselt, 

D. Johannes Fockingius, herder te Roveeno, 

ende de eersame Wessel Jociiimsen, ouderlingk te Swolle; 

van Steenwijk ende Vollenhoe: 

D. Johannes Voskuyl, herder der kerke tot Steenwyk, 

D. Henbicus Vingkius, praedicant tot Wanneperveen, 

D. Daniel Goykebüs, praedicant op Swertesluyse , 

ende de eersame Gebbet Jansen, ouderlingk tot Vollenhoe. 



3. Syn gedeputeert de E. praeses, assessor ende scriba synodi om de 
weledele heeren gecommitteerden der Ed. Mog. heeren Staten van de lant- 
schap Overyssel om den synodo by te woonen tot hare vergaderingge te 
versoeken. Ende hare Weled. bekent makende den last, hare Weled. mede- 
gegeven, dattet synodus was geconsen teert, mits dat de gravamina voor 
het synodum souden werden gesonden aen den heeren Gedeputeerden des 
collegii ofte den gecommitteerden op den synodum , ende swarigheyt 
makende te verschynen sonder dat deselve last wierd in effecte gestelt, so 
ist dat de synode op sigh heeft genomen tot ontlastingge van hare Weled. 
door sekere gedeputeerden den Ed. Mog. heeren Ridderschap ende Steden 
dienstelik te doen blyken, dat in alle andere synoden der Vereenighde 
Provinciën niet anders wierd gedaen als in desen synodo belanggende d'over- 
sendingge der gravaminen, ende also met goede redenen te contenteeren. 
Op welke beloofte (die in de acten synodael souden werden gestelt ende 
hare Weled. copie daervan medegedeelt) hare Weled. tot de bywoningge 
det synodi souden verschynen. 



4. Also hier gekomen syn sekere deputati van de kerke te Rotterdam 
over de beroepingge D. Johannis Volcebi, dewelke, geconsenteert wesende 
by den classe van Steenwyk ende Vollenhoe , door het appel der kerke van 
Vollehoe totten synodum deser provincie is tegengehouden, ende de voor- 



844 

seyde gedeputeerde der kerke van Rotterdam om sware redenen versogh- 
ten, dat dese sake metten eersten moghte worden voorgenomen, so heeft 
het synodus sulx ingewillight. 

Hiermede is de eerste sessie gehouden voor den middagh. 

2 Sessie. — 5. Na den middagh , de Heere Almaghtigh wesende aenge- 
roepen , syn gesonden D. Winandus Alstohpiüs ende D. Johannes Vosküi- 
lius om uyt name des synodi de Weled. heeren gecommitteerden te gaen 
nodigen ende versoeken totte bywoningge der vergaderingge te verschynen , 
gelyk dan verscheenen syn de Weled. hooghwyse heeren , de heere landdrost 
van Zallandt jongkheer Volker Sloot, jongkheer Reyner Gansneb, genoempt 
Tenonaoel, borgemeester der stad Kampen, dewelke beleefdelik van den 
praeside syn bewillekomt 

6. Also de gedeputeerde van de kerke van Rotterdam tegenwoordigh 
waren, is goetgevonden deselve te laten inkomen om te vernemen haer 
versoek. 

Dewelke verscheenen synde hebben voorgedragen, dat se in hare kerke 
naer aenroepingge van Gods name met authoriteyt ende goetvinden hares 
eersamen magistraets ende classis beroepen hebben D. Johannem Volcehum 
tot haren herder, hebbende aengewend verscheydene argumenten om syne 
E. tot aennemingge der beroepingge ende de kerke ende magistraet tot 
syne dimissie te bewegen. 

Sy argumenteerden 

ten 1. van den bedroefden toestan t der kerke van Rotterdam, der pro- 
vincie van Zuythollant ende ook hares classis, door de beroerten der Ar- 
minianen, daerover in de provincie van den synodo Leydensi wel 60 pre- 
dicanten waren afgeset, dat in de kerke van Rotterdam beneffens ontrent 
1300 lidmaten, te versorgen door het ministerium, nogh wel 3000 afge- 
dwaelde te bekeeren waren, welke last vereyschte veel meer hulpe, de 
classis van Rotterdam ook onvoorsien wesende om hulpe te bewysen, als 
hebbende maer 2 leeraers van den reghtsinnigen overgehouden. 

Ten 2. argumenteerden sy van den stact der politie, die seor deerlik 
stond, ende so blyvende d'Arminianen meenen ende gebogen hare sake nogh 
wel staende te sullen houden etc. 

Ten 3. wegen der gemeenschap der heyligen, die vereyschde, dat men 
de meerdere stightingge der kerke Cbristi soeke door onderlingge gerief 
ende mededeelingge der herderen etc. 

Ten 4. van wegen de bequaemheyt des persoons totte stightingge aldaer, 
overmits d'ervarentheyt in de huydendaeghsche verschillen, kerkenregie- 
ringge etc. 



845 

Ten 5. van de verklaringge des geroepenen, diens herte, bewogen synde 
door hare redenen, sigh also heeft verklaert, dat hy de beroepingge soude 
aennemen, als het by de kerke also werd yerstaen. 

Ten 6. van de recommandatie syner princeliker Excellentie, gedaen aen 
den edelen, d f eersamen magistraet ende kerke van Yollenhoe, dewelke be- 
hoorde, als uyt eene reght princelike sorge, insonderheyt totten welstant 
der kerke ende stad van Rotterdam ontstaende, in aghtingge genomen te 
worden. 

Ten 7. van het gansch groot genoegen ende genegen theyt des eersamen 
magistraets van Rotterdam over synen persone. 

Welke redenen den classem hebbende beweeght totte dimissie D. Volceri, 
is haer seer bedroevelik geweest, dat se so weynig van de broederen van 
Vollenhoe syn geaght, ja nauwelix gehoort waren geweest, versoekende 
derhalven van dese E. vergaderingge , dat door overleggingge deser redenen 
hare kerke de nodige hulpe wierd bewesen ende goetgevonden het oordeel 
des classis, te Vollenhoe gegeven, presenterende hare replike op de redenen, 
die de broederen van Yollenhoe moghten inbrenggen. 

De credentie derselver gedeputeerden wierd ook geeyscht ende gelesen. 

Be gedeputeerde der kerke van Yollenhoe syn hierna ingeroepen ende 
ingekomen. Ende heeft d'edele Boldewyn Sloot verklaert nyt name der 
Ed. ende des magistraets alsook der kerke aldaer, dat voor een tyt door 
de kerke van Rotterdam D. Joh^nnes Volcerus synde geroepen ende dat 
hebbende voorseyde edelen ende d'eersame magistraet mitsgaders de kerken- 
raet laten versoeken so den deputaten van Rotterdam tot ophoudingge van 
haer versoek, so den classem van de dimissie niet te handelen, gene even- 
wel gaendc totten classem ende aldaer syne dimissie wierd toegestemt, de 
kerke alsook d'edele ende d'eersame magistraet hebben geappelleert totten 
synodum tegen dese dimissie ende om D. Volcerum te honden. 

Is ook gelesen der edelen ende des magistraets missive van Yollenhoe 
aen den synodum, alsmede de redenen, by den kerkenraet aldaer tegen 
alle aengewende redenen by die van Rotterdam ende contrarie tot syne 
blyvingge door geschrifte totten synodum affgesonden, in hetwelke aldus 
d' argumenten wierden beantword: 

Het eerste: 1. mette onsekerheyt der mogeliker schade voor die van 
Rotterdam uyt de weygeringge D. Volceri, also dergelike in alle plaetsen 
ofte kerken na d'reght over hare leraren konde verwaght worden , daerover 
haer die van Rotterdam souden moeten troosten; 2. mette beteringge der 
ontberingge D. Volceri, also se een ander bequaem leraer in syn plaetse 
konden verwerven; 3. mette sekerheyt ende mogelik onbeterlikheyt der 
sehade over de kerke van Yollenhoe over D. Volceri vertrek, bestaende 
niet alleen in ontberingge van synen tot nogh toe stighteliken ende vrught- 



346 

baren dienst, maer in ontstightingge veler swakken, ergemisse, ja laste- 
ringge des gemeenen mans, met afkeer van den geliefden ende geeerden 
persone D. Volceri, met afkeer ofte vertragingge in de religie ende las- 
teringge van boyden , alsof mette selfde maer wierd gesoght werelsche eere 
ende profyt, temeer also D. Yolcerüs so onlanghs daer was gekomen, dat 
men nauwelix syne stemme was gewoon geworden, ende dat door d'on- 
willige verlatingge D. J. Langu so onlangs seer gewondet was de kerke 
aldaer, welke wonde wederomme soude geopent werden ende geergert, 
sodat de geruste kerke van Vollenhoe om onsekere hulpe voor de kerke 
van Rotterdam sekerlik moeste aentrekken hare droevige gedaente, daer- 
van albereeds eenigh beginsel was maer uyt de vreese syns vertreks. 

Het tweede: dat de gemeenschap der heyligen niet vereyschte, ja niet 
toeliet de geheele schadelike ontberingge ende berovinggo syns getrouwen 
leeraers, also hierdoor ongemeen soude gemaekt worden een leraer voor 
syne kerke, daer se dogh een besonder reght aen hadde door syne wette- 
like bedieningge. 

Tderde argument werd beantword, dat de bequaemheyt D. Volceki een 
argument was , beyden syden gemeen , sonder dewelke d'eene syde hem 
niet soude versoeken, d f andere niet so seer soeken te houden, beneffens 
dat de beqaame hulpe D. Yolceri, gelyk se nuttigh was geweest in de 
voorledene alteratie den classi etc., also ook in dese bèswaerlike tijden in 
do kerke, classe ende dese provincie moeste gehouden worden. 

Tvierde ende vyfde, uyt de sekerc hope van de vernoegingge syner 
pvinceliker Excellentie ende aghtbaren magistraets van Rotterdam, na goede 
informatie van voorseyde dinggen, ende de magistraet haer also weynigh 
moeste vertoornen over de tegenhoudingge der kerke te Vollenhoe, als 
sy door des Rotterdamschen versoek ende raoyte; dat se ook hielt, dattet 
classis onrypelik hare sententie haddo gegeven, in deselfde uytgelaten 
eenige daer behoorende saken ende dubbel sin nel ik andere gestelt, waerover 
dan wierd versoght hare redenen te mogen gelden tot te behoudingge D. 
Yolceri in hare kerke. 

Hierna syn gehoort de E. broederen des classis, te Yollenhoe gehouden, 
dewelke ook hebben overgelevert extract van de sententie desselven classis, 
dewelke ook geurgeert hebben op do redenen, daer de sententie op was 
berustende. 

Is ook gehoort D. Johannes Yolcerüs. Dewelke afgevraeght synde, nadat 
hem verhael was gedaen van de voorseyde redenen ende tegenredenen der 
kerken van Rotterdam ende Vollenhoe, wat syn E. eygen gevoelen over 
dese sake ware, heeft syne E. geantword, dat niet te vergeefs hadde ver- 
maent de h. outvader Augustinus, dat een getrouwen dienaer Christi twee 
dinggen stonden te bewaren: eene goede conscientie ende eerlike fame; 



347 

dewelke hy na uyterste vermogen betraghtende in allen , in dese sake der 
beroepingge , op syn persoon gedaen , seer nauwe hadde gesoght ie bewaren. 
Dat de kerke van Rotterdam eerst heymelik, daerna opentlik tot te voor- 
leggingge der beroepingge hebbe toegeleyt ende die bem toegebraght, 
waerop by bebbe antworde gegeven, bierinne niets te konnen doen ende 
dat om redenen, die gewigbtigh waren: 1. also hy onlangs daer was ge- 
komen; de 2. also God de Heere genadelik badde gesegent synen dienst, 
aldaer aengewend; de 3. overmits by vreesde, onraste te sullen ontstaen 
binnen Vollenbove met syn vertrek; de 4. was de d'aenmerkingge syner 
swakheyt tegen so grooten last, als te Rotterdam was te dragen. Daerop 
de broeders van Rotterdam verscheydelik ende kraghtelik antwordende, 
boewei by niet weynigh in syn berte was bewogen, verklacrde nogbtans 
voor syn persone hierinne niet wyders te konnen doen ende daromme bet 
oordeel der kerke te willen verneemen ende dat te volgen , want bevonden 
bebbende Gods segen te Vollenhoe in de kerke, dien by niet konde kleen 
aghten, en konde niet voornemen die kerke te verlaten. Siende ook den 
noot der kerke van Rotterdam ende te willen evenwel selfs syn eygen 
gemak etc. soeken te Yollenboe, so sonde hy vreesen een onweder Jonae 
hem te overvallen. Derhalven , gelyk hy daromme sigh den kerkenraet 
ende classi onderworpen beeft gehad, dat hy also tegen woordelik doet den 
synodo , sullende geerne aenneemen , wat daerover soude worden geoordeelt. 

De Weled. heeren gecommitteerden deser lantschap hebben ook verhaelt 
de verklaringgc ende versoek der edelen ende des eers. magistraets van 
Vollenhoe, aen hare Weled. gedaen, namelik dat se, haer noyt, gelyk 
ook de kerkenraet niet, hebbende den oordeel des classis in dese sake 
absolutelik onderworpen, maer daertegen (alst oordeel des classis was ge- 
gaen) geappelleert om sware redenen op den synodum provinciael , verhopen 
eude begeren , dat tot dimissie D. Joannts Volceri niet sal werden verstaen. 

Welke saken dan alle langge wesende overleght, is besloten om ver- 
scheydene redenen tgene als volght: dat belanggende de sake van de 
beroepingge der kerke van Rotterdam, op D. Johannem Volcerum gedaen, 
ende des appel les der kerken, edelen ende d'eersame magistraet van Vol- 
lenhoe, het synodus met hertelike toegenegen theyt over beyden syden heb- 
bende gewogen de gansche gelegenthoyt der kerke van Rotterdam ende 
Vollenhoe, of se van herten toewenscht do kerke van Rotterdam de alder- 
beste hulpe, so en kan hetselvo hare bygebraghte redenen niet swaer genoegh 
vinden om de contrarie redenen van de syde der kerke van Vollenhoe te 
overwegen. Wy verhopen ende willen God bidden, dat de kerke van 
Rotterdam met goede arbeyders moge worden voorsien , maer also de kerke 
van Vollenhoe over een jaer seer is bedroeft mettet vertrek D. Joankis 
Langu, welke droef heyt nu wat hadde begost te minderen door dekomste 



348 

D. Joaknis Volceri, die dan nogh syne kudde nauwelix beeft konnen 
genoeghsaem leeren kennen om die na getrouwe sorge te verquikken ende 
te helpen, dewelke dan nu door niuwe droefheijt soude verswaert worden, 
gelyk se albereeds is aengevanggen uyt vreese van syn vertrek, welke 
verswaringge daerna mettedaet meer soude toenemen ; dewyle ook met syn 
vertrek tegen wille ende dangk van syne kerke, der edelen ende des eers. 
magistraets van Yollenhoe de kerkenordre des synodi nationalis swaerlik 
soude werden verbroken; ende verscheyden andere redenen by ons in aen- 
daghtige bedengkingge genomen syn; so en konnen wy voor dese tyt tot 
D. Yolceri dimissie niet verstaan, begerende noghtans te belpen arbeyden 
by de kerke ende edelen als eerbaren raet der stad Vollenboe, dat door 
leningge D. Volceri de kerke van Rotterdam (indien deselve dit aengenaem 
soude bouden ende versoeken) voor sekeren tyt moghte worden geholpen 
uyt haren tegenwordigen noot, verhopende dat ondertusschen de kerke van 
Rotterdam door beroepingge van andere predicanten geholpen ende de kerke 
van Vollenhoe niet ontholpen sal worden. 

Is by den synodo goetgevonden, dat dese acte ende sententie beyde den 
kerken gedeputeerden gelykelik in dese vergaderingge soude worden voor- 
gelesen , gelyk is geschiet , die van Yollenhoe bedangkende voor de resolutie, 
die van Rotterdam verklarende bedroeft te wesen over deselve , maer daer- 
tegen niet te willen disputeeren , dogh bevelende hare kerke in onse gebeden, 
dat se moghte werden geholpen. 

So is ook D. Yolceho dese sententie voorgelesen, dewelke verklaerde 
hertelik geerne tevreeden te wesen mette selve, gelyk by sigh gewillighlik 
de kerke, classi ende synodo hadde onderworpen. 

Ende is also dese sessie metten gebede geeyndight. 



3 Sessie. — 7. Des Woensdaghs namiddagh, het gebed synde gedaen, 
heeft men herlesen de acta des voorleeden synodi. Ende vooreerst aengaende 
het 8 ito artikel , belanggende de beschuldingge des classis van Meppel tegen 
den predicanten van Staphorst ende Ihorst, is goetgevonden, dat nogh een- 
mael door het classem van Swolle aen denselven van Meppel sal werden 
geschreven. 

8. Aengaende het 12* te artikel, van de Catechismipredicatie Sondaghs 
namiddagh te doen, is wederomme besloten, dat in allen dassen ende 
kerken sulx sal werden geurgeert ende tewegegebraght. 



9. Belanggende het 17 8te artikel, van de verklaringge der schuitbeken- 



349 

ningge D. Joannis Wabdei, getuygen de broederen des classis vanSwolle, 
dat sulx ten vollen is afgedaon, ende verklaerden de broederen vanSwolle, 
dat se in goeden vreede ende roste met eikanderen leefden. 

10. Het 28 Bte artikel, van de combinatie der kosterie ende schoolmees- 
terschap, die voortaen souden komen te vaceeren, gelyk sulx is besloten 
by de vergaderingge der Ed. Mog. Ridderschap ende Steden, dewyle ver- 
staen word, dat sulx is naergelaten by sommige erfgenamen, als te Dalf- 
sen, daer de novo een koster in des verstorvenen plaetse neffens den 
schoolmeester is gestelt , so word nodigh gevonden , dat sulx hare Ed. Mog. 
door den deputaten des synodi werde geremonstreert. 

11. De acta des voorleeden synodi gelesen synde, hebben de deputati 
desselven ook voorgelesen hetgene by haer tot uytvoeringge van haren last 
is gedaen, hebbende vast ingebroght meest op alle de gravaminen d'apos- 
tillen van de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden. Over welken gedeputeerden 
getrouwen arbeyt het synodus een goet behagen -genomen heeft ende den- 
selven daerover seer bedangkt, ende sullen de acta deputatorum int sinodale 
boek werden gestelt Syn alleene eenige saken nogh overgebleven ende 
door derselver gelegentheyt eenige andere toegebraght, daerop het naevol- 
gende word goetgevonden. 

12. Om wyders te doen in de sake van Almelo, betreffende de weeringge 
des paeps, sal by den heere grefier deser landschap versoght worden d'ac- 
coort, gemaekt tusschen d' Edele Mog. heeren Staten ende den grave van 
Solre. 

13. Syn gelesen eenige attestatien ende requesten van Bebnhardo ITol- 
trup, die voor eenige maenden uyt een monikenklooster is gekomen ende 
begeert eenige addresse tot eenige bevorderingge van bedieningge der kerke 
ofte schole , alsook hulpe tegen lighamelike armoede. Ende hebben de Wel- 
ed. heeren gecommitteerden, alsook de broederen des synodi, hem toegeleyt 
een liberael viaticum. Ende hebbende D. praeses ende assessor hem 
scherpelik ondersoght, bestraft over eenige ongestadigheden ende fanten 
ende vermaent tot ware bekeeringge, dewelke hy beloofde na te komen, is 
hy gegaen. 

14. Aengaende den aenvangk der procedure des drostes van Iselmuyden 
tegen seker persone (die schynt t'onreght beklaeght) sal hierover D. Rtnvis 



350 

werden gehoort ende door dit synodum het £. collegie werden versoght, 
gnnstelik gelieven te verhinderen, dat een ontschuldigen persono door al 
te heeten yver niet en werde overvallen. 

15. Betreffende de beroepingge des tweeden predicants tot Steen wyk, 
also niettegenstaende verscheyden schryven der deputaten des svnodi aen 
den E. magistraet aldaer ten gelven eynde ende dat op de resolutie van de 
Ëd. Mog. Bidderschap ende Steden, by den voorseyden magistraet niet en 
is gedaen, so vint het synodns goet, dat dese sake aen den Ed. heeren 
Gedeputeerden des collegii ten hooghsten sal werden gerecommandeert , 
dattet hare Ed. gelieve door eernsügh voorschryven de resolutie der lant- 
schap by den E. magistraet te bevorderen ende na te doen komen. 

16. De sake van Johanne Akdenak aengaende de 50 goltgulden, by de 
lantschap hem toegeleyt met conditie van verbintenisse aen deselve, also 
sulke conditie hem seer swaer soude vallen, te meer nu hebbende syne 
studiën seer na geeyndight, so sal het Ed. collegium door den deputaten 
werden versoght hem de 50 g.gulden sonder die conditie gunstelik gelieven 
te vereeren. 

Hiermede is dese sessie geeyndight etc. 



4 Sessie. — 17. Den 22 Junij Donderdaghs voormiddagh, nadat Gods h. 
name was aengeroepen, heeft D. praeses, aengesien de acta so des voorleden 
synodi, so der deputaten nu waren verhandelt, de gravamina classium parti- 
cularium geeyschet. Ende also het classis van Vollenhoe op den synodum 
hare gravamina niet en hadde metgebraght om in te langgen, meenende 
genoegh te syn geweest deselve ad classem synodalem gesonden te hebben, 
ende also niet seekers alletyt in dese sake is gebruykt geweest, so is goet- 
gevonden, dat voortaen de gravamina classium wel sullen ad classem 
synodalem worden gesonden om gemeen te maken, maer dat elk classis 
met hare credenrie hare gravamina de novo sullen moeten inbrenggen. 

Op de particularia classium gravamina word geresolveert. 

18. Op des classis van Deventer: ende vooreerste op het l Bte , of met de 
herdnekkige Arminianen , die de ware religie lasteren , de predicatie des 
goddeliken woorts alsook tgebruyk des h. avontmaels vermyden ende na 
gene vermaningge en vragen , gradatim tot afsnydingge behoort geproce- 
deert te worden, is geresolveert, dat aengesien den stant deser tegen- 



851 

woordiger kerke vooralsnogh niet kan toelaten , dat men koine tot 
d'uyterste trap der discipline, ymmers niet sonder advys ende goetvinden 
van de kerken deser ende andere provinciën, welken int besonder d'eene 
meer als d' andere daeraen is gelegen, dat men met saghte ende patiënte 
middelen soeke de wederkeeringge derselver, also het eene gemeene afwy- 
kingge is, ende dat men de openbare lasteringge den overheden bekent 
make, opdat anders de saghte ende patiënte middelen door de toegelatone 
lasteringgen niet werden misbruykt. 



19. Op het 2 de , of niet een ordinare tyt sal beraemt worden , indenwelken 
het synodus voortaen sal worden gehouden, ende dewyle dese tegenwoor- 
dige tyt voor het classe van Deventer gansch ongelegen is, of niet in 
Septembri, als insonderheyt dien van den platten lande bequaem, hetselfde 
moghte gehouden werden. 

De resolutie is, dat geschiede na gewoonte, voordesen gebruykt, namelik 
te houden de derde Maendagh na Pinxten, ende dat sulx den Ed. Bidder- 
schap ende Steden sal werden gerecommandeert. 

20. Op het 3 de , hoe men sigh in het bedienen dragen [sal] l ) van het 
h. avontmael yegen sodanige personen, welke naturaliter van wyn so 
ganschclik abhorreren, dat se den minsten smake niet konnen verdragen. 

Gravamen ad synodum nationalem. — Is geresol veert , dat dit gravamen 
sal gaen op den synodum nationael. Ende aengaende het gebruyk des uyt- 
gepersten druy vennats , als die te bekomen ware ende daermeede de persoon 
konde worden geholpen, dat sulx geschieden moge. 

Op de gravamina des classis van Rampen : 

21. Op het l Btc , van de reraonstreeringge totte afsettingge der papen 
ende weeringge des afgodendienstes te Urk ende Emmeloort by de Hoogh 
Mog. heeren de Staten Generacl , word goetgevonden , dat men sulx sal 
versoeken aen hare Hoogh Mog. ende de Mogende Ridderschap ende Steden, 
om door hare Mogende Gecommitteerden in den Hage gerecommandeert te 
worden. 

22. Opt 2 de , wat raot mette afgesette predicanten op Ens ende Geel- 
muyden ende elders, die met hare tegenwoordigheyt ende conversatie de 



') »t sa1 ]" aangevuld uit MM. 



352 

kerken grote schade doen, is besloten, dat den Ed. Mog. Bidderschap encle 
Steden de sake sal werden gerecommandeert , ten eynde hare Ed. Mog. 
[gelieven] l ) door naerdere de beste middelen sulx te verhinderen. 



23. Opt 3 de is de nakomingge der kerkenvisitatien nodigh gevonden, 
ende dat aangehouden werde by de lantschap tot versorgingge der onkosten 
van de visitatoren. 



24. Opt 4 de , de satisfactie des 19 den artikels synodi Daventriensis van 
de onderteekeningge der praeceptoren ende andere schoolmeesteren te Swolle, 
door den eersamen magistraet tot nogh toe opgehouden ende dogh belooft 
aen den gedeputeerden , uyt hot classe aen hare eers. gesonden , nadat hare 
ed. informatie van andere provinciën ende plaetsen soude hebben genomen, 
sal voorders van desen synodo door sekere missive daerop werden aenge- 
houden. Ende worden ook het classis ende de kerke te Swolle int particu- 
lier gelastet niet op te houden, ter tyt het werde geeffectueert 

25. Op het 5 de , belanggende de correspondentie mette benabuerde pro- 
vinciën, besonderlik met Noorthollant ende Groeninggerlant, is mette meeste 
stemmen besloten , also het eene sake is , de kerke in vryheyt gegeven in den 
synodo nationali ende provinciali, dat se dan nu werd goet ende nodigh 
gevonden. Ende sullen de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden hierover uyt 
name des synodi dienstelik versoght werden, de kerke hare bekomene 
vryheyt in dese sake gunstelik gelieven te vergunnen. Syn ook nuttigh 
gevonden de synoden van Noorthollant ende Groeninggerlant te versoeken 
totte correspondentie, het welke ook den Ed. Mog. Bidderschap ende Steden 
sal worden voorgedragen ende also met hare Mog. gunste ende consent 
gedaen. Twelke geschiedende, sullen de extraordinare deputaten daertoe 
werden verkoren door de ordinare deputaten deses synodi. 

Hiermede is dese sessie door het gebet geeyndight. 



5 Sessie. — 26. Na den middagh, de Heere Almaghtigh synde aengeroepen, 
is voorgestelt het 6 tte gravamen , van de correspondentie onder den classen , 
ten minsten eens voor het aenstaenden synodo. Ende is sulx voor dese tyt 
niet nodigh gevonden. 



i) „[gelieven]** aangevuld uit MM. 



359 

27. Het 7 ,te , aengaende d'ugtdeelingge ende rekeningge der almoessen 
ten platten lande met kennisse ende goetdungken der predicanten, word 
nodigh gevonden , ende dat ook de Ed. Mog. Ridderschap ende Steden wer- 
den versoght te ordonneeren, dat yniant uyt de magistraet respective neffens 
den predicant by de rekeningge werde vervoeght. 

28. Op het 8**, van het bollewerk op den Ens te bevorderen, is yet 
gedaen by de lantschap ende sal verder werden besorght 

29. Het 9 ste , aengaende de openbare plaetsen in verscheyden steden , die 
de Lutheranen (by den welken sigh voegen d' Arminianen) inhebben ende 
wyders innemen voor haren godesdienst, also het een swaer nadengken schynt 
te geven, dat twee openbare religiën werden geoeffent, sullen de deputati 
synodi syn gelastet , aen den deputaten synodorum in d' andere provinciën 
sulke swarigheyt bekent te maken ende door versoek aen de Ed. Mog. 
heeren Staten van hare provinciën respective by den Hoogh Mog. heeren 
Staten Oenerael ten hooghsten gerecommandeert te worden. 

Op de gravamina Classis Swollanae. 

30. Op het l tte , also de gravamina meest syn afgedaen , syn de broe- 
deren des classis van Swolle te vreeden, mits dattet 27 Bte artikel synodi 
Swollanae anno 1615, als gesproken word van de plaetse des toekomenden 
synodi, werde nagekomen. 

31. Op het 2**, belanggende de weeringge der tovenaers, waerseggers 
etc, die haer in het karspel van Swolle te Dalfsen, Ommen, Overystende 
elders haer laten vinden, dat de deputaten synodi sulx aen den aghtbaren 
magistraet van Swolle, de Weled. heeren drosten van Zallant, Haeks- 
bergen etc. sullen versoeken. 

Op de gravamina classis Vollenhovianae et Steen wicanae. 

32. Het l ,te , van de verhindehngge der profanatien der tempelen, den 
godesdienst toegeeygent, door verpaghtinggen , schermutsinggen , guyghel- 
spelen etc., sal door den deputaten synodi den Ed. Mog. heeren Staten 
deser provincie werden gerecommandeert. 

33. Op het 2 de , of de huweliksche bevestingge van een gedoopte met 
een ongedoopte, insonderheyt so willende blyven, door den predicanten na 
het formulier der Geref. kerke sal toegelaten worden, word geantword : neen. 

Acia syn. provinc. V. 23 



354 

34. Op het 3 de , van de lightveerdige eghtscheydingge Bommiger in dese 
quartieren, sullen de deputaten synodi sulke den Ed. heeren des collegii 
bekent maken, opdat sulke verbrekingge der ordinantie Godes werde 
verhindert. 

35. Het 4 dc , van het drongkendringken onder de praedicatie , alsook het 
5 dc , van de heymelike inschryvingge by den scholtesen, daerop isapostille 
gegeven ende sulx in besonder placaet vervattet 

36. Op het 6**, van de inhoyingge, ook binnensdijks , des Sondaghs 
voornamolik onder de predicatie, die den godesdienst seer verhindert ende 
merkelike schandale geeft, sollen de Ed. Mog. heeren Staten door den 
deputaten werden versoght, dat sulx na hare Ed. Mog. discretie werde 
geweeri 

37. Het 7 tto , belanggende eenige bekortingge der Wederdoperen ver- 
meerderende vergaderinggen, daerby sigh voegen de Remonstranten tot 
grote alienatie der gemoederen te dien plaetsen, daer se toenemen, als te 
Gythorn, Bloxyl, Staphorst, Roveen etc., word nodigh gevonden, dattet 
werde vlytelik aen den heeren Ridderschap ende Steden door den deputaten 
synodi geremonstreert. 

38. Het 8 ste , dat de kerkenmeesters , hier en daer synde Wederdoperen , 
openbare Papisten ende vianden van de Geref. religie ende den welstant 
der kerken ofte tempelen , die seer qualik worden waergenomen te Gythorn, 
Blangkenham etc., door hare Ed. Mog. na hare Mog. wysheyt werden ge- 
betert ende gehouden allenthalven tot goede opsight der kerken ende 
derselver gelegentheden , sullen ook synodi deputati sulx bevlytinggen. 

39. Het 9 tte , van de ophoudingge der lykpredicatien in de Drente, 
sullen de deputati synodi versoeken den deputaten synodi Drentanae, 
dattet hare E. gelieve , aghtervolgende d'ordre des synodi nationalis , sulx te 
willen remedieren ende vooral in de plaetsen, die palen aen de kerke, 
gehorende onder onse provincie, opdattet niet te moer en ergere. 

40. Het 10 tte , dat de nodige verbeteringge van de seer onbequame 
hugsingge D. Grevensteyn op Bloxyl door den deputaten des synodi hooghlik 
werde gerecommandeert aen den heeren Ridderschap ende Steden. 

Ende syn hiermede geeyndight de gravamina classium. 



355 

41. Het particulier gravamen van den consistorio Swollano, betreffende 
eenigen predicant, die, ten platten lande wonende, aen sigh nemet d'onder- 
wysingge eniger discipulen uyt den steden, daer een goede scholeis, word 
sulk gravamen gesonden na het classe van Swolle. 

42. Syn tot deputaten verkoren D. Winandus Alstorfius, D. Wilhel- 
mus Stephani, D. Victor Petri, D. Gerardus Fockinqius. 

43. Hebben voorts allo broederen des synodi, die voordesen in synodo, 
in classe ende elders hebben onderteekent het decreto der acten synodi 
nationalis Dordracenae, laetstmael gehouden, ook de Confessie ende Catc- 
chismo, betuijght eenelik staen (ende vreemt van allerley tegenstrydende 
leeringgen) voor den Heere in denselven gevoelen, bereyd synde op een 
niuw alle die schriften , als synde gegrondet op de onfeylbare waerheyt van 
Gods woort, te onderteekenen ende verhopende door Gods genade daerby 
godvrughtelik te leven ende salighlik te sterven. Amen. Verklarende daer- 
neven niemanden te weten in hare dassen anders te gevoelen. 

44. Also in den synodo Swollana, anno 1615, art. 27 gerefereert is ad 
synodum Campensem tegenwoordigh , de bestemmingge der plaetse voor het 
synodo in dat classe Swollana te houden, dewyle door de plaetse niet en 
word gesoght eenige praeeminentie in de kerke d'eene over de andere, 
ende alternatim het synodus in den drostampte van Vollenhoe te Steen wyk 
ende Vollenhoe werd gehouden , ende tsynodus ook voordesen te Hasselt is 
gehouden, vint het synodus goet, dattet de naeste reyse de beurte sal 
wesen te Hasselt ende dat op den voorbestemden tyt , met consent ende goet- 
vinden van de Ed. Mog. heeren Bidderschap ende Steden , die daerover in 
tyt na gewoonte op het dienstelikste sullen werden begroet. 

45. Ten laetsten is censura morum gehouden ende syn de broederen met 
eikanderen tevreeden geweest. Ende na onderlingge hertel ike toewenschinggen 
van Gods genadige segeninggen ende vermaninggen, alsook naer dangk- 
seggingge tot God ende gebet tot meerdere ende meerdere stigbtingge syner 
kerke, is de synodus in vreede gescheyden den 23 Junij 1620. 

Guiuelmus Stephani, s.s. th. D., pastor Campensis, 

synodi praeses, m.ppr. 
Casparus Sibelius, assessor. 
Hieronymus Vogellius, synodi scriba, pastor ecclesiae 

Hasseltanae. 



2ü* 



356 



Antekeninge van tgene de ordinaris gedeputeerde des 
provincialen sgnodi van Overijssel volgentz haren last 
hebben gedaen in den jare 1619 ende 1620. l ) 

1. Anno 1619 den 14*» Septembris sgn de gedeputeerden des Overgsselschen 
sgnodi binnen Gampen vergadert gewest, namelgck D. Petrus Planctus, 
predicant tot Campen, D. Hieronijmus Vogellius, predicant tot Hasselt, 
Joannes Volcerus, predicant tot Vollenhoe. Ende als sg daer verstonden, 
dat den achtbaren raedt van Campen op den brieff des sgnodi, aen hare 
achtb. van Deventer afgeschreven , nopende 1° de affsettinge des rectoris 
tot Campen, 2° de correctie der leesers ende van selffs opgeworpene pre- 
dikers , 3° de restitutie des ontwendeden kerckenzegels ende kerckenboecken , 
4° de verbiedinge der Lutterscher vergaderinge , noch ngets gedaen hadden , 
nodich gevonden opt ngeuwe hare achtb. daervan met een brieff toe ver- 
manen. Ende overmitz zg in ervaringe gecomen waren , dat G. Arsen , 
nae voorstellinge van eenige frivole conditien, de resolutie over de gede- 
porteerde predicanten , van de Hooch M. heeren Staten Generael gestembt, 
in den achtb. mag. hadde ondertekent, welcke conditien meer strecten tot 
elusie dan tot oprechte obedientie derselver resolutie voorgenoemt, gelgck 
oock mede des achtb. magistraetz selve , hebben raetzaem gevonden , daervan 
den achtb. mag. int voornoemde schrijven te vermanen, alsoock mede goede 
opsicht te willen nemen over Engelb. Pott, die, van Gegthoren gedepor- 
tiert zgnde, zgn residentie oock tot Campen hadde genomen. 

2. Als desen brieff sanderen dages an den achtb. borgermeester in der 
tgt wierde gelevert, verclaerde sijn E., dat den rector omtrent twie uhren 
te vorens was van den achtb. inagistraet sgns dienstee ontsett ende hem 
tzelve angedient doer de H.H. borgermeesteren in der tgt. Van de reste 
belooffde hg met den magistraet te willen handelen. 

3. Waerop ingegaen zgnde int stadthugs, heft den brieff met de an- 
wesende heeren gelesen ende daerop terstont eenen van de gecommitteerden 
des sgnodi ontboden ende van denselven versocht wat naerder verciaringe 
over de conditien, volgents dewelcke hij G. Arsen soude hebben de reso- 
lutie ondertekent. Wierde geantwoort, dat de conditien dese vier navol- 
gende waren: 1* dat d' onderteken] nge hem zgn conscientie nget en soude 
beswaren , 2* dat hg hem wilde vrggelaten hebben , als hij over sgn particulier 



') Zie Acta syn Camp. art 11. (blz. 349. 



857 

gevoelen in de verschillige poincten sonde worden gevraecht, zgn meninge 
rondelgck te mogen verclaren, 3 e datt hem insgelgcx sonde vergunt wesen, 
als hij bg een siecken borger mnchte werden ontboden , hem te onderwgsen ende 
troosten na zijn vermogen ende wetenschap, 4 e dat de ondertekeninge hem nget 
langer te laste sonde wesen oft verplichten, dan totdat hg berouw daer- 
van hadde. Waervan deputati verstaen hadden, dat den achtb. magistraet 
teerste angaende haer op den tenenr van de resolutie souden holden , tdarde 
affgeslagen, ttwiede ende vierde hem togelaten. Daerop repliceerden den 
achtb. borgermeesteren, dat Abssens de resolutie ondertekent hadde prout 
jacet, ende dat den achtb. magistraet nae gedane ondertekeninge hem hadde 
genieten sgn pampier wederom tot hem te nemen , twelck hg declinerende , 
den achtb. borgermeester in dor tijt tzelve hadde in handen genomen ende 
voor zijnen öghen in stucken gescheurt, hem doende verstaen, dat njjet 
haer achtb. nae zijn brieffken, maer hg Abssen hem nae de resolutie der 
Hooch Mogende heeren Staten Generael sonde hebben te gedragen, twelck 
soe hg dede ende in alle stillicheit ende vromicheit, gelgck een vroom, 
vreedsaem borger toestaet, hem wilde dragen, zij hem oock dan in hare 
bescherminge wilden nemen ende alle borgerlgcke rechten laten genieten, 
maer contrarie te doen bevonden zgnde, dat sg hem alsdan souden trac- 
toren, gelgck den affgesetten, onrustigen predicanten geschiet is. 
Van Pott verclaerden insgelgcken. 

4. Angaende de resolutie des karckenzegels ende der kerckenboecken 
verclaerde veelgemelte borgenneester in der tijt, dat hg met zgn collega 
last hadde nae deselve met alle neersticheit t'inquireren bg degene, die 
in den Arminiaenschen kerckenraedt geweest waren, ende bearbeiden dat 
ze wederom ter handt mochten 'gestelt worden. 

5. Van de Luttersche vergaderingen belooffden zg, deselve te willen 
doen ophouden. 

6. Vermaenden oock den deputatum bovensch. , dat hg den broderen 
des kerckenraetz sonde anseggen, indien sg vernamen, dat de affgesette 
predicanten G. Arsens ende Eng. Pott get deden tegens de resolutie 
bovengemelt, twelck sg met goede, deuchdelgcke documenten henlugden 
souden connen overtuggen , tzelve wilden an haer achtb. bekent maken , 
met beloftenisse , dat zg daerin voorsien souden nae behoren. 

7. Den 22™ ende 23 en Septembris zgn de drie voornoemde deputati tot 
Hasselt bgeengekomen , ende naedat se verstaen hadden, dat den achtb. 



858 

magistraet van Swolle in de ondertekeninge der actensjjnodi, diederectoor 
ende schoolmeesters volgentz de sjjnodale arreste hadden in classe sullen 
doen, gedifficultiert hadde, derselver censuire ende opsichte der karcken 
tegen s de nationale ende synodale resolutien ontreckende, nodich bevonden 
eenen brieff an deselve te dirigeren ende met redenen an te wijsen, dat se 
haar in dit stuck met de andere dassen ende kercken soewel deser als der 
benaberder provinciën behoorden te conformeren. 

8. Den 12 en Octobris zjjn de deputati sgnodi D. Petrus Plancius ende 
Joannes Volgerus op den landtsclaringsdach binnen Deventer verschreven 
ende, als noch D. Casparus Sibelius int landt van Gulick ende Berge 
verreist was , D. Hieronijmüs Vooellius uth zgn deputatie van Amsterdam 
noch nijet wedergekomen, uth den classe van Deventer bij haer genomen 
D. Jacobum Revium, predicant tot Deventer, ende volgentz haren last de 
gravamina sjjnodi an de Mogende vergaderinge bij register als volgetaver- 
gegeven. 

Register. 

9. Van tgene de deputati sjjnodi volgentz haren last, hun van den 
sijnodo in presentie der Ed. H.H. gecommitteerden van Bidderschap ende 
Steden gegeven, ter vergaderinge van haar Ed. Mog. op den claringsdach 
tot Deventer hebben ingebracht 

K 

10. Dat, terwijle de classis van Vollenhoe ende S tien wij ck in elcke karcke 
maer eenen diener heft ende oversulcx hate deputati en sonder gebreck der 
kercken njjet konnen verrichten, Ridderschap ende Steden believen wille 
middelen te beramen, dat de kercken van Vollenhoe ende Stienwjjck elck 
met noch eenen diener versien moge worden. 

2. 

- 11. Dat de predicanten, die noch in haer tractamcnt te cort comen, 
volgentz de resolutie van Ridderschap ende Steden mogen werden versien, 
als dacr zijn: Merckel, Borne, Ihorst, Ens, Isselmuijden , Sallick, Cuijn- 
der, Blanckenham, Wanneperveen , Zwartezluijs. Dat oock den predicant 
tot Goor de 125 gl. , die hem bij ordonnantie van Ridderschap ende Steden 
waren tot een supplement zijnes stipendii bij gel echt ende hem eenige jaren 
herwertz onthouden, gerestitueert ; ende de goetheeren ende het stediken 
van Delden mogen ordonneren, dat met den predicant Rappaeo angaende 
zijn tractament deselve geljjckheit moge geschieden, die D. Sollingus z. 



359 

voordesen gehadt heft, angesien zjj tzelve in hare beroepinge, op hem 
gedaen, belooft hebben ende nu zijnen arbeit meer als te voeren vergrotet 
wort, daerbenevens oock H. Metlinck vrij wat groter gagie heft getrocken. 

3. 

12. Dat mede de Ed. Mogende heeren willen gelieven ordre te stellen, 
dat door een en generalen rentemeester in elck drostampt de dieneren des 
woortz mogen betaelt worden uth de middelen , die van de pastorien connon 
te wege gebracht werden, ende njjet nodich hebben van de rich teren, 
scholten ende volmachten der karspelen , die an voel plaetzen geen vrunden 
van de kercken en zjjd, tzelve te verwachten. 

4. 

13. Dat Holten, Mastenbroeck , Geithoren, Stienwfjkerwolt, Blancken- 
ham, Sallick, Isselmuijden , Ens, Camperveen met schoolmeisters ende 
voorsangers versorcht mogen worden, ordonnerende daertho sekere gagie, 
ende de coster tot Wilsum, alsmede tot Swarteslnijs, voor hare bedeningen 
met nodige onderholt mogen vorsien worden. 

5. 

14. Dat de costers overall mogen lidtmaten van de ware Geref. kercke 
wesen ende professie daervan doen, daerentegen de pausgesinde geweert 
worden, als daer zyn tot Raelte, Hellendoorn ende Blanckenham. 

6. 

15. Dat de Ed. Mogende heeren willen gelieven ordre te stellen om de 
ingesetene tot het gehoor van Godts h. woort te brengen, tot dien einde 
verbiedende dat Sondages geduijrende de beide praedicatien het onheilige 
tappen , traffiqueren , copen ende vercopen , ontfanginge van pontschattingen, 
generale middelen etc., daerdoor het volck uth het gehoor wort gehouden 
ende den sabbath onthegliget 

7. 

16. Dat ter plaetzo geen kerckenslach is, moge geordiniert worden, dat 
de kerspelen ten minsten een clein uhrwerck in de kercken stellen, waernae 
haar de costers, schoolmeisters ende praedicanten met hare bedieningen 
mogen reguleren. 

8. 

17. Belangende de oncosten, die de predicanten int reisen ende bjj wonen 
der synodale ende classicale vergaderinge , alsoock die de gecommitteerde 



860 

der sijnoden ende dassen doen int besoecken der karcken , bij verordineringe 
van seker dachgelt henlujjden mogen verlichtet worden, ende die dselve 
voordesen gedaen hebben, restitutie mogen vercrjjgen. 

9. 

18. Dat, terwijle in sgnodo nationali besloten is, dat deé Sondages na- 
middages alomme op den platten lande de Catechismus sall gepredict 
worden tot onderwjjsinge der jonger jeucht ende ware heiliginge des sabbathi, 
den Ed. Mogenden heeren wille gelieven met een placcaet sulcz bekent 
te maken. 

10. 

19. Dat de ongeregeltheiden , die in de trouwinge geschieden, mogen 
affgeschaffet worden, als daer zijn: de lichtveerdige gesangen der brugloft- 
liedekens, het vedelen, pypen ende trommelen, daermede de bruijdegoni 
ende brujjdt ter kercken gelejjt worden, ende de lichtveerdige bgeenlopingen 
sonder trouwe, soe an voel plaetzen geschieden, als dat slechs den schol- 
ten de namen werden angegeven ende daernae njjets meerder tot bevestinge 
des echten staetz verpleecht, sommige oock hare geboden in de kercken, 
daer zij wonen, laten geschieden ende daernae nget trouwen off op een 
ander plaetzo trouwen, jae getrout zjjnde, wederom van malcanderen lopen. 

11. 

20. Dat de predicanten ten platten lande mogen bevrget werden van de 
imposten ende acepen, in tgene dat sy tot haar eigen hujjs van noden 
hebben. 

12. 

21. Dat de insolente groe venbieren, vastelavontzbieren, papegagschieten 
ende gansetrecken eernstlick mogen verboden ende gestraft worden. 

18. 

22. Dat de paepsche vergaderingen, dewelcke nijet sonder perieul van 
het landt ende affbreucke der karcken geschieden, alsmede de dootslagers, 
bloetschenders , duijvelsbanders ende waerseggers mogen geweert ende ge- 
straft worden. 

14. 

23. Dat de woningen der predicanten tot Hardenberch ende Ommen 
mogen gerepareert worden. 

15. 

24. Dat Maktinus Gesnekis, soo onlanx uth het pausdom is gescheiden 



861 

ende hem tot de ware Geref. kercke vervoecht heft, begerende noch wat 
langer in onse academiën te studeren, met een subsidium moge vereien 
werden. 

16. 

25. Dat de Ed. Mogende heeren wille believen ordre te stellen, dat de 
Gereformeerde religie ende die haar toegedaen zjjn , nijet en mogen gelastert 
worden, gelgck tot Gelmugden geschiet is, alwaer een seker ongeregelde 
persoon voor schelmen heft gescholden alle degene, die tegen woordich ter 
karcken gaen ofte gaen sollen , alsoo tzelve met getuijchenissen can bewesen 
worden; oock eenen anderen den predicant in deselve karcke overlrqjt met 
oneerlicke ende onnutte woorden ingesproken ende soe ter kercken uth- 
gelopen. 

17. 

26. Alsoe de kercke van Isselmuijden nu etljjcke jaren sonder predicant 
is gewest ende nu met consent der erffgenamen ende des classis met D. 
Bothusii sone sall versien worden, dat door ordonnantie van Bidderschap 
ende Steden tot betalinge van alle achterstedicheit beneffens het jaar, 
twelck sjj an de landtschap ten achteren sxjn, noch een jaar moge toege- 
lecht worden. 

18. 

27. Dewgle verstaen wort, dat de Lutterschegesinde tot Swoll ende 
Campen den paedagogum van den ed. joncker Scheel tot haren predicant 
hebben angenomen , Ridd. ende Steden wille gelieven daertegen te versien etc. 

19. 

28. Dat oock mede de achtb. magistraat van Swolle moge vermaent 
worden , in de ondertekeninge des rectcris ende der schoolmeisteren , die de 
classis achtervolgende de sijnodale resolutien van haar versocht hebben 
ende noch versoecken, om in hare classicale vergaderinge te doen, nijet 
langer te willen difficul teren. 

20. 

29. Alsoe den predicant uth sPrincenlandt de synode met een request 
te verstaen gegeven heit, hoe dat de nijeuw opgeboude kercke aldairgantz 
gene middelen en heft om den predicant te versorgen ende daerom genoot- 
saket worden in alle provinciën ende steden zjjn gebreck te remonstreren , 
heft hij oock mede versocht, dat door den eerw. sijnodum tzelve an de 
vergaderinge van de Ed. Mogende heeren muchte angedient worden, ten 
einde door derzelve goetgunstige mildicheit henlugden oook een vertroostinge 
wedervaren moge. 



362 

30. Nadat de depntati voornoemt dese poincten in de vergaderinge 
van Ridderschap ende Steden hadden ingebracht ende langen tgt op ant- 
woorde angehouden, is haar nth de vergaderinge tot antwoorde gegeven, 
dat haar Ed. Mogenden, terwijle men met landtsclaringesake seer bemoeijt 
was, in continenti njjet en conden op alle stncken nae vereisch der sake 
antwoort geven, te meer dewgle oock eenige heeren van de Steden daerin 
mosten hare principalen versoecken, ende dat de E.E. Gecommitteerde, als 
de naeste kennisse van de saken hebbende, daerover haer advgs souden 
geven ende bekent maken, waeraae de apostillen haar souden behandicht 
worden in de vergaderinge der E.E. Gecommitteerde des collegii binnen 
Campen, twelck den 19 en Decembris geschiet is ende affgegeven alsvolcht: 

Apostillen van Bidderschap ende Steden op tgene de depn- 
tati sijnodi an haar Ed. Mogende geremonstreert ende veraocht. 

Ad. 1 articolnm. 

31. Sall an de van Vollen hoe ende Stienwijck geschreven worden om 
noch eenen twieden predicant te beroepen, mits dat sij tot onderholt van 
deselve bij haar selfs middelen vinden. 

Ad. 2 et 3. 

32. Joncker Robert van Itterssum , drosth van Haecxbergen , ende 
Henrick van Marckel , borgermeister tot Deventer, worden gedeputeert om 
opentlgcken te doen verpachten de goederen, gehorende totte pastorge toe 
Marckel , alsmede toe inquireren op de gelegentheit van de viccarien aldair 
etc. Sullen oock deselve sich erknndigen opte pastorgen ende vicargen 
goederen toe Borne. 

33. Item worden de drosth van Vollenhoe Johan van Raetzvelt ende 
joncker Roloff van Ysselmuiden geanthorisiert ende gelast om alle de 
goederen ende incomsten, gehorende totte pastorien ende vicargen in den 
lande van Vollenhoe, pertinentelijck te doen opschrijven ende inventariseren, 
om volgentz daervan register gemaket ende an handen van de ordinaris 
Gedeputeerden overgelevert te worden, die ordre sullen geven, dat deselve 
goederene nde incompsten opentlijck ende ten miesten prijse sullen worden 
verpachtet ende geinnet. 

34. Sullen oock inquireren opte gelegentheit van de canonisien tot 
Stienwgck. . 



363 

35. Ende sullen volgentz de praedicanten , soe om vermeerdering van 
hare tractamenten anholden, met behoorlgcke stipendiis naer gelegentheit 
ende meriten van hare personen met goede discretie worden versien. 

36. Belangende de praetensien van den praedicant toe Goor wort ver- 
staen, terwglen de borgermeisteren tot Goor doemaels ende noch onlanx 
gepraesentiert hem te willen doen hebben vierhundert car. gulden jaarlix 
tegens verlatinge der pastorgen incompsten aldair, ende hy sulx nget heft 
willen annemen , wort verstaen , dat hg totten gevorderden achterstant nget, 
en is bevoecht. 

37. De goetheeren des gerichtes ende stedekens Delden worden gelast, 
Happaeum te tractoren volgentz haar beroep ende beloften. 

Ad 4. 

38. Sall bij gelegentheit daerinne worden versien ende wort verstaen, 
dat de schoolmeisteren mede sullen bedienen het costerampt. 

Ad 5. 

39. Wort verstaen, dat geene Pausgesinde hen vorder tot oosters sullen 
worden geadmittiert 

Ad 6, 9, 10, 12. 

40. De Gedeputeerden worden gelast een placcaet uth namen van Bid- 
derschap ende Steden te concipiëren, daerinne dusdanige ongeregelthegden 
bij zekere poenen sullen worden verboden, twelck naer communicatie gear- 
restiert* allomme gepubliceert ende behoorlijcken geexequeert sall worden. 

Ad 7. 

41. Worden de erffgenamen van de respective karspelen vermaent hgr- 
inne toe versien. 

Ad 8. 

42. Wort geaccordiert , dat yder praedicant opten synode ofte classe 
voor dachgelt sall toegelecht worden twie car. gulden des dages, mitz dat 
sij alsdan geene wijdere costen van verteringe sullen mogen inbrengen. 
Ende sullen de predicanten bij den meijerlugden van de respective pastorijen 
ende vicargen ter plaetzen van de sij noden ende dassen ge voert worden. 

Ad 11. 

43. Can hijrop nget werden gedisponiert. 



364 

Ad 13. 

44. Stillen de officieren , denwelcken sulx competeert, met goede tosicht 
hjjrop behoorleken letten ende tot dien einde de placcaten ende resolutien, 
hijrtegens g'emaniert, wel strictelijcken ende sonder conniventie executeren etc. 

Ad 14. 

45. De ordinaris Gedeputeerden werden sich hierover erkundigen ende 
volgentz ordre geven, dat de woningen der predicanten toe Ommen ende 
Hardenberch bg den erffgenamen nair vereisen sullen worden gerepareert. 

Ad 15. 

46. Worden Martino Gessnero toegelecht vjjftich car. gl. 

Ad 16. 

47. De drost van Isselmuiden wort gelast hierinne toe versien. 

Ad 17. 

48. Worden hiertoe geaccordeert hondert goltgl. eens, mits dat de 
erffgenamen den kompstigen predicant henvorder met tractement sullen 
versien. 

Ad 18. 

49. Sullen sulcx remonstreren aen de respective magistraeten van Cam- 
pen ende Swolle. 

Ad 19. 

50. Gedeputeerden der stadt Swolle, alhier ter vergaderonge van Bidder- 
schap ende Steden present sijnde, hebben verclaert, dat haer rector, con- 
rector ende schoelmeisteren al voor eeniger tijt voor de magistraet der stadt 
Swolle in presentie der scholarchen sinnen gevordert ende gecompareert , 
ende dat denselven aldaer sekere acte, conform de resolutie ende uth- 
spraecke des nationalon sjjnodi, is voorgestel t, om sich int leren ende 
institueren der jeucht ende bedienonge hares ampts daernair toe reguleeren 
bij poene van cassatie, hetwelck deselve also toe doen nair behoir hebben 
verseeckert ende angenomen. 

Actum binnen Deventer den 18 Octobris 1619. 

Ter ordonnantie van Ridderschap ende Steden: 

Roelinck sst. 1619. 

51. Anno 1619 den 9 n Novembris zgn deputati sjjnodi D. Casparus 
Sibklius, Petrus Plancius ende Joannes Volckrus binnen Campen ver- 



365 

schenen om van den Ed. collegio de voorgaende apostillen te ontfangen, 
ende hebben daer noch bijgevoecht dese volgende articulen, waerop oock 
is geresolviert tgone in margine getekent staet 

Edele, erentvheste, achtbare, wjjse, yoorsienige 
ende discrete heeren! 

De ordinaris gedeputeerde des sjjnodi van Overijssel, hebbende ontfangen 
de resolutien over de poincten, die zjjlujjden op laetstgehouden clarings- 
dach binnen Deventer overgegeven hebben , vinden uodich van U Ed. 
achtb., tot hare onderrichtinge op eenige derselver, eerbiedelijck te ver- 
soecken : 

52. f. Dat hetgene van het tractament des predicantz tot Marckel is 
geresolveert , metten eersten door de Ed. heeren, daertho gecommitteert , 
int werck gestelt ende hem volkomen tractament nae zgn meriten, gelijck 
anderen , moge togelecht worden , angesien hg aldair lange gestaen ende tot 
noch toe seer sober tractament genoten heft, ende alsoe de E. borger- 
meister Merckel hem vertroost ende belooft heft, dat hem tot supplement 
vant verleden jaar noch 50 car. gulden souden togelecht worden, deselve 
beloften hem mogen werden voldaen. 

Worden *) den praedicant toe Marckel voor het verleden 
jaar geaccordiert vijftien gl. eens, daervan hem ordonnantie 
op den rentemeister van Twenthe sall verlient worden. 

53. £. Aengaende Borne: Hebmannus Wellemejerus, gewesen paeda- 
gogus des richters tot Oldenzeel, is vergangen jaar den 4?* Decembris van 
die van Lossert tot een schoolmeister, daernae tot predicant beroepen, 
ende nae voorgaende examinatie ende anneminge des classis , alsoock appro- 
batie des ed. drosten, der gemienten van Losser toegesonden, maer op den 
volgenden Karsmisse van den paep van Oldenzeel uth zgnen dienst gestoten, 
hetwelcke om reden nijet heft connen geweert worden. Hg en heft tot Lossert 
mjets genoten dan alleen achtjjn gulden van zjjn verteerde costen, ende 
alzoe op andere dienst moeten wachten sonder te hebben middel van leeven. 
Tegen Paschen is hij tot Borne gestelt. De diaconi tot Deventer hebben 
hem 50 gl. gelient. Daernae is hem van den richter Rammelman tot Borne 
oock 40 gl. gelient De opcomste der pastorie heft verleden jaar voor dese 
laetste verpachtinge njjet hoger gewest als 270 car. gulden, daervan den 



») De apostillen der Staten, hier met inspringende regels gedrukt, staan in het 
hs. ten deele op den rand ter igde van en ten deele onder de synodale verzoeken. 



366 

ouden pastoor Joannes Nibhoff dit tegenwoordige jaar het dardendiel sall 

ontfangen. Versoect alsoe, dat hem dit vergangen jaar, van den tgt die 

hy totten dienst is angenomen, n effens de twie dielen van de incomsten 

der pastorgen een eerlgck supplement moge togelecht werden, om sijn 

schulden te betalen , ende dat de ed. heeren t daertho gecommitteert , 

metten eersten haar op de pastorien ende vicariengoederen aldair willen 

believen te erkundigen, daermit hg jaarlix zgn tractament gelijck andere 

moge genieten. 

Werden de heeren joncker Bobert van Itterssum, drosth 

van Haexbergen, ende borgermeister Henrick van Merckel, 

soe gecommittiert om op de gelegentheit der pastorgengoe- 

deren toe Marckel ende Borne toe inquireren, sulcx mette 

eerste gelegentheit toe wercke te stellen. 

54. 3. Tot Goor, overmitz de predicant aldair alle jaar tot een supple- 
ment sijn togelecht 125 gl., die hg maer eenmael, anno 1615 op Martini, 
heft ontfangen ende hem naderhant zgn geweigert worden, waerdoor hg in 
schuit heft moeten geraden, ende dat, terwgle de borgermeisters aldair 
gepresentiert souden hebben, bij soeveer hij de pastorijengoederen verlaten 
wilde, jaarlix 400 car. gulden goet te doen, ende volgentz dien verstaen 
wort, dat hij totten achterstant van de voorg. 125 gl. nijet en soude be- 
voecht zgn, soe ist dat hg overlevert de registeren van de incompsten der 
verledenen jaren, die hij genoten heft, getekent met B. C. , effde daerbg 
het request der borgermeisteren van Goor, waerin zij de soberheit zijns 
trac tarnen ts van de voorgaende jaren claerlick vertonen sub litera A, met 
versoeck dat hem voor de jaarlixe affgetrockene 125 gl. een eerlicke ver- 
eeringe moge togelecht werden. De volgende jaren wil hg tevreden zijn 
mettet de opcompsten sullen connen uthbrengen. 

Worden suppliant geaccordiert hondert car. gl. eens, ende 
sulcx voer alle zijne pretensien. 

55. 4. Dat de Ed. heeren Gedeputeerden willen gelieven ordre te stellen , 
dat D. Bappaeus, praedicant tot Delden, alsoe moge getractiert worden, 
gelijck D. Solltngius p. m. voordesen, dewijle de middelen uth de vicarijen 
wel te vinden sijn; dat hem oock voor zgn vertreck ende geledene schaden 
een kennisse moge geschieden. 

Sall Rappaeus bijbrengen, wat tractament hij to Delden is 
hebbende. 

56. 5. Item waer ende wanneer de andere praedicanten tot Sallick, Ëns, 
Ehorst, Blanckenham etc. om verbeteringe van haarluijder gagie sullen 
anholden ende deselven verwachten. 

Worden gerenvogeert ad Ordines etc 



367 

2. ad artic. 8. 

57. [6], Versoecken de gecommitteerde des sijnodi, dat den gecommit- 
teerden vant verleden jaar, die de registers van hare oncosten hebben 
overgegeven, deselve mogen werden voldaen, ende zjjlieden, die nu dit jaar 
gecommittiert zjjn, oock weten, wat zjj geduijrende hare commissie sullen 
hebben te verwachten; ende dat b|j ordonnantie den kerck van Deventer, 
alwaer de gecommitteerde voorsz. benevens den deputatis classis tot Deven- 
ter, verbljjvende van den XI en totten 16 en Octobris lestleden, verteert 
hebben 31 gl. 10 st, zjjn betalinge moge ontfangen. 

Sullen opte overgegevene declaratien ordonnantien verlient 
worden, ende belangende het wijdere versoeck sullen haar 
mogen addresseren an Bidderschap ende Steden. 

[7]. Dat oock mede Martin o Gesnero ordonnantie moge gepassiert werden. 

Sall ordonnantie verlient worden opten rentmeister Sticke 
ter summa van vjjftich gl. 

3. 

58. 8. Angaende Isselmugden, dat het supplement van de 50 ggl. jaerlix, 
den praedicant int jaer 1615 den 7 en Augusti bfj apostille toegestaen, mogen 
werden gecontinueert, alsoe de middelen, nu opgeslagen ende verpacht zijnde, 
njjet hoger connen gebracht werden, ende immiddels assignatie gegeven werden 
van de hondert goltgulden, bjj Bidderschap ende Steden geconsenteerd 

Alzoe Bidderschap ende Steden hfjrop hebben geordiniert, 
konnen de Gedeputeerden daerinne njjet veranderen, maer sall 
ter vergaderinge van haar Ed. Mogenden versocht moeten wor- 
den , ende sall van de hondert glgl. ordonnantie verlient worden. 

4. 

59. .9. Dat op het request van Joaknes Harpenach, student, twelckde 
classis van Deventer voor hem op laestgehouden claringe heft ingelecht, an- 
gaende het tractament, moge worden gedaen om zjjn studia te continueren. 

Sall opte meriten van zijn persoon werden geinquiriert. 

5. 

60. iO. Bidden nochmaels de deputati sjjnodi, de Ed. Mogende heeren 
willen gelieven ordre te stellen , dat door de affgesette ende gebannen predi- 
canten de kercken door hare hejjmeljjcke incompsten in veranderde cledinghe 
ende nachtpraediken nget en mogen tot meerder verderff ontroert werden , 
ende daerbeneffens de affgesette predicant op Camperveen, Nicolaus Joan- 
nis, moge gehouden worden de acte om hem in stilheit te houden t' onder-. 



368 

tekenen, alsoe van denselven gesegt wort, dat hg buiten ende binnen de 
stadt hegmeljjcken gepredict Item Henricus Jodoci, gewesen predicant op 
Ens, die hem nu mette woninge derwartz wederom begeven heft ende de 
hujjsluyden met verkeerde affradinge uth de kercko soect te houden (waer- 
van hgrbjj de proeve is gelecht) ende veroorsaket, dat op Sondach laetst- 
leden, den 21 8 » Novombris, nijet een mensche ter praedicatie is gecomen, 
in sjjn quade handelinge moge geweert ende de inwoners op Ens door een 
expres schrgven vermaent werden, den wetteljjck daer gestelden predicant 
Lambertum Hiddingium voor haar pastoor te erkennen ende te horen. 

Sall hjjrop worden gelett ende is Nicolaus Joankis riede 

geciteert. Sall oock an den ingesetenen van Ens ende Henri- 

cum Jodoci geschreven worden. 

6. 

61. li. Dat het placcaet, twelck Bidderschap ende Steden over den 
6, 9, 10, 12 artikel nodich vinden te laten emaneren, metten eersten 
moge geconcipieert ende gepubliceert worden. 

Sall tplaccaet ter eerster vergaderinge worden geconcipiert, 
om volgentz gearrestiert ende gepubliceert te worden. Actum 
Campen, den 15 m Decembris anno 1619. 

fl. v. Mabgkel vt. 
Ter ordonnantie van de Gedeputeerden : 
Boelinck sst 1619. 

62. Anno 1620 den l en Februarij sjjn de deputati sfjnodi wederom ver- 
gadert binnen Zwolle ende de voorgaende articulen met de gegevene apos- 
tillen nagesien ende bevonden: 

63. i. Dat het versoeck des praedicantz tot Marckel , alsmede tot Goor, 
insgeljjx Martini Gesneri voldaen was. 

64. 2. Henricum Rappaeum angaende is verstaen, dat hjj met de van 
Delden is geaccordiert om deselve gagie te genieten, die D. Sollingiüs z. 
getrocken heft, ende dat hjj daerop belooft heit bjj haar te willen bleven. 

65. 3. De onkosten, soe deputati sgnodi verleden jaar hebben gedaen, 
sgn haar volgentz de gegevene declaratien bg ordonnantien gerefundeert. 

66. 4. Nicolaus Joanni8, affgesette praedicant tot Camperveen, is met 
apenbare citatie, op de poorten binnen de stadt Campen angoslagen, vanden 
Ed. collegio inge vordert, maer nget gecompareert. 



369 

67. 5. An die ingesetenen van Ens is geschreven over den persoon van 
Henrico Jodoci ende vermaent tot rekeninge des ordinaris predicanta, bp 
den dassen wettelijck haar togesonden. 

68. 6. Op het examen Joannis Münckeri, predicant tot Sallick, zgn 
van den deputaten sgnodi tegenwoordich gewest D. Petrus Plancius ende 
Joannes Volcerus ende hebben verclaert, dat hjj de fundamenten der h. 
theologie wel heft beantwoort ende in deselve suijver is bevonden, oversulcz 
hem oock den dienst der karcken toebetrouwt. Maer alzoe met het examen 
domini Joannis Rothusii, beroepene predicant tot Isselmugden, seer wierde 
gehaestet ende het weder diestytz nijet bequaem en was om de wegen te 
gebruijcken, heft niemant behalven dominum Plancium tegenwoordich 
konnen wesen, diewelcke eeventzelfde van hem getuychde. 

6d. Ende is alsoe de classis van Campen wederom met bequame ende 
oprechte leeraren versien, beroepen ende bestelt sijnde de kercke van Oei- 
mugden met Lübberto Rltnvisch Elburgensi, de kercke van Ens met 
Lamberto Hiddingio nth Mastenbroeck , de karcke tot Sallick met Joanne 
Munckero Sigenensi, de kercke tot Ysselmujjden met Joanne Rothusto 
Daventriensi , de kercke van Camperveen met Nathanaele Oisio Hassele- 
tano, geroepen van Rolde uth Drenthe. 

70. 7. Is mede geschreven an de kercken van Yollenhoe ende Stien- 
wjjck om in tjjts voort te gaen tot beroepinge van den twieden predicant, 
die haar volgentz de resolutie des sgnodi van de Ed. Mogende landtschap 
is toegestaen. 

71. 8. Verder is geresol veert , dat an den ach tb. magistraet der stadt 
Campen noch eens soude werden geschreven ende versocht om volgentz 
de gedane beloften te willen letten op den persoon van Arsenio, de voor- 
lesers ende rectoris, over welcke de kerckenraet met goede documenten an 
de deputaten te kennen heft gegeven, dat se de kercke grote verhinderinge 
doen; item dat de kerckenboecken met vljjt mogen werden nagesocht, als- 
oock het zegel, om weder an de kercken gebracht te werden; mede dat de 
schole met een bequaem rectoor moge versien werden. 

72. 9. Dominus Hieronijmus Vooellics is versocht, die ter ontrouwe 
uth zijn boeck getrockene articulen, welcke de Remonstrantzgesinde bij 
haar ommedragen, cortelgck ende dujjdelijck te beantwoorden tot wech- 
neminge der lasteringe , door zgn E. persoon der Gereformeerde kercke op- 

Acta syn, pravinc, V. 24 



370 

geworpen, ende tzelve den deputaten te communiceren om van hen eerste- 
lijck overgesien ende daernae door den druck gemeen gemaect te worden. 

73. 10. De catechisatie betreffende sullen daervan de deputati op 
tokompstigen landtsdach handelen. 

74. 11. Ende mode remonstreren , dat de bevorderinge der school- 
meisteren ter plaetzen, daer zg noch gebreken, moge int werck gestelt 
worden, waertho elck deputatus de plaetzen zjjns classis tegens de naeste 
bjjcomste sal inbrengen, om bfj namen nthgedruct te worden. 

75. 12. Sullen oock mede de praedicanten, die an haar tractament te 
cort comen , op den landtdach bekent gemaect worden ende met namen de 
gelegenheit van Isselmuiden, item trequest van de predicant van sPrincen- 
landt, ende wat tot de apostillen sub dato den 12 cn Octobris anno 1619 ad 
art. 6, 9, 10, 12, item 7, 8, 13, 14, item sub dato den 15** Decembris 
anno 1619 ad artic. 2 et 6 is behorende. 



76. 13. Hebben ten ketsten de deputati voornoemt bjj den achtb. 
magistraet der stadt Swolle audiëntie versocht, die vercregen hebbende, 
vertoont de mienonge des sgnodi soewel nationalis als provincialis te 
wesen , dat alle rectoren ende schoolmeisteren d'acta sjjnodi nationalis mitz- 
gaders de Confessie ende Catechismum achtervolgende het formulier dien- 
angaende souden moeten ondertekenen, ofte b|j verweigeringe van dien 
haren dienst verlaten, twelck overall in dese provincie alsoock benabugrde 
was gepractiseert, ten einde men muchte versekert wesen, dat de scholen 
als seminaria ecclesiae van oprechte, sugvere leeraers bedient ende de jonge 
jeucht sonder eenigh misverstant in de christeljjcke Gereformeerde vader- 
ljjcke religie grondeljjck onderwesen werden, tot welcken fine de classis 
van Hasselt ende deputati sjjnodi oock te voren an hare achtbaerheden 
geschreven hadden, maer, daervan noch geen effect gespeurt hebbende, 
haar genootsaket vonden haar achtb. mondelinge te remonstreren, biddende 
ende versoeckende, deselve njjet langer wilden in sodanige hoochnodige 
sake traineren, maer deselve haar effect laten sorteren. 

Waerop hare achtb. naer voorgaende consultatie voor antwoort gegeven 
hebben, dat se all voordesen een acte van denselven inholt hadden gecon- 
cipieert ende deselve den schoolmeisteren voorgelejjt, dewelcke met handt- 
tastinge angenomen hadden naer deselve haar te reguleren ende te dragen, 
waermede hare achtb. verstonden, dat de deputati haar behoorden gecon- 
tentiert te holden, alsoe sjj, in geen volcomen getall vergadert zgnde, de 



871 

genomene resolutie soe plotzelgck nijet en conden veranderen, die te voren 
soe solemneljjck bg haar was genomen. Hebben niettemin opt instantelgck 
anhonden van den depntaten belooft, als hare achtb. in competenten 
getalle vergadert souden wesen, haarlieder versoeck dienangaende te 
recommanderen. 

77. Den 14" 1 Martii zijn deputati wederom tot Swoll op den landtsdach 
verschennen ende aldair op audiëntie bjj Bidderschap ende Steden gewacht 
tot den 16 6 *, op wekken haar is te weten gedaen, dat men hun geen 
audiëntie voor de volgende weke konde geven, waerover zjj hebben moeten 
wederom naer huijswert haar begeven. 

78. Den 23 Mag zgn deputati tot Swoll op den landtsdach wederom 
vergadert ende hebben volgende articulen op den 24 en in de vergaderinge 
van Bidderschap ende Steden ingebracht ende daerop bjjgevoechde apostillen 
verworven. 

Edele , mogende , welwjjse , voorsienige ende discrete 
heeren ! 

79. De ordinaris gedeputeerde des sijnodi provincialis van Overijssel 
vinden haar gelast om U E. Mogenden reverentlgck toe remonstreren de 
stucken, waerover zij uth name van hare principale ten besten der kercke 
van uwe E. Mog. verbeteringe versoecken. 

80. Dat de apostillen over het 6, 9, 10, 12 artickel, nopende het 
verveerdigen der placcaten, welcke tegens verscheiden grouwelgcke mis- 
brugcken belooft waren te sullen emaneren, haar effect mogen gewinnen, 
als daer zjjn: 

81. f. De blaspheme ontheiliginge der sabbathen, die met tappen, 
drincken, coopmanschappen , uthvorderinge der pontschatten etc. werden 
gepleecht, item de lasteringe des godtsdiensts. 

Sall bjj placcaet ilaertegens worden versien. x ) 

82. 2. De onwettige trouwinge , die op veel plaetzen geschiet , wanneer 
slechts den schuiten de namen werde angegeven ende tot bevestinge der 



') De apostillen der Staten, die in het h. s. tusschen de artikels of in margine 
opgeteekend staan, zijn hier en op de volgende bladzijden met inspringende regels 
afgedrukt. 

24* 



372 

trouwe nijet meer geplecht; item sommige een ruime tgt bijeenwonen , eer 
dat sjj hare proclamatien laten geschieden ende haar in den echten staet 
bevestigen; op sommige plaetzen ten platten lande sonder voorgaende pro- 
clamatien haar laten copnleren; sommige met groot gedrugs onder de 
praedicatie in de kercken komen met pijpen, trommen etc.; sommige oock 
voornemen te trouwen tegens de ehe-ordeninge , waervan de exemplaren 
nu nget meer te bekomen zjjn ende oversulcx wel nodich om metten eersten 
vernijeuwt te worden. 

Sall hjjrin de ehe-ordeninge worden geobserveerd Ende 

wes daerenbaven muchte geschieden, sullen de officieren nae 

behoren daerinne versien. 

83. S. De dodenbieren ten platten lande ende het superstitiose gebet- 
spreken nae het drincken derzelver bieren. 

Sall hjjrop tegens de naeste verpachtinge ordre gestelt 

mogen worden. 

84. 4. De mommergen ende andere heijdensche insolentien in de vastel- 

avontzdagen. 

Placcaei 

85. 5. Dat insolente papegaij schieten ende tsujjpen over d'selve, die 
altoos op Bondagen geschieden. 

Worden de respective officieren gelastet hijrtegens te ver- 
sien met executie van de vorige ordonnantien. 

86. 6, De Jesuijtsche vergaderingen , paepsche bedevaerden , als tot 
Marckel ende andere plaetzen. 

De ophoudinge der dootslagers , het lopen der hejjdens , landtlopers , waer- 
seggers, duijvelsbanders. 

Sullen de officieren van de respective plaetzen worden 
gelast, hjjrinne te remedieren sonder eenige conmventie. 



1. 



«* 



87. De onderhoudinge ende frequenteringe der Catechismipraedicatien. 

Sall int placcaet mede gedacht worden, dat onder deselve 
praedicatie njjet getapt worde. 

2. 

88. Dat op den platten lande ter plaetzen,' daer men geen ordinaris 
klockenslach en heft, den karspelslugden met authoriteit belast mogen worden, 



873 

een clefjn uhrwerck te vervorderen;, daernae de leeraer ende coster hare 
bedieninge hebben te reguleren. 

Sall tzelve den erfgenamen van de respective kerspelen 
worden gerecommandeerd 

3. 

89. Dat D. Hermanno Wellemeuero, praedicant totBorne, vermitz hg 
met d'opcomste van de pastorie hem wil laten genoegen, sgn stipendium 
voor het eerste jaar sjjnes dienstes, twelcke hg nijet genoten heft, moge 
geaccordeert worden, ende de praedicant tot Eehorst sgn gagie werde 
voldaen. 

De ordinaris Gedeputeerden worden gelastet, sich hjjrop 
toe informeren ende daerin toe disponeren nae behoren. 

4. 

90. Terwijlen de Ed. Mogende heeren opt request Joannis Hardenack 
belooft hebben nae zijn meriten hem in zijnen studiis te willen succur- 
reren, wort het getugchenisse zyner professoren ingebracht ende versocht, 
de grootgunstige liberaliteit hem te laten genieten. 

Wort den genanten Joannem Hardeneck bij provisie ge- 
accordiert vjjftich goltgulden jaarlii, mitz dat hg an de 
landtschap sich sall verbinden. 

5. 

91. Dat de plaetzen, daer noch geen schoolmeisters bestelt zijn, als 
Mastenbroeck, Sallick, IJsselmuijden , Ens, Camperveen, Wilstim, Geit- 
hoorn, Stienwijckerwolt, Blanckenham, Cuijnder, met bequame Gerefor. 
personen versorcht ende onderhouden mogen worden ende de misbetalinge 
des schoolmeisters tot Dalfsen gebetert; den coster tot Gramsbergen, een 
overout ende impotent persoon zijnde, iet tot zijn nodige onderhoudinge 
moge toegelegt worden. 

De Gedeputeerden worden gelastet, den staet der gieste- 
lycke goederen toe oversien ende nae gelegentheit hijrin toe 
disponeren. 

6. 

92. Dat de oncosten der praedicanten , die zij op de classicale ende 
synodale vergaderingen doen , bij zekere ordonnantie mogen angewesen 
worden ende waer sij dezelve sullen hebben te ontfangen. 

Sulllen sich addresseren an de ordinaris Gedeputeerden, 
die gelast worden, den praedicanten van haar dachgelden, in 
conformiteit van voorgaende resolutie , ordonnantie te verlenen. 



374 

7. 

93. Ende vermitz de tegenwoordige deputati sgnodi verscheiden malen 
hebben moeten van hujjs wesen, haren tjjt ende studia versujjmen ende op 
verscheiden plaetzen oncosten doen met reisen ende teeren, soe binnen 
Swoüe, Campen, Hasselt als elders, daer zjj volgentz haren last hebben 
moeten verschijnen, hun insgelgx mogen angewesen worden, waer sjj de 
restitntio derselver sullen hebben toe ontfangen, twelck oock van den 
visitatoren dassen verstaen moet wesen. 

Sullen van het gepasseerde declaratie an de Gedeputeerden 
avergoven, die voor ditmael gelastet worden daerin toe dis- 
poneren. 

8. 

94. Dat expresseljjck moge verboden worden, dat niemant zfjne kinderen 
bfj eenige papen moge brengen om gedoopt te worden, geljjck bjj erpe- 
rientie bevonden wort. 

Int placcaet toe gedencken. 

9. 

95. Dat het praediken des paedagogi van joncker Zweder Schelen op 
zjjnen huyse toe Welevelt overmaels ende absolutelijck verboden moge 
werden, dewjjle de huijsluijden daerdoor uth der kercken tot Borne ge- 

trockon werden. 

* 

10. 

96. Alzoe daer quaestie is van de approbatie des karckendiensts tot 
Almeloe, oft dezelve bij de ed. heere van Almeloe oft van den ed. landt- 
drosth van Twenthe sall versocht worden, haere Ed. Mogenden willen 
believen te adviseren, welcke van beide verstaen wert te behoren. 

Dewjjle men verstaet , dat de collatie den heere van Almeloe 
competeert-, sall de approbatie bjj z|jn ed. oock moeten ver- 
socht worden. 

11. 

97. Dat de baggnenpater tot Almeloe zyn praedicken int clooster, 
streckende tot afflejjdinge der huijsluijden uth de karcke, oock moge ver- 
boden werden. 

Sal men hijrop moeten nasien het naerder accort, met den 
grave van Solre geholden, ende, soevele tzelve kan ljjden, 
daerinne versien. 



375 

12. 

98. Ende de heere van Almeloe vermaent ende angesproken werden, 
om den predicant tot Almeloe nijet te verhinderen in de verrichtinge der 
karcklijcke ceremoniën, die hem van den classe, volgentz de resolutie des 
sijnodi nationalis, neffens andere dieneren geinjungeert sjjn. 

Heft de heer van Almeloe verclaert, desen articul toe willen 
naecomen. 

13. 

99. Dat Joaknjss van dek Borch, gewesene onwettelijcke predicant tot 
Enschede, wegen sfjns con tinneerenden ons tichtelij eken , ergelijcken levens 
(daerop tot noch toe door den ed. heere landtdroste van Twenthe op ver- 
scheiden ansoeckingen nfjet gedaen is) moge geremoviert werden. 

Sal de droste van Twente worden gelastet, sich op de 
gelegen theijt toe informeren ende nair behoor daerin vorsien, 
ofte dat andersintz de Gedeputeerden daervan informatie sullen 
nemen ende daerinne disponeren , mits dat denselven van dek 
Borch sjjn tractament, so h|j noch eenich hefft, sall worden 
opgesocht. 

14. 

100. Dat de alimentatie der schoelmeisteren in de Twente ende den 
drostampte van Vollenhoe op geljjcken voet moge geholden worden, als met 
den schoelmeisteren in Sallant. 

Wanneer opte administratie der geesteljjcke goederen in 
deselve ampten sulcke ordre sal gestelt wesen, als in Sal- 
landt, sullen deselve schoelmeisteren ock gelgckvals worden 
getracteert. 

15. 

101. Ende de weduwe domini Sollingii, predicant tot Delden, hebbende 
ses vaderlose kinderen, jaerlicxs alimentatie moge toegelecht worden. 

Habeat vijftien car. gl. jaerlicz. 

16. 

102. Also noch niet gedaen en is opt request van de predicant van 
sPrincenlant, de Ed. Mo. heeren willen gelieven daerover toe disponeeren. 

Soeveer dairop wijders wort geinsisteert, sullen de Gedepu- 
teerden het boeck vorderen om toe sien, wat andere hebben 
gegeven, ende nae gelegentheijt van dese provintie mede toe 



876 

doen. Actum ter vergaderonge van Bidderschap ende Steden 
op ten landtdach binnen der stadt Swolle, den 2 6n Jnnfj 1620. 
Ter ordonnantie van Bidderschap ende Steden : 

ROELTNCK 88 1 1620. 

Aldus uyt de memorien, by den deputatos synodi gestel t, uytgeschree ven , 
verklaert mettet originele te accorderen 

Hiebonymus Vogelliüs, synodi gewesene scriba, pastor 
ecclesiae Hasseltanae 1 ). 



') , Aldus uyt — Hasseltanae** is eigenhandig door Vogelliüs geschreven. 



REGISTER VAN PERSONEN. 



A. 

AbeU, Joannes, predikant te Heinoo, 286, 293. 

Adams, Cornelis, ouderling te Bergen op Zoom, 159. 

Adam, Willem , ouderling te Bergen op Zoom, 144. 

Adriaensz, Eduaert, proponent, predikant in Noordbeveland , 63. 

Adriaensz, Louijs, inwoner van St. Annaland, 176. 

Adriaensz, Nicolaus, lid der Staten van Zeeland, zie N. A. Meiros. 

Aemüius, Petrus , onwettig prediker te Ens, 245, afgezet, 248, 254. 

Alberts, Johan, ouderling in cl. 8teenwijk, 274. 

Albrechtsz, Thomas, ouderling te Ooes, 37. 

Alkemade, Joannes ab, (J. Alcumade) voorm. pastoor, proponent, 339, pre- 
dikant te Enschede, 343. 

Allart, Adriaen, predikant te Vossemeer, 13, 14. 

Alleman, Ferdinandus, raadsheer van Zeeland, 35. 

Alstorfius, Winandus, predikant te Deventer, 342, 344, 355. 

Andrea8, pastoor te Kamperveen, zie A. Caffenberch. 

Anna, vrouw van ds. H. Bornius te Zwolle, 255, 258. 

Antonides, Joannes, (J. Antonii) predikant te Mastenbroek, 206, 230, 231, 
238, 241, Zalk, 251, Bathmen, 287, 289. 

Ardenak, Joannes, student, zie J. Hardenack. 

Arentsz, Jan, burgemeester van Steenwijk, 293. 

Arentsz, Johan, ouderling te Zwolle, 223, 242. 

Arnoldi, Arnoldus, predikant te Renesse, 50. 

Arnoldus N., pred. te Vollenhove, zie A. van Heemse. 

Arsenius, Gerardus, (G. Arssen, Arssens) predikant te Blankenham, 301, 
afgezet, 303, 314, 356, 357, 369. 

Asewyn, vrouwe van, te Gramsbergen, 295. 

Avercamp, mr. Bernhardus, (Berendt A.) ouderling te Kampen, 223, 233. 

Avercamp, Franciscus, predikant te Steenwijkerwold , 206, 233, 234, 239. 



878 



B. 

Boeker, Jan Claesz, schepen van Goes, 132, 139. 

Boeker, Peter Jansz, onwettig prediker te Lopik. 41, 44. 

Baerlandt, mr. Michiel van, baljuw van Goes, 116, 117, 121, 136, 139. 

Barthelsz, Cornelis, onderling te Zierikzee, 37. 

Baselius er. , Jacobus, predikant te Ouwerkerk, 40, 41. 

Baseline jr., Jacobus, predikant te Bergen op Zoom, 13 — 15,35,37,41,43. 

Baudartius, Wilhelmus, predikant te Kampen, 206, 230, 232—234, 241, 
Zntfen, 261, 262. 

Beeck, ter, inwoner van Tselmniden, 227. 

Beilanus, Henricus, predikant te Blokzjjl, 267. 

Bentinck te Werckeren, jonker ffenrick van, drost van Zalland, 292, 295, 
298, 811. 

Berentsz, Henrick, inwoner van Dalfsen, 283. 

Berentsz, Jan, ouderling te Steenwgk, 242. 

Berents, Pieier, snoder en oefenaar te Kampen, 314, 321. 

Berge, graaf Fredrick van dem, van Lingen, 269. 

Berghe, A. van den, ouderling te Middelburg, 184. 

Bernhardi, Johannes, predikant te Kampen, 193. 

Berüus, mr. Petrus, (Peter Bert) predikant te Heinkenszand, 37. 

Besten, Adolphus h, predikant te Ootmarsum, 206, 242, 246. 

Bets, Everardt, rentmeester, ouderling te Kruiningen, 159, 184. 

Beurt, Pieter, ouderling te Middelburg, 159, 174. 

Beza, Theodorus, geschrift van, 61. 

Bierman, Hermannus Antonii, (ook fi. Vos of H. Vos alias Bierman) predi- 
kant te Kamperveen, Wilsum, Tselmniden, 198, 206, 207,219,221, 
223, 226, 227, 230, 232, 233, 238, 241, 252. 

Blois, Herman, burgemeester van Deventer, 284. 

BoechoU, Adriaen van, ouderling te Deventer, 298. 

Boeckelmannus, Carolus, (C. Bokelman) predikant te Wfjhe, 283, 286, 311. 

BoehhoU, Nicolaus van, burgemeester van Deventer, 311. 

Boenaerty Laurentius, predikant te Zierikzee, 159, 188. 

Boetzelaer, jonker Jochem, ouderling te Vollenhove, 271. 

Bogaert, Quiüiaem, ouderling in cl. Walcheren, 15. 

Bogaert, Ifendrick, ouderling te Ylissingen, 50. 

Bogerman sr., Joannes, predikant te Steenwjjk, 223, 231, 233, 237, Hasselt, 
247—249, 251, 252, 254—256, 260, 261, 266. 

Bogholdt, Gerrit, ouderling te Deventer, 223. 

BoickhoU, Jacob van, burgemeester van Deventer, 281. 

Bokelman, Patroclus, predikant te Wghe, 248, 249, 253, 259, 270, 280. 



379 

Boüaert, Antonius, onderling in cl. Walcheren, 4. 

Boone, Cornelis Jansz, onderling te Yerseke, 15, 144. 

Boone, Jacob Marinusz, schepen van Goes, 139. 

Borch, Joannes van der, onwettig prediker te Enschede, 375. 

Boreel, J,, gecommitteerde raad van Zeeland, 143, 189. 

Borgh, Gerardus ter, onderling te Zwolle, 226. 

Bornius, Henricus, (H. Bornensis) predikant te Zwolle, 206, 218, 226, 230, 

242, 249, 254, 255, 258. 
Boschaert, Cornelis, (C. Bosschardns) predikant in het fort Lillo, 144, 158. 
Boulow, Jodocus, predikant te Gramshergen, 295. 
Bouma, Petrus GeUius de, predikant te Zutfen, 233, 243, 247. 
Brakel, Antonius van, burgemeester van Zwolle, 293. 
Brandenborch to Butenborgh, jonker Jan van, te Dalfsen, 286. 
Brandenburg, schout van Hasselt, 250. 
Brandt, Hendricus Wiüemsz, predikant te Zierikzee, 4, 5, 9, 11, 12, 15, 

50, 51, 59, 60, 62, 86, 91, 92, 112, 113—117, 121. 
Breda, Botger, burgemeester van Kampen, 278. 
Broeche, Mathijs van de, predikant te Si Annaland, 13. 
Brouckhuysen, jonker Willem van, ouderling te Zwolle, 310. 
Brouwer, Conradus, voorm. monnik, student te Franeker, 280, 281. 
Brouwer, Jan Jansz, ouderling in cl. Zwolle, 284. 
Bucerus, Gerson, predikant te Veere, 50, 89—92, 108, 143, 144, 154, 159, 

185, 188. 
Buis, Johan, burgemeester van Zwolle, 277. 
Buranus, Johannes, predikant te Goor, 207, 256, Deventer, 266. 
Buren, Maria van Oranje, gravin van, 13, 14. 
Bursius, Gillis, (Aegidius B.) predikant to Middelburg, 91, 92, 105, 108, 

145, 154. 
Bursius, Jacobus, predikant te Tholen, 144, 154, 158. 
Bussonius, Joannes, proponent, predikant te Zoutelande, 63. 

c. 

Caffenberch, Andreas, pastoor te Kamperveen, 230, 233, 240. 

Campen, mr. Jacob, lid der Staten van Zeeland, 143, 158. 

Campen8is 3 Joannes Petri, predikant te Yselmuiden, 207, 284. 

Camphuis, hopman te Zwartsluis, 197. 

Canen, Andries, (A. Caen, Kanen) predikant te KLoetinge, 3, 50. 

Carels, Heyndryc, ouderling te Waarde, 92. 

Carnop, Mathias, (M. Carnopius) predikant te Kapelle, 35. 

Cats, jonker Jan Pietersz van, inwoner van Goes, 146, 172, 175. 



380 

Cattendijck, mr. Johan Huijssm van, lid der Staten ran Zeeland, 46,50,51, 

86, 91, 184, 136, 158, 182. 
Chytraeus, dr. David, rector te Zwolle, 289. 
Claesen, Arent, burgemeester van Hasselt, 247, 260. 
Claesen, Engbert, burgemeester van Kampen, 255, 273, 275, 298, 311. 
Claesen, Pieter, burgemeester van VoUenhove, 247, 250. 
Qaesz, mr. Guüliam, predikant te Goes, zie 6. Nicolai. 
Cloeche, Jan, burgemeester van Kampen, 251. 
Coeps, Jan, burgemeester van Vollenhove, 266. 
Consüiarhiê, Geargius, predikant in cL Zuidbeveland, 5. 
Coostere, Joris de, proponent, predikant voor de dienst in Vlaanderen, 63. 
Cornelii, Gerardus, predikant te Blankenham, 251. 
CorneUi, Godefridus, proponent, zie 6. G. Udemans. 
Cornelisz, Jacob, baljuw van St Annaland, 176. 
CorneUjsz, Gerrijt, ouderling te Hasselt, 223, 226. 
Corputius, Henricus, predikant te Dordrecht, 217. 
Coster, Gert Heynricx, inwoner van Ham, 295. 
Couwenburch, Vincent, ouderling te Nieuwerkerk, 50. 
Cuilen, Henric ter, (H. ter Coelen) burgemeester van Zwolle, 298, 311 



D. 

Damman, SebasHanus, predikant te Zutfen, 317. 

Damman, Tobias, predikant te Nieuwerkerk, 91, 112, 121, 144, 171. 

Dammius, Nicólaus, (N. Damius) predikant te Brielle, 256, 306. 

Dathenus, Petrus, 200, 241. 

Deutecum, Engbert vau, burgemeester van Deventer, 298. 

Dheure, Christiaen, ouderling te Steenwijk, 251. 

Dibbinck, Dierick, burgemeester van Kampen, 238, 241, 247. 

Diericksz, Antonius, predikant te Workum, Friesland, 240. 

Dieu, Daniel de, predikant te Ylissingen, 12, 15, 32, 35, 36. 

Dignusz, Adriaen, inwoner van Goes, zie A. D. Gareelmaecker. 

Dvricksz, Sweer, ouderling te Steenwjjk, 233, 234. 

Donchel, Adolf, burgemeester van Deventer, 233. 

Doorninck, jonker Anthonius van, lid der Staten van Overijsel, 311. 

Dorth, heer van, 334. 

Drent, Jan Theunisz, lid van den raad van Kampen, 234. 

Drijwegen, Willem Maertensz, burgemeester van Goes, 127, 132, 134, 

137, 141. 
Dueren, Lodewijck van, (L. v. Duyren) ouderling te Zwartsluis, 223, 233, 

238, 248, 251, 256, 289. 



381 



E. 

Echten jr., jonker Jan van, lid der Staten van Overijsel, 298. 

Echten, jonker Johan van, inwoner van Vollenhove, 250. 

Edelinckj Jóhannes, predikant te Hardenberg, 285. 

Egberts, Anthonij, inwoner van Goes, 173, 175. 

Egbertsz, Wilhelm, burgemeester van Hasselt, 230, 233, 234, 238. 

Elisabeth, koningin van Engeland, 207, 215, 216. 

Engelbertsz, Engelbert, burgemeester van Zwolle, 238, 241, 242, 247, 251, 266. 

Eyck, Pieter van, inwoner van Goes, 146. 



F. 

Faber, Rudolphus Pauli, (ook Fabritius) predikant te Koudum, 240. 
Faber de Bouma, Petrus Gellius, pred. te Zutfen, zie P. G. de Bouma. 
Fabritius, Antonius, predikant te Staphorst, 248, 251, Zwartsluis, 253, 

256, 260. 
Fabritius, Henricus, predikant te Zutfen, 327. 
Fabritius, Joannes, predikant te Zwolle, 206, 247, 260, 266, 273, 274, 276, 

284, 288. 
Falco, Regnerus, pred. te Euinre, zie R. Valck. 
Faukelius, Hermannus, (H. Faukeel) predikant te Middelburg, 50, 51, 59, 

60, 62, 63, 76, 86, 89, 90, 92, 143, 144, 151, 154—156, 171—173, 

175, 185. 
Fockingius, Jóhannes, (J. Vockingius) predikant te Rouveen, 335, 343. 
Fontanus, Jóhannes, predikant te Arnhem, 201, 233. 
Frantzen, Otto, predikant te Ipsingburen, 266. 



6. 

Gallus, Carolus, predikant te Deventer, 203 — 205, Nijbroek, 243. 
Gansneb genaamd Tengnagel, jonker Reyner, zie op Tengnagel. 
Gareelmaecher, Adriaen Dignussen, (A. D. Greelmaecker) inwoner van Goes, 

146, 173, 175. 
Geertsz, Jan, ouderling te Hasselt, 238. 
Geheyns, Jacob, schoolmeester te Kampen, 314, 321. 
Gerardi, Hermannus, proponent, predikant te Yselmuiden, 197, 207. 
Gerobulus, Jóhannes, predikant te Middelburg, 1, 3 — 6, 9, Deventer, 205, 

207, 208, 215—221. 



382 

Gesnerus, Martinus, (M. Gesneri) alumnus van Overysel, 323, 360, 364 
367, 368. 

Gillis, Jan, (Johan Jellgs) burgemeester van Zwolle, 260, 276, 292. 

Gisbertus, predikant te Scherpenisse, zie G. Sammels. 

Glabbach, Hubert van, ouderling te Zwartsluis, 226, 230. 

Goosens, Herman, ouderling te Deventer, 207. 

Gosmannus, Joannes, predikant te Deventer, 276, 277, 280, 289, 292. 

Goswinius, Thomas, (T. Gosuinus) predikant te Kampen, 206, 255, 260, 270, 
271, 273, 284, 288, 298, 300—805, 310. 

Goyckerus, Daniel, predikant te Zwartsluis, 312, 334, 339, 343. 

Goyckerus, Georgius, predikant te Wilsum, 289, 299, 300, 310, 311, 323, 
324, 833, 335, 337—339, 341, 342. 

Goyckerus, Jodocus, proponent, predikant te Kampen, 194, 197, 200, 216, 
221—223, 226. 

Govertsz, Quirijn, predikant te Goes, 1. 

Grevenstein, Henricus, predikant te Kamperveen, 207, 266, 270, 273, Blok- 
zijl, 281, 284, 299, 312, 354. 

Gruterus, Thomas, predikant te Middelburg, 9. 

Gualtherus, Marcus, rector te Kampen, 298, 300, 314, 320, afgezet, 356. 

Gysius, Nathanael, predikant te Kamperveen, 369. 

Gysius, Otto, (O. Ghjjesen) predikant te Ootmarsum, 207, 256, 260, 264, 
270, 273, Hasselt, 277, 280, 281, 284, 289, 292. 



H. 

Haüein, Christophorus, predikant in cl. Deventer, 270, 287, 288. 

Halteren, Nicolaus van, proponent te Kampen, 194, 205. 

Hammonius, Franciscus, pred. te Deventer, zie F. Scurcmannus. 

Hanekamp, Lambertus, predikant in cl. Zwolle, 302. 

Hardenack, Johannes, (J. Hartnack) predikant te Wezepe, 272, 282. 

Hardenack, Johannes, (J. Ardenak) alumnus van Oveqjsel, 350, 367, 373. 

Hardenberch, Lubbert van den, ouderling te Kampen, 311. 

HarUngensis, Marünus Joannis, prediker te Rouveen, 293, 300, 302, 314, 

afgezet, 324—326, 329, 330, 332, 333. 
Harriüus, Petrus, predikant te Steenwijk, 206, 238, 240—242, 247, 248, 

251, 252, 254, 255, 259. 
Hebberechts, Anthonis, inwoner van Goes, 146. 
Heemse, Arnoldus van, (A. ab Heems, Heemsens) predikant te Vollenhove, 

206, 228, 230, 231, 238. 
Heersolt, Hieronvmus, predikant te Zwolle, 266. 
Heinmgius, Henticus, predikant te Tholen, 13—15, 35, 37, 43, 190. 



383 

Hebnichius, Wernerus, predikant te Utrecht, 201. 

Hendricksz, Ckristoffel, burgemeester van Kampen, 273, 293. 

Hendricksz, Daniël, pred. te Oosterland, zie D. H. Slatras. 

Hendrickz, Johan, onderling te Kampen, 226. 

Hendricksz, Otto, ouderling te Hasselt, 251, 255, 273, 277. 

Hendricksz, Wolf, burgemeester van Kampen, 284. 

Herinck, Albrecht, ouderling te Oldenzaal, 266. 

Heroldt, Hieronymus, predikant te Ham, 207, 295. 

Hertensius, Michael Keek, pred. te Deventer, zie M. Keek. 

Hessels, Jacob, predikant te Kuinre, 251. 

Heyden, Joannes van der, predikant te Kampen, 207, 273, 276. 

Heynck, Johan, burgemeester van Deventer, 215, 242. 

Heijnsbergen, Henricus van, predikant te Maartensdijk, 37. • 

Heuninck, Nicolaes, ouderling te Veere, 37. 

Hiddingius, Ernestus, predikant te Mastenbroek, 207, 284, 303, 311, 

324, 339. 
Hiddingius, Lambertus, proponent, predikant te Ens, 339, 368, 369. 
Hildebrants, mr. Abel, burgemeester van Kampen, 234, 242, 247, 248. 
Hülenius, CorneUus, predikant te Alkmaar, 256. 
Hoeck, mr. Bartholómeus de, predikant in cl. Zierikzee, 11. 
Hoff, Albert, Gedeputeerde van Overfjsel, 289. 
Hofferus, Adrianus, ouderling te Zierikzee, 144, 151, 156, 171. 
Hogensax, vrjjheer van, 218. 
Hoüeman, Jacob, secretaris van Oosterland, 92. 
Holstechius, Gasparus, (C. Holstech) predikant te Kampen, 199, 206—208, 

215, 221, 223, 226, 233, 234, 238, 242, 247, 260, 261, 266. 
HoUrup, Bemardus, voorm. monnik, 349. 
Hondivs, Jacobus, proponent, predikant te Vlissingen, 50. 
Hont, Adriaen Piersz de, ouderling in cl. Schouwen, 5. 
Huybert, Adrianus, predikant te Zierikzee, 159. 
Huyssen, Antonius, rentmeester, schepen van (roes, 139. 
Huijssen, mr. Johan, gecomm. raad van Zeeland, zie J. H. van Cattendjjck. 



I. 

Isaac, Peter, ouderling in cl. Walcheren, 15. 

Isselt, Casijn van, (C. Ysselt) ouderling te Zwolle, 230, 248, 283. 

IsseU, dr. Nicasius van, ouderling te Zwolle, 197, 259, 283. 

Ittersum, douairière van, te Dalfsen, 286. 

Ittersum, jonker Ernst van, drost van Twente, 251, 254, 255. 

Ittersum, jonker Bobert van, drost van Haaksbergen, 362, 366. 



884 



J. 

Jacobi, Daniel, gecommitteerde raad van Zeeland, 50, 51, 86. 

Jacobsz, Willem, burgemeester van Kampen, 289. 

Jacobus, koning van Engeland, 154. 

Jagers, Johan de, onderling te Goes, 159. 

Jansanius, Everhardu8, predikant' te Blokzijl, 271. 

Jansz, Claes, onderling te Kuinre, 230. 

Jansz, Claes, onderling te Steenwijk, 238. 

Jansz, Cornelis, lidmaat te Ouwerkerk, zie C. J. van Westen. 

Jansz, Oerrit, ouderling te Vollenhove, 343. 

Jansz, Oerrit, onderling te Zwartsluis, 260, 284. 

Jansz, Hendrick, ouderling te Kuinre, 233. 

Jansz, Jason, ouderling te Zierikzee, 91. 

Jansz, Rolof, ouderling te Zwolle, 270. 

Jansz, Teman, inwoner van Goes, zie T. J. Nachtegaal. 

Jeüijs, Johan, burgemeester van Zwolle, zie J. Gillis. 

Joachimi, mr. Albert, secretaris van Goes, 127, 136, 137, 141. 

Joachimi, Joachimus, predikant te Hellendoorn, 282. 

Joachimsz, Nolle, ouderling te Deventer, 238. 

Joannis, Henricus, predikant te Genemuiden, 281, 289. 

Jochimsz, Wessel, ouderling te Zwolle, 343. 

Jodoci, Henricus, onwettig prediker te Ens, 303, afgezet, 328, 329, 331, 

332, 338, 368, 369. 
Johannis, Martfcius, pred. te Bouveen, zie M. Harlingensis. 
Johannis, Nicolaus, predikant te Kamperveen, 298, 303, 314, afgezet, 321, 

338—340, 867, 368. 
Johannis, Wynandus, predikant te Elburg, 238, 241. 
Jonghe, B. de, gecommitteerde raad van Zeeland, 89, 92. 
Joris, David, de ketter, 219. 

K. 

Kanen, Andries, pred. te Kloetinge, zie A. Canen. 

Keek Hertensius, Michael, (M. Keek, Keckius) predikant te Deventer, 206, 

223, 226, 230, 232, 247, 248, 255, 256, 260, 266. 
Kemenerus, Arnoldus, predikant te Delden, 256. 
Keppel, Qerardus van, proponent te Kampen, 194. 
Ketelaer, Dignus, rentmeester, schepen te Goes, 139, 146, 173, 175. 
Kimedoncius, Jacobus, predikant te Middelburg, 12. 
Koene, Andries, pred. te Kloetinge, zie A. Canen. 



385 



Kolke, Dirck ten, ouderling te Deventer, 343. 
Krijt, Jacobus, ouderling te Deventer, 251. 



L. 

Lamotius, Johannes, predikant te Kampen, 206, 233, 238, 241, 242, 251, 

252, 254, 255, 266, 267, 270. 
LamberUz, Rokff, burgemeester van Kampen, 260, 281. 
Lanchorst, Albertus, pastoor te Rouveen, 250. 
Lancheüer, Joannes, beroepen te Tselmuiden, 219. 
Langius, Joannes. predikant te Vollenhove, 206, 248, 250, 251, 255, 256, 

260, 261, 266, 267, 269, 271, 274, 276, 277, 281, 284, 289, 299, 

310, Utrecht, 315, 346, 347. 
Langius, Lucas, (L. van Langen) predikant te Oldemarkt, 207, 281, 284, 

288, 293, 298. 
Lansbergen, Jacobus, alumnus van Zeeland, 142. 
Lansbergen, Petrus, (P. Lansbergius) predikant te Goes, 112 — 142, 144, 

146, 173, 175. 
Lansbergen, Phüippus, (P. Lansbergius) predikant te Goes, 15, 32, 37, 43, 

92, 105, 108, 113—142, 145, 146, 173, 190. 

Laren sr., mr. Joost van, (Jodocus Laretius) predikant te Vlissingen, 64, 

93, 112, 113, 121, 122, 124, 131, 132, 142. 
Laurentii, Antonius, predikant te Dreischor, 15, 35 — 37. 
Lauwic, Jan van der, burgemeester van Kampen, 310. 
Leendertsz, Yeman, (Y. Leonartsz) ouderling te Oos ter land, 144. 
Lemnius, Joannes, predikant te Prinseland, 323. 

Leunissen, Ingel, gecommitteerde raad van Zeeland, 143. 

Leycester, Robert Dudleg graaf van, 12, 83, 195, 196, 199, 207, 215, 

216, 217. 
Leijnssen, Cornelis, ouderling te Vlissingen, 144. 
Leijnssen, Daniel, ouderling te Vlissingen, 93. 
Liëns. Joachimus, ouderling te St. Maartensdijk, 92. 
Limborch, dr. Arnoldus van, ouderling te Oldenzaal, 255. 
Lindenhovius, Gerardus, predikant te Raalte, 276, 284, 288, 298, 318. 
Loose, Egbert, burgemeester van Kampen, 230. 
Lubbertus Sylvanus, Wilhelmus, (W. Lubberti) predikant te Steen wijker- 

wold, 289. 
Lucasz, Henricus, predikant te Zwartsluis, 223. 
IAjens, pensionaris van Tholen, 178. 

Ac/a syn. provinc. V, 25 



386 



H. 



Maldere, de, gedeputeerde van Zeeland, 46, 51. 

Maler, Jacob, burgemeester van Kampen, 242. 

Mannemaker, ridder Adriaen van, gecommitteerde raad van Zeeland, 158. 

Marckel, Hendrick van„ (H. v. Merckel) burgemeester van Deventer, 362, 
365, 366, 368. 

Marinissen, Jan, ouderling te Zierikzee, 159. 

Marinus, Dignus, ouderling in cl. Zuid-Beveland, 15. 

Martini, Johannes, predikant te Tholen, 12. 

Martinus, pred. te Rouveen, zie M. Harlingensis. 

Martinus, pastoor te Yhorst. 250, 268. 

Mathiae, Johannes, predikant in Overijsel, 193, 195. 

'Mathisius, Assuerus, predikant te Deventer, 207, 281, 284, 293, 298, Kam- 
pen, 303, 304, 306, 310. 

Mazuei'iua, Paulus, predikant te Ovezande, 176. 

Meestere, Paschas/'us de, proponent, predikant te Biggekerke, 63. 

Meier, Rudolphus, voorm. pastoor, prediker in Lingen, 269. 

Meilingius, Henricus, (H. Meilingh) prediker te Hengeloo, 329, 331 — 333, 
Delden, 359. 

Meilingius, Johannes, (J. Meylingh) prediker te Genemuiden, 303, afgezet, 
326—333, 338. 

Meinardi, Henricus, predikant te Zwartsluis, 276. 

Meiros, Nicolaus Adriaensz, lid der Staten van Zeeland, 37. 

Melanchton, Phüippus, 61. 

Menger, Bernardus, syndicus van Lingen, 261. 

Messemaker, Herman, ouderling in cl. Steenwijk, 281. 

Meus, Oerrit, (G. Mens) ouderling te Vollenhove, 251, 261. 

Mewes y Peter, ouderling te Steenwijk, 277. 

Meyerinck, Lucas, ouderling te Steenwijk, 255. 

Mezoeck, Marinus Jansz, schepen van Goes, 139. 

Migrodius, Jacobus, proponent, predikant te Scherpenisse, 63. 

Migrodius, Joannes, predikant te Veere, 1, 3 — 6, 15, 32, 35, 36. 

Monier, Abel de, proponent, predikant te Elkerzee, 63. 

Montanus, Anthonis, predikant te Middelburg, 112, 114, 116, 117, 121. 

Moijck, Hendrick Petersz, (ook Monijck) burgemeester van Kampen, 207, 
208, 218. 

Munckerus, Joannes, Sigenensis, proponent, predikant te Zalk, 369. 

Mijle, mr. Abraham van der, (A. Mylius, Mijlen) predikant te Vlissingen, 
37, 93-95, 105. 



887 



N. 

N, Wijnandus, pred. te Mastenbroek, zie W. Wijnandi. 

Nachtegael, Yeman Jansz, inwoner van Goes, 145, 173, 185. 

Naeranus, Abraham, (A. Naerius) predikant te Kampen, 206, 233, 234, 

237, 238, 247—249, 251. 
Nassau, graaf Willem Lodewijk van. 248. 
Neve, Dierick de, ouderling in cl. Walcheren, 15. 
Nicolai, mr. Gulielmiis, (Guilliam Claesz) predikant te Goes, 12, 35, 50, 113, 

116, 123, 129, 131, 137. 
Niehoff, Joannes, pastoor te Borne, 365. 
Nieraten, Johan, onwettig prediker in Overijsel, 248. 
Nisse, mr David van der, (D. Venrissius) burgemeester van Goes, 121, 

123, 132, 139. 
Nieuwenveen, Johannes d, predikant te Blankenham, 303. 
Nolthenius, Oeorgius, predikant te Kampen, 195, 198, 199, 216, 218, 221, 222. 
Nutius, Franciscus, predikant te Zwolle, 206. 230, 233, 234, 238, 245. 



O. 

Obenholius, Richardus, predikant in cl. Zwolle, 281. 

Olivarius, Nicolaus, predikant te Vlissingen, 64, 93. 

Oostdijck, Nicolaes Michielsz, rentmeester, ouderling te Goes, 113, 129. 

Oosterzee, Timannus van, predikant in cl. Zuid-Beveland, 4, 5, 9, 11. 

Oostzee, Adolf van, ouderling te Ierseke, 144. 

Ootmesen, Sijmen, ouderling te Deventer, 247. 

Oranje, Maria van, zie gravin van Buren. 

Oranje, prins Maurits van, 42, 149, 154, 189. 190, 234, 345, 346. 

Oranje, prins Willem van, 11. 

Otto, Henricus, Frisius, predikant te Hasselt, 206, 226, 230, 233, 239, 242. 

Over, vrouw ten, (ten Ouver) ingezetene van Zwolle, 259, 263. 

Ovitius, Pibo, predikant te Enschede, 206, 245, 246. 

P. 

Paneel, Joannes, (J. Paneelius) predikant te Baarland, 112, 118, 119. 
Paneel, mr. Michael, (M. Panneel, Panelius) predikant te Middelburg, 

4—6, 9, 37, 43. 
Pantinus, Johannes, (J. Pantijn) predikant te Scherpenisse, 50, 63, Tholen, 

92, 177—184. 

25» 



388 

Pass, Lubbert to, ouderling te Deventer, 255. 

Pauli, Gerardus, predikant te Brouwershaven, 2, 3, 5. 

Peckius, mr. Jacobus, ouderling te Goes, 92. 

Peene, Rogier van, ouderling te Middelburg, 37. 

Petersz, Geurt, burgemeester van Kampen, 299. 

Petersz, Henricus, zie H. P. Mojjck. 

Petrejus, Henricus, (H. Petraeus) onwettig prediker te Ommen, 262, afgezet, 

268, 271, 274, 277, 280, Dalfsen, 283. 
Petri, Johannes, pred. in cl. Kampen, zie P. J. Campensis. 
Petri, Victor, predikant te Zwolle, 299, 310, 311, 324, 325, 326,330,334, 

335, 337, 338, 341, 342, 355. 
Pezelius, dr., predikant te Danzig, 219. 
Pietersz, Doem, ouderling te Deventer, 266, 276, 311. 
Plancius, Jeremias, predikant te Deventer, 293. 
Plancius, Petrus, predikant te Hasselt, 299, Kampen, 311 — 313, 321, 

323—325, 335, 341, 356, 358, 364, 369. 
Plateel, Gerardus, predikant te Tholen, 13 — 25, 50. 
Plateel, Jacobus, (J. Platelius) predikant te Wemeldinge, 144, 151, 172. 
Pollio, Henricus, predikant te Genemuiden, 252, 254, Backhem, 261. 
Pot, Engelbertus, prediker te Giethoorn, 301, afgezet, 303, 314, 329, 331—333, 

338, 356, 857. 
Pot, Hermes, predikant te Beimerswaal, 13, 14. 
Prince, Johannes de, predikant te St. Maartensdijk, 13. 



R. 

Rademaker, Johannes, ouderling te Middelburg, 50, 76. 

Raesveltf jonker Johan van, drost van Vollenhove, 362. 

Rageboom, Thomas, (niet Rozeboom) predikant te Poortvliet, 13, 92. 

Ramaea, Philippus, geschriften van, 235. 

Rammelman, richter te Borne, 365. 

Rappaeus, Johannes Henricus, predikant te Hellend oom, 293, Delden, 311, 

322, 358, 363, 366, 368. 
Rechteren, jonker Jan van, te Dalfsen, 286. 

Regius, Cornelïus, predikant te Goes, 144, 151, 154, 155, 159, 171, 184, 188. 
Revius, Jacobus, predikant te Deventer, 305, 306, 310—312, 323,324,331, 

334, 335, 342, 358. 
Reynerius, Jacobus, predikant te Giethoorn, 293. 
Reyners, jonker Jan, ouderling te Oldenzaal, 251, 260. 
Ribbius, Hermannus, (H. Ribbe) predikant te Oldemarkt, 251, 256, 259, 260. 



389 

Ridder, Herbertus de, predikant te Reimcrswaal, 159. 188. 

Rieti, Job dn, predikant te Bergen op Zoom, 159, 188. 

RingeUus, Joannes, predikant te Beesten, 266. 

Ripperda ter Weldam, jonker Unico, lid der Staten van Overijsel, 298. 

Rodolpkus, pred. te Koudum, zie R. Faber. 

Roel, Cornelis, (C. Roels, Roelsius) pensionaris *van Middelburg, 15, 32 — 35. 

Roelinck, lid der Gedeputeerde Staten van Overijsel, 338, 364, 368, 376. 

Roelof "sen, Johan, (J. Rudolphi) pastoor, later predikant te Wanneperveen, 
251, 282, 292. 

Roelofsz, Johan, ouderling te Deventer, 270. 

Roelsius, mr. Willem, raadsheer van Zeeland, 34. - 

Rolefsz, Henrick, ouderling te Zwolle, 312. 

Ranch, Jan de, ouderling in cl. Zuid-Beveland, 5. 

Roothuysen, Johannes, (J. Rothusius) predikant te Yselmuiden, 343, 361, 369. 

Roothuijsen, Thomas, (T. Roothuys, Roothusius) predikant te Hasselt. Kam- 
pen, Deventer, 195, 198, 199, 206, 207, 223, 238, 239, 241, 242, 
251, 252, 254, 270, 271, 273, 274, 276, 284, 288. 

Rostorp, Valer im, (V. Rostrop) predikant te Denekamp, 256, 266. 

Rotarius, (misschien Lambertus R., voorheen pred. te Almen) 301. 

Rutenborgh, jonker Jan van Brandenbarch to, te Dalfsen, zie J. v. Brandenborch. 

Rusius, Arnoldus, predikant te Deventer, 260, 266 

Rijche, Lambertus de, predikant te Bergen op Zoom, 144, 151, 155, 171. 

Rijcke, Pieter de, (P. Rycken) president van 't Hof van Zeeland, 33 — 35. 

Rynvis, Lubber tus, Elburgensis, predikant te Genemuiden, 343, 349, 369. 



s. 

Sad, Niclaes, ouderling te Arnemuiden, 91. 

Sammels, Gisbertus, (G. Samuels) predikant te Scherpenisse, 12, 13, 35. 

Sauterius, Daniel, pred. te Kampen, zie Souterius. 

Schelen, jonker Zweder, (ook Scheel) te Welevelt, 361, 374. 

Schenck, Williem, ouderling in cl. Schouwen, 5, 15. 

Schepeniu8, mr. Gerardus, (G. Schepens) predikant te Vossemeer, 92, 112, 
114, 116, 117, 126. 

Schepenius, Samuel, (S. Schepens) predikant te St. Annaland, 176, 177. 

Scherff, dr., burgemeester van Deventer, 197. 

Schotier us, Johannes, (J. Schutlerus) predikant te Kamperveen, 293, Kampen, 
298, 301—303. 

Schutte nius, Everhar dus, predikant in cl. Zwolle, 334, 336, 337. 

Schurckmannus Hammonius, Franciscus, (F. Schurckman) predikant te Deven- 
ter, 206, 226, 227, 230, 233—235, 237, 238, 241, 242, 247. 



390 

Sebastiani, Adrianus, predikant te Nieuwerkerk, 35. 

Segers, Mathias, ouderling te Veere, 159. 

SeUius, Gualtherus, pred. te Yselmuiden, zie G. Zelle. 

Seu, Johannes, predikant in cl. Walcheren, 3, 15. 

Seys, Martinus, predikant te Zwolle, 223. 

Sebastiaensz, Adriaen, ouderling in cl. Schouwen, 15. 

Sibelius, Casparus, predikant te Deventer, 298, 299, 310, 311, 315, 317, 

321, 333, 334, 342, 355, 358, 364. 
Siliginiuë, Joachimus, proponent, predikant te Zwartsluis, 197, 198, 218. 
Siliginius, Theodorus, predikant te Deventer, 200—202, 219, 220. 
Singgraven, Gebleken, vrouw van ds. Hieronymus Herolt te Ham, 295. 
Sixtinus, Gellius, onwettig prediker te Ens, 275, 277. 
Slatius, Daniel Hendricksz, predikant te Oosterland, 37, 92. 
Sleese, Johan, ouderling te Kapelle, 50. 

Sloot, jonker Boudeivijn, ouderling te Yollenhove, 299, 311, 345. 
Sloot, Coenraet, waarnemend drost van Yollenhove, 250. 
Sloot, jonker Jan, (Johan Sloet) drost van Yollenhove, 234, 240, 259, 281, 283. 
Sloot, jonker Volckyer, ouderling te Yollenhove, 255, drost van Salland, 344. 
SmaUegange, Jan, inwoner van Goes, 132. 
Smidt, Christoffel de, martelaar te Antwerpen, 141. 
Smidt, Joannes, inwoner van Kampen, 221. 
Soest, Henricus Johannes, predikant in cl. Kampen, 273. 
Soetioater, dr. Cornelisz Adriaensz, burgemeester van Goes, 114 — 116, 

121—123, 136, 139, 140. 
Sollingius, predikant te Delden, 322, overleden, 358, 366, 368, 375. 
Souterius, Daniel, (D. de Souter, Sauterius) predikant te Kampen, 276, 289, 292. 
Speenhovius, Joannes, predikant te Lingen, 206, 261, 266, 267, 270. 
Spiringiu8, Lucas, predikant te Brouwershaven, 159, 188. 
Spiserus, Adolphus, (A. Spiezerus) predikant te Enschede, 256, 266. 
Steengracht, Hubrecht, gecommitteerde raad van Zeeland, 112, 123, 125. 
Steenwijck, jonker Johan van, 227, 232. 
Stege, mr. Sieger ter, ouderling te Steen wjjk, 247. 
Stegheman, Marlen, (M. Steeghman) burgemeester van Deventer, 230, 242, 

260, 266. 
Stephani, dr. Wilhelmus, predikant te Kampen, 342, 343, 350, 355. 
Sticke, rentmeester van Overijsel, 367. 
Stricken, Janneken, vrouw van Gert Coster te Ham, 295. 
Strydonck, Jacobus, predikant te Yselmuiden, 193, 195, Blokzijl en Kuinre, 

197, 200, 206, 223, Blankenham, 225. 
Strockel, Wemaert, ouderling te Deventer, 293. 
Suchtelen, Gerhaerdt van, ouderling te Deventer, 273. 



391 

Swarte, Gerhardt, ouderling te Lingen, 267. 

Sylvanus, Wilhelmus Lubbertus, pred. te Steen wjjkerwold, zie W. Lubbertus. 

T. 

Toets, Arent, inwoner van Goes, 146. 

Tayus, mr. Johannes, predikan/ te Brouwershaven, 37, 43, 91. 

Teellinck, mr. Willem, predikant te Middelburg, 159, 163, 174, 184, 185, 188. 

Tengnagel, jonker Reinaert Gansneb genaamd, (R. Ganssnebbe) burgemeester 

van Kampen. 266, 276, 344. 
Tenijs, Steven Cornelisz, gecommitteerde raad van Zeeland, 91, 1 12, 123, 125. 
Thoren, P. J., wethouder van St. Annaland, 176. 
Thije, Hendrick van, ouderling te Zwolle, 255. 
Thijmannus, pastoor te Garderen, 237. 
Tichelaer, Rutgerus, (R. Tigler, Tigheler) predikant te Olst, 207, 249, 256, 

260, 273, 281, 287, 289, 298. 
Traessen, Evert, ouderling te Deventer, 242. 
Twickelo, Frederick van, drost van Reda, 258. 

ü. 

Udemans, Godefridus Cornelii, proponent, predikant te Haamstede, 63, Zie- 

rikzee, 144, 151, 156, 171. 
Ulgher, Lubbert, burgemeester van Zwolle, 197, 207, 208, 216, 218, 230, 

248, 281. 
Utenhove, Jan van, beqjming van, 57. 

V. 

Valck, Regnerus, (R. Falco, Embdensis) predikant te Kuinre, 206, 230, 231, 

233, 237, 240, 243, 246. 
Vaens, Paalus, ouderling te Bergen op Zoom, 50. 
Veene, Jan, ouderling te Kampen, 343. 
Vene, Jacob, burgemeester van Kampen, 223, 226, 233. 
Vereijcken, Pieter, diaken te Goes, 173, 175. 

Vemissius, mr. David, burgemeester van Goes, zie D. van der Nisse. 
VersUgius, G er ar dus, correspondent uit Gelderland, 233. 
Verstrepen, Anthonis, ouderling in cl. Tholen, 15. 
Vervest, Jacobus, proponent, predikant te Waarde, 63. 
Verveste, Lowijs, (Lodowyck van der Vesten) predikant te Kruiningen, 15, 

92, 112, 126, 129, 159, 188. 



392 

Vet, Jan, onderling te Middelburg, 91. 

Vezekius, Bernherus, predikant te Deventer, 195, 197—200, 204, 215, 219, 221. 

Vezekius, Hermannus, predikant te Deventer, 204. 

Vingkius, Henricus, predikant te Wanneperveen, 343. 

Vlasman, Crijn, predikant te Ierseke, 142. 

Vockingius, Johannes, pred. te Rouveen, zie J. Fockingius. 

Voerst, jonker Diderijch van, gedeputeerde van Overijsel, 284. 

Vogeüius, Hieronymus, predikant te Hasselt, 293, 298—300, 305, 306, 310, 

311, 317, 321, 324, 342, 343, 356, 358, 369, 376. 
Vogelsanck, Luderus, predikant te Zwartsluis, 206, 226, 230, 233, 238, 

241, Oldenzaal, 242, 251, 255, 260, 261, 266. 
Volcerus, Johannes, Holsato-Stormarus, predikant te Zwartsluis, 293, 299, 

Vollenhove 312, 321, 323, 335, 342—348, 856, 858, 364, 369. 
Voldere, Tobias de, ouderling te Wolfaartsdijk, 37. 
Vosbergen, Cospar van, raadsheer van Zeeland, 15, 34, 37. 
Vosbergen, mr. Josias, ouderling te Middelburg, 144, 151, 155, 156, 172. 
Voscuijl, Everardus, (E. Vosculius) predikant te Kampen, 293, 298, 304, 

306, 310. 
Voscuijl, Johannes, (J. Vosculius) predikant te Steenwjjk, 207, 270, 274, 

277, 281, 284, 289, 292, 299, 310, 312, 323, 324, 335, 338, 339, 

341—344. 
Vos8 alias Bierman, Hermannus, pred. te Kamperveen, enz., zie H. Bierman. 
Vresewijck, Hendrik, ouderling te Deventer, 289. 
Vrijberge, Willem Jacobsz, ouderling te Tholen, 50. 

w. 

Walaeus, Antonius, proponent, predikant te Koudekerke, 63. 

Walminch, Herman, ouderling te Enschede, 242. 

Warijn, Lenaert, ouderling te Dreischor, 50. 

Watervliet, mons r ., inwoner van Gtoes, 138. 

Wedaeus, Joannes, predikant te Zwolle, 206, 266, 267,270,277,280,289, 

292, 299, 302, 316, 834, 341, 349. 
Weldam, jonker Unico Ripperda ter, zie U. Bipperda. 
Wellemejerus , Hermannus, schoolmeester te Losser, predikant te Borne, 

865, 373. 
Weneranus, Hermannus, (H. Wineranus) predikant te Blokzijl, 206, 230, 

231, afgezet 237, 241, 243, 250, 254. 
Werheren, Henricus Bentinnk to, drost van Salland, zie H. Bentinck. 
Wessem, Matthijs, (M. van Wessura) ouderling te Zwolle, 233, 273. 
Westen , Cornelis Jansz van } lidmaat te Ouwerkerk, 40, 41. 



393 

Westenberg, Joames, (J. Westen bergius) predikant te Ommen, 207, 284, 

288, 312. 
Wiels, Aernout, predikant in cl. Zuid-Beveland, 5. 
Wierichs, Johannes, barbier te Vollenhove, 239. 
Wiermannus, Theodorus, predikant te Dalfsen, 289, 299, 310. 
Wiüems, Pieter, onderling te Goes, 50. 
Wülenius, Hildebrandus , (H. Willemius) predikant te Zalk, 270, 276, 281, 

293, 299, 303, 324, 339. 
Winshem, Hermannus a, burgemeester van Deventer, 226, 227. 
Wiskercke, Adriaen Andriesz, (A. A. Wissekken) schepen en ouderling te 

Goes, 113, 146, 173, 175. 
Witte, mr. Boudewijn de, secretaris van Goes, 116, 121, 126, 128, 132, 

133, 135, 136. 
Witte, Joannes, burgemeester van Kampen, 197. 
Witte, Tobias, proponent, predikant te Oost-Kapelle , 63. 
Witten, Jan, (J. Witte, Wytten) rentmeester van Salland, 260, 266, 

270, 276. 
Wittensen, Witte, ouderling te Vossemeer, 159. 
Wolfins, Zacharias, onwettig prediker te Blankenham, 274, 277, predikant, 

281, 287. 
Wolphius, lic. juris Rijcbnannus, burgemeester van Vollenhove, 274, 277. 
Wttenboffoert, Johannes, de hofprediker, 250. 
Wijfferdinck, Hermannus, (H. Wiferding) predikant te Zwolle, 193, 195, 

199, 200, 206, 208, 221, 222, 230, 232, 235, 238, 241, 242, 251, 

252, 255, 270, 271, 273, 281, 284, 293, 298, 310, 817, 343. 
Wijme, Jacob, ouderling te Steenbergen, 35, 42. 
JVijnandi, Wijnandus, predikant te Mastenbroek, 248, 252, overleden, 264. 

Y. 

Ysselt, zie C. van Isselt. 

Ysselmuyden, jonker Roloff van, inwoner van Vollenhove, 362. 

Z. 

Zanchius, Hieronymus, 61. 

Zelle, Gualtherus, (Wolterus Sellius, Sellii) predikant te Yselmuiden, 279, 

304. Avereest, 335. 
Zueritis, Jaeobus, predikant te Bergen op Zoom, 112, 121, 122, 124. 
Zuerius, Marcus, predikant te Bergen op Zoom, 50, 51, 59, 60, 62. 



REGISTER VAN PLAATSNAMEN. 



Aken, 80. 

Alkmaar, 256. 

Almeloo, 243, 258, 349, 374, 375. 

Amsterdam, 42, 220, 247, 358. 

Annaland (Sint), 176, 177. 

Antwerpen, 11, 141, 193* 

Arendskerke ('s Heer), 2. 

Arnemuiden, 91. 

Arnhem, 201. 

Avereest, 268, 335, 353. 

Axel, 22. 

Baarland, 112, 136. 

Backhem (Lingen), 261. 

Bathmen, 243, 259, 287, 289. 

Beesten (Lingen), 267. 

Bentheim, 228. 

Bergen op Zoom, 14, 22, 35, 37, 50, 63, 112, 144, 151, 156, 159, 167, 188. 

Berk, 255, 269, 358. 

Beveland (Noord), 63. 

Beveland (Zuid), 2. 3, 5, 15, 22, 35, 37, 41, 43, 50, 58, 92, 112, 113, 

119, 144, 157, 159, 167, 170, 185. 
Bieselinge, 43. 
Biggekerke, 63, 94. 
Blankenham, 225, 234, 243, 251, 274, 287, 292, 803, 322, 354, 358, 359, 

366, 373. 
Blokzijl, 197, 198, 206, 223, 225, 226, 230, 231, 233, 234, 237, 241, 

243, 250, 267, 271, 283, 285, 299, 312, 354. 
Borne, 243, 246, 258, 322, 358, 362, 365, 366, 373, 374. 
. Braband, 38, 74, 153, 163. 



895 

Brielle, 12, 256. 

Brittannië (Groot), 109. 

Brouwershaven, 2, 35, 36, 37, 41, 44, 91, 159, 

Calais, 176. 

Colijnsplaat, 56. 

Constantinopel, 75. 

Dalfsen, 243, 271, 277, 279, 283, 286, 289, 299, 318, 349, 353, 373. 

Delden, 243, 256, 258, 263, 302, 311, 322, 358, 363, 366, 368, 375. 

Delft, 11, 71, 72. 

Denekamp, 243, 256, 266, 267. 

Deventer, 193, 195, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 206, 
207, 215, 219, 220, 223, 226, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 236, 
238, 242, 243, 246, 247, 248, 249. 251, 253, 254, 255, 258, 259, 
260, 261, 263, 264, 266, 270, 272, 273, 276, 277, 278, 280, 281, 
282, 284, 286, 287, 288, 289, 290, 291, 292, 293, 294, 298, 302, 
303, 310, 311, 317, 318, 324, 326, 330, 331, 332, 333, 341, 342, 
343, 350, 351, 352, 356, 358, 362, 364, 365, 367, 369. 

Diepenheim, 243. 

Doesburg, 201. 

Dordrecht, 4, 6, 8, 9, 10, 72, 143, 146, 156, 162, 171, 172, 173, 193, 
290, 315, 340, 355. 

Dreischor, 35, 37, 42, 50. 

Drente, 254, 303, 328, 329, 354, 369. 

Drie wegen, 2. 

Duiveland (Oost), 42, 159. 

Elburg, 238, 369. 

Elkerzee, 63. 

Embden, 69, 219. 

Emmeloort, 286, 313, 351. 

Engeland, 74, 207, 208. 

Enkhuizen, 254. 

Ens, 243, 245, 254, 286, 290, 303, 322, 328, 332, 334, 337, 338, 339, 
340, 351, 353, 358, 359, 366, 368, 369, 373. 

Enschedé, 206, 242, 243, 245, 246, 256, 266, 375. 

Franeker, 280, 281. 

Frankrijk, 71, 73, 74, 109. 

Friesland, 36, 80, 83, 240. 

Garderen, 237. 

Gelderland, 36, 105, 229, 231, 233, 234, 235, 236, 237, 238, 241, 243, 
252, 261, 262, 304, 306. 

Genenmiden, 222, 234, 243, 246, 252, 254, 262, 289, 303, 326, 327, 328, 
331, 332, 334, 337, 338, 339, 340, 343, 351, 361, 369. 



396 

Genève, 8. 

Giethoorn, 243, 283, 293, 322, 334, 332, 337, 338, 340, 354, 356, 359, 373. 
Goes, 4, 21, 35, 36, 37, 43, 46, 50, 54, 53, 54, G3, 88, 89, 90, 92, 98. 
442, 443, 444, 445, 446, 419, 423, 127, 428, 423, 430,431,444,444» 
446, 454, 455, 456, 458, 459, 460, 473, 174, 175, 485. 
Goor, 207, 243, 256, 322, 358, 363, 366, 368. 
Gramsbergen, 243, 279, 295, 373. 
's Gravenhage , 42, 58, 59, 74, 72, 80, 83, 499, 200, 216, 217,224, 225,228, 

264, 263, 265, 275, 276, 287, 289, 294, 340, 344, 351. 
's Gravenpolder, 2, 
Groningen (prov.), 352. 
Groningen (stad), 248, 262. 
Gülick, 80, 358. 
Haaksbergen , 243, 353, 362, 366. 
Haamstede, 63. 
Ham (den), 207, 243, 295. 
Hardenberg, 243, 285, 333, 360, 364. 

Hasselt, 497, 498, 499, 206, 207, 248, 224, 223, 226, 230, 234, 233, 234, 238, 
242, 243, 247, 250, 254, 255, 260, 267, 270, 277, 280, 289, 293, 297, 299, 
340, 314, 324, 333, 335, 344, 342, 343, 355, 356, 357, 369, 370, 374, 376. 
Heemse, 243, 285. 
Heinkenszand, 37. 
Heinoo, 243, 279, 286, 293. 
Hellendoorn, 243, 282, 286, 293, 322, 359. 
Hendrikskinderen ('s Heer), 4. 
Hengeloo, 243, 258, 332. 
Herborn, 280. 
Hindeloopen, 240. 
Hoedekenskerke, 63. 
Holland, 44, 45, 49, 74, 80, 83, 89, 403, 404, 405, 433, 447, 453, 457, 471,496, 

247, 222, 225, 227, 235, 253, 264, 294, 298, 344. 
Holland (Noord), 237, 244, 252, 254, 256, 282, 352. 
Holland (Zuid), 36, 54, 56, 470, 250, 252, 256, 282. 
Holten, 243, 322, 359. 
Ierseke, 2, 442, 444. 
Indie (Oost), 452, 460, 464. 
Ippenburen (Lingen), 267. 

Kampen, 493, 494, 495, 496, 497, 498, 499, 205, 206, 207, 208, 245, 216, 218, 
219, 220, 22 1, 222, 223, 226, 228, 229, 230, 231. 232, 2*3, 234, 237,238, 
239, 240, 241, 242, 243, 245, 247, 248, 250, 251, 254, 255, 259, 260, 264, 
266, 2ö7, 270, 271, 272, 273, 275, 27t>, 277, 278, 281, 282, 283, 284, 286, 
287, 288, 289, 290, 293, 294, 295, 296, 297, 298, 290, H00, 301, 302, 303, 
305, 306, 307, 340, 344, 343, 344, 347, 348, 320, 323, 324, 327, 328,334, 



397 

332, 333, 333, 337, 338, 339, 340, 341, 342, 343, 344, 351, 355, 356,361, 

362, 364, 368, 369, 374. 
Kamperveen, 198, 207, 230, 234, 237, 240, 243, 267, 270, 293, 298, 301, 314, 

321, 322, 338, 339, 359, 367, 368, 369, 373. 
Kapelle, 35, 43, 50. 
Keulen, 80. 
Kloetinge, 1, 51. 
Koudekerke, 64, 94. 
Koud urn, 240. 
Kruiningen, 92, 112, 159. 
Kuinre, 197, 198, 206, 225, 226, 230, 231, 232, 233, 234, 240, 243, 246, 249, 

251, 322, 358, 373. 
Kuinredijk, 243. 
Laar (Bentheim), 228. 
Leeuwarden, 275. 
Leiden, 36, 103, 142, 344. 
Lilloo, 22, 144, 158. 

Lingen, 206, 254, 261, 264, 266, 267, 269. 
Lopik, 41, 44. 
Losser, 243, 246, 267, 365. 
Maartensdijk (Sint), 11, 13, 14, 37, 92. 
Markeloo, 243, 322, 358, 362, 365, 366, 368, 372. 
Mastenbroek, 206, 207, 226, 230, 231, 233, 234, 238, 241, 243, 248, 252, 264, 

311, 322, 359, 369, 373. 

Meppel, 314, 348. 

Middelburg, 9, 12, 15, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 42, 46, 50, 52, 53, 54, 55, 

58, 63, 64, 72, 77, 80, 86, 89, 90, 91, 99, 112, 144, 151, 154, 156, 159, 

161, 163, 184, 194, 195, 290. 
Nieuwerkerk, 35, 50, 91, 112, 144. 
Nime8, 72. 
Ng broek, 243. 
Nijmegen, 250, 272. 

Oldemarkt, 207, 234, 243, 251, 256, 285, 293, 338. 

Oldenzaal, 242, 243, 246, 251, 2'>2, 255, 258, 260, 261, 263, 265, 266, 270, 365. 
Olst, 207, 243, 249, 252, 256, 260, 267, 287, 289, 298, 322. 
Ommen, 207, 243, 268, 297, 312, 318, 323, 353, 360, 364. 
Oosterland, 37, 92, 144. 
Oost-Kapelle, 63. 
Oost-Souburg , 94. 
Ootmarsum, 242, 243, 246, 256, 260. 
Ostende, 22. 
Ouwerkerk, 40, 41. 



398 

Ovezande, 176. 

Paasloo, 243, 338. 

Pargs, 72. 

Pfidtz (de), 80. 

Poitiers, 71. 

Poortvliet, 92. 

Prinseland, 323, 361, 370, 375. 

Raalte, 243, 258, 276, 298, 312, 322, 342, 359. 

Beda, 258. 

Beimerswaal, 14, 22, 159, 177. 

Renesse, 50. 

Roebelle (la), 71. 

Rolde, 369. 

Rotterdam, 114, 343, 344, 345, 346, 347, 348. 

Rouveen, 243, 250, 279, 293, 324, 326, 330, 335, 343, 354. 

Ruurloo, 327. 

Rgssen, 243, 267. 

Salland, 208, 241, 242, 249, 252, 264, 274, 276, 290, 292, 294, 298, 311, 318, 
344, 353, 375. 

Schelde (Beoosten), 11. 

Schelde (Bewesten), 11, 56. 

Scherpenisse, 12, 13, 14, 50, 63. 

Schouwen, 3, 5, 15, 22, 35, 37, 40, 41, 43, 50, 58, 63, 89, 91, 112, 113, 114, 
152, 154, 159. 

Serooskerke, 1, 2. 

Siegen (Pruisen), 369. 

Staphorst, 243, 248, 250, 253, 314, 348, 354. 

Steenbergen, 37, 42, 189. 

Steenwijk, 206, 207, 212, 223, 226, 227, 233, 234, 237, 238, 239, 240, 241, 242, 
243, 247, 248, 251, 252, 253, 254, 2ó5, 259, 260, 261, 264, 266,267,269, 
271, 273, 274, 277, 280, 281, 282, 284, 287, 288, 289, 291. 292,293,297, 
298, 299, 303, 305, 306, 308, 310, 312, 317, 323, 324, 333, 340, 343, 350, 
353, 355, 358, 362, 369. 

Steenwjjkerwolt, 206, 233, 234, 239, 243, 269, 289, 322, 338, 359, 373. 

Steinfurt, 286, 297. 

Terneuzen, 22. 

Tholen, 12, 13, 14, 15, 22, 35, 37, 43, 50, 58, 59, 60, 63, 64, 86, 89, 92, 98, 
101, 104, 112, 143, 144, 145, 154, 155, 158, 159, 163, 172, 177,178,179, 
180. 181, 182, 183, 184, 185. 

Tubbergen, 243. 

Twente, 244, 246, 251, 254, 255, 263, 278, 332, 365, 374, 375. 

Urk, 313, 351. 



399 

Utrecht (prov.), 42, 44, 137, 153, 235. 

Utrecht (stad), 41, 201, 315. 

Veere, 16, 21, 33, 35, 37, 50, 91, 106, 110, 120, 125, 143, 144, 145, 151, 154, 
155, 159. 

Vlaanderen, 38, 63, 74, 153, 163. 

Vlissingen , 4, 12, 16, 33, 35, 37, 50, 63, 76, 77, 78, 80, 93, 94, 95, 112, 144 
154, 163. 

Vollenhove, 206, 222, 228, 230, 231, 234, 238, 239, 240, 243, 244, 246, 248 
250, 251, 255, 259, 261, 267, 269, 271, 274, 277, 281, 283, 287, 289, 292, 
293, 298, 299, 303, 310, 312, 317, 320, 322, 323, 343, 345, 246, 347,348, 
350, 353, 355, 356, 358, 362, 369, 375. 

Vosmeer, 14, 92, 112, 159. 

Vriezenveen, 243, 258. 

Waarde , 2, 63, 92. 

Walcheren, 2, 4, 7, 15, 16, 22, 35, 37, 43, 46, 50, 52, 56, 58, 64, 76, 80, 89 f 
91, 93, 94, 105, 112, 143, 152, 154, 159, 184. 

Wanneperveen, 243, 251, 282, 292, 322, 343, 358. 

Wapserveen, 328. 

Weerseloo, 243. 

Welevelt (huis te), 374. 

Wemoldinge, 144. 

Werkeren, 241. 

Wezepe , 243, 282. 

Wierden, 243. 

Wüsum, 219, 221, 233, 238, 240, 243, 289, 299, 311, 322, 323, 324, 338, 

359, 373. 
Wolfaartsdgk, 22, 37. 
Workum, 240. 

Wijhe, 243, 248, 249, 252, 267, 286, 287, 311. 
Yhorst, 243, 250, 268, 314, 322, 348, 358, 366, 373. 
Yselham, 259, 285. 
Yselmuiden, 197, 206, 207, 219, 221, 226, 230, 232, 233, 234, 238, 241, 243, 

252, 286, 304, 321, 322, 327, 343, 349, 358, 359, 361, 364, 369,370,373. 
Zalk, 234, 237, 243, 251, 270, 276, 293, 299, 322, 358, 359, 366, 369, 373, 
Zierikzee, 3, 9, 11, 12, 37, 50, 63, 86, 91, 105, 112, 143, 144, 151, 156, 158, 

159, 171, 173, 175, 185. 
Zoutelande, 63. 
Zuidwolde (Drente), 254. 

Zutfen, 105, 233, 235, 243, 247, 259, 274, 326, 327, 328, 331. 
Zwartsluis, 197, 198, 206, 219, 223, 226, 230, 233, 234, 238, 241, 243, 248, 
249, 251, 253, 256, 259, 260, 264, 276, 282, 287, 289, 293, 312, 343, 359. 



400 

Zwolle. 194, 195, 197, 198, 199 ? 205, 206, 307, 208, 216, 218, 219, 222, 223, 
226, 228, 290, 231, 233, 234, 236, 238, 241, 242, 243, 245, 247, 248, [249, 
251, 252, 253, 254, 255, 258, 259, 260, 262, 263, 264, 266, 268, 270, 271, 
273, 276, 277, 279, 280, 281, 282, 283, 284, 286, 288, 289, 29!, 292, 293, 
295, 296, 297, 298, 299, 302, 304, 307, 310, 311, 312, 313, 314, 315, 317, 
319, 324, 330, 332, 333, 334, 335, 337, 338, 339, 341, 343, 348, 349, 352, 
353, 355, 358, 361, 364, 368, 370, 371, 374, 376. 



REGISTER VAN ZAKEN. 



A. 

Academie, 149, 361; — seminarium te Leiden, 36; — professoren theol. 
te Leiden, 103; — alumni een behoorlijken tyd blijven in de, 186; — 
buitenlandsche, 186; — te Praneker, 280, 281; — te Steinfurt, 
286, 297; — inlandsche, 291, 361. 

Almanakken, 309, 314. 

Ambachteheeren. 2, 54, 170. 

Armen, 6, 259, 317, 349; — hunne kinderen naar de kerk, 1; — bediening 
der, 1, 2, 31, 215, 353; — huisarmmeesters, 20, 169 ; — zonder onder- 
scheid van religie te bedeelen, 20 ; — misbruiken bjj 't doen van de 
rekening der, 103, 165, 353. 

Attestatièn, 6, 16, 25, 31, 54, 94, 95, 100, 102, 105, 178, 201, 202, 220, 
237, 262, 274, 295, 327, 349; — valsche, 13; — aan armen, 31, 317. 

Avondgebeden, 7, 25. 

Avondmaal, 198, 231, 245; — suspensie van het, 8, 27, 28, 30, 31, 152, 
161, 184, 255; — wie toegelaten mogen worden tot het, 25, 196, 
246, 263, 265; — wgze van bediening van het, 25, 308; — for- 
mulier van het, 25, 216; — wanneer te bedienen, 25; — vrijwillig 
afbleven van het, 27, 114, 115, 124; — bjj provisie toegelaten tot 
het, 95; — voorbereiding tot het, 132; — belijdenis des geloofs 
ter toelating tot het 196, 245, 308; — profanatie van het, 196; — 
lidmaten bezoeken vóór het, 228, 308; — communiceeren met de 
Mennonieten, 231; — zittende te houden, 258; — bespotting van 
hen, die gaan ten, 297; — uniformiteit in de bediening van het, 
308; — genieten na schuldbelijdenis, 319; — buiten de gemeente, 
339; — hoe te doen met personen, die geen wjjn kunnen ver- 
dragen, 351. 
Acia syn. frovinc. V. 26 



402 



B. 

Begijnen, 374. 

Bankroetiers, 102. 

Battementspelen, zie Rhetorykspelen. 

Bedelaars, 317. 

Bedevaarten, 56, 88, 297, 372. 

Begrafenissen, verkeerdheden bg de, 291. 

Boeken enz., La confirmation de la discipline ecelesiaatique, observée et 
avecq la responce aux objection 8 proposées a 1'encontre; imprimé a 
Genève par Francois Porrin anno d5G6. 8; — Theod. Bezae, De 
repudiis et divortiis examen, 61; — Werken van Melanchthon, 
Zanchius e. a. over het huweljjk, 61; — Bucerüs, De gubernatione 
ecclesiae, 154; — Placcaet van schoolordeninghe (v. Zeeland anno 
1583), 162; — Nederlantscher Belijdeniss, anno 1 580 tot Antwerpen 
gedruckt, 193; — Boekje van Joh. Gerobulus over de besoeckinge 
der crancken, 219; — Boeken met betrekking tot Da vin Jorisz, 
219; — Een boekje van de Remonstr. predikanten uit de classis 

van Kampen „tot beschuldinghe van vele treffelycken leeraeren", 300, 

• 

301, 302, 310; — Taferelen, „daerin de lecre der Gereformeerde 
kereken opt hoochste gelastert werdt, tot Campen herdruct", 301, 

307, 320, 324, 325, 326, 329, 330, 331, 337, 338, 340; — „Bericht" 
van Thomas Goswinus e. a., 304, 305; — Geschrift van Hier. 
Vogellius, 305, 306, 369; — Geschriften van Jac. Revius en de 
classis van Steenwijk, 305, 306; — Achteruijtslacnde Roekei oosig- 
heyt, door Marcus Gualtherus, 320. 

Boekencensuur, 24, 53, 150, 219, 263, 296; —vertaling van boeken, 8, 9; — 
drukken enz. van verkeerde boeken, 103, 267, 271, 309. 

Bruiloften, 265, 322, 360. 

Buitenlandsclie Kerken, 32, 74, 80. 

Bijbel, vertaling van den, 36, 104, 149, 227, 235, 241, 256, 309, 315, 
319; — vele drukfouten in den, 150; — bijbel met ongepaste aan- 
teekeningen, 150. 

c. 

Canones Dordr., 187, 315; — onderteekening der, 172, 318, 355; — pu- 
bliek te leeren, 315. 

Catechismus (Heidelbergsche), 104, 105, 147, 187, 198, 216, 217, 218, 224, 
257; — homiliën op den, 7; — predikatie uit den, 23, 217, 218, 
224, 228, 308, 315, 348, 360, 372; —onderteekening van den, 24, 

308, 309, 318, 355; — afwijking van den, 275, 277; — betuiging 



403 

van instemming met den, 276, 277, 290; — in alle kerken en 
scholen geen andere te leeren dan de, 309. 

Catechiseeren, 148, 370. 

Classes, 3, 9, 21, 38, 55, 58; — acta enz. der, 3, 4, 23, 41, 307, 318; — ver- 
gaderingen der, 5, 6, 23, 58, 218, 255, 258, 278, 308; — laten de 
kerken visiteeren, 5, 6, 59, 218; — predikanten verplaatst enz. door 
de, 10, 11, 18, 19, 244, 340; — in zake beroeping van predikanten, 
16, 95, 96; — boven de kerkeraden, 22; — verdeoling in, 22, 56, 
101, 234, 243, 247, 252, 258, 261, 264, 282, 286, 287; — hare 
afgevaardigden ter synode, 39, 53, 90, 101, 143,219,235,257,261, 
282, 293, 299, 300, 318; — deputati classis, 44, 98, 99, 302,303, 
322; — recht van stemming in de, 52, 64 enz., 93, 101, 235; — 
zorg voor de kerken door de, 56; — wat verhandeld wordt in de, 
79; — meerderheid van stemmen in de, 97; — doende wat des 
kerkeraads is, 97; — indien iemand meent, dat zg iets besluiten 
tegen Gods Woord enz., 99 ; — kwestie tusschen classis en gemeente, 
113 enz.; — slappigheid in sommige, 145; — onkosten der, 214, 
234, 257, 279, 323, 352, 359, 363, 373; — gravamina, 234; — 
agent der, 239; — wegblijven uit de vergaderingen der, 257; — 
combinatie van, 278; — onderwerping aan de, 279; — onderzoek 
naar de zuiverheid in de leer in de, 290 ; — moderamen der, 297 ; — 
correspondentie der, 319, 352. 

Coüatoren, 304, 374, 375. 

Collectes, langs de huizen, 20; — verkeerd gebruik der, 220. 

Compagnie (Oost-Indische), 160, 161. 

ConventictUen, 10. 

Correspondentie, 256, 307, 319, 321, 352; — tusschen Zuid-Holland en Zee- 
land, 51, 56, 105, 170; — tusschen Gelderland en Zeeland, 105; — 
tusschen Gelderland en Overgsel, 229, 231, 234, 243, 252, 261 ; — 
tusschen Zuid-Holland en Overijsel, 250, 252, 256; — tusschen 
Noord-Holland en Overjjsel, 252, 256, 352; — tusschen Groningen 
en Overijsel, 352. 

D. 

Dansen, 8, 30. 

Diakenen, 2, 6, 15, 16, 17, 18, 20, 22, 25; — benoeming van, 20, 148, 
168, 169, 216, 318; — vergadering der, 20; — rekening der, 
20, 33; — werk der, 20; — tijd van aftreding, 21; — afzetting 
enz. van, 27, 148; — eed van getrouwheid te doen aan de overheid, 
34; — bevestiging van, 194, 307; — vormen een bijzonder college, 
236; — niet nalaten het ambt der, 263; — formulieren van eenig- 
heid onderteekenen, 318. 

26* 



404 

Dieverij, 27. 

Discipline, 8, 18, 23, 26, 27, 36, 196, 218; — suspensie van 't avondmaal, 
8; — excommunicatie, 8, 28, 29, 31, 55, 79, 161,231,236,287; — 
schuldbelijdenis, 8, 13, 220, 231, 248, 287, 295, 319, 326, 348; — 
censure over kerkelijke vergaderingen, 12, 13; — over welke zonden, 
27, 28, 29, 30; — censure onder kerkeraadsleden, 31; — strikter 
discipline te oefenen, 152, 155, 161, 195; — verachters der, 152, 
153, 162; — over schoolmeesters en rectoren, 316; — over de 
Remonstranten, 350, 351. 

Dobbelspel, 55. 

Doctoren, 15; — werk der, 19, 

Doodslag, 27, 259, 264, 265, 285, 308, 323, 329, 360, 372. 

Doop, vaders by den, 7, 24, 224; — formulier van den, 7, 25,57, 104; — 
getuigen, 7, 24, 40, 44, 99, 102, 110, 166; — in de huizen, 10, 
272; — zoo spoedig mogelijk te bedienen, 24, 297; — tijd en plaats 
van den, 24, 56, 92, 102, 145, 167, 235, 262; — doopboeken, 25, 
60, 100, 224; — van bejaarden, 104. 110; — hoe verder met de 
gedoopte kinderen te handelen, 166; — aan zieke kinderen, 193; — 
op welke dagen niet te bedienen, 235; — door priesters, 236, 259, 
374; — niet door vroedvrouwen te bedienen, 259; — twijfel, of 
iemand gedoopt is, 263; — alleen door Geref. predikanten te be- 
dienen, 275; — vragen bij den, 290, 294, 307; — ongeregeldheden 
bij den, 294; — uniformiteit in de bediening van den, 308; — op 
Donderdag, 317; — buiten de gemeente, 339. 

Dronkenschap, 8, 10, 27, 30, 55, 152, 161, 188, 228, 237, 249, 258. 

Duivelbanners, 236, 296, 323, 360, 372. 

F. 

Feestdagen, 7, 25, 26; — superstitieuse, 150, 169, 170, 257; — hoogo, 235. 

Formulier, te onderteekenen door predikanten, 100, 105, 145, 187; — door 

proponenten, 100, 106, 145; — voor 't prediken van studenten, 101, 

107; — van onder teckening der kerkenordening, 106, 145; — van 

den doop der volwassenen, 110; — van onderteekening derOanones 

Dordr., 172. 
Formuliergebeden, 99, 104, 108, 308. 

6. 

Oanzetrekken, 258, 285, 290, 360. 

Geloofsbelijdenis (Nederlandsche), 105, 147, 187, 216; — onderteekening van 
de, 24, 245, 258, 308, 309, 318, 355; — nauwkeurig te drukken, 



405 

104, 193; — te Antwerpen in 1 580 incorrect gedrukt, 193; — afwij- 
king van de, 275, 277; — betuiging van instemming met de, 276, 
277, 290. 

Gemeente, wie zijn de gemeente? 8; — vacante, 40, 264, 291, 294, 297, 
300, 302, 304, 313, 333, 334, 361; — zonder kerkeraad, 97; — 
kwestie tusschen classis en, 113 enz.; — disordre in eene, 172, 
218; — verschil tusschen predikant on, 193, 200, 203,205,219; — 
zonder kerkgebouw, 197; — combinatie van gemeenten, 221, 225, 
232, 246, 258, 285; — zegel der, 233, 318, 356,357,369;— hare 
afgevaardigden naar de classis, 235; — waar nog geen besloten 
gemeenten zijn, 245, 257; — treurige toestand eener, 249, 335, 
344; — toeneming der, 273. 

Gezangen, 308. 

Goederen, annengoedcren, 2, 20, 215, 263; — geestelijke, 207, 219, 225, 
229, 232, 249, 252, 257, 262, 264, 279, 282, 285, 294, 309, 375; — 
kerkelijke, 208—215, 228, 243, 244, 246, 249, 257, 258; — pas- 
torie-, 213, 219, 226, 262, 279, 282,359,362,363,365,366,373; — 
vicarie-, 213, 219, 226, 227, 232, 262, 279, 282, 294, 362, 363, 
366; — kosterij-, 213; — canonicorum et coenobiorum, 213,362; — 
klooster-, 213; — commandergen, 213; — gilden-, 262; — vrij 
van verponding en schatting, 265, 268; — bcneficien uit de gees- 
telijke, 268. 

Goochelaars, 236, 352. 

Groevebieren, 265, 322, 360, 372. 



H. 

Heidenen, bekeering der, 152, 159, 160. 

Heidenen (Zigeuners), 317, 372. • 

Historie (Kerkelijke), 197. 

Huisbezoek, 166, 216, 228, 308. 

Huwelijk, 7, 46, 79, 231, 236, 283, 294, 308, 354; — afkondigingen, 8, 
62, 167, 217, 228, 236, 372; — bloedschande, 10, -27, 103, 167, 
239, 259; — overspel, 27, 47, 55, 88, 89, 225, 228, 239,279,286, 
297; — concubinaat, 27, 103, 244, 272, 322, 360,372; - hoererij, 
27, 89, 228, 239; — casus matrimoniales, 39, 41, 56, 88, 89,194, 
225, 236, 237, 265, 279, 283, 286, 297; — echtscheiding, 39, 40, 
89, 354; — belofte van, 46, 48, 54, 61, 278; — toestemming tot 
het, 46, 61, 167, 189, 194, 236; — verboden omgang vóór het, 47, 
62, 218; — verboden huwelijken, 47, 48, 49, 61, 189, 237,238; — 
leeftijd, 47, 61, 89; — van ongedoopten, 47, 55, 61, 88, 100, 152, 



406 

161, 353; — met niet-Gereformeerden, 47, 102, 150; — waarbij men 
zich vergist, 47, 48, 89; — weigering enz. om te trouwen, 48, 228, 
322; — in andere kwartieren enz., 49, 55, 88, 166, 360; — her- 
trouwen, 54, 61, 98; — trouwen enz. bij priesters, 55, 88, 89, 102, 
166, 188, 189, 228, 236; — niet op bededagen enz. trouwen, 55, 
87, 235; — trouwboeken, 60; — ondertrouw, 60, 61, 62, 217, 
225; — verlating tijdens het, 89, 322, 360; — tgd en plaats, 92, 
102, 104, 145, 217, 218, 225, 235, 278; — van Wederdoopers, 
152; — huwelgks-ordening, 217, 229, 236, 239, 248, 252, 262, 
309, 372; — formulier, 218, 353; — polygamie, 259; — bigamie, 
259; — misbruiken bg het, 322, 329, 360, 371, 372. 



J. 

Jesuiten, placcaat tegen de, 87, 245, 248, 285; — scholen der, 103, 153, 
164, 245, 248, 268, 271, 275, 278, 282, 285; — een predikant be- 
schuldigd, gebiecht te hebben bg de, 269; — inkruipen der, 282, 
285, 309; — samenkomsten der, 372. 

Joden, 148; — bekeering der, 149. 

Jus patronatus, 227, 243, 304. 

K. 

Kaartspel, 55. 

Kerken ander 't kruis, 17, 38, 51, 58, 74, 104, 154, 185. 

Kerkenordening, 33, 95, 99, 151, 153, 205, 225, 228, 265, 309, 316, 317, 
340; — formulier van onderteek ening der, 106, 145; — van Utrecht, 
137; — misbruik der, 163; — onderteekening der, 200, 245, 308; — 
strgd tegen de, 245, 248, 271, 272, 302, 306, 327, 348; — strikt 
te onderhouden, 269; — onderwerping aan de, 279, 302; — van 
1598, 302. 

Kerkeraad, 6, 9, 21 ; — vergadering van den, 6, 22, 23, 308; — samen- 
stelling van den, 22; — overheid in den, 22, 29; — acta enz. van 
den, 41, 60, 237, 318, 356, 357, 369; — in zake huwelpen, 46, 
49, 54; — geschil tusschen synode en, 93, 94, 95. 

Kerkgebouwen, 197, 232, 259, 263, 264, 273, 283, 285, 361, 370, 375; — 
altaren enz. in de, 244; — ongeregeldheden enz. inde, 294, 353; — 
uurwerk in de, 359, 373. 

Kerkgezang, 217; — psalmen van Datheen, 241, 258. 

Kerkhoven, 249. 

Kerkmeesters, 215, 244, 249, 354. 



407 

Kerkvisitatiê, 5, 6, 57, 103, 162, 218, 317, 352, 360; — formulier van, 
57, 59, 60. 

Kennissen 150, 170. 

Ketterij, 8, 27, 28, 79. 

Kindermalen, 265. 

Kloosters, 164, 213, 214, 245, 349, 374. 

Kijven en vechten, 30, 55. 

Kosters, 2, 214, 240, 258, 265, 278, 318, 322, 349, 359, 363, 373; — 
zullen de Ned. Geloofsbel. onderteekenen, 258, 278; — Paapsche' 
322, 359; — moeten lidmaten der Kerk zijn, 322, 359. 



L. 

Landloopers, 317, 372. 

Lasteraars, 295; — van Gods naam, 56, 103, 165, 188; — van den gods- 
dienst, 103, 297, 371; — van de sacramenten, 103, 188; — van de 
Geref. religie, 188, 301, 320, 321, 324, 361, 369; — van de over- 
heid, 188, 324; — van andersdenkenden, 294; — van de predikanten, 
297, 324, 361; — van de synode, 333; — van de kerkbezoekers, 361. 

Leer, 53, 151; — onzuiverheid in de, 13, 293, 303, 304, 321, 327; — 
zonden tegen de, 27, 28; — zuiverheid in de, 36, 59, 309,369; — 
lasteren der, 41, 320, 321, 324; -— „Nedergedaald ter helle", 57; — 
eenigheid in de, 147, 290, 308 ; — hoe in de nat. synodi te hande- 
len in zake de, 147, 151; — predikant verdacht van valsche, 216; — 
waaraan te toetsen, 308; — door de synode goedgekeurd, alleen 
publiek te leeren, 309; — belijdenis van Everh. Schüttenius, 336, 337. 

Lidmaten, 101; — afgevallen tot de Mennonieten, 236; — doleerende, 316. 

Lombarden, 236, 246. 

Lutfierschen, 314, 337, 338, 353, 356, 357, 361. 

Lijhpredikatiên, 7, 99, 263, 291, 309, 354. 



M. 

Maagdenhuizen, 214. 

Marktdagen, 283. 

Meibieren, 258. 

Meineed, 40. 

Mennonieten, dat zij hunne belijdenis laten drukken, 149; — stout optreden 
der, 149, 166; — huwelijk van, 152; — herdoop der, 231; — 
hunne samenkomsten te verbieden, 236, 245, 248, 270, 310; — 



408 

afval tot de, 236; — nemen zeer toe, 270, 292, 354; — kerk- 
meesters zijnde, 354. 

Monniken, 16, 214, 280, 281, 349. 

0. 

Organisten, 309. 

Ouderlingen, 15, 17, 18, 25; — benoembaarheid tot, 4; — afgevaardigd 
tot de synode, 9, 42; — benoeming der, 19, 32, 148,216,318; — 
werk der, 19, 216; — tijd van aftreding, 21; — afzetting enz. van, 
27, 148; — eed van getrouwheid te doen aan de overheid, 34; — 
bevestiging van, 194, 307; — formulieren van eenigheid onder- 
teekenen, 318. 

Overheid, 39, 40; — verzoeken aan de, 1, 2, 6, 7, 9, 11, 25, 36, 39, 40, 
41, 42, 43, 44, 49, 55, 56, 57, 58, 86, 98, 102, 145, 151, 160, 
164, 165, 169, 207, 218, 224, 225, 227, 229, 23i, 232, 234, 235, 
236, 239, 241, 243, 245, 246, 248, 249, 253, 257, 259, 262, 263, 
265, 267, 270, 271, 272, 274, 277, 278, 279, 280, 282, 286, 289, 
291, 292, 294, 296, 297, 307, 313, 316, 317, 318, 322, 329, 330, 
331, 337, 338, 350, 351, 352, 353, 354, 355, 358, 361, 362, 369, 
370, 371; — in zake huwelijken, 7, 47, 48, 49, 88, 89; — in zake 
beroeping en afzetting van predikanten, 16, 26, 27, 54, 189, 203, 

244, 245, 257, 274, 288, 327, 329, 331, 332, 333, 334, 337, 338, 
343 enz., 350, 375; — in zake benoeming van ouderlingen en 
diakenen, 19, 20; — in den kerkenraad, 22; — tot het houden van 
synode verlof noodig der, 23, 33, 90 ; — geschil tusschen magistraat 
en predikanten, 113 enz., 173 enz., 246; — overheidspersonen 
vijanden der Geref. religie, 170: — predikanten te removeeren, 
243, 274, 277; — verzet tegen de, 314; — aanstelling enz. van 
schoolmeesters en rectoren door de, 316, 320; — verbiedt het pre- 
diken enz., 332, 333, 334. 

P. 

Papegaaischieten , 258, 285, 290, 294, 322, 360, 372. 

Papisten, 211; — afgoderg der, 42, 351; — superstitie der, 56,167,170; 
— scholen der, 103, 153, 164; — een papistisch procureur, 140; — 
geen schoolambt waarnemen , 224 ; — heimelijk doopen en trouwen, 
236; — altaren en beelden der, 244, 258; — conventiculen der, 

245, 248, 308, 309, 323, 329, 360; — ceremoniën der, 278; — 
Paapsche postillen, 296; — misbruiken der, 309,314; — Paapsche 



409 

organisten, 309; — Paapsche kosters, 322, 359, 363; — samen- 
rottingen der, 338; — kerkmeesters zijnde, 354; — gewezen, 360, 

364, 367, 368. 

Placaat van politie, 103, 153. 

Predikanten, 15, 20; — verzoek om, 1, 42, 189, 231,237,249,313,358; — 
bij provisie, 1, 4, 13, 195, 201, 246, 281, 326, 334, 335, 339; — 
examen, 1, 4, 5, 13, 14, 16, 53, 63, 64, 79, 149, 194, 197, 216, 
223, 228, 230, 231, 237, 239, 240, 247, 249, 279, 287, 291, 334, 
337, 339, 365, 369; — gebrek aan, 2, 6, 275, 333; — onderhoud 
enz. der, 2, 11, 14, 17, 42, 43, 45, 105, 190, 201, 211, 214, 218, 
219, 226, 227, 232, 239, 241, 245, 246, 249, 250, 252, 253, 254, 
259, 262, 265, 277, 282, 285, 286, 290, 303, 322, 358, 359, 361, 
362, 363, 364, 365, 366, 367, 368, 370, 373; — klachten enz. 
tegen, 2, 3, 26, 41, 44, 96, 117, 131 enz., 176, 177 enz., 198, 231, 
237, 253, 259, 262, 263, 269, 271, 274, 275, 287, 292, 293, 295, 
300, 314, 324, 325, 326, 332, 341, 348, 375; — verplaatsing enz., 
3, 17, 18, 19, 79, 96, 102, 130, 176, 237, 246, 287, 295, 303; — 
beroeping, 3, 4, 5, 9, 14, 16, 17, 32, 38, 53, 54, 79, 95, 96, 148, 
168, 176, 203, 205, 222, 223, 244, 250, 253, 254, 257, 265, 274, 
277, 286, 291, 308, 316, 319, 326, 335, 340, 341, 343 enz., 362, 

365, 369; « — door de classis verplaatst enz., 10, 11, 18, 19, 244, 
340; — afzetting enz. van, 10, 26, 27, 79, 97, 100, 148, 184, 201, 
228, 237, 240, 241, 245, 248, 268, 275, 277, 280, 287, 292, 296, 
303, 327; — onwettig inkomen van, 12,153,168,200,204,237,245, 
271, 287, 302, 303, 321, 328, 329, 332; -- bevestiging der 17, 54, 
194, 195, 197, 223, 246, 287, 308; — tot geen andere betrekking 
overgaan, 17, 96; — emeriti, 17, 18, 278, 282, 292, 307, 329; — 
in andere gemoenten dienstdoende, 18; — werk der, 18, 222; — 
opzicht over de. 23, 36, 59, 79; — onderteckenen de formulieren, 
24, 97, 308; — suspensie van, 26, 79, 97, 148, 200, 296, 328, 
338; — reconcilitatie enz., 27, 200, 201, 202,205,231,314,316; — 
eed van getrouwheid te doen aan de overheid, 34, 35 ; — vereiachten, 
38, 53; — in plaats van ouderlingen tot de synode, — 42, 50, 
101, 262; — weduwen en weezen der, 43, 45, 104, 153, 163, 214, 
225, 227, 235, 264, 265, 268, 279, 291, 297, 307, 329, 375; — 
Engelsche, 53; — hertrouwen van, 54; — zich met andere bedrijven 
enz. bezighoudende, 55, 320, 324, 325, 326; — lijsten van, 63, 64, 
194, 197, 206, 207, 369; — onderteekening van een zeker formulier, 
100, 105, 145; - schoolhouden enz. door, 100, 355; — geschil 
tusschen magistraat en, 113 enz., 173 enz., 246; — zich met 
politieke verkiezingen inlatende, 131, 132; — de medicijnen practi- 



410 

secrende, 138, 139, 140; — vermaning aan, 144,249,253,254,259, 
272, 277; — voorspraak ten behoeve van, 154; — voor Indiè*, 160; — 
onderteekenen de Canones Dordr., 172; — ruiling van, 177; — 
verschil tnsschen gemeente en, 193, 200, 203, 205, 219; — woning 
(pastorie), 197, 198, 215, 241, 257, 262, 267, 296, 319, 323, 354, 
360, 364; — zittende onder den vijand, 198, 231; — zich elders 
ten avondmaal moetende begeven, 198, 231; — vroeger priester, 
203, 244; — verdacht van valsche leer, 216; — een barbier, die pre- 
dikant wil worden, 239; — door de overheid te removeeren, 243, 
274, 277, 375; — gescheiden van hunne vrouwen levende, 249, 254, 
258, 280, 283; — kleeding der, 249, 253, 308; — waarschuwing 
tegen, 250, 254, 328, 334; — legerpredikanten, 253, 308; — 
mogen geen testamenten schreven, 258 ; — non residentes, 262, 267, 
296; — aangenomen buiten weten der classis, 269, 274; — een predi- 
kant heeft twist met eenige heeren, 269; — schulden hebbende, 277, 
281; — belastingen te betalen door de, 291, 323, 360; — een las- 
terende predikant, 295; — verschil tusschen twee, 296; — moeten 
niet zoo spoedig vertrekken, 308; — huishouding der, 308; — onder- 
teekenen de acte van verbintenisse, 321, 323; — „een apostaetende 
godloos mensche" 328; — bij leening, 348; — der Lutherschen, 
361; — vroeger schoolmeester, 365. 

Predikatiën, 59; — kinderen te brengen onder de, 1, 228; — regeling der 
beurten, 6; — op de classicale vergadering, 23, 218; — uit den Cate- 
chismus, 23, 217, 218, 224, 228, 308, 315, 348, 360, 372; — bg 
den doop, 57 ; — gebed na de, 104, 108, 257 ; — van Laksbekgek, 
126, 128, 132, 133, 134, 140, 141; — over do evangelische domi- 
nicalen, 216, 222, 307; — koopen, tappen enz. onder de, 224,249, 
283, 290, 294, 297, 322, 354, 359; — na de, 278; — niet schelden 
en lasteren in de, 294; — Paapsche postillen, 296; — nalaten 
daarvan tijdens den oogst, 320; — hooien tijdens de, 354; — bij 
nacht, 367; — de invloed der Remonstranten op de, 368; — van 
een paedagoog, 374. " 

Priesters, 190, 250, 252, 253; — onderhoud der, 2; — dreigementen der, 
2; — die predikant willen worden, 16, 230, 237, 244, 245, 246, 
251, 265, 268; — trouwen enz. bjj, 55, 88, 89, 102, 166,188,189, 
228, 236; — insolontien der, 167, 188, 254, 278; — door ovorheids- 
personen gesteund, 170; — slecht leven der, 188, 254, 259; — 
geestelijken hebben nog de kerkelijke goederen in handen, 211,212; — 
oude, 214; — verzoek om priesters, in 't zwart gekleed, te laten 
prediken, 222; — geen schoolambt waarnemen, 224; — examinatie 
en reformatie der, 224, 245. 258; — af te danken enz., 232, 235, 



411 

244, 257, 268, 272, 278, 285, 351; — doop door, 236,259,374; — 
een gewezen pastoor tot den schooldienst toegelaten» 237, 240; — 
concubinen der, 244; — priester, die een doodslag begaan heeft, 
264, 265, 285; — de mis bedienende, 313; — te Almeloo, 349; — 
te Oldenzaal, 365; — bagynenpater te Almeloo, 374. 

Professoren, moeten de formulieren onderteekenen, 24; — der theologie, 
24, 53, 103, 186, 309; — te Steinfnrt, 286, 297; — aan de ker- 
kelijke censrure onderworpen, 309. 

Proponenten, 38, 40, 100, 221, 249; — prediken der, 17, 107,294,300; — 
aanstelling van, 18; — onderteekenen een zeker formulier, 100, 
107, 145; — examen der, 107, 145, 184; — mogen geen sacra- 
menten bedienen noch huwelijken bevestigen, 107; — een kleer- 
maker aanbevolen tot proponent, 184; — in vacante plaatsen, 294, 300. 

Psalmen, 308; — van Datheen, 241, 258. 



R. 

Rector, 235; — rectoren moeten de formulieren onderteekenen, 24, 309, 
361, 370; — te Zwolle, 198, 358, 361, 364; — aan de kerkelijke 
censure onderworpen, 309, 316, 358; — aanstelling en bezoldiging van 
de rectoren, 316; — te Kampen afgezet, 320,356,369; — conrector 
te Zwolle, 364. 

Remonstranten, 282, 294, 298, 299, 302, 321, 324, 325, 326, 327, 328, 
329, 335, 344, 367, 368, 369; — de vijf artikelen der, 146, 147, 
148, 156, 157, 298, 299, 302, 304, 305,310,315,340; — bezwaren 
ingebracht tegen de, 300, 301, 302, 304, 324; — verspreiden ge- 
schriften enz., 300, 301, 321, 324; — examineeren en stellen pre- 
dikanten aan, 301; — geen gemeenschap met de, 302; — een 
een Remonstrant, vroeger Contraremonstrant, 306; — laten de 
vragen bg den doop achterwege, 307; — verklaring voor of tegen 
de, 310, 335; — afgezette predikanten, 314, 321, 330, 331, 332, 
333, 335, 337, 338, 351, 356, 357, 367, 368, 369; — herroeping 
door, 316; — zullen achtergehouden zaken teruggeven, 318, 356, 
357 ; — Remonstr. rector, 320, 356, 369 ; — Remonstr. voorlezers, 340, 
356, 369; — wel drie duizend te Rotterdam, 344; — hoe hen te 
censureeren, 350; — zachte middelen, om hen terug te brengen, 
351; — voegen zich by de Lutheranen, 353; — voegen zich bij de 
Mennonieten, 354; — acte van stilstand, 356, 357, 367; — kerke- 
raad der, 357. 

Rentmeesters, der kerkelijke goederen, 212, 213, 214, 215, 264, 267, 359. 

Rhetorijkspelen, 9, 57, 87, 150, 224, 236; — comedièn en tragediè'n, 268. 



412 



S. 

Sabbat, ontheiliging van den, 55, 87, 103, 150,224,235,257,285,290,307, 
309, 320, 329, 359, 371 ; — onderhouding van den rustdag, 169, 360; — 
marktdagen op den Zondag, 283; — niet arbeiden op den Zondag, 
297, 354. 

Scholen, 6, 56, 87, 103, 197, 213, 215, 224, 259, 264, 354;— schoolorde- 
ning, 87, 153, 162, 205; — niet te houden door predikanten, 100; — 
visitatie der, 101, 162; — Paapsche en Jesuitische, 103, 153, 164, 
245, 248, 268, 271, 275, 278, 282, 285; — reformatie der, 195, 
205; — alumni voor den dienst der, 224; — eenerlei praecepta 
in de, 235, 309; — schoolraad, 286; — gebrek aan scholen ten 
platten lande, 291, 294; — de Heid. Catech. leeren in de, 309; — 
scholarchen, 364. 

Schoolmeesters, 43, 79, 101, 197, 315, 358, 359, 364; — afzetten van, 1, 
79, 164; - van de Geref. religie, 2, 258, 278, 309; — tevens 
koster, 2, 309, 318, 322, 349, 363; — tractement, 2, 43, 45, 169, 

214, 265, 296, 309, 316, 318, 322, 373, 375; — werk der, 18; — 
in Braband en Vlaanderen, 153, 163; — zullen hunne leerlingen 
uit twee vraagboekjes onderwijzen, 162, 163; — benoeming van, 
164, 316; — bijbaantjes der, 169; — de kinderen onder de predi- 
katien te brengen, 228, 315; — een voor den kerkendienst onge- 
schikte pastoor wordt schoolmeester, 237, 240; — zullen de Ned. 
Geloofsbel. onderteekenen, 258, 278; — aan te stellen ten platten 
lande, 291, 322, 359, 370, 373; — censure over, 316, 358; — 
de formulieren van eenigheid onderteekenen, 318, 352, 361,370; — 
de acte van verbintenis onderteekenen, 323; — praecep toren, 352 ; — 
schoolmeester wordt predikant, 365; — een paedagoog predikende, 374. 

Schuttebieren, 290. 

Secten, 149, 166, 236. 

Simonie, 228. 

Socinianisme, 329, 331, 334. 

Souvereiniteit, aanbieding daarvan aan de koningin van Engeland, 207, 208, 

215, 216. 
Straatschenderij, 27. 

Studenten, 40, 54, 100; — onderhoud verzoeken voor, 6, 252, 257, 280, 
281, 361, 364, 367, 368, 373; —•seminarium voor theologische, 
36, 103, 186, 214, 264; — tegelijk in theologie en medicijnen, 142; 
bursen enz. voor, 142, 152, 165, 185, 350; — slecht geoefend in de 
hoogoscholen, 149; — voor ïndii 5 op te leiden, 152, 160; — in 
't buitenland studeerende, 186; — als voorlezers dienstdoende, 186; — 



413 

de theologie verlatende, 187; — alumni 224, 228; — een gewezen 
monnik student te Franeker, 280, 281; — vroeger Roomsen, 360, 
361, 364, 367, 368. 
Synode, 33, 34, 90, 233; — nationale, 5, 7, 8, 9, 11, 12, 21, 24, 42, 56, 
57, 87, 102, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 155, 171, 196, 199, 
200, 207, 214, 216, 217, 222, 235, 241, 247, 256, 261, 263, 267, 
271, 275, 276, 283, 289, 297, 299, 305, 307, 308, 310, 314, 315, 
316, 317, 321, 333, 334, 335, 341, 351, 360; — beschrijving van 
de, 9, 11, 33, 278; — commissarissen-politiek, 11, 33, 38, 43, 44, 
51, 234, 278, 303, 312, 343, 344; — particuliere, 21; — mode- 
ramen, 22, 299; — boven de classis 22; — acta enz. der, 23, 56, 
145, 154, 155, 171, 229, 239, 256, 277, 317, 318,319;— wanneer 
vergaderen, 23, 278, 297, 351 ; — samenstelling der, 23, 24; — 
afzetting van predikanten door de, 26, 27; — jaarlijks te houden, 
36, 39, 44, 56, 98, 153, 164, 232, 296, 308; — deputati synodi, 
38, 39, 41, 45, 51, 52, 53, 234, 235, 275, 288, 294,302,303,309, 
313, 315, 321, 322, 324, 335, 349, 353, 356, 367, 368, 374; — 
gravamina 39, 53, 57, 93, 184, 229, 234, 241, 264, 268, 271, 275, 
280, 300, 302, 308, 312, 315, 343, 350; — onkosten, 45, 58, 194, 
214; 239, 257, 259, 279, 309, 323,359,363,367,368,373,374; — 
correspondentie, 51 ; — afgevaardigden tot de, 53, 101, 143, 196, 
199, 219, 226, 235, 257, 261, 282, 293, 299, 300, 310, 318; — 
voorstellen aan de, 58; — synodale maaltijd, 58, 272; — geschil 
tusschen kerkeraad en, 93, 94, 95; — zegel der, 145, 155; — 
instructie der gedeputeerden naar de nat. synode van Dordr. , 156 
enz.; — wegbleven uit de, 198, 227, 233, 234, 239, 257, 259, 
267; — te onderhouden de resolutiön der, 229; — agentder, 239; — 
orde van zitting en stemming in de, 264; — herberg voor deleden 
der, 272, 288, 297 ; — plaats der, 297, 353, 355 ; — meerderheid van 
stemmen in de» 308. 



T. 



Tooverij, 40, 296, 353. 
Tuischen, 55. 



V. 



Vagabonden, 317. 

Vastelavond, 150, 170, 258, 360, 372. 

Vasten, 96, 168. 

Vast- en bededagen, 25, 55, 87, 168 235, 257, 290, 297, 307, 329. 

Vergaderingen {kerkelijke), welke, 21; — wat er verhandeld wordt, 21; 



414 

wijze van procedeeren in de, 21, 39, 97, 98, 99, 145, 175; — 
afvaardiging tot de, 21; — moderamen, 22; — onkosten der, 214. 

Verpachtingen, 353, 362, 365, 367. 

Voorlezers en Voorzangers, 164, 186, 340, 356, 359, 369. 

Vorstianisme, 334. 

Vrede, met Spanje, 275. 

w. 

Waalsche Kerk, 71, 72, 74; — eigen kerkelijke vergaderingen der, 24. 
Waarzeggen enz., 56, 88, 236, 323, 353, 360, 372. 
Woeker, 40. 

z. 

Ziekenbezoek, 149. 

Ziekentroosters, 152; — onderteekenen de formulieren van eenigheid, 318. 

Zingen, 240 ; — van zcdelooze enz. liedjes, 30, 322, 360 ; — van „o Godt, 

die onse Vader bist* 1 , 217. 
Zivaarddansen, 258. 



CORRIGENDA. 

Op bl. 92 regel 7 v. b. staat: Rozeboom, lees: Rageboom; 



>» 



4 v. b. 
„ 12 v. o. 



, 146 

, 159 

, 188 „ 9 v. b. 

, 266 „ 6 v. b. 

, 336 laatste regel 



gareelmaecker, moet zijn: Gareelmaecker; 
repective, lees: respective; 
Buberus, lees: Bücerüs; 
Linohen, moet zijn: Linghen. 
adprivitur, moet zijn: adscribitur. 



In deel I, bl. 464, regel 3 v. b. staat: „ Wüant", moet zijn: Wüzoet. 



INHOUD. 



Voorbericht pag. v— xx. 

Zeeland. 

Handelingen der provinciale synode van: 

Goes, 14 October e. v. 1579, JJ (BB, CC, DD, EE) ... pag. 1. 

Vlissingen, 21 Februari e. v. 1581, AA (BB, CC, DD, EE, JJ) ., 4. 

Middelburg, 31 Mei 1586, extract uit oud-synod. arch 12. 

Zierikzee, 5 Juli 1588, extract uit class. boek Tholen ... „ 12. 

Maartensdijk, 9 Augustus 1588, extract ex eod , 13. 

Brief der classis Tholen aan de gravin van Buren, copie 

ex eod , 13. 

Middelburg, 1 Februari e. v. 1591, JJ* (AA, FF en do ge- 
drukte edities) „ 15. 

Missive der Staten aan de classes van Zeeland, 13 No- 
vember 1591, JJ (BB, CC, DD, EE, FF, KK) . . . „ 32. 
Resolutie der Staten over de handelingen der synode van 
Middelburg in 1591 en formulier van den eed der predi- 
kanten, AA (JJ en de gedrukte edities) , 33. 

Middelburg (extraord.), 19, 20 October 1593, L , 35. 

Goes, 15—18 April 1597, JJ* (AA) „ 37. 

Resolutiën der Staten op de artikelen der synode van Goes 

in 1597, L (DD) „ 43. 

Tholen, 12—20 November 1602. AA (AA*) „ 50. 

Instructie voor de classikale inspectie, AA (AA*) ... ,, 59. 

Instructie voor de voltrekking des huwelijks, AA (AA*) , f 60. 

Opgave van de geëxamineerden van 1597 tot 1602. AA „ 63. 
Rapport en voorstel der classis Walcheren omtrent de 

„gelijkstemminge" op de class. vergaderingen, JJ (DD) . „ 64. 
Resolutiën der Staten op de handelingen der synode van 

Tholen in 1602, LL , 86. 

Middelburg (voorbereidende conventus), 15, 17 Juli 1608, AA „ 89. 

Veere, 17—27 Mei 1610, AA 91. 

Formulier van het gebed op den rustdag, FF 108. 

Formulier van den doop der volwassenen, FF (DD) . „ 110. 
Goes (coetus extraordinarius), 1 — 10 October 1613, naar de editie 

van J. van der Baan (DD, JJ) 112. 

„Cort vcrhael" etc. van den magistraat van Goes in de 

zaak der Lansbergens, naar do editie van der Baan (JJ) „ 131. 



416 

Ziotïkzcc, 9 — 13 Octobcr 1518, AA pag. 143. 

Instructie voor de afgevaardigden naar Dordrecht, HH . „ 156. 
Goes, 14—28 Februari 1620, AA. De apos tillen der Staten, HH 

(CC, FF en editie 1755) „ 158. 

In solen tien der papen in het inarquisaat van Bergen op 

Zoom, HH (BB, CC, FF, JJ en editie 1755) .... „188. 

Brief der synode van Ooes in 1597 aan den prins, L . „ 189. 

Overijsel. 

Handelingen der provinciale synode van: 

Kampen, 24 Maart e. v. 1584, MM „ 193. 

Zwolle, 18 April e. v. 1585, MM „195. 

Kampen (extraord.), 7 Juni 1586, extract uit oud-syn. arch. . „ 199. 

Deventer, 20—23 September 1586, MM „ 200. 

Lijst der onderteekenaars van de Haagsche kerkorde, NN - „ 206. 

Kampen (extraord.), 16—28 Januari 1587, MM „ 207. 

Voorstel aan de Staten omtrent de kerkegoederen, MM . „ 208. 

Kampen, 6—10 Juni 1587, MM „ 215. 

Hasselt, 21 Mei e. v. 1588, MM 221. 

Kampen, 14—18 Mei 1593, NN (OO, PP, RR, SS) ... . „ 223. 

Deventer, 28 Mei e. v. 1594, NN (MM, OO, PP, RR, SS) . „ 226. 

Zwolle, 20—23 October 1595, NN „ 230. 

Kampen, 22—25 Juni 1596, NN „ 233. 

Hasselt, 19—21 Juli 1597, NN „ 238. 

Deventer, 23—25 Mei 1598, NN „ 242. 

Steenwijk, 29—31 Juli 1600, NN „ 247. 

Zwolle, 9— 12 Juni 1601, NN „ 251. 

Deventer, 15, 16 Juni 1602, NN „ 255. 

Kampen, 27—30 Juni 1603, NN (QQ) „ 260. 

Zwolle, 14, 15 Augustus 1604, NN „ 266. 

Kampen, 12 Augustus 1606, NN „ 270. 

Kampen, 21 Juli 1607, NN „ 273. 

Zwolle, 11, 12 Juli 1609, NN , 276. 

Vollenhove, 26 Juni 1610, NN „ 281. 

Deventer, 22 Juli 1611, NN „ 284. 

Kampen, 14, 15 September 1612, NN „ 289. 

Zwolle, 13 Juni e. v. 1615, NN „ 292. 

Vollenhove, 29 September— 8 October 1618, NN „ 298. 

Deventer, 16—20 Augustus 1619, NN „311. 

Acta deputatorum in 1618 en 1619, NN „ 824. 

Kampen, 20—23 Juni 1620, NN „ 342. 

Acta deputatorum in 1619 en 1620, NN „ 356. 

Register van personen „ 377. 

„ plaatsnamen „ 394. 

,, zaken „ 401. 

Corrigenda „ 414. 






SER4-&i3& 



FFB O 7 2002 




3 2044 020 693 396